summaryrefslogtreecommitdiff
diff options
context:
space:
mode:
-rw-r--r--.gitattributes3
-rw-r--r--8098-8.txt7592
-rw-r--r--8098-8.zipbin0 -> 166606 bytes
-rw-r--r--LICENSE.txt11
-rw-r--r--README.md2
-rw-r--r--old/7rns310.txt7560
-rw-r--r--old/7rns310.zipbin0 -> 170480 bytes
-rw-r--r--old/8rns310.txt7561
-rw-r--r--old/8rns310.zipbin0 -> 170829 bytes
9 files changed, 22729 insertions, 0 deletions
diff --git a/.gitattributes b/.gitattributes
new file mode 100644
index 0000000..6833f05
--- /dev/null
+++ b/.gitattributes
@@ -0,0 +1,3 @@
+* text=auto
+*.txt text
+*.md text
diff --git a/8098-8.txt b/8098-8.txt
new file mode 100644
index 0000000..d56000a
--- /dev/null
+++ b/8098-8.txt
@@ -0,0 +1,7592 @@
+The Project Gutenberg EBook of Reize naar Surinamen, en door de binnenste
+gedeelten van Guiana, by John Gabriel Stedman
+
+This eBook is for the use of anyone anywhere in the United States and most
+other parts of the world at no cost and with almost no restrictions
+whatsoever. You may copy it, give it away or re-use it under the terms of
+the Project Gutenberg License included with this eBook or online at
+www.gutenberg.org. If you are not located in the United States, you'll have
+to check the laws of the country where you are located before using this ebook.
+
+Title: Reize naar Surinamen, en door de binnenste gedeelten van Guiana
+ (deel 3)
+
+Author: John Gabriel Stedman
+
+Posting Date: September 26, 2014 [EBook #8098]
+Release Date: May, 2005
+First Posted: July 12, 2003
+
+Language: Dutch
+
+Character set encoding: ISO-8859-1
+
+*** START OF THIS PROJECT GUTENBERG EBOOK REIZE NAAR SURINAMEN, DEEL 3 ***
+
+
+
+
+Produced by Jeroen Hellingman with help of the distributed
+proofreaders team.
+
+
+
+
+
+
+
+
+
+
+REIZE NAAR SURINAMEN EN GUIANA. III.
+
+
+
+REIZE NAAR SURINAMEN, EN DOOR DE BINNENSTE GEDEELTEN VAN GUIANA;
+
+DOOR DEN CAPITAIN JOHN GABRIËL STEDMAN.
+
+MET PLAATEN EN KAARTEN.
+
+NAAR HET ENGELSCH.
+
+DERDE DEEL.
+
+
+
+INHOUD DER HOOFTSTUKKEN.
+
+XX. HOOFTSTUK.
+
+Beschryving van eenen oproerigen Neger.--Vuurige Mier.--Het
+wandelend Blad.--Doornhaag-Spinnekop.--Duivenboonen of erwten
+van Angola.--Nadrukkelyke benaamingen, door de Negers gebezigd
+wordende.--Het innemen van de stad Gado-Saby, door den Colonel
+FOURGEOUD.--Trek van bygeloovigheid.--Beleid van den vyand
+
+XXI. HOOFTSTUK.
+
+Wilde Porselyn.--Calebassen-boom.--Schermutzeling.--Tafereel
+van broederlyke teederheid.--Het krygsvolk keert naar Barbacoeba
+te rug.--Beschryving van de manier, waar op de legerplaats was
+ingericht.--Een slaaf door den slang Orou-coukou gedood.
+
+XXII. HOOFTSTUK.
+
+Byzonder zoort van Mieren.--Acajou-nooten.--Eta-appel.--Alarm aan
+de Peréca.--Hinderlaag.--Vreemde uitwerking, door eene Vledermuis
+veröorzaakt.--De Oppossum.--De Agouti en de Paca.--De Dadel-boom.--Het
+krygsvolk keert naar de Cormoetibo-kreek te rug..
+
+XXIII. HOOFTSTUK.
+
+Tweede tocht naar Gado-Saby.--Land-Schildpad.--Verschillende
+zoorten van hout.--Levendig geraamte.--Treffelyke
+gezichten.--Honderd-pooten.--Verschillende
+Plantgewassen.--De Opper-Bevelhebber wordt ziek, en verlaat de
+legerplaats.--Sprinkhanen.--Verschillende zoorten van visschen.--De
+Zee-koe.--Het Zee-paard.--Aanmerkingen omtrent het aanwezen der
+Meerminnen.--Trommelzucht.--Verscheiden zoorten van vogelen.--De
+Malaky en Markoury boomen.--Doornhaag-wormen
+
+XXIV. HOOFTSTUK.
+
+Aanwerving van twee Compagniën Vrywilligers, bestaande
+uit Negers en vrye Mulatten.--Verscheidene zoorten van
+Visschen.--Arrowoukas-Indianen.--De krygsbende van den Colonel
+FOURGEOUD ontfangt bevel, om naar Holland in te schepen.--De
+Ratel-slang--De blaauwe Dypsas.--De Amphisboena of tweehoofdige
+slang.--Eene fraaije Kapel.--De Colonel ontfangt naderen last.--Het
+krygsvolk trekt weder in de bosschen.--Koophandel in de Volkplanting
+van Surinamen.--Beschryving eener Cacao-Plantagie.--Heldendaad van
+eenen Neger.--De Ananas.--De Muscaat- en Water-Meloen.
+
+XXV. HOOFTSTUK.
+
+Grappige manier tot het ontdekken van een dief.--Het
+Brom-vogeltje.--Verschillende zoorten van planten.--Manier van
+visschen in Surinamen.--Onderscheidene zoorten van visschen.--Moed
+van eene jonge Negerin.--De Pimpelmees.--De Americaansche Aloë.--De
+Banille-boom.--Huilende Aapen.--Verwonderlyke slimheid der wilde
+Byën.--De krygsbende van den Colonel FOURGEOUD ontfangt andermaal
+bevel, om naar Europa te rug te keeren.--De Guiaansche Nachtuil.
+
+XXVI. HOOFTSTUK.
+
+Inscheeping van het krygsvolk.--De Zurzaca, en Sabatille.--De
+Papaija, en de Gember.--Het krygsvolk gelast om te
+ontschepen.--Muiterye.--Onbetamelyk gedrag van een Capitain der
+Oucas-Negers.--Een groot aantal zieken naar Europa gezonden.--Nieuwe
+byzonderheden betrekkelyk de Negers.
+
+XXVII. HOOFTSTUK.
+
+De muitelingen voeren verscheiden Negerinnen weg.--Aanstootelyke wyzen
+van straföeffening.--Onverschrokkenheid der Negers.--Verschillende
+zoorten van Gier-vogels.--Gekuifde Arenden.--Beschryving van eene
+Indigo Plantagie.--Kaneel-Appel.
+
+XXVIII. HOOFTSTUK.
+
+De Muitelingen trekken de Rivier Maroni over.--Derde tocht
+naar Gado-Saby.--De Land-Scorpioen.--Verscheiden zoorten van
+timmerhout.--Boom, welke een vrucht voortbrengt, de Marmelade-doos
+genaamd.--Het aankweeken van Ryst.--Buitengewoone hitte, die alle
+de moerassen opdroogt.--De Oppossum van het vrouwelyk geslacht.--De
+Brazilsche Wezel.--De Mierëeter.--De Tamandua.--Hout-luizen en
+vliegende luizen.--Tafereel van ellende en sterfte.--De Vrede aan de
+Volkplanting bezorgd.--De Poelsnip.--De Lepelgans, en de Brazilsche
+Ojevaar.--Wilde Eendvogels van verschillende zoorten.
+
+
+
+
+
+REIZE NAAR SURINAMEN, EN DOOR DE BINNENSTE GEDEELTEN VAN GUIANA.
+
+
+TWINTIGSTE HOOFTSTUK.
+
+Beschryving van eenen oproerigen Neger.--Vuurige Mier.--Het
+wandelend Blad.--Doornhaag-Spinnekop.--Duiven-boonen of erwten
+van Angolo.--Nadrukkelyke benaamingen, door de Negers gebezigd
+wordende.--Het innemen van de Stad Gado-Saby, door den Colonel
+FOURGEOUD.--Trek van bygeloovigheid.--Beleid van den vyand.
+
+De muitelingen, door hun behaald voordeel op den Capitain MEYLAND
+opgeblazen, waren daarënboven door hunne Spions onderrigt, dat
+de Colonel FOURGEOUD zig te Barbacoeba bevondt, en zyne soldaaten
+willende trotseeren, of schrik aanjagen, hadden zy de stoutheid,
+om den 15den Augustus 1775. de hutten van twee legerplaatsen, welken
+onze uitgezondene wachten hadden laten staan, in brand te steeken,
+en een gehuil en geschreeuw te maken, het welk wy den geheelen
+nacht hoorden. Dit was nogtans van hunnen kant niets anders dan
+loutere zwetzery; maar het verwekte in onzen Bevelhebber zulk eene
+gramschap, dat hy zwoer zig met geweld, het koste wat het wilde, te
+zullen wreeken. Dien zelfden nacht wierden wy ook door een grooten
+Tyger ontrust; maar hy deedt geen het minste kwaad. Des anderen daags
+morgens stondt al ons krygsvolk tot den optocht gereed, en met het
+aanbreken van den dag begaven wy ons in het bosch. Wy waaren twee
+honderd Europeaanen sterk, bekwaam om dienst te doen; en wy lieten
+een groot getal agter, die door ziekten belet wierden mede te gaan. De
+Neger-Jagers, wien het verveelde de beveelen van den Colonel FOURGEOUD
+te gehoorzamen, verscheenen niet, hoewel zy verwagt wierden, het welk
+aan den Bevelhebber gelegenheid gaf, om hunne bende voor schelmen
+en lafhartigen uittemaken. Ik erken, dat ik uittermaten verwonderd
+was over het agterblyven van myne begunstigden, die op andere tyden
+zoo veel yver betoond hadden om den vyand te keer te gaan, en die
+verklaard hadden niets meerder te verlangen, dan eenen algemeenen en
+beslissenden slag.
+
+Wy trokken deezen dag oostwaarts aan. Na omtrent agt mylen te hebben
+afgelegd, het geen in een land, waar onöphoudelyk door het weghakken
+van het geboomte de weg gebaand moest worden, al vry aanmerkelyk
+is, sloegen wy hutten op, en namen aldaar onze legerplaats. Na zoo
+meenigmaalen van de oproerige Negers, aan wien wy nu op het punt
+waren van slag te leveren, gesprooken te hebben, biede ik den lezer
+eene afteekening aan, verbeeldende één van hun, die op schildwacht
+staat, en door het hooren afschieten van snaphaanen in de struiken
+verschrikt is. Twee Jagers schynen het oogenblik om hem te verrassen
+op eenigen afstand te bespieden. Deze Neger is met een snaphaan en
+byl gewapend. Zyne hairen, ofschoon wollig zynde, zyn digt aan 't
+hoofd gevlogten; dit was een teken, waar door de muitelingen van onze
+Jagers, en van andere Maroni-Negers, die onder hunne bende niet gedoogd
+wierden, onderscheiden waren. Zyn baard is puntsgewyze gesneeden, zoo
+als zy dien allen dragen, wanneer zy niet in de gelegenheid zyn, om
+zig te scheeren. Zyne voornaamste kleeding bestaat in een lap catoen,
+die onagtzaam om zyne schouders geslagen is, hem voor de ongemakken
+der lucht beveiligt, en hem dient om 'er op te slapen, het welk een
+iegelyk van hun altoos onder een dekkleed doet, in de somberste
+plaatsen, welken hy vinden kan, wanneer hy van zyne medemakkers
+is afgescheiden. Dezelfde persoon draagt een Camisa, die als een
+neusdoek om zyne lendenen gebonden is. Zyn zak of weitas is van de
+huid van 't een of ander dier gemaakt. Kleine catoene koorden zyn om
+de gewrichten zyner handen en enklauwen tot cieraad gebonden. Eene
+bygeloovige Obia of tooverband, waar op hy al zyn vertrouwen stelt,
+hangt hem om den hals. De bekkeneelen en beenderen, welken men in eene
+zandige Savane verstrooid ziet, zyn waarschynlyk die van zyne vyanden.
+
+De twee Jagers, welken men in't verschiet bemerkt, zyn door hunne
+roode mutsen kenbaar. Het is aanmerkens waardig, dat de muitelingen zig
+verscheiden malen van deeze onderscheidende teekenen meester maakten,
+en dat zy, dezelven staande het gevecht op hun hoofd gezet hebbende,
+niet alleen hun leven behielden, maar zelfs des te gemakkelyker hunne
+vyanden konden afmaken.
+
+Zy hebben dikwerf eene andere krygslist gebruikt. Dewyl het
+schietgeweer zeldzaam onder hen was, voegden zig verscheiden onder
+hunne gelederen, dragende een stuk hout, het welk ten naasten by als
+een snaphaan gehouwen was, op den schouder. Deeze list heeft dikwils
+de slaven der Plantagiën belet, om dezelven te verdedigen, wanneer
+deeze muitelingen ze kwamen plonderen: zulks heeft zelfs meer dan eens
+een zoo grooten schrik verwekt, dat men hen hunne oude woonsteden,
+na de vrouwen en kinderen weggevoerd te hebben, zonder tegenkanting
+in brand liet steken.
+
+Den 16den, vervolgden wy onzen weg west-waarts over hoog land. Het
+was een zoort van keten van bergen, die, zoo ik my niet bedriege,
+in dit Land doorgaans van het oosten naar het westen loopt, zoo als
+ook in de verdronken zandwoestynen en moerassen plaats heeft. Wy
+leiden geenen zoo grooten weg af, als daags te vooren, en toen wy
+stil hielden, ontfingen wy bevel om onze hangmatten uit te spreiden,
+en daar op te gaan slapen, zonder eenig overdek, om den vyand geene
+kennis te doen bekomen van de plaats, alwaar wy ons bevonden, het
+geen zekerlyk gebeurd zoude zyn, indien wy in het bosch boomen gekapt
+hadden: bovendien wierd ons niet toegestaan vuur aan te leggen,
+noch te spreken; en men hieldt naauwkeurig de wacht rondom de
+legerplaats. Deeze voorzorgen waren in de daad aller noodzakelykst:
+maar zoo al de muitelingen ons niet ontdekten, wy wierden ten
+minsten door groote muggen en insecten, die uit een naby gelegen
+moeras opkwamen, van één gereten. Wat my betrof, ik leed hier meer,
+dan ik immer geleden had aan boord der elendige vaartuigen, toen ik
+my op den wachtpost aan de Cottica bevond. Het was ons verboden deeze
+insecten door rook te verdryven; en in die deerniswaardige gesteldheid,
+zag ik soldaten, die met hunne bajonetten gaten in den grond groeven,
+om hun hoofd daar in te leggen, terwyl zy voor over op den buik,
+en met hunne hangmat overdekt, lagen te slapen. Het was volstrekt
+onmogelyk in eenige andere ligging den slaap te vatten.
+
+Echter konde ik, den raad van eenen Neger-Slaaf volgende, een weinig
+genot van den slaap hebben: "Masera", zeide hy my, "klauter met uwe
+hangmat op den hoogsten boom, die 'er in de legerplaats staat, en slaap
+aldaar. Gy zult aldaar door geen enkel insect ontrust worden; want de
+geheele zwerm zal door den reuk van deeze meenigte sterk zweetende
+menschen benedenwaarts gelokt worden".--Ik beproefde oogenblikkelyk
+dit middel, en sliep byna honderd voeten boven myne medemakkers,
+welken ik, uit hoofde van de onbegrypelyke meenigte en het aanhoudend
+gebrom deezer onaangenaame insecten, niet eens bemerken, noch zelfs
+hooren konde.
+
+Van dien aart was gewoonlyk het voornaamste ongemak van den nacht;
+maar des daags wierden wy aanhoudend aangevallen door geheele legers
+van kleine mieren, alhier vuur-mieren genoemd, uit hoofde van de
+pyn, die hunne beet verwekt. Deeze insecten zyn zwart, en van het
+kleinste zoort; maar zy verzamelen zig in zulk een groot getal, dat
+hunne mieren-nesten, door derzelver dikte, ons dik wils eenigermaten
+den weg belemmerden, en dat, indien men 'er by ongeluk op trapte,
+men dadelyk de beenen en voeten door deeze dieren bedekt had, die met
+hunne klauwen de huid zoo geweldig vast hielden, dat men hun eerder
+den kop van den romp zoude draaien, dan hen te doen los laten. De
+brandende pyn, die zy veroorzaken, kan, naar myn inzien, niet eeniglyk
+uit de zeer scherpe gedaante van hunne klauwen voortkomen: ik meen,
+dat zy door een zeker vergift, het welk zy in de wond laten loopen,
+of deeze naar zig trekt, moet worden voortgebragt. Ik kan verzekeren,
+dat ik hen aan eene geheele compagnie soldaten zulk eene trilling
+heb zien veroorzaken, als of zy door kokend water gebrand wierden.
+
+Den 17den, trokken wy tot negen uuren verder oostwaarts op: vervolgens
+noordwaarts, en dwars door eene groote meenigte mataky wortels, welken
+ik reeds beschreven heb; het geen ten bewyze strekte, dat wy afzakten;
+en de grond wierd in de daad zeer moerassig. Gelukkig echter, schoon
+wy in het regen-saisoen waren, viel 'er weinig water.
+
+Dien dag hielden wy omtrent vier uuren des avonds stil, want de
+Colonel wierd door eene koorts met koude aangetast.
+
+Terwyl ik in myne hangmat, die aan twee zwaare takken was opgehangen,
+lag te slapen, viel myn oog op iets, het geen ik in 't eerst een blad
+van een boom meende te zyn, maar my vervolgens bleek zig te bewegen,
+en op den stam van den boom voort te schuiven. Oogenblikkelyk opgestaan
+zynde, riep ik verscheiden van myne medgezellen, om hun dit zelfde te
+doen zien, en dadelyk riep een Officier van 's Compagnies krygsvolk
+uit; "het is het wandelend blad"! Na een naauwkeurig onderzoek bevonden
+wy, dat het een insect was, wiens vlerken zoo zeer naar een blad
+gelyken, dat verscheiden lieden het voor een voortbrengzel uit het
+Plantenryk hebben aangezien: het was een zoort van springhaan, maar
+bedekt met vier vlerken van eene eironde gedaante, en van omtrent drie
+duimen lengte, waar van de bovenste zoo aan elkander vast kleefden,
+dat zy juist een bruin blad met deszelfs vezelen scheenen te vertoonen.
+
+Ik keerde dus naar myne hangmat te rug. De lucht was helder, de maan
+scheen tusschen het loof der boomen, en ik viel in eenen diepen slaap,
+overpeinzende de wonderen der natuur; myn slaap duurde tot middernacht,
+toen ik, te midden der dikste duisternis, en eenen zwaaren stortregen,
+ontwaakte door het gehuil en geschreeuw der muitelingen, die te gelyker
+tyd eenige snaphaan-schoten deeden. Hun schieten echter bereikte de
+legerplaats niet, en wy waren uittermaten verlegen, want de donkerheid
+maakte het ons onmogelyk, om een juist denkbeeld van hun oogmerk te
+vormen. Zy hielden op die wyze aan tot het aanbreken van den dag,
+het geen ons elk oogenblik deedt verwagten van door hun omcingeld te
+worden: dienvolgende verdubbelden wy onze waakzaamheid.
+
+Des anderen daags morgens rolden wy onze hangmatten op, en trokken
+noordwaarts aan, naar den kant, van waar den voorigen nacht het geluid
+zig hadt doen hooren. Grootendeels in onze rust gestoord geweest zynde,
+waren wy zeer vermoeid, en vooral de Colonel, die moeite had, om het
+staande te houden, zoodanig was hy door de koorts verzwakt. Ik voerde
+het bevel over de voorhoede. Wy hadden geen twee mylen afgelegd,
+of een oproerige Neger sprong byna voor myne voeten van onder eene
+doornhegge, alwaar hy was gaan liggen slapen, maar dewyl wy last
+hadden, om op de geenen, die verdwaald waren, geen vuur te geven,
+ontsnapte hy ons, en liep zoo gezwind als een hart dwars door de
+struiken weg. Ik gaf 'er bericht van aan den Bevelhebber, die zwoer,
+dat hy een spion was, en ik geloof, hy had gelyk: dadelyk vergat hy,
+om zoo te spreken, zyne kwaal, en verdubhelde zyne schreden met groote
+drift. Onze vervolging echter was, ten minsten deezen dag, vruchteloos,
+want op den middag vervielen wy in een groot moeras, waar uit wy veel
+moeite hadden ons te redden; en wy waren genoodzaakt onze legerplaats
+van den laatst voorgaanden nacht te hernemen, na twee soldaten van 's
+Compagnies krygsvolk verloren te hebben, welken wy vooronderstelden,
+dat in het moeras versmoord waren.
+
+Dien zelfden dag zagen wy eene groote meenigte Roucou-boomen, die in
+dit gedeelte van het bosch overvloediglyk gevonden wierden. Des avonds
+boodt een slaaf my een Doornhaag-Spinnekop aan. Dezelve was van zulk
+eene grootte, dat zy, in een kistjen van agt duimen hoog geplaatst
+zynde, den rand met eenige van haare pooten raakte, terwyl de andere
+op den grond stonden. De Schepping levert geen afschuwelyker wezen
+op, dan deeze ysselyke Spinnekop, welke de inwooners van Surinamen te
+onrecht voor de Tarantula houden. Derzelver lyf is verdeeld in twee
+deelen; het agterste is eyrond, en heeft de gedaante van een appel;
+het voorste is vierkant, en de kop gelykt naar een zoort van star, die
+'er aan vast gehecht is. Dit gedrocht heeft vyf paar groote pooten met
+vier gelederen. Het is geheel zwart, of van een donker bruine kleur,
+en, zoo wel het lyf als de ledematen, geheel overdekt met lange,
+dikke en zwarte hairen, veel gelykende naar die van een rups. Elke
+poot is met een zoort van geele en kromgebogen klauw gewapend. Uit
+den kop komen twee lange tanden, die met de binnenwaarts gebogene
+punten een schaar vormen, even als die van een krabbe, waar van
+zy zig tot het aanpakken van haaren buit bedienen. Het steeken van
+dezelve verwekt altyd de koorts, zoo het al niet doodelyk is door het
+vergiftig vocht, het welk zy in de wonde laat loopen. Deeze Spinnekop
+heeft agt oogen, gelyk de meeste anderen, en voedt zig met allerleije
+zoorten van insecten. Men beweert, dat de jonge vogelen aan dit dier
+niet onsnappen kunnen, en dat het derzelver bloed uitzuigt. Deszelfs
+webbe is niet zeer uitgestrekt, maar zeer sterk. Om kort te gaan, het
+is een verschrikkelyk dier, waar van 't gezicht alleen in staat is,
+om aan de lieden zelfs, die aan de beschouwing van de wanstaltigheden
+der natuur het meest gewoon zyn, een afgryzen te verwekken. Alle de
+gevaaren, alle de plagen, waar aan men dagelyks in de bosschen van
+deeze gezengde landstreek is bloot gesteld, zyn talloos. Ik heb 'er
+reeds een groot gedeelte van aangehaald, en 'er schieten 'er nog wel
+zoo veel over om op te noemen. Onze ongelukkige soldaten konden daar
+aan geen weerstand bieden; 'er stierf by aanhoudendheid een groot
+aantal, zonder hulp, zonder vriend om hun de oogleden te sluiten,
+zonder een kist om hun gebeente te bevatten. Men wierp hunne lyken
+door elkander in een groot gat, als of zy het overschot van onze
+natuur-genooten niet waren.
+
+Den 19den, braken wy de legerplaats op, en na een weinig zuidwaards
+getrokken te zyn, gingen wy oostwaarts, tot tien uuren, toen een
+gedeelte van honderd Neger-Jagers, met hunnen leidsman VINSACK, tot
+myn groot genoegen, zig by ons voegde; wy waren derhalven toen drie
+honderd mannen sterk. Hoe weinig achting de Colonel FOURGEOUD op alle
+andere tyden voor deeze dappere lieden betoonde, hunne versterking
+mishaagde hem in 't geheel niet, op dit oogenblik, dat wy eenen vyand
+naderden, dien zy wel kenden, en tegen wien zy met meer voordeel
+streden, dan ons krygsvolk. Ik ben bovendien volkomen van gedachten,
+dat één van deeze vrye Negers, als soldaat, in de bosschen van Guiana,
+boven zes Europeanen den voorrang verdient.
+
+De Colonel FOURGEOUD liet ons toen in drie kolommen, of liever in
+drie linien optrekken. Zyn Regiment maakte het midden-punt uit;
+het krygsvolk der Sociëteit was ter rechter, en de Jagers ter linker
+zyde. Allen waren zy alleenlyk afgescheiden door eenen afstand, van
+waar men elkander beroepen konde; en by elke vleugel waren eenige
+lichters geplaatst. Aldus verdeeld zynde, vervolgden wy onzen tocht
+oostwaards tot den middag, toen wy den zelven oost noord oost namen,
+en aantrokken op een biry-biry, of groot moeras. De moerassen van
+dit zoort zyn in dit land zeer gemeen en zeer gevaarlyk. Zy zyn vol
+met een zeer dun slyk, en met een dikke en groene korst overdekt,
+die op veele plaatsen een mensch dragen kan; maar die men onder zyne
+voeten voelt buigen. Indien deeze korst breekt, worden allen, die
+'er door heen zakken, in dit zoort van afgrond verzwolgen, waar in zy
+ontwyffelbaar moeten omkomen, indien men 'er hen niet oogenblikkelyk
+uittrekt. Op die wyze heeft men daar in meenigwerf menschen zien
+verzinken, waar van men naderhand nooit meer heeft hooren spreken.
+
+De zandpoelen zyn van een geheel anderen aart; men zakt 'er
+trapsgewyze in, daar dit in de slykmoerassen eensklaps geschiedt. Om
+deeze toevallen voor te komen, openden wy onze gelederen zoo veel
+als mogelyk was, het geen dezelve zeer wyd van elkander maakte;
+en in weêrwil van deeze voorzorge, wierden verscheiden menschen
+ingezwolgen, als of het ys onder hunne voeten was weggebroken. Ik
+heb eenige anderen gezien, die, mede in den poel gevallen zynde,
+'er tot onder de armen toe in zakten; maar wien het egter gelukte,
+schoon met veel moeite, gered te worden.
+
+Des namiddags trokken wy voorby twee velden, alwaar men maniok gehad
+had; het geen ons deedt begrypen, dat wy aan de verblyfplaats der
+muitelingen naderden. Korten tyd daar na ontdekten wy de voetstappen
+van den tocht van Capitain MEYLAND, en wy herkenden die aan de
+teekens, die op de boomen gesneden waren, zoo als ik reeds te vooren
+heb opgegeven. Tegen den avond sloegen wy ons neder op den afstand
+van eenige mylen van het moeras, waar in de krygsbende van deezen
+Officier het leven gelaten had: het daglicht stondt ter deezer uur
+niet lang genoeg meer te schynen, om den vyand te kunnen aantasten.
+
+Onze soldaten door eenen langen tocht zeer vermoeid zynde, stondt de
+Colonel hun voor deezen nacht toe, hutten op te slaan, en vuuren
+aan te leggen. Ik was 'er uittermaten verwonderd over: hy had
+ons dit zoort van verkwikking verboden, toen wy van den vyand zeer
+verre af waren; en op het oogenblik, dat deeze naby was wilde hy het
+gedogen. Ik maakte 'er echter gebruik van; en myn Sergeant, my eenige
+duivenboonen, welken hy in een nabuurig land geplukt had, gegeven
+hebbende, noodigde ik hem ten eeten, als mede een Neger-Capitain,
+genaamd HANNIBAL. Wy wierpen alle drie ons gezouten ossen-vleesch en
+bischuit in de ketel; vervolgens roerden wy het met een bajonnet om,
+en deeden eene uitmuntende maaltyd, in weerwil van eenen akeligen
+nacht, en één der zwaarste slagregens.
+
+De duiven-boonen, of boonen van angola, groeien op een stronk van
+agt of tien voeten hoog; zy zyn, ten getale van vyf of zes, in eene
+peul besloten; haare kleur is bruin, en haare gedaante plat, gelyk
+die der peul-vruchten. De Negers houden 'er veel van, en kweeken in
+hunne tuinen, zonder veel kosten of moeite, de plant aan, die deeze
+vruchten voortbrengt.
+
+HANNIBAL, na my te hebben doen opmerken, dat wy des anderen daags
+den vyand zekerlyk ontmoeten zouden, vroeg my, of ik wel wist, hoe
+de Negers in een gevecht tegen elkander streden. Ik antwoordde hem,
+neen; en dadelyk deedt hy my het volgende verhaal, zyn pyp onder myne
+hangmat rookende.--"Maséra", zeide hy my, "de beide partyen worden
+gerangschikt in compagniën van agt of tien mannen, onder bevel van
+eenen Capitain, een jagthoorn dragende, zoo als deeze", (hy toonde my
+den zynen) "op welks geluid zy alle hunne krygsbewegingen verrigten,
+en stryden, of de vlucht nemen. Wanneer zy stryden, scheiden zy zig
+oogenblikkelyk van elkander, gaan op den grond leggen, en schieten
+dwars door het geboomte op een zeer korten afstand. Elk die strydt,
+word door twee ongewapende Negers geholpen; de een vervangt hem, als
+hy gedood word, en de ander neemt het lyk weg, uit vreeze, dat het in
+'s vyands handen mogt vallen". [1]
+
+Zyn verhaal gaf my een juist denkbeeld, van die manier van vechten,
+welke ik zedert heb zien beoeffenen. Ik zal 'er alleenlyk byvoegen,
+dat, wanneer het een dik bosch is, elke Neger, in plaats van op den
+buik te gaan leggen, of de knie op den grond te zetten, zig agter eenen
+grooten boom verbergt, welke hem tot een borstweering dient, en van
+waar hy met meerder juistheid en minder gevaar vuur geeft in dit geval,
+doet hy zyn snaphaan tegen den stam van den boom, of op een gespleten
+tak, rusten, even gelyk de Indianen van Shawanese en Delaware doen.
+
+Capitain HANNIBAL deedt my ook verstaan, dat men den beruchten BONNY
+verdacht hieldt, van persoonlyk zig te bevinden onder de muitelingen,
+in wier nabuurschap wy waren. Dit opperhoofd, schoon een Mulat zynde,
+was in de bosschen geboren, werwaarts zyne moeder de vlucht genomen
+had, om de mishandelingen van haaren meester, die haar bezwangerd had,
+te ontgaan.
+
+Te meermalen gesproken hebbende van het onderscheid der menschen van
+eene midden-kleur, tusschen zwart en wit, moet ik ter opheldering
+daar van het volgende aanmerken. De Mulatten worden geboren van een
+blanken en eene Negerin, of van een Neger en eene blanke. De Samboes
+worden geboren van een Mulat en eene Negerin, enz. De Quarterons van
+een Mulat en eene blanke, enz. enz.--De zelfde Capitain HANNIBAL,
+noemde my ook den naam van verscheiden andere hoofden der muitelingen,
+tegen welken hy dikwils gestreden had. De eerste van allen was QUAMMY,
+hoofd van eene afzonderlyke bende, die met de andere muitelingen in
+geene betrekking stondt. Hy noemde my vervolgens COROMANTYN, COJO,
+ARICO en JOLI-COEUR. De twee laatstgemelden waren berucht van wegen
+den onverzoenlyken haat, waar mede zy tegen de blanken bezield waren;
+en JOLI-COEUR, van wien ik reeds gesproken heb, had 'er billyke reden
+toe. HANNIBAL dacht ook, dat de beruchte BARON op dit oogenblik onder
+het opperhoofd BONNY diende.
+
+Hy ging vervolgens over tot de benamingen van de voornaamste
+bezittingen der muitelingen, waar van zommige reeds verwoest waren,
+andere zig in 't gezicht bevonden, en eenige ons slechts by naame
+bekend waren. Zy hadden allen eenige wezentlyke beteekenis; en dewyl
+zy, in zeker opzigt, de onderzoekingen der geleerden omtrent de
+verschillende volken onder de Negers kunnen ophelderen, heb ik gepast
+geöordeeld aan dezelven, met opgaave van de vertaaling, alhier eene
+plaats te vergunnen.
+
+Boucou: Ik zal eerder tot stof vergruisd worden,
+eer ik genomen worde.
+
+Gado Saby: God alleen kent my.
+
+Cosaay: Koomt, zoo gy het hart hebt.
+
+Tessy sy: Ruikt 'er aan, zoo gy lust hebt.
+
+Mele my": Ontrust my, zoo gy durft.
+
+Bousy cray: De bosschen schreiën.
+
+Me salasy: Ik zal genomen worden.
+
+Kebry my: Verberg my, ô loof der boomen, dat my omringt.
+
+De verdere waren:
+
+Quammy Condre: naar den naam van QUAMMY, hun opper-hoofd.
+
+Pynenburg: van de Pyn- of Latanus-boomen, die deeze bezitting van
+vooren omringden.
+
+Caro Condre: van de meenigte Koorn-velden, waar mede dezelve omringd
+was.
+
+Reizy Condre: van de meenigte Ryst-velden, die rondöm lagen.
+
+Ik drukte Capitain HANNIBAL, na dit gesprek, de hand, en hy ging
+van my af. Ik was vervuld met de hoop op eene overwinning, die door
+geene wreedheid bezoedeld zoude worden; en dewyl ik zeer vermoeid was,
+viel ik in een diepen slaap.
+
+Den 20sten, des morgens, ontwaakte ik, zeer wel te vreden; zynde het
+toen het schoonste weder des weerelds. Deeze gelukkige gesteldheid
+verdween wel dra, toen ik zag, dat op een oogenblik, zoo netelig,
+en toen men op 't punt stondt slag te leveren, in plaats van goede
+behandelingen, welken het voorzichtig geweest zoude zyn te gebruiken
+omtrent hun, van wier welwillenheid wy het gunstig einde van ons
+lyden verwagtten, men integendeel by de Onder-Officiers en soldaten
+eene groote moedeloosheid verwekt had. Ik maakte toen tegen mynen wil
+deeze aanmerking:--Dat de Vorsten en hunne dienaars nimmer, zoo veel
+mogelyk, een byzonder persoon, wie hy ook wezen mogt, vooral in een
+afgelegen land, met eene onbepaalde magt bekleeden moesten, zonder
+zynen inborst en denkwyze zeer grondig te kennen; want niemand is
+waardig het bevel te voeren, indien hy zig niet tevens door dapperheid
+en menschlievenheid onderscheidt; naardien het eene wel bekende
+waarheid is, dat geene dapperheid met wreedaartigheid bestaan kan.
+
+Des morgens ten zes uuren trokken wy noordoostwaarts ten noorden,
+onzen weg naar de moerassen nemende; en myne zwaarmoedigheid verdween
+met het doorbreken der zon.
+
+Omtrent ten agt uuren, kwamen wy in dat verschrikkelyk moeras, alwaar
+wy schielyk tot aan ons midden door het water gingen. Niettemin maakten
+wy ons gereed, om het ernstig onthaal, het welk wy aan de overzyde te
+wagten hadden, vol te houden. Na een halve myl ver gezworven te hebben,
+beklommen onze grenadiers gezwindelyk den oever met de bajonnetten
+vooruit. Het hoofdleger volgde hen oogenblikkelyk, en wy plaatsten
+ons, zonder de minste tegenkanting, in gelederen. Wy zagen toen
+een schouwspel, het welk in staat was, om de onverschrokkensten te
+verzetten: de grond lag bezaaid met bekkeneelen, beenderen en ander
+overschot van de lyken der ongelukkige soldaten van den Capitain
+MEYLAND.--Deeze Officier had wel middel gevonden, om dezelven te
+doen begraven; maar de muitelingen hadden die weder opgedolven,
+om ze van hunne kleederen te berooven, om deeze lyken in stukken
+te houwen, en ze te verscheuren, zoo als verslindende dieren gedaan
+zouden hebben. Onder het getal deezer ongelukkige slachtöffers was
+de Neef van MEYLAND, een jongman van denzelfden naam als hy, en van
+de grootste verwagting. Hy was van de Zwitzersche gebergten gekomen,
+om met des te meerder spoed vorderingen in den krygsdienst te maken,
+en, korten tyd na zyne ontscheping, vondt hy zyn graf in een moeras
+van Surinamen. Zyn moed stondt gelyk met dien van zynen oom; zyne
+onverschrokkenheid, die hem bewoog om zig aan alle gevaaren bloot te
+stellen, kende geene paalen.--Zoodanig is de geestdrift der eerzucht
+van eenen krygsman.
+
+Deeze hoop van menschen-beenderen was de tweede of derde, dien wy op
+onzen tocht ontmoetten. Ik erken opentlyk, dat zulk eene ontmoeting
+in my geen lust verwekte, om de muitelingen te bevechten. Dit droevig
+overschot echter ontstak in onze soldaten een levendige drift, om
+hunne ongelukkige medgezellen te wreeken.
+
+Ik heb reeds zoo dikwerf gesproken van het doorwaden der moerassen,
+dat het, zoo ik denk, niet ongeschikt is, om door de nevenstaande
+plaat de beschryving op te helderen. Voor eerst wordt daar op vertoond
+de Colonel FOURGEOUD, vooraf gegaan door eenen Neger, die hem tot
+leidsman dient, en, waar het water op het hoogst is, overzwemt. Daar
+op volge ik zelf, en eenige andere Officiers en Zee-soldaten, allen
+in het midden van het moeras, en onze wapenen, krygsbehoeften, enz. op
+het hoofd dragende, om door het nat niet beschadigd te worden. Men kan
+daar op voorts de manier zien, waar op de slaven de pakken dragen, als
+mede hoe de muitelingen van boven uit de palmboomen op het krygsvolk
+vuur geven. Een tocht van dien aart, schoon by deeze gelegenheid zeer
+noodzakelyk, moet altyd één der gevaarlykste zyn: men is dan bloot
+gesteld aan de aanvallen van eenen vyand, die in 't verborgen vuurt,
+en men kan niet meer dan eenmaal vuur geven; want de soldaten zyn te
+diep in het water ingezonken, om hun geweer op nieuw te kunnen laden,
+zonder het slot nat te maken.
+
+Wy volgden toen een zoort van voetpad, door de muitelingen gemaakt,
+waar na wy onzen weg een weinig westwaarts namen. De Sergeant FOWLER,
+die tans het bevel over de voorhoede voerde, kwam by my, geheel bleek
+en bevende, en verklaarde my, dat het gezicht van deeze lyken hem
+zeer ziek gemaakt had. Dit was waar, want hy scheen aan den grond
+als vast gehecht, zonder een enkelen tred te kunnen doen, noch zyne
+ontsteltenis te kunnen verbergen. Ik sprak hem aan met den naam,
+dien hy verdiende, en had slechts den tyd, om hem te beveelen van
+zig by de agterhoede te begeven.
+
+Ten tien uuren, ontmoetten wy een klein gedeelte der muitelingen, elk
+van hun met een groene mand op den rug. Zy gaven vuur op ons, en hunne
+vracht op den grond werpende, keerden zy in aller yl naar hun gehucht
+te rug. Wy vernamen zedert, dat zy naar eene andere verblyfplaats ryst
+vervoerden, om daar van te leven, wanneer zy uit Gado-Saby (den naam
+van de plaats, werwaarts wy heen trokken,) verjaagd mogten worden,
+eene zaak, welke zy dagelyks te gemoet zagen, zedert dat dezelve
+door den dapperen MEYLAND was ontdekt geworden. Deeze groene manden,
+welken de Negers warinbos noemen, waren gemaakt van biezen, die met
+palmboom-bladeren konstig waren in één gevlochten. Ons volk dezelven
+met den sabel hebbende open gehakt, kwam 'er de zuiverste en schoonste
+ryst uit, die ik in myn leven gezien heb; maar men strooide ze overal
+heen, en trad ze met de voeten, want wy hadden geene gelegenheid om
+ze mede te nemen. Korten tyd daar na ontdekten wy eene ledige barak,
+waar in de muitelingen een wachtpost geplaatst hadden, om hen van alle
+gevaar te verwittigen; maar de lieden, die deeze wacht uitmaakten,
+waren met den meesten spoed weggevlucht. Wy verdubbelden toen met
+yver onze schreden tot op den middag, wanneer wy eene uitgezette
+wacht van den vyand ontmoetten, tweemaal vuur hoorden geven, het welk
+een met BONNY overëengekomen teeken was, om hem onze aannadering
+te berigten. De Major MEDLAR, ik zelf, met eenige soldaten van de
+voorhoede, en eene kleine krygsbende van Neger-Jagers, trokken voor
+uit, en wel dra kwamen wy op een schoon veld, met ryst en Indisch
+kooren bedekt. Hier hielden wy stil, om ons gezamentlyk krygsvolk in te
+wagten, en vooral om aan de achterhoede tyd te geven om aan te rukken,
+want eenigen van derzelver soldaten waren twee mylen agter ons. In
+dien tusschentyd liepen wy gevaar van in de pan gehakt te worden;
+want de vyand, zoo als wy naderhand vernamen, had dit veld omcingeld,
+zonder dat wy 'er iets van gezien hadden.
+
+Een half uur daar na, verëenigde zig onze legerbende te zamen. Toen
+kapten wy ons een korten weg door het bosch heen; en wy waren daar
+even doorgedrongen, of 'er begon van alle kanten een hevig vuur. De
+vyand echter deinsde af, en wy trokken voort, tot dat wy op een schoon
+veld kwamen, met rype ryst beplant, en een lang vierkant uitmakende,
+aan welks einde het gehucht der muitelingen zig als een opgaande
+toneel vertoonde; het was door het lommer van verscheiden hooge boomen
+tegen de hitte der zon beveiligd; en dit alles leverde het treffendst
+en betooverendst gezicht op, het welk men zig verbeelden kan. Een
+onafgebroken vuur, veel naar donderslagen gelykende, duurde meer dan
+een uur op dit zelfde veld; en geduurende al dien tyd gedroegen zig de
+Neger-Jagers met zoo veel moed als bekwaamheid: maar de blanke soldaten
+waren al te driftig, en schooten mis; ik zag 'er echter veelen onder,
+die de grootste onverschrokkenheid betoonden, en de Jagers met eenen
+goeden uitslag navolgden. Onder deezen bevondt zig in dit oogenblik de
+arme FOWLER, die in het begin van den slag van zyne ontsteltenis was
+te rug gekomen. Zig eenmaal hersteld hebbende, begaf hy zig op zynen
+eersten post, en bekwam zyne achting weder volkomen, met aan myne zyde
+als een dapper krygsman te stryden, tot dat de loop van zyn snaphaan
+door een vyandelyk schot verbryzeld wierd, het geen hem belette, om
+daar van verder gebruik te maken. Een snaphaan-kogel doorboorde myn
+hembd en kneusde my den schouder. Myn Lieutenant, DE CABANUS, wierd
+de riem van zyn snaphaam weggeschoten; verscheiden soldaten wierden
+gewond, zommigen zelfs doodelyk; maar tot myne groote verwondering, zag
+ik niemand hunner op het slagveld sneven.--Dit kwam my wonderbaarlyk
+voor, maar ik zal 'er in 't kort de uitlegging van geven.
+
+De muitelingen, om onze aannadering gevaarlyker en moeielyker te
+maken, hadden dit ryst-veld met dikke stammen van boomen, waar aan
+de wortels vastgebleven waren, omringd en doorsneden. Zy hielden
+zig agter deeze opgeworpen verschanssingen verscholen, en gaven
+van daar, byna zonder eenig gevaar, vuur op ons, die dit zoort
+van wallen beklimmen moesten, eer wy in hun gehucht komen konden:
+in weerwil echter van alle de hinderpalen, die zy ons in den weg
+leiden, geraakten wy altyd voorwaarts. Maar te gelyker tyd, dat
+ik het goed beleid van hunnen Generaal, in het regelen van hunne
+krygsverrigtingen, bewonderde, konde ik my niet wederhouden hen over
+hunne bygeloovigheid te beklagen. Een van deeze ongelukkigen in 't
+byzonder, al zyn vertrouwen Op zyn tooverband stellende, geloofde
+onkwetsbaar te zyn. Hy beklom te meermalen één van die stammen van
+boomen, die op den grond lagen; van daar schoot hy; vervolgens klom hy
+af om zyn snaphaan weder te laden; en weder te rug komende, schoot hy
+andermaal met de grootste koelbloedigheid, en in myn gezicht. Een der
+Zee-soldaten, onder myn bevel staande, met naame VALET, eindelyk op
+hem aangelegd hebbende, doorschoot hem de dye, en hy viel agter het
+bolwerk, door hem zoo meenigwerf beklommen; maar die zelfde soldaat,
+over hem heen gesprongen zynde, stak de tromp van zyn snaphaan in het
+oor van den ongelukkigen, en deedt hem de herssenen uit het hoofd
+vliegen: verscheiden zyner medgezellen ondergingen het zelfde lot,
+in weerwil van hunne tooverbanden, en bygeloovigheden.
+
+Wy waren op het punt, om het gehucht der muitelingen in te rukken,
+toen één van hunne Capitains, een hoed met een goude lis op het
+hoofd dragende, en een brandende toorts in de hand houdende, hun
+onvermydelyk verlies voor oogen ziende, moeds genoeg had, om zig
+aldaar te blyven ophouden, en het gehucht in ons gezicht in brand
+te steken. Deeze houte huizen, met drooge bladeren overdekt, stonden
+spoedig in lichten laaijen vlam; maar toen begon het musketten-vuur
+in het bosch te verminderen. Dit manmoedig besluit van den vyand
+belette niet alleen het bloedbad, het welk de soldaten op het eerste
+oogenblik der overwinning gewoon zyn aan te rechten; maar het maakte
+'t bovendien voor de muitelingen gemakkelyk, om met hunne vrouwen en
+kinderen te rug te trekken, en de goederen, die hun meest dienstig
+waren, met zig te voeren. Het was ons derhalven toen onmogelyk om
+hen te vervolgen, en den minsten buit te maken; het waren niet alleen
+de vlammen, die ons zulks beletteden, maar wy zagen ook wel dra een
+moeras, het welk ons byna van alle kanten omringde.
+
+Ik moet waarlyk erkennen, dat in het laatste uur van deezen slag,
+'er niets verschrikkelyker was, dan het aanhoudend musketten-vuur,
+het vloeken en huilen der Negers, onder elkander gemengd; het gekerm
+der gekwetsten en stervenden, die in het stof lagen, en in hun bloed
+baadden; het scherp geluid der jagthoorns, het welk zig van alle kanten
+liet hooren, en het gekraak der brandende balken, waar van het gehucht,
+dat geheel in vlam stondt, weergalmde: terwyl de rook-wolken, die ons
+omgaven, de vlammen die zig zeer hoog verhieven, enz. een tafereel
+uitmaakten, het welk voor geene beschryving vatbaar is, en misschien
+het penceel van HOGARTH niet onwaardig geweest zoude zyn. Ik heb echter
+getracht dit toneel te schetsen; [2] ik heb my zelf daar by afgebeeld
+na de hitte van den slag; ik heb daar by het voorkomen van vermoeid
+en droefgeestig te zyn, een oog van medelyden werpende op het lichaam
+van eenen oproerigen Neger, die, zyne snaaphaan in de hand houdende,
+voor myne voeten uitgestrekt ligt.
+
+Na ons gewasschen, en van het stof, zweet en bloed, waar mede wy
+besmet waren, gereinigd te hebben, namen wy allen een teug brandewyn,
+en aten een stuk brood. Het vuur begon ondertusschen te verminderen;
+en toen het ophieldt, onderzogten wy de rookende puinhoopen van het
+gehucht der muitelingen, bestaande in omtrent honderd huizen of
+hutten, waar van zommige twee verdiepingen hadden: uit den asch,
+die nog gloeiend was, haalden wy eenige kleinigheden, die aan het
+geweld der vlammen ontsnapt waren, als by voorbeeld zilvere borden,
+die wy uit hoofde van hun merk B. W. vooronderstelden, dat by het
+plunderen der Plantagie Brunswyk aan de Cottica geroofd waren: wy
+vonden ook eenige messen, gebroken porceleine potten, en aardewerk:
+één der laatstgemelden, zynde vol met ryst en palmboom-wormen, viel my
+ten deel. Dewyl men rykelyk vuur had, om deeze spyze te laten koken, en
+ik een zeer grooten trek tot eeten had, verschafte my dezelve spoedig
+eene uitmuntende maaltyd, en ik had wel dra alles opgegeten. Eenigen
+myner spitsbroeders waren beducht, dat dit eeten agtergelaten mogt
+zyn, met een oogmerk om ons te vergeven; maar, gelukkig voor my,
+bleek deeze verdenking zeer ongegrond te zyn.
+
+De bovengemelde zilvere borden kogt ik van onze soldaten, om 'er een
+zoort van zegeteeken van te maken, en ik heb 'er my naderhand altyd
+van bediend. Wy vonden in dit zelfde gehucht drie menschen-hoofden op
+staken gezet; het waren de treurige overblyfzels van eenigen onzer
+dappere en ongelukkige soldaten, die bevorens door de muitelingen
+gedood waren. Maar, het geen ons het meest verwonderde, was, dat wy
+twee hoofden van Negers zagen, die het voorkomen hadden van in 't kort
+te zyn afgehouwen. Wy vernamen vervolgens, dat twee jonge lieden, om
+dat zy in ons voordeel gesproken hadden, geduurende den nacht van den
+17den, ten tyde dat wy het gehuil en schieten met musketten hoorden,
+ter dood gebragt waren. Die hoofden waren de hunne.
+
+Het droevig overschot deezer ongelukkigen begraven hebbende, hingen
+wy onze hangmatten op aan die fraaie hooge boomen, die het gehucht
+overschaduwden; maar ik was innerlyk getroffen over het ysselyk
+schouwspel, het welk zig toen aan ons oog vertoonde. De Neger-Jagers
+vermaakten zig met de afgehouwen hoofden hunner vyanden aan elkander
+toe te kaatsen. Het was vrugteloos geweest hen over dit onmenschelyk
+spel te bestraffen, en zy verzekerden ons, dat het was "condre fassy,
+de gewoonte van hun Land"; zy eindigden het zelve, door die hoofden,
+na 'er den neus, de lippen, de wangen, de ooren te hebben afgesneden,
+met den voet weg te schoppen; zy namen 'er zelfs de kakebeenen uit,
+welken zy in den rook lieten droogen, als mede de regte hand, om
+dezelve, ten bewyze hunner overwinning, aan hunne nabestaanden en
+vrouwen te vertoonen. Het is een zaak die over bekend is, dat eene zoo
+wreede gewoonte onder de wilden plaats heeft, en dat dezelve uit hunne
+onverzaadlyke wraaklust voortspruit; en schoon de Colonel FOURGEOUD
+met zyn gezag had kunnen tusschen beiden komen, om deeze hatelyke
+zegepraal voor te komen, of te doen ophouden, handelde hy naar myn
+inzien verstandiglyk, met daar van in dit oogenblik geen gebruik te
+maken. Dewyl overtuiging hier niets vermogt, zoude hy slechts deeze
+soldaten verbitterd hebben, en hun een weerzin doen krygen in eenen
+dienst, die ons zoo nuttig was, hoe bloeddorstig en wreed de gevolgen
+'er ook van wezen mogten.
+
+Deeze zelfde Jagers verhaalden ons, dat zy, by het bezigtigen van den
+bosch-kant, veel menschen bloed op onderscheidene plaatsen gezien
+hadden, en dat dit gevloeid was uit de wonden dier muitelingen,
+welken hunne medemakkers geduurende den slag hadden weggevoerd.
+
+Ten drie uuren, op het tydstip, dat wy van onze vermoeidheid
+uitrustten, wierden wy eensklaps door een party vyanden aangevallen:
+maar zoo dra wy hen met eenige snaphaanschoten begroet hadden, trokken
+zy af. Dit onverwagt bezoek overtuigde ons, van hoe veel gewicht het
+was op onze hoede te zyn, voornamelyk des nachts; dienvolgende was
+het niet geoorloofd vuuren te stoken, en men zette dubbelde wagten
+uit rondom de legerplaats.
+
+Door vermoeienis en eene ongemeene hitte afgemat, ging ik, na
+het ondergaan der zon, in myne hangmat leggen, en viel spoedig
+in een diepen slaap: maar na verloop van een paar uuren, deedt my
+myn getrouwe QUACO in het midden van den donker ontwaken, roepende:
+"Massera, Massera! bousy negro, bousy negro! Meester, Meester! zie daar
+den vyand, zie daar den vyand"! Op het zelfde oogenblik een aanhoudend
+vuur gehoord hebbende, besloot ik daar uit, dat de muitelingen in het
+midden van onze legerplaats waren. Vol verbaazing, en nog niet geheel
+wakker zynde, sprong ik uit myne hangmat, en nam myn snaphaan. Ik liep
+toen, zonder behoorlyk te weten wat ik deed, myn QUACO onder den voet;
+waar na ik zelfs viel over twee of drie lichaamen, die op den grond
+lagen, en welken ik my verbeeldde menschen te zyn, die reeds gedood
+waren. Een van hun ontdekte my spoedig myne dwaling, zeggende:
+"dat indien ik de minste beweging maakte, ik een kind des doods
+was". Dezelfde perfoon voegde 'er by: "dat de Colonel FOURGEOUD aan
+het krygsvolk bevel gegeven had, om plat op den buik te gaan leggen,
+en geen schot te doen, om dat men des avonds te vooren het grootste
+gedeelte van het kruid verbruikt had". Ik ontdekte wel dra, dat de
+geen, die tot my sprak, een grenadier was, THOMSON genaamd, en ik
+maakte van zynen raad gebruik. Wy bleven dus tot aan het opgaan der
+zon onder de wapenen, en geduurende al dien tyd wierd 'er een zoort
+van zamenspraak tusschen de muitelingen en onze Jagers gehouden:
+de één vervloekte en bedreigde op eene geweldige wyze den ander. De
+eersten scholden de laatstgemelden voor "lage zielen en verraders
+hunner landgenooten. Zy daagden hen tegen des anderen daags tot een
+afzonderlyk gevecht uit: zy zwoeren, dat zy niets vuuriger verlangden,
+dan hunne handen in het bloed van deeze schelmen te baden, daar zy de
+voornaame bewerkers waren van de verwoesting van hunne bloeijende en
+schoone verblyfplaats". De Jagers antwoordden hun; "dat zy niets anders
+waren, dan een hoop roovers, tegen wien zy bereid waren te vechten,
+al waren zy slechts half zoo talryk, indien zy hunne leelyke gezichten
+durfden vertoonen; en dat zy hunne meesters verlaten hadden, alleen om
+dat ze te lui waren om te werken". Na dit gesprek deeden zy elkander
+allerleije schampere bejegeningen aan, door krygsgeschrei van eenen
+byzonderen aart, door overwinnings liederen, en door het geluid van den
+jagthoorn tot een teeken van uitdaging. Vervolgens begon wederom het
+vuur van den kant der muitelingen, en duurde den geheelen nacht door,
+maar afgebroken door hun geschreeuw, het welk door den weergalm van het
+bosch herhaald wordende, zig met eene verdubbelde kragt liet hooren.
+
+De Colonel FOURGEOUD nam eindelyk deel in dit gesprek, en de Sergeant
+FOWLER en ik dienden hem tot tolken. Wy moesten hard schreeuwen; maar
+ik heb my nooit beter vermaakt. De Colonel beloofde aan de muitelingen
+het leven, de vryheid, levens-middelen, en alles, wat zy mogten noodig
+hebben. Zy antwoordden hem, hem luidkeels uitlachende, dat zy niets
+van hem verwagtten; zy behandelden hem als een half uitgehongerden
+Franschman, die uit zyn land gevlucht was: zy verzekerden hem, dat,
+indien hy moeds genoeg had, om hun een bezoek te geven, zy hem geen
+kwaad doen, maar goed onthaalen zouden: tot ons zeiden zy, dat zy
+ons beklagenswaardiger oordeelden, dan hun zelven; dat wy blanke
+slaven waren, die voor vier stuivers daags gehuurd wierden, om ons
+te laten doodslaan, of om van honger te sterven; dat zy ons te veel
+verachtten, om hun kruid op ons te verschieten; maar dat indien de
+Planters, of hunne Opzichters, zig in de bosschen dorsten begeven,
+'er geen enkele weder uit zoude komen; dat de verraderlyke Jagers een
+gelyk lot te wagten hadden, en dat zy dien dag, of daags daar aan, 'er
+een goed getal van zouden om hals brengen. Zy eindigden hun gesprek met
+te verklaren, dat BONNY wel dra Opperhoofd der Volkplanting zyn zoude.
+
+Toen dit gesprek was afgeloopen, schoten zy hunne snaphanen af, waar op
+een drievouwdig krygs-geschrei volgde. De Jagers beantwoordden hun het
+zelve, en de muitelingen verdweenen by het opkomen van den dageraad.
+
+Wy waren uittermaten vermoeid. Onäangezien echter de langduurigheid van
+het gevecht, hadden wy door het vuur van den vyand weinig manschappen
+verloren: ik heb beloofd de reden daar van op te geven. Dit geheim
+deedt zig ontwikkelen, toen de Heelmeesters, de wonden verbindende,
+daar uit zeer weinig loode kogels haalden, maar een groot aantal
+steentjes, knoopen van kleederen, en kleine stukjes zilver geld, die
+niet veel leed deeden, en niets meer dan eene kwetsing van de huid
+veroorzaakten. Wy merkten ook op, dat verscheiden der muitelingen,
+die gedood waren, in plaats van vuursteenen, stukken van pot-scherven
+hadden, waar mede zy niet veel konden uitrichten. Zie daar de reden,
+waarom wy van deeze zaak zoo gelukkig afkwamen. Wy hadden niettemin
+nog een groot getal soldaten, die gevaarlyk gewond waren, of zwaare
+kneuzingen bekomen hadden.
+
+De vernuftigheid van deeze Negers, wanneer zy zig gerust in de bosschen
+bevinden, is ongemeen groot. De geenen, tegen welken wy te stryden
+hadden, beroemden zig, dat hun niets ontbrak, en wy vonden hen ten
+minsten dik en vet. Door middel van strikken, die konstig gemaakt
+waren, en de diepe moerassen, vangen zy wild en visch in overvloed,
+welken zy in den rook laten droogen, om ze goed te houden. Hunne
+velden zyn beplant met ryst, maniok, ignames, plantain-boomen,
+enz. Het zout trekken zy uit de asch van palmboomen, zoo als de
+Gentous in de Oost-Indiën doen, of zy gebruiken in plaats van dien
+zeer dikwils roode peper.
+
+Op deeze zelfde plaats ontdekte men een klein vaatje vol met beste
+boter, die by een ouden stam van een boom verborgen was. Onze Jagers
+zeiden my, dat dezelve van gesmolten vet van palmboom-wormen gemaakt
+was. Men konde ze gebruiken als de Europeesche boter, en ik vond
+ze zelfs veel lekkerder. De Negers maken ook boter van pistaches,
+waar uit zy de olyachtige zelfstandigheid uitperssen, en dikwils doen
+zy die in hunne soepen. Zy hebben altyd palmboom-wyn in overvloed;
+zy weten dien te bekomen door de insnyding van een vierkanten voet
+in den nedergehouwen stam; vervolgens vangen zy het sap in een pot
+op. Dit sap gaat schielyk door de hitte der zon aan het gisten,
+en verschaft hun een aangenamen en koelen drank, die kragt genoeg
+heeft om dronken te maken. De Latanus- of Pyn-boom verschaft hun de
+noodige bouwstoffen voor hunne huizen. De Calabassen-boom bezorgt
+hun drinkschalen. De zyde-plant en de mauricy bevatten draden, waar
+van zy hunne hangmatten maken; en op de palmboomen groeit zelfs een
+zoort van mutsen van een natuurlyk weefzel, gelyk ook bezems om te
+vegen. De koorden van allerleije zoort van heestergewassen dienen
+hun voor touwwerk. Om hout te hebben, behoeven zy het slechts te
+hakken. Zy ontsteken vuur, door twee stukken hout, welken zy by-by
+noemen, tegen elkander te wryven; terwyl zy daar van, als elastiek
+zynde, zeer goede kurken maken. Van het vet en de oly, welken zy in
+overvloed hebben, kunnen zy kaarssen maken of lampen branden; en de
+wilde byen geven hun wasch, en uitmuntenden honig.
+
+Zy weigeren volstrekt, om kleederen te dragen, en verkiezen naakt te
+loopen in eene luchtstreek, alwaar de hitte de ligtste kleeding tot
+een last maakt.
+
+Zy zouden varkens en gevogelte kunnen aankweken, en jagt- of
+wacht-honden leeren; maar zy vreezen, dat het geluid van deeze dieren,
+en vooral het gekraay der haanen, het welk men van zeer wyd af in
+het bosch kan hooren, de plaats van hun verblyf ontdekken mogten.
+
+Toen de muitelingen van deezen oord verjaagd of geslagen scheenen,
+hieldt de Colonel FOURGEOUD zig bezig met den oogst in den omtrek te
+vernielen. Ik ontfing bevel om met vier-en-twintig Zee-soldaten, en
+twintig Jagers, een begin aan deeze verwoesting te maken. Dienvolgende
+deed ik al de ryst, die in de opgemelde velden in overvloed groeide,
+afmaaien. Ik ontdekte vervolgens een derde land, zuidwaarts van het
+eerstgemelde gelegen, om het welk te verwoesten, ik insgelyks bevel
+gaf; en ik gaf daar van bericht aan den Colonel FOURGEOUD, die my
+toescheen uittermaten voldaan te zyn. Des namiddags wierd de Capitain
+HAMEL met vyftig Zee-soldaten en dertig Neger-Jagers afgezonden, om de
+plaatsen, agter het gehucht liggende, te onderzoeken, en, zoo mogelyk,
+te ontdekken, hoe de muitelingen het maakten, om door een moeras heen
+en weder te trekken, waar van de diepte ons onbekend was, en door het
+welk wy hen niet konden vervolgen. Deeze Officier ontdekte eindelyk
+een zoort van dryvende brug, die tusschen de heesters verborgen lag,
+en van mauricy hout gemaakt was; maar zoodanig ingericht, dat 'er niet
+meer dan één man te gelyk over gaan konde. Eenigen der muitelingen
+zaten 'er schreijelings op, om de overtocht te beletten. Zoo dra zy
+de afgezondene manschappen vernamen, schoten zy op hen: de Jagers
+beantwoordden hun spoedig, en dooden één man van hun, die door zyne
+makkers wierd weggevoerd.
+
+Des anderen daags morgens den 22sten, gaf onze Bevelhebber aan
+een ander gedeelte manschappen, waar toe ik mede behoorde, last
+om de brug over te trekken, en het te wagen, om op kondschap uit
+gaan. Geen tegenstand van iemand ontmoet hebbende, trokken wy deeze
+brug over, of liever, wy kropen over de dryvende boomen, waar van
+dezelve gemaakt was; vervolgens bevonden wy ons op een veld van eene
+langwerpige gedaante, met maniok en ignames beplant, in welks midden
+een dertigtal huizen stonden, die op dit oogenblik verlaten zynde,
+van eene oude verblyfplaats der muitelingen, Cosaay genaamd, waren
+overgebleven. Om de plaatsen te beter te onderzoeken, verdeelden wy
+ons op dit veld in drie krygshoopen: de eerste, om noordwaarts, de
+tweede ten noordwesten, en de derde westwaarts heen te trekken. Hier
+ontdekten wy, tot onze groote verwondering, dat de reden, waarom de
+muitelingen, in den nacht van den 20sten, zoo geschreeuwd, gezongen
+en geschoten hadden, niet alleen was, om den aftocht hunner vrienden
+door het beletten van den overtocht te dekken, maar ook om door dit
+geweldig en aanhoudend geraas voor te komen, dat wy niet bemerken
+zouden, dat zy lieden, zoo mannen, vrouwen, als kinderen, grootendeels
+bezig waren met warimbos of manden te maken, en die met de schoonste
+ryst, cassave, en wortelen van ignames te vullen, om daar door by
+hunne vlucht levens onderhoud te hebben.
+
+Dit was zekerlyk een verstandig gedrag in een wild volk, het welk wy
+ons vermeeten om te verachten: het zelve zoude aan elken Europeaanschen
+Bevelhebber tot eere gestrekt hebben, en de beschaafdste volken hebben
+hen daar in misschien zeldzaam overtroffen.
+
+
+
+EEN-EN-TWINTIGSTE HOOFTSTUK.
+
+Wilde Porselyn.--Calebassen-boom.--Schermutzeling.--Tafereel
+van broederlyke teederheid.--Het krygsvolk keert naar Barbacoeba
+te rug.--Beschryving van de manier, waar op de legerplaats was
+ingericht.--Een slaaf door den slang Orou-coukou gedood.
+
+De Colonel FOURGEOUD, zig op deeze wyze door eenen Neger getrotseerd
+ziende, konde zyn spyt niet langer inhouden, en zwoer, dat hy BONNY
+vervolgen zoude, al was het ook aan het einde van de weereld. Alle onze
+krygs- en mondbehoeften intusschen waren verbruikt; en al was dit zoo
+niet geweest, zoo zoude het zekerlyk eene ydele onderneming geweest
+zyn den vyand te willen agterhalen. Onze Bevelhebber niettemin bleef
+by dit onuitvoerlyk ontwerp; hy zondt derhalven eenige manschappen
+naar Barbacoeba, onder bevel van den Capitain BOLTS, en bestaande
+uit honderd Zee-soldaten, dertig Jagers en een goed getal slaven, met
+last, om krygs- en mondbehoeften voor ééne week van dien wachtpost te
+gaan halen. Te gelyker tyd deedt hy alleenlyk eene halve portie aan
+het overgebleven krygsvolk uitdeelen, en hy zette de soldaten aan,
+om dit gebrek aan noodig voedzel te vervullen, door het opzamelen
+van ryst, duiven- of angola-boonen, en door het uit den grond halen
+van maniok-wortel, welken zy, zoo goed zy konden, moesten gereed
+maken. De Officiers wierden op dezelfde wyze behandeld. Het was in de
+daad wonderlyk om te zien, dat een twintigtal van ons zig, even als
+zoo veele Apothecars, bezig hielden met de ryst elk in een zoort van
+vyzel te stampen, die door de muitelingen uit den stam van een boom,
+het roode hart genaamd, was uitgehold, als zynde dit het eenige
+middel, om dezelve van haare schel te zuiveren. Dusdanige arbeid
+was echter zeer afmattend; het zweet liep ons langs het geheele lyf,
+als of wy uit een bad kwamen; en op dit oogenblik, dat wy wel eenigen
+versterkenden drank noodig hadden, hadden wy niets dan water.
+
+Wy hadden het geluk, om, onder andere plantgewassen, eene groote
+meenigte wilde porselyn te vinden, die van de gewoone alleenlyk daar
+in verschilt, dat zy digter aan den grond groeit, en dat derzelver
+bladeren kleiner en van een donkerer groene kleur zyn. Men kan ze
+gerust eeten, het zy als eene salade, het zy gestoofd; zy verschaft
+een smakelyk en verkoelend voedzel; en ze is bovendien een uitmuntend
+middel tegen de scheurbuik.
+
+Wy vonden ook een groot aantal Calebassen-boomen, waar van
+de vrugten voor de inboorlingen des Lands van zeer groot nut
+zyn. De Calebassen-boom groeit tot de hoogte van een gewoonen
+appel-boom. Deszelfs bladeren zyn dik, en loopen puntig toe. De
+gedaante en grootte van deszelfs vruchten is onëindig verschillende;
+eenige zyn eirond, andere spits toeloopende, andere wederom rond,
+en dikwils hebben zy tien of twaalf duimen in den omtrek. De
+schil is hard, glad, en met eene schitterende huid overdekt,
+die bruin wordt, wanneer de calebas droog is. Het vleesch is eene
+mergachtige zelfstandigheid, welke men 'er met een krom mes kan
+uitnemen. De calebassen dienen tot poejer-doozen, flessen, schaalen
+en schotels. Zelden ging ik door de bosschen, zonder 'er een by my
+te hebben. De Negers vercieren dezelve doorgaans, door op de bast
+verscheiden misselyke streepen te snyden; zomtyds zelfs vullen zy de
+groeven met kryt, het geen een zeer fraaije vertooning maakt. [3]
+
+De Jagers op kondschap zynde uitgegaan, kwamen in den namiddag van den
+23sten te rug, berigtende, dat zy het gewas van een ander rystveld,
+noord-oost-waarts gelegen, vernield hadden. De Colonel was met deeze
+tyding zeer in zyn schik; maar toen ik hem tegen den avond zeide, dat
+ik op eenigen afstand verscheiden gewapende Negers zag, die tot ons
+naderden, verbleekte hy en riep uit, wy zyn 'er om koud! Oogenblikkelyk
+gaf hy aan al het krygsvolk bevel, om de wapenen op te vatten. Na
+verloop van eenige minuten, waren deeze Negers naby genoeg, om
+onderscheiden te kunnen worden, en wy herkenden 'er veelen van, die in
+hunne hangmatten gedragen wierden. De Colonel FOURGEOUD riep op nieuw
+uit: "Wy zyn niet minder bedorven, schoon het de vyand niet is: het is
+de Capitain BOLTS, die geslagen is geworden, en met zyne manschappen te
+rug koomt". Hy sprak de zuivere waarheid. Deeze ongelukkige Officier,
+zoo dra hy zyne gekwetsten in handen der Heelmeesters had overgeleverd,
+gaf het volgende bericht: hy verklaarde, dat hy, gekomen zynde in het
+rampzalig moeras, waar in de Capitain MEYLAND de nederlaag gekregen
+had, door den vyand, die aan de overzyde post hieldt, was aangetast
+geworden; dat dezelve, zonder zig met eenig Europeaan te bemoeien,
+een verschrikkelyk bloedbad onder de Neger-Jagers gemaakt had; dat
+één der Capitains van deeze dappere lieden, genaamd VALENTYN, op het
+oogenblik, dat hy ter aanmoediging der soldaten den jagthoorn blies,
+en op vyf verschillende plaatsen doodelyk gewond was, was om ver
+geschoten. De Capitain AVANTAGE, broeder van VALENTYN, hem in dien
+doodelyken toestand ziende, gaf blyken van de innerlykste teederheid
+en van de aandoenlykste gevoeligheid. Hy ging naast zynen broeder
+op de kniën leggen; hy bukte naar zyne wonden, om 'er het bloed uit
+te zuigen; hy zwoer hem met eenen eed, dat hy zynen dood op hunne
+vyanden wreeken zoude; en zeide eindelyk, dat hy wenschte, om, na
+'er zelf het leven te hebben by ingeschoten, hem op een gelukkiger
+plaats weer te zien.
+
+De Colonel FOURGEOUD erkende toen; dat de muitelingen hun woord
+gehouden hadden met het dooden van de Jagers. De Capitain BOLTS
+berigtte ook, dat eenigen van de eerstgemelden, na op zyn volk van
+boven uit de palmboomen te hebben vuur gegeven, met de verbazendste
+gezwindheid naar beneden kwamen, en vervolgens wegvloden, terwyl
+de Jagers van kwaadheid schuimden, en van yver brandden, om hunne
+vyanden dwars door de struiken heen te vervolgen.
+
+Onze Bevelhebber bemerkte toen de ongerymdheid van zyn ontwerp. Verre
+van in staat te zyn, om 'er de uitvoering van te voltooijen, zouden
+zyn krygsvolk en hy zelf gevaar geloopen hebben van geheel en al
+vernield te worden. Hy had noch mond- noch krygsbehoeften in zyne
+legerplaats gelaten, en bovendien was alle gemeenschap afgesneden;
+hy was dus ernstig bedacht op middelen, om zynen aftocht te dekken. De
+herhaalde murmureeringen van het krygsvolk drongen hem met ernst, om
+die party te kiezen; en in de daad, zy waren verschrikkelyk afgemat,
+door zig des daags te vermoeien, en des nachts aanhoudend te waken. Men
+konde van onze soldaten zeggen: "dat zy in wilde woestenyen omzworven,
+zonder aldaar eene enkele schuilplaats te vinden".
+
+Den 24sten, ontfing eene krygsbende van honderd veertig mannen, onder
+bevel van twee Staf-Officiers, last, om het te velde staande gewas,
+het welk zy in den omtrek van de oude verblyfplaats, Cosaay genaamd,
+vinden mogten, geheel en al te vernielen: ik behoorde 'er mede toe. Wy
+hadden dit werk spoedig verrigt, en vonden in het moeras eene meenigte
+huisraad, als ketels, yzere potten en pannen. De muitelingen hadden die
+goederen op eenige Plantagiën geroofd, en zy hadden die in 't water
+geworpen, om ze aan ons te onttrekken, met oogmerk, ongetwyffeld, om
+ze weder op te visschen, wanneer wy Gado Saby verlaten zouden hebben.
+
+Onze manschappen kwamen in den namiddag te rug, en wy braken
+oogenblikkelyk het leger op, om onzen aftocht naar Barbacoeba te
+beginnen. De Colonel FOURGEOUD gaf in dit oogenblik een blyk van
+een zeer verkeerd overleg, waar aan zommige lieden zelfs eene veel
+hardere benaming gaven. Des avonds, toen wy in het moeras kwamen,
+het welk een akelig voorkomen had, nam hy een ledige kist, leide
+'er een hangmat in, en droeg dezelve als een schild voor het lyf,
+zyne soldaten toeroepende: Red u, zoo goed gy kunt! Op dit gezegde
+stondt een Waal, genaamd MATTOW, stil, en zeide tot hem: "Myn Colonel,
+'er zyn 'er onder ons niet veelen, die uw voorbeeld kunnen, en,
+zoo ik denk, nog minder willen volgen. Laat uw schild daar, en maak
+uwe soldaten niet bevreesd. Een dapper man maakt van andere schilden
+gebruik. Volg dus MATTOW, en vrees voor niets". Deeze onverschrokken
+krygsman ontblootte dadelyk zyne borst, en met de bajonnet voor uit,
+beklom hy het eerst den oever aan de overzyde. Dit voorbeeld wierd
+gevolgd, en wy kwamen zonder hinder het moeras door. De kloekmoedige
+daad van deezen soldaat wierd vervolgens met den rang van Sergeant
+beloond. Ik moet hier opmerken, dat de Waalen, die wy onder ons hadden,
+eene groote dapperheid betoonden, en in alle opzigten uitmuntende
+soldaten waren. Des avonds sloegen wy ons neder op dezelfde plaats,
+alwaar wy den nacht voor den slag hadden doorgebragt: het was aller
+akeligst weder, en er viel een zwaare stortregen.
+
+Den 25sten, des morgens zeer vroeg, zetten wy onzen tocht voort, maar
+ten minsten was de weg, dien wy voor ons hadden, gebaand. Des anderen
+daags tegen den avond, bereikten wy Barbacoeba, de plaats van onze
+algemeene byëenkomst, en wy bevonden ons in den elendigsten staat. Al
+het volk was door vermoeienis ten eenemaal uitgeput; eenige soldaten
+waren byna uitgehongerd, en anderen zeer gevaarlyk gewond. De arme
+slaven wierden allen gebruikt om de zieken of verminkten in hunne
+hangmatten te dragen, terwyl zy zelven naauwlyks in staat waren te
+gaan.--Op deeze wyze liep het met het innemen van Gado Saby af. Met
+dit al, schoon wy op deezen tocht, noch gevangenen, noch buit maakten,
+deeden wy niettemin aan de Volkplanting eenen wezentlyken dienst,
+door deeze schuilplaats der muitelingen te vernielen, die, gelyk ik
+reeds gezegd heb, eenmaal uit eene bezitting verdreven zynde, nooit
+aldaar wederom kwamen. Ik zoude 'er zelfs kunnen byvoegen, dat onze
+overwinning byna beslissend was: want indien men het afloopen van
+eenige Plantagiën uitzondert, het geen de muitelingen alleenlyk door
+een geest van wraakzucht deeden, en om voor het oogenblik onderhoud
+te vinden, waren zy zoodanig in verwarring gebragt, en door eenen
+zoo zwaaren schrik bevangen, dat van dien tyd af hunne verwoestingen
+zekerlyk minder meenigvuldig waren, en dat zy zeer kort daar op zig
+zoo diep in de bosschen begaven, dat het hun onmogelyk was groote
+plonderingen aan te rechten, noch ook de slaven der Plantagiën te
+verleiden.
+
+Om de bekwaamheid der Negers in hunne krygs-bedryven des te beter te
+doen kennen, voege ik hier nevens eene afteekening van hunne bezitting
+Gado Saby, als mede van onze verschillende standen, na dat wy onze
+legerplaats aan de oevers van de Cottica verlaten hadden.
+
+De getallen 1, 2 en 3, geven de algemeene verzamelplaats te Barbacoeba
+te kennen, als mede de legeringen in de twee nachten, die op ons
+vertrek van deezen post gevolgd zyn.
+
+Nº. 4, beteekent de plaats, alwaar wy in den nacht van den 17den,
+het schieten en schreeuwen der muitelingen hoorden.
+
+Nº. 5, de plaats, alwaar de Neger-Jagers zig by ons voegden.
+
+Nº. 6, de plaats, alwaar wy gelegerd lagen, des nachts voor dat het
+gevecht voorviel.
+
+Nº. 7, den oever van het moeras, van den kant, alwaar de manschappen
+van den Capitain MEYLAND hunne nederlaag ontmoetten.
+
+Nº. 8, den voorpost der muitelingen, van waar de eerste
+snaphaan-schoten voortkwamen.
+
+Nº. 9, de vlakte, met ryst en Indisch koorn bezaaid, welke wy zonder
+tegenkanting bezetten.
+
+Nº. 10, de doortogt of engte, alwaar het vuur begon.
+
+Nº. 11, de schoone vlakte, met ryst bezaait, alwaar het gevecht meer
+dan veertig minuuten duurde.
+
+Nº. 12, het gehucht Gado Saby, in brand, en op eenigen afstand te zien.
+
+Nº. 13, de plaats, van waar de muitelingen op ons leger schooten,
+en in den nacht van den 20sten met ons spraken.
+
+Nº. 14, de oude verblyfplaats van Cosaay, met de dryvende brug,
+waar door de aftocht der muitelingen begunstigd wierd.
+
+Nº. 15, de velden, met maniok, ignames en bananen beplant, welke op
+verschillende tyden verwoest wierden.
+
+Nº. 16, het ryst-veld, door Capitain STEDMAN ontdekt en verwoest.
+
+Nº. 17, het gewas, het welk den 23sten door de Jagers vernield wierd.
+
+Nº. 18, het moeras, waar door de verblyfplaats omringd wierd.
+
+Nº. 19, de modderpoel, of na by gelegen biry-biry.
+
+Nº. 20, het bosch.
+
+Na vooraf de manier beschreven te hebben, op welke wy onze hutten
+bouwden, zal ik hier eene kleine afteekening byvoegen van de wyze,
+op welke wy die hutten geduurende onze legeringen in de bosschen
+van Guiana plaatsten. Onze legerplaatsen waren doorgaans van
+eene driehoekige gedaante, als zynde, in geval van overrompeling,
+veel zekerder en gemakkelyker tot verdediging van onze krygs- en
+mondbehoeften; maar de gesteldheid van den grond gedoogde dit altyd
+niet, en dan was onze legerplaats vierkant, langwerpig, of van eene
+ronde gedaante, enz. Op de afteekening zelve beteekent,
+
+Nº. 1, de hut of het priëel van den Colonel FOURGEOUD, of van den
+bevelhebbenden Officier, welke altyd in het midden stondt, en waar
+voor een schildwagt geplaatst was.
+
+Nº. 2, de hutten van alle de verdere Officiers, makende een kleinen
+driehoek, en die van den Opper-bevelhebber omringende.
+
+Nº. 3, de buitenste hoeken van den driehoek, die door middel van de
+hutten der soldaten in drie afdeelingen verdeeld wierden, namelyk, de
+hoofdbende, de voor-hoede en de agter-hoede, benevens de schildwagten,
+die op een bekwamen afstand geplaatst wierden.
+
+Nº. 4, de kisten tot berging der krygs- en mond-behoeften, als mede
+der geneesmiddelen, waar by een schildwagt stondt.
+
+Nº. 5, de vuuren, agter elke afgezonderde hoop krygsvolk geplaatst,
+om het eeten gereed te maken, en rondom welken de slaven op den
+grond lagen.
+
+Nº. 6, een hoop afgehakte Latanus-boomen, om hutten of priëelen
+te maken.
+
+Nº. 7, eene kleine beek of kreek, die aan het krygsvolk water
+verschafte.
+
+Nº. 8, het naby gelegen bosch.
+
+Ik keere tans tot myn verhaal te rug, en moet aanmerken, dat
+de wachtpost van Barbacoeba, verre van in staat te zyn, om ons
+levensmiddelen toe te zenden, zoo als onze Bevelhebber zig verbeeld
+had, naauwlyks een gering onderhoud aan ons aankomend krygsvolk,
+het welk uitgehongerd was, verschaffen konde. Verscheiden dagen lang
+leefden zy alleenlyk van ryst, ignames, erweten, Turksch graan,
+en wierden vervolgens byna allen door een geweldigen rooden loop
+aangetast. Schoon dit zoort van voedzel voor de Indianen en Negers
+krachtig genoeg is, is het niet geschikt voor de Europeanen, die
+niet lang zonder vleesch leven kunnen: en dit laatste was tans zoo
+zeldzaam te bekomen, dat zelfs de Joodsche soldaten, die zig onder
+het krygsvolk der Sociëteit bevonden, al het gezouten varkens-vleesch,
+het welk zy maar bekomen konden, opslokten.
+
+Ik behoorde niettemin by aanhoudenheid onder het klein getal der
+geenen, die gezond waren: dit was byna een wonder; want ik had geen
+beter voedzel, dan een ander, dewyl ik mynen byzonderen voorraad op de
+Plantagie Mocha had agtergelaten. Ik hoopte op dit oogenblik verlof
+te zullen bekomen, om dezelve in persoon te gaan halen, en die hoop
+verkwikte my; maar de Colonel FOURGEOUD hielp my spoedig uit den droom,
+en verklaarde my, dat hy my geen oogenblik van het doen van den dienst
+ontslaan zoude, zoo lang ik op myne voeten staan konde: ik moest dus
+eene gelegenheid afwagten, om ze te laten komen. Ik deelde te gelyker
+tyd het middelmatig rantsoen van een soldaat met mynen Neger; nu en
+dan wierdt het vermeerderd met kool, of palmboom-wormen, of ook wel
+met eenige visch.
+
+Wat de ongelukkige slaven betrof, zy waren zoodanig uitgehongerd, dat
+zy, een aap van het geslacht der coaitas gedood hebbende, denzelven
+met huid, hair en ingewanden kookten. Vervolgens haalden zy hem uit de
+ketel, half gaar zynde: om hem rond te deelen, scheurden ze hem met de
+tanden van één, en slokten hem eindelyk met zoo veel gretigheid in,
+als of zy menscheneeters waren. Zy boden 'er my geen brok van aan;
+maar, hoe groot ook myn honger was, myn maag had geen trek naar
+zulk wildbraad.
+
+Ik wierd veel geholpen door myn sterk gestel, door eene zeer
+goede gezondheid, en door mynen vrolyken inborst, zonder het welk
+ik onder den last der elende en vermoeienis bezweken zoude zyn,
+daar dezelve toen zoo ondraaglyk geworden waren, dat de Jagers op
+nieuw onze legerplaats verlieten. Hun leidsman, WINSACK genaamd,
+één der yverigste en moedigste lieden, die immer de bosschen van
+Guiana waren ingetrokken, leide zynen post neder, zoo als MONGOL,
+geduurende den eersten veldtocht van den Colonel FOURRGEOUD aan de
+Wana-Kreek gedaan had.
+
+In 't begin van September, maakte de roode loop zulke verwoestingen
+onder het volk, dat de Colonel zig genoodzaakt zag, om alle de zieke
+Officiers en soldaten zonder onderscheid weg te zenden, niet om zig
+in het groot Hospitaal te Paramaribo te laten geneezen, maar om aan
+de oevers der Rivieren te kwynen en te sterven. Het volk van zyne
+krygsbende begaf zig naar Maagdenberg aan de Tempaty-Kreek, en dat
+der Sociëteit naar Vrydenberg, aan de Cottica.
+
+De onmenschelykheid van den Colonel FOURGEOUD, omtrent zyne Officiers,
+was tans tot die hoogte geklommen, dat hy zelfs niet gedogen wilde,
+dat zy, die in eenen hopeloozen toestand waren, een soldaat tot
+oppasser hadden, welken prys zy ook bereid waren 'er voor te
+betalen. Ik heb 'er verscheiden in hunne hangmatten, die tusschen
+twee boomen opgehangen waren, zien leggen, in een staat van walgelyke
+vuiligheid, by gebrek van hulp. Onder dit getal behoorde de Vaandrig
+STROWS, wien de Bevelhebber vervolgens in een open vaartuig naar
+Devil's Harwar liet overvoeren, alwaar hy stierf. De Colonel wierd
+eindelyk zelf door deeze wreede ziekte aangetast, en zyn geliefde
+geneesdrank hielp hem niet met al. Echter herstelde hy schielyk, door
+eene groote hoeveelheid rooden wyn te drinken, en veel speceryen te
+eeten, waar aan hy zelden gebrek had. De Colonel SEYBOURG gebruikte
+ook het eerstgemelde van deeze behoedmiddelen; maar dewyl hy 'er
+te veel op eenmaal van nam, verloor hy 'er dikwils het gebruik van
+zyn verstand door. In zulk eene gesteldheid, en in een legerplaats,
+die zulk een rampzalig voorkomen had, wagte onze Colonel echter eene
+bezending af van den Raad van Paramaribo, die gelast was hem met zyne
+overwinning geluk te wenschen. Dienvolgende had hy eene cierlyke hut
+doen bouwen, en last gegeven om hem schapen en varkens te bezorgen,
+waar op hy de afgezondenen onthaalen zoude;--maar 'er kwam niemand.
+
+Den 9den, slagtte men dit vee; en voor de eerste keer, zedert dat hy
+het bevel voerde, liet de Colonel onder het volk een pond vleesch,
+de beenen daar onder begrepen, voor ieder man, uitdeelen; maar het
+getal der soldaten, die van deeze edelmoedigheid gebruik konden maken,
+was in dit oogenblik zeer gering.
+
+Des anderen daags zagen wy eene versterking van honderd mannen, die
+van Maagdenberg aan de Commewyne kwamen, aankomen; en de wachtpost van
+Vrydenberg zondt ons byna een gelyk getal van Sociëteit's krygsvolk. De
+laatstgemelden bevestigden ons de tyding van het overlyden van den
+Vaandrig STROWS, en berigtten ons die van een groot aantal gemeene
+soldaaten, die by het innemen van Gado-Saby waren tegenwoordig geweest,
+en, terwyl men hen naar Barbacoeba vervoerde, in de vaartuigen zelve
+stierven.
+
+Men ontfing te gelyker tyd berigt, dat de muitelingen, welken wy
+verslagen hadden, de Cottica boven de Patamaca-Kreek overtrokken,
+om hunne verwoestingen aan den westkant oogenblikkelyk uit te
+oeffenen. Dadelyk wierden te water vyftig mannen afgezonden onder
+bevel van eenen Capitain, om de oevers by de Pinnenburg-Kreek te
+gaan onderzoeken. Dit volk kwam den 8sten te rug, en bevestigde
+deeze tyding. Onze onvermoeide Bevelhebber besloot derhalven, om de
+muitelingen op nieuw te vervolgen; maar de slaven, die onze krygs- en
+mond-behoeften droegen, niet meer dan het vel over de beenen hebbende,
+waren naar hunne meesters te rug gezonden, die in hunne plaats anderen
+moesten zenden, maar die nog niet waren aangekomen.
+
+Den 9den, verkogt men de nagelatene goederen van den Vaandrig
+STROWS aan de meestbiedenden om op tyd te betaalen. De ongelukkige
+soldaten, zig beyverende, om zig eenige ververschingen en kleederen
+te bezorgen, betaalden zevenmaal de waardy van het geen zy kogten;
+en deeze schandelyke schuld wierd van hun geld ingehouden. Ik heb 'er
+één vyf Engelsche schellingen zien geven voor een pond snuif-tabak,
+die geen tiende gedeelte van dien prys waardig was. De zelfde
+persoon betaalde voor slechte schoenen het dubbeld van derzelver
+echte waarde. Een paar magere kuikens kostten een guinie voor een
+zieken. Deeze ongelukkigen wierden op die wyze geheel en al beroofd
+van hunne weinige overgegaarde penningen, waar voor zy hun bloed en
+arbeid hadden veil gehad, terwyl men hunnen dringenden nood had kunnen
+voorkomen, alleenlyk door hun te geven het geen men hun verschuldigd
+was. Een zee-soldaat zwoer toen in de drift van zyne misnoegdheid,
+dat hy den Colonel FOURGEOUD zekerlyk zoude van kant helpen, wanneer
+hy 'er de gelegenheid toe vinden mogt. Een getuige hoorde dit, maar
+ik haalde hem over, na dat de schuldige berouw over zyne uitdrukking
+betoond had, om geene verklaring tegen denzelven te geven: dus redde
+ik zyn leven, het welk hy anders door de koord verloren zoude hebben.
+
+Alle menschen zyn by geluk zoo verregaande ongevoelig niet, als onze
+Colonel, want dien zelfden dag zondt de braave Mevrouw GODEFROY een
+vaartuig, waar in een vette os, oranje-appelen en bananen voor de
+arme soldaten geladen waren, en die vervolgens onder hen verdeeld
+wierden. Des avonds van dien dag, ontfing ik een weinig voorraad, en
+eenige flessen Porto-wyn, welken JOANNA my toezondt. Zy had eene veel
+grootere hoeveelheid afgezonden, maar dezelve was gedeeltelyk gestolen,
+en gedeeltelyk bedorven. Dit maal gaf ik niets aan den Colonel.
+
+Wanneer ik van voorraad, in een dergelyk geval ontfangen, spreek,
+bedoel ik suiker, thee, koffy, Bostonsche bischuit, een kaas, rhum,
+een ham, of eenig gezouten vleesch, alles in eene kleine hoeveelheid,
+want één slaaf kon de in de bosschen geen zwaarder vracht dragen, en
+het was ons niet geöorloofd 'er twee te gebruiken. Onder de behoeften
+telde men ook hembden, koussen schoenen; maar deeze twee laatstgemelde
+artikelen waren voor my van geen nut, zedert dat ik de gewoonte had
+aangenomen om blootsvoets te gaan. Reeds zedert twee jaaren had ik my
+hier aan gewend: ik bevond 'er my wonder wel by, en wenschte 'er my zei
+ven geluk mede, vooral wanneer ik zag, hoe myne ongelukkige medgezellen
+de beenen en voeten met scheuren en zweeren als bedekt hadden.
+
+Den 12den, toen de nieuwe slaven waren aangekomen, maakte men zig
+gereed, om de muitelingen des anderen daags te vervolgen, onzen weg
+nemende naar den wachtpost, Jerusalem genaamd, waar van ik gesproken
+heb, ter gelegenheid, dat ik by den rampzaligen tocht naar het bovenste
+gedeelte van de Cottica het bevel voerde. Den 13den, zondt men de
+krygsbehoeften en legergoederen te water derwaart, onder geleide
+van de zieke Officiers en soldaten. Wy braken dus de legerplaats
+op, en verlieten Barbacoeba, om weder de bosschen te doorkruissen,
+nemende geduurende den geheelen eersten dag onzen weg ten zuiden
+en zuid-oosten; wy bragten den nacht door aan de overzyde van de
+Cassipory-Kreek, alwaar wy ons ter nedersloegen.
+
+De ongelukkige slaven ondervonden op deezen tocht eene wreede
+mishandeling. Half uitgehongerd, waren zy niet alleen met pakken
+overladen, maar een ieder, wien het hoofd niet wel stondt, veroorloofde
+zig bovendien straffeloos om hen te slaan. Ik zag by voorbeeld des
+Colonels gunsteling, den Neger GOUSARY, 'er één tegen den grond
+smyten, om dat hy zyn pak niet schielyk genoeg opnam; de Colonel
+deedt vervolgens van gelyken, om dat hy het te schielyk opnam: de
+ongelukkige slaaf, niet wetende wat te doen, riep op een beklaaglyken
+toon uit, ô Massera Jesus Christus, en toen kwam 'er een geestdryver,
+die hem op nieuw tegen den grond smeet, om dat hy eenen naam, welks
+heiligheid hy zoo weinig kende, had durven ontheiligen.
+
+Op den tocht van deezen dag, ontmoetten wy een groote troep wilde
+varkens. De soldaten doodden 'er verscheiden met sabel-houwen en
+bajonnet-steken, maar op geene andere wyze, want de Colonel had
+verboden een enkel schot met den snaphaan te doen. Men slagte dezelven;
+en het vleesch, het welk op het oogenblik wierd rond gedeeld, was by
+allen zeer welkoom. Ik kan niet nalaten nog op te merken, als iets dat
+zeer merkwaardig is, dat indien de eerste van deeze dieren, welke voor
+uit loopt, deezen of geenen weg inslaat, de anderen hem blindelings
+volgen, hopende even als hy het gevaar te zullen ontsnappen; het geen
+hun integendeel dikwils in handen van hunne vyanden doet vallen.
+
+Den 14den, trokken wy naar het zuid-westen tot op den middag, wanneer
+wy te Jerusalem aankwamen, alwaar de voorhoede zig reeds zedert een uur
+bevondt. Wy waren geheel en al met slyk bemorst. Verscheiden soldaten
+vielen over wortels van boomen, of groote steenen, het geen hun zelfs
+breuken veroorzaakte. Tot myne groote verwondering, vonden wy hier
+dien zelfden WINSACK, van wien ik hier boven gesproken heb, en die
+aan het hoofd van honderd andere Jagers was. Hy had hooren zeggen,
+dat de muitelingen de Rivier Cottica aan derzelver bovenste gedeelte
+waren overgetrokken, en de Gouverneur had hem aangezogt, om het bevel
+weder op zig te nemen; dienvolgende boodt hy aan den Colonel FOURGEOUD
+op nieuw zynen dienst aan, die zeer wel deedt met zulks aan te nemen.
+
+Onze legerplaats was byna geheel en al ter neder geslagen op een
+stuk land, dat met langwerpige en steekende planten bedekt was. Een
+der slaven wierd ongelukkiglyk in zyn voet gestoken door een kleine
+slang, die in Surinamen den naam van Oroucoukou [4] draagt, uit
+hoofde van deszelfs kleur, naar die van een nachtuil gelykende. In
+minder dan één minuut begon het been van deezen man op te zwellen;
+vervolgens gevoelde hy vreesselyke pynen, en verviel kort daarop in
+stuiptrekkingen. Een van zyne medgezellen, den slang gedood hebbende,
+liet de gal van dit dier, gemengd in een half glas brandewyn, het
+welk ik hem gaf, door den gewonden inneemen. Toen (misschien was het
+loutere inbeelding) scheen hy een weinig verligting te gevoelen:
+maar het toeval kwam met een ongemeen geweld schielyk wederom, en
+de ongelukkige wierdt dadelyk naar de Plantagie van zynen meester
+gezonden, alwaar hy stierf. Ik heb dik wils hooren zeggen, dat de gal
+van een slang, uitwendig op de beet gelegd, in dit geval van zeer
+kragtige uitwerking is. Men kan zelfs in the Great Magazine van de
+maand April 1758, een brief lezen, gedagteekend den 24sten Maart,
+en geteekend J. H., waar in de Schryver op eene leerstellige wyze
+de manier behandelt, op welke dit geneesmiddel behoort te worden
+toegediend. Maar ik laat voor lieden van de kunst over, om in deeze
+byzonderheden te treden, en ik zal my vergenoegen met in 't algemeen
+op te merken, dat hoe kleiner de slang is, ten minsten in Guiana,
+hoe doodelyker het vergift is. En dit is het, 't geen THOMPSON met
+zoo veel juistheid en kragt van woorden schetst.
+
+"Maar de wreedste, schoon de kleinste van allen, is steeds die
+dienaar van den dood, welke, zig in de schaduw verborgen houdende,
+zyn ongelukkig slachtöffer bespiedt, en het zelve een fyn vergift
+mededeelt, het welk langen tyd in zyne aderen gekookt, met eene
+gezwindheid, als die der blixemstraalen, zynen levensloop stuit".
+
+In deeze zelfde Savane, doodde één der Jagers nog een ander dier
+van dit zelfde geslacht, genaamd de Zweepslang, om dat hy naar een
+zweep gelykt. Naauwlyks dikker zynde dan een zwaanen-schacht, heeft
+hy de lengte van vyf voeten. Zyn buik is van eene witte, en zyn rug
+van eene lood-kleur: ik weet de gevolgen van zyne steeken niet. De
+Negers hebben my gezegd, maar ik heb het niet gezien, dat hy met zyn
+staart een zeer harden slag kan geven.
+
+Ik moet niet met stilzwygen voorbygaan, een halfslachtig dier,
+het welk de Negers ook dien zelfden avond doodden, en door hen
+Cabiai [5] genoemd word. Het is een zoort van water-varken, van de
+zelfde gedaante, als het land-dier van dien naam. Hy is met gryze
+borstels bedekt, en met zeer scherpe tanden gewapend: hy heeft geen
+staart. Elk van zyne pooten heeft drie klaauwen, met een vlies, even
+als de eendvogels. Men beweert, dat dit dier alleenlyk des nachts
+aan den oever koomt, en dat hy zig aldaar met allerleije kruiden en
+plantgewassen voedt. Zyn vleesch is, zoo men zegt, goed om te eeten,
+maar ik heb het niet geproeft.
+
+Den 16den, zondt de Colonel FOURGEOUD twee aanzienlyke gedeelten zyner
+krygsbende af, om op kondschap uit te gaan. Het eerste bestond uit
+honderd mannen, waar over de Lieutenant Colonel DE BORNES het bevel
+voerde; hetzelve had in last, om zig van den kant van de Wana-Kreek
+naar het bovenste gedeelte der Cormoetibo-Kreek te begeven. Het
+tweede bedroeg een gelyk getal, onder bevel van den Colonel SEYBOURG;
+het zelve kreeg bevel, om naar de Pinnenburg-Kreek, aan het bovenste
+gedeelte van de Cottica, heen te trekken. Het laatstgemelde volk kwam
+omtrent te middernacht te rug, met twee kano's, welken zy, aan de
+andere zyde der Rivier, een weinig beneden de Claas-Kreek, gevonden
+hadden op 't land gehaald te zyn. Hun bericht overtuigde ons van den
+aantocht der muitelingen, die hunne ledige kano's alleenlyk hadden doen
+afzakken, om dezelven, met buit beladen, te rug te zenden. Ingevolge
+van dit bericht, maakte men dadelyk de noodige toebereidzels, om hen
+met ernst te vervolgen. Onze oude Bevelhebber betoonde nimmer meerder
+moed, dan in dit oogenblik. Hy zwoer zig over alle de muitelingen,
+het koste wat het wilde, te zullen wreeken.--Maar men zal, in het
+volgende Hooftstuk, zien, of de bekwaamheid van onzen Generaal met
+die van BONNY gelyk stondt.
+
+
+
+TWEE-EN-TWINTIGSTE HOOFTSTUK.
+
+Byzonder zoort van Mieren.--Acajou-nooten.--Eta-appel.--Alarm aan
+de Peréca.--Hinderlaag.--Vreemde uitwerking, door eene Vledermuis
+veröorzaakt.--De Opposfum.--De Agouti en de Paca.--De Dadel-boom.--Het
+krygsvolk keert naar de Cormoetibo-kreek te rug.
+
+Den 19den September 1775, een oogenblik voor het opgaan der zon,
+begaf zig de Colonel SEYBOURG, aan het hoofd van honderd Zee-soldaten
+en veertig Jagers, in aantocht. Deeze Officier deedt my de eer aan,
+zyne keuze op my te laten vallen, om hem te vergezellen; en hy was,
+geheel anders dan voor deezen, zeer bescheiden omtrent my, zonder
+dat ik de reden van die verandering bevroeden konde.
+
+Na de Cormoetibo-Kreek te zyn overgetrokken, gingen wy zuidwestwaarts
+ten zuiden, tot aan de Cottica, aan welker oevers wy ons ter neder
+sloegen. Den eersten dag van onzen tocht zagen wy niets merkwaardigs,
+dan een groot aantal mieren van ten minsten een duim lengte, en
+volmaakt zwart. De insecten van dit zoort ontbladeren een boom in zeer
+korten tyd; zy snyden dezelven in kleine stukjens ter groote van een
+zes stuivers stuk, om ze onder den grond met zig te voeren. Het was
+alleräangenaamst dit mierenleger te zien, elk met een stuk van een
+groen blad, onöphoudelyk den zelfden weg volgende. Men is zoodanig
+genegen het wonderbaarlyke te gelooven, dat zommige lieden beweerd
+hebben, als of deeze vernieling ten voordeele van eenen blinden
+slang geschiede. Dit is 'er van de zaak, dat deeze bladen tot voedzel
+dienen voor de jongen der mieren, die nog geen kragt genoeg bezitten
+om zich zelven voedzel te bezorgen, en die zomtyds zes voeten diep
+in den grond woonen. Mejuffrouw DE MERIAN zegt, dat zommigen van
+deeze insecten zig tot een keten vormen van den eenen tak tot den
+anderen; en dat de geheele troep vervolgens daar over als over een
+brug gaat. Zy beweert ook, dat deeze troep eenmaal 's jaars van huis
+tot huis gaat, en aldaar al het ongedierte doodt, het welk zy vinden:
+maar ik ben verpligt te erkennen, dat ik op de plaatsen zelve geene
+van die omstandigheden vernomen heb: dit alleen kan ik verzekeren,
+dat het steken van dit zoort van mieren byna even pynlyk is, als van
+de vuur-mier, welke ik reeds beschreven heb.
+
+Des anderen daags trokken wy langs de oevers van de Cottica, tot dat
+wy in den omtrek van de Claas-Kreek waren, (dezelfde, die ik, met
+myn sabel tusschen myne tanden, had overgezwommen,) alwaar wy onze
+hangmatten ophingen. Men zondt my vervolgens met eenige jagers af, om
+aan den mond van de Wana-Kreek tot aan den nacht in eene hinderlaag
+te gaan leggen. Ik ontdekte hier niets anders, dan dat deeze zelfde
+Jagers, even als de muitelingen, geloofden, dat hunne tooverbanden of
+obias hen onkwetsbaar maakten. Zy zeiden my, dat de laatstgemelden
+dezelven van hunne Priesters ontfingen; en dat zy zelven die kogten
+van GRAMAN-QUACY, een zeer beruchten en doorslepen ouden Neger, van
+wien ik op een geschikter plaats in het byzonder spreken zal.--Wanneer
+ik hun vroeg, "waar het by toekwam, dat 'er iemand van hun, of van
+hunne onkwetsbaare tegenpartyen gedood wierdt"? antwoordden zy my:
+"Dit gebeurt, om dat zy even als gy, Masera, op hunnen tooverband,
+of obia, geen vertrouwen stellen".--Deeze trek van bekwaamheid
+van QUACY bragt nogtans het goed gevolg te weeg, dat hy van zyne
+landgenooten zulke onvertzaagde soldaten maakte, dat ik dikwerf over
+hunne ongemeene dapperheid verbaasd stond, en deeze bedriegerye,
+behalven dat ze veel aanzien en eerbied verwekte, bezorgde aan haaren
+uitvinder een gemakkelyk leven, het welk in eenen Surinaamschen Neger
+niet zeer gemeen is.
+
+Ik zag, aan den mond van deeze Kreek, eene groote meenigte
+Acajou-nooten op het water dryven. By de beschryving, daar van
+door my reeds gegeven, moet ik nog voegen, dat de noot van deezen
+naam zig aan eene groote peer vormt, en dat deeze aan een boom
+groeit van middelmatige grootte, die een gryze schors, en dikke en
+breede bladen heeft. Men kan deeze uitmuntende nooten door alle de
+werelddeelen vervoeren; want zy blyven eenen zeer langen tyd goed:
+zommige Schryvers noemen dezelven anacardium occidental. Uit den
+boom druipt eene doorschynende gom, die, in water ontbonden zynde,
+de dikte van vogellym heeft.
+
+Ter deezer zelfde plaats proefde ik ook den Eta-appel, waar van de
+Negers ongemeen veel houden. De boom, die denzelven voortbrengt,
+is een zoort van palmboom met breede bladeren, maar minder dik,
+dan de Mauricy, of den berg-palmboom. Deszelfs vruchten zyn rond,
+en groeien aan groote risten of bossen, even als de druiven-trossen:
+binnen in eiken appel zit een harde noot, die een pit in zig bevat,
+en met een oranje-kleurig vleesch, ter dikte van een halve duim,
+en van een alleraangenaamste zuure smaak, omgeven is. Men zamelt
+deeze nooten zeldzaam op; men wagt, dat de appelen ryp afvallen. De
+Indianen laten dezelven in water uitweeken, en maken 'er op die wyze
+een lekkeren en gezonden drank van.
+
+De Colonel FOURGEOUD zondt ons te water een bode, die den 21sten
+aankwam, met bericht, dat het alarm-geschut [6] zig van den kant
+van de Peréca had laten hooren. Wy trokken dadelyk de Cottica over,
+op welkers westelyken oever de Jagers en eenige zee-soldaten last
+hadden, in eene hinderlaag te gaan leggen, in de hoop van den te rug
+tocht der muitelingen af te snyden, wanneer zy deeze Rivier weder
+met hunnen buit zouden over trekken. Den zelfden namiddag wierdt
+'er een Neger van de muitelingen gezien, een groene mand dragende,
+die de reuk van den tabak geroken hebbende, eensklaps stil stondt,
+en den zelfden weg te rug keerde. Een Jager en ik schoten dadelyk
+op hem; wy raakten hem niet, maar zyn mand viel. Wy vonden daar in
+een dozyn fraaije servetten, een opgetoomden hoed met een goude lis,
+en twee rokken van kostelyke chits. Ik nam de laatstgemelden, en liet
+het overige aan mynen medgezel.
+
+Op de tyding van het gevaar, het welk de Plantagiën aan de Peréca
+liepen, trokken de Neger-Jagers met een ongemeenen yver voor uit;
+en eenige oogenblikken na hun vertrek, verzogt ik aan den Colonel
+SEYBOURG verlof, om hen te volgen. Deeze Officier gevraagd hebbende,
+wie lust had mede te trekken, boodt zig een groot getal aan; maar hy
+koos 'er alleenlyk vier uit, en ik was onder dezelven. Dwars door
+struiken en doornen, die als netten in malkander zaten, en die my
+de voeten op eene verschrikkelyke manier van één scheurden, gegaan
+zynde, haalde ik de afgezondene manschappen in, op den afstand van
+een myl van de legerplaats. Kort daar op ontdekten wy dertien geheel
+nieuw opgeslagene hutten, en wy gisten, dat de muitelingen kortlings
+deeze plaats waren doorgetrokken. Dienvolgende zond ik aan den Colonel
+SEYBOURG daar van berigt, en verzogt voor de Jagers en voor my bevel,
+om onverwyld naar de Peréca te trekken; maar zyn antwoord bragt
+stellig mede, om ons oogenblikkelyk by hem te vervoegen. Wy keerden
+derhalven langs onzen voorigen weg te rug; het geen ons tot groot
+hartzeer verstrekte; de Neger-soldaten waren vooral zeer misnoegd,
+en maakten duizend onaangenaame aanmerkingen.
+
+By onze aankomst op de legerplaats, vonden wy aldaar eene versterking,
+van den post van Jerusalem komende. Dezelve bestondt uit zestig mannen,
+zoo zwarten, als blanken, en bragt ons stelligen last mede, om het
+leger op te breken, en des anderen daags morgens naar de Peréca te
+trekken. Den geheelen nacht bevondt zig eene goede meenigte volks
+in hinderlagen.
+
+Den volgenden dag was ieder voor het opkomen der zon gereed, en echter
+verlieten wy onze legerplaats zeer laat. Geduurende dit onbegrypelyk
+verwyl vernamen wy, dat men een kano, waar in alleenlyk één Neger was,
+de Rivier had zien oversteken. Het was waarschynlyk die arme schelm,
+op wien ik des avonds te vooren geschoten had.
+
+Ik kan niet nalaten alhier eene zeer zonderlinge omstandigheid te
+verhaalen. Des morgens ten vier uuren ontwakende, was ik uittermaten
+verschrikt, toen ik my in gestolt bloed vond liggen, hoe zeer geene
+de minste pyn gevoelende. Ik stond oogenblikkelyk op, en liep met een
+toorts in de hand naar den Heelmeester toe; dit bloed, deeze toorts,
+myne bleeke kleur, myn afgesneden hair, myne ontramponeerde kleeding,
+konden in hem deeze vraag doen opryzen: "zyt gy een levendig schepzel,
+of een spook, uit het graf opgerezen? Is het zuivere hemel-lucht,
+die u omgeeft, of zyn het uitdampingen der helle?" [7]
+
+Het geheele geheim bestondt daar in, dat ik gebeeten of gestoken was
+door de Vampire, of het Spook van Guiana, ook de vliegende hond yan
+Nieuw Spanje, en door de Spanjaarden Perro-Volador genaamd. Dit dier
+is niets anders dan een vledermuis van eene monsterachtige gedaante,
+die aan menschen en beesten, wanneer zy slapen, het bloed uitzuigt,
+zelfs nu en dan zoodanig, dat zy 'er van sterven. Dewyl de manier,
+waar op deeze dieren dit doen, in de daad verwonderenswaardig is,
+zal ik trachten dezelve opzettelyk te beschryven.
+
+De Vampire, wanneer de geen, op wien hy het gemunt heeft, in slaap is,
+het welk hy uit zyne eigene natuurlyke neiging weet te ontdekken, zet
+zig doorgaans by de voeten neder. Hy houdt zig aldaar in evenwicht
+door middel van zyne groote vlerken, welken hy geduurig beweegt, en
+inmiddels doorboort hy de kop van de groote toon, maar het gat, het
+welk hy maakt, is zoo klein, dat 'er naauwlyks de kop van eene spelde
+door kan, en zulks derhalven geene de minste pyn veröorzaakt. Door
+middel van deeze opening, gaat hy niettemin voort met het bloed uit
+te zuigen, tot dat hy genoodzaakt is het uit te spuwen. Hy begint
+vervolgens op nieuw, en gaat zoo voort met zuigen en uitspuwen, zoo dat
+hy niet dan met zeer veel moeite kan wegvliegen, en dat zyn slachtöffer
+dikwerf van den natuurlyken in den eeuwigen slaap is overgegaan. De
+beesten steekt hy doorgaans in het oor, en altyd op een plaats,
+waar het bloed een oogenblikkelyken loop heeft, misschien in de eene
+of andere slagäder. Na dat men tabaks-asch op de wonde gelegd had,
+als het zekerst middel zynde, kwam ik te rug om my te wasschen, gelyk
+ook myne hangmat, waar onder ik veel geronnen bloed gewaar wierd. De
+Heelmeester het zelve naargegaan hebbende, oordeelde, dat ik geduurende
+dien nacht dertien of veertien oncen bloed moest verloren hebben.
+
+Ik heb naderhand gelegenheid gehad één van deeze vledermuizen
+te dooden, wiens uitgespreide vlerken eene wydte maakten van
+twee-en-dertig en een halve duim: men zegt, dat 'er zommige zyn van
+drie voeten in die zelfde rigting, schoon zy naar die van Madagascar
+niets hoe genaamd gelyken. De door my gedoodde vledermuis had eene
+donker bruine, byna zwarte kleur, maar ligter onder aan den buik. Over
+'t geheel had hy een in de daad afschuwelyk voorkomen. Maar zyn kop
+was vooral vervaarlyk: men zag aldaar boven den neus een blinkend,
+ongebogen, rimpelig, en puntsgewyze toeloopend vlies. Zyne ooren
+waaren lang, rond en doorschynend. In het bovenste kakenbeen had hy
+vier snydende tanden en zes in het onderste. Ik zag niet, dat hy een
+staart had, maar een vel, in welks midden een pees was. Elk van zyne
+vlerken had vier klaauwen, van elkander afgescheiden, als die der
+pooten van een eendvogel, [8] en met nagels gewapend: men zag ook nog
+een ander ter plaatse, waar deeze zelfde klaauwen zig verëenigen. Alle
+dienen zy aan het dier om te klauteren op, en zig vast te houden aan
+boomen, rotsen of daken, alwaar hy hangen blyft, wanneer hy slaapt.
+
+Een der Zee-soldaaten vong dien zelfden dag een Oppossum of
+Sarigue. Dit dier verschilt, in zommige byzonderheden, merkelyk van
+de beschryving, welke 'er de beroemde BUFFON van gegeven heeft.--By
+voorbeeld, hy is veel ligter dan alle de geenen, waar van deeze
+Schryver spreekt; en hy heeft den staart met hair, in plaats van met
+schubben bedekt. Ik meen dit ten minsten, en, zoo myn oog my bedrogen
+heeft, ben ik de eenigste niet die met opzigt van dit dier in dat geval
+geweest is. LINNÆUS, SEBA en VOSMAAR, beschouwen de Oppossum als een
+dier, zoo wel van de oude als nieuwe weereld, schoon het echter zeker
+is, dat hy alleen in America gevonden wordt. LINNÆUS tast ook mis,
+wanneer hy verzekert, dat alle de vledermuizen vier snydende tanden
+in elk kabenbeen hebben. (Zie BUFFON V. Deel, bladz. 282.)
+
+Deeze Oppossum was niet grooter, dan een groote muis. Hy was volmaakt
+zwart, uitgenomen onder den buik, aan de pooten, en onder aan den
+staart, die de kleur had van een buffels huid. Boven elk van zyne
+oogen, vry veel naar die van een rot gelykende, had hy een vlak van
+deeze zelfde kleur. Zyne ooren waaren lang, rond en doorschynend;
+zyne klaauwen bedroegen een getal van twintig, zynde één derzelven
+agterwaarts geplaatst, en tot een duim dienende. Dezelve had tien
+of twaalf tepels, waar aan (zoo men zegt) de jongen, zoo dra zy
+gebooren zyn, zig vasthouden, zynde zy dan niet veel grooter, dan
+jonge Kevers. Maar dit dier had den zak niet, welken andere Oppossums
+gewoonlyk hebben. In plaatse van dien, zag men twee langwerpige
+plooijen aan de binnenzyde van elke dye, die even als de gemelde zak
+geschikt waren, om de jongen voor alle onheil te beveiligen, daar geene
+foltering, ja zelfs het vuur niet, de moeder kan doen besluiten haare
+jongen te verlaten. Ik zal by deeze beschryving voegen, dat deeze
+dieren op het land leven, en dikwils op de boomen klauteren; maar
+dat zy zig, even als de muizen, met graanen, vruchten, en wortelen
+voeden. De beschryving van het andere zoort zal ik uitstellen, tot
+dat zig de gelegenheid my daar toe aanbiedt.
+
+Mejuffrouw DE MERIAN sreekt van eene byzondere Oppossum, die, in
+het oogenblik van gevaar, de jongen op haaren rug draagt: ik heb
+'er in Surinamen nooit van hooren spreeken, en houde my verzekerd,
+dat 'er dit zoort niet is.
+
+Ik heb reeds gezegd, dat door eene vertraging, waar van my de reden
+onbekend was, de ogtend reeds verre gevorderd was, toen wy onze
+legerplaats verlieten. Ik behoorde tot de voorhoede met de Jagers
+en eenige Zee-soldaaten, die allen voor negen dagen mondbehoeften
+op hunnen rug droegen. Wy hadden nog maar een klein gedeelte van den
+weg afgelegd, toen één der eerstgemelden op den jagthoorn blaazende,
+de anderen uit elkander gingen, en zig plat op den buik aan den grond
+nederleiden, hebbende den haan van hun geweer overgehaald, en zynde
+alzoo tot het gevecht gereed. Ik deed even als zy; maar het was niet
+meer, dan een valsch alarm. Het was een hart, het welk in zynen loop
+de bladeren van 't geboomte in beweeging gebragt had. Wy stonden
+derhalven weder op, en trokken door slyk en water heen, tot drie
+uuren na den middag, wanneer wy ons op hoogere landen nedersloegen,
+alwaar men geen water vinden konde, dan door een put te graven; en
+dan nog was het water, het welk wy daar uit schepten, zoo modderig,
+dat wy genoodzaakt waren, het door onze dassen of hembds-mouwen te
+laten doorloopen. De Colonel SEYBOURG kwam alhier by my, om my des
+avonds in zyne hut ter maaltyd te verzoeken, en behandelde my met
+eene beleefdheid, waar over ik zeer verwonderd was,
+
+Des anderen daags vervolgden wy onzen weg, neemende denzelven
+westwaarts ten noordwesten. Wy hadden zwaare slagregens, en moesten
+een moeras doorwaden. Ik voerde toen het bevel over de agterhoede,
+en had drie uuren noodig, om dezelve van deeze naar de overzyde
+te geleiden. Deeze tocht was allerverdrietelykst. De slaven, onder
+hunne pakken gebukt gaande, braken elk oogenblik de korst, die over
+het water lag. De Zee-soldaaten, met hunne mondbehoeften belaaden,
+hadden zeer veel moeiten om zig op de been te houden, en ik zelf,
+door de groote meenigte bloed, welke ik verlooren had, verzwakt zynde
+konde aan niemand van dienst wezen. Toen wy weder den vasten grond
+bereikt hadden, zag ik aldaar de lyken van verscheiden muitelingen
+verspreid liggen, aan elk van welken de regte hand en het hoofd was
+afgehouwen. Deeze lyken waren nog niet verrot, het geen my deedt
+vermoeden, dat 'er in 't kort eenig gevecht tusschen de muitelingen,
+en het krygsvolk, aan de Peréca leggende, had plaats gehad.--Ik
+moet hier opmerken, dat, indien men den 21sten, in plaats van my te
+gelasten om te rug te komen, en de Jagers weder mede te brengen, ons
+had toegestaan voorwaarts te gaan, de muitelingen tusschen twee vuuren
+zouden geraakt zyn, 'er zeer weinigen van hun zouden zyn ontsnapt,
+en wy hunnen buit zouden hebben hernomen. De lezer zal zig herinneren,
+dat dit zelfde voorval plaats had, toen ik, twee jaaren te vooren, te
+Devil's Harwar het bevel voerde. Indien ik toen een genoegzaam getal
+manschappen en krygsbehoeften tot den tocht gehad had, zoude ik aan
+de Volkplanting den gewichtigsten dienst gedaan hebben. Het spyt my
+deeze twee wezentlyke misslagen te moeten aanhaalen; maar waarheid
+en onpartydigheid verpligten 'er my toe. Deeze aanmerkingen echter
+behooren my niet van wreedheid te doen beschuldigen, want niemands hart
+was meer getroffen dan het myne, op het zien van zo veele jongelingen,
+die onder het ons omringende geboomte dood uitgestrekt lagen. Myn
+oog viel in 't byzonder op twee van hun, die zoo wel gemaakt waaren,
+als men ze met mogelykheid bedenken kan.
+
+Terwyl ik met het maken van deeze en andere gelykzoortige aanmerkingen
+bezig was, bleeven verscheiden slaven, die te zwaar belaaden waren,
+in het moeras zitten. De bevelhebbende Officier, met het voornaamste
+gedeelte zyner manschappen zig op een hoog stuk land nedergeslagen
+hebbende, konde ons niet meer zien, noch hooren; en door deeze
+scheiding liep de agterhoede gevaar, niet alleen om haare mond- en
+krygs-behoeften te verliezen, maar om zelfs in de pan gehakt te worden.
+
+Geenen enkelen Europeaan vindende, die kragten genoeg had overgehouden,
+om het volk, het welk voor uit getrokken was, in te haalen, gaf ik
+het bevel over aan mynen Lieutenant DE LOSRIOS, en waagde het om
+alleen dwars door het bosch te loopen, tot dat ik onze legerbende
+bereikt zoude hebben. Ik hield den Colonel SEYBOURG de gesteldheid der
+agterhoede voor, en verzogt hem "om wat langzaam voort te trekken, ten
+einde aan die geenen, die in de modder gezonken waren, tyd te geven,
+om 'er zig uit te redden, zonder het welk ik voor de gevolgen niet
+konde instaan". Zyn antwoord was, "dat hy zyn leger zoude opslaan,
+zoo dra hy goed water ontmoette". Schoon zeer vermoeit zynde, keerde
+ik dadelyk naar myne agterhoede te rug, waar van het grootste gedeelte
+tot des nachts in den deerniswaardigsten en gevaarlyksten toestand
+bleef, want eerst des avonds ten zeven uuren redden wy den laatsten
+man uit het moeras, en toen gingen wy langzaam voort, tot dat wy in
+de legerplaats aankwamen.
+
+Myne oplettenheid voor het behoud der manschappen, over welken
+ik het bevel voerde, myne zorge voor de bespaaring van krygs- en
+mondbehoeften, wel verre van my de goedkeuring te doen ondervinden
+van hem, onder wiens bevelen ik voor dit oogenblik stond, van hem, die
+my nog kortlings met zoo veel bescheidenheid behandelde, wikkelde my
+integendeel in een ernstig voorval in, waar over ik zoo gevoelig was,
+dat ik my naauwlyks wederhouden konde, om tot wanhoop te vervallen. Men
+kan myn verdriet beöordeelen, wanneer men weet, dat ik naauwlyks
+in de legerplaats zynde te rug gekomen, in arrest gezet wierd,
+om door eenen krygsraad, ter zaake van gepleegde ongehoorzaamheid,
+gevonnisd te worden. De Colonel SEYBOURG en ik hadden nimmer met
+elkander in betere vriendschap omgegaan; maar schoon hy my in het
+begin van den tocht met eene uiterlyke beleefdheid behandeld had,
+was het niet minder zichtbaar, dat hy, na een dergelyken trek, zig
+betoonde myn doodelykste vyand te zyn. Ik moet echter niet vergeeten
+eene zonderlinge omstandigheid te verhaalen, hier in bestaande,
+dat men my, schoon in gevangenis gesteld zynde, tot nader orde myne
+wapens liet behouden.
+
+Den 24sten vertrokken wy des morgens vroeg, en namen den weg ten
+zuiden en zuidwesten. In deeze laatstgemelde richting gingen wy voorby
+Pinnenburg, een verlaten gehucht der muitelingen, waar van ik gesproken
+heb. Ik bleef steeds gearresteerd, en was uittermaten mismoedig.
+
+Des daags daar aan volgende trokken wy zuidwestwaarts, en doorwaadden
+een zeer diep moeras, waar in wy nat bezweet ingingen, vermits wy
+tot hier toe te schielyk gegaan hadden: maar de gezondheid van onze
+soldaaten was geen zaak, waar over men zig bekreunde, van hoe veel
+aanbelang zy ook voor den goeden uitslag onzer onderneming was.
+
+Op nieuw een zoort van heuvel of hoog land bereikt hebbende, was ik op
+het punt een ongeluk te ontmoeten, noodlottiger dan alle de ellende,
+welke ik tot dus verre ondervonden had. In eene diepe mymering als
+weggezonken, terwyl ik de agterhoede volgde, verdwaalde ik ongevoelig,
+en bevond my eindelyk alleen, in het midden van eene eindelooze
+woestenye. Zoo dra de arme QUACO bemerkt hadt, dat ik was afgedwaald,
+waagde hy dwars door het bosch heen te loopen, om zynen meester te
+rug te vinden, en, by louter geluk, zag hy my, aan den voet van eenen
+boom zittende in eene neerslagtigheid, die zig niet laat beschryven,
+en ten prooy van smart en wanhoop overgegeven. Des morgens van dien
+dag meende ik, dat myn ongeluk op het hoogst was, en in dit oogenblik
+zoude ik alles gegeven hebben, om my nog in die zelfde gesteldheid
+te bevinden. Ik was in eenen staat van volmaakte gevoelloosheid, te
+midden van een onmeetelyk bosch, en door verslindende vyanden omringd;
+stortregens vielen uit den hemel, en myn uitzicht was op tygers, op
+hongersnood, op alle onheilen, op alle gevaaren. JOANNA moest ik voor
+eeuwig vaarwel zeggen!--Dusdanig was de gesteldheid van mynen geest,
+toen ik, eensklaps mynen Neger herkennende, van den grond oprees,
+en als een geheel nieuw leven in my voelde ontvonken. Vervolgens
+eenigen tyd te zamen zynde voortgewandeld, zeide ik hem, dat ik een
+vyver zag, door welken ik meende, dat het krygsvolk was doorgegaan,
+om dat het water zig drabbig vertoonde. De Jongeling, het oog op dit
+water slaande, antwoordde my met ontsteltenis; dat deeze modderpoel
+door een Tapira veröorzaakt was, [9] en hy toonde my de voetstappen
+van het dier in het slyk, vervolgens berste hy uit in traanen, en
+riep uit: Masera, wy zyn 'er om koud! wy zyn 'er om kond! In het
+midden van deezen angst herïnnerde ik my echter, dat de Peréca op
+de kaart wierdt aangewezen ten westen van de plaats, alwaar wy ons
+bevonden, en ik besloot om oogenblikkelyk mynen weg derwaarts te
+nemen. Derhalven mynen snaphaan op nieuw geladen hebbende, gelastte
+ik aan QUACO om my te volgen; maar 'er was my nog één hinderpaal
+in den weg, ik had myn kompas niet by my, en de regen belette het
+doorschynen der zonnestraalen. In deezen bangen nood, herïnnerde my
+myn medgezel, dat de schors der boomen aan de zuidzyde doorgaans veel
+gladder is. Dit was waarlyk een goede inval, en dienvolgende gingen
+wy naar dien kant heen; dan eens door een dik en donker bosch, dan
+eens door een zoort van kreupelbosch, tot dat wy, door vermoeienis
+en honger afgemat, gingen nederzitten, zonder een enkel woord uit te
+brengen, en elkander aankykende als twee slachtöffers; die ter dood
+verwezen waren. Ons stilzwygen bleef nog voortduuren, wanneer wy een
+verward gedruis hoorden, als van lieden, die hoestten, en van anderen,
+die met wapentuig eenige beweging maakten. Gode zy dank! het was ons
+krygsvolk, het welk zig nedersloeg op een veld, bevoorens door het
+volk van de Peréca bezet. In weerwil van myne ongelegenheid, bevond ik
+my in dit oogenblik in eene der gelukkigste geest-gesteldheden, die
+my deedt zien, dat alles in deeze weereld ten goeden en ten kwaaden
+keeren kan. Alle de Officiers wenschten my van goeder hart geluk, en
+myn Neger, zoo wel als ik, deelden met hun van hun koud ossenvleesch
+en brood. Na het eindigen van deezen maaltyd, vervolgden wy onzen weg,
+en wy kwamen wederom in een moeras, of liever in een modderigen vyver,
+welks oppervlakte te zwak was om ons te dragen. De donkerheid van den
+nacht overviel ons, en wy waren genoodzaakt aldaar te verblyven. De
+soldaten hingen hunne hangmatten aan de boomen, de eene boven de
+andere; de slaven maakten houtvlotten, op welken zy het kruit, de
+krygsbehoeften, enz. nederzetten, en zy zelven gingen leggen slapen.
+
+Den 26sten, vertrokken wy, een uur voor het aankomen van den dag,
+maar na dat de Colonel SEYBOURG in zyne hangmat koffy gedronken had,
+terwyl al het volk, tot hun midden toe in het water staande, op hem
+wagtte, en wy gingen eerst west-, vervolgens noord-westwaarts. Onze
+tocht was zoo moeielyk en verveelend, dat verscheiden slaven hunne
+pakken lieten vallen, waar door dezelve deels nat wierden, deels
+verloren geraakten. Eindelyk, na eene andere verlatene legerplaats,
+te zyn doorgetrokken, hielden wy stil aan het oude cordon, of den
+weg, die op andere wegen uitliep, alwaar ik dadelyk het spoor der
+muitelingen ontdekte, geduurende dat ik aan de Cottica het bevel
+voerde. Wy sloegen aldaar ligte hutten op, om onder dezelven den
+nacht door te brengen.--Ik bleef nog steeds in arrest.
+
+Een der Jagers, een klein viervoetig dier ontdekt hebbende, het welk
+met eene ongelooflyke gezwindheid door de legerplaats liep, hakte
+het zelve met zyn sabel. Het was de Paca, of de gevlakte Cavey, in
+Surinamen den naam van Water-haas dragende. Dit dier is ongemeen vet,
+en heeft de grootte van een speenvarken. Zyn onderste kakebeen is kort,
+zyne neusgaten zyn breed, en van knevels voorzien, even als de katten;
+zyne oogen zyn zwart, en zyne ooren klein en kaal. Aan elke poot heeft
+hy vyf klaauwen. Zyne huid, van eene bruine aard-kleur, is met vlakken
+gespikkeld, die een buffels kleur hebben, in de lengte, en meer of min
+streeps-gewyze geplaatst zyn: de buik heeft eene vuile witte kleur,
+en het geheele lyf is met een ruw, grof en kort hair overdekt. De
+Paca is een halfslachtig dier. Zig op het land bevindende, graaft hy,
+even als de varkens, in den grond, om zyn voedzel te zoeken: wanneer
+hy in gevaar is, loopt hy naar het water, om aldaar eene schuilplaats
+te vinden. Schoon hy vet, en, naar mate van zyne grootte, zeer wel in
+'t vleesch is, loopt hy echter veel gezwinder, dan eenig dier van
+zyne dikte in Zuid-America doet. Men leest nochtans het tegendeel
+in de beschryving, welke men daar van vindt in het vervolg op de
+Natuurlyke Geschiedenis van BUFFON, alwaar gezegd wordt: "Dat de
+Paca niet gezwind loopt, dat hy zelfs zeldzaam loopt, en dan nog met
+zeer weinig bevalligheid". Misschien is dit waar, wanneer men hem als
+een huisdier beschouwt, want men kan hem tam maken; maar ten minsten
+in den staat der natuur is hy zoodanig niet; en ik kan verzekeren,
+dat ik hem als een haas heb zien loopen. Wy lieten hem voor onzen
+avond-maaltyd gereed maken, en wy vonden hem nog veel lekkerder dan
+de Bosch-rot, of zelfs dan de Warrabocerra.
+
+De Cavey, met een lange neus, beter bekend onder den naam van Agouli
+Pacarara, is in Surinamen mede zeer gemeen. Zyne grootte is die
+van een groot konyn, Zyne huid heeft eene bruine oranje kleur op
+den rug, en geel aan den buik; zyne pooten zyn zwart: alle vier zyn
+ze lang uitgerekt: de voorpooten eindigen met vier klaauwen, en de
+agterpooten met drie. De oogen van dit dier hebben eene schitterende
+zwarte kleur. Zyne bovenste lip is gespleten, en van knevels voorzien;
+zyne ooren zyn klein. Even als de Paca, heeft hy een zeer korten
+staart. Hy teelt sterk voort, en het wyfje zoogt haare jongen,
+die ten getale van drie of vier zig in holen van oude stammen van
+boomen ophouden, werwaarts zy ook de wyk neemt, wanneer zy vervolgd
+wordt. De Agouli Pacarara zoekt zyn voedzel niet op het land, zoo als
+de Paca. Men maakt hem gemakkelyk tam, en hy eet vruchten, wortelen,
+nooten, enz. maar zyn vleesch, schoon goed, is echter van een minder
+zoort, dan dat van de Paca.
+
+Men heeft my in Surinamen gezegd, dat aldaar ook een ander dier van
+dit zoort gevonden wordt, genaamd de langstaartige Agouli. Ik heb
+hem niet gezien, of het is dezelfde, dien ik onder den naam van den
+Struikrot beschreven heb.
+
+Den 27sten, vervolgden wy onzen weg, en voor den middag kwamen wy
+in eenen elendigen staat op de Plantagie Soribo, aan de Peréca,
+om aldaar de naby gelegene Plantagiën tegen BONNY en de muitelingen
+te verdedigen.
+
+De Rivier Peréca heeft, zoo men zegt, uit hoofde van derzelver
+veelvuldige kromten, een loop van meer dan zestig mylen, en zulks
+over 't algemeen van den zuid-oost naar den noord-west kant. Zy is
+zeer diep; maar haar bed is naauw, en aan haare oevers zyn, even
+als ten aanzien van alle de andere Rivieren, overäl schoone Suiker-
+en Koffy-Plantagiën gelegen. Wy waren naauwlyks op den wachtpost te
+Soribo aangekomen, of verscheiden afgezondenen van den Colonel SEYBOURG
+spraken my aan, en verzogten my ernstig, dat ik erkennen wilde ongelyk
+gehad te hebben: zy verzekerden my, dat ik, dit erkend hebbende, myne
+vryheid zoude te rug bekomen, en alles vergeten zoude zyn. Overtuigd
+van myne onschuld, konde ik my met geen schik schuldig verklaren, en
+vooräl naardien de misdaad, waar van men my beschuldigde, slechts een
+gevolg was van myne getrouwe zorge voor het behoud der manschappen
+en krygsbehoeften, die my toevertrouwd waren. Na myne weigering,
+welke de Colonel SEYBOURG als eene misdadige halstarrigheid geliefde
+aan te merken, gaf men my onder de bewaring van eene wacht, en men
+nam my myne wapenen af. Onze Zee-soldaten bragten my toen in eene
+zeer groote ongerustheid, door opentlyk te dreigen, dat zy ten mynen
+voordeele aan 't muiten zouden slaan. Om dit onheil voor te komen,
+verklaarde ik hun, dat, daar, naar myn inzien, ongehoorzaamheid en
+muiterye in krygslieden onverschoonlyk waren, ik my gedwongen zoude
+zien, hoe hard my dit ook vallen mogt, om my tegen hen te wapenen.
+
+Op den dag van onze aankomst op den wachtpost van Soribo, vernamen wy,
+wat 'er aan de Peréca was voorgevallen. De Plantagiën Schoonhove en
+Altona waren door de muitelingen, welken wy uit Gado Saby verjaagd
+hadden, geplonderd geworden. Maar zig voor de Plantagie Poelwyk
+vertoond hebbende, hadden de slaven aldaar hen genoodzaakt te rug
+te keeren. De Jagers, die op de Plantagie Hagenbos geplaatst waren,
+waren hen den 21sten agter na getrokken. Zy hadden hen den 23sten
+ingehaald, een groot getal 'er van gedood, en het grootste gedeelte
+van hunnen geroofden buit hernomen. Den zelfden dag, poogde een ander
+gedeelte der muitelingen zig meester te maken van het kruid-magazyn
+op Hagenbos, het welk geen kwaad ontwerp was, en zy hadden daar toe
+het tydstip uitgekozen, dat de Jagers bezig waren met eene andere
+bende te vervolgen; maar zy wierden door een klein getal gewapende
+slaven te rug gedreven, één van welken, tot de Plantagie Timotibo
+behoorende, eenen gewapenden muiteling gevangen nam, en vervolgens
+hunne legerplaats agter de Plantagie van zynen meester ontdekte,
+voor welken dienst hy wel beloond wierd. Na al dit verhaalde, was 'er
+geen twyffel aan, of indien de party, die den 16den door den Colonel
+SEYBOURG was afgezonden, voorwaarts gerukt was, in plaats van volgens
+zyne beveelen te rug te trekken, alle deeze noodlottige voorvallen
+zouden geen plaats gehad hebben, en de onderneming der muitelingen
+zou geheel en al vervallen geraakt zyn. Het was daarënboven klaar,
+dat de Neger, op wien wy den 21sten geschoten hadden, één van de
+rooversbende van den 20sten was, en dat de muitelingen, wier lyken
+wy den 23sten gevonden hadden, dien zelfden dag waren gedood geworden.
+
+Den 29sten zondt een Officier van het Sociëteits krygsvolk my eenige
+vruchten, waar onder dadels waren. De boom, die dezelven voortbrengt,
+de dadel-boom, behoort tot het geslacht der palm-boomen, maar is van
+eene ongemeene hoogte. Zyne bladeren loopen uit den kruin van den
+boom, zy zyn wyd uitgespreid, zeer dik, nederhangende, en by elkander
+genomen, vormen zy een zonnescherm. Deszelfs vruchten groeien aan
+rissen, waar van elk een groot getal bevat. Zy zyn langwerpig, van de
+grootte van een menschenduim, en van eene geele kleur. Het vleesch, het
+welk lymig, vast en zoet is, zit rondöm eene zeer harde, grysachtige
+noot, die over haare geheele breedte als met een vooren doorsneden is.
+
+Dien zelfden dag bevonden zestig Jagers, die op kondschap waren
+uitgegaan, dat de legerplaats der muitelingen agter de Plantagie
+Timotibo verlaten was. Zy moest omtrent zestig menschen bevatten.
+
+In de nabuurschap van de Peréca niets te doen hebbende, verlieten wy
+die plaats des morgens van den 30sten September, en den 1sten October,
+kwamen wy op Devil's Harwar aan, ongemeen vermoeid zynde, en zonder
+iets merkwaardigs op onzen tocht ontmoet te hebben. Des avonds te
+voren had ik aan den Colonel FOURGEOUD geschreeven; ik verzogt hem,
+dewyl myne tegenwoordige gesteldheid my ten hoogsten verdroot,
+oogenblikkelyk eenen krygsraad by één te roepen, en had hem mynen
+brief door eenen slaaf gezonden. By onze aankomst op deezen post,
+gebruikte men de hardste middelen om my tot onderwerping te dwingen;
+en de behandeling, welke ik ondervond, was van dien aart, dat een
+Capitain der Jagers, QUACI genaamd, uitriep: "Indien de Europeanen
+zig jegens elkander zoodanig gedragen, is het niet te verwonderen;
+dat het hun tot genoegen strekt ons arme Africanen te mishandelen en
+te kwellen"!
+
+Deeze verdrietelyke zaak liep echter op Devil's Harwar ten einde. De
+Colonel SEYBOURG, overtuigd van zyn ongelyk, en niet kunnende weten,
+hoe dit geval moge afloopen, trachte, zoo mogelyk, uit de netelige
+omstandigheid, waar in hem zyne oploopenheid gebragt had, met eere uit
+te komen. Den 2den October, vroeg hy my derhalven met eenen glimlach:
+"Of ik wist te vergeten en te vergeven"? Ik antwoordde hem, neen! Hy
+daar op zyne vraag herhalende, zeide ik hem; "dat ik eerbied voor de
+waarheid had, en dat ik nooit erkennen zoude schuld te hebben, zoo
+lang myn geweten my zulks niet deedt gevoelen; dat ik onbekwaam was
+tot zulk eene laagheid voor een medemensch, en nog minder voor hem,
+dan voor eenig ander". Hy nam my by de hand, verzogt my bedaard
+te zyn, en verklaarde my: "Dat hy, op alle voorwaarden, vrede
+met my wilde maken"! maar ik antwoordde hem stellig: "Dat ik naar
+geen ander vergelyk luisteren wilde, dan het volgende; dat hy zyne
+misslag in tegenwoordigheid van alle de Officiers erkennen zoude,
+en dat hy, met eigen handen, uit zyn Dag-register alle de bladen
+zoude uitscheuren, die mynen goeden naam in verdenking zouden kunnen
+brengen". Dit geschiedde oogenblikkelyk; men gaf my myne wapenen te
+rug, en myne zegepraal ging gepaard met alle omstandigheden, die my
+eene volkomene voldoening verschaffen konden. Ik reikte vervolgens
+ongeveinsd en van goeder harten aan den Colonel SEYBOURG de hand toe:
+dezelve gaf eene maaltyd tot een vreugde-feest over onze verzoening:
+na den maaltyd stelde hy my, tot myne groote verwondering, den brief
+weder ter hand, dien ik aan den Colonel FOURGEOUD geschreven had,
+en hy erkende my denzelven onderschept te hebben, om voor te komen,
+dat deeze zaak geene verdere gevolgen hebben zoude. Hy berigte my
+tevens, dat onze Opper-Bevelhebber aan de Wana-Kreek gelegerd lag,
+in plaats van den Lieutenant Colonel DE BORGNES, die ziek geworden, en
+naar Paramaribo opgezonden was. Onze verzoening was zeer wel gemeend,
+en na dat het krygsvolk een weinig had uitgerust, vertrokken wy den
+4den, naar het hoofd-quartier van Jerusalem; maar ik was genoodzaakt
+mynen QUACO te Devil's Harwar zeer ziek agter te laten, alwaar ik hem
+aan de zorge van den Heelmeester aanbeval. Dien avond sloegen wy ons
+neder aan de overzyde van de Cormoetibo-Kreek.
+
+Des anderen daags in den vroegen morgen, kwamen wy, de Cottica
+overgestoken zynde, weder op den wachtpost van Jerusalem. Ik had
+ledigen tyd om aanmerkingen te maken omtrent de wisselvalligheden
+van dit leven, en alle de onheilen, waar aan wy bloot gesteld zyn,
+het zy wy ze al, dan niet verdiend hebben: ik maakte vooral deeze
+aanmerkingen, toen ik onder de kortlings ontscheepte persoonen, eene
+van myne oude kennissen vond, namelyk den heer P...., die in Europa
+meer dan dertig duizend ponden sterling hadt doorgebragt. Men hadt
+hem zyne vrouw, die zeer schoon was, ontvoerd, en hy zag zig in dit
+oogenblik, om te kunnen bestaan, vervallen tot den post van Vaandrig,
+onder het krygsvolk van de Compagnie. Hy had voorheen een aanzienlyken
+eigendom in deeze zelfde Volkplanting bezeten, het geen zynen staat
+steeds veel onäangenamer en verdrietelyker maakte. Van zynen geheelen
+rykdom hadt hy niets meer overig, dan een enkel stuk geld, het welk
+hy onder de slaven wierp, tevens eenige Fransche versen aanhalende,
+die op zyne gesteldheid toepasselyk waren.
+
+
+
+DRIE-EN-TWINTIGSTE HOOFTSTUK.
+
+Tweede tocht naar Gado-Saby.--Land-Schildpad.--Verschillende
+zoorten van hout.--Levendig geraamte.--Treffelyke
+gezichten.--Honderd-pooten.--Verschillende
+Plantgewassen.--De Opper-Bevelhebber wordt ziek, en verlaat de
+legerplaats.--Sprinkhanen.--Verschillende zoorten van visschen.--De
+Zeekoe.--Het Zee-paard.--Aanmerkingen omtrent het aanwezen der
+Meerminnen.--Trommelzucht.--Verscheiden zoorten van vogelen.--De
+Malaky en Markoury boomen.--Doornhaag-wormen.
+
+Den 9den October 1775, verliet de Colonel FOURGEOUD zyne legerplaats
+aan de Wana-Kreek, om zig op den post van Jerusalem met ons
+te verëenigen. Hy deedt vooraf de helft zyner soldaten, die ziek
+waren, in vaartuigen de Rivier afzakken. De soldaten van deezen post
+voegden zig by hun, en men zondt hen allen naar Devil's Harwar, om
+den genade-slag te ontfangen. De Neger-Jagers vertrokken insgelyks,
+en begaven zig met hunnen leidsman WINSAK naar de Peréca, alwaar zy
+met de verdediging belast waren.
+
+De Colonel ontdekte, by deezen laatstgemelden tocht een honderdtal
+ledige huizen, en bespeurde eenige muitelingen, maar nam 'er geen één
+van gevangen. Hy vondt ook een bekkeneel aan een tak van een boom
+hangen, en men konde met genoegzaame zekerheid gissen, dat dit het
+hoofd, was van den ongelukkigen SCHMIDT, die omgekomen was. [10]
+
+Den 13den, kwam myn Neger QUACO te rug, volmaakt hersteld zynde: ik
+was 'er verblyd over, want zyne getrouwheid omtrent my had nog nooit
+gewankeld. Wy vernamen te gelyker tyd, dat de Capitain STOELEMAN,
+die aan het hoofd van eenige Jagers was, door een zwaren rook,
+dien hy van verre in het bosch bespeurd had, eene verblyfplaats
+der muitelingen had ontdekt, doch die door hem niet was aangetast;
+dat de Capitain FREDERIK, met een anderen hoop Jagers, de oevers
+der Zee beneden Paramaribo schoon hieldt; dat twee soldaten, die
+den 18den Augustus verdwaald geraakt waren, het geluk gehad hadden,
+om op eene wonderbaarlyke wyze hun gevaar te ontkomen, en dat zy den
+wachtpost, die aan de Rivier Maroni geplaatst was, bereikt hadden;
+en eindelyk, dat twaalf schoone Negerslaven van de Plantagie Gold
+Mina waren weggeloopen, om zig met de muitelingen te verëenigen.
+
+Deeze tydingen bemoedigden den Colonel FOURGEOUD dermaten, dat deeze
+onvermoeide Overste steeds by zyn besluit bleef, om den vyand te
+vervolgen. Mitsdien trokken wy den 15den, in den vroegen morgen, de
+bosschen in, schoon ons getal toen merkelyk gesmolten was. De Colonel
+liet des avonds te voren een vrywilliger, één van zyne landgenooten,
+MATTHIEU genaamd, en broeder van den Vaandrig van dien naam, ter
+aarde bestellen. De dood was ons zoo gemeenzaam geworden, dat,
+wanneer iemand onzer een nabestaanden of vriend op de legerplaats
+verloor, men hem doorgaans deeze vraag deedt: "Heeft hy brandewyn,
+rhum of tabak nagelaten"?
+
+Korten tyd voor ons vertrek, liepen zeven van onze Neger-slaven weg,
+en namen de vlucht naar hunne meesters, alwaar zy mismoedig, vermagerd,
+en byna uitgehongerd, aankwamen. Wy stelden ons echter in aantocht,
+en trokken regelrecht noord-oostwaarts aan. De kist, waar in myne
+flessen gesloten waren, brak aan stukken met al wat 'er in was, en
+dit was de eenige merkwaardige gebeurtenis op deezen tocht. Des avonds
+sloegen wy ons by de Cassipory-Kreek neder; en dewyl het saisoen van
+droogte aankwam, moesten wy een put graven, om water te hebben. Het
+krygsvolk kreeg alhier bevel, om geene hutten, noch schuilplaatsen
+meer te bouwen, dewyl de regenbuien minder zwaar wierden.
+
+Den 16den, vervolgden wy onzen weg, steeds noord-oostwaarts
+trekkende, en tegen den avond kwamen wy aan die huizen, welken de
+Colonel FOURGEOUD laatst ontdekt had, maar die, zoo als men naderhand
+ontdekte, slechts voor een tyd eene verblyfplaats hadden opgeleverd
+aan die muitelingen, welke verwagtten oogenblikkelyk van Gado-Saby
+verjaagd te worden; en waar aan zy den naam van Bousy-Gray (dat is:
+"de bosschen schreyen",) gegeven hadden. Wy sloegen ons hier neder,
+en bezagen met veel vermaak de wooning van BONNY, zynde in den smaak
+van een molen gebouwd, en zeer hoog boven den grond verheven. Dezelve
+had twee deuren, om des te beter te kunnen zien, wat 'er rondom
+hem omging, en alzoo geen gevaar te loopen, om het slagtöffer eener
+verrassing te worden. De lucht had aldaar ook vryer doorspeeling,
+dan in de andere wooningen, en uit dien hoofde was zy voor zyne
+gezondheid beter geschikt, want in één der laatste gevechten hadt hy
+eene gevaarlyke wonde in de liesch bekomen, zoo als wy naderhand van
+één onzer gevangenen vernamen. In de nabyheid der wooning van dit
+Opperhoofd der muitelingen, zag men baden, byzonderlyk geschikt ten
+gebruike van zyne vrouwen, die zig des morgens en des avonds daar in
+begaven, want 'er was in den omtrek deezer verblyfplaats geene Rivier.
+
+Een der slaven boodt my, op de laatstgemelde legerplaats, een
+Land-Schildpad aan; een dier, het welk wy, wel is waar, verscheiden
+malen gezien hadden, maar het nog niet beschreven hebbende, zal ik
+trachten zulks thans te doen. De Surinaamsche Land-Schildpad is van
+eene eyronde gedaante, en heeft niet meer dan agtien of twintig duimen
+lengte. Zyne schelp, die van eene donker geele of bruine kleur is,
+veel meer uitpuilende, dan die van de zee-schildpad, heeft dertien
+zeshoekige verhevenheden, en is zoo hard, dat zy, zonder te breken,
+het zwaarste gewicht dragen kan. De onderste schelp, of het borststuk,
+is een weinig hol, en van eene helder geele kleur. De kop van dit dier
+gelykt naar dat van alle andere Schildpadden. De staart is zonder
+hair en kort, maar in plaats van vinnen, heeft hy vier pooten, met
+schubben bedekt, en met puntige nagels gewapend, waar van hy zig in
+het loopen bedient. Wanneer hy zig voor eenig gevaar wil beveiligen,
+kruipt hy in zyn schelp of bekleedzel. De Indianen laten de Schildpad
+in dien staat op het vuur koken, tot dat dezelve gaar is; het geen men
+weet, wanneer het benedenste gedeelte zig afscheidt van het bovenste,
+het welk tot een schotel voor deeze spyze dient. Eene minder wreede
+manier, waar van ik altoos gebruik maakte, bestaat daar in, dat
+men het dier in zyn beenachtig bekleedzel op heeten asch plaatst;
+hy steekt dan kop en hals naar buiten, welke men hem afhouwt, en zig
+daar door de spyze verschaft, welke zyn lichaam oplevert, zonder het
+dier verdere folteringen aan te doen. De heer DE GRAAF, drie of vier
+van deeze Land-Schildpadden willende verzenden, bewaarde dezelven
+vier maanden; geduurende al dien tyd bleven zy in 't leven, zonder
+dat zy eenig voedzel scheenen te nemen, en met dit al behielden zy
+haare kragten, zoodanig dat zy zelfs ter voortteeling geschikt waren.
+
+Ik heb ook dikwils eene andere Land-Schildpad gezien, die hier Alacacca
+genoemd wordt. Dezelve is van eene zeer platte gedaante, en van eenen
+kleinderen omvang, dan de eerstgemelde. Derzelver groenachtige kleur
+is voor het gezicht zeer onaangenaam, en zy is zoo goed niet om te
+eeten, dan de andere.
+
+Den 17den, vervolgden wy onzen weg ten noorden en noord-oosten, in de
+hoop om eenige ontdekking te doen, maar zonder vrucht. Dien dag gingen
+wy voorby eenige mieren-nesten, die meer dan zes voeten hoogte, en,
+zonder vergrooting, een omtrek van meer dan honderd voeten hadden. Wy
+zagen ook eene meenigte stukken fraay timmerhout, waar onder was
+het hout van den zwarten kool-boom, die eene donker bruine kleur
+heeft, en by de schrynwerkers en timmerlieden zeer geacht is. Men
+toonde my ook den Zandkuil-boom, alzoo genoemd naar zyne vrucht,
+waar uit men het zaad neemt, en dezelve dan met zand vult voor de
+schryftafels. Deeze vrucht, die de dikte heeft van eene groote uije,
+heeft kleine gaten in derzelver oppervlakte. Het is een ontlast-
+en braak-middel te gelyk; maar het sap van derzelver vleesch is een
+sterk vergift. Zie daar alles, wat ik 'er van zeggen kan, want ik
+had noch tyd, noch gelegenheid, om dezelve met de nauwkeurigheid van
+eenen kruidkundigen te onderzoeken.
+
+Den 18den, trokken wy steeds in dezelfde richting voort. Wel dra
+vonden wy een gebaand voetpad, het welk een cirkel maakte, en
+niettemin een weg van gemeenschap scheen te zyn tusschen Gabo-Saby
+en Bousy-Gray. Dit voetpad bragt ons regelrecht naar den westkant,
+en na verloop van eenige uuren, dat wy het zelve gevolgd hadden, vond
+ik een armen Neger, tot de muitelingen behoorende, die met bladen van
+den Latanus-boom bedekt was, en nauwlyks meer adem halen konde. Hy
+hadt niet meer, dan het vel over de beenderen, en één van zyne oogen
+was uit de oog-holte uitgezakt. Ik zette hem myn fles voor den mond,
+en hy dronk eenige teugen rhum met water gemengd; vervolgens zeide
+hy my met eene zwakke stem, die wy naauwlyks verstaan konden:--"Ik
+bedank u, Masera".--Verder sprak hy niets. De Colonel gaf bevel,
+om hem in een hangmat mede te nemen; en kort daar na sloegen wy ons
+neder by een biry-biry, of modderpoel. Ik moet niet vergeten, dat
+wy deezen dag eenige schoone Brood-boomen [11] zagen, die tachtig
+of honderd voeten hoog, en zeer dik waren. De boom van dien naam is
+grys, en loopt lynrecht op. Zyne takken spruiten aan den top uit, en
+de bladen zyn aldaar aan paaren gerangschikt. Men noemt hem te recht
+den Koning van het woud, want schooner boom is 'er niet. Deszelfs hout,
+van eene voortreffelyke kaneel-kleur, is vast, van een fraay erf, neemt
+een goeden glans aan, en kan den tyd verduuren.--Maar het geen vooral
+onzen aandacht tot zig trok, waren de zaden, die naar boonen gelyken,
+en ten getale van drie of vier in eene breede en helder bruine peul
+besloten zyn. Wy zagen 'er eene groote meenigte van aan den voet van
+den boom op den grond verspreid leggen; zy hadden een smaak van zoete
+koek. Uit zyne wortels druipt eene gom, die, behoorlyk toebereid
+zynde, een vernis oplevert, het welk in helderheid en gebruik geen
+weêrgaa heeft.
+
+De meenigte schoone boomen van onderscheidene zoorten, welke dit
+Land oplevert, is waarlyk eindeloos. Men heeft slechts de moeite te
+doen van ze te hakken; maar indien men den afstand, op welken zy
+doorgaans groeien, van de bevaarbare Rivieren in aanschouw neemt,
+als mede de kosten op het omhakken en bewerken vallende, de meenigte
+slaven, welken men gebruiken moet om de boomen door de bosschen heen
+te trekken, vermits men zig aldaar van geene paarden bedienen kan,
+de gevaaren en tyd-verliezen, kan men ligtelyk naargaan de oorzaak
+der ongemeene duurte van het timmerhout in Guiana.
+
+Deeze tocht verschafte ons de verrukkelykste gezichten. Wy liepen door
+een eindeloos bosch, waar van de altyd groene boomen het schitterendst
+lommer ten toon spreidden. Het saisoen van droogte (zynde de zomer
+in dit Land) bragt oneindig veel toe tot verfraaijing van dit
+toneel; en de eenvoudige natuur overtrof hier verre de verdubbelde
+pogingen der konst. Wy ontmoetten eindelooze zandwoestynen van het
+aangenaamst groen, door de bekoorlykste beeken van versch en helder
+water doorsneden, wier oevers vercierd waren met bloemen, die de
+schitterendste kleuren vertoonden, en de lucht met den aangenaamsten
+geur vervulden. Dan eens zag men het bevallig tafereel van een hoop
+fraaie uitspruitende boompjes; dan eens verhief zig een enkele boom,
+wiens schoonheid deed vermoeden, dat men hem met voordacht op deeze
+plaatsen had laten groeien, om dit tafereel nog ryker en bevalliger te
+maken. De geheele landstreek was door een zeer groot bosch van hooge
+palmboomen omringd; wier verheven kruinen, van de zelfde kleur als de
+golven der zee, zig in een zacht evenwicht hielden boven een onëindig
+getal van onderscheidene geboomten, wier groen nimmer verwelkt, die
+altyd met bloemen en vruchten bedekt zyn, en den vermoeiden reiziger
+schynen uit te noodigen, om onder hunne schaduw rust te nemen, tot
+het gunstig oogenblik, dat hy zig in den vlietenden stroom van het
+zuiverst water kan dompelen, en de verhevene schoonheden der natuur
+onbelemmerd aanschouwen.--Hoe meenigwerf, wanneer eene algemeene
+stilte rondom my heerschte, dacht ik niet aan myne lieve gezellinne,
+wenschende, met haar en mynen zoon, in deeze nieuwe Elyseesche
+velden, vreedzaame dagen te slyten!--Maar laaten wy tans zoortgelyke
+herdenkingen vaarwel zeggen.
+
+Den 19den, vervolgden wy onzen tocht, en dien dag vonden wy onzen ouden
+weg, die ons regelrecht naar de velden van Gado-Saby bragt, alwaar
+wy nog eene groote meenigte ryst zagen, die kortlings gebloeid had,
+en welke wy afmaayden en verbrandden. De Neger, van wien ik bevorens
+gesproken heb, wierd hier onder boom-mos en bladeren nedergelegd,
+als of men hem levendig wilde begraven: voor deezen ellendeling
+was geene hoop meer tot genezing. Wy hingen onze hangmatten op,
+en verstikten byna door den rook van onze vuuren.
+
+Ik zag op dit veld eene hagedis van by de twee voeten lengte, welke
+de Negers doodden en opaten: zy noemden hem Sapagala, en hy had eene
+groenachtig bruine kleur, maar hy geleek niet naar de Iguana. Onder de
+puinhoopen van het afgebrande gehucht, ontdekten wy eenige Water-rupsen
+of Honderd-pooten van agt tot tien duimen lengte. Dit hatelyk kruipend
+gedierte van eene geelachtig bruine kleur, loopt in allen opzigte
+zeer gezwind, en het vergift, het welk zy in de door hen gemaakte
+pynlyke wonde laaten, schoon het niet doodelyk is, verwekt niettemin
+doorgaans de koorts. Zommige schryvers geven aan dit kruipend gedierte
+twintig paar pooten, en anderen veertig. Ik heb ze by de geenen,
+die wy vonden, niet getelt: alles wat ik 'er van zeggen kan, is,
+dat zy my toescheenen met de Europeesche honderd-pooten eene juiste
+overëenkomst te hebben. Zommigen van onze Officiers maakten groote
+en schoone verzamelingen van alle deeze merkwaardigheden; ik voor
+my vergenoegde my met de afteekening en beschryving van die dingen,
+die my voorkwamen niet zeer gemeen te zyn.
+
+Den 20sten, gingen wy de verblyfplaats, Cosaay genaamd, bezichtigen,
+en op den weg vernam ik, dat de bovengemelde Neger nog leefde. Ik
+nam de takken, die hem bedekten, weg, en op myne tusschenspraak,
+voerden wy hem met ons mede; maar de slaven, te onvreden van met
+zulk een pak beladen te zyn, namen, in myne afwezigheid, alle
+gelegenheden waar, om deezen ongelukkigen te doen lyden, met hem
+op wortels en steenen te laten vallen, en door het slyk en water,
+het welk wy doorwaden moesten, agter aan te laten sleepen. Men zondt
+verscheiden manschappen uit, om de omliggende streeken te onderzoeken;
+en het overige krygsvolk sloeg zig neder ten westen van Cosaay. Deeze
+afgezondene manschappen ontdekten van dien zelfden kant vier schoone
+velden, met maniok, ignames, bananen, pistaches, Indisch koorn,
+en erweten van Angola beplant. Zy zagen ook verscheiden lyken van
+menschen, die in het gevecht, in de maand Augustus voorgevallen,
+het leven hadden verloren.--Wy plukten, in de nabyheid van onze
+legerplaats, een zoort van mispelen, van eene karmosyn kleur, in
+smaak veel gelykende naar aardbezien, en groeiende aan een breed
+groen heestergewas, het welk in veele tuinen te Paramaribo wordt
+aangekweekt. Wy zagen ook een zoort van wilde Pruim-boomen, welken men
+hier Monpe noemt. Derzelver vruchten zyn geel, langwerpig en klein;
+elk van die bevat een kleine noot; het vleesch is niet zeer dik,
+maar schoon zeer zuur zynde, heeft het een aangenaamen smaak.
+
+Des morgens van den 21sten, wierden alle deeze nuttige plantgewassen
+afgehouwen en verbrand. Na dat dit werk verrigt was, keerden wy naar
+onze legerplaats van den 19den te rug, welke wy ook geheel in brand
+vonden, en wy waren genoodzaakt onze hangmatten ter zyde van het
+bosch uit te spreiden. My alhier herïnnerende, dat men den armen
+stervenden Neger alleen gelaten had, liep ik naar die plaats toe,
+om hem met myne hulpe by te staan; maar na hem te vergeefs gezocht te
+hebben, in weerwil der rook dampen, en de donkerheid van den nacht,
+was ik genoodzaakt op myne eigene veiligheid bedacht te zyn, en in
+aller yl naar myne medgezellen te rug te keeren. Eenigen laakten myne
+roekeloosheid, anderen vervloekten het geraamte, het zy het levendig
+of dood was.
+
+Toen de verwoesting was afgeloopen, keerden wy naar den post van
+Jerusalem te rug, alwaar wy den 24sten, geheel afgemat, aankwamen. De
+Colonel zelf wierd eindelyk door eene heete koorts aangetast, die hem
+noodzaakte, om in zyne hangmat te blyven leggen, en deedt vreezen,
+dat hy den nacht niet halen zoude. Echter behieldt hy steeds het
+bevel aan zig, en deedt, des anderen daags morgens, aan eenen soldaat
+stokslagen geven, die, vermits zyne voeten zeer gescheurd waren, hem om
+een paar schoenen verzogt; een ander onderging dezelfde behandeling,
+om dat hy gehoest had, schoon hy met eene zwaare verkoudheid behebd
+was; een Capitain wierd in zynen dienst geschorst, en naar het Fort
+Zelandia in gevangenis verzonden, om dat hy bestaan had een huwelyk
+aan te gaan buiten toestemming van den Colonel.--Ziekten en de dood
+maakten, in dit oogenblik, groote verwoestingen onder het leger,
+alwaar alles in de grootste verwarring was.
+
+Den 1sten November, liepen, om de maat der onheilen vol te meten,
+vyf-en-twintig Negerslaven weg; en den 3den, ontfingen wy bericht,
+dat men meer dan vyftig gewapende muitelingen gezien had, die, een
+musket-schoot beneden Barbacoeba, de Cottica waren overgezwommen.
+
+Op het ontfangen van deeze tyding, wierdt de Colonel SEYBOURG
+afgezonden met de weinige manschappen, die in staat waren op te
+trekken, en, in dit oogenblik, door honger en ellende geperst werdende,
+op 't punt waren om hunne eigene Officiers aan te tasten. Gebrek
+hebbende aan het geen zy boven alles waardeerden, tabak namelyk,
+rookten zy graauw papier, en kaauwden bladeren en leder, om by hun
+de plaats van deeze plant te vervullen. [12] Niemand ondertusschen
+leedt toen meer dan ik. Van levensmiddelen en kleederen ontzet, was
+ik uitgehongerd en naakt. Zedert het leggen in hinderlagen, en den
+tocht naar de Peréca, had ik een zweer aan den linker voet. Ik had
+geen één vriend onder het geheele leger meer overig, van wien ik de
+minste hulp verwagten konde. Tot overmaat van ellende was het weinige
+bloed, dat my nog overschoot, geduurende twee nachten agter elkander,
+door het Guiaansche Spook of Vampire, byna geheel en al uitgezogen. Ik
+geraakte in myne hangmat buiten my zelven, en kwam niet weder tot
+kennis, dan met een zoort van mistroostigheid, die merkelyk aanwies,
+na het lezen van eenen brief, waarin men my berigtte, dat JOANNA en
+myn zoon te Paramaribo aan eene rotkoorts op sterven lagen.
+
+Eindelyk echter kwam de Sergeant FOWLER van de Plantagie Mocha, met
+één van myne kisten aan. De afgezondene krygsbende van den Colonel
+SEYBOURG kwam ter zelfder tyd te rug, zonder iets vernomen te hebben.
+
+De Colonel FOURGEOUD bevondt zig den 14den zoo ziek, dat hy zig
+genoodzaakt zag het bevel aan een ander over te laten, en zig tot zyne
+herstelling naar Paramaribo te begeven. Na al zyn volk op deeze manier
+te hebben opgeöfferd, wierd hy het slachtöffer van zyne heerschzucht,
+die geene palen kende, en van zyne hardnekkige volharding, terwyl,
+zoo hy zig, zyne soldaten zoo wel als zig zelf, minder vermoeid en
+beter gevoed had, hy een even grooten, zoo geen grooteren dienst aan
+de Volkplanting bewezen zoude hebben.--Men zondt te gelyker tyd een
+vaartuig vol met zieken en stervenden naar Devil's Harwar.
+
+Het bevel was toen in handen van den Lieutenant Colonel, die des avonds
+door de zelfde ziekte als de Colonel wierd aangetast. Dezelve richte
+toen groote verwoestingen aan ouder het krygsvolk van allerleijen rang,
+wier bloed door de hitte van eene brandende zon als kookte, terwyl
+wy, in dit saisoen van droogte, in plaats van ons op den post van
+Jerusalem te bevinden, de bosschen hadden moeten doorkruissen. Maar,
+zoo als ik reeds heb opgemerkt, de Colonel verkoos ongelukkiglyk
+dit ongeschikt saisoen voor deeze tochten. Verscheiden Officiers
+zouden toen hunne posten wel hebben willen nederleggen, indien de
+betamelykheid zulks gedoogd had op een oogenblik, dat zy werkelyk
+in dienst waren. Ik zelf zoude wel verlangd hebben eenigen tyd te
+Paramaribo te gaan doorbrengen; maar dewyl men my dit niet aanboodt,
+schoon men aan alle de anderen, tot de slaven toe, verlof gegeven
+hadt, achte ik het beneden my 'er om te verzoeken, dewyl ik het nog
+op gaande been konde houden.
+
+Den 19den echter verërgerde myn voet zoodanig, dat de Heelmeester my
+buiten staat verklaarde, om dienst te kunnen doen: met dit al bleef
+ik steeds op de legerplaats.
+
+Den 20sten, ontfingen wy eene versterking van krygsvolk, in slaven
+bestaande, en van krygsbehoeften; dienvolgende zondt men den Major
+MEDLAR met honderd vyftig mannen, om op kondschap uit te gaan.
+
+Onder meerdere onheilen, waar mede het leger in dit oogenblik te kampen
+hadt, moet men vooral rekenen eene ontzachelyke meenigte sprinkhaanen,
+die alles, wat zy ontmoetten, verslonden. Het scheen waarlyk, of de
+vloek des hemels ons op alle manieren bezogt: allerleije zoort van
+ongedierte hadt zig dermaten vermeenigvuldigd, dat men, in weerwil
+van de grootste zorgvuldigheid, 'er zig niet geheel en al van bevryden
+konde. Deeze sprinkhanen waren van eene bruine kleur, en van gedaante
+als de anderen. Zy vlogen niet, maar sprongen by hoopen op de tafel
+en stoelen, terwyl wy aten. Des nachts kwelden zy ons, door over ons
+aangezicht te kuiëren.
+
+Echter vonden wy op den post van Jerusalem eene groote meenigte
+visschen, en vooral de Newmara, de Warrappa, de Pataky en de
+Vieille. Allen waren uitmuntend. De Pataky was byna twee voeten
+lang, en hadt de gedaante van een schelvisch; de laatste geleek
+naar een groote baars. Men vong ook een zoort van Aal, die alhier
+Naay-naay-fisy genoemd wordt, zeer fyn, en omtrent een voet lang
+is. 'Er was ook nog een zoort van visch, genaamd Dung-fish, hebbende
+ten naasten by de gedaante van één kleinen haring. De Negers alleen
+aten de twee laatstgemelden.
+
+Den 3den December, kwamen de afgezondene manschappen van den Major
+MEDLAR, na eene afwezigheid van veertien dagen, te rug, met zig
+brengende eene vrouw van de muitelingen, met haaren zoon, omtrent
+agt jaaren oud zynde, welken men op een klein veld, met bittere
+maniok beplant, gevangen genomen hadt. Dit ongelukkig schepzel was
+zwanger en zeer verschrikt; maar de Major, die een menschlievend
+en gevoelig mensch was, behandelde haar met goedäartigheid. Hy had
+echter op eene ongelukkige manier een Corporaal verloren, SCHOELAR
+genaamd, en een Zee-soldaat, genaamd PHILIP VAN DEN BOSCH, die
+onvoorzigtiglyk maniok-wortels gegeten hebbende, vergiftigd waren
+geworden, en den zelfden nacht in verschrikkelyke stuiptrekkingen en
+pynen stierven. Het geneesmiddel tegen dit vergift, is, zoo men zegt,
+peper van Caijenne in eenig geestryk water; maar de Major konde toen
+noch het een, noch het ander bekomen.
+
+Onze gevangene verhaalde ons, dat die arme uitgehongerde Neger,
+dien wy gevonden hadden, ISAAC genaamd was, en dat men hem voor dood
+had laten leggen; zy verklaarde daarënboven, dat Capitain ARICO eene
+nieuwe verblyfplaats aan de zee-kusten had opgericht, waar aan hy den
+naam van Fissy-Hollo gegeven had; dat BONNY de gestrengste krygstucht
+onder zyn volk onderhieldt; dat hy eene zoo onbepaalde oppermacht
+oeffende, dat hy aan twee persoonen van zyn volk het hoofd hadt laten
+afhouwen, drie dagen voor het inneemen van Gado-Saby, namelyk in den
+nacht van den 17den Augustus, toen wy het geschreeuw der muitelingen,
+en het afschieten hunner snaphaanen hoorden, en zulks alleenlyk op
+de verdenking, dat deeze ongelukkigen ten voordeele der Europeanen
+gesproken hadden, en dat zy die geenen waren, wier hoofden wy op
+pieken gevonden hadden; dat deeze BONNY aan geenen Neger, onder zyn
+bevel staande, wapenen toevertrouwde, of hy moest hem eerst eenige
+jaaren als slaaf gediend, en ontwyffelbaare bewyzen van moed en
+trouwe gegeven hebben; dat zyne talryke onderhoorigen verpligt waren
+zig zonder tegenspreken te onderwerpen aan alles, wat hy goedvondt
+te beveelen; dat men hem intusschen meer beminde, dan vreesde, uit
+hoofde van zyne onkreukbaare rechtvaardigheid en zynen mannelyken moed:
+zy bevestigde ons ook het bericht, dat hy gewond was geworden.
+
+Deeze vrouw en haar zoon wierden, den 4den December, met den Vaandrig
+CABANUS, die hen had gevangen genomen, naar Paramaribo gezonden. Men
+had byna te gelyker tyd een jong meisjen van omtrent veertien jaaren
+aangehouden, doch deeze geheel naakt, en buitengemeen gezwind zynde,
+had het geluk gehad te ontsnappen.
+
+Voor het Hof van Justitie wierd bewezen, dat de eerstgemelde door
+de muitelingen met geweld was weggevoerd; dienvolgende kreeg zy
+vergiffenis, en keerde, benevens haaren zoon, met blydschap naar de
+Plantagie van haaren meester te rug. Het is opmerkelyk, dat, toen dit
+kind voor de eerste keer een paard of een koe zag, hy daar voor zoo
+beängst was, dat hy in zwaare stuiptrekkingen viel; bovendien konde
+hy niet veelen, dat hem een blanke aanraakte; want tot hier toe had
+hy geene menschen van die kleur gezien, en hy noemde hen altyd Yorica,
+het welk, in de taal der Negers, den Duivel beteekent.
+
+Omtrent op deezen zelfden tyd, dreef het ligchaam van eene Zee-koe,
+of Manati, in het water, dicht by den wachtpost van Jerusalem. De
+slaven zwommen 'er dadelyk naar toe, de één met snoeimessen, de
+ander met gewoone messen, en allen bragten zy 'er stukken van mede
+voor hun middagmaal. Eindelyk trokken zy het dier, het welk reeds aan
+het rotten was, op 't land. Het was zestien voeten lang; en bestondt
+uit eene zeer groote en ongeschikte klomp vet, waar van het agterste
+gedeelte puntsgewyze liep naar eene vleeschachtige, breede en rechte
+staart. Deeze Zee-koe had een dikken en ronden kop, een platten bek,
+breede neusgaten, met zeer harde hairen aan den neus, en boven den
+mond, kleine oogen en drie gehoor-gaten, in plaats van ooren. In
+plaats van pooten, had dit dier twee uitwassen, of vleeschachtige
+vinnen, even als die van de Land-Schildpad, die een weinig beneden
+den kop te voorschyn kwamen. Het dier bedient 'er zig van om te
+zwemmen, en zig, schoon traaglyk, te bewegen, wanneer hy het kruid
+wil eeten, het welk aan den oever der rivieren groeit, want het is
+een halfslachtig dier. Hy had eene groenachtige zwarte kleur, eene
+ruwe ongelyke huid, met groote verhevenheden en rimpels, die een kring
+maken, en met eenige weinige stekelige hairen bedekt. Hy had kiezen,
+maar geene voor-tanden, en eene zeer korte tong. De Zee-koe werpt,
+even als de Walvisch, levende jongen, en zoogt dezelven aan twee
+borsten. De dieren van dit zoort zyn in de Rivier der Amazonen zeer
+gemeen. Men zegt, dat hun vleesch den smaak van kalfs-vleesch heeft,
+en goed is om te eeten. Die ik tans zag, was reeds te veel verrot,
+om 'er van te proeven. Men zag op zynen rug twee gaten van kogels,
+welken de muitelingen waarschynlyk op den 27sten, wanneer wy twee
+snaphaan-schoten gehoord hadden, op hem hadden laten afgaan.
+
+Ik oordeele het niet ongepast te zyn, om alhier eene beschryving
+te geven van een ander halfslachtig dier, Tapira genaamd, het welk
+veel gelykheid heeft met het Zee-paard van het oude vaste Land, maar
+minder groot is. Zyn lyf heeft ten naasten by de gedaante van dat van
+een ezel, schoon echter minder lomp zynde. Zyn kop verschilt niet veel
+van den kop van een paard, maar zyne onderste lip staat meer voor uit,
+en eindigt met eene beweegbaare snuit, [13] als die van een Olyphant,
+maar niet lang genoeg, om hem van eenig nut te wezen. Zyne ooren zyn
+rondachtig; zyne voortanden zyn zeer sterk, en zomtyds zichtbaar. Hy
+heeft ruwe en rechte maanen, korte en dikke pooten met een zoort
+van paards-hoef, verdeeld in vier klauwen met nagels gewapend. Zyne
+staart heeft niet meer dan twee of drie duimen lengte. De huid van dit
+dier is uittermaten dik, en van eene bruine kleur; wanneer hy jong
+is, heeft deeze huid kleine vlakken, even als die van de harten in
+Guiana, of de Paca, en dezelve maken langwerpige streepen. Hy voedt
+zig met kruiden en planten, die op moerassige plaatsen groeijen. Hy
+is zoo vreesachtig, dat hy, bang zynde, zyn behoud zoekt door zig in
+het water te dompelen, waar in hy een zeer langen tyd verblyft. Het
+vleesch van het Zee-paard is zeer lekker; men geeft 'er den voorkeur
+aan boven het beste ossen-vleesch.
+
+De heer SELEFELDER, Officier van 's Compagnies krygsvolk, verzekerde
+my, op deezen zelfden tyd, dat hy een Zeepaard, van een geheel
+onderscheiden aart, in de Rivier Maroni gezien had. De Majoor
+ABERCOMBIE, die in den zelfden dienst was, zeide my onlangs, in
+de Rivier van Surinamen een Meermin te hebben aangetroffen. Lord
+MONBODDO houdt ook zeer stellig staande het aanwezen van Zee-mannen
+en Zee-vrouwen, [14] en verzekert, dat men ze in 't jaar 1720. gezien
+heeft. Maar hoe achtenswaardig op andere punten het oordeel en gezag
+van deezen Lord moge voorkomen, is het my niet mogelyk, om met hem
+in te stemmen, dat 'er mannen en vrouwen met vinnen en schubben,
+laat staan met staarten, zyn zouden.
+
+Ik geloof, zoo het my geöorloofd is myne gedachten op dit stuk te
+zeggen, dat men nu en dan in de Rivieren, onder den zonne-keerkring
+gelegen, zoo op de kust van Africa, als van Zuid-America, een zoort
+van visch ziet, die met het halve lyf boven het water uitsteekt,
+zeer veel gelykheid heeft met een menschelyk schepzel, maar veel
+kleiner is, en ten naasten by als die geen, welke men in 't jaar 1794
+te London zag. Deszelfs kleur is zwartachtig groen; de kop is rond,
+met een zoort van mismaakt aangezicht. Eene zwaare vinne vertoont
+zig by de oogen van het dier, loopt tot het midden van den rug,
+en gelykt veel naar hoofdhair. Zyne twee armen en handen zyn twee
+vleesachtige en gevingerde vinnen. Het wyfje, als zynde een dier,
+dat haare jongen levendig werpt, heeft borsten, even eens gemaakt, als
+die van eene vrouw. De staart is volmaakt die van een visch. In veele
+opzigten gelykt hy naar het Zee-kalf; behalven dat de laatstgemelde
+geene vinnen op den rug heeft. Dezelve is ook veel dikker, en
+verheft zig nooit boven het water, zoo als het dier zoo even door my
+beschreven. Ik heb deeze berichten ontfangen van verscheiden bejaarde
+Negers, en van verscheiden Indianen, die alle in hunne beschryvingen
+overëenstemden. Zommigen voegden 'er by, dat deeze dieren zingen,
+maar ik denke, dat het is een klagend geschrey, zoo als men wel van
+andere visschen of halfslachtige dieren onder den zonne-keerkring
+hoort. Zy verzekerden my, dat zy, schoon zeldzaam voorkomende, ten
+hoogsten gevreesd zyn by hunne vrouwen en kinderen, die hen watra-mama,
+of moeder der wateren noemen; en, het geen vreemd is, met dien naam
+bestempelen zy ook hunne Profetessen. Maar laaten wy van dit stuk
+afstappen, en het verhaal onzer krygs-verrigtingen weder vervolgen.
+
+Ik heb reeds gezegd, dat zeker Heelmeester, den 19den November,
+verklaard had, dat myn voet my buiten staat stelde, om dienst te
+doen; en heden, den 5den December, werden een ander Heelmeester,
+twee Capitains en een Adjudant gezonden om my te bezigtigen, gelyk
+ook den Capitain PERRET, die ziek was. De laatstgemelde Heelmeester
+verklaarde al mede onder eede, dat wy zonder gevaar niet gaan konden,
+en nog minder zwaare vermoeijing uitstaan; maar de Colonel SEYBOURG,
+wien de heete koorts steeds bybleef, vond goed, dat wy oogenblikkelyk
+de bosschen zouden intrekken, al zag hy, dat men ons op kruiwagens
+moest voortkruien. De arme Capitain PERRET, die 'er als een stervend
+mensch uitzag, en zig niet bewegen konde, besloot echter om deezen
+uitzinnigen last ter uitvoer te brengen; maar ik kwam 'er stellig
+voor uit, dat ik den geen, die bestaan zoude durven my aan te raken,
+de herssens zoude inschieten; en ingevolge van deeze verklaring,
+stelde men my onder de bewaring van een schildwacht. Het geheele
+leger scheen toen niet dan uit zotten te bestaan.
+
+Den 11den, ontfingen wy bericht, dat men een zeker getal muitelingen
+aan de overzyde van Devil's Harwar gezien had, en wy vernamen
+vervolgens, dat zy de Commewyne verlaten hadden, aan welker oevers zy,
+den 5den, het huis van den eigenaar van Killesting-Nova, waar in de
+Opzichter SLICHTER was opgesloten, verbrand hadden, dat zy de geheele
+Plantagie verwoest hadden, drie-en-dertig vrouwen mede gevoerd, en het
+zoontje van eenen Mulat verminkt, om zig over zynen vader te wreeken;
+en dat eindelyk de Neger-Jagers hen vervolgden. Capitain FREDERIK kwam
+ook den zelfden dag aan. Hy had het krygsvolk der Sociëteit verlaten,
+om onder die van den Colonel FOURGEOUD te gaan, en hy bevestigde ons
+deeze ongelukkige nieuwstydingen.
+
+Byna op deezen zelfden tyd, na vier maanden lang aan alles gebrek
+gehad te hebben, ontfing ik het overschot van mynen voorraad,
+welken men my van de Plantagie Mocha zondt; maar voor drie vierde
+door de kakkerlakken vernield: ik deelde het beste onder de zieken
+uit, maar het geen my het grootste genoegen deedt, was te vernemen,
+dat JOANNA en myn zoon JOHNNY buiten gevaar waren, en te Paramaribo
+herstelden. Deeze tyding beurde my zoodanig op, dat ik des anderen
+daags morgens te kennen gaf, dat ik my in staat bevond, om dienst
+te doen, maar ik twyffel, of dit wel zoo was. De noodzakelykheid om
+van lucht te veranderen, bragt 'er ook veel aan toe, want in de zoort
+van gevangenis, die ik hield, had ik 'er volstrekt gebrek aan, en zy
+was my echter ongemeen noodig. Den zelfden avond, voer een vaartuig,
+vol met Caraibische Indianen, de Cormoetibo-Kreek op, om, door middel
+van de Wana-Kreek, in de Rivier Maroni in te loopen.
+
+Den 20sten December, was ik van myne kwetsuur aan den voet hersteld;
+de Colonel SEYBOURG insgelyks van zyne heete koorts.
+
+Den 21sten, kwamen 'er beveelen van den Colonel FOURGEOUD, die zig
+op dit oogenblik beter bevondt: dezelve bragten mede, dat wy onze
+legerplaats te Jerusalem zouden opbreken, en ons andermaal naar de
+Wana-Kreek begeven. Dienvolgende wierden de zieken in vaartuigen
+naar het hospitaal te Devil's Harwar, het welk reeds byna vol was,
+gezonden. Veelen waren door eene ziekte aangetast, vry veel gelykende
+naar trommelzucht, en alhier de Kouk genaamd. Dezelve bestaat in
+eene verbaazende opspanning van den buik, die te gelyker tyd zeer
+hard is. Men krygt die ziekte, zoo men zegt, door het drinken van
+modderig water, zonder het met eenig geestryk vocht te vermengen;
+en dit was onze gewoone en algemeene drank.
+
+Den 22sten, des morgens om zes uuren, braken wy het leger op, en
+volgden de oevers van de Cormoetibo-Kreek, die niet meer dan een
+moeras was. Men liet één van onze ongelukkige Negers, die een gat in
+het hoofd had, aan zyn lot over; men wierp een anderen van één der
+vaartuigen in het water, en hy verdronk.
+
+Wy zagen deezen dag een groot aantal Pingos, of wilde varkens,
+die, als naar gewoonte, onze linie braken. Verscheiden wierden door
+sabelhouwen gedood, en zommigen ontkwamen het, nemende de bajonnetten,
+waar mede zy geraakt waren, met zig.
+
+Deeze tocht was vooral onäangenaam uit hoofde van de zwaare regenbuien,
+die strooms-gewyze nedervielen, en de Rivieren deeden overloopen. De
+vroege ochtend-stonden waren vochtig en koud, en zoo strydig met de
+ongemeene hitte van den dag, dat wy zeer dikwils in onze hangmatten
+lagen te beven, vooral wanneer wy 'er met natte kleederen in gegaan
+waren. Intusschen kwam ik dit ongemak voor, door een gedeelte van
+den dag, even als de Jagers, half naakt te loopen, en myn hembd,
+geduurende den regen, onder eene omgekeerde ketel te leggen. Wanneer
+de regen ophieldt, kleedde ik my, en leed dus veel minder dan myne
+medgezellen, die zeer bleek en verkleumd waren.
+
+Des avonds van den 23sten, sloegen wy ons neder by eene kleine beek,
+de Caymans-Kreek genaamd. Zekere boom, den naam van Monbiara dragende,
+boodt ter deezer plaats eenige uitmuntende vruchten aan, maar die
+allen door de slaven wierden weggenomen, eer ik 'er van konde proeven,
+of zelfs één van te zien krygen.
+
+De regen viel by aanhoudenheid zoo sterk, als of wy een zondvloed
+te vreezen hadden. Den 24sten vervolgden wy onzen weg, en des
+avonds sloegen wy onze hangmatten neder by eene beek, Yorica of de
+Duivels-Zeef genaamd. Wy bouwden aldaar schuilplaatsen of hutten, en
+maakten 'er vlotten, om 'er de krygs- en mond-behoeften op te plaatsen.
+
+Den 25sten, trokken wy door slyk en water, wy kregen de zwaarste
+stortregens op het lyf, en sloegen ons des avonds neder by eene
+kleine beek, genaamd de Java-Kreek, en loopende drie mylen beneden
+de Wana-Kreek.
+
+Den 26sten, wierd ik met eenige weinige manschappen afgezonden, om onze
+oude legerplaatsen, by de laatstgemelde Kreek, te gaan opneemen. Des
+avonds kwamen wy te rug, half zwemmende door slyk en water, en zonder
+iets, dan eenige vogelen en merkwaardige boomen gezien te hebben,
+welken ik niet met stilzwygen kan voorby gaan. Men noemde deeze
+vogelen Crombach, Camawarry en Crocro. De eerste heeft de gedaante
+van eene groote houtsnip, en heeft een krommen bek. De tweede is
+een waterhoen, maar driemaal grooter dan de voorgaande. Zy zyn zeer
+ligt, en vlogen in een oogenblik weg, waarom ik 'er geene omstandiger
+beschryving van geven kan. De derde of de Crocro, is een weinig minder
+groot, dan onze kraaijen, en ik geloof, dat hy tot het zelfde zoort
+behoort, want hy is één der verslindendste van alle vleesch-etende
+vogelen. Deeze vogel heeft eene donker blaauwe kleur. Zyn bek en
+pooten zyn uittermaten sterk: hy maakt een allerönaangenaamst en
+scherpst gekras, voornamelyk in den nacht. De boomen wierden door
+de Negers genoemd Mataky en Markoury. De eerste is merkwaardig uit
+hoofde van zyne wortels, die zoodanig boven den grond uitsteken, dat
+een groot aantal menschen zig daar onder zouden kunnen verschuilen,
+zonder elkander te zien; zomtyds zelfs staan zy zoo wyd van één, dat
+men te paard tusschen beiden zoude kunnen doorryden; en derzelver
+dikte is zoo groot, dat men niet meer dan één plank of deel noodig
+heeft, om 'er een tafel voor twaalf menschen van te maken.
+
+Ik verwyze den lezer naar de afteekening, die ik van deezen
+verbaazenden boom gemaakt heb, en geplaatst tegen over dien kant,
+alwaar onze legerplaats te Jerusalem was nedergeslagen. Ik heb in
+dezelfde plaat gebracht het gezicht van onze legerplaats aan de
+Java-Kreek by mooy weder.
+
+De andere boom, Markoury genaamd, is waarlyk geducht, uit hoofde van
+zynen vergiftigen aart, welke zoo doordringend is, dat de rook van dit
+hout doodelyk is voor de dieren, wanneer het in de longen koomt. Hy
+groeit altyd alleen, en doet ontwyffelbaar sterven al wat 'er dicht by
+koomt. De slaven zelve zyn zoo beschroomd om hem aan te raken, dat zy
+op de Plantagiën het omhakken 'er van weigeren. Hy is niet zeer hoog,
+ongelyk, en van eene leelyke gedaante; hy heeft slechts eenige takken,
+en zyne bladeren zyn van eene bleek groene kleur. Men heeft my gezegd,
+dat de Indianen zommigen van hunne pylen vergiftigen, door ze in het
+sap van deezen boom te doopen.
+
+Den 27sten, begaf zig eene andere ronde in aantocht, maar ontdekte
+even weinig, als de eerste.
+
+Ik heb reeds gezegd, dat de zweer, die ik aan den linker voet had,
+geneezen was, en dit was waar; maar op dit oogenblik haalde ik uit
+myn regter arm twee groote insecten, die my andere zeer diepe zweeren
+veröorzaakten. In Surinamen noemt men deeze insecten Struik-wormen. Zy
+zyn zoo groot als de rups van gewoone kapellen; zy hebben een zwarten
+kop, en eene puntige staart; zy dringen ongemeen diep in het vleesch
+door, en men heeft een lancet noodig, om ze 'er uit te haalen; zy
+leven doorgaans in stilstaande wateren, en met geduurig door dezelven
+te loopen, was ik aan hunne aanvallen blootgesteld.
+
+Myn moed begon my door de opëenstapeling van alle deeze onheilen
+te ontzinken. Zoo veele onderscheidene en herhaalde folteringen,
+waar aan ik geen einde zag, ontroerden mynen geest, en maakten my het
+leven verdrietig. In deeze elendige gesteldheid nam ik het stelligst
+en welberaden besluit om by de eerste gelegenheid, die zig zoude
+aanbieden om dit met eere te doen, zulke opperhoofden en zulk een
+dienst vaarwel te zeggen. Men zal by het vervolg van myn verhaal zien,
+of ik dit voornemen heb toegebragt.
+
+Onze tegenwoordige legerplaats was zoo ondraaglyk, dat 'er geene
+beschryving van te geven is. Eene aanhoudende overstrooming
+overdekte den grond, zoodanig, dat men vlotten moest maken, om
+'er onzen voorraad op te plaatsen. Wy konden uit onze hangmatten
+niet komen, zonder tot de kniën in slyk of water te stappen; en op
+plaatsen, waar het lager was, aten de insecten ons levendig op. Eene
+zoo ongezonde gesteldheid vermeerderde het getal van onze zieken,
+en men was genoodzaakt een ander vaartuig, vol met dood-kranken,
+de Cormoetibo-Kreek te doen afzakken, en naar het hospitaal van
+Devil's Harwar te zenden. Onder dit getal was die arme oude Negers,
+wiens herssenen byna verbryzeld waren, en die ons eerst des avonds
+te voor ren in eenen deerniswaardigen staat had kunnen inhalen.
+
+Dit vaartuig, het welk veel naar een dryvend kerkhof geleek, vertrok
+den laatsten dag van 't jaar 1775.
+
+
+
+VIER-EN-TWINTIGSTE HOOFTSTUK.
+
+Aanwerving van twee Compagniën Vrywilligers, bestaande
+uit Negers en vrye Mulatten.--Verscheidene zoorten van
+Visschen.--Arrowoukas. Indianen.--De krygsbende van den Colonel
+FOURGEOUD ontfangt bevel, om naar Holland in te schepen.--De
+Ratel-slang.--De blaauwe Dypsas.--De Amphisboena of tweehoofdige
+slang.--Eene fraaije Kapel.--De Colonel ontfangt naderen last.--Het
+krygsyolk trekt weder in de bosschen.--Koophandel in de Volkplanting
+van Surinamen.--Beschryving van eene Cacao-Plantagie.--Heldendaad
+van eenen Neger.--De Ananas.--De Muscaat- en Water-Meloen.
