diff options
| -rw-r--r-- | .gitattributes | 3 | ||||
| -rw-r--r-- | 8098-8.txt | 7592 | ||||
| -rw-r--r-- | 8098-8.zip | bin | 0 -> 166606 bytes | |||
| -rw-r--r-- | LICENSE.txt | 11 | ||||
| -rw-r--r-- | README.md | 2 | ||||
| -rw-r--r-- | old/7rns310.txt | 7560 | ||||
| -rw-r--r-- | old/7rns310.zip | bin | 0 -> 170480 bytes | |||
| -rw-r--r-- | old/8rns310.txt | 7561 | ||||
| -rw-r--r-- | old/8rns310.zip | bin | 0 -> 170829 bytes |
9 files changed, 22729 insertions, 0 deletions
diff --git a/.gitattributes b/.gitattributes new file mode 100644 index 0000000..6833f05 --- /dev/null +++ b/.gitattributes @@ -0,0 +1,3 @@ +* text=auto +*.txt text +*.md text diff --git a/8098-8.txt b/8098-8.txt new file mode 100644 index 0000000..d56000a --- /dev/null +++ b/8098-8.txt @@ -0,0 +1,7592 @@ +The Project Gutenberg EBook of Reize naar Surinamen, en door de binnenste +gedeelten van Guiana, by John Gabriel Stedman + +This eBook is for the use of anyone anywhere in the United States and most +other parts of the world at no cost and with almost no restrictions +whatsoever. You may copy it, give it away or re-use it under the terms of +the Project Gutenberg License included with this eBook or online at +www.gutenberg.org. If you are not located in the United States, you'll have +to check the laws of the country where you are located before using this ebook. + +Title: Reize naar Surinamen, en door de binnenste gedeelten van Guiana + (deel 3) + +Author: John Gabriel Stedman + +Posting Date: September 26, 2014 [EBook #8098] +Release Date: May, 2005 +First Posted: July 12, 2003 + +Language: Dutch + +Character set encoding: ISO-8859-1 + +*** START OF THIS PROJECT GUTENBERG EBOOK REIZE NAAR SURINAMEN, DEEL 3 *** + + + + +Produced by Jeroen Hellingman with help of the distributed +proofreaders team. + + + + + + + + + + +REIZE NAAR SURINAMEN EN GUIANA. III. + + + +REIZE NAAR SURINAMEN, EN DOOR DE BINNENSTE GEDEELTEN VAN GUIANA; + +DOOR DEN CAPITAIN JOHN GABRIËL STEDMAN. + +MET PLAATEN EN KAARTEN. + +NAAR HET ENGELSCH. + +DERDE DEEL. + + + +INHOUD DER HOOFTSTUKKEN. + +XX. HOOFTSTUK. + +Beschryving van eenen oproerigen Neger.--Vuurige Mier.--Het +wandelend Blad.--Doornhaag-Spinnekop.--Duivenboonen of erwten +van Angola.--Nadrukkelyke benaamingen, door de Negers gebezigd +wordende.--Het innemen van de stad Gado-Saby, door den Colonel +FOURGEOUD.--Trek van bygeloovigheid.--Beleid van den vyand + +XXI. HOOFTSTUK. + +Wilde Porselyn.--Calebassen-boom.--Schermutzeling.--Tafereel +van broederlyke teederheid.--Het krygsvolk keert naar Barbacoeba +te rug.--Beschryving van de manier, waar op de legerplaats was +ingericht.--Een slaaf door den slang Orou-coukou gedood. + +XXII. HOOFTSTUK. + +Byzonder zoort van Mieren.--Acajou-nooten.--Eta-appel.--Alarm aan +de Peréca.--Hinderlaag.--Vreemde uitwerking, door eene Vledermuis +veröorzaakt.--De Oppossum.--De Agouti en de Paca.--De Dadel-boom.--Het +krygsvolk keert naar de Cormoetibo-kreek te rug.. + +XXIII. HOOFTSTUK. + +Tweede tocht naar Gado-Saby.--Land-Schildpad.--Verschillende +zoorten van hout.--Levendig geraamte.--Treffelyke +gezichten.--Honderd-pooten.--Verschillende +Plantgewassen.--De Opper-Bevelhebber wordt ziek, en verlaat de +legerplaats.--Sprinkhanen.--Verschillende zoorten van visschen.--De +Zee-koe.--Het Zee-paard.--Aanmerkingen omtrent het aanwezen der +Meerminnen.--Trommelzucht.--Verscheiden zoorten van vogelen.--De +Malaky en Markoury boomen.--Doornhaag-wormen + +XXIV. HOOFTSTUK. + +Aanwerving van twee Compagniën Vrywilligers, bestaande +uit Negers en vrye Mulatten.--Verscheidene zoorten van +Visschen.--Arrowoukas-Indianen.--De krygsbende van den Colonel +FOURGEOUD ontfangt bevel, om naar Holland in te schepen.--De +Ratel-slang--De blaauwe Dypsas.--De Amphisboena of tweehoofdige +slang.--Eene fraaije Kapel.--De Colonel ontfangt naderen last.--Het +krygsvolk trekt weder in de bosschen.--Koophandel in de Volkplanting +van Surinamen.--Beschryving eener Cacao-Plantagie.--Heldendaad van +eenen Neger.--De Ananas.--De Muscaat- en Water-Meloen. + +XXV. HOOFTSTUK. + +Grappige manier tot het ontdekken van een dief.--Het +Brom-vogeltje.--Verschillende zoorten van planten.--Manier van +visschen in Surinamen.--Onderscheidene zoorten van visschen.--Moed +van eene jonge Negerin.--De Pimpelmees.--De Americaansche Aloë.--De +Banille-boom.--Huilende Aapen.--Verwonderlyke slimheid der wilde +Byën.--De krygsbende van den Colonel FOURGEOUD ontfangt andermaal +bevel, om naar Europa te rug te keeren.--De Guiaansche Nachtuil. + +XXVI. HOOFTSTUK. + +Inscheeping van het krygsvolk.--De Zurzaca, en Sabatille.--De +Papaija, en de Gember.--Het krygsvolk gelast om te +ontschepen.--Muiterye.--Onbetamelyk gedrag van een Capitain der +Oucas-Negers.--Een groot aantal zieken naar Europa gezonden.--Nieuwe +byzonderheden betrekkelyk de Negers. + +XXVII. HOOFTSTUK. + +De muitelingen voeren verscheiden Negerinnen weg.--Aanstootelyke wyzen +van straföeffening.--Onverschrokkenheid der Negers.--Verschillende +zoorten van Gier-vogels.--Gekuifde Arenden.--Beschryving van eene +Indigo Plantagie.--Kaneel-Appel. + +XXVIII. HOOFTSTUK. + +De Muitelingen trekken de Rivier Maroni over.--Derde tocht +naar Gado-Saby.--De Land-Scorpioen.--Verscheiden zoorten van +timmerhout.--Boom, welke een vrucht voortbrengt, de Marmelade-doos +genaamd.--Het aankweeken van Ryst.--Buitengewoone hitte, die alle +de moerassen opdroogt.--De Oppossum van het vrouwelyk geslacht.--De +Brazilsche Wezel.--De Mierëeter.--De Tamandua.--Hout-luizen en +vliegende luizen.--Tafereel van ellende en sterfte.--De Vrede aan de +Volkplanting bezorgd.--De Poelsnip.--De Lepelgans, en de Brazilsche +Ojevaar.--Wilde Eendvogels van verschillende zoorten. + + + + + +REIZE NAAR SURINAMEN, EN DOOR DE BINNENSTE GEDEELTEN VAN GUIANA. + + +TWINTIGSTE HOOFTSTUK. + +Beschryving van eenen oproerigen Neger.--Vuurige Mier.--Het +wandelend Blad.--Doornhaag-Spinnekop.--Duiven-boonen of erwten +van Angolo.--Nadrukkelyke benaamingen, door de Negers gebezigd +wordende.--Het innemen van de Stad Gado-Saby, door den Colonel +FOURGEOUD.--Trek van bygeloovigheid.--Beleid van den vyand. + +De muitelingen, door hun behaald voordeel op den Capitain MEYLAND +opgeblazen, waren daarënboven door hunne Spions onderrigt, dat +de Colonel FOURGEOUD zig te Barbacoeba bevondt, en zyne soldaaten +willende trotseeren, of schrik aanjagen, hadden zy de stoutheid, +om den 15den Augustus 1775. de hutten van twee legerplaatsen, welken +onze uitgezondene wachten hadden laten staan, in brand te steeken, +en een gehuil en geschreeuw te maken, het welk wy den geheelen +nacht hoorden. Dit was nogtans van hunnen kant niets anders dan +loutere zwetzery; maar het verwekte in onzen Bevelhebber zulk eene +gramschap, dat hy zwoer zig met geweld, het koste wat het wilde, te +zullen wreeken. Dien zelfden nacht wierden wy ook door een grooten +Tyger ontrust; maar hy deedt geen het minste kwaad. Des anderen daags +morgens stondt al ons krygsvolk tot den optocht gereed, en met het +aanbreken van den dag begaven wy ons in het bosch. Wy waaren twee +honderd Europeaanen sterk, bekwaam om dienst te doen; en wy lieten +een groot getal agter, die door ziekten belet wierden mede te gaan. De +Neger-Jagers, wien het verveelde de beveelen van den Colonel FOURGEOUD +te gehoorzamen, verscheenen niet, hoewel zy verwagt wierden, het welk +aan den Bevelhebber gelegenheid gaf, om hunne bende voor schelmen +en lafhartigen uittemaken. Ik erken, dat ik uittermaten verwonderd +was over het agterblyven van myne begunstigden, die op andere tyden +zoo veel yver betoond hadden om den vyand te keer te gaan, en die +verklaard hadden niets meerder te verlangen, dan eenen algemeenen en +beslissenden slag. + +Wy trokken deezen dag oostwaarts aan. Na omtrent agt mylen te hebben +afgelegd, het geen in een land, waar onöphoudelyk door het weghakken +van het geboomte de weg gebaand moest worden, al vry aanmerkelyk +is, sloegen wy hutten op, en namen aldaar onze legerplaats. Na zoo +meenigmaalen van de oproerige Negers, aan wien wy nu op het punt +waren van slag te leveren, gesprooken te hebben, biede ik den lezer +eene afteekening aan, verbeeldende één van hun, die op schildwacht +staat, en door het hooren afschieten van snaphaanen in de struiken +verschrikt is. Twee Jagers schynen het oogenblik om hem te verrassen +op eenigen afstand te bespieden. Deze Neger is met een snaphaan en +byl gewapend. Zyne hairen, ofschoon wollig zynde, zyn digt aan 't +hoofd gevlogten; dit was een teken, waar door de muitelingen van onze +Jagers, en van andere Maroni-Negers, die onder hunne bende niet gedoogd +wierden, onderscheiden waren. Zyn baard is puntsgewyze gesneeden, zoo +als zy dien allen dragen, wanneer zy niet in de gelegenheid zyn, om +zig te scheeren. Zyne voornaamste kleeding bestaat in een lap catoen, +die onagtzaam om zyne schouders geslagen is, hem voor de ongemakken +der lucht beveiligt, en hem dient om 'er op te slapen, het welk een +iegelyk van hun altoos onder een dekkleed doet, in de somberste +plaatsen, welken hy vinden kan, wanneer hy van zyne medemakkers +is afgescheiden. Dezelfde persoon draagt een Camisa, die als een +neusdoek om zyne lendenen gebonden is. Zyn zak of weitas is van de +huid van 't een of ander dier gemaakt. Kleine catoene koorden zyn om +de gewrichten zyner handen en enklauwen tot cieraad gebonden. Eene +bygeloovige Obia of tooverband, waar op hy al zyn vertrouwen stelt, +hangt hem om den hals. De bekkeneelen en beenderen, welken men in eene +zandige Savane verstrooid ziet, zyn waarschynlyk die van zyne vyanden. + +De twee Jagers, welken men in't verschiet bemerkt, zyn door hunne +roode mutsen kenbaar. Het is aanmerkens waardig, dat de muitelingen zig +verscheiden malen van deeze onderscheidende teekenen meester maakten, +en dat zy, dezelven staande het gevecht op hun hoofd gezet hebbende, +niet alleen hun leven behielden, maar zelfs des te gemakkelyker hunne +vyanden konden afmaken. + +Zy hebben dikwerf eene andere krygslist gebruikt. Dewyl het +schietgeweer zeldzaam onder hen was, voegden zig verscheiden onder +hunne gelederen, dragende een stuk hout, het welk ten naasten by als +een snaphaan gehouwen was, op den schouder. Deeze list heeft dikwils +de slaven der Plantagiën belet, om dezelven te verdedigen, wanneer +deeze muitelingen ze kwamen plonderen: zulks heeft zelfs meer dan eens +een zoo grooten schrik verwekt, dat men hen hunne oude woonsteden, +na de vrouwen en kinderen weggevoerd te hebben, zonder tegenkanting +in brand liet steken. + +Den 16den, vervolgden wy onzen weg west-waarts over hoog land. Het +was een zoort van keten van bergen, die, zoo ik my niet bedriege, +in dit Land doorgaans van het oosten naar het westen loopt, zoo als +ook in de verdronken zandwoestynen en moerassen plaats heeft. Wy +leiden geenen zoo grooten weg af, als daags te vooren, en toen wy +stil hielden, ontfingen wy bevel om onze hangmatten uit te spreiden, +en daar op te gaan slapen, zonder eenig overdek, om den vyand geene +kennis te doen bekomen van de plaats, alwaar wy ons bevonden, het +geen zekerlyk gebeurd zoude zyn, indien wy in het bosch boomen gekapt +hadden: bovendien wierd ons niet toegestaan vuur aan te leggen, +noch te spreken; en men hieldt naauwkeurig de wacht rondom de +legerplaats. Deeze voorzorgen waren in de daad aller noodzakelykst: +maar zoo al de muitelingen ons niet ontdekten, wy wierden ten +minsten door groote muggen en insecten, die uit een naby gelegen +moeras opkwamen, van één gereten. Wat my betrof, ik leed hier meer, +dan ik immer geleden had aan boord der elendige vaartuigen, toen ik +my op den wachtpost aan de Cottica bevond. Het was ons verboden deeze +insecten door rook te verdryven; en in die deerniswaardige gesteldheid, +zag ik soldaten, die met hunne bajonetten gaten in den grond groeven, +om hun hoofd daar in te leggen, terwyl zy voor over op den buik, +en met hunne hangmat overdekt, lagen te slapen. Het was volstrekt +onmogelyk in eenige andere ligging den slaap te vatten. + +Echter konde ik, den raad van eenen Neger-Slaaf volgende, een weinig +genot van den slaap hebben: "Masera", zeide hy my, "klauter met uwe +hangmat op den hoogsten boom, die 'er in de legerplaats staat, en slaap +aldaar. Gy zult aldaar door geen enkel insect ontrust worden; want de +geheele zwerm zal door den reuk van deeze meenigte sterk zweetende +menschen benedenwaarts gelokt worden".--Ik beproefde oogenblikkelyk +dit middel, en sliep byna honderd voeten boven myne medemakkers, +welken ik, uit hoofde van de onbegrypelyke meenigte en het aanhoudend +gebrom deezer onaangenaame insecten, niet eens bemerken, noch zelfs +hooren konde. + +Van dien aart was gewoonlyk het voornaamste ongemak van den nacht; +maar des daags wierden wy aanhoudend aangevallen door geheele legers +van kleine mieren, alhier vuur-mieren genoemd, uit hoofde van de +pyn, die hunne beet verwekt. Deeze insecten zyn zwart, en van het +kleinste zoort; maar zy verzamelen zig in zulk een groot getal, dat +hunne mieren-nesten, door derzelver dikte, ons dik wils eenigermaten +den weg belemmerden, en dat, indien men 'er by ongeluk op trapte, +men dadelyk de beenen en voeten door deeze dieren bedekt had, die met +hunne klauwen de huid zoo geweldig vast hielden, dat men hun eerder +den kop van den romp zoude draaien, dan hen te doen los laten. De +brandende pyn, die zy veroorzaken, kan, naar myn inzien, niet eeniglyk +uit de zeer scherpe gedaante van hunne klauwen voortkomen: ik meen, +dat zy door een zeker vergift, het welk zy in de wond laten loopen, +of deeze naar zig trekt, moet worden voortgebragt. Ik kan verzekeren, +dat ik hen aan eene geheele compagnie soldaten zulk eene trilling +heb zien veroorzaken, als of zy door kokend water gebrand wierden. + +Den 17den, trokken wy tot negen uuren verder oostwaarts op: vervolgens +noordwaarts, en dwars door eene groote meenigte mataky wortels, welken +ik reeds beschreven heb; het geen ten bewyze strekte, dat wy afzakten; +en de grond wierd in de daad zeer moerassig. Gelukkig echter, schoon +wy in het regen-saisoen waren, viel 'er weinig water. + +Dien dag hielden wy omtrent vier uuren des avonds stil, want de +Colonel wierd door eene koorts met koude aangetast. + +Terwyl ik in myne hangmat, die aan twee zwaare takken was opgehangen, +lag te slapen, viel myn oog op iets, het geen ik in 't eerst een blad +van een boom meende te zyn, maar my vervolgens bleek zig te bewegen, +en op den stam van den boom voort te schuiven. Oogenblikkelyk opgestaan +zynde, riep ik verscheiden van myne medgezellen, om hun dit zelfde te +doen zien, en dadelyk riep een Officier van 's Compagnies krygsvolk +uit; "het is het wandelend blad"! Na een naauwkeurig onderzoek bevonden +wy, dat het een insect was, wiens vlerken zoo zeer naar een blad +gelyken, dat verscheiden lieden het voor een voortbrengzel uit het +Plantenryk hebben aangezien: het was een zoort van springhaan, maar +bedekt met vier vlerken van eene eironde gedaante, en van omtrent drie +duimen lengte, waar van de bovenste zoo aan elkander vast kleefden, +dat zy juist een bruin blad met deszelfs vezelen scheenen te vertoonen. + +Ik keerde dus naar myne hangmat te rug. De lucht was helder, de maan +scheen tusschen het loof der boomen, en ik viel in eenen diepen slaap, +overpeinzende de wonderen der natuur; myn slaap duurde tot middernacht, +toen ik, te midden der dikste duisternis, en eenen zwaaren stortregen, +ontwaakte door het gehuil en geschreeuw der muitelingen, die te gelyker +tyd eenige snaphaan-schoten deeden. Hun schieten echter bereikte de +legerplaats niet, en wy waren uittermaten verlegen, want de donkerheid +maakte het ons onmogelyk, om een juist denkbeeld van hun oogmerk te +vormen. Zy hielden op die wyze aan tot het aanbreken van den dag, +het geen ons elk oogenblik deedt verwagten van door hun omcingeld te +worden: dienvolgende verdubbelden wy onze waakzaamheid. + +Des anderen daags morgens rolden wy onze hangmatten op, en trokken +noordwaarts aan, naar den kant, van waar den voorigen nacht het geluid +zig hadt doen hooren. Grootendeels in onze rust gestoord geweest zynde, +waren wy zeer vermoeid, en vooral de Colonel, die moeite had, om het +staande te houden, zoodanig was hy door de koorts verzwakt. Ik voerde +het bevel over de voorhoede. Wy hadden geen twee mylen afgelegd, +of een oproerige Neger sprong byna voor myne voeten van onder eene +doornhegge, alwaar hy was gaan liggen slapen, maar dewyl wy last +hadden, om op de geenen, die verdwaald waren, geen vuur te geven, +ontsnapte hy ons, en liep zoo gezwind als een hart dwars door de +struiken weg. Ik gaf 'er bericht van aan den Bevelhebber, die zwoer, +dat hy een spion was, en ik geloof, hy had gelyk: dadelyk vergat hy, +om zoo te spreken, zyne kwaal, en verdubhelde zyne schreden met groote +drift. Onze vervolging echter was, ten minsten deezen dag, vruchteloos, +want op den middag vervielen wy in een groot moeras, waar uit wy veel +moeite hadden ons te redden; en wy waren genoodzaakt onze legerplaats +van den laatst voorgaanden nacht te hernemen, na twee soldaten van 's +Compagnies krygsvolk verloren te hebben, welken wy vooronderstelden, +dat in het moeras versmoord waren. + +Dien zelfden dag zagen wy eene groote meenigte Roucou-boomen, die in +dit gedeelte van het bosch overvloediglyk gevonden wierden. Des avonds +boodt een slaaf my een Doornhaag-Spinnekop aan. Dezelve was van zulk +eene grootte, dat zy, in een kistjen van agt duimen hoog geplaatst +zynde, den rand met eenige van haare pooten raakte, terwyl de andere +op den grond stonden. De Schepping levert geen afschuwelyker wezen +op, dan deeze ysselyke Spinnekop, welke de inwooners van Surinamen te +onrecht voor de Tarantula houden. Derzelver lyf is verdeeld in twee +deelen; het agterste is eyrond, en heeft de gedaante van een appel; +het voorste is vierkant, en de kop gelykt naar een zoort van star, die +'er aan vast gehecht is. Dit gedrocht heeft vyf paar groote pooten met +vier gelederen. Het is geheel zwart, of van een donker bruine kleur, +en, zoo wel het lyf als de ledematen, geheel overdekt met lange, +dikke en zwarte hairen, veel gelykende naar die van een rups. Elke +poot is met een zoort van geele en kromgebogen klauw gewapend. Uit +den kop komen twee lange tanden, die met de binnenwaarts gebogene +punten een schaar vormen, even als die van een krabbe, waar van +zy zig tot het aanpakken van haaren buit bedienen. Het steeken van +dezelve verwekt altyd de koorts, zoo het al niet doodelyk is door het +vergiftig vocht, het welk zy in de wonde laat loopen. Deeze Spinnekop +heeft agt oogen, gelyk de meeste anderen, en voedt zig met allerleije +zoorten van insecten. Men beweert, dat de jonge vogelen aan dit dier +niet onsnappen kunnen, en dat het derzelver bloed uitzuigt. Deszelfs +webbe is niet zeer uitgestrekt, maar zeer sterk. Om kort te gaan, het +is een verschrikkelyk dier, waar van 't gezicht alleen in staat is, +om aan de lieden zelfs, die aan de beschouwing van de wanstaltigheden +der natuur het meest gewoon zyn, een afgryzen te verwekken. Alle de +gevaaren, alle de plagen, waar aan men dagelyks in de bosschen van +deeze gezengde landstreek is bloot gesteld, zyn talloos. Ik heb 'er +reeds een groot gedeelte van aangehaald, en 'er schieten 'er nog wel +zoo veel over om op te noemen. Onze ongelukkige soldaten konden daar +aan geen weerstand bieden; 'er stierf by aanhoudendheid een groot +aantal, zonder hulp, zonder vriend om hun de oogleden te sluiten, +zonder een kist om hun gebeente te bevatten. Men wierp hunne lyken +door elkander in een groot gat, als of zy het overschot van onze +natuur-genooten niet waren. + +Den 19den, braken wy de legerplaats op, en na een weinig zuidwaards +getrokken te zyn, gingen wy oostwaarts, tot tien uuren, toen een +gedeelte van honderd Neger-Jagers, met hunnen leidsman VINSACK, tot +myn groot genoegen, zig by ons voegde; wy waren derhalven toen drie +honderd mannen sterk. Hoe weinig achting de Colonel FOURGEOUD op alle +andere tyden voor deeze dappere lieden betoonde, hunne versterking +mishaagde hem in 't geheel niet, op dit oogenblik, dat wy eenen vyand +naderden, dien zy wel kenden, en tegen wien zy met meer voordeel +streden, dan ons krygsvolk. Ik ben bovendien volkomen van gedachten, +dat één van deeze vrye Negers, als soldaat, in de bosschen van Guiana, +boven zes Europeanen den voorrang verdient. + +De Colonel FOURGEOUD liet ons toen in drie kolommen, of liever in +drie linien optrekken. Zyn Regiment maakte het midden-punt uit; +het krygsvolk der Sociëteit was ter rechter, en de Jagers ter linker +zyde. Allen waren zy alleenlyk afgescheiden door eenen afstand, van +waar men elkander beroepen konde; en by elke vleugel waren eenige +lichters geplaatst. Aldus verdeeld zynde, vervolgden wy onzen tocht +oostwaards tot den middag, toen wy den zelven oost noord oost namen, +en aantrokken op een biry-biry, of groot moeras. De moerassen van +dit zoort zyn in dit land zeer gemeen en zeer gevaarlyk. Zy zyn vol +met een zeer dun slyk, en met een dikke en groene korst overdekt, +die op veele plaatsen een mensch dragen kan; maar die men onder zyne +voeten voelt buigen. Indien deeze korst breekt, worden allen, die +'er door heen zakken, in dit zoort van afgrond verzwolgen, waar in zy +ontwyffelbaar moeten omkomen, indien men 'er hen niet oogenblikkelyk +uittrekt. Op die wyze heeft men daar in meenigwerf menschen zien +verzinken, waar van men naderhand nooit meer heeft hooren spreken. + +De zandpoelen zyn van een geheel anderen aart; men zakt 'er +trapsgewyze in, daar dit in de slykmoerassen eensklaps geschiedt. Om +deeze toevallen voor te komen, openden wy onze gelederen zoo veel +als mogelyk was, het geen dezelve zeer wyd van elkander maakte; +en in weêrwil van deeze voorzorge, wierden verscheiden menschen +ingezwolgen, als of het ys onder hunne voeten was weggebroken. Ik +heb eenige anderen gezien, die, mede in den poel gevallen zynde, +'er tot onder de armen toe in zakten; maar wien het egter gelukte, +schoon met veel moeite, gered te worden. + +Des namiddags trokken wy voorby twee velden, alwaar men maniok gehad +had; het geen ons deedt begrypen, dat wy aan de verblyfplaats der +muitelingen naderden. Korten tyd daar na ontdekten wy de voetstappen +van den tocht van Capitain MEYLAND, en wy herkenden die aan de +teekens, die op de boomen gesneden waren, zoo als ik reeds te vooren +heb opgegeven. Tegen den avond sloegen wy ons neder op den afstand +van eenige mylen van het moeras, waar in de krygsbende van deezen +Officier het leven gelaten had: het daglicht stondt ter deezer uur +niet lang genoeg meer te schynen, om den vyand te kunnen aantasten. + +Onze soldaten door eenen langen tocht zeer vermoeid zynde, stondt de +Colonel hun voor deezen nacht toe, hutten op te slaan, en vuuren +aan te leggen. Ik was 'er uittermaten verwonderd over: hy had +ons dit zoort van verkwikking verboden, toen wy van den vyand zeer +verre af waren; en op het oogenblik, dat deeze naby was wilde hy het +gedogen. Ik maakte 'er echter gebruik van; en myn Sergeant, my eenige +duivenboonen, welken hy in een nabuurig land geplukt had, gegeven +hebbende, noodigde ik hem ten eeten, als mede een Neger-Capitain, +genaamd HANNIBAL. Wy wierpen alle drie ons gezouten ossen-vleesch en +bischuit in de ketel; vervolgens roerden wy het met een bajonnet om, +en deeden eene uitmuntende maaltyd, in weerwil van eenen akeligen +nacht, en één der zwaarste slagregens. + +De duiven-boonen, of boonen van angola, groeien op een stronk van +agt of tien voeten hoog; zy zyn, ten getale van vyf of zes, in eene +peul besloten; haare kleur is bruin, en haare gedaante plat, gelyk +die der peul-vruchten. De Negers houden 'er veel van, en kweeken in +hunne tuinen, zonder veel kosten of moeite, de plant aan, die deeze +vruchten voortbrengt. + +HANNIBAL, na my te hebben doen opmerken, dat wy des anderen daags +den vyand zekerlyk ontmoeten zouden, vroeg my, of ik wel wist, hoe +de Negers in een gevecht tegen elkander streden. Ik antwoordde hem, +neen; en dadelyk deedt hy my het volgende verhaal, zyn pyp onder myne +hangmat rookende.--"Maséra", zeide hy my, "de beide partyen worden +gerangschikt in compagniën van agt of tien mannen, onder bevel van +eenen Capitain, een jagthoorn dragende, zoo als deeze", (hy toonde my +den zynen) "op welks geluid zy alle hunne krygsbewegingen verrigten, +en stryden, of de vlucht nemen. Wanneer zy stryden, scheiden zy zig +oogenblikkelyk van elkander, gaan op den grond leggen, en schieten +dwars door het geboomte op een zeer korten afstand. Elk die strydt, +word door twee ongewapende Negers geholpen; de een vervangt hem, als +hy gedood word, en de ander neemt het lyk weg, uit vreeze, dat het in +'s vyands handen mogt vallen". [1] + +Zyn verhaal gaf my een juist denkbeeld, van die manier van vechten, +welke ik zedert heb zien beoeffenen. Ik zal 'er alleenlyk byvoegen, +dat, wanneer het een dik bosch is, elke Neger, in plaats van op den +buik te gaan leggen, of de knie op den grond te zetten, zig agter eenen +grooten boom verbergt, welke hem tot een borstweering dient, en van +waar hy met meerder juistheid en minder gevaar vuur geeft in dit geval, +doet hy zyn snaphaan tegen den stam van den boom, of op een gespleten +tak, rusten, even gelyk de Indianen van Shawanese en Delaware doen. + +Capitain HANNIBAL deedt my ook verstaan, dat men den beruchten BONNY +verdacht hieldt, van persoonlyk zig te bevinden onder de muitelingen, +in wier nabuurschap wy waren. Dit opperhoofd, schoon een Mulat zynde, +was in de bosschen geboren, werwaarts zyne moeder de vlucht genomen +had, om de mishandelingen van haaren meester, die haar bezwangerd had, +te ontgaan. + +Te meermalen gesproken hebbende van het onderscheid der menschen van +eene midden-kleur, tusschen zwart en wit, moet ik ter opheldering +daar van het volgende aanmerken. De Mulatten worden geboren van een +blanken en eene Negerin, of van een Neger en eene blanke. De Samboes +worden geboren van een Mulat en eene Negerin, enz. De Quarterons van +een Mulat en eene blanke, enz. enz.--De zelfde Capitain HANNIBAL, +noemde my ook den naam van verscheiden andere hoofden der muitelingen, +tegen welken hy dikwils gestreden had. De eerste van allen was QUAMMY, +hoofd van eene afzonderlyke bende, die met de andere muitelingen in +geene betrekking stondt. Hy noemde my vervolgens COROMANTYN, COJO, +ARICO en JOLI-COEUR. De twee laatstgemelden waren berucht van wegen +den onverzoenlyken haat, waar mede zy tegen de blanken bezield waren; +en JOLI-COEUR, van wien ik reeds gesproken heb, had 'er billyke reden +toe. HANNIBAL dacht ook, dat de beruchte BARON op dit oogenblik onder +het opperhoofd BONNY diende. + +Hy ging vervolgens over tot de benamingen van de voornaamste +bezittingen der muitelingen, waar van zommige reeds verwoest waren, +andere zig in 't gezicht bevonden, en eenige ons slechts by naame +bekend waren. Zy hadden allen eenige wezentlyke beteekenis; en dewyl +zy, in zeker opzigt, de onderzoekingen der geleerden omtrent de +verschillende volken onder de Negers kunnen ophelderen, heb ik gepast +geöordeeld aan dezelven, met opgaave van de vertaaling, alhier eene +plaats te vergunnen. + +Boucou: Ik zal eerder tot stof vergruisd worden, +eer ik genomen worde. + +Gado Saby: God alleen kent my. + +Cosaay: Koomt, zoo gy het hart hebt. + +Tessy sy: Ruikt 'er aan, zoo gy lust hebt. + +Mele my": Ontrust my, zoo gy durft. + +Bousy cray: De bosschen schreiën. + +Me salasy: Ik zal genomen worden. + +Kebry my: Verberg my, ô loof der boomen, dat my omringt. + +De verdere waren: + +Quammy Condre: naar den naam van QUAMMY, hun opper-hoofd. + +Pynenburg: van de Pyn- of Latanus-boomen, die deeze bezitting van +vooren omringden. + +Caro Condre: van de meenigte Koorn-velden, waar mede dezelve omringd +was. + +Reizy Condre: van de meenigte Ryst-velden, die rondöm lagen. + +Ik drukte Capitain HANNIBAL, na dit gesprek, de hand, en hy ging +van my af. Ik was vervuld met de hoop op eene overwinning, die door +geene wreedheid bezoedeld zoude worden; en dewyl ik zeer vermoeid was, +viel ik in een diepen slaap. + +Den 20sten, des morgens, ontwaakte ik, zeer wel te vreden; zynde het +toen het schoonste weder des weerelds. Deeze gelukkige gesteldheid +verdween wel dra, toen ik zag, dat op een oogenblik, zoo netelig, +en toen men op 't punt stondt slag te leveren, in plaats van goede +behandelingen, welken het voorzichtig geweest zoude zyn te gebruiken +omtrent hun, van wier welwillenheid wy het gunstig einde van ons +lyden verwagtten, men integendeel by de Onder-Officiers en soldaten +eene groote moedeloosheid verwekt had. Ik maakte toen tegen mynen wil +deeze aanmerking:--Dat de Vorsten en hunne dienaars nimmer, zoo veel +mogelyk, een byzonder persoon, wie hy ook wezen mogt, vooral in een +afgelegen land, met eene onbepaalde magt bekleeden moesten, zonder +zynen inborst en denkwyze zeer grondig te kennen; want niemand is +waardig het bevel te voeren, indien hy zig niet tevens door dapperheid +en menschlievenheid onderscheidt; naardien het eene wel bekende +waarheid is, dat geene dapperheid met wreedaartigheid bestaan kan. + +Des morgens ten zes uuren trokken wy noordoostwaarts ten noorden, +onzen weg naar de moerassen nemende; en myne zwaarmoedigheid verdween +met het doorbreken der zon. + +Omtrent ten agt uuren, kwamen wy in dat verschrikkelyk moeras, alwaar +wy schielyk tot aan ons midden door het water gingen. Niettemin maakten +wy ons gereed, om het ernstig onthaal, het welk wy aan de overzyde te +wagten hadden, vol te houden. Na een halve myl ver gezworven te hebben, +beklommen onze grenadiers gezwindelyk den oever met de bajonnetten +vooruit. Het hoofdleger volgde hen oogenblikkelyk, en wy plaatsten +ons, zonder de minste tegenkanting, in gelederen. Wy zagen toen +een schouwspel, het welk in staat was, om de onverschrokkensten te +verzetten: de grond lag bezaaid met bekkeneelen, beenderen en ander +overschot van de lyken der ongelukkige soldaten van den Capitain +MEYLAND.--Deeze Officier had wel middel gevonden, om dezelven te +doen begraven; maar de muitelingen hadden die weder opgedolven, +om ze van hunne kleederen te berooven, om deeze lyken in stukken +te houwen, en ze te verscheuren, zoo als verslindende dieren gedaan +zouden hebben. Onder het getal deezer ongelukkige slachtöffers was +de Neef van MEYLAND, een jongman van denzelfden naam als hy, en van +de grootste verwagting. Hy was van de Zwitzersche gebergten gekomen, +om met des te meerder spoed vorderingen in den krygsdienst te maken, +en, korten tyd na zyne ontscheping, vondt hy zyn graf in een moeras +van Surinamen. Zyn moed stondt gelyk met dien van zynen oom; zyne +onverschrokkenheid, die hem bewoog om zig aan alle gevaaren bloot te +stellen, kende geene paalen.--Zoodanig is de geestdrift der eerzucht +van eenen krygsman. + +Deeze hoop van menschen-beenderen was de tweede of derde, dien wy op +onzen tocht ontmoetten. Ik erken opentlyk, dat zulk eene ontmoeting +in my geen lust verwekte, om de muitelingen te bevechten. Dit droevig +overschot echter ontstak in onze soldaten een levendige drift, om +hunne ongelukkige medgezellen te wreeken. + +Ik heb reeds zoo dikwerf gesproken van het doorwaden der moerassen, +dat het, zoo ik denk, niet ongeschikt is, om door de nevenstaande +plaat de beschryving op te helderen. Voor eerst wordt daar op vertoond +de Colonel FOURGEOUD, vooraf gegaan door eenen Neger, die hem tot +leidsman dient, en, waar het water op het hoogst is, overzwemt. Daar +op volge ik zelf, en eenige andere Officiers en Zee-soldaten, allen +in het midden van het moeras, en onze wapenen, krygsbehoeften, enz. op +het hoofd dragende, om door het nat niet beschadigd te worden. Men kan +daar op voorts de manier zien, waar op de slaven de pakken dragen, als +mede hoe de muitelingen van boven uit de palmboomen op het krygsvolk +vuur geven. Een tocht van dien aart, schoon by deeze gelegenheid zeer +noodzakelyk, moet altyd één der gevaarlykste zyn: men is dan bloot +gesteld aan de aanvallen van eenen vyand, die in 't verborgen vuurt, +en men kan niet meer dan eenmaal vuur geven; want de soldaten zyn te +diep in het water ingezonken, om hun geweer op nieuw te kunnen laden, +zonder het slot nat te maken. + +Wy volgden toen een zoort van voetpad, door de muitelingen gemaakt, +waar na wy onzen weg een weinig westwaarts namen. De Sergeant FOWLER, +die tans het bevel over de voorhoede voerde, kwam by my, geheel bleek +en bevende, en verklaarde my, dat het gezicht van deeze lyken hem +zeer ziek gemaakt had. Dit was waar, want hy scheen aan den grond +als vast gehecht, zonder een enkelen tred te kunnen doen, noch zyne +ontsteltenis te kunnen verbergen. Ik sprak hem aan met den naam, +dien hy verdiende, en had slechts den tyd, om hem te beveelen van +zig by de agterhoede te begeven. + +Ten tien uuren, ontmoetten wy een klein gedeelte der muitelingen, elk +van hun met een groene mand op den rug. Zy gaven vuur op ons, en hunne +vracht op den grond werpende, keerden zy in aller yl naar hun gehucht +te rug. Wy vernamen zedert, dat zy naar eene andere verblyfplaats ryst +vervoerden, om daar van te leven, wanneer zy uit Gado-Saby (den naam +van de plaats, werwaarts wy heen trokken,) verjaagd mogten worden, +eene zaak, welke zy dagelyks te gemoet zagen, zedert dat dezelve +door den dapperen MEYLAND was ontdekt geworden. Deeze groene manden, +welken de Negers warinbos noemen, waren gemaakt van biezen, die met +palmboom-bladeren konstig waren in één gevlochten. Ons volk dezelven +met den sabel hebbende open gehakt, kwam 'er de zuiverste en schoonste +ryst uit, die ik in myn leven gezien heb; maar men strooide ze overal +heen, en trad ze met de voeten, want wy hadden geene gelegenheid om +ze mede te nemen. Korten tyd daar na ontdekten wy eene ledige barak, +waar in de muitelingen een wachtpost geplaatst hadden, om hen van alle +gevaar te verwittigen; maar de lieden, die deeze wacht uitmaakten, +waren met den meesten spoed weggevlucht. Wy verdubbelden toen met +yver onze schreden tot op den middag, wanneer wy eene uitgezette +wacht van den vyand ontmoetten, tweemaal vuur hoorden geven, het welk +een met BONNY overëengekomen teeken was, om hem onze aannadering +te berigten. De Major MEDLAR, ik zelf, met eenige soldaten van de +voorhoede, en eene kleine krygsbende van Neger-Jagers, trokken voor +uit, en wel dra kwamen wy op een schoon veld, met ryst en Indisch +kooren bedekt. Hier hielden wy stil, om ons gezamentlyk krygsvolk in te +wagten, en vooral om aan de achterhoede tyd te geven om aan te rukken, +want eenigen van derzelver soldaten waren twee mylen agter ons. In +dien tusschentyd liepen wy gevaar van in de pan gehakt te worden; +want de vyand, zoo als wy naderhand vernamen, had dit veld omcingeld, +zonder dat wy 'er iets van gezien hadden. + +Een half uur daar na, verëenigde zig onze legerbende te zamen. Toen +kapten wy ons een korten weg door het bosch heen; en wy waren daar +even doorgedrongen, of 'er begon van alle kanten een hevig vuur. De +vyand echter deinsde af, en wy trokken voort, tot dat wy op een schoon +veld kwamen, met rype ryst beplant, en een lang vierkant uitmakende, +aan welks einde het gehucht der muitelingen zig als een opgaande +toneel vertoonde; het was door het lommer van verscheiden hooge boomen +tegen de hitte der zon beveiligd; en dit alles leverde het treffendst +en betooverendst gezicht op, het welk men zig verbeelden kan. Een +onafgebroken vuur, veel naar donderslagen gelykende, duurde meer dan +een uur op dit zelfde veld; en geduurende al dien tyd gedroegen zig de +Neger-Jagers met zoo veel moed als bekwaamheid: maar de blanke soldaten +waren al te driftig, en schooten mis; ik zag 'er echter veelen onder, +die de grootste onverschrokkenheid betoonden, en de Jagers met eenen +goeden uitslag navolgden. Onder deezen bevondt zig in dit oogenblik de +arme FOWLER, die in het begin van den slag van zyne ontsteltenis was +te rug gekomen. Zig eenmaal hersteld hebbende, begaf hy zig op zynen +eersten post, en bekwam zyne achting weder volkomen, met aan myne zyde +als een dapper krygsman te stryden, tot dat de loop van zyn snaphaan +door een vyandelyk schot verbryzeld wierd, het geen hem belette, om +daar van verder gebruik te maken. Een snaphaan-kogel doorboorde myn +hembd en kneusde my den schouder. Myn Lieutenant, DE CABANUS, wierd +de riem van zyn snaphaam weggeschoten; verscheiden soldaten wierden +gewond, zommigen zelfs doodelyk; maar tot myne groote verwondering, zag +ik niemand hunner op het slagveld sneven.--Dit kwam my wonderbaarlyk +voor, maar ik zal 'er in 't kort de uitlegging van geven. + +De muitelingen, om onze aannadering gevaarlyker en moeielyker te +maken, hadden dit ryst-veld met dikke stammen van boomen, waar aan +de wortels vastgebleven waren, omringd en doorsneden. Zy hielden +zig agter deeze opgeworpen verschanssingen verscholen, en gaven +van daar, byna zonder eenig gevaar, vuur op ons, die dit zoort +van wallen beklimmen moesten, eer wy in hun gehucht komen konden: +in weerwil echter van alle de hinderpalen, die zy ons in den weg +leiden, geraakten wy altyd voorwaarts. Maar te gelyker tyd, dat +ik het goed beleid van hunnen Generaal, in het regelen van hunne +krygsverrigtingen, bewonderde, konde ik my niet wederhouden hen over +hunne bygeloovigheid te beklagen. Een van deeze ongelukkigen in 't +byzonder, al zyn vertrouwen Op zyn tooverband stellende, geloofde +onkwetsbaar te zyn. Hy beklom te meermalen één van die stammen van +boomen, die op den grond lagen; van daar schoot hy; vervolgens klom hy +af om zyn snaphaan weder te laden; en weder te rug komende, schoot hy +andermaal met de grootste koelbloedigheid, en in myn gezicht. Een der +Zee-soldaten, onder myn bevel staande, met naame VALET, eindelyk op +hem aangelegd hebbende, doorschoot hem de dye, en hy viel agter het +bolwerk, door hem zoo meenigwerf beklommen; maar die zelfde soldaat, +over hem heen gesprongen zynde, stak de tromp van zyn snaphaan in het +oor van den ongelukkigen, en deedt hem de herssenen uit het hoofd +vliegen: verscheiden zyner medgezellen ondergingen het zelfde lot, +in weerwil van hunne tooverbanden, en bygeloovigheden. + +Wy waren op het punt, om het gehucht der muitelingen in te rukken, +toen één van hunne Capitains, een hoed met een goude lis op het +hoofd dragende, en een brandende toorts in de hand houdende, hun +onvermydelyk verlies voor oogen ziende, moeds genoeg had, om zig +aldaar te blyven ophouden, en het gehucht in ons gezicht in brand +te steken. Deeze houte huizen, met drooge bladeren overdekt, stonden +spoedig in lichten laaijen vlam; maar toen begon het musketten-vuur +in het bosch te verminderen. Dit manmoedig besluit van den vyand +belette niet alleen het bloedbad, het welk de soldaten op het eerste +oogenblik der overwinning gewoon zyn aan te rechten; maar het maakte +'t bovendien voor de muitelingen gemakkelyk, om met hunne vrouwen en +kinderen te rug te trekken, en de goederen, die hun meest dienstig +waren, met zig te voeren. Het was ons derhalven toen onmogelyk om +hen te vervolgen, en den minsten buit te maken; het waren niet alleen +de vlammen, die ons zulks beletteden, maar wy zagen ook wel dra een +moeras, het welk ons byna van alle kanten omringde. + +Ik moet waarlyk erkennen, dat in het laatste uur van deezen slag, +'er niets verschrikkelyker was, dan het aanhoudend musketten-vuur, +het vloeken en huilen der Negers, onder elkander gemengd; het gekerm +der gekwetsten en stervenden, die in het stof lagen, en in hun bloed +baadden; het scherp geluid der jagthoorns, het welk zig van alle kanten +liet hooren, en het gekraak der brandende balken, waar van het gehucht, +dat geheel in vlam stondt, weergalmde: terwyl de rook-wolken, die ons +omgaven, de vlammen die zig zeer hoog verhieven, enz. een tafereel +uitmaakten, het welk voor geene beschryving vatbaar is, en misschien +het penceel van HOGARTH niet onwaardig geweest zoude zyn. Ik heb echter +getracht dit toneel te schetsen; [2] ik heb my zelf daar by afgebeeld +na de hitte van den slag; ik heb daar by het voorkomen van vermoeid +en droefgeestig te zyn, een oog van medelyden werpende op het lichaam +van eenen oproerigen Neger, die, zyne snaaphaan in de hand houdende, +voor myne voeten uitgestrekt ligt. + +Na ons gewasschen, en van het stof, zweet en bloed, waar mede wy +besmet waren, gereinigd te hebben, namen wy allen een teug brandewyn, +en aten een stuk brood. Het vuur begon ondertusschen te verminderen; +en toen het ophieldt, onderzogten wy de rookende puinhoopen van het +gehucht der muitelingen, bestaande in omtrent honderd huizen of +hutten, waar van zommige twee verdiepingen hadden: uit den asch, +die nog gloeiend was, haalden wy eenige kleinigheden, die aan het +geweld der vlammen ontsnapt waren, als by voorbeeld zilvere borden, +die wy uit hoofde van hun merk B. W. vooronderstelden, dat by het +plunderen der Plantagie Brunswyk aan de Cottica geroofd waren: wy +vonden ook eenige messen, gebroken porceleine potten, en aardewerk: +één der laatstgemelden, zynde vol met ryst en palmboom-wormen, viel my +ten deel. Dewyl men rykelyk vuur had, om deeze spyze te laten koken, en +ik een zeer grooten trek tot eeten had, verschafte my dezelve spoedig +eene uitmuntende maaltyd, en ik had wel dra alles opgegeten. Eenigen +myner spitsbroeders waren beducht, dat dit eeten agtergelaten mogt +zyn, met een oogmerk om ons te vergeven; maar, gelukkig voor my, +bleek deeze verdenking zeer ongegrond te zyn. + +De bovengemelde zilvere borden kogt ik van onze soldaten, om 'er een +zoort van zegeteeken van te maken, en ik heb 'er my naderhand altyd +van bediend. Wy vonden in dit zelfde gehucht drie menschen-hoofden op +staken gezet; het waren de treurige overblyfzels van eenigen onzer +dappere en ongelukkige soldaten, die bevorens door de muitelingen +gedood waren. Maar, het geen ons het meest verwonderde, was, dat wy +twee hoofden van Negers zagen, die het voorkomen hadden van in 't kort +te zyn afgehouwen. Wy vernamen vervolgens, dat twee jonge lieden, om +dat zy in ons voordeel gesproken hadden, geduurende den nacht van den +17den, ten tyde dat wy het gehuil en schieten met musketten hoorden, +ter dood gebragt waren. Die hoofden waren de hunne. + +Het droevig overschot deezer ongelukkigen begraven hebbende, hingen +wy onze hangmatten op aan die fraaie hooge boomen, die het gehucht +overschaduwden; maar ik was innerlyk getroffen over het ysselyk +schouwspel, het welk zig toen aan ons oog vertoonde. De Neger-Jagers +vermaakten zig met de afgehouwen hoofden hunner vyanden aan elkander +toe te kaatsen. Het was vrugteloos geweest hen over dit onmenschelyk +spel te bestraffen, en zy verzekerden ons, dat het was "condre fassy, +de gewoonte van hun Land"; zy eindigden het zelve, door die hoofden, +na 'er den neus, de lippen, de wangen, de ooren te hebben afgesneden, +met den voet weg te schoppen; zy namen 'er zelfs de kakebeenen uit, +welken zy in den rook lieten droogen, als mede de regte hand, om +dezelve, ten bewyze hunner overwinning, aan hunne nabestaanden en +vrouwen te vertoonen. Het is een zaak die over bekend is, dat eene zoo +wreede gewoonte onder de wilden plaats heeft, en dat dezelve uit hunne +onverzaadlyke wraaklust voortspruit; en schoon de Colonel FOURGEOUD +met zyn gezag had kunnen tusschen beiden komen, om deeze hatelyke +zegepraal voor te komen, of te doen ophouden, handelde hy naar myn +inzien verstandiglyk, met daar van in dit oogenblik geen gebruik te +maken. Dewyl overtuiging hier niets vermogt, zoude hy slechts deeze +soldaten verbitterd hebben, en hun een weerzin doen krygen in eenen +dienst, die ons zoo nuttig was, hoe bloeddorstig en wreed de gevolgen +'er ook van wezen mogten. + +Deeze zelfde Jagers verhaalden ons, dat zy, by het bezigtigen van den +bosch-kant, veel menschen bloed op onderscheidene plaatsen gezien +hadden, en dat dit gevloeid was uit de wonden dier muitelingen, +welken hunne medemakkers geduurende den slag hadden weggevoerd. + +Ten drie uuren, op het tydstip, dat wy van onze vermoeidheid +uitrustten, wierden wy eensklaps door een party vyanden aangevallen: +maar zoo dra wy hen met eenige snaphaanschoten begroet hadden, trokken +zy af. Dit onverwagt bezoek overtuigde ons, van hoe veel gewicht het +was op onze hoede te zyn, voornamelyk des nachts; dienvolgende was +het niet geoorloofd vuuren te stoken, en men zette dubbelde wagten +uit rondom de legerplaats. + +Door vermoeienis en eene ongemeene hitte afgemat, ging ik, na +het ondergaan der zon, in myne hangmat leggen, en viel spoedig +in een diepen slaap: maar na verloop van een paar uuren, deedt my +myn getrouwe QUACO in het midden van den donker ontwaken, roepende: +"Massera, Massera! bousy negro, bousy negro! Meester, Meester! zie daar +den vyand, zie daar den vyand"! Op het zelfde oogenblik een aanhoudend +vuur gehoord hebbende, besloot ik daar uit, dat de muitelingen in het +midden van onze legerplaats waren. Vol verbaazing, en nog niet geheel +wakker zynde, sprong ik uit myne hangmat, en nam myn snaphaan. Ik liep +toen, zonder behoorlyk te weten wat ik deed, myn QUACO onder den voet; +waar na ik zelfs viel over twee of drie lichaamen, die op den grond +lagen, en welken ik my verbeeldde menschen te zyn, die reeds gedood +waren. Een van hun ontdekte my spoedig myne dwaling, zeggende: +"dat indien ik de minste beweging maakte, ik een kind des doods +was". Dezelfde perfoon voegde 'er by: "dat de Colonel FOURGEOUD aan +het krygsvolk bevel gegeven had, om plat op den buik te gaan leggen, +en geen schot te doen, om dat men des avonds te vooren het grootste +gedeelte van het kruid verbruikt had". Ik ontdekte wel dra, dat de +geen, die tot my sprak, een grenadier was, THOMSON genaamd, en ik +maakte van zynen raad gebruik. Wy bleven dus tot aan het opgaan der +zon onder de wapenen, en geduurende al dien tyd wierd 'er een zoort +van zamenspraak tusschen de muitelingen en onze Jagers gehouden: +de één vervloekte en bedreigde op eene geweldige wyze den ander. De +eersten scholden de laatstgemelden voor "lage zielen en verraders +hunner landgenooten. Zy daagden hen tegen des anderen daags tot een +afzonderlyk gevecht uit: zy zwoeren, dat zy niets vuuriger verlangden, +dan hunne handen in het bloed van deeze schelmen te baden, daar zy de +voornaame bewerkers waren van de verwoesting van hunne bloeijende en +schoone verblyfplaats". De Jagers antwoordden hun; "dat zy niets anders +waren, dan een hoop roovers, tegen wien zy bereid waren te vechten, +al waren zy slechts half zoo talryk, indien zy hunne leelyke gezichten +durfden vertoonen; en dat zy hunne meesters verlaten hadden, alleen om +dat ze te lui waren om te werken". Na dit gesprek deeden zy elkander +allerleije schampere bejegeningen aan, door krygsgeschrei van eenen +byzonderen aart, door overwinnings liederen, en door het geluid van den +jagthoorn tot een teeken van uitdaging. Vervolgens begon wederom het +vuur van den kant der muitelingen, en duurde den geheelen nacht door, +maar afgebroken door hun geschreeuw, het welk door den weergalm van het +bosch herhaald wordende, zig met eene verdubbelde kragt liet hooren. + +De Colonel FOURGEOUD nam eindelyk deel in dit gesprek, en de Sergeant +FOWLER en ik dienden hem tot tolken. Wy moesten hard schreeuwen; maar +ik heb my nooit beter vermaakt. De Colonel beloofde aan de muitelingen +het leven, de vryheid, levens-middelen, en alles, wat zy mogten noodig +hebben. Zy antwoordden hem, hem luidkeels uitlachende, dat zy niets +van hem verwagtten; zy behandelden hem als een half uitgehongerden +Franschman, die uit zyn land gevlucht was: zy verzekerden hem, dat, +indien hy moeds genoeg had, om hun een bezoek te geven, zy hem geen +kwaad doen, maar goed onthaalen zouden: tot ons zeiden zy, dat zy +ons beklagenswaardiger oordeelden, dan hun zelven; dat wy blanke +slaven waren, die voor vier stuivers daags gehuurd wierden, om ons +te laten doodslaan, of om van honger te sterven; dat zy ons te veel +verachtten, om hun kruid op ons te verschieten; maar dat indien de +Planters, of hunne Opzichters, zig in de bosschen dorsten begeven, +'er geen enkele weder uit zoude komen; dat de verraderlyke Jagers een +gelyk lot te wagten hadden, en dat zy dien dag, of daags daar aan, 'er +een goed getal van zouden om hals brengen. Zy eindigden hun gesprek met +te verklaren, dat BONNY wel dra Opperhoofd der Volkplanting zyn zoude. + +Toen dit gesprek was afgeloopen, schoten zy hunne snaphanen af, waar op +een drievouwdig krygs-geschrei volgde. De Jagers beantwoordden hun het +zelve, en de muitelingen verdweenen by het opkomen van den dageraad. + +Wy waren uittermaten vermoeid. Onäangezien echter de langduurigheid van +het gevecht, hadden wy door het vuur van den vyand weinig manschappen +verloren: ik heb beloofd de reden daar van op te geven. Dit geheim +deedt zig ontwikkelen, toen de Heelmeesters, de wonden verbindende, +daar uit zeer weinig loode kogels haalden, maar een groot aantal +steentjes, knoopen van kleederen, en kleine stukjes zilver geld, die +niet veel leed deeden, en niets meer dan eene kwetsing van de huid +veroorzaakten. Wy merkten ook op, dat verscheiden der muitelingen, +die gedood waren, in plaats van vuursteenen, stukken van pot-scherven +hadden, waar mede zy niet veel konden uitrichten. Zie daar de reden, +waarom wy van deeze zaak zoo gelukkig afkwamen. Wy hadden niettemin +nog een groot getal soldaten, die gevaarlyk gewond waren, of zwaare +kneuzingen bekomen hadden. + +De vernuftigheid van deeze Negers, wanneer zy zig gerust in de bosschen +bevinden, is ongemeen groot. De geenen, tegen welken wy te stryden +hadden, beroemden zig, dat hun niets ontbrak, en wy vonden hen ten +minsten dik en vet. Door middel van strikken, die konstig gemaakt +waren, en de diepe moerassen, vangen zy wild en visch in overvloed, +welken zy in den rook laten droogen, om ze goed te houden. Hunne +velden zyn beplant met ryst, maniok, ignames, plantain-boomen, +enz. Het zout trekken zy uit de asch van palmboomen, zoo als de +Gentous in de Oost-Indiën doen, of zy gebruiken in plaats van dien +zeer dikwils roode peper. + +Op deeze zelfde plaats ontdekte men een klein vaatje vol met beste +boter, die by een ouden stam van een boom verborgen was. Onze Jagers +zeiden my, dat dezelve van gesmolten vet van palmboom-wormen gemaakt +was. Men konde ze gebruiken als de Europeesche boter, en ik vond +ze zelfs veel lekkerder. De Negers maken ook boter van pistaches, +waar uit zy de olyachtige zelfstandigheid uitperssen, en dikwils doen +zy die in hunne soepen. Zy hebben altyd palmboom-wyn in overvloed; +zy weten dien te bekomen door de insnyding van een vierkanten voet +in den nedergehouwen stam; vervolgens vangen zy het sap in een pot +op. Dit sap gaat schielyk door de hitte der zon aan het gisten, +en verschaft hun een aangenamen en koelen drank, die kragt genoeg +heeft om dronken te maken. De Latanus- of Pyn-boom verschaft hun de +noodige bouwstoffen voor hunne huizen. De Calabassen-boom bezorgt +hun drinkschalen. De zyde-plant en de mauricy bevatten draden, waar +van zy hunne hangmatten maken; en op de palmboomen groeit zelfs een +zoort van mutsen van een natuurlyk weefzel, gelyk ook bezems om te +vegen. De koorden van allerleije zoort van heestergewassen dienen +hun voor touwwerk. Om hout te hebben, behoeven zy het slechts te +hakken. Zy ontsteken vuur, door twee stukken hout, welken zy by-by +noemen, tegen elkander te wryven; terwyl zy daar van, als elastiek +zynde, zeer goede kurken maken. Van het vet en de oly, welken zy in +overvloed hebben, kunnen zy kaarssen maken of lampen branden; en de +wilde byen geven hun wasch, en uitmuntenden honig. + +Zy weigeren volstrekt, om kleederen te dragen, en verkiezen naakt te +loopen in eene luchtstreek, alwaar de hitte de ligtste kleeding tot +een last maakt. + +Zy zouden varkens en gevogelte kunnen aankweken, en jagt- of +wacht-honden leeren; maar zy vreezen, dat het geluid van deeze dieren, +en vooral het gekraay der haanen, het welk men van zeer wyd af in +het bosch kan hooren, de plaats van hun verblyf ontdekken mogten. + +Toen de muitelingen van deezen oord verjaagd of geslagen scheenen, +hieldt de Colonel FOURGEOUD zig bezig met den oogst in den omtrek te +vernielen. Ik ontfing bevel om met vier-en-twintig Zee-soldaten, en +twintig Jagers, een begin aan deeze verwoesting te maken. Dienvolgende +deed ik al de ryst, die in de opgemelde velden in overvloed groeide, +afmaaien. Ik ontdekte vervolgens een derde land, zuidwaarts van het +eerstgemelde gelegen, om het welk te verwoesten, ik insgelyks bevel +gaf; en ik gaf daar van bericht aan den Colonel FOURGEOUD, die my +toescheen uittermaten voldaan te zyn. Des namiddags wierd de Capitain +HAMEL met vyftig Zee-soldaten en dertig Neger-Jagers afgezonden, om de +plaatsen, agter het gehucht liggende, te onderzoeken, en, zoo mogelyk, +te ontdekken, hoe de muitelingen het maakten, om door een moeras heen +en weder te trekken, waar van de diepte ons onbekend was, en door het +welk wy hen niet konden vervolgen. Deeze Officier ontdekte eindelyk +een zoort van dryvende brug, die tusschen de heesters verborgen lag, +en van mauricy hout gemaakt was; maar zoodanig ingericht, dat 'er niet +meer dan één man te gelyk over gaan konde. Eenigen der muitelingen +zaten 'er schreijelings op, om de overtocht te beletten. Zoo dra zy +de afgezondene manschappen vernamen, schoten zy op hen: de Jagers +beantwoordden hun spoedig, en dooden één man van hun, die door zyne +makkers wierd weggevoerd. + +Des anderen daags morgens den 22sten, gaf onze Bevelhebber aan +een ander gedeelte manschappen, waar toe ik mede behoorde, last +om de brug over te trekken, en het te wagen, om op kondschap uit +gaan. Geen tegenstand van iemand ontmoet hebbende, trokken wy deeze +brug over, of liever, wy kropen over de dryvende boomen, waar van +dezelve gemaakt was; vervolgens bevonden wy ons op een veld van eene +langwerpige gedaante, met maniok en ignames beplant, in welks midden +een dertigtal huizen stonden, die op dit oogenblik verlaten zynde, +van eene oude verblyfplaats der muitelingen, Cosaay genaamd, waren +overgebleven. Om de plaatsen te beter te onderzoeken, verdeelden wy +ons op dit veld in drie krygshoopen: de eerste, om noordwaarts, de +tweede ten noordwesten, en de derde westwaarts heen te trekken. Hier +ontdekten wy, tot onze groote verwondering, dat de reden, waarom de +muitelingen, in den nacht van den 20sten, zoo geschreeuwd, gezongen +en geschoten hadden, niet alleen was, om den aftocht hunner vrienden +door het beletten van den overtocht te dekken, maar ook om door dit +geweldig en aanhoudend geraas voor te komen, dat wy niet bemerken +zouden, dat zy lieden, zoo mannen, vrouwen, als kinderen, grootendeels +bezig waren met warimbos of manden te maken, en die met de schoonste +ryst, cassave, en wortelen van ignames te vullen, om daar door by +hunne vlucht levens onderhoud te hebben. + +Dit was zekerlyk een verstandig gedrag in een wild volk, het welk wy +ons vermeeten om te verachten: het zelve zoude aan elken Europeaanschen +Bevelhebber tot eere gestrekt hebben, en de beschaafdste volken hebben +hen daar in misschien zeldzaam overtroffen. + + + +EEN-EN-TWINTIGSTE HOOFTSTUK. + +Wilde Porselyn.--Calebassen-boom.--Schermutzeling.--Tafereel +van broederlyke teederheid.--Het krygsvolk keert naar Barbacoeba +te rug.--Beschryving van de manier, waar op de legerplaats was +ingericht.--Een slaaf door den slang Orou-coukou gedood. + +De Colonel FOURGEOUD, zig op deeze wyze door eenen Neger getrotseerd +ziende, konde zyn spyt niet langer inhouden, en zwoer, dat hy BONNY +vervolgen zoude, al was het ook aan het einde van de weereld. Alle onze +krygs- en mondbehoeften intusschen waren verbruikt; en al was dit zoo +niet geweest, zoo zoude het zekerlyk eene ydele onderneming geweest +zyn den vyand te willen agterhalen. Onze Bevelhebber niettemin bleef +by dit onuitvoerlyk ontwerp; hy zondt derhalven eenige manschappen +naar Barbacoeba, onder bevel van den Capitain BOLTS, en bestaande +uit honderd Zee-soldaten, dertig Jagers en een goed getal slaven, met +last, om krygs- en mondbehoeften voor ééne week van dien wachtpost te +gaan halen. Te gelyker tyd deedt hy alleenlyk eene halve portie aan +het overgebleven krygsvolk uitdeelen, en hy zette de soldaten aan, +om dit gebrek aan noodig voedzel te vervullen, door het opzamelen +van ryst, duiven- of angola-boonen, en door het uit den grond halen +van maniok-wortel, welken zy, zoo goed zy konden, moesten gereed +maken. De Officiers wierden op dezelfde wyze behandeld. Het was in de +daad wonderlyk om te zien, dat een twintigtal van ons zig, even als +zoo veele Apothecars, bezig hielden met de ryst elk in een zoort van +vyzel te stampen, die door de muitelingen uit den stam van een boom, +het roode hart genaamd, was uitgehold, als zynde dit het eenige +middel, om dezelve van haare schel te zuiveren. Dusdanige arbeid +was echter zeer afmattend; het zweet liep ons langs het geheele lyf, +als of wy uit een bad kwamen; en op dit oogenblik, dat wy wel eenigen +versterkenden drank noodig hadden, hadden wy niets dan water. + +Wy hadden het geluk, om, onder andere plantgewassen, eene groote +meenigte wilde porselyn te vinden, die van de gewoone alleenlyk daar +in verschilt, dat zy digter aan den grond groeit, en dat derzelver +bladeren kleiner en van een donkerer groene kleur zyn. Men kan ze +gerust eeten, het zy als eene salade, het zy gestoofd; zy verschaft +een smakelyk en verkoelend voedzel; en ze is bovendien een uitmuntend +middel tegen de scheurbuik. + +Wy vonden ook een groot aantal Calebassen-boomen, waar van +de vrugten voor de inboorlingen des Lands van zeer groot nut +zyn. De Calebassen-boom groeit tot de hoogte van een gewoonen +appel-boom. Deszelfs bladeren zyn dik, en loopen puntig toe. De +gedaante en grootte van deszelfs vruchten is onëindig verschillende; +eenige zyn eirond, andere spits toeloopende, andere wederom rond, +en dikwils hebben zy tien of twaalf duimen in den omtrek. De +schil is hard, glad, en met eene schitterende huid overdekt, +die bruin wordt, wanneer de calebas droog is. Het vleesch is eene +mergachtige zelfstandigheid, welke men 'er met een krom mes kan +uitnemen. De calebassen dienen tot poejer-doozen, flessen, schaalen +en schotels. Zelden ging ik door de bosschen, zonder 'er een by my +te hebben. De Negers vercieren dezelve doorgaans, door op de bast +verscheiden misselyke streepen te snyden; zomtyds zelfs vullen zy de +groeven met kryt, het geen een zeer fraaije vertooning maakt. [3] + +De Jagers op kondschap zynde uitgegaan, kwamen in den namiddag van den +23sten te rug, berigtende, dat zy het gewas van een ander rystveld, +noord-oost-waarts gelegen, vernield hadden. De Colonel was met deeze +tyding zeer in zyn schik; maar toen ik hem tegen den avond zeide, dat +ik op eenigen afstand verscheiden gewapende Negers zag, die tot ons +naderden, verbleekte hy en riep uit, wy zyn 'er om koud! Oogenblikkelyk +gaf hy aan al het krygsvolk bevel, om de wapenen op te vatten. Na +verloop van eenige minuten, waren deeze Negers naby genoeg, om +onderscheiden te kunnen worden, en wy herkenden 'er veelen van, die in +hunne hangmatten gedragen wierden. De Colonel FOURGEOUD riep op nieuw +uit: "Wy zyn niet minder bedorven, schoon het de vyand niet is: het is +de Capitain BOLTS, die geslagen is geworden, en met zyne manschappen te +rug koomt". Hy sprak de zuivere waarheid. Deeze ongelukkige Officier, +zoo dra hy zyne gekwetsten in handen der Heelmeesters had overgeleverd, +gaf het volgende bericht: hy verklaarde, dat hy, gekomen zynde in het +rampzalig moeras, waar in de Capitain MEYLAND de nederlaag gekregen +had, door den vyand, die aan de overzyde post hieldt, was aangetast +geworden; dat dezelve, zonder zig met eenig Europeaan te bemoeien, +een verschrikkelyk bloedbad onder de Neger-Jagers gemaakt had; dat +één der Capitains van deeze dappere lieden, genaamd VALENTYN, op het +oogenblik, dat hy ter aanmoediging der soldaten den jagthoorn blies, +en op vyf verschillende plaatsen doodelyk gewond was, was om ver +geschoten. De Capitain AVANTAGE, broeder van VALENTYN, hem in dien +doodelyken toestand ziende, gaf blyken van de innerlykste teederheid +en van de aandoenlykste gevoeligheid. Hy ging naast zynen broeder +op de kniën leggen; hy bukte naar zyne wonden, om 'er het bloed uit +te zuigen; hy zwoer hem met eenen eed, dat hy zynen dood op hunne +vyanden wreeken zoude; en zeide eindelyk, dat hy wenschte, om, na +'er zelf het leven te hebben by ingeschoten, hem op een gelukkiger +plaats weer te zien. + +De Colonel FOURGEOUD erkende toen; dat de muitelingen hun woord +gehouden hadden met het dooden van de Jagers. De Capitain BOLTS +berigtte ook, dat eenigen van de eerstgemelden, na op zyn volk van +boven uit de palmboomen te hebben vuur gegeven, met de verbazendste +gezwindheid naar beneden kwamen, en vervolgens wegvloden, terwyl +de Jagers van kwaadheid schuimden, en van yver brandden, om hunne +vyanden dwars door de struiken heen te vervolgen. + +Onze Bevelhebber bemerkte toen de ongerymdheid van zyn ontwerp. Verre +van in staat te zyn, om 'er de uitvoering van te voltooijen, zouden +zyn krygsvolk en hy zelf gevaar geloopen hebben van geheel en al +vernield te worden. Hy had noch mond- noch krygsbehoeften in zyne +legerplaats gelaten, en bovendien was alle gemeenschap afgesneden; +hy was dus ernstig bedacht op middelen, om zynen aftocht te dekken. De +herhaalde murmureeringen van het krygsvolk drongen hem met ernst, om +die party te kiezen; en in de daad, zy waren verschrikkelyk afgemat, +door zig des daags te vermoeien, en des nachts aanhoudend te waken. Men +konde van onze soldaten zeggen: "dat zy in wilde woestenyen omzworven, +zonder aldaar eene enkele schuilplaats te vinden". + +Den 24sten, ontfing eene krygsbende van honderd veertig mannen, onder +bevel van twee Staf-Officiers, last, om het te velde staande gewas, +het welk zy in den omtrek van de oude verblyfplaats, Cosaay genaamd, +vinden mogten, geheel en al te vernielen: ik behoorde 'er mede toe. Wy +hadden dit werk spoedig verrigt, en vonden in het moeras eene meenigte +huisraad, als ketels, yzere potten en pannen. De muitelingen hadden die +goederen op eenige Plantagiën geroofd, en zy hadden die in 't water +geworpen, om ze aan ons te onttrekken, met oogmerk, ongetwyffeld, om +ze weder op te visschen, wanneer wy Gado Saby verlaten zouden hebben. + +Onze manschappen kwamen in den namiddag te rug, en wy braken +oogenblikkelyk het leger op, om onzen aftocht naar Barbacoeba te +beginnen. De Colonel FOURGEOUD gaf in dit oogenblik een blyk van +een zeer verkeerd overleg, waar aan zommige lieden zelfs eene veel +hardere benaming gaven. Des avonds, toen wy in het moeras kwamen, +het welk een akelig voorkomen had, nam hy een ledige kist, leide +'er een hangmat in, en droeg dezelve als een schild voor het lyf, +zyne soldaten toeroepende: Red u, zoo goed gy kunt! Op dit gezegde +stondt een Waal, genaamd MATTOW, stil, en zeide tot hem: "Myn Colonel, +'er zyn 'er onder ons niet veelen, die uw voorbeeld kunnen, en, +zoo ik denk, nog minder willen volgen. Laat uw schild daar, en maak +uwe soldaten niet bevreesd. Een dapper man maakt van andere schilden +gebruik. Volg dus MATTOW, en vrees voor niets". Deeze onverschrokken +krygsman ontblootte dadelyk zyne borst, en met de bajonnet voor uit, +beklom hy het eerst den oever aan de overzyde. Dit voorbeeld wierd +gevolgd, en wy kwamen zonder hinder het moeras door. De kloekmoedige +daad van deezen soldaat wierd vervolgens met den rang van Sergeant +beloond. Ik moet hier opmerken, dat de Waalen, die wy onder ons hadden, +eene groote dapperheid betoonden, en in alle opzigten uitmuntende +soldaten waren. Des avonds sloegen wy ons neder op dezelfde plaats, +alwaar wy den nacht voor den slag hadden doorgebragt: het was aller +akeligst weder, en er viel een zwaare stortregen. + +Den 25sten, des morgens zeer vroeg, zetten wy onzen tocht voort, maar +ten minsten was de weg, dien wy voor ons hadden, gebaand. Des anderen +daags tegen den avond, bereikten wy Barbacoeba, de plaats van onze +algemeene byëenkomst, en wy bevonden ons in den elendigsten staat. Al +het volk was door vermoeienis ten eenemaal uitgeput; eenige soldaten +waren byna uitgehongerd, en anderen zeer gevaarlyk gewond. De arme +slaven wierden allen gebruikt om de zieken of verminkten in hunne +hangmatten te dragen, terwyl zy zelven naauwlyks in staat waren te +gaan.--Op deeze wyze liep het met het innemen van Gado Saby af. Met +dit al, schoon wy op deezen tocht, noch gevangenen, noch buit maakten, +deeden wy niettemin aan de Volkplanting eenen wezentlyken dienst, +door deeze schuilplaats der muitelingen te vernielen, die, gelyk ik +reeds gezegd heb, eenmaal uit eene bezitting verdreven zynde, nooit +aldaar wederom kwamen. Ik zoude 'er zelfs kunnen byvoegen, dat onze +overwinning byna beslissend was: want indien men het afloopen van +eenige Plantagiën uitzondert, het geen de muitelingen alleenlyk door +een geest van wraakzucht deeden, en om voor het oogenblik onderhoud +te vinden, waren zy zoodanig in verwarring gebragt, en door eenen +zoo zwaaren schrik bevangen, dat van dien tyd af hunne verwoestingen +zekerlyk minder meenigvuldig waren, en dat zy zeer kort daar op zig +zoo diep in de bosschen begaven, dat het hun onmogelyk was groote +plonderingen aan te rechten, noch ook de slaven der Plantagiën te +verleiden. + +Om de bekwaamheid der Negers in hunne krygs-bedryven des te beter te +doen kennen, voege ik hier nevens eene afteekening van hunne bezitting +Gado Saby, als mede van onze verschillende standen, na dat wy onze +legerplaats aan de oevers van de Cottica verlaten hadden. + +De getallen 1, 2 en 3, geven de algemeene verzamelplaats te Barbacoeba +te kennen, als mede de legeringen in de twee nachten, die op ons +vertrek van deezen post gevolgd zyn. + +Nº. 4, beteekent de plaats, alwaar wy in den nacht van den 17den, +het schieten en schreeuwen der muitelingen hoorden. + +Nº. 5, de plaats, alwaar de Neger-Jagers zig by ons voegden. + +Nº. 6, de plaats, alwaar wy gelegerd lagen, des nachts voor dat het +gevecht voorviel. + +Nº. 7, den oever van het moeras, van den kant, alwaar de manschappen +van den Capitain MEYLAND hunne nederlaag ontmoetten. + +Nº. 8, den voorpost der muitelingen, van waar de eerste +snaphaan-schoten voortkwamen. + +Nº. 9, de vlakte, met ryst en Indisch koorn bezaaid, welke wy zonder +tegenkanting bezetten. + +Nº. 10, de doortogt of engte, alwaar het vuur begon. + +Nº. 11, de schoone vlakte, met ryst bezaait, alwaar het gevecht meer +dan veertig minuuten duurde. + +Nº. 12, het gehucht Gado Saby, in brand, en op eenigen afstand te zien. + +Nº. 13, de plaats, van waar de muitelingen op ons leger schooten, +en in den nacht van den 20sten met ons spraken. + +Nº. 14, de oude verblyfplaats van Cosaay, met de dryvende brug, +waar door de aftocht der muitelingen begunstigd wierd. + +Nº. 15, de velden, met maniok, ignames en bananen beplant, welke op +verschillende tyden verwoest wierden. + +Nº. 16, het ryst-veld, door Capitain STEDMAN ontdekt en verwoest. + +Nº. 17, het gewas, het welk den 23sten door de Jagers vernield wierd. + +Nº. 18, het moeras, waar door de verblyfplaats omringd wierd. + +Nº. 19, de modderpoel, of na by gelegen biry-biry. + +Nº. 20, het bosch. + +Na vooraf de manier beschreven te hebben, op welke wy onze hutten +bouwden, zal ik hier eene kleine afteekening byvoegen van de wyze, +op welke wy die hutten geduurende onze legeringen in de bosschen +van Guiana plaatsten. Onze legerplaatsen waren doorgaans van +eene driehoekige gedaante, als zynde, in geval van overrompeling, +veel zekerder en gemakkelyker tot verdediging van onze krygs- en +mondbehoeften; maar de gesteldheid van den grond gedoogde dit altyd +niet, en dan was onze legerplaats vierkant, langwerpig, of van eene +ronde gedaante, enz. Op de afteekening zelve beteekent, + +Nº. 1, de hut of het priëel van den Colonel FOURGEOUD, of van den +bevelhebbenden Officier, welke altyd in het midden stondt, en waar +voor een schildwagt geplaatst was. + +Nº. 2, de hutten van alle de verdere Officiers, makende een kleinen +driehoek, en die van den Opper-bevelhebber omringende. + +Nº. 3, de buitenste hoeken van den driehoek, die door middel van de +hutten der soldaten in drie afdeelingen verdeeld wierden, namelyk, de +hoofdbende, de voor-hoede en de agter-hoede, benevens de schildwagten, +die op een bekwamen afstand geplaatst wierden. + +Nº. 4, de kisten tot berging der krygs- en mond-behoeften, als mede +der geneesmiddelen, waar by een schildwagt stondt. + +Nº. 5, de vuuren, agter elke afgezonderde hoop krygsvolk geplaatst, +om het eeten gereed te maken, en rondom welken de slaven op den +grond lagen. + +Nº. 6, een hoop afgehakte Latanus-boomen, om hutten of priëelen +te maken. + +Nº. 7, eene kleine beek of kreek, die aan het krygsvolk water +verschafte. + +Nº. 8, het naby gelegen bosch. + +Ik keere tans tot myn verhaal te rug, en moet aanmerken, dat +de wachtpost van Barbacoeba, verre van in staat te zyn, om ons +levensmiddelen toe te zenden, zoo als onze Bevelhebber zig verbeeld +had, naauwlyks een gering onderhoud aan ons aankomend krygsvolk, +het welk uitgehongerd was, verschaffen konde. Verscheiden dagen lang +leefden zy alleenlyk van ryst, ignames, erweten, Turksch graan, +en wierden vervolgens byna allen door een geweldigen rooden loop +aangetast. Schoon dit zoort van voedzel voor de Indianen en Negers +krachtig genoeg is, is het niet geschikt voor de Europeanen, die +niet lang zonder vleesch leven kunnen: en dit laatste was tans zoo +zeldzaam te bekomen, dat zelfs de Joodsche soldaten, die zig onder +het krygsvolk der Sociëteit bevonden, al het gezouten varkens-vleesch, +het welk zy maar bekomen konden, opslokten. + +Ik behoorde niettemin by aanhoudenheid onder het klein getal der +geenen, die gezond waren: dit was byna een wonder; want ik had geen +beter voedzel, dan een ander, dewyl ik mynen byzonderen voorraad op de +Plantagie Mocha had agtergelaten. Ik hoopte op dit oogenblik verlof +te zullen bekomen, om dezelve in persoon te gaan halen, en die hoop +verkwikte my; maar de Colonel FOURGEOUD hielp my spoedig uit den droom, +en verklaarde my, dat hy my geen oogenblik van het doen van den dienst +ontslaan zoude, zoo lang ik op myne voeten staan konde: ik moest dus +eene gelegenheid afwagten, om ze te laten komen. Ik deelde te gelyker +tyd het middelmatig rantsoen van een soldaat met mynen Neger; nu en +dan wierdt het vermeerderd met kool, of palmboom-wormen, of ook wel +met eenige visch. + +Wat de ongelukkige slaven betrof, zy waren zoodanig uitgehongerd, dat +zy, een aap van het geslacht der coaitas gedood hebbende, denzelven +met huid, hair en ingewanden kookten. Vervolgens haalden zy hem uit de +ketel, half gaar zynde: om hem rond te deelen, scheurden ze hem met de +tanden van één, en slokten hem eindelyk met zoo veel gretigheid in, +als of zy menscheneeters waren. Zy boden 'er my geen brok van aan; +maar, hoe groot ook myn honger was, myn maag had geen trek naar +zulk wildbraad. + +Ik wierd veel geholpen door myn sterk gestel, door eene zeer +goede gezondheid, en door mynen vrolyken inborst, zonder het welk +ik onder den last der elende en vermoeienis bezweken zoude zyn, +daar dezelve toen zoo ondraaglyk geworden waren, dat de Jagers op +nieuw onze legerplaats verlieten. Hun leidsman, WINSACK genaamd, +één der yverigste en moedigste lieden, die immer de bosschen van +Guiana waren ingetrokken, leide zynen post neder, zoo als MONGOL, +geduurende den eersten veldtocht van den Colonel FOURRGEOUD aan de +Wana-Kreek gedaan had. + +In 't begin van September, maakte de roode loop zulke verwoestingen +onder het volk, dat de Colonel zig genoodzaakt zag, om alle de zieke +Officiers en soldaten zonder onderscheid weg te zenden, niet om zig +in het groot Hospitaal te Paramaribo te laten geneezen, maar om aan +de oevers der Rivieren te kwynen en te sterven. Het volk van zyne +krygsbende begaf zig naar Maagdenberg aan de Tempaty-Kreek, en dat +der Sociëteit naar Vrydenberg, aan de Cottica. + +De onmenschelykheid van den Colonel FOURGEOUD, omtrent zyne Officiers, +was tans tot die hoogte geklommen, dat hy zelfs niet gedogen wilde, +dat zy, die in eenen hopeloozen toestand waren, een soldaat tot +oppasser hadden, welken prys zy ook bereid waren 'er voor te +betalen. Ik heb 'er verscheiden in hunne hangmatten, die tusschen +twee boomen opgehangen waren, zien leggen, in een staat van walgelyke +vuiligheid, by gebrek van hulp. Onder dit getal behoorde de Vaandrig +STROWS, wien de Bevelhebber vervolgens in een open vaartuig naar +Devil's Harwar liet overvoeren, alwaar hy stierf. De Colonel wierd +eindelyk zelf door deeze wreede ziekte aangetast, en zyn geliefde +geneesdrank hielp hem niet met al. Echter herstelde hy schielyk, door +eene groote hoeveelheid rooden wyn te drinken, en veel speceryen te +eeten, waar aan hy zelden gebrek had. De Colonel SEYBOURG gebruikte +ook het eerstgemelde van deeze behoedmiddelen; maar dewyl hy 'er +te veel op eenmaal van nam, verloor hy 'er dikwils het gebruik van +zyn verstand door. In zulk eene gesteldheid, en in een legerplaats, +die zulk een rampzalig voorkomen had, wagte onze Colonel echter eene +bezending af van den Raad van Paramaribo, die gelast was hem met zyne +overwinning geluk te wenschen. Dienvolgende had hy eene cierlyke hut +doen bouwen, en last gegeven om hem schapen en varkens te bezorgen, +waar op hy de afgezondenen onthaalen zoude;--maar 'er kwam niemand. + +Den 9den, slagtte men dit vee; en voor de eerste keer, zedert dat hy +het bevel voerde, liet de Colonel onder het volk een pond vleesch, +de beenen daar onder begrepen, voor ieder man, uitdeelen; maar het +getal der soldaten, die van deeze edelmoedigheid gebruik konden maken, +was in dit oogenblik zeer gering. + +Des anderen daags zagen wy eene versterking van honderd mannen, die +van Maagdenberg aan de Commewyne kwamen, aankomen; en de wachtpost van +Vrydenberg zondt ons byna een gelyk getal van Sociëteit's krygsvolk. De +laatstgemelden bevestigden ons de tyding van het overlyden van den +Vaandrig STROWS, en berigtten ons die van een groot aantal gemeene +soldaaten, die by het innemen van Gado-Saby waren tegenwoordig geweest, +en, terwyl men hen naar Barbacoeba vervoerde, in de vaartuigen zelve +stierven. + +Men ontfing te gelyker tyd berigt, dat de muitelingen, welken wy +verslagen hadden, de Cottica boven de Patamaca-Kreek overtrokken, +om hunne verwoestingen aan den westkant oogenblikkelyk uit te +oeffenen. Dadelyk wierden te water vyftig mannen afgezonden onder +bevel van eenen Capitain, om de oevers by de Pinnenburg-Kreek te +gaan onderzoeken. Dit volk kwam den 8sten te rug, en bevestigde +deeze tyding. Onze onvermoeide Bevelhebber besloot derhalven, om de +muitelingen op nieuw te vervolgen; maar de slaven, die onze krygs- en +mond-behoeften droegen, niet meer dan het vel over de beenen hebbende, +waren naar hunne meesters te rug gezonden, die in hunne plaats anderen +moesten zenden, maar die nog niet waren aangekomen. + +Den 9den, verkogt men de nagelatene goederen van den Vaandrig +STROWS aan de meestbiedenden om op tyd te betaalen. De ongelukkige +soldaten, zig beyverende, om zig eenige ververschingen en kleederen +te bezorgen, betaalden zevenmaal de waardy van het geen zy kogten; +en deeze schandelyke schuld wierd van hun geld ingehouden. Ik heb 'er +één vyf Engelsche schellingen zien geven voor een pond snuif-tabak, +die geen tiende gedeelte van dien prys waardig was. De zelfde +persoon betaalde voor slechte schoenen het dubbeld van derzelver +echte waarde. Een paar magere kuikens kostten een guinie voor een +zieken. Deeze ongelukkigen wierden op die wyze geheel en al beroofd +van hunne weinige overgegaarde penningen, waar voor zy hun bloed en +arbeid hadden veil gehad, terwyl men hunnen dringenden nood had kunnen +voorkomen, alleenlyk door hun te geven het geen men hun verschuldigd +was. Een zee-soldaat zwoer toen in de drift van zyne misnoegdheid, +dat hy den Colonel FOURGEOUD zekerlyk zoude van kant helpen, wanneer +hy 'er de gelegenheid toe vinden mogt. Een getuige hoorde dit, maar +ik haalde hem over, na dat de schuldige berouw over zyne uitdrukking +betoond had, om geene verklaring tegen denzelven te geven: dus redde +ik zyn leven, het welk hy anders door de koord verloren zoude hebben. + +Alle menschen zyn by geluk zoo verregaande ongevoelig niet, als onze +Colonel, want dien zelfden dag zondt de braave Mevrouw GODEFROY een +vaartuig, waar in een vette os, oranje-appelen en bananen voor de +arme soldaten geladen waren, en die vervolgens onder hen verdeeld +wierden. Des avonds van dien dag, ontfing ik een weinig voorraad, en +eenige flessen Porto-wyn, welken JOANNA my toezondt. Zy had eene veel +grootere hoeveelheid afgezonden, maar dezelve was gedeeltelyk gestolen, +en gedeeltelyk bedorven. Dit maal gaf ik niets aan den Colonel. + +Wanneer ik van voorraad, in een dergelyk geval ontfangen, spreek, +bedoel ik suiker, thee, koffy, Bostonsche bischuit, een kaas, rhum, +een ham, of eenig gezouten vleesch, alles in eene kleine hoeveelheid, +want één slaaf kon de in de bosschen geen zwaarder vracht dragen, en +het was ons niet geöorloofd 'er twee te gebruiken. Onder de behoeften +telde men ook hembden, koussen schoenen; maar deeze twee laatstgemelde +artikelen waren voor my van geen nut, zedert dat ik de gewoonte had +aangenomen om blootsvoets te gaan. Reeds zedert twee jaaren had ik my +hier aan gewend: ik bevond 'er my wonder wel by, en wenschte 'er my zei +ven geluk mede, vooral wanneer ik zag, hoe myne ongelukkige medgezellen +de beenen en voeten met scheuren en zweeren als bedekt hadden. + +Den 12den, toen de nieuwe slaven waren aangekomen, maakte men zig +gereed, om de muitelingen des anderen daags te vervolgen, onzen weg +nemende naar den wachtpost, Jerusalem genaamd, waar van ik gesproken +heb, ter gelegenheid, dat ik by den rampzaligen tocht naar het bovenste +gedeelte van de Cottica het bevel voerde. Den 13den, zondt men de +krygsbehoeften en legergoederen te water derwaart, onder geleide +van de zieke Officiers en soldaten. Wy braken dus de legerplaats +op, en verlieten Barbacoeba, om weder de bosschen te doorkruissen, +nemende geduurende den geheelen eersten dag onzen weg ten zuiden +en zuid-oosten; wy bragten den nacht door aan de overzyde van de +Cassipory-Kreek, alwaar wy ons ter nedersloegen. + +De ongelukkige slaven ondervonden op deezen tocht eene wreede +mishandeling. Half uitgehongerd, waren zy niet alleen met pakken +overladen, maar een ieder, wien het hoofd niet wel stondt, veroorloofde +zig bovendien straffeloos om hen te slaan. Ik zag by voorbeeld des +Colonels gunsteling, den Neger GOUSARY, 'er één tegen den grond +smyten, om dat hy zyn pak niet schielyk genoeg opnam; de Colonel +deedt vervolgens van gelyken, om dat hy het te schielyk opnam: de +ongelukkige slaaf, niet wetende wat te doen, riep op een beklaaglyken +toon uit, ô Massera Jesus Christus, en toen kwam 'er een geestdryver, +die hem op nieuw tegen den grond smeet, om dat hy eenen naam, welks +heiligheid hy zoo weinig kende, had durven ontheiligen. + +Op den tocht van deezen dag, ontmoetten wy een groote troep wilde +varkens. De soldaten doodden 'er verscheiden met sabel-houwen en +bajonnet-steken, maar op geene andere wyze, want de Colonel had +verboden een enkel schot met den snaphaan te doen. Men slagte dezelven; +en het vleesch, het welk op het oogenblik wierd rond gedeeld, was by +allen zeer welkoom. Ik kan niet nalaten nog op te merken, als iets dat +zeer merkwaardig is, dat indien de eerste van deeze dieren, welke voor +uit loopt, deezen of geenen weg inslaat, de anderen hem blindelings +volgen, hopende even als hy het gevaar te zullen ontsnappen; het geen +hun integendeel dikwils in handen van hunne vyanden doet vallen. + +Den 14den, trokken wy naar het zuid-westen tot op den middag, wanneer +wy te Jerusalem aankwamen, alwaar de voorhoede zig reeds zedert een uur +bevondt. Wy waren geheel en al met slyk bemorst. Verscheiden soldaten +vielen over wortels van boomen, of groote steenen, het geen hun zelfs +breuken veroorzaakte. Tot myne groote verwondering, vonden wy hier +dien zelfden WINSACK, van wien ik hier boven gesproken heb, en die +aan het hoofd van honderd andere Jagers was. Hy had hooren zeggen, +dat de muitelingen de Rivier Cottica aan derzelver bovenste gedeelte +waren overgetrokken, en de Gouverneur had hem aangezogt, om het bevel +weder op zig te nemen; dienvolgende boodt hy aan den Colonel FOURGEOUD +op nieuw zynen dienst aan, die zeer wel deedt met zulks aan te nemen. + +Onze legerplaats was byna geheel en al ter neder geslagen op een +stuk land, dat met langwerpige en steekende planten bedekt was. Een +der slaven wierd ongelukkiglyk in zyn voet gestoken door een kleine +slang, die in Surinamen den naam van Oroucoukou [4] draagt, uit +hoofde van deszelfs kleur, naar die van een nachtuil gelykende. In +minder dan één minuut begon het been van deezen man op te zwellen; +vervolgens gevoelde hy vreesselyke pynen, en verviel kort daarop in +stuiptrekkingen. Een van zyne medgezellen, den slang gedood hebbende, +liet de gal van dit dier, gemengd in een half glas brandewyn, het +welk ik hem gaf, door den gewonden inneemen. Toen (misschien was het +loutere inbeelding) scheen hy een weinig verligting te gevoelen: +maar het toeval kwam met een ongemeen geweld schielyk wederom, en +de ongelukkige wierdt dadelyk naar de Plantagie van zynen meester +gezonden, alwaar hy stierf. Ik heb dik wils hooren zeggen, dat de gal +van een slang, uitwendig op de beet gelegd, in dit geval van zeer +kragtige uitwerking is. Men kan zelfs in the Great Magazine van de +maand April 1758, een brief lezen, gedagteekend den 24sten Maart, +en geteekend J. H., waar in de Schryver op eene leerstellige wyze +de manier behandelt, op welke dit geneesmiddel behoort te worden +toegediend. Maar ik laat voor lieden van de kunst over, om in deeze +byzonderheden te treden, en ik zal my vergenoegen met in 't algemeen +op te merken, dat hoe kleiner de slang is, ten minsten in Guiana, +hoe doodelyker het vergift is. En dit is het, 't geen THOMPSON met +zoo veel juistheid en kragt van woorden schetst. + +"Maar de wreedste, schoon de kleinste van allen, is steeds die +dienaar van den dood, welke, zig in de schaduw verborgen houdende, +zyn ongelukkig slachtöffer bespiedt, en het zelve een fyn vergift +mededeelt, het welk langen tyd in zyne aderen gekookt, met eene +gezwindheid, als die der blixemstraalen, zynen levensloop stuit". + +In deeze zelfde Savane, doodde één der Jagers nog een ander dier +van dit zelfde geslacht, genaamd de Zweepslang, om dat hy naar een +zweep gelykt. Naauwlyks dikker zynde dan een zwaanen-schacht, heeft +hy de lengte van vyf voeten. Zyn buik is van eene witte, en zyn rug +van eene lood-kleur: ik weet de gevolgen van zyne steeken niet. De +Negers hebben my gezegd, maar ik heb het niet gezien, dat hy met zyn +staart een zeer harden slag kan geven. + +Ik moet niet met stilzwygen voorbygaan, een halfslachtig dier, +het welk de Negers ook dien zelfden avond doodden, en door hen +Cabiai [5] genoemd word. Het is een zoort van water-varken, van de +zelfde gedaante, als het land-dier van dien naam. Hy is met gryze +borstels bedekt, en met zeer scherpe tanden gewapend: hy heeft geen +staart. Elk van zyne pooten heeft drie klaauwen, met een vlies, even +als de eendvogels. Men beweert, dat dit dier alleenlyk des nachts +aan den oever koomt, en dat hy zig aldaar met allerleije kruiden en +plantgewassen voedt. Zyn vleesch is, zoo men zegt, goed om te eeten, +maar ik heb het niet geproeft. + +Den 16den, zondt de Colonel FOURGEOUD twee aanzienlyke gedeelten zyner +krygsbende af, om op kondschap uit te gaan. Het eerste bestond uit +honderd mannen, waar over de Lieutenant Colonel DE BORNES het bevel +voerde; hetzelve had in last, om zig van den kant van de Wana-Kreek +naar het bovenste gedeelte der Cormoetibo-Kreek te begeven. Het +tweede bedroeg een gelyk getal, onder bevel van den Colonel SEYBOURG; +het zelve kreeg bevel, om naar de Pinnenburg-Kreek, aan het bovenste +gedeelte van de Cottica, heen te trekken. Het laatstgemelde volk kwam +omtrent te middernacht te rug, met twee kano's, welken zy, aan de +andere zyde der Rivier, een weinig beneden de Claas-Kreek, gevonden +hadden op 't land gehaald te zyn. Hun bericht overtuigde ons van den +aantocht der muitelingen, die hunne ledige kano's alleenlyk hadden doen +afzakken, om dezelven, met buit beladen, te rug te zenden. Ingevolge +van dit bericht, maakte men dadelyk de noodige toebereidzels, om hen +met ernst te vervolgen. Onze oude Bevelhebber betoonde nimmer meerder +moed, dan in dit oogenblik. Hy zwoer zig over alle de muitelingen, +het koste wat het wilde, te zullen wreeken.--Maar men zal, in het +volgende Hooftstuk, zien, of de bekwaamheid van onzen Generaal met +die van BONNY gelyk stondt. + + + +TWEE-EN-TWINTIGSTE HOOFTSTUK. + +Byzonder zoort van Mieren.--Acajou-nooten.--Eta-appel.--Alarm aan +de Peréca.--Hinderlaag.--Vreemde uitwerking, door eene Vledermuis +veröorzaakt.--De Opposfum.--De Agouti en de Paca.--De Dadel-boom.--Het +krygsvolk keert naar de Cormoetibo-kreek te rug. + +Den 19den September 1775, een oogenblik voor het opgaan der zon, +begaf zig de Colonel SEYBOURG, aan het hoofd van honderd Zee-soldaten +en veertig Jagers, in aantocht. Deeze Officier deedt my de eer aan, +zyne keuze op my te laten vallen, om hem te vergezellen; en hy was, +geheel anders dan voor deezen, zeer bescheiden omtrent my, zonder +dat ik de reden van die verandering bevroeden konde. + +Na de Cormoetibo-Kreek te zyn overgetrokken, gingen wy zuidwestwaarts +ten zuiden, tot aan de Cottica, aan welker oevers wy ons ter neder +sloegen. Den eersten dag van onzen tocht zagen wy niets merkwaardigs, +dan een groot aantal mieren van ten minsten een duim lengte, en +volmaakt zwart. De insecten van dit zoort ontbladeren een boom in zeer +korten tyd; zy snyden dezelven in kleine stukjens ter groote van een +zes stuivers stuk, om ze onder den grond met zig te voeren. Het was +alleräangenaamst dit mierenleger te zien, elk met een stuk van een +groen blad, onöphoudelyk den zelfden weg volgende. Men is zoodanig +genegen het wonderbaarlyke te gelooven, dat zommige lieden beweerd +hebben, als of deeze vernieling ten voordeele van eenen blinden +slang geschiede. Dit is 'er van de zaak, dat deeze bladen tot voedzel +dienen voor de jongen der mieren, die nog geen kragt genoeg bezitten +om zich zelven voedzel te bezorgen, en die zomtyds zes voeten diep +in den grond woonen. Mejuffrouw DE MERIAN zegt, dat zommigen van +deeze insecten zig tot een keten vormen van den eenen tak tot den +anderen; en dat de geheele troep vervolgens daar over als over een +brug gaat. Zy beweert ook, dat deeze troep eenmaal 's jaars van huis +tot huis gaat, en aldaar al het ongedierte doodt, het welk zy vinden: +maar ik ben verpligt te erkennen, dat ik op de plaatsen zelve geene +van die omstandigheden vernomen heb: dit alleen kan ik verzekeren, +dat het steken van dit zoort van mieren byna even pynlyk is, als van +de vuur-mier, welke ik reeds beschreven heb. + +Des anderen daags trokken wy langs de oevers van de Cottica, tot dat +wy in den omtrek van de Claas-Kreek waren, (dezelfde, die ik, met +myn sabel tusschen myne tanden, had overgezwommen,) alwaar wy onze +hangmatten ophingen. Men zondt my vervolgens met eenige jagers af, om +aan den mond van de Wana-Kreek tot aan den nacht in eene hinderlaag +te gaan leggen. Ik ontdekte hier niets anders, dan dat deeze zelfde +Jagers, even als de muitelingen, geloofden, dat hunne tooverbanden of +obias hen onkwetsbaar maakten. Zy zeiden my, dat de laatstgemelden +dezelven van hunne Priesters ontfingen; en dat zy zelven die kogten +van GRAMAN-QUACY, een zeer beruchten en doorslepen ouden Neger, van +wien ik op een geschikter plaats in het byzonder spreken zal.--Wanneer +ik hun vroeg, "waar het by toekwam, dat 'er iemand van hun, of van +hunne onkwetsbaare tegenpartyen gedood wierdt"? antwoordden zy my: +"Dit gebeurt, om dat zy even als gy, Masera, op hunnen tooverband, +of obia, geen vertrouwen stellen".--Deeze trek van bekwaamheid +van QUACY bragt nogtans het goed gevolg te weeg, dat hy van zyne +landgenooten zulke onvertzaagde soldaten maakte, dat ik dikwerf over +hunne ongemeene dapperheid verbaasd stond, en deeze bedriegerye, +behalven dat ze veel aanzien en eerbied verwekte, bezorgde aan haaren +uitvinder een gemakkelyk leven, het welk in eenen Surinaamschen Neger +niet zeer gemeen is. + +Ik zag, aan den mond van deeze Kreek, eene groote meenigte +Acajou-nooten op het water dryven. By de beschryving, daar van +door my reeds gegeven, moet ik nog voegen, dat de noot van deezen +naam zig aan eene groote peer vormt, en dat deeze aan een boom +groeit van middelmatige grootte, die een gryze schors, en dikke en +breede bladen heeft. Men kan deeze uitmuntende nooten door alle de +werelddeelen vervoeren; want zy blyven eenen zeer langen tyd goed: +zommige Schryvers noemen dezelven anacardium occidental. Uit den +boom druipt eene doorschynende gom, die, in water ontbonden zynde, +de dikte van vogellym heeft. + +Ter deezer zelfde plaats proefde ik ook den Eta-appel, waar van de +Negers ongemeen veel houden. De boom, die denzelven voortbrengt, +is een zoort van palmboom met breede bladeren, maar minder dik, +dan de Mauricy, of den berg-palmboom. Deszelfs vruchten zyn rond, +en groeien aan groote risten of bossen, even als de druiven-trossen: +binnen in eiken appel zit een harde noot, die een pit in zig bevat, +en met een oranje-kleurig vleesch, ter dikte van een halve duim, +en van een alleraangenaamste zuure smaak, omgeven is. Men zamelt +deeze nooten zeldzaam op; men wagt, dat de appelen ryp afvallen. De +Indianen laten dezelven in water uitweeken, en maken 'er op die wyze +een lekkeren en gezonden drank van. + +De Colonel FOURGEOUD zondt ons te water een bode, die den 21sten +aankwam, met bericht, dat het alarm-geschut [6] zig van den kant +van de Peréca had laten hooren. Wy trokken dadelyk de Cottica over, +op welkers westelyken oever de Jagers en eenige zee-soldaten last +hadden, in eene hinderlaag te gaan leggen, in de hoop van den te rug +tocht der muitelingen af te snyden, wanneer zy deeze Rivier weder +met hunnen buit zouden over trekken. Den zelfden namiddag wierdt +'er een Neger van de muitelingen gezien, een groene mand dragende, +die de reuk van den tabak geroken hebbende, eensklaps stil stondt, +en den zelfden weg te rug keerde. Een Jager en ik schoten dadelyk +op hem; wy raakten hem niet, maar zyn mand viel. Wy vonden daar in +een dozyn fraaije servetten, een opgetoomden hoed met een goude lis, +en twee rokken van kostelyke chits. Ik nam de laatstgemelden, en liet +het overige aan mynen medgezel. + +Op de tyding van het gevaar, het welk de Plantagiën aan de Peréca +liepen, trokken de Neger-Jagers met een ongemeenen yver voor uit; +en eenige oogenblikken na hun vertrek, verzogt ik aan den Colonel +SEYBOURG verlof, om hen te volgen. Deeze Officier gevraagd hebbende, +wie lust had mede te trekken, boodt zig een groot getal aan; maar hy +koos 'er alleenlyk vier uit, en ik was onder dezelven. Dwars door +struiken en doornen, die als netten in malkander zaten, en die my +de voeten op eene verschrikkelyke manier van één scheurden, gegaan +zynde, haalde ik de afgezondene manschappen in, op den afstand van +een myl van de legerplaats. Kort daar op ontdekten wy dertien geheel +nieuw opgeslagene hutten, en wy gisten, dat de muitelingen kortlings +deeze plaats waren doorgetrokken. Dienvolgende zond ik aan den Colonel +SEYBOURG daar van berigt, en verzogt voor de Jagers en voor my bevel, +om onverwyld naar de Peréca te trekken; maar zyn antwoord bragt +stellig mede, om ons oogenblikkelyk by hem te vervoegen. Wy keerden +derhalven langs onzen voorigen weg te rug; het geen ons tot groot +hartzeer verstrekte; de Neger-soldaten waren vooral zeer misnoegd, +en maakten duizend onaangenaame aanmerkingen. + +By onze aankomst op de legerplaats, vonden wy aldaar eene versterking, +van den post van Jerusalem komende. Dezelve bestondt uit zestig mannen, +zoo zwarten, als blanken, en bragt ons stelligen last mede, om het +leger op te breken, en des anderen daags morgens naar de Peréca te +trekken. Den geheelen nacht bevondt zig eene goede meenigte volks +in hinderlagen. + +Den volgenden dag was ieder voor het opkomen der zon gereed, en echter +verlieten wy onze legerplaats zeer laat. Geduurende dit onbegrypelyk +verwyl vernamen wy, dat men een kano, waar in alleenlyk één Neger was, +de Rivier had zien oversteken. Het was waarschynlyk die arme schelm, +op wien ik des avonds te vooren geschoten had. + +Ik kan niet nalaten alhier eene zeer zonderlinge omstandigheid te +verhaalen. Des morgens ten vier uuren ontwakende, was ik uittermaten +verschrikt, toen ik my in gestolt bloed vond liggen, hoe zeer geene +de minste pyn gevoelende. Ik stond oogenblikkelyk op, en liep met een +toorts in de hand naar den Heelmeester toe; dit bloed, deeze toorts, +myne bleeke kleur, myn afgesneden hair, myne ontramponeerde kleeding, +konden in hem deeze vraag doen opryzen: "zyt gy een levendig schepzel, +of een spook, uit het graf opgerezen? Is het zuivere hemel-lucht, +die u omgeeft, of zyn het uitdampingen der helle?" [7] + +Het geheele geheim bestondt daar in, dat ik gebeeten of gestoken was +door de Vampire, of het Spook van Guiana, ook de vliegende hond yan +Nieuw Spanje, en door de Spanjaarden Perro-Volador genaamd. Dit dier +is niets anders dan een vledermuis van eene monsterachtige gedaante, +die aan menschen en beesten, wanneer zy slapen, het bloed uitzuigt, +zelfs nu en dan zoodanig, dat zy 'er van sterven. Dewyl de manier, +waar op deeze dieren dit doen, in de daad verwonderenswaardig is, +zal ik trachten dezelve opzettelyk te beschryven. + +De Vampire, wanneer de geen, op wien hy het gemunt heeft, in slaap is, +het welk hy uit zyne eigene natuurlyke neiging weet te ontdekken, zet +zig doorgaans by de voeten neder. Hy houdt zig aldaar in evenwicht +door middel van zyne groote vlerken, welken hy geduurig beweegt, en +inmiddels doorboort hy de kop van de groote toon, maar het gat, het +welk hy maakt, is zoo klein, dat 'er naauwlyks de kop van eene spelde +door kan, en zulks derhalven geene de minste pyn veröorzaakt. Door +middel van deeze opening, gaat hy niettemin voort met het bloed uit +te zuigen, tot dat hy genoodzaakt is het uit te spuwen. Hy begint +vervolgens op nieuw, en gaat zoo voort met zuigen en uitspuwen, zoo dat +hy niet dan met zeer veel moeite kan wegvliegen, en dat zyn slachtöffer +dikwerf van den natuurlyken in den eeuwigen slaap is overgegaan. De +beesten steekt hy doorgaans in het oor, en altyd op een plaats, +waar het bloed een oogenblikkelyken loop heeft, misschien in de eene +of andere slagäder. Na dat men tabaks-asch op de wonde gelegd had, +als het zekerst middel zynde, kwam ik te rug om my te wasschen, gelyk +ook myne hangmat, waar onder ik veel geronnen bloed gewaar wierd. De +Heelmeester het zelve naargegaan hebbende, oordeelde, dat ik geduurende +dien nacht dertien of veertien oncen bloed moest verloren hebben. + +Ik heb naderhand gelegenheid gehad één van deeze vledermuizen +te dooden, wiens uitgespreide vlerken eene wydte maakten van +twee-en-dertig en een halve duim: men zegt, dat 'er zommige zyn van +drie voeten in die zelfde rigting, schoon zy naar die van Madagascar +niets hoe genaamd gelyken. De door my gedoodde vledermuis had eene +donker bruine, byna zwarte kleur, maar ligter onder aan den buik. Over +'t geheel had hy een in de daad afschuwelyk voorkomen. Maar zyn kop +was vooral vervaarlyk: men zag aldaar boven den neus een blinkend, +ongebogen, rimpelig, en puntsgewyze toeloopend vlies. Zyne ooren +waaren lang, rond en doorschynend. In het bovenste kakenbeen had hy +vier snydende tanden en zes in het onderste. Ik zag niet, dat hy een +staart had, maar een vel, in welks midden een pees was. Elk van zyne +vlerken had vier klaauwen, van elkander afgescheiden, als die der +pooten van een eendvogel, [8] en met nagels gewapend: men zag ook nog +een ander ter plaatse, waar deeze zelfde klaauwen zig verëenigen. Alle +dienen zy aan het dier om te klauteren op, en zig vast te houden aan +boomen, rotsen of daken, alwaar hy hangen blyft, wanneer hy slaapt. + +Een der Zee-soldaaten vong dien zelfden dag een Oppossum of +Sarigue. Dit dier verschilt, in zommige byzonderheden, merkelyk van +de beschryving, welke 'er de beroemde BUFFON van gegeven heeft.--By +voorbeeld, hy is veel ligter dan alle de geenen, waar van deeze +Schryver spreekt; en hy heeft den staart met hair, in plaats van met +schubben bedekt. Ik meen dit ten minsten, en, zoo myn oog my bedrogen +heeft, ben ik de eenigste niet die met opzigt van dit dier in dat geval +geweest is. LINNÆUS, SEBA en VOSMAAR, beschouwen de Oppossum als een +dier, zoo wel van de oude als nieuwe weereld, schoon het echter zeker +is, dat hy alleen in America gevonden wordt. LINNÆUS tast ook mis, +wanneer hy verzekert, dat alle de vledermuizen vier snydende tanden +in elk kabenbeen hebben. (Zie BUFFON V. Deel, bladz. 282.) + +Deeze Oppossum was niet grooter, dan een groote muis. Hy was volmaakt +zwart, uitgenomen onder den buik, aan de pooten, en onder aan den +staart, die de kleur had van een buffels huid. Boven elk van zyne +oogen, vry veel naar die van een rot gelykende, had hy een vlak van +deeze zelfde kleur. Zyne ooren waaren lang, rond en doorschynend; +zyne klaauwen bedroegen een getal van twintig, zynde één derzelven +agterwaarts geplaatst, en tot een duim dienende. Dezelve had tien +of twaalf tepels, waar aan (zoo men zegt) de jongen, zoo dra zy +gebooren zyn, zig vasthouden, zynde zy dan niet veel grooter, dan +jonge Kevers. Maar dit dier had den zak niet, welken andere Oppossums +gewoonlyk hebben. In plaatse van dien, zag men twee langwerpige +plooijen aan de binnenzyde van elke dye, die even als de gemelde zak +geschikt waren, om de jongen voor alle onheil te beveiligen, daar geene +foltering, ja zelfs het vuur niet, de moeder kan doen besluiten haare +jongen te verlaten. Ik zal by deeze beschryving voegen, dat deeze +dieren op het land leven, en dikwils op de boomen klauteren; maar +dat zy zig, even als de muizen, met graanen, vruchten, en wortelen +voeden. De beschryving van het andere zoort zal ik uitstellen, tot +dat zig de gelegenheid my daar toe aanbiedt. + +Mejuffrouw DE MERIAN sreekt van eene byzondere Oppossum, die, in +het oogenblik van gevaar, de jongen op haaren rug draagt: ik heb +'er in Surinamen nooit van hooren spreeken, en houde my verzekerd, +dat 'er dit zoort niet is. + +Ik heb reeds gezegd, dat door eene vertraging, waar van my de reden +onbekend was, de ogtend reeds verre gevorderd was, toen wy onze +legerplaats verlieten. Ik behoorde tot de voorhoede met de Jagers +en eenige Zee-soldaaten, die allen voor negen dagen mondbehoeften +op hunnen rug droegen. Wy hadden nog maar een klein gedeelte van den +weg afgelegd, toen één der eerstgemelden op den jagthoorn blaazende, +de anderen uit elkander gingen, en zig plat op den buik aan den grond +nederleiden, hebbende den haan van hun geweer overgehaald, en zynde +alzoo tot het gevecht gereed. Ik deed even als zy; maar het was niet +meer, dan een valsch alarm. Het was een hart, het welk in zynen loop +de bladeren van 't geboomte in beweeging gebragt had. Wy stonden +derhalven weder op, en trokken door slyk en water heen, tot drie +uuren na den middag, wanneer wy ons op hoogere landen nedersloegen, +alwaar men geen water vinden konde, dan door een put te graven; en +dan nog was het water, het welk wy daar uit schepten, zoo modderig, +dat wy genoodzaakt waren, het door onze dassen of hembds-mouwen te +laten doorloopen. De Colonel SEYBOURG kwam alhier by my, om my des +avonds in zyne hut ter maaltyd te verzoeken, en behandelde my met +eene beleefdheid, waar over ik zeer verwonderd was, + +Des anderen daags vervolgden wy onzen weg, neemende denzelven +westwaarts ten noordwesten. Wy hadden zwaare slagregens, en moesten +een moeras doorwaden. Ik voerde toen het bevel over de agterhoede, +en had drie uuren noodig, om dezelve van deeze naar de overzyde +te geleiden. Deeze tocht was allerverdrietelykst. De slaven, onder +hunne pakken gebukt gaande, braken elk oogenblik de korst, die over +het water lag. De Zee-soldaaten, met hunne mondbehoeften belaaden, +hadden zeer veel moeiten om zig op de been te houden, en ik zelf, +door de groote meenigte bloed, welke ik verlooren had, verzwakt zynde +konde aan niemand van dienst wezen. Toen wy weder den vasten grond +bereikt hadden, zag ik aldaar de lyken van verscheiden muitelingen +verspreid liggen, aan elk van welken de regte hand en het hoofd was +afgehouwen. Deeze lyken waren nog niet verrot, het geen my deedt +vermoeden, dat 'er in 't kort eenig gevecht tusschen de muitelingen, +en het krygsvolk, aan de Peréca leggende, had plaats gehad.--Ik +moet hier opmerken, dat, indien men den 21sten, in plaats van my te +gelasten om te rug te komen, en de Jagers weder mede te brengen, ons +had toegestaan voorwaarts te gaan, de muitelingen tusschen twee vuuren +zouden geraakt zyn, 'er zeer weinigen van hun zouden zyn ontsnapt, +en wy hunnen buit zouden hebben hernomen. De lezer zal zig herinneren, +dat dit zelfde voorval plaats had, toen ik, twee jaaren te vooren, te +Devil's Harwar het bevel voerde. Indien ik toen een genoegzaam getal +manschappen en krygsbehoeften tot den tocht gehad had, zoude ik aan +de Volkplanting den gewichtigsten dienst gedaan hebben. Het spyt my +deeze twee wezentlyke misslagen te moeten aanhaalen; maar waarheid +en onpartydigheid verpligten 'er my toe. Deeze aanmerkingen echter +behooren my niet van wreedheid te doen beschuldigen, want niemands hart +was meer getroffen dan het myne, op het zien van zo veele jongelingen, +die onder het ons omringende geboomte dood uitgestrekt lagen. Myn +oog viel in 't byzonder op twee van hun, die zoo wel gemaakt waaren, +als men ze met mogelykheid bedenken kan. + +Terwyl ik met het maken van deeze en andere gelykzoortige aanmerkingen +bezig was, bleeven verscheiden slaven, die te zwaar belaaden waren, +in het moeras zitten. De bevelhebbende Officier, met het voornaamste +gedeelte zyner manschappen zig op een hoog stuk land nedergeslagen +hebbende, konde ons niet meer zien, noch hooren; en door deeze +scheiding liep de agterhoede gevaar, niet alleen om haare mond- en +krygs-behoeften te verliezen, maar om zelfs in de pan gehakt te worden. + +Geenen enkelen Europeaan vindende, die kragten genoeg had overgehouden, +om het volk, het welk voor uit getrokken was, in te haalen, gaf ik +het bevel over aan mynen Lieutenant DE LOSRIOS, en waagde het om +alleen dwars door het bosch te loopen, tot dat ik onze legerbende +bereikt zoude hebben. Ik hield den Colonel SEYBOURG de gesteldheid der +agterhoede voor, en verzogt hem "om wat langzaam voort te trekken, ten +einde aan die geenen, die in de modder gezonken waren, tyd te geven, +om 'er zig uit te redden, zonder het welk ik voor de gevolgen niet +konde instaan". Zyn antwoord was, "dat hy zyn leger zoude opslaan, +zoo dra hy goed water ontmoette". Schoon zeer vermoeit zynde, keerde +ik dadelyk naar myne agterhoede te rug, waar van het grootste gedeelte +tot des nachts in den deerniswaardigsten en gevaarlyksten toestand +bleef, want eerst des avonds ten zeven uuren redden wy den laatsten +man uit het moeras, en toen gingen wy langzaam voort, tot dat wy in +de legerplaats aankwamen. + +Myne oplettenheid voor het behoud der manschappen, over welken +ik het bevel voerde, myne zorge voor de bespaaring van krygs- en +mondbehoeften, wel verre van my de goedkeuring te doen ondervinden +van hem, onder wiens bevelen ik voor dit oogenblik stond, van hem, die +my nog kortlings met zoo veel bescheidenheid behandelde, wikkelde my +integendeel in een ernstig voorval in, waar over ik zoo gevoelig was, +dat ik my naauwlyks wederhouden konde, om tot wanhoop te vervallen. Men +kan myn verdriet beöordeelen, wanneer men weet, dat ik naauwlyks +in de legerplaats zynde te rug gekomen, in arrest gezet wierd, +om door eenen krygsraad, ter zaake van gepleegde ongehoorzaamheid, +gevonnisd te worden. De Colonel SEYBOURG en ik hadden nimmer met +elkander in betere vriendschap omgegaan; maar schoon hy my in het +begin van den tocht met eene uiterlyke beleefdheid behandeld had, +was het niet minder zichtbaar, dat hy, na een dergelyken trek, zig +betoonde myn doodelykste vyand te zyn. Ik moet echter niet vergeeten +eene zonderlinge omstandigheid te verhaalen, hier in bestaande, +dat men my, schoon in gevangenis gesteld zynde, tot nader orde myne +wapens liet behouden. + +Den 24sten vertrokken wy des morgens vroeg, en namen den weg ten +zuiden en zuidwesten. In deeze laatstgemelde richting gingen wy voorby +Pinnenburg, een verlaten gehucht der muitelingen, waar van ik gesproken +heb. Ik bleef steeds gearresteerd, en was uittermaten mismoedig. + +Des daags daar aan volgende trokken wy zuidwestwaarts, en doorwaadden +een zeer diep moeras, waar in wy nat bezweet ingingen, vermits wy +tot hier toe te schielyk gegaan hadden: maar de gezondheid van onze +soldaaten was geen zaak, waar over men zig bekreunde, van hoe veel +aanbelang zy ook voor den goeden uitslag onzer onderneming was. + +Op nieuw een zoort van heuvel of hoog land bereikt hebbende, was ik op +het punt een ongeluk te ontmoeten, noodlottiger dan alle de ellende, +welke ik tot dus verre ondervonden had. In eene diepe mymering als +weggezonken, terwyl ik de agterhoede volgde, verdwaalde ik ongevoelig, +en bevond my eindelyk alleen, in het midden van eene eindelooze +woestenye. Zoo dra de arme QUACO bemerkt hadt, dat ik was afgedwaald, +waagde hy dwars door het bosch heen te loopen, om zynen meester te +rug te vinden, en, by louter geluk, zag hy my, aan den voet van eenen +boom zittende in eene neerslagtigheid, die zig niet laat beschryven, +en ten prooy van smart en wanhoop overgegeven. Des morgens van dien +dag meende ik, dat myn ongeluk op het hoogst was, en in dit oogenblik +zoude ik alles gegeven hebben, om my nog in die zelfde gesteldheid +te bevinden. Ik was in eenen staat van volmaakte gevoelloosheid, te +midden van een onmeetelyk bosch, en door verslindende vyanden omringd; +stortregens vielen uit den hemel, en myn uitzicht was op tygers, op +hongersnood, op alle onheilen, op alle gevaaren. JOANNA moest ik voor +eeuwig vaarwel zeggen!--Dusdanig was de gesteldheid van mynen geest, +toen ik, eensklaps mynen Neger herkennende, van den grond oprees, +en als een geheel nieuw leven in my voelde ontvonken. Vervolgens +eenigen tyd te zamen zynde voortgewandeld, zeide ik hem, dat ik een +vyver zag, door welken ik meende, dat het krygsvolk was doorgegaan, +om dat het water zig drabbig vertoonde. De Jongeling, het oog op dit +water slaande, antwoordde my met ontsteltenis; dat deeze modderpoel +door een Tapira veröorzaakt was, [9] en hy toonde my de voetstappen +van het dier in het slyk, vervolgens berste hy uit in traanen, en +riep uit: Masera, wy zyn 'er om koud! wy zyn 'er om kond! In het +midden van deezen angst herïnnerde ik my echter, dat de Peréca op +de kaart wierdt aangewezen ten westen van de plaats, alwaar wy ons +bevonden, en ik besloot om oogenblikkelyk mynen weg derwaarts te +nemen. Derhalven mynen snaphaan op nieuw geladen hebbende, gelastte +ik aan QUACO om my te volgen; maar 'er was my nog één hinderpaal +in den weg, ik had myn kompas niet by my, en de regen belette het +doorschynen der zonnestraalen. In deezen bangen nood, herïnnerde my +myn medgezel, dat de schors der boomen aan de zuidzyde doorgaans veel +gladder is. Dit was waarlyk een goede inval, en dienvolgende gingen +wy naar dien kant heen; dan eens door een dik en donker bosch, dan +eens door een zoort van kreupelbosch, tot dat wy, door vermoeienis +en honger afgemat, gingen nederzitten, zonder een enkel woord uit te +brengen, en elkander aankykende als twee slachtöffers; die ter dood +verwezen waren. Ons stilzwygen bleef nog voortduuren, wanneer wy een +verward gedruis hoorden, als van lieden, die hoestten, en van anderen, +die met wapentuig eenige beweging maakten. Gode zy dank! het was ons +krygsvolk, het welk zig nedersloeg op een veld, bevoorens door het +volk van de Peréca bezet. In weerwil van myne ongelegenheid, bevond ik +my in dit oogenblik in eene der gelukkigste geest-gesteldheden, die +my deedt zien, dat alles in deeze weereld ten goeden en ten kwaaden +keeren kan. Alle de Officiers wenschten my van goeder hart geluk, en +myn Neger, zoo wel als ik, deelden met hun van hun koud ossenvleesch +en brood. Na het eindigen van deezen maaltyd, vervolgden wy onzen weg, +en wy kwamen wederom in een moeras, of liever in een modderigen vyver, +welks oppervlakte te zwak was om ons te dragen. De donkerheid van den +nacht overviel ons, en wy waren genoodzaakt aldaar te verblyven. De +soldaten hingen hunne hangmatten aan de boomen, de eene boven de +andere; de slaven maakten houtvlotten, op welken zy het kruit, de +krygsbehoeften, enz. nederzetten, en zy zelven gingen leggen slapen. + +Den 26sten, vertrokken wy, een uur voor het aankomen van den dag, +maar na dat de Colonel SEYBOURG in zyne hangmat koffy gedronken had, +terwyl al het volk, tot hun midden toe in het water staande, op hem +wagtte, en wy gingen eerst west-, vervolgens noord-westwaarts. Onze +tocht was zoo moeielyk en verveelend, dat verscheiden slaven hunne +pakken lieten vallen, waar door dezelve deels nat wierden, deels +verloren geraakten. Eindelyk, na eene andere verlatene legerplaats, +te zyn doorgetrokken, hielden wy stil aan het oude cordon, of den +weg, die op andere wegen uitliep, alwaar ik dadelyk het spoor der +muitelingen ontdekte, geduurende dat ik aan de Cottica het bevel +voerde. Wy sloegen aldaar ligte hutten op, om onder dezelven den +nacht door te brengen.--Ik bleef nog steeds in arrest. + +Een der Jagers, een klein viervoetig dier ontdekt hebbende, het welk +met eene ongelooflyke gezwindheid door de legerplaats liep, hakte +het zelve met zyn sabel. Het was de Paca, of de gevlakte Cavey, in +Surinamen den naam van Water-haas dragende. Dit dier is ongemeen vet, +en heeft de grootte van een speenvarken. Zyn onderste kakebeen is kort, +zyne neusgaten zyn breed, en van knevels voorzien, even als de katten; +zyne oogen zyn zwart, en zyne ooren klein en kaal. Aan elke poot heeft +hy vyf klaauwen. Zyne huid, van eene bruine aard-kleur, is met vlakken +gespikkeld, die een buffels kleur hebben, in de lengte, en meer of min +streeps-gewyze geplaatst zyn: de buik heeft eene vuile witte kleur, +en het geheele lyf is met een ruw, grof en kort hair overdekt. De +Paca is een halfslachtig dier. Zig op het land bevindende, graaft hy, +even als de varkens, in den grond, om zyn voedzel te zoeken: wanneer +hy in gevaar is, loopt hy naar het water, om aldaar eene schuilplaats +te vinden. Schoon hy vet, en, naar mate van zyne grootte, zeer wel in +'t vleesch is, loopt hy echter veel gezwinder, dan eenig dier van +zyne dikte in Zuid-America doet. Men leest nochtans het tegendeel +in de beschryving, welke men daar van vindt in het vervolg op de +Natuurlyke Geschiedenis van BUFFON, alwaar gezegd wordt: "Dat de +Paca niet gezwind loopt, dat hy zelfs zeldzaam loopt, en dan nog met +zeer weinig bevalligheid". Misschien is dit waar, wanneer men hem als +een huisdier beschouwt, want men kan hem tam maken; maar ten minsten +in den staat der natuur is hy zoodanig niet; en ik kan verzekeren, +dat ik hem als een haas heb zien loopen. Wy lieten hem voor onzen +avond-maaltyd gereed maken, en wy vonden hem nog veel lekkerder dan +de Bosch-rot, of zelfs dan de Warrabocerra. + +De Cavey, met een lange neus, beter bekend onder den naam van Agouli +Pacarara, is in Surinamen mede zeer gemeen. Zyne grootte is die +van een groot konyn, Zyne huid heeft eene bruine oranje kleur op +den rug, en geel aan den buik; zyne pooten zyn zwart: alle vier zyn +ze lang uitgerekt: de voorpooten eindigen met vier klaauwen, en de +agterpooten met drie. De oogen van dit dier hebben eene schitterende +zwarte kleur. Zyne bovenste lip is gespleten, en van knevels voorzien; +zyne ooren zyn klein. Even als de Paca, heeft hy een zeer korten +staart. Hy teelt sterk voort, en het wyfje zoogt haare jongen, +die ten getale van drie of vier zig in holen van oude stammen van +boomen ophouden, werwaarts zy ook de wyk neemt, wanneer zy vervolgd +wordt. De Agouli Pacarara zoekt zyn voedzel niet op het land, zoo als +de Paca. Men maakt hem gemakkelyk tam, en hy eet vruchten, wortelen, +nooten, enz. maar zyn vleesch, schoon goed, is echter van een minder +zoort, dan dat van de Paca. + +Men heeft my in Surinamen gezegd, dat aldaar ook een ander dier van +dit zoort gevonden wordt, genaamd de langstaartige Agouli. Ik heb +hem niet gezien, of het is dezelfde, dien ik onder den naam van den +Struikrot beschreven heb. + +Den 27sten, vervolgden wy onzen weg, en voor den middag kwamen wy +in eenen elendigen staat op de Plantagie Soribo, aan de Peréca, +om aldaar de naby gelegene Plantagiën tegen BONNY en de muitelingen +te verdedigen. + +De Rivier Peréca heeft, zoo men zegt, uit hoofde van derzelver +veelvuldige kromten, een loop van meer dan zestig mylen, en zulks +over 't algemeen van den zuid-oost naar den noord-west kant. Zy is +zeer diep; maar haar bed is naauw, en aan haare oevers zyn, even +als ten aanzien van alle de andere Rivieren, overäl schoone Suiker- +en Koffy-Plantagiën gelegen. Wy waren naauwlyks op den wachtpost te +Soribo aangekomen, of verscheiden afgezondenen van den Colonel SEYBOURG +spraken my aan, en verzogten my ernstig, dat ik erkennen wilde ongelyk +gehad te hebben: zy verzekerden my, dat ik, dit erkend hebbende, myne +vryheid zoude te rug bekomen, en alles vergeten zoude zyn. Overtuigd +van myne onschuld, konde ik my met geen schik schuldig verklaren, en +vooräl naardien de misdaad, waar van men my beschuldigde, slechts een +gevolg was van myne getrouwe zorge voor het behoud der manschappen +en krygsbehoeften, die my toevertrouwd waren. Na myne weigering, +welke de Colonel SEYBOURG als eene misdadige halstarrigheid geliefde +aan te merken, gaf men my onder de bewaring van eene wacht, en men +nam my myne wapenen af. Onze Zee-soldaten bragten my toen in eene +zeer groote ongerustheid, door opentlyk te dreigen, dat zy ten mynen +voordeele aan 't muiten zouden slaan. Om dit onheil voor te komen, +verklaarde ik hun, dat, daar, naar myn inzien, ongehoorzaamheid en +muiterye in krygslieden onverschoonlyk waren, ik my gedwongen zoude +zien, hoe hard my dit ook vallen mogt, om my tegen hen te wapenen. + +Op den dag van onze aankomst op den wachtpost van Soribo, vernamen wy, +wat 'er aan de Peréca was voorgevallen. De Plantagiën Schoonhove en +Altona waren door de muitelingen, welken wy uit Gado Saby verjaagd +hadden, geplonderd geworden. Maar zig voor de Plantagie Poelwyk +vertoond hebbende, hadden de slaven aldaar hen genoodzaakt te rug +te keeren. De Jagers, die op de Plantagie Hagenbos geplaatst waren, +waren hen den 21sten agter na getrokken. Zy hadden hen den 23sten +ingehaald, een groot getal 'er van gedood, en het grootste gedeelte +van hunnen geroofden buit hernomen. Den zelfden dag, poogde een ander +gedeelte der muitelingen zig meester te maken van het kruid-magazyn +op Hagenbos, het welk geen kwaad ontwerp was, en zy hadden daar toe +het tydstip uitgekozen, dat de Jagers bezig waren met eene andere +bende te vervolgen; maar zy wierden door een klein getal gewapende +slaven te rug gedreven, één van welken, tot de Plantagie Timotibo +behoorende, eenen gewapenden muiteling gevangen nam, en vervolgens +hunne legerplaats agter de Plantagie van zynen meester ontdekte, +voor welken dienst hy wel beloond wierd. Na al dit verhaalde, was 'er +geen twyffel aan, of indien de party, die den 16den door den Colonel +SEYBOURG was afgezonden, voorwaarts gerukt was, in plaats van volgens +zyne beveelen te rug te trekken, alle deeze noodlottige voorvallen +zouden geen plaats gehad hebben, en de onderneming der muitelingen +zou geheel en al vervallen geraakt zyn. Het was daarënboven klaar, +dat de Neger, op wien wy den 21sten geschoten hadden, één van de +rooversbende van den 20sten was, en dat de muitelingen, wier lyken +wy den 23sten gevonden hadden, dien zelfden dag waren gedood geworden. + +Den 29sten zondt een Officier van het Sociëteits krygsvolk my eenige +vruchten, waar onder dadels waren. De boom, die dezelven voortbrengt, +de dadel-boom, behoort tot het geslacht der palm-boomen, maar is van +eene ongemeene hoogte. Zyne bladeren loopen uit den kruin van den +boom, zy zyn wyd uitgespreid, zeer dik, nederhangende, en by elkander +genomen, vormen zy een zonnescherm. Deszelfs vruchten groeien aan +rissen, waar van elk een groot getal bevat. Zy zyn langwerpig, van de +grootte van een menschenduim, en van eene geele kleur. Het vleesch, het +welk lymig, vast en zoet is, zit rondöm eene zeer harde, grysachtige +noot, die over haare geheele breedte als met een vooren doorsneden is. + +Dien zelfden dag bevonden zestig Jagers, die op kondschap waren +uitgegaan, dat de legerplaats der muitelingen agter de Plantagie +Timotibo verlaten was. Zy moest omtrent zestig menschen bevatten. + +In de nabuurschap van de Peréca niets te doen hebbende, verlieten wy +die plaats des morgens van den 30sten September, en den 1sten October, +kwamen wy op Devil's Harwar aan, ongemeen vermoeid zynde, en zonder +iets merkwaardigs op onzen tocht ontmoet te hebben. Des avonds te +voren had ik aan den Colonel FOURGEOUD geschreeven; ik verzogt hem, +dewyl myne tegenwoordige gesteldheid my ten hoogsten verdroot, +oogenblikkelyk eenen krygsraad by één te roepen, en had hem mynen +brief door eenen slaaf gezonden. By onze aankomst op deezen post, +gebruikte men de hardste middelen om my tot onderwerping te dwingen; +en de behandeling, welke ik ondervond, was van dien aart, dat een +Capitain der Jagers, QUACI genaamd, uitriep: "Indien de Europeanen +zig jegens elkander zoodanig gedragen, is het niet te verwonderen; +dat het hun tot genoegen strekt ons arme Africanen te mishandelen en +te kwellen"! + +Deeze verdrietelyke zaak liep echter op Devil's Harwar ten einde. De +Colonel SEYBOURG, overtuigd van zyn ongelyk, en niet kunnende weten, +hoe dit geval moge afloopen, trachte, zoo mogelyk, uit de netelige +omstandigheid, waar in hem zyne oploopenheid gebragt had, met eere uit +te komen. Den 2den October, vroeg hy my derhalven met eenen glimlach: +"Of ik wist te vergeten en te vergeven"? Ik antwoordde hem, neen! Hy +daar op zyne vraag herhalende, zeide ik hem; "dat ik eerbied voor de +waarheid had, en dat ik nooit erkennen zoude schuld te hebben, zoo +lang myn geweten my zulks niet deedt gevoelen; dat ik onbekwaam was +tot zulk eene laagheid voor een medemensch, en nog minder voor hem, +dan voor eenig ander". Hy nam my by de hand, verzogt my bedaard +te zyn, en verklaarde my: "Dat hy, op alle voorwaarden, vrede +met my wilde maken"! maar ik antwoordde hem stellig: "Dat ik naar +geen ander vergelyk luisteren wilde, dan het volgende; dat hy zyne +misslag in tegenwoordigheid van alle de Officiers erkennen zoude, +en dat hy, met eigen handen, uit zyn Dag-register alle de bladen +zoude uitscheuren, die mynen goeden naam in verdenking zouden kunnen +brengen". Dit geschiedde oogenblikkelyk; men gaf my myne wapenen te +rug, en myne zegepraal ging gepaard met alle omstandigheden, die my +eene volkomene voldoening verschaffen konden. Ik reikte vervolgens +ongeveinsd en van goeder harten aan den Colonel SEYBOURG de hand toe: +dezelve gaf eene maaltyd tot een vreugde-feest over onze verzoening: +na den maaltyd stelde hy my, tot myne groote verwondering, den brief +weder ter hand, dien ik aan den Colonel FOURGEOUD geschreven had, +en hy erkende my denzelven onderschept te hebben, om voor te komen, +dat deeze zaak geene verdere gevolgen hebben zoude. Hy berigte my +tevens, dat onze Opper-Bevelhebber aan de Wana-Kreek gelegerd lag, +in plaats van den Lieutenant Colonel DE BORGNES, die ziek geworden, en +naar Paramaribo opgezonden was. Onze verzoening was zeer wel gemeend, +en na dat het krygsvolk een weinig had uitgerust, vertrokken wy den +4den, naar het hoofd-quartier van Jerusalem; maar ik was genoodzaakt +mynen QUACO te Devil's Harwar zeer ziek agter te laten, alwaar ik hem +aan de zorge van den Heelmeester aanbeval. Dien avond sloegen wy ons +neder aan de overzyde van de Cormoetibo-Kreek. + +Des anderen daags in den vroegen morgen, kwamen wy, de Cottica +overgestoken zynde, weder op den wachtpost van Jerusalem. Ik had +ledigen tyd om aanmerkingen te maken omtrent de wisselvalligheden +van dit leven, en alle de onheilen, waar aan wy bloot gesteld zyn, +het zy wy ze al, dan niet verdiend hebben: ik maakte vooral deeze +aanmerkingen, toen ik onder de kortlings ontscheepte persoonen, eene +van myne oude kennissen vond, namelyk den heer P...., die in Europa +meer dan dertig duizend ponden sterling hadt doorgebragt. Men hadt +hem zyne vrouw, die zeer schoon was, ontvoerd, en hy zag zig in dit +oogenblik, om te kunnen bestaan, vervallen tot den post van Vaandrig, +onder het krygsvolk van de Compagnie. Hy had voorheen een aanzienlyken +eigendom in deeze zelfde Volkplanting bezeten, het geen zynen staat +steeds veel onäangenamer en verdrietelyker maakte. Van zynen geheelen +rykdom hadt hy niets meer overig, dan een enkel stuk geld, het welk +hy onder de slaven wierp, tevens eenige Fransche versen aanhalende, +die op zyne gesteldheid toepasselyk waren. + + + +DRIE-EN-TWINTIGSTE HOOFTSTUK. + +Tweede tocht naar Gado-Saby.--Land-Schildpad.--Verschillende +zoorten van hout.--Levendig geraamte.--Treffelyke +gezichten.--Honderd-pooten.--Verschillende +Plantgewassen.--De Opper-Bevelhebber wordt ziek, en verlaat de +legerplaats.--Sprinkhanen.--Verschillende zoorten van visschen.--De +Zeekoe.--Het Zee-paard.--Aanmerkingen omtrent het aanwezen der +Meerminnen.--Trommelzucht.--Verscheiden zoorten van vogelen.--De +Malaky en Markoury boomen.--Doornhaag-wormen. + +Den 9den October 1775, verliet de Colonel FOURGEOUD zyne legerplaats +aan de Wana-Kreek, om zig op den post van Jerusalem met ons +te verëenigen. Hy deedt vooraf de helft zyner soldaten, die ziek +waren, in vaartuigen de Rivier afzakken. De soldaten van deezen post +voegden zig by hun, en men zondt hen allen naar Devil's Harwar, om +den genade-slag te ontfangen. De Neger-Jagers vertrokken insgelyks, +en begaven zig met hunnen leidsman WINSAK naar de Peréca, alwaar zy +met de verdediging belast waren. + +De Colonel ontdekte, by deezen laatstgemelden tocht een honderdtal +ledige huizen, en bespeurde eenige muitelingen, maar nam 'er geen één +van gevangen. Hy vondt ook een bekkeneel aan een tak van een boom +hangen, en men konde met genoegzaame zekerheid gissen, dat dit het +hoofd, was van den ongelukkigen SCHMIDT, die omgekomen was. [10] + +Den 13den, kwam myn Neger QUACO te rug, volmaakt hersteld zynde: ik +was 'er verblyd over, want zyne getrouwheid omtrent my had nog nooit +gewankeld. Wy vernamen te gelyker tyd, dat de Capitain STOELEMAN, +die aan het hoofd van eenige Jagers was, door een zwaren rook, +dien hy van verre in het bosch bespeurd had, eene verblyfplaats +der muitelingen had ontdekt, doch die door hem niet was aangetast; +dat de Capitain FREDERIK, met een anderen hoop Jagers, de oevers +der Zee beneden Paramaribo schoon hieldt; dat twee soldaten, die +den 18den Augustus verdwaald geraakt waren, het geluk gehad hadden, +om op eene wonderbaarlyke wyze hun gevaar te ontkomen, en dat zy den +wachtpost, die aan de Rivier Maroni geplaatst was, bereikt hadden; +en eindelyk, dat twaalf schoone Negerslaven van de Plantagie Gold +Mina waren weggeloopen, om zig met de muitelingen te verëenigen. + +Deeze tydingen bemoedigden den Colonel FOURGEOUD dermaten, dat deeze +onvermoeide Overste steeds by zyn besluit bleef, om den vyand te +vervolgen. Mitsdien trokken wy den 15den, in den vroegen morgen, de +bosschen in, schoon ons getal toen merkelyk gesmolten was. De Colonel +liet des avonds te voren een vrywilliger, één van zyne landgenooten, +MATTHIEU genaamd, en broeder van den Vaandrig van dien naam, ter +aarde bestellen. De dood was ons zoo gemeenzaam geworden, dat, +wanneer iemand onzer een nabestaanden of vriend op de legerplaats +verloor, men hem doorgaans deeze vraag deedt: "Heeft hy brandewyn, +rhum of tabak nagelaten"? + +Korten tyd voor ons vertrek, liepen zeven van onze Neger-slaven weg, +en namen de vlucht naar hunne meesters, alwaar zy mismoedig, vermagerd, +en byna uitgehongerd, aankwamen. Wy stelden ons echter in aantocht, +en trokken regelrecht noord-oostwaarts aan. De kist, waar in myne +flessen gesloten waren, brak aan stukken met al wat 'er in was, en +dit was de eenige merkwaardige gebeurtenis op deezen tocht. Des avonds +sloegen wy ons by de Cassipory-Kreek neder; en dewyl het saisoen van +droogte aankwam, moesten wy een put graven, om water te hebben. Het +krygsvolk kreeg alhier bevel, om geene hutten, noch schuilplaatsen +meer te bouwen, dewyl de regenbuien minder zwaar wierden. + +Den 16den, vervolgden wy onzen weg, steeds noord-oostwaarts +trekkende, en tegen den avond kwamen wy aan die huizen, welken de +Colonel FOURGEOUD laatst ontdekt had, maar die, zoo als men naderhand +ontdekte, slechts voor een tyd eene verblyfplaats hadden opgeleverd +aan die muitelingen, welke verwagtten oogenblikkelyk van Gado-Saby +verjaagd te worden; en waar aan zy den naam van Bousy-Gray (dat is: +"de bosschen schreyen",) gegeven hadden. Wy sloegen ons hier neder, +en bezagen met veel vermaak de wooning van BONNY, zynde in den smaak +van een molen gebouwd, en zeer hoog boven den grond verheven. Dezelve +had twee deuren, om des te beter te kunnen zien, wat 'er rondom +hem omging, en alzoo geen gevaar te loopen, om het slagtöffer eener +verrassing te worden. De lucht had aldaar ook vryer doorspeeling, +dan in de andere wooningen, en uit dien hoofde was zy voor zyne +gezondheid beter geschikt, want in één der laatste gevechten hadt hy +eene gevaarlyke wonde in de liesch bekomen, zoo als wy naderhand van +één onzer gevangenen vernamen. In de nabyheid der wooning van dit +Opperhoofd der muitelingen, zag men baden, byzonderlyk geschikt ten +gebruike van zyne vrouwen, die zig des morgens en des avonds daar in +begaven, want 'er was in den omtrek deezer verblyfplaats geene Rivier. + +Een der slaven boodt my, op de laatstgemelde legerplaats, een +Land-Schildpad aan; een dier, het welk wy, wel is waar, verscheiden +malen gezien hadden, maar het nog niet beschreven hebbende, zal ik +trachten zulks thans te doen. De Surinaamsche Land-Schildpad is van +eene eyronde gedaante, en heeft niet meer dan agtien of twintig duimen +lengte. Zyne schelp, die van eene donker geele of bruine kleur is, +veel meer uitpuilende, dan die van de zee-schildpad, heeft dertien +zeshoekige verhevenheden, en is zoo hard, dat zy, zonder te breken, +het zwaarste gewicht dragen kan. De onderste schelp, of het borststuk, +is een weinig hol, en van eene helder geele kleur. De kop van dit dier +gelykt naar dat van alle andere Schildpadden. De staart is zonder +hair en kort, maar in plaats van vinnen, heeft hy vier pooten, met +schubben bedekt, en met puntige nagels gewapend, waar van hy zig in +het loopen bedient. Wanneer hy zig voor eenig gevaar wil beveiligen, +kruipt hy in zyn schelp of bekleedzel. De Indianen laten de Schildpad +in dien staat op het vuur koken, tot dat dezelve gaar is; het geen men +weet, wanneer het benedenste gedeelte zig afscheidt van het bovenste, +het welk tot een schotel voor deeze spyze dient. Eene minder wreede +manier, waar van ik altoos gebruik maakte, bestaat daar in, dat +men het dier in zyn beenachtig bekleedzel op heeten asch plaatst; +hy steekt dan kop en hals naar buiten, welke men hem afhouwt, en zig +daar door de spyze verschaft, welke zyn lichaam oplevert, zonder het +dier verdere folteringen aan te doen. De heer DE GRAAF, drie of vier +van deeze Land-Schildpadden willende verzenden, bewaarde dezelven +vier maanden; geduurende al dien tyd bleven zy in 't leven, zonder +dat zy eenig voedzel scheenen te nemen, en met dit al behielden zy +haare kragten, zoodanig dat zy zelfs ter voortteeling geschikt waren. + +Ik heb ook dikwils eene andere Land-Schildpad gezien, die hier Alacacca +genoemd wordt. Dezelve is van eene zeer platte gedaante, en van eenen +kleinderen omvang, dan de eerstgemelde. Derzelver groenachtige kleur +is voor het gezicht zeer onaangenaam, en zy is zoo goed niet om te +eeten, dan de andere. + +Den 17den, vervolgden wy onzen weg ten noorden en noord-oosten, in de +hoop om eenige ontdekking te doen, maar zonder vrucht. Dien dag gingen +wy voorby eenige mieren-nesten, die meer dan zes voeten hoogte, en, +zonder vergrooting, een omtrek van meer dan honderd voeten hadden. Wy +zagen ook eene meenigte stukken fraay timmerhout, waar onder was +het hout van den zwarten kool-boom, die eene donker bruine kleur +heeft, en by de schrynwerkers en timmerlieden zeer geacht is. Men +toonde my ook den Zandkuil-boom, alzoo genoemd naar zyne vrucht, +waar uit men het zaad neemt, en dezelve dan met zand vult voor de +schryftafels. Deeze vrucht, die de dikte heeft van eene groote uije, +heeft kleine gaten in derzelver oppervlakte. Het is een ontlast- +en braak-middel te gelyk; maar het sap van derzelver vleesch is een +sterk vergift. Zie daar alles, wat ik 'er van zeggen kan, want ik +had noch tyd, noch gelegenheid, om dezelve met de nauwkeurigheid van +eenen kruidkundigen te onderzoeken. + +Den 18den, trokken wy steeds in dezelfde richting voort. Wel dra +vonden wy een gebaand voetpad, het welk een cirkel maakte, en +niettemin een weg van gemeenschap scheen te zyn tusschen Gabo-Saby +en Bousy-Gray. Dit voetpad bragt ons regelrecht naar den westkant, +en na verloop van eenige uuren, dat wy het zelve gevolgd hadden, vond +ik een armen Neger, tot de muitelingen behoorende, die met bladen van +den Latanus-boom bedekt was, en nauwlyks meer adem halen konde. Hy +hadt niet meer, dan het vel over de beenderen, en één van zyne oogen +was uit de oog-holte uitgezakt. Ik zette hem myn fles voor den mond, +en hy dronk eenige teugen rhum met water gemengd; vervolgens zeide +hy my met eene zwakke stem, die wy naauwlyks verstaan konden:--"Ik +bedank u, Masera".--Verder sprak hy niets. De Colonel gaf bevel, +om hem in een hangmat mede te nemen; en kort daar na sloegen wy ons +neder by een biry-biry, of modderpoel. Ik moet niet vergeten, dat +wy deezen dag eenige schoone Brood-boomen [11] zagen, die tachtig +of honderd voeten hoog, en zeer dik waren. De boom van dien naam is +grys, en loopt lynrecht op. Zyne takken spruiten aan den top uit, en +de bladen zyn aldaar aan paaren gerangschikt. Men noemt hem te recht +den Koning van het woud, want schooner boom is 'er niet. Deszelfs hout, +van eene voortreffelyke kaneel-kleur, is vast, van een fraay erf, neemt +een goeden glans aan, en kan den tyd verduuren.--Maar het geen vooral +onzen aandacht tot zig trok, waren de zaden, die naar boonen gelyken, +en ten getale van drie of vier in eene breede en helder bruine peul +besloten zyn. Wy zagen 'er eene groote meenigte van aan den voet van +den boom op den grond verspreid leggen; zy hadden een smaak van zoete +koek. Uit zyne wortels druipt eene gom, die, behoorlyk toebereid +zynde, een vernis oplevert, het welk in helderheid en gebruik geen +weêrgaa heeft. + +De meenigte schoone boomen van onderscheidene zoorten, welke dit +Land oplevert, is waarlyk eindeloos. Men heeft slechts de moeite te +doen van ze te hakken; maar indien men den afstand, op welken zy +doorgaans groeien, van de bevaarbare Rivieren in aanschouw neemt, +als mede de kosten op het omhakken en bewerken vallende, de meenigte +slaven, welken men gebruiken moet om de boomen door de bosschen heen +te trekken, vermits men zig aldaar van geene paarden bedienen kan, +de gevaaren en tyd-verliezen, kan men ligtelyk naargaan de oorzaak +der ongemeene duurte van het timmerhout in Guiana. + +Deeze tocht verschafte ons de verrukkelykste gezichten. Wy liepen door +een eindeloos bosch, waar van de altyd groene boomen het schitterendst +lommer ten toon spreidden. Het saisoen van droogte (zynde de zomer +in dit Land) bragt oneindig veel toe tot verfraaijing van dit +toneel; en de eenvoudige natuur overtrof hier verre de verdubbelde +pogingen der konst. Wy ontmoetten eindelooze zandwoestynen van het +aangenaamst groen, door de bekoorlykste beeken van versch en helder +water doorsneden, wier oevers vercierd waren met bloemen, die de +schitterendste kleuren vertoonden, en de lucht met den aangenaamsten +geur vervulden. Dan eens zag men het bevallig tafereel van een hoop +fraaie uitspruitende boompjes; dan eens verhief zig een enkele boom, +wiens schoonheid deed vermoeden, dat men hem met voordacht op deeze +plaatsen had laten groeien, om dit tafereel nog ryker en bevalliger te +maken. De geheele landstreek was door een zeer groot bosch van hooge +palmboomen omringd; wier verheven kruinen, van de zelfde kleur als de +golven der zee, zig in een zacht evenwicht hielden boven een onëindig +getal van onderscheidene geboomten, wier groen nimmer verwelkt, die +altyd met bloemen en vruchten bedekt zyn, en den vermoeiden reiziger +schynen uit te noodigen, om onder hunne schaduw rust te nemen, tot +het gunstig oogenblik, dat hy zig in den vlietenden stroom van het +zuiverst water kan dompelen, en de verhevene schoonheden der natuur +onbelemmerd aanschouwen.--Hoe meenigwerf, wanneer eene algemeene +stilte rondom my heerschte, dacht ik niet aan myne lieve gezellinne, +wenschende, met haar en mynen zoon, in deeze nieuwe Elyseesche +velden, vreedzaame dagen te slyten!--Maar laaten wy tans zoortgelyke +herdenkingen vaarwel zeggen. + +Den 19den, vervolgden wy onzen tocht, en dien dag vonden wy onzen ouden +weg, die ons regelrecht naar de velden van Gado-Saby bragt, alwaar +wy nog eene groote meenigte ryst zagen, die kortlings gebloeid had, +en welke wy afmaayden en verbrandden. De Neger, van wien ik bevorens +gesproken heb, wierd hier onder boom-mos en bladeren nedergelegd, +als of men hem levendig wilde begraven: voor deezen ellendeling +was geene hoop meer tot genezing. Wy hingen onze hangmatten op, +en verstikten byna door den rook van onze vuuren. + +Ik zag op dit veld eene hagedis van by de twee voeten lengte, welke +de Negers doodden en opaten: zy noemden hem Sapagala, en hy had eene +groenachtig bruine kleur, maar hy geleek niet naar de Iguana. Onder de +puinhoopen van het afgebrande gehucht, ontdekten wy eenige Water-rupsen +of Honderd-pooten van agt tot tien duimen lengte. Dit hatelyk kruipend +gedierte van eene geelachtig bruine kleur, loopt in allen opzigte +zeer gezwind, en het vergift, het welk zy in de door hen gemaakte +pynlyke wonde laaten, schoon het niet doodelyk is, verwekt niettemin +doorgaans de koorts. Zommige schryvers geven aan dit kruipend gedierte +twintig paar pooten, en anderen veertig. Ik heb ze by de geenen, +die wy vonden, niet getelt: alles wat ik 'er van zeggen kan, is, +dat zy my toescheenen met de Europeesche honderd-pooten eene juiste +overëenkomst te hebben. Zommigen van onze Officiers maakten groote +en schoone verzamelingen van alle deeze merkwaardigheden; ik voor +my vergenoegde my met de afteekening en beschryving van die dingen, +die my voorkwamen niet zeer gemeen te zyn. + +Den 20sten, gingen wy de verblyfplaats, Cosaay genaamd, bezichtigen, +en op den weg vernam ik, dat de bovengemelde Neger nog leefde. Ik +nam de takken, die hem bedekten, weg, en op myne tusschenspraak, +voerden wy hem met ons mede; maar de slaven, te onvreden van met +zulk een pak beladen te zyn, namen, in myne afwezigheid, alle +gelegenheden waar, om deezen ongelukkigen te doen lyden, met hem +op wortels en steenen te laten vallen, en door het slyk en water, +het welk wy doorwaden moesten, agter aan te laten sleepen. Men zondt +verscheiden manschappen uit, om de omliggende streeken te onderzoeken; +en het overige krygsvolk sloeg zig neder ten westen van Cosaay. Deeze +afgezondene manschappen ontdekten van dien zelfden kant vier schoone +velden, met maniok, ignames, bananen, pistaches, Indisch koorn, +en erweten van Angola beplant. Zy zagen ook verscheiden lyken van +menschen, die in het gevecht, in de maand Augustus voorgevallen, +het leven hadden verloren.--Wy plukten, in de nabyheid van onze +legerplaats, een zoort van mispelen, van eene karmosyn kleur, in +smaak veel gelykende naar aardbezien, en groeiende aan een breed +groen heestergewas, het welk in veele tuinen te Paramaribo wordt +aangekweekt. Wy zagen ook een zoort van wilde Pruim-boomen, welken men +hier Monpe noemt. Derzelver vruchten zyn geel, langwerpig en klein; +elk van die bevat een kleine noot; het vleesch is niet zeer dik, +maar schoon zeer zuur zynde, heeft het een aangenaamen smaak. + +Des morgens van den 21sten, wierden alle deeze nuttige plantgewassen +afgehouwen en verbrand. Na dat dit werk verrigt was, keerden wy naar +onze legerplaats van den 19den te rug, welke wy ook geheel in brand +vonden, en wy waren genoodzaakt onze hangmatten ter zyde van het +bosch uit te spreiden. My alhier herïnnerende, dat men den armen +stervenden Neger alleen gelaten had, liep ik naar die plaats toe, +om hem met myne hulpe by te staan; maar na hem te vergeefs gezocht te +hebben, in weerwil der rook dampen, en de donkerheid van den nacht, +was ik genoodzaakt op myne eigene veiligheid bedacht te zyn, en in +aller yl naar myne medgezellen te rug te keeren. Eenigen laakten myne +roekeloosheid, anderen vervloekten het geraamte, het zy het levendig +of dood was. + +Toen de verwoesting was afgeloopen, keerden wy naar den post van +Jerusalem te rug, alwaar wy den 24sten, geheel afgemat, aankwamen. De +Colonel zelf wierd eindelyk door eene heete koorts aangetast, die hem +noodzaakte, om in zyne hangmat te blyven leggen, en deedt vreezen, +dat hy den nacht niet halen zoude. Echter behieldt hy steeds het +bevel aan zig, en deedt, des anderen daags morgens, aan eenen soldaat +stokslagen geven, die, vermits zyne voeten zeer gescheurd waren, hem om +een paar schoenen verzogt; een ander onderging dezelfde behandeling, +om dat hy gehoest had, schoon hy met eene zwaare verkoudheid behebd +was; een Capitain wierd in zynen dienst geschorst, en naar het Fort +Zelandia in gevangenis verzonden, om dat hy bestaan had een huwelyk +aan te gaan buiten toestemming van den Colonel.--Ziekten en de dood +maakten, in dit oogenblik, groote verwoestingen onder het leger, +alwaar alles in de grootste verwarring was. + +Den 1sten November, liepen, om de maat der onheilen vol te meten, +vyf-en-twintig Negerslaven weg; en den 3den, ontfingen wy bericht, +dat men meer dan vyftig gewapende muitelingen gezien had, die, een +musket-schoot beneden Barbacoeba, de Cottica waren overgezwommen. + +Op het ontfangen van deeze tyding, wierdt de Colonel SEYBOURG +afgezonden met de weinige manschappen, die in staat waren op te +trekken, en, in dit oogenblik, door honger en ellende geperst werdende, +op 't punt waren om hunne eigene Officiers aan te tasten. Gebrek +hebbende aan het geen zy boven alles waardeerden, tabak namelyk, +rookten zy graauw papier, en kaauwden bladeren en leder, om by hun +de plaats van deeze plant te vervullen. [12] Niemand ondertusschen +leedt toen meer dan ik. Van levensmiddelen en kleederen ontzet, was +ik uitgehongerd en naakt. Zedert het leggen in hinderlagen, en den +tocht naar de Peréca, had ik een zweer aan den linker voet. Ik had +geen één vriend onder het geheele leger meer overig, van wien ik de +minste hulp verwagten konde. Tot overmaat van ellende was het weinige +bloed, dat my nog overschoot, geduurende twee nachten agter elkander, +door het Guiaansche Spook of Vampire, byna geheel en al uitgezogen. Ik +geraakte in myne hangmat buiten my zelven, en kwam niet weder tot +kennis, dan met een zoort van mistroostigheid, die merkelyk aanwies, +na het lezen van eenen brief, waarin men my berigtte, dat JOANNA en +myn zoon te Paramaribo aan eene rotkoorts op sterven lagen. + +Eindelyk echter kwam de Sergeant FOWLER van de Plantagie Mocha, met +één van myne kisten aan. De afgezondene krygsbende van den Colonel +SEYBOURG kwam ter zelfder tyd te rug, zonder iets vernomen te hebben. + +De Colonel FOURGEOUD bevondt zig den 14den zoo ziek, dat hy zig +genoodzaakt zag het bevel aan een ander over te laten, en zig tot zyne +herstelling naar Paramaribo te begeven. Na al zyn volk op deeze manier +te hebben opgeöfferd, wierd hy het slachtöffer van zyne heerschzucht, +die geene palen kende, en van zyne hardnekkige volharding, terwyl, +zoo hy zig, zyne soldaten zoo wel als zig zelf, minder vermoeid en +beter gevoed had, hy een even grooten, zoo geen grooteren dienst aan +de Volkplanting bewezen zoude hebben.--Men zondt te gelyker tyd een +vaartuig vol met zieken en stervenden naar Devil's Harwar. + +Het bevel was toen in handen van den Lieutenant Colonel, die des avonds +door de zelfde ziekte als de Colonel wierd aangetast. Dezelve richte +toen groote verwoestingen aan ouder het krygsvolk van allerleijen rang, +wier bloed door de hitte van eene brandende zon als kookte, terwyl +wy, in dit saisoen van droogte, in plaats van ons op den post van +Jerusalem te bevinden, de bosschen hadden moeten doorkruissen. Maar, +zoo als ik reeds heb opgemerkt, de Colonel verkoos ongelukkiglyk +dit ongeschikt saisoen voor deeze tochten. Verscheiden Officiers +zouden toen hunne posten wel hebben willen nederleggen, indien de +betamelykheid zulks gedoogd had op een oogenblik, dat zy werkelyk +in dienst waren. Ik zelf zoude wel verlangd hebben eenigen tyd te +Paramaribo te gaan doorbrengen; maar dewyl men my dit niet aanboodt, +schoon men aan alle de anderen, tot de slaven toe, verlof gegeven +hadt, achte ik het beneden my 'er om te verzoeken, dewyl ik het nog +op gaande been konde houden. + +Den 19den echter verërgerde myn voet zoodanig, dat de Heelmeester my +buiten staat verklaarde, om dienst te kunnen doen: met dit al bleef +ik steeds op de legerplaats. + +Den 20sten, ontfingen wy eene versterking van krygsvolk, in slaven +bestaande, en van krygsbehoeften; dienvolgende zondt men den Major +MEDLAR met honderd vyftig mannen, om op kondschap uit te gaan. + +Onder meerdere onheilen, waar mede het leger in dit oogenblik te kampen +hadt, moet men vooral rekenen eene ontzachelyke meenigte sprinkhaanen, +die alles, wat zy ontmoetten, verslonden. Het scheen waarlyk, of de +vloek des hemels ons op alle manieren bezogt: allerleije zoort van +ongedierte hadt zig dermaten vermeenigvuldigd, dat men, in weerwil +van de grootste zorgvuldigheid, 'er zig niet geheel en al van bevryden +konde. Deeze sprinkhanen waren van eene bruine kleur, en van gedaante +als de anderen. Zy vlogen niet, maar sprongen by hoopen op de tafel +en stoelen, terwyl wy aten. Des nachts kwelden zy ons, door over ons +aangezicht te kuiëren. + +Echter vonden wy op den post van Jerusalem eene groote meenigte +visschen, en vooral de Newmara, de Warrappa, de Pataky en de +Vieille. Allen waren uitmuntend. De Pataky was byna twee voeten +lang, en hadt de gedaante van een schelvisch; de laatste geleek +naar een groote baars. Men vong ook een zoort van Aal, die alhier +Naay-naay-fisy genoemd wordt, zeer fyn, en omtrent een voet lang +is. 'Er was ook nog een zoort van visch, genaamd Dung-fish, hebbende +ten naasten by de gedaante van één kleinen haring. De Negers alleen +aten de twee laatstgemelden. + +Den 3den December, kwamen de afgezondene manschappen van den Major +MEDLAR, na eene afwezigheid van veertien dagen, te rug, met zig +brengende eene vrouw van de muitelingen, met haaren zoon, omtrent +agt jaaren oud zynde, welken men op een klein veld, met bittere +maniok beplant, gevangen genomen hadt. Dit ongelukkig schepzel was +zwanger en zeer verschrikt; maar de Major, die een menschlievend +en gevoelig mensch was, behandelde haar met goedäartigheid. Hy had +echter op eene ongelukkige manier een Corporaal verloren, SCHOELAR +genaamd, en een Zee-soldaat, genaamd PHILIP VAN DEN BOSCH, die +onvoorzigtiglyk maniok-wortels gegeten hebbende, vergiftigd waren +geworden, en den zelfden nacht in verschrikkelyke stuiptrekkingen en +pynen stierven. Het geneesmiddel tegen dit vergift, is, zoo men zegt, +peper van Caijenne in eenig geestryk water; maar de Major konde toen +noch het een, noch het ander bekomen. + +Onze gevangene verhaalde ons, dat die arme uitgehongerde Neger, +dien wy gevonden hadden, ISAAC genaamd was, en dat men hem voor dood +had laten leggen; zy verklaarde daarënboven, dat Capitain ARICO eene +nieuwe verblyfplaats aan de zee-kusten had opgericht, waar aan hy den +naam van Fissy-Hollo gegeven had; dat BONNY de gestrengste krygstucht +onder zyn volk onderhieldt; dat hy eene zoo onbepaalde oppermacht +oeffende, dat hy aan twee persoonen van zyn volk het hoofd hadt laten +afhouwen, drie dagen voor het inneemen van Gado-Saby, namelyk in den +nacht van den 17den Augustus, toen wy het geschreeuw der muitelingen, +en het afschieten hunner snaphaanen hoorden, en zulks alleenlyk op +de verdenking, dat deeze ongelukkigen ten voordeele der Europeanen +gesproken hadden, en dat zy die geenen waren, wier hoofden wy op +pieken gevonden hadden; dat deeze BONNY aan geenen Neger, onder zyn +bevel staande, wapenen toevertrouwde, of hy moest hem eerst eenige +jaaren als slaaf gediend, en ontwyffelbaare bewyzen van moed en +trouwe gegeven hebben; dat zyne talryke onderhoorigen verpligt waren +zig zonder tegenspreken te onderwerpen aan alles, wat hy goedvondt +te beveelen; dat men hem intusschen meer beminde, dan vreesde, uit +hoofde van zyne onkreukbaare rechtvaardigheid en zynen mannelyken moed: +zy bevestigde ons ook het bericht, dat hy gewond was geworden. + +Deeze vrouw en haar zoon wierden, den 4den December, met den Vaandrig +CABANUS, die hen had gevangen genomen, naar Paramaribo gezonden. Men +had byna te gelyker tyd een jong meisjen van omtrent veertien jaaren +aangehouden, doch deeze geheel naakt, en buitengemeen gezwind zynde, +had het geluk gehad te ontsnappen. + +Voor het Hof van Justitie wierd bewezen, dat de eerstgemelde door +de muitelingen met geweld was weggevoerd; dienvolgende kreeg zy +vergiffenis, en keerde, benevens haaren zoon, met blydschap naar de +Plantagie van haaren meester te rug. Het is opmerkelyk, dat, toen dit +kind voor de eerste keer een paard of een koe zag, hy daar voor zoo +beängst was, dat hy in zwaare stuiptrekkingen viel; bovendien konde +hy niet veelen, dat hem een blanke aanraakte; want tot hier toe had +hy geene menschen van die kleur gezien, en hy noemde hen altyd Yorica, +het welk, in de taal der Negers, den Duivel beteekent. + +Omtrent op deezen zelfden tyd, dreef het ligchaam van eene Zee-koe, +of Manati, in het water, dicht by den wachtpost van Jerusalem. De +slaven zwommen 'er dadelyk naar toe, de één met snoeimessen, de +ander met gewoone messen, en allen bragten zy 'er stukken van mede +voor hun middagmaal. Eindelyk trokken zy het dier, het welk reeds aan +het rotten was, op 't land. Het was zestien voeten lang; en bestondt +uit eene zeer groote en ongeschikte klomp vet, waar van het agterste +gedeelte puntsgewyze liep naar eene vleeschachtige, breede en rechte +staart. Deeze Zee-koe had een dikken en ronden kop, een platten bek, +breede neusgaten, met zeer harde hairen aan den neus, en boven den +mond, kleine oogen en drie gehoor-gaten, in plaats van ooren. In +plaats van pooten, had dit dier twee uitwassen, of vleeschachtige +vinnen, even als die van de Land-Schildpad, die een weinig beneden +den kop te voorschyn kwamen. Het dier bedient 'er zig van om te +zwemmen, en zig, schoon traaglyk, te bewegen, wanneer hy het kruid +wil eeten, het welk aan den oever der rivieren groeit, want het is +een halfslachtig dier. Hy had eene groenachtige zwarte kleur, eene +ruwe ongelyke huid, met groote verhevenheden en rimpels, die een kring +maken, en met eenige weinige stekelige hairen bedekt. Hy had kiezen, +maar geene voor-tanden, en eene zeer korte tong. De Zee-koe werpt, +even als de Walvisch, levende jongen, en zoogt dezelven aan twee +borsten. De dieren van dit zoort zyn in de Rivier der Amazonen zeer +gemeen. Men zegt, dat hun vleesch den smaak van kalfs-vleesch heeft, +en goed is om te eeten. Die ik tans zag, was reeds te veel verrot, +om 'er van te proeven. Men zag op zynen rug twee gaten van kogels, +welken de muitelingen waarschynlyk op den 27sten, wanneer wy twee +snaphaan-schoten gehoord hadden, op hem hadden laten afgaan. + +Ik oordeele het niet ongepast te zyn, om alhier eene beschryving +te geven van een ander halfslachtig dier, Tapira genaamd, het welk +veel gelykheid heeft met het Zee-paard van het oude vaste Land, maar +minder groot is. Zyn lyf heeft ten naasten by de gedaante van dat van +een ezel, schoon echter minder lomp zynde. Zyn kop verschilt niet veel +van den kop van een paard, maar zyne onderste lip staat meer voor uit, +en eindigt met eene beweegbaare snuit, [13] als die van een Olyphant, +maar niet lang genoeg, om hem van eenig nut te wezen. Zyne ooren zyn +rondachtig; zyne voortanden zyn zeer sterk, en zomtyds zichtbaar. Hy +heeft ruwe en rechte maanen, korte en dikke pooten met een zoort +van paards-hoef, verdeeld in vier klauwen met nagels gewapend. Zyne +staart heeft niet meer dan twee of drie duimen lengte. De huid van dit +dier is uittermaten dik, en van eene bruine kleur; wanneer hy jong +is, heeft deeze huid kleine vlakken, even als die van de harten in +Guiana, of de Paca, en dezelve maken langwerpige streepen. Hy voedt +zig met kruiden en planten, die op moerassige plaatsen groeijen. Hy +is zoo vreesachtig, dat hy, bang zynde, zyn behoud zoekt door zig in +het water te dompelen, waar in hy een zeer langen tyd verblyft. Het +vleesch van het Zee-paard is zeer lekker; men geeft 'er den voorkeur +aan boven het beste ossen-vleesch. + +De heer SELEFELDER, Officier van 's Compagnies krygsvolk, verzekerde +my, op deezen zelfden tyd, dat hy een Zeepaard, van een geheel +onderscheiden aart, in de Rivier Maroni gezien had. De Majoor +ABERCOMBIE, die in den zelfden dienst was, zeide my onlangs, in +de Rivier van Surinamen een Meermin te hebben aangetroffen. Lord +MONBODDO houdt ook zeer stellig staande het aanwezen van Zee-mannen +en Zee-vrouwen, [14] en verzekert, dat men ze in 't jaar 1720. gezien +heeft. Maar hoe achtenswaardig op andere punten het oordeel en gezag +van deezen Lord moge voorkomen, is het my niet mogelyk, om met hem +in te stemmen, dat 'er mannen en vrouwen met vinnen en schubben, +laat staan met staarten, zyn zouden. + +Ik geloof, zoo het my geöorloofd is myne gedachten op dit stuk te +zeggen, dat men nu en dan in de Rivieren, onder den zonne-keerkring +gelegen, zoo op de kust van Africa, als van Zuid-America, een zoort +van visch ziet, die met het halve lyf boven het water uitsteekt, +zeer veel gelykheid heeft met een menschelyk schepzel, maar veel +kleiner is, en ten naasten by als die geen, welke men in 't jaar 1794 +te London zag. Deszelfs kleur is zwartachtig groen; de kop is rond, +met een zoort van mismaakt aangezicht. Eene zwaare vinne vertoont +zig by de oogen van het dier, loopt tot het midden van den rug, +en gelykt veel naar hoofdhair. Zyne twee armen en handen zyn twee +vleesachtige en gevingerde vinnen. Het wyfje, als zynde een dier, +dat haare jongen levendig werpt, heeft borsten, even eens gemaakt, als +die van eene vrouw. De staart is volmaakt die van een visch. In veele +opzigten gelykt hy naar het Zee-kalf; behalven dat de laatstgemelde +geene vinnen op den rug heeft. Dezelve is ook veel dikker, en +verheft zig nooit boven het water, zoo als het dier zoo even door my +beschreven. Ik heb deeze berichten ontfangen van verscheiden bejaarde +Negers, en van verscheiden Indianen, die alle in hunne beschryvingen +overëenstemden. Zommigen voegden 'er by, dat deeze dieren zingen, +maar ik denke, dat het is een klagend geschrey, zoo als men wel van +andere visschen of halfslachtige dieren onder den zonne-keerkring +hoort. Zy verzekerden my, dat zy, schoon zeldzaam voorkomende, ten +hoogsten gevreesd zyn by hunne vrouwen en kinderen, die hen watra-mama, +of moeder der wateren noemen; en, het geen vreemd is, met dien naam +bestempelen zy ook hunne Profetessen. Maar laaten wy van dit stuk +afstappen, en het verhaal onzer krygs-verrigtingen weder vervolgen. + +Ik heb reeds gezegd, dat zeker Heelmeester, den 19den November, +verklaard had, dat myn voet my buiten staat stelde, om dienst te +doen; en heden, den 5den December, werden een ander Heelmeester, +twee Capitains en een Adjudant gezonden om my te bezigtigen, gelyk +ook den Capitain PERRET, die ziek was. De laatstgemelde Heelmeester +verklaarde al mede onder eede, dat wy zonder gevaar niet gaan konden, +en nog minder zwaare vermoeijing uitstaan; maar de Colonel SEYBOURG, +wien de heete koorts steeds bybleef, vond goed, dat wy oogenblikkelyk +de bosschen zouden intrekken, al zag hy, dat men ons op kruiwagens +moest voortkruien. De arme Capitain PERRET, die 'er als een stervend +mensch uitzag, en zig niet bewegen konde, besloot echter om deezen +uitzinnigen last ter uitvoer te brengen; maar ik kwam 'er stellig +voor uit, dat ik den geen, die bestaan zoude durven my aan te raken, +de herssens zoude inschieten; en ingevolge van deeze verklaring, +stelde men my onder de bewaring van een schildwacht. Het geheele +leger scheen toen niet dan uit zotten te bestaan. + +Den 11den, ontfingen wy bericht, dat men een zeker getal muitelingen +aan de overzyde van Devil's Harwar gezien had, en wy vernamen +vervolgens, dat zy de Commewyne verlaten hadden, aan welker oevers zy, +den 5den, het huis van den eigenaar van Killesting-Nova, waar in de +Opzichter SLICHTER was opgesloten, verbrand hadden, dat zy de geheele +Plantagie verwoest hadden, drie-en-dertig vrouwen mede gevoerd, en het +zoontje van eenen Mulat verminkt, om zig over zynen vader te wreeken; +en dat eindelyk de Neger-Jagers hen vervolgden. Capitain FREDERIK kwam +ook den zelfden dag aan. Hy had het krygsvolk der Sociëteit verlaten, +om onder die van den Colonel FOURGEOUD te gaan, en hy bevestigde ons +deeze ongelukkige nieuwstydingen. + +Byna op deezen zelfden tyd, na vier maanden lang aan alles gebrek +gehad te hebben, ontfing ik het overschot van mynen voorraad, +welken men my van de Plantagie Mocha zondt; maar voor drie vierde +door de kakkerlakken vernield: ik deelde het beste onder de zieken +uit, maar het geen my het grootste genoegen deedt, was te vernemen, +dat JOANNA en myn zoon JOHNNY buiten gevaar waren, en te Paramaribo +herstelden. Deeze tyding beurde my zoodanig op, dat ik des anderen +daags morgens te kennen gaf, dat ik my in staat bevond, om dienst +te doen, maar ik twyffel, of dit wel zoo was. De noodzakelykheid om +van lucht te veranderen, bragt 'er ook veel aan toe, want in de zoort +van gevangenis, die ik hield, had ik 'er volstrekt gebrek aan, en zy +was my echter ongemeen noodig. Den zelfden avond, voer een vaartuig, +vol met Caraibische Indianen, de Cormoetibo-Kreek op, om, door middel +van de Wana-Kreek, in de Rivier Maroni in te loopen. + +Den 20sten December, was ik van myne kwetsuur aan den voet hersteld; +de Colonel SEYBOURG insgelyks van zyne heete koorts. + +Den 21sten, kwamen 'er beveelen van den Colonel FOURGEOUD, die zig +op dit oogenblik beter bevondt: dezelve bragten mede, dat wy onze +legerplaats te Jerusalem zouden opbreken, en ons andermaal naar de +Wana-Kreek begeven. Dienvolgende wierden de zieken in vaartuigen +naar het hospitaal te Devil's Harwar, het welk reeds byna vol was, +gezonden. Veelen waren door eene ziekte aangetast, vry veel gelykende +naar trommelzucht, en alhier de Kouk genaamd. Dezelve bestaat in +eene verbaazende opspanning van den buik, die te gelyker tyd zeer +hard is. Men krygt die ziekte, zoo men zegt, door het drinken van +modderig water, zonder het met eenig geestryk vocht te vermengen; +en dit was onze gewoone en algemeene drank. + +Den 22sten, des morgens om zes uuren, braken wy het leger op, en +volgden de oevers van de Cormoetibo-Kreek, die niet meer dan een +moeras was. Men liet één van onze ongelukkige Negers, die een gat in +het hoofd had, aan zyn lot over; men wierp een anderen van één der +vaartuigen in het water, en hy verdronk. + +Wy zagen deezen dag een groot aantal Pingos, of wilde varkens, +die, als naar gewoonte, onze linie braken. Verscheiden wierden door +sabelhouwen gedood, en zommigen ontkwamen het, nemende de bajonnetten, +waar mede zy geraakt waren, met zig. + +Deeze tocht was vooral onäangenaam uit hoofde van de zwaare regenbuien, +die strooms-gewyze nedervielen, en de Rivieren deeden overloopen. De +vroege ochtend-stonden waren vochtig en koud, en zoo strydig met de +ongemeene hitte van den dag, dat wy zeer dikwils in onze hangmatten +lagen te beven, vooral wanneer wy 'er met natte kleederen in gegaan +waren. Intusschen kwam ik dit ongemak voor, door een gedeelte van +den dag, even als de Jagers, half naakt te loopen, en myn hembd, +geduurende den regen, onder eene omgekeerde ketel te leggen. Wanneer +de regen ophieldt, kleedde ik my, en leed dus veel minder dan myne +medgezellen, die zeer bleek en verkleumd waren. + +Des avonds van den 23sten, sloegen wy ons neder by eene kleine beek, +de Caymans-Kreek genaamd. Zekere boom, den naam van Monbiara dragende, +boodt ter deezer plaats eenige uitmuntende vruchten aan, maar die +allen door de slaven wierden weggenomen, eer ik 'er van konde proeven, +of zelfs één van te zien krygen. + +De regen viel by aanhoudenheid zoo sterk, als of wy een zondvloed +te vreezen hadden. Den 24sten vervolgden wy onzen weg, en des +avonds sloegen wy onze hangmatten neder by eene beek, Yorica of de +Duivels-Zeef genaamd. Wy bouwden aldaar schuilplaatsen of hutten, en +maakten 'er vlotten, om 'er de krygs- en mond-behoeften op te plaatsen. + +Den 25sten, trokken wy door slyk en water, wy kregen de zwaarste +stortregens op het lyf, en sloegen ons des avonds neder by eene +kleine beek, genaamd de Java-Kreek, en loopende drie mylen beneden +de Wana-Kreek. + +Den 26sten, wierd ik met eenige weinige manschappen afgezonden, om onze +oude legerplaatsen, by de laatstgemelde Kreek, te gaan opneemen. Des +avonds kwamen wy te rug, half zwemmende door slyk en water, en zonder +iets, dan eenige vogelen en merkwaardige boomen gezien te hebben, +welken ik niet met stilzwygen kan voorby gaan. Men noemde deeze +vogelen Crombach, Camawarry en Crocro. De eerste heeft de gedaante +van eene groote houtsnip, en heeft een krommen bek. De tweede is +een waterhoen, maar driemaal grooter dan de voorgaande. Zy zyn zeer +ligt, en vlogen in een oogenblik weg, waarom ik 'er geene omstandiger +beschryving van geven kan. De derde of de Crocro, is een weinig minder +groot, dan onze kraaijen, en ik geloof, dat hy tot het zelfde zoort +behoort, want hy is één der verslindendste van alle vleesch-etende +vogelen. Deeze vogel heeft eene donker blaauwe kleur. Zyn bek en +pooten zyn uittermaten sterk: hy maakt een allerönaangenaamst en +scherpst gekras, voornamelyk in den nacht. De boomen wierden door +de Negers genoemd Mataky en Markoury. De eerste is merkwaardig uit +hoofde van zyne wortels, die zoodanig boven den grond uitsteken, dat +een groot aantal menschen zig daar onder zouden kunnen verschuilen, +zonder elkander te zien; zomtyds zelfs staan zy zoo wyd van één, dat +men te paard tusschen beiden zoude kunnen doorryden; en derzelver +dikte is zoo groot, dat men niet meer dan één plank of deel noodig +heeft, om 'er een tafel voor twaalf menschen van te maken. + +Ik verwyze den lezer naar de afteekening, die ik van deezen +verbaazenden boom gemaakt heb, en geplaatst tegen over dien kant, +alwaar onze legerplaats te Jerusalem was nedergeslagen. Ik heb in +dezelfde plaat gebracht het gezicht van onze legerplaats aan de +Java-Kreek by mooy weder. + +De andere boom, Markoury genaamd, is waarlyk geducht, uit hoofde van +zynen vergiftigen aart, welke zoo doordringend is, dat de rook van dit +hout doodelyk is voor de dieren, wanneer het in de longen koomt. Hy +groeit altyd alleen, en doet ontwyffelbaar sterven al wat 'er dicht by +koomt. De slaven zelve zyn zoo beschroomd om hem aan te raken, dat zy +op de Plantagiën het omhakken 'er van weigeren. Hy is niet zeer hoog, +ongelyk, en van eene leelyke gedaante; hy heeft slechts eenige takken, +en zyne bladeren zyn van eene bleek groene kleur. Men heeft my gezegd, +dat de Indianen zommigen van hunne pylen vergiftigen, door ze in het +sap van deezen boom te doopen. + +Den 27sten, begaf zig eene andere ronde in aantocht, maar ontdekte +even weinig, als de eerste. + +Ik heb reeds gezegd, dat de zweer, die ik aan den linker voet had, +geneezen was, en dit was waar; maar op dit oogenblik haalde ik uit +myn regter arm twee groote insecten, die my andere zeer diepe zweeren +veröorzaakten. In Surinamen noemt men deeze insecten Struik-wormen. Zy +zyn zoo groot als de rups van gewoone kapellen; zy hebben een zwarten +kop, en eene puntige staart; zy dringen ongemeen diep in het vleesch +door, en men heeft een lancet noodig, om ze 'er uit te haalen; zy +leven doorgaans in stilstaande wateren, en met geduurig door dezelven +te loopen, was ik aan hunne aanvallen blootgesteld. + +Myn moed begon my door de opëenstapeling van alle deeze onheilen +te ontzinken. Zoo veele onderscheidene en herhaalde folteringen, +waar aan ik geen einde zag, ontroerden mynen geest, en maakten my het +leven verdrietig. In deeze elendige gesteldheid nam ik het stelligst +en welberaden besluit om by de eerste gelegenheid, die zig zoude +aanbieden om dit met eere te doen, zulke opperhoofden en zulk een +dienst vaarwel te zeggen. Men zal by het vervolg van myn verhaal zien, +of ik dit voornemen heb toegebragt. + +Onze tegenwoordige legerplaats was zoo ondraaglyk, dat 'er geene +beschryving van te geven is. Eene aanhoudende overstrooming +overdekte den grond, zoodanig, dat men vlotten moest maken, om +'er onzen voorraad op te plaatsen. Wy konden uit onze hangmatten +niet komen, zonder tot de kniën in slyk of water te stappen; en op +plaatsen, waar het lager was, aten de insecten ons levendig op. Eene +zoo ongezonde gesteldheid vermeerderde het getal van onze zieken, +en men was genoodzaakt een ander vaartuig, vol met dood-kranken, +de Cormoetibo-Kreek te doen afzakken, en naar het hospitaal van +Devil's Harwar te zenden. Onder dit getal was die arme oude Negers, +wiens herssenen byna verbryzeld waren, en die ons eerst des avonds +te voor ren in eenen deerniswaardigen staat had kunnen inhalen. + +Dit vaartuig, het welk veel naar een dryvend kerkhof geleek, vertrok +den laatsten dag van 't jaar 1775. + + + +VIER-EN-TWINTIGSTE HOOFTSTUK. + +Aanwerving van twee Compagniën Vrywilligers, bestaande +uit Negers en vrye Mulatten.