+
+Op nieuwe jaars dag deedt de Colonel SEYBOURG my zyne groete doen, met
+verzoek om myne aanhoudende vriendschap. Ik ging hem oogenblikkelyk
+van de myne verzekeren, en hy verklaarde my een oprecht leedwezen
+te hebben over de kwade bejegeningen, waar aan hy zig ten mynen
+opzigte schuldig had gemaakt. Hy verzekerde my, dat zyn Adjudant
+en spion GIBHART, 'er de voornaame oorzaak van was; vervolgens my
+by de hand vattende, stondt hy my toe, om tans naar Paramaribo te
+gaan, of werwaarts ik goedvond, tot dat ik anderen last ontfangen
+zoude hebben. Deeze behandeling deedt my een innerlyk genoegen,
+en wy dronken al het overschot onzer vyandschap af, niet met wyn,
+maar in rhum met water gemengd. Dien zelfden avond derhalven afscheid
+genomen hebbende, zoo van mynen nieuwen vriend, als van de legerplaats
+aan de Java-Kreek, zakte ik, zeer wel te vreden zynde, de Rivier af,
+om my naar de hoofdstad der Volkplanting te begeven.
+
+Na een gedeelte van den weg slapende te hebben overgebracht, bevond
+ik my des anderen daags morgens te Devil's Harwar, alwaar ik vernam,
+dat die zelfde GIBHART, van wien ik zoo even sprak, kortlings aldaar
+was overleden. Des avonds kwamen wy op de Plantagie Beekslied. Myne
+roeijers arbeidden met veel yver. Om elkander daar toe aan te zetten,
+kliefde de een het water met zyn riem in diervoegen, dat het een
+onderscheiden geluid gaf, en zyne medgezellen volgden hem gezamentlyk
+daar in naar.
+
+Den 3den, kwam ik op het Fort Amsterdam aan, alwaar ik een uitstekend
+middagmaal deed met onderscheidene zoorten van visch, genaamd Passary,
+Prare-Prare, Provost, en Curema. De Passary is meer dan twee voeten
+lang, en weegt zomtyds twintig ponden. Zyn kop is breed en plat. Hy
+heeft twee lange knevels, maar geene schubben, zyn vleesch is aller
+lekkerst. De Prare-Prare is ten naasten by van dezelfde gedaante en
+insgelyks goed. De Provost is breed, heeft dikwils de lengte van vyf
+voeten, en eene geelachtige kleur. Zyn vleesch is minder aangenaam,
+dan dat van de twee voorgaande, maar geeft eene goede oly. De Curema
+is een zoort van harder, zomtyds van twee voeten lengte, hebbende
+twee groote witte zilverachtige oogen, en de benedenste kaak meer
+voor uit staande dan de bovenste. Ter deezer plaatse vangt men ook
+een zoort van zeeslak, waar van Mejuffrouw DE MERIAN melding maakt,
+en welker voorste gedeelte juist gelykt naar dat van een garnaal.
+
+Des avonds van dien dag, ten zes uuren, trad ik in de stad
+Paramaribo binnen. Ik vond aldaar JOANNA en mynen zoon in volmaakte
+gezondheid. Beiden waren zy, van wegen de gevolgen hunner ziekte, drie
+weken lang blind geweest. Myn vriend, de heer DE GRAAF, noodigde my,
+om met haar by hem myn intrek te nemen.
+
+Daags daaraanvolgende at ik met den Colonei FOURGEOUD, die zig zoo
+wel bevondt als ooit. Hy onthaalde my, als naar gewoonte, op gezouten
+kost, [15]en behandelde my zeer vriendelyk. Hy berigtte my, dat 'er
+twee compagniën vrywilligers, uit Mulatten en vrye Negers bestaande,
+wierden aangeworven; dat de Oucas- en Sarameca-Negers de muitelingen
+begunstigden, en in de daad groote schelmen waren; dat men eenigen
+van de laatstgemelden by de Casiwinica-Kreek gedood had; dat hy hunne
+verblyfplaats Fissy-Hollo hoopte te vernielen; dat BONNY en de zynen,
+in weerwil van hunne strooperyen, die niet lang meer duuren konden,
+in de bosschen van honger stierven, en dat hy besloten had, zoo lang
+hy een enkelen soldaat overig had, dien muiteling te vervolgen,
+hem zoo mogelyk gevangen te nemen, of ten minsten met zyne bende
+uit de Volkplanting te verjagen. De Colonel verhaalde my al verder,
+dat zeker Franschman, die den platten grond der vestingwerken,
+enz. voor den Gouverneur van Caijenne afteekende, op het oogenblik,
+dat hy stondt te worden opgehangen, ontsnapt was; dat hy aan den
+Capitain TULLING, wegens het door hem in stilte aangegaan huwelyk,
+vergiffenis geschonken hadt; en dat de Lieutenant Colonel DE BORGNES
+met eene ryke weduwe ging trouwen.
+
+De Bevelhebber was, met één woord gezegd, ten mynen opzigte een
+geheel ander mensch geworden. Zyne manieren waren toen zoo geschikt,
+dat ik niet verlangen konde mynen tyd in beter gezelschap door te
+brengen. Hoe was het mogelyk, dat ik te gelyker tyd de vriend van twee
+Oversten was, die door nyd jegens elkander gedreven wierden. Dit is
+een geheim, het welk ik nimmer heb kunnen ontdekken; misschien, daar
+zy geslagen vyanden waren, wilden zy my beiden winnen. Wat daar ook
+van zy, ik besloot, de stiptste ononzydigheid in acht te nemen. Ik
+gedroeg my ook op dezelfde wyze jegens den Gouverneur, die my den
+tweeden dag na myne aankomst ten eeten verzogt, en, in plaats van my
+op gezouten ossen-vleesch te onthalen, overënkomstig zyne gewoonte,
+eene deftige maaltyd liet aanrechten.
+
+Ik gaf ook een bezoek aan myne verdere vrienden, namelyk aan Mevrouw
+GODEFROY, als mede ten huize van DEMELLY, GORDON, MAC-NEYL; en ik
+bragt ook zeer vrolyk den dag door met de zwarte Mevrouw SAMPSON,
+of ZUBLY, die tans weduwe was.
+
+Ik woonde ook een dans-party van Mulatten by, op welke men echter
+geene slaven zag. De musiek, het licht, de dans, het avond-eeten,
+waren aldaar in de volmaaktste orde geregeld. De grootste pracht stak
+voornamelyk in de kleederen uit. Vrolykheid en betamelykheid hadden
+'er beiden plaats, en wel zoodanig, dat dit gezelschap ten voorbeelde
+strekken kon aan dat van veele inwooners van eene andere kleur,
+die zig verbeelden beschaafder zeden te bezitten.
+
+Den 20sten, een groot aantal Indianen en Negers van beide kunne,
+in de Rivier by het Fort Zelandia hebbende zien zwemmen, wilden de
+jonge DONALD MAC-NEYL en ik van de party zyn. Nimmer zag ik eene
+dergelyke vaardigheid; dan die der Negers, in het water. Zy hielden
+een zoort van gevecht, waar in zy als visschen duikten, en elkander
+met de voeten, maar nooit met de handen, raakten. De Indianen, die
+tot het geslacht der Arrowoukas behoorden, waren ook bekwame zwemmers,
+en scheenen zoo wel in 't water, als op 't land, te kunnen leven.
+
+Ons door dit genomen bad genoegzaam verkoeld hebbende, gingen wy aan
+den oever nederzitten, alwaar ik het genoegen had het maakzel en de
+trekken van eene jonge Indiane te beschouwen, die als een venus-beeld
+uit het water opkwam.--De Arrowoukas zyn zeer verschillende van alle
+de andere Indianen, over welken ik reeds den lezer onderhouden heb;
+hy herinnert zig misschien myne belofte, om van hun in het byzonder te
+spreken, en deeze zal ik tans volbrengen.--Ik merkte op, dat de huid
+van dit jong meisjen, by het uitkomen uit het water, niet meer met
+Roucou geverwd zynde, my veel schooner voorkwam, dan de koper-kleurige
+huid der vrouwen van andere Indiaansche volken. Haare leden waren
+door geene naauwe ringen, of styve catoene banden ontcierd. Haar
+hoofdhair hing niet los; maar was netjes rondom haar hoofd opgebonden,
+en op den kruin door eene breede zilvere plaat vast gemaakt. [16]
+Het eenige kleed, dat zy in het water aanhieldt, bestondt in een klein
+vierkant voorschoot, van koraalen gemaakt, zoo als ik die hier boven
+reeds beschreven heb: zy was derhalven, ten aanzien van de overige
+deelen van haar lichaam, geheel en al naakt. Zy had een aangezicht,
+zoo bevallig, als men zig verbeelden kan. Haare reizige gestalte,
+haare kragt, haare jeugd, haare levendigheid, alle de teekenen van
+eene goede gezondheid, overtuigden my van de waarheid, dat wanneer
+het lichaam zig geheel aan het oog ontdekt, men op de schoonheid van
+het aangezicht weinig acht slaat. Haar gelaat kondigde die beminnelyke
+eenvoudigheid, dien onschuldigen ernst aan, die op geenen onëerbaaren
+aanval zelfs verdacht is, en niet kan nagebootst worden door haar, die
+zig aan den geringsten misstap schuldig kent. Eene geverwde olyfkleur
+is met de schoonheid zeer wel bestaanbaar: deeze is de natuurlykste
+kleur van alle menschelyke schepselen; want het is waarschynlyk,
+dat blank en zwart slechts trapswyze opklimmingen zyn, veröorzaakt
+door overmaat van warmte en koude. [17] Dit jong meisje, zoo volmaakt
+schoon, scheen zelfs ook volmaakt gelukkig te zyn. Men vindt, zegt
+RAYNAL, in den staat der zuivere natuur het geluk meenigvuldiger,
+dan in den staat der volmaaktste beschaafdheid. Het is zeker, dat
+eene Europeesche vrouw tot aan de toppen der vingers zoude bloozen,
+op het enkele denkbeeld van naakt in het openbaar te verschynen; maar
+opvoeding en vooröordeel doen alles, vermits het een ontwyffelbaare
+regel is, dat, wanneer men inwendig zig niets te verwyten heeft,
+men voorzeker van geene schaamte weten kan.
+
+Ik herinner my te Bergen op Zoom eenen jongen Indiaan uit den omtrek
+van de Volkplanting de Berbices, genaamd WILKY, gezien te hebben. De
+Generaal DESALVE, die hem had medegebragt, liet hem kleeden, en gaf
+hem een zeker zoort van opvoeding. Deeze Indiaan had onder anderen
+het koken en kleeder-maken geleerd, willende zig zelven, zoo hy zeide,
+tevens van alle noodwendigheden voorzien. Na verloop van eenigen tyd,
+betuigde hy zyn verlangen, om naar de Volkplanting te rug te keeren;
+en hy had slechts even den Americaanschen grond betreden, of hy wierp
+zyne kleederen weg, begaf zig naakt in het diepste der bosschen,
+alwaar hy, even gelyk de Hottentot, van wien ROUSSEAU spreekt in
+de aanteekening Nº. 13. op zyne verhandeling over den oorsprong
+en grondslag der ongelykheid onder de menschen, zyne dagen sleet,
+zoo als hy die begonnen had, in het midden zyner landgenooten en
+vrienden.--Maar laaten wy tot dit meisjen te rug keeren. Zy had
+eene levendige Papegaay, die zy zelve met een rond gemaakte pyl
+geschoten had, en die ik van haar voor een mes met een dubbeld lemmer
+verruilde. De Arrowoukas zyn in dit zoort van jagt zoo knaphandig,
+dat zy meenigmalen een Macaw in zyne volle vlucht, en dikwils zelfs
+een duif, raken.
+
+Ik kan van dit onderwerp niet afstappen, zonder eenige aanmerkingen te
+maken omtrent het zedelyk character van dit volk, het welk niet alleen
+met de meeste andere Indiaansche volken in vrede leeft, maar vooral
+in goede vriendschap staat met de Europeanen, wier achting het bezit.
+
+Ik zal slechts één geval verhalen, tot een bewys van de dankbaarheid,
+waar door deeze Indianen zig onderscheiden. Voor eenige jaaren
+kwamen twee van hun, man en vrouw, te Paramaribo. Deeze vrouw in
+haare zwangerheid verre gevorderd zynde, gelastte de heer VAN DER
+MEY aan zyne dienstboden, om hen beiden aan zyn huis te brengen, en
+hun eene afzonderlyke kamer, en alles wat zy noodig hadden, te geven;
+vervolgens wenschte hy hun goeden avond. De Indiaansche vrouw beviel
+dien zelfden nacht; en des anderen daags morgens, toen de dienstboden
+kwamen, om hun den dienst van hunnen meester op nieuw aan te bieden,
+vonden zy noch den man, noch de vrouw. Deeze waren voor het aankomen
+van den dag vertrokken, om met hun kind gerustelyk naar het bosch
+te rug te keeren. [18] Men maakte toen verscheiden gissingen omtrent
+die zoo hoog geroemde oprechtheid der Arrowoukas; maar na verloop van
+agttien maanden, kwam deeze zelfde Indiaan den heer VAN DER MEY weder
+opzoeken, met zig brengende een schoon jongman, tot het geslacht der
+Accawaus behoorende, dien hy in een gevecht gevangen genomen had. [19]
+Hy boodt hem zynen weldoener aan, zeggende alleenlyk: Die is voor u;
+en, zonder naar antwoord te wagten, liep hy weg. Men boodt den heer VAN
+DER MEY meer dan twee honderd ponden sterling voor dien slaaf, maar hy
+weigerde zulks, en behandelde hem, even als of hy een vry persoon was.
+
+De opvoeding, welke de Indianen in hunne kindsheid ontsangen, is
+zoo overëenkomstig de wetten der eenvoudige natuur, dat zeldzaam hun
+gemoed bedorven, noch hun lichaam misvormd is. Te groote zorgvuldigheid
+in beiderleije opzigten, is zoo wel schadelyk, als eene volstrekte
+achteloosheid. Dit is het gevoelen van den verstandigen Dr. BANCROFT,
+die niet noodig had zulks met een plaats uit QUINTILIAAN te bewyzen.
+
+Schoon de Arrowoukas in eene volmaakte eensgezindheid met de
+Europeanen, en de meesten van hunne nabuuren, leven, trekken zy
+echter ten stryde uit, wanneer men hen getergd heeft. Hunne wapenen
+zyn boog, pylen, en een knods, dien zy abowtow [20] noemen; maar zy
+eeten hunne gevangenen niet, zoo als de Caraïben doen, die zelfs
+de Negers opäten, welken zy in eenen opstand doodden, die in de
+Volkplanting de Berbices voorviel. Ofschoon zy veel verder van de
+zee af woonen, dan de Warrows, hebben zy kano's, zomtyds van veertig
+voeten lang, waar mede zy de Rivieren afzakken. De Indianen van dit
+geslacht zyn groote kruidkenners. Voor uitwendige kwalen, maaken
+zy gebruik van enkelvoudige middelen, waar van de bosschen van het
+vaste Land van America overvloeien.--Maar laten wy het verhaal van
+onze krygsverrigting vervolgen.
+
+Den 25sten, wierd ik door de koorts aangetast, en men deedt my
+eene aderlating op den voet; maar het lancet te diep gestoken zynde,
+geraakte ik verminkt. Omtrent dien zelfden tyd kwam de Colonel SEYBOURG
+uit de legerplaats aan de Java-Kreek zeer ziek te rug.
+
+De Colonel FOURGEOUD was toen op het punt, om zyne krygsverrigtingen
+te hervatten. Hy had reeds eenige manschappen naar de Savane der
+Joden afgezonden, om beter onderricht te worden van het geen 'er van
+dien kant omging. In dien staat der zaken ontfing hy beveelen uit
+den Hage, om dien tocht oogenblikkelyk te staken, en zig, met alle
+zyne manschappen, onverwyld naar Holland in te schepen.
+
+Ingevolge van deeze beveelen, wierden de transport-schepen den 27sten
+gereedgemaakt, de Officiers en soldaten ontfingen hunne agterstallige
+soldye, waar over zy zeer verheugd waren. Ieder een was te Paramaribo
+'er over te vreden, uitgenomen eenige inwooners, en ik zelf.
+
+Den 14den February, onaangezien het ongemak aan myn voet, de koorts,
+een zweer, en de scheurbuik, ging ik, op krukken loopende, met duizend
+guldens in myn zak, die somme verdeelen tusschen den Colonel FOURGEOUD
+en Mevrouw GODEFROY, tot betaling van de schulden, welken ik door
+het vry koopen van mynen Neger QUACO, en myne JOANNA, gemaakt had;
+vervolgens keerde ik naar myne wooning te rug, geen enkelen schelling
+in myn zak overgehouden hebbende. De 500 guldens, welken ik aan
+Mevrouw GODEFROY ter hand stelde, waren eene geringe afkorting op
+de 1800 guldens, die ik haar schuldig was, en met dit al had zy de
+edelmoedigheid, om my op nieuw aan te zetten, ten einde JOANNA en
+mynen zoon naar Holland mede te nemen. Doch JOANNA weigerde zulks
+moediglyk, en verklaarde, "Dat, alle andere bedenkingen daar gelaten,
+zy nimmer zoude toestemmen, om de belangen van haare weldoenster
+aan die van haaren weldoener op te offeren; dat haar eigen geluk,
+en zelfs het myne, het welk zy boven het leven waardeerde, als
+dan in bitterheid voor haar verkeeren zoude, zoo lang de schuld
+van haare vrykooping niet geheel en al gekweten zoude zyn, het zy
+door my zelven, het zy uit de vruchten van haaren eigen arbeid, zoo
+als zy hoopte dit t'eeniger tyd ter uitvoer te brengen":--Zy voegde
+'er by: "dat onze scheiding niet dan kortstondig zyn zoude, en dat
+het grootste bewys, het welk ik haar van myne achting geven konde,
+bestond in het kloekmoedig dragen van deeze kleine tegenkanting der
+fortuin, zonder in haare tegenwoordigheid zelfs een enkelen zucht
+daar over te laten". Zy liet deeze laatste woorden met een glimlach
+gepaard gaan: daar op omhelsde zy haaren zoon, en verliet my dadelyk,
+om onbedwongen haare tranen te storten. Op dit zelfde oogenblik
+wierd ik geroepen by den heer DELAMARE, die op sterven lag; en myne
+smart was toen onuitsprekelyk. Ik moest echter besluiten, om eene
+afwezigheid van één of twee jaaren door te staan. Des namiddags, om
+myn leed een oogenbjik te verzetten, ging ik het kabinet van Indische
+zeldzaamheden van den heer ROUX bezichtigen. Het oog toevallig op een
+ratelslang hebbende laten vallen, zal ik, alvorens de Volkplanting
+van Surinamen te verlaten, dit gevaarlyk kruipend gedierte beschryven.
+
+De Ratelslang heeft in Surinamen zomtyds de lengte van agt of negen
+voeten. In 't midden is hy zeer dik, en naar den hals en de staart
+word hy dunner. Zyn breede kop is plat, en leelyk mismaakt. Men ziet
+in hem twee wyd open gespalkte neusgaten by den bek; en, even als de
+Kayman, een groote kam of bult boven de oogen, zoo zwart als git,
+en zeer schitterende. Aan het einde van zyne staart zyn verscheide
+schubben van een zoort van dun hoorn, zeer droog, en aan elkander
+zaamgehecht, welken het dier beweegt, wanneer hy getergd word, en die
+een geluid geven, gelykende naar dat van een ratel, waar van hy den
+naam draagt. Men zegt, dat het getal zyner schubben in evenredigheid
+jaarlyks vermeerdert, en dat men door dit middel zynen ouderdom zeer
+juist bepaalen kan. Deeze slang is geheel overdekt met andere schubben,
+die aan den ruggestreng over eind staan. Hy heeft eene doffe orange
+kleur, gemengd uit een donkerbruin, en zwarte vlakken, die op zyn
+kop ook zeer zichtbaar zyn: zyn buik heeft eene aschgrauwe kleur met
+schuinsloopende schubben, zoo als de meeste andere slangen. Wanneer
+dit dier zynen buit bespiedt, draait hy zig rond in elkander,
+als een kluw touw, en zyne staart een weinig bewegende, doet hy
+die vervolgens ratelen, en spreidt zig in éénen sprong uit ter
+lengte van zyn geheele lichaam; daar op verbergt hy zig andermaal,
+om zig op nieuw uit te spreiden. Het vergift van deezen slang word,
+ten minsten in geheel America, voor doodelyk, of voor zeer gevaarlyk
+gehouden. Wat betreft zyne eigenschap om de oogen te verblinden, de
+muizen, de eekhorentjes, de vogelen, in zynen muil te laten vallen, ik
+houde zulks voor verdichtsels. Al die voorgewende tooverkragt bestaat
+alleenlyk daar in, dat deeze arme dieren, wanneer zy zig door eenig
+dreigend gevaar overvallen zien, door zulk een schrik en beving worden
+aangetast, dat zy 'er het gebruik van hunne ledematen door verliezen,
+en onbeweeglyk op hunne plaats blyven, of, zig trachtende te redden,
+in de macht van hunnen vyand vallen.
+
+Ik zag ook in dit kabinet de blaauwe Surinaamsche Dipsas, die byna
+eene blaauwe kleur op den rug heeft, in de zyden zeer helder, en
+aan den buik witachtig. Ik heb niet hooren zeggen, dat de beet van
+dit dier doodelyk is, maar dezelve veröorzaakt een onmatigen dorst,
+waar van hy zyn naam ontleent, want het woord dipsa beteekent in
+het Grieksch dorst. Ik merkte ook nog een anderen slang op, omtrent
+drie voeten lang, bedekt met ringen van onderscheidene kleuren,
+dien men Amphisboena noemt, om dat men veronderstelt, dat hy twee
+hoofden heeft; maar de waare reden is, om dat, uit hoofde van zyne
+langwerpig ronde gedaante, zyn kop en staart zoodanig naar elkander
+gelyken, dat het zeer wel is toe te geven, wanneer men 'er in mistast;
+zyne oogen zyn voorts byna onbemerkbaar. Het is die zelfde slang,
+aan welke de door my beschrevene groote mieren voedzel verschaffen,
+zoo het gemeene volk zegt, wanneer hy blind is, waarom men hem in
+dit Land met den naam van koning der mieren verëert. [21]
+
+Onder de talryke verzameling van fraaije kapellen van den zelfden heer
+ROUX, merkte ik 'er voornamelyk een op van eene middelmatige grootte,
+welker vier vleugelen, zoo van boven als beneden, met zwarte streepen
+en een schitterend groen verciert zyn. De ontzachelyke hoogte, tot
+welke zig dit insect verheft, en de vlugheid, waar mede hy vliegt,
+maken hem zeer zeldzaam. Zyn enklauw, van eene zee-groene kleur,
+is van harde punten, vry veel naar pluimen gelykende, voorzien.
+
+Ik zeide straks, dat wy bevel ontfangen hadden, om de Volkplanting te
+verlaten, en dat al het volk daar over verheugd was, uitgezonderd ik;
+maar onze Overste ontfing, den 15den, brieven uit Holland, waar by
+onze te rugkomst voor zes maanden wierd uitgesteld. Myne medemakkers
+waren over dit uitstel ter nedergeslagen, en my deedt het herleven. Ik
+besloot om myne geheele soldye uit te zuinigen, tot dat ik de somme by
+elkander zoude hebben, die 'er noodig was, om volkomen eigenaar van
+JOANNA te wezen: maar het deedt my zeer leed, dat wy andere tydingen
+uit Europa ontfingen, medebrengende, dat zyne Britannische Majesteit de
+Schotsche brigade had uitgenoodigd, om zig naar Engeland te begeven,
+en het speet my ongemeen, dat ik daar toe niet meer behoorde. [22]
+Men boodt my byna te gelyker tyd eene Compagnie aan onder den Generaal
+WASHINGTON, welke ik zonder bedenken weigerde.
+
+Den 18den February, wierden onze soldaten, moedeloos zynde, weder
+naar Maagdenberg gezonden; een groot gedeelte bleef steeds aan de
+Java-kreek. Onze Officiers waren toen zoodanig te onvreden, dat
+één van hun, FISHER genaamd, twee maalen, daags na elkander, een
+tweegevecht hieldt, en aan zyne beide tegenpartyen, zynde Officiers
+van 's Compagnies krygsvolk, gevaarlyke wonden toebragt.
+
+Dewyl ik nog niet hersteld was, bleef ik eenigen tyd langer te
+Paramaribo. Ik zag aldaar ten huize van den heer REYNSDORP, eene
+Portugeesche Jodin, die haare kinderen in den Christelyken Godsdienst
+opvoede; terwyl van eenen anderen kant, de Opzichteresse van zeker
+Godshuis dagelyks ongelukkige slaven liet geesselen, om dat zy, zoo
+ze zeide, Heidenen waren. Zy veröordeelde onder anderen eene arme
+Negerin tot vier honderd geessel-slagen, welken deeze, zonder eenige
+klagten te uiten, ontfing.
+
+Maar laten wy van dit onäangenaam onderwerp afstappen; en liever,
+dewyl zig daar toe thans eene geschikte gelegenheid opdoet, den lezer
+een korten staat opgeven van den koophandel en innerlyke waarde deezer
+Volkplanting, alwaar zoo veel bloed op de wreedaartigste wyze geplengd
+word, en die nog veel ryker zoude zyn, indien zy het voorbeeld niet
+volgde van de vrouw, in de Fabel van de hen, die gewoon was gouden
+eieren te leggen.
+
+Men telt te Surinamen zes of agt honderd Plantagiën, die suiker,
+koffy, cacao en catoen voortbrengen. 'Er zyn daarënboven eenige
+indigo Plantagiën. Men heeft ook werven gemaakt tot het hakken van
+timmerhout, enz. Op de onderslaande tafel kan men den staat en de
+waarde zien van de vier eerstgemelde zoorten van koopmanschappen,
+die geduurende vier jaaren van de Plantagiën zyn afgeleverd.
+
+
+Jaaren. Vaten Ponden Ponden Ponden
+ Suiker. Koffy. Cacao. Catoen.
+1771 19,494 11,135,132 416,821 203,945
+1772 19,260 12,267,134 354,935 90,035
+1773 15,741 15,427,298 332,229 135,047
+1774 15,111 11,016,518 506,610 105,126
+Somma 69,606 49,846,082 1,610,595 534,153
+
+
+69,606 vaten Suiker, tegen fl 60:-:- het
+vat, maken fl 4,176,360:--:--
+
+49,846,082 Ponden Koffy, tegen agt en
+een halve stuiver het pond, maken fl 21,184,584:17:--
+
+1,610,595 ponden Cacao, tegen zes en
+een halve stuiver het pond, maken fl 523,443: 7: 8
+
+534,153 ponden Catoen, tegen agt
+stuivers het pond, maken fl 213,661: 4:--
+
+ ------------------
+Makende te zamen fl 26,098,049: 8: 8
+ ==================
+
+Dit maakt voor elk jaar juist fl 6,524,512: 7: 2
+
+
+Maar deeze alzoo in 't ruwe opgegevene
+berekening betrof de Stad Amsterdam
+alleen.
+
+Indien men daar by voegt, het geen
+bovendien naar Rotterdam en Zeeland
+word uitgevoerd, behalven het geen
+binnen 's Lands gesleten word,
+het beloop van de ladingen rhum,
+suiker-syroop, timmerhout en indigo,
+zal men nog eens, of ten naasten by
+dezelfde somme hebben; dus fl 6,524,512: 7: 2
+ ------------------
+Te zamen fl 13,049,024:14: 4
+ ==================
+
+
+Het welk, wanneer men het slechts stelt op fl 11,000,000:--:-- jaarlyks
+een millioen ponden sterling bedraagt.
+
+Ik zal nu verder aanwyzen, hoe deeze somme tusschen de Hollandsche
+Republiek, en deeze Volkplanting verdeeld word.
+
+
+De Stad Amsterdam levert omtrent 50
+schepen van vier honderd vaten, door
+elkander gerekend, die voor de vracht
+wegens den invoer van verschillende
+koopmanschappen,
+ontfangen de somme
+van fl 6,000:--:--
+en wegens den uitvoer
+van producten uit de
+Volkplanting fl 32,000:--:--
+ --------------
+Maakende voor elk schip
+een vracht van fl 38,000:--:--
+
+het welk, door 50 vermeenigvuldigd
+zynde, uitmaakt. fl 1,900,000:--:--
+
+Ik reken bovendien dertig schepen van
+verschillenden last, voor Rotterdam
+en Zeeland, het welk maakt fl 1,200,000:--:--
+
+En voor de brikken, met ballast
+geladen, voor passagiers, enz.
+dienende fl 80,000:--:--
+
+Elk schip van de Kust van Guinée,
+het welk jaarlyks 250 of 300 Negers
+aanbrengt, gerekend op fl 120,000:--:--
+maakt, als men dit brengt op het
+getal van zes schepen [23] fl 740,000:--:--
+
+By deeze berekening zal ik voegen de
+waaren en koopmanschappen, die uit
+Holland worden ingevoerd, als wyn,
+sterke dranken, bier, gezouten ossen-
+en varkensvleesch, meel, zyde, catoen,
+en linnens; kleederen, hoeden,
+schoenen; kostbaarheden van goud,
+zilver en staal; metselaars- en
+timmermans gereedschappen, enz.
+enz. tegen de waarde van omtrent
+50 ten honderd aan winst, na aftrek
+van de kosten op de correspondentie,
+de verzekeringen, de ladingen, de
+imposten, de pakhuis-huuren, haven-
+en kaai-gelden, het inpakken, welke
+laatstgemelde artikelen daarënboven
+tien ten honderd aan de inwooners
+kosten; al het welk, door elkander
+gerekend, bedraagt fl 1,100,000:--:--
+ -----------------
+Makende reeds te zamen de somma van fl 5,000,000:--:--
+
+Hier by gerekend de interessen van 6 ten
+honderd van vyf millioenen sterling, die
+de Volkplanting schuldig is, en het geen
+de renteniers in Holland, alwaar zy
+schulden heeft, en ook de geenen, die
+hun fortuin gemaakt hebben, hun geld
+gaan verteeren, aan haar kosten beloopt
+zulks ten minsten fl 1,000,000:--:--
+ -----------------
+Dit alles, by elkander getrokken, maakt
+jaarlyks ten minsten de somma van fl 6,000,000:--:--
+
+
+Het zelve blyft zuiver ten voordeele van
+de Republiek, en wel voornamelyk voor
+Amsterdam, Rotterdam, en Zeeland, zoo dat
+de inwooners van Surinamen, voor hun
+aandeel, van den bovengemelden schat
+alleenlyk genieten fl 5,000,000:--:--
+ -----------------
+Makende te zamen de reeds op
+gegevene millioen sterling, of fl 11,000,000:--:--
+
+
+Ik zal, in de derde plaats, doen zien, hoe de binnenlandsche onkosten
+der Sociëteit van Surinamen, door het geen deeze ladingen opbrengen,
+gekweten worden; en deeze zyn niet gering.
+
+Reeds gezegd hebbende, toen ik van het Regeerings-bestuur deezer
+Volkplandng sprak, dat de Ontfangers van 's Lands penningen vyf in
+getal zyn, zal ik thans aantoonen, wat elk hunner tot kwyting deezer
+onkosten opgaart en ontfangt.
+
+De eerste van deeze Ontfangers is gesteld over de in- en uitgaande
+rechten.
+
+
+Aan hem word betaald:
+
+Van elk Hollandsch schip. fl 3:--:-- het
+vat; van de Americaansche fl 6:--:--. Dit maakt
+ fl 90,000:--:--
+
+Door de Americaanen voor alle in- en
+uitgevoerd wordende goederen, 5 ten
+honderd. fl 60,000:--:--
+
+De Suiker betaalt fl 1:--:-- de
+duizend ponden, of het oxhoofd. in 1771
+ bedroeg dit
+De Koffy, 15 stuivers, de honderd fl 260,000:--:--
+ponden gewicht.
+
+De Cacao fl 1:15:-- de hondert
+ponden gewicht.
+
+Het Catoen
+ -----------------
+
+Dus ontfangt hy jaarlyks de somma van fl 410,000:--:--
+
+De tweede is de Ontfanger der groote
+n kleine imposten.
+
+Men betaalt hem:
+
+voor een vat Bier fl 3:--:--
+voor een vat rooden
+Wyn fl 12:--:--
+voor een pyp Madera
+Wyn fl 23:10:--
+voor een mingelen
+Wyn in flessen fl -: 1:--
+voor de belasting op
+de aangeplakte
+billietten fl 600:--:--
+voor de belasting op
+de koopwaaren, in 't
+klein fl 300:--:--
+ -----------
+
+Al het welk jaarlyks ten minsten beloopt fl 100,000:--:--
+
+De derde Ontfanger is die van het
+hoofdgeld.
+
+Hy ontfangt van alle de inwooners,
+blanken en zwarten, zonder onderscheid,
+en van ieder hoofd, het zy man of
+vrouw, fl 2:10:--; voor elken jongen
+of meisjen, beneden de 12 jaren
+fl 1: 5:-- Dit bedraagt jaarlyks fl 150,000:--:--
+
+De vierde is de Ontfanger der rechten
+op den verkoop van koopmanschappen en
+slaven. Men betaalt hem: By verkoop
+van goederen, in geene rent-gevende
+bestaande, de Plantagiën daar onder
+gerekend, 5 ten honderd; en by verkoop
+van Neger-slaven, die nieuwlings worden
+ingevoerd, twee en een half ten honderd.
+Dit bedraagt jaarlyks fl 130,000:--:--
+
+De laatste ambtenaar eindelyk ontfangt
+de belasting wegens de kosten op het
+vervolgen der weggeloopen Neger-slaven,
+welke ingevoerd is, om dat de andere
+belastingen onvoldoende waren.
+
+De sommen, die hy inzamelt, bedragen
+jaarlyks: wegens de verhooging van een
+gulden, voor hoofdgeld over de blanken
+en zwarten fl 80,000:--:--
+
+als mede vier ten honderd van alle
+jaarlyksche Beneficiën, bedragende
+jaarlyks fl 400,000:--:--
+ -----------------
+Makende te zamen
+ fl 480,000:--:--
+
+Men betaalt bovendien jaarlyks, voor
+het onderhoud der wyken; namelyk van
+elk huis, volgens deszelfs uitgestrektheid.
+
+van een koets fl 20:--:--
+van een chais fl 10:--:--
+van een rypaard fl 10:--:--
+
+Het welk de bovengemelde belastingen
+vermeerdert met de somme van fl 12,000:--:--
+ -----------------
+Alle welke sommen, by elkander getrokken,
+niet minder opbrengen dan fl 1,282,000:--:--
+
+
+Na duidelyk te hebben aangetoond, zoo met behulp van het Tafereel
+der Surinaamsche Volkplanting van Dr. FERMIN, als volgens myne
+eigene kundigheden, dat de innerlyke waarde deezer bezitting meer
+dan een millioen ponden sterling aan inkomsten bedraagt, die door
+een verstandig bestuur nog merkelyk zouden kunnen vermeerderen; na al
+mede betoogd te hebben, dat het grootste gedeelte deezer inkomsten ten
+voordeele der Republiek koomt, terwyl de Colonisten met belastingen
+bezwaard zyn, die hen noodzaken tot vreemde middelen hunnen toevlucht
+te nemen, en misschien eerlyke lieden in schurken doen verkeeren;
+zal ik thans, by wege van een vervolg, een korten staat opgeven van
+den koophandel der Noord-Americaanen met deeze Volkplanting.--Zy
+komen aldaar uit Virginië, Rhode-Island, Nieuw-York, Boston, Jamaica,
+Grenada, Antigoa, het Eiland Barbados, enz. in kleine brikken, sloepen,
+enz. Zy brengen meel aan, ossen- en varkens-vleesch, haring, zout,
+makreel, bladen tabak voor de Negers, denne planken, rhum, sterke
+dranken, suiker-brooden, [24] spermaceti-kaarssen, uijen enz. Elk
+schip is daarënboven verpligt een paard aan te brengen: de eigenaar
+van 't schip ontheft zig daar van dikwils door een list: hy vertoont
+den kop van zoodanig dier, en verzekert, dat hy het aan boord genomen
+heeft, maar dat het op de reize gestorven is. Tegen deze koopwaaren
+voeren de Americanen al de Surinaamsche suiker-syroop (melasse) uit,
+waar van zy rhum by hun maken, en dikwils laden zy hunne schepen
+geheel en al met koopmanschappen en andere voortbrengsels van deeze
+Volkplanting, schoon zy het niet dan ter sluik doen mogen: maar kooper
+en verkooper vinden 'er hun voordeel by; de een koopt goed koop, en
+de ander ontfangt gereed geld. Van de Eilanden onder den wind voeren
+zy quarteron- en mulatten-slaven van beiderlei kunne aan, die over
+'t algemeen jong en fraay zynde, voor zeer hoogen prys verkogt worden,
+hoe zy ook anderzints gesteld mogen zyn.
+
+Alle de onderrichtingen, door my omtrent den koophandel en
+wezentlyken rykdom deezer schoone Volkplanting opgegeven, zyn naar
+de naauwkeurigste berigten gevolgd. Het zy my geöorloofd van dit
+onderwerp thans af te stappen, en myn verhaal te vervolgen.
+
+Den 21sten February, nam de heer REYNSDORP, schoonzoon van Mevrouw
+GODEFROY, my in zyn zeil-jacht mede; en om my van lucht te doen
+veranderen, bragt hy my op eene zyner Koffy-plantagiën, genaamd Nut
+en Schadelyk. Ik zag aldaar een blanken, die door de steek van een
+Vampire, of Guiaansch spook, in éénen nacht zyn gezicht verloor. Des
+anderen daags voeren wy de Commewyne op, en gingen naar Alkmaar,
+eene aangenaame Cacao-Plantagie, die aan dezelfde Mevrouw GODEFROY
+in eigendom toebehoorde. Hier wierden de slaven door haare meesteres
+behandeld, als haare eigene kinderen, en zy beschouwden allen haar
+als hunne moeder. Men hoorde aldaar geen geraas van yzeren ketenen,
+geene zuchtingen; men zag aldaar geen blyk van gestrengheid. Alles was
+eendracht en vergenoegen. Ik heb reeds bevoorens [25] eene afbeelding
+gegeven van het voortreffelyk huis en deszelfs toebehooren, op deeze
+fraaie Plantagie, alwaar onophoudelyk genoegen heerscht, alwaar men
+de edelste gastvryheid uitoeffent. De tuinen, de velden, de hutten
+zelfs der Negers, duiden aldaar overvloed en vrede aan.
+
+De Cacao-boomen worden voortgeplant van jong plantsoen, het welk
+men tot dit einde aankweekt. Men plant dezelven doorgaans op eenen
+afstand van tien of twaalf voeten van elkander, en zy groeien
+op tot de hoogte van onze Engelsche Kersseboomen. Maar deeze
+Plantagiën moeten wel beschut zyn, zoo voor zwaare winden, als voor
+de brandende straalen der zon, wanneer de boomen jong zyn, want dan
+zyn derzelver wortels niet diep genoeg in den grond ingedoken, om
+dezelven staande te houden, en zy zouden geene groote hitte kunnen
+doorstaan. Dienvolgende plant men 'er heester-gewassen (b. v. maniok)
+en Plantain-boomen tusschen, die tevens het onkruid tegengaan, het
+welk in de luchtstreken onder den zonne-keerkring zoo overvloedig
+voortteelt. Door middel van deeze voorzorgen, dragen de Cacao-boomen
+vruchten, eer zy drie jaaren oud zyn: als dan brengen zy jaarlyks
+twee oogsten voort; maar zy moeten echter twaalf of veertien jaaren
+oud zyn, eer zy hunnen volkomen wasdom bereikt hebben. Het blad van
+den Cacao-boom heeft meer dan agt duimen in de lengte, en byna drie
+in de breedte: het zelve is langwerpig, taay, en van een schitterend
+groene kleur. De gedaante der vrucht is byna dezelfde, maar echter een
+weinig breeder. Wanneer die vrucht jong is, heeft zy het voorkomen van
+een komkommer; maar wanneer zy ryp is, word ze geel als een limoen,
+en scheidt zig dan af in ribben, even als een meloen. Het zaad of
+de pitten zitten langwerpig in de vrucht of bast; ryp zynde hebben
+zy de dikte van olyven, en een purper kleur. Elke boom word gerekend
+by den oogst van dertig tot drie honderd vruchten te geven, die elk
+omtrent dertig pitten bevatten, een pond wegende; en langs dien weg
+kan men den jaarlykschen opbreng berekenen. Weinige dagen na dat de
+oogst geschied is, haalt men de pitten uit de schil; men laat ze in
+de schaduw droogen, en in dien tyd raaken zy een zoort van vochtige
+zelfstandigheid kwyt, het geen men noemt dezelve te laten uitzweeten;
+men pakt ze vervolgens in vaatjes om vervoerd te worden, en 'er die
+aangenaame koek van te maken, welke wy Chocolade noemen.
+
+Men zegt, dat de Cacao-boomen oorspronglyk in Guiana groeien, en
+natuurlyk in groote meenigte by de Rivier der Amazonen gevonden
+worden. Wat daar ook van zy, de zoon van den Gouverneur CHATILLON
+plantte den eersten boom in 't jaar 1684 in Surinamen; en de eerste
+oogst, die naar Holland werd uitgevoerd, geschiede in 't jaar 1733. Een
+der groote voordeelen van het aankweeken der Cacao-boomen bestaat
+hier in, dat daar toe minder slaaven, dan tot alle andere zoorten van
+Plantagiën noodig zyn. Men kan naargaan, hoe aanmerkelyk de voordeelen
+zyn, uit den opbreng van het jaar 1774, wanneer men, alleen voor
+de Stad Amsterdam, 506,610 ponden Cacao-pitten uitvoerde; het welk
+202,614 Hollandsche Guldens, of 18.419 ponden sterling opbragt. De
+prys verschilde van 4 tot 9 stuivers het pond. De middel bereekening
+is van zes- en een halve stuiver. De beste Plantagiën, en die van
+Alkmaar behoort daar onder, brengt jaarlyks meer dan 80,000 ponden op.
+
+Den 27sten keerden wy naar de Stad te rug, alwaar men, des avonds
+te voren, een soldaat ter zaake van muiterye had doodgeschoten, en
+des anderen daags geraakte op de rheede een schip in brand. Byna
+ter zelfder tyd, vertrok de Neger QUACY, die de Propheet, en, om
+zoo te zeggen, de Koning zyner landgenooten was, naar Holland,
+om zyne opwagting te maken by den Prins van Orange, aan wien
+de Colonel FOURGEOUD hem aanbeval. Deeze Neger moest de roem van
+deezen Bevelhebber vermelden, en zig beklagen over den Gouverneur,
+die aan onzen Colonel geen eerbied genoeg betoonde. Ter gelegenheid,
+dat wy toen het tydstip der Zittingen van het Gerechtshof hadden,
+wierd aan een slaaf het been afgezet, om dat hy eenen arbeid,
+die boven zyne kragten was, geweigerd had. Twee anderen wierden
+veroordeeld om opgehangen te worden, om dat zy waren weg geloopen. Het
+heldhaftig gedrag, door één deezer ongelukkigen voor het Hof van
+Justitie gehouden, verdient alhier verhaald te worden.--Hy verzogt
+voor weinige oogenblikken gehoor, het geen hem wierd toegestaan;
+en hy liet zig toen in deezer voegen uit:
+
+"Ik ben in Africa geboren, alwaar ik, mynen Vorst in een gevecht
+verdedigende, ben gevangen genomen, en door myne landgenooten op de
+Kust van Guinée voor slaaf verkocht.--Een van uwlieden, die thans
+myn Rechter is, kocht my; en ik ben door zynen Opzichter zoo deerlyk
+mishandeld, dat ik weg liep, en my by de muitelingen voegde.--Ik zag
+my gedwongen, om hun Opperhoofd BONNY te dienen, wiens dwinglandye
+nog ondraaglyker was, dan die der Europeanen. Een weêrzin in zulk
+eene handelwyze hebbende, besloot ik om het menschdom voor altyd te
+ontvlieden, en in de bosschen rustig te leven. Ik heb aldaar twee
+jaaren byna alleen doorgebragt, in de grootste ongerustheid van geest,
+en myn leven latende voortduuren alleenlyk in de hoop, om myn geliefd
+geslacht, het welk misschien, uit hoofde myner afwezigheid, in myn
+eigen Land van honger verging, nog eenmaal weêr te zien. Twee ellendige
+jaaren waren dan in deeze gesteldheid verloopen, toen de Jagers my
+ontdekten, my gevangen namen, en my voor deeze Rechtbank bragten,
+aan welke ik thans de geschiedenis van myn deerniswaardig leven open
+legge, en slechts de genade verzoek, om aanstaanden Saturdag, of zoo
+dra het mogelyk zyn zal, het vonnis aan my uit te oeffenen".
+
+Deeze aanspraak wierd met eene ongemeene gematigdheid uitgesproken
+door één der schoonste Negers, dien men misschien immer zag. Zyn
+meester, die (zoo als hy te recht opmerkte,) onder het getal van
+zyne Rechters was, gaf hem dit kort antwoord:--"Schelm! alles wat gy
+ons vertelt, doet niets ter zaake. De pynbank zal u in een oogenblik
+de bekentenis van misdaden afperssen, die zoo verachtelyk zyn, als
+gy zelf, of uwe hatelyke medeplichtigen". De Neger, die alle zyne
+aderen van verontwaardiging voelde opzwellen, beantwoordde hem zulks
+op deeze wyze:--"Massera, de tygers in de bosschen hebben onder deeze
+handen (welken hy toen in de hoogte stak) gebeefd; en gy durft my met
+uwe armhartige werktuigen van foltering bedreigen! Neen! Neen! ik
+veracht de pynigingen, welken gy thans kunt uitvinden, even zeer,
+als den laaghartigen, die ze my aandoet". Op deeze woorden boodt hy
+zig zelf ter pyniging aan, en stond de ysselykste folteringen door,
+zonder een enkel woord uit te brengen; vervolgens weigerde hy zelfs
+te spreken, en eindigde zyn leven met de koord.--Maar laaten wy van
+dit naargeestig onderwerp afstappen.
+
+Den 8sten Maart, hield ik het middagmaal by den Colonel FOURGEOUD,
+om aldaar den verjaardag van den Prins van Oranje te vieren. Dien
+zelfden dag gaf de heer REYNSDORP eene maaltyd aan alle de soldaten. De
+Colonel berigtte my, dat de Jagers, in dit oogenblik, by de Wana-kreek
+alleen gelegerd waren; dat de ongezonde post van Devil's Harwar geheel
+en al verlaten was; dat de twee Compagniën van vrywillige Negers,
+die kortlings waren aangeworven, op den weg, die met de Wanica agter
+Paramaribo gemeenschap heeft, eenige muitelingen gevangen genomen,
+en verscheiden anderen gedood hadden. Ik bevond my toen wel beter,
+schoon ik nog niet geheel en al hersteld was; en die zelfde Overste,
+die my voorheen zoo hard behandeld had, hield thans aan, dat ik my
+in de hoofdstad der Volkplanting nog eenigen tyd langer zoude blyven
+ophouden: hy boodt my zelfs verlof aan, om naar Europa te rug te
+keeren, het geen ik stellig weigerde; eindelyk, tegen het midden der
+maand, was ik zoo gezond, als ik in myn geheele leven geweest was. De
+Colonel FOURGEOUD en ik gaven toen dagelyks bezoeken aan vrouwen,
+in wier gezelschap zig niemand hoflyker gedroeg, dan hy, terwyl ik
+van myn kant mynen afkeer dikwils niet bedwingen konde. Zy keeken
+ons aan op eene manier, die haare bedoeling duidelyk te kennen gaf;
+verscheiden zelfs waren in haare gesprekken gantsch niet omzichtig;
+en zekere Mevrouw N. ging zelfs zoo verre, dat zy my, zonder omwegen,
+verzogt, of ik de plaats van haaren man wilde vervullen.
+
+Den 17den, intusschen, vertoonde zig iets aan myn oog, het geen my meer
+bekoorde. By den heer TEXIER, Colonel van 's Compagnies krygsvolk, uit
+eeten gaande, deed ik vooraf eene wandeling in de oranjeboom-bosschen
+en de tuinen van den Gouverneur. Ik ontdekte aldaar wel dra dwars door
+de takken twee vrouwen van de cierlykste gestalte en de schoonste
+gedaante, die zig gebaad hadden. De eene was eene bekoorlyke en
+jonge Samboe-, de andere eene fraaie Qaurteron-Negerin. De trekken der
+laatstgemelde waren zoo regelmatig, en haare gedaante zoo bevallig, dat
+men byna geloofd zoude hebben, dat zy uit Griekenland geboortig was:
+haare roosenkleurige verwe was gelyk aan die, waar van het boschjen
+glinsterde. [26] Beide wandelden zy, elkander by de hand houdende, en
+praatten al lachende, in de nabyheid van een bed met bloemen, geplant
+aan den oever eener beek van vlietend en helder water, waar in zy zig
+als Syrenen indompelden, toen zy de bladeren van het geboomte hoorden
+ritselen. Ik liet haar het stil genot der onschuldige vermaken van
+het bad, en ik wagte het eetens-uur af, doorwandelende intusschen
+de beplantingen van boomen, die met vruchten beladen waren, en de
+bloem-tuinen, langs wandeldreeven van schoon rivier-zand. Ik zag in
+deeze tuinen meer Europeesche planten, dan ik dagt, dat 'er onder den
+zonne-keerkring waren, als kruis en munt, venkel, salie, rozemaryn,
+heidens wond-kruid, jasmyn, kruidje roer my niet; granaatboomen,
+rozenboomen, vygenboomen, en zelfs eenige wynstokplanten. De vygen
+waren van eene fraaije karmosyn kleur van buiten en van binnen, en
+de rozen van eene bleeke roode kleur. 'Er waren ook op deeze zelfde
+plaats eenige schoone pyn-appelen, en meloenen, waar van ik iets
+zeggen zal, schoon zy vry algemeen bekend zyn. De Koning van alle
+vruchten, ananas, of pyn-appel genaamd, groeit aan het einde van
+een stam, van eene zee-groene kleur, en agt duimen lengte hebbende,
+die zig uit het midden-punt van een fraay heester-gewas van de zelfde
+kleur verheft, welks langwerpige, effene, puntige, en van zeer harde
+stekels voorziene bladeren, op eenen kleinen afstand van den grond,
+in de rondte geschaard zyn. De gedaante der vrucht is ten naasten by
+die van een pynappel; dezelve is geheel en al met vierkante schubben
+bedekt, en van eene fraaije orange of goud kleur. Eene bos met
+bladeren, naar die der plant gelykende, maar echter veel kleiner,
+geeft 'er eene kroon aan, en in den grond gestoken zynde, koomt
+'er, na verloop van agtien maanden, een andere ananas uit voort. De
+uitgelezene smaak, en de lekkere geur van deeze vruchten, zyn zedert
+byna een halve eeuw zoo bekend, dat ik 'er alleenlyk van spreek uit
+hoofde van derzelver overvloed in Guiana. De verschillende zoorten
+van gewoone ananassen groeien aldaar uit de natuur; en op verscheidene
+Plantagiën dienen zy aan de geringste dieren tot voedzel.
+
+De Muskaat- en Water-Meloenen wassen ook overvloedig in dit Land. De
+eerste is volstrekt rond, van de grootte van een kleine hoed, met
+ribben, en van een buffels kleur, orange en groen. Derzelver vleesch
+is geel, vast, sappig, zacht, en van een lekkere geur.
+
+De Water-meloen is van eene eironde gedaante. Derzelver schil is zeer
+effen, en gedeeltelyk van eene schitterende groene, gedeeltelyk van
+eene bleeke buffels kleur. Het vleesch van deeze meloen is roodachtig,
+van eene waterachtige en zachte zelfstandigheid, van een zeer zoeten
+smaak, van eene uitmuntende geurigheid, en zeer verkoelende. Deeze
+meloenen zyn een zoort van komkommers, en groeien aan het einde van
+zwaare steelen, met breede bladeren, die den grond bedekken. Het is
+merkwaardig, dat de Water-meloen, welke men, zonder eenige schadelyke
+gevolgen, in alle zoorten van ziekten eeten kan, het best word
+voortgeteeld in een droogen en zandachtigen grond.
+
+Omtrent te deezer tyd zond ik eene fraaije verzameling van Surinaamsche
+Kapellen aan den heer REIGERSMAN in Holland. Deeze insecten zyn
+alhier zeer talryk, en zeer verschillende. Verscheide lieden, die
+hun werk maken om dezelven te vangen, scheppen 'er behagen in. Maar
+het denkbeeld, om een enkel levendig insect op een blad papier vast
+te maken, was voor my te weinig bekoorlyk, om ze zelf te gaan vangen.
+
+Ter zelfder tyd wierden de Capitains VAN GEURICK en FREDERIK, vergezeld
+van den Sergeant FOWLER, naar de Oucas- en Sarameca-Negers afgezonden,
+om van hun eenige hulp tegen de muitelingen te verzoeken; zy beloofden
+dezelve, zoo lang de Colonel FOURGEOUD hun geschenken gaf, maar zy
+leverden ze nooit. Eenige andere Officiers bleven steeds by ons,
+zig bezig houdende met by de vrouwen op Paramaribo hunne opwagting
+te maken. Onder dit getal waren de Majoor MEDLAR, en de Capitain
+HAMEL, die beiden onder het Regiment van den Generaal DE SALVE,
+in de Volkplanting de Berbices, gediend hadden; de eerstgemelde was
+bevorens in Pruissischen dienst geweest. Het was voor ons, die nog zoo
+kortlings naar wilden geleeken, geene kleine verandering van staat,
+in dit oogenblik de straaten van deeze hoofdstad te bewandelen,
+als Fransche Marquisen uitgedoscht zynde.
+
+Met den Gouverneur NEPVEU in goede vriendschap zynde, kreeg ik in de
+gedachten, om hem een onbebouwd stuk land in het bosch te verzoeken,
+en dadelyk stond hy my vier honderd akkers toe. By het doen van dit
+onbedacht verzoek had ik niet berekend, hoe veel geld 'er wel noodig
+was, om het hout 'er te doen uithaalen, slaven te koopen, en in alles,
+wat tot zulk eene onderneming verëischt word, te voorzien; maar wanneer
+ik de moeielykheid in aanmerking nam, om iemand te vinden, die met
+my zoude willen zamen doen, en de noodige gelden daar toe bezat,
+bedankte ik om deeze blyk van des Gouverneurs goedheid aan te nemen.
+
+Den 26sten, bevryde ik eene arme Negerin, die een douzyn porcelein
+theegoed gebroken had, van eenige honderde geesselslagen, door het
+zelve te vergoeden. Dien zelfden dag wierd ook eene andere Negerin
+door een Franschman vermoord, die zulk eene scherpe knaging over zyn
+wanbedryf gevoelde, dat hy zig den hals afsneed; een Opzichter, die
+hem behulpzaam geweest was, hing zig zelven op. Na aan den armen Neger,
+wien men, uit kragte van een vonnis, het been had afgezet, een bezoek
+gegeven te hebben, maakte ik my gereed om naar mynen vierden veldtocht
+te vertrekken. Terwyl ik de toebereidzelen daar toe maakte, zag ik zes
+Neger-slaven by my binnen treden, beladen met geschenken, welken my
+myne vrienden zonden, en bestaande in al het beste, het geen Guiana
+voortbrengt. Ik moest het bevel aan de Commewyne op nieuw op my nemen.
+
+
+
+VYF-EN-TWINTIGSTE HOOFTSTUK.
+
+Grappige manier tot het ontdekken van een dief.--Het
+Brom-vogeltje.--Verschillende zoorten van planten.--Manier van
+visschen in Surinamen.--Onderscheidene zoorten van visschen.--Moed
+van eene jonge Negerin.--De Pimpelmees.--De Americaansche Aloë.--De
+Banille-boom.--Huilende Aapen.--Verwonderlyke slimheid der wilde
+Byën.--De krygsbende van den Colonel FOURGEOUD ontfangt andermaal
+bevel, om naar Europa te rug te keeren.--De Guiaansche Nachtuil.
+
+Den 27sten Maart 1776, nam ik op nieuw afscheid van de Stad Paramaribo,
+van JOANNA, en van mynen zoon.
+
+Des morgens van dien dag, zelfs eer dat ik vertrok, wierd een Planter,
+HALBERG genaamd, door eene groote Iguana hevig gestoken, op het
+oogenblik, dat hy myne medgezellen en my noodigde, om ons nog eenige
+dagen langer op te houden, en by eene maaltyd, welke hy tot viering van
+zynen vyf-en-twintig jaarigen trouwdag gaf, tegenwoordig te zyn. Na
+hem ons leed betuigd te hebben over het ongeval, dat hem ontmoette,
+gingen wy in een overdekt vaartuig; en dien zelfden avond kwamen wy
+op de Plantagie Sporks-gift, aan de Matapica-kreek. Capitain MACNEYL
+ontfing ons aldaar, twee dagen lang, op eene zeer gastvrye manier. Ik
+verstikte aldaar echter byna door eene sterke reuk van groene koffy,
+leggende op den vloer van het kamertje, waar in ik myne hangmat
+geplaatst had.
+
+Den 29sten des avonds, en wel zeer laat, kwamen wy op de Plantagie
+Goud-Myn, alwaar wy eenen jongen Neger en eene jonge Negerin vonden,
+die, dicht by elkander, aan een hoogen balk, met een touw, het welk
+aan de duimen van elk hunner was vast gemaakt, waren opgehangen. Dit
+touw was agter om hun rug gebonden, hunne schouders werden 'er
+byna door ontwricht, en het veröorzaakte hun de verschrikkelykste
+folteringen. Ik sneed het oogenblikkelyk af, zonder verlof of omwegen:
+ik zwoer daarënboven, dat ik den schelm van een Opzigter, die zulk
+eene nieuw uitgedachte en afgryselyke strafoeffening had aangedaan,
+vernielen zoude, ten minsten, dat hy my zoude moeten beloven aan deeze
+twee ongelukkigen kwytschelding te verleenen; het geen hy, by geluk,
+aanstonds en in myne tegenwoordigheid deedt.
+
+Den 30sten, even voor dat wy aan de Hoop ontscheepten, vernam ik,
+dat myne Suiker, en het grootste gedeele van myn Rhum weg waren, maar
+ik ontdekte den dief door eene aartige list, waar van ik echter niet
+beweere de uitvinder te zyn. Ik zeide aan zes Negers, die met roeijen
+bezig waren, dat in zes minuten op den neus van hem, die de schuldigste
+was, een veder van een Papegaay zoude groeijen: tevens sprak ik eenige
+woorden uit, die geen zin hadden, en zwaaide twee of drie malen met
+myn sabel, waar na ik my in de hut opsloot. Ik keek aldaar door het
+sleutelgat, en hield een naauwkeurig oog op de roeijers, zonder dat
+zy 'er iets van bemerkten. Spoedig zag ik, dat één van hun, by elken
+slag met de roeyriem, de hand opligte, en aan zyn neus voelde. Ik
+kwam dadelyk weder te voorschyn, en regelrecht naar hem loopende,
+riep ik hem toe:--"Ik zie de veder, schurk! gy zyt de dief."--De arme
+schelm antwoordde my aanstonds:--"Ja, Masera!" Vervolgens, op de kniën
+vallende, bad hy den toovenaar, dat hy hem genade bewyzen wilde. De
+anderen verëenigden zig met hem, en ik schonk deezen bygeloovigen
+schelm, en zyne medeplichtigen vergiffenis, en gaf hun, om dat zy
+my de zaak openhartig bekend hadden, een stuk gezouten ossen-vleesch
+voor hun middagmaal, met een calebas vol rhum en water.
+
+Ik nam dadelyk na myne aankomst op den wachtpost van de Hoop, het
+bevel der Rivier op my, en ik beschouwde my op nieuw als de Vorst
+van de Commewyne. Om eene goede woning te hebben, liet ik een Paleis
+in de hoogte bouwen, naar dat van den Generaal BONNY te Bousy-Cray
+gelykende. Deeze wooning, die byna eene lucht-woning was, was my
+van zeer groot nut. Het grootste gedeelte van het land aan deezen
+post stond, door de overstroomingen, onder water. Het was niets
+meer dan een moeras, zoo weinig acht had men 'er op geslagen, en
+'er was geen voetstap meer van myne oude hut te ontdekken. Ik vond
+de ellendigste soldaten op deeze plaats. Zy waren aldaar byna naakt,
+en hadden tot hunne schoenen verkogt, om zig een maand lang verschen
+voorraad te bezorgen. Ik verzachtte intusschen hunne ellende door
+myne aanzoeken by den Colonel FOURGEOUD, in wiens gunst ik meer en
+meer deelde; en de wachtpost van de Hoop was wel dra een paradys,
+in vergelyking van het geen dezelve was, toen ik 'er kwam.
+
+De jagt was toen, gelyk voorheen, myne dagelyksche bezigheid. Den
+4den bragt ik Pluviers, Roodborsjes, en byna een dozyn Musschen uit
+de zand-woestyn mede.
+
+De Pluviers van Guiana hebben de grootte van een duif. Zy hebben
+vederen van eene donker bruine kleur, met wit doormengd, en met
+dwarsloopende streepen. Men vindt 'er een groot aantal van in
+de verdronkene Savanen, en zy verschaffen een lekker eeten. De
+Roodborsjes zyn een zoort van dikke rood-staarten, en hebben het
+bovenste gedeelte van het lyf van eene donkere kastanje kleur, en al
+het overige van eene bloedkleur. Zy zyn zoo lekker als een leeuwrik,
+en op alle Plantagiën zeer gemeen. De wilde Musschen, die zommigen,
+zoo ik meen, Anacas noemen, zyn lieve diertjes van de gedaante van een
+Papegaay. Hunne vederen zyn volmaakt groen, en zy hebben een witten
+bek en roode oogen. Zy doen veel schade aan de ryst- en koorn-landen,
+en vliegen met eindelooze hoopen over de Plantagiën.
+
+De Brom-vogeltjes plaatsten zig in zulk een groot getal op de
+tamarinde boomen aan de Hoop, dat men ze byna voor zwermen van wespen
+zoude hebben aangezien. De Lieutenant SWELDENS doodde 'er dagelyks
+verscheiden, door kleine erweten of korrels van Indisch koorn met
+een vogelspuit op hen te werpen.
+
+Het Brom-vogeltje (Trochulus, of het Colorietje) is byzonder
+merkwaardig, zoo uit hoofde van deszelfs fraaiheid als kleinte; want
+hy is zoo lang niet als een derde van een menschen vinger; en wanneer
+zyne vederen zyn uitgeplukt, is hy niet veel grooter, dan eene groote
+vlieg. ('Er zyn echter verscheiden zoorten, waar van zommige twee
+maal zoo groot zyn.) De vederen van deezen vogel zyn gekleurd met eene
+sterke weërschyn: in de schaduw, hebben zy eene schitterende en donker
+groene kleur; in de zon, eene bruine en glinsterende purper-kleur,
+met hemels-blaauw gemengd. Zyn kop is verciert met een kleine kuif
+van groene, zwarte en goud-kleurige vederen; zyne staart en vlerken
+zyn van eene helder zwarte kleur; zyn bek, die lang, zwart, en aan
+het einde gebogen is, is niet veel grooter, dan eene spelde. Zyne
+gespleete tong gelykt naar een rooden zyden draad. Zy dient hem, om
+den nectar of het sap der bloemen uit te pompen of uit te trekken,
+geduurende welke verrigting hy als een bye stil staat; en dit sap
+schynt het eenige voedzel van dit vogeltje te zyn. Dikwils maakt hy
+zyn nest op een blad van wilde Ananas, of kruipende Aloë. Dit nest,
+het welk niet veel grooter is, dan een nooten-dop, is byna geheel
+van catoen gemaakt. Het wyfje legt twee eieren, die van de grootte
+van erweten zyn. Mejuffrouw DE MERIAN brengt dezelven tot het getal
+van vier; maar ik verzeker, dat ik 'er nimmer zoo veelen in eenig
+nest gezien, noch ook gehoord heb, dat zy 'er nu en dan in gevonden
+zouden worden. Ik heb getracht twee vogelen van dit zoort op het
+natuurlykst, en met hunne kleine wooning, af te teekenen. Het is my
+niet mogelyk geweest die afteekening volkomener te maken; want de
+beweging hunner vlerken is zoo gezwind, dat men moeite heeft de kleur
+'er van te kunnen onderscheiden. Deeze beweging veröorzaakt het zoort
+van bromming, waar van deeze vogeltjes hunnen naam ontleenen.
+
+'Er was ook in deezen omtrek eene eindelooze meenigte van Aapen. Ik
+zag 'er by de twee honderd op een veld van Suiker-riet, al waar zy
+groote verwoestingen aanrigtten. Deeze doorslepen dieren zetten
+schildwagten uit rondom de plaats, alwaar zy stroopen, om op het
+vernemen van onraad gerucht te maken; en ik ben getuige geweest van
+de oplettenheid en het verstand, waar mede zy, die met die zorge
+belast zyn, zig van dezelve kwyten. Wanneer deeze stroopers eenig
+gevaar vernemen, loopt de geheele bende al springende naar het bosch,
+houdende elk den geroofden buit met de poot vast.
+
+Ik vermaakte my ook met zwemmen. Deeze oeffening gaf my kragten, en
+bragt veel toe tot behoud van eene goede gezondheid. De voordeelen,
+welken men hier door verkrygt, zyn op eene verrukkende wyze afgemaalt,
+door den Schryver der Jaargetyden.
+
+"Het is de gezondste oeffening, en de zoete verkoeling der brandende
+hitte van den zomer. Op die wyze verkrygen de ledematen sterkte, en
+de arm van die Romeinen, die op het overheerde land het bevel voerden,
+leerde vooräf, in zyne jeugd, de water-golven te vermeesteren."
+
+Den 14den, doodde ik een Kayman; maar van deezen tocht in een vaartuig
+te rug komende, viel een pak brieven, my door den Colonel FOURGEOUD
+toegezonden, by ongeluk in het water, en zonk. Eenige Officiers,
+die daags daar aan op de Hoop kwamen, berigtten my echter, welke
+de voorname inhoud deezer brieven was: zy gaven my kennis, dat de
+Overste, besloten hebbende nog eenmaal de bosschen te doorkruissen,
+my last gaf, dat alle manschappen, krygs- en mondbehoeften, welken
+ik niet volstrekt noodig had, de Rivier moesten worden opgezonden;
+dat het Sociëteits krygsvolk, op Oranjeboom post houdende, ook stond
+te vertrekken; en dat de één zig naar Maagdenberg, de ander naar de
+Peréca moest begeven. Ik behield dus slechts twaalf verminkte soldaten
+op de Hoop, en een gelyk getal op Klarenbeek, zonder Heelmeester, noch
+geneesmiddelen. Niettemin deed ik, met zulk een zwak getal manschappen,
+dagelyks de ronde, zoo te land als te water.--De zelfde Officiers gaven
+my ook berigt, dat de Vaandrig VAN HALM was overleden, en dat een schip
+vol zieken gereed lag, om onverwyld naar Holland onder zeil te gaan.
+
+Schoon de Colonel FOURGEOUD steeds te Paramaribo bleef, hield hy
+niettemin, met zeer veel nauwkeurigheid, over alle krygs-verrigtingen
+het toezicht. Dienvolgende gelastte hy, den 23sten, aan eene bende
+van honderd mannen, om het land tusschen Maagdenberg, de Wana-Kreek,
+en de Maroni te gaan onderzoeken; maar zy kwamen wederom, zonder iets
+ontdekt te hebben.
+
+Dewyl het zig liet aanzien, dat ik nog eenigen tyd op den wachtpost
+de Hoop zoude moeten blyven, liet ik myne schapen en gevogelte halen
+van de Plantagie, alwaar ik die had agtergelaten, en ik deed aan den
+heer GOURLY een geschenk van een ram en een schaap, die alle anderen
+van dat zoort in de Volkplanting overtroffen. By de aankomst van deeze
+myne kudde vee, zag ik met genoegen, dat zy merkelyk vermeerderd was.
+
+Den 26sten, bragt één van myne soldaten, my een slang, dien hy gevangen
+had. Dit dier was niet meer dan vier voeten lang, en niet dikker,
+dan de loop van een snaphaan. Bemerkt hebbende, dat hy midden op zyn
+lyf een bult had van de grootte van myn vuist, was ik nieuwsgierig
+om dezelve open te maken, en ik vond een kikvorsch, levendig en in
+zyn geheel, maar waar aan men op den kop en hals een vlak zag, welke
+scheen aan te duiden, dat hy begon te bederven. Ik nam de proef, om
+een touw aan één zyner pooten vast te binden, en hem in het gras aan
+den waterkant te laten, geduurende drie dagen, na verloop van welken
+het arme dier nog in goeden staat scheen te zyn, en ik gaf hem zyne
+vryheid weder.
+
+Den 28sten, gaf ik een bezoek aan THOMAS PALMER, Schildknaap en
+Raad des Konings in Massachufets-Baay, die zig op zyne Plantagie
+Fairfield bevond. Zyne slaven leefden aldaar volmaakt gelukkig en wel
+te vreden, het geen het gevolg was van het verstandig bestuur van den
+eigenaar. Weinige bezittingen van dit zoort, in de West-Indiën, waren
+in eene zoo gelukkige gesteldheid, zoo ten aanzien der bevolking, als
+der vruchtbaarheid. De beminnelyke wellevenheid, waar mede de eigenaar
+deezer Plantagie de vreemdelingen aldaar ontfing, gaf een verheven
+denkbeeld van zyn character, het welk in de geheele Volkplanting ten
+gunstigsten bekend was.
+
+By myne te rug komst op de Hoop, ontfing ik een brief van den
+Bevelhebber, my meldende, dat de Jagers, onder aanvoering van VINSACK,
+verscheiden muitelingen gedood, en 'er elf gevangen genomen hadden:
+maar dat eene andere party van die zelfde Jagers door den vyand was
+verrast geworden, zynde verscheiden van het volk, terwyl zy in hunne
+hangmatten lagen te slapen, gedood.
+
+In eene van deeze schermutselingen betoonde een Neger van de
+muitelingen eene zonderlinge tegenwoordigheid van geest. Een Jager op
+hem hebbende aangelegd, riep deeze Neger hem toe: "Wel hoe! wilt gy
+één van uwe medemakkers dooden?" De Jager, geloovende dat dit waar
+was, antwoordde hem: "Daar bewaare my God voor"! En zyn wapentuig
+nederzettende, kreeg hy dwars door het lyf een kogel, op hem door
+zynen vyand afgeschoten, die dadelyk als een blixemstraal uit het
+gezicht was. De al te lichtgeloovige Jager stierf 'er van. Een der
+gevangenen verhaalde, dat des avonds te vooren een Neger, die wel
+eer van de Plantagie Fauconberg was weggeloopen, op last van BONNY
+was nedergesabeld.
+
+De haven van de Hoop, onderging, den 6den Mey, een zwaaren orkaan,
+verzeld van donder en blixem. Verscheide boomen wierden uit den grond
+gerukt, huizen om ver gesmeeten, en dakken afgeworpen. Myn lucht-paleis
+in tusschen stond, zonder eenig letzel, den storm door. JOANNA met
+mynen zoon den 8sten zynde aangekomen, stelde ik my het zelfde geluk
+voor, als ik in 1774 reeds genoten had. Myn huisgezin, myne kudde, myn
+gevogelte, waren in dit oogenblik verdubbeld. Ik bebouwde daarënboven
+een fraaien tuin; en zoo ik my al in den volsten zin geen Planter
+noemen kon, ik had ten minsten eenig recht, om my een kleinen tuinier
+te noemen.
+
+Den 29sten, waren wy allen by den heer DE GRAAF, op zyne fraaie
+Plantagie Knoppemonbo, aan de Casavinica-Kreek, ter maaltyd. Ik zag
+aldaar planten en wortelen, welken ik nog niet had opgemerkt.--De
+Taijers, voortkomende uit het midden van een groen heestergewas van
+eene meelachtige zelfstandigheid, het welk niet meer dan drie of
+vier voeten hoog is, bladeren voortbrengt, die ongemeen breed zyn,
+en de gedaante van een hart hebben, en waar van de stam naar die
+van den Bananen-boom gelykt. Wanneer de uitwendige bekleedselen van
+deeze plant zyn afgeschild, heeft zy het voorkomen van de ignames of
+aard-appelen, maar is veel aangenaamer om te eeten, en veel fyner. 'Er
+zyn verschillende zoorten van Taijers, en men geeft den voorrang aan
+de kleinste, waar van men op de zelfde wyze gebruik maakt. 'Er werden
+ook, in groote meenigte, op deeze zelfde plaats, waare aardappelen
+gevonden, maar van een minder zoort dan de gemeene aard-appelen in
+Engeland, en alleenlyk voor de Negers dienende.
+
+De Tabaks-plant groeide in deezen tuin. Dezelve heeft bladeren, die
+nederhangen, en vol vezelen zyn, en leeft tien of twaalf jaaren;
+maar zy is van zoo veel geringer caliber, dan de Virginische, dat
+'er zig alleenlyk de Negers van bedienen. Deeze plant ontleent haaren
+naam van het Eiland Tabago, alwaar zy in het jaar 1560. ontdekt wierd.
+
+Men zag hier ook nog een zoort van wilde thee, welke men als zeer
+gezond beschouwt; maar die, naar myn inzien, niet veel beter is dan
+ons kruipend eiloof. Ik vond bovendien aldaar eene groote meenigte
+van Goud-appelen; maar dewyl men die in verscheiden Engelsche tuinen
+aankweekt, behoeve ik 'er geene beschryving van te geven: ik zal alleen
+opmerken, dat de Joden in dit Land 'er ongemeene liefhebbers van zyn,
+en ze by het vleesch koken, in plaats van uijen.
+
+De heester, waar aan de geneeskragtige noot groeit, was ook onder
+de planten in deezen tuin. Dezelve is rank, en tien of twaalf voeten
+hoog. De vrucht bevat een noot, naar een amandel gelykende. Deeze noot
+is zeer goed om te eeten, mits men 'er een dunne en witte schil, die
+'er om zit, af doet; want zonder dat veröorzaakt zy oogenblikkelyk
+de geweldigste braking en buik-ontlasting. Men deedt my ook opmerken
+verscheide zoorten van erweten, boonen en zoortgelyke peulvruchten, en
+onder anderen de Cassia, welker kleine, harde, geele en helderschynende
+zaden besloten zyn in een houte pyp van by de zes duimen lang,
+maar zeer naauw, en welke een zwart vleesch bevat, zoo zoet als
+honig. Men houdt de Cassia voor een uitmuntend ontlastmiddel. Zy
+is in Guiana zeer gemeen, en word aldaar genaamd Zoete Boontjes
+en Cotiaan. Een ander zoort van heester-gewas in dit Land, draagt
+den naam van Zeven-jaars Boontjes, om dat het zeven jaaren bloeit,
+alvorens eenige vrucht voort te brengen. Het boompje, genaamd Snaky
+wiry-wiry, wierd ook op deeze zelfde plaats gevonden. Men verzekerde
+my, dat het een onfeilbaar middel tegen de koorts was, en ik geloof,
+dat het 't zelfde was met de Serpentaria Virginiana, of Virginische
+Slangekruid. Eindelyk zag ik een plantgewas, genaamd Zeven-bloemen,
+waar van de jonge Negerinnen zig dik wils bedienen, om de vrucht af
+te dry ven. De groene pyn-appelen hebben ook, zoo men zegt, dezelfde
+uitwerking.
+
+Op deeze wyze eenen dag te Knoppemonbo hebbende doorgebragt, welke
+niet alleen tot myn vermaak, maar ook tot myne onderrigting diende,
+namen wy des avonds afscheid van onze vrienden, en keerden, wel te
+vreden, naar de Hoop te rug, in een vaartuig vol met allerleije zoort
+van geschenken, waar onder schoone Cocos-noten waren, welken één
+der slaven in onze tegenwoordigheid plukte, na met eene ongemeene
+gezwindheid den boom te zyn opgeklauterd, en aldaar een gevecht
+te hebben doorgestaan tegen een zwarten slang, dien hy met zyn mes
+overwon, en voor onze voeten dood deedt nedervallen.
+
+De slaven van de Hoop en Fauconberg betoonden hunne achting voor
+JOANNA en haaren zoon, door aan haar gevogelte, wild, visch, eijeren
+en vruchten aan te bieden. De heer PALMER gaf ons eene groote meenigte
+Indisch koorn tot voedzel voor ons gevogelte. Alles scheen dus tot
+myn geluk mede te loopen, het welk echter merkelyk veranderde, toen
+ik, den 18den, de tyding ontfing van het verlies van mynen vriend,
+den heer WALTER KENNEDY, die korten tyd na zyne te rug komst in
+Holland overleedt.
+
+Om het leed, my door deeze gebeurtenis veroorzaakt, te verzetten,
+gaf ik een kort bezoek aan den heer DE CACHELIEU, op zyne Plantagie
+Egmond. Ik vond aldaar, onder meer andere lieden, eenen Planter,
+een Italiaan van geboorte, die maar één arm had. Deeze man zat
+naast my aan de tafel; en zonder dat hy eenige de minste uitdaging
+van myne zyde konde bybrengen, nam hy een mes, en stak naar my van
+agteren, tot groote verwondering van alle de dischgenooten. Den steek
+gelukkiglyk hebbende afgekeerd, door hem den elleboog op te ligten,
+het geen maakte, dat de punt van het mes over myn schouder heen ging,
+stond ik oogenblikkelyk op, en ik zoude hem daar ter plaatse vermoord
+hebben, zoo men my niet had tegen gehouden. Ik bood hem toen aan
+met my te vechten, met zoodanig wapen, als hy verkiezen mogt, en
+met éénen arm; maar de lafhartige zulks geweigerd hebbende, wierd hy
+uit het gezelschap verjaagd, en naar zyne Plantagie, Hazard genaamd,
+te rug gezonden.
+
+Deeze schelm was zoo geweldadig, dat hy korten tyd te voren eene
+Negerin, die agt maanden zwanger was, had laten geesselen, tot dat haar
+de darmen uit het lyf kwamen, om dat zy een glas gebroken had. Een
+van zyne mans slaven, die zyne gramschap poogde te ontwyken, wierd
+door hem op staande voet om 't leven gebragt. Hy had 'er geen één,
+wien het lichaam van het hoofd tot de voeten niet was van één gereten,
+door de meenigvuldige kastydingen, welken hy hun deedt ondergaan.
+
+Dewyl de Colonel FOURGEOUD my eene versterking van soldaten, benevens
+een Heelmeester en geneesmiddelen, gezonden had, kreeg de wachtpost
+van de Hoop een geheel ander voorkomen: vergenoegdheid en gezondheid
+vertoonden zig aldaar wel dra op aller aangezichten. Ik zette vooral
+de soldaten aan om visch te vangen, die alhier in grooten overvloed
+was; en de Negers leerden hun de manier om dit te doen, het zy met
+den haak, het zy met de mand. De eerste bestaat daar in, dat men een
+buigbaaren en sterken stok in den grond steekt, en aan deszelfs einde
+eene dubbele lyn vast maakt, welkers kortste gedeelte aan een stokjen
+van tien duimen lengte gehecht is; het andere insgelyks aan een stok
+van dezelfde lengte, maar veel lager vallende. Aan het einde van de
+tweede lyn haakt men een kleinen visch aan de vinnen, latende hem de
+mogelykheid van te zwemmen, en zorg dragende, dat hy aan een grooter
+zoort van visch tot aas kan dienen; vervolgens steekt men nog twee
+andere stokken in den grond, maar zoodanig, dat zy boven het water
+uitsteken; men hecht dezelven te zamen door een anderen stok, die
+zoo lang niet is, en aan het geheel de gedaante van een galg geeft,
+boven welke de buigbaare stok door middel van deszelfs dubbele lyn en
+kleinere stokken wordt heen getrokken, maar echter zoo gemakkelyk,
+dat op de minste beweging, de geheele toestel uit elkander geraakt;
+en deeze buigbaare stok zig dan van zelf opheffende, hangt de visch,
+die met het aas gevangen is, aan een haak in de hoogte.
+
+De tweede manier, Mansoa genaamd, gelykt veel naar de voorgaande. Men
+werpt eene kleine biezen mand, die als een broodsuiker gemaakt is, in
+het water, aan welkers punt men den buigbaaren stok vast maakt, terwyl
+het ander einde even als een val open blyft, wordende het geheel door
+een gespleten stuk hout in een rechten stand gehouden. Men doet ook
+een kleinen visch in deeze mand; en zoo dra dezelve door een grooter
+visch is ingeslokt, sluit de val of ingang van de mand zig agter
+hem toe. Dit zoort van vischvangst verschilt daar in van de andere,
+dat men geen haak noodig heeft. Deeze oordeelkundige manieren kunnen
+een denkbeeld geven van de slimheid der Negers. Dezelve zyn daarom te
+nuttiger, dewyl zy geen tyd doen verliezen, en men des anderen daags
+den visch gevangen vindt; zynde doorgaans de Newmara of Barracota,
+van welken ik reeds gesproken heb.
+
+Onder de onderscheidene visschen, welken ik hier heb zien vangen, vind
+men de Siliba, die klein is, van eene eyronde gedaante, en gespikkeld
+als een ananas; de Sokay, die lekker en zeer dik is; de Torro-torro,
+en nog een genaamd de Tarpoen: de eerste is drie voeten lang, en de
+tweede, die wit is, omtrent twee voeten, zes duimen.
+
+Den 26sten, zag ik eene jonge Negerin, Clardina genaamd, wier moed,
+kragt, en gezwindheid ik zeer bewonderde. Een hart, zig van zyne troep
+hebbende afgezonderd, liep den weg op; deeze vrouw greep hem aan een
+agterpoot, in het midden van zynen loop; maar hem niet kunnende doen
+stil staan, liet zy zig een zeer groot einde van den weg voortslepen,
+en raakte haaren buit niet kwyt, dan na het bekomen van eene zwaare
+wonde.
+
+De post van de Hoop verschafte toen een aangenaam verblyf. De grond
+was 'er volmaakt vast, en doorsneden met canalen, waar in by hooge
+vloeden het water kwam. De heggen, die de tuinen en velden omheinden,
+waren wel onderhouden, en bragten vrugten en groenten van allerleije
+zoort voort, die ons tot levensmiddelen dienden. De huizen en bruggen
+waren weder in orde gemaakt. Ik moedigde de soldaten aan, en beval
+hun de grootste zindelykheid. Mitsdien had ik geen enkelen zieken,
+onder vyftig manschappen, waar uit myne krygsbende bestond, op een
+plaats, alwaar bevorens de land of zee-scheurbuik, en alle kwalen, die
+door luiheid, morssigheid en ellende veröorzaakt worden, de grootste
+verwoestingen hadden aangerecht. Van de zoo even vermelde twee zoorten
+van scheurbuik, bedekte de eerste het geheele lyf met puistjes,
+en de tweede deedt voornamelyk het tandvleesch en de tanden aan.
+
+Ik genoot toen het volmaaktste genoegen, en de volkomenste gezondheid,
+terwyl de meeste myner reisgenooten of gestorven, of naar Europa
+vertrokken waren: 'er was toen geen enkel Officier in rang boven my,
+uitgenomen de geenen, die zedert lang aan het luchtgestel van Guiana
+gewend waren.
+
+Maar laten wy naar mynen tuin te rug keeren.--Dezelve verschafte
+my thans wortelen, kool, uijen, komkommers, latouw, radys, pry,
+waterkers, enz. alles even goed als in Europa. 'Er was ook zuuring
+van tweederleije zoort, gemeene en roode; de laatste groeit aan een
+boompjen. Bloemen ontbraken my al mede niet; ik had verschillende
+zoorten van Jasmyn. De meest geächte is een klein boompje, welkers
+bloemen van eene bleek roode kleur zyn, maar fraay, en van eene
+aangenaame geur; het heeft dikke, glinsterende bladeren, die vol
+van een melkachtig sap zyn. Een zoort van kruidje roer my niet,
+Shanne-shanne genaamd, vercierde mede deezen tuin; het geleek naar de
+slaapende plant, aldus genoemd, om dat derzelver bladeren, by paaren
+geplaatst, zig by het ondergaan der zon toesluiten, en dat de twee
+'er dan slechts één schynen uit te maken; maar zoo dra dit hemellicht
+opkoomt, scheiden zy zig van één, en vertoonen zig onder hunne dubbele
+gedaante. Deeze gewassen waren tusschen myne heggen verspreid, en ik
+kweekte bovendien granaat-boomen en Indische rozen-boomen [27] aan,
+die dagelyks bloeijen. Eenige roode leliën, wier bladen glad, en van
+eene zeer schitterende groene kleur zyn, omzoomden myne grachten:
+zy groeien natuurlyk in de zand-woestynen.
+
+In deezen gelukkigen staat, ontfingen wy het bezoek van verscheiden
+lieden, en vooral van Mevrouw Z......, vergezeld door haaren broeder,
+en door nog een ander, SCHADTS genaamd, die alle drie uit Holland
+kwamen. Deeze vrouw wierd gehouden voor eene der schoonste vrouwen van
+Europa, en te gelyk allerbekwaamst. Zy sprak verscheidene talen; in
+de zang- en schilder-kunst muntte zy uit; zy danste met bevalligheid,
+en reedt volmaakt te paard; zy kon met het geweer omgaan, en ging ter
+jagt, enz. Haar in alle zoorten van oeffeningen willende onderricht
+zien, bood ik haar aan om haar te leeren zwemmen, het geen zy gepast
+oordeelde, om met een glimlach te weigeren.
+
+De soldaten en Negers, die onder myn bevel stonden, en onder welken
+de grootste eendracht heerschte, scheenen op dit oogenblik volmaakt
+gelukkig. Ik zette de jonge lieden aan, om zig des avonds te vermaken,
+en aan de in jaaren meer gevorderden schonk ik eenige glazen rhum uit.
+
+Te midden echter van dit vrolyk leven, gaf ik eenen geheimen last,
+om vuur te geven, en alarm te slaan, als of de vyand op de Plantagie
+was. Ik had toen het genoegen te zien, dat alle de soldaten hunne
+wapenen opvatteden, en met veel orde en onverschrokkenheid zig by
+elkander verzamelden. Ik besloot vooral van deezen list gebruik te
+maken, om dat men my berigt had, dat de muitelingen het oogmerk hadden
+aan de Commewyne een bezoek te geven.
+
+Onäangezien al het vermelde nopens onzen voorspoed, ondervonden wy
+wel dra, dat 'er niets volmaakt, nog duurzaam op de weereld is. Het
+saisoen van droogte eensklaps hebbende opgehouden, sleepten de ziekten
+verscheiden van ons volk in het graf; en 'er stierven dagelyks tien
+of twaalf op de legerplaats te Maagdenberg en aan de Java-Kreek.
+
+Den 3den, verloor ik mynen Vaandrig CABANUS. Zyn dood deedt my zeer
+leed. Hy had zyne aanstelling op myn verzoek verkregen, en bezat
+eenen uitmuntenden inborst.
+
+Den 4den Juny, verbrak de hooge vloed onze sluizen, terwyl wy op de
+gezondheid van den Koning dronken, en de geheele wachtpost geraakte
+daar door onder water, het geen eene groote verwarring veröorzaakte. In
+deezen deerniswaardigen toestand, weigerde de Opzichter van de Hoop,
+genaamd BLENDERMAN, my het toebrengen van de minste hulp, en daar
+op volgde zulk een hevig geschil tusschen ons, dat hy tot zyn geluk
+het hazenpad koos, en de Plantagie verliet. Nooit kwam ik ten einde,
+indien ik alle de trekken van onbeschoftheid van deeze schelmen,
+die grootendeels het uitschot van hun Land zyn, of Duitschers, aan
+den Corporaals-stok gewoon, wilde opnoemen.
+
+Den 7den, ging ik myne opwagting maken by den heer MORIN, Bestuurder
+van de Plantagie de Hoop, en zig bevindende op een stuk land, dat
+kortlings aangelegd, en aan de andere zyde der Rivier gelegen was,
+ten einde hem recht te vragen tegen den onbeschoften Opzigter, die
+by hem was. Maar de laaghartigheid van den laatstgemelden gelyk
+staande met zyne onbeschaamdheid en wreedheid, gaf hy alles toe,
+wat ik vorderde, en beloofde zelfs de sluizen te doen herstellen.
+
+Op zekeren dag op deeze nieuwe velden, alwaar men reeds een zeer fraai
+huis gebouwd had, wandelende, merkte ik eenige schoone vogelen op,
+waar onder was de Pimpelmees. Ik had hem reeds voorlang behooren te
+beschryven, gelyk nog een anderen, wiens naam my onbekend is, om dat
+ik 'er gelegenheid toe gehad heb, toen ik myn verblyf op Maagdenberg
+verhaalde; maar ik heb ze toen alleenlyk afgeteekend. De Pimpelmees
+gelykt, wat de gedaante van zyn lyf belangt, ten naasten by naar
+een Lyster. Zyne vederen zyn van eene fraaie kaneel-kleur, tusschen
+bruin en geel gemengd; maar aan de stuit is hy geheel en al van de
+laatstgemelde kleur. Eene kuif van kleine vederen, van dezelfde kleur
+als het lyf, bedekt hem den kop, zyn staart is lang en zwart, zyn bek
+recht, schraal, spits, en van eene zee-groene kleur. Zyne pooten en
+oogäppels zyn ook van dezelfde groene kleur, en onder de laatstgemelden
+ziet men van wederzyden twee vlakken van eene schoone karmosyn-kleur.
+
+De andere vogel, wiens naam ik niet weet, maar dien de Negers echter
+Woudo-lousso fowlo noemen, om dat hy zig met houtluizen voedt,
+is grooter dan de eerste, en van ongemeene schitterende vederen
+voorzien. Zyn kop en het bovenste gedeelte van zyn lyf zyn van eene
+schoone grasgroene kleur; zyn borst en buik van een karmosyn-kleur,
+en door eene aschgraauwe streep afgescheiden. Hy heeft een lange en
+ligt blaauwe staart. De slagvederen van elk zyner vlerken, waar van de
+plooy van het groen van het lyf door eene andere aschgraauwe en zeer
+breede streep schynt afgescheiden te zyn, hebben dezelfde kleur als
+de staart. Zyn bek is geel en gekromd, en met eene meenigte kleine
+zwarte vederen bedekt, even als de omtrek van het oog, welks appel
+eene bloedkleur heeft. Ik zag ook eenige Gallinas of Guineesche
+hoenderen, alhier Tokay genaamd, en die overvloedig bekend zynde,
+geene beschryving behoeven.
+
+Onder de planten, welken ik op deeze zelfde plaats vond, merkte ik
+de Americaansche Aloë op, welkers stam een half voet dik en twintig
+voeten hoog was. Deeze stam, die altyd groen is, is vol met merg,
+en voorzien van zeer spitse bladeren, welke aan den top in grootte
+verminderen. Die aan den voet des booms zyn zeer talryk, lang en breed,
+puntig, getand, en van zeer scherpe stekels voorzien. Boven aan den
+stam groeit een hoop bloemen, waar van de steel het zaad, of de kiem
+van de aanstaande Aloë bevat, welke in den tyd van twee maanden tot
+den staat van volkomenheid koomt, zonder dat dit ooit faalt.
+
+Aan de zyde der bosschen, die ons omringden, zag ik ook de
+Banille-Boom, eene plant, die door middel van haare kronkelende ranken,
+zig, even als het eiloof, aan den stam der boomen vasthecht. Deszelfs
+bladeren zyn ongemeen dik, en van eene donker groene kleur. Zyne vrucht
+bestaat in eene driehoekige peul van zes of agt duimen lengte, en vol
+met gladde zaadjes, Deeze peulen, welken men in één agter-middag in de
+zon laat droogen, worden bruin, hebben eene uitmuntende specery-reuk,
+en een aangenaamen smaak, het geen de reden is, dat men 'er zig van
+bedient, om aan de chocolaad een geur te geven. 'Er zyn verscheiden
+zoorten van Banille-boomen, maar de meest geachte heeft lange en
+dunne peulen. De Negers vertoonden my ook een klein zoetachtig zaad,
+het welk zy bongora noemen.
+
+By myne te rug komst aan de Hoop, ontmoete ik COJO, den oom van JOANNA,
+die my een huilenden Aap bragt, door hem gedood. De Aapen van dit
+zoort hebben de grootte van een kleine steendogge. Zy hebben een
+baard, lange en roode hairen, en over 't geheel zyn zy uittermaten
+leelyk. Maar het geen hen voornamelyk van andere Aapen onderscheidt,
+is het ysselyk gehuil, het welk talryke hoopen van deeze dieren
+gezamentlyk doen hooren, en op zulk een hoogen toon, dat het op den
+afstand van een myl door de ooren klinkt. De Negers verzekerden my,
+dat zy doorgaans, dag en nacht, by hoog water, het welk zy door eene
+aangeborene neiging weten, deeze wanluidende gezangen herhalen.--Van
+zoodanig een verstand der dieren sprekende, kan ik niet nalaten het
+volgende aller zonderlingst geval te vermelden; ik zal vervolgens
+tot het geschiedkundig gedeelte van myn verhaal te rug keeren.
+
+Ik ontfing, den 16den, een bezoek van één myner buuren, wien ik
+myn trap deed opklimmen; maar hy had nog naauwlyks den voet in myne
+lucht-woning gezet, of hy sprong van boven naar beneden, schreeuwende
+van de verschrikkelykste pynen; en hy dompelde zig dadelyk in de
+Rivier, met het hoofd vooruit. Boven my heen kykende, ontdekte ik wel
+dra, dat dit voorval veroorzaakt was door een zeer groot nest van wilde
+byën, of wassy-wassy, het welk zig geplaatst had in het rieten dak,
+recht boven myn hoofd, wanneer ik in myne kamer intrad. Ik liep dus
+ook op myn beurt weg, en gelastte de slaven, om dit nest onverwyld
+uit te roeijen. Zy gongen aan het werk, toen een oude Neger hen
+tegenhield, en zig onderwierp tot het ondergaan van alle straffen,
+die ik hem wilde aandoen, indien eene enkele van deeze byën my ooit
+of ooit steken zoude. "Massera, zeide hy my, deeze dieren zouden u
+reeds lang mishandeld hebben, indien gy hun vreemd geweest waart,
+maar zy zyn uwe huisgenooten; gy hebt hun stilzwygend toegestaan,
+om alhier hunne woonplaats te houden; zy kennen u zekerlyk, en nooit
+zullen zy u, nog de uwen, kwetsen". Ik stemde dadelyk in het voorstel
+van deezen man toe; en hem aan een boom hebbende doen vastbinden,
+gelastte ik QUACO de trap op te klimmen, byna naakt, het geen hy deedt,
+zonder gestoken te worden. Toen waagde ik het om hem te volgen; en ik
+verklaar op myn woord van eer, dat zelfs na aan het nest geschud te
+hebben, waar op de byën 'er al brommende uit vlogen, en rondom myn
+aangezicht heen draaiden, geene derzelver my trachte te steken. Ik
+stelde dus den ouden Neger weder in vryheid, en gaf hem een glas rhum,
+en vyf schellingen, tot zyne belooning. Ik behield vervolgens deeze
+kleine byënkorf, zonder eenig gevaar voor my zelf, en ik maakte 'er
+myne lyfwagt van. Tot myn groot vermaak deeden zy eenige Opzichters,
+welken ik, onder het één of ander voorwendzel, de trap deed opklimmen,
+wanneer ik hunne onrechtvaardigheid en wreedheid straffen wilde,
+verscheiden malen aartige sprongen doen.
+
+Dezelfde Neger verzekerde my, dat 'er voorheen op de Plantagie van
+zynen meester een boom stond, waar op, zoo lang zyn geheugen reikte,
+een gezelschap van vogelen en een zwerm byën genesteld waren, die in
+eene volmaakte eendracht zamen leefden: maar indien eenige vreemde
+vogelen de byën kwamen stooren, verdreven hunne gepluimde bondgenooten
+dezelven aanstonds; zoo ook, wanneer vreemde byën tot in de nesten
+der vogelen durfden doordringen, wierp zig de zwerm, die aldaar
+t'huis hoorde, op de aanvallers, en doodde dezelven. De eigenaar
+der Plantagie en zyn geheele huisgezin, hadden zulk een eerbied voor
+deeze maatschappye, dat zy den boom als heilig beschouwden en niet
+gedoogden, dat men dien om ver hakte. Dienvolgende viel hy eindelyk
+van ouderdom om ver.
+
+Den 22sten, kwamen eenige manschappen van Rietwyk aan de Peréca aan,
+en berigtten my, dat een gedeelte van ons krygsvolk aan de Java-Kreek
+was te rug gekomen, na tot by Vrydenburg aan de Maroni geweest te
+zyn; dat zy, gezamentlyk met de Jagers, geduurende deezen veldtocht,
+verscheiden bezaayde landen, aan de muitelingen toebehoorende,
+verwoest hadden; en dat deeze zelfde Jagers, uit hoofde van hunne
+byzondere diensten, van de Compagnie nieuwe wapenen ontfangen hadden,
+als mede eene monteering, bestaande in een groen buisje, zynde dit het
+eerste, het welk zy gedragen hadden. Ik vernam ook, te gelyker tyd,
+dat de genen, die aan de Oucas- en Sarameca-Negers gezonden waren, na
+eene nuttelooze reize waren te rug gekomen; want deeze beide volken
+wilden ons met geene hulp bystaan. Ingevolge van deeze weigering,
+nam de Colonel FOURGEOUD, die zig eindelyk afgemat gevoelde, en zyn
+volk door het vernielen van het grootste gedeelte van de bezittingen
+der muitelingen had uitgeput, het besluit om deezen tocht te staken;
+maar vooraf gaf hy van dit zyn besluit kennis aan zyne Doorluchtige
+Hoogheid den Prins van Orange.
+
+Den 23sten, ontfing ik stelligen last, om my tot myn vertrek gereed
+te houden tegen den 15den July, met al het volk, het welk onder myn
+bevel stond, vervolgens de Commewyne te verlaten, en naar Paramaribo
+af te zakken, alwaar schepen gereed lagen, om ons naar Holland over
+te voeren. Ik las oogenblikkelyk dit bevel aan alle myne soldaten
+voor, die het met vervoering van vreugde, en driewerf herhaalde
+toejuichingen, aanhoorden.--Maar ik zuchtte 'er over. Myne geliefde
+JOANNA en myn zoon waren beiden toen zeer ziek, de eerste had de
+koorts, de ander was door struiptrekkingen aangetast, en men wanhoopte
+aan hun leven. Om myne ellende ten hoogsten top te brengen, indien men
+de kwaalen van het lichaam met die der ziele gelyk kan stellen, trapte
+ik ter zelfder tyd op een spyker, die vry diep in den voet indrong.
+
+In deeze smartelyke gesteldheid, kwam de Nacht-uil van Guiana ons
+regelmatig zyn nacht-bezoek geven. Hy kwam zelfs in myne kamer, en liet
+aldaar zyn naar geluid hooren. Deeze vogel wordt alhier Ourou-coucou
+genoemd, om dat zyn geschreeuw met deeze woorden eenige overëenkomst
+heeft. Hy heeft ten naasten by de grootte van een duif. Zyn bek is
+geel en gekromd even als die van een valk; hy heeft een gespleten tong;
+zyne oogen zyn ook geel, en zyne ooren zeer zichtbaar. Hy heeft korte,
+sterke pooten met zeer puntige nagels gewapend. De algemeene kleur
+der vederen van deezen Nachtuil is helder bruin, uitgenomen aan den
+hals en aan de buik, die wit zyn, met eenige gryze vlakken daar onder
+gemengd. De Negers, die zeer bygeloovig zyn, stellen algemeen, dat
+de tegenwoordigheid van den Nachtuil een teeken van den dood is. Dit
+vooroordeel is echter verschoonlyk, om dat deeze vogel vermaak vindt
+met zig in een zieken-kamer optehouden; mogelyk wordt hy derwaarts
+gelokt door het licht der lampen, welken men den geheelen nacht brandt,
+of liever door de benaauwde lucht, die hem doet hoopen, aldaar eenigen
+buit aan te treffen,
+
+Eene oude Indiane, aan welke JOANNA kennis hadt, haar te deezer tyd op
+de Hoop een bezoek zynde komen geven, was ik door haare bekwaamheid en
+zorge spoedig geneezen. Maar myn klein huisgezin bleef by aanhoudenheid
+in zulk een ellendigen staat, dat ik besloot haar naar Paramaribo
+te doen vertrekken, eer het te laat mogt zyn. Den 10den zond ik ook
+myne kudde vee en gevogelte naar Fauconberg: ik hield echter twee
+vette schapen, die ik liet slachten, en waar op, mitsgaders op wild
+en visch, ik geduurende twee dagen vier-en-twintig der aanzienlykste
+inwooners uit den omtrek deezer Rivier onthaalde. Myn waarde vriend,
+JACQUES GOURLEY, gaf my, by deeze gelegenheid, wit brood, Spaanschen
+wyn, en vruchten ten geschenke.
+
+Den 13den, gelastte ik aan het krygsvolk, het welk op Klarenbeek
+geplaatst was, alwaar men voor de tweede maal een Hospitaal had
+opgericht, de Rivier af te zakken; en dien zelfden avond kwamen zy
+op de Hoop aan.
+
+Den 14den, kwam een Officier van 's Compagnies krygsvolk my in het
+bevel aan de Rivier aflossen; en van dit oogenblik begonnen zyne
+soldaten den dienst waar te nemen.
+
+Des avonds van dien zelfden dag, nam ik afscheid van de nabestaanden
+van JOANNA, die op de Plantagie Fauconberg woonden. Deeze goede lieden
+omringden my, en betuigden my hun innerlyk leedwezen over myn vertrek;
+en met de traanen in de oogen, baden zy den Hemel my te beschermen,
+en my eene voorspoedige reize te schenken.
+
+Den 15den, verlieten wy eindelyk den wachtpost van de Hoop. Myne
+soldaten gingen des morgens ten tien uuren aan boord van de vaartuigen;
+op den middag deed ik een pistool-schoot, om het anker te doen ligten;
+wy zakten vervolgens de Commewyne af, om op de rheede van Paramaribo
+te komen, en ons van daar naar Europa in te schepen.
+
+
+
+ZES-EN-TWINTIGSTE HOOFTSTUK.
+
+Inscheeping van het krygsvolk.--De Zurzaca, en Sabatille.--De
+Papaija, en de Gember.--Het krygsvolk gelast om te
+ontschepen.--Muiterye.--Onbetamelyk gedrag van een Capitain der
+Oucas-Negers.--Een groot aantal zieken naar Europa gezonden.--Nieuwe
+byzonderheden betrekkelyk de Negers.
+
+Des avonds van den dag van ons vertrek lieten wy het anker vallen by
+de Plantagie Berkshoven, toebehoorende aan dien zelfden heer GOURLEY,
+van wien ik op het einde van het voorige Hooftstuk gesproken heb, en
+by wien ik den nacht doorbragt. Des anderen daags morgens vervolgden
+wy onze reize, en ik nam afscheid van den heer PALMER. Ik bragt den
+avond en den nacht van den 17den met den Capiten MACNEYL door; en den
+18den, liet onze kleine vloot, bestaande uit myne vaartuigen, en de
+genen, die van Maagdenberg en de Cottica kwamen, het anker vallen op
+de rheede van Paramaribo, alwaar het krygsvolk, het welk onder myn
+bevel stond, oogenblikkelyk aan boord ging van de Transport-schepen,
+die ons aldaar reeds wagtten.
+
+Zoo dra zy aan boord waren, ging ik aan wal, om 'er aan den Colonel
+FOURGEOUD bericht van te geven. Vervolgens ging ik JOANNA en myn zoon
+zien, welken ik, tot myne groote blydschap, volmaakt hersteld vond.
+
+Des anderen daags keerde ik naar het schip te rug, om alles tot onze
+reize gereed te maken.
+
+Den 20sten, hield ik het middagmaal by den Colonel FOURGEOUD, op
+wiens tafel ik tot myne verwondering zag opdisschen twee visschen,
+van welken ik nog niets gezegd heb. De één word hier Haddok genoemd,
+en gelykt veel naar onze wyting, schoon een weinig grooter en
+witter van kleur. De andere draagt den naam van Separy, en gelykt
+naar de aschkleurige roch. Op het nageregt zag ik een vrucht, die in
+Surinamen den naam van Zurzaka draagt. Het is dezelfde, zoo ik meen,
+die wy in Engeland noemen Soursap. Dezelve groeit aan een boom van
+middelmatige grootte, waar van de schors grys is, en de bladeren gelyk
+zyn aan die van den oranje-boom, maar aan paaren gerangschikt. De
+vrucht is van eene spits toeloopende gedaante, en zwaarder, dan de
+grootste peer: over het geheel heeft dezelve punten, maar die niet
+steeken. Derzelver vleesch, het welk eene zeer harde schil rondom
+zig heeft, is van eene mergachtige zelfstandigheid, zoo wit als
+melk, van een zeer zoeten smaak met een aangenaam zuur vermengd, en
+zaad-korrels in zig bevattende, even als een groote appel. Men vindt
+ook een ander zoort van Zurzaka, [28] naar hop gelykende, maar die
+van geen gebruik is. Op het zelfde nageregt, hadden wy ook nog eene
+vrucht, Sabatille genaamd, welke aan een zeer zwaaren boom groeit,
+waar van de bladeren gelyk zyn aan die van den Laurier-boom. Deeze
+vrucht heeft de gedaante van eene zeer ronde persik; zy is van eene
+bruine kleur, en met een zeer zacht dons overdekt. Men zoude derzelver
+vleeschachtig gedeelte aanzien voor eene marmelade vol zaadkorrels;
+maar het is zoo zoet en laf, dat veelen het niet eeten kunnen.
+
+Den 21sten, ontfingen wy onze soldye, maar in papieren geld, waar
+op wy een zeer merkelyk verlies leden. Ik ging oogenblikkelyk aan
+Mevrouw GODEFROY een bezoek geven; ik stelde haar al het geld ter
+hand, het welk ik in myn zak had, en niet meer dan veertig ponden
+sterling bedroeg. Deeze uitmuntende vrouw drong by my op nieuw, maar
+vrugteloos aan, dat ik mynen zoon en zyne moeder naar Europa zoude
+mede nemen. JOANNA was onverzettelyk. Zy bleef 'er by van niet te
+willen vertrekken, voor dat haare losprys volkomen was afbetaald. Wy
+hielden ons dus, als wilden wy ons lot met eene volmaakte onderwerping
+dragen; maar het geen wy 'er in ons eigen hart van ondervonden,
+laat zig gemakkelyker begrypen, dan beschryven.
+
+Onze vaandels wierden, den 23sten, in groote plechtigheid aan boord
+gebracht. Het Fort Zelandia echter bewees aan dezelven geene de minste
+eer; men deedt geen enkelen kanon-schoot, en zelfs wierd 'er op de
+vestingwerken geen vlag opgeheist, het geen den Colonel FOURGEOUD
+een onëindigen spyt deedt. Hy moest het echter alleenlyk wyten
+aan zyne eigene achteloosheid; want hy had aan den Gouverneur geen
+behoorlyk bericht van zyn vertrek gegeven. Al het krygstuig en verdere
+goederen wierden ook ingescheept; en een Colonist, VAN HEYST genaamd,
+deedt, op zyne eigene kosten, drie honderd flessen wyn, vruchten,
+en onderscheidene eetbaare waaren, onder de soldaten uitdeelen.
+
+Ik heb te meermalen van de gastvryheid en edelmoedigheid van de
+inwooners deezer Volkplanting gesproken. Ik ondervond 'er in dit
+oogenblik de blyken van, daar ik van myne talryke vrienden, versche en
+ingelegde vruchten tot mynen overtocht ontfing. Onder de laatstgemelden
+vond ik Papaijes, zynde de vruchten van den Papaijen-boom, het wyfje
+namelyk, want het mannetje brengt geene vruchten voort, Deeze boom
+groeit op tot de hoogte van byna twintig voeten. Zyne stam loopt
+recht, is vol merg, en door een gryzen schors omgeven; zyne bladeren
+maken aan den top een zoort van kroon; zy zyn uittermaten breed,
+getand, en bedragen slechts een getal van veertien of zestien. De
+vrucht groeit dicht by den top, en de bloem geeft eene aangenaame
+geur van zig. De Papaije, tot haare volwassenheid gekomen zynde,
+heeft de grootte en gedaante van een water-meloen; maar haar vleesch
+is harder en vaster, en in het begin groen zynde, word zy naderhand
+geel. Het binnenste gedeelte van dit vleesch is sponsachtig, zoet,
+en onëindig vol met korrels. Men snydt deeze vrucht in verscheiden
+stukken, wanneer zy volkomen ryp is; dan laat men ze koken, en zy
+heeft de zelfde smaak als Engelsche raapen; maar men bedient 'er
+zig voornamelyk van, om ze in suiker in te leggen, wanneer ze nog
+jong is, te gelyk met haare bloemen, die zeer geurig en zeer gezond
+zyn. Men had my ook ingelegde Gember gezonden; deeze is de wortel van
+een zoort van riet, het welk nooit hooger groeit, dan twee voeten,
+en waar van de bladen lang, smal en puntig zyn. Deeze wortels zyn
+knobbelachtig, plat gemaakt, klein, en van verschillende gedaanten,
+zeer veel gelykende naar aardäppelen, en ten naasten by van dezelfde
+kleur van binnen, maar vezelachtig, veel zuur in zig bevattende,
+en van een speceryächtigen en zeer heeten smaak. Men weet, dat deeze
+wortel niet alleen eene goede ingelegde fruit verschaft, maar ook in
+verscheiden gevallen een uitmuntend geneesmiddel.
+
+Den 24sten July, toen wy zeilree lagen, gingen wy eindelyk gezamenlyk
+zyne Excellentie, den Gouverneur der Volkplanting, begroeten, die
+ons met de grootste beleefdheid ontfangende, aan onzen Oversten
+te kennen gaf, dat, indien hy dit oogenblik had afgewagt, om zyne
+vaandels aan boord te zenden, hy hun zekerlyk de eere bewezen zoude
+hebben, die hy hun ontegenspreekelyk verschuldigd was. Toen wy in
+het hoofdquartier waren te rug gekomen, zondt hy de gezamentlyke
+Officiers der Compagnie mede plechtig derwaarts; om ons eene gelukkige
+reize te wenschen. In alles wat plechtige wellevendheid betrof, was
+de Gouverneur ontwyffelbaar onzen Colonel ver voor uit; en ik had
+byna een hevigen twist met hem gehad, om dat hy aan zommigen zyner
+gunstelingen iets in het oor had gefluisterd. De Officiers vervoegden
+zig toen by de soldaten, die zedert den 18den waren ingescheept, en
+het deerniswaardig overschot deezer fraaie Zee-krygsbende bevondt
+zig nu eindelyk op een schip, het welk gereed lag, om des anderen
+daags naar Europa te stevenen. De vergenoegdheid blonk op aller
+aangezichten, één alleen uitgezonderd; en niets konde evenaaren aan
+de opgetogenheid van algemeene vreugde, toen men den volgenden morgen
+bevel gaf, om het anker te ligten, en in zee te steken.
+
+Maar het lot had beschooren, dat de levendigste en meest gegronde hoop
+nog eenmaal vervallen zoude. Op het zelfde oogenblik van het vertrek,
+kwam een Schip de Rivier opzeilen. Het zelve bragt brieven mede, waar
+by onze krygsbende gelast wierd, zig weder in de bosschen te begeven,
+en in de Volkplanting te blyven, tot dat zy door nieuw krygsvolk, het
+welk men tot dat einde uit Holland zenden zoude, wierd afgelost. Men
+las vervolgens aan de soldaten, die op het dek van elk schip geschaard
+stonden, de oprechte dankbetuigingen voor van zyne Doorluchtige
+Hoogheid den Prins van Orange, voor den moed en standvastigheid, waar
+mede zy de grootste vermoeijenissen en schroomelykste gevaaren hadden
+doorgestaan. Maar dewyl hier op volgde het bevel om te ontschepen,
+en dien afgryzelyken dienst voort te zetten, bemerkte ik nimmer
+zoo veel neerslagtigheid, zoo veel misnoegen en wanhoop; terwyl ik,
+die tot op dit oogenblik een volmaakt ellendeling was geweest, op
+myn beurt de eenige was, wien de droefheid niet had ter nedergeslagen.
+
+In het midden van dit droevig toneel, gelastte men een driewerf Hoezée,
+het geen de soldaten van één der schepen volstrekt weigerden. De
+Colonel SEYBOURG en ik (by ongeluk) kregen bevel, om hen daar
+toe te noodzaken. Deeze Officier, voor zoo veel hem betrof, deedt
+zulks met den stok in de hoogte, en het pistool in de hand. Zynen
+gramstoorigen en oploopenden inborst kennende, was ik thans voor
+de gevolgen hoogst beducht. Ik sprong oogenblikkelyk in de sloep,
+die op zyde van één der schepen lag; aldaar sprak ik de genen aan,
+die op het dek met het hoofd gebogen stonden, en ik beloofde twintig
+glazen brandewyn voor al het volk, indien zy dit droevig geroep wilden
+aanheffen. Vervolgens op het schip geklommen zynde, gaf ik aan den
+Colonel SEYBOURG bericht, dat alle de soldaten thans bereid waren
+aan zyne bevelen te gehoorzamen. Wy gingen dus weder in de sloep, en
+by ons heengaan, hadden wy het genoegen het driemaal herhaald geroep
+van Hoezée te ontfangen, het welk door de matroozen van goeder harten
+gedaan wierd, waar by zig eenige zee-soldaten voegden, maar op zulk
+een neêrslagtigen toon, dat het my onmogelyk is, zulks te beschryven.
+
+De goedhartigheid van den Prins van Orange bleek echter op eene
+doorslaande manier by deeze gelegenheid, want hy gelastte, dat het geen
+deezen en geenen van het volk aan Artsen en Heelmeesters verschuldigd
+waren, uit de kas betaald zoude worden. Van hoe weinig aanbelang dit
+ook scheen, was dit geene kleinigheid voor verscheiden Officiers, en
+betoonde in zyne Doorluchtige Hoogheid eene oplettendheid, die men by
+de Vorsten niet altyd aantreft. Zy wisten bovendien allen, hoe veel
+deel hy in het leed van zyne soldaten nam; maar hy konde hen daar van
+niet bevryden, zonder het algemeen belang in de waagschaal te stellen.
+
+Zoo al dit tegen-bevel ons volk met droefheid aandeedt, het gaf aan de
+meeste Colonisten een groot vermaak. De voornaamste derzelven hadden,
+eenige dagen te vooren, een verzoek-schrift aan den Colonel FOURGEOUD
+geteekend en aangeboden, waar by zy hem verzogten, "nog eenigen tyd
+met zyn volk te blyven, en het geen hy zoo roemryk begonnen had,
+te volvoeren, door by aanhoudenheid de muitelingen te ontrusten
+en te verstrooijen, het welk hun eindelyk geheel zoude t'onder
+brengen". Zekerlyk had onze krygsbende, gezamentlyk met het krygsvolk
+der Sociëteit en de Jagers, het grootste gedeelte van de bezittingen
+der muitelingen in de Volkplanting vernield, en hen genoodzaakt zoo
+ver heen te vluchten, dat de strooperyen en het wegloopen der slaven
+ongelyk veel zeldzaamer waren, dan by onze komst. Het was ongetwyffeld
+beter van dit middel gebruik te maken, dan eenen schandelyken vrede
+te sluiten, gelyk men met de Oucas- en Saraméca-Negers gedaan had,
+en waarschynlyk ook zoude plaats gehad hebben, indien men ons niet
+naar Guiana gezonden had.
+
+Ik kan niet nalaten, tot bewys van het onbeschaafd character der
+laatstgemelden, een gesprek te verhalen, door my met één van hun
+gehouden, terwyl ons volk, alvorens weder te veld te gaan, zig
+te Paramaribo ophield. By den Capitain MACNEYL, die toen van zyne
+Plantagie in de Stad te rug kwam, ten eeten zynde, kwam een Capitain
+der Oucas-Negers, onze zoogenaamde bondgenooten, aan de vrouw van
+'t huis om geld vragen. Hy was zoo verveelend, dat ik in het Engelsch
+den raad gaf, "hem een glas wyn te geven, en hem weg te zenden". My
+gehoord hebbende, stelde hy my voor buiten te komen, en zyn stok
+met een zilvere knop oplichtende, vroeg hy my: "Of ik de heer van
+'t huis was; en zoo niet, waar ik my dan mede bemoeide"? "Ik ben",
+zeide hy, met eene donderende stem, "Capitain FORTUNE DAGO-SO; en
+indien ik u in myn Land by de Oucas had, ik zoude den grond met uw
+bloed bevochtigen". Ik antwoordde hem, myn sabel trekkende; "Dat myn
+naam STEDMAN was, en dat, indien hy nog eenmaal zulke onbeschaamde
+woorden dorst uitten, ik hem oogenblikkelyk een houw zou geven". Daar
+op kraakte hy met zyne vingers, en verliet ons. Ik was over dit
+voorval zeer te onvreden, en keurde zeer af, dat de Colonel FOURGEOUD
+aan zulke roovers zoo veel achting betoonde. Des avonds, ter maaltyd
+uitgaande, ontmoette ik den zelfden Neger, die eensklaps bleef staan,
+en my zeide: "Massera, gy zyt een man, een braaf man; wildt gy eenig
+geld aan Capitain FORTUNE geven"? Het op een barssen toon aan hem
+geweigerd hebbende, kustte hy my de hand, en vertoonde my zyne tanden,
+tot een blyk van verzoening, zoo hy my zeide; en hy beloofde my, om my
+pistache-nooten ten geschenke te zenden, die echter nooit gekomen zyn.
+
+Schoon ons verblyf in Surinamen eenigen tyd verlengd wierd, konde
+onze dienst aldaar aan de Volkplanting van weinig nut meer zyn. Ons
+getal was byna tot niet versmolten, en hoe zwak het ook was,
+toen wy op nieuw ontscheepten, deedt men, op den 1sten Augustus,
+nog negen Officiers, en meer dan één honderd zestig ongeneeslyke of
+zieke soldaten, naar Holland vertrekken. Ik had toen de koorts, en
+de Colonel gaf my dienvolgende verlof om mede scheep te gaan; maar
+ik weigerde zulks, besloten hebbende, om, zoo mogelyk, het einde van
+deezen tocht te zien. Ik maakte echter van deeze gelegenheid gebruik,
+om eenige geschenken aan myne vrienden in Europa te zenden, bestaande
+in twee fraaije Papegaaijen, in twee Aapen van een zeer merkwaardig
+zoort, in eene voortreffelyke verzameling van fraaije Kapellen,
+in drie kistjens met ingelegde fruiten en vleesch, welken ik aan
+boord van het Schip Paramaribo deed brengen, en aan de zorge van den
+Sergeant FOWLER aanbeval, die ongelukkiglyk één van de zieken was,
+welken men naar Amsterdam zond.
+
+De Majoor MEDLAR, die door vermoeienis ten eenemaal was uitgeput,
+vertrok toen ook naar Holland. Ik nam in zyne afwezigheid zynen post
+waar, en ik wanhoopte niet, om zelf t'eeniger tyd onze krygsbende te
+rug te brengen, indien het getal van onze Officiers dagelyks zoodanig
+verminderde. Onder de geenen, die overbleven, werden 'er egter twee
+gevonden, die moeds genoeg hadden een huwelyk te wagen, en ieder met
+eene Creoolsche weduwe trouwden.
+
+Toen rust en stilte genietende, bekwam ik weder genoegzaame kragten,
+om my, den 10den, naar Mevrouw GODEFROY te begeven, aan wien ik myn
+verlangen te kennen gaf, om ten minsten JOHNNY STEDMAN vry te maken,
+en ik verzogt haar, dat zy, door zig voor de gewoone somme van drie
+honderd ponden sterling by den Raad tot borge te stellen, verklaaren
+wilde, dat hy nimmer tot last van de Volkplanting van Surinamen
+komen zoude. Maar zy weigerde het my stellig, schoon zy geen gevaar
+hoe genaamd te loopen had, en het een niets beduidende zaak was,
+alleenlyk om aan het voorschrift van de wet te voldoen. Ik konde niet
+nalaten daar over myne verwondering te betuigen, die nochtans ophield,
+toen ik vernam, dat deeze vrouw die zelfde gunst aan haaren eigen
+zoon geweigerd had.
+
+Ik kan van de slavernye niet spreken, zonder my eene schuld te
+herinneren, welke ik aan den lezer nog niet heb afgedaan. Ik heb
+reeds eenige byzonderheden opgegeven omtrent de manier, op welke
+de slaven in dit Land verkogt en behandeld worden; maar ik gevoel,
+dat ik nopens dit onderwerp niet uitgebreid genoeg geweest ben, en
+ik verbeelde my voegzaam te zyn, dat ik alle de berichten, welken
+ik omtrent de Negers bekomen heb, mede deele. Ik vleije my zaaken te
+zullen vermelden, waar op men geene aandacht genoeg gevestigd heeft,
+of die tot hier toe slechts onvolkomen zyn verhaald geworden.
+
+Ik begin met de kleur der Negers, en ik houde my verzekerd, zoo als
+ik reeds te vooren heb opgemerkt, dat zy geheel en al moet worden
+toegeschreven aan de brandende luchtstreek, waar in zy leven, en aan
+derzelver verhitten dampkring door die regelmatige winden, die over
+eindelooze zand-woestynen heen waaijen, alvorens zy tot eenig bewoond
+land komen. De Indianen van America, die onder denzelfden graad van
+breedte woonen, ontfangen deeze verkoelde winden in tegendeel door
+den Atlantischen Oceaan, en hebben eene koper-kleur; de inwooners
+van Abyssinië, die dezelven al mede ontfangen, na dat ze door de
+Indische Zee gematigd zyn, hebben geheel en al eene olyf-kleur. Zoo
+ook aan het noordelyk gedeelte van de groote Rivier van Senegal,
+verandert de kleur der huid van zwart tot bruin onder de Mooren,
+gelyk zy aan den zuidkant doet onder de Kaffers en Hottentotten: ik
+ben zelfs van gevoelen, dat de wolachtige hoedanigheid van het hair
+der Negers een uitwerkzel is van die zelfde oorzaak. Ik heb meer dan
+eens de opperhuid der Negers zien ontleden; zy is doorschynend en
+helder, maar tusschen dezelve en de waare huid, vindt men een dunne
+plaat of blad, dat volmaakt zwart is, en door strenge geesselingen
+of door het mes weggenomen zynde, eene kleur doet te voorschyn komen,
+niet minder dan die van de huid van een Europeaan.
+
+Twee blanke Negers wierden in Surinamen, op de Plantagie Vossenberg,
+geboren van ouders, die volmaakt zwart waren. De eerste van dezelven
+was een meisjen, en wierd, in het jaar 1734, naar Parys gezonden;
+de tweede was een jongen, en wierd geboren in 't jaar 1738. In 't
+jaar 1794, heeft men in Engeland eene dergelyke vrouw gezien, genaamd
+EMILIA LEWSAM, wier kinderen, schoon zy met een Europeaan getrouwd
+was, allen Mulatten waren. De huid van diergelyke persoonen is zoo
+wit niet als de onze; zy gelykt naar een kryt-kleur: zoodanig is ook
+de kleur van hunne hairen. Hunne oogen zyn dikwils rood, [29] en zy
+zien naauwlyks in de heldere zonneschyn. Zy zyn tot geenerhande zoort
+van arbeid geschikt; en hunne verstandelyke vermogens beantwoorden
+doorgaans, zoo men my gezegd heeft, aan de zwakheid van hun lichaam.
+
+De uiterlyke gedaante der Africaansche Negers is, van het hoofd tot
+de voeten, verschillende van die der Europeanen, schoon naar myne
+gedachten, en alle vooröordeel ter zyde gesteld, van geene mindere
+hoedanigheid. Hunne uiterlyke trekken, hunne platte neus, hunne
+dikke lippen, hunne bolle wangen, kunnen ons mismaakt schynen; en
+echter onder hen geheel anders beschouwd worden. Wy zyn genoodzaakt
+hunne zwarte en schitterende oogen, hunne witte reijen tanden
+te bewonderen. Een der voordeelen van de lichaams gesteldheid der
+Negers bestaat daar in, dat men onder hen nooit een kwynend en bleek
+persoon ziet, gelyk men zoo dikwils in Europa ontmoet. De rimpels, en
+andere gevolgen van den ouderdom, zyn by hen ook zoo zichtbaar niet,
+schoon ik echter toestemme, dat wanneer een Neger ernstig ziek is,
+zyne zwarte kleur eene aller onaangenaamste bleeke olyf-kleur bekoomt.
+
+De Negers zyn zekerlyk meer dan wy geschikt tot oeffeningen, tot
+welken kracht van lichaam en knaphandigheid noodig is. Over het
+algemeen wel gespierd en sterk van romp zynde, zyn hunne uiterlyke
+ledematen fyner. Hunne borst is zeer schoon, maar zy hebben naauwe
+heupen. Hunne dyen zyn dik en sterk; zoo ook hunne armen, boven den
+elleboog; maar de gewrichten van hunne hand, en het onderste gedeelte
+van hunne beenen zyn zeer langwerpig. Derzelver krom gebogene gedaante
+moet men toeschryven aan de manier, op welke de moeder haar kind op
+den rug draagt. Zy verwydert de beenen des kinds van elkander, zo dat
+dezelve tegen haar midden drukken, het geen dit zoort van mismaaktheid
+veröorzaakt, waar mede het kind niet geboren is: bovendien leert
+zy aan het zelve het loopen niet, zy laat het in het zand en gras
+kruipen, en het staat niet over einde, dan wanneer het 'er kracht en
+lust toe heeft, het geen spoedig gebeurt. De houding der voeten wordt
+echter door deeze gewoonte zeer verwaarloosd, maar door middel van
+lichaams-oeffening en dagelyksche baden, verkrygt het kind die kragt
+en vaardigheid, welken alle de Negers in den hoogsten graad bezitten.
+
+Zy hebben nog eene andere gewoonte, die, naar hunne gedachten, zeer
+veel tot bevordering van hunne sterkte en gezondheid toebrengt. In de
+twee eerste jaaren, dat de moeder haar kind zoogt, doet zy het zelve
+dikwils eene groote meenigte water inzwelgen, waar na zy het twee malen
+daags zeer sterk schudt: zy neemt het ook by een been of by een arm,
+en wascht deszelfs huid in de Rivier af. De meisjens worden op dezelfde
+wyze als de jongens opgevoed. Tot eenen zekeren ouderdom gekomen zynde,
+behoeven zy voor de mannen niet onder te doen, dan in grootte; zommige
+zelfs winnen het hun af, in het loopen, in het vechten met de vuist,
+in het danssen, in het zwemmen, en in het klauteren tot boven in de
+boomen. Op die wyze kan men, door eene geschikte opvoeding, een stam
+van Amazonen vormen.
+
+Deeze sterk gespierde meisjens van de gezengde luchtstreek zyn
+merkwaardig door haare vruchtbaarheid. Ik heb eene slavin gekend,
+Esperanza genaamd, en tot de Plantagie van den heer DE GRAAF
+behoorende, die in drie jaaren en in drie kramen negen kinderen had
+ter weereld gebragt: de eerste keer vier; de tweede twee, en de derde
+drie. De Negerinnen baaren haare kinderen zonder moeite, en, even
+als de Indiaansche vrouwen, hernemen zy haare dagelyksche bezigheden
+op den dag van haare bevalling zelven. Geduurende de eerste week, zyn
+haare kinderen volstrekt als die van de Europeanen, uitgenomen echter,
+dat men in de jongetjens eene zwartächtige vlak op zeker deel van het
+lichaam ziet, waar na het in 't kort geheel en al van dezelfde kleur
+wordt. De meisjens komen vroegtydig tot jaaren van huwbaarheid, maar
+het is met haar, als met de vruchten van deeze luchtstreek, zy vallen
+schielyk af. Verscheiden Negers bereiken nogtans eenen hoogen ouderdom:
+ik heb 'er één of twee gezien, die meer dan honderd jaren oud waren;
+en de Londonsche Kronyk van den 5den October 1780 maakt melding van
+eene Negerin, LOUISA TRUXO genaamd, die toen te Cordua du Tucunna,
+in Zuid-America, leefde, en honderd vyf-en-zeventig jaaren oud was.
+
+Vindt men in de sterf-lysten één enkelen Europeaan, die zulk een
+hoogen ouderdom bereikt had? En deeze vrouw had waarschynlyk, even
+als de andere slavinnen, haare jeugd in moeielyken arbeid doorgebragt.
+
+Ik heb in het gestel der Negers deeze byzonderheid steeds opgemerkt,
+dat, daar zy geschikt zyn, om zwaaren arbeid in de heetste dagen van
+den zomer te volvoeren, zy niet minder koude en vochtigheid verdragen
+kunnen, beter dan een Europeaan, immers dan ik zelve op onze tochten
+doen konde. Zy slapen den geheelen nacht, naakt in het vochtig gras
+liggende, zonder dat 'er hunne gezondheid iets by lydt, terwyl ik
+zeer gelukkig was, met des morgens by myne hangmat vuur te hebben,
+en onze soldaten van huivering beefden, om dat zy 'er van verstoken
+waren. Honger of dorst, pyn of ziekte, verdragen zy met zoo veel
+lydzaamheid, als moed.
+
+Ik heb hier vooren meer dan twaalf stammen van Negers genoemd, welken
+ik allen kenne door de verschillende teekenen, die de genen, welke tot
+deeze of geene stam behooren, op hun lichaam maken.--By voorbeeld,
+de Coromantyn-Negers, die de meest geachte zyn, hebben drie of vier
+sneden op elke wang.
+
+De Loango-Negers, die het minst in aanzien zyn, onderscheiden zig, door
+verhevene en vierkante beeldtenissen, naar dobbelsteenen gelykende,
+op de armen, in de zyden, en op de dyen, te teekenen. Zy slypen ook
+hunne voortanden puntsgewyze, het geen hen vervaarlyk maakt. Alle hunne
+mannelyke kinderen zyn besneden, ten naasten by als die der Joden.
+
+Onder de spelingen der natuur, behoort men te stellen het maakzel van
+een byzonder zoort van Negers, Accorys, of tweevingerige genaamd, die
+onder de Negers van Saraméca, aan het bovenste gedeelte der Rivier
+van dien naam, woonen. Zy, die dit volk uitmaken, zyn merkwaardig,
+uit hoofde van hunne allermismaaktste voeten en handen; de eerste
+hebben vier zeer lange toonen, en de andere alleenlyk twee vingeren,
+maar die naar de schaaren van een kreeft gelyken, of liever het
+voorkomen hebben, als of zy door eene branding of ander toeval, een
+lidteeken bekomen hadden. Deeze mismaaktheid zoude, wanneer zy zig tot
+een enkel persoon bepaalde, weinig verwondering baaren; maar het is
+ontwyffelbaar een vreemd verschynsel, wanneer men deeze byzonderheid
+in een geheel volk ontmoet. Ik heb twee van deeze Negers gezien,
+maar op eenen te verren afstand, om ze te kunnen afteekenen. Ik
+begeere my dus by deeze gelegenheid niet tot getuige op te werpen;
+ik verhaale alleen, wat my bericht is. De afteekening van een man,
+die voeten en handen van dit maakzel had, is aan de Maatschappy der
+wetenschappen te Haarlem gezonden. Ik heb daarënboven in een oud
+boek over de ontleed- en heel-kunde, aan my door den kundigen OWEN
+CAMBRIDGE van Twickenham bezorgt, een bericht gelezen, waar uit het
+my gegund zy het volgend uittrekzel op te geven.
+
+"In 't jaar 1629, na de zitting van St. Michiël, bragt men van de
+plaats, alwaar de misdadigers ter dood gebragt worden, aan het
+Geneeskundig Collegie, een lyk, tot het doen van ontleedkundige
+vertooningen geschikt; en by toeval nam de bediende van het
+Collegie het lyk van eenen schelm, die den zoon van den heer SCOT,
+een heelmeester van goeden naam, in deeze stad, vermoord had. Zyn
+aangezicht had nog een woest voorkomen behouden. Zyne hairen waren
+zwart, gekruld, niet zeer lang, maar dik, en zwaar in één gevlochten:
+zyn voorhoofd was niet hooger dan een duim. Hy had groote en vooruit
+steekende wenkbrauwen, de oogen in hunne holte diep ingezonken, een
+kromme neus, met een bult of dikte aan de punt, en een weinig in
+de hoogte stekende. Eene zeer zwaare knevel bedekte zyne bovenste
+lip, maar aan de kin had hy slechts eenige harde en zwarte hairen;
+zyne onderste lip was drie maalen dikker dan gewoonlyk: zie daar
+de gedaante van zyn aangezicht. Zyne grootste mismaaktheid echter,
+die in de daad buitengewoon was, vertoonde zig aan zyne voeten,
+die beiden gespleten waren, maar niet op dezelfde manier. De rechte
+voet verdeelde zig in twee toonen, van vier tot vyf duimen lengte,
+even als die van elk ander mensch, maar zoo groot, dat de helft van
+dit gedeelte van den voet hem dragen konde; de nagels waren naar
+evenredigheid. De linke voet was insgelyks in het midden gespleten,
+maar deeze scheiding was ten hoogsten drie duimen lang. De helft
+naar de binnen-zyde had de gedaante van een grooten toon met een
+zeer zwaaren nagel, en gelykende naar die van dezelfde helft, aan
+den rechten voet; de buitenste helft bestond uit twee andere toonen,
+die zeer digt tegen elkander stonden. Ik heb gepast geöordeeld het
+gedrochtelyk maaksel van dit mensch te beschryven, na eene naauwkeurige
+beschouwing, in tegenwoordigheid van meer dan duizend lieden gedaan".
+
+Ik weet weinig van de verschillende spraken der Africaansche Negers;
+echter zal ik eenige spreekwoorden van de Coromantyn-Negers,
+opteekenen, welken myn Neger QUACO, tot deeze stam behoorende,
+my heeft opgegeven: ik moet tevens aanmerken, dat de Negers hunne
+woorden zeer schielyk uitspreken, dezelven als uit de keel halende, het
+geen zig niet gemakkelyk op het papier laat beduiden. Zie hier deeze
+spreekwyzen met derzelver vertaaling: "Co fa ansyo, na baramon-bra:
+gaat naar de Rivier, en haal my water".--"My yery, nacomeda my:
+vrouw, ik heb honger".--Dit zy genoeg met opzigt tot de taal der
+Coromantyn-Negers, zoo als men die op de kust van Guinée spreekt.
+
+De taal der Negers in de Volkplanting van Surinamen verstaa ik
+volkomen, want het is een zamenstelzel van 't Hollandsch, Fransch,
+Spaansch, Portugeesch, en vooral van het Engelsch, het welk 'er de
+grondslag van is, en waar van zy veel houden. Ik heb reeds gezegd,
+dat de eerste Europeanen, die deeze Volkplanting bezaten, luiden van
+onze natie waren; van daar koomt het waarschynlyk, dat de Negers zulk
+een byzonderen lust tot hunne taal hebben. In deeze gemengde taal,
+waar van ik reeds eene gedrukte spraakkunst gezien heb, eindigen de
+woorden doorgaans met een klinkletter, even als in de Italiaansche en
+Indiaansche taalen. Zy is zoo aangenaam, zoo welluidend, en zoo zacht,
+dat de Surinaamsche inwooners van den eersten smaak 'er zig meestäl van
+bedienen. Men kan over den aart der uitdrukkingen oordeelen door de
+volgende voorbeelden:--"Goed eeten, wordt uitgedrukt door de woorden
+swyty-mousso.--Buskruid: man sanny.--Ik zal u met al myn hart, en
+zoo lang ik leef, beminnen: my saloby you, lango alla my hatty, so
+langa me lyby.--Een aangenaam verhaal: ananassy tory.--Ik ben zeer
+droefgeestig: me hatty brun.--Leef lang, zoo lang, dat uwe hairen
+wit worden als catoen: leby langa, tay-tay, ta-y you wyry tam wity
+liky caton.--Klein: pyky.--zeer klein: pykinini.--Vaarwel! ik sterf,
+ik ga tot mynen God: adiossoo, cerroboay, my de go dede, me de go
+na my gado". Men kan in deeze taal verscheiden woorden van bedorven
+Engelsch opmerken, welker gebruik men in de hoofdstad begint agter te
+laten, maar die altyd op de afgelegene Plantagiën gebruikt worden:
+by voorbeeld, ik heb eene oude Negerin van de Plantagie Goed-Accord
+aan de Cottica hooren zeggen: "We lobee fo lebee togeddere", om daar
+mede te kennen te geven, wy houden veel van met elkander te leven;
+en om dit zelfde denkbeeld te Paramaribo uit te drukken, zeide men,
+"way louko fortanna marandera".
+
+Het gezang der Negers is, zoo als dat der vogelen, welluidend, maar
+zonder maat. Dikwils voeren zy een zoort van gezang op de volgende wyze
+uit: één van hun geeft eerst een spreuk op, vervolgens zingt hy die,
+en alle de anderen herhalen zulks gezamentlyk; dit afgeloopen zynde,
+geeft men eene andere op, zingt en herhaalt die op dezelfde wyze.
+
+Op die manier zingen de roeijers der vaartuigen, en zy houden 'er
+vooral veel van zulks by maaneschyn te doen. Dit gezang onder hun
+roeijen moedigt hun aan, en men hoort het op een vry verren afstand.
+
+Het is bewezen, dat de Negers, wanneer zy eene goede opvoeding
+ontfangen hebben, voor eene groote kieschheid van het gehoor vatbaar
+zyn, en zig op de dichtkunst kunnen toeleggen. Onder de genen, die
+in dit zoort van letteroeffeningen uitmuntten, behoort men vooral
+te tellen PHILLIS WHEATLYE, een slaaf te Boston, in Nieuw-Engeland,
+die de Latynsche taal leerde, en agt-en-dertig dichtstukken over
+verschillende onderwerpen zamenstelde, die zeer cierlyk zyn, en in
+'t jaar 1773. in 't licht kwamen.
+
+De sentimenteele brieven van Ignace Sancho, een Neger in dienst van den
+Hertog van Montagu, zyn zeer bekend, en zouden de pen van een Europeaan
+niet ontcieren. Wat de gave van het geheugen en van rekenen betreft,
+om te bewyzen, dat de Negers dezelve in den hoogsten graad bezitten,
+zal ik hier een brief bybrengen, door Dr. RUSH uit Philadelphia aan
+één van zyne vrienden te Manchester gezonden.
+
+"Met eenige inwooners van deeze stad reizende, en Maryland
+doorkruissende, zegt de Doctor, hoorden wy spreken van de
+wonderbaarlyke gevatheid in de rekenkunst, waar mede een Neger, THOMAS
+FULLER genaamd, begaafd was; en wy lieten hem by ons komen. Iemand
+van het gezelschap vroeg hem, hoe veele maanden, weken en dagen een
+man van zeventig jaaren oud geleefd had? Hy beantwoordde de vraag in
+anderhalve minuut. Die hem de vraag had voorgesteld, nam de pen op,
+maakte de berekening, en zeide hem, dat hy zig zekerlyk vergist had,
+en dat het door hem opgegeven getal te hoog was. Neen, Massera,
+antwoordde de Neger hem wederom, dit koomt, dat gy vergeten hebt de
+schrikkel-jaaren te berekenen. Wanneer de Americaan vervolgens de
+minuten berekende, welke in deeze getallen begrepen waren, kwam zulks
+juist uit met het getal van FULLER. Die zelfde Neger vermeenigvuldigde,
+by eene andere gelegenheid, uit zyn hoofd, negen cyffergetallen met
+negen andere". Ik heb 'er één gekend, die den Alcoran van buiten
+kende. Welk een vermogen in menschen, die noch lezen, noch schryven
+geleerd hebben! Alle deeze verhaalen zyn met dit al volkomen echt.
+
+By het geen ik omtrent de Godsdienstige gevoelens der Negers heb
+bygebragt, kan ik nog voegen, dat zy het aanzyn van een God vastelyk
+gelooven: in wiens goedheid zy hun vertrouwen stellen, wiens magt
+zy aanbidden, en wien zy een gedeelte van alle hunne levensmiddelen
+opofferen. Zy vreezen den dood niet. Aan de Rivieren Gambie en
+Senegal zyn zy byna allen van den Mahomedaanschen Godsdienst. Maar
+de Godsdienstige leere en plechtigheden der Africanen verschillen
+over het algemeen, even als de bygeloovige en tallooze gebruiken van
+alle de wilden, en zelfs van te veel Europeanen. Opgemerkt hebbende,
+dat zy gewoon waren aan den wilden Catoen-boom offerhanden te doen,
+[30] vroeg ik aan een ouden Neger, waarom men aan denzelven deeze
+eer bewees. "Massera, zeide hy my, zie hier de reden. Dewyl wy
+geen tempel hebben, om onzen Godsdienst in te oeffenen, en deeze
+boom de grootste en schoonste is, die op de kust van Guinée groeit,
+verzamelen zig onze landslieden onder zyne takken, die hen voor de
+hitte der zon en voor den regen beveiligen, om aldaar onzen Gadoman,
+of Priester te hooren prediken. Wy hebben voor dien boom zulk een
+eerbied, dat men dien nooit om ver hakt, om welke reden het ook zy".
+
+'Er is geen volk, het welk meer bygeloovigheid heeft, dan
+de Negers. Hunne Locomen, of zoogenaamde Propheten, vinden 'er
+hun belang by, met dezelve aan te zetten. Zy verkoopen hun, gelyk
+ik reeds gezegd heb, hunne obias, of tooverbanden, en trekken 'er
+groot voordeel van. De Negers hebben ook een zoort van Sybillen, die
+Godspraken uitgeven. Deeze statige vrouwen danssen in het rond te
+midden van een talryk gezelschap, en met eene groote vlugheid, tot
+dat haar het schuim op den mond staat, en dat zy in stuiptrekkingen
+vervallen. Al wat zy in deezen aanval gelasten, moet door de omstaande
+meenigte heiliglyk worden naargekomen. Deeze magt maakt haar zeer
+gevaarlyk; want dikwils gelasten zy aan de slaven, om hunne meesters
+te vermoorden, of van de Plantagiën weg te loopen, en in de bosschen
+de wyk te nemen. Deeze toneelen van bygeloovigheid zyn derhalven, in
+de Surinaamsche Volkplanting, onder bedreiging van zwaare straffen,
+by de wetten verboden. Met dit al grypen zy op afgelegene plaatsen
+dikwils stand. Zy zyn onder de Oucas- en Saraméca-Negers zeer
+gemeen, en de Capitains FREDERIK en VAN GUERICK hebben my verzekerd
+dezelven te hebben zien uitoeffenen. Men noemt ze hier wynty-play,
+of Syrenen-danssen, en zy hebben van onheuchelyke tyden plaats
+gehad. Men weet, dat de oude Schryvers van zoortgelyke dwaasheden
+dikwils melding maken.
+
+Maar het vreemdste is, dat deeze Sybillen, door de klank van haare
+stem, den Ammodite- of Papaw-slang [31] weten aan te lokken, en hem
+uit den boom te doen vallen. De Negers dooden hem niet, noch brengen
+hem immer eene wonde toe; zy beschouwen hem integendeel als hunnen
+beschermer en vriend, en zy achten zig zeer gelukkig, wanneer hy
+in hunne hutten koomt. Wanneer eene Sybille der Negers deezen slang
+bezworen heeft, of hem uit den boom naar beneden doet komen, ziet men
+doorgaans, dat dit dier zig om den arm, de borst, en den hals van deeze
+vrouw slingert, als of hy in het hooren van haare stem behagen schepte,
+en te gelyker tyd vleit en streelt zy hem met de hand. De heilige
+Schryvers spreken, op verscheiden plaatsen, van het vermogen, om de
+slangen en adders te betooveren, het welk ik hier alleenlyk bybrenge,
+om de oudheid van dit gebruik te bewyzen; en het is bekend, dat de
+Oost-Indische volken de meest vergiftige slangen door het geluid van
+eene fluit, die hen uit hunne schuilhoeken doet te voorschyn komen,
+uit de huizen weten te jagen. Het is nog maar weinige jaaren geleden,
+dat eene Italiaansche vrouw te London drie makke en gemeenzame
+slangen vertoonde, die zig ook om haare armen en hals slingerden;
+zy waren vier of vyf voeten lang, maar hadden geen vergif in zig.
+
+Ik moet nog een ander bewys van de bygeloovigheid der Negers
+aanhalen. In elk huisgezin is een verbod, het welk van vader tot zoon
+overgaat, om het vleesch van het een of ander dier, het zy vogel,
+viervoetig dier, of visch, niet te eeten; het geen op die wyze verboden
+is, noemen zy treff, en zy proeven 'er nooit van.
+
+Hoe belachelyk ook zommige van deeze plechtigheden mogen voorkomen, zy
+zyn hoogst noodzakelyk, om de Negers in onderwerping te houden. Deeze
+ongeletterde menschen verschillen daar in van de Europeanen, dat
+zy vast zyn in hun geloof, hoedanig het zelve ook zyn moge, en dat
+geene twyffelingen hen daar van immer te rug houden. Ik wil echter
+daar uit niet beslissen, of zy erger of beter zyn.
+
+De Negers zyn omtrent elkanderen zoo welwillend, dat men hun
+niet behoeft te zeggen:--"Bemint uwen naasten als u zelven.". De
+armste, onder hen, al heeft hy maar één ey, zal het met allen, die
+'er tegenwoordig zyn, verdeelen. Het zelfde zal hy doen met het
+kleinste glaasjen rhum; maar vooraf zal hy eenige droppels op den
+grond sprengen, by wyze van wyn-plenging.
+
+Zoo al de wilde volken doorgaans veel edelmoedigheid en goede
+trouw bezitten, zy hebben ook hunne gebreken, waar onder eene groote
+wraakzucht gevonden wordt. De grootte van deeze hartstocht in de Negers
+staat gelyk met die van hunne gevoelens van dankbaarheid; en ik kenne
+'er geen één, die aan een ander de hem aangedaane belediging vergeven
+heeft. Men kan van hun zeggen, dat hunne vriendschap zoo teederhartig,
+als hunne haat onverzoenlyk is. Even als alle barbaarsche volken,
+geven zy zig aan verschrikkelyke wreedheden over.
+
+In den laatsten opstand, die in de Volkplanting de Berbices is
+voorgevallen, ging hunne woede zoo ver, dat zy de vrouwen hunner
+meesters, schoon zwanger zynd, en in tegenwoordigheid van hunne
+echtgenooten vermoordden. [32] De Accawaws-Negers zyn niet minder dan
+zy op de konst, om door vergif om te brengen, afgericht. Zy verbergen
+het vergif onder hunne nagels, en door slechts den vinger in een glas
+met water te steken, veroorzaken zy eenen langzamen, maar zekeren
+dood. [33] Geheele huisgezinnen, en zelfs alle de inwooners van eene
+Plantagie, hebben de gevolgen van hunne wraakzucht ondervonden. Dit
+ging eindelyk zoo hoog, dat zy tachtig slaven, derzelver ouders en
+vrienden, deeden omkomen, om hunne meesters van dit gewichtig gedeelte
+van hunnen eigendom te berooven. Deeze monsters dragen den naam van
+wissy-men, het welk misschien koomt van het woord wise (wys); en door
+dit helsch middel helpen zy een groot aantal slachtöffers van kant,
+langen tyd voor dat zy ontdekt worden.
+
+De barbaarsche volken, schoon van de voordeelen der opvoeding beroofd,
+hebben nochtans verwarde denkbeelden van eigendom: dus moet men zig
+niet verwonderen, dat slaven, die in hun persoon de duidelykste
+schending van alle recht ondervinden, aangezet worden, om zig
+deswegens schadeloos-stelling te bezorgen. Die van de Plantagiën
+zyn al te zeer aan dieverye overgegeven, en plunderen alles, wat
+onder hun bereik koomt, wanneer zy hope hebben, om het straffeloos
+te kunnen doen. Men kan ook aan hunne onmatigheid, vooral aan die in
+den drank, geene palen stellen. Ik heb eene jonge Negerin een kom,
+waar in ik twee flessen wyn geschonken had, achter een zien uitdrinken.
+
+Van de Negers van den stam van Gango, wordt gezegd, dat zy uit een
+geest van wraakzucht, even als de Caraïben, menschen-eeters zyn. Na
+het innemen van Boucou, vondt men, in de huizen der muitelingen van
+deezen stam, potten vol met menschen-vleesch, die nog op het vuur
+stonden. De nieuwsgierigheid drong een Officier, om deeze afschuwelyke
+kost te proeven, en hy verklaarde, dat dusdanig vleesch niet minder
+was, dan ossen- of varkens-vleesch.
+
+De heer WANGILLS, een Americaan, die in het binnenste van Africa
+zeer diep is doorgedrongen, heeft my naderhand verzekerd, dat hy
+in eene stad of gehucht van dit Land gekomen was, alwaar armen,
+dyen en beenen van menschelyke schepsels zoo openbaar te koop lagen,
+als het vleesch by onze vleeshouwers ligt. JOHN KEENE, Capitain in
+dienst van de Compagnie van Sierra-Leona, heeft my stellig gezegd,
+dat hy zig met zyn schip op de Africaansche kust bevindende, om hout,
+yzer en goud-poeder in te nemen, de Capitain van het schip Nassau,
+genaamd DUNNINGEN, met alle zyne manschappen vermoord wierd. Hunne
+lyken wierden vervolgens in stukken gehakt, ingezouten en opgegeten
+door de Negers van den grooten Drevin, omtrent dertig mylen ten
+noorden van de Rivier van St. Andreas. Deeze zelfde menschen-eeters
+namen toen al het koper van het schip weg, en staken vervolgens het
+schip zelve in brand.
+
+Na de gebreken van het character der Negers te hebben aangewezen,
+is het billyk, dat ik ook hunne goede hoedanigheden en deugden schetse.
+
+Ik heb reeds van hun vernuft en dankbaarheid gesproken; de
+laatstgemelde gaat zoo verre, dat zy zig voor de genen, die hun
+eenige byzondere weldaad bewezen hebben, aan doods-gevaaren zouden
+bloot stellen. Niets overtreft de genegenheid, dien zy voor hunnen
+meester hebben, wanneer deeze hen met goedheid behandelt; waar
+uit blykt, dat hunne genegenheid even sterk is, als hunne haat. De
+Negers zyn over 't algemeen gevoelig, maar vooral de Coromantyn- en
+Nago-Negers. Zy zyn vatbaar voor liefde; en de jaloersheid brengt
+in hun hart de vreesselykste gevolgen voort. Hunne ingetogenheid
+verdient hier genoemd te worden; want geduurende verscheiden jaren,
+dat ik onder hen verkeerd heb, herinner ik my niet 'er ooit één in 't
+openbaar eene vrouw te hebben zien kussen. De Negerinnen hebben eene
+ongemeene liefde voor hunne kinderen. Geduurende de twee jaaren, dat
+zy dezelven zoogen, houden zy geene gemeenschap met hunne mannen. Zy
+zouden het zig zelven verwyten als eene onnatuurlyke zaak, tot nadeel
+haarer zuigelingen strekkende. De zindelykheid der Negers is zeer
+opmerkelyk. Zy baden zig ten minsten drie maalen daags. Die van de
+stam van Congo in 't byzonder zyn zulke liefhebbers van het water,
+dat men hen, met eenig recht, halfslachtige dieren zoude kunnen noemen.
+
+De Negers zyn moedig en geduldig in tegenspoed. Zy trotseeren de
+pynigingen en den dood met eene onverschrokkenheid, die zonder
+weêrgaa is. Hun gedrag in de neteligste omstandigheden gelykt naar
+heldenmoed. Zy laten geene klachte hooren, zy loosen geen zucht,
+men hoort van hun geen gekerm, zelfs wanneer zy in 't midden der
+vlammen hun leven laten. Ik heb nimmer een enkelen gezien, die, om
+welke reden het ook wezen mogt, tranen storte; en echter bidden zy
+met den sterksten aandrang om genade, wanneer men hen veröordeelt, om
+gegeesseld te worden voor misdryven, welken zy erkennen; maar indien zy
+vermeenen de kastyding niet verdiend te hebben, maken zy zig zelf byna
+oogenblikkelyk van kant. Die van den stam der Coromantyn-Negers, geven
+zig voornamelyk aan deeze daad van wanhoop over. Het gebeurt dikwils,
+dat zy, by de uitvoering der straf, hun hoofd agter over gooijen, om
+hunne tong in te slikken, hetgeen hen oogenblikkelyk doet versmooren;
+en zy vallen dood voor de voeten hunner meesters neder. Maar wanneer
+hun geweten hun overtuigt, dat hunne straf rechtvaardig is, zyn zy
+gedwee, en onderwerpen zig met gelatenheid aan hun lot. Men heeft
+zedert kort in Surinamen het zeer menschelyk middel uitgevonden,
+om te beletten, dat zy zig zelven niet versmooren, gelyk ik zoo
+even verhaalde, door hun een aangestoken stroo-fakkel voor den mond
+te houden, waar door het dubbeld oogmerk bereikt wordt, om hun het
+gezicht te blakeren, en hunnen aandacht van een dergelyk ontwerp af
+te trekken. Zommigen nemen hun toevlucht tot een ander middel: zy
+eeten aarde; het geen hunne maag belet derzelver gewoone werkingen te
+doen, en zy eindigen dus hun leven zonder pyn, maar kwynende zomtyds
+meer dan een jaar in eenen staat van ongemeene zwakheid. De wetten
+hebben tegen deeze aard-eeters de gestrengste kastydingen vrugteloos
+vastgesteld, want men ontdekt hen zeldzaam, wanneer zy deeze misdaad
+aan zig zelven begaan.
+
+Na deeze algemeene aanmerking omtrent de natuurlyke en zedelyke
+vermogens der Negers, zal ik hen thans beschouwen in den staat van
+slavernye, en aan de yzere roede van eene verschrikkelyke dwingelandye
+onderworpen. Vervolgens van dit afgryzelyk toneel afstappende,
+zal ik aantoonen, wat zy zyn onder rechtvaardige, menschlievende en
+gevoelige meesters.
+
+Men herinnert zig ongetwyffeld, het geen ik van hun gezegd heb, wanneer
+zy van de kust van Guinée aankomen, en in welken zwakken en elendigen
+staat zy zig dan bevinden. Ik heb ook doen opmerken, dat zy spoedig
+hunne lyvigheid weder bekomen, en dat men hun aan de zorge van eenen
+ouden slaaf toevertrouwt, die hun de taal der Volkplanting leert. Zoo
+verre gevorderd zynde, zendt men hen naar het land om te werken, waar
+aan zy zig met genoegen onderwerpen, schoon ik eenige voorbeelden
+van nieuwlings ingevoerde Negers gezien heb, die zulks weigerden,
+in weêrwil van de beloften, gebeden, bedreigingen, en slagen zelfs,
+tot welken men toevlucht nam, om 'er hen toe te dwingen; maar deeze
+waren Vorsten of persoonen van aanzienlyken rang in hun vaderland,
+die door de lotgevallen van den oorlog tot den staat van slavernye
+vervallen waren, en wier verheven gevoelens hun den dood deeden
+verkiezen boven de vernedering en de ellenden der slavernye. By
+verscheiden gelegenheden van dien aart, heb ik andere slaven op de
+kniën zien vallen, en hunne meesters smeeken, dat zy de taak van den
+gevangen Prins of hoogen persoon by hunne taak voegen wilden; het
+geen men hun zomtyds toestond, en zy bewezen hem bestendiglyk den
+zelfden eerbied, als of hy in zyn eigen Land was. Ik herïnner my,
+dat ik eens, om my voor een oogenblik te dienen, eenen Neger gehad
+heb van een zeer goed voorkomen, en die kortlings ontscheept was,
+wiens gewrichten aan de handen en enklaauwen door ketenen ontveld
+waren. Ik vroeg 'er hem de reden van.--"Myn vader", antwoordde hy my,
+"was Koning, en wierd door de zoons van een nabuurig Vorst verraderlyk
+vermoord. Zynen dood trachtende te wreeken, ging ik met zommigen van
+de mynen dagelyks ter jagt, in de hoop van zyne moorders te ontmoeten;
+maar ik had het ongeluk om verrast en geketend te worden; van daar
+komen die schandelyke lidteekens, welken gy ziet. Men verkocht my
+vervolgens aan uwe landgenooten op de kust van Guinée, eene straf,
+die voor verschrikkelyker gehouden wordt, dan de dood zelve".
+
+De geschiedenis van mynen Neger QUACO was nog zonderlinger.--"Myne
+ouders", zeide hy my, "leefden van hunne jagt en visscherye. Men
+ligtte my, nog zeer jong zynde, op, terwyl ik met twee van myne
+broeders in het zand speelde. Dadelyk stak men my in een zak, en
+vervoerde my verscheiden mylen ver. Ik wierd vervolgens één der
+slaven van eenen Koning op de Guineesche kust, die een aanzienlyk
+getal bezat. Toen hy stierf, onthoofde men 'er het grootste gedeelte
+van, en begroef dezelven met hem. De kinderen van myne jaaren wierden
+onder de Capitains van zyn leger ten geschenke gegeven; en de Capitain
+van een Hollandsch Schip kogt my voor een snaphaan, en een weinig
+buskruid".--Elk mensch bemint zyn geboorte-land, hoe hard de wetten
+'er ook wezen mogen.
+
+Zoo dra deeze ongelukkige vreemdelingen met minder yver beginnen te
+arbeiden, worden zweepen, bulle-peesen, bambous-rieten, touwen, yzers
+en ketenen te werk gelegd, om hen vlugger te maken. 'Er zyn meesters,
+die hen nacht en dag bezig houden, zonder zelfs de zondagen uit te
+zonderen. Ik herïnner my, dat een jong en zeer sterk Neger, MARQUIS
+genaamd, die een vrouw en twee lieve kinderen had, welken hy teederlyk
+beminde, zynen arbeid met zoo veel yver doorzette, dat hy des namiddags
+ten vier uuren met het graven van een sloot of greppel, van vyf honderd
+voeten lang, geëindigd had, om tyd te hebben tot het bebouwen van zynen
+kleinen tuin, of te gaan visschen, of vogelen te vangen, tot onderhoud
+van dit zyn geliefd huisgezin. Zyn meester, dit vernomen hebbende,
+bewees hem, om hem aan te moedigen, dat wanneer hy voor vier uuren
+vyf honderd voeten had kunnen afgraven, hy 'er zekerlyk voor zonnen
+ondergang zes honderd zoude hebben kunnen volëinden. De ongelukkige
+keerel wierd vervolgens verwezen, om dagelyks dien taak af te werken.
+
+De slaven loopen in Surinamen byna naakt, en hun dagelyks voedzel
+bestaat in eenige ignames en vruchten van Plantain-boomen. Misschien
+twee maalen 's jaars, krygen zy een middelmatig rantsoen van gezouten
+visch, en eenige bladen tabak, het geen zy sweety mouffo noemen; en
+dit is het ook al. Maar het ondraaglykste voor hun is, dat ofschoon
+een Neger en zyne vrouw voor elkander de grootste genegenheid hebben,
+de laatstgemelde, indien zy wat mooy is, de walgelyke omhelzingen
+van eenen overspeeligen en onbeschaamden Opzichter zig moet laten
+welgevallen, zoo zy haaren man, zulks trachtende te beletten, niet
+wil zien in stukken houwen. Deeze onwaardige behandeling heeft hen
+dikwerf tot de geweldigste wanhoop vervoerd, en tot een groot getal
+moorden gelegenheid gegeven.
+
+Uit hoofde van eene zoo groote opéénstapeling van onheilen, is de
+zelfsmoord onder de Negers gemeen; dikwils loopen zy weg naar de
+bosschen, om zig met hunne muitende landgenooten te vereenigen;
+of zoo zy al de vlucht niet nemen, worden zy mistroostig, en krygen
+kwynende ziekten, ten gevolge van de mishandelingen, die hun worden
+aangedaan. Deeze ziekten zyn de lota, bestaande in eene scheurbuikige
+en witte vlak over het geheele lichaam:--De crassy crassy, of schurft,
+die by hun, even als by de Europeanen, voortspruit uit slecht voedzel,
+en onder hen zeer gemeen is:--De yaws, welke ziekte veelen gelyk
+stellen met de venus-ziekte, en waar door het geheele lichaam met
+geele zweeren wordt overdekt; de meeste Negers zyn 'er aan onderworpen,
+maar zy worden 'er slechts eenmaal in hun leven door aangetast; eene
+byzonderheid, die, wanneer men 'er by voegt, dat de kwaal ligtelyk
+aan anderen wordt medegedeeld, dezelve eenigermaten gelyk stelt met
+de kinderpokjes. Deeze besmettelyke hoedanigheid is zoo groot, dat
+indien eene enkele vlieg, die zig op den zieken nederzet, (en by is
+'er als mede bedekt) zig op de ligtste ontvelling der huid van iemand,
+die volmaakt gezond is, plaatst, zy hem met dit verschrikkelyk
+vergif besmet, waar van de gevolgen zig verscheiden maanden lang
+doen gevoelen. Men geneest deeze ziekte doorgaans door kwyling en een
+goeden levensregel, gepaard met eene aanhoudende beweging, die eene
+overvloedige uitwaasseming te weeg brengt; en zoo lang die geneezing
+duurt, is de zieke ongemeen mager.
+
+De boassy, of melaatsheid, is nog veel verschrikkelyker, en men
+beschouwt dezelve als ongeneeslyk. Het aangezicht en de ledematen
+zwellen in deeze ziekte op, en het geheele lichaam is vol met
+zweeren. De adem heeft een ondragelyken stank; de hairen vallen uit;
+de toonen en vingers verrotten, en vallen vervolgens lid voor lid
+af. Het ongelukkigste van allen is bovendien, dat de ellendeling, die
+door deeze ongeneeslyke kwaal wordt aangetast, zomtyds verscheiden
+jaaren lang kwynen kan. Dewyl de melaatschen van natuure tot het
+minnespel genegen zyn, en hunne ziekte besmettelyk is, moet men hun
+alle gemeenschap verbieden, en hen veröordeelen tot een altoosduurende
+ballingschap op den een of anderen hoek der Plantagie.
+
+De clabba-yaws of tubboes zyn ook eene deerlyke en ellendige ziekte,
+die pynlyke zweeren veröorzaakt aan de voeten, voornamelyk aan den
+bal van den voet, tusschen vel en vleesch. Het gewoon middel in dit
+geval bestaat hier in, dat men het aangestoken deel met een gloeiend
+yzer brandt, of met een dun lancet doorvlymt; alsdan laat men op de
+wonde zeer warm sap van citroen loopen, het geen wel zeer gevoelig,
+maar van een zeer groot geneezend vermogen is.
+
+De Negers zyn ook onderworpen aan ziekten van uit- en inwendige wormen,
+het welk by hun veröorzaakt word door het gebruik van modderig water,
+waar in die wormen huisvesten, of door de rauwheid van hun voedzel. Een
+der voornaamsten wordt genoemd Lindworm: zynde wormen zomtyds van zes
+voeten lengte, van eene schitterende zilver witte kleur, en niet veel
+dikker, dan de tweede snaar van een bas-viool. Zommige wormen plaatsen
+zig tusschen vel en vleesch: zy veröorzaken gevaarlyke en pynlyke
+zwellingen overal waar zy inkomen, en vooral aan de beenen. Het
+middel, om deeze kwaal te geneezen, bestaat daar in, dat men den
+worm, wanneer hy boven de huid uitkoomt, by den kop neemt, en hem
+'er geheel en al uittrekt, hem, om zoo te spreken, op een kaart of
+stokjen windende. Dit kan men met niet te veel omzichtigheid doen,
+want zoo de worm breekt, is het verlies van het lid, of zelfs van het
+leven, 'er dik wils het gevolg van. Zommige lieden zyn met zeven of
+agt van die wormen te gelyk gekweld.
+
+Behalven deeze ziekten, die hun byzonder eigen zyn, zyn de Negers
+bovendien onderworpen aan die ziekten, welken de Europeanen gewoonlyk
+ondervinden, die op hun beurt van de opgegevene gevaarlyke en pynlyke
+kwalen in Guiana niet ontheven zyn.
+
+Het is dus niet te verwonderen, dat de Plantagiën zulk een groot
+aantal zieken opleveren; men laat hen eeniglyk over aan de zorge
+van eenen Dressy-Negro, of Heelmeester der Negers, wiens geheele
+kundigheid bestaat in het toedienen van eenige zouten, of het smeeren
+van eenige pleisters. Zy, die door aanhoudende geesselingen van het
+hoofd tot de voeten zyn van één gereten, kunnen zig zelven genezen,
+of zonder huid arbeiden, zoo hun dit gelieft.
+
+Van alle deeze opéénstapelingen van ellende, waar van zommige natuurlyk
+uit de luchtstreek, en het slegt voedzel der Negers, maar vooral uit
+de onbetamelyke wreedheid der Opzigters voortspruiten, is het gevolg,
+dat een groot getal slaven buiten staat is om te werken, de één door
+eene geheele en schielyke uitputting hunner kragten, de ander door
+eenen te vroegtydigen ouderdom: maar de dwingeland eener Plantagie
+vindt voor hunne kwaalen een onfeilbaar hulpmiddel, het geen niet
+minder is, dan hen met eenen slag dood te slaan: dit verlies raakt
+hem niet meer dan zynen meester. Hy is alleen nayverig omtrent de
+geenen, die zig van hunnen taak kwyten kunnen; hy verzekert, dat
+de anderen gestorven zyn, de meesten van de venus-ziekte, en geen
+Neger is bevoegd, om getuigenis tegen hem te geven. Indien echter
+eenig Europeaan den moord bewees, zoude de schuldige vry zyn, gelyk ik
+reeds heb opgemerkt, met eene boete van vyftig ponden sterling, en met
+den eigenaar schadeloos te stellen, zoo deeze zulks begeerde. Voor
+deezen bloedprys kan hy elken slaaf, die onder zyne magt staat,
+en het ongeluk heeft zyne woede gaande te maken, opöfferen.
+
+Een Opzigter kan bovendien duizende listen te baat nemen, om het
+bewys van zyne schuld te ontduiken. Ik heb 'er een gekend, die
+zig van eenen Neger willende ontdoen, hem op de jagt mede nam,
+en hem gelastte het wild op te jagen: zyn eerste snaphaanschoot
+raakte deezen ongelukkigen, die dood ter neder viel. Dit wierd een
+toeval genoemd, en men deed 'er geen het minste onderzoek naar. Een
+ander kwam op de volgende wyze om.--Men stak een houten paal op het
+midden van eene groote vlakte in den grond; men bond 'er den slaaf
+aan vast in de hitte van eene brandende zon, en men gaf hem, om het
+leven te behouden, niet meer dan ééne banane en één glas water daags,
+tot dat hy stierf. De Opzigter beweerde, dat dit niet door den honger
+veröorzaakt was, om dat men hem altyd eeten en drinken gebragt had;
+dus wierd hy met eere vry gesproken.
+
+Men heeft dikwils een ander middel gebezigd, om eenigen van deeze
+ongelukkige slaven straffeloos van kant te helpen. Het bedoeld
+slagtöffer wordt naakt aan een boom in het bosch gebonden, met de
+armen en beenen uitgestrekt, onder voorwendzel van hem dezelve wat
+losser te maken; men laat hem aldaar, en geeft hem op bepaalde tyden
+te eeten, tot dat hy, door het steken der muggen of andere insecten,
+het leven verloren heeft. Men verdrinkt de Negers ook wel, door hun,
+met een keten aan de voeten, in 't water te werpen, en dit noemt men
+ook een toeval!
+
+Het is zeer zeker, dat verscheiden, op last van eene vrouw, op
+houtstapels geketend zynde, zyn van kant geholpen. De straf om hun
+de tanden uit te trekken, alleenlyk wegens het proeven van het door
+hem bewerkte suiker-riet, hun den neus te klooven, of de ooren af te
+snyden, om onderlinge kyvagiën, is van te weinig aanbelang, dan dat
+wy daar van zouden behoeven te spreken.
+
+Zulk eene wreede mishandeling doet zomtyds in den geest van deeze
+ongelukkigen zulk eene moedeloosheid geboren worden, dat zy, om
+hun rampzalig leven te eindigen, en zig op eenmaal van zulk eene
+verschrikkelyke slavernye te ontheffen, zig zelven in de ketels werpen,
+waar in men het sap van het suiker-riet laat koken, daar door een
+middel vindende, om hunnen geweldenaar van hunnen persoon en van een
+gedeelte van zynen oogst te ontzetten.
+
+Is het derhalven, na zulk eene behandeling, wel te verwonderen,
+dat geheele benden van slaven zig in de bosschen verzamelen, en alle
+gelegenheden waarneemen, om hunne wraakzucht te koelen?
+
+Ik zal deeze aandoenlyke berichten eindigen met eene algemeene
+aanmerking, tot bewys, hoe veel nadeel de bevolking door zulke
+wreedheden lydt.
+
+Ik heb gezegd, dat 'er in Surinamen 75,000 Neger-slaven zyn. Indien
+men daar van aftrekt het getal der oude lieden van beiderlei kunne,
+en der kinderen, zullen 'er niet meer dan 50,000 overblyven, die tot
+werken geschikt zyn. Het getal der schepen, die jaarlyks elk 250 of
+300 Negers invoeren, wordt op zes tot twaalf gesteld. Men kan dus de
+jaarlyksche invoering berekenen op 2500 slaven, die noodig zyn, om
+de gemelde 50,000 voltallig te houden. Het getal der dooden nu gaat
+jaarlyks dat der geboorten ten beloope van 2500 te boven, schoon elke
+Neger eene vrouw heeft, en zelfs twee, zoo hem dit goeddunkt; het
+geen over het geheel juist uitmaakt vyf ten honderd, en gevolgelyk
+bewyst, dat een geheel geslacht van 50,000 gezonde menschen alle
+twintig jaaren volkomen uitsterft.
+
+De rechtvaardigheid en waarheid noodzaken my echter te verklaren,
+dat de wreedheden, die zulk eene uitwerking voortbrengen, niet
+algemeen zyn. De mededogende Hemel heeft wel eenige uitzonderingen
+willen daar stellen, welken ik met genoegen verhalen zal, en die het
+tegenövergestelde zyn van het hier boven door my geschetst tafereel. Ik
+zal niet naarvolgen eenige Schryvers, die het zelfde onderwerp
+behandeld hebben, en daden van goedäartigheid en menschlievenheid
+zorgvuldig hebben verborgen gehouden, om deeze zaak alleenlyk van de
+ongunstigste zyde te doen beschouwen: ik wil dezelve met openhartigheid
+en onpartydigheid zonder verminking openleggen. Ik kan verzekeren, dat
+op zommige Plantagiën de slaven naar myne gedachten behandeld worden,
+zoo als menschen behooren behandeld te worden. Zulk eene behandeling
+zoude nog algemeener zyn, indien de wetten geen onbepaald gezag over
+hen veröorloofden, waar van het onmogelyk is, dat geen misbruik gemaakt
+werde. Geen eigenaar moest het recht hebben, om het leven van zynen
+slaaf straffeloos aan te tasten; en het dooden van een zwarten of
+blanken behoorde in het oog der menschen eene gelyke misdaad te zyn,
+even als in het oog van God.
+
+Voorts zal ik als nu aan den Lezer vertoonen een huisgezin van Negers,
+in dien staat van voorspoed en gerustheid, welken zy steeds onder eenen
+goeden meester genieten. De beeldtenissen, op de plaat voorkomende,
+worden vooröndersteld te verbeelden persoonen van het volk of den stam
+van Loango, uit hoofde der teekenen, die over het lichaam van den
+man getrokken zyn, en het cyffer op deszelfs borst, uit de letters
+J. G. S. zaamgesteld, door middel van het welk de eigenaar bewyzen
+kan, dat de slaaf hem toebehoort. Deeze man heeft op het hoofd een
+net en een mand vol kleine visschen; hy houdt ook een groote mand
+in de hand, die alle voortbrengzels van zyne visch-vangst zyn. Zyne
+vrouw, die zwanger is, draagt verscheiden zoorten van vruchten,
+draaijende catoen op een klos, en vreedzaam haare pyp rookende; zy
+heeft nog een kind op haaren rug, en een ander loopt al speelende
+naast haar. Op die wyze is de arbeid van eenen Neger, onder eenen
+menschlievenden meester en geschikten Opzigter, niets meer, dan eene
+heilzaame lichaams-oeffening, die met het ondergaan der zon ophoudt,
+en hem een genoegzaam overschot van tyd overlaat, om te jagen, te
+visschen, zynen kleinen tuin te bebouwen, of manden en netten ter
+verkoop te maken. Voor den prys, dien hy daar voor maakt, koopt hy
+één of twee varkens, eendvogels en ander gevogelte, welken hy zonder
+moeite en kosten voedt op eenen grond, die het noodige daar toe van
+zelf voortbrengt; en op die wyze heeft hy 'er zeer veel voordeel by. In
+zulk eene gesteldheid is hy ontheven van hartseer; hy betaalt geene
+lasten, en hy beschouwt zynen meester alleenlyk als den beschermer
+van hem en zyn huisgezin. Hy bidt hem aan, niet uit vreeze, maar
+om dat hy in zyn hart overtuigd is, den voorspoed, dien hy geniet,
+aan hem verschuldigd te zyn. De door hem bewoonde luchtstreek staat
+gelyk aan zynen geboorte-grond, en bevrydt hem van het dragen van
+kleederen, het geen hy veel gemakkelyker en gezonder vindt. Hy kan
+zyne wooning bouwen, zoo als hy goedvindt, en het bosch verschaft
+hem de noodige bouwstoffen. Zyn bed is een hangmat, of mat, papaija
+genaamd. Hy maakt zyne eigene potten; en de calebassen, die hem tot
+schotels dienen, groeijen in zynen tuin. Nooit leeft hy te zamen met
+eene vrouw, welke hy niet bemint, want de beide echtgenooten verlaten
+elkander, zoo dra de één den ander moede is; en deeze scheiding gebeurt
+nochtans dikwerf minder dan de echtscheiding in Europa. Behalven de
+levensmiddelen, welken hy 's weekelyks van zynen meester ontfangt,
+weet zyne vrouw hem verscheiden zeer smakelyke spyzen toe te bereiden,
+als daar zyn de braf, zynde een huspot van Plaintain-boom vruchten
+en ignames, met gezouten vleesch, drooge visch, en peper van Cajenne
+te zamen gekookt; de tom-tom, een zoort van pudding, of taart, van
+meel van Indisch koorn gemaakt, en met stukjes vleesch, gevogelte,
+visch, peper van Caijenne, en zagte schillen van de ocra of althéa
+gebakken: de peperpot, zynde een kookzel van visch met Guineesche
+peper, het welk men met gebraden plantain-vruchten eet: de gangotay,
+zaamgesteld uit drooge visch en groene plantain-vruchten: de acansa en
+de doguenou, die van meel van Indisch koorn gebakken worden, waar by
+in de laatstgemelde suiker-syroop gevoegd word. Zyn gewoone drank is
+schoon water, waar in nu en dan een weinig rhum gegoten wordt. Indien
+hy ziek of gewond wordt, geneest men hem voor niet; maar hy gebruikt
+zeldzaam den Heelmeester, vermits hy zelf de geneeskragtige kruiden
+tamelyk wel kent; bovendien verrigt hy het zetten van koppen, of
+het doen van doorsnydingen van het vleesch, hem voor aderlatingen
+dienende, aan zig zelf. Zyn hoofd houdt hy zindelyk, door zyne hairen
+met vochtige kley te besmeeren; hy laat die daar op droogen, en wast
+dezelve 'er vervolgens met zeep sop weder af. Om zyne tanden zoo wit
+als yvoor te houden, neemt hy een stukjen hout van een orangenboom,
+waar van de vezelen aan één der einden van elkander zyn gescheiden, en
+tot een borsteltje dienen: men ziet geen Neger, het zy man of vrouw,
+zonder dit klein huisraad, het welk daarënboven het vermogen heeft,
+om den stank van den adem te verbeteren.
+
+Dit is het geen zyn lichaam betreft. Wat zynen geest belangt, dezelve
+wordt nooit ontrust door vreeze voor den dood, nog door knagingen
+van het geweten; want een Neger gelooft vastelyk het geen men hem
+geleerd heeft, en het welk eenvoudig en klaar is. Wanneer hy het
+leven heeft afgelegd, brengen zyne nabestaanden en vrienden hem in
+een boschjen van oranjeboomen, alwaar zy hem begraven, niet zonder
+onkosten, want doorgaans leggen zy hem in een kist, die van best
+hout fraay gewerkt is, en tevens doen de lykzangen, zuchtingen en
+geschreeuw, de lucht weergalmen. Het graf gevuld zynde, en met groene
+zoden bedekt, zet men twee groene calebassen op zyde, de ééne vol
+met water, de andere met verschillende zoorten van gekookt vleesch
+en cassave, het geen men doet, niet zoo als zommige lieden meenen,
+in het denkbeeld, als of de doode dit zoude kunnen benoodigd hebben,
+maar als een blyk van hoogachting, die men voor zyne nagedachtenis
+heeft: zomtyds zelfs brengt men 'er het weinige huisraad, door hem
+nagelaten, en breekt het op zyn graf aan stukken. Na het afloopen
+deezer plechtigheden nemen alle de omstanders afscheid van hem;
+zy spreken tot hem, als of hy hun verstaan konde; zy verzekeren
+hem van het leed, het welk zy door hunne scheiding ondervinden; zy
+zeggen eindelyk, dat zy hem hopen weder te zien, niet in Guinée,
+het geen men ongeschikt oordeelt, maar in dat gelukkig verblyf,
+alwaar hy thans het gezelschap zyner voorvaderen, zyner nabestaanden,
+zyner vrienden geniet. De plechtigheid deezer begraaffenis eindigt met
+jammerkreeten, en vervolgens keert men naar huis te rug. Des anderen
+daags slacht men een vet varken, eendvogels, ander gevogelte, enz.;
+en de vrienden geven aan de andere Negers een feest, het welk eerst
+den volgenden dag eindigt. Tot een teeken van rouwe, scheeren mannen
+en vrouwen zig het hoofd, en omwinden het met een blaauwen doek, dien
+zy het geheele jaar dragen. Wanneer dit jaar verstreken is, gaan zy
+weder naar het graf; zy leggen aldaar de laatste offerhanden neder;
+zy zeggen den overledenen als nog vaar wel; vervolgens vieren zy een
+ander feest, en het zelve eindigt met een vrolyken dans, en lofzangen
+ter eere van den nabestaanden of vriend, die hen verlaten heeft.
+
+'Er is geen volk, waar van de byzondere persoonen, die het zelve
+uitmaken, meerder achting en vriendschap jegens elkander gevoelen,
+dan de Neger-slaven. Zy schynen verrukt te zyn, wanneer zy zig
+by elkander bevinden, en zy zyn nimmer van vermaken uitgeput, om
+elkander het gezelschap te veräangenamen. Eene zekere vrolykheid,
+welke zy Soesa noemen, bestaat in het springen tegen over zynen
+dansser of dansseresse, de handen op de heupen slaande, om de maat
+te houden. Zy zyn op dit zoort van oeffening zoo heet, dat dezelve
+dikwils met zeven of agt paaren danssers te gelyk plaats heeft, het
+geen, door het te groot geweld, den dood van verscheiden hunner meer
+dan eens veröorzaakte; waarom de Regeering van Paramaribo hetzelve
+verboden heeft.
+
+De Negers zyn vlug en sterk, maar hun grootste vermaak is het zwemmen;
+het geen zy twee of drie malen daags doen, onder malkander en by
+hoopen van jongens en meisjens, even als de Indianen; en de beide
+kunnen onderscheiden zig door hunnen moed, kragt en werkzaamheid. Ik
+heb eene jonge Negerin de Commewyne zien overzwemmen, een jong sterk
+manspersoon voorby zwemmende, en, toen zy aan de overzyde aankwam,
+door haar aan hem hooren voorstellen, om een weg van twee mylen af
+te leggen, en hem nog voor uit te blyven.--Ik moet thans spreken
+van het speeltuig der Negers, en de manier, op welke zy danssen. Men
+herinnert zig ongetwyffeld, het geen ik van die der Loango-stam ten
+deezen opzigte gezegd heb; het geen nu zal volgen, is aan alle de
+andere stammen gemeen.
+
+Hun speeltuig, dat zeer vernuftig is, en door hen zelven gemaakt word,
+heb ik op eene afzonderlyke plaat afgebeeld.
+
+Nº. 1. De qua-qua; eene plank van een hard en geluidgevend hout,
+welke aan de eene zyde door een dwarshout in de hoogte wordt opgeligt,
+en waar op men met twee yzere staafjes, of twee beenderen, als op
+een trommel, slaat.
+
+Nº. 2. De Kiemba-toetoe; een hol riet, waar op de Negers met den neus
+blaazen, even als de bewooners van het Eiland Taïti. Deeze fluit heeft
+niet meer dan twee openingen, de eene om op te blazen, de andere om
+'er de vingers op te houden.
+
+Nº. 3. De Ansokko-bania; een plank van hard hout, aan wederzyden als
+een voetbank verheven, en waar op kleine houtjes van verschillende
+gedaanten zyn vast gemaakt. Men slaat daar op met twee stokjes,
+als op een hakbord, het geen verschillende geluiden voortbrengt,
+die niet onäangenaam zyn.
+
+Nº. 4. De groote Creoolsche trommel, gemaakt uit den stam van een
+hollen boom. Dezelve is aan de eene zyde open; aan de andere met een
+schapen-vel overdekt. Die deeze trommel slaat, zit 'er boven op,
+en slaat met de vlakke hand, het geen genoegzaam overëenkoomt met
+een basviool of qua-qua.
+
+Nº. 5. De groote Loango trommel, die aan beide zyden gesloten is,
+en dezelfde uitwerking doet, als de keteltrom.
+
+Nº. 6. De kleine trommel, genaamd papa drum, welke men op dezelfde
+wyze slaat als de andere.
+
+Nº. 7. De kleine Loango trommel, die te gelyker tyd met de groote
+geslagen wordt.
+
+Nº. 8. De kleine Creoolsche trommel, die mede tot het zelfde einde
+dient.
+
+Nº. 9. De Coeroema, een zoort van beker, konstig gemaakt, insgelyks
+met een schapen-vel overdekt, waar op men met twee yzere staafjes,
+of twee stokjes slaat, even als op de qua-qua.
+
+Nº. 10. De Loango-bania. Dit is een zeer merkwaardig speeltuig. Het
+is gemaakt van een plank van zeer droog hout, waar op twee schuinsche
+klampen zyn vast gemaakt. Boven dezelve zyn eenvoudig kleine houte
+stokjes van elastiek palmhout geplaatst, die van ongelyke lengte zynde,
+boven op een derde klamp schynen uit te maken.
+
+Nº. 11. Eene groote ledige Calebas, dienende tot opblaazing van
+het geluid van de Loango-bania, waar van de stokjes met de vingers
+worden opgeligt, ten naasten by als de klauwieren van een forte piano;
+en dit speeltuig is dan aangegenaam en zacht.
+
+Nº. 12. De Saka-saka; zynde een calebas, met een stok
+uitgehold. Dezelve is met een mouw overtrokken, en vol met kleine
+nooten en erweten, ten naasten by als de toover-schelp der Indianen.
+
+Nº. 13. Een Zee-schelp, waar op de Negers blaazen, het zy uit vermaak,
+het zy om gerucht te maken, maar zynde by het danssen van geen gebruik.
+
+Nº. 14. De Benta; een tak als een boog gespannen, door middel van
+een koord van droog riet, of Warimbo, het welk men tusschen de tanden
+houdt, waar op men met een kort eind hout slaat, en het welk men links
+en rechts weet te bewegen. Het zelve geeft een geluid, byna naar dat
+van een jagthoorn gelykende.
+
+Nº. 15. De Creoolsche Bania; een speeltuig, het welk naar eene
+mandoline of guitaar gelykt. Het is gemaakt van een halve calebas,
+met een schapen-vel overdekt, en waar aan eene lange mouw is vast
+gemaakt. Dit speeltuig heeft vier koorden, waar van drie lang zyn,
+en het vierde kort en dik is, en tot een bas dient. Men speelt 'er
+met de vingers op; het geeft een zeer aangenaam geluid, het welk nog
+aangenaamer wordt, wanneer het met gezang vergezeld gaat.
+
+Nº. 16. De oorlogs-trompet, om het laden of den aftocht te bevelen,
+enz. De Negers noemen dezelve tou-tou.
+
+Nº. 17. De Jagthoorn, geschikt om de plaats van deeze trompet te
+vervullen, of om de slaven der Plantagiën tot den arbeid te roepen.
+
+Nº. 18. De Loango-tou-tou, een fluit, waar op de Negers even als de
+Europeanen spelen. Zy heeft alleenlyk vier gaten voor de vingers,
+en echter brengt zy eene groote verscheidenheid van geluiden voort.
+
+Dusdanig is het speeltuig der Negers, op welks geluid zy met meer
+vermaak danssen, dan men in Europa op dat van het beste orkest doet.
+
+By het geen ik gezegd heb, moest ik nog voegen, dat zy by hun zingen
+en danssen, het welk zeer veel gelykt naar het geluid van een bakker,
+die zyn brood uit den oven haalende, aanhoudend roept touchety-touk,
+touchety-touk, de maat slaan op één, en op een halve maat, maar nooit
+op drie.
+
+Alle Saturdag avonden eindigen de slaven, die wel behandeld worden,
+de week met eene vrolykheid van dien aart; en doorgaans geeft men hun
+alle drie maanden eene groote dans-party, waar op hunne medgezellen
+uit de nabuurschap genoodigd worden. Dikwils verëert hun meester het
+feest met zyne tegenwoordigheid, of hy zendt ten minsten nieuwe rhum
+aan de danssers.
+
+De slaven zyn op deeze danspartyen zeer netjes uitgedoscht; de vrouwen
+verschynen aldaar met haare beste kleederen, van Indische stoffen
+gemaakt, en de mannen met lange broeken van het fynste Hollandsche
+linnen. Zy zyn zoo heet op het danssen, dat ik hun van zaturdag s'
+avonds ten zes uuren tot maandag 's morgens met het opkomen van de
+zon, zonder ophouden den trommel heb hooren slaan; hebbende zy alzoo
+met danssen, zingen, schreeuwen en handgeklap, zes-en-dertig uuren
+doorgebragt. De Negers danssen altyd paar aan paar; de mans maken
+de figuren en teekenen de passen af; de vrouwen draaijen, houdende
+haaren kleinen rok als een zonnescherm uitgespreid. Zy noemen deezen
+dans waey-cotto. De jonge lieden, die rusten, schenken den drank in;
+de meisjens moedigen de danssers aan, en droogen het zweet aan het
+voorhoofd van hunne onvermoeide musikanten af.
+
+Het is verwonderlyk, om de orde en goede verstandhouding, die op deeze
+dans-partyen heerschen, te aanschouwen. Het vermaak in het danssen
+is het waare en eenige voorwerp; en de Negers, ik moet dit herhalen,
+zyn 'er zoo verhit op, dat ik 'er één, die kortlings ingevoerd was,
+en geene dansseres had, twee uuren lang heb zien staan kyken naar
+zyne schaduw, welke zig op den muur vertoonde.
+
+Indien men by al het geen ik van het lot der Negers, die aan eenen
+goeden meester onderworpen zyn, gezegd heb, nog voegt, dat zy zig nooit
+van elkander afscheiden; dat de vaders hunne kinderen rondöm hun zien,
+zomtyds zelfs tot in het derde geslacht; dat zy voor 't overige zeker
+zyn, van in hun geheele leven geen gebrek te lyden; en indien men
+eindelyk het lot van deeze menschen vergelykt by dat der bedelaars,
+die in grooten getaale de straaten der steden in Europa vervullen,
+kan men hen zekerlyk niet ongelukkig noemen.
+
+Thans, om in weinige woorden alles zamen te trekken, en om geene
+tegenstrydigheid met my zelven te doen voorkomen, na zoo dikwerf de
+trekken van onmenschelyke wreedheden van verscheiden meesters verhaald,
+en niet dan by toeval van de menschlievenheid van zommige anderen
+gesproken te hebben, zy het my geöorloofd, om met een woord over het
+ontwerp eener algemeene afschaffing der slaverny te spreken.--Indien
+wy onze nabuuren konden overreden, om van gelyken te doen, zoude het
+een ander geval zyn; maar dewyl men aan de eigenaars op de Engelsche
+Eilanden de wreedheden niet kan te last leggen, welken ik zoo dikwerf
+in Surinamen heb zien plegen, waarom zouden wy ons gedragen, als of
+die aldaar plaats hadden? waarom zouden wy onze Planters verjagen,
+en hen naar eenen grond verzenden, die veel ryker, en van natuure
+veel vruchtbaarer is, als mede onder een bestuur, het welk den
+vryen invoer der Negers toestaat, terwyl ons oogmerk alleenlyk is
+de willekeurige kastydingen te beletten, die deeze zelfde Planters
+vastgesteld hebben. [34]
+
+Verscheiden Colonisten stellen zulk een vertrouwen in hunne slaven,
+dat zy dikwils hunne kinderen liever aan eene Negerin geven om
+te zogen, dan aan eene Europeesche vrouw; en zommige slaven zyn
+zoodanig aan hunnen meester verkleefd, dat ik 'er gekend heb, die
+hunne vrylating geweigerd hebben, en anderen, die hunne vryheid
+reeds genietende, vrywillig in eenen staat van afhangelykheid zyn te
+rug gekeerd. Niemand is volmaakt vry in deeze weereld, en wy moeten
+allen de één van den ander afhangen.--Ik zal derhalven dit uitgebreid
+hoofdstuk besluiten met deeze algemeene aanmerking, dat alle geluk op
+aarde enkel in verbeelding bestaat, en dat men die altyd verkrygen
+kan, wanneer de gezondheid des lichaams, en de vrede der ziele door
+eenen onderdrukkenden geweldenaar niet ontrust worden.
+
+
+
+ZEVEN-EN-TWINTIGSTE HOOFTSTUK.
+
+De muitelingen voeren verscheiden Negerinnen weg.--Aanstootelyke wyzen
+van straföeffening.--Onverschrokkenkeid der Negers.--Verschillende
+zoorten van Gier-vogels.--Gekuifde Arenden.--Beschryving van eene
+Indigo-Plantagie.--Kaneel-Appel.
+
+In weêrwil van de herhaalde nederlagen der muitelingen, vernam men den
+15den Augustus, op Paramaribo, dat zy eenen aanval gedaan hadden op
+de Plantagie Berg-en-Daal, of den blaauwen Berg, anders ook genoemd
+Parnassus-Berg, gelegen aan het bovenste gedeelte van de Rivier
+Surinamen; en dat zy, zonder eenige daad van wreedheid te plegen,
+het geen maar al te veel hunne gewoonte was, alle de Negerinnen van
+daar hadden weggevoerd, schoon op eenen korten afstand een wachtpost
+geplaatst was. Op deeze tyding zond men een hoop jagers af, om hen
+te agtervolgen; en byna ter zelfder tyd deed men door zeven honderd
+Negers het beruchte cordon, of den verschansten weg, maken, welke reeds
+zedert lang ontworpen was. Deeze weg moest verdedigd worden door leger
+wachten, wier post was de Plantagiën voor nieuwe overrompelingen te
+beveiligen, en het wegloopen der slaven te beletten.
+
+De Plantagie Parnassus-Berg is gelegen aan de westzyde der Rivier
+Surinamen, die door de kronkelingen, welken zy vervolgens maakt,
+op deezen afstand honderd mylen van Paramaribo af ligt. Dewyl het
+gezicht van deeze Plantagie aller aangenaamst is, biede ik 'er den
+Lezer eene afteekening van aan, als mede van de Savane der Joden,
+een dorp of gehucht, in eene rechte lyn meer dan veertig mylen van
+deeze hoofdstad der Volkplanting, en meer dan zestig mylen te water
+af gelegen. De Joden bezitten aldaar eene zeer fraaije Synagoge,
+in welke zy hunne Godsdienst-plechtigheden verrigten. Zy hebben 'er
+ook scholen en huizen van opvoeding, want deeze plaats wordt door
+verscheiden aanzienlyke huisgezinnen van hunne natie bewoond. Deeze
+zelfde lieden genieten in Surinamen byzondere rechten en voorrechten,
+die hun door KAREL II. vergund wierden, toen deeze Volkplanting aan
+de Engelschen toebehoorde; en deeze voorrechten zyn zoo groot, als
+zy die ergens bezitten.
+
+De Rivier Surinamen is, van de stad Paramaribo, of liever van het
+Fort Amsterdam af, even als de Cottica en Commewyne, door fraaije
+Suiker- en Koffy-Plantagiën omzoomd; en 'er ontspringen uit dezelve
+verscheide kreeken of kleine Rivieren, als de Paulus, de Para,
+de Cropina, en de Pararaca; maar hooger dan Parnassus-Berg, vindt
+men niets, het welk eene Plantagie genoemd mag worden. De Rivier is
+ook op deezen afstand niet meer bevaarbaar, zelfs niet voor kleine
+vaartuigen, uit hoofde van de vervaarlyke rotsen en watervallen,
+die haar verstoppen, naar maate zy tusschen zeer hooge bergen,
+en ondoordringbaare bosschen doorloopt. Deeze natuurlyke bolwerken,
+schoon zy de liggingen verrukkelyk maken, beletten echter de bezitters
+der Volkplanting, om ontdekkingen te doen, die hun misschien hunnen
+arbeid door onmeetlyke schatten vergoeden zouden,
+
+Zoo al de muitelingen zoo veele wreedheden op de Plantagiën niet
+meer pleegden, zy waren in de hoofdstad tot eene aanstootelyke hoogte
+gestegen. Ik hoorde aldaar onöphoudelyk het geklater der zweepslagen,
+en het gekerm der Negers. Onder de eigenaars, die op het vervolgen
+hunner slaven byzonder vuurig waren, bevond zig zekere Mevrouw
+SP--N, wier Plantagie in de nabuurschap van die van den heer DE GRAAF
+gelegen was, en welke ik op zekeren tyd met schrik uit haar raam het
+onmenschelyk bevel hoorde geven, om eene jonge Negerin voornamelyk
+op den boezem te geesselen, een schouwspel, waar in zy een byzonder
+genoegen scheen te scheppen. Den indruk, die deeze vertooning op
+mynen geest gemaakt had, willende verzetten, ging ik tot vermaak
+een eind weegs om ryden; en het eerste voorwerp, het welk zig aan
+myn oog vertoonde, was eene andere Negerin, ook jong zynde, die byna
+naakt boven van een zolder, op een hoop gebroken flessen neder viel:
+'t is waar, dit was een ongeluk, maar dit ellendig schepzel had zig
+zoo schroomelyk bezeerd, dat zy zig in eenen even deerniswaardigen
+staat bevond, als de eerstgemelde.--Myn lot verwenschende, keerde ik
+aan de haven-kant myn rydtuig om, alwaar ik het verdriet had, om twee
+Engelsch-Americaansche matroosen, die op de voorplecht van hun schip
+met elkander vochten, in het water te zien vallen en verdrinken. Op een
+ander Americaansch schip ontdekte ik eenen kleinen scheepsjongen, die,
+met een byl gewapend zynde, zig boven uit de mast tegen een Sergeant
+en vier soldaten zeer lang verdedigde; deeze waren genoodzaakt hem
+te dreigen van op hem te zullen schieten, zoo hy zig niet overgaf,
+het geen hy eindelyk deed. Men bragt hem dus aan wal, door twee zyner
+medgezellen vergezeld, en met een wacht van twee gelederen soldaten;
+men geleide hen alle drie naar het Fort Zelandia, alwaar zy, volgens
+des Capitains eisch, en om dat zy zig geduurende hunnen dienst hadden
+dronken gedronken, elk de fire cant ontfingen; daar in bestaande,
+dat zy met twee bambous-rieten op de schouders werden afgerost, tot
+dat dezelve opgezwollen en geheel zwart waren. De Capitain trachte
+echter dit zoort van willekeurige straföeffening te wettigen, uit
+hoofde der noodzakelykheid, en om dat de Americaansche matroosen en
+scheepsjongens de onstuimigste menschen zyn, wanneer zy dronken zyn,
+schoon 'er geene de minste reden tot twist aanwezig is: men kan hen
+onder de beste zeelieden der weereld rekenen.
+
+Des anderen daags morgens, my bezig houdende met de gevaaren en
+kastydingen, waar aan het volk van lageren rang is bloot gesteld,
+te overwegen, hoorde ik eene groote meenigte voor by myne wooning
+loopen. De nieuwsgierigheid deed my opstaan, en my in aller yl
+aankleeden, om te verneemen, wat 'er gaande was. Ik vernam toen
+drie Negers, geketend en door eene talryke wacht omringd, welke in
+de Savane hunne straf gingen ontfangen. Hun stout en onbeschaamd
+voorkomen trok myne aandacht zoodanig derwaarts, dat ik, in weêrwil
+van myne afkeerigheid voor dergelyke vertooningen, besloot te
+gaan zien, wat het gevolg van dit alles wezen mogt.--Men las het
+vonnis, in plat Hollandsch opgesteld, het welk deeze ongelukkigen
+niet verstonden. De eerste wierd veröordeeld, om met een byl het
+hoofd te worden afgehouwen, vermits hy een slaaf gedood had, die
+op de Plantagie van zyne meesteresse bananen was komen steelen. De
+waarheid der zaak was, dat hy dien moord op uitdrukkelyken last van
+deeze vrouw gepleegd had; maar toen de misdaad ontdekt was, liet zy
+'er haaren slaaf voor opdraaijen, om haaren goeden naam te behouden,
+en de kosten van boete en schadeloos-stelling uit te winnen. De arme
+keerel leide zyn hoofd met onverschilligheid op het blok neder, en
+ontfing den dood in éénen slag. De tweede, die zyn medepligtige was,
+wierd onder de galg gegeesseld. De derde, wiens naam NEPTUNUS was,
+was een vry persoon, en een timmerman van zyn ambacht; maar, ter
+gelegenheid van zekeren twist, den Opzigter der Plantagie Altona,
+aan de Para Kreek, gedood hebbende, wierd hy rechtvaardig veröordeeld
+om het leven te verliezen. De byzonderheden van zyne misdaad en straf
+zyn merkwaardig. Deeze Neger, die jong en wel gemaakt was, een schaap
+gestolen hebbende, om 'er eene vrouw op te onthaalen, door welke hy
+bemind wierd, besloot de Opzigter, die van jaloersheid brandde, hem
+te laten ophangen. NEPTUNUS, om dit voor te komen, schoot in een veld
+van suiker-riet een snaphaan op hem af, zoo dat hy dood ter aarde
+viel. Tot straf van deeze misdaad wierd hy verwezen, om levendig
+gerabraakt te worden, zonder den genade-slag te ontfangen. Van den
+inhoud van dit verschrikkelyk vonnis onderrigt zynde, plaatste hy
+zig zonder tegenkanting op een sterk kruis, vervolgens strekte hy de
+armen en beenen uit, welken men met touwen vast bond. De scherprechter
+(zynde altyd een Neger,) nam de byl, en hieuw hem de linke hand af,
+waar na hy, een yzeren koevoet in de vuist nemende, hem met verdubbelde
+slagen de beenderen aan stukken sloeg. De touwen wierden vervolgens
+los gemaakt, en meenende dat hy dood was, gevoelde ik my zelf als
+getroost; maar toen de rechters op het punt waren om heen te gaan,
+wierp de misdadiger zig zelf van boven neder van het kruis, en viel
+in het gras, vervloekende zyne rechters als een hoop van gruwelyke
+schelmen. Vervolgens met zyn hoofd tegen het kruis aanleunende,
+verzogt hy aan de omstanders een pyp tabak, die onmeedoogend genoeg
+waren, om hem zulks te weigeren, hem met den voet stootende, en op hem
+spuwende, het geen echter eenige Americaansche matroosen vervolgens
+beletteden. Hy smeekte toen, maar vrugteloos, dat men hem het hoofd
+wilde afhouwen. Eindelyk, geen einde aan zyn lyden ziende, verklaarde
+hy:--"Dat hy den dood verdiend had, maar niet verwagtte, dat men
+hem zoo veele maalen zoude doen sterven. Met dit al, vervolgde hy,
+gy bereikt uw oogmerk niet; ik lach in alle uwe folteringen, al moest
+ik hier nog een maand zoo blyven liggen."
+
+Dit gezegd hebbende, zong hy agter malkander, en met eene heldere stem,
+twee liederen, by het ééne van welke hy aan zyne naastbestaanden en
+vrienden vaar wel zeide, en by het andere aan zyne overledene vrienden
+berigtte, dat hy spoedig in het gelukkig verblyf, door hen bewoond,
+hun gezelschap zoude genieten. Toen hy geëindigd had, verhaalde hy
+bedaard zyn rechtsgeding, met alle deszelfs byzonderheden.--"Maar,
+zeide hy eensklaps tot de geenen, die hem omringden, ik zie aan de
+hoogte van de zon, dat het byna agt uuren is, en het zoude my leed
+doen, dat gy, door myn langer spreken, uw ontbyt zoudt verliezen." De
+oogen toen naar eenen Jood, DE VRIES genaamd, gewend hebbende, zeide hy
+hem. "Ei lieve, myn heer, wilt gy my betaalen de vyf guldens, welken
+gy my schuldig zyt?--Om wat te doen, antwoordde de Jood?--Om eeten en
+drinken te koopen; ziet gy niet, dat men my laat leven?" De Jood op
+deeze woorden agter uit deinzende, lachte de ongelukkige misdadiger
+hem opentlyk en van goeder harten in het aangezicht uit. Vervolgens
+den soldaat aankykende, die by hem de wacht hield, en van tyd tot tyd
+in een stuk droog brood beet, vroeg hy hem:--"Waar het by toe kwam,
+dat een blanke geen ander ontbyt had?"--"Om dat ik niet ryk ben,
+antwoordde de soldaat."--"Wel nu, ik wil u een geschenk doen, hernam
+de Neger: neemt de hand, die men my heeft afgekapt; eet die tot op
+het been toe af; verslind vervolgens myn lichaam, tot dat gy verzadigd
+zyt; gy zult dan een ontbyt gedaan hebben, het welk u voegt." Hy deed
+deeze schimprede met een schaterenden lach gepaard gaan; en ging op
+die wyze voort, geduurende de drie uuren, dat ik aldaar verbleef. [35]
+
+Het is verbazend, dat iemand de kracht heeft, om dergelyke folteringen
+door te staan; voorzeker kan hy dit niet doen, dan door eene vermenging
+van woede, hoogmoed, verachting, en de zekerheid, dat hy zyne vervolgers
+en beulen spoedig ontkomen zal.
+
+Ik heb de byzondere omstandigheden van zulk eene straföeffening, die
+geen daad van wreedheid van eenig byzonder persoon was, breedvoeriger
+verhaald, om een voorbeeld te geven van de ongemeene gestrengheid
+der Surinaamsche wetten.
+
+Verder moet ik alhier een toeval verhalen, het welk slechts een
+oogenblik op myne verbeelding werkte, maar van een langduuriger
+uitwerking had kunnen zyn by iemand, die 'er de oorzaak niet van wist,
+welke ik echter zeer gemakkelyk ontdekte. Des namiddags omtrent drie
+uuren, myn geest nog vervuld zynde met het aandoenlyk toneel van des
+morgens, ging ik naar de strafplaats toe, alwaar myn oog het eerst
+viel op het hoofd van den gestraften Neger, het welk boven op een
+paal gestoken was, en heen en weder waggelde, als of hy nog geleefd
+had, en my eenig teeken wilde geven. Ik bleef oogenblikkelyk staan,
+en niemand in de Savane ziende, alwaar zelfs geen wind genoeg was,
+om een blad te doen ritselen, erken ik, dat ik my gevoelde, als aan
+den grond vast gehecht, en een tyd lang geen moed had om voorwaarts
+te gaan. My vervolgens myne zwakheid verwytende, van naar iets van
+dien aart niet te durven naderen, en te onderzoeken, welke de reden
+van een dergelyk verschynsel wezen mogt, bespeurde ik zulks zeer
+schielyk door het vliegen van een Giervogel, die zig op dit hoofd kwam
+nederzetten, als wilde hy my een dergelyken buit betwisten. Hy had hem
+reeds één zyner oogen uitgepikt, toen hy op myne eerste aannadering
+wegvloog; en by dit wegvliegen met de pooten tegen dit hoofd stootende,
+veroorzaakte hy deeze schielyke beweging. Ik moet by dit alles voegen,
+dat de ongelukkige NEPTUNUS, nog by de zes uuren na het ondergaan
+van zyne straf geleefd hebbende, uit mededogen van den soldaat,
+die de wacht hield, een slag met de kolf van den snaphaan kreeg,
+waar van ik de teekens nog zag.
+
+Zommige Schryvers vergelyken den Giervogel by den Arend; maar die
+van Surinamen heeft dezelfde hoedanigheden niet: hy is in de daad een
+roofvogel, maar in plaats van zig te voeden met de dieren, welken hy
+doodt, leeft hy niet, dan van krengen. Dienvolgende verschynt hy veel
+op de kerkhoven, en de plaatsen, waar men doodstraffen uitoeffent;
+het geen zyne reuk zoo klaar aanduidt, dat de Negers hem tingy fowlo,
+den stinkenden vogel, noemen. De Giervogel in Guiana heeft de grootte
+van eene gewoone kalkoen. Zyne vederen hebben eene donker gryze kleur,
+uitgenomen de vlerken, die zwart zyn. Hy heeft een vooruitstekende,
+sterke en kromme bek, een gespleten tong, een langen hals, en zeer
+korte pooten. Behalven het straks gemelde voedsel, eet hy dikwils
+slangen, en zelfs alles wat hy vindt, in zulk eene meenigte, dat hy
+somtyds moeite heeft om te vliegen.
+
+De vogel, genaamd de Koning der Roofvogelen, is in Surinamen niet
+zeer gemeen, schoon de Indianen 'er zomtyds één of twee te Paramaribo
+brengen, uit hoofde van deszelfs ongemeene fraaiheid. Hy is grooter,
+dan eenig zoort van kalkoenen. De huid van zyn kop en hals, die geene
+vederen hebben, is gemengd van eene scharlaken, violet en bruine
+kleur. Hy draagt een halsband van lange en dik op elkander zittende
+vederen, waar in hy zoodanig kan ingedoken zyn, dat men naauwlyks
+zyn kop ontdekt. Deeze vogel leeft insgelyks van bedorven vleesch,
+slangen, rotten, padden, en zelfs van drek.
+
+Onder de roofvogelen in de Surinaamsche bosschen telt men den gekuifden
+Arend, een zeer wild en sterk dier. Zyne vederen zyn zwart op den rug,
+maar geelachtig naar de stuit; zyn borst, buik, dyën, en zelfs zyne
+pooten, zyn wit met zwarte vlakken; het overige van zyn lichaam is
+geheel bruin, en de klaauwen volmaakt geel. Deeze vogel heeft eene
+platte kop, vercierd met een kuif van vier vederen, twee lange en
+twee korte, die hy naar willekeur verheft of laat vallen.
+
+Den 24sten, zynde den geboortedag van den Prins van Orange, gaf de
+Colonel FOURGEOUD aan de gezamentlyke Officiers een middagmaal van
+gezouten ossen en varkens-vleesch, van puddings van garste meel, en
+gedroogde visch. Dewyl JOANNA steeds by haar besluit bleef volharden,
+nam ik op dien zelfden dag, in tegenwoordigheid van haare moeder
+en andere nabestaanden, de verbintenis aan van de goede Mevrouw
+GODEFROY;--"van haar aan niemand dan aan my te verkoopen. Deeze
+Mevrouw schonk, by haaren dood, niet alleen aan haar haare vryheid,
+maar ook een stuk land om te bebouwen, waar op men voor haar eene
+gemakkelyke wooning zoude stichten, waar over zy de vrye beschikking
+hebben zoude." Mevrouw GODEFROY gaf my vervolgens myn briefje van
+negen honderd guldens te rug, en deed aan JOANNA een geschenk van
+eene beurs van twintig goude ducaten, en twee fraaije stukken Indisch
+linnen. Zy raade my tevens, om aan den Raad een verzoekschrift in te
+leveren, tot dadelyke vrymaking van myne JOHNNY.--"Eene noodzakelyke
+plechtigheid, zeide zy my, het zy ik een borg vond, het zy niet, en
+zonder welke zelfs in het eerstgemelde geval niets verrigt zoude zyn."
+
+Beiden betuigden wy onze oprechte dank-erkentenis aan deeze uitmuntende
+vrouw, en door vreugde zynde opgenomen, ging ik by den Gouverneur
+des avonds ter maaltyd, en bood hem myn verzoekschrift aan, het
+welk in goede orde was opgesteld. Zyne Excellentie nam het aan,
+met het hoofd schuddende, en my de hand drukkende; maar hy erkende
+my rond uit:--"Dat hy volkomen overtuigd was, dat myn zoon slaaf
+zou sterven, ten waare ik de borgtocht, die de wet vorderde, vinden
+konde, 't geen niet gemakkelyk was." Na derhalven veel moeite en
+tyd verloren te hebben, na meer dan vyf honderd guinies betaald te
+hebben, had ik nog de onuitspreekelyke smarte, om hem, van wien ik
+vader en eigenaar tevens was, misschien aan eene eeuwige slavernye
+te zien bloot gesteld. JOANNA zelve had toen niets meer te vreezen,
+het geen my een groot genoegen deed.
+
+Te midden echter van eene zoo billyke neêrslagtigheid, deed zich eene
+gelukkige hoop juist ter snede op. De beruchte Neger GRAMAN QUACY,
+van wien ik reeds gesproken heb, kwam uit Holland aan, en had de
+tyding verspreid, dat men, door zyne tusschenkomst, eene wet gemaakt
+had, volgens welke alle slaven, zes maanden na hunne ontscheping in
+Texel, vry zouden zyn. De eigenaar konde nochtans dien tyd voor zes
+andere maanden verlengd krygen, na verloop van welken geen uitstel
+meer, zelfs voor geen enkelen dag, zoude worden toegestaan.--In myne
+ziel nu overtuigd zynde, dat ik vroeg of laat, en zoon, en moeder,
+in Europa brengen zoude, was myn hart uittermaten getroost.
+
+Alvoorens het verhaal van myne reize te eindigen, zal ik omtrent
+deezen GRAMAN QUACY eenige byzonderheden opgeven. Het zal genoeg
+zyn voor het tegenwoordige te zeggen, dat de Prins van Orange, niet
+genegen zynde hem de kosten uit zyn beurs te betalen, en hem veele
+geschenken te doen, hem te rug zond, gekleed in een scharlaken en
+blaauwen rok, om welken een breed goud boordzel gelegd was; hy had
+een witten veder op zyn hoed; en hy geleek dus naar een Hollandsch
+Generaal. Die goedheid van den Prins maakte deezen Koning der Negers
+zeer hoogmoedig, en nu en dan zelfs zeer onbeschaamd.
+
+De Gouverneur der Volkplanting gaf den 27sten, een zeer kostbaar
+festyn aan zyne vrienden, op zyne Indigo-Plantagie, eenige mylen
+agter zyn paleis gelegen. Hy deed my de eer aan, om my daar by te
+verzoeken, en ik had het genoegen, om het maken van Indigo te zien,
+waar van ik de behandeling thans zal opgeven.
+
+De Indigo-plant is een knobbelig heester-gewas, dat van zaad
+voortkoomt, by de twee voeten hoog groeit, en in den tyd van
+twee maanden zyn volkomer wasdom verkrygt. Deeze plant vordert een
+vrugtbaaren grond, en men moet het onkruid zorgvuldig uitwieden. Men
+ziet dezelve doorgaans, vier of vyf dagen, na dat het zaad in den
+grond geworpen is, uitkomen. Het zyn in het begin knobbelige stronkjes,
+voorzien van kleine takjes, die verscheiden paaren van bladeren dragen,
+en altoos met een ongelyk blad eindigen. Deeze bladen zyn eirond,
+glad, zagt in 't aanraken, aan de boven-zyde van eene donker groene
+kleur, aan de beneden-zyde bleek groen, ongetand, en aan eene byna
+onzigtbaare steel vast gehecht. De bloem behoort onder het zoort van
+die geenen, die tot een peul of schil groeijen, en hangt aan eene zeer
+korte steel. Wanneer de bladen van de bloem zyn afgevallen, groeit
+der zelver hart in de lengte, en wordt een peul, die langwerpig, krom
+gebogen, glad, helderschynend, puntig uitloopende, bruin van buiten,
+en wit van binnen is, en zeven of acht pitten bevat, die door een
+klokhuis van elkander zyn afgescheiden. Elke pit vertoont een kleine
+rol, grys of olyfächtig van kleur, en een lyn lang.
+
+Zie hier de manier, op welke deeze plant tot Indigo bereid wordt.
+Wanneer men alle de takken heeft afgesneden, bindt men dezelven
+tot schoven of bossen, legt die in een groote kuip vol water, en bedekt
+dezelven met zwaare stukken hout, die tot perssen dienen. Alles op die
+manier zynde gereed gemaakt, begint de gisting zeer spoedig; in minder
+dan agtien uuren schynt het water te koken, en de verwstof der plant
+naar zig trekkende, verkrygt het zelve eene blaauwe violet kleur. Tot
+dien staat van gisting gekomen zynde, laat men het water in een tweede
+kuip overloopen, die zomtyds minder groot is; en dan zuivert men het
+zorgvuldig van alle stukjes hout, welken men weg werpt. De stank,
+die dit water opgeeft, maakt deeze bewerking zeer ongezond. Dit
+water, in de tweede kuip overgegoten zynde, wordt met houten spadels
+omgeroerd, tot dat het kleurend gedeelte zig afscheidt, en tot kleine
+bolletjes zamenloopt, die naar den bodem zinken. Het water herneemt
+dan op deszelfs oppervlakte zyne natuurlyke doorschynendheid; en men
+giet het nog eens, tot aan dat gekleurd zinkzel, in een derde kuip,
+ten einde de stukjens Indigo, die 'er nog in vervat zouden mogen zyn,
+mede naar den grond zinken; waar na men dit water weg giet, en het
+zinkzel of de Indigo wordt gelegd in vaten, die geschikt zyn, om 'er
+in te droogen. Het raakt alzoo alle verdere vochtigheid, die 'er nog
+in mogt zyn, kwyt; het krygt aldaar de gedaante van kleine vierkante
+langwerpige brooden, van eene fraaije lichtblaauwe kleur, en is dan
+tot de vervoering geschikt. [36] Men kweekt de Indigo-Fabrieken in
+deeze Volkplanting weinig aan. Ik weet 'er de reden niet van, want de
+koek, welke zy voortbrengt, wordt verkogt voor vier guldens het pond;
+beste Indigo moet ligt, hard, en brandbaar zyn.
+
+De aankweeking van deeze plant is in Surinamen begonnen door zekeren
+DESTRADES, die zig een Fransch Officier noemde, en het zaad daar
+toe uit St. Domingo medebragt. Dit had eerst in later tyd plaats,
+dewyl ik zelf deezen armen keerel nog gekend heb, die zig op Demerary
+met een pistool-schoot het leven benam.--Dewyl de omstandigheden van
+zynen dood vry merkwaardig zyn, kan ik myne geneigdheid, om dezelve
+kortelyk te verhaalen, niet wederstaan. Deeze man, zig in schulden
+gestoken hebbende, maakte het overschot van zyne bezittingen tot
+geld, en vluchte uit de Volkplanting van Surinamen weg. Zig in de
+Spaansche bezittingen met verboden handel hebbende opgehouden, wierd
+al het geen hy bezat vervolgens in beslag genomen. Geen uitkomst meer
+hebbende, vervoegde hy zig by één zyner vrienden op Demerary, die de
+menschlievenheid had om aan hem eene vryplaats te verleenen. Hy had
+daar van slechts eenigen tyd gebruik gemaakt, toen eene verzweering
+aan zynen schouder doorbrak; maar hy weigerde bestendig alle hulp,
+en om zich te laten bezichtigen. Het ongemak wierd met dit al erger,
+en zelfs gevaarlyk; maar DESTRADES bleef 'er altyd by met het bedekt
+te houden. Eindelyk geraakte op zekeren dag het geheele huis in
+ontsteltenis, toen men hoorde, dat 'er een schietgeweer in zyne kamer
+afging. Men trad binnen, en vond hem, met zyn besten rok aangekleed,
+maar zwemmende in zyn bloed, met een pistool, het welk by hem op den
+grond was gevallen. Toen ontkleedde men hem, en tot groote verbaazing
+der tegenwoordig zynde lieden, ontdekte men de letter V (voleur: dief:)
+op dien zelfden schouder, welken hy niet had willen vertoonen.--Dus
+eindigde het leven van eenen man, die eenige jaaren lang te Paramaribo
+met roem geleefd had, en aldaar over het algemeen geacht was.
+
+Na het eeten verliet ik de Plantagie van den Gouverneur, en begaf my,
+in het rydtuig van zyne Excellentie, tot aan den oever der Rivier,
+alwaar ik een overdekt vaartuig met agt riemen vond, om my naar de
+Plantagie Catwyk aan de Commewyne te brengen. De heer GOETZÉE, een
+Hollandsch Zee-Officier, die eigenaar van deeze fraaije Plantagie was,
+had my op dezelve genoodigd. 'Er ontbrak geen vermaak, van welk zoort
+ook, in dit aangenaam verblyf. Men hield aldaar paarden, rydtuigen,
+vaartuigen, die altyd gereed lagen; maar het geen alle vermaak bedorf,
+was de onmenschelykheid van Mevrouw GOETZÉE, die, om de geringste
+misslag, haare slaven deed zweepen: by voorbeeld, een jonge Neger,
+JACKY genaamd, wierd, om dat hy de glasen niet naar haaren zin
+gespoeld had, door haar veröordeeld, om des anderen daags een zeker
+getal zweepslagen te ontfangen; maar de arme keerel vond middel om zig
+aan haaren wrevel te onttrekken. Dien zelfden avond nam hy afscheid
+van alle de Negers op de Plantagie; vervolgens ging hy in het bed
+van zynen meester leggen, nam de tromp van een jachtgeweer in zynen
+mond, en den trekker met één der toonen van zynen voet overhaalende,
+maakte hy op die manier een einde van zyn leven. Dit schot alles in
+rep en roer gemaakt hebbende, werden twee groote Negers gezonden,
+om te vernemen wat 'er gaande was, en zy vonden den jongeling dood
+en mismaakt liggen op het bed, het welk geheel bebloed was. De beide
+slaven gaven bericht van dit voorval, en kregen last om het lyk uit
+het vengster te gooijen; maar noch de eigenaar, noch de eigenaresse,
+en zelfs geen ander mensch, wilde, eer dat ik kwam, in de kamer gaan,
+schoon dezelve anderzints aangenaam en gemakkelyk was. Het geen de
+meesters van den huize in deeze omstandigheid het meest verschrikte,
+bestond daar in, dat hun geliefd kind in dezelfde kamer sliep, waar
+dit voorval gebeurde, maar zy stelden zig spoedig gerust, toen zy
+vernamen, dat aan het zelve niets was wedervaren.
+
+Ik had nog geen veertien dagen op deeze Plantagie doorgebragt, toen
+eene slavin, YETTEE genaamd, naakt wierd uitgekleed, en door twee
+sterke Negers op eene verschrikkelyke wyze gegeesseld. De uitvoering
+der straf geschiedde voor de deur van 't huis, en de ongelukkige had
+de huid byna geheel ontveld. Haare misdaad bestond in gezegd te hebben:
+"dat haare meesteresse eenige schulden had, zoo wel als zy". Vyf dagen
+daar na verwierf ik echter, dat de ketenen, die men haar aan de voeten,
+en boven de lendenen had vast gemaakt, wierden weggenomen: maar zekere
+Mevrouw VAN EYS, voorgewend hebbende, dat deeze slavin haar onbeschoft
+had aangekeken, was oorzaak, dat Mevrouw GOETZEE, in die zelfde week,
+de kastyding liet herhaalen, en wel op zulk eene manier, dat ik niet
+geloove, dat het arme schepzel 'er van heeft kunnen opkomen.
+
+In zoo veele onmenschelyke wreedheden een weerzin hebbende, verliet
+ik Catwyk, in het vast voornemen, om het zelve nooit wederom
+te zien. Niettemin was ik in gezelschap van den heer GOETZEE, op
+verscheide andere Plantagiën, aan de Rivieren Cottica en Peréca. Op
+de Plantagie Alia, onder dit getal behoorende, haalde men my op eene
+beleefde wyze over, om aan een meisjen, het welk geboren wierd,
+een naam te geven, en ik noemde haar Charlotta; des anderen daags
+morgens, onder het ontbyt, wierden alhier zeven Negers strengelyk
+gegeesseld.--Ik begaf my vervolgens naar de Plantagie 's Gravenhage,
+alwaar ik eenen jongen mulat, DOUGLAS genaamd, ontmoette, die geboeid
+was, en ik herinnerde my met aandoening, dat zyn ongelukkige vader voor
+deszelfs dood hem van de slavernye niet hadde kunnen bevryden. Door
+zulk eene reize vermoeid zynde, kwam ik spoedig te Paramaribo te rug,
+alwaar ik by myne aankomst vernam, dat LAURENS, de kamerdienaar van
+den Colonel FOURGEOUD, overleden was, en dat men hem begraven had,
+eer hy nog volkomen dood was.--Geduurende myne afwezigheid hadden
+dertien van onze soldaten, om dat zy in een herberg beschonken waren
+geraakt, door de spitsroeden geloopen, en stokslagen ontfangen. Zy
+waren zoo afgerost, dat weinigen van hun in Europa te rug kwamen,--Men
+had een Hollandsch matroos, en een jong meisjen van het geslacht der
+Quateron-Negers, aan den oever der Rivier vermoord gevonden.--By myne
+te rug komst, op het plein zynde gaan wandelen, wierd ik geroepen
+door den ST--K--R, die my op de derde verdieping gebragt hebbende,
+tot my zeide:--"zoudt gy wel gelooven, dat één van myne Negers laatst
+van deeze hoogte afsprong, om eene geringe kastyding te ontgaan;
+maar dewyl hy door zynen val slechts eene ligte bedwelming bekwam,
+wreef men hem sterk aan de slapen van het hoofd, en hy kwam weder
+spoedig by: toen, om hem te straffen, dat hy zyn persoon, die de
+eigendom van zynen meester was, in zulk een gevaar gebragt had, en
+myne vrouw had doen verschrikken, zond zy hem naar 't Fort Zelandia
+om aldaar door een frisschen Spanso-bocko zyne misdaad te boeten".
+
+De kastyding, die deezen naam draagt, is één der verschrikkelykste;
+zy wordt op de volgende wyze uitgevoerd.--Men bindt den veroordeelden
+de handen, en laat hem de kniën tusschen de armen doorgaan; men legt
+hem vervolgens op de ééne zyde, en houdt hem zoo als een hoen in
+malkander gewonden, door middel van een paal, waar aan men hem vast
+maakt, en die men in den grond steekt. In die gesteldheid kan hy zig
+even min bewegen, als of hy dood was: dan slaat hem een Neger, met
+een bos knobbelige tamarinde-takken gewapend, tot hy hem de geheele
+huid heeft van één gereten; hy keert hem vervolgens naar de andere
+zyde om, slaat hem op gelyke wyze, en de grond is op de straf-plaats
+van het bloed doorweekt. Wanneer dit is afgeloopen, wascht men den
+armen keerel, om de versterving van het vleesch voor te komen, met
+citroen-sap, waar in buskruid ontbonden is. Na dit alles zendt men
+hem naar zyn hok te rug, alwaar hy mag zien, hoe hy genezen wordt.
+
+Is het nu wel te verwonderen, ik moet het herhalen, dat de slaven
+opstaan tegen meesters, die hen zoo wreed behandelen!
+
+De manier nog niet beschreven hebbende, op welke de muitende
+Negerslaven de Plantagiën aantasten, meene ik geene betere gelegenheid,
+dan de tegenwoordige, daar toe te kunnen vinden.
+
+Na zig den geheelen nacht in de naby gelegene struiken verborgen
+te hebben gehouden, komen zy, by het aanbreken van den dageraad
+daar uit te voorschyn, vallen de Europeanen onverhoeds aan, en
+vermoorden ze allen. Zy plonderen en verbranden vervolgens het huis
+van den eigenaar. By het heengaan nemen zy alle de Negerinnen mede;
+zy beladen dezelven met hunnen buit, en behandelen haar met de grootste
+onbeschoftheid, indien zy den minsten tegenstand durven bieden.
+
+Ik zal de aandoenlykheid van den lezer door deeze treurige verhaalen
+niet meer afmatten, hebbende ik hem 'er reeds te lang mede bezig
+gehouden. Ik hoopte daar door de wreedäarts te doen bloosen, en de
+zaak der menschelykheid te bevorderen.
+
+Ik heb reeds gezegd, dat ik, den 24sten Augustus, een verzoekschrift
+aan den Gouverneur had ingeleverd, om mynen zoon vry te maken. Mitsdien
+zag ik, den 8sten October, met zoo veel vreugde, als verwondering,
+het volgende aangeplakt. "Indien iemand gerechtigd is, om zig te
+verzetten tegen zeker gedaan verzoek, om de vryheid te bekomen voor
+een kind, behoorende tot het geslacht der Quarterons, genaamd JOHN
+STEDMAN, zoon van den Capitain STEDMAN, kan dezelve zig aanmelden
+tot den 1sten January 1777.". Zoo dra ik dit bericht gelezen had,
+liep ik naar den heer PALMER, om hem dit nieuws mede te deelen. Hy
+verzekerde my, "dat dit eene enkele plechtigheid was, gegrond op de
+veronderstelling, dat ik de noodige borgtocht bezorgen zoude, waar
+op men ongetwyffeld staat maakte, overeenkomstig de vrypostigheid,
+waar mede ik myn verzoekschrift aan den Gouverneur der Volkplanting
+had ingeleverd". Niet in staat zynde een enkel woord uit te brengen,
+ging ik naar JOANNA toe, die my al glimlachende antwoorde, dat ik aan
+de vryheid van onzen zoon niet moest wanhoopen. In deeze oogenblikken
+van neerslagtigheid verliet ik deeze beminnenswaardige vrouw nooit,
+zonder dat zy my eenigen troost gegeven had.
+
+Byna op deezen zelfden tyd vernamen wy, dat in de Utrechtsche
+nieuwspapieren een zeer scherp geschrift stond tegen den Colonel
+FOURGEOUD, waar by men met het zenden van afgezanten, door hem aan de
+Oucas- en Sarameca-Negers gedaan, den spot dreef. Schoon hy van die
+zoogenaamde bondgenooten niets te verwagten had, en dat zyn volk op
+dit oogenblik byna geheel versmolten was, wilde hy echter de geenen,
+die nog gaan konden, niet geheel werkeloos laten. Hy kleedde derhalven
+zyne soldaten op nieuw, (voor de eerste maal na het jaar 1772,) en hy
+gaf hun nieuwe sabels, enz.; vervolgens zond hy hen om aan den mond van
+de Cassipory-Kreek, aan het bovenëinde van de Cottica te gaan legeren,
+zynde alleenlyk door Onder-Officiers vergezeld; maar de Officiers
+van hoogeren rang, kregen spoedig bevel om hen te volgen. Den 7den,
+onthaalde hy ons ter maaltyd, en liet eindelyk een gebraden ossenharst
+opdisschen, welke men hem van Amsterdam gezonden had, op zoodanige
+wyze gereed gemaakt, als ik reeds beschreven heb. Op het nagerecht
+zag ik eene vrucht, die men in Surinamen noemt Kaneel-appel, aan een
+boompjen groeit, en in de tuinen van Paramaribo, meenig-werf gevonden
+word. Dezelve is met een zoort van groene schubben geheel bedekt,
+en gelykt naar een jonge artichok.
+
+De schil van deeze vrucht is byna een halve duim dik. Het vleesch
+smaakt als dikke room, waar in aangebrande suiker geroerd is. Het
+is zoo zoet, dat zommige lieden het al te laf oordeelen. Derzelver
+breede, harde en zwarte zaaden zitten in dit vleesch.
+
+My hebbende gereed gemaakt om weder eenen dadelyken dienst te beginnen,
+en daarënboven eene groote meenigte wyn, sterke dranken, en allerleije
+zoorten van ververschingen, my door myne vrienden toegezonden,
+ontfangen hebbende, beval ik JOANNA, en mynen zoon, aan de zorge
+van de goede Mevrouw GODEFROY aan. Dit was dus de zevende veldtocht,
+die thans een aanvang nam: ik verlangde de onderneming, welke wy met
+eenen zoo standvastigen yver voortzetteden, zoo mogelyk, tot genoegen
+van de inwooners deezer Volkplanting te doen afloopen. Ik bevond my
+toen zoo wel, ik was zoo opgeruimd van geest en wel gemoed, als op
+den dag zelven, toen ik, met de krygsbende van den Colonel FOURGEOUD,
+op het vaste Land van America ontscheepte.
+
+
+
+AGT-EN-TWINTIGSTE HOOFTSTUK.
+
+De Muitelingen trekken de Rivier Maroni over.--Derde tocht
+naar Gado-Saby.--De Land-Scorpioen.--Verscheiden zoorten van
+timmerhout.--Boom, welke een vrucht voortbrengt, de Marmelade-doos
+genaamd.--Het aankweeken van Ryst.--Buitengewone hitte, die alle de
+moerassen opdroogt.--De Oppossum van het vrouwelyk geslacht.--De
+Brazilsche Wezel.--De Mierëeter.--De Tamandua.--Hout-luizen en
+vliegende luizen.--Tafereel van ellende en sterfte.--De Vrede aan de
+Volkplanting bezorgd.--De Poelsnip.--De Lepelgans, en de Brazilsche
+Ojevaar.--Wilde Eendvogels van verschillende zoorten.
+
+Den 10den November, begaf ik my, in een talryk gezelschap, met een
+vaartuig naar de legerplaats aan de Cassipory-Kreek. Des anderen daags
+was de geheele Volkplanting met rook overdekt, dewyl de bosschen aan
+het zee-strand in brand geraakt waren, zonder dat men 'er de reden van
+konde opsporen. Op de reize ontmoetten wy een hoop krygsvolk, onder
+bevel van den Colonel TEXIER, die van Vrydenburg, aan de Maroni-Kreek,
+te rug kwam. Deeze Officier verzekerde ons, dat de muitelingen, na den
+gevoeligen neep, dien wy hun door het inneemen van Gado Saby hadden
+toegebragt, die groote Rivier overvluchtten, en by de Franschen, in
+Caijenne wonende, eene schuilplaats vonden. Hy voegde 'er by, dat hy
+van hun eene vrouw gevangen had, en de Lieutenant KEEN twee mannen,
+na 'er verscheiden gedood te hebben; dat de beide nieuwe compagniën
+van vrywillige Negers de eer van hunne vaandels, door hun met groote
+staatsie van den Gouverneur ontfangen, ophielden, door het medebrengen
+van gevangenen, welken zy aan het strand agter Paramaribo gemaakt
+hadden; dat zy by deeze gelegenheid geholpen waren geworden door de
+Indianen, die vrywillig gestreden hadden, en meer dan eenmaal op die
+zelfde plaats den vyand afbreuk hadden gedaan. Alles deed zig dus
+aan ons voor, om onze onderneming met eenen goeden uitslag bekroond,
+en de rust in de geheele Volkplanting hersteld te zien.
+
+De Plantagie Saardam, die toen aan den Colonel DES BORGNES, uit hoofde
+van zyn huwelyk, toebehoorde, op onzen weg liggende, hielden wy daar
+stil. Ik vond 'er eenen Americaanschen matroos, welke melasse, of
+suiker-syroop, inlaadde. De bekwaamheid van den nieuwen Planter en
+zynen Opzichter willende beproeven, haalde ik deezen matroos over,
+om twee kruiken kill-devil (by de Hollanders genoemd kelduivel,)
+die op deeze Plantagie gemaakt was, te kleuren, en te verzekeren,
+dat hy dezelve als rhum van Antigoa aanbragt. Hy deed het geen ik
+hem zeide. Men vond zyne zoogenaamde rhum uitmuntend; men maakte 'er
+punch van voor het geheele gezelschap, en men gaf hem wederkeerig zes
+andere kruiken van die zelfde kill-devil. De Americaan beloofde my
+die insgelyks te zullen kleuren; en hy hoopte zyn vaartuig boordvol
+geladen te hebben, voor zyn vertrek van Paramaribo. Zoo veel vermogen
+heeft het vooröordeel in alle Landen.
+
+Wy verlieten de Plantagie Saardam, alwaar wy volmaakt wel ontfangen
+waren, en wy kwamen den 13den, zonder het ontmoeten van eenig onheil,
+op onze legerplaats by de Cassipory-Kreek aan de Cottica. Geene
+schoenen, noch koussen aan hebbende, wierd ik byna gestoken door een
+Land-Scorpioen, toen ik myne voeten aan den wal zette. Dit insect
+heeft de grootte van eene kleine kreeft. Zyn lyf, zynde van eene
+eyronde gedaante, en van eene roetkleur, is met beweegbaare ringen
+bedekt. Hy heeft agt pooten, welke in geleden verdeeld zyn. Twee
+armen, insgelyks in geleden verdeeld, komen uit zyn kop, en schynen
+een gedeelte van zyn lyf uit te maken. Zyne oogen zyn zoo klein,
+dat men ze naauwlyks zien kan. Zyn staart heeft zeven klootvormige
+verdeelingen, naar koraalen van glas gelykende, en eindigt met een
+dubbele ring. Het wyfje kronkelt dezelve op haaren rug in elkander, om
+haare jongen voor de aanvallen van andere insecten te beveiligen. De
+steek van den Land-Scorpioen is niet doodelyk, maar veröorzaakt eene
+stekende pyn en koorts. Men zegt, dat hy van huid verandert, even als
+de krabben van schelp veranderen. Men vindt hem meestäl op oude boomen,
+oud huisraad, en ook dikwils onder het vuilnis, en in het drooge gras.
+
+Onder de ongelukken, welken ik hier zag, moet ik niet vergeten het
+verlies van eenen zee-soldaat, die, zig in de Rivier badende, door
+eenen grooten Kayman eensklaps wierd naar den grond getrokken. Zoo
+dra ik zyn ongeluk bemerkte, ontkleedde ik my, sprong oogenblikkelyk
+in het water, en droeg zorg, dat ik altyd het eene been in beweging
+hield. Met dit al, ik vond niet den geen, dien ik zogt, en liep zelf
+groot gevaar. Ik had door eenen Neger eene lange roeyriem in een
+lynregten stand doen houden, ten einde ik my daar aan vast hield,
+en hy dezelve, wanneer ik 'er op sloeg, naar zig toe zoude haalen;
+maar de Neger, my kwalyk begrypende, maakte met die roeyriem zulk
+eene geweldige beweging, dat ik naar den grond zonk. Ik kwam niet
+weder boven, dan omtrent in het midden van den stroom, en bereikte
+den oever niet dan met zeer veel moeite.
+
+Den 20sten, bevel ontfangen hebbende om naar Gado-Saby te trekken,
+vertrok ik des morgens ten zes uuren, aan het hoofd van twee
+Lieutenants, drie Sergeanten, zeven Corporaals en vyftig soldaten,
+zonder een Heelmeester en den Neger, GOOSSASY, dien wy in drie of vier
+uuren kwyt raakten, daar by te rekenen. Wy sloegen ons neder aan de
+oevers van de zelfde Cassipory-Kreek, zonder meer dan zes mylen ten
+westen van derzelver mond te hebben kunnen voorwaarts komen.
+
+Den 21sten, vorderden wy zeven of acht mylen noordwaarts, en wy vonden
+geen enkelen drop water, om den hevigen dorst te lesschen, die ons
+allen verslond. Wy waren te midden van het saisoen van droogte,
+waar van de hitte dit jaar brandender was, dan ooit.
+
+Toen onzen weg veranderd, en denzelven noord-oost-waarts genomen
+hebbende, doorwaadden wy, des morgens van den 22sten, het moeras;
+en tegen den middag bereikten wy wederom het drooge; vervolgens,
+na nog één uur te zyn voorwaarts getrokken, gingen wy naar den
+westkant. Wy ontmoetten aldaar een groot veld, met ignames beplant,
+het welk wy verwoestten. Dit gedaan hebbende, trokken wy lynrecht
+voort, en sloegen ons neder op het oud verblyf der Negers, Cofaay
+genaamd. Het gebrek aan water deed ons verschrikkelyk lyden. De
+slaven echter vonden middel, om ons hier water te bezorgen; en hoe
+stinkend het ook wezen mogt, dronken wy het zelve, na het door onze
+hembds-mouwen te hebben laten doorloopen.
+
+In weerwil van de onaangenaamheden van deezen tocht, onderzocht ik
+de volgende boomen, door my nog niet beschreven: de Carnavatepy en
+de Berklack, waar van het hout zeer dienstig is. Het eerste heeft
+heerlyke zwarte en bruine streepen: het gelykt zeer veel naar het geen
+men Brasilisch hout noemt; en wanneer het bewerkt wordt, verspreidt
+het een geur, welke voor die van den nagelbloem niet behoeft onder
+te doen. Het tweede heeft eene bleek ronde of violet kleur; het
+is insgelyks geschikt tot alle werk, waar toe men het gebruiken
+wil. Men bood my ook een zeer zonderling zoort van vruchten aan,
+genaamd de Marmelade-doos. Dezelve heeft de gedaante van een grooten
+appel, maar een weinig meer ey-rond, en geheel met dons bedekt. In
+'t begin is deeze vrucht groen, maar ryp wordende, wordt zy bruin. De
+schil is hard, en door eene zekere beweging scheidt zy zig in tweën,
+even als een noot. Het vleesch of merg koomt dan te voorschyn,
+gelykende naar dat van een mispel: het is eene zoete en bruin-kleurige
+zelfstandigheid, die aan groote pitten vast zit; de inwooners zuigen
+dezelve met graagte uit. Het spyt my, dat ik van den boom, die deeze
+vrucht voortbrengt, en van wien dezelve haaren naam ontleent, geene
+beschryving geven kan.
+
+Den 23sten, trokken wy ten westen van Cofaay, in de hoop om het een
+of ander van den vyand te vernemen. Wy volgden een voetpad, loopende
+dwars door bebouwde landen, en met den weg gemeenschap hebbende:
+wy ontdekten verrukkelyke gezichten; maar wy ontmoetten niets anders
+dan een grooten hoop wilde varkens, wier geknor en geraas op den weg
+ons, eer wy ze gezien hadden, hen deed houden vooreen afgezonden hoop
+muitelingen, en wy maakten ons gereed om dezelven wel te ontfangen.
+
+Tegen den middag kwamen wy weder te Gado-Saby, alwaar wy, naauwlyks
+nedergezeten zynde, om van de vermoeienis van onzen tocht een weinig
+uitterusten, in ons midden zagen verschynen eenen ouden Neger, hebbende
+een langen witten baard, en een stuk van een sabel in de hand. Ik stond
+dadelyk overëind, en aan een ieder, wie hy ook wezen mogt, verbiedende
+op hem te schieten, zeide ik hem dichter by te komen, hem verzekerende,
+dat niemand van de geenen, die onder myn bevel stonden, hem zoude
+durven mishandelen, en dat ik hem zelfs alle hulp zoude toebrengen,
+die hy benoodigd mogt hebben.--"Neen, neen, Massera! antwoordde hy my
+met zeer veel standvastigheid"; en met het hoofd schuddende, liep hy
+weg. Onaangezien myne beveelen, wierd door twee van myne soldaaten op
+hem geschoten; maar tot myn groot genoegen raakten zy hem niet. Deeze
+elendige omzwerver zogt een onzeker bestaan in die verlatene velden,
+welken wy meer dan eens verwoest hadden.--De reden, waarom de Negers
+zoo moeielyk met een kogel te raken zyn, bestaat hier in, dat zy
+nooit in eene rechte lyn, maar altyd kronkels-gewyze, loopen.
+
+Overëenkomstig myne beveelen, verwoestte ik Cofaay, en deszelfs omtrek,
+op nieuw, maar het deed my echter leed, om des ouden Negers wille. Na
+het om ver hakken van verscheiden catoen-boomen, bananen-boomen,
+althaea-planten, duiven-boonen, Indisch koorn, ananassen en ryst,
+die grootendeels zedert de eerste aldaar door ons gedaane verwoesting
+waren opgeschoten, konde ik niet nalaten, om voor eene kleine hut,
+in welkers nabyheid heete asch en bananen-schillen lagen, een weinig
+scheeps-bischuit, een groot stuk gezouten ossen-vleesch, en een fles
+nieuwe rhum agter te laten, voor den ongelukkigen, die aldaar zyn
+verblyf hield. Vervolgens sloegen wy ons andermaal op de vlakten van
+Cofaay neder.
+
+Zoo dikwerf gesproken hebbende van velden met ryst bezaaid, verwagt
+de lezer waarschynlyk eenige byzonderheden omtrent derzelver
+aankweking. De plant, die het graan van deezen naam voortbrengt,
+heeft, schoon sterker zynde, vry wat gelykheid met het koorn. Zy
+brengt holle gegroefde stammen voort, op zekere afstanden knoopen of
+knobbels hebbende, en zig tot de hoogte van vier voeten verheffende. De
+bladeren zyn rank, even als van het riet. De zaden zyn ten naasten
+by op dezelfde wyze gerangschikt, als de garst, en groeijen aan
+halmen, langs welken zy beurtelings geplaatst zyn. De oriza of ryst,
+heeft hitte en vocht noodig. De ryst-korrels zyn langwerpig rond;
+de beste zyn wit, doorschynend en hard. De nuttigheid van de ryst
+is zoo over bekend, dat ik 'er niets anders van zeggen zal, dan dat
+dezelve voorkwam, dat onze arme soldaten niet van honger stierven,
+voornamelyk in Augustus 1775, toen zy voor een geheel rantsoen daags
+niet meer hadden, dan een scheeps-bischuit, en drie koorn-airen van
+Indisch graan, voor vyf mannen.
+
+Mynen last toen volkomentlyk ter uitvoer gebragt hebbende, hernam ik,
+met myne manschappen, den weg naar de Cassipory-Kreek, trekkende
+door de verwoeste velden van Gado-Saby die niets anders dan eene
+dorre woestyn vertoonden. Wy gingen vervolgens zuid-oostwaards,
+daar na geheel en al zuidwaarts, en hingen toen onze hangmatten in
+de nabyheid van onze eerste legerplaats op. Het is opmerkelyk, dat
+alle de moerassen door de buitengewoone hitte waren uitgedroogd; en
+tevens was de stank, die door eene meenigte van visschen, voornamelyk
+tot het zoort van de Warappa's behoorende, welke by het afloopen
+van het water gestorven waren, wierd opgegeven, aller ongezondst
+en ondraaglykst. Onze slaven echter zogten de minst bedorvene van
+deeze visschen uit; des avonds lieten zy ze in de pan bakken, en aten
+dezelven als een lekker beetjen.
+
+Des anderen daags morgens, trokken wy verder zuidwest-waarts
+ten westen, en hielden omtrent vier mylen van de Cassipory-Kreek
+stil. Den 26sten, onzen weg zuid-zuid-westwaarts nemende, kwamen wy
+in het hoofd-kwartier, zeer vermoeid, zeer vermagerd, en ik had zelf
+de roos in het aangezicht. Ik stelde myn dagverhaal ter hand aan den
+Lieutenant Colonel DES BORGNES, die het bevel voerde.
+
+Een hoop van vyftig soldaten wierd, den 27sten, naar den post van
+Jerusalem, en deszelfs omtrek, op kondschap uitgezonden, en den 6den
+December, kwam de zoo lang verwagte versterking, uit drie honderd
+vyftig mannen bestaande, in de Rivier Surinamen aan; zy hadden, van
+hun uitzeilen uit Holland af gerekend, de reize gedaan in agt-en-zestig
+dagen, maar 'er vyftien van te Plymouth doorgebragt.
+
+Wy vernamen toen, dat Capitain JOACHIM MEIJER, die eene aanzienlyke
+somme gelds voor ons volk aan boord had, door de Mooren genomen was
+geworden, en met alle zyne scheepsgezellen te Marocco opgebragt,
+alwaar zy slaven van den Keizer wierden:--dat het Schip Paramaribo,
+Capitain SPRUIT, (één van de geenen, waar in men in het begin van
+de maand Augustus de zieken inscheepte,) in het Kanaal op de klippen
+van Ouessant schipbreuk had geleden; maar dat, met behulp van eenige
+Fransche visschers, allen, die zig aan boord bevonden, gered en naar
+Brest gebragt waren, van waar zy wederom naar Texel inscheepten:--dat
+de Prins van Orange, uit weldadigheid en menschlievenheid, onder de
+Officiers en soldaten, ten getale van meer dan honderd, de navolgende
+sommen gelds had laten uitdeelen, namelyk, omtrent veertig guldens
+aan elken soldaat, zes honderd aan elken Lieutenant, agt honderd
+aan elken Capitain, en duizend aan den Major MEDLAR, die het bevel
+voerde. Alle de geschenken, welken ik aan myne vrienden in Europa
+gezonden had, waren op dien zelfden bodem, en alzoo, tot myn groot
+hartzeer, verloren geraakt.
+
+Zedert meer dan een maand had ik tot myne woonplaats niets anders,
+dan eene slechte hut, voor regen en wind bloot staande. Doch thans
+vernomen hebbende, dat, in weêrwil van de aangekomene versterking,
+men ons bestemd had, om ons eenigen tyd in de bosschen te blyven
+ophouden, het geen aan veelen van ons volk zeer leed deed, begon
+ik, den 1sten December, om zonder hamer, of spykers, voor my eene
+wooning te laten bouwen, die in zes dagen was afgemaakt, schoon twee
+verdiepingen, eene overdekte gaandery met een hek, en eene kleine
+keuken hebbende. Dicht daar by was een tuin tot myn gebruik, alwaar
+ik op jong plantsoen, de namen van JOANNA en JOHNNY sneed. Tot gebuur
+had ik mynen vriend den Capitain BOLTS, die een geyt had, waar van de
+melk ons van groot nut was. Anderen hielden eendvogels en hoenderen;
+maar de laatstgemelde hadden geene haanen; men was bevreesd voor hun
+gekraay, en had dezelven gedood. Alle onze Officiers eindelyk bouwden,
+aan den oever, eene reije van zeer zindelyke wooningen; aan de overzyde
+had men meer dan honderd hutten, (die toen allen groen waren,) voor het
+nieuwe krygsvolk opgericht, en het geheel maakte eene fraaije straat,
+waar van niettemin de bewooners een zeer slecht voorkomen hadden.
+
+Het was aan myne wooning merkwaardig, dat men 'er door het dak
+inkwam. Door dit middel zag ik my ontheven van alle die aanloopende
+bezoeken, die myn voorraad uitputten, en my meenigmaalen hinderden,
+wanneer ik met teekenen, schryven of lezen bezig was. Onze legerplaats
+was daarënboven zeer aangenaam. Wy waaren op eene hoogte, alwaar
+wij van de schadelyke dampen, die aanhoudend uit den grond opkomen,
+en elders een groot getal manschappen hadden doen sneven, niets te
+vreezen hadden.
+
+Geduurende de zeer korte oogenblikken, dat ik hier eenige rust had,
+maakte ik in het klein, op een plank van agtien duimen lengte en
+twaalf duimen breedte, de boeren-wooning, welke ik aan de Hoop bewoond
+had. Ik gebruikte daar toe insgelyks takken van Latanus-boomen, en
+elk beschouwde het als iets, dat zeer merkwaardig was. Ik gaf het
+ten geschenke aan mynen vriend den heer DE GRAAF, die het vervolgens
+in zyne verzameling van zeldzaamheden te Amsterdam plaatste. Dewyl ik
+thans van dit onder werp spreeke, zal ik aan den lezer een gezicht van
+beide myne wooningen aanbieden, de eene aan de Hoop, alwaar ik zulke
+gelukkige dagen doorbragt, de andere slechts voor een korten tyd, zoo
+als wy die in de bosschen bouwden, om aldaar voor het slecht weder
+beveiligd te zyn. De eerste kan beschouwd worden als het zinnebeeld
+van huisselyk geluk; de tweede als het zinnebeeld van allerleije
+vermoeijenissen en gevaaren.
+
+Het regen-saisoen onverwagt zynde opgekomen, handelde het krygsvolk
+der Sociëteit van Surinamen, dat aan de Wana-Kreek lag, verstandig
+met op te breken, en trok den 26sten voor by onze legerplaats, de
+Cottica afzakkende, om zig naar de Plantagiën aan de Peréca-Kreek te
+begeven. Intusschen waaren wy verwezen, om in deeze legerplaats aan de
+Cassipory-Kreek gebrek te lyden, terwyl de Colonel FOURGEOUD zig zeer
+gerust op Paramaribo bevond. De Officiers van dit volk berigtten ons,
+dat eenige andere muitelingen, aan den kant van de Rivier Maroni,
+gevangen genomen waren. Wy behaalden zulk een voordeel niet, schoon
+wy van alle kanten geduurig ronden deeden.
+
+Den 29sten, eindelyk, wierpen zes schepen, beladen met een gedeelte
+van het krygsvolk, het welk uit Holland was aangekomen, het anker
+tegen over onze legerplaats. Ik kon niet nalaten de ongelukkigen, die
+zig met ons vereenigden, te beklagen, en dit was niet zonder reden,
+dewyl verscheiden van hun reeds door de scheurbuik, en andere akelige
+ziekten, waaren aangetast. Intusschen bouwden wy een oven van steen,
+en deeden al wat wy konden, om hun hulp te verschaffen. Een zekeren
+voorraad van wyn ontfangen hebbende, onthaalde ik tevens alle de
+Officiers; maar deezen drank den Capitain P----T naar het hoofd
+gevlogen zynde, daagde hy my, wegens een kwalyk verstaan, tot een
+tweegevecht uit. Wy gingen dus een weinig ter zyden van de legerplaats;
+en toen wy den sabel in de hand hadden, trok deeze Officier af met een
+schaterenden lach, wierp zyn wapentuig weg, en zeide my: "Dat ik hem
+konde afrossen, zoo ik wilde; maar dat hy te veel achting voor my had,
+om my den minsten tegenstand te kunnen bieden", en daarop omhelsde hy
+my hartelyk. Ik deed hem een vriendelyk verwyt, en bragt hem weder by
+het gezelschap, met het welk wy het oude jaar vrolyk ten einde bragten.
+
+Op nieuwe jaars dag van het jaar 1777, gingen wy onze gelukwenschingen
+by den bevelhebbenden Officier afleggen; en, onder weg, vertoonde men
+my de Philander, of de Oppossum van Mexico, alhier Awary genaamd. Het
+was een wyfje, welke men met haare jongen levendig gevangen had.
+
+Ik heb reeds van de Oppossum gesproken; ik zal my dus hier alleenlyk
+met die byzonderheden bezig houden, welke ik in het thans aan my
+vertoonde dier opmerkte; zy zullen zelfs zeer weinige in getal
+zyn, want het dier bevond zig op den bodem van eene ledige kist;
+en vreezende door het zelve gebeten te worden, dorst ik het 'er
+niet uit haalen. Zoo groot zynde als een Noorweegsche rot, was
+deeze Oppossum mitsdien veel grooter, dan die ik bevorens in dit
+werk beschreven heb. Derzelver hair had eene geelachtige gryze kleur
+op den rug, en eene vuile witte kleur onder aan den buik en aan de
+pooten. Haare bek was voorzien van lange knevels en minder puntig,
+dan de andere Oppossum. Een zwarte kring liep rondom haaren oogbol;
+de oogen waaren wel niet zwart, maar stonden zeer levendig. Haare
+staart was uittermaten lang, dik, van zwaar hair voorzien, vooral
+ter plaatse waar dezelve aan het lyf vast is, en diende haar tot een
+aanvallend wapentuig. Deeze Oppossum had onder den buik een zak,
+van een plooy of kreuk in de huid gemaakt, en van buiten zoo wel
+als van binnen hairachtig. Haare jongen, ten getaale van vyf of zes,
+kwamen 'er nu en dan uit, wanneer de moeder zig stil hield; maar op
+de minste beweging of het minste gerucht, begaven zy 'er zig weder
+schielyk in. Met dit arme dier, het welk men reeds lang gekweld had,
+medelyden hebbende, deed ik de kist op zyde tuimelen. Toen ontsnapte
+de gevangene met haare jongen, en klauterden allen gezwindelyk op den
+top van eenen hoogen boom, staande in het gezicht der wooning van den
+Colonel SEYBOURG. De moeder maakte zig vervolgens met haare staart aan
+één van de takken vast; maar dewyl dit zoort van dieren het gevogelte
+vernielt, deed de Colonel, voor zyne hoenderen bang zynde, op haar en
+haare jongen schieten. By het geen ik gezegd heb, moet ik nog voegen,
+dat de gezwindheid van deeze Oppossum my des te meer verwonderde,
+om dat verscheiden Schryvers die hoedanigheid in dezelve ontkennen.
+
+Onder de vernielers van het gevogelte, vindt men ook een ander dier, in
+dit Land bekend onder den naam van Quacy-Quacy, door zommige persoonen
+genoemd het Indisch Konyn, maar zynde in de daad de Coati-moudi, of
+het Brazielsche wezeltje. Men vergelykt hem zeer voegzaam met de Vos;
+want zoo wel als hy genoegzaame kragten heeft, om een kalkoen of een
+gans weg te nemen, is hy ongemeen behendig. Dit dier is zomtyds by
+de twee voeten lang. De gedaante van zyn lichaam is als die van een
+hond. Deszelfs hair is gewoonlyk zwart, of liever donker bruin; maar
+verscheiden van dat zoort hebben het zelve van eene blinkende roode
+kleur. Hy heeft eene lange dik gehairde staart, met zwarte streepen als
+ringen, en van eene donkere buffels kleur: hy houdt dezelve doorgaans
+in de hoogte. Het hair van de borst en van de buik van den Coati is van
+eene vuile witte kleur. Zyn kop, van eene helder bruine kleur, heeft
+lange kakebeenen, en een zwarte varkensmuil, die by de twee duimen
+overhangt, zig in de hoogte opstroopt, de vertooning maakt van een
+krom gebogen en opgeheven bek, en beweegbaar is even als die van den
+Tapira. Zyne oogen zyn klein; zyne ooren kort, rond, en van wederzyden
+door een diep bindzel aan den bek vast zittende. Zyne pooten zyn kort,
+en vooräl de voorpooten; dezelve eindigen met zeer langwerpige voeten,
+verdeeld in vyf klauwen, met sterke nagels gewapend. Schoon de Coati,
+even als de beer, altyd op de hiel loopt, en zig op de agterpooten
+staande houdt, is 'er geen dier, (den aap uitgezonderd,) dat met meer
+gezwindheid de boomen opklimt. De vogelnesten, met al wat 'er in is,
+zyn aan zyne vernielingen bloot gesteld. Hy plundert voornaamlyk de
+hoender-hokken; en dienvolgende stelt men alles te werk om hem uit
+te roeijen.
+
+Alvoorens de Surinaamsche bosschen te verlaten, moet ik nog een
+ander dier beschryven, het welk dezelven bewoont, en voornamelyk van
+mieren leeft; het is de groote Mier-eeter, de mier-eetende Beer, of
+de Mieren-Leeuw; Ofa Palmera by de Spanjaarden genoemd. Het lyf van
+dit dier (twee maalen grooter zynde, dan dat van den Coati-moudi,)
+is overdekt met lange en dikke hairen, zwart op den rug en aan den
+buik, grys of witachtig geel aan den hals en in de zyden. Zyn kop
+is niet zeer dik, maar uittermaten langwerpig, en eindigende met een
+grooten bek van eene helder roode kleur. Zyne oogen zyn zeer klein;
+zyne ooren kort en rond; en zyn mond, die geene tanden heeft, is niet
+grooter dan noodig is, om zyne tong te kunnen bevatten. Zyne staart
+is van eene verbaazende grootte, en van zeer lange hairen voorzien,
+welke dezelven naar die van een paard doen gelyken. Het dier bedient
+zig van deeze buitengewoone staart, om zyn lyf te dekken, wanneer hy
+slapen wil; het geen hy doorgaans over dag doet, wanneer hy zig voor
+den regen wil beveiligen. Anderzints sleept hem dezelve agter aan,
+en hy veegt 'er den grond mede. Hy heeft dunne pooten, maar met zeer
+lange hairen overdekt; de agterpooten zyn zwart, korter, en eindigen
+met vyf klaauwen; de voorpooten hebben eene vuile witte kleur, maar
+eindigen alleen met vier klaauwen, waar van de twee middelste langer
+zyn, dan de andere; allen zyn ze met zeer scherpe nagels gewapend.
+
+De groote Mier-eeter is, een slecht looper. Hy zet zig altyd op het
+achterste van de langste zyner pooten, even als de Coati, of de
+Beer; maar hy klautert beter; en hy is zoo sterk in het vechten,
+dat geen hond zig aan hem durft wagen; want geen dier, dat onder
+zyne voor-klauwen koomt, en zelfs de Jaguar, of de Guiaansche Tyger,
+wordt door hem los gelaten, dan wanneer hy hem dood gemaakt heeft. Zyn
+voedzel, zoo als if gezegd heb, bestaat, voornamelyk in mieren, welken
+hy op de volgende wyze vangt:--Wanneer hy by een mieren-nest koomt,
+steekt hy zyne tong uit, die by de twintig duimen lang is, en zeer veel
+gelykheid op een worm heeft; door eene slymige stoffe, of speekzel,
+bevochtigd zynde, blyven de mieren 'er in een groot aantal aan hangen;
+de mier-eeter haalt vervolgens zyne tong in zynen bek te rug; en hy
+herhaalt deeze bewerking, zoo lang nog eenige van deeze insecten in
+hunnen schuilhoek overig zyn; daar na gaat hy elders zoeken, om het
+zelfde zoort van voedzel op gelyke wyze naar zig te nemen. Hy klautert
+ook op de boomen, om aldaar houtluizen en wilden honig te eeten; maar
+indien hy het noodige voedzel voor zig niet vindt, kan hy een langen
+tyd vasten, zonder daar van het geringste ongemak te ondervinden. Men
+zegt, dat men dit dier kan tam maken, en dat hy, in dien huishoudelyken
+staat, kruimels brood, en zeer kleine stukjens vleesch doorslikt;
+men beweert bovendien, dat zyn vleesch aan de Indianen en Negers
+een goed voedzel verschaft; ik heb de laatstgemelden ten minsten het
+zelve met smaak zien eeten. Eenige mier-eeters zyn niet minder dan
+agt voeten lang, van den kop tot de staart gerekend.
+
+In Surinamen vindt men ook een dier van het zelfde zoort, Tamandua
+genaamd: maar hy is kleiner en zeldzamer. Hy verschilt van den
+bovengenoemden daar in, dat hy twintig klaauwen heeft, den kop naar
+evenredigheid grooter, de staart kleiner, en afgedeeld door zwarte
+streepen, en van eene bleek geele kleur. 'Er is ook nog een derde
+zoort, welk dier insgelyks den naam van Mier-eeter draagt; maar ik
+heb hem nooit gezien.
+
+Den 3den kwamen zes andere vaartuigen van Paramaribo aan; zy waren
+geladen met soldaten, die het getal van drie honderd vyftig mannen,
+uit Holland gezonden, volkomen uitmaakten. Vernomen hebbende, dat
+onder deeze nieuw aangekomenen zig bevond een Capitain, CHARLES SMALL
+genaamd, die onder de Schotsche Brigade gediend, en met den Vaandrig
+MACDONALD geruild had, zakte ik dadelyk in een kano de Rivier af, om
+deezen Officier op te zoeken, en hem mynen dienst aan te bieden. Ik
+was naauwlyks op zyn vaartuig gekomen, of ik zag hem aan eene heete
+koorts in zyne hangmat ziek leggen. My niet herkennende, uit hoofde van
+myn plunje, die niet veel beter was, dan van den gemeensten matroos,
+vroeg hy, wat ik begeerde; maar wanneer hy in my zynen ouden vriend
+STEDMAN herkende, in eenen zoo verschillenden staat, als hy hem voor
+deezen gekend had, drukte hy my de hand, en smolt in tranen weg,
+zonder een enkel woord uit te brengen. Deeze aandoenlyke beweging,
+waar door zyne ziekte verërgerde, gaf my een sterker bewys van zyne
+vriendschap voor my, dan eenig gesprek zoude hebben kunnen doen. Ik
+nam hem derhalven in myne kano, en bragt hem in myne hut, alwaar men
+veel moeite had, om hem door een gat, het welk men opzettelyk maakte,
+te doen binnen treden, want het gat in het dak konde alleenlyk voor
+my tot een ingang dienen. Zyne hangmat dicht by de myne hebbende doen
+ophangen, liet ik water koken, waar in ik rhum, suiker en een weinig
+bischuit deed; de zieke nam deeze soup, en van dit oogenblik aan wierd
+hy beter. Hy verhaalde my, dat één van zyne soldaten in den overtocht
+verdronken was, en dat wanneer de Colonel FOURGEOUD aan de nieuwlings
+ontscheepte Officiers een dans-party gegeven had, op welke één van zyne
+koks en twee soldaten de plaats van Musikanten vervulden, hy aldaar,
+door te veel te danssen, zig zyne ziekte had op den hals gehaald.
+
+Korten tyd daar na, verscheen de Colonel zelf in de legerplaats,
+en kondigde ons aan, dat door de aankomst van nieuwe Officiers,
+verscheiden onder ons hunnen rang in het Regiment en in het
+leger verloren: dit was de belooning voor allerleije zoorten van
+vermoeijenissen, gevaaren, en onäangenaamheden, geduurende vier
+jaaren lang in eene verzengde luchtstreek. Om de maat van ellende
+vol te meten, gelastte men ons, in plaats van ons naar Europa te rug
+te roepen, om in de bosschen van Surinamen te blyven, en aldaar de
+geenen, die ons moesten vervangen, in den dienst te onderrigten.
+
+De post van Majoor wierd my toen opgedragen. Dezelve was zeer
+onäangenaam: men moest dagelyks soldaten kastyden, die om hunnen honger
+te stillen, het magazyn beroofden; want hun ontbrak brood eene geheele
+week lang, dewyl de oven reeds was afgebroken. Een van deeze arme
+keerels wierd byna tot den dood toe gegeesseld, om dat hy een gerookte
+worst ontvreemd had van den Colonel, die nooit vergat, om ten minsten
+zes sterke Negers te beladen met allerleije zoorten van gezouten kost,
+thee, koffy, suiker, Madéra-wyn, brandewyn, genever, enz.
+
+Den 8sten, kwam eindelyk een vaartuig aan, niet alleen gezouten vleesch
+en bischuit in hebbende, maar ook een levendige os en twee varkens.
+
+Deeze dieren waren een geschenk van zekeren Colonist, FELMAN genaamd,
+die door zyne vrouw en eenige vrienden vergezeld zynde, den Colonel
+een bezoek kwam geven. De varkens en de os wierden dadelyk geslagt,
+en onder vier honderd menschen verdeeld, zoo dat men gemakkelyk kan
+naargaan, dat ieders rantsoen niet zeer groot geweest kan zyn. Na deeze
+uitdeeling, bezichtigde het geheele gezelschap onze onderscheidene
+woningen. Aan de myne gekomen zynde, wandelde de Colonel dezelve
+rond; maar geen deur ziende, riep hy uit: "Is hier niemand in?" Ik
+stak oogenblikkelyk myn hoofd door het gat in het dak, en bood de
+vrouwen aan, om door het zelve by my in te komen; maar zy bedankten
+'er beleefdelyk voor. Ik heb den Colonel nooit zoo hartelyk zien
+lachen. Zoo dra hy spreken kon, riep hy uit: Men moet STEDMAN zyn!--Men
+moet zoo origineel zyn, als hy. Hy bragt vervolgens het gezelschap
+weder in zyne woning; maar vooraf noodigde hy my, om hem aldaar te
+volgen.--Toen de Capitain SMALL en ik van daar heen gingen, deeden wy
+eene wandeling in eene fraaije Savane, alwaar wy eene hut van takken
+van boomen hadden opgericht, waar aan wy den naam gaven van Ranelagh,
+en wy namen aldaar van tyd tot tyd eenige ververschingen van koud
+eeten, waar door myn voorraad schielyk op geraakte. Wy moesten dus by
+vervolg van ons rantsoen leven; maar SMALL had toen het genoegen te
+zien, dat zyne medgezellen van gelyken deeden. Deeze, niet gewoon zynde
+aan het zuinig leven, het welk in onze bosschen zoo noodzakelyk was,
+hadden van hun meel puddings gemaakt, en zagen zig toen gedwongen,
+om scheeps-bischuit te eeten.
+
+Den 12den, kregen honderd vyftig mannen van het nieuwe krygsvolk bevel,
+om op te trekken. Elk hunner was, behalven met zwaare kleederen, met
+een hangmat en een zeer zwaar randsel beladen. Myn vriend SMALL was
+onder dit getal; hy was zeer dik, en zoo verzwakt, dat hy naauwlyks
+gaan konde. Ik deed dit aan den Colonel opmerken, die hem veroorloofde,
+om zig voor een gedeelte van dien toestel te ontlasten.
+
+Alles op die wyze in gereedheid zynde, nam deeze hoop krygsvolk haaren
+weg rechts af, en, vertrok met den Colonel FOURGEOUD aan het hoofd,
+om zig naar de Rivier Maroni te begeven.
+
+De Colonel was in dit oogenblik ten mynen opzigte wel zoo beleefd,
+als ik hem verlangen konde, maar de rechtvaardigheid dwingt my te
+verklaaren, dat hy in alle andere opzigten zoo heerschzuchtig en
+onmeedogend was, als ik hem immer gezien heb. Hy scheen in het begrip
+te staan, dat zyn rang die handelwyze van hem vorderde.
+
+In zyne afwezigheid voer ik de Rivier over, en hieuw aan de andere
+zyde van de Cottica eenen palmboom om, het geen ik deed, niet alleen
+om de kool, maar om dat ik wist, dat de worm in veertien dagen goed
+zoude zyn om te eeten.
+
+Het bosch van dien kant met mynen Neger QUACO doorwandelende, viel
+myn oog op den cederboom, het bruine hart, en de kogel-boom. De
+eerste verschilt, in weêrwil van deszelfs naam, van den cederboom op
+den berg Libanon, die eene spits toeloopende gedaante heeft. Die van
+Surinamen groeit mede tot eene groote hoogte op; maar men stelt zyne
+waarde voornamentlyk daar in, dat deszelfs hout nooit door wormen,
+noch andere insecten geknaagd wordt, en een ongemeen bitteren smaak
+heeft. Het heeft ook een aangenaame geur, en men verkiest het daarom
+boven alle ander hout, om koffers, kisten, kassen, en allerleije zoort
+van schryn-werk te maken. Het dient ook tot het bouwen van tent-jachten
+en andere vaartuigen. De kleur van het spint van dit hout is bleek
+oranje. Het is hard en te gelyk ligt; en uit den stam druipt een gom,
+veel gelykende naar Arabische gom: dezelve is doorschynende en zeer
+welriekende.
+
+De boom met het bruin hart is van dezelfde dikte en hardheid, als
+de boom met het purper hart, en die met het groen hart, waar van ik
+melding gemaakt heb. Hy dient tot groote werken, en voornamelyk tot
+het bouwen van molens. De kleur, die zeer fraay is, is met deszelfs
+benaming overeenkomstig.
+
+De Kogelboom groeit zomtyds hooger dan zestig voeten; maar naar mate
+van zyne hoogte is hy niet dik. Zyne schors is gryskleurig en glad;
+zyne spint bruin, over 't geheel wit gevlakt. Geen boom is hem in
+zwaarte gelyk; de zyne gaat die van het zeewater te boven. Hy is zoo
+in één gedrongen, dat zonneschyn en regen geene uitwerking op hem
+doen. Dienvolgende maakt men 'er latten van, om 'er de daken mede te
+dekken, in plaats van met leijen of pannen, die in dit Land te zwaar
+en te heet zouden zyn. Men verkoopt deeze latten voor meer dan veertig
+guldens de honderd te Paramaribo, en men behoeft ze niet te vernieuwen,
+dan na verloop van vyf en twintig jaaren.
+
+Ik moet ook nog spreken van een anderen boom, Ducolla-bolla genaamd,
+die men insgelyks in de bosschen van Guiana vindt. Hy heeft eene zeer
+donkere roode kleur, en een zeer gelyk en fyn erf. Zyne hardheid en
+zwaarte maken hem voor den schitterendsten glans vatbaar.
+
+Omtrent op deezen zelfden tyd, wierd het geheele leger gekweld door
+insecten, in Surinamen genoemd hout-luizen, maar welken men met
+meerder gepastheid witte mieren zoude kunnen noemen, want zy hebben
+zeer veel gelykheid op mieren. Het grootste onderscheid tusschen
+deeze beiden bestaat daar in, dat de mieren in den grond woonen,
+en deeze houtluizen hunne nesten op stammen van boomen maken. Deeze
+nesten, die zwart, rond, onregelmatig zyn, veel gelykende naar den
+wolligen kop van eenen Neger, maar zomtyds zoo groot als een half
+vat, zyn gemaakt van eene roodachtige aarde, zoo in één gedrongen als
+mastik, en ondoordringbaar voor het water. In dezen hoop, bestaande
+in een eindeloos getal gemeenschappelyke wegen of loopgraven, die
+de gedaante hebben van de schacht van een ganzen-veder, leven deeze
+dieren in talryke zwermen; en wanneer zy 'er uitkomen, richten zy de
+verschrikkelykste verwoestingen aan, meer dan eenige andere insecten
+in Guiana. Zy doorknagen het hardste hout, het leder, het linnen,
+en alles wat zy ontmoeten. Zy komen dikwils in de huizen door een
+bedekten weg, van eene halve cirkelswyze gedaante, welken zy in de
+beschotten maaken, en die door deszelfs omwegen zomtyds verscheide
+honderde voeten lang is. Dewyl zy alles tot stof vermalen, indien
+men, dezelven bespeurende, geene zorge draagt om ze uit te roeijen,
+het geen door middel van rottekruid en terpentyn-olie geschiedt,
+zyn deze insecten in staat om het geheele huis met eene volkomene
+instorting te bedreigen. De houtluizen verschaffen, in weerwil van
+hunne walgelyke en stinkende reuk, een goed voedzel aan het gevogelte,
+het welk, zoo men zegt, 'er veel gretiger op is, dan op het graan
+van Indisch koorn. Ik moet niet met stilzwygen voorbygaan, noch hun
+ongemeen vernuft in het herstellen van hunne woning, wanneer die
+beschadigd is, noch hun voortteelend vermogen, het welk zoo groot is,
+dat men, welke verwoesting men ook onder hen maakt, hen spoedig weder
+ziet te voorschyn komen, in een zoo aanzienlyk getal als bevoorens.
+
+Wy wierden bovendien dikwils gekweld door geheele wolken van vliegende
+luizen, die zomtyds onze kleederen zoodanig overdekten, dat ze het
+voorkomen van eene gryze kleur hadden. Dit ongemak sproot voort uit
+de uitspreiding van haare vlerken, (vier in getal zynde) die aan
+de stoffe van het kleed blyven vast zitten, en zig van het lichaam
+van het insect afscheiden, wanneer het in de hoogte vliegt. Eenige
+Natuurkundigen beweeren, dat de vliegende luizen geene andere zyn,
+dan de bovengemelde houtluizen, en die, tot zekeren ouderdom gekomen
+zynde, vlerken krygen, hun nest verlaten en rond vliegen, even als
+zommige andere mieren, zoo in Europa, als in America.
+
+De krygstucht was toen zoo gestreng in het leger, dat ieder, die
+het minste gerucht maakte, zwaar gestraft wierd, en zelfs gedreigd,
+om te worden doodgeschoten. De schildwachten hadden last, om van de
+aankomst van rondes alleenlyk door fluiten bericht te geven, en men
+beantwoordde hun op gelyke wyze.
+
+Een van onze soldaten, den 18/den, veroordeeld zynde geworden, om
+door de spitsroeden te loopen, vermits hy hard gesproken had, vond ik
+middel, by afwezigheid van den Colonel FOURGEOUD, om hem vergiffenis
+te doen verkrygen, op het zelfde oogenblik, dat hy reeds uitgekleed
+was, om zyne straf te ontfangen.
+
+Den 23sten, ontfing ik verschen voorraad en wyn, my van Paramaribo
+gezonden; alles kwam zeer ter sneede. Den zelfden dag kwam de Colonel
+FOURGEOUD met zyne manschappen van zynen tocht naar de Rivier Maroni te
+rug. Hy had negen en vyftig huizen verwoest, en drie bebouwde velden
+vernield. Op die wyze wierd zekerlyk aan de muitelingen de doodsteek
+toegebragt, daar zy, geen middel meer hebbende, om aan deeze zyde der
+Rivier te kunnen bestaan, genoodzaakt waren dezelve over te trekken,
+en zig in de Fransche Volkplanting van Cayenne te gaan nederzetten. Op
+deezen moeijelyken, doch noodzakelyken tocht, hadden de soldaten,
+en vooral de nieuwlings ontscheepten, verbazend veel geleden. Men was
+verplicht een groot aantal derzelver in hunne hangmatten te dragen;
+men liet meer dan dertig zieken op den wachtpost aan de Maroni,
+en myn vriend SMALL kwam 'er vry wat vermagerd van daan.
+
+'Er waren toen meer dan honderd mannen, die in het hospitaal van
+onze legerplaats gevaarlyk ziek lagen. Men hoorde niets, dan zuchten
+en kermen, en daar by alle nachten het geschreeuw der Guiaansche
+steen-uilen. De kramp, een ongemak, in Surinamen zeer gemeen, kwelde
+de geenen, die anderzints nog in staat waren om dienst te doen. Elk
+was in de grootste droefheid gedompeld. Hier zag men iemand, van
+het hoofd tot de voeten, met bloedende zweeren bedekt; daar weder
+een ander, die door twee van zyne medgezellen gedragen wierd, en in
+eenen diepen slaap bedolven, den eeuwigen slaap ingong, in weerwil
+van alle de schuddingen en bewegingen, die men te werk stelde om hem
+te doen ontwaken. Een derde, door de waterzucht opgezwollen, stierf,
+door het water verstikkende, na den Heelmeester, (die doorgaands
+antwoordde, dat het te laat was,) vrugteloos gebeden te hebben, om
+hem het zelve af te tappen. Zommigen, zig in het Hospitaal bevindende,
+baden God met gevouwen handen, om hun te hulpe te komen. Verscheiden"
+door eene heete koorts aangetast, trokken zig de hairen uit, braakten
+lasteringen uit tegen de Voorzienigheid, en vervloekten den dag hunner
+geboorte. Om kort te gaan, onze gesteldheid was zoodanig, dat men de
+pen van eenen MILTON zoude noodig hebben, om ze te beschryven; en
+terwyl de dood dagelyks nieuwe verwoestingen aanrechtede, geraakte
+een gedeelte der legerplaats, door zeker toeval, geheel in brand;
+maar de Negers bluschten den brand spoedig, zonder dat 'er eenige
+wezentlyke schade uit voortkwam.
+
+Den 26sten, echter, begon myne ellende ten einde te loopen. De Colonel
+bood my, tot myne groote verwondering, aan, om hem naar Paramaribo te
+vergezellen, het geen ik zonder bedenking, en met genoegen aannam. Ik
+gaf derhalven myn huis, de hut in de Savane, en myn voorraad van
+levensmiddelen aan mynen vriend, den Capitein SMALL, ten geschenke. Ik
+onthaalde hem, benevens eenige andere Officiers, ter middagmaal, en
+gaf hun een kookzel van kool en palmboom-wormen, die nu volkomen goed
+geworden waren. Wy besproeiden dit eeten met eenige glazen wyn, die
+van goeder harter wierden ingeschonken, en ik nam myn afscheid. Te
+middernacht ging ik met den Colonel en twee andere Officiers, in
+een fraay vaartuig van zes roey-riemen. Ik verliet derhalven nog
+eenmaal deeze sombere bosschen, alwaar men zoo veele wonderen ziet,
+maar tevens onheilen ondervindt, die naar de gedachten van hun, die
+dezelven moeten doorstaan, de tien plagen van Egypten te boven gaan.
+
+Toen het vaartuig het anker geligt had, verklaarde ons de Bevelhebber,
+dat hy de bosschen der Volkplanting van alle kanten gezuiverd,
+en de muitelingen genoodzaakt hebbende, de Maroni over te trekken,
+besloten had om deezen langen en gevaarlyken tocht in eenige weeken
+te doen eindigen.
+
+Na den geheelen nacht gevaaren te hebben, bevonden wy ons des morgens
+tegen over den nieuwen weg van gemeenschap, dien wy ons by onzen
+ouden wacht-post van Devil's Harwar gebaand hadden; en des middags,
+kwamen wy op de Plantagie la Paix, welkers eigenaar, de heer RIVIERE,
+ons ter maaltyd onthaalde. De Colonel en zyn Adjudant begaven zig
+vervolgens naar Paramaribo, maar een ander Officier en ik verlieten
+hem hier, en gingen naar het strand, op eenen kleinen afstand van de
+laatstgemelde Plantagie, om wulpen en watersnippen te schieten.
+
+By het gaan en te rug komen gingen wy voorby twee posten van
+het krygsvolk der Sociëteit, wier Bevelhebbers de vaandels lieten
+opsteeken, en ons ververschingen, en alles, wat in hun vermogen was,
+aanboden. Onze jagt was niet zeer voordeelig, en wy schoten alleenlyk
+watersnippen. Zy vlogen 'er in zulke talryke meenigte, dat men ze
+voor wolken die de lucht verduisterden, zoude hebben aangezien. Het
+was dus voldoende, wanneer wy in het wilde schoten, om 'er twintig
+te gelyk te doen vallen; maar zy waren van zulk een klein zoort,
+dat het der moeite niet waardig was, om ze op te raapen. Wy zouden
+vogelen van meer aanbelang hebben kunnen dooden, als lepel-ganzen,
+Brazilsche oyevaars, roode wulpen, en verscheiden zoorten van wilde
+eendvogels, indien de zee by ongeluk niet eenige landen overstroomd
+had, die tusschen ons en de bank, waar op deeze vogelen zig bevonden,
+gelegen waren. Wy hadden met dit al het genoegen van dezelven te
+zien. Deeze bank geleek, op eenigen afstand, naar een scharlaken en
+purperkleurig tapyt, met verscheiden zoorten van kleuren doorweven.
+
+De Lepel-gans heeft de grootte van een gewoone gans, en gelykt veel
+naar een kraanvogel. Zyne korte pooten zyn aan het einde voorzien van
+een vlies, maar het welk zig niet verder uitstrekt dan tot op een derde
+der lengte van deszelfs klauwen. Zyne vederen, die wit zyn, wanneer
+de vogel jong is, krygen vervolgens eene fraaije rozen-kleur. Zyn bek
+is waarlyk opmerkelyk: rond, plat, en breeder zynde aan het einde,
+dan aan het begin, en in het midden, gelykt dezelve naar een spatel;
+en van die overëenkomst ontleent deeze vogel ook zynen naam. Men
+zegt dat hy kikvorschen, hagedissen en rotten eet; maar visch moet
+zyn voornaame voedzel wezen, want zyn vleesch smaakt 'er naar: hy
+wordt veel aan het strand gevonden.
+
+Den Surinaamschen Jabiru kan ik niet beter vergelyken, dan by een
+oyevaar; maar hy is veel dikker. Hy wordt daarom ook wel de Brazilsche
+Oyevaar genoemd. Deeze vogel heeft eene pluimaadje op het lyf zoo wit
+als melk; maar de vederen der vlerken en de staart zyn zwart. Zyne
+pooten en klaauwen zyn uittermaten lang; en ik heb opgemerkt, dat hy,
+strydig met het gebruik van alle andere vogelen, zig dikwils op het
+agterste gedeelte van zyne pooten zet. Zyn hals en bek zyn buitengewoon
+lang; de laatstgemelde is sterk, en eindigt met een kromme bogt. De
+kop van den Jabiru is volmaakt zwart; de Hollanders noemen hem daarom
+Neger-kop. Hy houdt zig op aan de zee-kusten, even als de voorgemelde,
+en leeft alleen van visch. Men maakt hem gemakkelyk tam. Ik heb
+'er twee onder het gevogelte van den Colonel FOUREROUD gezien.
+
+'Er zyn in Surinamen onderscheiden zoorten van wilde eendvogelen:
+zy zyn niet groot; maar hunne fraaije vederen hebben verschillende
+schitterende kleuren. Daar onder munten voornamelyk uit de Cawerirky,
+de Soukourourky, en de Annaky: de laatstgemelde is de kleinste van
+allen. Geen waterhoen, van wat zoort die ook wezen mag, is lekkerder
+om te eeten, dan deeze eendvogels. Men maakt ze insgelyks tam, en
+ontmoet ze dikwils onder het gevogelte op de Plantagiën.
+
+Den 28sten een vaartuig gevonden hebbende, het welk de Cottica afzakte,
+maakte ik 'er gebruik van, om my naar Paramaribo te begeven, alwaar
+ik dien zelfden avond wel gemoed en gezond aankwam.
+
+Myne vrienden wenschten my geluk, dat ik nog leefde, na aan zoo veele
+gevaaren bloot gesteld te zyn geweest; na van alle hulp ontzet, door
+distelen en doornen van één gereten, door insecten gestoken te zyn;
+na uitgehongerd, afgemat, en op alle manieren gefolterd te zyn; na
+dikwils gebrek aan kleederen, geld, ververschingen, of geneesmiddelen
+gehad te hebben; en eindelyk na het verliezen van zoo veele brave
+medemakkers, die in dit Land hun graf gevonden hadden. Dus eindigde
+myne zevende en laatste veldtocht in de bosschen van Guiana.
+
+EINDE VAN HET DERDE DEEL.
+
+
+
+
+
+BERICHT VOOR DEN BINDER.
+
+ Plaat Bladz.
+
+ XXX. Een oproerige Neger, op Schildwacht
+ staande; te plaatsen tegen over 4
+
+ XXXI. Het doorwaden van een Moeras, in
+ Guiana, door het krygsvolk. 22
+
+ XXXII. Platte grond van de Hoofd-legerplaats,
+ tusschen de Rivieren Cottica en Maroni;
+ benevens de manier, om in de
+ bosschen van Surinamen te legeren. 52
+
+ XXXIII. Gezicht der legerplaats aan de Java-Kreek:--als
+ mede by Jerusalem. 134
+
+ XXXIV. Eene Indiaansche Vrouw, tot het geslacht
+ der Arrowoukas behoorende. 156
+
+ XXXV. Het Colibrietje of Bromvogeltje. 188
+
+ XXXVI. Een huisgezin van Loango-Neger-slaven. 236
+
+ XXXVII. Speeltuig der Negers. 274
+
+ XXXVIII. Gezicht van de Savane der Joden:--mitsgaders
+ van den Berg Parnassus,
+ of blaauwen Berg. 284
+
+ XXXIX. Manier om in de bosschen van Surinamen
+ te slapen.--Boeren-hut, tot
+ een buiten-verblyf. 326
+
+
+
+
+
+NOTES
+
+[1] De Negers hebben de onmenschelyke gewoonte, om de lyken hunner
+vyanden te verminken en te verscheuren; zommigen zelfs doen dit,
+even als de Caraïben, met hunne tanden.
+
+[2] Men zie het Pourtrait van den Schryver, voor het eerste Deel van
+dit werk geplaatst.
+
+[3] De Indianen maken de buitenste bast van deeze vruchten glad,
+na dat ze ledig gemaakt en gedroogd zyn, en doorvlammen dezelve op
+eene fraaije wyze met Roucoa en andere schoone kleuren, in acajou gom
+gemengd zynde. Hunne teekeningen, in 't wilde gemaakt, zyn vry juist
+voor lieden, die geene liniaalen noch passers hebben. Men ziet deeze
+werken nu en dan in de kabinetten van zeldzaamheden.
+
+De inwooners der plaatsen, alwaar de Calebassen-boom groeit, beschouwen
+het vleesch van deszelfs vrucht als een algemeen geneesmiddel voor
+een groot aantal ziekten en toevallen. Zy gebruiken het tegen de
+waterzucht, buikloop, kwetsingen door vallen veröorzaakt, kneuzingen,
+ongemakken van wegen het steken der zon, hoofdpynen, zelfs om
+verbrandingen te geneezen. Zy maken 'er een geestryken drank van,
+naar onze limonade gelykende. Tegenwoordig heeft men het gebruik,
+om dit vleesch te laten koken, het afkookzel door een doek te gieten,
+vervolgens suiker daar in te mengen, en daar van eene buikzuiverende
+Syroop te maken, welke men op de Eilanden dikwils gebruikt, om
+geronnen bloed kwyt te raken: deeze Syroop word tans in Frankryk
+gemeen, alwaar men ze voor de borst gebruikt. Zy is bekend onder den
+naam van Calebassen-Syroop.
+
+MILLER bericht ons, dat men, uit aartigheid, en met een goeden
+uitslag, den Americaanschen Calebassen-boom, in een broeikas van
+gematigde warmte, in Europa had aangekweekt; deeze boom vordert een
+ligten grond, en meenigvuldige besproeijingen. Men plant hem voort
+door stekken en versche korrels of pitten in den grond te steken.
+
+Aanteek. v. d. Franschen Vertaler.
+
+[4] STEDMAN zegt in eene aanteekening, by deeze gelegenheid, te
+gelooven, dat deeze slang tot het zelfde zoort behoort, waar van
+Dr. BANCROFT spreekt, die, in navolging van de Indianen, denzelven
+de kleine Labarra noemt, waar van de beschryving alhier volgt:
+
+"De kleine Labarra heeft ten naasten by de lengte van veertien voeten,
+en de dikte van een gewoone zwanen-schacht. Hy is bedekt met kleine
+blinkende schubben van eene donker bruine kleur, en eene meenigte witte
+vlakken. Zyne staart is klein en spitsachtig toeloopende, zyn kop een
+weinig plat, en grooter dan het overig gedeelte van zyn lichaam. Een
+ongelukkig voorval, onlangs op de Plantagie la Conception, in de
+Volkplanting Demerary, gebeurd, bewyst de kwaadaartigheid van het gift
+van deezen slang. Hy, die daar van de doodelyke gevolgen ondervondt,
+was een Neger-slaaf, een timmerman van zyn ambacht. Aan zyn werk zynde,
+en een stuk hout willende omkeeren, beet een slang van dit zoort, die
+'er onder verborgen lag, hem in dien voorsten vinger van zyne rechte
+hand. De uitwerking van dit vergift was allergezwindst. De Neger had
+naauwlyks den tyd gehad, om den slang te dooden, of hy konde het niet
+langer op de been houden, maar viel op den grond ter neder, en stierf
+in minder dan vyf minuten. Het bloed, eene zoo schielyke ontbinding
+ondergaande, liep uit de slagaderen, en deedt op alle de uitwendige
+deelen van het lichaam purper-vlakken te voorschyn komen. 'Er volgde
+ook eene bloedstorting uit neus, ooren en mond, enz. Ik ben van
+dit geval geen ooggetuige geweest, maar ik verhaale het volgens
+het gezegde van lieden, wier geloofwaardigheid niet in twyffel kan
+getrokken worden, en die 'er by tegenwoordig waren, toen het voorviel".
+
+De andere slang, waar van STEDMAN in het vervolg spreekt, schynt de
+Cenco te zyn, en met de evengemelde veel overëenkomst te hebben.
+
+Aanteek. v. d. Franschen Vertaler.
+
+[5] Men vindt van dit dier, onder deeze benaming, eene beschryving
+in het Dictionn. d'Hist. Natur.
+
+Aanteek. v. d. Franschen Vertaler.
+
+[6] Men schoot het kanon af by het aannaderen van het gevaar;
+de nabuurige Plantagiën herhaalden telkens de schoten; het alarm
+verspreidde zig dadelyk van wederzyden der Rivier, en de hulp kwam
+van alle toeschieten.
+
+Aanteek, van den Schryver.
+
+[7] Deeze regels zyn uit het treurspel van Hamlet overgenomen.
+
+[8] In het vierde deel der Natuurlyke Geschiedenis van BUFFON, pl. 83,
+vindt men één van deeze vledermuizen, die slechts drie klaauwen aan
+elke vlerk heeft.
+
+Aanteek. van den Schryver.
+
+[9] Zommige Schryvers noemen hem het Rivierpaard van Zuid-America. Ik
+zal dit dier op een geschikter plaats, beschryven.
+
+Aanteek. van den Schryver.
+
+[10] Dit was des te aanmerkelyker, om dat wy met alle de Indianen in
+vrede waren, en dat de Negers de gewoonte niet hebben om het zelve
+weg te nemen.
+
+Aanteek. van den Schryver.
+
+[11] Locust-tree.--STEDMAN noch BANCROFT geven den Latynschen
+naam niet op van deezen boom, welken de Engelsche woordenboeken,
+door my gebruikt, vertaalen door het woord Caroubier of Brood-boom
+De beschryving, welke zy beiden van deezen boom geven, koomt niet
+juist overëen met de beschryving van den boom, die onder den naam
+van Broodboom bekend is. Zie hier, wat de laatstgemelde, van den
+Locust-tree sprekende, zegt.
+
+"Deeze boom, die dikwils zeventig voeten hoog is, en een omtrek van
+negen voeten heeft, behoort tot het geslacht der peulvrucht-dragende
+planten. Zyne schors heeft eene gryze heldere asch-kleur. Zyne
+takken, die alleenlyk aan den top uitschieten, zyn zeer talryk, en
+bedekt met eironde bladen, van omtrent drie voeten lang, en eene
+zeer donkere groene kleur. Dezelve zyn aan een enkele steel twee
+aan twee verspreid, en altyd in het midden door eene ribbe ongelyk
+verdeeld. In plaats van zyne bloemen, die veel van de gedaante van
+kapellen hebben, komen platte peulvruchten, van omtrent drie duimen
+lengte, en anderhalve duim breedte, van eene heldere bruine kleur,
+wanneer ze ryp zyn, en bevattende drie purperkleurige amandelen, die
+veel naar de Windsorsche boonen gelyken, maar veel kleiner zyn. Deeze
+amandelen zyn bekleed met eene meelachtige zelfstandigheid, van een
+suikersmaak en helder bruine kleur, welke de Indianen met graagte
+eeten, en die aangenaam en zoet is.--Uit de voornaamste wortels van
+deezen boom druipt eene harstächtige, heldere, doorschynende,geel-
+of rood-kleurige gom. Men vindt 'er stukken van in den grond tusschen
+deeze wortels. In overgehaalden brandewyn gesmolten zynde, (want
+in water laat zy zig niet ontbinden,) levert zy een vernis op, het
+Chineesch verlakt zelfs overtreffende. Het hout van den Brood-boom
+is van eene helder bruine kleur; het is hard, zwaar en duurzaam;
+maar het vergaat in het water, even als het hout van byna alle de
+boomen in dit Land" (BANCROFT, Nat. Hist. of Guiana.)
+
+Aanteek. v. d. Franschen Vertaler.
+
+[12] Alle de Matroosen, Soldaten en Negers zyn zeer ongelukkig,
+wanneer zy gebrek aan tabak hebben. Dit houdt hen, zoo zy zeggen,
+wel te vreden, en zommigen zouden liever gebrek aan brood hebben.
+
+Aanteek. van den Schryver.
+
+[13] Zommige natuurkenners beweeren tegen het gevoelen van onzen
+reiziger, dat dit dier deeze snuit naar willekeur kan uit en intrekken,
+byna op de manier van een Olyphants snuit, of den hoorn van een
+Rhinoceros.
+
+De Zee-paarden, in de huizen te Caijenne opgevoed, zyn uittermaten
+gemeenzaam, en worden gaarne gestreeld en gekrabd; zy loopen over al
+heen zonder kwaad te doen. Op het eetens-uur ziet men deeze dieren
+aankomen, als of zy tot het huisgezin behoorden; zy vermoeien de
+lieden, die aan tafel zitten, zeer; zy vragen hun op eene lompe wyze
+met hun snuit, om eeten te hebben; zy loopen rondom de eetens-tafel;
+zy eeten brood, cassave, vruchten, en dikwils, eer zy heen gaan,
+wryven zy zig tegen het huisraad.
+
+De Indiaansche wilden bereiden de huid van deeze dieren, door dezelve
+uit te spannen en in de zon te laten droogen; zy bekleeden 'er hunne
+rondassen of oorlogs-schilden en hunne stormhoeden mede: de pylen en
+kogels doordringen met moeite dit gedroogde leder, het welk zeer hard,
+zeer dik, en waar van het weefzel zeer vast en in één gedrongen is. Te
+Caijenne maakt men 'er schoenen van, die langer duuren dan schoenen
+van ossen-leder; het water doorweekt dezelven niet ligt.
+
+Aanteek. v. d. Franschen Vertaler.
+
+[14] Veele Reizigers maken melding van Zee-menschen, waar aan zy den
+naam gegeven hebben van Tritons, Nereïden, Sirenen, half visch, half
+vrouw, of Ambizen. Allen komen daar in over één, dat het zeemonsters
+zyn, naar menschen gelykende, ten minsten van het hoofd tot het
+midden toe.
+
+Men leest in zeker boek, genaamd Delices de la Hollande, dat in het
+jaar 1430, na eenen zwaaren storm, die de dyken in Westvriesland had
+doorgebroken, een Meermin in het slyk gevonden wierd. Men bragt dezelve
+naar Haarlem; men kleede haar, en leerde haar spinnen; zy gebruikte
+ons voedzel, en leefde eenige jaaren, zonder het spreken te hebben
+kunnen leeren, en had altyd een trek naar het water behouden. Haar
+geluid had veel overëenkomst met dat van een stervend mensch.
+
+Aanteek. v. d. Franschen Vertaler.
+
+[15] Hy hieldt hardnekkiglyk staande, dat deeze gezouten spyzen
+uitmuntend voor de gezondheid waren; en met dit al had hy drie koks
+uit Europa medegenomen.
+
+Aanteek. van den Schryver.
+
+[16] In plaats van dezelve neemt men ook wel een schelp, een
+visch-graat, of tyger-tanden.
+
+Aanteek. van den Schryver.
+
+[17] Verscheiden Natuur-kenners zyn van dit gevoelen niet. Onder dit
+getal behoort BUFFON, die in zyne Natuurlyke Geschiedenis van den
+Mensch zegt:--"De witte of blanke kleur schynt de oorsprongelyke kleur
+der natuur te zyn, welke de luchtstreek, het voedzel en de zeden zelfs
+tot in het geele, bruine of zwarte doen veranderen, en die in zekere
+omstandigheden weder te voorschyn koomt, maar met eene zoo groote
+verandering, dat ze niet gelykt naar de oorsprongelyke witte kleur,
+die door de opgegevene oorzaaken in de daad van natuur veranderd is".
+
+Aanteek. v. d. Franschen Vert.
+
+[18] Ik heb reeds gezegd, dat de Indiaansche vrouwen zonder smart
+kinderen baaren.
+
+Aanteek. van den Schryver.
+
+[19] Dit is onder hen zeer zeldzaam, want 'er is geen vreedzamer volk,
+dan zy.
+
+Aanteek. van den Schryver.
+
+[20] De inwoonders van Nieuw-Zeeland noemen hunne knodsen patou
+patous, welke gelykluidende uitdrukkingen te merkwaardiger zyn,
+naar mate van den zeer verren afstand, die hen van elkander scheidt.
+
+Aanteek. v. d. Franschen Vert.
+
+[21] Ik begryp niet, hoe Mejuffrouw DE MERIAN van dit kruipend gedierte
+kan zeggen, dat het zyne jongen levendig werpt.
+
+Aanteek. van den Schryver.
+
+[22] De Staaten van Holland weigerden den Koning dit verzoek.
+
+Aanteek. van den Schrijver.
+
+[23] 'Er zyn jaaren van vier, andere wederom van zes schepen.
+
+Aantek. van den Schryver.
+
+[24] Ik heb reeds gezegd, dat men in deeze Volkplanting geen rhum
+maakt, en geen suiker raffineert.
+
+Aanteek. van den Schryver.
+
+[25] Men zie Plaat VIII, te vinden in het 1ste Deel van dit werk,
+tegen over bladz. 128.
+
+[26] Schoon de Europeanen in de verzengde luchtstreek bleek worden,
+hebben de inboorlingen des Lands, en inzonderheid de Mulatten en
+Quarteron-Negers eene zeer frissche kleur.
+
+Aanteek. v. d. Franschen Vert.
+
+[27] Hier wordt misschien bedoeld het zoort van rozen-boomen, het welk
+bloemen voortbrengt, Caraïbische rozen genaamd, en waar van Mejuffrouw
+DE MERIAN zegt:--"Deeze rozen zyn uit het Land der Caraïben gebragt
+naar Surinamen, alwaar zy welig groeien. Des morgens, wanneer zy open
+gaan, zyn zy wit, des middags rood, en des avonds vallen zy af".--Zy
+is de Rosa Sinuensis van FERRARIUS.
+
+Aanteek. v. d. Franschen Vert.
+
+[28] De groote en kleine Zurzak, of Zursaka, zyn onder den naam van
+Anona in de plant-tuinen in Holland bekend.
+
+Aanteek. v. d. Franschen Vert.
+
+[29] Men weet dat verscheiden dieren, zoo als de konynen en muizen,
+die volmaakt wit zyn, oogen van eene bloedkleur hebben.
+
+Aanteek. van den Schryver.
+
+[30] Deeze boom groeit tot eene aanmerkelyke hoogte. Zyn dikke
+en rechte stam is omkleed met een gryze schors, met stekels
+bedekt. Zyne takken zyn zeer wyd uitgespreid, en zyne bladeren zyn
+klein en getand. Alle drie jaren brengt hy catoen voort, maar die niet
+overvloedig, en niet zeer wit is, en daarom weinig gezocht wordt. Deeze
+boom, die zeer veel overëenkomst heeft met den Engelschen eikenboom,
+overtreft denzelven echter uit hoofde der grootte en cierlykheid,
+waar mede hy zig vertoont.
+
+Aanteek. van den Schryver.
+
+[31] Deeze slang heeft van drie tot vyf voeten lengte, en is in
+'t geheel niet gevaarlyk. Hy is niet bevreesd, om zig, zelfs door
+den mensch, te laten aanraken. De weergalooze glans van zyne kleuren
+noopt zelfs de Negers, om hem aan te bidden.
+
+Aanteek. van den Schryver.
+
+[32] Het geval is in dit Land bekend, dat een Neger, die by zynen
+meester mishandeld was geworden, 'er op de volgende wyze wraak over
+nam.--Toen deeze met zyne vrouw was uitgegaan, sloot de Neger alle de
+deuren toe; en by hunne te rug komst, vertoonde hy zig met hunne drie
+kinderen op een plat dak boven op het huis. Zyn meester en meesteresse
+vroegen hem, waarom hy niet open deed, en tot antwoord, wierp hy de
+jongste hunner kinderen voor hunne voeten; zy dreigden hem, hy wierp
+de tweede; zy smeekten hem, hy wierp de derde, en allen vielen zy voor
+de voeten hunner ongelukkige ouderen dood ter neder. Deeze woedende
+Neger zeide hun toen, dat hy voldaan was; en vervolgens wierp hy zig
+zelven van boven neder op de straat.--Een andere Neger, om zig over
+zyne meesteresse te wreeken, doorstak den man, die hem niet beledigd
+had, en verklaarde wyders, dat haar dood hem de wraak van slechts een
+oogenblik bezorgen zoude; maar dat haar te berooven van het geen haar
+het liefste was, haar tevens veröordeelde tot eene eeuwigdurende straf,
+waar van het denkbeeld alleen voor hem genoeglyk was.
+
+Aanteek, van den Schryver.
+
+[33] Na het naauwkeurigst onderzoek, en het bekomen van overtuigende
+bewyzen, kan ik verzekeren, dat dit alles met de waarheid
+overëenkomstig is.
+
+Aanteek. van den Schryver.
+
+[34] Volgens eene wet, in den Raad van Jamaica vastgesteld, is de
+straf van eenen Neger gewoonlyk twaalf zweepslagen, maar kan nooit
+boven de negen-en-dertig gaan. Ik heb, in Surinamen, eene vrouw twee
+honderd slagen zien ontfangen, en ik was oorzaak, dat zy, op het
+zelfde oogenblik, die straf voor de tweede maal onderging.--Men zie
+hier boven het II. Deel, bladz. 89.
+
+Aanteek. van den Schryver.
+
+[35] In de maand October 1789, wierden in drie dagen tyds, op Demerary,
+twee-en-dertig Negers ter dood gebragt; zy trotseerden den dood
+met eenen gelyken moed als hy, wiens geschiedenis alhier door my
+is opgegeven.
+
+Aanteek. van den Schryver.
+
+[36] De volgende beschryving zal misschien deeze behandeling beter
+ontwikkelen.
+
+"Men moet, om Indigo te maken, drie kuipen hebben, die op verschillende
+hoogten naast elkander geplaatst zyn. Men zet ze op een plaats, alwaar
+men onbekrompen water bekomen kan.
+
+"De eerste kuip is doorgaans van vyftien tot agtien voeten lang,
+twaalf voeten breed, en drie of vier voeten diep. Men maakt dezelve
+anderhalf voet wyd, en volkomen digt.
+
+"De tweede is gewoonlyk de helft minder groot, dan de eerste; en de
+derde is een derde gedeelte kleiner, dan de tweede. De drie kuipen zyn
+zoo ingericht, dat zy door openingen, die in den bodem gemaakt zyn,
+uit de bovenste het daar in vervatte vocht ontfangen kunnen.
+
+"Men noemt de eerste kuip de Uitweek-kuip, de tweede de Slag-kuip, en
+de derde de Zink-kuip, naardien in dezelve, het geen uit de twee eerste
+koomt, bezinkt, en de Indigo daar in tot volkomenheid gebragt wordt."
+
+"Het is van aanbelang, dat deeze kuipen wel bepleisterd zyn, en eene
+zekere dikte hebben, om de gisting, die daar in ontstaat, te kunnen
+wederstaan. Zy worden in gebakken of gehouwen steenen gemaakt."
+
+Indien ze van uitgehold hout gemaakt worden, en dat men ze langen
+tyd wil doen duuren, moet men dezelve met zeer dun lood beleggen.
+
+De Indigo van Cayenne is van een blaauwer kleur, dan die van
+St. Domingo. Zy is aan de rupsen zoo niet onderworpen. (Maison rustique
+de Cayenne.)
+
+De ouden hebben den oorsprong van de Indigo in 't geheel niet
+gekend. PLINIUS gelooft, dat het een schuim van riet is, zig vast
+hechtende aan een zoort van modder, die zwart is, wanneer men
+ze wryft, en eene fraaije bruine kleur geeft, met purper gemengd,
+wanneer men ze weekt. DIOSCORIDES gelooft, dat het een steen is.
+
+De Indigo plant koomt in Europa alle jaaren voort. Zie hier de manier,
+op welke men dezelve aldaar aankweekt. Men zaait ze in de lente, op
+een bed, en wanneer zy spruiten van twee of drie duimen hoog geschoten
+heeft, brengt men ze over in kleine kistjes, met goede aarde gevuld,
+en men zet deeze kistjes in een warm bed van rum. Wanneer deeze
+planten eenige kragt verkregen hebben, geeft men aan dezelve veel
+lucht, door de raamen der broeykassen open te zetten, en in de maand
+Juny brengen zy bloemen voort, die spoedig in peulen veranderen.
+
+Aanteek. v. d. Franschen Vertaler.
+
+
+
+
+
+
+
+
+
+End of the Project Gutenberg EBook of Reize naar Surinamen, en door de
+binnenste gedeelten van Guiana, by John Gabriel Stedman
+
+*** END OF THIS PROJECT GUTENBERG EBOOK REIZE NAAR SURINAMEN, DEEL 3 ***
+
+***** This file should be named 8098-8.txt or 8098-8.zip *****
+This and all associated files of various formats will be found in:
+ http://www.gutenberg.org/8/0/9/8098/
+
+Produced by Jeroen Hellingman with help of the distributed
+proofreaders team.
+
+Updated editions will replace the previous one--the old editions will
+be renamed.
+
+Creating the works from print editions not protected by U.S. copyright
+law means that no one owns a United States copyright in these works,
+so the Foundation (and you!) can copy and distribute it in the United
+States without permission and without paying copyright
+royalties. Special rules, set forth in the General Terms of Use part
+of this license, apply to copying and distributing Project
+Gutenberg-tm electronic works to protect the PROJECT GUTENBERG-tm
+concept and trademark. Project Gutenberg is a registered trademark,
+and may not be used if you charge for the eBooks, unless you receive
+specific permission. If you do not charge anything for copies of this
+eBook, complying with the rules is very easy. You may use this eBook
+for nearly any purpose such as creation of derivative works, reports,
+performances and research. They may be modified and printed and given
+away--you may do practically ANYTHING in the United States with eBooks
+not protected by U.S. copyright law. Redistribution is subject to the
+trademark license, especially commercial redistribution.
+
+START: FULL LICENSE
+
+THE FULL PROJECT GUTENBERG LICENSE
+PLEASE READ THIS BEFORE YOU DISTRIBUTE OR USE THIS WORK
+
+To protect the Project Gutenberg-tm mission of promoting the free
+distribution of electronic works, by using or distributing this work
+(or any other work associated in any way with the phrase "Project
+Gutenberg"), you agree to comply with all the terms of the Full
+Project Gutenberg-tm License available with this file or online at
+www.gutenberg.org/license.
+
+Section 1. General Terms of Use and Redistributing Project
+Gutenberg-tm electronic works
+
+1.A. By reading or using any part of this Project Gutenberg-tm
+electronic work, you indicate that you have read, understand, agree to
+and accept all the terms of this license and intellectual property
+(trademark/copyright) agreement. If you do not agree to abide by all
+the terms of this agreement, you must cease using and return or
+destroy all copies of Project Gutenberg-tm electronic works in your
+possession. If you paid a fee for obtaining a copy of or access to a
+Project Gutenberg-tm electronic work and you do not agree to be bound
+by the terms of this agreement, you may obtain a refund from the
+person or entity to whom you paid the fee as set forth in paragraph
+1.E.8.
+
+1.B. "Project Gutenberg" is a registered trademark. It may only be
+used on or associated in any way with an electronic work by people who
+agree to be bound by the terms of this agreement. There are a few
+things that you can do with most Project Gutenberg-tm electronic works
+even without complying with the full terms of this agreement. See
+paragraph 1.C below. There are a lot of things you can do with Project
+Gutenberg-tm electronic works if you follow the terms of this
+agreement and help preserve free future access to Project Gutenberg-tm
+electronic works. See paragraph 1.E below.
+
+1.C. The Project Gutenberg Literary Archive Foundation ("the
+Foundation" or PGLAF), owns a compilation copyright in the collection
+of Project Gutenberg-tm electronic works. Nearly all the individual
+works in the collection are in the public domain in the United
+States. If an individual work is unprotected by copyright law in the
+United States and you are located in the United States, we do not
+claim a right to prevent you from copying, distributing, performing,
+displaying or creating derivative works based on the work as long as
+all references to Project Gutenberg are removed. Of course, we hope
+that you will support the Project Gutenberg-tm mission of promoting
+free access to electronic works by freely sharing Project Gutenberg-tm
+works in compliance with the terms of this agreement for keeping the
+Project Gutenberg-tm name associated with the work. You can easily
+comply with the terms of this agreement by keeping this work in the
+same format with its attached full Project Gutenberg-tm License when
+you share it without charge with others.
+
+1.D. The copyright laws of the place where you are located also govern
+what you can do with this work. Copyright laws in most countries are
+in a constant state of change. If you are outside the United States,
+check the laws of your country in addition to the terms of this
+agreement before downloading, copying, displaying, performing,
+distributing or creating derivative works based on this work or any
+other Project Gutenberg-tm work. The Foundation makes no
+representations concerning the copyright status of any work in any
+country outside the United States.
+
+1.E. Unless you have removed all references to Project Gutenberg:
+
+1.E.1. The following sentence, with active links to, or other
+immediate access to, the full Project Gutenberg-tm License must appear
+prominently whenever any copy of a Project Gutenberg-tm work (any work
+on which the phrase "Project Gutenberg" appears, or with which the
+phrase "Project Gutenberg" is associated) is accessed, displayed,
+performed, viewed, copied or distributed:
+
+ This eBook is for the use of anyone anywhere in the United States and
+ most other parts of the world at no cost and with almost no
+ restrictions whatsoever. You may copy it, give it away or re-use it
+ under the terms of the Project Gutenberg License included with this
+ eBook or online at www.gutenberg.org. If you are not located in the
+ United States, you'll have to check the laws of the country where you
+ are located before using this ebook.
+
+1.E.2. If an individual Project Gutenberg-tm electronic work is
+derived from texts not protected by U.S. copyright law (does not
+contain a notice indicating that it is posted with permission of the
+copyright holder), the work can be copied and distributed to anyone in
+the United States without paying any fees or charges. If you are
+redistributing or providing access to a work with the phrase "Project
+Gutenberg" associated with or appearing on the work, you must comply
+either with the requirements of paragraphs 1.E.1 through 1.E.7 or
+obtain permission for the use of the work and the Project Gutenberg-tm
+trademark as set forth in paragraphs 1.E.8 or 1.E.9.
+
+1.E.3. If an individual Project Gutenberg-tm electronic work is posted
+with the permission of the copyright holder, your use and distribution
+must comply with both paragraphs 1.E.1 through 1.E.7 and any
+additional terms imposed by the copyright holder. Additional terms
+will be linked to the Project Gutenberg-tm License for all works
+posted with the permission of the copyright holder found at the
+beginning of this work.
+
+1.E.4. Do not unlink or detach or remove the full Project Gutenberg-tm
+License terms from this work, or any files containing a part of this
+work or any other work associated with Project Gutenberg-tm.
+
+1.E.5. Do not copy, display, perform, distribute or redistribute this
+electronic work, or any part of this electronic work, without
+prominently displaying the sentence set forth in paragraph 1.E.1 with
+active links or immediate access to the full terms of the Project
+Gutenberg-tm License.
+
+1.E.6. You may convert to and distribute this work in any binary,
+compressed, marked up, nonproprietary or proprietary form, including
+any word processing or hypertext form. However, if you provide access
+to or distribute copies of a Project Gutenberg-tm work in a format
+other than "Plain Vanilla ASCII" or other format used in the official
+version posted on the official Project Gutenberg-tm web site
+(www.gutenberg.org), you must, at no additional cost, fee or expense
+to the user, provide a copy, a means of exporting a copy, or a means
+of obtaining a copy upon request, of the work in its original "Plain
+Vanilla ASCII" or other form. Any alternate format must include the
+full Project Gutenberg-tm License as specified in paragraph 1.E.1.
+
+1.E.7. Do not charge a fee for access to, viewing, displaying,
+performing, copying or distributing any Project Gutenberg-tm works
+unless you comply with paragraph 1.E.8 or 1.E.9.
+
+1.E.8. You may charge a reasonable fee for copies of or providing
+access to or distributing Project Gutenberg-tm electronic works
+provided that
+
+* You pay a royalty fee of 20% of the gross profits you derive from
+ the use of Project Gutenberg-tm works calculated using the method
+ you already use to calculate your applicable taxes. The fee is owed
+ to the owner of the Project Gutenberg-tm trademark, but he has
+ agreed to donate royalties under this paragraph to the Project
+ Gutenberg Literary Archive Foundation. Royalty payments must be paid
+ within 60 days following each date on which you prepare (or are
+ legally required to prepare) your periodic tax returns. Royalty
+ payments should be clearly marked as such and sent to the Project
+ Gutenberg Literary Archive Foundation at the address specified in
+ Section 4, "Information about donations to the Project Gutenberg
+ Literary Archive Foundation."
+
+* You provide a full refund of any money paid by a user who notifies
+ you in writing (or by e-mail) within 30 days of receipt that s/he
+ does not agree to the terms of the full Project Gutenberg-tm
+ License. You must require such a user to return or destroy all
+ copies of the works possessed in a physical medium and discontinue
+ all use of and all access to other copies of Project Gutenberg-tm
+ works.
+
+* You provide, in accordance with paragraph 1.F.3, a full refund of
+ any money paid for a work or a replacement copy, if a defect in the
+ electronic work is discovered and reported to you within 90 days of
+ receipt of the work.
+
+* You comply with all other terms of this agreement for free
+ distribution of Project Gutenberg-tm works.
+
+1.E.9. If you wish to charge a fee or distribute a Project
+Gutenberg-tm electronic work or group of works on different terms than
+are set forth in this agreement, you must obtain permission in writing
+from both the Project Gutenberg Literary Archive Foundation and The
+Project Gutenberg Trademark LLC, the owner of the Project Gutenberg-tm
+trademark. Contact the Foundation as set forth in Section 3 below.
+
+1.F.
+
+1.F.1. Project Gutenberg volunteers and employees expend considerable
+effort to identify, do copyright research on, transcribe and proofread
+works not protected by U.S. copyright law in creating the Project
+Gutenberg-tm collection. Despite these efforts, Project Gutenberg-tm
+electronic works, and the medium on which they may be stored, may
+contain "Defects," such as, but not limited to, incomplete, inaccurate
+or corrupt data, transcription errors, a copyright or other
+intellectual property infringement, a defective or damaged disk or
+other medium, a computer virus, or computer codes that damage or
+cannot be read by your equipment.
+
+1.F.2. LIMITED WARRANTY, DISCLAIMER OF DAMAGES - Except for the "Right
+of Replacement or Refund" described in paragraph 1.F.3, the Project
+Gutenberg Literary Archive Foundation, the owner of the Project
+Gutenberg-tm trademark, and any other party distributing a Project
+Gutenberg-tm electronic work under this agreement, disclaim all
+liability to you for damages, costs and expenses, including legal
+fees. YOU AGREE THAT YOU HAVE NO REMEDIES FOR NEGLIGENCE, STRICT
+LIABILITY, BREACH OF WARRANTY OR BREACH OF CONTRACT EXCEPT THOSE
+PROVIDED IN PARAGRAPH 1.F.3. YOU AGREE THAT THE FOUNDATION, THE
+TRADEMARK OWNER, AND ANY DISTRIBUTOR UNDER THIS AGREEMENT WILL NOT BE
+LIABLE TO YOU FOR ACTUAL, DIRECT, INDIRECT, CONSEQUENTIAL, PUNITIVE OR
+INCIDENTAL DAMAGES EVEN IF YOU GIVE NOTICE OF THE POSSIBILITY OF SUCH
+DAMAGE.
+
+1.F.3. LIMITED RIGHT OF REPLACEMENT OR REFUND - If you discover a
+defect in this electronic work within 90 days of receiving it, you can
+receive a refund of the money (if any) you paid for it by sending a
+written explanation to the person you received the work from. If you
+received the work on a physical medium, you must return the medium
+with your written explanation. The person or entity that provided you
+with the defective work may elect to provide a replacement copy in
+lieu of a refund. If you received the work electronically, the person
+or entity providing it to you may choose to give you a second
+opportunity to receive the work electronically in lieu of a refund. If
+the second copy is also defective, you may demand a refund in writing
+without further opportunities to fix the problem.
+
+1.F.4. Except for the limited right of replacement or refund set forth
+in paragraph 1.F.3, this work is provided to you 'AS-IS', WITH NO
+OTHER WARRANTIES OF ANY KIND, EXPRESS OR IMPLIED, INCLUDING BUT NOT
+LIMITED TO WARRANTIES OF MERCHANTABILITY OR FITNESS FOR ANY PURPOSE.
+
+1.F.5. Some states do not allow disclaimers of certain implied
+warranties or the exclusion or limitation of certain types of
+damages. If any disclaimer or limitation set forth in this agreement
+violates the law of the state applicable to this agreement, the
+agreement shall be interpreted to make the maximum disclaimer or
+limitation permitted by the applicable state law. The invalidity or
+unenforceability of any provision of this agreement shall not void the
+remaining provisions.
+
+1.F.6. INDEMNITY - You agree to indemnify and hold the Foundation, the
+trademark owner, any agent or employee of the Foundation, anyone
+providing copies of Project Gutenberg-tm electronic works in
+accordance with this agreement, and any volunteers associated with the
+production, promotion and distribution of Project Gutenberg-tm
+electronic works, harmless from all liability, costs and expenses,
+including legal fees, that arise directly or indirectly from any of
+the following which you do or cause to occur: (a) distribution of this
+or any Project Gutenberg-tm work, (b) alteration, modification, or
+additions or deletions to any Project Gutenberg-tm work, and (c) any
+Defect you cause.
+
+Section 2. Information about the Mission of Project Gutenberg-tm
+
+Project Gutenberg-tm is synonymous with the free distribution of
+electronic works in formats readable by the widest variety of
+computers including obsolete, old, middle-aged and new computers. It
+exists because of the efforts of hundreds of volunteers and donations
+from people in all walks of life.
+
+Volunteers and financial support to provide volunteers with the
+assistance they need are critical to reaching Project Gutenberg-tm's
+goals and ensuring that the Project Gutenberg-tm collection will
+remain freely available for generations to come. In 2001, the Project
+Gutenberg Literary Archive Foundation was created to provide a secure
+and permanent future for Project Gutenberg-tm and future
+generations. To learn more about the Project Gutenberg Literary
+Archive Foundation and how your efforts and donations can help, see
+Sections 3 and 4 and the Foundation information page at
+www.gutenberg.org Section 3. Information about the Project Gutenberg
+Literary Archive Foundation
+
+The Project Gutenberg Literary Archive Foundation is a non profit
+501(c)(3) educational corporation organized under the laws of the
+state of Mississippi and granted tax exempt status by the Internal
+Revenue Service. The Foundation's EIN or federal tax identification
+number is 64-6221541. Contributions to the Project Gutenberg Literary
+Archive Foundation are tax deductible to the full extent permitted by
+U.S. federal laws and your state's laws.
+
+The Foundation's principal office is in Fairbanks, Alaska, with the
+mailing address: PO Box 750175, Fairbanks, AK 99775, but its
+volunteers and employees are scattered throughout numerous
+locations. Its business office is located at 809 North 1500 West, Salt
+Lake City, UT 84116, (801) 596-1887. Email contact links and up to
+date contact information can be found at the Foundation's web site and
+official page at www.gutenberg.org/contact
+
+For additional contact information:
+
+ Dr. Gregory B. Newby
+ Chief Executive and Director
+ gbnewby@pglaf.org
+
+Section 4. Information about Donations to the Project Gutenberg
+Literary Archive Foundation
+
+Project Gutenberg-tm depends upon and cannot survive without wide
+spread public support and donations to carry out its mission of
+increasing the number of public domain and licensed works that can be
+freely distributed in machine readable form accessible by the widest
+array of equipment including outdated equipment. Many small donations
+($1 to $5,000) are particularly important to maintaining tax exempt
+status with the IRS.
+
+The Foundation is committed to complying with the laws regulating
+charities and charitable donations in all 50 states of the United
+States. Compliance requirements are not uniform and it takes a
+considerable effort, much paperwork and many fees to meet and keep up
+with these requirements. We do not solicit donations in locations
+where we have not received written confirmation of compliance. To SEND
+DONATIONS or determine the status of compliance for any particular
+state visit www.gutenberg.org/donate
+
+While we cannot and do not solicit contributions from states where we
+have not met the solicitation requirements, we know of no prohibition
+against accepting unsolicited donations from donors in such states who
+approach us with offers to donate.
+
+International donations are gratefully accepted, but we cannot make
+any statements concerning tax treatment of donations received from
+outside the United States. U.S. laws alone swamp our small staff.
+
+Please check the Project Gutenberg Web pages for current donation
+methods and addresses. Donations are accepted in a number of other
+ways including checks, online payments and credit card donations. To
+donate, please visit: www.gutenberg.org/donate
+
+Section 5. General Information About Project Gutenberg-tm electronic works.
+
+Professor Michael S. Hart was the originator of the Project
+Gutenberg-tm concept of a library of electronic works that could be
+freely shared with anyone. For forty years, he produced and
+distributed Project Gutenberg-tm eBooks with only a loose network of
+volunteer support.
+
+Project Gutenberg-tm eBooks are often created from several printed
+editions, all of which are confirmed as not protected by copyright in
+the U.S. unless a copyright notice is included. Thus, we do not
+necessarily keep eBooks in compliance with any particular paper
+edition.
+
+Most people start at our Web site which has the main PG search
+facility: www.gutenberg.org
+
+This Web site includes information about Project Gutenberg-tm,
+including how to make donations to the Project Gutenberg Literary
+Archive Foundation, how to help produce our new eBooks, and how to
+subscribe to our email newsletter to hear about new eBooks.
+
diff --git a/8098-8.zip b/8098-8.zip
new file mode 100644
index 0000000..9d88658
--- /dev/null
+++ b/8098-8.zip
Binary files differ
diff --git a/LICENSE.txt b/LICENSE.txt
new file mode 100644
index 0000000..6312041
--- /dev/null
+++ b/LICENSE.txt
@@ -0,0 +1,11 @@
+This eBook, including all associated images, markup, improvements,
+metadata, and any other content or labor, has been confirmed to be
+in the PUBLIC DOMAIN IN THE UNITED STATES.
+
+Procedures for determining public domain status are described in
+the "Copyright How-To" at https://www.gutenberg.org.
+
+No investigation has been made concerning possible copyrights in
+jurisdictions other than the United States. Anyone seeking to utilize
+this eBook outside of the United States should confirm copyright
+status under the laws that apply to them.
diff --git a/README.md b/README.md
new file mode 100644
index 0000000..65dee3a
--- /dev/null
+++ b/README.md
@@ -0,0 +1,2 @@
+Project Gutenberg (https://www.gutenberg.org) public repository for
+eBook #8098 (https://www.gutenberg.org/ebooks/8098)
diff --git a/old/7rns310.txt b/old/7rns310.txt
new file mode 100644
index 0000000..088f70e
--- /dev/null
+++ b/old/7rns310.txt
@@ -0,0 +1,7560 @@
+The Project Gutenberg EBook of Reize naar Surinamen, en door de binnenste
+gedeelten van Guiana (deel 3), by John Gabriel Stedman
+#3 in our series by John Gabriel Stedman
+
+Copyright laws are changing all over the world. Be sure to check the
+copyright laws for your country before downloading or redistributing
+this or any other Project Gutenberg eBook.
+
+This header should be the first thing seen when viewing this Project
+Gutenberg file. Please do not remove it. Do not change or edit the
+header without written permission.
+
+Please read the "legal small print," and other information about the
+eBook and Project Gutenberg at the bottom of this file. Included is
+important information about your specific rights and restrictions in
+how the file may be used. You can also find out about how to make a
+donation to Project Gutenberg, and how to get involved.
+
+
+**Welcome To The World of Free Plain Vanilla Electronic Texts**
+
+**eBooks Readable By Both Humans and By Computers, Since 1971**
+
+*****These eBooks Were Prepared By Thousands of Volunteers!*****
+
+
+Title: Reize naar Surinamen, en door de binnenste gedeelten van Guiana (deel 3)
+
+Author: John Gabriel Stedman
+
+Release Date: May, 2005 [EBook #8098]
+[Yes, we are more than one year ahead of schedule]
+[This file was first posted on July 12, 2003]
+
+Edition: 10
+
+Language: Dutch
+
+Character set encoding: ASCII
+
+*** START OF THE PROJECT GUTENBERG EBOOK REIZE NAAR SURINAMEN, V3 ***
+
+
+
+
+Produced by Jeroen Hellingman
+with help of the distributed proofreaders team.
+
+
+
+
+REIZE NAAR SURINAMEN EN GUIANA. III.
+
+
+
+REIZE NAAR SURINAMEN, EN DOOR DE BINNENSTE GEDEELTEN VAN GUIANA;
+
+DOOR DEN CAPITAIN JOHN GABRIEL STEDMAN.
+
+MET PLAATEN EN KAARTEN.
+
+NAAR HET ENGELSCH.
+
+DERDE DEEL.
+
+
+
+INHOUD DER HOOFTSTUKKEN.
+
+XX. HOOFTSTUK.
+
+Beschryving van eenen oproerigen Neger.--Vuurige Mier.--Het
+wandelend Blad.--Doornhaag-Spinnekop.--Duivenboonen of erwten
+van Angola.--Nadrukkelyke benaamingen, door de Negers gebezigd
+wordende.--Het innemen van de stad Gado-Saby, door den Colonel
+FOURGEOUD.--Trek van bygeloovigheid.--Beleid van den vyand
+
+XXI. HOOFTSTUK.
+
+Wilde Porselyn.--Calebassen-boom.--Schermutzeling.--Tafereel
+van broederlyke teederheid.--Het krygsvolk keert naar Barbacoeba
+te rug.--Beschryving van de manier, waar op de legerplaats was
+ingericht.--Een slaaf door den slang Orou-coukou gedood.
+
+XXII. HOOFTSTUK.
+
+Byzonder zoort van Mieren.--Acajou-nooten.--Eta-appel.--Alarm aan
+de Pereca.--Hinderlaag.--Vreemde uitwerking, door eene Vledermuis
+veroeorzaakt.--De Oppossum.--De Agouti en de Paca.--De Dadel-boom.--Het
+krygsvolk keert naar de Cormoetibo-kreek te rug..
+
+XXIII. HOOFTSTUK.
+
+Tweede tocht naar Gado-Saby.--Land-Schildpad.--Verschillende
+zoorten van hout.--Levendig geraamte.--Treffelyke
+gezichten.--Honderd-pooten.--Verschillende
+Plantgewassen.--De Opper-Bevelhebber wordt ziek, en verlaat de
+legerplaats.--Sprinkhanen.--Verschillende zoorten van visschen.--De
+Zee-koe.--Het Zee-paard.--Aanmerkingen omtrent het aanwezen der
+Meerminnen.--Trommelzucht.--Verscheiden zoorten van vogelen.--De
+Malaky en Markoury boomen.--Doornhaag-wormen
+
+XXIV. HOOFTSTUK.
+
+Aanwerving van twee Compagnien Vrywilligers, bestaande
+uit Negers en vrye Mulatten.--Verscheidene zoorten van
+Visschen.--Arrowoukas-Indianen.--De krygsbende van den Colonel
+FOURGEOUD ontfangt bevel, om naar Holland in te schepen.--De
+Ratel-slang--De blaauwe Dypsas.--De Amphisboena of tweehoofdige
+slang.--Eene fraaije Kapel.--De Colonel ontfangt naderen last.--Het
+krygsvolk trekt weder in de bosschen.--Koophandel in de Volkplanting
+van Surinamen.--Beschryving eener Cacao-Plantagie.--Heldendaad van
+eenen Neger.--De Ananas.--De Muscaat- en Water-Meloen.
+
+XXV. HOOFTSTUK.
+
+Grappige manier tot het ontdekken van een dief.--Het
+Brom-vogeltje.--Verschillende zoorten van planten.--Manier van
+visschen in Surinamen.--Onderscheidene zoorten van visschen.--Moed
+van eene jonge Negerin.--De Pimpelmees.--De Americaansche Aloe.--De
+Banille-boom.--Huilende Aapen.--Verwonderlyke slimheid der wilde
+Byen.--De krygsbende van den Colonel FOURGEOUD ontfangt andermaal
+bevel, om naar Europa te rug te keeren.--De Guiaansche Nachtuil.
+
+XXVI. HOOFTSTUK.
+
+Inscheeping van het krygsvolk.--De Zurzaca, en Sabatille.--De
+Papaija, en de Gember.--Het krygsvolk gelast om te
+ontschepen.--Muiterye.--Onbetamelyk gedrag van een Capitain der
+Oucas-Negers.--Een groot aantal zieken naar Europa gezonden.--Nieuwe
+byzonderheden betrekkelyk de Negers.
+
+XXVII. HOOFTSTUK.
+
+De muitelingen voeren verscheiden Negerinnen weg.--Aanstootelyke wyzen
+van strafoeeffening.--Onverschrokkenheid der Negers.--Verschillende
+zoorten van Gier-vogels.--Gekuifde Arenden.--Beschryving van eene
+Indigo Plantagie.--Kaneel-Appel.
+
+XXVIII. HOOFTSTUK.
+
+De Muitelingen trekken de Rivier Maroni over.--Derde tocht
+naar Gado-Saby.--De Land-Scorpioen.--Verscheiden zoorten van
+timmerhout.--Boom, welke een vrucht voortbrengt, de Marmelade-doos
+genaamd.--Het aankweeken van Ryst.--Buitengewoone hitte, die alle
+de moerassen opdroogt.--De Oppossum van het vrouwelyk geslacht.--De
+Brazilsche Wezel.--De Miereeter.--De Tamandua.--Hout-luizen en
+vliegende luizen.--Tafereel van ellende en sterfte.--De Vrede aan de
+Volkplanting bezorgd.--De Poelsnip.--De Lepelgans, en de Brazilsche
+Ojevaar.--Wilde Eendvogels van verschillende zoorten.
+
+
+
+
+
+REIZE NAAR SURINAMEN, EN DOOR DE BINNENSTE GEDEELTEN VAN GUIANA.
+
+
+TWINTIGSTE HOOFTSTUK.
+
+Beschryving van eenen oproerigen Neger.--Vuurige Mier.--Het
+wandelend Blad.--Doornhaag-Spinnekop.--Duiven-boonen of erwten
+van Angolo.--Nadrukkelyke benaamingen, door de Negers gebezigd
+wordende.--Het innemen van de Stad Gado-Saby, door den Colonel
+FOURGEOUD.--Trek van bygeloovigheid.--Beleid van den vyand.
+
+De muitelingen, door hun behaald voordeel op den Capitain MEYLAND
+opgeblazen, waren daarenboven door hunne Spions onderrigt, dat
+de Colonel FOURGEOUD zig te Barbacoeba bevondt, en zyne soldaaten
+willende trotseeren, of schrik aanjagen, hadden zy de stoutheid,
+om den 15den Augustus 1775. de hutten van twee legerplaatsen, welken
+onze uitgezondene wachten hadden laten staan, in brand te steeken,
+en een gehuil en geschreeuw te maken, het welk wy den geheelen
+nacht hoorden. Dit was nogtans van hunnen kant niets anders dan
+loutere zwetzery; maar het verwekte in onzen Bevelhebber zulk eene
+gramschap, dat hy zwoer zig met geweld, het koste wat het wilde, te
+zullen wreeken. Dien zelfden nacht wierden wy ook door een grooten
+Tyger ontrust; maar hy deedt geen het minste kwaad. Des anderen daags
+morgens stondt al ons krygsvolk tot den optocht gereed, en met het
+aanbreken van den dag begaven wy ons in het bosch. Wy waaren twee
+honderd Europeaanen sterk, bekwaam om dienst te doen; en wy lieten
+een groot getal agter, die door ziekten belet wierden mede te gaan. De
+Neger-Jagers, wien het verveelde de beveelen van den Colonel FOURGEOUD
+te gehoorzamen, verscheenen niet, hoewel zy verwagt wierden, het welk
+aan den Bevelhebber gelegenheid gaf, om hunne bende voor schelmen
+en lafhartigen uittemaken. Ik erken, dat ik uittermaten verwonderd
+was over het agterblyven van myne begunstigden, die op andere tyden
+zoo veel yver betoond hadden om den vyand te keer te gaan, en die
+verklaard hadden niets meerder te verlangen, dan eenen algemeenen en
+beslissenden slag.
+
+Wy trokken deezen dag oostwaarts aan. Na omtrent agt mylen te hebben
+afgelegd, het geen in een land, waar onoephoudelyk door het weghakken
+van het geboomte de weg gebaand moest worden, al vry aanmerkelyk
+is, sloegen wy hutten op, en namen aldaar onze legerplaats. Na zoo
+meenigmaalen van de oproerige Negers, aan wien wy nu op het punt
+waren van slag te leveren, gesprooken te hebben, biede ik den lezer
+eene afteekening aan, verbeeldende een van hun, die op schildwacht
+staat, en door het hooren afschieten van snaphaanen in de struiken
+verschrikt is. Twee Jagers schynen het oogenblik om hem te verrassen
+op eenigen afstand te bespieden. Deze Neger is met een snaphaan en
+byl gewapend. Zyne hairen, ofschoon wollig zynde, zyn digt aan 't
+hoofd gevlogten; dit was een teken, waar door de muitelingen van onze
+Jagers, en van andere Maroni-Negers, die onder hunne bende niet gedoogd
+wierden, onderscheiden waren. Zyn baard is puntsgewyze gesneeden, zoo
+als zy dien allen dragen, wanneer zy niet in de gelegenheid zyn, om
+zig te scheeren. Zyne voornaamste kleeding bestaat in een lap catoen,
+die onagtzaam om zyne schouders geslagen is, hem voor de ongemakken
+der lucht beveiligt, en hem dient om 'er op te slapen, het welk een
+iegelyk van hun altoos onder een dekkleed doet, in de somberste
+plaatsen, welken hy vinden kan, wanneer hy van zyne medemakkers
+is afgescheiden. Dezelfde persoon draagt een Camisa, die als een
+neusdoek om zyne lendenen gebonden is. Zyn zak of weitas is van de
+huid van 't een of ander dier gemaakt. Kleine catoene koorden zyn om
+de gewrichten zyner handen en enklauwen tot cieraad gebonden. Eene
+bygeloovige Obia of tooverband, waar op hy al zyn vertrouwen stelt,
+hangt hem om den hals. De bekkeneelen en beenderen, welken men in eene
+zandige Savane verstrooid ziet, zyn waarschynlyk die van zyne vyanden.
+
+De twee Jagers, welken men in't verschiet bemerkt, zyn door hunne
+roode mutsen kenbaar. Het is aanmerkens waardig, dat de muitelingen zig
+verscheiden malen van deeze onderscheidende teekenen meester maakten,
+en dat zy, dezelven staande het gevecht op hun hoofd gezet hebbende,
+niet alleen hun leven behielden, maar zelfs des te gemakkelyker hunne
+vyanden konden afmaken.
+
+Zy hebben dikwerf eene andere krygslist gebruikt. Dewyl het
+schietgeweer zeldzaam onder hen was, voegden zig verscheiden onder
+hunne gelederen, dragende een stuk hout, het welk ten naasten by als
+een snaphaan gehouwen was, op den schouder. Deeze list heeft dikwils
+de slaven der Plantagien belet, om dezelven te verdedigen, wanneer
+deeze muitelingen ze kwamen plonderen: zulks heeft zelfs meer dan eens
+een zoo grooten schrik verwekt, dat men hen hunne oude woonsteden,
+na de vrouwen en kinderen weggevoerd te hebben, zonder tegenkanting
+in brand liet steken.
+
+Den 16den, vervolgden wy onzen weg west-waarts over hoog land. Het
+was een zoort van keten van bergen, die, zoo ik my niet bedriege,
+in dit Land doorgaans van het oosten naar het westen loopt, zoo als
+ook in de verdronken zandwoestynen en moerassen plaats heeft. Wy
+leiden geenen zoo grooten weg af, als daags te vooren, en toen wy
+stil hielden, ontfingen wy bevel om onze hangmatten uit te spreiden,
+en daar op te gaan slapen, zonder eenig overdek, om den vyand geene
+kennis te doen bekomen van de plaats, alwaar wy ons bevonden, het
+geen zekerlyk gebeurd zoude zyn, indien wy in het bosch boomen gekapt
+hadden: bovendien wierd ons niet toegestaan vuur aan te leggen,
+noch te spreken; en men hieldt naauwkeurig de wacht rondom de
+legerplaats. Deeze voorzorgen waren in de daad aller noodzakelykst:
+maar zoo al de muitelingen ons niet ontdekten, wy wierden ten
+minsten door groote muggen en insecten, die uit een naby gelegen
+moeras opkwamen, van een gereten. Wat my betrof, ik leed hier meer,
+dan ik immer geleden had aan boord der elendige vaartuigen, toen ik
+my op den wachtpost aan de Cottica bevond. Het was ons verboden deeze
+insecten door rook te verdryven; en in die deerniswaardige gesteldheid,
+zag ik soldaten, die met hunne bajonetten gaten in den grond groeven,
+om hun hoofd daar in te leggen, terwyl zy voor over op den buik,
+en met hunne hangmat overdekt, lagen te slapen. Het was volstrekt
+onmogelyk in eenige andere ligging den slaap te vatten.
+
+Echter konde ik, den raad van eenen Neger-Slaaf volgende, een weinig
+genot van den slaap hebben: "Masera", zeide hy my, "klauter met uwe
+hangmat op den hoogsten boom, die 'er in de legerplaats staat, en slaap
+aldaar. Gy zult aldaar door geen enkel insect ontrust worden; want de
+geheele zwerm zal door den reuk van deeze meenigte sterk zweetende
+menschen benedenwaarts gelokt worden".--Ik beproefde oogenblikkelyk
+dit middel, en sliep byna honderd voeten boven myne medemakkers,
+welken ik, uit hoofde van de onbegrypelyke meenigte en het aanhoudend
+gebrom deezer onaangenaame insecten, niet eens bemerken, noch zelfs
+hooren konde.
+
+Van dien aart was gewoonlyk het voornaamste ongemak van den nacht;
+maar des daags wierden wy aanhoudend aangevallen door geheele legers
+van kleine mieren, alhier vuur-mieren genoemd, uit hoofde van de
+pyn, die hunne beet verwekt. Deeze insecten zyn zwart, en van het
+kleinste zoort; maar zy verzamelen zig in zulk een groot getal, dat
+hunne mieren-nesten, door derzelver dikte, ons dik wils eenigermaten
+den weg belemmerden, en dat, indien men 'er by ongeluk op trapte,
+men dadelyk de beenen en voeten door deeze dieren bedekt had, die met
+hunne klauwen de huid zoo geweldig vast hielden, dat men hun eerder
+den kop van den romp zoude draaien, dan hen te doen los laten. De
+brandende pyn, die zy veroorzaken, kan, naar myn inzien, niet eeniglyk
+uit de zeer scherpe gedaante van hunne klauwen voortkomen: ik meen,
+dat zy door een zeker vergift, het welk zy in de wond laten loopen,
+of deeze naar zig trekt, moet worden voortgebragt. Ik kan verzekeren,
+dat ik hen aan eene geheele compagnie soldaten zulk eene trilling
+heb zien veroorzaken, als of zy door kokend water gebrand wierden.
+
+Den 17den, trokken wy tot negen uuren verder oostwaarts op: vervolgens
+noordwaarts, en dwars door eene groote meenigte mataky wortels, welken
+ik reeds beschreven heb; het geen ten bewyze strekte, dat wy afzakten;
+en de grond wierd in de daad zeer moerassig. Gelukkig echter, schoon
+wy in het regen-saisoen waren, viel 'er weinig water.
+
+Dien dag hielden wy omtrent vier uuren des avonds stil, want de
+Colonel wierd door eene koorts met koude aangetast.
+
+Terwyl ik in myne hangmat, die aan twee zwaare takken was opgehangen,
+lag te slapen, viel myn oog op iets, het geen ik in 't eerst een blad
+van een boom meende te zyn, maar my vervolgens bleek zig te bewegen,
+en op den stam van den boom voort te schuiven. Oogenblikkelyk opgestaan
+zynde, riep ik verscheiden van myne medgezellen, om hun dit zelfde te
+doen zien, en dadelyk riep een Officier van 's Compagnies krygsvolk
+uit; "het is het wandelend blad"! Na een naauwkeurig onderzoek bevonden
+wy, dat het een insect was, wiens vlerken zoo zeer naar een blad
+gelyken, dat verscheiden lieden het voor een voortbrengzel uit het
+Plantenryk hebben aangezien: het was een zoort van springhaan, maar
+bedekt met vier vlerken van eene eironde gedaante, en van omtrent drie
+duimen lengte, waar van de bovenste zoo aan elkander vast kleefden,
+dat zy juist een bruin blad met deszelfs vezelen scheenen te vertoonen.
+
+Ik keerde dus naar myne hangmat te rug. De lucht was helder, de maan
+scheen tusschen het loof der boomen, en ik viel in eenen diepen slaap,
+overpeinzende de wonderen der natuur; myn slaap duurde tot middernacht,
+toen ik, te midden der dikste duisternis, en eenen zwaaren stortregen,
+ontwaakte door het gehuil en geschreeuw der muitelingen, die te gelyker
+tyd eenige snaphaan-schoten deeden. Hun schieten echter bereikte de
+legerplaats niet, en wy waren uittermaten verlegen, want de donkerheid
+maakte het ons onmogelyk, om een juist denkbeeld van hun oogmerk te
+vormen. Zy hielden op die wyze aan tot het aanbreken van den dag,
+het geen ons elk oogenblik deedt verwagten van door hun omcingeld te
+worden: dienvolgende verdubbelden wy onze waakzaamheid.
+
+Des anderen daags morgens rolden wy onze hangmatten op, en trokken
+noordwaarts aan, naar den kant, van waar den voorigen nacht het geluid
+zig hadt doen hooren. Grootendeels in onze rust gestoord geweest zynde,
+waren wy zeer vermoeid, en vooral de Colonel, die moeite had, om het
+staande te houden, zoodanig was hy door de koorts verzwakt. Ik voerde
+het bevel over de voorhoede. Wy hadden geen twee mylen afgelegd,
+of een oproerige Neger sprong byna voor myne voeten van onder eene
+doornhegge, alwaar hy was gaan liggen slapen, maar dewyl wy last
+hadden, om op de geenen, die verdwaald waren, geen vuur te geven,
+ontsnapte hy ons, en liep zoo gezwind als een hart dwars door de
+struiken weg. Ik gaf 'er bericht van aan den Bevelhebber, die zwoer,
+dat hy een spion was, en ik geloof, hy had gelyk: dadelyk vergat hy,
+om zoo te spreken, zyne kwaal, en verdubhelde zyne schreden met groote
+drift. Onze vervolging echter was, ten minsten deezen dag, vruchteloos,
+want op den middag vervielen wy in een groot moeras, waar uit wy veel
+moeite hadden ons te redden; en wy waren genoodzaakt onze legerplaats
+van den laatst voorgaanden nacht te hernemen, na twee soldaten van 's
+Compagnies krygsvolk verloren te hebben, welken wy vooronderstelden,
+dat in het moeras versmoord waren.
+
+Dien zelfden dag zagen wy eene groote meenigte Roucou-boomen, die in
+dit gedeelte van het bosch overvloediglyk gevonden wierden. Des avonds
+boodt een slaaf my een Doornhaag-Spinnekop aan. Dezelve was van zulk
+eene grootte, dat zy, in een kistjen van agt duimen hoog geplaatst
+zynde, den rand met eenige van haare pooten raakte, terwyl de andere
+op den grond stonden. De Schepping levert geen afschuwelyker wezen
+op, dan deeze ysselyke Spinnekop, welke de inwooners van Surinamen te
+onrecht voor de Tarantula houden. Derzelver lyf is verdeeld in twee
+deelen; het agterste is eyrond, en heeft de gedaante van een appel;
+het voorste is vierkant, en de kop gelykt naar een zoort van star, die
+'er aan vast gehecht is. Dit gedrocht heeft vyf paar groote pooten met
+vier gelederen. Het is geheel zwart, of van een donker bruine kleur,
+en, zoo wel het lyf als de ledematen, geheel overdekt met lange,
+dikke en zwarte hairen, veel gelykende naar die van een rups. Elke
+poot is met een zoort van geele en kromgebogen klauw gewapend. Uit
+den kop komen twee lange tanden, die met de binnenwaarts gebogene
+punten een schaar vormen, even als die van een krabbe, waar van
+zy zig tot het aanpakken van haaren buit bedienen. Het steeken van
+dezelve verwekt altyd de koorts, zoo het al niet doodelyk is door het
+vergiftig vocht, het welk zy in de wonde laat loopen. Deeze Spinnekop
+heeft agt oogen, gelyk de meeste anderen, en voedt zig met allerleije
+zoorten van insecten. Men beweert, dat de jonge vogelen aan dit dier
+niet onsnappen kunnen, en dat het derzelver bloed uitzuigt. Deszelfs
+webbe is niet zeer uitgestrekt, maar zeer sterk. Om kort te gaan, het
+is een verschrikkelyk dier, waar van 't gezicht alleen in staat is,
+om aan de lieden zelfs, die aan de beschouwing van de wanstaltigheden
+der natuur het meest gewoon zyn, een afgryzen te verwekken. Alle de
+gevaaren, alle de plagen, waar aan men dagelyks in de bosschen van
+deeze gezengde landstreek is bloot gesteld, zyn talloos. Ik heb 'er
+reeds een groot gedeelte van aangehaald, en 'er schieten 'er nog wel
+zoo veel over om op te noemen. Onze ongelukkige soldaten konden daar
+aan geen weerstand bieden; 'er stierf by aanhoudendheid een groot
+aantal, zonder hulp, zonder vriend om hun de oogleden te sluiten,
+zonder een kist om hun gebeente te bevatten. Men wierp hunne lyken
+door elkander in een groot gat, als of zy het overschot van onze
+natuur-genooten niet waren.
+
+Den 19den, braken wy de legerplaats op, en na een weinig zuidwaards
+getrokken te zyn, gingen wy oostwaarts, tot tien uuren, toen een
+gedeelte van honderd Neger-Jagers, met hunnen leidsman VINSACK, tot
+myn groot genoegen, zig by ons voegde; wy waren derhalven toen drie
+honderd mannen sterk. Hoe weinig achting de Colonel FOURGEOUD op alle
+andere tyden voor deeze dappere lieden betoonde, hunne versterking
+mishaagde hem in 't geheel niet, op dit oogenblik, dat wy eenen vyand
+naderden, dien zy wel kenden, en tegen wien zy met meer voordeel
+streden, dan ons krygsvolk. Ik ben bovendien volkomen van gedachten,
+dat een van deeze vrye Negers, als soldaat, in de bosschen van Guiana,
+boven zes Europeanen den voorrang verdient.
+
+De Colonel FOURGEOUD liet ons toen in drie kolommen, of liever in
+drie linien optrekken. Zyn Regiment maakte het midden-punt uit;
+het krygsvolk der Societeit was ter rechter, en de Jagers ter linker
+zyde. Allen waren zy alleenlyk afgescheiden door eenen afstand, van
+waar men elkander beroepen konde; en by elke vleugel waren eenige
+lichters geplaatst. Aldus verdeeld zynde, vervolgden wy onzen tocht
+oostwaards tot den middag, toen wy den zelven oost noord oost namen,
+en aantrokken op een biry-biry, of groot moeras. De moerassen van
+dit zoort zyn in dit land zeer gemeen en zeer gevaarlyk. Zy zyn vol
+met een zeer dun slyk, en met een dikke en groene korst overdekt,
+die op veele plaatsen een mensch dragen kan; maar die men onder zyne
+voeten voelt buigen. Indien deeze korst breekt, worden allen, die
+'er door heen zakken, in dit zoort van afgrond verzwolgen, waar in zy
+ontwyffelbaar moeten omkomen, indien men 'er hen niet oogenblikkelyk
+uittrekt. Op die wyze heeft men daar in meenigwerf menschen zien
+verzinken, waar van men naderhand nooit meer heeft hooren spreken.
+
+De zandpoelen zyn van een geheel anderen aart; men zakt 'er
+trapsgewyze in, daar dit in de slykmoerassen eensklaps geschiedt. Om
+deeze toevallen voor te komen, openden wy onze gelederen zoo veel
+als mogelyk was, het geen dezelve zeer wyd van elkander maakte;
+en in weerwil van deeze voorzorge, wierden verscheiden menschen
+ingezwolgen, als of het ys onder hunne voeten was weggebroken. Ik
+heb eenige anderen gezien, die, mede in den poel gevallen zynde,
+'er tot onder de armen toe in zakten; maar wien het egter gelukte,
+schoon met veel moeite, gered te worden.
+
+Des namiddags trokken wy voorby twee velden, alwaar men maniok gehad
+had; het geen ons deedt begrypen, dat wy aan de verblyfplaats der
+muitelingen naderden. Korten tyd daar na ontdekten wy de voetstappen
+van den tocht van Capitain MEYLAND, en wy herkenden die aan de
+teekens, die op de boomen gesneden waren, zoo als ik reeds te vooren
+heb opgegeven. Tegen den avond sloegen wy ons neder op den afstand
+van eenige mylen van het moeras, waar in de krygsbende van deezen
+Officier het leven gelaten had: het daglicht stondt ter deezer uur
+niet lang genoeg meer te schynen, om den vyand te kunnen aantasten.
+
+Onze soldaten door eenen langen tocht zeer vermoeid zynde, stondt de
+Colonel hun voor deezen nacht toe, hutten op te slaan, en vuuren
+aan te leggen. Ik was 'er uittermaten verwonderd over: hy had
+ons dit zoort van verkwikking verboden, toen wy van den vyand zeer
+verre af waren; en op het oogenblik, dat deeze naby was wilde hy het
+gedogen. Ik maakte 'er echter gebruik van; en myn Sergeant, my eenige
+duivenboonen, welken hy in een nabuurig land geplukt had, gegeven
+hebbende, noodigde ik hem ten eeten, als mede een Neger-Capitain,
+genaamd HANNIBAL. Wy wierpen alle drie ons gezouten ossen-vleesch en
+bischuit in de ketel; vervolgens roerden wy het met een bajonnet om,
+en deeden eene uitmuntende maaltyd, in weerwil van eenen akeligen
+nacht, en een der zwaarste slagregens.
+
+De duiven-boonen, of boonen van angola, groeien op een stronk van
+agt of tien voeten hoog; zy zyn, ten getale van vyf of zes, in eene
+peul besloten; haare kleur is bruin, en haare gedaante plat, gelyk
+die der peul-vruchten. De Negers houden 'er veel van, en kweeken in
+hunne tuinen, zonder veel kosten of moeite, de plant aan, die deeze
+vruchten voortbrengt.
+
+HANNIBAL, na my te hebben doen opmerken, dat wy des anderen daags
+den vyand zekerlyk ontmoeten zouden, vroeg my, of ik wel wist, hoe
+de Negers in een gevecht tegen elkander streden. Ik antwoordde hem,
+neen; en dadelyk deedt hy my het volgende verhaal, zyn pyp onder myne
+hangmat rookende.--"Masera", zeide hy my, "de beide partyen worden
+gerangschikt in compagnien van agt of tien mannen, onder bevel van
+eenen Capitain, een jagthoorn dragende, zoo als deeze", (hy toonde my
+den zynen) "op welks geluid zy alle hunne krygsbewegingen verrigten,
+en stryden, of de vlucht nemen. Wanneer zy stryden, scheiden zy zig
+oogenblikkelyk van elkander, gaan op den grond leggen, en schieten
+dwars door het geboomte op een zeer korten afstand. Elk die strydt,
+word door twee ongewapende Negers geholpen; de een vervangt hem, als
+hy gedood word, en de ander neemt het lyk weg, uit vreeze, dat het in
+'s vyands handen mogt vallen". [1]
+
+Zyn verhaal gaf my een juist denkbeeld, van die manier van vechten,
+welke ik zedert heb zien beoeffenen. Ik zal 'er alleenlyk byvoegen,
+dat, wanneer het een dik bosch is, elke Neger, in plaats van op den
+buik te gaan leggen, of de knie op den grond te zetten, zig agter eenen
+grooten boom verbergt, welke hem tot een borstweering dient, en van
+waar hy met meerder juistheid en minder gevaar vuur geeft in dit geval,
+doet hy zyn snaphaan tegen den stam van den boom, of op een gespleten
+tak, rusten, even gelyk de Indianen van Shawanese en Delaware doen.
+
+Capitain HANNIBAL deedt my ook verstaan, dat men den beruchten BONNY
+verdacht hieldt, van persoonlyk zig te bevinden onder de muitelingen,
+in wier nabuurschap wy waren. Dit opperhoofd, schoon een Mulat zynde,
+was in de bosschen geboren, werwaarts zyne moeder de vlucht genomen
+had, om de mishandelingen van haaren meester, die haar bezwangerd had,
+te ontgaan.
+
+Te meermalen gesproken hebbende van het onderscheid der menschen van
+eene midden-kleur, tusschen zwart en wit, moet ik ter opheldering
+daar van het volgende aanmerken. De Mulatten worden geboren van een
+blanken en eene Negerin, of van een Neger en eene blanke. De Samboes
+worden geboren van een Mulat en eene Negerin, enz. De Quarterons van
+een Mulat en eene blanke, enz. enz.--De zelfde Capitain HANNIBAL,
+noemde my ook den naam van verscheiden andere hoofden der muitelingen,
+tegen welken hy dikwils gestreden had. De eerste van allen was QUAMMY,
+hoofd van eene afzonderlyke bende, die met de andere muitelingen in
+geene betrekking stondt. Hy noemde my vervolgens COROMANTYN, COJO,
+ARICO en JOLI-COEUR. De twee laatstgemelden waren berucht van wegen
+den onverzoenlyken haat, waar mede zy tegen de blanken bezield waren;
+en JOLI-COEUR, van wien ik reeds gesproken heb, had 'er billyke reden
+toe. HANNIBAL dacht ook, dat de beruchte BARON op dit oogenblik onder
+het opperhoofd BONNY diende.
+
+Hy ging vervolgens over tot de benamingen van de voornaamste
+bezittingen der muitelingen, waar van zommige reeds verwoest waren,
+andere zig in 't gezicht bevonden, en eenige ons slechts by naame
+bekend waren. Zy hadden allen eenige wezentlyke beteekenis; en dewyl
+zy, in zeker opzigt, de onderzoekingen der geleerden omtrent de
+verschillende volken onder de Negers kunnen ophelderen, heb ik gepast
+geoeordeeld aan dezelven, met opgaave van de vertaaling, alhier eene
+plaats te vergunnen.
+
+Boucou: Ik zal eerder tot stof vergruisd worden,
+eer ik genomen worde.
+
+Gado Saby: God alleen kent my.
+
+Cosaay: Koomt, zoo gy het hart hebt.
+
+Tessy sy: Ruikt 'er aan, zoo gy lust hebt.
+
+Mele my": Ontrust my, zoo gy durft.
+
+Bousy cray: De bosschen schreien.
+
+Me salasy: Ik zal genomen worden.
+
+Kebry my: Verberg my, o loof der boomen, dat my omringt.
+
+De verdere waren:
+
+Quammy Condre: naar den naam van QUAMMY, hun opper-hoofd.
+
+Pynenburg: van de Pyn- of Latanus-boomen, die deeze bezitting van
+vooren omringden.
+
+Caro Condre: van de meenigte Koorn-velden, waar mede dezelve omringd
+was.
+
+Reizy Condre: van de meenigte Ryst-velden, die rondoem lagen.
+
+Ik drukte Capitain HANNIBAL, na dit gesprek, de hand, en hy ging
+van my af. Ik was vervuld met de hoop op eene overwinning, die door
+geene wreedheid bezoedeld zoude worden; en dewyl ik zeer vermoeid was,
+viel ik in een diepen slaap.
+
+Den 20sten, des morgens, ontwaakte ik, zeer wel te vreden; zynde het
+toen het schoonste weder des weerelds. Deeze gelukkige gesteldheid
+verdween wel dra, toen ik zag, dat op een oogenblik, zoo netelig,
+en toen men op 't punt stondt slag te leveren, in plaats van goede
+behandelingen, welken het voorzichtig geweest zoude zyn te gebruiken
+omtrent hun, van wier welwillenheid wy het gunstig einde van ons
+lyden verwagtten, men integendeel by de Onder-Officiers en soldaten
+eene groote moedeloosheid verwekt had. Ik maakte toen tegen mynen wil
+deeze aanmerking:--Dat de Vorsten en hunne dienaars nimmer, zoo veel
+mogelyk, een byzonder persoon, wie hy ook wezen mogt, vooral in een
+afgelegen land, met eene onbepaalde magt bekleeden moesten, zonder
+zynen inborst en denkwyze zeer grondig te kennen; want niemand is
+waardig het bevel te voeren, indien hy zig niet tevens door dapperheid
+en menschlievenheid onderscheidt; naardien het eene wel bekende
+waarheid is, dat geene dapperheid met wreedaartigheid bestaan kan.
+
+Des morgens ten zes uuren trokken wy noordoostwaarts ten noorden,
+onzen weg naar de moerassen nemende; en myne zwaarmoedigheid verdween
+met het doorbreken der zon.
+
+Omtrent ten agt uuren, kwamen wy in dat verschrikkelyk moeras, alwaar
+wy schielyk tot aan ons midden door het water gingen. Niettemin maakten
+wy ons gereed, om het ernstig onthaal, het welk wy aan de overzyde te
+wagten hadden, vol te houden. Na een halve myl ver gezworven te hebben,
+beklommen onze grenadiers gezwindelyk den oever met de bajonnetten
+vooruit. Het hoofdleger volgde hen oogenblikkelyk, en wy plaatsten
+ons, zonder de minste tegenkanting, in gelederen. Wy zagen toen
+een schouwspel, het welk in staat was, om de onverschrokkensten te
+verzetten: de grond lag bezaaid met bekkeneelen, beenderen en ander
+overschot van de lyken der ongelukkige soldaten van den Capitain
+MEYLAND.--Deeze Officier had wel middel gevonden, om dezelven te
+doen begraven; maar de muitelingen hadden die weder opgedolven,
+om ze van hunne kleederen te berooven, om deeze lyken in stukken
+te houwen, en ze te verscheuren, zoo als verslindende dieren gedaan
+zouden hebben. Onder het getal deezer ongelukkige slachtoeffers was
+de Neef van MEYLAND, een jongman van denzelfden naam als hy, en van
+de grootste verwagting. Hy was van de Zwitzersche gebergten gekomen,
+om met des te meerder spoed vorderingen in den krygsdienst te maken,
+en, korten tyd na zyne ontscheping, vondt hy zyn graf in een moeras
+van Surinamen. Zyn moed stondt gelyk met dien van zynen oom; zyne
+onverschrokkenheid, die hem bewoog om zig aan alle gevaaren bloot te
+stellen, kende geene paalen.--Zoodanig is de geestdrift der eerzucht
+van eenen krygsman.
+
+Deeze hoop van menschen-beenderen was de tweede of derde, dien wy op
+onzen tocht ontmoetten. Ik erken opentlyk, dat zulk eene ontmoeting
+in my geen lust verwekte, om de muitelingen te bevechten. Dit droevig
+overschot echter ontstak in onze soldaten een levendige drift, om
+hunne ongelukkige medgezellen te wreeken.
+
+Ik heb reeds zoo dikwerf gesproken van het doorwaden der moerassen,
+dat het, zoo ik denk, niet ongeschikt is, om door de nevenstaande
+plaat de beschryving op te helderen. Voor eerst wordt daar op vertoond
+de Colonel FOURGEOUD, vooraf gegaan door eenen Neger, die hem tot
+leidsman dient, en, waar het water op het hoogst is, overzwemt. Daar
+op volge ik zelf, en eenige andere Officiers en Zee-soldaten, allen
+in het midden van het moeras, en onze wapenen, krygsbehoeften, enz. op
+het hoofd dragende, om door het nat niet beschadigd te worden. Men kan
+daar op voorts de manier zien, waar op de slaven de pakken dragen, als
+mede hoe de muitelingen van boven uit de palmboomen op het krygsvolk
+vuur geven. Een tocht van dien aart, schoon by deeze gelegenheid zeer
+noodzakelyk, moet altyd een der gevaarlykste zyn: men is dan bloot
+gesteld aan de aanvallen van eenen vyand, die in 't verborgen vuurt,
+en men kan niet meer dan eenmaal vuur geven; want de soldaten zyn te
+diep in het water ingezonken, om hun geweer op nieuw te kunnen laden,
+zonder het slot nat te maken.
+
+Wy volgden toen een zoort van voetpad, door de muitelingen gemaakt,
+waar na wy onzen weg een weinig westwaarts namen. De Sergeant FOWLER,
+die tans het bevel over de voorhoede voerde, kwam by my, geheel bleek
+en bevende, en verklaarde my, dat het gezicht van deeze lyken hem
+zeer ziek gemaakt had. Dit was waar, want hy scheen aan den grond
+als vast gehecht, zonder een enkelen tred te kunnen doen, noch zyne
+ontsteltenis te kunnen verbergen. Ik sprak hem aan met den naam,
+dien hy verdiende, en had slechts den tyd, om hem te beveelen van
+zig by de agterhoede te begeven.
+
+Ten tien uuren, ontmoetten wy een klein gedeelte der muitelingen, elk
+van hun met een groene mand op den rug. Zy gaven vuur op ons, en hunne
+vracht op den grond werpende, keerden zy in aller yl naar hun gehucht
+te rug. Wy vernamen zedert, dat zy naar eene andere verblyfplaats ryst
+vervoerden, om daar van te leven, wanneer zy uit Gado-Saby (den naam
+van de plaats, werwaarts wy heen trokken,) verjaagd mogten worden,
+eene zaak, welke zy dagelyks te gemoet zagen, zedert dat dezelve
+door den dapperen MEYLAND was ontdekt geworden. Deeze groene manden,
+welken de Negers warinbos noemen, waren gemaakt van biezen, die met
+palmboom-bladeren konstig waren in een gevlochten. Ons volk dezelven
+met den sabel hebbende open gehakt, kwam 'er de zuiverste en schoonste
+ryst uit, die ik in myn leven gezien heb; maar men strooide ze overal
+heen, en trad ze met de voeten, want wy hadden geene gelegenheid om
+ze mede te nemen. Korten tyd daar na ontdekten wy eene ledige barak,
+waar in de muitelingen een wachtpost geplaatst hadden, om hen van alle
+gevaar te verwittigen; maar de lieden, die deeze wacht uitmaakten,
+waren met den meesten spoed weggevlucht. Wy verdubbelden toen met
+yver onze schreden tot op den middag, wanneer wy eene uitgezette
+wacht van den vyand ontmoetten, tweemaal vuur hoorden geven, het welk
+een met BONNY overeengekomen teeken was, om hem onze aannadering
+te berigten. De Major MEDLAR, ik zelf, met eenige soldaten van de
+voorhoede, en eene kleine krygsbende van Neger-Jagers, trokken voor
+uit, en wel dra kwamen wy op een schoon veld, met ryst en Indisch
+kooren bedekt. Hier hielden wy stil, om ons gezamentlyk krygsvolk in te
+wagten, en vooral om aan de achterhoede tyd te geven om aan te rukken,
+want eenigen van derzelver soldaten waren twee mylen agter ons. In
+dien tusschentyd liepen wy gevaar van in de pan gehakt te worden;
+want de vyand, zoo als wy naderhand vernamen, had dit veld omcingeld,
+zonder dat wy 'er iets van gezien hadden.
+
+Een half uur daar na, vereenigde zig onze legerbende te zamen. Toen
+kapten wy ons een korten weg door het bosch heen; en wy waren daar
+even doorgedrongen, of 'er begon van alle kanten een hevig vuur. De
+vyand echter deinsde af, en wy trokken voort, tot dat wy op een schoon
+veld kwamen, met rype ryst beplant, en een lang vierkant uitmakende,
+aan welks einde het gehucht der muitelingen zig als een opgaande
+toneel vertoonde; het was door het lommer van verscheiden hooge boomen
+tegen de hitte der zon beveiligd; en dit alles leverde het treffendst
+en betooverendst gezicht op, het welk men zig verbeelden kan. Een
+onafgebroken vuur, veel naar donderslagen gelykende, duurde meer dan
+een uur op dit zelfde veld; en geduurende al dien tyd gedroegen zig de
+Neger-Jagers met zoo veel moed als bekwaamheid: maar de blanke soldaten
+waren al te driftig, en schooten mis; ik zag 'er echter veelen onder,
+die de grootste onverschrokkenheid betoonden, en de Jagers met eenen
+goeden uitslag navolgden. Onder deezen bevondt zig in dit oogenblik de
+arme FOWLER, die in het begin van den slag van zyne ontsteltenis was
+te rug gekomen. Zig eenmaal hersteld hebbende, begaf hy zig op zynen
+eersten post, en bekwam zyne achting weder volkomen, met aan myne zyde
+als een dapper krygsman te stryden, tot dat de loop van zyn snaphaan
+door een vyandelyk schot verbryzeld wierd, het geen hem belette, om
+daar van verder gebruik te maken. Een snaphaan-kogel doorboorde myn
+hembd en kneusde my den schouder. Myn Lieutenant, DE CABANUS, wierd
+de riem van zyn snaphaam weggeschoten; verscheiden soldaten wierden
+gewond, zommigen zelfs doodelyk; maar tot myne groote verwondering, zag
+ik niemand hunner op het slagveld sneven.--Dit kwam my wonderbaarlyk
+voor, maar ik zal 'er in 't kort de uitlegging van geven.
+
+De muitelingen, om onze aannadering gevaarlyker en moeielyker te
+maken, hadden dit ryst-veld met dikke stammen van boomen, waar aan
+de wortels vastgebleven waren, omringd en doorsneden. Zy hielden
+zig agter deeze opgeworpen verschanssingen verscholen, en gaven
+van daar, byna zonder eenig gevaar, vuur op ons, die dit zoort
+van wallen beklimmen moesten, eer wy in hun gehucht komen konden:
+in weerwil echter van alle de hinderpalen, die zy ons in den weg
+leiden, geraakten wy altyd voorwaarts. Maar te gelyker tyd, dat
+ik het goed beleid van hunnen Generaal, in het regelen van hunne
+krygsverrigtingen, bewonderde, konde ik my niet wederhouden hen over
+hunne bygeloovigheid te beklagen. Een van deeze ongelukkigen in 't
+byzonder, al zyn vertrouwen Op zyn tooverband stellende, geloofde
+onkwetsbaar te zyn. Hy beklom te meermalen een van die stammen van
+boomen, die op den grond lagen; van daar schoot hy; vervolgens klom hy
+af om zyn snaphaan weder te laden; en weder te rug komende, schoot hy
+andermaal met de grootste koelbloedigheid, en in myn gezicht. Een der
+Zee-soldaten, onder myn bevel staande, met naame VALET, eindelyk op
+hem aangelegd hebbende, doorschoot hem de dye, en hy viel agter het
+bolwerk, door hem zoo meenigwerf beklommen; maar die zelfde soldaat,
+over hem heen gesprongen zynde, stak de tromp van zyn snaphaan in het
+oor van den ongelukkigen, en deedt hem de herssenen uit het hoofd
+vliegen: verscheiden zyner medgezellen ondergingen het zelfde lot,
+in weerwil van hunne tooverbanden, en bygeloovigheden.
+
+Wy waren op het punt, om het gehucht der muitelingen in te rukken,
+toen een van hunne Capitains, een hoed met een goude lis op het
+hoofd dragende, en een brandende toorts in de hand houdende, hun
+onvermydelyk verlies voor oogen ziende, moeds genoeg had, om zig
+aldaar te blyven ophouden, en het gehucht in ons gezicht in brand
+te steken. Deeze houte huizen, met drooge bladeren overdekt, stonden
+spoedig in lichten laaijen vlam; maar toen begon het musketten-vuur
+in het bosch te verminderen. Dit manmoedig besluit van den vyand
+belette niet alleen het bloedbad, het welk de soldaten op het eerste
+oogenblik der overwinning gewoon zyn aan te rechten; maar het maakte
+'t bovendien voor de muitelingen gemakkelyk, om met hunne vrouwen en
+kinderen te rug te trekken, en de goederen, die hun meest dienstig
+waren, met zig te voeren. Het was ons derhalven toen onmogelyk om
+hen te vervolgen, en den minsten buit te maken; het waren niet alleen
+de vlammen, die ons zulks beletteden, maar wy zagen ook wel dra een
+moeras, het welk ons byna van alle kanten omringde.
+
+Ik moet waarlyk erkennen, dat in het laatste uur van deezen slag,
+'er niets verschrikkelyker was, dan het aanhoudend musketten-vuur,
+het vloeken en huilen der Negers, onder elkander gemengd; het gekerm
+der gekwetsten en stervenden, die in het stof lagen, en in hun bloed
+baadden; het scherp geluid der jagthoorns, het welk zig van alle kanten
+liet hooren, en het gekraak der brandende balken, waar van het gehucht,
+dat geheel in vlam stondt, weergalmde: terwyl de rook-wolken, die ons
+omgaven, de vlammen die zig zeer hoog verhieven, enz. een tafereel
+uitmaakten, het welk voor geene beschryving vatbaar is, en misschien
+het penceel van HOGARTH niet onwaardig geweest zoude zyn. Ik heb echter
+getracht dit toneel te schetsen; [2] ik heb my zelf daar by afgebeeld
+na de hitte van den slag; ik heb daar by het voorkomen van vermoeid
+en droefgeestig te zyn, een oog van medelyden werpende op het lichaam
+van eenen oproerigen Neger, die, zyne snaaphaan in de hand houdende,
+voor myne voeten uitgestrekt ligt.
+
+Na ons gewasschen, en van het stof, zweet en bloed, waar mede wy
+besmet waren, gereinigd te hebben, namen wy allen een teug brandewyn,
+en aten een stuk brood. Het vuur begon ondertusschen te verminderen;
+en toen het ophieldt, onderzogten wy de rookende puinhoopen van het
+gehucht der muitelingen, bestaande in omtrent honderd huizen of
+hutten, waar van zommige twee verdiepingen hadden: uit den asch,
+die nog gloeiend was, haalden wy eenige kleinigheden, die aan het
+geweld der vlammen ontsnapt waren, als by voorbeeld zilvere borden,
+die wy uit hoofde van hun merk B. W. vooronderstelden, dat by het
+plunderen der Plantagie Brunswyk aan de Cottica geroofd waren: wy
+vonden ook eenige messen, gebroken porceleine potten, en aardewerk:
+een der laatstgemelden, zynde vol met ryst en palmboom-wormen, viel my
+ten deel. Dewyl men rykelyk vuur had, om deeze spyze te laten koken, en
+ik een zeer grooten trek tot eeten had, verschafte my dezelve spoedig
+eene uitmuntende maaltyd, en ik had wel dra alles opgegeten. Eenigen
+myner spitsbroeders waren beducht, dat dit eeten agtergelaten mogt
+zyn, met een oogmerk om ons te vergeven; maar, gelukkig voor my,
+bleek deeze verdenking zeer ongegrond te zyn.
+
+De bovengemelde zilvere borden kogt ik van onze soldaten, om 'er een
+zoort van zegeteeken van te maken, en ik heb 'er my naderhand altyd
+van bediend. Wy vonden in dit zelfde gehucht drie menschen-hoofden op
+staken gezet; het waren de treurige overblyfzels van eenigen onzer
+dappere en ongelukkige soldaten, die bevorens door de muitelingen
+gedood waren. Maar, het geen ons het meest verwonderde, was, dat wy
+twee hoofden van Negers zagen, die het voorkomen hadden van in 't kort
+te zyn afgehouwen. Wy vernamen vervolgens, dat twee jonge lieden, om
+dat zy in ons voordeel gesproken hadden, geduurende den nacht van den
+17den, ten tyde dat wy het gehuil en schieten met musketten hoorden,
+ter dood gebragt waren. Die hoofden waren de hunne.
+
+Het droevig overschot deezer ongelukkigen begraven hebbende, hingen
+wy onze hangmatten op aan die fraaie hooge boomen, die het gehucht
+overschaduwden; maar ik was innerlyk getroffen over het ysselyk
+schouwspel, het welk zig toen aan ons oog vertoonde. De Neger-Jagers
+vermaakten zig met de afgehouwen hoofden hunner vyanden aan elkander
+toe te kaatsen. Het was vrugteloos geweest hen over dit onmenschelyk
+spel te bestraffen, en zy verzekerden ons, dat het was "condre fassy,
+de gewoonte van hun Land"; zy eindigden het zelve, door die hoofden,
+na 'er den neus, de lippen, de wangen, de ooren te hebben afgesneden,
+met den voet weg te schoppen; zy namen 'er zelfs de kakebeenen uit,
+welken zy in den rook lieten droogen, als mede de regte hand, om
+dezelve, ten bewyze hunner overwinning, aan hunne nabestaanden en
+vrouwen te vertoonen. Het is een zaak die over bekend is, dat eene zoo
+wreede gewoonte onder de wilden plaats heeft, en dat dezelve uit hunne
+onverzaadlyke wraaklust voortspruit; en schoon de Colonel FOURGEOUD
+met zyn gezag had kunnen tusschen beiden komen, om deeze hatelyke
+zegepraal voor te komen, of te doen ophouden, handelde hy naar myn
+inzien verstandiglyk, met daar van in dit oogenblik geen gebruik te
+maken. Dewyl overtuiging hier niets vermogt, zoude hy slechts deeze
+soldaten verbitterd hebben, en hun een weerzin doen krygen in eenen
+dienst, die ons zoo nuttig was, hoe bloeddorstig en wreed de gevolgen
+'er ook van wezen mogten.
+
+Deeze zelfde Jagers verhaalden ons, dat zy, by het bezigtigen van den
+bosch-kant, veel menschen bloed op onderscheidene plaatsen gezien
+hadden, en dat dit gevloeid was uit de wonden dier muitelingen,
+welken hunne medemakkers geduurende den slag hadden weggevoerd.
+
+Ten drie uuren, op het tydstip, dat wy van onze vermoeidheid
+uitrustten, wierden wy eensklaps door een party vyanden aangevallen:
+maar zoo dra wy hen met eenige snaphaanschoten begroet hadden, trokken
+zy af. Dit onverwagt bezoek overtuigde ons, van hoe veel gewicht het
+was op onze hoede te zyn, voornamelyk des nachts; dienvolgende was
+het niet geoorloofd vuuren te stoken, en men zette dubbelde wagten
+uit rondom de legerplaats.
+
+Door vermoeienis en eene ongemeene hitte afgemat, ging ik, na
+het ondergaan der zon, in myne hangmat leggen, en viel spoedig
+in een diepen slaap: maar na verloop van een paar uuren, deedt my
+myn getrouwe QUACO in het midden van den donker ontwaken, roepende:
+"Massera, Massera! bousy negro, bousy negro! Meester, Meester! zie daar
+den vyand, zie daar den vyand"! Op het zelfde oogenblik een aanhoudend
+vuur gehoord hebbende, besloot ik daar uit, dat de muitelingen in het
+midden van onze legerplaats waren. Vol verbaazing, en nog niet geheel
+wakker zynde, sprong ik uit myne hangmat, en nam myn snaphaan. Ik liep
+toen, zonder behoorlyk te weten wat ik deed, myn QUACO onder den voet;
+waar na ik zelfs viel over twee of drie lichaamen, die op den grond
+lagen, en welken ik my verbeeldde menschen te zyn, die reeds gedood
+waren. Een van hun ontdekte my spoedig myne dwaling, zeggende:
+"dat indien ik de minste beweging maakte, ik een kind des doods
+was". Dezelfde perfoon voegde 'er by: "dat de Colonel FOURGEOUD aan
+het krygsvolk bevel gegeven had, om plat op den buik te gaan leggen,
+en geen schot te doen, om dat men des avonds te vooren het grootste
+gedeelte van het kruid verbruikt had". Ik ontdekte wel dra, dat de
+geen, die tot my sprak, een grenadier was, THOMSON genaamd, en ik
+maakte van zynen raad gebruik. Wy bleven dus tot aan het opgaan der
+zon onder de wapenen, en geduurende al dien tyd wierd 'er een zoort
+van zamenspraak tusschen de muitelingen en onze Jagers gehouden:
+de een vervloekte en bedreigde op eene geweldige wyze den ander. De
+eersten scholden de laatstgemelden voor "lage zielen en verraders
+hunner landgenooten. Zy daagden hen tegen des anderen daags tot een
+afzonderlyk gevecht uit: zy zwoeren, dat zy niets vuuriger verlangden,
+dan hunne handen in het bloed van deeze schelmen te baden, daar zy de
+voornaame bewerkers waren van de verwoesting van hunne bloeijende en
+schoone verblyfplaats". De Jagers antwoordden hun; "dat zy niets anders
+waren, dan een hoop roovers, tegen wien zy bereid waren te vechten,
+al waren zy slechts half zoo talryk, indien zy hunne leelyke gezichten
+durfden vertoonen; en dat zy hunne meesters verlaten hadden, alleen om
+dat ze te lui waren om te werken". Na dit gesprek deeden zy elkander
+allerleije schampere bejegeningen aan, door krygsgeschrei van eenen
+byzonderen aart, door overwinnings liederen, en door het geluid van den
+jagthoorn tot een teeken van uitdaging. Vervolgens begon wederom het
+vuur van den kant der muitelingen, en duurde den geheelen nacht door,
+maar afgebroken door hun geschreeuw, het welk door den weergalm van het
+bosch herhaald wordende, zig met eene verdubbelde kragt liet hooren.
+
+De Colonel FOURGEOUD nam eindelyk deel in dit gesprek, en de Sergeant
+FOWLER en ik dienden hem tot tolken. Wy moesten hard schreeuwen; maar
+ik heb my nooit beter vermaakt. De Colonel beloofde aan de muitelingen
+het leven, de vryheid, levens-middelen, en alles, wat zy mogten noodig
+hebben. Zy antwoordden hem, hem luidkeels uitlachende, dat zy niets
+van hem verwagtten; zy behandelden hem als een half uitgehongerden
+Franschman, die uit zyn land gevlucht was: zy verzekerden hem, dat,
+indien hy moeds genoeg had, om hun een bezoek te geven, zy hem geen
+kwaad doen, maar goed onthaalen zouden: tot ons zeiden zy, dat zy
+ons beklagenswaardiger oordeelden, dan hun zelven; dat wy blanke
+slaven waren, die voor vier stuivers daags gehuurd wierden, om ons
+te laten doodslaan, of om van honger te sterven; dat zy ons te veel
+verachtten, om hun kruid op ons te verschieten; maar dat indien de
+Planters, of hunne Opzichters, zig in de bosschen dorsten begeven,
+'er geen enkele weder uit zoude komen; dat de verraderlyke Jagers een
+gelyk lot te wagten hadden, en dat zy dien dag, of daags daar aan, 'er
+een goed getal van zouden om hals brengen. Zy eindigden hun gesprek met
+te verklaren, dat BONNY wel dra Opperhoofd der Volkplanting zyn zoude.
+
+Toen dit gesprek was afgeloopen, schoten zy hunne snaphanen af, waar op
+een drievouwdig krygs-geschrei volgde. De Jagers beantwoordden hun het
+zelve, en de muitelingen verdweenen by het opkomen van den dageraad.
+
+Wy waren uittermaten vermoeid. Onaeangezien echter de langduurigheid van
+het gevecht, hadden wy door het vuur van den vyand weinig manschappen
+verloren: ik heb beloofd de reden daar van op te geven. Dit geheim
+deedt zig ontwikkelen, toen de Heelmeesters, de wonden verbindende,
+daar uit zeer weinig loode kogels haalden, maar een groot aantal
+steentjes, knoopen van kleederen, en kleine stukjes zilver geld, die
+niet veel leed deeden, en niets meer dan eene kwetsing van de huid
+veroorzaakten. Wy merkten ook op, dat verscheiden der muitelingen,
+die gedood waren, in plaats van vuursteenen, stukken van pot-scherven
+hadden, waar mede zy niet veel konden uitrichten. Zie daar de reden,
+waarom wy van deeze zaak zoo gelukkig afkwamen. Wy hadden niettemin
+nog een groot getal soldaten, die gevaarlyk gewond waren, of zwaare
+kneuzingen bekomen hadden.
+
+De vernuftigheid van deeze Negers, wanneer zy zig gerust in de bosschen
+bevinden, is ongemeen groot. De geenen, tegen welken wy te stryden
+hadden, beroemden zig, dat hun niets ontbrak, en wy vonden hen ten
+minsten dik en vet. Door middel van strikken, die konstig gemaakt
+waren, en de diepe moerassen, vangen zy wild en visch in overvloed,
+welken zy in den rook laten droogen, om ze goed te houden. Hunne
+velden zyn beplant met ryst, maniok, ignames, plantain-boomen,
+enz. Het zout trekken zy uit de asch van palmboomen, zoo als de
+Gentous in de Oost-Indien doen, of zy gebruiken in plaats van dien
+zeer dikwils roode peper.
+
+Op deeze zelfde plaats ontdekte men een klein vaatje vol met beste
+boter, die by een ouden stam van een boom verborgen was. Onze Jagers
+zeiden my, dat dezelve van gesmolten vet van palmboom-wormen gemaakt
+was. Men konde ze gebruiken als de Europeesche boter, en ik vond
+ze zelfs veel lekkerder. De Negers maken ook boter van pistaches,
+waar uit zy de olyachtige zelfstandigheid uitperssen, en dikwils doen
+zy die in hunne soepen. Zy hebben altyd palmboom-wyn in overvloed;
+zy weten dien te bekomen door de insnyding van een vierkanten voet
+in den nedergehouwen stam; vervolgens vangen zy het sap in een pot
+op. Dit sap gaat schielyk door de hitte der zon aan het gisten,
+en verschaft hun een aangenamen en koelen drank, die kragt genoeg
+heeft om dronken te maken. De Latanus- of Pyn-boom verschaft hun de
+noodige bouwstoffen voor hunne huizen. De Calabassen-boom bezorgt
+hun drinkschalen. De zyde-plant en de mauricy bevatten draden, waar
+van zy hunne hangmatten maken; en op de palmboomen groeit zelfs een
+zoort van mutsen van een natuurlyk weefzel, gelyk ook bezems om te
+vegen. De koorden van allerleije zoort van heestergewassen dienen
+hun voor touwwerk. Om hout te hebben, behoeven zy het slechts te
+hakken. Zy ontsteken vuur, door twee stukken hout, welken zy by-by
+noemen, tegen elkander te wryven; terwyl zy daar van, als elastiek
+zynde, zeer goede kurken maken. Van het vet en de oly, welken zy in
+overvloed hebben, kunnen zy kaarssen maken of lampen branden; en de
+wilde byen geven hun wasch, en uitmuntenden honig.