--Verscheidene zoorten van +Visschen.--Arrowoukas. Indianen.--De krygsbende van den Colonel +FOURGEOUD ontfangt bevel, om naar Holland in te schepen.--De +Ratel-slang.--De blaauwe Dypsas.--De Amphisboena of tweehoofdige +slang.--Eene fraaije Kapel.--De Colonel ontfangt naderen last.--Het +krygsyolk trekt weder in de bosschen.--Koophandel in de Volkplanting +van Surinamen.--Beschryving van eene Cacao-Plantagie.--Heldendaad +van eenen Neger.--De Ananas.--De Muscaat- en Water-Meloen. + +Op nieuwe jaars dag deedt de Colonel SEYBOURG my zyne groete doen, met +verzoek om myne aanhoudende vriendschap. Ik ging hem oogenblikkelyk +van de myne verzekeren, en hy verklaarde my een oprecht leedwezen +te hebben over de kwade bejegeningen, waar aan hy zig ten mynen +opzigte schuldig had gemaakt. Hy verzekerde my, dat zyn Adjudant +en spion GIBHART, 'er de voornaame oorzaak van was; vervolgens my +by de hand vattende, stondt hy my toe, om tans naar Paramaribo te +gaan, of werwaarts ik goedvond, tot dat ik anderen last ontfangen +zoude hebben. Deeze behandeling deedt my een innerlyk genoegen, +en wy dronken al het overschot onzer vyandschap af, niet met wyn, +maar in rhum met water gemengd. Dien zelfden avond derhalven afscheid +genomen hebbende, zoo van mynen nieuwen vriend, als van de legerplaats +aan de Java-Kreek, zakte ik, zeer wel te vreden zynde, de Rivier af, +om my naar de hoofdstad der Volkplanting te begeven. + +Na een gedeelte van den weg slapende te hebben overgebracht, bevond +ik my des anderen daags morgens te Devil's Harwar, alwaar ik vernam, +dat die zelfde GIBHART, van wien ik zoo even sprak, kortlings aldaar +was overleden. Des avonds kwamen wy op de Plantagie Beekslied. Myne +roeijers arbeidden met veel yver. Om elkander daar toe aan te zetten, +kliefde de een het water met zyn riem in diervoegen, dat het een +onderscheiden geluid gaf, en zyne medgezellen volgden hem gezamentlyk +daar in naar. + +Den 3den, kwam ik op het Fort Amsterdam aan, alwaar ik een uitstekend +middagmaal deed met onderscheidene zoorten van visch, genaamd Passary, +Prare-Prare, Provost, en Curema. De Passary is meer dan twee voeten +lang, en weegt zomtyds twintig ponden. Zyn kop is breed en plat. Hy +heeft twee lange knevels, maar geene schubben, zyn vleesch is aller +lekkerst. De Prare-Prare is ten naasten by van dezelfde gedaante en +insgelyks goed. De Provost is breed, heeft dikwils de lengte van vyf +voeten, en eene geelachtige kleur. Zyn vleesch is minder aangenaam, +dan dat van de twee voorgaande, maar geeft eene goede oly. De Curema +is een zoort van harder, zomtyds van twee voeten lengte, hebbende +twee groote witte zilverachtige oogen, en de benedenste kaak meer +voor uit staande dan de bovenste. Ter deezer plaatse vangt men ook +een zoort van zeeslak, waar van Mejuffrouw DE MERIAN melding maakt, +en welker voorste gedeelte juist gelykt naar dat van een garnaal. + +Des avonds van dien dag, ten zes uuren, trad ik in de stad +Paramaribo binnen. Ik vond aldaar JOANNA en mynen zoon in volmaakte +gezondheid. Beiden waren zy, van wegen de gevolgen hunner ziekte, drie +weken lang blind geweest. Myn vriend, de heer DE GRAAF, noodigde my, +om met haar by hem myn intrek te nemen. + +Daags daaraanvolgende at ik met den Colonei FOURGEOUD, die zig zoo +wel bevondt als ooit. Hy onthaalde my, als naar gewoonte, op gezouten +kost, [15]en behandelde my zeer vriendelyk. Hy berigtte my, dat 'er +twee compagniën vrywilligers, uit Mulatten en vrye Negers bestaande, +wierden aangeworven; dat de Oucas- en Sarameca-Negers de muitelingen +begunstigden, en in de daad groote schelmen waren; dat men eenigen +van de laatstgemelden by de Casiwinica-Kreek gedood had; dat hy hunne +verblyfplaats Fissy-Hollo hoopte te vernielen; dat BONNY en de zynen, +in weerwil van hunne strooperyen, die niet lang meer duuren konden, +in de bosschen van honger stierven, en dat hy besloten had, zoo lang +hy een enkelen soldaat overig had, dien muiteling te vervolgen, +hem zoo mogelyk gevangen te nemen, of ten minsten met zyne bende +uit de Volkplanting te verjagen. De Colonel verhaalde my al verder, +dat zeker Franschman, die den platten grond der vestingwerken, +enz. voor den Gouverneur van Caijenne afteekende, op het oogenblik, +dat hy stondt te worden opgehangen, ontsnapt was; dat hy aan den +Capitain TULLING, wegens het door hem in stilte aangegaan huwelyk, +vergiffenis geschonken hadt; en dat de Lieutenant Colonel DE BORGNES +met eene ryke weduwe ging trouwen. + +De Bevelhebber was, met één woord gezegd, ten mynen opzigte een +geheel ander mensch geworden. Zyne manieren waren toen zoo geschikt, +dat ik niet verlangen konde mynen tyd in beter gezelschap door te +brengen. Hoe was het mogelyk, dat ik te gelyker tyd de vriend van twee +Oversten was, die door nyd jegens elkander gedreven wierden. Dit is +een geheim, het welk ik nimmer heb kunnen ontdekken; misschien, daar +zy geslagen vyanden waren, wilden zy my beiden winnen. Wat daar ook +van zy, ik besloot, de stiptste ononzydigheid in acht te nemen. Ik +gedroeg my ook op dezelfde wyze jegens den Gouverneur, die my den +tweeden dag na myne aankomst ten eeten verzogt, en, in plaats van my +op gezouten ossen-vleesch te onthalen, overënkomstig zyne gewoonte, +eene deftige maaltyd liet aanrechten. + +Ik gaf ook een bezoek aan myne verdere vrienden, namelyk aan Mevrouw +GODEFROY, als mede ten huize van DEMELLY, GORDON, MAC-NEYL; en ik +bragt ook zeer vrolyk den dag door met de zwarte Mevrouw SAMPSON, +of ZUBLY, die tans weduwe was. + +Ik woonde ook een dans-party van Mulatten by, op welke men echter +geene slaven zag. De musiek, het licht, de dans, het avond-eeten, +waren aldaar in de volmaaktste orde geregeld. De grootste pracht stak +voornamelyk in de kleederen uit. Vrolykheid en betamelykheid hadden +'er beiden plaats, en wel zoodanig, dat dit gezelschap ten voorbeelde +strekken kon aan dat van veele inwooners van eene andere kleur, +die zig verbeelden beschaafder zeden te bezitten. + +Den 20sten, een groot aantal Indianen en Negers van beide kunne, +in de Rivier by het Fort Zelandia hebbende zien zwemmen, wilden de +jonge DONALD MAC-NEYL en ik van de party zyn. Nimmer zag ik eene +dergelyke vaardigheid; dan die der Negers, in het water. Zy hielden +een zoort van gevecht, waar in zy als visschen duikten, en elkander +met de voeten, maar nooit met de handen, raakten. De Indianen, die +tot het geslacht der Arrowoukas behoorden, waren ook bekwame zwemmers, +en scheenen zoo wel in 't water, als op 't land, te kunnen leven. + +Ons door dit genomen bad genoegzaam verkoeld hebbende, gingen wy aan +den oever nederzitten, alwaar ik het genoegen had het maakzel en de +trekken van eene jonge Indiane te beschouwen, die als een venus-beeld +uit het water opkwam.--De Arrowoukas zyn zeer verschillende van alle +de andere Indianen, over welken ik reeds den lezer onderhouden heb; +hy herinnert zig misschien myne belofte, om van hun in het byzonder te +spreken, en deeze zal ik tans volbrengen.--Ik merkte op, dat de huid +van dit jong meisjen, by het uitkomen uit het water, niet meer met +Roucou geverwd zynde, my veel schooner voorkwam, dan de koper-kleurige +huid der vrouwen van andere Indiaansche volken. Haare leden waren +door geene naauwe ringen, of styve catoene banden ontcierd. Haar +hoofdhair hing niet los; maar was netjes rondom haar hoofd opgebonden, +en op den kruin door eene breede zilvere plaat vast gemaakt. [16] +Het eenige kleed, dat zy in het water aanhieldt, bestondt in een klein +vierkant voorschoot, van koraalen gemaakt, zoo als ik die hier boven +reeds beschreven heb: zy was derhalven, ten aanzien van de overige +deelen van haar lichaam, geheel en al naakt. Zy had een aangezicht, +zoo bevallig, als men zig verbeelden kan. Haare reizige gestalte, +haare kragt, haare jeugd, haare levendigheid, alle de teekenen van +eene goede gezondheid, overtuigden my van de waarheid, dat wanneer +het lichaam zig geheel aan het oog ontdekt, men op de schoonheid van +het aangezicht weinig acht slaat. Haar gelaat kondigde die beminnelyke +eenvoudigheid, dien onschuldigen ernst aan, die op geenen onëerbaaren +aanval zelfs verdacht is, en niet kan nagebootst worden door haar, die +zig aan den geringsten misstap schuldig kent. Eene geverwde olyfkleur +is met de schoonheid zeer wel bestaanbaar: deeze is de natuurlykste +kleur van alle menschelyke schepselen; want het is waarschynlyk, +dat blank en zwart slechts trapswyze opklimmingen zyn, veröorzaakt +door overmaat van warmte en koude. [17] Dit jong meisje, zoo volmaakt +schoon, scheen zelfs ook volmaakt gelukkig te zyn. Men vindt, zegt +RAYNAL, in den staat der zuivere natuur het geluk meenigvuldiger, +dan in den staat der volmaaktste beschaafdheid. Het is zeker, dat +eene Europeesche vrouw tot aan de toppen der vingers zoude bloozen, +op het enkele denkbeeld van naakt in het openbaar te verschynen; maar +opvoeding en vooröordeel doen alles, vermits het een ontwyffelbaare +regel is, dat, wanneer men inwendig zig niets te verwyten heeft, +men voorzeker van geene schaamte weten kan. + +Ik herinner my te Bergen op Zoom eenen jongen Indiaan uit den omtrek +van de Volkplanting de Berbices, genaamd WILKY, gezien te hebben. De +Generaal DESALVE, die hem had medegebragt, liet hem kleeden, en gaf +hem een zeker zoort van opvoeding. Deeze Indiaan had onder anderen +het koken en kleeder-maken geleerd, willende zig zelven, zoo hy zeide, +tevens van alle noodwendigheden voorzien. Na verloop van eenigen tyd, +betuigde hy zyn verlangen, om naar de Volkplanting te rug te keeren; +en hy had slechts even den Americaanschen grond betreden, of hy wierp +zyne kleederen weg, begaf zig naakt in het diepste der bosschen, +alwaar hy, even gelyk de Hottentot, van wien ROUSSEAU spreekt in +de aanteekening Nº. 13. op zyne verhandeling over den oorsprong +en grondslag der ongelykheid onder de menschen, zyne dagen sleet, +zoo als hy die begonnen had, in het midden zyner landgenooten en +vrienden.--Maar laaten wy tot dit meisjen te rug keeren. Zy had +eene levendige Papegaay, die zy zelve met een rond gemaakte pyl +geschoten had, en die ik van haar voor een mes met een dubbeld lemmer +verruilde. De Arrowoukas zyn in dit zoort van jagt zoo knaphandig, +dat zy meenigmalen een Macaw in zyne volle vlucht, en dikwils zelfs +een duif, raken. + +Ik kan van dit onderwerp niet afstappen, zonder eenige aanmerkingen te +maken omtrent het zedelyk character van dit volk, het welk niet alleen +met de meeste andere Indiaansche volken in vrede leeft, maar vooral +in goede vriendschap staat met de Europeanen, wier achting het bezit. + +Ik zal slechts één geval verhalen, tot een bewys van de dankbaarheid, +waar door deeze Indianen zig onderscheiden. Voor eenige jaaren +kwamen twee van hun, man en vrouw, te Paramaribo. Deeze vrouw in +haare zwangerheid verre gevorderd zynde, gelastte de heer VAN DER +MEY aan zyne dienstboden, om hen beiden aan zyn huis te brengen, en +hun eene afzonderlyke kamer, en alles wat zy noodig hadden, te geven; +vervolgens wenschte hy hun goeden avond. De Indiaansche vrouw beviel +dien zelfden nacht; en des anderen daags morgens, toen de dienstboden +kwamen, om hun den dienst van hunnen meester op nieuw aan te bieden, +vonden zy noch den man, noch de vrouw. Deeze waren voor het aankomen +van den dag vertrokken, om met hun kind gerustelyk naar het bosch +te rug te keeren. [18] Men maakte toen verscheiden gissingen omtrent +die zoo hoog geroemde oprechtheid der Arrowoukas; maar na verloop van +agttien maanden, kwam deeze zelfde Indiaan den heer VAN DER MEY weder +opzoeken, met zig brengende een schoon jongman, tot het geslacht der +Accawaus behoorende, dien hy in een gevecht gevangen genomen had. [19] +Hy boodt hem zynen weldoener aan, zeggende alleenlyk: Die is voor u; +en, zonder naar antwoord te wagten, liep hy weg. Men boodt den heer VAN +DER MEY meer dan twee honderd ponden sterling voor dien slaaf, maar hy +weigerde zulks, en behandelde hem, even als of hy een vry persoon was. + +De opvoeding, welke de Indianen in hunne kindsheid ontsangen, is +zoo overëenkomstig de wetten der eenvoudige natuur, dat zeldzaam hun +gemoed bedorven, noch hun lichaam misvormd is. Te groote zorgvuldigheid +in beiderleije opzigten, is zoo wel schadelyk, als eene volstrekte +achteloosheid. Dit is het gevoelen van den verstandigen Dr. BANCROFT, +die niet noodig had zulks met een plaats uit QUINTILIAAN te bewyzen. + +Schoon de Arrowoukas in eene volmaakte eensgezindheid met de +Europeanen, en de meesten van hunne nabuuren, leven, trekken zy +echter ten stryde uit, wanneer men hen getergd heeft. Hunne wapenen +zyn boog, pylen, en een knods, dien zy abowtow [20] noemen; maar zy +eeten hunne gevangenen niet, zoo als de Caraïben doen, die zelfs +de Negers opäten, welken zy in eenen opstand doodden, die in de +Volkplanting de Berbices voorviel. Ofschoon zy veel verder van de +zee af woonen, dan de Warrows, hebben zy kano's, zomtyds van veertig +voeten lang, waar mede zy de Rivieren afzakken. De Indianen van dit +geslacht zyn groote kruidkenners. Voor uitwendige kwalen, maaken +zy gebruik van enkelvoudige middelen, waar van de bosschen van het +vaste Land van America overvloeien.--Maar laten wy het verhaal van +onze krygsverrigting vervolgen. + +Den 25sten, wierd ik door de koorts aangetast, en men deedt my +eene aderlating op den voet; maar het lancet te diep gestoken zynde, +geraakte ik verminkt. Omtrent dien zelfden tyd kwam de Colonel SEYBOURG +uit de legerplaats aan de Java-Kreek zeer ziek te rug. + +De Colonel FOURGEOUD was toen op het punt, om zyne krygsverrigtingen +te hervatten. Hy had reeds eenige manschappen naar de Savane der +Joden afgezonden, om beter onderricht te worden van het geen 'er van +dien kant omging. In dien staat der zaken ontfing hy beveelen uit +den Hage, om dien tocht oogenblikkelyk te staken, en zig, met alle +zyne manschappen, onverwyld naar Holland in te schepen. + +Ingevolge van deeze beveelen, wierden de transport-schepen den 27sten +gereedgemaakt, de Officiers en soldaten ontfingen hunne agterstallige +soldye, waar over zy zeer verheugd waren. Ieder een was te Paramaribo +'er over te vreden, uitgenomen eenige inwooners, en ik zelf. + +Den 14den February, onaangezien het ongemak aan myn voet, de koorts, +een zweer, en de scheurbuik, ging ik, op krukken loopende, met duizend +guldens in myn zak, die somme verdeelen tusschen den Colonel FOURGEOUD +en Mevrouw GODEFROY, tot betaling van de schulden, welken ik door +het vry koopen van mynen Neger QUACO, en myne JOANNA, gemaakt had; +vervolgens keerde ik naar myne wooning te rug, geen enkelen schelling +in myn zak overgehouden hebbende. De 500 guldens, welken ik aan +Mevrouw GODEFROY ter hand stelde, waren eene geringe afkorting op +de 1800 guldens, die ik haar schuldig was, en met dit al had zy de +edelmoedigheid, om my op nieuw aan te zetten, ten einde JOANNA en +mynen zoon naar Holland mede te nemen. Doch JOANNA weigerde zulks +moediglyk, en verklaarde, "Dat, alle andere bedenkingen daar gelaten, +zy nimmer zoude toestemmen, om de belangen van haare weldoenster +aan die van haaren weldoener op te offeren; dat haar eigen geluk, +en zelfs het myne, het welk zy boven het leven waardeerde, als +dan in bitterheid voor haar verkeeren zoude, zoo lang de schuld +van haare vrykooping niet geheel en al gekweten zoude zyn, het zy +door my zelven, het zy uit de vruchten van haaren eigen arbeid, zoo +als zy hoopte dit t'eeniger tyd ter uitvoer te brengen":--Zy voegde +'er by: "dat onze scheiding niet dan kortstondig zyn zoude, en dat +het grootste bewys, het welk ik haar van myne achting geven konde, +bestond in het kloekmoedig dragen van deeze kleine tegenkanting der +fortuin, zonder in haare tegenwoordigheid zelfs een enkelen zucht +daar over te laten". Zy liet deeze laatste woorden met een glimlach +gepaard gaan: daar op omhelsde zy haaren zoon, en verliet my dadelyk, +om onbedwongen haare tranen te storten. Op dit zelfde oogenblik +wierd ik geroepen by den heer DELAMARE, die op sterven lag; en myne +smart was toen onuitsprekelyk. Ik moest echter besluiten, om eene +afwezigheid van één of twee jaaren door te staan. Des namiddags, om +myn leed een oogenbjik te verzetten, ging ik het kabinet van Indische +zeldzaamheden van den heer ROUX bezichtigen. Het oog toevallig op een +ratelslang hebbende laten vallen, zal ik, alvorens de Volkplanting +van Surinamen te verlaten, dit gevaarlyk kruipend gedierte beschryven. + +De Ratelslang heeft in Surinamen zomtyds de lengte van agt of negen +voeten. In 't midden is hy zeer dik, en naar den hals en de staart +word hy dunner. Zyn breede kop is plat, en leelyk mismaakt. Men ziet +in hem twee wyd open gespalkte neusgaten by den bek; en, even als de +Kayman, een groote kam of bult boven de oogen, zoo zwart als git, +en zeer schitterende. Aan het einde van zyne staart zyn verscheide +schubben van een zoort van dun hoorn, zeer droog, en aan elkander +zaamgehecht, welken het dier beweegt, wanneer hy getergd word, en die +een geluid geven, gelykende naar dat van een ratel, waar van hy den +naam draagt. Men zegt, dat het getal zyner schubben in evenredigheid +jaarlyks vermeerdert, en dat men door dit middel zynen ouderdom zeer +juist bepaalen kan. Deeze slang is geheel overdekt met andere schubben, +die aan den ruggestreng over eind staan. Hy heeft eene doffe orange +kleur, gemengd uit een donkerbruin, en zwarte vlakken, die op zyn +kop ook zeer zichtbaar zyn: zyn buik heeft eene aschgrauwe kleur met +schuinsloopende schubben, zoo als de meeste andere slangen. Wanneer +dit dier zynen buit bespiedt, draait hy zig rond in elkander, +als een kluw touw, en zyne staart een weinig bewegende, doet hy +die vervolgens ratelen, en spreidt zig in éénen sprong uit ter +lengte van zyn geheele lichaam; daar op verbergt hy zig andermaal, +om zig op nieuw uit te spreiden. Het vergift van deezen slang word, +ten minsten in geheel America, voor doodelyk, of voor zeer gevaarlyk +gehouden. Wat betreft zyne eigenschap om de oogen te verblinden, de +muizen, de eekhorentjes, de vogelen, in zynen muil te laten vallen, ik +houde zulks voor verdichtsels. Al die voorgewende tooverkragt bestaat +alleenlyk daar in, dat deeze arme dieren, wanneer zy zig door eenig +dreigend gevaar overvallen zien, door zulk een schrik en beving worden +aangetast, dat zy 'er het gebruik van hunne ledematen door verliezen, +en onbeweeglyk op hunne plaats blyven, of, zig trachtende te redden, +in de macht van hunnen vyand vallen. + +Ik zag ook in dit kabinet de blaauwe Surinaamsche Dipsas, die byna +eene blaauwe kleur op den rug heeft, in de zyden zeer helder, en +aan den buik witachtig. Ik heb niet hooren zeggen, dat de beet van +dit dier doodelyk is, maar dezelve veröorzaakt een onmatigen dorst, +waar van hy zyn naam ontleent, want het woord dipsa beteekent in +het Grieksch dorst. Ik merkte ook nog een anderen slang op, omtrent +drie voeten lang, bedekt met ringen van onderscheidene kleuren, +dien men Amphisboena noemt, om dat men veronderstelt, dat hy twee +hoofden heeft; maar de waare reden is, om dat, uit hoofde van zyne +langwerpig ronde gedaante, zyn kop en staart zoodanig naar elkander +gelyken, dat het zeer wel is toe te geven, wanneer men 'er in mistast; +zyne oogen zyn voorts byna onbemerkbaar. Het is die zelfde slang, +aan welke de door my beschrevene groote mieren voedzel verschaffen, +zoo het gemeene volk zegt, wanneer hy blind is, waarom men hem in +dit Land met den naam van koning der mieren verëert. [21] + +Onder de talryke verzameling van fraaije kapellen van den zelfden heer +ROUX, merkte ik 'er voornamelyk een op van eene middelmatige grootte, +welker vier vleugelen, zoo van boven als beneden, met zwarte streepen +en een schitterend groen verciert zyn. De ontzachelyke hoogte, tot +welke zig dit insect verheft, en de vlugheid, waar mede hy vliegt, +maken hem zeer zeldzaam. Zyn enklauw, van eene zee-groene kleur, +is van harde punten, vry veel naar pluimen gelykende, voorzien. + +Ik zeide straks, dat wy bevel ontfangen hadden, om de Volkplanting te +verlaten, en dat al het volk daar over verheugd was, uitgezonderd ik; +maar onze Overste ontfing, den 15den, brieven uit Holland, waar by +onze te rugkomst voor zes maanden wierd uitgesteld. Myne medemakkers +waren over dit uitstel ter nedergeslagen, en my deedt het herleven. Ik +besloot om myne geheele soldye uit te zuinigen, tot dat ik de somme by +elkander zoude hebben, die 'er noodig was, om volkomen eigenaar van +JOANNA te wezen: maar het deedt my zeer leed, dat wy andere tydingen +uit Europa ontfingen, medebrengende, dat zyne Britannische Majesteit de +Schotsche brigade had uitgenoodigd, om zig naar Engeland te begeven, +en het speet my ongemeen, dat ik daar toe niet meer behoorde. [22] +Men boodt my byna te gelyker tyd eene Compagnie aan onder den Generaal +WASHINGTON, welke ik zonder bedenken weigerde. + +Den 18den February, wierden onze soldaten, moedeloos zynde, weder +naar Maagdenberg gezonden; een groot gedeelte bleef steeds aan de +Java-kreek. Onze Officiers waren toen zoodanig te onvreden, dat +één van hun, FISHER genaamd, twee maalen, daags na elkander, een +tweegevecht hieldt, en aan zyne beide tegenpartyen, zynde Officiers +van 's Compagnies krygsvolk, gevaarlyke wonden toebragt. + +Dewyl ik nog niet hersteld was, bleef ik eenigen tyd langer te +Paramaribo. Ik zag aldaar ten huize van den heer REYNSDORP, eene +Portugeesche Jodin, die haare kinderen in den Christelyken Godsdienst +opvoede; terwyl van eenen anderen kant, de Opzichteresse van zeker +Godshuis dagelyks ongelukkige slaven liet geesselen, om dat zy, zoo +ze zeide, Heidenen waren. Zy veröordeelde onder anderen eene arme +Negerin tot vier honderd geessel-slagen, welken deeze, zonder eenige +klagten te uiten, ontfing. + +Maar laten wy van dit onäangenaam onderwerp afstappen; en liever, +dewyl zig daar toe thans eene geschikte gelegenheid opdoet, den lezer +een korten staat opgeven van den koophandel en innerlyke waarde deezer +Volkplanting, alwaar zoo veel bloed op de wreedaartigste wyze geplengd +word, en die nog veel ryker zoude zyn, indien zy het voorbeeld niet +volgde van de vrouw, in de Fabel van de hen, die gewoon was gouden +eieren te leggen. + +Men telt te Surinamen zes of agt honderd Plantagiën, die suiker, +koffy, cacao en catoen voortbrengen. 'Er zyn daarënboven eenige +indigo Plantagiën. Men heeft ook werven gemaakt tot het hakken van +timmerhout, enz. Op de onderslaande tafel kan men den staat en de +waarde zien van de vier eerstgemelde zoorten van koopmanschappen, +die geduurende vier jaaren van de Plantagiën zyn afgeleverd. + + +Jaaren. Vaten Ponden Ponden Ponden + Suiker. Koffy. Cacao. Catoen. +1771 19,494 11,135,132 416,821 203,945 +1772 19,260 12,267,134 354,935 90,035 +1773 15,741 15,427,298 332,229 135,047 +1774 15,111 11,016,518 506,610 105,126 +Somma 69,606 49,846,082 1,610,595 534,153 + + +69,606 vaten Suiker, tegen fl 60:-:- het +vat, maken fl 4,176,360:--:-- + +49,846,082 Ponden Koffy, tegen agt en +een halve stuiver het pond, maken fl 21,184,584:17:-- + +1,610,595 ponden Cacao, tegen zes en +een halve stuiver het pond, maken fl 523,443: 7: 8 + +534,153 ponden Catoen, tegen agt +stuivers het pond, maken fl 213,661: 4:-- + + ------------------ +Makende te zamen fl 26,098,049: 8: 8 + ================== + +Dit maakt voor elk jaar juist fl 6,524,512: 7: 2 + + +Maar deeze alzoo in 't ruwe opgegevene +berekening betrof de Stad Amsterdam +alleen. + +Indien men daar by voegt, het geen +bovendien naar Rotterdam en Zeeland +word uitgevoerd, behalven het geen +binnen 's Lands gesleten word, +het beloop van de ladingen rhum, +suiker-syroop, timmerhout en indigo, +zal men nog eens, of ten naasten by +dezelfde somme hebben; dus fl 6,524,512: 7: 2 + ------------------ +Te zamen fl 13,049,024:14: 4 + ================== + + +Het welk, wanneer men het slechts stelt op fl 11,000,000:--:-- jaarlyks +een millioen ponden sterling bedraagt. + +Ik zal nu verder aanwyzen, hoe deeze somme tusschen de Hollandsche +Republiek, en deeze Volkplanting verdeeld word. + + +De Stad Amsterdam levert omtrent 50 +schepen van vier honderd vaten, door +elkander gerekend, die voor de vracht +wegens den invoer van verschillende +koopmanschappen, +ontfangen de somme +van fl 6,000:--:-- +en wegens den uitvoer +van producten uit de +Volkplanting fl 32,000:--:-- + -------------- +Maakende voor elk schip +een vracht van fl 38,000:--:-- + +het welk, door 50 vermeenigvuldigd +zynde, uitmaakt. fl 1,900,000:--:-- + +Ik reken bovendien dertig schepen van +verschillenden last, voor Rotterdam +en Zeeland, het welk maakt fl 1,200,000:--:-- + +En voor de brikken, met ballast +geladen, voor passagiers, enz. +dienende fl 80,000:--:-- + +Elk schip van de Kust van Guinée, +het welk jaarlyks 250 of 300 Negers +aanbrengt, gerekend op fl 120,000:--:-- +maakt, als men dit brengt op het +getal van zes schepen [23] fl 740,000:--:-- + +By deeze berekening zal ik voegen de +waaren en koopmanschappen, die uit +Holland worden ingevoerd, als wyn, +sterke dranken, bier, gezouten ossen- +en varkensvleesch, meel, zyde, catoen, +en linnens; kleederen, hoeden, +schoenen; kostbaarheden van goud, +zilver en staal; metselaars- en +timmermans gereedschappen, enz. +enz. tegen de waarde van omtrent +50 ten honderd aan winst, na aftrek +van de kosten op de correspondentie, +de verzekeringen, de ladingen, de +imposten, de pakhuis-huuren, haven- +en kaai-gelden, het inpakken, welke +laatstgemelde artikelen daarënboven +tien ten honderd aan de inwooners +kosten; al het welk, door elkander +gerekend, bedraagt fl 1,100,000:--:-- + ----------------- +Makende reeds te zamen de somma van fl 5,000,000:--:-- + +Hier by gerekend de interessen van 6 ten +honderd van vyf millioenen sterling, die +de Volkplanting schuldig is, en het geen +de renteniers in Holland, alwaar zy +schulden heeft, en ook de geenen, die +hun fortuin gemaakt hebben, hun geld +gaan verteeren, aan haar kosten beloopt +zulks ten minsten fl 1,000,000:--:-- + ----------------- +Dit alles, by elkander getrokken, maakt +jaarlyks ten minsten de somma van fl 6,000,000:--:-- + + +Het zelve blyft zuiver ten voordeele van +de Republiek, en wel voornamelyk voor +Amsterdam, Rotterdam, en Zeeland, zoo dat +de inwooners van Surinamen, voor hun +aandeel, van den bovengemelden schat +alleenlyk genieten fl 5,000,000:--:-- + ----------------- +Makende te zamen de reeds op +gegevene millioen sterling, of fl 11,000,000:--:-- + + +Ik zal, in de derde plaats, doen zien, hoe de binnenlandsche onkosten +der Sociëteit van Surinamen, door het geen deeze ladingen opbrengen, +gekweten worden; en deeze zyn niet gering. + +Reeds gezegd hebbende, toen ik van het Regeerings-bestuur deezer +Volkplandng sprak, dat de Ontfangers van 's Lands penningen vyf in +getal zyn, zal ik thans aantoonen, wat elk hunner tot kwyting deezer +onkosten opgaart en ontfangt. + +De eerste van deeze Ontfangers is gesteld over de in- en uitgaande +rechten. + + +Aan hem word betaald: + +Van elk Hollandsch schip. fl 3:--:-- het +vat; van de Americaansche fl 6:--:--. Dit maakt + fl 90,000:--:-- + +Door de Americaanen voor alle in- en +uitgevoerd wordende goederen, 5 ten +honderd. fl 60,000:--:-- + +De Suiker betaalt fl 1:--:-- de +duizend ponden, of het oxhoofd. in 1771 + bedroeg dit +De Koffy, 15 stuivers, de honderd fl 260,000:--:-- +ponden gewicht. + +De Cacao fl 1:15:-- de hondert +ponden gewicht. + +Het Catoen + ----------------- + +Dus ontfangt hy jaarlyks de somma van fl 410,000:--:-- + +De tweede is de Ontfanger der groote +n kleine imposten. + +Men betaalt hem: + +voor een vat Bier fl 3:--:-- +voor een vat rooden +Wyn fl 12:--:-- +voor een pyp Madera +Wyn fl 23:10:-- +voor een mingelen +Wyn in flessen fl -: 1:-- +voor de belasting op +de aangeplakte +billietten fl 600:--:-- +voor de belasting op +de koopwaaren, in 't +klein fl 300:--:-- + ----------- + +Al het welk jaarlyks ten minsten beloopt fl 100,000:--:-- + +De derde Ontfanger is die van het +hoofdgeld. + +Hy ontfangt van alle de inwooners, +blanken en zwarten, zonder onderscheid, +en van ieder hoofd, het zy man of +vrouw, fl 2:10:--; voor elken jongen +of meisjen, beneden de 12 jaren +fl 1: 5:-- Dit bedraagt jaarlyks fl 150,000:--:-- + +De vierde is de Ontfanger der rechten +op den verkoop van koopmanschappen en +slaven. Men betaalt hem: By verkoop +van goederen, in geene rent-gevende +bestaande, de Plantagiën daar onder +gerekend, 5 ten honderd; en by verkoop +van Neger-slaven, die nieuwlings worden +ingevoerd, twee en een half ten honderd. +Dit bedraagt jaarlyks fl 130,000:--:-- + +De laatste ambtenaar eindelyk ontfangt +de belasting wegens de kosten op het +vervolgen der weggeloopen Neger-slaven, +welke ingevoerd is, om dat de andere +belastingen onvoldoende waren. + +De sommen, die hy inzamelt, bedragen +jaarlyks: wegens de verhooging van een +gulden, voor hoofdgeld over de blanken +en zwarten fl 80,000:--:-- + +als mede vier ten honderd van alle +jaarlyksche Beneficiën, bedragende +jaarlyks fl 400,000:--:-- + ----------------- +Makende te zamen + fl 480,000:--:-- + +Men betaalt bovendien jaarlyks, voor +het onderhoud der wyken; namelyk van +elk huis, volgens deszelfs uitgestrektheid. + +van een koets fl 20:--:-- +van een chais fl 10:--:-- +van een rypaard fl 10:--:-- + +Het welk de bovengemelde belastingen +vermeerdert met de somme van fl 12,000:--:-- + ----------------- +Alle welke sommen, by elkander getrokken, +niet minder opbrengen dan fl 1,282,000:--:-- + + +Na duidelyk te hebben aangetoond, zoo met behulp van het Tafereel +der Surinaamsche Volkplanting van Dr. FERMIN, als volgens myne +eigene kundigheden, dat de innerlyke waarde deezer bezitting meer +dan een millioen ponden sterling aan inkomsten bedraagt, die door +een verstandig bestuur nog merkelyk zouden kunnen vermeerderen; na al +mede betoogd te hebben, dat het grootste gedeelte deezer inkomsten ten +voordeele der Republiek koomt, terwyl de Colonisten met belastingen +bezwaard zyn, die hen noodzaken tot vreemde middelen hunnen toevlucht +te nemen, en misschien eerlyke lieden in schurken doen verkeeren; +zal ik thans, by wege van een vervolg, een korten staat opgeven van +den koophandel der Noord-Americaanen met deeze Volkplanting.--Zy +komen aldaar uit Virginië, Rhode-Island, Nieuw-York, Boston, Jamaica, +Grenada, Antigoa, het Eiland Barbados, enz. in kleine brikken, sloepen, +enz. Zy brengen meel aan, ossen- en varkens-vleesch, haring, zout, +makreel, bladen tabak voor de Negers, denne planken, rhum, sterke +dranken, suiker-brooden, [24] spermaceti-kaarssen, uijen enz. Elk +schip is daarënboven verpligt een paard aan te brengen: de eigenaar +van 't schip ontheft zig daar van dikwils door een list: hy vertoont +den kop van zoodanig dier, en verzekert, dat hy het aan boord genomen +heeft, maar dat het op de reize gestorven is. Tegen deze koopwaaren +voeren de Americanen al de Surinaamsche suiker-syroop (melasse) uit, +waar van zy rhum by hun maken, en dikwils laden zy hunne schepen +geheel en al met koopmanschappen en andere voortbrengsels van deeze +Volkplanting, schoon zy het niet dan ter sluik doen mogen: maar kooper +en verkooper vinden 'er hun voordeel by; de een koopt goed koop, en +de ander ontfangt gereed geld. Van de Eilanden onder den wind voeren +zy quarteron- en mulatten-slaven van beiderlei kunne aan, die over +'t algemeen jong en fraay zynde, voor zeer hoogen prys verkogt worden, +hoe zy ook anderzints gesteld mogen zyn. + +Alle de onderrichtingen, door my omtrent den koophandel en +wezentlyken rykdom deezer schoone Volkplanting opgegeven, zyn naar +de naauwkeurigste berigten gevolgd. Het zy my geöorloofd van dit +onderwerp thans af te stappen, en myn verhaal te vervolgen. + +Den 21sten February, nam de heer REYNSDORP, schoonzoon van Mevrouw +GODEFROY, my in zyn zeil-jacht mede; en om my van lucht te doen +veranderen, bragt hy my op eene zyner Koffy-plantagiën, genaamd Nut +en Schadelyk. Ik zag aldaar een blanken, die door de steek van een +Vampire, of Guiaansch spook, in éénen nacht zyn gezicht verloor. Des +anderen daags voeren wy de Commewyne op, en gingen naar Alkmaar, +eene aangenaame Cacao-Plantagie, die aan dezelfde Mevrouw GODEFROY +in eigendom toebehoorde. Hier wierden de slaven door haare meesteres +behandeld, als haare eigene kinderen, en zy beschouwden allen haar +als hunne moeder. Men hoorde aldaar geen geraas van yzeren ketenen, +geene zuchtingen; men zag aldaar geen blyk van gestrengheid. Alles was +eendracht en vergenoegen. Ik heb reeds bevoorens [25] eene afbeelding +gegeven van het voortreffelyk huis en deszelfs toebehooren, op deeze +fraaie Plantagie, alwaar onophoudelyk genoegen heerscht, alwaar men +de edelste gastvryheid uitoeffent. De tuinen, de velden, de hutten +zelfs der Negers, duiden aldaar overvloed en vrede aan. + +De Cacao-boomen worden voortgeplant van jong plantsoen, het welk +men tot dit einde aankweekt. Men plant dezelven doorgaans op eenen +afstand van tien of twaalf voeten van elkander, en zy groeien +op tot de hoogte van onze Engelsche Kersseboomen. Maar deeze +Plantagiën moeten wel beschut zyn, zoo voor zwaare winden, als voor +de brandende straalen der zon, wanneer de boomen jong zyn, want dan +zyn derzelver wortels niet diep genoeg in den grond ingedoken, om +dezelven staande te houden, en zy zouden geene groote hitte kunnen +doorstaan. Dienvolgende plant men 'er heester-gewassen (b. v. maniok) +en Plantain-boomen tusschen, die tevens het onkruid tegengaan, het +welk in de luchtstreken onder den zonne-keerkring zoo overvloedig +voortteelt. Door middel van deeze voorzorgen, dragen de Cacao-boomen +vruchten, eer zy drie jaaren oud zyn: als dan brengen zy jaarlyks +twee oogsten voort; maar zy moeten echter twaalf of veertien jaaren +oud zyn, eer zy hunnen volkomen wasdom bereikt hebben. Het blad van +den Cacao-boom heeft meer dan agt duimen in de lengte, en byna drie +in de breedte: het zelve is langwerpig, taay, en van een schitterend +groene kleur. De gedaante der vrucht is byna dezelfde, maar echter een +weinig breeder. Wanneer die vrucht jong is, heeft zy het voorkomen van +een komkommer; maar wanneer zy ryp is, word ze geel als een limoen, +en scheidt zig dan af in ribben, even als een meloen. Het zaad of +de pitten zitten langwerpig in de vrucht of bast; ryp zynde hebben +zy de dikte van olyven, en een purper kleur. Elke boom word gerekend +by den oogst van dertig tot drie honderd vruchten te geven, die elk +omtrent dertig pitten bevatten, een pond wegende; en langs dien weg +kan men den jaarlykschen opbreng berekenen. Weinige dagen na dat de +oogst geschied is, haalt men de pitten uit de schil; men laat ze in +de schaduw droogen, en in dien tyd raaken zy een zoort van vochtige +zelfstandigheid kwyt, het geen men noemt dezelve te laten uitzweeten; +men pakt ze vervolgens in vaatjes om vervoerd te worden, en 'er die +aangenaame koek van te maken, welke wy Chocolade noemen. + +Men zegt, dat de Cacao-boomen oorspronglyk in Guiana groeien, en +natuurlyk in groote meenigte by de Rivier der Amazonen gevonden +worden. Wat daar ook van zy, de zoon van den Gouverneur CHATILLON +plantte den eersten boom in 't jaar 1684 in Surinamen; en de eerste +oogst, die naar Holland werd uitgevoerd, geschiede in 't jaar 1733. Een +der groote voordeelen van het aankweeken der Cacao-boomen bestaat +hier in, dat daar toe minder slaaven, dan tot alle andere zoorten van +Plantagiën noodig zyn. Men kan naargaan, hoe aanmerkelyk de voordeelen +zyn, uit den opbreng van het jaar 1774, wanneer men, alleen voor +de Stad Amsterdam, 506,610 ponden Cacao-pitten uitvoerde; het welk +202,614 Hollandsche Guldens, of 18.419 ponden sterling opbragt. De +prys verschilde van 4 tot 9 stuivers het pond. De middel bereekening +is van zes- en een halve stuiver. De beste Plantagiën, en die van +Alkmaar behoort daar onder, brengt jaarlyks meer dan 80,000 ponden op. + +Den 27sten keerden wy naar de Stad te rug, alwaar men, des avonds +te voren, een soldaat ter zaake van muiterye had doodgeschoten, en +des anderen daags geraakte op de rheede een schip in brand. Byna +ter zelfder tyd, vertrok de Neger QUACY, die de Propheet, en, om +zoo te zeggen, de Koning zyner landgenooten was, naar Holland, +om zyne opwagting te maken by den Prins van Orange, aan wien +de Colonel FOURGEOUD hem aanbeval. Deeze Neger moest de roem van +deezen Bevelhebber vermelden, en zig beklagen over den Gouverneur, +die aan onzen Colonel geen eerbied genoeg betoonde. Ter gelegenheid, +dat wy toen het tydstip der Zittingen van het Gerechtshof hadden, +wierd aan een slaaf het been afgezet, om dat hy eenen arbeid, +die boven zyne kragten was, geweigerd had. Twee anderen wierden +veroordeeld om opgehangen te worden, om dat zy waren weg geloopen. Het +heldhaftig gedrag, door één deezer ongelukkigen voor het Hof van +Justitie gehouden, verdient alhier verhaald te worden.--Hy verzogt +voor weinige oogenblikken gehoor, het geen hem wierd toegestaan; +en hy liet zig toen in deezer voegen uit: + +"Ik ben in Africa geboren, alwaar ik, mynen Vorst in een gevecht +verdedigende, ben gevangen genomen, en door myne landgenooten op de +Kust van Guinée voor slaaf verkocht.--Een van uwlieden, die thans +myn Rechter is, kocht my; en ik ben door zynen Opzichter zoo deerlyk +mishandeld, dat ik weg liep, en my by de muitelingen voegde.--Ik zag +my gedwongen, om hun Opperhoofd BONNY te dienen, wiens dwinglandye +nog ondraaglyker was, dan die der Europeanen. Een weêrzin in zulk +eene handelwyze hebbende, besloot ik om het menschdom voor altyd te +ontvlieden, en in de bosschen rustig te leven. Ik heb aldaar twee +jaaren byna alleen doorgebragt, in de grootste ongerustheid van geest, +en myn leven latende voortduuren alleenlyk in de hoop, om myn geliefd +geslacht, het welk misschien, uit hoofde myner afwezigheid, in myn +eigen Land van honger verging, nog eenmaal weêr te zien. Twee ellendige +jaaren waren dan in deeze gesteldheid verloopen, toen de Jagers my +ontdekten, my gevangen namen, en my voor deeze Rechtbank bragten, +aan welke ik thans de geschiedenis van myn deerniswaardig leven open +legge, en slechts de genade verzoek, om aanstaanden Saturdag, of zoo +dra het mogelyk zyn zal, het vonnis aan my uit te oeffenen". + +Deeze aanspraak wierd met eene ongemeene gematigdheid uitgesproken +door één der schoonste Negers, dien men misschien immer zag. Zyn +meester, die (zoo als hy te recht opmerkte,) onder het getal van +zyne Rechters was, gaf hem dit kort antwoord:--"Schelm! alles wat gy +ons vertelt, doet niets ter zaake. De pynbank zal u in een oogenblik +de bekentenis van misdaden afperssen, die zoo verachtelyk zyn, als +gy zelf, of uwe hatelyke medeplichtigen". De Neger, die alle zyne +aderen van verontwaardiging voelde opzwellen, beantwoordde hem zulks +op deeze wyze:--"Massera, de tygers in de bosschen hebben onder deeze +handen (welken hy toen in de hoogte stak) gebeefd; en gy durft my met +uwe armhartige werktuigen van foltering bedreigen! Neen! Neen! ik +veracht de pynigingen, welken gy thans kunt uitvinden, even zeer, +als den laaghartigen, die ze my aandoet". Op deeze woorden boodt hy +zig zelf ter pyniging aan, en stond de ysselykste folteringen door, +zonder een enkel woord uit te brengen; vervolgens weigerde hy zelfs +te spreken, en eindigde zyn leven met de koord.--Maar laaten wy van +dit naargeestig onderwerp afstappen. + +Den 8sten Maart, hield ik het middagmaal by den Colonel FOURGEOUD, +om aldaar den verjaardag van den Prins van Oranje te vieren. Dien +zelfden dag gaf de heer REYNSDORP eene maaltyd aan alle de soldaten. De +Colonel berigtte my, dat de Jagers, in dit oogenblik, by de Wana-kreek +alleen gelegerd waren; dat de ongezonde post van Devil's Harwar geheel +en al verlaten was; dat de twee Compagniën van vrywillige Negers, +die kortlings waren aangeworven, op den weg, die met de Wanica agter +Paramaribo gemeenschap heeft, eenige muitelingen gevangen genomen, +en verscheiden anderen gedood hadden. Ik bevond my toen wel beter, +schoon ik nog niet geheel en al hersteld was; en die zelfde Overste, +die my voorheen zoo hard behandeld had, hield thans aan, dat ik my +in de hoofdstad der Volkplanting nog eenigen tyd langer zoude blyven +ophouden: hy boodt my zelfs verlof aan, om naar Europa te rug te +keeren, het geen ik stellig weigerde; eindelyk, tegen het midden der +maand, was ik zoo gezond, als ik in myn geheele leven geweest was. De +Colonel FOURGEOUD en ik gaven toen dagelyks bezoeken aan vrouwen, +in wier gezelschap zig niemand hoflyker gedroeg, dan hy, terwyl ik +van myn kant mynen afkeer dikwils niet bedwingen konde. Zy keeken +ons aan op eene manier, die haare bedoeling duidelyk te kennen gaf; +verscheiden zelfs waren in haare gesprekken gantsch niet omzichtig; +en zekere Mevrouw N. ging zelfs zoo verre, dat zy my, zonder omwegen, +verzogt, of ik de plaats van haaren man wilde vervullen. + +Den 17den, intusschen, vertoonde zig iets aan myn oog, het geen my meer +bekoorde. By den heer TEXIER, Colonel van 's Compagnies krygsvolk, uit +eeten gaande, deed ik vooraf eene wandeling in de oranjeboom-bosschen +en de tuinen van den Gouverneur. Ik ontdekte aldaar wel dra dwars door +de takken twee vrouwen van de cierlykste gestalte en de schoonste +gedaante, die zig gebaad hadden. De eene was eene bekoorlyke en +jonge Samboe-, de andere eene fraaie Qaurteron-Negerin. De trekken der +laatstgemelde waren zoo regelmatig, en haare gedaante zoo bevallig, dat +men byna geloofd zoude hebben, dat zy uit Griekenland geboortig was: +haare roosenkleurige verwe was gelyk aan die, waar van het boschjen +glinsterde. [26] Beide wandelden zy, elkander by de hand houdende, en +praatten al lachende, in de nabyheid van een bed met bloemen, geplant +aan den oever eener beek van vlietend en helder water, waar in zy zig +als Syrenen indompelden, toen zy de bladeren van het geboomte hoorden +ritselen. Ik liet haar het stil genot der onschuldige vermaken van +het bad, en ik wagte het eetens-uur af, doorwandelende intusschen +de beplantingen van boomen, die met vruchten beladen waren, en de +bloem-tuinen, langs wandeldreeven van schoon rivier-zand. Ik zag in +deeze tuinen meer Europeesche planten, dan ik dagt, dat 'er onder den +zonne-keerkring waren, als kruis en munt, venkel, salie, rozemaryn, +heidens wond-kruid, jasmyn, kruidje roer my niet; granaatboomen, +rozenboomen, vygenboomen, en zelfs eenige wynstokplanten. De vygen +waren van eene fraaije karmosyn kleur van buiten en van binnen, en +de rozen van eene bleeke roode kleur. 'Er waren ook op deeze zelfde +plaats eenige schoone pyn-appelen, en meloenen, waar van ik iets +zeggen zal, schoon zy vry algemeen bekend zyn. De Koning van alle +vruchten, ananas, of pyn-appel genaamd, groeit aan het einde van +een stam, van eene zee-groene kleur, en agt duimen lengte hebbende, +die zig uit het midden-punt van een fraay heester-gewas van de zelfde +kleur verheft, welks langwerpige, effene, puntige, en van zeer harde +stekels voorziene bladeren, op eenen kleinen afstand van den grond, +in de rondte geschaard zyn. De gedaante der vrucht is ten naasten by +die van een pynappel; dezelve is geheel en al met vierkante schubben +bedekt, en van eene fraaije orange of goud kleur. Eene bos met +bladeren, naar die der plant gelykende, maar echter veel kleiner, +geeft 'er eene kroon aan, en in den grond gestoken zynde, koomt +'er, na verloop van agtien maanden, een andere ananas uit voort. De +uitgelezene smaak, en de lekkere geur van deeze vruchten, zyn zedert +byna een halve eeuw zoo bekend, dat ik 'er alleenlyk van spreek uit +hoofde van derzelver overvloed in Guiana. De verschillende zoorten +van gewoone ananassen groeien aldaar uit de natuur; en op verscheidene +Plantagiën dienen zy aan de geringste dieren tot voedzel. + +De Muskaat- en Water-Meloenen wassen ook overvloedig in dit Land. De +eerste is volstrekt rond, van de grootte van een kleine hoed, met +ribben, en van een buffels kleur, orange en groen. Derzelver vleesch +is geel, vast, sappig, zacht, en van een lekkere geur. + +De Water-meloen is van eene eironde gedaante. Derzelver schil is zeer +effen, en gedeeltelyk van eene schitterende groene, gedeeltelyk van +eene bleeke buffels kleur. Het vleesch van deeze meloen is roodachtig, +van eene waterachtige en zachte zelfstandigheid, van een zeer zoeten +smaak, van eene uitmuntende geurigheid, en zeer verkoelende. Deeze +meloenen zyn een zoort van komkommers, en groeien aan het einde van +zwaare steelen, met breede bladeren, die den grond bedekken. Het is +merkwaardig, dat de Water-meloen, welke men, zonder eenige schadelyke +gevolgen, in alle zoorten van ziekten eeten kan, het best word +voortgeteeld in een droogen en zandachtigen grond. + +Omtrent te deezer tyd zond ik eene fraaije verzameling van Surinaamsche +Kapellen aan den heer REIGERSMAN in Holland. Deeze insecten zyn +alhier zeer talryk, en zeer verschillende. Verscheide lieden, die +hun werk maken om dezelven te vangen, scheppen 'er behagen in. Maar +het denkbeeld, om een enkel levendig insect op een blad papier vast +te maken, was voor my te weinig bekoorlyk, om ze zelf te gaan vangen. + +Ter zelfder tyd wierden de Capitains VAN GEURICK en FREDERIK, vergezeld +van den Sergeant FOWLER, naar de Oucas- en Sarameca-Negers afgezonden, +om van hun eenige hulp tegen de muitelingen te verzoeken; zy beloofden +dezelve, zoo lang de Colonel FOURGEOUD hun geschenken gaf, maar zy +leverden ze nooit. Eenige andere Officiers bleven steeds by ons, +zig bezig houdende met by de vrouwen op Paramaribo hunne opwagting +te maken. Onder dit getal waren de Majoor MEDLAR, en de Capitain +HAMEL, die beiden onder het Regiment van den Generaal DE SALVE, +in de Volkplanting de Berbices, gediend hadden; de eerstgemelde was +bevorens in Pruissischen dienst geweest. Het was voor ons, die nog zoo +kortlings naar wilden geleeken, geene kleine verandering van staat, +in dit oogenblik de straaten van deeze hoofdstad te bewandelen, +als Fransche Marquisen uitgedoscht zynde. + +Met den Gouverneur NEPVEU in goede vriendschap zynde, kreeg ik in de +gedachten, om hem een onbebouwd stuk land in het bosch te verzoeken, +en dadelyk stond hy my vier honderd akkers toe. By het doen van dit +onbedacht verzoek had ik niet berekend, hoe veel geld 'er wel noodig +was, om het hout 'er te doen uithaalen, slaven te koopen, en in alles, +wat tot zulk eene onderneming verëischt word, te voorzien; maar wanneer +ik de moeielykheid in aanmerking nam, om iemand te vinden, die met +my zoude willen zamen doen, en de noodige gelden daar toe bezat, +bedankte ik om deeze blyk van des Gouverneurs goedheid aan te nemen. + +Den 26sten, bevryde ik eene arme Negerin, die een douzyn porcelein +theegoed gebroken had, van eenige honderde geesselslagen, door het +zelve te vergoeden. Dien zelfden dag wierd ook eene andere Negerin +door een Franschman vermoord, die zulk eene scherpe knaging over zyn +wanbedryf gevoelde, dat hy zig den hals afsneed; een Opzichter, die +hem behulpzaam geweest was, hing zig zelven op. Na aan den armen Neger, +wien men, uit kragte van een vonnis, het been had afgezet, een bezoek +gegeven te hebben, maakte ik my gereed om naar mynen vierden veldtocht +te vertrekken. Terwyl ik de toebereidzelen daar toe maakte, zag ik zes +Neger-slaven by my binnen treden, beladen met geschenken, welken my +myne vrienden zonden, en bestaande in al het beste, het geen Guiana +voortbrengt. Ik moest het bevel aan de Commewyne op nieuw op my nemen. + + + +VYF-EN-TWINTIGSTE HOOFTSTUK. + +Grappige manier tot het ontdekken van een dief.--Het +Brom-vogeltje.--Verschillende zoorten van planten.--Manier van +visschen in Surinamen.--Onderscheidene zoorten van visschen.--Moed +van eene jonge Negerin.--De Pimpelmees.--De Americaansche Aloë.--De +Banille-boom.--Huilende Aapen.--Verwonderlyke slimheid der wilde +Byën.--De krygsbende van den Colonel FOURGEOUD ontfangt andermaal +bevel, om naar Europa te rug te keeren.--De Guiaansche Nachtuil. + +Den 27sten Maart 1776, nam ik op nieuw afscheid van de Stad Paramaribo, +van JOANNA, en van mynen zoon. + +Des morgens van dien dag, zelfs eer dat ik vertrok, wierd een Planter, +HALBERG genaamd, door eene groote Iguana hevig gestoken, op het +oogenblik, dat hy myne medgezellen en my noodigde, om ons nog eenige +dagen langer op te houden, en by eene maaltyd, welke hy tot viering van +zynen vyf-en-twintig jaarigen trouwdag gaf, tegenwoordig te zyn. Na +hem ons leed betuigd te hebben over het ongeval, dat hem ontmoette, +gingen wy in een overdekt vaartuig; en dien zelfden avond kwamen wy +op de Plantagie Sporks-gift, aan de Matapica-kreek. Capitain MACNEYL +ontfing ons aldaar, twee dagen lang, op eene zeer gastvrye manier. Ik +verstikte aldaar echter byna door eene sterke reuk van groene koffy, +leggende op den vloer van het kamertje, waar in ik myne hangmat +geplaatst had. + +Den 29sten des avonds, en wel zeer laat, kwamen wy op de Plantagie +Goud-Myn, alwaar wy eenen jongen Neger en eene jonge Negerin vonden, +die, dicht by elkander, aan een hoogen balk, met een touw, het welk +aan de duimen van elk hunner was vast gemaakt, waren opgehangen. Dit +touw was agter om hun rug gebonden, hunne schouders werden 'er +byna door ontwricht, en het veröorzaakte hun de verschrikkelykste +folteringen. Ik sneed het oogenblikkelyk af, zonder verlof of omwegen: +ik zwoer daarënboven, dat ik den schelm van een Opzigter, die zulk +eene nieuw uitgedachte en afgryselyke strafoeffening had aangedaan, +vernielen zoude, ten minsten, dat hy my zoude moeten beloven aan deeze +twee ongelukkigen kwytschelding te verleenen; het geen hy, by geluk, +aanstonds en in myne tegenwoordigheid deedt. + +Den 30sten, even voor dat wy aan de Hoop ontscheepten, vernam ik, +dat myne Suiker, en het grootste gedeele van myn Rhum weg waren, maar +ik ontdekte den dief door eene aartige list, waar van ik echter niet +beweere de uitvinder te zyn. Ik zeide aan zes Negers, die met roeijen +bezig waren, dat in zes minuten op den neus van hem, die de schuldigste +was, een veder van een Papegaay zoude groeijen: tevens sprak ik eenige +woorden uit, die geen zin hadden, en zwaaide twee of drie malen met +myn sabel, waar na ik my in de hut opsloot. Ik keek aldaar door het +sleutelgat, en hield een naauwkeurig oog op de roeijers, zonder dat +zy 'er iets van bemerkten. Spoedig zag ik, dat één van hun, by elken +slag met de roeyriem, de hand opligte, en aan zyn neus voelde. Ik +kwam dadelyk weder te voorschyn, en regelrecht naar hem loopende, +riep ik hem toe:--"Ik zie de veder, schurk! gy zyt de dief."--De arme +schelm antwoordde my aanstonds:--"Ja, Masera!" Vervolgens, op de kniën +vallende, bad hy den toovenaar, dat hy hem genade bewyzen wilde. De +anderen verëenigden zig met hem, en ik schonk deezen bygeloovigen +schelm, en zyne medeplichtigen vergiffenis, en gaf hun, om dat zy +my de zaak openhartig bekend hadden, een stuk gezouten ossen-vleesch +voor hun middagmaal, met een calebas vol rhum en water. + +Ik nam dadelyk na myne aankomst op den wachtpost van de Hoop, het +bevel der Rivier op my, en ik beschouwde my op nieuw als de Vorst +van de Commewyne. Om eene goede woning te hebben, liet ik een Paleis +in de hoogte bouwen, naar dat van den Generaal BONNY te Bousy-Cray +gelykende. Deeze wooning, die byna eene lucht-woning was, was my +van zeer groot nut. Het grootste gedeelte van het land aan deezen +post stond, door de overstroomingen, onder water. Het was niets +meer dan een moeras, zoo weinig acht had men 'er op geslagen, en +'er was geen voetstap meer van myne oude hut te ontdekken. Ik vond +de ellendigste soldaten op deeze plaats. Zy waren aldaar byna naakt, +en hadden tot hunne schoenen verkogt, om zig een maand lang verschen +voorraad te bezorgen. Ik verzachtte intusschen hunne ellende door +myne aanzoeken by den Colonel FOURGEOUD, in wiens gunst ik meer en +meer deelde; en de wachtpost van de Hoop was wel dra een paradys, +in vergelyking van het geen dezelve was, toen ik 'er kwam. + +De jagt was toen, gelyk voorheen, myne dagelyksche bezigheid. Den +4den bragt ik Pluviers, Roodborsjes, en byna een dozyn Musschen uit +de zand-woestyn mede. + +De Pluviers van Guiana hebben de grootte van een duif. Zy hebben +vederen van eene donker bruine kleur, met wit doormengd, en met +dwarsloopende streepen. Men vindt 'er een groot aantal van in +de verdronkene Savanen, en zy verschaffen een lekker eeten. De +Roodborsjes zyn een zoort van dikke rood-staarten, en hebben het +bovenste gedeelte van het lyf van eene donkere kastanje kleur, en al +het overige van eene bloedkleur. Zy zyn zoo lekker als een leeuwrik, +en op alle Plantagiën zeer gemeen. De wilde Musschen, die zommigen, +zoo ik meen, Anacas noemen, zyn lieve diertjes van de gedaante van een +Papegaay. Hunne vederen zyn volmaakt groen, en zy hebben een witten +bek en roode oogen. Zy doen veel schade aan de ryst- en koorn-landen, +en vliegen met eindelooze hoopen over de Plantagiën. + +De Brom-vogeltjes plaatsten zig in zulk een groot getal op de +tamarinde boomen aan de Hoop, dat men ze byna voor zwermen van wespen +zoude hebben aangezien. De Lieutenant SWELDENS doodde 'er dagelyks +verscheiden, door kleine erweten of korrels van Indisch koorn met +een vogelspuit op hen te werpen. + +Het Brom-vogeltje (Trochulus, of het Colorietje) is byzonder +merkwaardig, zoo uit hoofde van deszelfs fraaiheid als kleinte; want +hy is zoo lang niet als een derde van een menschen vinger; en wanneer +zyne vederen zyn uitgeplukt, is hy niet veel grooter, dan eene groote +vlieg. ('Er zyn echter verscheiden zoorten, waar van zommige twee +maal zoo groot zyn.) De vederen van deezen vogel zyn gekleurd met eene +sterke weërschyn: in de schaduw, hebben zy eene schitterende en donker +groene kleur; in de zon, eene bruine en glinsterende purper-kleur, +met hemels-blaauw gemengd. Zyn kop is verciert met een kleine kuif +van groene, zwarte en goud-kleurige vederen; zyne staart en vlerken +zyn van eene helder zwarte kleur; zyn bek, die lang, zwart, en aan +het einde gebogen is, is niet veel grooter, dan eene spelde. Zyne +gespleete tong gelykt naar een rooden zyden draad. Zy dient hem, om +den nectar of het sap der bloemen uit te pompen of uit te trekken, +geduurende welke verrigting hy als een bye stil staat; en dit sap +schynt het eenige voedzel van dit vogeltje te zyn. Dikwils maakt hy +zyn nest op een blad van wilde Ananas, of kruipende Aloë. Dit nest, +het welk niet veel grooter is, dan een nooten-dop, is byna geheel +van catoen gemaakt. Het wyfje legt twee eieren, die van de grootte +van erweten zyn. Mejuffrouw DE MERIAN brengt dezelven tot het getal +van vier; maar ik verzeker, dat ik 'er nimmer zoo veelen in eenig +nest gezien, noch ook gehoord heb, dat zy 'er nu en dan in gevonden +zouden worden. Ik heb getracht twee vogelen van dit zoort op het +natuurlykst, en met hunne kleine wooning, af te teekenen. Het is my +niet mogelyk geweest die afteekening volkomener te maken; want de +beweging hunner vlerken is zoo gezwind, dat men moeite heeft de kleur +'er van te kunnen onderscheiden. Deeze beweging veröorzaakt het zoort +van bromming, waar van deeze vogeltjes hunnen naam ontleenen. + +'Er was ook in deezen omtrek eene eindelooze meenigte van Aapen. Ik +zag 'er by de twee honderd op een veld van Suiker-riet, al waar zy +groote verwoestingen aanrigtten. Deeze doorslepen dieren zetten +schildwagten uit rondom de plaats, alwaar zy stroopen, om op het +vernemen van onraad gerucht te maken; en ik ben getuige geweest van +de oplettenheid en het verstand, waar mede zy, die met die zorge +belast zyn, zig van dezelve kwyten. Wanneer deeze stroopers eenig +gevaar vernemen, loopt de geheele bende al springende naar het bosch, +houdende elk den geroofden buit met de poot vast. + +Ik vermaakte my ook met zwemmen. Deeze oeffening gaf my kragten, en +bragt veel toe tot behoud van eene goede gezondheid. De voordeelen, +welken men hier door verkrygt, zyn op eene verrukkende wyze afgemaalt, +door den Schryver der Jaargetyden. + +"Het is de gezondste oeffening, en de zoete verkoeling der brandende +hitte van den zomer. Op die wyze verkrygen de ledematen sterkte, en +de arm van die Romeinen, die op het overheerde land het bevel voerden, +leerde vooräf, in zyne jeugd, de water-golven te vermeesteren." + +Den 14den, doodde ik een Kayman; maar van deezen tocht in een vaartuig +te rug komende, viel een pak brieven, my door den Colonel FOURGEOUD +toegezonden, by ongeluk in het water, en zonk. Eenige Officiers, +die daags daar aan op de Hoop kwamen, berigtten my echter, welke +de voorname inhoud deezer brieven was: zy gaven my kennis, dat de +Overste, besloten hebbende nog eenmaal de bosschen te doorkruissen, +my last gaf, dat alle manschappen, krygs- en mondbehoeften, welken +ik niet volstrekt noodig had, de Rivier moesten worden opgezonden; +dat het Sociëteits krygsvolk, op Oranjeboom post houdende, ook stond +te vertrekken; en dat de één zig naar Maagdenberg, de ander naar de +Peréca moest begeven. Ik behield dus slechts twaalf verminkte soldaten +op de Hoop, en een gelyk getal op Klarenbeek, zonder Heelmeester, noch +geneesmiddelen. Niettemin deed ik, met zulk een zwak getal manschappen, +dagelyks de ronde, zoo te land als te water.--De zelfde Officiers gaven +my ook berigt, dat de Vaandrig VAN HALM was overleden, en dat een schip +vol zieken gereed lag, om onverwyld naar Holland onder zeil te gaan. + +Schoon de Colonel FOURGEOUD steeds te Paramaribo bleef, hield hy +niettemin, met zeer veel nauwkeurigheid, over alle krygs-verrigtingen +het toezicht. Dienvolgende gelastte hy, den 23sten, aan eene bende +van honderd mannen, om het land tusschen Maagdenberg, de Wana-Kreek, +en de Maroni te gaan onderzoeken; maar zy kwamen wederom, zonder iets +ontdekt te hebben. + +Dewyl het zig liet aanzien, dat ik nog eenigen tyd op den wachtpost +de Hoop zoude moeten blyven, liet ik myne schapen en gevogelte halen +van de Plantagie, alwaar ik die had agtergelaten, en ik deed aan den +heer GOURLY een geschenk van een ram en een schaap, die alle anderen +van dat zoort in de Volkplanting overtroffen. By de aankomst van deeze +myne kudde vee, zag ik met genoegen, dat zy merkelyk vermeerderd was. + +Den 26sten, bragt één van myne soldaten, my een slang, dien hy gevangen +had. Dit dier was niet meer dan vier voeten lang, en niet dikker, +dan de loop van een snaphaan. Bemerkt hebbende, dat hy midden op zyn +lyf een bult had van de grootte van myn vuist, was ik nieuwsgierig +om dezelve open te maken, en ik vond een kikvorsch, levendig en in +zyn geheel, maar waar aan men op den kop en hals een vlak zag, welke +scheen aan te duiden, dat hy begon te bederven. Ik nam de proef, om +een touw aan één zyner pooten vast te binden, en hem in het gras aan +den waterkant te laten, geduurende drie dagen, na verloop van welken +het arme dier nog in goeden staat scheen te zyn, en ik gaf hem zyne +vryheid weder. + +Den 28sten, gaf ik een bezoek aan THOMAS PALMER, Schildknaap en +Raad des Konings in Massachufets-Baay, die zig op zyne Plantagie +Fairfield bevond. Zyne slaven leefden aldaar volmaakt gelukkig en wel +te vreden, het geen het gevolg was van het verstandig bestuur van den +eigenaar. Weinige bezittingen van dit zoort, in de West-Indiën, waren +in eene zoo gelukkige gesteldheid, zoo ten aanzien der bevolking, als +der vruchtbaarheid. De beminnelyke wellevenheid, waar mede de eigenaar +deezer Plantagie de vreemdelingen aldaar ontfing, gaf een verheven +denkbeeld van zyn character, het welk in de geheele Volkplanting ten +gunstigsten bekend was. + +By myne te rug komst op de Hoop, ontfing ik een brief van den +Bevelhebber, my meldende, dat de Jagers, onder aanvoering van VINSACK, +verscheiden muitelingen gedood, en 'er elf gevangen genomen hadden: +maar dat eene andere party van die zelfde Jagers door den vyand was +verrast geworden, zynde verscheiden van het volk, terwyl zy in hunne +hangmatten lagen te slapen, gedood. + +In eene van deeze schermutselingen betoonde een Neger van de +muitelingen eene zonderlinge tegenwoordigheid van geest. Een Jager op +hem hebbende aangelegd, riep deeze Neger hem toe: "Wel hoe! wilt gy +één van uwe medemakkers dooden?" De Jager, geloovende dat dit waar +was, antwoordde hem: "Daar bewaare my God voor"! En zyn wapentuig +nederzettende, kreeg hy dwars door het lyf een kogel, op hem door +zynen vyand afgeschoten, die dadelyk als een blixemstraal uit het +gezicht was. De al te lichtgeloovige Jager stierf 'er van. Een der +gevangenen verhaalde, dat des avonds te vooren een Neger, die wel +eer van de Plantagie Fauconberg was weggeloopen, op last van BONNY +was nedergesabeld. + +De haven van de Hoop, onderging, den 6den Mey, een zwaaren orkaan, +verzeld van donder en blixem. Verscheide boomen wierden uit den grond +gerukt, huizen om ver gesmeeten, en dakken afgeworpen. Myn lucht-paleis +in tusschen stond, zonder eenig letzel, den storm door. JOANNA met +mynen zoon den 8sten zynde aangekomen, stelde ik my het zelfde geluk +voor, als ik in 1774 reeds genoten had. Myn huisgezin, myne kudde, myn +gevogelte, waren in dit oogenblik verdubbeld. Ik bebouwde daarënboven +een fraaien tuin; en zoo ik my al in den volsten zin geen Planter +noemen kon, ik had ten minsten eenig recht, om my een kleinen tuinier +te noemen. + +Den 29sten, waren wy allen by den heer DE GRAAF, op zyne fraaie +Plantagie Knoppemonbo, aan de Casavinica-Kreek, ter maaltyd. Ik zag +aldaar planten en wortelen, welken ik nog niet had opgemerkt.--De +Taijers, voortkomende uit het midden van een groen heestergewas van +eene meelachtige zelfstandigheid, het welk niet meer dan drie of +vier voeten hoog is, bladeren voortbrengt, die ongemeen breed zyn, +en de gedaante van een hart hebben, en waar van de stam naar die +van den Bananen-boom gelykt. Wanneer de uitwendige bekleedselen van +deeze plant zyn afgeschild, heeft zy het voorkomen van de ignames of +aard-appelen, maar is veel aangenaamer om te eeten, en veel fyner. 'Er +zyn verschillende zoorten van Taijers, en men geeft den voorrang aan +de kleinste, waar van men op de zelfde wyze gebruik maakt. 'Er werden +ook, in groote meenigte, op deeze zelfde plaats, waare aardappelen +gevonden, maar van een minder zoort dan de gemeene aard-appelen in +Engeland, en alleenlyk voor de Negers dienende. + +De Tabaks-plant groeide in deezen tuin. Dezelve heeft bladeren, die +nederhangen, en vol vezelen zyn, en leeft tien of twaalf jaaren; +maar zy is van zoo veel geringer caliber, dan de Virginische, dat +'er zig alleenlyk de Negers van bedienen. Deeze plant ontleent haaren +naam van het Eiland Tabago, alwaar zy in het jaar 1560. ontdekt wierd. + +Men zag hier ook nog een zoort van wilde thee, welke men als zeer +gezond beschouwt; maar die, naar myn inzien, niet veel beter is dan +ons kruipend eiloof. Ik vond bovendien aldaar eene groote meenigte +van Goud-appelen; maar dewyl men die in verscheiden Engelsche tuinen +aankweekt, behoeve ik 'er geene beschryving van te geven: ik zal alleen +opmerken, dat de Joden in dit Land 'er ongemeene liefhebbers van zyn, +en ze by het vleesch koken, in plaats van uijen. + +De heester, waar aan de geneeskragtige noot groeit, was ook onder +de planten in deezen tuin. Dezelve is rank, en tien of twaalf voeten +hoog. De vrucht bevat een noot, naar een amandel gelykende. Deeze noot +is zeer goed om te eeten, mits men 'er een dunne en witte schil, die +'er om zit, af doet; want zonder dat veröorzaakt zy oogenblikkelyk +de geweldigste braking en buik-ontlasting. Men deedt my ook opmerken +verscheide zoorten van erweten, boonen en zoortgelyke peulvruchten, en +onder anderen de Cassia, welker kleine, harde, geele en helderschynende +zaden besloten zyn in een houte pyp van by de zes duimen lang, +maar zeer naauw, en welke een zwart vleesch bevat, zoo zoet als +honig. Men houdt de Cassia voor een uitmuntend ontlastmiddel. Zy +is in Guiana zeer gemeen, en word aldaar genaamd Zoete Boontjes +en Cotiaan. Een ander zoort van heester-gewas in dit Land, draagt +den naam van Zeven-jaars Boontjes, om dat het zeven jaaren bloeit, +alvorens eenige vrucht voort te brengen. Het boompje, genaamd Snaky +wiry-wiry, wierd ook op deeze zelfde plaats gevonden. Men verzekerde +my, dat het een onfeilbaar middel tegen de koorts was, en ik geloof, +dat het 't zelfde was met de Serpentaria Virginiana, of Virginische +Slangekruid. Eindelyk zag ik een plantgewas, genaamd Zeven-bloemen, +waar van de jonge Negerinnen zig dik wils bedienen, om de vrucht af +te dry ven. De groene pyn-appelen hebben ook, zoo men zegt, dezelfde +uitwerking. + +Op deeze wyze eenen dag te Knoppemonbo hebbende doorgebragt, welke +niet alleen tot myn vermaak, maar ook tot myne onderrigting diende, +namen wy des avonds afscheid van onze vrienden, en keerden, wel te +vreden, naar de Hoop te rug, in een vaartuig vol met allerleije zoort +van geschenken, waar onder schoone Cocos-noten waren, welken één +der slaven in onze tegenwoordigheid plukte, na met eene ongemeene +gezwindheid den boom te zyn opgeklauterd, en aldaar een gevecht +te hebben doorgestaan tegen een zwarten slang, dien hy met zyn mes +overwon, en voor onze voeten dood deedt nedervallen. + +De slaven van de Hoop en Fauconberg betoonden hunne achting voor +JOANNA en haaren zoon, door aan haar gevogelte, wild, visch, eijeren +en vruchten aan te bieden. De heer PALMER gaf ons eene groote meenigte +Indisch koorn tot voedzel voor ons gevogelte. Alles scheen dus tot +myn geluk mede te loopen, het welk echter merkelyk veranderde, toen +ik, den 18den, de tyding ontfing van het verlies van mynen vriend, +den heer WALTER KENNEDY, die korten tyd na zyne te rug komst in +Holland overleedt. + +Om het leed, my door deeze gebeurtenis veroorzaakt, te verzetten, +gaf ik een kort bezoek aan den heer DE CACHELIEU, op zyne Plantagie +Egmond. Ik vond aldaar, onder meer andere lieden, eenen Planter, +een Italiaan van geboorte, die maar één arm had. Deeze man zat +naast my aan de tafel; en zonder dat hy eenige de minste uitdaging +van myne zyde konde bybrengen, nam hy een mes, en stak naar my van +agteren, tot groote verwondering van alle de dischgenooten. Den steek +gelukkiglyk hebbende afgekeerd, door hem den elleboog op te ligten, +het geen maakte, dat de punt van het mes over myn schouder heen ging, +stond ik oogenblikkelyk op, en ik zoude hem daar ter plaatse vermoord +hebben, zoo men my niet had tegen gehouden. Ik bood hem toen aan +met my te vechten, met zoodanig wapen, als hy verkiezen mogt, en +met éénen arm; maar de lafhartige zulks geweigerd hebbende, wierd hy +uit het gezelschap verjaagd, en naar zyne Plantagie, Hazard genaamd, +te rug gezonden. + +Deeze schelm was zoo geweldadig, dat hy korten tyd te voren eene +Negerin, die agt maanden zwanger was, had laten geesselen, tot dat haar +de darmen uit het lyf kwamen, om dat zy een glas gebroken had. Een +van zyne mans slaven, die zyne gramschap poogde te ontwyken, wierd +door hem op staande voet om 't leven gebragt. Hy had 'er geen één, +wien het lichaam van het hoofd tot de voeten niet was van één gereten, +door de meenigvuldige kastydingen, welken hy hun deedt ondergaan. + +Dewyl de Colonel FOURGEOUD my eene versterking van soldaten, benevens +een Heelmeester en geneesmiddelen, gezonden had, kreeg de wachtpost +van de Hoop een geheel ander voorkomen: vergenoegdheid en gezondheid +vertoonden zig aldaar wel dra op aller aangezichten. Ik zette vooral +de soldaten aan om visch te vangen, die alhier in grooten overvloed +was; en de Negers leerden hun de manier om dit te doen, het zy met +den haak, het zy met de mand. De eerste bestaat daar in, dat men een +buigbaaren en sterken stok in den grond steekt, en aan deszelfs einde +eene dubbele lyn vast maakt, welkers kortste gedeelte aan een stokjen +van tien duimen lengte gehecht is; het andere insgelyks aan een stok +van dezelfde lengte, maar veel lager vallende. Aan het einde van de +tweede lyn haakt men een kleinen visch aan de vinnen, latende hem de +mogelykheid van te zwemmen, en zorg dragende, dat hy aan een grooter +zoort van visch tot aas kan dienen; vervolgens steekt men nog twee +andere stokken in den grond, maar zoodanig, dat zy boven het water +uitsteken; men hecht dezelven te zamen door een anderen stok, die +zoo lang niet is, en aan het geheel de gedaante van een galg geeft, +boven welke de buigbaare stok door middel van deszelfs dubbele lyn en +kleinere stokken wordt heen getrokken, maar echter zoo gemakkelyk, +dat op de minste beweging, de geheele toestel uit elkander geraakt; +en deeze buigbaare stok zig dan van zelf opheffende, hangt de visch, +die met het aas gevangen is, aan een haak in de hoogte. + +De tweede manier, Mansoa genaamd, gelykt veel naar de voorgaande. Men +werpt eene kleine biezen mand, die als een broodsuiker gemaakt is, in +het water, aan welkers punt men den buigbaaren stok vast maakt, terwyl +het ander einde even als een val open blyft, wordende het geheel door +een gespleten stuk hout in een rechten stand gehouden. Men doet ook +een kleinen visch in deeze mand; en zoo dra dezelve door een grooter +visch is ingeslokt, sluit de val of ingang van de mand zig agter +hem toe. Dit zoort van vischvangst verschilt daar in van de andere, +dat men geen haak noodig heeft. Deeze oordeelkundige manieren kunnen +een denkbeeld geven van de slimheid der Negers. Dezelve zyn daarom te +nuttiger, dewyl zy geen tyd doen verliezen, en men des anderen daags +den visch gevangen vindt; zynde doorgaans de Newmara of Barracota, +van welken ik reeds gesproken heb. + +Onder de onderscheidene visschen, welken ik hier heb zien vangen, vind +men de Siliba, die klein is, van eene eyronde gedaante, en gespikkeld +als een ananas; de Sokay, die lekker en zeer dik is; de Torro-torro, +en nog een genaamd de Tarpoen: de eerste is drie voeten lang, en de +tweede, die wit is, omtrent twee voeten, zes duimen. + +Den 26sten, zag ik eene jonge Negerin, Clardina genaamd, wier moed, +kragt, en gezwindheid ik zeer bewonderde. Een hart, zig van zyne troep +hebbende afgezonderd, liep den weg op; deeze vrouw greep hem aan een +agterpoot, in het midden van zynen loop; maar hem niet kunnende doen +stil staan, liet zy zig een zeer groot einde van den weg voortslepen, +en raakte haaren buit niet kwyt, dan na het bekomen van eene zwaare +wonde. + +De post van de Hoop verschafte toen een aangenaam verblyf. De grond +was 'er volmaakt vast, en doorsneden met canalen, waar in by hooge +vloeden het water kwam. De heggen, die de tuinen en velden omheinden, +waren wel onderhouden, en bragten vrugten en groenten van allerleije +zoort voort, die ons tot levensmiddelen dienden. De huizen en bruggen +waren weder in orde gemaakt. Ik moedigde de soldaten aan, en beval +hun de grootste zindelykheid. Mitsdien had ik geen enkelen zieken, +onder vyftig manschappen, waar uit myne krygsbende bestond, op een +plaats, alwaar bevorens de land of zee-scheurbuik, en alle kwalen, die +door luiheid, morssigheid en ellende veröorzaakt worden, de grootste +verwoestingen hadden aangerecht. Van de zoo even vermelde twee zoorten +van scheurbuik, bedekte de eerste het geheele lyf met puistjes, +en de tweede deedt voornamelyk het tandvleesch en de tanden aan. + +Ik genoot toen het volmaaktste genoegen, en de volkomenste gezondheid, +terwyl de meeste myner reisgenooten of gestorven, of naar Europa +vertrokken waren: 'er was toen geen enkel Officier in rang boven my, +uitgenomen de geenen, die zedert lang aan het luchtgestel van Guiana +gewend waren. + +Maar laten wy naar mynen tuin te rug keeren.--Dezelve verschafte +my thans wortelen, kool, uijen, komkommers, latouw, radys, pry, +waterkers, enz. alles even goed als in Europa. 'Er was ook zuuring +van tweederleije zoort, gemeene en roode; de laatste groeit aan een +boompjen. Bloemen ontbraken my al mede niet; ik had verschillende +zoorten van Jasmyn. De meest geächte is een klein boompje, welkers +bloemen van eene bleek roode kleur zyn, maar fraay, en van eene +aangenaame geur; het heeft dikke, glinsterende bladeren, die vol +van een melkachtig sap zyn. Een zoort van kruidje roer my niet, +Shanne-shanne genaamd, vercierde mede deezen tuin; het geleek naar de +slaapende plant, aldus genoemd, om dat derzelver bladeren, by paaren +geplaatst, zig by het ondergaan der zon toesluiten, en dat de twee +'er dan slechts één schynen uit te maken; maar zoo dra dit hemellicht +opkoomt, scheiden zy zig van één, en vertoonen zig onder hunne dubbele +gedaante. Deeze gewassen waren tusschen myne heggen verspreid, en ik +kweekte bovendien granaat-boomen en Indische rozen-boomen [27] aan, +die dagelyks bloeijen. Eenige roode leliën, wier bladen glad, en van +eene zeer schitterende groene kleur zyn, omzoomden myne grachten: +zy groeien natuurlyk in de zand-woestynen. + +In deezen gelukkigen staat, ontfingen wy het bezoek van verscheiden +lieden, en vooral van Mevrouw Z......, vergezeld door haaren broeder, +en door nog een ander, SCHADTS genaamd, die alle drie uit Holland +kwamen. Deeze vrouw wierd gehouden voor eene der schoonste vrouwen van +Europa, en te gelyk allerbekwaamst. Zy sprak verscheidene talen; in +de zang- en schilder-kunst muntte zy uit; zy danste met bevalligheid, +en reedt volmaakt te paard; zy kon met het geweer omgaan, en ging ter +jagt, enz. Haar in alle zoorten van oeffeningen willende onderricht +zien, bood ik haar aan om haar te leeren zwemmen, het geen zy gepast +oordeelde, om met een glimlach te weigeren. + +De soldaten en Negers, die onder myn bevel stonden, en onder welken +de grootste eendracht heerschte, scheenen op dit oogenblik volmaakt +gelukkig. Ik zette de jonge lieden aan, om zig des avonds te vermaken, +en aan de in jaaren meer gevorderden schonk ik eenige glazen rhum uit. + +Te midden echter van dit vrolyk leven, gaf ik eenen geheimen last, +om vuur te geven, en alarm te slaan, als of de vyand op de Plantagie +was. Ik had toen het genoegen te zien, dat alle de soldaten hunne +wapenen opvatteden, en met veel orde en onverschrokkenheid zig by +elkander verzamelden. Ik besloot vooral van deezen list gebruik te +maken, om dat men my berigt had, dat de muitelingen het oogmerk hadden +aan de Commewyne een bezoek te geven. + +Onäangezien al het vermelde nopens onzen voorspoed, ondervonden wy +wel dra, dat 'er niets volmaakt, nog duurzaam op de weereld is. Het +saisoen van droogte eensklaps hebbende opgehouden, sleepten de ziekten +verscheiden van ons volk in het graf; en 'er stierven dagelyks tien +of twaalf op de legerplaats te Maagdenberg en aan de Java-Kreek. + +Den 3den, verloor ik mynen Vaandrig CABANUS. Zyn dood deedt my zeer +leed. Hy had zyne aanstelling op myn verzoek verkregen, en bezat +eenen uitmuntenden inborst. + +Den 4den Juny, verbrak de hooge vloed onze sluizen, terwyl wy op de +gezondheid van den Koning dronken, en de geheele wachtpost geraakte +daar door onder water, het geen eene groote verwarring veröorzaakte. In +deezen deerniswaardigen toestand, weigerde de Opzichter van de Hoop, +genaamd BLENDERMAN, my het toebrengen van de minste hulp, en daar +op volgde zulk een hevig geschil tusschen ons, dat hy tot zyn geluk +het hazenpad koos, en de Plantagie verliet. Nooit kwam ik ten einde, +indien ik alle de trekken van onbeschoftheid van deeze schelmen, +die grootendeels het uitschot van hun Land zyn, of Duitschers, aan +den Corporaals-stok gewoon, wilde opnoemen. + +Den 7den, ging ik myne opwagting maken by den heer MORIN, Bestuurder +van de Plantagie de Hoop, en zig bevindende op een stuk land, dat +kortlings aangelegd, en aan de andere zyde der Rivier gelegen was, +ten einde hem recht te vragen tegen den onbeschoften Opzigter, die +by hem was. Maar de laaghartigheid van den laatstgemelden gelyk +staande met zyne onbeschaamdheid en wreedheid, gaf hy alles toe, +wat ik vorderde, en beloofde zelfs de sluizen te doen herstellen. + +Op zekeren dag op deeze nieuwe velden, alwaar men reeds een zeer fraai +huis gebouwd had, wandelende, merkte ik eenige schoone vogelen op, +waar onder was de Pimpelmees. Ik had hem reeds voorlang behooren te +beschryven, gelyk nog een anderen, wiens naam my onbekend is, om dat +ik 'er gelegenheid toe gehad heb, toen ik myn verblyf op Maagdenberg +verhaalde; maar ik heb ze toen alleenlyk afgeteekend. De Pimpelmees +gelykt, wat de gedaante van zyn lyf belangt, ten naasten by naar +een Lyster. Zyne vederen zyn van eene fraaie kaneel-kleur, tusschen +bruin en geel gemengd; maar aan de stuit is hy geheel en al van de +laatstgemelde kleur. Eene kuif van kleine vederen, van dezelfde kleur +als het lyf, bedekt hem den kop, zyn staart is lang en zwart, zyn bek +recht, schraal, spits, en van eene zee-groene kleur. Zyne pooten en +oogäppels zyn ook van dezelfde groene kleur, en onder de laatstgemelden +ziet men van wederzyden twee vlakken van eene schoone karmosyn-kleur. + +De andere vogel, wiens naam ik niet weet, maar dien de Negers echter +Woudo-lousso fowlo noemen, om dat hy zig met houtluizen voedt, +is grooter dan de eerste, en van ongemeene schitterende vederen +voorzien. Zyn kop en het bovenste gedeelte van zyn lyf zyn van eene +schoone grasgroene kleur; zyn borst en buik van een karmosyn-kleur, +en door eene aschgraauwe streep afgescheiden. Hy heeft een lange en +ligt blaauwe staart. De slagvederen van elk zyner vlerken, waar van de +plooy van het groen van het lyf door eene andere aschgraauwe en zeer +breede streep schynt afgescheiden te zyn, hebben dezelfde kleur als +de staart. Zyn bek is geel en gekromd, en met eene meenigte kleine +zwarte vederen bedekt, even als de omtrek van het oog, welks appel +eene bloedkleur heeft. Ik zag ook eenige Gallinas of Guineesche +hoenderen, alhier Tokay genaamd, en die overvloedig bekend zynde, +geene beschryving behoeven. + +Onder de planten, welken ik op deeze zelfde plaats vond, merkte ik +de Americaansche Aloë op, welkers stam een half voet dik en twintig +voeten hoog was. Deeze stam, die altyd groen is, is vol met merg, +en voorzien van zeer spitse bladeren, welke aan den top in grootte +verminderen. Die aan den voet des booms zyn zeer talryk, lang en breed, +puntig, getand, en van zeer scherpe stekels voorzien. Boven aan den +stam groeit een hoop bloemen, waar van de steel het zaad, of de kiem +van de aanstaande Aloë bevat, welke in den tyd van twee maanden tot +den staat van volkomenheid koomt, zonder dat dit ooit faalt. + +Aan de zyde der bosschen, die ons omringden, zag ik ook de +Banille-Boom, eene plant, die door middel van haare kronkelende ranken, +zig, even als het eiloof, aan den stam der boomen vasthecht. Deszelfs +bladeren zyn ongemeen dik, en van eene donker groene kleur. Zyne vrucht +bestaat in eene driehoekige peul van zes of agt duimen lengte, en vol +met gladde zaadjes, Deeze peulen, welken men in één agter-middag in de +zon laat droogen, worden bruin, hebben eene uitmuntende specery-reuk, +en een aangenaamen smaak, het geen de reden is, dat men 'er zig van +bedient, om aan de chocolaad een geur te geven. 'Er zyn verscheiden +zoorten van Banille-boomen, maar de meest geachte heeft lange en +dunne peulen. De Negers vertoonden my ook een klein zoetachtig zaad, +het welk zy bongora noemen. + +By myne te rug komst aan de Hoop, ontmoete ik COJO, den oom van JOANNA, +die my een huilenden Aap bragt, door hem gedood. De Aapen van dit +zoort hebben de grootte van een kleine steendogge. Zy hebben een +baard, lange en roode hairen, en over 't geheel zyn zy uittermaten +leelyk. Maar het geen hen voornamelyk van andere Aapen onderscheidt, +is het ysselyk gehuil, het welk talryke hoopen van deeze dieren +gezamentlyk doen hooren, en op zulk een hoogen toon, dat het op den +afstand van een myl door de ooren klinkt. De Negers verzekerden my, +dat zy doorgaans, dag en nacht, by hoog water, het welk zy door eene +aangeborene neiging weten, deeze wanluidende gezangen herhalen.--Van +zoodanig een verstand der dieren sprekende, kan ik niet nalaten het +volgende aller zonderlingst geval te vermelden; ik zal vervolgens +tot het geschiedkundig gedeelte van myn verhaal te rug keeren. + +Ik ontfing, den 16den, een bezoek van één myner buuren, wien ik +myn trap deed opklimmen; maar hy had nog naauwlyks den voet in myne +lucht-woning gezet, of hy sprong van boven naar beneden, schreeuwende +van de verschrikkelykste pynen; en hy dompelde zig dadelyk in de +Rivier, met het hoofd vooruit. Boven my heen kykende, ontdekte ik wel +dra, dat dit voorval veroorzaakt was door een zeer groot nest van wilde +byën, of wassy-wassy, het welk zig geplaatst had in het rieten dak, +recht boven myn hoofd, wanneer ik in myne kamer intrad. Ik liep dus +ook op myn beurt weg, en gelastte de slaven, om dit nest onverwyld +uit te roeijen. Zy gongen aan het werk, toen een oude Neger hen +tegenhield, en zig onderwierp tot het ondergaan van alle straffen, +die ik hem wilde aandoen, indien eene enkele van deeze byën my ooit +of ooit steken zoude. "Massera, zeide hy my, deeze dieren zouden u +reeds lang mishandeld hebben, indien gy hun vreemd geweest waart, +maar zy zyn uwe huisgenooten; gy hebt hun stilzwygend toegestaan, +om alhier hunne woonplaats te houden; zy kennen u zekerlyk, en nooit +zullen zy u, nog de uwen, kwetsen". Ik stemde dadelyk in het voorstel +van deezen man toe; en hem aan een boom hebbende doen vastbinden, +gelastte ik QUACO de trap op te klimmen, byna naakt, het geen hy deedt, +zonder gestoken te worden. Toen waagde ik het om hem te volgen; en ik +verklaar op myn woord van eer, dat zelfs na aan het nest geschud te +hebben, waar op de byën 'er al brommende uit vlogen, en rondom myn +aangezicht heen draaiden, geene derzelver my trachte te steken. Ik +stelde dus den ouden Neger weder in vryheid, en gaf hem een glas rhum, +en vyf schellingen, tot zyne belooning. Ik behield vervolgens deeze +kleine byënkorf, zonder eenig gevaar voor my zelf, en ik maakte 'er +myne lyfwagt van. Tot myn groot vermaak deeden zy eenige Opzichters, +welken ik, onder het één of ander voorwendzel, de trap deed opklimmen, +wanneer ik hunne onrechtvaardigheid en wreedheid straffen wilde, +verscheiden malen aartige sprongen doen. + +Dezelfde Neger verzekerde my, dat 'er voorheen op de Plantagie van +zynen meester een boom stond, waar op, zoo lang zyn geheugen reikte, +een gezelschap van vogelen en een zwerm byën genesteld waren, die in +eene volmaakte eendracht zamen leefden: maar indien eenige vreemde +vogelen de byën kwamen stooren, verdreven hunne gepluimde bondgenooten +dezelven aanstonds; zoo ook, wanneer vreemde byën tot in de nesten +der vogelen durfden doordringen, wierp zig de zwerm, die aldaar +t'huis hoorde, op de aanvallers, en doodde dezelven. De eigenaar +der Plantagie en zyn geheele huisgezin, hadden zulk een eerbied voor +deeze maatschappye, dat zy den boom als heilig beschouwden en niet +gedoogden, dat men dien om ver hakte. Dienvolgende viel hy eindelyk +van ouderdom om ver. + +Den 22sten, kwamen eenige manschappen van Rietwyk aan de Peréca aan, +en berigtten my, dat een gedeelte van ons krygsvolk aan de Java-Kreek +was te rug gekomen, na tot by Vrydenburg aan de Maroni geweest te +zyn; dat zy, gezamentlyk met de Jagers, geduurende deezen veldtocht, +verscheiden bezaayde landen, aan de muitelingen toebehoorende, +verwoest hadden; en dat deeze zelfde Jagers, uit hoofde van hunne +byzondere diensten, van de Compagnie nieuwe wapenen ontfangen hadden, +als mede eene monteering, bestaande in een groen buisje, zynde dit het +eerste, het welk zy gedragen hadden. Ik vernam ook, te gelyker tyd, +dat de genen, die aan de Oucas- en Sarameca-Negers gezonden waren, na +eene nuttelooze reize waren te rug gekomen; want deeze beide volken +wilden ons met geene hulp bystaan. Ingevolge van deeze weigering, +nam de Colonel FOURGEOUD, die zig eindelyk afgemat gevoelde, en zyn +volk door het vernielen van het grootste gedeelte van de bezittingen +der muitelingen had uitgeput, het besluit om deezen tocht te staken; +maar vooraf gaf hy van dit zyn besluit kennis aan zyne Doorluchtige +Hoogheid den Prins van Orange. + +Den 23sten, ontfing ik stelligen last, om my tot myn vertrek gereed +te houden tegen den 15den July, met al het volk, het welk onder myn +bevel stond, vervolgens de Commewyne te verlaten, en naar Paramaribo +af te zakken, alwaar schepen gereed lagen, om ons naar Holland over +te voeren. Ik las oogenblikkelyk dit bevel aan alle myne soldaten +voor, die het met vervoering van vreugde, en driewerf herhaalde +toejuichingen, aanhoorden.--Maar ik zuchtte 'er over. Myne geliefde +JOANNA en myn zoon waren beiden toen zeer ziek, de eerste had de +koorts, de ander was door struiptrekkingen aangetast, en men wanhoopte +aan hun leven. Om myne ellende ten hoogsten top te brengen, indien men +de kwaalen van het lichaam met die der ziele gelyk kan stellen, trapte +ik ter zelfder tyd op een spyker, die vry diep in den voet indrong. + +In deeze smartelyke gesteldheid, kwam de Nacht-uil van Guiana ons +regelmatig zyn nacht-bezoek geven. Hy kwam zelfs in myne kamer, en liet +aldaar zyn naar geluid hooren. Deeze vogel wordt alhier Ourou-coucou +genoemd, om dat zyn geschreeuw met deeze woorden eenige overëenkomst +heeft. Hy heeft ten naasten by de grootte van een duif. Zyn bek is +geel en gekromd even als die van een valk; hy heeft een gespleten tong; +zyne oogen zyn ook geel, en zyne ooren zeer zichtbaar. Hy heeft korte, +sterke pooten met zeer puntige nagels gewapend. De algemeene kleur +der vederen van deezen Nachtuil is helder bruin, uitgenomen aan den +hals en aan de buik, die wit zyn, met eenige gryze vlakken daar onder +gemengd. De Negers, die zeer bygeloovig zyn, stellen algemeen, dat +de tegenwoordigheid van den Nachtuil een teeken van den dood is. Dit +vooroordeel is echter verschoonlyk, om dat deeze vogel vermaak vindt +met zig in een zieken-kamer optehouden; mogelyk wordt hy derwaarts +gelokt door het licht der lampen, welken men den geheelen nacht brandt, +of liever door de benaauwde lucht, die hem doet hoopen, aldaar eenigen +buit aan te treffen, + +Eene oude Indiane, aan welke JOANNA kennis hadt, haar te deezer tyd op +de Hoop een bezoek zynde komen geven, was ik door haare bekwaamheid en +zorge spoedig geneezen. Maar myn klein huisgezin bleef by aanhoudenheid +in zulk een ellendigen staat, dat ik besloot haar naar Paramaribo +te doen vertrekken, eer het te laat mogt zyn. Den 10den zond ik ook +myne kudde vee en gevogelte naar Fauconberg: ik hield echter twee +vette schapen, die ik liet slachten, en waar op, mitsgaders op wild +en visch, ik geduurende twee dagen vier-en-twintig der aanzienlykste +inwooners uit den omtrek deezer Rivier onthaalde. Myn waarde vriend, +JACQUES GOURLEY, gaf my, by deeze gelegenheid, wit brood, Spaanschen +wyn, en vruchten ten geschenke. + +Den 13den, gelastte ik aan het krygsvolk, het welk op Klarenbeek +geplaatst was, alwaar men voor de tweede maal een Hospitaal had +opgericht, de Rivier af te zakken; en dien zelfden avond kwamen zy +op de Hoop aan. + +Den 14den, kwam een Officier van 's Compagnies krygsvolk my in het +bevel aan de Rivier aflossen; en van dit oogenblik begonnen zyne +soldaten den dienst waar te nemen. + +Des avonds van dien zelfden dag, nam ik afscheid van de nabestaanden +van JOANNA, die op de Plantagie Fauconberg woonden. Deeze goede lieden +omringden my, en betuigden my hun innerlyk leedwezen over myn vertrek; +en met de traanen in de oogen, baden zy den Hemel my te beschermen, +en my eene voorspoedige reize te schenken. + +Den 15den, verlieten wy eindelyk den wachtpost van de Hoop. Myne +soldaten gingen des morgens ten tien uuren aan boord van de vaartuigen; +op den middag deed ik een pistool-schoot, om het anker te doen ligten; +wy zakten vervolgens de Commewyne af, om op de rheede van Paramaribo +te komen, en ons van daar naar Europa in te schepen. + + + +ZES-EN-TWINTIGSTE HOOFTSTUK. + +Inscheeping van het krygsvolk.--De Zurzaca, en Sabatille.--De +Papaija, en de Gember.--Het krygsvolk gelast om te +ontschepen.--Muiterye.--Onbetamelyk gedrag van een Capitain der +Oucas-Negers.--Een groot aantal zieken naar Europa gezonden.--Nieuwe +byzonderheden betrekkelyk de Negers. + +Des avonds van den dag van ons vertrek lieten wy het anker vallen by +de Plantagie Berkshoven, toebehoorende aan dien zelfden heer GOURLEY, +van wien ik op het einde van het voorige Hooftstuk gesproken heb, en +by wien ik den nacht doorbragt. Des anderen daags morgens vervolgden +wy onze reize, en ik nam afscheid van den heer PALMER. Ik bragt den +avond en den nacht van den 17den met den Capiten MACNEYL door; en den +18den, liet onze kleine vloot, bestaande uit myne vaartuigen, en de +genen, die van Maagdenberg en de Cottica kwamen, het anker vallen op +de rheede van Paramaribo, alwaar het krygsvolk, het welk onder myn +bevel stond, oogenblikkelyk aan boord ging van de Transport-schepen, +die ons aldaar reeds wagtten. + +Zoo dra zy aan boord waren, ging ik aan wal, om 'er aan den Colonel +FOURGEOUD bericht van te geven. Vervolgens ging ik JOANNA en myn zoon +zien, welken ik, tot myne groote blydschap, volmaakt hersteld vond. + +Des anderen daags keerde ik naar het schip te rug, om alles tot onze +reize gereed te maken. + +Den 20sten, hield ik het middagmaal by den Colonel FOURGEOUD, op +wiens tafel ik tot myne verwondering zag opdisschen twee visschen, +van welken ik nog niets gezegd heb. De één word hier Haddok genoemd, +en gelykt veel naar onze wyting, schoon een weinig grooter en +witter van kleur. De andere draagt den naam van Separy, en gelykt +naar de aschkleurige roch. Op het nageregt zag ik een vrucht, die in +Surinamen den naam van Zurzaka draagt. Het is dezelfde, zoo ik meen, +die wy in Engeland noemen Soursap. Dezelve groeit aan een boom van +middelmatige grootte, waar van de schors grys is, en de bladeren gelyk +zyn aan die van den oranje-boom, maar aan paaren gerangschikt. De +vrucht is van eene spits toeloopende gedaante, en zwaarder, dan de +grootste peer: over het geheel heeft dezelve punten, maar die niet +steeken. Derzelver vleesch, het welk eene zeer harde schil rondom +zig heeft, is van eene mergachtige zelfstandigheid, zoo wit als +melk, van een zeer zoeten smaak met een aangenaam zuur vermengd, en +zaad-korrels in zig bevattende, even als een groote appel. Men vindt +ook een ander zoort van Zurzaka, [28] naar hop gelykende, maar die +van geen gebruik is. Op het zelfde nageregt, hadden wy ook nog eene +vrucht, Sabatille genaamd, welke aan een zeer zwaaren boom groeit, +waar van de bladeren gelyk zyn aan die van den Laurier-boom. Deeze +vrucht heeft de gedaante van eene zeer ronde persik; zy is van eene +bruine kleur, en met een zeer zacht dons overdekt. Men zoude derzelver +vleeschachtig gedeelte aanzien voor eene marmelade vol zaadkorrels; +maar het is zoo zoet en laf, dat veelen het niet eeten kunnen. + +Den 21sten, ontfingen wy onze soldye, maar in papieren geld, waar +op wy een zeer merkelyk verlies leden. Ik ging oogenblikkelyk aan +Mevrouw GODEFROY een bezoek geven; ik stelde haar al het geld ter +hand, het welk ik in myn zak had, en niet meer dan veertig ponden +sterling bedroeg. Deeze uitmuntende vrouw drong by my op nieuw, maar +vrugteloos aan, dat ik mynen zoon en zyne moeder naar Europa zoude +mede nemen. JOANNA was onverzettelyk. Zy bleef 'er by van niet te +willen vertrekken, voor dat haare losprys volkomen was afbetaald. Wy +hielden ons dus, als wilden wy ons lot met eene volmaakte onderwerping +dragen; maar het geen wy 'er in ons eigen hart van ondervonden, +laat zig gemakkelyker begrypen, dan beschryven. + +Onze vaandels wierden, den 23sten, in groote plechtigheid aan boord +gebracht. Het Fort Zelandia echter bewees aan dezelven geene de minste +eer; men deedt geen enkelen kanon-schoot, en zelfs wierd 'er op de +vestingwerken geen vlag opgeheist, het geen den Colonel FOURGEOUD +een onëindigen spyt deedt. Hy moest het echter alleenlyk wyten +aan zyne eigene achteloosheid; want hy had aan den Gouverneur geen +behoorlyk bericht van zyn vertrek gegeven. Al het krygstuig en verdere +goederen wierden ook ingescheept; en een Colonist, VAN HEYST genaamd, +deedt, op zyne eigene kosten, drie honderd flessen wyn, vruchten, +en onderscheidene eetbaare waaren, onder de soldaten uitdeelen. + +Ik heb te meermalen van de gastvryheid en edelmoedigheid van de +inwooners deezer Volkplanting gesproken. Ik ondervond 'er in dit +oogenblik de blyken van, daar ik van myne talryke vrienden, versche en +ingelegde vruchten tot mynen overtocht ontfing. Onder de laatstgemelden +vond ik Papaijes, zynde de vruchten van den Papaijen-boom, het wyfje +namelyk, want het mannetje brengt geene vruchten voort, Deeze boom +groeit op tot de hoogte van byna twintig voeten. Zyne stam loopt +recht, is vol merg, en door een gryzen schors omgeven; zyne bladeren +maken aan den top een zoort van kroon; zy zyn uittermaten breed, +getand, en bedragen slechts een getal van veertien of zestien. De +vrucht groeit dicht by den top, en de bloem geeft eene aangenaame +geur van zig. De Papaije, tot haare volwassenheid gekomen zynde, +heeft de grootte en gedaante van een water-meloen; maar haar vleesch +is harder en vaster, en in het begin groen zynde, word zy naderhand +geel. Het binnenste gedeelte van dit vleesch is sponsachtig, zoet, +en onëindig vol met korrels. Men snydt deeze vrucht in verscheiden +stukken, wanneer zy volkomen ryp is; dan laat men ze koken, en zy +heeft de zelfde smaak als Engelsche raapen; maar men bedient 'er +zig voornamelyk van, om ze in suiker in te leggen, wanneer ze nog +jong is, te gelyk met haare bloemen, die zeer geurig en zeer gezond +zyn. Men had my ook ingelegde Gember gezonden; deeze is de wortel van +een zoort van riet, het welk nooit hooger groeit, dan twee voeten, +en waar van de bladen lang, smal en puntig zyn. Deeze wortels zyn +knobbelachtig, plat gemaakt, klein, en van verschillende gedaanten, +zeer veel gelykende naar aardäppelen, en ten naasten by van dezelfde +kleur van binnen, maar vezelachtig, veel zuur in zig bevattende, +en van een speceryächtigen en zeer heeten smaak. Men weet, dat deeze +wortel niet alleen eene goede ingelegde fruit verschaft, maar ook in +verscheiden gevallen een uitmuntend geneesmiddel. + +Den 24sten July, toen wy zeilree lagen, gingen wy eindelyk gezamenlyk +zyne Excellentie, den Gouverneur der Volkplanting, begroeten, die +ons met de grootste beleefdheid ontfangende, aan onzen Oversten +te kennen gaf, dat, indien hy dit oogenblik had afgewagt, om zyne +vaandels aan boord te zenden, hy hun zekerlyk de eere bewezen zoude +hebben, die hy hun ontegenspreekelyk verschuldigd was. Toen wy in +het hoofdquartier waren te rug gekomen, zondt hy de gezamentlyke +Officiers der Compagnie mede plechtig derwaarts; om ons eene gelukkige +reize te wenschen. In alles wat plechtige wellevendheid betrof, was +de Gouverneur ontwyffelbaar onzen Colonel ver voor uit; en ik had +byna een hevigen twist met hem gehad, om dat hy aan zommigen zyner +gunstelingen iets in het oor had gefluisterd. De Officiers vervoegden +zig toen by de soldaten, die zedert den 18den waren ingescheept, en +het deerniswaardig overschot deezer fraaie Zee-krygsbende bevondt +zig nu eindelyk op een schip, het welk gereed lag, om des anderen +daags naar Europa te stevenen. De vergenoegdheid blonk op aller +aangezichten, één alleen uitgezonderd; en niets konde evenaaren aan +de opgetogenheid van algemeene vreugde, toen men den volgenden morgen +bevel gaf, om het anker te ligten, en in zee te steken. + +Maar het lot had beschooren, dat de levendigste en meest gegronde hoop +nog eenmaal vervallen zoude. Op het zelfde oogenblik van het vertrek, +kwam een Schip de Rivier opzeilen. Het zelve bragt brieven mede, waar +by onze krygsbende gelast wierd, zig weder in de bosschen te begeven, +en in de Volkplanting te blyven, tot dat zy door nieuw krygsvolk, het +welk men tot dat einde uit Holland zenden zoude, wierd afgelost. Men +las vervolgens aan de soldaten, die op het dek van elk schip geschaard +stonden, de oprechte dankbetuigingen voor van zyne Doorluchtige +Hoogheid den Prins van Orange, voor den moed en standvastigheid, waar +mede zy de grootste vermoeijenissen en schroomelykste gevaaren hadden +doorgestaan. Maar dewyl hier op volgde het bevel om te ontschepen, +en dien afgryzelyken dienst voort te zetten, bemerkte ik nimmer +zoo veel neerslagtigheid, zoo veel misnoegen en wanhoop; terwyl ik, +die tot op dit oogenblik een volmaakt ellendeling was geweest, op +myn beurt de eenige was, wien de droefheid niet had ter nedergeslagen. + +In het midden van dit droevig toneel, gelastte men een driewerf Hoezée, +het geen de soldaten van één der schepen volstrekt weigerden. De +Colonel SEYBOURG en ik (by ongeluk) kregen bevel, om hen daar +toe te noodzaken. Deeze Officier, voor zoo veel hem betrof, deedt +zulks met den stok in de hoogte, en het pistool in de hand. Zynen +gramstoorigen en oploopenden inborst kennende, was ik thans voor +de gevolgen hoogst beducht. Ik sprong oogenblikkelyk in de sloep, +die op zyde van één der schepen lag; aldaar sprak ik de genen aan, +die op het dek met het hoofd gebogen stonden, en ik beloofde twintig +glazen brandewyn voor al het volk, indien zy dit droevig geroep wilden +aanheffen. Vervolgens op het schip geklommen zynde, gaf ik aan den +Colonel SEYBOURG bericht, dat alle de soldaten thans bereid waren +aan zyne bevelen te gehoorzamen. Wy gingen dus weder in de sloep, en +by ons heengaan, hadden wy het genoegen het driemaal herhaald geroep +van Hoezée te ontfangen, het welk door de matroozen van goeder harten +gedaan wierd, waar by zig eenige zee-soldaten voegden, maar op zulk +een neêrslagtigen toon, dat het my onmogelyk is, zulks te beschryven. + +De goedhartigheid van den Prins van Orange bleek echter op eene +doorslaande manier by deeze gelegenheid, want hy gelastte, dat het geen +deezen en geenen van het volk aan Artsen en Heelmeesters verschuldigd +waren, uit de kas betaald zoude worden. Van hoe weinig aanbelang dit +ook scheen, was dit geene kleinigheid voor verscheiden Officiers, en +betoonde in zyne Doorluchtige Hoogheid eene oplettendheid, die men by +de Vorsten niet altyd aantreft. Zy wisten bovendien allen, hoe veel +deel hy in het leed van zyne soldaten nam; maar hy konde hen daar van +niet bevryden, zonder het algemeen belang in de waagschaal te stellen. + +Zoo al dit tegen-bevel ons volk met droefheid aandeedt, het gaf aan de +meeste Colonisten een groot vermaak. De voornaamste derzelven hadden, +eenige dagen te vooren, een verzoek-schrift aan den Colonel FOURGEOUD +geteekend en aangeboden, waar by zy hem verzogten, "nog eenigen tyd +met zyn volk te blyven, en het geen hy zoo roemryk begonnen had, +te volvoeren, door by aanhoudenheid de muitelingen te ontrusten +en te verstrooijen, het welk hun eindelyk geheel zoude t'onder +brengen". Zekerlyk had onze krygsbende, gezamentlyk met het krygsvolk +der Sociëteit en de Jagers, het grootste gedeelte van de bezittingen +der muitelingen in de Volkplanting vernield, en hen genoodzaakt zoo +ver heen te vluchten, dat de strooperyen en het wegloopen der slaven +ongelyk veel zeldzaamer waren, dan by onze komst. Het was ongetwyffeld +beter van dit middel gebruik te maken, dan eenen schandelyken vrede +te sluiten, gelyk men met de Oucas- en Saraméca-Negers gedaan had, +en waarschynlyk ook zoude plaats gehad hebben, indien men ons niet +naar Guiana gezonden had. + +Ik kan niet nalaten, tot bewys van het onbeschaafd character der +laatstgemelden, een gesprek te verhalen, door my met één van hun +gehouden, terwyl ons volk, alvorens weder te veld te gaan, zig +te Paramaribo ophield. By den Capitain MACNEYL, die toen van zyne +Plantagie in de Stad te rug kwam, ten eeten zynde, kwam een Capitain +der Oucas-Negers, onze zoogenaamde bondgenooten, aan de vrouw van +'t huis om geld vragen. Hy was zoo verveelend, dat ik in het Engelsch +den raad gaf, "hem een glas wyn te geven, en hem weg te zenden". My +gehoord hebbende, stelde hy my voor buiten te komen, en zyn stok +met een zilvere knop oplichtende, vroeg hy my: "Of ik de heer van +'t huis was; en zoo niet, waar ik my dan mede bemoeide"? "Ik ben", +zeide hy, met eene donderende stem, "Capitain FORTUNE DAGO-SO; en +indien ik u in myn Land by de Oucas had, ik zoude den grond met uw +bloed bevochtigen". Ik antwoordde hem, myn sabel trekkende; "Dat myn +naam STEDMAN was, en dat, indien hy nog eenmaal zulke onbeschaamde +woorden dorst uitten, ik hem oogenblikkelyk een houw zou geven". Daar +op kraakte hy met zyne vingers, en verliet ons. Ik was over dit +voorval zeer te onvreden, en keurde zeer af, dat de Colonel FOURGEOUD +aan zulke roovers zoo veel achting betoonde. Des avonds, ter maaltyd +uitgaande, ontmoette ik den zelfden Neger, die eensklaps bleef staan, +en my zeide: "Massera, gy zyt een man, een braaf man; wildt gy eenig +geld aan Capitain FORTUNE geven"? Het op een barssen toon aan hem +geweigerd hebbende, kustte hy my de hand, en vertoonde my zyne tanden, +tot een blyk van verzoening, zoo hy my zeide; en hy beloofde my, om my +pistache-nooten ten geschenke te zenden, die echter nooit gekomen zyn. + +Schoon ons verblyf in Surinamen eenigen tyd verlengd wierd, konde +onze dienst aldaar aan de Volkplanting van weinig nut meer zyn. Ons +getal was byna tot niet versmolten, en hoe zwak het ook was, +toen wy op nieuw ontscheepten, deedt men, op den 1sten Augustus, +nog negen Officiers, en meer dan één honderd zestig ongeneeslyke of +zieke soldaten, naar Holland vertrekken. Ik had toen de koorts, en +de Colonel gaf my dienvolgende verlof om mede scheep te gaan; maar +ik weigerde zulks, besloten hebbende, om, zoo mogelyk, het einde van +deezen tocht te zien. Ik maakte echter van deeze gelegenheid gebruik, +om eenige geschenken aan myne vrienden in Europa te zenden, bestaande +in twee fraaije Papegaaijen, in twee Aapen van een zeer merkwaardig +zoort, in eene voortreffelyke verzameling van fraaije Kapellen, +in drie kistjens met ingelegde fruiten en vleesch, welken ik aan +boord van het Schip Paramaribo deed brengen, en aan de zorge van den +Sergeant FOWLER aanbeval, die ongelukkiglyk één van de zieken was, +welken men naar Amsterdam zond. + +De Majoor MEDLAR, die door vermoeienis ten eenemaal was uitgeput, +vertrok toen ook naar Holland. Ik nam in zyne afwezigheid zynen post +waar, en ik wanhoopte niet, om zelf t'eeniger tyd onze krygsbende te +rug te brengen, indien het getal van onze Officiers dagelyks zoodanig +verminderde. Onder de geenen, die overbleven, werden 'er egter twee +gevonden, die moeds genoeg hadden een huwelyk te wagen, en ieder met +eene Creoolsche weduwe trouwden. + +Toen rust en stilte genietende, bekwam ik weder genoegzaame kragten, +om my, den 10den, naar Mevrouw GODEFROY te begeven, aan wien ik myn +verlangen te kennen gaf, om ten minsten JOHNNY STEDMAN vry te maken, +en ik verzogt haar, dat zy, door zig voor de gewoone somme van drie +honderd ponden sterling by den Raad tot borge te stellen, verklaaren +wilde, dat hy nimmer tot last van de Volkplanting van Surinamen +komen zoude. Maar zy weigerde het my stellig, schoon zy geen gevaar +hoe genaamd te loopen had, en het een niets beduidende zaak was, +alleenlyk om aan het voorschrift van de wet te voldoen. Ik konde niet +nalaten daar over myne verwondering te betuigen, die nochtans ophield, +toen ik vernam, dat deeze vrouw die zelfde gunst aan haaren eigen +zoon geweigerd had. + +Ik kan van de slavernye niet spreken, zonder my eene schuld te +herinneren, welke ik aan den lezer nog niet heb afgedaan. Ik heb +reeds eenige byzonderheden opgegeven omtrent de manier, op welke +de slaven in dit Land verkogt en behandeld worden; maar ik gevoel, +dat ik nopens dit onderwerp niet uitgebreid genoeg geweest ben, en +ik verbeelde my voegzaam te zyn, dat ik alle de berichten, welken +ik omtrent de Negers bekomen heb, mede deele. Ik vleije my zaaken te +zullen vermelden, waar op men geene aandacht genoeg gevestigd heeft, +of die tot hier toe slechts onvolkomen zyn verhaald geworden. + +Ik begin met de kleur der Negers, en ik houde my verzekerd, zoo als +ik reeds te vooren heb opgemerkt, dat zy geheel en al moet worden +toegeschreven aan de brandende luchtstreek, waar in zy leven, en aan +derzelver verhitten dampkring door die regelmatige winden, die over +eindelooze zand-woestynen heen waaijen, alvorens zy tot eenig bewoond +land komen. De Indianen van America, die onder denzelfden graad van +breedte woonen, ontfangen deeze verkoelde winden in tegendeel door +den Atlantischen Oceaan, en hebben eene koper-kleur; de inwooners +van Abyssinië, die dezelven al mede ontfangen, na dat ze door de +Indische Zee gematigd zyn, hebben geheel en al eene olyf-kleur. Zoo +ook aan het noordelyk gedeelte van de groote Rivier van Senegal, +verandert de kleur der huid van zwart tot bruin onder de Mooren, +gelyk zy aan den zuidkant doet onder de Kaffers en Hottentotten: ik +ben zelfs van gevoelen, dat de wolachtige hoedanigheid van het hair +der Negers een uitwerkzel is van die zelfde oorzaak. Ik heb meer dan +eens de opperhuid der Negers zien ontleden; zy is doorschynend en +helder, maar tusschen dezelve en de waare huid, vindt men een dunne +plaat of blad, dat volmaakt zwart is, en door strenge geesselingen +of door het mes weggenomen zynde, eene kleur doet te voorschyn komen, +niet minder dan die van de huid van een Europeaan. + +Twee blanke Negers wierden in Surinamen, op de Plantagie Vossenberg, +geboren van ouders, die volmaakt zwart waren. De eerste van dezelven +was een meisjen, en wierd, in het jaar 1734, naar Parys gezonden; +de tweede was een jongen, en wierd geboren in 't jaar 1738. In 't +jaar 1794, heeft men in Engeland eene dergelyke vrouw gezien, genaamd +EMILIA LEWSAM, wier kinderen, schoon zy met een Europeaan getrouwd +was, allen Mulatten waren. De huid van diergelyke persoonen is zoo +wit niet als de onze; zy gelykt naar een kryt-kleur: zoodanig is ook +de kleur van hunne hairen. Hunne oogen zyn dikwils rood, [29] en zy +zien naauwlyks in de heldere zonneschyn. Zy zyn tot geenerhande zoort +van arbeid geschikt; en hunne verstandelyke vermogens beantwoorden +doorgaans, zoo men my gezegd heeft, aan de zwakheid van hun lichaam. + +De uiterlyke gedaante der Africaansche Negers is, van het hoofd tot +de voeten, verschillende van die der Europeanen, schoon naar myne +gedachten, en alle vooröordeel ter zyde gesteld, van geene mindere +hoedanigheid. Hunne uiterlyke trekken, hunne platte neus, hunne +dikke lippen, hunne bolle wangen, kunnen ons mismaakt schynen; en +echter onder hen geheel anders beschouwd worden. Wy zyn genoodzaakt +hunne zwarte en schitterende oogen, hunne witte reijen tanden +te bewonderen. Een der voordeelen van de lichaams gesteldheid der +Negers bestaat daar in, dat men onder hen nooit een kwynend en bleek +persoon ziet, gelyk men zoo dikwils in Europa ontmoet. De rimpels, en +andere gevolgen van den ouderdom, zyn by hen ook zoo zichtbaar niet, +schoon ik echter toestemme, dat wanneer een Neger ernstig ziek is, +zyne zwarte kleur eene aller onaangenaamste bleeke olyf-kleur bekoomt. + +De Negers zyn zekerlyk meer dan wy geschikt tot oeffeningen, tot +welken kracht van lichaam en knaphandigheid noodig is. Over het +algemeen wel gespierd en sterk van romp zynde, zyn hunne uiterlyke +ledematen fyner. Hunne borst is zeer schoon, maar zy hebben naauwe +heupen. Hunne dyen zyn dik en sterk; zoo ook hunne armen, boven den +elleboog; maar de gewrichten van hunne hand, en het onderste gedeelte +van hunne beenen zyn zeer langwerpig. Derzelver krom gebogene gedaante +moet men toeschryven aan de manier, op welke de moeder haar kind op +den rug draagt. Zy verwydert de beenen des kinds van elkander, zo dat +dezelve tegen haar midden drukken, het geen dit zoort van mismaaktheid +veröorzaakt, waar mede het kind niet geboren is: bovendien leert +zy aan het zelve het loopen niet, zy laat het in het zand en gras +kruipen, en het staat niet over einde, dan wanneer het 'er kracht en +lust toe heeft, het geen spoedig gebeurt. De houding der voeten wordt +echter door deeze gewoonte zeer verwaarloosd, maar door middel van +lichaams-oeffening en dagelyksche baden, verkrygt het kind die kragt +en vaardigheid, welken alle de Negers in den hoogsten graad bezitten. + +Zy hebben nog eene andere gewoonte, die, naar hunne gedachten, zeer +veel tot bevordering van hunne sterkte en gezondheid toebrengt. In de +twee eerste jaaren, dat de moeder haar kind zoogt, doet zy het zelve +dikwils eene groote meenigte water inzwelgen, waar na zy het twee malen +daags zeer sterk schudt: zy neemt het ook by een been of by een arm, +en wascht deszelfs huid in de Rivier af. De meisjens worden op dezelfde +wyze als de jongens opgevoed. Tot eenen zekeren ouderdom gekomen zynde, +behoeven zy voor de mannen niet onder te doen, dan in grootte; zommige +zelfs winnen het hun af, in het loopen, in het vechten met de vuist, +in het danssen, in het zwemmen, en in het klauteren tot boven in de +boomen. Op die wyze kan men, door eene geschikte opvoeding, een stam +van Amazonen vormen. + +Deeze sterk gespierde meisjens van de gezengde luchtstreek zyn +merkwaardig door haare vruchtbaarheid. Ik heb eene slavin gekend, +Esperanza genaamd, en tot de Plantagie van den heer DE GRAAF +behoorende, die in drie jaaren en in drie kramen negen kinderen had +ter weereld gebragt: de eerste keer vier; de tweede twee, en de derde +drie. De Negerinnen baaren haare kinderen zonder moeite, en, even +als de Indiaansche vrouwen, hernemen zy haare dagelyksche bezigheden +op den dag van haare bevalling zelven. Geduurende de eerste week, zyn +haare kinderen volstrekt als die van de Europeanen, uitgenomen echter, +dat men in de jongetjens eene zwartächtige vlak op zeker deel van het +lichaam ziet, waar na het in 't kort geheel en al van dezelfde kleur +wordt. De meisjens komen vroegtydig tot jaaren van huwbaarheid, maar +het is met haar, als met de vruchten van deeze luchtstreek, zy vallen +schielyk af. Verscheiden Negers bereiken nogtans eenen hoogen ouderdom: +ik heb 'er één of twee gezien, die meer dan honderd jaren oud waren; +en de Londonsche Kronyk van den 5den October 1780 maakt melding van +eene Negerin, LOUISA TRUXO genaamd, die toen te Cordua du Tucunna, +in Zuid-America, leefde, en honderd vyf-en-zeventig jaaren oud was. + +Vindt men in de sterf-lysten één enkelen Europeaan, die zulk een +hoogen ouderdom bereikt had? En deeze vrouw had waarschynlyk, even +als de andere slavinnen, haare jeugd in moeielyken arbeid doorgebragt. + +Ik heb in het gestel der Negers deeze byzonderheid steeds opgemerkt, +dat, daar zy geschikt zyn, om zwaaren arbeid in de heetste dagen van +den zomer te volvoeren, zy niet minder koude en vochtigheid verdragen +kunnen, beter dan een Europeaan, immers dan ik zelve op onze tochten +doen konde. Zy slapen den geheelen nacht, naakt in het vochtig gras +liggende, zonder dat 'er hunne gezondheid iets by lydt, terwyl ik +zeer gelukkig was, met des morgens by myne hangmat vuur te hebben, +en onze soldaten van huivering beefden, om dat zy 'er van verstoken +waren. Honger of dorst, pyn of ziekte, verdragen zy met zoo veel +lydzaamheid, als moed. + +Ik heb hier vooren meer dan twaalf stammen van Negers genoemd, welken +ik allen kenne door de verschillende teekenen, die de genen, welke tot +deeze of geene stam behooren, op hun lichaam maken.--By voorbeeld, +de Coromantyn-Negers, die de meest geachte zyn, hebben drie of vier +sneden op elke wang. + +De Loango-Negers, die het minst in aanzien zyn, onderscheiden zig, door +verhevene en vierkante beeldtenissen, naar dobbelsteenen gelykende, +op de armen, in de zyden, en op de dyen, te teekenen. Zy slypen ook +hunne voortanden puntsgewyze, het geen hen vervaarlyk maakt. Alle hunne +mannelyke kinderen zyn besneden, ten naasten by als die der Joden. + +Onder de spelingen der natuur, behoort men te stellen het maakzel van +een byzonder zoort van Negers, Accorys, of tweevingerige genaamd, die +onder de Negers van Saraméca, aan het bovenste gedeelte der Rivier +van dien naam, woonen. Zy, die dit volk uitmaken, zyn merkwaardig, +uit hoofde van hunne allermismaaktste voeten en handen; de eerste +hebben vier zeer lange toonen, en de andere alleenlyk twee vingeren, +maar die naar de schaaren van een kreeft gelyken, of liever het +voorkomen hebben, als of zy door eene branding of ander toeval, een +lidteeken bekomen hadden. Deeze mismaaktheid zoude, wanneer zy zig tot +een enkel persoon bepaalde, weinig verwondering baaren; maar het is +ontwyffelbaar een vreemd verschynsel, wanneer men deeze byzonderheid +in een geheel volk ontmoet. Ik heb twee van deeze Negers gezien, +maar op eenen te verren afstand, om ze te kunnen afteekenen. Ik +begeere my dus by deeze gelegenheid niet tot getuige op te werpen; +ik verhaale alleen, wat my bericht is. De afteekening van een man, +die voeten en handen van dit maakzel had, is aan de Maatschappy der +wetenschappen te Haarlem gezonden. Ik heb daarënboven in een oud +boek over de ontleed- en heel-kunde, aan my door den kundigen OWEN +CAMBRIDGE van Twickenham bezorgt, een bericht gelezen, waar uit het +my gegund zy het volgend uittrekzel op te geven. + +"In 't jaar 1629, na de zitting van St. Michiël, bragt men van de +plaats, alwaar de misdadigers ter dood gebragt worden, aan het +Geneeskundig Collegie, een lyk, tot het doen van ontleedkundige +vertooningen geschikt; en by toeval nam de bediende van het +Collegie het lyk van eenen schelm, die den zoon van den heer SCOT, +een heelmeester van goeden naam, in deeze stad, vermoord had. Zyn +aangezicht had nog een woest voorkomen behouden. Zyne hairen waren +zwart, gekruld, niet zeer lang, maar dik, en zwaar in één gevlochten: +zyn voorhoofd was niet hooger dan een duim. Hy had groote en vooruit +steekende wenkbrauwen, de oogen in hunne holte diep ingezonken, een +kromme neus, met een bult of dikte aan de punt, en een weinig in +de hoogte stekende. Eene zeer zwaare knevel bedekte zyne bovenste +lip, maar aan de kin had hy slechts eenige harde en zwarte hairen; +zyne onderste lip was drie maalen dikker dan gewoonlyk: zie daar +de gedaante van zyn aangezicht. Zyne grootste mismaaktheid echter, +die in de daad buitengewoon was, vertoonde zig aan zyne voeten, +die beiden gespleten waren, maar niet op dezelfde manier. De rechte +voet verdeelde zig in twee toonen, van vier tot vyf duimen lengte, +even als die van elk ander mensch, maar zoo groot, dat de helft van +dit gedeelte van den voet hem dragen konde; de nagels waren naar +evenredigheid. De linke voet was insgelyks in het midden gespleten, +maar deeze scheiding was ten hoogsten drie duimen lang. De helft +naar de binnen-zyde had de gedaante van een grooten toon met een +zeer zwaaren nagel, en gelykende naar die van dezelfde helft, aan +den rechten voet; de buitenste helft bestond uit twee andere toonen, +die zeer digt tegen elkander stonden. Ik heb gepast geöordeeld het +gedrochtelyk maaksel van dit mensch te beschryven, na eene naauwkeurige +beschouwing, in tegenwoordigheid van meer dan duizend lieden gedaan". + +Ik weet weinig van de verschillende spraken der Africaansche Negers; +echter zal ik eenige spreekwoorden van de Coromantyn-Negers, +opteekenen, welken myn Neger QUACO, tot deeze stam behoorende, +my heeft opgegeven: ik moet tevens aanmerken, dat de Negers hunne +woorden zeer schielyk uitspreken, dezelven als uit de keel halende, het +geen zig niet gemakkelyk op het papier laat beduiden. Zie hier deeze +spreekwyzen met derzelver vertaaling: "Co fa ansyo, na baramon-bra: +gaat naar de Rivier, en haal my water".--"My yery, nacomeda my: +vrouw, ik heb honger".--Dit zy genoeg met opzigt tot de taal der +Coromantyn-Negers, zoo als men die op de kust van Guinée spreekt. + +De taal der Negers in de Volkplanting van Surinamen verstaa ik +volkomen, want het is een zamenstelzel van 't Hollandsch, Fransch, +Spaansch, Portugeesch, en vooral van het Engelsch, het welk 'er de +grondslag van is, en waar van zy veel houden. Ik heb reeds gezegd, +dat de eerste Europeanen, die deeze Volkplanting bezaten, luiden van +onze natie waren; van daar koomt het waarschynlyk, dat de Negers zulk +een byzonderen lust tot hunne taal hebben. In deeze gemengde taal, +waar van ik reeds eene gedrukte spraakkunst gezien heb, eindigen de +woorden doorgaans met een klinkletter, even als in de Italiaansche en +Indiaansche taalen. Zy is zoo aangenaam, zoo welluidend, en zoo zacht, +dat de Surinaamsche inwooners van den eersten smaak 'er zig meestäl van +bedienen. Men kan over den aart der uitdrukkingen oordeelen door de +volgende voorbeelden:--"Goed eeten, wordt uitgedrukt door de woorden +swyty-mousso.--Buskruid: man sanny.--Ik zal u met al myn hart, en +zoo lang ik leef, beminnen: my saloby you, lango alla my hatty, so +langa me lyby.--Een aangenaam verhaal: ananassy tory.--Ik ben zeer +droefgeestig: me hatty brun.--Leef lang, zoo lang, dat uwe hairen +wit worden als catoen: leby langa, tay-tay, ta-y you wyry tam wity +liky caton.--Klein: pyky.--zeer klein: pykinini.--Vaarwel! ik sterf, +ik ga tot mynen God: adiossoo, cerroboay, my de go dede, me de go +na my gado". Men kan in deeze taal verscheiden woorden van bedorven +Engelsch opmerken, welker gebruik men in de hoofdstad begint agter te +laten, maar die altyd op de afgelegene Plantagiën gebruikt worden: +by voorbeeld, ik heb eene oude Negerin van de Plantagie Goed-Accord +aan de Cottica hooren zeggen: "We lobee fo lebee togeddere", om daar +mede te kennen te geven, wy houden veel van met elkander te leven; +en om dit zelfde denkbeeld te Paramaribo uit te drukken, zeide men, +"way louko fortanna marandera". + +Het gezang der Negers is, zoo als dat der vogelen, welluidend, maar +zonder maat. Dikwils voeren zy een zoort van gezang op de volgende wyze +uit: één van hun geeft eerst een spreuk op, vervolgens zingt hy die, +en alle de anderen herhalen zulks gezamentlyk; dit afgeloopen zynde, +geeft men eene andere op, zingt en herhaalt die op dezelfde wyze. + +Op die manier zingen de roeijers der vaartuigen, en zy houden 'er +vooral veel van zulks by maaneschyn te doen. Dit gezang onder hun +roeijen moedigt hun aan, en men hoort het op een vry verren afstand. + +Het is bewezen, dat de Negers, wanneer zy eene goede opvoeding +ontfangen hebben, voor eene groote kieschheid van het gehoor vatbaar +zyn, en zig op de dichtkunst kunnen toeleggen. Onder de genen, die +in dit zoort van letteroeffeningen uitmuntten, behoort men vooral +te tellen PHILLIS WHEATLYE, een slaaf te Boston, in Nieuw-Engeland, +die de Latynsche taal leerde, en agt-en-dertig dichtstukken over +verschillende onderwerpen zamenstelde, die zeer cierlyk zyn, en in +'t jaar 1773. in 't licht kwamen. + +De sentimenteele brieven van Ignace Sancho, een Neger in dienst van den +Hertog van Montagu, zyn zeer bekend, en zouden de pen van een Europeaan +niet ontcieren. Wat de gave van het geheugen en van rekenen betreft, +om te bewyzen, dat de Negers dezelve in den hoogsten graad bezitten, +zal ik hier een brief bybrengen, door Dr. RUSH uit Philadelphia aan +één van zyne vrienden te Manchester gezonden. + +"Met eenige inwooners van deeze stad reizende, en Maryland +doorkruissende, zegt de Doctor, hoorden wy spreken van de +wonderbaarlyke gevatheid in de rekenkunst, waar mede een Neger, THOMAS +FULLER genaamd, begaafd was; en wy lieten hem by ons komen. Iemand +van het gezelschap vroeg hem, hoe veele maanden, weken en dagen een +man van zeventig jaaren oud geleefd had? Hy beantwoordde de vraag in +anderhalve minuut. Die hem de vraag had voorgesteld, nam de pen op, +maakte de berekening, en zeide hem, dat hy zig zekerlyk vergist had, +en dat het door hem opgegeven getal te hoog was. Neen, Massera, +antwoordde de Neger hem wederom, dit koomt, dat gy vergeten hebt de +schrikkel-jaaren te berekenen. Wanneer de Americaan vervolgens de +minuten berekende, welke in deeze getallen begrepen waren, kwam zulks +juist uit met het getal van FULLER. Die zelfde Neger vermeenigvuldigde, +by eene andere gelegenheid, uit zyn hoofd, negen cyffergetallen met +negen andere". Ik heb 'er één gekend, die den Alcoran van buiten +kende. Welk een vermogen in menschen, die noch lezen, noch schryven +geleerd hebben! Alle deeze verhaalen zyn met dit al volkomen echt. + +By het geen ik omtrent de Godsdienstige gevoelens der Negers heb +bygebragt, kan ik nog voegen, dat zy het aanzyn van een God vastelyk +gelooven: in wiens goedheid zy hun vertrouwen stellen, wiens magt +zy aanbidden, en wien zy een gedeelte van alle hunne levensmiddelen +opofferen. Zy vreezen den dood niet. Aan de Rivieren Gambie en +Senegal zyn zy byna allen van den Mahomedaanschen Godsdienst. Maar +de Godsdienstige leere en plechtigheden der Africanen verschillen +over het algemeen, even als de bygeloovige en tallooze gebruiken van +alle de wilden, en zelfs van te veel Europeanen. Opgemerkt hebbende, +dat zy gewoon waren aan den wilden Catoen-boom offerhanden te doen, +[30] vroeg ik aan een ouden Neger, waarom men aan denzelven deeze +eer bewees. "Massera, zeide hy my, zie hier de reden. Dewyl wy +geen tempel hebben, om onzen Godsdienst in te oeffenen, en deeze +boom de grootste en schoonste is, die op de kust van Guinée groeit, +verzamelen zig onze landslieden onder zyne takken, die hen voor de +hitte der zon en voor den regen beveiligen, om aldaar onzen Gadoman, +of Priester te hooren prediken. Wy hebben voor dien boom zulk een +eerbied, dat men dien nooit om ver hakt, om welke reden het ook zy". + +'Er is geen volk, het welk meer bygeloovigheid heeft, dan +de Negers. Hunne Locomen, of zoogenaamde Propheten, vinden 'er +hun belang by, met dezelve aan te zetten. Zy verkoopen hun, gelyk +ik reeds gezegd heb, hunne obias, of tooverbanden, en trekken 'er +groot voordeel van. De Negers hebben ook een zoort van Sybillen, die +Godspraken uitgeven. Deeze statige vrouwen danssen in het rond te +midden van een talryk gezelschap, en met eene groote vlugheid, tot +dat haar het schuim op den mond staat, en dat zy in stuiptrekkingen +vervallen. Al wat zy in deezen aanval gelasten, moet door de omstaande +meenigte heiliglyk worden naargekomen. Deeze magt maakt haar zeer +gevaarlyk; want dikwils gelasten zy aan de slaven, om hunne meesters +te vermoorden, of van de Plantagiën weg te loopen, en in de bosschen +de wyk te nemen. Deeze toneelen van bygeloovigheid zyn derhalven, in +de Surinaamsche Volkplanting, onder bedreiging van zwaare straffen, +by de wetten verboden. Met dit al grypen zy op afgelegene plaatsen +dikwils stand. Zy zyn onder de Oucas- en Saraméca-Negers zeer +gemeen, en de Capitains FREDERIK en VAN GUERICK hebben my verzekerd +dezelven te hebben zien uitoeffenen. Men noemt ze hier wynty-play, +of Syrenen-danssen, en zy hebben van onheuchelyke tyden plaats +gehad. Men weet, dat de oude Schryvers van zoortgelyke dwaasheden +dikwils melding maken. + +Maar het vreemdste is, dat deeze Sybillen, door de klank van haare +stem, den Ammodite- of Papaw-slang [31] weten aan te lokken, en hem +uit den boom te doen vallen. De Negers dooden hem niet, noch brengen +hem immer eene wonde toe; zy beschouwen hem integendeel als hunnen +beschermer en vriend, en zy achten zig zeer gelukkig, wanneer hy +in hunne hutten koomt. Wanneer eene Sybille der Negers deezen slang +bezworen heeft, of hem uit den boom naar beneden doet komen, ziet men +doorgaans, dat dit dier zig om den arm, de borst, en den hals van deeze +vrouw slingert, als of hy in het hooren van haare stem behagen schepte, +en te gelyker tyd vleit en streelt zy hem met de hand. De heilige +Schryvers spreken, op verscheiden plaatsen, van het vermogen, om de +slangen en adders te betooveren, het welk ik hier alleenlyk bybrenge, +om de oudheid van dit gebruik te bewyzen; en het is bekend, dat de +Oost-Indische volken de meest vergiftige slangen door het geluid van +eene fluit, die hen uit hunne schuilhoeken doet te voorschyn komen, +uit de huizen weten te jagen. Het is nog maar weinige jaaren geleden, +dat eene Italiaansche vrouw te London drie makke en gemeenzame +slangen vertoonde, die zig ook om haare armen en hals slingerden; +zy waren vier of vyf voeten lang, maar hadden geen vergif in zig. + +Ik moet nog een ander bewys van de bygeloovigheid der Negers +aanhalen. In elk huisgezin is een verbod, het welk van vader tot zoon +overgaat, om het vleesch van het een of ander dier, het zy vogel, +viervoetig dier, of visch, niet te eeten; het geen op die wyze verboden +is, noemen zy treff, en zy proeven 'er nooit van. + +Hoe belachelyk ook zommige van deeze plechtigheden mogen voorkomen, zy +zyn hoogst noodzakelyk, om de Negers in onderwerping te houden. Deeze +ongeletterde menschen verschillen daar in van de Europeanen, dat +zy vast zyn in hun geloof, hoedanig het zelve ook zyn moge, en dat +geene twyffelingen hen daar van immer te rug houden. Ik wil echter +daar uit niet beslissen, of zy erger of beter zyn. + +De Negers zyn omtrent elkanderen zoo welwillend, dat men hun +niet behoeft te zeggen:--"Bemint uwen naasten als u zelven.". De +armste, onder hen, al heeft hy maar één ey, zal het met allen, die +'er tegenwoordig zyn, verdeelen. Het zelfde zal hy doen met het +kleinste glaasjen rhum; maar vooraf zal hy eenige droppels op den +grond sprengen, by wyze van wyn-plenging. + +Zoo al de wilde volken doorgaans veel edelmoedigheid en goede +trouw bezitten, zy hebben ook hunne gebreken, waar onder eene groote +wraakzucht gevonden wordt. De grootte van deeze hartstocht in de Negers +staat gelyk met die van hunne gevoelens van dankbaarheid; en ik kenne +'er geen één, die aan een ander de hem aangedaane belediging vergeven +heeft. Men kan van hun zeggen, dat hunne vriendschap zoo teederhartig, +als hunne haat onverzoenlyk is. Even als alle barbaarsche volken, +geven zy zig aan verschrikkelyke wreedheden over. + +In den laatsten opstand, die in de Volkplanting de Berbices is +voorgevallen, ging hunne woede zoo ver, dat zy de vrouwen hunner +meesters, schoon zwanger zynd, en in tegenwoordigheid van hunne +echtgenooten vermoordden. [32] De Accawaws-Negers zyn niet minder dan +zy op de konst, om door vergif om te brengen, afgericht. Zy verbergen +het vergif onder hunne nagels, en door slechts den vinger in een glas +met water te steken, veroorzaken zy eenen langzamen, maar zekeren +dood. [33] Geheele huisgezinnen, en zelfs alle de inwooners van eene +Plantagie, hebben de gevolgen van hunne wraakzucht ondervonden. Dit +ging eindelyk zoo hoog, dat zy tachtig slaven, derzelver ouders en +vrienden, deeden omkomen, om hunne meesters van dit gewichtig gedeelte +van hunnen eigendom te berooven. Deeze monsters dragen den naam van +wissy-men, het welk misschien koomt van het woord wise (wys); en door +dit helsch middel helpen zy een groot aantal slachtöffers van kant, +langen tyd voor dat zy ontdekt worden. + +De barbaarsche volken, schoon van de voordeelen der opvoeding beroofd, +hebben nochtans verwarde denkbeelden van eigendom: dus moet men zig +niet verwonderen, dat slaven, die in hun persoon de duidelykste +schending van alle recht ondervinden, aangezet worden, om zig +deswegens schadeloos-stelling te bezorgen. Die van de Plantagiën +zyn al te zeer aan dieverye overgegeven, en plunderen alles, wat +onder hun bereik koomt, wanneer zy hope hebben, om het straffeloos +te kunnen doen. Men kan ook aan hunne onmatigheid, vooral aan die in +den drank, geene palen stellen. Ik heb eene jonge Negerin een kom, +waar in ik twee flessen wyn geschonken had, achter een zien uitdrinken. + +Van de Negers van den stam van Gango, wordt gezegd, dat zy uit een +geest van wraakzucht, even als de Caraïben, menschen-eeters zyn. Na +het innemen van Boucou, vondt men, in de huizen der muitelingen van +deezen stam, potten vol met menschen-vleesch, die nog op het vuur +stonden. De nieuwsgierigheid drong een Officier, om deeze afschuwelyke +kost te proeven, en hy verklaarde, dat dusdanig vleesch niet minder +was, dan ossen- of varkens-vleesch. + +De heer WANGILLS, een Americaan, die in het binnenste van Africa +zeer diep is doorgedrongen, heeft my naderhand verzekerd, dat hy +in eene stad of gehucht van dit Land gekomen was, alwaar armen, +dyen en beenen van menschelyke schepsels zoo openbaar te koop lagen, +als het vleesch by onze vleeshouwers ligt. JOHN KEENE, Capitain in +dienst van de Compagnie van Sierra-Leona, heeft my stellig gezegd, +dat hy zig met zyn schip op de Africaansche kust bevindende, om hout, +yzer en goud-poeder in te nemen, de Capitain van het schip Nassau, +genaamd DUNNINGEN, met alle zyne manschappen vermoord wierd. Hunne +lyken wierden vervolgens in stukken gehakt, ingezouten en opgegeten +door de Negers van den grooten Drevin, omtrent dertig mylen ten +noorden van de Rivier van St. Andreas. Deeze zelfde menschen-eeters +namen toen al het koper van het schip weg, en staken vervolgens het +schip zelve in brand. + +Na de gebreken van het character der Negers te hebben aangewezen, +is het billyk, dat ik ook hunne goede hoedanigheden en deugden schetse. + +Ik heb reeds van hun vernuft en dankbaarheid gesproken; de +laatstgemelde gaat zoo verre, dat zy zig voor de genen, die hun +eenige byzondere weldaad bewezen hebben, aan doods-gevaaren zouden +bloot stellen. Niets overtreft de genegenheid, dien zy voor hunnen +meester hebben, wanneer deeze hen met goedheid behandelt; waar +uit blykt, dat hunne genegenheid even sterk is, als hunne haat. De +Negers zyn over 't algemeen gevoelig, maar vooral de Coromantyn- en +Nago-Negers. Zy zyn vatbaar voor liefde; en de jaloersheid brengt +in hun hart de vreesselykste gevolgen voort. Hunne ingetogenheid +verdient hier genoemd te worden; want geduurende verscheiden jaren, +dat ik onder hen verkeerd heb, herinner ik my niet 'er ooit één in 't +openbaar eene vrouw te hebben zien kussen. De Negerinnen hebben eene +ongemeene liefde voor hunne kinderen. Geduurende de twee jaaren, dat +zy dezelven zoogen, houden zy geene gemeenschap met hunne mannen. Zy +zouden het zig zelven verwyten als eene onnatuurlyke zaak, tot nadeel +haarer zuigelingen strekkende. De zindelykheid der Negers is zeer +opmerkelyk. Zy baden zig ten minsten drie maalen daags. Die van de +stam van Congo in 't byzonder zyn zulke liefhebbers van het water, +dat men hen, met eenig recht, halfslachtige dieren zoude kunnen noemen. + +De Negers zyn moedig en geduldig in tegenspoed. Zy trotseeren de +pynigingen en den dood met eene onverschrokkenheid, die zonder +weêrgaa is. Hun gedrag in de neteligste omstandigheden gelykt naar +heldenmoed. Zy laten geene klachte hooren, zy loosen geen zucht, +men hoort van hun geen gekerm, zelfs wanneer zy in 't midden der +vlammen hun leven laten. Ik heb nimmer een enkelen gezien, die, om +welke reden het ook wezen mogt, tranen storte; en echter bidden zy +met den sterksten aandrang om genade, wanneer men hen veröordeelt, om +gegeesseld te worden voor misdryven, welken zy erkennen; maar indien zy +vermeenen de kastyding niet verdiend te hebben, maken zy zig zelf byna +oogenblikkelyk van kant. Die van den stam der Coromantyn-Negers, geven +zig voornamelyk aan deeze daad van wanhoop over. Het gebeurt dikwils, +dat zy, by de uitvoering der straf, hun hoofd agter over gooijen, om +hunne tong in te slikken, hetgeen hen oogenblikkelyk doet versmooren; +en zy vallen dood voor de voeten hunner meesters neder. Maar wanneer +hun geweten hun overtuigt, dat hunne straf rechtvaardig is, zyn zy +gedwee, en onderwerpen zig met gelatenheid aan hun lot. Men heeft +zedert kort in Surinamen het zeer menschelyk middel uitgevonden, +om te beletten, dat zy zig zelven niet versmooren, gelyk ik zoo +even verhaalde, door hun een aangestoken stroo-fakkel voor den mond +te houden, waar door het dubbeld oogmerk bereikt wordt, om hun het +gezicht te blakeren, en hunnen aandacht van een dergelyk ontwerp af +te trekken. Zommigen nemen hun toevlucht tot een ander middel: zy +eeten aarde; het geen hunne maag belet derzelver gewoone werkingen te +doen, en zy eindigen dus hun leven zonder pyn, maar kwynende zomtyds +meer dan een jaar in eenen staat van ongemeene zwakheid. De wetten +hebben tegen deeze aard-eeters de gestrengste kastydingen vrugteloos +vastgesteld, want men ontdekt hen zeldzaam, wanneer zy deeze misdaad +aan zig zelven begaan. + +Na deeze algemeene aanmerking omtrent de natuurlyke en zedelyke +vermogens der Negers, zal ik hen thans beschouwen in den staat van +slavernye, en aan de yzere roede van eene verschrikkelyke dwingelandye +onderworpen. Vervolgens van dit afgryzelyk toneel afstappende, +zal ik aantoonen, wat zy zyn onder rechtvaardige, menschlievende en +gevoelige meesters. + +Men herinnert zig ongetwyffeld, het geen ik van hun gezegd heb, wanneer +zy van de kust van Guinée aankomen, en in welken zwakken en elendigen +staat zy zig dan bevinden. Ik heb ook doen opmerken, dat zy spoedig +hunne lyvigheid weder bekomen, en dat men hun aan de zorge van eenen +ouden slaaf toevertrouwt, die hun de taal der Volkplanting leert. Zoo +verre gevorderd zynde, zendt men hen naar het land om te werken, waar +aan zy zig met genoegen onderwerpen, schoon ik eenige voorbeelden +van nieuwlings ingevoerde Negers gezien heb, die zulks weigerden, +in weêrwil van de beloften, gebeden, bedreigingen, en slagen zelfs, +tot welken men toevlucht nam, om 'er hen toe te dwingen; maar deeze +waren Vorsten of persoonen van aanzienlyken rang in hun vaderland, +die door de lotgevallen van den oorlog tot den staat van slavernye +vervallen waren, en wier verheven gevoelens hun den dood deeden +verkiezen boven de vernedering en de ellenden der slavernye. By +verscheiden gelegenheden van dien aart, heb ik andere slaven op de +kniën zien vallen, en hunne meesters smeeken, dat zy de taak van den +gevangen Prins of hoogen persoon by hunne taak voegen wilden; het +geen men hun zomtyds toestond, en zy bewezen hem bestendiglyk den +zelfden eerbied, als of hy in zyn eigen Land was. Ik herïnner my, +dat ik eens, om my voor een oogenblik te dienen, eenen Neger gehad +heb van een zeer goed voorkomen, en die kortlings ontscheept was, +wiens gewrichten aan de handen en enklaauwen door ketenen ontveld +waren. Ik vroeg 'er hem de reden van.--"Myn vader", antwoordde hy my, +"was Koning, en wierd door de zoons van een nabuurig Vorst verraderlyk +vermoord. Zynen dood trachtende te wreeken, ging ik met zommigen van +de mynen dagelyks ter jagt, in de hoop van zyne moorders te ontmoeten; +maar ik had het ongeluk om verrast en geketend te worden; van daar +komen die schandelyke lidteekens, welken gy ziet. Men verkocht my +vervolgens aan uwe landgenooten op de kust van Guinée, eene straf, +die voor verschrikkelyker gehouden wordt, dan de dood zelve". + +De geschiedenis van mynen Neger QUACO was nog zonderlinger.--"Myne +ouders", zeide hy my, "leefden van hunne jagt en visscherye. Men +ligtte my, nog zeer jong zynde, op, terwyl ik met twee van myne +broeders in het zand speelde. Dadelyk stak men my in een zak, en +vervoerde my verscheiden mylen ver. Ik wierd vervolgens één der +slaven van eenen Koning op de Guineesche kust, die een aanzienlyk +getal bezat. Toen hy stierf, onthoofde men 'er het grootste gedeelte +van, en begroef dezelven met hem. De kinderen van myne jaaren wierden +onder de Capitains van zyn leger ten geschenke gegeven; en de Capitain +van een Hollandsch Schip kogt my voor een snaphaan, en een weinig +buskruid".--Elk mensch bemint zyn geboorte-land, hoe hard de wetten +'er ook wezen mogen. + +Zoo dra deeze ongelukkige vreemdelingen met minder yver beginnen te +arbeiden, worden zweepen, bulle-peesen, bambous-rieten, touwen, yzers +en ketenen te werk gelegd, om hen vlugger te maken. 'Er zyn meesters, +die hen nacht en dag bezig houden, zonder zelfs de zondagen uit te +zonderen. Ik herïnner my, dat een jong en zeer sterk Neger, MARQUIS +genaamd, die een vrouw en twee lieve kinderen had, welken hy teederlyk +beminde, zynen arbeid met zoo veel yver doorzette, dat hy des namiddags +ten vier uuren met het graven van een sloot of greppel, van vyf honderd +voeten lang, geëindigd had, om tyd te hebben tot het bebouwen van zynen +kleinen tuin, of te gaan visschen, of vogelen te vangen, tot onderhoud +van dit zyn geliefd huisgezin. Zyn meester, dit vernomen hebbende, +bewees hem, om hem aan te moedigen, dat wanneer hy voor vier uuren +vyf honderd voeten had kunnen afgraven, hy 'er zekerlyk voor zonnen +ondergang zes honderd zoude hebben kunnen volëinden. De ongelukkige +keerel wierd vervolgens verwezen, om dagelyks dien taak af te werken. + +De slaven loopen in Surinamen byna naakt, en hun dagelyks voedzel +bestaat in eenige ignames en vruchten van Plantain-boomen. Misschien +twee maalen 's jaars, krygen zy een middelmatig rantsoen van gezouten +visch, en eenige bladen tabak, het geen zy sweety mouffo noemen; en +dit is het ook al. Maar het ondraaglykste voor hun is, dat ofschoon +een Neger en zyne vrouw voor elkander de grootste genegenheid hebben, +de laatstgemelde, indien zy wat mooy is, de walgelyke omhelzingen +van eenen overspeeligen en onbeschaamden Opzichter zig moet laten +welgevallen, zoo zy haaren man, zulks trachtende te beletten, niet +wil zien in stukken houwen. Deeze onwaardige behandeling heeft hen +dikwerf tot de geweldigste wanhoop vervoerd, en tot een groot getal +moorden gelegenheid gegeven. + +Uit hoofde van eene zoo groote opéénstapeling van onheilen, is de +zelfsmoord onder de Negers gemeen; dikwils loopen zy weg naar de +bosschen, om zig met hunne muitende landgenooten te vereenigen; +of zoo zy al de vlucht niet nemen, worden zy mistroostig, en krygen +kwynende ziekten, ten gevolge van de mishandelingen, die hun worden +aangedaan. Deeze ziekten zyn de lota, bestaande in eene scheurbuikige +en witte vlak over het geheele lichaam:--De crassy crassy, of schurft, +die by hun, even als by de Europeanen, voortspruit uit slecht voedzel, +en onder hen zeer gemeen is:--De yaws, welke ziekte veelen gelyk +stellen met de venus-ziekte, en waar door het geheele lichaam met +geele zweeren wordt overdekt; de meeste Negers zyn 'er aan onderworpen, +maar zy worden 'er slechts eenmaal in hun leven door aangetast; eene +byzonderheid, die, wanneer men 'er by voegt, dat de kwaal ligtelyk +aan anderen wordt medegedeeld, dezelve eenigermaten gelyk stelt met +de kinderpokjes. Deeze besmettelyke hoedanigheid is zoo groot, dat +indien eene enkele vlieg, die zig op den zieken nederzet, (en by is +'er als mede bedekt) zig op de ligtste ontvelling der huid van iemand, +die volmaakt gezond is, plaatst, zy hem met dit verschrikkelyk +vergif besmet, waar van de gevolgen zig verscheiden maanden lang +doen gevoelen. Men geneest deeze ziekte doorgaans door kwyling en een +goeden levensregel, gepaard met eene aanhoudende beweging, die eene +overvloedige uitwaasseming te weeg brengt; en zoo lang die geneezing +duurt, is de zieke ongemeen mager. + +De boassy, of melaatsheid, is nog veel verschrikkelyker, en men +beschouwt dezelve als ongeneeslyk. Het aangezicht en de ledematen +zwellen in deeze ziekte op, en het geheele lichaam is vol met +zweeren. De adem heeft een ondragelyken stank; de hairen vallen uit; +de toonen en vingers verrotten, en vallen vervolgens lid voor lid +af. Het ongelukkigste van allen is bovendien, dat de ellendeling, die +door deeze ongeneeslyke kwaal wordt aangetast, zomtyds verscheiden +jaaren lang kwynen kan. Dewyl de melaatschen van natuure tot het +minnespel genegen zyn, en hunne ziekte besmettelyk is, moet men hun +alle gemeenschap verbieden, en hen veröordeelen tot een altoosduurende +ballingschap op den een of anderen hoek der Plantagie. + +De clabba-yaws of tubboes zyn ook eene deerlyke en ellendige ziekte, +die pynlyke zweeren veröorzaakt aan de voeten, voornamelyk aan den +bal van den voet, tusschen vel en vleesch. Het gewoon middel in dit +geval bestaat hier in, dat men het aangestoken deel met een gloeiend +yzer brandt, of met een dun lancet doorvlymt; alsdan laat men op de +wonde zeer warm sap van citroen loopen, het geen wel zeer gevoelig, +maar van een zeer groot geneezend vermogen is. + +De Negers zyn ook onderworpen aan ziekten van uit- en inwendige wormen, +het welk by hun veröorzaakt word door het gebruik van modderig water, +waar in die wormen huisvesten, of door de rauwheid van hun voedzel. Een +der voornaamsten wordt genoemd Lindworm: zynde wormen zomtyds van zes +voeten lengte, van eene schitterende zilver witte kleur, en niet veel +dikker, dan de tweede snaar van een bas-viool. Zommige wormen plaatsen +zig tusschen vel en vleesch: zy veröorzaken gevaarlyke en pynlyke +zwellingen overal waar zy inkomen, en vooral aan de beenen. Het +middel, om deeze kwaal te geneezen, bestaat daar in, dat men den +worm, wanneer hy boven de huid uitkoomt, by den kop neemt, en hem +'er geheel en al uittrekt, hem, om zoo te spreken, op een kaart of +stokjen windende. Dit kan men met niet te veel omzichtigheid doen, +want zoo de worm breekt, is het verlies van het lid, of zelfs van het +leven, 'er dik wils het gevolg van. Zommige lieden zyn met zeven of +agt van die wormen te gelyk gekweld. + +Behalven deeze ziekten, die hun byzonder eigen zyn, zyn de Negers +bovendien onderworpen aan die ziekten, welken de Europeanen gewoonlyk +ondervinden, die op hun beurt van de opgegevene gevaarlyke en pynlyke +kwalen in Guiana niet ontheven zyn. + +Het is dus niet te verwonderen, dat de Plantagiën zulk een groot +aantal zieken opleveren; men laat hen eeniglyk over aan de zorge +van eenen Dressy-Negro, of Heelmeester der Negers, wiens geheele +kundigheid bestaat in het toedienen van eenige zouten, of het smeeren +van eenige pleisters. Zy, die door aanhoudende geesselingen van het +hoofd tot de voeten zyn van één gereten, kunnen zig zelven genezen, +of zonder huid arbeiden, zoo hun dit gelieft. + +Van alle deeze opéénstapelingen van ellende, waar van zommige natuurlyk +uit de luchtstreek, en het slegt voedzel der Negers, maar vooral uit +de onbetamelyke wreedheid der Opzigters voortspruiten, is het gevolg, +dat een groot getal slaven buiten staat is om te werken, de één door +eene geheele en schielyke uitputting hunner kragten, de ander door +eenen te vroegtydigen ouderdom: maar de dwingeland eener Plantagie +vindt voor hunne kwaalen een onfeilbaar hulpmiddel, het geen niet +minder is, dan hen met eenen slag dood te slaan: dit verlies raakt +hem niet meer dan zynen meester. Hy is alleen nayverig omtrent de +geenen, die zig van hunnen taak kwyten kunnen; hy verzekert, dat +de anderen gestorven zyn, de meesten van de venus-ziekte, en geen +Neger is bevoegd, om getuigenis tegen hem te geven. Indien echter +eenig Europeaan den moord bewees, zoude de schuldige vry zyn, gelyk ik +reeds heb opgemerkt, met eene boete van vyftig ponden sterling, en met +den eigenaar schadeloos te stellen, zoo deeze zulks begeerde. Voor +deezen bloedprys kan hy elken slaaf, die onder zyne magt staat, +en het ongeluk heeft zyne woede gaande te maken, opöfferen. + +Een Opzigter kan bovendien duizende listen te baat nemen, om het +bewys van zyne schuld te ontduiken. Ik heb 'er een gekend, die +zig van eenen Neger willende ontdoen, hem op de jagt mede nam, +en hem gelastte het wild op te jagen: zyn eerste snaphaanschoot +raakte deezen ongelukkigen, die dood ter neder viel. Dit wierd een +toeval genoemd, en men deed 'er geen het minste onderzoek naar. Een +ander kwam op de volgende wyze om.