+
+Zy weigeren volstrekt, om kleederen te dragen, en verkiezen naakt te
+loopen in eene luchtstreek, alwaar de hitte de ligtste kleeding tot
+een last maakt.
+
+Zy zouden varkens en gevogelte kunnen aankweken, en jagt- of
+wacht-honden leeren; maar zy vreezen, dat het geluid van deeze dieren,
+en vooral het gekraay der haanen, het welk men van zeer wyd af in
+het bosch kan hooren, de plaats van hun verblyf ontdekken mogten.
+
+Toen de muitelingen van deezen oord verjaagd of geslagen scheenen,
+hieldt de Colonel FOURGEOUD zig bezig met den oogst in den omtrek te
+vernielen. Ik ontfing bevel om met vier-en-twintig Zee-soldaten, en
+twintig Jagers, een begin aan deeze verwoesting te maken. Dienvolgende
+deed ik al de ryst, die in de opgemelde velden in overvloed groeide,
+afmaaien. Ik ontdekte vervolgens een derde land, zuidwaarts van het
+eerstgemelde gelegen, om het welk te verwoesten, ik insgelyks bevel
+gaf; en ik gaf daar van bericht aan den Colonel FOURGEOUD, die my
+toescheen uittermaten voldaan te zyn. Des namiddags wierd de Capitain
+HAMEL met vyftig Zee-soldaten en dertig Neger-Jagers afgezonden, om de
+plaatsen, agter het gehucht liggende, te onderzoeken, en, zoo mogelyk,
+te ontdekken, hoe de muitelingen het maakten, om door een moeras heen
+en weder te trekken, waar van de diepte ons onbekend was, en door het
+welk wy hen niet konden vervolgen. Deeze Officier ontdekte eindelyk
+een zoort van dryvende brug, die tusschen de heesters verborgen lag,
+en van mauricy hout gemaakt was; maar zoodanig ingericht, dat 'er niet
+meer dan een man te gelyk over gaan konde. Eenigen der muitelingen
+zaten 'er schreijelings op, om de overtocht te beletten. Zoo dra zy
+de afgezondene manschappen vernamen, schoten zy op hen: de Jagers
+beantwoordden hun spoedig, en dooden een man van hun, die door zyne
+makkers wierd weggevoerd.
+
+Des anderen daags morgens den 22sten, gaf onze Bevelhebber aan
+een ander gedeelte manschappen, waar toe ik mede behoorde, last
+om de brug over te trekken, en het te wagen, om op kondschap uit
+gaan. Geen tegenstand van iemand ontmoet hebbende, trokken wy deeze
+brug over, of liever, wy kropen over de dryvende boomen, waar van
+dezelve gemaakt was; vervolgens bevonden wy ons op een veld van eene
+langwerpige gedaante, met maniok en ignames beplant, in welks midden
+een dertigtal huizen stonden, die op dit oogenblik verlaten zynde,
+van eene oude verblyfplaats der muitelingen, Cosaay genaamd, waren
+overgebleven. Om de plaatsen te beter te onderzoeken, verdeelden wy
+ons op dit veld in drie krygshoopen: de eerste, om noordwaarts, de
+tweede ten noordwesten, en de derde westwaarts heen te trekken. Hier
+ontdekten wy, tot onze groote verwondering, dat de reden, waarom de
+muitelingen, in den nacht van den 20sten, zoo geschreeuwd, gezongen
+en geschoten hadden, niet alleen was, om den aftocht hunner vrienden
+door het beletten van den overtocht te dekken, maar ook om door dit
+geweldig en aanhoudend geraas voor te komen, dat wy niet bemerken
+zouden, dat zy lieden, zoo mannen, vrouwen, als kinderen, grootendeels
+bezig waren met warimbos of manden te maken, en die met de schoonste
+ryst, cassave, en wortelen van ignames te vullen, om daar door by
+hunne vlucht levens onderhoud te hebben.
+
+Dit was zekerlyk een verstandig gedrag in een wild volk, het welk wy
+ons vermeeten om te verachten: het zelve zoude aan elken Europeaanschen
+Bevelhebber tot eere gestrekt hebben, en de beschaafdste volken hebben
+hen daar in misschien zeldzaam overtroffen.
+
+
+
+EEN-EN-TWINTIGSTE HOOFTSTUK.
+
+Wilde Porselyn.--Calebassen-boom.--Schermutzeling.--Tafereel
+van broederlyke teederheid.--Het krygsvolk keert naar Barbacoeba
+te rug.--Beschryving van de manier, waar op de legerplaats was
+ingericht.--Een slaaf door den slang Orou-coukou gedood.
+
+De Colonel FOURGEOUD, zig op deeze wyze door eenen Neger getrotseerd
+ziende, konde zyn spyt niet langer inhouden, en zwoer, dat hy BONNY
+vervolgen zoude, al was het ook aan het einde van de weereld. Alle onze
+krygs- en mondbehoeften intusschen waren verbruikt; en al was dit zoo
+niet geweest, zoo zoude het zekerlyk eene ydele onderneming geweest
+zyn den vyand te willen agterhalen. Onze Bevelhebber niettemin bleef
+by dit onuitvoerlyk ontwerp; hy zondt derhalven eenige manschappen
+naar Barbacoeba, onder bevel van den Capitain BOLTS, en bestaande
+uit honderd Zee-soldaten, dertig Jagers en een goed getal slaven, met
+last, om krygs- en mondbehoeften voor eene week van dien wachtpost te
+gaan halen. Te gelyker tyd deedt hy alleenlyk eene halve portie aan
+het overgebleven krygsvolk uitdeelen, en hy zette de soldaten aan,
+om dit gebrek aan noodig voedzel te vervullen, door het opzamelen
+van ryst, duiven- of angola-boonen, en door het uit den grond halen
+van maniok-wortel, welken zy, zoo goed zy konden, moesten gereed
+maken. De Officiers wierden op dezelfde wyze behandeld. Het was in de
+daad wonderlyk om te zien, dat een twintigtal van ons zig, even als
+zoo veele Apothecars, bezig hielden met de ryst elk in een zoort van
+vyzel te stampen, die door de muitelingen uit den stam van een boom,
+het roode hart genaamd, was uitgehold, als zynde dit het eenige
+middel, om dezelve van haare schel te zuiveren. Dusdanige arbeid
+was echter zeer afmattend; het zweet liep ons langs het geheele lyf,
+als of wy uit een bad kwamen; en op dit oogenblik, dat wy wel eenigen
+versterkenden drank noodig hadden, hadden wy niets dan water.
+
+Wy hadden het geluk, om, onder andere plantgewassen, eene groote
+meenigte wilde porselyn te vinden, die van de gewoone alleenlyk daar
+in verschilt, dat zy digter aan den grond groeit, en dat derzelver
+bladeren kleiner en van een donkerer groene kleur zyn. Men kan ze
+gerust eeten, het zy als eene salade, het zy gestoofd; zy verschaft
+een smakelyk en verkoelend voedzel; en ze is bovendien een uitmuntend
+middel tegen de scheurbuik.
+
+Wy vonden ook een groot aantal Calebassen-boomen, waar van
+de vrugten voor de inboorlingen des Lands van zeer groot nut
+zyn. De Calebassen-boom groeit tot de hoogte van een gewoonen
+appel-boom. Deszelfs bladeren zyn dik, en loopen puntig toe. De
+gedaante en grootte van deszelfs vruchten is oneindig verschillende;
+eenige zyn eirond, andere spits toeloopende, andere wederom rond,
+en dikwils hebben zy tien of twaalf duimen in den omtrek. De
+schil is hard, glad, en met eene schitterende huid overdekt,
+die bruin wordt, wanneer de calebas droog is. Het vleesch is eene
+mergachtige zelfstandigheid, welke men 'er met een krom mes kan
+uitnemen. De calebassen dienen tot poejer-doozen, flessen, schaalen
+en schotels. Zelden ging ik door de bosschen, zonder 'er een by my
+te hebben. De Negers vercieren dezelve doorgaans, door op de bast
+verscheiden misselyke streepen te snyden; zomtyds zelfs vullen zy de
+groeven met kryt, het geen een zeer fraaije vertooning maakt. [3]
+
+De Jagers op kondschap zynde uitgegaan, kwamen in den namiddag van den
+23sten te rug, berigtende, dat zy het gewas van een ander rystveld,
+noord-oost-waarts gelegen, vernield hadden. De Colonel was met deeze
+tyding zeer in zyn schik; maar toen ik hem tegen den avond zeide, dat
+ik op eenigen afstand verscheiden gewapende Negers zag, die tot ons
+naderden, verbleekte hy en riep uit, wy zyn 'er om koud! Oogenblikkelyk
+gaf hy aan al het krygsvolk bevel, om de wapenen op te vatten. Na
+verloop van eenige minuten, waren deeze Negers naby genoeg, om
+onderscheiden te kunnen worden, en wy herkenden 'er veelen van, die in
+hunne hangmatten gedragen wierden. De Colonel FOURGEOUD riep op nieuw
+uit: "Wy zyn niet minder bedorven, schoon het de vyand niet is: het is
+de Capitain BOLTS, die geslagen is geworden, en met zyne manschappen te
+rug koomt". Hy sprak de zuivere waarheid. Deeze ongelukkige Officier,
+zoo dra hy zyne gekwetsten in handen der Heelmeesters had overgeleverd,
+gaf het volgende bericht: hy verklaarde, dat hy, gekomen zynde in het
+rampzalig moeras, waar in de Capitain MEYLAND de nederlaag gekregen
+had, door den vyand, die aan de overzyde post hieldt, was aangetast
+geworden; dat dezelve, zonder zig met eenig Europeaan te bemoeien,
+een verschrikkelyk bloedbad onder de Neger-Jagers gemaakt had; dat
+een der Capitains van deeze dappere lieden, genaamd VALENTYN, op het
+oogenblik, dat hy ter aanmoediging der soldaten den jagthoorn blies,
+en op vyf verschillende plaatsen doodelyk gewond was, was om ver
+geschoten. De Capitain AVANTAGE, broeder van VALENTYN, hem in dien
+doodelyken toestand ziende, gaf blyken van de innerlykste teederheid
+en van de aandoenlykste gevoeligheid. Hy ging naast zynen broeder
+op de knien leggen; hy bukte naar zyne wonden, om 'er het bloed uit
+te zuigen; hy zwoer hem met eenen eed, dat hy zynen dood op hunne
+vyanden wreeken zoude; en zeide eindelyk, dat hy wenschte, om, na
+'er zelf het leven te hebben by ingeschoten, hem op een gelukkiger
+plaats weer te zien.
+
+De Colonel FOURGEOUD erkende toen; dat de muitelingen hun woord
+gehouden hadden met het dooden van de Jagers. De Capitain BOLTS
+berigtte ook, dat eenigen van de eerstgemelden, na op zyn volk van
+boven uit de palmboomen te hebben vuur gegeven, met de verbazendste
+gezwindheid naar beneden kwamen, en vervolgens wegvloden, terwyl
+de Jagers van kwaadheid schuimden, en van yver brandden, om hunne
+vyanden dwars door de struiken heen te vervolgen.
+
+Onze Bevelhebber bemerkte toen de ongerymdheid van zyn ontwerp. Verre
+van in staat te zyn, om 'er de uitvoering van te voltooijen, zouden
+zyn krygsvolk en hy zelf gevaar geloopen hebben van geheel en al
+vernield te worden. Hy had noch mond- noch krygsbehoeften in zyne
+legerplaats gelaten, en bovendien was alle gemeenschap afgesneden;
+hy was dus ernstig bedacht op middelen, om zynen aftocht te dekken. De
+herhaalde murmureeringen van het krygsvolk drongen hem met ernst, om
+die party te kiezen; en in de daad, zy waren verschrikkelyk afgemat,
+door zig des daags te vermoeien, en des nachts aanhoudend te waken. Men
+konde van onze soldaten zeggen: "dat zy in wilde woestenyen omzworven,
+zonder aldaar eene enkele schuilplaats te vinden".
+
+Den 24sten, ontfing eene krygsbende van honderd veertig mannen, onder
+bevel van twee Staf-Officiers, last, om het te velde staande gewas,
+het welk zy in den omtrek van de oude verblyfplaats, Cosaay genaamd,
+vinden mogten, geheel en al te vernielen: ik behoorde 'er mede toe. Wy
+hadden dit werk spoedig verrigt, en vonden in het moeras eene meenigte
+huisraad, als ketels, yzere potten en pannen. De muitelingen hadden die
+goederen op eenige Plantagien geroofd, en zy hadden die in 't water
+geworpen, om ze aan ons te onttrekken, met oogmerk, ongetwyffeld, om
+ze weder op te visschen, wanneer wy Gado Saby verlaten zouden hebben.
+
+Onze manschappen kwamen in den namiddag te rug, en wy braken
+oogenblikkelyk het leger op, om onzen aftocht naar Barbacoeba te
+beginnen. De Colonel FOURGEOUD gaf in dit oogenblik een blyk van
+een zeer verkeerd overleg, waar aan zommige lieden zelfs eene veel
+hardere benaming gaven. Des avonds, toen wy in het moeras kwamen,
+het welk een akelig voorkomen had, nam hy een ledige kist, leide
+'er een hangmat in, en droeg dezelve als een schild voor het lyf,
+zyne soldaten toeroepende: Red u, zoo goed gy kunt! Op dit gezegde
+stondt een Waal, genaamd MATTOW, stil, en zeide tot hem: "Myn Colonel,
+'er zyn 'er onder ons niet veelen, die uw voorbeeld kunnen, en,
+zoo ik denk, nog minder willen volgen. Laat uw schild daar, en maak
+uwe soldaten niet bevreesd. Een dapper man maakt van andere schilden
+gebruik. Volg dus MATTOW, en vrees voor niets". Deeze onverschrokken
+krygsman ontblootte dadelyk zyne borst, en met de bajonnet voor uit,
+beklom hy het eerst den oever aan de overzyde. Dit voorbeeld wierd
+gevolgd, en wy kwamen zonder hinder het moeras door. De kloekmoedige
+daad van deezen soldaat wierd vervolgens met den rang van Sergeant
+beloond. Ik moet hier opmerken, dat de Waalen, die wy onder ons hadden,
+eene groote dapperheid betoonden, en in alle opzigten uitmuntende
+soldaten waren. Des avonds sloegen wy ons neder op dezelfde plaats,
+alwaar wy den nacht voor den slag hadden doorgebragt: het was aller
+akeligst weder, en er viel een zwaare stortregen.
+
+Den 25sten, des morgens zeer vroeg, zetten wy onzen tocht voort, maar
+ten minsten was de weg, dien wy voor ons hadden, gebaand. Des anderen
+daags tegen den avond, bereikten wy Barbacoeba, de plaats van onze
+algemeene byeenkomst, en wy bevonden ons in den elendigsten staat. Al
+het volk was door vermoeienis ten eenemaal uitgeput; eenige soldaten
+waren byna uitgehongerd, en anderen zeer gevaarlyk gewond. De arme
+slaven wierden allen gebruikt om de zieken of verminkten in hunne
+hangmatten te dragen, terwyl zy zelven naauwlyks in staat waren te
+gaan.--Op deeze wyze liep het met het innemen van Gado Saby af. Met
+dit al, schoon wy op deezen tocht, noch gevangenen, noch buit maakten,
+deeden wy niettemin aan de Volkplanting eenen wezentlyken dienst,
+door deeze schuilplaats der muitelingen te vernielen, die, gelyk ik
+reeds gezegd heb, eenmaal uit eene bezitting verdreven zynde, nooit
+aldaar wederom kwamen. Ik zoude 'er zelfs kunnen byvoegen, dat onze
+overwinning byna beslissend was: want indien men het afloopen van
+eenige Plantagien uitzondert, het geen de muitelingen alleenlyk door
+een geest van wraakzucht deeden, en om voor het oogenblik onderhoud
+te vinden, waren zy zoodanig in verwarring gebragt, en door eenen
+zoo zwaaren schrik bevangen, dat van dien tyd af hunne verwoestingen
+zekerlyk minder meenigvuldig waren, en dat zy zeer kort daar op zig
+zoo diep in de bosschen begaven, dat het hun onmogelyk was groote
+plonderingen aan te rechten, noch ook de slaven der Plantagien te
+verleiden.
+
+Om de bekwaamheid der Negers in hunne krygs-bedryven des te beter te
+doen kennen, voege ik hier nevens eene afteekening van hunne bezitting
+Gado Saby, als mede van onze verschillende standen, na dat wy onze
+legerplaats aan de oevers van de Cottica verlaten hadden.
+
+De getallen 1, 2 en 3, geven de algemeene verzamelplaats te Barbacoeba
+te kennen, als mede de legeringen in de twee nachten, die op ons
+vertrek van deezen post gevolgd zyn.
+
+N. 4, beteekent de plaats, alwaar wy in den nacht van den 17den,
+het schieten en schreeuwen der muitelingen hoorden.
+
+N. 5, de plaats, alwaar de Neger-Jagers zig by ons voegden.
+
+N. 6, de plaats, alwaar wy gelegerd lagen, des nachts voor dat het
+gevecht voorviel.
+
+N. 7, den oever van het moeras, van den kant, alwaar de manschappen
+van den Capitain MEYLAND hunne nederlaag ontmoetten.
+
+N. 8, den voorpost der muitelingen, van waar de eerste
+snaphaan-schoten voortkwamen.
+
+N. 9, de vlakte, met ryst en Indisch koorn bezaaid, welke wy zonder
+tegenkanting bezetten.
+
+N. 10, de doortogt of engte, alwaar het vuur begon.
+
+N. 11, de schoone vlakte, met ryst bezaait, alwaar het gevecht meer
+dan veertig minuuten duurde.
+
+N. 12, het gehucht Gado Saby, in brand, en op eenigen afstand te zien.
+
+N. 13, de plaats, van waar de muitelingen op ons leger schooten,
+en in den nacht van den 20sten met ons spraken.
+
+N. 14, de oude verblyfplaats van Cosaay, met de dryvende brug,
+waar door de aftocht der muitelingen begunstigd wierd.
+
+N. 15, de velden, met maniok, ignames en bananen beplant, welke op
+verschillende tyden verwoest wierden.
+
+N. 16, het ryst-veld, door Capitain STEDMAN ontdekt en verwoest.
+
+N. 17, het gewas, het welk den 23sten door de Jagers vernield wierd.
+
+N. 18, het moeras, waar door de verblyfplaats omringd wierd.
+
+N. 19, de modderpoel, of na by gelegen biry-biry.
+
+N. 20, het bosch.
+
+Na vooraf de manier beschreven te hebben, op welke wy onze hutten
+bouwden, zal ik hier eene kleine afteekening byvoegen van de wyze,
+op welke wy die hutten geduurende onze legeringen in de bosschen
+van Guiana plaatsten. Onze legerplaatsen waren doorgaans van
+eene driehoekige gedaante, als zynde, in geval van overrompeling,
+veel zekerder en gemakkelyker tot verdediging van onze krygs- en
+mondbehoeften; maar de gesteldheid van den grond gedoogde dit altyd
+niet, en dan was onze legerplaats vierkant, langwerpig, of van eene
+ronde gedaante, enz. Op de afteekening zelve beteekent,
+
+N. 1, de hut of het prieel van den Colonel FOURGEOUD, of van den
+bevelhebbenden Officier, welke altyd in het midden stondt, en waar
+voor een schildwagt geplaatst was.
+
+N. 2, de hutten van alle de verdere Officiers, makende een kleinen
+driehoek, en die van den Opper-bevelhebber omringende.
+
+N. 3, de buitenste hoeken van den driehoek, die door middel van de
+hutten der soldaten in drie afdeelingen verdeeld wierden, namelyk, de
+hoofdbende, de voor-hoede en de agter-hoede, benevens de schildwagten,
+die op een bekwamen afstand geplaatst wierden.
+
+N. 4, de kisten tot berging der krygs- en mond-behoeften, als mede
+der geneesmiddelen, waar by een schildwagt stondt.
+
+N. 5, de vuuren, agter elke afgezonderde hoop krygsvolk geplaatst,
+om het eeten gereed te maken, en rondom welken de slaven op den
+grond lagen.
+
+N. 6, een hoop afgehakte Latanus-boomen, om hutten of prieelen
+te maken.
+
+N. 7, eene kleine beek of kreek, die aan het krygsvolk water
+verschafte.
+
+N. 8, het naby gelegen bosch.
+
+Ik keere tans tot myn verhaal te rug, en moet aanmerken, dat
+de wachtpost van Barbacoeba, verre van in staat te zyn, om ons
+levensmiddelen toe te zenden, zoo als onze Bevelhebber zig verbeeld
+had, naauwlyks een gering onderhoud aan ons aankomend krygsvolk,
+het welk uitgehongerd was, verschaffen konde. Verscheiden dagen lang
+leefden zy alleenlyk van ryst, ignames, erweten, Turksch graan,
+en wierden vervolgens byna allen door een geweldigen rooden loop
+aangetast. Schoon dit zoort van voedzel voor de Indianen en Negers
+krachtig genoeg is, is het niet geschikt voor de Europeanen, die
+niet lang zonder vleesch leven kunnen: en dit laatste was tans zoo
+zeldzaam te bekomen, dat zelfs de Joodsche soldaten, die zig onder
+het krygsvolk der Societeit bevonden, al het gezouten varkens-vleesch,
+het welk zy maar bekomen konden, opslokten.
+
+Ik behoorde niettemin by aanhoudenheid onder het klein getal der
+geenen, die gezond waren: dit was byna een wonder; want ik had geen
+beter voedzel, dan een ander, dewyl ik mynen byzonderen voorraad op de
+Plantagie Mocha had agtergelaten. Ik hoopte op dit oogenblik verlof
+te zullen bekomen, om dezelve in persoon te gaan halen, en die hoop
+verkwikte my; maar de Colonel FOURGEOUD hielp my spoedig uit den droom,
+en verklaarde my, dat hy my geen oogenblik van het doen van den dienst
+ontslaan zoude, zoo lang ik op myne voeten staan konde: ik moest dus
+eene gelegenheid afwagten, om ze te laten komen. Ik deelde te gelyker
+tyd het middelmatig rantsoen van een soldaat met mynen Neger; nu en
+dan wierdt het vermeerderd met kool, of palmboom-wormen, of ook wel
+met eenige visch.
+
+Wat de ongelukkige slaven betrof, zy waren zoodanig uitgehongerd, dat
+zy, een aap van het geslacht der coaitas gedood hebbende, denzelven
+met huid, hair en ingewanden kookten. Vervolgens haalden zy hem uit de
+ketel, half gaar zynde: om hem rond te deelen, scheurden ze hem met de
+tanden van een, en slokten hem eindelyk met zoo veel gretigheid in,
+als of zy menscheneeters waren. Zy boden 'er my geen brok van aan;
+maar, hoe groot ook myn honger was, myn maag had geen trek naar
+zulk wildbraad.
+
+Ik wierd veel geholpen door myn sterk gestel, door eene zeer
+goede gezondheid, en door mynen vrolyken inborst, zonder het welk
+ik onder den last der elende en vermoeienis bezweken zoude zyn,
+daar dezelve toen zoo ondraaglyk geworden waren, dat de Jagers op
+nieuw onze legerplaats verlieten. Hun leidsman, WINSACK genaamd,
+een der yverigste en moedigste lieden, die immer de bosschen van
+Guiana waren ingetrokken, leide zynen post neder, zoo als MONGOL,
+geduurende den eersten veldtocht van den Colonel FOURRGEOUD aan de
+Wana-Kreek gedaan had.
+
+In 't begin van September, maakte de roode loop zulke verwoestingen
+onder het volk, dat de Colonel zig genoodzaakt zag, om alle de zieke
+Officiers en soldaten zonder onderscheid weg te zenden, niet om zig
+in het groot Hospitaal te Paramaribo te laten geneezen, maar om aan
+de oevers der Rivieren te kwynen en te sterven. Het volk van zyne
+krygsbende begaf zig naar Maagdenberg aan de Tempaty-Kreek, en dat
+der Societeit naar Vrydenberg, aan de Cottica.
+
+De onmenschelykheid van den Colonel FOURGEOUD, omtrent zyne Officiers,
+was tans tot die hoogte geklommen, dat hy zelfs niet gedogen wilde,
+dat zy, die in eenen hopeloozen toestand waren, een soldaat tot
+oppasser hadden, welken prys zy ook bereid waren 'er voor te
+betalen. Ik heb 'er verscheiden in hunne hangmatten, die tusschen
+twee boomen opgehangen waren, zien leggen, in een staat van walgelyke
+vuiligheid, by gebrek van hulp. Onder dit getal behoorde de Vaandrig
+STROWS, wien de Bevelhebber vervolgens in een open vaartuig naar
+Devil's Harwar liet overvoeren, alwaar hy stierf. De Colonel wierd
+eindelyk zelf door deeze wreede ziekte aangetast, en zyn geliefde
+geneesdrank hielp hem niet met al. Echter herstelde hy schielyk, door
+eene groote hoeveelheid rooden wyn te drinken, en veel speceryen te
+eeten, waar aan hy zelden gebrek had. De Colonel SEYBOURG gebruikte
+ook het eerstgemelde van deeze behoedmiddelen; maar dewyl hy 'er
+te veel op eenmaal van nam, verloor hy 'er dikwils het gebruik van
+zyn verstand door. In zulk eene gesteldheid, en in een legerplaats,
+die zulk een rampzalig voorkomen had, wagte onze Colonel echter eene
+bezending af van den Raad van Paramaribo, die gelast was hem met zyne
+overwinning geluk te wenschen. Dienvolgende had hy eene cierlyke hut
+doen bouwen, en last gegeven om hem schapen en varkens te bezorgen,
+waar op hy de afgezondenen onthaalen zoude;--maar 'er kwam niemand.
+
+Den 9den, slagtte men dit vee; en voor de eerste keer, zedert dat hy
+het bevel voerde, liet de Colonel onder het volk een pond vleesch,
+de beenen daar onder begrepen, voor ieder man, uitdeelen; maar het
+getal der soldaten, die van deeze edelmoedigheid gebruik konden maken,
+was in dit oogenblik zeer gering.
+
+Des anderen daags zagen wy eene versterking van honderd mannen, die
+van Maagdenberg aan de Commewyne kwamen, aankomen; en de wachtpost van
+Vrydenberg zondt ons byna een gelyk getal van Societeit's krygsvolk. De
+laatstgemelden bevestigden ons de tyding van het overlyden van den
+Vaandrig STROWS, en berigtten ons die van een groot aantal gemeene
+soldaaten, die by het innemen van Gado-Saby waren tegenwoordig geweest,
+en, terwyl men hen naar Barbacoeba vervoerde, in de vaartuigen zelve
+stierven.
+
+Men ontfing te gelyker tyd berigt, dat de muitelingen, welken wy
+verslagen hadden, de Cottica boven de Patamaca-Kreek overtrokken,
+om hunne verwoestingen aan den westkant oogenblikkelyk uit te
+oeffenen. Dadelyk wierden te water vyftig mannen afgezonden onder
+bevel van eenen Capitain, om de oevers by de Pinnenburg-Kreek te
+gaan onderzoeken. Dit volk kwam den 8sten te rug, en bevestigde
+deeze tyding. Onze onvermoeide Bevelhebber besloot derhalven, om de
+muitelingen op nieuw te vervolgen; maar de slaven, die onze krygs- en
+mond-behoeften droegen, niet meer dan het vel over de beenen hebbende,
+waren naar hunne meesters te rug gezonden, die in hunne plaats anderen
+moesten zenden, maar die nog niet waren aangekomen.
+
+Den 9den, verkogt men de nagelatene goederen van den Vaandrig
+STROWS aan de meestbiedenden om op tyd te betaalen. De ongelukkige
+soldaten, zig beyverende, om zig eenige ververschingen en kleederen
+te bezorgen, betaalden zevenmaal de waardy van het geen zy kogten;
+en deeze schandelyke schuld wierd van hun geld ingehouden. Ik heb 'er
+een vyf Engelsche schellingen zien geven voor een pond snuif-tabak,
+die geen tiende gedeelte van dien prys waardig was. De zelfde
+persoon betaalde voor slechte schoenen het dubbeld van derzelver
+echte waarde. Een paar magere kuikens kostten een guinie voor een
+zieken. Deeze ongelukkigen wierden op die wyze geheel en al beroofd
+van hunne weinige overgegaarde penningen, waar voor zy hun bloed en
+arbeid hadden veil gehad, terwyl men hunnen dringenden nood had kunnen
+voorkomen, alleenlyk door hun te geven het geen men hun verschuldigd
+was. Een zee-soldaat zwoer toen in de drift van zyne misnoegdheid,
+dat hy den Colonel FOURGEOUD zekerlyk zoude van kant helpen, wanneer
+hy 'er de gelegenheid toe vinden mogt. Een getuige hoorde dit, maar
+ik haalde hem over, na dat de schuldige berouw over zyne uitdrukking
+betoond had, om geene verklaring tegen denzelven te geven: dus redde
+ik zyn leven, het welk hy anders door de koord verloren zoude hebben.
+
+Alle menschen zyn by geluk zoo verregaande ongevoelig niet, als onze
+Colonel, want dien zelfden dag zondt de braave Mevrouw GODEFROY een
+vaartuig, waar in een vette os, oranje-appelen en bananen voor de
+arme soldaten geladen waren, en die vervolgens onder hen verdeeld
+wierden. Des avonds van dien dag, ontfing ik een weinig voorraad, en
+eenige flessen Porto-wyn, welken JOANNA my toezondt. Zy had eene veel
+grootere hoeveelheid afgezonden, maar dezelve was gedeeltelyk gestolen,
+en gedeeltelyk bedorven. Dit maal gaf ik niets aan den Colonel.
+
+Wanneer ik van voorraad, in een dergelyk geval ontfangen, spreek,
+bedoel ik suiker, thee, koffy, Bostonsche bischuit, een kaas, rhum,
+een ham, of eenig gezouten vleesch, alles in eene kleine hoeveelheid,
+want een slaaf kon de in de bosschen geen zwaarder vracht dragen, en
+het was ons niet geoeorloofd 'er twee te gebruiken. Onder de behoeften
+telde men ook hembden, koussen schoenen; maar deeze twee laatstgemelde
+artikelen waren voor my van geen nut, zedert dat ik de gewoonte had
+aangenomen om blootsvoets te gaan. Reeds zedert twee jaaren had ik my
+hier aan gewend: ik bevond 'er my wonder wel by, en wenschte 'er my zei
+ven geluk mede, vooral wanneer ik zag, hoe myne ongelukkige medgezellen
+de beenen en voeten met scheuren en zweeren als bedekt hadden.
+
+Den 12den, toen de nieuwe slaven waren aangekomen, maakte men zig
+gereed, om de muitelingen des anderen daags te vervolgen, onzen weg
+nemende naar den wachtpost, Jerusalem genaamd, waar van ik gesproken
+heb, ter gelegenheid, dat ik by den rampzaligen tocht naar het bovenste
+gedeelte van de Cottica het bevel voerde. Den 13den, zondt men de
+krygsbehoeften en legergoederen te water derwaart, onder geleide
+van de zieke Officiers en soldaten. Wy braken dus de legerplaats
+op, en verlieten Barbacoeba, om weder de bosschen te doorkruissen,
+nemende geduurende den geheelen eersten dag onzen weg ten zuiden
+en zuid-oosten; wy bragten den nacht door aan de overzyde van de
+Cassipory-Kreek, alwaar wy ons ter nedersloegen.
+
+De ongelukkige slaven ondervonden op deezen tocht eene wreede
+mishandeling. Half uitgehongerd, waren zy niet alleen met pakken
+overladen, maar een ieder, wien het hoofd niet wel stondt, veroorloofde
+zig bovendien straffeloos om hen te slaan. Ik zag by voorbeeld des
+Colonels gunsteling, den Neger GOUSARY, 'er een tegen den grond
+smyten, om dat hy zyn pak niet schielyk genoeg opnam; de Colonel
+deedt vervolgens van gelyken, om dat hy het te schielyk opnam: de
+ongelukkige slaaf, niet wetende wat te doen, riep op een beklaaglyken
+toon uit, o Massera Jesus Christus, en toen kwam 'er een geestdryver,
+die hem op nieuw tegen den grond smeet, om dat hy eenen naam, welks
+heiligheid hy zoo weinig kende, had durven ontheiligen.
+
+Op den tocht van deezen dag, ontmoetten wy een groote troep wilde
+varkens. De soldaten doodden 'er verscheiden met sabel-houwen en
+bajonnet-steken, maar op geene andere wyze, want de Colonel had
+verboden een enkel schot met den snaphaan te doen. Men slagte dezelven;
+en het vleesch, het welk op het oogenblik wierd rond gedeeld, was by
+allen zeer welkoom. Ik kan niet nalaten nog op te merken, als iets dat
+zeer merkwaardig is, dat indien de eerste van deeze dieren, welke voor
+uit loopt, deezen of geenen weg inslaat, de anderen hem blindelings
+volgen, hopende even als hy het gevaar te zullen ontsnappen; het geen
+hun integendeel dikwils in handen van hunne vyanden doet vallen.
+
+Den 14den, trokken wy naar het zuid-westen tot op den middag, wanneer
+wy te Jerusalem aankwamen, alwaar de voorhoede zig reeds zedert een uur
+bevondt. Wy waren geheel en al met slyk bemorst. Verscheiden soldaten
+vielen over wortels van boomen, of groote steenen, het geen hun zelfs
+breuken veroorzaakte. Tot myne groote verwondering, vonden wy hier
+dien zelfden WINSACK, van wien ik hier boven gesproken heb, en die
+aan het hoofd van honderd andere Jagers was. Hy had hooren zeggen,
+dat de muitelingen de Rivier Cottica aan derzelver bovenste gedeelte
+waren overgetrokken, en de Gouverneur had hem aangezogt, om het bevel
+weder op zig te nemen; dienvolgende boodt hy aan den Colonel FOURGEOUD
+op nieuw zynen dienst aan, die zeer wel deedt met zulks aan te nemen.
+
+Onze legerplaats was byna geheel en al ter neder geslagen op een
+stuk land, dat met langwerpige en steekende planten bedekt was. Een
+der slaven wierd ongelukkiglyk in zyn voet gestoken door een kleine
+slang, die in Surinamen den naam van Oroucoukou [4] draagt, uit
+hoofde van deszelfs kleur, naar die van een nachtuil gelykende. In
+minder dan een minuut begon het been van deezen man op te zwellen;
+vervolgens gevoelde hy vreesselyke pynen, en verviel kort daarop in
+stuiptrekkingen. Een van zyne medgezellen, den slang gedood hebbende,
+liet de gal van dit dier, gemengd in een half glas brandewyn, het
+welk ik hem gaf, door den gewonden inneemen. Toen (misschien was het
+loutere inbeelding) scheen hy een weinig verligting te gevoelen:
+maar het toeval kwam met een ongemeen geweld schielyk wederom, en
+de ongelukkige wierdt dadelyk naar de Plantagie van zynen meester
+gezonden, alwaar hy stierf. Ik heb dik wils hooren zeggen, dat de gal
+van een slang, uitwendig op de beet gelegd, in dit geval van zeer
+kragtige uitwerking is. Men kan zelfs in the Great Magazine van de
+maand April 1758, een brief lezen, gedagteekend den 24sten Maart,
+en geteekend J. H., waar in de Schryver op eene leerstellige wyze
+de manier behandelt, op welke dit geneesmiddel behoort te worden
+toegediend. Maar ik laat voor lieden van de kunst over, om in deeze
+byzonderheden te treden, en ik zal my vergenoegen met in 't algemeen
+op te merken, dat hoe kleiner de slang is, ten minsten in Guiana,
+hoe doodelyker het vergift is. En dit is het, 't geen THOMPSON met
+zoo veel juistheid en kragt van woorden schetst.
+
+"Maar de wreedste, schoon de kleinste van allen, is steeds die
+dienaar van den dood, welke, zig in de schaduw verborgen houdende,
+zyn ongelukkig slachtoeffer bespiedt, en het zelve een fyn vergift
+mededeelt, het welk langen tyd in zyne aderen gekookt, met eene
+gezwindheid, als die der blixemstraalen, zynen levensloop stuit".
+
+In deeze zelfde Savane, doodde een der Jagers nog een ander dier
+van dit zelfde geslacht, genaamd de Zweepslang, om dat hy naar een
+zweep gelykt. Naauwlyks dikker zynde dan een zwaanen-schacht, heeft
+hy de lengte van vyf voeten. Zyn buik is van eene witte, en zyn rug
+van eene lood-kleur: ik weet de gevolgen van zyne steeken niet. De
+Negers hebben my gezegd, maar ik heb het niet gezien, dat hy met zyn
+staart een zeer harden slag kan geven.
+
+Ik moet niet met stilzwygen voorbygaan, een halfslachtig dier,
+het welk de Negers ook dien zelfden avond doodden, en door hen
+Cabiai [5] genoemd word. Het is een zoort van water-varken, van de
+zelfde gedaante, als het land-dier van dien naam. Hy is met gryze
+borstels bedekt, en met zeer scherpe tanden gewapend: hy heeft geen
+staart. Elk van zyne pooten heeft drie klaauwen, met een vlies, even
+als de eendvogels. Men beweert, dat dit dier alleenlyk des nachts
+aan den oever koomt, en dat hy zig aldaar met allerleije kruiden en
+plantgewassen voedt. Zyn vleesch is, zoo men zegt, goed om te eeten,
+maar ik heb het niet geproeft.
+
+Den 16den, zondt de Colonel FOURGEOUD twee aanzienlyke gedeelten zyner
+krygsbende af, om op kondschap uit te gaan. Het eerste bestond uit
+honderd mannen, waar over de Lieutenant Colonel DE BORNES het bevel
+voerde; hetzelve had in last, om zig van den kant van de Wana-Kreek
+naar het bovenste gedeelte der Cormoetibo-Kreek te begeven. Het
+tweede bedroeg een gelyk getal, onder bevel van den Colonel SEYBOURG;
+het zelve kreeg bevel, om naar de Pinnenburg-Kreek, aan het bovenste
+gedeelte van de Cottica, heen te trekken. Het laatstgemelde volk kwam
+omtrent te middernacht te rug, met twee kano's, welken zy, aan de
+andere zyde der Rivier, een weinig beneden de Claas-Kreek, gevonden
+hadden op 't land gehaald te zyn. Hun bericht overtuigde ons van den
+aantocht der muitelingen, die hunne ledige kano's alleenlyk hadden doen
+afzakken, om dezelven, met buit beladen, te rug te zenden. Ingevolge
+van dit bericht, maakte men dadelyk de noodige toebereidzels, om hen
+met ernst te vervolgen. Onze oude Bevelhebber betoonde nimmer meerder
+moed, dan in dit oogenblik. Hy zwoer zig over alle de muitelingen,
+het koste wat het wilde, te zullen wreeken.--Maar men zal, in het
+volgende Hooftstuk, zien, of de bekwaamheid van onzen Generaal met
+die van BONNY gelyk stondt.
+
+
+
+TWEE-EN-TWINTIGSTE HOOFTSTUK.
+
+Byzonder zoort van Mieren.--Acajou-nooten.--Eta-appel.--Alarm aan
+de Pereca.--Hinderlaag.--Vreemde uitwerking, door eene Vledermuis
+veroeorzaakt.--De Opposfum.--De Agouti en de Paca.--De Dadel-boom.--Het
+krygsvolk keert naar de Cormoetibo-kreek te rug.
+
+Den 19den September 1775, een oogenblik voor het opgaan der zon,
+begaf zig de Colonel SEYBOURG, aan het hoofd van honderd Zee-soldaten
+en veertig Jagers, in aantocht. Deeze Officier deedt my de eer aan,
+zyne keuze op my te laten vallen, om hem te vergezellen; en hy was,
+geheel anders dan voor deezen, zeer bescheiden omtrent my, zonder
+dat ik de reden van die verandering bevroeden konde.
+
+Na de Cormoetibo-Kreek te zyn overgetrokken, gingen wy zuidwestwaarts
+ten zuiden, tot aan de Cottica, aan welker oevers wy ons ter neder
+sloegen. Den eersten dag van onzen tocht zagen wy niets merkwaardigs,
+dan een groot aantal mieren van ten minsten een duim lengte, en
+volmaakt zwart. De insecten van dit zoort ontbladeren een boom in zeer
+korten tyd; zy snyden dezelven in kleine stukjens ter groote van een
+zes stuivers stuk, om ze onder den grond met zig te voeren. Het was
+alleraeangenaamst dit mierenleger te zien, elk met een stuk van een
+groen blad, onoephoudelyk den zelfden weg volgende. Men is zoodanig
+genegen het wonderbaarlyke te gelooven, dat zommige lieden beweerd
+hebben, als of deeze vernieling ten voordeele van eenen blinden
+slang geschiede. Dit is 'er van de zaak, dat deeze bladen tot voedzel
+dienen voor de jongen der mieren, die nog geen kragt genoeg bezitten
+om zich zelven voedzel te bezorgen, en die zomtyds zes voeten diep
+in den grond woonen. Mejuffrouw DE MERIAN zegt, dat zommigen van
+deeze insecten zig tot een keten vormen van den eenen tak tot den
+anderen; en dat de geheele troep vervolgens daar over als over een
+brug gaat. Zy beweert ook, dat deeze troep eenmaal 's jaars van huis
+tot huis gaat, en aldaar al het ongedierte doodt, het welk zy vinden:
+maar ik ben verpligt te erkennen, dat ik op de plaatsen zelve geene
+van die omstandigheden vernomen heb: dit alleen kan ik verzekeren,
+dat het steken van dit zoort van mieren byna even pynlyk is, als van
+de vuur-mier, welke ik reeds beschreven heb.
+
+Des anderen daags trokken wy langs de oevers van de Cottica, tot dat
+wy in den omtrek van de Claas-Kreek waren, (dezelfde, die ik, met
+myn sabel tusschen myne tanden, had overgezwommen,) alwaar wy onze
+hangmatten ophingen. Men zondt my vervolgens met eenige jagers af, om
+aan den mond van de Wana-Kreek tot aan den nacht in eene hinderlaag
+te gaan leggen. Ik ontdekte hier niets anders, dan dat deeze zelfde
+Jagers, even als de muitelingen, geloofden, dat hunne tooverbanden of
+obias hen onkwetsbaar maakten. Zy zeiden my, dat de laatstgemelden
+dezelven van hunne Priesters ontfingen; en dat zy zelven die kogten
+van GRAMAN-QUACY, een zeer beruchten en doorslepen ouden Neger, van
+wien ik op een geschikter plaats in het byzonder spreken zal.--Wanneer
+ik hun vroeg, "waar het by toekwam, dat 'er iemand van hun, of van
+hunne onkwetsbaare tegenpartyen gedood wierdt"? antwoordden zy my:
+"Dit gebeurt, om dat zy even als gy, Masera, op hunnen tooverband,
+of obia, geen vertrouwen stellen".--Deeze trek van bekwaamheid
+van QUACY bragt nogtans het goed gevolg te weeg, dat hy van zyne
+landgenooten zulke onvertzaagde soldaten maakte, dat ik dikwerf over
+hunne ongemeene dapperheid verbaasd stond, en deeze bedriegerye,
+behalven dat ze veel aanzien en eerbied verwekte, bezorgde aan haaren
+uitvinder een gemakkelyk leven, het welk in eenen Surinaamschen Neger
+niet zeer gemeen is.
+
+Ik zag, aan den mond van deeze Kreek, eene groote meenigte
+Acajou-nooten op het water dryven. By de beschryving, daar van
+door my reeds gegeven, moet ik nog voegen, dat de noot van deezen
+naam zig aan eene groote peer vormt, en dat deeze aan een boom
+groeit van middelmatige grootte, die een gryze schors, en dikke en
+breede bladen heeft. Men kan deeze uitmuntende nooten door alle de
+werelddeelen vervoeren; want zy blyven eenen zeer langen tyd goed:
+zommige Schryvers noemen dezelven anacardium occidental. Uit den
+boom druipt eene doorschynende gom, die, in water ontbonden zynde,
+de dikte van vogellym heeft.
+
+Ter deezer zelfde plaats proefde ik ook den Eta-appel, waar van de
+Negers ongemeen veel houden. De boom, die denzelven voortbrengt,
+is een zoort van palmboom met breede bladeren, maar minder dik,
+dan de Mauricy, of den berg-palmboom. Deszelfs vruchten zyn rond,
+en groeien aan groote risten of bossen, even als de druiven-trossen:
+binnen in eiken appel zit een harde noot, die een pit in zig bevat,
+en met een oranje-kleurig vleesch, ter dikte van een halve duim,
+en van een alleraangenaamste zuure smaak, omgeven is. Men zamelt
+deeze nooten zeldzaam op; men wagt, dat de appelen ryp afvallen. De
+Indianen laten dezelven in water uitweeken, en maken 'er op die wyze
+een lekkeren en gezonden drank van.
+
+De Colonel FOURGEOUD zondt ons te water een bode, die den 21sten
+aankwam, met bericht, dat het alarm-geschut [6] zig van den kant
+van de Pereca had laten hooren. Wy trokken dadelyk de Cottica over,
+op welkers westelyken oever de Jagers en eenige zee-soldaten last
+hadden, in eene hinderlaag te gaan leggen, in de hoop van den te rug
+tocht der muitelingen af te snyden, wanneer zy deeze Rivier weder
+met hunnen buit zouden over trekken. Den zelfden namiddag wierdt
+'er een Neger van de muitelingen gezien, een groene mand dragende,
+die de reuk van den tabak geroken hebbende, eensklaps stil stondt,
+en den zelfden weg te rug keerde. Een Jager en ik schoten dadelyk
+op hem; wy raakten hem niet, maar zyn mand viel. Wy vonden daar in
+een dozyn fraaije servetten, een opgetoomden hoed met een goude lis,
+en twee rokken van kostelyke chits. Ik nam de laatstgemelden, en liet
+het overige aan mynen medgezel.
+
+Op de tyding van het gevaar, het welk de Plantagien aan de Pereca
+liepen, trokken de Neger-Jagers met een ongemeenen yver voor uit;
+en eenige oogenblikken na hun vertrek, verzogt ik aan den Colonel
+SEYBOURG verlof, om hen te volgen. Deeze Officier gevraagd hebbende,
+wie lust had mede te trekken, boodt zig een groot getal aan; maar hy
+koos 'er alleenlyk vier uit, en ik was onder dezelven. Dwars door
+struiken en doornen, die als netten in malkander zaten, en die my
+de voeten op eene verschrikkelyke manier van een scheurden, gegaan
+zynde, haalde ik de afgezondene manschappen in, op den afstand van
+een myl van de legerplaats. Kort daar op ontdekten wy dertien geheel
+nieuw opgeslagene hutten, en wy gisten, dat de muitelingen kortlings
+deeze plaats waren doorgetrokken. Dienvolgende zond ik aan den Colonel
+SEYBOURG daar van berigt, en verzogt voor de Jagers en voor my bevel,
+om onverwyld naar de Pereca te trekken; maar zyn antwoord bragt
+stellig mede, om ons oogenblikkelyk by hem te vervoegen. Wy keerden
+derhalven langs onzen voorigen weg te rug; het geen ons tot groot
+hartzeer verstrekte; de Neger-soldaten waren vooral zeer misnoegd,
+en maakten duizend onaangenaame aanmerkingen.
+
+By onze aankomst op de legerplaats, vonden wy aldaar eene versterking,
+van den post van Jerusalem komende. Dezelve bestondt uit zestig mannen,
+zoo zwarten, als blanken, en bragt ons stelligen last mede, om het
+leger op te breken, en des anderen daags morgens naar de Pereca te
+trekken. Den geheelen nacht bevondt zig eene goede meenigte volks
+in hinderlagen.
+
+Den volgenden dag was ieder voor het opkomen der zon gereed, en echter
+verlieten wy onze legerplaats zeer laat. Geduurende dit onbegrypelyk
+verwyl vernamen wy, dat men een kano, waar in alleenlyk een Neger was,
+de Rivier had zien oversteken. Het was waarschynlyk die arme schelm,
+op wien ik des avonds te vooren geschoten had.
+
+Ik kan niet nalaten alhier eene zeer zonderlinge omstandigheid te
+verhaalen. Des morgens ten vier uuren ontwakende, was ik uittermaten
+verschrikt, toen ik my in gestolt bloed vond liggen, hoe zeer geene
+de minste pyn gevoelende. Ik stond oogenblikkelyk op, en liep met een
+toorts in de hand naar den Heelmeester toe; dit bloed, deeze toorts,
+myne bleeke kleur, myn afgesneden hair, myne ontramponeerde kleeding,
+konden in hem deeze vraag doen opryzen: "zyt gy een levendig schepzel,
+of een spook, uit het graf opgerezen? Is het zuivere hemel-lucht,
+die u omgeeft, of zyn het uitdampingen der helle?" [7]
+
+Het geheele geheim bestondt daar in, dat ik gebeeten of gestoken was
+door de Vampire, of het Spook van Guiana, ook de vliegende hond yan
+Nieuw Spanje, en door de Spanjaarden Perro-Volador genaamd. Dit dier
+is niets anders dan een vledermuis van eene monsterachtige gedaante,
+die aan menschen en beesten, wanneer zy slapen, het bloed uitzuigt,
+zelfs nu en dan zoodanig, dat zy 'er van sterven. Dewyl de manier,
+waar op deeze dieren dit doen, in de daad verwonderenswaardig is,
+zal ik trachten dezelve opzettelyk te beschryven.
+
+De Vampire, wanneer de geen, op wien hy het gemunt heeft, in slaap is,
+het welk hy uit zyne eigene natuurlyke neiging weet te ontdekken, zet
+zig doorgaans by de voeten neder. Hy houdt zig aldaar in evenwicht
+door middel van zyne groote vlerken, welken hy geduurig beweegt, en
+inmiddels doorboort hy de kop van de groote toon, maar het gat, het
+welk hy maakt, is zoo klein, dat 'er naauwlyks de kop van eene spelde
+door kan, en zulks derhalven geene de minste pyn veroeorzaakt. Door
+middel van deeze opening, gaat hy niettemin voort met het bloed uit
+te zuigen, tot dat hy genoodzaakt is het uit te spuwen. Hy begint
+vervolgens op nieuw, en gaat zoo voort met zuigen en uitspuwen, zoo dat
+hy niet dan met zeer veel moeite kan wegvliegen, en dat zyn slachtoeffer
+dikwerf van den natuurlyken in den eeuwigen slaap is overgegaan. De
+beesten steekt hy doorgaans in het oor, en altyd op een plaats,
+waar het bloed een oogenblikkelyken loop heeft, misschien in de eene
+of andere slagaeder. Na dat men tabaks-asch op de wonde gelegd had,
+als het zekerst middel zynde, kwam ik te rug om my te wasschen, gelyk
+ook myne hangmat, waar onder ik veel geronnen bloed gewaar wierd. De
+Heelmeester het zelve naargegaan hebbende, oordeelde, dat ik geduurende
+dien nacht dertien of veertien oncen bloed moest verloren hebben.
+
+Ik heb naderhand gelegenheid gehad een van deeze vledermuizen
+te dooden, wiens uitgespreide vlerken eene wydte maakten van
+twee-en-dertig en een halve duim: men zegt, dat 'er zommige zyn van
+drie voeten in die zelfde rigting, schoon zy naar die van Madagascar
+niets hoe genaamd gelyken. De door my gedoodde vledermuis had eene
+donker bruine, byna zwarte kleur, maar ligter onder aan den buik. Over
+'t geheel had hy een in de daad afschuwelyk voorkomen. Maar zyn kop
+was vooral vervaarlyk: men zag aldaar boven den neus een blinkend,
+ongebogen, rimpelig, en puntsgewyze toeloopend vlies. Zyne ooren
+waaren lang, rond en doorschynend. In het bovenste kakenbeen had hy
+vier snydende tanden en zes in het onderste. Ik zag niet, dat hy een
+staart had, maar een vel, in welks midden een pees was. Elk van zyne
+vlerken had vier klaauwen, van elkander afgescheiden, als die der
+pooten van een eendvogel, [8] en met nagels gewapend: men zag ook nog
+een ander ter plaatse, waar deeze zelfde klaauwen zig vereenigen. Alle
+dienen zy aan het dier om te klauteren op, en zig vast te houden aan
+boomen, rotsen of daken, alwaar hy hangen blyft, wanneer hy slaapt.
+
+Een der Zee-soldaaten vong dien zelfden dag een Oppossum of
+Sarigue. Dit dier verschilt, in zommige byzonderheden, merkelyk van
+de beschryving, welke 'er de beroemde BUFFON van gegeven heeft.--By
+voorbeeld, hy is veel ligter dan alle de geenen, waar van deeze
+Schryver spreekt; en hy heeft den staart met hair, in plaats van met
+schubben bedekt. Ik meen dit ten minsten, en, zoo myn oog my bedrogen
+heeft, ben ik de eenigste niet die met opzigt van dit dier in dat geval
+geweest is. LINNAEUS, SEBA en VOSMAAR, beschouwen de Oppossum als een
+dier, zoo wel van de oude als nieuwe weereld, schoon het echter zeker
+is, dat hy alleen in America gevonden wordt. LINNAEUS tast ook mis,
+wanneer hy verzekert, dat alle de vledermuizen vier snydende tanden
+in elk kabenbeen hebben. (Zie BUFFON V. Deel, bladz. 282.)
+
+Deeze Oppossum was niet grooter, dan een groote muis. Hy was volmaakt
+zwart, uitgenomen onder den buik, aan de pooten, en onder aan den
+staart, die de kleur had van een buffels huid. Boven elk van zyne
+oogen, vry veel naar die van een rot gelykende, had hy een vlak van
+deeze zelfde kleur. Zyne ooren waaren lang, rond en doorschynend;
+zyne klaauwen bedroegen een getal van twintig, zynde een derzelven
+agterwaarts geplaatst, en tot een duim dienende. Dezelve had tien
+of twaalf tepels, waar aan (zoo men zegt) de jongen, zoo dra zy
+gebooren zyn, zig vasthouden, zynde zy dan niet veel grooter, dan
+jonge Kevers. Maar dit dier had den zak niet, welken andere Oppossums
+gewoonlyk hebben. In plaatse van dien, zag men twee langwerpige
+plooijen aan de binnenzyde van elke dye, die even als de gemelde zak
+geschikt waren, om de jongen voor alle onheil te beveiligen, daar geene
+foltering, ja zelfs het vuur niet, de moeder kan doen besluiten haare
+jongen te verlaten. Ik zal by deeze beschryving voegen, dat deeze
+dieren op het land leven, en dikwils op de boomen klauteren; maar
+dat zy zig, even als de muizen, met graanen, vruchten, en wortelen
+voeden. De beschryving van het andere zoort zal ik uitstellen, tot
+dat zig de gelegenheid my daar toe aanbiedt.
+
+Mejuffrouw DE MERIAN sreekt van eene byzondere Oppossum, die, in
+het oogenblik van gevaar, de jongen op haaren rug draagt: ik heb
+'er in Surinamen nooit van hooren spreeken, en houde my verzekerd,
+dat 'er dit zoort niet is.
+
+Ik heb reeds gezegd, dat door eene vertraging, waar van my de reden
+onbekend was, de ogtend reeds verre gevorderd was, toen wy onze
+legerplaats verlieten. Ik behoorde tot de voorhoede met de Jagers
+en eenige Zee-soldaaten, die allen voor negen dagen mondbehoeften
+op hunnen rug droegen. Wy hadden nog maar een klein gedeelte van den
+weg afgelegd, toen een der eerstgemelden op den jagthoorn blaazende,
+de anderen uit elkander gingen, en zig plat op den buik aan den grond
+nederleiden, hebbende den haan van hun geweer overgehaald, en zynde
+alzoo tot het gevecht gereed. Ik deed even als zy; maar het was niet
+meer, dan een valsch alarm. Het was een hart, het welk in zynen loop
+de bladeren van 't geboomte in beweeging gebragt had. Wy stonden
+derhalven weder op, en trokken door slyk en water heen, tot drie
+uuren na den middag, wanneer wy ons op hoogere landen nedersloegen,
+alwaar men geen water vinden konde, dan door een put te graven; en
+dan nog was het water, het welk wy daar uit schepten, zoo modderig,
+dat wy genoodzaakt waren, het door onze dassen of hembds-mouwen te
+laten doorloopen. De Colonel SEYBOURG kwam alhier by my, om my des
+avonds in zyne hut ter maaltyd te verzoeken, en behandelde my met
+eene beleefdheid, waar over ik zeer verwonderd was,
+
+Des anderen daags vervolgden wy onzen weg, neemende denzelven
+westwaarts ten noordwesten. Wy hadden zwaare slagregens, en moesten
+een moeras doorwaden. Ik voerde toen het bevel over de agterhoede,
+en had drie uuren noodig, om dezelve van deeze naar de overzyde
+te geleiden. Deeze tocht was allerverdrietelykst. De slaven, onder
+hunne pakken gebukt gaande, braken elk oogenblik de korst, die over
+het water lag. De Zee-soldaaten, met hunne mondbehoeften belaaden,
+hadden zeer veel moeiten om zig op de been te houden, en ik zelf,
+door de groote meenigte bloed, welke ik verlooren had, verzwakt zynde
+konde aan niemand van dienst wezen. Toen wy weder den vasten grond
+bereikt hadden, zag ik aldaar de lyken van verscheiden muitelingen
+verspreid liggen, aan elk van welken de regte hand en het hoofd was
+afgehouwen. Deeze lyken waren nog niet verrot, het geen my deedt
+vermoeden, dat 'er in 't kort eenig gevecht tusschen de muitelingen,
+en het krygsvolk, aan de Pereca leggende, had plaats gehad.--Ik
+moet hier opmerken, dat, indien men den 21sten, in plaats van my te
+gelasten om te rug te komen, en de Jagers weder mede te brengen, ons
+had toegestaan voorwaarts te gaan, de muitelingen tusschen twee vuuren
+zouden geraakt zyn, 'er zeer weinigen van hun zouden zyn ontsnapt,
+en wy hunnen buit zouden hebben hernomen. De lezer zal zig herinneren,
+dat dit zelfde voorval plaats had, toen ik, twee jaaren te vooren, te
+Devil's Harwar het bevel voerde. Indien ik toen een genoegzaam getal
+manschappen en krygsbehoeften tot den tocht gehad had, zoude ik aan
+de Volkplanting den gewichtigsten dienst gedaan hebben. Het spyt my
+deeze twee wezentlyke misslagen te moeten aanhaalen; maar waarheid
+en onpartydigheid verpligten 'er my toe. Deeze aanmerkingen echter
+behooren my niet van wreedheid te doen beschuldigen, want niemands hart
+was meer getroffen dan het myne, op het zien van zo veele jongelingen,
+die onder het ons omringende geboomte dood uitgestrekt lagen. Myn
+oog viel in 't byzonder op twee van hun, die zoo wel gemaakt waaren,
+als men ze met mogelykheid bedenken kan.
+
+Terwyl ik met het maken van deeze en andere gelykzoortige aanmerkingen
+bezig was, bleeven verscheiden slaven, die te zwaar belaaden waren,
+in het moeras zitten. De bevelhebbende Officier, met het voornaamste
+gedeelte zyner manschappen zig op een hoog stuk land nedergeslagen
+hebbende, konde ons niet meer zien, noch hooren; en door deeze
+scheiding liep de agterhoede gevaar, niet alleen om haare mond- en
+krygs-behoeften te verliezen, maar om zelfs in de pan gehakt te worden.
+
+Geenen enkelen Europeaan vindende, die kragten genoeg had overgehouden,
+om het volk, het welk voor uit getrokken was, in te haalen, gaf ik
+het bevel over aan mynen Lieutenant DE LOSRIOS, en waagde het om
+alleen dwars door het bosch te loopen, tot dat ik onze legerbende
+bereikt zoude hebben. Ik hield den Colonel SEYBOURG de gesteldheid der
+agterhoede voor, en verzogt hem "om wat langzaam voort te trekken, ten
+einde aan die geenen, die in de modder gezonken waren, tyd te geven,
+om 'er zig uit te redden, zonder het welk ik voor de gevolgen niet
+konde instaan". Zyn antwoord was, "dat hy zyn leger zoude opslaan,
+zoo dra hy goed water ontmoette". Schoon zeer vermoeit zynde, keerde
+ik dadelyk naar myne agterhoede te rug, waar van het grootste gedeelte
+tot des nachts in den deerniswaardigsten en gevaarlyksten toestand
+bleef, want eerst des avonds ten zeven uuren redden wy den laatsten
+man uit het moeras, en toen gingen wy langzaam voort, tot dat wy in
+de legerplaats aankwamen.
+
+Myne oplettenheid voor het behoud der manschappen, over welken
+ik het bevel voerde, myne zorge voor de bespaaring van krygs- en
+mondbehoeften, wel verre van my de goedkeuring te doen ondervinden
+van hem, onder wiens bevelen ik voor dit oogenblik stond, van hem, die
+my nog kortlings met zoo veel bescheidenheid behandelde, wikkelde my
+integendeel in een ernstig voorval in, waar over ik zoo gevoelig was,
+dat ik my naauwlyks wederhouden konde, om tot wanhoop te vervallen. Men
+kan myn verdriet beoeordeelen, wanneer men weet, dat ik naauwlyks
+in de legerplaats zynde te rug gekomen, in arrest gezet wierd,
+om door eenen krygsraad, ter zaake van gepleegde ongehoorzaamheid,
+gevonnisd te worden. De Colonel SEYBOURG en ik hadden nimmer met
+elkander in betere vriendschap omgegaan; maar schoon hy my in het
+begin van den tocht met eene uiterlyke beleefdheid behandeld had,
+was het niet minder zichtbaar, dat hy, na een dergelyken trek, zig
+betoonde myn doodelykste vyand te zyn. Ik moet echter niet vergeeten
+eene zonderlinge omstandigheid te verhaalen, hier in bestaande,
+dat men my, schoon in gevangenis gesteld zynde, tot nader orde myne
+wapens liet behouden.
+
+Den 24sten vertrokken wy des morgens vroeg, en namen den weg ten
+zuiden en zuidwesten. In deeze laatstgemelde richting gingen wy voorby
+Pinnenburg, een verlaten gehucht der muitelingen, waar van ik gesproken
+heb. Ik bleef steeds gearresteerd, en was uittermaten mismoedig.
+
+Des daags daar aan volgende trokken wy zuidwestwaarts, en doorwaadden
+een zeer diep moeras, waar in wy nat bezweet ingingen, vermits wy
+tot hier toe te schielyk gegaan hadden: maar de gezondheid van onze
+soldaaten was geen zaak, waar over men zig bekreunde, van hoe veel
+aanbelang zy ook voor den goeden uitslag onzer onderneming was.
+
+Op nieuw een zoort van heuvel of hoog land bereikt hebbende, was ik op
+het punt een ongeluk te ontmoeten, noodlottiger dan alle de ellende,
+welke ik tot dus verre ondervonden had. In eene diepe mymering als
+weggezonken, terwyl ik de agterhoede volgde, verdwaalde ik ongevoelig,
+en bevond my eindelyk alleen, in het midden van eene eindelooze
+woestenye. Zoo dra de arme QUACO bemerkt hadt, dat ik was afgedwaald,
+waagde hy dwars door het bosch heen te loopen, om zynen meester te
+rug te vinden, en, by louter geluk, zag hy my, aan den voet van eenen
+boom zittende in eene neerslagtigheid, die zig niet laat beschryven,
+en ten prooy van smart en wanhoop overgegeven. Des morgens van dien
+dag meende ik, dat myn ongeluk op het hoogst was, en in dit oogenblik
+zoude ik alles gegeven hebben, om my nog in die zelfde gesteldheid
+te bevinden. Ik was in eenen staat van volmaakte gevoelloosheid, te
+midden van een onmeetelyk bosch, en door verslindende vyanden omringd;
+stortregens vielen uit den hemel, en myn uitzicht was op tygers, op
+hongersnood, op alle onheilen, op alle gevaaren. JOANNA moest ik voor
+eeuwig vaarwel zeggen!--Dusdanig was de gesteldheid van mynen geest,
+toen ik, eensklaps mynen Neger herkennende, van den grond oprees,
+en als een geheel nieuw leven in my voelde ontvonken. Vervolgens
+eenigen tyd te zamen zynde voortgewandeld, zeide ik hem, dat ik een
+vyver zag, door welken ik meende, dat het krygsvolk was doorgegaan,
+om dat het water zig drabbig vertoonde. De Jongeling, het oog op dit
+water slaande, antwoordde my met ontsteltenis; dat deeze modderpoel
+door een Tapira veroeorzaakt was, [9] en hy toonde my de voetstappen
+van het dier in het slyk, vervolgens berste hy uit in traanen, en
+riep uit: Masera, wy zyn 'er om koud! wy zyn 'er om kond! In het
+midden van deezen angst herinnerde ik my echter, dat de Pereca op
+de kaart wierdt aangewezen ten westen van de plaats, alwaar wy ons
+bevonden, en ik besloot om oogenblikkelyk mynen weg derwaarts te
+nemen. Derhalven mynen snaphaan op nieuw geladen hebbende, gelastte
+ik aan QUACO om my te volgen; maar 'er was my nog een hinderpaal
+in den weg, ik had myn kompas niet by my, en de regen belette het
+doorschynen der zonnestraalen. In deezen bangen nood, herinnerde my
+myn medgezel, dat de schors der boomen aan de zuidzyde doorgaans veel
+gladder is. Dit was waarlyk een goede inval, en dienvolgende gingen
+wy naar dien kant heen; dan eens door een dik en donker bosch, dan
+eens door een zoort van kreupelbosch, tot dat wy, door vermoeienis
+en honger afgemat, gingen nederzitten, zonder een enkel woord uit te
+brengen, en elkander aankykende als twee slachtoeffers; die ter dood
+verwezen waren. Ons stilzwygen bleef nog voortduuren, wanneer wy een
+verward gedruis hoorden, als van lieden, die hoestten, en van anderen,
+die met wapentuig eenige beweging maakten. Gode zy dank! het was ons
+krygsvolk, het welk zig nedersloeg op een veld, bevoorens door het
+volk van de Pereca bezet. In weerwil van myne ongelegenheid, bevond ik
+my in dit oogenblik in eene der gelukkigste geest-gesteldheden, die
+my deedt zien, dat alles in deeze weereld ten goeden en ten kwaaden
+keeren kan. Alle de Officiers wenschten my van goeder hart geluk, en
+myn Neger, zoo wel als ik, deelden met hun van hun koud ossenvleesch
+en brood. Na het eindigen van deezen maaltyd, vervolgden wy onzen weg,
+en wy kwamen wederom in een moeras, of liever in een modderigen vyver,
+welks oppervlakte te zwak was om ons te dragen. De donkerheid van den
+nacht overviel ons, en wy waren genoodzaakt aldaar te verblyven. De
+soldaten hingen hunne hangmatten aan de boomen, de eene boven de
+andere; de slaven maakten houtvlotten, op welken zy het kruit, de
+krygsbehoeften, enz. nederzetten, en zy zelven gingen leggen slapen.
+
+Den 26sten, vertrokken wy, een uur voor het aankomen van den dag,
+maar na dat de Colonel SEYBOURG in zyne hangmat koffy gedronken had,
+terwyl al het volk, tot hun midden toe in het water staande, op hem
+wagtte, en wy gingen eerst west-, vervolgens noord-westwaarts. Onze
+tocht was zoo moeielyk en verveelend, dat verscheiden slaven hunne
+pakken lieten vallen, waar door dezelve deels nat wierden, deels
+verloren geraakten. Eindelyk, na eene andere verlatene legerplaats,
+te zyn doorgetrokken, hielden wy stil aan het oude cordon, of den
+weg, die op andere wegen uitliep, alwaar ik dadelyk het spoor der
+muitelingen ontdekte, geduurende dat ik aan de Cottica het bevel
+voerde. Wy sloegen aldaar ligte hutten op, om onder dezelven den
+nacht door te brengen.--Ik bleef nog steeds in arrest.
+
+Een der Jagers, een klein viervoetig dier ontdekt hebbende, het welk
+met eene ongelooflyke gezwindheid door de legerplaats liep, hakte
+het zelve met zyn sabel. Het was de Paca, of de gevlakte Cavey, in
+Surinamen den naam van Water-haas dragende. Dit dier is ongemeen vet,
+en heeft de grootte van een speenvarken. Zyn onderste kakebeen is kort,
+zyne neusgaten zyn breed, en van knevels voorzien, even als de katten;
+zyne oogen zyn zwart, en zyne ooren klein en kaal. Aan elke poot heeft
+hy vyf klaauwen. Zyne huid, van eene bruine aard-kleur, is met vlakken
+gespikkeld, die een buffels kleur hebben, in de lengte, en meer of min
+streeps-gewyze geplaatst zyn: de buik heeft eene vuile witte kleur,
+en het geheele lyf is met een ruw, grof en kort hair overdekt. De
+Paca is een halfslachtig dier. Zig op het land bevindende, graaft hy,
+even als de varkens, in den grond, om zyn voedzel te zoeken: wanneer
+hy in gevaar is, loopt hy naar het water, om aldaar eene schuilplaats
+te vinden. Schoon hy vet, en, naar mate van zyne grootte, zeer wel in
+'t vleesch is, loopt hy echter veel gezwinder, dan eenig dier van
+zyne dikte in Zuid-America doet. Men leest nochtans het tegendeel
+in de beschryving, welke men daar van vindt in het vervolg op de
+Natuurlyke Geschiedenis van BUFFON, alwaar gezegd wordt: "Dat de
+Paca niet gezwind loopt, dat hy zelfs zeldzaam loopt, en dan nog met
+zeer weinig bevalligheid". Misschien is dit waar, wanneer men hem als
+een huisdier beschouwt, want men kan hem tam maken; maar ten minsten
+in den staat der natuur is hy zoodanig niet; en ik kan verzekeren,
+dat ik hem als een haas heb zien loopen. Wy lieten hem voor onzen
+avond-maaltyd gereed maken, en wy vonden hem nog veel lekkerder dan
+de Bosch-rot, of zelfs dan de Warrabocerra.
+
+De Cavey, met een lange neus, beter bekend onder den naam van Agouli
+Pacarara, is in Surinamen mede zeer gemeen. Zyne grootte is die
+van een groot konyn, Zyne huid heeft eene bruine oranje kleur op
+den rug, en geel aan den buik; zyne pooten zyn zwart: alle vier zyn
+ze lang uitgerekt: de voorpooten eindigen met vier klaauwen, en de
+agterpooten met drie. De oogen van dit dier hebben eene schitterende
+zwarte kleur. Zyne bovenste lip is gespleten, en van knevels voorzien;
+zyne ooren zyn klein. Even als de Paca, heeft hy een zeer korten
+staart. Hy teelt sterk voort, en het wyfje zoogt haare jongen,
+die ten getale van drie of vier zig in holen van oude stammen van
+boomen ophouden, werwaarts zy ook de wyk neemt, wanneer zy vervolgd
+wordt. De Agouli Pacarara zoekt zyn voedzel niet op het land, zoo als
+de Paca. Men maakt hem gemakkelyk tam, en hy eet vruchten, wortelen,
+nooten, enz. maar zyn vleesch, schoon goed, is echter van een minder
+zoort, dan dat van de Paca.
+
+Men heeft my in Surinamen gezegd, dat aldaar ook een ander dier van
+dit zoort gevonden wordt, genaamd de langstaartige Agouli. Ik heb
+hem niet gezien, of het is dezelfde, dien ik onder den naam van den
+Struikrot beschreven heb.
+
+Den 27sten, vervolgden wy onzen weg, en voor den middag kwamen wy
+in eenen elendigen staat op de Plantagie Soribo, aan de Pereca,
+om aldaar de naby gelegene Plantagien tegen BONNY en de muitelingen
+te verdedigen.
+
+De Rivier Pereca heeft, zoo men zegt, uit hoofde van derzelver
+veelvuldige kromten, een loop van meer dan zestig mylen, en zulks
+over 't algemeen van den zuid-oost naar den noord-west kant. Zy is
+zeer diep; maar haar bed is naauw, en aan haare oevers zyn, even
+als ten aanzien van alle de andere Rivieren, overael schoone Suiker-
+en Koffy-Plantagien gelegen. Wy waren naauwlyks op den wachtpost te
+Soribo aangekomen, of verscheiden afgezondenen van den Colonel SEYBOURG
+spraken my aan, en verzogten my ernstig, dat ik erkennen wilde ongelyk
+gehad te hebben: zy verzekerden my, dat ik, dit erkend hebbende, myne
+vryheid zoude te rug bekomen, en alles vergeten zoude zyn. Overtuigd
+van myne onschuld, konde ik my met geen schik schuldig verklaren, en
+voorael naardien de misdaad, waar van men my beschuldigde, slechts een
+gevolg was van myne getrouwe zorge voor het behoud der manschappen
+en krygsbehoeften, die my toevertrouwd waren. Na myne weigering,
+welke de Colonel SEYBOURG als eene misdadige halstarrigheid geliefde
+aan te merken, gaf men my onder de bewaring van eene wacht, en men
+nam my myne wapenen af. Onze Zee-soldaten bragten my toen in eene
+zeer groote ongerustheid, door opentlyk te dreigen, dat zy ten mynen
+voordeele aan 't muiten zouden slaan. Om dit onheil voor te komen,
+verklaarde ik hun, dat, daar, naar myn inzien, ongehoorzaamheid en
+muiterye in krygslieden onverschoonlyk waren, ik my gedwongen zoude
+zien, hoe hard my dit ook vallen mogt, om my tegen hen te wapenen.
+
+Op den dag van onze aankomst op den wachtpost van Soribo, vernamen wy,
+wat 'er aan de Pereca was voorgevallen. De Plantagien Schoonhove en
+Altona waren door de muitelingen, welken wy uit Gado Saby verjaagd
+hadden, geplonderd geworden. Maar zig voor de Plantagie Poelwyk
+vertoond hebbende, hadden de slaven aldaar hen genoodzaakt te rug
+te keeren. De Jagers, die op de Plantagie Hagenbos geplaatst waren,
+waren hen den 21sten agter na getrokken. Zy hadden hen den 23sten
+ingehaald, een groot getal 'er van gedood, en het grootste gedeelte
+van hunnen geroofden buit hernomen. Den zelfden dag, poogde een ander
+gedeelte der muitelingen zig meester te maken van het kruid-magazyn
+op Hagenbos, het welk geen kwaad ontwerp was, en zy hadden daar toe
+het tydstip uitgekozen, dat de Jagers bezig waren met eene andere
+bende te vervolgen; maar zy wierden door een klein getal gewapende
+slaven te rug gedreven, een van welken, tot de Plantagie Timotibo
+behoorende, eenen gewapenden muiteling gevangen nam, en vervolgens
+hunne legerplaats agter de Plantagie van zynen meester ontdekte,
+voor welken dienst hy wel beloond wierd. Na al dit verhaalde, was 'er
+geen twyffel aan, of indien de party, die den 16den door den Colonel
+SEYBOURG was afgezonden, voorwaarts gerukt was, in plaats van volgens
+zyne beveelen te rug te trekken, alle deeze noodlottige voorvallen
+zouden geen plaats gehad hebben, en de onderneming der muitelingen
+zou geheel en al vervallen geraakt zyn. Het was daarenboven klaar,
+dat de Neger, op wien wy den 21sten geschoten hadden, een van de
+rooversbende van den 20sten was, en dat de muitelingen, wier lyken
+wy den 23sten gevonden hadden, dien zelfden dag waren gedood geworden.
+
+Den 29sten zondt een Officier van het Societeits krygsvolk my eenige
+vruchten, waar onder dadels waren. De boom, die dezelven voortbrengt,
+de dadel-boom, behoort tot het geslacht der palm-boomen, maar is van
+eene ongemeene hoogte. Zyne bladeren loopen uit den kruin van den
+boom, zy zyn wyd uitgespreid, zeer dik, nederhangende, en by elkander
+genomen, vormen zy een zonnescherm. Deszelfs vruchten groeien aan
+rissen, waar van elk een groot getal bevat. Zy zyn langwerpig, van de
+grootte van een menschenduim, en van eene geele kleur. Het vleesch, het
+welk lymig, vast en zoet is, zit rondoem eene zeer harde, grysachtige
+noot, die over haare geheele breedte als met een vooren doorsneden is.
+
+Dien zelfden dag bevonden zestig Jagers, die op kondschap waren
+uitgegaan, dat de legerplaats der muitelingen agter de Plantagie
+Timotibo verlaten was. Zy moest omtrent zestig menschen bevatten.
+
+In de nabuurschap van de Pereca niets te doen hebbende, verlieten wy
+die plaats des morgens van den 30sten September, en den 1sten October,
+kwamen wy op Devil's Harwar aan, ongemeen vermoeid zynde, en zonder
+iets merkwaardigs op onzen tocht ontmoet te hebben. Des avonds te
+voren had ik aan den Colonel FOURGEOUD geschreeven; ik verzogt hem,
+dewyl myne tegenwoordige gesteldheid my ten hoogsten verdroot,
+oogenblikkelyk eenen krygsraad by een te roepen, en had hem mynen
+brief door eenen slaaf gezonden. By onze aankomst op deezen post,
+gebruikte men de hardste middelen om my tot onderwerping te dwingen;
+en de behandeling, welke ik ondervond, was van dien aart, dat een
+Capitain der Jagers, QUACI genaamd, uitriep: "Indien de Europeanen
+zig jegens elkander zoodanig gedragen, is het niet te verwonderen;
+dat het hun tot genoegen strekt ons arme Africanen te mishandelen en
+te kwellen"!
+
+Deeze verdrietelyke zaak liep echter op Devil's Harwar ten einde. De
+Colonel SEYBOURG, overtuigd van zyn ongelyk, en niet kunnende weten,
+hoe dit geval moge afloopen, trachte, zoo mogelyk, uit de netelige
+omstandigheid, waar in hem zyne oploopenheid gebragt had, met eere uit
+te komen. Den 2den October, vroeg hy my derhalven met eenen glimlach:
+"Of ik wist te vergeten en te vergeven"? Ik antwoordde hem, neen! Hy
+daar op zyne vraag herhalende, zeide ik hem; "dat ik eerbied voor de
+waarheid had, en dat ik nooit erkennen zoude schuld te hebben, zoo
+lang myn geweten my zulks niet deedt gevoelen; dat ik onbekwaam was
+tot zulk eene laagheid voor een medemensch, en nog minder voor hem,
+dan voor eenig ander". Hy nam my by de hand, verzogt my bedaard
+te zyn, en verklaarde my: "Dat hy, op alle voorwaarden, vrede
+met my wilde maken"! maar ik antwoordde hem stellig: "Dat ik naar
+geen ander vergelyk luisteren wilde, dan het volgende; dat hy zyne
+misslag in tegenwoordigheid van alle de Officiers erkennen zoude,
+en dat hy, met eigen handen, uit zyn Dag-register alle de bladen
+zoude uitscheuren, die mynen goeden naam in verdenking zouden kunnen
+brengen". Dit geschiedde oogenblikkelyk; men gaf my myne wapenen te
+rug, en myne zegepraal ging gepaard met alle omstandigheden, die my
+eene volkomene voldoening verschaffen konden. Ik reikte vervolgens
+ongeveinsd en van goeder harten aan den Colonel SEYBOURG de hand toe:
+dezelve gaf eene maaltyd tot een vreugde-feest over onze verzoening:
+na den maaltyd stelde hy my, tot myne groote verwondering, den brief
+weder ter hand, dien ik aan den Colonel FOURGEOUD geschreven had,
+en hy erkende my denzelven onderschept te hebben, om voor te komen,
+dat deeze zaak geene verdere gevolgen hebben zoude. Hy berigte my
+tevens, dat onze Opper-Bevelhebber aan de Wana-Kreek gelegerd lag,
+in plaats van den Lieutenant Colonel DE BORGNES, die ziek geworden, en
+naar Paramaribo opgezonden was. Onze verzoening was zeer wel gemeend,
+en na dat het krygsvolk een weinig had uitgerust, vertrokken wy den
+4den, naar het hoofd-quartier van Jerusalem; maar ik was genoodzaakt
+mynen QUACO te Devil's Harwar zeer ziek agter te laten, alwaar ik hem
+aan de zorge van den Heelmeester aanbeval. Dien avond sloegen wy ons
+neder aan de overzyde van de Cormoetibo-Kreek.
+
+Des anderen daags in den vroegen morgen, kwamen wy, de Cottica
+overgestoken zynde, weder op den wachtpost van Jerusalem. Ik had
+ledigen tyd om aanmerkingen te maken omtrent de wisselvalligheden
+van dit leven, en alle de onheilen, waar aan wy bloot gesteld zyn,
+het zy wy ze al, dan niet verdiend hebben: ik maakte vooral deeze
+aanmerkingen, toen ik onder de kortlings ontscheepte persoonen, eene
+van myne oude kennissen vond, namelyk den heer P...., die in Europa
+meer dan dertig duizend ponden sterling hadt doorgebragt. Men hadt
+hem zyne vrouw, die zeer schoon was, ontvoerd, en hy zag zig in dit
+oogenblik, om te kunnen bestaan, vervallen tot den post van Vaandrig,
+onder het krygsvolk van de Compagnie. Hy had voorheen een aanzienlyken
+eigendom in deeze zelfde Volkplanting bezeten, het geen zynen staat
+steeds veel onaeangenamer en verdrietelyker maakte. Van zynen geheelen
+rykdom hadt hy niets meer overig, dan een enkel stuk geld, het welk
+hy onder de slaven wierp, tevens eenige Fransche versen aanhalende,
+die op zyne gesteldheid toepasselyk waren.
+
+
+
+DRIE-EN-TWINTIGSTE HOOFTSTUK.
+
+Tweede tocht naar Gado-Saby.--Land-Schildpad.--Verschillende
+zoorten van hout.--Levendig geraamte.--Treffelyke
+gezichten.--Honderd-pooten.--Verschillende
+Plantgewassen.--De Opper-Bevelhebber wordt ziek, en verlaat de
+legerplaats.--Sprinkhanen.--Verschillende zoorten van visschen.--De
+Zeekoe.--Het Zee-paard.--Aanmerkingen omtrent het aanwezen der
+Meerminnen.--Trommelzucht.--Verscheiden zoorten van vogelen.--De
+Malaky en Markoury boomen.--Doornhaag-wormen.
+
+Den 9den October 1775, verliet de Colonel FOURGEOUD zyne legerplaats
+aan de Wana-Kreek, om zig op den post van Jerusalem met ons
+te vereenigen. Hy deedt vooraf de helft zyner soldaten, die ziek
+waren, in vaartuigen de Rivier afzakken. De soldaten van deezen post
+voegden zig by hun, en men zondt hen allen naar Devil's Harwar, om
+den genade-slag te ontfangen. De Neger-Jagers vertrokken insgelyks,
+en begaven zig met hunnen leidsman WINSAK naar de Pereca, alwaar zy
+met de verdediging belast waren.
+
+De Colonel ontdekte, by deezen laatstgemelden tocht een honderdtal
+ledige huizen, en bespeurde eenige muitelingen, maar nam 'er geen een
+van gevangen. Hy vondt ook een bekkeneel aan een tak van een boom
+hangen, en men konde met genoegzaame zekerheid gissen, dat dit het
+hoofd, was van den ongelukkigen SCHMIDT, die omgekomen was. [10]
+
+Den 13den, kwam myn Neger QUACO te rug, volmaakt hersteld zynde: ik
+was 'er verblyd over, want zyne getrouwheid omtrent my had nog nooit
+gewankeld. Wy vernamen te gelyker tyd, dat de Capitain STOELEMAN,
+die aan het hoofd van eenige Jagers was, door een zwaren rook,
+dien hy van verre in het bosch bespeurd had, eene verblyfplaats
+der muitelingen had ontdekt, doch die door hem niet was aangetast;
+dat de Capitain FREDERIK, met een anderen hoop Jagers, de oevers
+der Zee beneden Paramaribo schoon hieldt; dat twee soldaten, die
+den 18den Augustus verdwaald geraakt waren, het geluk gehad hadden,
+om op eene wonderbaarlyke wyze hun gevaar te ontkomen, en dat zy den
+wachtpost, die aan de Rivier Maroni geplaatst was, bereikt hadden;
+en eindelyk, dat twaalf schoone Negerslaven van de Plantagie Gold
+Mina waren weggeloopen, om zig met de muitelingen te vereenigen.
+
+Deeze tydingen bemoedigden den Colonel FOURGEOUD dermaten, dat deeze
+onvermoeide Overste steeds by zyn besluit bleef, om den vyand te
+vervolgen. Mitsdien trokken wy den 15den, in den vroegen morgen, de
+bosschen in, schoon ons getal toen merkelyk gesmolten was. De Colonel
+liet des avonds te voren een vrywilliger, een van zyne landgenooten,
+MATTHIEU genaamd, en broeder van den Vaandrig van dien naam, ter
+aarde bestellen. De dood was ons zoo gemeenzaam geworden, dat,
+wanneer iemand onzer een nabestaanden of vriend op de legerplaats
+verloor, men hem doorgaans deeze vraag deedt: "Heeft hy brandewyn,
+rhum of tabak nagelaten"?
+
+Korten tyd voor ons vertrek, liepen zeven van onze Neger-slaven weg,
+en namen de vlucht naar hunne meesters, alwaar zy mismoedig, vermagerd,
+en byna uitgehongerd, aankwamen. Wy stelden ons echter in aantocht,
+en trokken regelrecht noord-oostwaarts aan. De kist, waar in myne
+flessen gesloten waren, brak aan stukken met al wat 'er in was, en
+dit was de eenige merkwaardige gebeurtenis op deezen tocht. Des avonds
+sloegen wy ons by de Cassipory-Kreek neder; en dewyl het saisoen van
+droogte aankwam, moesten wy een put graven, om water te hebben. Het
+krygsvolk kreeg alhier bevel, om geene hutten, noch schuilplaatsen
+meer te bouwen, dewyl de regenbuien minder zwaar wierden.
+
+Den 16den, vervolgden wy onzen weg, steeds noord-oostwaarts
+trekkende, en tegen den avond kwamen wy aan die huizen, welken de
+Colonel FOURGEOUD laatst ontdekt had, maar die, zoo als men naderhand
+ontdekte, slechts voor een tyd eene verblyfplaats hadden opgeleverd
+aan die muitelingen, welke verwagtten oogenblikkelyk van Gado-Saby
+verjaagd te worden; en waar aan zy den naam van Bousy-Gray (dat is:
+"de bosschen schreyen",) gegeven hadden. Wy sloegen ons hier neder,
+en bezagen met veel vermaak de wooning van BONNY, zynde in den smaak
+van een molen gebouwd, en zeer hoog boven den grond verheven. Dezelve
+had twee deuren, om des te beter te kunnen zien, wat 'er rondom
+hem omging, en alzoo geen gevaar te loopen, om het slagtoeffer eener
+verrassing te worden. De lucht had aldaar ook vryer doorspeeling,
+dan in de andere wooningen, en uit dien hoofde was zy voor zyne
+gezondheid beter geschikt, want in een der laatste gevechten hadt hy
+eene gevaarlyke wonde in de liesch bekomen, zoo als wy naderhand van
+een onzer gevangenen vernamen. In de nabyheid der wooning van dit
+Opperhoofd der muitelingen, zag men baden, byzonderlyk geschikt ten
+gebruike van zyne vrouwen, die zig des morgens en des avonds daar in
+begaven, want 'er was in den omtrek deezer verblyfplaats geene Rivier.
+
+Een der slaven boodt my, op de laatstgemelde legerplaats, een
+Land-Schildpad aan; een dier, het welk wy, wel is waar, verscheiden
+malen gezien hadden, maar het nog niet beschreven hebbende, zal ik
+trachten zulks thans te doen. De Surinaamsche Land-Schildpad is van
+eene eyronde gedaante, en heeft niet meer dan agtien of twintig duimen
+lengte. Zyne schelp, die van eene donker geele of bruine kleur is,
+veel meer uitpuilende, dan die van de zee-schildpad, heeft dertien
+zeshoekige verhevenheden, en is zoo hard, dat zy, zonder te breken,
+het zwaarste gewicht dragen kan. De onderste schelp, of het borststuk,
+is een weinig hol, en van eene helder geele kleur. De kop van dit dier
+gelykt naar dat van alle andere Schildpadden. De staart is zonder
+hair en kort, maar in plaats van vinnen, heeft hy vier pooten, met
+schubben bedekt, en met puntige nagels gewapend, waar van hy zig in
+het loopen bedient. Wanneer hy zig voor eenig gevaar wil beveiligen,
+kruipt hy in zyn schelp of bekleedzel. De Indianen laten de Schildpad
+in dien staat op het vuur koken, tot dat dezelve gaar is; het geen men
+weet, wanneer het benedenste gedeelte zig afscheidt van het bovenste,
+het welk tot een schotel voor deeze spyze dient. Eene minder wreede
+manier, waar van ik altoos gebruik maakte, bestaat daar in, dat
+men het dier in zyn beenachtig bekleedzel op heeten asch plaatst;
+hy steekt dan kop en hals naar buiten, welke men hem afhouwt, en zig
+daar door de spyze verschaft, welke zyn lichaam oplevert, zonder het
+dier verdere folteringen aan te doen. De heer DE GRAAF, drie of vier
+van deeze Land-Schildpadden willende verzenden, bewaarde dezelven
+vier maanden; geduurende al dien tyd bleven zy in 't leven, zonder
+dat zy eenig voedzel scheenen te nemen, en met dit al behielden zy
+haare kragten, zoodanig dat zy zelfs ter voortteeling geschikt waren.
+
+Ik heb ook dikwils eene andere Land-Schildpad gezien, die hier Alacacca
+genoemd wordt. Dezelve is van eene zeer platte gedaante, en van eenen
+kleinderen omvang, dan de eerstgemelde. Derzelver groenachtige kleur
+is voor het gezicht zeer onaangenaam, en zy is zoo goed niet om te
+eeten, dan de andere.
+
+Den 17den, vervolgden wy onzen weg ten noorden en noord-oosten, in de
+hoop om eenige ontdekking te doen, maar zonder vrucht. Dien dag gingen
+wy voorby eenige mieren-nesten, die meer dan zes voeten hoogte, en,
+zonder vergrooting, een omtrek van meer dan honderd voeten hadden. Wy
+zagen ook eene meenigte stukken fraay timmerhout, waar onder was
+het hout van den zwarten kool-boom, die eene donker bruine kleur
+heeft, en by de schrynwerkers en timmerlieden zeer geacht is. Men
+toonde my ook den Zandkuil-boom, alzoo genoemd naar zyne vrucht,
+waar uit men het zaad neemt, en dezelve dan met zand vult voor de
+schryftafels. Deeze vrucht, die de dikte heeft van eene groote uije,
+heeft kleine gaten in derzelver oppervlakte. Het is een ontlast-
+en braak-middel te gelyk; maar het sap van derzelver vleesch is een
+sterk vergift. Zie daar alles, wat ik 'er van zeggen kan, want ik
+had noch tyd, noch gelegenheid, om dezelve met de nauwkeurigheid van
+eenen kruidkundigen te onderzoeken.
+
+Den 18den, trokken wy steeds in dezelfde richting voort. Wel dra
+vonden wy een gebaand voetpad, het welk een cirkel maakte, en
+niettemin een weg van gemeenschap scheen te zyn tusschen Gabo-Saby
+en Bousy-Gray. Dit voetpad bragt ons regelrecht naar den westkant,
+en na verloop van eenige uuren, dat wy het zelve gevolgd hadden, vond
+ik een armen Neger, tot de muitelingen behoorende, die met bladen van
+den Latanus-boom bedekt was, en nauwlyks meer adem halen konde. Hy
+hadt niet meer, dan het vel over de beenderen, en een van zyne oogen
+was uit de oog-holte uitgezakt. Ik zette hem myn fles voor den mond,
+en hy dronk eenige teugen rhum met water gemengd; vervolgens zeide
+hy my met eene zwakke stem, die wy naauwlyks verstaan konden:--"Ik
+bedank u, Masera".--Verder sprak hy niets. De Colonel gaf bevel,
+om hem in een hangmat mede te nemen; en kort daar na sloegen wy ons
+neder by een biry-biry, of modderpoel. Ik moet niet vergeten, dat
+wy deezen dag eenige schoone Brood-boomen [11] zagen, die tachtig
+of honderd voeten hoog, en zeer dik waren. De boom van dien naam is
+grys, en loopt lynrecht op. Zyne takken spruiten aan den top uit, en
+de bladen zyn aldaar aan paaren gerangschikt. Men noemt hem te recht
+den Koning van het woud, want schooner boom is 'er niet. Deszelfs hout,
+van eene voortreffelyke kaneel-kleur, is vast, van een fraay erf, neemt
+een goeden glans aan, en kan den tyd verduuren.--Maar het geen vooral
+onzen aandacht tot zig trok, waren de zaden, die naar boonen gelyken,
+en ten getale van drie of vier in eene breede en helder bruine peul
+besloten zyn. Wy zagen 'er eene groote meenigte van aan den voet van
+den boom op den grond verspreid leggen; zy hadden een smaak van zoete
+koek. Uit zyne wortels druipt eene gom, die, behoorlyk toebereid
+zynde, een vernis oplevert, het welk in helderheid en gebruik geen
+weergaa heeft.
+
+De meenigte schoone boomen van onderscheidene zoorten, welke dit
+Land oplevert, is waarlyk eindeloos. Men heeft slechts de moeite te
+doen van ze te hakken; maar indien men den afstand, op welken zy
+doorgaans groeien, van de bevaarbare Rivieren in aanschouw neemt,
+als mede de kosten op het omhakken en bewerken vallende, de meenigte
+slaven, welken men gebruiken moet om de boomen door de bosschen heen
+te trekken, vermits men zig aldaar van geene paarden bedienen kan,
+de gevaaren en tyd-verliezen, kan men ligtelyk naargaan de oorzaak
+der ongemeene duurte van het timmerhout in Guiana.
+
+Deeze tocht verschafte ons de verrukkelykste gezichten. Wy liepen door
+een eindeloos bosch, waar van de altyd groene boomen het schitterendst
+lommer ten toon spreidden. Het saisoen van droogte (zynde de zomer
+in dit Land) bragt oneindig veel toe tot verfraaijing van dit
+toneel; en de eenvoudige natuur overtrof hier verre de verdubbelde
+pogingen der konst. Wy ontmoetten eindelooze zandwoestynen van het
+aangenaamst groen, door de bekoorlykste beeken van versch en helder
+water doorsneden, wier oevers vercierd waren met bloemen, die de
+schitterendste kleuren vertoonden, en de lucht met den aangenaamsten
+geur vervulden. Dan eens zag men het bevallig tafereel van een hoop
+fraaie uitspruitende boompjes; dan eens verhief zig een enkele boom,
+wiens schoonheid deed vermoeden, dat men hem met voordacht op deeze
+plaatsen had laten groeien, om dit tafereel nog ryker en bevalliger te
+maken. De geheele landstreek was door een zeer groot bosch van hooge
+palmboomen omringd; wier verheven kruinen, van de zelfde kleur als de
+golven der zee, zig in een zacht evenwicht hielden boven een oneindig
+getal van onderscheidene geboomten, wier groen nimmer verwelkt, die
+altyd met bloemen en vruchten bedekt zyn, en den vermoeiden reiziger
+schynen uit te noodigen, om onder hunne schaduw rust te nemen, tot
+het gunstig oogenblik, dat hy zig in den vlietenden stroom van het
+zuiverst water kan dompelen, en de verhevene schoonheden der natuur
+onbelemmerd aanschouwen.--Hoe meenigwerf, wanneer eene algemeene
+stilte rondom my heerschte, dacht ik niet aan myne lieve gezellinne,
+wenschende, met haar en mynen zoon, in deeze nieuwe Elyseesche
+velden, vreedzaame dagen te slyten!--Maar laaten wy tans zoortgelyke
+herdenkingen vaarwel zeggen.
+
+Den 19den, vervolgden wy onzen tocht, en dien dag vonden wy onzen ouden
+weg, die ons regelrecht naar de velden van Gado-Saby bragt, alwaar
+wy nog eene groote meenigte ryst zagen, die kortlings gebloeid had,
+en welke wy afmaayden en verbrandden. De Neger, van wien ik bevorens
+gesproken heb, wierd hier onder boom-mos en bladeren nedergelegd,
+als of men hem levendig wilde begraven: voor deezen ellendeling
+was geene hoop meer tot genezing. Wy hingen onze hangmatten op,
+en verstikten byna door den rook van onze vuuren.
+
+Ik zag op dit veld eene hagedis van by de twee voeten lengte, welke
+de Negers doodden en opaten: zy noemden hem Sapagala, en hy had eene
+groenachtig bruine kleur, maar hy geleek niet naar de Iguana. Onder de
+puinhoopen van het afgebrande gehucht, ontdekten wy eenige Water-rupsen
+of Honderd-pooten van agt tot tien duimen lengte. Dit hatelyk kruipend
+gedierte van eene geelachtig bruine kleur, loopt in allen opzigte
+zeer gezwind, en het vergift, het welk zy in de door hen gemaakte
+pynlyke wonde laaten, schoon het niet doodelyk is, verwekt niettemin
+doorgaans de koorts. Zommige schryvers geven aan dit kruipend gedierte
+twintig paar pooten, en anderen veertig. Ik heb ze by de geenen,
+die wy vonden, niet getelt: alles wat ik 'er van zeggen kan, is,
+dat zy my toescheenen met de Europeesche honderd-pooten eene juiste
+overeenkomst te hebben. Zommigen van onze Officiers maakten groote
+en schoone verzamelingen van alle deeze merkwaardigheden; ik voor
+my vergenoegde my met de afteekening en beschryving van die dingen,
+die my voorkwamen niet zeer gemeen te zyn.
+
+Den 20sten, gingen wy de verblyfplaats, Cosaay genaamd, bezichtigen,
+en op den weg vernam ik, dat de bovengemelde Neger nog leefde. Ik
+nam de takken, die hem bedekten, weg, en op myne tusschenspraak,
+voerden wy hem met ons mede; maar de slaven, te onvreden van met
+zulk een pak beladen te zyn, namen, in myne afwezigheid, alle
+gelegenheden waar, om deezen ongelukkigen te doen lyden, met hem
+op wortels en steenen te laten vallen, en door het slyk en water,
+het welk wy doorwaden moesten, agter aan te laten sleepen. Men zondt
+verscheiden manschappen uit, om de omliggende streeken te onderzoeken;
+en het overige krygsvolk sloeg zig neder ten westen van Cosaay. Deeze
+afgezondene manschappen ontdekten van dien zelfden kant vier schoone
+velden, met maniok, ignames, bananen, pistaches, Indisch koorn,
+en erweten van Angola beplant. Zy zagen ook verscheiden lyken van
+menschen, die in het gevecht, in de maand Augustus voorgevallen,
+het leven hadden verloren.--Wy plukten, in de nabyheid van onze
+legerplaats, een zoort van mispelen, van eene karmosyn kleur, in
+smaak veel gelykende naar aardbezien, en groeiende aan een breed
+groen heestergewas, het welk in veele tuinen te Paramaribo wordt
+aangekweekt. Wy zagen ook een zoort van wilde Pruim-boomen, welken men
+hier Monpe noemt. Derzelver vruchten zyn geel, langwerpig en klein;
+elk van die bevat een kleine noot; het vleesch is niet zeer dik,
+maar schoon zeer zuur zynde, heeft het een aangenaamen smaak.
+
+Des morgens van den 21sten, wierden alle deeze nuttige plantgewassen
+afgehouwen en verbrand. Na dat dit werk verrigt was, keerden wy naar
+onze legerplaats van den 19den te rug, welke wy ook geheel in brand
+vonden, en wy waren genoodzaakt onze hangmatten ter zyde van het
+bosch uit te spreiden. My alhier herinnerende, dat men den armen
+stervenden Neger alleen gelaten had, liep ik naar die plaats toe,
+om hem met myne hulpe by te staan; maar na hem te vergeefs gezocht te
+hebben, in weerwil der rook dampen, en de donkerheid van den nacht,
+was ik genoodzaakt op myne eigene veiligheid bedacht te zyn, en in
+aller yl naar myne medgezellen te rug te keeren. Eenigen laakten myne
+roekeloosheid, anderen vervloekten het geraamte, het zy het levendig
+of dood was.
+
+Toen de verwoesting was afgeloopen, keerden wy naar den post van
+Jerusalem te rug, alwaar wy den 24sten, geheel afgemat, aankwamen. De
+Colonel zelf wierd eindelyk door eene heete koorts aangetast, die hem
+noodzaakte, om in zyne hangmat te blyven leggen, en deedt vreezen,
+dat hy den nacht niet halen zoude. Echter behieldt hy steeds het
+bevel aan zig, en deedt, des anderen daags morgens, aan eenen soldaat
+stokslagen geven, die, vermits zyne voeten zeer gescheurd waren, hem om
+een paar schoenen verzogt; een ander onderging dezelfde behandeling,
+om dat hy gehoest had, schoon hy met eene zwaare verkoudheid behebd
+was; een Capitain wierd in zynen dienst geschorst, en naar het Fort
+Zelandia in gevangenis verzonden, om dat hy bestaan had een huwelyk
+aan te gaan buiten toestemming van den Colonel.--Ziekten en de dood
+maakten, in dit oogenblik, groote verwoestingen onder het leger,
+alwaar alles in de grootste verwarring was.
+
+Den 1sten November, liepen, om de maat der onheilen vol te meten,
+vyf-en-twintig Negerslaven weg; en den 3den, ontfingen wy bericht,
+dat men meer dan vyftig gewapende muitelingen gezien had, die, een
+musket-schoot beneden Barbacoeba, de Cottica waren overgezwommen.
+
+Op het ontfangen van deeze tyding, wierdt de Colonel SEYBOURG
+afgezonden met de weinige manschappen, die in staat waren op te
+trekken, en, in dit oogenblik, door honger en ellende geperst werdende,
+op 't punt waren om hunne eigene Officiers aan te tasten. Gebrek
+hebbende aan het geen zy boven alles waardeerden, tabak namelyk,
+rookten zy graauw papier, en kaauwden bladeren en leder, om by hun
+de plaats van deeze plant te vervullen. [12] Niemand ondertusschen
+leedt toen meer dan ik. Van levensmiddelen en kleederen ontzet, was
+ik uitgehongerd en naakt. Zedert het leggen in hinderlagen, en den
+tocht naar de Pereca, had ik een zweer aan den linker voet. Ik had
+geen een vriend onder het geheele leger meer overig, van wien ik de
+minste hulp verwagten konde. Tot overmaat van ellende was het weinige
+bloed, dat my nog overschoot, geduurende twee nachten agter elkander,
+door het Guiaansche Spook of Vampire, byna geheel en al uitgezogen. Ik
+geraakte in myne hangmat buiten my zelven, en kwam niet weder tot
+kennis, dan met een zoort van mistroostigheid, die merkelyk aanwies,
+na het lezen van eenen brief, waarin men my berigtte, dat JOANNA en
+myn zoon te Paramaribo aan eene rotkoorts op sterven lagen.
+
+Eindelyk echter kwam de Sergeant FOWLER van de Plantagie Mocha, met
+een van myne kisten aan. De afgezondene krygsbende van den Colonel
+SEYBOURG kwam ter zelfder tyd te rug, zonder iets vernomen te hebben.
+
+De Colonel FOURGEOUD bevondt zig den 14den zoo ziek, dat hy zig
+genoodzaakt zag het bevel aan een ander over te laten, en zig tot zyne
+herstelling naar Paramaribo te begeven. Na al zyn volk op deeze manier
+te hebben opgeoefferd, wierd hy het slachtoeffer van zyne heerschzucht,
+die geene palen kende, en van zyne hardnekkige volharding, terwyl,
+zoo hy zig, zyne soldaten zoo wel als zig zelf, minder vermoeid en
+beter gevoed had, hy een even grooten, zoo geen grooteren dienst aan
+de Volkplanting bewezen zoude hebben.--Men zondt te gelyker tyd een
+vaartuig vol met zieken en stervenden naar Devil's Harwar.
+
+Het bevel was toen in handen van den Lieutenant Colonel, die des avonds
+door de zelfde ziekte als de Colonel wierd aangetast. Dezelve richte
+toen groote verwoestingen aan ouder het krygsvolk van allerleijen rang,
+wier bloed door de hitte van eene brandende zon als kookte, terwyl
+wy, in dit saisoen van droogte, in plaats van ons op den post van
+Jerusalem te bevinden, de bosschen hadden moeten doorkruissen. Maar,
+zoo als ik reeds heb opgemerkt, de Colonel verkoos ongelukkiglyk
+dit ongeschikt saisoen voor deeze tochten. Verscheiden Officiers
+zouden toen hunne posten wel hebben willen nederleggen, indien de
+betamelykheid zulks gedoogd had op een oogenblik, dat zy werkelyk
+in dienst waren. Ik zelf zoude wel verlangd hebben eenigen tyd te
+Paramaribo te gaan doorbrengen; maar dewyl men my dit niet aanboodt,
+schoon men aan alle de anderen, tot de slaven toe, verlof gegeven
+hadt, achte ik het beneden my 'er om te verzoeken, dewyl ik het nog
+op gaande been konde houden.
+
+Den 19den echter verergerde myn voet zoodanig, dat de Heelmeester my
+buiten staat verklaarde, om dienst te kunnen doen: met dit al bleef
+ik steeds op de legerplaats.
+
+Den 20sten, ontfingen wy eene versterking van krygsvolk, in slaven
+bestaande, en van krygsbehoeften; dienvolgende zondt men den Major
+MEDLAR met honderd vyftig mannen, om op kondschap uit te gaan.
+
+Onder meerdere onheilen, waar mede het leger in dit oogenblik te kampen
+hadt, moet men vooral rekenen eene ontzachelyke meenigte sprinkhaanen,
+die alles, wat zy ontmoetten, verslonden. Het scheen waarlyk, of de
+vloek des hemels ons op alle manieren bezogt: allerleije zoort van
+ongedierte hadt zig dermaten vermeenigvuldigd, dat men, in weerwil
+van de grootste zorgvuldigheid, 'er zig niet geheel en al van bevryden
+konde. Deeze sprinkhanen waren van eene bruine kleur, en van gedaante
+als de anderen. Zy vlogen niet, maar sprongen by hoopen op de tafel
+en stoelen, terwyl wy aten. Des nachts kwelden zy ons, door over ons
+aangezicht te kuieren.
+
+Echter vonden wy op den post van Jerusalem eene groote meenigte
+visschen, en vooral de Newmara, de Warrappa, de Pataky en de
+Vieille. Allen waren uitmuntend. De Pataky was byna twee voeten
+lang, en hadt de gedaante van een schelvisch; de laatste geleek
+naar een groote baars. Men vong ook een zoort van Aal, die alhier
+Naay-naay-fisy genoemd wordt, zeer fyn, en omtrent een voet lang
+is. 'Er was ook nog een zoort van visch, genaamd Dung-fish, hebbende
+ten naasten by de gedaante van een kleinen haring. De Negers alleen
+aten de twee laatstgemelden.
+
+Den 3den December, kwamen de afgezondene manschappen van den Major
+MEDLAR, na eene afwezigheid van veertien dagen, te rug, met zig
+brengende eene vrouw van de muitelingen, met haaren zoon, omtrent
+agt jaaren oud zynde, welken men op een klein veld, met bittere
+maniok beplant, gevangen genomen hadt. Dit ongelukkig schepzel was
+zwanger en zeer verschrikt; maar de Major, die een menschlievend
+en gevoelig mensch was, behandelde haar met goedaeartigheid. Hy had
+echter op eene ongelukkige manier een Corporaal verloren, SCHOELAR
+genaamd, en een Zee-soldaat, genaamd PHILIP VAN DEN BOSCH, die
+onvoorzigtiglyk maniok-wortels gegeten hebbende, vergiftigd waren
+geworden, en den zelfden nacht in verschrikkelyke stuiptrekkingen en
+pynen stierven. Het geneesmiddel tegen dit vergift, is, zoo men zegt,
+peper van Caijenne in eenig geestryk water; maar de Major konde toen
+noch het een, noch het ander bekomen.
+
+Onze gevangene verhaalde ons, dat die arme uitgehongerde Neger,
+dien wy gevonden hadden, ISAAC genaamd was, en dat men hem voor dood
+had laten leggen; zy verklaarde daarenboven, dat Capitain ARICO eene
+nieuwe verblyfplaats aan de zee-kusten had opgericht, waar aan hy den
+naam van Fissy-Hollo gegeven had; dat BONNY de gestrengste krygstucht
+onder zyn volk onderhieldt; dat hy eene zoo onbepaalde oppermacht
+oeffende, dat hy aan twee persoonen van zyn volk het hoofd hadt laten
+afhouwen, drie dagen voor het inneemen van Gado-Saby, namelyk in den
+nacht van den 17den Augustus, toen wy het geschreeuw der muitelingen,
+en het afschieten hunner snaphaanen hoorden, en zulks alleenlyk op
+de verdenking, dat deeze ongelukkigen ten voordeele der Europeanen
+gesproken hadden, en dat zy die geenen waren, wier hoofden wy op
+pieken gevonden hadden; dat deeze BONNY aan geenen Neger, onder zyn
+bevel staande, wapenen toevertrouwde, of hy moest hem eerst eenige
+jaaren als slaaf gediend, en ontwyffelbaare bewyzen van moed en
+trouwe gegeven hebben; dat zyne talryke onderhoorigen verpligt waren
+zig zonder tegenspreken te onderwerpen aan alles, wat hy goedvondt
+te beveelen; dat men hem intusschen meer beminde, dan vreesde, uit
+hoofde van zyne onkreukbaare rechtvaardigheid en zynen mannelyken moed:
+zy bevestigde ons ook het bericht, dat hy gewond was geworden.
+
+Deeze vrouw en haar zoon wierden, den 4den December, met den Vaandrig
+CABANUS, die hen had gevangen genomen, naar Paramaribo gezonden. Men
+had byna te gelyker tyd een jong meisjen van omtrent veertien jaaren
+aangehouden, doch deeze geheel naakt, en buitengemeen gezwind zynde,
+had het geluk gehad te ontsnappen.
+
+Voor het Hof van Justitie wierd bewezen, dat de eerstgemelde door
+de muitelingen met geweld was weggevoerd; dienvolgende kreeg zy
+vergiffenis, en keerde, benevens haaren zoon, met blydschap naar de
+Plantagie van haaren meester te rug. Het is opmerkelyk, dat, toen dit
+kind voor de eerste keer een paard of een koe zag, hy daar voor zoo
+beaengst was, dat hy in zwaare stuiptrekkingen viel; bovendien konde
+hy niet veelen, dat hem een blanke aanraakte; want tot hier toe had
+hy geene menschen van die kleur gezien, en hy noemde hen altyd Yorica,
+het welk, in de taal der Negers, den Duivel beteekent.
+
+Omtrent op deezen zelfden tyd, dreef het ligchaam van eene Zee-koe,
+of Manati, in het water, dicht by den wachtpost van Jerusalem. De
+slaven zwommen 'er dadelyk naar toe, de een met snoeimessen, de
+ander met gewoone messen, en allen bragten zy 'er stukken van mede
+voor hun middagmaal. Eindelyk trokken zy het dier, het welk reeds aan
+het rotten was, op 't land. Het was zestien voeten lang; en bestondt
+uit eene zeer groote en ongeschikte klomp vet, waar van het agterste
+gedeelte puntsgewyze liep naar eene vleeschachtige, breede en rechte
+staart. Deeze Zee-koe had een dikken en ronden kop, een platten bek,
+breede neusgaten, met zeer harde hairen aan den neus, en boven den
+mond, kleine oogen en drie gehoor-gaten, in plaats van ooren. In
+plaats van pooten, had dit dier twee uitwassen, of vleeschachtige
+vinnen, even als die van de Land-Schildpad, die een weinig beneden
+den kop te voorschyn kwamen. Het dier bedient 'er zig van om te
+zwemmen, en zig, schoon traaglyk, te bewegen, wanneer hy het kruid
+wil eeten, het welk aan den oever der rivieren groeit, want het is
+een halfslachtig dier. Hy had eene groenachtige zwarte kleur, eene
+ruwe ongelyke huid, met groote verhevenheden en rimpels, die een kring
+maken, en met eenige weinige stekelige hairen bedekt. Hy had kiezen,
+maar geene voor-tanden, en eene zeer korte tong. De Zee-koe werpt,
+even als de Walvisch, levende jongen, en zoogt dezelven aan twee
+borsten. De dieren van dit zoort zyn in de Rivier der Amazonen zeer
+gemeen. Men zegt, dat hun vleesch den smaak van kalfs-vleesch heeft,
+en goed is om te eeten. Die ik tans zag, was reeds te veel verrot,
+om 'er van te proeven. Men zag op zynen rug twee gaten van kogels,
+welken de muitelingen waarschynlyk op den 27sten, wanneer wy twee
+snaphaan-schoten gehoord hadden, op hem hadden laten afgaan.
+
+Ik oordeele het niet ongepast te zyn, om alhier eene beschryving
+te geven van een ander halfslachtig dier, Tapira genaamd, het welk
+veel gelykheid heeft met het Zee-paard van het oude vaste Land, maar
+minder groot is. Zyn lyf heeft ten naasten by de gedaante van dat van
+een ezel, schoon echter minder lomp zynde. Zyn kop verschilt niet veel
+van den kop van een paard, maar zyne onderste lip staat meer voor uit,
+en eindigt met eene beweegbaare snuit, [13] als die van een Olyphant,
+maar niet lang genoeg, om hem van eenig nut te wezen. Zyne ooren zyn
+rondachtig; zyne voortanden zyn zeer sterk, en zomtyds zichtbaar. Hy
+heeft ruwe en rechte maanen, korte en dikke pooten met een zoort
+van paards-hoef, verdeeld in vier klauwen met nagels gewapend. Zyne
+staart heeft niet meer dan twee of drie duimen lengte. De huid van dit
+dier is uittermaten dik, en van eene bruine kleur; wanneer hy jong
+is, heeft deeze huid kleine vlakken, even als die van de harten in
+Guiana, of de Paca, en dezelve maken langwerpige streepen. Hy voedt
+zig met kruiden en planten, die op moerassige plaatsen groeijen. Hy
+is zoo vreesachtig, dat hy, bang zynde, zyn behoud zoekt door zig in
+het water te dompelen, waar in hy een zeer langen tyd verblyft. Het
+vleesch van het Zee-paard is zeer lekker; men geeft 'er den voorkeur
+aan boven het beste ossen-vleesch.
+
+De heer SELEFELDER, Officier van 's Compagnies krygsvolk, verzekerde
+my, op deezen zelfden tyd, dat hy een Zeepaard, van een geheel
+onderscheiden aart, in de Rivier Maroni gezien had. De Majoor
+ABERCOMBIE, die in den zelfden dienst was, zeide my onlangs, in
+de Rivier van Surinamen een Meermin te hebben aangetroffen. Lord
+MONBODDO houdt ook zeer stellig staande het aanwezen van Zee-mannen
+en Zee-vrouwen, [14] en verzekert, dat men ze in 't jaar 1720. gezien
+heeft. Maar hoe achtenswaardig op andere punten het oordeel en gezag
+van deezen Lord moge voorkomen, is het my niet mogelyk, om met hem
+in te stemmen, dat 'er mannen en vrouwen met vinnen en schubben,
+laat staan met staarten, zyn zouden.
+
+Ik geloof, zoo het my geoeorloofd is myne gedachten op dit stuk te
+zeggen, dat men nu en dan in de Rivieren, onder den zonne-keerkring
+gelegen, zoo op de kust van Africa, als van Zuid-America, een zoort
+van visch ziet, die met het halve lyf boven het water uitsteekt,
+zeer veel gelykheid heeft met een menschelyk schepzel, maar veel
+kleiner is, en ten naasten by als die geen, welke men in 't jaar 1794
+te London zag. Deszelfs kleur is zwartachtig groen; de kop is rond,
+met een zoort van mismaakt aangezicht. Eene zwaare vinne vertoont
+zig by de oogen van het dier, loopt tot het midden van den rug,
+en gelykt veel naar hoofdhair. Zyne twee armen en handen zyn twee
+vleesachtige en gevingerde vinnen. Het wyfje, als zynde een dier,
+dat haare jongen levendig werpt, heeft borsten, even eens gemaakt, als
+die van eene vrouw. De staart is volmaakt die van een visch. In veele
+opzigten gelykt hy naar het Zee-kalf; behalven dat de laatstgemelde
+geene vinnen op den rug heeft. Dezelve is ook veel dikker, en
+verheft zig nooit boven het water, zoo als het dier zoo even door my
+beschreven. Ik heb deeze berichten ontfangen van verscheiden bejaarde
+Negers, en van verscheiden Indianen, die alle in hunne beschryvingen
+overeenstemden. Zommigen voegden 'er by, dat deeze dieren zingen,
+maar ik denke, dat het is een klagend geschrey, zoo als men wel van
+andere visschen of halfslachtige dieren onder den zonne-keerkring
+hoort. Zy verzekerden my, dat zy, schoon zeldzaam voorkomende, ten
+hoogsten gevreesd zyn by hunne vrouwen en kinderen, die hen watra-mama,
+of moeder der wateren noemen; en, het geen vreemd is, met dien naam
+bestempelen zy ook hunne Profetessen. Maar laaten wy van dit stuk
+afstappen, en het verhaal onzer krygs-verrigtingen weder vervolgen.
+
+Ik heb reeds gezegd, dat zeker Heelmeester, den 19den November,
+verklaard had, dat myn voet my buiten staat stelde, om dienst te
+doen; en heden, den 5den December, werden een ander Heelmeester,
+twee Capitains en een Adjudant gezonden om my te bezigtigen, gelyk
+ook den Capitain PERRET, die ziek was. De laatstgemelde Heelmeester
+verklaarde al mede onder eede, dat wy zonder gevaar niet gaan konden,
+en nog minder zwaare vermoeijing uitstaan; maar de Colonel SEYBOURG,
+wien de heete koorts steeds bybleef, vond goed, dat wy oogenblikkelyk
+de bosschen zouden intrekken, al zag hy, dat men ons op kruiwagens
+moest voortkruien. De arme Capitain PERRET, die 'er als een stervend
+mensch uitzag, en zig niet bewegen konde, besloot echter om deezen
+uitzinnigen last ter uitvoer te brengen; maar ik kwam 'er stellig
+voor uit, dat ik den geen, die bestaan zoude durven my aan te raken,
+de herssens zoude inschieten; en ingevolge van deeze verklaring,
+stelde men my onder de bewaring van een schildwacht. Het geheele
+leger scheen toen niet dan uit zotten te bestaan.
+
+Den 11den, ontfingen wy bericht, dat men een zeker getal muitelingen
+aan de overzyde van Devil's Harwar gezien had, en wy vernamen
+vervolgens, dat zy de Commewyne verlaten hadden, aan welker oevers zy,
+den 5den, het huis van den eigenaar van Killesting-Nova, waar in de
+Opzichter SLICHTER was opgesloten, verbrand hadden, dat zy de geheele
+Plantagie verwoest hadden, drie-en-dertig vrouwen mede gevoerd, en het
+zoontje van eenen Mulat verminkt, om zig over zynen vader te wreeken;
+en dat eindelyk de Neger-Jagers hen vervolgden. Capitain FREDERIK kwam
+ook den zelfden dag aan. Hy had het krygsvolk der Societeit verlaten,
+om onder die van den Colonel FOURGEOUD te gaan, en hy bevestigde ons
+deeze ongelukkige nieuwstydingen.
+
+Byna op deezen zelfden tyd, na vier maanden lang aan alles gebrek
+gehad te hebben, ontfing ik het overschot van mynen voorraad,
+welken men my van de Plantagie Mocha zondt; maar voor drie vierde
+door de kakkerlakken vernield: ik deelde het beste onder de zieken
+uit, maar het geen my het grootste genoegen deedt, was te vernemen,
+dat JOANNA en myn zoon JOHNNY buiten gevaar waren, en te Paramaribo
+herstelden. Deeze tyding beurde my zoodanig op, dat ik des anderen
+daags morgens te kennen gaf, dat ik my in staat bevond, om dienst
+te doen, maar ik twyffel, of dit wel zoo was. De noodzakelykheid om
+van lucht te veranderen, bragt 'er ook veel aan toe, want in de zoort
+van gevangenis, die ik hield, had ik 'er volstrekt gebrek aan, en zy
+was my echter ongemeen noodig. Den zelfden avond, voer een vaartuig,
+vol met Caraibische Indianen, de Cormoetibo-Kreek op, om, door middel
+van de Wana-Kreek, in de Rivier Maroni in te loopen.
+
+Den 20sten December, was ik van myne kwetsuur aan den voet hersteld;
+de Colonel SEYBOURG insgelyks van zyne heete koorts.
+
+Den 21sten, kwamen 'er beveelen van den Colonel FOURGEOUD, die zig
+op dit oogenblik beter bevondt: dezelve bragten mede, dat wy onze
+legerplaats te Jerusalem zouden opbreken, en ons andermaal naar de
+Wana-Kreek begeven. Dienvolgende wierden de zieken in vaartuigen
+naar het hospitaal te Devil's Harwar, het welk reeds byna vol was,
+gezonden. Veelen waren door eene ziekte aangetast, vry veel gelykende
+naar trommelzucht, en alhier de Kouk genaamd. Dezelve bestaat in
+eene verbaazende opspanning van den buik, die te gelyker tyd zeer
+hard is. Men krygt die ziekte, zoo men zegt, door het drinken van
+modderig water, zonder het met eenig geestryk vocht te vermengen;
+en dit was onze gewoone en algemeene drank.
+
+Den 22sten, des morgens om zes uuren, braken wy het leger op, en
+volgden de oevers van de Cormoetibo-Kreek, die niet meer dan een
+moeras was. Men liet een van onze ongelukkige Negers, die een gat in
+het hoofd had, aan zyn lot over; men wierp een anderen van een der
+vaartuigen in het water, en hy verdronk.
+
+Wy zagen deezen dag een groot aantal Pingos, of wilde varkens,
+die, als naar gewoonte, onze linie braken. Verscheiden wierden door
+sabelhouwen gedood, en zommigen ontkwamen het, nemende de bajonnetten,
+waar mede zy geraakt waren, met zig.
+
+Deeze tocht was vooral onaeangenaam uit hoofde van de zwaare regenbuien,
+die strooms-gewyze nedervielen, en de Rivieren deeden overloopen. De
+vroege ochtend-stonden waren vochtig en koud, en zoo strydig met de
+ongemeene hitte van den dag, dat wy zeer dikwils in onze hangmatten
+lagen te beven, vooral wanneer wy 'er met natte kleederen in gegaan
+waren. Intusschen kwam ik dit ongemak voor, door een gedeelte van
+den dag, even als de Jagers, half naakt te loopen, en myn hembd,
+geduurende den regen, onder eene omgekeerde ketel te leggen. Wanneer
+de regen ophieldt, kleedde ik my, en leed dus veel minder dan myne
+medgezellen, die zeer bleek en verkleumd waren.
+
+Des avonds van den 23sten, sloegen wy ons neder by eene kleine beek,
+de Caymans-Kreek genaamd. Zekere boom, den naam van Monbiara dragende,
+boodt ter deezer plaats eenige uitmuntende vruchten aan, maar die
+allen door de slaven wierden weggenomen, eer ik 'er van konde proeven,
+of zelfs een van te zien krygen.
+
+De regen viel by aanhoudenheid zoo sterk, als of wy een zondvloed
+te vreezen hadden. Den 24sten vervolgden wy onzen weg, en des
+avonds sloegen wy onze hangmatten neder by eene beek, Yorica of de
+Duivels-Zeef genaamd. Wy bouwden aldaar schuilplaatsen of hutten, en
+maakten 'er vlotten, om 'er de krygs- en mond-behoeften op te plaatsen.
+
+Den 25sten, trokken wy door slyk en water, wy kregen de zwaarste
+stortregens op het lyf, en sloegen ons des avonds neder by eene
+kleine beek, genaamd de Java-Kreek, en loopende drie mylen beneden
+de Wana-Kreek.
+
+Den 26sten, wierd ik met eenige weinige manschappen afgezonden, om onze
+oude legerplaatsen, by de laatstgemelde Kreek, te gaan opneemen. Des
+avonds kwamen wy te rug, half zwemmende door slyk en water, en zonder
+iets, dan eenige vogelen en merkwaardige boomen gezien te hebben,
+welken ik niet met stilzwygen kan voorby gaan. Men noemde deeze
+vogelen Crombach, Camawarry en Crocro. De eerste heeft de gedaante
+van eene groote houtsnip, en heeft een krommen bek. De tweede is
+een waterhoen, maar driemaal grooter dan de voorgaande. Zy zyn zeer
+ligt, en vlogen in een oogenblik weg, waarom ik 'er geene omstandiger
+beschryving van geven kan. De derde of de Crocro, is een weinig minder
+groot, dan onze kraaijen, en ik geloof, dat hy tot het zelfde zoort
+behoort, want hy is een der verslindendste van alle vleesch-etende
+vogelen. Deeze vogel heeft eene donker blaauwe kleur. Zyn bek en
+pooten zyn uittermaten sterk: hy maakt een alleroenaangenaamst en
+scherpst gekras, voornamelyk in den nacht. De boomen wierden door
+de Negers genoemd Mataky en Markoury. De eerste is merkwaardig uit
+hoofde van zyne wortels, die zoodanig boven den grond uitsteken, dat
+een groot aantal menschen zig daar onder zouden kunnen verschuilen,
+zonder elkander te zien; zomtyds zelfs staan zy zoo wyd van een, dat
+men te paard tusschen beiden zoude kunnen doorryden; en derzelver
+dikte is zoo groot, dat men niet meer dan een plank of deel noodig
+heeft, om 'er een tafel voor twaalf menschen van te maken.
+
+Ik verwyze den lezer naar de afteekening, die ik van deezen
+verbaazenden boom gemaakt heb, en geplaatst tegen over dien kant,
+alwaar onze legerplaats te Jerusalem was nedergeslagen. Ik heb in
+dezelfde plaat gebracht het gezicht van onze legerplaats aan de
+Java-Kreek by mooy weder.
+
+De andere boom, Markoury genaamd, is waarlyk geducht, uit hoofde van
+zynen vergiftigen aart, welke zoo doordringend is, dat de rook van dit
+hout doodelyk is voor de dieren, wanneer het in de longen koomt. Hy
+groeit altyd alleen, en doet ontwyffelbaar sterven al wat 'er dicht by
+koomt. De slaven zelve zyn zoo beschroomd om hem aan te raken, dat zy
+op de Plantagien het omhakken 'er van weigeren. Hy is niet zeer hoog,
+ongelyk, en van eene leelyke gedaante; hy heeft slechts eenige takken,
+en zyne bladeren zyn van eene bleek groene kleur. Men heeft my gezegd,
+dat de Indianen zommigen van hunne pylen vergiftigen, door ze in het
+sap van deezen boom te doopen.
+
+Den 27sten, begaf zig eene andere ronde in aantocht, maar ontdekte
+even weinig, als de eerste.
+
+Ik heb reeds gezegd, dat de zweer, die ik aan den linker voet had,
+geneezen was, en dit was waar; maar op dit oogenblik haalde ik uit
+myn regter arm twee groote insecten, die my andere zeer diepe zweeren
+veroeorzaakten. In Surinamen noemt men deeze insecten Struik-wormen. Zy
+zyn zoo groot als de rups van gewoone kapellen; zy hebben een zwarten
+kop, en eene puntige staart; zy dringen ongemeen diep in het vleesch
+door, en men heeft een lancet noodig, om ze 'er uit te haalen; zy
+leven doorgaans in stilstaande wateren, en met geduurig door dezelven
+te loopen, was ik aan hunne aanvallen blootgesteld.
+
+Myn moed begon my door de opeenstapeling van alle deeze onheilen
+te ontzinken. Zoo veele onderscheidene en herhaalde folteringen,
+waar aan ik geen einde zag, ontroerden mynen geest, en maakten my het
+leven verdrietig. In deeze elendige gesteldheid nam ik het stelligst
+en welberaden besluit om by de eerste gelegenheid, die zig zoude
+aanbieden om dit met eere te doen, zulke opperhoofden en zulk een
+dienst vaarwel te zeggen. Men zal by het vervolg van myn verhaal zien,
+of ik dit voornemen heb toegebragt.
+
+Onze tegenwoordige legerplaats was zoo ondraaglyk, dat 'er geene
+beschryving van te geven is. Eene aanhoudende overstrooming
+overdekte den grond, zoodanig, dat men vlotten moest maken, om
+'er onzen voorraad op te plaatsen. Wy konden uit onze hangmatten
+niet komen, zonder tot de knien in slyk of water te stappen; en op
+plaatsen, waar het lager was, aten de insecten ons levendig op. Eene
+zoo ongezonde gesteldheid vermeerderde het getal van onze zieken,
+en men was genoodzaakt een ander vaartuig, vol met dood-kranken,
+de Cormoetibo-Kreek te doen afzakken, en naar het hospitaal van
+Devil's Harwar te zenden. Onder dit getal was die arme oude Negers,
+wiens herssenen byna verbryzeld waren, en die ons eerst des avonds
+te voor ren in eenen deerniswaardigen staat had kunnen inhalen.
+
+Dit vaartuig, het welk veel naar een dryvend kerkhof geleek, vertrok
+den laatsten dag van 't jaar 1775.
+
+
+
+VIER-EN-TWINTIGSTE HOOFTSTUK.
+
+Aanwerving van twee Compagnien Vrywilligers, bestaande
+uit Negers en vrye Mulatten.--Verscheidene zoorten van
+Visschen.--Arrowoukas. Indianen.--De krygsbende van den Colonel
+FOURGEOUD ontfangt bevel, om naar Holland in te schepen.--De
+Ratel-slang.--De blaauwe Dypsas.--De Amphisboena of tweehoofdige
+slang.--Eene fraaije Kapel.--De Colonel ontfangt naderen last.--Het
+krygsyolk trekt weder in de bosschen.--Koophandel in de Volkplanting
+van Surinamen.--Beschryving van eene Cacao-Plantagie.--Heldendaad
+van eenen Neger.--De Ananas.--De Muscaat- en Water-Meloen.
+
+Op nieuwe jaars dag deedt de Colonel SEYBOURG my zyne groete doen, met
+verzoek om myne aanhoudende vriendschap. Ik ging hem oogenblikkelyk
+van de myne verzekeren, en hy verklaarde my een oprecht leedwezen
+te hebben over de kwade bejegeningen, waar aan hy zig ten mynen
+opzigte schuldig had gemaakt. Hy verzekerde my, dat zyn Adjudant
+en spion GIBHART, 'er de voornaame oorzaak van was; vervolgens my
+by de hand vattende, stondt hy my toe, om tans naar Paramaribo te
+gaan, of werwaarts ik goedvond, tot dat ik anderen last ontfangen
+zoude hebben. Deeze behandeling deedt my een innerlyk genoegen,
+en wy dronken al het overschot onzer vyandschap af, niet met wyn,
+maar in rhum met water gemengd. Dien zelfden avond derhalven afscheid
+genomen hebbende, zoo van mynen nieuwen vriend, als van de legerplaats
+aan de Java-Kreek, zakte ik, zeer wel te vreden zynde, de Rivier af,
+om my naar de hoofdstad der Volkplanting te begeven.
+
+Na een gedeelte van den weg slapende te hebben overgebracht, bevond
+ik my des anderen daags morgens te Devil's Harwar, alwaar ik vernam,
+dat die zelfde GIBHART, van wien ik zoo even sprak, kortlings aldaar
+was overleden. Des avonds kwamen wy op de Plantagie Beekslied. Myne
+roeijers arbeidden met veel yver. Om elkander daar toe aan te zetten,
+kliefde de een het water met zyn riem in diervoegen, dat het een
+onderscheiden geluid gaf, en zyne medgezellen volgden hem gezamentlyk
+daar in naar.
+
+Den 3den, kwam ik op het Fort Amsterdam aan, alwaar ik een uitstekend
+middagmaal deed met onderscheidene zoorten van visch, genaamd Passary,
+Prare-Prare, Provost, en Curema. De Passary is meer dan twee voeten
+lang, en weegt zomtyds twintig ponden. Zyn kop is breed en plat. Hy
+heeft twee lange knevels, maar geene schubben, zyn vleesch is aller
+lekkerst. De Prare-Prare is ten naasten by van dezelfde gedaante en
+insgelyks goed. De Provost is breed, heeft dikwils de lengte van vyf
+voeten, en eene geelachtige kleur. Zyn vleesch is minder aangenaam,
+dan dat van de twee voorgaande, maar geeft eene goede oly. De Curema
+is een zoort van harder, zomtyds van twee voeten lengte, hebbende
+twee groote witte zilverachtige oogen, en de benedenste kaak meer
+voor uit staande dan de bovenste. Ter deezer plaatse vangt men ook
+een zoort van zeeslak, waar van Mejuffrouw DE MERIAN melding maakt,
+en welker voorste gedeelte juist gelykt naar dat van een garnaal.
+
+Des avonds van dien dag, ten zes uuren, trad ik in de stad
+Paramaribo binnen. Ik vond aldaar JOANNA en mynen zoon in volmaakte
+gezondheid. Beiden waren zy, van wegen de gevolgen hunner ziekte, drie
+weken lang blind geweest. Myn vriend, de heer DE GRAAF, noodigde my,
+om met haar by hem myn intrek te nemen.
+
+Daags daaraanvolgende at ik met den Colonei FOURGEOUD, die zig zoo
+wel bevondt als ooit. Hy onthaalde my, als naar gewoonte, op gezouten
+kost, [15]en behandelde my zeer vriendelyk. Hy berigtte my, dat 'er
+twee compagnien vrywilligers, uit Mulatten en vrye Negers bestaande,
+wierden aangeworven; dat de Oucas- en Sarameca-Negers de muitelingen
+begunstigden, en in de daad groote schelmen waren; dat men eenigen
+van de laatstgemelden by de Casiwinica-Kreek gedood had; dat hy hunne
+verblyfplaats Fissy-Hollo hoopte te vernielen; dat BONNY en de zynen,
+in weerwil van hunne strooperyen, die niet lang meer duuren konden,
+in de bosschen van honger stierven, en dat hy besloten had, zoo lang
+hy een enkelen soldaat overig had, dien muiteling te vervolgen,
+hem zoo mogelyk gevangen te nemen, of ten minsten met zyne bende
+uit de Volkplanting te verjagen. De Colonel verhaalde my al verder,
+dat zeker Franschman, die den platten grond der vestingwerken,
+enz. voor den Gouverneur van Caijenne afteekende, op het oogenblik,
+dat hy stondt te worden opgehangen, ontsnapt was; dat hy aan den
+Capitain TULLING, wegens het door hem in stilte aangegaan huwelyk,
+vergiffenis geschonken hadt; en dat de Lieutenant Colonel DE BORGNES
+met eene ryke weduwe ging trouwen.
+
+De Bevelhebber was, met een woord gezegd, ten mynen opzigte een
+geheel ander mensch geworden. Zyne manieren waren toen zoo geschikt,
+dat ik niet verlangen konde mynen tyd in beter gezelschap door te
+brengen. Hoe was het mogelyk, dat ik te gelyker tyd de vriend van twee
+Oversten was, die door nyd jegens elkander gedreven wierden. Dit is
+een geheim, het welk ik nimmer heb kunnen ontdekken; misschien, daar
+zy geslagen vyanden waren, wilden zy my beiden winnen. Wat daar ook
+van zy, ik besloot, de stiptste ononzydigheid in acht te nemen. Ik
+gedroeg my ook op dezelfde wyze jegens den Gouverneur, die my den
+tweeden dag na myne aankomst ten eeten verzogt, en, in plaats van my
+op gezouten ossen-vleesch te onthalen, overenkomstig zyne gewoonte,
+eene deftige maaltyd liet aanrechten.
+
+Ik gaf ook een bezoek aan myne verdere vrienden, namelyk aan Mevrouw
+GODEFROY, als mede ten huize van DEMELLY, GORDON, MAC-NEYL; en ik
+bragt ook zeer vrolyk den dag door met de zwarte Mevrouw SAMPSON,
+of ZUBLY, die tans weduwe was.
+
+Ik woonde ook een dans-party van Mulatten by, op welke men echter
+geene slaven zag. De musiek, het licht, de dans, het avond-eeten,
+waren aldaar in de volmaaktste orde geregeld. De grootste pracht stak
+voornamelyk in de kleederen uit. Vrolykheid en betamelykheid hadden
+'er beiden plaats, en wel zoodanig, dat dit gezelschap ten voorbeelde
+strekken kon aan dat van veele inwooners van eene andere kleur,
+die zig verbeelden beschaafder zeden te bezitten.
+
+Den 20sten, een groot aantal Indianen en Negers van beide kunne,
+in de Rivier by het Fort Zelandia hebbende zien zwemmen, wilden de
+jonge DONALD MAC-NEYL en ik van de party zyn. Nimmer zag ik eene
+dergelyke vaardigheid; dan die der Negers, in het water. Zy hielden
+een zoort van gevecht, waar in zy als visschen duikten, en elkander
+met de voeten, maar nooit met de handen, raakten. De Indianen, die
+tot het geslacht der Arrowoukas behoorden, waren ook bekwame zwemmers,
+en scheenen zoo wel in 't water, als op 't land, te kunnen leven.
+
+Ons door dit genomen bad genoegzaam verkoeld hebbende, gingen wy aan
+den oever nederzitten, alwaar ik het genoegen had het maakzel en de
+trekken van eene jonge Indiane te beschouwen, die als een venus-beeld
+uit het water opkwam.--De Arrowoukas zyn zeer verschillende van alle
+de andere Indianen, over welken ik reeds den lezer onderhouden heb;
+hy herinnert zig misschien myne belofte, om van hun in het byzonder te
+spreken, en deeze zal ik tans volbrengen.--Ik merkte op, dat de huid
+van dit jong meisjen, by het uitkomen uit het water, niet meer met
+Roucou geverwd zynde, my veel schooner voorkwam, dan de koper-kleurige
+huid der vrouwen van andere Indiaansche volken. Haare leden waren
+door geene naauwe ringen, of styve catoene banden ontcierd. Haar
+hoofdhair hing niet los; maar was netjes rondom haar hoofd opgebonden,
+en op den kruin door eene breede zilvere plaat vast gemaakt. [16]
+Het eenige kleed, dat zy in het water aanhieldt, bestondt in een klein
+vierkant voorschoot, van koraalen gemaakt, zoo als ik die hier boven
+reeds beschreven heb: zy was derhalven, ten aanzien van de overige
+deelen van haar lichaam, geheel en al naakt. Zy had een aangezicht,
+zoo bevallig, als men zig verbeelden kan. Haare reizige gestalte,
+haare kragt, haare jeugd, haare levendigheid, alle de teekenen van
+eene goede gezondheid, overtuigden my van de waarheid, dat wanneer
+het lichaam zig geheel aan het oog ontdekt, men op de schoonheid van
+het aangezicht weinig acht slaat. Haar gelaat kondigde die beminnelyke
+eenvoudigheid, dien onschuldigen ernst aan, die op geenen oneerbaaren
+aanval zelfs verdacht is, en niet kan nagebootst worden door haar, die
+zig aan den geringsten misstap schuldig kent. Eene geverwde olyfkleur
+is met de schoonheid zeer wel bestaanbaar: deeze is de natuurlykste
+kleur van alle menschelyke schepselen; want het is waarschynlyk,
+dat blank en zwart slechts trapswyze opklimmingen zyn, veroeorzaakt
+door overmaat van warmte en koude. [17] Dit jong meisje, zoo volmaakt
+schoon, scheen zelfs ook volmaakt gelukkig te zyn. Men vindt, zegt
+RAYNAL, in den staat der zuivere natuur het geluk meenigvuldiger,
+dan in den staat der volmaaktste beschaafdheid. Het is zeker, dat
+eene Europeesche vrouw tot aan de toppen der vingers zoude bloozen,
+op het enkele denkbeeld van naakt in het openbaar te verschynen; maar
+opvoeding en vooroeordeel doen alles, vermits het een ontwyffelbaare
+regel is, dat, wanneer men inwendig zig niets te verwyten heeft,
+men voorzeker van geene schaamte weten kan.
+
+Ik herinner my te Bergen op Zoom eenen jongen Indiaan uit den omtrek
+van de Volkplanting de Berbices, genaamd WILKY, gezien te hebben. De
+Generaal DESALVE, die hem had medegebragt, liet hem kleeden, en gaf
+hem een zeker zoort van opvoeding. Deeze Indiaan had onder anderen
+het koken en kleeder-maken geleerd, willende zig zelven, zoo hy zeide,
+tevens van alle noodwendigheden voorzien. Na verloop van eenigen tyd,
+betuigde hy zyn verlangen, om naar de Volkplanting te rug te keeren;
+en hy had slechts even den Americaanschen grond betreden, of hy wierp
+zyne kleederen weg, begaf zig naakt in het diepste der bosschen,
+alwaar hy, even gelyk de Hottentot, van wien ROUSSEAU spreekt in
+de aanteekening N. 13. op zyne verhandeling over den oorsprong
+en grondslag der ongelykheid onder de menschen, zyne dagen sleet,
+zoo als hy die begonnen had, in het midden zyner landgenooten en
+vrienden.--Maar laaten wy tot dit meisjen te rug keeren. Zy had
+eene levendige Papegaay, die zy zelve met een rond gemaakte pyl
+geschoten had, en die ik van haar voor een mes met een dubbeld lemmer
+verruilde. De Arrowoukas zyn in dit zoort van jagt zoo knaphandig,
+dat zy meenigmalen een Macaw in zyne volle vlucht, en dikwils zelfs
+een duif, raken.
+
+Ik kan van dit onderwerp niet afstappen, zonder eenige aanmerkingen te
+maken omtrent het zedelyk character van dit volk, het welk niet alleen
+met de meeste andere Indiaansche volken in vrede leeft, maar vooral
+in goede vriendschap staat met de Europeanen, wier achting het bezit.
+
+Ik zal slechts een geval verhalen, tot een bewys van de dankbaarheid,
+waar door deeze Indianen zig onderscheiden. Voor eenige jaaren
+kwamen twee van hun, man en vrouw, te Paramaribo. Deeze vrouw in
+haare zwangerheid verre gevorderd zynde, gelastte de heer VAN DER
+MEY aan zyne dienstboden, om hen beiden aan zyn huis te brengen, en
+hun eene afzonderlyke kamer, en alles wat zy noodig hadden, te geven;
+vervolgens wenschte hy hun goeden avond. De Indiaansche vrouw beviel
+dien zelfden nacht; en des anderen daags morgens, toen de dienstboden
+kwamen, om hun den dienst van hunnen meester op nieuw aan te bieden,
+vonden zy noch den man, noch de vrouw. Deeze waren voor het aankomen
+van den dag vertrokken, om met hun kind gerustelyk naar het bosch
+te rug te keeren. [18] Men maakte toen verscheiden gissingen omtrent
+die zoo hoog geroemde oprechtheid der Arrowoukas; maar na verloop van
+agttien maanden, kwam deeze zelfde Indiaan den heer VAN DER MEY weder
+opzoeken, met zig brengende een schoon jongman, tot het geslacht der
+Accawaus behoorende, dien hy in een gevecht gevangen genomen had. [19]
+Hy boodt hem zynen weldoener aan, zeggende alleenlyk: Die is voor u;
+en, zonder naar antwoord te wagten, liep hy weg. Men boodt den heer VAN
+DER MEY meer dan twee honderd ponden sterling voor dien slaaf, maar hy
+weigerde zulks, en behandelde hem, even als of hy een vry persoon was.
+
+De opvoeding, welke de Indianen in hunne kindsheid ontsangen, is
+zoo overeenkomstig de wetten der eenvoudige natuur, dat zeldzaam hun
+gemoed bedorven, noch hun lichaam misvormd is. Te groote zorgvuldigheid
+in beiderleije opzigten, is zoo wel schadelyk, als eene volstrekte
+achteloosheid. Dit is het gevoelen van den verstandigen Dr. BANCROFT,
+die niet noodig had zulks met een plaats uit QUINTILIAAN te bewyzen.
+
+Schoon de Arrowoukas in eene volmaakte eensgezindheid met de
+Europeanen, en de meesten van hunne nabuuren, leven, trekken zy
+echter ten stryde uit, wanneer men hen getergd heeft. Hunne wapenen
+zyn boog, pylen, en een knods, dien zy abowtow [20] noemen; maar zy
+eeten hunne gevangenen niet, zoo als de Caraiben doen, die zelfs
+de Negers opaeten, welken zy in eenen opstand doodden, die in de
+Volkplanting de Berbices voorviel. Ofschoon zy veel verder van de
+zee af woonen, dan de Warrows, hebben zy kano's, zomtyds van veertig
+voeten lang, waar mede zy de Rivieren afzakken. De Indianen van dit
+geslacht zyn groote kruidkenners. Voor uitwendige kwalen, maaken
+zy gebruik van enkelvoudige middelen, waar van de bosschen van het
+vaste Land van America overvloeien.--Maar laten wy het verhaal van
+onze krygsverrigting vervolgen.
+
+Den 25sten, wierd ik door de koorts aangetast, en men deedt my
+eene aderlating op den voet; maar het lancet te diep gestoken zynde,
+geraakte ik verminkt. Omtrent dien zelfden tyd kwam de Colonel SEYBOURG
+uit de legerplaats aan de Java-Kreek zeer ziek te rug.
+
+De Colonel FOURGEOUD was toen op het punt, om zyne krygsverrigtingen
+te hervatten. Hy had reeds eenige manschappen naar de Savane der
+Joden afgezonden, om beter onderricht te worden van het geen 'er van
+dien kant omging. In dien staat der zaken ontfing hy beveelen uit
+den Hage, om dien tocht oogenblikkelyk te staken, en zig, met alle
+zyne manschappen, onverwyld naar Holland in te schepen.
+
+Ingevolge van deeze beveelen, wierden de transport-schepen den 27sten
+gereedgemaakt, de Officiers en soldaten ontfingen hunne agterstallige
+soldye, waar over zy zeer verheugd waren. Ieder een was te Paramaribo
+'er over te vreden, uitgenomen eenige inwooners, en ik zelf.
+
+Den 14den February, onaangezien het ongemak aan myn voet, de koorts,
+een zweer, en de scheurbuik, ging ik, op krukken loopende, met duizend
+guldens in myn zak, die somme verdeelen tusschen den Colonel FOURGEOUD
+en Mevrouw GODEFROY, tot betaling van de schulden, welken ik door
+het vry koopen van mynen Neger QUACO, en myne JOANNA, gemaakt had;
+vervolgens keerde ik naar myne wooning te rug, geen enkelen schelling
+in myn zak overgehouden hebbende. De 500 guldens, welken ik aan
+Mevrouw GODEFROY ter hand stelde, waren eene geringe afkorting op
+de 1800 guldens, die ik haar schuldig was, en met dit al had zy de
+edelmoedigheid, om my op nieuw aan te zetten, ten einde JOANNA en
+mynen zoon naar Holland mede te nemen. Doch JOANNA weigerde zulks
+moediglyk, en verklaarde, "Dat, alle andere bedenkingen daar gelaten,
+zy nimmer zoude toestemmen, om de belangen van haare weldoenster
+aan die van haaren weldoener op te offeren; dat haar eigen geluk,
+en zelfs het myne, het welk zy boven het leven waardeerde, als
+dan in bitterheid voor haar verkeeren zoude, zoo lang de schuld
+van haare vrykooping niet geheel en al gekweten zoude zyn, het zy
+door my zelven, het zy uit de vruchten van haaren eigen arbeid, zoo
+als zy hoopte dit t'eeniger tyd ter uitvoer te brengen":--Zy voegde
+'er by: "dat onze scheiding niet dan kortstondig zyn zoude, en dat
+het grootste bewys, het welk ik haar van myne achting geven konde,
+bestond in het kloekmoedig dragen van deeze kleine tegenkanting der
+fortuin, zonder in haare tegenwoordigheid zelfs een enkelen zucht
+daar over te laten". Zy liet deeze laatste woorden met een glimlach
+gepaard gaan: daar op omhelsde zy haaren zoon, en verliet my dadelyk,
+om onbedwongen haare tranen te storten. Op dit zelfde oogenblik
+wierd ik geroepen by den heer DELAMARE, die op sterven lag; en myne
+smart was toen onuitsprekelyk. Ik moest echter besluiten, om eene
+afwezigheid van een of twee jaaren door te staan. Des namiddags, om
+myn leed een oogenbjik te verzetten, ging ik het kabinet van Indische
+zeldzaamheden van den heer ROUX bezichtigen. Het oog toevallig op een
+ratelslang hebbende laten vallen, zal ik, alvorens de Volkplanting
+van Surinamen te verlaten, dit gevaarlyk kruipend gedierte beschryven.
+
+De Ratelslang heeft in Surinamen zomtyds de lengte van agt of negen
+voeten. In 't midden is hy zeer dik, en naar den hals en de staart
+word hy dunner. Zyn breede kop is plat, en leelyk mismaakt. Men ziet
+in hem twee wyd open gespalkte neusgaten by den bek; en, even als de
+Kayman, een groote kam of bult boven de oogen, zoo zwart als git,
+en zeer schitterende. Aan het einde van zyne staart zyn verscheide
+schubben van een zoort van dun hoorn, zeer droog, en aan elkander
+zaamgehecht, welken het dier beweegt, wanneer hy getergd word, en die
+een geluid geven, gelykende naar dat van een ratel, waar van hy den
+naam draagt. Men zegt, dat het getal zyner schubben in evenredigheid
+jaarlyks vermeerdert, en dat men door dit middel zynen ouderdom zeer
+juist bepaalen kan. Deeze slang is geheel overdekt met andere schubben,
+die aan den ruggestreng over eind staan. Hy heeft eene doffe orange
+kleur, gemengd uit een donkerbruin, en zwarte vlakken, die op zyn
+kop ook zeer zichtbaar zyn: zyn buik heeft eene aschgrauwe kleur met
+schuinsloopende schubben, zoo als de meeste andere slangen. Wanneer
+dit dier zynen buit bespiedt, draait hy zig rond in elkander,
+als een kluw touw, en zyne staart een weinig bewegende, doet hy
+die vervolgens ratelen, en spreidt zig in eenen sprong uit ter
+lengte van zyn geheele lichaam; daar op verbergt hy zig andermaal,
+om zig op nieuw uit te spreiden. Het vergift van deezen slang word,
+ten minsten in geheel America, voor doodelyk, of voor zeer gevaarlyk
+gehouden. Wat betreft zyne eigenschap om de oogen te verblinden, de
+muizen, de eekhorentjes, de vogelen, in zynen muil te laten vallen, ik
+houde zulks voor verdichtsels. Al die voorgewende tooverkragt bestaat
+alleenlyk daar in, dat deeze arme dieren, wanneer zy zig door eenig
+dreigend gevaar overvallen zien, door zulk een schrik en beving worden
+aangetast, dat zy 'er het gebruik van hunne ledematen door verliezen,
+en onbeweeglyk op hunne plaats blyven, of, zig trachtende te redden,
+in de macht van hunnen vyand vallen.
+
+Ik zag ook in dit kabinet de blaauwe Surinaamsche Dipsas, die byna
+eene blaauwe kleur op den rug heeft, in de zyden zeer helder, en
+aan den buik witachtig. Ik heb niet hooren zeggen, dat de beet van
+dit dier doodelyk is, maar dezelve veroeorzaakt een onmatigen dorst,
+waar van hy zyn naam ontleent, want het woord dipsa beteekent in
+het Grieksch dorst. Ik merkte ook nog een anderen slang op, omtrent
+drie voeten lang, bedekt met ringen van onderscheidene kleuren,
+dien men Amphisboena noemt, om dat men veronderstelt, dat hy twee
+hoofden heeft; maar de waare reden is, om dat, uit hoofde van zyne
+langwerpig ronde gedaante, zyn kop en staart zoodanig naar elkander
+gelyken, dat het zeer wel is toe te geven, wanneer men 'er in mistast;
+zyne oogen zyn voorts byna onbemerkbaar. Het is die zelfde slang,
+aan welke de door my beschrevene groote mieren voedzel verschaffen,
+zoo het gemeene volk zegt, wanneer hy blind is, waarom men hem in
+dit Land met den naam van koning der mieren vereert. [21]
+
+Onder de talryke verzameling van fraaije kapellen van den zelfden heer
+ROUX, merkte ik 'er voornamelyk een op van eene middelmatige grootte,
+welker vier vleugelen, zoo van boven als beneden, met zwarte streepen
+en een schitterend groen verciert zyn. De ontzachelyke hoogte, tot
+welke zig dit insect verheft, en de vlugheid, waar mede hy vliegt,
+maken hem zeer zeldzaam. Zyn enklauw, van eene zee-groene kleur,
+is van harde punten, vry veel naar pluimen gelykende, voorzien.
+
+Ik zeide straks, dat wy bevel ontfangen hadden, om de Volkplanting te
+verlaten, en dat al het volk daar over verheugd was, uitgezonderd ik;
+maar onze Overste ontfing, den 15den, brieven uit Holland, waar by
+onze te rugkomst voor zes maanden wierd uitgesteld. Myne medemakkers
+waren over dit uitstel ter nedergeslagen, en my deedt het herleven. Ik
+besloot om myne geheele soldye uit te zuinigen, tot dat ik de somme by
+elkander zoude hebben, die 'er noodig was, om volkomen eigenaar van
+JOANNA te wezen: maar het deedt my zeer leed, dat wy andere tydingen
+uit Europa ontfingen, medebrengende, dat zyne Britannische Majesteit de
+Schotsche brigade had uitgenoodigd, om zig naar Engeland te begeven,
+en het speet my ongemeen, dat ik daar toe niet meer behoorde. [22]
+Men boodt my byna te gelyker tyd eene Compagnie aan onder den Generaal
+WASHINGTON, welke ik zonder bedenken weigerde.
+
+Den 18den February, wierden onze soldaten, moedeloos zynde, weder
+naar Maagdenberg gezonden; een groot gedeelte bleef steeds aan de
+Java-kreek. Onze Officiers waren toen zoodanig te onvreden, dat
+een van hun, FISHER genaamd, twee maalen, daags na elkander, een
+tweegevecht hieldt, en aan zyne beide tegenpartyen, zynde Officiers
+van 's Compagnies krygsvolk, gevaarlyke wonden toebragt.
+
+Dewyl ik nog niet hersteld was, bleef ik eenigen tyd langer te
+Paramaribo. Ik zag aldaar ten huize van den heer REYNSDORP, eene
+Portugeesche Jodin, die haare kinderen in den Christelyken Godsdienst
+opvoede; terwyl van eenen anderen kant, de Opzichteresse van zeker
+Godshuis dagelyks ongelukkige slaven liet geesselen, om dat zy, zoo
+ze zeide, Heidenen waren. Zy veroeordeelde onder anderen eene arme
+Negerin tot vier honderd geessel-slagen, welken deeze, zonder eenige
+klagten te uiten, ontfing.
+
+Maar laten wy van dit onaeangenaam onderwerp afstappen; en liever,
+dewyl zig daar toe thans eene geschikte gelegenheid opdoet, den lezer
+een korten staat opgeven van den koophandel en innerlyke waarde deezer
+Volkplanting, alwaar zoo veel bloed op de wreedaartigste wyze geplengd
+word, en die nog veel ryker zoude zyn, indien zy het voorbeeld niet
+volgde van de vrouw, in de Fabel van de hen, die gewoon was gouden
+eieren te leggen.
+
+Men telt te Surinamen zes of agt honderd Plantagien, die suiker,
+koffy, cacao en catoen voortbrengen. 'Er zyn daarenboven eenige
+indigo Plantagien. Men heeft ook werven gemaakt tot het hakken van
+timmerhout, enz. Op de onderslaande tafel kan men den staat en de
+waarde zien van de vier eerstgemelde zoorten van koopmanschappen,
+die geduurende vier jaaren van de Plantagien zyn afgeleverd.
+
+
+Jaaren. Vaten Ponden Ponden Ponden
+ Suiker. Koffy. Cacao. Catoen.
+1771 19,494 11,135,132 416,821 203,945
+1772 19,260 12,267,134 354,935 90,035
+1773 15,741 15,427,298 332,229 135,047
+1774 15,111 11,016,518 506,610 105,126
+Somma 69,606 49,846,082 1,610,595 534,153
+
+
+69,606 vaten Suiker, tegen fl 60:-:- het
+vat, maken fl 4,176,360:--:--
+
+49,846,082 Ponden Koffy, tegen agt en
+een halve stuiver het pond, maken fl 21,184,584:17:--
+
+1,610,595 ponden Cacao, tegen zes en
+een halve stuiver het pond, maken fl 523,443: 7: 8
+
+534,153 ponden Catoen, tegen agt
+stuivers het pond, maken fl 213,661: 4:--
+
+ ------------------
+Makende te zamen fl 26,098,049: 8: 8
+ ==================
+
+Dit maakt voor elk jaar juist fl 6,524,512: 7: 2
+
+
+Maar deeze alzoo in 't ruwe opgegevene
+berekening betrof de Stad Amsterdam
+alleen.
+
+Indien men daar by voegt, het geen
+bovendien naar Rotterdam en Zeeland
+word uitgevoerd, behalven het geen
+binnen 's Lands gesleten word,
+het beloop van de ladingen rhum,
+suiker-syroop, timmerhout en indigo,
+zal men nog eens, of ten naasten by
+dezelfde somme hebben; dus fl 6,524,512: 7: 2
+ ------------------
+Te zamen fl 13,049,024:14: 4
+ ==================
+
+
+Het welk, wanneer men het slechts stelt op fl 11,000,000:--:-- jaarlyks
+een millioen ponden sterling bedraagt.
+
+Ik zal nu verder aanwyzen, hoe deeze somme tusschen de Hollandsche
+Republiek, en deeze Volkplanting verdeeld word.
+
+
+De Stad Amsterdam levert omtrent 50
+schepen van vier honderd vaten, door
+elkander gerekend, die voor de vracht
+wegens den invoer van verschillende
+koopmanschappen,
+ontfangen de somme
+van fl 6,000:--:--
+en wegens den uitvoer
+van producten uit de
+Volkplanting fl 32,000:--:--
+ --------------
+Maakende voor elk schip
+een vracht van fl 38,000:--:--
+
+het welk, door 50 vermeenigvuldigd
+zynde, uitmaakt. fl 1,900,000:--:--
+
+Ik reken bovendien dertig schepen van
+verschillenden last, voor Rotterdam
+en Zeeland, het welk maakt fl 1,200,000:--:--
+
+En voor de brikken, met ballast
+geladen, voor passagiers, enz.
+dienende fl 80,000:--:--
+
+Elk schip van de Kust van Guinee,
+het welk jaarlyks 250 of 300 Negers
+aanbrengt, gerekend op fl 120,000:--:--
+maakt, als men dit brengt op het
+getal van zes schepen [23] fl 740,000:--:--
+
+By deeze berekening zal ik voegen de
+waaren en koopmanschappen, die uit
+Holland worden ingevoerd, als wyn,
+sterke dranken, bier, gezouten ossen-
+en varkensvleesch, meel, zyde, catoen,
+en linnens; kleederen, hoeden,
+schoenen; kostbaarheden van goud,
+zilver en staal; metselaars- en
+timmermans gereedschappen, enz.
+enz. tegen de waarde van omtrent
+50 ten honderd aan winst, na aftrek
+van de kosten op de correspondentie,
+de verzekeringen, de ladingen, de
+imposten, de pakhuis-huuren, haven-
+en kaai-gelden, het inpakken, welke
+laatstgemelde artikelen daarenboven
+tien ten honderd aan de inwooners
+kosten; al het welk, door elkander
+gerekend, bedraagt fl 1,100,000:--:--
+ -----------------
+Makende reeds te zamen de somma van fl 5,000,000:--:--
+
+Hier by gerekend de interessen van 6 ten
+honderd van vyf millioenen sterling, die
+de Volkplanting schuldig is, en het geen
+de renteniers in Holland, alwaar zy
+schulden heeft, en ook de geenen, die
+hun fortuin gemaakt hebben, hun geld
+gaan verteeren, aan haar kosten beloopt
+zulks ten minsten fl 1,000,000:--:--
+ -----------------
+Dit alles, by elkander getrokken, maakt
+jaarlyks ten minsten de somma van fl 6,000,000:--:--
+
+
+Het zelve blyft zuiver ten voordeele van
+de Republiek, en wel voornamelyk voor
+Amsterdam, Rotterdam, en Zeeland, zoo dat
+de inwooners van Surinamen, voor hun
+aandeel, van den bovengemelden schat
+alleenlyk genieten fl 5,000,000:--:--
+ -----------------
+Makende te zamen de reeds op
+gegevene millioen sterling, of fl 11,000,000:--:--
+
+
+Ik zal, in de derde plaats, doen zien, hoe de binnenlandsche onkosten
+der Societeit van Surinamen, door het geen deeze ladingen opbrengen,
+gekweten worden; en deeze zyn niet gering.
+
+Reeds gezegd hebbende, toen ik van het Regeerings-bestuur deezer
+Volkplandng sprak, dat de Ontfangers van 's Lands penningen vyf in
+getal zyn, zal ik thans aantoonen, wat elk hunner tot kwyting deezer
+onkosten opgaart en ontfangt.
+
+De eerste van deeze Ontfangers is gesteld over de in- en uitgaande
+rechten.
+
+
+Aan hem word betaald:
+
+Van elk Hollandsch schip. fl 3:--:-- het
+vat; van de Americaansche fl 6:--:--. Dit maakt
+ fl 90,000:--:--
+
+Door de Americaanen voor alle in- en
+uitgevoerd wordende goederen, 5 ten
+honderd. fl 60,000:--:--
+
+De Suiker betaalt fl 1:--:-- de
+duizend ponden, of het oxhoofd. in 1771
+ bedroeg dit
+De Koffy, 15 stuivers, de honderd fl 260,000:--:--
+ponden gewicht.
+
+De Cacao fl 1:15:-- de hondert
+ponden gewicht.
+
+Het Catoen
+ -----------------
+
+Dus ontfangt hy jaarlyks de somma van fl 410,000:--:--
+
+De tweede is de Ontfanger der groote
+n kleine imposten.
+
+Men betaalt hem:
+
+voor een vat Bier fl 3:--:--
+voor een vat rooden
+Wyn fl 12:--:--
+voor een pyp Madera
+Wyn fl 23:10:--
+voor een mingelen
+Wyn in flessen fl -: 1:--
+voor de belasting op
+de aangeplakte
+billietten fl 600:--:--
+voor de belasting op
+de koopwaaren, in 't
+klein fl 300:--:--
+ -----------
+
+Al het welk jaarlyks ten minsten beloopt fl 100,000:--:--
+
+De derde Ontfanger is die van het
+hoofdgeld.
+
+Hy ontfangt van alle de inwooners,
+blanken en zwarten, zonder onderscheid,
+en van ieder hoofd, het zy man of
+vrouw, fl 2:10:--; voor elken jongen
+of meisjen, beneden de 12 jaren
+fl 1: 5:-- Dit bedraagt jaarlyks fl 150,000:--:--
+
+De vierde is de Ontfanger der rechten
+op den verkoop van koopmanschappen en
+slaven. Men betaalt hem: By verkoop
+van goederen, in geene rent-gevende
+bestaande, de Plantagien daar onder
+gerekend, 5 ten honderd; en by verkoop
+van Neger-slaven, die nieuwlings worden
+ingevoerd, twee en een half ten honderd.
+Dit bedraagt jaarlyks fl 130,000:--:--
+
+De laatste ambtenaar eindelyk ontfangt
+de belasting wegens de kosten op het
+vervolgen der weggeloopen Neger-slaven,
+welke ingevoerd is, om dat de andere
+belastingen onvoldoende waren.
+
+De sommen, die hy inzamelt, bedragen
+jaarlyks: wegens de verhooging van een
+gulden, voor hoofdgeld over de blanken
+en zwarten fl 80,000:--:--
+
+als mede vier ten honderd van alle
+jaarlyksche Beneficien, bedragende
+jaarlyks fl 400,000:--:--
+ -----------------
+Makende te zamen
+ fl 480,000:--:--
+
+Men betaalt bovendien jaarlyks, voor
+het onderhoud der wyken; namelyk van
+elk huis, volgens deszelfs uitgestrektheid.
+
+van een koets fl 20:--:--
+van een chais fl 10:--:--
+van een rypaard fl 10:--:--
+
+Het welk de bovengemelde belastingen
+vermeerdert met de somme van fl 12,000:--:--
+ -----------------
+Alle welke sommen, by elkander getrokken,
+niet minder opbrengen dan fl 1,282,000:--:--
+
+
+Na duidelyk te hebben aangetoond, zoo met behulp van het Tafereel
+der Surinaamsche Volkplanting van Dr. FERMIN, als volgens myne
+eigene kundigheden, dat de innerlyke waarde deezer bezitting meer
+dan een millioen ponden sterling aan inkomsten bedraagt, die door
+een verstandig bestuur nog merkelyk zouden kunnen vermeerderen; na al
+mede betoogd te hebben, dat het grootste gedeelte deezer inkomsten ten
+voordeele der Republiek koomt, terwyl de Colonisten met belastingen
+bezwaard zyn, die hen noodzaken tot vreemde middelen hunnen toevlucht
+te nemen, en misschien eerlyke lieden in schurken doen verkeeren;
+zal ik thans, by wege van een vervolg, een korten staat opgeven van
+den koophandel der Noord-Americaanen met deeze Volkplanting.--Zy
+komen aldaar uit Virginie, Rhode-Island, Nieuw-York, Boston, Jamaica,
+Grenada, Antigoa, het Eiland Barbados, enz. in kleine brikken, sloepen,
+enz. Zy brengen meel aan, ossen- en varkens-vleesch, haring, zout,
+makreel, bladen tabak voor de Negers, denne planken, rhum, sterke
+dranken, suiker-brooden, [24] spermaceti-kaarssen, uijen enz. Elk
+schip is daarenboven verpligt een paard aan te brengen: de eigenaar
+van 't schip ontheft zig daar van dikwils door een list: hy vertoont
+den kop van zoodanig dier, en verzekert, dat hy het aan boord genomen
+heeft, maar dat het op de reize gestorven is. Tegen deze koopwaaren
+voeren de Americanen al de Surinaamsche suiker-syroop (melasse) uit,
+waar van zy rhum by hun maken, en dikwils laden zy hunne schepen
+geheel en al met koopmanschappen en andere voortbrengsels van deeze
+Volkplanting, schoon zy het niet dan ter sluik doen mogen: maar kooper
+en verkooper vinden 'er hun voordeel by; de een koopt goed koop, en
+de ander ontfangt gereed geld. Van de Eilanden onder den wind voeren
+zy quarteron- en mulatten-slaven van beiderlei kunne aan, die over
+'t algemeen jong en fraay zynde, voor zeer hoogen prys verkogt worden,
+hoe zy ook anderzints gesteld mogen zyn.
+
+Alle de onderrichtingen, door my omtrent den koophandel en
+wezentlyken rykdom deezer schoone Volkplanting opgegeven, zyn naar
+de naauwkeurigste berigten gevolgd. Het zy my geoeorloofd van dit
+onderwerp thans af te stappen, en myn verhaal te vervolgen.
+
+Den 21sten February, nam de heer REYNSDORP, schoonzoon van Mevrouw
+GODEFROY, my in zyn zeil-jacht mede; en om my van lucht te doen
+veranderen, bragt hy my op eene zyner Koffy-plantagien, genaamd Nut
+en Schadelyk. Ik zag aldaar een blanken, die door de steek van een
+Vampire, of Guiaansch spook, in eenen nacht zyn gezicht verloor. Des
+anderen daags voeren wy de Commewyne op, en gingen naar Alkmaar,
+eene aangenaame Cacao-Plantagie, die aan dezelfde Mevrouw GODEFROY
+in eigendom toebehoorde. Hier wierden de slaven door haare meesteres
+behandeld, als haare eigene kinderen, en zy beschouwden allen haar
+als hunne moeder. Men hoorde aldaar geen geraas van yzeren ketenen,
+geene zuchtingen; men zag aldaar geen blyk van gestrengheid. Alles was
+eendracht en vergenoegen. Ik heb reeds bevoorens [25] eene afbeelding
+gegeven van het voortreffelyk huis en deszelfs toebehooren, op deeze
+fraaie Plantagie, alwaar onophoudelyk genoegen heerscht, alwaar men
+de edelste gastvryheid uitoeffent. De tuinen, de velden, de hutten
+zelfs der Negers, duiden aldaar overvloed en vrede aan.
+
+De Cacao-boomen worden voortgeplant van jong plantsoen, het welk
+men tot dit einde aankweekt. Men plant dezelven doorgaans op eenen
+afstand van tien of twaalf voeten van elkander, en zy groeien
+op tot de hoogte van onze Engelsche Kersseboomen. Maar deeze
+Plantagien moeten wel beschut zyn, zoo voor zwaare winden, als voor
+de brandende straalen der zon, wanneer de boomen jong zyn, want dan
+zyn derzelver wortels niet diep genoeg in den grond ingedoken, om
+dezelven staande te houden, en zy zouden geene groote hitte kunnen
+doorstaan. Dienvolgende plant men 'er heester-gewassen (b. v. maniok)
+en Plantain-boomen tusschen, die tevens het onkruid tegengaan, het
+welk in de luchtstreken onder den zonne-keerkring zoo overvloedig
+voortteelt. Door middel van deeze voorzorgen, dragen de Cacao-boomen
+vruchten, eer zy drie jaaren oud zyn: als dan brengen zy jaarlyks
+twee oogsten voort; maar zy moeten echter twaalf of veertien jaaren
+oud zyn, eer zy hunnen volkomen wasdom bereikt hebben. Het blad van
+den Cacao-boom heeft meer dan agt duimen in de lengte, en byna drie
+in de breedte: het zelve is langwerpig, taay, en van een schitterend
+groene kleur. De gedaante der vrucht is byna dezelfde, maar echter een
+weinig breeder. Wanneer die vrucht jong is, heeft zy het voorkomen van
+een komkommer; maar wanneer zy ryp is, word ze geel als een limoen,
+en scheidt zig dan af in ribben, even als een meloen. Het zaad of
+de pitten zitten langwerpig in de vrucht of bast; ryp zynde hebben
+zy de dikte van olyven, en een purper kleur. Elke boom word gerekend
+by den oogst van dertig tot drie honderd vruchten te geven, die elk
+omtrent dertig pitten bevatten, een pond wegende; en langs dien weg
+kan men den jaarlykschen opbreng berekenen. Weinige dagen na dat de
+oogst geschied is, haalt men de pitten uit de schil; men laat ze in
+de schaduw droogen, en in dien tyd raaken zy een zoort van vochtige
+zelfstandigheid kwyt, het geen men noemt dezelve te laten uitzweeten;
+men pakt ze vervolgens in vaatjes om vervoerd te worden, en 'er die
+aangenaame koek van te maken, welke wy Chocolade noemen.
+
+Men zegt, dat de Cacao-boomen oorspronglyk in Guiana groeien, en
+natuurlyk in groote meenigte by de Rivier der Amazonen gevonden
+worden. Wat daar ook van zy, de zoon van den Gouverneur CHATILLON
+plantte den eersten boom in 't jaar 1684 in Surinamen; en de eerste
+oogst, die naar Holland werd uitgevoerd, geschiede in 't jaar 1733. Een
+der groote voordeelen van het aankweeken der Cacao-boomen bestaat
+hier in, dat daar toe minder slaaven, dan tot alle andere zoorten van
+Plantagien noodig zyn. Men kan naargaan, hoe aanmerkelyk de voordeelen
+zyn, uit den opbreng van het jaar 1774, wanneer men, alleen voor
+de Stad Amsterdam, 506,610 ponden Cacao-pitten uitvoerde; het welk
+202,614 Hollandsche Guldens, of 18.419 ponden sterling opbragt. De
+prys verschilde van 4 tot 9 stuivers het pond. De middel bereekening
+is van zes- en een halve stuiver. De beste Plantagien, en die van
+Alkmaar behoort daar onder, brengt jaarlyks meer dan 80,000 ponden op.
+
+Den 27sten keerden wy naar de Stad te rug, alwaar men, des avonds
+te voren, een soldaat ter zaake van muiterye had doodgeschoten, en
+des anderen daags geraakte op de rheede een schip in brand. Byna
+ter zelfder tyd, vertrok de Neger QUACY, die de Propheet, en, om
+zoo te zeggen, de Koning zyner landgenooten was, naar Holland,
+om zyne opwagting te maken by den Prins van Orange, aan wien
+de Colonel FOURGEOUD hem aanbeval. Deeze Neger moest de roem van
+deezen Bevelhebber vermelden, en zig beklagen over den Gouverneur,
+die aan onzen Colonel geen eerbied genoeg betoonde. Ter gelegenheid,
+dat wy toen het tydstip der Zittingen van het Gerechtshof hadden,
+wierd aan een slaaf het been afgezet, om dat hy eenen arbeid,
+die boven zyne kragten was, geweigerd had. Twee anderen wierden
+veroordeeld om opgehangen te worden, om dat zy waren weg geloopen. Het
+heldhaftig gedrag, door een deezer ongelukkigen voor het Hof van
+Justitie gehouden, verdient alhier verhaald te worden.--Hy verzogt
+voor weinige oogenblikken gehoor, het geen hem wierd toegestaan;
+en hy liet zig toen in deezer voegen uit:
+
+"Ik ben in Africa geboren, alwaar ik, mynen Vorst in een gevecht
+verdedigende, ben gevangen genomen, en door myne landgenooten op de
+Kust van Guinee voor slaaf verkocht.--Een van uwlieden, die thans
+myn Rechter is, kocht my; en ik ben door zynen Opzichter zoo deerlyk
+mishandeld, dat ik weg liep, en my by de muitelingen voegde.--Ik zag
+my gedwongen, om hun Opperhoofd BONNY te dienen, wiens dwinglandye
+nog ondraaglyker was, dan die der Europeanen. Een weerzin in zulk
+eene handelwyze hebbende, besloot ik om het menschdom voor altyd te
+ontvlieden, en in de bosschen rustig te leven. Ik heb aldaar twee
+jaaren byna alleen doorgebragt, in de grootste ongerustheid van geest,
+en myn leven latende voortduuren alleenlyk in de hoop, om myn geliefd
+geslacht, het welk misschien, uit hoofde myner afwezigheid, in myn
+eigen Land van honger verging, nog eenmaal weer te zien. Twee ellendige
+jaaren waren dan in deeze gesteldheid verloopen, toen de Jagers my
+ontdekten, my gevangen namen, en my voor deeze Rechtbank bragten,
+aan welke ik thans de geschiedenis van myn deerniswaardig leven open
+legge, en slechts de genade verzoek, om aanstaanden Saturdag, of zoo
+dra het mogelyk zyn zal, het vonnis aan my uit te oeffenen".
+
+Deeze aanspraak wierd met eene ongemeene gematigdheid uitgesproken
+door een der schoonste Negers, dien men misschien immer zag. Zyn
+meester, die (zoo als hy te recht opmerkte,) onder het getal van
+zyne Rechters was, gaf hem dit kort antwoord:--"Schelm! alles wat gy
+ons vertelt, doet niets ter zaake. De pynbank zal u in een oogenblik
+de bekentenis van misdaden afperssen, die zoo verachtelyk zyn, als
+gy zelf, of uwe hatelyke medeplichtigen". De Neger, die alle zyne
+aderen van verontwaardiging voelde opzwellen, beantwoordde hem zulks
+op deeze wyze:--"Massera, de tygers in de bosschen hebben onder deeze
+handen (welken hy toen in de hoogte stak) gebeefd; en gy durft my met
+uwe armhartige werktuigen van foltering bedreigen! Neen! Neen! ik
+veracht de pynigingen, welken gy thans kunt uitvinden, even zeer,
+als den laaghartigen, die ze my aandoet". Op deeze woorden boodt hy
+zig zelf ter pyniging aan, en stond de ysselykste folteringen door,
+zonder een enkel woord uit te brengen; vervolgens weigerde hy zelfs
+te spreken, en eindigde zyn leven met de koord.--Maar laaten wy van
+dit naargeestig onderwerp afstappen.
+
+Den 8sten Maart, hield ik het middagmaal by den Colonel FOURGEOUD,
+om aldaar den verjaardag van den Prins van Oranje te vieren. Dien
+zelfden dag gaf de heer REYNSDORP eene maaltyd aan alle de soldaten. De
+Colonel berigtte my, dat de Jagers, in dit oogenblik, by de Wana-kreek
+alleen gelegerd waren; dat de ongezonde post van Devil's Harwar geheel
+en al verlaten was; dat de twee Compagnien van vrywillige Negers,
+die kortlings waren aangeworven, op den weg, die met de Wanica agter
+Paramaribo gemeenschap heeft, eenige muitelingen gevangen genomen,
+en verscheiden anderen gedood hadden. Ik bevond my toen wel beter,
+schoon ik nog niet geheel en al hersteld was; en die zelfde Overste,
+die my voorheen zoo hard behandeld had, hield thans aan, dat ik my
+in de hoofdstad der Volkplanting nog eenigen tyd langer zoude blyven
+ophouden: hy boodt my zelfs verlof aan, om naar Europa te rug te
+keeren, het geen ik stellig weigerde; eindelyk, tegen het midden der
+maand, was ik zoo gezond, als ik in myn geheele leven geweest was. De
+Colonel FOURGEOUD en ik gaven toen dagelyks bezoeken aan vrouwen,
+in wier gezelschap zig niemand hoflyker gedroeg, dan hy, terwyl ik
+van myn kant mynen afkeer dikwils niet bedwingen konde. Zy keeken
+ons aan op eene manier, die haare bedoeling duidelyk te kennen gaf;
+verscheiden zelfs waren in haare gesprekken gantsch niet omzichtig;
+en zekere Mevrouw N. ging zelfs zoo verre, dat zy my, zonder omwegen,
+verzogt, of ik de plaats van haaren man wilde vervullen.
+
+Den 17den, intusschen, vertoonde zig iets aan myn oog, het geen my meer
+bekoorde. By den heer TEXIER, Colonel van 's Compagnies krygsvolk, uit
+eeten gaande, deed ik vooraf eene wandeling in de oranjeboom-bosschen
+en de tuinen van den Gouverneur. Ik ontdekte aldaar wel dra dwars door
+de takken twee vrouwen van de cierlykste gestalte en de schoonste
+gedaante, die zig gebaad hadden. De eene was eene bekoorlyke en
+jonge Samboe-, de andere eene fraaie Qaurteron-Negerin. De trekken der
+laatstgemelde waren zoo regelmatig, en haare gedaante zoo bevallig, dat
+men byna geloofd zoude hebben, dat zy uit Griekenland geboortig was:
+haare roosenkleurige verwe was gelyk aan die, waar van het boschjen
+glinsterde. [26] Beide wandelden zy, elkander by de hand houdende, en
+praatten al lachende, in de nabyheid van een bed met bloemen, geplant
+aan den oever eener beek van vlietend en helder water, waar in zy zig
+als Syrenen indompelden, toen zy de bladeren van het geboomte hoorden
+ritselen. Ik liet haar het stil genot der onschuldige vermaken van
+het bad, en ik wagte het eetens-uur af, doorwandelende intusschen
+de beplantingen van boomen, die met vruchten beladen waren, en de
+bloem-tuinen, langs wandeldreeven van schoon rivier-zand. Ik zag in
+deeze tuinen meer Europeesche planten, dan ik dagt, dat 'er onder den
+zonne-keerkring waren, als kruis en munt, venkel, salie, rozemaryn,
+heidens wond-kruid, jasmyn, kruidje roer my niet; granaatboomen,
+rozenboomen, vygenboomen, en zelfs eenige wynstokplanten. De vygen
+waren van eene fraaije karmosyn kleur van buiten en van binnen, en
+de rozen van eene bleeke roode kleur. 'Er waren ook op deeze zelfde
+plaats eenige schoone pyn-appelen, en meloenen, waar van ik iets
+zeggen zal, schoon zy vry algemeen bekend zyn. De Koning van alle
+vruchten, ananas, of pyn-appel genaamd, groeit aan het einde van
+een stam, van eene zee-groene kleur, en agt duimen lengte hebbende,
+die zig uit het midden-punt van een fraay heester-gewas van de zelfde
+kleur verheft, welks langwerpige, effene, puntige, en van zeer harde
+stekels voorziene bladeren, op eenen kleinen afstand van den grond,
+in de rondte geschaard zyn. De gedaante der vrucht is ten naasten by
+die van een pynappel; dezelve is geheel en al met vierkante schubben
+bedekt, en van eene fraaije orange of goud kleur. Eene bos met
+bladeren, naar die der plant gelykende, maar echter veel kleiner,
+geeft 'er eene kroon aan, en in den grond gestoken zynde, koomt
+'er, na verloop van agtien maanden, een andere ananas uit voort. De
+uitgelezene smaak, en de lekkere geur van deeze vruchten, zyn zedert
+byna een halve eeuw zoo bekend, dat ik 'er alleenlyk van spreek uit
+hoofde van derzelver overvloed in Guiana. De verschillende zoorten
+van gewoone ananassen groeien aldaar uit de natuur; en op verscheidene
+Plantagien dienen zy aan de geringste dieren tot voedzel.
+
+De Muskaat- en Water-Meloenen wassen ook overvloedig in dit Land. De
+eerste is volstrekt rond, van de grootte van een kleine hoed, met
+ribben, en van een buffels kleur, orange en groen. Derzelver vleesch
+is geel, vast, sappig, zacht, en van een lekkere geur.
+
+De Water-meloen is van eene eironde gedaante. Derzelver schil is zeer
+effen, en gedeeltelyk van eene schitterende groene, gedeeltelyk van
+eene bleeke buffels kleur. Het vleesch van deeze meloen is roodachtig,
+van eene waterachtige en zachte zelfstandigheid, van een zeer zoeten
+smaak, van eene uitmuntende geurigheid, en zeer verkoelende. Deeze
+meloenen zyn een zoort van komkommers, en groeien aan het einde van
+zwaare steelen, met breede bladeren, die den grond bedekken. Het is
+merkwaardig, dat de Water-meloen, welke men, zonder eenige schadelyke
+gevolgen, in alle zoorten van ziekten eeten kan, het best word
+voortgeteeld in een droogen en zandachtigen grond.
+
+Omtrent te deezer tyd zond ik eene fraaije verzameling van Surinaamsche
+Kapellen aan den heer REIGERSMAN in Holland. Deeze insecten zyn
+alhier zeer talryk, en zeer verschillende. Verscheide lieden, die
+hun werk maken om dezelven te vangen, scheppen 'er behagen in. Maar
+het denkbeeld, om een enkel levendig insect op een blad papier vast
+te maken, was voor my te weinig bekoorlyk, om ze zelf te gaan vangen.
+
+Ter zelfder tyd wierden de Capitains VAN GEURICK en FREDERIK, vergezeld
+van den Sergeant FOWLER, naar de Oucas- en Sarameca-Negers afgezonden,
+om van hun eenige hulp tegen de muitelingen te verzoeken; zy beloofden
+dezelve, zoo lang de Colonel FOURGEOUD hun geschenken gaf, maar zy
+leverden ze nooit. Eenige andere Officiers bleven steeds by ons,
+zig bezig houdende met by de vrouwen op Paramaribo hunne opwagting
+te maken. Onder dit getal waren de Majoor MEDLAR, en de Capitain
+HAMEL, die beiden onder het Regiment van den Generaal DE SALVE,
+in de Volkplanting de Berbices, gediend hadden; de eerstgemelde was
+bevorens in Pruissischen dienst geweest. Het was voor ons, die nog zoo
+kortlings naar wilden geleeken, geene kleine verandering van staat,
+in dit oogenblik de straaten van deeze hoofdstad te bewandelen,
+als Fransche Marquisen uitgedoscht zynde.
+
+Met den Gouverneur NEPVEU in goede vriendschap zynde, kreeg ik in de
+gedachten, om hem een onbebouwd stuk land in het bosch te verzoeken,
+en dadelyk stond hy my vier honderd akkers toe. By het doen van dit
+onbedacht verzoek had ik niet berekend, hoe veel geld 'er wel noodig
+was, om het hout 'er te doen uithaalen, slaven te koopen, en in alles,
+wat tot zulk eene onderneming vereischt word, te voorzien; maar wanneer
+ik de moeielykheid in aanmerking nam, om iemand te vinden, die met
+my zoude willen zamen doen, en de noodige gelden daar toe bezat,
+bedankte ik om deeze blyk van des Gouverneurs goedheid aan te nemen.
+
+Den 26sten, bevryde ik eene arme Negerin, die een douzyn porcelein
+theegoed gebroken had, van eenige honderde geesselslagen, door het
+zelve te vergoeden. Dien zelfden dag wierd ook eene andere Negerin
+door een Franschman vermoord, die zulk eene scherpe knaging over zyn
+wanbedryf gevoelde, dat hy zig den hals afsneed; een Opzichter, die
+hem behulpzaam geweest was, hing zig zelven op. Na aan den armen Neger,
+wien men, uit kragte van een vonnis, het been had afgezet, een bezoek
+gegeven te hebben, maakte ik my gereed om naar mynen vierden veldtocht
+te vertrekken. Terwyl ik de toebereidzelen daar toe maakte, zag ik zes
+Neger-slaven by my binnen treden, beladen met geschenken, welken my
+myne vrienden zonden, en bestaande in al het beste, het geen Guiana
+voortbrengt. Ik moest het bevel aan de Commewyne op nieuw op my nemen.
+
+
+
+VYF-EN-TWINTIGSTE HOOFTSTUK.
+
+Grappige manier tot het ontdekken van een dief.--Het
+Brom-vogeltje.--Verschillende zoorten van planten.--Manier van
+visschen in Surinamen.--Onderscheidene zoorten van visschen.--Moed
+van eene jonge Negerin.--De Pimpelmees.--De Americaansche Aloe.--De
+Banille-boom.--Huilende Aapen.--Verwonderlyke slimheid der wilde
+Byen.--De krygsbende van den Colonel FOURGEOUD ontfangt andermaal
+bevel, om naar Europa te rug te keeren.--De Guiaansche Nachtuil.
+
+Den 27sten Maart 1776, nam ik op nieuw afscheid van de Stad Paramaribo,
+van JOANNA, en van mynen zoon.
+
+Des morgens van dien dag, zelfs eer dat ik vertrok, wierd een Planter,
+HALBERG genaamd, door eene groote Iguana hevig gestoken, op het
+oogenblik, dat hy myne medgezellen en my noodigde, om ons nog eenige
+dagen langer op te houden, en by eene maaltyd, welke hy tot viering van
+zynen vyf-en-twintig jaarigen trouwdag gaf, tegenwoordig te zyn. Na
+hem ons leed betuigd te hebben over het ongeval, dat hem ontmoette,
+gingen wy in een overdekt vaartuig; en dien zelfden avond kwamen wy
+op de Plantagie Sporks-gift, aan de Matapica-kreek. Capitain MACNEYL
+ontfing ons aldaar, twee dagen lang, op eene zeer gastvrye manier. Ik
+verstikte aldaar echter byna door eene sterke reuk van groene koffy,
+leggende op den vloer van het kamertje, waar in ik myne hangmat
+geplaatst had.
+
+Den 29sten des avonds, en wel zeer laat, kwamen wy op de Plantagie
+Goud-Myn, alwaar wy eenen jongen Neger en eene jonge Negerin vonden,
+die, dicht by elkander, aan een hoogen balk, met een touw, het welk
+aan de duimen van elk hunner was vast gemaakt, waren opgehangen. Dit
+touw was agter om hun rug gebonden, hunne schouders werden 'er
+byna door ontwricht, en het veroeorzaakte hun de verschrikkelykste
+folteringen. Ik sneed het oogenblikkelyk af, zonder verlof of omwegen:
+ik zwoer daarenboven, dat ik den schelm van een Opzigter, die zulk
+eene nieuw uitgedachte en afgryselyke strafoeffening had aangedaan,
+vernielen zoude, ten minsten, dat hy my zoude moeten beloven aan deeze
+twee ongelukkigen kwytschelding te verleenen; het geen hy, by geluk,
+aanstonds en in myne tegenwoordigheid deedt.
+
+Den 30sten, even voor dat wy aan de Hoop ontscheepten, vernam ik,
+dat myne Suiker, en het grootste gedeele van myn Rhum weg waren, maar
+ik ontdekte den dief door eene aartige list, waar van ik echter niet
+beweere de uitvinder te zyn. Ik zeide aan zes Negers, die met roeijen
+bezig waren, dat in zes minuten op den neus van hem, die de schuldigste
+was, een veder van een Papegaay zoude groeijen: tevens sprak ik eenige
+woorden uit, die geen zin hadden, en zwaaide twee of drie malen met
+myn sabel, waar na ik my in de hut opsloot. Ik keek aldaar door het
+sleutelgat, en hield een naauwkeurig oog op de roeijers, zonder dat
+zy 'er iets van bemerkten. Spoedig zag ik, dat een van hun, by elken
+slag met de roeyriem, de hand opligte, en aan zyn neus voelde. Ik
+kwam dadelyk weder te voorschyn, en regelrecht naar hem loopende,
+riep ik hem toe:--"Ik zie de veder, schurk! gy zyt de dief."--De arme
+schelm antwoordde my aanstonds:--"Ja, Masera!" Vervolgens, op de knien
+vallende, bad hy den toovenaar, dat hy hem genade bewyzen wilde. De
+anderen vereenigden zig met hem, en ik schonk deezen bygeloovigen
+schelm, en zyne medeplichtigen vergiffenis, en gaf hun, om dat zy
+my de zaak openhartig bekend hadden, een stuk gezouten ossen-vleesch
+voor hun middagmaal, met een calebas vol rhum en water.
+
+Ik nam dadelyk na myne aankomst op den wachtpost van de Hoop, het
+bevel der Rivier op my, en ik beschouwde my op nieuw als de Vorst
+van de Commewyne. Om eene goede woning te hebben, liet ik een Paleis
+in de hoogte bouwen, naar dat van den Generaal BONNY te Bousy-Cray
+gelykende. Deeze wooning, die byna eene lucht-woning was, was my
+van zeer groot nut. Het grootste gedeelte van het land aan deezen
+post stond, door de overstroomingen, onder water. Het was niets
+meer dan een moeras, zoo weinig acht had men 'er op geslagen, en
+'er was geen voetstap meer van myne oude hut te ontdekken. Ik vond
+de ellendigste soldaten op deeze plaats. Zy waren aldaar byna naakt,
+en hadden tot hunne schoenen verkogt, om zig een maand lang verschen
+voorraad te bezorgen. Ik verzachtte intusschen hunne ellende door
+myne aanzoeken by den Colonel FOURGEOUD, in wiens gunst ik meer en
+meer deelde; en de wachtpost van de Hoop was wel dra een paradys,
+in vergelyking van het geen dezelve was, toen ik 'er kwam.
+
+De jagt was toen, gelyk voorheen, myne dagelyksche bezigheid. Den
+4den bragt ik Pluviers, Roodborsjes, en byna een dozyn Musschen uit
+de zand-woestyn mede.
+
+De Pluviers van Guiana hebben de grootte van een duif. Zy hebben
+vederen van eene donker bruine kleur, met wit doormengd, en met
+dwarsloopende streepen. Men vindt 'er een groot aantal van in
+de verdronkene Savanen, en zy verschaffen een lekker eeten. De
+Roodborsjes zyn een zoort van dikke rood-staarten, en hebben het
+bovenste gedeelte van het lyf van eene donkere kastanje kleur, en al
+het overige van eene bloedkleur. Zy zyn zoo lekker als een leeuwrik,
+en op alle Plantagien zeer gemeen. De wilde Musschen, die zommigen,
+zoo ik meen, Anacas noemen, zyn lieve diertjes van de gedaante van een
+Papegaay. Hunne vederen zyn volmaakt groen, en zy hebben een witten
+bek en roode oogen. Zy doen veel schade aan de ryst- en koorn-landen,
+en vliegen met eindelooze hoopen over de Plantagien.
+
+De Brom-vogeltjes plaatsten zig in zulk een groot getal op de
+tamarinde boomen aan de Hoop, dat men ze byna voor zwermen van wespen
+zoude hebben aangezien. De Lieutenant SWELDENS doodde 'er dagelyks
+verscheiden, door kleine erweten of korrels van Indisch koorn met
+een vogelspuit op hen te werpen.
+
+Het Brom-vogeltje (Trochulus, of het Colorietje) is byzonder
+merkwaardig, zoo uit hoofde van deszelfs fraaiheid als kleinte; want
+hy is zoo lang niet als een derde van een menschen vinger; en wanneer
+zyne vederen zyn uitgeplukt, is hy niet veel grooter, dan eene groote
+vlieg. ('Er zyn echter verscheiden zoorten, waar van zommige twee
+maal zoo groot zyn.) De vederen van deezen vogel zyn gekleurd met eene
+sterke weerschyn: in de schaduw, hebben zy eene schitterende en donker
+groene kleur; in de zon, eene bruine en glinsterende purper-kleur,
+met hemels-blaauw gemengd. Zyn kop is verciert met een kleine kuif
+van groene, zwarte en goud-kleurige vederen; zyne staart en vlerken
+zyn van eene helder zwarte kleur; zyn bek, die lang, zwart, en aan
+het einde gebogen is, is niet veel grooter, dan eene spelde. Zyne
+gespleete tong gelykt naar een rooden zyden draad. Zy dient hem, om
+den nectar of het sap der bloemen uit te pompen of uit te trekken,
+geduurende welke verrigting hy als een bye stil staat; en dit sap
+schynt het eenige voedzel van dit vogeltje te zyn. Dikwils maakt hy
+zyn nest op een blad van wilde Ananas, of kruipende Aloe. Dit nest,
+het welk niet veel grooter is, dan een nooten-dop, is byna geheel
+van catoen gemaakt. Het wyfje legt twee eieren, die van de grootte
+van erweten zyn. Mejuffrouw DE MERIAN brengt dezelven tot het getal
+van vier; maar ik verzeker, dat ik 'er nimmer zoo veelen in eenig
+nest gezien, noch ook gehoord heb, dat zy 'er nu en dan in gevonden
+zouden worden. Ik heb getracht twee vogelen van dit zoort op het
+natuurlykst, en met hunne kleine wooning, af te teekenen. Het is my
+niet mogelyk geweest die afteekening volkomener te maken; want de
+beweging hunner vlerken is zoo gezwind, dat men moeite heeft de kleur
+'er van te kunnen onderscheiden. Deeze beweging veroeorzaakt het zoort
+van bromming, waar van deeze vogeltjes hunnen naam ontleenen.
+
+'Er was ook in deezen omtrek eene eindelooze meenigte van Aapen. Ik
+zag 'er by de twee honderd op een veld van Suiker-riet, al waar zy
+groote verwoestingen aanrigtten. Deeze doorslepen dieren zetten
+schildwagten uit rondom de plaats, alwaar zy stroopen, om op het
+vernemen van onraad gerucht te maken; en ik ben getuige geweest van
+de oplettenheid en het verstand, waar mede zy, die met die zorge
+belast zyn, zig van dezelve kwyten. Wanneer deeze stroopers eenig
+gevaar vernemen, loopt de geheele bende al springende naar het bosch,
+houdende elk den geroofden buit met de poot vast.
+
+Ik vermaakte my ook met zwemmen. Deeze oeffening gaf my kragten, en
+bragt veel toe tot behoud van eene goede gezondheid. De voordeelen,
+welken men hier door verkrygt, zyn op eene verrukkende wyze afgemaalt,
+door den Schryver der Jaargetyden.
+
+"Het is de gezondste oeffening, en de zoete verkoeling der brandende
+hitte van den zomer. Op die wyze verkrygen de ledematen sterkte, en
+de arm van die Romeinen, die op het overheerde land het bevel voerden,
+leerde vooraef, in zyne jeugd, de water-golven te vermeesteren."
+
+Den 14den, doodde ik een Kayman; maar van deezen tocht in een vaartuig
+te rug komende, viel een pak brieven, my door den Colonel FOURGEOUD
+toegezonden, by ongeluk in het water, en zonk. Eenige Officiers,
+die daags daar aan op de Hoop kwamen, berigtten my echter, welke
+de voorname inhoud deezer brieven was: zy gaven my kennis, dat de
+Overste, besloten hebbende nog eenmaal de bosschen te doorkruissen,
+my last gaf, dat alle manschappen, krygs- en mondbehoeften, welken
+ik niet volstrekt noodig had, de Rivier moesten worden opgezonden;
+dat het Societeits krygsvolk, op Oranjeboom post houdende, ook stond
+te vertrekken; en dat de een zig naar Maagdenberg, de ander naar de
+Pereca moest begeven. Ik behield dus slechts twaalf verminkte soldaten
+op de Hoop, en een gelyk getal op Klarenbeek, zonder Heelmeester, noch
+geneesmiddelen. Niettemin deed ik, met zulk een zwak getal manschappen,
+dagelyks de ronde, zoo te land als te water.--De zelfde Officiers gaven
+my ook berigt, dat de Vaandrig VAN HALM was overleden, en dat een schip
+vol zieken gereed lag, om onverwyld naar Holland onder zeil te gaan.
+
+Schoon de Colonel FOURGEOUD steeds te Paramaribo bleef, hield hy
+niettemin, met zeer veel nauwkeurigheid, over alle krygs-verrigtingen
+het toezicht. Dienvolgende gelastte hy, den 23sten, aan eene bende
+van honderd mannen, om het land tusschen Maagdenberg, de Wana-Kreek,
+en de Maroni te gaan onderzoeken; maar zy kwamen wederom, zonder iets
+ontdekt te hebben.
+
+Dewyl het zig liet aanzien, dat ik nog eenigen tyd op den wachtpost
+de Hoop zoude moeten blyven, liet ik myne schapen en gevogelte halen
+van de Plantagie, alwaar ik die had agtergelaten, en ik deed aan den
+heer GOURLY een geschenk van een ram en een schaap, die alle anderen
+van dat zoort in de Volkplanting overtroffen. By de aankomst van deeze
+myne kudde vee, zag ik met genoegen, dat zy merkelyk vermeerderd was.
+
+Den 26sten, bragt een van myne soldaten, my een slang, dien hy gevangen
+had. Dit dier was niet meer dan vier voeten lang, en niet dikker,
+dan de loop van een snaphaan. Bemerkt hebbende, dat hy midden op zyn
+lyf een bult had van de grootte van myn vuist, was ik nieuwsgierig
+om dezelve open te maken, en ik vond een kikvorsch, levendig en in
+zyn geheel, maar waar aan men op den kop en hals een vlak zag, welke
+scheen aan te duiden, dat hy begon te bederven. Ik nam de proef, om
+een touw aan een zyner pooten vast te binden, en hem in het gras aan
+den waterkant te laten, geduurende drie dagen, na verloop van welken
+het arme dier nog in goeden staat scheen te zyn, en ik gaf hem zyne
+vryheid weder.
+
+Den 28sten, gaf ik een bezoek aan THOMAS PALMER, Schildknaap en
+Raad des Konings in Massachufets-Baay, die zig op zyne Plantagie
+Fairfield bevond. Zyne slaven leefden aldaar volmaakt gelukkig en wel
+te vreden, het geen het gevolg was van het verstandig bestuur van den
+eigenaar. Weinige bezittingen van dit zoort, in de West-Indien, waren
+in eene zoo gelukkige gesteldheid, zoo ten aanzien der bevolking, als
+der vruchtbaarheid. De beminnelyke wellevenheid, waar mede de eigenaar
+deezer Plantagie de vreemdelingen aldaar ontfing, gaf een verheven
+denkbeeld van zyn character, het welk in de geheele Volkplanting ten
+gunstigsten bekend was.
+
+By myne te rug komst op de Hoop, ontfing ik een brief van den
+Bevelhebber, my meldende, dat de Jagers, onder aanvoering van VINSACK,
+verscheiden muitelingen gedood, en 'er elf gevangen genomen hadden:
+maar dat eene andere party van die zelfde Jagers door den vyand was
+verrast geworden, zynde verscheiden van het volk, terwyl zy in hunne
+hangmatten lagen te slapen, gedood.
+
+In eene van deeze schermutselingen betoonde een Neger van de
+muitelingen eene zonderlinge tegenwoordigheid van geest. Een Jager op
+hem hebbende aangelegd, riep deeze Neger hem toe: "Wel hoe! wilt gy
+een van uwe medemakkers dooden?" De Jager, geloovende dat dit waar
+was, antwoordde hem: "Daar bewaare my God voor"! En zyn wapentuig
+nederzettende, kreeg hy dwars door het lyf een kogel, op hem door
+zynen vyand afgeschoten, die dadelyk als een blixemstraal uit het
+gezicht was. De al te lichtgeloovige Jager stierf 'er van. Een der
+gevangenen verhaalde, dat des avonds te vooren een Neger, die wel
+eer van de Plantagie Fauconberg was weggeloopen, op last van BONNY
+was nedergesabeld.
+
+De haven van de Hoop, onderging, den 6den Mey, een zwaaren orkaan,
+verzeld van donder en blixem. Verscheide boomen wierden uit den grond
+gerukt, huizen om ver gesmeeten, en dakken afgeworpen. Myn lucht-paleis
+in tusschen stond, zonder eenig letzel, den storm door. JOANNA met
+mynen zoon den 8sten zynde aangekomen, stelde ik my het zelfde geluk
+voor, als ik in 1774 reeds genoten had. Myn huisgezin, myne kudde, myn
+gevogelte, waren in dit oogenblik verdubbeld. Ik bebouwde daarenboven
+een fraaien tuin; en zoo ik my al in den volsten zin geen Planter
+noemen kon, ik had ten minsten eenig recht, om my een kleinen tuinier
+te noemen.
+
+Den 29sten, waren wy allen by den heer DE GRAAF, op zyne fraaie
+Plantagie Knoppemonbo, aan de Casavinica-Kreek, ter maaltyd. Ik zag
+aldaar planten en wortelen, welken ik nog niet had opgemerkt.--De
+Taijers, voortkomende uit het midden van een groen heestergewas van
+eene meelachtige zelfstandigheid, het welk niet meer dan drie of
+vier voeten hoog is, bladeren voortbrengt, die ongemeen breed zyn,
+en de gedaante van een hart hebben, en waar van de stam naar die
+van den Bananen-boom gelykt. Wanneer de uitwendige bekleedselen van
+deeze plant zyn afgeschild, heeft zy het voorkomen van de ignames of
+aard-appelen, maar is veel aangenaamer om te eeten, en veel fyner. 'Er
+zyn verschillende zoorten van Taijers, en men geeft den voorrang aan
+de kleinste, waar van men op de zelfde wyze gebruik maakt. 'Er werden
+ook, in groote meenigte, op deeze zelfde plaats, waare aardappelen
+gevonden, maar van een minder zoort dan de gemeene aard-appelen in
+Engeland, en alleenlyk voor de Negers dienende.
+
+De Tabaks-plant groeide in deezen tuin. Dezelve heeft bladeren, die
+nederhangen, en vol vezelen zyn, en leeft tien of twaalf jaaren;
+maar zy is van zoo veel geringer caliber, dan de Virginische, dat
+'er zig alleenlyk de Negers van bedienen. Deeze plant ontleent haaren
+naam van het Eiland Tabago, alwaar zy in het jaar 1560. ontdekt wierd.
+
+Men zag hier ook nog een zoort van wilde thee, welke men als zeer
+gezond beschouwt; maar die, naar myn inzien, niet veel beter is dan
+ons kruipend eiloof. Ik vond bovendien aldaar eene groote meenigte
+van Goud-appelen; maar dewyl men die in verscheiden Engelsche tuinen
+aankweekt, behoeve ik 'er geene beschryving van te geven: ik zal alleen
+opmerken, dat de Joden in dit Land 'er ongemeene liefhebbers van zyn,
+en ze by het vleesch koken, in plaats van uijen.
+
+De heester, waar aan de geneeskragtige noot groeit, was ook onder
+de planten in deezen tuin. Dezelve is rank, en tien of twaalf voeten
+hoog. De vrucht bevat een noot, naar een amandel gelykende. Deeze noot
+is zeer goed om te eeten, mits men 'er een dunne en witte schil, die
+'er om zit, af doet; want zonder dat veroeorzaakt zy oogenblikkelyk
+de geweldigste braking en buik-ontlasting. Men deedt my ook opmerken
+verscheide zoorten van erweten, boonen en zoortgelyke peulvruchten, en
+onder anderen de Cassia, welker kleine, harde, geele en helderschynende
+zaden besloten zyn in een houte pyp van by de zes duimen lang,
+maar zeer naauw, en welke een zwart vleesch bevat, zoo zoet als
+honig. Men houdt de Cassia voor een uitmuntend ontlastmiddel. Zy
+is in Guiana zeer gemeen, en word aldaar genaamd Zoete Boontjes
+en Cotiaan. Een ander zoort van heester-gewas in dit Land, draagt
+den naam van Zeven-jaars Boontjes, om dat het zeven jaaren bloeit,
+alvorens eenige vrucht voort te brengen. Het boompje, genaamd Snaky
+wiry-wiry, wierd ook op deeze zelfde plaats gevonden. Men verzekerde
+my, dat het een onfeilbaar middel tegen de koorts was, en ik geloof,
+dat het 't zelfde was met de Serpentaria Virginiana, of Virginische
+Slangekruid. Eindelyk zag ik een plantgewas, genaamd Zeven-bloemen,
+waar van de jonge Negerinnen zig dik wils bedienen, om de vrucht af
+te dry ven. De groene pyn-appelen hebben ook, zoo men zegt, dezelfde
+uitwerking.
+
+Op deeze wyze eenen dag te Knoppemonbo hebbende doorgebragt, welke
+niet alleen tot myn vermaak, maar ook tot myne onderrigting diende,
+namen wy des avonds afscheid van onze vrienden, en keerden, wel te
+vreden, naar de Hoop te rug, in een vaartuig vol met allerleije zoort
+van geschenken, waar onder schoone Cocos-noten waren, welken een
+der slaven in onze tegenwoordigheid plukte, na met eene ongemeene
+gezwindheid den boom te zyn opgeklauterd, en aldaar een gevecht
+te hebben doorgestaan tegen een zwarten slang, dien hy met zyn mes
+overwon, en voor onze voeten dood deedt nedervallen.
+
+De slaven van de Hoop en Fauconberg betoonden hunne achting voor
+JOANNA en haaren zoon, door aan haar gevogelte, wild, visch, eijeren
+en vruchten aan te bieden. De heer PALMER gaf ons eene groote meenigte
+Indisch koorn tot voedzel voor ons gevogelte. Alles scheen dus tot
+myn geluk mede te loopen, het welk echter merkelyk veranderde, toen
+ik, den 18den, de tyding ontfing van het verlies van mynen vriend,
+den heer WALTER KENNEDY, die korten tyd na zyne te rug komst in
+Holland overleedt.
+
+Om het leed, my door deeze gebeurtenis veroorzaakt, te verzetten,
+gaf ik een kort bezoek aan den heer DE CACHELIEU, op zyne Plantagie
+Egmond. Ik vond aldaar, onder meer andere lieden, eenen Planter,
+een Italiaan van geboorte, die maar een arm had. Deeze man zat
+naast my aan de tafel; en zonder dat hy eenige de minste uitdaging
+van myne zyde konde bybrengen, nam hy een mes, en stak naar my van
+agteren, tot groote verwondering van alle de dischgenooten. Den steek
+gelukkiglyk hebbende afgekeerd, door hem den elleboog op te ligten,
+het geen maakte, dat de punt van het mes over myn schouder heen ging,
+stond ik oogenblikkelyk op, en ik zoude hem daar ter plaatse vermoord
+hebben, zoo men my niet had tegen gehouden. Ik bood hem toen aan
+met my te vechten, met zoodanig wapen, als hy verkiezen mogt, en
+met eenen arm; maar de lafhartige zulks geweigerd hebbende, wierd hy
+uit het gezelschap verjaagd, en naar zyne Plantagie, Hazard genaamd,
+te rug gezonden.
+
+Deeze schelm was zoo geweldadig, dat hy korten tyd te voren eene
+Negerin, die agt maanden zwanger was, had laten geesselen, tot dat haar
+de darmen uit het lyf kwamen, om dat zy een glas gebroken had. Een
+van zyne mans slaven, die zyne gramschap poogde te ontwyken, wierd
+door hem op staande voet om 't leven gebragt. Hy had 'er geen een,
+wien het lichaam van het hoofd tot de voeten niet was van een gereten,
+door de meenigvuldige kastydingen, welken hy hun deedt ondergaan.
+
+Dewyl de Colonel FOURGEOUD my eene versterking van soldaten, benevens
+een Heelmeester en geneesmiddelen, gezonden had, kreeg de wachtpost
+van de Hoop een geheel ander voorkomen: vergenoegdheid en gezondheid
+vertoonden zig aldaar wel dra op aller aangezichten. Ik zette vooral
+de soldaten aan om visch te vangen, die alhier in grooten overvloed
+was; en de Negers leerden hun de manier om dit te doen, het zy met
+den haak, het zy met de mand. De eerste bestaat daar in, dat men een
+buigbaaren en sterken stok in den grond steekt, en aan deszelfs einde
+eene dubbele lyn vast maakt, welkers kortste gedeelte aan een stokjen
+van tien duimen lengte gehecht is; het andere insgelyks aan een stok
+van dezelfde lengte, maar veel lager vallende. Aan het einde van de
+tweede lyn haakt men een kleinen visch aan de vinnen, latende hem de
+mogelykheid van te zwemmen, en zorg dragende, dat hy aan een grooter
+zoort van visch tot aas kan dienen; vervolgens steekt men nog twee
+andere stokken in den grond, maar zoodanig, dat zy boven het water
+uitsteken; men hecht dezelven te zamen door een anderen stok, die
+zoo lang niet is, en aan het geheel de gedaante van een galg geeft,
+boven welke de buigbaare stok door middel van deszelfs dubbele lyn en
+kleinere stokken wordt heen getrokken, maar echter zoo gemakkelyk,
+dat op de minste beweging, de geheele toestel uit elkander geraakt;
+en deeze buigbaare stok zig dan van zelf opheffende, hangt de visch,
+die met het aas gevangen is, aan een haak in de hoogte.
+
+De tweede manier, Mansoa genaamd, gelykt veel naar de voorgaande. Men
+werpt eene kleine biezen mand, die als een broodsuiker gemaakt is, in
+het water, aan welkers punt men den buigbaaren stok vast maakt, terwyl
+het ander einde even als een val open blyft, wordende het geheel door
+een gespleten stuk hout in een rechten stand gehouden. Men doet ook
+een kleinen visch in deeze mand; en zoo dra dezelve door een grooter
+visch is ingeslokt, sluit de val of ingang van de mand zig agter
+hem toe. Dit zoort van vischvangst verschilt daar in van de andere,
+dat men geen haak noodig heeft. Deeze oordeelkundige manieren kunnen
+een denkbeeld geven van de slimheid der Negers. Dezelve zyn daarom te
+nuttiger, dewyl zy geen tyd doen verliezen, en men des anderen daags
+den visch gevangen vindt; zynde doorgaans de Newmara of Barracota,
+van welken ik reeds gesproken heb.
+
+Onder de onderscheidene visschen, welken ik hier heb zien vangen, vind
+men de Siliba, die klein is, van eene eyronde gedaante, en gespikkeld
+als een ananas; de Sokay, die lekker en zeer dik is; de Torro-torro,
+en nog een genaamd de Tarpoen: de eerste is drie voeten lang, en de
+tweede, die wit is, omtrent twee voeten, zes duimen.
+
+Den 26sten, zag ik eene jonge Negerin, Clardina genaamd, wier moed,
+kragt, en gezwindheid ik zeer bewonderde. Een hart, zig van zyne troep
+hebbende afgezonderd, liep den weg op; deeze vrouw greep hem aan een
+agterpoot, in het midden van zynen loop; maar hem niet kunnende doen
+stil staan, liet zy zig een zeer groot einde van den weg voortslepen,
+en raakte haaren buit niet kwyt, dan na het bekomen van eene zwaare
+wonde.
+
+De post van de Hoop verschafte toen een aangenaam verblyf. De grond
+was 'er volmaakt vast, en doorsneden met canalen, waar in by hooge
+vloeden het water kwam. De heggen, die de tuinen en velden omheinden,
+waren wel onderhouden, en bragten vrugten en groenten van allerleije
+zoort voort, die ons tot levensmiddelen dienden. De huizen en bruggen
+waren weder in orde gemaakt. Ik moedigde de soldaten aan, en beval
+hun de grootste zindelykheid. Mitsdien had ik geen enkelen zieken,
+onder vyftig manschappen, waar uit myne krygsbende bestond, op een
+plaats, alwaar bevorens de land of zee-scheurbuik, en alle kwalen, die
+door luiheid, morssigheid en ellende veroeorzaakt worden, de grootste
+verwoestingen hadden aangerecht. Van de zoo even vermelde twee zoorten
+van scheurbuik, bedekte de eerste het geheele lyf met puistjes,
+en de tweede deedt voornamelyk het tandvleesch en de tanden aan.
+
+Ik genoot toen het volmaaktste genoegen, en de volkomenste gezondheid,
+terwyl de meeste myner reisgenooten of gestorven, of naar Europa
+vertrokken waren: 'er was toen geen enkel Officier in rang boven my,
+uitgenomen de geenen, die zedert lang aan het luchtgestel van Guiana
+gewend waren.
+
+Maar laten wy naar mynen tuin te rug keeren.--Dezelve verschafte
+my thans wortelen, kool, uijen, komkommers, latouw, radys, pry,
+waterkers, enz. alles even goed als in Europa. 'Er was ook zuuring
+van tweederleije zoort, gemeene en roode; de laatste groeit aan een
+boompjen. Bloemen ontbraken my al mede niet; ik had verschillende
+zoorten van Jasmyn. De meest geaechte is een klein boompje, welkers
+bloemen van eene bleek roode kleur zyn, maar fraay, en van eene
+aangenaame geur; het heeft dikke, glinsterende bladeren, die vol
+van een melkachtig sap zyn. Een zoort van kruidje roer my niet,
+Shanne-shanne genaamd, vercierde mede deezen tuin; het geleek naar de
+slaapende plant, aldus genoemd, om dat derzelver bladeren, by paaren
+geplaatst, zig by het ondergaan der zon toesluiten, en dat de twee
+'er dan slechts een schynen uit te maken; maar zoo dra dit hemellicht
+opkoomt, scheiden zy zig van een, en vertoonen zig onder hunne dubbele
+gedaante. Deeze gewassen waren tusschen myne heggen verspreid, en ik
+kweekte bovendien granaat-boomen en Indische rozen-boomen [27] aan,
+die dagelyks bloeijen. Eenige roode lelien, wier bladen glad, en van
+eene zeer schitterende groene kleur zyn, omzoomden myne grachten:
+zy groeien natuurlyk in de zand-woestynen.
+
+In deezen gelukkigen staat, ontfingen wy het bezoek van verscheiden
+lieden, en vooral van Mevrouw Z......, vergezeld door haaren broeder,
+en door nog een ander, SCHADTS genaamd, die alle drie uit Holland
+kwamen. Deeze vrouw wierd gehouden voor eene der schoonste vrouwen van
+Europa, en te gelyk allerbekwaamst. Zy sprak verscheidene talen; in
+de zang- en schilder-kunst muntte zy uit; zy danste met bevalligheid,
+en reedt volmaakt te paard; zy kon met het geweer omgaan, en ging ter
+jagt, enz. Haar in alle zoorten van oeffeningen willende onderricht
+zien, bood ik haar aan om haar te leeren zwemmen, het geen zy gepast
+oordeelde, om met een glimlach te weigeren.
+
+De soldaten en Negers, die onder myn bevel stonden, en onder welken
+de grootste eendracht heerschte, scheenen op dit oogenblik volmaakt
+gelukkig. Ik zette de jonge lieden aan, om zig des avonds te vermaken,
+en aan de in jaaren meer gevorderden schonk ik eenige glazen rhum uit.
+
+Te midden echter van dit vrolyk leven, gaf ik eenen geheimen last,
+om vuur te geven, en alarm te slaan, als of de vyand op de Plantagie
+was. Ik had toen het genoegen te zien, dat alle de soldaten hunne
+wapenen opvatteden, en met veel orde en onverschrokkenheid zig by
+elkander verzamelden. Ik besloot vooral van deezen list gebruik te
+maken, om dat men my berigt had, dat de muitelingen het oogmerk hadden
+aan de Commewyne een bezoek te geven.
+
+Onaeangezien al het vermelde nopens onzen voorspoed, ondervonden wy
+wel dra, dat 'er niets volmaakt, nog duurzaam op de weereld is. Het
+saisoen van droogte eensklaps hebbende opgehouden, sleepten de ziekten
+verscheiden van ons volk in het graf; en 'er stierven dagelyks tien
+of twaalf op de legerplaats te Maagdenberg en aan de Java-Kreek.
+
+Den 3den, verloor ik mynen Vaandrig CABANUS. Zyn dood deedt my zeer
+leed. Hy had zyne aanstelling op myn verzoek verkregen, en bezat
+eenen uitmuntenden inborst.
+
+Den 4den Juny, verbrak de hooge vloed onze sluizen, terwyl wy op de
+gezondheid van den Koning dronken, en de geheele wachtpost geraakte
+daar door onder water, het geen eene groote verwarring veroeorzaakte. In
+deezen deerniswaardigen toestand, weigerde de Opzichter van de Hoop,
+genaamd BLENDERMAN, my het toebrengen van de minste hulp, en daar
+op volgde zulk een hevig geschil tusschen ons, dat hy tot zyn geluk
+het hazenpad koos, en de Plantagie verliet. Nooit kwam ik ten einde,
+indien ik alle de trekken van onbeschoftheid van deeze schelmen,
+die grootendeels het uitschot van hun Land zyn, of Duitschers, aan
+den Corporaals-stok gewoon, wilde opnoemen.
+
+Den 7den, ging ik myne opwagting maken by den heer MORIN, Bestuurder
+van de Plantagie de Hoop, en zig bevindende op een stuk land, dat
+kortlings aangelegd, en aan de andere zyde der Rivier gelegen was,
+ten einde hem recht te vragen tegen den onbeschoften Opzigter, die
+by hem was. Maar de laaghartigheid van den laatstgemelden gelyk
+staande met zyne onbeschaamdheid en wreedheid, gaf hy alles toe,
+wat ik vorderde, en beloofde zelfs de sluizen te doen herstellen.
+
+Op zekeren dag op deeze nieuwe velden, alwaar men reeds een zeer fraai
+huis gebouwd had, wandelende, merkte ik eenige schoone vogelen op,
+waar onder was de Pimpelmees. Ik had hem reeds voorlang behooren te
+beschryven, gelyk nog een anderen, wiens naam my onbekend is, om dat
+ik 'er gelegenheid toe gehad heb, toen ik myn verblyf op Maagdenberg
+verhaalde; maar ik heb ze toen alleenlyk afgeteekend. De Pimpelmees
+gelykt, wat de gedaante van zyn lyf belangt, ten naasten by naar
+een Lyster. Zyne vederen zyn van eene fraaie kaneel-kleur, tusschen
+bruin en geel gemengd; maar aan de stuit is hy geheel en al van de
+laatstgemelde kleur. Eene kuif van kleine vederen, van dezelfde kleur
+als het lyf, bedekt hem den kop, zyn staart is lang en zwart, zyn bek
+recht, schraal, spits, en van eene zee-groene kleur. Zyne pooten en
+oogaeppels zyn ook van dezelfde groene kleur, en onder de laatstgemelden
+ziet men van wederzyden twee vlakken van eene schoone karmosyn-kleur.
+
+De andere vogel, wiens naam ik niet weet, maar dien de Negers echter
+Woudo-lousso fowlo noemen, om dat hy zig met houtluizen voedt,
+is grooter dan de eerste, en van ongemeene schitterende vederen
+voorzien. Zyn kop en het bovenste gedeelte van zyn lyf zyn van eene
+schoone grasgroene kleur; zyn borst en buik van een karmosyn-kleur,
+en door eene aschgraauwe streep afgescheiden. Hy heeft een lange en
+ligt blaauwe staart. De slagvederen van elk zyner vlerken, waar van de
+plooy van het groen van het lyf door eene andere aschgraauwe en zeer
+breede streep schynt afgescheiden te zyn, hebben dezelfde kleur als
+de staart. Zyn bek is geel en gekromd, en met eene meenigte kleine
+zwarte vederen bedekt, even als de omtrek van het oog, welks appel
+eene bloedkleur heeft. Ik zag ook eenige Gallinas of Guineesche
+hoenderen, alhier Tokay genaamd, en die overvloedig bekend zynde,
+geene beschryving behoeven.
+
+Onder de planten, welken ik op deeze zelfde plaats vond, merkte ik
+de Americaansche Aloe op, welkers stam een half voet dik en twintig
+voeten hoog was. Deeze stam, die altyd groen is, is vol met merg,
+en voorzien van zeer spitse bladeren, welke aan den top in grootte
+verminderen. Die aan den voet des booms zyn zeer talryk, lang en breed,
+puntig, getand, en van zeer scherpe stekels voorzien. Boven aan den
+stam groeit een hoop bloemen, waar van de steel het zaad, of de kiem
+van de aanstaande Aloe bevat, welke in den tyd van twee maanden tot
+den staat van volkomenheid koomt, zonder dat dit ooit faalt.
+
+Aan de zyde der bosschen, die ons omringden, zag ik ook de
+Banille-Boom, eene plant, die door middel van haare kronkelende ranken,
+zig, even als het eiloof, aan den stam der boomen vasthecht. Deszelfs
+bladeren zyn ongemeen dik, en van eene donker groene kleur. Zyne vrucht
+bestaat in eene driehoekige peul van zes of agt duimen lengte, en vol
+met gladde zaadjes, Deeze peulen, welken men in een agter-middag in de
+zon laat droogen, worden bruin, hebben eene uitmuntende specery-reuk,
+en een aangenaamen smaak, het geen de reden is, dat men 'er zig van
+bedient, om aan de chocolaad een geur te geven. 'Er zyn verscheiden
+zoorten van Banille-boomen, maar de meest geachte heeft lange en
+dunne peulen. De Negers vertoonden my ook een klein zoetachtig zaad,
+het welk zy bongora noemen.
+
+By myne te rug komst aan de Hoop, ontmoete ik COJO, den oom van JOANNA,
+die my een huilenden Aap bragt, door hem gedood. De Aapen van dit
+zoort hebben de grootte van een kleine steendogge. Zy hebben een
+baard, lange en roode hairen, en over 't geheel zyn zy uittermaten
+leelyk. Maar het geen hen voornamelyk van andere Aapen onderscheidt,
+is het ysselyk gehuil, het welk talryke hoopen van deeze dieren
+gezamentlyk doen hooren, en op zulk een hoogen toon, dat het op den
+afstand van een myl door de ooren klinkt. De Negers verzekerden my,
+dat zy doorgaans, dag en nacht, by hoog water, het welk zy door eene
+aangeborene neiging weten, deeze wanluidende gezangen herhalen.--Van
+zoodanig een verstand der dieren sprekende, kan ik niet nalaten het
+volgende aller zonderlingst geval te vermelden; ik zal vervolgens
+tot het geschiedkundig gedeelte van myn verhaal te rug keeren.
+
+Ik ontfing, den 16den, een bezoek van een myner buuren, wien ik
+myn trap deed opklimmen; maar hy had nog naauwlyks den voet in myne
+lucht-woning gezet, of hy sprong van boven naar beneden, schreeuwende
+van de verschrikkelykste pynen; en hy dompelde zig dadelyk in de
+Rivier, met het hoofd vooruit. Boven my heen kykende, ontdekte ik wel
+dra, dat dit voorval veroorzaakt was door een zeer groot nest van wilde
+byen, of wassy-wassy, het welk zig geplaatst had in het rieten dak,
+recht boven myn hoofd, wanneer ik in myne kamer intrad. Ik liep dus
+ook op myn beurt weg, en gelastte de slaven, om dit nest onverwyld
+uit te roeijen. Zy gongen aan het werk, toen een oude Neger hen
+tegenhield, en zig onderwierp tot het ondergaan van alle straffen,
+die ik hem wilde aandoen, indien eene enkele van deeze byen my ooit
+of ooit steken zoude. "Massera, zeide hy my, deeze dieren zouden u
+reeds lang mishandeld hebben, indien gy hun vreemd geweest waart,
+maar zy zyn uwe huisgenooten; gy hebt hun stilzwygend toegestaan,
+om alhier hunne woonplaats te houden; zy kennen u zekerlyk, en nooit
+zullen zy u, nog de uwen, kwetsen". Ik stemde dadelyk in het voorstel
+van deezen man toe; en hem aan een boom hebbende doen vastbinden,
+gelastte ik QUACO de trap op te klimmen, byna naakt, het geen hy deedt,
+zonder gestoken te worden. Toen waagde ik het om hem te volgen; en ik
+verklaar op myn woord van eer, dat zelfs na aan het nest geschud te
+hebben, waar op de byen 'er al brommende uit vlogen, en rondom myn
+aangezicht heen draaiden, geene derzelver my trachte te steken. Ik
+stelde dus den ouden Neger weder in vryheid, en gaf hem een glas rhum,
+en vyf schellingen, tot zyne belooning. Ik behield vervolgens deeze
+kleine byenkorf, zonder eenig gevaar voor my zelf, en ik maakte 'er
+myne lyfwagt van. Tot myn groot vermaak deeden zy eenige Opzichters,
+welken ik, onder het een of ander voorwendzel, de trap deed opklimmen,
+wanneer ik hunne onrechtvaardigheid en wreedheid straffen wilde,
+verscheiden malen aartige sprongen doen.
+
+Dezelfde Neger verzekerde my, dat 'er voorheen op de Plantagie van
+zynen meester een boom stond, waar op, zoo lang zyn geheugen reikte,
+een gezelschap van vogelen en een zwerm byen genesteld waren, die in
+eene volmaakte eendracht zamen leefden: maar indien eenige vreemde
+vogelen de byen kwamen stooren, verdreven hunne gepluimde bondgenooten
+dezelven aanstonds; zoo ook, wanneer vreemde byen tot in de nesten
+der vogelen durfden doordringen, wierp zig de zwerm, die aldaar
+t'huis hoorde, op de aanvallers, en doodde dezelven. De eigenaar
+der Plantagie en zyn geheele huisgezin, hadden zulk een eerbied voor
+deeze maatschappye, dat zy den boom als heilig beschouwden en niet
+gedoogden, dat men dien om ver hakte. Dienvolgende viel hy eindelyk
+van ouderdom om ver.
+
+Den 22sten, kwamen eenige manschappen van Rietwyk aan de Pereca aan,
+en berigtten my, dat een gedeelte van ons krygsvolk aan de Java-Kreek
+was te rug gekomen, na tot by Vrydenburg aan de Maroni geweest te
+zyn; dat zy, gezamentlyk met de Jagers, geduurende deezen veldtocht,
+verscheiden bezaayde landen, aan de muitelingen toebehoorende,
+verwoest hadden; en dat deeze zelfde Jagers, uit hoofde van hunne
+byzondere diensten, van de Compagnie nieuwe wapenen ontfangen hadden,
+als mede eene monteering, bestaande in een groen buisje, zynde dit het
+eerste, het welk zy gedragen hadden. Ik vernam ook, te gelyker tyd,
+dat de genen, die aan de Oucas- en Sarameca-Negers gezonden waren, na
+eene nuttelooze reize waren te rug gekomen; want deeze beide volken
+wilden ons met geene hulp bystaan. Ingevolge van deeze weigering,
+nam de Colonel FOURGEOUD, die zig eindelyk afgemat gevoelde, en zyn
+volk door het vernielen van het grootste gedeelte van de bezittingen
+der muitelingen had uitgeput, het besluit om deezen tocht te staken;
+maar vooraf gaf hy van dit zyn besluit kennis aan zyne Doorluchtige
+Hoogheid den Prins van Orange.
+
+Den 23sten, ontfing ik stelligen last, om my tot myn vertrek gereed
+te houden tegen den 15den July, met al het volk, het welk onder myn
+bevel stond, vervolgens de Commewyne te verlaten, en naar Paramaribo
+af te zakken, alwaar schepen gereed lagen, om ons naar Holland over
+te voeren. Ik las oogenblikkelyk dit bevel aan alle myne soldaten
+voor, die het met vervoering van vreugde, en driewerf herhaalde
+toejuichingen, aanhoorden.--Maar ik zuchtte 'er over. Myne geliefde
+JOANNA en myn zoon waren beiden toen zeer ziek, de eerste had de
+koorts, de ander was door struiptrekkingen aangetast, en men wanhoopte
+aan hun leven. Om myne ellende ten hoogsten top te brengen, indien men
+de kwaalen van het lichaam met die der ziele gelyk kan stellen, trapte
+ik ter zelfder tyd op een spyker, die vry diep in den voet indrong.
+
+In deeze smartelyke gesteldheid, kwam de Nacht-uil van Guiana ons
+regelmatig zyn nacht-bezoek geven. Hy kwam zelfs in myne kamer, en liet
+aldaar zyn naar geluid hooren. Deeze vogel wordt alhier Ourou-coucou
+genoemd, om dat zyn geschreeuw met deeze woorden eenige overeenkomst
+heeft. Hy heeft ten naasten by de grootte van een duif. Zyn bek is
+geel en gekromd even als die van een valk; hy heeft een gespleten tong;
+zyne oogen zyn ook geel, en zyne ooren zeer zichtbaar. Hy heeft korte,
+sterke pooten met zeer puntige nagels gewapend. De algemeene kleur
+der vederen van deezen Nachtuil is helder bruin, uitgenomen aan den
+hals en aan de buik, die wit zyn, met eenige gryze vlakken daar onder
+gemengd. De Negers, die zeer bygeloovig zyn, stellen algemeen, dat
+de tegenwoordigheid van den Nachtuil een teeken van den dood is. Dit
+vooroordeel is echter verschoonlyk, om dat deeze vogel vermaak vindt
+met zig in een zieken-kamer optehouden; mogelyk wordt hy derwaarts
+gelokt door het licht der lampen, welken men den geheelen nacht brandt,
+of liever door de benaauwde lucht, die hem doet hoopen, aldaar eenigen
+buit aan te treffen,
+
+Eene oude Indiane, aan welke JOANNA kennis hadt, haar te deezer tyd op
+de Hoop een bezoek zynde komen geven, was ik door haare bekwaamheid en
+zorge spoedig geneezen. Maar myn klein huisgezin bleef by aanhoudenheid
+in zulk een ellendigen staat, dat ik besloot haar naar Paramaribo
+te doen vertrekken, eer het te laat mogt zyn. Den 10den zond ik ook
+myne kudde vee en gevogelte naar Fauconberg: ik hield echter twee
+vette schapen, die ik liet slachten, en waar op, mitsgaders op wild
+en visch, ik geduurende twee dagen vier-en-twintig der aanzienlykste
+inwooners uit den omtrek deezer Rivier onthaalde. Myn waarde vriend,
+JACQUES GOURLEY, gaf my, by deeze gelegenheid, wit brood, Spaanschen
+wyn, en vruchten ten geschenke.
+
+Den 13den, gelastte ik aan het krygsvolk, het welk op Klarenbeek
+geplaatst was, alwaar men voor de tweede maal een Hospitaal had
+opgericht, de Rivier af te zakken; en dien zelfden avond kwamen zy
+op de Hoop aan.
+
+Den 14den, kwam een Officier van 's Compagnies krygsvolk my in het
+bevel aan de Rivier aflossen; en van dit oogenblik begonnen zyne
+soldaten den dienst waar te nemen.
+
+Des avonds van dien zelfden dag, nam ik afscheid van de nabestaanden
+van JOANNA, die op de Plantagie Fauconberg woonden. Deeze goede lieden
+omringden my, en betuigden my hun innerlyk leedwezen over myn vertrek;
+en met de traanen in de oogen, baden zy den Hemel my te beschermen,
+en my eene voorspoedige reize te schenken.
+
+Den 15den, verlieten wy eindelyk den wachtpost van de Hoop. Myne
+soldaten gingen des morgens ten tien uuren aan boord van de vaartuigen;
+op den middag deed ik een pistool-schoot, om het anker te doen ligten;
+wy zakten vervolgens de Commewyne af, om op de rheede van Paramaribo
+te komen, en ons van daar naar Europa in te schepen.
+
+
+
+ZES-EN-TWINTIGSTE HOOFTSTUK.
+
+Inscheeping van het krygsvolk.--De Zurzaca, en Sabatille.--De
+Papaija, en de Gember.--Het krygsvolk gelast om te
+ontschepen.--Muiterye.--Onbetamelyk gedrag van een Capitain der
+Oucas-Negers.--Een groot aantal zieken naar Europa gezonden.--Nieuwe
+byzonderheden betrekkelyk de Negers.
+
+Des avonds van den dag van ons vertrek lieten wy het anker vallen by
+de Plantagie Berkshoven, toebehoorende aan dien zelfden heer GOURLEY,
+van wien ik op het einde van het voorige Hooftstuk gesproken heb, en
+by wien ik den nacht doorbragt. Des anderen daags morgens vervolgden
+wy onze reize, en ik nam afscheid van den heer PALMER. Ik bragt den
+avond en den nacht van den 17den met den Capiten MACNEYL door; en den
+18den, liet onze kleine vloot, bestaande uit myne vaartuigen, en de
+genen, die van Maagdenberg en de Cottica kwamen, het anker vallen op
+de rheede van Paramaribo, alwaar het krygsvolk, het welk onder myn
+bevel stond, oogenblikkelyk aan boord ging van de Transport-schepen,
+die ons aldaar reeds wagtten.
+
+Zoo dra zy aan boord waren, ging ik aan wal, om 'er aan den Colonel
+FOURGEOUD bericht van te geven. Vervolgens ging ik JOANNA en myn zoon
+zien, welken ik, tot myne groote blydschap, volmaakt hersteld vond.
+
+Des anderen daags keerde ik naar het schip te rug, om alles tot onze
+reize gereed te maken.
+
+Den 20sten, hield ik het middagmaal by den Colonel FOURGEOUD, op
+wiens tafel ik tot myne verwondering zag opdisschen twee visschen,
+van welken ik nog niets gezegd heb. De een word hier Haddok genoemd,
+en gelykt veel naar onze wyting, schoon een weinig grooter en
+witter van kleur. De andere draagt den naam van Separy, en gelykt
+naar de aschkleurige roch. Op het nageregt zag ik een vrucht, die in
+Surinamen den naam van Zurzaka draagt. Het is dezelfde, zoo ik meen,
+die wy in Engeland noemen Soursap. Dezelve groeit aan een boom van
+middelmatige grootte, waar van de schors grys is, en de bladeren gelyk
+zyn aan die van den oranje-boom, maar aan paaren gerangschikt. De
+vrucht is van eene spits toeloopende gedaante, en zwaarder, dan de
+grootste peer: over het geheel heeft dezelve punten, maar die niet
+steeken. Derzelver vleesch, het welk eene zeer harde schil rondom
+zig heeft, is van eene mergachtige zelfstandigheid, zoo wit als
+melk, van een zeer zoeten smaak met een aangenaam zuur vermengd, en
+zaad-korrels in zig bevattende, even als een groote appel. Men vindt
+ook een ander zoort van Zurzaka, [28] naar hop gelykende, maar die
+van geen gebruik is. Op het zelfde nageregt, hadden wy ook nog eene
+vrucht, Sabatille genaamd, welke aan een zeer zwaaren boom groeit,
+waar van de bladeren gelyk zyn aan die van den Laurier-boom. Deeze
+vrucht heeft de gedaante van eene zeer ronde persik; zy is van eene
+bruine kleur, en met een zeer zacht dons overdekt. Men zoude derzelver
+vleeschachtig gedeelte aanzien voor eene marmelade vol zaadkorrels;
+maar het is zoo zoet en laf, dat veelen het niet eeten kunnen.
+
+Den 21sten, ontfingen wy onze soldye, maar in papieren geld, waar
+op wy een zeer merkelyk verlies leden. Ik ging oogenblikkelyk aan
+Mevrouw GODEFROY een bezoek geven; ik stelde haar al het geld ter
+hand, het welk ik in myn zak had, en niet meer dan veertig ponden
+sterling bedroeg. Deeze uitmuntende vrouw drong by my op nieuw, maar
+vrugteloos aan, dat ik mynen zoon en zyne moeder naar Europa zoude
+mede nemen. JOANNA was onverzettelyk. Zy bleef 'er by van niet te
+willen vertrekken, voor dat haare losprys volkomen was afbetaald. Wy
+hielden ons dus, als wilden wy ons lot met eene volmaakte onderwerping
+dragen; maar het geen wy 'er in ons eigen hart van ondervonden,
+laat zig gemakkelyker begrypen, dan beschryven.
+
+Onze vaandels wierden, den 23sten, in groote plechtigheid aan boord
+gebracht. Het Fort Zelandia echter bewees aan dezelven geene de minste
+eer; men deedt geen enkelen kanon-schoot, en zelfs wierd 'er op de
+vestingwerken geen vlag opgeheist, het geen den Colonel FOURGEOUD
+een oneindigen spyt deedt. Hy moest het echter alleenlyk wyten
+aan zyne eigene achteloosheid; want hy had aan den Gouverneur geen
+behoorlyk bericht van zyn vertrek gegeven. Al het krygstuig en verdere
+goederen wierden ook ingescheept; en een Colonist, VAN HEYST genaamd,
+deedt, op zyne eigene kosten, drie honderd flessen wyn, vruchten,
+en onderscheidene eetbaare waaren, onder de soldaten uitdeelen.
+
+Ik heb te meermalen van de gastvryheid en edelmoedigheid van de
+inwooners deezer Volkplanting gesproken. Ik ondervond 'er in dit
+oogenblik de blyken van, daar ik van myne talryke vrienden, versche en
+ingelegde vruchten tot mynen overtocht ontfing. Onder de laatstgemelden
+vond ik Papaijes, zynde de vruchten van den Papaijen-boom, het wyfje
+namelyk, want het mannetje brengt geene vruchten voort, Deeze boom
+groeit op tot de hoogte van byna twintig voeten. Zyne stam loopt
+recht, is vol merg, en door een gryzen schors omgeven; zyne bladeren
+maken aan den top een zoort van kroon; zy zyn uittermaten breed,
+getand, en bedragen slechts een getal van veertien of zestien. De
+vrucht groeit dicht by den top, en de bloem geeft eene aangenaame
+geur van zig. De Papaije, tot haare volwassenheid gekomen zynde,
+heeft de grootte en gedaante van een water-meloen; maar haar vleesch
+is harder en vaster, en in het begin groen zynde, word zy naderhand
+geel. Het binnenste gedeelte van dit vleesch is sponsachtig, zoet,
+en oneindig vol met korrels. Men snydt deeze vrucht in verscheiden
+stukken, wanneer zy volkomen ryp is; dan laat men ze koken, en zy
+heeft de zelfde smaak als Engelsche raapen; maar men bedient 'er
+zig voornamelyk van, om ze in suiker in te leggen, wanneer ze nog
+jong is, te gelyk met haare bloemen, die zeer geurig en zeer gezond
+zyn. Men had my ook ingelegde Gember gezonden; deeze is de wortel van
+een zoort van riet, het welk nooit hooger groeit, dan twee voeten,
+en waar van de bladen lang, smal en puntig zyn. Deeze wortels zyn
+knobbelachtig, plat gemaakt, klein, en van verschillende gedaanten,
+zeer veel gelykende naar aardaeppelen, en ten naasten by van dezelfde
+kleur van binnen, maar vezelachtig, veel zuur in zig bevattende,
+en van een speceryaechtigen en zeer heeten smaak. Men weet, dat deeze
+wortel niet alleen eene goede ingelegde fruit verschaft, maar ook in
+verscheiden gevallen een uitmuntend geneesmiddel.
+
+Den 24sten July, toen wy zeilree lagen, gingen wy eindelyk gezamenlyk
+zyne Excellentie, den Gouverneur der Volkplanting, begroeten, die
+ons met de grootste beleefdheid ontfangende, aan onzen Oversten
+te kennen gaf, dat, indien hy dit oogenblik had afgewagt, om zyne
+vaandels aan boord te zenden, hy hun zekerlyk de eere bewezen zoude
+hebben, die hy hun ontegenspreekelyk verschuldigd was. Toen wy in
+het hoofdquartier waren te rug gekomen, zondt hy de gezamentlyke
+Officiers der Compagnie mede plechtig derwaarts; om ons eene gelukkige
+reize te wenschen. In alles wat plechtige wellevendheid betrof, was
+de Gouverneur ontwyffelbaar onzen Colonel ver voor uit; en ik had
+byna een hevigen twist met hem gehad, om dat hy aan zommigen zyner
+gunstelingen iets in het oor had gefluisterd. De Officiers vervoegden
+zig toen by de soldaten, die zedert den 18den waren ingescheept, en
+het deerniswaardig overschot deezer fraaie Zee-krygsbende bevondt
+zig nu eindelyk op een schip, het welk gereed lag, om des anderen
+daags naar Europa te stevenen. De vergenoegdheid blonk op aller
+aangezichten, een alleen uitgezonderd; en niets konde evenaaren aan
+de opgetogenheid van algemeene vreugde, toen men den volgenden morgen
+bevel gaf, om het anker te ligten, en in zee te steken.
+
+Maar het lot had beschooren, dat de levendigste en meest gegronde hoop
+nog eenmaal vervallen zoude. Op het zelfde oogenblik van het vertrek,
+kwam een Schip de Rivier opzeilen. Het zelve bragt brieven mede, waar
+by onze krygsbende gelast wierd, zig weder in de bosschen te begeven,
+en in de Volkplanting te blyven, tot dat zy door nieuw krygsvolk, het
+welk men tot dat einde uit Holland zenden zoude, wierd afgelost. Men
+las vervolgens aan de soldaten, die op het dek van elk schip geschaard
+stonden, de oprechte dankbetuigingen voor van zyne Doorluchtige
+Hoogheid den Prins van Orange, voor den moed en standvastigheid, waar
+mede zy de grootste vermoeijenissen en schroomelykste gevaaren hadden
+doorgestaan. Maar dewyl hier op volgde het bevel om te ontschepen,
+en dien afgryzelyken dienst voort te zetten, bemerkte ik nimmer
+zoo veel neerslagtigheid, zoo veel misnoegen en wanhoop; terwyl ik,
+die tot op dit oogenblik een volmaakt ellendeling was geweest, op
+myn beurt de eenige was, wien de droefheid niet had ter nedergeslagen.
+
+In het midden van dit droevig toneel, gelastte men een driewerf Hoezee,
+het geen de soldaten van een der schepen volstrekt weigerden. De
+Colonel SEYBOURG en ik (by ongeluk) kregen bevel, om hen daar
+toe te noodzaken. Deeze Officier, voor zoo veel hem betrof, deedt
+zulks met den stok in de hoogte, en het pistool in de hand. Zynen
+gramstoorigen en oploopenden inborst kennende, was ik thans voor
+de gevolgen hoogst beducht. Ik sprong oogenblikkelyk in de sloep,
+die op zyde van een der schepen lag; aldaar sprak ik de genen aan,
+die op het dek met het hoofd gebogen stonden, en ik beloofde twintig
+glazen brandewyn voor al het volk, indien zy dit droevig geroep wilden
+aanheffen. Vervolgens op het schip geklommen zynde, gaf ik aan den
+Colonel SEYBOURG bericht, dat alle de soldaten thans bereid waren
+aan zyne bevelen te gehoorzamen. Wy gingen dus weder in de sloep, en
+by ons heengaan, hadden wy het genoegen het driemaal herhaald geroep
+van Hoezee te ontfangen, het welk door de matroozen van goeder harten
+gedaan wierd, waar by zig eenige zee-soldaten voegden, maar op zulk
+een neerslagtigen toon, dat het my onmogelyk is, zulks te beschryven.
+
+De goedhartigheid van den Prins van Orange bleek echter op eene
+doorslaande manier by deeze gelegenheid, want hy gelastte, dat het geen
+deezen en geenen van het volk aan Artsen en Heelmeesters verschuldigd
+waren, uit de kas betaald zoude worden. Van hoe weinig aanbelang dit
+ook scheen, was dit geene kleinigheid voor verscheiden Officiers, en
+betoonde in zyne Doorluchtige Hoogheid eene oplettendheid, die men by
+de Vorsten niet altyd aantreft. Zy wisten bovendien allen, hoe veel
+deel hy in het leed van zyne soldaten nam; maar hy konde hen daar van
+niet bevryden, zonder het algemeen belang in de waagschaal te stellen.
+
+Zoo al dit tegen-bevel ons volk met droefheid aandeedt, het gaf aan de
+meeste Colonisten een groot vermaak. De voornaamste derzelven hadden,
+eenige dagen te vooren, een verzoek-schrift aan den Colonel FOURGEOUD
+geteekend en aangeboden, waar by zy hem verzogten, "nog eenigen tyd
+met zyn volk te blyven, en het geen hy zoo roemryk begonnen had,
+te volvoeren, door by aanhoudenheid de muitelingen te ontrusten
+en te verstrooijen, het welk hun eindelyk geheel zoude t'onder
+brengen". Zekerlyk had onze krygsbende, gezamentlyk met het krygsvolk
+der Societeit en de Jagers, het grootste gedeelte van de bezittingen
+der muitelingen in de Volkplanting vernield, en hen genoodzaakt zoo
+ver heen te vluchten, dat de strooperyen en het wegloopen der slaven
+ongelyk veel zeldzaamer waren, dan by onze komst. Het was ongetwyffeld
+beter van dit middel gebruik te maken, dan eenen schandelyken vrede
+te sluiten, gelyk men met de Oucas- en Sarameca-Negers gedaan had,
+en waarschynlyk ook zoude plaats gehad hebben, indien men ons niet
+naar Guiana gezonden had.
+
+Ik kan niet nalaten, tot bewys van het onbeschaafd character der
+laatstgemelden, een gesprek te verhalen, door my met een van hun
+gehouden, terwyl ons volk, alvorens weder te veld te gaan, zig
+te Paramaribo ophield. By den Capitain MACNEYL, die toen van zyne
+Plantagie in de Stad te rug kwam, ten eeten zynde, kwam een Capitain
+der Oucas-Negers, onze zoogenaamde bondgenooten, aan de vrouw van
+'t huis om geld vragen. Hy was zoo verveelend, dat ik in het Engelsch
+den raad gaf, "hem een glas wyn te geven, en hem weg te zenden". My
+gehoord hebbende, stelde hy my voor buiten te komen, en zyn stok
+met een zilvere knop oplichtende, vroeg hy my: "Of ik de heer van
+'t huis was; en zoo niet, waar ik my dan mede bemoeide"? "Ik ben",
+zeide hy, met eene donderende stem, "Capitain FORTUNE DAGO-SO; en
+indien ik u in myn Land by de Oucas had, ik zoude den grond met uw
+bloed bevochtigen". Ik antwoordde hem, myn sabel trekkende; "Dat myn
+naam STEDMAN was, en dat, indien hy nog eenmaal zulke onbeschaamde
+woorden dorst uitten, ik hem oogenblikkelyk een houw zou geven". Daar
+op kraakte hy met zyne vingers, en verliet ons. Ik was over dit
+voorval zeer te onvreden, en keurde zeer af, dat de Colonel FOURGEOUD
+aan zulke roovers zoo veel achting betoonde. Des avonds, ter maaltyd
+uitgaande, ontmoette ik den zelfden Neger, die eensklaps bleef staan,
+en my zeide: "Massera, gy zyt een man, een braaf man; wildt gy eenig
+geld aan Capitain FORTUNE geven"? Het op een barssen toon aan hem
+geweigerd hebbende, kustte hy my de hand, en vertoonde my zyne tanden,
+tot een blyk van verzoening, zoo hy my zeide; en hy beloofde my, om my
+pistache-nooten ten geschenke te zenden, die echter nooit gekomen zyn.
+
+Schoon ons verblyf in Surinamen eenigen tyd verlengd wierd, konde
+onze dienst aldaar aan de Volkplanting van weinig nut meer zyn. Ons
+getal was byna tot niet versmolten, en hoe zwak het ook was,
+toen wy op nieuw ontscheepten, deedt men, op den 1sten Augustus,
+nog negen Officiers, en meer dan een honderd zestig ongeneeslyke of
+zieke soldaten, naar Holland vertrekken. Ik had toen de koorts, en
+de Colonel gaf my dienvolgende verlof om mede scheep te gaan; maar
+ik weigerde zulks, besloten hebbende, om, zoo mogelyk, het einde van
+deezen tocht te zien. Ik maakte echter van deeze gelegenheid gebruik,
+om eenige geschenken aan myne vrienden in Europa te zenden, bestaande
+in twee fraaije Papegaaijen, in twee Aapen van een zeer merkwaardig
+zoort, in eene voortreffelyke verzameling van fraaije Kapellen,
+in drie kistjens met ingelegde fruiten en vleesch, welken ik aan
+boord van het Schip Paramaribo deed brengen, en aan de zorge van den
+Sergeant FOWLER aanbeval, die ongelukkiglyk een van de zieken was,
+welken men naar Amsterdam zond.
+
+De Majoor MEDLAR, die door vermoeienis ten eenemaal was uitgeput,
+vertrok toen ook naar Holland. Ik nam in zyne afwezigheid zynen post
+waar, en ik wanhoopte niet, om zelf t'eeniger tyd onze krygsbende te
+rug te brengen, indien het getal van onze Officiers dagelyks zoodanig
+verminderde. Onder de geenen, die overbleven, werden 'er egter twee
+gevonden, die moeds genoeg hadden een huwelyk te wagen, en ieder met
+eene Creoolsche weduwe trouwden.
+
+Toen rust en stilte genietende, bekwam ik weder genoegzaame kragten,
+om my, den 10den, naar Mevrouw GODEFROY te begeven, aan wien ik myn
+verlangen te kennen gaf, om ten minsten JOHNNY STEDMAN vry te maken,
+en ik verzogt haar, dat zy, door zig voor de gewoone somme van drie
+honderd ponden sterling by den Raad tot borge te stellen, verklaaren
+wilde, dat hy nimmer tot last van de Volkplanting van Surinamen
+komen zoude. Maar zy weigerde het my stellig, schoon zy geen gevaar
+hoe genaamd te loopen had, en het een niets beduidende zaak was,
+alleenlyk om aan het voorschrift van de wet te voldoen. Ik konde niet
+nalaten daar over myne verwondering te betuigen, die nochtans ophield,
+toen ik vernam, dat deeze vrouw die zelfde gunst aan haaren eigen
+zoon geweigerd had.
+
+Ik kan van de slavernye niet spreken, zonder my eene schuld te
+herinneren, welke ik aan den lezer nog niet heb afgedaan. Ik heb
+reeds eenige byzonderheden opgegeven omtrent de manier, op welke
+de slaven in dit Land verkogt en behandeld worden; maar ik gevoel,
+dat ik nopens dit onderwerp niet uitgebreid genoeg geweest ben, en
+ik verbeelde my voegzaam te zyn, dat ik alle de berichten, welken
+ik omtrent de Negers bekomen heb, mede deele. Ik vleije my zaaken te
+zullen vermelden, waar op men geene aandacht genoeg gevestigd heeft,
+of die tot hier toe slechts onvolkomen zyn verhaald geworden.
+
+Ik begin met de kleur der Negers, en ik houde my verzekerd, zoo als
+ik reeds te vooren heb opgemerkt, dat zy geheel en al moet worden
+toegeschreven aan de brandende luchtstreek, waar in zy leven, en aan
+derzelver verhitten dampkring door die regelmatige winden, die over
+eindelooze zand-woestynen heen waaijen, alvorens zy tot eenig bewoond
+land komen. De Indianen van America, die onder denzelfden graad van
+breedte woonen, ontfangen deeze verkoelde winden in tegendeel door
+den Atlantischen Oceaan, en hebben eene koper-kleur; de inwooners
+van Abyssinie, die dezelven al mede ontfangen, na dat ze door de
+Indische Zee gematigd zyn, hebben geheel en al eene olyf-kleur. Zoo
+ook aan het noordelyk gedeelte van de groote Rivier van Senegal,
+verandert de kleur der huid van zwart tot bruin onder de Mooren,
+gelyk zy aan den zuidkant doet onder de Kaffers en Hottentotten: ik
+ben zelfs van gevoelen, dat de wolachtige hoedanigheid van het hair
+der Negers een uitwerkzel is van die zelfde oorzaak. Ik heb meer dan
+eens de opperhuid der Negers zien ontleden; zy is doorschynend en
+helder, maar tusschen dezelve en de waare huid, vindt men een dunne
+plaat of blad, dat volmaakt zwart is, en door strenge geesselingen
+of door het mes weggenomen zynde, eene kleur doet te voorschyn komen,
+niet minder dan die van de huid van een Europeaan.
+
+Twee blanke Negers wierden in Surinamen, op de Plantagie Vossenberg,
+geboren van ouders, die volmaakt zwart waren. De eerste van dezelven
+was een meisjen, en wierd, in het jaar 1734, naar Parys gezonden;
+de tweede was een jongen, en wierd geboren in 't jaar 1738. In 't
+jaar 1794, heeft men in Engeland eene dergelyke vrouw gezien, genaamd
+EMILIA LEWSAM, wier kinderen, schoon zy met een Europeaan getrouwd
+was, allen Mulatten waren. De huid van diergelyke persoonen is zoo
+wit niet als de onze; zy gelykt naar een kryt-kleur: zoodanig is ook
+de kleur van hunne hairen. Hunne oogen zyn dikwils rood, [29] en zy
+zien naauwlyks in de heldere zonneschyn. Zy zyn tot geenerhande zoort
+van arbeid geschikt; en hunne verstandelyke vermogens beantwoorden
+doorgaans, zoo men my gezegd heeft, aan de zwakheid van hun lichaam.
+
+De uiterlyke gedaante der Africaansche Negers is, van het hoofd tot
+de voeten, verschillende van die der Europeanen, schoon naar myne
+gedachten, en alle vooroeordeel ter zyde gesteld, van geene mindere
+hoedanigheid. Hunne uiterlyke trekken, hunne platte neus, hunne
+dikke lippen, hunne bolle wangen, kunnen ons mismaakt schynen; en
+echter onder hen geheel anders beschouwd worden. Wy zyn genoodzaakt
+hunne zwarte en schitterende oogen, hunne witte reijen tanden
+te bewonderen. Een der voordeelen van de lichaams gesteldheid der
+Negers bestaat daar in, dat men onder hen nooit een kwynend en bleek
+persoon ziet, gelyk men zoo dikwils in Europa ontmoet. De rimpels, en
+andere gevolgen van den ouderdom, zyn by hen ook zoo zichtbaar niet,
+schoon ik echter toestemme, dat wanneer een Neger ernstig ziek is,
+zyne zwarte kleur eene aller onaangenaamste bleeke olyf-kleur bekoomt.
+
+De Negers zyn zekerlyk meer dan wy geschikt tot oeffeningen, tot
+welken kracht van lichaam en knaphandigheid noodig is. Over het
+algemeen wel gespierd en sterk van romp zynde, zyn hunne uiterlyke
+ledematen fyner. Hunne borst is zeer schoon, maar zy hebben naauwe
+heupen. Hunne dyen zyn dik en sterk; zoo ook hunne armen, boven den
+elleboog; maar de gewrichten van hunne hand, en het onderste gedeelte
+van hunne beenen zyn zeer langwerpig. Derzelver krom gebogene gedaante
+moet men toeschryven aan de manier, op welke de moeder haar kind op
+den rug draagt. Zy verwydert de beenen des kinds van elkander, zo dat
+dezelve tegen haar midden drukken, het geen dit zoort van mismaaktheid
+veroeorzaakt, waar mede het kind niet geboren is: bovendien leert
+zy aan het zelve het loopen niet, zy laat het in het zand en gras
+kruipen, en het staat niet over einde, dan wanneer het 'er kracht en
+lust toe heeft, het geen spoedig gebeurt. De houding der voeten wordt
+echter door deeze gewoonte zeer verwaarloosd, maar door middel van
+lichaams-oeffening en dagelyksche baden, verkrygt het kind die kragt
+en vaardigheid, welken alle de Negers in den hoogsten graad bezitten.
+
+Zy hebben nog eene andere gewoonte, die, naar hunne gedachten, zeer
+veel tot bevordering van hunne sterkte en gezondheid toebrengt. In de
+twee eerste jaaren, dat de moeder haar kind zoogt, doet zy het zelve
+dikwils eene groote meenigte water inzwelgen, waar na zy het twee malen
+daags zeer sterk schudt: zy neemt het ook by een been of by een arm,
+en wascht deszelfs huid in de Rivier af. De meisjens worden op dezelfde
+wyze als de jongens opgevoed. Tot eenen zekeren ouderdom gekomen zynde,
+behoeven zy voor de mannen niet onder te doen, dan in grootte; zommige
+zelfs winnen het hun af, in het loopen, in het vechten met de vuist,
+in het danssen, in het zwemmen, en in het klauteren tot boven in de
+boomen. Op die wyze kan men, door eene geschikte opvoeding, een stam
+van Amazonen vormen.
+
+Deeze sterk gespierde meisjens van de gezengde luchtstreek zyn
+merkwaardig door haare vruchtbaarheid. Ik heb eene slavin gekend,
+Esperanza genaamd, en tot de Plantagie van den heer DE GRAAF
+behoorende, die in drie jaaren en in drie kramen negen kinderen had
+ter weereld gebragt: de eerste keer vier; de tweede twee, en de derde
+drie. De Negerinnen baaren haare kinderen zonder moeite, en, even
+als de Indiaansche vrouwen, hernemen zy haare dagelyksche bezigheden
+op den dag van haare bevalling zelven. Geduurende de eerste week, zyn
+haare kinderen volstrekt als die van de Europeanen, uitgenomen echter,
+dat men in de jongetjens eene zwartaechtige vlak op zeker deel van het
+lichaam ziet, waar na het in 't kort geheel en al van dezelfde kleur
+wordt. De meisjens komen vroegtydig tot jaaren van huwbaarheid, maar
+het is met haar, als met de vruchten van deeze luchtstreek, zy vallen
+schielyk af. Verscheiden Negers bereiken nogtans eenen hoogen ouderdom:
+ik heb 'er een of twee gezien, die meer dan honderd jaren oud waren;
+en de Londonsche Kronyk van den 5den October 1780 maakt melding van
+eene Negerin, LOUISA TRUXO genaamd, die toen te Cordua du Tucunna,
+in Zuid-America, leefde, en honderd vyf-en-zeventig jaaren oud was.
+
+Vindt men in de sterf-lysten een enkelen Europeaan, die zulk een
+hoogen ouderdom bereikt had? En deeze vrouw had waarschynlyk, even
+als de andere slavinnen, haare jeugd in moeielyken arbeid doorgebragt.
+
+Ik heb in het gestel der Negers deeze byzonderheid steeds opgemerkt,
+dat, daar zy geschikt zyn, om zwaaren arbeid in de heetste dagen van
+den zomer te volvoeren, zy niet minder koude en vochtigheid verdragen
+kunnen, beter dan een Europeaan, immers dan ik zelve op onze tochten
+doen konde. Zy slapen den geheelen nacht, naakt in het vochtig gras
+liggende, zonder dat 'er hunne gezondheid iets by lydt, terwyl ik
+zeer gelukkig was, met des morgens by myne hangmat vuur te hebben,
+en onze soldaten van huivering beefden, om dat zy 'er van verstoken
+waren. Honger of dorst, pyn of ziekte, verdragen zy met zoo veel
+lydzaamheid, als moed.
+
+Ik heb hier vooren meer dan twaalf stammen van Negers genoemd, welken
+ik allen kenne door de verschillende teekenen, die de genen, welke tot
+deeze of geene stam behooren, op hun lichaam maken.--By voorbeeld,
+de Coromantyn-Negers, die de meest geachte zyn, hebben drie of vier
+sneden op elke wang.
+
+De Loango-Negers, die het minst in aanzien zyn, onderscheiden zig, door
+verhevene en vierkante beeldtenissen, naar dobbelsteenen gelykende,
+op de armen, in de zyden, en op de dyen, te teekenen. Zy slypen ook
+hunne voortanden puntsgewyze, het geen hen vervaarlyk maakt. Alle hunne
+mannelyke kinderen zyn besneden, ten naasten by als die der Joden.
+
+Onder de spelingen der natuur, behoort men te stellen het maakzel van
+een byzonder zoort van Negers, Accorys, of tweevingerige genaamd, die
+onder de Negers van Sarameca, aan het bovenste gedeelte der Rivier
+van dien naam, woonen. Zy, die dit volk uitmaken, zyn merkwaardig,
+uit hoofde van hunne allermismaaktste voeten en handen; de eerste
+hebben vier zeer lange toonen, en de andere alleenlyk twee vingeren,
+maar die naar de schaaren van een kreeft gelyken, of liever het
+voorkomen hebben, als of zy door eene branding of ander toeval, een
+lidteeken bekomen hadden. Deeze mismaaktheid zoude, wanneer zy zig tot
+een enkel persoon bepaalde, weinig verwondering baaren; maar het is
+ontwyffelbaar een vreemd verschynsel, wanneer men deeze byzonderheid
+in een geheel volk ontmoet. Ik heb twee van deeze Negers gezien,
+maar op eenen te verren afstand, om ze te kunnen afteekenen. Ik
+begeere my dus by deeze gelegenheid niet tot getuige op te werpen;
+ik verhaale alleen, wat my bericht is. De afteekening van een man,
+die voeten en handen van dit maakzel had, is aan de Maatschappy der
+wetenschappen te Haarlem gezonden. Ik heb daarenboven in een oud
+boek over de ontleed- en heel-kunde, aan my door den kundigen OWEN
+CAMBRIDGE van Twickenham bezorgt, een bericht gelezen, waar uit het
+my gegund zy het volgend uittrekzel op te geven.
+
+"In 't jaar 1629, na de zitting van St. Michiel, bragt men van de
+plaats, alwaar de misdadigers ter dood gebragt worden, aan het
+Geneeskundig Collegie, een lyk, tot het doen van ontleedkundige
+vertooningen geschikt; en by toeval nam de bediende van het
+Collegie het lyk van eenen schelm, die den zoon van den heer SCOT,
+een heelmeester van goeden naam, in deeze stad, vermoord had. Zyn
+aangezicht had nog een woest voorkomen behouden. Zyne hairen waren
+zwart, gekruld, niet zeer lang, maar dik, en zwaar in een gevlochten:
+zyn voorhoofd was niet hooger dan een duim. Hy had groote en vooruit
+steekende wenkbrauwen, de oogen in hunne holte diep ingezonken, een
+kromme neus, met een bult of dikte aan de punt, en een weinig in
+de hoogte stekende. Eene zeer zwaare knevel bedekte zyne bovenste
+lip, maar aan de kin had hy slechts eenige harde en zwarte hairen;
+zyne onderste lip was drie maalen dikker dan gewoonlyk: zie daar
+de gedaante van zyn aangezicht. Zyne grootste mismaaktheid echter,
+die in de daad buitengewoon was, vertoonde zig aan zyne voeten,
+die beiden gespleten waren, maar niet op dezelfde manier. De rechte
+voet verdeelde zig in twee toonen, van vier tot vyf duimen lengte,
+even als die van elk ander mensch, maar zoo groot, dat de helft van
+dit gedeelte van den voet hem dragen konde; de nagels waren naar
+evenredigheid. De linke voet was insgelyks in het midden gespleten,
+maar deeze scheiding was ten hoogsten drie duimen lang. De helft
+naar de binnen-zyde had de gedaante van een grooten toon met een
+zeer zwaaren nagel, en gelykende naar die van dezelfde helft, aan
+den rechten voet; de buitenste helft bestond uit twee andere toonen,
+die zeer digt tegen elkander stonden. Ik heb gepast geoeordeeld het
+gedrochtelyk maaksel van dit mensch te beschryven, na eene naauwkeurige
+beschouwing, in tegenwoordigheid van meer dan duizend lieden gedaan".
+
+Ik weet weinig van de verschillende spraken der Africaansche Negers;
+echter zal ik eenige spreekwoorden van de Coromantyn-Negers,
+opteekenen, welken myn Neger QUACO, tot deeze stam behoorende,
+my heeft opgegeven: ik moet tevens aanmerken, dat de Negers hunne
+woorden zeer schielyk uitspreken, dezelven als uit de keel halende, het
+geen zig niet gemakkelyk op het papier laat beduiden. Zie hier deeze
+spreekwyzen met derzelver vertaaling: "Co fa ansyo, na baramon-bra:
+gaat naar de Rivier, en haal my water".--"My yery, nacomeda my:
+vrouw, ik heb honger".--Dit zy genoeg met opzigt tot de taal der
+Coromantyn-Negers, zoo als men die op de kust van Guinee spreekt.
+
+De taal der Negers in de Volkplanting van Surinamen verstaa ik
+volkomen, want het is een zamenstelzel van 't Hollandsch, Fransch,
+Spaansch, Portugeesch, en vooral van het Engelsch, het welk 'er de
+grondslag van is, en waar van zy veel houden. Ik heb reeds gezegd,
+dat de eerste Europeanen, die deeze Volkplanting bezaten, luiden van
+onze natie waren; van daar koomt het waarschynlyk, dat de Negers zulk
+een byzonderen lust tot hunne taal hebben. In deeze gemengde taal,
+waar van ik reeds eene gedrukte spraakkunst gezien heb, eindigen de
+woorden doorgaans met een klinkletter, even als in de Italiaansche en
+Indiaansche taalen. Zy is zoo aangenaam, zoo welluidend, en zoo zacht,
+dat de Surinaamsche inwooners van den eersten smaak 'er zig meestael van
+bedienen. Men kan over den aart der uitdrukkingen oordeelen door de
+volgende voorbeelden:--"Goed eeten, wordt uitgedrukt door de woorden
+swyty-mousso.--Buskruid: man sanny.--Ik zal u met al myn hart, en
+zoo lang ik leef, beminnen: my saloby you, lango alla my hatty, so
+langa me lyby.--Een aangenaam verhaal: ananassy tory.--Ik ben zeer
+droefgeestig: me hatty brun.--Leef lang, zoo lang, dat uwe hairen
+wit worden als catoen: leby langa, tay-tay, ta-y you wyry tam wity
+liky caton.--Klein: pyky.--zeer klein: pykinini.--Vaarwel! ik sterf,
+ik ga tot mynen God: adiossoo, cerroboay, my de go dede, me de go
+na my gado". Men kan in deeze taal verscheiden woorden van bedorven
+Engelsch opmerken, welker gebruik men in de hoofdstad begint agter te
+laten, maar die altyd op de afgelegene Plantagien gebruikt worden:
+by voorbeeld, ik heb eene oude Negerin van de Plantagie Goed-Accord
+aan de Cottica hooren zeggen: "We lobee fo lebee togeddere", om daar
+mede te kennen te geven, wy houden veel van met elkander te leven;
+en om dit zelfde denkbeeld te Paramaribo uit te drukken, zeide men,
+"way louko fortanna marandera".
+
+Het gezang der Negers is, zoo als dat der vogelen, welluidend, maar
+zonder maat. Dikwils voeren zy een zoort van gezang op de volgende wyze
+uit: een van hun geeft eerst een spreuk op, vervolgens zingt hy die,
+en alle de anderen herhalen zulks gezamentlyk; dit afgeloopen zynde,
+geeft men eene andere op, zingt en herhaalt die op dezelfde wyze.
+
+Op die manier zingen de roeijers der vaartuigen, en zy houden 'er
+vooral veel van zulks by maaneschyn te doen. Dit gezang onder hun
+roeijen moedigt hun aan, en men hoort het op een vry verren afstand.
+
+Het is bewezen, dat de Negers, wanneer zy eene goede opvoeding
+ontfangen hebben, voor eene groote kieschheid van het gehoor vatbaar
+zyn, en zig op de dichtkunst kunnen toeleggen. Onder de genen, die
+in dit zoort van letteroeffeningen uitmuntten, behoort men vooral
+te tellen PHILLIS WHEATLYE, een slaaf te Boston, in Nieuw-Engeland,
+die de Latynsche taal leerde, en agt-en-dertig dichtstukken over
+verschillende onderwerpen zamenstelde, die zeer cierlyk zyn, en in
+'t jaar 1773. in 't licht kwamen.
+
+De sentimenteele brieven van Ignace Sancho, een Neger in dienst van den
+Hertog van Montagu, zyn zeer bekend, en zouden de pen van een Europeaan
+niet ontcieren. Wat de gave van het geheugen en van rekenen betreft,
+om te bewyzen, dat de Negers dezelve in den hoogsten graad bezitten,
+zal ik hier een brief bybrengen, door Dr. RUSH uit Philadelphia aan
+een van zyne vrienden te Manchester gezonden.
+
+"Met eenige inwooners van deeze stad reizende, en Maryland
+doorkruissende, zegt de Doctor, hoorden wy spreken van de
+wonderbaarlyke gevatheid in de rekenkunst, waar mede een Neger, THOMAS
+FULLER genaamd, begaafd was; en wy lieten hem by ons komen. Iemand
+van het gezelschap vroeg hem, hoe veele maanden, weken en dagen een
+man van zeventig jaaren oud geleefd had? Hy beantwoordde de vraag in
+anderhalve minuut. Die hem de vraag had voorgesteld, nam de pen op,
+maakte de berekening, en zeide hem, dat hy zig zekerlyk vergist had,
+en dat het door hem opgegeven getal te hoog was. Neen, Massera,
+antwoordde de Neger hem wederom, dit koomt, dat gy vergeten hebt de
+schrikkel-jaaren te berekenen. Wanneer de Americaan vervolgens de
+minuten berekende, welke in deeze getallen begrepen waren, kwam zulks
+juist uit met het getal van FULLER. Die zelfde Neger vermeenigvuldigde,
+by eene andere gelegenheid, uit zyn hoofd, negen cyffergetallen met
+negen andere". Ik heb 'er een gekend, die den Alcoran van buiten
+kende. Welk een vermogen in menschen, die noch lezen, noch schryven
+geleerd hebben! Alle deeze verhaalen zyn met dit al volkomen echt.
+
+By het geen ik omtrent de Godsdienstige gevoelens der Negers heb
+bygebragt, kan ik nog voegen, dat zy het aanzyn van een God vastelyk
+gelooven: in wiens goedheid zy hun vertrouwen stellen, wiens magt
+zy aanbidden, en wien zy een gedeelte van alle hunne levensmiddelen
+opofferen. Zy vreezen den dood niet. Aan de Rivieren Gambie en
+Senegal zyn zy byna allen van den Mahomedaanschen Godsdienst. Maar
+de Godsdienstige leere en plechtigheden der Africanen verschillen
+over het algemeen, even als de bygeloovige en tallooze gebruiken van
+alle de wilden, en zelfs van te veel Europeanen. Opgemerkt hebbende,
+dat zy gewoon waren aan den wilden Catoen-boom offerhanden te doen,
+[30] vroeg ik aan een ouden Neger, waarom men aan denzelven deeze
+eer bewees. "Massera, zeide hy my, zie hier de reden. Dewyl wy
+geen tempel hebben, om onzen Godsdienst in te oeffenen, en deeze
+boom de grootste en schoonste is, die op de kust van Guinee groeit,
+verzamelen zig onze landslieden onder zyne takken, die hen voor de
+hitte der zon en voor den regen beveiligen, om aldaar onzen Gadoman,
+of Priester te hooren prediken. Wy hebben voor dien boom zulk een
+eerbied, dat men dien nooit om ver hakt, om welke reden het ook zy".
+
+'Er is geen volk, het welk meer bygeloovigheid heeft, dan
+de Negers. Hunne Locomen, of zoogenaamde Propheten, vinden 'er
+hun belang by, met dezelve aan te zetten. Zy verkoopen hun, gelyk
+ik reeds gezegd heb, hunne obias, of tooverbanden, en trekken 'er
+groot voordeel van. De Negers hebben ook een zoort van Sybillen, die
+Godspraken uitgeven. Deeze statige vrouwen danssen in het rond te
+midden van een talryk gezelschap, en met eene groote vlugheid, tot
+dat haar het schuim op den mond staat, en dat zy in stuiptrekkingen
+vervallen. Al wat zy in deezen aanval gelasten, moet door de omstaande
+meenigte heiliglyk worden naargekomen. Deeze magt maakt haar zeer
+gevaarlyk; want dikwils gelasten zy aan de slaven, om hunne meesters
+te vermoorden, of van de Plantagien weg te loopen, en in de bosschen
+de wyk te nemen. Deeze toneelen van bygeloovigheid zyn derhalven, in
+de Surinaamsche Volkplanting, onder bedreiging van zwaare straffen,
+by de wetten verboden. Met dit al grypen zy op afgelegene plaatsen
+dikwils stand. Zy zyn onder de Oucas- en Sarameca-Negers zeer
+gemeen, en de Capitains FREDERIK en VAN GUERICK hebben my verzekerd
+dezelven te hebben zien uitoeffenen. Men noemt ze hier wynty-play,
+of Syrenen-danssen, en zy hebben van onheuchelyke tyden plaats
+gehad. Men weet, dat de oude Schryvers van zoortgelyke dwaasheden
+dikwils melding maken.
+
+Maar het vreemdste is, dat deeze Sybillen, door de klank van haare
+stem, den Ammodite- of Papaw-slang [31] weten aan te lokken, en hem
+uit den boom te doen vallen. De Negers dooden hem niet, noch brengen
+hem immer eene wonde toe; zy beschouwen hem integendeel als hunnen
+beschermer en vriend, en zy achten zig zeer gelukkig, wanneer hy
+in hunne hutten koomt. Wanneer eene Sybille der Negers deezen slang
+bezworen heeft, of hem uit den boom naar beneden doet komen, ziet men
+doorgaans, dat dit dier zig om den arm, de borst, en den hals van deeze
+vrouw slingert, als of hy in het hooren van haare stem behagen schepte,
+en te gelyker tyd vleit en streelt zy hem met de hand. De heilige
+Schryvers spreken, op verscheiden plaatsen, van het vermogen, om de
+slangen en adders te betooveren, het welk ik hier alleenlyk bybrenge,
+om de oudheid van dit gebruik te bewyzen; en het is bekend, dat de
+Oost-Indische volken de meest vergiftige slangen door het geluid van
+eene fluit, die hen uit hunne schuilhoeken doet te voorschyn komen,
+uit de huizen weten te jagen. Het is nog maar weinige jaaren geleden,
+dat eene Italiaansche vrouw te London drie makke en gemeenzame
+slangen vertoonde, die zig ook om haare armen en hals slingerden;
+zy waren vier of vyf voeten lang, maar hadden geen vergif in zig.
+
+Ik moet nog een ander bewys van de bygeloovigheid der Negers
+aanhalen. In elk huisgezin is een verbod, het welk van vader tot zoon
+overgaat, om het vleesch van het een of ander dier, het zy vogel,
+viervoetig dier, of visch, niet te eeten; het geen op die wyze verboden
+is, noemen zy treff, en zy proeven 'er nooit van.
+
+Hoe belachelyk ook zommige van deeze plechtigheden mogen voorkomen, zy
+zyn hoogst noodzakelyk, om de Negers in onderwerping te houden. Deeze
+ongeletterde menschen verschillen daar in van de Europeanen, dat
+zy vast zyn in hun geloof, hoedanig het zelve ook zyn moge, en dat
+geene twyffelingen hen daar van immer te rug houden. Ik wil echter
+daar uit niet beslissen, of zy erger of beter zyn.
+
+De Negers zyn omtrent elkanderen zoo welwillend, dat men hun
+niet behoeft te zeggen:--"Bemint uwen naasten als u zelven.". De
+armste, onder hen, al heeft hy maar een ey, zal het met allen, die
+'er tegenwoordig zyn, verdeelen. Het zelfde zal hy doen met het
+kleinste glaasjen rhum; maar vooraf zal hy eenige droppels op den
+grond sprengen, by wyze van wyn-plenging.
+
+Zoo al de wilde volken doorgaans veel edelmoedigheid en goede
+trouw bezitten, zy hebben ook hunne gebreken, waar onder eene groote
+wraakzucht gevonden wordt. De grootte van deeze hartstocht in de Negers
+staat gelyk met die van hunne gevoelens van dankbaarheid; en ik kenne
+'er geen een, die aan een ander de hem aangedaane belediging vergeven
+heeft. Men kan van hun zeggen, dat hunne vriendschap zoo teederhartig,
+als hunne haat onverzoenlyk is. Even als alle barbaarsche volken,
+geven zy zig aan verschrikkelyke wreedheden over.
+
+In den laatsten opstand, die in de Volkplanting de Berbices is
+voorgevallen, ging hunne woede zoo ver, dat zy de vrouwen hunner
+meesters, schoon zwanger zynd, en in tegenwoordigheid van hunne
+echtgenooten vermoordden. [32] De Accawaws-Negers zyn niet minder dan
+zy op de konst, om door vergif om te brengen, afgericht. Zy verbergen
+het vergif onder hunne nagels, en door slechts den vinger in een glas
+met water te steken, veroorzaken zy eenen langzamen, maar zekeren
+dood. [33] Geheele huisgezinnen, en zelfs alle de inwooners van eene
+Plantagie, hebben de gevolgen van hunne wraakzucht ondervonden. Dit
+ging eindelyk zoo hoog, dat zy tachtig slaven, derzelver ouders en
+vrienden, deeden omkomen, om hunne meesters van dit gewichtig gedeelte
+van hunnen eigendom te berooven. Deeze monsters dragen den naam van
+wissy-men, het welk misschien koomt van het woord wise (wys); en door
+dit helsch middel helpen zy een groot aantal slachtoeffers van kant,
+langen tyd voor dat zy ontdekt worden.
+
+De barbaarsche volken, schoon van de voordeelen der opvoeding beroofd,
+hebben nochtans verwarde denkbeelden van eigendom: dus moet men zig
+niet verwonderen, dat slaven, die in hun persoon de duidelykste
+schending van alle recht ondervinden, aangezet worden, om zig
+deswegens schadeloos-stelling te bezorgen. Die van de Plantagien
+zyn al te zeer aan dieverye overgegeven, en plunderen alles, wat
+onder hun bereik koomt, wanneer zy hope hebben, om het straffeloos
+te kunnen doen. Men kan ook aan hunne onmatigheid, vooral aan die in
+den drank, geene palen stellen. Ik heb eene jonge Negerin een kom,
+waar in ik twee flessen wyn geschonken had, achter een zien uitdrinken.
+
+Van de Negers van den stam van Gango, wordt gezegd, dat zy uit een
+geest van wraakzucht, even als de Caraiben, menschen-eeters zyn. Na
+het innemen van Boucou, vondt men, in de huizen der muitelingen van
+deezen stam, potten vol met menschen-vleesch, die nog op het vuur
+stonden. De nieuwsgierigheid drong een Officier, om deeze afschuwelyke
+kost te proeven, en hy verklaarde, dat dusdanig vleesch niet minder
+was, dan ossen- of varkens-vleesch.
+
+De heer WANGILLS, een Americaan, die in het binnenste van Africa
+zeer diep is doorgedrongen, heeft my naderhand verzekerd, dat hy
+in eene stad of gehucht van dit Land gekomen was, alwaar armen,
+dyen en beenen van menschelyke schepsels zoo openbaar te koop lagen,
+als het vleesch by onze vleeshouwers ligt. JOHN KEENE, Capitain in
+dienst van de Compagnie van Sierra-Leona, heeft my stellig gezegd,
+dat hy zig met zyn schip op de Africaansche kust bevindende, om hout,
+yzer en goud-poeder in te nemen, de Capitain van het schip Nassau,
+genaamd DUNNINGEN, met alle zyne manschappen vermoord wierd. Hunne
+lyken wierden vervolgens in stukken gehakt, ingezouten en opgegeten
+door de Negers van den grooten Drevin, omtrent dertig mylen ten
+noorden van de Rivier van St. Andreas. Deeze zelfde menschen-eeters
+namen toen al het koper van het schip weg, en staken vervolgens het
+schip zelve in brand.
+
+Na de gebreken van het character der Negers te hebben aangewezen,
+is het billyk, dat ik ook hunne goede hoedanigheden en deugden schetse.
+
+Ik heb reeds van hun vernuft en dankbaarheid gesproken; de
+laatstgemelde gaat zoo verre, dat zy zig voor de genen, die hun
+eenige byzondere weldaad bewezen hebben, aan doods-gevaaren zouden
+bloot stellen. Niets overtreft de genegenheid, dien zy voor hunnen
+meester hebben, wanneer deeze hen met goedheid behandelt; waar
+uit blykt, dat hunne genegenheid even sterk is, als hunne haat. De
+Negers zyn over 't algemeen gevoelig, maar vooral de Coromantyn- en
+Nago-Negers. Zy zyn vatbaar voor liefde; en de jaloersheid brengt
+in hun hart de vreesselykste gevolgen voort. Hunne ingetogenheid
+verdient hier genoemd te worden; want geduurende verscheiden jaren,
+dat ik onder hen verkeerd heb, herinner ik my niet 'er ooit een in 't
+openbaar eene vrouw te hebben zien kussen. De Negerinnen hebben eene
+ongemeene liefde voor hunne kinderen. Geduurende de twee jaaren, dat
+zy dezelven zoogen, houden zy geene gemeenschap met hunne mannen. Zy
+zouden het zig zelven verwyten als eene onnatuurlyke zaak, tot nadeel
+haarer zuigelingen strekkende. De zindelykheid der Negers is zeer
+opmerkelyk. Zy baden zig ten minsten drie maalen daags. Die van de
+stam van Congo in 't byzonder zyn zulke liefhebbers van het water,
+dat men hen, met eenig recht, halfslachtige dieren zoude kunnen noemen.
+
+De Negers zyn moedig en geduldig in tegenspoed. Zy trotseeren de
+pynigingen en den dood met eene onverschrokkenheid, die zonder
+weergaa is. Hun gedrag in de neteligste omstandigheden gelykt naar
+heldenmoed. Zy laten geene klachte hooren, zy loosen geen zucht,
+men hoort van hun geen gekerm, zelfs wanneer zy in 't midden der
+vlammen hun leven laten. Ik heb nimmer een enkelen gezien, die, om
+welke reden het ook wezen mogt, tranen storte; en echter bidden zy
+met den sterksten aandrang om genade, wanneer men hen veroeordeelt, om
+gegeesseld te worden voor misdryven, welken zy erkennen; maar indien zy
+vermeenen de kastyding niet verdiend te hebben, maken zy zig zelf byna
+oogenblikkelyk van kant. Die van den stam der Coromantyn-Negers, geven
+zig voornamelyk aan deeze daad van wanhoop over. Het gebeurt dikwils,
+dat zy, by de uitvoering der straf, hun hoofd agter over gooijen, om
+hunne tong in te slikken, hetgeen hen oogenblikkelyk doet versmooren;
+en zy vallen dood voor de voeten hunner meesters neder. Maar wanneer
+hun geweten hun overtuigt, dat hunne straf rechtvaardig is, zyn zy
+gedwee, en onderwerpen zig met gelatenheid aan hun lot. Men heeft
+zedert kort in Surinamen het zeer menschelyk middel uitgevonden,
+om te beletten, dat zy zig zelven niet versmooren, gelyk ik zoo
+even verhaalde, door hun een aangestoken stroo-fakkel voor den mond
+te houden, waar door het dubbeld oogmerk bereikt wordt, om hun het
+gezicht te blakeren, en hunnen aandacht van een dergelyk ontwerp af
+te trekken. Zommigen nemen hun toevlucht tot een ander middel: zy
+eeten aarde; het geen hunne maag belet derzelver gewoone werkingen te
+doen, en zy eindigen dus hun leven zonder pyn, maar kwynende zomtyds
+meer dan een jaar in eenen staat van ongemeene zwakheid. De wetten
+hebben tegen deeze aard-eeters de gestrengste kastydingen vrugteloos
+vastgesteld, want men ontdekt hen zeldzaam, wanneer zy deeze misdaad
+aan zig zelven begaan.
+
+Na deeze algemeene aanmerking omtrent de natuurlyke en zedelyke
+vermogens der Negers, zal ik hen thans beschouwen in den staat van
+slavernye, en aan de yzere roede van eene verschrikkelyke dwingelandye
+onderworpen. Vervolgens van dit afgryzelyk toneel afstappende,
+zal ik aantoonen, wat zy zyn onder rechtvaardige, menschlievende en
+gevoelige meesters.
+
+Men herinnert zig ongetwyffeld, het geen ik van hun gezegd heb, wanneer
+zy van de kust van Guinee aankomen, en in welken zwakken en elendigen
+staat zy zig dan bevinden. Ik heb ook doen opmerken, dat zy spoedig
+hunne lyvigheid weder bekomen, en dat men hun aan de zorge van eenen
+ouden slaaf toevertrouwt, die hun de taal der Volkplanting leert. Zoo
+verre gevorderd zynde, zendt men hen naar het land om te werken, waar
+aan zy zig met genoegen onderwerpen, schoon ik eenige voorbeelden
+van nieuwlings ingevoerde Negers gezien heb, die zulks weigerden,
+in weerwil van de beloften, gebeden, bedreigingen, en slagen zelfs,
+tot welken men toevlucht nam, om 'er hen toe te dwingen; maar deeze
+waren Vorsten of persoonen van aanzienlyken rang in hun vaderland,
+die door de lotgevallen van den oorlog tot den staat van slavernye
+vervallen waren, en wier verheven gevoelens hun den dood deeden
+verkiezen boven de vernedering en de ellenden der slavernye. By
+verscheiden gelegenheden van dien aart, heb ik andere slaven op de
+knien zien vallen, en hunne meesters smeeken, dat zy de taak van den
+gevangen Prins of hoogen persoon by hunne taak voegen wilden; het
+geen men hun zomtyds toestond, en zy bewezen hem bestendiglyk den
+zelfden eerbied, als of hy in zyn eigen Land was. Ik herinner my,
+dat ik eens, om my voor een oogenblik te dienen, eenen Neger gehad
+heb van een zeer goed voorkomen, en die kortlings ontscheept was,
+wiens gewrichten aan de handen en enklaauwen door ketenen ontveld
+waren. Ik vroeg 'er hem de reden van.--"Myn vader", antwoordde hy my,
+"was Koning, en wierd door de zoons van een nabuurig Vorst verraderlyk
+vermoord. Zynen dood trachtende te wreeken, ging ik met zommigen van
+de mynen dagelyks ter jagt, in de hoop van zyne moorders te ontmoeten;
+maar ik had het ongeluk om verrast en geketend te worden; van daar
+komen die schandelyke lidteekens, welken gy ziet. Men verkocht my
+vervolgens aan uwe landgenooten op de kust van Guinee, eene straf,
+die voor verschrikkelyker gehouden wordt, dan de dood zelve".
+
+De geschiedenis van mynen Neger QUACO was nog zonderlinger.--"Myne
+ouders", zeide hy my, "leefden van hunne jagt en visscherye. Men
+ligtte my, nog zeer jong zynde, op, terwyl ik met twee van myne
+broeders in het zand speelde. Dadelyk stak men my in een zak, en
+vervoerde my verscheiden mylen ver. Ik wierd vervolgens een der
+slaven van eenen Koning op de Guineesche kust, die een aanzienlyk
+getal bezat. Toen hy stierf, onthoofde men 'er het grootste gedeelte
+van, en begroef dezelven met hem. De kinderen van myne jaaren wierden
+onder de Capitains van zyn leger ten geschenke gegeven; en de Capitain
+van een Hollandsch Schip kogt my voor een snaphaan, en een weinig
+buskruid".--Elk mensch bemint zyn geboorte-land, hoe hard de wetten
+'er ook wezen mogen.
+
+Zoo dra deeze ongelukkige vreemdelingen met minder yver beginnen te
+arbeiden, worden zweepen, bulle-peesen, bambous-rieten, touwen, yzers
+en ketenen te werk gelegd, om hen vlugger te maken. 'Er zyn meesters,
+die hen nacht en dag bezig houden, zonder zelfs de zondagen uit te
+zonderen. Ik herinner my, dat een jong en zeer sterk Neger, MARQUIS
+genaamd, die een vrouw en twee lieve kinderen had, welken hy teederlyk
+beminde, zynen arbeid met zoo veel yver doorzette, dat hy des namiddags
+ten vier uuren met het graven van een sloot of greppel, van vyf honderd
+voeten lang, geeindigd had, om tyd te hebben tot het bebouwen van zynen
+kleinen tuin, of te gaan visschen, of vogelen te vangen, tot onderhoud
+van dit zyn geliefd huisgezin. Zyn meester, dit vernomen hebbende,
+bewees hem, om hem aan te moedigen, dat wanneer hy voor vier uuren
+vyf honderd voeten had kunnen afgraven, hy 'er zekerlyk voor zonnen
+ondergang zes honderd zoude hebben kunnen voleinden. De ongelukkige
+keerel wierd vervolgens verwezen, om dagelyks dien taak af te werken.
+
+De slaven loopen in Surinamen byna naakt, en hun dagelyks voedzel
+bestaat in eenige ignames en vruchten van Plantain-boomen. Misschien
+twee maalen 's jaars, krygen zy een middelmatig rantsoen van gezouten
+visch, en eenige bladen tabak, het geen zy sweety mouffo noemen; en
+dit is het ook al. Maar het ondraaglykste voor hun is, dat ofschoon
+een Neger en zyne vrouw voor elkander de grootste genegenheid hebben,
+de laatstgemelde, indien zy wat mooy is, de walgelyke omhelzingen
+van eenen overspeeligen en onbeschaamden Opzichter zig moet laten
+welgevallen, zoo zy haaren man, zulks trachtende te beletten, niet
+wil zien in stukken houwen. Deeze onwaardige behandeling heeft hen
+dikwerf tot de geweldigste wanhoop vervoerd, en tot een groot getal
+moorden gelegenheid gegeven.
+
+Uit hoofde van eene zoo groote opeenstapeling van onheilen, is de
+zelfsmoord onder de Negers gemeen; dikwils loopen zy weg naar de
+bosschen, om zig met hunne muitende landgenooten te vereenigen;
+of zoo zy al de vlucht niet nemen, worden zy mistroostig, en krygen
+kwynende ziekten, ten gevolge van de mishandelingen, die hun worden
+aangedaan. Deeze ziekten zyn de lota, bestaande in eene scheurbuikige
+en witte vlak over het geheele lichaam:--De crassy crassy, of schurft,
+die by hun, even als by de Europeanen, voortspruit uit slecht voedzel,
+en onder hen zeer gemeen is:--De yaws, welke ziekte veelen gelyk
+stellen met de venus-ziekte, en waar door het geheele lichaam met
+geele zweeren wordt overdekt; de meeste Negers zyn 'er aan onderworpen,
+maar zy worden 'er slechts eenmaal in hun leven door aangetast; eene
+byzonderheid, die, wanneer men 'er by voegt, dat de kwaal ligtelyk
+aan anderen wordt medegedeeld, dezelve eenigermaten gelyk stelt met
+de kinderpokjes. Deeze besmettelyke hoedanigheid is zoo groot, dat
+indien eene enkele vlieg, die zig op den zieken nederzet, (en by is
+'er als mede bedekt) zig op de ligtste ontvelling der huid van iemand,
+die volmaakt gezond is, plaatst, zy hem met dit verschrikkelyk
+vergif besmet, waar van de gevolgen zig verscheiden maanden lang
+doen gevoelen. Men geneest deeze ziekte doorgaans door kwyling en een
+goeden levensregel, gepaard met eene aanhoudende beweging, die eene
+overvloedige uitwaasseming te weeg brengt; en zoo lang die geneezing
+duurt, is de zieke ongemeen mager.
+
+De boassy, of melaatsheid, is nog veel verschrikkelyker, en men
+beschouwt dezelve als ongeneeslyk. Het aangezicht en de ledematen
+zwellen in deeze ziekte op, en het geheele lichaam is vol met
+zweeren. De adem heeft een ondragelyken stank; de hairen vallen uit;
+de toonen en vingers verrotten, en vallen vervolgens lid voor lid
+af. Het ongelukkigste van allen is bovendien, dat de ellendeling, die
+door deeze ongeneeslyke kwaal wordt aangetast, zomtyds verscheiden
+jaaren lang kwynen kan. Dewyl de melaatschen van natuure tot het
+minnespel genegen zyn, en hunne ziekte besmettelyk is, moet men hun
+alle gemeenschap verbieden, en hen veroeordeelen tot een altoosduurende
+ballingschap op den een of anderen hoek der Plantagie.
+
+De clabba-yaws of tubboes zyn ook eene deerlyke en ellendige ziekte,
+die pynlyke zweeren veroeorzaakt aan de voeten, voornamelyk aan den
+bal van den voet, tusschen vel en vleesch. Het gewoon middel in dit
+geval bestaat hier in, dat men het aangestoken deel met een gloeiend
+yzer brandt, of met een dun lancet doorvlymt; alsdan laat men op de
+wonde zeer warm sap van citroen loopen, het geen wel zeer gevoelig,
+maar van een zeer groot geneezend vermogen is.
+
+De Negers zyn ook onderworpen aan ziekten van uit- en inwendige wormen,
+het welk by hun veroeorzaakt word door het gebruik van modderig water,
+waar in die wormen huisvesten, of door de rauwheid van hun voedzel. Een
+der voornaamsten wordt genoemd Lindworm: zynde wormen zomtyds van zes
+voeten lengte, van eene schitterende zilver witte kleur, en niet veel
+dikker, dan de tweede snaar van een bas-viool. Zommige wormen plaatsen
+zig tusschen vel en vleesch: zy veroeorzaken gevaarlyke en pynlyke
+zwellingen overal waar zy inkomen, en vooral aan de beenen. Het
+middel, om deeze kwaal te geneezen, bestaat daar in, dat men den
+worm, wanneer hy boven de huid uitkoomt, by den kop neemt, en hem
+'er geheel en al uittrekt, hem, om zoo te spreken, op een kaart of
+stokjen windende. Dit kan men met niet te veel omzichtigheid doen,
+want zoo de worm breekt, is het verlies van het lid, of zelfs van het
+leven, 'er dik wils het gevolg van. Zommige lieden zyn met zeven of
+agt van die wormen te gelyk gekweld.
+
+Behalven deeze ziekten, die hun byzonder eigen zyn, zyn de Negers
+bovendien onderworpen aan die ziekten, welken de Europeanen gewoonlyk
+ondervinden, die op hun beurt van de opgegevene gevaarlyke en pynlyke
+kwalen in Guiana niet ontheven zyn.
+
+Het is dus niet te verwonderen, dat de Plantagien zulk een groot
+aantal zieken opleveren; men laat hen eeniglyk over aan de zorge
+van eenen Dressy-Negro, of Heelmeester der Negers, wiens geheele
+kundigheid bestaat in het toedienen van eenige zouten, of het smeeren
+van eenige pleisters. Zy, die door aanhoudende geesselingen van het
+hoofd tot de voeten zyn van een gereten, kunnen zig zelven genezen,
+of zonder huid arbeiden, zoo hun dit gelieft.
+
+Van alle deeze opeenstapelingen van ellende, waar van zommige natuurlyk
+uit de luchtstreek, en het slegt voedzel der Negers, maar vooral uit
+de onbetamelyke wreedheid der Opzigters voortspruiten, is het gevolg,
+dat een groot getal slaven buiten staat is om te werken, de een door
+eene geheele en schielyke uitputting hunner kragten, de ander door
+eenen te vroegtydigen ouderdom: maar de dwingeland eener Plantagie
+vindt voor hunne kwaalen een onfeilbaar hulpmiddel, het geen niet
+minder is, dan hen met eenen slag dood te slaan: dit verlies raakt
+hem niet meer dan zynen meester. Hy is alleen nayverig omtrent de
+geenen, die zig van hunnen taak kwyten kunnen; hy verzekert, dat
+de anderen gestorven zyn, de meesten van de venus-ziekte, en geen
+Neger is bevoegd, om getuigenis tegen hem te geven. Indien echter
+eenig Europeaan den moord bewees, zoude de schuldige vry zyn, gelyk ik
+reeds heb opgemerkt, met eene boete van vyftig ponden sterling, en met
+den eigenaar schadeloos te stellen, zoo deeze zulks begeerde. Voor
+deezen bloedprys kan hy elken slaaf, die onder zyne magt staat,
+en het ongeluk heeft zyne woede gaande te maken, opoefferen.
+
+Een Opzigter kan bovendien duizende listen te baat nemen, om het
+bewys van zyne schuld te ontduiken. Ik heb 'er een gekend, die
+zig van eenen Neger willende ontdoen, hem op de jagt mede nam,
+en hem gelastte het wild op te jagen: zyn eerste snaphaanschoot
+raakte deezen ongelukkigen, die dood ter neder viel. Dit wierd een
+toeval genoemd, en men deed 'er geen het minste onderzoek naar. Een
+ander kwam op de volgende wyze om.--Men stak een houten paal op het
+midden van eene groote vlakte in den grond; men bond 'er den slaaf
+aan vast in de hitte van eene brandende zon, en men gaf hem, om het
+leven te behouden, niet meer dan eene banane en een glas water daags,
+tot dat hy stierf. De Opzigter beweerde, dat dit niet door den honger
+veroeorzaakt was, om dat men hem altyd eeten en drinken gebragt had;
+dus wierd hy met eere vry gesproken.
+
+Men heeft dikwils een ander middel gebezigd, om eenigen van deeze
+ongelukkige slaven straffeloos van kant te helpen. Het bedoeld
+slagtoeffer wordt naakt aan een boom in het bosch gebonden, met de
+armen en beenen uitgestrekt, onder voorwendzel van hem dezelve wat
+losser te maken; men laat hem aldaar, en geeft hem op bepaalde tyden
+te eeten, tot dat hy, door het steken der muggen of andere insecten,
+het leven verloren heeft. Men verdrinkt de Negers ook wel, door hun,
+met een keten aan de voeten, in 't water te werpen, en dit noemt men
+ook een toeval!
+
+Het is zeer zeker, dat verscheiden, op last van eene vrouw, op
+houtstapels geketend zynde, zyn van kant geholpen. De straf om hun
+de tanden uit te trekken, alleenlyk wegens het proeven van het door
+hem bewerkte suiker-riet, hun den neus te klooven, of de ooren af te
+snyden, om onderlinge kyvagien, is van te weinig aanbelang, dan dat
+wy daar van zouden behoeven te spreken.
+
+Zulk eene wreede mishandeling doet zomtyds in den geest van deeze
+ongelukkigen zulk eene moedeloosheid geboren worden, dat zy, om
+hun rampzalig leven te eindigen, en zig op eenmaal van zulk eene
+verschrikkelyke slavernye te ontheffen, zig zelven in de ketels werpen,
+waar in men het sap van het suiker-riet laat koken, daar door een
+middel vindende, om hunnen geweldenaar van hunnen persoon en van een
+gedeelte van zynen oogst te ontzetten.
+
+Is het derhalven, na zulk eene behandeling, wel te verwonderen,
+dat geheele benden van slaven zig in de bosschen verzamelen, en alle
+gelegenheden waarneemen, om hunne wraakzucht te koelen?
+
+Ik zal deeze aandoenlyke berichten eindigen met eene algemeene
+aanmerking, tot bewys, hoe veel nadeel de bevolking door zulke
+wreedheden lydt.
+
+Ik heb gezegd, dat 'er in Surinamen 75,000 Neger-slaven zyn. Indien
+men daar van aftrekt het getal der oude lieden van beiderlei kunne,
+en der kinderen, zullen 'er niet meer dan 50,000 overblyven, die tot
+werken geschikt zyn. Het getal der schepen, die jaarlyks elk 250 of
+300 Negers invoeren, wordt op zes tot twaalf gesteld. Men kan dus de
+jaarlyksche invoering berekenen op 2500 slaven, die noodig zyn, om
+de gemelde 50,000 voltallig te houden. Het getal der dooden nu gaat
+jaarlyks dat der geboorten ten beloope van 2500 te boven, schoon elke
+Neger eene vrouw heeft, en zelfs twee, zoo hem dit goeddunkt; het
+geen over het geheel juist uitmaakt vyf ten honderd, en gevolgelyk
+bewyst, dat een geheel geslacht van 50,000 gezonde menschen alle
+twintig jaaren volkomen uitsterft.
+
+De rechtvaardigheid en waarheid noodzaken my echter te verklaren,
+dat de wreedheden, die zulk eene uitwerking voortbrengen, niet
+algemeen zyn. De mededogende Hemel heeft wel eenige uitzonderingen
+willen daar stellen, welken ik met genoegen verhalen zal, en die het
+tegenoevergestelde zyn van het hier boven door my geschetst tafereel. Ik
+zal niet naarvolgen eenige Schryvers, die het zelfde onderwerp
+behandeld hebben, en daden van goedaeartigheid en menschlievenheid
+zorgvuldig hebben verborgen gehouden, om deeze zaak alleenlyk van de
+ongunstigste zyde te doen beschouwen: ik wil dezelve met openhartigheid
+en onpartydigheid zonder verminking openleggen. Ik kan verzekeren, dat
+op zommige Plantagien de slaven naar myne gedachten behandeld worden,
+zoo als menschen behooren behandeld te worden. Zulk eene behandeling
+zoude nog algemeener zyn, indien de wetten geen onbepaald gezag over
+hen veroeorloofden, waar van het onmogelyk is, dat geen misbruik gemaakt
+werde. Geen eigenaar moest het recht hebben, om het leven van zynen
+slaaf straffeloos aan te tasten; en het dooden van een zwarten of
+blanken behoorde in het oog der menschen eene gelyke misdaad te zyn,
+even als in het oog van God.
+
+Voorts zal ik als nu aan den Lezer vertoonen een huisgezin van Negers,
+in dien staat van voorspoed en gerustheid, welken zy steeds onder eenen
+goeden meester genieten. De beeldtenissen, op de plaat voorkomende,
+worden vooroendersteld te verbeelden persoonen van het volk of den stam
+van Loango, uit hoofde der teekenen, die over het lichaam van den
+man getrokken zyn, en het cyffer op deszelfs borst, uit de letters
+J. G. S. zaamgesteld, door middel van het welk de eigenaar bewyzen
+kan, dat de slaaf hem toebehoort. Deeze man heeft op het hoofd een
+net en een mand vol kleine visschen; hy houdt ook een groote mand
+in de hand, die alle voortbrengzels van zyne visch-vangst zyn. Zyne
+vrouw, die zwanger is, draagt verscheiden zoorten van vruchten,
+draaijende catoen op een klos, en vreedzaam haare pyp rookende; zy
+heeft nog een kind op haaren rug, en een ander loopt al speelende
+naast haar. Op die wyze is de arbeid van eenen Neger, onder eenen
+menschlievenden meester en geschikten Opzigter, niets meer, dan eene
+heilzaame lichaams-oeffening, die met het ondergaan der zon ophoudt,
+en hem een genoegzaam overschot van tyd overlaat, om te jagen, te
+visschen, zynen kleinen tuin te bebouwen, of manden en netten ter
+verkoop te maken. Voor den prys, dien hy daar voor maakt, koopt hy
+een of twee varkens, eendvogels en ander gevogelte, welken hy zonder
+moeite en kosten voedt op eenen grond, die het noodige daar toe van
+zelf voortbrengt; en op die wyze heeft hy 'er zeer veel voordeel by. In
+zulk eene gesteldheid is hy ontheven van hartseer; hy betaalt geene
+lasten, en hy beschouwt zynen meester alleenlyk als den beschermer
+van hem en zyn huisgezin. Hy bidt hem aan, niet uit vreeze, maar
+om dat hy in zyn hart overtuigd is, den voorspoed, dien hy geniet,
+aan hem verschuldigd te zyn. De door hem bewoonde luchtstreek staat
+gelyk aan zynen geboorte-grond, en bevrydt hem van het dragen van
+kleederen, het geen hy veel gemakkelyker en gezonder vindt. Hy kan
+zyne wooning bouwen, zoo als hy goedvindt, en het bosch verschaft
+hem de noodige bouwstoffen. Zyn bed is een hangmat, of mat, papaija
+genaamd. Hy maakt zyne eigene potten; en de calebassen, die hem tot
+schotels dienen, groeijen in zynen tuin. Nooit leeft hy te zamen met
+eene vrouw, welke hy niet bemint, want de beide echtgenooten verlaten
+elkander, zoo dra de een den ander moede is; en deeze scheiding gebeurt
+nochtans dikwerf minder dan de echtscheiding in Europa. Behalven de
+levensmiddelen, welken hy 's weekelyks van zynen meester ontfangt,
+weet zyne vrouw hem verscheiden zeer smakelyke spyzen toe te bereiden,
+als daar zyn de braf, zynde een huspot van Plaintain-boom vruchten
+en ignames, met gezouten vleesch, drooge visch, en peper van Cajenne
+te zamen gekookt; de tom-tom, een zoort van pudding, of taart, van
+meel van Indisch koorn gemaakt, en met stukjes vleesch, gevogelte,
+visch, peper van Caijenne, en zagte schillen van de ocra of althea
+gebakken: de peperpot, zynde een kookzel van visch met Guineesche
+peper, het welk men met gebraden plantain-vruchten eet: de gangotay,
+zaamgesteld uit drooge visch en groene plantain-vruchten: de acansa en
+de doguenou, die van meel van Indisch koorn gebakken worden, waar by
+in de laatstgemelde suiker-syroop gevoegd word. Zyn gewoone drank is
+schoon water, waar in nu en dan een weinig rhum gegoten wordt. Indien
+hy ziek of gewond wordt, geneest men hem voor niet; maar hy gebruikt
+zeldzaam den Heelmeester, vermits hy zelf de geneeskragtige kruiden
+tamelyk wel kent; bovendien verrigt hy het zetten van koppen, of
+het doen van doorsnydingen van het vleesch, hem voor aderlatingen
+dienende, aan zig zelf. Zyn hoofd houdt hy zindelyk, door zyne hairen
+met vochtige kley te besmeeren; hy laat die daar op droogen, en wast
+dezelve 'er vervolgens met zeep sop weder af. Om zyne tanden zoo wit
+als yvoor te houden, neemt hy een stukjen hout van een orangenboom,
+waar van de vezelen aan een der einden van elkander zyn gescheiden, en
+tot een borsteltje dienen: men ziet geen Neger, het zy man of vrouw,
+zonder dit klein huisraad, het welk daarenboven het vermogen heeft,
+om den stank van den adem te verbeteren.
+
+Dit is het geen zyn lichaam betreft. Wat zynen geest belangt, dezelve
+wordt nooit ontrust door vreeze voor den dood, nog door knagingen
+van het geweten; want een Neger gelooft vastelyk het geen men hem
+geleerd heeft, en het welk eenvoudig en klaar is. Wanneer hy het
+leven heeft afgelegd, brengen zyne nabestaanden en vrienden hem in
+een boschjen van oranjeboomen, alwaar zy hem begraven, niet zonder
+onkosten, want doorgaans leggen zy hem in een kist, die van best
+hout fraay gewerkt is, en tevens doen de lykzangen, zuchtingen en
+geschreeuw, de lucht weergalmen. Het graf gevuld zynde, en met groene
+zoden bedekt, zet men twee groene calebassen op zyde, de eene vol
+met water, de andere met verschillende zoorten van gekookt vleesch
+en cassave, het geen men doet, niet zoo als zommige lieden meenen,
+in het denkbeeld, als of de doode dit zoude kunnen benoodigd hebben,
+maar als een blyk van hoogachting, die men voor zyne nagedachtenis
+heeft: zomtyds zelfs brengt men 'er het weinige huisraad, door hem
+nagelaten, en breekt het op zyn graf aan stukken. Na het afloopen
+deezer plechtigheden nemen alle de omstanders afscheid van hem;
+zy spreken tot hem, als of hy hun verstaan konde; zy verzekeren
+hem van het leed, het welk zy door hunne scheiding ondervinden; zy
+zeggen eindelyk, dat zy hem hopen weder te zien, niet in Guinee,
+het geen men ongeschikt oordeelt, maar in dat gelukkig verblyf,
+alwaar hy thans het gezelschap zyner voorvaderen, zyner nabestaanden,
+zyner vrienden geniet. De plechtigheid deezer begraaffenis eindigt met
+jammerkreeten, en vervolgens keert men naar huis te rug. Des anderen
+daags slacht men een vet varken, eendvogels, ander gevogelte, enz.;
+en de vrienden geven aan de andere Negers een feest, het welk eerst
+den volgenden dag eindigt. Tot een teeken van rouwe, scheeren mannen
+en vrouwen zig het hoofd, en omwinden het met een blaauwen doek, dien
+zy het geheele jaar dragen. Wanneer dit jaar verstreken is, gaan zy
+weder naar het graf; zy leggen aldaar de laatste offerhanden neder;
+zy zeggen den overledenen als nog vaar wel; vervolgens vieren zy een
+ander feest, en het zelve eindigt met een vrolyken dans, en lofzangen
+ter eere van den nabestaanden of vriend, die hen verlaten heeft.
+
+'Er is geen volk, waar van de byzondere persoonen, die het zelve
+uitmaken, meerder achting en vriendschap jegens elkander gevoelen,
+dan de Neger-slaven. Zy schynen verrukt te zyn, wanneer zy zig
+by elkander bevinden, en zy zyn nimmer van vermaken uitgeput, om
+elkander het gezelschap te veraeangenamen. Eene zekere vrolykheid,
+welke zy Soesa noemen, bestaat in het springen tegen over zynen
+dansser of dansseresse, de handen op de heupen slaande, om de maat
+te houden. Zy zyn op dit zoort van oeffening zoo heet, dat dezelve
+dikwils met zeven of agt paaren danssers te gelyk plaats heeft, het
+geen, door het te groot geweld, den dood van verscheiden hunner meer
+dan eens veroeorzaakte; waarom de Regeering van Paramaribo hetzelve
+verboden heeft.
+
+De Negers zyn vlug en sterk, maar hun grootste vermaak is het zwemmen;
+het geen zy twee of drie malen daags doen, onder malkander en by
+hoopen van jongens en meisjens, even als de Indianen; en de beide
+kunnen onderscheiden zig door hunnen moed, kragt en werkzaamheid. Ik
+heb eene jonge Negerin de Commewyne zien overzwemmen, een jong sterk
+manspersoon voorby zwemmende, en, toen zy aan de overzyde aankwam,
+door haar aan hem hooren voorstellen, om een weg van twee mylen af
+te leggen, en hem nog voor uit te blyven.--Ik moet thans spreken
+van het speeltuig der Negers, en de manier, op welke zy danssen. Men
+herinnert zig ongetwyffeld, het geen ik van die der Loango-stam ten
+deezen opzigte gezegd heb; het geen nu zal volgen, is aan alle de
+andere stammen gemeen.
+
+Hun speeltuig, dat zeer vernuftig is, en door hen zelven gemaakt word,
+heb ik op eene afzonderlyke plaat afgebeeld.
+
+N. 1. De qua-qua; eene plank van een hard en geluidgevend hout,
+welke aan de eene zyde door een dwarshout in de hoogte wordt opgeligt,
+en waar op men met twee yzere staafjes, of twee beenderen, als op
+een trommel, slaat.
+
+N. 2. De Kiemba-toetoe; een hol riet, waar op de Negers met den neus
+blaazen, even als de bewooners van het Eiland Taiti. Deeze fluit heeft
+niet meer dan twee openingen, de eene om op te blazen, de andere om
+'er de vingers op te houden.
+
+N. 3. De Ansokko-bania; een plank van hard hout, aan wederzyden als
+een voetbank verheven, en waar op kleine houtjes van verschillende
+gedaanten zyn vast gemaakt. Men slaat daar op met twee stokjes,
+als op een hakbord, het geen verschillende geluiden voortbrengt,
+die niet onaeangenaam zyn.
+
+N. 4. De groote Creoolsche trommel, gemaakt uit den stam van een
+hollen boom. Dezelve is aan de eene zyde open; aan de andere met een
+schapen-vel overdekt. Die deeze trommel slaat, zit 'er boven op,
+en slaat met de vlakke hand, het geen genoegzaam overeenkoomt met
+een basviool of qua-qua.
+
+N. 5. De groote Loango trommel, die aan beide zyden gesloten is,
+en dezelfde uitwerking doet, als de keteltrom.
+
+N. 6. De kleine trommel, genaamd papa drum, welke men op dezelfde
+wyze slaat als de andere.
+
+N. 7. De kleine Loango trommel, die te gelyker tyd met de groote
+geslagen wordt.
+
+N. 8. De kleine Creoolsche trommel, die mede tot het zelfde einde
+dient.
+
+N. 9. De Coeroema, een zoort van beker, konstig gemaakt, insgelyks
+met een schapen-vel overdekt, waar op men met twee yzere staafjes,
+of twee stokjes slaat, even als op de qua-qua.
+
+N. 10. De Loango-bania. Dit is een zeer merkwaardig speeltuig. Het
+is gemaakt van een plank van zeer droog hout, waar op twee schuinsche
+klampen zyn vast gemaakt. Boven dezelve zyn eenvoudig kleine houte
+stokjes van elastiek palmhout geplaatst, die van ongelyke lengte zynde,
+boven op een derde klamp schynen uit te maken.
+
+N. 11. Eene groote ledige Calebas, dienende tot opblaazing van
+het geluid van de Loango-bania, waar van de stokjes met de vingers
+worden opgeligt, ten naasten by als de klauwieren van een forte piano;
+en dit speeltuig is dan aangegenaam en zacht.
+
+N. 12. De Saka-saka; zynde een calebas, met een stok
+uitgehold. Dezelve is met een mouw overtrokken, en vol met kleine
+nooten en erweten, ten naasten by als de toover-schelp der Indianen.
+
+N. 13. Een Zee-schelp, waar op de Negers blaazen, het zy uit vermaak,
+het zy om gerucht te maken, maar zynde by het danssen van geen gebruik.
+
+N. 14. De Benta; een tak als een boog gespannen, door middel van
+een koord van droog riet, of Warimbo, het welk men tusschen de tanden
+houdt, waar op men met een kort eind hout slaat, en het welk men links
+en rechts weet te bewegen. Het zelve geeft een geluid, byna naar dat
+van een jagthoorn gelykende.
+
+N. 15. De Creoolsche Bania; een speeltuig, het welk naar eene
+mandoline of guitaar gelykt. Het is gemaakt van een halve calebas,
+met een schapen-vel overdekt, en waar aan eene lange mouw is vast
+gemaakt. Dit speeltuig heeft vier koorden, waar van drie lang zyn,
+en het vierde kort en dik is, en tot een bas dient. Men speelt 'er
+met de vingers op; het geeft een zeer aangenaam geluid, het welk nog
+aangenaamer wordt, wanneer het met gezang vergezeld gaat.
+
+N. 16. De oorlogs-trompet, om het laden of den aftocht te bevelen,
+enz. De Negers noemen dezelve tou-tou.
+
+N. 17. De Jagthoorn, geschikt om de plaats van deeze trompet te
+vervullen, of om de slaven der Plantagien tot den arbeid te roepen.
+
+N. 18. De Loango-tou-tou, een fluit, waar op de Negers even als de
+Europeanen spelen. Zy heeft alleenlyk vier gaten voor de vingers,
+en echter brengt zy eene groote verscheidenheid van geluiden voort.
+
+Dusdanig is het speeltuig der Negers, op welks geluid zy met meer
+vermaak danssen, dan men in Europa op dat van het beste orkest doet.
+
+By het geen ik gezegd heb, moest ik nog voegen, dat zy by hun zingen
+en danssen, het welk zeer veel gelykt naar het geluid van een bakker,
+die zyn brood uit den oven haalende, aanhoudend roept touchety-touk,
+touchety-touk, de maat slaan op een, en op een halve maat, maar nooit
+op drie.
+
+Alle Saturdag avonden eindigen de slaven, die wel behandeld worden,
+de week met eene vrolykheid van dien aart; en doorgaans geeft men hun
+alle drie maanden eene groote dans-party, waar op hunne medgezellen
+uit de nabuurschap genoodigd worden. Dikwils vereert hun meester het
+feest met zyne tegenwoordigheid, of hy zendt ten minsten nieuwe rhum
+aan de danssers.
+
+De slaven zyn op deeze danspartyen zeer netjes uitgedoscht; de vrouwen
+verschynen aldaar met haare beste kleederen, van Indische stoffen
+gemaakt, en de mannen met lange broeken van het fynste Hollandsche
+linnen. Zy zyn zoo heet op het danssen, dat ik hun van zaturdag s'
+avonds ten zes uuren tot maandag 's morgens met het opkomen van de
+zon, zonder ophouden den trommel heb hooren slaan; hebbende zy alzoo
+met danssen, zingen, schreeuwen en handgeklap, zes-en-dertig uuren
+doorgebragt. De Negers danssen altyd paar aan paar; de mans maken
+de figuren en teekenen de passen af; de vrouwen draaijen, houdende
+haaren kleinen rok als een zonnescherm uitgespreid. Zy noemen deezen
+dans waey-cotto. De jonge lieden, die rusten, schenken den drank in;
+de meisjens moedigen de danssers aan, en droogen het zweet aan het
+voorhoofd van hunne onvermoeide musikanten af.
+
+Het is verwonderlyk, om de orde en goede verstandhouding, die op deeze
+dans-partyen heerschen, te aanschouwen. Het vermaak in het danssen
+is het waare en eenige voorwerp; en de Negers, ik moet dit herhalen,
+zyn 'er zoo verhit op, dat ik 'er een, die kortlings ingevoerd was,
+en geene dansseres had, twee uuren lang heb zien staan kyken naar
+zyne schaduw, welke zig op den muur vertoonde.
+
+Indien men by al het geen ik van het lot der Negers, die aan eenen
+goeden meester onderworpen zyn, gezegd heb, nog voegt, dat zy zig nooit
+van elkander afscheiden; dat de vaders hunne kinderen rondoem hun zien,
+zomtyds zelfs tot in het derde geslacht; dat zy voor 't overige zeker
+zyn, van in hun geheele leven geen gebrek te lyden; en indien men
+eindelyk het lot van deeze menschen vergelykt by dat der bedelaars,
+die in grooten getaale de straaten der steden in Europa vervullen,
+kan men hen zekerlyk niet ongelukkig noemen.
+
+Thans, om in weinige woorden alles zamen te trekken, en om geene
+tegenstrydigheid met my zelven te doen voorkomen, na zoo dikwerf de
+trekken van onmenschelyke wreedheden van verscheiden meesters verhaald,
+en niet dan by toeval van de menschlievenheid van zommige anderen
+gesproken te hebben, zy het my geoeorloofd, om met een woord over het
+ontwerp eener algemeene afschaffing der slaverny te spreken.--Indien
+wy onze nabuuren konden overreden, om van gelyken te doen, zoude het
+een ander geval zyn; maar dewyl men aan de eigenaars op de Engelsche
+Eilanden de wreedheden niet kan te last leggen, welken ik zoo dikwerf
+in Surinamen heb zien plegen, waarom zouden wy ons gedragen, als of
+die aldaar plaats hadden? waarom zouden wy onze Planters verjagen,
+en hen naar eenen grond verzenden, die veel ryker, en van natuure
+veel vruchtbaarer is, als mede onder een bestuur, het welk den
+vryen invoer der Negers toestaat, terwyl ons oogmerk alleenlyk is
+de willekeurige kastydingen te beletten, die deeze zelfde Planters
+vastgesteld hebben. [34]
+
+Verscheiden Colonisten stellen zulk een vertrouwen in hunne slaven,
+dat zy dikwils hunne kinderen liever aan eene Negerin geven om
+te zogen, dan aan eene Europeesche vrouw; en zommige slaven zyn
+zoodanig aan hunnen meester verkleefd, dat ik 'er gekend heb, die
+hunne vrylating geweigerd hebben, en anderen, die hunne vryheid
+reeds genietende, vrywillig in eenen staat van afhangelykheid zyn te
+rug gekeerd. Niemand is volmaakt vry in deeze weereld, en wy moeten
+allen de een van den ander afhangen.--Ik zal derhalven dit uitgebreid
+hoofdstuk besluiten met deeze algemeene aanmerking, dat alle geluk op
+aarde enkel in verbeelding bestaat, en dat men die altyd verkrygen
+kan, wanneer de gezondheid des lichaams, en de vrede der ziele door
+eenen onderdrukkenden geweldenaar niet ontrust worden.
+
+
+
+ZEVEN-EN-TWINTIGSTE HOOFTSTUK.
+
+De muitelingen voeren verscheiden Negerinnen weg.--Aanstootelyke wyzen
+van strafoeeffening.--Onverschrokkenkeid der Negers.--Verschillende
+zoorten van Gier-vogels.--Gekuifde Arenden.--Beschryving van eene
+Indigo-Plantagie.--Kaneel-Appel.
+
+In weerwil van de herhaalde nederlagen der muitelingen, vernam men den
+15den Augustus, op Paramaribo, dat zy eenen aanval gedaan hadden op
+de Plantagie Berg-en-Daal, of den blaauwen Berg, anders ook genoemd
+Parnassus-Berg, gelegen aan het bovenste gedeelte van de Rivier
+Surinamen; en dat zy, zonder eenige daad van wreedheid te plegen,
+het geen maar al te veel hunne gewoonte was, alle de Negerinnen van
+daar hadden weggevoerd, schoon op eenen korten afstand een wachtpost
+geplaatst was. Op deeze tyding zond men een hoop jagers af, om hen
+te agtervolgen; en byna ter zelfder tyd deed men door zeven honderd
+Negers het beruchte cordon, of den verschansten weg, maken, welke reeds
+zedert lang ontworpen was. Deeze weg moest verdedigd worden door leger
+wachten, wier post was de Plantagien voor nieuwe overrompelingen te
+beveiligen, en het wegloopen der slaven te beletten.
+
+De Plantagie Parnassus-Berg is gelegen aan de westzyde der Rivier
+Surinamen, die door de kronkelingen, welken zy vervolgens maakt,
+op deezen afstand honderd mylen van Paramaribo af ligt. Dewyl het
+gezicht van deeze Plantagie aller aangenaamst is, biede ik 'er den
+Lezer eene afteekening van aan, als mede van de Savane der Joden,
+een dorp of gehucht, in eene rechte lyn meer dan veertig mylen van
+deeze hoofdstad der Volkplanting, en meer dan zestig mylen te water
+af gelegen. De Joden bezitten aldaar eene zeer fraaije Synagoge,
+in welke zy hunne Godsdienst-plechtigheden verrigten. Zy hebben 'er
+ook scholen en huizen van opvoeding, want deeze plaats wordt door
+verscheiden aanzienlyke huisgezinnen van hunne natie bewoond. Deeze
+zelfde lieden genieten in Surinamen byzondere rechten en voorrechten,
+die hun door KAREL II. vergund wierden, toen deeze Volkplanting aan
+de Engelschen toebehoorde; en deeze voorrechten zyn zoo groot, als
+zy die ergens bezitten.
+
+De Rivier Surinamen is, van de stad Paramaribo, of liever van het
+Fort Amsterdam af, even als de Cottica en Commewyne, door fraaije
+Suiker- en Koffy-Plantagien omzoomd; en 'er ontspringen uit dezelve
+verscheide kreeken of kleine Rivieren, als de Paulus, de Para,
+de Cropina, en de Pararaca; maar hooger dan Parnassus-Berg, vindt
+men niets, het welk eene Plantagie genoemd mag worden. De Rivier is
+ook op deezen afstand niet meer bevaarbaar, zelfs niet voor kleine
+vaartuigen, uit hoofde van de vervaarlyke rotsen en watervallen,
+die haar verstoppen, naar maate zy tusschen zeer hooge bergen,
+en ondoordringbaare bosschen doorloopt. Deeze natuurlyke bolwerken,
+schoon zy de liggingen verrukkelyk maken, beletten echter de bezitters
+der Volkplanting, om ontdekkingen te doen, die hun misschien hunnen
+arbeid door onmeetlyke schatten vergoeden zouden,
+
+Zoo al de muitelingen zoo veele wreedheden op de Plantagien niet
+meer pleegden, zy waren in de hoofdstad tot eene aanstootelyke hoogte
+gestegen. Ik hoorde aldaar onoephoudelyk het geklater der zweepslagen,
+en het gekerm der Negers. Onder de eigenaars, die op het vervolgen
+hunner slaven byzonder vuurig waren, bevond zig zekere Mevrouw
+SP--N, wier Plantagie in de nabuurschap van die van den heer DE GRAAF
+gelegen was, en welke ik op zekeren tyd met schrik uit haar raam het
+onmenschelyk bevel hoorde geven, om eene jonge Negerin voornamelyk
+op den boezem te geesselen, een schouwspel, waar in zy een byzonder
+genoegen scheen te scheppen. Den indruk, die deeze vertooning op
+mynen geest gemaakt had, willende verzetten, ging ik tot vermaak
+een eind weegs om ryden; en het eerste voorwerp, het welk zig aan
+myn oog vertoonde, was eene andere Negerin, ook jong zynde, die byna
+naakt boven van een zolder, op een hoop gebroken flessen neder viel:
+'t is waar, dit was een ongeluk, maar dit ellendig schepzel had zig
+zoo schroomelyk bezeerd, dat zy zig in eenen even deerniswaardigen
+staat bevond, als de eerstgemelde.--Myn lot verwenschende, keerde ik
+aan de haven-kant myn rydtuig om, alwaar ik het verdriet had, om twee
+Engelsch-Americaansche matroosen, die op de voorplecht van hun schip
+met elkander vochten, in het water te zien vallen en verdrinken. Op een
+ander Americaansch schip ontdekte ik eenen kleinen scheepsjongen, die,
+met een byl gewapend zynde, zig boven uit de mast tegen een Sergeant
+en vier soldaten zeer lang verdedigde; deeze waren genoodzaakt hem
+te dreigen van op hem te zullen schieten, zoo hy zig niet overgaf,
+het geen hy eindelyk deed. Men bragt hem dus aan wal, door twee zyner
+medgezellen vergezeld, en met een wacht van twee gelederen soldaten;
+men geleide hen alle drie naar het Fort Zelandia, alwaar zy, volgens
+des Capitains eisch, en om dat zy zig geduurende hunnen dienst hadden
+dronken gedronken, elk de fire cant ontfingen; daar in bestaande,
+dat zy met twee bambous-rieten op de schouders werden afgerost, tot
+dat dezelve opgezwollen en geheel zwart waren. De Capitain trachte
+echter dit zoort van willekeurige strafoeeffening te wettigen, uit
+hoofde der noodzakelykheid, en om dat de Americaansche matroosen en
+scheepsjongens de onstuimigste menschen zyn, wanneer zy dronken zyn,
+schoon 'er geene de minste reden tot twist aanwezig is: men kan hen
+onder de beste zeelieden der weereld rekenen.
+
+Des anderen daags morgens, my bezig houdende met de gevaaren en
+kastydingen, waar aan het volk van lageren rang is bloot gesteld,
+te overwegen, hoorde ik eene groote meenigte voor by myne wooning
+loopen. De nieuwsgierigheid deed my opstaan, en my in aller yl
+aankleeden, om te verneemen, wat 'er gaande was. Ik vernam toen
+drie Negers, geketend en door eene talryke wacht omringd, welke in
+de Savane hunne straf gingen ontfangen. Hun stout en onbeschaamd
+voorkomen trok myne aandacht zoodanig derwaarts, dat ik, in weerwil
+van myne afkeerigheid voor dergelyke vertooningen, besloot te
+gaan zien, wat het gevolg van dit alles wezen mogt.--Men las het
+vonnis, in plat Hollandsch opgesteld, het welk deeze ongelukkigen
+niet verstonden. De eerste wierd veroeordeeld, om met een byl het
+hoofd te worden afgehouwen, vermits hy een slaaf gedood had, die
+op de Plantagie van zyne meesteresse bananen was komen steelen. De
+waarheid der zaak was, dat hy dien moord op uitdrukkelyken last van
+deeze vrouw gepleegd had; maar toen de misdaad ontdekt was, liet zy
+'er haaren slaaf voor opdraaijen, om haaren goeden naam te behouden,
+en de kosten van boete en schadeloos-stelling uit te winnen. De arme
+keerel leide zyn hoofd met onverschilligheid op het blok neder, en
+ontfing den dood in eenen slag. De tweede, die zyn medepligtige was,
+wierd onder de galg gegeesseld. De derde, wiens naam NEPTUNUS was,
+was een vry persoon, en een timmerman van zyn ambacht; maar, ter
+gelegenheid van zekeren twist, den Opzigter der Plantagie Altona,
+aan de Para Kreek, gedood hebbende, wierd hy rechtvaardig veroeordeeld
+om het leven te verliezen. De byzonderheden van zyne misdaad en straf
+zyn merkwaardig. Deeze Neger, die jong en wel gemaakt was, een schaap
+gestolen hebbende, om 'er eene vrouw op te onthaalen, door welke hy
+bemind wierd, besloot de Opzigter, die van jaloersheid brandde, hem
+te laten ophangen. NEPTUNUS, om dit voor te komen, schoot in een veld
+van suiker-riet een snaphaan op hem af, zoo dat hy dood ter aarde
+viel. Tot straf van deeze misdaad wierd hy verwezen, om levendig
+gerabraakt te worden, zonder den genade-slag te ontfangen. Van den
+inhoud van dit verschrikkelyk vonnis onderrigt zynde, plaatste hy
+zig zonder tegenkanting op een sterk kruis, vervolgens strekte hy de
+armen en beenen uit, welken men met touwen vast bond. De scherprechter
+(zynde altyd een Neger,) nam de byl, en hieuw hem de linke hand af,
+waar na hy, een yzeren koevoet in de vuist nemende, hem met verdubbelde
+slagen de beenderen aan stukken sloeg. De touwen wierden vervolgens
+los gemaakt, en meenende dat hy dood was, gevoelde ik my zelf als
+getroost; maar toen de rechters op het punt waren om heen te gaan,
+wierp de misdadiger zig zelf van boven neder van het kruis, en viel
+in het gras, vervloekende zyne rechters als een hoop van gruwelyke
+schelmen. Vervolgens met zyn hoofd tegen het kruis aanleunende,
+verzogt hy aan de omstanders een pyp tabak, die onmeedoogend genoeg
+waren, om hem zulks te weigeren, hem met den voet stootende, en op hem
+spuwende, het geen echter eenige Americaansche matroosen vervolgens
+beletteden. Hy smeekte toen, maar vrugteloos, dat men hem het hoofd
+wilde afhouwen. Eindelyk, geen einde aan zyn lyden ziende, verklaarde
+hy:--"Dat hy den dood verdiend had, maar niet verwagtte, dat men
+hem zoo veele maalen zoude doen sterven. Met dit al, vervolgde hy,
+gy bereikt uw oogmerk niet; ik lach in alle uwe folteringen, al moest
+ik hier nog een maand zoo blyven liggen."
+
+Dit gezegd hebbende, zong hy agter malkander, en met eene heldere stem,
+twee liederen, by het eene van welke hy aan zyne naastbestaanden en
+vrienden vaar wel zeide, en by het andere aan zyne overledene vrienden
+berigtte, dat hy spoedig in het gelukkig verblyf, door hen bewoond,
+hun gezelschap zoude genieten. Toen hy geeindigd had, verhaalde hy
+bedaard zyn rechtsgeding, met alle deszelfs byzonderheden.--"Maar,
+zeide hy eensklaps tot de geenen, die hem omringden, ik zie aan de
+hoogte van de zon, dat het byna agt uuren is, en het zoude my leed
+doen, dat gy, door myn langer spreken, uw ontbyt zoudt verliezen." De
+oogen toen naar eenen Jood, DE VRIES genaamd, gewend hebbende, zeide hy
+hem. "Ei lieve, myn heer, wilt gy my betaalen de vyf guldens, welken
+gy my schuldig zyt?--Om wat te doen, antwoordde de Jood?--Om eeten en
+drinken te koopen; ziet gy niet, dat men my laat leven?" De Jood op
+deeze woorden agter uit deinzende, lachte de ongelukkige misdadiger
+hem opentlyk en van goeder harten in het aangezicht uit. Vervolgens
+den soldaat aankykende, die by hem de wacht hield, en van tyd tot tyd
+in een stuk droog brood beet, vroeg hy hem:--"Waar het by toe kwam,
+dat een blanke geen ander ontbyt had?"--"Om dat ik niet ryk ben,
+antwoordde de soldaat."--"Wel nu, ik wil u een geschenk doen, hernam
+de Neger: neemt de hand, die men my heeft afgekapt; eet die tot op
+het been toe af; verslind vervolgens myn lichaam, tot dat gy verzadigd
+zyt; gy zult dan een ontbyt gedaan hebben, het welk u voegt." Hy deed
+deeze schimprede met een schaterenden lach gepaard gaan; en ging op
+die wyze voort, geduurende de drie uuren, dat ik aldaar verbleef. [35]
+
+Het is verbazend, dat iemand de kracht heeft, om dergelyke folteringen
+door te staan; voorzeker kan hy dit niet doen, dan door eene vermenging
+van woede, hoogmoed, verachting, en de zekerheid, dat hy zyne vervolgers
+en beulen spoedig ontkomen zal.
+
+Ik heb de byzondere omstandigheden van zulk eene strafoeeffening, die
+geen daad van wreedheid van eenig byzonder persoon was, breedvoeriger
+verhaald, om een voorbeeld te geven van de ongemeene gestrengheid
+der Surinaamsche wetten.
+
+Verder moet ik alhier een toeval verhalen, het welk slechts een
+oogenblik op myne verbeelding werkte, maar van een langduuriger
+uitwerking had kunnen zyn by iemand, die 'er de oorzaak niet van wist,
+welke ik echter zeer gemakkelyk ontdekte. Des namiddags omtrent drie
+uuren, myn geest nog vervuld zynde met het aandoenlyk toneel van des
+morgens, ging ik naar de strafplaats toe, alwaar myn oog het eerst
+viel op het hoofd van den gestraften Neger, het welk boven op een
+paal gestoken was, en heen en weder waggelde, als of hy nog geleefd
+had, en my eenig teeken wilde geven. Ik bleef oogenblikkelyk staan,
+en niemand in de Savane ziende, alwaar zelfs geen wind genoeg was,
+om een blad te doen ritselen, erken ik, dat ik my gevoelde, als aan
+den grond vast gehecht, en een tyd lang geen moed had om voorwaarts
+te gaan. My vervolgens myne zwakheid verwytende, van naar iets van
+dien aart niet te durven naderen, en te onderzoeken, welke de reden
+van een dergelyk verschynsel wezen mogt, bespeurde ik zulks zeer
+schielyk door het vliegen van een Giervogel, die zig op dit hoofd kwam
+nederzetten, als wilde hy my een dergelyken buit betwisten. Hy had hem
+reeds een zyner oogen uitgepikt, toen hy op myne eerste aannadering
+wegvloog; en by dit wegvliegen met de pooten tegen dit hoofd stootende,
+veroorzaakte hy deeze schielyke beweging. Ik moet by dit alles voegen,
+dat de ongelukkige NEPTUNUS, nog by de zes uuren na het ondergaan
+van zyne straf geleefd hebbende, uit mededogen van den soldaat,
+die de wacht hield, een slag met de kolf van den snaphaan kreeg,
+waar van ik de teekens nog zag.
+
+Zommige Schryvers vergelyken den Giervogel by den Arend; maar die
+van Surinamen heeft dezelfde hoedanigheden niet: hy is in de daad een
+roofvogel, maar in plaats van zig te voeden met de dieren, welken hy
+doodt, leeft hy niet, dan van krengen. Dienvolgende verschynt hy veel
+op de kerkhoven, en de plaatsen, waar men doodstraffen uitoeffent;
+het geen zyne reuk zoo klaar aanduidt, dat de Negers hem tingy fowlo,
+den stinkenden vogel, noemen. De Giervogel in Guiana heeft de grootte
+van eene gewoone kalkoen. Zyne vederen hebben eene donker gryze kleur,
+uitgenomen de vlerken, die zwart zyn. Hy heeft een vooruitstekende,
+sterke en kromme bek, een gespleten tong, een langen hals, en zeer
+korte pooten. Behalven het straks gemelde voedsel, eet hy dikwils
+slangen, en zelfs alles wat hy vindt, in zulk eene meenigte, dat hy
+somtyds moeite heeft om te vliegen.
+
+De vogel, genaamd de Koning der Roofvogelen, is in Surinamen niet
+zeer gemeen, schoon de Indianen 'er zomtyds een of twee te Paramaribo
+brengen, uit hoofde van deszelfs ongemeene fraaiheid. Hy is grooter,
+dan eenig zoort van kalkoenen. De huid van zyn kop en hals, die geene
+vederen hebben, is gemengd van eene scharlaken, violet en bruine
+kleur. Hy draagt een halsband van lange en dik op elkander zittende
+vederen, waar in hy zoodanig kan ingedoken zyn, dat men naauwlyks
+zyn kop ontdekt. Deeze vogel leeft insgelyks van bedorven vleesch,
+slangen, rotten, padden, en zelfs van drek.
+
+Onder de roofvogelen in de Surinaamsche bosschen telt men den gekuifden
+Arend, een zeer wild en sterk dier. Zyne vederen zyn zwart op den rug,
+maar geelachtig naar de stuit; zyn borst, buik, dyen, en zelfs zyne
+pooten, zyn wit met zwarte vlakken; het overige van zyn lichaam is
+geheel bruin, en de klaauwen volmaakt geel. Deeze vogel heeft eene
+platte kop, vercierd met een kuif van vier vederen, twee lange en
+twee korte, die hy naar willekeur verheft of laat vallen.
+
+Den 24sten, zynde den geboortedag van den Prins van Orange, gaf de
+Colonel FOURGEOUD aan de gezamentlyke Officiers een middagmaal van
+gezouten ossen en varkens-vleesch, van puddings van garste meel, en
+gedroogde visch. Dewyl JOANNA steeds by haar besluit bleef volharden,
+nam ik op dien zelfden dag, in tegenwoordigheid van haare moeder
+en andere nabestaanden, de verbintenis aan van de goede Mevrouw
+GODEFROY;--"van haar aan niemand dan aan my te verkoopen. Deeze
+Mevrouw schonk, by haaren dood, niet alleen aan haar haare vryheid,
+maar ook een stuk land om te bebouwen, waar op men voor haar eene
+gemakkelyke wooning zoude stichten, waar over zy de vrye beschikking
+hebben zoude." Mevrouw GODEFROY gaf my vervolgens myn briefje van
+negen honderd guldens te rug, en deed aan JOANNA een geschenk van
+eene beurs van twintig goude ducaten, en twee fraaije stukken Indisch
+linnen. Zy raade my tevens, om aan den Raad een verzoekschrift in te
+leveren, tot dadelyke vrymaking van myne JOHNNY.--"Eene noodzakelyke
+plechtigheid, zeide zy my, het zy ik een borg vond, het zy niet, en
+zonder welke zelfs in het eerstgemelde geval niets verrigt zoude zyn."
+
+Beiden betuigden wy onze oprechte dank-erkentenis aan deeze uitmuntende
+vrouw, en door vreugde zynde opgenomen, ging ik by den Gouverneur
+des avonds ter maaltyd, en bood hem myn verzoekschrift aan, het
+welk in goede orde was opgesteld. Zyne Excellentie nam het aan,
+met het hoofd schuddende, en my de hand drukkende; maar hy erkende
+my rond uit:--"Dat hy volkomen overtuigd was, dat myn zoon slaaf
+zou sterven, ten waare ik de borgtocht, die de wet vorderde, vinden
+konde, 't geen niet gemakkelyk was." Na derhalven veel moeite en
+tyd verloren te hebben, na meer dan vyf honderd guinies betaald te
+hebben, had ik nog de onuitspreekelyke smarte, om hem, van wien ik
+vader en eigenaar tevens was, misschien aan eene eeuwige slavernye
+te zien bloot gesteld. JOANNA zelve had toen niets meer te vreezen,
+het geen my een groot genoegen deed.
+
+Te midden echter van eene zoo billyke neerslagtigheid, deed zich eene
+gelukkige hoop juist ter snede op. De beruchte Neger GRAMAN QUACY,
+van wien ik reeds gesproken heb, kwam uit Holland aan, en had de
+tyding verspreid, dat men, door zyne tusschenkomst, eene wet gemaakt
+had, volgens welke alle slaven, zes maanden na hunne ontscheping in
+Texel, vry zouden zyn. De eigenaar konde nochtans dien tyd voor zes
+andere maanden verlengd krygen, na verloop van welken geen uitstel
+meer, zelfs voor geen enkelen dag, zoude worden toegestaan.--In myne
+ziel nu overtuigd zynde, dat ik vroeg of laat, en zoon, en moeder,
+in Europa brengen zoude, was myn hart uittermaten getroost.
+
+Alvoorens het verhaal van myne reize te eindigen, zal ik omtrent
+deezen GRAMAN QUACY eenige byzonderheden opgeven. Het zal genoeg
+zyn voor het tegenwoordige te zeggen, dat de Prins van Orange, niet
+genegen zynde hem de kosten uit zyn beurs te betalen, en hem veele
+geschenken te doen, hem te rug zond, gekleed in een scharlaken en
+blaauwen rok, om welken een breed goud boordzel gelegd was; hy had
+een witten veder op zyn hoed; en hy geleek dus naar een Hollandsch
+Generaal. Die goedheid van den Prins maakte deezen Koning der Negers
+zeer hoogmoedig, en nu en dan zelfs zeer onbeschaamd.
+
+De Gouverneur der Volkplanting gaf den 27sten, een zeer kostbaar
+festyn aan zyne vrienden, op zyne Indigo-Plantagie, eenige mylen
+agter zyn paleis gelegen. Hy deed my de eer aan, om my daar by te
+verzoeken, en ik had het genoegen, om het maken van Indigo te zien,
+waar van ik de behandeling thans zal opgeven.
+
+De Indigo-plant is een knobbelig heester-gewas, dat van zaad
+voortkoomt, by de twee voeten hoog groeit, en in den tyd van
+twee maanden zyn volkomer wasdom verkrygt. Deeze plant vordert een
+vrugtbaaren grond, en men moet het onkruid zorgvuldig uitwieden. Men
+ziet dezelve doorgaans, vier of vyf dagen, na dat het zaad in den
+grond geworpen is, uitkomen. Het zyn in het begin knobbelige stronkjes,
+voorzien van kleine takjes, die verscheiden paaren van bladeren dragen,
+en altoos met een ongelyk blad eindigen. Deeze bladen zyn eirond,
+glad, zagt in 't aanraken, aan de boven-zyde van eene donker groene
+kleur, aan de beneden-zyde bleek groen, ongetand, en aan eene byna
+onzigtbaare steel vast gehecht. De bloem behoort onder het zoort van
+die geenen, die tot een peul of schil groeijen, en hangt aan eene zeer
+korte steel. Wanneer de bladen van de bloem zyn afgevallen, groeit
+der zelver hart in de lengte, en wordt een peul, die langwerpig, krom
+gebogen, glad, helderschynend, puntig uitloopende, bruin van buiten,
+en wit van binnen is, en zeven of acht pitten bevat, die door een
+klokhuis van elkander zyn afgescheiden. Elke pit vertoont een kleine
+rol, grys of olyfaechtig van kleur, en een lyn lang.
+
+Zie hier de manier, op welke deeze plant tot Indigo bereid wordt.
+Wanneer men alle de takken heeft afgesneden, bindt men dezelven
+tot schoven of bossen, legt die in een groote kuip vol water, en bedekt
+dezelven met zwaare stukken hout, die tot perssen dienen. Alles op die
+manier zynde gereed gemaakt, begint de gisting zeer spoedig; in minder
+dan agtien uuren schynt het water te koken, en de verwstof der plant
+naar zig trekkende, verkrygt het zelve eene blaauwe violet kleur. Tot
+dien staat van gisting gekomen zynde, laat men het water in een tweede
+kuip overloopen, die zomtyds minder groot is; en dan zuivert men het
+zorgvuldig van alle stukjes hout, welken men weg werpt. De stank,
+die dit water opgeeft, maakt deeze bewerking zeer ongezond. Dit
+water, in de tweede kuip overgegoten zynde, wordt met houten spadels
+omgeroerd, tot dat het kleurend gedeelte zig afscheidt, en tot kleine
+bolletjes zamenloopt, die naar den bodem zinken. Het water herneemt
+dan op deszelfs oppervlakte zyne natuurlyke doorschynendheid; en men
+giet het nog eens, tot aan dat gekleurd zinkzel, in een derde kuip,
+ten einde de stukjens Indigo, die 'er nog in vervat zouden mogen zyn,
+mede naar den grond zinken; waar na men dit water weg giet, en het
+zinkzel of de Indigo wordt gelegd in vaten, die geschikt zyn, om 'er
+in te droogen. Het raakt alzoo alle verdere vochtigheid, die 'er nog
+in mogt zyn, kwyt; het krygt aldaar de gedaante van kleine vierkante
+langwerpige brooden, van eene fraaije lichtblaauwe kleur, en is dan
+tot de vervoering geschikt. [36] Men kweekt de Indigo-Fabrieken in
+deeze Volkplanting weinig aan. Ik weet 'er de reden niet van, want de
+koek, welke zy voortbrengt, wordt verkogt voor vier guldens het pond;
+beste Indigo moet ligt, hard, en brandbaar zyn.
+
+De aankweeking van deeze plant is in Surinamen begonnen door zekeren
+DESTRADES, die zig een Fransch Officier noemde, en het zaad daar
+toe uit St. Domingo medebragt. Dit had eerst in later tyd plaats,
+dewyl ik zelf deezen armen keerel nog gekend heb, die zig op Demerary
+met een pistool-schoot het leven benam.--Dewyl de omstandigheden van
+zynen dood vry merkwaardig zyn, kan ik myne geneigdheid, om dezelve
+kortelyk te verhaalen, niet wederstaan. Deeze man, zig in schulden
+gestoken hebbende, maakte het overschot van zyne bezittingen tot
+geld, en vluchte uit de Volkplanting van Surinamen weg. Zig in de
+Spaansche bezittingen met verboden handel hebbende opgehouden, wierd
+al het geen hy bezat vervolgens in beslag genomen. Geen uitkomst meer
+hebbende, vervoegde hy zig by een zyner vrienden op Demerary, die de
+menschlievenheid had om aan hem eene vryplaats te verleenen. Hy had
+daar van slechts eenigen tyd gebruik gemaakt, toen eene verzweering
+aan zynen schouder doorbrak; maar hy weigerde bestendig alle hulp,
+en om zich te laten bezichtigen. Het ongemak wierd met dit al erger,
+en zelfs gevaarlyk; maar DESTRADES bleef 'er altyd by met het bedekt
+te houden. Eindelyk geraakte op zekeren dag het geheele huis in
+ontsteltenis, toen men hoorde, dat 'er een schietgeweer in zyne kamer
+afging. Men trad binnen, en vond hem, met zyn besten rok aangekleed,
+maar zwemmende in zyn bloed, met een pistool, het welk by hem op den
+grond was gevallen. Toen ontkleedde men hem, en tot groote verbaazing
+der tegenwoordig zynde lieden, ontdekte men de letter V (voleur: dief:)
+op dien zelfden schouder, welken hy niet had willen vertoonen.--Dus
+eindigde het leven van eenen man, die eenige jaaren lang te Paramaribo
+met roem geleefd had, en aldaar over het algemeen geacht was.
+
+Na het eeten verliet ik de Plantagie van den Gouverneur, en begaf my,
+in het rydtuig van zyne Excellentie, tot aan den oever der Rivier,
+alwaar ik een overdekt vaartuig met agt riemen vond, om my naar de
+Plantagie Catwyk aan de Commewyne te brengen. De heer GOETZEE, een
+Hollandsch Zee-Officier, die eigenaar van deeze fraaije Plantagie was,
+had my op dezelve genoodigd. 'Er ontbrak geen vermaak, van welk zoort
+ook, in dit aangenaam verblyf. Men hield aldaar paarden, rydtuigen,
+vaartuigen, die altyd gereed lagen; maar het geen alle vermaak bedorf,
+was de onmenschelykheid van Mevrouw GOETZEE, die, om de geringste
+misslag, haare slaven deed zweepen: by voorbeeld, een jonge Neger,
+JACKY genaamd, wierd, om dat hy de glasen niet naar haaren zin
+gespoeld had, door haar veroeordeeld, om des anderen daags een zeker
+getal zweepslagen te ontfangen; maar de arme keerel vond middel om zig
+aan haaren wrevel te onttrekken. Dien zelfden avond nam hy afscheid
+van alle de Negers op de Plantagie; vervolgens ging hy in het bed
+van zynen meester leggen, nam de tromp van een jachtgeweer in zynen
+mond, en den trekker met een der toonen van zynen voet overhaalende,
+maakte hy op die manier een einde van zyn leven. Dit schot alles in
+rep en roer gemaakt hebbende, werden twee groote Negers gezonden,
+om te vernemen wat 'er gaande was, en zy vonden den jongeling dood
+en mismaakt liggen op het bed, het welk geheel bebloed was. De beide
+slaven gaven bericht van dit voorval, en kregen last om het lyk uit
+het vengster te gooijen; maar noch de eigenaar, noch de eigenaresse,
+en zelfs geen ander mensch, wilde, eer dat ik kwam, in de kamer gaan,
+schoon dezelve anderzints aangenaam en gemakkelyk was. Het geen de
+meesters van den huize in deeze omstandigheid het meest verschrikte,
+bestond daar in, dat hun geliefd kind in dezelfde kamer sliep, waar
+dit voorval gebeurde, maar zy stelden zig spoedig gerust, toen zy
+vernamen, dat aan het zelve niets was wedervaren.
+
+Ik had nog geen veertien dagen op deeze Plantagie doorgebragt, toen
+eene slavin, YETTEE genaamd, naakt wierd uitgekleed, en door twee
+sterke Negers op eene verschrikkelyke wyze gegeesseld. De uitvoering
+der straf geschiedde voor de deur van 't huis, en de ongelukkige had
+de huid byna geheel ontveld. Haare misdaad bestond in gezegd te hebben:
+"dat haare meesteresse eenige schulden had, zoo wel als zy". Vyf dagen
+daar na verwierf ik echter, dat de ketenen, die men haar aan de voeten,
+en boven de lendenen had vast gemaakt, wierden weggenomen: maar zekere
+Mevrouw VAN EYS, voorgewend hebbende, dat deeze slavin haar onbeschoft
+had aangekeken, was oorzaak, dat Mevrouw GOETZEE, in die zelfde week,
+de kastyding liet herhaalen, en wel op zulk eene manier, dat ik niet
+geloove, dat het arme schepzel 'er van heeft kunnen opkomen.
+
+In zoo veele onmenschelyke wreedheden een weerzin hebbende, verliet
+ik Catwyk, in het vast voornemen, om het zelve nooit wederom
+te zien. Niettemin was ik in gezelschap van den heer GOETZEE, op
+verscheide andere Plantagien, aan de Rivieren Cottica en Pereca. Op
+de Plantagie Alia, onder dit getal behoorende, haalde men my op eene
+beleefde wyze over, om aan een meisjen, het welk geboren wierd,
+een naam te geven, en ik noemde haar Charlotta; des anderen daags
+morgens, onder het ontbyt, wierden alhier zeven Negers strengelyk
+gegeesseld.--Ik begaf my vervolgens naar de Plantagie 's Gravenhage,
+alwaar ik eenen jongen mulat, DOUGLAS genaamd, ontmoette, die geboeid
+was, en ik herinnerde my met aandoening, dat zyn ongelukkige vader voor
+deszelfs dood hem van de slavernye niet hadde kunnen bevryden. Door
+zulk eene reize vermoeid zynde, kwam ik spoedig te Paramaribo te rug,
+alwaar ik by myne aankomst vernam, dat LAURENS, de kamerdienaar van
+den Colonel FOURGEOUD, overleden was, en dat men hem begraven had,
+eer hy nog volkomen dood was.--Geduurende myne afwezigheid hadden
+dertien van onze soldaten, om dat zy in een herberg beschonken waren
+geraakt, door de spitsroeden geloopen, en stokslagen ontfangen. Zy
+waren zoo afgerost, dat weinigen van hun in Europa te rug kwamen,--Men
+had een Hollandsch matroos, en een jong meisjen van het geslacht der
+Quateron-Negers, aan den oever der Rivier vermoord gevonden.--By myne
+te rug komst, op het plein zynde gaan wandelen, wierd ik geroepen
+door den ST--K--R, die my op de derde verdieping gebragt hebbende,
+tot my zeide:--"zoudt gy wel gelooven, dat een van myne Negers laatst
+van deeze hoogte afsprong, om eene geringe kastyding te ontgaan;
+maar dewyl hy door zynen val slechts eene ligte bedwelming bekwam,
+wreef men hem sterk aan de slapen van het hoofd, en hy kwam weder
+spoedig by: toen, om hem te straffen, dat hy zyn persoon, die de
+eigendom van zynen meester was, in zulk een gevaar gebragt had, en
+myne vrouw had doen verschrikken, zond zy hem naar 't Fort Zelandia
+om aldaar door een frisschen Spanso-bocko zyne misdaad te boeten".
+
+De kastyding, die deezen naam draagt, is een der verschrikkelykste;
+zy wordt op de volgende wyze uitgevoerd.--Men bindt den veroordeelden
+de handen, en laat hem de knien tusschen de armen doorgaan; men legt
+hem vervolgens op de eene zyde, en houdt hem zoo als een hoen in
+malkander gewonden, door middel van een paal, waar aan men hem vast
+maakt, en die men in den grond steekt. In die gesteldheid kan hy zig
+even min bewegen, als of hy dood was: dan slaat hem een Neger, met
+een bos knobbelige tamarinde-takken gewapend, tot hy hem de geheele
+huid heeft van een gereten; hy keert hem vervolgens naar de andere
+zyde om, slaat hem op gelyke wyze, en de grond is op de straf-plaats
+van het bloed doorweekt. Wanneer dit is afgeloopen, wascht men den
+armen keerel, om de versterving van het vleesch voor te komen, met
+citroen-sap, waar in buskruid ontbonden is. Na dit alles zendt men
+hem naar zyn hok te rug, alwaar hy mag zien, hoe hy genezen wordt.
+
+Is het nu wel te verwonderen, ik moet het herhalen, dat de slaven
+opstaan tegen meesters, die hen zoo wreed behandelen!
+
+De manier nog niet beschreven hebbende, op welke de muitende
+Negerslaven de Plantagien aantasten, meene ik geene betere gelegenheid,
+dan de tegenwoordige, daar toe te kunnen vinden.
+
+Na zig den geheelen nacht in de naby gelegene struiken verborgen
+te hebben gehouden, komen zy, by het aanbreken van den dageraad
+daar uit te voorschyn, vallen de Europeanen onverhoeds aan, en
+vermoorden ze allen. Zy plonderen en verbranden vervolgens het huis
+van den eigenaar. By het heengaan nemen zy alle de Negerinnen mede;
+zy beladen dezelven met hunnen buit, en behandelen haar met de grootste
+onbeschoftheid, indien zy den minsten tegenstand durven bieden.
+
+Ik zal de aandoenlykheid van den lezer door deeze treurige verhaalen
+niet meer afmatten, hebbende ik hem 'er reeds te lang mede bezig
+gehouden. Ik hoopte daar door de wreedaearts te doen bloosen, en de
+zaak der menschelykheid te bevorderen.
+
+Ik heb reeds gezegd, dat ik, den 24sten Augustus, een verzoekschrift
+aan den Gouverneur had ingeleverd, om mynen zoon vry te maken. Mitsdien
+zag ik, den 8sten October, met zoo veel vreugde, als verwondering,
+het volgende aangeplakt. "Indien iemand gerechtigd is, om zig te
+verzetten tegen zeker gedaan verzoek, om de vryheid te bekomen voor
+een kind, behoorende tot het geslacht der Quarterons, genaamd JOHN
+STEDMAN, zoon van den Capitain STEDMAN, kan dezelve zig aanmelden
+tot den 1sten January 1777.". Zoo dra ik dit bericht gelezen had,
+liep ik naar den heer PALMER, om hem dit nieuws mede te deelen. Hy
+verzekerde my, "dat dit eene enkele plechtigheid was, gegrond op de
+veronderstelling, dat ik de noodige borgtocht bezorgen zoude, waar
+op men ongetwyffeld staat maakte, overeenkomstig de vrypostigheid,
+waar mede ik myn verzoekschrift aan den Gouverneur der Volkplanting
+had ingeleverd". Niet in staat zynde een enkel woord uit te brengen,
+ging ik naar JOANNA toe, die my al glimlachende antwoorde, dat ik aan
+de vryheid van onzen zoon niet moest wanhoopen. In deeze oogenblikken
+van neerslagtigheid verliet ik deeze beminnenswaardige vrouw nooit,
+zonder dat zy my eenigen troost gegeven had.
+
+Byna op deezen zelfden tyd vernamen wy, dat in de Utrechtsche
+nieuwspapieren een zeer scherp geschrift stond tegen den Colonel
+FOURGEOUD, waar by men met het zenden van afgezanten, door hem aan de
+Oucas- en Sarameca-Negers gedaan, den spot dreef. Schoon hy van die
+zoogenaamde bondgenooten niets te verwagten had, en dat zyn volk op
+dit oogenblik byna geheel versmolten was, wilde hy echter de geenen,
+die nog gaan konden, niet geheel werkeloos laten. Hy kleedde derhalven
+zyne soldaten op nieuw, (voor de eerste maal na het jaar 1772,) en hy
+gaf hun nieuwe sabels, enz.; vervolgens zond hy hen om aan den mond van
+de Cassipory-Kreek, aan het boveneinde van de Cottica te gaan legeren,
+zynde alleenlyk door Onder-Officiers vergezeld; maar de Officiers
+van hoogeren rang, kregen spoedig bevel om hen te volgen. Den 7den,
+onthaalde hy ons ter maaltyd, en liet eindelyk een gebraden ossenharst
+opdisschen, welke men hem van Amsterdam gezonden had, op zoodanige
+wyze gereed gemaakt, als ik reeds beschreven heb. Op het nagerecht
+zag ik eene vrucht, die men in Surinamen noemt Kaneel-appel, aan een
+boompjen groeit, en in de tuinen van Paramaribo, meenig-werf gevonden
+word. Dezelve is met een zoort van groene schubben geheel bedekt,
+en gelykt naar een jonge artichok.
+
+De schil van deeze vrucht is byna een halve duim dik. Het vleesch
+smaakt als dikke room, waar in aangebrande suiker geroerd is. Het
+is zoo zoet, dat zommige lieden het al te laf oordeelen. Derzelver
+breede, harde en zwarte zaaden zitten in dit vleesch.
+
+My hebbende gereed gemaakt om weder eenen dadelyken dienst te beginnen,
+en daarenboven eene groote meenigte wyn, sterke dranken, en allerleije
+zoorten van ververschingen, my door myne vrienden toegezonden,
+ontfangen hebbende, beval ik JOANNA, en mynen zoon, aan de zorge
+van de goede Mevrouw GODEFROY aan. Dit was dus de zevende veldtocht,
+die thans een aanvang nam: ik verlangde de onderneming, welke wy met
+eenen zoo standvastigen yver voortzetteden, zoo mogelyk, tot genoegen
+van de inwooners deezer Volkplanting te doen afloopen. Ik bevond my
+toen zoo wel, ik was zoo opgeruimd van geest en wel gemoed, als op
+den dag zelven, toen ik, met de krygsbende van den Colonel FOURGEOUD,
+op het vaste Land van America ontscheepte.
+
+
+
+AGT-EN-TWINTIGSTE HOOFTSTUK.
+
+De Muitelingen trekken de Rivier Maroni over.--Derde tocht
+naar Gado-Saby.--De Land-Scorpioen.--Verscheiden zoorten van
+timmerhout.--Boom, welke een vrucht voortbrengt, de Marmelade-doos
+genaamd.--Het aankweeken van Ryst.--Buitengewone hitte, die alle de
+moerassen opdroogt.--De Oppossum van het vrouwelyk geslacht.--De
+Brazilsche Wezel.--De Miereeter.--De Tamandua.--Hout-luizen en
+vliegende luizen.--Tafereel van ellende en sterfte.--De Vrede aan de
+Volkplanting bezorgd.--De Poelsnip.--De Lepelgans, en de Brazilsche
+Ojevaar.--Wilde Eendvogels van verschillende zoorten.
+
+Den 10den November, begaf ik my, in een talryk gezelschap, met een
+vaartuig naar de legerplaats aan de Cassipory-Kreek. Des anderen daags
+was de geheele Volkplanting met rook overdekt, dewyl de bosschen aan
+het zee-strand in brand geraakt waren, zonder dat men 'er de reden van
+konde opsporen. Op de reize ontmoetten wy een hoop krygsvolk, onder
+bevel van den Colonel TEXIER, die van Vrydenburg, aan de Maroni-Kreek,
+te rug kwam. Deeze Officier verzekerde ons, dat de muitelingen, na den
+gevoeligen neep, dien wy hun door het inneemen van Gado Saby hadden
+toegebragt, die groote Rivier overvluchtten, en by de Franschen, in
+Caijenne wonende, eene schuilplaats vonden. Hy voegde 'er by, dat hy
+van hun eene vrouw gevangen had, en de Lieutenant KEEN twee mannen,
+na 'er verscheiden gedood te hebben; dat de beide nieuwe compagnien
+van vrywillige Negers de eer van hunne vaandels, door hun met groote
+staatsie van den Gouverneur ontfangen, ophielden, door het medebrengen
+van gevangenen, welken zy aan het strand agter Paramaribo gemaakt
+hadden; dat zy by deeze gelegenheid geholpen waren geworden door de
+Indianen, die vrywillig gestreden hadden, en meer dan eenmaal op die
+zelfde plaats den vyand afbreuk hadden gedaan. Alles deed zig dus
+aan ons voor, om onze onderneming met eenen goeden uitslag bekroond,
+en de rust in de geheele Volkplanting hersteld te zien.
+
+De Plantagie Saardam, die toen aan den Colonel DES BORGNES, uit hoofde
+van zyn huwelyk, toebehoorde, op onzen weg liggende, hielden wy daar
+stil. Ik vond 'er eenen Americaanschen matroos, welke melasse, of
+suiker-syroop, inlaadde. De bekwaamheid van den nieuwen Planter en
+zynen Opzichter willende beproeven, haalde ik deezen matroos over,
+om twee kruiken kill-devil (by de Hollanders genoemd kelduivel,)
+die op deeze Plantagie gemaakt was, te kleuren, en te verzekeren,
+dat hy dezelve als rhum van Antigoa aanbragt. Hy deed het geen ik
+hem zeide. Men vond zyne zoogenaamde rhum uitmuntend; men maakte 'er
+punch van voor het geheele gezelschap, en men gaf hem wederkeerig zes
+andere kruiken van die zelfde kill-devil. De Americaan beloofde my
+die insgelyks te zullen kleuren; en hy hoopte zyn vaartuig boordvol
+geladen te hebben, voor zyn vertrek van Paramaribo. Zoo veel vermogen
+heeft het vooroeordeel in alle Landen.
+
+Wy verlieten de Plantagie Saardam, alwaar wy volmaakt wel ontfangen
+waren, en wy kwamen den 13den, zonder het ontmoeten van eenig onheil,
+op onze legerplaats by de Cassipory-Kreek aan de Cottica. Geene
+schoenen, noch koussen aan hebbende, wierd ik byna gestoken door een
+Land-Scorpioen, toen ik myne voeten aan den wal zette. Dit insect
+heeft de grootte van eene kleine kreeft. Zyn lyf, zynde van eene
+eyronde gedaante, en van eene roetkleur, is met beweegbaare ringen
+bedekt. Hy heeft agt pooten, welke in geleden verdeeld zyn. Twee
+armen, insgelyks in geleden verdeeld, komen uit zyn kop, en schynen
+een gedeelte van zyn lyf uit te maken. Zyne oogen zyn zoo klein,
+dat men ze naauwlyks zien kan. Zyn staart heeft zeven klootvormige
+verdeelingen, naar koraalen van glas gelykende, en eindigt met een
+dubbele ring. Het wyfje kronkelt dezelve op haaren rug in elkander, om
+haare jongen voor de aanvallen van andere insecten te beveiligen. De
+steek van den Land-Scorpioen is niet doodelyk, maar veroeorzaakt eene
+stekende pyn en koorts. Men zegt, dat hy van huid verandert, even als
+de krabben van schelp veranderen. Men vindt hem meestael op oude boomen,
+oud huisraad, en ook dikwils onder het vuilnis, en in het drooge gras.
+
+Onder de ongelukken, welken ik hier zag, moet ik niet vergeten het
+verlies van eenen zee-soldaat, die, zig in de Rivier badende, door
+eenen grooten Kayman eensklaps wierd naar den grond getrokken. Zoo
+dra ik zyn ongeluk bemerkte, ontkleedde ik my, sprong oogenblikkelyk
+in het water, en droeg zorg, dat ik altyd het eene been in beweging
+hield. Met dit al, ik vond niet den geen, dien ik zogt, en liep zelf
+groot gevaar. Ik had door eenen Neger eene lange roeyriem in een
+lynregten stand doen houden, ten einde ik my daar aan vast hield,
+en hy dezelve, wanneer ik 'er op sloeg, naar zig toe zoude haalen;
+maar de Neger, my kwalyk begrypende, maakte met die roeyriem zulk
+eene geweldige beweging, dat ik naar den grond zonk. Ik kwam niet
+weder boven, dan omtrent in het midden van den stroom, en bereikte
+den oever niet dan met zeer veel moeite.
+
+Den 20sten, bevel ontfangen hebbende om naar Gado-Saby te trekken,
+vertrok ik des morgens ten zes uuren, aan het hoofd van twee
+Lieutenants, drie Sergeanten, zeven Corporaals en vyftig soldaten,
+zonder een Heelmeester en den Neger, GOOSSASY, dien wy in drie of vier
+uuren kwyt raakten, daar by te rekenen. Wy sloegen ons neder aan de
+oevers van de zelfde Cassipory-Kreek, zonder meer dan zes mylen ten
+westen van derzelver mond te hebben kunnen voorwaarts komen.
+
+Den 21sten, vorderden wy zeven of acht mylen noordwaarts, en wy vonden
+geen enkelen drop water, om den hevigen dorst te lesschen, die ons
+allen verslond. Wy waren te midden van het saisoen van droogte,
+waar van de hitte dit jaar brandender was, dan ooit.
+
+Toen onzen weg veranderd, en denzelven noord-oost-waarts genomen
+hebbende, doorwaadden wy, des morgens van den 22sten, het moeras;
+en tegen den middag bereikten wy wederom het drooge; vervolgens,
+na nog een uur te zyn voorwaarts getrokken, gingen wy naar den
+westkant. Wy ontmoetten aldaar een groot veld, met ignames beplant,
+het welk wy verwoestten. Dit gedaan hebbende, trokken wy lynrecht
+voort, en sloegen ons neder op het oud verblyf der Negers, Cofaay
+genaamd. Het gebrek aan water deed ons verschrikkelyk lyden. De
+slaven echter vonden middel, om ons hier water te bezorgen; en hoe
+stinkend het ook wezen mogt, dronken wy het zelve, na het door onze
+hembds-mouwen te hebben laten doorloopen.
+
+In weerwil van de onaangenaamheden van deezen tocht, onderzocht ik
+de volgende boomen, door my nog niet beschreven: de Carnavatepy en
+de Berklack, waar van het hout zeer dienstig is. Het eerste heeft
+heerlyke zwarte en bruine streepen: het gelykt zeer veel naar het geen
+men Brasilisch hout noemt; en wanneer het bewerkt wordt, verspreidt
+het een geur, welke voor die van den nagelbloem niet behoeft onder
+te doen. Het tweede heeft eene bleek ronde of violet kleur; het
+is insgelyks geschikt tot alle werk, waar toe men het gebruiken
+wil. Men bood my ook een zeer zonderling zoort van vruchten aan,
+genaamd de Marmelade-doos. Dezelve heeft de gedaante van een grooten
+appel, maar een weinig meer ey-rond, en geheel met dons bedekt. In
+'t begin is deeze vrucht groen, maar ryp wordende, wordt zy bruin. De
+schil is hard, en door eene zekere beweging scheidt zy zig in tween,
+even als een noot. Het vleesch of merg koomt dan te voorschyn,
+gelykende naar dat van een mispel: het is eene zoete en bruin-kleurige
+zelfstandigheid, die aan groote pitten vast zit; de inwooners zuigen
+dezelve met graagte uit. Het spyt my, dat ik van den boom, die deeze
+vrucht voortbrengt, en van wien dezelve haaren naam ontleent, geene
+beschryving geven kan.
+
+Den 23sten, trokken wy ten westen van Cofaay, in de hoop om het een
+of ander van den vyand te vernemen. Wy volgden een voetpad, loopende
+dwars door bebouwde landen, en met den weg gemeenschap hebbende:
+wy ontdekten verrukkelyke gezichten; maar wy ontmoetten niets anders
+dan een grooten hoop wilde varkens, wier geknor en geraas op den weg
+ons, eer wy ze gezien hadden, hen deed houden vooreen afgezonden hoop
+muitelingen, en wy maakten ons gereed om dezelven wel te ontfangen.
+
+Tegen den middag kwamen wy weder te Gado-Saby, alwaar wy, naauwlyks
+nedergezeten zynde, om van de vermoeienis van onzen tocht een weinig
+uitterusten, in ons midden zagen verschynen eenen ouden Neger, hebbende
+een langen witten baard, en een stuk van een sabel in de hand. Ik stond
+dadelyk overeind, en aan een ieder, wie hy ook wezen mogt, verbiedende
+op hem te schieten, zeide ik hem dichter by te komen, hem verzekerende,
+dat niemand van de geenen, die onder myn bevel stonden, hem zoude
+durven mishandelen, en dat ik hem zelfs alle hulp zoude toebrengen,
+die hy benoodigd mogt hebben.--"Neen, neen, Massera! antwoordde hy my
+met zeer veel standvastigheid"; en met het hoofd schuddende, liep hy
+weg. Onaangezien myne beveelen, wierd door twee van myne soldaaten op
+hem geschoten; maar tot myn groot genoegen raakten zy hem niet. Deeze
+elendige omzwerver zogt een onzeker bestaan in die verlatene velden,
+welken wy meer dan eens verwoest hadden.--De reden, waarom de Negers
+zoo moeielyk met een kogel te raken zyn, bestaat hier in, dat zy
+nooit in eene rechte lyn, maar altyd kronkels-gewyze, loopen.
+
+Overeenkomstig myne beveelen, verwoestte ik Cofaay, en deszelfs omtrek,
+op nieuw, maar het deed my echter leed, om des ouden Negers wille. Na
+het om ver hakken van verscheiden catoen-boomen, bananen-boomen,
+althaea-planten, duiven-boonen, Indisch koorn, ananassen en ryst,
+die grootendeels zedert de eerste aldaar door ons gedaane verwoesting
+waren opgeschoten, konde ik niet nalaten, om voor eene kleine hut,
+in welkers nabyheid heete asch en bananen-schillen lagen, een weinig
+scheeps-bischuit, een groot stuk gezouten ossen-vleesch, en een fles
+nieuwe rhum agter te laten, voor den ongelukkigen, die aldaar zyn
+verblyf hield. Vervolgens sloegen wy ons andermaal op de vlakten van
+Cofaay neder.
+
+Zoo dikwerf gesproken hebbende van velden met ryst bezaaid, verwagt
+de lezer waarschynlyk eenige byzonderheden omtrent derzelver
+aankweking. De plant, die het graan van deezen naam voortbrengt,
+heeft, schoon sterker zynde, vry wat gelykheid met het koorn. Zy
+brengt holle gegroefde stammen voort, op zekere afstanden knoopen of
+knobbels hebbende, en zig tot de hoogte van vier voeten verheffende. De
+bladeren zyn rank, even als van het riet. De zaden zyn ten naasten
+by op dezelfde wyze gerangschikt, als de garst, en groeijen aan
+halmen, langs welken zy beurtelings geplaatst zyn. De oriza of ryst,
+heeft hitte en vocht noodig. De ryst-korrels zyn langwerpig rond;
+de beste zyn wit, doorschynend en hard. De nuttigheid van de ryst
+is zoo over bekend, dat ik 'er niets anders van zeggen zal, dan dat
+dezelve voorkwam, dat onze arme soldaten niet van honger stierven,
+voornamelyk in Augustus 1775, toen zy voor een geheel rantsoen daags
+niet meer hadden, dan een scheeps-bischuit, en drie koorn-airen van
+Indisch graan, voor vyf mannen.
+
+Mynen last toen volkomentlyk ter uitvoer gebragt hebbende, hernam ik,
+met myne manschappen, den weg naar de Cassipory-Kreek, trekkende
+door de verwoeste velden van Gado-Saby die niets anders dan eene
+dorre woestyn vertoonden. Wy gingen vervolgens zuid-oostwaards,
+daar na geheel en al zuidwaarts, en hingen toen onze hangmatten in
+de nabyheid van onze eerste legerplaats op. Het is opmerkelyk, dat
+alle de moerassen door de buitengewoone hitte waren uitgedroogd; en
+tevens was de stank, die door eene meenigte van visschen, voornamelyk
+tot het zoort van de Warappa's behoorende, welke by het afloopen
+van het water gestorven waren, wierd opgegeven, aller ongezondst
+en ondraaglykst. Onze slaven echter zogten de minst bedorvene van
+deeze visschen uit; des avonds lieten zy ze in de pan bakken, en aten
+dezelven als een lekker beetjen.
+
+Des anderen daags morgens, trokken wy verder zuidwest-waarts
+ten westen, en hielden omtrent vier mylen van de Cassipory-Kreek
+stil. Den 26sten, onzen weg zuid-zuid-westwaarts nemende, kwamen wy
+in het hoofd-kwartier, zeer vermoeid, zeer vermagerd, en ik had zelf
+de roos in het aangezicht. Ik stelde myn dagverhaal ter hand aan den
+Lieutenant Colonel DES BORGNES, die het bevel voerde.
+
+Een hoop van vyftig soldaten wierd, den 27sten, naar den post van
+Jerusalem, en deszelfs omtrek, op kondschap uitgezonden, en den 6den
+December, kwam de zoo lang verwagte versterking, uit drie honderd
+vyftig mannen bestaande, in de Rivier Surinamen aan; zy hadden, van
+hun uitzeilen uit Holland af gerekend, de reize gedaan in agt-en-zestig
+dagen, maar 'er vyftien van te Plymouth doorgebragt.
+
+Wy vernamen toen, dat Capitain JOACHIM MEIJER, die eene aanzienlyke
+somme gelds voor ons volk aan boord had, door de Mooren genomen was
+geworden, en met alle zyne scheepsgezellen te Marocco opgebragt,
+alwaar zy slaven van den Keizer wierden:--dat het Schip Paramaribo,
+Capitain SPRUIT, (een van de geenen, waar in men in het begin van
+de maand Augustus de zieken inscheepte,) in het Kanaal op de klippen
+van Ouessant schipbreuk had geleden; maar dat, met behulp van eenige
+Fransche visschers, allen, die zig aan boord bevonden, gered en naar
+Brest gebragt waren, van waar zy wederom naar Texel inscheepten:--dat
+de Prins van Orange, uit weldadigheid en menschlievenheid, onder de
+Officiers en soldaten, ten getale van meer dan honderd, de navolgende
+sommen gelds had laten uitdeelen, namelyk, omtrent veertig guldens
+aan elken soldaat, zes honderd aan elken Lieutenant, agt honderd
+aan elken Capitain, en duizend aan den Major MEDLAR, die het bevel
+voerde. Alle de geschenken, welken ik aan myne vrienden in Europa
+gezonden had, waren op dien zelfden bodem, en alzoo, tot myn groot
+hartzeer, verloren geraakt.
+
+Zedert meer dan een maand had ik tot myne woonplaats niets anders,
+dan eene slechte hut, voor regen en wind bloot staande. Doch thans
+vernomen hebbende, dat, in weerwil van de aangekomene versterking,
+men ons bestemd had, om ons eenigen tyd in de bosschen te blyven
+ophouden, het geen aan veelen van ons volk zeer leed deed, begon
+ik, den 1sten December, om zonder hamer, of spykers, voor my eene
+wooning te laten bouwen, die in zes dagen was afgemaakt, schoon twee
+verdiepingen, eene overdekte gaandery met een hek, en eene kleine
+keuken hebbende. Dicht daar by was een tuin tot myn gebruik, alwaar
+ik op jong plantsoen, de namen van JOANNA en JOHNNY sneed. Tot gebuur
+had ik mynen vriend den Capitain BOLTS, die een geyt had, waar van de
+melk ons van groot nut was. Anderen hielden eendvogels en hoenderen;
+maar de laatstgemelde hadden geene haanen; men was bevreesd voor hun
+gekraay, en had dezelven gedood. Alle onze Officiers eindelyk bouwden,
+aan den oever, eene reije van zeer zindelyke wooningen; aan de overzyde
+had men meer dan honderd hutten, (die toen allen groen waren,) voor het
+nieuwe krygsvolk opgericht, en het geheel maakte eene fraaije straat,
+waar van niettemin de bewooners een zeer slecht voorkomen hadden.
+
+Het was aan myne wooning merkwaardig, dat men 'er door het dak
+inkwam. Door dit middel zag ik my ontheven van alle die aanloopende
+bezoeken, die myn voorraad uitputten, en my meenigmaalen hinderden,
+wanneer ik met teekenen, schryven of lezen bezig was. Onze legerplaats
+was daarenboven zeer aangenaam. Wy waaren op eene hoogte, alwaar
+wij van de schadelyke dampen, die aanhoudend uit den grond opkomen,
+en elders een groot getal manschappen hadden doen sneven, niets te
+vreezen hadden.
+
+Geduurende de zeer korte oogenblikken, dat ik hier eenige rust had,
+maakte ik in het klein, op een plank van agtien duimen lengte en
+twaalf duimen breedte, de boeren-wooning, welke ik aan de Hoop bewoond
+had. Ik gebruikte daar toe insgelyks takken van Latanus-boomen, en
+elk beschouwde het als iets, dat zeer merkwaardig was. Ik gaf het
+ten geschenke aan mynen vriend den heer DE GRAAF, die het vervolgens
+in zyne verzameling van zeldzaamheden te Amsterdam plaatste. Dewyl ik
+thans van dit onder werp spreeke, zal ik aan den lezer een gezicht van
+beide myne wooningen aanbieden, de eene aan de Hoop, alwaar ik zulke
+gelukkige dagen doorbragt, de andere slechts voor een korten tyd, zoo
+als wy die in de bosschen bouwden, om aldaar voor het slecht weder
+beveiligd te zyn. De eerste kan beschouwd worden als het zinnebeeld
+van huisselyk geluk; de tweede als het zinnebeeld van allerleije
+vermoeijenissen en gevaaren.
+
+Het regen-saisoen onverwagt zynde opgekomen, handelde het krygsvolk
+der Societeit van Surinamen, dat aan de Wana-Kreek lag, verstandig
+met op te breken, en trok den 26sten voor by onze legerplaats, de
+Cottica afzakkende, om zig naar de Plantagien aan de Pereca-Kreek te
+begeven. Intusschen waaren wy verwezen, om in deeze legerplaats aan de
+Cassipory-Kreek gebrek te lyden, terwyl de Colonel FOURGEOUD zig zeer
+gerust op Paramaribo bevond. De Officiers van dit volk berigtten ons,
+dat eenige andere muitelingen, aan den kant van de Rivier Maroni,
+gevangen genomen waren. Wy behaalden zulk een voordeel niet, schoon
+wy van alle kanten geduurig ronden deeden.
+
+Den 29sten, eindelyk, wierpen zes schepen, beladen met een gedeelte
+van het krygsvolk, het welk uit Holland was aangekomen, het anker
+tegen over onze legerplaats. Ik kon niet nalaten de ongelukkigen, die
+zig met ons vereenigden, te beklagen, en dit was niet zonder reden,
+dewyl verscheiden van hun reeds door de scheurbuik, en andere akelige
+ziekten, waaren aangetast. Intusschen bouwden wy een oven van steen,
+en deeden al wat wy konden, om hun hulp te verschaffen. Een zekeren
+voorraad van wyn ontfangen hebbende, onthaalde ik tevens alle de
+Officiers; maar deezen drank den Capitain P----T naar het hoofd
+gevlogen zynde, daagde hy my, wegens een kwalyk verstaan, tot een
+tweegevecht uit. Wy gingen dus een weinig ter zyden van de legerplaats;
+en toen wy den sabel in de hand hadden, trok deeze Officier af met een
+schaterenden lach, wierp zyn wapentuig weg, en zeide my: "Dat ik hem
+konde afrossen, zoo ik wilde; maar dat hy te veel achting voor my had,
+om my den minsten tegenstand te kunnen bieden", en daarop omhelsde hy
+my hartelyk. Ik deed hem een vriendelyk verwyt, en bragt hem weder by
+het gezelschap, met het welk wy het oude jaar vrolyk ten einde bragten.
+
+Op nieuwe jaars dag van het jaar 1777, gingen wy onze gelukwenschingen
+by den bevelhebbenden Officier afleggen; en, onder weg, vertoonde men
+my de Philander, of de Oppossum van Mexico, alhier Awary genaamd. Het
+was een wyfje, welke men met haare jongen levendig gevangen had.