--Men stak een houten paal op het +midden van eene groote vlakte in den grond; men bond 'er den slaaf +aan vast in de hitte van eene brandende zon, en men gaf hem, om het +leven te behouden, niet meer dan ééne banane en één glas water daags, +tot dat hy stierf. De Opzigter beweerde, dat dit niet door den honger +veröorzaakt was, om dat men hem altyd eeten en drinken gebragt had; +dus wierd hy met eere vry gesproken. + +Men heeft dikwils een ander middel gebezigd, om eenigen van deeze +ongelukkige slaven straffeloos van kant te helpen. Het bedoeld +slagtöffer wordt naakt aan een boom in het bosch gebonden, met de +armen en beenen uitgestrekt, onder voorwendzel van hem dezelve wat +losser te maken; men laat hem aldaar, en geeft hem op bepaalde tyden +te eeten, tot dat hy, door het steken der muggen of andere insecten, +het leven verloren heeft. Men verdrinkt de Negers ook wel, door hun, +met een keten aan de voeten, in 't water te werpen, en dit noemt men +ook een toeval! + +Het is zeer zeker, dat verscheiden, op last van eene vrouw, op +houtstapels geketend zynde, zyn van kant geholpen. De straf om hun +de tanden uit te trekken, alleenlyk wegens het proeven van het door +hem bewerkte suiker-riet, hun den neus te klooven, of de ooren af te +snyden, om onderlinge kyvagiën, is van te weinig aanbelang, dan dat +wy daar van zouden behoeven te spreken. + +Zulk eene wreede mishandeling doet zomtyds in den geest van deeze +ongelukkigen zulk eene moedeloosheid geboren worden, dat zy, om +hun rampzalig leven te eindigen, en zig op eenmaal van zulk eene +verschrikkelyke slavernye te ontheffen, zig zelven in de ketels werpen, +waar in men het sap van het suiker-riet laat koken, daar door een +middel vindende, om hunnen geweldenaar van hunnen persoon en van een +gedeelte van zynen oogst te ontzetten. + +Is het derhalven, na zulk eene behandeling, wel te verwonderen, +dat geheele benden van slaven zig in de bosschen verzamelen, en alle +gelegenheden waarneemen, om hunne wraakzucht te koelen? + +Ik zal deeze aandoenlyke berichten eindigen met eene algemeene +aanmerking, tot bewys, hoe veel nadeel de bevolking door zulke +wreedheden lydt. + +Ik heb gezegd, dat 'er in Surinamen 75,000 Neger-slaven zyn. Indien +men daar van aftrekt het getal der oude lieden van beiderlei kunne, +en der kinderen, zullen 'er niet meer dan 50,000 overblyven, die tot +werken geschikt zyn. Het getal der schepen, die jaarlyks elk 250 of +300 Negers invoeren, wordt op zes tot twaalf gesteld. Men kan dus de +jaarlyksche invoering berekenen op 2500 slaven, die noodig zyn, om +de gemelde 50,000 voltallig te houden. Het getal der dooden nu gaat +jaarlyks dat der geboorten ten beloope van 2500 te boven, schoon elke +Neger eene vrouw heeft, en zelfs twee, zoo hem dit goeddunkt; het +geen over het geheel juist uitmaakt vyf ten honderd, en gevolgelyk +bewyst, dat een geheel geslacht van 50,000 gezonde menschen alle +twintig jaaren volkomen uitsterft. + +De rechtvaardigheid en waarheid noodzaken my echter te verklaren, +dat de wreedheden, die zulk eene uitwerking voortbrengen, niet +algemeen zyn. De mededogende Hemel heeft wel eenige uitzonderingen +willen daar stellen, welken ik met genoegen verhalen zal, en die het +tegenövergestelde zyn van het hier boven door my geschetst tafereel. Ik +zal niet naarvolgen eenige Schryvers, die het zelfde onderwerp +behandeld hebben, en daden van goedäartigheid en menschlievenheid +zorgvuldig hebben verborgen gehouden, om deeze zaak alleenlyk van de +ongunstigste zyde te doen beschouwen: ik wil dezelve met openhartigheid +en onpartydigheid zonder verminking openleggen. Ik kan verzekeren, dat +op zommige Plantagiën de slaven naar myne gedachten behandeld worden, +zoo als menschen behooren behandeld te worden. Zulk eene behandeling +zoude nog algemeener zyn, indien de wetten geen onbepaald gezag over +hen veröorloofden, waar van het onmogelyk is, dat geen misbruik gemaakt +werde. Geen eigenaar moest het recht hebben, om het leven van zynen +slaaf straffeloos aan te tasten; en het dooden van een zwarten of +blanken behoorde in het oog der menschen eene gelyke misdaad te zyn, +even als in het oog van God. + +Voorts zal ik als nu aan den Lezer vertoonen een huisgezin van Negers, +in dien staat van voorspoed en gerustheid, welken zy steeds onder eenen +goeden meester genieten. De beeldtenissen, op de plaat voorkomende, +worden vooröndersteld te verbeelden persoonen van het volk of den stam +van Loango, uit hoofde der teekenen, die over het lichaam van den +man getrokken zyn, en het cyffer op deszelfs borst, uit de letters +J. G. S. zaamgesteld, door middel van het welk de eigenaar bewyzen +kan, dat de slaaf hem toebehoort. Deeze man heeft op het hoofd een +net en een mand vol kleine visschen; hy houdt ook een groote mand +in de hand, die alle voortbrengzels van zyne visch-vangst zyn. Zyne +vrouw, die zwanger is, draagt verscheiden zoorten van vruchten, +draaijende catoen op een klos, en vreedzaam haare pyp rookende; zy +heeft nog een kind op haaren rug, en een ander loopt al speelende +naast haar. Op die wyze is de arbeid van eenen Neger, onder eenen +menschlievenden meester en geschikten Opzigter, niets meer, dan eene +heilzaame lichaams-oeffening, die met het ondergaan der zon ophoudt, +en hem een genoegzaam overschot van tyd overlaat, om te jagen, te +visschen, zynen kleinen tuin te bebouwen, of manden en netten ter +verkoop te maken. Voor den prys, dien hy daar voor maakt, koopt hy +één of twee varkens, eendvogels en ander gevogelte, welken hy zonder +moeite en kosten voedt op eenen grond, die het noodige daar toe van +zelf voortbrengt; en op die wyze heeft hy 'er zeer veel voordeel by. In +zulk eene gesteldheid is hy ontheven van hartseer; hy betaalt geene +lasten, en hy beschouwt zynen meester alleenlyk als den beschermer +van hem en zyn huisgezin. Hy bidt hem aan, niet uit vreeze, maar +om dat hy in zyn hart overtuigd is, den voorspoed, dien hy geniet, +aan hem verschuldigd te zyn. De door hem bewoonde luchtstreek staat +gelyk aan zynen geboorte-grond, en bevrydt hem van het dragen van +kleederen, het geen hy veel gemakkelyker en gezonder vindt. Hy kan +zyne wooning bouwen, zoo als hy goedvindt, en het bosch verschaft +hem de noodige bouwstoffen. Zyn bed is een hangmat, of mat, papaija +genaamd. Hy maakt zyne eigene potten; en de calebassen, die hem tot +schotels dienen, groeijen in zynen tuin. Nooit leeft hy te zamen met +eene vrouw, welke hy niet bemint, want de beide echtgenooten verlaten +elkander, zoo dra de één den ander moede is; en deeze scheiding gebeurt +nochtans dikwerf minder dan de echtscheiding in Europa. Behalven de +levensmiddelen, welken hy 's weekelyks van zynen meester ontfangt, +weet zyne vrouw hem verscheiden zeer smakelyke spyzen toe te bereiden, +als daar zyn de braf, zynde een huspot van Plaintain-boom vruchten +en ignames, met gezouten vleesch, drooge visch, en peper van Cajenne +te zamen gekookt; de tom-tom, een zoort van pudding, of taart, van +meel van Indisch koorn gemaakt, en met stukjes vleesch, gevogelte, +visch, peper van Caijenne, en zagte schillen van de ocra of althéa +gebakken: de peperpot, zynde een kookzel van visch met Guineesche +peper, het welk men met gebraden plantain-vruchten eet: de gangotay, +zaamgesteld uit drooge visch en groene plantain-vruchten: de acansa en +de doguenou, die van meel van Indisch koorn gebakken worden, waar by +in de laatstgemelde suiker-syroop gevoegd word. Zyn gewoone drank is +schoon water, waar in nu en dan een weinig rhum gegoten wordt. Indien +hy ziek of gewond wordt, geneest men hem voor niet; maar hy gebruikt +zeldzaam den Heelmeester, vermits hy zelf de geneeskragtige kruiden +tamelyk wel kent; bovendien verrigt hy het zetten van koppen, of +het doen van doorsnydingen van het vleesch, hem voor aderlatingen +dienende, aan zig zelf. Zyn hoofd houdt hy zindelyk, door zyne hairen +met vochtige kley te besmeeren; hy laat die daar op droogen, en wast +dezelve 'er vervolgens met zeep sop weder af. Om zyne tanden zoo wit +als yvoor te houden, neemt hy een stukjen hout van een orangenboom, +waar van de vezelen aan één der einden van elkander zyn gescheiden, en +tot een borsteltje dienen: men ziet geen Neger, het zy man of vrouw, +zonder dit klein huisraad, het welk daarënboven het vermogen heeft, +om den stank van den adem te verbeteren. + +Dit is het geen zyn lichaam betreft. Wat zynen geest belangt, dezelve +wordt nooit ontrust door vreeze voor den dood, nog door knagingen +van het geweten; want een Neger gelooft vastelyk het geen men hem +geleerd heeft, en het welk eenvoudig en klaar is. Wanneer hy het +leven heeft afgelegd, brengen zyne nabestaanden en vrienden hem in +een boschjen van oranjeboomen, alwaar zy hem begraven, niet zonder +onkosten, want doorgaans leggen zy hem in een kist, die van best +hout fraay gewerkt is, en tevens doen de lykzangen, zuchtingen en +geschreeuw, de lucht weergalmen. Het graf gevuld zynde, en met groene +zoden bedekt, zet men twee groene calebassen op zyde, de ééne vol +met water, de andere met verschillende zoorten van gekookt vleesch +en cassave, het geen men doet, niet zoo als zommige lieden meenen, +in het denkbeeld, als of de doode dit zoude kunnen benoodigd hebben, +maar als een blyk van hoogachting, die men voor zyne nagedachtenis +heeft: zomtyds zelfs brengt men 'er het weinige huisraad, door hem +nagelaten, en breekt het op zyn graf aan stukken. Na het afloopen +deezer plechtigheden nemen alle de omstanders afscheid van hem; +zy spreken tot hem, als of hy hun verstaan konde; zy verzekeren +hem van het leed, het welk zy door hunne scheiding ondervinden; zy +zeggen eindelyk, dat zy hem hopen weder te zien, niet in Guinée, +het geen men ongeschikt oordeelt, maar in dat gelukkig verblyf, +alwaar hy thans het gezelschap zyner voorvaderen, zyner nabestaanden, +zyner vrienden geniet. De plechtigheid deezer begraaffenis eindigt met +jammerkreeten, en vervolgens keert men naar huis te rug. Des anderen +daags slacht men een vet varken, eendvogels, ander gevogelte, enz.; +en de vrienden geven aan de andere Negers een feest, het welk eerst +den volgenden dag eindigt. Tot een teeken van rouwe, scheeren mannen +en vrouwen zig het hoofd, en omwinden het met een blaauwen doek, dien +zy het geheele jaar dragen. Wanneer dit jaar verstreken is, gaan zy +weder naar het graf; zy leggen aldaar de laatste offerhanden neder; +zy zeggen den overledenen als nog vaar wel; vervolgens vieren zy een +ander feest, en het zelve eindigt met een vrolyken dans, en lofzangen +ter eere van den nabestaanden of vriend, die hen verlaten heeft. + +'Er is geen volk, waar van de byzondere persoonen, die het zelve +uitmaken, meerder achting en vriendschap jegens elkander gevoelen, +dan de Neger-slaven. Zy schynen verrukt te zyn, wanneer zy zig +by elkander bevinden, en zy zyn nimmer van vermaken uitgeput, om +elkander het gezelschap te veräangenamen. Eene zekere vrolykheid, +welke zy Soesa noemen, bestaat in het springen tegen over zynen +dansser of dansseresse, de handen op de heupen slaande, om de maat +te houden. Zy zyn op dit zoort van oeffening zoo heet, dat dezelve +dikwils met zeven of agt paaren danssers te gelyk plaats heeft, het +geen, door het te groot geweld, den dood van verscheiden hunner meer +dan eens veröorzaakte; waarom de Regeering van Paramaribo hetzelve +verboden heeft. + +De Negers zyn vlug en sterk, maar hun grootste vermaak is het zwemmen; +het geen zy twee of drie malen daags doen, onder malkander en by +hoopen van jongens en meisjens, even als de Indianen; en de beide +kunnen onderscheiden zig door hunnen moed, kragt en werkzaamheid. Ik +heb eene jonge Negerin de Commewyne zien overzwemmen, een jong sterk +manspersoon voorby zwemmende, en, toen zy aan de overzyde aankwam, +door haar aan hem hooren voorstellen, om een weg van twee mylen af +te leggen, en hem nog voor uit te blyven.--Ik moet thans spreken +van het speeltuig der Negers, en de manier, op welke zy danssen. Men +herinnert zig ongetwyffeld, het geen ik van die der Loango-stam ten +deezen opzigte gezegd heb; het geen nu zal volgen, is aan alle de +andere stammen gemeen. + +Hun speeltuig, dat zeer vernuftig is, en door hen zelven gemaakt word, +heb ik op eene afzonderlyke plaat afgebeeld. + +Nº. 1. De qua-qua; eene plank van een hard en geluidgevend hout, +welke aan de eene zyde door een dwarshout in de hoogte wordt opgeligt, +en waar op men met twee yzere staafjes, of twee beenderen, als op +een trommel, slaat. + +Nº. 2. De Kiemba-toetoe; een hol riet, waar op de Negers met den neus +blaazen, even als de bewooners van het Eiland Taïti. Deeze fluit heeft +niet meer dan twee openingen, de eene om op te blazen, de andere om +'er de vingers op te houden. + +Nº. 3. De Ansokko-bania; een plank van hard hout, aan wederzyden als +een voetbank verheven, en waar op kleine houtjes van verschillende +gedaanten zyn vast gemaakt. Men slaat daar op met twee stokjes, +als op een hakbord, het geen verschillende geluiden voortbrengt, +die niet onäangenaam zyn. + +Nº. 4. De groote Creoolsche trommel, gemaakt uit den stam van een +hollen boom. Dezelve is aan de eene zyde open; aan de andere met een +schapen-vel overdekt. Die deeze trommel slaat, zit 'er boven op, +en slaat met de vlakke hand, het geen genoegzaam overëenkoomt met +een basviool of qua-qua. + +Nº. 5. De groote Loango trommel, die aan beide zyden gesloten is, +en dezelfde uitwerking doet, als de keteltrom. + +Nº. 6. De kleine trommel, genaamd papa drum, welke men op dezelfde +wyze slaat als de andere. + +Nº. 7. De kleine Loango trommel, die te gelyker tyd met de groote +geslagen wordt. + +Nº. 8. De kleine Creoolsche trommel, die mede tot het zelfde einde +dient. + +Nº. 9. De Coeroema, een zoort van beker, konstig gemaakt, insgelyks +met een schapen-vel overdekt, waar op men met twee yzere staafjes, +of twee stokjes slaat, even als op de qua-qua. + +Nº. 10. De Loango-bania. Dit is een zeer merkwaardig speeltuig. Het +is gemaakt van een plank van zeer droog hout, waar op twee schuinsche +klampen zyn vast gemaakt. Boven dezelve zyn eenvoudig kleine houte +stokjes van elastiek palmhout geplaatst, die van ongelyke lengte zynde, +boven op een derde klamp schynen uit te maken. + +Nº. 11. Eene groote ledige Calebas, dienende tot opblaazing van +het geluid van de Loango-bania, waar van de stokjes met de vingers +worden opgeligt, ten naasten by als de klauwieren van een forte piano; +en dit speeltuig is dan aangegenaam en zacht. + +Nº. 12. De Saka-saka; zynde een calebas, met een stok +uitgehold. Dezelve is met een mouw overtrokken, en vol met kleine +nooten en erweten, ten naasten by als de toover-schelp der Indianen. + +Nº. 13. Een Zee-schelp, waar op de Negers blaazen, het zy uit vermaak, +het zy om gerucht te maken, maar zynde by het danssen van geen gebruik. + +Nº. 14. De Benta; een tak als een boog gespannen, door middel van +een koord van droog riet, of Warimbo, het welk men tusschen de tanden +houdt, waar op men met een kort eind hout slaat, en het welk men links +en rechts weet te bewegen. Het zelve geeft een geluid, byna naar dat +van een jagthoorn gelykende. + +Nº. 15. De Creoolsche Bania; een speeltuig, het welk naar eene +mandoline of guitaar gelykt. Het is gemaakt van een halve calebas, +met een schapen-vel overdekt, en waar aan eene lange mouw is vast +gemaakt. Dit speeltuig heeft vier koorden, waar van drie lang zyn, +en het vierde kort en dik is, en tot een bas dient. Men speelt 'er +met de vingers op; het geeft een zeer aangenaam geluid, het welk nog +aangenaamer wordt, wanneer het met gezang vergezeld gaat. + +Nº. 16. De oorlogs-trompet, om het laden of den aftocht te bevelen, +enz. De Negers noemen dezelve tou-tou. + +Nº. 17. De Jagthoorn, geschikt om de plaats van deeze trompet te +vervullen, of om de slaven der Plantagiën tot den arbeid te roepen. + +Nº. 18. De Loango-tou-tou, een fluit, waar op de Negers even als de +Europeanen spelen. Zy heeft alleenlyk vier gaten voor de vingers, +en echter brengt zy eene groote verscheidenheid van geluiden voort. + +Dusdanig is het speeltuig der Negers, op welks geluid zy met meer +vermaak danssen, dan men in Europa op dat van het beste orkest doet. + +By het geen ik gezegd heb, moest ik nog voegen, dat zy by hun zingen +en danssen, het welk zeer veel gelykt naar het geluid van een bakker, +die zyn brood uit den oven haalende, aanhoudend roept touchety-touk, +touchety-touk, de maat slaan op één, en op een halve maat, maar nooit +op drie. + +Alle Saturdag avonden eindigen de slaven, die wel behandeld worden, +de week met eene vrolykheid van dien aart; en doorgaans geeft men hun +alle drie maanden eene groote dans-party, waar op hunne medgezellen +uit de nabuurschap genoodigd worden. Dikwils verëert hun meester het +feest met zyne tegenwoordigheid, of hy zendt ten minsten nieuwe rhum +aan de danssers. + +De slaven zyn op deeze danspartyen zeer netjes uitgedoscht; de vrouwen +verschynen aldaar met haare beste kleederen, van Indische stoffen +gemaakt, en de mannen met lange broeken van het fynste Hollandsche +linnen. Zy zyn zoo heet op het danssen, dat ik hun van zaturdag s' +avonds ten zes uuren tot maandag 's morgens met het opkomen van de +zon, zonder ophouden den trommel heb hooren slaan; hebbende zy alzoo +met danssen, zingen, schreeuwen en handgeklap, zes-en-dertig uuren +doorgebragt. De Negers danssen altyd paar aan paar; de mans maken +de figuren en teekenen de passen af; de vrouwen draaijen, houdende +haaren kleinen rok als een zonnescherm uitgespreid. Zy noemen deezen +dans waey-cotto. De jonge lieden, die rusten, schenken den drank in; +de meisjens moedigen de danssers aan, en droogen het zweet aan het +voorhoofd van hunne onvermoeide musikanten af. + +Het is verwonderlyk, om de orde en goede verstandhouding, die op deeze +dans-partyen heerschen, te aanschouwen. Het vermaak in het danssen +is het waare en eenige voorwerp; en de Negers, ik moet dit herhalen, +zyn 'er zoo verhit op, dat ik 'er één, die kortlings ingevoerd was, +en geene dansseres had, twee uuren lang heb zien staan kyken naar +zyne schaduw, welke zig op den muur vertoonde. + +Indien men by al het geen ik van het lot der Negers, die aan eenen +goeden meester onderworpen zyn, gezegd heb, nog voegt, dat zy zig nooit +van elkander afscheiden; dat de vaders hunne kinderen rondöm hun zien, +zomtyds zelfs tot in het derde geslacht; dat zy voor 't overige zeker +zyn, van in hun geheele leven geen gebrek te lyden; en indien men +eindelyk het lot van deeze menschen vergelykt by dat der bedelaars, +die in grooten getaale de straaten der steden in Europa vervullen, +kan men hen zekerlyk niet ongelukkig noemen. + +Thans, om in weinige woorden alles zamen te trekken, en om geene +tegenstrydigheid met my zelven te doen voorkomen, na zoo dikwerf de +trekken van onmenschelyke wreedheden van verscheiden meesters verhaald, +en niet dan by toeval van de menschlievenheid van zommige anderen +gesproken te hebben, zy het my geöorloofd, om met een woord over het +ontwerp eener algemeene afschaffing der slaverny te spreken.--Indien +wy onze nabuuren konden overreden, om van gelyken te doen, zoude het +een ander geval zyn; maar dewyl men aan de eigenaars op de Engelsche +Eilanden de wreedheden niet kan te last leggen, welken ik zoo dikwerf +in Surinamen heb zien plegen, waarom zouden wy ons gedragen, als of +die aldaar plaats hadden? waarom zouden wy onze Planters verjagen, +en hen naar eenen grond verzenden, die veel ryker, en van natuure +veel vruchtbaarer is, als mede onder een bestuur, het welk den +vryen invoer der Negers toestaat, terwyl ons oogmerk alleenlyk is +de willekeurige kastydingen te beletten, die deeze zelfde Planters +vastgesteld hebben. [34] + +Verscheiden Colonisten stellen zulk een vertrouwen in hunne slaven, +dat zy dikwils hunne kinderen liever aan eene Negerin geven om +te zogen, dan aan eene Europeesche vrouw; en zommige slaven zyn +zoodanig aan hunnen meester verkleefd, dat ik 'er gekend heb, die +hunne vrylating geweigerd hebben, en anderen, die hunne vryheid +reeds genietende, vrywillig in eenen staat van afhangelykheid zyn te +rug gekeerd. Niemand is volmaakt vry in deeze weereld, en wy moeten +allen de één van den ander afhangen.--Ik zal derhalven dit uitgebreid +hoofdstuk besluiten met deeze algemeene aanmerking, dat alle geluk op +aarde enkel in verbeelding bestaat, en dat men die altyd verkrygen +kan, wanneer de gezondheid des lichaams, en de vrede der ziele door +eenen onderdrukkenden geweldenaar niet ontrust worden. + + + +ZEVEN-EN-TWINTIGSTE HOOFTSTUK. + +De muitelingen voeren verscheiden Negerinnen weg.--Aanstootelyke wyzen +van straföeffening.--Onverschrokkenkeid der Negers.--Verschillende +zoorten van Gier-vogels.--Gekuifde Arenden.--Beschryving van eene +Indigo-Plantagie.--Kaneel-Appel. + +In weêrwil van de herhaalde nederlagen der muitelingen, vernam men den +15den Augustus, op Paramaribo, dat zy eenen aanval gedaan hadden op +de Plantagie Berg-en-Daal, of den blaauwen Berg, anders ook genoemd +Parnassus-Berg, gelegen aan het bovenste gedeelte van de Rivier +Surinamen; en dat zy, zonder eenige daad van wreedheid te plegen, +het geen maar al te veel hunne gewoonte was, alle de Negerinnen van +daar hadden weggevoerd, schoon op eenen korten afstand een wachtpost +geplaatst was. Op deeze tyding zond men een hoop jagers af, om hen +te agtervolgen; en byna ter zelfder tyd deed men door zeven honderd +Negers het beruchte cordon, of den verschansten weg, maken, welke reeds +zedert lang ontworpen was. Deeze weg moest verdedigd worden door leger +wachten, wier post was de Plantagiën voor nieuwe overrompelingen te +beveiligen, en het wegloopen der slaven te beletten. + +De Plantagie Parnassus-Berg is gelegen aan de westzyde der Rivier +Surinamen, die door de kronkelingen, welken zy vervolgens maakt, +op deezen afstand honderd mylen van Paramaribo af ligt. Dewyl het +gezicht van deeze Plantagie aller aangenaamst is, biede ik 'er den +Lezer eene afteekening van aan, als mede van de Savane der Joden, +een dorp of gehucht, in eene rechte lyn meer dan veertig mylen van +deeze hoofdstad der Volkplanting, en meer dan zestig mylen te water +af gelegen. De Joden bezitten aldaar eene zeer fraaije Synagoge, +in welke zy hunne Godsdienst-plechtigheden verrigten. Zy hebben 'er +ook scholen en huizen van opvoeding, want deeze plaats wordt door +verscheiden aanzienlyke huisgezinnen van hunne natie bewoond. Deeze +zelfde lieden genieten in Surinamen byzondere rechten en voorrechten, +die hun door KAREL II. vergund wierden, toen deeze Volkplanting aan +de Engelschen toebehoorde; en deeze voorrechten zyn zoo groot, als +zy die ergens bezitten. + +De Rivier Surinamen is, van de stad Paramaribo, of liever van het +Fort Amsterdam af, even als de Cottica en Commewyne, door fraaije +Suiker- en Koffy-Plantagiën omzoomd; en 'er ontspringen uit dezelve +verscheide kreeken of kleine Rivieren, als de Paulus, de Para, +de Cropina, en de Pararaca; maar hooger dan Parnassus-Berg, vindt +men niets, het welk eene Plantagie genoemd mag worden. De Rivier is +ook op deezen afstand niet meer bevaarbaar, zelfs niet voor kleine +vaartuigen, uit hoofde van de vervaarlyke rotsen en watervallen, +die haar verstoppen, naar maate zy tusschen zeer hooge bergen, +en ondoordringbaare bosschen doorloopt. Deeze natuurlyke bolwerken, +schoon zy de liggingen verrukkelyk maken, beletten echter de bezitters +der Volkplanting, om ontdekkingen te doen, die hun misschien hunnen +arbeid door onmeetlyke schatten vergoeden zouden, + +Zoo al de muitelingen zoo veele wreedheden op de Plantagiën niet +meer pleegden, zy waren in de hoofdstad tot eene aanstootelyke hoogte +gestegen. Ik hoorde aldaar onöphoudelyk het geklater der zweepslagen, +en het gekerm der Negers. Onder de eigenaars, die op het vervolgen +hunner slaven byzonder vuurig waren, bevond zig zekere Mevrouw +SP--N, wier Plantagie in de nabuurschap van die van den heer DE GRAAF +gelegen was, en welke ik op zekeren tyd met schrik uit haar raam het +onmenschelyk bevel hoorde geven, om eene jonge Negerin voornamelyk +op den boezem te geesselen, een schouwspel, waar in zy een byzonder +genoegen scheen te scheppen. Den indruk, die deeze vertooning op +mynen geest gemaakt had, willende verzetten, ging ik tot vermaak +een eind weegs om ryden; en het eerste voorwerp, het welk zig aan +myn oog vertoonde, was eene andere Negerin, ook jong zynde, die byna +naakt boven van een zolder, op een hoop gebroken flessen neder viel: +'t is waar, dit was een ongeluk, maar dit ellendig schepzel had zig +zoo schroomelyk bezeerd, dat zy zig in eenen even deerniswaardigen +staat bevond, als de eerstgemelde.--Myn lot verwenschende, keerde ik +aan de haven-kant myn rydtuig om, alwaar ik het verdriet had, om twee +Engelsch-Americaansche matroosen, die op de voorplecht van hun schip +met elkander vochten, in het water te zien vallen en verdrinken. Op een +ander Americaansch schip ontdekte ik eenen kleinen scheepsjongen, die, +met een byl gewapend zynde, zig boven uit de mast tegen een Sergeant +en vier soldaten zeer lang verdedigde; deeze waren genoodzaakt hem +te dreigen van op hem te zullen schieten, zoo hy zig niet overgaf, +het geen hy eindelyk deed. Men bragt hem dus aan wal, door twee zyner +medgezellen vergezeld, en met een wacht van twee gelederen soldaten; +men geleide hen alle drie naar het Fort Zelandia, alwaar zy, volgens +des Capitains eisch, en om dat zy zig geduurende hunnen dienst hadden +dronken gedronken, elk de fire cant ontfingen; daar in bestaande, +dat zy met twee bambous-rieten op de schouders werden afgerost, tot +dat dezelve opgezwollen en geheel zwart waren. De Capitain trachte +echter dit zoort van willekeurige straföeffening te wettigen, uit +hoofde der noodzakelykheid, en om dat de Americaansche matroosen en +scheepsjongens de onstuimigste menschen zyn, wanneer zy dronken zyn, +schoon 'er geene de minste reden tot twist aanwezig is: men kan hen +onder de beste zeelieden der weereld rekenen. + +Des anderen daags morgens, my bezig houdende met de gevaaren en +kastydingen, waar aan het volk van lageren rang is bloot gesteld, +te overwegen, hoorde ik eene groote meenigte voor by myne wooning +loopen. De nieuwsgierigheid deed my opstaan, en my in aller yl +aankleeden, om te verneemen, wat 'er gaande was. Ik vernam toen +drie Negers, geketend en door eene talryke wacht omringd, welke in +de Savane hunne straf gingen ontfangen. Hun stout en onbeschaamd +voorkomen trok myne aandacht zoodanig derwaarts, dat ik, in weêrwil +van myne afkeerigheid voor dergelyke vertooningen, besloot te +gaan zien, wat het gevolg van dit alles wezen mogt.--Men las het +vonnis, in plat Hollandsch opgesteld, het welk deeze ongelukkigen +niet verstonden. De eerste wierd veröordeeld, om met een byl het +hoofd te worden afgehouwen, vermits hy een slaaf gedood had, die +op de Plantagie van zyne meesteresse bananen was komen steelen. De +waarheid der zaak was, dat hy dien moord op uitdrukkelyken last van +deeze vrouw gepleegd had; maar toen de misdaad ontdekt was, liet zy +'er haaren slaaf voor opdraaijen, om haaren goeden naam te behouden, +en de kosten van boete en schadeloos-stelling uit te winnen. De arme +keerel leide zyn hoofd met onverschilligheid op het blok neder, en +ontfing den dood in éénen slag. De tweede, die zyn medepligtige was, +wierd onder de galg gegeesseld. De derde, wiens naam NEPTUNUS was, +was een vry persoon, en een timmerman van zyn ambacht; maar, ter +gelegenheid van zekeren twist, den Opzigter der Plantagie Altona, +aan de Para Kreek, gedood hebbende, wierd hy rechtvaardig veröordeeld +om het leven te verliezen. De byzonderheden van zyne misdaad en straf +zyn merkwaardig. Deeze Neger, die jong en wel gemaakt was, een schaap +gestolen hebbende, om 'er eene vrouw op te onthaalen, door welke hy +bemind wierd, besloot de Opzigter, die van jaloersheid brandde, hem +te laten ophangen. NEPTUNUS, om dit voor te komen, schoot in een veld +van suiker-riet een snaphaan op hem af, zoo dat hy dood ter aarde +viel. Tot straf van deeze misdaad wierd hy verwezen, om levendig +gerabraakt te worden, zonder den genade-slag te ontfangen. Van den +inhoud van dit verschrikkelyk vonnis onderrigt zynde, plaatste hy +zig zonder tegenkanting op een sterk kruis, vervolgens strekte hy de +armen en beenen uit, welken men met touwen vast bond. De scherprechter +(zynde altyd een Neger,) nam de byl, en hieuw hem de linke hand af, +waar na hy, een yzeren koevoet in de vuist nemende, hem met verdubbelde +slagen de beenderen aan stukken sloeg. De touwen wierden vervolgens +los gemaakt, en meenende dat hy dood was, gevoelde ik my zelf als +getroost; maar toen de rechters op het punt waren om heen te gaan, +wierp de misdadiger zig zelf van boven neder van het kruis, en viel +in het gras, vervloekende zyne rechters als een hoop van gruwelyke +schelmen. Vervolgens met zyn hoofd tegen het kruis aanleunende, +verzogt hy aan de omstanders een pyp tabak, die onmeedoogend genoeg +waren, om hem zulks te weigeren, hem met den voet stootende, en op hem +spuwende, het geen echter eenige Americaansche matroosen vervolgens +beletteden. Hy smeekte toen, maar vrugteloos, dat men hem het hoofd +wilde afhouwen. Eindelyk, geen einde aan zyn lyden ziende, verklaarde +hy:--"Dat hy den dood verdiend had, maar niet verwagtte, dat men +hem zoo veele maalen zoude doen sterven. Met dit al, vervolgde hy, +gy bereikt uw oogmerk niet; ik lach in alle uwe folteringen, al moest +ik hier nog een maand zoo blyven liggen." + +Dit gezegd hebbende, zong hy agter malkander, en met eene heldere stem, +twee liederen, by het ééne van welke hy aan zyne naastbestaanden en +vrienden vaar wel zeide, en by het andere aan zyne overledene vrienden +berigtte, dat hy spoedig in het gelukkig verblyf, door hen bewoond, +hun gezelschap zoude genieten. Toen hy geëindigd had, verhaalde hy +bedaard zyn rechtsgeding, met alle deszelfs byzonderheden.--"Maar, +zeide hy eensklaps tot de geenen, die hem omringden, ik zie aan de +hoogte van de zon, dat het byna agt uuren is, en het zoude my leed +doen, dat gy, door myn langer spreken, uw ontbyt zoudt verliezen." De +oogen toen naar eenen Jood, DE VRIES genaamd, gewend hebbende, zeide hy +hem. "Ei lieve, myn heer, wilt gy my betaalen de vyf guldens, welken +gy my schuldig zyt?--Om wat te doen, antwoordde de Jood?--Om eeten en +drinken te koopen; ziet gy niet, dat men my laat leven?" De Jood op +deeze woorden agter uit deinzende, lachte de ongelukkige misdadiger +hem opentlyk en van goeder harten in het aangezicht uit. Vervolgens +den soldaat aankykende, die by hem de wacht hield, en van tyd tot tyd +in een stuk droog brood beet, vroeg hy hem:--"Waar het by toe kwam, +dat een blanke geen ander ontbyt had?"--"Om dat ik niet ryk ben, +antwoordde de soldaat."--"Wel nu, ik wil u een geschenk doen, hernam +de Neger: neemt de hand, die men my heeft afgekapt; eet die tot op +het been toe af; verslind vervolgens myn lichaam, tot dat gy verzadigd +zyt; gy zult dan een ontbyt gedaan hebben, het welk u voegt." Hy deed +deeze schimprede met een schaterenden lach gepaard gaan; en ging op +die wyze voort, geduurende de drie uuren, dat ik aldaar verbleef. [35] + +Het is verbazend, dat iemand de kracht heeft, om dergelyke folteringen +door te staan; voorzeker kan hy dit niet doen, dan door eene vermenging +van woede, hoogmoed, verachting, en de zekerheid, dat hy zyne vervolgers +en beulen spoedig ontkomen zal. + +Ik heb de byzondere omstandigheden van zulk eene straföeffening, die +geen daad van wreedheid van eenig byzonder persoon was, breedvoeriger +verhaald, om een voorbeeld te geven van de ongemeene gestrengheid +der Surinaamsche wetten. + +Verder moet ik alhier een toeval verhalen, het welk slechts een +oogenblik op myne verbeelding werkte, maar van een langduuriger +uitwerking had kunnen zyn by iemand, die 'er de oorzaak niet van wist, +welke ik echter zeer gemakkelyk ontdekte. Des namiddags omtrent drie +uuren, myn geest nog vervuld zynde met het aandoenlyk toneel van des +morgens, ging ik naar de strafplaats toe, alwaar myn oog het eerst +viel op het hoofd van den gestraften Neger, het welk boven op een +paal gestoken was, en heen en weder waggelde, als of hy nog geleefd +had, en my eenig teeken wilde geven. Ik bleef oogenblikkelyk staan, +en niemand in de Savane ziende, alwaar zelfs geen wind genoeg was, +om een blad te doen ritselen, erken ik, dat ik my gevoelde, als aan +den grond vast gehecht, en een tyd lang geen moed had om voorwaarts +te gaan. My vervolgens myne zwakheid verwytende, van naar iets van +dien aart niet te durven naderen, en te onderzoeken, welke de reden +van een dergelyk verschynsel wezen mogt, bespeurde ik zulks zeer +schielyk door het vliegen van een Giervogel, die zig op dit hoofd kwam +nederzetten, als wilde hy my een dergelyken buit betwisten. Hy had hem +reeds één zyner oogen uitgepikt, toen hy op myne eerste aannadering +wegvloog; en by dit wegvliegen met de pooten tegen dit hoofd stootende, +veroorzaakte hy deeze schielyke beweging. Ik moet by dit alles voegen, +dat de ongelukkige NEPTUNUS, nog by de zes uuren na het ondergaan +van zyne straf geleefd hebbende, uit mededogen van den soldaat, +die de wacht hield, een slag met de kolf van den snaphaan kreeg, +waar van ik de teekens nog zag. + +Zommige Schryvers vergelyken den Giervogel by den Arend; maar die +van Surinamen heeft dezelfde hoedanigheden niet: hy is in de daad een +roofvogel, maar in plaats van zig te voeden met de dieren, welken hy +doodt, leeft hy niet, dan van krengen. Dienvolgende verschynt hy veel +op de kerkhoven, en de plaatsen, waar men doodstraffen uitoeffent; +het geen zyne reuk zoo klaar aanduidt, dat de Negers hem tingy fowlo, +den stinkenden vogel, noemen. De Giervogel in Guiana heeft de grootte +van eene gewoone kalkoen. Zyne vederen hebben eene donker gryze kleur, +uitgenomen de vlerken, die zwart zyn. Hy heeft een vooruitstekende, +sterke en kromme bek, een gespleten tong, een langen hals, en zeer +korte pooten. Behalven het straks gemelde voedsel, eet hy dikwils +slangen, en zelfs alles wat hy vindt, in zulk eene meenigte, dat hy +somtyds moeite heeft om te vliegen. + +De vogel, genaamd de Koning der Roofvogelen, is in Surinamen niet +zeer gemeen, schoon de Indianen 'er zomtyds één of twee te Paramaribo +brengen, uit hoofde van deszelfs ongemeene fraaiheid. Hy is grooter, +dan eenig zoort van kalkoenen. De huid van zyn kop en hals, die geene +vederen hebben, is gemengd van eene scharlaken, violet en bruine +kleur. Hy draagt een halsband van lange en dik op elkander zittende +vederen, waar in hy zoodanig kan ingedoken zyn, dat men naauwlyks +zyn kop ontdekt. Deeze vogel leeft insgelyks van bedorven vleesch, +slangen, rotten, padden, en zelfs van drek. + +Onder de roofvogelen in de Surinaamsche bosschen telt men den gekuifden +Arend, een zeer wild en sterk dier. Zyne vederen zyn zwart op den rug, +maar geelachtig naar de stuit; zyn borst, buik, dyën, en zelfs zyne +pooten, zyn wit met zwarte vlakken; het overige van zyn lichaam is +geheel bruin, en de klaauwen volmaakt geel. Deeze vogel heeft eene +platte kop, vercierd met een kuif van vier vederen, twee lange en +twee korte, die hy naar willekeur verheft of laat vallen. + +Den 24sten, zynde den geboortedag van den Prins van Orange, gaf de +Colonel FOURGEOUD aan de gezamentlyke Officiers een middagmaal van +gezouten ossen en varkens-vleesch, van puddings van garste meel, en +gedroogde visch. Dewyl JOANNA steeds by haar besluit bleef volharden, +nam ik op dien zelfden dag, in tegenwoordigheid van haare moeder +en andere nabestaanden, de verbintenis aan van de goede Mevrouw +GODEFROY;--"van haar aan niemand dan aan my te verkoopen. Deeze +Mevrouw schonk, by haaren dood, niet alleen aan haar haare vryheid, +maar ook een stuk land om te bebouwen, waar op men voor haar eene +gemakkelyke wooning zoude stichten, waar over zy de vrye beschikking +hebben zoude." Mevrouw GODEFROY gaf my vervolgens myn briefje van +negen honderd guldens te rug, en deed aan JOANNA een geschenk van +eene beurs van twintig goude ducaten, en twee fraaije stukken Indisch +linnen. Zy raade my tevens, om aan den Raad een verzoekschrift in te +leveren, tot dadelyke vrymaking van myne JOHNNY.--"Eene noodzakelyke +plechtigheid, zeide zy my, het zy ik een borg vond, het zy niet, en +zonder welke zelfs in het eerstgemelde geval niets verrigt zoude zyn." + +Beiden betuigden wy onze oprechte dank-erkentenis aan deeze uitmuntende +vrouw, en door vreugde zynde opgenomen, ging ik by den Gouverneur +des avonds ter maaltyd, en bood hem myn verzoekschrift aan, het +welk in goede orde was opgesteld. Zyne Excellentie nam het aan, +met het hoofd schuddende, en my de hand drukkende; maar hy erkende +my rond uit:--"Dat hy volkomen overtuigd was, dat myn zoon slaaf +zou sterven, ten waare ik de borgtocht, die de wet vorderde, vinden +konde, 't geen niet gemakkelyk was." Na derhalven veel moeite en +tyd verloren te hebben, na meer dan vyf honderd guinies betaald te +hebben, had ik nog de onuitspreekelyke smarte, om hem, van wien ik +vader en eigenaar tevens was, misschien aan eene eeuwige slavernye +te zien bloot gesteld. JOANNA zelve had toen niets meer te vreezen, +het geen my een groot genoegen deed. + +Te midden echter van eene zoo billyke neêrslagtigheid, deed zich eene +gelukkige hoop juist ter snede op. De beruchte Neger GRAMAN QUACY, +van wien ik reeds gesproken heb, kwam uit Holland aan, en had de +tyding verspreid, dat men, door zyne tusschenkomst, eene wet gemaakt +had, volgens welke alle slaven, zes maanden na hunne ontscheping in +Texel, vry zouden zyn. De eigenaar konde nochtans dien tyd voor zes +andere maanden verlengd krygen, na verloop van welken geen uitstel +meer, zelfs voor geen enkelen dag, zoude worden toegestaan.--In myne +ziel nu overtuigd zynde, dat ik vroeg of laat, en zoon, en moeder, +in Europa brengen zoude, was myn hart uittermaten getroost. + +Alvoorens het verhaal van myne reize te eindigen, zal ik omtrent +deezen GRAMAN QUACY eenige byzonderheden opgeven. Het zal genoeg +zyn voor het tegenwoordige te zeggen, dat de Prins van Orange, niet +genegen zynde hem de kosten uit zyn beurs te betalen, en hem veele +geschenken te doen, hem te rug zond, gekleed in een scharlaken en +blaauwen rok, om welken een breed goud boordzel gelegd was; hy had +een witten veder op zyn hoed; en hy geleek dus naar een Hollandsch +Generaal. Die goedheid van den Prins maakte deezen Koning der Negers +zeer hoogmoedig, en nu en dan zelfs zeer onbeschaamd. + +De Gouverneur der Volkplanting gaf den 27sten, een zeer kostbaar +festyn aan zyne vrienden, op zyne Indigo-Plantagie, eenige mylen +agter zyn paleis gelegen. Hy deed my de eer aan, om my daar by te +verzoeken, en ik had het genoegen, om het maken van Indigo te zien, +waar van ik de behandeling thans zal opgeven. + +De Indigo-plant is een knobbelig heester-gewas, dat van zaad +voortkoomt, by de twee voeten hoog groeit, en in den tyd van +twee maanden zyn volkomer wasdom verkrygt. Deeze plant vordert een +vrugtbaaren grond, en men moet het onkruid zorgvuldig uitwieden. Men +ziet dezelve doorgaans, vier of vyf dagen, na dat het zaad in den +grond geworpen is, uitkomen. Het zyn in het begin knobbelige stronkjes, +voorzien van kleine takjes, die verscheiden paaren van bladeren dragen, +en altoos met een ongelyk blad eindigen. Deeze bladen zyn eirond, +glad, zagt in 't aanraken, aan de boven-zyde van eene donker groene +kleur, aan de beneden-zyde bleek groen, ongetand, en aan eene byna +onzigtbaare steel vast gehecht. De bloem behoort onder het zoort van +die geenen, die tot een peul of schil groeijen, en hangt aan eene zeer +korte steel. Wanneer de bladen van de bloem zyn afgevallen, groeit +der zelver hart in de lengte, en wordt een peul, die langwerpig, krom +gebogen, glad, helderschynend, puntig uitloopende, bruin van buiten, +en wit van binnen is, en zeven of acht pitten bevat, die door een +klokhuis van elkander zyn afgescheiden. Elke pit vertoont een kleine +rol, grys of olyfächtig van kleur, en een lyn lang. + +Zie hier de manier, op welke deeze plant tot Indigo bereid wordt. +Wanneer men alle de takken heeft afgesneden, bindt men dezelven +tot schoven of bossen, legt die in een groote kuip vol water, en bedekt +dezelven met zwaare stukken hout, die tot perssen dienen. Alles op die +manier zynde gereed gemaakt, begint de gisting zeer spoedig; in minder +dan agtien uuren schynt het water te koken, en de verwstof der plant +naar zig trekkende, verkrygt het zelve eene blaauwe violet kleur. Tot +dien staat van gisting gekomen zynde, laat men het water in een tweede +kuip overloopen, die zomtyds minder groot is; en dan zuivert men het +zorgvuldig van alle stukjes hout, welken men weg werpt. De stank, +die dit water opgeeft, maakt deeze bewerking zeer ongezond. Dit +water, in de tweede kuip overgegoten zynde, wordt met houten spadels +omgeroerd, tot dat het kleurend gedeelte zig afscheidt, en tot kleine +bolletjes zamenloopt, die naar den bodem zinken. Het water herneemt +dan op deszelfs oppervlakte zyne natuurlyke doorschynendheid; en men +giet het nog eens, tot aan dat gekleurd zinkzel, in een derde kuip, +ten einde de stukjens Indigo, die 'er nog in vervat zouden mogen zyn, +mede naar den grond zinken; waar na men dit water weg giet, en het +zinkzel of de Indigo wordt gelegd in vaten, die geschikt zyn, om 'er +in te droogen. Het raakt alzoo alle verdere vochtigheid, die 'er nog +in mogt zyn, kwyt; het krygt aldaar de gedaante van kleine vierkante +langwerpige brooden, van eene fraaije lichtblaauwe kleur, en is dan +tot de vervoering geschikt. [36] Men kweekt de Indigo-Fabrieken in +deeze Volkplanting weinig aan. Ik weet 'er de reden niet van, want de +koek, welke zy voortbrengt, wordt verkogt voor vier guldens het pond; +beste Indigo moet ligt, hard, en brandbaar zyn. + +De aankweeking van deeze plant is in Surinamen begonnen door zekeren +DESTRADES, die zig een Fransch Officier noemde, en het zaad daar +toe uit St. Domingo medebragt. Dit had eerst in later tyd plaats, +dewyl ik zelf deezen armen keerel nog gekend heb, die zig op Demerary +met een pistool-schoot het leven benam.--Dewyl de omstandigheden van +zynen dood vry merkwaardig zyn, kan ik myne geneigdheid, om dezelve +kortelyk te verhaalen, niet wederstaan. Deeze man, zig in schulden +gestoken hebbende, maakte het overschot van zyne bezittingen tot +geld, en vluchte uit de Volkplanting van Surinamen weg. Zig in de +Spaansche bezittingen met verboden handel hebbende opgehouden, wierd +al het geen hy bezat vervolgens in beslag genomen. Geen uitkomst meer +hebbende, vervoegde hy zig by één zyner vrienden op Demerary, die de +menschlievenheid had om aan hem eene vryplaats te verleenen. Hy had +daar van slechts eenigen tyd gebruik gemaakt, toen eene verzweering +aan zynen schouder doorbrak; maar hy weigerde bestendig alle hulp, +en om zich te laten bezichtigen. Het ongemak wierd met dit al erger, +en zelfs gevaarlyk; maar DESTRADES bleef 'er altyd by met het bedekt +te houden. Eindelyk geraakte op zekeren dag het geheele huis in +ontsteltenis, toen men hoorde, dat 'er een schietgeweer in zyne kamer +afging. Men trad binnen, en vond hem, met zyn besten rok aangekleed, +maar zwemmende in zyn bloed, met een pistool, het welk by hem op den +grond was gevallen. Toen ontkleedde men hem, en tot groote verbaazing +der tegenwoordig zynde lieden, ontdekte men de letter V (voleur: dief:) +op dien zelfden schouder, welken hy niet had willen vertoonen.--Dus +eindigde het leven van eenen man, die eenige jaaren lang te Paramaribo +met roem geleefd had, en aldaar over het algemeen geacht was. + +Na het eeten verliet ik de Plantagie van den Gouverneur, en begaf my, +in het rydtuig van zyne Excellentie, tot aan den oever der Rivier, +alwaar ik een overdekt vaartuig met agt riemen vond, om my naar de +Plantagie Catwyk aan de Commewyne te brengen. De heer GOETZÉE, een +Hollandsch Zee-Officier, die eigenaar van deeze fraaije Plantagie was, +had my op dezelve genoodigd. 'Er ontbrak geen vermaak, van welk zoort +ook, in dit aangenaam verblyf. Men hield aldaar paarden, rydtuigen, +vaartuigen, die altyd gereed lagen; maar het geen alle vermaak bedorf, +was de onmenschelykheid van Mevrouw GOETZÉE, die, om de geringste +misslag, haare slaven deed zweepen: by voorbeeld, een jonge Neger, +JACKY genaamd, wierd, om dat hy de glasen niet naar haaren zin +gespoeld had, door haar veröordeeld, om des anderen daags een zeker +getal zweepslagen te ontfangen; maar de arme keerel vond middel om zig +aan haaren wrevel te onttrekken. Dien zelfden avond nam hy afscheid +van alle de Negers op de Plantagie; vervolgens ging hy in het bed +van zynen meester leggen, nam de tromp van een jachtgeweer in zynen +mond, en den trekker met één der toonen van zynen voet overhaalende, +maakte hy op die manier een einde van zyn leven. Dit schot alles in +rep en roer gemaakt hebbende, werden twee groote Negers gezonden, +om te vernemen wat 'er gaande was, en zy vonden den jongeling dood +en mismaakt liggen op het bed, het welk geheel bebloed was. De beide +slaven gaven bericht van dit voorval, en kregen last om het lyk uit +het vengster te gooijen; maar noch de eigenaar, noch de eigenaresse, +en zelfs geen ander mensch, wilde, eer dat ik kwam, in de kamer gaan, +schoon dezelve anderzints aangenaam en gemakkelyk was. Het geen de +meesters van den huize in deeze omstandigheid het meest verschrikte, +bestond daar in, dat hun geliefd kind in dezelfde kamer sliep, waar +dit voorval gebeurde, maar zy stelden zig spoedig gerust, toen zy +vernamen, dat aan het zelve niets was wedervaren. + +Ik had nog geen veertien dagen op deeze Plantagie doorgebragt, toen +eene slavin, YETTEE genaamd, naakt wierd uitgekleed, en door twee +sterke Negers op eene verschrikkelyke wyze gegeesseld. De uitvoering +der straf geschiedde voor de deur van 't huis, en de ongelukkige had +de huid byna geheel ontveld. Haare misdaad bestond in gezegd te hebben: +"dat haare meesteresse eenige schulden had, zoo wel als zy". Vyf dagen +daar na verwierf ik echter, dat de ketenen, die men haar aan de voeten, +en boven de lendenen had vast gemaakt, wierden weggenomen: maar zekere +Mevrouw VAN EYS, voorgewend hebbende, dat deeze slavin haar onbeschoft +had aangekeken, was oorzaak, dat Mevrouw GOETZEE, in die zelfde week, +de kastyding liet herhaalen, en wel op zulk eene manier, dat ik niet +geloove, dat het arme schepzel 'er van heeft kunnen opkomen. + +In zoo veele onmenschelyke wreedheden een weerzin hebbende, verliet +ik Catwyk, in het vast voornemen, om het zelve nooit wederom +te zien. Niettemin was ik in gezelschap van den heer GOETZEE, op +verscheide andere Plantagiën, aan de Rivieren Cottica en Peréca. Op +de Plantagie Alia, onder dit getal behoorende, haalde men my op eene +beleefde wyze over, om aan een meisjen, het welk geboren wierd, +een naam te geven, en ik noemde haar Charlotta; des anderen daags +morgens, onder het ontbyt, wierden alhier zeven Negers strengelyk +gegeesseld.--Ik begaf my vervolgens naar de Plantagie 's Gravenhage, +alwaar ik eenen jongen mulat, DOUGLAS genaamd, ontmoette, die geboeid +was, en ik herinnerde my met aandoening, dat zyn ongelukkige vader voor +deszelfs dood hem van de slavernye niet hadde kunnen bevryden. Door +zulk eene reize vermoeid zynde, kwam ik spoedig te Paramaribo te rug, +alwaar ik by myne aankomst vernam, dat LAURENS, de kamerdienaar van +den Colonel FOURGEOUD, overleden was, en dat men hem begraven had, +eer hy nog volkomen dood was.--Geduurende myne afwezigheid hadden +dertien van onze soldaten, om dat zy in een herberg beschonken waren +geraakt, door de spitsroeden geloopen, en stokslagen ontfangen. Zy +waren zoo afgerost, dat weinigen van hun in Europa te rug kwamen,--Men +had een Hollandsch matroos, en een jong meisjen van het geslacht der +Quateron-Negers, aan den oever der Rivier vermoord gevonden.--By myne +te rug komst, op het plein zynde gaan wandelen, wierd ik geroepen +door den ST--K--R, die my op de derde verdieping gebragt hebbende, +tot my zeide:--"zoudt gy wel gelooven, dat één van myne Negers laatst +van deeze hoogte afsprong, om eene geringe kastyding te ontgaan; +maar dewyl hy door zynen val slechts eene ligte bedwelming bekwam, +wreef men hem sterk aan de slapen van het hoofd, en hy kwam weder +spoedig by: toen, om hem te straffen, dat hy zyn persoon, die de +eigendom van zynen meester was, in zulk een gevaar gebragt had, en +myne vrouw had doen verschrikken, zond zy hem naar 't Fort Zelandia +om aldaar door een frisschen Spanso-bocko zyne misdaad te boeten". + +De kastyding, die deezen naam draagt, is één der verschrikkelykste; +zy wordt op de volgende wyze uitgevoerd.--Men bindt den veroordeelden +de handen, en laat hem de kniën tusschen de armen doorgaan; men legt +hem vervolgens op de ééne zyde, en houdt hem zoo als een hoen in +malkander gewonden, door middel van een paal, waar aan men hem vast +maakt, en die men in den grond steekt. In die gesteldheid kan hy zig +even min bewegen, als of hy dood was: dan slaat hem een Neger, met +een bos knobbelige tamarinde-takken gewapend, tot hy hem de geheele +huid heeft van één gereten; hy keert hem vervolgens naar de andere +zyde om, slaat hem op gelyke wyze, en de grond is op de straf-plaats +van het bloed doorweekt. Wanneer dit is afgeloopen, wascht men den +armen keerel, om de versterving van het vleesch voor te komen, met +citroen-sap, waar in buskruid ontbonden is. Na dit alles zendt men +hem naar zyn hok te rug, alwaar hy mag zien, hoe hy genezen wordt. + +Is het nu wel te verwonderen, ik moet het herhalen, dat de slaven +opstaan tegen meesters, die hen zoo wreed behandelen! + +De manier nog niet beschreven hebbende, op welke de muitende +Negerslaven de Plantagiën aantasten, meene ik geene betere gelegenheid, +dan de tegenwoordige, daar toe te kunnen vinden. + +Na zig den geheelen nacht in de naby gelegene struiken verborgen +te hebben gehouden, komen zy, by het aanbreken van den dageraad +daar uit te voorschyn, vallen de Europeanen onverhoeds aan, en +vermoorden ze allen. Zy plonderen en verbranden vervolgens het huis +van den eigenaar. By het heengaan nemen zy alle de Negerinnen mede; +zy beladen dezelven met hunnen buit, en behandelen haar met de grootste +onbeschoftheid, indien zy den minsten tegenstand durven bieden. + +Ik zal de aandoenlykheid van den lezer door deeze treurige verhaalen +niet meer afmatten, hebbende ik hem 'er reeds te lang mede bezig +gehouden. Ik hoopte daar door de wreedäarts te doen bloosen, en de +zaak der menschelykheid te bevorderen. + +Ik heb reeds gezegd, dat ik, den 24sten Augustus, een verzoekschrift +aan den Gouverneur had ingeleverd, om mynen zoon vry te maken. Mitsdien +zag ik, den 8sten October, met zoo veel vreugde, als verwondering, +het volgende aangeplakt. "Indien iemand gerechtigd is, om zig te +verzetten tegen zeker gedaan verzoek, om de vryheid te bekomen voor +een kind, behoorende tot het geslacht der Quarterons, genaamd JOHN +STEDMAN, zoon van den Capitain STEDMAN, kan dezelve zig aanmelden +tot den 1sten January 1777.". Zoo dra ik dit bericht gelezen had, +liep ik naar den heer PALMER, om hem dit nieuws mede te deelen. Hy +verzekerde my, "dat dit eene enkele plechtigheid was, gegrond op de +veronderstelling, dat ik de noodige borgtocht bezorgen zoude, waar +op men ongetwyffeld staat maakte, overeenkomstig de vrypostigheid, +waar mede ik myn verzoekschrift aan den Gouverneur der Volkplanting +had ingeleverd". Niet in staat zynde een enkel woord uit te brengen, +ging ik naar JOANNA toe, die my al glimlachende antwoorde, dat ik aan +de vryheid van onzen zoon niet moest wanhoopen. In deeze oogenblikken +van neerslagtigheid verliet ik deeze beminnenswaardige vrouw nooit, +zonder dat zy my eenigen troost gegeven had. + +Byna op deezen zelfden tyd vernamen wy, dat in de Utrechtsche +nieuwspapieren een zeer scherp geschrift stond tegen den Colonel +FOURGEOUD, waar by men met het zenden van afgezanten, door hem aan de +Oucas- en Sarameca-Negers gedaan, den spot dreef. Schoon hy van die +zoogenaamde bondgenooten niets te verwagten had, en dat zyn volk op +dit oogenblik byna geheel versmolten was, wilde hy echter de geenen, +die nog gaan konden, niet geheel werkeloos laten. Hy kleedde derhalven +zyne soldaten op nieuw, (voor de eerste maal na het jaar 1772,) en hy +gaf hun nieuwe sabels, enz.; vervolgens zond hy hen om aan den mond van +de Cassipory-Kreek, aan het bovenëinde van de Cottica te gaan legeren, +zynde alleenlyk door Onder-Officiers vergezeld; maar de Officiers +van hoogeren rang, kregen spoedig bevel om hen te volgen. Den 7den, +onthaalde hy ons ter maaltyd, en liet eindelyk een gebraden ossenharst +opdisschen, welke men hem van Amsterdam gezonden had, op zoodanige +wyze gereed gemaakt, als ik reeds beschreven heb. Op het nagerecht +zag ik eene vrucht, die men in Surinamen noemt Kaneel-appel, aan een +boompjen groeit, en in de tuinen van Paramaribo, meenig-werf gevonden +word. Dezelve is met een zoort van groene schubben geheel bedekt, +en gelykt naar een jonge artichok. + +De schil van deeze vrucht is byna een halve duim dik. Het vleesch +smaakt als dikke room, waar in aangebrande suiker geroerd is. Het +is zoo zoet, dat zommige lieden het al te laf oordeelen. Derzelver +breede, harde en zwarte zaaden zitten in dit vleesch. + +My hebbende gereed gemaakt om weder eenen dadelyken dienst te beginnen, +en daarënboven eene groote meenigte wyn, sterke dranken, en allerleije +zoorten van ververschingen, my door myne vrienden toegezonden, +ontfangen hebbende, beval ik JOANNA, en mynen zoon, aan de zorge +van de goede Mevrouw GODEFROY aan. Dit was dus de zevende veldtocht, +die thans een aanvang nam: ik verlangde de onderneming, welke wy met +eenen zoo standvastigen yver voortzetteden, zoo mogelyk, tot genoegen +van de inwooners deezer Volkplanting te doen afloopen. Ik bevond my +toen zoo wel, ik was zoo opgeruimd van geest en wel gemoed, als op +den dag zelven, toen ik, met de krygsbende van den Colonel FOURGEOUD, +op het vaste Land van America ontscheepte. + + + +AGT-EN-TWINTIGSTE HOOFTSTUK. + +De Muitelingen trekken de Rivier Maroni over.--Derde tocht +naar Gado-Saby.--De Land-Scorpioen.--Verscheiden zoorten van +timmerhout.--Boom, welke een vrucht voortbrengt, de Marmelade-doos +genaamd.--Het aankweeken van Ryst.--Buitengewone hitte, die alle de +moerassen opdroogt.--De Oppossum van het vrouwelyk geslacht.--De +Brazilsche Wezel.--De Mierëeter.--De Tamandua.--Hout-luizen en +vliegende luizen.--Tafereel van ellende en sterfte.--De Vrede aan de +Volkplanting bezorgd.--De Poelsnip.--De Lepelgans, en de Brazilsche +Ojevaar.--Wilde Eendvogels van verschillende zoorten. + +Den 10den November, begaf ik my, in een talryk gezelschap, met een +vaartuig naar de legerplaats aan de Cassipory-Kreek. Des anderen daags +was de geheele Volkplanting met rook overdekt, dewyl de bosschen aan +het zee-strand in brand geraakt waren, zonder dat men 'er de reden van +konde opsporen. Op de reize ontmoetten wy een hoop krygsvolk, onder +bevel van den Colonel TEXIER, die van Vrydenburg, aan de Maroni-Kreek, +te rug kwam. Deeze Officier verzekerde ons, dat de muitelingen, na den +gevoeligen neep, dien wy hun door het inneemen van Gado Saby hadden +toegebragt, die groote Rivier overvluchtten, en by de Franschen, in +Caijenne wonende, eene schuilplaats vonden. Hy voegde 'er by, dat hy +van hun eene vrouw gevangen had, en de Lieutenant KEEN twee mannen, +na 'er verscheiden gedood te hebben; dat de beide nieuwe compagniën +van vrywillige Negers de eer van hunne vaandels, door hun met groote +staatsie van den Gouverneur ontfangen, ophielden, door het medebrengen +van gevangenen, welken zy aan het strand agter Paramaribo gemaakt +hadden; dat zy by deeze gelegenheid geholpen waren geworden door de +Indianen, die vrywillig gestreden hadden, en meer dan eenmaal op die +zelfde plaats den vyand afbreuk hadden gedaan. Alles deed zig dus +aan ons voor, om onze onderneming met eenen goeden uitslag bekroond, +en de rust in de geheele Volkplanting hersteld te zien. + +De Plantagie Saardam, die toen aan den Colonel DES BORGNES, uit hoofde +van zyn huwelyk, toebehoorde, op onzen weg liggende, hielden wy daar +stil. Ik vond 'er eenen Americaanschen matroos, welke melasse, of +suiker-syroop, inlaadde. De bekwaamheid van den nieuwen Planter en +zynen Opzichter willende beproeven, haalde ik deezen matroos over, +om twee kruiken kill-devil (by de Hollanders genoemd kelduivel,) +die op deeze Plantagie gemaakt was, te kleuren, en te verzekeren, +dat hy dezelve als rhum van Antigoa aanbragt. Hy deed het geen ik +hem zeide. Men vond zyne zoogenaamde rhum uitmuntend; men maakte 'er +punch van voor het geheele gezelschap, en men gaf hem wederkeerig zes +andere kruiken van die zelfde kill-devil. De Americaan beloofde my +die insgelyks te zullen kleuren; en hy hoopte zyn vaartuig boordvol +geladen te hebben, voor zyn vertrek van Paramaribo. Zoo veel vermogen +heeft het vooröordeel in alle Landen. + +Wy verlieten de Plantagie Saardam, alwaar wy volmaakt wel ontfangen +waren, en wy kwamen den 13den, zonder het ontmoeten van eenig onheil, +op onze legerplaats by de Cassipory-Kreek aan de Cottica. Geene +schoenen, noch koussen aan hebbende, wierd ik byna gestoken door een +Land-Scorpioen, toen ik myne voeten aan den wal zette. Dit insect +heeft de grootte van eene kleine kreeft. Zyn lyf, zynde van eene +eyronde gedaante, en van eene roetkleur, is met beweegbaare ringen +bedekt. Hy heeft agt pooten, welke in geleden verdeeld zyn. Twee +armen, insgelyks in geleden verdeeld, komen uit zyn kop, en schynen +een gedeelte van zyn lyf uit te maken. Zyne oogen zyn zoo klein, +dat men ze naauwlyks zien kan. Zyn staart heeft zeven klootvormige +verdeelingen, naar koraalen van glas gelykende, en eindigt met een +dubbele ring. Het wyfje kronkelt dezelve op haaren rug in elkander, om +haare jongen voor de aanvallen van andere insecten te beveiligen. De +steek van den Land-Scorpioen is niet doodelyk, maar veröorzaakt eene +stekende pyn en koorts. Men zegt, dat hy van huid verandert, even als +de krabben van schelp veranderen. Men vindt hem meestäl op oude boomen, +oud huisraad, en ook dikwils onder het vuilnis, en in het drooge gras. + +Onder de ongelukken, welken ik hier zag, moet ik niet vergeten het +verlies van eenen zee-soldaat, die, zig in de Rivier badende, door +eenen grooten Kayman eensklaps wierd naar den grond getrokken. Zoo +dra ik zyn ongeluk bemerkte, ontkleedde ik my, sprong oogenblikkelyk +in het water, en droeg zorg, dat ik altyd het eene been in beweging +hield. Met dit al, ik vond niet den geen, dien ik zogt, en liep zelf +groot gevaar. Ik had door eenen Neger eene lange roeyriem in een +lynregten stand doen houden, ten einde ik my daar aan vast hield, +en hy dezelve, wanneer ik 'er op sloeg, naar zig toe zoude haalen; +maar de Neger, my kwalyk begrypende, maakte met die roeyriem zulk +eene geweldige beweging, dat ik naar den grond zonk. Ik kwam niet +weder boven, dan omtrent in het midden van den stroom, en bereikte +den oever niet dan met zeer veel moeite. + +Den 20sten, bevel ontfangen hebbende om naar Gado-Saby te trekken, +vertrok ik des morgens ten zes uuren, aan het hoofd van twee +Lieutenants, drie Sergeanten, zeven Corporaals en vyftig soldaten, +zonder een Heelmeester en den Neger, GOOSSASY, dien wy in drie of vier +uuren kwyt raakten, daar by te rekenen. Wy sloegen ons neder aan de +oevers van de zelfde Cassipory-Kreek, zonder meer dan zes mylen ten +westen van derzelver mond te hebben kunnen voorwaarts komen. + +Den 21sten, vorderden wy zeven of acht mylen noordwaarts, en wy vonden +geen enkelen drop water, om den hevigen dorst te lesschen, die ons +allen verslond. Wy waren te midden van het saisoen van droogte, +waar van de hitte dit jaar brandender was, dan ooit. + +Toen onzen weg veranderd, en denzelven noord-oost-waarts genomen +hebbende, doorwaadden wy, des morgens van den 22sten, het moeras; +en tegen den middag bereikten wy wederom het drooge; vervolgens, +na nog één uur te zyn voorwaarts getrokken, gingen wy naar den +westkant. Wy ontmoetten aldaar een groot veld, met ignames beplant, +het welk wy verwoestten. Dit gedaan hebbende, trokken wy lynrecht +voort, en sloegen ons neder op het oud verblyf der Negers, Cofaay +genaamd. Het gebrek aan water deed ons verschrikkelyk lyden. De +slaven echter vonden middel, om ons hier water te bezorgen; en hoe +stinkend het ook wezen mogt, dronken wy het zelve, na het door onze +hembds-mouwen te hebben laten doorloopen. + +In weerwil van de onaangenaamheden van deezen tocht, onderzocht ik +de volgende boomen, door my nog niet beschreven: de Carnavatepy en +de Berklack, waar van het hout zeer dienstig is. Het eerste heeft +heerlyke zwarte en bruine streepen: het gelykt zeer veel naar het geen +men Brasilisch hout noemt; en wanneer het bewerkt wordt, verspreidt +het een geur, welke voor die van den nagelbloem niet behoeft onder +te doen. Het tweede heeft eene bleek ronde of violet kleur; het +is insgelyks geschikt tot alle werk, waar toe men het gebruiken +wil. Men bood my ook een zeer zonderling zoort van vruchten aan, +genaamd de Marmelade-doos. Dezelve heeft de gedaante van een grooten +appel, maar een weinig meer ey-rond, en geheel met dons bedekt. In +'t begin is deeze vrucht groen, maar ryp wordende, wordt zy bruin. De +schil is hard, en door eene zekere beweging scheidt zy zig in tweën, +even als een noot. Het vleesch of merg koomt dan te voorschyn, +gelykende naar dat van een mispel: het is eene zoete en bruin-kleurige +zelfstandigheid, die aan groote pitten vast zit; de inwooners zuigen +dezelve met graagte uit. Het spyt my, dat ik van den boom, die deeze +vrucht voortbrengt, en van wien dezelve haaren naam ontleent, geene +beschryving geven kan. + +Den 23sten, trokken wy ten westen van Cofaay, in de hoop om het een +of ander van den vyand te vernemen. Wy volgden een voetpad, loopende +dwars door bebouwde landen, en met den weg gemeenschap hebbende: +wy ontdekten verrukkelyke gezichten; maar wy ontmoetten niets anders +dan een grooten hoop wilde varkens, wier geknor en geraas op den weg +ons, eer wy ze gezien hadden, hen deed houden vooreen afgezonden hoop +muitelingen, en wy maakten ons gereed om dezelven wel te ontfangen. + +Tegen den middag kwamen wy weder te Gado-Saby, alwaar wy, naauwlyks +nedergezeten zynde, om van de vermoeienis van onzen tocht een weinig +uitterusten, in ons midden zagen verschynen eenen ouden Neger, hebbende +een langen witten baard, en een stuk van een sabel in de hand. Ik stond +dadelyk overëind, en aan een ieder, wie hy ook wezen mogt, verbiedende +op hem te schieten, zeide ik hem dichter by te komen, hem verzekerende, +dat niemand van de geenen, die onder myn bevel stonden, hem zoude +durven mishandelen, en dat ik hem zelfs alle hulp zoude toebrengen, +die hy benoodigd mogt hebben.--"Neen, neen, Massera! antwoordde hy my +met zeer veel standvastigheid"; en met het hoofd schuddende, liep hy +weg. Onaangezien myne beveelen, wierd door twee van myne soldaaten op +hem geschoten; maar tot myn groot genoegen raakten zy hem niet. Deeze +elendige omzwerver zogt een onzeker bestaan in die verlatene velden, +welken wy meer dan eens verwoest hadden.--De reden, waarom de Negers +zoo moeielyk met een kogel te raken zyn, bestaat hier in, dat zy +nooit in eene rechte lyn, maar altyd kronkels-gewyze, loopen. + +Overëenkomstig myne beveelen, verwoestte ik Cofaay, en deszelfs omtrek, +op nieuw, maar het deed my echter leed, om des ouden Negers wille. Na +het om ver hakken van verscheiden catoen-boomen, bananen-boomen, +althaea-planten, duiven-boonen, Indisch koorn, ananassen en ryst, +die grootendeels zedert de eerste aldaar door ons gedaane verwoesting +waren opgeschoten, konde ik niet nalaten, om voor eene kleine hut, +in welkers nabyheid heete asch en bananen-schillen lagen, een weinig +scheeps-bischuit, een groot stuk gezouten ossen-vleesch, en een fles +nieuwe rhum agter te laten, voor den ongelukkigen, die aldaar zyn +verblyf hield. Vervolgens sloegen wy ons andermaal op de vlakten van +Cofaay neder. + +Zoo dikwerf gesproken hebbende van velden met ryst bezaaid, verwagt +de lezer waarschynlyk eenige byzonderheden omtrent derzelver +aankweking. De plant, die het graan van deezen naam voortbrengt, +heeft, schoon sterker zynde, vry wat gelykheid met het koorn. Zy +brengt holle gegroefde stammen voort, op zekere afstanden knoopen of +knobbels hebbende, en zig tot de hoogte van vier voeten verheffende. De +bladeren zyn rank, even als van het riet. De zaden zyn ten naasten +by op dezelfde wyze gerangschikt, als de garst, en groeijen aan +halmen, langs welken zy beurtelings geplaatst zyn. De oriza of ryst, +heeft hitte en vocht noodig. De ryst-korrels zyn langwerpig rond; +de beste zyn wit, doorschynend en hard. De nuttigheid van de ryst +is zoo over bekend, dat ik 'er niets anders van zeggen zal, dan dat +dezelve voorkwam, dat onze arme soldaten niet van honger stierven, +voornamelyk in Augustus 1775, toen zy voor een geheel rantsoen daags +niet meer hadden, dan een scheeps-bischuit, en drie koorn-airen van +Indisch graan, voor vyf mannen. + +Mynen last toen volkomentlyk ter uitvoer gebragt hebbende, hernam ik, +met myne manschappen, den weg naar de Cassipory-Kreek, trekkende +door de verwoeste velden van Gado-Saby die niets anders dan eene +dorre woestyn vertoonden. Wy gingen vervolgens zuid-oostwaards, +daar na geheel en al zuidwaarts, en hingen toen onze hangmatten in +de nabyheid van onze eerste legerplaats op. Het is opmerkelyk, dat +alle de moerassen door de buitengewoone hitte waren uitgedroogd; en +tevens was de stank, die door eene meenigte van visschen, voornamelyk +tot het zoort van de Warappa's behoorende, welke by het afloopen +van het water gestorven waren, wierd opgegeven, aller ongezondst +en ondraaglykst. Onze slaven echter zogten de minst bedorvene van +deeze visschen uit; des avonds lieten zy ze in de pan bakken, en aten +dezelven als een lekker beetjen. + +Des anderen daags morgens, trokken wy verder zuidwest-waarts +ten westen, en hielden omtrent vier mylen van de Cassipory-Kreek +stil. Den 26sten, onzen weg zuid-zuid-westwaarts nemende, kwamen wy +in het hoofd-kwartier, zeer vermoeid, zeer vermagerd, en ik had zelf +de roos in het aangezicht. Ik stelde myn dagverhaal ter hand aan den +Lieutenant Colonel DES BORGNES, die het bevel voerde. + +Een hoop van vyftig soldaten wierd, den 27sten, naar den post van +Jerusalem, en deszelfs omtrek, op kondschap uitgezonden, en den 6den +December, kwam de zoo lang verwagte versterking, uit drie honderd +vyftig mannen bestaande, in de Rivier Surinamen aan; zy hadden, van +hun uitzeilen uit Holland af gerekend, de reize gedaan in agt-en-zestig +dagen, maar 'er vyftien van te Plymouth doorgebragt. + +Wy vernamen toen, dat Capitain JOACHIM MEIJER, die eene aanzienlyke +somme gelds voor ons volk aan boord had, door de Mooren genomen was +geworden, en met alle zyne scheepsgezellen te Marocco opgebragt, +alwaar zy slaven van den Keizer wierden:--dat het Schip Paramaribo, +Capitain SPRUIT, (één van de geenen, waar in men in het begin van +de maand Augustus de zieken inscheepte,) in het Kanaal op de klippen +van Ouessant schipbreuk had geleden; maar dat, met behulp van eenige +Fransche visschers, allen, die zig aan boord bevonden, gered en naar +Brest gebragt waren, van waar zy wederom naar Texel inscheepten:--dat +de Prins van Orange, uit weldadigheid en menschlievenheid, onder de +Officiers en soldaten, ten getale van meer dan honderd, de navolgende +sommen gelds had laten uitdeelen, namelyk, omtrent veertig guldens +aan elken soldaat, zes honderd aan elken Lieutenant, agt honderd +aan elken Capitain, en duizend aan den Major MEDLAR, die het bevel +voerde. Alle de geschenken, welken ik aan myne vrienden in Europa +gezonden had, waren op dien zelfden bodem, en alzoo, tot myn groot +hartzeer, verloren geraakt. + +Zedert meer dan een maand had ik tot myne woonplaats niets anders, +dan eene slechte hut, voor regen en wind bloot staande. Doch thans +vernomen hebbende, dat, in weêrwil van de aangekomene versterking, +men ons bestemd had, om ons eenigen tyd in de bosschen te blyven +ophouden, het geen aan veelen van ons volk zeer leed deed, begon +ik, den 1sten December, om zonder hamer, of spykers, voor my eene +wooning te laten bouwen, die in zes dagen was afgemaakt, schoon twee +verdiepingen, eene overdekte gaandery met een hek, en eene kleine +keuken hebbende. Dicht daar by was een tuin tot myn gebruik, alwaar +ik op jong plantsoen, de namen van JOANNA en JOHNNY sneed. Tot gebuur +had ik mynen vriend den Capitain BOLTS, die een geyt had, waar van de +melk ons van groot nut was. Anderen hielden eendvogels en hoenderen; +maar de laatstgemelde hadden geene haanen; men was bevreesd voor hun +gekraay, en had dezelven gedood. Alle onze Officiers eindelyk bouwden, +aan den oever, eene reije van zeer zindelyke wooningen; aan de overzyde +had men meer dan honderd hutten, (die toen allen groen waren,) voor het +nieuwe krygsvolk opgericht, en het geheel maakte eene fraaije straat, +waar van niettemin de bewooners een zeer slecht voorkomen hadden. + +Het was aan myne wooning merkwaardig, dat men 'er door het dak +inkwam. Door dit middel zag ik my ontheven van alle die aanloopende +bezoeken, die myn voorraad uitputten, en my meenigmaalen hinderden, +wanneer ik met teekenen, schryven of lezen bezig was. Onze legerplaats +was daarënboven zeer aangenaam. Wy waaren op eene hoogte, alwaar +wij van de schadelyke dampen, die aanhoudend uit den grond opkomen, +en elders een groot getal manschappen hadden doen sneven, niets te +vreezen hadden. + +Geduurende de zeer korte oogenblikken, dat ik hier eenige rust had, +maakte ik in het klein, op een plank van agtien duimen lengte en +twaalf duimen breedte, de boeren-wooning, welke ik aan de Hoop bewoond +had. Ik gebruikte daar toe insgelyks takken van Latanus-boomen, en +elk beschouwde het als iets, dat zeer merkwaardig was. Ik gaf het +ten geschenke aan mynen vriend den heer DE GRAAF, die het vervolgens +in zyne verzameling van zeldzaamheden te Amsterdam plaatste. Dewyl ik +thans van dit onder werp spreeke, zal ik aan den lezer een gezicht van +beide myne wooningen aanbieden, de eene aan de Hoop, alwaar ik zulke +gelukkige dagen doorbragt, de andere slechts voor een korten tyd, zoo +als wy die in de bosschen bouwden, om aldaar voor het slecht weder +beveiligd te zyn. De eerste kan beschouwd worden als het zinnebeeld +van huisselyk geluk; de tweede als het zinnebeeld van allerleije +vermoeijenissen en gevaaren. + +Het regen-saisoen onverwagt zynde opgekomen, handelde het krygsvolk +der Sociëteit van Surinamen, dat aan de Wana-Kreek lag, verstandig +met op te breken, en trok den 26sten voor by onze legerplaats, de +Cottica afzakkende, om zig naar de Plantagiën aan de Peréca-Kreek te +begeven. Intusschen waaren wy verwezen, om in deeze legerplaats aan de +Cassipory-Kreek gebrek te lyden, terwyl de Colonel FOURGEOUD zig zeer +gerust op Paramaribo bevond. De Officiers van dit volk berigtten ons, +dat eenige andere muitelingen, aan den kant van de Rivier Maroni, +gevangen genomen waren. Wy behaalden zulk een voordeel niet, schoon +wy van alle kanten geduurig ronden deeden. + +Den 29sten, eindelyk, wierpen zes schepen, beladen met een gedeelte +van het krygsvolk, het welk uit Holland was aangekomen, het anker +tegen over onze legerplaats. Ik kon niet nalaten de ongelukkigen, die +zig met ons vereenigden, te beklagen, en dit was niet zonder reden, +dewyl verscheiden van hun reeds door de scheurbuik, en andere akelige +ziekten, waaren aangetast. Intusschen bouwden wy een oven van steen, +en deeden al wat wy konden, om hun hulp te verschaffen. Een zekeren +voorraad van wyn ontfangen hebbende, onthaalde ik tevens alle de +Officiers; maar deezen drank den Capitain P----T naar het hoofd +gevlogen zynde, daagde hy my, wegens een kwalyk verstaan, tot een +tweegevecht uit. Wy gingen dus een weinig ter zyden van de legerplaats; +en toen wy den sabel in de hand hadden, trok deeze Officier af met een +schaterenden lach, wierp zyn wapentuig weg, en zeide my: "Dat ik hem +konde afrossen, zoo ik wilde; maar dat hy te veel achting voor my had, +om my den minsten tegenstand te kunnen bieden", en daarop omhelsde hy +my hartelyk. Ik deed hem een vriendelyk verwyt, en bragt hem weder by +het gezelschap, met het welk wy het oude jaar vrolyk ten einde bragten. + +Op nieuwe jaars dag van het jaar 1777, gingen wy onze gelukwenschingen +by den bevelhebbenden Officier afleggen; en, onder weg, vertoonde men +my de Philander, of de Oppossum van Mexico, alhier Awary genaamd. Het +was een wyfje, welke men met haare jongen levendig gevangen had. + +Ik heb reeds van de Oppossum gesproken; ik zal my dus hier alleenlyk +met die byzonderheden bezig houden, welke ik in het thans aan my +vertoonde dier opmerkte; zy zullen zelfs zeer weinige in getal +zyn, want het dier bevond zig op den bodem van eene ledige kist; +en vreezende door het zelve gebeten te worden, dorst ik het 'er +niet uit haalen. Zoo groot zynde als een Noorweegsche rot, was +deeze Oppossum mitsdien veel grooter, dan die ik bevorens in dit +werk beschreven heb. Derzelver hair had eene geelachtige gryze kleur +op den rug, en eene vuile witte kleur onder aan den buik en aan de +pooten. Haare bek was voorzien van lange knevels en minder puntig, +dan de andere Oppossum. Een zwarte kring liep rondom haaren oogbol; +de oogen waaren wel niet zwart, maar stonden zeer levendig. Haare +staart was uittermaten lang, dik, van zwaar hair voorzien, vooral +ter plaatse waar dezelve aan het lyf vast is, en diende haar tot een +aanvallend wapentuig. Deeze Oppossum had onder den buik een zak, +van een plooy of kreuk in de huid gemaakt, en van buiten zoo wel +als van binnen hairachtig. Haare jongen, ten getaale van vyf of zes, +kwamen 'er nu en dan uit, wanneer de moeder zig stil hield; maar op +de minste beweging of het minste gerucht, begaven zy 'er zig weder +schielyk in. Met dit arme dier, het welk men reeds lang gekweld had, +medelyden hebbende, deed ik de kist op zyde tuimelen. Toen ontsnapte +de gevangene met haare jongen, en klauterden allen gezwindelyk op den +top van eenen hoogen boom, staande in het gezicht der wooning van den +Colonel SEYBOURG. De moeder maakte zig vervolgens met haare staart aan +één van de takken vast; maar dewyl dit zoort van dieren het gevogelte +vernielt, deed de Colonel, voor zyne hoenderen bang zynde, op haar en +haare jongen schieten. By het geen ik gezegd heb, moet ik nog voegen, +dat de gezwindheid van deeze Oppossum my des te meer verwonderde, +om dat verscheiden Schryvers die hoedanigheid in dezelve ontkennen. + +Onder de vernielers van het gevogelte, vindt men ook een ander dier, in +dit Land bekend onder den naam van Quacy-Quacy, door zommige persoonen +genoemd het Indisch Konyn, maar zynde in de daad de Coati-moudi, of +het Brazielsche wezeltje. Men vergelykt hem zeer voegzaam met de Vos; +want zoo wel als hy genoegzaame kragten heeft, om een kalkoen of een +gans weg te nemen, is hy ongemeen behendig. Dit dier is zomtyds by +de twee voeten lang. De gedaante van zyn lichaam is als die van een +hond. Deszelfs hair is gewoonlyk zwart, of liever donker bruin; maar +verscheiden van dat zoort hebben het zelve van eene blinkende roode +kleur. Hy heeft eene lange dik gehairde staart, met zwarte streepen als +ringen, en van eene donkere buffels kleur: hy houdt dezelve doorgaans +in de hoogte. Het hair van de borst en van de buik van den Coati is van +eene vuile witte kleur. Zyn kop, van eene helder bruine kleur, heeft +lange kakebeenen, en een zwarte varkensmuil, die by de twee duimen +overhangt, zig in de hoogte opstroopt, de vertooning maakt van een +krom gebogen en opgeheven bek, en beweegbaar is even als die van den +Tapira. Zyne oogen zyn klein; zyne ooren kort, rond, en van wederzyden +door een diep bindzel aan den bek vast zittende. Zyne pooten zyn kort, +en vooräl de voorpooten; dezelve eindigen met zeer langwerpige voeten, +verdeeld in vyf klauwen, met sterke nagels gewapend. Schoon de Coati, +even als de beer, altyd op de hiel loopt, en zig op de agterpooten +staande houdt, is 'er geen dier, (den aap uitgezonderd,) dat met meer +gezwindheid de boomen opklimt. De vogelnesten, met al wat 'er in is, +zyn aan zyne vernielingen bloot gesteld. Hy plundert voornaamlyk de +hoender-hokken; en dienvolgende stelt men alles te werk om hem uit +te roeijen. + +Alvoorens de Surinaamsche bosschen te verlaten, moet ik nog een +ander dier beschryven, het welk dezelven bewoont, en voornamelyk van +mieren leeft; het is de groote Mier-eeter, de mier-eetende Beer, of +de Mieren-Leeuw; Ofa Palmera by de Spanjaarden genoemd. Het lyf van +dit dier (twee maalen grooter zynde, dan dat van den Coati-moudi,) +is overdekt met lange en dikke hairen, zwart op den rug en aan den +buik, grys of witachtig geel aan den hals en in de zyden. Zyn kop +is niet zeer dik, maar uittermaten langwerpig, en eindigende met een +grooten bek van eene helder roode kleur. Zyne oogen zyn zeer klein; +zyne ooren kort en rond; en zyn mond, die geene tanden heeft, is niet +grooter dan noodig is, om zyne tong te kunnen bevatten. Zyne staart +is van eene verbaazende grootte, en van zeer lange hairen voorzien, +welke dezelven naar die van een paard doen gelyken. Het dier bedient +zig van deeze buitengewoone staart, om zyn lyf te dekken, wanneer hy +slapen wil; het geen hy doorgaans over dag doet, wanneer hy zig voor +den regen wil beveiligen. Anderzints sleept hem dezelve agter aan, +en hy veegt 'er den grond mede. Hy heeft dunne pooten, maar met zeer +lange hairen overdekt; de agterpooten zyn zwart, korter, en eindigen +met vyf klaauwen; de voorpooten hebben eene vuile witte kleur, maar +eindigen alleen met vier klaauwen, waar van de twee middelste langer +zyn, dan de andere; allen zyn ze met zeer scherpe nagels gewapend. + +De groote Mier-eeter is, een slecht looper. Hy zet zig altyd op het +achterste van de langste zyner pooten, even als de Coati, of de +Beer; maar hy klautert beter; en hy is zoo sterk in het vechten, +dat geen hond zig aan hem durft wagen; want geen dier, dat onder +zyne voor-klauwen koomt, en zelfs de Jaguar, of de Guiaansche Tyger, +wordt door hem los gelaten, dan wanneer hy hem dood gemaakt heeft. Zyn +voedzel, zoo als if gezegd heb, bestaat, voornamelyk in mieren, welken +hy op de volgende wyze vangt:--Wanneer hy by een mieren-nest koomt, +steekt hy zyne tong uit, die by de twintig duimen lang is, en zeer veel +gelykheid op een worm heeft; door eene slymige stoffe, of speekzel, +bevochtigd zynde, blyven de mieren 'er in een groot aantal aan hangen; +de mier-eeter haalt vervolgens zyne tong in zynen bek te rug; en hy +herhaalt deeze bewerking, zoo lang nog eenige van deeze insecten in +hunnen schuilhoek overig zyn; daar na gaat hy elders zoeken, om het +zelfde zoort van voedzel op gelyke wyze naar zig te nemen. Hy klautert +ook op de boomen, om aldaar houtluizen en wilden honig te eeten; maar +indien hy het noodige voedzel voor zig niet vindt, kan hy een langen +tyd vasten, zonder daar van het geringste ongemak te ondervinden. Men +zegt, dat men dit dier kan tam maken, en dat hy, in dien huishoudelyken +staat, kruimels brood, en zeer kleine stukjens vleesch doorslikt; +men beweert bovendien, dat zyn vleesch aan de Indianen en Negers +een goed voedzel verschaft; ik heb de laatstgemelden ten minsten het +zelve met smaak zien eeten. Eenige mier-eeters zyn niet minder dan +agt voeten lang, van den kop tot de staart gerekend. + +In Surinamen vindt men ook een dier van het zelfde zoort, Tamandua +genaamd: maar hy is kleiner en zeldzamer. Hy verschilt van den +bovengenoemden daar in, dat hy twintig klaauwen heeft, den kop naar +evenredigheid grooter, de staart kleiner, en afgedeeld door zwarte +streepen, en van eene bleek geele kleur. 'Er is ook nog een derde +zoort, welk dier insgelyks den naam van Mier-eeter draagt; maar ik +heb hem nooit gezien. + +Den 3den kwamen zes andere vaartuigen van Paramaribo aan; zy waren +geladen met soldaten, die het getal van drie honderd vyftig mannen, +uit Holland gezonden, volkomen uitmaakten. Vernomen hebbende, dat +onder deeze nieuw aangekomenen zig bevond een Capitain, CHARLES SMALL +genaamd, die onder de Schotsche Brigade gediend, en met den Vaandrig +MACDONALD geruild had, zakte ik dadelyk in een kano de Rivier af, om +deezen Officier op te zoeken, en hem mynen dienst aan te bieden. Ik +was naauwlyks op zyn vaartuig gekomen, of ik zag hem aan eene heete +koorts in zyne hangmat ziek leggen. My niet herkennende, uit hoofde van +myn plunje, die niet veel beter was, dan van den gemeensten matroos, +vroeg hy, wat ik begeerde; maar wanneer hy in my zynen ouden vriend +STEDMAN herkende, in eenen zoo verschillenden staat, als hy hem voor +deezen gekend had, drukte hy my de hand, en smolt in tranen weg, +zonder een enkel woord uit te brengen. Deeze aandoenlyke beweging, +waar door zyne ziekte verërgerde, gaf my een sterker bewys van zyne +vriendschap voor my, dan eenig gesprek zoude hebben kunnen doen. Ik +nam hem derhalven in myne kano, en bragt hem in myne hut, alwaar men +veel moeite had, om hem door een gat, het welk men opzettelyk maakte, +te doen binnen treden, want het gat in het dak konde alleenlyk voor +my tot een ingang dienen. Zyne hangmat dicht by de myne hebbende doen +ophangen, liet ik water koken, waar in ik rhum, suiker en een weinig +bischuit deed; de zieke nam deeze soup, en van dit oogenblik aan wierd +hy beter. Hy verhaalde my, dat één van zyne soldaten in den overtocht +verdronken was, en dat wanneer de Colonel FOURGEOUD aan de nieuwlings +ontscheepte Officiers een dans-party gegeven had, op welke één van zyne +koks en twee soldaten de plaats van Musikanten vervulden, hy aldaar, +door te veel te danssen, zig zyne ziekte had op den hals gehaald. + +Korten tyd daar na, verscheen de Colonel zelf in de legerplaats, +en kondigde ons aan, dat door de aankomst van nieuwe Officiers, +verscheiden onder ons hunnen rang in het Regiment en in het +leger verloren: dit was de belooning voor allerleije zoorten van +vermoeijenissen, gevaaren, en onäangenaamheden, geduurende vier +jaaren lang in eene verzengde luchtstreek. Om de maat van ellende +vol te meten, gelastte men ons, in plaats van ons naar Europa te rug +te roepen, om in de bosschen van Surinamen te blyven, en aldaar de +geenen, die ons moesten vervangen, in den dienst te onderrigten. + +De post van Majoor wierd my toen opgedragen. Dezelve was zeer +onäangenaam: men moest dagelyks soldaten kastyden, die om hunnen honger +te stillen, het magazyn beroofden; want hun ontbrak brood eene geheele +week lang, dewyl de oven reeds was afgebroken. Een van deeze arme +keerels wierd byna tot den dood toe gegeesseld, om dat hy een gerookte +worst ontvreemd had van den Colonel, die nooit vergat, om ten minsten +zes sterke Negers te beladen met allerleije zoorten van gezouten kost, +thee, koffy, suiker, Madéra-wyn, brandewyn, genever, enz. + +Den 8sten, kwam eindelyk een vaartuig aan, niet alleen gezouten vleesch +en bischuit in hebbende, maar ook een levendige os en twee varkens. + +Deeze dieren waren een geschenk van zekeren Colonist, FELMAN genaamd, +die door zyne vrouw en eenige vrienden vergezeld zynde, den Colonel +een bezoek kwam geven. De varkens en de os wierden dadelyk geslagt, +en onder vier honderd menschen verdeeld, zoo dat men gemakkelyk kan +naargaan, dat ieders rantsoen niet zeer groot geweest kan zyn. Na deeze +uitdeeling, bezichtigde het geheele gezelschap onze onderscheidene +woningen. Aan de myne gekomen zynde, wandelde de Colonel dezelve +rond; maar geen deur ziende, riep hy uit: "Is hier niemand in?" Ik +stak oogenblikkelyk myn hoofd door het gat in het dak, en bood de +vrouwen aan, om door het zelve by my in te komen; maar zy bedankten +'er beleefdelyk voor. Ik heb den Colonel nooit zoo hartelyk zien +lachen. Zoo dra hy spreken kon, riep hy uit: Men moet STEDMAN zyn!--Men +moet zoo origineel zyn, als hy. Hy bragt vervolgens het gezelschap +weder in zyne woning; maar vooraf noodigde hy my, om hem aldaar te +volgen.--Toen de Capitain SMALL en ik van daar heen gingen, deeden wy +eene wandeling in eene fraaije Savane, alwaar wy eene hut van takken +van boomen hadden opgericht, waar aan wy den naam gaven van Ranelagh, +en wy namen aldaar van tyd tot tyd eenige ververschingen van koud +eeten, waar door myn voorraad schielyk op geraakte. Wy moesten dus by +vervolg van ons rantsoen leven; maar SMALL had toen het genoegen te +zien, dat zyne medgezellen van gelyken deeden. Deeze, niet gewoon zynde +aan het zuinig leven, het welk in onze bosschen zoo noodzakelyk was, +hadden van hun meel puddings gemaakt, en zagen zig toen gedwongen, +om scheeps-bischuit te eeten. + +Den 12den, kregen honderd vyftig mannen van het nieuwe krygsvolk bevel, +om op te trekken. Elk hunner was, behalven met zwaare kleederen, met +een hangmat en een zeer zwaar randsel beladen. Myn vriend SMALL was +onder dit getal; hy was zeer dik, en zoo verzwakt, dat hy naauwlyks +gaan konde. Ik deed dit aan den Colonel opmerken, die hem veroorloofde, +om zig voor een gedeelte van dien toestel te ontlasten. + +Alles op die wyze in gereedheid zynde, nam deeze hoop krygsvolk haaren +weg rechts af, en, vertrok met den Colonel FOURGEOUD aan het hoofd, +om zig naar de Rivier Maroni te begeven. + +De Colonel was in dit oogenblik ten mynen opzigte wel zoo beleefd, +als ik hem verlangen konde, maar de rechtvaardigheid dwingt my te +verklaaren, dat hy in alle andere opzigten zoo heerschzuchtig en +onmeedogend was, als ik hem immer gezien heb. Hy scheen in het begrip +te staan, dat zyn rang die handelwyze van hem vorderde. + +In zyne afwezigheid voer ik de Rivier over, en hieuw aan de andere +zyde van de Cottica eenen palmboom om, het geen ik deed, niet alleen +om de kool, maar om dat ik wist, dat de worm in veertien dagen goed +zoude zyn om te eeten. + +Het bosch van dien kant met mynen Neger QUACO doorwandelende, viel +myn oog op den cederboom, het bruine hart, en de kogel-boom. De +eerste verschilt, in weêrwil van deszelfs naam, van den cederboom op +den berg Libanon, die eene spits toeloopende gedaante heeft. Die van +Surinamen groeit mede tot eene groote hoogte op; maar men stelt zyne +waarde voornamentlyk daar in, dat deszelfs hout nooit door wormen, +noch andere insecten geknaagd wordt, en een ongemeen bitteren smaak +heeft. Het heeft ook een aangenaame geur, en men verkiest het daarom +boven alle ander hout, om koffers, kisten, kassen, en allerleije zoort +van schryn-werk te maken. Het dient ook tot het bouwen van tent-jachten +en andere vaartuigen. De kleur van het spint van dit hout is bleek +oranje. Het is hard en te gelyk ligt; en uit den stam druipt een gom, +veel gelykende naar Arabische gom: dezelve is doorschynende en zeer +welriekende. + +De boom met het bruin hart is van dezelfde dikte en hardheid, als +de boom met het purper hart, en die met het groen hart, waar van ik +melding gemaakt heb. Hy dient tot groote werken, en voornamelyk tot +het bouwen van molens. De kleur, die zeer fraay is, is met deszelfs +benaming overeenkomstig. + +De Kogelboom groeit zomtyds hooger dan zestig voeten; maar naar mate +van zyne hoogte is hy niet dik. Zyne schors is gryskleurig en glad; +zyne spint bruin, over 't geheel wit gevlakt. Geen boom is hem in +zwaarte gelyk; de zyne gaat die van het zeewater te boven. Hy is zoo +in één gedrongen, dat zonneschyn en regen geene uitwerking op hem +doen. Dienvolgende maakt men 'er latten van, om 'er de daken mede te +dekken, in plaats van met leijen of pannen, die in dit Land te zwaar +en te heet zouden zyn. Men verkoopt deeze latten voor meer dan veertig +guldens de honderd te Paramaribo, en men behoeft ze niet te vernieuwen, +dan na verloop van vyf en twintig jaaren. + +Ik moet ook nog spreken van een anderen boom, Ducolla-bolla genaamd, +die men insgelyks in de bosschen van Guiana vindt. Hy heeft eene zeer +donkere roode kleur, en een zeer gelyk en fyn erf. Zyne hardheid en +zwaarte maken hem voor den schitterendsten glans vatbaar. + +Omtrent op deezen zelfden tyd, wierd het geheele leger gekweld door +insecten, in Surinamen genoemd hout-luizen, maar welken men met +meerder gepastheid witte mieren zoude kunnen noemen, want zy hebben +zeer veel gelykheid op mieren. Het grootste onderscheid tusschen +deeze beiden bestaat daar in, dat de mieren in den grond woonen, +en deeze houtluizen hunne nesten op stammen van boomen maken. Deeze +nesten, die zwart, rond, onregelmatig zyn, veel gelykende naar den +wolligen kop van eenen Neger, maar zomtyds zoo groot als een half +vat, zyn gemaakt van eene roodachtige aarde, zoo in één gedrongen als +mastik, en ondoordringbaar voor het water. In dezen hoop, bestaande +in een eindeloos getal gemeenschappelyke wegen of loopgraven, die +de gedaante hebben van de schacht van een ganzen-veder, leven deeze +dieren in talryke zwermen; en wanneer zy 'er uitkomen, richten zy de +verschrikkelykste verwoestingen aan, meer dan eenige andere insecten +in Guiana. Zy doorknagen het hardste hout, het leder, het linnen, +en alles wat zy ontmoeten. Zy komen dikwils in de huizen door een +bedekten weg, van eene halve cirkelswyze gedaante, welken zy in de +beschotten maaken, en die door deszelfs omwegen zomtyds verscheide +honderde voeten lang is. Dewyl zy alles tot stof vermalen, indien +men, dezelven bespeurende, geene zorge draagt om ze uit te roeijen, +het geen door middel van rottekruid en terpentyn-olie geschiedt, +zyn deze insecten in staat om het geheele huis met eene volkomene +instorting te bedreigen. De houtluizen verschaffen, in weerwil van +hunne walgelyke en stinkende reuk, een goed voedzel aan het gevogelte, +het welk, zoo men zegt, 'er veel gretiger op is, dan op het graan +van Indisch koorn. Ik moet niet met stilzwygen voorbygaan, noch hun +ongemeen vernuft in het herstellen van hunne woning, wanneer die +beschadigd is, noch hun voortteelend vermogen, het welk zoo groot is, +dat men, welke verwoesting men ook onder hen maakt, hen spoedig weder +ziet te voorschyn komen, in een zoo aanzienlyk getal als bevoorens. + +Wy wierden bovendien dikwils gekweld door geheele wolken van vliegende +luizen, die zomtyds onze kleederen zoodanig overdekten, dat ze het +voorkomen van eene gryze kleur hadden. Dit ongemak sproot voort uit +de uitspreiding van haare vlerken, (vier in getal zynde) die aan +de stoffe van het kleed blyven vast zitten, en zig van het lichaam +van het insect afscheiden, wanneer het in de hoogte vliegt. Eenige +Natuurkundigen beweeren, dat de vliegende luizen geene andere zyn, +dan de bovengemelde houtluizen, en die, tot zekeren ouderdom gekomen +zynde, vlerken krygen, hun nest verlaten en rond vliegen, even als +zommige andere mieren, zoo in Europa, als in America. + +De krygstucht was toen zoo gestreng in het leger, dat ieder, die +het minste gerucht maakte, zwaar gestraft wierd, en zelfs gedreigd, +om te worden doodgeschoten. De schildwachten hadden last, om van de +aankomst van rondes alleenlyk door fluiten bericht te geven, en men +beantwoordde hun op gelyke wyze. + +Een van onze soldaten, den 18/den, veroordeeld zynde geworden, om +door de spitsroeden te loopen, vermits hy hard gesproken had, vond ik +middel, by afwezigheid van den Colonel FOURGEOUD, om hem vergiffenis +te doen verkrygen, op het zelfde oogenblik, dat hy reeds uitgekleed +was, om zyne straf te ontfangen. + +Den 23sten, ontfing ik verschen voorraad en wyn, my van Paramaribo +gezonden; alles kwam zeer ter sneede. Den zelfden dag kwam de Colonel +FOURGEOUD met zyne manschappen van zynen tocht naar de Rivier Maroni te +rug. Hy had negen en vyftig huizen verwoest, en drie bebouwde velden +vernield. Op die wyze wierd zekerlyk aan de muitelingen de doodsteek +toegebragt, daar zy, geen middel meer hebbende, om aan deeze zyde der +Rivier te kunnen bestaan, genoodzaakt waren dezelve over te trekken, +en zig in de Fransche Volkplanting van Cayenne te gaan nederzetten. Op +deezen moeijelyken, doch noodzakelyken tocht, hadden de soldaten, +en vooral de nieuwlings ontscheepten, verbazend veel geleden. Men was +verplicht een groot aantal derzelver in hunne hangmatten te dragen; +men liet meer dan dertig zieken op den wachtpost aan de Maroni, +en myn vriend SMALL kwam 'er vry wat vermagerd van daan. + +'Er waren toen meer dan honderd mannen, die in het hospitaal van +onze legerplaats gevaarlyk ziek lagen. Men hoorde niets, dan zuchten +en kermen, en daar by alle nachten het geschreeuw der Guiaansche +steen-uilen. De kramp, een ongemak, in Surinamen zeer gemeen, kwelde +de geenen, die anderzints nog in staat waren om dienst te doen. Elk +was in de grootste droefheid gedompeld. Hier zag men iemand, van +het hoofd tot de voeten, met bloedende zweeren bedekt; daar weder +een ander, die door twee van zyne medgezellen gedragen wierd, en in +eenen diepen slaap bedolven, den eeuwigen slaap ingong, in weerwil +van alle de schuddingen en bewegingen, die men te werk stelde om hem +te doen ontwaken. Een derde, door de waterzucht opgezwollen, stierf, +door het water verstikkende, na den Heelmeester, (die doorgaands +antwoordde, dat het te laat was,) vrugteloos gebeden te hebben, om +hem het zelve af te tappen. Zommigen, zig in het Hospitaal bevindende, +baden God met gevouwen handen, om hun te hulpe te komen. Verscheiden" +door eene heete koorts aangetast, trokken zig de hairen uit, braakten +lasteringen uit tegen de Voorzienigheid, en vervloekten den dag hunner +geboorte. Om kort te gaan, onze gesteldheid was zoodanig, dat men de +pen van eenen MILTON zoude noodig hebben, om ze te beschryven; en +terwyl de dood dagelyks nieuwe verwoestingen aanrechtede, geraakte +een gedeelte der legerplaats, door zeker toeval, geheel in brand; +maar de Negers bluschten den brand spoedig, zonder dat 'er eenige +wezentlyke schade uit voortkwam. + +Den 26sten, echter, begon myne ellende ten einde te loopen. De Colonel +bood my, tot myne groote verwondering, aan, om hem naar Paramaribo te +vergezellen, het geen ik zonder bedenking, en met genoegen aannam. Ik +gaf derhalven myn huis, de hut in de Savane, en myn voorraad van +levensmiddelen aan mynen vriend, den Capitein SMALL, ten geschenke. Ik +onthaalde hem, benevens eenige andere Officiers, ter middagmaal, en +gaf hun een kookzel van kool en palmboom-wormen, die nu volkomen goed +geworden waren. Wy besproeiden dit eeten met eenige glazen wyn, die +van goeder harter wierden ingeschonken, en ik nam myn afscheid. Te +middernacht ging ik met den Colonel en twee andere Officiers, in +een fraay vaartuig van zes roey-riemen. Ik verliet derhalven nog +eenmaal deeze sombere bosschen, alwaar men zoo veele wonderen ziet, +maar tevens onheilen ondervindt, die naar de gedachten van hun, die +dezelven moeten doorstaan, de tien plagen van Egypten te boven gaan. + +Toen het vaartuig het anker geligt had, verklaarde ons de Bevelhebber, +dat hy de bosschen der Volkplanting van alle kanten gezuiverd, +en de muitelingen genoodzaakt hebbende, de Maroni over te trekken, +besloten had om deezen langen en gevaarlyken tocht in eenige weeken +te doen eindigen. + +Na den geheelen nacht gevaaren te hebben, bevonden wy ons des morgens +tegen over den nieuwen weg van gemeenschap, dien wy ons by onzen +ouden wacht-post van Devil's Harwar gebaand hadden; en des middags, +kwamen wy op de Plantagie la Paix, welkers eigenaar, de heer RIVIERE, +ons ter maaltyd onthaalde. De Colonel en zyn Adjudant begaven zig +vervolgens naar Paramaribo, maar een ander Officier en ik verlieten +hem hier, en gingen naar het strand, op eenen kleinen afstand van de +laatstgemelde Plantagie, om wulpen en watersnippen te schieten. + +By het gaan en te rug komen gingen wy voorby twee posten van +het krygsvolk der Sociëteit, wier Bevelhebbers de vaandels lieten +opsteeken, en ons ververschingen, en alles, wat in hun vermogen was, +aanboden. Onze jagt was niet zeer voordeelig, en wy schoten alleenlyk +watersnippen. Zy vlogen 'er in zulke talryke meenigte, dat men ze +voor wolken die de lucht verduisterden, zoude hebben aangezien. Het +was dus voldoende, wanneer wy in het wilde schoten, om 'er twintig +te gelyk te doen vallen; maar zy waren van zulk een klein zoort, +dat het der moeite niet waardig was, om ze op te raapen. Wy zouden +vogelen van meer aanbelang hebben kunnen dooden, als lepel-ganzen, +Brazilsche oyevaars, roode wulpen, en verscheiden zoorten van wilde +eendvogels, indien de zee by ongeluk niet eenige landen overstroomd +had, die tusschen ons en de bank, waar op deeze vogelen zig bevonden, +gelegen waren. Wy hadden met dit al het genoegen van dezelven te +zien. Deeze bank geleek, op eenigen afstand, naar een scharlaken en +purperkleurig tapyt, met verscheiden zoorten van kleuren doorweven. + +De Lepel-gans heeft de grootte van een gewoone gans, en gelykt veel +naar een kraanvogel. Zyne korte pooten zyn aan het einde voorzien van +een vlies, maar het welk zig niet verder uitstrekt dan tot op een derde +der lengte van deszelfs klauwen. Zyne vederen, die wit zyn, wanneer +de vogel jong is, krygen vervolgens eene fraaije rozen-kleur. Zyn bek +is waarlyk opmerkelyk: rond, plat, en breeder zynde aan het einde, +dan aan het begin, en in het midden, gelykt dezelve naar een spatel; +en van die overëenkomst ontleent deeze vogel ook zynen naam. Men +zegt dat hy kikvorschen, hagedissen en rotten eet; maar visch moet +zyn voornaame voedzel wezen, want zyn vleesch smaakt 'er naar: hy +wordt veel aan het strand gevonden. + +Den Surinaamschen Jabiru kan ik niet beter vergelyken, dan by een +oyevaar; maar hy is veel dikker. Hy wordt daarom ook wel de Brazilsche +Oyevaar genoemd. Deeze vogel heeft eene pluimaadje op het lyf zoo wit +als melk; maar de vederen der vlerken en de staart zyn zwart. Zyne +pooten en klaauwen zyn uittermaten lang; en ik heb opgemerkt, dat hy, +strydig met het gebruik van alle andere vogelen, zig dikwils op het +agterste gedeelte van zyne pooten zet. Zyn hals en bek zyn buitengewoon +lang; de laatstgemelde is sterk, en eindigt met een kromme bogt. De +kop van den Jabiru is volmaakt zwart; de Hollanders noemen hem daarom +Neger-kop. Hy houdt zig op aan de zee-kusten, even als de voorgemelde, +en leeft alleen van visch. Men maakt hem gemakkelyk tam. Ik heb +'er twee onder het gevogelte van den Colonel FOUREROUD gezien. + +'Er zyn in Surinamen onderscheiden zoorten van wilde eendvogelen: +zy zyn niet groot; maar hunne fraaije vederen hebben verschillende +schitterende kleuren. Daar onder munten voornamelyk uit de Cawerirky, +de Soukourourky, en de Annaky: de laatstgemelde is de kleinste van +allen. Geen waterhoen, van wat zoort die ook wezen mag, is lekkerder +om te eeten, dan deeze eendvogels. Men maakt ze insgelyks tam, en +ontmoet ze dikwils onder het gevogelte op de Plantagiën. + +Den 28sten een vaartuig gevonden hebbende, het welk de Cottica afzakte, +maakte ik 'er gebruik van, om my naar Paramaribo te begeven, alwaar +ik dien zelfden avond wel gemoed en gezond aankwam. + +Myne vrienden wenschten my geluk, dat ik nog leefde, na aan zoo veele +gevaaren bloot gesteld te zyn geweest; na van alle hulp ontzet, door +distelen en doornen van één gereten, door insecten gestoken te zyn; +na uitgehongerd, afgemat, en op alle manieren gefolterd te zyn; na +dikwils gebrek aan kleederen, geld, ververschingen, of geneesmiddelen +gehad te hebben; en eindelyk na het verliezen van zoo veele brave +medemakkers, die in dit Land hun graf gevonden hadden. Dus eindigde +myne zevende en laatste veldtocht in de bosschen van Guiana. + +EINDE VAN HET DERDE DEEL. + + + + + +BERICHT VOOR DEN BINDER. + + Plaat Bladz. + + XXX. Een oproerige Neger, op Schildwacht + staande; te plaatsen tegen over 4 + + XXXI. Het doorwaden van een Moeras, in + Guiana, door het krygsvolk. 22 + + XXXII. Platte grond van de Hoofd-legerplaats, + tusschen de Rivieren Cottica en Maroni; + benevens de manier, om in de + bosschen van Surinamen te legeren. 52 + + XXXIII. Gezicht der legerplaats aan de Java-Kreek:--als + mede by Jerusalem. 134 + + XXXIV. Eene Indiaansche Vrouw, tot het geslacht + der Arrowoukas behoorende. 156 + + XXXV. Het Colibrietje of Bromvogeltje. 188 + + XXXVI. Een huisgezin van Loango-Neger-slaven. 236 + + XXXVII. Speeltuig der Negers. 274 + + XXXVIII. Gezicht van de Savane der Joden:--mitsgaders + van den Berg Parnassus, + of blaauwen Berg. 284 + + XXXIX. Manier om in de bosschen van Surinamen + te slapen.--Boeren-hut, tot + een buiten-verblyf. 326 + + + + + +NOTES + +[1] De Negers hebben de onmenschelyke gewoonte, om de lyken hunner +vyanden te verminken en te verscheuren; zommigen zelfs doen dit, +even als de Caraïben, met hunne tanden. + +[2] Men zie het Pourtrait van den Schryver, voor het eerste Deel van +dit werk geplaatst. + +[3] De Indianen maken de buitenste bast van deeze vruchten glad, +na dat ze ledig gemaakt en gedroogd zyn, en doorvlammen dezelve op +eene fraaije wyze met Roucoa en andere schoone kleuren, in acajou gom +gemengd zynde. Hunne teekeningen, in 't wilde gemaakt, zyn vry juist +voor lieden, die geene liniaalen noch passers hebben. Men ziet deeze +werken nu en dan in de kabinetten van zeldzaamheden. + +De inwooners der plaatsen, alwaar de Calebassen-boom groeit, beschouwen +het vleesch van deszelfs vrucht als een algemeen geneesmiddel voor +een groot aantal ziekten en toevallen. Zy gebruiken het tegen de +waterzucht, buikloop, kwetsingen door vallen veröorzaakt, kneuzingen, +ongemakken van wegen het steken der zon, hoofdpynen, zelfs om +verbrandingen te geneezen. Zy maken 'er een geestryken drank van, +naar onze limonade gelykende. Tegenwoordig heeft men het gebruik, +om dit vleesch te laten koken, het afkookzel door een doek te gieten, +vervolgens suiker daar in te mengen, en daar van eene buikzuiverende +Syroop te maken, welke men op de Eilanden dikwils gebruikt, om +geronnen bloed kwyt te raken: deeze Syroop word tans in Frankryk +gemeen, alwaar men ze voor de borst gebruikt. Zy is bekend onder den +naam van Calebassen-Syroop. + +MILLER bericht ons, dat men, uit aartigheid, en met een goeden +uitslag, den Americaanschen Calebassen-boom, in een broeikas van +gematigde warmte, in Europa had aangekweekt; deeze boom vordert een +ligten grond, en meenigvuldige besproeijingen. Men plant hem voort +door stekken en versche korrels of pitten in den grond te steken. + +Aanteek. v. d. Franschen Vertaler. + +[4] STEDMAN zegt in eene aanteekening, by deeze gelegenheid, te +gelooven, dat deeze slang tot het zelfde zoort behoort, waar van +Dr. BANCROFT spreekt, die, in navolging van de Indianen, denzelven +de kleine Labarra noemt, waar van de beschryving alhier volgt: + +"De kleine Labarra heeft ten naasten by de lengte van veertien voeten, +en de dikte van een gewoone zwanen-schacht. Hy is bedekt met kleine +blinkende schubben van eene donker bruine kleur, en eene meenigte witte +vlakken. Zyne staart is klein en spitsachtig toeloopende, zyn kop een +weinig plat, en grooter dan het overig gedeelte van zyn lichaam. Een +ongelukkig voorval, onlangs op de Plantagie la Conception, in de +Volkplanting Demerary, gebeurd, bewyst de kwaadaartigheid van het gift +van deezen slang. Hy, die daar van de doodelyke gevolgen ondervondt, +was een Neger-slaaf, een timmerman van zyn ambacht. Aan zyn werk zynde, +en een stuk hout willende omkeeren, beet een slang van dit zoort, die +'er onder verborgen lag, hem in dien voorsten vinger van zyne rechte +hand. De uitwerking van dit vergift was allergezwindst. De Neger had +naauwlyks den tyd gehad, om den slang te dooden, of hy konde het niet +langer op de been houden, maar viel op den grond ter neder, en stierf +in minder dan vyf minuten. Het bloed, eene zoo schielyke ontbinding +ondergaande, liep uit de slagaderen, en deedt op alle de uitwendige +deelen van het lichaam purper-vlakken te voorschyn komen. 'Er volgde +ook eene bloedstorting uit neus, ooren en mond, enz. Ik ben van +dit geval geen ooggetuige geweest, maar ik verhaale het volgens +het gezegde van lieden, wier geloofwaardigheid niet in twyffel kan +getrokken worden, en die 'er by tegenwoordig waren, toen het voorviel". + +De andere slang, waar van STEDMAN in het vervolg spreekt, schynt de +Cenco te zyn, en met de evengemelde veel overëenkomst te hebben. + +Aanteek. v. d. Franschen Vertaler. + +[5] Men vindt van dit dier, onder deeze benaming, eene beschryving +in het Dictionn. d'Hist. Natur. + +Aanteek. v. d. Franschen Vertaler. + +[6] Men schoot het kanon af by het aannaderen van het gevaar; +de nabuurige Plantagiën herhaalden telkens de schoten; het alarm +verspreidde zig dadelyk van wederzyden der Rivier, en de hulp kwam +van alle toeschieten. + +Aanteek, van den Schryver. + +[7] Deeze regels zyn uit het treurspel van Hamlet overgenomen. + +[8] In het vierde deel der Natuurlyke Geschiedenis van BUFFON, pl. 83, +vindt men één van deeze vledermuizen, die slechts drie klaauwen aan +elke vlerk heeft. + +Aanteek. van den Schryver. + +[9] Zommige Schryvers noemen hem het Rivierpaard van Zuid-America. Ik +zal dit dier op een geschikter plaats, beschryven. + +Aanteek. van den Schryver. + +[10] Dit was des te aanmerkelyker, om dat wy met alle de Indianen in +vrede waren, en dat de Negers de gewoonte niet hebben om het zelve +weg te nemen. + +Aanteek. van den Schryver. + +[11] Locust-tree.--STEDMAN noch BANCROFT geven den Latynschen +naam niet op van deezen boom, welken de Engelsche woordenboeken, +door my gebruikt, vertaalen door het woord Caroubier of Brood-boom +De beschryving, welke zy beiden van deezen boom geven, koomt niet +juist overëen met de beschryving van den boom, die onder den naam +van Broodboom bekend is. Zie hier, wat de laatstgemelde, van den +Locust-tree sprekende, zegt. + +"Deeze boom, die dikwils zeventig voeten hoog is, en een omtrek van +negen voeten heeft, behoort tot het geslacht der peulvrucht-dragende +planten. Zyne schors heeft eene gryze heldere asch-kleur. Zyne +takken, die alleenlyk aan den top uitschieten, zyn zeer talryk, en +bedekt met eironde bladen, van omtrent drie voeten lang, en eene +zeer donkere groene kleur. Dezelve zyn aan een enkele steel twee +aan twee verspreid, en altyd in het midden door eene ribbe ongelyk +verdeeld. In plaats van zyne bloemen, die veel van de gedaante van +kapellen hebben, komen platte peulvruchten, van omtrent drie duimen +lengte, en anderhalve duim breedte, van eene heldere bruine kleur, +wanneer ze ryp zyn, en bevattende drie purperkleurige amandelen, die +veel naar de Windsorsche boonen gelyken, maar veel kleiner zyn. Deeze +amandelen zyn bekleed met eene meelachtige zelfstandigheid, van een +suikersmaak en helder bruine kleur, welke de Indianen met graagte +eeten, en die aangenaam en zoet is.--Uit de voornaamste wortels van +deezen boom druipt eene harstächtige, heldere, doorschynende,geel- +of rood-kleurige gom. Men vindt 'er stukken van in den grond tusschen +deeze wortels. In overgehaalden brandewyn gesmolten zynde, (want +in water laat zy zig niet ontbinden,) levert zy een vernis op, het +Chineesch verlakt zelfs overtreffende. Het hout van den Brood-boom +is van eene helder bruine kleur; het is hard, zwaar en duurzaam; +maar het vergaat in het water, even als het hout van byna alle de +boomen in dit Land" (BANCROFT, Nat. Hist. of Guiana.) + +Aanteek. v. d. Franschen Vertaler. + +[12] Alle de Matroosen, Soldaten en Negers zyn zeer ongelukkig, +wanneer zy gebrek aan tabak hebben. Dit houdt hen, zoo zy zeggen, +wel te vreden, en zommigen zouden liever gebrek aan brood hebben. + +Aanteek. van den Schryver. + +[13] Zommige natuurkenners beweeren tegen het gevoelen van onzen +reiziger, dat dit dier deeze snuit naar willekeur kan uit en intrekken, +byna op de manier van een Olyphants snuit, of den hoorn van een +Rhinoceros. + +De Zee-paarden, in de huizen te Caijenne opgevoed, zyn uittermaten +gemeenzaam, en worden gaarne gestreeld en gekrabd; zy loopen over al +heen zonder kwaad te doen. Op het eetens-uur ziet men deeze dieren +aankomen, als of zy tot het huisgezin behoorden; zy vermoeien de +lieden, die aan tafel zitten, zeer; zy vragen hun op eene lompe wyze +met hun snuit, om eeten te hebben; zy loopen rondom de eetens-tafel; +zy eeten brood, cassave, vruchten, en dikwils, eer zy heen gaan, +wryven zy zig tegen het huisraad. + +De Indiaansche wilden bereiden de huid van deeze dieren, door dezelve +uit te spannen en in de zon te laten droogen; zy bekleeden 'er hunne +rondassen of oorlogs-schilden en hunne stormhoeden mede: de pylen en +kogels doordringen met moeite dit gedroogde leder, het welk zeer hard, +zeer dik, en waar van het weefzel zeer vast en in één gedrongen is. Te +Caijenne maakt men 'er schoenen van, die langer duuren dan schoenen +van ossen-leder; het water doorweekt dezelven niet ligt. + +Aanteek. v. d. Franschen Vertaler. + +[14] Veele Reizigers maken melding van Zee-menschen, waar aan zy den +naam gegeven hebben van Tritons, Nereïden, Sirenen, half visch, half +vrouw, of Ambizen. Allen komen daar in over één, dat het zeemonsters +zyn, naar menschen gelykende, ten minsten van het hoofd tot het +midden toe. + +Men leest in zeker boek, genaamd Delices de la Hollande, dat in het +jaar 1430, na eenen zwaaren storm, die de dyken in Westvriesland had +doorgebroken, een Meermin in het slyk gevonden wierd. Men bragt dezelve +naar Haarlem; men kleede haar, en leerde haar spinnen; zy gebruikte +ons voedzel, en leefde eenige jaaren, zonder het spreken te hebben +kunnen leeren, en had altyd een trek naar het water behouden. Haar +geluid had veel overëenkomst met dat van een stervend mensch. + +Aanteek. v. d. Franschen Vertaler. + +[15] Hy hieldt hardnekkiglyk staande, dat deeze gezouten spyzen +uitmuntend voor de gezondheid waren; en met dit al had hy drie koks +uit Europa medegenomen. + +Aanteek. van den Schryver. + +[16] In plaats van dezelve neemt men ook wel een schelp, een +visch-graat, of tyger-tanden. + +Aanteek. van den Schryver. + +[17] Verscheiden Natuur-kenners zyn van dit gevoelen niet. Onder dit +getal behoort BUFFON, die in zyne Natuurlyke Geschiedenis van den +Mensch zegt:--"De witte of blanke kleur schynt de oorsprongelyke kleur +der natuur te zyn, welke de luchtstreek, het voedzel en de zeden zelfs +tot in het geele, bruine of zwarte doen veranderen, en die in zekere +omstandigheden weder te voorschyn koomt, maar met eene zoo groote +verandering, dat ze niet gelykt naar de oorsprongelyke witte kleur, +die door de opgegevene oorzaaken in de daad van natuur veranderd is". + +Aanteek. v. d. Franschen Vert. + +[18] Ik heb reeds gezegd, dat de Indiaansche vrouwen zonder smart +kinderen baaren. + +Aanteek. van den Schryver. + +[19] Dit is onder hen zeer zeldzaam, want 'er is geen vreedzamer volk, +dan zy. + +Aanteek. van den Schryver. + +[20] De inwoonders van Nieuw-Zeeland noemen hunne knodsen patou +patous, welke gelykluidende uitdrukkingen te merkwaardiger zyn, +naar mate van den zeer verren afstand, die hen van elkander scheidt. + +Aanteek. v. d. Franschen Vert. + +[21] Ik begryp niet, hoe Mejuffrouw DE MERIAN van dit kruipend gedierte +kan zeggen, dat het zyne jongen levendig werpt. + +Aanteek. van den Schryver. + +[22] De Staaten van Holland weigerden den Koning dit verzoek. + +Aanteek. van den Schrijver. + +[23] 'Er zyn jaaren van vier, andere wederom van zes schepen. + +Aantek. van den Schryver. + +[24] Ik heb reeds gezegd, dat men in deeze Volkplanting geen rhum +maakt, en geen suiker raffineert. + +Aanteek. van den Schryver. + +[25] Men zie Plaat VIII, te vinden in het 1ste Deel van dit werk, +tegen over bladz. 128. + +[26] Schoon de Europeanen in de verzengde luchtstreek bleek worden, +hebben de inboorlingen des Lands, en inzonderheid de Mulatten en +Quarteron-Negers eene zeer frissche kleur. + +Aanteek. v. d. Franschen Vert. + +[27] Hier wordt misschien bedoeld het zoort van rozen-boomen, het welk +bloemen voortbrengt, Caraïbische rozen genaamd, en waar van Mejuffrouw +DE MERIAN zegt:--"Deeze rozen zyn uit het Land der Caraïben gebragt +naar Surinamen, alwaar zy welig groeien. Des morgens, wanneer zy open +gaan, zyn zy wit, des middags rood, en des avonds vallen zy af".--Zy +is de Rosa Sinuensis van FERRARIUS. + +Aanteek. v. d. Franschen Vert. + +[28] De groote en kleine Zurzak, of Zursaka, zyn onder den naam van +Anona in de plant-tuinen in Holland bekend. + +Aanteek. v. d. Franschen Vert. + +[29] Men weet dat verscheiden dieren, zoo als de konynen en muizen, +die volmaakt wit zyn, oogen van eene bloedkleur hebben. + +Aanteek. van den Schryver. + +[30] Deeze boom groeit tot eene aanmerkelyke hoogte. Zyn dikke +en rechte stam is omkleed met een gryze schors, met stekels +bedekt. Zyne takken zyn zeer wyd uitgespreid, en zyne bladeren zyn +klein en getand. Alle drie jaren brengt hy catoen voort, maar die niet +overvloedig, en niet zeer wit is, en daarom weinig gezocht wordt. Deeze +boom, die zeer veel overëenkomst heeft met den Engelschen eikenboom, +overtreft denzelven echter uit hoofde der grootte en cierlykheid, +waar mede hy zig vertoont. + +Aanteek. van den Schryver. + +[31] Deeze slang heeft van drie tot vyf voeten lengte, en is in +'t geheel niet gevaarlyk. Hy is niet bevreesd, om zig, zelfs door +den mensch, te laten aanraken. De weergalooze glans van zyne kleuren +noopt zelfs de Negers, om hem aan te bidden. + +Aanteek. van den Schryver. + +[32] Het geval is in dit Land bekend, dat een Neger, die by zynen +meester mishandeld was geworden, 'er op de volgende wyze wraak over +nam.--Toen deeze met zyne vrouw was uitgegaan, sloot de Neger alle de +deuren toe; en by hunne te rug komst, vertoonde hy zig met hunne drie +kinderen op een plat dak boven op het huis. Zyn meester en meesteresse +vroegen hem, waarom hy niet open deed, en tot antwoord, wierp hy de +jongste hunner kinderen voor hunne voeten; zy dreigden hem, hy wierp +de tweede; zy smeekten hem, hy wierp de derde, en allen vielen zy voor +de voeten hunner ongelukkige ouderen dood ter neder. Deeze woedende +Neger zeide hun toen, dat hy voldaan was; en vervolgens wierp hy zig +zelven van boven neder op de straat.--Een andere Neger, om zig over +zyne meesteresse te wreeken, doorstak den man, die hem niet beledigd +had, en verklaarde wyders, dat haar dood hem de wraak van slechts een +oogenblik bezorgen zoude; maar dat haar te berooven van het geen haar +het liefste was, haar tevens veröordeelde tot eene eeuwigdurende straf, +waar van het denkbeeld alleen voor hem genoeglyk was. + +Aanteek, van den Schryver. + +[33] Na het naauwkeurigst onderzoek, en het bekomen van overtuigende +bewyzen, kan ik verzekeren, dat dit alles met de waarheid +overëenkomstig is. + +Aanteek. van den Schryver. + +[34] Volgens eene wet, in den Raad van Jamaica vastgesteld, is de +straf van eenen Neger gewoonlyk twaalf zweepslagen, maar kan nooit +boven de negen-en-dertig gaan. Ik heb, in Surinamen, eene vrouw twee +honderd slagen zien ontfangen, en ik was oorzaak, dat zy, op het +zelfde oogenblik, die straf voor de tweede maal onderging.--Men zie +hier boven het II. Deel, bladz. 89. + +Aanteek. van den Schryver. + +[35] In de maand October 1789, wierden in drie dagen tyds, op Demerary, +twee-en-dertig Negers ter dood gebragt; zy trotseerden den dood +met eenen gelyken moed als hy, wiens geschiedenis alhier door my +is opgegeven. + +Aanteek. van den Schryver. + +[36] De volgende beschryving zal misschien deeze behandeling beter +ontwikkelen. + +"Men moet, om Indigo te maken, drie kuipen hebben, die op verschillende +hoogten naast elkander geplaatst zyn. Men zet ze op een plaats, alwaar +men onbekrompen water bekomen kan. + +"De eerste kuip is doorgaans van vyftien tot agtien voeten lang, +twaalf voeten breed, en drie of vier voeten diep. Men maakt dezelve +anderhalf voet wyd, en volkomen digt. + +"De tweede is gewoonlyk de helft minder groot, dan de eerste; en de +derde is een derde gedeelte kleiner, dan de tweede. De drie kuipen zyn +zoo ingericht, dat zy door openingen, die in den bodem gemaakt zyn, +uit de bovenste het daar in vervatte vocht ontfangen kunnen. + +"Men noemt de eerste kuip de Uitweek-kuip, de tweede de Slag-kuip, en +de derde de Zink-kuip, naardien in dezelve, het geen uit de twee eerste +koomt, bezinkt, en de Indigo daar in tot volkomenheid gebragt wordt." + +"Het is van aanbelang, dat deeze kuipen wel bepleisterd zyn, en eene +zekere dikte hebben, om de gisting, die daar in ontstaat, te kunnen +wederstaan. Zy worden in gebakken of gehouwen steenen gemaakt." + +Indien ze van uitgehold hout gemaakt worden, en dat men ze langen +tyd wil doen duuren, moet men dezelve met zeer dun lood beleggen. + +De Indigo van Cayenne is van een blaauwer kleur, dan die van +St. Domingo. Zy is aan de rupsen zoo niet onderworpen. (Maison rustique +de Cayenne.) + +De ouden hebben den oorsprong van de Indigo in 't geheel niet +gekend. PLINIUS gelooft, dat het een schuim van riet is, zig vast +hechtende aan een zoort van modder, die zwart is, wanneer men +ze wryft, en eene fraaije bruine kleur geeft, met purper gemengd, +wanneer men ze weekt. DIOSCORIDES gelooft, dat het een steen is. + +De Indigo plant koomt in Europa alle jaaren voort. Zie hier de manier, +op welke men dezelve aldaar aankweekt. Men zaait ze in de lente, op +een bed, en wanneer zy spruiten van twee of drie duimen hoog geschoten +heeft, brengt men ze over in kleine kistjes, met goede aarde gevuld, +en men zet deeze kistjes in een warm bed van rum. Wanneer deeze +planten eenige kragt verkregen hebben, geeft men aan dezelve veel +lucht, door de raamen der broeykassen open te zetten, en in de maand +Juny brengen zy bloemen voort, die spoedig in peulen veranderen. + +Aanteek. v. d. Franschen Vertaler. + + + + + + + + + +End of the Project Gutenberg EBook of Reize naar Surinamen, en door de +binnenste gedeelten van Guiana, by John Gabriel Stedman + +*** END OF THIS PROJECT GUTENBERG EBOOK REIZE NAAR SURINAMEN, DEEL 3 *** + +***** This file should be named 8098-8.txt or 8098-8.zip ***** +This and all associated files of various formats will be found in: + http://www.gutenberg.org/8/0/9/8098/ + +Produced by Jeroen Hellingman with help of the distributed +proofreaders team. + +Updated editions will replace the previous one--the old editions will +be renamed. + +Creating the works from print editions not protected by U.S. copyright +law means that no one owns a United States copyright in these works, +so the Foundation (and you!) can copy and distribute it in the United +States without permission and without paying copyright +royalties. Special rules, set forth in the General Terms of Use part +of this license, apply to copying and distributing Project +Gutenberg-tm electronic works to protect the PROJECT GUTENBERG-tm +concept and trademark. Project Gutenberg is a registered trademark, +and may not be used if you charge for the eBooks, unless you receive +specific permission. If you do not charge anything for copies of this +eBook, complying with the rules is very easy. You may use this eBook +for nearly any purpose such as creation of derivative works, reports, +performances and research. They may be modified and printed and given +away--you may do practically ANYTHING in the United States with eBooks +not protected by U.S. copyright law. Redistribution is subject to the +trademark license, especially commercial redistribution. + +START: FULL LICENSE + +THE FULL PROJECT GUTENBERG LICENSE +PLEASE READ THIS BEFORE YOU DISTRIBUTE OR USE THIS WORK + +To protect the Project Gutenberg-tm mission of promoting the free +distribution of electronic works, by using or distributing this work +(or any other work associated in any way with the phrase "Project +Gutenberg"), you agree to comply with all the terms of the Full +Project Gutenberg-tm License available with this file or online at +www.gutenberg.org/license. + +Section 1. General Terms of Use and Redistributing Project +Gutenberg-tm electronic works + +1.A. By reading or using any part of this Project Gutenberg-tm +electronic work, you indicate that you have read, understand, agree to +and accept all the terms of this license and intellectual property +(trademark/copyright) agreement. If you do not agree to abide by all +the terms of this agreement, you must cease using and return or +destroy all copies of Project Gutenberg-tm electronic works in your +possession. If you paid a fee for obtaining a copy of or access to a +Project Gutenberg-tm electronic work and you do not agree to be bound +by the terms of this agreement, you may obtain a refund from the +person or entity to whom you paid the fee as set forth in paragraph +1.E.8. + +1.B. "Project Gutenberg" is a registered trademark. It may only be +used on or associated in any way with an electronic work by people who +agree to be bound by the terms of this agreement. There are a few +things that you can do with most Project Gutenberg-tm electronic works +even without complying with the full terms of this agreement. See +paragraph 1.C below. There are a lot of things you can do with Project +Gutenberg-tm electronic works if you follow the terms of this +agreement and help preserve free future access to Project Gutenberg-tm +electronic works. See paragraph 1.E below. + +1.C. The Project Gutenberg Literary Archive Foundation ("the +Foundation" or PGLAF), owns a compilation copyright in the collection +of Project Gutenberg-tm electronic works. Nearly all the individual +works in the collection are in the public domain in the United +States. If an individual work is unprotected by copyright law in the +United States and you are located in the United States, we do not +claim a right to prevent you from copying, distributing, performing, +displaying or creating derivative works based on the work as long as +all references to Project Gutenberg are removed. Of course, we hope +that you will support the Project Gutenberg-tm mission of promoting +free access to electronic works by freely sharing Project Gutenberg-tm +works in compliance with the terms of this agreement for keeping the +Project Gutenberg-tm name associated with the work. You can easily +comply with the terms of this agreement by keeping this work in the +same format with its attached full Project Gutenberg-tm License when +you share it without charge with others. + +1.D. The copyright laws of the place where you are located also govern +what you can do with this work. Copyright laws in most countries are +in a constant state of change. If you are outside the United States, +check the laws of your country in addition to the terms of this +agreement before downloading, copying, displaying, performing, +distributing or creating derivative works based on this work or any +other Project Gutenberg-tm work. The Foundation makes no +representations concerning the copyright status of any work in any +country outside the United States. + +1.E. Unless you have removed all references to Project Gutenberg: + +1.E.1. The following sentence, with active links to, or other +immediate access to, the full Project Gutenberg-tm License must appear +prominently whenever any copy of a Project Gutenberg-tm work (any work +on which the phrase "Project Gutenberg" appears, or with which the +phrase "Project Gutenberg" is associated) is accessed, displayed, +performed, viewed, copied or distributed: + + This eBook is for the use of anyone anywhere in the United States and + most other parts of the world at no cost and with almost no + restrictions whatsoever. You may copy it, give it away or re-use it + under the terms of the Project Gutenberg License included with this + eBook or online at www.gutenberg.org. If you are not located in the + United States, you'll have to check the laws of the country where you + are located before using this ebook. + +1.E.2. If an individual Project Gutenberg-tm electronic work is +derived from texts not protected by U.S. copyright law (does not +contain a notice indicating that it is posted with permission of the +copyright holder), the work can be copied and distributed to anyone in +the United States without paying any fees or charges. If you are +redistributing or providing access to a work with the phrase "Project +Gutenberg" associated with or appearing on the work, you must comply +either with the requirements of paragraphs 1.E.1 through 1.E.7 or +obtain permission for the use of the work and the Project Gutenberg-tm +trademark as set forth in paragraphs 1.E.8 or 1.E.9. + +1.E.3. If an individual Project Gutenberg-tm electronic work is posted +with the permission of the copyright holder, your use and distribution +must comply with both paragraphs 1.E.1 through 1.E.7 and any +additional terms imposed by the copyright holder. Additional terms +will be linked to the Project Gutenberg-tm License for all works +posted with the permission of the copyright holder found at the +beginning of this work. + +1.E.4. Do not unlink or detach or remove the full Project Gutenberg-tm +License terms from this work, or any files containing a part of this +work or any other work associated with Project Gutenberg-tm. + +1.E.5. Do not copy, display, perform, distribute or redistribute this +electronic work, or any part of this electronic work, without +prominently displaying the sentence set forth in paragraph 1.E.1 with +active links or immediate access to the full terms of the Project +Gutenberg-tm License. + +1.E.6. You may convert to and distribute this work in any binary, +compressed, marked up, nonproprietary or proprietary form, including +any word processing or hypertext form. However, if you provide access +to or distribute copies of a Project Gutenberg-tm work in a format +other than "Plain Vanilla ASCII" or other format used in the official +version posted on the official Project Gutenberg-tm web site +(www.gutenberg.org), you must, at no additional cost, fee or expense +to the user, provide a copy, a means of exporting a copy, or a means +of obtaining a copy upon request, of the work in its original "Plain +Vanilla ASCII" or other form. Any alternate format must include the +full Project Gutenberg-tm License as specified in paragraph 1.E.1. + +1.E.7. Do not charge a fee for access to, viewing, displaying, +performing, copying or distributing any Project Gutenberg-tm works +unless you comply with paragraph 1.E.8 or 1.E.9. + +1.E.8. You may charge a reasonable fee for copies of or providing +access to or distributing Project Gutenberg-tm electronic works +provided that + +* You pay a royalty fee of 20% of the gross profits you derive from + the use of Project Gutenberg-tm works calculated using the method + you already use to calculate your applicable taxes. The fee is owed + to the owner of the Project Gutenberg-tm trademark, but he has + agreed to donate royalties under this paragraph to the Project + Gutenberg Literary Archive Foundation. Royalty payments must be paid + within 60 days following each date on which you prepare (or are + legally required to prepare) your periodic tax returns. Royalty + payments should be clearly marked as such and sent to the Project + Gutenberg Literary Archive Foundation at the address specified in + Section 4, "Information about donations to the Project Gutenberg + Literary Archive Foundation." + +* You provide a full refund of any money paid by a user who notifies + you in writing (or by e-mail) within 30 days of receipt that s/he + does not agree to the terms of the full Project Gutenberg-tm + License. You must require such a user to return or destroy all + copies of the works possessed in a physical medium and discontinue + all use of and all access to other copies of Project Gutenberg-tm + works. + +* You provide, in accordance with paragraph 1.F.3, a full refund of + any money paid for a work or a replacement copy, if a defect in the + electronic work is discovered and reported to you within 90 days of + receipt of the work. + +* You comply with all other terms of this agreement for free + distribution of Project Gutenberg-tm works. + +1.E.9. If you wish to charge a fee or distribute a Project +Gutenberg-tm electronic work or group of works on different terms than +are set forth in this agreement, you must obtain permission in writing +from both the Project Gutenberg Literary Archive Foundation and The +Project Gutenberg Trademark LLC, the owner of the Project Gutenberg-tm +trademark. Contact the Foundation as set forth in Section 3 below. + +1.F. + +1.F.1. Project Gutenberg volunteers and employees expend considerable +effort to identify, do copyright research on, transcribe and proofread +works not protected by U.S. copyright law in creating the Project +Gutenberg-tm collection. Despite these efforts, Project Gutenberg-tm +electronic works, and the medium on which they may be stored, may +contain "Defects," such as, but not limited to, incomplete, inaccurate +or corrupt data, transcription errors, a copyright or other +intellectual property infringement, a defective or damaged disk or +other medium, a computer virus, or computer codes that damage or +cannot be read by your equipment. + +1.F.2. LIMITED WARRANTY, DISCLAIMER OF DAMAGES - Except for the "Right +of Replacement or Refund" described in paragraph 1.F.3, the Project +Gutenberg Literary Archive Foundation, the owner of the Project +Gutenberg-tm trademark, and any other party distributing a Project +Gutenberg-tm electronic work under this agreement, disclaim all +liability to you for damages, costs and expenses, including legal +fees. YOU AGREE THAT YOU HAVE NO REMEDIES FOR NEGLIGENCE, STRICT +LIABILITY, BREACH OF WARRANTY OR BREACH OF CONTRACT EXCEPT THOSE +PROVIDED IN PARAGRAPH 1.F.3. YOU AGREE THAT THE FOUNDATION, THE +TRADEMARK OWNER, AND ANY DISTRIBUTOR UNDER THIS AGREEMENT WILL NOT BE +LIABLE TO YOU FOR ACTUAL, DIRECT, INDIRECT, CONSEQUENTIAL, PUNITIVE OR +INCIDENTAL DAMAGES EVEN IF YOU GIVE NOTICE OF THE POSSIBILITY OF SUCH +DAMAGE. + +1.F.3. LIMITED RIGHT OF REPLACEMENT OR REFUND - If you discover a +defect in this electronic work within 90 days of receiving it, you can +receive a refund of the money (if any) you paid for it by sending a +written explanation to the person you received the work from. If you +received the work on a physical medium, you must return the medium +with your written explanation. The person or entity that provided you +with the defective work may elect to provide a replacement copy in +lieu of a refund. If you received the work electronically, the person +or entity providing it to you may choose to give you a second +opportunity to receive the work electronically in lieu of a refund. If +the second copy is also defective, you may demand a refund in writing +without further opportunities to fix the problem. + +1.F.4. Except for the limited right of replacement or refund set forth +in paragraph 1.F.3, this work is provided to you 'AS-IS', WITH NO +OTHER WARRANTIES OF ANY KIND, EXPRESS OR IMPLIED, INCLUDING BUT NOT +LIMITED TO WARRANTIES OF MERCHANTABILITY OR FITNESS FOR ANY PURPOSE. + +1.F.5. Some states do not allow disclaimers of certain implied +warranties or the exclusion or limitation of certain types of +damages. If any disclaimer or limitation set forth in this agreement +violates the law of the state applicable to this agreement, the +agreement shall be interpreted to make the maximum disclaimer or +limitation permitted by the applicable state law. The invalidity or +unenforceability of any provision of this agreement shall not void the +remaining provisions. + +1.F.6. INDEMNITY - You agree to indemnify and hold the Foundation, the +trademark owner, any agent or employee of the Foundation, anyone +providing copies of Project Gutenberg-tm electronic works in +accordance with this agreement, and any volunteers associated with the +production, promotion and distribution of Project Gutenberg-tm +electronic works, harmless from all liability, costs and expenses, +including legal fees, that arise directly or indirectly from any of +the following which you do or cause to occur: (a) distribution of this +or any Project Gutenberg-tm work, (b) alteration, modification, or +additions or deletions to any Project Gutenberg-tm work, and (c) any +Defect you cause. + +Section 2. Information about the Mission of Project Gutenberg-tm + +Project Gutenberg-tm is synonymous with the free distribution of +electronic works in formats readable by the widest variety of +computers including obsolete, old, middle-aged and new computers. It +exists because of the efforts of hundreds of volunteers and donations +from people in all walks of life. + +Volunteers and financial support to provide volunteers with the +assistance they need are critical to reaching Project Gutenberg-tm's +goals and ensuring that the Project Gutenberg-tm collection will +remain freely available for generations to come. In 2001, the Project +Gutenberg Literary Archive Foundation was created to provide a secure +and permanent future for Project Gutenberg-tm and future +generations. To learn more about the Project Gutenberg Literary +Archive Foundation and how your efforts and donations can help, see +Sections 3 and 4 and the Foundation information page at +www.gutenberg.org Section 3. Information about the Project Gutenberg +Literary Archive Foundation + +The Project Gutenberg Literary Archive Foundation is a non profit +501(c)(3) educational corporation organized under the laws of the +state of Mississippi and granted tax exempt status by the Internal +Revenue Service. The Foundation's EIN or federal tax identification +number is 64-6221541. Contributions to the Project Gutenberg Literary +Archive Foundation are tax deductible to the full extent permitted by +U.S. federal laws and your state's laws. + +The Foundation's principal office is in Fairbanks, Alaska, with the +mailing address: PO Box 750175, Fairbanks, AK 99775, but its +volunteers and employees are scattered throughout numerous +locations. Its business office is located at 809 North 1500 West, Salt +Lake City, UT 84116, (801) 596-1887. Email contact links and up to +date contact information can be found at the Foundation's web site and +official page at www.gutenberg.org/contact + +For additional contact information: + + Dr. Gregory B. Newby + Chief Executive and Director + gbnewby@pglaf.org + +Section 4. Information about Donations to the Project Gutenberg +Literary Archive Foundation + +Project Gutenberg-tm depends upon and cannot survive without wide +spread public support and donations to carry out its mission of +increasing the number of public domain and licensed works that can be +freely distributed in machine readable form accessible by the widest +array of equipment including outdated equipment. Many small donations +($1 to $5,000) are particularly important to maintaining tax exempt +status with the IRS. + +The Foundation is committed to complying with the laws regulating +charities and charitable donations in all 50 states of the United +States. Compliance requirements are not uniform and it takes a +considerable effort, much paperwork and many fees to meet and keep up +with these requirements. We do not solicit donations in locations +where we have not received written confirmation of compliance. To SEND +DONATIONS or determine the status of compliance for any particular +state visit www.gutenberg.org/donate + +While we cannot and do not solicit contributions from states where we +have not met the solicitation requirements, we know of no prohibition +against accepting unsolicited donations from donors in such states who +approach us with offers to donate. + +International donations are gratefully accepted, but we cannot make +any statements concerning tax treatment of donations received from +outside the United States. U.S. laws alone swamp our small staff. + +Please check the Project Gutenberg Web pages for current donation +methods and addresses. Donations are accepted in a number of other +ways including checks, online payments and credit card donations. To +donate, please visit: www.gutenberg.org/donate + +Section 5. General Information About Project Gutenberg-tm electronic works. + +Professor Michael S. Hart was the originator of the Project +Gutenberg-tm concept of a library of electronic works that could be +freely shared with anyone. For forty years, he produced and +distributed Project Gutenberg-tm eBooks with only a loose network of +volunteer support. + +Project Gutenberg-tm eBooks are often created from several printed +editions, all of which are confirmed as not protected by copyright in +the U.S. unless a copyright notice is included. Thus, we do not +necessarily keep eBooks in compliance with any particular paper +edition. + +Most people start at our Web site which has the main PG search +facility: www.gutenberg.org + +This Web site includes information about Project Gutenberg-tm, +including how to make donations to the Project Gutenberg Literary +Archive Foundation, how to help produce our new eBooks, and how to +subscribe to our email newsletter to hear about new eBooks. + diff --git a/8098-8.zip b/8098-8.zip Binary files differnew file mode 100644 index 0000000..9d88658 --- /dev/null +++ b/8098-8.zip diff --git a/LICENSE.txt b/LICENSE.txt new file mode 100644 index 0000000..6312041 --- /dev/null +++ b/LICENSE.txt @@ -0,0 +1,11 @@ +This eBook, including all associated images, markup, improvements, +metadata, and any other content or labor, has been confirmed to be +in the PUBLIC DOMAIN IN THE UNITED STATES. + +Procedures for determining public domain status are described in +the "Copyright How-To" at https://www.gutenberg.org. + +No investigation has been made concerning possible copyrights in +jurisdictions other than the United States. Anyone seeking to utilize +this eBook outside of the United States should confirm copyright +status under the laws that apply to them. diff --git a/README.md b/README.md new file mode 100644 index 0000000..65dee3a --- /dev/null +++ b/README.md @@ -0,0 +1,2 @@ +Project Gutenberg (https://www.gutenberg.org) public repository for +eBook #8098 (https://www.gutenberg.org/ebooks/8098) diff --git a/old/7rns310.txt b/old/7rns310.txt new file mode 100644 index 0000000..088f70e --- /dev/null +++ b/old/7rns310.txt @@ -0,0 +1,7560 @@ +The Project Gutenberg EBook of Reize naar Surinamen, en door de binnenste +gedeelten van Guiana (deel 3), by John Gabriel Stedman +#3 in our series by John Gabriel Stedman + +Copyright laws are changing all over the world. Be sure to check the +copyright laws for your country before downloading or redistributing +this or any other Project Gutenberg eBook. + +This header should be the first thing seen when viewing this Project +Gutenberg file. Please do not remove it. Do not change or edit the +header without written permission. + +Please read the "legal small print," and other information about the +eBook and Project Gutenberg at the bottom of this file. Included is +important information about your specific rights and restrictions in +how the file may be used. You can also find out about how to make a +donation to Project Gutenberg, and how to get involved. + + +**Welcome To The World of Free Plain Vanilla Electronic Texts** + +**eBooks Readable By Both Humans and By Computers, Since 1971** + +*****These eBooks Were Prepared By Thousands of Volunteers!***** + + +Title: Reize naar Surinamen, en door de binnenste gedeelten van Guiana (deel 3) + +Author: John Gabriel Stedman + +Release Date: May, 2005 [EBook #8098] +[Yes, we are more than one year ahead of schedule] +[This file was first posted on July 12, 2003] + +Edition: 10 + +Language: Dutch + +Character set encoding: ASCII + +*** START OF THE PROJECT GUTENBERG EBOOK REIZE NAAR SURINAMEN, V3 *** + + + + +Produced by Jeroen Hellingman +with help of the distributed proofreaders team. + + + + +REIZE NAAR SURINAMEN EN GUIANA. III. + + + +REIZE NAAR SURINAMEN, EN DOOR DE BINNENSTE GEDEELTEN VAN GUIANA; + +DOOR DEN CAPITAIN JOHN GABRIEL STEDMAN. + +MET PLAATEN EN KAARTEN. + +NAAR HET ENGELSCH. + +DERDE DEEL. + + + +INHOUD DER HOOFTSTUKKEN. + +XX. HOOFTSTUK. + +Beschryving van eenen oproerigen Neger.--Vuurige Mier.--Het +wandelend Blad.--Doornhaag-Spinnekop.--Duivenboonen of erwten +van Angola.--Nadrukkelyke benaamingen, door de Negers gebezigd +wordende.--Het innemen van de stad Gado-Saby, door den Colonel +FOURGEOUD.--Trek van bygeloovigheid.--Beleid van den vyand + +XXI. HOOFTSTUK. + +Wilde Porselyn.--Calebassen-boom.--Schermutzeling.--Tafereel +van broederlyke teederheid.--Het krygsvolk keert naar Barbacoeba +te rug.--Beschryving van de manier, waar op de legerplaats was +ingericht.--Een slaaf door den slang Orou-coukou gedood. + +XXII. HOOFTSTUK. + +Byzonder zoort van Mieren.--Acajou-nooten.--Eta-appel.--Alarm aan +de Pereca.--Hinderlaag.--Vreemde uitwerking, door eene Vledermuis +veroeorzaakt.--De Oppossum.--De Agouti en de Paca.--De Dadel-boom.--Het +krygsvolk keert naar de Cormoetibo-kreek te rug.. + +XXIII. HOOFTSTUK. + +Tweede tocht naar Gado-Saby.--Land-Schildpad.--Verschillende +zoorten van hout.--Levendig geraamte.--Treffelyke +gezichten.--Honderd-pooten.--Verschillende +Plantgewassen.--De Opper-Bevelhebber wordt ziek, en verlaat de +legerplaats.--Sprinkhanen.--Verschillende zoorten van visschen.--De +Zee-koe.--Het Zee-paard.--Aanmerkingen omtrent het aanwezen der +Meerminnen.--Trommelzucht.--Verscheiden zoorten van vogelen.--De +Malaky en Markoury boomen.--Doornhaag-wormen + +XXIV. HOOFTSTUK. + +Aanwerving van twee Compagnien Vrywilligers, bestaande +uit Negers en vrye Mulatten.--Verscheidene zoorten van +Visschen.--Arrowoukas-Indianen.--De krygsbende van den Colonel +FOURGEOUD ontfangt bevel, om naar Holland in te schepen.--De +Ratel-slang--De blaauwe Dypsas.--De Amphisboena of tweehoofdige +slang.--Eene fraaije Kapel.--De Colonel ontfangt naderen last.--Het +krygsvolk trekt weder in de bosschen.--Koophandel in de Volkplanting +van Surinamen.--Beschryving eener Cacao-Plantagie.--Heldendaad van +eenen Neger.--De Ananas.--De Muscaat- en Water-Meloen. + +XXV. HOOFTSTUK. + +Grappige manier tot het ontdekken van een dief.--Het +Brom-vogeltje.--Verschillende zoorten van planten.--Manier van +visschen in Surinamen.--Onderscheidene zoorten van visschen.--Moed +van eene jonge Negerin.--De Pimpelmees.--De Americaansche Aloe.--De +Banille-boom.--Huilende Aapen.--Verwonderlyke slimheid der wilde +Byen.--De krygsbende van den Colonel FOURGEOUD ontfangt andermaal +bevel, om naar Europa te rug te keeren.--De Guiaansche Nachtuil. + +XXVI. HOOFTSTUK. + +Inscheeping van het krygsvolk.--De Zurzaca, en Sabatille.--De +Papaija, en de Gember.--Het krygsvolk gelast om te +ontschepen.--Muiterye.--Onbetamelyk gedrag van een Capitain der +Oucas-Negers.--Een groot aantal zieken naar Europa gezonden.--Nieuwe +byzonderheden betrekkelyk de Negers. + +XXVII. HOOFTSTUK. + +De muitelingen voeren verscheiden Negerinnen weg.--Aanstootelyke wyzen +van strafoeeffening.--Onverschrokkenheid der Negers.--Verschillende +zoorten van Gier-vogels.--Gekuifde Arenden.--Beschryving van eene +Indigo Plantagie.--Kaneel-Appel. + +XXVIII. HOOFTSTUK. + +De Muitelingen trekken de Rivier Maroni over.--Derde tocht +naar Gado-Saby.--De Land-Scorpioen.--Verscheiden zoorten van +timmerhout.--Boom, welke een vrucht voortbrengt, de Marmelade-doos +genaamd.--Het aankweeken van Ryst.--Buitengewoone hitte, die alle +de moerassen opdroogt.--De Oppossum van het vrouwelyk geslacht.--De +Brazilsche Wezel.--De Miereeter.--De Tamandua.--Hout-luizen en +vliegende luizen.--Tafereel van ellende en sterfte.--De Vrede aan de +Volkplanting bezorgd.--De Poelsnip.--De Lepelgans, en de Brazilsche +Ojevaar.--Wilde Eendvogels van verschillende zoorten. + + + + + +REIZE NAAR SURINAMEN, EN DOOR DE BINNENSTE GEDEELTEN VAN GUIANA. + + +TWINTIGSTE HOOFTSTUK. + +Beschryving van eenen oproerigen Neger.--Vuurige Mier.--Het +wandelend Blad.--Doornhaag-Spinnekop.--Duiven-boonen of erwten +van Angolo.--Nadrukkelyke benaamingen, door de Negers gebezigd +wordende.--Het innemen van de Stad Gado-Saby, door den Colonel +FOURGEOUD.--Trek van bygeloovigheid.--Beleid van den vyand. + +De muitelingen, door hun behaald voordeel op den Capitain MEYLAND +opgeblazen, waren daarenboven door hunne Spions onderrigt, dat +de Colonel FOURGEOUD zig te Barbacoeba bevondt, en zyne soldaaten +willende trotseeren, of schrik aanjagen, hadden zy de stoutheid, +om den 15den Augustus 1775. de hutten van twee legerplaatsen, welken +onze uitgezondene wachten hadden laten staan, in brand te steeken, +en een gehuil en geschreeuw te maken, het welk wy den geheelen +nacht hoorden. Dit was nogtans van hunnen kant niets anders dan +loutere zwetzery; maar het verwekte in onzen Bevelhebber zulk eene +gramschap, dat hy zwoer zig met geweld, het koste wat het wilde, te +zullen wreeken. Dien zelfden nacht wierden wy ook door een grooten +Tyger ontrust; maar hy deedt geen het minste kwaad. Des anderen daags +morgens stondt al ons krygsvolk tot den optocht gereed, en met het +aanbreken van den dag begaven wy ons in het bosch. Wy waaren twee +honderd Europeaanen sterk, bekwaam om dienst te doen; en wy lieten +een groot getal agter, die door ziekten belet wierden mede te gaan. De +Neger-Jagers, wien het verveelde de beveelen van den Colonel FOURGEOUD +te gehoorzamen, verscheenen niet, hoewel zy verwagt wierden, het welk +aan den Bevelhebber gelegenheid gaf, om hunne bende voor schelmen +en lafhartigen uittemaken. Ik erken, dat ik uittermaten verwonderd +was over het agterblyven van myne begunstigden, die op andere tyden +zoo veel yver betoond hadden om den vyand te keer te gaan, en die +verklaard hadden niets meerder te verlangen, dan eenen algemeenen en +beslissenden slag. + +Wy trokken deezen dag oostwaarts aan. Na omtrent agt mylen te hebben +afgelegd, het geen in een land, waar onoephoudelyk door het weghakken +van het geboomte de weg gebaand moest worden, al vry aanmerkelyk +is, sloegen wy hutten op, en namen aldaar onze legerplaats. Na zoo +meenigmaalen van de oproerige Negers, aan wien wy nu op het punt +waren van slag te leveren, gesprooken te hebben, biede ik den lezer +eene afteekening aan, verbeeldende een van hun, die op schildwacht +staat, en door het hooren afschieten van snaphaanen in de struiken +verschrikt is. Twee Jagers schynen het oogenblik om hem te verrassen +op eenigen afstand te bespieden. Deze Neger is met een snaphaan en +byl gewapend. Zyne hairen, ofschoon wollig zynde, zyn digt aan 't +hoofd gevlogten; dit was een teken, waar door de muitelingen van onze +Jagers, en van andere Maroni-Negers, die onder hunne bende niet gedoogd +wierden, onderscheiden waren. Zyn baard is puntsgewyze gesneeden, zoo +als zy dien allen dragen, wanneer zy niet in de gelegenheid zyn, om +zig te scheeren. Zyne voornaamste kleeding bestaat in een lap catoen, +die onagtzaam om zyne schouders geslagen is, hem voor de ongemakken +der lucht beveiligt, en hem dient om 'er op te slapen, het welk een +iegelyk van hun altoos onder een dekkleed doet, in de somberste +plaatsen, welken hy vinden kan, wanneer hy van zyne medemakkers +is afgescheiden. Dezelfde persoon draagt een Camisa, die als een +neusdoek om zyne lendenen gebonden is. Zyn zak of weitas is van de +huid van 't een of ander dier gemaakt. Kleine catoene koorden zyn om +de gewrichten zyner handen en enklauwen tot cieraad gebonden. Eene +bygeloovige Obia of tooverband, waar op hy al zyn vertrouwen stelt, +hangt hem om den hals. De bekkeneelen en beenderen, welken men in eene +zandige Savane verstrooid ziet, zyn waarschynlyk die van zyne vyanden. + +De twee Jagers, welken men in't verschiet bemerkt, zyn door hunne +roode mutsen kenbaar. Het is aanmerkens waardig, dat de muitelingen zig +verscheiden malen van deeze onderscheidende teekenen meester maakten, +en dat zy, dezelven staande het gevecht op hun hoofd gezet hebbende, +niet alleen hun leven behielden, maar zelfs des te gemakkelyker hunne +vyanden konden afmaken. + +Zy hebben dikwerf eene andere krygslist gebruikt. Dewyl het +schietgeweer zeldzaam onder hen was, voegden zig verscheiden onder +hunne gelederen, dragende een stuk hout, het welk ten naasten by als +een snaphaan gehouwen was, op den schouder. Deeze list heeft dikwils +de slaven der Plantagien belet, om dezelven te verdedigen, wanneer +deeze muitelingen ze kwamen plonderen: zulks heeft zelfs meer dan eens +een zoo grooten schrik verwekt, dat men hen hunne oude woonsteden, +na de vrouwen en kinderen weggevoerd te hebben, zonder tegenkanting +in brand liet steken. + +Den 16den, vervolgden wy onzen weg west-waarts over hoog land. Het +was een zoort van keten van bergen, die, zoo ik my niet bedriege, +in dit Land doorgaans van het oosten naar het westen loopt, zoo als +ook in de verdronken zandwoestynen en moerassen plaats heeft. Wy +leiden geenen zoo grooten weg af, als daags te vooren, en toen wy +stil hielden, ontfingen wy bevel om onze hangmatten uit te spreiden, +en daar op te gaan slapen, zonder eenig overdek, om den vyand geene +kennis te doen bekomen van de plaats, alwaar wy ons bevonden, het +geen zekerlyk gebeurd zoude zyn, indien wy in het bosch boomen gekapt +hadden: bovendien wierd ons niet toegestaan vuur aan te leggen, +noch te spreken; en men hieldt naauwkeurig de wacht rondom de +legerplaats. Deeze voorzorgen waren in de daad aller noodzakelykst: +maar zoo al de muitelingen ons niet ontdekten, wy wierden ten +minsten door groote muggen en insecten, die uit een naby gelegen +moeras opkwamen, van een gereten. Wat my betrof, ik leed hier meer, +dan ik immer geleden had aan boord der elendige vaartuigen, toen ik +my op den wachtpost aan de Cottica bevond. Het was ons verboden deeze +insecten door rook te verdryven; en in die deerniswaardige gesteldheid, +zag ik soldaten, die met hunne bajonetten gaten in den grond groeven, +om hun hoofd daar in te leggen, terwyl zy voor over op den buik, +en met hunne hangmat overdekt, lagen te slapen. Het was volstrekt +onmogelyk in eenige andere ligging den slaap te vatten. + +Echter konde ik, den raad van eenen Neger-Slaaf volgende, een weinig +genot van den slaap hebben: "Masera", zeide hy my, "klauter met uwe +hangmat op den hoogsten boom, die 'er in de legerplaats staat, en slaap +aldaar. Gy zult aldaar door geen enkel insect ontrust worden; want de +geheele zwerm zal door den reuk van deeze meenigte sterk zweetende +menschen benedenwaarts gelokt worden".--Ik beproefde oogenblikkelyk +dit middel, en sliep byna honderd voeten boven myne medemakkers, +welken ik, uit hoofde van de onbegrypelyke meenigte en het aanhoudend +gebrom deezer onaangenaame insecten, niet eens bemerken, noch zelfs +hooren konde. + +Van dien aart was gewoonlyk het voornaamste ongemak van den nacht; +maar des daags wierden wy aanhoudend aangevallen door geheele legers +van kleine mieren, alhier vuur-mieren genoemd, uit hoofde van de +pyn, die hunne beet verwekt. Deeze insecten zyn zwart, en van het +kleinste zoort; maar zy verzamelen zig in zulk een groot getal, dat +hunne mieren-nesten, door derzelver dikte, ons dik wils eenigermaten +den weg belemmerden, en dat, indien men 'er by ongeluk op trapte, +men dadelyk de beenen en voeten door deeze dieren bedekt had, die met +hunne klauwen de huid zoo geweldig vast hielden, dat men hun eerder +den kop van den romp zoude draaien, dan hen te doen los laten. De +brandende pyn, die zy veroorzaken, kan, naar myn inzien, niet eeniglyk +uit de zeer scherpe gedaante van hunne klauwen voortkomen: ik meen, +dat zy door een zeker vergift, het welk zy in de wond laten loopen, +of deeze naar zig trekt, moet worden voortgebragt. Ik kan verzekeren, +dat ik hen aan eene geheele compagnie soldaten zulk eene trilling +heb zien veroorzaken, als of zy door kokend water gebrand wierden. + +Den 17den, trokken wy tot negen uuren verder oostwaarts op: vervolgens +noordwaarts, en dwars door eene groote meenigte mataky wortels, welken +ik reeds beschreven heb; het geen ten bewyze strekte, dat wy afzakten; +en de grond wierd in de daad zeer moerassig. Gelukkig echter, schoon +wy in het regen-saisoen waren, viel 'er weinig water. + +Dien dag hielden wy omtrent vier uuren des avonds stil, want de +Colonel wierd door eene koorts met koude aangetast. + +Terwyl ik in myne hangmat, die aan twee zwaare takken was opgehangen, +lag te slapen, viel myn oog op iets, het geen ik in 't eerst een blad +van een boom meende te zyn, maar my vervolgens bleek zig te bewegen, +en op den stam van den boom voort te schuiven. Oogenblikkelyk opgestaan +zynde, riep ik verscheiden van myne medgezellen, om hun dit zelfde te +doen zien, en dadelyk riep een Officier van 's Compagnies krygsvolk +uit; "het is het wandelend blad"! Na een naauwkeurig onderzoek bevonden +wy, dat het een insect was, wiens vlerken zoo zeer naar een blad +gelyken, dat verscheiden lieden het voor een voortbrengzel uit het +Plantenryk hebben aangezien: het was een zoort van springhaan, maar +bedekt met vier vlerken van eene eironde gedaante, en van omtrent drie +duimen lengte, waar van de bovenste zoo aan elkander vast kleefden, +dat zy juist een bruin blad met deszelfs vezelen scheenen te vertoonen. + +Ik keerde dus naar myne hangmat te rug. De lucht was helder, de maan +scheen tusschen het loof der boomen, en ik viel in eenen diepen slaap, +overpeinzende de wonderen der natuur; myn slaap duurde tot middernacht, +toen ik, te midden der dikste duisternis, en eenen zwaaren stortregen, +ontwaakte door het gehuil en geschreeuw der muitelingen, die te gelyker +tyd eenige snaphaan-schoten deeden. Hun schieten echter bereikte de +legerplaats niet, en wy waren uittermaten verlegen, want de donkerheid +maakte het ons onmogelyk, om een juist denkbeeld van hun oogmerk te +vormen. Zy hielden op die wyze aan tot het aanbreken van den dag, +het geen ons elk oogenblik deedt verwagten van door hun omcingeld te +worden: dienvolgende verdubbelden wy onze waakzaamheid. + +Des anderen daags morgens rolden wy onze hangmatten op, en trokken +noordwaarts aan, naar den kant, van waar den voorigen nacht het geluid +zig hadt doen hooren. Grootendeels in onze rust gestoord geweest zynde, +waren wy zeer vermoeid, en vooral de Colonel, die moeite had, om het +staande te houden, zoodanig was hy door de koorts verzwakt. Ik voerde +het bevel over de voorhoede. Wy hadden geen twee mylen afgelegd, +of een oproerige Neger sprong byna voor myne voeten van onder eene +doornhegge, alwaar hy was gaan liggen slapen, maar dewyl wy last +hadden, om op de geenen, die verdwaald waren, geen vuur te geven, +ontsnapte hy ons, en liep zoo gezwind als een hart dwars door de +struiken weg. Ik gaf 'er bericht van aan den Bevelhebber, die zwoer, +dat hy een spion was, en ik geloof, hy had gelyk: dadelyk vergat hy, +om zoo te spreken, zyne kwaal, en verdubhelde zyne schreden met groote +drift. Onze vervolging echter was, ten minsten deezen dag, vruchteloos, +want op den middag vervielen wy in een groot moeras, waar uit wy veel +moeite hadden ons te redden; en wy waren genoodzaakt onze legerplaats +van den laatst voorgaanden nacht te hernemen, na twee soldaten van 's +Compagnies krygsvolk verloren te hebben, welken wy vooronderstelden, +dat in het moeras versmoord waren. + +Dien zelfden dag zagen wy eene groote meenigte Roucou-boomen, die in +dit gedeelte van het bosch overvloediglyk gevonden wierden. Des avonds +boodt een slaaf my een Doornhaag-Spinnekop aan. Dezelve was van zulk +eene grootte, dat zy, in een kistjen van agt duimen hoog geplaatst +zynde, den rand met eenige van haare pooten raakte, terwyl de andere +op den grond stonden. De Schepping levert geen afschuwelyker wezen +op, dan deeze ysselyke Spinnekop, welke de inwooners van Surinamen te +onrecht voor de Tarantula houden. Derzelver lyf is verdeeld in twee +deelen; het agterste is eyrond, en heeft de gedaante van een appel; +het voorste is vierkant, en de kop gelykt naar een zoort van star, die +'er aan vast gehecht is. Dit gedrocht heeft vyf paar groote pooten met +vier gelederen. Het is geheel zwart, of van een donker bruine kleur, +en, zoo wel het lyf als de ledematen, geheel overdekt met lange, +dikke en zwarte hairen, veel gelykende naar die van een rups. Elke +poot is met een zoort van geele en kromgebogen klauw gewapend. Uit +den kop komen twee lange tanden, die met de binnenwaarts gebogene +punten een schaar vormen, even als die van een krabbe, waar van +zy zig tot het aanpakken van haaren buit bedienen. Het steeken van +dezelve verwekt altyd de koorts, zoo het al niet doodelyk is door het +vergiftig vocht, het welk zy in de wonde laat loopen. Deeze Spinnekop +heeft agt oogen, gelyk de meeste anderen, en voedt zig met allerleije +zoorten van insecten. Men beweert, dat de jonge vogelen aan dit dier +niet onsnappen kunnen, en dat het derzelver bloed uitzuigt. Deszelfs +webbe is niet zeer uitgestrekt, maar zeer sterk. Om kort te gaan, het +is een verschrikkelyk dier, waar van 't gezicht alleen in staat is, +om aan de lieden zelfs, die aan de beschouwing van de wanstaltigheden +der natuur het meest gewoon zyn, een afgryzen te verwekken. Alle de +gevaaren, alle de plagen, waar aan men dagelyks in de bosschen van +deeze gezengde landstreek is bloot gesteld, zyn talloos. Ik heb 'er +reeds een groot gedeelte van aangehaald, en 'er schieten 'er nog wel +zoo veel over om op te noemen. Onze ongelukkige soldaten konden daar +aan geen weerstand bieden; 'er stierf by aanhoudendheid een groot +aantal, zonder hulp, zonder vriend om hun de oogleden te sluiten, +zonder een kist om hun gebeente te bevatten. Men wierp hunne lyken +door elkander in een groot gat, als of zy het overschot van onze +natuur-genooten niet waren. + +Den 19den, braken wy de legerplaats op, en na een weinig zuidwaards +getrokken te zyn, gingen wy oostwaarts, tot tien uuren, toen een +gedeelte van honderd Neger-Jagers, met hunnen leidsman VINSACK, tot +myn groot genoegen, zig by ons voegde; wy waren derhalven toen drie +honderd mannen sterk. Hoe weinig achting de Colonel FOURGEOUD op alle +andere tyden voor deeze dappere lieden betoonde, hunne versterking +mishaagde hem in 't geheel niet, op dit oogenblik, dat wy eenen vyand +naderden, dien zy wel kenden, en tegen wien zy met meer voordeel +streden, dan ons krygsvolk. Ik ben bovendien volkomen van gedachten, +dat een van deeze vrye Negers, als soldaat, in de bosschen van Guiana, +boven zes Europeanen den voorrang verdient. + +De Colonel FOURGEOUD liet ons toen in drie kolommen, of liever in +drie linien optrekken. Zyn Regiment maakte het midden-punt uit; +het krygsvolk der Societeit was ter rechter, en de Jagers ter linker +zyde. Allen waren zy alleenlyk afgescheiden door eenen afstand, van +waar men elkander beroepen konde; en by elke vleugel waren eenige +lichters geplaatst. Aldus verdeeld zynde, vervolgden wy onzen tocht +oostwaards tot den middag, toen wy den zelven oost noord oost namen, +en aantrokken op een biry-biry, of groot moeras. De moerassen van +dit zoort zyn in dit land zeer gemeen en zeer gevaarlyk. Zy zyn vol +met een zeer dun slyk, en met een dikke en groene korst overdekt, +die op veele plaatsen een mensch dragen kan; maar die men onder zyne +voeten voelt buigen. Indien deeze korst breekt, worden allen, die +'er door heen zakken, in dit zoort van afgrond verzwolgen, waar in zy +ontwyffelbaar moeten omkomen, indien men 'er hen niet oogenblikkelyk +uittrekt. Op die wyze heeft men daar in meenigwerf menschen zien +verzinken, waar van men naderhand nooit meer heeft hooren spreken. + +De zandpoelen zyn van een geheel anderen aart; men zakt 'er +trapsgewyze in, daar dit in de slykmoerassen eensklaps geschiedt. Om +deeze toevallen voor te komen, openden wy onze gelederen zoo veel +als mogelyk was, het geen dezelve zeer wyd van elkander maakte; +en in weerwil van deeze voorzorge, wierden verscheiden menschen +ingezwolgen, als of het ys onder hunne voeten was weggebroken. Ik +heb eenige anderen gezien, die, mede in den poel gevallen zynde, +'er tot onder de armen toe in zakten; maar wien het egter gelukte, +schoon met veel moeite, gered te worden. + +Des namiddags trokken wy voorby twee velden, alwaar men maniok gehad +had; het geen ons deedt begrypen, dat wy aan de verblyfplaats der +muitelingen naderden. Korten tyd daar na ontdekten wy de voetstappen +van den tocht van Capitain MEYLAND, en wy herkenden die aan de +teekens, die op de boomen gesneden waren, zoo als ik reeds te vooren +heb opgegeven. Tegen den avond sloegen wy ons neder op den afstand +van eenige mylen van het moeras, waar in de krygsbende van deezen +Officier het leven gelaten had: het daglicht stondt ter deezer uur +niet lang genoeg meer te schynen, om den vyand te kunnen aantasten. + +Onze soldaten door eenen langen tocht zeer vermoeid zynde, stondt de +Colonel hun voor deezen nacht toe, hutten op te slaan, en vuuren +aan te leggen. Ik was 'er uittermaten verwonderd over: hy had +ons dit zoort van verkwikking verboden, toen wy van den vyand zeer +verre af waren; en op het oogenblik, dat deeze naby was wilde hy het +gedogen. Ik maakte 'er echter gebruik van; en myn Sergeant, my eenige +duivenboonen, welken hy in een nabuurig land geplukt had, gegeven +hebbende, noodigde ik hem ten eeten, als mede een Neger-Capitain, +genaamd HANNIBAL. Wy wierpen alle drie ons gezouten ossen-vleesch en +bischuit in de ketel; vervolgens roerden wy het met een bajonnet om, +en deeden eene uitmuntende maaltyd, in weerwil van eenen akeligen +nacht, en een der zwaarste slagregens. + +De duiven-boonen, of boonen van angola, groeien op een stronk van +agt of tien voeten hoog; zy zyn, ten getale van vyf of zes, in eene +peul besloten; haare kleur is bruin, en haare gedaante plat, gelyk +die der peul-vruchten. De Negers houden 'er veel van, en kweeken in +hunne tuinen, zonder veel kosten of moeite, de plant aan, die deeze +vruchten voortbrengt. + +HANNIBAL, na my te hebben doen opmerken, dat wy des anderen daags +den vyand zekerlyk ontmoeten zouden, vroeg my, of ik wel wist, hoe +de Negers in een gevecht tegen elkander streden. Ik antwoordde hem, +neen; en dadelyk deedt hy my het volgende verhaal, zyn pyp onder myne +hangmat rookende.