+
+Ik heb reeds van de Oppossum gesproken; ik zal my dus hier alleenlyk
+met die byzonderheden bezig houden, welke ik in het thans aan my
+vertoonde dier opmerkte; zy zullen zelfs zeer weinige in getal
+zyn, want het dier bevond zig op den bodem van eene ledige kist;
+en vreezende door het zelve gebeten te worden, dorst ik het 'er
+niet uit haalen. Zoo groot zynde als een Noorweegsche rot, was
+deeze Oppossum mitsdien veel grooter, dan die ik bevorens in dit
+werk beschreven heb. Derzelver hair had eene geelachtige gryze kleur
+op den rug, en eene vuile witte kleur onder aan den buik en aan de
+pooten. Haare bek was voorzien van lange knevels en minder puntig,
+dan de andere Oppossum. Een zwarte kring liep rondom haaren oogbol;
+de oogen waaren wel niet zwart, maar stonden zeer levendig. Haare
+staart was uittermaten lang, dik, van zwaar hair voorzien, vooral
+ter plaatse waar dezelve aan het lyf vast is, en diende haar tot een
+aanvallend wapentuig. Deeze Oppossum had onder den buik een zak,
+van een plooy of kreuk in de huid gemaakt, en van buiten zoo wel
+als van binnen hairachtig. Haare jongen, ten getaale van vyf of zes,
+kwamen 'er nu en dan uit, wanneer de moeder zig stil hield; maar op
+de minste beweging of het minste gerucht, begaven zy 'er zig weder
+schielyk in. Met dit arme dier, het welk men reeds lang gekweld had,
+medelyden hebbende, deed ik de kist op zyde tuimelen. Toen ontsnapte
+de gevangene met haare jongen, en klauterden allen gezwindelyk op den
+top van eenen hoogen boom, staande in het gezicht der wooning van den
+Colonel SEYBOURG. De moeder maakte zig vervolgens met haare staart aan
+een van de takken vast; maar dewyl dit zoort van dieren het gevogelte
+vernielt, deed de Colonel, voor zyne hoenderen bang zynde, op haar en
+haare jongen schieten. By het geen ik gezegd heb, moet ik nog voegen,
+dat de gezwindheid van deeze Oppossum my des te meer verwonderde,
+om dat verscheiden Schryvers die hoedanigheid in dezelve ontkennen.
+
+Onder de vernielers van het gevogelte, vindt men ook een ander dier, in
+dit Land bekend onder den naam van Quacy-Quacy, door zommige persoonen
+genoemd het Indisch Konyn, maar zynde in de daad de Coati-moudi, of
+het Brazielsche wezeltje. Men vergelykt hem zeer voegzaam met de Vos;
+want zoo wel als hy genoegzaame kragten heeft, om een kalkoen of een
+gans weg te nemen, is hy ongemeen behendig. Dit dier is zomtyds by
+de twee voeten lang. De gedaante van zyn lichaam is als die van een
+hond. Deszelfs hair is gewoonlyk zwart, of liever donker bruin; maar
+verscheiden van dat zoort hebben het zelve van eene blinkende roode
+kleur. Hy heeft eene lange dik gehairde staart, met zwarte streepen als
+ringen, en van eene donkere buffels kleur: hy houdt dezelve doorgaans
+in de hoogte. Het hair van de borst en van de buik van den Coati is van
+eene vuile witte kleur. Zyn kop, van eene helder bruine kleur, heeft
+lange kakebeenen, en een zwarte varkensmuil, die by de twee duimen
+overhangt, zig in de hoogte opstroopt, de vertooning maakt van een
+krom gebogen en opgeheven bek, en beweegbaar is even als die van den
+Tapira. Zyne oogen zyn klein; zyne ooren kort, rond, en van wederzyden
+door een diep bindzel aan den bek vast zittende. Zyne pooten zyn kort,
+en voorael de voorpooten; dezelve eindigen met zeer langwerpige voeten,
+verdeeld in vyf klauwen, met sterke nagels gewapend. Schoon de Coati,
+even als de beer, altyd op de hiel loopt, en zig op de agterpooten
+staande houdt, is 'er geen dier, (den aap uitgezonderd,) dat met meer
+gezwindheid de boomen opklimt. De vogelnesten, met al wat 'er in is,
+zyn aan zyne vernielingen bloot gesteld. Hy plundert voornaamlyk de
+hoender-hokken; en dienvolgende stelt men alles te werk om hem uit
+te roeijen.
+
+Alvoorens de Surinaamsche bosschen te verlaten, moet ik nog een
+ander dier beschryven, het welk dezelven bewoont, en voornamelyk van
+mieren leeft; het is de groote Mier-eeter, de mier-eetende Beer, of
+de Mieren-Leeuw; Ofa Palmera by de Spanjaarden genoemd. Het lyf van
+dit dier (twee maalen grooter zynde, dan dat van den Coati-moudi,)
+is overdekt met lange en dikke hairen, zwart op den rug en aan den
+buik, grys of witachtig geel aan den hals en in de zyden. Zyn kop
+is niet zeer dik, maar uittermaten langwerpig, en eindigende met een
+grooten bek van eene helder roode kleur. Zyne oogen zyn zeer klein;
+zyne ooren kort en rond; en zyn mond, die geene tanden heeft, is niet
+grooter dan noodig is, om zyne tong te kunnen bevatten. Zyne staart
+is van eene verbaazende grootte, en van zeer lange hairen voorzien,
+welke dezelven naar die van een paard doen gelyken. Het dier bedient
+zig van deeze buitengewoone staart, om zyn lyf te dekken, wanneer hy
+slapen wil; het geen hy doorgaans over dag doet, wanneer hy zig voor
+den regen wil beveiligen. Anderzints sleept hem dezelve agter aan,
+en hy veegt 'er den grond mede. Hy heeft dunne pooten, maar met zeer
+lange hairen overdekt; de agterpooten zyn zwart, korter, en eindigen
+met vyf klaauwen; de voorpooten hebben eene vuile witte kleur, maar
+eindigen alleen met vier klaauwen, waar van de twee middelste langer
+zyn, dan de andere; allen zyn ze met zeer scherpe nagels gewapend.
+
+De groote Mier-eeter is, een slecht looper. Hy zet zig altyd op het
+achterste van de langste zyner pooten, even als de Coati, of de
+Beer; maar hy klautert beter; en hy is zoo sterk in het vechten,
+dat geen hond zig aan hem durft wagen; want geen dier, dat onder
+zyne voor-klauwen koomt, en zelfs de Jaguar, of de Guiaansche Tyger,
+wordt door hem los gelaten, dan wanneer hy hem dood gemaakt heeft. Zyn
+voedzel, zoo als if gezegd heb, bestaat, voornamelyk in mieren, welken
+hy op de volgende wyze vangt:--Wanneer hy by een mieren-nest koomt,
+steekt hy zyne tong uit, die by de twintig duimen lang is, en zeer veel
+gelykheid op een worm heeft; door eene slymige stoffe, of speekzel,
+bevochtigd zynde, blyven de mieren 'er in een groot aantal aan hangen;
+de mier-eeter haalt vervolgens zyne tong in zynen bek te rug; en hy
+herhaalt deeze bewerking, zoo lang nog eenige van deeze insecten in
+hunnen schuilhoek overig zyn; daar na gaat hy elders zoeken, om het
+zelfde zoort van voedzel op gelyke wyze naar zig te nemen. Hy klautert
+ook op de boomen, om aldaar houtluizen en wilden honig te eeten; maar
+indien hy het noodige voedzel voor zig niet vindt, kan hy een langen
+tyd vasten, zonder daar van het geringste ongemak te ondervinden. Men
+zegt, dat men dit dier kan tam maken, en dat hy, in dien huishoudelyken
+staat, kruimels brood, en zeer kleine stukjens vleesch doorslikt;
+men beweert bovendien, dat zyn vleesch aan de Indianen en Negers
+een goed voedzel verschaft; ik heb de laatstgemelden ten minsten het
+zelve met smaak zien eeten. Eenige mier-eeters zyn niet minder dan
+agt voeten lang, van den kop tot de staart gerekend.
+
+In Surinamen vindt men ook een dier van het zelfde zoort, Tamandua
+genaamd: maar hy is kleiner en zeldzamer. Hy verschilt van den
+bovengenoemden daar in, dat hy twintig klaauwen heeft, den kop naar
+evenredigheid grooter, de staart kleiner, en afgedeeld door zwarte
+streepen, en van eene bleek geele kleur. 'Er is ook nog een derde
+zoort, welk dier insgelyks den naam van Mier-eeter draagt; maar ik
+heb hem nooit gezien.
+
+Den 3den kwamen zes andere vaartuigen van Paramaribo aan; zy waren
+geladen met soldaten, die het getal van drie honderd vyftig mannen,
+uit Holland gezonden, volkomen uitmaakten. Vernomen hebbende, dat
+onder deeze nieuw aangekomenen zig bevond een Capitain, CHARLES SMALL
+genaamd, die onder de Schotsche Brigade gediend, en met den Vaandrig
+MACDONALD geruild had, zakte ik dadelyk in een kano de Rivier af, om
+deezen Officier op te zoeken, en hem mynen dienst aan te bieden. Ik
+was naauwlyks op zyn vaartuig gekomen, of ik zag hem aan eene heete
+koorts in zyne hangmat ziek leggen. My niet herkennende, uit hoofde van
+myn plunje, die niet veel beter was, dan van den gemeensten matroos,
+vroeg hy, wat ik begeerde; maar wanneer hy in my zynen ouden vriend
+STEDMAN herkende, in eenen zoo verschillenden staat, als hy hem voor
+deezen gekend had, drukte hy my de hand, en smolt in tranen weg,
+zonder een enkel woord uit te brengen. Deeze aandoenlyke beweging,
+waar door zyne ziekte verergerde, gaf my een sterker bewys van zyne
+vriendschap voor my, dan eenig gesprek zoude hebben kunnen doen. Ik
+nam hem derhalven in myne kano, en bragt hem in myne hut, alwaar men
+veel moeite had, om hem door een gat, het welk men opzettelyk maakte,
+te doen binnen treden, want het gat in het dak konde alleenlyk voor
+my tot een ingang dienen. Zyne hangmat dicht by de myne hebbende doen
+ophangen, liet ik water koken, waar in ik rhum, suiker en een weinig
+bischuit deed; de zieke nam deeze soup, en van dit oogenblik aan wierd
+hy beter. Hy verhaalde my, dat een van zyne soldaten in den overtocht
+verdronken was, en dat wanneer de Colonel FOURGEOUD aan de nieuwlings
+ontscheepte Officiers een dans-party gegeven had, op welke een van zyne
+koks en twee soldaten de plaats van Musikanten vervulden, hy aldaar,
+door te veel te danssen, zig zyne ziekte had op den hals gehaald.
+
+Korten tyd daar na, verscheen de Colonel zelf in de legerplaats,
+en kondigde ons aan, dat door de aankomst van nieuwe Officiers,
+verscheiden onder ons hunnen rang in het Regiment en in het
+leger verloren: dit was de belooning voor allerleije zoorten van
+vermoeijenissen, gevaaren, en onaeangenaamheden, geduurende vier
+jaaren lang in eene verzengde luchtstreek. Om de maat van ellende
+vol te meten, gelastte men ons, in plaats van ons naar Europa te rug
+te roepen, om in de bosschen van Surinamen te blyven, en aldaar de
+geenen, die ons moesten vervangen, in den dienst te onderrigten.
+
+De post van Majoor wierd my toen opgedragen. Dezelve was zeer
+onaeangenaam: men moest dagelyks soldaten kastyden, die om hunnen honger
+te stillen, het magazyn beroofden; want hun ontbrak brood eene geheele
+week lang, dewyl de oven reeds was afgebroken. Een van deeze arme
+keerels wierd byna tot den dood toe gegeesseld, om dat hy een gerookte
+worst ontvreemd had van den Colonel, die nooit vergat, om ten minsten
+zes sterke Negers te beladen met allerleije zoorten van gezouten kost,
+thee, koffy, suiker, Madera-wyn, brandewyn, genever, enz.
+
+Den 8sten, kwam eindelyk een vaartuig aan, niet alleen gezouten vleesch
+en bischuit in hebbende, maar ook een levendige os en twee varkens.
+
+Deeze dieren waren een geschenk van zekeren Colonist, FELMAN genaamd,
+die door zyne vrouw en eenige vrienden vergezeld zynde, den Colonel
+een bezoek kwam geven. De varkens en de os wierden dadelyk geslagt,
+en onder vier honderd menschen verdeeld, zoo dat men gemakkelyk kan
+naargaan, dat ieders rantsoen niet zeer groot geweest kan zyn. Na deeze
+uitdeeling, bezichtigde het geheele gezelschap onze onderscheidene
+woningen. Aan de myne gekomen zynde, wandelde de Colonel dezelve
+rond; maar geen deur ziende, riep hy uit: "Is hier niemand in?" Ik
+stak oogenblikkelyk myn hoofd door het gat in het dak, en bood de
+vrouwen aan, om door het zelve by my in te komen; maar zy bedankten
+'er beleefdelyk voor. Ik heb den Colonel nooit zoo hartelyk zien
+lachen. Zoo dra hy spreken kon, riep hy uit: Men moet STEDMAN zyn!--Men
+moet zoo origineel zyn, als hy. Hy bragt vervolgens het gezelschap
+weder in zyne woning; maar vooraf noodigde hy my, om hem aldaar te
+volgen.--Toen de Capitain SMALL en ik van daar heen gingen, deeden wy
+eene wandeling in eene fraaije Savane, alwaar wy eene hut van takken
+van boomen hadden opgericht, waar aan wy den naam gaven van Ranelagh,
+en wy namen aldaar van tyd tot tyd eenige ververschingen van koud
+eeten, waar door myn voorraad schielyk op geraakte. Wy moesten dus by
+vervolg van ons rantsoen leven; maar SMALL had toen het genoegen te
+zien, dat zyne medgezellen van gelyken deeden. Deeze, niet gewoon zynde
+aan het zuinig leven, het welk in onze bosschen zoo noodzakelyk was,
+hadden van hun meel puddings gemaakt, en zagen zig toen gedwongen,
+om scheeps-bischuit te eeten.
+
+Den 12den, kregen honderd vyftig mannen van het nieuwe krygsvolk bevel,
+om op te trekken. Elk hunner was, behalven met zwaare kleederen, met
+een hangmat en een zeer zwaar randsel beladen. Myn vriend SMALL was
+onder dit getal; hy was zeer dik, en zoo verzwakt, dat hy naauwlyks
+gaan konde. Ik deed dit aan den Colonel opmerken, die hem veroorloofde,
+om zig voor een gedeelte van dien toestel te ontlasten.
+
+Alles op die wyze in gereedheid zynde, nam deeze hoop krygsvolk haaren
+weg rechts af, en, vertrok met den Colonel FOURGEOUD aan het hoofd,
+om zig naar de Rivier Maroni te begeven.
+
+De Colonel was in dit oogenblik ten mynen opzigte wel zoo beleefd,
+als ik hem verlangen konde, maar de rechtvaardigheid dwingt my te
+verklaaren, dat hy in alle andere opzigten zoo heerschzuchtig en
+onmeedogend was, als ik hem immer gezien heb. Hy scheen in het begrip
+te staan, dat zyn rang die handelwyze van hem vorderde.
+
+In zyne afwezigheid voer ik de Rivier over, en hieuw aan de andere
+zyde van de Cottica eenen palmboom om, het geen ik deed, niet alleen
+om de kool, maar om dat ik wist, dat de worm in veertien dagen goed
+zoude zyn om te eeten.
+
+Het bosch van dien kant met mynen Neger QUACO doorwandelende, viel
+myn oog op den cederboom, het bruine hart, en de kogel-boom. De
+eerste verschilt, in weerwil van deszelfs naam, van den cederboom op
+den berg Libanon, die eene spits toeloopende gedaante heeft. Die van
+Surinamen groeit mede tot eene groote hoogte op; maar men stelt zyne
+waarde voornamentlyk daar in, dat deszelfs hout nooit door wormen,
+noch andere insecten geknaagd wordt, en een ongemeen bitteren smaak
+heeft. Het heeft ook een aangenaame geur, en men verkiest het daarom
+boven alle ander hout, om koffers, kisten, kassen, en allerleije zoort
+van schryn-werk te maken. Het dient ook tot het bouwen van tent-jachten
+en andere vaartuigen. De kleur van het spint van dit hout is bleek
+oranje. Het is hard en te gelyk ligt; en uit den stam druipt een gom,
+veel gelykende naar Arabische gom: dezelve is doorschynende en zeer
+welriekende.
+
+De boom met het bruin hart is van dezelfde dikte en hardheid, als
+de boom met het purper hart, en die met het groen hart, waar van ik
+melding gemaakt heb. Hy dient tot groote werken, en voornamelyk tot
+het bouwen van molens. De kleur, die zeer fraay is, is met deszelfs
+benaming overeenkomstig.
+
+De Kogelboom groeit zomtyds hooger dan zestig voeten; maar naar mate
+van zyne hoogte is hy niet dik. Zyne schors is gryskleurig en glad;
+zyne spint bruin, over 't geheel wit gevlakt. Geen boom is hem in
+zwaarte gelyk; de zyne gaat die van het zeewater te boven. Hy is zoo
+in een gedrongen, dat zonneschyn en regen geene uitwerking op hem
+doen. Dienvolgende maakt men 'er latten van, om 'er de daken mede te
+dekken, in plaats van met leijen of pannen, die in dit Land te zwaar
+en te heet zouden zyn. Men verkoopt deeze latten voor meer dan veertig
+guldens de honderd te Paramaribo, en men behoeft ze niet te vernieuwen,
+dan na verloop van vyf en twintig jaaren.
+
+Ik moet ook nog spreken van een anderen boom, Ducolla-bolla genaamd,
+die men insgelyks in de bosschen van Guiana vindt. Hy heeft eene zeer
+donkere roode kleur, en een zeer gelyk en fyn erf. Zyne hardheid en
+zwaarte maken hem voor den schitterendsten glans vatbaar.
+
+Omtrent op deezen zelfden tyd, wierd het geheele leger gekweld door
+insecten, in Surinamen genoemd hout-luizen, maar welken men met
+meerder gepastheid witte mieren zoude kunnen noemen, want zy hebben
+zeer veel gelykheid op mieren. Het grootste onderscheid tusschen
+deeze beiden bestaat daar in, dat de mieren in den grond woonen,
+en deeze houtluizen hunne nesten op stammen van boomen maken. Deeze
+nesten, die zwart, rond, onregelmatig zyn, veel gelykende naar den
+wolligen kop van eenen Neger, maar zomtyds zoo groot als een half
+vat, zyn gemaakt van eene roodachtige aarde, zoo in een gedrongen als
+mastik, en ondoordringbaar voor het water. In dezen hoop, bestaande
+in een eindeloos getal gemeenschappelyke wegen of loopgraven, die
+de gedaante hebben van de schacht van een ganzen-veder, leven deeze
+dieren in talryke zwermen; en wanneer zy 'er uitkomen, richten zy de
+verschrikkelykste verwoestingen aan, meer dan eenige andere insecten
+in Guiana. Zy doorknagen het hardste hout, het leder, het linnen,
+en alles wat zy ontmoeten. Zy komen dikwils in de huizen door een
+bedekten weg, van eene halve cirkelswyze gedaante, welken zy in de
+beschotten maaken, en die door deszelfs omwegen zomtyds verscheide
+honderde voeten lang is. Dewyl zy alles tot stof vermalen, indien
+men, dezelven bespeurende, geene zorge draagt om ze uit te roeijen,
+het geen door middel van rottekruid en terpentyn-olie geschiedt,
+zyn deze insecten in staat om het geheele huis met eene volkomene
+instorting te bedreigen. De houtluizen verschaffen, in weerwil van
+hunne walgelyke en stinkende reuk, een goed voedzel aan het gevogelte,
+het welk, zoo men zegt, 'er veel gretiger op is, dan op het graan
+van Indisch koorn. Ik moet niet met stilzwygen voorbygaan, noch hun
+ongemeen vernuft in het herstellen van hunne woning, wanneer die
+beschadigd is, noch hun voortteelend vermogen, het welk zoo groot is,
+dat men, welke verwoesting men ook onder hen maakt, hen spoedig weder
+ziet te voorschyn komen, in een zoo aanzienlyk getal als bevoorens.
+
+Wy wierden bovendien dikwils gekweld door geheele wolken van vliegende
+luizen, die zomtyds onze kleederen zoodanig overdekten, dat ze het
+voorkomen van eene gryze kleur hadden. Dit ongemak sproot voort uit
+de uitspreiding van haare vlerken, (vier in getal zynde) die aan
+de stoffe van het kleed blyven vast zitten, en zig van het lichaam
+van het insect afscheiden, wanneer het in de hoogte vliegt. Eenige
+Natuurkundigen beweeren, dat de vliegende luizen geene andere zyn,
+dan de bovengemelde houtluizen, en die, tot zekeren ouderdom gekomen
+zynde, vlerken krygen, hun nest verlaten en rond vliegen, even als
+zommige andere mieren, zoo in Europa, als in America.
+
+De krygstucht was toen zoo gestreng in het leger, dat ieder, die
+het minste gerucht maakte, zwaar gestraft wierd, en zelfs gedreigd,
+om te worden doodgeschoten. De schildwachten hadden last, om van de
+aankomst van rondes alleenlyk door fluiten bericht te geven, en men
+beantwoordde hun op gelyke wyze.
+
+Een van onze soldaten, den 18/den, veroordeeld zynde geworden, om
+door de spitsroeden te loopen, vermits hy hard gesproken had, vond ik
+middel, by afwezigheid van den Colonel FOURGEOUD, om hem vergiffenis
+te doen verkrygen, op het zelfde oogenblik, dat hy reeds uitgekleed
+was, om zyne straf te ontfangen.
+
+Den 23sten, ontfing ik verschen voorraad en wyn, my van Paramaribo
+gezonden; alles kwam zeer ter sneede. Den zelfden dag kwam de Colonel
+FOURGEOUD met zyne manschappen van zynen tocht naar de Rivier Maroni te
+rug. Hy had negen en vyftig huizen verwoest, en drie bebouwde velden
+vernield. Op die wyze wierd zekerlyk aan de muitelingen de doodsteek
+toegebragt, daar zy, geen middel meer hebbende, om aan deeze zyde der
+Rivier te kunnen bestaan, genoodzaakt waren dezelve over te trekken,
+en zig in de Fransche Volkplanting van Cayenne te gaan nederzetten. Op
+deezen moeijelyken, doch noodzakelyken tocht, hadden de soldaten,
+en vooral de nieuwlings ontscheepten, verbazend veel geleden. Men was
+verplicht een groot aantal derzelver in hunne hangmatten te dragen;
+men liet meer dan dertig zieken op den wachtpost aan de Maroni,
+en myn vriend SMALL kwam 'er vry wat vermagerd van daan.
+
+'Er waren toen meer dan honderd mannen, die in het hospitaal van
+onze legerplaats gevaarlyk ziek lagen. Men hoorde niets, dan zuchten
+en kermen, en daar by alle nachten het geschreeuw der Guiaansche
+steen-uilen. De kramp, een ongemak, in Surinamen zeer gemeen, kwelde
+de geenen, die anderzints nog in staat waren om dienst te doen. Elk
+was in de grootste droefheid gedompeld. Hier zag men iemand, van
+het hoofd tot de voeten, met bloedende zweeren bedekt; daar weder
+een ander, die door twee van zyne medgezellen gedragen wierd, en in
+eenen diepen slaap bedolven, den eeuwigen slaap ingong, in weerwil
+van alle de schuddingen en bewegingen, die men te werk stelde om hem
+te doen ontwaken. Een derde, door de waterzucht opgezwollen, stierf,
+door het water verstikkende, na den Heelmeester, (die doorgaands
+antwoordde, dat het te laat was,) vrugteloos gebeden te hebben, om
+hem het zelve af te tappen. Zommigen, zig in het Hospitaal bevindende,
+baden God met gevouwen handen, om hun te hulpe te komen. Verscheiden"
+door eene heete koorts aangetast, trokken zig de hairen uit, braakten
+lasteringen uit tegen de Voorzienigheid, en vervloekten den dag hunner
+geboorte. Om kort te gaan, onze gesteldheid was zoodanig, dat men de
+pen van eenen MILTON zoude noodig hebben, om ze te beschryven; en
+terwyl de dood dagelyks nieuwe verwoestingen aanrechtede, geraakte
+een gedeelte der legerplaats, door zeker toeval, geheel in brand;
+maar de Negers bluschten den brand spoedig, zonder dat 'er eenige
+wezentlyke schade uit voortkwam.
+
+Den 26sten, echter, begon myne ellende ten einde te loopen. De Colonel
+bood my, tot myne groote verwondering, aan, om hem naar Paramaribo te
+vergezellen, het geen ik zonder bedenking, en met genoegen aannam. Ik
+gaf derhalven myn huis, de hut in de Savane, en myn voorraad van
+levensmiddelen aan mynen vriend, den Capitein SMALL, ten geschenke. Ik
+onthaalde hem, benevens eenige andere Officiers, ter middagmaal, en
+gaf hun een kookzel van kool en palmboom-wormen, die nu volkomen goed
+geworden waren. Wy besproeiden dit eeten met eenige glazen wyn, die
+van goeder harter wierden ingeschonken, en ik nam myn afscheid. Te
+middernacht ging ik met den Colonel en twee andere Officiers, in
+een fraay vaartuig van zes roey-riemen. Ik verliet derhalven nog
+eenmaal deeze sombere bosschen, alwaar men zoo veele wonderen ziet,
+maar tevens onheilen ondervindt, die naar de gedachten van hun, die
+dezelven moeten doorstaan, de tien plagen van Egypten te boven gaan.
+
+Toen het vaartuig het anker geligt had, verklaarde ons de Bevelhebber,
+dat hy de bosschen der Volkplanting van alle kanten gezuiverd,
+en de muitelingen genoodzaakt hebbende, de Maroni over te trekken,
+besloten had om deezen langen en gevaarlyken tocht in eenige weeken
+te doen eindigen.
+
+Na den geheelen nacht gevaaren te hebben, bevonden wy ons des morgens
+tegen over den nieuwen weg van gemeenschap, dien wy ons by onzen
+ouden wacht-post van Devil's Harwar gebaand hadden; en des middags,
+kwamen wy op de Plantagie la Paix, welkers eigenaar, de heer RIVIERE,
+ons ter maaltyd onthaalde. De Colonel en zyn Adjudant begaven zig
+vervolgens naar Paramaribo, maar een ander Officier en ik verlieten
+hem hier, en gingen naar het strand, op eenen kleinen afstand van de
+laatstgemelde Plantagie, om wulpen en watersnippen te schieten.
+
+By het gaan en te rug komen gingen wy voorby twee posten van
+het krygsvolk der Societeit, wier Bevelhebbers de vaandels lieten
+opsteeken, en ons ververschingen, en alles, wat in hun vermogen was,
+aanboden. Onze jagt was niet zeer voordeelig, en wy schoten alleenlyk
+watersnippen. Zy vlogen 'er in zulke talryke meenigte, dat men ze
+voor wolken die de lucht verduisterden, zoude hebben aangezien. Het
+was dus voldoende, wanneer wy in het wilde schoten, om 'er twintig
+te gelyk te doen vallen; maar zy waren van zulk een klein zoort,
+dat het der moeite niet waardig was, om ze op te raapen. Wy zouden
+vogelen van meer aanbelang hebben kunnen dooden, als lepel-ganzen,
+Brazilsche oyevaars, roode wulpen, en verscheiden zoorten van wilde
+eendvogels, indien de zee by ongeluk niet eenige landen overstroomd
+had, die tusschen ons en de bank, waar op deeze vogelen zig bevonden,
+gelegen waren. Wy hadden met dit al het genoegen van dezelven te
+zien. Deeze bank geleek, op eenigen afstand, naar een scharlaken en
+purperkleurig tapyt, met verscheiden zoorten van kleuren doorweven.
+
+De Lepel-gans heeft de grootte van een gewoone gans, en gelykt veel
+naar een kraanvogel. Zyne korte pooten zyn aan het einde voorzien van
+een vlies, maar het welk zig niet verder uitstrekt dan tot op een derde
+der lengte van deszelfs klauwen. Zyne vederen, die wit zyn, wanneer
+de vogel jong is, krygen vervolgens eene fraaije rozen-kleur. Zyn bek
+is waarlyk opmerkelyk: rond, plat, en breeder zynde aan het einde,
+dan aan het begin, en in het midden, gelykt dezelve naar een spatel;
+en van die overeenkomst ontleent deeze vogel ook zynen naam. Men
+zegt dat hy kikvorschen, hagedissen en rotten eet; maar visch moet
+zyn voornaame voedzel wezen, want zyn vleesch smaakt 'er naar: hy
+wordt veel aan het strand gevonden.
+
+Den Surinaamschen Jabiru kan ik niet beter vergelyken, dan by een
+oyevaar; maar hy is veel dikker. Hy wordt daarom ook wel de Brazilsche
+Oyevaar genoemd. Deeze vogel heeft eene pluimaadje op het lyf zoo wit
+als melk; maar de vederen der vlerken en de staart zyn zwart. Zyne
+pooten en klaauwen zyn uittermaten lang; en ik heb opgemerkt, dat hy,
+strydig met het gebruik van alle andere vogelen, zig dikwils op het
+agterste gedeelte van zyne pooten zet. Zyn hals en bek zyn buitengewoon
+lang; de laatstgemelde is sterk, en eindigt met een kromme bogt. De
+kop van den Jabiru is volmaakt zwart; de Hollanders noemen hem daarom
+Neger-kop. Hy houdt zig op aan de zee-kusten, even als de voorgemelde,
+en leeft alleen van visch. Men maakt hem gemakkelyk tam. Ik heb
+'er twee onder het gevogelte van den Colonel FOUREROUD gezien.
+
+'Er zyn in Surinamen onderscheiden zoorten van wilde eendvogelen:
+zy zyn niet groot; maar hunne fraaije vederen hebben verschillende
+schitterende kleuren. Daar onder munten voornamelyk uit de Cawerirky,
+de Soukourourky, en de Annaky: de laatstgemelde is de kleinste van
+allen. Geen waterhoen, van wat zoort die ook wezen mag, is lekkerder
+om te eeten, dan deeze eendvogels. Men maakt ze insgelyks tam, en
+ontmoet ze dikwils onder het gevogelte op de Plantagien.
+
+Den 28sten een vaartuig gevonden hebbende, het welk de Cottica afzakte,
+maakte ik 'er gebruik van, om my naar Paramaribo te begeven, alwaar
+ik dien zelfden avond wel gemoed en gezond aankwam.
+
+Myne vrienden wenschten my geluk, dat ik nog leefde, na aan zoo veele
+gevaaren bloot gesteld te zyn geweest; na van alle hulp ontzet, door
+distelen en doornen van een gereten, door insecten gestoken te zyn;
+na uitgehongerd, afgemat, en op alle manieren gefolterd te zyn; na
+dikwils gebrek aan kleederen, geld, ververschingen, of geneesmiddelen
+gehad te hebben; en eindelyk na het verliezen van zoo veele brave
+medemakkers, die in dit Land hun graf gevonden hadden. Dus eindigde
+myne zevende en laatste veldtocht in de bosschen van Guiana.
+
+EINDE VAN HET DERDE DEEL.
+
+
+
+
+
+BERICHT VOOR DEN BINDER.
+
+ Plaat Bladz.
+
+ XXX. Een oproerige Neger, op Schildwacht
+ staande; te plaatsen tegen over 4
+
+ XXXI. Het doorwaden van een Moeras, in
+ Guiana, door het krygsvolk. 22
+
+ XXXII. Platte grond van de Hoofd-legerplaats,
+ tusschen de Rivieren Cottica en Maroni;
+ benevens de manier, om in de
+ bosschen van Surinamen te legeren. 52
+
+ XXXIII. Gezicht der legerplaats aan de Java-Kreek:--als
+ mede by Jerusalem. 134
+
+ XXXIV. Eene Indiaansche Vrouw, tot het geslacht
+ der Arrowoukas behoorende. 156
+
+ XXXV. Het Colibrietje of Bromvogeltje. 188
+
+ XXXVI. Een huisgezin van Loango-Neger-slaven. 236
+
+ XXXVII. Speeltuig der Negers. 274
+
+ XXXVIII. Gezicht van de Savane der Joden:--mitsgaders
+ van den Berg Parnassus,
+ of blaauwen Berg. 284
+
+ XXXIX. Manier om in de bosschen van Surinamen
+ te slapen.--Boeren-hut, tot
+ een buiten-verblyf. 326
+
+
+
+
+
+NOTES
+
+[1] De Negers hebben de onmenschelyke gewoonte, om de lyken hunner
+vyanden te verminken en te verscheuren; zommigen zelfs doen dit,
+even als de Caraiben, met hunne tanden.
+
+[2] Men zie het Pourtrait van den Schryver, voor het eerste Deel van
+dit werk geplaatst.
+
+[3] De Indianen maken de buitenste bast van deeze vruchten glad,
+na dat ze ledig gemaakt en gedroogd zyn, en doorvlammen dezelve op
+eene fraaije wyze met Roucoa en andere schoone kleuren, in acajou gom
+gemengd zynde. Hunne teekeningen, in 't wilde gemaakt, zyn vry juist
+voor lieden, die geene liniaalen noch passers hebben. Men ziet deeze
+werken nu en dan in de kabinetten van zeldzaamheden.
+
+De inwooners der plaatsen, alwaar de Calebassen-boom groeit, beschouwen
+het vleesch van deszelfs vrucht als een algemeen geneesmiddel voor
+een groot aantal ziekten en toevallen. Zy gebruiken het tegen de
+waterzucht, buikloop, kwetsingen door vallen veroeorzaakt, kneuzingen,
+ongemakken van wegen het steken der zon, hoofdpynen, zelfs om
+verbrandingen te geneezen. Zy maken 'er een geestryken drank van,
+naar onze limonade gelykende. Tegenwoordig heeft men het gebruik,
+om dit vleesch te laten koken, het afkookzel door een doek te gieten,
+vervolgens suiker daar in te mengen, en daar van eene buikzuiverende
+Syroop te maken, welke men op de Eilanden dikwils gebruikt, om
+geronnen bloed kwyt te raken: deeze Syroop word tans in Frankryk
+gemeen, alwaar men ze voor de borst gebruikt. Zy is bekend onder den
+naam van Calebassen-Syroop.
+
+MILLER bericht ons, dat men, uit aartigheid, en met een goeden
+uitslag, den Americaanschen Calebassen-boom, in een broeikas van
+gematigde warmte, in Europa had aangekweekt; deeze boom vordert een
+ligten grond, en meenigvuldige besproeijingen. Men plant hem voort
+door stekken en versche korrels of pitten in den grond te steken.
+
+Aanteek. v. d. Franschen Vertaler.
+
+[4] STEDMAN zegt in eene aanteekening, by deeze gelegenheid, te
+gelooven, dat deeze slang tot het zelfde zoort behoort, waar van
+Dr. BANCROFT spreekt, die, in navolging van de Indianen, denzelven
+de kleine Labarra noemt, waar van de beschryving alhier volgt:
+
+"De kleine Labarra heeft ten naasten by de lengte van veertien voeten,
+en de dikte van een gewoone zwanen-schacht. Hy is bedekt met kleine
+blinkende schubben van eene donker bruine kleur, en eene meenigte witte
+vlakken. Zyne staart is klein en spitsachtig toeloopende, zyn kop een
+weinig plat, en grooter dan het overig gedeelte van zyn lichaam. Een
+ongelukkig voorval, onlangs op de Plantagie la Conception, in de
+Volkplanting Demerary, gebeurd, bewyst de kwaadaartigheid van het gift
+van deezen slang. Hy, die daar van de doodelyke gevolgen ondervondt,
+was een Neger-slaaf, een timmerman van zyn ambacht. Aan zyn werk zynde,
+en een stuk hout willende omkeeren, beet een slang van dit zoort, die
+'er onder verborgen lag, hem in dien voorsten vinger van zyne rechte
+hand. De uitwerking van dit vergift was allergezwindst. De Neger had
+naauwlyks den tyd gehad, om den slang te dooden, of hy konde het niet
+langer op de been houden, maar viel op den grond ter neder, en stierf
+in minder dan vyf minuten. Het bloed, eene zoo schielyke ontbinding
+ondergaande, liep uit de slagaderen, en deedt op alle de uitwendige
+deelen van het lichaam purper-vlakken te voorschyn komen. 'Er volgde
+ook eene bloedstorting uit neus, ooren en mond, enz. Ik ben van
+dit geval geen ooggetuige geweest, maar ik verhaale het volgens
+het gezegde van lieden, wier geloofwaardigheid niet in twyffel kan
+getrokken worden, en die 'er by tegenwoordig waren, toen het voorviel".
+
+De andere slang, waar van STEDMAN in het vervolg spreekt, schynt de
+Cenco te zyn, en met de evengemelde veel overeenkomst te hebben.
+
+Aanteek. v. d. Franschen Vertaler.
+
+[5] Men vindt van dit dier, onder deeze benaming, eene beschryving
+in het Dictionn. d'Hist. Natur.
+
+Aanteek. v. d. Franschen Vertaler.
+
+[6] Men schoot het kanon af by het aannaderen van het gevaar;
+de nabuurige Plantagien herhaalden telkens de schoten; het alarm
+verspreidde zig dadelyk van wederzyden der Rivier, en de hulp kwam
+van alle toeschieten.
+
+Aanteek, van den Schryver.
+
+[7] Deeze regels zyn uit het treurspel van Hamlet overgenomen.
+
+[8] In het vierde deel der Natuurlyke Geschiedenis van BUFFON, pl. 83,
+vindt men een van deeze vledermuizen, die slechts drie klaauwen aan
+elke vlerk heeft.
+
+Aanteek. van den Schryver.
+
+[9] Zommige Schryvers noemen hem het Rivierpaard van Zuid-America. Ik
+zal dit dier op een geschikter plaats, beschryven.
+
+Aanteek. van den Schryver.
+
+[10] Dit was des te aanmerkelyker, om dat wy met alle de Indianen in
+vrede waren, en dat de Negers de gewoonte niet hebben om het zelve
+weg te nemen.
+
+Aanteek. van den Schryver.
+
+[11] Locust-tree.--STEDMAN noch BANCROFT geven den Latynschen
+naam niet op van deezen boom, welken de Engelsche woordenboeken,
+door my gebruikt, vertaalen door het woord Caroubier of Brood-boom
+De beschryving, welke zy beiden van deezen boom geven, koomt niet
+juist overeen met de beschryving van den boom, die onder den naam
+van Broodboom bekend is. Zie hier, wat de laatstgemelde, van den
+Locust-tree sprekende, zegt.
+
+"Deeze boom, die dikwils zeventig voeten hoog is, en een omtrek van
+negen voeten heeft, behoort tot het geslacht der peulvrucht-dragende
+planten. Zyne schors heeft eene gryze heldere asch-kleur. Zyne
+takken, die alleenlyk aan den top uitschieten, zyn zeer talryk, en
+bedekt met eironde bladen, van omtrent drie voeten lang, en eene
+zeer donkere groene kleur. Dezelve zyn aan een enkele steel twee
+aan twee verspreid, en altyd in het midden door eene ribbe ongelyk
+verdeeld. In plaats van zyne bloemen, die veel van de gedaante van
+kapellen hebben, komen platte peulvruchten, van omtrent drie duimen
+lengte, en anderhalve duim breedte, van eene heldere bruine kleur,
+wanneer ze ryp zyn, en bevattende drie purperkleurige amandelen, die
+veel naar de Windsorsche boonen gelyken, maar veel kleiner zyn. Deeze
+amandelen zyn bekleed met eene meelachtige zelfstandigheid, van een
+suikersmaak en helder bruine kleur, welke de Indianen met graagte
+eeten, en die aangenaam en zoet is.--Uit de voornaamste wortels van
+deezen boom druipt eene harstaechtige, heldere, doorschynende,geel-
+of rood-kleurige gom. Men vindt 'er stukken van in den grond tusschen
+deeze wortels. In overgehaalden brandewyn gesmolten zynde, (want
+in water laat zy zig niet ontbinden,) levert zy een vernis op, het
+Chineesch verlakt zelfs overtreffende. Het hout van den Brood-boom
+is van eene helder bruine kleur; het is hard, zwaar en duurzaam;
+maar het vergaat in het water, even als het hout van byna alle de
+boomen in dit Land" (BANCROFT, Nat. Hist. of Guiana.)
+
+Aanteek. v. d. Franschen Vertaler.
+
+[12] Alle de Matroosen, Soldaten en Negers zyn zeer ongelukkig,
+wanneer zy gebrek aan tabak hebben. Dit houdt hen, zoo zy zeggen,
+wel te vreden, en zommigen zouden liever gebrek aan brood hebben.
+
+Aanteek. van den Schryver.
+
+[13] Zommige natuurkenners beweeren tegen het gevoelen van onzen
+reiziger, dat dit dier deeze snuit naar willekeur kan uit en intrekken,
+byna op de manier van een Olyphants snuit, of den hoorn van een
+Rhinoceros.
+
+De Zee-paarden, in de huizen te Caijenne opgevoed, zyn uittermaten
+gemeenzaam, en worden gaarne gestreeld en gekrabd; zy loopen over al
+heen zonder kwaad te doen. Op het eetens-uur ziet men deeze dieren
+aankomen, als of zy tot het huisgezin behoorden; zy vermoeien de
+lieden, die aan tafel zitten, zeer; zy vragen hun op eene lompe wyze
+met hun snuit, om eeten te hebben; zy loopen rondom de eetens-tafel;
+zy eeten brood, cassave, vruchten, en dikwils, eer zy heen gaan,
+wryven zy zig tegen het huisraad.
+
+De Indiaansche wilden bereiden de huid van deeze dieren, door dezelve
+uit te spannen en in de zon te laten droogen; zy bekleeden 'er hunne
+rondassen of oorlogs-schilden en hunne stormhoeden mede: de pylen en
+kogels doordringen met moeite dit gedroogde leder, het welk zeer hard,
+zeer dik, en waar van het weefzel zeer vast en in een gedrongen is. Te
+Caijenne maakt men 'er schoenen van, die langer duuren dan schoenen
+van ossen-leder; het water doorweekt dezelven niet ligt.
+
+Aanteek. v. d. Franschen Vertaler.
+
+[14] Veele Reizigers maken melding van Zee-menschen, waar aan zy den
+naam gegeven hebben van Tritons, Nereiden, Sirenen, half visch, half
+vrouw, of Ambizen. Allen komen daar in over een, dat het zeemonsters
+zyn, naar menschen gelykende, ten minsten van het hoofd tot het
+midden toe.
+
+Men leest in zeker boek, genaamd Delices de la Hollande, dat in het
+jaar 1430, na eenen zwaaren storm, die de dyken in Westvriesland had
+doorgebroken, een Meermin in het slyk gevonden wierd. Men bragt dezelve
+naar Haarlem; men kleede haar, en leerde haar spinnen; zy gebruikte
+ons voedzel, en leefde eenige jaaren, zonder het spreken te hebben
+kunnen leeren, en had altyd een trek naar het water behouden. Haar
+geluid had veel overeenkomst met dat van een stervend mensch.
+
+Aanteek. v. d. Franschen Vertaler.
+
+[15] Hy hieldt hardnekkiglyk staande, dat deeze gezouten spyzen
+uitmuntend voor de gezondheid waren; en met dit al had hy drie koks
+uit Europa medegenomen.
+
+Aanteek. van den Schryver.
+
+[16] In plaats van dezelve neemt men ook wel een schelp, een
+visch-graat, of tyger-tanden.
+
+Aanteek. van den Schryver.
+
+[17] Verscheiden Natuur-kenners zyn van dit gevoelen niet. Onder dit
+getal behoort BUFFON, die in zyne Natuurlyke Geschiedenis van den
+Mensch zegt:--"De witte of blanke kleur schynt de oorsprongelyke kleur
+der natuur te zyn, welke de luchtstreek, het voedzel en de zeden zelfs
+tot in het geele, bruine of zwarte doen veranderen, en die in zekere
+omstandigheden weder te voorschyn koomt, maar met eene zoo groote
+verandering, dat ze niet gelykt naar de oorsprongelyke witte kleur,
+die door de opgegevene oorzaaken in de daad van natuur veranderd is".
+
+Aanteek. v. d. Franschen Vert.
+
+[18] Ik heb reeds gezegd, dat de Indiaansche vrouwen zonder smart
+kinderen baaren.
+
+Aanteek. van den Schryver.
+
+[19] Dit is onder hen zeer zeldzaam, want 'er is geen vreedzamer volk,
+dan zy.
+
+Aanteek. van den Schryver.
+
+[20] De inwoonders van Nieuw-Zeeland noemen hunne knodsen patou
+patous, welke gelykluidende uitdrukkingen te merkwaardiger zyn,
+naar mate van den zeer verren afstand, die hen van elkander scheidt.
+
+Aanteek. v. d. Franschen Vert.
+
+[21] Ik begryp niet, hoe Mejuffrouw DE MERIAN van dit kruipend gedierte
+kan zeggen, dat het zyne jongen levendig werpt.
+
+Aanteek. van den Schryver.
+
+[22] De Staaten van Holland weigerden den Koning dit verzoek.
+
+Aanteek. van den Schrijver.
+
+[23] 'Er zyn jaaren van vier, andere wederom van zes schepen.
+
+Aantek. van den Schryver.
+
+[24] Ik heb reeds gezegd, dat men in deeze Volkplanting geen rhum
+maakt, en geen suiker raffineert.
+
+Aanteek. van den Schryver.
+
+[25] Men zie Plaat VIII, te vinden in het 1ste Deel van dit werk,
+tegen over bladz. 128.
+
+[26] Schoon de Europeanen in de verzengde luchtstreek bleek worden,
+hebben de inboorlingen des Lands, en inzonderheid de Mulatten en
+Quarteron-Negers eene zeer frissche kleur.
+
+Aanteek. v. d. Franschen Vert.
+
+[27] Hier wordt misschien bedoeld het zoort van rozen-boomen, het welk
+bloemen voortbrengt, Caraibische rozen genaamd, en waar van Mejuffrouw
+DE MERIAN zegt:--"Deeze rozen zyn uit het Land der Caraiben gebragt
+naar Surinamen, alwaar zy welig groeien. Des morgens, wanneer zy open
+gaan, zyn zy wit, des middags rood, en des avonds vallen zy af".--Zy
+is de Rosa Sinuensis van FERRARIUS.
+
+Aanteek. v. d. Franschen Vert.
+
+[28] De groote en kleine Zurzak, of Zursaka, zyn onder den naam van
+Anona in de plant-tuinen in Holland bekend.
+
+Aanteek. v. d. Franschen Vert.
+
+[29] Men weet dat verscheiden dieren, zoo als de konynen en muizen,
+die volmaakt wit zyn, oogen van eene bloedkleur hebben.
+
+Aanteek. van den Schryver.
+
+[30] Deeze boom groeit tot eene aanmerkelyke hoogte. Zyn dikke
+en rechte stam is omkleed met een gryze schors, met stekels
+bedekt. Zyne takken zyn zeer wyd uitgespreid, en zyne bladeren zyn
+klein en getand. Alle drie jaren brengt hy catoen voort, maar die niet
+overvloedig, en niet zeer wit is, en daarom weinig gezocht wordt. Deeze
+boom, die zeer veel overeenkomst heeft met den Engelschen eikenboom,
+overtreft denzelven echter uit hoofde der grootte en cierlykheid,
+waar mede hy zig vertoont.
+
+Aanteek. van den Schryver.
+
+[31] Deeze slang heeft van drie tot vyf voeten lengte, en is in
+'t geheel niet gevaarlyk. Hy is niet bevreesd, om zig, zelfs door
+den mensch, te laten aanraken. De weergalooze glans van zyne kleuren
+noopt zelfs de Negers, om hem aan te bidden.
+
+Aanteek. van den Schryver.
+
+[32] Het geval is in dit Land bekend, dat een Neger, die by zynen
+meester mishandeld was geworden, 'er op de volgende wyze wraak over
+nam.--Toen deeze met zyne vrouw was uitgegaan, sloot de Neger alle de
+deuren toe; en by hunne te rug komst, vertoonde hy zig met hunne drie
+kinderen op een plat dak boven op het huis. Zyn meester en meesteresse
+vroegen hem, waarom hy niet open deed, en tot antwoord, wierp hy de
+jongste hunner kinderen voor hunne voeten; zy dreigden hem, hy wierp
+de tweede; zy smeekten hem, hy wierp de derde, en allen vielen zy voor
+de voeten hunner ongelukkige ouderen dood ter neder. Deeze woedende
+Neger zeide hun toen, dat hy voldaan was; en vervolgens wierp hy zig
+zelven van boven neder op de straat.--Een andere Neger, om zig over
+zyne meesteresse te wreeken, doorstak den man, die hem niet beledigd
+had, en verklaarde wyders, dat haar dood hem de wraak van slechts een
+oogenblik bezorgen zoude; maar dat haar te berooven van het geen haar
+het liefste was, haar tevens veroeordeelde tot eene eeuwigdurende straf,
+waar van het denkbeeld alleen voor hem genoeglyk was.
+
+Aanteek, van den Schryver.
+
+[33] Na het naauwkeurigst onderzoek, en het bekomen van overtuigende
+bewyzen, kan ik verzekeren, dat dit alles met de waarheid
+overeenkomstig is.
+
+Aanteek. van den Schryver.
+
+[34] Volgens eene wet, in den Raad van Jamaica vastgesteld, is de
+straf van eenen Neger gewoonlyk twaalf zweepslagen, maar kan nooit
+boven de negen-en-dertig gaan. Ik heb, in Surinamen, eene vrouw twee
+honderd slagen zien ontfangen, en ik was oorzaak, dat zy, op het
+zelfde oogenblik, die straf voor de tweede maal onderging.--Men zie
+hier boven het II. Deel, bladz. 89.
+
+Aanteek. van den Schryver.
+
+[35] In de maand October 1789, wierden in drie dagen tyds, op Demerary,
+twee-en-dertig Negers ter dood gebragt; zy trotseerden den dood
+met eenen gelyken moed als hy, wiens geschiedenis alhier door my
+is opgegeven.
+
+Aanteek. van den Schryver.
+
+[36] De volgende beschryving zal misschien deeze behandeling beter
+ontwikkelen.
+
+"Men moet, om Indigo te maken, drie kuipen hebben, die op verschillende
+hoogten naast elkander geplaatst zyn. Men zet ze op een plaats, alwaar
+men onbekrompen water bekomen kan.
+
+"De eerste kuip is doorgaans van vyftien tot agtien voeten lang,
+twaalf voeten breed, en drie of vier voeten diep. Men maakt dezelve
+anderhalf voet wyd, en volkomen digt.
+
+"De tweede is gewoonlyk de helft minder groot, dan de eerste; en de
+derde is een derde gedeelte kleiner, dan de tweede. De drie kuipen zyn
+zoo ingericht, dat zy door openingen, die in den bodem gemaakt zyn,
+uit de bovenste het daar in vervatte vocht ontfangen kunnen.
+
+"Men noemt de eerste kuip de Uitweek-kuip, de tweede de Slag-kuip, en
+de derde de Zink-kuip, naardien in dezelve, het geen uit de twee eerste
+koomt, bezinkt, en de Indigo daar in tot volkomenheid gebragt wordt."
+
+"Het is van aanbelang, dat deeze kuipen wel bepleisterd zyn, en eene
+zekere dikte hebben, om de gisting, die daar in ontstaat, te kunnen
+wederstaan. Zy worden in gebakken of gehouwen steenen gemaakt."
+
+Indien ze van uitgehold hout gemaakt worden, en dat men ze langen
+tyd wil doen duuren, moet men dezelve met zeer dun lood beleggen.
+
+De Indigo van Cayenne is van een blaauwer kleur, dan die van
+St. Domingo. Zy is aan de rupsen zoo niet onderworpen. (Maison rustique
+de Cayenne.)
+
+De ouden hebben den oorsprong van de Indigo in 't geheel niet
+gekend. PLINIUS gelooft, dat het een schuim van riet is, zig vast
+hechtende aan een zoort van modder, die zwart is, wanneer men
+ze wryft, en eene fraaije bruine kleur geeft, met purper gemengd,
+wanneer men ze weekt. DIOSCORIDES gelooft, dat het een steen is.
+
+De Indigo plant koomt in Europa alle jaaren voort. Zie hier de manier,
+op welke men dezelve aldaar aankweekt. Men zaait ze in de lente, op
+een bed, en wanneer zy spruiten van twee of drie duimen hoog geschoten
+heeft, brengt men ze over in kleine kistjes, met goede aarde gevuld,
+en men zet deeze kistjes in een warm bed van rum. Wanneer deeze
+planten eenige kragt verkregen hebben, geeft men aan dezelve veel
+lucht, door de raamen der broeykassen open te zetten, en in de maand
+Juny brengen zy bloemen voort, die spoedig in peulen veranderen.
+
+Aanteek. v. d. Franschen Vertaler.
+
+
+
+
+
+End of the Project Gutenberg EBook of Reize naar Surinamen, en door de
+binnenste gedeelten van Guiana (deel 3), by John Gabriel Stedman
+
+*** END OF THE PROJECT GUTENBERG EBOOK REIZE NAAR SURINAMEN, V3 ***
+
+This file should be named 7rns310.txt or 7rns310.zip
+Corrected EDITIONS of our eBooks get a new NUMBER, 7rns311.txt
+VERSIONS based on separate sources get new LETTER, 7rns310a.txt
+
+Produced by Jeroen Hellingman
+with help of the distributed proofreaders team.
+
+Project Gutenberg eBooks are often created from several printed
+editions, all of which are confirmed as Public Domain in the US
+unless a copyright notice is included. Thus, we usually do not
+keep eBooks in compliance with any particular paper edition.
+
+We are now trying to release all our eBooks one year in advance
+of the official release dates, leaving time for better editing.
+Please be encouraged to tell us about any error or corrections,
+even years after the official publication date.
+
+Please note neither this listing nor its contents are final til
+midnight of the last day of the month of any such announcement.
+The official release date of all Project Gutenberg eBooks is at
+Midnight, Central Time, of the last day of the stated month. A
+preliminary version may often be posted for suggestion, comment
+and editing by those who wish to do so.
+
+Most people start at our Web sites at:
+http://gutenberg.net or
+http://promo.net/pg
+
+These Web sites include award-winning information about Project
+Gutenberg, including how to donate, how to help produce our new
+eBooks, and how to subscribe to our email newsletter (free!).
+
+
+Those of you who want to download any eBook before announcement
+can get to them as follows, and just download by date. This is
+also a good way to get them instantly upon announcement, as the
+indexes our cataloguers produce obviously take a while after an
+announcement goes out in the Project Gutenberg Newsletter.
+
+http://www.ibiblio.org/gutenberg/etext03 or
+ftp://ftp.ibiblio.org/pub/docs/books/gutenberg/etext03
+
+Or /etext02, 01, 00, 99, 98, 97, 96, 95, 94, 93, 92, 92, 91 or 90
+
+Just search by the first five letters of the filename you want,
+as it appears in our Newsletters.
+
+
+Information about Project Gutenberg (one page)
+
+We produce about two million dollars for each hour we work. The
+time it takes us, a rather conservative estimate, is fifty hours
+to get any eBook selected, entered, proofread, edited, copyright
+searched and analyzed, the copyright letters written, etc. Our
+projected audience is one hundred million readers. If the value
+per text is nominally estimated at one dollar then we produce $2
+million dollars per hour in 2002 as we release over 100 new text
+files per month: 1240 more eBooks in 2001 for a total of 4000+
+We are already on our way to trying for 2000 more eBooks in 2002
+If they reach just 1-2% of the world's population then the total
+will reach over half a trillion eBooks given away by year's end.
+
+The Goal of Project Gutenberg is to Give Away 1 Trillion eBooks!
+This is ten thousand titles each to one hundred million readers,
+which is only about 4% of the present number of computer users.
+
+Here is the briefest record of our progress (* means estimated):
+
+eBooks Year Month
+
+ 1 1971 July
+ 10 1991 January
+ 100 1994 January
+ 1000 1997 August
+ 1500 1998 October
+ 2000 1999 December
+ 2500 2000 December
+ 3000 2001 November
+ 4000 2001 October/November
+ 6000 2002 December*
+ 9000 2003 November*
+10000 2004 January*
+
+
+The Project Gutenberg Literary Archive Foundation has been created
+to secure a future for Project Gutenberg into the next millennium.
+
+We need your donations more than ever!
+
+As of February, 2002, contributions are being solicited from people
+and organizations in: Alabama, Alaska, Arkansas, Connecticut,
+Delaware, District of Columbia, Florida, Georgia, Hawaii, Illinois,
+Indiana, Iowa, Kansas, Kentucky, Louisiana, Maine, Massachusetts,
+Michigan, Mississippi, Missouri, Montana, Nebraska, Nevada, New
+Hampshire, New Jersey, New Mexico, New York, North Carolina, Ohio,
+Oklahoma, Oregon, Pennsylvania, Rhode Island, South Carolina, South
+Dakota, Tennessee, Texas, Utah, Vermont, Virginia, Washington, West
+Virginia, Wisconsin, and Wyoming.
+
+We have filed in all 50 states now, but these are the only ones
+that have responded.
+
+As the requirements for other states are met, additions to this list
+will be made and fund raising will begin in the additional states.
+Please feel free to ask to check the status of your state.
+
+In answer to various questions we have received on this:
+
+We are constantly working on finishing the paperwork to legally
+request donations in all 50 states. If your state is not listed and
+you would like to know if we have added it since the list you have,
+just ask.
+
+While we cannot solicit donations from people in states where we are
+not yet registered, we know of no prohibition against accepting
+donations from donors in these states who approach us with an offer to
+donate.
+
+International donations are accepted, but we don't know ANYTHING about
+how to make them tax-deductible, or even if they CAN be made
+deductible, and don't have the staff to handle it even if there are
+ways.
+
+Donations by check or money order may be sent to:
+
+Project Gutenberg Literary Archive Foundation
+PMB 113
+1739 University Ave.
+Oxford, MS 38655-4109
+
+Contact us if you want to arrange for a wire transfer or payment
+method other than by check or money order.
+
+The Project Gutenberg Literary Archive Foundation has been approved by
+the US Internal Revenue Service as a 501(c)(3) organization with EIN
+[Employee Identification Number] 64-622154. Donations are
+tax-deductible to the maximum extent permitted by law. As fund-raising
+requirements for other states are met, additions to this list will be
+made and fund-raising will begin in the additional states.
+
+We need your donations more than ever!
+
+You can get up to date donation information online at:
+
+http://www.gutenberg.net/donation.html
+
+
+***
+
+If you can't reach Project Gutenberg,
+you can always email directly to:
+
+Michael S. Hart <hart@pobox.com>
+
+Prof. Hart will answer or forward your message.
+
+We would prefer to send you information by email.
+
+
+**The Legal Small Print**
+
+
+(Three Pages)
+
+***START**THE SMALL PRINT!**FOR PUBLIC DOMAIN EBOOKS**START***
+Why is this "Small Print!" statement here? You know: lawyers.
+They tell us you might sue us if there is something wrong with
+your copy of this eBook, even if you got it for free from
+someone other than us, and even if what's wrong is not our
+fault. So, among other things, this "Small Print!" statement
+disclaims most of our liability to you. It also tells you how
+you may distribute copies of this eBook if you want to.
+
+*BEFORE!* YOU USE OR READ THIS EBOOK
+By using or reading any part of this PROJECT GUTENBERG-tm
+eBook, you indicate that you understand, agree to and accept
+this "Small Print!" statement. If you do not, you can receive
+a refund of the money (if any) you paid for this eBook by
+sending a request within 30 days of receiving it to the person
+you got it from. If you received this eBook on a physical
+medium (such as a disk), you must return it with your request.
+
+ABOUT PROJECT GUTENBERG-TM EBOOKS
+This PROJECT GUTENBERG-tm eBook, like most PROJECT GUTENBERG-tm eBooks,
+is a "public domain" work distributed by Professor Michael S. Hart
+through the Project Gutenberg Association (the "Project").
+Among other things, this means that no one owns a United States copyright
+on or for this work, so the Project (and you!) can copy and
+distribute it in the United States without permission and
+without paying copyright royalties. Special rules, set forth
+below, apply if you wish to copy and distribute this eBook
+under the "PROJECT GUTENBERG" trademark.
+
+Please do not use the "PROJECT GUTENBERG" trademark to market
+any commercial products without permission.
+
+To create these eBooks, the Project expends considerable
+efforts to identify, transcribe and proofread public domain
+works. Despite these efforts, the Project's eBooks and any
+medium they may be on may contain "Defects". Among other
+things, Defects may take the form of incomplete, inaccurate or
+corrupt data, transcription errors, a copyright or other
+intellectual property infringement, a defective or damaged
+disk or other eBook medium, a computer virus, or computer
+codes that damage or cannot be read by your equipment.
+
+LIMITED WARRANTY; DISCLAIMER OF DAMAGES
+But for the "Right of Replacement or Refund" described below,
+[1] Michael Hart and the Foundation (and any other party you may
+receive this eBook from as a PROJECT GUTENBERG-tm eBook) disclaims
+all liability to you for damages, costs and expenses, including
+legal fees, and [2] YOU HAVE NO REMEDIES FOR NEGLIGENCE OR
+UNDER STRICT LIABILITY, OR FOR BREACH OF WARRANTY OR CONTRACT,
+INCLUDING BUT NOT LIMITED TO INDIRECT, CONSEQUENTIAL, PUNITIVE
+OR INCIDENTAL DAMAGES, EVEN IF YOU GIVE NOTICE OF THE
+POSSIBILITY OF SUCH DAMAGES.
+
+If you discover a Defect in this eBook within 90 days of
+receiving it, you can receive a refund of the money (if any)
+you paid for it by sending an explanatory note within that
+time to the person you received it from. If you received it
+on a physical medium, you must return it with your note, and
+such person may choose to alternatively give you a replacement
+copy. If you received it electronically, such person may
+choose to alternatively give you a second opportunity to
+receive it electronically.
+
+THIS EBOOK IS OTHERWISE PROVIDED TO YOU "AS-IS". NO OTHER
+WARRANTIES OF ANY KIND, EXPRESS OR IMPLIED, ARE MADE TO YOU AS
+TO THE EBOOK OR ANY MEDIUM IT MAY BE ON, INCLUDING BUT NOT
+LIMITED TO WARRANTIES OF MERCHANTABILITY OR FITNESS FOR A
+PARTICULAR PURPOSE.
+
+Some states do not allow disclaimers of implied warranties or
+the exclusion or limitation of consequential damages, so the
+above disclaimers and exclusions may not apply to you, and you
+may have other legal rights.
+
+INDEMNITY
+You will indemnify and hold Michael Hart, the Foundation,
+and its trustees and agents, and any volunteers associated
+with the production and distribution of Project Gutenberg-tm
+texts harmless, from all liability, cost and expense, including
+legal fees, that arise directly or indirectly from any of the
+following that you do or cause: [1] distribution of this eBook,
+[2] alteration, modification, or addition to the eBook,
+or [3] any Defect.
+
+DISTRIBUTION UNDER "PROJECT GUTENBERG-tm"
+You may distribute copies of this eBook electronically, or by
+disk, book or any other medium if you either delete this
+"Small Print!" and all other references to Project Gutenberg,
+or:
+
+[1] Only give exact copies of it. Among other things, this
+ requires that you do not remove, alter or modify the
+ eBook or this "small print!" statement. You may however,
+ if you wish, distribute this eBook in machine readable
+ binary, compressed, mark-up, or proprietary form,
+ including any form resulting from conversion by word
+ processing or hypertext software, but only so long as
+ *EITHER*:
+
+ [*] The eBook, when displayed, is clearly readable, and
+ does *not* contain characters other than those
+ intended by the author of the work, although tilde
+ (~), asterisk (*) and underline (_) characters may
+ be used to convey punctuation intended by the
+ author, and additional characters may be used to
+ indicate hypertext links; OR
+
+ [*] The eBook may be readily converted by the reader at
+ no expense into plain ASCII, EBCDIC or equivalent
+ form by the program that displays the eBook (as is
+ the case, for instance, with most word processors);
+ OR
+
+ [*] You provide, or agree to also provide on request at
+ no additional cost, fee or expense, a copy of the
+ eBook in its original plain ASCII form (or in EBCDIC
+ or other equivalent proprietary form).
+
+[2] Honor the eBook refund and replacement provisions of this
+ "Small Print!" statement.
+
+[3] Pay a trademark license fee to the Foundation of 20% of the
+ gross profits you derive calculated using the method you
+ already use to calculate your applicable taxes. If you
+ don't derive profits, no royalty is due. Royalties are
+ payable to "Project Gutenberg Literary Archive Foundation"
+ the 60 days following each date you prepare (or were
+ legally required to prepare) your annual (or equivalent
+ periodic) tax return. Please contact us beforehand to
+ let us know your plans and to work out the details.
+
+WHAT IF YOU *WANT* TO SEND MONEY EVEN IF YOU DON'T HAVE TO?
+Project Gutenberg is dedicated to increasing the number of
+public domain and licensed works that can be freely distributed
+in machine readable form.
+
+The Project gratefully accepts contributions of money, time,
+public domain materials, or royalty free copyright licenses.
+Money should be paid to the:
+"Project Gutenberg Literary Archive Foundation."
+
+If you are interested in contributing scanning equipment or
+software or other items, please contact Michael Hart at:
+hart@pobox.com
+
+[Portions of this eBook's header and trailer may be reprinted only
+when distributed free of all fees. Copyright (C) 2001, 2002 by
+Michael S. Hart. Project Gutenberg is a TradeMark and may not be
+used in any sales of Project Gutenberg eBooks or other materials be
+they hardware or software or any other related product without
+express permission.]
+
+*END THE SMALL PRINT! FOR PUBLIC DOMAIN EBOOKS*Ver.02/11/02*END*
+
diff --git a/old/7rns310.zip b/old/7rns310.zip
new file mode 100644
index 0000000..de55172
--- /dev/null
+++ b/old/7rns310.zip
Binary files differ
diff --git a/old/8rns310.txt b/old/8rns310.txt
new file mode 100644
index 0000000..9d2f53c
--- /dev/null
+++ b/old/8rns310.txt
@@ -0,0 +1,7561 @@
+The Project Gutenberg EBook of Reize naar Surinamen, en door de binnenste
+gedeelten van Guiana (deel 3), by John Gabriel Stedman
+#3 in our series by John Gabriel Stedman
+
+Copyright laws are changing all over the world. Be sure to check the
+copyright laws for your country before downloading or redistributing
+this or any other Project Gutenberg eBook.
+
+This header should be the first thing seen when viewing this Project
+Gutenberg file. Please do not remove it. Do not change or edit the
+header without written permission.
+
+Please read the "legal small print," and other information about the
+eBook and Project Gutenberg at the bottom of this file. Included is
+important information about your specific rights and restrictions in
+how the file may be used. You can also find out about how to make a
+donation to Project Gutenberg, and how to get involved.
+
+
+**Welcome To The World of Free Plain Vanilla Electronic Texts**
+
+**eBooks Readable By Both Humans and By Computers, Since 1971**
+
+*****These eBooks Were Prepared By Thousands of Volunteers!*****
+
+
+Title: Reize naar Surinamen, en door de binnenste gedeelten van Guiana
+ (deel 3)
+
+Author: John Gabriel Stedman
+
+Release Date: May, 2005 [EBook #8098]
+[Yes, we are more than one year ahead of schedule]
+[This file was first posted on July 12, 2003]
+
+Edition: 10
+
+Language: Dutch
+
+Character set encoding: ISO-8859-1
+
+*** START OF THE PROJECT GUTENBERG EBOOK REIZE NAAR SURINAMEN, V3 ***
+
+
+
+
+Produced by Jeroen Hellingman
+with help of the distributed proofreaders team.
+
+
+
+
+REIZE NAAR SURINAMEN EN GUIANA. III.
+
+
+
+REIZE NAAR SURINAMEN, EN DOOR DE BINNENSTE GEDEELTEN VAN GUIANA;
+
+DOOR DEN CAPITAIN JOHN GABRIËL STEDMAN.
+
+MET PLAATEN EN KAARTEN.
+
+NAAR HET ENGELSCH.
+
+DERDE DEEL.
+
+
+
+INHOUD DER HOOFTSTUKKEN.
+
+XX. HOOFTSTUK.
+
+Beschryving van eenen oproerigen Neger.--Vuurige Mier.--Het
+wandelend Blad.--Doornhaag-Spinnekop.--Duivenboonen of erwten
+van Angola.--Nadrukkelyke benaamingen, door de Negers gebezigd
+wordende.--Het innemen van de stad Gado-Saby, door den Colonel
+FOURGEOUD.--Trek van bygeloovigheid.--Beleid van den vyand
+
+XXI. HOOFTSTUK.
+
+Wilde Porselyn.--Calebassen-boom.--Schermutzeling.--Tafereel
+van broederlyke teederheid.--Het krygsvolk keert naar Barbacoeba
+te rug.--Beschryving van de manier, waar op de legerplaats was
+ingericht.--Een slaaf door den slang Orou-coukou gedood.
+
+XXII. HOOFTSTUK.
+
+Byzonder zoort van Mieren.--Acajou-nooten.--Eta-appel.--Alarm aan
+de Peréca.--Hinderlaag.--Vreemde uitwerking, door eene Vledermuis
+veröorzaakt.--De Oppossum.--De Agouti en de Paca.--De Dadel-boom.--Het
+krygsvolk keert naar de Cormoetibo-kreek te rug..
+
+XXIII. HOOFTSTUK.
+
+Tweede tocht naar Gado-Saby.--Land-Schildpad.--Verschillende
+zoorten van hout.--Levendig geraamte.--Treffelyke
+gezichten.--Honderd-pooten.--Verschillende
+Plantgewassen.--De Opper-Bevelhebber wordt ziek, en verlaat de
+legerplaats.--Sprinkhanen.--Verschillende zoorten van visschen.--De
+Zee-koe.--Het Zee-paard.--Aanmerkingen omtrent het aanwezen der
+Meerminnen.--Trommelzucht.--Verscheiden zoorten van vogelen.--De
+Malaky en Markoury boomen.--Doornhaag-wormen
+
+XXIV. HOOFTSTUK.
+
+Aanwerving van twee Compagniën Vrywilligers, bestaande
+uit Negers en vrye Mulatten.--Verscheidene zoorten van
+Visschen.--Arrowoukas-Indianen.--De krygsbende van den Colonel
+FOURGEOUD ontfangt bevel, om naar Holland in te schepen.--De
+Ratel-slang--De blaauwe Dypsas.--De Amphisboena of tweehoofdige
+slang.--Eene fraaije Kapel.--De Colonel ontfangt naderen last.--Het
+krygsvolk trekt weder in de bosschen.--Koophandel in de Volkplanting
+van Surinamen.--Beschryving eener Cacao-Plantagie.--Heldendaad van
+eenen Neger.--De Ananas.--De Muscaat- en Water-Meloen.
+
+XXV. HOOFTSTUK.
+
+Grappige manier tot het ontdekken van een dief.--Het
+Brom-vogeltje.--Verschillende zoorten van planten.--Manier van
+visschen in Surinamen.--Onderscheidene zoorten van visschen.--Moed
+van eene jonge Negerin.--De Pimpelmees.--De Americaansche Aloë.--De
+Banille-boom.--Huilende Aapen.--Verwonderlyke slimheid der wilde
+Byën.--De krygsbende van den Colonel FOURGEOUD ontfangt andermaal
+bevel, om naar Europa te rug te keeren.--De Guiaansche Nachtuil.
+
+XXVI. HOOFTSTUK.
+
+Inscheeping van het krygsvolk.--De Zurzaca, en Sabatille.--De
+Papaija, en de Gember.--Het krygsvolk gelast om te
+ontschepen.--Muiterye.--Onbetamelyk gedrag van een Capitain der
+Oucas-Negers.--Een groot aantal zieken naar Europa gezonden.--Nieuwe
+byzonderheden betrekkelyk de Negers.
+
+XXVII. HOOFTSTUK.
+
+De muitelingen voeren verscheiden Negerinnen weg.--Aanstootelyke wyzen
+van straföeffening.--Onverschrokkenheid der Negers.--Verschillende
+zoorten van Gier-vogels.--Gekuifde Arenden.--Beschryving van eene
+Indigo Plantagie.--Kaneel-Appel.
+
+XXVIII. HOOFTSTUK.
+
+De Muitelingen trekken de Rivier Maroni over.--Derde tocht
+naar Gado-Saby.--De Land-Scorpioen.--Verscheiden zoorten van
+timmerhout.--Boom, welke een vrucht voortbrengt, de Marmelade-doos
+genaamd.--Het aankweeken van Ryst.--Buitengewoone hitte, die alle
+de moerassen opdroogt.--De Oppossum van het vrouwelyk geslacht.--De
+Brazilsche Wezel.--De Mierëeter.--De Tamandua.--Hout-luizen en
+vliegende luizen.--Tafereel van ellende en sterfte.--De Vrede aan de
+Volkplanting bezorgd.--De Poelsnip.--De Lepelgans, en de Brazilsche
+Ojevaar.--Wilde Eendvogels van verschillende zoorten.
+
+
+
+
+
+REIZE NAAR SURINAMEN, EN DOOR DE BINNENSTE GEDEELTEN VAN GUIANA.
+
+
+TWINTIGSTE HOOFTSTUK.
+
+Beschryving van eenen oproerigen Neger.--Vuurige Mier.--Het
+wandelend Blad.--Doornhaag-Spinnekop.--Duiven-boonen of erwten
+van Angolo.--Nadrukkelyke benaamingen, door de Negers gebezigd
+wordende.--Het innemen van de Stad Gado-Saby, door den Colonel
+FOURGEOUD.--Trek van bygeloovigheid.--Beleid van den vyand.
+
+De muitelingen, door hun behaald voordeel op den Capitain MEYLAND
+opgeblazen, waren daarënboven door hunne Spions onderrigt, dat
+de Colonel FOURGEOUD zig te Barbacoeba bevondt, en zyne soldaaten
+willende trotseeren, of schrik aanjagen, hadden zy de stoutheid,
+om den 15den Augustus 1775. de hutten van twee legerplaatsen, welken
+onze uitgezondene wachten hadden laten staan, in brand te steeken,
+en een gehuil en geschreeuw te maken, het welk wy den geheelen
+nacht hoorden. Dit was nogtans van hunnen kant niets anders dan
+loutere zwetzery; maar het verwekte in onzen Bevelhebber zulk eene
+gramschap, dat hy zwoer zig met geweld, het koste wat het wilde, te
+zullen wreeken. Dien zelfden nacht wierden wy ook door een grooten
+Tyger ontrust; maar hy deedt geen het minste kwaad. Des anderen daags
+morgens stondt al ons krygsvolk tot den optocht gereed, en met het
+aanbreken van den dag begaven wy ons in het bosch. Wy waaren twee
+honderd Europeaanen sterk, bekwaam om dienst te doen; en wy lieten
+een groot getal agter, die door ziekten belet wierden mede te gaan. De
+Neger-Jagers, wien het verveelde de beveelen van den Colonel FOURGEOUD
+te gehoorzamen, verscheenen niet, hoewel zy verwagt wierden, het welk
+aan den Bevelhebber gelegenheid gaf, om hunne bende voor schelmen
+en lafhartigen uittemaken. Ik erken, dat ik uittermaten verwonderd
+was over het agterblyven van myne begunstigden, die op andere tyden
+zoo veel yver betoond hadden om den vyand te keer te gaan, en die
+verklaard hadden niets meerder te verlangen, dan eenen algemeenen en
+beslissenden slag.
+
+Wy trokken deezen dag oostwaarts aan. Na omtrent agt mylen te hebben
+afgelegd, het geen in een land, waar onöphoudelyk door het weghakken
+van het geboomte de weg gebaand moest worden, al vry aanmerkelyk
+is, sloegen wy hutten op, en namen aldaar onze legerplaats. Na zoo
+meenigmaalen van de oproerige Negers, aan wien wy nu op het punt
+waren van slag te leveren, gesprooken te hebben, biede ik den lezer
+eene afteekening aan, verbeeldende één van hun, die op schildwacht
+staat, en door het hooren afschieten van snaphaanen in de struiken
+verschrikt is. Twee Jagers schynen het oogenblik om hem te verrassen
+op eenigen afstand te bespieden. Deze Neger is met een snaphaan en
+byl gewapend. Zyne hairen, ofschoon wollig zynde, zyn digt aan 't
+hoofd gevlogten; dit was een teken, waar door de muitelingen van onze
+Jagers, en van andere Maroni-Negers, die onder hunne bende niet gedoogd
+wierden, onderscheiden waren. Zyn baard is puntsgewyze gesneeden, zoo
+als zy dien allen dragen, wanneer zy niet in de gelegenheid zyn, om
+zig te scheeren. Zyne voornaamste kleeding bestaat in een lap catoen,
+die onagtzaam om zyne schouders geslagen is, hem voor de ongemakken
+der lucht beveiligt, en hem dient om 'er op te slapen, het welk een
+iegelyk van hun altoos onder een dekkleed doet, in de somberste
+plaatsen, welken hy vinden kan, wanneer hy van zyne medemakkers
+is afgescheiden. Dezelfde persoon draagt een Camisa, die als een
+neusdoek om zyne lendenen gebonden is. Zyn zak of weitas is van de
+huid van 't een of ander dier gemaakt. Kleine catoene koorden zyn om
+de gewrichten zyner handen en enklauwen tot cieraad gebonden. Eene
+bygeloovige Obia of tooverband, waar op hy al zyn vertrouwen stelt,
+hangt hem om den hals. De bekkeneelen en beenderen, welken men in eene
+zandige Savane verstrooid ziet, zyn waarschynlyk die van zyne vyanden.
+
+De twee Jagers, welken men in't verschiet bemerkt, zyn door hunne
+roode mutsen kenbaar. Het is aanmerkens waardig, dat de muitelingen zig
+verscheiden malen van deeze onderscheidende teekenen meester maakten,
+en dat zy, dezelven staande het gevecht op hun hoofd gezet hebbende,
+niet alleen hun leven behielden, maar zelfs des te gemakkelyker hunne
+vyanden konden afmaken.
+
+Zy hebben dikwerf eene andere krygslist gebruikt. Dewyl het
+schietgeweer zeldzaam onder hen was, voegden zig verscheiden onder
+hunne gelederen, dragende een stuk hout, het welk ten naasten by als
+een snaphaan gehouwen was, op den schouder. Deeze list heeft dikwils
+de slaven der Plantagiën belet, om dezelven te verdedigen, wanneer
+deeze muitelingen ze kwamen plonderen: zulks heeft zelfs meer dan eens
+een zoo grooten schrik verwekt, dat men hen hunne oude woonsteden,
+na de vrouwen en kinderen weggevoerd te hebben, zonder tegenkanting
+in brand liet steken.
+
+Den 16den, vervolgden wy onzen weg west-waarts over hoog land. Het
+was een zoort van keten van bergen, die, zoo ik my niet bedriege,
+in dit Land doorgaans van het oosten naar het westen loopt, zoo als
+ook in de verdronken zandwoestynen en moerassen plaats heeft. Wy
+leiden geenen zoo grooten weg af, als daags te vooren, en toen wy
+stil hielden, ontfingen wy bevel om onze hangmatten uit te spreiden,
+en daar op te gaan slapen, zonder eenig overdek, om den vyand geene
+kennis te doen bekomen van de plaats, alwaar wy ons bevonden, het
+geen zekerlyk gebeurd zoude zyn, indien wy in het bosch boomen gekapt
+hadden: bovendien wierd ons niet toegestaan vuur aan te leggen,
+noch te spreken; en men hieldt naauwkeurig de wacht rondom de
+legerplaats. Deeze voorzorgen waren in de daad aller noodzakelykst:
+maar zoo al de muitelingen ons niet ontdekten, wy wierden ten
+minsten door groote muggen en insecten, die uit een naby gelegen
+moeras opkwamen, van één gereten. Wat my betrof, ik leed hier meer,
+dan ik immer geleden had aan boord der elendige vaartuigen, toen ik
+my op den wachtpost aan de Cottica bevond. Het was ons verboden deeze
+insecten door rook te verdryven; en in die deerniswaardige gesteldheid,
+zag ik soldaten, die met hunne bajonetten gaten in den grond groeven,
+om hun hoofd daar in te leggen, terwyl zy voor over op den buik,
+en met hunne hangmat overdekt, lagen te slapen. Het was volstrekt
+onmogelyk in eenige andere ligging den slaap te vatten.
+
+Echter konde ik, den raad van eenen Neger-Slaaf volgende, een weinig
+genot van den slaap hebben: "Masera", zeide hy my, "klauter met uwe
+hangmat op den hoogsten boom, die 'er in de legerplaats staat, en slaap
+aldaar. Gy zult aldaar door geen enkel insect ontrust worden; want de
+geheele zwerm zal door den reuk van deeze meenigte sterk zweetende
+menschen benedenwaarts gelokt worden".--Ik beproefde oogenblikkelyk
+dit middel, en sliep byna honderd voeten boven myne medemakkers,
+welken ik, uit hoofde van de onbegrypelyke meenigte en het aanhoudend
+gebrom deezer onaangenaame insecten, niet eens bemerken, noch zelfs
+hooren konde.
+
+Van dien aart was gewoonlyk het voornaamste ongemak van den nacht;
+maar des daags wierden wy aanhoudend aangevallen door geheele legers
+van kleine mieren, alhier vuur-mieren genoemd, uit hoofde van de
+pyn, die hunne beet verwekt. Deeze insecten zyn zwart, en van het
+kleinste zoort; maar zy verzamelen zig in zulk een groot getal, dat
+hunne mieren-nesten, door derzelver dikte, ons dik wils eenigermaten
+den weg belemmerden, en dat, indien men 'er by ongeluk op trapte,
+men dadelyk de beenen en voeten door deeze dieren bedekt had, die met
+hunne klauwen de huid zoo geweldig vast hielden, dat men hun eerder
+den kop van den romp zoude draaien, dan hen te doen los laten. De
+brandende pyn, die zy veroorzaken, kan, naar myn inzien, niet eeniglyk
+uit de zeer scherpe gedaante van hunne klauwen voortkomen: ik meen,
+dat zy door een zeker vergift, het welk zy in de wond laten loopen,
+of deeze naar zig trekt, moet worden voortgebragt. Ik kan verzekeren,
+dat ik hen aan eene geheele compagnie soldaten zulk eene trilling
+heb zien veroorzaken, als of zy door kokend water gebrand wierden.
+
+Den 17den, trokken wy tot negen uuren verder oostwaarts op: vervolgens
+noordwaarts, en dwars door eene groote meenigte mataky wortels, welken
+ik reeds beschreven heb; het geen ten bewyze strekte, dat wy afzakten;
+en de grond wierd in de daad zeer moerassig. Gelukkig echter, schoon
+wy in het regen-saisoen waren, viel 'er weinig water.
+
+Dien dag hielden wy omtrent vier uuren des avonds stil, want de
+Colonel wierd door eene koorts met koude aangetast.
+
+Terwyl ik in myne hangmat, die aan twee zwaare takken was opgehangen,
+lag te slapen, viel myn oog op iets, het geen ik in 't eerst een blad
+van een boom meende te zyn, maar my vervolgens bleek zig te bewegen,
+en op den stam van den boom voort te schuiven. Oogenblikkelyk opgestaan
+zynde, riep ik verscheiden van myne medgezellen, om hun dit zelfde te
+doen zien, en dadelyk riep een Officier van 's Compagnies krygsvolk
+uit; "het is het wandelend blad"! Na een naauwkeurig onderzoek bevonden
+wy, dat het een insect was, wiens vlerken zoo zeer naar een blad
+gelyken, dat verscheiden lieden het voor een voortbrengzel uit het
+Plantenryk hebben aangezien: het was een zoort van springhaan, maar
+bedekt met vier vlerken van eene eironde gedaante, en van omtrent drie
+duimen lengte, waar van de bovenste zoo aan elkander vast kleefden,
+dat zy juist een bruin blad met deszelfs vezelen scheenen te vertoonen.
+
+Ik keerde dus naar myne hangmat te rug. De lucht was helder, de maan
+scheen tusschen het loof der boomen, en ik viel in eenen diepen slaap,
+overpeinzende de wonderen der natuur; myn slaap duurde tot middernacht,
+toen ik, te midden der dikste duisternis, en eenen zwaaren stortregen,
+ontwaakte door het gehuil en geschreeuw der muitelingen, die te gelyker
+tyd eenige snaphaan-schoten deeden. Hun schieten echter bereikte de
+legerplaats niet, en wy waren uittermaten verlegen, want de donkerheid
+maakte het ons onmogelyk, om een juist denkbeeld van hun oogmerk te
+vormen. Zy hielden op die wyze aan tot het aanbreken van den dag,
+het geen ons elk oogenblik deedt verwagten van door hun omcingeld te
+worden: dienvolgende verdubbelden wy onze waakzaamheid.
+
+Des anderen daags morgens rolden wy onze hangmatten op, en trokken
+noordwaarts aan, naar den kant, van waar den voorigen nacht het geluid
+zig hadt doen hooren. Grootendeels in onze rust gestoord geweest zynde,
+waren wy zeer vermoeid, en vooral de Colonel, die moeite had, om het
+staande te houden, zoodanig was hy door de koorts verzwakt. Ik voerde
+het bevel over de voorhoede. Wy hadden geen twee mylen afgelegd,
+of een oproerige Neger sprong byna voor myne voeten van onder eene
+doornhegge, alwaar hy was gaan liggen slapen, maar dewyl wy last
+hadden, om op de geenen, die verdwaald waren, geen vuur te geven,
+ontsnapte hy ons, en liep zoo gezwind als een hart dwars door de
+struiken weg. Ik gaf 'er bericht van aan den Bevelhebber, die zwoer,
+dat hy een spion was, en ik geloof, hy had gelyk: dadelyk vergat hy,
+om zoo te spreken, zyne kwaal, en verdubhelde zyne schreden met groote
+drift. Onze vervolging echter was, ten minsten deezen dag, vruchteloos,
+want op den middag vervielen wy in een groot moeras, waar uit wy veel
+moeite hadden ons te redden; en wy waren genoodzaakt onze legerplaats
+van den laatst voorgaanden nacht te hernemen, na twee soldaten van 's
+Compagnies krygsvolk verloren te hebben, welken wy vooronderstelden,
+dat in het moeras versmoord waren.
+
+Dien zelfden dag zagen wy eene groote meenigte Roucou-boomen, die in
+dit gedeelte van het bosch overvloediglyk gevonden wierden. Des avonds
+boodt een slaaf my een Doornhaag-Spinnekop aan. Dezelve was van zulk
+eene grootte, dat zy, in een kistjen van agt duimen hoog geplaatst
+zynde, den rand met eenige van haare pooten raakte, terwyl de andere
+op den grond stonden. De Schepping levert geen afschuwelyker wezen
+op, dan deeze ysselyke Spinnekop, welke de inwooners van Surinamen te
+onrecht voor de Tarantula houden. Derzelver lyf is verdeeld in twee
+deelen; het agterste is eyrond, en heeft de gedaante van een appel;
+het voorste is vierkant, en de kop gelykt naar een zoort van star, die
+'er aan vast gehecht is. Dit gedrocht heeft vyf paar groote pooten met
+vier gelederen. Het is geheel zwart, of van een donker bruine kleur,
+en, zoo wel het lyf als de ledematen, geheel overdekt met lange,
+dikke en zwarte hairen, veel gelykende naar die van een rups. Elke
+poot is met een zoort van geele en kromgebogen klauw gewapend. Uit
+den kop komen twee lange tanden, die met de binnenwaarts gebogene
+punten een schaar vormen, even als die van een krabbe, waar van
+zy zig tot het aanpakken van haaren buit bedienen. Het steeken van
+dezelve verwekt altyd de koorts, zoo het al niet doodelyk is door het
+vergiftig vocht, het welk zy in de wonde laat loopen. Deeze Spinnekop
+heeft agt oogen, gelyk de meeste anderen, en voedt zig met allerleije
+zoorten van insecten. Men beweert, dat de jonge vogelen aan dit dier
+niet onsnappen kunnen, en dat het derzelver bloed uitzuigt. Deszelfs
+webbe is niet zeer uitgestrekt, maar zeer sterk. Om kort te gaan, het
+is een verschrikkelyk dier, waar van 't gezicht alleen in staat is,
+om aan de lieden zelfs, die aan de beschouwing van de wanstaltigheden
+der natuur het meest gewoon zyn, een afgryzen te verwekken. Alle de
+gevaaren, alle de plagen, waar aan men dagelyks in de bosschen van
+deeze gezengde landstreek is bloot gesteld, zyn talloos. Ik heb 'er
+reeds een groot gedeelte van aangehaald, en 'er schieten 'er nog wel
+zoo veel over om op te noemen. Onze ongelukkige soldaten konden daar
+aan geen weerstand bieden; 'er stierf by aanhoudendheid een groot
+aantal, zonder hulp, zonder vriend om hun de oogleden te sluiten,
+zonder een kist om hun gebeente te bevatten. Men wierp hunne lyken
+door elkander in een groot gat, als of zy het overschot van onze
+natuur-genooten niet waren.
+
+Den 19den, braken wy de legerplaats op, en na een weinig zuidwaards
+getrokken te zyn, gingen wy oostwaarts, tot tien uuren, toen een
+gedeelte van honderd Neger-Jagers, met hunnen leidsman VINSACK, tot
+myn groot genoegen, zig by ons voegde; wy waren derhalven toen drie
+honderd mannen sterk. Hoe weinig achting de Colonel FOURGEOUD op alle
+andere tyden voor deeze dappere lieden betoonde, hunne versterking
+mishaagde hem in 't geheel niet, op dit oogenblik, dat wy eenen vyand
+naderden, dien zy wel kenden, en tegen wien zy met meer voordeel
+streden, dan ons krygsvolk. Ik ben bovendien volkomen van gedachten,
+dat één van deeze vrye Negers, als soldaat, in de bosschen van Guiana,
+boven zes Europeanen den voorrang verdient.
+
+De Colonel FOURGEOUD liet ons toen in drie kolommen, of liever in
+drie linien optrekken. Zyn Regiment maakte het midden-punt uit;
+het krygsvolk der Sociëteit was ter rechter, en de Jagers ter linker
+zyde. Allen waren zy alleenlyk afgescheiden door eenen afstand, van
+waar men elkander beroepen konde; en by elke vleugel waren eenige
+lichters geplaatst. Aldus verdeeld zynde, vervolgden wy onzen tocht
+oostwaards tot den middag, toen wy den zelven oost noord oost namen,
+en aantrokken op een biry-biry, of groot moeras. De moerassen van
+dit zoort zyn in dit land zeer gemeen en zeer gevaarlyk. Zy zyn vol
+met een zeer dun slyk, en met een dikke en groene korst overdekt,
+die op veele plaatsen een mensch dragen kan; maar die men onder zyne
+voeten voelt buigen. Indien deeze korst breekt, worden allen, die
+'er door heen zakken, in dit zoort van afgrond verzwolgen, waar in zy
+ontwyffelbaar moeten omkomen, indien men 'er hen niet oogenblikkelyk
+uittrekt. Op die wyze heeft men daar in meenigwerf menschen zien
+verzinken, waar van men naderhand nooit meer heeft hooren spreken.
+
+De zandpoelen zyn van een geheel anderen aart; men zakt 'er
+trapsgewyze in, daar dit in de slykmoerassen eensklaps geschiedt. Om
+deeze toevallen voor te komen, openden wy onze gelederen zoo veel
+als mogelyk was, het geen dezelve zeer wyd van elkander maakte;
+en in weêrwil van deeze voorzorge, wierden verscheiden menschen
+ingezwolgen, als of het ys onder hunne voeten was weggebroken. Ik
+heb eenige anderen gezien, die, mede in den poel gevallen zynde,
+'er tot onder de armen toe in zakten; maar wien het egter gelukte,
+schoon met veel moeite, gered te worden.
+
+Des namiddags trokken wy voorby twee velden, alwaar men maniok gehad
+had; het geen ons deedt begrypen, dat wy aan de verblyfplaats der
+muitelingen naderden. Korten tyd daar na ontdekten wy de voetstappen
+van den tocht van Capitain MEYLAND, en wy herkenden die aan de
+teekens, die op de boomen gesneden waren, zoo als ik reeds te vooren
+heb opgegeven. Tegen den avond sloegen wy ons neder op den afstand
+van eenige mylen van het moeras, waar in de krygsbende van deezen
+Officier het leven gelaten had: het daglicht stondt ter deezer uur
+niet lang genoeg meer te schynen, om den vyand te kunnen aantasten.
+
+Onze soldaten door eenen langen tocht zeer vermoeid zynde, stondt de
+Colonel hun voor deezen nacht toe, hutten op te slaan, en vuuren
+aan te leggen. Ik was 'er uittermaten verwonderd over: hy had
+ons dit zoort van verkwikking verboden, toen wy van den vyand zeer
+verre af waren; en op het oogenblik, dat deeze naby was wilde hy het
+gedogen. Ik maakte 'er echter gebruik van; en myn Sergeant, my eenige
+duivenboonen, welken hy in een nabuurig land geplukt had, gegeven
+hebbende, noodigde ik hem ten eeten, als mede een Neger-Capitain,
+genaamd HANNIBAL. Wy wierpen alle drie ons gezouten ossen-vleesch en
+bischuit in de ketel; vervolgens roerden wy het met een bajonnet om,
+en deeden eene uitmuntende maaltyd, in weerwil van eenen akeligen
+nacht, en één der zwaarste slagregens.
+
+De duiven-boonen, of boonen van angola, groeien op een stronk van
+agt of tien voeten hoog; zy zyn, ten getale van vyf of zes, in eene
+peul besloten; haare kleur is bruin, en haare gedaante plat, gelyk
+die der peul-vruchten. De Negers houden 'er veel van, en kweeken in
+hunne tuinen, zonder veel kosten of moeite, de plant aan, die deeze
+vruchten voortbrengt.
+
+HANNIBAL, na my te hebben doen opmerken, dat wy des anderen daags
+den vyand zekerlyk ontmoeten zouden, vroeg my, of ik wel wist, hoe
+de Negers in een gevecht tegen elkander streden. Ik antwoordde hem,
+neen; en dadelyk deedt hy my het volgende verhaal, zyn pyp onder myne
+hangmat rookende.--"Maséra", zeide hy my, "de beide partyen worden
+gerangschikt in compagniën van agt of tien mannen, onder bevel van
+eenen Capitain, een jagthoorn dragende, zoo als deeze", (hy toonde my
+den zynen) "op welks geluid zy alle hunne krygsbewegingen verrigten,
+en stryden, of de vlucht nemen. Wanneer zy stryden, scheiden zy zig
+oogenblikkelyk van elkander, gaan op den grond leggen, en schieten
+dwars door het geboomte op een zeer korten afstand. Elk die strydt,
+word door twee ongewapende Negers geholpen; de een vervangt hem, als
+hy gedood word, en de ander neemt het lyk weg, uit vreeze, dat het in
+'s vyands handen mogt vallen". [1]
+
+Zyn verhaal gaf my een juist denkbeeld, van die manier van vechten,
+welke ik zedert heb zien beoeffenen. Ik zal 'er alleenlyk byvoegen,
+dat, wanneer het een dik bosch is, elke Neger, in plaats van op den
+buik te gaan leggen, of de knie op den grond te zetten, zig agter eenen
+grooten boom verbergt, welke hem tot een borstweering dient, en van
+waar hy met meerder juistheid en minder gevaar vuur geeft in dit geval,
+doet hy zyn snaphaan tegen den stam van den boom, of op een gespleten
+tak, rusten, even gelyk de Indianen van Shawanese en Delaware doen.
+
+Capitain HANNIBAL deedt my ook verstaan, dat men den beruchten BONNY
+verdacht hieldt, van persoonlyk zig te bevinden onder de muitelingen,
+in wier nabuurschap wy waren. Dit opperhoofd, schoon een Mulat zynde,
+was in de bosschen geboren, werwaarts zyne moeder de vlucht genomen
+had, om de mishandelingen van haaren meester, die haar bezwangerd had,
+te ontgaan.
+
+Te meermalen gesproken hebbende van het onderscheid der menschen van
+eene midden-kleur, tusschen zwart en wit, moet ik ter opheldering
+daar van het volgende aanmerken. De Mulatten worden geboren van een
+blanken en eene Negerin, of van een Neger en eene blanke. De Samboes
+worden geboren van een Mulat en eene Negerin, enz. De Quarterons van
+een Mulat en eene blanke, enz. enz.--De zelfde Capitain HANNIBAL,
+noemde my ook den naam van verscheiden andere hoofden der muitelingen,
+tegen welken hy dikwils gestreden had. De eerste van allen was QUAMMY,
+hoofd van eene afzonderlyke bende, die met de andere muitelingen in
+geene betrekking stondt. Hy noemde my vervolgens COROMANTYN, COJO,
+ARICO en JOLI-COEUR. De twee laatstgemelden waren berucht van wegen
+den onverzoenlyken haat, waar mede zy tegen de blanken bezield waren;
+en JOLI-COEUR, van wien ik reeds gesproken heb, had 'er billyke reden
+toe. HANNIBAL dacht ook, dat de beruchte BARON op dit oogenblik onder
+het opperhoofd BONNY diende.
+
+Hy ging vervolgens over tot de benamingen van de voornaamste
+bezittingen der muitelingen, waar van zommige reeds verwoest waren,
+andere zig in 't gezicht bevonden, en eenige ons slechts by naame
+bekend waren. Zy hadden allen eenige wezentlyke beteekenis; en dewyl
+zy, in zeker opzigt, de onderzoekingen der geleerden omtrent de
+verschillende volken onder de Negers kunnen ophelderen, heb ik gepast
+geöordeeld aan dezelven, met opgaave van de vertaaling, alhier eene
+plaats te vergunnen.
+
+Boucou: Ik zal eerder tot stof vergruisd worden,
+eer ik genomen worde.
+
+Gado Saby: God alleen kent my.
+
+Cosaay: Koomt, zoo gy het hart hebt.
+
+Tessy sy: Ruikt 'er aan, zoo gy lust hebt.
+
+Mele my": Ontrust my, zoo gy durft.
+
+Bousy cray: De bosschen schreiën.
+
+Me salasy: Ik zal genomen worden.
+
+Kebry my: Verberg my, ô loof der boomen, dat my omringt.
+
+De verdere waren:
+
+Quammy Condre: naar den naam van QUAMMY, hun opper-hoofd.
+
+Pynenburg: van de Pyn- of Latanus-boomen, die deeze bezitting van
+vooren omringden.
+
+Caro Condre: van de meenigte Koorn-velden, waar mede dezelve omringd
+was.
+
+Reizy Condre: van de meenigte Ryst-velden, die rondöm lagen.
+
+Ik drukte Capitain HANNIBAL, na dit gesprek, de hand, en hy ging
+van my af. Ik was vervuld met de hoop op eene overwinning, die door
+geene wreedheid bezoedeld zoude worden; en dewyl ik zeer vermoeid was,
+viel ik in een diepen slaap.
+
+Den 20sten, des morgens, ontwaakte ik, zeer wel te vreden; zynde het
+toen het schoonste weder des weerelds. Deeze gelukkige gesteldheid
+verdween wel dra, toen ik zag, dat op een oogenblik, zoo netelig,
+en toen men op 't punt stondt slag te leveren, in plaats van goede
+behandelingen, welken het voorzichtig geweest zoude zyn te gebruiken
+omtrent hun, van wier welwillenheid wy het gunstig einde van ons
+lyden verwagtten, men integendeel by de Onder-Officiers en soldaten
+eene groote moedeloosheid verwekt had. Ik maakte toen tegen mynen wil
+deeze aanmerking:--Dat de Vorsten en hunne dienaars nimmer, zoo veel
+mogelyk, een byzonder persoon, wie hy ook wezen mogt, vooral in een
+afgelegen land, met eene onbepaalde magt bekleeden moesten, zonder
+zynen inborst en denkwyze zeer grondig te kennen; want niemand is
+waardig het bevel te voeren, indien hy zig niet tevens door dapperheid
+en menschlievenheid onderscheidt; naardien het eene wel bekende
+waarheid is, dat geene dapperheid met wreedaartigheid bestaan kan.
+
+Des morgens ten zes uuren trokken wy noordoostwaarts ten noorden,
+onzen weg naar de moerassen nemende; en myne zwaarmoedigheid verdween
+met het doorbreken der zon.
+
+Omtrent ten agt uuren, kwamen wy in dat verschrikkelyk moeras, alwaar
+wy schielyk tot aan ons midden door het water gingen. Niettemin maakten
+wy ons gereed, om het ernstig onthaal, het welk wy aan de overzyde te
+wagten hadden, vol te houden. Na een halve myl ver gezworven te hebben,
+beklommen onze grenadiers gezwindelyk den oever met de bajonnetten
+vooruit. Het hoofdleger volgde hen oogenblikkelyk, en wy plaatsten
+ons, zonder de minste tegenkanting, in gelederen. Wy zagen toen
+een schouwspel, het welk in staat was, om de onverschrokkensten te
+verzetten: de grond lag bezaaid met bekkeneelen, beenderen en ander
+overschot van de lyken der ongelukkige soldaten van den Capitain
+MEYLAND.--Deeze Officier had wel middel gevonden, om dezelven te
+doen begraven; maar de muitelingen hadden die weder opgedolven,
+om ze van hunne kleederen te berooven, om deeze lyken in stukken
+te houwen, en ze te verscheuren, zoo als verslindende dieren gedaan
+zouden hebben. Onder het getal deezer ongelukkige slachtöffers was
+de Neef van MEYLAND, een jongman van denzelfden naam als hy, en van
+de grootste verwagting. Hy was van de Zwitzersche gebergten gekomen,
+om met des te meerder spoed vorderingen in den krygsdienst te maken,
+en, korten tyd na zyne ontscheping, vondt hy zyn graf in een moeras
+van Surinamen. Zyn moed stondt gelyk met dien van zynen oom; zyne
+onverschrokkenheid, die hem bewoog om zig aan alle gevaaren bloot te
+stellen, kende geene paalen.--Zoodanig is de geestdrift der eerzucht
+van eenen krygsman.
+
+Deeze hoop van menschen-beenderen was de tweede of derde, dien wy op
+onzen tocht ontmoetten. Ik erken opentlyk, dat zulk eene ontmoeting
+in my geen lust verwekte, om de muitelingen te bevechten. Dit droevig
+overschot echter ontstak in onze soldaten een levendige drift, om
+hunne ongelukkige medgezellen te wreeken.
+
+Ik heb reeds zoo dikwerf gesproken van het doorwaden der moerassen,
+dat het, zoo ik denk, niet ongeschikt is, om door de nevenstaande
+plaat de beschryving op te helderen. Voor eerst wordt daar op vertoond
+de Colonel FOURGEOUD, vooraf gegaan door eenen Neger, die hem tot
+leidsman dient, en, waar het water op het hoogst is, overzwemt. Daar
+op volge ik zelf, en eenige andere Officiers en Zee-soldaten, allen
+in het midden van het moeras, en onze wapenen, krygsbehoeften, enz. op
+het hoofd dragende, om door het nat niet beschadigd te worden. Men kan
+daar op voorts de manier zien, waar op de slaven de pakken dragen, als
+mede hoe de muitelingen van boven uit de palmboomen op het krygsvolk
+vuur geven. Een tocht van dien aart, schoon by deeze gelegenheid zeer
+noodzakelyk, moet altyd één der gevaarlykste zyn: men is dan bloot
+gesteld aan de aanvallen van eenen vyand, die in 't verborgen vuurt,
+en men kan niet meer dan eenmaal vuur geven; want de soldaten zyn te
+diep in het water ingezonken, om hun geweer op nieuw te kunnen laden,
+zonder het slot nat te maken.
+
+Wy volgden toen een zoort van voetpad, door de muitelingen gemaakt,
+waar na wy onzen weg een weinig westwaarts namen. De Sergeant FOWLER,
+die tans het bevel over de voorhoede voerde, kwam by my, geheel bleek
+en bevende, en verklaarde my, dat het gezicht van deeze lyken hem
+zeer ziek gemaakt had. Dit was waar, want hy scheen aan den grond
+als vast gehecht, zonder een enkelen tred te kunnen doen, noch zyne
+ontsteltenis te kunnen verbergen. Ik sprak hem aan met den naam,
+dien hy verdiende, en had slechts den tyd, om hem te beveelen van
+zig by de agterhoede te begeven.
+
+Ten tien uuren, ontmoetten wy een klein gedeelte der muitelingen, elk
+van hun met een groene mand op den rug. Zy gaven vuur op ons, en hunne
+vracht op den grond werpende, keerden zy in aller yl naar hun gehucht
+te rug. Wy vernamen zedert, dat zy naar eene andere verblyfplaats ryst
+vervoerden, om daar van te leven, wanneer zy uit Gado-Saby (den naam
+van de plaats, werwaarts wy heen trokken,) verjaagd mogten worden,
+eene zaak, welke zy dagelyks te gemoet zagen, zedert dat dezelve
+door den dapperen MEYLAND was ontdekt geworden. Deeze groene manden,
+welken de Negers warinbos noemen, waren gemaakt van biezen, die met
+palmboom-bladeren konstig waren in één gevlochten. Ons volk dezelven
+met den sabel hebbende open gehakt, kwam 'er de zuiverste en schoonste
+ryst uit, die ik in myn leven gezien heb; maar men strooide ze overal
+heen, en trad ze met de voeten, want wy hadden geene gelegenheid om
+ze mede te nemen. Korten tyd daar na ontdekten wy eene ledige barak,
+waar in de muitelingen een wachtpost geplaatst hadden, om hen van alle
+gevaar te verwittigen; maar de lieden, die deeze wacht uitmaakten,
+waren met den meesten spoed weggevlucht. Wy verdubbelden toen met
+yver onze schreden tot op den middag, wanneer wy eene uitgezette
+wacht van den vyand ontmoetten, tweemaal vuur hoorden geven, het welk
+een met BONNY overëengekomen teeken was, om hem onze aannadering
+te berigten. De Major MEDLAR, ik zelf, met eenige soldaten van de
+voorhoede, en eene kleine krygsbende van Neger-Jagers, trokken voor
+uit, en wel dra kwamen wy op een schoon veld, met ryst en Indisch
+kooren bedekt. Hier hielden wy stil, om ons gezamentlyk krygsvolk in te
+wagten, en vooral om aan de achterhoede tyd te geven om aan te rukken,
+want eenigen van derzelver soldaten waren twee mylen agter ons. In
+dien tusschentyd liepen wy gevaar van in de pan gehakt te worden;
+want de vyand, zoo als wy naderhand vernamen, had dit veld omcingeld,
+zonder dat wy 'er iets van gezien hadden.
+
+Een half uur daar na, verëenigde zig onze legerbende te zamen. Toen
+kapten wy ons een korten weg door het bosch heen; en wy waren daar
+even doorgedrongen, of 'er begon van alle kanten een hevig vuur. De
+vyand echter deinsde af, en wy trokken voort, tot dat wy op een schoon
+veld kwamen, met rype ryst beplant, en een lang vierkant uitmakende,
+aan welks einde het gehucht der muitelingen zig als een opgaande
+toneel vertoonde; het was door het lommer van verscheiden hooge boomen
+tegen de hitte der zon beveiligd; en dit alles leverde het treffendst
+en betooverendst gezicht op, het welk men zig verbeelden kan. Een
+onafgebroken vuur, veel naar donderslagen gelykende, duurde meer dan
+een uur op dit zelfde veld; en geduurende al dien tyd gedroegen zig de
+Neger-Jagers met zoo veel moed als bekwaamheid: maar de blanke soldaten
+waren al te driftig, en schooten mis; ik zag 'er echter veelen onder,
+die de grootste onverschrokkenheid betoonden, en de Jagers met eenen
+goeden uitslag navolgden. Onder deezen bevondt zig in dit oogenblik de
+arme FOWLER, die in het begin van den slag van zyne ontsteltenis was
+te rug gekomen. Zig eenmaal hersteld hebbende, begaf hy zig op zynen
+eersten post, en bekwam zyne achting weder volkomen, met aan myne zyde
+als een dapper krygsman te stryden, tot dat de loop van zyn snaphaan
+door een vyandelyk schot verbryzeld wierd, het geen hem belette, om
+daar van verder gebruik te maken. Een snaphaan-kogel doorboorde myn
+hembd en kneusde my den schouder. Myn Lieutenant, DE CABANUS, wierd
+de riem van zyn snaphaam weggeschoten; verscheiden soldaten wierden
+gewond, zommigen zelfs doodelyk; maar tot myne groote verwondering, zag
+ik niemand hunner op het slagveld sneven.--Dit kwam my wonderbaarlyk
+voor, maar ik zal 'er in 't kort de uitlegging van geven.
+
+De muitelingen, om onze aannadering gevaarlyker en moeielyker te
+maken, hadden dit ryst-veld met dikke stammen van boomen, waar aan
+de wortels vastgebleven waren, omringd en doorsneden. Zy hielden
+zig agter deeze opgeworpen verschanssingen verscholen, en gaven
+van daar, byna zonder eenig gevaar, vuur op ons, die dit zoort
+van wallen beklimmen moesten, eer wy in hun gehucht komen konden:
+in weerwil echter van alle de hinderpalen, die zy ons in den weg
+leiden, geraakten wy altyd voorwaarts. Maar te gelyker tyd, dat
+ik het goed beleid van hunnen Generaal, in het regelen van hunne
+krygsverrigtingen, bewonderde, konde ik my niet wederhouden hen over
+hunne bygeloovigheid te beklagen. Een van deeze ongelukkigen in 't
+byzonder, al zyn vertrouwen Op zyn tooverband stellende, geloofde
+onkwetsbaar te zyn. Hy beklom te meermalen één van die stammen van
+boomen, die op den grond lagen; van daar schoot hy; vervolgens klom hy
+af om zyn snaphaan weder te laden; en weder te rug komende, schoot hy
+andermaal met de grootste koelbloedigheid, en in myn gezicht. Een der
+Zee-soldaten, onder myn bevel staande, met naame VALET, eindelyk op
+hem aangelegd hebbende, doorschoot hem de dye, en hy viel agter het
+bolwerk, door hem zoo meenigwerf beklommen; maar die zelfde soldaat,
+over hem heen gesprongen zynde, stak de tromp van zyn snaphaan in het
+oor van den ongelukkigen, en deedt hem de herssenen uit het hoofd
+vliegen: verscheiden zyner medgezellen ondergingen het zelfde lot,
+in weerwil van hunne tooverbanden, en bygeloovigheden.
+
+Wy waren op het punt, om het gehucht der muitelingen in te rukken,
+toen één van hunne Capitains, een hoed met een goude lis op het
+hoofd dragende, en een brandende toorts in de hand houdende, hun
+onvermydelyk verlies voor oogen ziende, moeds genoeg had, om zig
+aldaar te blyven ophouden, en het gehucht in ons gezicht in brand
+te steken. Deeze houte huizen, met drooge bladeren overdekt, stonden
+spoedig in lichten laaijen vlam; maar toen begon het musketten-vuur
+in het bosch te verminderen. Dit manmoedig besluit van den vyand
+belette niet alleen het bloedbad, het welk de soldaten op het eerste
+oogenblik der overwinning gewoon zyn aan te rechten; maar het maakte
+'t bovendien voor de muitelingen gemakkelyk, om met hunne vrouwen en
+kinderen te rug te trekken, en de goederen, die hun meest dienstig
+waren, met zig te voeren. Het was ons derhalven toen onmogelyk om
+hen te vervolgen, en den minsten buit te maken; het waren niet alleen
+de vlammen, die ons zulks beletteden, maar wy zagen ook wel dra een
+moeras, het welk ons byna van alle kanten omringde.
+
+Ik moet waarlyk erkennen, dat in het laatste uur van deezen slag,
+'er niets verschrikkelyker was, dan het aanhoudend musketten-vuur,
+het vloeken en huilen der Negers, onder elkander gemengd; het gekerm
+der gekwetsten en stervenden, die in het stof lagen, en in hun bloed
+baadden; het scherp geluid der jagthoorns, het welk zig van alle kanten
+liet hooren, en het gekraak der brandende balken, waar van het gehucht,
+dat geheel in vlam stondt, weergalmde: terwyl de rook-wolken, die ons
+omgaven, de vlammen die zig zeer hoog verhieven, enz. een tafereel
+uitmaakten, het welk voor geene beschryving vatbaar is, en misschien
+het penceel van HOGARTH niet onwaardig geweest zoude zyn. Ik heb echter
+getracht dit toneel te schetsen; [2] ik heb my zelf daar by afgebeeld
+na de hitte van den slag; ik heb daar by het voorkomen van vermoeid
+en droefgeestig te zyn, een oog van medelyden werpende op het lichaam
+van eenen oproerigen Neger, die, zyne snaaphaan in de hand houdende,
+voor myne voeten uitgestrekt ligt.
+
+Na ons gewasschen, en van het stof, zweet en bloed, waar mede wy
+besmet waren, gereinigd te hebben, namen wy allen een teug brandewyn,
+en aten een stuk brood. Het vuur begon ondertusschen te verminderen;
+en toen het ophieldt, onderzogten wy de rookende puinhoopen van het
+gehucht der muitelingen, bestaande in omtrent honderd huizen of
+hutten, waar van zommige twee verdiepingen hadden: uit den asch,
+die nog gloeiend was, haalden wy eenige kleinigheden, die aan het
+geweld der vlammen ontsnapt waren, als by voorbeeld zilvere borden,
+die wy uit hoofde van hun merk B. W. vooronderstelden, dat by het
+plunderen der Plantagie Brunswyk aan de Cottica geroofd waren: wy
+vonden ook eenige messen, gebroken porceleine potten, en aardewerk:
+één der laatstgemelden, zynde vol met ryst en palmboom-wormen, viel my
+ten deel. Dewyl men rykelyk vuur had, om deeze spyze te laten koken, en
+ik een zeer grooten trek tot eeten had, verschafte my dezelve spoedig
+eene uitmuntende maaltyd, en ik had wel dra alles opgegeten. Eenigen
+myner spitsbroeders waren beducht, dat dit eeten agtergelaten mogt
+zyn, met een oogmerk om ons te vergeven; maar, gelukkig voor my,
+bleek deeze verdenking zeer ongegrond te zyn.
+
+De bovengemelde zilvere borden kogt ik van onze soldaten, om 'er een
+zoort van zegeteeken van te maken, en ik heb 'er my naderhand altyd
+van bediend. Wy vonden in dit zelfde gehucht drie menschen-hoofden op
+staken gezet; het waren de treurige overblyfzels van eenigen onzer
+dappere en ongelukkige soldaten, die bevorens door de muitelingen
+gedood waren. Maar, het geen ons het meest verwonderde, was, dat wy
+twee hoofden van Negers zagen, die het voorkomen hadden van in 't kort
+te zyn afgehouwen. Wy vernamen vervolgens, dat twee jonge lieden, om
+dat zy in ons voordeel gesproken hadden, geduurende den nacht van den
+17den, ten tyde dat wy het gehuil en schieten met musketten hoorden,
+ter dood gebragt waren. Die hoofden waren de hunne.
+
+Het droevig overschot deezer ongelukkigen begraven hebbende, hingen
+wy onze hangmatten op aan die fraaie hooge boomen, die het gehucht
+overschaduwden; maar ik was innerlyk getroffen over het ysselyk
+schouwspel, het welk zig toen aan ons oog vertoonde. De Neger-Jagers
+vermaakten zig met de afgehouwen hoofden hunner vyanden aan elkander
+toe te kaatsen. Het was vrugteloos geweest hen over dit onmenschelyk
+spel te bestraffen, en zy verzekerden ons, dat het was "condre fassy,
+de gewoonte van hun Land"; zy eindigden het zelve, door die hoofden,
+na 'er den neus, de lippen, de wangen, de ooren te hebben afgesneden,
+met den voet weg te schoppen; zy namen 'er zelfs de kakebeenen uit,
+welken zy in den rook lieten droogen, als mede de regte hand, om
+dezelve, ten bewyze hunner overwinning, aan hunne nabestaanden en
+vrouwen te vertoonen. Het is een zaak die over bekend is, dat eene zoo
+wreede gewoonte onder de wilden plaats heeft, en dat dezelve uit hunne
+onverzaadlyke wraaklust voortspruit; en schoon de Colonel FOURGEOUD
+met zyn gezag had kunnen tusschen beiden komen, om deeze hatelyke
+zegepraal voor te komen, of te doen ophouden, handelde hy naar myn
+inzien verstandiglyk, met daar van in dit oogenblik geen gebruik te
+maken. Dewyl overtuiging hier niets vermogt, zoude hy slechts deeze
+soldaten verbitterd hebben, en hun een weerzin doen krygen in eenen
+dienst, die ons zoo nuttig was, hoe bloeddorstig en wreed de gevolgen
+'er ook van wezen mogten.
+
+Deeze zelfde Jagers verhaalden ons, dat zy, by het bezigtigen van den
+bosch-kant, veel menschen bloed op onderscheidene plaatsen gezien
+hadden, en dat dit gevloeid was uit de wonden dier muitelingen,
+welken hunne medemakkers geduurende den slag hadden weggevoerd.
+
+Ten drie uuren, op het tydstip, dat wy van onze vermoeidheid
+uitrustten, wierden wy eensklaps door een party vyanden aangevallen:
+maar zoo dra wy hen met eenige snaphaanschoten begroet hadden, trokken
+zy af. Dit onverwagt bezoek overtuigde ons, van hoe veel gewicht het
+was op onze hoede te zyn, voornamelyk des nachts; dienvolgende was
+het niet geoorloofd vuuren te stoken, en men zette dubbelde wagten
+uit rondom de legerplaats.
+
+Door vermoeienis en eene ongemeene hitte afgemat, ging ik, na
+het ondergaan der zon, in myne hangmat leggen, en viel spoedig
+in een diepen slaap: maar na verloop van een paar uuren, deedt my
+myn getrouwe QUACO in het midden van den donker ontwaken, roepende:
+"Massera, Massera! bousy negro, bousy negro! Meester, Meester! zie daar
+den vyand, zie daar den vyand"! Op het zelfde oogenblik een aanhoudend
+vuur gehoord hebbende, besloot ik daar uit, dat de muitelingen in het
+midden van onze legerplaats waren. Vol verbaazing, en nog niet geheel
+wakker zynde, sprong ik uit myne hangmat, en nam myn snaphaan. Ik liep
+toen, zonder behoorlyk te weten wat ik deed, myn QUACO onder den voet;
+waar na ik zelfs viel over twee of drie lichaamen, die op den grond
+lagen, en welken ik my verbeeldde menschen te zyn, die reeds gedood
+waren. Een van hun ontdekte my spoedig myne dwaling, zeggende:
+"dat indien ik de minste beweging maakte, ik een kind des doods
+was". Dezelfde perfoon voegde 'er by: "dat de Colonel FOURGEOUD aan
+het krygsvolk bevel gegeven had, om plat op den buik te gaan leggen,
+en geen schot te doen, om dat men des avonds te vooren het grootste
+gedeelte van het kruid verbruikt had". Ik ontdekte wel dra, dat de
+geen, die tot my sprak, een grenadier was, THOMSON genaamd, en ik
+maakte van zynen raad gebruik. Wy bleven dus tot aan het opgaan der
+zon onder de wapenen, en geduurende al dien tyd wierd 'er een zoort
+van zamenspraak tusschen de muitelingen en onze Jagers gehouden:
+de één vervloekte en bedreigde op eene geweldige wyze den ander. De
+eersten scholden de laatstgemelden voor "lage zielen en verraders
+hunner landgenooten. Zy daagden hen tegen des anderen daags tot een
+afzonderlyk gevecht uit: zy zwoeren, dat zy niets vuuriger verlangden,
+dan hunne handen in het bloed van deeze schelmen te baden, daar zy de
+voornaame bewerkers waren van de verwoesting van hunne bloeijende en
+schoone verblyfplaats". De Jagers antwoordden hun; "dat zy niets anders
+waren, dan een hoop roovers, tegen wien zy bereid waren te vechten,
+al waren zy slechts half zoo talryk, indien zy hunne leelyke gezichten
+durfden vertoonen; en dat zy hunne meesters verlaten hadden, alleen om
+dat ze te lui waren om te werken". Na dit gesprek deeden zy elkander
+allerleije schampere bejegeningen aan, door krygsgeschrei van eenen
+byzonderen aart, door overwinnings liederen, en door het geluid van den
+jagthoorn tot een teeken van uitdaging. Vervolgens begon wederom het
+vuur van den kant der muitelingen, en duurde den geheelen nacht door,
+maar afgebroken door hun geschreeuw, het welk door den weergalm van het
+bosch herhaald wordende, zig met eene verdubbelde kragt liet hooren.
+
+De Colonel FOURGEOUD nam eindelyk deel in dit gesprek, en de Sergeant
+FOWLER en ik dienden hem tot tolken. Wy moesten hard schreeuwen; maar
+ik heb my nooit beter vermaakt. De Colonel beloofde aan de muitelingen
+het leven, de vryheid, levens-middelen, en alles, wat zy mogten noodig
+hebben. Zy antwoordden hem, hem luidkeels uitlachende, dat zy niets
+van hem verwagtten; zy behandelden hem als een half uitgehongerden
+Franschman, die uit zyn land gevlucht was: zy verzekerden hem, dat,
+indien hy moeds genoeg had, om hun een bezoek te geven, zy hem geen
+kwaad doen, maar goed onthaalen zouden: tot ons zeiden zy, dat zy
+ons beklagenswaardiger oordeelden, dan hun zelven; dat wy blanke
+slaven waren, die voor vier stuivers daags gehuurd wierden, om ons
+te laten doodslaan, of om van honger te sterven; dat zy ons te veel
+verachtten, om hun kruid op ons te verschieten; maar dat indien de
+Planters, of hunne Opzichters, zig in de bosschen dorsten begeven,
+'er geen enkele weder uit zoude komen; dat de verraderlyke Jagers een
+gelyk lot te wagten hadden, en dat zy dien dag, of daags daar aan, 'er
+een goed getal van zouden om hals brengen. Zy eindigden hun gesprek met
+te verklaren, dat BONNY wel dra Opperhoofd der Volkplanting zyn zoude.
+
+Toen dit gesprek was afgeloopen, schoten zy hunne snaphanen af, waar op
+een drievouwdig krygs-geschrei volgde. De Jagers beantwoordden hun het
+zelve, en de muitelingen verdweenen by het opkomen van den dageraad.
+
+Wy waren uittermaten vermoeid. Onäangezien echter de langduurigheid van
+het gevecht, hadden wy door het vuur van den vyand weinig manschappen
+verloren: ik heb beloofd de reden daar van op te geven. Dit geheim
+deedt zig ontwikkelen, toen de Heelmeesters, de wonden verbindende,
+daar uit zeer weinig loode kogels haalden, maar een groot aantal
+steentjes, knoopen van kleederen, en kleine stukjes zilver geld, die
+niet veel leed deeden, en niets meer dan eene kwetsing van de huid
+veroorzaakten. Wy merkten ook op, dat verscheiden der muitelingen,
+die gedood waren, in plaats van vuursteenen, stukken van pot-scherven
+hadden, waar mede zy niet veel konden uitrichten. Zie daar de reden,
+waarom wy van deeze zaak zoo gelukkig afkwamen. Wy hadden niettemin
+nog een groot getal soldaten, die gevaarlyk gewond waren, of zwaare
+kneuzingen bekomen hadden.
+
+De vernuftigheid van deeze Negers, wanneer zy zig gerust in de bosschen
+bevinden, is ongemeen groot. De geenen, tegen welken wy te stryden
+hadden, beroemden zig, dat hun niets ontbrak, en wy vonden hen ten
+minsten dik en vet. Door middel van strikken, die konstig gemaakt
+waren, en de diepe moerassen, vangen zy wild en visch in overvloed,
+welken zy in den rook laten droogen, om ze goed te houden. Hunne
+velden zyn beplant met ryst, maniok, ignames, plantain-boomen,
+enz. Het zout trekken zy uit de asch van palmboomen, zoo als de
+Gentous in de Oost-Indiën doen, of zy gebruiken in plaats van dien
+zeer dikwils roode peper.
+
+Op deeze zelfde plaats ontdekte men een klein vaatje vol met beste
+boter, die by een ouden stam van een boom verborgen was. Onze Jagers
+zeiden my, dat dezelve van gesmolten vet van palmboom-wormen gemaakt
+was. Men konde ze gebruiken als de Europeesche boter, en ik vond
+ze zelfs veel lekkerder. De Negers maken ook boter van pistaches,
+waar uit zy de olyachtige zelfstandigheid uitperssen, en dikwils doen
+zy die in hunne soepen. Zy hebben altyd palmboom-wyn in overvloed;
+zy weten dien te bekomen door de insnyding van een vierkanten voet
+in den nedergehouwen stam; vervolgens vangen zy het sap in een pot
+op. Dit sap gaat schielyk door de hitte der zon aan het gisten,
+en verschaft hun een aangenamen en koelen drank, die kragt genoeg
+heeft om dronken te maken. De Latanus- of Pyn-boom verschaft hun de
+noodige bouwstoffen voor hunne huizen. De Calabassen-boom bezorgt
+hun drinkschalen. De zyde-plant en de mauricy bevatten draden, waar
+van zy hunne hangmatten maken; en op de palmboomen groeit zelfs een
+zoort van mutsen van een natuurlyk weefzel, gelyk ook bezems om te
+vegen. De koorden van allerleije zoort van heestergewassen dienen
+hun voor touwwerk. Om hout te hebben, behoeven zy het slechts te
+hakken. Zy ontsteken vuur, door twee stukken hout, welken zy by-by
+noemen, tegen elkander te wryven; terwyl zy daar van, als elastiek
+zynde, zeer goede kurken maken. Van het vet en de oly, welken zy in
+overvloed hebben, kunnen zy kaarssen maken of lampen branden; en de
+wilde byen geven hun wasch, en uitmuntenden honig.
+
+Zy weigeren volstrekt, om kleederen te dragen, en verkiezen naakt te
+loopen in eene luchtstreek, alwaar de hitte de ligtste kleeding tot
+een last maakt.
+
+Zy zouden varkens en gevogelte kunnen aankweken, en jagt- of
+wacht-honden leeren; maar zy vreezen, dat het geluid van deeze dieren,
+en vooral het gekraay der haanen, het welk men van zeer wyd af in
+het bosch kan hooren, de plaats van hun verblyf ontdekken mogten.
+
+Toen de muitelingen van deezen oord verjaagd of geslagen scheenen,
+hieldt de Colonel FOURGEOUD zig bezig met den oogst in den omtrek te
+vernielen. Ik ontfing bevel om met vier-en-twintig Zee-soldaten, en
+twintig Jagers, een begin aan deeze verwoesting te maken. Dienvolgende
+deed ik al de ryst, die in de opgemelde velden in overvloed groeide,
+afmaaien. Ik ontdekte vervolgens een derde land, zuidwaarts van het
+eerstgemelde gelegen, om het welk te verwoesten, ik insgelyks bevel
+gaf; en ik gaf daar van bericht aan den Colonel FOURGEOUD, die my
+toescheen uittermaten voldaan te zyn. Des namiddags wierd de Capitain
+HAMEL met vyftig Zee-soldaten en dertig Neger-Jagers afgezonden, om de
+plaatsen, agter het gehucht liggende, te onderzoeken, en, zoo mogelyk,
+te ontdekken, hoe de muitelingen het maakten, om door een moeras heen
+en weder te trekken, waar van de diepte ons onbekend was, en door het
+welk wy hen niet konden vervolgen. Deeze Officier ontdekte eindelyk
+een zoort van dryvende brug, die tusschen de heesters verborgen lag,
+en van mauricy hout gemaakt was; maar zoodanig ingericht, dat 'er niet
+meer dan één man te gelyk over gaan konde. Eenigen der muitelingen
+zaten 'er schreijelings op, om de overtocht te beletten. Zoo dra zy
+de afgezondene manschappen vernamen, schoten zy op hen: de Jagers
+beantwoordden hun spoedig, en dooden één man van hun, die door zyne
+makkers wierd weggevoerd.
+
+Des anderen daags morgens den 22sten, gaf onze Bevelhebber aan
+een ander gedeelte manschappen, waar toe ik mede behoorde, last
+om de brug over te trekken, en het te wagen, om op kondschap uit
+gaan. Geen tegenstand van iemand ontmoet hebbende, trokken wy deeze
+brug over, of liever, wy kropen over de dryvende boomen, waar van
+dezelve gemaakt was; vervolgens bevonden wy ons op een veld van eene
+langwerpige gedaante, met maniok en ignames beplant, in welks midden
+een dertigtal huizen stonden, die op dit oogenblik verlaten zynde,
+van eene oude verblyfplaats der muitelingen, Cosaay genaamd, waren
+overgebleven. Om de plaatsen te beter te onderzoeken, verdeelden wy
+ons op dit veld in drie krygshoopen: de eerste, om noordwaarts, de
+tweede ten noordwesten, en de derde westwaarts heen te trekken. Hier
+ontdekten wy, tot onze groote verwondering, dat de reden, waarom de
+muitelingen, in den nacht van den 20sten, zoo geschreeuwd, gezongen
+en geschoten hadden, niet alleen was, om den aftocht hunner vrienden
+door het beletten van den overtocht te dekken, maar ook om door dit
+geweldig en aanhoudend geraas voor te komen, dat wy niet bemerken
+zouden, dat zy lieden, zoo mannen, vrouwen, als kinderen, grootendeels
+bezig waren met warimbos of manden te maken, en die met de schoonste
+ryst, cassave, en wortelen van ignames te vullen, om daar door by
+hunne vlucht levens onderhoud te hebben.
+
+Dit was zekerlyk een verstandig gedrag in een wild volk, het welk wy
+ons vermeeten om te verachten: het zelve zoude aan elken Europeaanschen
+Bevelhebber tot eere gestrekt hebben, en de beschaafdste volken hebben
+hen daar in misschien zeldzaam overtroffen.
+
+
+
+EEN-EN-TWINTIGSTE HOOFTSTUK.
+
+Wilde Porselyn.--Calebassen-boom.--Schermutzeling.--Tafereel
+van broederlyke teederheid.--Het krygsvolk keert naar Barbacoeba
+te rug.--Beschryving van de manier, waar op de legerplaats was
+ingericht.--Een slaaf door den slang Orou-coukou gedood.
+
+De Colonel FOURGEOUD, zig op deeze wyze door eenen Neger getrotseerd
+ziende, konde zyn spyt niet langer inhouden, en zwoer, dat hy BONNY
+vervolgen zoude, al was het ook aan het einde van de weereld. Alle onze
+krygs- en mondbehoeften intusschen waren verbruikt; en al was dit zoo
+niet geweest, zoo zoude het zekerlyk eene ydele onderneming geweest
+zyn den vyand te willen agterhalen. Onze Bevelhebber niettemin bleef
+by dit onuitvoerlyk ontwerp; hy zondt derhalven eenige manschappen
+naar Barbacoeba, onder bevel van den Capitain BOLTS, en bestaande
+uit honderd Zee-soldaten, dertig Jagers en een goed getal slaven, met
+last, om krygs- en mondbehoeften voor ééne week van dien wachtpost te
+gaan halen. Te gelyker tyd deedt hy alleenlyk eene halve portie aan
+het overgebleven krygsvolk uitdeelen, en hy zette de soldaten aan,
+om dit gebrek aan noodig voedzel te vervullen, door het opzamelen
+van ryst, duiven- of angola-boonen, en door het uit den grond halen
+van maniok-wortel, welken zy, zoo goed zy konden, moesten gereed
+maken. De Officiers wierden op dezelfde wyze behandeld. Het was in de
+daad wonderlyk om te zien, dat een twintigtal van ons zig, even als
+zoo veele Apothecars, bezig hielden met de ryst elk in een zoort van
+vyzel te stampen, die door de muitelingen uit den stam van een boom,
+het roode hart genaamd, was uitgehold, als zynde dit het eenige
+middel, om dezelve van haare schel te zuiveren. Dusdanige arbeid
+was echter zeer afmattend; het zweet liep ons langs het geheele lyf,
+als of wy uit een bad kwamen; en op dit oogenblik, dat wy wel eenigen
+versterkenden drank noodig hadden, hadden wy niets dan water.
+
+Wy hadden het geluk, om, onder andere plantgewassen, eene groote
+meenigte wilde porselyn te vinden, die van de gewoone alleenlyk daar
+in verschilt, dat zy digter aan den grond groeit, en dat derzelver
+bladeren kleiner en van een donkerer groene kleur zyn. Men kan ze
+gerust eeten, het zy als eene salade, het zy gestoofd; zy verschaft
+een smakelyk en verkoelend voedzel; en ze is bovendien een uitmuntend
+middel tegen de scheurbuik.
+
+Wy vonden ook een groot aantal Calebassen-boomen, waar van
+de vrugten voor de inboorlingen des Lands van zeer groot nut
+zyn. De Calebassen-boom groeit tot de hoogte van een gewoonen
+appel-boom. Deszelfs bladeren zyn dik, en loopen puntig toe. De
+gedaante en grootte van deszelfs vruchten is onëindig verschillende;
+eenige zyn eirond, andere spits toeloopende, andere wederom rond,
+en dikwils hebben zy tien of twaalf duimen in den omtrek. De
+schil is hard, glad, en met eene schitterende huid overdekt,
+die bruin wordt, wanneer de calebas droog is. Het vleesch is eene
+mergachtige zelfstandigheid, welke men 'er met een krom mes kan
+uitnemen. De calebassen dienen tot poejer-doozen, flessen, schaalen
+en schotels. Zelden ging ik door de bosschen, zonder 'er een by my
+te hebben. De Negers vercieren dezelve doorgaans, door op de bast
+verscheiden misselyke streepen te snyden; zomtyds zelfs vullen zy de
+groeven met kryt, het geen een zeer fraaije vertooning maakt. [3]
+
+De Jagers op kondschap zynde uitgegaan, kwamen in den namiddag van den
+23sten te rug, berigtende, dat zy het gewas van een ander rystveld,
+noord-oost-waarts gelegen, vernield hadden. De Colonel was met deeze
+tyding zeer in zyn schik; maar toen ik hem tegen den avond zeide, dat
+ik op eenigen afstand verscheiden gewapende Negers zag, die tot ons
+naderden, verbleekte hy en riep uit, wy zyn 'er om koud! Oogenblikkelyk
+gaf hy aan al het krygsvolk bevel, om de wapenen op te vatten. Na
+verloop van eenige minuten, waren deeze Negers naby genoeg, om
+onderscheiden te kunnen worden, en wy herkenden 'er veelen van, die in
+hunne hangmatten gedragen wierden. De Colonel FOURGEOUD riep op nieuw
+uit: "Wy zyn niet minder bedorven, schoon het de vyand niet is: het is
+de Capitain BOLTS, die geslagen is geworden, en met zyne manschappen te
+rug koomt". Hy sprak de zuivere waarheid. Deeze ongelukkige Officier,
+zoo dra hy zyne gekwetsten in handen der Heelmeesters had overgeleverd,
+gaf het volgende bericht: hy verklaarde, dat hy, gekomen zynde in het
+rampzalig moeras, waar in de Capitain MEYLAND de nederlaag gekregen
+had, door den vyand, die aan de overzyde post hieldt, was aangetast
+geworden; dat dezelve, zonder zig met eenig Europeaan te bemoeien,
+een verschrikkelyk bloedbad onder de Neger-Jagers gemaakt had; dat
+één der Capitains van deeze dappere lieden, genaamd VALENTYN, op het
+oogenblik, dat hy ter aanmoediging der soldaten den jagthoorn blies,
+en op vyf verschillende plaatsen doodelyk gewond was, was om ver
+geschoten. De Capitain AVANTAGE, broeder van VALENTYN, hem in dien
+doodelyken toestand ziende, gaf blyken van de innerlykste teederheid
+en van de aandoenlykste gevoeligheid. Hy ging naast zynen broeder
+op de kniën leggen; hy bukte naar zyne wonden, om 'er het bloed uit
+te zuigen; hy zwoer hem met eenen eed, dat hy zynen dood op hunne
+vyanden wreeken zoude; en zeide eindelyk, dat hy wenschte, om, na
+'er zelf het leven te hebben by ingeschoten, hem op een gelukkiger
+plaats weer te zien.
+
+De Colonel FOURGEOUD erkende toen; dat de muitelingen hun woord
+gehouden hadden met het dooden van de Jagers. De Capitain BOLTS
+berigtte ook, dat eenigen van de eerstgemelden, na op zyn volk van
+boven uit de palmboomen te hebben vuur gegeven, met de verbazendste
+gezwindheid naar beneden kwamen, en vervolgens wegvloden, terwyl
+de Jagers van kwaadheid schuimden, en van yver brandden, om hunne
+vyanden dwars door de struiken heen te vervolgen.
+
+Onze Bevelhebber bemerkte toen de ongerymdheid van zyn ontwerp. Verre
+van in staat te zyn, om 'er de uitvoering van te voltooijen, zouden
+zyn krygsvolk en hy zelf gevaar geloopen hebben van geheel en al
+vernield te worden. Hy had noch mond- noch krygsbehoeften in zyne
+legerplaats gelaten, en bovendien was alle gemeenschap afgesneden;
+hy was dus ernstig bedacht op middelen, om zynen aftocht te dekken. De
+herhaalde murmureeringen van het krygsvolk drongen hem met ernst, om
+die party te kiezen; en in de daad, zy waren verschrikkelyk afgemat,
+door zig des daags te vermoeien, en des nachts aanhoudend te waken. Men
+konde van onze soldaten zeggen: "dat zy in wilde woestenyen omzworven,
+zonder aldaar eene enkele schuilplaats te vinden".
+
+Den 24sten, ontfing eene krygsbende van honderd veertig mannen, onder
+bevel van twee Staf-Officiers, last, om het te velde staande gewas,
+het welk zy in den omtrek van de oude verblyfplaats, Cosaay genaamd,
+vinden mogten, geheel en al te vernielen: ik behoorde 'er mede toe. Wy
+hadden dit werk spoedig verrigt, en vonden in het moeras eene meenigte
+huisraad, als ketels, yzere potten en pannen. De muitelingen hadden die
+goederen op eenige Plantagiën geroofd, en zy hadden die in 't water
+geworpen, om ze aan ons te onttrekken, met oogmerk, ongetwyffeld, om
+ze weder op te visschen, wanneer wy Gado Saby verlaten zouden hebben.
+
+Onze manschappen kwamen in den namiddag te rug, en wy braken
+oogenblikkelyk het leger op, om onzen aftocht naar Barbacoeba te
+beginnen. De Colonel FOURGEOUD gaf in dit oogenblik een blyk van
+een zeer verkeerd overleg, waar aan zommige lieden zelfs eene veel
+hardere benaming gaven. Des avonds, toen wy in het moeras kwamen,
+het welk een akelig voorkomen had, nam hy een ledige kist, leide
+'er een hangmat in, en droeg dezelve als een schild voor het lyf,
+zyne soldaten toeroepende: Red u, zoo goed gy kunt! Op dit gezegde
+stondt een Waal, genaamd MATTOW, stil, en zeide tot hem: "Myn Colonel,
+'er zyn 'er onder ons niet veelen, die uw voorbeeld kunnen, en,
+zoo ik denk, nog minder willen volgen. Laat uw schild daar, en maak
+uwe soldaten niet bevreesd. Een dapper man maakt van andere schilden
+gebruik. Volg dus MATTOW, en vrees voor niets". Deeze onverschrokken
+krygsman ontblootte dadelyk zyne borst, en met de bajonnet voor uit,
+beklom hy het eerst den oever aan de overzyde. Dit voorbeeld wierd
+gevolgd, en wy kwamen zonder hinder het moeras door. De kloekmoedige
+daad van deezen soldaat wierd vervolgens met den rang van Sergeant
+beloond. Ik moet hier opmerken, dat de Waalen, die wy onder ons hadden,
+eene groote dapperheid betoonden, en in alle opzigten uitmuntende
+soldaten waren. Des avonds sloegen wy ons neder op dezelfde plaats,
+alwaar wy den nacht voor den slag hadden doorgebragt: het was aller
+akeligst weder, en er viel een zwaare stortregen.
+
+Den 25sten, des morgens zeer vroeg, zetten wy onzen tocht voort, maar
+ten minsten was de weg, dien wy voor ons hadden, gebaand. Des anderen
+daags tegen den avond, bereikten wy Barbacoeba, de plaats van onze
+algemeene byëenkomst, en wy bevonden ons in den elendigsten staat. Al
+het volk was door vermoeienis ten eenemaal uitgeput; eenige soldaten
+waren byna uitgehongerd, en anderen zeer gevaarlyk gewond. De arme
+slaven wierden allen gebruikt om de zieken of verminkten in hunne
+hangmatten te dragen, terwyl zy zelven naauwlyks in staat waren te
+gaan.--Op deeze wyze liep het met het innemen van Gado Saby af. Met
+dit al, schoon wy op deezen tocht, noch gevangenen, noch buit maakten,
+deeden wy niettemin aan de Volkplanting eenen wezentlyken dienst,
+door deeze schuilplaats der muitelingen te vernielen, die, gelyk ik
+reeds gezegd heb, eenmaal uit eene bezitting verdreven zynde, nooit
+aldaar wederom kwamen. Ik zoude 'er zelfs kunnen byvoegen, dat onze
+overwinning byna beslissend was: want indien men het afloopen van
+eenige Plantagiën uitzondert, het geen de muitelingen alleenlyk door
+een geest van wraakzucht deeden, en om voor het oogenblik onderhoud
+te vinden, waren zy zoodanig in verwarring gebragt, en door eenen
+zoo zwaaren schrik bevangen, dat van dien tyd af hunne verwoestingen
+zekerlyk minder meenigvuldig waren, en dat zy zeer kort daar op zig
+zoo diep in de bosschen begaven, dat het hun onmogelyk was groote
+plonderingen aan te rechten, noch ook de slaven der Plantagiën te
+verleiden.
+
+Om de bekwaamheid der Negers in hunne krygs-bedryven des te beter te
+doen kennen, voege ik hier nevens eene afteekening van hunne bezitting
+Gado Saby, als mede van onze verschillende standen, na dat wy onze
+legerplaats aan de oevers van de Cottica verlaten hadden.
+
+De getallen 1, 2 en 3, geven de algemeene verzamelplaats te Barbacoeba
+te kennen, als mede de legeringen in de twee nachten, die op ons
+vertrek van deezen post gevolgd zyn.
+
+Nº. 4, beteekent de plaats, alwaar wy in den nacht van den 17den,
+het schieten en schreeuwen der muitelingen hoorden.
+
+Nº. 5, de plaats, alwaar de Neger-Jagers zig by ons voegden.
+
+Nº. 6, de plaats, alwaar wy gelegerd lagen, des nachts voor dat het
+gevecht voorviel.
+
+Nº. 7, den oever van het moeras, van den kant, alwaar de manschappen
+van den Capitain MEYLAND hunne nederlaag ontmoetten.
+
+Nº. 8, den voorpost der muitelingen, van waar de eerste
+snaphaan-schoten voortkwamen.
+
+Nº. 9, de vlakte, met ryst en Indisch koorn bezaaid, welke wy zonder
+tegenkanting bezetten.
+
+Nº. 10, de doortogt of engte, alwaar het vuur begon.
+
+Nº. 11, de schoone vlakte, met ryst bezaait, alwaar het gevecht meer
+dan veertig minuuten duurde.
+
+Nº. 12, het gehucht Gado Saby, in brand, en op eenigen afstand te zien.
+
+Nº. 13, de plaats, van waar de muitelingen op ons leger schooten,
+en in den nacht van den 20sten met ons spraken.
+
+Nº. 14, de oude verblyfplaats van Cosaay, met de dryvende brug,
+waar door de aftocht der muitelingen begunstigd wierd.
+
+Nº. 15, de velden, met maniok, ignames en bananen beplant, welke op
+verschillende tyden verwoest wierden.
+
+Nº. 16, het ryst-veld, door Capitain STEDMAN ontdekt en verwoest.
+
+Nº. 17, het gewas, het welk den 23sten door de Jagers vernield wierd.
+
+Nº. 18, het moeras, waar door de verblyfplaats omringd wierd.
+
+Nº. 19, de modderpoel, of na by gelegen biry-biry.
+
+Nº. 20, het bosch.
+
+Na vooraf de manier beschreven te hebben, op welke wy onze hutten
+bouwden, zal ik hier eene kleine afteekening byvoegen van de wyze,
+op welke wy die hutten geduurende onze legeringen in de bosschen
+van Guiana plaatsten. Onze legerplaatsen waren doorgaans van
+eene driehoekige gedaante, als zynde, in geval van overrompeling,
+veel zekerder en gemakkelyker tot verdediging van onze krygs- en
+mondbehoeften; maar de gesteldheid van den grond gedoogde dit altyd
+niet, en dan was onze legerplaats vierkant, langwerpig, of van eene
+ronde gedaante, enz. Op de afteekening zelve beteekent,
+
+Nº. 1, de hut of het priëel van den Colonel FOURGEOUD, of van den
+bevelhebbenden Officier, welke altyd in het midden stondt, en waar
+voor een schildwagt geplaatst was.
+
+Nº. 2, de hutten van alle de verdere Officiers, makende een kleinen
+driehoek, en die van den Opper-bevelhebber omringende.
+
+Nº. 3, de buitenste hoeken van den driehoek, die door middel van de
+hutten der soldaten in drie afdeelingen verdeeld wierden, namelyk, de
+hoofdbende, de voor-hoede en de agter-hoede, benevens de schildwagten,
+die op een bekwamen afstand geplaatst wierden.
+
+Nº. 4, de kisten tot berging der krygs- en mond-behoeften, als mede
+der geneesmiddelen, waar by een schildwagt stondt.
+
+Nº. 5, de vuuren, agter elke afgezonderde hoop krygsvolk geplaatst,
+om het eeten gereed te maken, en rondom welken de slaven op den
+grond lagen.
+
+Nº. 6, een hoop afgehakte Latanus-boomen, om hutten of priëelen
+te maken.
+
+Nº. 7, eene kleine beek of kreek, die aan het krygsvolk water
+verschafte.
+
+Nº. 8, het naby gelegen bosch.
+
+Ik keere tans tot myn verhaal te rug, en moet aanmerken, dat
+de wachtpost van Barbacoeba, verre van in staat te zyn, om ons
+levensmiddelen toe te zenden, zoo als onze Bevelhebber zig verbeeld
+had, naauwlyks een gering onderhoud aan ons aankomend krygsvolk,
+het welk uitgehongerd was, verschaffen konde. Verscheiden dagen lang
+leefden zy alleenlyk van ryst, ignames, erweten, Turksch graan,
+en wierden vervolgens byna allen door een geweldigen rooden loop
+aangetast. Schoon dit zoort van voedzel voor de Indianen en Negers
+krachtig genoeg is, is het niet geschikt voor de Europeanen, die
+niet lang zonder vleesch leven kunnen: en dit laatste was tans zoo
+zeldzaam te bekomen, dat zelfs de Joodsche soldaten, die zig onder
+het krygsvolk der Sociëteit bevonden, al het gezouten varkens-vleesch,
+het welk zy maar bekomen konden, opslokten.
+
+Ik behoorde niettemin by aanhoudenheid onder het klein getal der
+geenen, die gezond waren: dit was byna een wonder; want ik had geen
+beter voedzel, dan een ander, dewyl ik mynen byzonderen voorraad op de
+Plantagie Mocha had agtergelaten. Ik hoopte op dit oogenblik verlof
+te zullen bekomen, om dezelve in persoon te gaan halen, en die hoop
+verkwikte my; maar de Colonel FOURGEOUD hielp my spoedig uit den droom,
+en verklaarde my, dat hy my geen oogenblik van het doen van den dienst
+ontslaan zoude, zoo lang ik op myne voeten staan konde: ik moest dus
+eene gelegenheid afwagten, om ze te laten komen. Ik deelde te gelyker
+tyd het middelmatig rantsoen van een soldaat met mynen Neger; nu en
+dan wierdt het vermeerderd met kool, of palmboom-wormen, of ook wel
+met eenige visch.
+
+Wat de ongelukkige slaven betrof, zy waren zoodanig uitgehongerd, dat
+zy, een aap van het geslacht der coaitas gedood hebbende, denzelven
+met huid, hair en ingewanden kookten. Vervolgens haalden zy hem uit de
+ketel, half gaar zynde: om hem rond te deelen, scheurden ze hem met de
+tanden van één, en slokten hem eindelyk met zoo veel gretigheid in,
+als of zy menscheneeters waren. Zy boden 'er my geen brok van aan;
+maar, hoe groot ook myn honger was, myn maag had geen trek naar
+zulk wildbraad.
+
+Ik wierd veel geholpen door myn sterk gestel, door eene zeer
+goede gezondheid, en door mynen vrolyken inborst, zonder het welk
+ik onder den last der elende en vermoeienis bezweken zoude zyn,
+daar dezelve toen zoo ondraaglyk geworden waren, dat de Jagers op
+nieuw onze legerplaats verlieten. Hun leidsman, WINSACK genaamd,
+één der yverigste en moedigste lieden, die immer de bosschen van
+Guiana waren ingetrokken, leide zynen post neder, zoo als MONGOL,
+geduurende den eersten veldtocht van den Colonel FOURRGEOUD aan de
+Wana-Kreek gedaan had.
+
+In 't begin van September, maakte de roode loop zulke verwoestingen
+onder het volk, dat de Colonel zig genoodzaakt zag, om alle de zieke
+Officiers en soldaten zonder onderscheid weg te zenden, niet om zig
+in het groot Hospitaal te Paramaribo te laten geneezen, maar om aan
+de oevers der Rivieren te kwynen en te sterven. Het volk van zyne
+krygsbende begaf zig naar Maagdenberg aan de Tempaty-Kreek, en dat
+der Sociëteit naar Vrydenberg, aan de Cottica.
+
+De onmenschelykheid van den Colonel FOURGEOUD, omtrent zyne Officiers,
+was tans tot die hoogte geklommen, dat hy zelfs niet gedogen wilde,
+dat zy, die in eenen hopeloozen toestand waren, een soldaat tot
+oppasser hadden, welken prys zy ook bereid waren 'er voor te
+betalen. Ik heb 'er verscheiden in hunne hangmatten, die tusschen
+twee boomen opgehangen waren, zien leggen, in een staat van walgelyke
+vuiligheid, by gebrek van hulp. Onder dit getal behoorde de Vaandrig
+STROWS, wien de Bevelhebber vervolgens in een open vaartuig naar
+Devil's Harwar liet overvoeren, alwaar hy stierf. De Colonel wierd
+eindelyk zelf door deeze wreede ziekte aangetast, en zyn geliefde
+geneesdrank hielp hem niet met al. Echter herstelde hy schielyk, door
+eene groote hoeveelheid rooden wyn te drinken, en veel speceryen te
+eeten, waar aan hy zelden gebrek had. De Colonel SEYBOURG gebruikte
+ook het eerstgemelde van deeze behoedmiddelen; maar dewyl hy 'er
+te veel op eenmaal van nam, verloor hy 'er dikwils het gebruik van
+zyn verstand door. In zulk eene gesteldheid, en in een legerplaats,
+die zulk een rampzalig voorkomen had, wagte onze Colonel echter eene
+bezending af van den Raad van Paramaribo, die gelast was hem met zyne
+overwinning geluk te wenschen. Dienvolgende had hy eene cierlyke hut
+doen bouwen, en last gegeven om hem schapen en varkens te bezorgen,
+waar op hy de afgezondenen onthaalen zoude;--maar 'er kwam niemand.
+
+Den 9den, slagtte men dit vee; en voor de eerste keer, zedert dat hy
+het bevel voerde, liet de Colonel onder het volk een pond vleesch,
+de beenen daar onder begrepen, voor ieder man, uitdeelen; maar het
+getal der soldaten, die van deeze edelmoedigheid gebruik konden maken,
+was in dit oogenblik zeer gering.
+
+Des anderen daags zagen wy eene versterking van honderd mannen, die
+van Maagdenberg aan de Commewyne kwamen, aankomen; en de wachtpost van
+Vrydenberg zondt ons byna een gelyk getal van Sociëteit's krygsvolk. De
+laatstgemelden bevestigden ons de tyding van het overlyden van den
+Vaandrig STROWS, en berigtten ons die van een groot aantal gemeene
+soldaaten, die by het innemen van Gado-Saby waren tegenwoordig geweest,
+en, terwyl men hen naar Barbacoeba vervoerde, in de vaartuigen zelve
+stierven.
+
+Men ontfing te gelyker tyd berigt, dat de muitelingen, welken wy
+verslagen hadden, de Cottica boven de Patamaca-Kreek overtrokken,
+om hunne verwoestingen aan den westkant oogenblikkelyk uit te
+oeffenen. Dadelyk wierden te water vyftig mannen afgezonden onder
+bevel van eenen Capitain, om de oevers by de Pinnenburg-Kreek te
+gaan onderzoeken. Dit volk kwam den 8sten te rug, en bevestigde
+deeze tyding. Onze onvermoeide Bevelhebber besloot derhalven, om de
+muitelingen op nieuw te vervolgen; maar de slaven, die onze krygs- en
+mond-behoeften droegen, niet meer dan het vel over de beenen hebbende,
+waren naar hunne meesters te rug gezonden, die in hunne plaats anderen
+moesten zenden, maar die nog niet waren aangekomen.
+
+Den 9den, verkogt men de nagelatene goederen van den Vaandrig
+STROWS aan de meestbiedenden om op tyd te betaalen. De ongelukkige
+soldaten, zig beyverende, om zig eenige ververschingen en kleederen
+te bezorgen, betaalden zevenmaal de waardy van het geen zy kogten;
+en deeze schandelyke schuld wierd van hun geld ingehouden. Ik heb 'er
+één vyf Engelsche schellingen zien geven voor een pond snuif-tabak,
+die geen tiende gedeelte van dien prys waardig was. De zelfde
+persoon betaalde voor slechte schoenen het dubbeld van derzelver
+echte waarde. Een paar magere kuikens kostten een guinie voor een
+zieken. Deeze ongelukkigen wierden op die wyze geheel en al beroofd
+van hunne weinige overgegaarde penningen, waar voor zy hun bloed en
+arbeid hadden veil gehad, terwyl men hunnen dringenden nood had kunnen
+voorkomen, alleenlyk door hun te geven het geen men hun verschuldigd
+was. Een zee-soldaat zwoer toen in de drift van zyne misnoegdheid,
+dat hy den Colonel FOURGEOUD zekerlyk zoude van kant helpen, wanneer
+hy 'er de gelegenheid toe vinden mogt. Een getuige hoorde dit, maar
+ik haalde hem over, na dat de schuldige berouw over zyne uitdrukking
+betoond had, om geene verklaring tegen denzelven te geven: dus redde
+ik zyn leven, het welk hy anders door de koord verloren zoude hebben.
+
+Alle menschen zyn by geluk zoo verregaande ongevoelig niet, als onze
+Colonel, want dien zelfden dag zondt de braave Mevrouw GODEFROY een
+vaartuig, waar in een vette os, oranje-appelen en bananen voor de
+arme soldaten geladen waren, en die vervolgens onder hen verdeeld
+wierden. Des avonds van dien dag, ontfing ik een weinig voorraad, en
+eenige flessen Porto-wyn, welken JOANNA my toezondt. Zy had eene veel
+grootere hoeveelheid afgezonden, maar dezelve was gedeeltelyk gestolen,
+en gedeeltelyk bedorven. Dit maal gaf ik niets aan den Colonel.
+
+Wanneer ik van voorraad, in een dergelyk geval ontfangen, spreek,
+bedoel ik suiker, thee, koffy, Bostonsche bischuit, een kaas, rhum,
+een ham, of eenig gezouten vleesch, alles in eene kleine hoeveelheid,
+want één slaaf kon de in de bosschen geen zwaarder vracht dragen, en
+het was ons niet geöorloofd 'er twee te gebruiken. Onder de behoeften
+telde men ook hembden, koussen schoenen; maar deeze twee laatstgemelde
+artikelen waren voor my van geen nut, zedert dat ik de gewoonte had
+aangenomen om blootsvoets te gaan. Reeds zedert twee jaaren had ik my
+hier aan gewend: ik bevond 'er my wonder wel by, en wenschte 'er my zei
+ven geluk mede, vooral wanneer ik zag, hoe myne ongelukkige medgezellen
+de beenen en voeten met scheuren en zweeren als bedekt hadden.
+
+Den 12den, toen de nieuwe slaven waren aangekomen, maakte men zig
+gereed, om de muitelingen des anderen daags te vervolgen, onzen weg
+nemende naar den wachtpost, Jerusalem genaamd, waar van ik gesproken
+heb, ter gelegenheid, dat ik by den rampzaligen tocht naar het bovenste
+gedeelte van de Cottica het bevel voerde. Den 13den, zondt men de
+krygsbehoeften en legergoederen te water derwaart, onder geleide
+van de zieke Officiers en soldaten. Wy braken dus de legerplaats
+op, en verlieten Barbacoeba, om weder de bosschen te doorkruissen,
+nemende geduurende den geheelen eersten dag onzen weg ten zuiden
+en zuid-oosten; wy bragten den nacht door aan de overzyde van de
+Cassipory-Kreek, alwaar wy ons ter nedersloegen.
+
+De ongelukkige slaven ondervonden op deezen tocht eene wreede
+mishandeling. Half uitgehongerd, waren zy niet alleen met pakken
+overladen, maar een ieder, wien het hoofd niet wel stondt, veroorloofde
+zig bovendien straffeloos om hen te slaan. Ik zag by voorbeeld des
+Colonels gunsteling, den Neger GOUSARY, 'er één tegen den grond
+smyten, om dat hy zyn pak niet schielyk genoeg opnam; de Colonel
+deedt vervolgens van gelyken, om dat hy het te schielyk opnam: de
+ongelukkige slaaf, niet wetende wat te doen, riep op een beklaaglyken
+toon uit, ô Massera Jesus Christus, en toen kwam 'er een geestdryver,
+die hem op nieuw tegen den grond smeet, om dat hy eenen naam, welks
+heiligheid hy zoo weinig kende, had durven ontheiligen.
+
+Op den tocht van deezen dag, ontmoetten wy een groote troep wilde
+varkens. De soldaten doodden 'er verscheiden met sabel-houwen en
+bajonnet-steken, maar op geene andere wyze, want de Colonel had
+verboden een enkel schot met den snaphaan te doen. Men slagte dezelven;
+en het vleesch, het welk op het oogenblik wierd rond gedeeld, was by
+allen zeer welkoom. Ik kan niet nalaten nog op te merken, als iets dat
+zeer merkwaardig is, dat indien de eerste van deeze dieren, welke voor
+uit loopt, deezen of geenen weg inslaat, de anderen hem blindelings
+volgen, hopende even als hy het gevaar te zullen ontsnappen; het geen
+hun integendeel dikwils in handen van hunne vyanden doet vallen.
+
+Den 14den, trokken wy naar het zuid-westen tot op den middag, wanneer
+wy te Jerusalem aankwamen, alwaar de voorhoede zig reeds zedert een uur
+bevondt. Wy waren geheel en al met slyk bemorst. Verscheiden soldaten
+vielen over wortels van boomen, of groote steenen, het geen hun zelfs
+breuken veroorzaakte. Tot myne groote verwondering, vonden wy hier
+dien zelfden WINSACK, van wien ik hier boven gesproken heb, en die
+aan het hoofd van honderd andere Jagers was. Hy had hooren zeggen,
+dat de muitelingen de Rivier Cottica aan derzelver bovenste gedeelte
+waren overgetrokken, en de Gouverneur had hem aangezogt, om het bevel
+weder op zig te nemen; dienvolgende boodt hy aan den Colonel FOURGEOUD
+op nieuw zynen dienst aan, die zeer wel deedt met zulks aan te nemen.
+
+Onze legerplaats was byna geheel en al ter neder geslagen op een
+stuk land, dat met langwerpige en steekende planten bedekt was. Een
+der slaven wierd ongelukkiglyk in zyn voet gestoken door een kleine
+slang, die in Surinamen den naam van Oroucoukou [4] draagt, uit
+hoofde van deszelfs kleur, naar die van een nachtuil gelykende. In
+minder dan één minuut begon het been van deezen man op te zwellen;
+vervolgens gevoelde hy vreesselyke pynen, en verviel kort daarop in
+stuiptrekkingen. Een van zyne medgezellen, den slang gedood hebbende,
+liet de gal van dit dier, gemengd in een half glas brandewyn, het
+welk ik hem gaf, door den gewonden inneemen. Toen (misschien was het
+loutere inbeelding) scheen hy een weinig verligting te gevoelen:
+maar het toeval kwam met een ongemeen geweld schielyk wederom, en
+de ongelukkige wierdt dadelyk naar de Plantagie van zynen meester
+gezonden, alwaar hy stierf. Ik heb dik wils hooren zeggen, dat de gal
+van een slang, uitwendig op de beet gelegd, in dit geval van zeer
+kragtige uitwerking is. Men kan zelfs in the Great Magazine van de
+maand April 1758, een brief lezen, gedagteekend den 24sten Maart,
+en geteekend J. H., waar in de Schryver op eene leerstellige wyze
+de manier behandelt, op welke dit geneesmiddel behoort te worden
+toegediend. Maar ik laat voor lieden van de kunst over, om in deeze
+byzonderheden te treden, en ik zal my vergenoegen met in 't algemeen
+op te merken, dat hoe kleiner de slang is, ten minsten in Guiana,
+hoe doodelyker het vergift is. En dit is het, 't geen THOMPSON met
+zoo veel juistheid en kragt van woorden schetst.
+
+"Maar de wreedste, schoon de kleinste van allen, is steeds die
+dienaar van den dood, welke, zig in de schaduw verborgen houdende,
+zyn ongelukkig slachtöffer bespiedt, en het zelve een fyn vergift
+mededeelt, het welk langen tyd in zyne aderen gekookt, met eene
+gezwindheid, als die der blixemstraalen, zynen levensloop stuit".
+
+In deeze zelfde Savane, doodde één der Jagers nog een ander dier
+van dit zelfde geslacht, genaamd de Zweepslang, om dat hy naar een
+zweep gelykt. Naauwlyks dikker zynde dan een zwaanen-schacht, heeft
+hy de lengte van vyf voeten. Zyn buik is van eene witte, en zyn rug
+van eene lood-kleur: ik weet de gevolgen van zyne steeken niet. De
+Negers hebben my gezegd, maar ik heb het niet gezien, dat hy met zyn
+staart een zeer harden slag kan geven.
+
+Ik moet niet met stilzwygen voorbygaan, een halfslachtig dier,
+het welk de Negers ook dien zelfden avond doodden, en door hen
+Cabiai [5] genoemd word. Het is een zoort van water-varken, van de
+zelfde gedaante, als het land-dier van dien naam. Hy is met gryze
+borstels bedekt, en met zeer scherpe tanden gewapend: hy heeft geen
+staart. Elk van zyne pooten heeft drie klaauwen, met een vlies, even
+als de eendvogels. Men beweert, dat dit dier alleenlyk des nachts
+aan den oever koomt, en dat hy zig aldaar met allerleije kruiden en
+plantgewassen voedt. Zyn vleesch is, zoo men zegt, goed om te eeten,
+maar ik heb het niet geproeft.
+
+Den 16den, zondt de Colonel FOURGEOUD twee aanzienlyke gedeelten zyner
+krygsbende af, om op kondschap uit te gaan. Het eerste bestond uit
+honderd mannen, waar over de Lieutenant Colonel DE BORNES het bevel
+voerde; hetzelve had in last, om zig van den kant van de Wana-Kreek
+naar het bovenste gedeelte der Cormoetibo-Kreek te begeven. Het
+tweede bedroeg een gelyk getal, onder bevel van den Colonel SEYBOURG;
+het zelve kreeg bevel, om naar de Pinnenburg-Kreek, aan het bovenste
+gedeelte van de Cottica, heen te trekken. Het laatstgemelde volk kwam
+omtrent te middernacht te rug, met twee kano's, welken zy, aan de
+andere zyde der Rivier, een weinig beneden de Claas-Kreek, gevonden
+hadden op 't land gehaald te zyn. Hun bericht overtuigde ons van den
+aantocht der muitelingen, die hunne ledige kano's alleenlyk hadden doen
+afzakken, om dezelven, met buit beladen, te rug te zenden. Ingevolge
+van dit bericht, maakte men dadelyk de noodige toebereidzels, om hen
+met ernst te vervolgen. Onze oude Bevelhebber betoonde nimmer meerder
+moed, dan in dit oogenblik. Hy zwoer zig over alle de muitelingen,
+het koste wat het wilde, te zullen wreeken.--Maar men zal, in het
+volgende Hooftstuk, zien, of de bekwaamheid van onzen Generaal met
+die van BONNY gelyk stondt.
+
+
+
+TWEE-EN-TWINTIGSTE HOOFTSTUK.
+
+Byzonder zoort van Mieren.--Acajou-nooten.--Eta-appel.--Alarm aan
+de Peréca.--Hinderlaag.--Vreemde uitwerking, door eene Vledermuis
+veröorzaakt.--De Opposfum.--De Agouti en de Paca.--De Dadel-boom.--Het
+krygsvolk keert naar de Cormoetibo-kreek te rug.
+
+Den 19den September 1775, een oogenblik voor het opgaan der zon,
+begaf zig de Colonel SEYBOURG, aan het hoofd van honderd Zee-soldaten
+en veertig Jagers, in aantocht. Deeze Officier deedt my de eer aan,
+zyne keuze op my te laten vallen, om hem te vergezellen; en hy was,
+geheel anders dan voor deezen, zeer bescheiden omtrent my, zonder
+dat ik de reden van die verandering bevroeden konde.
+
+Na de Cormoetibo-Kreek te zyn overgetrokken, gingen wy zuidwestwaarts
+ten zuiden, tot aan de Cottica, aan welker oevers wy ons ter neder
+sloegen. Den eersten dag van onzen tocht zagen wy niets merkwaardigs,
+dan een groot aantal mieren van ten minsten een duim lengte, en
+volmaakt zwart. De insecten van dit zoort ontbladeren een boom in zeer
+korten tyd; zy snyden dezelven in kleine stukjens ter groote van een
+zes stuivers stuk, om ze onder den grond met zig te voeren. Het was
+alleräangenaamst dit mierenleger te zien, elk met een stuk van een
+groen blad, onöphoudelyk den zelfden weg volgende. Men is zoodanig
+genegen het wonderbaarlyke te gelooven, dat zommige lieden beweerd
+hebben, als of deeze vernieling ten voordeele van eenen blinden
+slang geschiede. Dit is 'er van de zaak, dat deeze bladen tot voedzel
+dienen voor de jongen der mieren, die nog geen kragt genoeg bezitten
+om zich zelven voedzel te bezorgen, en die zomtyds zes voeten diep
+in den grond woonen. Mejuffrouw DE MERIAN zegt, dat zommigen van
+deeze insecten zig tot een keten vormen van den eenen tak tot den
+anderen; en dat de geheele troep vervolgens daar over als over een
+brug gaat. Zy beweert ook, dat deeze troep eenmaal 's jaars van huis
+tot huis gaat, en aldaar al het ongedierte doodt, het welk zy vinden:
+maar ik ben verpligt te erkennen, dat ik op de plaatsen zelve geene
+van die omstandigheden vernomen heb: dit alleen kan ik verzekeren,
+dat het steken van dit zoort van mieren byna even pynlyk is, als van
+de vuur-mier, welke ik reeds beschreven heb.
+
+Des anderen daags trokken wy langs de oevers van de Cottica, tot dat
+wy in den omtrek van de Claas-Kreek waren, (dezelfde, die ik, met
+myn sabel tusschen myne tanden, had overgezwommen,) alwaar wy onze
+hangmatten ophingen. Men zondt my vervolgens met eenige jagers af, om
+aan den mond van de Wana-Kreek tot aan den nacht in eene hinderlaag
+te gaan leggen. Ik ontdekte hier niets anders, dan dat deeze zelfde
+Jagers, even als de muitelingen, geloofden, dat hunne tooverbanden of
+obias hen onkwetsbaar maakten. Zy zeiden my, dat de laatstgemelden
+dezelven van hunne Priesters ontfingen; en dat zy zelven die kogten
+van GRAMAN-QUACY, een zeer beruchten en doorslepen ouden Neger, van
+wien ik op een geschikter plaats in het byzonder spreken zal.--Wanneer
+ik hun vroeg, "waar het by toekwam, dat 'er iemand van hun, of van
+hunne onkwetsbaare tegenpartyen gedood wierdt"? antwoordden zy my:
+"Dit gebeurt, om dat zy even als gy, Masera, op hunnen tooverband,
+of obia, geen vertrouwen stellen".--Deeze trek van bekwaamheid
+van QUACY bragt nogtans het goed gevolg te weeg, dat hy van zyne
+landgenooten zulke onvertzaagde soldaten maakte, dat ik dikwerf over
+hunne ongemeene dapperheid verbaasd stond, en deeze bedriegerye,
+behalven dat ze veel aanzien en eerbied verwekte, bezorgde aan haaren
+uitvinder een gemakkelyk leven, het welk in eenen Surinaamschen Neger
+niet zeer gemeen is.
+
+Ik zag, aan den mond van deeze Kreek, eene groote meenigte
+Acajou-nooten op het water dryven. By de beschryving, daar van
+door my reeds gegeven, moet ik nog voegen, dat de noot van deezen
+naam zig aan eene groote peer vormt, en dat deeze aan een boom
+groeit van middelmatige grootte, die een gryze schors, en dikke en
+breede bladen heeft. Men kan deeze uitmuntende nooten door alle de
+werelddeelen vervoeren; want zy blyven eenen zeer langen tyd goed:
+zommige Schryvers noemen dezelven anacardium occidental. Uit den
+boom druipt eene doorschynende gom, die, in water ontbonden zynde,
+de dikte van vogellym heeft.
+
+Ter deezer zelfde plaats proefde ik ook den Eta-appel, waar van de
+Negers ongemeen veel houden. De boom, die denzelven voortbrengt,
+is een zoort van palmboom met breede bladeren, maar minder dik,
+dan de Mauricy, of den berg-palmboom. Deszelfs vruchten zyn rond,
+en groeien aan groote risten of bossen, even als de druiven-trossen:
+binnen in eiken appel zit een harde noot, die een pit in zig bevat,
+en met een oranje-kleurig vleesch, ter dikte van een halve duim,
+en van een alleraangenaamste zuure smaak, omgeven is. Men zamelt
+deeze nooten zeldzaam op; men wagt, dat de appelen ryp afvallen. De
+Indianen laten dezelven in water uitweeken, en maken 'er op die wyze
+een lekkeren en gezonden drank van.
+
+De Colonel FOURGEOUD zondt ons te water een bode, die den 21sten
+aankwam, met bericht, dat het alarm-geschut [6] zig van den kant
+van de Peréca had laten hooren. Wy trokken dadelyk de Cottica over,
+op welkers westelyken oever de Jagers en eenige zee-soldaten last
+hadden, in eene hinderlaag te gaan leggen, in de hoop van den te rug
+tocht der muitelingen af te snyden, wanneer zy deeze Rivier weder
+met hunnen buit zouden over trekken. Den zelfden namiddag wierdt
+'er een Neger van de muitelingen gezien, een groene mand dragende,
+die de reuk van den tabak geroken hebbende, eensklaps stil stondt,
+en den zelfden weg te rug keerde. Een Jager en ik schoten dadelyk
+op hem; wy raakten hem niet, maar zyn mand viel. Wy vonden daar in
+een dozyn fraaije servetten, een opgetoomden hoed met een goude lis,
+en twee rokken van kostelyke chits. Ik nam de laatstgemelden, en liet
+het overige aan mynen medgezel.
+
+Op de tyding van het gevaar, het welk de Plantagiën aan de Peréca
+liepen, trokken de Neger-Jagers met een ongemeenen yver voor uit;
+en eenige oogenblikken na hun vertrek, verzogt ik aan den Colonel
+SEYBOURG verlof, om hen te volgen. Deeze Officier gevraagd hebbende,
+wie lust had mede te trekken, boodt zig een groot getal aan; maar hy
+koos 'er alleenlyk vier uit, en ik was onder dezelven. Dwars door
+struiken en doornen, die als netten in malkander zaten, en die my
+de voeten op eene verschrikkelyke manier van één scheurden, gegaan
+zynde, haalde ik de afgezondene manschappen in, op den afstand van
+een myl van de legerplaats. Kort daar op ontdekten wy dertien geheel
+nieuw opgeslagene hutten, en wy gisten, dat de muitelingen kortlings
+deeze plaats waren doorgetrokken. Dienvolgende zond ik aan den Colonel
+SEYBOURG daar van berigt, en verzogt voor de Jagers en voor my bevel,
+om onverwyld naar de Peréca te trekken; maar zyn antwoord bragt
+stellig mede, om ons oogenblikkelyk by hem te vervoegen. Wy keerden
+derhalven langs onzen voorigen weg te rug; het geen ons tot groot
+hartzeer verstrekte; de Neger-soldaten waren vooral zeer misnoegd,
+en maakten duizend onaangenaame aanmerkingen.
+
+By onze aankomst op de legerplaats, vonden wy aldaar eene versterking,
+van den post van Jerusalem komende. Dezelve bestondt uit zestig mannen,
+zoo zwarten, als blanken, en bragt ons stelligen last mede, om het
+leger op te breken, en des anderen daags morgens naar de Peréca te
+trekken. Den geheelen nacht bevondt zig eene goede meenigte volks
+in hinderlagen.
+
+Den volgenden dag was ieder voor het opkomen der zon gereed, en echter
+verlieten wy onze legerplaats zeer laat. Geduurende dit onbegrypelyk
+verwyl vernamen wy, dat men een kano, waar in alleenlyk één Neger was,
+de Rivier had zien oversteken. Het was waarschynlyk die arme schelm,
+op wien ik des avonds te vooren geschoten had.
+
+Ik kan niet nalaten alhier eene zeer zonderlinge omstandigheid te
+verhaalen. Des morgens ten vier uuren ontwakende, was ik uittermaten
+verschrikt, toen ik my in gestolt bloed vond liggen, hoe zeer geene
+de minste pyn gevoelende. Ik stond oogenblikkelyk op, en liep met een
+toorts in de hand naar den Heelmeester toe; dit bloed, deeze toorts,
+myne bleeke kleur, myn afgesneden hair, myne ontramponeerde kleeding,
+konden in hem deeze vraag doen opryzen: "zyt gy een levendig schepzel,
+of een spook, uit het graf opgerezen? Is het zuivere hemel-lucht,
+die u omgeeft, of zyn het uitdampingen der helle?" [7]
+
+Het geheele geheim bestondt daar in, dat ik gebeeten of gestoken was
+door de Vampire, of het Spook van Guiana, ook de vliegende hond yan
+Nieuw Spanje, en door de Spanjaarden Perro-Volador genaamd. Dit dier
+is niets anders dan een vledermuis van eene monsterachtige gedaante,
+die aan menschen en beesten, wanneer zy slapen, het bloed uitzuigt,
+zelfs nu en dan zoodanig, dat zy 'er van sterven. Dewyl de manier,
+waar op deeze dieren dit doen, in de daad verwonderenswaardig is,
+zal ik trachten dezelve opzettelyk te beschryven.
+
+De Vampire, wanneer de geen, op wien hy het gemunt heeft, in slaap is,
+het welk hy uit zyne eigene natuurlyke neiging weet te ontdekken, zet
+zig doorgaans by de voeten neder. Hy houdt zig aldaar in evenwicht
+door middel van zyne groote vlerken, welken hy geduurig beweegt, en
+inmiddels doorboort hy de kop van de groote toon, maar het gat, het
+welk hy maakt, is zoo klein, dat 'er naauwlyks de kop van eene spelde
+door kan, en zulks derhalven geene de minste pyn veröorzaakt. Door
+middel van deeze opening, gaat hy niettemin voort met het bloed uit
+te zuigen, tot dat hy genoodzaakt is het uit te spuwen. Hy begint
+vervolgens op nieuw, en gaat zoo voort met zuigen en uitspuwen, zoo dat
+hy niet dan met zeer veel moeite kan wegvliegen, en dat zyn slachtöffer
+dikwerf van den natuurlyken in den eeuwigen slaap is overgegaan. De
+beesten steekt hy doorgaans in het oor, en altyd op een plaats,
+waar het bloed een oogenblikkelyken loop heeft, misschien in de eene
+of andere slagäder. Na dat men tabaks-asch op de wonde gelegd had,
+als het zekerst middel zynde, kwam ik te rug om my te wasschen, gelyk
+ook myne hangmat, waar onder ik veel geronnen bloed gewaar wierd. De
+Heelmeester het zelve naargegaan hebbende, oordeelde, dat ik geduurende
+dien nacht dertien of veertien oncen bloed moest verloren hebben.
+
+Ik heb naderhand gelegenheid gehad één van deeze vledermuizen
+te dooden, wiens uitgespreide vlerken eene wydte maakten van
+twee-en-dertig en een halve duim: men zegt, dat 'er zommige zyn van
+drie voeten in die zelfde rigting, schoon zy naar die van Madagascar
+niets hoe genaamd gelyken. De door my gedoodde vledermuis had eene
+donker bruine, byna zwarte kleur, maar ligter onder aan den buik. Over
+'t geheel had hy een in de daad afschuwelyk voorkomen. Maar zyn kop
+was vooral vervaarlyk: men zag aldaar boven den neus een blinkend,
+ongebogen, rimpelig, en puntsgewyze toeloopend vlies. Zyne ooren
+waaren lang, rond en doorschynend. In het bovenste kakenbeen had hy
+vier snydende tanden en zes in het onderste. Ik zag niet, dat hy een
+staart had, maar een vel, in welks midden een pees was. Elk van zyne
+vlerken had vier klaauwen, van elkander afgescheiden, als die der
+pooten van een eendvogel, [8] en met nagels gewapend: men zag ook nog
+een ander ter plaatse, waar deeze zelfde klaauwen zig verëenigen. Alle
+dienen zy aan het dier om te klauteren op, en zig vast te houden aan
+boomen, rotsen of daken, alwaar hy hangen blyft, wanneer hy slaapt.
+
+Een der Zee-soldaaten vong dien zelfden dag een Oppossum of
+Sarigue. Dit dier verschilt, in zommige byzonderheden, merkelyk van
+de beschryving, welke 'er de beroemde BUFFON van gegeven heeft.--By
+voorbeeld, hy is veel ligter dan alle de geenen, waar van deeze
+Schryver spreekt; en hy heeft den staart met hair, in plaats van met
+schubben bedekt. Ik meen dit ten minsten, en, zoo myn oog my bedrogen
+heeft, ben ik de eenigste niet die met opzigt van dit dier in dat geval
+geweest is. LINNÆUS, SEBA en VOSMAAR, beschouwen de Oppossum als een
+dier, zoo wel van de oude als nieuwe weereld, schoon het echter zeker
+is, dat hy alleen in America gevonden wordt. LINNÆUS tast ook mis,
+wanneer hy verzekert, dat alle de vledermuizen vier snydende tanden
+in elk kabenbeen hebben. (Zie BUFFON V. Deel, bladz. 282.)
+
+Deeze Oppossum was niet grooter, dan een groote muis. Hy was volmaakt
+zwart, uitgenomen onder den buik, aan de pooten, en onder aan den
+staart, die de kleur had van een buffels huid. Boven elk van zyne
+oogen, vry veel naar die van een rot gelykende, had hy een vlak van
+deeze zelfde kleur. Zyne ooren waaren lang, rond en doorschynend;
+zyne klaauwen bedroegen een getal van twintig, zynde één derzelven
+agterwaarts geplaatst, en tot een duim dienende. Dezelve had tien
+of twaalf tepels, waar aan (zoo men zegt) de jongen, zoo dra zy
+gebooren zyn, zig vasthouden, zynde zy dan niet veel grooter, dan
+jonge Kevers. Maar dit dier had den zak niet, welken andere Oppossums
+gewoonlyk hebben. In plaatse van dien, zag men twee langwerpige
+plooijen aan de binnenzyde van elke dye, die even als de gemelde zak
+geschikt waren, om de jongen voor alle onheil te beveiligen, daar geene
+foltering, ja zelfs het vuur niet, de moeder kan doen besluiten haare
+jongen te verlaten. Ik zal by deeze beschryving voegen, dat deeze
+dieren op het land leven, en dikwils op de boomen klauteren; maar
+dat zy zig, even als de muizen, met graanen, vruchten, en wortelen
+voeden. De beschryving van het andere zoort zal ik uitstellen, tot
+dat zig de gelegenheid my daar toe aanbiedt.
+
+Mejuffrouw DE MERIAN sreekt van eene byzondere Oppossum, die, in
+het oogenblik van gevaar, de jongen op haaren rug draagt: ik heb
+'er in Surinamen nooit van hooren spreeken, en houde my verzekerd,
+dat 'er dit zoort niet is.
+
+Ik heb reeds gezegd, dat door eene vertraging, waar van my de reden
+onbekend was, de ogtend reeds verre gevorderd was, toen wy onze
+legerplaats verlieten. Ik behoorde tot de voorhoede met de Jagers
+en eenige Zee-soldaaten, die allen voor negen dagen mondbehoeften
+op hunnen rug droegen. Wy hadden nog maar een klein gedeelte van den
+weg afgelegd, toen één der eerstgemelden op den jagthoorn blaazende,
+de anderen uit elkander gingen, en zig plat op den buik aan den grond
+nederleiden, hebbende den haan van hun geweer overgehaald, en zynde
+alzoo tot het gevecht gereed. Ik deed even als zy; maar het was niet
+meer, dan een valsch alarm. Het was een hart, het welk in zynen loop
+de bladeren van 't geboomte in beweeging gebragt had. Wy stonden
+derhalven weder op, en trokken door slyk en water heen, tot drie
+uuren na den middag, wanneer wy ons op hoogere landen nedersloegen,
+alwaar men geen water vinden konde, dan door een put te graven; en
+dan nog was het water, het welk wy daar uit schepten, zoo modderig,
+dat wy genoodzaakt waren, het door onze dassen of hembds-mouwen te
+laten doorloopen. De Colonel SEYBOURG kwam alhier by my, om my des
+avonds in zyne hut ter maaltyd te verzoeken, en behandelde my met
+eene beleefdheid, waar over ik zeer verwonderd was,
+
+Des anderen daags vervolgden wy onzen weg, neemende denzelven
+westwaarts ten noordwesten. Wy hadden zwaare slagregens, en moesten
+een moeras doorwaden. Ik voerde toen het bevel over de agterhoede,
+en had drie uuren noodig, om dezelve van deeze naar de overzyde
+te geleiden. Deeze tocht was allerverdrietelykst. De slaven, onder
+hunne pakken gebukt gaande, braken elk oogenblik de korst, die over
+het water lag. De Zee-soldaaten, met hunne mondbehoeften belaaden,
+hadden zeer veel moeiten om zig op de been te houden, en ik zelf,
+door de groote meenigte bloed, welke ik verlooren had, verzwakt zynde
+konde aan niemand van dienst wezen. Toen wy weder den vasten grond
+bereikt hadden, zag ik aldaar de lyken van verscheiden muitelingen
+verspreid liggen, aan elk van welken de regte hand en het hoofd was
+afgehouwen. Deeze lyken waren nog niet verrot, het geen my deedt
+vermoeden, dat 'er in 't kort eenig gevecht tusschen de muitelingen,
+en het krygsvolk, aan de Peréca leggende, had plaats gehad.--Ik
+moet hier opmerken, dat, indien men den 21sten, in plaats van my te
+gelasten om te rug te komen, en de Jagers weder mede te brengen, ons
+had toegestaan voorwaarts te gaan, de muitelingen tusschen twee vuuren
+zouden geraakt zyn, 'er zeer weinigen van hun zouden zyn ontsnapt,
+en wy hunnen buit zouden hebben hernomen. De lezer zal zig herinneren,
+dat dit zelfde voorval plaats had, toen ik, twee jaaren te vooren, te
+Devil's Harwar het bevel voerde. Indien ik toen een genoegzaam getal
+manschappen en krygsbehoeften tot den tocht gehad had, zoude ik aan
+de Volkplanting den gewichtigsten dienst gedaan hebben. Het spyt my
+deeze twee wezentlyke misslagen te moeten aanhaalen; maar waarheid
+en onpartydigheid verpligten 'er my toe. Deeze aanmerkingen echter
+behooren my niet van wreedheid te doen beschuldigen, want niemands hart
+was meer getroffen dan het myne, op het zien van zo veele jongelingen,
+die onder het ons omringende geboomte dood uitgestrekt lagen. Myn
+oog viel in 't byzonder op twee van hun, die zoo wel gemaakt waaren,
+als men ze met mogelykheid bedenken kan.
+
+Terwyl ik met het maken van deeze en andere gelykzoortige aanmerkingen
+bezig was, bleeven verscheiden slaven, die te zwaar belaaden waren,
+in het moeras zitten. De bevelhebbende Officier, met het voornaamste
+gedeelte zyner manschappen zig op een hoog stuk land nedergeslagen
+hebbende, konde ons niet meer zien, noch hooren; en door deeze
+scheiding liep de agterhoede gevaar, niet alleen om haare mond- en
+krygs-behoeften te verliezen, maar om zelfs in de pan gehakt te worden.
+
+Geenen enkelen Europeaan vindende, die kragten genoeg had overgehouden,
+om het volk, het welk voor uit getrokken was, in te haalen, gaf ik
+het bevel over aan mynen Lieutenant DE LOSRIOS, en waagde het om
+alleen dwars door het bosch te loopen, tot dat ik onze legerbende
+bereikt zoude hebben. Ik hield den Colonel SEYBOURG de gesteldheid der
+agterhoede voor, en verzogt hem "om wat langzaam voort te trekken, ten
+einde aan die geenen, die in de modder gezonken waren, tyd te geven,
+om 'er zig uit te redden, zonder het welk ik voor de gevolgen niet
+konde instaan". Zyn antwoord was, "dat hy zyn leger zoude opslaan,
+zoo dra hy goed water ontmoette". Schoon zeer vermoeit zynde, keerde
+ik dadelyk naar myne agterhoede te rug, waar van het grootste gedeelte
+tot des nachts in den deerniswaardigsten en gevaarlyksten toestand
+bleef, want eerst des avonds ten zeven uuren redden wy den laatsten
+man uit het moeras, en toen gingen wy langzaam voort, tot dat wy in
+de legerplaats aankwamen.
+
+Myne oplettenheid voor het behoud der manschappen, over welken
+ik het bevel voerde, myne zorge voor de bespaaring van krygs- en
+mondbehoeften, wel verre van my de goedkeuring te doen ondervinden
+van hem, onder wiens bevelen ik voor dit oogenblik stond, van hem, die
+my nog kortlings met zoo veel bescheidenheid behandelde, wikkelde my
+integendeel in een ernstig voorval in, waar over ik zoo gevoelig was,
+dat ik my naauwlyks wederhouden konde, om tot wanhoop te vervallen. Men
+kan myn verdriet beöordeelen, wanneer men weet, dat ik naauwlyks
+in de legerplaats zynde te rug gekomen, in arrest gezet wierd,
+om door eenen krygsraad, ter zaake van gepleegde ongehoorzaamheid,
+gevonnisd te worden. De Colonel SEYBOURG en ik hadden nimmer met
+elkander in betere vriendschap omgegaan; maar schoon hy my in het
+begin van den tocht met eene uiterlyke beleefdheid behandeld had,
+was het niet minder zichtbaar, dat hy, na een dergelyken trek, zig
+betoonde myn doodelykste vyand te zyn. Ik moet echter niet vergeeten
+eene zonderlinge omstandigheid te verhaalen, hier in bestaande,
+dat men my, schoon in gevangenis gesteld zynde, tot nader orde myne
+wapens liet behouden.
+
+Den 24sten vertrokken wy des morgens vroeg, en namen den weg ten
+zuiden en zuidwesten. In deeze laatstgemelde richting gingen wy voorby
+Pinnenburg, een verlaten gehucht der muitelingen, waar van ik gesproken
+heb. Ik bleef steeds gearresteerd, en was uittermaten mismoedig.
+
+Des daags daar aan volgende trokken wy zuidwestwaarts, en doorwaadden
+een zeer diep moeras, waar in wy nat bezweet ingingen, vermits wy
+tot hier toe te schielyk gegaan hadden: maar de gezondheid van onze
+soldaaten was geen zaak, waar over men zig bekreunde, van hoe veel
+aanbelang zy ook voor den goeden uitslag onzer onderneming was.
+
+Op nieuw een zoort van heuvel of hoog land bereikt hebbende, was ik op
+het punt een ongeluk te ontmoeten, noodlottiger dan alle de ellende,
+welke ik tot dus verre ondervonden had. In eene diepe mymering als
+weggezonken, terwyl ik de agterhoede volgde, verdwaalde ik ongevoelig,
+en bevond my eindelyk alleen, in het midden van eene eindelooze
+woestenye. Zoo dra de arme QUACO bemerkt hadt, dat ik was afgedwaald,
+waagde hy dwars door het bosch heen te loopen, om zynen meester te
+rug te vinden, en, by louter geluk, zag hy my, aan den voet van eenen
+boom zittende in eene neerslagtigheid, die zig niet laat beschryven,
+en ten prooy van smart en wanhoop overgegeven. Des morgens van dien
+dag meende ik, dat myn ongeluk op het hoogst was, en in dit oogenblik
+zoude ik alles gegeven hebben, om my nog in die zelfde gesteldheid
+te bevinden. Ik was in eenen staat van volmaakte gevoelloosheid, te
+midden van een onmeetelyk bosch, en door verslindende vyanden omringd;
+stortregens vielen uit den hemel, en myn uitzicht was op tygers, op
+hongersnood, op alle onheilen, op alle gevaaren. JOANNA moest ik voor
+eeuwig vaarwel zeggen!--Dusdanig was de gesteldheid van mynen geest,
+toen ik, eensklaps mynen Neger herkennende, van den grond oprees,
+en als een geheel nieuw leven in my voelde ontvonken. Vervolgens
+eenigen tyd te zamen zynde voortgewandeld, zeide ik hem, dat ik een
+vyver zag, door welken ik meende, dat het krygsvolk was doorgegaan,
+om dat het water zig drabbig vertoonde. De Jongeling, het oog op dit
+water slaande, antwoordde my met ontsteltenis; dat deeze modderpoel
+door een Tapira veröorzaakt was, [9] en hy toonde my de voetstappen
+van het dier in het slyk, vervolgens berste hy uit in traanen, en
+riep uit: Masera, wy zyn 'er om koud! wy zyn 'er om kond! In het
+midden van deezen angst herïnnerde ik my echter, dat de Peréca op
+de kaart wierdt aangewezen ten westen van de plaats, alwaar wy ons
+bevonden, en ik besloot om oogenblikkelyk mynen weg derwaarts te
+nemen. Derhalven mynen snaphaan op nieuw geladen hebbende, gelastte
+ik aan QUACO om my te volgen; maar 'er was my nog één hinderpaal
+in den weg, ik had myn kompas niet by my, en de regen belette het
+doorschynen der zonnestraalen. In deezen bangen nood, herïnnerde my
+myn medgezel, dat de schors der boomen aan de zuidzyde doorgaans veel
+gladder is. Dit was waarlyk een goede inval, en dienvolgende gingen
+wy naar dien kant heen; dan eens door een dik en donker bosch, dan
+eens door een zoort van kreupelbosch, tot dat wy, door vermoeienis
+en honger afgemat, gingen nederzitten, zonder een enkel woord uit te
+brengen, en elkander aankykende als twee slachtöffers; die ter dood
+verwezen waren. Ons stilzwygen bleef nog voortduuren, wanneer wy een
+verward gedruis hoorden, als van lieden, die hoestten, en van anderen,
+die met wapentuig eenige beweging maakten. Gode zy dank! het was ons
+krygsvolk, het welk zig nedersloeg op een veld, bevoorens door het
+volk van de Peréca bezet. In weerwil van myne ongelegenheid, bevond ik
+my in dit oogenblik in eene der gelukkigste geest-gesteldheden, die
+my deedt zien, dat alles in deeze weereld ten goeden en ten kwaaden
+keeren kan. Alle de Officiers wenschten my van goeder hart geluk, en
+myn Neger, zoo wel als ik, deelden met hun van hun koud ossenvleesch
+en brood. Na het eindigen van deezen maaltyd, vervolgden wy onzen weg,
+en wy kwamen wederom in een moeras, of liever in een modderigen vyver,
+welks oppervlakte te zwak was om ons te dragen. De donkerheid van den
+nacht overviel ons, en wy waren genoodzaakt aldaar te verblyven. De
+soldaten hingen hunne hangmatten aan de boomen, de eene boven de
+andere; de slaven maakten houtvlotten, op welken zy het kruit, de
+krygsbehoeften, enz. nederzetten, en zy zelven gingen leggen slapen.
+
+Den 26sten, vertrokken wy, een uur voor het aankomen van den dag,
+maar na dat de Colonel SEYBOURG in zyne hangmat koffy gedronken had,
+terwyl al het volk, tot hun midden toe in het water staande, op hem
+wagtte, en wy gingen eerst west-, vervolgens noord-westwaarts. Onze
+tocht was zoo moeielyk en verveelend, dat verscheiden slaven hunne
+pakken lieten vallen, waar door dezelve deels nat wierden, deels
+verloren geraakten. Eindelyk, na eene andere verlatene legerplaats,
+te zyn doorgetrokken, hielden wy stil aan het oude cordon, of den
+weg, die op andere wegen uitliep, alwaar ik dadelyk het spoor der
+muitelingen ontdekte, geduurende dat ik aan de Cottica het bevel
+voerde. Wy sloegen aldaar ligte hutten op, om onder dezelven den
+nacht door te brengen.--Ik bleef nog steeds in arrest.
+
+Een der Jagers, een klein viervoetig dier ontdekt hebbende, het welk
+met eene ongelooflyke gezwindheid door de legerplaats liep, hakte
+het zelve met zyn sabel. Het was de Paca, of de gevlakte Cavey, in
+Surinamen den naam van Water-haas dragende. Dit dier is ongemeen vet,
+en heeft de grootte van een speenvarken. Zyn onderste kakebeen is kort,
+zyne neusgaten zyn breed, en van knevels voorzien, even als de katten;
+zyne oogen zyn zwart, en zyne ooren klein en kaal. Aan elke poot heeft
+hy vyf klaauwen. Zyne huid, van eene bruine aard-kleur, is met vlakken
+gespikkeld, die een buffels kleur hebben, in de lengte, en meer of min
+streeps-gewyze geplaatst zyn: de buik heeft eene vuile witte kleur,
+en het geheele lyf is met een ruw, grof en kort hair overdekt. De
+Paca is een halfslachtig dier. Zig op het land bevindende, graaft hy,
+even als de varkens, in den grond, om zyn voedzel te zoeken: wanneer
+hy in gevaar is, loopt hy naar het water, om aldaar eene schuilplaats
+te vinden. Schoon hy vet, en, naar mate van zyne grootte, zeer wel in
+'t vleesch is, loopt hy echter veel gezwinder, dan eenig dier van
+zyne dikte in Zuid-America doet. Men leest nochtans het tegendeel
+in de beschryving, welke men daar van vindt in het vervolg op de
+Natuurlyke Geschiedenis van BUFFON, alwaar gezegd wordt: "Dat de
+Paca niet gezwind loopt, dat hy zelfs zeldzaam loopt, en dan nog met
+zeer weinig bevalligheid". Misschien is dit waar, wanneer men hem als
+een huisdier beschouwt, want men kan hem tam maken; maar ten minsten
+in den staat der natuur is hy zoodanig niet; en ik kan verzekeren,
+dat ik hem als een haas heb zien loopen. Wy lieten hem voor onzen
+avond-maaltyd gereed maken, en wy vonden hem nog veel lekkerder dan
+de Bosch-rot, of zelfs dan de Warrabocerra.
+
+De Cavey, met een lange neus, beter bekend onder den naam van Agouli
+Pacarara, is in Surinamen mede zeer gemeen. Zyne grootte is die
+van een groot konyn, Zyne huid heeft eene bruine oranje kleur op
+den rug, en geel aan den buik; zyne pooten zyn zwart: alle vier zyn
+ze lang uitgerekt: de voorpooten eindigen met vier klaauwen, en de
+agterpooten met drie. De oogen van dit dier hebben eene schitterende
+zwarte kleur. Zyne bovenste lip is gespleten, en van knevels voorzien;
+zyne ooren zyn klein. Even als de Paca, heeft hy een zeer korten
+staart. Hy teelt sterk voort, en het wyfje zoogt haare jongen,
+die ten getale van drie of vier zig in holen van oude stammen van
+boomen ophouden, werwaarts zy ook de wyk neemt, wanneer zy vervolgd
+wordt. De Agouli Pacarara zoekt zyn voedzel niet op het land, zoo als
+de Paca. Men maakt hem gemakkelyk tam, en hy eet vruchten, wortelen,
+nooten, enz. maar zyn vleesch, schoon goed, is echter van een minder
+zoort, dan dat van de Paca.
+
+Men heeft my in Surinamen gezegd, dat aldaar ook een ander dier van
+dit zoort gevonden wordt, genaamd de langstaartige Agouli. Ik heb
+hem niet gezien, of het is dezelfde, dien ik onder den naam van den
+Struikrot beschreven heb.
+
+Den 27sten, vervolgden wy onzen weg, en voor den middag kwamen wy
+in eenen elendigen staat op de Plantagie Soribo, aan de Peréca,
+om aldaar de naby gelegene Plantagiën tegen BONNY en de muitelingen
+te verdedigen.
+
+De Rivier Peréca heeft, zoo men zegt, uit hoofde van derzelver
+veelvuldige kromten, een loop van meer dan zestig mylen, en zulks
+over 't algemeen van den zuid-oost naar den noord-west kant. Zy is
+zeer diep; maar haar bed is naauw, en aan haare oevers zyn, even
+als ten aanzien van alle de andere Rivieren, overäl schoone Suiker-
+en Koffy-Plantagiën gelegen. Wy waren naauwlyks op den wachtpost te
+Soribo aangekomen, of verscheiden afgezondenen van den Colonel SEYBOURG
+spraken my aan, en verzogten my ernstig, dat ik erkennen wilde ongelyk
+gehad te hebben: zy verzekerden my, dat ik, dit erkend hebbende, myne
+vryheid zoude te rug bekomen, en alles vergeten zoude zyn. Overtuigd
+van myne onschuld, konde ik my met geen schik schuldig verklaren, en
+vooräl naardien de misdaad, waar van men my beschuldigde, slechts een
+gevolg was van myne getrouwe zorge voor het behoud der manschappen
+en krygsbehoeften, die my toevertrouwd waren. Na myne weigering,
+welke de Colonel SEYBOURG als eene misdadige halstarrigheid geliefde
+aan te merken, gaf men my onder de bewaring van eene wacht, en men
+nam my myne wapenen af. Onze Zee-soldaten bragten my toen in eene
+zeer groote ongerustheid, door opentlyk te dreigen, dat zy ten mynen
+voordeele aan 't muiten zouden slaan. Om dit onheil voor te komen,
+verklaarde ik hun, dat, daar, naar myn inzien, ongehoorzaamheid en
+muiterye in krygslieden onverschoonlyk waren, ik my gedwongen zoude
+zien, hoe hard my dit ook vallen mogt, om my tegen hen te wapenen.
+
+Op den dag van onze aankomst op den wachtpost van Soribo, vernamen wy,
+wat 'er aan de Peréca was voorgevallen. De Plantagiën Schoonhove en
+Altona waren door de muitelingen, welken wy uit Gado Saby verjaagd
+hadden, geplonderd geworden. Maar zig voor de Plantagie Poelwyk
+vertoond hebbende, hadden de slaven aldaar hen genoodzaakt te rug
+te keeren. De Jagers, die op de Plantagie Hagenbos geplaatst waren,
+waren hen den 21sten agter na getrokken. Zy hadden hen den 23sten
+ingehaald, een groot getal 'er van gedood, en het grootste gedeelte
+van hunnen geroofden buit hernomen. Den zelfden dag, poogde een ander
+gedeelte der muitelingen zig meester te maken van het kruid-magazyn
+op Hagenbos, het welk geen kwaad ontwerp was, en zy hadden daar toe
+het tydstip uitgekozen, dat de Jagers bezig waren met eene andere
+bende te vervolgen; maar zy wierden door een klein getal gewapende
+slaven te rug gedreven, één van welken, tot de Plantagie Timotibo
+behoorende, eenen gewapenden muiteling gevangen nam, en vervolgens
+hunne legerplaats agter de Plantagie van zynen meester ontdekte,
+voor welken dienst hy wel beloond wierd. Na al dit verhaalde, was 'er
+geen twyffel aan, of indien de party, die den 16den door den Colonel
+SEYBOURG was afgezonden, voorwaarts gerukt was, in plaats van volgens
+zyne beveelen te rug te trekken, alle deeze noodlottige voorvallen
+zouden geen plaats gehad hebben, en de onderneming der muitelingen
+zou geheel en al vervallen geraakt zyn. Het was daarënboven klaar,
+dat de Neger, op wien wy den 21sten geschoten hadden, één van de
+rooversbende van den 20sten was, en dat de muitelingen, wier lyken
+wy den 23sten gevonden hadden, dien zelfden dag waren gedood geworden.
+
+Den 29sten zondt een Officier van het Sociëteits krygsvolk my eenige
+vruchten, waar onder dadels waren. De boom, die dezelven voortbrengt,
+de dadel-boom, behoort tot het geslacht der palm-boomen, maar is van
+eene ongemeene hoogte. Zyne bladeren loopen uit den kruin van den
+boom, zy zyn wyd uitgespreid, zeer dik, nederhangende, en by elkander
+genomen, vormen zy een zonnescherm. Deszelfs vruchten groeien aan
+rissen, waar van elk een groot getal bevat. Zy zyn langwerpig, van de
+grootte van een menschenduim, en van eene geele kleur. Het vleesch, het
+welk lymig, vast en zoet is, zit rondöm eene zeer harde, grysachtige
+noot, die over haare geheele breedte als met een vooren doorsneden is.
+
+Dien zelfden dag bevonden zestig Jagers, die op kondschap waren
+uitgegaan, dat de legerplaats der muitelingen agter de Plantagie
+Timotibo verlaten was. Zy moest omtrent zestig menschen bevatten.
+
+In de nabuurschap van de Peréca niets te doen hebbende, verlieten wy
+die plaats des morgens van den 30sten September, en den 1sten October,
+kwamen wy op Devil's Harwar aan, ongemeen vermoeid zynde, en zonder
+iets merkwaardigs op onzen tocht ontmoet te hebben. Des avonds te
+voren had ik aan den Colonel FOURGEOUD geschreeven; ik verzogt hem,
+dewyl myne tegenwoordige gesteldheid my ten hoogsten verdroot,
+oogenblikkelyk eenen krygsraad by één te roepen, en had hem mynen
+brief door eenen slaaf gezonden. By onze aankomst op deezen post,
+gebruikte men de hardste middelen om my tot onderwerping te dwingen;
+en de behandeling, welke ik ondervond, was van dien aart, dat een
+Capitain der Jagers, QUACI genaamd, uitriep: "Indien de Europeanen
+zig jegens elkander zoodanig gedragen, is het niet te verwonderen;
+dat het hun tot genoegen strekt ons arme Africanen te mishandelen en
+te kwellen"!
+
+Deeze verdrietelyke zaak liep echter op Devil's Harwar ten einde. De
+Colonel SEYBOURG, overtuigd van zyn ongelyk, en niet kunnende weten,
+hoe dit geval moge afloopen, trachte, zoo mogelyk, uit de netelige
+omstandigheid, waar in hem zyne oploopenheid gebragt had, met eere uit
+te komen. Den 2den October, vroeg hy my derhalven met eenen glimlach:
+"Of ik wist te vergeten en te vergeven"? Ik antwoordde hem, neen! Hy
+daar op zyne vraag herhalende, zeide ik hem; "dat ik eerbied voor de
+waarheid had, en dat ik nooit erkennen zoude schuld te hebben, zoo
+lang myn geweten my zulks niet deedt gevoelen; dat ik onbekwaam was
+tot zulk eene laagheid voor een medemensch, en nog minder voor hem,
+dan voor eenig ander". Hy nam my by de hand, verzogt my bedaard
+te zyn, en verklaarde my: "Dat hy, op alle voorwaarden, vrede
+met my wilde maken"! maar ik antwoordde hem stellig: "Dat ik naar
+geen ander vergelyk luisteren wilde, dan het volgende; dat hy zyne
+misslag in tegenwoordigheid van alle de Officiers erkennen zoude,
+en dat hy, met eigen handen, uit zyn Dag-register alle de bladen
+zoude uitscheuren, die mynen goeden naam in verdenking zouden kunnen
+brengen". Dit geschiedde oogenblikkelyk; men gaf my myne wapenen te
+rug, en myne zegepraal ging gepaard met alle omstandigheden, die my
+eene volkomene voldoening verschaffen konden. Ik reikte vervolgens
+ongeveinsd en van goeder harten aan den Colonel SEYBOURG de hand toe:
+dezelve gaf eene maaltyd tot een vreugde-feest over onze verzoening:
+na den maaltyd stelde hy my, tot myne groote verwondering, den brief
+weder ter hand, dien ik aan den Colonel FOURGEOUD geschreven had,
+en hy erkende my denzelven onderschept te hebben, om voor te komen,
+dat deeze zaak geene verdere gevolgen hebben zoude. Hy berigte my
+tevens, dat onze Opper-Bevelhebber aan de Wana-Kreek gelegerd lag,
+in plaats van den Lieutenant Colonel DE BORGNES, die ziek geworden, en
+naar Paramaribo opgezonden was. Onze verzoening was zeer wel gemeend,
+en na dat het krygsvolk een weinig had uitgerust, vertrokken wy den
+4den, naar het hoofd-quartier van Jerusalem; maar ik was genoodzaakt
+mynen QUACO te Devil's Harwar zeer ziek agter te laten, alwaar ik hem
+aan de zorge van den Heelmeester aanbeval. Dien avond sloegen wy ons
+neder aan de overzyde van de Cormoetibo-Kreek.
+
+Des anderen daags in den vroegen morgen, kwamen wy, de Cottica
+overgestoken zynde, weder op den wachtpost van Jerusalem. Ik had
+ledigen tyd om aanmerkingen te maken omtrent de wisselvalligheden
+van dit leven, en alle de onheilen, waar aan wy bloot gesteld zyn,
+het zy wy ze al, dan niet verdiend hebben: ik maakte vooral deeze
+aanmerkingen, toen ik onder de kortlings ontscheepte persoonen, eene
+van myne oude kennissen vond, namelyk den heer P...., die in Europa
+meer dan dertig duizend ponden sterling hadt doorgebragt. Men hadt
+hem zyne vrouw, die zeer schoon was, ontvoerd, en hy zag zig in dit
+oogenblik, om te kunnen bestaan, vervallen tot den post van Vaandrig,
+onder het krygsvolk van de Compagnie. Hy had voorheen een aanzienlyken
+eigendom in deeze zelfde Volkplanting bezeten, het geen zynen staat
+steeds veel onäangenamer en verdrietelyker maakte. Van zynen geheelen
+rykdom hadt hy niets meer overig, dan een enkel stuk geld, het welk
+hy onder de slaven wierp, tevens eenige Fransche versen aanhalende,
+die op zyne gesteldheid toepasselyk waren.
+
+
+
+DRIE-EN-TWINTIGSTE HOOFTSTUK.
+
+Tweede tocht naar Gado-Saby.--Land-Schildpad.--Verschillende
+zoorten van hout.--Levendig geraamte.--Treffelyke
+gezichten.--Honderd-pooten.--Verschillende
+Plantgewassen.--De Opper-Bevelhebber wordt ziek, en verlaat de
+legerplaats.--Sprinkhanen.--Verschillende zoorten van visschen.--De
+Zeekoe.--Het Zee-paard.--Aanmerkingen omtrent het aanwezen der
+Meerminnen.--Trommelzucht.--Verscheiden zoorten van vogelen.--De
+Malaky en Markoury boomen.--Doornhaag-wormen.
+
+Den 9den October 1775, verliet de Colonel FOURGEOUD zyne legerplaats
+aan de Wana-Kreek, om zig op den post van Jerusalem met ons
+te verëenigen. Hy deedt vooraf de helft zyner soldaten, die ziek
+waren, in vaartuigen de Rivier afzakken. De soldaten van deezen post
+voegden zig by hun, en men zondt hen allen naar Devil's Harwar, om
+den genade-slag te ontfangen. De Neger-Jagers vertrokken insgelyks,
+en begaven zig met hunnen leidsman WINSAK naar de Peréca, alwaar zy
+met de verdediging belast waren.
+
+De Colonel ontdekte, by deezen laatstgemelden tocht een honderdtal
+ledige huizen, en bespeurde eenige muitelingen, maar nam 'er geen één
+van gevangen. Hy vondt ook een bekkeneel aan een tak van een boom
+hangen, en men konde met genoegzaame zekerheid gissen, dat dit het
+hoofd, was van den ongelukkigen SCHMIDT, die omgekomen was. [10]
+
+Den 13den, kwam myn Neger QUACO te rug, volmaakt hersteld zynde: ik
+was 'er verblyd over, want zyne getrouwheid omtrent my had nog nooit
+gewankeld. Wy vernamen te gelyker tyd, dat de Capitain STOELEMAN,
+die aan het hoofd van eenige Jagers was, door een zwaren rook,
+dien hy van verre in het bosch bespeurd had, eene verblyfplaats
+der muitelingen had ontdekt, doch die door hem niet was aangetast;
+dat de Capitain FREDERIK, met een anderen hoop Jagers, de oevers
+der Zee beneden Paramaribo schoon hieldt; dat twee soldaten, die
+den 18den Augustus verdwaald geraakt waren, het geluk gehad hadden,
+om op eene wonderbaarlyke wyze hun gevaar te ontkomen, en dat zy den
+wachtpost, die aan de Rivier Maroni geplaatst was, bereikt hadden;
+en eindelyk, dat twaalf schoone Negerslaven van de Plantagie Gold
+Mina waren weggeloopen, om zig met de muitelingen te verëenigen.
+
+Deeze tydingen bemoedigden den Colonel FOURGEOUD dermaten, dat deeze
+onvermoeide Overste steeds by zyn besluit bleef, om den vyand te
+vervolgen. Mitsdien trokken wy den 15den, in den vroegen morgen, de
+bosschen in, schoon ons getal toen merkelyk gesmolten was. De Colonel
+liet des avonds te voren een vrywilliger, één van zyne landgenooten,
+MATTHIEU genaamd, en broeder van den Vaandrig van dien naam, ter
+aarde bestellen. De dood was ons zoo gemeenzaam geworden, dat,
+wanneer iemand onzer een nabestaanden of vriend op de legerplaats
+verloor, men hem doorgaans deeze vraag deedt: "Heeft hy brandewyn,
+rhum of tabak nagelaten"?
+
+Korten tyd voor ons vertrek, liepen zeven van onze Neger-slaven weg,
+en namen de vlucht naar hunne meesters, alwaar zy mismoedig, vermagerd,
+en byna uitgehongerd, aankwamen. Wy stelden ons echter in aantocht,
+en trokken regelrecht noord-oostwaarts aan. De kist, waar in myne
+flessen gesloten waren, brak aan stukken met al wat 'er in was, en
+dit was de eenige merkwaardige gebeurtenis op deezen tocht. Des avonds
+sloegen wy ons by de Cassipory-Kreek neder; en dewyl het saisoen van
+droogte aankwam, moesten wy een put graven, om water te hebben. Het
+krygsvolk kreeg alhier bevel, om geene hutten, noch schuilplaatsen
+meer te bouwen, dewyl de regenbuien minder zwaar wierden.
+
+Den 16den, vervolgden wy onzen weg, steeds noord-oostwaarts
+trekkende, en tegen den avond kwamen wy aan die huizen, welken de
+Colonel FOURGEOUD laatst ontdekt had, maar die, zoo als men naderhand
+ontdekte, slechts voor een tyd eene verblyfplaats hadden opgeleverd
+aan die muitelingen, welke verwagtten oogenblikkelyk van Gado-Saby
+verjaagd te worden; en waar aan zy den naam van Bousy-Gray (dat is:
+"de bosschen schreyen",) gegeven hadden. Wy sloegen ons hier neder,
+en bezagen met veel vermaak de wooning van BONNY, zynde in den smaak
+van een molen gebouwd, en zeer hoog boven den grond verheven. Dezelve
+had twee deuren, om des te beter te kunnen zien, wat 'er rondom
+hem omging, en alzoo geen gevaar te loopen, om het slagtöffer eener
+verrassing te worden. De lucht had aldaar ook vryer doorspeeling,
+dan in de andere wooningen, en uit dien hoofde was zy voor zyne
+gezondheid beter geschikt, want in één der laatste gevechten hadt hy
+eene gevaarlyke wonde in de liesch bekomen, zoo als wy naderhand van
+één onzer gevangenen vernamen. In de nabyheid der wooning van dit
+Opperhoofd der muitelingen, zag men baden, byzonderlyk geschikt ten
+gebruike van zyne vrouwen, die zig des morgens en des avonds daar in
+begaven, want 'er was in den omtrek deezer verblyfplaats geene Rivier.
+
+Een der slaven boodt my, op de laatstgemelde legerplaats, een
+Land-Schildpad aan; een dier, het welk wy, wel is waar, verscheiden
+malen gezien hadden, maar het nog niet beschreven hebbende, zal ik
+trachten zulks thans te doen. De Surinaamsche Land-Schildpad is van
+eene eyronde gedaante, en heeft niet meer dan agtien of twintig duimen
+lengte. Zyne schelp, die van eene donker geele of bruine kleur is,
+veel meer uitpuilende, dan die van de zee-schildpad, heeft dertien
+zeshoekige verhevenheden, en is zoo hard, dat zy, zonder te breken,
+het zwaarste gewicht dragen kan. De onderste schelp, of het borststuk,
+is een weinig hol, en van eene helder geele kleur. De kop van dit dier
+gelykt naar dat van alle andere Schildpadden. De staart is zonder
+hair en kort, maar in plaats van vinnen, heeft hy vier pooten, met
+schubben bedekt, en met puntige nagels gewapend, waar van hy zig in
+het loopen bedient. Wanneer hy zig voor eenig gevaar wil beveiligen,
+kruipt hy in zyn schelp of bekleedzel. De Indianen laten de Schildpad
+in dien staat op het vuur koken, tot dat dezelve gaar is; het geen men
+weet, wanneer het benedenste gedeelte zig afscheidt van het bovenste,
+het welk tot een schotel voor deeze spyze dient. Eene minder wreede
+manier, waar van ik altoos gebruik maakte, bestaat daar in, dat
+men het dier in zyn beenachtig bekleedzel op heeten asch plaatst;
+hy steekt dan kop en hals naar buiten, welke men hem afhouwt, en zig
+daar door de spyze verschaft, welke zyn lichaam oplevert, zonder het
+dier verdere folteringen aan te doen. De heer DE GRAAF, drie of vier
+van deeze Land-Schildpadden willende verzenden, bewaarde dezelven
+vier maanden; geduurende al dien tyd bleven zy in 't leven, zonder
+dat zy eenig voedzel scheenen te nemen, en met dit al behielden zy
+haare kragten, zoodanig dat zy zelfs ter voortteeling geschikt waren.
+
+Ik heb ook dikwils eene andere Land-Schildpad gezien, die hier Alacacca
+genoemd wordt. Dezelve is van eene zeer platte gedaante, en van eenen
+kleinderen omvang, dan de eerstgemelde. Derzelver groenachtige kleur
+is voor het gezicht zeer onaangenaam, en zy is zoo goed niet om te
+eeten, dan de andere.
+
+Den 17den, vervolgden wy onzen weg ten noorden en noord-oosten, in de
+hoop om eenige ontdekking te doen, maar zonder vrucht. Dien dag gingen
+wy voorby eenige mieren-nesten, die meer dan zes voeten hoogte, en,
+zonder vergrooting, een omtrek van meer dan honderd voeten hadden. Wy
+zagen ook eene meenigte stukken fraay timmerhout, waar onder was
+het hout van den zwarten kool-boom, die eene donker bruine kleur
+heeft, en by de schrynwerkers en timmerlieden zeer geacht is. Men
+toonde my ook den Zandkuil-boom, alzoo genoemd naar zyne vrucht,
+waar uit men het zaad neemt, en dezelve dan met zand vult voor de
+schryftafels. Deeze vrucht, die de dikte heeft van eene groote uije,
+heeft kleine gaten in derzelver oppervlakte. Het is een ontlast-
+en braak-middel te gelyk; maar het sap van derzelver vleesch is een
+sterk vergift. Zie daar alles, wat ik 'er van zeggen kan, want ik
+had noch tyd, noch gelegenheid, om dezelve met de nauwkeurigheid van
+eenen kruidkundigen te onderzoeken.
+
+Den 18den, trokken wy steeds in dezelfde richting voort. Wel dra
+vonden wy een gebaand voetpad, het welk een cirkel maakte, en
+niettemin een weg van gemeenschap scheen te zyn tusschen Gabo-Saby
+en Bousy-Gray. Dit voetpad bragt ons regelrecht naar den westkant,
+en na verloop van eenige uuren, dat wy het zelve gevolgd hadden, vond
+ik een armen Neger, tot de muitelingen behoorende, die met bladen van
+den Latanus-boom bedekt was, en nauwlyks meer adem halen konde. Hy
+hadt niet meer, dan het vel over de beenderen, en één van zyne oogen
+was uit de oog-holte uitgezakt. Ik zette hem myn fles voor den mond,
+en hy dronk eenige teugen rhum met water gemengd; vervolgens zeide
+hy my met eene zwakke stem, die wy naauwlyks verstaan konden:--"Ik
+bedank u, Masera".--Verder sprak hy niets. De Colonel gaf bevel,
+om hem in een hangmat mede te nemen; en kort daar na sloegen wy ons
+neder by een biry-biry, of modderpoel. Ik moet niet vergeten, dat
+wy deezen dag eenige schoone Brood-boomen [11] zagen, die tachtig
+of honderd voeten hoog, en zeer dik waren. De boom van dien naam is
+grys, en loopt lynrecht op. Zyne takken spruiten aan den top uit, en
+de bladen zyn aldaar aan paaren gerangschikt. Men noemt hem te recht
+den Koning van het woud, want schooner boom is 'er niet. Deszelfs hout,
+van eene voortreffelyke kaneel-kleur, is vast, van een fraay erf, neemt
+een goeden glans aan, en kan den tyd verduuren.--Maar het geen vooral
+onzen aandacht tot zig trok, waren de zaden, die naar boonen gelyken,
+en ten getale van drie of vier in eene breede en helder bruine peul
+besloten zyn. Wy zagen 'er eene groote meenigte van aan den voet van
+den boom op den grond verspreid leggen; zy hadden een smaak van zoete
+koek. Uit zyne wortels druipt eene gom, die, behoorlyk toebereid
+zynde, een vernis oplevert, het welk in helderheid en gebruik geen
+weêrgaa heeft.
+
+De meenigte schoone boomen van onderscheidene zoorten, welke dit
+Land oplevert, is waarlyk eindeloos. Men heeft slechts de moeite te
+doen van ze te hakken; maar indien men den afstand, op welken zy
+doorgaans groeien, van de bevaarbare Rivieren in aanschouw neemt,
+als mede de kosten op het omhakken en bewerken vallende, de meenigte
+slaven, welken men gebruiken moet om de boomen door de bosschen heen
+te trekken, vermits men zig aldaar van geene paarden bedienen kan,
+de gevaaren en tyd-verliezen, kan men ligtelyk naargaan de oorzaak
+der ongemeene duurte van het timmerhout in Guiana.
+
+Deeze tocht verschafte ons de verrukkelykste gezichten. Wy liepen door
+een eindeloos bosch, waar van de altyd groene boomen het schitterendst
+lommer ten toon spreidden. Het saisoen van droogte (zynde de zomer
+in dit Land) bragt oneindig veel toe tot verfraaijing van dit
+toneel; en de eenvoudige natuur overtrof hier verre de verdubbelde
+pogingen der konst. Wy ontmoetten eindelooze zandwoestynen van het
+aangenaamst groen, door de bekoorlykste beeken van versch en helder
+water doorsneden, wier oevers vercierd waren met bloemen, die de
+schitterendste kleuren vertoonden, en de lucht met den aangenaamsten
+geur vervulden. Dan eens zag men het bevallig tafereel van een hoop
+fraaie uitspruitende boompjes; dan eens verhief zig een enkele boom,
+wiens schoonheid deed vermoeden, dat men hem met voordacht op deeze
+plaatsen had laten groeien, om dit tafereel nog ryker en bevalliger te
+maken. De geheele landstreek was door een zeer groot bosch van hooge
+palmboomen omringd; wier verheven kruinen, van de zelfde kleur als de
+golven der zee, zig in een zacht evenwicht hielden boven een onëindig
+getal van onderscheidene geboomten, wier groen nimmer verwelkt, die
+altyd met bloemen en vruchten bedekt zyn, en den vermoeiden reiziger
+schynen uit te noodigen, om onder hunne schaduw rust te nemen, tot
+het gunstig oogenblik, dat hy zig in den vlietenden stroom van het
+zuiverst water kan dompelen, en de verhevene schoonheden der natuur
+onbelemmerd aanschouwen.--Hoe meenigwerf, wanneer eene algemeene
+stilte rondom my heerschte, dacht ik niet aan myne lieve gezellinne,
+wenschende, met haar en mynen zoon, in deeze nieuwe Elyseesche
+velden, vreedzaame dagen te slyten!--Maar laaten wy tans zoortgelyke
+herdenkingen vaarwel zeggen.
+
+Den 19den, vervolgden wy onzen tocht, en dien dag vonden wy onzen ouden
+weg, die ons regelrecht naar de velden van Gado-Saby bragt, alwaar
+wy nog eene groote meenigte ryst zagen, die kortlings gebloeid had,
+en welke wy afmaayden en verbrandden. De Neger, van wien ik bevorens
+gesproken heb, wierd hier onder boom-mos en bladeren nedergelegd,
+als of men hem levendig wilde begraven: voor deezen ellendeling
+was geene hoop meer tot genezing. Wy hingen onze hangmatten op,
+en verstikten byna door den rook van onze vuuren.
+
+Ik zag op dit veld eene hagedis van by de twee voeten lengte, welke
+de Negers doodden en opaten: zy noemden hem Sapagala, en hy had eene
+groenachtig bruine kleur, maar hy geleek niet naar de Iguana. Onder de
+puinhoopen van het afgebrande gehucht, ontdekten wy eenige Water-rupsen
+of Honderd-pooten van agt tot tien duimen lengte. Dit hatelyk kruipend
+gedierte van eene geelachtig bruine kleur, loopt in allen opzigte
+zeer gezwind, en het vergift, het welk zy in de door hen gemaakte
+pynlyke wonde laaten, schoon het niet doodelyk is, verwekt niettemin
+doorgaans de koorts. Zommige schryvers geven aan dit kruipend gedierte
+twintig paar pooten, en anderen veertig. Ik heb ze by de geenen,
+die wy vonden, niet getelt: alles wat ik 'er van zeggen kan, is,
+dat zy my toescheenen met de Europeesche honderd-pooten eene juiste
+overëenkomst te hebben. Zommigen van onze Officiers maakten groote
+en schoone verzamelingen van alle deeze merkwaardigheden; ik voor
+my vergenoegde my met de afteekening en beschryving van die dingen,
+die my voorkwamen niet zeer gemeen te zyn.
+
+Den 20sten, gingen wy de verblyfplaats, Cosaay genaamd, bezichtigen,
+en op den weg vernam ik, dat de bovengemelde Neger nog leefde. Ik
+nam de takken, die hem bedekten, weg, en op myne tusschenspraak,
+voerden wy hem met ons mede; maar de slaven, te onvreden van met
+zulk een pak beladen te zyn, namen, in myne afwezigheid, alle
+gelegenheden waar, om deezen ongelukkigen te doen lyden, met hem
+op wortels en steenen te laten vallen, en door het slyk en water,
+het welk wy doorwaden moesten, agter aan te laten sleepen. Men zondt
+verscheiden manschappen uit, om de omliggende streeken te onderzoeken;
+en het overige krygsvolk sloeg zig neder ten westen van Cosaay. Deeze
+afgezondene manschappen ontdekten van dien zelfden kant vier schoone
+velden, met maniok, ignames, bananen, pistaches, Indisch koorn,
+en erweten van Angola beplant. Zy zagen ook verscheiden lyken van
+menschen, die in het gevecht, in de maand Augustus voorgevallen,
+het leven hadden verloren.--Wy plukten, in de nabyheid van onze
+legerplaats, een zoort van mispelen, van eene karmosyn kleur, in
+smaak veel gelykende naar aardbezien, en groeiende aan een breed
+groen heestergewas, het welk in veele tuinen te Paramaribo wordt
+aangekweekt. Wy zagen ook een zoort van wilde Pruim-boomen, welken men
+hier Monpe noemt. Derzelver vruchten zyn geel, langwerpig en klein;
+elk van die bevat een kleine noot; het vleesch is niet zeer dik,
+maar schoon zeer zuur zynde, heeft het een aangenaamen smaak.
+
+Des morgens van den 21sten, wierden alle deeze nuttige plantgewassen
+afgehouwen en verbrand. Na dat dit werk verrigt was, keerden wy naar
+onze legerplaats van den 19den te rug, welke wy ook geheel in brand
+vonden, en wy waren genoodzaakt onze hangmatten ter zyde van het
+bosch uit te spreiden. My alhier herïnnerende, dat men den armen
+stervenden Neger alleen gelaten had, liep ik naar die plaats toe,
+om hem met myne hulpe by te staan; maar na hem te vergeefs gezocht te
+hebben, in weerwil der rook dampen, en de donkerheid van den nacht,
+was ik genoodzaakt op myne eigene veiligheid bedacht te zyn, en in
+aller yl naar myne medgezellen te rug te keeren. Eenigen laakten myne
+roekeloosheid, anderen vervloekten het geraamte, het zy het levendig
+of dood was.
+
+Toen de verwoesting was afgeloopen, keerden wy naar den post van
+Jerusalem te rug, alwaar wy den 24sten, geheel afgemat, aankwamen. De
+Colonel zelf wierd eindelyk door eene heete koorts aangetast, die hem
+noodzaakte, om in zyne hangmat te blyven leggen, en deedt vreezen,
+dat hy den nacht niet halen zoude. Echter behieldt hy steeds het
+bevel aan zig, en deedt, des anderen daags morgens, aan eenen soldaat
+stokslagen geven, die, vermits zyne voeten zeer gescheurd waren, hem om
+een paar schoenen verzogt; een ander onderging dezelfde behandeling,
+om dat hy gehoest had, schoon hy met eene zwaare verkoudheid behebd
+was; een Capitain wierd in zynen dienst geschorst, en naar het Fort
+Zelandia in gevangenis verzonden, om dat hy bestaan had een huwelyk
+aan te gaan buiten toestemming van den Colonel.--Ziekten en de dood
+maakten, in dit oogenblik, groote verwoestingen onder het leger,
+alwaar alles in de grootste verwarring was.
+
+Den 1sten November, liepen, om de maat der onheilen vol te meten,
+vyf-en-twintig Negerslaven weg; en den 3den, ontfingen wy bericht,
+dat men meer dan vyftig gewapende muitelingen gezien had, die, een
+musket-schoot beneden Barbacoeba, de Cottica waren overgezwommen.
+
+Op het ontfangen van deeze tyding, wierdt de Colonel SEYBOURG
+afgezonden met de weinige manschappen, die in staat waren op te
+trekken, en, in dit oogenblik, door honger en ellende geperst werdende,
+op 't punt waren om hunne eigene Officiers aan te tasten. Gebrek
+hebbende aan het geen zy boven alles waardeerden, tabak namelyk,
+rookten zy graauw papier, en kaauwden bladeren en leder, om by hun
+de plaats van deeze plant te vervullen. [12] Niemand ondertusschen
+leedt toen meer dan ik. Van levensmiddelen en kleederen ontzet, was
+ik uitgehongerd en naakt. Zedert het leggen in hinderlagen, en den
+tocht naar de Peréca, had ik een zweer aan den linker voet. Ik had
+geen één vriend onder het geheele leger meer overig, van wien ik de
+minste hulp verwagten konde. Tot overmaat van ellende was het weinige
+bloed, dat my nog overschoot, geduurende twee nachten agter elkander,
+door het Guiaansche Spook of Vampire, byna geheel en al uitgezogen. Ik
+geraakte in myne hangmat buiten my zelven, en kwam niet weder tot
+kennis, dan met een zoort van mistroostigheid, die merkelyk aanwies,
+na het lezen van eenen brief, waarin men my berigtte, dat JOANNA en
+myn zoon te Paramaribo aan eene rotkoorts op sterven lagen.
+
+Eindelyk echter kwam de Sergeant FOWLER van de Plantagie Mocha, met
+één van myne kisten aan. De afgezondene krygsbende van den Colonel
+SEYBOURG kwam ter zelfder tyd te rug, zonder iets vernomen te hebben.
+
+De Colonel FOURGEOUD bevondt zig den 14den zoo ziek, dat hy zig
+genoodzaakt zag het bevel aan een ander over te laten, en zig tot zyne
+herstelling naar Paramaribo te begeven. Na al zyn volk op deeze manier
+te hebben opgeöfferd, wierd hy het slachtöffer van zyne heerschzucht,
+die geene palen kende, en van zyne hardnekkige volharding, terwyl,
+zoo hy zig, zyne soldaten zoo wel als zig zelf, minder vermoeid en
+beter gevoed had, hy een even grooten, zoo geen grooteren dienst aan
+de Volkplanting bewezen zoude hebben.--Men zondt te gelyker tyd een
+vaartuig vol met zieken en stervenden naar Devil's Harwar.
+
+Het bevel was toen in handen van den Lieutenant Colonel, die des avonds
+door de zelfde ziekte als de Colonel wierd aangetast. Dezelve richte
+toen groote verwoestingen aan ouder het krygsvolk van allerleijen rang,
+wier bloed door de hitte van eene brandende zon als kookte, terwyl
+wy, in dit saisoen van droogte, in plaats van ons op den post van
+Jerusalem te bevinden, de bosschen hadden moeten doorkruissen. Maar,
+zoo als ik reeds heb opgemerkt, de Colonel verkoos ongelukkiglyk
+dit ongeschikt saisoen voor deeze tochten. Verscheiden Officiers
+zouden toen hunne posten wel hebben willen nederleggen, indien de
+betamelykheid zulks gedoogd had op een oogenblik, dat zy werkelyk
+in dienst waren. Ik zelf zoude wel verlangd hebben eenigen tyd te
+Paramaribo te gaan doorbrengen; maar dewyl men my dit niet aanboodt,
+schoon men aan alle de anderen, tot de slaven toe, verlof gegeven
+hadt, achte ik het beneden my 'er om te verzoeken, dewyl ik het nog
+op gaande been konde houden.
+
+Den 19den echter verërgerde myn voet zoodanig, dat de Heelmeester my
+buiten staat verklaarde, om dienst te kunnen doen: met dit al bleef
+ik steeds op de legerplaats.
+
+Den 20sten, ontfingen wy eene versterking van krygsvolk, in slaven
+bestaande, en van krygsbehoeften; dienvolgende zondt men den Major
+MEDLAR met honderd vyftig mannen, om op kondschap uit te gaan.
+
+Onder meerdere onheilen, waar mede het leger in dit oogenblik te kampen
+hadt, moet men vooral rekenen eene ontzachelyke meenigte sprinkhaanen,
+die alles, wat zy ontmoetten, verslonden. Het scheen waarlyk, of de
+vloek des hemels ons op alle manieren bezogt: allerleije zoort van
+ongedierte hadt zig dermaten vermeenigvuldigd, dat men, in weerwil
+van de grootste zorgvuldigheid, 'er zig niet geheel en al van bevryden
+konde. Deeze sprinkhanen waren van eene bruine kleur, en van gedaante
+als de anderen. Zy vlogen niet, maar sprongen by hoopen op de tafel
+en stoelen, terwyl wy aten. Des nachts kwelden zy ons, door over ons
+aangezicht te kuiëren.
+
+Echter vonden wy op den post van Jerusalem eene groote meenigte
+visschen, en vooral de Newmara, de Warrappa, de Pataky en de
+Vieille. Allen waren uitmuntend. De Pataky was byna twee voeten
+lang, en hadt de gedaante van een schelvisch; de laatste geleek
+naar een groote baars. Men vong ook een zoort van Aal, die alhier
+Naay-naay-fisy genoemd wordt, zeer fyn, en omtrent een voet lang
+is. 'Er was ook nog een zoort van visch, genaamd Dung-fish, hebbende
+ten naasten by de gedaante van één kleinen haring. De Negers alleen
+aten de twee laatstgemelden.
+
+Den 3den December, kwamen de afgezondene manschappen van den Major
+MEDLAR, na eene afwezigheid van veertien dagen, te rug, met zig
+brengende eene vrouw van de muitelingen, met haaren zoon, omtrent
+agt jaaren oud zynde, welken men op een klein veld, met bittere
+maniok beplant, gevangen genomen hadt. Dit ongelukkig schepzel was
+zwanger en zeer verschrikt; maar de Major, die een menschlievend
+en gevoelig mensch was, behandelde haar met goedäartigheid. Hy had
+echter op eene ongelukkige manier een Corporaal verloren, SCHOELAR
+genaamd, en een Zee-soldaat, genaamd PHILIP VAN DEN BOSCH, die
+onvoorzigtiglyk maniok-wortels gegeten hebbende, vergiftigd waren
+geworden, en den zelfden nacht in verschrikkelyke stuiptrekkingen en
+pynen stierven. Het geneesmiddel tegen dit vergift, is, zoo men zegt,
+peper van Caijenne in eenig geestryk water; maar de Major konde toen
+noch het een, noch het ander bekomen.
+
+Onze gevangene verhaalde ons, dat die arme uitgehongerde Neger,
+dien wy gevonden hadden, ISAAC genaamd was, en dat men hem voor dood
+had laten leggen; zy verklaarde daarënboven, dat Capitain ARICO eene
+nieuwe verblyfplaats aan de zee-kusten had opgericht, waar aan hy den
+naam van Fissy-Hollo gegeven had; dat BONNY de gestrengste krygstucht
+onder zyn volk onderhieldt; dat hy eene zoo onbepaalde oppermacht
+oeffende, dat hy aan twee persoonen van zyn volk het hoofd hadt laten
+afhouwen, drie dagen voor het inneemen van Gado-Saby, namelyk in den
+nacht van den 17den Augustus, toen wy het geschreeuw der muitelingen,
+en het afschieten hunner snaphaanen hoorden, en zulks alleenlyk op
+de verdenking, dat deeze ongelukkigen ten voordeele der Europeanen
+gesproken hadden, en dat zy die geenen waren, wier hoofden wy op
+pieken gevonden hadden; dat deeze BONNY aan geenen Neger, onder zyn
+bevel staande, wapenen toevertrouwde, of hy moest hem eerst eenige
+jaaren als slaaf gediend, en ontwyffelbaare bewyzen van moed en
+trouwe gegeven hebben; dat zyne talryke onderhoorigen verpligt waren
+zig zonder tegenspreken te onderwerpen aan alles, wat hy goedvondt
+te beveelen; dat men hem intusschen meer beminde, dan vreesde, uit
+hoofde van zyne onkreukbaare rechtvaardigheid en zynen mannelyken moed:
+zy bevestigde ons ook het bericht, dat hy gewond was geworden.
+
+Deeze vrouw en haar zoon wierden, den 4den December, met den Vaandrig
+CABANUS, die hen had gevangen genomen, naar Paramaribo gezonden. Men
+had byna te gelyker tyd een jong meisjen van omtrent veertien jaaren
+aangehouden, doch deeze geheel naakt, en buitengemeen gezwind zynde,
+had het geluk gehad te ontsnappen.
+
+Voor het Hof van Justitie wierd bewezen, dat de eerstgemelde door
+de muitelingen met geweld was weggevoerd; dienvolgende kreeg zy
+vergiffenis, en keerde, benevens haaren zoon, met blydschap naar de
+Plantagie van haaren meester te rug. Het is opmerkelyk, dat, toen dit
+kind voor de eerste keer een paard of een koe zag, hy daar voor zoo
+beängst was, dat hy in zwaare stuiptrekkingen viel; bovendien konde
+hy niet veelen, dat hem een blanke aanraakte; want tot hier toe had
+hy geene menschen van die kleur gezien, en hy noemde hen altyd Yorica,
+het welk, in de taal der Negers, den Duivel beteekent.
+
+Omtrent op deezen zelfden tyd, dreef het ligchaam van eene Zee-koe,
+of Manati, in het water, dicht by den wachtpost van Jerusalem. De
+slaven zwommen 'er dadelyk naar toe, de één met snoeimessen, de
+ander met gewoone messen, en allen bragten zy 'er stukken van mede
+voor hun middagmaal. Eindelyk trokken zy het dier, het welk reeds aan
+het rotten was, op 't land. Het was zestien voeten lang; en bestondt
+uit eene zeer groote en ongeschikte klomp vet, waar van het agterste
+gedeelte puntsgewyze liep naar eene vleeschachtige, breede en rechte
+staart. Deeze Zee-koe had een dikken en ronden kop, een platten bek,
+breede neusgaten, met zeer harde hairen aan den neus, en boven den
+mond, kleine oogen en drie gehoor-gaten, in plaats van ooren. In
+plaats van pooten, had dit dier twee uitwassen, of vleeschachtige
+vinnen, even als die van de Land-Schildpad, die een weinig beneden
+den kop te voorschyn kwamen. Het dier bedient 'er zig van om te
+zwemmen, en zig, schoon traaglyk, te bewegen, wanneer hy het kruid
+wil eeten, het welk aan den oever der rivieren groeit, want het is
+een halfslachtig dier. Hy had eene groenachtige zwarte kleur, eene
+ruwe ongelyke huid, met groote verhevenheden en rimpels, die een kring
+maken, en met eenige weinige stekelige hairen bedekt. Hy had kiezen,
+maar geene voor-tanden, en eene zeer korte tong. De Zee-koe werpt,
+even als de Walvisch, levende jongen, en zoogt dezelven aan twee
+borsten. De dieren van dit zoort zyn in de Rivier der Amazonen zeer
+gemeen. Men zegt, dat hun vleesch den smaak van kalfs-vleesch heeft,
+en goed is om te eeten. Die ik tans zag, was reeds te veel verrot,
+om 'er van te proeven. Men zag op zynen rug twee gaten van kogels,
+welken de muitelingen waarschynlyk op den 27sten, wanneer wy twee
+snaphaan-schoten gehoord hadden, op hem hadden laten afgaan.
+
+Ik oordeele het niet ongepast te zyn, om alhier eene beschryving
+te geven van een ander halfslachtig dier, Tapira genaamd, het welk
+veel gelykheid heeft met het Zee-paard van het oude vaste Land, maar
+minder groot is. Zyn lyf heeft ten naasten by de gedaante van dat van
+een ezel, schoon echter minder lomp zynde. Zyn kop verschilt niet veel
+van den kop van een paard, maar zyne onderste lip staat meer voor uit,
+en eindigt met eene beweegbaare snuit, [13] als die van een Olyphant,
+maar niet lang genoeg, om hem van eenig nut te wezen. Zyne ooren zyn
+rondachtig; zyne voortanden zyn zeer sterk, en zomtyds zichtbaar. Hy
+heeft ruwe en rechte maanen, korte en dikke pooten met een zoort
+van paards-hoef, verdeeld in vier klauwen met nagels gewapend. Zyne
+staart heeft niet meer dan twee of drie duimen lengte. De huid van dit
+dier is uittermaten dik, en van eene bruine kleur; wanneer hy jong
+is, heeft deeze huid kleine vlakken, even als die van de harten in
+Guiana, of de Paca, en dezelve maken langwerpige streepen. Hy voedt
+zig met kruiden en planten, die op moerassige plaatsen groeijen. Hy
+is zoo vreesachtig, dat hy, bang zynde, zyn behoud zoekt door zig in
+het water te dompelen, waar in hy een zeer langen tyd verblyft. Het
+vleesch van het Zee-paard is zeer lekker; men geeft 'er den voorkeur
+aan boven het beste ossen-vleesch.
+
+De heer SELEFELDER, Officier van 's Compagnies krygsvolk, verzekerde
+my, op deezen zelfden tyd, dat hy een Zeepaard, van een geheel
+onderscheiden aart, in de Rivier Maroni gezien had. De Majoor
+ABERCOMBIE, die in den zelfden dienst was, zeide my onlangs, in
+de Rivier van Surinamen een Meermin te hebben aangetroffen. Lord
+MONBODDO houdt ook zeer stellig staande het aanwezen van Zee-mannen
+en Zee-vrouwen, [14] en verzekert, dat men ze in 't jaar 1720. gezien
+heeft. Maar hoe achtenswaardig op andere punten het oordeel en gezag
+van deezen Lord moge voorkomen, is het my niet mogelyk, om met hem
+in te stemmen, dat 'er mannen en vrouwen met vinnen en schubben,
+laat staan met staarten, zyn zouden.
+
+Ik geloof, zoo het my geöorloofd is myne gedachten op dit stuk te
+zeggen, dat men nu en dan in de Rivieren, onder den zonne-keerkring
+gelegen, zoo op de kust van Africa, als van Zuid-America, een zoort
+van visch ziet, die met het halve lyf boven het water uitsteekt,
+zeer veel gelykheid heeft met een menschelyk schepzel, maar veel
+kleiner is, en ten naasten by als die geen, welke men in 't jaar 1794
+te London zag. Deszelfs kleur is zwartachtig groen; de kop is rond,
+met een zoort van mismaakt aangezicht. Eene zwaare vinne vertoont
+zig by de oogen van het dier, loopt tot het midden van den rug,
+en gelykt veel naar hoofdhair. Zyne twee armen en handen zyn twee
+vleesachtige en gevingerde vinnen. Het wyfje, als zynde een dier,
+dat haare jongen levendig werpt, heeft borsten, even eens gemaakt, als
+die van eene vrouw. De staart is volmaakt die van een visch. In veele
+opzigten gelykt hy naar het Zee-kalf; behalven dat de laatstgemelde
+geene vinnen op den rug heeft. Dezelve is ook veel dikker, en
+verheft zig nooit boven het water, zoo als het dier zoo even door my
+beschreven. Ik heb deeze berichten ontfangen van verscheiden bejaarde
+Negers, en van verscheiden Indianen, die alle in hunne beschryvingen
+overëenstemden. Zommigen voegden 'er by, dat deeze dieren zingen,
+maar ik denke, dat het is een klagend geschrey, zoo als men wel van
+andere visschen of halfslachtige dieren onder den zonne-keerkring
+hoort. Zy verzekerden my, dat zy, schoon zeldzaam voorkomende, ten
+hoogsten gevreesd zyn by hunne vrouwen en kinderen, die hen watra-mama,
+of moeder der wateren noemen; en, het geen vreemd is, met dien naam
+bestempelen zy ook hunne Profetessen. Maar laaten wy van dit stuk
+afstappen, en het verhaal onzer krygs-verrigtingen weder vervolgen.
+
+Ik heb reeds gezegd, dat zeker Heelmeester, den 19den November,
+verklaard had, dat myn voet my buiten staat stelde, om dienst te
+doen; en heden, den 5den December, werden een ander Heelmeester,
+twee Capitains en een Adjudant gezonden om my te bezigtigen, gelyk
+ook den Capitain PERRET, die ziek was. De laatstgemelde Heelmeester
+verklaarde al mede onder eede, dat wy zonder gevaar niet gaan konden,
+en nog minder zwaare vermoeijing uitstaan; maar de Colonel SEYBOURG,
+wien de heete koorts steeds bybleef, vond goed, dat wy oogenblikkelyk
+de bosschen zouden intrekken, al zag hy, dat men ons op kruiwagens
+moest voortkruien. De arme Capitain PERRET, die 'er als een stervend
+mensch uitzag, en zig niet bewegen konde, besloot echter om deezen
+uitzinnigen last ter uitvoer te brengen; maar ik kwam 'er stellig
+voor uit, dat ik den geen, die bestaan zoude durven my aan te raken,
+de herssens zoude inschieten; en ingevolge van deeze verklaring,
+stelde men my onder de bewaring van een schildwacht. Het geheele
+leger scheen toen niet dan uit zotten te bestaan.
+
+Den 11den, ontfingen wy bericht, dat men een zeker getal muitelingen
+aan de overzyde van Devil's Harwar gezien had, en wy vernamen
+vervolgens, dat zy de Commewyne verlaten hadden, aan welker oevers zy,
+den 5den, het huis van den eigenaar van Killesting-Nova, waar in de
+Opzichter SLICHTER was opgesloten, verbrand hadden, dat zy de geheele
+Plantagie verwoest hadden, drie-en-dertig vrouwen mede gevoerd, en het
+zoontje van eenen Mulat verminkt, om zig over zynen vader te wreeken;
+en dat eindelyk de Neger-Jagers hen vervolgden. Capitain FREDERIK kwam
+ook den zelfden dag aan. Hy had het krygsvolk der Sociëteit verlaten,
+om onder die van den Colonel FOURGEOUD te gaan, en hy bevestigde ons
+deeze ongelukkige nieuwstydingen.
+
+Byna op deezen zelfden tyd, na vier maanden lang aan alles gebrek
+gehad te hebben, ontfing ik het overschot van mynen voorraad,
+welken men my van de Plantagie Mocha zondt; maar voor drie vierde
+door de kakkerlakken vernield: ik deelde het beste onder de zieken
+uit, maar het geen my het grootste genoegen deedt, was te vernemen,
+dat JOANNA en myn zoon JOHNNY buiten gevaar waren, en te Paramaribo
+herstelden. Deeze tyding beurde my zoodanig op, dat ik des anderen
+daags morgens te kennen gaf, dat ik my in staat bevond, om dienst
+te doen, maar ik twyffel, of dit wel zoo was. De noodzakelykheid om
+van lucht te veranderen, bragt 'er ook veel aan toe, want in de zoort
+van gevangenis, die ik hield, had ik 'er volstrekt gebrek aan, en zy
+was my echter ongemeen noodig. Den zelfden avond, voer een vaartuig,
+vol met Caraibische Indianen, de Cormoetibo-Kreek op, om, door middel
+van de Wana-Kreek, in de Rivier Maroni in te loopen.
+
+Den 20sten December, was ik van myne kwetsuur aan den voet hersteld;
+de Colonel SEYBOURG insgelyks van zyne heete koorts.
+
+Den 21sten, kwamen 'er beveelen van den Colonel FOURGEOUD, die zig
+op dit oogenblik beter bevondt: dezelve bragten mede, dat wy onze
+legerplaats te Jerusalem zouden opbreken, en ons andermaal naar de
+Wana-Kreek begeven. Dienvolgende wierden de zieken in vaartuigen
+naar het hospitaal te Devil's Harwar, het welk reeds byna vol was,
+gezonden. Veelen waren door eene ziekte aangetast, vry veel gelykende
+naar trommelzucht, en alhier de Kouk genaamd. Dezelve bestaat in
+eene verbaazende opspanning van den buik, die te gelyker tyd zeer
+hard is. Men krygt die ziekte, zoo men zegt, door het drinken van
+modderig water, zonder het met eenig geestryk vocht te vermengen;
+en dit was onze gewoone en algemeene drank.
+
+Den 22sten, des morgens om zes uuren, braken wy het leger op, en
+volgden de oevers van de Cormoetibo-Kreek, die niet meer dan een
+moeras was. Men liet één van onze ongelukkige Negers, die een gat in
+het hoofd had, aan zyn lot over; men wierp een anderen van één der
+vaartuigen in het water, en hy verdronk.
+
+Wy zagen deezen dag een groot aantal Pingos, of wilde varkens,
+die, als naar gewoonte, onze linie braken. Verscheiden wierden door
+sabelhouwen gedood, en zommigen ontkwamen het, nemende de bajonnetten,
+waar mede zy geraakt waren, met zig.
+
+Deeze tocht was vooral onäangenaam uit hoofde van de zwaare regenbuien,
+die strooms-gewyze nedervielen, en de Rivieren deeden overloopen. De
+vroege ochtend-stonden waren vochtig en koud, en zoo strydig met de
+ongemeene hitte van den dag, dat wy zeer dikwils in onze hangmatten
+lagen te beven, vooral wanneer wy 'er met natte kleederen in gegaan
+waren. Intusschen kwam ik dit ongemak voor, door een gedeelte van
+den dag, even als de Jagers, half naakt te loopen, en myn hembd,
+geduurende den regen, onder eene omgekeerde ketel te leggen. Wanneer
+de regen ophieldt, kleedde ik my, en leed dus veel minder dan myne
+medgezellen, die zeer bleek en verkleumd waren.
+
+Des avonds van den 23sten, sloegen wy ons neder by eene kleine beek,
+de Caymans-Kreek genaamd. Zekere boom, den naam van Monbiara dragende,
+boodt ter deezer plaats eenige uitmuntende vruchten aan, maar die
+allen door de slaven wierden weggenomen, eer ik 'er van konde proeven,
+of zelfs één van te zien krygen.
+
+De regen viel by aanhoudenheid zoo sterk, als of wy een zondvloed
+te vreezen hadden. Den 24sten vervolgden wy onzen weg, en des
+avonds sloegen wy onze hangmatten neder by eene beek, Yorica of de
+Duivels-Zeef genaamd. Wy bouwden aldaar schuilplaatsen of hutten, en
+maakten 'er vlotten, om 'er de krygs- en mond-behoeften op te plaatsen.
+
+Den 25sten, trokken wy door slyk en water, wy kregen de zwaarste
+stortregens op het lyf, en sloegen ons des avonds neder by eene
+kleine beek, genaamd de Java-Kreek, en loopende drie mylen beneden
+de Wana-Kreek.
+
+Den 26sten, wierd ik met eenige weinige manschappen afgezonden, om onze
+oude legerplaatsen, by de laatstgemelde Kreek, te gaan opneemen. Des
+avonds kwamen wy te rug, half zwemmende door slyk en water, en zonder
+iets, dan eenige vogelen en merkwaardige boomen gezien te hebben,
+welken ik niet met stilzwygen kan voorby gaan. Men noemde deeze
+vogelen Crombach, Camawarry en Crocro. De eerste heeft de gedaante
+van eene groote houtsnip, en heeft een krommen bek. De tweede is
+een waterhoen, maar driemaal grooter dan de voorgaande. Zy zyn zeer
+ligt, en vlogen in een oogenblik weg, waarom ik 'er geene omstandiger
+beschryving van geven kan. De derde of de Crocro, is een weinig minder
+groot, dan onze kraaijen, en ik geloof, dat hy tot het zelfde zoort
+behoort, want hy is één der verslindendste van alle vleesch-etende
+vogelen. Deeze vogel heeft eene donker blaauwe kleur. Zyn bek en
+pooten zyn uittermaten sterk: hy maakt een allerönaangenaamst en
+scherpst gekras, voornamelyk in den nacht. De boomen wierden door
+de Negers genoemd Mataky en Markoury. De eerste is merkwaardig uit
+hoofde van zyne wortels, die zoodanig boven den grond uitsteken, dat
+een groot aantal menschen zig daar onder zouden kunnen verschuilen,
+zonder elkander te zien; zomtyds zelfs staan zy zoo wyd van één, dat
+men te paard tusschen beiden zoude kunnen doorryden; en derzelver
+dikte is zoo groot, dat men niet meer dan één plank of deel noodig
+heeft, om 'er een tafel voor twaalf menschen van te maken.
+
+Ik verwyze den lezer naar de afteekening, die ik van deezen
+verbaazenden boom gemaakt heb, en geplaatst tegen over dien kant,
+alwaar onze legerplaats te Jerusalem was nedergeslagen. Ik heb in
+dezelfde plaat gebracht het gezicht van onze legerplaats aan de
+Java-Kreek by mooy weder.
+
+De andere boom, Markoury genaamd, is waarlyk geducht, uit hoofde van
+zynen vergiftigen aart, welke zoo doordringend is, dat de rook van dit
+hout doodelyk is voor de dieren, wanneer het in de longen koomt. Hy
+groeit altyd alleen, en doet ontwyffelbaar sterven al wat 'er dicht by
+koomt. De slaven zelve zyn zoo beschroomd om hem aan te raken, dat zy
+op de Plantagiën het omhakken 'er van weigeren. Hy is niet zeer hoog,
+ongelyk, en van eene leelyke gedaante; hy heeft slechts eenige takken,
+en zyne bladeren zyn van eene bleek groene kleur. Men heeft my gezegd,
+dat de Indianen zommigen van hunne pylen vergiftigen, door ze in het
+sap van deezen boom te doopen.
+
+Den 27sten, begaf zig eene andere ronde in aantocht, maar ontdekte
+even weinig, als de eerste.
+
+Ik heb reeds gezegd, dat de zweer, die ik aan den linker voet had,
+geneezen was, en dit was waar; maar op dit oogenblik haalde ik uit
+myn regter arm twee groote insecten, die my andere zeer diepe zweeren
+veröorzaakten. In Surinamen noemt men deeze insecten Struik-wormen. Zy
+zyn zoo groot als de rups van gewoone kapellen; zy hebben een zwarten
+kop, en eene puntige staart; zy dringen ongemeen diep in het vleesch
+door, en men heeft een lancet noodig, om ze 'er uit te haalen; zy
+leven doorgaans in stilstaande wateren, en met geduurig door dezelven
+te loopen, was ik aan hunne aanvallen blootgesteld.
+
+Myn moed begon my door de opëenstapeling van alle deeze onheilen
+te ontzinken. Zoo veele onderscheidene en herhaalde folteringen,
+waar aan ik geen einde zag, ontroerden mynen geest, en maakten my het
+leven verdrietig. In deeze elendige gesteldheid nam ik het stelligst
+en welberaden besluit om by de eerste gelegenheid, die zig zoude
+aanbieden om dit met eere te doen, zulke opperhoofden en zulk een
+dienst vaarwel te zeggen. Men zal by het vervolg van myn verhaal zien,
+of ik dit voornemen heb toegebragt.
+
+Onze tegenwoordige legerplaats was zoo ondraaglyk, dat 'er geene
+beschryving van te geven is. Eene aanhoudende overstrooming
+overdekte den grond, zoodanig, dat men vlotten moest maken, om
+'er onzen voorraad op te plaatsen. Wy konden uit onze hangmatten
+niet komen, zonder tot de kniën in slyk of water te stappen; en op
+plaatsen, waar het lager was, aten de insecten ons levendig op. Eene
+zoo ongezonde gesteldheid vermeerderde het getal van onze zieken,
+en men was genoodzaakt een ander vaartuig, vol met dood-kranken,
+de Cormoetibo-Kreek te doen afzakken, en naar het hospitaal van
+Devil's Harwar te zenden. Onder dit getal was die arme oude Negers,
+wiens herssenen byna verbryzeld waren, en die ons eerst des avonds
+te voor ren in eenen deerniswaardigen staat had kunnen inhalen.
+
+Dit vaartuig, het welk veel naar een dryvend kerkhof geleek, vertrok
+den laatsten dag van 't jaar 1775.
+
+
+
+VIER-EN-TWINTIGSTE HOOFTSTUK.
+
+Aanwerving van twee Compagniën Vrywilligers, bestaande
+uit Negers en vrye Mulatten.--Verscheidene zoorten van
+Visschen.--Arrowoukas. Indianen.--De krygsbende van den Colonel
+FOURGEOUD ontfangt bevel, om naar Holland in te schepen.--De
+Ratel-slang.--De blaauwe Dypsas.--De Amphisboena of tweehoofdige
+slang.--Eene fraaije Kapel.--De Colonel ontfangt naderen last.--Het
+krygsyolk trekt weder in de bosschen.--Koophandel in de Volkplanting
+van Surinamen.--Beschryving van eene Cacao-Plantagie.--Heldendaad
+van eenen Neger.--De Ananas.--De Muscaat- en Water-Meloen.
+
+Op nieuwe jaars dag deedt de Colonel SEYBOURG my zyne groete doen, met
+verzoek om myne aanhoudende vriendschap. Ik ging hem oogenblikkelyk
+van de myne verzekeren, en hy verklaarde my een oprecht leedwezen
+te hebben over de kwade bejegeningen, waar aan hy zig ten mynen
+opzigte schuldig had gemaakt. Hy verzekerde my, dat zyn Adjudant
+en spion GIBHART, 'er de voornaame oorzaak van was; vervolgens my
+by de hand vattende, stondt hy my toe, om tans naar Paramaribo te
+gaan, of werwaarts ik goedvond, tot dat ik anderen last ontfangen
+zoude hebben. Deeze behandeling deedt my een innerlyk genoegen,
+en wy dronken al het overschot onzer vyandschap af, niet met wyn,
+maar in rhum met water gemengd. Dien zelfden avond derhalven afscheid
+genomen hebbende, zoo van mynen nieuwen vriend, als van de legerplaats
+aan de Java-Kreek, zakte ik, zeer wel te vreden zynde, de Rivier af,
+om my naar de hoofdstad der Volkplanting te begeven.
+
+Na een gedeelte van den weg slapende te hebben overgebracht, bevond
+ik my des anderen daags morgens te Devil's Harwar, alwaar ik vernam,
+dat die zelfde GIBHART, van wien ik zoo even sprak, kortlings aldaar
+was overleden. Des avonds kwamen wy op de Plantagie Beekslied. Myne
+roeijers arbeidden met veel yver. Om elkander daar toe aan te zetten,
+kliefde de een het water met zyn riem in diervoegen, dat het een
+onderscheiden geluid gaf, en zyne medgezellen volgden hem gezamentlyk
+daar in naar.
+
+Den 3den, kwam ik op het Fort Amsterdam aan, alwaar ik een uitstekend
+middagmaal deed met onderscheidene zoorten van visch, genaamd Passary,
+Prare-Prare, Provost, en Curema. De Passary is meer dan twee voeten
+lang, en weegt zomtyds twintig ponden. Zyn kop is breed en plat. Hy
+heeft twee lange knevels, maar geene schubben, zyn vleesch is aller
+lekkerst. De Prare-Prare is ten naasten by van dezelfde gedaante en
+insgelyks goed. De Provost is breed, heeft dikwils de lengte van vyf
+voeten, en eene geelachtige kleur. Zyn vleesch is minder aangenaam,
+dan dat van de twee voorgaande, maar geeft eene goede oly. De Curema
+is een zoort van harder, zomtyds van twee voeten lengte, hebbende
+twee groote witte zilverachtige oogen, en de benedenste kaak meer
+voor uit staande dan de bovenste. Ter deezer plaatse vangt men ook
+een zoort van zeeslak, waar van Mejuffrouw DE MERIAN melding maakt,
+en welker voorste gedeelte juist gelykt naar dat van een garnaal.
+
+Des avonds van dien dag, ten zes uuren, trad ik in de stad
+Paramaribo binnen. Ik vond aldaar JOANNA en mynen zoon in volmaakte
+gezondheid. Beiden waren zy, van wegen de gevolgen hunner ziekte, drie
+weken lang blind geweest. Myn vriend, de heer DE GRAAF, noodigde my,
+om met haar by hem myn intrek te nemen.
+
+Daags daaraanvolgende at ik met den Colonei FOURGEOUD, die zig zoo
+wel bevondt als ooit. Hy onthaalde my, als naar gewoonte, op gezouten
+kost, [15]en behandelde my zeer vriendelyk. Hy berigtte my, dat 'er
+twee compagniën vrywilligers, uit Mulatten en vrye Negers bestaande,
+wierden aangeworven; dat de Oucas- en Sarameca-Negers de muitelingen
+begunstigden, en in de daad groote schelmen waren; dat men eenigen
+van de laatstgemelden by de Casiwinica-Kreek gedood had; dat hy hunne
+verblyfplaats Fissy-Hollo hoopte te vernielen; dat BONNY en de zynen,
+in weerwil van hunne strooperyen, die niet lang meer duuren konden,
+in de bosschen van honger stierven, en dat hy besloten had, zoo lang
+hy een enkelen soldaat overig had, dien muiteling te vervolgen,
+hem zoo mogelyk gevangen te nemen, of ten minsten met zyne bende
+uit de Volkplanting te verjagen. De Colonel verhaalde my al verder,
+dat zeker Franschman, die den platten grond der vestingwerken,
+enz. voor den Gouverneur van Caijenne afteekende, op het oogenblik,
+dat hy stondt te worden opgehangen, ontsnapt was; dat hy aan den
+Capitain TULLING, wegens het door hem in stilte aangegaan huwelyk,
+vergiffenis geschonken hadt; en dat de Lieutenant Colonel DE BORGNES
+met eene ryke weduwe ging trouwen.
+
+De Bevelhebber was, met één woord gezegd, ten mynen opzigte een
+geheel ander mensch geworden. Zyne manieren waren toen zoo geschikt,
+dat ik niet verlangen konde mynen tyd in beter gezelschap door te
+brengen. Hoe was het mogelyk, dat ik te gelyker tyd de vriend van twee
+Oversten was, die door nyd jegens elkander gedreven wierden. Dit is
+een geheim, het welk ik nimmer heb kunnen ontdekken; misschien, daar
+zy geslagen vyanden waren, wilden zy my beiden winnen. Wat daar ook
+van zy, ik besloot, de stiptste ononzydigheid in acht te nemen. Ik
+gedroeg my ook op dezelfde wyze jegens den Gouverneur, die my den
+tweeden dag na myne aankomst ten eeten verzogt, en, in plaats van my
+op gezouten ossen-vleesch te onthalen, overënkomstig zyne gewoonte,
+eene deftige maaltyd liet aanrechten.
+
+Ik gaf ook een bezoek aan myne verdere vrienden, namelyk aan Mevrouw
+GODEFROY, als mede ten huize van DEMELLY, GORDON, MAC-NEYL; en ik
+bragt ook zeer vrolyk den dag door met de zwarte Mevrouw SAMPSON,
+of ZUBLY, die tans weduwe was.
+
+Ik woonde ook een dans-party van Mulatten by, op welke men echter
+geene slaven zag. De musiek, het licht, de dans, het avond-eeten,
+waren aldaar in de volmaaktste orde geregeld. De grootste pracht stak
+voornamelyk in de kleederen uit. Vrolykheid en betamelykheid hadden
+'er beiden plaats, en wel zoodanig, dat dit gezelschap ten voorbeelde
+strekken kon aan dat van veele inwooners van eene andere kleur,
+die zig verbeelden beschaafder zeden te bezitten.
+
+Den 20sten, een groot aantal Indianen en Negers van beide kunne,
+in de Rivier by het Fort Zelandia hebbende zien zwemmen, wilden de
+jonge DONALD MAC-NEYL en ik van de party zyn. Nimmer zag ik eene
+dergelyke vaardigheid; dan die der Negers, in het water. Zy hielden
+een zoort van gevecht, waar in zy als visschen duikten, en elkander
+met de voeten, maar nooit met de handen, raakten. De Indianen, die
+tot het geslacht der Arrowoukas behoorden, waren ook bekwame zwemmers,
+en scheenen zoo wel in 't water, als op 't land, te kunnen leven.
+
+Ons door dit genomen bad genoegzaam verkoeld hebbende, gingen wy aan
+den oever nederzitten, alwaar ik het genoegen had het maakzel en de
+trekken van eene jonge Indiane te beschouwen, die als een venus-beeld
+uit het water opkwam.--De Arrowoukas zyn zeer verschillende van alle
+de andere Indianen, over welken ik reeds den lezer onderhouden heb;
+hy herinnert zig misschien myne belofte, om van hun in het byzonder te
+spreken, en deeze zal ik tans volbrengen.--Ik merkte op, dat de huid
+van dit jong meisjen, by het uitkomen uit het water, niet meer met
+Roucou geverwd zynde, my veel schooner voorkwam, dan de koper-kleurige
+huid der vrouwen van andere Indiaansche volken. Haare leden waren
+door geene naauwe ringen, of styve catoene banden ontcierd. Haar
+hoofdhair hing niet los; maar was netjes rondom haar hoofd opgebonden,
+en op den kruin door eene breede zilvere plaat vast gemaakt. [16]
+Het eenige kleed, dat zy in het water aanhieldt, bestondt in een klein
+vierkant voorschoot, van koraalen gemaakt, zoo als ik die hier boven
+reeds beschreven heb: zy was derhalven, ten aanzien van de overige
+deelen van haar lichaam, geheel en al naakt. Zy had een aangezicht,
+zoo bevallig, als men zig verbeelden kan. Haare reizige gestalte,
+haare kragt, haare jeugd, haare levendigheid, alle de teekenen van
+eene goede gezondheid, overtuigden my van de waarheid, dat wanneer
+het lichaam zig geheel aan het oog ontdekt, men op de schoonheid van
+het aangezicht weinig acht slaat. Haar gelaat kondigde die beminnelyke
+eenvoudigheid, dien onschuldigen ernst aan, die op geenen onëerbaaren
+aanval zelfs verdacht is, en niet kan nagebootst worden door haar, die
+zig aan den geringsten misstap schuldig kent. Eene geverwde olyfkleur
+is met de schoonheid zeer wel bestaanbaar: deeze is de natuurlykste
+kleur van alle menschelyke schepselen; want het is waarschynlyk,
+dat blank en zwart slechts trapswyze opklimmingen zyn, veröorzaakt
+door overmaat van warmte en koude. [17] Dit jong meisje, zoo volmaakt
+schoon, scheen zelfs ook volmaakt gelukkig te zyn. Men vindt, zegt
+RAYNAL, in den staat der zuivere natuur het geluk meenigvuldiger,
+dan in den staat der volmaaktste beschaafdheid. Het is zeker, dat
+eene Europeesche vrouw tot aan de toppen der vingers zoude bloozen,
+op het enkele denkbeeld van naakt in het openbaar te verschynen; maar
+opvoeding en vooröordeel doen alles, vermits het een ontwyffelbaare
+regel is, dat, wanneer men inwendig zig niets te verwyten heeft,
+men voorzeker van geene schaamte weten kan.
+
+Ik herinner my te Bergen op Zoom eenen jongen Indiaan uit den omtrek
+van de Volkplanting de Berbices, genaamd WILKY, gezien te hebben. De
+Generaal DESALVE, die hem had medegebragt, liet hem kleeden, en gaf
+hem een zeker zoort van opvoeding. Deeze Indiaan had onder anderen
+het koken en kleeder-maken geleerd, willende zig zelven, zoo hy zeide,
+tevens van alle noodwendigheden voorzien. Na verloop van eenigen tyd,
+betuigde hy zyn verlangen, om naar de Volkplanting te rug te keeren;
+en hy had slechts even den Americaanschen grond betreden, of hy wierp
+zyne kleederen weg, begaf zig naakt in het diepste der bosschen,
+alwaar hy, even gelyk de Hottentot, van wien ROUSSEAU spreekt in
+de aanteekening Nº. 13. op zyne verhandeling over den oorsprong
+en grondslag der ongelykheid onder de menschen, zyne dagen sleet,
+zoo als hy die begonnen had, in het midden zyner landgenooten en
+vrienden.--Maar laaten wy tot dit meisjen te rug keeren. Zy had
+eene levendige Papegaay, die zy zelve met een rond gemaakte pyl
+geschoten had, en die ik van haar voor een mes met een dubbeld lemmer
+verruilde. De Arrowoukas zyn in dit zoort van jagt zoo knaphandig,
+dat zy meenigmalen een Macaw in zyne volle vlucht, en dikwils zelfs
+een duif, raken.
+
+Ik kan van dit onderwerp niet afstappen, zonder eenige aanmerkingen te
+maken omtrent het zedelyk character van dit volk, het welk niet alleen
+met de meeste andere Indiaansche volken in vrede leeft, maar vooral
+in goede vriendschap staat met de Europeanen, wier achting het bezit.
+
+Ik zal slechts één geval verhalen, tot een bewys van de dankbaarheid,
+waar door deeze Indianen zig onderscheiden. Voor eenige jaaren
+kwamen twee van hun, man en vrouw, te Paramaribo. Deeze vrouw in
+haare zwangerheid verre gevorderd zynde, gelastte de heer VAN DER
+MEY aan zyne dienstboden, om hen beiden aan zyn huis te brengen, en
+hun eene afzonderlyke kamer, en alles wat zy noodig hadden, te geven;
+vervolgens wenschte hy hun goeden avond. De Indiaansche vrouw beviel
+dien zelfden nacht; en des anderen daags morgens, toen de dienstboden
+kwamen, om hun den dienst van hunnen meester op nieuw aan te bieden,
+vonden zy noch den man, noch de vrouw. Deeze waren voor het aankomen
+van den dag vertrokken, om met hun kind gerustelyk naar het bosch
+te rug te keeren. [18] Men maakte toen verscheiden gissingen omtrent
+die zoo hoog geroemde oprechtheid der Arrowoukas; maar na verloop van
+agttien maanden, kwam deeze zelfde Indiaan den heer VAN DER MEY weder
+opzoeken, met zig brengende een schoon jongman, tot het geslacht der
+Accawaus behoorende, dien hy in een gevecht gevangen genomen had. [19]
+Hy boodt hem zynen weldoener aan, zeggende alleenlyk: Die is voor u;
+en, zonder naar antwoord te wagten, liep hy weg. Men boodt den heer VAN
+DER MEY meer dan twee honderd ponden sterling voor dien slaaf, maar hy
+weigerde zulks, en behandelde hem, even als of hy een vry persoon was.
+
+De opvoeding, welke de Indianen in hunne kindsheid ontsangen, is
+zoo overëenkomstig de wetten der eenvoudige natuur, dat zeldzaam hun
+gemoed bedorven, noch hun lichaam misvormd is. Te groote zorgvuldigheid
+in beiderleije opzigten, is zoo wel schadelyk, als eene volstrekte
+achteloosheid. Dit is het gevoelen van den verstandigen Dr. BANCROFT,
+die niet noodig had zulks met een plaats uit QUINTILIAAN te bewyzen.
+
+Schoon de Arrowoukas in eene volmaakte eensgezindheid met de
+Europeanen, en de meesten van hunne nabuuren, leven, trekken zy
+echter ten stryde uit, wanneer men hen getergd heeft. Hunne wapenen
+zyn boog, pylen, en een knods, dien zy abowtow [20] noemen; maar zy
+eeten hunne gevangenen niet, zoo als de Caraïben doen, die zelfs
+de Negers opäten, welken zy in eenen opstand doodden, die in de
+Volkplanting de Berbices voorviel. Ofschoon zy veel verder van de
+zee af woonen, dan de Warrows, hebben zy kano's, zomtyds van veertig
+voeten lang, waar mede zy de Rivieren afzakken. De Indianen van dit
+geslacht zyn groote kruidkenners. Voor uitwendige kwalen, maaken
+zy gebruik van enkelvoudige middelen, waar van de bosschen van het
+vaste Land van America overvloeien.--Maar laten wy het verhaal van
+onze krygsverrigting vervolgen.
+
+Den 25sten, wierd ik door de koorts aangetast, en men deedt my
+eene aderlating op den voet; maar het lancet te diep gestoken zynde,
+geraakte ik verminkt. Omtrent dien zelfden tyd kwam de Colonel SEYBOURG
+uit de legerplaats aan de Java-Kreek zeer ziek te rug.
+
+De Colonel FOURGEOUD was toen op het punt, om zyne krygsverrigtingen
+te hervatten. Hy had reeds eenige manschappen naar de Savane der
+Joden afgezonden, om beter onderricht te worden van het geen 'er van
+dien kant omging. In dien staat der zaken ontfing hy beveelen uit
+den Hage, om dien tocht oogenblikkelyk te staken, en zig, met alle
+zyne manschappen, onverwyld naar Holland in te schepen.
+
+Ingevolge van deeze beveelen, wierden de transport-schepen den 27sten
+gereedgemaakt, de Officiers en soldaten ontfingen hunne agterstallige
+soldye, waar over zy zeer verheugd waren. Ieder een was te Paramaribo
+'er over te vreden, uitgenomen eenige inwooners, en ik zelf.
+
+Den 14den February, onaangezien het ongemak aan myn voet, de koorts,
+een zweer, en de scheurbuik, ging ik, op krukken loopende, met duizend
+guldens in myn zak, die somme verdeelen tusschen den Colonel FOURGEOUD
+en Mevrouw GODEFROY, tot betaling van de schulden, welken ik door
+het vry koopen van mynen Neger QUACO, en myne JOANNA, gemaakt had;
+vervolgens keerde ik naar myne wooning te rug, geen enkelen schelling
+in myn zak overgehouden hebbende. De 500 guldens, welken ik aan
+Mevrouw GODEFROY ter hand stelde, waren eene geringe afkorting op
+de 1800 guldens, die ik haar schuldig was, en met dit al had zy de
+edelmoedigheid, om my op nieuw aan te zetten, ten einde JOANNA en
+mynen zoon naar Holland mede te nemen. Doch JOANNA weigerde zulks
+moediglyk, en verklaarde, "Dat, alle andere bedenkingen daar gelaten,
+zy nimmer zoude toestemmen, om de belangen van haare weldoenster
+aan die van haaren weldoener op te offeren; dat haar eigen geluk,
+en zelfs het myne, het welk zy boven het leven waardeerde, als
+dan in bitterheid voor haar verkeeren zoude, zoo lang de schuld
+van haare vrykooping niet geheel en al gekweten zoude zyn, het zy
+door my zelven, het zy uit de vruchten van haaren eigen arbeid, zoo
+als zy hoopte dit t'eeniger tyd ter uitvoer te brengen":--Zy voegde
+'er by: "dat onze scheiding niet dan kortstondig zyn zoude, en dat
+het grootste bewys, het welk ik haar van myne achting geven konde,
+bestond in het kloekmoedig dragen van deeze kleine tegenkanting der
+fortuin, zonder in haare tegenwoordigheid zelfs een enkelen zucht
+daar over te laten". Zy liet deeze laatste woorden met een glimlach
+gepaard gaan: daar op omhelsde zy haaren zoon, en verliet my dadelyk,
+om onbedwongen haare tranen te storten. Op dit zelfde oogenblik
+wierd ik geroepen by den heer DELAMARE, die op sterven lag; en myne
+smart was toen onuitsprekelyk. Ik moest echter besluiten, om eene
+afwezigheid van één of twee jaaren door te staan. Des namiddags, om
+myn leed een oogenbjik te verzetten, ging ik het kabinet van Indische
+zeldzaamheden van den heer ROUX bezichtigen. Het oog toevallig op een
+ratelslang hebbende laten vallen, zal ik, alvorens de Volkplanting
+van Surinamen te verlaten, dit gevaarlyk kruipend gedierte beschryven.
+
+De Ratelslang heeft in Surinamen zomtyds de lengte van agt of negen
+voeten. In 't midden is hy zeer dik, en naar den hals en de staart
+word hy dunner. Zyn breede kop is plat, en leelyk mismaakt. Men ziet
+in hem twee wyd open gespalkte neusgaten by den bek; en, even als de
+Kayman, een groote kam of bult boven de oogen, zoo zwart als git,
+en zeer schitterende. Aan het einde van zyne staart zyn verscheide
+schubben van een zoort van dun hoorn, zeer droog, en aan elkander
+zaamgehecht, welken het dier beweegt, wanneer hy getergd word, en die
+een geluid geven, gelykende naar dat van een ratel, waar van hy den
+naam draagt. Men zegt, dat het getal zyner schubben in evenredigheid
+jaarlyks vermeerdert, en dat men door dit middel zynen ouderdom zeer
+juist bepaalen kan. Deeze slang is geheel overdekt met andere schubben,
+die aan den ruggestreng over eind staan. Hy heeft eene doffe orange
+kleur, gemengd uit een donkerbruin, en zwarte vlakken, die op zyn
+kop ook zeer zichtbaar zyn: zyn buik heeft eene aschgrauwe kleur met
+schuinsloopende schubben, zoo als de meeste andere slangen. Wanneer
+dit dier zynen buit bespiedt, draait hy zig rond in elkander,
+als een kluw touw, en zyne staart een weinig bewegende, doet hy
+die vervolgens ratelen, en spreidt zig in éénen sprong uit ter
+lengte van zyn geheele lichaam; daar op verbergt hy zig andermaal,
+om zig op nieuw uit te spreiden. Het vergift van deezen slang word,
+ten minsten in geheel America, voor doodelyk, of voor zeer gevaarlyk
+gehouden. Wat betreft zyne eigenschap om de oogen te verblinden, de
+muizen, de eekhorentjes, de vogelen, in zynen muil te laten vallen, ik
+houde zulks voor verdichtsels. Al die voorgewende tooverkragt bestaat
+alleenlyk daar in, dat deeze arme dieren, wanneer zy zig door eenig
+dreigend gevaar overvallen zien, door zulk een schrik en beving worden
+aangetast, dat zy 'er het gebruik van hunne ledematen door verliezen,
+en onbeweeglyk op hunne plaats blyven, of, zig trachtende te redden,
+in de macht van hunnen vyand vallen.
+
+Ik zag ook in dit kabinet de blaauwe Surinaamsche Dipsas, die byna
+eene blaauwe kleur op den rug heeft, in de zyden zeer helder, en
+aan den buik witachtig. Ik heb niet hooren zeggen, dat de beet van
+dit dier doodelyk is, maar dezelve veröorzaakt een onmatigen dorst,
+waar van hy zyn naam ontleent, want het woord dipsa beteekent in
+het Grieksch dorst. Ik merkte ook nog een anderen slang op, omtrent
+drie voeten lang, bedekt met ringen van onderscheidene kleuren,
+dien men Amphisboena noemt, om dat men veronderstelt, dat hy twee
+hoofden heeft; maar de waare reden is, om dat, uit hoofde van zyne
+langwerpig ronde gedaante, zyn kop en staart zoodanig naar elkander
+gelyken, dat het zeer wel is toe te geven, wanneer men 'er in mistast;
+zyne oogen zyn voorts byna onbemerkbaar. Het is die zelfde slang,
+aan welke de door my beschrevene groote mieren voedzel verschaffen,
+zoo het gemeene volk zegt, wanneer hy blind is, waarom men hem in
+dit Land met den naam van koning der mieren verëert. [21]
+
+Onder de talryke verzameling van fraaije kapellen van den zelfden heer
+ROUX, merkte ik 'er voornamelyk een op van eene middelmatige grootte,
+welker vier vleugelen, zoo van boven als beneden, met zwarte streepen
+en een schitterend groen verciert zyn. De ontzachelyke hoogte, tot
+welke zig dit insect verheft, en de vlugheid, waar mede hy vliegt,
+maken hem zeer zeldzaam. Zyn enklauw, van eene zee-groene kleur,
+is van harde punten, vry veel naar pluimen gelykende, voorzien.
+
+Ik zeide straks, dat wy bevel ontfangen hadden, om de Volkplanting te
+verlaten, en dat al het volk daar over verheugd was, uitgezonderd ik;
+maar onze Overste ontfing, den 15den, brieven uit Holland, waar by
+onze te rugkomst voor zes maanden wierd uitgesteld. Myne medemakkers
+waren over dit uitstel ter nedergeslagen, en my deedt het herleven. Ik
+besloot om myne geheele soldye uit te zuinigen, tot dat ik de somme by
+elkander zoude hebben, die 'er noodig was, om volkomen eigenaar van
+JOANNA te wezen: maar het deedt my zeer leed, dat wy andere tydingen
+uit Europa ontfingen, medebrengende, dat zyne Britannische Majesteit de
+Schotsche brigade had uitgenoodigd, om zig naar Engeland te begeven,
+en het speet my ongemeen, dat ik daar toe niet meer behoorde. [22]
+Men boodt my byna te gelyker tyd eene Compagnie aan onder den Generaal
+WASHINGTON, welke ik zonder bedenken weigerde.
+
+Den 18den February, wierden onze soldaten, moedeloos zynde, weder
+naar Maagdenberg gezonden; een groot gedeelte bleef steeds aan de
+Java-kreek. Onze Officiers waren toen zoodanig te onvreden, dat
+één van hun, FISHER genaamd, twee maalen, daags na elkander, een
+tweegevecht hieldt, en aan zyne beide tegenpartyen, zynde Officiers
+van 's Compagnies krygsvolk, gevaarlyke wonden toebragt.
+
+Dewyl ik nog niet hersteld was, bleef ik eenigen tyd langer te
+Paramaribo. Ik zag aldaar ten huize van den heer REYNSDORP, eene
+Portugeesche Jodin, die haare kinderen in den Christelyken Godsdienst
+opvoede; terwyl van eenen anderen kant, de Opzichteresse van zeker
+Godshuis dagelyks ongelukkige slaven liet geesselen, om dat zy, zoo
+ze zeide, Heidenen waren. Zy veröordeelde onder anderen eene arme
+Negerin tot vier honderd geessel-slagen, welken deeze, zonder eenige
+klagten te uiten, ontfing.
+
+Maar laten wy van dit onäangenaam onderwerp afstappen; en liever,
+dewyl zig daar toe thans eene geschikte gelegenheid opdoet, den lezer
+een korten staat opgeven van den koophandel en innerlyke waarde deezer
+Volkplanting, alwaar zoo veel bloed op de wreedaartigste wyze geplengd
+word, en die nog veel ryker zoude zyn, indien zy het voorbeeld niet
+volgde van de vrouw, in de Fabel van de hen, die gewoon was gouden
+eieren te leggen.
+
+Men telt te Surinamen zes of agt honderd Plantagiën, die suiker,
+koffy, cacao en catoen voortbrengen. 'Er zyn daarënboven eenige
+indigo Plantagiën. Men heeft ook werven gemaakt tot het hakken van
+timmerhout, enz. Op de onderslaande tafel kan men den staat en de
+waarde zien van de vier eerstgemelde zoorten van koopmanschappen,
+die geduurende vier jaaren van de Plantagiën zyn afgeleverd.
+
+
+Jaaren. Vaten Ponden Ponden Ponden
+ Suiker. Koffy. Cacao. Catoen.
+1771 19,494 11,135,132 416,821 203,945
+1772 19,260 12,267,134 354,935 90,035
+1773 15,741 15,427,298 332,229 135,047
+1774 15,111 11,016,518 506,610 105,126
+Somma 69,606 49,846,082 1,610,595 534,153
+
+
+69,606 vaten Suiker, tegen fl 60:-:- het
+vat, maken fl 4,176,360:--:--
+
+49,846,082 Ponden Koffy, tegen agt en
+een halve stuiver het pond, maken fl 21,184,584:17:--
+
+1,610,595 ponden Cacao, tegen zes en
+een halve stuiver het pond, maken fl 523,443: 7: 8
+
+534,153 ponden Catoen, tegen agt
+stuivers het pond, maken fl 213,661: 4:--
+
+ ------------------
+Makende te zamen fl 26,098,049: 8: 8
+ ==================
+
+Dit maakt voor elk jaar juist fl 6,524,512: 7: 2
+
+
+Maar deeze alzoo in 't ruwe opgegevene
+berekening betrof de Stad Amsterdam
+alleen.
+
+Indien men daar by voegt, het geen
+bovendien naar Rotterdam en Zeeland
+word uitgevoerd, behalven het geen
+binnen 's Lands gesleten word,
+het beloop van de ladingen rhum,
+suiker-syroop, timmerhout en indigo,
+zal men nog eens, of ten naasten by
+dezelfde somme hebben; dus fl 6,524,512: 7: 2
+ ------------------
+Te zamen fl 13,049,024:14: 4
+ ==================
+
+
+Het welk, wanneer men het slechts stelt op fl 11,000,000:--:-- jaarlyks
+een millioen ponden sterling bedraagt.
+
+Ik zal nu verder aanwyzen, hoe deeze somme tusschen de Hollandsche
+Republiek, en deeze Volkplanting verdeeld word.
+
+
+De Stad Amsterdam levert omtrent 50
+schepen van vier honderd vaten, door
+elkander gerekend, die voor de vracht
+wegens den invoer van verschillende
+koopmanschappen,
+ontfangen de somme
+van fl 6,000:--:--
+en wegens den uitvoer
+van producten uit de
+Volkplanting fl 32,000:--:--
+ --------------
+Maakende voor elk schip
+een vracht van fl 38,000:--:--
+
+het welk, door 50 vermeenigvuldigd
+zynde, uitmaakt. fl 1,900,000:--:--
+
+Ik reken bovendien dertig schepen van
+verschillenden last, voor Rotterdam
+en Zeeland, het welk maakt fl 1,200,000:--:--
+
+En voor de brikken, met ballast
+geladen, voor passagiers, enz.
+dienende fl 80,000:--:--
+
+Elk schip van de Kust van Guinée,
+het welk jaarlyks 250 of 300 Negers
+aanbrengt, gerekend op fl 120,000:--:--
+maakt, als men dit brengt op het
+getal van zes schepen [23] fl 740,000:--:--
+
+By deeze berekening zal ik voegen de
+waaren en koopmanschappen, die uit
+Holland worden ingevoerd, als wyn,
+sterke dranken, bier, gezouten ossen-
+en varkensvleesch, meel, zyde, catoen,
+en linnens; kleederen, hoeden,
+schoenen; kostbaarheden van goud,
+zilver en staal; metselaars- en
+timmermans gereedschappen, enz.
+enz. tegen de waarde van omtrent
+50 ten honderd aan winst, na aftrek
+van de kosten op de correspondentie,
+de verzekeringen, de ladingen, de
+imposten, de pakhuis-huuren, haven-
+en kaai-gelden, het inpakken, welke
+laatstgemelde artikelen daarënboven
+tien ten honderd aan de inwooners
+kosten; al het welk, door elkander
+gerekend, bedraagt fl 1,100,000:--:--
+ -----------------
+Makende reeds te zamen de somma van fl 5,000,000:--:--
+
+Hier by gerekend de interessen van 6 ten
+honderd van vyf millioenen sterling, die
+de Volkplanting schuldig is, en het geen
+de renteniers in Holland, alwaar zy
+schulden heeft, en ook de geenen, die
+hun fortuin gemaakt hebben, hun geld
+gaan verteeren, aan haar kosten beloopt
+zulks ten minsten fl 1,000,000:--:--
+ -----------------
+Dit alles, by elkander getrokken, maakt
+jaarlyks ten minsten de somma van fl 6,000,000:--:--
+
+
+Het zelve blyft zuiver ten voordeele van
+de Republiek, en wel voornamelyk voor
+Amsterdam, Rotterdam, en Zeeland, zoo dat
+de inwooners van Surinamen, voor hun
+aandeel, van den bovengemelden schat
+alleenlyk genieten fl 5,000,000:--:--
+ -----------------
+Makende te zamen de reeds op
+gegevene millioen sterling, of fl 11,000,000:--:--
+
+
+Ik zal, in de derde plaats, doen zien, hoe de binnenlandsche onkosten
+der Sociëteit van Surinamen, door het geen deeze ladingen opbrengen,
+gekweten worden; en deeze zyn niet gering.
+
+Reeds gezegd hebbende, toen ik van het Regeerings-bestuur deezer
+Volkplandng sprak, dat de Ontfangers van 's Lands penningen vyf in
+getal zyn, zal ik thans aantoonen, wat elk hunner tot kwyting deezer
+onkosten opgaart en ontfangt.
+
+De eerste van deeze Ontfangers is gesteld over de in- en uitgaande
+rechten.
+
+
+Aan hem word betaald:
+
+Van elk Hollandsch schip. fl 3:--:-- het
+vat; van de Americaansche fl 6:--:--. Dit maakt
+ fl 90,000:--:--
+
+Door de Americaanen voor alle in- en
+uitgevoerd wordende goederen, 5 ten
+honderd. fl 60,000:--:--
+
+De Suiker betaalt fl 1:--:-- de
+duizend ponden, of het oxhoofd. in 1771
+ bedroeg dit
+De Koffy, 15 stuivers, de honderd fl 260,000:--:--
+ponden gewicht.
+
+De Cacao fl 1:15:-- de hondert
+ponden gewicht.
+
+Het Catoen
+ -----------------
+
+Dus ontfangt hy jaarlyks de somma van fl 410,000:--:--
+
+De tweede is de Ontfanger der groote
+n kleine imposten.
+
+Men betaalt hem:
+
+voor een vat Bier fl 3:--:--
+voor een vat rooden
+Wyn fl 12:--:--
+voor een pyp Madera
+Wyn fl 23:10:--
+voor een mingelen
+Wyn in flessen fl -: 1:--
+voor de belasting op
+de aangeplakte
+billietten fl 600:--:--
+voor de belasting op
+de koopwaaren, in 't
+klein fl 300:--:--
+ -----------
+
+Al het welk jaarlyks ten minsten beloopt fl 100,000:--:--
+
+De derde Ontfanger is die van het
+hoofdgeld.
+
+Hy ontfangt van alle de inwooners,
+blanken en zwarten, zonder onderscheid,
+en van ieder hoofd, het zy man of
+vrouw, fl 2:10:--; voor elken jongen
+of meisjen, beneden de 12 jaren
+fl 1: 5:-- Dit bedraagt jaarlyks fl 150,000:--:--
+
+De vierde is de Ontfanger der rechten
+op den verkoop van koopmanschappen en
+slaven. Men betaalt hem: By verkoop
+van goederen, in geene rent-gevende
+bestaande, de Plantagiën daar onder
+gerekend, 5 ten honderd; en by verkoop
+van Neger-slaven, die nieuwlings worden
+ingevoerd, twee en een half ten honderd.
+Dit bedraagt jaarlyks fl 130,000:--:--
+
+De laatste ambtenaar eindelyk ontfangt
+de belasting wegens de kosten op het
+vervolgen der weggeloopen Neger-slaven,
+welke ingevoerd is, om dat de andere
+belastingen onvoldoende waren.
+
+De sommen, die hy inzamelt, bedragen
+jaarlyks: wegens de verhooging van een
+gulden, voor hoofdgeld over de blanken
+en zwarten fl 80,000:--:--
+
+als mede vier ten honderd van alle
+jaarlyksche Beneficiën, bedragende
+jaarlyks fl 400,000:--:--
+ -----------------
+Makende te zamen
+ fl 480,000:--:--
+
+Men betaalt bovendien jaarlyks, voor
+het onderhoud der wyken; namelyk van
+elk huis, volgens deszelfs uitgestrektheid.
+
+van een koets fl 20:--:--
+van een chais fl 10:--:--
+van een rypaard fl 10:--:--
+
+Het welk de bovengemelde belastingen
+vermeerdert met de somme van fl 12,000:--:--
+ -----------------
+Alle welke sommen, by elkander getrokken,
+niet minder opbrengen dan fl 1,282,000:--:--
+
+
+Na duidelyk te hebben aangetoond, zoo met behulp van het Tafereel
+der Surinaamsche Volkplanting van Dr. FERMIN, als volgens myne
+eigene kundigheden, dat de innerlyke waarde deezer bezitting meer
+dan een millioen ponden sterling aan inkomsten bedraagt, die door
+een verstandig bestuur nog merkelyk zouden kunnen vermeerderen; na al
+mede betoogd te hebben, dat het grootste gedeelte deezer inkomsten ten
+voordeele der Republiek koomt, terwyl de Colonisten met belastingen
+bezwaard zyn, die hen noodzaken tot vreemde middelen hunnen toevlucht
+te nemen, en misschien eerlyke lieden in schurken doen verkeeren;
+zal ik thans, by wege van een vervolg, een korten staat opgeven van
+den koophandel der Noord-Americaanen met deeze Volkplanting.--Zy
+komen aldaar uit Virginië, Rhode-Island, Nieuw-York, Boston, Jamaica,
+Grenada, Antigoa, het Eiland Barbados, enz. in kleine brikken, sloepen,
+enz. Zy brengen meel aan, ossen- en varkens-vleesch, haring, zout,
+makreel, bladen tabak voor de Negers, denne planken, rhum, sterke
+dranken, suiker-brooden, [24] spermaceti-kaarssen, uijen enz. Elk
+schip is daarënboven verpligt een paard aan te brengen: de eigenaar
+van 't schip ontheft zig daar van dikwils door een list: hy vertoont
+den kop van zoodanig dier, en verzekert, dat hy het aan boord genomen
+heeft, maar dat het op de reize gestorven is. Tegen deze koopwaaren
+voeren de Americanen al de Surinaamsche suiker-syroop (melasse) uit,
+waar van zy rhum by hun maken, en dikwils laden zy hunne schepen
+geheel en al met koopmanschappen en andere voortbrengsels van deeze
+Volkplanting, schoon zy het niet dan ter sluik doen mogen: maar kooper
+en verkooper vinden 'er hun voordeel by; de een koopt goed koop, en
+de ander ontfangt gereed geld. Van de Eilanden onder den wind voeren
+zy quarteron- en mulatten-slaven van beiderlei kunne aan, die over
+'t algemeen jong en fraay zynde, voor zeer hoogen prys verkogt worden,
+hoe zy ook anderzints gesteld mogen zyn.
+
+Alle de onderrichtingen, door my omtrent den koophandel en
+wezentlyken rykdom deezer schoone Volkplanting opgegeven, zyn naar
+de naauwkeurigste berigten gevolgd. Het zy my geöorloofd van dit
+onderwerp thans af te stappen, en myn verhaal te vervolgen.
+
+Den 21sten February, nam de heer REYNSDORP, schoonzoon van Mevrouw
+GODEFROY, my in zyn zeil-jacht mede; en om my van lucht te doen
+veranderen, bragt hy my op eene zyner Koffy-plantagiën, genaamd Nut
+en Schadelyk. Ik zag aldaar een blanken, die door de steek van een
+Vampire, of Guiaansch spook, in éénen nacht zyn gezicht verloor. Des
+anderen daags voeren wy de Commewyne op, en gingen naar Alkmaar,
+eene aangenaame Cacao-Plantagie, die aan dezelfde Mevrouw GODEFROY
+in eigendom toebehoorde. Hier wierden de slaven door haare meesteres
+behandeld, als haare eigene kinderen, en zy beschouwden allen haar
+als hunne moeder. Men hoorde aldaar geen geraas van yzeren ketenen,
+geene zuchtingen; men zag aldaar geen blyk van gestrengheid. Alles was
+eendracht en vergenoegen. Ik heb reeds bevoorens [25] eene afbeelding
+gegeven van het voortreffelyk huis en deszelfs toebehooren, op deeze
+fraaie Plantagie, alwaar onophoudelyk genoegen heerscht, alwaar men
+de edelste gastvryheid uitoeffent. De tuinen, de velden, de hutten
+zelfs der Negers, duiden aldaar overvloed en vrede aan.
+
+De Cacao-boomen worden voortgeplant van jong plantsoen, het welk
+men tot dit einde aankweekt. Men plant dezelven doorgaans op eenen
+afstand van tien of twaalf voeten van elkander, en zy groeien
+op tot de hoogte van onze Engelsche Kersseboomen. Maar deeze
+Plantagiën moeten wel beschut zyn, zoo voor zwaare winden, als voor
+de brandende straalen der zon, wanneer de boomen jong zyn, want dan
+zyn derzelver wortels niet diep genoeg in den grond ingedoken, om
+dezelven staande te houden, en zy zouden geene groote hitte kunnen
+doorstaan. Dienvolgende plant men 'er heester-gewassen (b. v. maniok)
+en Plantain-boomen tusschen, die tevens het onkruid tegengaan, het
+welk in de luchtstreken onder den zonne-keerkring zoo overvloedig
+voortteelt. Door middel van deeze voorzorgen, dragen de Cacao-boomen
+vruchten, eer zy drie jaaren oud zyn: als dan brengen zy jaarlyks
+twee oogsten voort; maar zy moeten echter twaalf of veertien jaaren
+oud zyn, eer zy hunnen volkomen wasdom bereikt hebben. Het blad van
+den Cacao-boom heeft meer dan agt duimen in de lengte, en byna drie
+in de breedte: het zelve is langwerpig, taay, en van een schitterend
+groene kleur. De gedaante der vrucht is byna dezelfde, maar echter een
+weinig breeder. Wanneer die vrucht jong is, heeft zy het voorkomen van
+een komkommer; maar wanneer zy ryp is, word ze geel als een limoen,
+en scheidt zig dan af in ribben, even als een meloen. Het zaad of
+de pitten zitten langwerpig in de vrucht of bast; ryp zynde hebben
+zy de dikte van olyven, en een purper kleur. Elke boom word gerekend
+by den oogst van dertig tot drie honderd vruchten te geven, die elk
+omtrent dertig pitten bevatten, een pond wegende; en langs dien weg
+kan men den jaarlykschen opbreng berekenen. Weinige dagen na dat de
+oogst geschied is, haalt men de pitten uit de schil; men laat ze in
+de schaduw droogen, en in dien tyd raaken zy een zoort van vochtige
+zelfstandigheid kwyt, het geen men noemt dezelve te laten uitzweeten;
+men pakt ze vervolgens in vaatjes om vervoerd te worden, en 'er die
+aangenaame koek van te maken, welke wy Chocolade noemen.
+
+Men zegt, dat de Cacao-boomen oorspronglyk in Guiana groeien, en
+natuurlyk in groote meenigte by de Rivier der Amazonen gevonden
+worden. Wat daar ook van zy, de zoon van den Gouverneur CHATILLON
+plantte den eersten boom in 't jaar 1684 in Surinamen; en de eerste
+oogst, die naar Holland werd uitgevoerd, geschiede in 't jaar 1733. Een
+der groote voordeelen van het aankweeken der Cacao-boomen bestaat
+hier in, dat daar toe minder slaaven, dan tot alle andere zoorten van
+Plantagiën noodig zyn. Men kan naargaan, hoe aanmerkelyk de voordeelen
+zyn, uit den opbreng van het jaar 1774, wanneer men, alleen voor
+de Stad Amsterdam, 506,610 ponden Cacao-pitten uitvoerde; het welk
+202,614 Hollandsche Guldens, of 18.419 ponden sterling opbragt. De
+prys verschilde van 4 tot 9 stuivers het pond. De middel bereekening
+is van zes- en een halve stuiver. De beste Plantagiën, en die van
+Alkmaar behoort daar onder, brengt jaarlyks meer dan 80,000 ponden op.
+
+Den 27sten keerden wy naar de Stad te rug, alwaar men, des avonds
+te voren, een soldaat ter zaake van muiterye had doodgeschoten, en
+des anderen daags geraakte op de rheede een schip in brand. Byna
+ter zelfder tyd, vertrok de Neger QUACY, die de Propheet, en, om
+zoo te zeggen, de Koning zyner landgenooten was, naar Holland,
+om zyne opwagting te maken by den Prins van Orange, aan wien
+de Colonel FOURGEOUD hem aanbeval. Deeze Neger moest de roem van
+deezen Bevelhebber vermelden, en zig beklagen over den Gouverneur,
+die aan onzen Colonel geen eerbied genoeg betoonde. Ter gelegenheid,
+dat wy toen het tydstip der Zittingen van het Gerechtshof hadden,
+wierd aan een slaaf het been afgezet, om dat hy eenen arbeid,
+die boven zyne kragten was, geweigerd had. Twee anderen wierden
+veroordeeld om opgehangen te worden, om dat zy waren weg geloopen. Het
+heldhaftig gedrag, door één deezer ongelukkigen voor het Hof van
+Justitie gehouden, verdient alhier verhaald te worden.--Hy verzogt
+voor weinige oogenblikken gehoor, het geen hem wierd toegestaan;
+en hy liet zig toen in deezer voegen uit:
+
+"Ik ben in Africa geboren, alwaar ik, mynen Vorst in een gevecht
+verdedigende, ben gevangen genomen, en door myne landgenooten op de
+Kust van Guinée voor slaaf verkocht.--Een van uwlieden, die thans
+myn Rechter is, kocht my; en ik ben door zynen Opzichter zoo deerlyk
+mishandeld, dat ik weg liep, en my by de muitelingen voegde.--Ik zag
+my gedwongen, om hun Opperhoofd BONNY te dienen, wiens dwinglandye
+nog ondraaglyker was, dan die der Europeanen. Een weêrzin in zulk
+eene handelwyze hebbende, besloot ik om het menschdom voor altyd te
+ontvlieden, en in de bosschen rustig te leven. Ik heb aldaar twee
+jaaren byna alleen doorgebragt, in de grootste ongerustheid van geest,
+en myn leven latende voortduuren alleenlyk in de hoop, om myn geliefd
+geslacht, het welk misschien, uit hoofde myner afwezigheid, in myn
+eigen Land van honger verging, nog eenmaal weêr te zien. Twee ellendige
+jaaren waren dan in deeze gesteldheid verloopen, toen de Jagers my
+ontdekten, my gevangen namen, en my voor deeze Rechtbank bragten,
+aan welke ik thans de geschiedenis van myn deerniswaardig leven open
+legge, en slechts de genade verzoek, om aanstaanden Saturdag, of zoo
+dra het mogelyk zyn zal, het vonnis aan my uit te oeffenen".
+
+Deeze aanspraak wierd met eene ongemeene gematigdheid uitgesproken
+door één der schoonste Negers, dien men misschien immer zag. Zyn
+meester, die (zoo als hy te recht opmerkte,) onder het getal van
+zyne Rechters was, gaf hem dit kort antwoord:--"Schelm! alles wat gy
+ons vertelt, doet niets ter zaake. De pynbank zal u in een oogenblik
+de bekentenis van misdaden afperssen, die zoo verachtelyk zyn, als
+gy zelf, of uwe hatelyke medeplichtigen". De Neger, die alle zyne
+aderen van verontwaardiging voelde opzwellen, beantwoordde hem zulks
+op deeze wyze:--"Massera, de tygers in de bosschen hebben onder deeze
+handen (welken hy toen in de hoogte stak) gebeefd; en gy durft my met
+uwe armhartige werktuigen van foltering bedreigen! Neen! Neen! ik
+veracht de pynigingen, welken gy thans kunt uitvinden, even zeer,
+als den laaghartigen, die ze my aandoet". Op deeze woorden boodt hy
+zig zelf ter pyniging aan, en stond de ysselykste folteringen door,
+zonder een enkel woord uit te brengen; vervolgens weigerde hy zelfs
+te spreken, en eindigde zyn leven met de koord.--Maar laaten wy van
+dit naargeestig onderwerp afstappen.
+
+Den 8sten Maart, hield ik het middagmaal by den Colonel FOURGEOUD,
+om aldaar den verjaardag van den Prins van Oranje te vieren. Dien
+zelfden dag gaf de heer REYNSDORP eene maaltyd aan alle de soldaten. De
+Colonel berigtte my, dat de Jagers, in dit oogenblik, by de Wana-kreek
+alleen gelegerd waren; dat de ongezonde post van Devil's Harwar geheel
+en al verlaten was; dat de twee Compagniën van vrywillige Negers,
+die kortlings waren aangeworven, op den weg, die met de Wanica agter
+Paramaribo gemeenschap heeft, eenige muitelingen gevangen genomen,
+en verscheiden anderen gedood hadden. Ik bevond my toen wel beter,
+schoon ik nog niet geheel en al hersteld was; en die zelfde Overste,
+die my voorheen zoo hard behandeld had, hield thans aan, dat ik my
+in de hoofdstad der Volkplanting nog eenigen tyd langer zoude blyven
+ophouden: hy boodt my zelfs verlof aan, om naar Europa te rug te
+keeren, het geen ik stellig weigerde; eindelyk, tegen het midden der
+maand, was ik zoo gezond, als ik in myn geheele leven geweest was. De
+Colonel FOURGEOUD en ik gaven toen dagelyks bezoeken aan vrouwen,
+in wier gezelschap zig niemand hoflyker gedroeg, dan hy, terwyl ik
+van myn kant mynen afkeer dikwils niet bedwingen konde. Zy keeken
+ons aan op eene manier, die haare bedoeling duidelyk te kennen gaf;
+verscheiden zelfs waren in haare gesprekken gantsch niet omzichtig;
+en zekere Mevrouw N. ging zelfs zoo verre, dat zy my, zonder omwegen,
+verzogt, of ik de plaats van haaren man wilde vervullen.
+
+Den 17den, intusschen, vertoonde zig iets aan myn oog, het geen my meer
+bekoorde. By den heer TEXIER, Colonel van 's Compagnies krygsvolk, uit
+eeten gaande, deed ik vooraf eene wandeling in de oranjeboom-bosschen
+en de tuinen van den Gouverneur. Ik ontdekte aldaar wel dra dwars door
+de takken twee vrouwen van de cierlykste gestalte en de schoonste
+gedaante, die zig gebaad hadden. De eene was eene bekoorlyke en
+jonge Samboe-, de andere eene fraaie Qaurteron-Negerin. De trekken der
+laatstgemelde waren zoo regelmatig, en haare gedaante zoo bevallig, dat
+men byna geloofd zoude hebben, dat zy uit Griekenland geboortig was:
+haare roosenkleurige verwe was gelyk aan die, waar van het boschjen
+glinsterde. [26] Beide wandelden zy, elkander by de hand houdende, en
+praatten al lachende, in de nabyheid van een bed met bloemen, geplant
+aan den oever eener beek van vlietend en helder water, waar in zy zig
+als Syrenen indompelden, toen zy de bladeren van het geboomte hoorden
+ritselen. Ik liet haar het stil genot der onschuldige vermaken van
+het bad, en ik wagte het eetens-uur af, doorwandelende intusschen
+de beplantingen van boomen, die met vruchten beladen waren, en de
+bloem-tuinen, langs wandeldreeven van schoon rivier-zand. Ik zag in
+deeze tuinen meer Europeesche planten, dan ik dagt, dat 'er onder den
+zonne-keerkring waren, als kruis en munt, venkel, salie, rozemaryn,
+heidens wond-kruid, jasmyn, kruidje roer my niet; granaatboomen,
+rozenboomen, vygenboomen, en zelfs eenige wynstokplanten. De vygen
+waren van eene fraaije karmosyn kleur van buiten en van binnen, en
+de rozen van eene bleeke roode kleur. 'Er waren ook op deeze zelfde
+plaats eenige schoone pyn-appelen, en meloenen, waar van ik iets
+zeggen zal, schoon zy vry algemeen bekend zyn. De Koning van alle
+vruchten, ananas, of pyn-appel genaamd, groeit aan het einde van
+een stam, van eene zee-groene kleur, en agt duimen lengte hebbende,
+die zig uit het midden-punt van een fraay heester-gewas van de zelfde
+kleur verheft, welks langwerpige, effene, puntige, en van zeer harde
+stekels voorziene bladeren, op eenen kleinen afstand van den grond,
+in de rondte geschaard zyn. De gedaante der vrucht is ten naasten by
+die van een pynappel; dezelve is geheel en al met vierkante schubben
+bedekt, en van eene fraaije orange of goud kleur. Eene bos met
+bladeren, naar die der plant gelykende, maar echter veel kleiner,
+geeft 'er eene kroon aan, en in den grond gestoken zynde, koomt
+'er, na verloop van agtien maanden, een andere ananas uit voort. De
+uitgelezene smaak, en de lekkere geur van deeze vruchten, zyn zedert
+byna een halve eeuw zoo bekend, dat ik 'er alleenlyk van spreek uit
+hoofde van derzelver overvloed in Guiana. De verschillende zoorten
+van gewoone ananassen groeien aldaar uit de natuur; en op verscheidene
+Plantagiën dienen zy aan de geringste dieren tot voedzel.
+
+De Muskaat- en Water-Meloenen wassen ook overvloedig in dit Land. De
+eerste is volstrekt rond, van de grootte van een kleine hoed, met
+ribben, en van een buffels kleur, orange en groen. Derzelver vleesch
+is geel, vast, sappig, zacht, en van een lekkere geur.
+
+De Water-meloen is van eene eironde gedaante. Derzelver schil is zeer
+effen, en gedeeltelyk van eene schitterende groene, gedeeltelyk van
+eene bleeke buffels kleur. Het vleesch van deeze meloen is roodachtig,
+van eene waterachtige en zachte zelfstandigheid, van een zeer zoeten
+smaak, van eene uitmuntende geurigheid, en zeer verkoelende. Deeze
+meloenen zyn een zoort van komkommers, en groeien aan het einde van
+zwaare steelen, met breede bladeren, die den grond bedekken. Het is
+merkwaardig, dat de Water-meloen, welke men, zonder eenige schadelyke
+gevolgen, in alle zoorten van ziekten eeten kan, het best word
+voortgeteeld in een droogen en zandachtigen grond.
+
+Omtrent te deezer tyd zond ik eene fraaije verzameling van Surinaamsche
+Kapellen aan den heer REIGERSMAN in Holland. Deeze insecten zyn
+alhier zeer talryk, en zeer verschillende. Verscheide lieden, die
+hun werk maken om dezelven te vangen, scheppen 'er behagen in. Maar
+het denkbeeld, om een enkel levendig insect op een blad papier vast
+te maken, was voor my te weinig bekoorlyk, om ze zelf te gaan vangen.
+
+Ter zelfder tyd wierden de Capitains VAN GEURICK en FREDERIK, vergezeld
+van den Sergeant FOWLER, naar de Oucas- en Sarameca-Negers afgezonden,
+om van hun eenige hulp tegen de muitelingen te verzoeken; zy beloofden
+dezelve, zoo lang de Colonel FOURGEOUD hun geschenken gaf, maar zy
+leverden ze nooit. Eenige andere Officiers bleven steeds by ons,
+zig bezig houdende met by de vrouwen op Paramaribo hunne opwagting
+te maken. Onder dit getal waren de Majoor MEDLAR, en de Capitain
+HAMEL, die beiden onder het Regiment van den Generaal DE SALVE,
+in de Volkplanting de Berbices, gediend hadden; de eerstgemelde was
+bevorens in Pruissischen dienst geweest. Het was voor ons, die nog zoo
+kortlings naar wilden geleeken, geene kleine verandering van staat,
+in dit oogenblik de straaten van deeze hoofdstad te bewandelen,
+als Fransche Marquisen uitgedoscht zynde.
+
+Met den Gouverneur NEPVEU in goede vriendschap zynde, kreeg ik in de
+gedachten, om hem een onbebouwd stuk land in het bosch te verzoeken,
+en dadelyk stond hy my vier honderd akkers toe. By het doen van dit
+onbedacht verzoek had ik niet berekend, hoe veel geld 'er wel noodig
+was, om het hout 'er te doen uithaalen, slaven te koopen, en in alles,
+wat tot zulk eene onderneming verëischt word, te voorzien; maar wanneer
+ik de moeielykheid in aanmerking nam, om iemand te vinden, die met
+my zoude willen zamen doen, en de noodige gelden daar toe bezat,
+bedankte ik om deeze blyk van des Gouverneurs goedheid aan te nemen.
+
+Den 26sten, bevryde ik eene arme Negerin, die een douzyn porcelein
+theegoed gebroken had, van eenige honderde geesselslagen, door het
+zelve te vergoeden. Dien zelfden dag wierd ook eene andere Negerin
+door een Franschman vermoord, die zulk eene scherpe knaging over zyn
+wanbedryf gevoelde, dat hy zig den hals afsneed; een Opzichter, die
+hem behulpzaam geweest was, hing zig zelven op. Na aan den armen Neger,
+wien men, uit kragte van een vonnis, het been had afgezet, een bezoek
+gegeven te hebben, maakte ik my gereed om naar mynen vierden veldtocht
+te vertrekken. Terwyl ik de toebereidzelen daar toe maakte, zag ik zes
+Neger-slaven by my binnen treden, beladen met geschenken, welken my
+myne vrienden zonden, en bestaande in al het beste, het geen Guiana
+voortbrengt. Ik moest het bevel aan de Commewyne op nieuw op my nemen.
+
+
+
+VYF-EN-TWINTIGSTE HOOFTSTUK.
+
+Grappige manier tot het ontdekken van een dief.--Het
+Brom-vogeltje.--Verschillende zoorten van planten.--Manier van
+visschen in Surinamen.--Onderscheidene zoorten van visschen.--Moed
+van eene jonge Negerin.--De Pimpelmees.--De Americaansche Aloë.--De
+Banille-boom.--Huilende Aapen.--Verwonderlyke slimheid der wilde
+Byën.--De krygsbende van den Colonel FOURGEOUD ontfangt andermaal
+bevel, om naar Europa te rug te keeren.--De Guiaansche Nachtuil.
+
+Den 27sten Maart 1776, nam ik op nieuw afscheid van de Stad Paramaribo,
+van JOANNA, en van mynen zoon.
+
+Des morgens van dien dag, zelfs eer dat ik vertrok, wierd een Planter,
+HALBERG genaamd, door eene groote Iguana hevig gestoken, op het
+oogenblik, dat hy myne medgezellen en my noodigde, om ons nog eenige
+dagen langer op te houden, en by eene maaltyd, welke hy tot viering van
+zynen vyf-en-twintig jaarigen trouwdag gaf, tegenwoordig te zyn. Na
+hem ons leed betuigd te hebben over het ongeval, dat hem ontmoette,
+gingen wy in een overdekt vaartuig; en dien zelfden avond kwamen wy
+op de Plantagie Sporks-gift, aan de Matapica-kreek. Capitain MACNEYL
+ontfing ons aldaar, twee dagen lang, op eene zeer gastvrye manier. Ik
+verstikte aldaar echter byna door eene sterke reuk van groene koffy,
+leggende op den vloer van het kamertje, waar in ik myne hangmat
+geplaatst had.
+
+Den 29sten des avonds, en wel zeer laat, kwamen wy op de Plantagie
+Goud-Myn, alwaar wy eenen jongen Neger en eene jonge Negerin vonden,
+die, dicht by elkander, aan een hoogen balk, met een touw, het welk
+aan de duimen van elk hunner was vast gemaakt, waren opgehangen. Dit
+touw was agter om hun rug gebonden, hunne schouders werden 'er
+byna door ontwricht, en het veröorzaakte hun de verschrikkelykste
+folteringen. Ik sneed het oogenblikkelyk af, zonder verlof of omwegen:
+ik zwoer daarënboven, dat ik den schelm van een Opzigter, die zulk
+eene nieuw uitgedachte en afgryselyke strafoeffening had aangedaan,
+vernielen zoude, ten minsten, dat hy my zoude moeten beloven aan deeze
+twee ongelukkigen kwytschelding te verleenen; het geen hy, by geluk,
+aanstonds en in myne tegenwoordigheid deedt.
+
+Den 30sten, even voor dat wy aan de Hoop ontscheepten, vernam ik,
+dat myne Suiker, en het grootste gedeele van myn Rhum weg waren, maar
+ik ontdekte den dief door eene aartige list, waar van ik echter niet
+beweere de uitvinder te zyn. Ik zeide aan zes Negers, die met roeijen
+bezig waren, dat in zes minuten op den neus van hem, die de schuldigste
+was, een veder van een Papegaay zoude groeijen: tevens sprak ik eenige
+woorden uit, die geen zin hadden, en zwaaide twee of drie malen met
+myn sabel, waar na ik my in de hut opsloot. Ik keek aldaar door het
+sleutelgat, en hield een naauwkeurig oog op de roeijers, zonder dat
+zy 'er iets van bemerkten. Spoedig zag ik, dat één van hun, by elken
+slag met de roeyriem, de hand opligte, en aan zyn neus voelde. Ik
+kwam dadelyk weder te voorschyn, en regelrecht naar hem loopende,
+riep ik hem toe:--"Ik zie de veder, schurk! gy zyt de dief."--De arme
+schelm antwoordde my aanstonds:--"Ja, Masera!" Vervolgens, op de kniën
+vallende, bad hy den toovenaar, dat hy hem genade bewyzen wilde. De
+anderen verëenigden zig met hem, en ik schonk deezen bygeloovigen
+schelm, en zyne medeplichtigen vergiffenis, en gaf hun, om dat zy
+my de zaak openhartig bekend hadden, een stuk gezouten ossen-vleesch
+voor hun middagmaal, met een calebas vol rhum en water.
+
+Ik nam dadelyk na myne aankomst op den wachtpost van de Hoop, het
+bevel der Rivier op my, en ik beschouwde my op nieuw als de Vorst
+van de Commewyne. Om eene goede woning te hebben, liet ik een Paleis
+in de hoogte bouwen, naar dat van den Generaal BONNY te Bousy-Cray
+gelykende. Deeze wooning, die byna eene lucht-woning was, was my
+van zeer groot nut. Het grootste gedeelte van het land aan deezen
+post stond, door de overstroomingen, onder water. Het was niets
+meer dan een moeras, zoo weinig acht had men 'er op geslagen, en
+'er was geen voetstap meer van myne oude hut te ontdekken. Ik vond
+de ellendigste soldaten op deeze plaats. Zy waren aldaar byna naakt,
+en hadden tot hunne schoenen verkogt, om zig een maand lang verschen
+voorraad te bezorgen. Ik verzachtte intusschen hunne ellende door
+myne aanzoeken by den Colonel FOURGEOUD, in wiens gunst ik meer en
+meer deelde; en de wachtpost van de Hoop was wel dra een paradys,
+in vergelyking van het geen dezelve was, toen ik 'er kwam.
+
+De jagt was toen, gelyk voorheen, myne dagelyksche bezigheid. Den
+4den bragt ik Pluviers, Roodborsjes, en byna een dozyn Musschen uit
+de zand-woestyn mede.
+
+De Pluviers van Guiana hebben de grootte van een duif. Zy hebben
+vederen van eene donker bruine kleur, met wit doormengd, en met
+dwarsloopende streepen. Men vindt 'er een groot aantal van in
+de verdronkene Savanen, en zy verschaffen een lekker eeten. De
+Roodborsjes zyn een zoort van dikke rood-staarten, en hebben het
+bovenste gedeelte van het lyf van eene donkere kastanje kleur, en al
+het overige van eene bloedkleur. Zy zyn zoo lekker als een leeuwrik,
+en op alle Plantagiën zeer gemeen. De wilde Musschen, die zommigen,
+zoo ik meen, Anacas noemen, zyn lieve diertjes van de gedaante van een
+Papegaay. Hunne vederen zyn volmaakt groen, en zy hebben een witten
+bek en roode oogen. Zy doen veel schade aan de ryst- en koorn-landen,
+en vliegen met eindelooze hoopen over de Plantagiën.
+
+De Brom-vogeltjes plaatsten zig in zulk een groot getal op de
+tamarinde boomen aan de Hoop, dat men ze byna voor zwermen van wespen
+zoude hebben aangezien. De Lieutenant SWELDENS doodde 'er dagelyks
+verscheiden, door kleine erweten of korrels van Indisch koorn met
+een vogelspuit op hen te werpen.
+
+Het Brom-vogeltje (Trochulus, of het Colorietje) is byzonder
+merkwaardig, zoo uit hoofde van deszelfs fraaiheid als kleinte; want
+hy is zoo lang niet als een derde van een menschen vinger; en wanneer
+zyne vederen zyn uitgeplukt, is hy niet veel grooter, dan eene groote
+vlieg. ('Er zyn echter verscheiden zoorten, waar van zommige twee
+maal zoo groot zyn.) De vederen van deezen vogel zyn gekleurd met eene
+sterke weërschyn: in de schaduw, hebben zy eene schitterende en donker
+groene kleur; in de zon, eene bruine en glinsterende purper-kleur,
+met hemels-blaauw gemengd. Zyn kop is verciert met een kleine kuif
+van groene, zwarte en goud-kleurige vederen; zyne staart en vlerken
+zyn van eene helder zwarte kleur; zyn bek, die lang, zwart, en aan
+het einde gebogen is, is niet veel grooter, dan eene spelde. Zyne
+gespleete tong gelykt naar een rooden zyden draad. Zy dient hem, om
+den nectar of het sap der bloemen uit te pompen of uit te trekken,
+geduurende welke verrigting hy als een bye stil staat; en dit sap
+schynt het eenige voedzel van dit vogeltje te zyn. Dikwils maakt hy
+zyn nest op een blad van wilde Ananas, of kruipende Aloë. Dit nest,
+het welk niet veel grooter is, dan een nooten-dop, is byna geheel
+van catoen gemaakt. Het wyfje legt twee eieren, die van de grootte
+van erweten zyn. Mejuffrouw DE MERIAN brengt dezelven tot het getal
+van vier; maar ik verzeker, dat ik 'er nimmer zoo veelen in eenig
+nest gezien, noch ook gehoord heb, dat zy 'er nu en dan in gevonden
+zouden worden. Ik heb getracht twee vogelen van dit zoort op het
+natuurlykst, en met hunne kleine wooning, af te teekenen. Het is my
+niet mogelyk geweest die afteekening volkomener te maken; want de
+beweging hunner vlerken is zoo gezwind, dat men moeite heeft de kleur
+'er van te kunnen onderscheiden. Deeze beweging veröorzaakt het zoort
+van bromming, waar van deeze vogeltjes hunnen naam ontleenen.
+
+'Er was ook in deezen omtrek eene eindelooze meenigte van Aapen. Ik
+zag 'er by de twee honderd op een veld van Suiker-riet, al waar zy
+groote verwoestingen aanrigtten. Deeze doorslepen dieren zetten
+schildwagten uit rondom de plaats, alwaar zy stroopen, om op het
+vernemen van onraad gerucht te maken; en ik ben getuige geweest van
+de oplettenheid en het verstand, waar mede zy, die met die zorge
+belast zyn, zig van dezelve kwyten. Wanneer deeze stroopers eenig
+gevaar vernemen, loopt de geheele bende al springende naar het bosch,
+houdende elk den geroofden buit met de poot vast.
+
+Ik vermaakte my ook met zwemmen. Deeze oeffening gaf my kragten, en
+bragt veel toe tot behoud van eene goede gezondheid. De voordeelen,
+welken men hier door verkrygt, zyn op eene verrukkende wyze afgemaalt,
+door den Schryver der Jaargetyden.
+
+"Het is de gezondste oeffening, en de zoete verkoeling der brandende
+hitte van den zomer. Op die wyze verkrygen de ledematen sterkte, en
+de arm van die Romeinen, die op het overheerde land het bevel voerden,
+leerde vooräf, in zyne jeugd, de water-golven te vermeesteren."
+
+Den 14den, doodde ik een Kayman; maar van deezen tocht in een vaartuig
+te rug komende, viel een pak brieven, my door den Colonel FOURGEOUD
+toegezonden, by ongeluk in het water, en zonk. Eenige Officiers,
+die daags daar aan op de Hoop kwamen, berigtten my echter, welke
+de voorname inhoud deezer brieven was: zy gaven my kennis, dat de
+Overste, besloten hebbende nog eenmaal de bosschen te doorkruissen,
+my last gaf, dat alle manschappen, krygs- en mondbehoeften, welken
+ik niet volstrekt noodig had, de Rivier moesten worden opgezonden;
+dat het Sociëteits krygsvolk, op Oranjeboom post houdende, ook stond
+te vertrekken; en dat de één zig naar Maagdenberg, de ander naar de
+Peréca moest begeven. Ik behield dus slechts twaalf verminkte soldaten
+op de Hoop, en een gelyk getal op Klarenbeek, zonder Heelmeester, noch
+geneesmiddelen. Niettemin deed ik, met zulk een zwak getal manschappen,
+dagelyks de ronde, zoo te land als te water.--De zelfde Officiers gaven
+my ook berigt, dat de Vaandrig VAN HALM was overleden, en dat een schip
+vol zieken gereed lag, om onverwyld naar Holland onder zeil te gaan.
+
+Schoon de Colonel FOURGEOUD steeds te Paramaribo bleef, hield hy
+niettemin, met zeer veel nauwkeurigheid, over alle krygs-verrigtingen
+het toezicht. Dienvolgende gelastte hy, den 23sten, aan eene bende
+van honderd mannen, om het land tusschen Maagdenberg, de Wana-Kreek,
+en de Maroni te gaan onderzoeken; maar zy kwamen wederom, zonder iets
+ontdekt te hebben.
+
+Dewyl het zig liet aanzien, dat ik nog eenigen tyd op den wachtpost
+de Hoop zoude moeten blyven, liet ik myne schapen en gevogelte halen
+van de Plantagie, alwaar ik die had agtergelaten, en ik deed aan den
+heer GOURLY een geschenk van een ram en een schaap, die alle anderen
+van dat zoort in de Volkplanting overtroffen. By de aankomst van deeze
+myne kudde vee, zag ik met genoegen, dat zy merkelyk vermeerderd was.
+
+Den 26sten, bragt één van myne soldaten, my een slang, dien hy gevangen
+had. Dit dier was niet meer dan vier voeten lang, en niet dikker,
+dan de loop van een snaphaan. Bemerkt hebbende, dat hy midden op zyn
+lyf een bult had van de grootte van myn vuist, was ik nieuwsgierig
+om dezelve open te maken, en ik vond een kikvorsch, levendig en in
+zyn geheel, maar waar aan men op den kop en hals een vlak zag, welke
+scheen aan te duiden, dat hy begon te bederven. Ik nam de proef, om
+een touw aan één zyner pooten vast te binden, en hem in het gras aan
+den waterkant te laten, geduurende drie dagen, na verloop van welken
+het arme dier nog in goeden staat scheen te zyn, en ik gaf hem zyne
+vryheid weder.
+
+Den 28sten, gaf ik een bezoek aan THOMAS PALMER, Schildknaap en
+Raad des Konings in Massachufets-Baay, die zig op zyne Plantagie
+Fairfield bevond. Zyne slaven leefden aldaar volmaakt gelukkig en wel
+te vreden, het geen het gevolg was van het verstandig bestuur van den
+eigenaar. Weinige bezittingen van dit zoort, in de West-Indiën, waren
+in eene zoo gelukkige gesteldheid, zoo ten aanzien der bevolking, als
+der vruchtbaarheid. De beminnelyke wellevenheid, waar mede de eigenaar
+deezer Plantagie de vreemdelingen aldaar ontfing, gaf een verheven
+denkbeeld van zyn character, het welk in de geheele Volkplanting ten
+gunstigsten bekend was.
+
+By myne te rug komst op de Hoop, ontfing ik een brief van den
+Bevelhebber, my meldende, dat de Jagers, onder aanvoering van VINSACK,
+verscheiden muitelingen gedood, en 'er elf gevangen genomen hadden:
+maar dat eene andere party van die zelfde Jagers door den vyand was
+verrast geworden, zynde verscheiden van het volk, terwyl zy in hunne
+hangmatten lagen te slapen, gedood.
+
+In eene van deeze schermutselingen betoonde een Neger van de
+muitelingen eene zonderlinge tegenwoordigheid van geest. Een Jager op
+hem hebbende aangelegd, riep deeze Neger hem toe: "Wel hoe! wilt gy
+één van uwe medemakkers dooden?" De Jager, geloovende dat dit waar
+was, antwoordde hem: "Daar bewaare my God voor"! En zyn wapentuig
+nederzettende, kreeg hy dwars door het lyf een kogel, op hem door
+zynen vyand afgeschoten, die dadelyk als een blixemstraal uit het
+gezicht was. De al te lichtgeloovige Jager stierf 'er van. Een der
+gevangenen verhaalde, dat des avonds te vooren een Neger, die wel
+eer van de Plantagie Fauconberg was weggeloopen, op last van BONNY
+was nedergesabeld.
+
+De haven van de Hoop, onderging, den 6den Mey, een zwaaren orkaan,
+verzeld van donder en blixem. Verscheide boomen wierden uit den grond
+gerukt, huizen om ver gesmeeten, en dakken afgeworpen. Myn lucht-paleis
+in tusschen stond, zonder eenig letzel, den storm door. JOANNA met
+mynen zoon den 8sten zynde aangekomen, stelde ik my het zelfde geluk
+voor, als ik in 1774 reeds genoten had. Myn huisgezin, myne kudde, myn
+gevogelte, waren in dit oogenblik verdubbeld. Ik bebouwde daarënboven
+een fraaien tuin; en zoo ik my al in den volsten zin geen Planter
+noemen kon, ik had ten minsten eenig recht, om my een kleinen tuinier
+te noemen.
+
+Den 29sten, waren wy allen by den heer DE GRAAF, op zyne fraaie
+Plantagie Knoppemonbo, aan de Casavinica-Kreek, ter maaltyd. Ik zag
+aldaar planten en wortelen, welken ik nog niet had opgemerkt.--De
+Taijers, voortkomende uit het midden van een groen heestergewas van
+eene meelachtige zelfstandigheid, het welk niet meer dan drie of
+vier voeten hoog is, bladeren voortbrengt, die ongemeen breed zyn,
+en de gedaante van een hart hebben, en waar van de stam naar die
+van den Bananen-boom gelykt. Wanneer de uitwendige bekleedselen van
+deeze plant zyn afgeschild, heeft zy het voorkomen van de ignames of
+aard-appelen, maar is veel aangenaamer om te eeten, en veel fyner. 'Er
+zyn verschillende zoorten van Taijers, en men geeft den voorrang aan
+de kleinste, waar van men op de zelfde wyze gebruik maakt. 'Er werden
+ook, in groote meenigte, op deeze zelfde plaats, waare aardappelen
+gevonden, maar van een minder zoort dan de gemeene aard-appelen in
+Engeland, en alleenlyk voor de Negers dienende.
+
+De Tabaks-plant groeide in deezen tuin. Dezelve heeft bladeren, die
+nederhangen, en vol vezelen zyn, en leeft tien of twaalf jaaren;
+maar zy is van zoo veel geringer caliber, dan de Virginische, dat
+'er zig alleenlyk de Negers van bedienen. Deeze plant ontleent haaren
+naam van het Eiland Tabago, alwaar zy in het jaar 1560. ontdekt wierd.
+
+Men zag hier ook nog een zoort van wilde thee, welke men als zeer
+gezond beschouwt; maar die, naar myn inzien, niet veel beter is dan
+ons kruipend eiloof. Ik vond bovendien aldaar eene groote meenigte
+van Goud-appelen; maar dewyl men die in verscheiden Engelsche tuinen
+aankweekt, behoeve ik 'er geene beschryving van te geven: ik zal alleen
+opmerken, dat de Joden in dit Land 'er ongemeene liefhebbers van zyn,
+en ze by het vleesch koken, in plaats van uijen.
+
+De heester, waar aan de geneeskragtige noot groeit, was ook onder
+de planten in deezen tuin. Dezelve is rank, en tien of twaalf voeten
+hoog. De vrucht bevat een noot, naar een amandel gelykende. Deeze noot
+is zeer goed om te eeten, mits men 'er een dunne en witte schil, die
+'er om zit, af doet; want zonder dat veröorzaakt zy oogenblikkelyk
+de geweldigste braking en buik-ontlasting. Men deedt my ook opmerken
+verscheide zoorten van erweten, boonen en zoortgelyke peulvruchten, en
+onder anderen de Cassia, welker kleine, harde, geele en helderschynende
+zaden besloten zyn in een houte pyp van by de zes duimen lang,
+maar zeer naauw, en welke een zwart vleesch bevat, zoo zoet als
+honig. Men houdt de Cassia voor een uitmuntend ontlastmiddel. Zy
+is in Guiana zeer gemeen, en word aldaar genaamd Zoete Boontjes
+en Cotiaan. Een ander zoort van heester-gewas in dit Land, draagt
+den naam van Zeven-jaars Boontjes, om dat het zeven jaaren bloeit,
+alvorens eenige vrucht voort te brengen. Het boompje, genaamd Snaky
+wiry-wiry, wierd ook op deeze zelfde plaats gevonden. Men verzekerde
+my, dat het een onfeilbaar middel tegen de koorts was, en ik geloof,
+dat het 't zelfde was met de Serpentaria Virginiana, of Virginische
+Slangekruid. Eindelyk zag ik een plantgewas, genaamd Zeven-bloemen,
+waar van de jonge Negerinnen zig dik wils bedienen, om de vrucht af
+te dry ven. De groene pyn-appelen hebben ook, zoo men zegt, dezelfde
+uitwerking.
+
+Op deeze wyze eenen dag te Knoppemonbo hebbende doorgebragt, welke
+niet alleen tot myn vermaak, maar ook tot myne onderrigting diende,
+namen wy des avonds afscheid van onze vrienden, en keerden, wel te
+vreden, naar de Hoop te rug, in een vaartuig vol met allerleije zoort
+van geschenken, waar onder schoone Cocos-noten waren, welken één
+der slaven in onze tegenwoordigheid plukte, na met eene ongemeene
+gezwindheid den boom te zyn opgeklauterd, en aldaar een gevecht
+te hebben doorgestaan tegen een zwarten slang, dien hy met zyn mes
+overwon, en voor onze voeten dood deedt nedervallen.
+
+De slaven van de Hoop en Fauconberg betoonden hunne achting voor
+JOANNA en haaren zoon, door aan haar gevogelte, wild, visch, eijeren
+en vruchten aan te bieden. De heer PALMER gaf ons eene groote meenigte
+Indisch koorn tot voedzel voor ons gevogelte. Alles scheen dus tot
+myn geluk mede te loopen, het welk echter merkelyk veranderde, toen
+ik, den 18den, de tyding ontfing van het verlies van mynen vriend,
+den heer WALTER KENNEDY, die korten tyd na zyne te rug komst in
+Holland overleedt.
+
+Om het leed, my door deeze gebeurtenis veroorzaakt, te verzetten,
+gaf ik een kort bezoek aan den heer DE CACHELIEU, op zyne Plantagie
+Egmond. Ik vond aldaar, onder meer andere lieden, eenen Planter,
+een Italiaan van geboorte, die maar één arm had. Deeze man zat
+naast my aan de tafel; en zonder dat hy eenige de minste uitdaging
+van myne zyde konde bybrengen, nam hy een mes, en stak naar my van
+agteren, tot groote verwondering van alle de dischgenooten. Den steek
+gelukkiglyk hebbende afgekeerd, door hem den elleboog op te ligten,
+het geen maakte, dat de punt van het mes over myn schouder heen ging,
+stond ik oogenblikkelyk op, en ik zoude hem daar ter plaatse vermoord
+hebben, zoo men my niet had tegen gehouden. Ik bood hem toen aan
+met my te vechten, met zoodanig wapen, als hy verkiezen mogt, en
+met éénen arm; maar de lafhartige zulks geweigerd hebbende, wierd hy
+uit het gezelschap verjaagd, en naar zyne Plantagie, Hazard genaamd,
+te rug gezonden.
+
+Deeze schelm was zoo geweldadig, dat hy korten tyd te voren eene
+Negerin, die agt maanden zwanger was, had laten geesselen, tot dat haar
+de darmen uit het lyf kwamen, om dat zy een glas gebroken had. Een
+van zyne mans slaven, die zyne gramschap poogde te ontwyken, wierd
+door hem op staande voet om 't leven gebragt. Hy had 'er geen één,
+wien het lichaam van het hoofd tot de voeten niet was van één gereten,
+door de meenigvuldige kastydingen, welken hy hun deedt ondergaan.
+
+Dewyl de Colonel FOURGEOUD my eene versterking van soldaten, benevens
+een Heelmeester en geneesmiddelen, gezonden had, kreeg de wachtpost
+van de Hoop een geheel ander voorkomen: vergenoegdheid en gezondheid
+vertoonden zig aldaar wel dra op aller aangezichten. Ik zette vooral
+de soldaten aan om visch te vangen, die alhier in grooten overvloed
+was; en de Negers leerden hun de manier om dit te doen, het zy met
+den haak, het zy met de mand. De eerste bestaat daar in, dat men een
+buigbaaren en sterken stok in den grond steekt, en aan deszelfs einde
+eene dubbele lyn vast maakt, welkers kortste gedeelte aan een stokjen
+van tien duimen lengte gehecht is; het andere insgelyks aan een stok
+van dezelfde lengte, maar veel lager vallende. Aan het einde van de
+tweede lyn haakt men een kleinen visch aan de vinnen, latende hem de
+mogelykheid van te zwemmen, en zorg dragende, dat hy aan een grooter
+zoort van visch tot aas kan dienen; vervolgens steekt men nog twee
+andere stokken in den grond, maar zoodanig, dat zy boven het water
+uitsteken; men hecht dezelven te zamen door een anderen stok, die
+zoo lang niet is, en aan het geheel de gedaante van een galg geeft,
+boven welke de buigbaare stok door middel van deszelfs dubbele lyn en
+kleinere stokken wordt heen getrokken, maar echter zoo gemakkelyk,
+dat op de minste beweging, de geheele toestel uit elkander geraakt;
+en deeze buigbaare stok zig dan van zelf opheffende, hangt de visch,
+die met het aas gevangen is, aan een haak in de hoogte.
+
+De tweede manier, Mansoa genaamd, gelykt veel naar de voorgaande. Men
+werpt eene kleine biezen mand, die als een broodsuiker gemaakt is, in
+het water, aan welkers punt men den buigbaaren stok vast maakt, terwyl
+het ander einde even als een val open blyft, wordende het geheel door
+een gespleten stuk hout in een rechten stand gehouden. Men doet ook
+een kleinen visch in deeze mand; en zoo dra dezelve door een grooter
+visch is ingeslokt, sluit de val of ingang van de mand zig agter
+hem toe. Dit zoort van vischvangst verschilt daar in van de andere,
+dat men geen haak noodig heeft. Deeze oordeelkundige manieren kunnen
+een denkbeeld geven van de slimheid der Negers. Dezelve zyn daarom te
+nuttiger, dewyl zy geen tyd doen verliezen, en men des anderen daags
+den visch gevangen vindt; zynde doorgaans de Newmara of Barracota,
+van welken ik reeds gesproken heb.
+
+Onder de onderscheidene visschen, welken ik hier heb zien vangen, vind
+men de Siliba, die klein is, van eene eyronde gedaante, en gespikkeld
+als een ananas; de Sokay, die lekker en zeer dik is; de Torro-torro,
+en nog een genaamd de Tarpoen: de eerste is drie voeten lang, en de
+tweede, die wit is, omtrent twee voeten, zes duimen.
+
+Den 26sten, zag ik eene jonge Negerin, Clardina genaamd, wier moed,
+kragt, en gezwindheid ik zeer bewonderde. Een hart, zig van zyne troep
+hebbende afgezonderd, liep den weg op; deeze vrouw greep hem aan een
+agterpoot, in het midden van zynen loop; maar hem niet kunnende doen
+stil staan, liet zy zig een zeer groot einde van den weg voortslepen,
+en raakte haaren buit niet kwyt, dan na het bekomen van eene zwaare
+wonde.
+
+De post van de Hoop verschafte toen een aangenaam verblyf. De grond
+was 'er volmaakt vast, en doorsneden met canalen, waar in by hooge
+vloeden het water kwam. De heggen, die de tuinen en velden omheinden,
+waren wel onderhouden, en bragten vrugten en groenten van allerleije
+zoort voort, die ons tot levensmiddelen dienden. De huizen en bruggen
+waren weder in orde gemaakt. Ik moedigde de soldaten aan, en beval
+hun de grootste zindelykheid. Mitsdien had ik geen enkelen zieken,
+onder vyftig manschappen, waar uit myne krygsbende bestond, op een
+plaats, alwaar bevorens de land of zee-scheurbuik, en alle kwalen, die
+door luiheid, morssigheid en ellende veröorzaakt worden, de grootste
+verwoestingen hadden aangerecht. Van de zoo even vermelde twee zoorten
+van scheurbuik, bedekte de eerste het geheele lyf met puistjes,
+en de tweede deedt voornamelyk het tandvleesch en de tanden aan.
+
+Ik genoot toen het volmaaktste genoegen, en de volkomenste gezondheid,
+terwyl de meeste myner reisgenooten of gestorven, of naar Europa
+vertrokken waren: 'er was toen geen enkel Officier in rang boven my,
+uitgenomen de geenen, die zedert lang aan het luchtgestel van Guiana
+gewend waren.
+
+Maar laten wy naar mynen tuin te rug keeren.--Dezelve verschafte
+my thans wortelen, kool, uijen, komkommers, latouw, radys, pry,
+waterkers, enz. alles even goed als in Europa. 'Er was ook zuuring
+van tweederleije zoort, gemeene en roode; de laatste groeit aan een
+boompjen. Bloemen ontbraken my al mede niet; ik had verschillende
+zoorten van Jasmyn. De meest geächte is een klein boompje, welkers
+bloemen van eene bleek roode kleur zyn, maar fraay, en van eene
+aangenaame geur; het heeft dikke, glinsterende bladeren, die vol
+van een melkachtig sap zyn. Een zoort van kruidje roer my niet,
+Shanne-shanne genaamd, vercierde mede deezen tuin; het geleek naar de
+slaapende plant, aldus genoemd, om dat derzelver bladeren, by paaren
+geplaatst, zig by het ondergaan der zon toesluiten, en dat de twee
+'er dan slechts één schynen uit te maken; maar zoo dra dit hemellicht
+opkoomt, scheiden zy zig van één, en vertoonen zig onder hunne dubbele
+gedaante. Deeze gewassen waren tusschen myne heggen verspreid, en ik
+kweekte bovendien granaat-boomen en Indische rozen-boomen [27] aan,
+die dagelyks bloeijen. Eenige roode leliën, wier bladen glad, en van
+eene zeer schitterende groene kleur zyn, omzoomden myne grachten:
+zy groeien natuurlyk in de zand-woestynen.
+
+In deezen gelukkigen staat, ontfingen wy het bezoek van verscheiden
+lieden, en vooral van Mevrouw Z......, vergezeld door haaren broeder,
+en door nog een ander, SCHADTS genaamd, die alle drie uit Holland
+kwamen. Deeze vrouw wierd gehouden voor eene der schoonste vrouwen van
+Europa, en te gelyk allerbekwaamst. Zy sprak verscheidene talen; in
+de zang- en schilder-kunst muntte zy uit; zy danste met bevalligheid,
+en reedt volmaakt te paard; zy kon met het geweer omgaan, en ging ter
+jagt, enz. Haar in alle zoorten van oeffeningen willende onderricht
+zien, bood ik haar aan om haar te leeren zwemmen, het geen zy gepast
+oordeelde, om met een glimlach te weigeren.
+
+De soldaten en Negers, die onder myn bevel stonden, en onder welken
+de grootste eendracht heerschte, scheenen op dit oogenblik volmaakt
+gelukkig. Ik zette de jonge lieden aan, om zig des avonds te vermaken,
+en aan de in jaaren meer gevorderden schonk ik eenige glazen rhum uit.
+
+Te midden echter van dit vrolyk leven, gaf ik eenen geheimen last,
+om vuur te geven, en alarm te slaan, als of de vyand op de Plantagie
+was. Ik had toen het genoegen te zien, dat alle de soldaten hunne
+wapenen opvatteden, en met veel orde en onverschrokkenheid zig by
+elkander verzamelden. Ik besloot vooral van deezen list gebruik te
+maken, om dat men my berigt had, dat de muitelingen het oogmerk hadden
+aan de Commewyne een bezoek te geven.
+
+Onäangezien al het vermelde nopens onzen voorspoed, ondervonden wy
+wel dra, dat 'er niets volmaakt, nog duurzaam op de weereld is. Het
+saisoen van droogte eensklaps hebbende opgehouden, sleepten de ziekten
+verscheiden van ons volk in het graf; en 'er stierven dagelyks tien
+of twaalf op de legerplaats te Maagdenberg en aan de Java-Kreek.
+
+Den 3den, verloor ik mynen Vaandrig CABANUS. Zyn dood deedt my zeer
+leed. Hy had zyne aanstelling op myn verzoek verkregen, en bezat
+eenen uitmuntenden inborst.
+
+Den 4den Juny, verbrak de hooge vloed onze sluizen, terwyl wy op de
+gezondheid van den Koning dronken, en de geheele wachtpost geraakte
+daar door onder water, het geen eene groote verwarring veröorzaakte. In
+deezen deerniswaardigen toestand, weigerde de Opzichter van de Hoop,
+genaamd BLENDERMAN, my het toebrengen van de minste hulp, en daar
+op volgde zulk een hevig geschil tusschen ons, dat hy tot zyn geluk
+het hazenpad koos, en de Plantagie verliet. Nooit kwam ik ten einde,
+indien ik alle de trekken van onbeschoftheid van deeze schelmen,
+die grootendeels het uitschot van hun Land zyn, of Duitschers, aan
+den Corporaals-stok gewoon, wilde opnoemen.
+
+Den 7den, ging ik myne opwagting maken by den heer MORIN, Bestuurder
+van de Plantagie de Hoop, en zig bevindende op een stuk land, dat
+kortlings aangelegd, en aan de andere zyde der Rivier gelegen was,
+ten einde hem recht te vragen tegen den onbeschoften Opzigter, die
+by hem was. Maar de laaghartigheid van den laatstgemelden gelyk
+staande met zyne onbeschaamdheid en wreedheid, gaf hy alles toe,
+wat ik vorderde, en beloofde zelfs de sluizen te doen herstellen.
+
+Op zekeren dag op deeze nieuwe velden, alwaar men reeds een zeer fraai
+huis gebouwd had, wandelende, merkte ik eenige schoone vogelen op,
+waar onder was de Pimpelmees. Ik had hem reeds voorlang behooren te
+beschryven, gelyk nog een anderen, wiens naam my onbekend is, om dat
+ik 'er gelegenheid toe gehad heb, toen ik myn verblyf op Maagdenberg
+verhaalde; maar ik heb ze toen alleenlyk afgeteekend. De Pimpelmees
+gelykt, wat de gedaante van zyn lyf belangt, ten naasten by naar
+een Lyster. Zyne vederen zyn van eene fraaie kaneel-kleur, tusschen
+bruin en geel gemengd; maar aan de stuit is hy geheel en al van de
+laatstgemelde kleur. Eene kuif van kleine vederen, van dezelfde kleur
+als het lyf, bedekt hem den kop, zyn staart is lang en zwart, zyn bek
+recht, schraal, spits, en van eene zee-groene kleur. Zyne pooten en
+oogäppels zyn ook van dezelfde groene kleur, en onder de laatstgemelden
+ziet men van wederzyden twee vlakken van eene schoone karmosyn-kleur.
+
+De andere vogel, wiens naam ik niet weet, maar dien de Negers echter
+Woudo-lousso fowlo noemen, om dat hy zig met houtluizen voedt,
+is grooter dan de eerste, en van ongemeene schitterende vederen
+voorzien. Zyn kop en het bovenste gedeelte van zyn lyf zyn van eene
+schoone grasgroene kleur; zyn borst en buik van een karmosyn-kleur,
+en door eene aschgraauwe streep afgescheiden. Hy heeft een lange en
+ligt blaauwe staart. De slagvederen van elk zyner vlerken, waar van de
+plooy van het groen van het lyf door eene andere aschgraauwe en zeer
+breede streep schynt afgescheiden te zyn, hebben dezelfde kleur als
+de staart. Zyn bek is geel en gekromd, en met eene meenigte kleine
+zwarte vederen bedekt, even als de omtrek van het oog, welks appel
+eene bloedkleur heeft. Ik zag ook eenige Gallinas of Guineesche
+hoenderen, alhier Tokay genaamd, en die overvloedig bekend zynde,
+geene beschryving behoeven.
+
+Onder de planten, welken ik op deeze zelfde plaats vond, merkte ik
+de Americaansche Aloë op, welkers stam een half voet dik en twintig
+voeten hoog was. Deeze stam, die altyd groen is, is vol met merg,
+en voorzien van zeer spitse bladeren, welke aan den top in grootte
+verminderen. Die aan den voet des booms zyn zeer talryk, lang en breed,
+puntig, getand, en van zeer scherpe stekels voorzien. Boven aan den
+stam groeit een hoop bloemen, waar van de steel het zaad, of de kiem
+van de aanstaande Aloë bevat, welke in den tyd van twee maanden tot
+den staat van volkomenheid koomt, zonder dat dit ooit faalt.
+
+Aan de zyde der bosschen, die ons omringden, zag ik ook de
+Banille-Boom, eene plant, die door middel van haare kronkelende ranken,
+zig, even als het eiloof, aan den stam der boomen vasthecht. Deszelfs
+bladeren zyn ongemeen dik, en van eene donker groene kleur. Zyne vrucht
+bestaat in eene driehoekige peul van zes of agt duimen lengte, en vol
+met gladde zaadjes, Deeze peulen, welken men in één agter-middag in de
+zon laat droogen, worden bruin, hebben eene uitmuntende specery-reuk,
+en een aangenaamen smaak, het geen de reden is, dat men 'er zig van
+bedient, om aan de chocolaad een geur te geven. 'Er zyn verscheiden
+zoorten van Banille-boomen, maar de meest geachte heeft lange en
+dunne peulen. De Negers vertoonden my ook een klein zoetachtig zaad,
+het welk zy bongora noemen.
+
+By myne te rug komst aan de Hoop, ontmoete ik COJO, den oom van JOANNA,
+die my een huilenden Aap bragt, door hem gedood. De Aapen van dit
+zoort hebben de grootte van een kleine steendogge. Zy hebben een
+baard, lange en roode hairen, en over 't geheel zyn zy uittermaten
+leelyk. Maar het geen hen voornamelyk van andere Aapen onderscheidt,
+is het ysselyk gehuil, het welk talryke hoopen van deeze dieren
+gezamentlyk doen hooren, en op zulk een hoogen toon, dat het op den
+afstand van een myl door de ooren klinkt. De Negers verzekerden my,
+dat zy doorgaans, dag en nacht, by hoog water, het welk zy door eene
+aangeborene neiging weten, deeze wanluidende gezangen herhalen.--Van
+zoodanig een verstand der dieren sprekende, kan ik niet nalaten het
+volgende aller zonderlingst geval te vermelden; ik zal vervolgens
+tot het geschiedkundig gedeelte van myn verhaal te rug keeren.
+
+Ik ontfing, den 16den, een bezoek van één myner buuren, wien ik
+myn trap deed opklimmen; maar hy had nog naauwlyks den voet in myne
+lucht-woning gezet, of hy sprong van boven naar beneden, schreeuwende
+van de verschrikkelykste pynen; en hy dompelde zig dadelyk in de
+Rivier, met het hoofd vooruit. Boven my heen kykende, ontdekte ik wel
+dra, dat dit voorval veroorzaakt was door een zeer groot nest van wilde
+byën, of wassy-wassy, het welk zig geplaatst had in het rieten dak,
+recht boven myn hoofd, wanneer ik in myne kamer intrad. Ik liep dus
+ook op myn beurt weg, en gelastte de slaven, om dit nest onverwyld
+uit te roeijen. Zy gongen aan het werk, toen een oude Neger hen
+tegenhield, en zig onderwierp tot het ondergaan van alle straffen,
+die ik hem wilde aandoen, indien eene enkele van deeze byën my ooit
+of ooit steken zoude. "Massera, zeide hy my, deeze dieren zouden u
+reeds lang mishandeld hebben, indien gy hun vreemd geweest waart,
+maar zy zyn uwe huisgenooten; gy hebt hun stilzwygend toegestaan,
+om alhier hunne woonplaats te houden; zy kennen u zekerlyk, en nooit
+zullen zy u, nog de uwen, kwetsen". Ik stemde dadelyk in het voorstel
+van deezen man toe; en hem aan een boom hebbende doen vastbinden,
+gelastte ik QUACO de trap op te klimmen, byna naakt, het geen hy deedt,
+zonder gestoken te worden. Toen waagde ik het om hem te volgen; en ik
+verklaar op myn woord van eer, dat zelfs na aan het nest geschud te
+hebben, waar op de byën 'er al brommende uit vlogen, en rondom myn
+aangezicht heen draaiden, geene derzelver my trachte te steken. Ik
+stelde dus den ouden Neger weder in vryheid, en gaf hem een glas rhum,
+en vyf schellingen, tot zyne belooning. Ik behield vervolgens deeze
+kleine byënkorf, zonder eenig gevaar voor my zelf, en ik maakte 'er
+myne lyfwagt van. Tot myn groot vermaak deeden zy eenige Opzichters,
+welken ik, onder het één of ander voorwendzel, de trap deed opklimmen,
+wanneer ik hunne onrechtvaardigheid en wreedheid straffen wilde,
+verscheiden malen aartige sprongen doen.
+
+Dezelfde Neger verzekerde my, dat 'er voorheen op de Plantagie van
+zynen meester een boom stond, waar op, zoo lang zyn geheugen reikte,
+een gezelschap van vogelen en een zwerm byën genesteld waren, die in
+eene volmaakte eendracht zamen leefden: maar indien eenige vreemde
+vogelen de byën kwamen stooren, verdreven hunne gepluimde bondgenooten
+dezelven aanstonds; zoo ook, wanneer vreemde byën tot in de nesten
+der vogelen durfden doordringen, wierp zig de zwerm, die aldaar
+t'huis hoorde, op de aanvallers, en doodde dezelven. De eigenaar
+der Plantagie en zyn geheele huisgezin, hadden zulk een eerbied voor
+deeze maatschappye, dat zy den boom als heilig beschouwden en niet
+gedoogden, dat men dien om ver hakte. Dienvolgende viel hy eindelyk
+van ouderdom om ver.
+
+Den 22sten, kwamen eenige manschappen van Rietwyk aan de Peréca aan,
+en berigtten my, dat een gedeelte van ons krygsvolk aan de Java-Kreek
+was te rug gekomen, na tot by Vrydenburg aan de Maroni geweest te
+zyn; dat zy, gezamentlyk met de Jagers, geduurende deezen veldtocht,
+verscheiden bezaayde landen, aan de muitelingen toebehoorende,
+verwoest hadden; en dat deeze zelfde Jagers, uit hoofde van hunne
+byzondere diensten, van de Compagnie nieuwe wapenen ontfangen hadden,
+als mede eene monteering, bestaande in een groen buisje, zynde dit het
+eerste, het welk zy gedragen hadden. Ik vernam ook, te gelyker tyd,
+dat de genen, die aan de Oucas- en Sarameca-Negers gezonden waren, na
+eene nuttelooze reize waren te rug gekomen; want deeze beide volken
+wilden ons met geene hulp bystaan. Ingevolge van deeze weigering,
+nam de Colonel FOURGEOUD, die zig eindelyk afgemat gevoelde, en zyn
+volk door het vernielen van het grootste gedeelte van de bezittingen
+der muitelingen had uitgeput, het besluit om deezen tocht te staken;
+maar vooraf gaf hy van dit zyn besluit kennis aan zyne Doorluchtige
+Hoogheid den Prins van Orange.
+
+Den 23sten, ontfing ik stelligen last, om my tot myn vertrek gereed
+te houden tegen den 15den July, met al het volk, het welk onder myn
+bevel stond, vervolgens de Commewyne te verlaten, en naar Paramaribo
+af te zakken, alwaar schepen gereed lagen, om ons naar Holland over
+te voeren. Ik las oogenblikkelyk dit bevel aan alle myne soldaten
+voor, die het met vervoering van vreugde, en driewerf herhaalde
+toejuichingen, aanhoorden.--Maar ik zuchtte 'er over. Myne geliefde
+JOANNA en myn zoon waren beiden toen zeer ziek, de eerste had de
+koorts, de ander was door struiptrekkingen aangetast, en men wanhoopte
+aan hun leven. Om myne ellende ten hoogsten top te brengen, indien men
+de kwaalen van het lichaam met die der ziele gelyk kan stellen, trapte
+ik ter zelfder tyd op een spyker, die vry diep in den voet indrong.
+
+In deeze smartelyke gesteldheid, kwam de Nacht-uil van Guiana ons
+regelmatig zyn nacht-bezoek geven. Hy kwam zelfs in myne kamer, en liet
+aldaar zyn naar geluid hooren. Deeze vogel wordt alhier Ourou-coucou
+genoemd, om dat zyn geschreeuw met deeze woorden eenige overëenkomst
+heeft. Hy heeft ten naasten by de grootte van een duif. Zyn bek is
+geel en gekromd even als die van een valk; hy heeft een gespleten tong;
+zyne oogen zyn ook geel, en zyne ooren zeer zichtbaar. Hy heeft korte,
+sterke pooten met zeer puntige nagels gewapend. De algemeene kleur
+der vederen van deezen Nachtuil is helder bruin, uitgenomen aan den
+hals en aan de buik, die wit zyn, met eenige gryze vlakken daar onder
+gemengd. De Negers, die zeer bygeloovig zyn, stellen algemeen, dat
+de tegenwoordigheid van den Nachtuil een teeken van den dood is. Dit
+vooroordeel is echter verschoonlyk, om dat deeze vogel vermaak vindt
+met zig in een zieken-kamer optehouden; mogelyk wordt hy derwaarts
+gelokt door het licht der lampen, welken men den geheelen nacht brandt,
+of liever door de benaauwde lucht, die hem doet hoopen, aldaar eenigen
+buit aan te treffen,
+
+Eene oude Indiane, aan welke JOANNA kennis hadt, haar te deezer tyd op
+de Hoop een bezoek zynde komen geven, was ik door haare bekwaamheid en
+zorge spoedig geneezen. Maar myn klein huisgezin bleef by aanhoudenheid
+in zulk een ellendigen staat, dat ik besloot haar naar Paramaribo
+te doen vertrekken, eer het te laat mogt zyn. Den 10den zond ik ook
+myne kudde vee en gevogelte naar Fauconberg: ik hield echter twee
+vette schapen, die ik liet slachten, en waar op, mitsgaders op wild
+en visch, ik geduurende twee dagen vier-en-twintig der aanzienlykste
+inwooners uit den omtrek deezer Rivier onthaalde. Myn waarde vriend,
+JACQUES GOURLEY, gaf my, by deeze gelegenheid, wit brood, Spaanschen
+wyn, en vruchten ten geschenke.
+
+Den 13den, gelastte ik aan het krygsvolk, het welk op Klarenbeek
+geplaatst was, alwaar men voor de tweede maal een Hospitaal had
+opgericht, de Rivier af te zakken; en dien zelfden avond kwamen zy
+op de Hoop aan.
+
+Den 14den, kwam een Officier van 's Compagnies krygsvolk my in het
+bevel aan de Rivier aflossen; en van dit oogenblik begonnen zyne
+soldaten den dienst waar te nemen.
+
+Des avonds van dien zelfden dag, nam ik afscheid van de nabestaanden
+van JOANNA, die op de Plantagie Fauconberg woonden. Deeze goede lieden
+omringden my, en betuigden my hun innerlyk leedwezen over myn vertrek;
+en met de traanen in de oogen, baden zy den Hemel my te beschermen,
+en my eene voorspoedige reize te schenken.
+
+Den 15den, verlieten wy eindelyk den wachtpost van de Hoop. Myne
+soldaten gingen des morgens ten tien uuren aan boord van de vaartuigen;
+op den middag deed ik een pistool-schoot, om het anker te doen ligten;
+wy zakten vervolgens de Commewyne af, om op de rheede van Paramaribo
+te komen, en ons van daar naar Europa in te schepen.
+
+
+
+ZES-EN-TWINTIGSTE HOOFTSTUK.
+
+Inscheeping van het krygsvolk.--De Zurzaca, en Sabatille.--De
+Papaija, en de Gember.--Het krygsvolk gelast om te
+ontschepen.--Muiterye.--Onbetamelyk gedrag van een Capitain der
+Oucas-Negers.--Een groot aantal zieken naar Europa gezonden.--Nieuwe
+byzonderheden betrekkelyk de Negers.
+
+Des avonds van den dag van ons vertrek lieten wy het anker vallen by
+de Plantagie Berkshoven, toebehoorende aan dien zelfden heer GOURLEY,
+van wien ik op het einde van het voorige Hooftstuk gesproken heb, en
+by wien ik den nacht doorbragt. Des anderen daags morgens vervolgden
+wy onze reize, en ik nam afscheid van den heer PALMER. Ik bragt den
+avond en den nacht van den 17den met den Capiten MACNEYL door; en den
+18den, liet onze kleine vloot, bestaande uit myne vaartuigen, en de
+genen, die van Maagdenberg en de Cottica kwamen, het anker vallen op
+de rheede van Paramaribo, alwaar het krygsvolk, het welk onder myn
+bevel stond, oogenblikkelyk aan boord ging van de Transport-schepen,
+die ons aldaar reeds wagtten.
+
+Zoo dra zy aan boord waren, ging ik aan wal, om 'er aan den Colonel
+FOURGEOUD bericht van te geven. Vervolgens ging ik JOANNA en myn zoon
+zien, welken ik, tot myne groote blydschap, volmaakt hersteld vond.
+
+Des anderen daags keerde ik naar het schip te rug, om alles tot onze
+reize gereed te maken.
+
+Den 20sten, hield ik het middagmaal by den Colonel FOURGEOUD, op
+wiens tafel ik tot myne verwondering zag opdisschen twee visschen,
+van welken ik nog niets gezegd heb. De één word hier Haddok genoemd,
+en gelykt veel naar onze wyting, schoon een weinig grooter en
+witter van kleur. De andere draagt den naam van Separy, en gelykt
+naar de aschkleurige roch. Op het nageregt zag ik een vrucht, die in
+Surinamen den naam van Zurzaka draagt. Het is dezelfde, zoo ik meen,
+die wy in Engeland noemen Soursap. Dezelve groeit aan een boom van
+middelmatige grootte, waar van de schors grys is, en de bladeren gelyk
+zyn aan die van den oranje-boom, maar aan paaren gerangschikt. De
+vrucht is van eene spits toeloopende gedaante, en zwaarder, dan de
+grootste peer: over het geheel heeft dezelve punten, maar die niet
+steeken. Derzelver vleesch, het welk eene zeer harde schil rondom
+zig heeft, is van eene mergachtige zelfstandigheid, zoo wit als
+melk, van een zeer zoeten smaak met een aangenaam zuur vermengd, en
+zaad-korrels in zig bevattende, even als een groote appel. Men vindt
+ook een ander zoort van Zurzaka, [28] naar hop gelykende, maar die
+van geen gebruik is. Op het zelfde nageregt, hadden wy ook nog eene
+vrucht, Sabatille genaamd, welke aan een zeer zwaaren boom groeit,
+waar van de bladeren gelyk zyn aan die van den Laurier-boom. Deeze
+vrucht heeft de gedaante van eene zeer ronde persik; zy is van eene
+bruine kleur, en met een zeer zacht dons overdekt. Men zoude derzelver
+vleeschachtig gedeelte aanzien voor eene marmelade vol zaadkorrels;
+maar het is zoo zoet en laf, dat veelen het niet eeten kunnen.
+
+Den 21sten, ontfingen wy onze soldye, maar in papieren geld, waar
+op wy een zeer merkelyk verlies leden. Ik ging oogenblikkelyk aan
+Mevrouw GODEFROY een bezoek geven; ik stelde haar al het geld ter
+hand, het welk ik in myn zak had, en niet meer dan veertig ponden
+sterling bedroeg. Deeze uitmuntende vrouw drong by my op nieuw, maar
+vrugteloos aan, dat ik mynen zoon en zyne moeder naar Europa zoude
+mede nemen. JOANNA was onverzettelyk. Zy bleef 'er by van niet te
+willen vertrekken, voor dat haare losprys volkomen was afbetaald. Wy
+hielden ons dus, als wilden wy ons lot met eene volmaakte onderwerping
+dragen; maar het geen wy 'er in ons eigen hart van ondervonden,
+laat zig gemakkelyker begrypen, dan beschryven.
+
+Onze vaandels wierden, den 23sten, in groote plechtigheid aan boord
+gebracht. Het Fort Zelandia echter bewees aan dezelven geene de minste
+eer; men deedt geen enkelen kanon-schoot, en zelfs wierd 'er op de
+vestingwerken geen vlag opgeheist, het geen den Colonel FOURGEOUD
+een onëindigen spyt deedt. Hy moest het echter alleenlyk wyten
+aan zyne eigene achteloosheid; want hy had aan den Gouverneur geen
+behoorlyk bericht van zyn vertrek gegeven. Al het krygstuig en verdere
+goederen wierden ook ingescheept; en een Colonist, VAN HEYST genaamd,
+deedt, op zyne eigene kosten, drie honderd flessen wyn, vruchten,
+en onderscheidene eetbaare waaren, onder de soldaten uitdeelen.
+
+Ik heb te meermalen van de gastvryheid en edelmoedigheid van de
+inwooners deezer Volkplanting gesproken. Ik ondervond 'er in dit
+oogenblik de blyken van, daar ik van myne talryke vrienden, versche en
+ingelegde vruchten tot mynen overtocht ontfing. Onder de laatstgemelden
+vond ik Papaijes, zynde de vruchten van den Papaijen-boom, het wyfje
+namelyk, want het mannetje brengt geene vruchten voort, Deeze boom
+groeit op tot de hoogte van byna twintig voeten. Zyne stam loopt
+recht, is vol merg, en door een gryzen schors omgeven; zyne bladeren
+maken aan den top een zoort van kroon; zy zyn uittermaten breed,
+getand, en bedragen slechts een getal van veertien of zestien. De
+vrucht groeit dicht by den top, en de bloem geeft eene aangenaame
+geur van zig. De Papaije, tot haare volwassenheid gekomen zynde,
+heeft de grootte en gedaante van een water-meloen; maar haar vleesch
+is harder en vaster, en in het begin groen zynde, word zy naderhand
+geel. Het binnenste gedeelte van dit vleesch is sponsachtig, zoet,
+en onëindig vol met korrels. Men snydt deeze vrucht in verscheiden
+stukken, wanneer zy volkomen ryp is; dan laat men ze koken, en zy
+heeft de zelfde smaak als Engelsche raapen; maar men bedient 'er
+zig voornamelyk van, om ze in suiker in te leggen, wanneer ze nog
+jong is, te gelyk met haare bloemen, die zeer geurig en zeer gezond
+zyn. Men had my ook ingelegde Gember gezonden; deeze is de wortel van
+een zoort van riet, het welk nooit hooger groeit, dan twee voeten,
+en waar van de bladen lang, smal en puntig zyn. Deeze wortels zyn
+knobbelachtig, plat gemaakt, klein, en van verschillende gedaanten,
+zeer veel gelykende naar aardäppelen, en ten naasten by van dezelfde
+kleur van binnen, maar vezelachtig, veel zuur in zig bevattende,
+en van een speceryächtigen en zeer heeten smaak. Men weet, dat deeze
+wortel niet alleen eene goede ingelegde fruit verschaft, maar ook in
+verscheiden gevallen een uitmuntend geneesmiddel.
+
+Den 24sten July, toen wy zeilree lagen, gingen wy eindelyk gezamenlyk
+zyne Excellentie, den Gouverneur der Volkplanting, begroeten, die
+ons met de grootste beleefdheid ontfangende, aan onzen Oversten
+te kennen gaf, dat, indien hy dit oogenblik had afgewagt, om zyne
+vaandels aan boord te zenden, hy hun zekerlyk de eere bewezen zoude
+hebben, die hy hun ontegenspreekelyk verschuldigd was. Toen wy in
+het hoofdquartier waren te rug gekomen, zondt hy de gezamentlyke
+Officiers der Compagnie mede plechtig derwaarts; om ons eene gelukkige
+reize te wenschen. In alles wat plechtige wellevendheid betrof, was
+de Gouverneur ontwyffelbaar onzen Colonel ver voor uit; en ik had
+byna een hevigen twist met hem gehad, om dat hy aan zommigen zyner
+gunstelingen iets in het oor had gefluisterd. De Officiers vervoegden
+zig toen by de soldaten, die zedert den 18den waren ingescheept, en
+het deerniswaardig overschot deezer fraaie Zee-krygsbende bevondt
+zig nu eindelyk op een schip, het welk gereed lag, om des anderen
+daags naar Europa te stevenen. De vergenoegdheid blonk op aller
+aangezichten, één alleen uitgezonderd; en niets konde evenaaren aan
+de opgetogenheid van algemeene vreugde, toen men den volgenden morgen
+bevel gaf, om het anker te ligten, en in zee te steken.
+
+Maar het lot had beschooren, dat de levendigste en meest gegronde hoop
+nog eenmaal vervallen zoude. Op het zelfde oogenblik van het vertrek,
+kwam een Schip de Rivier opzeilen. Het zelve bragt brieven mede, waar
+by onze krygsbende gelast wierd, zig weder in de bosschen te begeven,
+en in de Volkplanting te blyven, tot dat zy door nieuw krygsvolk, het
+welk men tot dat einde uit Holland zenden zoude, wierd afgelost. Men
+las vervolgens aan de soldaten, die op het dek van elk schip geschaard
+stonden, de oprechte dankbetuigingen voor van zyne Doorluchtige
+Hoogheid den Prins van Orange, voor den moed en standvastigheid, waar
+mede zy de grootste vermoeijenissen en schroomelykste gevaaren hadden
+doorgestaan. Maar dewyl hier op volgde het bevel om te ontschepen,
+en dien afgryzelyken dienst voort te zetten, bemerkte ik nimmer
+zoo veel neerslagtigheid, zoo veel misnoegen en wanhoop; terwyl ik,
+die tot op dit oogenblik een volmaakt ellendeling was geweest, op
+myn beurt de eenige was, wien de droefheid niet had ter nedergeslagen.
+
+In het midden van dit droevig toneel, gelastte men een driewerf Hoezée,
+het geen de soldaten van één der schepen volstrekt weigerden. De
+Colonel SEYBOURG en ik (by ongeluk) kregen bevel, om hen daar
+toe te noodzaken. Deeze Officier, voor zoo veel hem betrof, deedt
+zulks met den stok in de hoogte, en het pistool in de hand. Zynen
+gramstoorigen en oploopenden inborst kennende, was ik thans voor
+de gevolgen hoogst beducht. Ik sprong oogenblikkelyk in de sloep,
+die op zyde van één der schepen lag; aldaar sprak ik de genen aan,
+die op het dek met het hoofd gebogen stonden, en ik beloofde twintig
+glazen brandewyn voor al het volk, indien zy dit droevig geroep wilden
+aanheffen. Vervolgens op het schip geklommen zynde, gaf ik aan den
+Colonel SEYBOURG bericht, dat alle de soldaten thans bereid waren
+aan zyne bevelen te gehoorzamen. Wy gingen dus weder in de sloep, en
+by ons heengaan, hadden wy het genoegen het driemaal herhaald geroep
+van Hoezée te ontfangen, het welk door de matroozen van goeder harten
+gedaan wierd, waar by zig eenige zee-soldaten voegden, maar op zulk
+een neêrslagtigen toon, dat het my onmogelyk is, zulks te beschryven.
+
+De goedhartigheid van den Prins van Orange bleek echter op eene
+doorslaande manier by deeze gelegenheid, want hy gelastte, dat het geen
+deezen en geenen van het volk aan Artsen en Heelmeesters verschuldigd
+waren, uit de kas betaald zoude worden. Van hoe weinig aanbelang dit
+ook scheen, was dit geene kleinigheid voor verscheiden Officiers, en
+betoonde in zyne Doorluchtige Hoogheid eene oplettendheid, die men by
+de Vorsten niet altyd aantreft. Zy wisten bovendien allen, hoe veel
+deel hy in het leed van zyne soldaten nam; maar hy konde hen daar van
+niet bevryden, zonder het algemeen belang in de waagschaal te stellen.
+
+Zoo al dit tegen-bevel ons volk met droefheid aandeedt, het gaf aan de
+meeste Colonisten een groot vermaak. De voornaamste derzelven hadden,
+eenige dagen te vooren, een verzoek-schrift aan den Colonel FOURGEOUD
+geteekend en aangeboden, waar by zy hem verzogten, "nog eenigen tyd
+met zyn volk te blyven, en het geen hy zoo roemryk begonnen had,
+te volvoeren, door by aanhoudenheid de muitelingen te ontrusten
+en te verstrooijen, het welk hun eindelyk geheel zoude t'onder
+brengen". Zekerlyk had onze krygsbende, gezamentlyk met het krygsvolk
+der Sociëteit en de Jagers, het grootste gedeelte van de bezittingen
+der muitelingen in de Volkplanting vernield, en hen genoodzaakt zoo
+ver heen te vluchten, dat de strooperyen en het wegloopen der slaven
+ongelyk veel zeldzaamer waren, dan by onze komst. Het was ongetwyffeld
+beter van dit middel gebruik te maken, dan eenen schandelyken vrede
+te sluiten, gelyk men met de Oucas- en Saraméca-Negers gedaan had,
+en waarschynlyk ook zoude plaats gehad hebben, indien men ons niet
+naar Guiana gezonden had.
+
+Ik kan niet nalaten, tot bewys van het onbeschaafd character der
+laatstgemelden, een gesprek te verhalen, door my met één van hun
+gehouden, terwyl ons volk, alvorens weder te veld te gaan, zig
+te Paramaribo ophield. By den Capitain MACNEYL, die toen van zyne
+Plantagie in de Stad te rug kwam, ten eeten zynde, kwam een Capitain
+der Oucas-Negers, onze zoogenaamde bondgenooten, aan de vrouw van
+'t huis om geld vragen. Hy was zoo verveelend, dat ik in het Engelsch
+den raad gaf, "hem een glas wyn te geven, en hem weg te zenden". My
+gehoord hebbende, stelde hy my voor buiten te komen, en zyn stok
+met een zilvere knop oplichtende, vroeg hy my: "Of ik de heer van
+'t huis was; en zoo niet, waar ik my dan mede bemoeide"? "Ik ben",
+zeide hy, met eene donderende stem, "Capitain FORTUNE DAGO-SO; en
+indien ik u in myn Land by de Oucas had, ik zoude den grond met uw
+bloed bevochtigen". Ik antwoordde hem, myn sabel trekkende; "Dat myn
+naam STEDMAN was, en dat, indien hy nog eenmaal zulke onbeschaamde
+woorden dorst uitten, ik hem oogenblikkelyk een houw zou geven". Daar
+op kraakte hy met zyne vingers, en verliet ons. Ik was over dit
+voorval zeer te onvreden, en keurde zeer af, dat de Colonel FOURGEOUD
+aan zulke roovers zoo veel achting betoonde. Des avonds, ter maaltyd
+uitgaande, ontmoette ik den zelfden Neger, die eensklaps bleef staan,
+en my zeide: "Massera, gy zyt een man, een braaf man; wildt gy eenig
+geld aan Capitain FORTUNE geven"? Het op een barssen toon aan hem
+geweigerd hebbende, kustte hy my de hand, en vertoonde my zyne tanden,
+tot een blyk van verzoening, zoo hy my zeide; en hy beloofde my, om my
+pistache-nooten ten geschenke te zenden, die echter nooit gekomen zyn.
+
+Schoon ons verblyf in Surinamen eenigen tyd verlengd wierd, konde
+onze dienst aldaar aan de Volkplanting van weinig nut meer zyn. Ons
+getal was byna tot niet versmolten, en hoe zwak het ook was,
+toen wy op nieuw ontscheepten, deedt men, op den 1sten Augustus,
+nog negen Officiers, en meer dan één honderd zestig ongeneeslyke of
+zieke soldaten, naar Holland vertrekken. Ik had toen de koorts, en
+de Colonel gaf my dienvolgende verlof om mede scheep te gaan; maar
+ik weigerde zulks, besloten hebbende, om, zoo mogelyk, het einde van
+deezen tocht te zien. Ik maakte echter van deeze gelegenheid gebruik,
+om eenige geschenken aan myne vrienden in Europa te zenden, bestaande
+in twee fraaije Papegaaijen, in twee Aapen van een zeer merkwaardig
+zoort, in eene voortreffelyke verzameling van fraaije Kapellen,
+in drie kistjens met ingelegde fruiten en vleesch, welken ik aan
+boord van het Schip Paramaribo deed brengen, en aan de zorge van den
+Sergeant FOWLER aanbeval, die ongelukkiglyk één van de zieken was,
+welken men naar Amsterdam zond.
+
+De Majoor MEDLAR, die door vermoeienis ten eenemaal was uitgeput,
+vertrok toen ook naar Holland. Ik nam in zyne afwezigheid zynen post
+waar, en ik wanhoopte niet, om zelf t'eeniger tyd onze krygsbende te
+rug te brengen, indien het getal van onze Officiers dagelyks zoodanig
+verminderde. Onder de geenen, die overbleven, werden 'er egter twee
+gevonden, die moeds genoeg hadden een huwelyk te wagen, en ieder met
+eene Creoolsche weduwe trouwden.
+
+Toen rust en stilte genietende, bekwam ik weder genoegzaame kragten,
+om my, den 10den, naar Mevrouw GODEFROY te begeven, aan wien ik myn
+verlangen te kennen gaf, om ten minsten JOHNNY STEDMAN vry te maken,
+en ik verzogt haar, dat zy, door zig voor de gewoone somme van drie
+honderd ponden sterling by den Raad tot borge te stellen, verklaaren
+wilde, dat hy nimmer tot last van de Volkplanting van Surinamen
+komen zoude. Maar zy weigerde het my stellig, schoon zy geen gevaar
+hoe genaamd te loopen had, en het een niets beduidende zaak was,
+alleenlyk om aan het voorschrift van de wet te voldoen. Ik konde niet
+nalaten daar over myne verwondering te betuigen, die nochtans ophield,
+toen ik vernam, dat deeze vrouw die zelfde gunst aan haaren eigen
+zoon geweigerd had.
+
+Ik kan van de slavernye niet spreken, zonder my eene schuld te
+herinneren, welke ik aan den lezer nog niet heb afgedaan. Ik heb
+reeds eenige byzonderheden opgegeven omtrent de manier, op welke
+de slaven in dit Land verkogt en behandeld worden; maar ik gevoel,
+dat ik nopens dit onderwerp niet uitgebreid genoeg geweest ben, en
+ik verbeelde my voegzaam te zyn, dat ik alle de berichten, welken
+ik omtrent de Negers bekomen heb, mede deele. Ik vleije my zaaken te
+zullen vermelden, waar op men geene aandacht genoeg gevestigd heeft,
+of die tot hier toe slechts onvolkomen zyn verhaald geworden.
+
+Ik begin met de kleur der Negers, en ik houde my verzekerd, zoo als
+ik reeds te vooren heb opgemerkt, dat zy geheel en al moet worden
+toegeschreven aan de brandende luchtstreek, waar in zy leven, en aan
+derzelver verhitten dampkring door die regelmatige winden, die over
+eindelooze zand-woestynen heen waaijen, alvorens zy tot eenig bewoond
+land komen. De Indianen van America, die onder denzelfden graad van
+breedte woonen, ontfangen deeze verkoelde winden in tegendeel door
+den Atlantischen Oceaan, en hebben eene koper-kleur; de inwooners
+van Abyssinië, die dezelven al mede ontfangen, na dat ze door de
+Indische Zee gematigd zyn, hebben geheel en al eene olyf-kleur. Zoo
+ook aan het noordelyk gedeelte van de groote Rivier van Senegal,
+verandert de kleur der huid van zwart tot bruin onder de Mooren,
+gelyk zy aan den zuidkant doet onder de Kaffers en Hottentotten: ik
+ben zelfs van gevoelen, dat de wolachtige hoedanigheid van het hair
+der Negers een uitwerkzel is van die zelfde oorzaak. Ik heb meer dan
+eens de opperhuid der Negers zien ontleden; zy is doorschynend en
+helder, maar tusschen dezelve en de waare huid, vindt men een dunne
+plaat of blad, dat volmaakt zwart is, en door strenge geesselingen
+of door het mes weggenomen zynde, eene kleur doet te voorschyn komen,
+niet minder dan die van de huid van een Europeaan.
+
+Twee blanke Negers wierden in Surinamen, op de Plantagie Vossenberg,
+geboren van ouders, die volmaakt zwart waren. De eerste van dezelven
+was een meisjen, en wierd, in het jaar 1734, naar Parys gezonden;
+de tweede was een jongen, en wierd geboren in 't jaar 1738. In 't
+jaar 1794, heeft men in Engeland eene dergelyke vrouw gezien, genaamd
+EMILIA LEWSAM, wier kinderen, schoon zy met een Europeaan getrouwd
+was, allen Mulatten waren. De huid van diergelyke persoonen is zoo
+wit niet als de onze; zy gelykt naar een kryt-kleur: zoodanig is ook
+de kleur van hunne hairen. Hunne oogen zyn dikwils rood, [29] en zy
+zien naauwlyks in de heldere zonneschyn. Zy zyn tot geenerhande zoort
+van arbeid geschikt; en hunne verstandelyke vermogens beantwoorden
+doorgaans, zoo men my gezegd heeft, aan de zwakheid van hun lichaam.
+
+De uiterlyke gedaante der Africaansche Negers is, van het hoofd tot
+de voeten, verschillende van die der Europeanen, schoon naar myne
+gedachten, en alle vooröordeel ter zyde gesteld, van geene mindere
+hoedanigheid. Hunne uiterlyke trekken, hunne platte neus, hunne
+dikke lippen, hunne bolle wangen, kunnen ons mismaakt schynen; en
+echter onder hen geheel anders beschouwd worden. Wy zyn genoodzaakt
+hunne zwarte en schitterende oogen, hunne witte reijen tanden
+te bewonderen. Een der voordeelen van de lichaams gesteldheid der
+Negers bestaat daar in, dat men onder hen nooit een kwynend en bleek
+persoon ziet, gelyk men zoo dikwils in Europa ontmoet. De rimpels, en
+andere gevolgen van den ouderdom, zyn by hen ook zoo zichtbaar niet,
+schoon ik echter toestemme, dat wanneer een Neger ernstig ziek is,
+zyne zwarte kleur eene aller onaangenaamste bleeke olyf-kleur bekoomt.
+
+De Negers zyn zekerlyk meer dan wy geschikt tot oeffeningen, tot
+welken kracht van lichaam en knaphandigheid noodig is. Over het
+algemeen wel gespierd en sterk van romp zynde, zyn hunne uiterlyke
+ledematen fyner. Hunne borst is zeer schoon, maar zy hebben naauwe
+heupen. Hunne dyen zyn dik en sterk; zoo ook hunne armen, boven den
+elleboog; maar de gewrichten van hunne hand, en het onderste gedeelte
+van hunne beenen zyn zeer langwerpig. Derzelver krom gebogene gedaante
+moet men toeschryven aan de manier, op welke de moeder haar kind op
+den rug draagt. Zy verwydert de beenen des kinds van elkander, zo dat
+dezelve tegen haar midden drukken, het geen dit zoort van mismaaktheid
+veröorzaakt, waar mede het kind niet geboren is: bovendien leert
+zy aan het zelve het loopen niet, zy laat het in het zand en gras
+kruipen, en het staat niet over einde, dan wanneer het 'er kracht en
+lust toe heeft, het geen spoedig gebeurt. De houding der voeten wordt
+echter door deeze gewoonte zeer verwaarloosd, maar door middel van
+lichaams-oeffening en dagelyksche baden, verkrygt het kind die kragt
+en vaardigheid, welken alle de Negers in den hoogsten graad bezitten.