--"Masera", zeide hy my, "de beide partyen worden +gerangschikt in compagnien van agt of tien mannen, onder bevel van +eenen Capitain, een jagthoorn dragende, zoo als deeze", (hy toonde my +den zynen) "op welks geluid zy alle hunne krygsbewegingen verrigten, +en stryden, of de vlucht nemen. Wanneer zy stryden, scheiden zy zig +oogenblikkelyk van elkander, gaan op den grond leggen, en schieten +dwars door het geboomte op een zeer korten afstand. Elk die strydt, +word door twee ongewapende Negers geholpen; de een vervangt hem, als +hy gedood word, en de ander neemt het lyk weg, uit vreeze, dat het in +'s vyands handen mogt vallen". [1] + +Zyn verhaal gaf my een juist denkbeeld, van die manier van vechten, +welke ik zedert heb zien beoeffenen. Ik zal 'er alleenlyk byvoegen, +dat, wanneer het een dik bosch is, elke Neger, in plaats van op den +buik te gaan leggen, of de knie op den grond te zetten, zig agter eenen +grooten boom verbergt, welke hem tot een borstweering dient, en van +waar hy met meerder juistheid en minder gevaar vuur geeft in dit geval, +doet hy zyn snaphaan tegen den stam van den boom, of op een gespleten +tak, rusten, even gelyk de Indianen van Shawanese en Delaware doen. + +Capitain HANNIBAL deedt my ook verstaan, dat men den beruchten BONNY +verdacht hieldt, van persoonlyk zig te bevinden onder de muitelingen, +in wier nabuurschap wy waren. Dit opperhoofd, schoon een Mulat zynde, +was in de bosschen geboren, werwaarts zyne moeder de vlucht genomen +had, om de mishandelingen van haaren meester, die haar bezwangerd had, +te ontgaan. + +Te meermalen gesproken hebbende van het onderscheid der menschen van +eene midden-kleur, tusschen zwart en wit, moet ik ter opheldering +daar van het volgende aanmerken. De Mulatten worden geboren van een +blanken en eene Negerin, of van een Neger en eene blanke. De Samboes +worden geboren van een Mulat en eene Negerin, enz. De Quarterons van +een Mulat en eene blanke, enz. enz.--De zelfde Capitain HANNIBAL, +noemde my ook den naam van verscheiden andere hoofden der muitelingen, +tegen welken hy dikwils gestreden had. De eerste van allen was QUAMMY, +hoofd van eene afzonderlyke bende, die met de andere muitelingen in +geene betrekking stondt. Hy noemde my vervolgens COROMANTYN, COJO, +ARICO en JOLI-COEUR. De twee laatstgemelden waren berucht van wegen +den onverzoenlyken haat, waar mede zy tegen de blanken bezield waren; +en JOLI-COEUR, van wien ik reeds gesproken heb, had 'er billyke reden +toe. HANNIBAL dacht ook, dat de beruchte BARON op dit oogenblik onder +het opperhoofd BONNY diende. + +Hy ging vervolgens over tot de benamingen van de voornaamste +bezittingen der muitelingen, waar van zommige reeds verwoest waren, +andere zig in 't gezicht bevonden, en eenige ons slechts by naame +bekend waren. Zy hadden allen eenige wezentlyke beteekenis; en dewyl +zy, in zeker opzigt, de onderzoekingen der geleerden omtrent de +verschillende volken onder de Negers kunnen ophelderen, heb ik gepast +geoeordeeld aan dezelven, met opgaave van de vertaaling, alhier eene +plaats te vergunnen. + +Boucou: Ik zal eerder tot stof vergruisd worden, +eer ik genomen worde. + +Gado Saby: God alleen kent my. + +Cosaay: Koomt, zoo gy het hart hebt. + +Tessy sy: Ruikt 'er aan, zoo gy lust hebt. + +Mele my": Ontrust my, zoo gy durft. + +Bousy cray: De bosschen schreien. + +Me salasy: Ik zal genomen worden. + +Kebry my: Verberg my, o loof der boomen, dat my omringt. + +De verdere waren: + +Quammy Condre: naar den naam van QUAMMY, hun opper-hoofd. + +Pynenburg: van de Pyn- of Latanus-boomen, die deeze bezitting van +vooren omringden. + +Caro Condre: van de meenigte Koorn-velden, waar mede dezelve omringd +was. + +Reizy Condre: van de meenigte Ryst-velden, die rondoem lagen. + +Ik drukte Capitain HANNIBAL, na dit gesprek, de hand, en hy ging +van my af. Ik was vervuld met de hoop op eene overwinning, die door +geene wreedheid bezoedeld zoude worden; en dewyl ik zeer vermoeid was, +viel ik in een diepen slaap. + +Den 20sten, des morgens, ontwaakte ik, zeer wel te vreden; zynde het +toen het schoonste weder des weerelds. Deeze gelukkige gesteldheid +verdween wel dra, toen ik zag, dat op een oogenblik, zoo netelig, +en toen men op 't punt stondt slag te leveren, in plaats van goede +behandelingen, welken het voorzichtig geweest zoude zyn te gebruiken +omtrent hun, van wier welwillenheid wy het gunstig einde van ons +lyden verwagtten, men integendeel by de Onder-Officiers en soldaten +eene groote moedeloosheid verwekt had. Ik maakte toen tegen mynen wil +deeze aanmerking:--Dat de Vorsten en hunne dienaars nimmer, zoo veel +mogelyk, een byzonder persoon, wie hy ook wezen mogt, vooral in een +afgelegen land, met eene onbepaalde magt bekleeden moesten, zonder +zynen inborst en denkwyze zeer grondig te kennen; want niemand is +waardig het bevel te voeren, indien hy zig niet tevens door dapperheid +en menschlievenheid onderscheidt; naardien het eene wel bekende +waarheid is, dat geene dapperheid met wreedaartigheid bestaan kan. + +Des morgens ten zes uuren trokken wy noordoostwaarts ten noorden, +onzen weg naar de moerassen nemende; en myne zwaarmoedigheid verdween +met het doorbreken der zon. + +Omtrent ten agt uuren, kwamen wy in dat verschrikkelyk moeras, alwaar +wy schielyk tot aan ons midden door het water gingen. Niettemin maakten +wy ons gereed, om het ernstig onthaal, het welk wy aan de overzyde te +wagten hadden, vol te houden. Na een halve myl ver gezworven te hebben, +beklommen onze grenadiers gezwindelyk den oever met de bajonnetten +vooruit. Het hoofdleger volgde hen oogenblikkelyk, en wy plaatsten +ons, zonder de minste tegenkanting, in gelederen. Wy zagen toen +een schouwspel, het welk in staat was, om de onverschrokkensten te +verzetten: de grond lag bezaaid met bekkeneelen, beenderen en ander +overschot van de lyken der ongelukkige soldaten van den Capitain +MEYLAND.--Deeze Officier had wel middel gevonden, om dezelven te +doen begraven; maar de muitelingen hadden die weder opgedolven, +om ze van hunne kleederen te berooven, om deeze lyken in stukken +te houwen, en ze te verscheuren, zoo als verslindende dieren gedaan +zouden hebben. Onder het getal deezer ongelukkige slachtoeffers was +de Neef van MEYLAND, een jongman van denzelfden naam als hy, en van +de grootste verwagting. Hy was van de Zwitzersche gebergten gekomen, +om met des te meerder spoed vorderingen in den krygsdienst te maken, +en, korten tyd na zyne ontscheping, vondt hy zyn graf in een moeras +van Surinamen. Zyn moed stondt gelyk met dien van zynen oom; zyne +onverschrokkenheid, die hem bewoog om zig aan alle gevaaren bloot te +stellen, kende geene paalen.--Zoodanig is de geestdrift der eerzucht +van eenen krygsman. + +Deeze hoop van menschen-beenderen was de tweede of derde, dien wy op +onzen tocht ontmoetten. Ik erken opentlyk, dat zulk eene ontmoeting +in my geen lust verwekte, om de muitelingen te bevechten. Dit droevig +overschot echter ontstak in onze soldaten een levendige drift, om +hunne ongelukkige medgezellen te wreeken. + +Ik heb reeds zoo dikwerf gesproken van het doorwaden der moerassen, +dat het, zoo ik denk, niet ongeschikt is, om door de nevenstaande +plaat de beschryving op te helderen. Voor eerst wordt daar op vertoond +de Colonel FOURGEOUD, vooraf gegaan door eenen Neger, die hem tot +leidsman dient, en, waar het water op het hoogst is, overzwemt. Daar +op volge ik zelf, en eenige andere Officiers en Zee-soldaten, allen +in het midden van het moeras, en onze wapenen, krygsbehoeften, enz. op +het hoofd dragende, om door het nat niet beschadigd te worden. Men kan +daar op voorts de manier zien, waar op de slaven de pakken dragen, als +mede hoe de muitelingen van boven uit de palmboomen op het krygsvolk +vuur geven. Een tocht van dien aart, schoon by deeze gelegenheid zeer +noodzakelyk, moet altyd een der gevaarlykste zyn: men is dan bloot +gesteld aan de aanvallen van eenen vyand, die in 't verborgen vuurt, +en men kan niet meer dan eenmaal vuur geven; want de soldaten zyn te +diep in het water ingezonken, om hun geweer op nieuw te kunnen laden, +zonder het slot nat te maken. + +Wy volgden toen een zoort van voetpad, door de muitelingen gemaakt, +waar na wy onzen weg een weinig westwaarts namen. De Sergeant FOWLER, +die tans het bevel over de voorhoede voerde, kwam by my, geheel bleek +en bevende, en verklaarde my, dat het gezicht van deeze lyken hem +zeer ziek gemaakt had. Dit was waar, want hy scheen aan den grond +als vast gehecht, zonder een enkelen tred te kunnen doen, noch zyne +ontsteltenis te kunnen verbergen. Ik sprak hem aan met den naam, +dien hy verdiende, en had slechts den tyd, om hem te beveelen van +zig by de agterhoede te begeven. + +Ten tien uuren, ontmoetten wy een klein gedeelte der muitelingen, elk +van hun met een groene mand op den rug. Zy gaven vuur op ons, en hunne +vracht op den grond werpende, keerden zy in aller yl naar hun gehucht +te rug. Wy vernamen zedert, dat zy naar eene andere verblyfplaats ryst +vervoerden, om daar van te leven, wanneer zy uit Gado-Saby (den naam +van de plaats, werwaarts wy heen trokken,) verjaagd mogten worden, +eene zaak, welke zy dagelyks te gemoet zagen, zedert dat dezelve +door den dapperen MEYLAND was ontdekt geworden. Deeze groene manden, +welken de Negers warinbos noemen, waren gemaakt van biezen, die met +palmboom-bladeren konstig waren in een gevlochten. Ons volk dezelven +met den sabel hebbende open gehakt, kwam 'er de zuiverste en schoonste +ryst uit, die ik in myn leven gezien heb; maar men strooide ze overal +heen, en trad ze met de voeten, want wy hadden geene gelegenheid om +ze mede te nemen. Korten tyd daar na ontdekten wy eene ledige barak, +waar in de muitelingen een wachtpost geplaatst hadden, om hen van alle +gevaar te verwittigen; maar de lieden, die deeze wacht uitmaakten, +waren met den meesten spoed weggevlucht. Wy verdubbelden toen met +yver onze schreden tot op den middag, wanneer wy eene uitgezette +wacht van den vyand ontmoetten, tweemaal vuur hoorden geven, het welk +een met BONNY overeengekomen teeken was, om hem onze aannadering +te berigten. De Major MEDLAR, ik zelf, met eenige soldaten van de +voorhoede, en eene kleine krygsbende van Neger-Jagers, trokken voor +uit, en wel dra kwamen wy op een schoon veld, met ryst en Indisch +kooren bedekt. Hier hielden wy stil, om ons gezamentlyk krygsvolk in te +wagten, en vooral om aan de achterhoede tyd te geven om aan te rukken, +want eenigen van derzelver soldaten waren twee mylen agter ons. In +dien tusschentyd liepen wy gevaar van in de pan gehakt te worden; +want de vyand, zoo als wy naderhand vernamen, had dit veld omcingeld, +zonder dat wy 'er iets van gezien hadden. + +Een half uur daar na, vereenigde zig onze legerbende te zamen. Toen +kapten wy ons een korten weg door het bosch heen; en wy waren daar +even doorgedrongen, of 'er begon van alle kanten een hevig vuur. De +vyand echter deinsde af, en wy trokken voort, tot dat wy op een schoon +veld kwamen, met rype ryst beplant, en een lang vierkant uitmakende, +aan welks einde het gehucht der muitelingen zig als een opgaande +toneel vertoonde; het was door het lommer van verscheiden hooge boomen +tegen de hitte der zon beveiligd; en dit alles leverde het treffendst +en betooverendst gezicht op, het welk men zig verbeelden kan. Een +onafgebroken vuur, veel naar donderslagen gelykende, duurde meer dan +een uur op dit zelfde veld; en geduurende al dien tyd gedroegen zig de +Neger-Jagers met zoo veel moed als bekwaamheid: maar de blanke soldaten +waren al te driftig, en schooten mis; ik zag 'er echter veelen onder, +die de grootste onverschrokkenheid betoonden, en de Jagers met eenen +goeden uitslag navolgden. Onder deezen bevondt zig in dit oogenblik de +arme FOWLER, die in het begin van den slag van zyne ontsteltenis was +te rug gekomen. Zig eenmaal hersteld hebbende, begaf hy zig op zynen +eersten post, en bekwam zyne achting weder volkomen, met aan myne zyde +als een dapper krygsman te stryden, tot dat de loop van zyn snaphaan +door een vyandelyk schot verbryzeld wierd, het geen hem belette, om +daar van verder gebruik te maken. Een snaphaan-kogel doorboorde myn +hembd en kneusde my den schouder. Myn Lieutenant, DE CABANUS, wierd +de riem van zyn snaphaam weggeschoten; verscheiden soldaten wierden +gewond, zommigen zelfs doodelyk; maar tot myne groote verwondering, zag +ik niemand hunner op het slagveld sneven.--Dit kwam my wonderbaarlyk +voor, maar ik zal 'er in 't kort de uitlegging van geven. + +De muitelingen, om onze aannadering gevaarlyker en moeielyker te +maken, hadden dit ryst-veld met dikke stammen van boomen, waar aan +de wortels vastgebleven waren, omringd en doorsneden. Zy hielden +zig agter deeze opgeworpen verschanssingen verscholen, en gaven +van daar, byna zonder eenig gevaar, vuur op ons, die dit zoort +van wallen beklimmen moesten, eer wy in hun gehucht komen konden: +in weerwil echter van alle de hinderpalen, die zy ons in den weg +leiden, geraakten wy altyd voorwaarts. Maar te gelyker tyd, dat +ik het goed beleid van hunnen Generaal, in het regelen van hunne +krygsverrigtingen, bewonderde, konde ik my niet wederhouden hen over +hunne bygeloovigheid te beklagen. Een van deeze ongelukkigen in 't +byzonder, al zyn vertrouwen Op zyn tooverband stellende, geloofde +onkwetsbaar te zyn. Hy beklom te meermalen een van die stammen van +boomen, die op den grond lagen; van daar schoot hy; vervolgens klom hy +af om zyn snaphaan weder te laden; en weder te rug komende, schoot hy +andermaal met de grootste koelbloedigheid, en in myn gezicht. Een der +Zee-soldaten, onder myn bevel staande, met naame VALET, eindelyk op +hem aangelegd hebbende, doorschoot hem de dye, en hy viel agter het +bolwerk, door hem zoo meenigwerf beklommen; maar die zelfde soldaat, +over hem heen gesprongen zynde, stak de tromp van zyn snaphaan in het +oor van den ongelukkigen, en deedt hem de herssenen uit het hoofd +vliegen: verscheiden zyner medgezellen ondergingen het zelfde lot, +in weerwil van hunne tooverbanden, en bygeloovigheden. + +Wy waren op het punt, om het gehucht der muitelingen in te rukken, +toen een van hunne Capitains, een hoed met een goude lis op het +hoofd dragende, en een brandende toorts in de hand houdende, hun +onvermydelyk verlies voor oogen ziende, moeds genoeg had, om zig +aldaar te blyven ophouden, en het gehucht in ons gezicht in brand +te steken. Deeze houte huizen, met drooge bladeren overdekt, stonden +spoedig in lichten laaijen vlam; maar toen begon het musketten-vuur +in het bosch te verminderen. Dit manmoedig besluit van den vyand +belette niet alleen het bloedbad, het welk de soldaten op het eerste +oogenblik der overwinning gewoon zyn aan te rechten; maar het maakte +'t bovendien voor de muitelingen gemakkelyk, om met hunne vrouwen en +kinderen te rug te trekken, en de goederen, die hun meest dienstig +waren, met zig te voeren. Het was ons derhalven toen onmogelyk om +hen te vervolgen, en den minsten buit te maken; het waren niet alleen +de vlammen, die ons zulks beletteden, maar wy zagen ook wel dra een +moeras, het welk ons byna van alle kanten omringde. + +Ik moet waarlyk erkennen, dat in het laatste uur van deezen slag, +'er niets verschrikkelyker was, dan het aanhoudend musketten-vuur, +het vloeken en huilen der Negers, onder elkander gemengd; het gekerm +der gekwetsten en stervenden, die in het stof lagen, en in hun bloed +baadden; het scherp geluid der jagthoorns, het welk zig van alle kanten +liet hooren, en het gekraak der brandende balken, waar van het gehucht, +dat geheel in vlam stondt, weergalmde: terwyl de rook-wolken, die ons +omgaven, de vlammen die zig zeer hoog verhieven, enz. een tafereel +uitmaakten, het welk voor geene beschryving vatbaar is, en misschien +het penceel van HOGARTH niet onwaardig geweest zoude zyn. Ik heb echter +getracht dit toneel te schetsen; [2] ik heb my zelf daar by afgebeeld +na de hitte van den slag; ik heb daar by het voorkomen van vermoeid +en droefgeestig te zyn, een oog van medelyden werpende op het lichaam +van eenen oproerigen Neger, die, zyne snaaphaan in de hand houdende, +voor myne voeten uitgestrekt ligt. + +Na ons gewasschen, en van het stof, zweet en bloed, waar mede wy +besmet waren, gereinigd te hebben, namen wy allen een teug brandewyn, +en aten een stuk brood. Het vuur begon ondertusschen te verminderen; +en toen het ophieldt, onderzogten wy de rookende puinhoopen van het +gehucht der muitelingen, bestaande in omtrent honderd huizen of +hutten, waar van zommige twee verdiepingen hadden: uit den asch, +die nog gloeiend was, haalden wy eenige kleinigheden, die aan het +geweld der vlammen ontsnapt waren, als by voorbeeld zilvere borden, +die wy uit hoofde van hun merk B. W. vooronderstelden, dat by het +plunderen der Plantagie Brunswyk aan de Cottica geroofd waren: wy +vonden ook eenige messen, gebroken porceleine potten, en aardewerk: +een der laatstgemelden, zynde vol met ryst en palmboom-wormen, viel my +ten deel. Dewyl men rykelyk vuur had, om deeze spyze te laten koken, en +ik een zeer grooten trek tot eeten had, verschafte my dezelve spoedig +eene uitmuntende maaltyd, en ik had wel dra alles opgegeten. Eenigen +myner spitsbroeders waren beducht, dat dit eeten agtergelaten mogt +zyn, met een oogmerk om ons te vergeven; maar, gelukkig voor my, +bleek deeze verdenking zeer ongegrond te zyn. + +De bovengemelde zilvere borden kogt ik van onze soldaten, om 'er een +zoort van zegeteeken van te maken, en ik heb 'er my naderhand altyd +van bediend. Wy vonden in dit zelfde gehucht drie menschen-hoofden op +staken gezet; het waren de treurige overblyfzels van eenigen onzer +dappere en ongelukkige soldaten, die bevorens door de muitelingen +gedood waren. Maar, het geen ons het meest verwonderde, was, dat wy +twee hoofden van Negers zagen, die het voorkomen hadden van in 't kort +te zyn afgehouwen. Wy vernamen vervolgens, dat twee jonge lieden, om +dat zy in ons voordeel gesproken hadden, geduurende den nacht van den +17den, ten tyde dat wy het gehuil en schieten met musketten hoorden, +ter dood gebragt waren. Die hoofden waren de hunne. + +Het droevig overschot deezer ongelukkigen begraven hebbende, hingen +wy onze hangmatten op aan die fraaie hooge boomen, die het gehucht +overschaduwden; maar ik was innerlyk getroffen over het ysselyk +schouwspel, het welk zig toen aan ons oog vertoonde. De Neger-Jagers +vermaakten zig met de afgehouwen hoofden hunner vyanden aan elkander +toe te kaatsen. Het was vrugteloos geweest hen over dit onmenschelyk +spel te bestraffen, en zy verzekerden ons, dat het was "condre fassy, +de gewoonte van hun Land"; zy eindigden het zelve, door die hoofden, +na 'er den neus, de lippen, de wangen, de ooren te hebben afgesneden, +met den voet weg te schoppen; zy namen 'er zelfs de kakebeenen uit, +welken zy in den rook lieten droogen, als mede de regte hand, om +dezelve, ten bewyze hunner overwinning, aan hunne nabestaanden en +vrouwen te vertoonen. Het is een zaak die over bekend is, dat eene zoo +wreede gewoonte onder de wilden plaats heeft, en dat dezelve uit hunne +onverzaadlyke wraaklust voortspruit; en schoon de Colonel FOURGEOUD +met zyn gezag had kunnen tusschen beiden komen, om deeze hatelyke +zegepraal voor te komen, of te doen ophouden, handelde hy naar myn +inzien verstandiglyk, met daar van in dit oogenblik geen gebruik te +maken. Dewyl overtuiging hier niets vermogt, zoude hy slechts deeze +soldaten verbitterd hebben, en hun een weerzin doen krygen in eenen +dienst, die ons zoo nuttig was, hoe bloeddorstig en wreed de gevolgen +'er ook van wezen mogten. + +Deeze zelfde Jagers verhaalden ons, dat zy, by het bezigtigen van den +bosch-kant, veel menschen bloed op onderscheidene plaatsen gezien +hadden, en dat dit gevloeid was uit de wonden dier muitelingen, +welken hunne medemakkers geduurende den slag hadden weggevoerd. + +Ten drie uuren, op het tydstip, dat wy van onze vermoeidheid +uitrustten, wierden wy eensklaps door een party vyanden aangevallen: +maar zoo dra wy hen met eenige snaphaanschoten begroet hadden, trokken +zy af. Dit onverwagt bezoek overtuigde ons, van hoe veel gewicht het +was op onze hoede te zyn, voornamelyk des nachts; dienvolgende was +het niet geoorloofd vuuren te stoken, en men zette dubbelde wagten +uit rondom de legerplaats. + +Door vermoeienis en eene ongemeene hitte afgemat, ging ik, na +het ondergaan der zon, in myne hangmat leggen, en viel spoedig +in een diepen slaap: maar na verloop van een paar uuren, deedt my +myn getrouwe QUACO in het midden van den donker ontwaken, roepende: +"Massera, Massera! bousy negro, bousy negro! Meester, Meester! zie daar +den vyand, zie daar den vyand"! Op het zelfde oogenblik een aanhoudend +vuur gehoord hebbende, besloot ik daar uit, dat de muitelingen in het +midden van onze legerplaats waren. Vol verbaazing, en nog niet geheel +wakker zynde, sprong ik uit myne hangmat, en nam myn snaphaan. Ik liep +toen, zonder behoorlyk te weten wat ik deed, myn QUACO onder den voet; +waar na ik zelfs viel over twee of drie lichaamen, die op den grond +lagen, en welken ik my verbeeldde menschen te zyn, die reeds gedood +waren. Een van hun ontdekte my spoedig myne dwaling, zeggende: +"dat indien ik de minste beweging maakte, ik een kind des doods +was". Dezelfde perfoon voegde 'er by: "dat de Colonel FOURGEOUD aan +het krygsvolk bevel gegeven had, om plat op den buik te gaan leggen, +en geen schot te doen, om dat men des avonds te vooren het grootste +gedeelte van het kruid verbruikt had". Ik ontdekte wel dra, dat de +geen, die tot my sprak, een grenadier was, THOMSON genaamd, en ik +maakte van zynen raad gebruik. Wy bleven dus tot aan het opgaan der +zon onder de wapenen, en geduurende al dien tyd wierd 'er een zoort +van zamenspraak tusschen de muitelingen en onze Jagers gehouden: +de een vervloekte en bedreigde op eene geweldige wyze den ander. De +eersten scholden de laatstgemelden voor "lage zielen en verraders +hunner landgenooten. Zy daagden hen tegen des anderen daags tot een +afzonderlyk gevecht uit: zy zwoeren, dat zy niets vuuriger verlangden, +dan hunne handen in het bloed van deeze schelmen te baden, daar zy de +voornaame bewerkers waren van de verwoesting van hunne bloeijende en +schoone verblyfplaats". De Jagers antwoordden hun; "dat zy niets anders +waren, dan een hoop roovers, tegen wien zy bereid waren te vechten, +al waren zy slechts half zoo talryk, indien zy hunne leelyke gezichten +durfden vertoonen; en dat zy hunne meesters verlaten hadden, alleen om +dat ze te lui waren om te werken". Na dit gesprek deeden zy elkander +allerleije schampere bejegeningen aan, door krygsgeschrei van eenen +byzonderen aart, door overwinnings liederen, en door het geluid van den +jagthoorn tot een teeken van uitdaging. Vervolgens begon wederom het +vuur van den kant der muitelingen, en duurde den geheelen nacht door, +maar afgebroken door hun geschreeuw, het welk door den weergalm van het +bosch herhaald wordende, zig met eene verdubbelde kragt liet hooren. + +De Colonel FOURGEOUD nam eindelyk deel in dit gesprek, en de Sergeant +FOWLER en ik dienden hem tot tolken. Wy moesten hard schreeuwen; maar +ik heb my nooit beter vermaakt. De Colonel beloofde aan de muitelingen +het leven, de vryheid, levens-middelen, en alles, wat zy mogten noodig +hebben. Zy antwoordden hem, hem luidkeels uitlachende, dat zy niets +van hem verwagtten; zy behandelden hem als een half uitgehongerden +Franschman, die uit zyn land gevlucht was: zy verzekerden hem, dat, +indien hy moeds genoeg had, om hun een bezoek te geven, zy hem geen +kwaad doen, maar goed onthaalen zouden: tot ons zeiden zy, dat zy +ons beklagenswaardiger oordeelden, dan hun zelven; dat wy blanke +slaven waren, die voor vier stuivers daags gehuurd wierden, om ons +te laten doodslaan, of om van honger te sterven; dat zy ons te veel +verachtten, om hun kruid op ons te verschieten; maar dat indien de +Planters, of hunne Opzichters, zig in de bosschen dorsten begeven, +'er geen enkele weder uit zoude komen; dat de verraderlyke Jagers een +gelyk lot te wagten hadden, en dat zy dien dag, of daags daar aan, 'er +een goed getal van zouden om hals brengen. Zy eindigden hun gesprek met +te verklaren, dat BONNY wel dra Opperhoofd der Volkplanting zyn zoude. + +Toen dit gesprek was afgeloopen, schoten zy hunne snaphanen af, waar op +een drievouwdig krygs-geschrei volgde. De Jagers beantwoordden hun het +zelve, en de muitelingen verdweenen by het opkomen van den dageraad. + +Wy waren uittermaten vermoeid. Onaeangezien echter de langduurigheid van +het gevecht, hadden wy door het vuur van den vyand weinig manschappen +verloren: ik heb beloofd de reden daar van op te geven. Dit geheim +deedt zig ontwikkelen, toen de Heelmeesters, de wonden verbindende, +daar uit zeer weinig loode kogels haalden, maar een groot aantal +steentjes, knoopen van kleederen, en kleine stukjes zilver geld, die +niet veel leed deeden, en niets meer dan eene kwetsing van de huid +veroorzaakten. Wy merkten ook op, dat verscheiden der muitelingen, +die gedood waren, in plaats van vuursteenen, stukken van pot-scherven +hadden, waar mede zy niet veel konden uitrichten. Zie daar de reden, +waarom wy van deeze zaak zoo gelukkig afkwamen. Wy hadden niettemin +nog een groot getal soldaten, die gevaarlyk gewond waren, of zwaare +kneuzingen bekomen hadden. + +De vernuftigheid van deeze Negers, wanneer zy zig gerust in de bosschen +bevinden, is ongemeen groot. De geenen, tegen welken wy te stryden +hadden, beroemden zig, dat hun niets ontbrak, en wy vonden hen ten +minsten dik en vet. Door middel van strikken, die konstig gemaakt +waren, en de diepe moerassen, vangen zy wild en visch in overvloed, +welken zy in den rook laten droogen, om ze goed te houden. Hunne +velden zyn beplant met ryst, maniok, ignames, plantain-boomen, +enz. Het zout trekken zy uit de asch van palmboomen, zoo als de +Gentous in de Oost-Indien doen, of zy gebruiken in plaats van dien +zeer dikwils roode peper. + +Op deeze zelfde plaats ontdekte men een klein vaatje vol met beste +boter, die by een ouden stam van een boom verborgen was. Onze Jagers +zeiden my, dat dezelve van gesmolten vet van palmboom-wormen gemaakt +was. Men konde ze gebruiken als de Europeesche boter, en ik vond +ze zelfs veel lekkerder. De Negers maken ook boter van pistaches, +waar uit zy de olyachtige zelfstandigheid uitperssen, en dikwils doen +zy die in hunne soepen. Zy hebben altyd palmboom-wyn in overvloed; +zy weten dien te bekomen door de insnyding van een vierkanten voet +in den nedergehouwen stam; vervolgens vangen zy het sap in een pot +op. Dit sap gaat schielyk door de hitte der zon aan het gisten, +en verschaft hun een aangenamen en koelen drank, die kragt genoeg +heeft om dronken te maken. De Latanus- of Pyn-boom verschaft hun de +noodige bouwstoffen voor hunne huizen. De Calabassen-boom bezorgt +hun drinkschalen. De zyde-plant en de mauricy bevatten draden, waar +van zy hunne hangmatten maken; en op de palmboomen groeit zelfs een +zoort van mutsen van een natuurlyk weefzel, gelyk ook bezems om te +vegen. De koorden van allerleije zoort van heestergewassen dienen +hun voor touwwerk. Om hout te hebben, behoeven zy het slechts te +hakken. Zy ontsteken vuur, door twee stukken hout, welken zy by-by +noemen, tegen elkander te wryven; terwyl zy daar van, als elastiek +zynde, zeer goede kurken maken. Van het vet en de oly, welken zy in +overvloed hebben, kunnen zy kaarssen maken of lampen branden; en de +wilde byen geven hun wasch, en uitmuntenden honig. + +Zy weigeren volstrekt, om kleederen te dragen, en verkiezen naakt te +loopen in eene luchtstreek, alwaar de hitte de ligtste kleeding tot +een last maakt. + +Zy zouden varkens en gevogelte kunnen aankweken, en jagt- of +wacht-honden leeren; maar zy vreezen, dat het geluid van deeze dieren, +en vooral het gekraay der haanen, het welk men van zeer wyd af in +het bosch kan hooren, de plaats van hun verblyf ontdekken mogten. + +Toen de muitelingen van deezen oord verjaagd of geslagen scheenen, +hieldt de Colonel FOURGEOUD zig bezig met den oogst in den omtrek te +vernielen. Ik ontfing bevel om met vier-en-twintig Zee-soldaten, en +twintig Jagers, een begin aan deeze verwoesting te maken. Dienvolgende +deed ik al de ryst, die in de opgemelde velden in overvloed groeide, +afmaaien. Ik ontdekte vervolgens een derde land, zuidwaarts van het +eerstgemelde gelegen, om het welk te verwoesten, ik insgelyks bevel +gaf; en ik gaf daar van bericht aan den Colonel FOURGEOUD, die my +toescheen uittermaten voldaan te zyn. Des namiddags wierd de Capitain +HAMEL met vyftig Zee-soldaten en dertig Neger-Jagers afgezonden, om de +plaatsen, agter het gehucht liggende, te onderzoeken, en, zoo mogelyk, +te ontdekken, hoe de muitelingen het maakten, om door een moeras heen +en weder te trekken, waar van de diepte ons onbekend was, en door het +welk wy hen niet konden vervolgen. Deeze Officier ontdekte eindelyk +een zoort van dryvende brug, die tusschen de heesters verborgen lag, +en van mauricy hout gemaakt was; maar zoodanig ingericht, dat 'er niet +meer dan een man te gelyk over gaan konde. Eenigen der muitelingen +zaten 'er schreijelings op, om de overtocht te beletten. Zoo dra zy +de afgezondene manschappen vernamen, schoten zy op hen: de Jagers +beantwoordden hun spoedig, en dooden een man van hun, die door zyne +makkers wierd weggevoerd. + +Des anderen daags morgens den 22sten, gaf onze Bevelhebber aan +een ander gedeelte manschappen, waar toe ik mede behoorde, last +om de brug over te trekken, en het te wagen, om op kondschap uit +gaan. Geen tegenstand van iemand ontmoet hebbende, trokken wy deeze +brug over, of liever, wy kropen over de dryvende boomen, waar van +dezelve gemaakt was; vervolgens bevonden wy ons op een veld van eene +langwerpige gedaante, met maniok en ignames beplant, in welks midden +een dertigtal huizen stonden, die op dit oogenblik verlaten zynde, +van eene oude verblyfplaats der muitelingen, Cosaay genaamd, waren +overgebleven. Om de plaatsen te beter te onderzoeken, verdeelden wy +ons op dit veld in drie krygshoopen: de eerste, om noordwaarts, de +tweede ten noordwesten, en de derde westwaarts heen te trekken. Hier +ontdekten wy, tot onze groote verwondering, dat de reden, waarom de +muitelingen, in den nacht van den 20sten, zoo geschreeuwd, gezongen +en geschoten hadden, niet alleen was, om den aftocht hunner vrienden +door het beletten van den overtocht te dekken, maar ook om door dit +geweldig en aanhoudend geraas voor te komen, dat wy niet bemerken +zouden, dat zy lieden, zoo mannen, vrouwen, als kinderen, grootendeels +bezig waren met warimbos of manden te maken, en die met de schoonste +ryst, cassave, en wortelen van ignames te vullen, om daar door by +hunne vlucht levens onderhoud te hebben. + +Dit was zekerlyk een verstandig gedrag in een wild volk, het welk wy +ons vermeeten om te verachten: het zelve zoude aan elken Europeaanschen +Bevelhebber tot eere gestrekt hebben, en de beschaafdste volken hebben +hen daar in misschien zeldzaam overtroffen. + + + +EEN-EN-TWINTIGSTE HOOFTSTUK. + +Wilde Porselyn.--Calebassen-boom.--Schermutzeling.--Tafereel +van broederlyke teederheid.--Het krygsvolk keert naar Barbacoeba +te rug.--Beschryving van de manier, waar op de legerplaats was +ingericht.--Een slaaf door den slang Orou-coukou gedood. + +De Colonel FOURGEOUD, zig op deeze wyze door eenen Neger getrotseerd +ziende, konde zyn spyt niet langer inhouden, en zwoer, dat hy BONNY +vervolgen zoude, al was het ook aan het einde van de weereld. Alle onze +krygs- en mondbehoeften intusschen waren verbruikt; en al was dit zoo +niet geweest, zoo zoude het zekerlyk eene ydele onderneming geweest +zyn den vyand te willen agterhalen. Onze Bevelhebber niettemin bleef +by dit onuitvoerlyk ontwerp; hy zondt derhalven eenige manschappen +naar Barbacoeba, onder bevel van den Capitain BOLTS, en bestaande +uit honderd Zee-soldaten, dertig Jagers en een goed getal slaven, met +last, om krygs- en mondbehoeften voor eene week van dien wachtpost te +gaan halen. Te gelyker tyd deedt hy alleenlyk eene halve portie aan +het overgebleven krygsvolk uitdeelen, en hy zette de soldaten aan, +om dit gebrek aan noodig voedzel te vervullen, door het opzamelen +van ryst, duiven- of angola-boonen, en door het uit den grond halen +van maniok-wortel, welken zy, zoo goed zy konden, moesten gereed +maken. De Officiers wierden op dezelfde wyze behandeld. Het was in de +daad wonderlyk om te zien, dat een twintigtal van ons zig, even als +zoo veele Apothecars, bezig hielden met de ryst elk in een zoort van +vyzel te stampen, die door de muitelingen uit den stam van een boom, +het roode hart genaamd, was uitgehold, als zynde dit het eenige +middel, om dezelve van haare schel te zuiveren. Dusdanige arbeid +was echter zeer afmattend; het zweet liep ons langs het geheele lyf, +als of wy uit een bad kwamen; en op dit oogenblik, dat wy wel eenigen +versterkenden drank noodig hadden, hadden wy niets dan water. + +Wy hadden het geluk, om, onder andere plantgewassen, eene groote +meenigte wilde porselyn te vinden, die van de gewoone alleenlyk daar +in verschilt, dat zy digter aan den grond groeit, en dat derzelver +bladeren kleiner en van een donkerer groene kleur zyn. Men kan ze +gerust eeten, het zy als eene salade, het zy gestoofd; zy verschaft +een smakelyk en verkoelend voedzel; en ze is bovendien een uitmuntend +middel tegen de scheurbuik. + +Wy vonden ook een groot aantal Calebassen-boomen, waar van +de vrugten voor de inboorlingen des Lands van zeer groot nut +zyn. De Calebassen-boom groeit tot de hoogte van een gewoonen +appel-boom. Deszelfs bladeren zyn dik, en loopen puntig toe. De +gedaante en grootte van deszelfs vruchten is oneindig verschillende; +eenige zyn eirond, andere spits toeloopende, andere wederom rond, +en dikwils hebben zy tien of twaalf duimen in den omtrek. De +schil is hard, glad, en met eene schitterende huid overdekt, +die bruin wordt, wanneer de calebas droog is. Het vleesch is eene +mergachtige zelfstandigheid, welke men 'er met een krom mes kan +uitnemen. De calebassen dienen tot poejer-doozen, flessen, schaalen +en schotels. Zelden ging ik door de bosschen, zonder 'er een by my +te hebben. De Negers vercieren dezelve doorgaans, door op de bast +verscheiden misselyke streepen te snyden; zomtyds zelfs vullen zy de +groeven met kryt, het geen een zeer fraaije vertooning maakt. [3] + +De Jagers op kondschap zynde uitgegaan, kwamen in den namiddag van den +23sten te rug, berigtende, dat zy het gewas van een ander rystveld, +noord-oost-waarts gelegen, vernield hadden. De Colonel was met deeze +tyding zeer in zyn schik; maar toen ik hem tegen den avond zeide, dat +ik op eenigen afstand verscheiden gewapende Negers zag, die tot ons +naderden, verbleekte hy en riep uit, wy zyn 'er om koud! Oogenblikkelyk +gaf hy aan al het krygsvolk bevel, om de wapenen op te vatten. Na +verloop van eenige minuten, waren deeze Negers naby genoeg, om +onderscheiden te kunnen worden, en wy herkenden 'er veelen van, die in +hunne hangmatten gedragen wierden. De Colonel FOURGEOUD riep op nieuw +uit: "Wy zyn niet minder bedorven, schoon het de vyand niet is: het is +de Capitain BOLTS, die geslagen is geworden, en met zyne manschappen te +rug koomt". Hy sprak de zuivere waarheid. Deeze ongelukkige Officier, +zoo dra hy zyne gekwetsten in handen der Heelmeesters had overgeleverd, +gaf het volgende bericht: hy verklaarde, dat hy, gekomen zynde in het +rampzalig moeras, waar in de Capitain MEYLAND de nederlaag gekregen +had, door den vyand, die aan de overzyde post hieldt, was aangetast +geworden; dat dezelve, zonder zig met eenig Europeaan te bemoeien, +een verschrikkelyk bloedbad onder de Neger-Jagers gemaakt had; dat +een der Capitains van deeze dappere lieden, genaamd VALENTYN, op het +oogenblik, dat hy ter aanmoediging der soldaten den jagthoorn blies, +en op vyf verschillende plaatsen doodelyk gewond was, was om ver +geschoten. De Capitain AVANTAGE, broeder van VALENTYN, hem in dien +doodelyken toestand ziende, gaf blyken van de innerlykste teederheid +en van de aandoenlykste gevoeligheid. Hy ging naast zynen broeder +op de knien leggen; hy bukte naar zyne wonden, om 'er het bloed uit +te zuigen; hy zwoer hem met eenen eed, dat hy zynen dood op hunne +vyanden wreeken zoude; en zeide eindelyk, dat hy wenschte, om, na +'er zelf het leven te hebben by ingeschoten, hem op een gelukkiger +plaats weer te zien. + +De Colonel FOURGEOUD erkende toen; dat de muitelingen hun woord +gehouden hadden met het dooden van de Jagers. De Capitain BOLTS +berigtte ook, dat eenigen van de eerstgemelden, na op zyn volk van +boven uit de palmboomen te hebben vuur gegeven, met de verbazendste +gezwindheid naar beneden kwamen, en vervolgens wegvloden, terwyl +de Jagers van kwaadheid schuimden, en van yver brandden, om hunne +vyanden dwars door de struiken heen te vervolgen. + +Onze Bevelhebber bemerkte toen de ongerymdheid van zyn ontwerp. Verre +van in staat te zyn, om 'er de uitvoering van te voltooijen, zouden +zyn krygsvolk en hy zelf gevaar geloopen hebben van geheel en al +vernield te worden. Hy had noch mond- noch krygsbehoeften in zyne +legerplaats gelaten, en bovendien was alle gemeenschap afgesneden; +hy was dus ernstig bedacht op middelen, om zynen aftocht te dekken. De +herhaalde murmureeringen van het krygsvolk drongen hem met ernst, om +die party te kiezen; en in de daad, zy waren verschrikkelyk afgemat, +door zig des daags te vermoeien, en des nachts aanhoudend te waken. Men +konde van onze soldaten zeggen: "dat zy in wilde woestenyen omzworven, +zonder aldaar eene enkele schuilplaats te vinden". + +Den 24sten, ontfing eene krygsbende van honderd veertig mannen, onder +bevel van twee Staf-Officiers, last, om het te velde staande gewas, +het welk zy in den omtrek van de oude verblyfplaats, Cosaay genaamd, +vinden mogten, geheel en al te vernielen: ik behoorde 'er mede toe. Wy +hadden dit werk spoedig verrigt, en vonden in het moeras eene meenigte +huisraad, als ketels, yzere potten en pannen. De muitelingen hadden die +goederen op eenige Plantagien geroofd, en zy hadden die in 't water +geworpen, om ze aan ons te onttrekken, met oogmerk, ongetwyffeld, om +ze weder op te visschen, wanneer wy Gado Saby verlaten zouden hebben. + +Onze manschappen kwamen in den namiddag te rug, en wy braken +oogenblikkelyk het leger op, om onzen aftocht naar Barbacoeba te +beginnen. De Colonel FOURGEOUD gaf in dit oogenblik een blyk van +een zeer verkeerd overleg, waar aan zommige lieden zelfs eene veel +hardere benaming gaven. Des avonds, toen wy in het moeras kwamen, +het welk een akelig voorkomen had, nam hy een ledige kist, leide +'er een hangmat in, en droeg dezelve als een schild voor het lyf, +zyne soldaten toeroepende: Red u, zoo goed gy kunt! Op dit gezegde +stondt een Waal, genaamd MATTOW, stil, en zeide tot hem: "Myn Colonel, +'er zyn 'er onder ons niet veelen, die uw voorbeeld kunnen, en, +zoo ik denk, nog minder willen volgen. Laat uw schild daar, en maak +uwe soldaten niet bevreesd. Een dapper man maakt van andere schilden +gebruik. Volg dus MATTOW, en vrees voor niets". Deeze onverschrokken +krygsman ontblootte dadelyk zyne borst, en met de bajonnet voor uit, +beklom hy het eerst den oever aan de overzyde. Dit voorbeeld wierd +gevolgd, en wy kwamen zonder hinder het moeras door. De kloekmoedige +daad van deezen soldaat wierd vervolgens met den rang van Sergeant +beloond. Ik moet hier opmerken, dat de Waalen, die wy onder ons hadden, +eene groote dapperheid betoonden, en in alle opzigten uitmuntende +soldaten waren. Des avonds sloegen wy ons neder op dezelfde plaats, +alwaar wy den nacht voor den slag hadden doorgebragt: het was aller +akeligst weder, en er viel een zwaare stortregen. + +Den 25sten, des morgens zeer vroeg, zetten wy onzen tocht voort, maar +ten minsten was de weg, dien wy voor ons hadden, gebaand. Des anderen +daags tegen den avond, bereikten wy Barbacoeba, de plaats van onze +algemeene byeenkomst, en wy bevonden ons in den elendigsten staat. Al +het volk was door vermoeienis ten eenemaal uitgeput; eenige soldaten +waren byna uitgehongerd, en anderen zeer gevaarlyk gewond. De arme +slaven wierden allen gebruikt om de zieken of verminkten in hunne +hangmatten te dragen, terwyl zy zelven naauwlyks in staat waren te +gaan.--Op deeze wyze liep het met het innemen van Gado Saby af. Met +dit al, schoon wy op deezen tocht, noch gevangenen, noch buit maakten, +deeden wy niettemin aan de Volkplanting eenen wezentlyken dienst, +door deeze schuilplaats der muitelingen te vernielen, die, gelyk ik +reeds gezegd heb, eenmaal uit eene bezitting verdreven zynde, nooit +aldaar wederom kwamen. Ik zoude 'er zelfs kunnen byvoegen, dat onze +overwinning byna beslissend was: want indien men het afloopen van +eenige Plantagien uitzondert, het geen de muitelingen alleenlyk door +een geest van wraakzucht deeden, en om voor het oogenblik onderhoud +te vinden, waren zy zoodanig in verwarring gebragt, en door eenen +zoo zwaaren schrik bevangen, dat van dien tyd af hunne verwoestingen +zekerlyk minder meenigvuldig waren, en dat zy zeer kort daar op zig +zoo diep in de bosschen begaven, dat het hun onmogelyk was groote +plonderingen aan te rechten, noch ook de slaven der Plantagien te +verleiden. + +Om de bekwaamheid der Negers in hunne krygs-bedryven des te beter te +doen kennen, voege ik hier nevens eene afteekening van hunne bezitting +Gado Saby, als mede van onze verschillende standen, na dat wy onze +legerplaats aan de oevers van de Cottica verlaten hadden. + +De getallen 1, 2 en 3, geven de algemeene verzamelplaats te Barbacoeba +te kennen, als mede de legeringen in de twee nachten, die op ons +vertrek van deezen post gevolgd zyn. + +N. 4, beteekent de plaats, alwaar wy in den nacht van den 17den, +het schieten en schreeuwen der muitelingen hoorden. + +N. 5, de plaats, alwaar de Neger-Jagers zig by ons voegden. + +N. 6, de plaats, alwaar wy gelegerd lagen, des nachts voor dat het +gevecht voorviel. + +N. 7, den oever van het moeras, van den kant, alwaar de manschappen +van den Capitain MEYLAND hunne nederlaag ontmoetten. + +N. 8, den voorpost der muitelingen, van waar de eerste +snaphaan-schoten voortkwamen. + +N. 9, de vlakte, met ryst en Indisch koorn bezaaid, welke wy zonder +tegenkanting bezetten. + +N. 10, de doortogt of engte, alwaar het vuur begon. + +N. 11, de schoone vlakte, met ryst bezaait, alwaar het gevecht meer +dan veertig minuuten duurde. + +N. 12, het gehucht Gado Saby, in brand, en op eenigen afstand te zien. + +N. 13, de plaats, van waar de muitelingen op ons leger schooten, +en in den nacht van den 20sten met ons spraken. + +N. 14, de oude verblyfplaats van Cosaay, met de dryvende brug, +waar door de aftocht der muitelingen begunstigd wierd. + +N. 15, de velden, met maniok, ignames en bananen beplant, welke op +verschillende tyden verwoest wierden. + +N. 16, het ryst-veld, door Capitain STEDMAN ontdekt en verwoest. + +N. 17, het gewas, het welk den 23sten door de Jagers vernield wierd. + +N. 18, het moeras, waar door de verblyfplaats omringd wierd. + +N. 19, de modderpoel, of na by gelegen biry-biry. + +N. 20, het bosch. + +Na vooraf de manier beschreven te hebben, op welke wy onze hutten +bouwden, zal ik hier eene kleine afteekening byvoegen van de wyze, +op welke wy die hutten geduurende onze legeringen in de bosschen +van Guiana plaatsten. Onze legerplaatsen waren doorgaans van +eene driehoekige gedaante, als zynde, in geval van overrompeling, +veel zekerder en gemakkelyker tot verdediging van onze krygs- en +mondbehoeften; maar de gesteldheid van den grond gedoogde dit altyd +niet, en dan was onze legerplaats vierkant, langwerpig, of van eene +ronde gedaante, enz. Op de afteekening zelve beteekent, + +N. 1, de hut of het prieel van den Colonel FOURGEOUD, of van den +bevelhebbenden Officier, welke altyd in het midden stondt, en waar +voor een schildwagt geplaatst was. + +N. 2, de hutten van alle de verdere Officiers, makende een kleinen +driehoek, en die van den Opper-bevelhebber omringende. + +N. 3, de buitenste hoeken van den driehoek, die door middel van de +hutten der soldaten in drie afdeelingen verdeeld wierden, namelyk, de +hoofdbende, de voor-hoede en de agter-hoede, benevens de schildwagten, +die op een bekwamen afstand geplaatst wierden. + +N. 4, de kisten tot berging der krygs- en mond-behoeften, als mede +der geneesmiddelen, waar by een schildwagt stondt. + +N. 5, de vuuren, agter elke afgezonderde hoop krygsvolk geplaatst, +om het eeten gereed te maken, en rondom welken de slaven op den +grond lagen. + +N. 6, een hoop afgehakte Latanus-boomen, om hutten of prieelen +te maken. + +N. 7, eene kleine beek of kreek, die aan het krygsvolk water +verschafte. + +N. 8, het naby gelegen bosch. + +Ik keere tans tot myn verhaal te rug, en moet aanmerken, dat +de wachtpost van Barbacoeba, verre van in staat te zyn, om ons +levensmiddelen toe te zenden, zoo als onze Bevelhebber zig verbeeld +had, naauwlyks een gering onderhoud aan ons aankomend krygsvolk, +het welk uitgehongerd was, verschaffen konde. Verscheiden dagen lang +leefden zy alleenlyk van ryst, ignames, erweten, Turksch graan, +en wierden vervolgens byna allen door een geweldigen rooden loop +aangetast. Schoon dit zoort van voedzel voor de Indianen en Negers +krachtig genoeg is, is het niet geschikt voor de Europeanen, die +niet lang zonder vleesch leven kunnen: en dit laatste was tans zoo +zeldzaam te bekomen, dat zelfs de Joodsche soldaten, die zig onder +het krygsvolk der Societeit bevonden, al het gezouten varkens-vleesch, +het welk zy maar bekomen konden, opslokten. + +Ik behoorde niettemin by aanhoudenheid onder het klein getal der +geenen, die gezond waren: dit was byna een wonder; want ik had geen +beter voedzel, dan een ander, dewyl ik mynen byzonderen voorraad op de +Plantagie Mocha had agtergelaten. Ik hoopte op dit oogenblik verlof +te zullen bekomen, om dezelve in persoon te gaan halen, en die hoop +verkwikte my; maar de Colonel FOURGEOUD hielp my spoedig uit den droom, +en verklaarde my, dat hy my geen oogenblik van het doen van den dienst +ontslaan zoude, zoo lang ik op myne voeten staan konde: ik moest dus +eene gelegenheid afwagten, om ze te laten komen. Ik deelde te gelyker +tyd het middelmatig rantsoen van een soldaat met mynen Neger; nu en +dan wierdt het vermeerderd met kool, of palmboom-wormen, of ook wel +met eenige visch. + +Wat de ongelukkige slaven betrof, zy waren zoodanig uitgehongerd, dat +zy, een aap van het geslacht der coaitas gedood hebbende, denzelven +met huid, hair en ingewanden kookten. Vervolgens haalden zy hem uit de +ketel, half gaar zynde: om hem rond te deelen, scheurden ze hem met de +tanden van een, en slokten hem eindelyk met zoo veel gretigheid in, +als of zy menscheneeters waren. Zy boden 'er my geen brok van aan; +maar, hoe groot ook myn honger was, myn maag had geen trek naar +zulk wildbraad. + +Ik wierd veel geholpen door myn sterk gestel, door eene zeer +goede gezondheid, en door mynen vrolyken inborst, zonder het welk +ik onder den last der elende en vermoeienis bezweken zoude zyn, +daar dezelve toen zoo ondraaglyk geworden waren, dat de Jagers op +nieuw onze legerplaats verlieten. Hun leidsman, WINSACK genaamd, +een der yverigste en moedigste lieden, die immer de bosschen van +Guiana waren ingetrokken, leide zynen post neder, zoo als MONGOL, +geduurende den eersten veldtocht van den Colonel FOURRGEOUD aan de +Wana-Kreek gedaan had. + +In 't begin van September, maakte de roode loop zulke verwoestingen +onder het volk, dat de Colonel zig genoodzaakt zag, om alle de zieke +Officiers en soldaten zonder onderscheid weg te zenden, niet om zig +in het groot Hospitaal te Paramaribo te laten geneezen, maar om aan +de oevers der Rivieren te kwynen en te sterven. Het volk van zyne +krygsbende begaf zig naar Maagdenberg aan de Tempaty-Kreek, en dat +der Societeit naar Vrydenberg, aan de Cottica. + +De onmenschelykheid van den Colonel FOURGEOUD, omtrent zyne Officiers, +was tans tot die hoogte geklommen, dat hy zelfs niet gedogen wilde, +dat zy, die in eenen hopeloozen toestand waren, een soldaat tot +oppasser hadden, welken prys zy ook bereid waren 'er voor te +betalen. Ik heb 'er verscheiden in hunne hangmatten, die tusschen +twee boomen opgehangen waren, zien leggen, in een staat van walgelyke +vuiligheid, by gebrek van hulp. Onder dit getal behoorde de Vaandrig +STROWS, wien de Bevelhebber vervolgens in een open vaartuig naar +Devil's Harwar liet overvoeren, alwaar hy stierf. De Colonel wierd +eindelyk zelf door deeze wreede ziekte aangetast, en zyn geliefde +geneesdrank hielp hem niet met al. Echter herstelde hy schielyk, door +eene groote hoeveelheid rooden wyn te drinken, en veel speceryen te +eeten, waar aan hy zelden gebrek had. De Colonel SEYBOURG gebruikte +ook het eerstgemelde van deeze behoedmiddelen; maar dewyl hy 'er +te veel op eenmaal van nam, verloor hy 'er dikwils het gebruik van +zyn verstand door. In zulk eene gesteldheid, en in een legerplaats, +die zulk een rampzalig voorkomen had, wagte onze Colonel echter eene +bezending af van den Raad van Paramaribo, die gelast was hem met zyne +overwinning geluk te wenschen. Dienvolgende had hy eene cierlyke hut +doen bouwen, en last gegeven om hem schapen en varkens te bezorgen, +waar op hy de afgezondenen onthaalen zoude;--maar 'er kwam niemand. + +Den 9den, slagtte men dit vee; en voor de eerste keer, zedert dat hy +het bevel voerde, liet de Colonel onder het volk een pond vleesch, +de beenen daar onder begrepen, voor ieder man, uitdeelen; maar het +getal der soldaten, die van deeze edelmoedigheid gebruik konden maken, +was in dit oogenblik zeer gering. + +Des anderen daags zagen wy eene versterking van honderd mannen, die +van Maagdenberg aan de Commewyne kwamen, aankomen; en de wachtpost van +Vrydenberg zondt ons byna een gelyk getal van Societeit's krygsvolk. De +laatstgemelden bevestigden ons de tyding van het overlyden van den +Vaandrig STROWS, en berigtten ons die van een groot aantal gemeene +soldaaten, die by het innemen van Gado-Saby waren tegenwoordig geweest, +en, terwyl men hen naar Barbacoeba vervoerde, in de vaartuigen zelve +stierven. + +Men ontfing te gelyker tyd berigt, dat de muitelingen, welken wy +verslagen hadden, de Cottica boven de Patamaca-Kreek overtrokken, +om hunne verwoestingen aan den westkant oogenblikkelyk uit te +oeffenen. Dadelyk wierden te water vyftig mannen afgezonden onder +bevel van eenen Capitain, om de oevers by de Pinnenburg-Kreek te +gaan onderzoeken. Dit volk kwam den 8sten te rug, en bevestigde +deeze tyding. Onze onvermoeide Bevelhebber besloot derhalven, om de +muitelingen op nieuw te vervolgen; maar de slaven, die onze krygs- en +mond-behoeften droegen, niet meer dan het vel over de beenen hebbende, +waren naar hunne meesters te rug gezonden, die in hunne plaats anderen +moesten zenden, maar die nog niet waren aangekomen. + +Den 9den, verkogt men de nagelatene goederen van den Vaandrig +STROWS aan de meestbiedenden om op tyd te betaalen. De ongelukkige +soldaten, zig beyverende, om zig eenige ververschingen en kleederen +te bezorgen, betaalden zevenmaal de waardy van het geen zy kogten; +en deeze schandelyke schuld wierd van hun geld ingehouden. Ik heb 'er +een vyf Engelsche schellingen zien geven voor een pond snuif-tabak, +die geen tiende gedeelte van dien prys waardig was. De zelfde +persoon betaalde voor slechte schoenen het dubbeld van derzelver +echte waarde. Een paar magere kuikens kostten een guinie voor een +zieken. Deeze ongelukkigen wierden op die wyze geheel en al beroofd +van hunne weinige overgegaarde penningen, waar voor zy hun bloed en +arbeid hadden veil gehad, terwyl men hunnen dringenden nood had kunnen +voorkomen, alleenlyk door hun te geven het geen men hun verschuldigd +was. Een zee-soldaat zwoer toen in de drift van zyne misnoegdheid, +dat hy den Colonel FOURGEOUD zekerlyk zoude van kant helpen, wanneer +hy 'er de gelegenheid toe vinden mogt. Een getuige hoorde dit, maar +ik haalde hem over, na dat de schuldige berouw over zyne uitdrukking +betoond had, om geene verklaring tegen denzelven te geven: dus redde +ik zyn leven, het welk hy anders door de koord verloren zoude hebben. + +Alle menschen zyn by geluk zoo verregaande ongevoelig niet, als onze +Colonel, want dien zelfden dag zondt de braave Mevrouw GODEFROY een +vaartuig, waar in een vette os, oranje-appelen en bananen voor de +arme soldaten geladen waren, en die vervolgens onder hen verdeeld +wierden. Des avonds van dien dag, ontfing ik een weinig voorraad, en +eenige flessen Porto-wyn, welken JOANNA my toezondt. Zy had eene veel +grootere hoeveelheid afgezonden, maar dezelve was gedeeltelyk gestolen, +en gedeeltelyk bedorven. Dit maal gaf ik niets aan den Colonel. + +Wanneer ik van voorraad, in een dergelyk geval ontfangen, spreek, +bedoel ik suiker, thee, koffy, Bostonsche bischuit, een kaas, rhum, +een ham, of eenig gezouten vleesch, alles in eene kleine hoeveelheid, +want een slaaf kon de in de bosschen geen zwaarder vracht dragen, en +het was ons niet geoeorloofd 'er twee te gebruiken. Onder de behoeften +telde men ook hembden, koussen schoenen; maar deeze twee laatstgemelde +artikelen waren voor my van geen nut, zedert dat ik de gewoonte had +aangenomen om blootsvoets te gaan. Reeds zedert twee jaaren had ik my +hier aan gewend: ik bevond 'er my wonder wel by, en wenschte 'er my zei +ven geluk mede, vooral wanneer ik zag, hoe myne ongelukkige medgezellen +de beenen en voeten met scheuren en zweeren als bedekt hadden. + +Den 12den, toen de nieuwe slaven waren aangekomen, maakte men zig +gereed, om de muitelingen des anderen daags te vervolgen, onzen weg +nemende naar den wachtpost, Jerusalem genaamd, waar van ik gesproken +heb, ter gelegenheid, dat ik by den rampzaligen tocht naar het bovenste +gedeelte van de Cottica het bevel voerde. Den 13den, zondt men de +krygsbehoeften en legergoederen te water derwaart, onder geleide +van de zieke Officiers en soldaten. Wy braken dus de legerplaats +op, en verlieten Barbacoeba, om weder de bosschen te doorkruissen, +nemende geduurende den geheelen eersten dag onzen weg ten zuiden +en zuid-oosten; wy bragten den nacht door aan de overzyde van de +Cassipory-Kreek, alwaar wy ons ter nedersloegen. + +De ongelukkige slaven ondervonden op deezen tocht eene wreede +mishandeling. Half uitgehongerd, waren zy niet alleen met pakken +overladen, maar een ieder, wien het hoofd niet wel stondt, veroorloofde +zig bovendien straffeloos om hen te slaan. Ik zag by voorbeeld des +Colonels gunsteling, den Neger GOUSARY, 'er een tegen den grond +smyten, om dat hy zyn pak niet schielyk genoeg opnam; de Colonel +deedt vervolgens van gelyken, om dat hy het te schielyk opnam: de +ongelukkige slaaf, niet wetende wat te doen, riep op een beklaaglyken +toon uit, o Massera Jesus Christus, en toen kwam 'er een geestdryver, +die hem op nieuw tegen den grond smeet, om dat hy eenen naam, welks +heiligheid hy zoo weinig kende, had durven ontheiligen. + +Op den tocht van deezen dag, ontmoetten wy een groote troep wilde +varkens. De soldaten doodden 'er verscheiden met sabel-houwen en +bajonnet-steken, maar op geene andere wyze, want de Colonel had +verboden een enkel schot met den snaphaan te doen. Men slagte dezelven; +en het vleesch, het welk op het oogenblik wierd rond gedeeld, was by +allen zeer welkoom. Ik kan niet nalaten nog op te merken, als iets dat +zeer merkwaardig is, dat indien de eerste van deeze dieren, welke voor +uit loopt, deezen of geenen weg inslaat, de anderen hem blindelings +volgen, hopende even als hy het gevaar te zullen ontsnappen; het geen +hun integendeel dikwils in handen van hunne vyanden doet vallen. + +Den 14den, trokken wy naar het zuid-westen tot op den middag, wanneer +wy te Jerusalem aankwamen, alwaar de voorhoede zig reeds zedert een uur +bevondt. Wy waren geheel en al met slyk bemorst. Verscheiden soldaten +vielen over wortels van boomen, of groote steenen, het geen hun zelfs +breuken veroorzaakte. Tot myne groote verwondering, vonden wy hier +dien zelfden WINSACK, van wien ik hier boven gesproken heb, en die +aan het hoofd van honderd andere Jagers was. Hy had hooren zeggen, +dat de muitelingen de Rivier Cottica aan derzelver bovenste gedeelte +waren overgetrokken, en de Gouverneur had hem aangezogt, om het bevel +weder op zig te nemen; dienvolgende boodt hy aan den Colonel FOURGEOUD +op nieuw zynen dienst aan, die zeer wel deedt met zulks aan te nemen. + +Onze legerplaats was byna geheel en al ter neder geslagen op een +stuk land, dat met langwerpige en steekende planten bedekt was. Een +der slaven wierd ongelukkiglyk in zyn voet gestoken door een kleine +slang, die in Surinamen den naam van Oroucoukou [4] draagt, uit +hoofde van deszelfs kleur, naar die van een nachtuil gelykende. In +minder dan een minuut begon het been van deezen man op te zwellen; +vervolgens gevoelde hy vreesselyke pynen, en verviel kort daarop in +stuiptrekkingen. Een van zyne medgezellen, den slang gedood hebbende, +liet de gal van dit dier, gemengd in een half glas brandewyn, het +welk ik hem gaf, door den gewonden inneemen. Toen (misschien was het +loutere inbeelding) scheen hy een weinig verligting te gevoelen: +maar het toeval kwam met een ongemeen geweld schielyk wederom, en +de ongelukkige wierdt dadelyk naar de Plantagie van zynen meester +gezonden, alwaar hy stierf. Ik heb dik wils hooren zeggen, dat de gal +van een slang, uitwendig op de beet gelegd, in dit geval van zeer +kragtige uitwerking is. Men kan zelfs in the Great Magazine van de +maand April 1758, een brief lezen, gedagteekend den 24sten Maart, +en geteekend J. H., waar in de Schryver op eene leerstellige wyze +de manier behandelt, op welke dit geneesmiddel behoort te worden +toegediend. Maar ik laat voor lieden van de kunst over, om in deeze +byzonderheden te treden, en ik zal my vergenoegen met in 't algemeen +op te merken, dat hoe kleiner de slang is, ten minsten in Guiana, +hoe doodelyker het vergift is. En dit is het, 't geen THOMPSON met +zoo veel juistheid en kragt van woorden schetst. + +"Maar de wreedste, schoon de kleinste van allen, is steeds die +dienaar van den dood, welke, zig in de schaduw verborgen houdende, +zyn ongelukkig slachtoeffer bespiedt, en het zelve een fyn vergift +mededeelt, het welk langen tyd in zyne aderen gekookt, met eene +gezwindheid, als die der blixemstraalen, zynen levensloop stuit". + +In deeze zelfde Savane, doodde een der Jagers nog een ander dier +van dit zelfde geslacht, genaamd de Zweepslang, om dat hy naar een +zweep gelykt. Naauwlyks dikker zynde dan een zwaanen-schacht, heeft +hy de lengte van vyf voeten. Zyn buik is van eene witte, en zyn rug +van eene lood-kleur: ik weet de gevolgen van zyne steeken niet. De +Negers hebben my gezegd, maar ik heb het niet gezien, dat hy met zyn +staart een zeer harden slag kan geven. + +Ik moet niet met stilzwygen voorbygaan, een halfslachtig dier, +het welk de Negers ook dien zelfden avond doodden, en door hen +Cabiai [5] genoemd word. Het is een zoort van water-varken, van de +zelfde gedaante, als het land-dier van dien naam. Hy is met gryze +borstels bedekt, en met zeer scherpe tanden gewapend: hy heeft geen +staart. Elk van zyne pooten heeft drie klaauwen, met een vlies, even +als de eendvogels. Men beweert, dat dit dier alleenlyk des nachts +aan den oever koomt, en dat hy zig aldaar met allerleije kruiden en +plantgewassen voedt. Zyn vleesch is, zoo men zegt, goed om te eeten, +maar ik heb het niet geproeft. + +Den 16den, zondt de Colonel FOURGEOUD twee aanzienlyke gedeelten zyner +krygsbende af, om op kondschap uit te gaan. Het eerste bestond uit +honderd mannen, waar over de Lieutenant Colonel DE BORNES het bevel +voerde; hetzelve had in last, om zig van den kant van de Wana-Kreek +naar het bovenste gedeelte der Cormoetibo-Kreek te begeven. Het +tweede bedroeg een gelyk getal, onder bevel van den Colonel SEYBOURG; +het zelve kreeg bevel, om naar de Pinnenburg-Kreek, aan het bovenste +gedeelte van de Cottica, heen te trekken. Het laatstgemelde volk kwam +omtrent te middernacht te rug, met twee kano's, welken zy, aan de +andere zyde der Rivier, een weinig beneden de Claas-Kreek, gevonden +hadden op 't land gehaald te zyn. Hun bericht overtuigde ons van den +aantocht der muitelingen, die hunne ledige kano's alleenlyk hadden doen +afzakken, om dezelven, met buit beladen, te rug te zenden. Ingevolge +van dit bericht, maakte men dadelyk de noodige toebereidzels, om hen +met ernst te vervolgen. Onze oude Bevelhebber betoonde nimmer meerder +moed, dan in dit oogenblik. Hy zwoer zig over alle de muitelingen, +het koste wat het wilde, te zullen wreeken.--Maar men zal, in het +volgende Hooftstuk, zien, of de bekwaamheid van onzen Generaal met +die van BONNY gelyk stondt. + + + +TWEE-EN-TWINTIGSTE HOOFTSTUK. + +Byzonder zoort van Mieren.--Acajou-nooten.--Eta-appel.--Alarm aan +de Pereca.--Hinderlaag.--Vreemde uitwerking, door eene Vledermuis +veroeorzaakt.--De Opposfum.--De Agouti en de Paca.--De Dadel-boom.--Het +krygsvolk keert naar de Cormoetibo-kreek te rug. + +Den 19den September 1775, een oogenblik voor het opgaan der zon, +begaf zig de Colonel SEYBOURG, aan het hoofd van honderd Zee-soldaten +en veertig Jagers, in aantocht. Deeze Officier deedt my de eer aan, +zyne keuze op my te laten vallen, om hem te vergezellen; en hy was, +geheel anders dan voor deezen, zeer bescheiden omtrent my, zonder +dat ik de reden van die verandering bevroeden konde. + +Na de Cormoetibo-Kreek te zyn overgetrokken, gingen wy zuidwestwaarts +ten zuiden, tot aan de Cottica, aan welker oevers wy ons ter neder +sloegen. Den eersten dag van onzen tocht zagen wy niets merkwaardigs, +dan een groot aantal mieren van ten minsten een duim lengte, en +volmaakt zwart. De insecten van dit zoort ontbladeren een boom in zeer +korten tyd; zy snyden dezelven in kleine stukjens ter groote van een +zes stuivers stuk, om ze onder den grond met zig te voeren. Het was +alleraeangenaamst dit mierenleger te zien, elk met een stuk van een +groen blad, onoephoudelyk den zelfden weg volgende. Men is zoodanig +genegen het wonderbaarlyke te gelooven, dat zommige lieden beweerd +hebben, als of deeze vernieling ten voordeele van eenen blinden +slang geschiede. Dit is 'er van de zaak, dat deeze bladen tot voedzel +dienen voor de jongen der mieren, die nog geen kragt genoeg bezitten +om zich zelven voedzel te bezorgen, en die zomtyds zes voeten diep +in den grond woonen. Mejuffrouw DE MERIAN zegt, dat zommigen van +deeze insecten zig tot een keten vormen van den eenen tak tot den +anderen; en dat de geheele troep vervolgens daar over als over een +brug gaat. Zy beweert ook, dat deeze troep eenmaal 's jaars van huis +tot huis gaat, en aldaar al het ongedierte doodt, het welk zy vinden: +maar ik ben verpligt te erkennen, dat ik op de plaatsen zelve geene +van die omstandigheden vernomen heb: dit alleen kan ik verzekeren, +dat het steken van dit zoort van mieren byna even pynlyk is, als van +de vuur-mier, welke ik reeds beschreven heb. + +Des anderen daags trokken wy langs de oevers van de Cottica, tot dat +wy in den omtrek van de Claas-Kreek waren, (dezelfde, die ik, met +myn sabel tusschen myne tanden, had overgezwommen,) alwaar wy onze +hangmatten ophingen. Men zondt my vervolgens met eenige jagers af, om +aan den mond van de Wana-Kreek tot aan den nacht in eene hinderlaag +te gaan leggen. Ik ontdekte hier niets anders, dan dat deeze zelfde +Jagers, even als de muitelingen, geloofden, dat hunne tooverbanden of +obias hen onkwetsbaar maakten. Zy zeiden my, dat de laatstgemelden +dezelven van hunne Priesters ontfingen; en dat zy zelven die kogten +van GRAMAN-QUACY, een zeer beruchten en doorslepen ouden Neger, van +wien ik op een geschikter plaats in het byzonder spreken zal.--Wanneer +ik hun vroeg, "waar het by toekwam, dat 'er iemand van hun, of van +hunne onkwetsbaare tegenpartyen gedood wierdt"? antwoordden zy my: +"Dit gebeurt, om dat zy even als gy, Masera, op hunnen tooverband, +of obia, geen vertrouwen stellen".--Deeze trek van bekwaamheid +van QUACY bragt nogtans het goed gevolg te weeg, dat hy van zyne +landgenooten zulke onvertzaagde soldaten maakte, dat ik dikwerf over +hunne ongemeene dapperheid verbaasd stond, en deeze bedriegerye, +behalven dat ze veel aanzien en eerbied verwekte, bezorgde aan haaren +uitvinder een gemakkelyk leven, het welk in eenen Surinaamschen Neger +niet zeer gemeen is. + +Ik zag, aan den mond van deeze Kreek, eene groote meenigte +Acajou-nooten op het water dryven. By de beschryving, daar van +door my reeds gegeven, moet ik nog voegen, dat de noot van deezen +naam zig aan eene groote peer vormt, en dat deeze aan een boom +groeit van middelmatige grootte, die een gryze schors, en dikke en +breede bladen heeft. Men kan deeze uitmuntende nooten door alle de +werelddeelen vervoeren; want zy blyven eenen zeer langen tyd goed: +zommige Schryvers noemen dezelven anacardium occidental. Uit den +boom druipt eene doorschynende gom, die, in water ontbonden zynde, +de dikte van vogellym heeft. + +Ter deezer zelfde plaats proefde ik ook den Eta-appel, waar van de +Negers ongemeen veel houden. De boom, die denzelven voortbrengt, +is een zoort van palmboom met breede bladeren, maar minder dik, +dan de Mauricy, of den berg-palmboom. Deszelfs vruchten zyn rond, +en groeien aan groote risten of bossen, even als de druiven-trossen: +binnen in eiken appel zit een harde noot, die een pit in zig bevat, +en met een oranje-kleurig vleesch, ter dikte van een halve duim, +en van een alleraangenaamste zuure smaak, omgeven is. Men zamelt +deeze nooten zeldzaam op; men wagt, dat de appelen ryp afvallen. De +Indianen laten dezelven in water uitweeken, en maken 'er op die wyze +een lekkeren en gezonden drank van. + +De Colonel FOURGEOUD zondt ons te water een bode, die den 21sten +aankwam, met bericht, dat het alarm-geschut [6] zig van den kant +van de Pereca had laten hooren. Wy trokken dadelyk de Cottica over, +op welkers westelyken oever de Jagers en eenige zee-soldaten last +hadden, in eene hinderlaag te gaan leggen, in de hoop van den te rug +tocht der muitelingen af te snyden, wanneer zy deeze Rivier weder +met hunnen buit zouden over trekken. Den zelfden namiddag wierdt +'er een Neger van de muitelingen gezien, een groene mand dragende, +die de reuk van den tabak geroken hebbende, eensklaps stil stondt, +en den zelfden weg te rug keerde. Een Jager en ik schoten dadelyk +op hem; wy raakten hem niet, maar zyn mand viel. Wy vonden daar in +een dozyn fraaije servetten, een opgetoomden hoed met een goude lis, +en twee rokken van kostelyke chits. Ik nam de laatstgemelden, en liet +het overige aan mynen medgezel. + +Op de tyding van het gevaar, het welk de Plantagien aan de Pereca +liepen, trokken de Neger-Jagers met een ongemeenen yver voor uit; +en eenige oogenblikken na hun vertrek, verzogt ik aan den Colonel +SEYBOURG verlof, om hen te volgen. Deeze Officier gevraagd hebbende, +wie lust had mede te trekken, boodt zig een groot getal aan; maar hy +koos 'er alleenlyk vier uit, en ik was onder dezelven. Dwars door +struiken en doornen, die als netten in malkander zaten, en die my +de voeten op eene verschrikkelyke manier van een scheurden, gegaan +zynde, haalde ik de afgezondene manschappen in, op den afstand van +een myl van de legerplaats. Kort daar op ontdekten wy dertien geheel +nieuw opgeslagene hutten, en wy gisten, dat de muitelingen kortlings +deeze plaats waren doorgetrokken. Dienvolgende zond ik aan den Colonel +SEYBOURG daar van berigt, en verzogt voor de Jagers en voor my bevel, +om onverwyld naar de Pereca te trekken; maar zyn antwoord bragt +stellig mede, om ons oogenblikkelyk by hem te vervoegen. Wy keerden +derhalven langs onzen voorigen weg te rug; het geen ons tot groot +hartzeer verstrekte; de Neger-soldaten waren vooral zeer misnoegd, +en maakten duizend onaangenaame aanmerkingen. + +By onze aankomst op de legerplaats, vonden wy aldaar eene versterking, +van den post van Jerusalem komende. Dezelve bestondt uit zestig mannen, +zoo zwarten, als blanken, en bragt ons stelligen last mede, om het +leger op te breken, en des anderen daags morgens naar de Pereca te +trekken. Den geheelen nacht bevondt zig eene goede meenigte volks +in hinderlagen. + +Den volgenden dag was ieder voor het opkomen der zon gereed, en echter +verlieten wy onze legerplaats zeer laat. Geduurende dit onbegrypelyk +verwyl vernamen wy, dat men een kano, waar in alleenlyk een Neger was, +de Rivier had zien oversteken. Het was waarschynlyk die arme schelm, +op wien ik des avonds te vooren geschoten had. + +Ik kan niet nalaten alhier eene zeer zonderlinge omstandigheid te +verhaalen. Des morgens ten vier uuren ontwakende, was ik uittermaten +verschrikt, toen ik my in gestolt bloed vond liggen, hoe zeer geene +de minste pyn gevoelende. Ik stond oogenblikkelyk op, en liep met een +toorts in de hand naar den Heelmeester toe; dit bloed, deeze toorts, +myne bleeke kleur, myn afgesneden hair, myne ontramponeerde kleeding, +konden in hem deeze vraag doen opryzen: "zyt gy een levendig schepzel, +of een spook, uit het graf opgerezen? Is het zuivere hemel-lucht, +die u omgeeft, of zyn het uitdampingen der helle?" [7] + +Het geheele geheim bestondt daar in, dat ik gebeeten of gestoken was +door de Vampire, of het Spook van Guiana, ook de vliegende hond yan +Nieuw Spanje, en door de Spanjaarden Perro-Volador genaamd. Dit dier +is niets anders dan een vledermuis van eene monsterachtige gedaante, +die aan menschen en beesten, wanneer zy slapen, het bloed uitzuigt, +zelfs nu en dan zoodanig, dat zy 'er van sterven. Dewyl de manier, +waar op deeze dieren dit doen, in de daad verwonderenswaardig is, +zal ik trachten dezelve opzettelyk te beschryven. + +De Vampire, wanneer de geen, op wien hy het gemunt heeft, in slaap is, +het welk hy uit zyne eigene natuurlyke neiging weet te ontdekken, zet +zig doorgaans by de voeten neder. Hy houdt zig aldaar in evenwicht +door middel van zyne groote vlerken, welken hy geduurig beweegt, en +inmiddels doorboort hy de kop van de groote toon, maar het gat, het +welk hy maakt, is zoo klein, dat 'er naauwlyks de kop van eene spelde +door kan, en zulks derhalven geene de minste pyn veroeorzaakt. Door +middel van deeze opening, gaat hy niettemin voort met het bloed uit +te zuigen, tot dat hy genoodzaakt is het uit te spuwen. Hy begint +vervolgens op nieuw, en gaat zoo voort met zuigen en uitspuwen, zoo dat +hy niet dan met zeer veel moeite kan wegvliegen, en dat zyn slachtoeffer +dikwerf van den natuurlyken in den eeuwigen slaap is overgegaan. De +beesten steekt hy doorgaans in het oor, en altyd op een plaats, +waar het bloed een oogenblikkelyken loop heeft, misschien in de eene +of andere slagaeder. Na dat men tabaks-asch op de wonde gelegd had, +als het zekerst middel zynde, kwam ik te rug om my te wasschen, gelyk +ook myne hangmat, waar onder ik veel geronnen bloed gewaar wierd. De +Heelmeester het zelve naargegaan hebbende, oordeelde, dat ik geduurende +dien nacht dertien of veertien oncen bloed moest verloren hebben. + +Ik heb naderhand gelegenheid gehad een van deeze vledermuizen +te dooden, wiens uitgespreide vlerken eene wydte maakten van +twee-en-dertig en een halve duim: men zegt, dat 'er zommige zyn van +drie voeten in die zelfde rigting, schoon zy naar die van Madagascar +niets hoe genaamd gelyken. De door my gedoodde vledermuis had eene +donker bruine, byna zwarte kleur, maar ligter onder aan den buik. Over +'t geheel had hy een in de daad afschuwelyk voorkomen. Maar zyn kop +was vooral vervaarlyk: men zag aldaar boven den neus een blinkend, +ongebogen, rimpelig, en puntsgewyze toeloopend vlies. Zyne ooren +waaren lang, rond en doorschynend. In het bovenste kakenbeen had hy +vier snydende tanden en zes in het onderste. Ik zag niet, dat hy een +staart had, maar een vel, in welks midden een pees was. Elk van zyne +vlerken had vier klaauwen, van elkander afgescheiden, als die der +pooten van een eendvogel, [8] en met nagels gewapend: men zag ook nog +een ander ter plaatse, waar deeze zelfde klaauwen zig vereenigen. Alle +dienen zy aan het dier om te klauteren op, en zig vast te houden aan +boomen, rotsen of daken, alwaar hy hangen blyft, wanneer hy slaapt. + +Een der Zee-soldaaten vong dien zelfden dag een Oppossum of +Sarigue. Dit dier verschilt, in zommige byzonderheden, merkelyk van +de beschryving, welke 'er de beroemde BUFFON van gegeven heeft.--By +voorbeeld, hy is veel ligter dan alle de geenen, waar van deeze +Schryver spreekt; en hy heeft den staart met hair, in plaats van met +schubben bedekt. Ik meen dit ten minsten, en, zoo myn oog my bedrogen +heeft, ben ik de eenigste niet die met opzigt van dit dier in dat geval +geweest is. LINNAEUS, SEBA en VOSMAAR, beschouwen de Oppossum als een +dier, zoo wel van de oude als nieuwe weereld, schoon het echter zeker +is, dat hy alleen in America gevonden wordt. LINNAEUS tast ook mis, +wanneer hy verzekert, dat alle de vledermuizen vier snydende tanden +in elk kabenbeen hebben. (Zie BUFFON V. Deel, bladz. 282.) + +Deeze Oppossum was niet grooter, dan een groote muis. Hy was volmaakt +zwart, uitgenomen onder den buik, aan de pooten, en onder aan den +staart, die de kleur had van een buffels huid. Boven elk van zyne +oogen, vry veel naar die van een rot gelykende, had hy een vlak van +deeze zelfde kleur. Zyne ooren waaren lang, rond en doorschynend; +zyne klaauwen bedroegen een getal van twintig, zynde een derzelven +agterwaarts geplaatst, en tot een duim dienende. Dezelve had tien +of twaalf tepels, waar aan (zoo men zegt) de jongen, zoo dra zy +gebooren zyn, zig vasthouden, zynde zy dan niet veel grooter, dan +jonge Kevers. Maar dit dier had den zak niet, welken andere Oppossums +gewoonlyk hebben. In plaatse van dien, zag men twee langwerpige +plooijen aan de binnenzyde van elke dye, die even als de gemelde zak +geschikt waren, om de jongen voor alle onheil te beveiligen, daar geene +foltering, ja zelfs het vuur niet, de moeder kan doen besluiten haare +jongen te verlaten. Ik zal by deeze beschryving voegen, dat deeze +dieren op het land leven, en dikwils op de boomen klauteren; maar +dat zy zig, even als de muizen, met graanen, vruchten, en wortelen +voeden. De beschryving van het andere zoort zal ik uitstellen, tot +dat zig de gelegenheid my daar toe aanbiedt. + +Mejuffrouw DE MERIAN sreekt van eene byzondere Oppossum, die, in +het oogenblik van gevaar, de jongen op haaren rug draagt: ik heb +'er in Surinamen nooit van hooren spreeken, en houde my verzekerd, +dat 'er dit zoort niet is. + +Ik heb reeds gezegd, dat door eene vertraging, waar van my de reden +onbekend was, de ogtend reeds verre gevorderd was, toen wy onze +legerplaats verlieten. Ik behoorde tot de voorhoede met de Jagers +en eenige Zee-soldaaten, die allen voor negen dagen mondbehoeften +op hunnen rug droegen. Wy hadden nog maar een klein gedeelte van den +weg afgelegd, toen een der eerstgemelden op den jagthoorn blaazende, +de anderen uit elkander gingen, en zig plat op den buik aan den grond +nederleiden, hebbende den haan van hun geweer overgehaald, en zynde +alzoo tot het gevecht gereed. Ik deed even als zy; maar het was niet +meer, dan een valsch alarm. Het was een hart, het welk in zynen loop +de bladeren van 't geboomte in beweeging gebragt had. Wy stonden +derhalven weder op, en trokken door slyk en water heen, tot drie +uuren na den middag, wanneer wy ons op hoogere landen nedersloegen, +alwaar men geen water vinden konde, dan door een put te graven; en +dan nog was het water, het welk wy daar uit schepten, zoo modderig, +dat wy genoodzaakt waren, het door onze dassen of hembds-mouwen te +laten doorloopen. De Colonel SEYBOURG kwam alhier by my, om my des +avonds in zyne hut ter maaltyd te verzoeken, en behandelde my met +eene beleefdheid, waar over ik zeer verwonderd was, + +Des anderen daags vervolgden wy onzen weg, neemende denzelven +westwaarts ten noordwesten. Wy hadden zwaare slagregens, en moesten +een moeras doorwaden. Ik voerde toen het bevel over de agterhoede, +en had drie uuren noodig, om dezelve van deeze naar de overzyde +te geleiden. Deeze tocht was allerverdrietelykst. De slaven, onder +hunne pakken gebukt gaande, braken elk oogenblik de korst, die over +het water lag. De Zee-soldaaten, met hunne mondbehoeften belaaden, +hadden zeer veel moeiten om zig op de been te houden, en ik zelf, +door de groote meenigte bloed, welke ik verlooren had, verzwakt zynde +konde aan niemand van dienst wezen. Toen wy weder den vasten grond +bereikt hadden, zag ik aldaar de lyken van verscheiden muitelingen +verspreid liggen, aan elk van welken de regte hand en het hoofd was +afgehouwen. Deeze lyken waren nog niet verrot, het geen my deedt +vermoeden, dat 'er in 't kort eenig gevecht tusschen de muitelingen, +en het krygsvolk, aan de Pereca leggende, had plaats gehad.--Ik +moet hier opmerken, dat, indien men den 21sten, in plaats van my te +gelasten om te rug te komen, en de Jagers weder mede te brengen, ons +had toegestaan voorwaarts te gaan, de muitelingen tusschen twee vuuren +zouden geraakt zyn, 'er zeer weinigen van hun zouden zyn ontsnapt, +en wy hunnen buit zouden hebben hernomen. De lezer zal zig herinneren, +dat dit zelfde voorval plaats had, toen ik, twee jaaren te vooren, te +Devil's Harwar het bevel voerde. Indien ik toen een genoegzaam getal +manschappen en krygsbehoeften tot den tocht gehad had, zoude ik aan +de Volkplanting den gewichtigsten dienst gedaan hebben. Het spyt my +deeze twee wezentlyke misslagen te moeten aanhaalen; maar waarheid +en onpartydigheid verpligten 'er my toe. Deeze aanmerkingen echter +behooren my niet van wreedheid te doen beschuldigen, want niemands hart +was meer getroffen dan het myne, op het zien van zo veele jongelingen, +die onder het ons omringende geboomte dood uitgestrekt lagen. Myn +oog viel in 't byzonder op twee van hun, die zoo wel gemaakt waaren, +als men ze met mogelykheid bedenken kan. + +Terwyl ik met het maken van deeze en andere gelykzoortige aanmerkingen +bezig was, bleeven verscheiden slaven, die te zwaar belaaden waren, +in het moeras zitten. De bevelhebbende Officier, met het voornaamste +gedeelte zyner manschappen zig op een hoog stuk land nedergeslagen +hebbende, konde ons niet meer zien, noch hooren; en door deeze +scheiding liep de agterhoede gevaar, niet alleen om haare mond- en +krygs-behoeften te verliezen, maar om zelfs in de pan gehakt te worden. + +Geenen enkelen Europeaan vindende, die kragten genoeg had overgehouden, +om het volk, het welk voor uit getrokken was, in te haalen, gaf ik +het bevel over aan mynen Lieutenant DE LOSRIOS, en waagde het om +alleen dwars door het bosch te loopen, tot dat ik onze legerbende +bereikt zoude hebben. Ik hield den Colonel SEYBOURG de gesteldheid der +agterhoede voor, en verzogt hem "om wat langzaam voort te trekken, ten +einde aan die geenen, die in de modder gezonken waren, tyd te geven, +om 'er zig uit te redden, zonder het welk ik voor de gevolgen niet +konde instaan". Zyn antwoord was, "dat hy zyn leger zoude opslaan, +zoo dra hy goed water ontmoette". Schoon zeer vermoeit zynde, keerde +ik dadelyk naar myne agterhoede te rug, waar van het grootste gedeelte +tot des nachts in den deerniswaardigsten en gevaarlyksten toestand +bleef, want eerst des avonds ten zeven uuren redden wy den laatsten +man uit het moeras, en toen gingen wy langzaam voort, tot dat wy in +de legerplaats aankwamen. + +Myne oplettenheid voor het behoud der manschappen, over welken +ik het bevel voerde, myne zorge voor de bespaaring van krygs- en +mondbehoeften, wel verre van my de goedkeuring te doen ondervinden +van hem, onder wiens bevelen ik voor dit oogenblik stond, van hem, die +my nog kortlings met zoo veel bescheidenheid behandelde, wikkelde my +integendeel in een ernstig voorval in, waar over ik zoo gevoelig was, +dat ik my naauwlyks wederhouden konde, om tot wanhoop te vervallen. Men +kan myn verdriet beoeordeelen, wanneer men weet, dat ik naauwlyks +in de legerplaats zynde te rug gekomen, in arrest gezet wierd, +om door eenen krygsraad, ter zaake van gepleegde ongehoorzaamheid, +gevonnisd te worden. De Colonel SEYBOURG en ik hadden nimmer met +elkander in betere vriendschap omgegaan; maar schoon hy my in het +begin van den tocht met eene uiterlyke beleefdheid behandeld had, +was het niet minder zichtbaar, dat hy, na een dergelyken trek, zig +betoonde myn doodelykste vyand te zyn. Ik moet echter niet vergeeten +eene zonderlinge omstandigheid te verhaalen, hier in bestaande, +dat men my, schoon in gevangenis gesteld zynde, tot nader orde myne +wapens liet behouden. + +Den 24sten vertrokken wy des morgens vroeg, en namen den weg ten +zuiden en zuidwesten. In deeze laatstgemelde richting gingen wy voorby +Pinnenburg, een verlaten gehucht der muitelingen, waar van ik gesproken +heb. Ik bleef steeds gearresteerd, en was uittermaten mismoedig. + +Des daags daar aan volgende trokken wy zuidwestwaarts, en doorwaadden +een zeer diep moeras, waar in wy nat bezweet ingingen, vermits wy +tot hier toe te schielyk gegaan hadden: maar de gezondheid van onze +soldaaten was geen zaak, waar over men zig bekreunde, van hoe veel +aanbelang zy ook voor den goeden uitslag onzer onderneming was. + +Op nieuw een zoort van heuvel of hoog land bereikt hebbende, was ik op +het punt een ongeluk te ontmoeten, noodlottiger dan alle de ellende, +welke ik tot dus verre ondervonden had. In eene diepe mymering als +weggezonken, terwyl ik de agterhoede volgde, verdwaalde ik ongevoelig, +en bevond my eindelyk alleen, in het midden van eene eindelooze +woestenye. Zoo dra de arme QUACO bemerkt hadt, dat ik was afgedwaald, +waagde hy dwars door het bosch heen te loopen, om zynen meester te +rug te vinden, en, by louter geluk, zag hy my, aan den voet van eenen +boom zittende in eene neerslagtigheid, die zig niet laat beschryven, +en ten prooy van smart en wanhoop overgegeven. Des morgens van dien +dag meende ik, dat myn ongeluk op het hoogst was, en in dit oogenblik +zoude ik alles gegeven hebben, om my nog in die zelfde gesteldheid +te bevinden. Ik was in eenen staat van volmaakte gevoelloosheid, te +midden van een onmeetelyk bosch, en door verslindende vyanden omringd; +stortregens vielen uit den hemel, en myn uitzicht was op tygers, op +hongersnood, op alle onheilen, op alle gevaaren. JOANNA moest ik voor +eeuwig vaarwel zeggen!--Dusdanig was de gesteldheid van mynen geest, +toen ik, eensklaps mynen Neger herkennende, van den grond oprees, +en als een geheel nieuw leven in my voelde ontvonken. Vervolgens +eenigen tyd te zamen zynde voortgewandeld, zeide ik hem, dat ik een +vyver zag, door welken ik meende, dat het krygsvolk was doorgegaan, +om dat het water zig drabbig vertoonde. De Jongeling, het oog op dit +water slaande, antwoordde my met ontsteltenis; dat deeze modderpoel +door een Tapira veroeorzaakt was, [9] en hy toonde my de voetstappen +van het dier in het slyk, vervolgens berste hy uit in traanen, en +riep uit: Masera, wy zyn 'er om koud! wy zyn 'er om kond! In het +midden van deezen angst herinnerde ik my echter, dat de Pereca op +de kaart wierdt aangewezen ten westen van de plaats, alwaar wy ons +bevonden, en ik besloot om oogenblikkelyk mynen weg derwaarts te +nemen. Derhalven mynen snaphaan op nieuw geladen hebbende, gelastte +ik aan QUACO om my te volgen; maar 'er was my nog een hinderpaal +in den weg, ik had myn kompas niet by my, en de regen belette het +doorschynen der zonnestraalen. In deezen bangen nood, herinnerde my +myn medgezel, dat de schors der boomen aan de zuidzyde doorgaans veel +gladder is. Dit was waarlyk een goede inval, en dienvolgende gingen +wy naar dien kant heen; dan eens door een dik en donker bosch, dan +eens door een zoort van kreupelbosch, tot dat wy, door vermoeienis +en honger afgemat, gingen nederzitten, zonder een enkel woord uit te +brengen, en elkander aankykende als twee slachtoeffers; die ter dood +verwezen waren. Ons stilzwygen bleef nog voortduuren, wanneer wy een +verward gedruis hoorden, als van lieden, die hoestten, en van anderen, +die met wapentuig eenige beweging maakten. Gode zy dank! het was ons +krygsvolk, het welk zig nedersloeg op een veld, bevoorens door het +volk van de Pereca bezet. In weerwil van myne ongelegenheid, bevond ik +my in dit oogenblik in eene der gelukkigste geest-gesteldheden, die +my deedt zien, dat alles in deeze weereld ten goeden en ten kwaaden +keeren kan. Alle de Officiers wenschten my van goeder hart geluk, en +myn Neger, zoo wel als ik, deelden met hun van hun koud ossenvleesch +en brood. Na het eindigen van deezen maaltyd, vervolgden wy onzen weg, +en wy kwamen wederom in een moeras, of liever in een modderigen vyver, +welks oppervlakte te zwak was om ons te dragen. De donkerheid van den +nacht overviel ons, en wy waren genoodzaakt aldaar te verblyven. De +soldaten hingen hunne hangmatten aan de boomen, de eene boven de +andere; de slaven maakten houtvlotten, op welken zy het kruit, de +krygsbehoeften, enz. nederzetten, en zy zelven gingen leggen slapen. + +Den 26sten, vertrokken wy, een uur voor het aankomen van den dag, +maar na dat de Colonel SEYBOURG in zyne hangmat koffy gedronken had, +terwyl al het volk, tot hun midden toe in het water staande, op hem +wagtte, en wy gingen eerst west-, vervolgens noord-westwaarts. Onze +tocht was zoo moeielyk en verveelend, dat verscheiden slaven hunne +pakken lieten vallen, waar door dezelve deels nat wierden, deels +verloren geraakten. Eindelyk, na eene andere verlatene legerplaats, +te zyn doorgetrokken, hielden wy stil aan het oude cordon, of den +weg, die op andere wegen uitliep, alwaar ik dadelyk het spoor der +muitelingen ontdekte, geduurende dat ik aan de Cottica het bevel +voerde. Wy sloegen aldaar ligte hutten op, om onder dezelven den +nacht door te brengen.--Ik bleef nog steeds in arrest. + +Een der Jagers, een klein viervoetig dier ontdekt hebbende, het welk +met eene ongelooflyke gezwindheid door de legerplaats liep, hakte +het zelve met zyn sabel. Het was de Paca, of de gevlakte Cavey, in +Surinamen den naam van Water-haas dragende. Dit dier is ongemeen vet, +en heeft de grootte van een speenvarken. Zyn onderste kakebeen is kort, +zyne neusgaten zyn breed, en van knevels voorzien, even als de katten; +zyne oogen zyn zwart, en zyne ooren klein en kaal. Aan elke poot heeft +hy vyf klaauwen. Zyne huid, van eene bruine aard-kleur, is met vlakken +gespikkeld, die een buffels kleur hebben, in de lengte, en meer of min +streeps-gewyze geplaatst zyn: de buik heeft eene vuile witte kleur, +en het geheele lyf is met een ruw, grof en kort hair overdekt. De +Paca is een halfslachtig dier. Zig op het land bevindende, graaft hy, +even als de varkens, in den grond, om zyn voedzel te zoeken: wanneer +hy in gevaar is, loopt hy naar het water, om aldaar eene schuilplaats +te vinden. Schoon hy vet, en, naar mate van zyne grootte, zeer wel in +'t vleesch is, loopt hy echter veel gezwinder, dan eenig dier van +zyne dikte in Zuid-America doet. Men leest nochtans het tegendeel +in de beschryving, welke men daar van vindt in het vervolg op de +Natuurlyke Geschiedenis van BUFFON, alwaar gezegd wordt: "Dat de +Paca niet gezwind loopt, dat hy zelfs zeldzaam loopt, en dan nog met +zeer weinig bevalligheid". Misschien is dit waar, wanneer men hem als +een huisdier beschouwt, want men kan hem tam maken; maar ten minsten +in den staat der natuur is hy zoodanig niet; en ik kan verzekeren, +dat ik hem als een haas heb zien loopen. Wy lieten hem voor onzen +avond-maaltyd gereed maken, en wy vonden hem nog veel lekkerder dan +de Bosch-rot, of zelfs dan de Warrabocerra. + +De Cavey, met een lange neus, beter bekend onder den naam van Agouli +Pacarara, is in Surinamen mede zeer gemeen. Zyne grootte is die +van een groot konyn, Zyne huid heeft eene bruine oranje kleur op +den rug, en geel aan den buik; zyne pooten zyn zwart: alle vier zyn +ze lang uitgerekt: de voorpooten eindigen met vier klaauwen, en de +agterpooten met drie. De oogen van dit dier hebben eene schitterende +zwarte kleur. Zyne bovenste lip is gespleten, en van knevels voorzien; +zyne ooren zyn klein. Even als de Paca, heeft hy een zeer korten +staart. Hy teelt sterk voort, en het wyfje zoogt haare jongen, +die ten getale van drie of vier zig in holen van oude stammen van +boomen ophouden, werwaarts zy ook de wyk neemt, wanneer zy vervolgd +wordt. De Agouli Pacarara zoekt zyn voedzel niet op het land, zoo als +de Paca. Men maakt hem gemakkelyk tam, en hy eet vruchten, wortelen, +nooten, enz. maar zyn vleesch, schoon goed, is echter van een minder +zoort, dan dat van de Paca. + +Men heeft my in Surinamen gezegd, dat aldaar ook een ander dier van +dit zoort gevonden wordt, genaamd de langstaartige Agouli. Ik heb +hem niet gezien, of het is dezelfde, dien ik onder den naam van den +Struikrot beschreven heb. + +Den 27sten, vervolgden wy onzen weg, en voor den middag kwamen wy +in eenen elendigen staat op de Plantagie Soribo, aan de Pereca, +om aldaar de naby gelegene Plantagien tegen BONNY en de muitelingen +te verdedigen. + +De Rivier Pereca heeft, zoo men zegt, uit hoofde van derzelver +veelvuldige kromten, een loop van meer dan zestig mylen, en zulks +over 't algemeen van den zuid-oost naar den noord-west kant. Zy is +zeer diep; maar haar bed is naauw, en aan haare oevers zyn, even +als ten aanzien van alle de andere Rivieren, overael schoone Suiker- +en Koffy-Plantagien gelegen. Wy waren naauwlyks op den wachtpost te +Soribo aangekomen, of verscheiden afgezondenen van den Colonel SEYBOURG +spraken my aan, en verzogten my ernstig, dat ik erkennen wilde ongelyk +gehad te hebben: zy verzekerden my, dat ik, dit erkend hebbende, myne +vryheid zoude te rug bekomen, en alles vergeten zoude zyn. Overtuigd +van myne onschuld, konde ik my met geen schik schuldig verklaren, en +voorael naardien de misdaad, waar van men my beschuldigde, slechts een +gevolg was van myne getrouwe zorge voor het behoud der manschappen +en krygsbehoeften, die my toevertrouwd waren. Na myne weigering, +welke de Colonel SEYBOURG als eene misdadige halstarrigheid geliefde +aan te merken, gaf men my onder de bewaring van eene wacht, en men +nam my myne wapenen af. Onze Zee-soldaten bragten my toen in eene +zeer groote ongerustheid, door opentlyk te dreigen, dat zy ten mynen +voordeele aan 't muiten zouden slaan. Om dit onheil voor te komen, +verklaarde ik hun, dat, daar, naar myn inzien, ongehoorzaamheid en +muiterye in krygslieden onverschoonlyk waren, ik my gedwongen zoude +zien, hoe hard my dit ook vallen mogt, om my tegen hen te wapenen. + +Op den dag van onze aankomst op den wachtpost van Soribo, vernamen wy, +wat 'er aan de Pereca was voorgevallen. De Plantagien Schoonhove en +Altona waren door de muitelingen, welken wy uit Gado Saby verjaagd +hadden, geplonderd geworden. Maar zig voor de Plantagie Poelwyk +vertoond hebbende, hadden de slaven aldaar hen genoodzaakt te rug +te keeren. De Jagers, die op de Plantagie Hagenbos geplaatst waren, +waren hen den 21sten agter na getrokken. Zy hadden hen den 23sten +ingehaald, een groot getal 'er van gedood, en het grootste gedeelte +van hunnen geroofden buit hernomen. Den zelfden dag, poogde een ander +gedeelte der muitelingen zig meester te maken van het kruid-magazyn +op Hagenbos, het welk geen kwaad ontwerp was, en zy hadden daar toe +het tydstip uitgekozen, dat de Jagers bezig waren met eene andere +bende te vervolgen; maar zy wierden door een klein getal gewapende +slaven te rug gedreven, een van welken, tot de Plantagie Timotibo +behoorende, eenen gewapenden muiteling gevangen nam, en vervolgens +hunne legerplaats agter de Plantagie van zynen meester ontdekte, +voor welken dienst hy wel beloond wierd. Na al dit verhaalde, was 'er +geen twyffel aan, of indien de party, die den 16den door den Colonel +SEYBOURG was afgezonden, voorwaarts gerukt was, in plaats van volgens +zyne beveelen te rug te trekken, alle deeze noodlottige voorvallen +zouden geen plaats gehad hebben, en de onderneming der muitelingen +zou geheel en al vervallen geraakt zyn. Het was daarenboven klaar, +dat de Neger, op wien wy den 21sten geschoten hadden, een van de +rooversbende van den 20sten was, en dat de muitelingen, wier lyken +wy den 23sten gevonden hadden, dien zelfden dag waren gedood geworden. + +Den 29sten zondt een Officier van het Societeits krygsvolk my eenige +vruchten, waar onder dadels waren. De boom, die dezelven voortbrengt, +de dadel-boom, behoort tot het geslacht der palm-boomen, maar is van +eene ongemeene hoogte. Zyne bladeren loopen uit den kruin van den +boom, zy zyn wyd uitgespreid, zeer dik, nederhangende, en by elkander +genomen, vormen zy een zonnescherm. Deszelfs vruchten groeien aan +rissen, waar van elk een groot getal bevat. Zy zyn langwerpig, van de +grootte van een menschenduim, en van eene geele kleur. Het vleesch, het +welk lymig, vast en zoet is, zit rondoem eene zeer harde, grysachtige +noot, die over haare geheele breedte als met een vooren doorsneden is. + +Dien zelfden dag bevonden zestig Jagers, die op kondschap waren +uitgegaan, dat de legerplaats der muitelingen agter de Plantagie +Timotibo verlaten was. Zy moest omtrent zestig menschen bevatten. + +In de nabuurschap van de Pereca niets te doen hebbende, verlieten wy +die plaats des morgens van den 30sten September, en den 1sten October, +kwamen wy op Devil's Harwar aan, ongemeen vermoeid zynde, en zonder +iets merkwaardigs op onzen tocht ontmoet te hebben. Des avonds te +voren had ik aan den Colonel FOURGEOUD geschreeven; ik verzogt hem, +dewyl myne tegenwoordige gesteldheid my ten hoogsten verdroot, +oogenblikkelyk eenen krygsraad by een te roepen, en had hem mynen +brief door eenen slaaf gezonden. By onze aankomst op deezen post, +gebruikte men de hardste middelen om my tot onderwerping te dwingen; +en de behandeling, welke ik ondervond, was van dien aart, dat een +Capitain der Jagers, QUACI genaamd, uitriep: "Indien de Europeanen +zig jegens elkander zoodanig gedragen, is het niet te verwonderen; +dat het hun tot genoegen strekt ons arme Africanen te mishandelen en +te kwellen"! + +Deeze verdrietelyke zaak liep echter op Devil's Harwar ten einde. De +Colonel SEYBOURG, overtuigd van zyn ongelyk, en niet kunnende weten, +hoe dit geval moge afloopen, trachte, zoo mogelyk, uit de netelige +omstandigheid, waar in hem zyne oploopenheid gebragt had, met eere uit +te komen. Den 2den October, vroeg hy my derhalven met eenen glimlach: +"Of ik wist te vergeten en te vergeven"? Ik antwoordde hem, neen! Hy +daar op zyne vraag herhalende, zeide ik hem; "dat ik eerbied voor de +waarheid had, en dat ik nooit erkennen zoude schuld te hebben, zoo +lang myn geweten my zulks niet deedt gevoelen; dat ik onbekwaam was +tot zulk eene laagheid voor een medemensch, en nog minder voor hem, +dan voor eenig ander". Hy nam my by de hand, verzogt my bedaard +te zyn, en verklaarde my: "Dat hy, op alle voorwaarden, vrede +met my wilde maken"! maar ik antwoordde hem stellig: "Dat ik naar +geen ander vergelyk luisteren wilde, dan het volgende; dat hy zyne +misslag in tegenwoordigheid van alle de Officiers erkennen zoude, +en dat hy, met eigen handen, uit zyn Dag-register alle de bladen +zoude uitscheuren, die mynen goeden naam in verdenking zouden kunnen +brengen". Dit geschiedde oogenblikkelyk; men gaf my myne wapenen te +rug, en myne zegepraal ging gepaard met alle omstandigheden, die my +eene volkomene voldoening verschaffen konden. Ik reikte vervolgens +ongeveinsd en van goeder harten aan den Colonel SEYBOURG de hand toe: +dezelve gaf eene maaltyd tot een vreugde-feest over onze verzoening: +na den maaltyd stelde hy my, tot myne groote verwondering, den brief +weder ter hand, dien ik aan den Colonel FOURGEOUD geschreven had, +en hy erkende my denzelven onderschept te hebben, om voor te komen, +dat deeze zaak geene verdere gevolgen hebben zoude. Hy berigte my +tevens, dat onze Opper-Bevelhebber aan de Wana-Kreek gelegerd lag, +in plaats van den Lieutenant Colonel DE BORGNES, die ziek geworden, en +naar Paramaribo opgezonden was. Onze verzoening was zeer wel gemeend, +en na dat het krygsvolk een weinig had uitgerust, vertrokken wy den +4den, naar het hoofd-quartier van Jerusalem; maar ik was genoodzaakt +mynen QUACO te Devil's Harwar zeer ziek agter te laten, alwaar ik hem +aan de zorge van den Heelmeester aanbeval. Dien avond sloegen wy ons +neder aan de overzyde van de Cormoetibo-Kreek. + +Des anderen daags in den vroegen morgen, kwamen wy, de Cottica +overgestoken zynde, weder op den wachtpost van Jerusalem. Ik had +ledigen tyd om aanmerkingen te maken omtrent de wisselvalligheden +van dit leven, en alle de onheilen, waar aan wy bloot gesteld zyn, +het zy wy ze al, dan niet verdiend hebben: ik maakte vooral deeze +aanmerkingen, toen ik onder de kortlings ontscheepte persoonen, eene +van myne oude kennissen vond, namelyk den heer P...., die in Europa +meer dan dertig duizend ponden sterling hadt doorgebragt. Men hadt +hem zyne vrouw, die zeer schoon was, ontvoerd, en hy zag zig in dit +oogenblik, om te kunnen bestaan, vervallen tot den post van Vaandrig, +onder het krygsvolk van de Compagnie. Hy had voorheen een aanzienlyken +eigendom in deeze zelfde Volkplanting bezeten, het geen zynen staat +steeds veel onaeangenamer en verdrietelyker maakte. Van zynen geheelen +rykdom hadt hy niets meer overig, dan een enkel stuk geld, het welk +hy onder de slaven wierp, tevens eenige Fransche versen aanhalende, +die op zyne gesteldheid toepasselyk waren. + + + +DRIE-EN-TWINTIGSTE HOOFTSTUK. + +Tweede tocht naar Gado-Saby.--Land-Schildpad.--Verschillende +zoorten van hout.--Levendig geraamte.--Treffelyke +gezichten.--Honderd-pooten.--Verschillende +Plantgewassen.--De Opper-Bevelhebber wordt ziek, en verlaat de +legerplaats.--Sprinkhanen.--Verschillende zoorten van visschen.--De +Zeekoe.--Het Zee-paard.--Aanmerkingen omtrent het aanwezen der +Meerminnen.--Trommelzucht.--Verscheiden zoorten van vogelen.--De +Malaky en Markoury boomen.--Doornhaag-wormen. + +Den 9den October 1775, verliet de Colonel FOURGEOUD zyne legerplaats +aan de Wana-Kreek, om zig op den post van Jerusalem met ons +te vereenigen. Hy deedt vooraf de helft zyner soldaten, die ziek +waren, in vaartuigen de Rivier afzakken. De soldaten van deezen post +voegden zig by hun, en men zondt hen allen naar Devil's Harwar, om +den genade-slag te ontfangen. De Neger-Jagers vertrokken insgelyks, +en begaven zig met hunnen leidsman WINSAK naar de Pereca, alwaar zy +met de verdediging belast waren. + +De Colonel ontdekte, by deezen laatstgemelden tocht een honderdtal +ledige huizen, en bespeurde eenige muitelingen, maar nam 'er geen een +van gevangen. Hy vondt ook een bekkeneel aan een tak van een boom +hangen, en men konde met genoegzaame zekerheid gissen, dat dit het +hoofd, was van den ongelukkigen SCHMIDT, die omgekomen was. [10] + +Den 13den, kwam myn Neger QUACO te rug, volmaakt hersteld zynde: ik +was 'er verblyd over, want zyne getrouwheid omtrent my had nog nooit +gewankeld. Wy vernamen te gelyker tyd, dat de Capitain STOELEMAN, +die aan het hoofd van eenige Jagers was, door een zwaren rook, +dien hy van verre in het bosch bespeurd had, eene verblyfplaats +der muitelingen had ontdekt, doch die door hem niet was aangetast; +dat de Capitain FREDERIK, met een anderen hoop Jagers, de oevers +der Zee beneden Paramaribo schoon hieldt; dat twee soldaten, die +den 18den Augustus verdwaald geraakt waren, het geluk gehad hadden, +om op eene wonderbaarlyke wyze hun gevaar te ontkomen, en dat zy den +wachtpost, die aan de Rivier Maroni geplaatst was, bereikt hadden; +en eindelyk, dat twaalf schoone Negerslaven van de Plantagie Gold +Mina waren weggeloopen, om zig met de muitelingen te vereenigen. + +Deeze tydingen bemoedigden den Colonel FOURGEOUD dermaten, dat deeze +onvermoeide Overste steeds by zyn besluit bleef, om den vyand te +vervolgen. Mitsdien trokken wy den 15den, in den vroegen morgen, de +bosschen in, schoon ons getal toen merkelyk gesmolten was. De Colonel +liet des avonds te voren een vrywilliger, een van zyne landgenooten, +MATTHIEU genaamd, en broeder van den Vaandrig van dien naam, ter +aarde bestellen. De dood was ons zoo gemeenzaam geworden, dat, +wanneer iemand onzer een nabestaanden of vriend op de legerplaats +verloor, men hem doorgaans deeze vraag deedt: "Heeft hy brandewyn, +rhum of tabak nagelaten"? + +Korten tyd voor ons vertrek, liepen zeven van onze Neger-slaven weg, +en namen de vlucht naar hunne meesters, alwaar zy mismoedig, vermagerd, +en byna uitgehongerd, aankwamen. Wy stelden ons echter in aantocht, +en trokken regelrecht noord-oostwaarts aan. De kist, waar in myne +flessen gesloten waren, brak aan stukken met al wat 'er in was, en +dit was de eenige merkwaardige gebeurtenis op deezen tocht. Des avonds +sloegen wy ons by de Cassipory-Kreek neder; en dewyl het saisoen van +droogte aankwam, moesten wy een put graven, om water te hebben. Het +krygsvolk kreeg alhier bevel, om geene hutten, noch schuilplaatsen +meer te bouwen, dewyl de regenbuien minder zwaar wierden. + +Den 16den, vervolgden wy onzen weg, steeds noord-oostwaarts +trekkende, en tegen den avond kwamen wy aan die huizen, welken de +Colonel FOURGEOUD laatst ontdekt had, maar die, zoo als men naderhand +ontdekte, slechts voor een tyd eene verblyfplaats hadden opgeleverd +aan die muitelingen, welke verwagtten oogenblikkelyk van Gado-Saby +verjaagd te worden; en waar aan zy den naam van Bousy-Gray (dat is: +"de bosschen schreyen",) gegeven hadden. Wy sloegen ons hier neder, +en bezagen met veel vermaak de wooning van BONNY, zynde in den smaak +van een molen gebouwd, en zeer hoog boven den grond verheven. Dezelve +had twee deuren, om des te beter te kunnen zien, wat 'er rondom +hem omging, en alzoo geen gevaar te loopen, om het slagtoeffer eener +verrassing te worden. De lucht had aldaar ook vryer doorspeeling, +dan in de andere wooningen, en uit dien hoofde was zy voor zyne +gezondheid beter geschikt, want in een der laatste gevechten hadt hy +eene gevaarlyke wonde in de liesch bekomen, zoo als wy naderhand van +een onzer gevangenen vernamen. In de nabyheid der wooning van dit +Opperhoofd der muitelingen, zag men baden, byzonderlyk geschikt ten +gebruike van zyne vrouwen, die zig des morgens en des avonds daar in +begaven, want 'er was in den omtrek deezer verblyfplaats geene Rivier. + +Een der slaven boodt my, op de laatstgemelde legerplaats, een +Land-Schildpad aan; een dier, het welk wy, wel is waar, verscheiden +malen gezien hadden, maar het nog niet beschreven hebbende, zal ik +trachten zulks thans te doen. De Surinaamsche Land-Schildpad is van +eene eyronde gedaante, en heeft niet meer dan agtien of twintig duimen +lengte. Zyne schelp, die van eene donker geele of bruine kleur is, +veel meer uitpuilende, dan die van de zee-schildpad, heeft dertien +zeshoekige verhevenheden, en is zoo hard, dat zy, zonder te breken, +het zwaarste gewicht dragen kan. De onderste schelp, of het borststuk, +is een weinig hol, en van eene helder geele kleur. De kop van dit dier +gelykt naar dat van alle andere Schildpadden. De staart is zonder +hair en kort, maar in plaats van vinnen, heeft hy vier pooten, met +schubben bedekt, en met puntige nagels gewapend, waar van hy zig in +het loopen bedient. Wanneer hy zig voor eenig gevaar wil beveiligen, +kruipt hy in zyn schelp of bekleedzel. De Indianen laten de Schildpad +in dien staat op het vuur koken, tot dat dezelve gaar is; het geen men +weet, wanneer het benedenste gedeelte zig afscheidt van het bovenste, +het welk tot een schotel voor deeze spyze dient. Eene minder wreede +manier, waar van ik altoos gebruik maakte, bestaat daar in, dat +men het dier in zyn beenachtig bekleedzel op heeten asch plaatst; +hy steekt dan kop en hals naar buiten, welke men hem afhouwt, en zig +daar door de spyze verschaft, welke zyn lichaam oplevert, zonder het +dier verdere folteringen aan te doen. De heer DE GRAAF, drie of vier +van deeze Land-Schildpadden willende verzenden, bewaarde dezelven +vier maanden; geduurende al dien tyd bleven zy in 't leven, zonder +dat zy eenig voedzel scheenen te nemen, en met dit al behielden zy +haare kragten, zoodanig dat zy zelfs ter voortteeling geschikt waren. + +Ik heb ook dikwils eene andere Land-Schildpad gezien, die hier Alacacca +genoemd wordt. Dezelve is van eene zeer platte gedaante, en van eenen +kleinderen omvang, dan de eerstgemelde. Derzelver groenachtige kleur +is voor het gezicht zeer onaangenaam, en zy is zoo goed niet om te +eeten, dan de andere. + +Den 17den, vervolgden wy onzen weg ten noorden en noord-oosten, in de +hoop om eenige ontdekking te doen, maar zonder vrucht. Dien dag gingen +wy voorby eenige mieren-nesten, die meer dan zes voeten hoogte, en, +zonder vergrooting, een omtrek van meer dan honderd voeten hadden. Wy +zagen ook eene meenigte stukken fraay timmerhout, waar onder was +het hout van den zwarten kool-boom, die eene donker bruine kleur +heeft, en by de schrynwerkers en timmerlieden zeer geacht is. Men +toonde my ook den Zandkuil-boom, alzoo genoemd naar zyne vrucht, +waar uit men het zaad neemt, en dezelve dan met zand vult voor de +schryftafels. Deeze vrucht, die de dikte heeft van eene groote uije, +heeft kleine gaten in derzelver oppervlakte. Het is een ontlast- +en braak-middel te gelyk; maar het sap van derzelver vleesch is een +sterk vergift. Zie daar alles, wat ik 'er van zeggen kan, want ik +had noch tyd, noch gelegenheid, om dezelve met de nauwkeurigheid van +eenen kruidkundigen te onderzoeken. + +Den 18den, trokken wy steeds in dezelfde richting voort. Wel dra +vonden wy een gebaand voetpad, het welk een cirkel maakte, en +niettemin een weg van gemeenschap scheen te zyn tusschen Gabo-Saby +en Bousy-Gray. Dit voetpad bragt ons regelrecht naar den westkant, +en na verloop van eenige uuren, dat wy het zelve gevolgd hadden, vond +ik een armen Neger, tot de muitelingen behoorende, die met bladen van +den Latanus-boom bedekt was, en nauwlyks meer adem halen konde. Hy +hadt niet meer, dan het vel over de beenderen, en een van zyne oogen +was uit de oog-holte uitgezakt. Ik zette hem myn fles voor den mond, +en hy dronk eenige teugen rhum met water gemengd; vervolgens zeide +hy my met eene zwakke stem, die wy naauwlyks verstaan konden:--"Ik +bedank u, Masera".--Verder sprak hy niets. De Colonel gaf bevel, +om hem in een hangmat mede te nemen; en kort daar na sloegen wy ons +neder by een biry-biry, of modderpoel. Ik moet niet vergeten, dat +wy deezen dag eenige schoone Brood-boomen [11] zagen, die tachtig +of honderd voeten hoog, en zeer dik waren. De boom van dien naam is +grys, en loopt lynrecht op. Zyne takken spruiten aan den top uit, en +de bladen zyn aldaar aan paaren gerangschikt. Men noemt hem te recht +den Koning van het woud, want schooner boom is 'er niet. Deszelfs hout, +van eene voortreffelyke kaneel-kleur, is vast, van een fraay erf, neemt +een goeden glans aan, en kan den tyd verduuren.--Maar het geen vooral +onzen aandacht tot zig trok, waren de zaden, die naar boonen gelyken, +en ten getale van drie of vier in eene breede en helder bruine peul +besloten zyn. Wy zagen 'er eene groote meenigte van aan den voet van +den boom op den grond verspreid leggen; zy hadden een smaak van zoete +koek. Uit zyne wortels druipt eene gom, die, behoorlyk toebereid +zynde, een vernis oplevert, het welk in helderheid en gebruik geen +weergaa heeft. + +De meenigte schoone boomen van onderscheidene zoorten, welke dit +Land oplevert, is waarlyk eindeloos. Men heeft slechts de moeite te +doen van ze te hakken; maar indien men den afstand, op welken zy +doorgaans groeien, van de bevaarbare Rivieren in aanschouw neemt, +als mede de kosten op het omhakken en bewerken vallende, de meenigte +slaven, welken men gebruiken moet om de boomen door de bosschen heen +te trekken, vermits men zig aldaar van geene paarden bedienen kan, +de gevaaren en tyd-verliezen, kan men ligtelyk naargaan de oorzaak +der ongemeene duurte van het timmerhout in Guiana. + +Deeze tocht verschafte ons de verrukkelykste gezichten. Wy liepen door +een eindeloos bosch, waar van de altyd groene boomen het schitterendst +lommer ten toon spreidden. Het saisoen van droogte (zynde de zomer +in dit Land) bragt oneindig veel toe tot verfraaijing van dit +toneel; en de eenvoudige natuur overtrof hier verre de verdubbelde +pogingen der konst. Wy ontmoetten eindelooze zandwoestynen van het +aangenaamst groen, door de bekoorlykste beeken van versch en helder +water doorsneden, wier oevers vercierd waren met bloemen, die de +schitterendste kleuren vertoonden, en de lucht met den aangenaamsten +geur vervulden. Dan eens zag men het bevallig tafereel van een hoop +fraaie uitspruitende boompjes; dan eens verhief zig een enkele boom, +wiens schoonheid deed vermoeden, dat men hem met voordacht op deeze +plaatsen had laten groeien, om dit tafereel nog ryker en bevalliger te +maken. De geheele landstreek was door een zeer groot bosch van hooge +palmboomen omringd; wier verheven kruinen, van de zelfde kleur als de +golven der zee, zig in een zacht evenwicht hielden boven een oneindig +getal van onderscheidene geboomten, wier groen nimmer verwelkt, die +altyd met bloemen en vruchten bedekt zyn, en den vermoeiden reiziger +schynen uit te noodigen, om onder hunne schaduw rust te nemen, tot +het gunstig oogenblik, dat hy zig in den vlietenden stroom van het +zuiverst water kan dompelen, en de verhevene schoonheden der natuur +onbelemmerd aanschouwen.--Hoe meenigwerf, wanneer eene algemeene +stilte rondom my heerschte, dacht ik niet aan myne lieve gezellinne, +wenschende, met haar en mynen zoon, in deeze nieuwe Elyseesche +velden, vreedzaame dagen te slyten!--Maar laaten wy tans zoortgelyke +herdenkingen vaarwel zeggen. + +Den 19den, vervolgden wy onzen tocht, en dien dag vonden wy onzen ouden +weg, die ons regelrecht naar de velden van Gado-Saby bragt, alwaar +wy nog eene groote meenigte ryst zagen, die kortlings gebloeid had, +en welke wy afmaayden en verbrandden. De Neger, van wien ik bevorens +gesproken heb, wierd hier onder boom-mos en bladeren nedergelegd, +als of men hem levendig wilde begraven: voor deezen ellendeling +was geene hoop meer tot genezing. Wy hingen onze hangmatten op, +en verstikten byna door den rook van onze vuuren. + +Ik zag op dit veld eene hagedis van by de twee voeten lengte, welke +de Negers doodden en opaten: zy noemden hem Sapagala, en hy had eene +groenachtig bruine kleur, maar hy geleek niet naar de Iguana. Onder de +puinhoopen van het afgebrande gehucht, ontdekten wy eenige Water-rupsen +of Honderd-pooten van agt tot tien duimen lengte. Dit hatelyk kruipend +gedierte van eene geelachtig bruine kleur, loopt in allen opzigte +zeer gezwind, en het vergift, het welk zy in de door hen gemaakte +pynlyke wonde laaten, schoon het niet doodelyk is, verwekt niettemin +doorgaans de koorts. Zommige schryvers geven aan dit kruipend gedierte +twintig paar pooten, en anderen veertig. Ik heb ze by de geenen, +die wy vonden, niet getelt: alles wat ik 'er van zeggen kan, is, +dat zy my toescheenen met de Europeesche honderd-pooten eene juiste +overeenkomst te hebben. Zommigen van onze Officiers maakten groote +en schoone verzamelingen van alle deeze merkwaardigheden; ik voor +my vergenoegde my met de afteekening en beschryving van die dingen, +die my voorkwamen niet zeer gemeen te zyn. + +Den 20sten, gingen wy de verblyfplaats, Cosaay genaamd, bezichtigen, +en op den weg vernam ik, dat de bovengemelde Neger nog leefde. Ik +nam de takken, die hem bedekten, weg, en op myne tusschenspraak, +voerden wy hem met ons mede; maar de slaven, te onvreden van met +zulk een pak beladen te zyn, namen, in myne afwezigheid, alle +gelegenheden waar, om deezen ongelukkigen te doen lyden, met hem +op wortels en steenen te laten vallen, en door het slyk en water, +het welk wy doorwaden moesten, agter aan te laten sleepen. Men zondt +verscheiden manschappen uit, om de omliggende streeken te onderzoeken; +en het overige krygsvolk sloeg zig neder ten westen van Cosaay. Deeze +afgezondene manschappen ontdekten van dien zelfden kant vier schoone +velden, met maniok, ignames, bananen, pistaches, Indisch koorn, +en erweten van Angola beplant. Zy zagen ook verscheiden lyken van +menschen, die in het gevecht, in de maand Augustus voorgevallen, +het leven hadden verloren.--Wy plukten, in de nabyheid van onze +legerplaats, een zoort van mispelen, van eene karmosyn kleur, in +smaak veel gelykende naar aardbezien, en groeiende aan een breed +groen heestergewas, het welk in veele tuinen te Paramaribo wordt +aangekweekt. Wy zagen ook een zoort van wilde Pruim-boomen, welken men +hier Monpe noemt. Derzelver vruchten zyn geel, langwerpig en klein; +elk van die bevat een kleine noot; het vleesch is niet zeer dik, +maar schoon zeer zuur zynde, heeft het een aangenaamen smaak. + +Des morgens van den 21sten, wierden alle deeze nuttige plantgewassen +afgehouwen en verbrand. Na dat dit werk verrigt was, keerden wy naar +onze legerplaats van den 19den te rug, welke wy ook geheel in brand +vonden, en wy waren genoodzaakt onze hangmatten ter zyde van het +bosch uit te spreiden. My alhier herinnerende, dat men den armen +stervenden Neger alleen gelaten had, liep ik naar die plaats toe, +om hem met myne hulpe by te staan; maar na hem te vergeefs gezocht te +hebben, in weerwil der rook dampen, en de donkerheid van den nacht, +was ik genoodzaakt op myne eigene veiligheid bedacht te zyn, en in +aller yl naar myne medgezellen te rug te keeren. Eenigen laakten myne +roekeloosheid, anderen vervloekten het geraamte, het zy het levendig +of dood was. + +Toen de verwoesting was afgeloopen, keerden wy naar den post van +Jerusalem te rug, alwaar wy den 24sten, geheel afgemat, aankwamen. De +Colonel zelf wierd eindelyk door eene heete koorts aangetast, die hem +noodzaakte, om in zyne hangmat te blyven leggen, en deedt vreezen, +dat hy den nacht niet halen zoude. Echter behieldt hy steeds het +bevel aan zig, en deedt, des anderen daags morgens, aan eenen soldaat +stokslagen geven, die, vermits zyne voeten zeer gescheurd waren, hem om +een paar schoenen verzogt; een ander onderging dezelfde behandeling, +om dat hy gehoest had, schoon hy met eene zwaare verkoudheid behebd +was; een Capitain wierd in zynen dienst geschorst, en naar het Fort +Zelandia in gevangenis verzonden, om dat hy bestaan had een huwelyk +aan te gaan buiten toestemming van den Colonel.--Ziekten en de dood +maakten, in dit oogenblik, groote verwoestingen onder het leger, +alwaar alles in de grootste verwarring was. + +Den 1sten November, liepen, om de maat der onheilen vol te meten, +vyf-en-twintig Negerslaven weg; en den 3den, ontfingen wy bericht, +dat men meer dan vyftig gewapende muitelingen gezien had, die, een +musket-schoot beneden Barbacoeba, de Cottica waren overgezwommen. + +Op het ontfangen van deeze tyding, wierdt de Colonel SEYBOURG +afgezonden met de weinige manschappen, die in staat waren op te +trekken, en, in dit oogenblik, door honger en ellende geperst werdende, +op 't punt waren om hunne eigene Officiers aan te tasten. Gebrek +hebbende aan het geen zy boven alles waardeerden, tabak namelyk, +rookten zy graauw papier, en kaauwden bladeren en leder, om by hun +de plaats van deeze plant te vervullen. [12] Niemand ondertusschen +leedt toen meer dan ik. Van levensmiddelen en kleederen ontzet, was +ik uitgehongerd en naakt. Zedert het leggen in hinderlagen, en den +tocht naar de Pereca, had ik een zweer aan den linker voet. Ik had +geen een vriend onder het geheele leger meer overig, van wien ik de +minste hulp verwagten konde. Tot overmaat van ellende was het weinige +bloed, dat my nog overschoot, geduurende twee nachten agter elkander, +door het Guiaansche Spook of Vampire, byna geheel en al uitgezogen. Ik +geraakte in myne hangmat buiten my zelven, en kwam niet weder tot +kennis, dan met een zoort van mistroostigheid, die merkelyk aanwies, +na het lezen van eenen brief, waarin men my berigtte, dat JOANNA en +myn zoon te Paramaribo aan eene rotkoorts op sterven lagen. + +Eindelyk echter kwam de Sergeant FOWLER van de Plantagie Mocha, met +een van myne kisten aan. De afgezondene krygsbende van den Colonel +SEYBOURG kwam ter zelfder tyd te rug, zonder iets vernomen te hebben. + +De Colonel FOURGEOUD bevondt zig den 14den zoo ziek, dat hy zig +genoodzaakt zag het bevel aan een ander over te laten, en zig tot zyne +herstelling naar Paramaribo te begeven. Na al zyn volk op deeze manier +te hebben opgeoefferd, wierd hy het slachtoeffer van zyne heerschzucht, +die geene palen kende, en van zyne hardnekkige volharding, terwyl, +zoo hy zig, zyne soldaten zoo wel als zig zelf, minder vermoeid en +beter gevoed had, hy een even grooten, zoo geen grooteren dienst aan +de Volkplanting bewezen zoude hebben.--Men zondt te gelyker tyd een +vaartuig vol met zieken en stervenden naar Devil's Harwar. + +Het bevel was toen in handen van den Lieutenant Colonel, die des avonds +door de zelfde ziekte als de Colonel wierd aangetast. Dezelve richte +toen groote verwoestingen aan ouder het krygsvolk van allerleijen rang, +wier bloed door de hitte van eene brandende zon als kookte, terwyl +wy, in dit saisoen van droogte, in plaats van ons op den post van +Jerusalem te bevinden, de bosschen hadden moeten doorkruissen. Maar, +zoo als ik reeds heb opgemerkt, de Colonel verkoos ongelukkiglyk +dit ongeschikt saisoen voor deeze tochten. Verscheiden Officiers +zouden toen hunne posten wel hebben willen nederleggen, indien de +betamelykheid zulks gedoogd had op een oogenblik, dat zy werkelyk +in dienst waren. Ik zelf zoude wel verlangd hebben eenigen tyd te +Paramaribo te gaan doorbrengen; maar dewyl men my dit niet aanboodt, +schoon men aan alle de anderen, tot de slaven toe, verlof gegeven +hadt, achte ik het beneden my 'er om te verzoeken, dewyl ik het nog +op gaande been konde houden. + +Den 19den echter verergerde myn voet zoodanig, dat de Heelmeester my +buiten staat verklaarde, om dienst te kunnen doen: met dit al bleef +ik steeds op de legerplaats. + +Den 20sten, ontfingen wy eene versterking van krygsvolk, in slaven +bestaande, en van krygsbehoeften; dienvolgende zondt men den Major +MEDLAR met honderd vyftig mannen, om op kondschap uit te gaan. + +Onder meerdere onheilen, waar mede het leger in dit oogenblik te kampen +hadt, moet men vooral rekenen eene ontzachelyke meenigte sprinkhaanen, +die alles, wat zy ontmoetten, verslonden. Het scheen waarlyk, of de +vloek des hemels ons op alle manieren bezogt: allerleije zoort van +ongedierte hadt zig dermaten vermeenigvuldigd, dat men, in weerwil +van de grootste zorgvuldigheid, 'er zig niet geheel en al van bevryden +konde. Deeze sprinkhanen waren van eene bruine kleur, en van gedaante +als de anderen. Zy vlogen niet, maar sprongen by hoopen op de tafel +en stoelen, terwyl wy aten. Des nachts kwelden zy ons, door over ons +aangezicht te kuieren. + +Echter vonden wy op den post van Jerusalem eene groote meenigte +visschen, en vooral de Newmara, de Warrappa, de Pataky en de +Vieille. Allen waren uitmuntend. De Pataky was byna twee voeten +lang, en hadt de gedaante van een schelvisch; de laatste geleek +naar een groote baars. Men vong ook een zoort van Aal, die alhier +Naay-naay-fisy genoemd wordt, zeer fyn, en omtrent een voet lang +is. 'Er was ook nog een zoort van visch, genaamd Dung-fish, hebbende +ten naasten by de gedaante van een kleinen haring. De Negers alleen +aten de twee laatstgemelden. + +Den 3den December, kwamen de afgezondene manschappen van den Major +MEDLAR, na eene afwezigheid van veertien dagen, te rug, met zig +brengende eene vrouw van de muitelingen, met haaren zoon, omtrent +agt jaaren oud zynde, welken men op een klein veld, met bittere +maniok beplant, gevangen genomen hadt. Dit ongelukkig schepzel was +zwanger en zeer verschrikt; maar de Major, die een menschlievend +en gevoelig mensch was, behandelde haar met goedaeartigheid. Hy had +echter op eene ongelukkige manier een Corporaal verloren, SCHOELAR +genaamd, en een Zee-soldaat, genaamd PHILIP VAN DEN BOSCH, die +onvoorzigtiglyk maniok-wortels gegeten hebbende, vergiftigd waren +geworden, en den zelfden nacht in verschrikkelyke stuiptrekkingen en +pynen stierven. Het geneesmiddel tegen dit vergift, is, zoo men zegt, +peper van Caijenne in eenig geestryk water; maar de Major konde toen +noch het een, noch het ander bekomen. + +Onze gevangene verhaalde ons, dat die arme uitgehongerde Neger, +dien wy gevonden hadden, ISAAC genaamd was, en dat men hem voor dood +had laten leggen; zy verklaarde daarenboven, dat Capitain ARICO eene +nieuwe verblyfplaats aan de zee-kusten had opgericht, waar aan hy den +naam van Fissy-Hollo gegeven had; dat BONNY de gestrengste krygstucht +onder zyn volk onderhieldt; dat hy eene zoo onbepaalde oppermacht +oeffende, dat hy aan twee persoonen van zyn volk het hoofd hadt laten +afhouwen, drie dagen voor het inneemen van Gado-Saby, namelyk in den +nacht van den 17den Augustus, toen wy het geschreeuw der muitelingen, +en het afschieten hunner snaphaanen hoorden, en zulks alleenlyk op +de verdenking, dat deeze ongelukkigen ten voordeele der Europeanen +gesproken hadden, en dat zy die geenen waren, wier hoofden wy op +pieken gevonden hadden; dat deeze BONNY aan geenen Neger, onder zyn +bevel staande, wapenen toevertrouwde, of hy moest hem eerst eenige +jaaren als slaaf gediend, en ontwyffelbaare bewyzen van moed en +trouwe gegeven hebben; dat zyne talryke onderhoorigen verpligt waren +zig zonder tegenspreken te onderwerpen aan alles, wat hy goedvondt +te beveelen; dat men hem intusschen meer beminde, dan vreesde, uit +hoofde van zyne onkreukbaare rechtvaardigheid en zynen mannelyken moed: +zy bevestigde ons ook het bericht, dat hy gewond was geworden. + +Deeze vrouw en haar zoon wierden, den 4den December, met den Vaandrig +CABANUS, die hen had gevangen genomen, naar Paramaribo gezonden. Men +had byna te gelyker tyd een jong meisjen van omtrent veertien jaaren +aangehouden, doch deeze geheel naakt, en buitengemeen gezwind zynde, +had het geluk gehad te ontsnappen. + +Voor het Hof van Justitie wierd bewezen, dat de eerstgemelde door +de muitelingen met geweld was weggevoerd; dienvolgende kreeg zy +vergiffenis, en keerde, benevens haaren zoon, met blydschap naar de +Plantagie van haaren meester te rug. Het is opmerkelyk, dat, toen dit +kind voor de eerste keer een paard of een koe zag, hy daar voor zoo +beaengst was, dat hy in zwaare stuiptrekkingen viel; bovendien konde +hy niet veelen, dat hem een blanke aanraakte; want tot hier toe had +hy geene menschen van die kleur gezien, en hy noemde hen altyd Yorica, +het welk, in de taal der Negers, den Duivel beteekent. + +Omtrent op deezen zelfden tyd, dreef het ligchaam van eene Zee-koe, +of Manati, in het water, dicht by den wachtpost van Jerusalem. De +slaven zwommen 'er dadelyk naar toe, de een met snoeimessen, de +ander met gewoone messen, en allen bragten zy 'er stukken van mede +voor hun middagmaal. Eindelyk trokken zy het dier, het welk reeds aan +het rotten was, op 't land. Het was zestien voeten lang; en bestondt +uit eene zeer groote en ongeschikte klomp vet, waar van het agterste +gedeelte puntsgewyze liep naar eene vleeschachtige, breede en rechte +staart. Deeze Zee-koe had een dikken en ronden kop, een platten bek, +breede neusgaten, met zeer harde hairen aan den neus, en boven den +mond, kleine oogen en drie gehoor-gaten, in plaats van ooren. In +plaats van pooten, had dit dier twee uitwassen, of vleeschachtige +vinnen, even als die van de Land-Schildpad, die een weinig beneden +den kop te voorschyn kwamen. Het dier bedient 'er zig van om te +zwemmen, en zig, schoon traaglyk, te bewegen, wanneer hy het kruid +wil eeten, het welk aan den oever der rivieren groeit, want het is +een halfslachtig dier. Hy had eene groenachtige zwarte kleur, eene +ruwe ongelyke huid, met groote verhevenheden en rimpels, die een kring +maken, en met eenige weinige stekelige hairen bedekt. Hy had kiezen, +maar geene voor-tanden, en eene zeer korte tong. De Zee-koe werpt, +even als de Walvisch, levende jongen, en zoogt dezelven aan twee +borsten. De dieren van dit zoort zyn in de Rivier der Amazonen zeer +gemeen. Men zegt, dat hun vleesch den smaak van kalfs-vleesch heeft, +en goed is om te eeten. Die ik tans zag, was reeds te veel verrot, +om 'er van te proeven. Men zag op zynen rug twee gaten van kogels, +welken de muitelingen waarschynlyk op den 27sten, wanneer wy twee +snaphaan-schoten gehoord hadden, op hem hadden laten afgaan. + +Ik oordeele het niet ongepast te zyn, om alhier eene beschryving +te geven van een ander halfslachtig dier, Tapira genaamd, het welk +veel gelykheid heeft met het Zee-paard van het oude vaste Land, maar +minder groot is. Zyn lyf heeft ten naasten by de gedaante van dat van +een ezel, schoon echter minder lomp zynde. Zyn kop verschilt niet veel +van den kop van een paard, maar zyne onderste lip staat meer voor uit, +en eindigt met eene beweegbaare snuit, [13] als die van een Olyphant, +maar niet lang genoeg, om hem van eenig nut te wezen. Zyne ooren zyn +rondachtig; zyne voortanden zyn zeer sterk, en zomtyds zichtbaar. Hy +heeft ruwe en rechte maanen, korte en dikke pooten met een zoort +van paards-hoef, verdeeld in vier klauwen met nagels gewapend. Zyne +staart heeft niet meer dan twee of drie duimen lengte. De huid van dit +dier is uittermaten dik, en van eene bruine kleur; wanneer hy jong +is, heeft deeze huid kleine vlakken, even als die van de harten in +Guiana, of de Paca, en dezelve maken langwerpige streepen. Hy voedt +zig met kruiden en planten, die op moerassige plaatsen groeijen. Hy +is zoo vreesachtig, dat hy, bang zynde, zyn behoud zoekt door zig in +het water te dompelen, waar in hy een zeer langen tyd verblyft. Het +vleesch van het Zee-paard is zeer lekker; men geeft 'er den voorkeur +aan boven het beste ossen-vleesch. + +De heer SELEFELDER, Officier van 's Compagnies krygsvolk, verzekerde +my, op deezen zelfden tyd, dat hy een Zeepaard, van een geheel +onderscheiden aart, in de Rivier Maroni gezien had. De Majoor +ABERCOMBIE, die in den zelfden dienst was, zeide my onlangs, in +de Rivier van Surinamen een Meermin te hebben aangetroffen. Lord +MONBODDO houdt ook zeer stellig staande het aanwezen van Zee-mannen +en Zee-vrouwen, [14] en verzekert, dat men ze in 't jaar 1720. gezien +heeft. Maar hoe achtenswaardig op andere punten het oordeel en gezag +van deezen Lord moge voorkomen, is het my niet mogelyk, om met hem +in te stemmen, dat 'er mannen en vrouwen met vinnen en schubben, +laat staan met staarten, zyn zouden. + +Ik geloof, zoo het my geoeorloofd is myne gedachten op dit stuk te +zeggen, dat men nu en dan in de Rivieren, onder den zonne-keerkring +gelegen, zoo op de kust van Africa, als van Zuid-America, een zoort +van visch ziet, die met het halve lyf boven het water uitsteekt, +zeer veel gelykheid heeft met een menschelyk schepzel, maar veel +kleiner is, en ten naasten by als die geen, welke men in 't jaar 1794 +te London zag. Deszelfs kleur is zwartachtig groen; de kop is rond, +met een zoort van mismaakt aangezicht. Eene zwaare vinne vertoont +zig by de oogen van het dier, loopt tot het midden van den rug, +en gelykt veel naar hoofdhair. Zyne twee armen en handen zyn twee +vleesachtige en gevingerde vinnen. Het wyfje, als zynde een dier, +dat haare jongen levendig werpt, heeft borsten, even eens gemaakt, als +die van eene vrouw. De staart is volmaakt die van een visch. In veele +opzigten gelykt hy naar het Zee-kalf; behalven dat de laatstgemelde +geene vinnen op den rug heeft. Dezelve is ook veel dikker, en +verheft zig nooit boven het water, zoo als het dier zoo even door my +beschreven. Ik heb deeze berichten ontfangen van verscheiden bejaarde +Negers, en van verscheiden Indianen, die alle in hunne beschryvingen +overeenstemden. Zommigen voegden 'er by, dat deeze dieren zingen, +maar ik denke, dat het is een klagend geschrey, zoo als men wel van +andere visschen of halfslachtige dieren onder den zonne-keerkring +hoort. Zy verzekerden my, dat zy, schoon zeldzaam voorkomende, ten +hoogsten gevreesd zyn by hunne vrouwen en kinderen, die hen watra-mama, +of moeder der wateren noemen; en, het geen vreemd is, met dien naam +bestempelen zy ook hunne Profetessen. Maar laaten wy van dit stuk +afstappen, en het verhaal onzer krygs-verrigtingen weder vervolgen. + +Ik heb reeds gezegd, dat zeker Heelmeester, den 19den November, +verklaard had, dat myn voet my buiten staat stelde, om dienst te +doen; en heden, den 5den December, werden een ander Heelmeester, +twee Capitains en een Adjudant gezonden om my te bezigtigen, gelyk +ook den Capitain PERRET, die ziek was. De laatstgemelde Heelmeester +verklaarde al mede onder eede, dat wy zonder gevaar niet gaan konden, +en nog minder zwaare vermoeijing uitstaan; maar de Colonel SEYBOURG, +wien de heete koorts steeds bybleef, vond goed, dat wy oogenblikkelyk +de bosschen zouden intrekken, al zag hy, dat men ons op kruiwagens +moest voortkruien. De arme Capitain PERRET, die 'er als een stervend +mensch uitzag, en zig niet bewegen konde, besloot echter om deezen +uitzinnigen last ter uitvoer te brengen; maar ik kwam 'er stellig +voor uit, dat ik den geen, die bestaan zoude durven my aan te raken, +de herssens zoude inschieten; en ingevolge van deeze verklaring, +stelde men my onder de bewaring van een schildwacht. Het geheele +leger scheen toen niet dan uit zotten te bestaan. + +Den 11den, ontfingen wy bericht, dat men een zeker getal muitelingen +aan de overzyde van Devil's Harwar gezien had, en wy vernamen +vervolgens, dat zy de Commewyne verlaten hadden, aan welker oevers zy, +den 5den, het huis van den eigenaar van Killesting-Nova, waar in de +Opzichter SLICHTER was opgesloten, verbrand hadden, dat zy de geheele +Plantagie verwoest hadden, drie-en-dertig vrouwen mede gevoerd, en het +zoontje van eenen Mulat verminkt, om zig over zynen vader te wreeken; +en dat eindelyk de Neger-Jagers hen vervolgden. Capitain FREDERIK kwam +ook den zelfden dag aan. Hy had het krygsvolk der Societeit verlaten, +om onder die van den Colonel FOURGEOUD te gaan, en hy bevestigde ons +deeze ongelukkige nieuwstydingen. + +Byna op deezen zelfden tyd, na vier maanden lang aan alles gebrek +gehad te hebben, ontfing ik het overschot van mynen voorraad, +welken men my van de Plantagie Mocha zondt; maar voor drie vierde +door de kakkerlakken vernield: ik deelde het beste onder de zieken +uit, maar het geen my het grootste genoegen deedt, was te vernemen, +dat JOANNA en myn zoon JOHNNY buiten gevaar waren, en te Paramaribo +herstelden. Deeze tyding beurde my zoodanig op, dat ik des anderen +daags morgens te kennen gaf, dat ik my in staat bevond, om dienst +te doen, maar ik twyffel, of dit wel zoo was. De noodzakelykheid om +van lucht te veranderen, bragt 'er ook veel aan toe, want in de zoort +van gevangenis, die ik hield, had ik 'er volstrekt gebrek aan, en zy +was my echter ongemeen noodig. Den zelfden avond, voer een vaartuig, +vol met Caraibische Indianen, de Cormoetibo-Kreek op, om, door middel +van de Wana-Kreek, in de Rivier Maroni in te loopen. + +Den 20sten December, was ik van myne kwetsuur aan den voet hersteld; +de Colonel SEYBOURG insgelyks van zyne heete koorts. + +Den 21sten, kwamen 'er beveelen van den Colonel FOURGEOUD, die zig +op dit oogenblik beter bevondt: dezelve bragten mede, dat wy onze +legerplaats te Jerusalem zouden opbreken, en ons andermaal naar de +Wana-Kreek begeven. Dienvolgende wierden de zieken in vaartuigen +naar het hospitaal te Devil's Harwar, het welk reeds byna vol was, +gezonden. Veelen waren door eene ziekte aangetast, vry veel gelykende +naar trommelzucht, en alhier de Kouk genaamd. Dezelve bestaat in +eene verbaazende opspanning van den buik, die te gelyker tyd zeer +hard is. Men krygt die ziekte, zoo men zegt, door het drinken van +modderig water, zonder het met eenig geestryk vocht te vermengen; +en dit was onze gewoone en algemeene drank. + +Den 22sten, des morgens om zes uuren, braken wy het leger op, en +volgden de oevers van de Cormoetibo-Kreek, die niet meer dan een +moeras was. Men liet een van onze ongelukkige Negers, die een gat in +het hoofd had, aan zyn lot over; men wierp een anderen van een der +vaartuigen in het water, en hy verdronk. + +Wy zagen deezen dag een groot aantal Pingos, of wilde varkens, +die, als naar gewoonte, onze linie braken. Verscheiden wierden door +sabelhouwen gedood, en zommigen ontkwamen het, nemende de bajonnetten, +waar mede zy geraakt waren, met zig. + +Deeze tocht was vooral onaeangenaam uit hoofde van de zwaare regenbuien, +die strooms-gewyze nedervielen, en de Rivieren deeden overloopen. De +vroege ochtend-stonden waren vochtig en koud, en zoo strydig met de +ongemeene hitte van den dag, dat wy zeer dikwils in onze hangmatten +lagen te beven, vooral wanneer wy 'er met natte kleederen in gegaan +waren. Intusschen kwam ik dit ongemak voor, door een gedeelte van +den dag, even als de Jagers, half naakt te loopen, en myn hembd, +geduurende den regen, onder eene omgekeerde ketel te leggen. Wanneer +de regen ophieldt, kleedde ik my, en leed dus veel minder dan myne +medgezellen, die zeer bleek en verkleumd waren. + +Des avonds van den 23sten, sloegen wy ons neder by eene kleine beek, +de Caymans-Kreek genaamd. Zekere boom, den naam van Monbiara dragende, +boodt ter deezer plaats eenige uitmuntende vruchten aan, maar die +allen door de slaven wierden weggenomen, eer ik 'er van konde proeven, +of zelfs een van te zien krygen. + +De regen viel by aanhoudenheid zoo sterk, als of wy een zondvloed +te vreezen hadden. Den 24sten vervolgden wy onzen weg, en des +avonds sloegen wy onze hangmatten neder by eene beek, Yorica of de +Duivels-Zeef genaamd. Wy bouwden aldaar schuilplaatsen of hutten, en +maakten 'er vlotten, om 'er de krygs- en mond-behoeften op te plaatsen. + +Den 25sten, trokken wy door slyk en water, wy kregen de zwaarste +stortregens op het lyf, en sloegen ons des avonds neder by eene +kleine beek, genaamd de Java-Kreek, en loopende drie mylen beneden +de Wana-Kreek. + +Den 26sten, wierd ik met eenige weinige manschappen afgezonden, om onze +oude legerplaatsen, by de laatstgemelde Kreek, te gaan opneemen. Des +avonds kwamen wy te rug, half zwemmende door slyk en water, en zonder +iets, dan eenige vogelen en merkwaardige boomen gezien te hebben, +welken ik niet met stilzwygen kan voorby gaan. Men noemde deeze +vogelen Crombach, Camawarry en Crocro. De eerste heeft de gedaante +van eene groote houtsnip, en heeft een krommen bek. De tweede is +een waterhoen, maar driemaal grooter dan de voorgaande. Zy zyn zeer +ligt, en vlogen in een oogenblik weg, waarom ik 'er geene omstandiger +beschryving van geven kan. De derde of de Crocro, is een weinig minder +groot, dan onze kraaijen, en ik geloof, dat hy tot het zelfde zoort +behoort, want hy is een der verslindendste van alle vleesch-etende +vogelen. Deeze vogel heeft eene donker blaauwe kleur. Zyn bek en +pooten zyn uittermaten sterk: hy maakt een alleroenaangenaamst en +scherpst gekras, voornamelyk in den nacht. De boomen wierden door +de Negers genoemd Mataky en Markoury. De eerste is merkwaardig uit +hoofde van zyne wortels, die zoodanig boven den grond uitsteken, dat +een groot aantal menschen zig daar onder zouden kunnen verschuilen, +zonder elkander te zien; zomtyds zelfs staan zy zoo wyd van een, dat +men te paard tusschen beiden zoude kunnen doorryden; en derzelver +dikte is zoo groot, dat men niet meer dan een plank of deel noodig +heeft, om 'er een tafel voor twaalf menschen van te maken. + +Ik verwyze den lezer naar de afteekening, die ik van deezen +verbaazenden boom gemaakt heb, en geplaatst tegen over dien kant, +alwaar onze legerplaats te Jerusalem was nedergeslagen. Ik heb in +dezelfde plaat gebracht het gezicht van onze legerplaats aan de +Java-Kreek by mooy weder. + +De andere boom, Markoury genaamd, is waarlyk geducht, uit hoofde van +zynen vergiftigen aart, welke zoo doordringend is, dat de rook van dit +hout doodelyk is voor de dieren, wanneer het in de longen koomt. Hy +groeit altyd alleen, en doet ontwyffelbaar sterven al wat 'er dicht by +koomt. De slaven zelve zyn zoo beschroomd om hem aan te raken, dat zy +op de Plantagien het omhakken 'er van weigeren. Hy is niet zeer hoog, +ongelyk, en van eene leelyke gedaante; hy heeft slechts eenige takken, +en zyne bladeren zyn van eene bleek groene kleur. Men heeft my gezegd, +dat de Indianen zommigen van hunne pylen vergiftigen, door ze in het +sap van deezen boom te doopen. + +Den 27sten, begaf zig eene andere ronde in aantocht, maar ontdekte +even weinig, als de eerste. + +Ik heb reeds gezegd, dat de zweer, die ik aan den linker voet had, +geneezen was, en dit was waar; maar op dit oogenblik haalde ik uit +myn regter arm twee groote insecten, die my andere zeer diepe zweeren +veroeorzaakten. In Surinamen noemt men deeze insecten Struik-wormen. Zy +zyn zoo groot als de rups van gewoone kapellen; zy hebben een zwarten +kop, en eene puntige staart; zy dringen ongemeen diep in het vleesch +door, en men heeft een lancet noodig, om ze 'er uit te haalen; zy +leven doorgaans in stilstaande wateren, en met geduurig door dezelven +te loopen, was ik aan hunne aanvallen blootgesteld. + +Myn moed begon my door de opeenstapeling van alle deeze onheilen +te ontzinken. Zoo veele onderscheidene en herhaalde folteringen, +waar aan ik geen einde zag, ontroerden mynen geest, en maakten my het +leven verdrietig. In deeze elendige gesteldheid nam ik het stelligst +en welberaden besluit om by de eerste gelegenheid, die zig zoude +aanbieden om dit met eere te doen, zulke opperhoofden en zulk een +dienst vaarwel te zeggen. Men zal by het vervolg van myn verhaal zien, +of ik dit voornemen heb toegebragt. + +Onze tegenwoordige legerplaats was zoo ondraaglyk, dat 'er geene +beschryving van te geven is. Eene aanhoudende overstrooming +overdekte den grond, zoodanig, dat men vlotten moest maken, om +'er onzen voorraad op te plaatsen. Wy konden uit onze hangmatten +niet komen, zonder tot de knien in slyk of water te stappen; en op +plaatsen, waar het lager was, aten de insecten ons levendig op. Eene +zoo ongezonde gesteldheid vermeerderde het getal van onze zieken, +en men was genoodzaakt een ander vaartuig, vol met dood-kranken, +de Cormoetibo-Kreek te doen afzakken, en naar het hospitaal van +Devil's Harwar te zenden. Onder dit getal was die arme oude Negers, +wiens herssenen byna verbryzeld waren, en die ons eerst des avonds +te voor ren in eenen deerniswaardigen staat had kunnen inhalen. + +Dit vaartuig, het welk veel naar een dryvend kerkhof geleek, vertrok +den laatsten dag van 't jaar 1775. + + + +VIER-EN-TWINTIGSTE HOOFTSTUK. + +Aanwerving van twee Compagnien Vrywilligers, bestaande +uit Negers en vrye Mulatten.--Verscheidene zoorten van +Visschen.--Arrowoukas. Indianen.--De krygsbende van den Colonel +FOURGEOUD ontfangt bevel, om naar Holland in te schepen.--De +Ratel-slang.--De blaauwe Dypsas.--De Amphisboena of tweehoofdige +slang.--Eene fraaije Kapel.--De Colonel ontfangt naderen last.--Het +krygsyolk trekt weder in de bosschen.--Koophandel in de Volkplanting +van Surinamen.--Beschryving van eene Cacao-Plantagie.--Heldendaad +van eenen Neger.--De Ananas.--De Muscaat- en Water-Meloen. + +Op nieuwe jaars dag deedt de Colonel SEYBOURG my zyne groete doen, met +verzoek om myne aanhoudende vriendschap. Ik ging hem oogenblikkelyk +van de myne verzekeren, en hy verklaarde my een oprecht leedwezen +te hebben over de kwade bejegeningen, waar aan hy zig ten mynen +opzigte schuldig had gemaakt. Hy verzekerde my, dat zyn Adjudant +en spion GIBHART, 'er de voornaame oorzaak van was; vervolgens my +by de hand vattende, stondt hy my toe, om tans naar Paramaribo te +gaan, of werwaarts ik goedvond, tot dat ik anderen last ontfangen +zoude hebben. Deeze behandeling deedt my een innerlyk genoegen, +en wy dronken al het overschot onzer vyandschap af, niet met wyn, +maar in rhum met water gemengd. Dien zelfden avond derhalven afscheid +genomen hebbende, zoo van mynen nieuwen vriend, als van de legerplaats +aan de Java-Kreek, zakte ik, zeer wel te vreden zynde, de Rivier af, +om my naar de hoofdstad der Volkplanting te begeven. + +Na een gedeelte van den weg slapende te hebben overgebracht, bevond +ik my des anderen daags morgens te Devil's Harwar, alwaar ik vernam, +dat die zelfde GIBHART, van wien ik zoo even sprak, kortlings aldaar +was overleden. Des avonds kwamen wy op de Plantagie Beekslied. Myne +roeijers arbeidden met veel yver. Om elkander daar toe aan te zetten, +kliefde de een het water met zyn riem in diervoegen, dat het een +onderscheiden geluid gaf, en zyne medgezellen volgden hem gezamentlyk +daar in naar. + +Den 3den, kwam ik op het Fort Amsterdam aan, alwaar ik een uitstekend +middagmaal deed met onderscheidene zoorten van visch, genaamd Passary, +Prare-Prare, Provost, en Curema. De Passary is meer dan twee voeten +lang, en weegt zomtyds twintig ponden. Zyn kop is breed en plat. Hy +heeft twee lange knevels, maar geene schubben, zyn vleesch is aller +lekkerst. De Prare-Prare is ten naasten by van dezelfde gedaante en +insgelyks goed. De Provost is breed, heeft dikwils de lengte van vyf +voeten, en eene geelachtige kleur. Zyn vleesch is minder aangenaam, +dan dat van de twee voorgaande, maar geeft eene goede oly. De Curema +is een zoort van harder, zomtyds van twee voeten lengte, hebbende +twee groote witte zilverachtige oogen, en de benedenste kaak meer +voor uit staande dan de bovenste. Ter deezer plaatse vangt men ook +een zoort van zeeslak, waar van Mejuffrouw DE MERIAN melding maakt, +en welker voorste gedeelte juist gelykt naar dat van een garnaal. + +Des avonds van dien dag, ten zes uuren, trad ik in de stad +Paramaribo binnen. Ik vond aldaar JOANNA en mynen zoon in volmaakte +gezondheid. Beiden waren zy, van wegen de gevolgen hunner ziekte, drie +weken lang blind geweest. Myn vriend, de heer DE GRAAF, noodigde my, +om met haar by hem myn intrek te nemen. + +Daags daaraanvolgende at ik met den Colonei FOURGEOUD, die zig zoo +wel bevondt als ooit. Hy onthaalde my, als naar gewoonte, op gezouten +kost, [15]en behandelde my zeer vriendelyk. Hy berigtte my, dat 'er +twee compagnien vrywilligers, uit Mulatten en vrye Negers bestaande, +wierden aangeworven; dat de Oucas- en Sarameca-Negers de muitelingen +begunstigden, en in de daad groote schelmen waren; dat men eenigen +van de laatstgemelden by de Casiwinica-Kreek gedood had; dat hy hunne +verblyfplaats Fissy-Hollo hoopte te vernielen; dat BONNY en de zynen, +in weerwil van hunne strooperyen, die niet lang meer duuren konden, +in de bosschen van honger stierven, en dat hy besloten had, zoo lang +hy een enkelen soldaat overig had, dien muiteling te vervolgen, +hem zoo mogelyk gevangen te nemen, of ten minsten met zyne bende +uit de Volkplanting te verjagen. De Colonel verhaalde my al verder, +dat zeker Franschman, die den platten grond der vestingwerken, +enz. voor den Gouverneur van Caijenne afteekende, op het oogenblik, +dat hy stondt te worden opgehangen, ontsnapt was; dat hy aan den +Capitain TULLING, wegens het door hem in stilte aangegaan huwelyk, +vergiffenis geschonken hadt; en dat de Lieutenant Colonel DE BORGNES +met eene ryke weduwe ging trouwen. + +De Bevelhebber was, met een woord gezegd, ten mynen opzigte een +geheel ander mensch geworden. Zyne manieren waren toen zoo geschikt, +dat ik niet verlangen konde mynen tyd in beter gezelschap door te +brengen. Hoe was het mogelyk, dat ik te gelyker tyd de vriend van twee +Oversten was, die door nyd jegens elkander gedreven wierden. Dit is +een geheim, het welk ik nimmer heb kunnen ontdekken; misschien, daar +zy geslagen vyanden waren, wilden zy my beiden winnen. Wat daar ook +van zy, ik besloot, de stiptste ononzydigheid in acht te nemen. Ik +gedroeg my ook op dezelfde wyze jegens den Gouverneur, die my den +tweeden dag na myne aankomst ten eeten verzogt, en, in plaats van my +op gezouten ossen-vleesch te onthalen, overenkomstig zyne gewoonte, +eene deftige maaltyd liet aanrechten. + +Ik gaf ook een bezoek aan myne verdere vrienden, namelyk aan Mevrouw +GODEFROY, als mede ten huize van DEMELLY, GORDON, MAC-NEYL; en ik +bragt ook zeer vrolyk den dag door met de zwarte Mevrouw SAMPSON, +of ZUBLY, die tans weduwe was. + +Ik woonde ook een dans-party van Mulatten by, op welke men echter +geene slaven zag. De musiek, het licht, de dans, het avond-eeten, +waren aldaar in de volmaaktste orde geregeld. De grootste pracht stak +voornamelyk in de kleederen uit. Vrolykheid en betamelykheid hadden +'er beiden plaats, en wel zoodanig, dat dit gezelschap ten voorbeelde +strekken kon aan dat van veele inwooners van eene andere kleur, +die zig verbeelden beschaafder zeden te bezitten. + +Den 20sten, een groot aantal Indianen en Negers van beide kunne, +in de Rivier by het Fort Zelandia hebbende zien zwemmen, wilden de +jonge DONALD MAC-NEYL en ik van de party zyn. Nimmer zag ik eene +dergelyke vaardigheid; dan die der Negers, in het water. Zy hielden +een zoort van gevecht, waar in zy als visschen duikten, en elkander +met de voeten, maar nooit met de handen, raakten. De Indianen, die +tot het geslacht der Arrowoukas behoorden, waren ook bekwame zwemmers, +en scheenen zoo wel in 't water, als op 't land, te kunnen leven. + +Ons door dit genomen bad genoegzaam verkoeld hebbende, gingen wy aan +den oever nederzitten, alwaar ik het genoegen had het maakzel en de +trekken van eene jonge Indiane te beschouwen, die als een venus-beeld +uit het water opkwam.--De Arrowoukas zyn zeer verschillende van alle +de andere Indianen, over welken ik reeds den lezer onderhouden heb; +hy herinnert zig misschien myne belofte, om van hun in het byzonder te +spreken, en deeze zal ik tans volbrengen.--Ik merkte op, dat de huid +van dit jong meisjen, by het uitkomen uit het water, niet meer met +Roucou geverwd zynde, my veel schooner voorkwam, dan de koper-kleurige +huid der vrouwen van andere Indiaansche volken. Haare leden waren +door geene naauwe ringen, of styve catoene banden ontcierd. Haar +hoofdhair hing niet los; maar was netjes rondom haar hoofd opgebonden, +en op den kruin door eene breede zilvere plaat vast gemaakt. [16] +Het eenige kleed, dat zy in het water aanhieldt, bestondt in een klein +vierkant voorschoot, van koraalen gemaakt, zoo als ik die hier boven +reeds beschreven heb: zy was derhalven, ten aanzien van de overige +deelen van haar lichaam, geheel en al naakt. Zy had een aangezicht, +zoo bevallig, als men zig verbeelden kan. Haare reizige gestalte, +haare kragt, haare jeugd, haare levendigheid, alle de teekenen van +eene goede gezondheid, overtuigden my van de waarheid, dat wanneer +het lichaam zig geheel aan het oog ontdekt, men op de schoonheid van +het aangezicht weinig acht slaat. Haar gelaat kondigde die beminnelyke +eenvoudigheid, dien onschuldigen ernst aan, die op geenen oneerbaaren +aanval zelfs verdacht is, en niet kan nagebootst worden door haar, die +zig aan den geringsten misstap schuldig kent. Eene geverwde olyfkleur +is met de schoonheid zeer wel bestaanbaar: deeze is de natuurlykste +kleur van alle menschelyke schepselen; want het is waarschynlyk, +dat blank en zwart slechts trapswyze opklimmingen zyn, veroeorzaakt +door overmaat van warmte en koude. [17] Dit jong meisje, zoo volmaakt +schoon, scheen zelfs ook volmaakt gelukkig te zyn. Men vindt, zegt +RAYNAL, in den staat der zuivere natuur het geluk meenigvuldiger, +dan in den staat der volmaaktste beschaafdheid. Het is zeker, dat +eene Europeesche vrouw tot aan de toppen der vingers zoude bloozen, +op het enkele denkbeeld van naakt in het openbaar te verschynen; maar +opvoeding en vooroeordeel doen alles, vermits het een ontwyffelbaare +regel is, dat, wanneer men inwendig zig niets te verwyten heeft, +men voorzeker van geene schaamte weten kan. + +Ik herinner my te Bergen op Zoom eenen jongen Indiaan uit den omtrek +van de Volkplanting de Berbices, genaamd WILKY, gezien te hebben. De +Generaal DESALVE, die hem had medegebragt, liet hem kleeden, en gaf +hem een zeker zoort van opvoeding. Deeze Indiaan had onder anderen +het koken en kleeder-maken geleerd, willende zig zelven, zoo hy zeide, +tevens van alle noodwendigheden voorzien. Na verloop van eenigen tyd, +betuigde hy zyn verlangen, om naar de Volkplanting te rug te keeren; +en hy had slechts even den Americaanschen grond betreden, of hy wierp +zyne kleederen weg, begaf zig naakt in het diepste der bosschen, +alwaar hy, even gelyk de Hottentot, van wien ROUSSEAU spreekt in +de aanteekening N. 13. op zyne verhandeling over den oorsprong +en grondslag der ongelykheid onder de menschen, zyne dagen sleet, +zoo als hy die begonnen had, in het midden zyner landgenooten en +vrienden.--Maar laaten wy tot dit meisjen te rug keeren. Zy had +eene levendige Papegaay, die zy zelve met een rond gemaakte pyl +geschoten had, en die ik van haar voor een mes met een dubbeld lemmer +verruilde. De Arrowoukas zyn in dit zoort van jagt zoo knaphandig, +dat zy meenigmalen een Macaw in zyne volle vlucht, en dikwils zelfs +een duif, raken. + +Ik kan van dit onderwerp niet afstappen, zonder eenige aanmerkingen te +maken omtrent het zedelyk character van dit volk, het welk niet alleen +met de meeste andere Indiaansche volken in vrede leeft, maar vooral +in goede vriendschap staat met de Europeanen, wier achting het bezit. + +Ik zal slechts een geval verhalen, tot een bewys van de dankbaarheid, +waar door deeze Indianen zig onderscheiden. Voor eenige jaaren +kwamen twee van hun, man en vrouw, te Paramaribo. Deeze vrouw in +haare zwangerheid verre gevorderd zynde, gelastte de heer VAN DER +MEY aan zyne dienstboden, om hen beiden aan zyn huis te brengen, en +hun eene afzonderlyke kamer, en alles wat zy noodig hadden, te geven; +vervolgens wenschte hy hun goeden avond. De Indiaansche vrouw beviel +dien zelfden nacht; en des anderen daags morgens, toen de dienstboden +kwamen, om hun den dienst van hunnen meester op nieuw aan te bieden, +vonden zy noch den man, noch de vrouw. Deeze waren voor het aankomen +van den dag vertrokken, om met hun kind gerustelyk naar het bosch +te rug te keeren. [18] Men maakte toen verscheiden gissingen omtrent +die zoo hoog geroemde oprechtheid der Arrowoukas; maar na verloop van +agttien maanden, kwam deeze zelfde Indiaan den heer VAN DER MEY weder +opzoeken, met zig brengende een schoon jongman, tot het geslacht der +Accawaus behoorende, dien hy in een gevecht gevangen genomen had. [19] +Hy boodt hem zynen weldoener aan, zeggende alleenlyk: Die is voor u; +en, zonder naar antwoord te wagten, liep hy weg. Men boodt den heer VAN +DER MEY meer dan twee honderd ponden sterling voor dien slaaf, maar hy +weigerde zulks, en behandelde hem, even als of hy een vry persoon was. + +De opvoeding, welke de Indianen in hunne kindsheid ontsangen, is +zoo overeenkomstig de wetten der eenvoudige natuur, dat zeldzaam hun +gemoed bedorven, noch hun lichaam misvormd is. Te groote zorgvuldigheid +in beiderleije opzigten, is zoo wel schadelyk, als eene volstrekte +achteloosheid. Dit is het gevoelen van den verstandigen Dr. BANCROFT, +die niet noodig had zulks met een plaats uit QUINTILIAAN te bewyzen. + +Schoon de Arrowoukas in eene volmaakte eensgezindheid met de +Europeanen, en de meesten van hunne nabuuren, leven, trekken zy +echter ten stryde uit, wanneer men hen getergd heeft. Hunne wapenen +zyn boog, pylen, en een knods, dien zy abowtow [20] noemen; maar zy +eeten hunne gevangenen niet, zoo als de Caraiben doen, die zelfs +de Negers opaeten, welken zy in eenen opstand doodden, die in de +Volkplanting de Berbices voorviel. Ofschoon zy veel verder van de +zee af woonen, dan de Warrows, hebben zy kano's, zomtyds van veertig +voeten lang, waar mede zy de Rivieren afzakken. De Indianen van dit +geslacht zyn groote kruidkenners. Voor uitwendige kwalen, maaken +zy gebruik van enkelvoudige middelen, waar van de bosschen van het +vaste Land van America overvloeien.