+
+Zy hebben nog eene andere gewoonte, die, naar hunne gedachten, zeer
+veel tot bevordering van hunne sterkte en gezondheid toebrengt. In de
+twee eerste jaaren, dat de moeder haar kind zoogt, doet zy het zelve
+dikwils eene groote meenigte water inzwelgen, waar na zy het twee malen
+daags zeer sterk schudt: zy neemt het ook by een been of by een arm,
+en wascht deszelfs huid in de Rivier af. De meisjens worden op dezelfde
+wyze als de jongens opgevoed. Tot eenen zekeren ouderdom gekomen zynde,
+behoeven zy voor de mannen niet onder te doen, dan in grootte; zommige
+zelfs winnen het hun af, in het loopen, in het vechten met de vuist,
+in het danssen, in het zwemmen, en in het klauteren tot boven in de
+boomen. Op die wyze kan men, door eene geschikte opvoeding, een stam
+van Amazonen vormen.
+
+Deeze sterk gespierde meisjens van de gezengde luchtstreek zyn
+merkwaardig door haare vruchtbaarheid. Ik heb eene slavin gekend,
+Esperanza genaamd, en tot de Plantagie van den heer DE GRAAF
+behoorende, die in drie jaaren en in drie kramen negen kinderen had
+ter weereld gebragt: de eerste keer vier; de tweede twee, en de derde
+drie. De Negerinnen baaren haare kinderen zonder moeite, en, even
+als de Indiaansche vrouwen, hernemen zy haare dagelyksche bezigheden
+op den dag van haare bevalling zelven. Geduurende de eerste week, zyn
+haare kinderen volstrekt als die van de Europeanen, uitgenomen echter,
+dat men in de jongetjens eene zwartächtige vlak op zeker deel van het
+lichaam ziet, waar na het in 't kort geheel en al van dezelfde kleur
+wordt. De meisjens komen vroegtydig tot jaaren van huwbaarheid, maar
+het is met haar, als met de vruchten van deeze luchtstreek, zy vallen
+schielyk af. Verscheiden Negers bereiken nogtans eenen hoogen ouderdom:
+ik heb 'er één of twee gezien, die meer dan honderd jaren oud waren;
+en de Londonsche Kronyk van den 5den October 1780 maakt melding van
+eene Negerin, LOUISA TRUXO genaamd, die toen te Cordua du Tucunna,
+in Zuid-America, leefde, en honderd vyf-en-zeventig jaaren oud was.
+
+Vindt men in de sterf-lysten één enkelen Europeaan, die zulk een
+hoogen ouderdom bereikt had? En deeze vrouw had waarschynlyk, even
+als de andere slavinnen, haare jeugd in moeielyken arbeid doorgebragt.
+
+Ik heb in het gestel der Negers deeze byzonderheid steeds opgemerkt,
+dat, daar zy geschikt zyn, om zwaaren arbeid in de heetste dagen van
+den zomer te volvoeren, zy niet minder koude en vochtigheid verdragen
+kunnen, beter dan een Europeaan, immers dan ik zelve op onze tochten
+doen konde. Zy slapen den geheelen nacht, naakt in het vochtig gras
+liggende, zonder dat 'er hunne gezondheid iets by lydt, terwyl ik
+zeer gelukkig was, met des morgens by myne hangmat vuur te hebben,
+en onze soldaten van huivering beefden, om dat zy 'er van verstoken
+waren. Honger of dorst, pyn of ziekte, verdragen zy met zoo veel
+lydzaamheid, als moed.
+
+Ik heb hier vooren meer dan twaalf stammen van Negers genoemd, welken
+ik allen kenne door de verschillende teekenen, die de genen, welke tot
+deeze of geene stam behooren, op hun lichaam maken.--By voorbeeld,
+de Coromantyn-Negers, die de meest geachte zyn, hebben drie of vier
+sneden op elke wang.
+
+De Loango-Negers, die het minst in aanzien zyn, onderscheiden zig, door
+verhevene en vierkante beeldtenissen, naar dobbelsteenen gelykende,
+op de armen, in de zyden, en op de dyen, te teekenen. Zy slypen ook
+hunne voortanden puntsgewyze, het geen hen vervaarlyk maakt. Alle hunne
+mannelyke kinderen zyn besneden, ten naasten by als die der Joden.
+
+Onder de spelingen der natuur, behoort men te stellen het maakzel van
+een byzonder zoort van Negers, Accorys, of tweevingerige genaamd, die
+onder de Negers van Saraméca, aan het bovenste gedeelte der Rivier
+van dien naam, woonen. Zy, die dit volk uitmaken, zyn merkwaardig,
+uit hoofde van hunne allermismaaktste voeten en handen; de eerste
+hebben vier zeer lange toonen, en de andere alleenlyk twee vingeren,
+maar die naar de schaaren van een kreeft gelyken, of liever het
+voorkomen hebben, als of zy door eene branding of ander toeval, een
+lidteeken bekomen hadden. Deeze mismaaktheid zoude, wanneer zy zig tot
+een enkel persoon bepaalde, weinig verwondering baaren; maar het is
+ontwyffelbaar een vreemd verschynsel, wanneer men deeze byzonderheid
+in een geheel volk ontmoet. Ik heb twee van deeze Negers gezien,
+maar op eenen te verren afstand, om ze te kunnen afteekenen. Ik
+begeere my dus by deeze gelegenheid niet tot getuige op te werpen;
+ik verhaale alleen, wat my bericht is. De afteekening van een man,
+die voeten en handen van dit maakzel had, is aan de Maatschappy der
+wetenschappen te Haarlem gezonden. Ik heb daarënboven in een oud
+boek over de ontleed- en heel-kunde, aan my door den kundigen OWEN
+CAMBRIDGE van Twickenham bezorgt, een bericht gelezen, waar uit het
+my gegund zy het volgend uittrekzel op te geven.
+
+"In 't jaar 1629, na de zitting van St. Michiël, bragt men van de
+plaats, alwaar de misdadigers ter dood gebragt worden, aan het
+Geneeskundig Collegie, een lyk, tot het doen van ontleedkundige
+vertooningen geschikt; en by toeval nam de bediende van het
+Collegie het lyk van eenen schelm, die den zoon van den heer SCOT,
+een heelmeester van goeden naam, in deeze stad, vermoord had. Zyn
+aangezicht had nog een woest voorkomen behouden. Zyne hairen waren
+zwart, gekruld, niet zeer lang, maar dik, en zwaar in één gevlochten:
+zyn voorhoofd was niet hooger dan een duim. Hy had groote en vooruit
+steekende wenkbrauwen, de oogen in hunne holte diep ingezonken, een
+kromme neus, met een bult of dikte aan de punt, en een weinig in
+de hoogte stekende. Eene zeer zwaare knevel bedekte zyne bovenste
+lip, maar aan de kin had hy slechts eenige harde en zwarte hairen;
+zyne onderste lip was drie maalen dikker dan gewoonlyk: zie daar
+de gedaante van zyn aangezicht. Zyne grootste mismaaktheid echter,
+die in de daad buitengewoon was, vertoonde zig aan zyne voeten,
+die beiden gespleten waren, maar niet op dezelfde manier. De rechte
+voet verdeelde zig in twee toonen, van vier tot vyf duimen lengte,
+even als die van elk ander mensch, maar zoo groot, dat de helft van
+dit gedeelte van den voet hem dragen konde; de nagels waren naar
+evenredigheid. De linke voet was insgelyks in het midden gespleten,
+maar deeze scheiding was ten hoogsten drie duimen lang. De helft
+naar de binnen-zyde had de gedaante van een grooten toon met een
+zeer zwaaren nagel, en gelykende naar die van dezelfde helft, aan
+den rechten voet; de buitenste helft bestond uit twee andere toonen,
+die zeer digt tegen elkander stonden. Ik heb gepast geöordeeld het
+gedrochtelyk maaksel van dit mensch te beschryven, na eene naauwkeurige
+beschouwing, in tegenwoordigheid van meer dan duizend lieden gedaan".
+
+Ik weet weinig van de verschillende spraken der Africaansche Negers;
+echter zal ik eenige spreekwoorden van de Coromantyn-Negers,
+opteekenen, welken myn Neger QUACO, tot deeze stam behoorende,
+my heeft opgegeven: ik moet tevens aanmerken, dat de Negers hunne
+woorden zeer schielyk uitspreken, dezelven als uit de keel halende, het
+geen zig niet gemakkelyk op het papier laat beduiden. Zie hier deeze
+spreekwyzen met derzelver vertaaling: "Co fa ansyo, na baramon-bra:
+gaat naar de Rivier, en haal my water".--"My yery, nacomeda my:
+vrouw, ik heb honger".--Dit zy genoeg met opzigt tot de taal der
+Coromantyn-Negers, zoo als men die op de kust van Guinée spreekt.
+
+De taal der Negers in de Volkplanting van Surinamen verstaa ik
+volkomen, want het is een zamenstelzel van 't Hollandsch, Fransch,
+Spaansch, Portugeesch, en vooral van het Engelsch, het welk 'er de
+grondslag van is, en waar van zy veel houden. Ik heb reeds gezegd,
+dat de eerste Europeanen, die deeze Volkplanting bezaten, luiden van
+onze natie waren; van daar koomt het waarschynlyk, dat de Negers zulk
+een byzonderen lust tot hunne taal hebben. In deeze gemengde taal,
+waar van ik reeds eene gedrukte spraakkunst gezien heb, eindigen de
+woorden doorgaans met een klinkletter, even als in de Italiaansche en
+Indiaansche taalen. Zy is zoo aangenaam, zoo welluidend, en zoo zacht,
+dat de Surinaamsche inwooners van den eersten smaak 'er zig meestäl van
+bedienen. Men kan over den aart der uitdrukkingen oordeelen door de
+volgende voorbeelden:--"Goed eeten, wordt uitgedrukt door de woorden
+swyty-mousso.--Buskruid: man sanny.--Ik zal u met al myn hart, en
+zoo lang ik leef, beminnen: my saloby you, lango alla my hatty, so
+langa me lyby.--Een aangenaam verhaal: ananassy tory.--Ik ben zeer
+droefgeestig: me hatty brun.--Leef lang, zoo lang, dat uwe hairen
+wit worden als catoen: leby langa, tay-tay, ta-y you wyry tam wity
+liky caton.--Klein: pyky.--zeer klein: pykinini.--Vaarwel! ik sterf,
+ik ga tot mynen God: adiossoo, cerroboay, my de go dede, me de go
+na my gado". Men kan in deeze taal verscheiden woorden van bedorven
+Engelsch opmerken, welker gebruik men in de hoofdstad begint agter te
+laten, maar die altyd op de afgelegene Plantagiën gebruikt worden:
+by voorbeeld, ik heb eene oude Negerin van de Plantagie Goed-Accord
+aan de Cottica hooren zeggen: "We lobee fo lebee togeddere", om daar
+mede te kennen te geven, wy houden veel van met elkander te leven;
+en om dit zelfde denkbeeld te Paramaribo uit te drukken, zeide men,
+"way louko fortanna marandera".
+
+Het gezang der Negers is, zoo als dat der vogelen, welluidend, maar
+zonder maat. Dikwils voeren zy een zoort van gezang op de volgende wyze
+uit: één van hun geeft eerst een spreuk op, vervolgens zingt hy die,
+en alle de anderen herhalen zulks gezamentlyk; dit afgeloopen zynde,
+geeft men eene andere op, zingt en herhaalt die op dezelfde wyze.
+
+Op die manier zingen de roeijers der vaartuigen, en zy houden 'er
+vooral veel van zulks by maaneschyn te doen. Dit gezang onder hun
+roeijen moedigt hun aan, en men hoort het op een vry verren afstand.
+
+Het is bewezen, dat de Negers, wanneer zy eene goede opvoeding
+ontfangen hebben, voor eene groote kieschheid van het gehoor vatbaar
+zyn, en zig op de dichtkunst kunnen toeleggen. Onder de genen, die
+in dit zoort van letteroeffeningen uitmuntten, behoort men vooral
+te tellen PHILLIS WHEATLYE, een slaaf te Boston, in Nieuw-Engeland,
+die de Latynsche taal leerde, en agt-en-dertig dichtstukken over
+verschillende onderwerpen zamenstelde, die zeer cierlyk zyn, en in
+'t jaar 1773. in 't licht kwamen.
+
+De sentimenteele brieven van Ignace Sancho, een Neger in dienst van den
+Hertog van Montagu, zyn zeer bekend, en zouden de pen van een Europeaan
+niet ontcieren. Wat de gave van het geheugen en van rekenen betreft,
+om te bewyzen, dat de Negers dezelve in den hoogsten graad bezitten,
+zal ik hier een brief bybrengen, door Dr. RUSH uit Philadelphia aan
+één van zyne vrienden te Manchester gezonden.
+
+"Met eenige inwooners van deeze stad reizende, en Maryland
+doorkruissende, zegt de Doctor, hoorden wy spreken van de
+wonderbaarlyke gevatheid in de rekenkunst, waar mede een Neger, THOMAS
+FULLER genaamd, begaafd was; en wy lieten hem by ons komen. Iemand
+van het gezelschap vroeg hem, hoe veele maanden, weken en dagen een
+man van zeventig jaaren oud geleefd had? Hy beantwoordde de vraag in
+anderhalve minuut. Die hem de vraag had voorgesteld, nam de pen op,
+maakte de berekening, en zeide hem, dat hy zig zekerlyk vergist had,
+en dat het door hem opgegeven getal te hoog was. Neen, Massera,
+antwoordde de Neger hem wederom, dit koomt, dat gy vergeten hebt de
+schrikkel-jaaren te berekenen. Wanneer de Americaan vervolgens de
+minuten berekende, welke in deeze getallen begrepen waren, kwam zulks
+juist uit met het getal van FULLER. Die zelfde Neger vermeenigvuldigde,
+by eene andere gelegenheid, uit zyn hoofd, negen cyffergetallen met
+negen andere". Ik heb 'er één gekend, die den Alcoran van buiten
+kende. Welk een vermogen in menschen, die noch lezen, noch schryven
+geleerd hebben! Alle deeze verhaalen zyn met dit al volkomen echt.
+
+By het geen ik omtrent de Godsdienstige gevoelens der Negers heb
+bygebragt, kan ik nog voegen, dat zy het aanzyn van een God vastelyk
+gelooven: in wiens goedheid zy hun vertrouwen stellen, wiens magt
+zy aanbidden, en wien zy een gedeelte van alle hunne levensmiddelen
+opofferen. Zy vreezen den dood niet. Aan de Rivieren Gambie en
+Senegal zyn zy byna allen van den Mahomedaanschen Godsdienst. Maar
+de Godsdienstige leere en plechtigheden der Africanen verschillen
+over het algemeen, even als de bygeloovige en tallooze gebruiken van
+alle de wilden, en zelfs van te veel Europeanen. Opgemerkt hebbende,
+dat zy gewoon waren aan den wilden Catoen-boom offerhanden te doen,
+[30] vroeg ik aan een ouden Neger, waarom men aan denzelven deeze
+eer bewees. "Massera, zeide hy my, zie hier de reden. Dewyl wy
+geen tempel hebben, om onzen Godsdienst in te oeffenen, en deeze
+boom de grootste en schoonste is, die op de kust van Guinée groeit,
+verzamelen zig onze landslieden onder zyne takken, die hen voor de
+hitte der zon en voor den regen beveiligen, om aldaar onzen Gadoman,
+of Priester te hooren prediken. Wy hebben voor dien boom zulk een
+eerbied, dat men dien nooit om ver hakt, om welke reden het ook zy".
+
+'Er is geen volk, het welk meer bygeloovigheid heeft, dan
+de Negers. Hunne Locomen, of zoogenaamde Propheten, vinden 'er
+hun belang by, met dezelve aan te zetten. Zy verkoopen hun, gelyk
+ik reeds gezegd heb, hunne obias, of tooverbanden, en trekken 'er
+groot voordeel van. De Negers hebben ook een zoort van Sybillen, die
+Godspraken uitgeven. Deeze statige vrouwen danssen in het rond te
+midden van een talryk gezelschap, en met eene groote vlugheid, tot
+dat haar het schuim op den mond staat, en dat zy in stuiptrekkingen
+vervallen. Al wat zy in deezen aanval gelasten, moet door de omstaande
+meenigte heiliglyk worden naargekomen. Deeze magt maakt haar zeer
+gevaarlyk; want dikwils gelasten zy aan de slaven, om hunne meesters
+te vermoorden, of van de Plantagiën weg te loopen, en in de bosschen
+de wyk te nemen. Deeze toneelen van bygeloovigheid zyn derhalven, in
+de Surinaamsche Volkplanting, onder bedreiging van zwaare straffen,
+by de wetten verboden. Met dit al grypen zy op afgelegene plaatsen
+dikwils stand. Zy zyn onder de Oucas- en Saraméca-Negers zeer
+gemeen, en de Capitains FREDERIK en VAN GUERICK hebben my verzekerd
+dezelven te hebben zien uitoeffenen. Men noemt ze hier wynty-play,
+of Syrenen-danssen, en zy hebben van onheuchelyke tyden plaats
+gehad. Men weet, dat de oude Schryvers van zoortgelyke dwaasheden
+dikwils melding maken.
+
+Maar het vreemdste is, dat deeze Sybillen, door de klank van haare
+stem, den Ammodite- of Papaw-slang [31] weten aan te lokken, en hem
+uit den boom te doen vallen. De Negers dooden hem niet, noch brengen
+hem immer eene wonde toe; zy beschouwen hem integendeel als hunnen
+beschermer en vriend, en zy achten zig zeer gelukkig, wanneer hy
+in hunne hutten koomt. Wanneer eene Sybille der Negers deezen slang
+bezworen heeft, of hem uit den boom naar beneden doet komen, ziet men
+doorgaans, dat dit dier zig om den arm, de borst, en den hals van deeze
+vrouw slingert, als of hy in het hooren van haare stem behagen schepte,
+en te gelyker tyd vleit en streelt zy hem met de hand. De heilige
+Schryvers spreken, op verscheiden plaatsen, van het vermogen, om de
+slangen en adders te betooveren, het welk ik hier alleenlyk bybrenge,
+om de oudheid van dit gebruik te bewyzen; en het is bekend, dat de
+Oost-Indische volken de meest vergiftige slangen door het geluid van
+eene fluit, die hen uit hunne schuilhoeken doet te voorschyn komen,
+uit de huizen weten te jagen. Het is nog maar weinige jaaren geleden,
+dat eene Italiaansche vrouw te London drie makke en gemeenzame
+slangen vertoonde, die zig ook om haare armen en hals slingerden;
+zy waren vier of vyf voeten lang, maar hadden geen vergif in zig.
+
+Ik moet nog een ander bewys van de bygeloovigheid der Negers
+aanhalen. In elk huisgezin is een verbod, het welk van vader tot zoon
+overgaat, om het vleesch van het een of ander dier, het zy vogel,
+viervoetig dier, of visch, niet te eeten; het geen op die wyze verboden
+is, noemen zy treff, en zy proeven 'er nooit van.
+
+Hoe belachelyk ook zommige van deeze plechtigheden mogen voorkomen, zy
+zyn hoogst noodzakelyk, om de Negers in onderwerping te houden. Deeze
+ongeletterde menschen verschillen daar in van de Europeanen, dat
+zy vast zyn in hun geloof, hoedanig het zelve ook zyn moge, en dat
+geene twyffelingen hen daar van immer te rug houden. Ik wil echter
+daar uit niet beslissen, of zy erger of beter zyn.
+
+De Negers zyn omtrent elkanderen zoo welwillend, dat men hun
+niet behoeft te zeggen:--"Bemint uwen naasten als u zelven.". De
+armste, onder hen, al heeft hy maar één ey, zal het met allen, die
+'er tegenwoordig zyn, verdeelen. Het zelfde zal hy doen met het
+kleinste glaasjen rhum; maar vooraf zal hy eenige droppels op den
+grond sprengen, by wyze van wyn-plenging.
+
+Zoo al de wilde volken doorgaans veel edelmoedigheid en goede
+trouw bezitten, zy hebben ook hunne gebreken, waar onder eene groote
+wraakzucht gevonden wordt. De grootte van deeze hartstocht in de Negers
+staat gelyk met die van hunne gevoelens van dankbaarheid; en ik kenne
+'er geen één, die aan een ander de hem aangedaane belediging vergeven
+heeft. Men kan van hun zeggen, dat hunne vriendschap zoo teederhartig,
+als hunne haat onverzoenlyk is. Even als alle barbaarsche volken,
+geven zy zig aan verschrikkelyke wreedheden over.
+
+In den laatsten opstand, die in de Volkplanting de Berbices is
+voorgevallen, ging hunne woede zoo ver, dat zy de vrouwen hunner
+meesters, schoon zwanger zynd, en in tegenwoordigheid van hunne
+echtgenooten vermoordden. [32] De Accawaws-Negers zyn niet minder dan
+zy op de konst, om door vergif om te brengen, afgericht. Zy verbergen
+het vergif onder hunne nagels, en door slechts den vinger in een glas
+met water te steken, veroorzaken zy eenen langzamen, maar zekeren
+dood. [33] Geheele huisgezinnen, en zelfs alle de inwooners van eene
+Plantagie, hebben de gevolgen van hunne wraakzucht ondervonden. Dit
+ging eindelyk zoo hoog, dat zy tachtig slaven, derzelver ouders en
+vrienden, deeden omkomen, om hunne meesters van dit gewichtig gedeelte
+van hunnen eigendom te berooven. Deeze monsters dragen den naam van
+wissy-men, het welk misschien koomt van het woord wise (wys); en door
+dit helsch middel helpen zy een groot aantal slachtöffers van kant,
+langen tyd voor dat zy ontdekt worden.
+
+De barbaarsche volken, schoon van de voordeelen der opvoeding beroofd,
+hebben nochtans verwarde denkbeelden van eigendom: dus moet men zig
+niet verwonderen, dat slaven, die in hun persoon de duidelykste
+schending van alle recht ondervinden, aangezet worden, om zig
+deswegens schadeloos-stelling te bezorgen. Die van de Plantagiën
+zyn al te zeer aan dieverye overgegeven, en plunderen alles, wat
+onder hun bereik koomt, wanneer zy hope hebben, om het straffeloos
+te kunnen doen. Men kan ook aan hunne onmatigheid, vooral aan die in
+den drank, geene palen stellen. Ik heb eene jonge Negerin een kom,
+waar in ik twee flessen wyn geschonken had, achter een zien uitdrinken.
+
+Van de Negers van den stam van Gango, wordt gezegd, dat zy uit een
+geest van wraakzucht, even als de Caraïben, menschen-eeters zyn. Na
+het innemen van Boucou, vondt men, in de huizen der muitelingen van
+deezen stam, potten vol met menschen-vleesch, die nog op het vuur
+stonden. De nieuwsgierigheid drong een Officier, om deeze afschuwelyke
+kost te proeven, en hy verklaarde, dat dusdanig vleesch niet minder
+was, dan ossen- of varkens-vleesch.
+
+De heer WANGILLS, een Americaan, die in het binnenste van Africa
+zeer diep is doorgedrongen, heeft my naderhand verzekerd, dat hy
+in eene stad of gehucht van dit Land gekomen was, alwaar armen,
+dyen en beenen van menschelyke schepsels zoo openbaar te koop lagen,
+als het vleesch by onze vleeshouwers ligt. JOHN KEENE, Capitain in
+dienst van de Compagnie van Sierra-Leona, heeft my stellig gezegd,
+dat hy zig met zyn schip op de Africaansche kust bevindende, om hout,
+yzer en goud-poeder in te nemen, de Capitain van het schip Nassau,
+genaamd DUNNINGEN, met alle zyne manschappen vermoord wierd. Hunne
+lyken wierden vervolgens in stukken gehakt, ingezouten en opgegeten
+door de Negers van den grooten Drevin, omtrent dertig mylen ten
+noorden van de Rivier van St. Andreas. Deeze zelfde menschen-eeters
+namen toen al het koper van het schip weg, en staken vervolgens het
+schip zelve in brand.
+
+Na de gebreken van het character der Negers te hebben aangewezen,
+is het billyk, dat ik ook hunne goede hoedanigheden en deugden schetse.
+
+Ik heb reeds van hun vernuft en dankbaarheid gesproken; de
+laatstgemelde gaat zoo verre, dat zy zig voor de genen, die hun
+eenige byzondere weldaad bewezen hebben, aan doods-gevaaren zouden
+bloot stellen. Niets overtreft de genegenheid, dien zy voor hunnen
+meester hebben, wanneer deeze hen met goedheid behandelt; waar
+uit blykt, dat hunne genegenheid even sterk is, als hunne haat. De
+Negers zyn over 't algemeen gevoelig, maar vooral de Coromantyn- en
+Nago-Negers. Zy zyn vatbaar voor liefde; en de jaloersheid brengt
+in hun hart de vreesselykste gevolgen voort. Hunne ingetogenheid
+verdient hier genoemd te worden; want geduurende verscheiden jaren,
+dat ik onder hen verkeerd heb, herinner ik my niet 'er ooit één in 't
+openbaar eene vrouw te hebben zien kussen. De Negerinnen hebben eene
+ongemeene liefde voor hunne kinderen. Geduurende de twee jaaren, dat
+zy dezelven zoogen, houden zy geene gemeenschap met hunne mannen. Zy
+zouden het zig zelven verwyten als eene onnatuurlyke zaak, tot nadeel
+haarer zuigelingen strekkende. De zindelykheid der Negers is zeer
+opmerkelyk. Zy baden zig ten minsten drie maalen daags. Die van de
+stam van Congo in 't byzonder zyn zulke liefhebbers van het water,
+dat men hen, met eenig recht, halfslachtige dieren zoude kunnen noemen.
+
+De Negers zyn moedig en geduldig in tegenspoed. Zy trotseeren de
+pynigingen en den dood met eene onverschrokkenheid, die zonder
+weêrgaa is. Hun gedrag in de neteligste omstandigheden gelykt naar
+heldenmoed. Zy laten geene klachte hooren, zy loosen geen zucht,
+men hoort van hun geen gekerm, zelfs wanneer zy in 't midden der
+vlammen hun leven laten. Ik heb nimmer een enkelen gezien, die, om
+welke reden het ook wezen mogt, tranen storte; en echter bidden zy
+met den sterksten aandrang om genade, wanneer men hen veröordeelt, om
+gegeesseld te worden voor misdryven, welken zy erkennen; maar indien zy
+vermeenen de kastyding niet verdiend te hebben, maken zy zig zelf byna
+oogenblikkelyk van kant. Die van den stam der Coromantyn-Negers, geven
+zig voornamelyk aan deeze daad van wanhoop over. Het gebeurt dikwils,
+dat zy, by de uitvoering der straf, hun hoofd agter over gooijen, om
+hunne tong in te slikken, hetgeen hen oogenblikkelyk doet versmooren;
+en zy vallen dood voor de voeten hunner meesters neder. Maar wanneer
+hun geweten hun overtuigt, dat hunne straf rechtvaardig is, zyn zy
+gedwee, en onderwerpen zig met gelatenheid aan hun lot. Men heeft
+zedert kort in Surinamen het zeer menschelyk middel uitgevonden,
+om te beletten, dat zy zig zelven niet versmooren, gelyk ik zoo
+even verhaalde, door hun een aangestoken stroo-fakkel voor den mond
+te houden, waar door het dubbeld oogmerk bereikt wordt, om hun het
+gezicht te blakeren, en hunnen aandacht van een dergelyk ontwerp af
+te trekken. Zommigen nemen hun toevlucht tot een ander middel: zy
+eeten aarde; het geen hunne maag belet derzelver gewoone werkingen te
+doen, en zy eindigen dus hun leven zonder pyn, maar kwynende zomtyds
+meer dan een jaar in eenen staat van ongemeene zwakheid. De wetten
+hebben tegen deeze aard-eeters de gestrengste kastydingen vrugteloos
+vastgesteld, want men ontdekt hen zeldzaam, wanneer zy deeze misdaad
+aan zig zelven begaan.
+
+Na deeze algemeene aanmerking omtrent de natuurlyke en zedelyke
+vermogens der Negers, zal ik hen thans beschouwen in den staat van
+slavernye, en aan de yzere roede van eene verschrikkelyke dwingelandye
+onderworpen. Vervolgens van dit afgryzelyk toneel afstappende,
+zal ik aantoonen, wat zy zyn onder rechtvaardige, menschlievende en
+gevoelige meesters.
+
+Men herinnert zig ongetwyffeld, het geen ik van hun gezegd heb, wanneer
+zy van de kust van Guinée aankomen, en in welken zwakken en elendigen
+staat zy zig dan bevinden. Ik heb ook doen opmerken, dat zy spoedig
+hunne lyvigheid weder bekomen, en dat men hun aan de zorge van eenen
+ouden slaaf toevertrouwt, die hun de taal der Volkplanting leert. Zoo
+verre gevorderd zynde, zendt men hen naar het land om te werken, waar
+aan zy zig met genoegen onderwerpen, schoon ik eenige voorbeelden
+van nieuwlings ingevoerde Negers gezien heb, die zulks weigerden,
+in weêrwil van de beloften, gebeden, bedreigingen, en slagen zelfs,
+tot welken men toevlucht nam, om 'er hen toe te dwingen; maar deeze
+waren Vorsten of persoonen van aanzienlyken rang in hun vaderland,
+die door de lotgevallen van den oorlog tot den staat van slavernye
+vervallen waren, en wier verheven gevoelens hun den dood deeden
+verkiezen boven de vernedering en de ellenden der slavernye. By
+verscheiden gelegenheden van dien aart, heb ik andere slaven op de
+kniën zien vallen, en hunne meesters smeeken, dat zy de taak van den
+gevangen Prins of hoogen persoon by hunne taak voegen wilden; het
+geen men hun zomtyds toestond, en zy bewezen hem bestendiglyk den
+zelfden eerbied, als of hy in zyn eigen Land was. Ik herïnner my,
+dat ik eens, om my voor een oogenblik te dienen, eenen Neger gehad
+heb van een zeer goed voorkomen, en die kortlings ontscheept was,
+wiens gewrichten aan de handen en enklaauwen door ketenen ontveld
+waren. Ik vroeg 'er hem de reden van.--"Myn vader", antwoordde hy my,
+"was Koning, en wierd door de zoons van een nabuurig Vorst verraderlyk
+vermoord. Zynen dood trachtende te wreeken, ging ik met zommigen van
+de mynen dagelyks ter jagt, in de hoop van zyne moorders te ontmoeten;
+maar ik had het ongeluk om verrast en geketend te worden; van daar
+komen die schandelyke lidteekens, welken gy ziet. Men verkocht my
+vervolgens aan uwe landgenooten op de kust van Guinée, eene straf,
+die voor verschrikkelyker gehouden wordt, dan de dood zelve".
+
+De geschiedenis van mynen Neger QUACO was nog zonderlinger.--"Myne
+ouders", zeide hy my, "leefden van hunne jagt en visscherye. Men
+ligtte my, nog zeer jong zynde, op, terwyl ik met twee van myne
+broeders in het zand speelde. Dadelyk stak men my in een zak, en
+vervoerde my verscheiden mylen ver. Ik wierd vervolgens één der
+slaven van eenen Koning op de Guineesche kust, die een aanzienlyk
+getal bezat. Toen hy stierf, onthoofde men 'er het grootste gedeelte
+van, en begroef dezelven met hem. De kinderen van myne jaaren wierden
+onder de Capitains van zyn leger ten geschenke gegeven; en de Capitain
+van een Hollandsch Schip kogt my voor een snaphaan, en een weinig
+buskruid".--Elk mensch bemint zyn geboorte-land, hoe hard de wetten
+'er ook wezen mogen.
+
+Zoo dra deeze ongelukkige vreemdelingen met minder yver beginnen te
+arbeiden, worden zweepen, bulle-peesen, bambous-rieten, touwen, yzers
+en ketenen te werk gelegd, om hen vlugger te maken. 'Er zyn meesters,
+die hen nacht en dag bezig houden, zonder zelfs de zondagen uit te
+zonderen. Ik herïnner my, dat een jong en zeer sterk Neger, MARQUIS
+genaamd, die een vrouw en twee lieve kinderen had, welken hy teederlyk
+beminde, zynen arbeid met zoo veel yver doorzette, dat hy des namiddags
+ten vier uuren met het graven van een sloot of greppel, van vyf honderd
+voeten lang, geëindigd had, om tyd te hebben tot het bebouwen van zynen
+kleinen tuin, of te gaan visschen, of vogelen te vangen, tot onderhoud
+van dit zyn geliefd huisgezin. Zyn meester, dit vernomen hebbende,
+bewees hem, om hem aan te moedigen, dat wanneer hy voor vier uuren
+vyf honderd voeten had kunnen afgraven, hy 'er zekerlyk voor zonnen
+ondergang zes honderd zoude hebben kunnen volëinden. De ongelukkige
+keerel wierd vervolgens verwezen, om dagelyks dien taak af te werken.
+
+De slaven loopen in Surinamen byna naakt, en hun dagelyks voedzel
+bestaat in eenige ignames en vruchten van Plantain-boomen. Misschien
+twee maalen 's jaars, krygen zy een middelmatig rantsoen van gezouten
+visch, en eenige bladen tabak, het geen zy sweety mouffo noemen; en
+dit is het ook al. Maar het ondraaglykste voor hun is, dat ofschoon
+een Neger en zyne vrouw voor elkander de grootste genegenheid hebben,
+de laatstgemelde, indien zy wat mooy is, de walgelyke omhelzingen
+van eenen overspeeligen en onbeschaamden Opzichter zig moet laten
+welgevallen, zoo zy haaren man, zulks trachtende te beletten, niet
+wil zien in stukken houwen. Deeze onwaardige behandeling heeft hen
+dikwerf tot de geweldigste wanhoop vervoerd, en tot een groot getal
+moorden gelegenheid gegeven.
+
+Uit hoofde van eene zoo groote opéénstapeling van onheilen, is de
+zelfsmoord onder de Negers gemeen; dikwils loopen zy weg naar de
+bosschen, om zig met hunne muitende landgenooten te vereenigen;
+of zoo zy al de vlucht niet nemen, worden zy mistroostig, en krygen
+kwynende ziekten, ten gevolge van de mishandelingen, die hun worden
+aangedaan. Deeze ziekten zyn de lota, bestaande in eene scheurbuikige
+en witte vlak over het geheele lichaam:--De crassy crassy, of schurft,
+die by hun, even als by de Europeanen, voortspruit uit slecht voedzel,
+en onder hen zeer gemeen is:--De yaws, welke ziekte veelen gelyk
+stellen met de venus-ziekte, en waar door het geheele lichaam met
+geele zweeren wordt overdekt; de meeste Negers zyn 'er aan onderworpen,
+maar zy worden 'er slechts eenmaal in hun leven door aangetast; eene
+byzonderheid, die, wanneer men 'er by voegt, dat de kwaal ligtelyk
+aan anderen wordt medegedeeld, dezelve eenigermaten gelyk stelt met
+de kinderpokjes. Deeze besmettelyke hoedanigheid is zoo groot, dat
+indien eene enkele vlieg, die zig op den zieken nederzet, (en by is
+'er als mede bedekt) zig op de ligtste ontvelling der huid van iemand,
+die volmaakt gezond is, plaatst, zy hem met dit verschrikkelyk
+vergif besmet, waar van de gevolgen zig verscheiden maanden lang
+doen gevoelen. Men geneest deeze ziekte doorgaans door kwyling en een
+goeden levensregel, gepaard met eene aanhoudende beweging, die eene
+overvloedige uitwaasseming te weeg brengt; en zoo lang die geneezing
+duurt, is de zieke ongemeen mager.
+
+De boassy, of melaatsheid, is nog veel verschrikkelyker, en men
+beschouwt dezelve als ongeneeslyk. Het aangezicht en de ledematen
+zwellen in deeze ziekte op, en het geheele lichaam is vol met
+zweeren. De adem heeft een ondragelyken stank; de hairen vallen uit;
+de toonen en vingers verrotten, en vallen vervolgens lid voor lid
+af. Het ongelukkigste van allen is bovendien, dat de ellendeling, die
+door deeze ongeneeslyke kwaal wordt aangetast, zomtyds verscheiden
+jaaren lang kwynen kan. Dewyl de melaatschen van natuure tot het
+minnespel genegen zyn, en hunne ziekte besmettelyk is, moet men hun
+alle gemeenschap verbieden, en hen veröordeelen tot een altoosduurende
+ballingschap op den een of anderen hoek der Plantagie.
+
+De clabba-yaws of tubboes zyn ook eene deerlyke en ellendige ziekte,
+die pynlyke zweeren veröorzaakt aan de voeten, voornamelyk aan den
+bal van den voet, tusschen vel en vleesch. Het gewoon middel in dit
+geval bestaat hier in, dat men het aangestoken deel met een gloeiend
+yzer brandt, of met een dun lancet doorvlymt; alsdan laat men op de
+wonde zeer warm sap van citroen loopen, het geen wel zeer gevoelig,
+maar van een zeer groot geneezend vermogen is.
+
+De Negers zyn ook onderworpen aan ziekten van uit- en inwendige wormen,
+het welk by hun veröorzaakt word door het gebruik van modderig water,
+waar in die wormen huisvesten, of door de rauwheid van hun voedzel. Een
+der voornaamsten wordt genoemd Lindworm: zynde wormen zomtyds van zes
+voeten lengte, van eene schitterende zilver witte kleur, en niet veel
+dikker, dan de tweede snaar van een bas-viool. Zommige wormen plaatsen
+zig tusschen vel en vleesch: zy veröorzaken gevaarlyke en pynlyke
+zwellingen overal waar zy inkomen, en vooral aan de beenen. Het
+middel, om deeze kwaal te geneezen, bestaat daar in, dat men den
+worm, wanneer hy boven de huid uitkoomt, by den kop neemt, en hem
+'er geheel en al uittrekt, hem, om zoo te spreken, op een kaart of
+stokjen windende. Dit kan men met niet te veel omzichtigheid doen,
+want zoo de worm breekt, is het verlies van het lid, of zelfs van het
+leven, 'er dik wils het gevolg van. Zommige lieden zyn met zeven of
+agt van die wormen te gelyk gekweld.
+
+Behalven deeze ziekten, die hun byzonder eigen zyn, zyn de Negers
+bovendien onderworpen aan die ziekten, welken de Europeanen gewoonlyk
+ondervinden, die op hun beurt van de opgegevene gevaarlyke en pynlyke
+kwalen in Guiana niet ontheven zyn.
+
+Het is dus niet te verwonderen, dat de Plantagiën zulk een groot
+aantal zieken opleveren; men laat hen eeniglyk over aan de zorge
+van eenen Dressy-Negro, of Heelmeester der Negers, wiens geheele
+kundigheid bestaat in het toedienen van eenige zouten, of het smeeren
+van eenige pleisters. Zy, die door aanhoudende geesselingen van het
+hoofd tot de voeten zyn van één gereten, kunnen zig zelven genezen,
+of zonder huid arbeiden, zoo hun dit gelieft.
+
+Van alle deeze opéénstapelingen van ellende, waar van zommige natuurlyk
+uit de luchtstreek, en het slegt voedzel der Negers, maar vooral uit
+de onbetamelyke wreedheid der Opzigters voortspruiten, is het gevolg,
+dat een groot getal slaven buiten staat is om te werken, de één door
+eene geheele en schielyke uitputting hunner kragten, de ander door
+eenen te vroegtydigen ouderdom: maar de dwingeland eener Plantagie
+vindt voor hunne kwaalen een onfeilbaar hulpmiddel, het geen niet
+minder is, dan hen met eenen slag dood te slaan: dit verlies raakt
+hem niet meer dan zynen meester. Hy is alleen nayverig omtrent de
+geenen, die zig van hunnen taak kwyten kunnen; hy verzekert, dat
+de anderen gestorven zyn, de meesten van de venus-ziekte, en geen
+Neger is bevoegd, om getuigenis tegen hem te geven. Indien echter
+eenig Europeaan den moord bewees, zoude de schuldige vry zyn, gelyk ik
+reeds heb opgemerkt, met eene boete van vyftig ponden sterling, en met
+den eigenaar schadeloos te stellen, zoo deeze zulks begeerde. Voor
+deezen bloedprys kan hy elken slaaf, die onder zyne magt staat,
+en het ongeluk heeft zyne woede gaande te maken, opöfferen.
+
+Een Opzigter kan bovendien duizende listen te baat nemen, om het
+bewys van zyne schuld te ontduiken. Ik heb 'er een gekend, die
+zig van eenen Neger willende ontdoen, hem op de jagt mede nam,
+en hem gelastte het wild op te jagen: zyn eerste snaphaanschoot
+raakte deezen ongelukkigen, die dood ter neder viel. Dit wierd een
+toeval genoemd, en men deed 'er geen het minste onderzoek naar. Een
+ander kwam op de volgende wyze om.--Men stak een houten paal op het
+midden van eene groote vlakte in den grond; men bond 'er den slaaf
+aan vast in de hitte van eene brandende zon, en men gaf hem, om het
+leven te behouden, niet meer dan ééne banane en één glas water daags,
+tot dat hy stierf. De Opzigter beweerde, dat dit niet door den honger
+veröorzaakt was, om dat men hem altyd eeten en drinken gebragt had;
+dus wierd hy met eere vry gesproken.
+
+Men heeft dikwils een ander middel gebezigd, om eenigen van deeze
+ongelukkige slaven straffeloos van kant te helpen. Het bedoeld
+slagtöffer wordt naakt aan een boom in het bosch gebonden, met de
+armen en beenen uitgestrekt, onder voorwendzel van hem dezelve wat
+losser te maken; men laat hem aldaar, en geeft hem op bepaalde tyden
+te eeten, tot dat hy, door het steken der muggen of andere insecten,
+het leven verloren heeft. Men verdrinkt de Negers ook wel, door hun,
+met een keten aan de voeten, in 't water te werpen, en dit noemt men
+ook een toeval!
+
+Het is zeer zeker, dat verscheiden, op last van eene vrouw, op
+houtstapels geketend zynde, zyn van kant geholpen. De straf om hun
+de tanden uit te trekken, alleenlyk wegens het proeven van het door
+hem bewerkte suiker-riet, hun den neus te klooven, of de ooren af te
+snyden, om onderlinge kyvagiën, is van te weinig aanbelang, dan dat
+wy daar van zouden behoeven te spreken.
+
+Zulk eene wreede mishandeling doet zomtyds in den geest van deeze
+ongelukkigen zulk eene moedeloosheid geboren worden, dat zy, om
+hun rampzalig leven te eindigen, en zig op eenmaal van zulk eene
+verschrikkelyke slavernye te ontheffen, zig zelven in de ketels werpen,
+waar in men het sap van het suiker-riet laat koken, daar door een
+middel vindende, om hunnen geweldenaar van hunnen persoon en van een
+gedeelte van zynen oogst te ontzetten.
+
+Is het derhalven, na zulk eene behandeling, wel te verwonderen,
+dat geheele benden van slaven zig in de bosschen verzamelen, en alle
+gelegenheden waarneemen, om hunne wraakzucht te koelen?
+
+Ik zal deeze aandoenlyke berichten eindigen met eene algemeene
+aanmerking, tot bewys, hoe veel nadeel de bevolking door zulke
+wreedheden lydt.
+
+Ik heb gezegd, dat 'er in Surinamen 75,000 Neger-slaven zyn. Indien
+men daar van aftrekt het getal der oude lieden van beiderlei kunne,
+en der kinderen, zullen 'er niet meer dan 50,000 overblyven, die tot
+werken geschikt zyn. Het getal der schepen, die jaarlyks elk 250 of
+300 Negers invoeren, wordt op zes tot twaalf gesteld. Men kan dus de
+jaarlyksche invoering berekenen op 2500 slaven, die noodig zyn, om
+de gemelde 50,000 voltallig te houden. Het getal der dooden nu gaat
+jaarlyks dat der geboorten ten beloope van 2500 te boven, schoon elke
+Neger eene vrouw heeft, en zelfs twee, zoo hem dit goeddunkt; het
+geen over het geheel juist uitmaakt vyf ten honderd, en gevolgelyk
+bewyst, dat een geheel geslacht van 50,000 gezonde menschen alle
+twintig jaaren volkomen uitsterft.
+
+De rechtvaardigheid en waarheid noodzaken my echter te verklaren,
+dat de wreedheden, die zulk eene uitwerking voortbrengen, niet
+algemeen zyn. De mededogende Hemel heeft wel eenige uitzonderingen
+willen daar stellen, welken ik met genoegen verhalen zal, en die het
+tegenövergestelde zyn van het hier boven door my geschetst tafereel. Ik
+zal niet naarvolgen eenige Schryvers, die het zelfde onderwerp
+behandeld hebben, en daden van goedäartigheid en menschlievenheid
+zorgvuldig hebben verborgen gehouden, om deeze zaak alleenlyk van de
+ongunstigste zyde te doen beschouwen: ik wil dezelve met openhartigheid
+en onpartydigheid zonder verminking openleggen. Ik kan verzekeren, dat
+op zommige Plantagiën de slaven naar myne gedachten behandeld worden,
+zoo als menschen behooren behandeld te worden. Zulk eene behandeling
+zoude nog algemeener zyn, indien de wetten geen onbepaald gezag over
+hen veröorloofden, waar van het onmogelyk is, dat geen misbruik gemaakt
+werde. Geen eigenaar moest het recht hebben, om het leven van zynen
+slaaf straffeloos aan te tasten; en het dooden van een zwarten of
+blanken behoorde in het oog der menschen eene gelyke misdaad te zyn,
+even als in het oog van God.
+
+Voorts zal ik als nu aan den Lezer vertoonen een huisgezin van Negers,
+in dien staat van voorspoed en gerustheid, welken zy steeds onder eenen
+goeden meester genieten. De beeldtenissen, op de plaat voorkomende,
+worden vooröndersteld te verbeelden persoonen van het volk of den stam
+van Loango, uit hoofde der teekenen, die over het lichaam van den
+man getrokken zyn, en het cyffer op deszelfs borst, uit de letters
+J. G. S. zaamgesteld, door middel van het welk de eigenaar bewyzen
+kan, dat de slaaf hem toebehoort. Deeze man heeft op het hoofd een
+net en een mand vol kleine visschen; hy houdt ook een groote mand
+in de hand, die alle voortbrengzels van zyne visch-vangst zyn. Zyne
+vrouw, die zwanger is, draagt verscheiden zoorten van vruchten,
+draaijende catoen op een klos, en vreedzaam haare pyp rookende; zy
+heeft nog een kind op haaren rug, en een ander loopt al speelende
+naast haar. Op die wyze is de arbeid van eenen Neger, onder eenen
+menschlievenden meester en geschikten Opzigter, niets meer, dan eene
+heilzaame lichaams-oeffening, die met het ondergaan der zon ophoudt,
+en hem een genoegzaam overschot van tyd overlaat, om te jagen, te
+visschen, zynen kleinen tuin te bebouwen, of manden en netten ter
+verkoop te maken. Voor den prys, dien hy daar voor maakt, koopt hy
+één of twee varkens, eendvogels en ander gevogelte, welken hy zonder
+moeite en kosten voedt op eenen grond, die het noodige daar toe van
+zelf voortbrengt; en op die wyze heeft hy 'er zeer veel voordeel by. In
+zulk eene gesteldheid is hy ontheven van hartseer; hy betaalt geene
+lasten, en hy beschouwt zynen meester alleenlyk als den beschermer
+van hem en zyn huisgezin. Hy bidt hem aan, niet uit vreeze, maar
+om dat hy in zyn hart overtuigd is, den voorspoed, dien hy geniet,
+aan hem verschuldigd te zyn. De door hem bewoonde luchtstreek staat
+gelyk aan zynen geboorte-grond, en bevrydt hem van het dragen van
+kleederen, het geen hy veel gemakkelyker en gezonder vindt. Hy kan
+zyne wooning bouwen, zoo als hy goedvindt, en het bosch verschaft
+hem de noodige bouwstoffen. Zyn bed is een hangmat, of mat, papaija
+genaamd. Hy maakt zyne eigene potten; en de calebassen, die hem tot
+schotels dienen, groeijen in zynen tuin. Nooit leeft hy te zamen met
+eene vrouw, welke hy niet bemint, want de beide echtgenooten verlaten
+elkander, zoo dra de één den ander moede is; en deeze scheiding gebeurt
+nochtans dikwerf minder dan de echtscheiding in Europa. Behalven de
+levensmiddelen, welken hy 's weekelyks van zynen meester ontfangt,
+weet zyne vrouw hem verscheiden zeer smakelyke spyzen toe te bereiden,
+als daar zyn de braf, zynde een huspot van Plaintain-boom vruchten
+en ignames, met gezouten vleesch, drooge visch, en peper van Cajenne
+te zamen gekookt; de tom-tom, een zoort van pudding, of taart, van
+meel van Indisch koorn gemaakt, en met stukjes vleesch, gevogelte,
+visch, peper van Caijenne, en zagte schillen van de ocra of althéa
+gebakken: de peperpot, zynde een kookzel van visch met Guineesche
+peper, het welk men met gebraden plantain-vruchten eet: de gangotay,
+zaamgesteld uit drooge visch en groene plantain-vruchten: de acansa en
+de doguenou, die van meel van Indisch koorn gebakken worden, waar by
+in de laatstgemelde suiker-syroop gevoegd word. Zyn gewoone drank is
+schoon water, waar in nu en dan een weinig rhum gegoten wordt. Indien
+hy ziek of gewond wordt, geneest men hem voor niet; maar hy gebruikt
+zeldzaam den Heelmeester, vermits hy zelf de geneeskragtige kruiden
+tamelyk wel kent; bovendien verrigt hy het zetten van koppen, of
+het doen van doorsnydingen van het vleesch, hem voor aderlatingen
+dienende, aan zig zelf. Zyn hoofd houdt hy zindelyk, door zyne hairen
+met vochtige kley te besmeeren; hy laat die daar op droogen, en wast
+dezelve 'er vervolgens met zeep sop weder af. Om zyne tanden zoo wit
+als yvoor te houden, neemt hy een stukjen hout van een orangenboom,
+waar van de vezelen aan één der einden van elkander zyn gescheiden, en
+tot een borsteltje dienen: men ziet geen Neger, het zy man of vrouw,
+zonder dit klein huisraad, het welk daarënboven het vermogen heeft,
+om den stank van den adem te verbeteren.
+
+Dit is het geen zyn lichaam betreft. Wat zynen geest belangt, dezelve
+wordt nooit ontrust door vreeze voor den dood, nog door knagingen
+van het geweten; want een Neger gelooft vastelyk het geen men hem
+geleerd heeft, en het welk eenvoudig en klaar is. Wanneer hy het
+leven heeft afgelegd, brengen zyne nabestaanden en vrienden hem in
+een boschjen van oranjeboomen, alwaar zy hem begraven, niet zonder
+onkosten, want doorgaans leggen zy hem in een kist, die van best
+hout fraay gewerkt is, en tevens doen de lykzangen, zuchtingen en
+geschreeuw, de lucht weergalmen. Het graf gevuld zynde, en met groene
+zoden bedekt, zet men twee groene calebassen op zyde, de ééne vol
+met water, de andere met verschillende zoorten van gekookt vleesch
+en cassave, het geen men doet, niet zoo als zommige lieden meenen,
+in het denkbeeld, als of de doode dit zoude kunnen benoodigd hebben,
+maar als een blyk van hoogachting, die men voor zyne nagedachtenis
+heeft: zomtyds zelfs brengt men 'er het weinige huisraad, door hem
+nagelaten, en breekt het op zyn graf aan stukken. Na het afloopen
+deezer plechtigheden nemen alle de omstanders afscheid van hem;
+zy spreken tot hem, als of hy hun verstaan konde; zy verzekeren
+hem van het leed, het welk zy door hunne scheiding ondervinden; zy
+zeggen eindelyk, dat zy hem hopen weder te zien, niet in Guinée,
+het geen men ongeschikt oordeelt, maar in dat gelukkig verblyf,
+alwaar hy thans het gezelschap zyner voorvaderen, zyner nabestaanden,
+zyner vrienden geniet. De plechtigheid deezer begraaffenis eindigt met
+jammerkreeten, en vervolgens keert men naar huis te rug. Des anderen
+daags slacht men een vet varken, eendvogels, ander gevogelte, enz.;
+en de vrienden geven aan de andere Negers een feest, het welk eerst
+den volgenden dag eindigt. Tot een teeken van rouwe, scheeren mannen
+en vrouwen zig het hoofd, en omwinden het met een blaauwen doek, dien
+zy het geheele jaar dragen. Wanneer dit jaar verstreken is, gaan zy
+weder naar het graf; zy leggen aldaar de laatste offerhanden neder;
+zy zeggen den overledenen als nog vaar wel; vervolgens vieren zy een
+ander feest, en het zelve eindigt met een vrolyken dans, en lofzangen
+ter eere van den nabestaanden of vriend, die hen verlaten heeft.
+
+'Er is geen volk, waar van de byzondere persoonen, die het zelve
+uitmaken, meerder achting en vriendschap jegens elkander gevoelen,
+dan de Neger-slaven. Zy schynen verrukt te zyn, wanneer zy zig
+by elkander bevinden, en zy zyn nimmer van vermaken uitgeput, om
+elkander het gezelschap te veräangenamen. Eene zekere vrolykheid,
+welke zy Soesa noemen, bestaat in het springen tegen over zynen
+dansser of dansseresse, de handen op de heupen slaande, om de maat
+te houden. Zy zyn op dit zoort van oeffening zoo heet, dat dezelve
+dikwils met zeven of agt paaren danssers te gelyk plaats heeft, het
+geen, door het te groot geweld, den dood van verscheiden hunner meer
+dan eens veröorzaakte; waarom de Regeering van Paramaribo hetzelve
+verboden heeft.
+
+De Negers zyn vlug en sterk, maar hun grootste vermaak is het zwemmen;
+het geen zy twee of drie malen daags doen, onder malkander en by
+hoopen van jongens en meisjens, even als de Indianen; en de beide
+kunnen onderscheiden zig door hunnen moed, kragt en werkzaamheid. Ik
+heb eene jonge Negerin de Commewyne zien overzwemmen, een jong sterk
+manspersoon voorby zwemmende, en, toen zy aan de overzyde aankwam,
+door haar aan hem hooren voorstellen, om een weg van twee mylen af
+te leggen, en hem nog voor uit te blyven.--Ik moet thans spreken
+van het speeltuig der Negers, en de manier, op welke zy danssen. Men
+herinnert zig ongetwyffeld, het geen ik van die der Loango-stam ten
+deezen opzigte gezegd heb; het geen nu zal volgen, is aan alle de
+andere stammen gemeen.
+
+Hun speeltuig, dat zeer vernuftig is, en door hen zelven gemaakt word,
+heb ik op eene afzonderlyke plaat afgebeeld.
+
+Nº. 1. De qua-qua; eene plank van een hard en geluidgevend hout,
+welke aan de eene zyde door een dwarshout in de hoogte wordt opgeligt,
+en waar op men met twee yzere staafjes, of twee beenderen, als op
+een trommel, slaat.
+
+Nº. 2. De Kiemba-toetoe; een hol riet, waar op de Negers met den neus
+blaazen, even als de bewooners van het Eiland Taïti. Deeze fluit heeft
+niet meer dan twee openingen, de eene om op te blazen, de andere om
+'er de vingers op te houden.
+
+Nº. 3. De Ansokko-bania; een plank van hard hout, aan wederzyden als
+een voetbank verheven, en waar op kleine houtjes van verschillende
+gedaanten zyn vast gemaakt. Men slaat daar op met twee stokjes,
+als op een hakbord, het geen verschillende geluiden voortbrengt,
+die niet onäangenaam zyn.
+
+Nº. 4. De groote Creoolsche trommel, gemaakt uit den stam van een
+hollen boom. Dezelve is aan de eene zyde open; aan de andere met een
+schapen-vel overdekt. Die deeze trommel slaat, zit 'er boven op,
+en slaat met de vlakke hand, het geen genoegzaam overëenkoomt met
+een basviool of qua-qua.
+
+Nº. 5. De groote Loango trommel, die aan beide zyden gesloten is,
+en dezelfde uitwerking doet, als de keteltrom.
+
+Nº. 6. De kleine trommel, genaamd papa drum, welke men op dezelfde
+wyze slaat als de andere.
+
+Nº. 7. De kleine Loango trommel, die te gelyker tyd met de groote
+geslagen wordt.
+
+Nº. 8. De kleine Creoolsche trommel, die mede tot het zelfde einde
+dient.
+
+Nº. 9. De Coeroema, een zoort van beker, konstig gemaakt, insgelyks
+met een schapen-vel overdekt, waar op men met twee yzere staafjes,
+of twee stokjes slaat, even als op de qua-qua.
+
+Nº. 10. De Loango-bania. Dit is een zeer merkwaardig speeltuig. Het
+is gemaakt van een plank van zeer droog hout, waar op twee schuinsche
+klampen zyn vast gemaakt. Boven dezelve zyn eenvoudig kleine houte
+stokjes van elastiek palmhout geplaatst, die van ongelyke lengte zynde,
+boven op een derde klamp schynen uit te maken.
+
+Nº. 11. Eene groote ledige Calebas, dienende tot opblaazing van
+het geluid van de Loango-bania, waar van de stokjes met de vingers
+worden opgeligt, ten naasten by als de klauwieren van een forte piano;
+en dit speeltuig is dan aangegenaam en zacht.
+
+Nº. 12. De Saka-saka; zynde een calebas, met een stok
+uitgehold. Dezelve is met een mouw overtrokken, en vol met kleine
+nooten en erweten, ten naasten by als de toover-schelp der Indianen.
+
+Nº. 13. Een Zee-schelp, waar op de Negers blaazen, het zy uit vermaak,
+het zy om gerucht te maken, maar zynde by het danssen van geen gebruik.
+
+Nº. 14. De Benta; een tak als een boog gespannen, door middel van
+een koord van droog riet, of Warimbo, het welk men tusschen de tanden
+houdt, waar op men met een kort eind hout slaat, en het welk men links
+en rechts weet te bewegen. Het zelve geeft een geluid, byna naar dat
+van een jagthoorn gelykende.
+
+Nº. 15. De Creoolsche Bania; een speeltuig, het welk naar eene
+mandoline of guitaar gelykt. Het is gemaakt van een halve calebas,
+met een schapen-vel overdekt, en waar aan eene lange mouw is vast
+gemaakt. Dit speeltuig heeft vier koorden, waar van drie lang zyn,
+en het vierde kort en dik is, en tot een bas dient. Men speelt 'er
+met de vingers op; het geeft een zeer aangenaam geluid, het welk nog
+aangenaamer wordt, wanneer het met gezang vergezeld gaat.
+
+Nº. 16. De oorlogs-trompet, om het laden of den aftocht te bevelen,
+enz. De Negers noemen dezelve tou-tou.
+
+Nº. 17. De Jagthoorn, geschikt om de plaats van deeze trompet te
+vervullen, of om de slaven der Plantagiën tot den arbeid te roepen.
+
+Nº. 18. De Loango-tou-tou, een fluit, waar op de Negers even als de
+Europeanen spelen. Zy heeft alleenlyk vier gaten voor de vingers,
+en echter brengt zy eene groote verscheidenheid van geluiden voort.
+
+Dusdanig is het speeltuig der Negers, op welks geluid zy met meer
+vermaak danssen, dan men in Europa op dat van het beste orkest doet.
+
+By het geen ik gezegd heb, moest ik nog voegen, dat zy by hun zingen
+en danssen, het welk zeer veel gelykt naar het geluid van een bakker,
+die zyn brood uit den oven haalende, aanhoudend roept touchety-touk,
+touchety-touk, de maat slaan op één, en op een halve maat, maar nooit
+op drie.
+
+Alle Saturdag avonden eindigen de slaven, die wel behandeld worden,
+de week met eene vrolykheid van dien aart; en doorgaans geeft men hun
+alle drie maanden eene groote dans-party, waar op hunne medgezellen
+uit de nabuurschap genoodigd worden. Dikwils verëert hun meester het
+feest met zyne tegenwoordigheid, of hy zendt ten minsten nieuwe rhum
+aan de danssers.
+
+De slaven zyn op deeze danspartyen zeer netjes uitgedoscht; de vrouwen
+verschynen aldaar met haare beste kleederen, van Indische stoffen
+gemaakt, en de mannen met lange broeken van het fynste Hollandsche
+linnen. Zy zyn zoo heet op het danssen, dat ik hun van zaturdag s'
+avonds ten zes uuren tot maandag 's morgens met het opkomen van de
+zon, zonder ophouden den trommel heb hooren slaan; hebbende zy alzoo
+met danssen, zingen, schreeuwen en handgeklap, zes-en-dertig uuren
+doorgebragt. De Negers danssen altyd paar aan paar; de mans maken
+de figuren en teekenen de passen af; de vrouwen draaijen, houdende
+haaren kleinen rok als een zonnescherm uitgespreid. Zy noemen deezen
+dans waey-cotto. De jonge lieden, die rusten, schenken den drank in;
+de meisjens moedigen de danssers aan, en droogen het zweet aan het
+voorhoofd van hunne onvermoeide musikanten af.
+
+Het is verwonderlyk, om de orde en goede verstandhouding, die op deeze
+dans-partyen heerschen, te aanschouwen. Het vermaak in het danssen
+is het waare en eenige voorwerp; en de Negers, ik moet dit herhalen,
+zyn 'er zoo verhit op, dat ik 'er één, die kortlings ingevoerd was,
+en geene dansseres had, twee uuren lang heb zien staan kyken naar
+zyne schaduw, welke zig op den muur vertoonde.
+
+Indien men by al het geen ik van het lot der Negers, die aan eenen
+goeden meester onderworpen zyn, gezegd heb, nog voegt, dat zy zig nooit
+van elkander afscheiden; dat de vaders hunne kinderen rondöm hun zien,
+zomtyds zelfs tot in het derde geslacht; dat zy voor 't overige zeker
+zyn, van in hun geheele leven geen gebrek te lyden; en indien men
+eindelyk het lot van deeze menschen vergelykt by dat der bedelaars,
+die in grooten getaale de straaten der steden in Europa vervullen,
+kan men hen zekerlyk niet ongelukkig noemen.
+
+Thans, om in weinige woorden alles zamen te trekken, en om geene
+tegenstrydigheid met my zelven te doen voorkomen, na zoo dikwerf de
+trekken van onmenschelyke wreedheden van verscheiden meesters verhaald,
+en niet dan by toeval van de menschlievenheid van zommige anderen
+gesproken te hebben, zy het my geöorloofd, om met een woord over het
+ontwerp eener algemeene afschaffing der slaverny te spreken.--Indien
+wy onze nabuuren konden overreden, om van gelyken te doen, zoude het
+een ander geval zyn; maar dewyl men aan de eigenaars op de Engelsche
+Eilanden de wreedheden niet kan te last leggen, welken ik zoo dikwerf
+in Surinamen heb zien plegen, waarom zouden wy ons gedragen, als of
+die aldaar plaats hadden? waarom zouden wy onze Planters verjagen,
+en hen naar eenen grond verzenden, die veel ryker, en van natuure
+veel vruchtbaarer is, als mede onder een bestuur, het welk den
+vryen invoer der Negers toestaat, terwyl ons oogmerk alleenlyk is
+de willekeurige kastydingen te beletten, die deeze zelfde Planters
+vastgesteld hebben. [34]
+
+Verscheiden Colonisten stellen zulk een vertrouwen in hunne slaven,
+dat zy dikwils hunne kinderen liever aan eene Negerin geven om
+te zogen, dan aan eene Europeesche vrouw; en zommige slaven zyn
+zoodanig aan hunnen meester verkleefd, dat ik 'er gekend heb, die
+hunne vrylating geweigerd hebben, en anderen, die hunne vryheid
+reeds genietende, vrywillig in eenen staat van afhangelykheid zyn te
+rug gekeerd. Niemand is volmaakt vry in deeze weereld, en wy moeten
+allen de één van den ander afhangen.--Ik zal derhalven dit uitgebreid
+hoofdstuk besluiten met deeze algemeene aanmerking, dat alle geluk op
+aarde enkel in verbeelding bestaat, en dat men die altyd verkrygen
+kan, wanneer de gezondheid des lichaams, en de vrede der ziele door
+eenen onderdrukkenden geweldenaar niet ontrust worden.
+
+
+
+ZEVEN-EN-TWINTIGSTE HOOFTSTUK.
+
+De muitelingen voeren verscheiden Negerinnen weg.--Aanstootelyke wyzen
+van straföeffening.--Onverschrokkenkeid der Negers.--Verschillende
+zoorten van Gier-vogels.--Gekuifde Arenden.--Beschryving van eene
+Indigo-Plantagie.--Kaneel-Appel.
+
+In weêrwil van de herhaalde nederlagen der muitelingen, vernam men den
+15den Augustus, op Paramaribo, dat zy eenen aanval gedaan hadden op
+de Plantagie Berg-en-Daal, of den blaauwen Berg, anders ook genoemd
+Parnassus-Berg, gelegen aan het bovenste gedeelte van de Rivier
+Surinamen; en dat zy, zonder eenige daad van wreedheid te plegen,
+het geen maar al te veel hunne gewoonte was, alle de Negerinnen van
+daar hadden weggevoerd, schoon op eenen korten afstand een wachtpost
+geplaatst was. Op deeze tyding zond men een hoop jagers af, om hen
+te agtervolgen; en byna ter zelfder tyd deed men door zeven honderd
+Negers het beruchte cordon, of den verschansten weg, maken, welke reeds
+zedert lang ontworpen was. Deeze weg moest verdedigd worden door leger
+wachten, wier post was de Plantagiën voor nieuwe overrompelingen te
+beveiligen, en het wegloopen der slaven te beletten.
+
+De Plantagie Parnassus-Berg is gelegen aan de westzyde der Rivier
+Surinamen, die door de kronkelingen, welken zy vervolgens maakt,
+op deezen afstand honderd mylen van Paramaribo af ligt. Dewyl het
+gezicht van deeze Plantagie aller aangenaamst is, biede ik 'er den
+Lezer eene afteekening van aan, als mede van de Savane der Joden,
+een dorp of gehucht, in eene rechte lyn meer dan veertig mylen van
+deeze hoofdstad der Volkplanting, en meer dan zestig mylen te water
+af gelegen. De Joden bezitten aldaar eene zeer fraaije Synagoge,
+in welke zy hunne Godsdienst-plechtigheden verrigten. Zy hebben 'er
+ook scholen en huizen van opvoeding, want deeze plaats wordt door
+verscheiden aanzienlyke huisgezinnen van hunne natie bewoond. Deeze
+zelfde lieden genieten in Surinamen byzondere rechten en voorrechten,
+die hun door KAREL II. vergund wierden, toen deeze Volkplanting aan
+de Engelschen toebehoorde; en deeze voorrechten zyn zoo groot, als
+zy die ergens bezitten.
+
+De Rivier Surinamen is, van de stad Paramaribo, of liever van het
+Fort Amsterdam af, even als de Cottica en Commewyne, door fraaije
+Suiker- en Koffy-Plantagiën omzoomd; en 'er ontspringen uit dezelve
+verscheide kreeken of kleine Rivieren, als de Paulus, de Para,
+de Cropina, en de Pararaca; maar hooger dan Parnassus-Berg, vindt
+men niets, het welk eene Plantagie genoemd mag worden. De Rivier is
+ook op deezen afstand niet meer bevaarbaar, zelfs niet voor kleine
+vaartuigen, uit hoofde van de vervaarlyke rotsen en watervallen,
+die haar verstoppen, naar maate zy tusschen zeer hooge bergen,
+en ondoordringbaare bosschen doorloopt. Deeze natuurlyke bolwerken,
+schoon zy de liggingen verrukkelyk maken, beletten echter de bezitters
+der Volkplanting, om ontdekkingen te doen, die hun misschien hunnen
+arbeid door onmeetlyke schatten vergoeden zouden,
+
+Zoo al de muitelingen zoo veele wreedheden op de Plantagiën niet
+meer pleegden, zy waren in de hoofdstad tot eene aanstootelyke hoogte
+gestegen. Ik hoorde aldaar onöphoudelyk het geklater der zweepslagen,
+en het gekerm der Negers. Onder de eigenaars, die op het vervolgen
+hunner slaven byzonder vuurig waren, bevond zig zekere Mevrouw
+SP--N, wier Plantagie in de nabuurschap van die van den heer DE GRAAF
+gelegen was, en welke ik op zekeren tyd met schrik uit haar raam het
+onmenschelyk bevel hoorde geven, om eene jonge Negerin voornamelyk
+op den boezem te geesselen, een schouwspel, waar in zy een byzonder
+genoegen scheen te scheppen. Den indruk, die deeze vertooning op
+mynen geest gemaakt had, willende verzetten, ging ik tot vermaak
+een eind weegs om ryden; en het eerste voorwerp, het welk zig aan
+myn oog vertoonde, was eene andere Negerin, ook jong zynde, die byna
+naakt boven van een zolder, op een hoop gebroken flessen neder viel:
+'t is waar, dit was een ongeluk, maar dit ellendig schepzel had zig
+zoo schroomelyk bezeerd, dat zy zig in eenen even deerniswaardigen
+staat bevond, als de eerstgemelde.--Myn lot verwenschende, keerde ik
+aan de haven-kant myn rydtuig om, alwaar ik het verdriet had, om twee
+Engelsch-Americaansche matroosen, die op de voorplecht van hun schip
+met elkander vochten, in het water te zien vallen en verdrinken. Op een
+ander Americaansch schip ontdekte ik eenen kleinen scheepsjongen, die,
+met een byl gewapend zynde, zig boven uit de mast tegen een Sergeant
+en vier soldaten zeer lang verdedigde; deeze waren genoodzaakt hem
+te dreigen van op hem te zullen schieten, zoo hy zig niet overgaf,
+het geen hy eindelyk deed. Men bragt hem dus aan wal, door twee zyner
+medgezellen vergezeld, en met een wacht van twee gelederen soldaten;
+men geleide hen alle drie naar het Fort Zelandia, alwaar zy, volgens
+des Capitains eisch, en om dat zy zig geduurende hunnen dienst hadden
+dronken gedronken, elk de fire cant ontfingen; daar in bestaande,
+dat zy met twee bambous-rieten op de schouders werden afgerost, tot
+dat dezelve opgezwollen en geheel zwart waren. De Capitain trachte
+echter dit zoort van willekeurige straföeffening te wettigen, uit
+hoofde der noodzakelykheid, en om dat de Americaansche matroosen en
+scheepsjongens de onstuimigste menschen zyn, wanneer zy dronken zyn,
+schoon 'er geene de minste reden tot twist aanwezig is: men kan hen
+onder de beste zeelieden der weereld rekenen.
+
+Des anderen daags morgens, my bezig houdende met de gevaaren en
+kastydingen, waar aan het volk van lageren rang is bloot gesteld,
+te overwegen, hoorde ik eene groote meenigte voor by myne wooning
+loopen. De nieuwsgierigheid deed my opstaan, en my in aller yl
+aankleeden, om te verneemen, wat 'er gaande was. Ik vernam toen
+drie Negers, geketend en door eene talryke wacht omringd, welke in
+de Savane hunne straf gingen ontfangen. Hun stout en onbeschaamd
+voorkomen trok myne aandacht zoodanig derwaarts, dat ik, in weêrwil
+van myne afkeerigheid voor dergelyke vertooningen, besloot te
+gaan zien, wat het gevolg van dit alles wezen mogt.--Men las het
+vonnis, in plat Hollandsch opgesteld, het welk deeze ongelukkigen
+niet verstonden. De eerste wierd veröordeeld, om met een byl het
+hoofd te worden afgehouwen, vermits hy een slaaf gedood had, die
+op de Plantagie van zyne meesteresse bananen was komen steelen. De
+waarheid der zaak was, dat hy dien moord op uitdrukkelyken last van
+deeze vrouw gepleegd had; maar toen de misdaad ontdekt was, liet zy
+'er haaren slaaf voor opdraaijen, om haaren goeden naam te behouden,
+en de kosten van boete en schadeloos-stelling uit te winnen. De arme
+keerel leide zyn hoofd met onverschilligheid op het blok neder, en
+ontfing den dood in éénen slag. De tweede, die zyn medepligtige was,
+wierd onder de galg gegeesseld. De derde, wiens naam NEPTUNUS was,
+was een vry persoon, en een timmerman van zyn ambacht; maar, ter
+gelegenheid van zekeren twist, den Opzigter der Plantagie Altona,
+aan de Para Kreek, gedood hebbende, wierd hy rechtvaardig veröordeeld
+om het leven te verliezen. De byzonderheden van zyne misdaad en straf
+zyn merkwaardig. Deeze Neger, die jong en wel gemaakt was, een schaap
+gestolen hebbende, om 'er eene vrouw op te onthaalen, door welke hy
+bemind wierd, besloot de Opzigter, die van jaloersheid brandde, hem
+te laten ophangen. NEPTUNUS, om dit voor te komen, schoot in een veld
+van suiker-riet een snaphaan op hem af, zoo dat hy dood ter aarde
+viel. Tot straf van deeze misdaad wierd hy verwezen, om levendig
+gerabraakt te worden, zonder den genade-slag te ontfangen. Van den
+inhoud van dit verschrikkelyk vonnis onderrigt zynde, plaatste hy
+zig zonder tegenkanting op een sterk kruis, vervolgens strekte hy de
+armen en beenen uit, welken men met touwen vast bond. De scherprechter
+(zynde altyd een Neger,) nam de byl, en hieuw hem de linke hand af,
+waar na hy, een yzeren koevoet in de vuist nemende, hem met verdubbelde
+slagen de beenderen aan stukken sloeg. De touwen wierden vervolgens
+los gemaakt, en meenende dat hy dood was, gevoelde ik my zelf als
+getroost; maar toen de rechters op het punt waren om heen te gaan,
+wierp de misdadiger zig zelf van boven neder van het kruis, en viel
+in het gras, vervloekende zyne rechters als een hoop van gruwelyke
+schelmen. Vervolgens met zyn hoofd tegen het kruis aanleunende,
+verzogt hy aan de omstanders een pyp tabak, die onmeedoogend genoeg
+waren, om hem zulks te weigeren, hem met den voet stootende, en op hem
+spuwende, het geen echter eenige Americaansche matroosen vervolgens
+beletteden. Hy smeekte toen, maar vrugteloos, dat men hem het hoofd
+wilde afhouwen. Eindelyk, geen einde aan zyn lyden ziende, verklaarde
+hy:--"Dat hy den dood verdiend had, maar niet verwagtte, dat men
+hem zoo veele maalen zoude doen sterven. Met dit al, vervolgde hy,
+gy bereikt uw oogmerk niet; ik lach in alle uwe folteringen, al moest
+ik hier nog een maand zoo blyven liggen."
+
+Dit gezegd hebbende, zong hy agter malkander, en met eene heldere stem,
+twee liederen, by het ééne van welke hy aan zyne naastbestaanden en
+vrienden vaar wel zeide, en by het andere aan zyne overledene vrienden
+berigtte, dat hy spoedig in het gelukkig verblyf, door hen bewoond,
+hun gezelschap zoude genieten. Toen hy geëindigd had, verhaalde hy
+bedaard zyn rechtsgeding, met alle deszelfs byzonderheden.--"Maar,
+zeide hy eensklaps tot de geenen, die hem omringden, ik zie aan de
+hoogte van de zon, dat het byna agt uuren is, en het zoude my leed
+doen, dat gy, door myn langer spreken, uw ontbyt zoudt verliezen." De
+oogen toen naar eenen Jood, DE VRIES genaamd, gewend hebbende, zeide hy
+hem. "Ei lieve, myn heer, wilt gy my betaalen de vyf guldens, welken
+gy my schuldig zyt?--Om wat te doen, antwoordde de Jood?--Om eeten en
+drinken te koopen; ziet gy niet, dat men my laat leven?" De Jood op
+deeze woorden agter uit deinzende, lachte de ongelukkige misdadiger
+hem opentlyk en van goeder harten in het aangezicht uit. Vervolgens
+den soldaat aankykende, die by hem de wacht hield, en van tyd tot tyd
+in een stuk droog brood beet, vroeg hy hem:--"Waar het by toe kwam,
+dat een blanke geen ander ontbyt had?"--"Om dat ik niet ryk ben,
+antwoordde de soldaat."--"Wel nu, ik wil u een geschenk doen, hernam
+de Neger: neemt de hand, die men my heeft afgekapt; eet die tot op
+het been toe af; verslind vervolgens myn lichaam, tot dat gy verzadigd
+zyt; gy zult dan een ontbyt gedaan hebben, het welk u voegt." Hy deed
+deeze schimprede met een schaterenden lach gepaard gaan; en ging op
+die wyze voort, geduurende de drie uuren, dat ik aldaar verbleef. [35]
+
+Het is verbazend, dat iemand de kracht heeft, om dergelyke folteringen
+door te staan; voorzeker kan hy dit niet doen, dan door eene vermenging
+van woede, hoogmoed, verachting, en de zekerheid, dat hy zyne vervolgers
+en beulen spoedig ontkomen zal.
+
+Ik heb de byzondere omstandigheden van zulk eene straföeffening, die
+geen daad van wreedheid van eenig byzonder persoon was, breedvoeriger
+verhaald, om een voorbeeld te geven van de ongemeene gestrengheid
+der Surinaamsche wetten.
+
+Verder moet ik alhier een toeval verhalen, het welk slechts een
+oogenblik op myne verbeelding werkte, maar van een langduuriger
+uitwerking had kunnen zyn by iemand, die 'er de oorzaak niet van wist,
+welke ik echter zeer gemakkelyk ontdekte. Des namiddags omtrent drie
+uuren, myn geest nog vervuld zynde met het aandoenlyk toneel van des
+morgens, ging ik naar de strafplaats toe, alwaar myn oog het eerst
+viel op het hoofd van den gestraften Neger, het welk boven op een
+paal gestoken was, en heen en weder waggelde, als of hy nog geleefd
+had, en my eenig teeken wilde geven. Ik bleef oogenblikkelyk staan,
+en niemand in de Savane ziende, alwaar zelfs geen wind genoeg was,
+om een blad te doen ritselen, erken ik, dat ik my gevoelde, als aan
+den grond vast gehecht, en een tyd lang geen moed had om voorwaarts
+te gaan. My vervolgens myne zwakheid verwytende, van naar iets van
+dien aart niet te durven naderen, en te onderzoeken, welke de reden
+van een dergelyk verschynsel wezen mogt, bespeurde ik zulks zeer
+schielyk door het vliegen van een Giervogel, die zig op dit hoofd kwam
+nederzetten, als wilde hy my een dergelyken buit betwisten. Hy had hem
+reeds één zyner oogen uitgepikt, toen hy op myne eerste aannadering
+wegvloog; en by dit wegvliegen met de pooten tegen dit hoofd stootende,
+veroorzaakte hy deeze schielyke beweging. Ik moet by dit alles voegen,
+dat de ongelukkige NEPTUNUS, nog by de zes uuren na het ondergaan
+van zyne straf geleefd hebbende, uit mededogen van den soldaat,
+die de wacht hield, een slag met de kolf van den snaphaan kreeg,
+waar van ik de teekens nog zag.
+
+Zommige Schryvers vergelyken den Giervogel by den Arend; maar die
+van Surinamen heeft dezelfde hoedanigheden niet: hy is in de daad een
+roofvogel, maar in plaats van zig te voeden met de dieren, welken hy
+doodt, leeft hy niet, dan van krengen. Dienvolgende verschynt hy veel
+op de kerkhoven, en de plaatsen, waar men doodstraffen uitoeffent;
+het geen zyne reuk zoo klaar aanduidt, dat de Negers hem tingy fowlo,
+den stinkenden vogel, noemen. De Giervogel in Guiana heeft de grootte
+van eene gewoone kalkoen. Zyne vederen hebben eene donker gryze kleur,
+uitgenomen de vlerken, die zwart zyn. Hy heeft een vooruitstekende,
+sterke en kromme bek, een gespleten tong, een langen hals, en zeer
+korte pooten. Behalven het straks gemelde voedsel, eet hy dikwils
+slangen, en zelfs alles wat hy vindt, in zulk eene meenigte, dat hy
+somtyds moeite heeft om te vliegen.
+
+De vogel, genaamd de Koning der Roofvogelen, is in Surinamen niet
+zeer gemeen, schoon de Indianen 'er zomtyds één of twee te Paramaribo
+brengen, uit hoofde van deszelfs ongemeene fraaiheid. Hy is grooter,
+dan eenig zoort van kalkoenen. De huid van zyn kop en hals, die geene
+vederen hebben, is gemengd van eene scharlaken, violet en bruine
+kleur. Hy draagt een halsband van lange en dik op elkander zittende
+vederen, waar in hy zoodanig kan ingedoken zyn, dat men naauwlyks
+zyn kop ontdekt. Deeze vogel leeft insgelyks van bedorven vleesch,
+slangen, rotten, padden, en zelfs van drek.
+
+Onder de roofvogelen in de Surinaamsche bosschen telt men den gekuifden
+Arend, een zeer wild en sterk dier. Zyne vederen zyn zwart op den rug,
+maar geelachtig naar de stuit; zyn borst, buik, dyën, en zelfs zyne
+pooten, zyn wit met zwarte vlakken; het overige van zyn lichaam is
+geheel bruin, en de klaauwen volmaakt geel. Deeze vogel heeft eene
+platte kop, vercierd met een kuif van vier vederen, twee lange en
+twee korte, die hy naar willekeur verheft of laat vallen.
+
+Den 24sten, zynde den geboortedag van den Prins van Orange, gaf de
+Colonel FOURGEOUD aan de gezamentlyke Officiers een middagmaal van
+gezouten ossen en varkens-vleesch, van puddings van garste meel, en
+gedroogde visch. Dewyl JOANNA steeds by haar besluit bleef volharden,
+nam ik op dien zelfden dag, in tegenwoordigheid van haare moeder
+en andere nabestaanden, de verbintenis aan van de goede Mevrouw
+GODEFROY;--"van haar aan niemand dan aan my te verkoopen. Deeze
+Mevrouw schonk, by haaren dood, niet alleen aan haar haare vryheid,
+maar ook een stuk land om te bebouwen, waar op men voor haar eene
+gemakkelyke wooning zoude stichten, waar over zy de vrye beschikking
+hebben zoude." Mevrouw GODEFROY gaf my vervolgens myn briefje van
+negen honderd guldens te rug, en deed aan JOANNA een geschenk van
+eene beurs van twintig goude ducaten, en twee fraaije stukken Indisch
+linnen. Zy raade my tevens, om aan den Raad een verzoekschrift in te
+leveren, tot dadelyke vrymaking van myne JOHNNY.--"Eene noodzakelyke
+plechtigheid, zeide zy my, het zy ik een borg vond, het zy niet, en
+zonder welke zelfs in het eerstgemelde geval niets verrigt zoude zyn."
+
+Beiden betuigden wy onze oprechte dank-erkentenis aan deeze uitmuntende
+vrouw, en door vreugde zynde opgenomen, ging ik by den Gouverneur
+des avonds ter maaltyd, en bood hem myn verzoekschrift aan, het
+welk in goede orde was opgesteld. Zyne Excellentie nam het aan,
+met het hoofd schuddende, en my de hand drukkende; maar hy erkende
+my rond uit:--"Dat hy volkomen overtuigd was, dat myn zoon slaaf
+zou sterven, ten waare ik de borgtocht, die de wet vorderde, vinden
+konde, 't geen niet gemakkelyk was." Na derhalven veel moeite en
+tyd verloren te hebben, na meer dan vyf honderd guinies betaald te
+hebben, had ik nog de onuitspreekelyke smarte, om hem, van wien ik
+vader en eigenaar tevens was, misschien aan eene eeuwige slavernye
+te zien bloot gesteld. JOANNA zelve had toen niets meer te vreezen,
+het geen my een groot genoegen deed.
+
+Te midden echter van eene zoo billyke neêrslagtigheid, deed zich eene
+gelukkige hoop juist ter snede op. De beruchte Neger GRAMAN QUACY,
+van wien ik reeds gesproken heb, kwam uit Holland aan, en had de
+tyding verspreid, dat men, door zyne tusschenkomst, eene wet gemaakt
+had, volgens welke alle slaven, zes maanden na hunne ontscheping in
+Texel, vry zouden zyn. De eigenaar konde nochtans dien tyd voor zes
+andere maanden verlengd krygen, na verloop van welken geen uitstel
+meer, zelfs voor geen enkelen dag, zoude worden toegestaan.--In myne
+ziel nu overtuigd zynde, dat ik vroeg of laat, en zoon, en moeder,
+in Europa brengen zoude, was myn hart uittermaten getroost.
+
+Alvoorens het verhaal van myne reize te eindigen, zal ik omtrent
+deezen GRAMAN QUACY eenige byzonderheden opgeven. Het zal genoeg
+zyn voor het tegenwoordige te zeggen, dat de Prins van Orange, niet
+genegen zynde hem de kosten uit zyn beurs te betalen, en hem veele
+geschenken te doen, hem te rug zond, gekleed in een scharlaken en
+blaauwen rok, om welken een breed goud boordzel gelegd was; hy had
+een witten veder op zyn hoed; en hy geleek dus naar een Hollandsch
+Generaal. Die goedheid van den Prins maakte deezen Koning der Negers
+zeer hoogmoedig, en nu en dan zelfs zeer onbeschaamd.
+
+De Gouverneur der Volkplanting gaf den 27sten, een zeer kostbaar
+festyn aan zyne vrienden, op zyne Indigo-Plantagie, eenige mylen
+agter zyn paleis gelegen. Hy deed my de eer aan, om my daar by te
+verzoeken, en ik had het genoegen, om het maken van Indigo te zien,
+waar van ik de behandeling thans zal opgeven.
+
+De Indigo-plant is een knobbelig heester-gewas, dat van zaad
+voortkoomt, by de twee voeten hoog groeit, en in den tyd van
+twee maanden zyn volkomer wasdom verkrygt. Deeze plant vordert een
+vrugtbaaren grond, en men moet het onkruid zorgvuldig uitwieden. Men
+ziet dezelve doorgaans, vier of vyf dagen, na dat het zaad in den
+grond geworpen is, uitkomen. Het zyn in het begin knobbelige stronkjes,
+voorzien van kleine takjes, die verscheiden paaren van bladeren dragen,
+en altoos met een ongelyk blad eindigen. Deeze bladen zyn eirond,
+glad, zagt in 't aanraken, aan de boven-zyde van eene donker groene
+kleur, aan de beneden-zyde bleek groen, ongetand, en aan eene byna
+onzigtbaare steel vast gehecht. De bloem behoort onder het zoort van
+die geenen, die tot een peul of schil groeijen, en hangt aan eene zeer
+korte steel. Wanneer de bladen van de bloem zyn afgevallen, groeit
+der zelver hart in de lengte, en wordt een peul, die langwerpig, krom
+gebogen, glad, helderschynend, puntig uitloopende, bruin van buiten,
+en wit van binnen is, en zeven of acht pitten bevat, die door een
+klokhuis van elkander zyn afgescheiden. Elke pit vertoont een kleine
+rol, grys of olyfächtig van kleur, en een lyn lang.
+
+Zie hier de manier, op welke deeze plant tot Indigo bereid wordt.
+Wanneer men alle de takken heeft afgesneden, bindt men dezelven
+tot schoven of bossen, legt die in een groote kuip vol water, en bedekt
+dezelven met zwaare stukken hout, die tot perssen dienen. Alles op die
+manier zynde gereed gemaakt, begint de gisting zeer spoedig; in minder
+dan agtien uuren schynt het water te koken, en de verwstof der plant
+naar zig trekkende, verkrygt het zelve eene blaauwe violet kleur. Tot
+dien staat van gisting gekomen zynde, laat men het water in een tweede
+kuip overloopen, die zomtyds minder groot is; en dan zuivert men het
+zorgvuldig van alle stukjes hout, welken men weg werpt. De stank,
+die dit water opgeeft, maakt deeze bewerking zeer ongezond. Dit
+water, in de tweede kuip overgegoten zynde, wordt met houten spadels
+omgeroerd, tot dat het kleurend gedeelte zig afscheidt, en tot kleine
+bolletjes zamenloopt, die naar den bodem zinken. Het water herneemt
+dan op deszelfs oppervlakte zyne natuurlyke doorschynendheid; en men
+giet het nog eens, tot aan dat gekleurd zinkzel, in een derde kuip,
+ten einde de stukjens Indigo, die 'er nog in vervat zouden mogen zyn,
+mede naar den grond zinken; waar na men dit water weg giet, en het
+zinkzel of de Indigo wordt gelegd in vaten, die geschikt zyn, om 'er
+in te droogen. Het raakt alzoo alle verdere vochtigheid, die 'er nog
+in mogt zyn, kwyt; het krygt aldaar de gedaante van kleine vierkante
+langwerpige brooden, van eene fraaije lichtblaauwe kleur, en is dan
+tot de vervoering geschikt. [36] Men kweekt de Indigo-Fabrieken in
+deeze Volkplanting weinig aan. Ik weet 'er de reden niet van, want de
+koek, welke zy voortbrengt, wordt verkogt voor vier guldens het pond;
+beste Indigo moet ligt, hard, en brandbaar zyn.
+
+De aankweeking van deeze plant is in Surinamen begonnen door zekeren
+DESTRADES, die zig een Fransch Officier noemde, en het zaad daar
+toe uit St. Domingo medebragt. Dit had eerst in later tyd plaats,
+dewyl ik zelf deezen armen keerel nog gekend heb, die zig op Demerary
+met een pistool-schoot het leven benam.--Dewyl de omstandigheden van
+zynen dood vry merkwaardig zyn, kan ik myne geneigdheid, om dezelve
+kortelyk te verhaalen, niet wederstaan. Deeze man, zig in schulden
+gestoken hebbende, maakte het overschot van zyne bezittingen tot
+geld, en vluchte uit de Volkplanting van Surinamen weg. Zig in de
+Spaansche bezittingen met verboden handel hebbende opgehouden, wierd
+al het geen hy bezat vervolgens in beslag genomen. Geen uitkomst meer
+hebbende, vervoegde hy zig by één zyner vrienden op Demerary, die de
+menschlievenheid had om aan hem eene vryplaats te verleenen. Hy had
+daar van slechts eenigen tyd gebruik gemaakt, toen eene verzweering
+aan zynen schouder doorbrak; maar hy weigerde bestendig alle hulp,
+en om zich te laten bezichtigen. Het ongemak wierd met dit al erger,
+en zelfs gevaarlyk; maar DESTRADES bleef 'er altyd by met het bedekt
+te houden. Eindelyk geraakte op zekeren dag het geheele huis in
+ontsteltenis, toen men hoorde, dat 'er een schietgeweer in zyne kamer
+afging. Men trad binnen, en vond hem, met zyn besten rok aangekleed,
+maar zwemmende in zyn bloed, met een pistool, het welk by hem op den
+grond was gevallen. Toen ontkleedde men hem, en tot groote verbaazing
+der tegenwoordig zynde lieden, ontdekte men de letter V (voleur: dief:)
+op dien zelfden schouder, welken hy niet had willen vertoonen.--Dus
+eindigde het leven van eenen man, die eenige jaaren lang te Paramaribo
+met roem geleefd had, en aldaar over het algemeen geacht was.
+
+Na het eeten verliet ik de Plantagie van den Gouverneur, en begaf my,
+in het rydtuig van zyne Excellentie, tot aan den oever der Rivier,
+alwaar ik een overdekt vaartuig met agt riemen vond, om my naar de
+Plantagie Catwyk aan de Commewyne te brengen. De heer GOETZÉE, een
+Hollandsch Zee-Officier, die eigenaar van deeze fraaije Plantagie was,
+had my op dezelve genoodigd. 'Er ontbrak geen vermaak, van welk zoort
+ook, in dit aangenaam verblyf. Men hield aldaar paarden, rydtuigen,
+vaartuigen, die altyd gereed lagen; maar het geen alle vermaak bedorf,
+was de onmenschelykheid van Mevrouw GOETZÉE, die, om de geringste
+misslag, haare slaven deed zweepen: by voorbeeld, een jonge Neger,
+JACKY genaamd, wierd, om dat hy de glasen niet naar haaren zin
+gespoeld had, door haar veröordeeld, om des anderen daags een zeker
+getal zweepslagen te ontfangen; maar de arme keerel vond middel om zig
+aan haaren wrevel te onttrekken. Dien zelfden avond nam hy afscheid
+van alle de Negers op de Plantagie; vervolgens ging hy in het bed
+van zynen meester leggen, nam de tromp van een jachtgeweer in zynen
+mond, en den trekker met één der toonen van zynen voet overhaalende,
+maakte hy op die manier een einde van zyn leven. Dit schot alles in
+rep en roer gemaakt hebbende, werden twee groote Negers gezonden,
+om te vernemen wat 'er gaande was, en zy vonden den jongeling dood
+en mismaakt liggen op het bed, het welk geheel bebloed was. De beide
+slaven gaven bericht van dit voorval, en kregen last om het lyk uit
+het vengster te gooijen; maar noch de eigenaar, noch de eigenaresse,
+en zelfs geen ander mensch, wilde, eer dat ik kwam, in de kamer gaan,
+schoon dezelve anderzints aangenaam en gemakkelyk was. Het geen de
+meesters van den huize in deeze omstandigheid het meest verschrikte,
+bestond daar in, dat hun geliefd kind in dezelfde kamer sliep, waar
+dit voorval gebeurde, maar zy stelden zig spoedig gerust, toen zy
+vernamen, dat aan het zelve niets was wedervaren.
+
+Ik had nog geen veertien dagen op deeze Plantagie doorgebragt, toen
+eene slavin, YETTEE genaamd, naakt wierd uitgekleed, en door twee
+sterke Negers op eene verschrikkelyke wyze gegeesseld. De uitvoering
+der straf geschiedde voor de deur van 't huis, en de ongelukkige had
+de huid byna geheel ontveld. Haare misdaad bestond in gezegd te hebben:
+"dat haare meesteresse eenige schulden had, zoo wel als zy". Vyf dagen
+daar na verwierf ik echter, dat de ketenen, die men haar aan de voeten,
+en boven de lendenen had vast gemaakt, wierden weggenomen: maar zekere
+Mevrouw VAN EYS, voorgewend hebbende, dat deeze slavin haar onbeschoft
+had aangekeken, was oorzaak, dat Mevrouw GOETZEE, in die zelfde week,
+de kastyding liet herhaalen, en wel op zulk eene manier, dat ik niet
+geloove, dat het arme schepzel 'er van heeft kunnen opkomen.
+
+In zoo veele onmenschelyke wreedheden een weerzin hebbende, verliet
+ik Catwyk, in het vast voornemen, om het zelve nooit wederom
+te zien. Niettemin was ik in gezelschap van den heer GOETZEE, op
+verscheide andere Plantagiën, aan de Rivieren Cottica en Peréca. Op
+de Plantagie Alia, onder dit getal behoorende, haalde men my op eene
+beleefde wyze over, om aan een meisjen, het welk geboren wierd,
+een naam te geven, en ik noemde haar Charlotta; des anderen daags
+morgens, onder het ontbyt, wierden alhier zeven Negers strengelyk
+gegeesseld.--Ik begaf my vervolgens naar de Plantagie 's Gravenhage,
+alwaar ik eenen jongen mulat, DOUGLAS genaamd, ontmoette, die geboeid
+was, en ik herinnerde my met aandoening, dat zyn ongelukkige vader voor
+deszelfs dood hem van de slavernye niet hadde kunnen bevryden. Door
+zulk eene reize vermoeid zynde, kwam ik spoedig te Paramaribo te rug,
+alwaar ik by myne aankomst vernam, dat LAURENS, de kamerdienaar van
+den Colonel FOURGEOUD, overleden was, en dat men hem begraven had,
+eer hy nog volkomen dood was.--Geduurende myne afwezigheid hadden
+dertien van onze soldaten, om dat zy in een herberg beschonken waren
+geraakt, door de spitsroeden geloopen, en stokslagen ontfangen. Zy
+waren zoo afgerost, dat weinigen van hun in Europa te rug kwamen,--Men
+had een Hollandsch matroos, en een jong meisjen van het geslacht der
+Quateron-Negers, aan den oever der Rivier vermoord gevonden.--By myne
+te rug komst, op het plein zynde gaan wandelen, wierd ik geroepen
+door den ST--K--R, die my op de derde verdieping gebragt hebbende,
+tot my zeide:--"zoudt gy wel gelooven, dat één van myne Negers laatst
+van deeze hoogte afsprong, om eene geringe kastyding te ontgaan;
+maar dewyl hy door zynen val slechts eene ligte bedwelming bekwam,
+wreef men hem sterk aan de slapen van het hoofd, en hy kwam weder
+spoedig by: toen, om hem te straffen, dat hy zyn persoon, die de
+eigendom van zynen meester was, in zulk een gevaar gebragt had, en
+myne vrouw had doen verschrikken, zond zy hem naar 't Fort Zelandia
+om aldaar door een frisschen Spanso-bocko zyne misdaad te boeten".
+
+De kastyding, die deezen naam draagt, is één der verschrikkelykste;
+zy wordt op de volgende wyze uitgevoerd.--Men bindt den veroordeelden
+de handen, en laat hem de kniën tusschen de armen doorgaan; men legt
+hem vervolgens op de ééne zyde, en houdt hem zoo als een hoen in
+malkander gewonden, door middel van een paal, waar aan men hem vast
+maakt, en die men in den grond steekt. In die gesteldheid kan hy zig
+even min bewegen, als of hy dood was: dan slaat hem een Neger, met
+een bos knobbelige tamarinde-takken gewapend, tot hy hem de geheele
+huid heeft van één gereten; hy keert hem vervolgens naar de andere
+zyde om, slaat hem op gelyke wyze, en de grond is op de straf-plaats
+van het bloed doorweekt. Wanneer dit is afgeloopen, wascht men den
+armen keerel, om de versterving van het vleesch voor te komen, met
+citroen-sap, waar in buskruid ontbonden is. Na dit alles zendt men
+hem naar zyn hok te rug, alwaar hy mag zien, hoe hy genezen wordt.
+
+Is het nu wel te verwonderen, ik moet het herhalen, dat de slaven
+opstaan tegen meesters, die hen zoo wreed behandelen!
+
+De manier nog niet beschreven hebbende, op welke de muitende
+Negerslaven de Plantagiën aantasten, meene ik geene betere gelegenheid,
+dan de tegenwoordige, daar toe te kunnen vinden.
+
+Na zig den geheelen nacht in de naby gelegene struiken verborgen
+te hebben gehouden, komen zy, by het aanbreken van den dageraad
+daar uit te voorschyn, vallen de Europeanen onverhoeds aan, en
+vermoorden ze allen. Zy plonderen en verbranden vervolgens het huis
+van den eigenaar. By het heengaan nemen zy alle de Negerinnen mede;
+zy beladen dezelven met hunnen buit, en behandelen haar met de grootste
+onbeschoftheid, indien zy den minsten tegenstand durven bieden.
+
+Ik zal de aandoenlykheid van den lezer door deeze treurige verhaalen
+niet meer afmatten, hebbende ik hem 'er reeds te lang mede bezig
+gehouden. Ik hoopte daar door de wreedäarts te doen bloosen, en de
+zaak der menschelykheid te bevorderen.
+
+Ik heb reeds gezegd, dat ik, den 24sten Augustus, een verzoekschrift
+aan den Gouverneur had ingeleverd, om mynen zoon vry te maken. Mitsdien
+zag ik, den 8sten October, met zoo veel vreugde, als verwondering,
+het volgende aangeplakt. "Indien iemand gerechtigd is, om zig te
+verzetten tegen zeker gedaan verzoek, om de vryheid te bekomen voor
+een kind, behoorende tot het geslacht der Quarterons, genaamd JOHN
+STEDMAN, zoon van den Capitain STEDMAN, kan dezelve zig aanmelden
+tot den 1sten January 1777.". Zoo dra ik dit bericht gelezen had,
+liep ik naar den heer PALMER, om hem dit nieuws mede te deelen. Hy
+verzekerde my, "dat dit eene enkele plechtigheid was, gegrond op de
+veronderstelling, dat ik de noodige borgtocht bezorgen zoude, waar
+op men ongetwyffeld staat maakte, overeenkomstig de vrypostigheid,
+waar mede ik myn verzoekschrift aan den Gouverneur der Volkplanting
+had ingeleverd". Niet in staat zynde een enkel woord uit te brengen,
+ging ik naar JOANNA toe, die my al glimlachende antwoorde, dat ik aan
+de vryheid van onzen zoon niet moest wanhoopen. In deeze oogenblikken
+van neerslagtigheid verliet ik deeze beminnenswaardige vrouw nooit,
+zonder dat zy my eenigen troost gegeven had.
+
+Byna op deezen zelfden tyd vernamen wy, dat in de Utrechtsche
+nieuwspapieren een zeer scherp geschrift stond tegen den Colonel
+FOURGEOUD, waar by men met het zenden van afgezanten, door hem aan de
+Oucas- en Sarameca-Negers gedaan, den spot dreef. Schoon hy van die
+zoogenaamde bondgenooten niets te verwagten had, en dat zyn volk op
+dit oogenblik byna geheel versmolten was, wilde hy echter de geenen,
+die nog gaan konden, niet geheel werkeloos laten. Hy kleedde derhalven
+zyne soldaten op nieuw, (voor de eerste maal na het jaar 1772,) en hy
+gaf hun nieuwe sabels, enz.; vervolgens zond hy hen om aan den mond van
+de Cassipory-Kreek, aan het bovenëinde van de Cottica te gaan legeren,
+zynde alleenlyk door Onder-Officiers vergezeld; maar de Officiers
+van hoogeren rang, kregen spoedig bevel om hen te volgen. Den 7den,
+onthaalde hy ons ter maaltyd, en liet eindelyk een gebraden ossenharst
+opdisschen, welke men hem van Amsterdam gezonden had, op zoodanige
+wyze gereed gemaakt, als ik reeds beschreven heb. Op het nagerecht
+zag ik eene vrucht, die men in Surinamen noemt Kaneel-appel, aan een
+boompjen groeit, en in de tuinen van Paramaribo, meenig-werf gevonden
+word. Dezelve is met een zoort van groene schubben geheel bedekt,
+en gelykt naar een jonge artichok.
+
+De schil van deeze vrucht is byna een halve duim dik. Het vleesch
+smaakt als dikke room, waar in aangebrande suiker geroerd is. Het
+is zoo zoet, dat zommige lieden het al te laf oordeelen. Derzelver
+breede, harde en zwarte zaaden zitten in dit vleesch.
+
+My hebbende gereed gemaakt om weder eenen dadelyken dienst te beginnen,
+en daarënboven eene groote meenigte wyn, sterke dranken, en allerleije
+zoorten van ververschingen, my door myne vrienden toegezonden,
+ontfangen hebbende, beval ik JOANNA, en mynen zoon, aan de zorge
+van de goede Mevrouw GODEFROY aan. Dit was dus de zevende veldtocht,
+die thans een aanvang nam: ik verlangde de onderneming, welke wy met
+eenen zoo standvastigen yver voortzetteden, zoo mogelyk, tot genoegen
+van de inwooners deezer Volkplanting te doen afloopen. Ik bevond my
+toen zoo wel, ik was zoo opgeruimd van geest en wel gemoed, als op
+den dag zelven, toen ik, met de krygsbende van den Colonel FOURGEOUD,
+op het vaste Land van America ontscheepte.
+
+
+
+AGT-EN-TWINTIGSTE HOOFTSTUK.
+
+De Muitelingen trekken de Rivier Maroni over.--Derde tocht
+naar Gado-Saby.--De Land-Scorpioen.--Verscheiden zoorten van
+timmerhout.--Boom, welke een vrucht voortbrengt, de Marmelade-doos
+genaamd.--Het aankweeken van Ryst.--Buitengewone hitte, die alle de
+moerassen opdroogt.--De Oppossum van het vrouwelyk geslacht.--De
+Brazilsche Wezel.--De Mierëeter.--De Tamandua.--Hout-luizen en
+vliegende luizen.--Tafereel van ellende en sterfte.--De Vrede aan de
+Volkplanting bezorgd.--De Poelsnip.--De Lepelgans, en de Brazilsche
+Ojevaar.--Wilde Eendvogels van verschillende zoorten.
+
+Den 10den November, begaf ik my, in een talryk gezelschap, met een
+vaartuig naar de legerplaats aan de Cassipory-Kreek. Des anderen daags
+was de geheele Volkplanting met rook overdekt, dewyl de bosschen aan
+het zee-strand in brand geraakt waren, zonder dat men 'er de reden van
+konde opsporen. Op de reize ontmoetten wy een hoop krygsvolk, onder
+bevel van den Colonel TEXIER, die van Vrydenburg, aan de Maroni-Kreek,
+te rug kwam. Deeze Officier verzekerde ons, dat de muitelingen, na den
+gevoeligen neep, dien wy hun door het inneemen van Gado Saby hadden
+toegebragt, die groote Rivier overvluchtten, en by de Franschen, in
+Caijenne wonende, eene schuilplaats vonden. Hy voegde 'er by, dat hy
+van hun eene vrouw gevangen had, en de Lieutenant KEEN twee mannen,
+na 'er verscheiden gedood te hebben; dat de beide nieuwe compagniën
+van vrywillige Negers de eer van hunne vaandels, door hun met groote
+staatsie van den Gouverneur ontfangen, ophielden, door het medebrengen
+van gevangenen, welken zy aan het strand agter Paramaribo gemaakt
+hadden; dat zy by deeze gelegenheid geholpen waren geworden door de
+Indianen, die vrywillig gestreden hadden, en meer dan eenmaal op die
+zelfde plaats den vyand afbreuk hadden gedaan. Alles deed zig dus
+aan ons voor, om onze onderneming met eenen goeden uitslag bekroond,
+en de rust in de geheele Volkplanting hersteld te zien.
+
+De Plantagie Saardam, die toen aan den Colonel DES BORGNES, uit hoofde
+van zyn huwelyk, toebehoorde, op onzen weg liggende, hielden wy daar
+stil. Ik vond 'er eenen Americaanschen matroos, welke melasse, of
+suiker-syroop, inlaadde. De bekwaamheid van den nieuwen Planter en
+zynen Opzichter willende beproeven, haalde ik deezen matroos over,
+om twee kruiken kill-devil (by de Hollanders genoemd kelduivel,)
+die op deeze Plantagie gemaakt was, te kleuren, en te verzekeren,
+dat hy dezelve als rhum van Antigoa aanbragt. Hy deed het geen ik
+hem zeide. Men vond zyne zoogenaamde rhum uitmuntend; men maakte 'er
+punch van voor het geheele gezelschap, en men gaf hem wederkeerig zes
+andere kruiken van die zelfde kill-devil. De Americaan beloofde my
+die insgelyks te zullen kleuren; en hy hoopte zyn vaartuig boordvol
+geladen te hebben, voor zyn vertrek van Paramaribo. Zoo veel vermogen
+heeft het vooröordeel in alle Landen.
+
+Wy verlieten de Plantagie Saardam, alwaar wy volmaakt wel ontfangen
+waren, en wy kwamen den 13den, zonder het ontmoeten van eenig onheil,
+op onze legerplaats by de Cassipory-Kreek aan de Cottica. Geene
+schoenen, noch koussen aan hebbende, wierd ik byna gestoken door een
+Land-Scorpioen, toen ik myne voeten aan den wal zette. Dit insect
+heeft de grootte van eene kleine kreeft. Zyn lyf, zynde van eene
+eyronde gedaante, en van eene roetkleur, is met beweegbaare ringen
+bedekt. Hy heeft agt pooten, welke in geleden verdeeld zyn. Twee
+armen, insgelyks in geleden verdeeld, komen uit zyn kop, en schynen
+een gedeelte van zyn lyf uit te maken. Zyne oogen zyn zoo klein,
+dat men ze naauwlyks zien kan. Zyn staart heeft zeven klootvormige
+verdeelingen, naar koraalen van glas gelykende, en eindigt met een
+dubbele ring. Het wyfje kronkelt dezelve op haaren rug in elkander, om
+haare jongen voor de aanvallen van andere insecten te beveiligen. De
+steek van den Land-Scorpioen is niet doodelyk, maar veröorzaakt eene
+stekende pyn en koorts. Men zegt, dat hy van huid verandert, even als
+de krabben van schelp veranderen. Men vindt hem meestäl op oude boomen,
+oud huisraad, en ook dikwils onder het vuilnis, en in het drooge gras.
+
+Onder de ongelukken, welken ik hier zag, moet ik niet vergeten het
+verlies van eenen zee-soldaat, die, zig in de Rivier badende, door
+eenen grooten Kayman eensklaps wierd naar den grond getrokken. Zoo
+dra ik zyn ongeluk bemerkte, ontkleedde ik my, sprong oogenblikkelyk
+in het water, en droeg zorg, dat ik altyd het eene been in beweging
+hield. Met dit al, ik vond niet den geen, dien ik zogt, en liep zelf
+groot gevaar. Ik had door eenen Neger eene lange roeyriem in een
+lynregten stand doen houden, ten einde ik my daar aan vast hield,
+en hy dezelve, wanneer ik 'er op sloeg, naar zig toe zoude haalen;
+maar de Neger, my kwalyk begrypende, maakte met die roeyriem zulk
+eene geweldige beweging, dat ik naar den grond zonk. Ik kwam niet
+weder boven, dan omtrent in het midden van den stroom, en bereikte
+den oever niet dan met zeer veel moeite.
+
+Den 20sten, bevel ontfangen hebbende om naar Gado-Saby te trekken,
+vertrok ik des morgens ten zes uuren, aan het hoofd van twee
+Lieutenants, drie Sergeanten, zeven Corporaals en vyftig soldaten,
+zonder een Heelmeester en den Neger, GOOSSASY, dien wy in drie of vier
+uuren kwyt raakten, daar by te rekenen. Wy sloegen ons neder aan de
+oevers van de zelfde Cassipory-Kreek, zonder meer dan zes mylen ten
+westen van derzelver mond te hebben kunnen voorwaarts komen.
+
+Den 21sten, vorderden wy zeven of acht mylen noordwaarts, en wy vonden
+geen enkelen drop water, om den hevigen dorst te lesschen, die ons
+allen verslond. Wy waren te midden van het saisoen van droogte,
+waar van de hitte dit jaar brandender was, dan ooit.
+
+Toen onzen weg veranderd, en denzelven noord-oost-waarts genomen
+hebbende, doorwaadden wy, des morgens van den 22sten, het moeras;
+en tegen den middag bereikten wy wederom het drooge; vervolgens,
+na nog één uur te zyn voorwaarts getrokken, gingen wy naar den
+westkant. Wy ontmoetten aldaar een groot veld, met ignames beplant,
+het welk wy verwoestten. Dit gedaan hebbende, trokken wy lynrecht
+voort, en sloegen ons neder op het oud verblyf der Negers, Cofaay
+genaamd. Het gebrek aan water deed ons verschrikkelyk lyden. De
+slaven echter vonden middel, om ons hier water te bezorgen; en hoe
+stinkend het ook wezen mogt, dronken wy het zelve, na het door onze
+hembds-mouwen te hebben laten doorloopen.
+
+In weerwil van de onaangenaamheden van deezen tocht, onderzocht ik
+de volgende boomen, door my nog niet beschreven: de Carnavatepy en
+de Berklack, waar van het hout zeer dienstig is. Het eerste heeft
+heerlyke zwarte en bruine streepen: het gelykt zeer veel naar het geen
+men Brasilisch hout noemt; en wanneer het bewerkt wordt, verspreidt
+het een geur, welke voor die van den nagelbloem niet behoeft onder
+te doen. Het tweede heeft eene bleek ronde of violet kleur; het
+is insgelyks geschikt tot alle werk, waar toe men het gebruiken
+wil. Men bood my ook een zeer zonderling zoort van vruchten aan,
+genaamd de Marmelade-doos. Dezelve heeft de gedaante van een grooten
+appel, maar een weinig meer ey-rond, en geheel met dons bedekt. In
+'t begin is deeze vrucht groen, maar ryp wordende, wordt zy bruin. De
+schil is hard, en door eene zekere beweging scheidt zy zig in tweën,
+even als een noot. Het vleesch of merg koomt dan te voorschyn,
+gelykende naar dat van een mispel: het is eene zoete en bruin-kleurige
+zelfstandigheid, die aan groote pitten vast zit; de inwooners zuigen
+dezelve met graagte uit. Het spyt my, dat ik van den boom, die deeze
+vrucht voortbrengt, en van wien dezelve haaren naam ontleent, geene
+beschryving geven kan.
+
+Den 23sten, trokken wy ten westen van Cofaay, in de hoop om het een
+of ander van den vyand te vernemen. Wy volgden een voetpad, loopende
+dwars door bebouwde landen, en met den weg gemeenschap hebbende:
+wy ontdekten verrukkelyke gezichten; maar wy ontmoetten niets anders
+dan een grooten hoop wilde varkens, wier geknor en geraas op den weg
+ons, eer wy ze gezien hadden, hen deed houden vooreen afgezonden hoop
+muitelingen, en wy maakten ons gereed om dezelven wel te ontfangen.
+
+Tegen den middag kwamen wy weder te Gado-Saby, alwaar wy, naauwlyks
+nedergezeten zynde, om van de vermoeienis van onzen tocht een weinig
+uitterusten, in ons midden zagen verschynen eenen ouden Neger, hebbende
+een langen witten baard, en een stuk van een sabel in de hand. Ik stond
+dadelyk overëind, en aan een ieder, wie hy ook wezen mogt, verbiedende
+op hem te schieten, zeide ik hem dichter by te komen, hem verzekerende,
+dat niemand van de geenen, die onder myn bevel stonden, hem zoude
+durven mishandelen, en dat ik hem zelfs alle hulp zoude toebrengen,
+die hy benoodigd mogt hebben.--"Neen, neen, Massera! antwoordde hy my
+met zeer veel standvastigheid"; en met het hoofd schuddende, liep hy
+weg. Onaangezien myne beveelen, wierd door twee van myne soldaaten op
+hem geschoten; maar tot myn groot genoegen raakten zy hem niet. Deeze
+elendige omzwerver zogt een onzeker bestaan in die verlatene velden,
+welken wy meer dan eens verwoest hadden.--De reden, waarom de Negers
+zoo moeielyk met een kogel te raken zyn, bestaat hier in, dat zy
+nooit in eene rechte lyn, maar altyd kronkels-gewyze, loopen.
+
+Overëenkomstig myne beveelen, verwoestte ik Cofaay, en deszelfs omtrek,
+op nieuw, maar het deed my echter leed, om des ouden Negers wille. Na
+het om ver hakken van verscheiden catoen-boomen, bananen-boomen,
+althaea-planten, duiven-boonen, Indisch koorn, ananassen en ryst,
+die grootendeels zedert de eerste aldaar door ons gedaane verwoesting
+waren opgeschoten, konde ik niet nalaten, om voor eene kleine hut,
+in welkers nabyheid heete asch en bananen-schillen lagen, een weinig
+scheeps-bischuit, een groot stuk gezouten ossen-vleesch, en een fles
+nieuwe rhum agter te laten, voor den ongelukkigen, die aldaar zyn
+verblyf hield. Vervolgens sloegen wy ons andermaal op de vlakten van
+Cofaay neder.
+
+Zoo dikwerf gesproken hebbende van velden met ryst bezaaid, verwagt
+de lezer waarschynlyk eenige byzonderheden omtrent derzelver
+aankweking. De plant, die het graan van deezen naam voortbrengt,
+heeft, schoon sterker zynde, vry wat gelykheid met het koorn. Zy
+brengt holle gegroefde stammen voort, op zekere afstanden knoopen of
+knobbels hebbende, en zig tot de hoogte van vier voeten verheffende. De
+bladeren zyn rank, even als van het riet. De zaden zyn ten naasten
+by op dezelfde wyze gerangschikt, als de garst, en groeijen aan
+halmen, langs welken zy beurtelings geplaatst zyn. De oriza of ryst,
+heeft hitte en vocht noodig. De ryst-korrels zyn langwerpig rond;
+de beste zyn wit, doorschynend en hard. De nuttigheid van de ryst
+is zoo over bekend, dat ik 'er niets anders van zeggen zal, dan dat
+dezelve voorkwam, dat onze arme soldaten niet van honger stierven,
+voornamelyk in Augustus 1775, toen zy voor een geheel rantsoen daags
+niet meer hadden, dan een scheeps-bischuit, en drie koorn-airen van
+Indisch graan, voor vyf mannen.
+
+Mynen last toen volkomentlyk ter uitvoer gebragt hebbende, hernam ik,
+met myne manschappen, den weg naar de Cassipory-Kreek, trekkende
+door de verwoeste velden van Gado-Saby die niets anders dan eene
+dorre woestyn vertoonden. Wy gingen vervolgens zuid-oostwaards,
+daar na geheel en al zuidwaarts, en hingen toen onze hangmatten in
+de nabyheid van onze eerste legerplaats op. Het is opmerkelyk, dat
+alle de moerassen door de buitengewoone hitte waren uitgedroogd; en
+tevens was de stank, die door eene meenigte van visschen, voornamelyk
+tot het zoort van de Warappa's behoorende, welke by het afloopen
+van het water gestorven waren, wierd opgegeven, aller ongezondst
+en ondraaglykst. Onze slaven echter zogten de minst bedorvene van
+deeze visschen uit; des avonds lieten zy ze in de pan bakken, en aten
+dezelven als een lekker beetjen.
+
+Des anderen daags morgens, trokken wy verder zuidwest-waarts
+ten westen, en hielden omtrent vier mylen van de Cassipory-Kreek
+stil. Den 26sten, onzen weg zuid-zuid-westwaarts nemende, kwamen wy
+in het hoofd-kwartier, zeer vermoeid, zeer vermagerd, en ik had zelf
+de roos in het aangezicht. Ik stelde myn dagverhaal ter hand aan den
+Lieutenant Colonel DES BORGNES, die het bevel voerde.
+
+Een hoop van vyftig soldaten wierd, den 27sten, naar den post van
+Jerusalem, en deszelfs omtrek, op kondschap uitgezonden, en den 6den
+December, kwam de zoo lang verwagte versterking, uit drie honderd
+vyftig mannen bestaande, in de Rivier Surinamen aan; zy hadden, van
+hun uitzeilen uit Holland af gerekend, de reize gedaan in agt-en-zestig
+dagen, maar 'er vyftien van te Plymouth doorgebragt.
+
+Wy vernamen toen, dat Capitain JOACHIM MEIJER, die eene aanzienlyke
+somme gelds voor ons volk aan boord had, door de Mooren genomen was
+geworden, en met alle zyne scheepsgezellen te Marocco opgebragt,
+alwaar zy slaven van den Keizer wierden:--dat het Schip Paramaribo,
+Capitain SPRUIT, (één van de geenen, waar in men in het begin van
+de maand Augustus de zieken inscheepte,) in het Kanaal op de klippen
+van Ouessant schipbreuk had geleden; maar dat, met behulp van eenige
+Fransche visschers, allen, die zig aan boord bevonden, gered en naar
+Brest gebragt waren, van waar zy wederom naar Texel inscheepten:--dat
+de Prins van Orange, uit weldadigheid en menschlievenheid, onder de
+Officiers en soldaten, ten getale van meer dan honderd, de navolgende
+sommen gelds had laten uitdeelen, namelyk, omtrent veertig guldens
+aan elken soldaat, zes honderd aan elken Lieutenant, agt honderd
+aan elken Capitain, en duizend aan den Major MEDLAR, die het bevel
+voerde. Alle de geschenken, welken ik aan myne vrienden in Europa
+gezonden had, waren op dien zelfden bodem, en alzoo, tot myn groot
+hartzeer, verloren geraakt.
+
+Zedert meer dan een maand had ik tot myne woonplaats niets anders,
+dan eene slechte hut, voor regen en wind bloot staande. Doch thans
+vernomen hebbende, dat, in weêrwil van de aangekomene versterking,
+men ons bestemd had, om ons eenigen tyd in de bosschen te blyven
+ophouden, het geen aan veelen van ons volk zeer leed deed, begon
+ik, den 1sten December, om zonder hamer, of spykers, voor my eene
+wooning te laten bouwen, die in zes dagen was afgemaakt, schoon twee
+verdiepingen, eene overdekte gaandery met een hek, en eene kleine
+keuken hebbende. Dicht daar by was een tuin tot myn gebruik, alwaar
+ik op jong plantsoen, de namen van JOANNA en JOHNNY sneed. Tot gebuur
+had ik mynen vriend den Capitain BOLTS, die een geyt had, waar van de
+melk ons van groot nut was. Anderen hielden eendvogels en hoenderen;
+maar de laatstgemelde hadden geene haanen; men was bevreesd voor hun
+gekraay, en had dezelven gedood. Alle onze Officiers eindelyk bouwden,
+aan den oever, eene reije van zeer zindelyke wooningen; aan de overzyde
+had men meer dan honderd hutten, (die toen allen groen waren,) voor het
+nieuwe krygsvolk opgericht, en het geheel maakte eene fraaije straat,
+waar van niettemin de bewooners een zeer slecht voorkomen hadden.
+
+Het was aan myne wooning merkwaardig, dat men 'er door het dak
+inkwam. Door dit middel zag ik my ontheven van alle die aanloopende
+bezoeken, die myn voorraad uitputten, en my meenigmaalen hinderden,
+wanneer ik met teekenen, schryven of lezen bezig was. Onze legerplaats
+was daarënboven zeer aangenaam. Wy waaren op eene hoogte, alwaar
+wij van de schadelyke dampen, die aanhoudend uit den grond opkomen,
+en elders een groot getal manschappen hadden doen sneven, niets te
+vreezen hadden.
+
+Geduurende de zeer korte oogenblikken, dat ik hier eenige rust had,
+maakte ik in het klein, op een plank van agtien duimen lengte en
+twaalf duimen breedte, de boeren-wooning, welke ik aan de Hoop bewoond
+had. Ik gebruikte daar toe insgelyks takken van Latanus-boomen, en
+elk beschouwde het als iets, dat zeer merkwaardig was. Ik gaf het
+ten geschenke aan mynen vriend den heer DE GRAAF, die het vervolgens
+in zyne verzameling van zeldzaamheden te Amsterdam plaatste. Dewyl ik
+thans van dit onder werp spreeke, zal ik aan den lezer een gezicht van
+beide myne wooningen aanbieden, de eene aan de Hoop, alwaar ik zulke
+gelukkige dagen doorbragt, de andere slechts voor een korten tyd, zoo
+als wy die in de bosschen bouwden, om aldaar voor het slecht weder
+beveiligd te zyn. De eerste kan beschouwd worden als het zinnebeeld
+van huisselyk geluk; de tweede als het zinnebeeld van allerleije
+vermoeijenissen en gevaaren.
+
+Het regen-saisoen onverwagt zynde opgekomen, handelde het krygsvolk
+der Sociëteit van Surinamen, dat aan de Wana-Kreek lag, verstandig
+met op te breken, en trok den 26sten voor by onze legerplaats, de
+Cottica afzakkende, om zig naar de Plantagiën aan de Peréca-Kreek te
+begeven. Intusschen waaren wy verwezen, om in deeze legerplaats aan de
+Cassipory-Kreek gebrek te lyden, terwyl de Colonel FOURGEOUD zig zeer
+gerust op Paramaribo bevond. De Officiers van dit volk berigtten ons,
+dat eenige andere muitelingen, aan den kant van de Rivier Maroni,
+gevangen genomen waren. Wy behaalden zulk een voordeel niet, schoon
+wy van alle kanten geduurig ronden deeden.
+
+Den 29sten, eindelyk, wierpen zes schepen, beladen met een gedeelte
+van het krygsvolk, het welk uit Holland was aangekomen, het anker
+tegen over onze legerplaats. Ik kon niet nalaten de ongelukkigen, die
+zig met ons vereenigden, te beklagen, en dit was niet zonder reden,
+dewyl verscheiden van hun reeds door de scheurbuik, en andere akelige
+ziekten, waaren aangetast. Intusschen bouwden wy een oven van steen,
+en deeden al wat wy konden, om hun hulp te verschaffen. Een zekeren
+voorraad van wyn ontfangen hebbende, onthaalde ik tevens alle de
+Officiers; maar deezen drank den Capitain P----T naar het hoofd
+gevlogen zynde, daagde hy my, wegens een kwalyk verstaan, tot een
+tweegevecht uit. Wy gingen dus een weinig ter zyden van de legerplaats;
+en toen wy den sabel in de hand hadden, trok deeze Officier af met een
+schaterenden lach, wierp zyn wapentuig weg, en zeide my: "Dat ik hem
+konde afrossen, zoo ik wilde; maar dat hy te veel achting voor my had,
+om my den minsten tegenstand te kunnen bieden", en daarop omhelsde hy
+my hartelyk. Ik deed hem een vriendelyk verwyt, en bragt hem weder by
+het gezelschap, met het welk wy het oude jaar vrolyk ten einde bragten.
+
+Op nieuwe jaars dag van het jaar 1777, gingen wy onze gelukwenschingen
+by den bevelhebbenden Officier afleggen; en, onder weg, vertoonde men
+my de Philander, of de Oppossum van Mexico, alhier Awary genaamd. Het
+was een wyfje, welke men met haare jongen levendig gevangen had.
+
+Ik heb reeds van de Oppossum gesproken; ik zal my dus hier alleenlyk
+met die byzonderheden bezig houden, welke ik in het thans aan my
+vertoonde dier opmerkte; zy zullen zelfs zeer weinige in getal
+zyn, want het dier bevond zig op den bodem van eene ledige kist;
+en vreezende door het zelve gebeten te worden, dorst ik het 'er
+niet uit haalen. Zoo groot zynde als een Noorweegsche rot, was
+deeze Oppossum mitsdien veel grooter, dan die ik bevorens in dit
+werk beschreven heb. Derzelver hair had eene geelachtige gryze kleur
+op den rug, en eene vuile witte kleur onder aan den buik en aan de
+pooten. Haare bek was voorzien van lange knevels en minder puntig,
+dan de andere Oppossum. Een zwarte kring liep rondom haaren oogbol;
+de oogen waaren wel niet zwart, maar stonden zeer levendig. Haare
+staart was uittermaten lang, dik, van zwaar hair voorzien, vooral
+ter plaatse waar dezelve aan het lyf vast is, en diende haar tot een
+aanvallend wapentuig. Deeze Oppossum had onder den buik een zak,
+van een plooy of kreuk in de huid gemaakt, en van buiten zoo wel
+als van binnen hairachtig. Haare jongen, ten getaale van vyf of zes,
+kwamen 'er nu en dan uit, wanneer de moeder zig stil hield; maar op
+de minste beweging of het minste gerucht, begaven zy 'er zig weder
+schielyk in. Met dit arme dier, het welk men reeds lang gekweld had,
+medelyden hebbende, deed ik de kist op zyde tuimelen. Toen ontsnapte
+de gevangene met haare jongen, en klauterden allen gezwindelyk op den
+top van eenen hoogen boom, staande in het gezicht der wooning van den
+Colonel SEYBOURG. De moeder maakte zig vervolgens met haare staart aan
+één van de takken vast; maar dewyl dit zoort van dieren het gevogelte
+vernielt, deed de Colonel, voor zyne hoenderen bang zynde, op haar en
+haare jongen schieten. By het geen ik gezegd heb, moet ik nog voegen,
+dat de gezwindheid van deeze Oppossum my des te meer verwonderde,
+om dat verscheiden Schryvers die hoedanigheid in dezelve ontkennen.
+
+Onder de vernielers van het gevogelte, vindt men ook een ander dier, in
+dit Land bekend onder den naam van Quacy-Quacy, door zommige persoonen
+genoemd het Indisch Konyn, maar zynde in de daad de Coati-moudi, of
+het Brazielsche wezeltje. Men vergelykt hem zeer voegzaam met de Vos;
+want zoo wel als hy genoegzaame kragten heeft, om een kalkoen of een
+gans weg te nemen, is hy ongemeen behendig. Dit dier is zomtyds by
+de twee voeten lang. De gedaante van zyn lichaam is als die van een
+hond. Deszelfs hair is gewoonlyk zwart, of liever donker bruin; maar
+verscheiden van dat zoort hebben het zelve van eene blinkende roode
+kleur. Hy heeft eene lange dik gehairde staart, met zwarte streepen als
+ringen, en van eene donkere buffels kleur: hy houdt dezelve doorgaans
+in de hoogte. Het hair van de borst en van de buik van den Coati is van
+eene vuile witte kleur. Zyn kop, van eene helder bruine kleur, heeft
+lange kakebeenen, en een zwarte varkensmuil, die by de twee duimen
+overhangt, zig in de hoogte opstroopt, de vertooning maakt van een
+krom gebogen en opgeheven bek, en beweegbaar is even als die van den
+Tapira. Zyne oogen zyn klein; zyne ooren kort, rond, en van wederzyden
+door een diep bindzel aan den bek vast zittende. Zyne pooten zyn kort,
+en vooräl de voorpooten; dezelve eindigen met zeer langwerpige voeten,
+verdeeld in vyf klauwen, met sterke nagels gewapend. Schoon de Coati,
+even als de beer, altyd op de hiel loopt, en zig op de agterpooten
+staande houdt, is 'er geen dier, (den aap uitgezonderd,) dat met meer
+gezwindheid de boomen opklimt. De vogelnesten, met al wat 'er in is,
+zyn aan zyne vernielingen bloot gesteld. Hy plundert voornaamlyk de
+hoender-hokken; en dienvolgende stelt men alles te werk om hem uit
+te roeijen.
+
+Alvoorens de Surinaamsche bosschen te verlaten, moet ik nog een
+ander dier beschryven, het welk dezelven bewoont, en voornamelyk van
+mieren leeft; het is de groote Mier-eeter, de mier-eetende Beer, of
+de Mieren-Leeuw; Ofa Palmera by de Spanjaarden genoemd. Het lyf van
+dit dier (twee maalen grooter zynde, dan dat van den Coati-moudi,)
+is overdekt met lange en dikke hairen, zwart op den rug en aan den
+buik, grys of witachtig geel aan den hals en in de zyden. Zyn kop
+is niet zeer dik, maar uittermaten langwerpig, en eindigende met een
+grooten bek van eene helder roode kleur. Zyne oogen zyn zeer klein;
+zyne ooren kort en rond; en zyn mond, die geene tanden heeft, is niet
+grooter dan noodig is, om zyne tong te kunnen bevatten. Zyne staart
+is van eene verbaazende grootte, en van zeer lange hairen voorzien,
+welke dezelven naar die van een paard doen gelyken. Het dier bedient
+zig van deeze buitengewoone staart, om zyn lyf te dekken, wanneer hy
+slapen wil; het geen hy doorgaans over dag doet, wanneer hy zig voor
+den regen wil beveiligen. Anderzints sleept hem dezelve agter aan,
+en hy veegt 'er den grond mede. Hy heeft dunne pooten, maar met zeer
+lange hairen overdekt; de agterpooten zyn zwart, korter, en eindigen
+met vyf klaauwen; de voorpooten hebben eene vuile witte kleur, maar
+eindigen alleen met vier klaauwen, waar van de twee middelste langer
+zyn, dan de andere; allen zyn ze met zeer scherpe nagels gewapend.
+
+De groote Mier-eeter is, een slecht looper. Hy zet zig altyd op het
+achterste van de langste zyner pooten, even als de Coati, of de
+Beer; maar hy klautert beter; en hy is zoo sterk in het vechten,
+dat geen hond zig aan hem durft wagen; want geen dier, dat onder
+zyne voor-klauwen koomt, en zelfs de Jaguar, of de Guiaansche Tyger,
+wordt door hem los gelaten, dan wanneer hy hem dood gemaakt heeft. Zyn
+voedzel, zoo als if gezegd heb, bestaat, voornamelyk in mieren, welken
+hy op de volgende wyze vangt:--Wanneer hy by een mieren-nest koomt,
+steekt hy zyne tong uit, die by de twintig duimen lang is, en zeer veel
+gelykheid op een worm heeft; door eene slymige stoffe, of speekzel,
+bevochtigd zynde, blyven de mieren 'er in een groot aantal aan hangen;
+de mier-eeter haalt vervolgens zyne tong in zynen bek te rug; en hy
+herhaalt deeze bewerking, zoo lang nog eenige van deeze insecten in
+hunnen schuilhoek overig zyn; daar na gaat hy elders zoeken, om het
+zelfde zoort van voedzel op gelyke wyze naar zig te nemen. Hy klautert
+ook op de boomen, om aldaar houtluizen en wilden honig te eeten; maar
+indien hy het noodige voedzel voor zig niet vindt, kan hy een langen
+tyd vasten, zonder daar van het geringste ongemak te ondervinden. Men
+zegt, dat men dit dier kan tam maken, en dat hy, in dien huishoudelyken
+staat, kruimels brood, en zeer kleine stukjens vleesch doorslikt;
+men beweert bovendien, dat zyn vleesch aan de Indianen en Negers
+een goed voedzel verschaft; ik heb de laatstgemelden ten minsten het
+zelve met smaak zien eeten. Eenige mier-eeters zyn niet minder dan
+agt voeten lang, van den kop tot de staart gerekend.
+
+In Surinamen vindt men ook een dier van het zelfde zoort, Tamandua
+genaamd: maar hy is kleiner en zeldzamer. Hy verschilt van den
+bovengenoemden daar in, dat hy twintig klaauwen heeft, den kop naar
+evenredigheid grooter, de staart kleiner, en afgedeeld door zwarte
+streepen, en van eene bleek geele kleur. 'Er is ook nog een derde
+zoort, welk dier insgelyks den naam van Mier-eeter draagt; maar ik
+heb hem nooit gezien.
+
+Den 3den kwamen zes andere vaartuigen van Paramaribo aan; zy waren
+geladen met soldaten, die het getal van drie honderd vyftig mannen,
+uit Holland gezonden, volkomen uitmaakten. Vernomen hebbende, dat
+onder deeze nieuw aangekomenen zig bevond een Capitain, CHARLES SMALL
+genaamd, die onder de Schotsche Brigade gediend, en met den Vaandrig
+MACDONALD geruild had, zakte ik dadelyk in een kano de Rivier af, om
+deezen Officier op te zoeken, en hem mynen dienst aan te bieden. Ik
+was naauwlyks op zyn vaartuig gekomen, of ik zag hem aan eene heete
+koorts in zyne hangmat ziek leggen. My niet herkennende, uit hoofde van
+myn plunje, die niet veel beter was, dan van den gemeensten matroos,
+vroeg hy, wat ik begeerde; maar wanneer hy in my zynen ouden vriend
+STEDMAN herkende, in eenen zoo verschillenden staat, als hy hem voor
+deezen gekend had, drukte hy my de hand, en smolt in tranen weg,
+zonder een enkel woord uit te brengen. Deeze aandoenlyke beweging,
+waar door zyne ziekte verërgerde, gaf my een sterker bewys van zyne
+vriendschap voor my, dan eenig gesprek zoude hebben kunnen doen. Ik
+nam hem derhalven in myne kano, en bragt hem in myne hut, alwaar men
+veel moeite had, om hem door een gat, het welk men opzettelyk maakte,
+te doen binnen treden, want het gat in het dak konde alleenlyk voor
+my tot een ingang dienen. Zyne hangmat dicht by de myne hebbende doen
+ophangen, liet ik water koken, waar in ik rhum, suiker en een weinig
+bischuit deed; de zieke nam deeze soup, en van dit oogenblik aan wierd
+hy beter. Hy verhaalde my, dat één van zyne soldaten in den overtocht
+verdronken was, en dat wanneer de Colonel FOURGEOUD aan de nieuwlings
+ontscheepte Officiers een dans-party gegeven had, op welke één van zyne
+koks en twee soldaten de plaats van Musikanten vervulden, hy aldaar,
+door te veel te danssen, zig zyne ziekte had op den hals gehaald.
+
+Korten tyd daar na, verscheen de Colonel zelf in de legerplaats,
+en kondigde ons aan, dat door de aankomst van nieuwe Officiers,
+verscheiden onder ons hunnen rang in het Regiment en in het
+leger verloren: dit was de belooning voor allerleije zoorten van
+vermoeijenissen, gevaaren, en onäangenaamheden, geduurende vier
+jaaren lang in eene verzengde luchtstreek. Om de maat van ellende
+vol te meten, gelastte men ons, in plaats van ons naar Europa te rug
+te roepen, om in de bosschen van Surinamen te blyven, en aldaar de
+geenen, die ons moesten vervangen, in den dienst te onderrigten.
+
+De post van Majoor wierd my toen opgedragen. Dezelve was zeer
+onäangenaam: men moest dagelyks soldaten kastyden, die om hunnen honger
+te stillen, het magazyn beroofden; want hun ontbrak brood eene geheele
+week lang, dewyl de oven reeds was afgebroken. Een van deeze arme
+keerels wierd byna tot den dood toe gegeesseld, om dat hy een gerookte
+worst ontvreemd had van den Colonel, die nooit vergat, om ten minsten
+zes sterke Negers te beladen met allerleije zoorten van gezouten kost,
+thee, koffy, suiker, Madéra-wyn, brandewyn, genever, enz.
+
+Den 8sten, kwam eindelyk een vaartuig aan, niet alleen gezouten vleesch
+en bischuit in hebbende, maar ook een levendige os en twee varkens.
+
+Deeze dieren waren een geschenk van zekeren Colonist, FELMAN genaamd,
+die door zyne vrouw en eenige vrienden vergezeld zynde, den Colonel
+een bezoek kwam geven. De varkens en de os wierden dadelyk geslagt,
+en onder vier honderd menschen verdeeld, zoo dat men gemakkelyk kan
+naargaan, dat ieders rantsoen niet zeer groot geweest kan zyn. Na deeze
+uitdeeling, bezichtigde het geheele gezelschap onze onderscheidene
+woningen. Aan de myne gekomen zynde, wandelde de Colonel dezelve
+rond; maar geen deur ziende, riep hy uit: "Is hier niemand in?" Ik
+stak oogenblikkelyk myn hoofd door het gat in het dak, en bood de
+vrouwen aan, om door het zelve by my in te komen; maar zy bedankten
+'er beleefdelyk voor. Ik heb den Colonel nooit zoo hartelyk zien
+lachen. Zoo dra hy spreken kon, riep hy uit: Men moet STEDMAN zyn!--Men
+moet zoo origineel zyn, als hy. Hy bragt vervolgens het gezelschap
+weder in zyne woning; maar vooraf noodigde hy my, om hem aldaar te
+volgen.--Toen de Capitain SMALL en ik van daar heen gingen, deeden wy
+eene wandeling in eene fraaije Savane, alwaar wy eene hut van takken
+van boomen hadden opgericht, waar aan wy den naam gaven van Ranelagh,
+en wy namen aldaar van tyd tot tyd eenige ververschingen van koud
+eeten, waar door myn voorraad schielyk op geraakte. Wy moesten dus by
+vervolg van ons rantsoen leven; maar SMALL had toen het genoegen te
+zien, dat zyne medgezellen van gelyken deeden. Deeze, niet gewoon zynde
+aan het zuinig leven, het welk in onze bosschen zoo noodzakelyk was,
+hadden van hun meel puddings gemaakt, en zagen zig toen gedwongen,
+om scheeps-bischuit te eeten.
+
+Den 12den, kregen honderd vyftig mannen van het nieuwe krygsvolk bevel,
+om op te trekken. Elk hunner was, behalven met zwaare kleederen, met
+een hangmat en een zeer zwaar randsel beladen. Myn vriend SMALL was
+onder dit getal; hy was zeer dik, en zoo verzwakt, dat hy naauwlyks
+gaan konde. Ik deed dit aan den Colonel opmerken, die hem veroorloofde,
+om zig voor een gedeelte van dien toestel te ontlasten.
+
+Alles op die wyze in gereedheid zynde, nam deeze hoop krygsvolk haaren
+weg rechts af, en, vertrok met den Colonel FOURGEOUD aan het hoofd,
+om zig naar de Rivier Maroni te begeven.
+
+De Colonel was in dit oogenblik ten mynen opzigte wel zoo beleefd,
+als ik hem verlangen konde, maar de rechtvaardigheid dwingt my te
+verklaaren, dat hy in alle andere opzigten zoo heerschzuchtig en
+onmeedogend was, als ik hem immer gezien heb. Hy scheen in het begrip
+te staan, dat zyn rang die handelwyze van hem vorderde.
+
+In zyne afwezigheid voer ik de Rivier over, en hieuw aan de andere
+zyde van de Cottica eenen palmboom om, het geen ik deed, niet alleen
+om de kool, maar om dat ik wist, dat de worm in veertien dagen goed
+zoude zyn om te eeten.
+
+Het bosch van dien kant met mynen Neger QUACO doorwandelende, viel
+myn oog op den cederboom, het bruine hart, en de kogel-boom. De
+eerste verschilt, in weêrwil van deszelfs naam, van den cederboom op
+den berg Libanon, die eene spits toeloopende gedaante heeft. Die van
+Surinamen groeit mede tot eene groote hoogte op; maar men stelt zyne
+waarde voornamentlyk daar in, dat deszelfs hout nooit door wormen,
+noch andere insecten geknaagd wordt, en een ongemeen bitteren smaak
+heeft. Het heeft ook een aangenaame geur, en men verkiest het daarom
+boven alle ander hout, om koffers, kisten, kassen, en allerleije zoort
+van schryn-werk te maken. Het dient ook tot het bouwen van tent-jachten
+en andere vaartuigen. De kleur van het spint van dit hout is bleek
+oranje. Het is hard en te gelyk ligt; en uit den stam druipt een gom,
+veel gelykende naar Arabische gom: dezelve is doorschynende en zeer
+welriekende.
+
+De boom met het bruin hart is van dezelfde dikte en hardheid, als
+de boom met het purper hart, en die met het groen hart, waar van ik
+melding gemaakt heb. Hy dient tot groote werken, en voornamelyk tot
+het bouwen van molens. De kleur, die zeer fraay is, is met deszelfs
+benaming overeenkomstig.
+
+De Kogelboom groeit zomtyds hooger dan zestig voeten; maar naar mate
+van zyne hoogte is hy niet dik. Zyne schors is gryskleurig en glad;
+zyne spint bruin, over 't geheel wit gevlakt. Geen boom is hem in
+zwaarte gelyk; de zyne gaat die van het zeewater te boven. Hy is zoo
+in één gedrongen, dat zonneschyn en regen geene uitwerking op hem
+doen. Dienvolgende maakt men 'er latten van, om 'er de daken mede te
+dekken, in plaats van met leijen of pannen, die in dit Land te zwaar
+en te heet zouden zyn. Men verkoopt deeze latten voor meer dan veertig
+guldens de honderd te Paramaribo, en men behoeft ze niet te vernieuwen,
+dan na verloop van vyf en twintig jaaren.
+
+Ik moet ook nog spreken van een anderen boom, Ducolla-bolla genaamd,
+die men insgelyks in de bosschen van Guiana vindt. Hy heeft eene zeer
+donkere roode kleur, en een zeer gelyk en fyn erf. Zyne hardheid en
+zwaarte maken hem voor den schitterendsten glans vatbaar.
+
+Omtrent op deezen zelfden tyd, wierd het geheele leger gekweld door
+insecten, in Surinamen genoemd hout-luizen, maar welken men met
+meerder gepastheid witte mieren zoude kunnen noemen, want zy hebben
+zeer veel gelykheid op mieren. Het grootste onderscheid tusschen
+deeze beiden bestaat daar in, dat de mieren in den grond woonen,
+en deeze houtluizen hunne nesten op stammen van boomen maken. Deeze
+nesten, die zwart, rond, onregelmatig zyn, veel gelykende naar den
+wolligen kop van eenen Neger, maar zomtyds zoo groot als een half
+vat, zyn gemaakt van eene roodachtige aarde, zoo in één gedrongen als
+mastik, en ondoordringbaar voor het water. In dezen hoop, bestaande
+in een eindeloos getal gemeenschappelyke wegen of loopgraven, die
+de gedaante hebben van de schacht van een ganzen-veder, leven deeze
+dieren in talryke zwermen; en wanneer zy 'er uitkomen, richten zy de
+verschrikkelykste verwoestingen aan, meer dan eenige andere insecten
+in Guiana. Zy doorknagen het hardste hout, het leder, het linnen,
+en alles wat zy ontmoeten. Zy komen dikwils in de huizen door een
+bedekten weg, van eene halve cirkelswyze gedaante, welken zy in de
+beschotten maaken, en die door deszelfs omwegen zomtyds verscheide
+honderde voeten lang is. Dewyl zy alles tot stof vermalen, indien
+men, dezelven bespeurende, geene zorge draagt om ze uit te roeijen,
+het geen door middel van rottekruid en terpentyn-olie geschiedt,
+zyn deze insecten in staat om het geheele huis met eene volkomene
+instorting te bedreigen. De houtluizen verschaffen, in weerwil van
+hunne walgelyke en stinkende reuk, een goed voedzel aan het gevogelte,
+het welk, zoo men zegt, 'er veel gretiger op is, dan op het graan
+van Indisch koorn. Ik moet niet met stilzwygen voorbygaan, noch hun
+ongemeen vernuft in het herstellen van hunne woning, wanneer die
+beschadigd is, noch hun voortteelend vermogen, het welk zoo groot is,
+dat men, welke verwoesting men ook onder hen maakt, hen spoedig weder
+ziet te voorschyn komen, in een zoo aanzienlyk getal als bevoorens.
+
+Wy wierden bovendien dikwils gekweld door geheele wolken van vliegende
+luizen, die zomtyds onze kleederen zoodanig overdekten, dat ze het
+voorkomen van eene gryze kleur hadden. Dit ongemak sproot voort uit
+de uitspreiding van haare vlerken, (vier in getal zynde) die aan
+de stoffe van het kleed blyven vast zitten, en zig van het lichaam
+van het insect afscheiden, wanneer het in de hoogte vliegt. Eenige
+Natuurkundigen beweeren, dat de vliegende luizen geene andere zyn,
+dan de bovengemelde houtluizen, en die, tot zekeren ouderdom gekomen
+zynde, vlerken krygen, hun nest verlaten en rond vliegen, even als
+zommige andere mieren, zoo in Europa, als in America.
+
+De krygstucht was toen zoo gestreng in het leger, dat ieder, die
+het minste gerucht maakte, zwaar gestraft wierd, en zelfs gedreigd,
+om te worden doodgeschoten. De schildwachten hadden last, om van de
+aankomst van rondes alleenlyk door fluiten bericht te geven, en men
+beantwoordde hun op gelyke wyze.
+
+Een van onze soldaten, den 18/den, veroordeeld zynde geworden, om
+door de spitsroeden te loopen, vermits hy hard gesproken had, vond ik
+middel, by afwezigheid van den Colonel FOURGEOUD, om hem vergiffenis
+te doen verkrygen, op het zelfde oogenblik, dat hy reeds uitgekleed
+was, om zyne straf te ontfangen.
+
+Den 23sten, ontfing ik verschen voorraad en wyn, my van Paramaribo
+gezonden; alles kwam zeer ter sneede. Den zelfden dag kwam de Colonel
+FOURGEOUD met zyne manschappen van zynen tocht naar de Rivier Maroni te
+rug. Hy had negen en vyftig huizen verwoest, en drie bebouwde velden
+vernield. Op die wyze wierd zekerlyk aan de muitelingen de doodsteek
+toegebragt, daar zy, geen middel meer hebbende, om aan deeze zyde der
+Rivier te kunnen bestaan, genoodzaakt waren dezelve over te trekken,
+en zig in de Fransche Volkplanting van Cayenne te gaan nederzetten. Op
+deezen moeijelyken, doch noodzakelyken tocht, hadden de soldaten,
+en vooral de nieuwlings ontscheepten, verbazend veel geleden. Men was
+verplicht een groot aantal derzelver in hunne hangmatten te dragen;
+men liet meer dan dertig zieken op den wachtpost aan de Maroni,
+en myn vriend SMALL kwam 'er vry wat vermagerd van daan.
+
+'Er waren toen meer dan honderd mannen, die in het hospitaal van
+onze legerplaats gevaarlyk ziek lagen. Men hoorde niets, dan zuchten
+en kermen, en daar by alle nachten het geschreeuw der Guiaansche
+steen-uilen. De kramp, een ongemak, in Surinamen zeer gemeen, kwelde
+de geenen, die anderzints nog in staat waren om dienst te doen. Elk
+was in de grootste droefheid gedompeld. Hier zag men iemand, van
+het hoofd tot de voeten, met bloedende zweeren bedekt; daar weder
+een ander, die door twee van zyne medgezellen gedragen wierd, en in
+eenen diepen slaap bedolven, den eeuwigen slaap ingong, in weerwil
+van alle de schuddingen en bewegingen, die men te werk stelde om hem
+te doen ontwaken. Een derde, door de waterzucht opgezwollen, stierf,
+door het water verstikkende, na den Heelmeester, (die doorgaands
+antwoordde, dat het te laat was,) vrugteloos gebeden te hebben, om
+hem het zelve af te tappen. Zommigen, zig in het Hospitaal bevindende,
+baden God met gevouwen handen, om hun te hulpe te komen. Verscheiden"
+door eene heete koorts aangetast, trokken zig de hairen uit, braakten
+lasteringen uit tegen de Voorzienigheid, en vervloekten den dag hunner
+geboorte. Om kort te gaan, onze gesteldheid was zoodanig, dat men de
+pen van eenen MILTON zoude noodig hebben, om ze te beschryven; en
+terwyl de dood dagelyks nieuwe verwoestingen aanrechtede, geraakte
+een gedeelte der legerplaats, door zeker toeval, geheel in brand;
+maar de Negers bluschten den brand spoedig, zonder dat 'er eenige
+wezentlyke schade uit voortkwam.
+
+Den 26sten, echter, begon myne ellende ten einde te loopen. De Colonel
+bood my, tot myne groote verwondering, aan, om hem naar Paramaribo te
+vergezellen, het geen ik zonder bedenking, en met genoegen aannam. Ik
+gaf derhalven myn huis, de hut in de Savane, en myn voorraad van
+levensmiddelen aan mynen vriend, den Capitein SMALL, ten geschenke. Ik
+onthaalde hem, benevens eenige andere Officiers, ter middagmaal, en
+gaf hun een kookzel van kool en palmboom-wormen, die nu volkomen goed
+geworden waren. Wy besproeiden dit eeten met eenige glazen wyn, die
+van goeder harter wierden ingeschonken, en ik nam myn afscheid. Te
+middernacht ging ik met den Colonel en twee andere Officiers, in
+een fraay vaartuig van zes roey-riemen. Ik verliet derhalven nog
+eenmaal deeze sombere bosschen, alwaar men zoo veele wonderen ziet,
+maar tevens onheilen ondervindt, die naar de gedachten van hun, die
+dezelven moeten doorstaan, de tien plagen van Egypten te boven gaan.
+
+Toen het vaartuig het anker geligt had, verklaarde ons de Bevelhebber,
+dat hy de bosschen der Volkplanting van alle kanten gezuiverd,
+en de muitelingen genoodzaakt hebbende, de Maroni over te trekken,
+besloten had om deezen langen en gevaarlyken tocht in eenige weeken
+te doen eindigen.
+
+Na den geheelen nacht gevaaren te hebben, bevonden wy ons des morgens
+tegen over den nieuwen weg van gemeenschap, dien wy ons by onzen
+ouden wacht-post van Devil's Harwar gebaand hadden; en des middags,
+kwamen wy op de Plantagie la Paix, welkers eigenaar, de heer RIVIERE,
+ons ter maaltyd onthaalde. De Colonel en zyn Adjudant begaven zig
+vervolgens naar Paramaribo, maar een ander Officier en ik verlieten
+hem hier, en gingen naar het strand, op eenen kleinen afstand van de
+laatstgemelde Plantagie, om wulpen en watersnippen te schieten.
+
+By het gaan en te rug komen gingen wy voorby twee posten van
+het krygsvolk der Sociëteit, wier Bevelhebbers de vaandels lieten
+opsteeken, en ons ververschingen, en alles, wat in hun vermogen was,
+aanboden. Onze jagt was niet zeer voordeelig, en wy schoten alleenlyk
+watersnippen. Zy vlogen 'er in zulke talryke meenigte, dat men ze
+voor wolken die de lucht verduisterden, zoude hebben aangezien. Het
+was dus voldoende, wanneer wy in het wilde schoten, om 'er twintig
+te gelyk te doen vallen; maar zy waren van zulk een klein zoort,
+dat het der moeite niet waardig was, om ze op te raapen. Wy zouden
+vogelen van meer aanbelang hebben kunnen dooden, als lepel-ganzen,
+Brazilsche oyevaars, roode wulpen, en verscheiden zoorten van wilde
+eendvogels, indien de zee by ongeluk niet eenige landen overstroomd
+had, die tusschen ons en de bank, waar op deeze vogelen zig bevonden,
+gelegen waren. Wy hadden met dit al het genoegen van dezelven te
+zien. Deeze bank geleek, op eenigen afstand, naar een scharlaken en
+purperkleurig tapyt, met verscheiden zoorten van kleuren doorweven.
+
+De Lepel-gans heeft de grootte van een gewoone gans, en gelykt veel
+naar een kraanvogel. Zyne korte pooten zyn aan het einde voorzien van
+een vlies, maar het welk zig niet verder uitstrekt dan tot op een derde
+der lengte van deszelfs klauwen. Zyne vederen, die wit zyn, wanneer
+de vogel jong is, krygen vervolgens eene fraaije rozen-kleur. Zyn bek
+is waarlyk opmerkelyk: rond, plat, en breeder zynde aan het einde,
+dan aan het begin, en in het midden, gelykt dezelve naar een spatel;
+en van die overëenkomst ontleent deeze vogel ook zynen naam. Men
+zegt dat hy kikvorschen, hagedissen en rotten eet; maar visch moet
+zyn voornaame voedzel wezen, want zyn vleesch smaakt 'er naar: hy
+wordt veel aan het strand gevonden.
+
+Den Surinaamschen Jabiru kan ik niet beter vergelyken, dan by een
+oyevaar; maar hy is veel dikker. Hy wordt daarom ook wel de Brazilsche
+Oyevaar genoemd. Deeze vogel heeft eene pluimaadje op het lyf zoo wit
+als melk; maar de vederen der vlerken en de staart zyn zwart. Zyne
+pooten en klaauwen zyn uittermaten lang; en ik heb opgemerkt, dat hy,
+strydig met het gebruik van alle andere vogelen, zig dikwils op het
+agterste gedeelte van zyne pooten zet. Zyn hals en bek zyn buitengewoon
+lang; de laatstgemelde is sterk, en eindigt met een kromme bogt. De
+kop van den Jabiru is volmaakt zwart; de Hollanders noemen hem daarom
+Neger-kop. Hy houdt zig op aan de zee-kusten, even als de voorgemelde,
+en leeft alleen van visch. Men maakt hem gemakkelyk tam. Ik heb
+'er twee onder het gevogelte van den Colonel FOUREROUD gezien.
+
+'Er zyn in Surinamen onderscheiden zoorten van wilde eendvogelen:
+zy zyn niet groot; maar hunne fraaije vederen hebben verschillende
+schitterende kleuren. Daar onder munten voornamelyk uit de Cawerirky,
+de Soukourourky, en de Annaky: de laatstgemelde is de kleinste van
+allen. Geen waterhoen, van wat zoort die ook wezen mag, is lekkerder
+om te eeten, dan deeze eendvogels. Men maakt ze insgelyks tam, en
+ontmoet ze dikwils onder het gevogelte op de Plantagiën.
+
+Den 28sten een vaartuig gevonden hebbende, het welk de Cottica afzakte,
+maakte ik 'er gebruik van, om my naar Paramaribo te begeven, alwaar
+ik dien zelfden avond wel gemoed en gezond aankwam.
+
+Myne vrienden wenschten my geluk, dat ik nog leefde, na aan zoo veele
+gevaaren bloot gesteld te zyn geweest; na van alle hulp ontzet, door
+distelen en doornen van één gereten, door insecten gestoken te zyn;
+na uitgehongerd, afgemat, en op alle manieren gefolterd te zyn; na
+dikwils gebrek aan kleederen, geld, ververschingen, of geneesmiddelen
+gehad te hebben; en eindelyk na het verliezen van zoo veele brave
+medemakkers, die in dit Land hun graf gevonden hadden. Dus eindigde
+myne zevende en laatste veldtocht in de bosschen van Guiana.
+
+EINDE VAN HET DERDE DEEL.
+
+
+
+
+
+BERICHT VOOR DEN BINDER.
+
+ Plaat Bladz.
+
+ XXX. Een oproerige Neger, op Schildwacht
+ staande; te plaatsen tegen over 4
+
+ XXXI. Het doorwaden van een Moeras, in
+ Guiana, door het krygsvolk. 22
+
+ XXXII. Platte grond van de Hoofd-legerplaats,
+ tusschen de Rivieren Cottica en Maroni;
+ benevens de manier, om in de
+ bosschen van Surinamen te legeren. 52
+
+ XXXIII. Gezicht der legerplaats aan de Java-Kreek:--als
+ mede by Jerusalem. 134
+
+ XXXIV. Eene Indiaansche Vrouw, tot het geslacht
+ der Arrowoukas behoorende. 156
+
+ XXXV. Het Colibrietje of Bromvogeltje. 188
+
+ XXXVI. Een huisgezin van Loango-Neger-slaven. 236
+
+ XXXVII. Speeltuig der Negers. 274
+
+ XXXVIII. Gezicht van de Savane der Joden:--mitsgaders
+ van den Berg Parnassus,
+ of blaauwen Berg. 284
+
+ XXXIX. Manier om in de bosschen van Surinamen
+ te slapen.--Boeren-hut, tot
+ een buiten-verblyf. 326
+
+
+
+
+
+NOTES
+
+[1] De Negers hebben de onmenschelyke gewoonte, om de lyken hunner
+vyanden te verminken en te verscheuren; zommigen zelfs doen dit,
+even als de Caraïben, met hunne tanden.
+
+[2] Men zie het Pourtrait van den Schryver, voor het eerste Deel van
+dit werk geplaatst.
+
+[3] De Indianen maken de buitenste bast van deeze vruchten glad,
+na dat ze ledig gemaakt en gedroogd zyn, en doorvlammen dezelve op
+eene fraaije wyze met Roucoa en andere schoone kleuren, in acajou gom
+gemengd zynde. Hunne teekeningen, in 't wilde gemaakt, zyn vry juist
+voor lieden, die geene liniaalen noch passers hebben. Men ziet deeze
+werken nu en dan in de kabinetten van zeldzaamheden.
+
+De inwooners der plaatsen, alwaar de Calebassen-boom groeit, beschouwen
+het vleesch van deszelfs vrucht als een algemeen geneesmiddel voor
+een groot aantal ziekten en toevallen. Zy gebruiken het tegen de
+waterzucht, buikloop, kwetsingen door vallen veröorzaakt, kneuzingen,
+ongemakken van wegen het steken der zon, hoofdpynen, zelfs om
+verbrandingen te geneezen. Zy maken 'er een geestryken drank van,
+naar onze limonade gelykende. Tegenwoordig heeft men het gebruik,
+om dit vleesch te laten koken, het afkookzel door een doek te gieten,
+vervolgens suiker daar in te mengen, en daar van eene buikzuiverende
+Syroop te maken, welke men op de Eilanden dikwils gebruikt, om
+geronnen bloed kwyt te raken: deeze Syroop word tans in Frankryk
+gemeen, alwaar men ze voor de borst gebruikt. Zy is bekend onder den
+naam van Calebassen-Syroop.
+
+MILLER bericht ons, dat men, uit aartigheid, en met een goeden
+uitslag, den Americaanschen Calebassen-boom, in een broeikas van
+gematigde warmte, in Europa had aangekweekt; deeze boom vordert een
+ligten grond, en meenigvuldige besproeijingen. Men plant hem voort
+door stekken en versche korrels of pitten in den grond te steken.
+
+Aanteek. v. d. Franschen Vertaler.
+
+[4] STEDMAN zegt in eene aanteekening, by deeze gelegenheid, te
+gelooven, dat deeze slang tot het zelfde zoort behoort, waar van
+Dr. BANCROFT spreekt, die, in navolging van de Indianen, denzelven
+de kleine Labarra noemt, waar van de beschryving alhier volgt:
+
+"De kleine Labarra heeft ten naasten by de lengte van veertien voeten,
+en de dikte van een gewoone zwanen-schacht. Hy is bedekt met kleine
+blinkende schubben van eene donker bruine kleur, en eene meenigte witte
+vlakken. Zyne staart is klein en spitsachtig toeloopende, zyn kop een
+weinig plat, en grooter dan het overig gedeelte van zyn lichaam. Een
+ongelukkig voorval, onlangs op de Plantagie la Conception, in de
+Volkplanting Demerary, gebeurd, bewyst de kwaadaartigheid van het gift
+van deezen slang. Hy, die daar van de doodelyke gevolgen ondervondt,
+was een Neger-slaaf, een timmerman van zyn ambacht. Aan zyn werk zynde,
+en een stuk hout willende omkeeren, beet een slang van dit zoort, die
+'er onder verborgen lag, hem in dien voorsten vinger van zyne rechte
+hand. De uitwerking van dit vergift was allergezwindst. De Neger had
+naauwlyks den tyd gehad, om den slang te dooden, of hy konde het niet
+langer op de been houden, maar viel op den grond ter neder, en stierf
+in minder dan vyf minuten. Het bloed, eene zoo schielyke ontbinding
+ondergaande, liep uit de slagaderen, en deedt op alle de uitwendige
+deelen van het lichaam purper-vlakken te voorschyn komen. 'Er volgde
+ook eene bloedstorting uit neus, ooren en mond, enz. Ik ben van
+dit geval geen ooggetuige geweest, maar ik verhaale het volgens
+het gezegde van lieden, wier geloofwaardigheid niet in twyffel kan
+getrokken worden, en die 'er by tegenwoordig waren, toen het voorviel".
+
+De andere slang, waar van STEDMAN in het vervolg spreekt, schynt de
+Cenco te zyn, en met de evengemelde veel overëenkomst te hebben.
+
+Aanteek. v. d. Franschen Vertaler.
+
+[5] Men vindt van dit dier, onder deeze benaming, eene beschryving
+in het Dictionn. d'Hist. Natur.
+
+Aanteek. v. d. Franschen Vertaler.
+
+[6] Men schoot het kanon af by het aannaderen van het gevaar;
+de nabuurige Plantagiën herhaalden telkens de schoten; het alarm
+verspreidde zig dadelyk van wederzyden der Rivier, en de hulp kwam
+van alle toeschieten.
+
+Aanteek, van den Schryver.
+
+[7] Deeze regels zyn uit het treurspel van Hamlet overgenomen.
+
+[8] In het vierde deel der Natuurlyke Geschiedenis van BUFFON, pl. 83,
+vindt men één van deeze vledermuizen, die slechts drie klaauwen aan
+elke vlerk heeft.
+
+Aanteek. van den Schryver.
+
+[9] Zommige Schryvers noemen hem het Rivierpaard van Zuid-America. Ik
+zal dit dier op een geschikter plaats, beschryven.
+
+Aanteek. van den Schryver.
+
+[10] Dit was des te aanmerkelyker, om dat wy met alle de Indianen in
+vrede waren, en dat de Negers de gewoonte niet hebben om het zelve
+weg te nemen.
+
+Aanteek. van den Schryver.
+
+[11] Locust-tree.--STEDMAN noch BANCROFT geven den Latynschen
+naam niet op van deezen boom, welken de Engelsche woordenboeken,
+door my gebruikt, vertaalen door het woord Caroubier of Brood-boom
+De beschryving, welke zy beiden van deezen boom geven, koomt niet
+juist overëen met de beschryving van den boom, die onder den naam
+van Broodboom bekend is. Zie hier, wat de laatstgemelde, van den
+Locust-tree sprekende, zegt.
+
+"Deeze boom, die dikwils zeventig voeten hoog is, en een omtrek van
+negen voeten heeft, behoort tot het geslacht der peulvrucht-dragende
+planten. Zyne schors heeft eene gryze heldere asch-kleur. Zyne
+takken, die alleenlyk aan den top uitschieten, zyn zeer talryk, en
+bedekt met eironde bladen, van omtrent drie voeten lang, en eene
+zeer donkere groene kleur. Dezelve zyn aan een enkele steel twee
+aan twee verspreid, en altyd in het midden door eene ribbe ongelyk
+verdeeld. In plaats van zyne bloemen, die veel van de gedaante van
+kapellen hebben, komen platte peulvruchten, van omtrent drie duimen
+lengte, en anderhalve duim breedte, van eene heldere bruine kleur,
+wanneer ze ryp zyn, en bevattende drie purperkleurige amandelen, die
+veel naar de Windsorsche boonen gelyken, maar veel kleiner zyn. Deeze
+amandelen zyn bekleed met eene meelachtige zelfstandigheid, van een
+suikersmaak en helder bruine kleur, welke de Indianen met graagte
+eeten, en die aangenaam en zoet is.--Uit de voornaamste wortels van
+deezen boom druipt eene harstächtige, heldere, doorschynende,geel-
+of rood-kleurige gom. Men vindt 'er stukken van in den grond tusschen
+deeze wortels. In overgehaalden brandewyn gesmolten zynde, (want
+in water laat zy zig niet ontbinden,) levert zy een vernis op, het
+Chineesch verlakt zelfs overtreffende. Het hout van den Brood-boom
+is van eene helder bruine kleur; het is hard, zwaar en duurzaam;
+maar het vergaat in het water, even als het hout van byna alle de
+boomen in dit Land" (BANCROFT, Nat. Hist. of Guiana.)
+
+Aanteek. v. d. Franschen Vertaler.
+
+[12] Alle de Matroosen, Soldaten en Negers zyn zeer ongelukkig,
+wanneer zy gebrek aan tabak hebben. Dit houdt hen, zoo zy zeggen,
+wel te vreden, en zommigen zouden liever gebrek aan brood hebben.
+
+Aanteek. van den Schryver.
+
+[13] Zommige natuurkenners beweeren tegen het gevoelen van onzen
+reiziger, dat dit dier deeze snuit naar willekeur kan uit en intrekken,
+byna op de manier van een Olyphants snuit, of den hoorn van een
+Rhinoceros.
+
+De Zee-paarden, in de huizen te Caijenne opgevoed, zyn uittermaten
+gemeenzaam, en worden gaarne gestreeld en gekrabd; zy loopen over al
+heen zonder kwaad te doen. Op het eetens-uur ziet men deeze dieren
+aankomen, als of zy tot het huisgezin behoorden; zy vermoeien de
+lieden, die aan tafel zitten, zeer; zy vragen hun op eene lompe wyze
+met hun snuit, om eeten te hebben; zy loopen rondom de eetens-tafel;
+zy eeten brood, cassave, vruchten, en dikwils, eer zy heen gaan,
+wryven zy zig tegen het huisraad.
+
+De Indiaansche wilden bereiden de huid van deeze dieren, door dezelve
+uit te spannen en in de zon te laten droogen; zy bekleeden 'er hunne
+rondassen of oorlogs-schilden en hunne stormhoeden mede: de pylen en
+kogels doordringen met moeite dit gedroogde leder, het welk zeer hard,
+zeer dik, en waar van het weefzel zeer vast en in één gedrongen is. Te
+Caijenne maakt men 'er schoenen van, die langer duuren dan schoenen
+van ossen-leder; het water doorweekt dezelven niet ligt.
+
+Aanteek. v. d. Franschen Vertaler.
+
+[14] Veele Reizigers maken melding van Zee-menschen, waar aan zy den
+naam gegeven hebben van Tritons, Nereïden, Sirenen, half visch, half
+vrouw, of Ambizen. Allen komen daar in over één, dat het zeemonsters
+zyn, naar menschen gelykende, ten minsten van het hoofd tot het
+midden toe.
+
+Men leest in zeker boek, genaamd Delices de la Hollande, dat in het
+jaar 1430, na eenen zwaaren storm, die de dyken in Westvriesland had
+doorgebroken, een Meermin in het slyk gevonden wierd. Men bragt dezelve
+naar Haarlem; men kleede haar, en leerde haar spinnen; zy gebruikte
+ons voedzel, en leefde eenige jaaren, zonder het spreken te hebben
+kunnen leeren, en had altyd een trek naar het water behouden. Haar
+geluid had veel overëenkomst met dat van een stervend mensch.
+
+Aanteek. v. d. Franschen Vertaler.
+
+[15] Hy hieldt hardnekkiglyk staande, dat deeze gezouten spyzen
+uitmuntend voor de gezondheid waren; en met dit al had hy drie koks
+uit Europa medegenomen.
+
+Aanteek. van den Schryver.
+
+[16] In plaats van dezelve neemt men ook wel een schelp, een
+visch-graat, of tyger-tanden.
+
+Aanteek. van den Schryver.
+
+[17] Verscheiden Natuur-kenners zyn van dit gevoelen niet. Onder dit
+getal behoort BUFFON, die in zyne Natuurlyke Geschiedenis van den
+Mensch zegt:--"De witte of blanke kleur schynt de oorsprongelyke kleur
+der natuur te zyn, welke de luchtstreek, het voedzel en de zeden zelfs
+tot in het geele, bruine of zwarte doen veranderen, en die in zekere
+omstandigheden weder te voorschyn koomt, maar met eene zoo groote
+verandering, dat ze niet gelykt naar de oorsprongelyke witte kleur,
+die door de opgegevene oorzaaken in de daad van natuur veranderd is".
+
+Aanteek. v. d. Franschen Vert.
+
+[18] Ik heb reeds gezegd, dat de Indiaansche vrouwen zonder smart
+kinderen baaren.
+
+Aanteek. van den Schryver.
+
+[19] Dit is onder hen zeer zeldzaam, want 'er is geen vreedzamer volk,
+dan zy.
+
+Aanteek. van den Schryver.
+
+[20] De inwoonders van Nieuw-Zeeland noemen hunne knodsen patou
+patous, welke gelykluidende uitdrukkingen te merkwaardiger zyn,
+naar mate van den zeer verren afstand, die hen van elkander scheidt.
+
+Aanteek. v. d. Franschen Vert.
+
+[21] Ik begryp niet, hoe Mejuffrouw DE MERIAN van dit kruipend gedierte
+kan zeggen, dat het zyne jongen levendig werpt.
+
+Aanteek. van den Schryver.
+
+[22] De Staaten van Holland weigerden den Koning dit verzoek.
+
+Aanteek. van den Schrijver.
+
+[23] 'Er zyn jaaren van vier, andere wederom van zes schepen.
+
+Aantek. van den Schryver.
+
+[24] Ik heb reeds gezegd, dat men in deeze Volkplanting geen rhum
+maakt, en geen suiker raffineert.
+
+Aanteek. van den Schryver.
+
+[25] Men zie Plaat VIII, te vinden in het 1ste Deel van dit werk,
+tegen over bladz. 128.
+
+[26] Schoon de Europeanen in de verzengde luchtstreek bleek worden,
+hebben de inboorlingen des Lands, en inzonderheid de Mulatten en
+Quarteron-Negers eene zeer frissche kleur.
+
+Aanteek. v. d. Franschen Vert.
+
+[27] Hier wordt misschien bedoeld het zoort van rozen-boomen, het welk
+bloemen voortbrengt, Caraïbische rozen genaamd, en waar van Mejuffrouw
+DE MERIAN zegt:--"Deeze rozen zyn uit het Land der Caraïben gebragt
+naar Surinamen, alwaar zy welig groeien. Des morgens, wanneer zy open
+gaan, zyn zy wit, des middags rood, en des avonds vallen zy af".--Zy
+is de Rosa Sinuensis van FERRARIUS.
+
+Aanteek. v. d. Franschen Vert.
+
+[28] De groote en kleine Zurzak, of Zursaka, zyn onder den naam van
+Anona in de plant-tuinen in Holland bekend.
+
+Aanteek. v. d. Franschen Vert.
+
+[29] Men weet dat verscheiden dieren, zoo als de konynen en muizen,
+die volmaakt wit zyn, oogen van eene bloedkleur hebben.
+
+Aanteek. van den Schryver.
+
+[30] Deeze boom groeit tot eene aanmerkelyke hoogte. Zyn dikke
+en rechte stam is omkleed met een gryze schors, met stekels
+bedekt. Zyne takken zyn zeer wyd uitgespreid, en zyne bladeren zyn
+klein en getand. Alle drie jaren brengt hy catoen voort, maar die niet
+overvloedig, en niet zeer wit is, en daarom weinig gezocht wordt. Deeze
+boom, die zeer veel overëenkomst heeft met den Engelschen eikenboom,
+overtreft denzelven echter uit hoofde der grootte en cierlykheid,
+waar mede hy zig vertoont.
+
+Aanteek. van den Schryver.
+
+[31] Deeze slang heeft van drie tot vyf voeten lengte, en is in
+'t geheel niet gevaarlyk. Hy is niet bevreesd, om zig, zelfs door
+den mensch, te laten aanraken. De weergalooze glans van zyne kleuren
+noopt zelfs de Negers, om hem aan te bidden.
+
+Aanteek. van den Schryver.
+
+[32] Het geval is in dit Land bekend, dat een Neger, die by zynen
+meester mishandeld was geworden, 'er op de volgende wyze wraak over
+nam.--Toen deeze met zyne vrouw was uitgegaan, sloot de Neger alle de
+deuren toe; en by hunne te rug komst, vertoonde hy zig met hunne drie
+kinderen op een plat dak boven op het huis. Zyn meester en meesteresse
+vroegen hem, waarom hy niet open deed, en tot antwoord, wierp hy de
+jongste hunner kinderen voor hunne voeten; zy dreigden hem, hy wierp
+de tweede; zy smeekten hem, hy wierp de derde, en allen vielen zy voor
+de voeten hunner ongelukkige ouderen dood ter neder. Deeze woedende
+Neger zeide hun toen, dat hy voldaan was; en vervolgens wierp hy zig
+zelven van boven neder op de straat.--Een andere Neger, om zig over
+zyne meesteresse te wreeken, doorstak den man, die hem niet beledigd
+had, en verklaarde wyders, dat haar dood hem de wraak van slechts een
+oogenblik bezorgen zoude; maar dat haar te berooven van het geen haar
+het liefste was, haar tevens veröordeelde tot eene eeuwigdurende straf,
+waar van het denkbeeld alleen voor hem genoeglyk was.
+
+Aanteek, van den Schryver.
+
+[33] Na het naauwkeurigst onderzoek, en het bekomen van overtuigende
+bewyzen, kan ik verzekeren, dat dit alles met de waarheid
+overëenkomstig is.
+
+Aanteek. van den Schryver.
+
+[34] Volgens eene wet, in den Raad van Jamaica vastgesteld, is de
+straf van eenen Neger gewoonlyk twaalf zweepslagen, maar kan nooit
+boven de negen-en-dertig gaan. Ik heb, in Surinamen, eene vrouw twee
+honderd slagen zien ontfangen, en ik was oorzaak, dat zy, op het
+zelfde oogenblik, die straf voor de tweede maal onderging.--Men zie
+hier boven het II. Deel, bladz. 89.
+
+Aanteek. van den Schryver.
+
+[35] In de maand October 1789, wierden in drie dagen tyds, op Demerary,
+twee-en-dertig Negers ter dood gebragt; zy trotseerden den dood
+met eenen gelyken moed als hy, wiens geschiedenis alhier door my
+is opgegeven.
+
+Aanteek. van den Schryver.
+
+[36] De volgende beschryving zal misschien deeze behandeling beter
+ontwikkelen.
+
+"Men moet, om Indigo te maken, drie kuipen hebben, die op verschillende
+hoogten naast elkander geplaatst zyn. Men zet ze op een plaats, alwaar
+men onbekrompen water bekomen kan.
+
+"De eerste kuip is doorgaans van vyftien tot agtien voeten lang,
+twaalf voeten breed, en drie of vier voeten diep. Men maakt dezelve
+anderhalf voet wyd, en volkomen digt.
+
+"De tweede is gewoonlyk de helft minder groot, dan de eerste; en de
+derde is een derde gedeelte kleiner, dan de tweede. De drie kuipen zyn
+zoo ingericht, dat zy door openingen, die in den bodem gemaakt zyn,
+uit de bovenste het daar in vervatte vocht ontfangen kunnen.
+
+"Men noemt de eerste kuip de Uitweek-kuip, de tweede de Slag-kuip, en
+de derde de Zink-kuip, naardien in dezelve, het geen uit de twee eerste
+koomt, bezinkt, en de Indigo daar in tot volkomenheid gebragt wordt."
+
+"Het is van aanbelang, dat deeze kuipen wel bepleisterd zyn, en eene
+zekere dikte hebben, om de gisting, die daar in ontstaat, te kunnen
+wederstaan. Zy worden in gebakken of gehouwen steenen gemaakt."
+
+Indien ze van uitgehold hout gemaakt worden, en dat men ze langen
+tyd wil doen duuren, moet men dezelve met zeer dun lood beleggen.
+
+De Indigo van Cayenne is van een blaauwer kleur, dan die van
+St. Domingo. Zy is aan de rupsen zoo niet onderworpen. (Maison rustique
+de Cayenne.)
+
+De ouden hebben den oorsprong van de Indigo in 't geheel niet
+gekend. PLINIUS gelooft, dat het een schuim van riet is, zig vast
+hechtende aan een zoort van modder, die zwart is, wanneer men
+ze wryft, en eene fraaije bruine kleur geeft, met purper gemengd,
+wanneer men ze weekt. DIOSCORIDES gelooft, dat het een steen is.
+
+De Indigo plant koomt in Europa alle jaaren voort. Zie hier de manier,
+op welke men dezelve aldaar aankweekt. Men zaait ze in de lente, op
+een bed, en wanneer zy spruiten van twee of drie duimen hoog geschoten
+heeft, brengt men ze over in kleine kistjes, met goede aarde gevuld,
+en men zet deeze kistjes in een warm bed van rum. Wanneer deeze
+planten eenige kragt verkregen hebben, geeft men aan dezelve veel
+lucht, door de raamen der broeykassen open te zetten, en in de maand
+Juny brengen zy bloemen voort, die spoedig in peulen veranderen.
+
+Aanteek. v. d. Franschen Vertaler.
+
+
+
+
+
+End of the Project Gutenberg EBook of Reize naar Surinamen, en door de
+binnenste gedeelten van Guiana (deel 3), by John Gabriel Stedman
+
+*** END OF THE PROJECT GUTENBERG EBOOK REIZE NAAR SURINAMEN, V3 ***
+
+This file should be named 8rns310.txt or 8rns310.zip
+Corrected EDITIONS of our eBooks get a new NUMBER, 8rns311.txt
+VERSIONS based on separate sources get new LETTER, 8rns310a.txt
+
+Produced by Jeroen Hellingman
+with help of the distributed proofreaders team.
+
+Project Gutenberg eBooks are often created from several printed
+editions, all of which are confirmed as Public Domain in the US
+unless a copyright notice is included. Thus, we usually do not
+keep eBooks in compliance with any particular paper edition.
+
+We are now trying to release all our eBooks one year in advance
+of the official release dates, leaving time for better editing.
+Please be encouraged to tell us about any error or corrections,
+even years after the official publication date.
+
+Please note neither this listing nor its contents are final til
+midnight of the last day of the month of any such announcement.
+The official release date of all Project Gutenberg eBooks is at
+Midnight, Central Time, of the last day of the stated month. A
+preliminary version may often be posted for suggestion, comment
+and editing by those who wish to do so.
+
+Most people start at our Web sites at:
+http://gutenberg.net or
+http://promo.net/pg
+
+These Web sites include award-winning information about Project
+Gutenberg, including how to donate, how to help produce our new
+eBooks, and how to subscribe to our email newsletter (free!).
+
+
+Those of you who want to download any eBook before announcement
+can get to them as follows, and just download by date. This is
+also a good way to get them instantly upon announcement, as the
+indexes our cataloguers produce obviously take a while after an
+announcement goes out in the Project Gutenberg Newsletter.
+
+http://www.ibiblio.org/gutenberg/etext03 or
+ftp://ftp.ibiblio.org/pub/docs/books/gutenberg/etext03
+
+Or /etext02, 01, 00, 99, 98, 97, 96, 95, 94, 93, 92, 92, 91 or 90
+
+Just search by the first five letters of the filename you want,
+as it appears in our Newsletters.
+
+
+Information about Project Gutenberg (one page)
+
+We produce about two million dollars for each hour we work. The
+time it takes us, a rather conservative estimate, is fifty hours
+to get any eBook selected, entered, proofread, edited, copyright
+searched and analyzed, the copyright letters written, etc. Our
+projected audience is one hundred million readers. If the value
+per text is nominally estimated at one dollar then we produce $2
+million dollars per hour in 2002 as we release over 100 new text
+files per month: 1240 more eBooks in 2001 for a total of 4000+
+We are already on our way to trying for 2000 more eBooks in 2002
+If they reach just 1-2% of the world's population then the total
+will reach over half a trillion eBooks given away by year's end.
+
+The Goal of Project Gutenberg is to Give Away 1 Trillion eBooks!
+This is ten thousand titles each to one hundred million readers,
+which is only about 4% of the present number of computer users.
+
+Here is the briefest record of our progress (* means estimated):
+
+eBooks Year Month
+
+ 1 1971 July
+ 10 1991 January
+ 100 1994 January
+ 1000 1997 August
+ 1500 1998 October
+ 2000 1999 December
+ 2500 2000 December
+ 3000 2001 November
+ 4000 2001 October/November
+ 6000 2002 December*
+ 9000 2003 November*
+10000 2004 January*
+
+
+The Project Gutenberg Literary Archive Foundation has been created
+to secure a future for Project Gutenberg into the next millennium.
+
+We need your donations more than ever!
+
+As of February, 2002, contributions are being solicited from people
+and organizations in: Alabama, Alaska, Arkansas, Connecticut,
+Delaware, District of Columbia, Florida, Georgia, Hawaii, Illinois,
+Indiana, Iowa, Kansas, Kentucky, Louisiana, Maine, Massachusetts,
+Michigan, Mississippi, Missouri, Montana, Nebraska, Nevada, New
+Hampshire, New Jersey, New Mexico, New York, North Carolina, Ohio,
+Oklahoma, Oregon, Pennsylvania, Rhode Island, South Carolina, South
+Dakota, Tennessee, Texas, Utah, Vermont, Virginia, Washington, West
+Virginia, Wisconsin, and Wyoming.
+
+We have filed in all 50 states now, but these are the only ones
+that have responded.
+
+As the requirements for other states are met, additions to this list
+will be made and fund raising will begin in the additional states.
+Please feel free to ask to check the status of your state.
+
+In answer to various questions we have received on this:
+
+We are constantly working on finishing the paperwork to legally
+request donations in all 50 states. If your state is not listed and
+you would like to know if we have added it since the list you have,
+just ask.
+
+While we cannot solicit donations from people in states where we are
+not yet registered, we know of no prohibition against accepting
+donations from donors in these states who approach us with an offer to
+donate.
+
+International donations are accepted, but we don't know ANYTHING about
+how to make them tax-deductible, or even if they CAN be made
+deductible, and don't have the staff to handle it even if there are
+ways.
+
+Donations by check or money order may be sent to:
+
+Project Gutenberg Literary Archive Foundation
+PMB 113
+1739 University Ave.
+Oxford, MS 38655-4109
+
+Contact us if you want to arrange for a wire transfer or payment
+method other than by check or money order.
+
+The Project Gutenberg Literary Archive Foundation has been approved by
+the US Internal Revenue Service as a 501(c)(3) organization with EIN
+[Employee Identification Number] 64-622154. Donations are
+tax-deductible to the maximum extent permitted by law. As fund-raising
+requirements for other states are met, additions to this list will be
+made and fund-raising will begin in the additional states.
+
+We need your donations more than ever!
+
+You can get up to date donation information online at:
+
+http://www.gutenberg.net/donation.html
+
+
+***
+
+If you can't reach Project Gutenberg,
+you can always email directly to:
+
+Michael S. Hart <hart@pobox.com>
+
+Prof. Hart will answer or forward your message.
+
+We would prefer to send you information by email.
+
+
+**The Legal Small Print**
+
+
+(Three Pages)
+
+***START**THE SMALL PRINT!**FOR PUBLIC DOMAIN EBOOKS**START***
+Why is this "Small Print!" statement here? You know: lawyers.
+They tell us you might sue us if there is something wrong with
+your copy of this eBook, even if you got it for free from
+someone other than us, and even if what's wrong is not our
+fault. So, among other things, this "Small Print!" statement
+disclaims most of our liability to you. It also tells you how
+you may distribute copies of this eBook if you want to.
+
+*BEFORE!* YOU USE OR READ THIS EBOOK
+By using or reading any part of this PROJECT GUTENBERG-tm
+eBook, you indicate that you understand, agree to and accept
+this "Small Print!" statement. If you do not, you can receive
+a refund of the money (if any) you paid for this eBook by
+sending a request within 30 days of receiving it to the person
+you got it from. If you received this eBook on a physical
+medium (such as a disk), you must return it with your request.
+
+ABOUT PROJECT GUTENBERG-TM EBOOKS
+This PROJECT GUTENBERG-tm eBook, like most PROJECT GUTENBERG-tm eBooks,
+is a "public domain" work distributed by Professor Michael S. Hart
+through the Project Gutenberg Association (the "Project").
+Among other things, this means that no one owns a United States copyright
+on or for this work, so the Project (and you!) can copy and
+distribute it in the United States without permission and
+without paying copyright royalties. Special rules, set forth
+below, apply if you wish to copy and distribute this eBook
+under the "PROJECT GUTENBERG" trademark.
+
+Please do not use the "PROJECT GUTENBERG" trademark to market
+any commercial products without permission.
+
+To create these eBooks, the Project expends considerable
+efforts to identify, transcribe and proofread public domain
+works. Despite these efforts, the Project's eBooks and any
+medium they may be on may contain "Defects". Among other
+things, Defects may take the form of incomplete, inaccurate or
+corrupt data, transcription errors, a copyright or other
+intellectual property infringement, a defective or damaged
+disk or other eBook medium, a computer virus, or computer
+codes that damage or cannot be read by your equipment.
+
+LIMITED WARRANTY; DISCLAIMER OF DAMAGES
+But for the "Right of Replacement or Refund" described below,
+[1] Michael Hart and the Foundation (and any other party you may
+receive this eBook from as a PROJECT GUTENBERG-tm eBook) disclaims
+all liability to you for damages, costs and expenses, including
+legal fees, and [2] YOU HAVE NO REMEDIES FOR NEGLIGENCE OR
+UNDER STRICT LIABILITY, OR FOR BREACH OF WARRANTY OR CONTRACT,
+INCLUDING BUT NOT LIMITED TO INDIRECT, CONSEQUENTIAL, PUNITIVE
+OR INCIDENTAL DAMAGES, EVEN IF YOU GIVE NOTICE OF THE
+POSSIBILITY OF SUCH DAMAGES.
+
+If you discover a Defect in this eBook within 90 days of
+receiving it, you can receive a refund of the money (if any)
+you paid for it by sending an explanatory note within that
+time to the person you received it from. If you received it
+on a physical medium, you must return it with your note, and
+such person may choose to alternatively give you a replacement
+copy. If you received it electronically, such person may
+choose to alternatively give you a second opportunity to
+receive it electronically.
+
+THIS EBOOK IS OTHERWISE PROVIDED TO YOU "AS-IS". NO OTHER
+WARRANTIES OF ANY KIND, EXPRESS OR IMPLIED, ARE MADE TO YOU AS
+TO THE EBOOK OR ANY MEDIUM IT MAY BE ON, INCLUDING BUT NOT
+LIMITED TO WARRANTIES OF MERCHANTABILITY OR FITNESS FOR A
+PARTICULAR PURPOSE.
+
+Some states do not allow disclaimers of implied warranties or
+the exclusion or limitation of consequential damages, so the
+above disclaimers and exclusions may not apply to you, and you
+may have other legal rights.
+
+INDEMNITY
+You will indemnify and hold Michael Hart, the Foundation,
+and its trustees and agents, and any volunteers associated
+with the production and distribution of Project Gutenberg-tm
+texts harmless, from all liability, cost and expense, including
+legal fees, that arise directly or indirectly from any of the
+following that you do or cause: [1] distribution of this eBook,
+[2] alteration, modification, or addition to the eBook,
+or [3] any Defect.
+
+DISTRIBUTION UNDER "PROJECT GUTENBERG-tm"
+You may distribute copies of this eBook electronically, or by
+disk, book or any other medium if you either delete this
+"Small Print!" and all other references to Project Gutenberg,
+or:
+
+[1] Only give exact copies of it. Among other things, this
+ requires that you do not remove, alter or modify the
+ eBook or this "small print!" statement. You may however,
+ if you wish, distribute this eBook in machine readable
+ binary, compressed, mark-up, or proprietary form,
+ including any form resulting from conversion by word
+ processing or hypertext software, but only so long as
+ *EITHER*:
+
+ [*] The eBook, when displayed, is clearly readable, and
+ does *not* contain characters other than those
+ intended by the author of the work, although tilde
+ (~), asterisk (*) and underline (_) characters may
+ be used to convey punctuation intended by the
+ author, and additional characters may be used to
+ indicate hypertext links; OR
+
+ [*] The eBook may be readily converted by the reader at
+ no expense into plain ASCII, EBCDIC or equivalent
+ form by the program that displays the eBook (as is
+ the case, for instance, with most word processors);
+ OR
+
+ [*] You provide, or agree to also provide on request at
+ no additional cost, fee or expense, a copy of the
+ eBook in its original plain ASCII form (or in EBCDIC
+ or other equivalent proprietary form).
+
+[2] Honor the eBook refund and replacement provisions of this
+ "Small Print!" statement.
+
+[3] Pay a trademark license fee to the Foundation of 20% of the
+ gross profits you derive calculated using the method you
+ already use to calculate your applicable taxes. If you
+ don't derive profits, no royalty is due. Royalties are
+ payable to "Project Gutenberg Literary Archive Foundation"
+ the 60 days following each date you prepare (or were
+ legally required to prepare) your annual (or equivalent
+ periodic) tax return. Please contact us beforehand to
+ let us know your plans and to work out the details.
+
+WHAT IF YOU *WANT* TO SEND MONEY EVEN IF YOU DON'T HAVE TO?
+Project Gutenberg is dedicated to increasing the number of
+public domain and licensed works that can be freely distributed
+in machine readable form.
+
+The Project gratefully accepts contributions of money, time,
+public domain materials, or royalty free copyright licenses.
+Money should be paid to the:
+"Project Gutenberg Literary Archive Foundation."
+
+If you are interested in contributing scanning equipment or
+software or other items, please contact Michael Hart at:
+hart@pobox.com
+
+[Portions of this eBook's header and trailer may be reprinted only
+when distributed free of all fees. Copyright (C) 2001, 2002 by
+Michael S. Hart. Project Gutenberg is a TradeMark and may not be
+used in any sales of Project Gutenberg eBooks or other materials be
+they hardware or software or any other related product without
+express permission.]
+
+*END THE SMALL PRINT! FOR PUBLIC DOMAIN EBOOKS*Ver.02/11/02*END*
+
diff --git a/old/8rns310.zip b/old/8rns310.zip
new file mode 100644
index 0000000..149d724
--- /dev/null
+++ b/old/8rns310.zip
Binary files differ