--Maar laten wy het verhaal van +onze krygsverrigting vervolgen. + +Den 25sten, wierd ik door de koorts aangetast, en men deedt my +eene aderlating op den voet; maar het lancet te diep gestoken zynde, +geraakte ik verminkt. Omtrent dien zelfden tyd kwam de Colonel SEYBOURG +uit de legerplaats aan de Java-Kreek zeer ziek te rug. + +De Colonel FOURGEOUD was toen op het punt, om zyne krygsverrigtingen +te hervatten. Hy had reeds eenige manschappen naar de Savane der +Joden afgezonden, om beter onderricht te worden van het geen 'er van +dien kant omging. In dien staat der zaken ontfing hy beveelen uit +den Hage, om dien tocht oogenblikkelyk te staken, en zig, met alle +zyne manschappen, onverwyld naar Holland in te schepen. + +Ingevolge van deeze beveelen, wierden de transport-schepen den 27sten +gereedgemaakt, de Officiers en soldaten ontfingen hunne agterstallige +soldye, waar over zy zeer verheugd waren. Ieder een was te Paramaribo +'er over te vreden, uitgenomen eenige inwooners, en ik zelf. + +Den 14den February, onaangezien het ongemak aan myn voet, de koorts, +een zweer, en de scheurbuik, ging ik, op krukken loopende, met duizend +guldens in myn zak, die somme verdeelen tusschen den Colonel FOURGEOUD +en Mevrouw GODEFROY, tot betaling van de schulden, welken ik door +het vry koopen van mynen Neger QUACO, en myne JOANNA, gemaakt had; +vervolgens keerde ik naar myne wooning te rug, geen enkelen schelling +in myn zak overgehouden hebbende. De 500 guldens, welken ik aan +Mevrouw GODEFROY ter hand stelde, waren eene geringe afkorting op +de 1800 guldens, die ik haar schuldig was, en met dit al had zy de +edelmoedigheid, om my op nieuw aan te zetten, ten einde JOANNA en +mynen zoon naar Holland mede te nemen. Doch JOANNA weigerde zulks +moediglyk, en verklaarde, "Dat, alle andere bedenkingen daar gelaten, +zy nimmer zoude toestemmen, om de belangen van haare weldoenster +aan die van haaren weldoener op te offeren; dat haar eigen geluk, +en zelfs het myne, het welk zy boven het leven waardeerde, als +dan in bitterheid voor haar verkeeren zoude, zoo lang de schuld +van haare vrykooping niet geheel en al gekweten zoude zyn, het zy +door my zelven, het zy uit de vruchten van haaren eigen arbeid, zoo +als zy hoopte dit t'eeniger tyd ter uitvoer te brengen":--Zy voegde +'er by: "dat onze scheiding niet dan kortstondig zyn zoude, en dat +het grootste bewys, het welk ik haar van myne achting geven konde, +bestond in het kloekmoedig dragen van deeze kleine tegenkanting der +fortuin, zonder in haare tegenwoordigheid zelfs een enkelen zucht +daar over te laten". Zy liet deeze laatste woorden met een glimlach +gepaard gaan: daar op omhelsde zy haaren zoon, en verliet my dadelyk, +om onbedwongen haare tranen te storten. Op dit zelfde oogenblik +wierd ik geroepen by den heer DELAMARE, die op sterven lag; en myne +smart was toen onuitsprekelyk. Ik moest echter besluiten, om eene +afwezigheid van een of twee jaaren door te staan. Des namiddags, om +myn leed een oogenbjik te verzetten, ging ik het kabinet van Indische +zeldzaamheden van den heer ROUX bezichtigen. Het oog toevallig op een +ratelslang hebbende laten vallen, zal ik, alvorens de Volkplanting +van Surinamen te verlaten, dit gevaarlyk kruipend gedierte beschryven. + +De Ratelslang heeft in Surinamen zomtyds de lengte van agt of negen +voeten. In 't midden is hy zeer dik, en naar den hals en de staart +word hy dunner. Zyn breede kop is plat, en leelyk mismaakt. Men ziet +in hem twee wyd open gespalkte neusgaten by den bek; en, even als de +Kayman, een groote kam of bult boven de oogen, zoo zwart als git, +en zeer schitterende. Aan het einde van zyne staart zyn verscheide +schubben van een zoort van dun hoorn, zeer droog, en aan elkander +zaamgehecht, welken het dier beweegt, wanneer hy getergd word, en die +een geluid geven, gelykende naar dat van een ratel, waar van hy den +naam draagt. Men zegt, dat het getal zyner schubben in evenredigheid +jaarlyks vermeerdert, en dat men door dit middel zynen ouderdom zeer +juist bepaalen kan. Deeze slang is geheel overdekt met andere schubben, +die aan den ruggestreng over eind staan. Hy heeft eene doffe orange +kleur, gemengd uit een donkerbruin, en zwarte vlakken, die op zyn +kop ook zeer zichtbaar zyn: zyn buik heeft eene aschgrauwe kleur met +schuinsloopende schubben, zoo als de meeste andere slangen. Wanneer +dit dier zynen buit bespiedt, draait hy zig rond in elkander, +als een kluw touw, en zyne staart een weinig bewegende, doet hy +die vervolgens ratelen, en spreidt zig in eenen sprong uit ter +lengte van zyn geheele lichaam; daar op verbergt hy zig andermaal, +om zig op nieuw uit te spreiden. Het vergift van deezen slang word, +ten minsten in geheel America, voor doodelyk, of voor zeer gevaarlyk +gehouden. Wat betreft zyne eigenschap om de oogen te verblinden, de +muizen, de eekhorentjes, de vogelen, in zynen muil te laten vallen, ik +houde zulks voor verdichtsels. Al die voorgewende tooverkragt bestaat +alleenlyk daar in, dat deeze arme dieren, wanneer zy zig door eenig +dreigend gevaar overvallen zien, door zulk een schrik en beving worden +aangetast, dat zy 'er het gebruik van hunne ledematen door verliezen, +en onbeweeglyk op hunne plaats blyven, of, zig trachtende te redden, +in de macht van hunnen vyand vallen. + +Ik zag ook in dit kabinet de blaauwe Surinaamsche Dipsas, die byna +eene blaauwe kleur op den rug heeft, in de zyden zeer helder, en +aan den buik witachtig. Ik heb niet hooren zeggen, dat de beet van +dit dier doodelyk is, maar dezelve veroeorzaakt een onmatigen dorst, +waar van hy zyn naam ontleent, want het woord dipsa beteekent in +het Grieksch dorst. Ik merkte ook nog een anderen slang op, omtrent +drie voeten lang, bedekt met ringen van onderscheidene kleuren, +dien men Amphisboena noemt, om dat men veronderstelt, dat hy twee +hoofden heeft; maar de waare reden is, om dat, uit hoofde van zyne +langwerpig ronde gedaante, zyn kop en staart zoodanig naar elkander +gelyken, dat het zeer wel is toe te geven, wanneer men 'er in mistast; +zyne oogen zyn voorts byna onbemerkbaar. Het is die zelfde slang, +aan welke de door my beschrevene groote mieren voedzel verschaffen, +zoo het gemeene volk zegt, wanneer hy blind is, waarom men hem in +dit Land met den naam van koning der mieren vereert. [21] + +Onder de talryke verzameling van fraaije kapellen van den zelfden heer +ROUX, merkte ik 'er voornamelyk een op van eene middelmatige grootte, +welker vier vleugelen, zoo van boven als beneden, met zwarte streepen +en een schitterend groen verciert zyn. De ontzachelyke hoogte, tot +welke zig dit insect verheft, en de vlugheid, waar mede hy vliegt, +maken hem zeer zeldzaam. Zyn enklauw, van eene zee-groene kleur, +is van harde punten, vry veel naar pluimen gelykende, voorzien. + +Ik zeide straks, dat wy bevel ontfangen hadden, om de Volkplanting te +verlaten, en dat al het volk daar over verheugd was, uitgezonderd ik; +maar onze Overste ontfing, den 15den, brieven uit Holland, waar by +onze te rugkomst voor zes maanden wierd uitgesteld. Myne medemakkers +waren over dit uitstel ter nedergeslagen, en my deedt het herleven. Ik +besloot om myne geheele soldye uit te zuinigen, tot dat ik de somme by +elkander zoude hebben, die 'er noodig was, om volkomen eigenaar van +JOANNA te wezen: maar het deedt my zeer leed, dat wy andere tydingen +uit Europa ontfingen, medebrengende, dat zyne Britannische Majesteit de +Schotsche brigade had uitgenoodigd, om zig naar Engeland te begeven, +en het speet my ongemeen, dat ik daar toe niet meer behoorde. [22] +Men boodt my byna te gelyker tyd eene Compagnie aan onder den Generaal +WASHINGTON, welke ik zonder bedenken weigerde. + +Den 18den February, wierden onze soldaten, moedeloos zynde, weder +naar Maagdenberg gezonden; een groot gedeelte bleef steeds aan de +Java-kreek. Onze Officiers waren toen zoodanig te onvreden, dat +een van hun, FISHER genaamd, twee maalen, daags na elkander, een +tweegevecht hieldt, en aan zyne beide tegenpartyen, zynde Officiers +van 's Compagnies krygsvolk, gevaarlyke wonden toebragt. + +Dewyl ik nog niet hersteld was, bleef ik eenigen tyd langer te +Paramaribo. Ik zag aldaar ten huize van den heer REYNSDORP, eene +Portugeesche Jodin, die haare kinderen in den Christelyken Godsdienst +opvoede; terwyl van eenen anderen kant, de Opzichteresse van zeker +Godshuis dagelyks ongelukkige slaven liet geesselen, om dat zy, zoo +ze zeide, Heidenen waren. Zy veroeordeelde onder anderen eene arme +Negerin tot vier honderd geessel-slagen, welken deeze, zonder eenige +klagten te uiten, ontfing. + +Maar laten wy van dit onaeangenaam onderwerp afstappen; en liever, +dewyl zig daar toe thans eene geschikte gelegenheid opdoet, den lezer +een korten staat opgeven van den koophandel en innerlyke waarde deezer +Volkplanting, alwaar zoo veel bloed op de wreedaartigste wyze geplengd +word, en die nog veel ryker zoude zyn, indien zy het voorbeeld niet +volgde van de vrouw, in de Fabel van de hen, die gewoon was gouden +eieren te leggen. + +Men telt te Surinamen zes of agt honderd Plantagien, die suiker, +koffy, cacao en catoen voortbrengen. 'Er zyn daarenboven eenige +indigo Plantagien. Men heeft ook werven gemaakt tot het hakken van +timmerhout, enz. Op de onderslaande tafel kan men den staat en de +waarde zien van de vier eerstgemelde zoorten van koopmanschappen, +die geduurende vier jaaren van de Plantagien zyn afgeleverd. + + +Jaaren. Vaten Ponden Ponden Ponden + Suiker. Koffy. Cacao. Catoen. +1771 19,494 11,135,132 416,821 203,945 +1772 19,260 12,267,134 354,935 90,035 +1773 15,741 15,427,298 332,229 135,047 +1774 15,111 11,016,518 506,610 105,126 +Somma 69,606 49,846,082 1,610,595 534,153 + + +69,606 vaten Suiker, tegen fl 60:-:- het +vat, maken fl 4,176,360:--:-- + +49,846,082 Ponden Koffy, tegen agt en +een halve stuiver het pond, maken fl 21,184,584:17:-- + +1,610,595 ponden Cacao, tegen zes en +een halve stuiver het pond, maken fl 523,443: 7: 8 + +534,153 ponden Catoen, tegen agt +stuivers het pond, maken fl 213,661: 4:-- + + ------------------ +Makende te zamen fl 26,098,049: 8: 8 + ================== + +Dit maakt voor elk jaar juist fl 6,524,512: 7: 2 + + +Maar deeze alzoo in 't ruwe opgegevene +berekening betrof de Stad Amsterdam +alleen. + +Indien men daar by voegt, het geen +bovendien naar Rotterdam en Zeeland +word uitgevoerd, behalven het geen +binnen 's Lands gesleten word, +het beloop van de ladingen rhum, +suiker-syroop, timmerhout en indigo, +zal men nog eens, of ten naasten by +dezelfde somme hebben; dus fl 6,524,512: 7: 2 + ------------------ +Te zamen fl 13,049,024:14: 4 + ================== + + +Het welk, wanneer men het slechts stelt op fl 11,000,000:--:-- jaarlyks +een millioen ponden sterling bedraagt. + +Ik zal nu verder aanwyzen, hoe deeze somme tusschen de Hollandsche +Republiek, en deeze Volkplanting verdeeld word. + + +De Stad Amsterdam levert omtrent 50 +schepen van vier honderd vaten, door +elkander gerekend, die voor de vracht +wegens den invoer van verschillende +koopmanschappen, +ontfangen de somme +van fl 6,000:--:-- +en wegens den uitvoer +van producten uit de +Volkplanting fl 32,000:--:-- + -------------- +Maakende voor elk schip +een vracht van fl 38,000:--:-- + +het welk, door 50 vermeenigvuldigd +zynde, uitmaakt. fl 1,900,000:--:-- + +Ik reken bovendien dertig schepen van +verschillenden last, voor Rotterdam +en Zeeland, het welk maakt fl 1,200,000:--:-- + +En voor de brikken, met ballast +geladen, voor passagiers, enz. +dienende fl 80,000:--:-- + +Elk schip van de Kust van Guinee, +het welk jaarlyks 250 of 300 Negers +aanbrengt, gerekend op fl 120,000:--:-- +maakt, als men dit brengt op het +getal van zes schepen [23] fl 740,000:--:-- + +By deeze berekening zal ik voegen de +waaren en koopmanschappen, die uit +Holland worden ingevoerd, als wyn, +sterke dranken, bier, gezouten ossen- +en varkensvleesch, meel, zyde, catoen, +en linnens; kleederen, hoeden, +schoenen; kostbaarheden van goud, +zilver en staal; metselaars- en +timmermans gereedschappen, enz. +enz. tegen de waarde van omtrent +50 ten honderd aan winst, na aftrek +van de kosten op de correspondentie, +de verzekeringen, de ladingen, de +imposten, de pakhuis-huuren, haven- +en kaai-gelden, het inpakken, welke +laatstgemelde artikelen daarenboven +tien ten honderd aan de inwooners +kosten; al het welk, door elkander +gerekend, bedraagt fl 1,100,000:--:-- + ----------------- +Makende reeds te zamen de somma van fl 5,000,000:--:-- + +Hier by gerekend de interessen van 6 ten +honderd van vyf millioenen sterling, die +de Volkplanting schuldig is, en het geen +de renteniers in Holland, alwaar zy +schulden heeft, en ook de geenen, die +hun fortuin gemaakt hebben, hun geld +gaan verteeren, aan haar kosten beloopt +zulks ten minsten fl 1,000,000:--:-- + ----------------- +Dit alles, by elkander getrokken, maakt +jaarlyks ten minsten de somma van fl 6,000,000:--:-- + + +Het zelve blyft zuiver ten voordeele van +de Republiek, en wel voornamelyk voor +Amsterdam, Rotterdam, en Zeeland, zoo dat +de inwooners van Surinamen, voor hun +aandeel, van den bovengemelden schat +alleenlyk genieten fl 5,000,000:--:-- + ----------------- +Makende te zamen de reeds op +gegevene millioen sterling, of fl 11,000,000:--:-- + + +Ik zal, in de derde plaats, doen zien, hoe de binnenlandsche onkosten +der Societeit van Surinamen, door het geen deeze ladingen opbrengen, +gekweten worden; en deeze zyn niet gering. + +Reeds gezegd hebbende, toen ik van het Regeerings-bestuur deezer +Volkplandng sprak, dat de Ontfangers van 's Lands penningen vyf in +getal zyn, zal ik thans aantoonen, wat elk hunner tot kwyting deezer +onkosten opgaart en ontfangt. + +De eerste van deeze Ontfangers is gesteld over de in- en uitgaande +rechten. + + +Aan hem word betaald: + +Van elk Hollandsch schip. fl 3:--:-- het +vat; van de Americaansche fl 6:--:--. Dit maakt + fl 90,000:--:-- + +Door de Americaanen voor alle in- en +uitgevoerd wordende goederen, 5 ten +honderd. fl 60,000:--:-- + +De Suiker betaalt fl 1:--:-- de +duizend ponden, of het oxhoofd. in 1771 + bedroeg dit +De Koffy, 15 stuivers, de honderd fl 260,000:--:-- +ponden gewicht. + +De Cacao fl 1:15:-- de hondert +ponden gewicht. + +Het Catoen + ----------------- + +Dus ontfangt hy jaarlyks de somma van fl 410,000:--:-- + +De tweede is de Ontfanger der groote +n kleine imposten. + +Men betaalt hem: + +voor een vat Bier fl 3:--:-- +voor een vat rooden +Wyn fl 12:--:-- +voor een pyp Madera +Wyn fl 23:10:-- +voor een mingelen +Wyn in flessen fl -: 1:-- +voor de belasting op +de aangeplakte +billietten fl 600:--:-- +voor de belasting op +de koopwaaren, in 't +klein fl 300:--:-- + ----------- + +Al het welk jaarlyks ten minsten beloopt fl 100,000:--:-- + +De derde Ontfanger is die van het +hoofdgeld. + +Hy ontfangt van alle de inwooners, +blanken en zwarten, zonder onderscheid, +en van ieder hoofd, het zy man of +vrouw, fl 2:10:--; voor elken jongen +of meisjen, beneden de 12 jaren +fl 1: 5:-- Dit bedraagt jaarlyks fl 150,000:--:-- + +De vierde is de Ontfanger der rechten +op den verkoop van koopmanschappen en +slaven. Men betaalt hem: By verkoop +van goederen, in geene rent-gevende +bestaande, de Plantagien daar onder +gerekend, 5 ten honderd; en by verkoop +van Neger-slaven, die nieuwlings worden +ingevoerd, twee en een half ten honderd. +Dit bedraagt jaarlyks fl 130,000:--:-- + +De laatste ambtenaar eindelyk ontfangt +de belasting wegens de kosten op het +vervolgen der weggeloopen Neger-slaven, +welke ingevoerd is, om dat de andere +belastingen onvoldoende waren. + +De sommen, die hy inzamelt, bedragen +jaarlyks: wegens de verhooging van een +gulden, voor hoofdgeld over de blanken +en zwarten fl 80,000:--:-- + +als mede vier ten honderd van alle +jaarlyksche Beneficien, bedragende +jaarlyks fl 400,000:--:-- + ----------------- +Makende te zamen + fl 480,000:--:-- + +Men betaalt bovendien jaarlyks, voor +het onderhoud der wyken; namelyk van +elk huis, volgens deszelfs uitgestrektheid. + +van een koets fl 20:--:-- +van een chais fl 10:--:-- +van een rypaard fl 10:--:-- + +Het welk de bovengemelde belastingen +vermeerdert met de somme van fl 12,000:--:-- + ----------------- +Alle welke sommen, by elkander getrokken, +niet minder opbrengen dan fl 1,282,000:--:-- + + +Na duidelyk te hebben aangetoond, zoo met behulp van het Tafereel +der Surinaamsche Volkplanting van Dr. FERMIN, als volgens myne +eigene kundigheden, dat de innerlyke waarde deezer bezitting meer +dan een millioen ponden sterling aan inkomsten bedraagt, die door +een verstandig bestuur nog merkelyk zouden kunnen vermeerderen; na al +mede betoogd te hebben, dat het grootste gedeelte deezer inkomsten ten +voordeele der Republiek koomt, terwyl de Colonisten met belastingen +bezwaard zyn, die hen noodzaken tot vreemde middelen hunnen toevlucht +te nemen, en misschien eerlyke lieden in schurken doen verkeeren; +zal ik thans, by wege van een vervolg, een korten staat opgeven van +den koophandel der Noord-Americaanen met deeze Volkplanting.--Zy +komen aldaar uit Virginie, Rhode-Island, Nieuw-York, Boston, Jamaica, +Grenada, Antigoa, het Eiland Barbados, enz. in kleine brikken, sloepen, +enz. Zy brengen meel aan, ossen- en varkens-vleesch, haring, zout, +makreel, bladen tabak voor de Negers, denne planken, rhum, sterke +dranken, suiker-brooden, [24] spermaceti-kaarssen, uijen enz. Elk +schip is daarenboven verpligt een paard aan te brengen: de eigenaar +van 't schip ontheft zig daar van dikwils door een list: hy vertoont +den kop van zoodanig dier, en verzekert, dat hy het aan boord genomen +heeft, maar dat het op de reize gestorven is. Tegen deze koopwaaren +voeren de Americanen al de Surinaamsche suiker-syroop (melasse) uit, +waar van zy rhum by hun maken, en dikwils laden zy hunne schepen +geheel en al met koopmanschappen en andere voortbrengsels van deeze +Volkplanting, schoon zy het niet dan ter sluik doen mogen: maar kooper +en verkooper vinden 'er hun voordeel by; de een koopt goed koop, en +de ander ontfangt gereed geld. Van de Eilanden onder den wind voeren +zy quarteron- en mulatten-slaven van beiderlei kunne aan, die over +'t algemeen jong en fraay zynde, voor zeer hoogen prys verkogt worden, +hoe zy ook anderzints gesteld mogen zyn. + +Alle de onderrichtingen, door my omtrent den koophandel en +wezentlyken rykdom deezer schoone Volkplanting opgegeven, zyn naar +de naauwkeurigste berigten gevolgd. Het zy my geoeorloofd van dit +onderwerp thans af te stappen, en myn verhaal te vervolgen. + +Den 21sten February, nam de heer REYNSDORP, schoonzoon van Mevrouw +GODEFROY, my in zyn zeil-jacht mede; en om my van lucht te doen +veranderen, bragt hy my op eene zyner Koffy-plantagien, genaamd Nut +en Schadelyk. Ik zag aldaar een blanken, die door de steek van een +Vampire, of Guiaansch spook, in eenen nacht zyn gezicht verloor. Des +anderen daags voeren wy de Commewyne op, en gingen naar Alkmaar, +eene aangenaame Cacao-Plantagie, die aan dezelfde Mevrouw GODEFROY +in eigendom toebehoorde. Hier wierden de slaven door haare meesteres +behandeld, als haare eigene kinderen, en zy beschouwden allen haar +als hunne moeder. Men hoorde aldaar geen geraas van yzeren ketenen, +geene zuchtingen; men zag aldaar geen blyk van gestrengheid. Alles was +eendracht en vergenoegen. Ik heb reeds bevoorens [25] eene afbeelding +gegeven van het voortreffelyk huis en deszelfs toebehooren, op deeze +fraaie Plantagie, alwaar onophoudelyk genoegen heerscht, alwaar men +de edelste gastvryheid uitoeffent. De tuinen, de velden, de hutten +zelfs der Negers, duiden aldaar overvloed en vrede aan. + +De Cacao-boomen worden voortgeplant van jong plantsoen, het welk +men tot dit einde aankweekt. Men plant dezelven doorgaans op eenen +afstand van tien of twaalf voeten van elkander, en zy groeien +op tot de hoogte van onze Engelsche Kersseboomen. Maar deeze +Plantagien moeten wel beschut zyn, zoo voor zwaare winden, als voor +de brandende straalen der zon, wanneer de boomen jong zyn, want dan +zyn derzelver wortels niet diep genoeg in den grond ingedoken, om +dezelven staande te houden, en zy zouden geene groote hitte kunnen +doorstaan. Dienvolgende plant men 'er heester-gewassen (b. v. maniok) +en Plantain-boomen tusschen, die tevens het onkruid tegengaan, het +welk in de luchtstreken onder den zonne-keerkring zoo overvloedig +voortteelt. Door middel van deeze voorzorgen, dragen de Cacao-boomen +vruchten, eer zy drie jaaren oud zyn: als dan brengen zy jaarlyks +twee oogsten voort; maar zy moeten echter twaalf of veertien jaaren +oud zyn, eer zy hunnen volkomen wasdom bereikt hebben. Het blad van +den Cacao-boom heeft meer dan agt duimen in de lengte, en byna drie +in de breedte: het zelve is langwerpig, taay, en van een schitterend +groene kleur. De gedaante der vrucht is byna dezelfde, maar echter een +weinig breeder. Wanneer die vrucht jong is, heeft zy het voorkomen van +een komkommer; maar wanneer zy ryp is, word ze geel als een limoen, +en scheidt zig dan af in ribben, even als een meloen. Het zaad of +de pitten zitten langwerpig in de vrucht of bast; ryp zynde hebben +zy de dikte van olyven, en een purper kleur. Elke boom word gerekend +by den oogst van dertig tot drie honderd vruchten te geven, die elk +omtrent dertig pitten bevatten, een pond wegende; en langs dien weg +kan men den jaarlykschen opbreng berekenen. Weinige dagen na dat de +oogst geschied is, haalt men de pitten uit de schil; men laat ze in +de schaduw droogen, en in dien tyd raaken zy een zoort van vochtige +zelfstandigheid kwyt, het geen men noemt dezelve te laten uitzweeten; +men pakt ze vervolgens in vaatjes om vervoerd te worden, en 'er die +aangenaame koek van te maken, welke wy Chocolade noemen. + +Men zegt, dat de Cacao-boomen oorspronglyk in Guiana groeien, en +natuurlyk in groote meenigte by de Rivier der Amazonen gevonden +worden. Wat daar ook van zy, de zoon van den Gouverneur CHATILLON +plantte den eersten boom in 't jaar 1684 in Surinamen; en de eerste +oogst, die naar Holland werd uitgevoerd, geschiede in 't jaar 1733. Een +der groote voordeelen van het aankweeken der Cacao-boomen bestaat +hier in, dat daar toe minder slaaven, dan tot alle andere zoorten van +Plantagien noodig zyn. Men kan naargaan, hoe aanmerkelyk de voordeelen +zyn, uit den opbreng van het jaar 1774, wanneer men, alleen voor +de Stad Amsterdam, 506,610 ponden Cacao-pitten uitvoerde; het welk +202,614 Hollandsche Guldens, of 18.419 ponden sterling opbragt. De +prys verschilde van 4 tot 9 stuivers het pond. De middel bereekening +is van zes- en een halve stuiver. De beste Plantagien, en die van +Alkmaar behoort daar onder, brengt jaarlyks meer dan 80,000 ponden op. + +Den 27sten keerden wy naar de Stad te rug, alwaar men, des avonds +te voren, een soldaat ter zaake van muiterye had doodgeschoten, en +des anderen daags geraakte op de rheede een schip in brand. Byna +ter zelfder tyd, vertrok de Neger QUACY, die de Propheet, en, om +zoo te zeggen, de Koning zyner landgenooten was, naar Holland, +om zyne opwagting te maken by den Prins van Orange, aan wien +de Colonel FOURGEOUD hem aanbeval. Deeze Neger moest de roem van +deezen Bevelhebber vermelden, en zig beklagen over den Gouverneur, +die aan onzen Colonel geen eerbied genoeg betoonde. Ter gelegenheid, +dat wy toen het tydstip der Zittingen van het Gerechtshof hadden, +wierd aan een slaaf het been afgezet, om dat hy eenen arbeid, +die boven zyne kragten was, geweigerd had. Twee anderen wierden +veroordeeld om opgehangen te worden, om dat zy waren weg geloopen. Het +heldhaftig gedrag, door een deezer ongelukkigen voor het Hof van +Justitie gehouden, verdient alhier verhaald te worden.--Hy verzogt +voor weinige oogenblikken gehoor, het geen hem wierd toegestaan; +en hy liet zig toen in deezer voegen uit: + +"Ik ben in Africa geboren, alwaar ik, mynen Vorst in een gevecht +verdedigende, ben gevangen genomen, en door myne landgenooten op de +Kust van Guinee voor slaaf verkocht.--Een van uwlieden, die thans +myn Rechter is, kocht my; en ik ben door zynen Opzichter zoo deerlyk +mishandeld, dat ik weg liep, en my by de muitelingen voegde.--Ik zag +my gedwongen, om hun Opperhoofd BONNY te dienen, wiens dwinglandye +nog ondraaglyker was, dan die der Europeanen. Een weerzin in zulk +eene handelwyze hebbende, besloot ik om het menschdom voor altyd te +ontvlieden, en in de bosschen rustig te leven. Ik heb aldaar twee +jaaren byna alleen doorgebragt, in de grootste ongerustheid van geest, +en myn leven latende voortduuren alleenlyk in de hoop, om myn geliefd +geslacht, het welk misschien, uit hoofde myner afwezigheid, in myn +eigen Land van honger verging, nog eenmaal weer te zien. Twee ellendige +jaaren waren dan in deeze gesteldheid verloopen, toen de Jagers my +ontdekten, my gevangen namen, en my voor deeze Rechtbank bragten, +aan welke ik thans de geschiedenis van myn deerniswaardig leven open +legge, en slechts de genade verzoek, om aanstaanden Saturdag, of zoo +dra het mogelyk zyn zal, het vonnis aan my uit te oeffenen". + +Deeze aanspraak wierd met eene ongemeene gematigdheid uitgesproken +door een der schoonste Negers, dien men misschien immer zag. Zyn +meester, die (zoo als hy te recht opmerkte,) onder het getal van +zyne Rechters was, gaf hem dit kort antwoord:--"Schelm! alles wat gy +ons vertelt, doet niets ter zaake. De pynbank zal u in een oogenblik +de bekentenis van misdaden afperssen, die zoo verachtelyk zyn, als +gy zelf, of uwe hatelyke medeplichtigen". De Neger, die alle zyne +aderen van verontwaardiging voelde opzwellen, beantwoordde hem zulks +op deeze wyze:--"Massera, de tygers in de bosschen hebben onder deeze +handen (welken hy toen in de hoogte stak) gebeefd; en gy durft my met +uwe armhartige werktuigen van foltering bedreigen! Neen! Neen! ik +veracht de pynigingen, welken gy thans kunt uitvinden, even zeer, +als den laaghartigen, die ze my aandoet". Op deeze woorden boodt hy +zig zelf ter pyniging aan, en stond de ysselykste folteringen door, +zonder een enkel woord uit te brengen; vervolgens weigerde hy zelfs +te spreken, en eindigde zyn leven met de koord.--Maar laaten wy van +dit naargeestig onderwerp afstappen. + +Den 8sten Maart, hield ik het middagmaal by den Colonel FOURGEOUD, +om aldaar den verjaardag van den Prins van Oranje te vieren. Dien +zelfden dag gaf de heer REYNSDORP eene maaltyd aan alle de soldaten. De +Colonel berigtte my, dat de Jagers, in dit oogenblik, by de Wana-kreek +alleen gelegerd waren; dat de ongezonde post van Devil's Harwar geheel +en al verlaten was; dat de twee Compagnien van vrywillige Negers, +die kortlings waren aangeworven, op den weg, die met de Wanica agter +Paramaribo gemeenschap heeft, eenige muitelingen gevangen genomen, +en verscheiden anderen gedood hadden. Ik bevond my toen wel beter, +schoon ik nog niet geheel en al hersteld was; en die zelfde Overste, +die my voorheen zoo hard behandeld had, hield thans aan, dat ik my +in de hoofdstad der Volkplanting nog eenigen tyd langer zoude blyven +ophouden: hy boodt my zelfs verlof aan, om naar Europa te rug te +keeren, het geen ik stellig weigerde; eindelyk, tegen het midden der +maand, was ik zoo gezond, als ik in myn geheele leven geweest was. De +Colonel FOURGEOUD en ik gaven toen dagelyks bezoeken aan vrouwen, +in wier gezelschap zig niemand hoflyker gedroeg, dan hy, terwyl ik +van myn kant mynen afkeer dikwils niet bedwingen konde. Zy keeken +ons aan op eene manier, die haare bedoeling duidelyk te kennen gaf; +verscheiden zelfs waren in haare gesprekken gantsch niet omzichtig; +en zekere Mevrouw N. ging zelfs zoo verre, dat zy my, zonder omwegen, +verzogt, of ik de plaats van haaren man wilde vervullen. + +Den 17den, intusschen, vertoonde zig iets aan myn oog, het geen my meer +bekoorde. By den heer TEXIER, Colonel van 's Compagnies krygsvolk, uit +eeten gaande, deed ik vooraf eene wandeling in de oranjeboom-bosschen +en de tuinen van den Gouverneur. Ik ontdekte aldaar wel dra dwars door +de takken twee vrouwen van de cierlykste gestalte en de schoonste +gedaante, die zig gebaad hadden. De eene was eene bekoorlyke en +jonge Samboe-, de andere eene fraaie Qaurteron-Negerin. De trekken der +laatstgemelde waren zoo regelmatig, en haare gedaante zoo bevallig, dat +men byna geloofd zoude hebben, dat zy uit Griekenland geboortig was: +haare roosenkleurige verwe was gelyk aan die, waar van het boschjen +glinsterde. [26] Beide wandelden zy, elkander by de hand houdende, en +praatten al lachende, in de nabyheid van een bed met bloemen, geplant +aan den oever eener beek van vlietend en helder water, waar in zy zig +als Syrenen indompelden, toen zy de bladeren van het geboomte hoorden +ritselen. Ik liet haar het stil genot der onschuldige vermaken van +het bad, en ik wagte het eetens-uur af, doorwandelende intusschen +de beplantingen van boomen, die met vruchten beladen waren, en de +bloem-tuinen, langs wandeldreeven van schoon rivier-zand. Ik zag in +deeze tuinen meer Europeesche planten, dan ik dagt, dat 'er onder den +zonne-keerkring waren, als kruis en munt, venkel, salie, rozemaryn, +heidens wond-kruid, jasmyn, kruidje roer my niet; granaatboomen, +rozenboomen, vygenboomen, en zelfs eenige wynstokplanten. De vygen +waren van eene fraaije karmosyn kleur van buiten en van binnen, en +de rozen van eene bleeke roode kleur. 'Er waren ook op deeze zelfde +plaats eenige schoone pyn-appelen, en meloenen, waar van ik iets +zeggen zal, schoon zy vry algemeen bekend zyn. De Koning van alle +vruchten, ananas, of pyn-appel genaamd, groeit aan het einde van +een stam, van eene zee-groene kleur, en agt duimen lengte hebbende, +die zig uit het midden-punt van een fraay heester-gewas van de zelfde +kleur verheft, welks langwerpige, effene, puntige, en van zeer harde +stekels voorziene bladeren, op eenen kleinen afstand van den grond, +in de rondte geschaard zyn. De gedaante der vrucht is ten naasten by +die van een pynappel; dezelve is geheel en al met vierkante schubben +bedekt, en van eene fraaije orange of goud kleur. Eene bos met +bladeren, naar die der plant gelykende, maar echter veel kleiner, +geeft 'er eene kroon aan, en in den grond gestoken zynde, koomt +'er, na verloop van agtien maanden, een andere ananas uit voort. De +uitgelezene smaak, en de lekkere geur van deeze vruchten, zyn zedert +byna een halve eeuw zoo bekend, dat ik 'er alleenlyk van spreek uit +hoofde van derzelver overvloed in Guiana. De verschillende zoorten +van gewoone ananassen groeien aldaar uit de natuur; en op verscheidene +Plantagien dienen zy aan de geringste dieren tot voedzel. + +De Muskaat- en Water-Meloenen wassen ook overvloedig in dit Land. De +eerste is volstrekt rond, van de grootte van een kleine hoed, met +ribben, en van een buffels kleur, orange en groen. Derzelver vleesch +is geel, vast, sappig, zacht, en van een lekkere geur. + +De Water-meloen is van eene eironde gedaante. Derzelver schil is zeer +effen, en gedeeltelyk van eene schitterende groene, gedeeltelyk van +eene bleeke buffels kleur. Het vleesch van deeze meloen is roodachtig, +van eene waterachtige en zachte zelfstandigheid, van een zeer zoeten +smaak, van eene uitmuntende geurigheid, en zeer verkoelende. Deeze +meloenen zyn een zoort van komkommers, en groeien aan het einde van +zwaare steelen, met breede bladeren, die den grond bedekken. Het is +merkwaardig, dat de Water-meloen, welke men, zonder eenige schadelyke +gevolgen, in alle zoorten van ziekten eeten kan, het best word +voortgeteeld in een droogen en zandachtigen grond. + +Omtrent te deezer tyd zond ik eene fraaije verzameling van Surinaamsche +Kapellen aan den heer REIGERSMAN in Holland. Deeze insecten zyn +alhier zeer talryk, en zeer verschillende. Verscheide lieden, die +hun werk maken om dezelven te vangen, scheppen 'er behagen in. Maar +het denkbeeld, om een enkel levendig insect op een blad papier vast +te maken, was voor my te weinig bekoorlyk, om ze zelf te gaan vangen. + +Ter zelfder tyd wierden de Capitains VAN GEURICK en FREDERIK, vergezeld +van den Sergeant FOWLER, naar de Oucas- en Sarameca-Negers afgezonden, +om van hun eenige hulp tegen de muitelingen te verzoeken; zy beloofden +dezelve, zoo lang de Colonel FOURGEOUD hun geschenken gaf, maar zy +leverden ze nooit. Eenige andere Officiers bleven steeds by ons, +zig bezig houdende met by de vrouwen op Paramaribo hunne opwagting +te maken. Onder dit getal waren de Majoor MEDLAR, en de Capitain +HAMEL, die beiden onder het Regiment van den Generaal DE SALVE, +in de Volkplanting de Berbices, gediend hadden; de eerstgemelde was +bevorens in Pruissischen dienst geweest. Het was voor ons, die nog zoo +kortlings naar wilden geleeken, geene kleine verandering van staat, +in dit oogenblik de straaten van deeze hoofdstad te bewandelen, +als Fransche Marquisen uitgedoscht zynde. + +Met den Gouverneur NEPVEU in goede vriendschap zynde, kreeg ik in de +gedachten, om hem een onbebouwd stuk land in het bosch te verzoeken, +en dadelyk stond hy my vier honderd akkers toe. By het doen van dit +onbedacht verzoek had ik niet berekend, hoe veel geld 'er wel noodig +was, om het hout 'er te doen uithaalen, slaven te koopen, en in alles, +wat tot zulk eene onderneming vereischt word, te voorzien; maar wanneer +ik de moeielykheid in aanmerking nam, om iemand te vinden, die met +my zoude willen zamen doen, en de noodige gelden daar toe bezat, +bedankte ik om deeze blyk van des Gouverneurs goedheid aan te nemen. + +Den 26sten, bevryde ik eene arme Negerin, die een douzyn porcelein +theegoed gebroken had, van eenige honderde geesselslagen, door het +zelve te vergoeden. Dien zelfden dag wierd ook eene andere Negerin +door een Franschman vermoord, die zulk eene scherpe knaging over zyn +wanbedryf gevoelde, dat hy zig den hals afsneed; een Opzichter, die +hem behulpzaam geweest was, hing zig zelven op. Na aan den armen Neger, +wien men, uit kragte van een vonnis, het been had afgezet, een bezoek +gegeven te hebben, maakte ik my gereed om naar mynen vierden veldtocht +te vertrekken. Terwyl ik de toebereidzelen daar toe maakte, zag ik zes +Neger-slaven by my binnen treden, beladen met geschenken, welken my +myne vrienden zonden, en bestaande in al het beste, het geen Guiana +voortbrengt. Ik moest het bevel aan de Commewyne op nieuw op my nemen. + + + +VYF-EN-TWINTIGSTE HOOFTSTUK. + +Grappige manier tot het ontdekken van een dief.--Het +Brom-vogeltje.--Verschillende zoorten van planten.--Manier van +visschen in Surinamen.--Onderscheidene zoorten van visschen.--Moed +van eene jonge Negerin.--De Pimpelmees.--De Americaansche Aloe.--De +Banille-boom.--Huilende Aapen.--Verwonderlyke slimheid der wilde +Byen.--De krygsbende van den Colonel FOURGEOUD ontfangt andermaal +bevel, om naar Europa te rug te keeren.--De Guiaansche Nachtuil. + +Den 27sten Maart 1776, nam ik op nieuw afscheid van de Stad Paramaribo, +van JOANNA, en van mynen zoon. + +Des morgens van dien dag, zelfs eer dat ik vertrok, wierd een Planter, +HALBERG genaamd, door eene groote Iguana hevig gestoken, op het +oogenblik, dat hy myne medgezellen en my noodigde, om ons nog eenige +dagen langer op te houden, en by eene maaltyd, welke hy tot viering van +zynen vyf-en-twintig jaarigen trouwdag gaf, tegenwoordig te zyn. Na +hem ons leed betuigd te hebben over het ongeval, dat hem ontmoette, +gingen wy in een overdekt vaartuig; en dien zelfden avond kwamen wy +op de Plantagie Sporks-gift, aan de Matapica-kreek. Capitain MACNEYL +ontfing ons aldaar, twee dagen lang, op eene zeer gastvrye manier. Ik +verstikte aldaar echter byna door eene sterke reuk van groene koffy, +leggende op den vloer van het kamertje, waar in ik myne hangmat +geplaatst had. + +Den 29sten des avonds, en wel zeer laat, kwamen wy op de Plantagie +Goud-Myn, alwaar wy eenen jongen Neger en eene jonge Negerin vonden, +die, dicht by elkander, aan een hoogen balk, met een touw, het welk +aan de duimen van elk hunner was vast gemaakt, waren opgehangen. Dit +touw was agter om hun rug gebonden, hunne schouders werden 'er +byna door ontwricht, en het veroeorzaakte hun de verschrikkelykste +folteringen. Ik sneed het oogenblikkelyk af, zonder verlof of omwegen: +ik zwoer daarenboven, dat ik den schelm van een Opzigter, die zulk +eene nieuw uitgedachte en afgryselyke strafoeffening had aangedaan, +vernielen zoude, ten minsten, dat hy my zoude moeten beloven aan deeze +twee ongelukkigen kwytschelding te verleenen; het geen hy, by geluk, +aanstonds en in myne tegenwoordigheid deedt. + +Den 30sten, even voor dat wy aan de Hoop ontscheepten, vernam ik, +dat myne Suiker, en het grootste gedeele van myn Rhum weg waren, maar +ik ontdekte den dief door eene aartige list, waar van ik echter niet +beweere de uitvinder te zyn. Ik zeide aan zes Negers, die met roeijen +bezig waren, dat in zes minuten op den neus van hem, die de schuldigste +was, een veder van een Papegaay zoude groeijen: tevens sprak ik eenige +woorden uit, die geen zin hadden, en zwaaide twee of drie malen met +myn sabel, waar na ik my in de hut opsloot. Ik keek aldaar door het +sleutelgat, en hield een naauwkeurig oog op de roeijers, zonder dat +zy 'er iets van bemerkten. Spoedig zag ik, dat een van hun, by elken +slag met de roeyriem, de hand opligte, en aan zyn neus voelde. Ik +kwam dadelyk weder te voorschyn, en regelrecht naar hem loopende, +riep ik hem toe:--"Ik zie de veder, schurk! gy zyt de dief."--De arme +schelm antwoordde my aanstonds:--"Ja, Masera!" Vervolgens, op de knien +vallende, bad hy den toovenaar, dat hy hem genade bewyzen wilde. De +anderen vereenigden zig met hem, en ik schonk deezen bygeloovigen +schelm, en zyne medeplichtigen vergiffenis, en gaf hun, om dat zy +my de zaak openhartig bekend hadden, een stuk gezouten ossen-vleesch +voor hun middagmaal, met een calebas vol rhum en water. + +Ik nam dadelyk na myne aankomst op den wachtpost van de Hoop, het +bevel der Rivier op my, en ik beschouwde my op nieuw als de Vorst +van de Commewyne. Om eene goede woning te hebben, liet ik een Paleis +in de hoogte bouwen, naar dat van den Generaal BONNY te Bousy-Cray +gelykende. Deeze wooning, die byna eene lucht-woning was, was my +van zeer groot nut. Het grootste gedeelte van het land aan deezen +post stond, door de overstroomingen, onder water. Het was niets +meer dan een moeras, zoo weinig acht had men 'er op geslagen, en +'er was geen voetstap meer van myne oude hut te ontdekken. Ik vond +de ellendigste soldaten op deeze plaats. Zy waren aldaar byna naakt, +en hadden tot hunne schoenen verkogt, om zig een maand lang verschen +voorraad te bezorgen. Ik verzachtte intusschen hunne ellende door +myne aanzoeken by den Colonel FOURGEOUD, in wiens gunst ik meer en +meer deelde; en de wachtpost van de Hoop was wel dra een paradys, +in vergelyking van het geen dezelve was, toen ik 'er kwam. + +De jagt was toen, gelyk voorheen, myne dagelyksche bezigheid. Den +4den bragt ik Pluviers, Roodborsjes, en byna een dozyn Musschen uit +de zand-woestyn mede. + +De Pluviers van Guiana hebben de grootte van een duif. Zy hebben +vederen van eene donker bruine kleur, met wit doormengd, en met +dwarsloopende streepen. Men vindt 'er een groot aantal van in +de verdronkene Savanen, en zy verschaffen een lekker eeten. De +Roodborsjes zyn een zoort van dikke rood-staarten, en hebben het +bovenste gedeelte van het lyf van eene donkere kastanje kleur, en al +het overige van eene bloedkleur. Zy zyn zoo lekker als een leeuwrik, +en op alle Plantagien zeer gemeen. De wilde Musschen, die zommigen, +zoo ik meen, Anacas noemen, zyn lieve diertjes van de gedaante van een +Papegaay. Hunne vederen zyn volmaakt groen, en zy hebben een witten +bek en roode oogen. Zy doen veel schade aan de ryst- en koorn-landen, +en vliegen met eindelooze hoopen over de Plantagien. + +De Brom-vogeltjes plaatsten zig in zulk een groot getal op de +tamarinde boomen aan de Hoop, dat men ze byna voor zwermen van wespen +zoude hebben aangezien. De Lieutenant SWELDENS doodde 'er dagelyks +verscheiden, door kleine erweten of korrels van Indisch koorn met +een vogelspuit op hen te werpen. + +Het Brom-vogeltje (Trochulus, of het Colorietje) is byzonder +merkwaardig, zoo uit hoofde van deszelfs fraaiheid als kleinte; want +hy is zoo lang niet als een derde van een menschen vinger; en wanneer +zyne vederen zyn uitgeplukt, is hy niet veel grooter, dan eene groote +vlieg. ('Er zyn echter verscheiden zoorten, waar van zommige twee +maal zoo groot zyn.) De vederen van deezen vogel zyn gekleurd met eene +sterke weerschyn: in de schaduw, hebben zy eene schitterende en donker +groene kleur; in de zon, eene bruine en glinsterende purper-kleur, +met hemels-blaauw gemengd. Zyn kop is verciert met een kleine kuif +van groene, zwarte en goud-kleurige vederen; zyne staart en vlerken +zyn van eene helder zwarte kleur; zyn bek, die lang, zwart, en aan +het einde gebogen is, is niet veel grooter, dan eene spelde. Zyne +gespleete tong gelykt naar een rooden zyden draad. Zy dient hem, om +den nectar of het sap der bloemen uit te pompen of uit te trekken, +geduurende welke verrigting hy als een bye stil staat; en dit sap +schynt het eenige voedzel van dit vogeltje te zyn. Dikwils maakt hy +zyn nest op een blad van wilde Ananas, of kruipende Aloe. Dit nest, +het welk niet veel grooter is, dan een nooten-dop, is byna geheel +van catoen gemaakt. Het wyfje legt twee eieren, die van de grootte +van erweten zyn. Mejuffrouw DE MERIAN brengt dezelven tot het getal +van vier; maar ik verzeker, dat ik 'er nimmer zoo veelen in eenig +nest gezien, noch ook gehoord heb, dat zy 'er nu en dan in gevonden +zouden worden. Ik heb getracht twee vogelen van dit zoort op het +natuurlykst, en met hunne kleine wooning, af te teekenen. Het is my +niet mogelyk geweest die afteekening volkomener te maken; want de +beweging hunner vlerken is zoo gezwind, dat men moeite heeft de kleur +'er van te kunnen onderscheiden. Deeze beweging veroeorzaakt het zoort +van bromming, waar van deeze vogeltjes hunnen naam ontleenen. + +'Er was ook in deezen omtrek eene eindelooze meenigte van Aapen. Ik +zag 'er by de twee honderd op een veld van Suiker-riet, al waar zy +groote verwoestingen aanrigtten. Deeze doorslepen dieren zetten +schildwagten uit rondom de plaats, alwaar zy stroopen, om op het +vernemen van onraad gerucht te maken; en ik ben getuige geweest van +de oplettenheid en het verstand, waar mede zy, die met die zorge +belast zyn, zig van dezelve kwyten. Wanneer deeze stroopers eenig +gevaar vernemen, loopt de geheele bende al springende naar het bosch, +houdende elk den geroofden buit met de poot vast. + +Ik vermaakte my ook met zwemmen. Deeze oeffening gaf my kragten, en +bragt veel toe tot behoud van eene goede gezondheid. De voordeelen, +welken men hier door verkrygt, zyn op eene verrukkende wyze afgemaalt, +door den Schryver der Jaargetyden. + +"Het is de gezondste oeffening, en de zoete verkoeling der brandende +hitte van den zomer. Op die wyze verkrygen de ledematen sterkte, en +de arm van die Romeinen, die op het overheerde land het bevel voerden, +leerde vooraef, in zyne jeugd, de water-golven te vermeesteren." + +Den 14den, doodde ik een Kayman; maar van deezen tocht in een vaartuig +te rug komende, viel een pak brieven, my door den Colonel FOURGEOUD +toegezonden, by ongeluk in het water, en zonk. Eenige Officiers, +die daags daar aan op de Hoop kwamen, berigtten my echter, welke +de voorname inhoud deezer brieven was: zy gaven my kennis, dat de +Overste, besloten hebbende nog eenmaal de bosschen te doorkruissen, +my last gaf, dat alle manschappen, krygs- en mondbehoeften, welken +ik niet volstrekt noodig had, de Rivier moesten worden opgezonden; +dat het Societeits krygsvolk, op Oranjeboom post houdende, ook stond +te vertrekken; en dat de een zig naar Maagdenberg, de ander naar de +Pereca moest begeven. Ik behield dus slechts twaalf verminkte soldaten +op de Hoop, en een gelyk getal op Klarenbeek, zonder Heelmeester, noch +geneesmiddelen. Niettemin deed ik, met zulk een zwak getal manschappen, +dagelyks de ronde, zoo te land als te water.--De zelfde Officiers gaven +my ook berigt, dat de Vaandrig VAN HALM was overleden, en dat een schip +vol zieken gereed lag, om onverwyld naar Holland onder zeil te gaan. + +Schoon de Colonel FOURGEOUD steeds te Paramaribo bleef, hield hy +niettemin, met zeer veel nauwkeurigheid, over alle krygs-verrigtingen +het toezicht. Dienvolgende gelastte hy, den 23sten, aan eene bende +van honderd mannen, om het land tusschen Maagdenberg, de Wana-Kreek, +en de Maroni te gaan onderzoeken; maar zy kwamen wederom, zonder iets +ontdekt te hebben. + +Dewyl het zig liet aanzien, dat ik nog eenigen tyd op den wachtpost +de Hoop zoude moeten blyven, liet ik myne schapen en gevogelte halen +van de Plantagie, alwaar ik die had agtergelaten, en ik deed aan den +heer GOURLY een geschenk van een ram en een schaap, die alle anderen +van dat zoort in de Volkplanting overtroffen. By de aankomst van deeze +myne kudde vee, zag ik met genoegen, dat zy merkelyk vermeerderd was. + +Den 26sten, bragt een van myne soldaten, my een slang, dien hy gevangen +had. Dit dier was niet meer dan vier voeten lang, en niet dikker, +dan de loop van een snaphaan. Bemerkt hebbende, dat hy midden op zyn +lyf een bult had van de grootte van myn vuist, was ik nieuwsgierig +om dezelve open te maken, en ik vond een kikvorsch, levendig en in +zyn geheel, maar waar aan men op den kop en hals een vlak zag, welke +scheen aan te duiden, dat hy begon te bederven. Ik nam de proef, om +een touw aan een zyner pooten vast te binden, en hem in het gras aan +den waterkant te laten, geduurende drie dagen, na verloop van welken +het arme dier nog in goeden staat scheen te zyn, en ik gaf hem zyne +vryheid weder. + +Den 28sten, gaf ik een bezoek aan THOMAS PALMER, Schildknaap en +Raad des Konings in Massachufets-Baay, die zig op zyne Plantagie +Fairfield bevond. Zyne slaven leefden aldaar volmaakt gelukkig en wel +te vreden, het geen het gevolg was van het verstandig bestuur van den +eigenaar. Weinige bezittingen van dit zoort, in de West-Indien, waren +in eene zoo gelukkige gesteldheid, zoo ten aanzien der bevolking, als +der vruchtbaarheid. De beminnelyke wellevenheid, waar mede de eigenaar +deezer Plantagie de vreemdelingen aldaar ontfing, gaf een verheven +denkbeeld van zyn character, het welk in de geheele Volkplanting ten +gunstigsten bekend was. + +By myne te rug komst op de Hoop, ontfing ik een brief van den +Bevelhebber, my meldende, dat de Jagers, onder aanvoering van VINSACK, +verscheiden muitelingen gedood, en 'er elf gevangen genomen hadden: +maar dat eene andere party van die zelfde Jagers door den vyand was +verrast geworden, zynde verscheiden van het volk, terwyl zy in hunne +hangmatten lagen te slapen, gedood. + +In eene van deeze schermutselingen betoonde een Neger van de +muitelingen eene zonderlinge tegenwoordigheid van geest. Een Jager op +hem hebbende aangelegd, riep deeze Neger hem toe: "Wel hoe! wilt gy +een van uwe medemakkers dooden?" De Jager, geloovende dat dit waar +was, antwoordde hem: "Daar bewaare my God voor"! En zyn wapentuig +nederzettende, kreeg hy dwars door het lyf een kogel, op hem door +zynen vyand afgeschoten, die dadelyk als een blixemstraal uit het +gezicht was. De al te lichtgeloovige Jager stierf 'er van. Een der +gevangenen verhaalde, dat des avonds te vooren een Neger, die wel +eer van de Plantagie Fauconberg was weggeloopen, op last van BONNY +was nedergesabeld. + +De haven van de Hoop, onderging, den 6den Mey, een zwaaren orkaan, +verzeld van donder en blixem. Verscheide boomen wierden uit den grond +gerukt, huizen om ver gesmeeten, en dakken afgeworpen. Myn lucht-paleis +in tusschen stond, zonder eenig letzel, den storm door. JOANNA met +mynen zoon den 8sten zynde aangekomen, stelde ik my het zelfde geluk +voor, als ik in 1774 reeds genoten had. Myn huisgezin, myne kudde, myn +gevogelte, waren in dit oogenblik verdubbeld. Ik bebouwde daarenboven +een fraaien tuin; en zoo ik my al in den volsten zin geen Planter +noemen kon, ik had ten minsten eenig recht, om my een kleinen tuinier +te noemen. + +Den 29sten, waren wy allen by den heer DE GRAAF, op zyne fraaie +Plantagie Knoppemonbo, aan de Casavinica-Kreek, ter maaltyd. Ik zag +aldaar planten en wortelen, welken ik nog niet had opgemerkt.--De +Taijers, voortkomende uit het midden van een groen heestergewas van +eene meelachtige zelfstandigheid, het welk niet meer dan drie of +vier voeten hoog is, bladeren voortbrengt, die ongemeen breed zyn, +en de gedaante van een hart hebben, en waar van de stam naar die +van den Bananen-boom gelykt. Wanneer de uitwendige bekleedselen van +deeze plant zyn afgeschild, heeft zy het voorkomen van de ignames of +aard-appelen, maar is veel aangenaamer om te eeten, en veel fyner. 'Er +zyn verschillende zoorten van Taijers, en men geeft den voorrang aan +de kleinste, waar van men op de zelfde wyze gebruik maakt. 'Er werden +ook, in groote meenigte, op deeze zelfde plaats, waare aardappelen +gevonden, maar van een minder zoort dan de gemeene aard-appelen in +Engeland, en alleenlyk voor de Negers dienende. + +De Tabaks-plant groeide in deezen tuin. Dezelve heeft bladeren, die +nederhangen, en vol vezelen zyn, en leeft tien of twaalf jaaren; +maar zy is van zoo veel geringer caliber, dan de Virginische, dat +'er zig alleenlyk de Negers van bedienen. Deeze plant ontleent haaren +naam van het Eiland Tabago, alwaar zy in het jaar 1560. ontdekt wierd. + +Men zag hier ook nog een zoort van wilde thee, welke men als zeer +gezond beschouwt; maar die, naar myn inzien, niet veel beter is dan +ons kruipend eiloof. Ik vond bovendien aldaar eene groote meenigte +van Goud-appelen; maar dewyl men die in verscheiden Engelsche tuinen +aankweekt, behoeve ik 'er geene beschryving van te geven: ik zal alleen +opmerken, dat de Joden in dit Land 'er ongemeene liefhebbers van zyn, +en ze by het vleesch koken, in plaats van uijen. + +De heester, waar aan de geneeskragtige noot groeit, was ook onder +de planten in deezen tuin. Dezelve is rank, en tien of twaalf voeten +hoog. De vrucht bevat een noot, naar een amandel gelykende. Deeze noot +is zeer goed om te eeten, mits men 'er een dunne en witte schil, die +'er om zit, af doet; want zonder dat veroeorzaakt zy oogenblikkelyk +de geweldigste braking en buik-ontlasting. Men deedt my ook opmerken +verscheide zoorten van erweten, boonen en zoortgelyke peulvruchten, en +onder anderen de Cassia, welker kleine, harde, geele en helderschynende +zaden besloten zyn in een houte pyp van by de zes duimen lang, +maar zeer naauw, en welke een zwart vleesch bevat, zoo zoet als +honig. Men houdt de Cassia voor een uitmuntend ontlastmiddel. Zy +is in Guiana zeer gemeen, en word aldaar genaamd Zoete Boontjes +en Cotiaan. Een ander zoort van heester-gewas in dit Land, draagt +den naam van Zeven-jaars Boontjes, om dat het zeven jaaren bloeit, +alvorens eenige vrucht voort te brengen. Het boompje, genaamd Snaky +wiry-wiry, wierd ook op deeze zelfde plaats gevonden. Men verzekerde +my, dat het een onfeilbaar middel tegen de koorts was, en ik geloof, +dat het 't zelfde was met de Serpentaria Virginiana, of Virginische +Slangekruid. Eindelyk zag ik een plantgewas, genaamd Zeven-bloemen, +waar van de jonge Negerinnen zig dik wils bedienen, om de vrucht af +te dry ven. De groene pyn-appelen hebben ook, zoo men zegt, dezelfde +uitwerking. + +Op deeze wyze eenen dag te Knoppemonbo hebbende doorgebragt, welke +niet alleen tot myn vermaak, maar ook tot myne onderrigting diende, +namen wy des avonds afscheid van onze vrienden, en keerden, wel te +vreden, naar de Hoop te rug, in een vaartuig vol met allerleije zoort +van geschenken, waar onder schoone Cocos-noten waren, welken een +der slaven in onze tegenwoordigheid plukte, na met eene ongemeene +gezwindheid den boom te zyn opgeklauterd, en aldaar een gevecht +te hebben doorgestaan tegen een zwarten slang, dien hy met zyn mes +overwon, en voor onze voeten dood deedt nedervallen. + +De slaven van de Hoop en Fauconberg betoonden hunne achting voor +JOANNA en haaren zoon, door aan haar gevogelte, wild, visch, eijeren +en vruchten aan te bieden. De heer PALMER gaf ons eene groote meenigte +Indisch koorn tot voedzel voor ons gevogelte. Alles scheen dus tot +myn geluk mede te loopen, het welk echter merkelyk veranderde, toen +ik, den 18den, de tyding ontfing van het verlies van mynen vriend, +den heer WALTER KENNEDY, die korten tyd na zyne te rug komst in +Holland overleedt. + +Om het leed, my door deeze gebeurtenis veroorzaakt, te verzetten, +gaf ik een kort bezoek aan den heer DE CACHELIEU, op zyne Plantagie +Egmond. Ik vond aldaar, onder meer andere lieden, eenen Planter, +een Italiaan van geboorte, die maar een arm had. Deeze man zat +naast my aan de tafel; en zonder dat hy eenige de minste uitdaging +van myne zyde konde bybrengen, nam hy een mes, en stak naar my van +agteren, tot groote verwondering van alle de dischgenooten. Den steek +gelukkiglyk hebbende afgekeerd, door hem den elleboog op te ligten, +het geen maakte, dat de punt van het mes over myn schouder heen ging, +stond ik oogenblikkelyk op, en ik zoude hem daar ter plaatse vermoord +hebben, zoo men my niet had tegen gehouden. Ik bood hem toen aan +met my te vechten, met zoodanig wapen, als hy verkiezen mogt, en +met eenen arm; maar de lafhartige zulks geweigerd hebbende, wierd hy +uit het gezelschap verjaagd, en naar zyne Plantagie, Hazard genaamd, +te rug gezonden. + +Deeze schelm was zoo geweldadig, dat hy korten tyd te voren eene +Negerin, die agt maanden zwanger was, had laten geesselen, tot dat haar +de darmen uit het lyf kwamen, om dat zy een glas gebroken had. Een +van zyne mans slaven, die zyne gramschap poogde te ontwyken, wierd +door hem op staande voet om 't leven gebragt. Hy had 'er geen een, +wien het lichaam van het hoofd tot de voeten niet was van een gereten, +door de meenigvuldige kastydingen, welken hy hun deedt ondergaan. + +Dewyl de Colonel FOURGEOUD my eene versterking van soldaten, benevens +een Heelmeester en geneesmiddelen, gezonden had, kreeg de wachtpost +van de Hoop een geheel ander voorkomen: vergenoegdheid en gezondheid +vertoonden zig aldaar wel dra op aller aangezichten. Ik zette vooral +de soldaten aan om visch te vangen, die alhier in grooten overvloed +was; en de Negers leerden hun de manier om dit te doen, het zy met +den haak, het zy met de mand. De eerste bestaat daar in, dat men een +buigbaaren en sterken stok in den grond steekt, en aan deszelfs einde +eene dubbele lyn vast maakt, welkers kortste gedeelte aan een stokjen +van tien duimen lengte gehecht is; het andere insgelyks aan een stok +van dezelfde lengte, maar veel lager vallende. Aan het einde van de +tweede lyn haakt men een kleinen visch aan de vinnen, latende hem de +mogelykheid van te zwemmen, en zorg dragende, dat hy aan een grooter +zoort van visch tot aas kan dienen; vervolgens steekt men nog twee +andere stokken in den grond, maar zoodanig, dat zy boven het water +uitsteken; men hecht dezelven te zamen door een anderen stok, die +zoo lang niet is, en aan het geheel de gedaante van een galg geeft, +boven welke de buigbaare stok door middel van deszelfs dubbele lyn en +kleinere stokken wordt heen getrokken, maar echter zoo gemakkelyk, +dat op de minste beweging, de geheele toestel uit elkander geraakt; +en deeze buigbaare stok zig dan van zelf opheffende, hangt de visch, +die met het aas gevangen is, aan een haak in de hoogte. + +De tweede manier, Mansoa genaamd, gelykt veel naar de voorgaande. Men +werpt eene kleine biezen mand, die als een broodsuiker gemaakt is, in +het water, aan welkers punt men den buigbaaren stok vast maakt, terwyl +het ander einde even als een val open blyft, wordende het geheel door +een gespleten stuk hout in een rechten stand gehouden. Men doet ook +een kleinen visch in deeze mand; en zoo dra dezelve door een grooter +visch is ingeslokt, sluit de val of ingang van de mand zig agter +hem toe. Dit zoort van vischvangst verschilt daar in van de andere, +dat men geen haak noodig heeft. Deeze oordeelkundige manieren kunnen +een denkbeeld geven van de slimheid der Negers. Dezelve zyn daarom te +nuttiger, dewyl zy geen tyd doen verliezen, en men des anderen daags +den visch gevangen vindt; zynde doorgaans de Newmara of Barracota, +van welken ik reeds gesproken heb. + +Onder de onderscheidene visschen, welken ik hier heb zien vangen, vind +men de Siliba, die klein is, van eene eyronde gedaante, en gespikkeld +als een ananas; de Sokay, die lekker en zeer dik is; de Torro-torro, +en nog een genaamd de Tarpoen: de eerste is drie voeten lang, en de +tweede, die wit is, omtrent twee voeten, zes duimen. + +Den 26sten, zag ik eene jonge Negerin, Clardina genaamd, wier moed, +kragt, en gezwindheid ik zeer bewonderde. Een hart, zig van zyne troep +hebbende afgezonderd, liep den weg op; deeze vrouw greep hem aan een +agterpoot, in het midden van zynen loop; maar hem niet kunnende doen +stil staan, liet zy zig een zeer groot einde van den weg voortslepen, +en raakte haaren buit niet kwyt, dan na het bekomen van eene zwaare +wonde. + +De post van de Hoop verschafte toen een aangenaam verblyf. De grond +was 'er volmaakt vast, en doorsneden met canalen, waar in by hooge +vloeden het water kwam. De heggen, die de tuinen en velden omheinden, +waren wel onderhouden, en bragten vrugten en groenten van allerleije +zoort voort, die ons tot levensmiddelen dienden. De huizen en bruggen +waren weder in orde gemaakt. Ik moedigde de soldaten aan, en beval +hun de grootste zindelykheid. Mitsdien had ik geen enkelen zieken, +onder vyftig manschappen, waar uit myne krygsbende bestond, op een +plaats, alwaar bevorens de land of zee-scheurbuik, en alle kwalen, die +door luiheid, morssigheid en ellende veroeorzaakt worden, de grootste +verwoestingen hadden aangerecht. Van de zoo even vermelde twee zoorten +van scheurbuik, bedekte de eerste het geheele lyf met puistjes, +en de tweede deedt voornamelyk het tandvleesch en de tanden aan. + +Ik genoot toen het volmaaktste genoegen, en de volkomenste gezondheid, +terwyl de meeste myner reisgenooten of gestorven, of naar Europa +vertrokken waren: 'er was toen geen enkel Officier in rang boven my, +uitgenomen de geenen, die zedert lang aan het luchtgestel van Guiana +gewend waren. + +Maar laten wy naar mynen tuin te rug keeren.--Dezelve verschafte +my thans wortelen, kool, uijen, komkommers, latouw, radys, pry, +waterkers, enz. alles even goed als in Europa. 'Er was ook zuuring +van tweederleije zoort, gemeene en roode; de laatste groeit aan een +boompjen. Bloemen ontbraken my al mede niet; ik had verschillende +zoorten van Jasmyn. De meest geaechte is een klein boompje, welkers +bloemen van eene bleek roode kleur zyn, maar fraay, en van eene +aangenaame geur; het heeft dikke, glinsterende bladeren, die vol +van een melkachtig sap zyn. Een zoort van kruidje roer my niet, +Shanne-shanne genaamd, vercierde mede deezen tuin; het geleek naar de +slaapende plant, aldus genoemd, om dat derzelver bladeren, by paaren +geplaatst, zig by het ondergaan der zon toesluiten, en dat de twee +'er dan slechts een schynen uit te maken; maar zoo dra dit hemellicht +opkoomt, scheiden zy zig van een, en vertoonen zig onder hunne dubbele +gedaante. Deeze gewassen waren tusschen myne heggen verspreid, en ik +kweekte bovendien granaat-boomen en Indische rozen-boomen [27] aan, +die dagelyks bloeijen. Eenige roode lelien, wier bladen glad, en van +eene zeer schitterende groene kleur zyn, omzoomden myne grachten: +zy groeien natuurlyk in de zand-woestynen. + +In deezen gelukkigen staat, ontfingen wy het bezoek van verscheiden +lieden, en vooral van Mevrouw Z......, vergezeld door haaren broeder, +en door nog een ander, SCHADTS genaamd, die alle drie uit Holland +kwamen. Deeze vrouw wierd gehouden voor eene der schoonste vrouwen van +Europa, en te gelyk allerbekwaamst. Zy sprak verscheidene talen; in +de zang- en schilder-kunst muntte zy uit; zy danste met bevalligheid, +en reedt volmaakt te paard; zy kon met het geweer omgaan, en ging ter +jagt, enz. Haar in alle zoorten van oeffeningen willende onderricht +zien, bood ik haar aan om haar te leeren zwemmen, het geen zy gepast +oordeelde, om met een glimlach te weigeren. + +De soldaten en Negers, die onder myn bevel stonden, en onder welken +de grootste eendracht heerschte, scheenen op dit oogenblik volmaakt +gelukkig. Ik zette de jonge lieden aan, om zig des avonds te vermaken, +en aan de in jaaren meer gevorderden schonk ik eenige glazen rhum uit. + +Te midden echter van dit vrolyk leven, gaf ik eenen geheimen last, +om vuur te geven, en alarm te slaan, als of de vyand op de Plantagie +was. Ik had toen het genoegen te zien, dat alle de soldaten hunne +wapenen opvatteden, en met veel orde en onverschrokkenheid zig by +elkander verzamelden. Ik besloot vooral van deezen list gebruik te +maken, om dat men my berigt had, dat de muitelingen het oogmerk hadden +aan de Commewyne een bezoek te geven. + +Onaeangezien al het vermelde nopens onzen voorspoed, ondervonden wy +wel dra, dat 'er niets volmaakt, nog duurzaam op de weereld is. Het +saisoen van droogte eensklaps hebbende opgehouden, sleepten de ziekten +verscheiden van ons volk in het graf; en 'er stierven dagelyks tien +of twaalf op de legerplaats te Maagdenberg en aan de Java-Kreek. + +Den 3den, verloor ik mynen Vaandrig CABANUS. Zyn dood deedt my zeer +leed. Hy had zyne aanstelling op myn verzoek verkregen, en bezat +eenen uitmuntenden inborst. + +Den 4den Juny, verbrak de hooge vloed onze sluizen, terwyl wy op de +gezondheid van den Koning dronken, en de geheele wachtpost geraakte +daar door onder water, het geen eene groote verwarring veroeorzaakte. In +deezen deerniswaardigen toestand, weigerde de Opzichter van de Hoop, +genaamd BLENDERMAN, my het toebrengen van de minste hulp, en daar +op volgde zulk een hevig geschil tusschen ons, dat hy tot zyn geluk +het hazenpad koos, en de Plantagie verliet. Nooit kwam ik ten einde, +indien ik alle de trekken van onbeschoftheid van deeze schelmen, +die grootendeels het uitschot van hun Land zyn, of Duitschers, aan +den Corporaals-stok gewoon, wilde opnoemen. + +Den 7den, ging ik myne opwagting maken by den heer MORIN, Bestuurder +van de Plantagie de Hoop, en zig bevindende op een stuk land, dat +kortlings aangelegd, en aan de andere zyde der Rivier gelegen was, +ten einde hem recht te vragen tegen den onbeschoften Opzigter, die +by hem was. Maar de laaghartigheid van den laatstgemelden gelyk +staande met zyne onbeschaamdheid en wreedheid, gaf hy alles toe, +wat ik vorderde, en beloofde zelfs de sluizen te doen herstellen. + +Op zekeren dag op deeze nieuwe velden, alwaar men reeds een zeer fraai +huis gebouwd had, wandelende, merkte ik eenige schoone vogelen op, +waar onder was de Pimpelmees. Ik had hem reeds voorlang behooren te +beschryven, gelyk nog een anderen, wiens naam my onbekend is, om dat +ik 'er gelegenheid toe gehad heb, toen ik myn verblyf op Maagdenberg +verhaalde; maar ik heb ze toen alleenlyk afgeteekend. De Pimpelmees +gelykt, wat de gedaante van zyn lyf belangt, ten naasten by naar +een Lyster. Zyne vederen zyn van eene fraaie kaneel-kleur, tusschen +bruin en geel gemengd; maar aan de stuit is hy geheel en al van de +laatstgemelde kleur. Eene kuif van kleine vederen, van dezelfde kleur +als het lyf, bedekt hem den kop, zyn staart is lang en zwart, zyn bek +recht, schraal, spits, en van eene zee-groene kleur. Zyne pooten en +oogaeppels zyn ook van dezelfde groene kleur, en onder de laatstgemelden +ziet men van wederzyden twee vlakken van eene schoone karmosyn-kleur. + +De andere vogel, wiens naam ik niet weet, maar dien de Negers echter +Woudo-lousso fowlo noemen, om dat hy zig met houtluizen voedt, +is grooter dan de eerste, en van ongemeene schitterende vederen +voorzien. Zyn kop en het bovenste gedeelte van zyn lyf zyn van eene +schoone grasgroene kleur; zyn borst en buik van een karmosyn-kleur, +en door eene aschgraauwe streep afgescheiden. Hy heeft een lange en +ligt blaauwe staart. De slagvederen van elk zyner vlerken, waar van de +plooy van het groen van het lyf door eene andere aschgraauwe en zeer +breede streep schynt afgescheiden te zyn, hebben dezelfde kleur als +de staart. Zyn bek is geel en gekromd, en met eene meenigte kleine +zwarte vederen bedekt, even als de omtrek van het oog, welks appel +eene bloedkleur heeft. Ik zag ook eenige Gallinas of Guineesche +hoenderen, alhier Tokay genaamd, en die overvloedig bekend zynde, +geene beschryving behoeven. + +Onder de planten, welken ik op deeze zelfde plaats vond, merkte ik +de Americaansche Aloe op, welkers stam een half voet dik en twintig +voeten hoog was. Deeze stam, die altyd groen is, is vol met merg, +en voorzien van zeer spitse bladeren, welke aan den top in grootte +verminderen. Die aan den voet des booms zyn zeer talryk, lang en breed, +puntig, getand, en van zeer scherpe stekels voorzien. Boven aan den +stam groeit een hoop bloemen, waar van de steel het zaad, of de kiem +van de aanstaande Aloe bevat, welke in den tyd van twee maanden tot +den staat van volkomenheid koomt, zonder dat dit ooit faalt. + +Aan de zyde der bosschen, die ons omringden, zag ik ook de +Banille-Boom, eene plant, die door middel van haare kronkelende ranken, +zig, even als het eiloof, aan den stam der boomen vasthecht. Deszelfs +bladeren zyn ongemeen dik, en van eene donker groene kleur. Zyne vrucht +bestaat in eene driehoekige peul van zes of agt duimen lengte, en vol +met gladde zaadjes, Deeze peulen, welken men in een agter-middag in de +zon laat droogen, worden bruin, hebben eene uitmuntende specery-reuk, +en een aangenaamen smaak, het geen de reden is, dat men 'er zig van +bedient, om aan de chocolaad een geur te geven. 'Er zyn verscheiden +zoorten van Banille-boomen, maar de meest geachte heeft lange en +dunne peulen. De Negers vertoonden my ook een klein zoetachtig zaad, +het welk zy bongora noemen. + +By myne te rug komst aan de Hoop, ontmoete ik COJO, den oom van JOANNA, +die my een huilenden Aap bragt, door hem gedood. De Aapen van dit +zoort hebben de grootte van een kleine steendogge. Zy hebben een +baard, lange en roode hairen, en over 't geheel zyn zy uittermaten +leelyk. Maar het geen hen voornamelyk van andere Aapen onderscheidt, +is het ysselyk gehuil, het welk talryke hoopen van deeze dieren +gezamentlyk doen hooren, en op zulk een hoogen toon, dat het op den +afstand van een myl door de ooren klinkt. De Negers verzekerden my, +dat zy doorgaans, dag en nacht, by hoog water, het welk zy door eene +aangeborene neiging weten, deeze wanluidende gezangen herhalen.--Van +zoodanig een verstand der dieren sprekende, kan ik niet nalaten het +volgende aller zonderlingst geval te vermelden; ik zal vervolgens +tot het geschiedkundig gedeelte van myn verhaal te rug keeren. + +Ik ontfing, den 16den, een bezoek van een myner buuren, wien ik +myn trap deed opklimmen; maar hy had nog naauwlyks den voet in myne +lucht-woning gezet, of hy sprong van boven naar beneden, schreeuwende +van de verschrikkelykste pynen; en hy dompelde zig dadelyk in de +Rivier, met het hoofd vooruit. Boven my heen kykende, ontdekte ik wel +dra, dat dit voorval veroorzaakt was door een zeer groot nest van wilde +byen, of wassy-wassy, het welk zig geplaatst had in het rieten dak, +recht boven myn hoofd, wanneer ik in myne kamer intrad. Ik liep dus +ook op myn beurt weg, en gelastte de slaven, om dit nest onverwyld +uit te roeijen. Zy gongen aan het werk, toen een oude Neger hen +tegenhield, en zig onderwierp tot het ondergaan van alle straffen, +die ik hem wilde aandoen, indien eene enkele van deeze byen my ooit +of ooit steken zoude. "Massera, zeide hy my, deeze dieren zouden u +reeds lang mishandeld hebben, indien gy hun vreemd geweest waart, +maar zy zyn uwe huisgenooten; gy hebt hun stilzwygend toegestaan, +om alhier hunne woonplaats te houden; zy kennen u zekerlyk, en nooit +zullen zy u, nog de uwen, kwetsen". Ik stemde dadelyk in het voorstel +van deezen man toe; en hem aan een boom hebbende doen vastbinden, +gelastte ik QUACO de trap op te klimmen, byna naakt, het geen hy deedt, +zonder gestoken te worden. Toen waagde ik het om hem te volgen; en ik +verklaar op myn woord van eer, dat zelfs na aan het nest geschud te +hebben, waar op de byen 'er al brommende uit vlogen, en rondom myn +aangezicht heen draaiden, geene derzelver my trachte te steken. Ik +stelde dus den ouden Neger weder in vryheid, en gaf hem een glas rhum, +en vyf schellingen, tot zyne belooning. Ik behield vervolgens deeze +kleine byenkorf, zonder eenig gevaar voor my zelf, en ik maakte 'er +myne lyfwagt van. Tot myn groot vermaak deeden zy eenige Opzichters, +welken ik, onder het een of ander voorwendzel, de trap deed opklimmen, +wanneer ik hunne onrechtvaardigheid en wreedheid straffen wilde, +verscheiden malen aartige sprongen doen. + +Dezelfde Neger verzekerde my, dat 'er voorheen op de Plantagie van +zynen meester een boom stond, waar op, zoo lang zyn geheugen reikte, +een gezelschap van vogelen en een zwerm byen genesteld waren, die in +eene volmaakte eendracht zamen leefden: maar indien eenige vreemde +vogelen de byen kwamen stooren, verdreven hunne gepluimde bondgenooten +dezelven aanstonds; zoo ook, wanneer vreemde byen tot in de nesten +der vogelen durfden doordringen, wierp zig de zwerm, die aldaar +t'huis hoorde, op de aanvallers, en doodde dezelven. De eigenaar +der Plantagie en zyn geheele huisgezin, hadden zulk een eerbied voor +deeze maatschappye, dat zy den boom als heilig beschouwden en niet +gedoogden, dat men dien om ver hakte. Dienvolgende viel hy eindelyk +van ouderdom om ver. + +Den 22sten, kwamen eenige manschappen van Rietwyk aan de Pereca aan, +en berigtten my, dat een gedeelte van ons krygsvolk aan de Java-Kreek +was te rug gekomen, na tot by Vrydenburg aan de Maroni geweest te +zyn; dat zy, gezamentlyk met de Jagers, geduurende deezen veldtocht, +verscheiden bezaayde landen, aan de muitelingen toebehoorende, +verwoest hadden; en dat deeze zelfde Jagers, uit hoofde van hunne +byzondere diensten, van de Compagnie nieuwe wapenen ontfangen hadden, +als mede eene monteering, bestaande in een groen buisje, zynde dit het +eerste, het welk zy gedragen hadden. Ik vernam ook, te gelyker tyd, +dat de genen, die aan de Oucas- en Sarameca-Negers gezonden waren, na +eene nuttelooze reize waren te rug gekomen; want deeze beide volken +wilden ons met geene hulp bystaan. Ingevolge van deeze weigering, +nam de Colonel FOURGEOUD, die zig eindelyk afgemat gevoelde, en zyn +volk door het vernielen van het grootste gedeelte van de bezittingen +der muitelingen had uitgeput, het besluit om deezen tocht te staken; +maar vooraf gaf hy van dit zyn besluit kennis aan zyne Doorluchtige +Hoogheid den Prins van Orange. + +Den 23sten, ontfing ik stelligen last, om my tot myn vertrek gereed +te houden tegen den 15den July, met al het volk, het welk onder myn +bevel stond, vervolgens de Commewyne te verlaten, en naar Paramaribo +af te zakken, alwaar schepen gereed lagen, om ons naar Holland over +te voeren. Ik las oogenblikkelyk dit bevel aan alle myne soldaten +voor, die het met vervoering van vreugde, en driewerf herhaalde +toejuichingen, aanhoorden.--Maar ik zuchtte 'er over. Myne geliefde +JOANNA en myn zoon waren beiden toen zeer ziek, de eerste had de +koorts, de ander was door struiptrekkingen aangetast, en men wanhoopte +aan hun leven. Om myne ellende ten hoogsten top te brengen, indien men +de kwaalen van het lichaam met die der ziele gelyk kan stellen, trapte +ik ter zelfder tyd op een spyker, die vry diep in den voet indrong. + +In deeze smartelyke gesteldheid, kwam de Nacht-uil van Guiana ons +regelmatig zyn nacht-bezoek geven. Hy kwam zelfs in myne kamer, en liet +aldaar zyn naar geluid hooren. Deeze vogel wordt alhier Ourou-coucou +genoemd, om dat zyn geschreeuw met deeze woorden eenige overeenkomst +heeft. Hy heeft ten naasten by de grootte van een duif. Zyn bek is +geel en gekromd even als die van een valk; hy heeft een gespleten tong; +zyne oogen zyn ook geel, en zyne ooren zeer zichtbaar. Hy heeft korte, +sterke pooten met zeer puntige nagels gewapend. De algemeene kleur +der vederen van deezen Nachtuil is helder bruin, uitgenomen aan den +hals en aan de buik, die wit zyn, met eenige gryze vlakken daar onder +gemengd. De Negers, die zeer bygeloovig zyn, stellen algemeen, dat +de tegenwoordigheid van den Nachtuil een teeken van den dood is. Dit +vooroordeel is echter verschoonlyk, om dat deeze vogel vermaak vindt +met zig in een zieken-kamer optehouden; mogelyk wordt hy derwaarts +gelokt door het licht der lampen, welken men den geheelen nacht brandt, +of liever door de benaauwde lucht, die hem doet hoopen, aldaar eenigen +buit aan te treffen, + +Eene oude Indiane, aan welke JOANNA kennis hadt, haar te deezer tyd op +de Hoop een bezoek zynde komen geven, was ik door haare bekwaamheid en +zorge spoedig geneezen. Maar myn klein huisgezin bleef by aanhoudenheid +in zulk een ellendigen staat, dat ik besloot haar naar Paramaribo +te doen vertrekken, eer het te laat mogt zyn. Den 10den zond ik ook +myne kudde vee en gevogelte naar Fauconberg: ik hield echter twee +vette schapen, die ik liet slachten, en waar op, mitsgaders op wild +en visch, ik geduurende twee dagen vier-en-twintig der aanzienlykste +inwooners uit den omtrek deezer Rivier onthaalde. Myn waarde vriend, +JACQUES GOURLEY, gaf my, by deeze gelegenheid, wit brood, Spaanschen +wyn, en vruchten ten geschenke. + +Den 13den, gelastte ik aan het krygsvolk, het welk op Klarenbeek +geplaatst was, alwaar men voor de tweede maal een Hospitaal had +opgericht, de Rivier af te zakken; en dien zelfden avond kwamen zy +op de Hoop aan. + +Den 14den, kwam een Officier van 's Compagnies krygsvolk my in het +bevel aan de Rivier aflossen; en van dit oogenblik begonnen zyne +soldaten den dienst waar te nemen. + +Des avonds van dien zelfden dag, nam ik afscheid van de nabestaanden +van JOANNA, die op de Plantagie Fauconberg woonden. Deeze goede lieden +omringden my, en betuigden my hun innerlyk leedwezen over myn vertrek; +en met de traanen in de oogen, baden zy den Hemel my te beschermen, +en my eene voorspoedige reize te schenken. + +Den 15den, verlieten wy eindelyk den wachtpost van de Hoop. Myne +soldaten gingen des morgens ten tien uuren aan boord van de vaartuigen; +op den middag deed ik een pistool-schoot, om het anker te doen ligten; +wy zakten vervolgens de Commewyne af, om op de rheede van Paramaribo +te komen, en ons van daar naar Europa in te schepen. + + + +ZES-EN-TWINTIGSTE HOOFTSTUK. + +Inscheeping van het krygsvolk.--De Zurzaca, en Sabatille.--De +Papaija, en de Gember.--Het krygsvolk gelast om te +ontschepen.--Muiterye.--Onbetamelyk gedrag van een Capitain der +Oucas-Negers.--Een groot aantal zieken naar Europa gezonden.--Nieuwe +byzonderheden betrekkelyk de Negers. + +Des avonds van den dag van ons vertrek lieten wy het anker vallen by +de Plantagie Berkshoven, toebehoorende aan dien zelfden heer GOURLEY, +van wien ik op het einde van het voorige Hooftstuk gesproken heb, en +by wien ik den nacht doorbragt. Des anderen daags morgens vervolgden +wy onze reize, en ik nam afscheid van den heer PALMER. Ik bragt den +avond en den nacht van den 17den met den Capiten MACNEYL door; en den +18den, liet onze kleine vloot, bestaande uit myne vaartuigen, en de +genen, die van Maagdenberg en de Cottica kwamen, het anker vallen op +de rheede van Paramaribo, alwaar het krygsvolk, het welk onder myn +bevel stond, oogenblikkelyk aan boord ging van de Transport-schepen, +die ons aldaar reeds wagtten. + +Zoo dra zy aan boord waren, ging ik aan wal, om 'er aan den Colonel +FOURGEOUD bericht van te geven. Vervolgens ging ik JOANNA en myn zoon +zien, welken ik, tot myne groote blydschap, volmaakt hersteld vond. + +Des anderen daags keerde ik naar het schip te rug, om alles tot onze +reize gereed te maken. + +Den 20sten, hield ik het middagmaal by den Colonel FOURGEOUD, op +wiens tafel ik tot myne verwondering zag opdisschen twee visschen, +van welken ik nog niets gezegd heb. De een word hier Haddok genoemd, +en gelykt veel naar onze wyting, schoon een weinig grooter en +witter van kleur. De andere draagt den naam van Separy, en gelykt +naar de aschkleurige roch. Op het nageregt zag ik een vrucht, die in +Surinamen den naam van Zurzaka draagt. Het is dezelfde, zoo ik meen, +die wy in Engeland noemen Soursap. Dezelve groeit aan een boom van +middelmatige grootte, waar van de schors grys is, en de bladeren gelyk +zyn aan die van den oranje-boom, maar aan paaren gerangschikt. De +vrucht is van eene spits toeloopende gedaante, en zwaarder, dan de +grootste peer: over het geheel heeft dezelve punten, maar die niet +steeken. Derzelver vleesch, het welk eene zeer harde schil rondom +zig heeft, is van eene mergachtige zelfstandigheid, zoo wit als +melk, van een zeer zoeten smaak met een aangenaam zuur vermengd, en +zaad-korrels in zig bevattende, even als een groote appel. Men vindt +ook een ander zoort van Zurzaka, [28] naar hop gelykende, maar die +van geen gebruik is. Op het zelfde nageregt, hadden wy ook nog eene +vrucht, Sabatille genaamd, welke aan een zeer zwaaren boom groeit, +waar van de bladeren gelyk zyn aan die van den Laurier-boom. Deeze +vrucht heeft de gedaante van eene zeer ronde persik; zy is van eene +bruine kleur, en met een zeer zacht dons overdekt. Men zoude derzelver +vleeschachtig gedeelte aanzien voor eene marmelade vol zaadkorrels; +maar het is zoo zoet en laf, dat veelen het niet eeten kunnen. + +Den 21sten, ontfingen wy onze soldye, maar in papieren geld, waar +op wy een zeer merkelyk verlies leden. Ik ging oogenblikkelyk aan +Mevrouw GODEFROY een bezoek geven; ik stelde haar al het geld ter +hand, het welk ik in myn zak had, en niet meer dan veertig ponden +sterling bedroeg. Deeze uitmuntende vrouw drong by my op nieuw, maar +vrugteloos aan, dat ik mynen zoon en zyne moeder naar Europa zoude +mede nemen. JOANNA was onverzettelyk. Zy bleef 'er by van niet te +willen vertrekken, voor dat haare losprys volkomen was afbetaald. Wy +hielden ons dus, als wilden wy ons lot met eene volmaakte onderwerping +dragen; maar het geen wy 'er in ons eigen hart van ondervonden, +laat zig gemakkelyker begrypen, dan beschryven. + +Onze vaandels wierden, den 23sten, in groote plechtigheid aan boord +gebracht. Het Fort Zelandia echter bewees aan dezelven geene de minste +eer; men deedt geen enkelen kanon-schoot, en zelfs wierd 'er op de +vestingwerken geen vlag opgeheist, het geen den Colonel FOURGEOUD +een oneindigen spyt deedt. Hy moest het echter alleenlyk wyten +aan zyne eigene achteloosheid; want hy had aan den Gouverneur geen +behoorlyk bericht van zyn vertrek gegeven. Al het krygstuig en verdere +goederen wierden ook ingescheept; en een Colonist, VAN HEYST genaamd, +deedt, op zyne eigene kosten, drie honderd flessen wyn, vruchten, +en onderscheidene eetbaare waaren, onder de soldaten uitdeelen. + +Ik heb te meermalen van de gastvryheid en edelmoedigheid van de +inwooners deezer Volkplanting gesproken. Ik ondervond 'er in dit +oogenblik de blyken van, daar ik van myne talryke vrienden, versche en +ingelegde vruchten tot mynen overtocht ontfing. Onder de laatstgemelden +vond ik Papaijes, zynde de vruchten van den Papaijen-boom, het wyfje +namelyk, want het mannetje brengt geene vruchten voort, Deeze boom +groeit op tot de hoogte van byna twintig voeten. Zyne stam loopt +recht, is vol merg, en door een gryzen schors omgeven; zyne bladeren +maken aan den top een zoort van kroon; zy zyn uittermaten breed, +getand, en bedragen slechts een getal van veertien of zestien. De +vrucht groeit dicht by den top, en de bloem geeft eene aangenaame +geur van zig. De Papaije, tot haare volwassenheid gekomen zynde, +heeft de grootte en gedaante van een water-meloen; maar haar vleesch +is harder en vaster, en in het begin groen zynde, word zy naderhand +geel. Het binnenste gedeelte van dit vleesch is sponsachtig, zoet, +en oneindig vol met korrels. Men snydt deeze vrucht in verscheiden +stukken, wanneer zy volkomen ryp is; dan laat men ze koken, en zy +heeft de zelfde smaak als Engelsche raapen; maar men bedient 'er +zig voornamelyk van, om ze in suiker in te leggen, wanneer ze nog +jong is, te gelyk met haare bloemen, die zeer geurig en zeer gezond +zyn. Men had my ook ingelegde Gember gezonden; deeze is de wortel van +een zoort van riet, het welk nooit hooger groeit, dan twee voeten, +en waar van de bladen lang, smal en puntig zyn. Deeze wortels zyn +knobbelachtig, plat gemaakt, klein, en van verschillende gedaanten, +zeer veel gelykende naar aardaeppelen, en ten naasten by van dezelfde +kleur van binnen, maar vezelachtig, veel zuur in zig bevattende, +en van een speceryaechtigen en zeer heeten smaak. Men weet, dat deeze +wortel niet alleen eene goede ingelegde fruit verschaft, maar ook in +verscheiden gevallen een uitmuntend geneesmiddel. + +Den 24sten July, toen wy zeilree lagen, gingen wy eindelyk gezamenlyk +zyne Excellentie, den Gouverneur der Volkplanting, begroeten, die +ons met de grootste beleefdheid ontfangende, aan onzen Oversten +te kennen gaf, dat, indien hy dit oogenblik had afgewagt, om zyne +vaandels aan boord te zenden, hy hun zekerlyk de eere bewezen zoude +hebben, die hy hun ontegenspreekelyk verschuldigd was. Toen wy in +het hoofdquartier waren te rug gekomen, zondt hy de gezamentlyke +Officiers der Compagnie mede plechtig derwaarts; om ons eene gelukkige +reize te wenschen. In alles wat plechtige wellevendheid betrof, was +de Gouverneur ontwyffelbaar onzen Colonel ver voor uit; en ik had +byna een hevigen twist met hem gehad, om dat hy aan zommigen zyner +gunstelingen iets in het oor had gefluisterd. De Officiers vervoegden +zig toen by de soldaten, die zedert den 18den waren ingescheept, en +het deerniswaardig overschot deezer fraaie Zee-krygsbende bevondt +zig nu eindelyk op een schip, het welk gereed lag, om des anderen +daags naar Europa te stevenen. De vergenoegdheid blonk op aller +aangezichten, een alleen uitgezonderd; en niets konde evenaaren aan +de opgetogenheid van algemeene vreugde, toen men den volgenden morgen +bevel gaf, om het anker te ligten, en in zee te steken. + +Maar het lot had beschooren, dat de levendigste en meest gegronde hoop +nog eenmaal vervallen zoude. Op het zelfde oogenblik van het vertrek, +kwam een Schip de Rivier opzeilen. Het zelve bragt brieven mede, waar +by onze krygsbende gelast wierd, zig weder in de bosschen te begeven, +en in de Volkplanting te blyven, tot dat zy door nieuw krygsvolk, het +welk men tot dat einde uit Holland zenden zoude, wierd afgelost. Men +las vervolgens aan de soldaten, die op het dek van elk schip geschaard +stonden, de oprechte dankbetuigingen voor van zyne Doorluchtige +Hoogheid den Prins van Orange, voor den moed en standvastigheid, waar +mede zy de grootste vermoeijenissen en schroomelykste gevaaren hadden +doorgestaan. Maar dewyl hier op volgde het bevel om te ontschepen, +en dien afgryzelyken dienst voort te zetten, bemerkte ik nimmer +zoo veel neerslagtigheid, zoo veel misnoegen en wanhoop; terwyl ik, +die tot op dit oogenblik een volmaakt ellendeling was geweest, op +myn beurt de eenige was, wien de droefheid niet had ter nedergeslagen. + +In het midden van dit droevig toneel, gelastte men een driewerf Hoezee, +het geen de soldaten van een der schepen volstrekt weigerden. De +Colonel SEYBOURG en ik (by ongeluk) kregen bevel, om hen daar +toe te noodzaken. Deeze Officier, voor zoo veel hem betrof, deedt +zulks met den stok in de hoogte, en het pistool in de hand. Zynen +gramstoorigen en oploopenden inborst kennende, was ik thans voor +de gevolgen hoogst beducht. Ik sprong oogenblikkelyk in de sloep, +die op zyde van een der schepen lag; aldaar sprak ik de genen aan, +die op het dek met het hoofd gebogen stonden, en ik beloofde twintig +glazen brandewyn voor al het volk, indien zy dit droevig geroep wilden +aanheffen. Vervolgens op het schip geklommen zynde, gaf ik aan den +Colonel SEYBOURG bericht, dat alle de soldaten thans bereid waren +aan zyne bevelen te gehoorzamen. Wy gingen dus weder in de sloep, en +by ons heengaan, hadden wy het genoegen het driemaal herhaald geroep +van Hoezee te ontfangen, het welk door de matroozen van goeder harten +gedaan wierd, waar by zig eenige zee-soldaten voegden, maar op zulk +een neerslagtigen toon, dat het my onmogelyk is, zulks te beschryven. + +De goedhartigheid van den Prins van Orange bleek echter op eene +doorslaande manier by deeze gelegenheid, want hy gelastte, dat het geen +deezen en geenen van het volk aan Artsen en Heelmeesters verschuldigd +waren, uit de kas betaald zoude worden. Van hoe weinig aanbelang dit +ook scheen, was dit geene kleinigheid voor verscheiden Officiers, en +betoonde in zyne Doorluchtige Hoogheid eene oplettendheid, die men by +de Vorsten niet altyd aantreft. Zy wisten bovendien allen, hoe veel +deel hy in het leed van zyne soldaten nam; maar hy konde hen daar van +niet bevryden, zonder het algemeen belang in de waagschaal te stellen. + +Zoo al dit tegen-bevel ons volk met droefheid aandeedt, het gaf aan de +meeste Colonisten een groot vermaak. De voornaamste derzelven hadden, +eenige dagen te vooren, een verzoek-schrift aan den Colonel FOURGEOUD +geteekend en aangeboden, waar by zy hem verzogten, "nog eenigen tyd +met zyn volk te blyven, en het geen hy zoo roemryk begonnen had, +te volvoeren, door by aanhoudenheid de muitelingen te ontrusten +en te verstrooijen, het welk hun eindelyk geheel zoude t'onder +brengen". Zekerlyk had onze krygsbende, gezamentlyk met het krygsvolk +der Societeit en de Jagers, het grootste gedeelte van de bezittingen +der muitelingen in de Volkplanting vernield, en hen genoodzaakt zoo +ver heen te vluchten, dat de strooperyen en het wegloopen der slaven +ongelyk veel zeldzaamer waren, dan by onze komst. Het was ongetwyffeld +beter van dit middel gebruik te maken, dan eenen schandelyken vrede +te sluiten, gelyk men met de Oucas- en Sarameca-Negers gedaan had, +en waarschynlyk ook zoude plaats gehad hebben, indien men ons niet +naar Guiana gezonden had. + +Ik kan niet nalaten, tot bewys van het onbeschaafd character der +laatstgemelden, een gesprek te verhalen, door my met een van hun +gehouden, terwyl ons volk, alvorens weder te veld te gaan, zig +te Paramaribo ophield. By den Capitain MACNEYL, die toen van zyne +Plantagie in de Stad te rug kwam, ten eeten zynde, kwam een Capitain +der Oucas-Negers, onze zoogenaamde bondgenooten, aan de vrouw van +'t huis om geld vragen. Hy was zoo verveelend, dat ik in het Engelsch +den raad gaf, "hem een glas wyn te geven, en hem weg te zenden". My +gehoord hebbende, stelde hy my voor buiten te komen, en zyn stok +met een zilvere knop oplichtende, vroeg hy my: "Of ik de heer van +'t huis was; en zoo niet, waar ik my dan mede bemoeide"? "Ik ben", +zeide hy, met eene donderende stem, "Capitain FORTUNE DAGO-SO; en +indien ik u in myn Land by de Oucas had, ik zoude den grond met uw +bloed bevochtigen". Ik antwoordde hem, myn sabel trekkende; "Dat myn +naam STEDMAN was, en dat, indien hy nog eenmaal zulke onbeschaamde +woorden dorst uitten, ik hem oogenblikkelyk een houw zou geven". Daar +op kraakte hy met zyne vingers, en verliet ons. Ik was over dit +voorval zeer te onvreden, en keurde zeer af, dat de Colonel FOURGEOUD +aan zulke roovers zoo veel achting betoonde. Des avonds, ter maaltyd +uitgaande, ontmoette ik den zelfden Neger, die eensklaps bleef staan, +en my zeide: "Massera, gy zyt een man, een braaf man; wildt gy eenig +geld aan Capitain FORTUNE geven"? Het op een barssen toon aan hem +geweigerd hebbende, kustte hy my de hand, en vertoonde my zyne tanden, +tot een blyk van verzoening, zoo hy my zeide; en hy beloofde my, om my +pistache-nooten ten geschenke te zenden, die echter nooit gekomen zyn. + +Schoon ons verblyf in Surinamen eenigen tyd verlengd wierd, konde +onze dienst aldaar aan de Volkplanting van weinig nut meer zyn. Ons +getal was byna tot niet versmolten, en hoe zwak het ook was, +toen wy op nieuw ontscheepten, deedt men, op den 1sten Augustus, +nog negen Officiers, en meer dan een honderd zestig ongeneeslyke of +zieke soldaten, naar Holland vertrekken. Ik had toen de koorts, en +de Colonel gaf my dienvolgende verlof om mede scheep te gaan; maar +ik weigerde zulks, besloten hebbende, om, zoo mogelyk, het einde van +deezen tocht te zien. Ik maakte echter van deeze gelegenheid gebruik, +om eenige geschenken aan myne vrienden in Europa te zenden, bestaande +in twee fraaije Papegaaijen, in twee Aapen van een zeer merkwaardig +zoort, in eene voortreffelyke verzameling van fraaije Kapellen, +in drie kistjens met ingelegde fruiten en vleesch, welken ik aan +boord van het Schip Paramaribo deed brengen, en aan de zorge van den +Sergeant FOWLER aanbeval, die ongelukkiglyk een van de zieken was, +welken men naar Amsterdam zond. + +De Majoor MEDLAR, die door vermoeienis ten eenemaal was uitgeput, +vertrok toen ook naar Holland. Ik nam in zyne afwezigheid zynen post +waar, en ik wanhoopte niet, om zelf t'eeniger tyd onze krygsbende te +rug te brengen, indien het getal van onze Officiers dagelyks zoodanig +verminderde. Onder de geenen, die overbleven, werden 'er egter twee +gevonden, die moeds genoeg hadden een huwelyk te wagen, en ieder met +eene Creoolsche weduwe trouwden. + +Toen rust en stilte genietende, bekwam ik weder genoegzaame kragten, +om my, den 10den, naar Mevrouw GODEFROY te begeven, aan wien ik myn +verlangen te kennen gaf, om ten minsten JOHNNY STEDMAN vry te maken, +en ik verzogt haar, dat zy, door zig voor de gewoone somme van drie +honderd ponden sterling by den Raad tot borge te stellen, verklaaren +wilde, dat hy nimmer tot last van de Volkplanting van Surinamen +komen zoude. Maar zy weigerde het my stellig, schoon zy geen gevaar +hoe genaamd te loopen had, en het een niets beduidende zaak was, +alleenlyk om aan het voorschrift van de wet te voldoen. Ik konde niet +nalaten daar over myne verwondering te betuigen, die nochtans ophield, +toen ik vernam, dat deeze vrouw die zelfde gunst aan haaren eigen +zoon geweigerd had. + +Ik kan van de slavernye niet spreken, zonder my eene schuld te +herinneren, welke ik aan den lezer nog niet heb afgedaan. Ik heb +reeds eenige byzonderheden opgegeven omtrent de manier, op welke +de slaven in dit Land verkogt en behandeld worden; maar ik gevoel, +dat ik nopens dit onderwerp niet uitgebreid genoeg geweest ben, en +ik verbeelde my voegzaam te zyn, dat ik alle de berichten, welken +ik omtrent de Negers bekomen heb, mede deele. Ik vleije my zaaken te +zullen vermelden, waar op men geene aandacht genoeg gevestigd heeft, +of die tot hier toe slechts onvolkomen zyn verhaald geworden. + +Ik begin met de kleur der Negers, en ik houde my verzekerd, zoo als +ik reeds te vooren heb opgemerkt, dat zy geheel en al moet worden +toegeschreven aan de brandende luchtstreek, waar in zy leven, en aan +derzelver verhitten dampkring door die regelmatige winden, die over +eindelooze zand-woestynen heen waaijen, alvorens zy tot eenig bewoond +land komen. De Indianen van America, die onder denzelfden graad van +breedte woonen, ontfangen deeze verkoelde winden in tegendeel door +den Atlantischen Oceaan, en hebben eene koper-kleur; de inwooners +van Abyssinie, die dezelven al mede ontfangen, na dat ze door de +Indische Zee gematigd zyn, hebben geheel en al eene olyf-kleur. Zoo +ook aan het noordelyk gedeelte van de groote Rivier van Senegal, +verandert de kleur der huid van zwart tot bruin onder de Mooren, +gelyk zy aan den zuidkant doet onder de Kaffers en Hottentotten: ik +ben zelfs van gevoelen, dat de wolachtige hoedanigheid van het hair +der Negers een uitwerkzel is van die zelfde oorzaak. Ik heb meer dan +eens de opperhuid der Negers zien ontleden; zy is doorschynend en +helder, maar tusschen dezelve en de waare huid, vindt men een dunne +plaat of blad, dat volmaakt zwart is, en door strenge geesselingen +of door het mes weggenomen zynde, eene kleur doet te voorschyn komen, +niet minder dan die van de huid van een Europeaan. + +Twee blanke Negers wierden in Surinamen, op de Plantagie Vossenberg, +geboren van ouders, die volmaakt zwart waren. De eerste van dezelven +was een meisjen, en wierd, in het jaar 1734, naar Parys gezonden; +de tweede was een jongen, en wierd geboren in 't jaar 1738. In 't +jaar 1794, heeft men in Engeland eene dergelyke vrouw gezien, genaamd +EMILIA LEWSAM, wier kinderen, schoon zy met een Europeaan getrouwd +was, allen Mulatten waren. De huid van diergelyke persoonen is zoo +wit niet als de onze; zy gelykt naar een kryt-kleur: zoodanig is ook +de kleur van hunne hairen. Hunne oogen zyn dikwils rood, [29] en zy +zien naauwlyks in de heldere zonneschyn. Zy zyn tot geenerhande zoort +van arbeid geschikt; en hunne verstandelyke vermogens beantwoorden +doorgaans, zoo men my gezegd heeft, aan de zwakheid van hun lichaam. + +De uiterlyke gedaante der Africaansche Negers is, van het hoofd tot +de voeten, verschillende van die der Europeanen, schoon naar myne +gedachten, en alle vooroeordeel ter zyde gesteld, van geene mindere +hoedanigheid. Hunne uiterlyke trekken, hunne platte neus, hunne +dikke lippen, hunne bolle wangen, kunnen ons mismaakt schynen; en +echter onder hen geheel anders beschouwd worden. Wy zyn genoodzaakt +hunne zwarte en schitterende oogen, hunne witte reijen tanden +te bewonderen. Een der voordeelen van de lichaams gesteldheid der +Negers bestaat daar in, dat men onder hen nooit een kwynend en bleek +persoon ziet, gelyk men zoo dikwils in Europa ontmoet. De rimpels, en +andere gevolgen van den ouderdom, zyn by hen ook zoo zichtbaar niet, +schoon ik echter toestemme, dat wanneer een Neger ernstig ziek is, +zyne zwarte kleur eene aller onaangenaamste bleeke olyf-kleur bekoomt. + +De Negers zyn zekerlyk meer dan wy geschikt tot oeffeningen, tot +welken kracht van lichaam en knaphandigheid noodig is. Over het +algemeen wel gespierd en sterk van romp zynde, zyn hunne uiterlyke +ledematen fyner. Hunne borst is zeer schoon, maar zy hebben naauwe +heupen. Hunne dyen zyn dik en sterk; zoo ook hunne armen, boven den +elleboog; maar de gewrichten van hunne hand, en het onderste gedeelte +van hunne beenen zyn zeer langwerpig. Derzelver krom gebogene gedaante +moet men toeschryven aan de manier, op welke de moeder haar kind op +den rug draagt. Zy verwydert de beenen des kinds van elkander, zo dat +dezelve tegen haar midden drukken, het geen dit zoort van mismaaktheid +veroeorzaakt, waar mede het kind niet geboren is: bovendien leert +zy aan het zelve het loopen niet, zy laat het in het zand en gras +kruipen, en het staat niet over einde, dan wanneer het 'er kracht en +lust toe heeft, het geen spoedig gebeurt. De houding der voeten wordt +echter door deeze gewoonte zeer verwaarloosd, maar door middel van +lichaams-oeffening en dagelyksche baden, verkrygt het kind die kragt +en vaardigheid, welken alle de Negers in den hoogsten graad bezitten. + +Zy hebben nog eene andere gewoonte, die, naar hunne gedachten, zeer +veel tot bevordering van hunne sterkte en gezondheid toebrengt. In de +twee eerste jaaren, dat de moeder haar kind zoogt, doet zy het zelve +dikwils eene groote meenigte water inzwelgen, waar na zy het twee malen +daags zeer sterk schudt: zy neemt het ook by een been of by een arm, +en wascht deszelfs huid in de Rivier af. De meisjens worden op dezelfde +wyze als de jongens opgevoed. Tot eenen zekeren ouderdom gekomen zynde, +behoeven zy voor de mannen niet onder te doen, dan in grootte; zommige +zelfs winnen het hun af, in het loopen, in het vechten met de vuist, +in het danssen, in het zwemmen, en in het klauteren tot boven in de +boomen. Op die wyze kan men, door eene geschikte opvoeding, een stam +van Amazonen vormen. + +Deeze sterk gespierde meisjens van de gezengde luchtstreek zyn +merkwaardig door haare vruchtbaarheid. Ik heb eene slavin gekend, +Esperanza genaamd, en tot de Plantagie van den heer DE GRAAF +behoorende, die in drie jaaren en in drie kramen negen kinderen had +ter weereld gebragt: de eerste keer vier; de tweede twee, en de derde +drie. De Negerinnen baaren haare kinderen zonder moeite, en, even +als de Indiaansche vrouwen, hernemen zy haare dagelyksche bezigheden +op den dag van haare bevalling zelven. Geduurende de eerste week, zyn +haare kinderen volstrekt als die van de Europeanen, uitgenomen echter, +dat men in de jongetjens eene zwartaechtige vlak op zeker deel van het +lichaam ziet, waar na het in 't kort geheel en al van dezelfde kleur +wordt. De meisjens komen vroegtydig tot jaaren van huwbaarheid, maar +het is met haar, als met de vruchten van deeze luchtstreek, zy vallen +schielyk af. Verscheiden Negers bereiken nogtans eenen hoogen ouderdom: +ik heb 'er een of twee gezien, die meer dan honderd jaren oud waren; +en de Londonsche Kronyk van den 5den October 1780 maakt melding van +eene Negerin, LOUISA TRUXO genaamd, die toen te Cordua du Tucunna, +in Zuid-America, leefde, en honderd vyf-en-zeventig jaaren oud was. + +Vindt men in de sterf-lysten een enkelen Europeaan, die zulk een +hoogen ouderdom bereikt had? En deeze vrouw had waarschynlyk, even +als de andere slavinnen, haare jeugd in moeielyken arbeid doorgebragt. + +Ik heb in het gestel der Negers deeze byzonderheid steeds opgemerkt, +dat, daar zy geschikt zyn, om zwaaren arbeid in de heetste dagen van +den zomer te volvoeren, zy niet minder koude en vochtigheid verdragen +kunnen, beter dan een Europeaan, immers dan ik zelve op onze tochten +doen konde. Zy slapen den geheelen nacht, naakt in het vochtig gras +liggende, zonder dat 'er hunne gezondheid iets by lydt, terwyl ik +zeer gelukkig was, met des morgens by myne hangmat vuur te hebben, +en onze soldaten van huivering beefden, om dat zy 'er van verstoken +waren. Honger of dorst, pyn of ziekte, verdragen zy met zoo veel +lydzaamheid, als moed. + +Ik heb hier vooren meer dan twaalf stammen van Negers genoemd, welken +ik allen kenne door de verschillende teekenen, die de genen, welke tot +deeze of geene stam behooren, op hun lichaam maken.--By voorbeeld, +de Coromantyn-Negers, die de meest geachte zyn, hebben drie of vier +sneden op elke wang. + +De Loango-Negers, die het minst in aanzien zyn, onderscheiden zig, door +verhevene en vierkante beeldtenissen, naar dobbelsteenen gelykende, +op de armen, in de zyden, en op de dyen, te teekenen. Zy slypen ook +hunne voortanden puntsgewyze, het geen hen vervaarlyk maakt. Alle hunne +mannelyke kinderen zyn besneden, ten naasten by als die der Joden. + +Onder de spelingen der natuur, behoort men te stellen het maakzel van +een byzonder zoort van Negers, Accorys, of tweevingerige genaamd, die +onder de Negers van Sarameca, aan het bovenste gedeelte der Rivier +van dien naam, woonen. Zy, die dit volk uitmaken, zyn merkwaardig, +uit hoofde van hunne allermismaaktste voeten en handen; de eerste +hebben vier zeer lange toonen, en de andere alleenlyk twee vingeren, +maar die naar de schaaren van een kreeft gelyken, of liever het +voorkomen hebben, als of zy door eene branding of ander toeval, een +lidteeken bekomen hadden. Deeze mismaaktheid zoude, wanneer zy zig tot +een enkel persoon bepaalde, weinig verwondering baaren; maar het is +ontwyffelbaar een vreemd verschynsel, wanneer men deeze byzonderheid +in een geheel volk ontmoet. Ik heb twee van deeze Negers gezien, +maar op eenen te verren afstand, om ze te kunnen afteekenen. Ik +begeere my dus by deeze gelegenheid niet tot getuige op te werpen; +ik verhaale alleen, wat my bericht is. De afteekening van een man, +die voeten en handen van dit maakzel had, is aan de Maatschappy der +wetenschappen te Haarlem gezonden. Ik heb daarenboven in een oud +boek over de ontleed- en heel-kunde, aan my door den kundigen OWEN +CAMBRIDGE van Twickenham bezorgt, een bericht gelezen, waar uit het +my gegund zy het volgend uittrekzel op te geven. + +"In 't jaar 1629, na de zitting van St. Michiel, bragt men van de +plaats, alwaar de misdadigers ter dood gebragt worden, aan het +Geneeskundig Collegie, een lyk, tot het doen van ontleedkundige +vertooningen geschikt; en by toeval nam de bediende van het +Collegie het lyk van eenen schelm, die den zoon van den heer SCOT, +een heelmeester van goeden naam, in deeze stad, vermoord had. Zyn +aangezicht had nog een woest voorkomen behouden. Zyne hairen waren +zwart, gekruld, niet zeer lang, maar dik, en zwaar in een gevlochten: +zyn voorhoofd was niet hooger dan een duim. Hy had groote en vooruit +steekende wenkbrauwen, de oogen in hunne holte diep ingezonken, een +kromme neus, met een bult of dikte aan de punt, en een weinig in +de hoogte stekende. Eene zeer zwaare knevel bedekte zyne bovenste +lip, maar aan de kin had hy slechts eenige harde en zwarte hairen; +zyne onderste lip was drie maalen dikker dan gewoonlyk: zie daar +de gedaante van zyn aangezicht. Zyne grootste mismaaktheid echter, +die in de daad buitengewoon was, vertoonde zig aan zyne voeten, +die beiden gespleten waren, maar niet op dezelfde manier. De rechte +voet verdeelde zig in twee toonen, van vier tot vyf duimen lengte, +even als die van elk ander mensch, maar zoo groot, dat de helft van +dit gedeelte van den voet hem dragen konde; de nagels waren naar +evenredigheid. De linke voet was insgelyks in het midden gespleten, +maar deeze scheiding was ten hoogsten drie duimen lang. De helft +naar de binnen-zyde had de gedaante van een grooten toon met een +zeer zwaaren nagel, en gelykende naar die van dezelfde helft, aan +den rechten voet; de buitenste helft bestond uit twee andere toonen, +die zeer digt tegen elkander stonden. Ik heb gepast geoeordeeld het +gedrochtelyk maaksel van dit mensch te beschryven, na eene naauwkeurige +beschouwing, in tegenwoordigheid van meer dan duizend lieden gedaan". + +Ik weet weinig van de verschillende spraken der Africaansche Negers; +echter zal ik eenige spreekwoorden van de Coromantyn-Negers, +opteekenen, welken myn Neger QUACO, tot deeze stam behoorende, +my heeft opgegeven: ik moet tevens aanmerken, dat de Negers hunne +woorden zeer schielyk uitspreken, dezelven als uit de keel halende, het +geen zig niet gemakkelyk op het papier laat beduiden. Zie hier deeze +spreekwyzen met derzelver vertaaling: "Co fa ansyo, na baramon-bra: +gaat naar de Rivier, en haal my water".--"My yery, nacomeda my: +vrouw, ik heb honger".--Dit zy genoeg met opzigt tot de taal der +Coromantyn-Negers, zoo als men die op de kust van Guinee spreekt. + +De taal der Negers in de Volkplanting van Surinamen verstaa ik +volkomen, want het is een zamenstelzel van 't Hollandsch, Fransch, +Spaansch, Portugeesch, en vooral van het Engelsch, het welk 'er de +grondslag van is, en waar van zy veel houden. Ik heb reeds gezegd, +dat de eerste Europeanen, die deeze Volkplanting bezaten, luiden van +onze natie waren; van daar koomt het waarschynlyk, dat de Negers zulk +een byzonderen lust tot hunne taal hebben. In deeze gemengde taal, +waar van ik reeds eene gedrukte spraakkunst gezien heb, eindigen de +woorden doorgaans met een klinkletter, even als in de Italiaansche en +Indiaansche taalen. Zy is zoo aangenaam, zoo welluidend, en zoo zacht, +dat de Surinaamsche inwooners van den eersten smaak 'er zig meestael van +bedienen. Men kan over den aart der uitdrukkingen oordeelen door de +volgende voorbeelden:--"Goed eeten, wordt uitgedrukt door de woorden +swyty-mousso.--Buskruid: man sanny.--Ik zal u met al myn hart, en +zoo lang ik leef, beminnen: my saloby you, lango alla my hatty, so +langa me lyby.--Een aangenaam verhaal: ananassy tory.--Ik ben zeer +droefgeestig: me hatty brun.--Leef lang, zoo lang, dat uwe hairen +wit worden als catoen: leby langa, tay-tay, ta-y you wyry tam wity +liky caton.--Klein: pyky.--zeer klein: pykinini.--Vaarwel! ik sterf, +ik ga tot mynen God: adiossoo, cerroboay, my de go dede, me de go +na my gado". Men kan in deeze taal verscheiden woorden van bedorven +Engelsch opmerken, welker gebruik men in de hoofdstad begint agter te +laten, maar die altyd op de afgelegene Plantagien gebruikt worden: +by voorbeeld, ik heb eene oude Negerin van de Plantagie Goed-Accord +aan de Cottica hooren zeggen: "We lobee fo lebee togeddere", om daar +mede te kennen te geven, wy houden veel van met elkander te leven; +en om dit zelfde denkbeeld te Paramaribo uit te drukken, zeide men, +"way louko fortanna marandera". + +Het gezang der Negers is, zoo als dat der vogelen, welluidend, maar +zonder maat. Dikwils voeren zy een zoort van gezang op de volgende wyze +uit: een van hun geeft eerst een spreuk op, vervolgens zingt hy die, +en alle de anderen herhalen zulks gezamentlyk; dit afgeloopen zynde, +geeft men eene andere op, zingt en herhaalt die op dezelfde wyze. + +Op die manier zingen de roeijers der vaartuigen, en zy houden 'er +vooral veel van zulks by maaneschyn te doen. Dit gezang onder hun +roeijen moedigt hun aan, en men hoort het op een vry verren afstand. + +Het is bewezen, dat de Negers, wanneer zy eene goede opvoeding +ontfangen hebben, voor eene groote kieschheid van het gehoor vatbaar +zyn, en zig op de dichtkunst kunnen toeleggen. Onder de genen, die +in dit zoort van letteroeffeningen uitmuntten, behoort men vooral +te tellen PHILLIS WHEATLYE, een slaaf te Boston, in Nieuw-Engeland, +die de Latynsche taal leerde, en agt-en-dertig dichtstukken over +verschillende onderwerpen zamenstelde, die zeer cierlyk zyn, en in +'t jaar 1773. in 't licht kwamen. + +De sentimenteele brieven van Ignace Sancho, een Neger in dienst van den +Hertog van Montagu, zyn zeer bekend, en zouden de pen van een Europeaan +niet ontcieren. Wat de gave van het geheugen en van rekenen betreft, +om te bewyzen, dat de Negers dezelve in den hoogsten graad bezitten, +zal ik hier een brief bybrengen, door Dr. RUSH uit Philadelphia aan +een van zyne vrienden te Manchester gezonden. + +"Met eenige inwooners van deeze stad reizende, en Maryland +doorkruissende, zegt de Doctor, hoorden wy spreken van de +wonderbaarlyke gevatheid in de rekenkunst, waar mede een Neger, THOMAS +FULLER genaamd, begaafd was; en wy lieten hem by ons komen. Iemand +van het gezelschap vroeg hem, hoe veele maanden, weken en dagen een +man van zeventig jaaren oud geleefd had? Hy beantwoordde de vraag in +anderhalve minuut. Die hem de vraag had voorgesteld, nam de pen op, +maakte de berekening, en zeide hem, dat hy zig zekerlyk vergist had, +en dat het door hem opgegeven getal te hoog was. Neen, Massera, +antwoordde de Neger hem wederom, dit koomt, dat gy vergeten hebt de +schrikkel-jaaren te berekenen. Wanneer de Americaan vervolgens de +minuten berekende, welke in deeze getallen begrepen waren, kwam zulks +juist uit met het getal van FULLER. Die zelfde Neger vermeenigvuldigde, +by eene andere gelegenheid, uit zyn hoofd, negen cyffergetallen met +negen andere". Ik heb 'er een gekend, die den Alcoran van buiten +kende. Welk een vermogen in menschen, die noch lezen, noch schryven +geleerd hebben! Alle deeze verhaalen zyn met dit al volkomen echt. + +By het geen ik omtrent de Godsdienstige gevoelens der Negers heb +bygebragt, kan ik nog voegen, dat zy het aanzyn van een God vastelyk +gelooven: in wiens goedheid zy hun vertrouwen stellen, wiens magt +zy aanbidden, en wien zy een gedeelte van alle hunne levensmiddelen +opofferen. Zy vreezen den dood niet. Aan de Rivieren Gambie en +Senegal zyn zy byna allen van den Mahomedaanschen Godsdienst. Maar +de Godsdienstige leere en plechtigheden der Africanen verschillen +over het algemeen, even als de bygeloovige en tallooze gebruiken van +alle de wilden, en zelfs van te veel Europeanen. Opgemerkt hebbende, +dat zy gewoon waren aan den wilden Catoen-boom offerhanden te doen, +[30] vroeg ik aan een ouden Neger, waarom men aan denzelven deeze +eer bewees. "Massera, zeide hy my, zie hier de reden. Dewyl wy +geen tempel hebben, om onzen Godsdienst in te oeffenen, en deeze +boom de grootste en schoonste is, die op de kust van Guinee groeit, +verzamelen zig onze landslieden onder zyne takken, die hen voor de +hitte der zon en voor den regen beveiligen, om aldaar onzen Gadoman, +of Priester te hooren prediken. Wy hebben voor dien boom zulk een +eerbied, dat men dien nooit om ver hakt, om welke reden het ook zy". + +'Er is geen volk, het welk meer bygeloovigheid heeft, dan +de Negers. Hunne Locomen, of zoogenaamde Propheten, vinden 'er +hun belang by, met dezelve aan te zetten. Zy verkoopen hun, gelyk +ik reeds gezegd heb, hunne obias, of tooverbanden, en trekken 'er +groot voordeel van. De Negers hebben ook een zoort van Sybillen, die +Godspraken uitgeven. Deeze statige vrouwen danssen in het rond te +midden van een talryk gezelschap, en met eene groote vlugheid, tot +dat haar het schuim op den mond staat, en dat zy in stuiptrekkingen +vervallen. Al wat zy in deezen aanval gelasten, moet door de omstaande +meenigte heiliglyk worden naargekomen. Deeze magt maakt haar zeer +gevaarlyk; want dikwils gelasten zy aan de slaven, om hunne meesters +te vermoorden, of van de Plantagien weg te loopen, en in de bosschen +de wyk te nemen. Deeze toneelen van bygeloovigheid zyn derhalven, in +de Surinaamsche Volkplanting, onder bedreiging van zwaare straffen, +by de wetten verboden. Met dit al grypen zy op afgelegene plaatsen +dikwils stand. Zy zyn onder de Oucas- en Sarameca-Negers zeer +gemeen, en de Capitains FREDERIK en VAN GUERICK hebben my verzekerd +dezelven te hebben zien uitoeffenen. Men noemt ze hier wynty-play, +of Syrenen-danssen, en zy hebben van onheuchelyke tyden plaats +gehad. Men weet, dat de oude Schryvers van zoortgelyke dwaasheden +dikwils melding maken. + +Maar het vreemdste is, dat deeze Sybillen, door de klank van haare +stem, den Ammodite- of Papaw-slang [31] weten aan te lokken, en hem +uit den boom te doen vallen. De Negers dooden hem niet, noch brengen +hem immer eene wonde toe; zy beschouwen hem integendeel als hunnen +beschermer en vriend, en zy achten zig zeer gelukkig, wanneer hy +in hunne hutten koomt. Wanneer eene Sybille der Negers deezen slang +bezworen heeft, of hem uit den boom naar beneden doet komen, ziet men +doorgaans, dat dit dier zig om den arm, de borst, en den hals van deeze +vrouw slingert, als of hy in het hooren van haare stem behagen schepte, +en te gelyker tyd vleit en streelt zy hem met de hand. De heilige +Schryvers spreken, op verscheiden plaatsen, van het vermogen, om de +slangen en adders te betooveren, het welk ik hier alleenlyk bybrenge, +om de oudheid van dit gebruik te bewyzen; en het is bekend, dat de +Oost-Indische volken de meest vergiftige slangen door het geluid van +eene fluit, die hen uit hunne schuilhoeken doet te voorschyn komen, +uit de huizen weten te jagen. Het is nog maar weinige jaaren geleden, +dat eene Italiaansche vrouw te London drie makke en gemeenzame +slangen vertoonde, die zig ook om haare armen en hals slingerden; +zy waren vier of vyf voeten lang, maar hadden geen vergif in zig. + +Ik moet nog een ander bewys van de bygeloovigheid der Negers +aanhalen. In elk huisgezin is een verbod, het welk van vader tot zoon +overgaat, om het vleesch van het een of ander dier, het zy vogel, +viervoetig dier, of visch, niet te eeten; het geen op die wyze verboden +is, noemen zy treff, en zy proeven 'er nooit van. + +Hoe belachelyk ook zommige van deeze plechtigheden mogen voorkomen, zy +zyn hoogst noodzakelyk, om de Negers in onderwerping te houden. Deeze +ongeletterde menschen verschillen daar in van de Europeanen, dat +zy vast zyn in hun geloof, hoedanig het zelve ook zyn moge, en dat +geene twyffelingen hen daar van immer te rug houden. Ik wil echter +daar uit niet beslissen, of zy erger of beter zyn. + +De Negers zyn omtrent elkanderen zoo welwillend, dat men hun +niet behoeft te zeggen:--"Bemint uwen naasten als u zelven.". De +armste, onder hen, al heeft hy maar een ey, zal het met allen, die +'er tegenwoordig zyn, verdeelen. Het zelfde zal hy doen met het +kleinste glaasjen rhum; maar vooraf zal hy eenige droppels op den +grond sprengen, by wyze van wyn-plenging. + +Zoo al de wilde volken doorgaans veel edelmoedigheid en goede +trouw bezitten, zy hebben ook hunne gebreken, waar onder eene groote +wraakzucht gevonden wordt. De grootte van deeze hartstocht in de Negers +staat gelyk met die van hunne gevoelens van dankbaarheid; en ik kenne +'er geen een, die aan een ander de hem aangedaane belediging vergeven +heeft. Men kan van hun zeggen, dat hunne vriendschap zoo teederhartig, +als hunne haat onverzoenlyk is. Even als alle barbaarsche volken, +geven zy zig aan verschrikkelyke wreedheden over. + +In den laatsten opstand, die in de Volkplanting de Berbices is +voorgevallen, ging hunne woede zoo ver, dat zy de vrouwen hunner +meesters, schoon zwanger zynd, en in tegenwoordigheid van hunne +echtgenooten vermoordden. [32] De Accawaws-Negers zyn niet minder dan +zy op de konst, om door vergif om te brengen, afgericht. Zy verbergen +het vergif onder hunne nagels, en door slechts den vinger in een glas +met water te steken, veroorzaken zy eenen langzamen, maar zekeren +dood. [33] Geheele huisgezinnen, en zelfs alle de inwooners van eene +Plantagie, hebben de gevolgen van hunne wraakzucht ondervonden. Dit +ging eindelyk zoo hoog, dat zy tachtig slaven, derzelver ouders en +vrienden, deeden omkomen, om hunne meesters van dit gewichtig gedeelte +van hunnen eigendom te berooven. Deeze monsters dragen den naam van +wissy-men, het welk misschien koomt van het woord wise (wys); en door +dit helsch middel helpen zy een groot aantal slachtoeffers van kant, +langen tyd voor dat zy ontdekt worden. + +De barbaarsche volken, schoon van de voordeelen der opvoeding beroofd, +hebben nochtans verwarde denkbeelden van eigendom: dus moet men zig +niet verwonderen, dat slaven, die in hun persoon de duidelykste +schending van alle recht ondervinden, aangezet worden, om zig +deswegens schadeloos-stelling te bezorgen. Die van de Plantagien +zyn al te zeer aan dieverye overgegeven, en plunderen alles, wat +onder hun bereik koomt, wanneer zy hope hebben, om het straffeloos +te kunnen doen. Men kan ook aan hunne onmatigheid, vooral aan die in +den drank, geene palen stellen. Ik heb eene jonge Negerin een kom, +waar in ik twee flessen wyn geschonken had, achter een zien uitdrinken. + +Van de Negers van den stam van Gango, wordt gezegd, dat zy uit een +geest van wraakzucht, even als de Caraiben, menschen-eeters zyn. Na +het innemen van Boucou, vondt men, in de huizen der muitelingen van +deezen stam, potten vol met menschen-vleesch, die nog op het vuur +stonden. De nieuwsgierigheid drong een Officier, om deeze afschuwelyke +kost te proeven, en hy verklaarde, dat dusdanig vleesch niet minder +was, dan ossen- of varkens-vleesch. + +De heer WANGILLS, een Americaan, die in het binnenste van Africa +zeer diep is doorgedrongen, heeft my naderhand verzekerd, dat hy +in eene stad of gehucht van dit Land gekomen was, alwaar armen, +dyen en beenen van menschelyke schepsels zoo openbaar te koop lagen, +als het vleesch by onze vleeshouwers ligt. JOHN KEENE, Capitain in +dienst van de Compagnie van Sierra-Leona, heeft my stellig gezegd, +dat hy zig met zyn schip op de Africaansche kust bevindende, om hout, +yzer en goud-poeder in te nemen, de Capitain van het schip Nassau, +genaamd DUNNINGEN, met alle zyne manschappen vermoord wierd. Hunne +lyken wierden vervolgens in stukken gehakt, ingezouten en opgegeten +door de Negers van den grooten Drevin, omtrent dertig mylen ten +noorden van de Rivier van St. Andreas. Deeze zelfde menschen-eeters +namen toen al het koper van het schip weg, en staken vervolgens het +schip zelve in brand. + +Na de gebreken van het character der Negers te hebben aangewezen, +is het billyk, dat ik ook hunne goede hoedanigheden en deugden schetse. + +Ik heb reeds van hun vernuft en dankbaarheid gesproken; de +laatstgemelde gaat zoo verre, dat zy zig voor de genen, die hun +eenige byzondere weldaad bewezen hebben, aan doods-gevaaren zouden +bloot stellen. Niets overtreft de genegenheid, dien zy voor hunnen +meester hebben, wanneer deeze hen met goedheid behandelt; waar +uit blykt, dat hunne genegenheid even sterk is, als hunne haat. De +Negers zyn over 't algemeen gevoelig, maar vooral de Coromantyn- en +Nago-Negers. Zy zyn vatbaar voor liefde; en de jaloersheid brengt +in hun hart de vreesselykste gevolgen voort. Hunne ingetogenheid +verdient hier genoemd te worden; want geduurende verscheiden jaren, +dat ik onder hen verkeerd heb, herinner ik my niet 'er ooit een in 't +openbaar eene vrouw te hebben zien kussen. De Negerinnen hebben eene +ongemeene liefde voor hunne kinderen. Geduurende de twee jaaren, dat +zy dezelven zoogen, houden zy geene gemeenschap met hunne mannen. Zy +zouden het zig zelven verwyten als eene onnatuurlyke zaak, tot nadeel +haarer zuigelingen strekkende. De zindelykheid der Negers is zeer +opmerkelyk. Zy baden zig ten minsten drie maalen daags. Die van de +stam van Congo in 't byzonder zyn zulke liefhebbers van het water, +dat men hen, met eenig recht, halfslachtige dieren zoude kunnen noemen. + +De Negers zyn moedig en geduldig in tegenspoed. Zy trotseeren de +pynigingen en den dood met eene onverschrokkenheid, die zonder +weergaa is. Hun gedrag in de neteligste omstandigheden gelykt naar +heldenmoed. Zy laten geene klachte hooren, zy loosen geen zucht, +men hoort van hun geen gekerm, zelfs wanneer zy in 't midden der +vlammen hun leven laten. Ik heb nimmer een enkelen gezien, die, om +welke reden het ook wezen mogt, tranen storte; en echter bidden zy +met den sterksten aandrang om genade, wanneer men hen veroeordeelt, om +gegeesseld te worden voor misdryven, welken zy erkennen; maar indien zy +vermeenen de kastyding niet verdiend te hebben, maken zy zig zelf byna +oogenblikkelyk van kant. Die van den stam der Coromantyn-Negers, geven +zig voornamelyk aan deeze daad van wanhoop over. Het gebeurt dikwils, +dat zy, by de uitvoering der straf, hun hoofd agter over gooijen, om +hunne tong in te slikken, hetgeen hen oogenblikkelyk doet versmooren; +en zy vallen dood voor de voeten hunner meesters neder. Maar wanneer +hun geweten hun overtuigt, dat hunne straf rechtvaardig is, zyn zy +gedwee, en onderwerpen zig met gelatenheid aan hun lot. Men heeft +zedert kort in Surinamen het zeer menschelyk middel uitgevonden, +om te beletten, dat zy zig zelven niet versmooren, gelyk ik zoo +even verhaalde, door hun een aangestoken stroo-fakkel voor den mond +te houden, waar door het dubbeld oogmerk bereikt wordt, om hun het +gezicht te blakeren, en hunnen aandacht van een dergelyk ontwerp af +te trekken. Zommigen nemen hun toevlucht tot een ander middel: zy +eeten aarde; het geen hunne maag belet derzelver gewoone werkingen te +doen, en zy eindigen dus hun leven zonder pyn, maar kwynende zomtyds +meer dan een jaar in eenen staat van ongemeene zwakheid. De wetten +hebben tegen deeze aard-eeters de gestrengste kastydingen vrugteloos +vastgesteld, want men ontdekt hen zeldzaam, wanneer zy deeze misdaad +aan zig zelven begaan. + +Na deeze algemeene aanmerking omtrent de natuurlyke en zedelyke +vermogens der Negers, zal ik hen thans beschouwen in den staat van +slavernye, en aan de yzere roede van eene verschrikkelyke dwingelandye +onderworpen. Vervolgens van dit afgryzelyk toneel afstappende, +zal ik aantoonen, wat zy zyn onder rechtvaardige, menschlievende en +gevoelige meesters. + +Men herinnert zig ongetwyffeld, het geen ik van hun gezegd heb, wanneer +zy van de kust van Guinee aankomen, en in welken zwakken en elendigen +staat zy zig dan bevinden. Ik heb ook doen opmerken, dat zy spoedig +hunne lyvigheid weder bekomen, en dat men hun aan de zorge van eenen +ouden slaaf toevertrouwt, die hun de taal der Volkplanting leert. Zoo +verre gevorderd zynde, zendt men hen naar het land om te werken, waar +aan zy zig met genoegen onderwerpen, schoon ik eenige voorbeelden +van nieuwlings ingevoerde Negers gezien heb, die zulks weigerden, +in weerwil van de beloften, gebeden, bedreigingen, en slagen zelfs, +tot welken men toevlucht nam, om 'er hen toe te dwingen; maar deeze +waren Vorsten of persoonen van aanzienlyken rang in hun vaderland, +die door de lotgevallen van den oorlog tot den staat van slavernye +vervallen waren, en wier verheven gevoelens hun den dood deeden +verkiezen boven de vernedering en de ellenden der slavernye. By +verscheiden gelegenheden van dien aart, heb ik andere slaven op de +knien zien vallen, en hunne meesters smeeken, dat zy de taak van den +gevangen Prins of hoogen persoon by hunne taak voegen wilden; het +geen men hun zomtyds toestond, en zy bewezen hem bestendiglyk den +zelfden eerbied, als of hy in zyn eigen Land was. Ik herinner my, +dat ik eens, om my voor een oogenblik te dienen, eenen Neger gehad +heb van een zeer goed voorkomen, en die kortlings ontscheept was, +wiens gewrichten aan de handen en enklaauwen door ketenen ontveld +waren. Ik vroeg 'er hem de reden van.--"Myn vader", antwoordde hy my, +"was Koning, en wierd door de zoons van een nabuurig Vorst verraderlyk +vermoord. Zynen dood trachtende te wreeken, ging ik met zommigen van +de mynen dagelyks ter jagt, in de hoop van zyne moorders te ontmoeten; +maar ik had het ongeluk om verrast en geketend te worden; van daar +komen die schandelyke lidteekens, welken gy ziet. Men verkocht my +vervolgens aan uwe landgenooten op de kust van Guinee, eene straf, +die voor verschrikkelyker gehouden wordt, dan de dood zelve". + +De geschiedenis van mynen Neger QUACO was nog zonderlinger.--"Myne +ouders", zeide hy my, "leefden van hunne jagt en visscherye. Men +ligtte my, nog zeer jong zynde, op, terwyl ik met twee van myne +broeders in het zand speelde. Dadelyk stak men my in een zak, en +vervoerde my verscheiden mylen ver. Ik wierd vervolgens een der +slaven van eenen Koning op de Guineesche kust, die een aanzienlyk +getal bezat. Toen hy stierf, onthoofde men 'er het grootste gedeelte +van, en begroef dezelven met hem. De kinderen van myne jaaren wierden +onder de Capitains van zyn leger ten geschenke gegeven; en de Capitain +van een Hollandsch Schip kogt my voor een snaphaan, en een weinig +buskruid".--Elk mensch bemint zyn geboorte-land, hoe hard de wetten +'er ook wezen mogen. + +Zoo dra deeze ongelukkige vreemdelingen met minder yver beginnen te +arbeiden, worden zweepen, bulle-peesen, bambous-rieten, touwen, yzers +en ketenen te werk gelegd, om hen vlugger te maken. 'Er zyn meesters, +die hen nacht en dag bezig houden, zonder zelfs de zondagen uit te +zonderen. Ik herinner my, dat een jong en zeer sterk Neger, MARQUIS +genaamd, die een vrouw en twee lieve kinderen had, welken hy teederlyk +beminde, zynen arbeid met zoo veel yver doorzette, dat hy des namiddags +ten vier uuren met het graven van een sloot of greppel, van vyf honderd +voeten lang, geeindigd had, om tyd te hebben tot het bebouwen van zynen +kleinen tuin, of te gaan visschen, of vogelen te vangen, tot onderhoud +van dit zyn geliefd huisgezin. Zyn meester, dit vernomen hebbende, +bewees hem, om hem aan te moedigen, dat wanneer hy voor vier uuren +vyf honderd voeten had kunnen afgraven, hy 'er zekerlyk voor zonnen +ondergang zes honderd zoude hebben kunnen voleinden. De ongelukkige +keerel wierd vervolgens verwezen, om dagelyks dien taak af te werken. + +De slaven loopen in Surinamen byna naakt, en hun dagelyks voedzel +bestaat in eenige ignames en vruchten van Plantain-boomen. Misschien +twee maalen 's jaars, krygen zy een middelmatig rantsoen van gezouten +visch, en eenige bladen tabak, het geen zy sweety mouffo noemen; en +dit is het ook al. Maar het ondraaglykste voor hun is, dat ofschoon +een Neger en zyne vrouw voor elkander de grootste genegenheid hebben, +de laatstgemelde, indien zy wat mooy is, de walgelyke omhelzingen +van eenen overspeeligen en onbeschaamden Opzichter zig moet laten +welgevallen, zoo zy haaren man, zulks trachtende te beletten, niet +wil zien in stukken houwen. Deeze onwaardige behandeling heeft hen +dikwerf tot de geweldigste wanhoop vervoerd, en tot een groot getal +moorden gelegenheid gegeven. + +Uit hoofde van eene zoo groote opeenstapeling van onheilen, is de +zelfsmoord onder de Negers gemeen; dikwils loopen zy weg naar de +bosschen, om zig met hunne muitende landgenooten te vereenigen; +of zoo zy al de vlucht niet nemen, worden zy mistroostig, en krygen +kwynende ziekten, ten gevolge van de mishandelingen, die hun worden +aangedaan. Deeze ziekten zyn de lota, bestaande in eene scheurbuikige +en witte vlak over het geheele lichaam:--De crassy crassy, of schurft, +die by hun, even als by de Europeanen, voortspruit uit slecht voedzel, +en onder hen zeer gemeen is:--De yaws, welke ziekte veelen gelyk +stellen met de venus-ziekte, en waar door het geheele lichaam met +geele zweeren wordt overdekt; de meeste Negers zyn 'er aan onderworpen, +maar zy worden 'er slechts eenmaal in hun leven door aangetast; eene +byzonderheid, die, wanneer men 'er by voegt, dat de kwaal ligtelyk +aan anderen wordt medegedeeld, dezelve eenigermaten gelyk stelt met +de kinderpokjes. Deeze besmettelyke hoedanigheid is zoo groot, dat +indien eene enkele vlieg, die zig op den zieken nederzet, (en by is +'er als mede bedekt) zig op de ligtste ontvelling der huid van iemand, +die volmaakt gezond is, plaatst, zy hem met dit verschrikkelyk +vergif besmet, waar van de gevolgen zig verscheiden maanden lang +doen gevoelen. Men geneest deeze ziekte doorgaans door kwyling en een +goeden levensregel, gepaard met eene aanhoudende beweging, die eene +overvloedige uitwaasseming te weeg brengt; en zoo lang die geneezing +duurt, is de zieke ongemeen mager. + +De boassy, of melaatsheid, is nog veel verschrikkelyker, en men +beschouwt dezelve als ongeneeslyk. Het aangezicht en de ledematen +zwellen in deeze ziekte op, en het geheele lichaam is vol met +zweeren. De adem heeft een ondragelyken stank; de hairen vallen uit; +de toonen en vingers verrotten, en vallen vervolgens lid voor lid +af. Het ongelukkigste van allen is bovendien, dat de ellendeling, die +door deeze ongeneeslyke kwaal wordt aangetast, zomtyds verscheiden +jaaren lang kwynen kan. Dewyl de melaatschen van natuure tot het +minnespel genegen zyn, en hunne ziekte besmettelyk is, moet men hun +alle gemeenschap verbieden, en hen veroeordeelen tot een altoosduurende +ballingschap op den een of anderen hoek der Plantagie. + +De clabba-yaws of tubboes zyn ook eene deerlyke en ellendige ziekte, +die pynlyke zweeren veroeorzaakt aan de voeten, voornamelyk aan den +bal van den voet, tusschen vel en vleesch. Het gewoon middel in dit +geval bestaat hier in, dat men het aangestoken deel met een gloeiend +yzer brandt, of met een dun lancet doorvlymt; alsdan laat men op de +wonde zeer warm sap van citroen loopen, het geen wel zeer gevoelig, +maar van een zeer groot geneezend vermogen is. + +De Negers zyn ook onderworpen aan ziekten van uit- en inwendige wormen, +het welk by hun veroeorzaakt word door het gebruik van modderig water, +waar in die wormen huisvesten, of door de rauwheid van hun voedzel. Een +der voornaamsten wordt genoemd Lindworm: zynde wormen zomtyds van zes +voeten lengte, van eene schitterende zilver witte kleur, en niet veel +dikker, dan de tweede snaar van een bas-viool. Zommige wormen plaatsen +zig tusschen vel en vleesch: zy veroeorzaken gevaarlyke en pynlyke +zwellingen overal waar zy inkomen, en vooral aan de beenen. Het +middel, om deeze kwaal te geneezen, bestaat daar in, dat men den +worm, wanneer hy boven de huid uitkoomt, by den kop neemt, en hem +'er geheel en al uittrekt, hem, om zoo te spreken, op een kaart of +stokjen windende. Dit kan men met niet te veel omzichtigheid doen, +want zoo de worm breekt, is het verlies van het lid, of zelfs van het +leven, 'er dik wils het gevolg van. Zommige lieden zyn met zeven of +agt van die wormen te gelyk gekweld. + +Behalven deeze ziekten, die hun byzonder eigen zyn, zyn de Negers +bovendien onderworpen aan die ziekten, welken de Europeanen gewoonlyk +ondervinden, die op hun beurt van de opgegevene gevaarlyke en pynlyke +kwalen in Guiana niet ontheven zyn. + +Het is dus niet te verwonderen, dat de Plantagien zulk een groot +aantal zieken opleveren; men laat hen eeniglyk over aan de zorge +van eenen Dressy-Negro, of Heelmeester der Negers, wiens geheele +kundigheid bestaat in het toedienen van eenige zouten, of het smeeren +van eenige pleisters. Zy, die door aanhoudende geesselingen van het +hoofd tot de voeten zyn van een gereten, kunnen zig zelven genezen, +of zonder huid arbeiden, zoo hun dit gelieft. + +Van alle deeze opeenstapelingen van ellende, waar van zommige natuurlyk +uit de luchtstreek, en het slegt voedzel der Negers, maar vooral uit +de onbetamelyke wreedheid der Opzigters voortspruiten, is het gevolg, +dat een groot getal slaven buiten staat is om te werken, de een door +eene geheele en schielyke uitputting hunner kragten, de ander door +eenen te vroegtydigen ouderdom: maar de dwingeland eener Plantagie +vindt voor hunne kwaalen een onfeilbaar hulpmiddel, het geen niet +minder is, dan hen met eenen slag dood te slaan: dit verlies raakt +hem niet meer dan zynen meester. Hy is alleen nayverig omtrent de +geenen, die zig van hunnen taak kwyten kunnen; hy verzekert, dat +de anderen gestorven zyn, de meesten van de venus-ziekte, en geen +Neger is bevoegd, om getuigenis tegen hem te geven. Indien echter +eenig Europeaan den moord bewees, zoude de schuldige vry zyn, gelyk ik +reeds heb opgemerkt, met eene boete van vyftig ponden sterling, en met +den eigenaar schadeloos te stellen, zoo deeze zulks begeerde. Voor +deezen bloedprys kan hy elken slaaf, die onder zyne magt staat, +en het ongeluk heeft zyne woede gaande te maken, opoefferen. + +Een Opzigter kan bovendien duizende listen te baat nemen, om het +bewys van zyne schuld te ontduiken. Ik heb 'er een gekend, die +zig van eenen Neger willende ontdoen, hem op de jagt mede nam, +en hem gelastte het wild op te jagen: zyn eerste snaphaanschoot +raakte deezen ongelukkigen, die dood ter neder viel. Dit wierd een +toeval genoemd, en men deed 'er geen het minste onderzoek naar. Een +ander kwam op de volgende wyze om.--Men stak een houten paal op het +midden van eene groote vlakte in den grond; men bond 'er den slaaf +aan vast in de hitte van eene brandende zon, en men gaf hem, om het +leven te behouden, niet meer dan eene banane en een glas water daags, +tot dat hy stierf. De Opzigter beweerde, dat dit niet door den honger +veroeorzaakt was, om dat men hem altyd eeten en drinken gebragt had; +dus wierd hy met eere vry gesproken. + +Men heeft dikwils een ander middel gebezigd, om eenigen van deeze +ongelukkige slaven straffeloos van kant te helpen. Het bedoeld +slagtoeffer wordt naakt aan een boom in het bosch gebonden, met de +armen en beenen uitgestrekt, onder voorwendzel van hem dezelve wat +losser te maken; men laat hem aldaar, en geeft hem op bepaalde tyden +te eeten, tot dat hy, door het steken der muggen of andere insecten, +het leven verloren heeft. Men verdrinkt de Negers ook wel, door hun, +met een keten aan de voeten, in 't water te werpen, en dit noemt men +ook een toeval! + +Het is zeer zeker, dat verscheiden, op last van eene vrouw, op +houtstapels geketend zynde, zyn van kant geholpen. De straf om hun +de tanden uit te trekken, alleenlyk wegens het proeven van het door +hem bewerkte suiker-riet, hun den neus te klooven, of de ooren af te +snyden, om onderlinge kyvagien, is van te weinig aanbelang, dan dat +wy daar van zouden behoeven te spreken. + +Zulk eene wreede mishandeling doet zomtyds in den geest van deeze +ongelukkigen zulk eene moedeloosheid geboren worden, dat zy, om +hun rampzalig leven te eindigen, en zig op eenmaal van zulk eene +verschrikkelyke slavernye te ontheffen, zig zelven in de ketels werpen, +waar in men het sap van het suiker-riet laat koken, daar door een +middel vindende, om hunnen geweldenaar van hunnen persoon en van een +gedeelte van zynen oogst te ontzetten. + +Is het derhalven, na zulk eene behandeling, wel te verwonderen, +dat geheele benden van slaven zig in de bosschen verzamelen, en alle +gelegenheden waarneemen, om hunne wraakzucht te koelen? + +Ik zal deeze aandoenlyke berichten eindigen met eene algemeene +aanmerking, tot bewys, hoe veel nadeel de bevolking door zulke +wreedheden lydt. + +Ik heb gezegd, dat 'er in Surinamen 75,000 Neger-slaven zyn. Indien +men daar van aftrekt het getal der oude lieden van beiderlei kunne, +en der kinderen, zullen 'er niet meer dan 50,000 overblyven, die tot +werken geschikt zyn. Het getal der schepen, die jaarlyks elk 250 of +300 Negers invoeren, wordt op zes tot twaalf gesteld. Men kan dus de +jaarlyksche invoering berekenen op 2500 slaven, die noodig zyn, om +de gemelde 50,000 voltallig te houden. Het getal der dooden nu gaat +jaarlyks dat der geboorten ten beloope van 2500 te boven, schoon elke +Neger eene vrouw heeft, en zelfs twee, zoo hem dit goeddunkt; het +geen over het geheel juist uitmaakt vyf ten honderd, en gevolgelyk +bewyst, dat een geheel geslacht van 50,000 gezonde menschen alle +twintig jaaren volkomen uitsterft. + +De rechtvaardigheid en waarheid noodzaken my echter te verklaren, +dat de wreedheden, die zulk eene uitwerking voortbrengen, niet +algemeen zyn. De mededogende Hemel heeft wel eenige uitzonderingen +willen daar stellen, welken ik met genoegen verhalen zal, en die het +tegenoevergestelde zyn van het hier boven door my geschetst tafereel. Ik +zal niet naarvolgen eenige Schryvers, die het zelfde onderwerp +behandeld hebben, en daden van goedaeartigheid en menschlievenheid +zorgvuldig hebben verborgen gehouden, om deeze zaak alleenlyk van de +ongunstigste zyde te doen beschouwen: ik wil dezelve met openhartigheid +en onpartydigheid zonder verminking openleggen. Ik kan verzekeren, dat +op zommige Plantagien de slaven naar myne gedachten behandeld worden, +zoo als menschen behooren behandeld te worden. Zulk eene behandeling +zoude nog algemeener zyn, indien de wetten geen onbepaald gezag over +hen veroeorloofden, waar van het onmogelyk is, dat geen misbruik gemaakt +werde. Geen eigenaar moest het recht hebben, om het leven van zynen +slaaf straffeloos aan te tasten; en het dooden van een zwarten of +blanken behoorde in het oog der menschen eene gelyke misdaad te zyn, +even als in het oog van God. + +Voorts zal ik als nu aan den Lezer vertoonen een huisgezin van Negers, +in dien staat van voorspoed en gerustheid, welken zy steeds onder eenen +goeden meester genieten. De beeldtenissen, op de plaat voorkomende, +worden vooroendersteld te verbeelden persoonen van het volk of den stam +van Loango, uit hoofde der teekenen, die over het lichaam van den +man getrokken zyn, en het cyffer op deszelfs borst, uit de letters +J. G. S. zaamgesteld, door middel van het welk de eigenaar bewyzen +kan, dat de slaaf hem toebehoort. Deeze man heeft op het hoofd een +net en een mand vol kleine visschen; hy houdt ook een groote mand +in de hand, die alle voortbrengzels van zyne visch-vangst zyn. Zyne +vrouw, die zwanger is, draagt verscheiden zoorten van vruchten, +draaijende catoen op een klos, en vreedzaam haare pyp rookende; zy +heeft nog een kind op haaren rug, en een ander loopt al speelende +naast haar. Op die wyze is de arbeid van eenen Neger, onder eenen +menschlievenden meester en geschikten Opzigter, niets meer, dan eene +heilzaame lichaams-oeffening, die met het ondergaan der zon ophoudt, +en hem een genoegzaam overschot van tyd overlaat, om te jagen, te +visschen, zynen kleinen tuin te bebouwen, of manden en netten ter +verkoop te maken. Voor den prys, dien hy daar voor maakt, koopt hy +een of twee varkens, eendvogels en ander gevogelte, welken hy zonder +moeite en kosten voedt op eenen grond, die het noodige daar toe van +zelf voortbrengt; en op die wyze heeft hy 'er zeer veel voordeel by. In +zulk eene gesteldheid is hy ontheven van hartseer; hy betaalt geene +lasten, en hy beschouwt zynen meester alleenlyk als den beschermer +van hem en zyn huisgezin. Hy bidt hem aan, niet uit vreeze, maar +om dat hy in zyn hart overtuigd is, den voorspoed, dien hy geniet, +aan hem verschuldigd te zyn. De door hem bewoonde luchtstreek staat +gelyk aan zynen geboorte-grond, en bevrydt hem van het dragen van +kleederen, het geen hy veel gemakkelyker en gezonder vindt. Hy kan +zyne wooning bouwen, zoo als hy goedvindt, en het bosch verschaft +hem de noodige bouwstoffen. Zyn bed is een hangmat, of mat, papaija +genaamd. Hy maakt zyne eigene potten; en de calebassen, die hem tot +schotels dienen, groeijen in zynen tuin. Nooit leeft hy te zamen met +eene vrouw, welke hy niet bemint, want de beide echtgenooten verlaten +elkander, zoo dra de een den ander moede is; en deeze scheiding gebeurt +nochtans dikwerf minder dan de echtscheiding in Europa. Behalven de +levensmiddelen, welken hy 's weekelyks van zynen meester ontfangt, +weet zyne vrouw hem verscheiden zeer smakelyke spyzen toe te bereiden, +als daar zyn de braf, zynde een huspot van Plaintain-boom vruchten +en ignames, met gezouten vleesch, drooge visch, en peper van Cajenne +te zamen gekookt; de tom-tom, een zoort van pudding, of taart, van +meel van Indisch koorn gemaakt, en met stukjes vleesch, gevogelte, +visch, peper van Caijenne, en zagte schillen van de ocra of althea +gebakken: de peperpot, zynde een kookzel van visch met Guineesche +peper, het welk men met gebraden plantain-vruchten eet: de gangotay, +zaamgesteld uit drooge visch en groene plantain-vruchten: de acansa en +de doguenou, die van meel van Indisch koorn gebakken worden, waar by +in de laatstgemelde suiker-syroop gevoegd word. Zyn gewoone drank is +schoon water, waar in nu en dan een weinig rhum gegoten wordt. Indien +hy ziek of gewond wordt, geneest men hem voor niet; maar hy gebruikt +zeldzaam den Heelmeester, vermits hy zelf de geneeskragtige kruiden +tamelyk wel kent; bovendien verrigt hy het zetten van koppen, of +het doen van doorsnydingen van het vleesch, hem voor aderlatingen +dienende, aan zig zelf. Zyn hoofd houdt hy zindelyk, door zyne hairen +met vochtige kley te besmeeren; hy laat die daar op droogen, en wast +dezelve 'er vervolgens met zeep sop weder af. Om zyne tanden zoo wit +als yvoor te houden, neemt hy een stukjen hout van een orangenboom, +waar van de vezelen aan een der einden van elkander zyn gescheiden, en +tot een borsteltje dienen: men ziet geen Neger, het zy man of vrouw, +zonder dit klein huisraad, het welk daarenboven het vermogen heeft, +om den stank van den adem te verbeteren. + +Dit is het geen zyn lichaam betreft. Wat zynen geest belangt, dezelve +wordt nooit ontrust door vreeze voor den dood, nog door knagingen +van het geweten; want een Neger gelooft vastelyk het geen men hem +geleerd heeft, en het welk eenvoudig en klaar is. Wanneer hy het +leven heeft afgelegd, brengen zyne nabestaanden en vrienden hem in +een boschjen van oranjeboomen, alwaar zy hem begraven, niet zonder +onkosten, want doorgaans leggen zy hem in een kist, die van best +hout fraay gewerkt is, en tevens doen de lykzangen, zuchtingen en +geschreeuw, de lucht weergalmen. Het graf gevuld zynde, en met groene +zoden bedekt, zet men twee groene calebassen op zyde, de eene vol +met water, de andere met verschillende zoorten van gekookt vleesch +en cassave, het geen men doet, niet zoo als zommige lieden meenen, +in het denkbeeld, als of de doode dit zoude kunnen benoodigd hebben, +maar als een blyk van hoogachting, die men voor zyne nagedachtenis +heeft: zomtyds zelfs brengt men 'er het weinige huisraad, door hem +nagelaten, en breekt het op zyn graf aan stukken. Na het afloopen +deezer plechtigheden nemen alle de omstanders afscheid van hem; +zy spreken tot hem, als of hy hun verstaan konde; zy verzekeren +hem van het leed, het welk zy door hunne scheiding ondervinden; zy +zeggen eindelyk, dat zy hem hopen weder te zien, niet in Guinee, +het geen men ongeschikt oordeelt, maar in dat gelukkig verblyf, +alwaar hy thans het gezelschap zyner voorvaderen, zyner nabestaanden, +zyner vrienden geniet. De plechtigheid deezer begraaffenis eindigt met +jammerkreeten, en vervolgens keert men naar huis te rug. Des anderen +daags slacht men een vet varken, eendvogels, ander gevogelte, enz.; +en de vrienden geven aan de andere Negers een feest, het welk eerst +den volgenden dag eindigt. Tot een teeken van rouwe, scheeren mannen +en vrouwen zig het hoofd, en omwinden het met een blaauwen doek, dien +zy het geheele jaar dragen. Wanneer dit jaar verstreken is, gaan zy +weder naar het graf; zy leggen aldaar de laatste offerhanden neder; +zy zeggen den overledenen als nog vaar wel; vervolgens vieren zy een +ander feest, en het zelve eindigt met een vrolyken dans, en lofzangen +ter eere van den nabestaanden of vriend, die hen verlaten heeft. + +'Er is geen volk, waar van de byzondere persoonen, die het zelve +uitmaken, meerder achting en vriendschap jegens elkander gevoelen, +dan de Neger-slaven. Zy schynen verrukt te zyn, wanneer zy zig +by elkander bevinden, en zy zyn nimmer van vermaken uitgeput, om +elkander het gezelschap te veraeangenamen. Eene zekere vrolykheid, +welke zy Soesa noemen, bestaat in het springen tegen over zynen +dansser of dansseresse, de handen op de heupen slaande, om de maat +te houden. Zy zyn op dit zoort van oeffening zoo heet, dat dezelve +dikwils met zeven of agt paaren danssers te gelyk plaats heeft, het +geen, door het te groot geweld, den dood van verscheiden hunner meer +dan eens veroeorzaakte; waarom de Regeering van Paramaribo hetzelve +verboden heeft. + +De Negers zyn vlug en sterk, maar hun grootste vermaak is het zwemmen; +het geen zy twee of drie malen daags doen, onder malkander en by +hoopen van jongens en meisjens, even als de Indianen; en de beide +kunnen onderscheiden zig door hunnen moed, kragt en werkzaamheid. Ik +heb eene jonge Negerin de Commewyne zien overzwemmen, een jong sterk +manspersoon voorby zwemmende, en, toen zy aan de overzyde aankwam, +door haar aan hem hooren voorstellen, om een weg van twee mylen af +te leggen, en hem nog voor uit te blyven.--Ik moet thans spreken +van het speeltuig der Negers, en de manier, op welke zy danssen. Men +herinnert zig ongetwyffeld, het geen ik van die der Loango-stam ten +deezen opzigte gezegd heb; het geen nu zal volgen, is aan alle de +andere stammen gemeen. + +Hun speeltuig, dat zeer vernuftig is, en door hen zelven gemaakt word, +heb ik op eene afzonderlyke plaat afgebeeld. + +N. 1. De qua-qua; eene plank van een hard en geluidgevend hout, +welke aan de eene zyde door een dwarshout in de hoogte wordt opgeligt, +en waar op men met twee yzere staafjes, of twee beenderen, als op +een trommel, slaat. + +N. 2. De Kiemba-toetoe; een hol riet, waar op de Negers met den neus +blaazen, even als de bewooners van het Eiland Taiti. Deeze fluit heeft +niet meer dan twee openingen, de eene om op te blazen, de andere om +'er de vingers op te houden. + +N. 3. De Ansokko-bania; een plank van hard hout, aan wederzyden als +een voetbank verheven, en waar op kleine houtjes van verschillende +gedaanten zyn vast gemaakt. Men slaat daar op met twee stokjes, +als op een hakbord, het geen verschillende geluiden voortbrengt, +die niet onaeangenaam zyn. + +N. 4. De groote Creoolsche trommel, gemaakt uit den stam van een +hollen boom. Dezelve is aan de eene zyde open; aan de andere met een +schapen-vel overdekt. Die deeze trommel slaat, zit 'er boven op, +en slaat met de vlakke hand, het geen genoegzaam overeenkoomt met +een basviool of qua-qua. + +N. 5. De groote Loango trommel, die aan beide zyden gesloten is, +en dezelfde uitwerking doet, als de keteltrom. + +N. 6. De kleine trommel, genaamd papa drum, welke men op dezelfde +wyze slaat als de andere. + +N. 7. De kleine Loango trommel, die te gelyker tyd met de groote +geslagen wordt. + +N. 8. De kleine Creoolsche trommel, die mede tot het zelfde einde +dient. + +N. 9. De Coeroema, een zoort van beker, konstig gemaakt, insgelyks +met een schapen-vel overdekt, waar op men met twee yzere staafjes, +of twee stokjes slaat, even als op de qua-qua. + +N. 10. De Loango-bania. Dit is een zeer merkwaardig speeltuig. Het +is gemaakt van een plank van zeer droog hout, waar op twee schuinsche +klampen zyn vast gemaakt. Boven dezelve zyn eenvoudig kleine houte +stokjes van elastiek palmhout geplaatst, die van ongelyke lengte zynde, +boven op een derde klamp schynen uit te maken. + +N. 11. Eene groote ledige Calebas, dienende tot opblaazing van +het geluid van de Loango-bania, waar van de stokjes met de vingers +worden opgeligt, ten naasten by als de klauwieren van een forte piano; +en dit speeltuig is dan aangegenaam en zacht. + +N. 12. De Saka-saka; zynde een calebas, met een stok +uitgehold. Dezelve is met een mouw overtrokken, en vol met kleine +nooten en erweten, ten naasten by als de toover-schelp der Indianen. + +N. 13. Een Zee-schelp, waar op de Negers blaazen, het zy uit vermaak, +het zy om gerucht te maken, maar zynde by het danssen van geen gebruik. + +N. 14. De Benta; een tak als een boog gespannen, door middel van +een koord van droog riet, of Warimbo, het welk men tusschen de tanden +houdt, waar op men met een kort eind hout slaat, en het welk men links +en rechts weet te bewegen. Het zelve geeft een geluid, byna naar dat +van een jagthoorn gelykende. + +N. 15. De Creoolsche Bania; een speeltuig, het welk naar eene +mandoline of guitaar gelykt. Het is gemaakt van een halve calebas, +met een schapen-vel overdekt, en waar aan eene lange mouw is vast +gemaakt. Dit speeltuig heeft vier koorden, waar van drie lang zyn, +en het vierde kort en dik is, en tot een bas dient. Men speelt 'er +met de vingers op; het geeft een zeer aangenaam geluid, het welk nog +aangenaamer wordt, wanneer het met gezang vergezeld gaat. + +N. 16. De oorlogs-trompet, om het laden of den aftocht te bevelen, +enz. De Negers noemen dezelve tou-tou. + +N. 17. De Jagthoorn, geschikt om de plaats van deeze trompet te +vervullen, of om de slaven der Plantagien tot den arbeid te roepen. + +N. 18. De Loango-tou-tou, een fluit, waar op de Negers even als de +Europeanen spelen. Zy heeft alleenlyk vier gaten voor de vingers, +en echter brengt zy eene groote verscheidenheid van geluiden voort. + +Dusdanig is het speeltuig der Negers, op welks geluid zy met meer +vermaak danssen, dan men in Europa op dat van het beste orkest doet. + +By het geen ik gezegd heb, moest ik nog voegen, dat zy by hun zingen +en danssen, het welk zeer veel gelykt naar het geluid van een bakker, +die zyn brood uit den oven haalende, aanhoudend roept touchety-touk, +touchety-touk, de maat slaan op een, en op een halve maat, maar nooit +op drie. + +Alle Saturdag avonden eindigen de slaven, die wel behandeld worden, +de week met eene vrolykheid van dien aart; en doorgaans geeft men hun +alle drie maanden eene groote dans-party, waar op hunne medgezellen +uit de nabuurschap genoodigd worden. Dikwils vereert hun meester het +feest met zyne tegenwoordigheid, of hy zendt ten minsten nieuwe rhum +aan de danssers. + +De slaven zyn op deeze danspartyen zeer netjes uitgedoscht; de vrouwen +verschynen aldaar met haare beste kleederen, van Indische stoffen +gemaakt, en de mannen met lange broeken van het fynste Hollandsche +linnen. Zy zyn zoo heet op het danssen, dat ik hun van zaturdag s' +avonds ten zes uuren tot maandag 's morgens met het opkomen van de +zon, zonder ophouden den trommel heb hooren slaan; hebbende zy alzoo +met danssen, zingen, schreeuwen en handgeklap, zes-en-dertig uuren +doorgebragt. De Negers danssen altyd paar aan paar; de mans maken +de figuren en teekenen de passen af; de vrouwen draaijen, houdende +haaren kleinen rok als een zonnescherm uitgespreid. Zy noemen deezen +dans waey-cotto. De jonge lieden, die rusten, schenken den drank in; +de meisjens moedigen de danssers aan, en droogen het zweet aan het +voorhoofd van hunne onvermoeide musikanten af. + +Het is verwonderlyk, om de orde en goede verstandhouding, die op deeze +dans-partyen heerschen, te aanschouwen. Het vermaak in het danssen +is het waare en eenige voorwerp; en de Negers, ik moet dit herhalen, +zyn 'er zoo verhit op, dat ik 'er een, die kortlings ingevoerd was, +en geene dansseres had, twee uuren lang heb zien staan kyken naar +zyne schaduw, welke zig op den muur vertoonde. + +Indien men by al het geen ik van het lot der Negers, die aan eenen +goeden meester onderworpen zyn, gezegd heb, nog voegt, dat zy zig nooit +van elkander afscheiden; dat de vaders hunne kinderen rondoem hun zien, +zomtyds zelfs tot in het derde geslacht; dat zy voor 't overige zeker +zyn, van in hun geheele leven geen gebrek te lyden; en indien men +eindelyk het lot van deeze menschen vergelykt by dat der bedelaars, +die in grooten getaale de straaten der steden in Europa vervullen, +kan men hen zekerlyk niet ongelukkig noemen. + +Thans, om in weinige woorden alles zamen te trekken, en om geene +tegenstrydigheid met my zelven te doen voorkomen, na zoo dikwerf de +trekken van onmenschelyke wreedheden van verscheiden meesters verhaald, +en niet dan by toeval van de menschlievenheid van zommige anderen +gesproken te hebben, zy het my geoeorloofd, om met een woord over het +ontwerp eener algemeene afschaffing der slaverny te spreken.--Indien +wy onze nabuuren konden overreden, om van gelyken te doen, zoude het +een ander geval zyn; maar dewyl men aan de eigenaars op de Engelsche +Eilanden de wreedheden niet kan te last leggen, welken ik zoo dikwerf +in Surinamen heb zien plegen, waarom zouden wy ons gedragen, als of +die aldaar plaats hadden? waarom zouden wy onze Planters verjagen, +en hen naar eenen grond verzenden, die veel ryker, en van natuure +veel vruchtbaarer is, als mede onder een bestuur, het welk den +vryen invoer der Negers toestaat, terwyl ons oogmerk alleenlyk is +de willekeurige kastydingen te beletten, die deeze zelfde Planters +vastgesteld hebben. [34] + +Verscheiden Colonisten stellen zulk een vertrouwen in hunne slaven, +dat zy dikwils hunne kinderen liever aan eene Negerin geven om +te zogen, dan aan eene Europeesche vrouw; en zommige slaven zyn +zoodanig aan hunnen meester verkleefd, dat ik 'er gekend heb, die +hunne vrylating geweigerd hebben, en anderen, die hunne vryheid +reeds genietende, vrywillig in eenen staat van afhangelykheid zyn te +rug gekeerd. Niemand is volmaakt vry in deeze weereld, en wy moeten +allen de een van den ander afhangen.--Ik zal derhalven dit uitgebreid +hoofdstuk besluiten met deeze algemeene aanmerking, dat alle geluk op +aarde enkel in verbeelding bestaat, en dat men die altyd verkrygen +kan, wanneer de gezondheid des lichaams, en de vrede der ziele door +eenen onderdrukkenden geweldenaar niet ontrust worden. + + + +ZEVEN-EN-TWINTIGSTE HOOFTSTUK. + +De muitelingen voeren verscheiden Negerinnen weg.--Aanstootelyke wyzen +van strafoeeffening.--Onverschrokkenkeid der Negers.--Verschillende +zoorten van Gier-vogels.--Gekuifde Arenden.--Beschryving van eene +Indigo-Plantagie.--Kaneel-Appel. + +In weerwil van de herhaalde nederlagen der muitelingen, vernam men den +15den Augustus, op Paramaribo, dat zy eenen aanval gedaan hadden op +de Plantagie Berg-en-Daal, of den blaauwen Berg, anders ook genoemd +Parnassus-Berg, gelegen aan het bovenste gedeelte van de Rivier +Surinamen; en dat zy, zonder eenige daad van wreedheid te plegen, +het geen maar al te veel hunne gewoonte was, alle de Negerinnen van +daar hadden weggevoerd, schoon op eenen korten afstand een wachtpost +geplaatst was. Op deeze tyding zond men een hoop jagers af, om hen +te agtervolgen; en byna ter zelfder tyd deed men door zeven honderd +Negers het beruchte cordon, of den verschansten weg, maken, welke reeds +zedert lang ontworpen was. Deeze weg moest verdedigd worden door leger +wachten, wier post was de Plantagien voor nieuwe overrompelingen te +beveiligen, en het wegloopen der slaven te beletten. + +De Plantagie Parnassus-Berg is gelegen aan de westzyde der Rivier +Surinamen, die door de kronkelingen, welken zy vervolgens maakt, +op deezen afstand honderd mylen van Paramaribo af ligt. Dewyl het +gezicht van deeze Plantagie aller aangenaamst is, biede ik 'er den +Lezer eene afteekening van aan, als mede van de Savane der Joden, +een dorp of gehucht, in eene rechte lyn meer dan veertig mylen van +deeze hoofdstad der Volkplanting, en meer dan zestig mylen te water +af gelegen. De Joden bezitten aldaar eene zeer fraaije Synagoge, +in welke zy hunne Godsdienst-plechtigheden verrigten. Zy hebben 'er +ook scholen en huizen van opvoeding, want deeze plaats wordt door +verscheiden aanzienlyke huisgezinnen van hunne natie bewoond. Deeze +zelfde lieden genieten in Surinamen byzondere rechten en voorrechten, +die hun door KAREL II. vergund wierden, toen deeze Volkplanting aan +de Engelschen toebehoorde; en deeze voorrechten zyn zoo groot, als +zy die ergens bezitten. + +De Rivier Surinamen is, van de stad Paramaribo, of liever van het +Fort Amsterdam af, even als de Cottica en Commewyne, door fraaije +Suiker- en Koffy-Plantagien omzoomd; en 'er ontspringen uit dezelve +verscheide kreeken of kleine Rivieren, als de Paulus, de Para, +de Cropina, en de Pararaca; maar hooger dan Parnassus-Berg, vindt +men niets, het welk eene Plantagie genoemd mag worden. De Rivier is +ook op deezen afstand niet meer bevaarbaar, zelfs niet voor kleine +vaartuigen, uit hoofde van de vervaarlyke rotsen en watervallen, +die haar verstoppen, naar maate zy tusschen zeer hooge bergen, +en ondoordringbaare bosschen doorloopt. Deeze natuurlyke bolwerken, +schoon zy de liggingen verrukkelyk maken, beletten echter de bezitters +der Volkplanting, om ontdekkingen te doen, die hun misschien hunnen +arbeid door onmeetlyke schatten vergoeden zouden, + +Zoo al de muitelingen zoo veele wreedheden op de Plantagien niet +meer pleegden, zy waren in de hoofdstad tot eene aanstootelyke hoogte +gestegen. Ik hoorde aldaar onoephoudelyk het geklater der zweepslagen, +en het gekerm der Negers. Onder de eigenaars, die op het vervolgen +hunner slaven byzonder vuurig waren, bevond zig zekere Mevrouw +SP--N, wier Plantagie in de nabuurschap van die van den heer DE GRAAF +gelegen was, en welke ik op zekeren tyd met schrik uit haar raam het +onmenschelyk bevel hoorde geven, om eene jonge Negerin voornamelyk +op den boezem te geesselen, een schouwspel, waar in zy een byzonder +genoegen scheen te scheppen. Den indruk, die deeze vertooning op +mynen geest gemaakt had, willende verzetten, ging ik tot vermaak +een eind weegs om ryden; en het eerste voorwerp, het welk zig aan +myn oog vertoonde, was eene andere Negerin, ook jong zynde, die byna +naakt boven van een zolder, op een hoop gebroken flessen neder viel: +'t is waar, dit was een ongeluk, maar dit ellendig schepzel had zig +zoo schroomelyk bezeerd, dat zy zig in eenen even deerniswaardigen +staat bevond, als de eerstgemelde.--Myn lot verwenschende, keerde ik +aan de haven-kant myn rydtuig om, alwaar ik het verdriet had, om twee +Engelsch-Americaansche matroosen, die op de voorplecht van hun schip +met elkander vochten, in het water te zien vallen en verdrinken. Op een +ander Americaansch schip ontdekte ik eenen kleinen scheepsjongen, die, +met een byl gewapend zynde, zig boven uit de mast tegen een Sergeant +en vier soldaten zeer lang verdedigde; deeze waren genoodzaakt hem +te dreigen van op hem te zullen schieten, zoo hy zig niet overgaf, +het geen hy eindelyk deed. Men bragt hem dus aan wal, door twee zyner +medgezellen vergezeld, en met een wacht van twee gelederen soldaten; +men geleide hen alle drie naar het Fort Zelandia, alwaar zy, volgens +des Capitains eisch, en om dat zy zig geduurende hunnen dienst hadden +dronken gedronken, elk de fire cant ontfingen; daar in bestaande, +dat zy met twee bambous-rieten op de schouders werden afgerost, tot +dat dezelve opgezwollen en geheel zwart waren. De Capitain trachte +echter dit zoort van willekeurige strafoeeffening te wettigen, uit +hoofde der noodzakelykheid, en om dat de Americaansche matroosen en +scheepsjongens de onstuimigste menschen zyn, wanneer zy dronken zyn, +schoon 'er geene de minste reden tot twist aanwezig is: men kan hen +onder de beste zeelieden der weereld rekenen. + +Des anderen daags morgens, my bezig houdende met de gevaaren en +kastydingen, waar aan het volk van lageren rang is bloot gesteld, +te overwegen, hoorde ik eene groote meenigte voor by myne wooning +loopen. De nieuwsgierigheid deed my opstaan, en my in aller yl +aankleeden, om te verneemen, wat 'er gaande was. Ik vernam toen +drie Negers, geketend en door eene talryke wacht omringd, welke in +de Savane hunne straf gingen ontfangen. Hun stout en onbeschaamd +voorkomen trok myne aandacht zoodanig derwaarts, dat ik, in weerwil +van myne afkeerigheid voor dergelyke vertooningen, besloot te +gaan zien, wat het gevolg van dit alles wezen mogt.--Men las het +vonnis, in plat Hollandsch opgesteld, het welk deeze ongelukkigen +niet verstonden. De eerste wierd veroeordeeld, om met een byl het +hoofd te worden afgehouwen, vermits hy een slaaf gedood had, die +op de Plantagie van zyne meesteresse bananen was komen steelen. De +waarheid der zaak was, dat hy dien moord op uitdrukkelyken last van +deeze vrouw gepleegd had; maar toen de misdaad ontdekt was, liet zy +'er haaren slaaf voor opdraaijen, om haaren goeden naam te behouden, +en de kosten van boete en schadeloos-stelling uit te winnen. De arme +keerel leide zyn hoofd met onverschilligheid op het blok neder, en +ontfing den dood in eenen slag. De tweede, die zyn medepligtige was, +wierd onder de galg gegeesseld. De derde, wiens naam NEPTUNUS was, +was een vry persoon, en een timmerman van zyn ambacht; maar, ter +gelegenheid van zekeren twist, den Opzigter der Plantagie Altona, +aan de Para Kreek, gedood hebbende, wierd hy rechtvaardig veroeordeeld +om het leven te verliezen. De byzonderheden van zyne misdaad en straf +zyn merkwaardig. Deeze Neger, die jong en wel gemaakt was, een schaap +gestolen hebbende, om 'er eene vrouw op te onthaalen, door welke hy +bemind wierd, besloot de Opzigter, die van jaloersheid brandde, hem +te laten ophangen. NEPTUNUS, om dit voor te komen, schoot in een veld +van suiker-riet een snaphaan op hem af, zoo dat hy dood ter aarde +viel. Tot straf van deeze misdaad wierd hy verwezen, om levendig +gerabraakt te worden, zonder den genade-slag te ontfangen. Van den +inhoud van dit verschrikkelyk vonnis onderrigt zynde, plaatste hy +zig zonder tegenkanting op een sterk kruis, vervolgens strekte hy de +armen en beenen uit, welken men met touwen vast bond. De scherprechter +(zynde altyd een Neger,) nam de byl, en hieuw hem de linke hand af, +waar na hy, een yzeren koevoet in de vuist nemende, hem met verdubbelde +slagen de beenderen aan stukken sloeg. De touwen wierden vervolgens +los gemaakt, en meenende dat hy dood was, gevoelde ik my zelf als +getroost; maar toen de rechters op het punt waren om heen te gaan, +wierp de misdadiger zig zelf van boven neder van het kruis, en viel +in het gras, vervloekende zyne rechters als een hoop van gruwelyke +schelmen. Vervolgens met zyn hoofd tegen het kruis aanleunende, +verzogt hy aan de omstanders een pyp tabak, die onmeedoogend genoeg +waren, om hem zulks te weigeren, hem met den voet stootende, en op hem +spuwende, het geen echter eenige Americaansche matroosen vervolgens +beletteden. Hy smeekte toen, maar vrugteloos, dat men hem het hoofd +wilde afhouwen. Eindelyk, geen einde aan zyn lyden ziende, verklaarde +hy:--"Dat hy den dood verdiend had, maar niet verwagtte, dat men +hem zoo veele maalen zoude doen sterven. Met dit al, vervolgde hy, +gy bereikt uw oogmerk niet; ik lach in alle uwe folteringen, al moest +ik hier nog een maand zoo blyven liggen." + +Dit gezegd hebbende, zong hy agter malkander, en met eene heldere stem, +twee liederen, by het eene van welke hy aan zyne naastbestaanden en +vrienden vaar wel zeide, en by het andere aan zyne overledene vrienden +berigtte, dat hy spoedig in het gelukkig verblyf, door hen bewoond, +hun gezelschap zoude genieten. Toen hy geeindigd had, verhaalde hy +bedaard zyn rechtsgeding, met alle deszelfs byzonderheden.--"Maar, +zeide hy eensklaps tot de geenen, die hem omringden, ik zie aan de +hoogte van de zon, dat het byna agt uuren is, en het zoude my leed +doen, dat gy, door myn langer spreken, uw ontbyt zoudt verliezen." De +oogen toen naar eenen Jood, DE VRIES genaamd, gewend hebbende, zeide hy +hem. "Ei lieve, myn heer, wilt gy my betaalen de vyf guldens, welken +gy my schuldig zyt?--Om wat te doen, antwoordde de Jood?--Om eeten en +drinken te koopen; ziet gy niet, dat men my laat leven?" De Jood op +deeze woorden agter uit deinzende, lachte de ongelukkige misdadiger +hem opentlyk en van goeder harten in het aangezicht uit. Vervolgens +den soldaat aankykende, die by hem de wacht hield, en van tyd tot tyd +in een stuk droog brood beet, vroeg hy hem:--"Waar het by toe kwam, +dat een blanke geen ander ontbyt had?"--"Om dat ik niet ryk ben, +antwoordde de soldaat."--"Wel nu, ik wil u een geschenk doen, hernam +de Neger: neemt de hand, die men my heeft afgekapt; eet die tot op +het been toe af; verslind vervolgens myn lichaam, tot dat gy verzadigd +zyt; gy zult dan een ontbyt gedaan hebben, het welk u voegt." Hy deed +deeze schimprede met een schaterenden lach gepaard gaan; en ging op +die wyze voort, geduurende de drie uuren, dat ik aldaar verbleef. [35] + +Het is verbazend, dat iemand de kracht heeft, om dergelyke folteringen +door te staan; voorzeker kan hy dit niet doen, dan door eene vermenging +van woede, hoogmoed, verachting, en de zekerheid, dat hy zyne vervolgers +en beulen spoedig ontkomen zal. + +Ik heb de byzondere omstandigheden van zulk eene strafoeeffening, die +geen daad van wreedheid van eenig byzonder persoon was, breedvoeriger +verhaald, om een voorbeeld te geven van de ongemeene gestrengheid +der Surinaamsche wetten. + +Verder moet ik alhier een toeval verhalen, het welk slechts een +oogenblik op myne verbeelding werkte, maar van een langduuriger +uitwerking had kunnen zyn by iemand, die 'er de oorzaak niet van wist, +welke ik echter zeer gemakkelyk ontdekte. Des namiddags omtrent drie +uuren, myn geest nog vervuld zynde met het aandoenlyk toneel van des +morgens, ging ik naar de strafplaats toe, alwaar myn oog het eerst +viel op het hoofd van den gestraften Neger, het welk boven op een +paal gestoken was, en heen en weder waggelde, als of hy nog geleefd +had, en my eenig teeken wilde geven. Ik bleef oogenblikkelyk staan, +en niemand in de Savane ziende, alwaar zelfs geen wind genoeg was, +om een blad te doen ritselen, erken ik, dat ik my gevoelde, als aan +den grond vast gehecht, en een tyd lang geen moed had om voorwaarts +te gaan. My vervolgens myne zwakheid verwytende, van naar iets van +dien aart niet te durven naderen, en te onderzoeken, welke de reden +van een dergelyk verschynsel wezen mogt, bespeurde ik zulks zeer +schielyk door het vliegen van een Giervogel, die zig op dit hoofd kwam +nederzetten, als wilde hy my een dergelyken buit betwisten. Hy had hem +reeds een zyner oogen uitgepikt, toen hy op myne eerste aannadering +wegvloog; en by dit wegvliegen met de pooten tegen dit hoofd stootende, +veroorzaakte hy deeze schielyke beweging. Ik moet by dit alles voegen, +dat de ongelukkige NEPTUNUS, nog by de zes uuren na het ondergaan +van zyne straf geleefd hebbende, uit mededogen van den soldaat, +die de wacht hield, een slag met de kolf van den snaphaan kreeg, +waar van ik de teekens nog zag. + +Zommige Schryvers vergelyken den Giervogel by den Arend; maar die +van Surinamen heeft dezelfde hoedanigheden niet: hy is in de daad een +roofvogel, maar in plaats van zig te voeden met de dieren, welken hy +doodt, leeft hy niet, dan van krengen. Dienvolgende verschynt hy veel +op de kerkhoven, en de plaatsen, waar men doodstraffen uitoeffent; +het geen zyne reuk zoo klaar aanduidt, dat de Negers hem tingy fowlo, +den stinkenden vogel, noemen. De Giervogel in Guiana heeft de grootte +van eene gewoone kalkoen. Zyne vederen hebben eene donker gryze kleur, +uitgenomen de vlerken, die zwart zyn. Hy heeft een vooruitstekende, +sterke en kromme bek, een gespleten tong, een langen hals, en zeer +korte pooten. Behalven het straks gemelde voedsel, eet hy dikwils +slangen, en zelfs alles wat hy vindt, in zulk eene meenigte, dat hy +somtyds moeite heeft om te vliegen. + +De vogel, genaamd de Koning der Roofvogelen, is in Surinamen niet +zeer gemeen, schoon de Indianen 'er zomtyds een of twee te Paramaribo +brengen, uit hoofde van deszelfs ongemeene fraaiheid. Hy is grooter, +dan eenig zoort van kalkoenen. De huid van zyn kop en hals, die geene +vederen hebben, is gemengd van eene scharlaken, violet en bruine +kleur. Hy draagt een halsband van lange en dik op elkander zittende +vederen, waar in hy zoodanig kan ingedoken zyn, dat men naauwlyks +zyn kop ontdekt. Deeze vogel leeft insgelyks van bedorven vleesch, +slangen, rotten, padden, en zelfs van drek. + +Onder de roofvogelen in de Surinaamsche bosschen telt men den gekuifden +Arend, een zeer wild en sterk dier. Zyne vederen zyn zwart op den rug, +maar geelachtig naar de stuit; zyn borst, buik, dyen, en zelfs zyne +pooten, zyn wit met zwarte vlakken; het overige van zyn lichaam is +geheel bruin, en de klaauwen volmaakt geel. Deeze vogel heeft eene +platte kop, vercierd met een kuif van vier vederen, twee lange en +twee korte, die hy naar willekeur verheft of laat vallen. + +Den 24sten, zynde den geboortedag van den Prins van Orange, gaf de +Colonel FOURGEOUD aan de gezamentlyke Officiers een middagmaal van +gezouten ossen en varkens-vleesch, van puddings van garste meel, en +gedroogde visch. Dewyl JOANNA steeds by haar besluit bleef volharden, +nam ik op dien zelfden dag, in tegenwoordigheid van haare moeder +en andere nabestaanden, de verbintenis aan van de goede Mevrouw +GODEFROY;--"van haar aan niemand dan aan my te verkoopen. Deeze +Mevrouw schonk, by haaren dood, niet alleen aan haar haare vryheid, +maar ook een stuk land om te bebouwen, waar op men voor haar eene +gemakkelyke wooning zoude stichten, waar over zy de vrye beschikking +hebben zoude." Mevrouw GODEFROY gaf my vervolgens myn briefje van +negen honderd guldens te rug, en deed aan JOANNA een geschenk van +eene beurs van twintig goude ducaten, en twee fraaije stukken Indisch +linnen. Zy raade my tevens, om aan den Raad een verzoekschrift in te +leveren, tot dadelyke vrymaking van myne JOHNNY.--"Eene noodzakelyke +plechtigheid, zeide zy my, het zy ik een borg vond, het zy niet, en +zonder welke zelfs in het eerstgemelde geval niets verrigt zoude zyn." + +Beiden betuigden wy onze oprechte dank-erkentenis aan deeze uitmuntende +vrouw, en door vreugde zynde opgenomen, ging ik by den Gouverneur +des avonds ter maaltyd, en bood hem myn verzoekschrift aan, het +welk in goede orde was opgesteld. Zyne Excellentie nam het aan, +met het hoofd schuddende, en my de hand drukkende; maar hy erkende +my rond uit:--"Dat hy volkomen overtuigd was, dat myn zoon slaaf +zou sterven, ten waare ik de borgtocht, die de wet vorderde, vinden +konde, 't geen niet gemakkelyk was." Na derhalven veel moeite en +tyd verloren te hebben, na meer dan vyf honderd guinies betaald te +hebben, had ik nog de onuitspreekelyke smarte, om hem, van wien ik +vader en eigenaar tevens was, misschien aan eene eeuwige slavernye +te zien bloot gesteld. JOANNA zelve had toen niets meer te vreezen, +het geen my een groot genoegen deed. + +Te midden echter van eene zoo billyke neerslagtigheid, deed zich eene +gelukkige hoop juist ter snede op. De beruchte Neger GRAMAN QUACY, +van wien ik reeds gesproken heb, kwam uit Holland aan, en had de +tyding verspreid, dat men, door zyne tusschenkomst, eene wet gemaakt +had, volgens welke alle slaven, zes maanden na hunne ontscheping in +Texel, vry zouden zyn. De eigenaar konde nochtans dien tyd voor zes +andere maanden verlengd krygen, na verloop van welken geen uitstel +meer, zelfs voor geen enkelen dag, zoude worden toegestaan.--In myne +ziel nu overtuigd zynde, dat ik vroeg of laat, en zoon, en moeder, +in Europa brengen zoude, was myn hart uittermaten getroost. + +Alvoorens het verhaal van myne reize te eindigen, zal ik omtrent +deezen GRAMAN QUACY eenige byzonderheden opgeven. Het zal genoeg +zyn voor het tegenwoordige te zeggen, dat de Prins van Orange, niet +genegen zynde hem de kosten uit zyn beurs te betalen, en hem veele +geschenken te doen, hem te rug zond, gekleed in een scharlaken en +blaauwen rok, om welken een breed goud boordzel gelegd was; hy had +een witten veder op zyn hoed; en hy geleek dus naar een Hollandsch +Generaal. Die goedheid van den Prins maakte deezen Koning der Negers +zeer hoogmoedig, en nu en dan zelfs zeer onbeschaamd. + +De Gouverneur der Volkplanting gaf den 27sten, een zeer kostbaar +festyn aan zyne vrienden, op zyne Indigo-Plantagie, eenige mylen +agter zyn paleis gelegen. Hy deed my de eer aan, om my daar by te +verzoeken, en ik had het genoegen, om het maken van Indigo te zien, +waar van ik de behandeling thans zal opgeven. + +De Indigo-plant is een knobbelig heester-gewas, dat van zaad +voortkoomt, by de twee voeten hoog groeit, en in den tyd van +twee maanden zyn volkomer wasdom verkrygt. Deeze plant vordert een +vrugtbaaren grond, en men moet het onkruid zorgvuldig uitwieden. Men +ziet dezelve doorgaans, vier of vyf dagen, na dat het zaad in den +grond geworpen is, uitkomen. Het zyn in het begin knobbelige stronkjes, +voorzien van kleine takjes, die verscheiden paaren van bladeren dragen, +en altoos met een ongelyk blad eindigen. Deeze bladen zyn eirond, +glad, zagt in 't aanraken, aan de boven-zyde van eene donker groene +kleur, aan de beneden-zyde bleek groen, ongetand, en aan eene byna +onzigtbaare steel vast gehecht. De bloem behoort onder het zoort van +die geenen, die tot een peul of schil groeijen, en hangt aan eene zeer +korte steel. Wanneer de bladen van de bloem zyn afgevallen, groeit +der zelver hart in de lengte, en wordt een peul, die langwerpig, krom +gebogen, glad, helderschynend, puntig uitloopende, bruin van buiten, +en wit van binnen is, en zeven of acht pitten bevat, die door een +klokhuis van elkander zyn afgescheiden. Elke pit vertoont een kleine +rol, grys of olyfaechtig van kleur, en een lyn lang. + +Zie hier de manier, op welke deeze plant tot Indigo bereid wordt. +Wanneer men alle de takken heeft afgesneden, bindt men dezelven +tot schoven of bossen, legt die in een groote kuip vol water, en bedekt +dezelven met zwaare stukken hout, die tot perssen dienen. Alles op die +manier zynde gereed gemaakt, begint de gisting zeer spoedig; in minder +dan agtien uuren schynt het water te koken, en de verwstof der plant +naar zig trekkende, verkrygt het zelve eene blaauwe violet kleur. Tot +dien staat van gisting gekomen zynde, laat men het water in een tweede +kuip overloopen, die zomtyds minder groot is; en dan zuivert men het +zorgvuldig van alle stukjes hout, welken men weg werpt. De stank, +die dit water opgeeft, maakt deeze bewerking zeer ongezond. Dit +water, in de tweede kuip overgegoten zynde, wordt met houten spadels +omgeroerd, tot dat het kleurend gedeelte zig afscheidt, en tot kleine +bolletjes zamenloopt, die naar den bodem zinken. Het water herneemt +dan op deszelfs oppervlakte zyne natuurlyke doorschynendheid; en men +giet het nog eens, tot aan dat gekleurd zinkzel, in een derde kuip, +ten einde de stukjens Indigo, die 'er nog in vervat zouden mogen zyn, +mede naar den grond zinken; waar na men dit water weg giet, en het +zinkzel of de Indigo wordt gelegd in vaten, die geschikt zyn, om 'er +in te droogen. Het raakt alzoo alle verdere vochtigheid, die 'er nog +in mogt zyn, kwyt; het krygt aldaar de gedaante van kleine vierkante +langwerpige brooden, van eene fraaije lichtblaauwe kleur, en is dan +tot de vervoering geschikt. [36] Men kweekt de Indigo-Fabrieken in +deeze Volkplanting weinig aan. Ik weet 'er de reden niet van, want de +koek, welke zy voortbrengt, wordt verkogt voor vier guldens het pond; +beste Indigo moet ligt, hard, en brandbaar zyn. + +De aankweeking van deeze plant is in Surinamen begonnen door zekeren +DESTRADES, die zig een Fransch Officier noemde, en het zaad daar +toe uit St. Domingo medebragt. Dit had eerst in later tyd plaats, +dewyl ik zelf deezen armen keerel nog gekend heb, die zig op Demerary +met een pistool-schoot het leven benam.--Dewyl de omstandigheden van +zynen dood vry merkwaardig zyn, kan ik myne geneigdheid, om dezelve +kortelyk te verhaalen, niet wederstaan. Deeze man, zig in schulden +gestoken hebbende, maakte het overschot van zyne bezittingen tot +geld, en vluchte uit de Volkplanting van Surinamen weg. Zig in de +Spaansche bezittingen met verboden handel hebbende opgehouden, wierd +al het geen hy bezat vervolgens in beslag genomen. Geen uitkomst meer +hebbende, vervoegde hy zig by een zyner vrienden op Demerary, die de +menschlievenheid had om aan hem eene vryplaats te verleenen. Hy had +daar van slechts eenigen tyd gebruik gemaakt, toen eene verzweering +aan zynen schouder doorbrak; maar hy weigerde bestendig alle hulp, +en om zich te laten bezichtigen. Het ongemak wierd met dit al erger, +en zelfs gevaarlyk; maar DESTRADES bleef 'er altyd by met het bedekt +te houden. Eindelyk geraakte op zekeren dag het geheele huis in +ontsteltenis, toen men hoorde, dat 'er een schietgeweer in zyne kamer +afging. Men trad binnen, en vond hem, met zyn besten rok aangekleed, +maar zwemmende in zyn bloed, met een pistool, het welk by hem op den +grond was gevallen. Toen ontkleedde men hem, en tot groote verbaazing +der tegenwoordig zynde lieden, ontdekte men de letter V (voleur: dief:) +op dien zelfden schouder, welken hy niet had willen vertoonen.--Dus +eindigde het leven van eenen man, die eenige jaaren lang te Paramaribo +met roem geleefd had, en aldaar over het algemeen geacht was. + +Na het eeten verliet ik de Plantagie van den Gouverneur, en begaf my, +in het rydtuig van zyne Excellentie, tot aan den oever der Rivier, +alwaar ik een overdekt vaartuig met agt riemen vond, om my naar de +Plantagie Catwyk aan de Commewyne te brengen. De heer GOETZEE, een +Hollandsch Zee-Officier, die eigenaar van deeze fraaije Plantagie was, +had my op dezelve genoodigd. 'Er ontbrak geen vermaak, van welk zoort +ook, in dit aangenaam verblyf. Men hield aldaar paarden, rydtuigen, +vaartuigen, die altyd gereed lagen; maar het geen alle vermaak bedorf, +was de onmenschelykheid van Mevrouw GOETZEE, die, om de geringste +misslag, haare slaven deed zweepen: by voorbeeld, een jonge Neger, +JACKY genaamd, wierd, om dat hy de glasen niet naar haaren zin +gespoeld had, door haar veroeordeeld, om des anderen daags een zeker +getal zweepslagen te ontfangen; maar de arme keerel vond middel om zig +aan haaren wrevel te onttrekken. Dien zelfden avond nam hy afscheid +van alle de Negers op de Plantagie; vervolgens ging hy in het bed +van zynen meester leggen, nam de tromp van een jachtgeweer in zynen +mond, en den trekker met een der toonen van zynen voet overhaalende, +maakte hy op die manier een einde van zyn leven. Dit schot alles in +rep en roer gemaakt hebbende, werden twee groote Negers gezonden, +om te vernemen wat 'er gaande was, en zy vonden den jongeling dood +en mismaakt liggen op het bed, het welk geheel bebloed was. De beide +slaven gaven bericht van dit voorval, en kregen last om het lyk uit +het vengster te gooijen; maar noch de eigenaar, noch de eigenaresse, +en zelfs geen ander mensch, wilde, eer dat ik kwam, in de kamer gaan, +schoon dezelve anderzints aangenaam en gemakkelyk was. Het geen de +meesters van den huize in deeze omstandigheid het meest verschrikte, +bestond daar in, dat hun geliefd kind in dezelfde kamer sliep, waar +dit voorval gebeurde, maar zy stelden zig spoedig gerust, toen zy +vernamen, dat aan het zelve niets was wedervaren. + +Ik had nog geen veertien dagen op deeze Plantagie doorgebragt, toen +eene slavin, YETTEE genaamd, naakt wierd uitgekleed, en door twee +sterke Negers op eene verschrikkelyke wyze gegeesseld. De uitvoering +der straf geschiedde voor de deur van 't huis, en de ongelukkige had +de huid byna geheel ontveld. Haare misdaad bestond in gezegd te hebben: +"dat haare meesteresse eenige schulden had, zoo wel als zy". Vyf dagen +daar na verwierf ik echter, dat de ketenen, die men haar aan de voeten, +en boven de lendenen had vast gemaakt, wierden weggenomen: maar zekere +Mevrouw VAN EYS, voorgewend hebbende, dat deeze slavin haar onbeschoft +had aangekeken, was oorzaak, dat Mevrouw GOETZEE, in die zelfde week, +de kastyding liet herhaalen, en wel op zulk eene manier, dat ik niet +geloove, dat het arme schepzel 'er van heeft kunnen opkomen. + +In zoo veele onmenschelyke wreedheden een weerzin hebbende, verliet +ik Catwyk, in het vast voornemen, om het zelve nooit wederom +te zien. Niettemin was ik in gezelschap van den heer GOETZEE, op +verscheide andere Plantagien, aan de Rivieren Cottica en Pereca. Op +de Plantagie Alia, onder dit getal behoorende, haalde men my op eene +beleefde wyze over, om aan een meisjen, het welk geboren wierd, +een naam te geven, en ik noemde haar Charlotta; des anderen daags +morgens, onder het ontbyt, wierden alhier zeven Negers strengelyk +gegeesseld.--Ik begaf my vervolgens naar de Plantagie 's Gravenhage, +alwaar ik eenen jongen mulat, DOUGLAS genaamd, ontmoette, die geboeid +was, en ik herinnerde my met aandoening, dat zyn ongelukkige vader voor +deszelfs dood hem van de slavernye niet hadde kunnen bevryden. Door +zulk eene reize vermoeid zynde, kwam ik spoedig te Paramaribo te rug, +alwaar ik by myne aankomst vernam, dat LAURENS, de kamerdienaar van +den Colonel FOURGEOUD, overleden was, en dat men hem begraven had, +eer hy nog volkomen dood was.--Geduurende myne afwezigheid hadden +dertien van onze soldaten, om dat zy in een herberg beschonken waren +geraakt, door de spitsroeden geloopen, en stokslagen ontfangen. Zy +waren zoo afgerost, dat weinigen van hun in Europa te rug kwamen,--Men +had een Hollandsch matroos, en een jong meisjen van het geslacht der +Quateron-Negers, aan den oever der Rivier vermoord gevonden.--By myne +te rug komst, op het plein zynde gaan wandelen, wierd ik geroepen +door den ST--K--R, die my op de derde verdieping gebragt hebbende, +tot my zeide:--"zoudt gy wel gelooven, dat een van myne Negers laatst +van deeze hoogte afsprong, om eene geringe kastyding te ontgaan; +maar dewyl hy door zynen val slechts eene ligte bedwelming bekwam, +wreef men hem sterk aan de slapen van het hoofd, en hy kwam weder +spoedig by: toen, om hem te straffen, dat hy zyn persoon, die de +eigendom van zynen meester was, in zulk een gevaar gebragt had, en +myne vrouw had doen verschrikken, zond zy hem naar 't Fort Zelandia +om aldaar door een frisschen Spanso-bocko zyne misdaad te boeten". + +De kastyding, die deezen naam draagt, is een der verschrikkelykste; +zy wordt op de volgende wyze uitgevoerd.--Men bindt den veroordeelden +de handen, en laat hem de knien tusschen de armen doorgaan; men legt +hem vervolgens op de eene zyde, en houdt hem zoo als een hoen in +malkander gewonden, door middel van een paal, waar aan men hem vast +maakt, en die men in den grond steekt. In die gesteldheid kan hy zig +even min bewegen, als of hy dood was: dan slaat hem een Neger, met +een bos knobbelige tamarinde-takken gewapend, tot hy hem de geheele +huid heeft van een gereten; hy keert hem vervolgens naar de andere +zyde om, slaat hem op gelyke wyze, en de grond is op de straf-plaats +van het bloed doorweekt. Wanneer dit is afgeloopen, wascht men den +armen keerel, om de versterving van het vleesch voor te komen, met +citroen-sap, waar in buskruid ontbonden is. Na dit alles zendt men +hem naar zyn hok te rug, alwaar hy mag zien, hoe hy genezen wordt. + +Is het nu wel te verwonderen, ik moet het herhalen, dat de slaven +opstaan tegen meesters, die hen zoo wreed behandelen! + +De manier nog niet beschreven hebbende, op welke de muitende +Negerslaven de Plantagien aantasten, meene ik geene betere gelegenheid, +dan de tegenwoordige, daar toe te kunnen vinden. + +Na zig den geheelen nacht in de naby gelegene struiken verborgen +te hebben gehouden, komen zy, by het aanbreken van den dageraad +daar uit te voorschyn, vallen de Europeanen onverhoeds aan, en +vermoorden ze allen. Zy plonderen en verbranden vervolgens het huis +van den eigenaar. By het heengaan nemen zy alle de Negerinnen mede; +zy beladen dezelven met hunnen buit, en behandelen haar met de grootste +onbeschoftheid, indien zy den minsten tegenstand durven bieden. + +Ik zal de aandoenlykheid van den lezer door deeze treurige verhaalen +niet meer afmatten, hebbende ik hem 'er reeds te lang mede bezig +gehouden. Ik hoopte daar door de wreedaearts te doen bloosen, en de +zaak der menschelykheid te bevorderen. + +Ik heb reeds gezegd, dat ik, den 24sten Augustus, een verzoekschrift +aan den Gouverneur had ingeleverd, om mynen zoon vry te maken. Mitsdien +zag ik, den 8sten October, met zoo veel vreugde, als verwondering, +het volgende aangeplakt. "Indien iemand gerechtigd is, om zig te +verzetten tegen zeker gedaan verzoek, om de vryheid te bekomen voor +een kind, behoorende tot het geslacht der Quarterons, genaamd JOHN +STEDMAN, zoon van den Capitain STEDMAN, kan dezelve zig aanmelden +tot den 1sten January 1777.". Zoo dra ik dit bericht gelezen had, +liep ik naar den heer PALMER, om hem dit nieuws mede te deelen. Hy +verzekerde my, "dat dit eene enkele plechtigheid was, gegrond op de +veronderstelling, dat ik de noodige borgtocht bezorgen zoude, waar +op men ongetwyffeld staat maakte, overeenkomstig de vrypostigheid, +waar mede ik myn verzoekschrift aan den Gouverneur der Volkplanting +had ingeleverd". Niet in staat zynde een enkel woord uit te brengen, +ging ik naar JOANNA toe, die my al glimlachende antwoorde, dat ik aan +de vryheid van onzen zoon niet moest wanhoopen. In deeze oogenblikken +van neerslagtigheid verliet ik deeze beminnenswaardige vrouw nooit, +zonder dat zy my eenigen troost gegeven had. + +Byna op deezen zelfden tyd vernamen wy, dat in de Utrechtsche +nieuwspapieren een zeer scherp geschrift stond tegen den Colonel +FOURGEOUD, waar by men met het zenden van afgezanten, door hem aan de +Oucas- en Sarameca-Negers gedaan, den spot dreef. Schoon hy van die +zoogenaamde bondgenooten niets te verwagten had, en dat zyn volk op +dit oogenblik byna geheel versmolten was, wilde hy echter de geenen, +die nog gaan konden, niet geheel werkeloos laten. Hy kleedde derhalven +zyne soldaten op nieuw, (voor de eerste maal na het jaar 1772,) en hy +gaf hun nieuwe sabels, enz.; vervolgens zond hy hen om aan den mond van +de Cassipory-Kreek, aan het boveneinde van de Cottica te gaan legeren, +zynde alleenlyk door Onder-Officiers vergezeld; maar de Officiers +van hoogeren rang, kregen spoedig bevel om hen te volgen. Den 7den, +onthaalde hy ons ter maaltyd, en liet eindelyk een gebraden ossenharst +opdisschen, welke men hem van Amsterdam gezonden had, op zoodanige +wyze gereed gemaakt, als ik reeds beschreven heb. Op het nagerecht +zag ik eene vrucht, die men in Surinamen noemt Kaneel-appel, aan een +boompjen groeit, en in de tuinen van Paramaribo, meenig-werf gevonden +word. Dezelve is met een zoort van groene schubben geheel bedekt, +en gelykt naar een jonge artichok. + +De schil van deeze vrucht is byna een halve duim dik. Het vleesch +smaakt als dikke room, waar in aangebrande suiker geroerd is. Het +is zoo zoet, dat zommige lieden het al te laf oordeelen. Derzelver +breede, harde en zwarte zaaden zitten in dit vleesch. + +My hebbende gereed gemaakt om weder eenen dadelyken dienst te beginnen, +en daarenboven eene groote meenigte wyn, sterke dranken, en allerleije +zoorten van ververschingen, my door myne vrienden toegezonden, +ontfangen hebbende, beval ik JOANNA, en mynen zoon, aan de zorge +van de goede Mevrouw GODEFROY aan. Dit was dus de zevende veldtocht, +die thans een aanvang nam: ik verlangde de onderneming, welke wy met +eenen zoo standvastigen yver voortzetteden, zoo mogelyk, tot genoegen +van de inwooners deezer Volkplanting te doen afloopen. Ik bevond my +toen zoo wel, ik was zoo opgeruimd van geest en wel gemoed, als op +den dag zelven, toen ik, met de krygsbende van den Colonel FOURGEOUD, +op het vaste Land van America ontscheepte. + + + +AGT-EN-TWINTIGSTE HOOFTSTUK. + +De Muitelingen trekken de Rivier Maroni over.--Derde tocht +naar Gado-Saby.--De Land-Scorpioen.--Verscheiden zoorten van +timmerhout.--Boom, welke een vrucht voortbrengt, de Marmelade-doos +genaamd.--Het aankweeken van Ryst.--Buitengewone hitte, die alle de +moerassen opdroogt.--De Oppossum van het vrouwelyk geslacht.--De +Brazilsche Wezel.--De Miereeter.--De Tamandua.--Hout-luizen en +vliegende luizen.--Tafereel van ellende en sterfte.--De Vrede aan de +Volkplanting bezorgd.--De Poelsnip.--De Lepelgans, en de Brazilsche +Ojevaar.--Wilde Eendvogels van verschillende zoorten. + +Den 10den November, begaf ik my, in een talryk gezelschap, met een +vaartuig naar de legerplaats aan de Cassipory-Kreek. Des anderen daags +was de geheele Volkplanting met rook overdekt, dewyl de bosschen aan +het zee-strand in brand geraakt waren, zonder dat men 'er de reden van +konde opsporen. Op de reize ontmoetten wy een hoop krygsvolk, onder +bevel van den Colonel TEXIER, die van Vrydenburg, aan de Maroni-Kreek, +te rug kwam. Deeze Officier verzekerde ons, dat de muitelingen, na den +gevoeligen neep, dien wy hun door het inneemen van Gado Saby hadden +toegebragt, die groote Rivier overvluchtten, en by de Franschen, in +Caijenne wonende, eene schuilplaats vonden. Hy voegde 'er by, dat hy +van hun eene vrouw gevangen had, en de Lieutenant KEEN twee mannen, +na 'er verscheiden gedood te hebben; dat de beide nieuwe compagnien +van vrywillige Negers de eer van hunne vaandels, door hun met groote +staatsie van den Gouverneur ontfangen, ophielden, door het medebrengen +van gevangenen, welken zy aan het strand agter Paramaribo gemaakt +hadden; dat zy by deeze gelegenheid geholpen waren geworden door de +Indianen, die vrywillig gestreden hadden, en meer dan eenmaal op die +zelfde plaats den vyand afbreuk hadden gedaan. Alles deed zig dus +aan ons voor, om onze onderneming met eenen goeden uitslag bekroond, +en de rust in de geheele Volkplanting hersteld te zien. + +De Plantagie Saardam, die toen aan den Colonel DES BORGNES, uit hoofde +van zyn huwelyk, toebehoorde, op onzen weg liggende, hielden wy daar +stil. Ik vond 'er eenen Americaanschen matroos, welke melasse, of +suiker-syroop, inlaadde. De bekwaamheid van den nieuwen Planter en +zynen Opzichter willende beproeven, haalde ik deezen matroos over, +om twee kruiken kill-devil (by de Hollanders genoemd kelduivel,) +die op deeze Plantagie gemaakt was, te kleuren, en te verzekeren, +dat hy dezelve als rhum van Antigoa aanbragt. Hy deed het geen ik +hem zeide. Men vond zyne zoogenaamde rhum uitmuntend; men maakte 'er +punch van voor het geheele gezelschap, en men gaf hem wederkeerig zes +andere kruiken van die zelfde kill-devil. De Americaan beloofde my +die insgelyks te zullen kleuren; en hy hoopte zyn vaartuig boordvol +geladen te hebben, voor zyn vertrek van Paramaribo. Zoo veel vermogen +heeft het vooroeordeel in alle Landen. + +Wy verlieten de Plantagie Saardam, alwaar wy volmaakt wel ontfangen +waren, en wy kwamen den 13den, zonder het ontmoeten van eenig onheil, +op onze legerplaats by de Cassipory-Kreek aan de Cottica. Geene +schoenen, noch koussen aan hebbende, wierd ik byna gestoken door een +Land-Scorpioen, toen ik myne voeten aan den wal zette. Dit insect +heeft de grootte van eene kleine kreeft. Zyn lyf, zynde van eene +eyronde gedaante, en van eene roetkleur, is met beweegbaare ringen +bedekt. Hy heeft agt pooten, welke in geleden verdeeld zyn. Twee +armen, insgelyks in geleden verdeeld, komen uit zyn kop, en schynen +een gedeelte van zyn lyf uit te maken. Zyne oogen zyn zoo klein, +dat men ze naauwlyks zien kan. Zyn staart heeft zeven klootvormige +verdeelingen, naar koraalen van glas gelykende, en eindigt met een +dubbele ring. Het wyfje kronkelt dezelve op haaren rug in elkander, om +haare jongen voor de aanvallen van andere insecten te beveiligen. De +steek van den Land-Scorpioen is niet doodelyk, maar veroeorzaakt eene +stekende pyn en koorts. Men zegt, dat hy van huid verandert, even als +de krabben van schelp veranderen. Men vindt hem meestael op oude boomen, +oud huisraad, en ook dikwils onder het vuilnis, en in het drooge gras. + +Onder de ongelukken, welken ik hier zag, moet ik niet vergeten het +verlies van eenen zee-soldaat, die, zig in de Rivier badende, door +eenen grooten Kayman eensklaps wierd naar den grond getrokken. Zoo +dra ik zyn ongeluk bemerkte, ontkleedde ik my, sprong oogenblikkelyk +in het water, en droeg zorg, dat ik altyd het eene been in beweging +hield. Met dit al, ik vond niet den geen, dien ik zogt, en liep zelf +groot gevaar. Ik had door eenen Neger eene lange roeyriem in een +lynregten stand doen houden, ten einde ik my daar aan vast hield, +en hy dezelve, wanneer ik 'er op sloeg, naar zig toe zoude haalen; +maar de Neger, my kwalyk begrypende, maakte met die roeyriem zulk +eene geweldige beweging, dat ik naar den grond zonk. Ik kwam niet +weder boven, dan omtrent in het midden van den stroom, en bereikte +den oever niet dan met zeer veel moeite. + +Den 20sten, bevel ontfangen hebbende om naar Gado-Saby te trekken, +vertrok ik des morgens ten zes uuren, aan het hoofd van twee +Lieutenants, drie Sergeanten, zeven Corporaals en vyftig soldaten, +zonder een Heelmeester en den Neger, GOOSSASY, dien wy in drie of vier +uuren kwyt raakten, daar by te rekenen. Wy sloegen ons neder aan de +oevers van de zelfde Cassipory-Kreek, zonder meer dan zes mylen ten +westen van derzelver mond te hebben kunnen voorwaarts komen. + +Den 21sten, vorderden wy zeven of acht mylen noordwaarts, en wy vonden +geen enkelen drop water, om den hevigen dorst te lesschen, die ons +allen verslond. Wy waren te midden van het saisoen van droogte, +waar van de hitte dit jaar brandender was, dan ooit. + +Toen onzen weg veranderd, en denzelven noord-oost-waarts genomen +hebbende, doorwaadden wy, des morgens van den 22sten, het moeras; +en tegen den middag bereikten wy wederom het drooge; vervolgens, +na nog een uur te zyn voorwaarts getrokken, gingen wy naar den +westkant. Wy ontmoetten aldaar een groot veld, met ignames beplant, +het welk wy verwoestten. Dit gedaan hebbende, trokken wy lynrecht +voort, en sloegen ons neder op het oud verblyf der Negers, Cofaay +genaamd. Het gebrek aan water deed ons verschrikkelyk lyden. De +slaven echter vonden middel, om ons hier water te bezorgen; en hoe +stinkend het ook wezen mogt, dronken wy het zelve, na het door onze +hembds-mouwen te hebben laten doorloopen. + +In weerwil van de onaangenaamheden van deezen tocht, onderzocht ik +de volgende boomen, door my nog niet beschreven: de Carnavatepy en +de Berklack, waar van het hout zeer dienstig is. Het eerste heeft +heerlyke zwarte en bruine streepen: het gelykt zeer veel naar het geen +men Brasilisch hout noemt; en wanneer het bewerkt wordt, verspreidt +het een geur, welke voor die van den nagelbloem niet behoeft onder +te doen. Het tweede heeft eene bleek ronde of violet kleur; het +is insgelyks geschikt tot alle werk, waar toe men het gebruiken +wil. Men bood my ook een zeer zonderling zoort van vruchten aan, +genaamd de Marmelade-doos. Dezelve heeft de gedaante van een grooten +appel, maar een weinig meer ey-rond, en geheel met dons bedekt. In +'t begin is deeze vrucht groen, maar ryp wordende, wordt zy bruin. De +schil is hard, en door eene zekere beweging scheidt zy zig in tween, +even als een noot. Het vleesch of merg koomt dan te voorschyn, +gelykende naar dat van een mispel: het is eene zoete en bruin-kleurige +zelfstandigheid, die aan groote pitten vast zit; de inwooners zuigen +dezelve met graagte uit. Het spyt my, dat ik van den boom, die deeze +vrucht voortbrengt, en van wien dezelve haaren naam ontleent, geene +beschryving geven kan. + +Den 23sten, trokken wy ten westen van Cofaay, in de hoop om het een +of ander van den vyand te vernemen. Wy volgden een voetpad, loopende +dwars door bebouwde landen, en met den weg gemeenschap hebbende: +wy ontdekten verrukkelyke gezichten; maar wy ontmoetten niets anders +dan een grooten hoop wilde varkens, wier geknor en geraas op den weg +ons, eer wy ze gezien hadden, hen deed houden vooreen afgezonden hoop +muitelingen, en wy maakten ons gereed om dezelven wel te ontfangen. + +Tegen den middag kwamen wy weder te Gado-Saby, alwaar wy, naauwlyks +nedergezeten zynde, om van de vermoeienis van onzen tocht een weinig +uitterusten, in ons midden zagen verschynen eenen ouden Neger, hebbende +een langen witten baard, en een stuk van een sabel in de hand. Ik stond +dadelyk overeind, en aan een ieder, wie hy ook wezen mogt, verbiedende +op hem te schieten, zeide ik hem dichter by te komen, hem verzekerende, +dat niemand van de geenen, die onder myn bevel stonden, hem zoude +durven mishandelen, en dat ik hem zelfs alle hulp zoude toebrengen, +die hy benoodigd mogt hebben.--"Neen, neen, Massera! antwoordde hy my +met zeer veel standvastigheid"; en met het hoofd schuddende, liep hy +weg. Onaangezien myne beveelen, wierd door twee van myne soldaaten op +hem geschoten; maar tot myn groot genoegen raakten zy hem niet. Deeze +elendige omzwerver zogt een onzeker bestaan in die verlatene velden, +welken wy meer dan eens verwoest hadden.--De reden, waarom de Negers +zoo moeielyk met een kogel te raken zyn, bestaat hier in, dat zy +nooit in eene rechte lyn, maar altyd kronkels-gewyze, loopen. + +Overeenkomstig myne beveelen, verwoestte ik Cofaay, en deszelfs omtrek, +op nieuw, maar het deed my echter leed, om des ouden Negers wille. Na +het om ver hakken van verscheiden catoen-boomen, bananen-boomen, +althaea-planten, duiven-boonen, Indisch koorn, ananassen en ryst, +die grootendeels zedert de eerste aldaar door ons gedaane verwoesting +waren opgeschoten, konde ik niet nalaten, om voor eene kleine hut, +in welkers nabyheid heete asch en bananen-schillen lagen, een weinig +scheeps-bischuit, een groot stuk gezouten ossen-vleesch, en een fles +nieuwe rhum agter te laten, voor den ongelukkigen, die aldaar zyn +verblyf hield. Vervolgens sloegen wy ons andermaal op de vlakten van +Cofaay neder. + +Zoo dikwerf gesproken hebbende van velden met ryst bezaaid, verwagt +de lezer waarschynlyk eenige byzonderheden omtrent derzelver +aankweking. De plant, die het graan van deezen naam voortbrengt, +heeft, schoon sterker zynde, vry wat gelykheid met het koorn. Zy +brengt holle gegroefde stammen voort, op zekere afstanden knoopen of +knobbels hebbende, en zig tot de hoogte van vier voeten verheffende. De +bladeren zyn rank, even als van het riet. De zaden zyn ten naasten +by op dezelfde wyze gerangschikt, als de garst, en groeijen aan +halmen, langs welken zy beurtelings geplaatst zyn. De oriza of ryst, +heeft hitte en vocht noodig. De ryst-korrels zyn langwerpig rond; +de beste zyn wit, doorschynend en hard. De nuttigheid van de ryst +is zoo over bekend, dat ik 'er niets anders van zeggen zal, dan dat +dezelve voorkwam, dat onze arme soldaten niet van honger stierven, +voornamelyk in Augustus 1775, toen zy voor een geheel rantsoen daags +niet meer hadden, dan een scheeps-bischuit, en drie koorn-airen van +Indisch graan, voor vyf mannen. + +Mynen last toen volkomentlyk ter uitvoer gebragt hebbende, hernam ik, +met myne manschappen, den weg naar de Cassipory-Kreek, trekkende +door de verwoeste velden van Gado-Saby die niets anders dan eene +dorre woestyn vertoonden. Wy gingen vervolgens zuid-oostwaards, +daar na geheel en al zuidwaarts, en hingen toen onze hangmatten in +de nabyheid van onze eerste legerplaats op. Het is opmerkelyk, dat +alle de moerassen door de buitengewoone hitte waren uitgedroogd; en +tevens was de stank, die door eene meenigte van visschen, voornamelyk +tot het zoort van de Warappa's behoorende, welke by het afloopen +van het water gestorven waren, wierd opgegeven, aller ongezondst +en ondraaglykst. Onze slaven echter zogten de minst bedorvene van +deeze visschen uit; des avonds lieten zy ze in de pan bakken, en aten +dezelven als een lekker beetjen. + +Des anderen daags morgens, trokken wy verder zuidwest-waarts +ten westen, en hielden omtrent vier mylen van de Cassipory-Kreek +stil. Den 26sten, onzen weg zuid-zuid-westwaarts nemende, kwamen wy +in het hoofd-kwartier, zeer vermoeid, zeer vermagerd, en ik had zelf +de roos in het aangezicht. Ik stelde myn dagverhaal ter hand aan den +Lieutenant Colonel DES BORGNES, die het bevel voerde. + +Een hoop van vyftig soldaten wierd, den 27sten, naar den post van +Jerusalem, en deszelfs omtrek, op kondschap uitgezonden, en den 6den +December, kwam de zoo lang verwagte versterking, uit drie honderd +vyftig mannen bestaande, in de Rivier Surinamen aan; zy hadden, van +hun uitzeilen uit Holland af gerekend, de reize gedaan in agt-en-zestig +dagen, maar 'er vyftien van te Plymouth doorgebragt. + +Wy vernamen toen, dat Capitain JOACHIM MEIJER, die eene aanzienlyke +somme gelds voor ons volk aan boord had, door de Mooren genomen was +geworden, en met alle zyne scheepsgezellen te Marocco opgebragt, +alwaar zy slaven van den Keizer wierden:--dat het Schip Paramaribo, +Capitain SPRUIT, (een van de geenen, waar in men in het begin van +de maand Augustus de zieken inscheepte,) in het Kanaal op de klippen +van Ouessant schipbreuk had geleden; maar dat, met behulp van eenige +Fransche visschers, allen, die zig aan boord bevonden, gered en naar +Brest gebragt waren, van waar zy wederom naar Texel inscheepten:--dat +de Prins van Orange, uit weldadigheid en menschlievenheid, onder de +Officiers en soldaten, ten getale van meer dan honderd, de navolgende +sommen gelds had laten uitdeelen, namelyk, omtrent veertig guldens +aan elken soldaat, zes honderd aan elken Lieutenant, agt honderd +aan elken Capitain, en duizend aan den Major MEDLAR, die het bevel +voerde. Alle de geschenken, welken ik aan myne vrienden in Europa +gezonden had, waren op dien zelfden bodem, en alzoo, tot myn groot +hartzeer, verloren geraakt. + +Zedert meer dan een maand had ik tot myne woonplaats niets anders, +dan eene slechte hut, voor regen en wind bloot staande. Doch thans +vernomen hebbende, dat, in weerwil van de aangekomene versterking, +men ons bestemd had, om ons eenigen tyd in de bosschen te blyven +ophouden, het geen aan veelen van ons volk zeer leed deed, begon +ik, den 1sten December, om zonder hamer, of spykers, voor my eene +wooning te laten bouwen, die in zes dagen was afgemaakt, schoon twee +verdiepingen, eene overdekte gaandery met een hek, en eene kleine +keuken hebbende. Dicht daar by was een tuin tot myn gebruik, alwaar +ik op jong plantsoen, de namen van JOANNA en JOHNNY sneed. Tot gebuur +had ik mynen vriend den Capitain BOLTS, die een geyt had, waar van de +melk ons van groot nut was. Anderen hielden eendvogels en hoenderen; +maar de laatstgemelde hadden geene haanen; men was bevreesd voor hun +gekraay, en had dezelven gedood. Alle onze Officiers eindelyk bouwden, +aan den oever, eene reije van zeer zindelyke wooningen; aan de overzyde +had men meer dan honderd hutten, (die toen allen groen waren,) voor het +nieuwe krygsvolk opgericht, en het geheel maakte eene fraaije straat, +waar van niettemin de bewooners een zeer slecht voorkomen hadden. + +Het was aan myne wooning merkwaardig, dat men 'er door het dak +inkwam. Door dit middel zag ik my ontheven van alle die aanloopende +bezoeken, die myn voorraad uitputten, en my meenigmaalen hinderden, +wanneer ik met teekenen, schryven of lezen bezig was. Onze legerplaats +was daarenboven zeer aangenaam. Wy waaren op eene hoogte, alwaar +wij van de schadelyke dampen, die aanhoudend uit den grond opkomen, +en elders een groot getal manschappen hadden doen sneven, niets te +vreezen hadden. + +Geduurende de zeer korte oogenblikken, dat ik hier eenige rust had, +maakte ik in het klein, op een plank van agtien duimen lengte en +twaalf duimen breedte, de boeren-wooning, welke ik aan de Hoop bewoond +had. Ik gebruikte daar toe insgelyks takken van Latanus-boomen, en +elk beschouwde het als iets, dat zeer merkwaardig was. Ik gaf het +ten geschenke aan mynen vriend den heer DE GRAAF, die het vervolgens +in zyne verzameling van zeldzaamheden te Amsterdam plaatste. Dewyl ik +thans van dit onder werp spreeke, zal ik aan den lezer een gezicht van +beide myne wooningen aanbieden, de eene aan de Hoop, alwaar ik zulke +gelukkige dagen doorbragt, de andere slechts voor een korten tyd, zoo +als wy die in de bosschen bouwden, om aldaar voor het slecht weder +beveiligd te zyn. De eerste kan beschouwd worden als het zinnebeeld +van huisselyk geluk; de tweede als het zinnebeeld van allerleije +vermoeijenissen en gevaaren. + +Het regen-saisoen onverwagt zynde opgekomen, handelde het krygsvolk +der Societeit van Surinamen, dat aan de Wana-Kreek lag, verstandig +met op te breken, en trok den 26sten voor by onze legerplaats, de +Cottica afzakkende, om zig naar de Plantagien aan de Pereca-Kreek te +begeven. Intusschen waaren wy verwezen, om in deeze legerplaats aan de +Cassipory-Kreek gebrek te lyden, terwyl de Colonel FOURGEOUD zig zeer +gerust op Paramaribo bevond. De Officiers van dit volk berigtten ons, +dat eenige andere muitelingen, aan den kant van de Rivier Maroni, +gevangen genomen waren. Wy behaalden zulk een voordeel niet, schoon +wy van alle kanten geduurig ronden deeden. + +Den 29sten, eindelyk, wierpen zes schepen, beladen met een gedeelte +van het krygsvolk, het welk uit Holland was aangekomen, het anker +tegen over onze legerplaats. Ik kon niet nalaten de ongelukkigen, die +zig met ons vereenigden, te beklagen, en dit was niet zonder reden, +dewyl verscheiden van hun reeds door de scheurbuik, en andere akelige +ziekten, waaren aangetast. Intusschen bouwden wy een oven van steen, +en deeden al wat wy konden, om hun hulp te verschaffen. Een zekeren +voorraad van wyn ontfangen hebbende, onthaalde ik tevens alle de +Officiers; maar deezen drank den Capitain P----T naar het hoofd +gevlogen zynde, daagde hy my, wegens een kwalyk verstaan, tot een +tweegevecht uit. Wy gingen dus een weinig ter zyden van de legerplaats; +en toen wy den sabel in de hand hadden, trok deeze Officier af met een +schaterenden lach, wierp zyn wapentuig weg, en zeide my: "Dat ik hem +konde afrossen, zoo ik wilde; maar dat hy te veel achting voor my had, +om my den minsten tegenstand te kunnen bieden", en daarop omhelsde hy +my hartelyk. Ik deed hem een vriendelyk verwyt, en bragt hem weder by +het gezelschap, met het welk wy het oude jaar vrolyk ten einde bragten. + +Op nieuwe jaars dag van het jaar 1777, gingen wy onze gelukwenschingen +by den bevelhebbenden Officier afleggen; en, onder weg, vertoonde men +my de Philander, of de Oppossum van Mexico, alhier Awary genaamd. Het +was een wyfje, welke men met haare jongen levendig gevangen had. + +Ik heb reeds van de Oppossum gesproken; ik zal my dus hier alleenlyk +met die byzonderheden bezig houden, welke ik in het thans aan my +vertoonde dier opmerkte; zy zullen zelfs zeer weinige in getal +zyn, want het dier bevond zig op den bodem van eene ledige kist; +en vreezende door het zelve gebeten te worden, dorst ik het 'er +niet uit haalen. Zoo groot zynde als een Noorweegsche rot, was +deeze Oppossum mitsdien veel grooter, dan die ik bevorens in dit +werk beschreven heb. Derzelver hair had eene geelachtige gryze kleur +op den rug, en eene vuile witte kleur onder aan den buik en aan de +pooten. Haare bek was voorzien van lange knevels en minder puntig, +dan de andere Oppossum. Een zwarte kring liep rondom haaren oogbol; +de oogen waaren wel niet zwart, maar stonden zeer levendig. Haare +staart was uittermaten lang, dik, van zwaar hair voorzien, vooral +ter plaatse waar dezelve aan het lyf vast is, en diende haar tot een +aanvallend wapentuig. Deeze Oppossum had onder den buik een zak, +van een plooy of kreuk in de huid gemaakt, en van buiten zoo wel +als van binnen hairachtig. Haare jongen, ten getaale van vyf of zes, +kwamen 'er nu en dan uit, wanneer de moeder zig stil hield; maar op +de minste beweging of het minste gerucht, begaven zy 'er zig weder +schielyk in. Met dit arme dier, het welk men reeds lang gekweld had, +medelyden hebbende, deed ik de kist op zyde tuimelen. Toen ontsnapte +de gevangene met haare jongen, en klauterden allen gezwindelyk op den +top van eenen hoogen boom, staande in het gezicht der wooning van den +Colonel SEYBOURG. De moeder maakte zig vervolgens met haare staart aan +een van de takken vast; maar dewyl dit zoort van dieren het gevogelte +vernielt, deed de Colonel, voor zyne hoenderen bang zynde, op haar en +haare jongen schieten. By het geen ik gezegd heb, moet ik nog voegen, +dat de gezwindheid van deeze Oppossum my des te meer verwonderde, +om dat verscheiden Schryvers die hoedanigheid in dezelve ontkennen. + +Onder de vernielers van het gevogelte, vindt men ook een ander dier, in +dit Land bekend onder den naam van Quacy-Quacy, door zommige persoonen +genoemd het Indisch Konyn, maar zynde in de daad de Coati-moudi, of +het Brazielsche wezeltje. Men vergelykt hem zeer voegzaam met de Vos; +want zoo wel als hy genoegzaame kragten heeft, om een kalkoen of een +gans weg te nemen, is hy ongemeen behendig. Dit dier is zomtyds by +de twee voeten lang. De gedaante van zyn lichaam is als die van een +hond. Deszelfs hair is gewoonlyk zwart, of liever donker bruin; maar +verscheiden van dat zoort hebben het zelve van eene blinkende roode +kleur. Hy heeft eene lange dik gehairde staart, met zwarte streepen als +ringen, en van eene donkere buffels kleur: hy houdt dezelve doorgaans +in de hoogte. Het hair van de borst en van de buik van den Coati is van +eene vuile witte kleur. Zyn kop, van eene helder bruine kleur, heeft +lange kakebeenen, en een zwarte varkensmuil, die by de twee duimen +overhangt, zig in de hoogte opstroopt, de vertooning maakt van een +krom gebogen en opgeheven bek, en beweegbaar is even als die van den +Tapira. Zyne oogen zyn klein; zyne ooren kort, rond, en van wederzyden +door een diep bindzel aan den bek vast zittende. Zyne pooten zyn kort, +en voorael de voorpooten; dezelve eindigen met zeer langwerpige voeten, +verdeeld in vyf klauwen, met sterke nagels gewapend. Schoon de Coati, +even als de beer, altyd op de hiel loopt, en zig op de agterpooten +staande houdt, is 'er geen dier, (den aap uitgezonderd,) dat met meer +gezwindheid de boomen opklimt. De vogelnesten, met al wat 'er in is, +zyn aan zyne vernielingen bloot gesteld. Hy plundert voornaamlyk de +hoender-hokken; en dienvolgende stelt men alles te werk om hem uit +te roeijen. + +Alvoorens de Surinaamsche bosschen te verlaten, moet ik nog een +ander dier beschryven, het welk dezelven bewoont, en voornamelyk van +mieren leeft; het is de groote Mier-eeter, de mier-eetende Beer, of +de Mieren-Leeuw; Ofa Palmera by de Spanjaarden genoemd. Het lyf van +dit dier (twee maalen grooter zynde, dan dat van den Coati-moudi,) +is overdekt met lange en dikke hairen, zwart op den rug en aan den +buik, grys of witachtig geel aan den hals en in de zyden. Zyn kop +is niet zeer dik, maar uittermaten langwerpig, en eindigende met een +grooten bek van eene helder roode kleur. Zyne oogen zyn zeer klein; +zyne ooren kort en rond; en zyn mond, die geene tanden heeft, is niet +grooter dan noodig is, om zyne tong te kunnen bevatten. Zyne staart +is van eene verbaazende grootte, en van zeer lange hairen voorzien, +welke dezelven naar die van een paard doen gelyken. Het dier bedient +zig van deeze buitengewoone staart, om zyn lyf te dekken, wanneer hy +slapen wil; het geen hy doorgaans over dag doet, wanneer hy zig voor +den regen wil beveiligen. Anderzints sleept hem dezelve agter aan, +en hy veegt 'er den grond mede. Hy heeft dunne pooten, maar met zeer +lange hairen overdekt; de agterpooten zyn zwart, korter, en eindigen +met vyf klaauwen; de voorpooten hebben eene vuile witte kleur, maar +eindigen alleen met vier klaauwen, waar van de twee middelste langer +zyn, dan de andere; allen zyn ze met zeer scherpe nagels gewapend. + +De groote Mier-eeter is, een slecht looper. Hy zet zig altyd op het +achterste van de langste zyner pooten, even als de Coati, of de +Beer; maar hy klautert beter; en hy is zoo sterk in het vechten, +dat geen hond zig aan hem durft wagen; want geen dier, dat onder +zyne voor-klauwen koomt, en zelfs de Jaguar, of de Guiaansche Tyger, +wordt door hem los gelaten, dan wanneer hy hem dood gemaakt heeft. Zyn +voedzel, zoo als if gezegd heb, bestaat, voornamelyk in mieren, welken +hy op de volgende wyze vangt:--Wanneer hy by een mieren-nest koomt, +steekt hy zyne tong uit, die by de twintig duimen lang is, en zeer veel +gelykheid op een worm heeft; door eene slymige stoffe, of speekzel, +bevochtigd zynde, blyven de mieren 'er in een groot aantal aan hangen; +de mier-eeter haalt vervolgens zyne tong in zynen bek te rug; en hy +herhaalt deeze bewerking, zoo lang nog eenige van deeze insecten in +hunnen schuilhoek overig zyn; daar na gaat hy elders zoeken, om het +zelfde zoort van voedzel op gelyke wyze naar zig te nemen. Hy klautert +ook op de boomen, om aldaar houtluizen en wilden honig te eeten; maar +indien hy het noodige voedzel voor zig niet vindt, kan hy een langen +tyd vasten, zonder daar van het geringste ongemak te ondervinden. Men +zegt, dat men dit dier kan tam maken, en dat hy, in dien huishoudelyken +staat, kruimels brood, en zeer kleine stukjens vleesch doorslikt; +men beweert bovendien, dat zyn vleesch aan de Indianen en Negers +een goed voedzel verschaft; ik heb de laatstgemelden ten minsten het +zelve met smaak zien eeten. Eenige mier-eeters zyn niet minder dan +agt voeten lang, van den kop tot de staart gerekend. + +In Surinamen vindt men ook een dier van het zelfde zoort, Tamandua +genaamd: maar hy is kleiner en zeldzamer. Hy verschilt van den +bovengenoemden daar in, dat hy twintig klaauwen heeft, den kop naar +evenredigheid grooter, de staart kleiner, en afgedeeld door zwarte +streepen, en van eene bleek geele kleur. 'Er is ook nog een derde +zoort, welk dier insgelyks den naam van Mier-eeter draagt; maar ik +heb hem nooit gezien. + +Den 3den kwamen zes andere vaartuigen van Paramaribo aan; zy waren +geladen met soldaten, die het getal van drie honderd vyftig mannen, +uit Holland gezonden, volkomen uitmaakten. Vernomen hebbende, dat +onder deeze nieuw aangekomenen zig bevond een Capitain, CHARLES SMALL +genaamd, die onder de Schotsche Brigade gediend, en met den Vaandrig +MACDONALD geruild had, zakte ik dadelyk in een kano de Rivier af, om +deezen Officier op te zoeken, en hem mynen dienst aan te bieden. Ik +was naauwlyks op zyn vaartuig gekomen, of ik zag hem aan eene heete +koorts in zyne hangmat ziek leggen. My niet herkennende, uit hoofde van +myn plunje, die niet veel beter was, dan van den gemeensten matroos, +vroeg hy, wat ik begeerde; maar wanneer hy in my zynen ouden vriend +STEDMAN herkende, in eenen zoo verschillenden staat, als hy hem voor +deezen gekend had, drukte hy my de hand, en smolt in tranen weg, +zonder een enkel woord uit te brengen. Deeze aandoenlyke beweging, +waar door zyne ziekte verergerde, gaf my een sterker bewys van zyne +vriendschap voor my, dan eenig gesprek zoude hebben kunnen doen. Ik +nam hem derhalven in myne kano, en bragt hem in myne hut, alwaar men +veel moeite had, om hem door een gat, het welk men opzettelyk maakte, +te doen binnen treden, want het gat in het dak konde alleenlyk voor +my tot een ingang dienen. Zyne hangmat dicht by de myne hebbende doen +ophangen, liet ik water koken, waar in ik rhum, suiker en een weinig +bischuit deed; de zieke nam deeze soup, en van dit oogenblik aan wierd +hy beter. Hy verhaalde my, dat een van zyne soldaten in den overtocht +verdronken was, en dat wanneer de Colonel FOURGEOUD aan de nieuwlings +ontscheepte Officiers een dans-party gegeven had, op welke een van zyne +koks en twee soldaten de plaats van Musikanten vervulden, hy aldaar, +door te veel te danssen, zig zyne ziekte had op den hals gehaald. + +Korten tyd daar na, verscheen de Colonel zelf in de legerplaats, +en kondigde ons aan, dat door de aankomst van nieuwe Officiers, +verscheiden onder ons hunnen rang in het Regiment en in het +leger verloren: dit was de belooning voor allerleije zoorten van +vermoeijenissen, gevaaren, en onaeangenaamheden, geduurende vier +jaaren lang in eene verzengde luchtstreek. Om de maat van ellende +vol te meten, gelastte men ons, in plaats van ons naar Europa te rug +te roepen, om in de bosschen van Surinamen te blyven, en aldaar de +geenen, die ons moesten vervangen, in den dienst te onderrigten. + +De post van Majoor wierd my toen opgedragen. Dezelve was zeer +onaeangenaam: men moest dagelyks soldaten kastyden, die om hunnen honger +te stillen, het magazyn beroofden; want hun ontbrak brood eene geheele +week lang, dewyl de oven reeds was afgebroken. Een van deeze arme +keerels wierd byna tot den dood toe gegeesseld, om dat hy een gerookte +worst ontvreemd had van den Colonel, die nooit vergat, om ten minsten +zes sterke Negers te beladen met allerleije zoorten van gezouten kost, +thee, koffy, suiker, Madera-wyn, brandewyn, genever, enz. + +Den 8sten, kwam eindelyk een vaartuig aan, niet alleen gezouten vleesch +en bischuit in hebbende, maar ook een levendige os en twee varkens. + +Deeze dieren waren een geschenk van zekeren Colonist, FELMAN genaamd, +die door zyne vrouw en eenige vrienden vergezeld zynde, den Colonel +een bezoek kwam geven. De varkens en de os wierden dadelyk geslagt, +en onder vier honderd menschen verdeeld, zoo dat men gemakkelyk kan +naargaan, dat ieders rantsoen niet zeer groot geweest kan zyn. Na deeze +uitdeeling, bezichtigde het geheele gezelschap onze onderscheidene +woningen. Aan de myne gekomen zynde, wandelde de Colonel dezelve +rond; maar geen deur ziende, riep hy uit: "Is hier niemand in?" Ik +stak oogenblikkelyk myn hoofd door het gat in het dak, en bood de +vrouwen aan, om door het zelve by my in te komen; maar zy bedankten +'er beleefdelyk voor. Ik heb den Colonel nooit zoo hartelyk zien +lachen. Zoo dra hy spreken kon, riep hy uit: Men moet STEDMAN zyn!--Men +moet zoo origineel zyn, als hy. Hy bragt vervolgens het gezelschap +weder in zyne woning; maar vooraf noodigde hy my, om hem aldaar te +volgen.--Toen de Capitain SMALL en ik van daar heen gingen, deeden wy +eene wandeling in eene fraaije Savane, alwaar wy eene hut van takken +van boomen hadden opgericht, waar aan wy den naam gaven van Ranelagh, +en wy namen aldaar van tyd tot tyd eenige ververschingen van koud +eeten, waar door myn voorraad schielyk op geraakte. Wy moesten dus by +vervolg van ons rantsoen leven; maar SMALL had toen het genoegen te +zien, dat zyne medgezellen van gelyken deeden. Deeze, niet gewoon zynde +aan het zuinig leven, het welk in onze bosschen zoo noodzakelyk was, +hadden van hun meel puddings gemaakt, en zagen zig toen gedwongen, +om scheeps-bischuit te eeten. + +Den 12den, kregen honderd vyftig mannen van het nieuwe krygsvolk bevel, +om op te trekken. Elk hunner was, behalven met zwaare kleederen, met +een hangmat en een zeer zwaar randsel beladen. Myn vriend SMALL was +onder dit getal; hy was zeer dik, en zoo verzwakt, dat hy naauwlyks +gaan konde. Ik deed dit aan den Colonel opmerken, die hem veroorloofde, +om zig voor een gedeelte van dien toestel te ontlasten. + +Alles op die wyze in gereedheid zynde, nam deeze hoop krygsvolk haaren +weg rechts af, en, vertrok met den Colonel FOURGEOUD aan het hoofd, +om zig naar de Rivier Maroni te begeven. + +De Colonel was in dit oogenblik ten mynen opzigte wel zoo beleefd, +als ik hem verlangen konde, maar de rechtvaardigheid dwingt my te +verklaaren, dat hy in alle andere opzigten zoo heerschzuchtig en +onmeedogend was, als ik hem immer gezien heb. Hy scheen in het begrip +te staan, dat zyn rang die handelwyze van hem vorderde. + +In zyne afwezigheid voer ik de Rivier over, en hieuw aan de andere +zyde van de Cottica eenen palmboom om, het geen ik deed, niet alleen +om de kool, maar om dat ik wist, dat de worm in veertien dagen goed +zoude zyn om te eeten. + +Het bosch van dien kant met mynen Neger QUACO doorwandelende, viel +myn oog op den cederboom, het bruine hart, en de kogel-boom. De +eerste verschilt, in weerwil van deszelfs naam, van den cederboom op +den berg Libanon, die eene spits toeloopende gedaante heeft. Die van +Surinamen groeit mede tot eene groote hoogte op; maar men stelt zyne +waarde voornamentlyk daar in, dat deszelfs hout nooit door wormen, +noch andere insecten geknaagd wordt, en een ongemeen bitteren smaak +heeft. Het heeft ook een aangenaame geur, en men verkiest het daarom +boven alle ander hout, om koffers, kisten, kassen, en allerleije zoort +van schryn-werk te maken. Het dient ook tot het bouwen van tent-jachten +en andere vaartuigen. De kleur van het spint van dit hout is bleek +oranje. Het is hard en te gelyk ligt; en uit den stam druipt een gom, +veel gelykende naar Arabische gom: dezelve is doorschynende en zeer +welriekende. + +De boom met het bruin hart is van dezelfde dikte en hardheid, als +de boom met het purper hart, en die met het groen hart, waar van ik +melding gemaakt heb. Hy dient tot groote werken, en voornamelyk tot +het bouwen van molens. De kleur, die zeer fraay is, is met deszelfs +benaming overeenkomstig. + +De Kogelboom groeit zomtyds hooger dan zestig voeten; maar naar mate +van zyne hoogte is hy niet dik. Zyne schors is gryskleurig en glad; +zyne spint bruin, over 't geheel wit gevlakt. Geen boom is hem in +zwaarte gelyk; de zyne gaat die van het zeewater te boven. Hy is zoo +in een gedrongen, dat zonneschyn en regen geene uitwerking op hem +doen. Dienvolgende maakt men 'er latten van, om 'er de daken mede te +dekken, in plaats van met leijen of pannen, die in dit Land te zwaar +en te heet zouden zyn. Men verkoopt deeze latten voor meer dan veertig +guldens de honderd te Paramaribo, en men behoeft ze niet te vernieuwen, +dan na verloop van vyf en twintig jaaren. + +Ik moet ook nog spreken van een anderen boom, Ducolla-bolla genaamd, +die men insgelyks in de bosschen van Guiana vindt. Hy heeft eene zeer +donkere roode kleur, en een zeer gelyk en fyn erf. Zyne hardheid en +zwaarte maken hem voor den schitterendsten glans vatbaar. + +Omtrent op deezen zelfden tyd, wierd het geheele leger gekweld door +insecten, in Surinamen genoemd hout-luizen, maar welken men met +meerder gepastheid witte mieren zoude kunnen noemen, want zy hebben +zeer veel gelykheid op mieren. Het grootste onderscheid tusschen +deeze beiden bestaat daar in, dat de mieren in den grond woonen, +en deeze houtluizen hunne nesten op stammen van boomen maken. Deeze +nesten, die zwart, rond, onregelmatig zyn, veel gelykende naar den +wolligen kop van eenen Neger, maar zomtyds zoo groot als een half +vat, zyn gemaakt van eene roodachtige aarde, zoo in een gedrongen als +mastik, en ondoordringbaar voor het water. In dezen hoop, bestaande +in een eindeloos getal gemeenschappelyke wegen of loopgraven, die +de gedaante hebben van de schacht van een ganzen-veder, leven deeze +dieren in talryke zwermen; en wanneer zy 'er uitkomen, richten zy de +verschrikkelykste verwoestingen aan, meer dan eenige andere insecten +in Guiana. Zy doorknagen het hardste hout, het leder, het linnen, +en alles wat zy ontmoeten. Zy komen dikwils in de huizen door een +bedekten weg, van eene halve cirkelswyze gedaante, welken zy in de +beschotten maaken, en die door deszelfs omwegen zomtyds verscheide +honderde voeten lang is. Dewyl zy alles tot stof vermalen, indien +men, dezelven bespeurende, geene zorge draagt om ze uit te roeijen, +het geen door middel van rottekruid en terpentyn-olie geschiedt, +zyn deze insecten in staat om het geheele huis met eene volkomene +instorting te bedreigen. De houtluizen verschaffen, in weerwil van +hunne walgelyke en stinkende reuk, een goed voedzel aan het gevogelte, +het welk, zoo men zegt, 'er veel gretiger op is, dan op het graan +van Indisch koorn. Ik moet niet met stilzwygen voorbygaan, noch hun +ongemeen vernuft in het herstellen van hunne woning, wanneer die +beschadigd is, noch hun voortteelend vermogen, het welk zoo groot is, +dat men, welke verwoesting men ook onder hen maakt, hen spoedig weder +ziet te voorschyn komen, in een zoo aanzienlyk getal als bevoorens. + +Wy wierden bovendien dikwils gekweld door geheele wolken van vliegende +luizen, die zomtyds onze kleederen zoodanig overdekten, dat ze het +voorkomen van eene gryze kleur hadden. Dit ongemak sproot voort uit +de uitspreiding van haare vlerken, (vier in getal zynde) die aan +de stoffe van het kleed blyven vast zitten, en zig van het lichaam +van het insect afscheiden, wanneer het in de hoogte vliegt. Eenige +Natuurkundigen beweeren, dat de vliegende luizen geene andere zyn, +dan de bovengemelde houtluizen, en die, tot zekeren ouderdom gekomen +zynde, vlerken krygen, hun nest verlaten en rond vliegen, even als +zommige andere mieren, zoo in Europa, als in America. + +De krygstucht was toen zoo gestreng in het leger, dat ieder, die +het minste gerucht maakte, zwaar gestraft wierd, en zelfs gedreigd, +om te worden doodgeschoten. De schildwachten hadden last, om van de +aankomst van rondes alleenlyk door fluiten bericht te geven, en men +beantwoordde hun op gelyke wyze. + +Een van onze soldaten, den 18/den, veroordeeld zynde geworden, om +door de spitsroeden te loopen, vermits hy hard gesproken had, vond ik +middel, by afwezigheid van den Colonel FOURGEOUD, om hem vergiffenis +te doen verkrygen, op het zelfde oogenblik, dat hy reeds uitgekleed +was, om zyne straf te ontfangen. + +Den 23sten, ontfing ik verschen voorraad en wyn, my van Paramaribo +gezonden; alles kwam zeer ter sneede. Den zelfden dag kwam de Colonel +FOURGEOUD met zyne manschappen van zynen tocht naar de Rivier Maroni te +rug. Hy had negen en vyftig huizen verwoest, en drie bebouwde velden +vernield. Op die wyze wierd zekerlyk aan de muitelingen de doodsteek +toegebragt, daar zy, geen middel meer hebbende, om aan deeze zyde der +Rivier te kunnen bestaan, genoodzaakt waren dezelve over te trekken, +en zig in de Fransche Volkplanting van Cayenne te gaan nederzetten. Op +deezen moeijelyken, doch noodzakelyken tocht, hadden de soldaten, +en vooral de nieuwlings ontscheepten, verbazend veel geleden. Men was +verplicht een groot aantal derzelver in hunne hangmatten te dragen; +men liet meer dan dertig zieken op den wachtpost aan de Maroni, +en myn vriend SMALL kwam 'er vry wat vermagerd van daan. + +'Er waren toen meer dan honderd mannen, die in het hospitaal van +onze legerplaats gevaarlyk ziek lagen. Men hoorde niets, dan zuchten +en kermen, en daar by alle nachten het geschreeuw der Guiaansche +steen-uilen. De kramp, een ongemak, in Surinamen zeer gemeen, kwelde +de geenen, die anderzints nog in staat waren om dienst te doen. Elk +was in de grootste droefheid gedompeld. Hier zag men iemand, van +het hoofd tot de voeten, met bloedende zweeren bedekt; daar weder +een ander, die door twee van zyne medgezellen gedragen wierd, en in +eenen diepen slaap bedolven, den eeuwigen slaap ingong, in weerwil +van alle de schuddingen en bewegingen, die men te werk stelde om hem +te doen ontwaken. Een derde, door de waterzucht opgezwollen, stierf, +door het water verstikkende, na den Heelmeester, (die doorgaands +antwoordde, dat het te laat was,) vrugteloos gebeden te hebben, om +hem het zelve af te tappen. Zommigen, zig in het Hospitaal bevindende, +baden God met gevouwen handen, om hun te hulpe te komen. Verscheiden" +door eene heete koorts aangetast, trokken zig de hairen uit, braakten +lasteringen uit tegen de Voorzienigheid, en vervloekten den dag hunner +geboorte. Om kort te gaan, onze gesteldheid was zoodanig, dat men de +pen van eenen MILTON zoude noodig hebben, om ze te beschryven; en +terwyl de dood dagelyks nieuwe verwoestingen aanrechtede, geraakte +een gedeelte der legerplaats, door zeker toeval, geheel in brand; +maar de Negers bluschten den brand spoedig, zonder dat 'er eenige +wezentlyke schade uit voortkwam. + +Den 26sten, echter, begon myne ellende ten einde te loopen. De Colonel +bood my, tot myne groote verwondering, aan, om hem naar Paramaribo te +vergezellen, het geen ik zonder bedenking, en met genoegen aannam. Ik +gaf derhalven myn huis, de hut in de Savane, en myn voorraad van +levensmiddelen aan mynen vriend, den Capitein SMALL, ten geschenke. Ik +onthaalde hem, benevens eenige andere Officiers, ter middagmaal, en +gaf hun een kookzel van kool en palmboom-wormen, die nu volkomen goed +geworden waren. Wy besproeiden dit eeten met eenige glazen wyn, die +van goeder harter wierden ingeschonken, en ik nam myn afscheid. Te +middernacht ging ik met den Colonel en twee andere Officiers, in +een fraay vaartuig van zes roey-riemen. Ik verliet derhalven nog +eenmaal deeze sombere bosschen, alwaar men zoo veele wonderen ziet, +maar tevens onheilen ondervindt, die naar de gedachten van hun, die +dezelven moeten doorstaan, de tien plagen van Egypten te boven gaan. + +Toen het vaartuig het anker geligt had, verklaarde ons de Bevelhebber, +dat hy de bosschen der Volkplanting van alle kanten gezuiverd, +en de muitelingen genoodzaakt hebbende, de Maroni over te trekken, +besloten had om deezen langen en gevaarlyken tocht in eenige weeken +te doen eindigen. + +Na den geheelen nacht gevaaren te hebben, bevonden wy ons des morgens +tegen over den nieuwen weg van gemeenschap, dien wy ons by onzen +ouden wacht-post van Devil's Harwar gebaand hadden; en des middags, +kwamen wy op de Plantagie la Paix, welkers eigenaar, de heer RIVIERE, +ons ter maaltyd onthaalde. De Colonel en zyn Adjudant begaven zig +vervolgens naar Paramaribo, maar een ander Officier en ik verlieten +hem hier, en gingen naar het strand, op eenen kleinen afstand van de +laatstgemelde Plantagie, om wulpen en watersnippen te schieten. + +By het gaan en te rug komen gingen wy voorby twee posten van +het krygsvolk der Societeit, wier Bevelhebbers de vaandels lieten +opsteeken, en ons ververschingen, en alles, wat in hun vermogen was, +aanboden. Onze jagt was niet zeer voordeelig, en wy schoten alleenlyk +watersnippen. Zy vlogen 'er in zulke talryke meenigte, dat men ze +voor wolken die de lucht verduisterden, zoude hebben aangezien. Het +was dus voldoende, wanneer wy in het wilde schoten, om 'er twintig +te gelyk te doen vallen; maar zy waren van zulk een klein zoort, +dat het der moeite niet waardig was, om ze op te raapen. Wy zouden +vogelen van meer aanbelang hebben kunnen dooden, als lepel-ganzen, +Brazilsche oyevaars, roode wulpen, en verscheiden zoorten van wilde +eendvogels, indien de zee by ongeluk niet eenige landen overstroomd +had, die tusschen ons en de bank, waar op deeze vogelen zig bevonden, +gelegen waren. Wy hadden met dit al het genoegen van dezelven te +zien. Deeze bank geleek, op eenigen afstand, naar een scharlaken en +purperkleurig tapyt, met verscheiden zoorten van kleuren doorweven. + +De Lepel-gans heeft de grootte van een gewoone gans, en gelykt veel +naar een kraanvogel. Zyne korte pooten zyn aan het einde voorzien van +een vlies, maar het welk zig niet verder uitstrekt dan tot op een derde +der lengte van deszelfs klauwen. Zyne vederen, die wit zyn, wanneer +de vogel jong is, krygen vervolgens eene fraaije rozen-kleur. Zyn bek +is waarlyk opmerkelyk: rond, plat, en breeder zynde aan het einde, +dan aan het begin, en in het midden, gelykt dezelve naar een spatel; +en van die overeenkomst ontleent deeze vogel ook zynen naam. Men +zegt dat hy kikvorschen, hagedissen en rotten eet; maar visch moet +zyn voornaame voedzel wezen, want zyn vleesch smaakt 'er naar: hy +wordt veel aan het strand gevonden. + +Den Surinaamschen Jabiru kan ik niet beter vergelyken, dan by een +oyevaar; maar hy is veel dikker. Hy wordt daarom ook wel de Brazilsche +Oyevaar genoemd. Deeze vogel heeft eene pluimaadje op het lyf zoo wit +als melk; maar de vederen der vlerken en de staart zyn zwart. Zyne +pooten en klaauwen zyn uittermaten lang; en ik heb opgemerkt, dat hy, +strydig met het gebruik van alle andere vogelen, zig dikwils op het +agterste gedeelte van zyne pooten zet. Zyn hals en bek zyn buitengewoon +lang; de laatstgemelde is sterk, en eindigt met een kromme bogt. De +kop van den Jabiru is volmaakt zwart; de Hollanders noemen hem daarom +Neger-kop. Hy houdt zig op aan de zee-kusten, even als de voorgemelde, +en leeft alleen van visch. Men maakt hem gemakkelyk tam. Ik heb +'er twee onder het gevogelte van den Colonel FOUREROUD gezien. + +'Er zyn in Surinamen onderscheiden zoorten van wilde eendvogelen: +zy zyn niet groot; maar hunne fraaije vederen hebben verschillende +schitterende kleuren. Daar onder munten voornamelyk uit de Cawerirky, +de Soukourourky, en de Annaky: de laatstgemelde is de kleinste van +allen. Geen waterhoen, van wat zoort die ook wezen mag, is lekkerder +om te eeten, dan deeze eendvogels. Men maakt ze insgelyks tam, en +ontmoet ze dikwils onder het gevogelte op de Plantagien. + +Den 28sten een vaartuig gevonden hebbende, het welk de Cottica afzakte, +maakte ik 'er gebruik van, om my naar Paramaribo te begeven, alwaar +ik dien zelfden avond wel gemoed en gezond aankwam. + +Myne vrienden wenschten my geluk, dat ik nog leefde, na aan zoo veele +gevaaren bloot gesteld te zyn geweest; na van alle hulp ontzet, door +distelen en doornen van een gereten, door insecten gestoken te zyn; +na uitgehongerd, afgemat, en op alle manieren gefolterd te zyn; na +dikwils gebrek aan kleederen, geld, ververschingen, of geneesmiddelen +gehad te hebben; en eindelyk na het verliezen van zoo veele brave +medemakkers, die in dit Land hun graf gevonden hadden. Dus eindigde +myne zevende en laatste veldtocht in de bosschen van Guiana. + +EINDE VAN HET DERDE DEEL. + + + + + +BERICHT VOOR DEN BINDER. + + Plaat Bladz. + + XXX. Een oproerige Neger, op Schildwacht + staande; te plaatsen tegen over 4 + + XXXI. Het doorwaden van een Moeras, in + Guiana, door het krygsvolk. 22 + + XXXII. Platte grond van de Hoofd-legerplaats, + tusschen de Rivieren Cottica en Maroni; + benevens de manier, om in de + bosschen van Surinamen te legeren. 52 + + XXXIII. Gezicht der legerplaats aan de Java-Kreek:--als + mede by Jerusalem. 134 + + XXXIV. Eene Indiaansche Vrouw, tot het geslacht + der Arrowoukas behoorende. 156 + + XXXV. Het Colibrietje of Bromvogeltje. 188 + + XXXVI. Een huisgezin van Loango-Neger-slaven. 236 + + XXXVII. Speeltuig der Negers. 274 + + XXXVIII. Gezicht van de Savane der Joden:--mitsgaders + van den Berg Parnassus, + of blaauwen Berg. 284 + + XXXIX. Manier om in de bosschen van Surinamen + te slapen.--Boeren-hut, tot + een buiten-verblyf. 326 + + + + + +NOTES + +[1] De Negers hebben de onmenschelyke gewoonte, om de lyken hunner +vyanden te verminken en te verscheuren; zommigen zelfs doen dit, +even als de Caraiben, met hunne tanden. + +[2] Men zie het Pourtrait van den Schryver, voor het eerste Deel van +dit werk geplaatst. + +[3] De Indianen maken de buitenste bast van deeze vruchten glad, +na dat ze ledig gemaakt en gedroogd zyn, en doorvlammen dezelve op +eene fraaije wyze met Roucoa en andere schoone kleuren, in acajou gom +gemengd zynde. Hunne teekeningen, in 't wilde gemaakt, zyn vry juist +voor lieden, die geene liniaalen noch passers hebben. Men ziet deeze +werken nu en dan in de kabinetten van zeldzaamheden. + +De inwooners der plaatsen, alwaar de Calebassen-boom groeit, beschouwen +het vleesch van deszelfs vrucht als een algemeen geneesmiddel voor +een groot aantal ziekten en toevallen. Zy gebruiken het tegen de +waterzucht, buikloop, kwetsingen door vallen veroeorzaakt, kneuzingen, +ongemakken van wegen het steken der zon, hoofdpynen, zelfs om +verbrandingen te geneezen. Zy maken 'er een geestryken drank van, +naar onze limonade gelykende. Tegenwoordig heeft men het gebruik, +om dit vleesch te laten koken, het afkookzel door een doek te gieten, +vervolgens suiker daar in te mengen, en daar van eene buikzuiverende +Syroop te maken, welke men op de Eilanden dikwils gebruikt, om +geronnen bloed kwyt te raken: deeze Syroop word tans in Frankryk +gemeen, alwaar men ze voor de borst gebruikt. Zy is bekend onder den +naam van Calebassen-Syroop. + +MILLER bericht ons, dat men, uit aartigheid, en met een goeden +uitslag, den Americaanschen Calebassen-boom, in een broeikas van +gematigde warmte, in Europa had aangekweekt; deeze boom vordert een +ligten grond, en meenigvuldige besproeijingen. Men plant hem voort +door stekken en versche korrels of pitten in den grond te steken. + +Aanteek. v. d. Franschen Vertaler. + +[4] STEDMAN zegt in eene aanteekening, by deeze gelegenheid, te +gelooven, dat deeze slang tot het zelfde zoort behoort, waar van +Dr. BANCROFT spreekt, die, in navolging van de Indianen, denzelven +de kleine Labarra noemt, waar van de beschryving alhier volgt: + +"De kleine Labarra heeft ten naasten by de lengte van veertien voeten, +en de dikte van een gewoone zwanen-schacht. Hy is bedekt met kleine +blinkende schubben van eene donker bruine kleur, en eene meenigte witte +vlakken. Zyne staart is klein en spitsachtig toeloopende, zyn kop een +weinig plat, en grooter dan het overig gedeelte van zyn lichaam. Een +ongelukkig voorval, onlangs op de Plantagie la Conception, in de +Volkplanting Demerary, gebeurd, bewyst de kwaadaartigheid van het gift +van deezen slang. Hy, die daar van de doodelyke gevolgen ondervondt, +was een Neger-slaaf, een timmerman van zyn ambacht. Aan zyn werk zynde, +en een stuk hout willende omkeeren, beet een slang van dit zoort, die +'er onder verborgen lag, hem in dien voorsten vinger van zyne rechte +hand. De uitwerking van dit vergift was allergezwindst. De Neger had +naauwlyks den tyd gehad, om den slang te dooden, of hy konde het niet +langer op de been houden, maar viel op den grond ter neder, en stierf +in minder dan vyf minuten. Het bloed, eene zoo schielyke ontbinding +ondergaande, liep uit de slagaderen, en deedt op alle de uitwendige +deelen van het lichaam purper-vlakken te voorschyn komen. 'Er volgde +ook eene bloedstorting uit neus, ooren en mond, enz. Ik ben van +dit geval geen ooggetuige geweest, maar ik verhaale het volgens +het gezegde van lieden, wier geloofwaardigheid niet in twyffel kan +getrokken worden, en die 'er by tegenwoordig waren, toen het voorviel". + +De andere slang, waar van STEDMAN in het vervolg spreekt, schynt de +Cenco te zyn, en met de evengemelde veel overeenkomst te hebben. + +Aanteek. v. d. Franschen Vertaler. + +[5] Men vindt van dit dier, onder deeze benaming, eene beschryving +in het Dictionn. d'Hist. Natur. + +Aanteek. v. d. Franschen Vertaler. + +[6] Men schoot het kanon af by het aannaderen van het gevaar; +de nabuurige Plantagien herhaalden telkens de schoten; het alarm +verspreidde zig dadelyk van wederzyden der Rivier, en de hulp kwam +van alle toeschieten. + +Aanteek, van den Schryver. + +[7] Deeze regels zyn uit het treurspel van Hamlet overgenomen. + +[8] In het vierde deel der Natuurlyke Geschiedenis van BUFFON, pl. 83, +vindt men een van deeze vledermuizen, die slechts drie klaauwen aan +elke vlerk heeft. + +Aanteek. van den Schryver. + +[9] Zommige Schryvers noemen hem het Rivierpaard van Zuid-America. Ik +zal dit dier op een geschikter plaats, beschryven. + +Aanteek. van den Schryver. + +[10] Dit was des te aanmerkelyker, om dat wy met alle de Indianen in +vrede waren, en dat de Negers de gewoonte niet hebben om het zelve +weg te nemen. + +Aanteek. van den Schryver. + +[11] Locust-tree.--STEDMAN noch BANCROFT geven den Latynschen +naam niet op van deezen boom, welken de Engelsche woordenboeken, +door my gebruikt, vertaalen door het woord Caroubier of Brood-boom +De beschryving, welke zy beiden van deezen boom geven, koomt niet +juist overeen met de beschryving van den boom, die onder den naam +van Broodboom bekend is. Zie hier, wat de laatstgemelde, van den +Locust-tree sprekende, zegt. + +"Deeze boom, die dikwils zeventig voeten hoog is, en een omtrek van +negen voeten heeft, behoort tot het geslacht der peulvrucht-dragende +planten. Zyne schors heeft eene gryze heldere asch-kleur. Zyne +takken, die alleenlyk aan den top uitschieten, zyn zeer talryk, en +bedekt met eironde bladen, van omtrent drie voeten lang, en eene +zeer donkere groene kleur. Dezelve zyn aan een enkele steel twee +aan twee verspreid, en altyd in het midden door eene ribbe ongelyk +verdeeld. In plaats van zyne bloemen, die veel van de gedaante van +kapellen hebben, komen platte peulvruchten, van omtrent drie duimen +lengte, en anderhalve duim breedte, van eene heldere bruine kleur, +wanneer ze ryp zyn, en bevattende drie purperkleurige amandelen, die +veel naar de Windsorsche boonen gelyken, maar veel kleiner zyn. Deeze +amandelen zyn bekleed met eene meelachtige zelfstandigheid, van een +suikersmaak en helder bruine kleur, welke de Indianen met graagte +eeten, en die aangenaam en zoet is.--Uit de voornaamste wortels van +deezen boom druipt eene harstaechtige, heldere, doorschynende,geel- +of rood-kleurige gom. Men vindt 'er stukken van in den grond tusschen +deeze wortels. In overgehaalden brandewyn gesmolten zynde, (want +in water laat zy zig niet ontbinden,) levert zy een vernis op, het +Chineesch verlakt zelfs overtreffende. Het hout van den Brood-boom +is van eene helder bruine kleur; het is hard, zwaar en duurzaam; +maar het vergaat in het water, even als het hout van byna alle de +boomen in dit Land" (BANCROFT, Nat. Hist. of Guiana.) + +Aanteek. v. d. Franschen Vertaler. + +[12] Alle de Matroosen, Soldaten en Negers zyn zeer ongelukkig, +wanneer zy gebrek aan tabak hebben. Dit houdt hen, zoo zy zeggen, +wel te vreden, en zommigen zouden liever gebrek aan brood hebben. + +Aanteek. van den Schryver. + +[13] Zommige natuurkenners beweeren tegen het gevoelen van onzen +reiziger, dat dit dier deeze snuit naar willekeur kan uit en intrekken, +byna op de manier van een Olyphants snuit, of den hoorn van een +Rhinoceros. + +De Zee-paarden, in de huizen te Caijenne opgevoed, zyn uittermaten +gemeenzaam, en worden gaarne gestreeld en gekrabd; zy loopen over al +heen zonder kwaad te doen. Op het eetens-uur ziet men deeze dieren +aankomen, als of zy tot het huisgezin behoorden; zy vermoeien de +lieden, die aan tafel zitten, zeer; zy vragen hun op eene lompe wyze +met hun snuit, om eeten te hebben; zy loopen rondom de eetens-tafel; +zy eeten brood, cassave, vruchten, en dikwils, eer zy heen gaan, +wryven zy zig tegen het huisraad. + +De Indiaansche wilden bereiden de huid van deeze dieren, door dezelve +uit te spannen en in de zon te laten droogen; zy bekleeden 'er hunne +rondassen of oorlogs-schilden en hunne stormhoeden mede: de pylen en +kogels doordringen met moeite dit gedroogde leder, het welk zeer hard, +zeer dik, en waar van het weefzel zeer vast en in een gedrongen is. Te +Caijenne maakt men 'er schoenen van, die langer duuren dan schoenen +van ossen-leder; het water doorweekt dezelven niet ligt. + +Aanteek. v. d. Franschen Vertaler. + +[14] Veele Reizigers maken melding van Zee-menschen, waar aan zy den +naam gegeven hebben van Tritons, Nereiden, Sirenen, half visch, half +vrouw, of Ambizen. Allen komen daar in over een, dat het zeemonsters +zyn, naar menschen gelykende, ten minsten van het hoofd tot het +midden toe. + +Men leest in zeker boek, genaamd Delices de la Hollande, dat in het +jaar 1430, na eenen zwaaren storm, die de dyken in Westvriesland had +doorgebroken, een Meermin in het slyk gevonden wierd. Men bragt dezelve +naar Haarlem; men kleede haar, en leerde haar spinnen; zy gebruikte +ons voedzel, en leefde eenige jaaren, zonder het spreken te hebben +kunnen leeren, en had altyd een trek naar het water behouden. Haar +geluid had veel overeenkomst met dat van een stervend mensch. + +Aanteek. v. d. Franschen Vertaler. + +[15] Hy hieldt hardnekkiglyk staande, dat deeze gezouten spyzen +uitmuntend voor de gezondheid waren; en met dit al had hy drie koks +uit Europa medegenomen. + +Aanteek. van den Schryver. + +[16] In plaats van dezelve neemt men ook wel een schelp, een +visch-graat, of tyger-tanden. + +Aanteek. van den Schryver. + +[17] Verscheiden Natuur-kenners zyn van dit gevoelen niet. Onder dit +getal behoort BUFFON, die in zyne Natuurlyke Geschiedenis van den +Mensch zegt:--"De witte of blanke kleur schynt de oorsprongelyke kleur +der natuur te zyn, welke de luchtstreek, het voedzel en de zeden zelfs +tot in het geele, bruine of zwarte doen veranderen, en die in zekere +omstandigheden weder te voorschyn koomt, maar met eene zoo groote +verandering, dat ze niet gelykt naar de oorsprongelyke witte kleur, +die door de opgegevene oorzaaken in de daad van natuur veranderd is". + +Aanteek. v. d. Franschen Vert. + +[18] Ik heb reeds gezegd, dat de Indiaansche vrouwen zonder smart +kinderen baaren. + +Aanteek. van den Schryver. + +[19] Dit is onder hen zeer zeldzaam, want 'er is geen vreedzamer volk, +dan zy. + +Aanteek. van den Schryver. + +[20] De inwoonders van Nieuw-Zeeland noemen hunne knodsen patou +patous, welke gelykluidende uitdrukkingen te merkwaardiger zyn, +naar mate van den zeer verren afstand, die hen van elkander scheidt. + +Aanteek. v. d. Franschen Vert. + +[21] Ik begryp niet, hoe Mejuffrouw DE MERIAN van dit kruipend gedierte +kan zeggen, dat het zyne jongen levendig werpt. + +Aanteek. van den Schryver. + +[22] De Staaten van Holland weigerden den Koning dit verzoek. + +Aanteek. van den Schrijver. + +[23] 'Er zyn jaaren van vier, andere wederom van zes schepen. + +Aantek. van den Schryver. + +[24] Ik heb reeds gezegd, dat men in deeze Volkplanting geen rhum +maakt, en geen suiker raffineert. + +Aanteek. van den Schryver. + +[25] Men zie Plaat VIII, te vinden in het 1ste Deel van dit werk, +tegen over bladz. 128. + +[26] Schoon de Europeanen in de verzengde luchtstreek bleek worden, +hebben de inboorlingen des Lands, en inzonderheid de Mulatten en +Quarteron-Negers eene zeer frissche kleur. + +Aanteek. v. d. Franschen Vert. + +[27] Hier wordt misschien bedoeld het zoort van rozen-boomen, het welk +bloemen voortbrengt, Caraibische rozen genaamd, en waar van Mejuffrouw +DE MERIAN zegt:--"Deeze rozen zyn uit het Land der Caraiben gebragt +naar Surinamen, alwaar zy welig groeien. Des morgens, wanneer zy open +gaan, zyn zy wit, des middags rood, en des avonds vallen zy af".--Zy +is de Rosa Sinuensis van FERRARIUS. + +Aanteek. v. d. Franschen Vert. + +[28] De groote en kleine Zurzak, of Zursaka, zyn onder den naam van +Anona in de plant-tuinen in Holland bekend. + +Aanteek. v. d. Franschen Vert. + +[29] Men weet dat verscheiden dieren, zoo als de konynen en muizen, +die volmaakt wit zyn, oogen van eene bloedkleur hebben. + +Aanteek. van den Schryver. + +[30] Deeze boom groeit tot eene aanmerkelyke hoogte. Zyn dikke +en rechte stam is omkleed met een gryze schors, met stekels +bedekt. Zyne takken zyn zeer wyd uitgespreid, en zyne bladeren zyn +klein en getand. Alle drie jaren brengt hy catoen voort, maar die niet +overvloedig, en niet zeer wit is, en daarom weinig gezocht wordt. Deeze +boom, die zeer veel overeenkomst heeft met den Engelschen eikenboom, +overtreft denzelven echter uit hoofde der grootte en cierlykheid, +waar mede hy zig vertoont. + +Aanteek. van den Schryver. + +[31] Deeze slang heeft van drie tot vyf voeten lengte, en is in +'t geheel niet gevaarlyk. Hy is niet bevreesd, om zig, zelfs door +den mensch, te laten aanraken. De weergalooze glans van zyne kleuren +noopt zelfs de Negers, om hem aan te bidden. + +Aanteek. van den Schryver. + +[32] Het geval is in dit Land bekend, dat een Neger, die by zynen +meester mishandeld was geworden, 'er op de volgende wyze wraak over +nam.--Toen deeze met zyne vrouw was uitgegaan, sloot de Neger alle de +deuren toe; en by hunne te rug komst, vertoonde hy zig met hunne drie +kinderen op een plat dak boven op het huis. Zyn meester en meesteresse +vroegen hem, waarom hy niet open deed, en tot antwoord, wierp hy de +jongste hunner kinderen voor hunne voeten; zy dreigden hem, hy wierp +de tweede; zy smeekten hem, hy wierp de derde, en allen vielen zy voor +de voeten hunner ongelukkige ouderen dood ter neder. Deeze woedende +Neger zeide hun toen, dat hy voldaan was; en vervolgens wierp hy zig +zelven van boven neder op de straat.--Een andere Neger, om zig over +zyne meesteresse te wreeken, doorstak den man, die hem niet beledigd +had, en verklaarde wyders, dat haar dood hem de wraak van slechts een +oogenblik bezorgen zoude; maar dat haar te berooven van het geen haar +het liefste was, haar tevens veroeordeelde tot eene eeuwigdurende straf, +waar van het denkbeeld alleen voor hem genoeglyk was. + +Aanteek, van den Schryver. + +[33] Na het naauwkeurigst onderzoek, en het bekomen van overtuigende +bewyzen, kan ik verzekeren, dat dit alles met de waarheid +overeenkomstig is. + +Aanteek. van den Schryver. + +[34] Volgens eene wet, in den Raad van Jamaica vastgesteld, is de +straf van eenen Neger gewoonlyk twaalf zweepslagen, maar kan nooit +boven de negen-en-dertig gaan. Ik heb, in Surinamen, eene vrouw twee +honderd slagen zien ontfangen, en ik was oorzaak, dat zy, op het +zelfde oogenblik, die straf voor de tweede maal onderging.--Men zie +hier boven het II. Deel, bladz. 89. + +Aanteek. van den Schryver. + +[35] In de maand October 1789, wierden in drie dagen tyds, op Demerary, +twee-en-dertig Negers ter dood gebragt; zy trotseerden den dood +met eenen gelyken moed als hy, wiens geschiedenis alhier door my +is opgegeven. + +Aanteek. van den Schryver. + +[36] De volgende beschryving zal misschien deeze behandeling beter +ontwikkelen. + +"Men moet, om Indigo te maken, drie kuipen hebben, die op verschillende +hoogten naast elkander geplaatst zyn. Men zet ze op een plaats, alwaar +men onbekrompen water bekomen kan. + +"De eerste kuip is doorgaans van vyftien tot agtien voeten lang, +twaalf voeten breed, en drie of vier voeten diep. Men maakt dezelve +anderhalf voet wyd, en volkomen digt. + +"De tweede is gewoonlyk de helft minder groot, dan de eerste; en de +derde is een derde gedeelte kleiner, dan de tweede. De drie kuipen zyn +zoo ingericht, dat zy door openingen, die in den bodem gemaakt zyn, +uit de bovenste het daar in vervatte vocht ontfangen kunnen. + +"Men noemt de eerste kuip de Uitweek-kuip, de tweede de Slag-kuip, en +de derde de Zink-kuip, naardien in dezelve, het geen uit de twee eerste +koomt, bezinkt, en de Indigo daar in tot volkomenheid gebragt wordt." + +"Het is van aanbelang, dat deeze kuipen wel bepleisterd zyn, en eene +zekere dikte hebben, om de gisting, die daar in ontstaat, te kunnen +wederstaan. Zy worden in gebakken of gehouwen steenen gemaakt." + +Indien ze van uitgehold hout gemaakt worden, en dat men ze langen +tyd wil doen duuren, moet men dezelve met zeer dun lood beleggen. + +De Indigo van Cayenne is van een blaauwer kleur, dan die van +St. Domingo. Zy is aan de rupsen zoo niet onderworpen. (Maison rustique +de Cayenne.) + +De ouden hebben den oorsprong van de Indigo in 't geheel niet +gekend. PLINIUS gelooft, dat het een schuim van riet is, zig vast +hechtende aan een zoort van modder, die zwart is, wanneer men +ze wryft, en eene fraaije bruine kleur geeft, met purper gemengd, +wanneer men ze weekt. DIOSCORIDES gelooft, dat het een steen is. + +De Indigo plant koomt in Europa alle jaaren voort. Zie hier de manier, +op welke men dezelve aldaar aankweekt. Men zaait ze in de lente, op +een bed, en wanneer zy spruiten van twee of drie duimen hoog geschoten +heeft, brengt men ze over in kleine kistjes, met goede aarde gevuld, +en men zet deeze kistjes in een warm bed van rum. Wanneer deeze +planten eenige kragt verkregen hebben, geeft men aan dezelve veel +lucht, door de raamen der broeykassen open te zetten, en in de maand +Juny brengen zy bloemen voort, die spoedig in peulen veranderen. + +Aanteek. v. d. Franschen Vertaler. + + + + + +End of the Project Gutenberg EBook of Reize naar Surinamen, en door de +binnenste gedeelten van Guiana (deel 3), by John Gabriel Stedman + +*** END OF THE PROJECT GUTENBERG EBOOK REIZE NAAR SURINAMEN, V3 *** + +This file should be named 7rns310.txt or 7rns310.zip +Corrected EDITIONS of our eBooks get a new NUMBER, 7rns311.txt +VERSIONS based on separate sources get new LETTER, 7rns310a.txt + +Produced by Jeroen Hellingman +with help of the distributed proofreaders team. + +Project Gutenberg eBooks are often created from several printed +editions, all of which are confirmed as Public Domain in the US +unless a copyright notice is included. Thus, we usually do not +keep eBooks in compliance with any particular paper edition. + +We are now trying to release all our eBooks one year in advance +of the official release dates, leaving time for better editing. +Please be encouraged to tell us about any error or corrections, +even years after the official publication date. + +Please note neither this listing nor its contents are final til +midnight of the last day of the month of any such announcement. +The official release date of all Project Gutenberg eBooks is at +Midnight, Central Time, of the last day of the stated month. A +preliminary version may often be posted for suggestion, comment +and editing by those who wish to do so. + +Most people start at our Web sites at: +http://gutenberg.net or +http://promo.net/pg + +These Web sites include award-winning information about Project +Gutenberg, including how to donate, how to help produce our new +eBooks, and how to subscribe to our email newsletter (free!). + + +Those of you who want to download any eBook before announcement +can get to them as follows, and just download by date. This is +also a good way to get them instantly upon announcement, as the +indexes our cataloguers produce obviously take a while after an +announcement goes out in the Project Gutenberg Newsletter. + +http://www.ibiblio.org/gutenberg/etext03 or +ftp://ftp.ibiblio.org/pub/docs/books/gutenberg/etext03 + +Or /etext02, 01, 00, 99, 98, 97, 96, 95, 94, 93, 92, 92, 91 or 90 + +Just search by the first five letters of the filename you want, +as it appears in our Newsletters. + + +Information about Project Gutenberg (one page) + +We produce about two million dollars for each hour we work. The +time it takes us, a rather conservative estimate, is fifty hours +to get any eBook selected, entered, proofread, edited, copyright +searched and analyzed, the copyright letters written, etc. Our +projected audience is one hundred million readers. If the value +per text is nominally estimated at one dollar then we produce $2 +million dollars per hour in 2002 as we release over 100 new text +files per month: 1240 more eBooks in 2001 for a total of 4000+ +We are already on our way to trying for 2000 more eBooks in 2002 +If they reach just 1-2% of the world's population then the total +will reach over half a trillion eBooks given away by year's end. + +The Goal of Project Gutenberg is to Give Away 1 Trillion eBooks! +This is ten thousand titles each to one hundred million readers, +which is only about 4% of the present number of computer users. + +Here is the briefest record of our progress (* means estimated): + +eBooks Year Month + + 1 1971 July + 10 1991 January + 100 1994 January + 1000 1997 August + 1500 1998 October + 2000 1999 December + 2500 2000 December + 3000 2001 November + 4000 2001 October/November + 6000 2002 December* + 9000 2003 November* +10000 2004 January* + + +The Project Gutenberg Literary Archive Foundation has been created +to secure a future for Project Gutenberg into the next millennium. + +We need your donations more than ever! + +As of February, 2002, contributions are being solicited from people +and organizations in: Alabama, Alaska, Arkansas, Connecticut, +Delaware, District of Columbia, Florida, Georgia, Hawaii, Illinois, +Indiana, Iowa, Kansas, Kentucky, Louisiana, Maine, Massachusetts, +Michigan, Mississippi, Missouri, Montana, Nebraska, Nevada, New +Hampshire, New Jersey, New Mexico, New York, North Carolina, Ohio, +Oklahoma, Oregon, Pennsylvania, Rhode Island, South Carolina, South +Dakota, Tennessee, Texas, Utah, Vermont, Virginia, Washington, West +Virginia, Wisconsin, and Wyoming. + +We have filed in all 50 states now, but these are the only ones +that have responded. + +As the requirements for other states are met, additions to this list +will be made and fund raising will begin in the additional states. +Please feel free to ask to check the status of your state. + +In answer to various questions we have received on this: + +We are constantly working on finishing the paperwork to legally +request donations in all 50 states. If your state is not listed and +you would like to know if we have added it since the list you have, +just ask. + +While we cannot solicit donations from people in states where we are +not yet registered, we know of no prohibition against accepting +donations from donors in these states who approach us with an offer to +donate. + +International donations are accepted, but we don't know ANYTHING about +how to make them tax-deductible, or even if they CAN be made +deductible, and don't have the staff to handle it even if there are +ways. + +Donations by check or money order may be sent to: + +Project Gutenberg Literary Archive Foundation +PMB 113 +1739 University Ave. +Oxford, MS 38655-4109 + +Contact us if you want to arrange for a wire transfer or payment +method other than by check or money order. + +The Project Gutenberg Literary Archive Foundation has been approved by +the US Internal Revenue Service as a 501(c)(3) organization with EIN +[Employee Identification Number] 64-622154. Donations are +tax-deductible to the maximum extent permitted by law. As fund-raising +requirements for other states are met, additions to this list will be +made and fund-raising will begin in the additional states. + +We need your donations more than ever! + +You can get up to date donation information online at: + +http://www.gutenberg.net/donation.html + + +*** + +If you can't reach Project Gutenberg, +you can always email directly to: + +Michael S. Hart <hart@pobox.com> + +Prof. Hart will answer or forward your message. + +We would prefer to send you information by email. + + +**The Legal Small Print** + + +(Three Pages) + +***START**THE SMALL PRINT!**FOR PUBLIC DOMAIN EBOOKS**START*** +Why is this "Small Print!" statement here? You know: lawyers. +They tell us you might sue us if there is something wrong with +your copy of this eBook, even if you got it for free from +someone other than us, and even if what's wrong is not our +fault. So, among other things, this "Small Print!" statement +disclaims most of our liability to you. It also tells you how +you may distribute copies of this eBook if you want to. + +*BEFORE!* YOU USE OR READ THIS EBOOK +By using or reading any part of this PROJECT GUTENBERG-tm +eBook, you indicate that you understand, agree to and accept +this "Small Print!" statement. If you do not, you can receive +a refund of the money (if any) you paid for this eBook by +sending a request within 30 days of receiving it to the person +you got it from. If you received this eBook on a physical +medium (such as a disk), you must return it with your request. + +ABOUT PROJECT GUTENBERG-TM EBOOKS +This PROJECT GUTENBERG-tm eBook, like most PROJECT GUTENBERG-tm eBooks, +is a "public domain" work distributed by Professor Michael S. Hart +through the Project Gutenberg Association (the "Project"). +Among other things, this means that no one owns a United States copyright +on or for this work, so the Project (and you!) can copy and +distribute it in the United States without permission and +without paying copyright royalties. Special rules, set forth +below, apply if you wish to copy and distribute this eBook +under the "PROJECT GUTENBERG" trademark. + +Please do not use the "PROJECT GUTENBERG" trademark to market +any commercial products without permission. + +To create these eBooks, the Project expends considerable +efforts to identify, transcribe and proofread public domain +works. Despite these efforts, the Project's eBooks and any +medium they may be on may contain "Defects". Among other +things, Defects may take the form of incomplete, inaccurate or +corrupt data, transcription errors, a copyright or other +intellectual property infringement, a defective or damaged +disk or other eBook medium, a computer virus, or computer +codes that damage or cannot be read by your equipment. + +LIMITED WARRANTY; DISCLAIMER OF DAMAGES +But for the "Right of Replacement or Refund" described below, +[1] Michael Hart and the Foundation (and any other party you may +receive this eBook from as a PROJECT GUTENBERG-tm eBook) disclaims +all liability to you for damages, costs and expenses, including +legal fees, and [2] YOU HAVE NO REMEDIES FOR NEGLIGENCE OR +UNDER STRICT LIABILITY, OR FOR BREACH OF WARRANTY OR CONTRACT, +INCLUDING BUT NOT LIMITED TO INDIRECT, CONSEQUENTIAL, PUNITIVE +OR INCIDENTAL DAMAGES, EVEN IF YOU GIVE NOTICE OF THE +POSSIBILITY OF SUCH DAMAGES. + +If you discover a Defect in this eBook within 90 days of +receiving it, you can receive a refund of the money (if any) +you paid for it by sending an explanatory note within that +time to the person you received it from. If you received it +on a physical medium, you must return it with your note, and +such person may choose to alternatively give you a replacement +copy. If you received it electronically, such person may +choose to alternatively give you a second opportunity to +receive it electronically. + +THIS EBOOK IS OTHERWISE PROVIDED TO YOU "AS-IS". NO OTHER +WARRANTIES OF ANY KIND, EXPRESS OR IMPLIED, ARE MADE TO YOU AS +TO THE EBOOK OR ANY MEDIUM IT MAY BE ON, INCLUDING BUT NOT +LIMITED TO WARRANTIES OF MERCHANTABILITY OR FITNESS FOR A +PARTICULAR PURPOSE. + +Some states do not allow disclaimers of implied warranties or +the exclusion or limitation of consequential damages, so the +above disclaimers and exclusions may not apply to you, and you +may have other legal rights. + +INDEMNITY +You will indemnify and hold Michael Hart, the Foundation, +and its trustees and agents, and any volunteers associated +with the production and distribution of Project Gutenberg-tm +texts harmless, from all liability, cost and expense, including +legal fees, that arise directly or indirectly from any of the +following that you do or cause: [1] distribution of this eBook, +[2] alteration, modification, or addition to the eBook, +or [3] any Defect. + +DISTRIBUTION UNDER "PROJECT GUTENBERG-tm" +You may distribute copies of this eBook electronically, or by +disk, book or any other medium if you either delete this +"Small Print!" and all other references to Project Gutenberg, +or: + +[1] Only give exact copies of it. Among other things, this + requires that you do not remove, alter or modify the + eBook or this "small print!" statement. You may however, + if you wish, distribute this eBook in machine readable + binary, compressed, mark-up, or proprietary form, + including any form resulting from conversion by word + processing or hypertext software, but only so long as + *EITHER*: + + [*] The eBook, when displayed, is clearly readable, and + does *not* contain characters other than those + intended by the author of the work, although tilde + (~), asterisk (*) and underline (_) characters may + be used to convey punctuation intended by the + author, and additional characters may be used to + indicate hypertext links; OR + + [*] The eBook may be readily converted by the reader at + no expense into plain ASCII, EBCDIC or equivalent + form by the program that displays the eBook (as is + the case, for instance, with most word processors); + OR + + [*] You provide, or agree to also provide on request at + no additional cost, fee or expense, a copy of the + eBook in its original plain ASCII form (or in EBCDIC + or other equivalent proprietary form). + +[2] Honor the eBook refund and replacement provisions of this + "Small Print!" statement. + +[3] Pay a trademark license fee to the Foundation of 20% of the + gross profits you derive calculated using the method you + already use to calculate your applicable taxes. If you + don't derive profits, no royalty is due. Royalties are + payable to "Project Gutenberg Literary Archive Foundation" + the 60 days following each date you prepare (or were + legally required to prepare) your annual (or equivalent + periodic) tax return. Please contact us beforehand to + let us know your plans and to work out the details. + +WHAT IF YOU *WANT* TO SEND MONEY EVEN IF YOU DON'T HAVE TO? +Project Gutenberg is dedicated to increasing the number of +public domain and licensed works that can be freely distributed +in machine readable form. + +The Project gratefully accepts contributions of money, time, +public domain materials, or royalty free copyright licenses. +Money should be paid to the: +"Project Gutenberg Literary Archive Foundation." + +If you are interested in contributing scanning equipment or +software or other items, please contact Michael Hart at: +hart@pobox.com + +[Portions of this eBook's header and trailer may be reprinted only +when distributed free of all fees. Copyright (C) 2001, 2002 by +Michael S. Hart. Project Gutenberg is a TradeMark and may not be +used in any sales of Project Gutenberg eBooks or other materials be +they hardware or software or any other related product without +express permission.] + +*END THE SMALL PRINT! FOR PUBLIC DOMAIN EBOOKS*Ver.02/11/02*END* + diff --git a/old/7rns310.zip b/old/7rns310.zip Binary files differnew file mode 100644 index 0000000..de55172 --- /dev/null +++ b/old/7rns310.zip diff --git a/old/8rns310.txt b/old/8rns310.txt new file mode 100644 index 0000000..9d2f53c --- /dev/null +++ b/old/8rns310.txt @@ -0,0 +1,7561 @@ +The Project Gutenberg EBook of Reize naar Surinamen, en door de binnenste +gedeelten van Guiana (deel 3), by John Gabriel Stedman +#3 in our series by John Gabriel Stedman + +Copyright laws are changing all over the world. Be sure to check the +copyright laws for your country before downloading or redistributing +this or any other Project Gutenberg eBook. + +This header should be the first thing seen when viewing this Project +Gutenberg file. Please do not remove it. Do not change or edit the +header without written permission. + +Please read the "legal small print," and other information about the +eBook and Project Gutenberg at the bottom of this file. Included is +important information about your specific rights and restrictions in +how the file may be used. You can also find out about how to make a +donation to Project Gutenberg, and how to get involved. + + +**Welcome To The World of Free Plain Vanilla Electronic Texts** + +**eBooks Readable By Both Humans and By Computers, Since 1971** + +*****These eBooks Were Prepared By Thousands of Volunteers!***** + + +Title: Reize naar Surinamen, en door de binnenste gedeelten van Guiana + (deel 3) + +Author: John Gabriel Stedman + +Release Date: May, 2005 [EBook #8098] +[Yes, we are more than one year ahead of schedule] +[This file was first posted on July 12, 2003] + +Edition: 10 + +Language: Dutch + +Character set encoding: ISO-8859-1 + +*** START OF THE PROJECT GUTENBERG EBOOK REIZE NAAR SURINAMEN, V3 *** + + + + +Produced by Jeroen Hellingman +with help of the distributed proofreaders team. + + + + +REIZE NAAR SURINAMEN EN GUIANA. III. + + + +REIZE NAAR SURINAMEN, EN DOOR DE BINNENSTE GEDEELTEN VAN GUIANA; + +DOOR DEN CAPITAIN JOHN GABRIËL STEDMAN. + +MET PLAATEN EN KAARTEN. + +NAAR HET ENGELSCH. + +DERDE DEEL. + + + +INHOUD DER HOOFTSTUKKEN. + +XX. HOOFTSTUK. + +Beschryving van eenen oproerigen Neger.--Vuurige Mier.--Het +wandelend Blad.--Doornhaag-Spinnekop.--Duivenboonen of erwten +van Angola.--Nadrukkelyke benaamingen, door de Negers gebezigd +wordende.--Het innemen van de stad Gado-Saby, door den Colonel +FOURGEOUD.--Trek van bygeloovigheid.--Beleid van den vyand + +XXI. HOOFTSTUK. + +Wilde Porselyn.--Calebassen-boom.--Schermutzeling.--Tafereel +van broederlyke teederheid.--Het krygsvolk keert naar Barbacoeba +te rug.--Beschryving van de manier, waar op de legerplaats was +ingericht.--Een slaaf door den slang Orou-coukou gedood. + +XXII. HOOFTSTUK. + +Byzonder zoort van Mieren.--Acajou-nooten.--Eta-appel.--Alarm aan +de Peréca.--Hinderlaag.--Vreemde uitwerking, door eene Vledermuis +veröorzaakt.--De Oppossum.--De Agouti en de Paca.--De Dadel-boom.--Het +krygsvolk keert naar de Cormoetibo-kreek te rug.. + +XXIII. HOOFTSTUK. + +Tweede tocht naar Gado-Saby.--Land-Schildpad.--Verschillende +zoorten van hout.--Levendig geraamte.--Treffelyke +gezichten.--Honderd-pooten.--Verschillende +Plantgewassen.--De Opper-Bevelhebber wordt ziek, en verlaat de +legerplaats.--Sprinkhanen.--Verschillende zoorten van visschen.--De +Zee-koe.--Het Zee-paard.--Aanmerkingen omtrent het aanwezen der +Meerminnen.--Trommelzucht.--Verscheiden zoorten van vogelen.--De +Malaky en Markoury boomen.--Doornhaag-wormen + +XXIV. HOOFTSTUK. + +Aanwerving van twee Compagniën Vrywilligers, bestaande +uit Negers en vrye Mulatten.--Verscheidene zoorten van +Visschen.--Arrowoukas-Indianen.--De krygsbende van den Colonel +FOURGEOUD ontfangt bevel, om naar Holland in te schepen.--De +Ratel-slang--De blaauwe Dypsas.--De Amphisboena of tweehoofdige +slang.--Eene fraaije Kapel.--De Colonel ontfangt naderen last.--Het +krygsvolk trekt weder in de bosschen.--Koophandel in de Volkplanting +van Surinamen.--Beschryving eener Cacao-Plantagie.--Heldendaad van +eenen Neger.--De Ananas.--De Muscaat- en Water-Meloen. + +XXV. HOOFTSTUK. + +Grappige manier tot het ontdekken van een dief.--Het +Brom-vogeltje.--Verschillende zoorten van planten.--Manier van +visschen in Surinamen.--Onderscheidene zoorten van visschen.--Moed +van eene jonge Negerin.--De Pimpelmees.--De Americaansche Aloë.--De +Banille-boom.--Huilende Aapen.--Verwonderlyke slimheid der wilde +Byën.--De krygsbende van den Colonel FOURGEOUD ontfangt andermaal +bevel, om naar Europa te rug te keeren.--De Guiaansche Nachtuil. + +XXVI. HOOFTSTUK. + +Inscheeping van het krygsvolk.--De Zurzaca, en Sabatille.--De +Papaija, en de Gember.--Het krygsvolk gelast om te +ontschepen.--Muiterye.--Onbetamelyk gedrag van een Capitain der +Oucas-Negers.--Een groot aantal zieken naar Europa gezonden.--Nieuwe +byzonderheden betrekkelyk de Negers. + +XXVII. HOOFTSTUK. + +De muitelingen voeren verscheiden Negerinnen weg.--Aanstootelyke wyzen +van straföeffening.--Onverschrokkenheid der Negers.--Verschillende +zoorten van Gier-vogels.--Gekuifde Arenden.--Beschryving van eene +Indigo Plantagie.--Kaneel-Appel. + +XXVIII. HOOFTSTUK. + +De Muitelingen trekken de Rivier Maroni over.--Derde tocht +naar Gado-Saby.--De Land-Scorpioen.--Verscheiden zoorten van +timmerhout.--Boom, welke een vrucht voortbrengt, de Marmelade-doos +genaamd.--Het aankweeken van Ryst.--Buitengewoone hitte, die alle +de moerassen opdroogt.--De Oppossum van het vrouwelyk geslacht.--De +Brazilsche Wezel.--De Mierëeter.--De Tamandua.--Hout-luizen en +vliegende luizen.--Tafereel van ellende en sterfte.--De Vrede aan de +Volkplanting bezorgd.--De Poelsnip.--De Lepelgans, en de Brazilsche +Ojevaar.--Wilde Eendvogels van verschillende zoorten. + + + + + +REIZE NAAR SURINAMEN, EN DOOR DE BINNENSTE GEDEELTEN VAN GUIANA. + + +TWINTIGSTE HOOFTSTUK. + +Beschryving van eenen oproerigen Neger.--Vuurige Mier.--Het +wandelend Blad.--Doornhaag-Spinnekop.--Duiven-boonen of erwten +van Angolo.--Nadrukkelyke benaamingen, door de Negers gebezigd +wordende.--Het innemen van de Stad Gado-Saby, door den Colonel +FOURGEOUD.--Trek van bygeloovigheid.--Beleid van den vyand. + +De muitelingen, door hun behaald voordeel op den Capitain MEYLAND +opgeblazen, waren daarënboven door hunne Spions onderrigt, dat +de Colonel FOURGEOUD zig te Barbacoeba bevondt, en zyne soldaaten +willende trotseeren, of schrik aanjagen, hadden zy de stoutheid, +om den 15den Augustus 1775. de hutten van twee legerplaatsen, welken +onze uitgezondene wachten hadden laten staan, in brand te steeken, +en een gehuil en geschreeuw te maken, het welk wy den geheelen +nacht hoorden. Dit was nogtans van hunnen kant niets anders dan +loutere zwetzery; maar het verwekte in onzen Bevelhebber zulk eene +gramschap, dat hy zwoer zig met geweld, het koste wat het wilde, te +zullen wreeken. Dien zelfden nacht wierden wy ook door een grooten +Tyger ontrust; maar hy deedt geen het minste kwaad. Des anderen daags +morgens stondt al ons krygsvolk tot den optocht gereed, en met het +aanbreken van den dag begaven wy ons in het bosch. Wy waaren twee +honderd Europeaanen sterk, bekwaam om dienst te doen; en wy lieten +een groot getal agter, die door ziekten belet wierden mede te gaan. De +Neger-Jagers, wien het verveelde de beveelen van den Colonel FOURGEOUD +te gehoorzamen, verscheenen niet, hoewel zy verwagt wierden, het welk +aan den Bevelhebber gelegenheid gaf, om hunne bende voor schelmen +en lafhartigen uittemaken. Ik erken, dat ik uittermaten verwonderd +was over het agterblyven van myne begunstigden, die op andere tyden +zoo veel yver betoond hadden om den vyand te keer te gaan, en die +verklaard hadden niets meerder te verlangen, dan eenen algemeenen en +beslissenden slag. + +Wy trokken deezen dag oostwaarts aan. Na omtrent agt mylen te hebben +afgelegd, het geen in een land, waar onöphoudelyk door het weghakken +van het geboomte de weg gebaand moest worden, al vry aanmerkelyk +is, sloegen wy hutten op, en namen aldaar onze legerplaats. Na zoo +meenigmaalen van de oproerige Negers, aan wien wy nu op het punt +waren van slag te leveren, gesprooken te hebben, biede ik den lezer +eene afteekening aan, verbeeldende één van hun, die op schildwacht +staat, en door het hooren afschieten van snaphaanen in de struiken +verschrikt is. Twee Jagers schynen het oogenblik om hem te verrassen +op eenigen afstand te bespieden. Deze Neger is met een snaphaan en +byl gewapend. Zyne hairen, ofschoon wollig zynde, zyn digt aan 't +hoofd gevlogten; dit was een teken, waar door de muitelingen van onze +Jagers, en van andere Maroni-Negers, die onder hunne bende niet gedoogd +wierden, onderscheiden waren. Zyn baard is puntsgewyze gesneeden, zoo +als zy dien allen dragen, wanneer zy niet in de gelegenheid zyn, om +zig te scheeren. Zyne voornaamste kleeding bestaat in een lap catoen, +die onagtzaam om zyne schouders geslagen is, hem voor de ongemakken +der lucht beveiligt, en hem dient om 'er op te slapen, het welk een +iegelyk van hun altoos onder een dekkleed doet, in de somberste +plaatsen, welken hy vinden kan, wanneer hy van zyne medemakkers +is afgescheiden. Dezelfde persoon draagt een Camisa, die als een +neusdoek om zyne lendenen gebonden is. Zyn zak of weitas is van de +huid van 't een of ander dier gemaakt. Kleine catoene koorden zyn om +de gewrichten zyner handen en enklauwen tot cieraad gebonden. Eene +bygeloovige Obia of tooverband, waar op hy al zyn vertrouwen stelt, +hangt hem om den hals. De bekkeneelen en beenderen, welken men in eene +zandige Savane verstrooid ziet, zyn waarschynlyk die van zyne vyanden. + +De twee Jagers, welken men in't verschiet bemerkt, zyn door hunne +roode mutsen kenbaar. Het is aanmerkens waardig, dat de muitelingen zig +verscheiden malen van deeze onderscheidende teekenen meester maakten, +en dat zy, dezelven staande het gevecht op hun hoofd gezet hebbende, +niet alleen hun leven behielden, maar zelfs des te gemakkelyker hunne +vyanden konden afmaken. + +Zy hebben dikwerf eene andere krygslist gebruikt. Dewyl het +schietgeweer zeldzaam onder hen was, voegden zig verscheiden onder +hunne gelederen, dragende een stuk hout, het welk ten naasten by als +een snaphaan gehouwen was, op den schouder. Deeze list heeft dikwils +de slaven der Plantagiën belet, om dezelven te verdedigen, wanneer +deeze muitelingen ze kwamen plonderen: zulks heeft zelfs meer dan eens +een zoo grooten schrik verwekt, dat men hen hunne oude woonsteden, +na de vrouwen en kinderen weggevoerd te hebben, zonder tegenkanting +in brand liet steken. + +Den 16den, vervolgden wy onzen weg west-waarts over hoog land. Het +was een zoort van keten van bergen, die, zoo ik my niet bedriege, +in dit Land doorgaans van het oosten naar het westen loopt, zoo als +ook in de verdronken zandwoestynen en moerassen plaats heeft. Wy +leiden geenen zoo grooten weg af, als daags te vooren, en toen wy +stil hielden, ontfingen wy bevel om onze hangmatten uit te spreiden, +en daar op te gaan slapen, zonder eenig overdek, om den vyand geene +kennis te doen bekomen van de plaats, alwaar wy ons bevonden, het +geen zekerlyk gebeurd zoude zyn, indien wy in het bosch boomen gekapt +hadden: bovendien wierd ons niet toegestaan vuur aan te leggen, +noch te spreken; en men hieldt naauwkeurig de wacht rondom de +legerplaats. Deeze voorzorgen waren in de daad aller noodzakelykst: +maar zoo al de muitelingen ons niet ontdekten, wy wierden ten +minsten door groote muggen en insecten, die uit een naby gelegen +moeras opkwamen, van één gereten. Wat my betrof, ik leed hier meer, +dan ik immer geleden had aan boord der elendige vaartuigen, toen ik +my op den wachtpost aan de Cottica bevond. Het was ons verboden deeze +insecten door rook te verdryven; en in die deerniswaardige gesteldheid, +zag ik soldaten, die met hunne bajonetten gaten in den grond groeven, +om hun hoofd daar in te leggen, terwyl zy voor over op den buik, +en met hunne hangmat overdekt, lagen te slapen. Het was volstrekt +onmogelyk in eenige andere ligging den slaap te vatten. + +Echter konde ik, den raad van eenen Neger-Slaaf volgende, een weinig +genot van den slaap hebben: "Masera", zeide hy my, "klauter met uwe +hangmat op den hoogsten boom, die 'er in de legerplaats staat, en slaap +aldaar. Gy zult aldaar door geen enkel insect ontrust worden; want de +geheele zwerm zal door den reuk van deeze meenigte sterk zweetende +menschen benedenwaarts gelokt worden".--Ik beproefde oogenblikkelyk +dit middel, en sliep byna honderd voeten boven myne medemakkers, +welken ik, uit hoofde van de onbegrypelyke meenigte en het aanhoudend +gebrom deezer onaangenaame insecten, niet eens bemerken, noch zelfs +hooren konde. + +Van dien aart was gewoonlyk het voornaamste ongemak van den nacht; +maar des daags wierden wy aanhoudend aangevallen door geheele legers +van kleine mieren, alhier vuur-mieren genoemd, uit hoofde van de +pyn, die hunne beet verwekt. Deeze insecten zyn zwart, en van het +kleinste zoort; maar zy verzamelen zig in zulk een groot getal, dat +hunne mieren-nesten, door derzelver dikte, ons dik wils eenigermaten +den weg belemmerden, en dat, indien men 'er by ongeluk op trapte, +men dadelyk de beenen en voeten door deeze dieren bedekt had, die met +hunne klauwen de huid zoo geweldig vast hielden, dat men hun eerder +den kop van den romp zoude draaien, dan hen te doen los laten. De +brandende pyn, die zy veroorzaken, kan, naar myn inzien, niet eeniglyk +uit de zeer scherpe gedaante van hunne klauwen voortkomen: ik meen, +dat zy door een zeker vergift, het welk zy in de wond laten loopen, +of deeze naar zig trekt, moet worden voortgebragt. Ik kan verzekeren, +dat ik hen aan eene geheele compagnie soldaten zulk eene trilling +heb zien veroorzaken, als of zy door kokend water gebrand wierden. + +Den 17den, trokken wy tot negen uuren verder oostwaarts op: vervolgens +noordwaarts, en dwars door eene groote meenigte mataky wortels, welken +ik reeds beschreven heb; het geen ten bewyze strekte, dat wy afzakten; +en de grond wierd in de daad zeer moerassig. Gelukkig echter, schoon +wy in het regen-saisoen waren, viel 'er weinig water. + +Dien dag hielden wy omtrent vier uuren des avonds stil, want de +Colonel wierd door eene koorts met koude aangetast. + +Terwyl ik in myne hangmat, die aan twee zwaare takken was opgehangen, +lag te slapen, viel myn oog op iets, het geen ik in 't eerst een blad +van een boom meende te zyn, maar my vervolgens bleek zig te bewegen, +en op den stam van den boom voort te schuiven. Oogenblikkelyk opgestaan +zynde, riep ik verscheiden van myne medgezellen, om hun dit zelfde te +doen zien, en dadelyk riep een Officier van 's Compagnies krygsvolk +uit; "het is het wandelend blad"! Na een naauwkeurig onderzoek bevonden +wy, dat het een insect was, wiens vlerken zoo zeer naar een blad +gelyken, dat verscheiden lieden het voor een voortbrengzel uit het +Plantenryk hebben aangezien: het was een zoort van springhaan, maar +bedekt met vier vlerken van eene eironde gedaante, en van omtrent drie +duimen lengte, waar van de bovenste zoo aan elkander vast kleefden, +dat zy juist een bruin blad met deszelfs vezelen scheenen te vertoonen. + +Ik keerde dus naar myne hangmat te rug. De lucht was helder, de maan +scheen tusschen het loof der boomen, en ik viel in eenen diepen slaap, +overpeinzende de wonderen der natuur; myn slaap duurde tot middernacht, +toen ik, te midden der dikste duisternis, en eenen zwaaren stortregen, +ontwaakte door het gehuil en geschreeuw der muitelingen, die te gelyker +tyd eenige snaphaan-schoten deeden. Hun schieten echter bereikte de +legerplaats niet, en wy waren uittermaten verlegen, want de donkerheid +maakte het ons onmogelyk, om een juist denkbeeld van hun oogmerk te +vormen. Zy hielden op die wyze aan tot het aanbreken van den dag, +het geen ons elk oogenblik deedt verwagten van door hun omcingeld te +worden: dienvolgende verdubbelden wy onze waakzaamheid. + +Des anderen daags morgens rolden wy onze hangmatten op, en trokken +noordwaarts aan, naar den kant, van waar den voorigen nacht het geluid +zig hadt doen hooren. Grootendeels in onze rust gestoord geweest zynde, +waren wy zeer vermoeid, en vooral de Colonel, die moeite had, om het +staande te houden, zoodanig was hy door de koorts verzwakt. Ik voerde +het bevel over de voorhoede. Wy hadden geen twee mylen afgelegd, +of een oproerige Neger sprong byna voor myne voeten van onder eene +doornhegge, alwaar hy was gaan liggen slapen, maar dewyl wy last +hadden, om op de geenen, die verdwaald waren, geen vuur te geven, +ontsnapte hy ons, en liep zoo gezwind als een hart dwars door de +struiken weg. Ik gaf 'er bericht van aan den Bevelhebber, die zwoer, +dat hy een spion was, en ik geloof, hy had gelyk: dadelyk vergat hy, +om zoo te spreken, zyne kwaal, en verdubhelde zyne schreden met groote +drift. Onze vervolging echter was, ten minsten deezen dag, vruchteloos, +want op den middag vervielen wy in een groot moeras, waar uit wy veel +moeite hadden ons te redden; en wy waren genoodzaakt onze legerplaats +van den laatst voorgaanden nacht te hernemen, na twee soldaten van 's +Compagnies krygsvolk verloren te hebben, welken wy vooronderstelden, +dat in het moeras versmoord waren. + +Dien zelfden dag zagen wy eene groote meenigte Roucou-boomen, die in +dit gedeelte van het bosch overvloediglyk gevonden wierden. Des avonds +boodt een slaaf my een Doornhaag-Spinnekop aan. Dezelve was van zulk +eene grootte, dat zy, in een kistjen van agt duimen hoog geplaatst +zynde, den rand met eenige van haare pooten raakte, terwyl de andere +op den grond stonden. De Schepping levert geen afschuwelyker wezen +op, dan deeze ysselyke Spinnekop, welke de inwooners van Surinamen te +onrecht voor de Tarantula houden. Derzelver lyf is verdeeld in twee +deelen; het agterste is eyrond, en heeft de gedaante van een appel; +het voorste is vierkant, en de kop gelykt naar een zoort van star, die +'er aan vast gehecht is. Dit gedrocht heeft vyf paar groote pooten met +vier gelederen. Het is geheel zwart, of van een donker bruine kleur, +en, zoo wel het lyf als de ledematen, geheel overdekt met lange, +dikke en zwarte hairen, veel gelykende naar die van een rups. Elke +poot is met een zoort van geele en kromgebogen klauw gewapend. Uit +den kop komen twee lange tanden, die met de binnenwaarts gebogene +punten een schaar vormen, even als die van een krabbe, waar van +zy zig tot het aanpakken van haaren buit bedienen. Het steeken van +dezelve verwekt altyd de koorts, zoo het al niet doodelyk is door het +vergiftig vocht, het welk zy in de wonde laat loopen. Deeze Spinnekop +heeft agt oogen, gelyk de meeste anderen, en voedt zig met allerleije +zoorten van insecten. Men beweert, dat de jonge vogelen aan dit dier +niet onsnappen kunnen, en dat het derzelver bloed uitzuigt. Deszelfs +webbe is niet zeer uitgestrekt, maar zeer sterk. Om kort te gaan, het +is een verschrikkelyk dier, waar van 't gezicht alleen in staat is, +om aan de lieden zelfs, die aan de beschouwing van de wanstaltigheden +der natuur het meest gewoon zyn, een afgryzen te verwekken. Alle de +gevaaren, alle de plagen, waar aan men dagelyks in de bosschen van +deeze gezengde landstreek is bloot gesteld, zyn talloos. Ik heb 'er +reeds een groot gedeelte van aangehaald, en 'er schieten 'er nog wel +zoo veel over om op te noemen. Onze ongelukkige soldaten konden daar +aan geen weerstand bieden; 'er stierf by aanhoudendheid een groot +aantal, zonder hulp, zonder vriend om hun de oogleden te sluiten, +zonder een kist om hun gebeente te bevatten. Men wierp hunne lyken +door elkander in een groot gat, als of zy het overschot van onze +natuur-genooten niet waren. + +Den 19den, braken wy de legerplaats op, en na een weinig zuidwaards +getrokken te zyn, gingen wy oostwaarts, tot tien uuren, toen een +gedeelte van honderd Neger-Jagers, met hunnen leidsman VINSACK, tot +myn groot genoegen, zig by ons voegde; wy waren derhalven toen drie +honderd mannen sterk. Hoe weinig achting de Colonel FOURGEOUD op alle +andere tyden voor deeze dappere lieden betoonde, hunne versterking +mishaagde hem in 't geheel niet, op dit oogenblik, dat wy eenen vyand +naderden, dien zy wel kenden, en tegen wien zy met meer voordeel +streden, dan ons krygsvolk. Ik ben bovendien volkomen van gedachten, +dat één van deeze vrye Negers, als soldaat, in de bosschen van Guiana, +boven zes Europeanen den voorrang verdient. + +De Colonel FOURGEOUD liet ons toen in drie kolommen, of liever in +drie linien optrekken. Zyn Regiment maakte het midden-punt uit; +het krygsvolk der Sociëteit was ter rechter, en de Jagers ter linker +zyde. Allen waren zy alleenlyk afgescheiden door eenen afstand, van +waar men elkander beroepen konde; en by elke vleugel waren eenige +lichters geplaatst. Aldus verdeeld zynde, vervolgden wy onzen tocht +oostwaards tot den middag, toen wy den zelven oost noord oost namen, +en aantrokken op een biry-biry, of groot moeras. De moerassen van +dit zoort zyn in dit land zeer gemeen en zeer gevaarlyk. Zy zyn vol +met een zeer dun slyk, en met een dikke en groene korst overdekt, +die op veele plaatsen een mensch dragen kan; maar die men onder zyne +voeten voelt buigen. Indien deeze korst breekt, worden allen, die +'er door heen zakken, in dit zoort van afgrond verzwolgen, waar in zy +ontwyffelbaar moeten omkomen, indien men 'er hen niet oogenblikkelyk +uittrekt. Op die wyze heeft men daar in meenigwerf menschen zien +verzinken, waar van men naderhand nooit meer heeft hooren spreken. + +De zandpoelen zyn van een geheel anderen aart; men zakt 'er +trapsgewyze in, daar dit in de slykmoerassen eensklaps geschiedt. Om +deeze toevallen voor te komen, openden wy onze gelederen zoo veel +als mogelyk was, het geen dezelve zeer wyd van elkander maakte; +en in weêrwil van deeze voorzorge, wierden verscheiden menschen +ingezwolgen, als of het ys onder hunne voeten was weggebroken. Ik +heb eenige anderen gezien, die, mede in den poel gevallen zynde, +'er tot onder de armen toe in zakten; maar wien het egter gelukte, +schoon met veel moeite, gered te worden. + +Des namiddags trokken wy voorby twee velden, alwaar men maniok gehad +had; het geen ons deedt begrypen, dat wy aan de verblyfplaats der +muitelingen naderden. Korten tyd daar na ontdekten wy de voetstappen +van den tocht van Capitain MEYLAND, en wy herkenden die aan de +teekens, die op de boomen gesneden waren, zoo als ik reeds te vooren +heb opgegeven. Tegen den avond sloegen wy ons neder op den afstand +van eenige mylen van het moeras, waar in de krygsbende van deezen +Officier het leven gelaten had: het daglicht stondt ter deezer uur +niet lang genoeg meer te schynen, om den vyand te kunnen aantasten. + +Onze soldaten door eenen langen tocht zeer vermoeid zynde, stondt de +Colonel hun voor deezen nacht toe, hutten op te slaan, en vuuren +aan te leggen. Ik was 'er uittermaten verwonderd over: hy had +ons dit zoort van verkwikking verboden, toen wy van den vyand zeer +verre af waren; en op het oogenblik, dat deeze naby was wilde hy het +gedogen. Ik maakte 'er echter gebruik van; en myn Sergeant, my eenige +duivenboonen, welken hy in een nabuurig land geplukt had, gegeven +hebbende, noodigde ik hem ten eeten, als mede een Neger-Capitain, +genaamd HANNIBAL. Wy wierpen alle drie ons gezouten ossen-vleesch en +bischuit in de ketel; vervolgens roerden wy het met een bajonnet om, +en deeden eene uitmuntende maaltyd, in weerwil van eenen akeligen +nacht, en één der zwaarste slagregens. + +De duiven-boonen, of boonen van angola, groeien op een stronk van +agt of tien voeten hoog; zy zyn, ten getale van vyf of zes, in eene +peul besloten; haare kleur is bruin, en haare gedaante plat, gelyk +die der peul-vruchten. De Negers houden 'er veel van, en kweeken in +hunne tuinen, zonder veel kosten of moeite, de plant aan, die deeze +vruchten voortbrengt. + +HANNIBAL, na my te hebben doen opmerken, dat wy des anderen daags +den vyand zekerlyk ontmoeten zouden, vroeg my, of ik wel wist, hoe +de Negers in een gevecht tegen elkander streden. Ik antwoordde hem, +neen; en dadelyk deedt hy my het volgende verhaal, zyn pyp onder myne +hangmat rookende.--"Maséra", zeide hy my, "de beide partyen worden +gerangschikt in compagniën van agt of tien mannen, onder bevel van +eenen Capitain, een jagthoorn dragende, zoo als deeze", (hy toonde my +den zynen) "op welks geluid zy alle hunne krygsbewegingen verrigten, +en stryden, of de vlucht nemen. Wanneer zy stryden, scheiden zy zig +oogenblikkelyk van elkander, gaan op den grond leggen, en schieten +dwars door het geboomte op een zeer korten afstand. Elk die strydt, +word door twee ongewapende Negers geholpen; de een vervangt hem, als +hy gedood word, en de ander neemt het lyk weg, uit vreeze, dat het in +'s vyands handen mogt vallen". [1] + +Zyn verhaal gaf my een juist denkbeeld, van die manier van vechten, +welke ik zedert heb zien beoeffenen. Ik zal 'er alleenlyk byvoegen, +dat, wanneer het een dik bosch is, elke Neger, in plaats van op den +buik te gaan leggen, of de knie op den grond te zetten, zig agter eenen +grooten boom verbergt, welke hem tot een borstweering dient, en van +waar hy met meerder juistheid en minder gevaar vuur geeft in dit geval, +doet hy zyn snaphaan tegen den stam van den boom, of op een gespleten +tak, rusten, even gelyk de Indianen van Shawanese en Delaware doen. + +Capitain HANNIBAL deedt my ook verstaan, dat men den beruchten BONNY +verdacht hieldt, van persoonlyk zig te bevinden onder de muitelingen, +in wier nabuurschap wy waren. Dit opperhoofd, schoon een Mulat zynde, +was in de bosschen geboren, werwaarts zyne moeder de vlucht genomen +had, om de mishandelingen van haaren meester, die haar bezwangerd had, +te ontgaan. + +Te meermalen gesproken hebbende van het onderscheid der menschen van +eene midden-kleur, tusschen zwart en wit, moet ik ter opheldering +daar van het volgende aanmerken. De Mulatten worden geboren van een +blanken en eene Negerin, of van een Neger en eene blanke. De Samboes +worden geboren van een Mulat en eene Negerin, enz. De Quarterons van +een Mulat en eene blanke, enz. enz.--De zelfde Capitain HANNIBAL, +noemde my ook den naam van verscheiden andere hoofden der muitelingen, +tegen welken hy dikwils gestreden had. De eerste van allen was QUAMMY, +hoofd van eene afzonderlyke bende, die met de andere muitelingen in +geene betrekking stondt. Hy noemde my vervolgens COROMANTYN, COJO, +ARICO en JOLI-COEUR. De twee laatstgemelden waren berucht van wegen +den onverzoenlyken haat, waar mede zy tegen de blanken bezield waren; +en JOLI-COEUR, van wien ik reeds gesproken heb, had 'er billyke reden +toe. HANNIBAL dacht ook, dat de beruchte BARON op dit oogenblik onder +het opperhoofd BONNY diende. + +Hy ging vervolgens over tot de benamingen van de voornaamste +bezittingen der muitelingen, waar van zommige reeds verwoest waren, +andere zig in 't gezicht bevonden, en eenige ons slechts by naame +bekend waren. Zy hadden allen eenige wezentlyke beteekenis; en dewyl +zy, in zeker opzigt, de onderzoekingen der geleerden omtrent de +verschillende volken onder de Negers kunnen ophelderen, heb ik gepast +geöordeeld aan dezelven, met opgaave van de vertaaling, alhier eene +plaats te vergunnen. + +Boucou: Ik zal eerder tot stof vergruisd worden, +eer ik genomen worde. + +Gado Saby: God alleen kent my. + +Cosaay: Koomt, zoo gy het hart hebt. + +Tessy sy: Ruikt 'er aan, zoo gy lust hebt. + +Mele my": Ontrust my, zoo gy durft. + +Bousy cray: De bosschen schreiën. + +Me salasy: Ik zal genomen worden. + +Kebry my: Verberg my, ô loof der boomen, dat my omringt. + +De verdere waren: + +Quammy Condre: naar den naam van QUAMMY, hun opper-hoofd. + +Pynenburg: van de Pyn- of Latanus-boomen, die deeze bezitting van +vooren omringden. + +Caro Condre: van de meenigte Koorn-velden, waar mede dezelve omringd +was. + +Reizy Condre: van de meenigte Ryst-velden, die rondöm lagen. + +Ik drukte Capitain HANNIBAL, na dit gesprek, de hand, en hy ging +van my af. Ik was vervuld met de hoop op eene overwinning, die door +geene wreedheid bezoedeld zoude worden; en dewyl ik zeer vermoeid was, +viel ik in een diepen slaap. + +Den 20sten, des morgens, ontwaakte ik, zeer wel te vreden; zynde het +toen het schoonste weder des weerelds. Deeze gelukkige gesteldheid +verdween wel dra, toen ik zag, dat op een oogenblik, zoo netelig, +en toen men op 't punt stondt slag te leveren, in plaats van goede +behandelingen, welken het voorzichtig geweest zoude zyn te gebruiken +omtrent hun, van wier welwillenheid wy het gunstig einde van ons +lyden verwagtten, men integendeel by de Onder-Officiers en soldaten +eene groote moedeloosheid verwekt had. Ik maakte toen tegen mynen wil +deeze aanmerking:--Dat de Vorsten en hunne dienaars nimmer, zoo veel +mogelyk, een byzonder persoon, wie hy ook wezen mogt, vooral in een +afgelegen land, met eene onbepaalde magt bekleeden moesten, zonder +zynen inborst en denkwyze zeer grondig te kennen; want niemand is +waardig het bevel te voeren, indien hy zig niet tevens door dapperheid +en menschlievenheid onderscheidt; naardien het eene wel bekende +waarheid is, dat geene dapperheid met wreedaartigheid bestaan kan. + +Des morgens ten zes uuren trokken wy noordoostwaarts ten noorden, +onzen weg naar de moerassen nemende; en myne zwaarmoedigheid verdween +met het doorbreken der zon. + +Omtrent ten agt uuren, kwamen wy in dat verschrikkelyk moeras, alwaar +wy schielyk tot aan ons midden door het water gingen. Niettemin maakten +wy ons gereed, om het ernstig onthaal, het welk wy aan de overzyde te +wagten hadden, vol te houden. Na een halve myl ver gezworven te hebben, +beklommen onze grenadiers gezwindelyk den oever met de bajonnetten +vooruit. Het hoofdleger volgde hen oogenblikkelyk, en wy plaatsten +ons, zonder de minste tegenkanting, in gelederen. Wy zagen toen +een schouwspel, het welk in staat was, om de onverschrokkensten te +verzetten: de grond lag bezaaid met bekkeneelen, beenderen en ander +overschot van de lyken der ongelukkige soldaten van den Capitain +MEYLAND.--Deeze Officier had wel middel gevonden, om dezelven te +doen begraven; maar de muitelingen hadden die weder opgedolven, +om ze van hunne kleederen te berooven, om deeze lyken in stukken +te houwen, en ze te verscheuren, zoo als verslindende dieren gedaan +zouden hebben. Onder het getal deezer ongelukkige slachtöffers was +de Neef van MEYLAND, een jongman van denzelfden naam als hy, en van +de grootste verwagting. Hy was van de Zwitzersche gebergten gekomen, +om met des te meerder spoed vorderingen in den krygsdienst te maken, +en, korten tyd na zyne ontscheping, vondt hy zyn graf in een moeras +van Surinamen. Zyn moed stondt gelyk met dien van zynen oom; zyne +onverschrokkenheid, die hem bewoog om zig aan alle gevaaren bloot te +stellen, kende geene paalen.--Zoodanig is de geestdrift der eerzucht +van eenen krygsman. + +Deeze hoop van menschen-beenderen was de tweede of derde, dien wy op +onzen tocht ontmoetten. Ik erken opentlyk, dat zulk eene ontmoeting +in my geen lust verwekte, om de muitelingen te bevechten. Dit droevig +overschot echter ontstak in onze soldaten een levendige drift, om +hunne ongelukkige medgezellen te wreeken. + +Ik heb reeds zoo dikwerf gesproken van het doorwaden der moerassen, +dat het, zoo ik denk, niet ongeschikt is, om door de nevenstaande +plaat de beschryving op te helderen. Voor eerst wordt daar op vertoond +de Colonel FOURGEOUD, vooraf gegaan door eenen Neger, die hem tot +leidsman dient, en, waar het water op het hoogst is, overzwemt. Daar +op volge ik zelf, en eenige andere Officiers en Zee-soldaten, allen +in het midden van het moeras, en onze wapenen, krygsbehoeften, enz. op +het hoofd dragende, om door het nat niet beschadigd te worden. Men kan +daar op voorts de manier zien, waar op de slaven de pakken dragen, als +mede hoe de muitelingen van boven uit de palmboomen op het krygsvolk +vuur geven. Een tocht van dien aart, schoon by deeze gelegenheid zeer +noodzakelyk, moet altyd één der gevaarlykste zyn: men is dan bloot +gesteld aan de aanvallen van eenen vyand, die in 't verborgen vuurt, +en men kan niet meer dan eenmaal vuur geven; want de soldaten zyn te +diep in het water ingezonken, om hun geweer op nieuw te kunnen laden, +zonder het slot nat te maken. + +Wy volgden toen een zoort van voetpad, door de muitelingen gemaakt, +waar na wy onzen weg een weinig westwaarts namen. De Sergeant FOWLER, +die tans het bevel over de voorhoede voerde, kwam by my, geheel bleek +en bevende, en verklaarde my, dat het gezicht van deeze lyken hem +zeer ziek gemaakt had. Dit was waar, want hy scheen aan den grond +als vast gehecht, zonder een enkelen tred te kunnen doen, noch zyne +ontsteltenis te kunnen verbergen. Ik sprak hem aan met den naam, +dien hy verdiende, en had slechts den tyd, om hem te beveelen van +zig by de agterhoede te begeven. + +Ten tien uuren, ontmoetten wy een klein gedeelte der muitelingen, elk +van hun met een groene mand op den rug. Zy gaven vuur op ons, en hunne +vracht op den grond werpende, keerden zy in aller yl naar hun gehucht +te rug. Wy vernamen zedert, dat zy naar eene andere verblyfplaats ryst +vervoerden, om daar van te leven, wanneer zy uit Gado-Saby (den naam +van de plaats, werwaarts wy heen trokken,) verjaagd mogten worden, +eene zaak, welke zy dagelyks te gemoet zagen, zedert dat dezelve +door den dapperen MEYLAND was ontdekt geworden. Deeze groene manden, +welken de Negers warinbos noemen, waren gemaakt van biezen, die met +palmboom-bladeren konstig waren in één gevlochten. Ons volk dezelven +met den sabel hebbende open gehakt, kwam 'er de zuiverste en schoonste +ryst uit, die ik in myn leven gezien heb; maar men strooide ze overal +heen, en trad ze met de voeten, want wy hadden geene gelegenheid om +ze mede te nemen. Korten tyd daar na ontdekten wy eene ledige barak, +waar in de muitelingen een wachtpost geplaatst hadden, om hen van alle +gevaar te verwittigen; maar de lieden, die deeze wacht uitmaakten, +waren met den meesten spoed weggevlucht. Wy verdubbelden toen met +yver onze schreden tot op den middag, wanneer wy eene uitgezette +wacht van den vyand ontmoetten, tweemaal vuur hoorden geven, het welk +een met BONNY overëengekomen teeken was, om hem onze aannadering +te berigten. De Major MEDLAR, ik zelf, met eenige soldaten van de +voorhoede, en eene kleine krygsbende van Neger-Jagers, trokken voor +uit, en wel dra kwamen wy op een schoon veld, met ryst en Indisch +kooren bedekt. Hier hielden wy stil, om ons gezamentlyk krygsvolk in te +wagten, en vooral om aan de achterhoede tyd te geven om aan te rukken, +want eenigen van derzelver soldaten waren twee mylen agter ons. In +dien tusschentyd liepen wy gevaar van in de pan gehakt te worden; +want de vyand, zoo als wy naderhand vernamen, had dit veld omcingeld, +zonder dat wy 'er iets van gezien hadden. + +Een half uur daar na, verëenigde zig onze legerbende te zamen. Toen +kapten wy ons een korten weg door het bosch heen; en wy waren daar +even doorgedrongen, of 'er begon van alle kanten een hevig vuur. De +vyand echter deinsde af, en wy trokken voort, tot dat wy op een schoon +veld kwamen, met rype ryst beplant, en een lang vierkant uitmakende, +aan welks einde het gehucht der muitelingen zig als een opgaande +toneel vertoonde; het was door het lommer van verscheiden hooge boomen +tegen de hitte der zon beveiligd; en dit alles leverde het treffendst +en betooverendst gezicht op, het welk men zig verbeelden kan. Een +onafgebroken vuur, veel naar donderslagen gelykende, duurde meer dan +een uur op dit zelfde veld; en geduurende al dien tyd gedroegen zig de +Neger-Jagers met zoo veel moed als bekwaamheid: maar de blanke soldaten +waren al te driftig, en schooten mis; ik zag 'er echter veelen onder, +die de grootste onverschrokkenheid betoonden, en de Jagers met eenen +goeden uitslag navolgden. Onder deezen bevondt zig in dit oogenblik de +arme FOWLER, die in het begin van den slag van zyne ontsteltenis was +te rug gekomen. Zig eenmaal hersteld hebbende, begaf hy zig op zynen +eersten post, en bekwam zyne achting weder volkomen, met aan myne zyde +als een dapper krygsman te stryden, tot dat de loop van zyn snaphaan +door een vyandelyk schot verbryzeld wierd, het geen hem belette, om +daar van verder gebruik te maken. Een snaphaan-kogel doorboorde myn +hembd en kneusde my den schouder. Myn Lieutenant, DE CABANUS, wierd +de riem van zyn snaphaam weggeschoten; verscheiden soldaten wierden +gewond, zommigen zelfs doodelyk; maar tot myne groote verwondering, zag +ik niemand hunner op het slagveld sneven.--Dit kwam my wonderbaarlyk +voor, maar ik zal 'er in 't kort de uitlegging van geven. + +De muitelingen, om onze aannadering gevaarlyker en moeielyker te +maken, hadden dit ryst-veld met dikke stammen van boomen, waar aan +de wortels vastgebleven waren, omringd en doorsneden. Zy hielden +zig agter deeze opgeworpen verschanssingen verscholen, en gaven +van daar, byna zonder eenig gevaar, vuur op ons, die dit zoort +van wallen beklimmen moesten, eer wy in hun gehucht komen konden: +in weerwil echter van alle de hinderpalen, die zy ons in den weg +leiden, geraakten wy altyd voorwaarts. Maar te gelyker tyd, dat +ik het goed beleid van hunnen Generaal, in het regelen van hunne +krygsverrigtingen, bewonderde, konde ik my niet wederhouden hen over +hunne bygeloovigheid te beklagen. Een van deeze ongelukkigen in 't +byzonder, al zyn vertrouwen Op zyn tooverband stellende, geloofde +onkwetsbaar te zyn. Hy beklom te meermalen één van die stammen van +boomen, die op den grond lagen; van daar schoot hy; vervolgens klom hy +af om zyn snaphaan weder te laden; en weder te rug komende, schoot hy +andermaal met de grootste koelbloedigheid, en in myn gezicht. Een der +Zee-soldaten, onder myn bevel staande, met naame VALET, eindelyk op +hem aangelegd hebbende, doorschoot hem de dye, en hy viel agter het +bolwerk, door hem zoo meenigwerf beklommen; maar die zelfde soldaat, +over hem heen gesprongen zynde, stak de tromp van zyn snaphaan in het +oor van den ongelukkigen, en deedt hem de herssenen uit het hoofd +vliegen: verscheiden zyner medgezellen ondergingen het zelfde lot, +in weerwil van hunne tooverbanden, en bygeloovigheden. + +Wy waren op het punt, om het gehucht der muitelingen in te rukken, +toen één van hunne Capitains, een hoed met een goude lis op het +hoofd dragende, en een brandende toorts in de hand houdende, hun +onvermydelyk verlies voor oogen ziende, moeds genoeg had, om zig +aldaar te blyven ophouden, en het gehucht in ons gezicht in brand +te steken. Deeze houte huizen, met drooge bladeren overdekt, stonden +spoedig in lichten laaijen vlam; maar toen begon het musketten-vuur +in het bosch te verminderen. Dit manmoedig besluit van den vyand +belette niet alleen het bloedbad, het welk de soldaten op het eerste +oogenblik der overwinning gewoon zyn aan te rechten; maar het maakte +'t bovendien voor de muitelingen gemakkelyk, om met hunne vrouwen en +kinderen te rug te trekken, en de goederen, die hun meest dienstig +waren, met zig te voeren. Het was ons derhalven toen onmogelyk om +hen te vervolgen, en den minsten buit te maken; het waren niet alleen +de vlammen, die ons zulks beletteden, maar wy zagen ook wel dra een +moeras, het welk ons byna van alle kanten omringde. + +Ik moet waarlyk erkennen, dat in het laatste uur van deezen slag, +'er niets verschrikkelyker was, dan het aanhoudend musketten-vuur, +het vloeken en huilen der Negers, onder elkander gemengd; het gekerm +der gekwetsten en stervenden, die in het stof lagen, en in hun bloed +baadden; het scherp geluid der jagthoorns, het welk zig van alle kanten +liet hooren, en het gekraak der brandende balken, waar van het gehucht, +dat geheel in vlam stondt, weergalmde: terwyl de rook-wolken, die ons +omgaven, de vlammen die zig zeer hoog verhieven, enz. een tafereel +uitmaakten, het welk voor geene beschryving vatbaar is, en misschien +het penceel van HOGARTH niet onwaardig geweest zoude zyn. Ik heb echter +getracht dit toneel te schetsen; [2] ik heb my zelf daar by afgebeeld +na de hitte van den slag; ik heb daar by het voorkomen van vermoeid +en droefgeestig te zyn, een oog van medelyden werpende op het lichaam +van eenen oproerigen Neger, die, zyne snaaphaan in de hand houdende, +voor myne voeten uitgestrekt ligt. + +Na ons gewasschen, en van het stof, zweet en bloed, waar mede wy +besmet waren, gereinigd te hebben, namen wy allen een teug brandewyn, +en aten een stuk brood. Het vuur begon ondertusschen te verminderen; +en toen het ophieldt, onderzogten wy de rookende puinhoopen van het +gehucht der muitelingen, bestaande in omtrent honderd huizen of +hutten, waar van zommige twee verdiepingen hadden: uit den asch, +die nog gloeiend was, haalden wy eenige kleinigheden, die aan het +geweld der vlammen ontsnapt waren, als by voorbeeld zilvere borden, +die wy uit hoofde van hun merk B. W. vooronderstelden, dat by het +plunderen der Plantagie Brunswyk aan de Cottica geroofd waren: wy +vonden ook eenige messen, gebroken porceleine potten, en aardewerk: +één der laatstgemelden, zynde vol met ryst en palmboom-wormen, viel my +ten deel. Dewyl men rykelyk vuur had, om deeze spyze te laten koken, en +ik een zeer grooten trek tot eeten had, verschafte my dezelve spoedig +eene uitmuntende maaltyd, en ik had wel dra alles opgegeten. Eenigen +myner spitsbroeders waren beducht, dat dit eeten agtergelaten mogt +zyn, met een oogmerk om ons te vergeven; maar, gelukkig voor my, +bleek deeze verdenking zeer ongegrond te zyn. + +De bovengemelde zilvere borden kogt ik van onze soldaten, om 'er een +zoort van zegeteeken van te maken, en ik heb 'er my naderhand altyd +van bediend. Wy vonden in dit zelfde gehucht drie menschen-hoofden op +staken gezet; het waren de treurige overblyfzels van eenigen onzer +dappere en ongelukkige soldaten, die bevorens door de muitelingen +gedood waren. Maar, het geen ons het meest verwonderde, was, dat wy +twee hoofden van Negers zagen, die het voorkomen hadden van in 't kort +te zyn afgehouwen. Wy vernamen vervolgens, dat twee jonge lieden, om +dat zy in ons voordeel gesproken hadden, geduurende den nacht van den +17den, ten tyde dat wy het gehuil en schieten met musketten hoorden, +ter dood gebragt waren. Die hoofden waren de hunne. + +Het droevig overschot deezer ongelukkigen begraven hebbende, hingen +wy onze hangmatten op aan die fraaie hooge boomen, die het gehucht +overschaduwden; maar ik was innerlyk getroffen over het ysselyk +schouwspel, het welk zig toen aan ons oog vertoonde. De Neger-Jagers +vermaakten zig met de afgehouwen hoofden hunner vyanden aan elkander +toe te kaatsen. Het was vrugteloos geweest hen over dit onmenschelyk +spel te bestraffen, en zy verzekerden ons, dat het was "condre fassy, +de gewoonte van hun Land"; zy eindigden het zelve, door die hoofden, +na 'er den neus, de lippen, de wangen, de ooren te hebben afgesneden, +met den voet weg te schoppen; zy namen 'er zelfs de kakebeenen uit, +welken zy in den rook lieten droogen, als mede de regte hand, om +dezelve, ten bewyze hunner overwinning, aan hunne nabestaanden en +vrouwen te vertoonen. Het is een zaak die over bekend is, dat eene zoo +wreede gewoonte onder de wilden plaats heeft, en dat dezelve uit hunne +onverzaadlyke wraaklust voortspruit; en schoon de Colonel FOURGEOUD +met zyn gezag had kunnen tusschen beiden komen, om deeze hatelyke +zegepraal voor te komen, of te doen ophouden, handelde hy naar myn +inzien verstandiglyk, met daar van in dit oogenblik geen gebruik te +maken. Dewyl overtuiging hier niets vermogt, zoude hy slechts deeze +soldaten verbitterd hebben, en hun een weerzin doen krygen in eenen +dienst, die ons zoo nuttig was, hoe bloeddorstig en wreed de gevolgen +'er ook van wezen mogten. + +Deeze zelfde Jagers verhaalden ons, dat zy, by het bezigtigen van den +bosch-kant, veel menschen bloed op onderscheidene plaatsen gezien +hadden, en dat dit gevloeid was uit de wonden dier muitelingen, +welken hunne medemakkers geduurende den slag hadden weggevoerd. + +Ten drie uuren, op het tydstip, dat wy van onze vermoeidheid +uitrustten, wierden wy eensklaps door een party vyanden aangevallen: +maar zoo dra wy hen met eenige snaphaanschoten begroet hadden, trokken +zy af. Dit onverwagt bezoek overtuigde ons, van hoe veel gewicht het +was op onze hoede te zyn, voornamelyk des nachts; dienvolgende was +het niet geoorloofd vuuren te stoken, en men zette dubbelde wagten +uit rondom de legerplaats. + +Door vermoeienis en eene ongemeene hitte afgemat, ging ik, na +het ondergaan der zon, in myne hangmat leggen, en viel spoedig +in een diepen slaap: maar na verloop van een paar uuren, deedt my +myn getrouwe QUACO in het midden van den donker ontwaken, roepende: +"Massera, Massera! bousy negro, bousy negro! Meester, Meester! zie daar +den vyand, zie daar den vyand"! Op het zelfde oogenblik een aanhoudend +vuur gehoord hebbende, besloot ik daar uit, dat de muitelingen in het +midden van onze legerplaats waren. Vol verbaazing, en nog niet geheel +wakker zynde, sprong ik uit myne hangmat, en nam myn snaphaan. Ik liep +toen, zonder behoorlyk te weten wat ik deed, myn QUACO onder den voet; +waar na ik zelfs viel over twee of drie lichaamen, die op den grond +lagen, en welken ik my verbeeldde menschen te zyn, die reeds gedood +waren. Een van hun ontdekte my spoedig myne dwaling, zeggende: +"dat indien ik de minste beweging maakte, ik een kind des doods +was". Dezelfde perfoon voegde 'er by: "dat de Colonel FOURGEOUD aan +het krygsvolk bevel gegeven had, om plat op den buik te gaan leggen, +en geen schot te doen, om dat men des avonds te vooren het grootste +gedeelte van het kruid verbruikt had". Ik ontdekte wel dra, dat de +geen, die tot my sprak, een grenadier was, THOMSON genaamd, en ik +maakte van zynen raad gebruik. Wy bleven dus tot aan het opgaan der +zon onder de wapenen, en geduurende al dien tyd wierd 'er een zoort +van zamenspraak tusschen de muitelingen en onze Jagers gehouden: +de één vervloekte en bedreigde op eene geweldige wyze den ander. De +eersten scholden de laatstgemelden voor "lage zielen en verraders +hunner landgenooten. Zy daagden hen tegen des anderen daags tot een +afzonderlyk gevecht uit: zy zwoeren, dat zy niets vuuriger verlangden, +dan hunne handen in het bloed van deeze schelmen te baden, daar zy de +voornaame bewerkers waren van de verwoesting van hunne bloeijende en +schoone verblyfplaats". De Jagers antwoordden hun; "dat zy niets anders +waren, dan een hoop roovers, tegen wien zy bereid waren te vechten, +al waren zy slechts half zoo talryk, indien zy hunne leelyke gezichten +durfden vertoonen; en dat zy hunne meesters verlaten hadden, alleen om +dat ze te lui waren om te werken". Na dit gesprek deeden zy elkander +allerleije schampere bejegeningen aan, door krygsgeschrei van eenen +byzonderen aart, door overwinnings liederen, en door het geluid van den +jagthoorn tot een teeken van uitdaging. Vervolgens begon wederom het +vuur van den kant der muitelingen, en duurde den geheelen nacht door, +maar afgebroken door hun geschreeuw, het welk door den weergalm van het +bosch herhaald wordende, zig met eene verdubbelde kragt liet hooren. + +De Colonel FOURGEOUD nam eindelyk deel in dit gesprek, en de Sergeant +FOWLER en ik dienden hem tot tolken. Wy moesten hard schreeuwen; maar +ik heb my nooit beter vermaakt. De Colonel beloofde aan de muitelingen +het leven, de vryheid, levens-middelen, en alles, wat zy mogten noodig +hebben. Zy antwoordden hem, hem luidkeels uitlachende, dat zy niets +van hem verwagtten; zy behandelden hem als een half uitgehongerden +Franschman, die uit zyn land gevlucht was: zy verzekerden hem, dat, +indien hy moeds genoeg had, om hun een bezoek te geven, zy hem geen +kwaad doen, maar goed onthaalen zouden: tot ons zeiden zy, dat zy +ons beklagenswaardiger oordeelden, dan hun zelven; dat wy blanke +slaven waren, die voor vier stuivers daags gehuurd wierden, om ons +te laten doodslaan, of om van honger te sterven; dat zy ons te veel +verachtten, om hun kruid op ons te verschieten; maar dat indien de +Planters, of hunne Opzichters, zig in de bosschen dorsten begeven, +'er geen enkele weder uit zoude komen; dat de verraderlyke Jagers een +gelyk lot te wagten hadden, en dat zy dien dag, of daags daar aan, 'er +een goed getal van zouden om hals brengen. Zy eindigden hun gesprek met +te verklaren, dat BONNY wel dra Opperhoofd der Volkplanting zyn zoude. + +Toen dit gesprek was afgeloopen, schoten zy hunne snaphanen af, waar op +een drievouwdig krygs-geschrei volgde. De Jagers beantwoordden hun het +zelve, en de muitelingen verdweenen by het opkomen van den dageraad. + +Wy waren uittermaten vermoeid. Onäangezien echter de langduurigheid van +het gevecht, hadden wy door het vuur van den vyand weinig manschappen +verloren: ik heb beloofd de reden daar van op te geven. Dit geheim +deedt zig ontwikkelen, toen de Heelmeesters, de wonden verbindende, +daar uit zeer weinig loode kogels haalden, maar een groot aantal +steentjes, knoopen van kleederen, en kleine stukjes zilver geld, die +niet veel leed deeden, en niets meer dan eene kwetsing van de huid +veroorzaakten. Wy merkten ook op, dat verscheiden der muitelingen, +die gedood waren, in plaats van vuursteenen, stukken van pot-scherven +hadden, waar mede zy niet veel konden uitrichten. Zie daar de reden, +waarom wy van deeze zaak zoo gelukkig afkwamen. Wy hadden niettemin +nog een groot getal soldaten, die gevaarlyk gewond waren, of zwaare +kneuzingen bekomen hadden. + +De vernuftigheid van deeze Negers, wanneer zy zig gerust in de bosschen +bevinden, is ongemeen groot. De geenen, tegen welken wy te stryden +hadden, beroemden zig, dat hun niets ontbrak, en wy vonden hen ten +minsten dik en vet. Door middel van strikken, die konstig gemaakt +waren, en de diepe moerassen, vangen zy wild en visch in overvloed, +welken zy in den rook laten droogen, om ze goed te houden. Hunne +velden zyn beplant met ryst, maniok, ignames, plantain-boomen, +enz. Het zout trekken zy uit de asch van palmboomen, zoo als de +Gentous in de Oost-Indiën doen, of zy gebruiken in plaats van dien +zeer dikwils roode peper. + +Op deeze zelfde plaats ontdekte men een klein vaatje vol met beste +boter, die by een ouden stam van een boom verborgen was. Onze Jagers +zeiden my, dat dezelve van gesmolten vet van palmboom-wormen gemaakt +was. Men konde ze gebruiken als de Europeesche boter, en ik vond +ze zelfs veel lekkerder. De Negers maken ook boter van pistaches, +waar uit zy de olyachtige zelfstandigheid uitperssen, en dikwils doen +zy die in hunne soepen. Zy hebben altyd palmboom-wyn in overvloed; +zy weten dien te bekomen door de insnyding van een vierkanten voet +in den nedergehouwen stam; vervolgens vangen zy het sap in een pot +op. Dit sap gaat schielyk door de hitte der zon aan het gisten, +en verschaft hun een aangenamen en koelen drank, die kragt genoeg +heeft om dronken te maken. De Latanus- of Pyn-boom verschaft hun de +noodige bouwstoffen voor hunne huizen. De Calabassen-boom bezorgt +hun drinkschalen. De zyde-plant en de mauricy bevatten draden, waar +van zy hunne hangmatten maken; en op de palmboomen groeit zelfs een +zoort van mutsen van een natuurlyk weefzel, gelyk ook bezems om te +vegen. De koorden van allerleije zoort van heestergewassen dienen +hun voor touwwerk. Om hout te hebben, behoeven zy het slechts te +hakken. Zy ontsteken vuur, door twee stukken hout, welken zy by-by +noemen, tegen elkander te wryven; terwyl zy daar van, als elastiek +zynde, zeer goede kurken maken. Van het vet en de oly, welken zy in +overvloed hebben, kunnen zy kaarssen maken of lampen branden; en de +wilde byen geven hun wasch, en uitmuntenden honig. + +Zy weigeren volstrekt, om kleederen te dragen, en verkiezen naakt te +loopen in eene luchtstreek, alwaar de hitte de ligtste kleeding tot +een last maakt. + +Zy zouden varkens en gevogelte kunnen aankweken, en jagt- of +wacht-honden leeren; maar zy vreezen, dat het geluid van deeze dieren, +en vooral het gekraay der haanen, het welk men van zeer wyd af in +het bosch kan hooren, de plaats van hun verblyf ontdekken mogten. + +Toen de muitelingen van deezen oord verjaagd of geslagen scheenen, +hieldt de Colonel FOURGEOUD zig bezig met den oogst in den omtrek te +vernielen. Ik ontfing bevel om met vier-en-twintig Zee-soldaten, en +twintig Jagers, een begin aan deeze verwoesting te maken. Dienvolgende +deed ik al de ryst, die in de opgemelde velden in overvloed groeide, +afmaaien. Ik ontdekte vervolgens een derde land, zuidwaarts van het +eerstgemelde gelegen, om het welk te verwoesten, ik insgelyks bevel +gaf; en ik gaf daar van bericht aan den Colonel FOURGEOUD, die my +toescheen uittermaten voldaan te zyn. Des namiddags wierd de Capitain +HAMEL met vyftig Zee-soldaten en dertig Neger-Jagers afgezonden, om de +plaatsen, agter het gehucht liggende, te onderzoeken, en, zoo mogelyk, +te ontdekken, hoe de muitelingen het maakten, om door een moeras heen +en weder te trekken, waar van de diepte ons onbekend was, en door het +welk wy hen niet konden vervolgen. Deeze Officier ontdekte eindelyk +een zoort van dryvende brug, die tusschen de heesters verborgen lag, +en van mauricy hout gemaakt was; maar zoodanig ingericht, dat 'er niet +meer dan één man te gelyk over gaan konde. Eenigen der muitelingen +zaten 'er schreijelings op, om de overtocht te beletten. Zoo dra zy +de afgezondene manschappen vernamen, schoten zy op hen: de Jagers +beantwoordden hun spoedig, en dooden één man van hun, die door zyne +makkers wierd weggevoerd. + +Des anderen daags morgens den 22sten, gaf onze Bevelhebber aan +een ander gedeelte manschappen, waar toe ik mede behoorde, last +om de brug over te trekken, en het te wagen, om op kondschap uit +gaan. Geen tegenstand van iemand ontmoet hebbende, trokken wy deeze +brug over, of liever, wy kropen over de dryvende boomen, waar van +dezelve gemaakt was; vervolgens bevonden wy ons op een veld van eene +langwerpige gedaante, met maniok en ignames beplant, in welks midden +een dertigtal huizen stonden, die op dit oogenblik verlaten zynde, +van eene oude verblyfplaats der muitelingen, Cosaay genaamd, waren +overgebleven. Om de plaatsen te beter te onderzoeken, verdeelden wy +ons op dit veld in drie krygshoopen: de eerste, om noordwaarts, de +tweede ten noordwesten, en de derde westwaarts heen te trekken. Hier +ontdekten wy, tot onze groote verwondering, dat de reden, waarom de +muitelingen, in den nacht van den 20sten, zoo geschreeuwd, gezongen +en geschoten hadden, niet alleen was, om den aftocht hunner vrienden +door het beletten van den overtocht te dekken, maar ook om door dit +geweldig en aanhoudend geraas voor te komen, dat wy niet bemerken +zouden, dat zy lieden, zoo mannen, vrouwen, als kinderen, grootendeels +bezig waren met warimbos of manden te maken, en die met de schoonste +ryst, cassave, en wortelen van ignames te vullen, om daar door by +hunne vlucht levens onderhoud te hebben. + +Dit was zekerlyk een verstandig gedrag in een wild volk, het welk wy +ons vermeeten om te verachten: het zelve zoude aan elken Europeaanschen +Bevelhebber tot eere gestrekt hebben, en de beschaafdste volken hebben +hen daar in misschien zeldzaam overtroffen. + + + +EEN-EN-TWINTIGSTE HOOFTSTUK. + +Wilde Porselyn.--Calebassen-boom.--Schermutzeling.--Tafereel +van broederlyke teederheid.--Het krygsvolk keert naar Barbacoeba +te rug.--Beschryving van de manier, waar op de legerplaats was +ingericht.--Een slaaf door den slang Orou-coukou gedood. + +De Colonel FOURGEOUD, zig op deeze wyze door eenen Neger getrotseerd +ziende, konde zyn spyt niet langer inhouden, en zwoer, dat hy BONNY +vervolgen zoude, al was het ook aan het einde van de weereld. Alle onze +krygs- en mondbehoeften intusschen waren verbruikt; en al was dit zoo +niet geweest, zoo zoude het zekerlyk eene ydele onderneming geweest +zyn den vyand te willen agterhalen. Onze Bevelhebber niettemin bleef +by dit onuitvoerlyk ontwerp; hy zondt derhalven eenige manschappen +naar Barbacoeba, onder bevel van den Capitain BOLTS, en bestaande +uit honderd Zee-soldaten, dertig Jagers en een goed getal slaven, met +last, om krygs- en mondbehoeften voor ééne week van dien wachtpost te +gaan halen. Te gelyker tyd deedt hy alleenlyk eene halve portie aan +het overgebleven krygsvolk uitdeelen, en hy zette de soldaten aan, +om dit gebrek aan noodig voedzel te vervullen, door het opzamelen +van ryst, duiven- of angola-boonen, en door het uit den grond halen +van maniok-wortel, welken zy, zoo goed zy konden, moesten gereed +maken. De Officiers wierden op dezelfde wyze behandeld. Het was in de +daad wonderlyk om te zien, dat een twintigtal van ons zig, even als +zoo veele Apothecars, bezig hielden met de ryst elk in een zoort van +vyzel te stampen, die door de muitelingen uit den stam van een boom, +het roode hart genaamd, was uitgehold, als zynde dit het eenige +middel, om dezelve van haare schel te zuiveren. Dusdanige arbeid +was echter zeer afmattend; het zweet liep ons langs het geheele lyf, +als of wy uit een bad kwamen; en op dit oogenblik, dat wy wel eenigen +versterkenden drank noodig hadden, hadden wy niets dan water. + +Wy hadden het geluk, om, onder andere plantgewassen, eene groote +meenigte wilde porselyn te vinden, die van de gewoone alleenlyk daar +in verschilt, dat zy digter aan den grond groeit, en dat derzelver +bladeren kleiner en van een donkerer groene kleur zyn. Men kan ze +gerust eeten, het zy als eene salade, het zy gestoofd; zy verschaft +een smakelyk en verkoelend voedzel; en ze is bovendien een uitmuntend +middel tegen de scheurbuik. + +Wy vonden ook een groot aantal Calebassen-boomen, waar van +de vrugten voor de inboorlingen des Lands van zeer groot nut +zyn. De Calebassen-boom groeit tot de hoogte van een gewoonen +appel-boom. Deszelfs bladeren zyn dik, en loopen puntig toe. De +gedaante en grootte van deszelfs vruchten is onëindig verschillende; +eenige zyn eirond, andere spits toeloopende, andere wederom rond, +en dikwils hebben zy tien of twaalf duimen in den omtrek. De +schil is hard, glad, en met eene schitterende huid overdekt, +die bruin wordt, wanneer de calebas droog is. Het vleesch is eene +mergachtige zelfstandigheid, welke men 'er met een krom mes kan +uitnemen. De calebassen dienen tot poejer-doozen, flessen, schaalen +en schotels. Zelden ging ik door de bosschen, zonder 'er een by my +te hebben. De Negers vercieren dezelve doorgaans, door op de bast +verscheiden misselyke streepen te snyden; zomtyds zelfs vullen zy de +groeven met kryt, het geen een zeer fraaije vertooning maakt. [3] + +De Jagers op kondschap zynde uitgegaan, kwamen in den namiddag van den +23sten te rug, berigtende, dat zy het gewas van een ander rystveld, +noord-oost-waarts gelegen, vernield hadden. De Colonel was met deeze +tyding zeer in zyn schik; maar toen ik hem tegen den avond zeide, dat +ik op eenigen afstand verscheiden gewapende Negers zag, die tot ons +naderden, verbleekte hy en riep uit, wy zyn 'er om koud! Oogenblikkelyk +gaf hy aan al het krygsvolk bevel, om de wapenen op te vatten. Na +verloop van eenige minuten, waren deeze Negers naby genoeg, om +onderscheiden te kunnen worden, en wy herkenden 'er veelen van, die in +hunne hangmatten gedragen wierden. De Colonel FOURGEOUD riep op nieuw +uit: "Wy zyn niet minder bedorven, schoon het de vyand niet is: het is +de Capitain BOLTS, die geslagen is geworden, en met zyne manschappen te +rug koomt". Hy sprak de zuivere waarheid. Deeze ongelukkige Officier, +zoo dra hy zyne gekwetsten in handen der Heelmeesters had overgeleverd, +gaf het volgende bericht: hy verklaarde, dat hy, gekomen zynde in het +rampzalig moeras, waar in de Capitain MEYLAND de nederlaag gekregen +had, door den vyand, die aan de overzyde post hieldt, was aangetast +geworden; dat dezelve, zonder zig met eenig Europeaan te bemoeien, +een verschrikkelyk bloedbad onder de Neger-Jagers gemaakt had; dat +één der Capitains van deeze dappere lieden, genaamd VALENTYN, op het +oogenblik, dat hy ter aanmoediging der soldaten den jagthoorn blies, +en op vyf verschillende plaatsen doodelyk gewond was, was om ver +geschoten. De Capitain AVANTAGE, broeder van VALENTYN, hem in dien +doodelyken toestand ziende, gaf blyken van de innerlykste teederheid +en van de aandoenlykste gevoeligheid. Hy ging naast zynen broeder +op de kniën leggen; hy bukte naar zyne wonden, om 'er het bloed uit +te zuigen; hy zwoer hem met eenen eed, dat hy zynen dood op hunne +vyanden wreeken zoude; en zeide eindelyk, dat hy wenschte, om, na +'er zelf het leven te hebben by ingeschoten, hem op een gelukkiger +plaats weer te zien. + +De Colonel FOURGEOUD erkende toen; dat de muitelingen hun woord +gehouden hadden met het dooden van de Jagers. De Capitain BOLTS +berigtte ook, dat eenigen van de eerstgemelden, na op zyn volk van +boven uit de palmboomen te hebben vuur gegeven, met de verbazendste +gezwindheid naar beneden kwamen, en vervolgens wegvloden, terwyl +de Jagers van kwaadheid schuimden, en van yver brandden, om hunne +vyanden dwars door de struiken heen te vervolgen. + +Onze Bevelhebber bemerkte toen de ongerymdheid van zyn ontwerp. Verre +van in staat te zyn, om 'er de uitvoering van te voltooijen, zouden +zyn krygsvolk en hy zelf gevaar geloopen hebben van geheel en al +vernield te worden. Hy had noch mond- noch krygsbehoeften in zyne +legerplaats gelaten, en bovendien was alle gemeenschap afgesneden; +hy was dus ernstig bedacht op middelen, om zynen aftocht te dekken. De +herhaalde murmureeringen van het krygsvolk drongen hem met ernst, om +die party te kiezen; en in de daad, zy waren verschrikkelyk afgemat, +door zig des daags te vermoeien, en des nachts aanhoudend te waken. Men +konde van onze soldaten zeggen: "dat zy in wilde woestenyen omzworven, +zonder aldaar eene enkele schuilplaats te vinden". + +Den 24sten, ontfing eene krygsbende van honderd veertig mannen, onder +bevel van twee Staf-Officiers, last, om het te velde staande gewas, +het welk zy in den omtrek van de oude verblyfplaats, Cosaay genaamd, +vinden mogten, geheel en al te vernielen: ik behoorde 'er mede toe. Wy +hadden dit werk spoedig verrigt, en vonden in het moeras eene meenigte +huisraad, als ketels, yzere potten en pannen. De muitelingen hadden die +goederen op eenige Plantagiën geroofd, en zy hadden die in 't water +geworpen, om ze aan ons te onttrekken, met oogmerk, ongetwyffeld, om +ze weder op te visschen, wanneer wy Gado Saby verlaten zouden hebben. + +Onze manschappen kwamen in den namiddag te rug, en wy braken +oogenblikkelyk het leger op, om onzen aftocht naar Barbacoeba te +beginnen. De Colonel FOURGEOUD gaf in dit oogenblik een blyk van +een zeer verkeerd overleg, waar aan zommige lieden zelfs eene veel +hardere benaming gaven. Des avonds, toen wy in het moeras kwamen, +het welk een akelig voorkomen had, nam hy een ledige kist, leide +'er een hangmat in, en droeg dezelve als een schild voor het lyf, +zyne soldaten toeroepende: Red u, zoo goed gy kunt! Op dit gezegde +stondt een Waal, genaamd MATTOW, stil, en zeide tot hem: "Myn Colonel, +'er zyn 'er onder ons niet veelen, die uw voorbeeld kunnen, en, +zoo ik denk, nog minder willen volgen. Laat uw schild daar, en maak +uwe soldaten niet bevreesd. Een dapper man maakt van andere schilden +gebruik. Volg dus MATTOW, en vrees voor niets". Deeze onverschrokken +krygsman ontblootte dadelyk zyne borst, en met de bajonnet voor uit, +beklom hy het eerst den oever aan de overzyde. Dit voorbeeld wierd +gevolgd, en wy kwamen zonder hinder het moeras door. De kloekmoedige +daad van deezen soldaat wierd vervolgens met den rang van Sergeant +beloond. Ik moet hier opmerken, dat de Waalen, die wy onder ons hadden, +eene groote dapperheid betoonden, en in alle opzigten uitmuntende +soldaten waren. Des avonds sloegen wy ons neder op dezelfde plaats, +alwaar wy den nacht voor den slag hadden doorgebragt: het was aller +akeligst weder, en er viel een zwaare stortregen. + +Den 25sten, des morgens zeer vroeg, zetten wy onzen tocht voort, maar +ten minsten was de weg, dien wy voor ons hadden, gebaand. Des anderen +daags tegen den avond, bereikten wy Barbacoeba, de plaats van onze +algemeene byëenkomst, en wy bevonden ons in den elendigsten staat. Al +het volk was door vermoeienis ten eenemaal uitgeput; eenige soldaten +waren byna uitgehongerd, en anderen zeer gevaarlyk gewond. De arme +slaven wierden allen gebruikt om de zieken of verminkten in hunne +hangmatten te dragen, terwyl zy zelven naauwlyks in staat waren te +gaan.--Op deeze wyze liep het met het innemen van Gado Saby af. Met +dit al, schoon wy op deezen tocht, noch gevangenen, noch buit maakten, +deeden wy niettemin aan de Volkplanting eenen wezentlyken dienst, +door deeze schuilplaats der muitelingen te vernielen, die, gelyk ik +reeds gezegd heb, eenmaal uit eene bezitting verdreven zynde, nooit +aldaar wederom kwamen. Ik zoude 'er zelfs kunnen byvoegen, dat onze +overwinning byna beslissend was: want indien men het afloopen van +eenige Plantagiën uitzondert, het geen de muitelingen alleenlyk door +een geest van wraakzucht deeden, en om voor het oogenblik onderhoud +te vinden, waren zy zoodanig in verwarring gebragt, en door eenen +zoo zwaaren schrik bevangen, dat van dien tyd af hunne verwoestingen +zekerlyk minder meenigvuldig waren, en dat zy zeer kort daar op zig +zoo diep in de bosschen begaven, dat het hun onmogelyk was groote +plonderingen aan te rechten, noch ook de slaven der Plantagiën te +verleiden. + +Om de bekwaamheid der Negers in hunne krygs-bedryven des te beter te +doen kennen, voege ik hier nevens eene afteekening van hunne bezitting +Gado Saby, als mede van onze verschillende standen, na dat wy onze +legerplaats aan de oevers van de Cottica verlaten hadden. + +De getallen 1, 2 en 3, geven de algemeene verzamelplaats te Barbacoeba +te kennen, als mede de legeringen in de twee nachten, die op ons +vertrek van deezen post gevolgd zyn. + +Nº. 4, beteekent de plaats, alwaar wy in den nacht van den 17den, +het schieten en schreeuwen der muitelingen hoorden. + +Nº. 5, de plaats, alwaar de Neger-Jagers zig by ons voegden. + +Nº. 6, de plaats, alwaar wy gelegerd lagen, des nachts voor dat het +gevecht voorviel. + +Nº. 7, den oever van het moeras, van den kant, alwaar de manschappen +van den Capitain MEYLAND hunne nederlaag ontmoetten. + +Nº. 8, den voorpost der muitelingen, van waar de eerste +snaphaan-schoten voortkwamen. + +Nº. 9, de vlakte, met ryst en Indisch koorn bezaaid, welke wy zonder +tegenkanting bezetten. + +Nº. 10, de doortogt of engte, alwaar het vuur begon. + +Nº. 11, de schoone vlakte, met ryst bezaait, alwaar het gevecht meer +dan veertig minuuten duurde. + +Nº. 12, het gehucht Gado Saby, in brand, en op eenigen afstand te zien. + +Nº. 13, de plaats, van waar de muitelingen op ons leger schooten, +en in den nacht van den 20sten met ons spraken. + +Nº. 14, de oude verblyfplaats van Cosaay, met de dryvende brug, +waar door de aftocht der muitelingen begunstigd wierd. + +Nº. 15, de velden, met maniok, ignames en bananen beplant, welke op +verschillende tyden verwoest wierden. + +Nº. 16, het ryst-veld, door Capitain STEDMAN ontdekt en verwoest. + +Nº. 17, het gewas, het welk den 23sten door de Jagers vernield wierd. + +Nº. 18, het moeras, waar door de verblyfplaats omringd wierd. + +Nº. 19, de modderpoel, of na by gelegen biry-biry. + +Nº. 20, het bosch. + +Na vooraf de manier beschreven te hebben, op welke wy onze hutten +bouwden, zal ik hier eene kleine afteekening byvoegen van de wyze, +op welke wy die hutten geduurende onze legeringen in de bosschen +van Guiana plaatsten. Onze legerplaatsen waren doorgaans van +eene driehoekige gedaante, als zynde, in geval van overrompeling, +veel zekerder en gemakkelyker tot verdediging van onze krygs- en +mondbehoeften; maar de gesteldheid van den grond gedoogde dit altyd +niet, en dan was onze legerplaats vierkant, langwerpig, of van eene +ronde gedaante, enz. Op de afteekening zelve beteekent, + +Nº. 1, de hut of het priëel van den Colonel FOURGEOUD, of van den +bevelhebbenden Officier, welke altyd in het midden stondt, en waar +voor een schildwagt geplaatst was. + +Nº. 2, de hutten van alle de verdere Officiers, makende een kleinen +driehoek, en die van den Opper-bevelhebber omringende. + +Nº. 3, de buitenste hoeken van den driehoek, die door middel van de +hutten der soldaten in drie afdeelingen verdeeld wierden, namelyk, de +hoofdbende, de voor-hoede en de agter-hoede, benevens de schildwagten, +die op een bekwamen afstand geplaatst wierden. + +Nº. 4, de kisten tot berging der krygs- en mond-behoeften, als mede +der geneesmiddelen, waar by een schildwagt stondt. + +Nº. 5, de vuuren, agter elke afgezonderde hoop krygsvolk geplaatst, +om het eeten gereed te maken, en rondom welken de slaven op den +grond lagen. + +Nº. 6, een hoop afgehakte Latanus-boomen, om hutten of priëelen +te maken. + +Nº. 7, eene kleine beek of kreek, die aan het krygsvolk water +verschafte. + +Nº. 8, het naby gelegen bosch. + +Ik keere tans tot myn verhaal te rug, en moet aanmerken, dat +de wachtpost van Barbacoeba, verre van in staat te zyn, om ons +levensmiddelen toe te zenden, zoo als onze Bevelhebber zig verbeeld +had, naauwlyks een gering onderhoud aan ons aankomend krygsvolk, +het welk uitgehongerd was, verschaffen konde. Verscheiden dagen lang +leefden zy alleenlyk van ryst, ignames, erweten, Turksch graan, +en wierden vervolgens byna allen door een geweldigen rooden loop +aangetast. Schoon dit zoort van voedzel voor de Indianen en Negers +krachtig genoeg is, is het niet geschikt voor de Europeanen, die +niet lang zonder vleesch leven kunnen: en dit laatste was tans zoo +zeldzaam te bekomen, dat zelfs de Joodsche soldaten, die zig onder +het krygsvolk der Sociëteit bevonden, al het gezouten varkens-vleesch, +het welk zy maar bekomen konden, opslokten. + +Ik behoorde niettemin by aanhoudenheid onder het klein getal der +geenen, die gezond waren: dit was byna een wonder; want ik had geen +beter voedzel, dan een ander, dewyl ik mynen byzonderen voorraad op de +Plantagie Mocha had agtergelaten. Ik hoopte op dit oogenblik verlof +te zullen bekomen, om dezelve in persoon te gaan halen, en die hoop +verkwikte my; maar de Colonel FOURGEOUD hielp my spoedig uit den droom, +en verklaarde my, dat hy my geen oogenblik van het doen van den dienst +ontslaan zoude, zoo lang ik op myne voeten staan konde: ik moest dus +eene gelegenheid afwagten, om ze te laten komen. Ik deelde te gelyker +tyd het middelmatig rantsoen van een soldaat met mynen Neger; nu en +dan wierdt het vermeerderd met kool, of palmboom-wormen, of ook wel +met eenige visch. + +Wat de ongelukkige slaven betrof, zy waren zoodanig uitgehongerd, dat +zy, een aap van het geslacht der coaitas gedood hebbende, denzelven +met huid, hair en ingewanden kookten. Vervolgens haalden zy hem uit de +ketel, half gaar zynde: om hem rond te deelen, scheurden ze hem met de +tanden van één, en slokten hem eindelyk met zoo veel gretigheid in, +als of zy menscheneeters waren. Zy boden 'er my geen brok van aan; +maar, hoe groot ook myn honger was, myn maag had geen trek naar +zulk wildbraad. + +Ik wierd veel geholpen door myn sterk gestel, door eene zeer +goede gezondheid, en door mynen vrolyken inborst, zonder het welk +ik onder den last der elende en vermoeienis bezweken zoude zyn, +daar dezelve toen zoo ondraaglyk geworden waren, dat de Jagers op +nieuw onze legerplaats verlieten. Hun leidsman, WINSACK genaamd, +één der yverigste en moedigste lieden, die immer de bosschen van +Guiana waren ingetrokken, leide zynen post neder, zoo als MONGOL, +geduurende den eersten veldtocht van den Colonel FOURRGEOUD aan de +Wana-Kreek gedaan had. + +In 't begin van September, maakte de roode loop zulke verwoestingen +onder het volk, dat de Colonel zig genoodzaakt zag, om alle de zieke +Officiers en soldaten zonder onderscheid weg te zenden, niet om zig +in het groot Hospitaal te Paramaribo te laten geneezen, maar om aan +de oevers der Rivieren te kwynen en te sterven. Het volk van zyne +krygsbende begaf zig naar Maagdenberg aan de Tempaty-Kreek, en dat +der Sociëteit naar Vrydenberg, aan de Cottica. + +De onmenschelykheid van den Colonel FOURGEOUD, omtrent zyne Officiers, +was tans tot die hoogte geklommen, dat hy zelfs niet gedogen wilde, +dat zy, die in eenen hopeloozen toestand waren, een soldaat tot +oppasser hadden, welken prys zy ook bereid waren 'er voor te +betalen. Ik heb 'er verscheiden in hunne hangmatten, die tusschen +twee boomen opgehangen waren, zien leggen, in een staat van walgelyke +vuiligheid, by gebrek van hulp. Onder dit getal behoorde de Vaandrig +STROWS, wien de Bevelhebber vervolgens in een open vaartuig naar +Devil's Harwar liet overvoeren, alwaar hy stierf. De Colonel wierd +eindelyk zelf door deeze wreede ziekte aangetast, en zyn geliefde +geneesdrank hielp hem niet met al. Echter herstelde hy schielyk, door +eene groote hoeveelheid rooden wyn te drinken, en veel speceryen te +eeten, waar aan hy zelden gebrek had. De Colonel SEYBOURG gebruikte +ook het eerstgemelde van deeze behoedmiddelen; maar dewyl hy 'er +te veel op eenmaal van nam, verloor hy 'er dikwils het gebruik van +zyn verstand door. In zulk eene gesteldheid, en in een legerplaats, +die zulk een rampzalig voorkomen had, wagte onze Colonel echter eene +bezending af van den Raad van Paramaribo, die gelast was hem met zyne +overwinning geluk te wenschen. Dienvolgende had hy eene cierlyke hut +doen bouwen, en last gegeven om hem schapen en varkens te bezorgen, +waar op hy de afgezondenen onthaalen zoude;--maar 'er kwam niemand. + +Den 9den, slagtte men dit vee; en voor de eerste keer, zedert dat hy +het bevel voerde, liet de Colonel onder het volk een pond vleesch, +de beenen daar onder begrepen, voor ieder man, uitdeelen; maar het +getal der soldaten, die van deeze edelmoedigheid gebruik konden maken, +was in dit oogenblik zeer gering. + +Des anderen daags zagen wy eene versterking van honderd mannen, die +van Maagdenberg aan de Commewyne kwamen, aankomen; en de wachtpost van +Vrydenberg zondt ons byna een gelyk getal van Sociëteit's krygsvolk. De +laatstgemelden bevestigden ons de tyding van het overlyden van den +Vaandrig STROWS, en berigtten ons die van een groot aantal gemeene +soldaaten, die by het innemen van Gado-Saby waren tegenwoordig geweest, +en, terwyl men hen naar Barbacoeba vervoerde, in de vaartuigen zelve +stierven. + +Men ontfing te gelyker tyd berigt, dat de muitelingen, welken wy +verslagen hadden, de Cottica boven de Patamaca-Kreek overtrokken, +om hunne verwoestingen aan den westkant oogenblikkelyk uit te +oeffenen. Dadelyk wierden te water vyftig mannen afgezonden onder +bevel van eenen Capitain, om de oevers by de Pinnenburg-Kreek te +gaan onderzoeken. Dit volk kwam den 8sten te rug, en bevestigde +deeze tyding. Onze onvermoeide Bevelhebber besloot derhalven, om de +muitelingen op nieuw te vervolgen; maar de slaven, die onze krygs- en +mond-behoeften droegen, niet meer dan het vel over de beenen hebbende, +waren naar hunne meesters te rug gezonden, die in hunne plaats anderen +moesten zenden, maar die nog niet waren aangekomen. + +Den 9den, verkogt men de nagelatene goederen van den Vaandrig +STROWS aan de meestbiedenden om op tyd te betaalen. De ongelukkige +soldaten, zig beyverende, om zig eenige ververschingen en kleederen +te bezorgen, betaalden zevenmaal de waardy van het geen zy kogten; +en deeze schandelyke schuld wierd van hun geld ingehouden. Ik heb 'er +één vyf Engelsche schellingen zien geven voor een pond snuif-tabak, +die geen tiende gedeelte van dien prys waardig was. De zelfde +persoon betaalde voor slechte schoenen het dubbeld van derzelver +echte waarde. Een paar magere kuikens kostten een guinie voor een +zieken. Deeze ongelukkigen wierden op die wyze geheel en al beroofd +van hunne weinige overgegaarde penningen, waar voor zy hun bloed en +arbeid hadden veil gehad, terwyl men hunnen dringenden nood had kunnen +voorkomen, alleenlyk door hun te geven het geen men hun verschuldigd +was. Een zee-soldaat zwoer toen in de drift van zyne misnoegdheid, +dat hy den Colonel FOURGEOUD zekerlyk zoude van kant helpen, wanneer +hy 'er de gelegenheid toe vinden mogt. Een getuige hoorde dit, maar +ik haalde hem over, na dat de schuldige berouw over zyne uitdrukking +betoond had, om geene verklaring tegen denzelven te geven: dus redde +ik zyn leven, het welk hy anders door de koord verloren zoude hebben. + +Alle menschen zyn by geluk zoo verregaande ongevoelig niet, als onze +Colonel, want dien zelfden dag zondt de braave Mevrouw GODEFROY een +vaartuig, waar in een vette os, oranje-appelen en bananen voor de +arme soldaten geladen waren, en die vervolgens onder hen verdeeld +wierden. Des avonds van dien dag, ontfing ik een weinig voorraad, en +eenige flessen Porto-wyn, welken JOANNA my toezondt. Zy had eene veel +grootere hoeveelheid afgezonden, maar dezelve was gedeeltelyk gestolen, +en gedeeltelyk bedorven. Dit maal gaf ik niets aan den Colonel. + +Wanneer ik van voorraad, in een dergelyk geval ontfangen, spreek, +bedoel ik suiker, thee, koffy, Bostonsche bischuit, een kaas, rhum, +een ham, of eenig gezouten vleesch, alles in eene kleine hoeveelheid, +want één slaaf kon de in de bosschen geen zwaarder vracht dragen, en +het was ons niet geöorloofd 'er twee te gebruiken. Onder de behoeften +telde men ook hembden, koussen schoenen; maar deeze twee laatstgemelde +artikelen waren voor my van geen nut, zedert dat ik de gewoonte had +aangenomen om blootsvoets te gaan. Reeds zedert twee jaaren had ik my +hier aan gewend: ik bevond 'er my wonder wel by, en wenschte 'er my zei +ven geluk mede, vooral wanneer ik zag, hoe myne ongelukkige medgezellen +de beenen en voeten met scheuren en zweeren als bedekt hadden. + +Den 12den, toen de nieuwe slaven waren aangekomen, maakte men zig +gereed, om de muitelingen des anderen daags te vervolgen, onzen weg +nemende naar den wachtpost, Jerusalem genaamd, waar van ik gesproken +heb, ter gelegenheid, dat ik by den rampzaligen tocht naar het bovenste +gedeelte van de Cottica het bevel voerde. Den 13den, zondt men de +krygsbehoeften en legergoederen te water derwaart, onder geleide +van de zieke Officiers en soldaten. Wy braken dus de legerplaats +op, en verlieten Barbacoeba, om weder de bosschen te doorkruissen, +nemende geduurende den geheelen eersten dag onzen weg ten zuiden +en zuid-oosten; wy bragten den nacht door aan de overzyde van de +Cassipory-Kreek, alwaar wy ons ter nedersloegen. + +De ongelukkige slaven ondervonden op deezen tocht eene wreede +mishandeling. Half uitgehongerd, waren zy niet alleen met pakken +overladen, maar een ieder, wien het hoofd niet wel stondt, veroorloofde +zig bovendien straffeloos om hen te slaan. Ik zag by voorbeeld des +Colonels gunsteling, den Neger GOUSARY, 'er één tegen den grond +smyten, om dat hy zyn pak niet schielyk genoeg opnam; de Colonel +deedt vervolgens van gelyken, om dat hy het te schielyk opnam: de +ongelukkige slaaf, niet wetende wat te doen, riep op een beklaaglyken +toon uit, ô Massera Jesus Christus, en toen kwam 'er een geestdryver, +die hem op nieuw tegen den grond smeet, om dat hy eenen naam, welks +heiligheid hy zoo weinig kende, had durven ontheiligen. + +Op den tocht van deezen dag, ontmoetten wy een groote troep wilde +varkens. De soldaten doodden 'er verscheiden met sabel-houwen en +bajonnet-steken, maar op geene andere wyze, want de Colonel had +verboden een enkel schot met den snaphaan te doen. Men slagte dezelven; +en het vleesch, het welk op het oogenblik wierd rond gedeeld, was by +allen zeer welkoom. Ik kan niet nalaten nog op te merken, als iets dat +zeer merkwaardig is, dat indien de eerste van deeze dieren, welke voor +uit loopt, deezen of geenen weg inslaat, de anderen hem blindelings +volgen, hopende even als hy het gevaar te zullen ontsnappen; het geen +hun integendeel dikwils in handen van hunne vyanden doet vallen. + +Den 14den, trokken wy naar het zuid-westen tot op den middag, wanneer +wy te Jerusalem aankwamen, alwaar de voorhoede zig reeds zedert een uur +bevondt. Wy waren geheel en al met slyk bemorst. Verscheiden soldaten +vielen over wortels van boomen, of groote steenen, het geen hun zelfs +breuken veroorzaakte. Tot myne groote verwondering, vonden wy hier +dien zelfden WINSACK, van wien ik hier boven gesproken heb, en die +aan het hoofd van honderd andere Jagers was. Hy had hooren zeggen, +dat de muitelingen de Rivier Cottica aan derzelver bovenste gedeelte +waren overgetrokken, en de Gouverneur had hem aangezogt, om het bevel +weder op zig te nemen; dienvolgende boodt hy aan den Colonel FOURGEOUD +op nieuw zynen dienst aan, die zeer wel deedt met zulks aan te nemen. + +Onze legerplaats was byna geheel en al ter neder geslagen op een +stuk land, dat met langwerpige en steekende planten bedekt was. Een +der slaven wierd ongelukkiglyk in zyn voet gestoken door een kleine +slang, die in Surinamen den naam van Oroucoukou [4] draagt, uit +hoofde van deszelfs kleur, naar die van een nachtuil gelykende. In +minder dan één minuut begon het been van deezen man op te zwellen; +vervolgens gevoelde hy vreesselyke pynen, en verviel kort daarop in +stuiptrekkingen. Een van zyne medgezellen, den slang gedood hebbende, +liet de gal van dit dier, gemengd in een half glas brandewyn, het +welk ik hem gaf, door den gewonden inneemen. Toen (misschien was het +loutere inbeelding) scheen hy een weinig verligting te gevoelen: +maar het toeval kwam met een ongemeen geweld schielyk wederom, en +de ongelukkige wierdt dadelyk naar de Plantagie van zynen meester +gezonden, alwaar hy stierf. Ik heb dik wils hooren zeggen, dat de gal +van een slang, uitwendig op de beet gelegd, in dit geval van zeer +kragtige uitwerking is. Men kan zelfs in the Great Magazine van de +maand April 1758, een brief lezen, gedagteekend den 24sten Maart, +en geteekend J. H., waar in de Schryver op eene leerstellige wyze +de manier behandelt, op welke dit geneesmiddel behoort te worden +toegediend. Maar ik laat voor lieden van de kunst over, om in deeze +byzonderheden te treden, en ik zal my vergenoegen met in 't algemeen +op te merken, dat hoe kleiner de slang is, ten minsten in Guiana, +hoe doodelyker het vergift is. En dit is het, 't geen THOMPSON met +zoo veel juistheid en kragt van woorden schetst. + +"Maar de wreedste, schoon de kleinste van allen, is steeds die +dienaar van den dood, welke, zig in de schaduw verborgen houdende, +zyn ongelukkig slachtöffer bespiedt, en het zelve een fyn vergift +mededeelt, het welk langen tyd in zyne aderen gekookt, met eene +gezwindheid, als die der blixemstraalen, zynen levensloop stuit". + +In deeze zelfde Savane, doodde één der Jagers nog een ander dier +van dit zelfde geslacht, genaamd de Zweepslang, om dat hy naar een +zweep gelykt. Naauwlyks dikker zynde dan een zwaanen-schacht, heeft +hy de lengte van vyf voeten. Zyn buik is van eene witte, en zyn rug +van eene lood-kleur: ik weet de gevolgen van zyne steeken niet. De +Negers hebben my gezegd, maar ik heb het niet gezien, dat hy met zyn +staart een zeer harden slag kan geven. + +Ik moet niet met stilzwygen voorbygaan, een halfslachtig dier, +het welk de Negers ook dien zelfden avond doodden, en door hen +Cabiai [5] genoemd word. Het is een zoort van water-varken, van de +zelfde gedaante, als het land-dier van dien naam. Hy is met gryze +borstels bedekt, en met zeer scherpe tanden gewapend: hy heeft geen +staart. Elk van zyne pooten heeft drie klaauwen, met een vlies, even +als de eendvogels. Men beweert, dat dit dier alleenlyk des nachts +aan den oever koomt, en dat hy zig aldaar met allerleije kruiden en +plantgewassen voedt. Zyn vleesch is, zoo men zegt, goed om te eeten, +maar ik heb het niet geproeft. + +Den 16den, zondt de Colonel FOURGEOUD twee aanzienlyke gedeelten zyner +krygsbende af, om op kondschap uit te gaan. Het eerste bestond uit +honderd mannen, waar over de Lieutenant Colonel DE BORNES het bevel +voerde; hetzelve had in last, om zig van den kant van de Wana-Kreek +naar het bovenste gedeelte der Cormoetibo-Kreek te begeven. Het +tweede bedroeg een gelyk getal, onder bevel van den Colonel SEYBOURG; +het zelve kreeg bevel, om naar de Pinnenburg-Kreek, aan het bovenste +gedeelte van de Cottica, heen te trekken. Het laatstgemelde volk kwam +omtrent te middernacht te rug, met twee kano's, welken zy, aan de +andere zyde der Rivier, een weinig beneden de Claas-Kreek, gevonden +hadden op 't land gehaald te zyn. Hun bericht overtuigde ons van den +aantocht der muitelingen, die hunne ledige kano's alleenlyk hadden doen +afzakken, om dezelven, met buit beladen, te rug te zenden. Ingevolge +van dit bericht, maakte men dadelyk de noodige toebereidzels, om hen +met ernst te vervolgen. Onze oude Bevelhebber betoonde nimmer meerder +moed, dan in dit oogenblik. Hy zwoer zig over alle de muitelingen, +het koste wat het wilde, te zullen wreeken.--Maar men zal, in het +volgende Hooftstuk, zien, of de bekwaamheid van onzen Generaal met +die van BONNY gelyk stondt. + + + +TWEE-EN-TWINTIGSTE HOOFTSTUK. + +Byzonder zoort van Mieren.--Acajou-nooten.--Eta-appel.--Alarm aan +de Peréca.--Hinderlaag.--Vreemde uitwerking, door eene Vledermuis +veröorzaakt.--De Opposfum.--De Agouti en de Paca.--De Dadel-boom.--Het +krygsvolk keert naar de Cormoetibo-kreek te rug. + +Den 19den September 1775, een oogenblik voor het opgaan der zon, +begaf zig de Colonel SEYBOURG, aan het hoofd van honderd Zee-soldaten +en veertig Jagers, in aantocht. Deeze Officier deedt my de eer aan, +zyne keuze op my te laten vallen, om hem te vergezellen; en hy was, +geheel anders dan voor deezen, zeer bescheiden omtrent my, zonder +dat ik de reden van die verandering bevroeden konde. + +Na de Cormoetibo-Kreek te zyn overgetrokken, gingen wy zuidwestwaarts +ten zuiden, tot aan de Cottica, aan welker oevers wy ons ter neder +sloegen. Den eersten dag van onzen tocht zagen wy niets merkwaardigs, +dan een groot aantal mieren van ten minsten een duim lengte, en +volmaakt zwart. De insecten van dit zoort ontbladeren een boom in zeer +korten tyd; zy snyden dezelven in kleine stukjens ter groote van een +zes stuivers stuk, om ze onder den grond met zig te voeren. Het was +alleräangenaamst dit mierenleger te zien, elk met een stuk van een +groen blad, onöphoudelyk den zelfden weg volgende. Men is zoodanig +genegen het wonderbaarlyke te gelooven, dat zommige lieden beweerd +hebben, als of deeze vernieling ten voordeele van eenen blinden +slang geschiede. Dit is 'er van de zaak, dat deeze bladen tot voedzel +dienen voor de jongen der mieren, die nog geen kragt genoeg bezitten +om zich zelven voedzel te bezorgen, en die zomtyds zes voeten diep +in den grond woonen. Mejuffrouw DE MERIAN zegt, dat zommigen van +deeze insecten zig tot een keten vormen van den eenen tak tot den +anderen; en dat de geheele troep vervolgens daar over als over een +brug gaat. Zy beweert ook, dat deeze troep eenmaal 's jaars van huis +tot huis gaat, en aldaar al het ongedierte doodt, het welk zy vinden: +maar ik ben verpligt te erkennen, dat ik op de plaatsen zelve geene +van die omstandigheden vernomen heb: dit alleen kan ik verzekeren, +dat het steken van dit zoort van mieren byna even pynlyk is, als van +de vuur-mier, welke ik reeds beschreven heb. + +Des anderen daags trokken wy langs de oevers van de Cottica, tot dat +wy in den omtrek van de Claas-Kreek waren, (dezelfde, die ik, met +myn sabel tusschen myne tanden, had overgezwommen,) alwaar wy onze +hangmatten ophingen. Men zondt my vervolgens met eenige jagers af, om +aan den mond van de Wana-Kreek tot aan den nacht in eene hinderlaag +te gaan leggen. Ik ontdekte hier niets anders, dan dat deeze zelfde +Jagers, even als de muitelingen, geloofden, dat hunne tooverbanden of +obias hen onkwetsbaar maakten. Zy zeiden my, dat de laatstgemelden +dezelven van hunne Priesters ontfingen; en dat zy zelven die kogten +van GRAMAN-QUACY, een zeer beruchten en doorslepen ouden Neger, van +wien ik op een geschikter plaats in het byzonder spreken zal.--Wanneer +ik hun vroeg, "waar het by toekwam, dat 'er iemand van hun, of van +hunne onkwetsbaare tegenpartyen gedood wierdt"? antwoordden zy my: +"Dit gebeurt, om dat zy even als gy, Masera, op hunnen tooverband, +of obia, geen vertrouwen stellen".--Deeze trek van bekwaamheid +van QUACY bragt nogtans het goed gevolg te weeg, dat hy van zyne +landgenooten zulke onvertzaagde soldaten maakte, dat ik dikwerf over +hunne ongemeene dapperheid verbaasd stond, en deeze bedriegerye, +behalven dat ze veel aanzien en eerbied verwekte, bezorgde aan haaren +uitvinder een gemakkelyk leven, het welk in eenen Surinaamschen Neger +niet zeer gemeen is. + +Ik zag, aan den mond van deeze Kreek, eene groote meenigte +Acajou-nooten op het water dryven. By de beschryving, daar van +door my reeds gegeven, moet ik nog voegen, dat de noot van deezen +naam zig aan eene groote peer vormt, en dat deeze aan een boom +groeit van middelmatige grootte, die een gryze schors, en dikke en +breede bladen heeft. Men kan deeze uitmuntende nooten door alle de +werelddeelen vervoeren; want zy blyven eenen zeer langen tyd goed: +zommige Schryvers noemen dezelven anacardium occidental. Uit den +boom druipt eene doorschynende gom, die, in water ontbonden zynde, +de dikte van vogellym heeft. + +Ter deezer zelfde plaats proefde ik ook den Eta-appel, waar van de +Negers ongemeen veel houden. De boom, die denzelven voortbrengt, +is een zoort van palmboom met breede bladeren, maar minder dik, +dan de Mauricy, of den berg-palmboom. Deszelfs vruchten zyn rond, +en groeien aan groote risten of bossen, even als de druiven-trossen: +binnen in eiken appel zit een harde noot, die een pit in zig bevat, +en met een oranje-kleurig vleesch, ter dikte van een halve duim, +en van een alleraangenaamste zuure smaak, omgeven is. Men zamelt +deeze nooten zeldzaam op; men wagt, dat de appelen ryp afvallen. De +Indianen laten dezelven in water uitweeken, en maken 'er op die wyze +een lekkeren en gezonden drank van. + +De Colonel FOURGEOUD zondt ons te water een bode, die den 21sten +aankwam, met bericht, dat het alarm-geschut [6] zig van den kant +van de Peréca had laten hooren. Wy trokken dadelyk de Cottica over, +op welkers westelyken oever de Jagers en eenige zee-soldaten last +hadden, in eene hinderlaag te gaan leggen, in de hoop van den te rug +tocht der muitelingen af te snyden, wanneer zy deeze Rivier weder +met hunnen buit zouden over trekken. Den zelfden namiddag wierdt +'er een Neger van de muitelingen gezien, een groene mand dragende, +die de reuk van den tabak geroken hebbende, eensklaps stil stondt, +en den zelfden weg te rug keerde. Een Jager en ik schoten dadelyk +op hem; wy raakten hem niet, maar zyn mand viel. Wy vonden daar in +een dozyn fraaije servetten, een opgetoomden hoed met een goude lis, +en twee rokken van kostelyke chits. Ik nam de laatstgemelden, en liet +het overige aan mynen medgezel. + +Op de tyding van het gevaar, het welk de Plantagiën aan de Peréca +liepen, trokken de Neger-Jagers met een ongemeenen yver voor uit; +en eenige oogenblikken na hun vertrek, verzogt ik aan den Colonel +SEYBOURG verlof, om hen te volgen. Deeze Officier gevraagd hebbende, +wie lust had mede te trekken, boodt zig een groot getal aan; maar hy +koos 'er alleenlyk vier uit, en ik was onder dezelven. Dwars door +struiken en doornen, die als netten in malkander zaten, en die my +de voeten op eene verschrikkelyke manier van één scheurden, gegaan +zynde, haalde ik de afgezondene manschappen in, op den afstand van +een myl van de legerplaats. Kort daar op ontdekten wy dertien geheel +nieuw opgeslagene hutten, en wy gisten, dat de muitelingen kortlings +deeze plaats waren doorgetrokken. Dienvolgende zond ik aan den Colonel +SEYBOURG daar van berigt, en verzogt voor de Jagers en voor my bevel, +om onverwyld naar de Peréca te trekken; maar zyn antwoord bragt +stellig mede, om ons oogenblikkelyk by hem te vervoegen. Wy keerden +derhalven langs onzen voorigen weg te rug; het geen ons tot groot +hartzeer verstrekte; de Neger-soldaten waren vooral zeer misnoegd, +en maakten duizend onaangenaame aanmerkingen. + +By onze aankomst op de legerplaats, vonden wy aldaar eene versterking, +van den post van Jerusalem komende. Dezelve bestondt uit zestig mannen, +zoo zwarten, als blanken, en bragt ons stelligen last mede, om het +leger op te breken, en des anderen daags morgens naar de Peréca te +trekken. Den geheelen nacht bevondt zig eene goede meenigte volks +in hinderlagen. + +Den volgenden dag was ieder voor het opkomen der zon gereed, en echter +verlieten wy onze legerplaats zeer laat. Geduurende dit onbegrypelyk +verwyl vernamen wy, dat men een kano, waar in alleenlyk één Neger was, +de Rivier had zien oversteken. Het was waarschynlyk die arme schelm, +op wien ik des avonds te vooren geschoten had. + +Ik kan niet nalaten alhier eene zeer zonderlinge omstandigheid te +verhaalen. Des morgens ten vier uuren ontwakende, was ik uittermaten +verschrikt, toen ik my in gestolt bloed vond liggen, hoe zeer geene +de minste pyn gevoelende. Ik stond oogenblikkelyk op, en liep met een +toorts in de hand naar den Heelmeester toe; dit bloed, deeze toorts, +myne bleeke kleur, myn afgesneden hair, myne ontramponeerde kleeding, +konden in hem deeze vraag doen opryzen: "zyt gy een levendig schepzel, +of een spook, uit het graf opgerezen? Is het zuivere hemel-lucht, +die u omgeeft, of zyn het uitdampingen der helle?" [7] + +Het geheele geheim bestondt daar in, dat ik gebeeten of gestoken was +door de Vampire, of het Spook van Guiana, ook de vliegende hond yan +Nieuw Spanje, en door de Spanjaarden Perro-Volador genaamd. Dit dier +is niets anders dan een vledermuis van eene monsterachtige gedaante, +die aan menschen en beesten, wanneer zy slapen, het bloed uitzuigt, +zelfs nu en dan zoodanig, dat zy 'er van sterven. Dewyl de manier, +waar op deeze dieren dit doen, in de daad verwonderenswaardig is, +zal ik trachten dezelve opzettelyk te beschryven. + +De Vampire, wanneer de geen, op wien hy het gemunt heeft, in slaap is, +het welk hy uit zyne eigene natuurlyke neiging weet te ontdekken, zet +zig doorgaans by de voeten neder. Hy houdt zig aldaar in evenwicht +door middel van zyne groote vlerken, welken hy geduurig beweegt, en +inmiddels doorboort hy de kop van de groote toon, maar het gat, het +welk hy maakt, is zoo klein, dat 'er naauwlyks de kop van eene spelde +door kan, en zulks derhalven geene de minste pyn veröorzaakt. Door +middel van deeze opening, gaat hy niettemin voort met het bloed uit +te zuigen, tot dat hy genoodzaakt is het uit te spuwen. Hy begint +vervolgens op nieuw, en gaat zoo voort met zuigen en uitspuwen, zoo dat +hy niet dan met zeer veel moeite kan wegvliegen, en dat zyn slachtöffer +dikwerf van den natuurlyken in den eeuwigen slaap is overgegaan. De +beesten steekt hy doorgaans in het oor, en altyd op een plaats, +waar het bloed een oogenblikkelyken loop heeft, misschien in de eene +of andere slagäder. Na dat men tabaks-asch op de wonde gelegd had, +als het zekerst middel zynde, kwam ik te rug om my te wasschen, gelyk +ook myne hangmat, waar onder ik veel geronnen bloed gewaar wierd. De +Heelmeester het zelve naargegaan hebbende, oordeelde, dat ik geduurende +dien nacht dertien of veertien oncen bloed moest verloren hebben. + +Ik heb naderhand gelegenheid gehad één van deeze vledermuizen +te dooden, wiens uitgespreide vlerken eene wydte maakten van +twee-en-dertig en een halve duim: men zegt, dat 'er zommige zyn van +drie voeten in die zelfde rigting, schoon zy naar die van Madagascar +niets hoe genaamd gelyken. De door my gedoodde vledermuis had eene +donker bruine, byna zwarte kleur, maar ligter onder aan den buik. Over +'t geheel had hy een in de daad afschuwelyk voorkomen. Maar zyn kop +was vooral vervaarlyk: men zag aldaar boven den neus een blinkend, +ongebogen, rimpelig, en puntsgewyze toeloopend vlies. Zyne ooren +waaren lang, rond en doorschynend. In het bovenste kakenbeen had hy +vier snydende tanden en zes in het onderste. Ik zag niet, dat hy een +staart had, maar een vel, in welks midden een pees was. Elk van zyne +vlerken had vier klaauwen, van elkander afgescheiden, als die der +pooten van een eendvogel, [8] en met nagels gewapend: men zag ook nog +een ander ter plaatse, waar deeze zelfde klaauwen zig verëenigen. Alle +dienen zy aan het dier om te klauteren op, en zig vast te houden aan +boomen, rotsen of daken, alwaar hy hangen blyft, wanneer hy slaapt. + +Een der Zee-soldaaten vong dien zelfden dag een Oppossum of +Sarigue. Dit dier verschilt, in zommige byzonderheden, merkelyk van +de beschryving, welke 'er de beroemde BUFFON van gegeven heeft.--By +voorbeeld, hy is veel ligter dan alle de geenen, waar van deeze +Schryver spreekt; en hy heeft den staart met hair, in plaats van met +schubben bedekt. Ik meen dit ten minsten, en, zoo myn oog my bedrogen +heeft, ben ik de eenigste niet die met opzigt van dit dier in dat geval +geweest is. LINNÆUS, SEBA en VOSMAAR, beschouwen de Oppossum als een +dier, zoo wel van de oude als nieuwe weereld, schoon het echter zeker +is, dat hy alleen in America gevonden wordt. LINNÆUS tast ook mis, +wanneer hy verzekert, dat alle de vledermuizen vier snydende tanden +in elk kabenbeen hebben. (Zie BUFFON V. Deel, bladz. 282.) + +Deeze Oppossum was niet grooter, dan een groote muis. Hy was volmaakt +zwart, uitgenomen onder den buik, aan de pooten, en onder aan den +staart, die de kleur had van een buffels huid. Boven elk van zyne +oogen, vry veel naar die van een rot gelykende, had hy een vlak van +deeze zelfde kleur. Zyne ooren waaren lang, rond en doorschynend; +zyne klaauwen bedroegen een getal van twintig, zynde één derzelven +agterwaarts geplaatst, en tot een duim dienende. Dezelve had tien +of twaalf tepels, waar aan (zoo men zegt) de jongen, zoo dra zy +gebooren zyn, zig vasthouden, zynde zy dan niet veel grooter, dan +jonge Kevers. Maar dit dier had den zak niet, welken andere Oppossums +gewoonlyk hebben. In plaatse van dien, zag men twee langwerpige +plooijen aan de binnenzyde van elke dye, die even als de gemelde zak +geschikt waren, om de jongen voor alle onheil te beveiligen, daar geene +foltering, ja zelfs het vuur niet, de moeder kan doen besluiten haare +jongen te verlaten. Ik zal by deeze beschryving voegen, dat deeze +dieren op het land leven, en dikwils op de boomen klauteren; maar +dat zy zig, even als de muizen, met graanen, vruchten, en wortelen +voeden. De beschryving van het andere zoort zal ik uitstellen, tot +dat zig de gelegenheid my daar toe aanbiedt. + +Mejuffrouw DE MERIAN sreekt van eene byzondere Oppossum, die, in +het oogenblik van gevaar, de jongen op haaren rug draagt: ik heb +'er in Surinamen nooit van hooren spreeken, en houde my verzekerd, +dat 'er dit zoort niet is. + +Ik heb reeds gezegd, dat door eene vertraging, waar van my de reden +onbekend was, de ogtend reeds verre gevorderd was, toen wy onze +legerplaats verlieten. Ik behoorde tot de voorhoede met de Jagers +en eenige Zee-soldaaten, die allen voor negen dagen mondbehoeften +op hunnen rug droegen. Wy hadden nog maar een klein gedeelte van den +weg afgelegd, toen één der eerstgemelden op den jagthoorn blaazende, +de anderen uit elkander gingen, en zig plat op den buik aan den grond +nederleiden, hebbende den haan van hun geweer overgehaald, en zynde +alzoo tot het gevecht gereed. Ik deed even als zy; maar het was niet +meer, dan een valsch alarm. Het was een hart, het welk in zynen loop +de bladeren van 't geboomte in beweeging gebragt had. Wy stonden +derhalven weder op, en trokken door slyk en water heen, tot drie +uuren na den middag, wanneer wy ons op hoogere landen nedersloegen, +alwaar men geen water vinden konde, dan door een put te graven; en +dan nog was het water, het welk wy daar uit schepten, zoo modderig, +dat wy genoodzaakt waren, het door onze dassen of hembds-mouwen te +laten doorloopen. De Colonel SEYBOURG kwam alhier by my, om my des +avonds in zyne hut ter maaltyd te verzoeken, en behandelde my met +eene beleefdheid, waar over ik zeer verwonderd was, + +Des anderen daags vervolgden wy onzen weg, neemende denzelven +westwaarts ten noordwesten. Wy hadden zwaare slagregens, en moesten +een moeras doorwaden. Ik voerde toen het bevel over de agterhoede, +en had drie uuren noodig, om dezelve van deeze naar de overzyde +te geleiden. Deeze tocht was allerverdrietelykst. De slaven, onder +hunne pakken gebukt gaande, braken elk oogenblik de korst, die over +het water lag. De Zee-soldaaten, met hunne mondbehoeften belaaden, +hadden zeer veel moeiten om zig op de been te houden, en ik zelf, +door de groote meenigte bloed, welke ik verlooren had, verzwakt zynde +konde aan niemand van dienst wezen. Toen wy weder den vasten grond +bereikt hadden, zag ik aldaar de lyken van verscheiden muitelingen +verspreid liggen, aan elk van welken de regte hand en het hoofd was +afgehouwen. Deeze lyken waren nog niet verrot, het geen my deedt +vermoeden, dat 'er in 't kort eenig gevecht tusschen de muitelingen, +en het krygsvolk, aan de Peréca leggende, had plaats gehad.--Ik +moet hier opmerken, dat, indien men den 21sten, in plaats van my te +gelasten om te rug te komen, en de Jagers weder mede te brengen, ons +had toegestaan voorwaarts te gaan, de muitelingen tusschen twee vuuren +zouden geraakt zyn, 'er zeer weinigen van hun zouden zyn ontsnapt, +en wy hunnen buit zouden hebben hernomen. De lezer zal zig herinneren, +dat dit zelfde voorval plaats had, toen ik, twee jaaren te vooren, te +Devil's Harwar het bevel voerde. Indien ik toen een genoegzaam getal +manschappen en krygsbehoeften tot den tocht gehad had, zoude ik aan +de Volkplanting den gewichtigsten dienst gedaan hebben. Het spyt my +deeze twee wezentlyke misslagen te moeten aanhaalen; maar waarheid +en onpartydigheid verpligten 'er my toe. Deeze aanmerkingen echter +behooren my niet van wreedheid te doen beschuldigen, want niemands hart +was meer getroffen dan het myne, op het zien van zo veele jongelingen, +die onder het ons omringende geboomte dood uitgestrekt lagen. Myn +oog viel in 't byzonder op twee van hun, die zoo wel gemaakt waaren, +als men ze met mogelykheid bedenken kan. + +Terwyl ik met het maken van deeze en andere gelykzoortige aanmerkingen +bezig was, bleeven verscheiden slaven, die te zwaar belaaden waren, +in het moeras zitten. De bevelhebbende Officier, met het voornaamste +gedeelte zyner manschappen zig op een hoog stuk land nedergeslagen +hebbende, konde ons niet meer zien, noch hooren; en door deeze +scheiding liep de agterhoede gevaar, niet alleen om haare mond- en +krygs-behoeften te verliezen, maar om zelfs in de pan gehakt te worden. + +Geenen enkelen Europeaan vindende, die kragten genoeg had overgehouden, +om het volk, het welk voor uit getrokken was, in te haalen, gaf ik +het bevel over aan mynen Lieutenant DE LOSRIOS, en waagde het om +alleen dwars door het bosch te loopen, tot dat ik onze legerbende +bereikt zoude hebben. Ik hield den Colonel SEYBOURG de gesteldheid der +agterhoede voor, en verzogt hem "om wat langzaam voort te trekken, ten +einde aan die geenen, die in de modder gezonken waren, tyd te geven, +om 'er zig uit te redden, zonder het welk ik voor de gevolgen niet +konde instaan". Zyn antwoord was, "dat hy zyn leger zoude opslaan, +zoo dra hy goed water ontmoette". Schoon zeer vermoeit zynde, keerde +ik dadelyk naar myne agterhoede te rug, waar van het grootste gedeelte +tot des nachts in den deerniswaardigsten en gevaarlyksten toestand +bleef, want eerst des avonds ten zeven uuren redden wy den laatsten +man uit het moeras, en toen gingen wy langzaam voort, tot dat wy in +de legerplaats aankwamen. + +Myne oplettenheid voor het behoud der manschappen, over welken +ik het bevel voerde, myne zorge voor de bespaaring van krygs- en +mondbehoeften, wel verre van my de goedkeuring te doen ondervinden +van hem, onder wiens bevelen ik voor dit oogenblik stond, van hem, die +my nog kortlings met zoo veel bescheidenheid behandelde, wikkelde my +integendeel in een ernstig voorval in, waar over ik zoo gevoelig was, +dat ik my naauwlyks wederhouden konde, om tot wanhoop te vervallen. Men +kan myn verdriet beöordeelen, wanneer men weet, dat ik naauwlyks +in de legerplaats zynde te rug gekomen, in arrest gezet wierd, +om door eenen krygsraad, ter zaake van gepleegde ongehoorzaamheid, +gevonnisd te worden. De Colonel SEYBOURG en ik hadden nimmer met +elkander in betere vriendschap omgegaan; maar schoon hy my in het +begin van den tocht met eene uiterlyke beleefdheid behandeld had, +was het niet minder zichtbaar, dat hy, na een dergelyken trek, zig +betoonde myn doodelykste vyand te zyn. Ik moet echter niet vergeeten +eene zonderlinge omstandigheid te verhaalen, hier in bestaande, +dat men my, schoon in gevangenis gesteld zynde, tot nader orde myne +wapens liet behouden. + +Den 24sten vertrokken wy des morgens vroeg, en namen den weg ten +zuiden en zuidwesten. In deeze laatstgemelde richting gingen wy voorby +Pinnenburg, een verlaten gehucht der muitelingen, waar van ik gesproken +heb. Ik bleef steeds gearresteerd, en was uittermaten mismoedig. + +Des daags daar aan volgende trokken wy zuidwestwaarts, en doorwaadden +een zeer diep moeras, waar in wy nat bezweet ingingen, vermits wy +tot hier toe te schielyk gegaan hadden: maar de gezondheid van onze +soldaaten was geen zaak, waar over men zig bekreunde, van hoe veel +aanbelang zy ook voor den goeden uitslag onzer onderneming was. + +Op nieuw een zoort van heuvel of hoog land bereikt hebbende, was ik op +het punt een ongeluk te ontmoeten, noodlottiger dan alle de ellende, +welke ik tot dus verre ondervonden had. In eene diepe mymering als +weggezonken, terwyl ik de agterhoede volgde, verdwaalde ik ongevoelig, +en bevond my eindelyk alleen, in het midden van eene eindelooze +woestenye. Zoo dra de arme QUACO bemerkt hadt, dat ik was afgedwaald, +waagde hy dwars door het bosch heen te loopen, om zynen meester te +rug te vinden, en, by louter geluk, zag hy my, aan den voet van eenen +boom zittende in eene neerslagtigheid, die zig niet laat beschryven, +en ten prooy van smart en wanhoop overgegeven. Des morgens van dien +dag meende ik, dat myn ongeluk op het hoogst was, en in dit oogenblik +zoude ik alles gegeven hebben, om my nog in die zelfde gesteldheid +te bevinden. Ik was in eenen staat van volmaakte gevoelloosheid, te +midden van een onmeetelyk bosch, en door verslindende vyanden omringd; +stortregens vielen uit den hemel, en myn uitzicht was op tygers, op +hongersnood, op alle onheilen, op alle gevaaren. JOANNA moest ik voor +eeuwig vaarwel zeggen!--Dusdanig was de gesteldheid van mynen geest, +toen ik, eensklaps mynen Neger herkennende, van den grond oprees, +en als een geheel nieuw leven in my voelde ontvonken. Vervolgens +eenigen tyd te zamen zynde voortgewandeld, zeide ik hem, dat ik een +vyver zag, door welken ik meende, dat het krygsvolk was doorgegaan, +om dat het water zig drabbig vertoonde. De Jongeling, het oog op dit +water slaande, antwoordde my met ontsteltenis; dat deeze modderpoel +door een Tapira veröorzaakt was, [9] en hy toonde my de voetstappen +van het dier in het slyk, vervolgens berste hy uit in traanen, en +riep uit: Masera, wy zyn 'er om koud! wy zyn 'er om kond! In het +midden van deezen angst herïnnerde ik my echter, dat de Peréca op +de kaart wierdt aangewezen ten westen van de plaats, alwaar wy ons +bevonden, en ik besloot om oogenblikkelyk mynen weg derwaarts te +nemen. Derhalven mynen snaphaan op nieuw geladen hebbende, gelastte +ik aan QUACO om my te volgen; maar 'er was my nog één hinderpaal +in den weg, ik had myn kompas niet by my, en de regen belette het +doorschynen der zonnestraalen. In deezen bangen nood, herïnnerde my +myn medgezel, dat de schors der boomen aan de zuidzyde doorgaans veel +gladder is. Dit was waarlyk een goede inval, en dienvolgende gingen +wy naar dien kant heen; dan eens door een dik en donker bosch, dan +eens door een zoort van kreupelbosch, tot dat wy, door vermoeienis +en honger afgemat, gingen nederzitten, zonder een enkel woord uit te +brengen, en elkander aankykende als twee slachtöffers; die ter dood +verwezen waren. Ons stilzwygen bleef nog voortduuren, wanneer wy een +verward gedruis hoorden, als van lieden, die hoestten, en van anderen, +die met wapentuig eenige beweging maakten. Gode zy dank! het was ons +krygsvolk, het welk zig nedersloeg op een veld, bevoorens door het +volk van de Peréca bezet. In weerwil van myne ongelegenheid, bevond ik +my in dit oogenblik in eene der gelukkigste geest-gesteldheden, die +my deedt zien, dat alles in deeze weereld ten goeden en ten kwaaden +keeren kan. Alle de Officiers wenschten my van goeder hart geluk, en +myn Neger, zoo wel als ik, deelden met hun van hun koud ossenvleesch +en brood. Na het eindigen van deezen maaltyd, vervolgden wy onzen weg, +en wy kwamen wederom in een moeras, of liever in een modderigen vyver, +welks oppervlakte te zwak was om ons te dragen. De donkerheid van den +nacht overviel ons, en wy waren genoodzaakt aldaar te verblyven. De +soldaten hingen hunne hangmatten aan de boomen, de eene boven de +andere; de slaven maakten houtvlotten, op welken zy het kruit, de +krygsbehoeften, enz. nederzetten, en zy zelven gingen leggen slapen. + +Den 26sten, vertrokken wy, een uur voor het aankomen van den dag, +maar na dat de Colonel SEYBOURG in zyne hangmat koffy gedronken had, +terwyl al het volk, tot hun midden toe in het water staande, op hem +wagtte, en wy gingen eerst west-, vervolgens noord-westwaarts. Onze +tocht was zoo moeielyk en verveelend, dat verscheiden slaven hunne +pakken lieten vallen, waar door dezelve deels nat wierden, deels +verloren geraakten. Eindelyk, na eene andere verlatene legerplaats, +te zyn doorgetrokken, hielden wy stil aan het oude cordon, of den +weg, die op andere wegen uitliep, alwaar ik dadelyk het spoor der +muitelingen ontdekte, geduurende dat ik aan de Cottica het bevel +voerde. Wy sloegen aldaar ligte hutten op, om onder dezelven den +nacht door te brengen.--Ik bleef nog steeds in arrest. + +Een der Jagers, een klein viervoetig dier ontdekt hebbende, het welk +met eene ongelooflyke gezwindheid door de legerplaats liep, hakte +het zelve met zyn sabel. Het was de Paca, of de gevlakte Cavey, in +Surinamen den naam van Water-haas dragende. Dit dier is ongemeen vet, +en heeft de grootte van een speenvarken. Zyn onderste kakebeen is kort, +zyne neusgaten zyn breed, en van knevels voorzien, even als de katten; +zyne oogen zyn zwart, en zyne ooren klein en kaal. Aan elke poot heeft +hy vyf klaauwen. Zyne huid, van eene bruine aard-kleur, is met vlakken +gespikkeld, die een buffels kleur hebben, in de lengte, en meer of min +streeps-gewyze geplaatst zyn: de buik heeft eene vuile witte kleur, +en het geheele lyf is met een ruw, grof en kort hair overdekt. De +Paca is een halfslachtig dier. Zig op het land bevindende, graaft hy, +even als de varkens, in den grond, om zyn voedzel te zoeken: wanneer +hy in gevaar is, loopt hy naar het water, om aldaar eene schuilplaats +te vinden. Schoon hy vet, en, naar mate van zyne grootte, zeer wel in +'t vleesch is, loopt hy echter veel gezwinder, dan eenig dier van +zyne dikte in Zuid-America doet. Men leest nochtans het tegendeel +in de beschryving, welke men daar van vindt in het vervolg op de +Natuurlyke Geschiedenis van BUFFON, alwaar gezegd wordt: "Dat de +Paca niet gezwind loopt, dat hy zelfs zeldzaam loopt, en dan nog met +zeer weinig bevalligheid". Misschien is dit waar, wanneer men hem als +een huisdier beschouwt, want men kan hem tam maken; maar ten minsten +in den staat der natuur is hy zoodanig niet; en ik kan verzekeren, +dat ik hem als een haas heb zien loopen. Wy lieten hem voor onzen +avond-maaltyd gereed maken, en wy vonden hem nog veel lekkerder dan +de Bosch-rot, of zelfs dan de Warrabocerra. + +De Cavey, met een lange neus, beter bekend onder den naam van Agouli +Pacarara, is in Surinamen mede zeer gemeen. Zyne grootte is die +van een groot konyn, Zyne huid heeft eene bruine oranje kleur op +den rug, en geel aan den buik; zyne pooten zyn zwart: alle vier zyn +ze lang uitgerekt: de voorpooten eindigen met vier klaauwen, en de +agterpooten met drie. De oogen van dit dier hebben eene schitterende +zwarte kleur. Zyne bovenste lip is gespleten, en van knevels voorzien; +zyne ooren zyn klein. Even als de Paca, heeft hy een zeer korten +staart. Hy teelt sterk voort, en het wyfje zoogt haare jongen, +die ten getale van drie of vier zig in holen van oude stammen van +boomen ophouden, werwaarts zy ook de wyk neemt, wanneer zy vervolgd +wordt. De Agouli Pacarara zoekt zyn voedzel niet op het land, zoo als +de Paca. Men maakt hem gemakkelyk tam, en hy eet vruchten, wortelen, +nooten, enz. maar zyn vleesch, schoon goed, is echter van een minder +zoort, dan dat van de Paca. + +Men heeft my in Surinamen gezegd, dat aldaar ook een ander dier van +dit zoort gevonden wordt, genaamd de langstaartige Agouli. Ik heb +hem niet gezien, of het is dezelfde, dien ik onder den naam van den +Struikrot beschreven heb. + +Den 27sten, vervolgden wy onzen weg, en voor den middag kwamen wy +in eenen elendigen staat op de Plantagie Soribo, aan de Peréca, +om aldaar de naby gelegene Plantagiën tegen BONNY en de muitelingen +te verdedigen. + +De Rivier Peréca heeft, zoo men zegt, uit hoofde van derzelver +veelvuldige kromten, een loop van meer dan zestig mylen, en zulks +over 't algemeen van den zuid-oost naar den noord-west kant. Zy is +zeer diep; maar haar bed is naauw, en aan haare oevers zyn, even +als ten aanzien van alle de andere Rivieren, overäl schoone Suiker- +en Koffy-Plantagiën gelegen. Wy waren naauwlyks op den wachtpost te +Soribo aangekomen, of verscheiden afgezondenen van den Colonel SEYBOURG +spraken my aan, en verzogten my ernstig, dat ik erkennen wilde ongelyk +gehad te hebben: zy verzekerden my, dat ik, dit erkend hebbende, myne +vryheid zoude te rug bekomen, en alles vergeten zoude zyn. Overtuigd +van myne onschuld, konde ik my met geen schik schuldig verklaren, en +vooräl naardien de misdaad, waar van men my beschuldigde, slechts een +gevolg was van myne getrouwe zorge voor het behoud der manschappen +en krygsbehoeften, die my toevertrouwd waren. Na myne weigering, +welke de Colonel SEYBOURG als eene misdadige halstarrigheid geliefde +aan te merken, gaf men my onder de bewaring van eene wacht, en men +nam my myne wapenen af. Onze Zee-soldaten bragten my toen in eene +zeer groote ongerustheid, door opentlyk te dreigen, dat zy ten mynen +voordeele aan 't muiten zouden slaan. Om dit onheil voor te komen, +verklaarde ik hun, dat, daar, naar myn inzien, ongehoorzaamheid en +muiterye in krygslieden onverschoonlyk waren, ik my gedwongen zoude +zien, hoe hard my dit ook vallen mogt, om my tegen hen te wapenen. + +Op den dag van onze aankomst op den wachtpost van Soribo, vernamen wy, +wat 'er aan de Peréca was voorgevallen. De Plantagiën Schoonhove en +Altona waren door de muitelingen, welken wy uit Gado Saby verjaagd +hadden, geplonderd geworden. Maar zig voor de Plantagie Poelwyk +vertoond hebbende, hadden de slaven aldaar hen genoodzaakt te rug +te keeren. De Jagers, die op de Plantagie Hagenbos geplaatst waren, +waren hen den 21sten agter na getrokken. Zy hadden hen den 23sten +ingehaald, een groot getal 'er van gedood, en het grootste gedeelte +van hunnen geroofden buit hernomen. Den zelfden dag, poogde een ander +gedeelte der muitelingen zig meester te maken van het kruid-magazyn +op Hagenbos, het welk geen kwaad ontwerp was, en zy hadden daar toe +het tydstip uitgekozen, dat de Jagers bezig waren met eene andere +bende te vervolgen; maar zy wierden door een klein getal gewapende +slaven te rug gedreven, één van welken, tot de Plantagie Timotibo +behoorende, eenen gewapenden muiteling gevangen nam, en vervolgens +hunne legerplaats agter de Plantagie van zynen meester ontdekte, +voor welken dienst hy wel beloond wierd. Na al dit verhaalde, was 'er +geen twyffel aan, of indien de party, die den 16den door den Colonel +SEYBOURG was afgezonden, voorwaarts gerukt was, in plaats van volgens +zyne beveelen te rug te trekken, alle deeze noodlottige voorvallen +zouden geen plaats gehad hebben, en de onderneming der muitelingen +zou geheel en al vervallen geraakt zyn. Het was daarënboven klaar, +dat de Neger, op wien wy den 21sten geschoten hadden, één van de +rooversbende van den 20sten was, en dat de muitelingen, wier lyken +wy den 23sten gevonden hadden, dien zelfden dag waren gedood geworden. + +Den 29sten zondt een Officier van het Sociëteits krygsvolk my eenige +vruchten, waar onder dadels waren. De boom, die dezelven voortbrengt, +de dadel-boom, behoort tot het geslacht der palm-boomen, maar is van +eene ongemeene hoogte. Zyne bladeren loopen uit den kruin van den +boom, zy zyn wyd uitgespreid, zeer dik, nederhangende, en by elkander +genomen, vormen zy een zonnescherm. Deszelfs vruchten groeien aan +rissen, waar van elk een groot getal bevat. Zy zyn langwerpig, van de +grootte van een menschenduim, en van eene geele kleur. Het vleesch, het +welk lymig, vast en zoet is, zit rondöm eene zeer harde, grysachtige +noot, die over haare geheele breedte als met een vooren doorsneden is. + +Dien zelfden dag bevonden zestig Jagers, die op kondschap waren +uitgegaan, dat de legerplaats der muitelingen agter de Plantagie +Timotibo verlaten was. Zy moest omtrent zestig menschen bevatten. + +In de nabuurschap van de Peréca niets te doen hebbende, verlieten wy +die plaats des morgens van den 30sten September, en den 1sten October, +kwamen wy op Devil's Harwar aan, ongemeen vermoeid zynde, en zonder +iets merkwaardigs op onzen tocht ontmoet te hebben. Des avonds te +voren had ik aan den Colonel FOURGEOUD geschreeven; ik verzogt hem, +dewyl myne tegenwoordige gesteldheid my ten hoogsten verdroot, +oogenblikkelyk eenen krygsraad by één te roepen, en had hem mynen +brief door eenen slaaf gezonden. By onze aankomst op deezen post, +gebruikte men de hardste middelen om my tot onderwerping te dwingen; +en de behandeling, welke ik ondervond, was van dien aart, dat een +Capitain der Jagers, QUACI genaamd, uitriep: "Indien de Europeanen +zig jegens elkander zoodanig gedragen, is het niet te verwonderen; +dat het hun tot genoegen strekt ons arme Africanen te mishandelen en +te kwellen"! + +Deeze verdrietelyke zaak liep echter op Devil's Harwar ten einde. De +Colonel SEYBOURG, overtuigd van zyn ongelyk, en niet kunnende weten, +hoe dit geval moge afloopen, trachte, zoo mogelyk, uit de netelige +omstandigheid, waar in hem zyne oploopenheid gebragt had, met eere uit +te komen. Den 2den October, vroeg hy my derhalven met eenen glimlach: +"Of ik wist te vergeten en te vergeven"? Ik antwoordde hem, neen! Hy +daar op zyne vraag herhalende, zeide ik hem; "dat ik eerbied voor de +waarheid had, en dat ik nooit erkennen zoude schuld te hebben, zoo +lang myn geweten my zulks niet deedt gevoelen; dat ik onbekwaam was +tot zulk eene laagheid voor een medemensch, en nog minder voor hem, +dan voor eenig ander". Hy nam my by de hand, verzogt my bedaard +te zyn, en verklaarde my: "Dat hy, op alle voorwaarden, vrede +met my wilde maken"! maar ik antwoordde hem stellig: "Dat ik naar +geen ander vergelyk luisteren wilde, dan het volgende; dat hy zyne +misslag in tegenwoordigheid van alle de Officiers erkennen zoude, +en dat hy, met eigen handen, uit zyn Dag-register alle de bladen +zoude uitscheuren, die mynen goeden naam in verdenking zouden kunnen +brengen". Dit geschiedde oogenblikkelyk; men gaf my myne wapenen te +rug, en myne zegepraal ging gepaard met alle omstandigheden, die my +eene volkomene voldoening verschaffen konden. Ik reikte vervolgens +ongeveinsd en van goeder harten aan den Colonel SEYBOURG de hand toe: +dezelve gaf eene maaltyd tot een vreugde-feest over onze verzoening: +na den maaltyd stelde hy my, tot myne groote verwondering, den brief +weder ter hand, dien ik aan den Colonel FOURGEOUD geschreven had, +en hy erkende my denzelven onderschept te hebben, om voor te komen, +dat deeze zaak geene verdere gevolgen hebben zoude. Hy berigte my +tevens, dat onze Opper-Bevelhebber aan de Wana-Kreek gelegerd lag, +in plaats van den Lieutenant Colonel DE BORGNES, die ziek geworden, en +naar Paramaribo opgezonden was. Onze verzoening was zeer wel gemeend, +en na dat het krygsvolk een weinig had uitgerust, vertrokken wy den +4den, naar het hoofd-quartier van Jerusalem; maar ik was genoodzaakt +mynen QUACO te Devil's Harwar zeer ziek agter te laten, alwaar ik hem +aan de zorge van den Heelmeester aanbeval. Dien avond sloegen wy ons +neder aan de overzyde van de Cormoetibo-Kreek. + +Des anderen daags in den vroegen morgen, kwamen wy, de Cottica +overgestoken zynde, weder op den wachtpost van Jerusalem. Ik had +ledigen tyd om aanmerkingen te maken omtrent de wisselvalligheden +van dit leven, en alle de onheilen, waar aan wy bloot gesteld zyn, +het zy wy ze al, dan niet verdiend hebben: ik maakte vooral deeze +aanmerkingen, toen ik onder de kortlings ontscheepte persoonen, eene +van myne oude kennissen vond, namelyk den heer P...., die in Europa +meer dan dertig duizend ponden sterling hadt doorgebragt. Men hadt +hem zyne vrouw, die zeer schoon was, ontvoerd, en hy zag zig in dit +oogenblik, om te kunnen bestaan, vervallen tot den post van Vaandrig, +onder het krygsvolk van de Compagnie. Hy had voorheen een aanzienlyken +eigendom in deeze zelfde Volkplanting bezeten, het geen zynen staat +steeds veel onäangenamer en verdrietelyker maakte. Van zynen geheelen +rykdom hadt hy niets meer overig, dan een enkel stuk geld, het welk +hy onder de slaven wierp, tevens eenige Fransche versen aanhalende, +die op zyne gesteldheid toepasselyk waren. + + + +DRIE-EN-TWINTIGSTE HOOFTSTUK. + +Tweede tocht naar Gado-Saby.--Land-Schildpad.--Verschillende +zoorten van hout.--Levendig geraamte.--Treffelyke +gezichten.--Honderd-pooten.--Verschillende +Plantgewassen.--De Opper-Bevelhebber wordt ziek, en verlaat de +legerplaats.--Sprinkhanen.--Verschillende zoorten van visschen.--De +Zeekoe.--Het Zee-paard.--Aanmerkingen omtrent het aanwezen der +Meerminnen.--Trommelzucht.--Verscheiden zoorten van vogelen.--De +Malaky en Markoury boomen.--Doornhaag-wormen. + +Den 9den October 1775, verliet de Colonel FOURGEOUD zyne legerplaats +aan de Wana-Kreek, om zig op den post van Jerusalem met ons +te verëenigen. Hy deedt vooraf de helft zyner soldaten, die ziek +waren, in vaartuigen de Rivier afzakken. De soldaten van deezen post +voegden zig by hun, en men zondt hen allen naar Devil's Harwar, om +den genade-slag te ontfangen. De Neger-Jagers vertrokken insgelyks, +en begaven zig met hunnen leidsman WINSAK naar de Peréca, alwaar zy +met de verdediging belast waren. + +De Colonel ontdekte, by deezen laatstgemelden tocht een honderdtal +ledige huizen, en bespeurde eenige muitelingen, maar nam 'er geen één +van gevangen. Hy vondt ook een bekkeneel aan een tak van een boom +hangen, en men konde met genoegzaame zekerheid gissen, dat dit het +hoofd, was van den ongelukkigen SCHMIDT, die omgekomen was. [10] + +Den 13den, kwam myn Neger QUACO te rug, volmaakt hersteld zynde: ik +was 'er verblyd over, want zyne getrouwheid omtrent my had nog nooit +gewankeld. Wy vernamen te gelyker tyd, dat de Capitain STOELEMAN, +die aan het hoofd van eenige Jagers was, door een zwaren rook, +dien hy van verre in het bosch bespeurd had, eene verblyfplaats +der muitelingen had ontdekt, doch die door hem niet was aangetast; +dat de Capitain FREDERIK, met een anderen hoop Jagers, de oevers +der Zee beneden Paramaribo schoon hieldt; dat twee soldaten, die +den 18den Augustus verdwaald geraakt waren, het geluk gehad hadden, +om op eene wonderbaarlyke wyze hun gevaar te ontkomen, en dat zy den +wachtpost, die aan de Rivier Maroni geplaatst was, bereikt hadden; +en eindelyk, dat twaalf schoone Negerslaven van de Plantagie Gold +Mina waren weggeloopen, om zig met de muitelingen te verëenigen. + +Deeze tydingen bemoedigden den Colonel FOURGEOUD dermaten, dat deeze +onvermoeide Overste steeds by zyn besluit bleef, om den vyand te +vervolgen. Mitsdien trokken wy den 15den, in den vroegen morgen, de +bosschen in, schoon ons getal toen merkelyk gesmolten was. De Colonel +liet des avonds te voren een vrywilliger, één van zyne landgenooten, +MATTHIEU genaamd, en broeder van den Vaandrig van dien naam, ter +aarde bestellen. De dood was ons zoo gemeenzaam geworden, dat, +wanneer iemand onzer een nabestaanden of vriend op de legerplaats +verloor, men hem doorgaans deeze vraag deedt: "Heeft hy brandewyn, +rhum of tabak nagelaten"? + +Korten tyd voor ons vertrek, liepen zeven van onze Neger-slaven weg, +en namen de vlucht naar hunne meesters, alwaar zy mismoedig, vermagerd, +en byna uitgehongerd, aankwamen. Wy stelden ons echter in aantocht, +en trokken regelrecht noord-oostwaarts aan. De kist, waar in myne +flessen gesloten waren, brak aan stukken met al wat 'er in was, en +dit was de eenige merkwaardige gebeurtenis op deezen tocht. Des avonds +sloegen wy ons by de Cassipory-Kreek neder; en dewyl het saisoen van +droogte aankwam, moesten wy een put graven, om water te hebben. Het +krygsvolk kreeg alhier bevel, om geene hutten, noch schuilplaatsen +meer te bouwen, dewyl de regenbuien minder zwaar wierden. + +Den 16den, vervolgden wy onzen weg, steeds noord-oostwaarts +trekkende, en tegen den avond kwamen wy aan die huizen, welken de +Colonel FOURGEOUD laatst ontdekt had, maar die, zoo als men naderhand +ontdekte, slechts voor een tyd eene verblyfplaats hadden opgeleverd +aan die muitelingen, welke verwagtten oogenblikkelyk van Gado-Saby +verjaagd te worden; en waar aan zy den naam van Bousy-Gray (dat is: +"de bosschen schreyen",) gegeven hadden. Wy sloegen ons hier neder, +en bezagen met veel vermaak de wooning van BONNY, zynde in den smaak +van een molen gebouwd, en zeer hoog boven den grond verheven. Dezelve +had twee deuren, om des te beter te kunnen zien, wat 'er rondom +hem omging, en alzoo geen gevaar te loopen, om het slagtöffer eener +verrassing te worden. De lucht had aldaar ook vryer doorspeeling, +dan in de andere wooningen, en uit dien hoofde was zy voor zyne +gezondheid beter geschikt, want in één der laatste gevechten hadt hy +eene gevaarlyke wonde in de liesch bekomen, zoo als wy naderhand van +één onzer gevangenen vernamen. In de nabyheid der wooning van dit +Opperhoofd der muitelingen, zag men baden, byzonderlyk geschikt ten +gebruike van zyne vrouwen, die zig des morgens en des avonds daar in +begaven, want 'er was in den omtrek deezer verblyfplaats geene Rivier. + +Een der slaven boodt my, op de laatstgemelde legerplaats, een +Land-Schildpad aan; een dier, het welk wy, wel is waar, verscheiden +malen gezien hadden, maar het nog niet beschreven hebbende, zal ik +trachten zulks thans te doen. De Surinaamsche Land-Schildpad is van +eene eyronde gedaante, en heeft niet meer dan agtien of twintig duimen +lengte. Zyne schelp, die van eene donker geele of bruine kleur is, +veel meer uitpuilende, dan die van de zee-schildpad, heeft dertien +zeshoekige verhevenheden, en is zoo hard, dat zy, zonder te breken, +het zwaarste gewicht dragen kan. De onderste schelp, of het borststuk, +is een weinig hol, en van eene helder geele kleur. De kop van dit dier +gelykt naar dat van alle andere Schildpadden. De staart is zonder +hair en kort, maar in plaats van vinnen, heeft hy vier pooten, met +schubben bedekt, en met puntige nagels gewapend, waar van hy zig in +het loopen bedient. Wanneer hy zig voor eenig gevaar wil beveiligen, +kruipt hy in zyn schelp of bekleedzel. De Indianen laten de Schildpad +in dien staat op het vuur koken, tot dat dezelve gaar is; het geen men +weet, wanneer het benedenste gedeelte zig afscheidt van het bovenste, +het welk tot een schotel voor deeze spyze dient. Eene minder wreede +manier, waar van ik altoos gebruik maakte, bestaat daar in, dat +men het dier in zyn beenachtig bekleedzel op heeten asch plaatst; +hy steekt dan kop en hals naar buiten, welke men hem afhouwt, en zig +daar door de spyze verschaft, welke zyn lichaam oplevert, zonder het +dier verdere folteringen aan te doen. De heer DE GRAAF, drie of vier +van deeze Land-Schildpadden willende verzenden, bewaarde dezelven +vier maanden; geduurende al dien tyd bleven zy in 't leven, zonder +dat zy eenig voedzel scheenen te nemen, en met dit al behielden zy +haare kragten, zoodanig dat zy zelfs ter voortteeling geschikt waren. + +Ik heb ook dikwils eene andere Land-Schildpad gezien, die hier Alacacca +genoemd wordt. Dezelve is van eene zeer platte gedaante, en van eenen +kleinderen omvang, dan de eerstgemelde. Derzelver groenachtige kleur +is voor het gezicht zeer onaangenaam, en zy is zoo goed niet om te +eeten, dan de andere. + +Den 17den, vervolgden wy onzen weg ten noorden en noord-oosten, in de +hoop om eenige ontdekking te doen, maar zonder vrucht. Dien dag gingen +wy voorby eenige mieren-nesten, die meer dan zes voeten hoogte, en, +zonder vergrooting, een omtrek van meer dan honderd voeten hadden. Wy +zagen ook eene meenigte stukken fraay timmerhout, waar onder was +het hout van den zwarten kool-boom, die eene donker bruine kleur +heeft, en by de schrynwerkers en timmerlieden zeer geacht is. Men +toonde my ook den Zandkuil-boom, alzoo genoemd naar zyne vrucht, +waar uit men het zaad neemt, en dezelve dan met zand vult voor de +schryftafels. Deeze vrucht, die de dikte heeft van eene groote uije, +heeft kleine gaten in derzelver oppervlakte. Het is een ontlast- +en braak-middel te gelyk; maar het sap van derzelver vleesch is een +sterk vergift. Zie daar alles, wat ik 'er van zeggen kan, want ik +had noch tyd, noch gelegenheid, om dezelve met de nauwkeurigheid van +eenen kruidkundigen te onderzoeken. + +Den 18den, trokken wy steeds in dezelfde richting voort. Wel dra +vonden wy een gebaand voetpad, het welk een cirkel maakte, en +niettemin een weg van gemeenschap scheen te zyn tusschen Gabo-Saby +en Bousy-Gray. Dit voetpad bragt ons regelrecht naar den westkant, +en na verloop van eenige uuren, dat wy het zelve gevolgd hadden, vond +ik een armen Neger, tot de muitelingen behoorende, die met bladen van +den Latanus-boom bedekt was, en nauwlyks meer adem halen konde. Hy +hadt niet meer, dan het vel over de beenderen, en één van zyne oogen +was uit de oog-holte uitgezakt. Ik zette hem myn fles voor den mond, +en hy dronk eenige teugen rhum met water gemengd; vervolgens zeide +hy my met eene zwakke stem, die wy naauwlyks verstaan konden:--"Ik +bedank u, Masera".--Verder sprak hy niets. De Colonel gaf bevel, +om hem in een hangmat mede te nemen; en kort daar na sloegen wy ons +neder by een biry-biry, of modderpoel. Ik moet niet vergeten, dat +wy deezen dag eenige schoone Brood-boomen [11] zagen, die tachtig +of honderd voeten hoog, en zeer dik waren. De boom van dien naam is +grys, en loopt lynrecht op. Zyne takken spruiten aan den top uit, en +de bladen zyn aldaar aan paaren gerangschikt. Men noemt hem te recht +den Koning van het woud, want schooner boom is 'er niet. Deszelfs hout, +van eene voortreffelyke kaneel-kleur, is vast, van een fraay erf, neemt +een goeden glans aan, en kan den tyd verduuren.--Maar het geen vooral +onzen aandacht tot zig trok, waren de zaden, die naar boonen gelyken, +en ten getale van drie of vier in eene breede en helder bruine peul +besloten zyn. Wy zagen 'er eene groote meenigte van aan den voet van +den boom op den grond verspreid leggen; zy hadden een smaak van zoete +koek. Uit zyne wortels druipt eene gom, die, behoorlyk toebereid +zynde, een vernis oplevert, het welk in helderheid en gebruik geen +weêrgaa heeft. + +De meenigte schoone boomen van onderscheidene zoorten, welke dit +Land oplevert, is waarlyk eindeloos. Men heeft slechts de moeite te +doen van ze te hakken; maar indien men den afstand, op welken zy +doorgaans groeien, van de bevaarbare Rivieren in aanschouw neemt, +als mede de kosten op het omhakken en bewerken vallende, de meenigte +slaven, welken men gebruiken moet om de boomen door de bosschen heen +te trekken, vermits men zig aldaar van geene paarden bedienen kan, +de gevaaren en tyd-verliezen, kan men ligtelyk naargaan de oorzaak +der ongemeene duurte van het timmerhout in Guiana. + +Deeze tocht verschafte ons de verrukkelykste gezichten. Wy liepen door +een eindeloos bosch, waar van de altyd groene boomen het schitterendst +lommer ten toon spreidden. Het saisoen van droogte (zynde de zomer +in dit Land) bragt oneindig veel toe tot verfraaijing van dit +toneel; en de eenvoudige natuur overtrof hier verre de verdubbelde +pogingen der konst. Wy ontmoetten eindelooze zandwoestynen van het +aangenaamst groen, door de bekoorlykste beeken van versch en helder +water doorsneden, wier oevers vercierd waren met bloemen, die de +schitterendste kleuren vertoonden, en de lucht met den aangenaamsten +geur vervulden. Dan eens zag men het bevallig tafereel van een hoop +fraaie uitspruitende boompjes; dan eens verhief zig een enkele boom, +wiens schoonheid deed vermoeden, dat men hem met voordacht op deeze +plaatsen had laten groeien, om dit tafereel nog ryker en bevalliger te +maken. De geheele landstreek was door een zeer groot bosch van hooge +palmboomen omringd; wier verheven kruinen, van de zelfde kleur als de +golven der zee, zig in een zacht evenwicht hielden boven een onëindig +getal van onderscheidene geboomten, wier groen nimmer verwelkt, die +altyd met bloemen en vruchten bedekt zyn, en den vermoeiden reiziger +schynen uit te noodigen, om onder hunne schaduw rust te nemen, tot +het gunstig oogenblik, dat hy zig in den vlietenden stroom van het +zuiverst water kan dompelen, en de verhevene schoonheden der natuur +onbelemmerd aanschouwen.--Hoe meenigwerf, wanneer eene algemeene +stilte rondom my heerschte, dacht ik niet aan myne lieve gezellinne, +wenschende, met haar en mynen zoon, in deeze nieuwe Elyseesche +velden, vreedzaame dagen te slyten!--Maar laaten wy tans zoortgelyke +herdenkingen vaarwel zeggen. + +Den 19den, vervolgden wy onzen tocht, en dien dag vonden wy onzen ouden +weg, die ons regelrecht naar de velden van Gado-Saby bragt, alwaar +wy nog eene groote meenigte ryst zagen, die kortlings gebloeid had, +en welke wy afmaayden en verbrandden. De Neger, van wien ik bevorens +gesproken heb, wierd hier onder boom-mos en bladeren nedergelegd, +als of men hem levendig wilde begraven: voor deezen ellendeling +was geene hoop meer tot genezing. Wy hingen onze hangmatten op, +en verstikten byna door den rook van onze vuuren. + +Ik zag op dit veld eene hagedis van by de twee voeten lengte, welke +de Negers doodden en opaten: zy noemden hem Sapagala, en hy had eene +groenachtig bruine kleur, maar hy geleek niet naar de Iguana. Onder de +puinhoopen van het afgebrande gehucht, ontdekten wy eenige Water-rupsen +of Honderd-pooten van agt tot tien duimen lengte. Dit hatelyk kruipend +gedierte van eene geelachtig bruine kleur, loopt in allen opzigte +zeer gezwind, en het vergift, het welk zy in de door hen gemaakte +pynlyke wonde laaten, schoon het niet doodelyk is, verwekt niettemin +doorgaans de koorts. Zommige schryvers geven aan dit kruipend gedierte +twintig paar pooten, en anderen veertig. Ik heb ze by de geenen, +die wy vonden, niet getelt: alles wat ik 'er van zeggen kan, is, +dat zy my toescheenen met de Europeesche honderd-pooten eene juiste +overëenkomst te hebben. Zommigen van onze Officiers maakten groote +en schoone verzamelingen van alle deeze merkwaardigheden; ik voor +my vergenoegde my met de afteekening en beschryving van die dingen, +die my voorkwamen niet zeer gemeen te zyn. + +Den 20sten, gingen wy de verblyfplaats, Cosaay genaamd, bezichtigen, +en op den weg vernam ik, dat de bovengemelde Neger nog leefde. Ik +nam de takken, die hem bedekten, weg, en op myne tusschenspraak, +voerden wy hem met ons mede; maar de slaven, te onvreden van met +zulk een pak beladen te zyn, namen, in myne afwezigheid, alle +gelegenheden waar, om deezen ongelukkigen te doen lyden, met hem +op wortels en steenen te laten vallen, en door het slyk en water, +het welk wy doorwaden moesten, agter aan te laten sleepen. Men zondt +verscheiden manschappen uit, om de omliggende streeken te onderzoeken; +en het overige krygsvolk sloeg zig neder ten westen van Cosaay. Deeze +afgezondene manschappen ontdekten van dien zelfden kant vier schoone +velden, met maniok, ignames, bananen, pistaches, Indisch koorn, +en erweten van Angola beplant. Zy zagen ook verscheiden lyken van +menschen, die in het gevecht, in de maand Augustus voorgevallen, +het leven hadden verloren.--Wy plukten, in de nabyheid van onze +legerplaats, een zoort van mispelen, van eene karmosyn kleur, in +smaak veel gelykende naar aardbezien, en groeiende aan een breed +groen heestergewas, het welk in veele tuinen te Paramaribo wordt +aangekweekt. Wy zagen ook een zoort van wilde Pruim-boomen, welken men +hier Monpe noemt. Derzelver vruchten zyn geel, langwerpig en klein; +elk van die bevat een kleine noot; het vleesch is niet zeer dik, +maar schoon zeer zuur zynde, heeft het een aangenaamen smaak. + +Des morgens van den 21sten, wierden alle deeze nuttige plantgewassen +afgehouwen en verbrand. Na dat dit werk verrigt was, keerden wy naar +onze legerplaats van den 19den te rug, welke wy ook geheel in brand +vonden, en wy waren genoodzaakt onze hangmatten ter zyde van het +bosch uit te spreiden. My alhier herïnnerende, dat men den armen +stervenden Neger alleen gelaten had, liep ik naar die plaats toe, +om hem met myne hulpe by te staan; maar na hem te vergeefs gezocht te +hebben, in weerwil der rook dampen, en de donkerheid van den nacht, +was ik genoodzaakt op myne eigene veiligheid bedacht te zyn, en in +aller yl naar myne medgezellen te rug te keeren. Eenigen laakten myne +roekeloosheid, anderen vervloekten het geraamte, het zy het levendig +of dood was. + +Toen de verwoesting was afgeloopen, keerden wy naar den post van +Jerusalem te rug, alwaar wy den 24sten, geheel afgemat, aankwamen. De +Colonel zelf wierd eindelyk door eene heete koorts aangetast, die hem +noodzaakte, om in zyne hangmat te blyven leggen, en deedt vreezen, +dat hy den nacht niet halen zoude. Echter behieldt hy steeds het +bevel aan zig, en deedt, des anderen daags morgens, aan eenen soldaat +stokslagen geven, die, vermits zyne voeten zeer gescheurd waren, hem om +een paar schoenen verzogt; een ander onderging dezelfde behandeling, +om dat hy gehoest had, schoon hy met eene zwaare verkoudheid behebd +was; een Capitain wierd in zynen dienst geschorst, en naar het Fort +Zelandia in gevangenis verzonden, om dat hy bestaan had een huwelyk +aan te gaan buiten toestemming van den Colonel.--Ziekten en de dood +maakten, in dit oogenblik, groote verwoestingen onder het leger, +alwaar alles in de grootste verwarring was. + +Den 1sten November, liepen, om de maat der onheilen vol te meten, +vyf-en-twintig Negerslaven weg; en den 3den, ontfingen wy bericht, +dat men meer dan vyftig gewapende muitelingen gezien had, die, een +musket-schoot beneden Barbacoeba, de Cottica waren overgezwommen. + +Op het ontfangen van deeze tyding, wierdt de Colonel SEYBOURG +afgezonden met de weinige manschappen, die in staat waren op te +trekken, en, in dit oogenblik, door honger en ellende geperst werdende, +op 't punt waren om hunne eigene Officiers aan te tasten. Gebrek +hebbende aan het geen zy boven alles waardeerden, tabak namelyk, +rookten zy graauw papier, en kaauwden bladeren en leder, om by hun +de plaats van deeze plant te vervullen. [12] Niemand ondertusschen +leedt toen meer dan ik. Van levensmiddelen en kleederen ontzet, was +ik uitgehongerd en naakt. Zedert het leggen in hinderlagen, en den +tocht naar de Peréca, had ik een zweer aan den linker voet. Ik had +geen één vriend onder het geheele leger meer overig, van wien ik de +minste hulp verwagten konde. Tot overmaat van ellende was het weinige +bloed, dat my nog overschoot, geduurende twee nachten agter elkander, +door het Guiaansche Spook of Vampire, byna geheel en al uitgezogen. Ik +geraakte in myne hangmat buiten my zelven, en kwam niet weder tot +kennis, dan met een zoort van mistroostigheid, die merkelyk aanwies, +na het lezen van eenen brief, waarin men my berigtte, dat JOANNA en +myn zoon te Paramaribo aan eene rotkoorts op sterven lagen. + +Eindelyk echter kwam de Sergeant FOWLER van de Plantagie Mocha, met +één van myne kisten aan. De afgezondene krygsbende van den Colonel +SEYBOURG kwam ter zelfder tyd te rug, zonder iets vernomen te hebben. + +De Colonel FOURGEOUD bevondt zig den 14den zoo ziek, dat hy zig +genoodzaakt zag het bevel aan een ander over te laten, en zig tot zyne +herstelling naar Paramaribo te begeven. Na al zyn volk op deeze manier +te hebben opgeöfferd, wierd hy het slachtöffer van zyne heerschzucht, +die geene palen kende, en van zyne hardnekkige volharding, terwyl, +zoo hy zig, zyne soldaten zoo wel als zig zelf, minder vermoeid en +beter gevoed had, hy een even grooten, zoo geen grooteren dienst aan +de Volkplanting bewezen zoude hebben.--Men zondt te gelyker tyd een +vaartuig vol met zieken en stervenden naar Devil's Harwar. + +Het bevel was toen in handen van den Lieutenant Colonel, die des avonds +door de zelfde ziekte als de Colonel wierd aangetast. Dezelve richte +toen groote verwoestingen aan ouder het krygsvolk van allerleijen rang, +wier bloed door de hitte van eene brandende zon als kookte, terwyl +wy, in dit saisoen van droogte, in plaats van ons op den post van +Jerusalem te bevinden, de bosschen hadden moeten doorkruissen. Maar, +zoo als ik reeds heb opgemerkt, de Colonel verkoos ongelukkiglyk +dit ongeschikt saisoen voor deeze tochten. Verscheiden Officiers +zouden toen hunne posten wel hebben willen nederleggen, indien de +betamelykheid zulks gedoogd had op een oogenblik, dat zy werkelyk +in dienst waren. Ik zelf zoude wel verlangd hebben eenigen tyd te +Paramaribo te gaan doorbrengen; maar dewyl men my dit niet aanboodt, +schoon men aan alle de anderen, tot de slaven toe, verlof gegeven +hadt, achte ik het beneden my 'er om te verzoeken, dewyl ik het nog +op gaande been konde houden. + +Den 19den echter verërgerde myn voet zoodanig, dat de Heelmeester my +buiten staat verklaarde, om dienst te kunnen doen: met dit al bleef +ik steeds op de legerplaats. + +Den 20sten, ontfingen wy eene versterking van krygsvolk, in slaven +bestaande, en van krygsbehoeften; dienvolgende zondt men den Major +MEDLAR met honderd vyftig mannen, om op kondschap uit te gaan. + +Onder meerdere onheilen, waar mede het leger in dit oogenblik te kampen +hadt, moet men vooral rekenen eene ontzachelyke meenigte sprinkhaanen, +die alles, wat zy ontmoetten, verslonden. Het scheen waarlyk, of de +vloek des hemels ons op alle manieren bezogt: allerleije zoort van +ongedierte hadt zig dermaten vermeenigvuldigd, dat men, in weerwil +van de grootste zorgvuldigheid, 'er zig niet geheel en al van bevryden +konde. Deeze sprinkhanen waren van eene bruine kleur, en van gedaante +als de anderen. Zy vlogen niet, maar sprongen by hoopen op de tafel +en stoelen, terwyl wy aten. Des nachts kwelden zy ons, door over ons +aangezicht te kuiëren. + +Echter vonden wy op den post van Jerusalem eene groote meenigte +visschen, en vooral de Newmara, de Warrappa, de Pataky en de +Vieille. Allen waren uitmuntend. De Pataky was byna twee voeten +lang, en hadt de gedaante van een schelvisch; de laatste geleek +naar een groote baars. Men vong ook een zoort van Aal, die alhier +Naay-naay-fisy genoemd wordt, zeer fyn, en omtrent een voet lang +is. 'Er was ook nog een zoort van visch, genaamd Dung-fish, hebbende +ten naasten by de gedaante van één kleinen haring. De Negers alleen +aten de twee laatstgemelden. + +Den 3den December, kwamen de afgezondene manschappen van den Major +MEDLAR, na eene afwezigheid van veertien dagen, te rug, met zig +brengende eene vrouw van de muitelingen, met haaren zoon, omtrent +agt jaaren oud zynde, welken men op een klein veld, met bittere +maniok beplant, gevangen genomen hadt. Dit ongelukkig schepzel was +zwanger en zeer verschrikt; maar de Major, die een menschlievend +en gevoelig mensch was, behandelde haar met goedäartigheid. Hy had +echter op eene ongelukkige manier een Corporaal verloren, SCHOELAR +genaamd, en een Zee-soldaat, genaamd PHILIP VAN DEN BOSCH, die +onvoorzigtiglyk maniok-wortels gegeten hebbende, vergiftigd waren +geworden, en den zelfden nacht in verschrikkelyke stuiptrekkingen en +pynen stierven. Het geneesmiddel tegen dit vergift, is, zoo men zegt, +peper van Caijenne in eenig geestryk water; maar de Major konde toen +noch het een, noch het ander bekomen. + +Onze gevangene verhaalde ons, dat die arme uitgehongerde Neger, +dien wy gevonden hadden, ISAAC genaamd was, en dat men hem voor dood +had laten leggen; zy verklaarde daarënboven, dat Capitain ARICO eene +nieuwe verblyfplaats aan de zee-kusten had opgericht, waar aan hy den +naam van Fissy-Hollo gegeven had; dat BONNY de gestrengste krygstucht +onder zyn volk onderhieldt; dat hy eene zoo onbepaalde oppermacht +oeffende, dat hy aan twee persoonen van zyn volk het hoofd hadt laten +afhouwen, drie dagen voor het inneemen van Gado-Saby, namelyk in den +nacht van den 17den Augustus, toen wy het geschreeuw der muitelingen, +en het afschieten hunner snaphaanen hoorden, en zulks alleenlyk op +de verdenking, dat deeze ongelukkigen ten voordeele der Europeanen +gesproken hadden, en dat zy die geenen waren, wier hoofden wy op +pieken gevonden hadden; dat deeze BONNY aan geenen Neger, onder zyn +bevel staande, wapenen toevertrouwde, of hy moest hem eerst eenige +jaaren als slaaf gediend, en ontwyffelbaare bewyzen van moed en +trouwe gegeven hebben; dat zyne talryke onderhoorigen verpligt waren +zig zonder tegenspreken te onderwerpen aan alles, wat hy goedvondt +te beveelen; dat men hem intusschen meer beminde, dan vreesde, uit +hoofde van zyne onkreukbaare rechtvaardigheid en zynen mannelyken moed: +zy bevestigde ons ook het bericht, dat hy gewond was geworden. + +Deeze vrouw en haar zoon wierden, den 4den December, met den Vaandrig +CABANUS, die hen had gevangen genomen, naar Paramaribo gezonden. Men +had byna te gelyker tyd een jong meisjen van omtrent veertien jaaren +aangehouden, doch deeze geheel naakt, en buitengemeen gezwind zynde, +had het geluk gehad te ontsnappen. + +Voor het Hof van Justitie wierd bewezen, dat de eerstgemelde door +de muitelingen met geweld was weggevoerd; dienvolgende kreeg zy +vergiffenis, en keerde, benevens haaren zoon, met blydschap naar de +Plantagie van haaren meester te rug. Het is opmerkelyk, dat, toen dit +kind voor de eerste keer een paard of een koe zag, hy daar voor zoo +beängst was, dat hy in zwaare stuiptrekkingen viel; bovendien konde +hy niet veelen, dat hem een blanke aanraakte; want tot hier toe had +hy geene menschen van die kleur gezien, en hy noemde hen altyd Yorica, +het welk, in de taal der Negers, den Duivel beteekent. + +Omtrent op deezen zelfden tyd, dreef het ligchaam van eene Zee-koe, +of Manati, in het water, dicht by den wachtpost van Jerusalem. De +slaven zwommen 'er dadelyk naar toe, de één met snoeimessen, de +ander met gewoone messen, en allen bragten zy 'er stukken van mede +voor hun middagmaal. Eindelyk trokken zy het dier, het welk reeds aan +het rotten was, op 't land. Het was zestien voeten lang; en bestondt +uit eene zeer groote en ongeschikte klomp vet, waar van het agterste +gedeelte puntsgewyze liep naar eene vleeschachtige, breede en rechte +staart. Deeze Zee-koe had een dikken en ronden kop, een platten bek, +breede neusgaten, met zeer harde hairen aan den neus, en boven den +mond, kleine oogen en drie gehoor-gaten, in plaats van ooren. In +plaats van pooten, had dit dier twee uitwassen, of vleeschachtige +vinnen, even als die van de Land-Schildpad, die een weinig beneden +den kop te voorschyn kwamen. Het dier bedient 'er zig van om te +zwemmen, en zig, schoon traaglyk, te bewegen, wanneer hy het kruid +wil eeten, het welk aan den oever der rivieren groeit, want het is +een halfslachtig dier. Hy had eene groenachtige zwarte kleur, eene +ruwe ongelyke huid, met groote verhevenheden en rimpels, die een kring +maken, en met eenige weinige stekelige hairen bedekt. Hy had kiezen, +maar geene voor-tanden, en eene zeer korte tong. De Zee-koe werpt, +even als de Walvisch, levende jongen, en zoogt dezelven aan twee +borsten. De dieren van dit zoort zyn in de Rivier der Amazonen zeer +gemeen. Men zegt, dat hun vleesch den smaak van kalfs-vleesch heeft, +en goed is om te eeten. Die ik tans zag, was reeds te veel verrot, +om 'er van te proeven. Men zag op zynen rug twee gaten van kogels, +welken de muitelingen waarschynlyk op den 27sten, wanneer wy twee +snaphaan-schoten gehoord hadden, op hem hadden laten afgaan. + +Ik oordeele het niet ongepast te zyn, om alhier eene beschryving +te geven van een ander halfslachtig dier, Tapira genaamd, het welk +veel gelykheid heeft met het Zee-paard van het oude vaste Land, maar +minder groot is. Zyn lyf heeft ten naasten by de gedaante van dat van +een ezel, schoon echter minder lomp zynde. Zyn kop verschilt niet veel +van den kop van een paard, maar zyne onderste lip staat meer voor uit, +en eindigt met eene beweegbaare snuit, [13] als die van een Olyphant, +maar niet lang genoeg, om hem van eenig nut te wezen. Zyne ooren zyn +rondachtig; zyne voortanden zyn zeer sterk, en zomtyds zichtbaar. Hy +heeft ruwe en rechte maanen, korte en dikke pooten met een zoort +van paards-hoef, verdeeld in vier klauwen met nagels gewapend. Zyne +staart heeft niet meer dan twee of drie duimen lengte. De huid van dit +dier is uittermaten dik, en van eene bruine kleur; wanneer hy jong +is, heeft deeze huid kleine vlakken, even als die van de harten in +Guiana, of de Paca, en dezelve maken langwerpige streepen. Hy voedt +zig met kruiden en planten, die op moerassige plaatsen groeijen. Hy +is zoo vreesachtig, dat hy, bang zynde, zyn behoud zoekt door zig in +het water te dompelen, waar in hy een zeer langen tyd verblyft. Het +vleesch van het Zee-paard is zeer lekker; men geeft 'er den voorkeur +aan boven het beste ossen-vleesch. + +De heer SELEFELDER, Officier van 's Compagnies krygsvolk, verzekerde +my, op deezen zelfden tyd, dat hy een Zeepaard, van een geheel +onderscheiden aart, in de Rivier Maroni gezien had. De Majoor +ABERCOMBIE, die in den zelfden dienst was, zeide my onlangs, in +de Rivier van Surinamen een Meermin te hebben aangetroffen. Lord +MONBODDO houdt ook zeer stellig staande het aanwezen van Zee-mannen +en Zee-vrouwen, [14] en verzekert, dat men ze in 't jaar 1720. gezien +heeft. Maar hoe achtenswaardig op andere punten het oordeel en gezag +van deezen Lord moge voorkomen, is het my niet mogelyk, om met hem +in te stemmen, dat 'er mannen en vrouwen met vinnen en schubben, +laat staan met staarten, zyn zouden. + +Ik geloof, zoo het my geöorloofd is myne gedachten op dit stuk te +zeggen, dat men nu en dan in de Rivieren, onder den zonne-keerkring +gelegen, zoo op de kust van Africa, als van Zuid-America, een zoort +van visch ziet, die met het halve lyf boven het water uitsteekt, +zeer veel gelykheid heeft met een menschelyk schepzel, maar veel +kleiner is, en ten naasten by als die geen, welke men in 't jaar 1794 +te London zag. Deszelfs kleur is zwartachtig groen; de kop is rond, +met een zoort van mismaakt aangezicht. Eene zwaare vinne vertoont +zig by de oogen van het dier, loopt tot het midden van den rug, +en gelykt veel naar hoofdhair. Zyne twee armen en handen zyn twee +vleesachtige en gevingerde vinnen. Het wyfje, als zynde een dier, +dat haare jongen levendig werpt, heeft borsten, even eens gemaakt, als +die van eene vrouw. De staart is volmaakt die van een visch. In veele +opzigten gelykt hy naar het Zee-kalf; behalven dat de laatstgemelde +geene vinnen op den rug heeft. Dezelve is ook veel dikker, en +verheft zig nooit boven het water, zoo als het dier zoo even door my +beschreven. Ik heb deeze berichten ontfangen van verscheiden bejaarde +Negers, en van verscheiden Indianen, die alle in hunne beschryvingen +overëenstemden. Zommigen voegden 'er by, dat deeze dieren zingen, +maar ik denke, dat het is een klagend geschrey, zoo als men wel van +andere visschen of halfslachtige dieren onder den zonne-keerkring +hoort. Zy verzekerden my, dat zy, schoon zeldzaam voorkomende, ten +hoogsten gevreesd zyn by hunne vrouwen en kinderen, die hen watra-mama, +of moeder der wateren noemen; en, het geen vreemd is, met dien naam +bestempelen zy ook hunne Profetessen. Maar laaten wy van dit stuk +afstappen, en het verhaal onzer krygs-verrigtingen weder vervolgen. + +Ik heb reeds gezegd, dat zeker Heelmeester, den 19den November, +verklaard had, dat myn voet my buiten staat stelde, om dienst te +doen; en heden, den 5den December, werden een ander Heelmeester, +twee Capitains en een Adjudant gezonden om my te bezigtigen, gelyk +ook den Capitain PERRET, die ziek was. De laatstgemelde Heelmeester +verklaarde al mede onder eede, dat wy zonder gevaar niet gaan konden, +en nog minder zwaare vermoeijing uitstaan; maar de Colonel SEYBOURG, +wien de heete koorts steeds bybleef, vond goed, dat wy oogenblikkelyk +de bosschen zouden intrekken, al zag hy, dat men ons op kruiwagens +moest voortkruien. De arme Capitain PERRET, die 'er als een stervend +mensch uitzag, en zig niet bewegen konde, besloot echter om deezen +uitzinnigen last ter uitvoer te brengen; maar ik kwam 'er stellig +voor uit, dat ik den geen, die bestaan zoude durven my aan te raken, +de herssens zoude inschieten; en ingevolge van deeze verklaring, +stelde men my onder de bewaring van een schildwacht. Het geheele +leger scheen toen niet dan uit zotten te bestaan. + +Den 11den, ontfingen wy bericht, dat men een zeker getal muitelingen +aan de overzyde van Devil's Harwar gezien had, en wy vernamen +vervolgens, dat zy de Commewyne verlaten hadden, aan welker oevers zy, +den 5den, het huis van den eigenaar van Killesting-Nova, waar in de +Opzichter SLICHTER was opgesloten, verbrand hadden, dat zy de geheele +Plantagie verwoest hadden, drie-en-dertig vrouwen mede gevoerd, en het +zoontje van eenen Mulat verminkt, om zig over zynen vader te wreeken; +en dat eindelyk de Neger-Jagers hen vervolgden. Capitain FREDERIK kwam +ook den zelfden dag aan. Hy had het krygsvolk der Sociëteit verlaten, +om onder die van den Colonel FOURGEOUD te gaan, en hy bevestigde ons +deeze ongelukkige nieuwstydingen. + +Byna op deezen zelfden tyd, na vier maanden lang aan alles gebrek +gehad te hebben, ontfing ik het overschot van mynen voorraad, +welken men my van de Plantagie Mocha zondt; maar voor drie vierde +door de kakkerlakken vernield: ik deelde het beste onder de zieken +uit, maar het geen my het grootste genoegen deedt, was te vernemen, +dat JOANNA en myn zoon JOHNNY buiten gevaar waren, en te Paramaribo +herstelden. Deeze tyding beurde my zoodanig op, dat ik des anderen +daags morgens te kennen gaf, dat ik my in staat bevond, om dienst +te doen, maar ik twyffel, of dit wel zoo was. De noodzakelykheid om +van lucht te veranderen, bragt 'er ook veel aan toe, want in de zoort +van gevangenis, die ik hield, had ik 'er volstrekt gebrek aan, en zy +was my echter ongemeen noodig. Den zelfden avond, voer een vaartuig, +vol met Caraibische Indianen, de Cormoetibo-Kreek op, om, door middel +van de Wana-Kreek, in de Rivier Maroni in te loopen. + +Den 20sten December, was ik van myne kwetsuur aan den voet hersteld; +de Colonel SEYBOURG insgelyks van zyne heete koorts. + +Den 21sten, kwamen 'er beveelen van den Colonel FOURGEOUD, die zig +op dit oogenblik beter bevondt: dezelve bragten mede, dat wy onze +legerplaats te Jerusalem zouden opbreken, en ons andermaal naar de +Wana-Kreek begeven. Dienvolgende wierden de zieken in vaartuigen +naar het hospitaal te Devil's Harwar, het welk reeds byna vol was, +gezonden. Veelen waren door eene ziekte aangetast, vry veel gelykende +naar trommelzucht, en alhier de Kouk genaamd. Dezelve bestaat in +eene verbaazende opspanning van den buik, die te gelyker tyd zeer +hard is. Men krygt die ziekte, zoo men zegt, door het drinken van +modderig water, zonder het met eenig geestryk vocht te vermengen; +en dit was onze gewoone en algemeene drank. + +Den 22sten, des morgens om zes uuren, braken wy het leger op, en +volgden de oevers van de Cormoetibo-Kreek, die niet meer dan een +moeras was. Men liet één van onze ongelukkige Negers, die een gat in +het hoofd had, aan zyn lot over; men wierp een anderen van één der +vaartuigen in het water, en hy verdronk. + +Wy zagen deezen dag een groot aantal Pingos, of wilde varkens, +die, als naar gewoonte, onze linie braken. Verscheiden wierden door +sabelhouwen gedood, en zommigen ontkwamen het, nemende de bajonnetten, +waar mede zy geraakt waren, met zig. + +Deeze tocht was vooral onäangenaam uit hoofde van de zwaare regenbuien, +die strooms-gewyze nedervielen, en de Rivieren deeden overloopen. De +vroege ochtend-stonden waren vochtig en koud, en zoo strydig met de +ongemeene hitte van den dag, dat wy zeer dikwils in onze hangmatten +lagen te beven, vooral wanneer wy 'er met natte kleederen in gegaan +waren. Intusschen kwam ik dit ongemak voor, door een gedeelte van +den dag, even als de Jagers, half naakt te loopen, en myn hembd, +geduurende den regen, onder eene omgekeerde ketel te leggen. Wanneer +de regen ophieldt, kleedde ik my, en leed dus veel minder dan myne +medgezellen, die zeer bleek en verkleumd waren. + +Des avonds van den 23sten, sloegen wy ons neder by eene kleine beek, +de Caymans-Kreek genaamd. Zekere boom, den naam van Monbiara dragende, +boodt ter deezer plaats eenige uitmuntende vruchten aan, maar die +allen door de slaven wierden weggenomen, eer ik 'er van konde proeven, +of zelfs één van te zien krygen. + +De regen viel by aanhoudenheid zoo sterk, als of wy een zondvloed +te vreezen hadden. Den 24sten vervolgden wy onzen weg, en des +avonds sloegen wy onze hangmatten neder by eene beek, Yorica of de +Duivels-Zeef genaamd. Wy bouwden aldaar schuilplaatsen of hutten, en +maakten 'er vlotten, om 'er de krygs- en mond-behoeften op te plaatsen. + +Den 25sten, trokken wy door slyk en water, wy kregen de zwaarste +stortregens op het lyf, en sloegen ons des avonds neder by eene +kleine beek, genaamd de Java-Kreek, en loopende drie mylen beneden +de Wana-Kreek. + +Den 26sten, wierd ik met eenige weinige manschappen afgezonden, om onze +oude legerplaatsen, by de laatstgemelde Kreek, te gaan opneemen. Des +avonds kwamen wy te rug, half zwemmende door slyk en water, en zonder +iets, dan eenige vogelen en merkwaardige boomen gezien te hebben, +welken ik niet met stilzwygen kan voorby gaan. Men noemde deeze +vogelen Crombach, Camawarry en Crocro. De eerste heeft de gedaante +van eene groote houtsnip, en heeft een krommen bek. De tweede is +een waterhoen, maar driemaal grooter dan de voorgaande. Zy zyn zeer +ligt, en vlogen in een oogenblik weg, waarom ik 'er geene omstandiger +beschryving van geven kan. De derde of de Crocro, is een weinig minder +groot, dan onze kraaijen, en ik geloof, dat hy tot het zelfde zoort +behoort, want hy is één der verslindendste van alle vleesch-etende +vogelen. Deeze vogel heeft eene donker blaauwe kleur. Zyn bek en +pooten zyn uittermaten sterk: hy maakt een allerönaangenaamst en +scherpst gekras, voornamelyk in den nacht. De boomen wierden door +de Negers genoemd Mataky en Markoury. De eerste is merkwaardig uit +hoofde van zyne wortels, die zoodanig boven den grond uitsteken, dat +een groot aantal menschen zig daar onder zouden kunnen verschuilen, +zonder elkander te zien; zomtyds zelfs staan zy zoo wyd van één, dat +men te paard tusschen beiden zoude kunnen doorryden; en derzelver +dikte is zoo groot, dat men niet meer dan één plank of deel noodig +heeft, om 'er een tafel voor twaalf menschen van te maken. + +Ik verwyze den lezer naar de afteekening, die ik van deezen +verbaazenden boom gemaakt heb, en geplaatst tegen over dien kant, +alwaar onze legerplaats te Jerusalem was nedergeslagen. Ik heb in +dezelfde plaat gebracht het gezicht van onze legerplaats aan de +Java-Kreek by mooy weder. + +De andere boom, Markoury genaamd, is waarlyk geducht, uit hoofde van +zynen vergiftigen aart, welke zoo doordringend is, dat de rook van dit +hout doodelyk is voor de dieren, wanneer het in de longen koomt. Hy +groeit altyd alleen, en doet ontwyffelbaar sterven al wat 'er dicht by +koomt. De slaven zelve zyn zoo beschroomd om hem aan te raken, dat zy +op de Plantagiën het omhakken 'er van weigeren. Hy is niet zeer hoog, +ongelyk, en van eene leelyke gedaante; hy heeft slechts eenige takken, +en zyne bladeren zyn van eene bleek groene kleur. Men heeft my gezegd, +dat de Indianen zommigen van hunne pylen vergiftigen, door ze in het +sap van deezen boom te doopen. + +Den 27sten, begaf zig eene andere ronde in aantocht, maar ontdekte +even weinig, als de eerste. + +Ik heb reeds gezegd, dat de zweer, die ik aan den linker voet had, +geneezen was, en dit was waar; maar op dit oogenblik haalde ik uit +myn regter arm twee groote insecten, die my andere zeer diepe zweeren +veröorzaakten. In Surinamen noemt men deeze insecten Struik-wormen. Zy +zyn zoo groot als de rups van gewoone kapellen; zy hebben een zwarten +kop, en eene puntige staart; zy dringen ongemeen diep in het vleesch +door, en men heeft een lancet noodig, om ze 'er uit te haalen; zy +leven doorgaans in stilstaande wateren, en met geduurig door dezelven +te loopen, was ik aan hunne aanvallen blootgesteld. + +Myn moed begon my door de opëenstapeling van alle deeze onheilen +te ontzinken. Zoo veele onderscheidene en herhaalde folteringen, +waar aan ik geen einde zag, ontroerden mynen geest, en maakten my het +leven verdrietig. In deeze elendige gesteldheid nam ik het stelligst +en welberaden besluit om by de eerste gelegenheid, die zig zoude +aanbieden om dit met eere te doen, zulke opperhoofden en zulk een +dienst vaarwel te zeggen. Men zal by het vervolg van myn verhaal zien, +of ik dit voornemen heb toegebragt. + +Onze tegenwoordige legerplaats was zoo ondraaglyk, dat 'er geene +beschryving van te geven is. Eene aanhoudende overstrooming +overdekte den grond, zoodanig, dat men vlotten moest maken, om +'er onzen voorraad op te plaatsen. Wy konden uit onze hangmatten +niet komen, zonder tot de kniën in slyk of water te stappen; en op +plaatsen, waar het lager was, aten de insecten ons levendig op. Eene +zoo ongezonde gesteldheid vermeerderde het getal van onze zieken, +en men was genoodzaakt een ander vaartuig, vol met dood-kranken, +de Cormoetibo-Kreek te doen afzakken, en naar het hospitaal van +Devil's Harwar te zenden. Onder dit getal was die arme oude Negers, +wiens herssenen byna verbryzeld waren, en die ons eerst des avonds +te voor ren in eenen deerniswaardigen staat had kunnen inhalen. + +Dit vaartuig, het welk veel naar een dryvend kerkhof geleek, vertrok +den laatsten dag van 't jaar 1775. + + + +VIER-EN-TWINTIGSTE HOOFTSTUK. + +Aanwerving van twee Compagniën Vrywilligers, bestaande +uit Negers en vrye Mulatten.--Verscheidene zoorten van +Visschen.--Arrowoukas. Indianen.--De krygsbende van den Colonel +FOURGEOUD ontfangt bevel, om naar Holland in te schepen.--De +Ratel-slang.--De blaauwe Dypsas.--De Amphisboena of tweehoofdige +slang.--Eene fraaije Kapel.--De Colonel ontfangt naderen last.--Het +krygsyolk trekt weder in de bosschen.--Koophandel in de Volkplanting +van Surinamen.--Beschryving van eene Cacao-Plantagie.--Heldendaad +van eenen Neger.--De Ananas.--De Muscaat- en Water-Meloen. + +Op nieuwe jaars dag deedt de Colonel SEYBOURG my zyne groete doen, met +verzoek om myne aanhoudende vriendschap. Ik ging hem oogenblikkelyk +van de myne verzekeren, en hy verklaarde my een oprecht leedwezen +te hebben over de kwade bejegeningen, waar aan hy zig ten mynen +opzigte schuldig had gemaakt. Hy verzekerde my, dat zyn Adjudant +en spion GIBHART, 'er de voornaame oorzaak van was; vervolgens my +by de hand vattende, stondt hy my toe, om tans naar Paramaribo te +gaan, of werwaarts ik goedvond, tot dat ik anderen last ontfangen +zoude hebben. Deeze behandeling deedt my een innerlyk genoegen, +en wy dronken al het overschot onzer vyandschap af, niet met wyn, +maar in rhum met water gemengd. Dien zelfden avond derhalven afscheid +genomen hebbende, zoo van mynen nieuwen vriend, als van de legerplaats +aan de Java-Kreek, zakte ik, zeer wel te vreden zynde, de Rivier af, +om my naar de hoofdstad der Volkplanting te begeven. + +Na een gedeelte van den weg slapende te hebben overgebracht, bevond +ik my des anderen daags morgens te Devil's Harwar, alwaar ik vernam, +dat die zelfde GIBHART, van wien ik zoo even sprak, kortlings aldaar +was overleden. Des avonds kwamen wy op de Plantagie Beekslied. Myne +roeijers arbeidden met veel yver. Om elkander daar toe aan te zetten, +kliefde de een het water met zyn riem in diervoegen, dat het een +onderscheiden geluid gaf, en zyne medgezellen volgden hem gezamentlyk +daar in naar. + +Den 3den, kwam ik op het Fort Amsterdam aan, alwaar ik een uitstekend +middagmaal deed met onderscheidene zoorten van visch, genaamd Passary, +Prare-Prare, Provost, en Curema. De Passary is meer dan twee voeten +lang, en weegt zomtyds twintig ponden. Zyn kop is breed en plat. Hy +heeft twee lange knevels, maar geene schubben, zyn vleesch is aller +lekkerst. De Prare-Prare is ten naasten by van dezelfde gedaante en +insgelyks goed. De Provost is breed, heeft dikwils de lengte van vyf +voeten, en eene geelachtige kleur. Zyn vleesch is minder aangenaam, +dan dat van de twee voorgaande, maar geeft eene goede oly. De Curema +is een zoort van harder, zomtyds van twee voeten lengte, hebbende +twee groote witte zilverachtige oogen, en de benedenste kaak meer +voor uit staande dan de bovenste. Ter deezer plaatse vangt men ook +een zoort van zeeslak, waar van Mejuffrouw DE MERIAN melding maakt, +en welker voorste gedeelte juist gelykt naar dat van een garnaal. + +Des avonds van dien dag, ten zes uuren, trad ik in de stad +Paramaribo binnen. Ik vond aldaar JOANNA en mynen zoon in volmaakte +gezondheid. Beiden waren zy, van wegen de gevolgen hunner ziekte, drie +weken lang blind geweest. Myn vriend, de heer DE GRAAF, noodigde my, +om met haar by hem myn intrek te nemen. + +Daags daaraanvolgende at ik met den Colonei FOURGEOUD, die zig zoo +wel bevondt als ooit. Hy onthaalde my, als naar gewoonte, op gezouten +kost, [15]en behandelde my zeer vriendelyk. Hy berigtte my, dat 'er +twee compagniën vrywilligers, uit Mulatten en vrye Negers bestaande, +wierden aangeworven; dat de Oucas- en Sarameca-Negers de muitelingen +begunstigden, en in de daad groote schelmen waren; dat men eenigen +van de laatstgemelden by de Casiwinica-Kreek gedood had; dat hy hunne +verblyfplaats Fissy-Hollo hoopte te vernielen; dat BONNY en de zynen, +in weerwil van hunne strooperyen, die niet lang meer duuren konden, +in de bosschen van honger stierven, en dat hy besloten had, zoo lang +hy een enkelen soldaat overig had, dien muiteling te vervolgen, +hem zoo mogelyk gevangen te nemen, of ten minsten met zyne bende +uit de Volkplanting te verjagen. De Colonel verhaalde my al verder, +dat zeker Franschman, die den platten grond der vestingwerken, +enz. voor den Gouverneur van Caijenne afteekende, op het oogenblik, +dat hy stondt te worden opgehangen, ontsnapt was; dat hy aan den +Capitain TULLING, wegens het door hem in stilte aangegaan huwelyk, +vergiffenis geschonken hadt; en dat de Lieutenant Colonel DE BORGNES +met eene ryke weduwe ging trouwen. + +De Bevelhebber was, met één woord gezegd, ten mynen opzigte een +geheel ander mensch geworden. Zyne manieren waren toen zoo geschikt, +dat ik niet verlangen konde mynen tyd in beter gezelschap door te +brengen. Hoe was het mogelyk, dat ik te gelyker tyd de vriend van twee +Oversten was, die door nyd jegens elkander gedreven wierden. Dit is +een geheim, het welk ik nimmer heb kunnen ontdekken; misschien, daar +zy geslagen vyanden waren, wilden zy my beiden winnen. Wat daar ook +van zy, ik besloot, de stiptste ononzydigheid in acht te nemen. Ik +gedroeg my ook op dezelfde wyze jegens den Gouverneur, die my den +tweeden dag na myne aankomst ten eeten verzogt, en, in plaats van my +op gezouten ossen-vleesch te onthalen, overënkomstig zyne gewoonte, +eene deftige maaltyd liet aanrechten. + +Ik gaf ook een bezoek aan myne verdere vrienden, namelyk aan Mevrouw +GODEFROY, als mede ten huize van DEMELLY, GORDON, MAC-NEYL; en ik +bragt ook zeer vrolyk den dag door met de zwarte Mevrouw SAMPSON, +of ZUBLY, die tans weduwe was. + +Ik woonde ook een dans-party van Mulatten by, op welke men echter +geene slaven zag. De musiek, het licht, de dans, het avond-eeten, +waren aldaar in de volmaaktste orde geregeld. De grootste pracht stak +voornamelyk in de kleederen uit. Vrolykheid en betamelykheid hadden +'er beiden plaats, en wel zoodanig, dat dit gezelschap ten voorbeelde +strekken kon aan dat van veele inwooners van eene andere kleur, +die zig verbeelden beschaafder zeden te bezitten. + +Den 20sten, een groot aantal Indianen en Negers van beide kunne, +in de Rivier by het Fort Zelandia hebbende zien zwemmen, wilden de +jonge DONALD MAC-NEYL en ik van de party zyn. Nimmer zag ik eene +dergelyke vaardigheid; dan die der Negers, in het water. Zy hielden +een zoort van gevecht, waar in zy als visschen duikten, en elkander +met de voeten, maar nooit met de handen, raakten. De Indianen, die +tot het geslacht der Arrowoukas behoorden, waren ook bekwame zwemmers, +en scheenen zoo wel in 't water, als op 't land, te kunnen leven. + +Ons door dit genomen bad genoegzaam verkoeld hebbende, gingen wy aan +den oever nederzitten, alwaar ik het genoegen had het maakzel en de +trekken van eene jonge Indiane te beschouwen, die als een venus-beeld +uit het water opkwam.--De Arrowoukas zyn zeer verschillende van alle +de andere Indianen, over welken ik reeds den lezer onderhouden heb; +hy herinnert zig misschien myne belofte, om van hun in het byzonder te +spreken, en deeze zal ik tans volbrengen.--Ik merkte op, dat de huid +van dit jong meisjen, by het uitkomen uit het water, niet meer met +Roucou geverwd zynde, my veel schooner voorkwam, dan de koper-kleurige +huid der vrouwen van andere Indiaansche volken. Haare leden waren +door geene naauwe ringen, of styve catoene banden ontcierd. Haar +hoofdhair hing niet los; maar was netjes rondom haar hoofd opgebonden, +en op den kruin door eene breede zilvere plaat vast gemaakt. [16] +Het eenige kleed, dat zy in het water aanhieldt, bestondt in een klein +vierkant voorschoot, van koraalen gemaakt, zoo als ik die hier boven +reeds beschreven heb: zy was derhalven, ten aanzien van de overige +deelen van haar lichaam, geheel en al naakt. Zy had een aangezicht, +zoo bevallig, als men zig verbeelden kan. Haare reizige gestalte, +haare kragt, haare jeugd, haare levendigheid, alle de teekenen van +eene goede gezondheid, overtuigden my van de waarheid, dat wanneer +het lichaam zig geheel aan het oog ontdekt, men op de schoonheid van +het aangezicht weinig acht slaat. Haar gelaat kondigde die beminnelyke +eenvoudigheid, dien onschuldigen ernst aan, die op geenen onëerbaaren +aanval zelfs verdacht is, en niet kan nagebootst worden door haar, die +zig aan den geringsten misstap schuldig kent. Eene geverwde olyfkleur +is met de schoonheid zeer wel bestaanbaar: deeze is de natuurlykste +kleur van alle menschelyke schepselen; want het is waarschynlyk, +dat blank en zwart slechts trapswyze opklimmingen zyn, veröorzaakt +door overmaat van warmte en koude. [17] Dit jong meisje, zoo volmaakt +schoon, scheen zelfs ook volmaakt gelukkig te zyn. Men vindt, zegt +RAYNAL, in den staat der zuivere natuur het geluk meenigvuldiger, +dan in den staat der volmaaktste beschaafdheid. Het is zeker, dat +eene Europeesche vrouw tot aan de toppen der vingers zoude bloozen, +op het enkele denkbeeld van naakt in het openbaar te verschynen; maar +opvoeding en vooröordeel doen alles, vermits het een ontwyffelbaare +regel is, dat, wanneer men inwendig zig niets te verwyten heeft, +men voorzeker van geene schaamte weten kan. + +Ik herinner my te Bergen op Zoom eenen jongen Indiaan uit den omtrek +van de Volkplanting de Berbices, genaamd WILKY, gezien te hebben. De +Generaal DESALVE, die hem had medegebragt, liet hem kleeden, en gaf +hem een zeker zoort van opvoeding. Deeze Indiaan had onder anderen +het koken en kleeder-maken geleerd, willende zig zelven, zoo hy zeide, +tevens van alle noodwendigheden voorzien. Na verloop van eenigen tyd, +betuigde hy zyn verlangen, om naar de Volkplanting te rug te keeren; +en hy had slechts even den Americaanschen grond betreden, of hy wierp +zyne kleederen weg, begaf zig naakt in het diepste der bosschen, +alwaar hy, even gelyk de Hottentot, van wien ROUSSEAU spreekt in +de aanteekening Nº. 13. op zyne verhandeling over den oorsprong +en grondslag der ongelykheid onder de menschen, zyne dagen sleet, +zoo als hy die begonnen had, in het midden zyner landgenooten en +vrienden.--Maar laaten wy tot dit meisjen te rug keeren. Zy had +eene levendige Papegaay, die zy zelve met een rond gemaakte pyl +geschoten had, en die ik van haar voor een mes met een dubbeld lemmer +verruilde. De Arrowoukas zyn in dit zoort van jagt zoo knaphandig, +dat zy meenigmalen een Macaw in zyne volle vlucht, en dikwils zelfs +een duif, raken. + +Ik kan van dit onderwerp niet afstappen, zonder eenige aanmerkingen te +maken omtrent het zedelyk character van dit volk, het welk niet alleen +met de meeste andere Indiaansche volken in vrede leeft, maar vooral +in goede vriendschap staat met de Europeanen, wier achting het bezit. + +Ik zal slechts één geval verhalen, tot een bewys van de dankbaarheid, +waar door deeze Indianen zig onderscheiden. Voor eenige jaaren +kwamen twee van hun, man en vrouw, te Paramaribo. Deeze vrouw in +haare zwangerheid verre gevorderd zynde, gelastte de heer VAN DER +MEY aan zyne dienstboden, om hen beiden aan zyn huis te brengen, en +hun eene afzonderlyke kamer, en alles wat zy noodig hadden, te geven; +vervolgens wenschte hy hun goeden avond. De Indiaansche vrouw beviel +dien zelfden nacht; en des anderen daags morgens, toen de dienstboden +kwamen, om hun den dienst van hunnen meester op nieuw aan te bieden, +vonden zy noch den man, noch de vrouw. Deeze waren voor het aankomen +van den dag vertrokken, om met hun kind gerustelyk naar het bosch +te rug te keeren. [18] Men maakte toen verscheiden gissingen omtrent +die zoo hoog geroemde oprechtheid der Arrowoukas; maar na verloop van +agttien maanden, kwam deeze zelfde Indiaan den heer VAN DER MEY weder +opzoeken, met zig brengende een schoon jongman, tot het geslacht der +Accawaus behoorende, dien hy in een gevecht gevangen genomen had. [19] +Hy boodt hem zynen weldoener aan, zeggende alleenlyk: Die is voor u; +en, zonder naar antwoord te wagten, liep hy weg. Men boodt den heer VAN +DER MEY meer dan twee honderd ponden sterling voor dien slaaf, maar hy +weigerde zulks, en behandelde hem, even als of hy een vry persoon was. + +De opvoeding, welke de Indianen in hunne kindsheid ontsangen, is +zoo overëenkomstig de wetten der eenvoudige natuur, dat zeldzaam hun +gemoed bedorven, noch hun lichaam misvormd is. Te groote zorgvuldigheid +in beiderleije opzigten, is zoo wel schadelyk, als eene volstrekte +achteloosheid. Dit is het gevoelen van den verstandigen Dr. BANCROFT, +die niet noodig had zulks met een plaats uit QUINTILIAAN te bewyzen. + +Schoon de Arrowoukas in eene volmaakte eensgezindheid met de +Europeanen, en de meesten van hunne nabuuren, leven, trekken zy +echter ten stryde uit, wanneer men hen getergd heeft. Hunne wapenen +zyn boog, pylen, en een knods, dien zy abowtow [20] noemen; maar zy +eeten hunne gevangenen niet, zoo als de Caraïben doen, die zelfs +de Negers opäten, welken zy in eenen opstand doodden, die in de +Volkplanting de Berbices voorviel. Ofschoon zy veel verder van de +zee af woonen, dan de Warrows, hebben zy kano's, zomtyds van veertig +voeten lang, waar mede zy de Rivieren afzakken. De Indianen van dit +geslacht zyn groote kruidkenners. Voor uitwendige kwalen, maaken +zy gebruik van enkelvoudige middelen, waar van de bosschen van het +vaste Land van America overvloeien.--Maar laten wy het verhaal van +onze krygsverrigting vervolgen. + +Den 25sten, wierd ik door de koorts aangetast, en men deedt my +eene aderlating op den voet; maar het lancet te diep gestoken zynde, +geraakte ik verminkt. Omtrent dien zelfden tyd kwam de Colonel SEYBOURG +uit de legerplaats aan de Java-Kreek zeer ziek te rug. + +De Colonel FOURGEOUD was toen op het punt, om zyne krygsverrigtingen +te hervatten. Hy had reeds eenige manschappen naar de Savane der +Joden afgezonden, om beter onderricht te worden van het geen 'er van +dien kant omging. In dien staat der zaken ontfing hy beveelen uit +den Hage, om dien tocht oogenblikkelyk te staken, en zig, met alle +zyne manschappen, onverwyld naar Holland in te schepen. + +Ingevolge van deeze beveelen, wierden de transport-schepen den 27sten +gereedgemaakt, de Officiers en soldaten ontfingen hunne agterstallige +soldye, waar over zy zeer verheugd waren. Ieder een was te Paramaribo +'er over te vreden, uitgenomen eenige inwooners, en ik zelf. + +Den 14den February, onaangezien het ongemak aan myn voet, de koorts, +een zweer, en de scheurbuik, ging ik, op krukken loopende, met duizend +guldens in myn zak, die somme verdeelen tusschen den Colonel FOURGEOUD +en Mevrouw GODEFROY, tot betaling van de schulden, welken ik door +het vry koopen van mynen Neger QUACO, en myne JOANNA, gemaakt had; +vervolgens keerde ik naar myne wooning te rug, geen enkelen schelling +in myn zak overgehouden hebbende. De 500 guldens, welken ik aan +Mevrouw GODEFROY ter hand stelde, waren eene geringe afkorting op +de 1800 guldens, die ik haar schuldig was, en met dit al had zy de +edelmoedigheid, om my op nieuw aan te zetten, ten einde JOANNA en +mynen zoon naar Holland mede te nemen. Doch JOANNA weigerde zulks +moediglyk, en verklaarde, "Dat, alle andere bedenkingen daar gelaten, +zy nimmer zoude toestemmen, om de belangen van haare weldoenster +aan die van haaren weldoener op te offeren; dat haar eigen geluk, +en zelfs het myne, het welk zy boven het leven waardeerde, als +dan in bitterheid voor haar verkeeren zoude, zoo lang de schuld +van haare vrykooping niet geheel en al gekweten zoude zyn, het zy +door my zelven, het zy uit de vruchten van haaren eigen arbeid, zoo +als zy hoopte dit t'eeniger tyd ter uitvoer te brengen":--Zy voegde +'er by: "dat onze scheiding niet dan kortstondig zyn zoude, en dat +het grootste bewys, het welk ik haar van myne achting geven konde, +bestond in het kloekmoedig dragen van deeze kleine tegenkanting der +fortuin, zonder in haare tegenwoordigheid zelfs een enkelen zucht +daar over te laten". Zy liet deeze laatste woorden met een glimlach +gepaard gaan: daar op omhelsde zy haaren zoon, en verliet my dadelyk, +om onbedwongen haare tranen te storten. Op dit zelfde oogenblik +wierd ik geroepen by den heer DELAMARE, die op sterven lag; en myne +smart was toen onuitsprekelyk. Ik moest echter besluiten, om eene +afwezigheid van één of twee jaaren door te staan. Des namiddags, om +myn leed een oogenbjik te verzetten, ging ik het kabinet van Indische +zeldzaamheden van den heer ROUX bezichtigen. Het oog toevallig op een +ratelslang hebbende laten vallen, zal ik, alvorens de Volkplanting +van Surinamen te verlaten, dit gevaarlyk kruipend gedierte beschryven. + +De Ratelslang heeft in Surinamen zomtyds de lengte van agt of negen +voeten. In 't midden is hy zeer dik, en naar den hals en de staart +word hy dunner. Zyn breede kop is plat, en leelyk mismaakt. Men ziet +in hem twee wyd open gespalkte neusgaten by den bek; en, even als de +Kayman, een groote kam of bult boven de oogen, zoo zwart als git, +en zeer schitterende. Aan het einde van zyne staart zyn verscheide +schubben van een zoort van dun hoorn, zeer droog, en aan elkander +zaamgehecht, welken het dier beweegt, wanneer hy getergd word, en die +een geluid geven, gelykende naar dat van een ratel, waar van hy den +naam draagt. Men zegt, dat het getal zyner schubben in evenredigheid +jaarlyks vermeerdert, en dat men door dit middel zynen ouderdom zeer +juist bepaalen kan. Deeze slang is geheel overdekt met andere schubben, +die aan den ruggestreng over eind staan. Hy heeft eene doffe orange +kleur, gemengd uit een donkerbruin, en zwarte vlakken, die op zyn +kop ook zeer zichtbaar zyn: zyn buik heeft eene aschgrauwe kleur met +schuinsloopende schubben, zoo als de meeste andere slangen. Wanneer +dit dier zynen buit bespiedt, draait hy zig rond in elkander, +als een kluw touw, en zyne staart een weinig bewegende, doet hy +die vervolgens ratelen, en spreidt zig in éénen sprong uit ter +lengte van zyn geheele lichaam; daar op verbergt hy zig andermaal, +om zig op nieuw uit te spreiden. Het vergift van deezen slang word, +ten minsten in geheel America, voor doodelyk, of voor zeer gevaarlyk +gehouden. Wat betreft zyne eigenschap om de oogen te verblinden, de +muizen, de eekhorentjes, de vogelen, in zynen muil te laten vallen, ik +houde zulks voor verdichtsels. Al die voorgewende tooverkragt bestaat +alleenlyk daar in, dat deeze arme dieren, wanneer zy zig door eenig +dreigend gevaar overvallen zien, door zulk een schrik en beving worden +aangetast, dat zy 'er het gebruik van hunne ledematen door verliezen, +en onbeweeglyk op hunne plaats blyven, of, zig trachtende te redden, +in de macht van hunnen vyand vallen. + +Ik zag ook in dit kabinet de blaauwe Surinaamsche Dipsas, die byna +eene blaauwe kleur op den rug heeft, in de zyden zeer helder, en +aan den buik witachtig. Ik heb niet hooren zeggen, dat de beet van +dit dier doodelyk is, maar dezelve veröorzaakt een onmatigen dorst, +waar van hy zyn naam ontleent, want het woord dipsa beteekent in +het Grieksch dorst. Ik merkte ook nog een anderen slang op, omtrent +drie voeten lang, bedekt met ringen van onderscheidene kleuren, +dien men Amphisboena noemt, om dat men veronderstelt, dat hy twee +hoofden heeft; maar de waare reden is, om dat, uit hoofde van zyne +langwerpig ronde gedaante, zyn kop en staart zoodanig naar elkander +gelyken, dat het zeer wel is toe te geven, wanneer men 'er in mistast; +zyne oogen zyn voorts byna onbemerkbaar. Het is die zelfde slang, +aan welke de door my beschrevene groote mieren voedzel verschaffen, +zoo het gemeene volk zegt, wanneer hy blind is, waarom men hem in +dit Land met den naam van koning der mieren verëert. [21] + +Onder de talryke verzameling van fraaije kapellen van den zelfden heer +ROUX, merkte ik 'er voornamelyk een op van eene middelmatige grootte, +welker vier vleugelen, zoo van boven als beneden, met zwarte streepen +en een schitterend groen verciert zyn. De ontzachelyke hoogte, tot +welke zig dit insect verheft, en de vlugheid, waar mede hy vliegt, +maken hem zeer zeldzaam. Zyn enklauw, van eene zee-groene kleur, +is van harde punten, vry veel naar pluimen gelykende, voorzien. + +Ik zeide straks, dat wy bevel ontfangen hadden, om de Volkplanting te +verlaten, en dat al het volk daar over verheugd was, uitgezonderd ik; +maar onze Overste ontfing, den 15den, brieven uit Holland, waar by +onze te rugkomst voor zes maanden wierd uitgesteld. Myne medemakkers +waren over dit uitstel ter nedergeslagen, en my deedt het herleven. Ik +besloot om myne geheele soldye uit te zuinigen, tot dat ik de somme by +elkander zoude hebben, die 'er noodig was, om volkomen eigenaar van +JOANNA te wezen: maar het deedt my zeer leed, dat wy andere tydingen +uit Europa ontfingen, medebrengende, dat zyne Britannische Majesteit de +Schotsche brigade had uitgenoodigd, om zig naar Engeland te begeven, +en het speet my ongemeen, dat ik daar toe niet meer behoorde. [22] +Men boodt my byna te gelyker tyd eene Compagnie aan onder den Generaal +WASHINGTON, welke ik zonder bedenken weigerde. + +Den 18den February, wierden onze soldaten, moedeloos zynde, weder +naar Maagdenberg gezonden; een groot gedeelte bleef steeds aan de +Java-kreek. Onze Officiers waren toen zoodanig te onvreden, dat +één van hun, FISHER genaamd, twee maalen, daags na elkander, een +tweegevecht hieldt, en aan zyne beide tegenpartyen, zynde Officiers +van 's Compagnies krygsvolk, gevaarlyke wonden toebragt. + +Dewyl ik nog niet hersteld was, bleef ik eenigen tyd langer te +Paramaribo. Ik zag aldaar ten huize van den heer REYNSDORP, eene +Portugeesche Jodin, die haare kinderen in den Christelyken Godsdienst +opvoede; terwyl van eenen anderen kant, de Opzichteresse van zeker +Godshuis dagelyks ongelukkige slaven liet geesselen, om dat zy, zoo +ze zeide, Heidenen waren. Zy veröordeelde onder anderen eene arme +Negerin tot vier honderd geessel-slagen, welken deeze, zonder eenige +klagten te uiten, ontfing. + +Maar laten wy van dit onäangenaam onderwerp afstappen; en liever, +dewyl zig daar toe thans eene geschikte gelegenheid opdoet, den lezer +een korten staat opgeven van den koophandel en innerlyke waarde deezer +Volkplanting, alwaar zoo veel bloed op de wreedaartigste wyze geplengd +word, en die nog veel ryker zoude zyn, indien zy het voorbeeld niet +volgde van de vrouw, in de Fabel van de hen, die gewoon was gouden +eieren te leggen. + +Men telt te Surinamen zes of agt honderd Plantagiën, die suiker, +koffy, cacao en catoen voortbrengen. 'Er zyn daarënboven eenige +indigo Plantagiën. Men heeft ook werven gemaakt tot het hakken van +timmerhout, enz. Op de onderslaande tafel kan men den staat en de +waarde zien van de vier eerstgemelde zoorten van koopmanschappen, +die geduurende vier jaaren van de Plantagiën zyn afgeleverd. + + +Jaaren. Vaten Ponden Ponden Ponden + Suiker. Koffy. Cacao. Catoen. +1771 19,494 11,135,132 416,821 203,945 +1772 19,260 12,267,134 354,935 90,035 +1773 15,741 15,427,298 332,229 135,047 +1774 15,111 11,016,518 506,610 105,126 +Somma 69,606 49,846,082 1,610,595 534,153 + + +69,606 vaten Suiker, tegen fl 60:-:- het +vat, maken fl 4,176,360:--:-- + +49,846,082 Ponden Koffy, tegen agt en +een halve stuiver het pond, maken fl 21,184,584:17:-- + +1,610,595 ponden Cacao, tegen zes en +een halve stuiver het pond, maken fl 523,443: 7: 8 + +534,153 ponden Catoen, tegen agt +stuivers het pond, maken fl 213,661: 4:-- + + ------------------ +Makende te zamen fl 26,098,049: 8: 8 + ================== + +Dit maakt voor elk jaar juist fl 6,524,512: 7: 2 + + +Maar deeze alzoo in 't ruwe opgegevene +berekening betrof de Stad Amsterdam +alleen. + +Indien men daar by voegt, het geen +bovendien naar Rotterdam en Zeeland +word uitgevoerd, behalven het geen +binnen 's Lands gesleten word, +het beloop van de ladingen rhum, +suiker-syroop, timmerhout en indigo, +zal men nog eens, of ten naasten by +dezelfde somme hebben; dus fl 6,524,512: 7: 2 + ------------------ +Te zamen fl 13,049,024:14: 4 + ================== + + +Het welk, wanneer men het slechts stelt op fl 11,000,000:--:-- jaarlyks +een millioen ponden sterling bedraagt. + +Ik zal nu verder aanwyzen, hoe deeze somme tusschen de Hollandsche +Republiek, en deeze Volkplanting verdeeld word. + + +De Stad Amsterdam levert omtrent 50 +schepen van vier honderd vaten, door +elkander gerekend, die voor de vracht +wegens den invoer van verschillende +koopmanschappen, +ontfangen de somme +van fl 6,000:--:-- +en wegens den uitvoer +van producten uit de +Volkplanting fl 32,000:--:-- + -------------- +Maakende voor elk schip +een vracht van fl 38,000:--:-- + +het welk, door 50 vermeenigvuldigd +zynde, uitmaakt. fl 1,900,000:--:-- + +Ik reken bovendien dertig schepen van +verschillenden last, voor Rotterdam +en Zeeland, het welk maakt fl 1,200,000:--:-- + +En voor de brikken, met ballast +geladen, voor passagiers, enz. +dienende fl 80,000:--:-- + +Elk schip van de Kust van Guinée, +het welk jaarlyks 250 of 300 Negers +aanbrengt, gerekend op fl 120,000:--:-- +maakt, als men dit brengt op het +getal van zes schepen [23] fl 740,000:--:-- + +By deeze berekening zal ik voegen de +waaren en koopmanschappen, die uit +Holland worden ingevoerd, als wyn, +sterke dranken, bier, gezouten ossen- +en varkensvleesch, meel, zyde, catoen, +en linnens; kleederen, hoeden, +schoenen; kostbaarheden van goud, +zilver en staal; metselaars- en +timmermans gereedschappen, enz. +enz. tegen de waarde van omtrent +50 ten honderd aan winst, na aftrek +van de kosten op de correspondentie, +de verzekeringen, de ladingen, de +imposten, de pakhuis-huuren, haven- +en kaai-gelden, het inpakken, welke +laatstgemelde artikelen daarënboven +tien ten honderd aan de inwooners +kosten; al het welk, door elkander +gerekend, bedraagt fl 1,100,000:--:-- + ----------------- +Makende reeds te zamen de somma van fl 5,000,000:--:-- + +Hier by gerekend de interessen van 6 ten +honderd van vyf millioenen sterling, die +de Volkplanting schuldig is, en het geen +de renteniers in Holland, alwaar zy +schulden heeft, en ook de geenen, die +hun fortuin gemaakt hebben, hun geld +gaan verteeren, aan haar kosten beloopt +zulks ten minsten fl 1,000,000:--:-- + ----------------- +Dit alles, by elkander getrokken, maakt +jaarlyks ten minsten de somma van fl 6,000,000:--:-- + + +Het zelve blyft zuiver ten voordeele van +de Republiek, en wel voornamelyk voor +Amsterdam, Rotterdam, en Zeeland, zoo dat +de inwooners van Surinamen, voor hun +aandeel, van den bovengemelden schat +alleenlyk genieten fl 5,000,000:--:-- + ----------------- +Makende te zamen de reeds op +gegevene millioen sterling, of fl 11,000,000:--:-- + + +Ik zal, in de derde plaats, doen zien, hoe de binnenlandsche onkosten +der Sociëteit van Surinamen, door het geen deeze ladingen opbrengen, +gekweten worden; en deeze zyn niet gering. + +Reeds gezegd hebbende, toen ik van het Regeerings-bestuur deezer +Volkplandng sprak, dat de Ontfangers van 's Lands penningen vyf in +getal zyn, zal ik thans aantoonen, wat elk hunner tot kwyting deezer +onkosten opgaart en ontfangt. + +De eerste van deeze Ontfangers is gesteld over de in- en uitgaande +rechten. + + +Aan hem word betaald: + +Van elk Hollandsch schip. fl 3:--:-- het +vat; van de Americaansche fl 6:--:--. Dit maakt + fl 90,000:--:-- + +Door de Americaanen voor alle in- en +uitgevoerd wordende goederen, 5 ten +honderd. fl 60,000:--:-- + +De Suiker betaalt fl 1:--:-- de +duizend ponden, of het oxhoofd. in 1771 + bedroeg dit +De Koffy, 15 stuivers, de honderd fl 260,000:--:-- +ponden gewicht. + +De Cacao fl 1:15:-- de hondert +ponden gewicht. + +Het Catoen + ----------------- + +Dus ontfangt hy jaarlyks de somma van fl 410,000:--:-- + +De tweede is de Ontfanger der groote +n kleine imposten. + +Men betaalt hem: + +voor een vat Bier fl 3:--:-- +voor een vat rooden +Wyn fl 12:--:-- +voor een pyp Madera +Wyn fl 23:10:-- +voor een mingelen +Wyn in flessen fl -: 1:-- +voor de belasting op +de aangeplakte +billietten fl 600:--:-- +voor de belasting op +de koopwaaren, in 't +klein fl 300:--:-- + ----------- + +Al het welk jaarlyks ten minsten beloopt fl 100,000:--:-- + +De derde Ontfanger is die van het +hoofdgeld. + +Hy ontfangt van alle de inwooners, +blanken en zwarten, zonder onderscheid, +en van ieder hoofd, het zy man of +vrouw, fl 2:10:--; voor elken jongen +of meisjen, beneden de 12 jaren +fl 1: 5:-- Dit bedraagt jaarlyks fl 150,000:--:-- + +De vierde is de Ontfanger der rechten +op den verkoop van koopmanschappen en +slaven. Men betaalt hem: By verkoop +van goederen, in geene rent-gevende +bestaande, de Plantagiën daar onder +gerekend, 5 ten honderd; en by verkoop +van Neger-slaven, die nieuwlings worden +ingevoerd, twee en een half ten honderd. +Dit bedraagt jaarlyks fl 130,000:--:-- + +De laatste ambtenaar eindelyk ontfangt +de belasting wegens de kosten op het +vervolgen der weggeloopen Neger-slaven, +welke ingevoerd is, om dat de andere +belastingen onvoldoende waren. + +De sommen, die hy inzamelt, bedragen +jaarlyks: wegens de verhooging van een +gulden, voor hoofdgeld over de blanken +en zwarten fl 80,000:--:-- + +als mede vier ten honderd van alle +jaarlyksche Beneficiën, bedragende +jaarlyks fl 400,000:--:-- + ----------------- +Makende te zamen + fl 480,000:--:-- + +Men betaalt bovendien jaarlyks, voor +het onderhoud der wyken; namelyk van +elk huis, volgens deszelfs uitgestrektheid. + +van een koets fl 20:--:-- +van een chais fl 10:--:-- +van een rypaard fl 10:--:-- + +Het welk de bovengemelde belastingen +vermeerdert met de somme van fl 12,000:--:-- + ----------------- +Alle welke sommen, by elkander getrokken, +niet minder opbrengen dan fl 1,282,000:--:-- + + +Na duidelyk te hebben aangetoond, zoo met behulp van het Tafereel +der Surinaamsche Volkplanting van Dr. FERMIN, als volgens myne +eigene kundigheden, dat de innerlyke waarde deezer bezitting meer +dan een millioen ponden sterling aan inkomsten bedraagt, die door +een verstandig bestuur nog merkelyk zouden kunnen vermeerderen; na al +mede betoogd te hebben, dat het grootste gedeelte deezer inkomsten ten +voordeele der Republiek koomt, terwyl de Colonisten met belastingen +bezwaard zyn, die hen noodzaken tot vreemde middelen hunnen toevlucht +te nemen, en misschien eerlyke lieden in schurken doen verkeeren; +zal ik thans, by wege van een vervolg, een korten staat opgeven van +den koophandel der Noord-Americaanen met deeze Volkplanting.--Zy +komen aldaar uit Virginië, Rhode-Island, Nieuw-York, Boston, Jamaica, +Grenada, Antigoa, het Eiland Barbados, enz. in kleine brikken, sloepen, +enz. Zy brengen meel aan, ossen- en varkens-vleesch, haring, zout, +makreel, bladen tabak voor de Negers, denne planken, rhum, sterke +dranken, suiker-brooden, [24] spermaceti-kaarssen, uijen enz. Elk +schip is daarënboven verpligt een paard aan te brengen: de eigenaar +van 't schip ontheft zig daar van dikwils door een list: hy vertoont +den kop van zoodanig dier, en verzekert, dat hy het aan boord genomen +heeft, maar dat het op de reize gestorven is. Tegen deze koopwaaren +voeren de Americanen al de Surinaamsche suiker-syroop (melasse) uit, +waar van zy rhum by hun maken, en dikwils laden zy hunne schepen +geheel en al met koopmanschappen en andere voortbrengsels van deeze +Volkplanting, schoon zy het niet dan ter sluik doen mogen: maar kooper +en verkooper vinden 'er hun voordeel by; de een koopt goed koop, en +de ander ontfangt gereed geld. Van de Eilanden onder den wind voeren +zy quarteron- en mulatten-slaven van beiderlei kunne aan, die over +'t algemeen jong en fraay zynde, voor zeer hoogen prys verkogt worden, +hoe zy ook anderzints gesteld mogen zyn. + +Alle de onderrichtingen, door my omtrent den koophandel en +wezentlyken rykdom deezer schoone Volkplanting opgegeven, zyn naar +de naauwkeurigste berigten gevolgd. Het zy my geöorloofd van dit +onderwerp thans af te stappen, en myn verhaal te vervolgen. + +Den 21sten February, nam de heer REYNSDORP, schoonzoon van Mevrouw +GODEFROY, my in zyn zeil-jacht mede; en om my van lucht te doen +veranderen, bragt hy my op eene zyner Koffy-plantagiën, genaamd Nut +en Schadelyk. Ik zag aldaar een blanken, die door de steek van een +Vampire, of Guiaansch spook, in éénen nacht zyn gezicht verloor. Des +anderen daags voeren wy de Commewyne op, en gingen naar Alkmaar, +eene aangenaame Cacao-Plantagie, die aan dezelfde Mevrouw GODEFROY +in eigendom toebehoorde. Hier wierden de slaven door haare meesteres +behandeld, als haare eigene kinderen, en zy beschouwden allen haar +als hunne moeder. Men hoorde aldaar geen geraas van yzeren ketenen, +geene zuchtingen; men zag aldaar geen blyk van gestrengheid. Alles was +eendracht en vergenoegen. Ik heb reeds bevoorens [25] eene afbeelding +gegeven van het voortreffelyk huis en deszelfs toebehooren, op deeze +fraaie Plantagie, alwaar onophoudelyk genoegen heerscht, alwaar men +de edelste gastvryheid uitoeffent. De tuinen, de velden, de hutten +zelfs der Negers, duiden aldaar overvloed en vrede aan. + +De Cacao-boomen worden voortgeplant van jong plantsoen, het welk +men tot dit einde aankweekt. Men plant dezelven doorgaans op eenen +afstand van tien of twaalf voeten van elkander, en zy groeien +op tot de hoogte van onze Engelsche Kersseboomen. Maar deeze +Plantagiën moeten wel beschut zyn, zoo voor zwaare winden, als voor +de brandende straalen der zon, wanneer de boomen jong zyn, want dan +zyn derzelver wortels niet diep genoeg in den grond ingedoken, om +dezelven staande te houden, en zy zouden geene groote hitte kunnen +doorstaan. Dienvolgende plant men 'er heester-gewassen (b. v. maniok) +en Plantain-boomen tusschen, die tevens het onkruid tegengaan, het +welk in de luchtstreken onder den zonne-keerkring zoo overvloedig +voortteelt. Door middel van deeze voorzorgen, dragen de Cacao-boomen +vruchten, eer zy drie jaaren oud zyn: als dan brengen zy jaarlyks +twee oogsten voort; maar zy moeten echter twaalf of veertien jaaren +oud zyn, eer zy hunnen volkomen wasdom bereikt hebben. Het blad van +den Cacao-boom heeft meer dan agt duimen in de lengte, en byna drie +in de breedte: het zelve is langwerpig, taay, en van een schitterend +groene kleur. De gedaante der vrucht is byna dezelfde, maar echter een +weinig breeder. Wanneer die vrucht jong is, heeft zy het voorkomen van +een komkommer; maar wanneer zy ryp is, word ze geel als een limoen, +en scheidt zig dan af in ribben, even als een meloen. Het zaad of +de pitten zitten langwerpig in de vrucht of bast; ryp zynde hebben +zy de dikte van olyven, en een purper kleur. Elke boom word gerekend +by den oogst van dertig tot drie honderd vruchten te geven, die elk +omtrent dertig pitten bevatten, een pond wegende; en langs dien weg +kan men den jaarlykschen opbreng berekenen. Weinige dagen na dat de +oogst geschied is, haalt men de pitten uit de schil; men laat ze in +de schaduw droogen, en in dien tyd raaken zy een zoort van vochtige +zelfstandigheid kwyt, het geen men noemt dezelve te laten uitzweeten; +men pakt ze vervolgens in vaatjes om vervoerd te worden, en 'er die +aangenaame koek van te maken, welke wy Chocolade noemen. + +Men zegt, dat de Cacao-boomen oorspronglyk in Guiana groeien, en +natuurlyk in groote meenigte by de Rivier der Amazonen gevonden +worden. Wat daar ook van zy, de zoon van den Gouverneur CHATILLON +plantte den eersten boom in 't jaar 1684 in Surinamen; en de eerste +oogst, die naar Holland werd uitgevoerd, geschiede in 't jaar 1733. Een +der groote voordeelen van het aankweeken der Cacao-boomen bestaat +hier in, dat daar toe minder slaaven, dan tot alle andere zoorten van +Plantagiën noodig zyn. Men kan naargaan, hoe aanmerkelyk de voordeelen +zyn, uit den opbreng van het jaar 1774, wanneer men, alleen voor +de Stad Amsterdam, 506,610 ponden Cacao-pitten uitvoerde; het welk +202,614 Hollandsche Guldens, of 18.419 ponden sterling opbragt. De +prys verschilde van 4 tot 9 stuivers het pond. De middel bereekening +is van zes- en een halve stuiver. De beste Plantagiën, en die van +Alkmaar behoort daar onder, brengt jaarlyks meer dan 80,000 ponden op. + +Den 27sten keerden wy naar de Stad te rug, alwaar men, des avonds +te voren, een soldaat ter zaake van muiterye had doodgeschoten, en +des anderen daags geraakte op de rheede een schip in brand. Byna +ter zelfder tyd, vertrok de Neger QUACY, die de Propheet, en, om +zoo te zeggen, de Koning zyner landgenooten was, naar Holland, +om zyne opwagting te maken by den Prins van Orange, aan wien +de Colonel FOURGEOUD hem aanbeval. Deeze Neger moest de roem van +deezen Bevelhebber vermelden, en zig beklagen over den Gouverneur, +die aan onzen Colonel geen eerbied genoeg betoonde. Ter gelegenheid, +dat wy toen het tydstip der Zittingen van het Gerechtshof hadden, +wierd aan een slaaf het been afgezet, om dat hy eenen arbeid, +die boven zyne kragten was, geweigerd had. Twee anderen wierden +veroordeeld om opgehangen te worden, om dat zy waren weg geloopen. Het +heldhaftig gedrag, door één deezer ongelukkigen voor het Hof van +Justitie gehouden, verdient alhier verhaald te worden.--Hy verzogt +voor weinige oogenblikken gehoor, het geen hem wierd toegestaan; +en hy liet zig toen in deezer voegen uit: + +"Ik ben in Africa geboren, alwaar ik, mynen Vorst in een gevecht +verdedigende, ben gevangen genomen, en door myne landgenooten op de +Kust van Guinée voor slaaf verkocht.--Een van uwlieden, die thans +myn Rechter is, kocht my; en ik ben door zynen Opzichter zoo deerlyk +mishandeld, dat ik weg liep, en my by de muitelingen voegde.--Ik zag +my gedwongen, om hun Opperhoofd BONNY te dienen, wiens dwinglandye +nog ondraaglyker was, dan die der Europeanen. Een weêrzin in zulk +eene handelwyze hebbende, besloot ik om het menschdom voor altyd te +ontvlieden, en in de bosschen rustig te leven. Ik heb aldaar twee +jaaren byna alleen doorgebragt, in de grootste ongerustheid van geest, +en myn leven latende voortduuren alleenlyk in de hoop, om myn geliefd +geslacht, het welk misschien, uit hoofde myner afwezigheid, in myn +eigen Land van honger verging, nog eenmaal weêr te zien. Twee ellendige +jaaren waren dan in deeze gesteldheid verloopen, toen de Jagers my +ontdekten, my gevangen namen, en my voor deeze Rechtbank bragten, +aan welke ik thans de geschiedenis van myn deerniswaardig leven open +legge, en slechts de genade verzoek, om aanstaanden Saturdag, of zoo +dra het mogelyk zyn zal, het vonnis aan my uit te oeffenen". + +Deeze aanspraak wierd met eene ongemeene gematigdheid uitgesproken +door één der schoonste Negers, dien men misschien immer zag. Zyn +meester, die (zoo als hy te recht opmerkte,) onder het getal van +zyne Rechters was, gaf hem dit kort antwoord:--"Schelm! alles wat gy +ons vertelt, doet niets ter zaake. De pynbank zal u in een oogenblik +de bekentenis van misdaden afperssen, die zoo verachtelyk zyn, als +gy zelf, of uwe hatelyke medeplichtigen". De Neger, die alle zyne +aderen van verontwaardiging voelde opzwellen, beantwoordde hem zulks +op deeze wyze:--"Massera, de tygers in de bosschen hebben onder deeze +handen (welken hy toen in de hoogte stak) gebeefd; en gy durft my met +uwe armhartige werktuigen van foltering bedreigen! Neen! Neen! ik +veracht de pynigingen, welken gy thans kunt uitvinden, even zeer, +als den laaghartigen, die ze my aandoet". Op deeze woorden boodt hy +zig zelf ter pyniging aan, en stond de ysselykste folteringen door, +zonder een enkel woord uit te brengen; vervolgens weigerde hy zelfs +te spreken, en eindigde zyn leven met de koord.--Maar laaten wy van +dit naargeestig onderwerp afstappen. + +Den 8sten Maart, hield ik het middagmaal by den Colonel FOURGEOUD, +om aldaar den verjaardag van den Prins van Oranje te vieren. Dien +zelfden dag gaf de heer REYNSDORP eene maaltyd aan alle de soldaten. De +Colonel berigtte my, dat de Jagers, in dit oogenblik, by de Wana-kreek +alleen gelegerd waren; dat de ongezonde post van Devil's Harwar geheel +en al verlaten was; dat de twee Compagniën van vrywillige Negers, +die kortlings waren aangeworven, op den weg, die met de Wanica agter +Paramaribo gemeenschap heeft, eenige muitelingen gevangen genomen, +en verscheiden anderen gedood hadden. Ik bevond my toen wel beter, +schoon ik nog niet geheel en al hersteld was; en die zelfde Overste, +die my voorheen zoo hard behandeld had, hield thans aan, dat ik my +in de hoofdstad der Volkplanting nog eenigen tyd langer zoude blyven +ophouden: hy boodt my zelfs verlof aan, om naar Europa te rug te +keeren, het geen ik stellig weigerde; eindelyk, tegen het midden der +maand, was ik zoo gezond, als ik in myn geheele leven geweest was. De +Colonel FOURGEOUD en ik gaven toen dagelyks bezoeken aan vrouwen, +in wier gezelschap zig niemand hoflyker gedroeg, dan hy, terwyl ik +van myn kant mynen afkeer dikwils niet bedwingen konde. Zy keeken +ons aan op eene manier, die haare bedoeling duidelyk te kennen gaf; +verscheiden zelfs waren in haare gesprekken gantsch niet omzichtig; +en zekere Mevrouw N. ging zelfs zoo verre, dat zy my, zonder omwegen, +verzogt, of ik de plaats van haaren man wilde vervullen. + +Den 17den, intusschen, vertoonde zig iets aan myn oog, het geen my meer +bekoorde. By den heer TEXIER, Colonel van 's Compagnies krygsvolk, uit +eeten gaande, deed ik vooraf eene wandeling in de oranjeboom-bosschen +en de tuinen van den Gouverneur. Ik ontdekte aldaar wel dra dwars door +de takken twee vrouwen van de cierlykste gestalte en de schoonste +gedaante, die zig gebaad hadden. De eene was eene bekoorlyke en +jonge Samboe-, de andere eene fraaie Qaurteron-Negerin. De trekken der +laatstgemelde waren zoo regelmatig, en haare gedaante zoo bevallig, dat +men byna geloofd zoude hebben, dat zy uit Griekenland geboortig was: +haare roosenkleurige verwe was gelyk aan die, waar van het boschjen +glinsterde. [26] Beide wandelden zy, elkander by de hand houdende, en +praatten al lachende, in de nabyheid van een bed met bloemen, geplant +aan den oever eener beek van vlietend en helder water, waar in zy zig +als Syrenen indompelden, toen zy de bladeren van het geboomte hoorden +ritselen. Ik liet haar het stil genot der onschuldige vermaken van +het bad, en ik wagte het eetens-uur af, doorwandelende intusschen +de beplantingen van boomen, die met vruchten beladen waren, en de +bloem-tuinen, langs wandeldreeven van schoon rivier-zand. Ik zag in +deeze tuinen meer Europeesche planten, dan ik dagt, dat 'er onder den +zonne-keerkring waren, als kruis en munt, venkel, salie, rozemaryn, +heidens wond-kruid, jasmyn, kruidje roer my niet; granaatboomen, +rozenboomen, vygenboomen, en zelfs eenige wynstokplanten. De vygen +waren van eene fraaije karmosyn kleur van buiten en van binnen, en +de rozen van eene bleeke roode kleur. 'Er waren ook op deeze zelfde +plaats eenige schoone pyn-appelen, en meloenen, waar van ik iets +zeggen zal, schoon zy vry algemeen bekend zyn. De Koning van alle +vruchten, ananas, of pyn-appel genaamd, groeit aan het einde van +een stam, van eene zee-groene kleur, en agt duimen lengte hebbende, +die zig uit het midden-punt van een fraay heester-gewas van de zelfde +kleur verheft, welks langwerpige, effene, puntige, en van zeer harde +stekels voorziene bladeren, op eenen kleinen afstand van den grond, +in de rondte geschaard zyn. De gedaante der vrucht is ten naasten by +die van een pynappel; dezelve is geheel en al met vierkante schubben +bedekt, en van eene fraaije orange of goud kleur. Eene bos met +bladeren, naar die der plant gelykende, maar echter veel kleiner, +geeft 'er eene kroon aan, en in den grond gestoken zynde, koomt +'er, na verloop van agtien maanden, een andere ananas uit voort. De +uitgelezene smaak, en de lekkere geur van deeze vruchten, zyn zedert +byna een halve eeuw zoo bekend, dat ik 'er alleenlyk van spreek uit +hoofde van derzelver overvloed in Guiana. De verschillende zoorten +van gewoone ananassen groeien aldaar uit de natuur; en op verscheidene +Plantagiën dienen zy aan de geringste dieren tot voedzel. + +De Muskaat- en Water-Meloenen wassen ook overvloedig in dit Land. De +eerste is volstrekt rond, van de grootte van een kleine hoed, met +ribben, en van een buffels kleur, orange en groen. Derzelver vleesch +is geel, vast, sappig, zacht, en van een lekkere geur. + +De Water-meloen is van eene eironde gedaante. Derzelver schil is zeer +effen, en gedeeltelyk van eene schitterende groene, gedeeltelyk van +eene bleeke buffels kleur. Het vleesch van deeze meloen is roodachtig, +van eene waterachtige en zachte zelfstandigheid, van een zeer zoeten +smaak, van eene uitmuntende geurigheid, en zeer verkoelende. Deeze +meloenen zyn een zoort van komkommers, en groeien aan het einde van +zwaare steelen, met breede bladeren, die den grond bedekken. Het is +merkwaardig, dat de Water-meloen, welke men, zonder eenige schadelyke +gevolgen, in alle zoorten van ziekten eeten kan, het best word +voortgeteeld in een droogen en zandachtigen grond. + +Omtrent te deezer tyd zond ik eene fraaije verzameling van Surinaamsche +Kapellen aan den heer REIGERSMAN in Holland. Deeze insecten zyn +alhier zeer talryk, en zeer verschillende. Verscheide lieden, die +hun werk maken om dezelven te vangen, scheppen 'er behagen in. Maar +het denkbeeld, om een enkel levendig insect op een blad papier vast +te maken, was voor my te weinig bekoorlyk, om ze zelf te gaan vangen. + +Ter zelfder tyd wierden de Capitains VAN GEURICK en FREDERIK, vergezeld +van den Sergeant FOWLER, naar de Oucas- en Sarameca-Negers afgezonden, +om van hun eenige hulp tegen de muitelingen te verzoeken; zy beloofden +dezelve, zoo lang de Colonel FOURGEOUD hun geschenken gaf, maar zy +leverden ze nooit. Eenige andere Officiers bleven steeds by ons, +zig bezig houdende met by de vrouwen op Paramaribo hunne opwagting +te maken. Onder dit getal waren de Majoor MEDLAR, en de Capitain +HAMEL, die beiden onder het Regiment van den Generaal DE SALVE, +in de Volkplanting de Berbices, gediend hadden; de eerstgemelde was +bevorens in Pruissischen dienst geweest. Het was voor ons, die nog zoo +kortlings naar wilden geleeken, geene kleine verandering van staat, +in dit oogenblik de straaten van deeze hoofdstad te bewandelen, +als Fransche Marquisen uitgedoscht zynde. + +Met den Gouverneur NEPVEU in goede vriendschap zynde, kreeg ik in de +gedachten, om hem een onbebouwd stuk land in het bosch te verzoeken, +en dadelyk stond hy my vier honderd akkers toe. By het doen van dit +onbedacht verzoek had ik niet berekend, hoe veel geld 'er wel noodig +was, om het hout 'er te doen uithaalen, slaven te koopen, en in alles, +wat tot zulk eene onderneming verëischt word, te voorzien; maar wanneer +ik de moeielykheid in aanmerking nam, om iemand te vinden, die met +my zoude willen zamen doen, en de noodige gelden daar toe bezat, +bedankte ik om deeze blyk van des Gouverneurs goedheid aan te nemen. + +Den 26sten, bevryde ik eene arme Negerin, die een douzyn porcelein +theegoed gebroken had, van eenige honderde geesselslagen, door het +zelve te vergoeden. Dien zelfden dag wierd ook eene andere Negerin +door een Franschman vermoord, die zulk eene scherpe knaging over zyn +wanbedryf gevoelde, dat hy zig den hals afsneed; een Opzichter, die +hem behulpzaam geweest was, hing zig zelven op. Na aan den armen Neger, +wien men, uit kragte van een vonnis, het been had afgezet, een bezoek +gegeven te hebben, maakte ik my gereed om naar mynen vierden veldtocht +te vertrekken. Terwyl ik de toebereidzelen daar toe maakte, zag ik zes +Neger-slaven by my binnen treden, beladen met geschenken, welken my +myne vrienden zonden, en bestaande in al het beste, het geen Guiana +voortbrengt. Ik moest het bevel aan de Commewyne op nieuw op my nemen. + + + +VYF-EN-TWINTIGSTE HOOFTSTUK. + +Grappige manier tot het ontdekken van een dief.--Het +Brom-vogeltje.--Verschillende zoorten van planten.--Manier van +visschen in Surinamen.--Onderscheidene zoorten van visschen.--Moed +van eene jonge Negerin.--De Pimpelmees.--De Americaansche Aloë.--De +Banille-boom.--Huilende Aapen.--Verwonderlyke slimheid der wilde +Byën.--De krygsbende van den Colonel FOURGEOUD ontfangt andermaal +bevel, om naar Europa te rug te keeren.--De Guiaansche Nachtuil. + +Den 27sten Maart 1776, nam ik op nieuw afscheid van de Stad Paramaribo, +van JOANNA, en van mynen zoon. + +Des morgens van dien dag, zelfs eer dat ik vertrok, wierd een Planter, +HALBERG genaamd, door eene groote Iguana hevig gestoken, op het +oogenblik, dat hy myne medgezellen en my noodigde, om ons nog eenige +dagen langer op te houden, en by eene maaltyd, welke hy tot viering van +zynen vyf-en-twintig jaarigen trouwdag gaf, tegenwoordig te zyn. Na +hem ons leed betuigd te hebben over het ongeval, dat hem ontmoette, +gingen wy in een overdekt vaartuig; en dien zelfden avond kwamen wy +op de Plantagie Sporks-gift, aan de Matapica-kreek. Capitain MACNEYL +ontfing ons aldaar, twee dagen lang, op eene zeer gastvrye manier. Ik +verstikte aldaar echter byna door eene sterke reuk van groene koffy, +leggende op den vloer van het kamertje, waar in ik myne hangmat +geplaatst had. + +Den 29sten des avonds, en wel zeer laat, kwamen wy op de Plantagie +Goud-Myn, alwaar wy eenen jongen Neger en eene jonge Negerin vonden, +die, dicht by elkander, aan een hoogen balk, met een touw, het welk +aan de duimen van elk hunner was vast gemaakt, waren opgehangen. Dit +touw was agter om hun rug gebonden, hunne schouders werden 'er +byna door ontwricht, en het veröorzaakte hun de verschrikkelykste +folteringen. Ik sneed het oogenblikkelyk af, zonder verlof of omwegen: +ik zwoer daarënboven, dat ik den schelm van een Opzigter, die zulk +eene nieuw uitgedachte en afgryselyke strafoeffening had aangedaan, +vernielen zoude, ten minsten, dat hy my zoude moeten beloven aan deeze +twee ongelukkigen kwytschelding te verleenen; het geen hy, by geluk, +aanstonds en in myne tegenwoordigheid deedt. + +Den 30sten, even voor dat wy aan de Hoop ontscheepten, vernam ik, +dat myne Suiker, en het grootste gedeele van myn Rhum weg waren, maar +ik ontdekte den dief door eene aartige list, waar van ik echter niet +beweere de uitvinder te zyn. Ik zeide aan zes Negers, die met roeijen +bezig waren, dat in zes minuten op den neus van hem, die de schuldigste +was, een veder van een Papegaay zoude groeijen: tevens sprak ik eenige +woorden uit, die geen zin hadden, en zwaaide twee of drie malen met +myn sabel, waar na ik my in de hut opsloot. Ik keek aldaar door het +sleutelgat, en hield een naauwkeurig oog op de roeijers, zonder dat +zy 'er iets van bemerkten. Spoedig zag ik, dat één van hun, by elken +slag met de roeyriem, de hand opligte, en aan zyn neus voelde. Ik +kwam dadelyk weder te voorschyn, en regelrecht naar hem loopende, +riep ik hem toe:--"Ik zie de veder, schurk! gy zyt de dief."--De arme +schelm antwoordde my aanstonds:--"Ja, Masera!" Vervolgens, op de kniën +vallende, bad hy den toovenaar, dat hy hem genade bewyzen wilde. De +anderen verëenigden zig met hem, en ik schonk deezen bygeloovigen +schelm, en zyne medeplichtigen vergiffenis, en gaf hun, om dat zy +my de zaak openhartig bekend hadden, een stuk gezouten ossen-vleesch +voor hun middagmaal, met een calebas vol rhum en water. + +Ik nam dadelyk na myne aankomst op den wachtpost van de Hoop, het +bevel der Rivier op my, en ik beschouwde my op nieuw als de Vorst +van de Commewyne. Om eene goede woning te hebben, liet ik een Paleis +in de hoogte bouwen, naar dat van den Generaal BONNY te Bousy-Cray +gelykende. Deeze wooning, die byna eene lucht-woning was, was my +van zeer groot nut. Het grootste gedeelte van het land aan deezen +post stond, door de overstroomingen, onder water. Het was niets +meer dan een moeras, zoo weinig acht had men 'er op geslagen, en +'er was geen voetstap meer van myne oude hut te ontdekken. Ik vond +de ellendigste soldaten op deeze plaats. Zy waren aldaar byna naakt, +en hadden tot hunne schoenen verkogt, om zig een maand lang verschen +voorraad te bezorgen. Ik verzachtte intusschen hunne ellende door +myne aanzoeken by den Colonel FOURGEOUD, in wiens gunst ik meer en +meer deelde; en de wachtpost van de Hoop was wel dra een paradys, +in vergelyking van het geen dezelve was, toen ik 'er kwam. + +De jagt was toen, gelyk voorheen, myne dagelyksche bezigheid. Den +4den bragt ik Pluviers, Roodborsjes, en byna een dozyn Musschen uit +de zand-woestyn mede. + +De Pluviers van Guiana hebben de grootte van een duif. Zy hebben +vederen van eene donker bruine kleur, met wit doormengd, en met +dwarsloopende streepen. Men vindt 'er een groot aantal van in +de verdronkene Savanen, en zy verschaffen een lekker eeten. De +Roodborsjes zyn een zoort van dikke rood-staarten, en hebben het +bovenste gedeelte van het lyf van eene donkere kastanje kleur, en al +het overige van eene bloedkleur. Zy zyn zoo lekker als een leeuwrik, +en op alle Plantagiën zeer gemeen. De wilde Musschen, die zommigen, +zoo ik meen, Anacas noemen, zyn lieve diertjes van de gedaante van een +Papegaay. Hunne vederen zyn volmaakt groen, en zy hebben een witten +bek en roode oogen. Zy doen veel schade aan de ryst- en koorn-landen, +en vliegen met eindelooze hoopen over de Plantagiën. + +De Brom-vogeltjes plaatsten zig in zulk een groot getal op de +tamarinde boomen aan de Hoop, dat men ze byna voor zwermen van wespen +zoude hebben aangezien. De Lieutenant SWELDENS doodde 'er dagelyks +verscheiden, door kleine erweten of korrels van Indisch koorn met +een vogelspuit op hen te werpen. + +Het Brom-vogeltje (Trochulus, of het Colorietje) is byzonder +merkwaardig, zoo uit hoofde van deszelfs fraaiheid als kleinte; want +hy is zoo lang niet als een derde van een menschen vinger; en wanneer +zyne vederen zyn uitgeplukt, is hy niet veel grooter, dan eene groote +vlieg. ('Er zyn echter verscheiden zoorten, waar van zommige twee +maal zoo groot zyn.) De vederen van deezen vogel zyn gekleurd met eene +sterke weërschyn: in de schaduw, hebben zy eene schitterende en donker +groene kleur; in de zon, eene bruine en glinsterende purper-kleur, +met hemels-blaauw gemengd. Zyn kop is verciert met een kleine kuif +van groene, zwarte en goud-kleurige vederen; zyne staart en vlerken +zyn van eene helder zwarte kleur; zyn bek, die lang, zwart, en aan +het einde gebogen is, is niet veel grooter, dan eene spelde. Zyne +gespleete tong gelykt naar een rooden zyden draad. Zy dient hem, om +den nectar of het sap der bloemen uit te pompen of uit te trekken, +geduurende welke verrigting hy als een bye stil staat; en dit sap +schynt het eenige voedzel van dit vogeltje te zyn. Dikwils maakt hy +zyn nest op een blad van wilde Ananas, of kruipende Aloë. Dit nest, +het welk niet veel grooter is, dan een nooten-dop, is byna geheel +van catoen gemaakt. Het wyfje legt twee eieren, die van de grootte +van erweten zyn. Mejuffrouw DE MERIAN brengt dezelven tot het getal +van vier; maar ik verzeker, dat ik 'er nimmer zoo veelen in eenig +nest gezien, noch ook gehoord heb, dat zy 'er nu en dan in gevonden +zouden worden. Ik heb getracht twee vogelen van dit zoort op het +natuurlykst, en met hunne kleine wooning, af te teekenen. Het is my +niet mogelyk geweest die afteekening volkomener te maken; want de +beweging hunner vlerken is zoo gezwind, dat men moeite heeft de kleur +'er van te kunnen onderscheiden. Deeze beweging veröorzaakt het zoort +van bromming, waar van deeze vogeltjes hunnen naam ontleenen. + +'Er was ook in deezen omtrek eene eindelooze meenigte van Aapen. Ik +zag 'er by de twee honderd op een veld van Suiker-riet, al waar zy +groote verwoestingen aanrigtten. Deeze doorslepen dieren zetten +schildwagten uit rondom de plaats, alwaar zy stroopen, om op het +vernemen van onraad gerucht te maken; en ik ben getuige geweest van +de oplettenheid en het verstand, waar mede zy, die met die zorge +belast zyn, zig van dezelve kwyten. Wanneer deeze stroopers eenig +gevaar vernemen, loopt de geheele bende al springende naar het bosch, +houdende elk den geroofden buit met de poot vast. + +Ik vermaakte my ook met zwemmen. Deeze oeffening gaf my kragten, en +bragt veel toe tot behoud van eene goede gezondheid. De voordeelen, +welken men hier door verkrygt, zyn op eene verrukkende wyze afgemaalt, +door den Schryver der Jaargetyden. + +"Het is de gezondste oeffening, en de zoete verkoeling der brandende +hitte van den zomer. Op die wyze verkrygen de ledematen sterkte, en +de arm van die Romeinen, die op het overheerde land het bevel voerden, +leerde vooräf, in zyne jeugd, de water-golven te vermeesteren." + +Den 14den, doodde ik een Kayman; maar van deezen tocht in een vaartuig +te rug komende, viel een pak brieven, my door den Colonel FOURGEOUD +toegezonden, by ongeluk in het water, en zonk. Eenige Officiers, +die daags daar aan op de Hoop kwamen, berigtten my echter, welke +de voorname inhoud deezer brieven was: zy gaven my kennis, dat de +Overste, besloten hebbende nog eenmaal de bosschen te doorkruissen, +my last gaf, dat alle manschappen, krygs- en mondbehoeften, welken +ik niet volstrekt noodig had, de Rivier moesten worden opgezonden; +dat het Sociëteits krygsvolk, op Oranjeboom post houdende, ook stond +te vertrekken; en dat de één zig naar Maagdenberg, de ander naar de +Peréca moest begeven. Ik behield dus slechts twaalf verminkte soldaten +op de Hoop, en een gelyk getal op Klarenbeek, zonder Heelmeester, noch +geneesmiddelen. Niettemin deed ik, met zulk een zwak getal manschappen, +dagelyks de ronde, zoo te land als te water.--De zelfde Officiers gaven +my ook berigt, dat de Vaandrig VAN HALM was overleden, en dat een schip +vol zieken gereed lag, om onverwyld naar Holland onder zeil te gaan. + +Schoon de Colonel FOURGEOUD steeds te Paramaribo bleef, hield hy +niettemin, met zeer veel nauwkeurigheid, over alle krygs-verrigtingen +het toezicht. Dienvolgende gelastte hy, den 23sten, aan eene bende +van honderd mannen, om het land tusschen Maagdenberg, de Wana-Kreek, +en de Maroni te gaan onderzoeken; maar zy kwamen wederom, zonder iets +ontdekt te hebben. + +Dewyl het zig liet aanzien, dat ik nog eenigen tyd op den wachtpost +de Hoop zoude moeten blyven, liet ik myne schapen en gevogelte halen +van de Plantagie, alwaar ik die had agtergelaten, en ik deed aan den +heer GOURLY een geschenk van een ram en een schaap, die alle anderen +van dat zoort in de Volkplanting overtroffen. By de aankomst van deeze +myne kudde vee, zag ik met genoegen, dat zy merkelyk vermeerderd was. + +Den 26sten, bragt één van myne soldaten, my een slang, dien hy gevangen +had. Dit dier was niet meer dan vier voeten lang, en niet dikker, +dan de loop van een snaphaan. Bemerkt hebbende, dat hy midden op zyn +lyf een bult had van de grootte van myn vuist, was ik nieuwsgierig +om dezelve open te maken, en ik vond een kikvorsch, levendig en in +zyn geheel, maar waar aan men op den kop en hals een vlak zag, welke +scheen aan te duiden, dat hy begon te bederven. Ik nam de proef, om +een touw aan één zyner pooten vast te binden, en hem in het gras aan +den waterkant te laten, geduurende drie dagen, na verloop van welken +het arme dier nog in goeden staat scheen te zyn, en ik gaf hem zyne +vryheid weder. + +Den 28sten, gaf ik een bezoek aan THOMAS PALMER, Schildknaap en +Raad des Konings in Massachufets-Baay, die zig op zyne Plantagie +Fairfield bevond. Zyne slaven leefden aldaar volmaakt gelukkig en wel +te vreden, het geen het gevolg was van het verstandig bestuur van den +eigenaar. Weinige bezittingen van dit zoort, in de West-Indiën, waren +in eene zoo gelukkige gesteldheid, zoo ten aanzien der bevolking, als +der vruchtbaarheid. De beminnelyke wellevenheid, waar mede de eigenaar +deezer Plantagie de vreemdelingen aldaar ontfing, gaf een verheven +denkbeeld van zyn character, het welk in de geheele Volkplanting ten +gunstigsten bekend was. + +By myne te rug komst op de Hoop, ontfing ik een brief van den +Bevelhebber, my meldende, dat de Jagers, onder aanvoering van VINSACK, +verscheiden muitelingen gedood, en 'er elf gevangen genomen hadden: +maar dat eene andere party van die zelfde Jagers door den vyand was +verrast geworden, zynde verscheiden van het volk, terwyl zy in hunne +hangmatten lagen te slapen, gedood. + +In eene van deeze schermutselingen betoonde een Neger van de +muitelingen eene zonderlinge tegenwoordigheid van geest. Een Jager op +hem hebbende aangelegd, riep deeze Neger hem toe: "Wel hoe! wilt gy +één van uwe medemakkers dooden?" De Jager, geloovende dat dit waar +was, antwoordde hem: "Daar bewaare my God voor"! En zyn wapentuig +nederzettende, kreeg hy dwars door het lyf een kogel, op hem door +zynen vyand afgeschoten, die dadelyk als een blixemstraal uit het +gezicht was. De al te lichtgeloovige Jager stierf 'er van. Een der +gevangenen verhaalde, dat des avonds te vooren een Neger, die wel +eer van de Plantagie Fauconberg was weggeloopen, op last van BONNY +was nedergesabeld. + +De haven van de Hoop, onderging, den 6den Mey, een zwaaren orkaan, +verzeld van donder en blixem. Verscheide boomen wierden uit den grond +gerukt, huizen om ver gesmeeten, en dakken afgeworpen. Myn lucht-paleis +in tusschen stond, zonder eenig letzel, den storm door. JOANNA met +mynen zoon den 8sten zynde aangekomen, stelde ik my het zelfde geluk +voor, als ik in 1774 reeds genoten had. Myn huisgezin, myne kudde, myn +gevogelte, waren in dit oogenblik verdubbeld. Ik bebouwde daarënboven +een fraaien tuin; en zoo ik my al in den volsten zin geen Planter +noemen kon, ik had ten minsten eenig recht, om my een kleinen tuinier +te noemen. + +Den 29sten, waren wy allen by den heer DE GRAAF, op zyne fraaie +Plantagie Knoppemonbo, aan de Casavinica-Kreek, ter maaltyd. Ik zag +aldaar planten en wortelen, welken ik nog niet had opgemerkt.--De +Taijers, voortkomende uit het midden van een groen heestergewas van +eene meelachtige zelfstandigheid, het welk niet meer dan drie of +vier voeten hoog is, bladeren voortbrengt, die ongemeen breed zyn, +en de gedaante van een hart hebben, en waar van de stam naar die +van den Bananen-boom gelykt. Wanneer de uitwendige bekleedselen van +deeze plant zyn afgeschild, heeft zy het voorkomen van de ignames of +aard-appelen, maar is veel aangenaamer om te eeten, en veel fyner. 'Er +zyn verschillende zoorten van Taijers, en men geeft den voorrang aan +de kleinste, waar van men op de zelfde wyze gebruik maakt. 'Er werden +ook, in groote meenigte, op deeze zelfde plaats, waare aardappelen +gevonden, maar van een minder zoort dan de gemeene aard-appelen in +Engeland, en alleenlyk voor de Negers dienende. + +De Tabaks-plant groeide in deezen tuin. Dezelve heeft bladeren, die +nederhangen, en vol vezelen zyn, en leeft tien of twaalf jaaren; +maar zy is van zoo veel geringer caliber, dan de Virginische, dat +'er zig alleenlyk de Negers van bedienen. Deeze plant ontleent haaren +naam van het Eiland Tabago, alwaar zy in het jaar 1560. ontdekt wierd. + +Men zag hier ook nog een zoort van wilde thee, welke men als zeer +gezond beschouwt; maar die, naar myn inzien, niet veel beter is dan +ons kruipend eiloof. Ik vond bovendien aldaar eene groote meenigte +van Goud-appelen; maar dewyl men die in verscheiden Engelsche tuinen +aankweekt, behoeve ik 'er geene beschryving van te geven: ik zal alleen +opmerken, dat de Joden in dit Land 'er ongemeene liefhebbers van zyn, +en ze by het vleesch koken, in plaats van uijen. + +De heester, waar aan de geneeskragtige noot groeit, was ook onder +de planten in deezen tuin. Dezelve is rank, en tien of twaalf voeten +hoog. De vrucht bevat een noot, naar een amandel gelykende. Deeze noot +is zeer goed om te eeten, mits men 'er een dunne en witte schil, die +'er om zit, af doet; want zonder dat veröorzaakt zy oogenblikkelyk +de geweldigste braking en buik-ontlasting. Men deedt my ook opmerken +verscheide zoorten van erweten, boonen en zoortgelyke peulvruchten, en +onder anderen de Cassia, welker kleine, harde, geele en helderschynende +zaden besloten zyn in een houte pyp van by de zes duimen lang, +maar zeer naauw, en welke een zwart vleesch bevat, zoo zoet als +honig. Men houdt de Cassia voor een uitmuntend ontlastmiddel. Zy +is in Guiana zeer gemeen, en word aldaar genaamd Zoete Boontjes +en Cotiaan. Een ander zoort van heester-gewas in dit Land, draagt +den naam van Zeven-jaars Boontjes, om dat het zeven jaaren bloeit, +alvorens eenige vrucht voort te brengen. Het boompje, genaamd Snaky +wiry-wiry, wierd ook op deeze zelfde plaats gevonden. Men verzekerde +my, dat het een onfeilbaar middel tegen de koorts was, en ik geloof, +dat het 't zelfde was met de Serpentaria Virginiana, of Virginische +Slangekruid. Eindelyk zag ik een plantgewas, genaamd Zeven-bloemen, +waar van de jonge Negerinnen zig dik wils bedienen, om de vrucht af +te dry ven. De groene pyn-appelen hebben ook, zoo men zegt, dezelfde +uitwerking. + +Op deeze wyze eenen dag te Knoppemonbo hebbende doorgebragt, welke +niet alleen tot myn vermaak, maar ook tot myne onderrigting diende, +namen wy des avonds afscheid van onze vrienden, en keerden, wel te +vreden, naar de Hoop te rug, in een vaartuig vol met allerleije zoort +van geschenken, waar onder schoone Cocos-noten waren, welken één +der slaven in onze tegenwoordigheid plukte, na met eene ongemeene +gezwindheid den boom te zyn opgeklauterd, en aldaar een gevecht +te hebben doorgestaan tegen een zwarten slang, dien hy met zyn mes +overwon, en voor onze voeten dood deedt nedervallen. + +De slaven van de Hoop en Fauconberg betoonden hunne achting voor +JOANNA en haaren zoon, door aan haar gevogelte, wild, visch, eijeren +en vruchten aan te bieden. De heer PALMER gaf ons eene groote meenigte +Indisch koorn tot voedzel voor ons gevogelte. Alles scheen dus tot +myn geluk mede te loopen, het welk echter merkelyk veranderde, toen +ik, den 18den, de tyding ontfing van het verlies van mynen vriend, +den heer WALTER KENNEDY, die korten tyd na zyne te rug komst in +Holland overleedt. + +Om het leed, my door deeze gebeurtenis veroorzaakt, te verzetten, +gaf ik een kort bezoek aan den heer DE CACHELIEU, op zyne Plantagie +Egmond. Ik vond aldaar, onder meer andere lieden, eenen Planter, +een Italiaan van geboorte, die maar één arm had. Deeze man zat +naast my aan de tafel; en zonder dat hy eenige de minste uitdaging +van myne zyde konde bybrengen, nam hy een mes, en stak naar my van +agteren, tot groote verwondering van alle de dischgenooten. Den steek +gelukkiglyk hebbende afgekeerd, door hem den elleboog op te ligten, +het geen maakte, dat de punt van het mes over myn schouder heen ging, +stond ik oogenblikkelyk op, en ik zoude hem daar ter plaatse vermoord +hebben, zoo men my niet had tegen gehouden. Ik bood hem toen aan +met my te vechten, met zoodanig wapen, als hy verkiezen mogt, en +met éénen arm; maar de lafhartige zulks geweigerd hebbende, wierd hy +uit het gezelschap verjaagd, en naar zyne Plantagie, Hazard genaamd, +te rug gezonden. + +Deeze schelm was zoo geweldadig, dat hy korten tyd te voren eene +Negerin, die agt maanden zwanger was, had laten geesselen, tot dat haar +de darmen uit het lyf kwamen, om dat zy een glas gebroken had. Een +van zyne mans slaven, die zyne gramschap poogde te ontwyken, wierd +door hem op staande voet om 't leven gebragt. Hy had 'er geen één, +wien het lichaam van het hoofd tot de voeten niet was van één gereten, +door de meenigvuldige kastydingen, welken hy hun deedt ondergaan. + +Dewyl de Colonel FOURGEOUD my eene versterking van soldaten, benevens +een Heelmeester en geneesmiddelen, gezonden had, kreeg de wachtpost +van de Hoop een geheel ander voorkomen: vergenoegdheid en gezondheid +vertoonden zig aldaar wel dra op aller aangezichten. Ik zette vooral +de soldaten aan om visch te vangen, die alhier in grooten overvloed +was; en de Negers leerden hun de manier om dit te doen, het zy met +den haak, het zy met de mand. De eerste bestaat daar in, dat men een +buigbaaren en sterken stok in den grond steekt, en aan deszelfs einde +eene dubbele lyn vast maakt, welkers kortste gedeelte aan een stokjen +van tien duimen lengte gehecht is; het andere insgelyks aan een stok +van dezelfde lengte, maar veel lager vallende. Aan het einde van de +tweede lyn haakt men een kleinen visch aan de vinnen, latende hem de +mogelykheid van te zwemmen, en zorg dragende, dat hy aan een grooter +zoort van visch tot aas kan dienen; vervolgens steekt men nog twee +andere stokken in den grond, maar zoodanig, dat zy boven het water +uitsteken; men hecht dezelven te zamen door een anderen stok, die +zoo lang niet is, en aan het geheel de gedaante van een galg geeft, +boven welke de buigbaare stok door middel van deszelfs dubbele lyn en +kleinere stokken wordt heen getrokken, maar echter zoo gemakkelyk, +dat op de minste beweging, de geheele toestel uit elkander geraakt; +en deeze buigbaare stok zig dan van zelf opheffende, hangt de visch, +die met het aas gevangen is, aan een haak in de hoogte. + +De tweede manier, Mansoa genaamd, gelykt veel naar de voorgaande. Men +werpt eene kleine biezen mand, die als een broodsuiker gemaakt is, in +het water, aan welkers punt men den buigbaaren stok vast maakt, terwyl +het ander einde even als een val open blyft, wordende het geheel door +een gespleten stuk hout in een rechten stand gehouden. Men doet ook +een kleinen visch in deeze mand; en zoo dra dezelve door een grooter +visch is ingeslokt, sluit de val of ingang van de mand zig agter +hem toe. Dit zoort van vischvangst verschilt daar in van de andere, +dat men geen haak noodig heeft. Deeze oordeelkundige manieren kunnen +een denkbeeld geven van de slimheid der Negers. Dezelve zyn daarom te +nuttiger, dewyl zy geen tyd doen verliezen, en men des anderen daags +den visch gevangen vindt; zynde doorgaans de Newmara of Barracota, +van welken ik reeds gesproken heb. + +Onder de onderscheidene visschen, welken ik hier heb zien vangen, vind +men de Siliba, die klein is, van eene eyronde gedaante, en gespikkeld +als een ananas; de Sokay, die lekker en zeer dik is; de Torro-torro, +en nog een genaamd de Tarpoen: de eerste is drie voeten lang, en de +tweede, die wit is, omtrent twee voeten, zes duimen. + +Den 26sten, zag ik eene jonge Negerin, Clardina genaamd, wier moed, +kragt, en gezwindheid ik zeer bewonderde. Een hart, zig van zyne troep +hebbende afgezonderd, liep den weg op; deeze vrouw greep hem aan een +agterpoot, in het midden van zynen loop; maar hem niet kunnende doen +stil staan, liet zy zig een zeer groot einde van den weg voortslepen, +en raakte haaren buit niet kwyt, dan na het bekomen van eene zwaare +wonde. + +De post van de Hoop verschafte toen een aangenaam verblyf. De grond +was 'er volmaakt vast, en doorsneden met canalen, waar in by hooge +vloeden het water kwam. De heggen, die de tuinen en velden omheinden, +waren wel onderhouden, en bragten vrugten en groenten van allerleije +zoort voort, die ons tot levensmiddelen dienden. De huizen en bruggen +waren weder in orde gemaakt. Ik moedigde de soldaten aan, en beval +hun de grootste zindelykheid. Mitsdien had ik geen enkelen zieken, +onder vyftig manschappen, waar uit myne krygsbende bestond, op een +plaats, alwaar bevorens de land of zee-scheurbuik, en alle kwalen, die +door luiheid, morssigheid en ellende veröorzaakt worden, de grootste +verwoestingen hadden aangerecht. Van de zoo even vermelde twee zoorten +van scheurbuik, bedekte de eerste het geheele lyf met puistjes, +en de tweede deedt voornamelyk het tandvleesch en de tanden aan. + +Ik genoot toen het volmaaktste genoegen, en de volkomenste gezondheid, +terwyl de meeste myner reisgenooten of gestorven, of naar Europa +vertrokken waren: 'er was toen geen enkel Officier in rang boven my, +uitgenomen de geenen, die zedert lang aan het luchtgestel van Guiana +gewend waren. + +Maar laten wy naar mynen tuin te rug keeren.--Dezelve verschafte +my thans wortelen, kool, uijen, komkommers, latouw, radys, pry, +waterkers, enz. alles even goed als in Europa. 'Er was ook zuuring +van tweederleije zoort, gemeene en roode; de laatste groeit aan een +boompjen. Bloemen ontbraken my al mede niet; ik had verschillende +zoorten van Jasmyn. De meest geächte is een klein boompje, welkers +bloemen van eene bleek roode kleur zyn, maar fraay, en van eene +aangenaame geur; het heeft dikke, glinsterende bladeren, die vol +van een melkachtig sap zyn. Een zoort van kruidje roer my niet, +Shanne-shanne genaamd, vercierde mede deezen tuin; het geleek naar de +slaapende plant, aldus genoemd, om dat derzelver bladeren, by paaren +geplaatst, zig by het ondergaan der zon toesluiten, en dat de twee +'er dan slechts één schynen uit te maken; maar zoo dra dit hemellicht +opkoomt, scheiden zy zig van één, en vertoonen zig onder hunne dubbele +gedaante. Deeze gewassen waren tusschen myne heggen verspreid, en ik +kweekte bovendien granaat-boomen en Indische rozen-boomen [27] aan, +die dagelyks bloeijen. Eenige roode leliën, wier bladen glad, en van +eene zeer schitterende groene kleur zyn, omzoomden myne grachten: +zy groeien natuurlyk in de zand-woestynen. + +In deezen gelukkigen staat, ontfingen wy het bezoek van verscheiden +lieden, en vooral van Mevrouw Z......, vergezeld door haaren broeder, +en door nog een ander, SCHADTS genaamd, die alle drie uit Holland +kwamen. Deeze vrouw wierd gehouden voor eene der schoonste vrouwen van +Europa, en te gelyk allerbekwaamst. Zy sprak verscheidene talen; in +de zang- en schilder-kunst muntte zy uit; zy danste met bevalligheid, +en reedt volmaakt te paard; zy kon met het geweer omgaan, en ging ter +jagt, enz. Haar in alle zoorten van oeffeningen willende onderricht +zien, bood ik haar aan om haar te leeren zwemmen, het geen zy gepast +oordeelde, om met een glimlach te weigeren. + +De soldaten en Negers, die onder myn bevel stonden, en onder welken +de grootste eendracht heerschte, scheenen op dit oogenblik volmaakt +gelukkig. Ik zette de jonge lieden aan, om zig des avonds te vermaken, +en aan de in jaaren meer gevorderden schonk ik eenige glazen rhum uit. + +Te midden echter van dit vrolyk leven, gaf ik eenen geheimen last, +om vuur te geven, en alarm te slaan, als of de vyand op de Plantagie +was. Ik had toen het genoegen te zien, dat alle de soldaten hunne +wapenen opvatteden, en met veel orde en onverschrokkenheid zig by +elkander verzamelden. Ik besloot vooral van deezen list gebruik te +maken, om dat men my berigt had, dat de muitelingen het oogmerk hadden +aan de Commewyne een bezoek te geven. + +Onäangezien al het vermelde nopens onzen voorspoed, ondervonden wy +wel dra, dat 'er niets volmaakt, nog duurzaam op de weereld is. Het +saisoen van droogte eensklaps hebbende opgehouden, sleepten de ziekten +verscheiden van ons volk in het graf; en 'er stierven dagelyks tien +of twaalf op de legerplaats te Maagdenberg en aan de Java-Kreek. + +Den 3den, verloor ik mynen Vaandrig CABANUS. Zyn dood deedt my zeer +leed. Hy had zyne aanstelling op myn verzoek verkregen, en bezat +eenen uitmuntenden inborst. + +Den 4den Juny, verbrak de hooge vloed onze sluizen, terwyl wy op de +gezondheid van den Koning dronken, en de geheele wachtpost geraakte +daar door onder water, het geen eene groote verwarring veröorzaakte. In +deezen deerniswaardigen toestand, weigerde de Opzichter van de Hoop, +genaamd BLENDERMAN, my het toebrengen van de minste hulp, en daar +op volgde zulk een hevig geschil tusschen ons, dat hy tot zyn geluk +het hazenpad koos, en de Plantagie verliet. Nooit kwam ik ten einde, +indien ik alle de trekken van onbeschoftheid van deeze schelmen, +die grootendeels het uitschot van hun Land zyn, of Duitschers, aan +den Corporaals-stok gewoon, wilde opnoemen. + +Den 7den, ging ik myne opwagting maken by den heer MORIN, Bestuurder +van de Plantagie de Hoop, en zig bevindende op een stuk land, dat +kortlings aangelegd, en aan de andere zyde der Rivier gelegen was, +ten einde hem recht te vragen tegen den onbeschoften Opzigter, die +by hem was. Maar de laaghartigheid van den laatstgemelden gelyk +staande met zyne onbeschaamdheid en wreedheid, gaf hy alles toe, +wat ik vorderde, en beloofde zelfs de sluizen te doen herstellen. + +Op zekeren dag op deeze nieuwe velden, alwaar men reeds een zeer fraai +huis gebouwd had, wandelende, merkte ik eenige schoone vogelen op, +waar onder was de Pimpelmees. Ik had hem reeds voorlang behooren te +beschryven, gelyk nog een anderen, wiens naam my onbekend is, om dat +ik 'er gelegenheid toe gehad heb, toen ik myn verblyf op Maagdenberg +verhaalde; maar ik heb ze toen alleenlyk afgeteekend. De Pimpelmees +gelykt, wat de gedaante van zyn lyf belangt, ten naasten by naar +een Lyster. Zyne vederen zyn van eene fraaie kaneel-kleur, tusschen +bruin en geel gemengd; maar aan de stuit is hy geheel en al van de +laatstgemelde kleur. Eene kuif van kleine vederen, van dezelfde kleur +als het lyf, bedekt hem den kop, zyn staart is lang en zwart, zyn bek +recht, schraal, spits, en van eene zee-groene kleur. Zyne pooten en +oogäppels zyn ook van dezelfde groene kleur, en onder de laatstgemelden +ziet men van wederzyden twee vlakken van eene schoone karmosyn-kleur. + +De andere vogel, wiens naam ik niet weet, maar dien de Negers echter +Woudo-lousso fowlo noemen, om dat hy zig met houtluizen voedt, +is grooter dan de eerste, en van ongemeene schitterende vederen +voorzien. Zyn kop en het bovenste gedeelte van zyn lyf zyn van eene +schoone grasgroene kleur; zyn borst en buik van een karmosyn-kleur, +en door eene aschgraauwe streep afgescheiden. Hy heeft een lange en +ligt blaauwe staart. De slagvederen van elk zyner vlerken, waar van de +plooy van het groen van het lyf door eene andere aschgraauwe en zeer +breede streep schynt afgescheiden te zyn, hebben dezelfde kleur als +de staart. Zyn bek is geel en gekromd, en met eene meenigte kleine +zwarte vederen bedekt, even als de omtrek van het oog, welks appel +eene bloedkleur heeft. Ik zag ook eenige Gallinas of Guineesche +hoenderen, alhier Tokay genaamd, en die overvloedig bekend zynde, +geene beschryving behoeven. + +Onder de planten, welken ik op deeze zelfde plaats vond, merkte ik +de Americaansche Aloë op, welkers stam een half voet dik en twintig +voeten hoog was. Deeze stam, die altyd groen is, is vol met merg, +en voorzien van zeer spitse bladeren, welke aan den top in grootte +verminderen. Die aan den voet des booms zyn zeer talryk, lang en breed, +puntig, getand, en van zeer scherpe stekels voorzien. Boven aan den +stam groeit een hoop bloemen, waar van de steel het zaad, of de kiem +van de aanstaande Aloë bevat, welke in den tyd van twee maanden tot +den staat van volkomenheid koomt, zonder dat dit ooit faalt. + +Aan de zyde der bosschen, die ons omringden, zag ik ook de +Banille-Boom, eene plant, die door middel van haare kronkelende ranken, +zig, even als het eiloof, aan den stam der boomen vasthecht. Deszelfs +bladeren zyn ongemeen dik, en van eene donker groene kleur. Zyne vrucht +bestaat in eene driehoekige peul van zes of agt duimen lengte, en vol +met gladde zaadjes, Deeze peulen, welken men in één agter-middag in de +zon laat droogen, worden bruin, hebben eene uitmuntende specery-reuk, +en een aangenaamen smaak, het geen de reden is, dat men 'er zig van +bedient, om aan de chocolaad een geur te geven. 'Er zyn verscheiden +zoorten van Banille-boomen, maar de meest geachte heeft lange en +dunne peulen. De Negers vertoonden my ook een klein zoetachtig zaad, +het welk zy bongora noemen. + +By myne te rug komst aan de Hoop, ontmoete ik COJO, den oom van JOANNA, +die my een huilenden Aap bragt, door hem gedood. De Aapen van dit +zoort hebben de grootte van een kleine steendogge. Zy hebben een +baard, lange en roode hairen, en over 't geheel zyn zy uittermaten +leelyk. Maar het geen hen voornamelyk van andere Aapen onderscheidt, +is het ysselyk gehuil, het welk talryke hoopen van deeze dieren +gezamentlyk doen hooren, en op zulk een hoogen toon, dat het op den +afstand van een myl door de ooren klinkt. De Negers verzekerden my, +dat zy doorgaans, dag en nacht, by hoog water, het welk zy door eene +aangeborene neiging weten, deeze wanluidende gezangen herhalen.--Van +zoodanig een verstand der dieren sprekende, kan ik niet nalaten het +volgende aller zonderlingst geval te vermelden; ik zal vervolgens +tot het geschiedkundig gedeelte van myn verhaal te rug keeren. + +Ik ontfing, den 16den, een bezoek van één myner buuren, wien ik +myn trap deed opklimmen; maar hy had nog naauwlyks den voet in myne +lucht-woning gezet, of hy sprong van boven naar beneden, schreeuwende +van de verschrikkelykste pynen; en hy dompelde zig dadelyk in de +Rivier, met het hoofd vooruit. Boven my heen kykende, ontdekte ik wel +dra, dat dit voorval veroorzaakt was door een zeer groot nest van wilde +byën, of wassy-wassy, het welk zig geplaatst had in het rieten dak, +recht boven myn hoofd, wanneer ik in myne kamer intrad. Ik liep dus +ook op myn beurt weg, en gelastte de slaven, om dit nest onverwyld +uit te roeijen. Zy gongen aan het werk, toen een oude Neger hen +tegenhield, en zig onderwierp tot het ondergaan van alle straffen, +die ik hem wilde aandoen, indien eene enkele van deeze byën my ooit +of ooit steken zoude. "Massera, zeide hy my, deeze dieren zouden u +reeds lang mishandeld hebben, indien gy hun vreemd geweest waart, +maar zy zyn uwe huisgenooten; gy hebt hun stilzwygend toegestaan, +om alhier hunne woonplaats te houden; zy kennen u zekerlyk, en nooit +zullen zy u, nog de uwen, kwetsen". Ik stemde dadelyk in het voorstel +van deezen man toe; en hem aan een boom hebbende doen vastbinden, +gelastte ik QUACO de trap op te klimmen, byna naakt, het geen hy deedt, +zonder gestoken te worden. Toen waagde ik het om hem te volgen; en ik +verklaar op myn woord van eer, dat zelfs na aan het nest geschud te +hebben, waar op de byën 'er al brommende uit vlogen, en rondom myn +aangezicht heen draaiden, geene derzelver my trachte te steken. Ik +stelde dus den ouden Neger weder in vryheid, en gaf hem een glas rhum, +en vyf schellingen, tot zyne belooning. Ik behield vervolgens deeze +kleine byënkorf, zonder eenig gevaar voor my zelf, en ik maakte 'er +myne lyfwagt van. Tot myn groot vermaak deeden zy eenige Opzichters, +welken ik, onder het één of ander voorwendzel, de trap deed opklimmen, +wanneer ik hunne onrechtvaardigheid en wreedheid straffen wilde, +verscheiden malen aartige sprongen doen. + +Dezelfde Neger verzekerde my, dat 'er voorheen op de Plantagie van +zynen meester een boom stond, waar op, zoo lang zyn geheugen reikte, +een gezelschap van vogelen en een zwerm byën genesteld waren, die in +eene volmaakte eendracht zamen leefden: maar indien eenige vreemde +vogelen de byën kwamen stooren, verdreven hunne gepluimde bondgenooten +dezelven aanstonds; zoo ook, wanneer vreemde byën tot in de nesten +der vogelen durfden doordringen, wierp zig de zwerm, die aldaar +t'huis hoorde, op de aanvallers, en doodde dezelven. De eigenaar +der Plantagie en zyn geheele huisgezin, hadden zulk een eerbied voor +deeze maatschappye, dat zy den boom als heilig beschouwden en niet +gedoogden, dat men dien om ver hakte. Dienvolgende viel hy eindelyk +van ouderdom om ver. + +Den 22sten, kwamen eenige manschappen van Rietwyk aan de Peréca aan, +en berigtten my, dat een gedeelte van ons krygsvolk aan de Java-Kreek +was te rug gekomen, na tot by Vrydenburg aan de Maroni geweest te +zyn; dat zy, gezamentlyk met de Jagers, geduurende deezen veldtocht, +verscheiden bezaayde landen, aan de muitelingen toebehoorende, +verwoest hadden; en dat deeze zelfde Jagers, uit hoofde van hunne +byzondere diensten, van de Compagnie nieuwe wapenen ontfangen hadden, +als mede eene monteering, bestaande in een groen buisje, zynde dit het +eerste, het welk zy gedragen hadden. Ik vernam ook, te gelyker tyd, +dat de genen, die aan de Oucas- en Sarameca-Negers gezonden waren, na +eene nuttelooze reize waren te rug gekomen; want deeze beide volken +wilden ons met geene hulp bystaan. Ingevolge van deeze weigering, +nam de Colonel FOURGEOUD, die zig eindelyk afgemat gevoelde, en zyn +volk door het vernielen van het grootste gedeelte van de bezittingen +der muitelingen had uitgeput, het besluit om deezen tocht te staken; +maar vooraf gaf hy van dit zyn besluit kennis aan zyne Doorluchtige +Hoogheid den Prins van Orange. + +Den 23sten, ontfing ik stelligen last, om my tot myn vertrek gereed +te houden tegen den 15den July, met al het volk, het welk onder myn +bevel stond, vervolgens de Commewyne te verlaten, en naar Paramaribo +af te zakken, alwaar schepen gereed lagen, om ons naar Holland over +te voeren. Ik las oogenblikkelyk dit bevel aan alle myne soldaten +voor, die het met vervoering van vreugde, en driewerf herhaalde +toejuichingen, aanhoorden.--Maar ik zuchtte 'er over. Myne geliefde +JOANNA en myn zoon waren beiden toen zeer ziek, de eerste had de +koorts, de ander was door struiptrekkingen aangetast, en men wanhoopte +aan hun leven. Om myne ellende ten hoogsten top te brengen, indien men +de kwaalen van het lichaam met die der ziele gelyk kan stellen, trapte +ik ter zelfder tyd op een spyker, die vry diep in den voet indrong. + +In deeze smartelyke gesteldheid, kwam de Nacht-uil van Guiana ons +regelmatig zyn nacht-bezoek geven. Hy kwam zelfs in myne kamer, en liet +aldaar zyn naar geluid hooren. Deeze vogel wordt alhier Ourou-coucou +genoemd, om dat zyn geschreeuw met deeze woorden eenige overëenkomst +heeft. Hy heeft ten naasten by de grootte van een duif. Zyn bek is +geel en gekromd even als die van een valk; hy heeft een gespleten tong; +zyne oogen zyn ook geel, en zyne ooren zeer zichtbaar. Hy heeft korte, +sterke pooten met zeer puntige nagels gewapend. De algemeene kleur +der vederen van deezen Nachtuil is helder bruin, uitgenomen aan den +hals en aan de buik, die wit zyn, met eenige gryze vlakken daar onder +gemengd. De Negers, die zeer bygeloovig zyn, stellen algemeen, dat +de tegenwoordigheid van den Nachtuil een teeken van den dood is. Dit +vooroordeel is echter verschoonlyk, om dat deeze vogel vermaak vindt +met zig in een zieken-kamer optehouden; mogelyk wordt hy derwaarts +gelokt door het licht der lampen, welken men den geheelen nacht brandt, +of liever door de benaauwde lucht, die hem doet hoopen, aldaar eenigen +buit aan te treffen, + +Eene oude Indiane, aan welke JOANNA kennis hadt, haar te deezer tyd op +de Hoop een bezoek zynde komen geven, was ik door haare bekwaamheid en +zorge spoedig geneezen. Maar myn klein huisgezin bleef by aanhoudenheid +in zulk een ellendigen staat, dat ik besloot haar naar Paramaribo +te doen vertrekken, eer het te laat mogt zyn. Den 10den zond ik ook +myne kudde vee en gevogelte naar Fauconberg: ik hield echter twee +vette schapen, die ik liet slachten, en waar op, mitsgaders op wild +en visch, ik geduurende twee dagen vier-en-twintig der aanzienlykste +inwooners uit den omtrek deezer Rivier onthaalde. Myn waarde vriend, +JACQUES GOURLEY, gaf my, by deeze gelegenheid, wit brood, Spaanschen +wyn, en vruchten ten geschenke. + +Den 13den, gelastte ik aan het krygsvolk, het welk op Klarenbeek +geplaatst was, alwaar men voor de tweede maal een Hospitaal had +opgericht, de Rivier af te zakken; en dien zelfden avond kwamen zy +op de Hoop aan. + +Den 14den, kwam een Officier van 's Compagnies krygsvolk my in het +bevel aan de Rivier aflossen; en van dit oogenblik begonnen zyne +soldaten den dienst waar te nemen. + +Des avonds van dien zelfden dag, nam ik afscheid van de nabestaanden +van JOANNA, die op de Plantagie Fauconberg woonden. Deeze goede lieden +omringden my, en betuigden my hun innerlyk leedwezen over myn vertrek; +en met de traanen in de oogen, baden zy den Hemel my te beschermen, +en my eene voorspoedige reize te schenken. + +Den 15den, verlieten wy eindelyk den wachtpost van de Hoop. Myne +soldaten gingen des morgens ten tien uuren aan boord van de vaartuigen; +op den middag deed ik een pistool-schoot, om het anker te doen ligten; +wy zakten vervolgens de Commewyne af, om op de rheede van Paramaribo +te komen, en ons van daar naar Europa in te schepen. + + + +ZES-EN-TWINTIGSTE HOOFTSTUK. + +Inscheeping van het krygsvolk.--De Zurzaca, en Sabatille.--De +Papaija, en de Gember.--Het krygsvolk gelast om te +ontschepen.--Muiterye.--Onbetamelyk gedrag van een Capitain der +Oucas-Negers.--Een groot aantal zieken naar Europa gezonden.--Nieuwe +byzonderheden betrekkelyk de Negers. + +Des avonds van den dag van ons vertrek lieten wy het anker vallen by +de Plantagie Berkshoven, toebehoorende aan dien zelfden heer GOURLEY, +van wien ik op het einde van het voorige Hooftstuk gesproken heb, en +by wien ik den nacht doorbragt. Des anderen daags morgens vervolgden +wy onze reize, en ik nam afscheid van den heer PALMER. Ik bragt den +avond en den nacht van den 17den met den Capiten MACNEYL door; en den +18den, liet onze kleine vloot, bestaande uit myne vaartuigen, en de +genen, die van Maagdenberg en de Cottica kwamen, het anker vallen op +de rheede van Paramaribo, alwaar het krygsvolk, het welk onder myn +bevel stond, oogenblikkelyk aan boord ging van de Transport-schepen, +die ons aldaar reeds wagtten. + +Zoo dra zy aan boord waren, ging ik aan wal, om 'er aan den Colonel +FOURGEOUD bericht van te geven. Vervolgens ging ik JOANNA en myn zoon +zien, welken ik, tot myne groote blydschap, volmaakt hersteld vond. + +Des anderen daags keerde ik naar het schip te rug, om alles tot onze +reize gereed te maken. + +Den 20sten, hield ik het middagmaal by den Colonel FOURGEOUD, op +wiens tafel ik tot myne verwondering zag opdisschen twee visschen, +van welken ik nog niets gezegd heb. De één word hier Haddok genoemd, +en gelykt veel naar onze wyting, schoon een weinig grooter en +witter van kleur. De andere draagt den naam van Separy, en gelykt +naar de aschkleurige roch. Op het nageregt zag ik een vrucht, die in +Surinamen den naam van Zurzaka draagt. Het is dezelfde, zoo ik meen, +die wy in Engeland noemen Soursap. Dezelve groeit aan een boom van +middelmatige grootte, waar van de schors grys is, en de bladeren gelyk +zyn aan die van den oranje-boom, maar aan paaren gerangschikt. De +vrucht is van eene spits toeloopende gedaante, en zwaarder, dan de +grootste peer: over het geheel heeft dezelve punten, maar die niet +steeken. Derzelver vleesch, het welk eene zeer harde schil rondom +zig heeft, is van eene mergachtige zelfstandigheid, zoo wit als +melk, van een zeer zoeten smaak met een aangenaam zuur vermengd, en +zaad-korrels in zig bevattende, even als een groote appel. Men vindt +ook een ander zoort van Zurzaka, [28] naar hop gelykende, maar die +van geen gebruik is. Op het zelfde nageregt, hadden wy ook nog eene +vrucht, Sabatille genaamd, welke aan een zeer zwaaren boom groeit, +waar van de bladeren gelyk zyn aan die van den Laurier-boom. Deeze +vrucht heeft de gedaante van eene zeer ronde persik; zy is van eene +bruine kleur, en met een zeer zacht dons overdekt. Men zoude derzelver +vleeschachtig gedeelte aanzien voor eene marmelade vol zaadkorrels; +maar het is zoo zoet en laf, dat veelen het niet eeten kunnen. + +Den 21sten, ontfingen wy onze soldye, maar in papieren geld, waar +op wy een zeer merkelyk verlies leden. Ik ging oogenblikkelyk aan +Mevrouw GODEFROY een bezoek geven; ik stelde haar al het geld ter +hand, het welk ik in myn zak had, en niet meer dan veertig ponden +sterling bedroeg. Deeze uitmuntende vrouw drong by my op nieuw, maar +vrugteloos aan, dat ik mynen zoon en zyne moeder naar Europa zoude +mede nemen. JOANNA was onverzettelyk. Zy bleef 'er by van niet te +willen vertrekken, voor dat haare losprys volkomen was afbetaald. Wy +hielden ons dus, als wilden wy ons lot met eene volmaakte onderwerping +dragen; maar het geen wy 'er in ons eigen hart van ondervonden, +laat zig gemakkelyker begrypen, dan beschryven. + +Onze vaandels wierden, den 23sten, in groote plechtigheid aan boord +gebracht. Het Fort Zelandia echter bewees aan dezelven geene de minste +eer; men deedt geen enkelen kanon-schoot, en zelfs wierd 'er op de +vestingwerken geen vlag opgeheist, het geen den Colonel FOURGEOUD +een onëindigen spyt deedt. Hy moest het echter alleenlyk wyten +aan zyne eigene achteloosheid; want hy had aan den Gouverneur geen +behoorlyk bericht van zyn vertrek gegeven. Al het krygstuig en verdere +goederen wierden ook ingescheept; en een Colonist, VAN HEYST genaamd, +deedt, op zyne eigene kosten, drie honderd flessen wyn, vruchten, +en onderscheidene eetbaare waaren, onder de soldaten uitdeelen. + +Ik heb te meermalen van de gastvryheid en edelmoedigheid van de +inwooners deezer Volkplanting gesproken. Ik ondervond 'er in dit +oogenblik de blyken van, daar ik van myne talryke vrienden, versche en +ingelegde vruchten tot mynen overtocht ontfing. Onder de laatstgemelden +vond ik Papaijes, zynde de vruchten van den Papaijen-boom, het wyfje +namelyk, want het mannetje brengt geene vruchten voort, Deeze boom +groeit op tot de hoogte van byna twintig voeten. Zyne stam loopt +recht, is vol merg, en door een gryzen schors omgeven; zyne bladeren +maken aan den top een zoort van kroon; zy zyn uittermaten breed, +getand, en bedragen slechts een getal van veertien of zestien. De +vrucht groeit dicht by den top, en de bloem geeft eene aangenaame +geur van zig. De Papaije, tot haare volwassenheid gekomen zynde, +heeft de grootte en gedaante van een water-meloen; maar haar vleesch +is harder en vaster, en in het begin groen zynde, word zy naderhand +geel. Het binnenste gedeelte van dit vleesch is sponsachtig, zoet, +en onëindig vol met korrels. Men snydt deeze vrucht in verscheiden +stukken, wanneer zy volkomen ryp is; dan laat men ze koken, en zy +heeft de zelfde smaak als Engelsche raapen; maar men bedient 'er +zig voornamelyk van, om ze in suiker in te leggen, wanneer ze nog +jong is, te gelyk met haare bloemen, die zeer geurig en zeer gezond +zyn. Men had my ook ingelegde Gember gezonden; deeze is de wortel van +een zoort van riet, het welk nooit hooger groeit, dan twee voeten, +en waar van de bladen lang, smal en puntig zyn. Deeze wortels zyn +knobbelachtig, plat gemaakt, klein, en van verschillende gedaanten, +zeer veel gelykende naar aardäppelen, en ten naasten by van dezelfde +kleur van binnen, maar vezelachtig, veel zuur in zig bevattende, +en van een speceryächtigen en zeer heeten smaak. Men weet, dat deeze +wortel niet alleen eene goede ingelegde fruit verschaft, maar ook in +verscheiden gevallen een uitmuntend geneesmiddel. + +Den 24sten July, toen wy zeilree lagen, gingen wy eindelyk gezamenlyk +zyne Excellentie, den Gouverneur der Volkplanting, begroeten, die +ons met de grootste beleefdheid ontfangende, aan onzen Oversten +te kennen gaf, dat, indien hy dit oogenblik had afgewagt, om zyne +vaandels aan boord te zenden, hy hun zekerlyk de eere bewezen zoude +hebben, die hy hun ontegenspreekelyk verschuldigd was. Toen wy in +het hoofdquartier waren te rug gekomen, zondt hy de gezamentlyke +Officiers der Compagnie mede plechtig derwaarts; om ons eene gelukkige +reize te wenschen. In alles wat plechtige wellevendheid betrof, was +de Gouverneur ontwyffelbaar onzen Colonel ver voor uit; en ik had +byna een hevigen twist met hem gehad, om dat hy aan zommigen zyner +gunstelingen iets in het oor had gefluisterd. De Officiers vervoegden +zig toen by de soldaten, die zedert den 18den waren ingescheept, en +het deerniswaardig overschot deezer fraaie Zee-krygsbende bevondt +zig nu eindelyk op een schip, het welk gereed lag, om des anderen +daags naar Europa te stevenen. De vergenoegdheid blonk op aller +aangezichten, één alleen uitgezonderd; en niets konde evenaaren aan +de opgetogenheid van algemeene vreugde, toen men den volgenden morgen +bevel gaf, om het anker te ligten, en in zee te steken. + +Maar het lot had beschooren, dat de levendigste en meest gegronde hoop +nog eenmaal vervallen zoude. Op het zelfde oogenblik van het vertrek, +kwam een Schip de Rivier opzeilen. Het zelve bragt brieven mede, waar +by onze krygsbende gelast wierd, zig weder in de bosschen te begeven, +en in de Volkplanting te blyven, tot dat zy door nieuw krygsvolk, het +welk men tot dat einde uit Holland zenden zoude, wierd afgelost. Men +las vervolgens aan de soldaten, die op het dek van elk schip geschaard +stonden, de oprechte dankbetuigingen voor van zyne Doorluchtige +Hoogheid den Prins van Orange, voor den moed en standvastigheid, waar +mede zy de grootste vermoeijenissen en schroomelykste gevaaren hadden +doorgestaan. Maar dewyl hier op volgde het bevel om te ontschepen, +en dien afgryzelyken dienst voort te zetten, bemerkte ik nimmer +zoo veel neerslagtigheid, zoo veel misnoegen en wanhoop; terwyl ik, +die tot op dit oogenblik een volmaakt ellendeling was geweest, op +myn beurt de eenige was, wien de droefheid niet had ter nedergeslagen. + +In het midden van dit droevig toneel, gelastte men een driewerf Hoezée, +het geen de soldaten van één der schepen volstrekt weigerden. De +Colonel SEYBOURG en ik (by ongeluk) kregen bevel, om hen daar +toe te noodzaken. Deeze Officier, voor zoo veel hem betrof, deedt +zulks met den stok in de hoogte, en het pistool in de hand. Zynen +gramstoorigen en oploopenden inborst kennende, was ik thans voor +de gevolgen hoogst beducht. Ik sprong oogenblikkelyk in de sloep, +die op zyde van één der schepen lag; aldaar sprak ik de genen aan, +die op het dek met het hoofd gebogen stonden, en ik beloofde twintig +glazen brandewyn voor al het volk, indien zy dit droevig geroep wilden +aanheffen. Vervolgens op het schip geklommen zynde, gaf ik aan den +Colonel SEYBOURG bericht, dat alle de soldaten thans bereid waren +aan zyne bevelen te gehoorzamen. Wy gingen dus weder in de sloep, en +by ons heengaan, hadden wy het genoegen het driemaal herhaald geroep +van Hoezée te ontfangen, het welk door de matroozen van goeder harten +gedaan wierd, waar by zig eenige zee-soldaten voegden, maar op zulk +een neêrslagtigen toon, dat het my onmogelyk is, zulks te beschryven. + +De goedhartigheid van den Prins van Orange bleek echter op eene +doorslaande manier by deeze gelegenheid, want hy gelastte, dat het geen +deezen en geenen van het volk aan Artsen en Heelmeesters verschuldigd +waren, uit de kas betaald zoude worden. Van hoe weinig aanbelang dit +ook scheen, was dit geene kleinigheid voor verscheiden Officiers, en +betoonde in zyne Doorluchtige Hoogheid eene oplettendheid, die men by +de Vorsten niet altyd aantreft. Zy wisten bovendien allen, hoe veel +deel hy in het leed van zyne soldaten nam; maar hy konde hen daar van +niet bevryden, zonder het algemeen belang in de waagschaal te stellen. + +Zoo al dit tegen-bevel ons volk met droefheid aandeedt, het gaf aan de +meeste Colonisten een groot vermaak. De voornaamste derzelven hadden, +eenige dagen te vooren, een verzoek-schrift aan den Colonel FOURGEOUD +geteekend en aangeboden, waar by zy hem verzogten, "nog eenigen tyd +met zyn volk te blyven, en het geen hy zoo roemryk begonnen had, +te volvoeren, door by aanhoudenheid de muitelingen te ontrusten +en te verstrooijen, het welk hun eindelyk geheel zoude t'onder +brengen". Zekerlyk had onze krygsbende, gezamentlyk met het krygsvolk +der Sociëteit en de Jagers, het grootste gedeelte van de bezittingen +der muitelingen in de Volkplanting vernield, en hen genoodzaakt zoo +ver heen te vluchten, dat de strooperyen en het wegloopen der slaven +ongelyk veel zeldzaamer waren, dan by onze komst. Het was ongetwyffeld +beter van dit middel gebruik te maken, dan eenen schandelyken vrede +te sluiten, gelyk men met de Oucas- en Saraméca-Negers gedaan had, +en waarschynlyk ook zoude plaats gehad hebben, indien men ons niet +naar Guiana gezonden had. + +Ik kan niet nalaten, tot bewys van het onbeschaafd character der +laatstgemelden, een gesprek te verhalen, door my met één van hun +gehouden, terwyl ons volk, alvorens weder te veld te gaan, zig +te Paramaribo ophield. By den Capitain MACNEYL, die toen van zyne +Plantagie in de Stad te rug kwam, ten eeten zynde, kwam een Capitain +der Oucas-Negers, onze zoogenaamde bondgenooten, aan de vrouw van +'t huis om geld vragen. Hy was zoo verveelend, dat ik in het Engelsch +den raad gaf, "hem een glas wyn te geven, en hem weg te zenden". My +gehoord hebbende, stelde hy my voor buiten te komen, en zyn stok +met een zilvere knop oplichtende, vroeg hy my: "Of ik de heer van +'t huis was; en zoo niet, waar ik my dan mede bemoeide"? "Ik ben", +zeide hy, met eene donderende stem, "Capitain FORTUNE DAGO-SO; en +indien ik u in myn Land by de Oucas had, ik zoude den grond met uw +bloed bevochtigen". Ik antwoordde hem, myn sabel trekkende; "Dat myn +naam STEDMAN was, en dat, indien hy nog eenmaal zulke onbeschaamde +woorden dorst uitten, ik hem oogenblikkelyk een houw zou geven". Daar +op kraakte hy met zyne vingers, en verliet ons. Ik was over dit +voorval zeer te onvreden, en keurde zeer af, dat de Colonel FOURGEOUD +aan zulke roovers zoo veel achting betoonde. Des avonds, ter maaltyd +uitgaande, ontmoette ik den zelfden Neger, die eensklaps bleef staan, +en my zeide: "Massera, gy zyt een man, een braaf man; wildt gy eenig +geld aan Capitain FORTUNE geven"? Het op een barssen toon aan hem +geweigerd hebbende, kustte hy my de hand, en vertoonde my zyne tanden, +tot een blyk van verzoening, zoo hy my zeide; en hy beloofde my, om my +pistache-nooten ten geschenke te zenden, die echter nooit gekomen zyn. + +Schoon ons verblyf in Surinamen eenigen tyd verlengd wierd, konde +onze dienst aldaar aan de Volkplanting van weinig nut meer zyn. Ons +getal was byna tot niet versmolten, en hoe zwak het ook was, +toen wy op nieuw ontscheepten, deedt men, op den 1sten Augustus, +nog negen Officiers, en meer dan één honderd zestig ongeneeslyke of +zieke soldaten, naar Holland vertrekken. Ik had toen de koorts, en +de Colonel gaf my dienvolgende verlof om mede scheep te gaan; maar +ik weigerde zulks, besloten hebbende, om, zoo mogelyk, het einde van +deezen tocht te zien. Ik maakte echter van deeze gelegenheid gebruik, +om eenige geschenken aan myne vrienden in Europa te zenden, bestaande +in twee fraaije Papegaaijen, in twee Aapen van een zeer merkwaardig +zoort, in eene voortreffelyke verzameling van fraaije Kapellen, +in drie kistjens met ingelegde fruiten en vleesch, welken ik aan +boord van het Schip Paramaribo deed brengen, en aan de zorge van den +Sergeant FOWLER aanbeval, die ongelukkiglyk één van de zieken was, +welken men naar Amsterdam zond. + +De Majoor MEDLAR, die door vermoeienis ten eenemaal was uitgeput, +vertrok toen ook naar Holland. Ik nam in zyne afwezigheid zynen post +waar, en ik wanhoopte niet, om zelf t'eeniger tyd onze krygsbende te +rug te brengen, indien het getal van onze Officiers dagelyks zoodanig +verminderde. Onder de geenen, die overbleven, werden 'er egter twee +gevonden, die moeds genoeg hadden een huwelyk te wagen, en ieder met +eene Creoolsche weduwe trouwden. + +Toen rust en stilte genietende, bekwam ik weder genoegzaame kragten, +om my, den 10den, naar Mevrouw GODEFROY te begeven, aan wien ik myn +verlangen te kennen gaf, om ten minsten JOHNNY STEDMAN vry te maken, +en ik verzogt haar, dat zy, door zig voor de gewoone somme van drie +honderd ponden sterling by den Raad tot borge te stellen, verklaaren +wilde, dat hy nimmer tot last van de Volkplanting van Surinamen +komen zoude. Maar zy weigerde het my stellig, schoon zy geen gevaar +hoe genaamd te loopen had, en het een niets beduidende zaak was, +alleenlyk om aan het voorschrift van de wet te voldoen. Ik konde niet +nalaten daar over myne verwondering te betuigen, die nochtans ophield, +toen ik vernam, dat deeze vrouw die zelfde gunst aan haaren eigen +zoon geweigerd had. + +Ik kan van de slavernye niet spreken, zonder my eene schuld te +herinneren, welke ik aan den lezer nog niet heb afgedaan. Ik heb +reeds eenige byzonderheden opgegeven omtrent de manier, op welke +de slaven in dit Land verkogt en behandeld worden; maar ik gevoel, +dat ik nopens dit onderwerp niet uitgebreid genoeg geweest ben, en +ik verbeelde my voegzaam te zyn, dat ik alle de berichten, welken +ik omtrent de Negers bekomen heb, mede deele. Ik vleije my zaaken te +zullen vermelden, waar op men geene aandacht genoeg gevestigd heeft, +of die tot hier toe slechts onvolkomen zyn verhaald geworden. + +Ik begin met de kleur der Negers, en ik houde my verzekerd, zoo als +ik reeds te vooren heb opgemerkt, dat zy geheel en al moet worden +toegeschreven aan de brandende luchtstreek, waar in zy leven, en aan +derzelver verhitten dampkring door die regelmatige winden, die over +eindelooze zand-woestynen heen waaijen, alvorens zy tot eenig bewoond +land komen. De Indianen van America, die onder denzelfden graad van +breedte woonen, ontfangen deeze verkoelde winden in tegendeel door +den Atlantischen Oceaan, en hebben eene koper-kleur; de inwooners +van Abyssinië, die dezelven al mede ontfangen, na dat ze door de +Indische Zee gematigd zyn, hebben geheel en al eene olyf-kleur. Zoo +ook aan het noordelyk gedeelte van de groote Rivier van Senegal, +verandert de kleur der huid van zwart tot bruin onder de Mooren, +gelyk zy aan den zuidkant doet onder de Kaffers en Hottentotten: ik +ben zelfs van gevoelen, dat de wolachtige hoedanigheid van het hair +der Negers een uitwerkzel is van die zelfde oorzaak. Ik heb meer dan +eens de opperhuid der Negers zien ontleden; zy is doorschynend en +helder, maar tusschen dezelve en de waare huid, vindt men een dunne +plaat of blad, dat volmaakt zwart is, en door strenge geesselingen +of door het mes weggenomen zynde, eene kleur doet te voorschyn komen, +niet minder dan die van de huid van een Europeaan. + +Twee blanke Negers wierden in Surinamen, op de Plantagie Vossenberg, +geboren van ouders, die volmaakt zwart waren. De eerste van dezelven +was een meisjen, en wierd, in het jaar 1734, naar Parys gezonden; +de tweede was een jongen, en wierd geboren in 't jaar 1738. In 't +jaar 1794, heeft men in Engeland eene dergelyke vrouw gezien, genaamd +EMILIA LEWSAM, wier kinderen, schoon zy met een Europeaan getrouwd +was, allen Mulatten waren. De huid van diergelyke persoonen is zoo +wit niet als de onze; zy gelykt naar een kryt-kleur: zoodanig is ook +de kleur van hunne hairen. Hunne oogen zyn dikwils rood, [29] en zy +zien naauwlyks in de heldere zonneschyn. Zy zyn tot geenerhande zoort +van arbeid geschikt; en hunne verstandelyke vermogens beantwoorden +doorgaans, zoo men my gezegd heeft, aan de zwakheid van hun lichaam. + +De uiterlyke gedaante der Africaansche Negers is, van het hoofd tot +de voeten, verschillende van die der Europeanen, schoon naar myne +gedachten, en alle vooröordeel ter zyde gesteld, van geene mindere +hoedanigheid. Hunne uiterlyke trekken, hunne platte neus, hunne +dikke lippen, hunne bolle wangen, kunnen ons mismaakt schynen; en +echter onder hen geheel anders beschouwd worden. Wy zyn genoodzaakt +hunne zwarte en schitterende oogen, hunne witte reijen tanden +te bewonderen. Een der voordeelen van de lichaams gesteldheid der +Negers bestaat daar in, dat men onder hen nooit een kwynend en bleek +persoon ziet, gelyk men zoo dikwils in Europa ontmoet. De rimpels, en +andere gevolgen van den ouderdom, zyn by hen ook zoo zichtbaar niet, +schoon ik echter toestemme, dat wanneer een Neger ernstig ziek is, +zyne zwarte kleur eene aller onaangenaamste bleeke olyf-kleur bekoomt. + +De Negers zyn zekerlyk meer dan wy geschikt tot oeffeningen, tot +welken kracht van lichaam en knaphandigheid noodig is. Over het +algemeen wel gespierd en sterk van romp zynde, zyn hunne uiterlyke +ledematen fyner. Hunne borst is zeer schoon, maar zy hebben naauwe +heupen. Hunne dyen zyn dik en sterk; zoo ook hunne armen, boven den +elleboog; maar de gewrichten van hunne hand, en het onderste gedeelte +van hunne beenen zyn zeer langwerpig. Derzelver krom gebogene gedaante +moet men toeschryven aan de manier, op welke de moeder haar kind op +den rug draagt. Zy verwydert de beenen des kinds van elkander, zo dat +dezelve tegen haar midden drukken, het geen dit zoort van mismaaktheid +veröorzaakt, waar mede het kind niet geboren is: bovendien leert +zy aan het zelve het loopen niet, zy laat het in het zand en gras +kruipen, en het staat niet over einde, dan wanneer het 'er kracht en +lust toe heeft, het geen spoedig gebeurt. De houding der voeten wordt +echter door deeze gewoonte zeer verwaarloosd, maar door middel van +lichaams-oeffening en dagelyksche baden, verkrygt het kind die kragt +en vaardigheid, welken alle de Negers in den hoogsten graad bezitten. + +Zy hebben nog eene andere gewoonte, die, naar hunne gedachten, zeer +veel tot bevordering van hunne sterkte en gezondheid toebrengt. In de +twee eerste jaaren, dat de moeder haar kind zoogt, doet zy het zelve +dikwils eene groote meenigte water inzwelgen, waar na zy het twee malen +daags zeer sterk schudt: zy neemt het ook by een been of by een arm, +en wascht deszelfs huid in de Rivier af. De meisjens worden op dezelfde +wyze als de jongens opgevoed. Tot eenen zekeren ouderdom gekomen zynde, +behoeven zy voor de mannen niet onder te doen, dan in grootte; zommige +zelfs winnen het hun af, in het loopen, in het vechten met de vuist, +in het danssen, in het zwemmen, en in het klauteren tot boven in de +boomen. Op die wyze kan men, door eene geschikte opvoeding, een stam +van Amazonen vormen. + +Deeze sterk gespierde meisjens van de gezengde luchtstreek zyn +merkwaardig door haare vruchtbaarheid. Ik heb eene slavin gekend, +Esperanza genaamd, en tot de Plantagie van den heer DE GRAAF +behoorende, die in drie jaaren en in drie kramen negen kinderen had +ter weereld gebragt: de eerste keer vier; de tweede twee, en de derde +drie. De Negerinnen baaren haare kinderen zonder moeite, en, even +als de Indiaansche vrouwen, hernemen zy haare dagelyksche bezigheden +op den dag van haare bevalling zelven. Geduurende de eerste week, zyn +haare kinderen volstrekt als die van de Europeanen, uitgenomen echter, +dat men in de jongetjens eene zwartächtige vlak op zeker deel van het +lichaam ziet, waar na het in 't kort geheel en al van dezelfde kleur +wordt. De meisjens komen vroegtydig tot jaaren van huwbaarheid, maar +het is met haar, als met de vruchten van deeze luchtstreek, zy vallen +schielyk af. Verscheiden Negers bereiken nogtans eenen hoogen ouderdom: +ik heb 'er één of twee gezien, die meer dan honderd jaren oud waren; +en de Londonsche Kronyk van den 5den October 1780 maakt melding van +eene Negerin, LOUISA TRUXO genaamd, die toen te Cordua du Tucunna, +in Zuid-America, leefde, en honderd vyf-en-zeventig jaaren oud was. + +Vindt men in de sterf-lysten één enkelen Europeaan, die zulk een +hoogen ouderdom bereikt had? En deeze vrouw had waarschynlyk, even +als de andere slavinnen, haare jeugd in moeielyken arbeid doorgebragt. + +Ik heb in het gestel der Negers deeze byzonderheid steeds opgemerkt, +dat, daar zy geschikt zyn, om zwaaren arbeid in de heetste dagen van +den zomer te volvoeren, zy niet minder koude en vochtigheid verdragen +kunnen, beter dan een Europeaan, immers dan ik zelve op onze tochten +doen konde. Zy slapen den geheelen nacht, naakt in het vochtig gras +liggende, zonder dat 'er hunne gezondheid iets by lydt, terwyl ik +zeer gelukkig was, met des morgens by myne hangmat vuur te hebben, +en onze soldaten van huivering beefden, om dat zy 'er van verstoken +waren. Honger of dorst, pyn of ziekte, verdragen zy met zoo veel +lydzaamheid, als moed. + +Ik heb hier vooren meer dan twaalf stammen van Negers genoemd, welken +ik allen kenne door de verschillende teekenen, die de genen, welke tot +deeze of geene stam behooren, op hun lichaam maken.--By voorbeeld, +de Coromantyn-Negers, die de meest geachte zyn, hebben drie of vier +sneden op elke wang. + +De Loango-Negers, die het minst in aanzien zyn, onderscheiden zig, door +verhevene en vierkante beeldtenissen, naar dobbelsteenen gelykende, +op de armen, in de zyden, en op de dyen, te teekenen. Zy slypen ook +hunne voortanden puntsgewyze, het geen hen vervaarlyk maakt. Alle hunne +mannelyke kinderen zyn besneden, ten naasten by als die der Joden. + +Onder de spelingen der natuur, behoort men te stellen het maakzel van +een byzonder zoort van Negers, Accorys, of tweevingerige genaamd, die +onder de Negers van Saraméca, aan het bovenste gedeelte der Rivier +van dien naam, woonen. Zy, die dit volk uitmaken, zyn merkwaardig, +uit hoofde van hunne allermismaaktste voeten en handen; de eerste +hebben vier zeer lange toonen, en de andere alleenlyk twee vingeren, +maar die naar de schaaren van een kreeft gelyken, of liever het +voorkomen hebben, als of zy door eene branding of ander toeval, een +lidteeken bekomen hadden. Deeze mismaaktheid zoude, wanneer zy zig tot +een enkel persoon bepaalde, weinig verwondering baaren; maar het is +ontwyffelbaar een vreemd verschynsel, wanneer men deeze byzonderheid +in een geheel volk ontmoet. Ik heb twee van deeze Negers gezien, +maar op eenen te verren afstand, om ze te kunnen afteekenen. Ik +begeere my dus by deeze gelegenheid niet tot getuige op te werpen; +ik verhaale alleen, wat my bericht is. De afteekening van een man, +die voeten en handen van dit maakzel had, is aan de Maatschappy der +wetenschappen te Haarlem gezonden. Ik heb daarënboven in een oud +boek over de ontleed- en heel-kunde, aan my door den kundigen OWEN +CAMBRIDGE van Twickenham bezorgt, een bericht gelezen, waar uit het +my gegund zy het volgend uittrekzel op te geven. + +"In 't jaar 1629, na de zitting van St. Michiël, bragt men van de +plaats, alwaar de misdadigers ter dood gebragt worden, aan het +Geneeskundig Collegie, een lyk, tot het doen van ontleedkundige +vertooningen geschikt; en by toeval nam de bediende van het +Collegie het lyk van eenen schelm, die den zoon van den heer SCOT, +een heelmeester van goeden naam, in deeze stad, vermoord had. Zyn +aangezicht had nog een woest voorkomen behouden. Zyne hairen waren +zwart, gekruld, niet zeer lang, maar dik, en zwaar in één gevlochten: +zyn voorhoofd was niet hooger dan een duim. Hy had groote en vooruit +steekende wenkbrauwen, de oogen in hunne holte diep ingezonken, een +kromme neus, met een bult of dikte aan de punt, en een weinig in +de hoogte stekende. Eene zeer zwaare knevel bedekte zyne bovenste +lip, maar aan de kin had hy slechts eenige harde en zwarte hairen; +zyne onderste lip was drie maalen dikker dan gewoonlyk: zie daar +de gedaante van zyn aangezicht. Zyne grootste mismaaktheid echter, +die in de daad buitengewoon was, vertoonde zig aan zyne voeten, +die beiden gespleten waren, maar niet op dezelfde manier. De rechte +voet verdeelde zig in twee toonen, van vier tot vyf duimen lengte, +even als die van elk ander mensch, maar zoo groot, dat de helft van +dit gedeelte van den voet hem dragen konde; de nagels waren naar +evenredigheid. De linke voet was insgelyks in het midden gespleten, +maar deeze scheiding was ten hoogsten drie duimen lang. De helft +naar de binnen-zyde had de gedaante van een grooten toon met een +zeer zwaaren nagel, en gelykende naar die van dezelfde helft, aan +den rechten voet; de buitenste helft bestond uit twee andere toonen, +die zeer digt tegen elkander stonden. Ik heb gepast geöordeeld het +gedrochtelyk maaksel van dit mensch te beschryven, na eene naauwkeurige +beschouwing, in tegenwoordigheid van meer dan duizend lieden gedaan". + +Ik weet weinig van de verschillende spraken der Africaansche Negers; +echter zal ik eenige spreekwoorden van de Coromantyn-Negers, +opteekenen, welken myn Neger QUACO, tot deeze stam behoorende, +my heeft opgegeven: ik moet tevens aanmerken, dat de Negers hunne +woorden zeer schielyk uitspreken, dezelven als uit de keel halende, het +geen zig niet gemakkelyk op het papier laat beduiden. Zie hier deeze +spreekwyzen met derzelver vertaaling: "Co fa ansyo, na baramon-bra: +gaat naar de Rivier, en haal my water".--"My yery, nacomeda my: +vrouw, ik heb honger".--Dit zy genoeg met opzigt tot de taal der +Coromantyn-Negers, zoo als men die op de kust van Guinée spreekt. + +De taal der Negers in de Volkplanting van Surinamen verstaa ik +volkomen, want het is een zamenstelzel van 't Hollandsch, Fransch, +Spaansch, Portugeesch, en vooral van het Engelsch, het welk 'er de +grondslag van is, en waar van zy veel houden. Ik heb reeds gezegd, +dat de eerste Europeanen, die deeze Volkplanting bezaten, luiden van +onze natie waren; van daar koomt het waarschynlyk, dat de Negers zulk +een byzonderen lust tot hunne taal hebben. In deeze gemengde taal, +waar van ik reeds eene gedrukte spraakkunst gezien heb, eindigen de +woorden doorgaans met een klinkletter, even als in de Italiaansche en +Indiaansche taalen. Zy is zoo aangenaam, zoo welluidend, en zoo zacht, +dat de Surinaamsche inwooners van den eersten smaak 'er zig meestäl van +bedienen. Men kan over den aart der uitdrukkingen oordeelen door de +volgende voorbeelden:--"Goed eeten, wordt uitgedrukt door de woorden +swyty-mousso.--Buskruid: man sanny.--Ik zal u met al myn hart, en +zoo lang ik leef, beminnen: my saloby you, lango alla my hatty, so +langa me lyby.--Een aangenaam verhaal: ananassy tory.--Ik ben zeer +droefgeestig: me hatty brun.--Leef lang, zoo lang, dat uwe hairen +wit worden als catoen: leby langa, tay-tay, ta-y you wyry tam wity +liky caton.--Klein: pyky.--zeer klein: pykinini.--Vaarwel! ik sterf, +ik ga tot mynen God: adiossoo, cerroboay, my de go dede, me de go +na my gado". Men kan in deeze taal verscheiden woorden van bedorven +Engelsch opmerken, welker gebruik men in de hoofdstad begint agter te +laten, maar die altyd op de afgelegene Plantagiën gebruikt worden: +by voorbeeld, ik heb eene oude Negerin van de Plantagie Goed-Accord +aan de Cottica hooren zeggen: "We lobee fo lebee togeddere", om daar +mede te kennen te geven, wy houden veel van met elkander te leven; +en om dit zelfde denkbeeld te Paramaribo uit te drukken, zeide men, +"way louko fortanna marandera". + +Het gezang der Negers is, zoo als dat der vogelen, welluidend, maar +zonder maat. Dikwils voeren zy een zoort van gezang op de volgende wyze +uit: één van hun geeft eerst een spreuk op, vervolgens zingt hy die, +en alle de anderen herhalen zulks gezamentlyk; dit afgeloopen zynde, +geeft men eene andere op, zingt en herhaalt die op dezelfde wyze. + +Op die manier zingen de roeijers der vaartuigen, en zy houden 'er +vooral veel van zulks by maaneschyn te doen. Dit gezang onder hun +roeijen moedigt hun aan, en men hoort het op een vry verren afstand. + +Het is bewezen, dat de Negers, wanneer zy eene goede opvoeding +ontfangen hebben, voor eene groote kieschheid van het gehoor vatbaar +zyn, en zig op de dichtkunst kunnen toeleggen. Onder de genen, die +in dit zoort van letteroeffeningen uitmuntten, behoort men vooral +te tellen PHILLIS WHEATLYE, een slaaf te Boston, in Nieuw-Engeland, +die de Latynsche taal leerde, en agt-en-dertig dichtstukken over +verschillende onderwerpen zamenstelde, die zeer cierlyk zyn, en in +'t jaar 1773. in 't licht kwamen. + +De sentimenteele brieven van Ignace Sancho, een Neger in dienst van den +Hertog van Montagu, zyn zeer bekend, en zouden de pen van een Europeaan +niet ontcieren. Wat de gave van het geheugen en van rekenen betreft, +om te bewyzen, dat de Negers dezelve in den hoogsten graad bezitten, +zal ik hier een brief bybrengen, door Dr. RUSH uit Philadelphia aan +één van zyne vrienden te Manchester gezonden. + +"Met eenige inwooners van deeze stad reizende, en Maryland +doorkruissende, zegt de Doctor, hoorden wy spreken van de +wonderbaarlyke gevatheid in de rekenkunst, waar mede een Neger, THOMAS +FULLER genaamd, begaafd was; en wy lieten hem by ons komen. Iemand +van het gezelschap vroeg hem, hoe veele maanden, weken en dagen een +man van zeventig jaaren oud geleefd had? Hy beantwoordde de vraag in +anderhalve minuut. Die hem de vraag had voorgesteld, nam de pen op, +maakte de berekening, en zeide hem, dat hy zig zekerlyk vergist had, +en dat het door hem opgegeven getal te hoog was. Neen, Massera, +antwoordde de Neger hem wederom, dit koomt, dat gy vergeten hebt de +schrikkel-jaaren te berekenen. Wanneer de Americaan vervolgens de +minuten berekende, welke in deeze getallen begrepen waren, kwam zulks +juist uit met het getal van FULLER. Die zelfde Neger vermeenigvuldigde, +by eene andere gelegenheid, uit zyn hoofd, negen cyffergetallen met +negen andere". Ik heb 'er één gekend, die den Alcoran van buiten +kende. Welk een vermogen in menschen, die noch lezen, noch schryven +geleerd hebben! Alle deeze verhaalen zyn met dit al volkomen echt. + +By het geen ik omtrent de Godsdienstige gevoelens der Negers heb +bygebragt, kan ik nog voegen, dat zy het aanzyn van een God vastelyk +gelooven: in wiens goedheid zy hun vertrouwen stellen, wiens magt +zy aanbidden, en wien zy een gedeelte van alle hunne levensmiddelen +opofferen. Zy vreezen den dood niet. Aan de Rivieren Gambie en +Senegal zyn zy byna allen van den Mahomedaanschen Godsdienst. Maar +de Godsdienstige leere en plechtigheden der Africanen verschillen +over het algemeen, even als de bygeloovige en tallooze gebruiken van +alle de wilden, en zelfs van te veel Europeanen. Opgemerkt hebbende, +dat zy gewoon waren aan den wilden Catoen-boom offerhanden te doen, +[30] vroeg ik aan een ouden Neger, waarom men aan denzelven deeze +eer bewees. "Massera, zeide hy my, zie hier de reden. Dewyl wy +geen tempel hebben, om onzen Godsdienst in te oeffenen, en deeze +boom de grootste en schoonste is, die op de kust van Guinée groeit, +verzamelen zig onze landslieden onder zyne takken, die hen voor de +hitte der zon en voor den regen beveiligen, om aldaar onzen Gadoman, +of Priester te hooren prediken. Wy hebben voor dien boom zulk een +eerbied, dat men dien nooit om ver hakt, om welke reden het ook zy". + +'Er is geen volk, het welk meer bygeloovigheid heeft, dan +de Negers. Hunne Locomen, of zoogenaamde Propheten, vinden 'er +hun belang by, met dezelve aan te zetten. Zy verkoopen hun, gelyk +ik reeds gezegd heb, hunne obias, of tooverbanden, en trekken 'er +groot voordeel van. De Negers hebben ook een zoort van Sybillen, die +Godspraken uitgeven. Deeze statige vrouwen danssen in het rond te +midden van een talryk gezelschap, en met eene groote vlugheid, tot +dat haar het schuim op den mond staat, en dat zy in stuiptrekkingen +vervallen. Al wat zy in deezen aanval gelasten, moet door de omstaande +meenigte heiliglyk worden naargekomen. Deeze magt maakt haar zeer +gevaarlyk; want dikwils gelasten zy aan de slaven, om hunne meesters +te vermoorden, of van de Plantagiën weg te loopen, en in de bosschen +de wyk te nemen. Deeze toneelen van bygeloovigheid zyn derhalven, in +de Surinaamsche Volkplanting, onder bedreiging van zwaare straffen, +by de wetten verboden. Met dit al grypen zy op afgelegene plaatsen +dikwils stand. Zy zyn onder de Oucas- en Saraméca-Negers zeer +gemeen, en de Capitains FREDERIK en VAN GUERICK hebben my verzekerd +dezelven te hebben zien uitoeffenen. Men noemt ze hier wynty-play, +of Syrenen-danssen, en zy hebben van onheuchelyke tyden plaats +gehad. Men weet, dat de oude Schryvers van zoortgelyke dwaasheden +dikwils melding maken. + +Maar het vreemdste is, dat deeze Sybillen, door de klank van haare +stem, den Ammodite- of Papaw-slang [31] weten aan te lokken, en hem +uit den boom te doen vallen. De Negers dooden hem niet, noch brengen +hem immer eene wonde toe; zy beschouwen hem integendeel als hunnen +beschermer en vriend, en zy achten zig zeer gelukkig, wanneer hy +in hunne hutten koomt. Wanneer eene Sybille der Negers deezen slang +bezworen heeft, of hem uit den boom naar beneden doet komen, ziet men +doorgaans, dat dit dier zig om den arm, de borst, en den hals van deeze +vrouw slingert, als of hy in het hooren van haare stem behagen schepte, +en te gelyker tyd vleit en streelt zy hem met de hand. De heilige +Schryvers spreken, op verscheiden plaatsen, van het vermogen, om de +slangen en adders te betooveren, het welk ik hier alleenlyk bybrenge, +om de oudheid van dit gebruik te bewyzen; en het is bekend, dat de +Oost-Indische volken de meest vergiftige slangen door het geluid van +eene fluit, die hen uit hunne schuilhoeken doet te voorschyn komen, +uit de huizen weten te jagen. Het is nog maar weinige jaaren geleden, +dat eene Italiaansche vrouw te London drie makke en gemeenzame +slangen vertoonde, die zig ook om haare armen en hals slingerden; +zy waren vier of vyf voeten lang, maar hadden geen vergif in zig. + +Ik moet nog een ander bewys van de bygeloovigheid der Negers +aanhalen. In elk huisgezin is een verbod, het welk van vader tot zoon +overgaat, om het vleesch van het een of ander dier, het zy vogel, +viervoetig dier, of visch, niet te eeten; het geen op die wyze verboden +is, noemen zy treff, en zy proeven 'er nooit van. + +Hoe belachelyk ook zommige van deeze plechtigheden mogen voorkomen, zy +zyn hoogst noodzakelyk, om de Negers in onderwerping te houden. Deeze +ongeletterde menschen verschillen daar in van de Europeanen, dat +zy vast zyn in hun geloof, hoedanig het zelve ook zyn moge, en dat +geene twyffelingen hen daar van immer te rug houden. Ik wil echter +daar uit niet beslissen, of zy erger of beter zyn. + +De Negers zyn omtrent elkanderen zoo welwillend, dat men hun +niet behoeft te zeggen:--"Bemint uwen naasten als u zelven.". De +armste, onder hen, al heeft hy maar één ey, zal het met allen, die +'er tegenwoordig zyn, verdeelen. Het zelfde zal hy doen met het +kleinste glaasjen rhum; maar vooraf zal hy eenige droppels op den +grond sprengen, by wyze van wyn-plenging. + +Zoo al de wilde volken doorgaans veel edelmoedigheid en goede +trouw bezitten, zy hebben ook hunne gebreken, waar onder eene groote +wraakzucht gevonden wordt. De grootte van deeze hartstocht in de Negers +staat gelyk met die van hunne gevoelens van dankbaarheid; en ik kenne +'er geen één, die aan een ander de hem aangedaane belediging vergeven +heeft. Men kan van hun zeggen, dat hunne vriendschap zoo teederhartig, +als hunne haat onverzoenlyk is. Even als alle barbaarsche volken, +geven zy zig aan verschrikkelyke wreedheden over. + +In den laatsten opstand, die in de Volkplanting de Berbices is +voorgevallen, ging hunne woede zoo ver, dat zy de vrouwen hunner +meesters, schoon zwanger zynd, en in tegenwoordigheid van hunne +echtgenooten vermoordden. [32] De Accawaws-Negers zyn niet minder dan +zy op de konst, om door vergif om te brengen, afgericht. Zy verbergen +het vergif onder hunne nagels, en door slechts den vinger in een glas +met water te steken, veroorzaken zy eenen langzamen, maar zekeren +dood. [33] Geheele huisgezinnen, en zelfs alle de inwooners van eene +Plantagie, hebben de gevolgen van hunne wraakzucht ondervonden. Dit +ging eindelyk zoo hoog, dat zy tachtig slaven, derzelver ouders en +vrienden, deeden omkomen, om hunne meesters van dit gewichtig gedeelte +van hunnen eigendom te berooven. Deeze monsters dragen den naam van +wissy-men, het welk misschien koomt van het woord wise (wys); en door +dit helsch middel helpen zy een groot aantal slachtöffers van kant, +langen tyd voor dat zy ontdekt worden. + +De barbaarsche volken, schoon van de voordeelen der opvoeding beroofd, +hebben nochtans verwarde denkbeelden van eigendom: dus moet men zig +niet verwonderen, dat slaven, die in hun persoon de duidelykste +schending van alle recht ondervinden, aangezet worden, om zig +deswegens schadeloos-stelling te bezorgen. Die van de Plantagiën +zyn al te zeer aan dieverye overgegeven, en plunderen alles, wat +onder hun bereik koomt, wanneer zy hope hebben, om het straffeloos +te kunnen doen. Men kan ook aan hunne onmatigheid, vooral aan die in +den drank, geene palen stellen. Ik heb eene jonge Negerin een kom, +waar in ik twee flessen wyn geschonken had, achter een zien uitdrinken. + +Van de Negers van den stam van Gango, wordt gezegd, dat zy uit een +geest van wraakzucht, even als de Caraïben, menschen-eeters zyn. Na +het innemen van Boucou, vondt men, in de huizen der muitelingen van +deezen stam, potten vol met menschen-vleesch, die nog op het vuur +stonden. De nieuwsgierigheid drong een Officier, om deeze afschuwelyke +kost te proeven, en hy verklaarde, dat dusdanig vleesch niet minder +was, dan ossen- of varkens-vleesch. + +De heer WANGILLS, een Americaan, die in het binnenste van Africa +zeer diep is doorgedrongen, heeft my naderhand verzekerd, dat hy +in eene stad of gehucht van dit Land gekomen was, alwaar armen, +dyen en beenen van menschelyke schepsels zoo openbaar te koop lagen, +als het vleesch by onze vleeshouwers ligt. JOHN KEENE, Capitain in +dienst van de Compagnie van Sierra-Leona, heeft my stellig gezegd, +dat hy zig met zyn schip op de Africaansche kust bevindende, om hout, +yzer en goud-poeder in te nemen, de Capitain van het schip Nassau, +genaamd DUNNINGEN, met alle zyne manschappen vermoord wierd. Hunne +lyken wierden vervolgens in stukken gehakt, ingezouten en opgegeten +door de Negers van den grooten Drevin, omtrent dertig mylen ten +noorden van de Rivier van St. Andreas. Deeze zelfde menschen-eeters +namen toen al het koper van het schip weg, en staken vervolgens het +schip zelve in brand. + +Na de gebreken van het character der Negers te hebben aangewezen, +is het billyk, dat ik ook hunne goede hoedanigheden en deugden schetse. + +Ik heb reeds van hun vernuft en dankbaarheid gesproken; de +laatstgemelde gaat zoo verre, dat zy zig voor de genen, die hun +eenige byzondere weldaad bewezen hebben, aan doods-gevaaren zouden +bloot stellen. Niets overtreft de genegenheid, dien zy voor hunnen +meester hebben, wanneer deeze hen met goedheid behandelt; waar +uit blykt, dat hunne genegenheid even sterk is, als hunne haat. De +Negers zyn over 't algemeen gevoelig, maar vooral de Coromantyn- en +Nago-Negers. Zy zyn vatbaar voor liefde; en de jaloersheid brengt +in hun hart de vreesselykste gevolgen voort. Hunne ingetogenheid +verdient hier genoemd te worden; want geduurende verscheiden jaren, +dat ik onder hen verkeerd heb, herinner ik my niet 'er ooit één in 't +openbaar eene vrouw te hebben zien kussen. De Negerinnen hebben eene +ongemeene liefde voor hunne kinderen. Geduurende de twee jaaren, dat +zy dezelven zoogen, houden zy geene gemeenschap met hunne mannen. Zy +zouden het zig zelven verwyten als eene onnatuurlyke zaak, tot nadeel +haarer zuigelingen strekkende. De zindelykheid der Negers is zeer +opmerkelyk. Zy baden zig ten minsten drie maalen daags. Die van de +stam van Congo in 't byzonder zyn zulke liefhebbers van het water, +dat men hen, met eenig recht, halfslachtige dieren zoude kunnen noemen. + +De Negers zyn moedig en geduldig in tegenspoed. Zy trotseeren de +pynigingen en den dood met eene onverschrokkenheid, die zonder +weêrgaa is. Hun gedrag in de neteligste omstandigheden gelykt naar +heldenmoed. Zy laten geene klachte hooren, zy loosen geen zucht, +men hoort van hun geen gekerm, zelfs wanneer zy in 't midden der +vlammen hun leven laten. Ik heb nimmer een enkelen gezien, die, om +welke reden het ook wezen mogt, tranen storte; en echter bidden zy +met den sterksten aandrang om genade, wanneer men hen veröordeelt, om +gegeesseld te worden voor misdryven, welken zy erkennen; maar indien zy +vermeenen de kastyding niet verdiend te hebben, maken zy zig zelf byna +oogenblikkelyk van kant. Die van den stam der Coromantyn-Negers, geven +zig voornamelyk aan deeze daad van wanhoop over. Het gebeurt dikwils, +dat zy, by de uitvoering der straf, hun hoofd agter over gooijen, om +hunne tong in te slikken, hetgeen hen oogenblikkelyk doet versmooren; +en zy vallen dood voor de voeten hunner meesters neder. Maar wanneer +hun geweten hun overtuigt, dat hunne straf rechtvaardig is, zyn zy +gedwee, en onderwerpen zig met gelatenheid aan hun lot. Men heeft +zedert kort in Surinamen het zeer menschelyk middel uitgevonden, +om te beletten, dat zy zig zelven niet versmooren, gelyk ik zoo +even verhaalde, door hun een aangestoken stroo-fakkel voor den mond +te houden, waar door het dubbeld oogmerk bereikt wordt, om hun het +gezicht te blakeren, en hunnen aandacht van een dergelyk ontwerp af +te trekken. Zommigen nemen hun toevlucht tot een ander middel: zy +eeten aarde; het geen hunne maag belet derzelver gewoone werkingen te +doen, en zy eindigen dus hun leven zonder pyn, maar kwynende zomtyds +meer dan een jaar in eenen staat van ongemeene zwakheid. De wetten +hebben tegen deeze aard-eeters de gestrengste kastydingen vrugteloos +vastgesteld, want men ontdekt hen zeldzaam, wanneer zy deeze misdaad +aan zig zelven begaan. + +Na deeze algemeene aanmerking omtrent de natuurlyke en zedelyke +vermogens der Negers, zal ik hen thans beschouwen in den staat van +slavernye, en aan de yzere roede van eene verschrikkelyke dwingelandye +onderworpen. Vervolgens van dit afgryzelyk toneel afstappende, +zal ik aantoonen, wat zy zyn onder rechtvaardige, menschlievende en +gevoelige meesters. + +Men herinnert zig ongetwyffeld, het geen ik van hun gezegd heb, wanneer +zy van de kust van Guinée aankomen, en in welken zwakken en elendigen +staat zy zig dan bevinden. Ik heb ook doen opmerken, dat zy spoedig +hunne lyvigheid weder bekomen, en dat men hun aan de zorge van eenen +ouden slaaf toevertrouwt, die hun de taal der Volkplanting leert. Zoo +verre gevorderd zynde, zendt men hen naar het land om te werken, waar +aan zy zig met genoegen onderwerpen, schoon ik eenige voorbeelden +van nieuwlings ingevoerde Negers gezien heb, die zulks weigerden, +in weêrwil van de beloften, gebeden, bedreigingen, en slagen zelfs, +tot welken men toevlucht nam, om 'er hen toe te dwingen; maar deeze +waren Vorsten of persoonen van aanzienlyken rang in hun vaderland, +die door de lotgevallen van den oorlog tot den staat van slavernye +vervallen waren, en wier verheven gevoelens hun den dood deeden +verkiezen boven de vernedering en de ellenden der slavernye. By +verscheiden gelegenheden van dien aart, heb ik andere slaven op de +kniën zien vallen, en hunne meesters smeeken, dat zy de taak van den +gevangen Prins of hoogen persoon by hunne taak voegen wilden; het +geen men hun zomtyds toestond, en zy bewezen hem bestendiglyk den +zelfden eerbied, als of hy in zyn eigen Land was. Ik herïnner my, +dat ik eens, om my voor een oogenblik te dienen, eenen Neger gehad +heb van een zeer goed voorkomen, en die kortlings ontscheept was, +wiens gewrichten aan de handen en enklaauwen door ketenen ontveld +waren. Ik vroeg 'er hem de reden van.--"Myn vader", antwoordde hy my, +"was Koning, en wierd door de zoons van een nabuurig Vorst verraderlyk +vermoord. Zynen dood trachtende te wreeken, ging ik met zommigen van +de mynen dagelyks ter jagt, in de hoop van zyne moorders te ontmoeten; +maar ik had het ongeluk om verrast en geketend te worden; van daar +komen die schandelyke lidteekens, welken gy ziet. Men verkocht my +vervolgens aan uwe landgenooten op de kust van Guinée, eene straf, +die voor verschrikkelyker gehouden wordt, dan de dood zelve". + +De geschiedenis van mynen Neger QUACO was nog zonderlinger.--"Myne +ouders", zeide hy my, "leefden van hunne jagt en visscherye. Men +ligtte my, nog zeer jong zynde, op, terwyl ik met twee van myne +broeders in het zand speelde. Dadelyk stak men my in een zak, en +vervoerde my verscheiden mylen ver. Ik wierd vervolgens één der +slaven van eenen Koning op de Guineesche kust, die een aanzienlyk +getal bezat. Toen hy stierf, onthoofde men 'er het grootste gedeelte +van, en begroef dezelven met hem. De kinderen van myne jaaren wierden +onder de Capitains van zyn leger ten geschenke gegeven; en de Capitain +van een Hollandsch Schip kogt my voor een snaphaan, en een weinig +buskruid".--Elk mensch bemint zyn geboorte-land, hoe hard de wetten +'er ook wezen mogen. + +Zoo dra deeze ongelukkige vreemdelingen met minder yver beginnen te +arbeiden, worden zweepen, bulle-peesen, bambous-rieten, touwen, yzers +en ketenen te werk gelegd, om hen vlugger te maken. 'Er zyn meesters, +die hen nacht en dag bezig houden, zonder zelfs de zondagen uit te +zonderen. Ik herïnner my, dat een jong en zeer sterk Neger, MARQUIS +genaamd, die een vrouw en twee lieve kinderen had, welken hy teederlyk +beminde, zynen arbeid met zoo veel yver doorzette, dat hy des namiddags +ten vier uuren met het graven van een sloot of greppel, van vyf honderd +voeten lang, geëindigd had, om tyd te hebben tot het bebouwen van zynen +kleinen tuin, of te gaan visschen, of vogelen te vangen, tot onderhoud +van dit zyn geliefd huisgezin. Zyn meester, dit vernomen hebbende, +bewees hem, om hem aan te moedigen, dat wanneer hy voor vier uuren +vyf honderd voeten had kunnen afgraven, hy 'er zekerlyk voor zonnen +ondergang zes honderd zoude hebben kunnen volëinden. De ongelukkige +keerel wierd vervolgens verwezen, om dagelyks dien taak af te werken. + +De slaven loopen in Surinamen byna naakt, en hun dagelyks voedzel +bestaat in eenige ignames en vruchten van Plantain-boomen. Misschien +twee maalen 's jaars, krygen zy een middelmatig rantsoen van gezouten +visch, en eenige bladen tabak, het geen zy sweety mouffo noemen; en +dit is het ook al. Maar het ondraaglykste voor hun is, dat ofschoon +een Neger en zyne vrouw voor elkander de grootste genegenheid hebben, +de laatstgemelde, indien zy wat mooy is, de walgelyke omhelzingen +van eenen overspeeligen en onbeschaamden Opzichter zig moet laten +welgevallen, zoo zy haaren man, zulks trachtende te beletten, niet +wil zien in stukken houwen. Deeze onwaardige behandeling heeft hen +dikwerf tot de geweldigste wanhoop vervoerd, en tot een groot getal +moorden gelegenheid gegeven. + +Uit hoofde van eene zoo groote opéénstapeling van onheilen, is de +zelfsmoord onder de Negers gemeen; dikwils loopen zy weg naar de +bosschen, om zig met hunne muitende landgenooten te vereenigen; +of zoo zy al de vlucht niet nemen, worden zy mistroostig, en krygen +kwynende ziekten, ten gevolge van de mishandelingen, die hun worden +aangedaan. Deeze ziekten zyn de lota, bestaande in eene scheurbuikige +en witte vlak over het geheele lichaam:--De crassy crassy, of schurft, +die by hun, even als by de Europeanen, voortspruit uit slecht voedzel, +en onder hen zeer gemeen is:--De yaws, welke ziekte veelen gelyk +stellen met de venus-ziekte, en waar door het geheele lichaam met +geele zweeren wordt overdekt; de meeste Negers zyn 'er aan onderworpen, +maar zy worden 'er slechts eenmaal in hun leven door aangetast; eene +byzonderheid, die, wanneer men 'er by voegt, dat de kwaal ligtelyk +aan anderen wordt medegedeeld, dezelve eenigermaten gelyk stelt met +de kinderpokjes. Deeze besmettelyke hoedanigheid is zoo groot, dat +indien eene enkele vlieg, die zig op den zieken nederzet, (en by is +'er als mede bedekt) zig op de ligtste ontvelling der huid van iemand, +die volmaakt gezond is, plaatst, zy hem met dit verschrikkelyk +vergif besmet, waar van de gevolgen zig verscheiden maanden lang +doen gevoelen. Men geneest deeze ziekte doorgaans door kwyling en een +goeden levensregel, gepaard met eene aanhoudende beweging, die eene +overvloedige uitwaasseming te weeg brengt; en zoo lang die geneezing +duurt, is de zieke ongemeen mager. + +De boassy, of melaatsheid, is nog veel verschrikkelyker, en men +beschouwt dezelve als ongeneeslyk. Het aangezicht en de ledematen +zwellen in deeze ziekte op, en het geheele lichaam is vol met +zweeren. De adem heeft een ondragelyken stank; de hairen vallen uit; +de toonen en vingers verrotten, en vallen vervolgens lid voor lid +af. Het ongelukkigste van allen is bovendien, dat de ellendeling, die +door deeze ongeneeslyke kwaal wordt aangetast, zomtyds verscheiden +jaaren lang kwynen kan. Dewyl de melaatschen van natuure tot het +minnespel genegen zyn, en hunne ziekte besmettelyk is, moet men hun +alle gemeenschap verbieden, en hen veröordeelen tot een altoosduurende +ballingschap op den een of anderen hoek der Plantagie. + +De clabba-yaws of tubboes zyn ook eene deerlyke en ellendige ziekte, +die pynlyke zweeren veröorzaakt aan de voeten, voornamelyk aan den +bal van den voet, tusschen vel en vleesch. Het gewoon middel in dit +geval bestaat hier in, dat men het aangestoken deel met een gloeiend +yzer brandt, of met een dun lancet doorvlymt; alsdan laat men op de +wonde zeer warm sap van citroen loopen, het geen wel zeer gevoelig, +maar van een zeer groot geneezend vermogen is. + +De Negers zyn ook onderworpen aan ziekten van uit- en inwendige wormen, +het welk by hun veröorzaakt word door het gebruik van modderig water, +waar in die wormen huisvesten, of door de rauwheid van hun voedzel. Een +der voornaamsten wordt genoemd Lindworm: zynde wormen zomtyds van zes +voeten lengte, van eene schitterende zilver witte kleur, en niet veel +dikker, dan de tweede snaar van een bas-viool. Zommige wormen plaatsen +zig tusschen vel en vleesch: zy veröorzaken gevaarlyke en pynlyke +zwellingen overal waar zy inkomen, en vooral aan de beenen. Het +middel, om deeze kwaal te geneezen, bestaat daar in, dat men den +worm, wanneer hy boven de huid uitkoomt, by den kop neemt, en hem +'er geheel en al uittrekt, hem, om zoo te spreken, op een kaart of +stokjen windende. Dit kan men met niet te veel omzichtigheid doen, +want zoo de worm breekt, is het verlies van het lid, of zelfs van het +leven, 'er dik wils het gevolg van. Zommige lieden zyn met zeven of +agt van die wormen te gelyk gekweld. + +Behalven deeze ziekten, die hun byzonder eigen zyn, zyn de Negers +bovendien onderworpen aan die ziekten, welken de Europeanen gewoonlyk +ondervinden, die op hun beurt van de opgegevene gevaarlyke en pynlyke +kwalen in Guiana niet ontheven zyn. + +Het is dus niet te verwonderen, dat de Plantagiën zulk een groot +aantal zieken opleveren; men laat hen eeniglyk over aan de zorge +van eenen Dressy-Negro, of Heelmeester der Negers, wiens geheele +kundigheid bestaat in het toedienen van eenige zouten, of het smeeren +van eenige pleisters. Zy, die door aanhoudende geesselingen van het +hoofd tot de voeten zyn van één gereten, kunnen zig zelven genezen, +of zonder huid arbeiden, zoo hun dit gelieft. + +Van alle deeze opéénstapelingen van ellende, waar van zommige natuurlyk +uit de luchtstreek, en het slegt voedzel der Negers, maar vooral uit +de onbetamelyke wreedheid der Opzigters voortspruiten, is het gevolg, +dat een groot getal slaven buiten staat is om te werken, de één door +eene geheele en schielyke uitputting hunner kragten, de ander door +eenen te vroegtydigen ouderdom: maar de dwingeland eener Plantagie +vindt voor hunne kwaalen een onfeilbaar hulpmiddel, het geen niet +minder is, dan hen met eenen slag dood te slaan: dit verlies raakt +hem niet meer dan zynen meester. Hy is alleen nayverig omtrent de +geenen, die zig van hunnen taak kwyten kunnen; hy verzekert, dat +de anderen gestorven zyn, de meesten van de venus-ziekte, en geen +Neger is bevoegd, om getuigenis tegen hem te geven. Indien echter +eenig Europeaan den moord bewees, zoude de schuldige vry zyn, gelyk ik +reeds heb opgemerkt, met eene boete van vyftig ponden sterling, en met +den eigenaar schadeloos te stellen, zoo deeze zulks begeerde. Voor +deezen bloedprys kan hy elken slaaf, die onder zyne magt staat, +en het ongeluk heeft zyne woede gaande te maken, opöfferen. + +Een Opzigter kan bovendien duizende listen te baat nemen, om het +bewys van zyne schuld te ontduiken. Ik heb 'er een gekend, die +zig van eenen Neger willende ontdoen, hem op de jagt mede nam, +en hem gelastte het wild op te jagen: zyn eerste snaphaanschoot +raakte deezen ongelukkigen, die dood ter neder viel. Dit wierd een +toeval genoemd, en men deed 'er geen het minste onderzoek naar. Een +ander kwam op de volgende wyze om.--Men stak een houten paal op het +midden van eene groote vlakte in den grond; men bond 'er den slaaf +aan vast in de hitte van eene brandende zon, en men gaf hem, om het +leven te behouden, niet meer dan ééne banane en één glas water daags, +tot dat hy stierf. De Opzigter beweerde, dat dit niet door den honger +veröorzaakt was, om dat men hem altyd eeten en drinken gebragt had; +dus wierd hy met eere vry gesproken. + +Men heeft dikwils een ander middel gebezigd, om eenigen van deeze +ongelukkige slaven straffeloos van kant te helpen. Het bedoeld +slagtöffer wordt naakt aan een boom in het bosch gebonden, met de +armen en beenen uitgestrekt, onder voorwendzel van hem dezelve wat +losser te maken; men laat hem aldaar, en geeft hem op bepaalde tyden +te eeten, tot dat hy, door het steken der muggen of andere insecten, +het leven verloren heeft. Men verdrinkt de Negers ook wel, door hun, +met een keten aan de voeten, in 't water te werpen, en dit noemt men +ook een toeval! + +Het is zeer zeker, dat verscheiden, op last van eene vrouw, op +houtstapels geketend zynde, zyn van kant geholpen. De straf om hun +de tanden uit te trekken, alleenlyk wegens het proeven van het door +hem bewerkte suiker-riet, hun den neus te klooven, of de ooren af te +snyden, om onderlinge kyvagiën, is van te weinig aanbelang, dan dat +wy daar van zouden behoeven te spreken. + +Zulk eene wreede mishandeling doet zomtyds in den geest van deeze +ongelukkigen zulk eene moedeloosheid geboren worden, dat zy, om +hun rampzalig leven te eindigen, en zig op eenmaal van zulk eene +verschrikkelyke slavernye te ontheffen, zig zelven in de ketels werpen, +waar in men het sap van het suiker-riet laat koken, daar door een +middel vindende, om hunnen geweldenaar van hunnen persoon en van een +gedeelte van zynen oogst te ontzetten. + +Is het derhalven, na zulk eene behandeling, wel te verwonderen, +dat geheele benden van slaven zig in de bosschen verzamelen, en alle +gelegenheden waarneemen, om hunne wraakzucht te koelen? + +Ik zal deeze aandoenlyke berichten eindigen met eene algemeene +aanmerking, tot bewys, hoe veel nadeel de bevolking door zulke +wreedheden lydt. + +Ik heb gezegd, dat 'er in Surinamen 75,000 Neger-slaven zyn. Indien +men daar van aftrekt het getal der oude lieden van beiderlei kunne, +en der kinderen, zullen 'er niet meer dan 50,000 overblyven, die tot +werken geschikt zyn. Het getal der schepen, die jaarlyks elk 250 of +300 Negers invoeren, wordt op zes tot twaalf gesteld. Men kan dus de +jaarlyksche invoering berekenen op 2500 slaven, die noodig zyn, om +de gemelde 50,000 voltallig te houden. Het getal der dooden nu gaat +jaarlyks dat der geboorten ten beloope van 2500 te boven, schoon elke +Neger eene vrouw heeft, en zelfs twee, zoo hem dit goeddunkt; het +geen over het geheel juist uitmaakt vyf ten honderd, en gevolgelyk +bewyst, dat een geheel geslacht van 50,000 gezonde menschen alle +twintig jaaren volkomen uitsterft. + +De rechtvaardigheid en waarheid noodzaken my echter te verklaren, +dat de wreedheden, die zulk eene uitwerking voortbrengen, niet +algemeen zyn. De mededogende Hemel heeft wel eenige uitzonderingen +willen daar stellen, welken ik met genoegen verhalen zal, en die het +tegenövergestelde zyn van het hier boven door my geschetst tafereel. Ik +zal niet naarvolgen eenige Schryvers, die het zelfde onderwerp +behandeld hebben, en daden van goedäartigheid en menschlievenheid +zorgvuldig hebben verborgen gehouden, om deeze zaak alleenlyk van de +ongunstigste zyde te doen beschouwen: ik wil dezelve met openhartigheid +en onpartydigheid zonder verminking openleggen. Ik kan verzekeren, dat +op zommige Plantagiën de slaven naar myne gedachten behandeld worden, +zoo als menschen behooren behandeld te worden. Zulk eene behandeling +zoude nog algemeener zyn, indien de wetten geen onbepaald gezag over +hen veröorloofden, waar van het onmogelyk is, dat geen misbruik gemaakt +werde. Geen eigenaar moest het recht hebben, om het leven van zynen +slaaf straffeloos aan te tasten; en het dooden van een zwarten of +blanken behoorde in het oog der menschen eene gelyke misdaad te zyn, +even als in het oog van God. + +Voorts zal ik als nu aan den Lezer vertoonen een huisgezin van Negers, +in dien staat van voorspoed en gerustheid, welken zy steeds onder eenen +goeden meester genieten. De beeldtenissen, op de plaat voorkomende, +worden vooröndersteld te verbeelden persoonen van het volk of den stam +van Loango, uit hoofde der teekenen, die over het lichaam van den +man getrokken zyn, en het cyffer op deszelfs borst, uit de letters +J. G. S. zaamgesteld, door middel van het welk de eigenaar bewyzen +kan, dat de slaaf hem toebehoort. Deeze man heeft op het hoofd een +net en een mand vol kleine visschen; hy houdt ook een groote mand +in de hand, die alle voortbrengzels van zyne visch-vangst zyn. Zyne +vrouw, die zwanger is, draagt verscheiden zoorten van vruchten, +draaijende catoen op een klos, en vreedzaam haare pyp rookende; zy +heeft nog een kind op haaren rug, en een ander loopt al speelende +naast haar. Op die wyze is de arbeid van eenen Neger, onder eenen +menschlievenden meester en geschikten Opzigter, niets meer, dan eene +heilzaame lichaams-oeffening, die met het ondergaan der zon ophoudt, +en hem een genoegzaam overschot van tyd overlaat, om te jagen, te +visschen, zynen kleinen tuin te bebouwen, of manden en netten ter +verkoop te maken. Voor den prys, dien hy daar voor maakt, koopt hy +één of twee varkens, eendvogels en ander gevogelte, welken hy zonder +moeite en kosten voedt op eenen grond, die het noodige daar toe van +zelf voortbrengt; en op die wyze heeft hy 'er zeer veel voordeel by. In +zulk eene gesteldheid is hy ontheven van hartseer; hy betaalt geene +lasten, en hy beschouwt zynen meester alleenlyk als den beschermer +van hem en zyn huisgezin. Hy bidt hem aan, niet uit vreeze, maar +om dat hy in zyn hart overtuigd is, den voorspoed, dien hy geniet, +aan hem verschuldigd te zyn. De door hem bewoonde luchtstreek staat +gelyk aan zynen geboorte-grond, en bevrydt hem van het dragen van +kleederen, het geen hy veel gemakkelyker en gezonder vindt. Hy kan +zyne wooning bouwen, zoo als hy goedvindt, en het bosch verschaft +hem de noodige bouwstoffen. Zyn bed is een hangmat, of mat, papaija +genaamd. Hy maakt zyne eigene potten; en de calebassen, die hem tot +schotels dienen, groeijen in zynen tuin. Nooit leeft hy te zamen met +eene vrouw, welke hy niet bemint, want de beide echtgenooten verlaten +elkander, zoo dra de één den ander moede is; en deeze scheiding gebeurt +nochtans dikwerf minder dan de echtscheiding in Europa. Behalven de +levensmiddelen, welken hy 's weekelyks van zynen meester ontfangt, +weet zyne vrouw hem verscheiden zeer smakelyke spyzen toe te bereiden, +als daar zyn de braf, zynde een huspot van Plaintain-boom vruchten +en ignames, met gezouten vleesch, drooge visch, en peper van Cajenne +te zamen gekookt; de tom-tom, een zoort van pudding, of taart, van +meel van Indisch koorn gemaakt, en met stukjes vleesch, gevogelte, +visch, peper van Caijenne, en zagte schillen van de ocra of althéa +gebakken: de peperpot, zynde een kookzel van visch met Guineesche +peper, het welk men met gebraden plantain-vruchten eet: de gangotay, +zaamgesteld uit drooge visch en groene plantain-vruchten: de acansa en +de doguenou, die van meel van Indisch koorn gebakken worden, waar by +in de laatstgemelde suiker-syroop gevoegd word. Zyn gewoone drank is +schoon water, waar in nu en dan een weinig rhum gegoten wordt. Indien +hy ziek of gewond wordt, geneest men hem voor niet; maar hy gebruikt +zeldzaam den Heelmeester, vermits hy zelf de geneeskragtige kruiden +tamelyk wel kent; bovendien verrigt hy het zetten van koppen, of +het doen van doorsnydingen van het vleesch, hem voor aderlatingen +dienende, aan zig zelf. Zyn hoofd houdt hy zindelyk, door zyne hairen +met vochtige kley te besmeeren; hy laat die daar op droogen, en wast +dezelve 'er vervolgens met zeep sop weder af. Om zyne tanden zoo wit +als yvoor te houden, neemt hy een stukjen hout van een orangenboom, +waar van de vezelen aan één der einden van elkander zyn gescheiden, en +tot een borsteltje dienen: men ziet geen Neger, het zy man of vrouw, +zonder dit klein huisraad, het welk daarënboven het vermogen heeft, +om den stank van den adem te verbeteren. + +Dit is het geen zyn lichaam betreft. Wat zynen geest belangt, dezelve +wordt nooit ontrust door vreeze voor den dood, nog door knagingen +van het geweten; want een Neger gelooft vastelyk het geen men hem +geleerd heeft, en het welk eenvoudig en klaar is. Wanneer hy het +leven heeft afgelegd, brengen zyne nabestaanden en vrienden hem in +een boschjen van oranjeboomen, alwaar zy hem begraven, niet zonder +onkosten, want doorgaans leggen zy hem in een kist, die van best +hout fraay gewerkt is, en tevens doen de lykzangen, zuchtingen en +geschreeuw, de lucht weergalmen. Het graf gevuld zynde, en met groene +zoden bedekt, zet men twee groene calebassen op zyde, de ééne vol +met water, de andere met verschillende zoorten van gekookt vleesch +en cassave, het geen men doet, niet zoo als zommige lieden meenen, +in het denkbeeld, als of de doode dit zoude kunnen benoodigd hebben, +maar als een blyk van hoogachting, die men voor zyne nagedachtenis +heeft: zomtyds zelfs brengt men 'er het weinige huisraad, door hem +nagelaten, en breekt het op zyn graf aan stukken. Na het afloopen +deezer plechtigheden nemen alle de omstanders afscheid van hem; +zy spreken tot hem, als of hy hun verstaan konde; zy verzekeren +hem van het leed, het welk zy door hunne scheiding ondervinden; zy +zeggen eindelyk, dat zy hem hopen weder te zien, niet in Guinée, +het geen men ongeschikt oordeelt, maar in dat gelukkig verblyf, +alwaar hy thans het gezelschap zyner voorvaderen, zyner nabestaanden, +zyner vrienden geniet. De plechtigheid deezer begraaffenis eindigt met +jammerkreeten, en vervolgens keert men naar huis te rug. Des anderen +daags slacht men een vet varken, eendvogels, ander gevogelte, enz.; +en de vrienden geven aan de andere Negers een feest, het welk eerst +den volgenden dag eindigt. Tot een teeken van rouwe, scheeren mannen +en vrouwen zig het hoofd, en omwinden het met een blaauwen doek, dien +zy het geheele jaar dragen. Wanneer dit jaar verstreken is, gaan zy +weder naar het graf; zy leggen aldaar de laatste offerhanden neder; +zy zeggen den overledenen als nog vaar wel; vervolgens vieren zy een +ander feest, en het zelve eindigt met een vrolyken dans, en lofzangen +ter eere van den nabestaanden of vriend, die hen verlaten heeft. + +'Er is geen volk, waar van de byzondere persoonen, die het zelve +uitmaken, meerder achting en vriendschap jegens elkander gevoelen, +dan de Neger-slaven. Zy schynen verrukt te zyn, wanneer zy zig +by elkander bevinden, en zy zyn nimmer van vermaken uitgeput, om +elkander het gezelschap te veräangenamen. Eene zekere vrolykheid, +welke zy Soesa noemen, bestaat in het springen tegen over zynen +dansser of dansseresse, de handen op de heupen slaande, om de maat +te houden. Zy zyn op dit zoort van oeffening zoo heet, dat dezelve +dikwils met zeven of agt paaren danssers te gelyk plaats heeft, het +geen, door het te groot geweld, den dood van verscheiden hunner meer +dan eens veröorzaakte; waarom de Regeering van Paramaribo hetzelve +verboden heeft. + +De Negers zyn vlug en sterk, maar hun grootste vermaak is het zwemmen; +het geen zy twee of drie malen daags doen, onder malkander en by +hoopen van jongens en meisjens, even als de Indianen; en de beide +kunnen onderscheiden zig door hunnen moed, kragt en werkzaamheid. Ik +heb eene jonge Negerin de Commewyne zien overzwemmen, een jong sterk +manspersoon voorby zwemmende, en, toen zy aan de overzyde aankwam, +door haar aan hem hooren voorstellen, om een weg van twee mylen af +te leggen, en hem nog voor uit te blyven.--Ik moet thans spreken +van het speeltuig der Negers, en de manier, op welke zy danssen. Men +herinnert zig ongetwyffeld, het geen ik van die der Loango-stam ten +deezen opzigte gezegd heb; het geen nu zal volgen, is aan alle de +andere stammen gemeen. + +Hun speeltuig, dat zeer vernuftig is, en door hen zelven gemaakt word, +heb ik op eene afzonderlyke plaat afgebeeld. + +Nº. 1. De qua-qua; eene plank van een hard en geluidgevend hout, +welke aan de eene zyde door een dwarshout in de hoogte wordt opgeligt, +en waar op men met twee yzere staafjes, of twee beenderen, als op +een trommel, slaat. + +Nº. 2. De Kiemba-toetoe; een hol riet, waar op de Negers met den neus +blaazen, even als de bewooners van het Eiland Taïti. Deeze fluit heeft +niet meer dan twee openingen, de eene om op te blazen, de andere om +'er de vingers op te houden. + +Nº. 3. De Ansokko-bania; een plank van hard hout, aan wederzyden als +een voetbank verheven, en waar op kleine houtjes van verschillende +gedaanten zyn vast gemaakt. Men slaat daar op met twee stokjes, +als op een hakbord, het geen verschillende geluiden voortbrengt, +die niet onäangenaam zyn. + +Nº. 4. De groote Creoolsche trommel, gemaakt uit den stam van een +hollen boom. Dezelve is aan de eene zyde open; aan de andere met een +schapen-vel overdekt. Die deeze trommel slaat, zit 'er boven op, +en slaat met de vlakke hand, het geen genoegzaam overëenkoomt met +een basviool of qua-qua. + +Nº. 5. De groote Loango trommel, die aan beide zyden gesloten is, +en dezelfde uitwerking doet, als de keteltrom. + +Nº. 6. De kleine trommel, genaamd papa drum, welke men op dezelfde +wyze slaat als de andere. + +Nº. 7. De kleine Loango trommel, die te gelyker tyd met de groote +geslagen wordt. + +Nº. 8. De kleine Creoolsche trommel, die mede tot het zelfde einde +dient. + +Nº. 9. De Coeroema, een zoort van beker, konstig gemaakt, insgelyks +met een schapen-vel overdekt, waar op men met twee yzere staafjes, +of twee stokjes slaat, even als op de qua-qua. + +Nº. 10. De Loango-bania. Dit is een zeer merkwaardig speeltuig. Het +is gemaakt van een plank van zeer droog hout, waar op twee schuinsche +klampen zyn vast gemaakt. Boven dezelve zyn eenvoudig kleine houte +stokjes van elastiek palmhout geplaatst, die van ongelyke lengte zynde, +boven op een derde klamp schynen uit te maken. + +Nº. 11. Eene groote ledige Calebas, dienende tot opblaazing van +het geluid van de Loango-bania, waar van de stokjes met de vingers +worden opgeligt, ten naasten by als de klauwieren van een forte piano; +en dit speeltuig is dan aangegenaam en zacht. + +Nº. 12. De Saka-saka; zynde een calebas, met een stok +uitgehold. Dezelve is met een mouw overtrokken, en vol met kleine +nooten en erweten, ten naasten by als de toover-schelp der Indianen. + +Nº. 13. Een Zee-schelp, waar op de Negers blaazen, het zy uit vermaak, +het zy om gerucht te maken, maar zynde by het danssen van geen gebruik. + +Nº. 14. De Benta; een tak als een boog gespannen, door middel van +een koord van droog riet, of Warimbo, het welk men tusschen de tanden +houdt, waar op men met een kort eind hout slaat, en het welk men links +en rechts weet te bewegen. Het zelve geeft een geluid, byna naar dat +van een jagthoorn gelykende. + +Nº. 15. De Creoolsche Bania; een speeltuig, het welk naar eene +mandoline of guitaar gelykt. Het is gemaakt van een halve calebas, +met een schapen-vel overdekt, en waar aan eene lange mouw is vast +gemaakt. Dit speeltuig heeft vier koorden, waar van drie lang zyn, +en het vierde kort en dik is, en tot een bas dient. Men speelt 'er +met de vingers op; het geeft een zeer aangenaam geluid, het welk nog +aangenaamer wordt, wanneer het met gezang vergezeld gaat. + +Nº. 16. De oorlogs-trompet, om het laden of den aftocht te bevelen, +enz. De Negers noemen dezelve tou-tou. + +Nº. 17. De Jagthoorn, geschikt om de plaats van deeze trompet te +vervullen, of om de slaven der Plantagiën tot den arbeid te roepen. + +Nº. 18. De Loango-tou-tou, een fluit, waar op de Negers even als de +Europeanen spelen. Zy heeft alleenlyk vier gaten voor de vingers, +en echter brengt zy eene groote verscheidenheid van geluiden voort. + +Dusdanig is het speeltuig der Negers, op welks geluid zy met meer +vermaak danssen, dan men in Europa op dat van het beste orkest doet. + +By het geen ik gezegd heb, moest ik nog voegen, dat zy by hun zingen +en danssen, het welk zeer veel gelykt naar het geluid van een bakker, +die zyn brood uit den oven haalende, aanhoudend roept touchety-touk, +touchety-touk, de maat slaan op één, en op een halve maat, maar nooit +op drie. + +Alle Saturdag avonden eindigen de slaven, die wel behandeld worden, +de week met eene vrolykheid van dien aart; en doorgaans geeft men hun +alle drie maanden eene groote dans-party, waar op hunne medgezellen +uit de nabuurschap genoodigd worden. Dikwils verëert hun meester het +feest met zyne tegenwoordigheid, of hy zendt ten minsten nieuwe rhum +aan de danssers. + +De slaven zyn op deeze danspartyen zeer netjes uitgedoscht; de vrouwen +verschynen aldaar met haare beste kleederen, van Indische stoffen +gemaakt, en de mannen met lange broeken van het fynste Hollandsche +linnen. Zy zyn zoo heet op het danssen, dat ik hun van zaturdag s' +avonds ten zes uuren tot maandag 's morgens met het opkomen van de +zon, zonder ophouden den trommel heb hooren slaan; hebbende zy alzoo +met danssen, zingen, schreeuwen en handgeklap, zes-en-dertig uuren +doorgebragt. De Negers danssen altyd paar aan paar; de mans maken +de figuren en teekenen de passen af; de vrouwen draaijen, houdende +haaren kleinen rok als een zonnescherm uitgespreid. Zy noemen deezen +dans waey-cotto. De jonge lieden, die rusten, schenken den drank in; +de meisjens moedigen de danssers aan, en droogen het zweet aan het +voorhoofd van hunne onvermoeide musikanten af. + +Het is verwonderlyk, om de orde en goede verstandhouding, die op deeze +dans-partyen heerschen, te aanschouwen. Het vermaak in het danssen +is het waare en eenige voorwerp; en de Negers, ik moet dit herhalen, +zyn 'er zoo verhit op, dat ik 'er één, die kortlings ingevoerd was, +en geene dansseres had, twee uuren lang heb zien staan kyken naar +zyne schaduw, welke zig op den muur vertoonde. + +Indien men by al het geen ik van het lot der Negers, die aan eenen +goeden meester onderworpen zyn, gezegd heb, nog voegt, dat zy zig nooit +van elkander afscheiden; dat de vaders hunne kinderen rondöm hun zien, +zomtyds zelfs tot in het derde geslacht; dat zy voor 't overige zeker +zyn, van in hun geheele leven geen gebrek te lyden; en indien men +eindelyk het lot van deeze menschen vergelykt by dat der bedelaars, +die in grooten getaale de straaten der steden in Europa vervullen, +kan men hen zekerlyk niet ongelukkig noemen. + +Thans, om in weinige woorden alles zamen te trekken, en om geene +tegenstrydigheid met my zelven te doen voorkomen, na zoo dikwerf de +trekken van onmenschelyke wreedheden van verscheiden meesters verhaald, +en niet dan by toeval van de menschlievenheid van zommige anderen +gesproken te hebben, zy het my geöorloofd, om met een woord over het +ontwerp eener algemeene afschaffing der slaverny te spreken.--Indien +wy onze nabuuren konden overreden, om van gelyken te doen, zoude het +een ander geval zyn; maar dewyl men aan de eigenaars op de Engelsche +Eilanden de wreedheden niet kan te last leggen, welken ik zoo dikwerf +in Surinamen heb zien plegen, waarom zouden wy ons gedragen, als of +die aldaar plaats hadden? waarom zouden wy onze Planters verjagen, +en hen naar eenen grond verzenden, die veel ryker, en van natuure +veel vruchtbaarer is, als mede onder een bestuur, het welk den +vryen invoer der Negers toestaat, terwyl ons oogmerk alleenlyk is +de willekeurige kastydingen te beletten, die deeze zelfde Planters +vastgesteld hebben. [34] + +Verscheiden Colonisten stellen zulk een vertrouwen in hunne slaven, +dat zy dikwils hunne kinderen liever aan eene Negerin geven om +te zogen, dan aan eene Europeesche vrouw; en zommige slaven zyn +zoodanig aan hunnen meester verkleefd, dat ik 'er gekend heb, die +hunne vrylating geweigerd hebben, en anderen, die hunne vryheid +reeds genietende, vrywillig in eenen staat van afhangelykheid zyn te +rug gekeerd. Niemand is volmaakt vry in deeze weereld, en wy moeten +allen de één van den ander afhangen.--Ik zal derhalven dit uitgebreid +hoofdstuk besluiten met deeze algemeene aanmerking, dat alle geluk op +aarde enkel in verbeelding bestaat, en dat men die altyd verkrygen +kan, wanneer de gezondheid des lichaams, en de vrede der ziele door +eenen onderdrukkenden geweldenaar niet ontrust worden. + + + +ZEVEN-EN-TWINTIGSTE HOOFTSTUK. + +De muitelingen voeren verscheiden Negerinnen weg.--Aanstootelyke wyzen +van straföeffening.--Onverschrokkenkeid der Negers.--Verschillende +zoorten van Gier-vogels.--Gekuifde Arenden.--Beschryving van eene +Indigo-Plantagie.--Kaneel-Appel. + +In weêrwil van de herhaalde nederlagen der muitelingen, vernam men den +15den Augustus, op Paramaribo, dat zy eenen aanval gedaan hadden op +de Plantagie Berg-en-Daal, of den blaauwen Berg, anders ook genoemd +Parnassus-Berg, gelegen aan het bovenste gedeelte van de Rivier +Surinamen; en dat zy, zonder eenige daad van wreedheid te plegen, +het geen maar al te veel hunne gewoonte was, alle de Negerinnen van +daar hadden weggevoerd, schoon op eenen korten afstand een wachtpost +geplaatst was. Op deeze tyding zond men een hoop jagers af, om hen +te agtervolgen; en byna ter zelfder tyd deed men door zeven honderd +Negers het beruchte cordon, of den verschansten weg, maken, welke reeds +zedert lang ontworpen was. Deeze weg moest verdedigd worden door leger +wachten, wier post was de Plantagiën voor nieuwe overrompelingen te +beveiligen, en het wegloopen der slaven te beletten. + +De Plantagie Parnassus-Berg is gelegen aan de westzyde der Rivier +Surinamen, die door de kronkelingen, welken zy vervolgens maakt, +op deezen afstand honderd mylen van Paramaribo af ligt. Dewyl het +gezicht van deeze Plantagie aller aangenaamst is, biede ik 'er den +Lezer eene afteekening van aan, als mede van de Savane der Joden, +een dorp of gehucht, in eene rechte lyn meer dan veertig mylen van +deeze hoofdstad der Volkplanting, en meer dan zestig mylen te water +af gelegen. De Joden bezitten aldaar eene zeer fraaije Synagoge, +in welke zy hunne Godsdienst-plechtigheden verrigten. Zy hebben 'er +ook scholen en huizen van opvoeding, want deeze plaats wordt door +verscheiden aanzienlyke huisgezinnen van hunne natie bewoond. Deeze +zelfde lieden genieten in Surinamen byzondere rechten en voorrechten, +die hun door KAREL II. vergund wierden, toen deeze Volkplanting aan +de Engelschen toebehoorde; en deeze voorrechten zyn zoo groot, als +zy die ergens bezitten. + +De Rivier Surinamen is, van de stad Paramaribo, of liever van het +Fort Amsterdam af, even als de Cottica en Commewyne, door fraaije +Suiker- en Koffy-Plantagiën omzoomd; en 'er ontspringen uit dezelve +verscheide kreeken of kleine Rivieren, als de Paulus, de Para, +de Cropina, en de Pararaca; maar hooger dan Parnassus-Berg, vindt +men niets, het welk eene Plantagie genoemd mag worden. De Rivier is +ook op deezen afstand niet meer bevaarbaar, zelfs niet voor kleine +vaartuigen, uit hoofde van de vervaarlyke rotsen en watervallen, +die haar verstoppen, naar maate zy tusschen zeer hooge bergen, +en ondoordringbaare bosschen doorloopt. Deeze natuurlyke bolwerken, +schoon zy de liggingen verrukkelyk maken, beletten echter de bezitters +der Volkplanting, om ontdekkingen te doen, die hun misschien hunnen +arbeid door onmeetlyke schatten vergoeden zouden, + +Zoo al de muitelingen zoo veele wreedheden op de Plantagiën niet +meer pleegden, zy waren in de hoofdstad tot eene aanstootelyke hoogte +gestegen. Ik hoorde aldaar onöphoudelyk het geklater der zweepslagen, +en het gekerm der Negers. Onder de eigenaars, die op het vervolgen +hunner slaven byzonder vuurig waren, bevond zig zekere Mevrouw +SP--N, wier Plantagie in de nabuurschap van die van den heer DE GRAAF +gelegen was, en welke ik op zekeren tyd met schrik uit haar raam het +onmenschelyk bevel hoorde geven, om eene jonge Negerin voornamelyk +op den boezem te geesselen, een schouwspel, waar in zy een byzonder +genoegen scheen te scheppen. Den indruk, die deeze vertooning op +mynen geest gemaakt had, willende verzetten, ging ik tot vermaak +een eind weegs om ryden; en het eerste voorwerp, het welk zig aan +myn oog vertoonde, was eene andere Negerin, ook jong zynde, die byna +naakt boven van een zolder, op een hoop gebroken flessen neder viel: +'t is waar, dit was een ongeluk, maar dit ellendig schepzel had zig +zoo schroomelyk bezeerd, dat zy zig in eenen even deerniswaardigen +staat bevond, als de eerstgemelde.--Myn lot verwenschende, keerde ik +aan de haven-kant myn rydtuig om, alwaar ik het verdriet had, om twee +Engelsch-Americaansche matroosen, die op de voorplecht van hun schip +met elkander vochten, in het water te zien vallen en verdrinken. Op een +ander Americaansch schip ontdekte ik eenen kleinen scheepsjongen, die, +met een byl gewapend zynde, zig boven uit de mast tegen een Sergeant +en vier soldaten zeer lang verdedigde; deeze waren genoodzaakt hem +te dreigen van op hem te zullen schieten, zoo hy zig niet overgaf, +het geen hy eindelyk deed. Men bragt hem dus aan wal, door twee zyner +medgezellen vergezeld, en met een wacht van twee gelederen soldaten; +men geleide hen alle drie naar het Fort Zelandia, alwaar zy, volgens +des Capitains eisch, en om dat zy zig geduurende hunnen dienst hadden +dronken gedronken, elk de fire cant ontfingen; daar in bestaande, +dat zy met twee bambous-rieten op de schouders werden afgerost, tot +dat dezelve opgezwollen en geheel zwart waren. De Capitain trachte +echter dit zoort van willekeurige straföeffening te wettigen, uit +hoofde der noodzakelykheid, en om dat de Americaansche matroosen en +scheepsjongens de onstuimigste menschen zyn, wanneer zy dronken zyn, +schoon 'er geene de minste reden tot twist aanwezig is: men kan hen +onder de beste zeelieden der weereld rekenen. + +Des anderen daags morgens, my bezig houdende met de gevaaren en +kastydingen, waar aan het volk van lageren rang is bloot gesteld, +te overwegen, hoorde ik eene groote meenigte voor by myne wooning +loopen. De nieuwsgierigheid deed my opstaan, en my in aller yl +aankleeden, om te verneemen, wat 'er gaande was. Ik vernam toen +drie Negers, geketend en door eene talryke wacht omringd, welke in +de Savane hunne straf gingen ontfangen. Hun stout en onbeschaamd +voorkomen trok myne aandacht zoodanig derwaarts, dat ik, in weêrwil +van myne afkeerigheid voor dergelyke vertooningen, besloot te +gaan zien, wat het gevolg van dit alles wezen mogt.--Men las het +vonnis, in plat Hollandsch opgesteld, het welk deeze ongelukkigen +niet verstonden. De eerste wierd veröordeeld, om met een byl het +hoofd te worden afgehouwen, vermits hy een slaaf gedood had, die +op de Plantagie van zyne meesteresse bananen was komen steelen. De +waarheid der zaak was, dat hy dien moord op uitdrukkelyken last van +deeze vrouw gepleegd had; maar toen de misdaad ontdekt was, liet zy +'er haaren slaaf voor opdraaijen, om haaren goeden naam te behouden, +en de kosten van boete en schadeloos-stelling uit te winnen. De arme +keerel leide zyn hoofd met onverschilligheid op het blok neder, en +ontfing den dood in éénen slag. De tweede, die zyn medepligtige was, +wierd onder de galg gegeesseld. De derde, wiens naam NEPTUNUS was, +was een vry persoon, en een timmerman van zyn ambacht; maar, ter +gelegenheid van zekeren twist, den Opzigter der Plantagie Altona, +aan de Para Kreek, gedood hebbende, wierd hy rechtvaardig veröordeeld +om het leven te verliezen. De byzonderheden van zyne misdaad en straf +zyn merkwaardig. Deeze Neger, die jong en wel gemaakt was, een schaap +gestolen hebbende, om 'er eene vrouw op te onthaalen, door welke hy +bemind wierd, besloot de Opzigter, die van jaloersheid brandde, hem +te laten ophangen. NEPTUNUS, om dit voor te komen, schoot in een veld +van suiker-riet een snaphaan op hem af, zoo dat hy dood ter aarde +viel. Tot straf van deeze misdaad wierd hy verwezen, om levendig +gerabraakt te worden, zonder den genade-slag te ontfangen. Van den +inhoud van dit verschrikkelyk vonnis onderrigt zynde, plaatste hy +zig zonder tegenkanting op een sterk kruis, vervolgens strekte hy de +armen en beenen uit, welken men met touwen vast bond. De scherprechter +(zynde altyd een Neger,) nam de byl, en hieuw hem de linke hand af, +waar na hy, een yzeren koevoet in de vuist nemende, hem met verdubbelde +slagen de beenderen aan stukken sloeg. De touwen wierden vervolgens +los gemaakt, en meenende dat hy dood was, gevoelde ik my zelf als +getroost; maar toen de rechters op het punt waren om heen te gaan, +wierp de misdadiger zig zelf van boven neder van het kruis, en viel +in het gras, vervloekende zyne rechters als een hoop van gruwelyke +schelmen. Vervolgens met zyn hoofd tegen het kruis aanleunende, +verzogt hy aan de omstanders een pyp tabak, die onmeedoogend genoeg +waren, om hem zulks te weigeren, hem met den voet stootende, en op hem +spuwende, het geen echter eenige Americaansche matroosen vervolgens +beletteden. Hy smeekte toen, maar vrugteloos, dat men hem het hoofd +wilde afhouwen. Eindelyk, geen einde aan zyn lyden ziende, verklaarde +hy:--"Dat hy den dood verdiend had, maar niet verwagtte, dat men +hem zoo veele maalen zoude doen sterven. Met dit al, vervolgde hy, +gy bereikt uw oogmerk niet; ik lach in alle uwe folteringen, al moest +ik hier nog een maand zoo blyven liggen." + +Dit gezegd hebbende, zong hy agter malkander, en met eene heldere stem, +twee liederen, by het ééne van welke hy aan zyne naastbestaanden en +vrienden vaar wel zeide, en by het andere aan zyne overledene vrienden +berigtte, dat hy spoedig in het gelukkig verblyf, door hen bewoond, +hun gezelschap zoude genieten. Toen hy geëindigd had, verhaalde hy +bedaard zyn rechtsgeding, met alle deszelfs byzonderheden.--"Maar, +zeide hy eensklaps tot de geenen, die hem omringden, ik zie aan de +hoogte van de zon, dat het byna agt uuren is, en het zoude my leed +doen, dat gy, door myn langer spreken, uw ontbyt zoudt verliezen." De +oogen toen naar eenen Jood, DE VRIES genaamd, gewend hebbende, zeide hy +hem. "Ei lieve, myn heer, wilt gy my betaalen de vyf guldens, welken +gy my schuldig zyt?--Om wat te doen, antwoordde de Jood?--Om eeten en +drinken te koopen; ziet gy niet, dat men my laat leven?" De Jood op +deeze woorden agter uit deinzende, lachte de ongelukkige misdadiger +hem opentlyk en van goeder harten in het aangezicht uit. Vervolgens +den soldaat aankykende, die by hem de wacht hield, en van tyd tot tyd +in een stuk droog brood beet, vroeg hy hem:--"Waar het by toe kwam, +dat een blanke geen ander ontbyt had?"--"Om dat ik niet ryk ben, +antwoordde de soldaat."--"Wel nu, ik wil u een geschenk doen, hernam +de Neger: neemt de hand, die men my heeft afgekapt; eet die tot op +het been toe af; verslind vervolgens myn lichaam, tot dat gy verzadigd +zyt; gy zult dan een ontbyt gedaan hebben, het welk u voegt." Hy deed +deeze schimprede met een schaterenden lach gepaard gaan; en ging op +die wyze voort, geduurende de drie uuren, dat ik aldaar verbleef. [35] + +Het is verbazend, dat iemand de kracht heeft, om dergelyke folteringen +door te staan; voorzeker kan hy dit niet doen, dan door eene vermenging +van woede, hoogmoed, verachting, en de zekerheid, dat hy zyne vervolgers +en beulen spoedig ontkomen zal. + +Ik heb de byzondere omstandigheden van zulk eene straföeffening, die +geen daad van wreedheid van eenig byzonder persoon was, breedvoeriger +verhaald, om een voorbeeld te geven van de ongemeene gestrengheid +der Surinaamsche wetten. + +Verder moet ik alhier een toeval verhalen, het welk slechts een +oogenblik op myne verbeelding werkte, maar van een langduuriger +uitwerking had kunnen zyn by iemand, die 'er de oorzaak niet van wist, +welke ik echter zeer gemakkelyk ontdekte. Des namiddags omtrent drie +uuren, myn geest nog vervuld zynde met het aandoenlyk toneel van des +morgens, ging ik naar de strafplaats toe, alwaar myn oog het eerst +viel op het hoofd van den gestraften Neger, het welk boven op een +paal gestoken was, en heen en weder waggelde, als of hy nog geleefd +had, en my eenig teeken wilde geven. Ik bleef oogenblikkelyk staan, +en niemand in de Savane ziende, alwaar zelfs geen wind genoeg was, +om een blad te doen ritselen, erken ik, dat ik my gevoelde, als aan +den grond vast gehecht, en een tyd lang geen moed had om voorwaarts +te gaan. My vervolgens myne zwakheid verwytende, van naar iets van +dien aart niet te durven naderen, en te onderzoeken, welke de reden +van een dergelyk verschynsel wezen mogt, bespeurde ik zulks zeer +schielyk door het vliegen van een Giervogel, die zig op dit hoofd kwam +nederzetten, als wilde hy my een dergelyken buit betwisten. Hy had hem +reeds één zyner oogen uitgepikt, toen hy op myne eerste aannadering +wegvloog; en by dit wegvliegen met de pooten tegen dit hoofd stootende, +veroorzaakte hy deeze schielyke beweging. Ik moet by dit alles voegen, +dat de ongelukkige NEPTUNUS, nog by de zes uuren na het ondergaan +van zyne straf geleefd hebbende, uit mededogen van den soldaat, +die de wacht hield, een slag met de kolf van den snaphaan kreeg, +waar van ik de teekens nog zag. + +Zommige Schryvers vergelyken den Giervogel by den Arend; maar die +van Surinamen heeft dezelfde hoedanigheden niet: hy is in de daad een +roofvogel, maar in plaats van zig te voeden met de dieren, welken hy +doodt, leeft hy niet, dan van krengen. Dienvolgende verschynt hy veel +op de kerkhoven, en de plaatsen, waar men doodstraffen uitoeffent; +het geen zyne reuk zoo klaar aanduidt, dat de Negers hem tingy fowlo, +den stinkenden vogel, noemen. De Giervogel in Guiana heeft de grootte +van eene gewoone kalkoen. Zyne vederen hebben eene donker gryze kleur, +uitgenomen de vlerken, die zwart zyn. Hy heeft een vooruitstekende, +sterke en kromme bek, een gespleten tong, een langen hals, en zeer +korte pooten. Behalven het straks gemelde voedsel, eet hy dikwils +slangen, en zelfs alles wat hy vindt, in zulk eene meenigte, dat hy +somtyds moeite heeft om te vliegen. + +De vogel, genaamd de Koning der Roofvogelen, is in Surinamen niet +zeer gemeen, schoon de Indianen 'er zomtyds één of twee te Paramaribo +brengen, uit hoofde van deszelfs ongemeene fraaiheid. Hy is grooter, +dan eenig zoort van kalkoenen. De huid van zyn kop en hals, die geene +vederen hebben, is gemengd van eene scharlaken, violet en bruine +kleur. Hy draagt een halsband van lange en dik op elkander zittende +vederen, waar in hy zoodanig kan ingedoken zyn, dat men naauwlyks +zyn kop ontdekt. Deeze vogel leeft insgelyks van bedorven vleesch, +slangen, rotten, padden, en zelfs van drek. + +Onder de roofvogelen in de Surinaamsche bosschen telt men den gekuifden +Arend, een zeer wild en sterk dier. Zyne vederen zyn zwart op den rug, +maar geelachtig naar de stuit; zyn borst, buik, dyën, en zelfs zyne +pooten, zyn wit met zwarte vlakken; het overige van zyn lichaam is +geheel bruin, en de klaauwen volmaakt geel. Deeze vogel heeft eene +platte kop, vercierd met een kuif van vier vederen, twee lange en +twee korte, die hy naar willekeur verheft of laat vallen. + +Den 24sten, zynde den geboortedag van den Prins van Orange, gaf de +Colonel FOURGEOUD aan de gezamentlyke Officiers een middagmaal van +gezouten ossen en varkens-vleesch, van puddings van garste meel, en +gedroogde visch. Dewyl JOANNA steeds by haar besluit bleef volharden, +nam ik op dien zelfden dag, in tegenwoordigheid van haare moeder +en andere nabestaanden, de verbintenis aan van de goede Mevrouw +GODEFROY;--"van haar aan niemand dan aan my te verkoopen. Deeze +Mevrouw schonk, by haaren dood, niet alleen aan haar haare vryheid, +maar ook een stuk land om te bebouwen, waar op men voor haar eene +gemakkelyke wooning zoude stichten, waar over zy de vrye beschikking +hebben zoude." Mevrouw GODEFROY gaf my vervolgens myn briefje van +negen honderd guldens te rug, en deed aan JOANNA een geschenk van +eene beurs van twintig goude ducaten, en twee fraaije stukken Indisch +linnen. Zy raade my tevens, om aan den Raad een verzoekschrift in te +leveren, tot dadelyke vrymaking van myne JOHNNY.--"Eene noodzakelyke +plechtigheid, zeide zy my, het zy ik een borg vond, het zy niet, en +zonder welke zelfs in het eerstgemelde geval niets verrigt zoude zyn." + +Beiden betuigden wy onze oprechte dank-erkentenis aan deeze uitmuntende +vrouw, en door vreugde zynde opgenomen, ging ik by den Gouverneur +des avonds ter maaltyd, en bood hem myn verzoekschrift aan, het +welk in goede orde was opgesteld. Zyne Excellentie nam het aan, +met het hoofd schuddende, en my de hand drukkende; maar hy erkende +my rond uit:--"Dat hy volkomen overtuigd was, dat myn zoon slaaf +zou sterven, ten waare ik de borgtocht, die de wet vorderde, vinden +konde, 't geen niet gemakkelyk was." Na derhalven veel moeite en +tyd verloren te hebben, na meer dan vyf honderd guinies betaald te +hebben, had ik nog de onuitspreekelyke smarte, om hem, van wien ik +vader en eigenaar tevens was, misschien aan eene eeuwige slavernye +te zien bloot gesteld. JOANNA zelve had toen niets meer te vreezen, +het geen my een groot genoegen deed. + +Te midden echter van eene zoo billyke neêrslagtigheid, deed zich eene +gelukkige hoop juist ter snede op. De beruchte Neger GRAMAN QUACY, +van wien ik reeds gesproken heb, kwam uit Holland aan, en had de +tyding verspreid, dat men, door zyne tusschenkomst, eene wet gemaakt +had, volgens welke alle slaven, zes maanden na hunne ontscheping in +Texel, vry zouden zyn. De eigenaar konde nochtans dien tyd voor zes +andere maanden verlengd krygen, na verloop van welken geen uitstel +meer, zelfs voor geen enkelen dag, zoude worden toegestaan.--In myne +ziel nu overtuigd zynde, dat ik vroeg of laat, en zoon, en moeder, +in Europa brengen zoude, was myn hart uittermaten getroost. + +Alvoorens het verhaal van myne reize te eindigen, zal ik omtrent +deezen GRAMAN QUACY eenige byzonderheden opgeven. Het zal genoeg +zyn voor het tegenwoordige te zeggen, dat de Prins van Orange, niet +genegen zynde hem de kosten uit zyn beurs te betalen, en hem veele +geschenken te doen, hem te rug zond, gekleed in een scharlaken en +blaauwen rok, om welken een breed goud boordzel gelegd was; hy had +een witten veder op zyn hoed; en hy geleek dus naar een Hollandsch +Generaal. Die goedheid van den Prins maakte deezen Koning der Negers +zeer hoogmoedig, en nu en dan zelfs zeer onbeschaamd. + +De Gouverneur der Volkplanting gaf den 27sten, een zeer kostbaar +festyn aan zyne vrienden, op zyne Indigo-Plantagie, eenige mylen +agter zyn paleis gelegen. Hy deed my de eer aan, om my daar by te +verzoeken, en ik had het genoegen, om het maken van Indigo te zien, +waar van ik de behandeling thans zal opgeven. + +De Indigo-plant is een knobbelig heester-gewas, dat van zaad +voortkoomt, by de twee voeten hoog groeit, en in den tyd van +twee maanden zyn volkomer wasdom verkrygt. Deeze plant vordert een +vrugtbaaren grond, en men moet het onkruid zorgvuldig uitwieden. Men +ziet dezelve doorgaans, vier of vyf dagen, na dat het zaad in den +grond geworpen is, uitkomen. Het zyn in het begin knobbelige stronkjes, +voorzien van kleine takjes, die verscheiden paaren van bladeren dragen, +en altoos met een ongelyk blad eindigen. Deeze bladen zyn eirond, +glad, zagt in 't aanraken, aan de boven-zyde van eene donker groene +kleur, aan de beneden-zyde bleek groen, ongetand, en aan eene byna +onzigtbaare steel vast gehecht. De bloem behoort onder het zoort van +die geenen, die tot een peul of schil groeijen, en hangt aan eene zeer +korte steel. Wanneer de bladen van de bloem zyn afgevallen, groeit +der zelver hart in de lengte, en wordt een peul, die langwerpig, krom +gebogen, glad, helderschynend, puntig uitloopende, bruin van buiten, +en wit van binnen is, en zeven of acht pitten bevat, die door een +klokhuis van elkander zyn afgescheiden. Elke pit vertoont een kleine +rol, grys of olyfächtig van kleur, en een lyn lang. + +Zie hier de manier, op welke deeze plant tot Indigo bereid wordt. +Wanneer men alle de takken heeft afgesneden, bindt men dezelven +tot schoven of bossen, legt die in een groote kuip vol water, en bedekt +dezelven met zwaare stukken hout, die tot perssen dienen. Alles op die +manier zynde gereed gemaakt, begint de gisting zeer spoedig; in minder +dan agtien uuren schynt het water te koken, en de verwstof der plant +naar zig trekkende, verkrygt het zelve eene blaauwe violet kleur. Tot +dien staat van gisting gekomen zynde, laat men het water in een tweede +kuip overloopen, die zomtyds minder groot is; en dan zuivert men het +zorgvuldig van alle stukjes hout, welken men weg werpt. De stank, +die dit water opgeeft, maakt deeze bewerking zeer ongezond. Dit +water, in de tweede kuip overgegoten zynde, wordt met houten spadels +omgeroerd, tot dat het kleurend gedeelte zig afscheidt, en tot kleine +bolletjes zamenloopt, die naar den bodem zinken. Het water herneemt +dan op deszelfs oppervlakte zyne natuurlyke doorschynendheid; en men +giet het nog eens, tot aan dat gekleurd zinkzel, in een derde kuip, +ten einde de stukjens Indigo, die 'er nog in vervat zouden mogen zyn, +mede naar den grond zinken; waar na men dit water weg giet, en het +zinkzel of de Indigo wordt gelegd in vaten, die geschikt zyn, om 'er +in te droogen. Het raakt alzoo alle verdere vochtigheid, die 'er nog +in mogt zyn, kwyt; het krygt aldaar de gedaante van kleine vierkante +langwerpige brooden, van eene fraaije lichtblaauwe kleur, en is dan +tot de vervoering geschikt. [36] Men kweekt de Indigo-Fabrieken in +deeze Volkplanting weinig aan. Ik weet 'er de reden niet van, want de +koek, welke zy voortbrengt, wordt verkogt voor vier guldens het pond; +beste Indigo moet ligt, hard, en brandbaar zyn. + +De aankweeking van deeze plant is in Surinamen begonnen door zekeren +DESTRADES, die zig een Fransch Officier noemde, en het zaad daar +toe uit St. Domingo medebragt. Dit had eerst in later tyd plaats, +dewyl ik zelf deezen armen keerel nog gekend heb, die zig op Demerary +met een pistool-schoot het leven benam.--Dewyl de omstandigheden van +zynen dood vry merkwaardig zyn, kan ik myne geneigdheid, om dezelve +kortelyk te verhaalen, niet wederstaan. Deeze man, zig in schulden +gestoken hebbende, maakte het overschot van zyne bezittingen tot +geld, en vluchte uit de Volkplanting van Surinamen weg. Zig in de +Spaansche bezittingen met verboden handel hebbende opgehouden, wierd +al het geen hy bezat vervolgens in beslag genomen. Geen uitkomst meer +hebbende, vervoegde hy zig by één zyner vrienden op Demerary, die de +menschlievenheid had om aan hem eene vryplaats te verleenen. Hy had +daar van slechts eenigen tyd gebruik gemaakt, toen eene verzweering +aan zynen schouder doorbrak; maar hy weigerde bestendig alle hulp, +en om zich te laten bezichtigen. Het ongemak wierd met dit al erger, +en zelfs gevaarlyk; maar DESTRADES bleef 'er altyd by met het bedekt +te houden. Eindelyk geraakte op zekeren dag het geheele huis in +ontsteltenis, toen men hoorde, dat 'er een schietgeweer in zyne kamer +afging. Men trad binnen, en vond hem, met zyn besten rok aangekleed, +maar zwemmende in zyn bloed, met een pistool, het welk by hem op den +grond was gevallen. Toen ontkleedde men hem, en tot groote verbaazing +der tegenwoordig zynde lieden, ontdekte men de letter V (voleur: dief:) +op dien zelfden schouder, welken hy niet had willen vertoonen.--Dus +eindigde het leven van eenen man, die eenige jaaren lang te Paramaribo +met roem geleefd had, en aldaar over het algemeen geacht was. + +Na het eeten verliet ik de Plantagie van den Gouverneur, en begaf my, +in het rydtuig van zyne Excellentie, tot aan den oever der Rivier, +alwaar ik een overdekt vaartuig met agt riemen vond, om my naar de +Plantagie Catwyk aan de Commewyne te brengen. De heer GOETZÉE, een +Hollandsch Zee-Officier, die eigenaar van deeze fraaije Plantagie was, +had my op dezelve genoodigd. 'Er ontbrak geen vermaak, van welk zoort +ook, in dit aangenaam verblyf. Men hield aldaar paarden, rydtuigen, +vaartuigen, die altyd gereed lagen; maar het geen alle vermaak bedorf, +was de onmenschelykheid van Mevrouw GOETZÉE, die, om de geringste +misslag, haare slaven deed zweepen: by voorbeeld, een jonge Neger, +JACKY genaamd, wierd, om dat hy de glasen niet naar haaren zin +gespoeld had, door haar veröordeeld, om des anderen daags een zeker +getal zweepslagen te ontfangen; maar de arme keerel vond middel om zig +aan haaren wrevel te onttrekken. Dien zelfden avond nam hy afscheid +van alle de Negers op de Plantagie; vervolgens ging hy in het bed +van zynen meester leggen, nam de tromp van een jachtgeweer in zynen +mond, en den trekker met één der toonen van zynen voet overhaalende, +maakte hy op die manier een einde van zyn leven. Dit schot alles in +rep en roer gemaakt hebbende, werden twee groote Negers gezonden, +om te vernemen wat 'er gaande was, en zy vonden den jongeling dood +en mismaakt liggen op het bed, het welk geheel bebloed was. De beide +slaven gaven bericht van dit voorval, en kregen last om het lyk uit +het vengster te gooijen; maar noch de eigenaar, noch de eigenaresse, +en zelfs geen ander mensch, wilde, eer dat ik kwam, in de kamer gaan, +schoon dezelve anderzints aangenaam en gemakkelyk was. Het geen de +meesters van den huize in deeze omstandigheid het meest verschrikte, +bestond daar in, dat hun geliefd kind in dezelfde kamer sliep, waar +dit voorval gebeurde, maar zy stelden zig spoedig gerust, toen zy +vernamen, dat aan het zelve niets was wedervaren. + +Ik had nog geen veertien dagen op deeze Plantagie doorgebragt, toen +eene slavin, YETTEE genaamd, naakt wierd uitgekleed, en door twee +sterke Negers op eene verschrikkelyke wyze gegeesseld. De uitvoering +der straf geschiedde voor de deur van 't huis, en de ongelukkige had +de huid byna geheel ontveld. Haare misdaad bestond in gezegd te hebben: +"dat haare meesteresse eenige schulden had, zoo wel als zy". Vyf dagen +daar na verwierf ik echter, dat de ketenen, die men haar aan de voeten, +en boven de lendenen had vast gemaakt, wierden weggenomen: maar zekere +Mevrouw VAN EYS, voorgewend hebbende, dat deeze slavin haar onbeschoft +had aangekeken, was oorzaak, dat Mevrouw GOETZEE, in die zelfde week, +de kastyding liet herhaalen, en wel op zulk eene manier, dat ik niet +geloove, dat het arme schepzel 'er van heeft kunnen opkomen. + +In zoo veele onmenschelyke wreedheden een weerzin hebbende, verliet +ik Catwyk, in het vast voornemen, om het zelve nooit wederom +te zien. Niettemin was ik in gezelschap van den heer GOETZEE, op +verscheide andere Plantagiën, aan de Rivieren Cottica en Peréca. Op +de Plantagie Alia, onder dit getal behoorende, haalde men my op eene +beleefde wyze over, om aan een meisjen, het welk geboren wierd, +een naam te geven, en ik noemde haar Charlotta; des anderen daags +morgens, onder het ontbyt, wierden alhier zeven Negers strengelyk +gegeesseld.--Ik begaf my vervolgens naar de Plantagie 's Gravenhage, +alwaar ik eenen jongen mulat, DOUGLAS genaamd, ontmoette, die geboeid +was, en ik herinnerde my met aandoening, dat zyn ongelukkige vader voor +deszelfs dood hem van de slavernye niet hadde kunnen bevryden. Door +zulk eene reize vermoeid zynde, kwam ik spoedig te Paramaribo te rug, +alwaar ik by myne aankomst vernam, dat LAURENS, de kamerdienaar van +den Colonel FOURGEOUD, overleden was, en dat men hem begraven had, +eer hy nog volkomen dood was.--Geduurende myne afwezigheid hadden +dertien van onze soldaten, om dat zy in een herberg beschonken waren +geraakt, door de spitsroeden geloopen, en stokslagen ontfangen. Zy +waren zoo afgerost, dat weinigen van hun in Europa te rug kwamen,--Men +had een Hollandsch matroos, en een jong meisjen van het geslacht der +Quateron-Negers, aan den oever der Rivier vermoord gevonden.--By myne +te rug komst, op het plein zynde gaan wandelen, wierd ik geroepen +door den ST--K--R, die my op de derde verdieping gebragt hebbende, +tot my zeide:--"zoudt gy wel gelooven, dat één van myne Negers laatst +van deeze hoogte afsprong, om eene geringe kastyding te ontgaan; +maar dewyl hy door zynen val slechts eene ligte bedwelming bekwam, +wreef men hem sterk aan de slapen van het hoofd, en hy kwam weder +spoedig by: toen, om hem te straffen, dat hy zyn persoon, die de +eigendom van zynen meester was, in zulk een gevaar gebragt had, en +myne vrouw had doen verschrikken, zond zy hem naar 't Fort Zelandia +om aldaar door een frisschen Spanso-bocko zyne misdaad te boeten". + +De kastyding, die deezen naam draagt, is één der verschrikkelykste; +zy wordt op de volgende wyze uitgevoerd.--Men bindt den veroordeelden +de handen, en laat hem de kniën tusschen de armen doorgaan; men legt +hem vervolgens op de ééne zyde, en houdt hem zoo als een hoen in +malkander gewonden, door middel van een paal, waar aan men hem vast +maakt, en die men in den grond steekt. In die gesteldheid kan hy zig +even min bewegen, als of hy dood was: dan slaat hem een Neger, met +een bos knobbelige tamarinde-takken gewapend, tot hy hem de geheele +huid heeft van één gereten; hy keert hem vervolgens naar de andere +zyde om, slaat hem op gelyke wyze, en de grond is op de straf-plaats +van het bloed doorweekt. Wanneer dit is afgeloopen, wascht men den +armen keerel, om de versterving van het vleesch voor te komen, met +citroen-sap, waar in buskruid ontbonden is. Na dit alles zendt men +hem naar zyn hok te rug, alwaar hy mag zien, hoe hy genezen wordt. + +Is het nu wel te verwonderen, ik moet het herhalen, dat de slaven +opstaan tegen meesters, die hen zoo wreed behandelen! + +De manier nog niet beschreven hebbende, op welke de muitende +Negerslaven de Plantagiën aantasten, meene ik geene betere gelegenheid, +dan de tegenwoordige, daar toe te kunnen vinden. + +Na zig den geheelen nacht in de naby gelegene struiken verborgen +te hebben gehouden, komen zy, by het aanbreken van den dageraad +daar uit te voorschyn, vallen de Europeanen onverhoeds aan, en +vermoorden ze allen. Zy plonderen en verbranden vervolgens het huis +van den eigenaar. By het heengaan nemen zy alle de Negerinnen mede; +zy beladen dezelven met hunnen buit, en behandelen haar met de grootste +onbeschoftheid, indien zy den minsten tegenstand durven bieden. + +Ik zal de aandoenlykheid van den lezer door deeze treurige verhaalen +niet meer afmatten, hebbende ik hem 'er reeds te lang mede bezig +gehouden. Ik hoopte daar door de wreedäarts te doen bloosen, en de +zaak der menschelykheid te bevorderen. + +Ik heb reeds gezegd, dat ik, den 24sten Augustus, een verzoekschrift +aan den Gouverneur had ingeleverd, om mynen zoon vry te maken. Mitsdien +zag ik, den 8sten October, met zoo veel vreugde, als verwondering, +het volgende aangeplakt. "Indien iemand gerechtigd is, om zig te +verzetten tegen zeker gedaan verzoek, om de vryheid te bekomen voor +een kind, behoorende tot het geslacht der Quarterons, genaamd JOHN +STEDMAN, zoon van den Capitain STEDMAN, kan dezelve zig aanmelden +tot den 1sten January 1777.". Zoo dra ik dit bericht gelezen had, +liep ik naar den heer PALMER, om hem dit nieuws mede te deelen. Hy +verzekerde my, "dat dit eene enkele plechtigheid was, gegrond op de +veronderstelling, dat ik de noodige borgtocht bezorgen zoude, waar +op men ongetwyffeld staat maakte, overeenkomstig de vrypostigheid, +waar mede ik myn verzoekschrift aan den Gouverneur der Volkplanting +had ingeleverd". Niet in staat zynde een enkel woord uit te brengen, +ging ik naar JOANNA toe, die my al glimlachende antwoorde, dat ik aan +de vryheid van onzen zoon niet moest wanhoopen. In deeze oogenblikken +van neerslagtigheid verliet ik deeze beminnenswaardige vrouw nooit, +zonder dat zy my eenigen troost gegeven had. + +Byna op deezen zelfden tyd vernamen wy, dat in de Utrechtsche +nieuwspapieren een zeer scherp geschrift stond tegen den Colonel +FOURGEOUD, waar by men met het zenden van afgezanten, door hem aan de +Oucas- en Sarameca-Negers gedaan, den spot dreef. Schoon hy van die +zoogenaamde bondgenooten niets te verwagten had, en dat zyn volk op +dit oogenblik byna geheel versmolten was, wilde hy echter de geenen, +die nog gaan konden, niet geheel werkeloos laten. Hy kleedde derhalven +zyne soldaten op nieuw, (voor de eerste maal na het jaar 1772,) en hy +gaf hun nieuwe sabels, enz.; vervolgens zond hy hen om aan den mond van +de Cassipory-Kreek, aan het bovenëinde van de Cottica te gaan legeren, +zynde alleenlyk door Onder-Officiers vergezeld; maar de Officiers +van hoogeren rang, kregen spoedig bevel om hen te volgen. Den 7den, +onthaalde hy ons ter maaltyd, en liet eindelyk een gebraden ossenharst +opdisschen, welke men hem van Amsterdam gezonden had, op zoodanige +wyze gereed gemaakt, als ik reeds beschreven heb. Op het nagerecht +zag ik eene vrucht, die men in Surinamen noemt Kaneel-appel, aan een +boompjen groeit, en in de tuinen van Paramaribo, meenig-werf gevonden +word. Dezelve is met een zoort van groene schubben geheel bedekt, +en gelykt naar een jonge artichok. + +De schil van deeze vrucht is byna een halve duim dik. Het vleesch +smaakt als dikke room, waar in aangebrande suiker geroerd is. Het +is zoo zoet, dat zommige lieden het al te laf oordeelen. Derzelver +breede, harde en zwarte zaaden zitten in dit vleesch. + +My hebbende gereed gemaakt om weder eenen dadelyken dienst te beginnen, +en daarënboven eene groote meenigte wyn, sterke dranken, en allerleije +zoorten van ververschingen, my door myne vrienden toegezonden, +ontfangen hebbende, beval ik JOANNA, en mynen zoon, aan de zorge +van de goede Mevrouw GODEFROY aan. Dit was dus de zevende veldtocht, +die thans een aanvang nam: ik verlangde de onderneming, welke wy met +eenen zoo standvastigen yver voortzetteden, zoo mogelyk, tot genoegen +van de inwooners deezer Volkplanting te doen afloopen. Ik bevond my +toen zoo wel, ik was zoo opgeruimd van geest en wel gemoed, als op +den dag zelven, toen ik, met de krygsbende van den Colonel FOURGEOUD, +op het vaste Land van America ontscheepte. + + + +AGT-EN-TWINTIGSTE HOOFTSTUK. + +De Muitelingen trekken de Rivier Maroni over.--Derde tocht +naar Gado-Saby.--De Land-Scorpioen.--Verscheiden zoorten van +timmerhout.--Boom, welke een vrucht voortbrengt, de Marmelade-doos +genaamd.--Het aankweeken van Ryst.--Buitengewone hitte, die alle de +moerassen opdroogt.--De Oppossum van het vrouwelyk geslacht.--De +Brazilsche Wezel.--De Mierëeter.--De Tamandua.--Hout-luizen en +vliegende luizen.--Tafereel van ellende en sterfte.--De Vrede aan de +Volkplanting bezorgd.--De Poelsnip.--De Lepelgans, en de Brazilsche +Ojevaar.--Wilde Eendvogels van verschillende zoorten. + +Den 10den November, begaf ik my, in een talryk gezelschap, met een +vaartuig naar de legerplaats aan de Cassipory-Kreek. Des anderen daags +was de geheele Volkplanting met rook overdekt, dewyl de bosschen aan +het zee-strand in brand geraakt waren, zonder dat men 'er de reden van +konde opsporen. Op de reize ontmoetten wy een hoop krygsvolk, onder +bevel van den Colonel TEXIER, die van Vrydenburg, aan de Maroni-Kreek, +te rug kwam. Deeze Officier verzekerde ons, dat de muitelingen, na den +gevoeligen neep, dien wy hun door het inneemen van Gado Saby hadden +toegebragt, die groote Rivier overvluchtten, en by de Franschen, in +Caijenne wonende, eene schuilplaats vonden. Hy voegde 'er by, dat hy +van hun eene vrouw gevangen had, en de Lieutenant KEEN twee mannen, +na 'er verscheiden gedood te hebben; dat de beide nieuwe compagniën +van vrywillige Negers de eer van hunne vaandels, door hun met groote +staatsie van den Gouverneur ontfangen, ophielden, door het medebrengen +van gevangenen, welken zy aan het strand agter Paramaribo gemaakt +hadden; dat zy by deeze gelegenheid geholpen waren geworden door de +Indianen, die vrywillig gestreden hadden, en meer dan eenmaal op die +zelfde plaats den vyand afbreuk hadden gedaan. Alles deed zig dus +aan ons voor, om onze onderneming met eenen goeden uitslag bekroond, +en de rust in de geheele Volkplanting hersteld te zien. + +De Plantagie Saardam, die toen aan den Colonel DES BORGNES, uit hoofde +van zyn huwelyk, toebehoorde, op onzen weg liggende, hielden wy daar +stil. Ik vond 'er eenen Americaanschen matroos, welke melasse, of +suiker-syroop, inlaadde. De bekwaamheid van den nieuwen Planter en +zynen Opzichter willende beproeven, haalde ik deezen matroos over, +om twee kruiken kill-devil (by de Hollanders genoemd kelduivel,) +die op deeze Plantagie gemaakt was, te kleuren, en te verzekeren, +dat hy dezelve als rhum van Antigoa aanbragt. Hy deed het geen ik +hem zeide. Men vond zyne zoogenaamde rhum uitmuntend; men maakte 'er +punch van voor het geheele gezelschap, en men gaf hem wederkeerig zes +andere kruiken van die zelfde kill-devil. De Americaan beloofde my +die insgelyks te zullen kleuren; en hy hoopte zyn vaartuig boordvol +geladen te hebben, voor zyn vertrek van Paramaribo. Zoo veel vermogen +heeft het vooröordeel in alle Landen. + +Wy verlieten de Plantagie Saardam, alwaar wy volmaakt wel ontfangen +waren, en wy kwamen den 13den, zonder het ontmoeten van eenig onheil, +op onze legerplaats by de Cassipory-Kreek aan de Cottica. Geene +schoenen, noch koussen aan hebbende, wierd ik byna gestoken door een +Land-Scorpioen, toen ik myne voeten aan den wal zette. Dit insect +heeft de grootte van eene kleine kreeft. Zyn lyf, zynde van eene +eyronde gedaante, en van eene roetkleur, is met beweegbaare ringen +bedekt. Hy heeft agt pooten, welke in geleden verdeeld zyn. Twee +armen, insgelyks in geleden verdeeld, komen uit zyn kop, en schynen +een gedeelte van zyn lyf uit te maken. Zyne oogen zyn zoo klein, +dat men ze naauwlyks zien kan. Zyn staart heeft zeven klootvormige +verdeelingen, naar koraalen van glas gelykende, en eindigt met een +dubbele ring. Het wyfje kronkelt dezelve op haaren rug in elkander, om +haare jongen voor de aanvallen van andere insecten te beveiligen. De +steek van den Land-Scorpioen is niet doodelyk, maar veröorzaakt eene +stekende pyn en koorts. Men zegt, dat hy van huid verandert, even als +de krabben van schelp veranderen. Men vindt hem meestäl op oude boomen, +oud huisraad, en ook dikwils onder het vuilnis, en in het drooge gras. + +Onder de ongelukken, welken ik hier zag, moet ik niet vergeten het +verlies van eenen zee-soldaat, die, zig in de Rivier badende, door +eenen grooten Kayman eensklaps wierd naar den grond getrokken. Zoo +dra ik zyn ongeluk bemerkte, ontkleedde ik my, sprong oogenblikkelyk +in het water, en droeg zorg, dat ik altyd het eene been in beweging +hield. Met dit al, ik vond niet den geen, dien ik zogt, en liep zelf +groot gevaar. Ik had door eenen Neger eene lange roeyriem in een +lynregten stand doen houden, ten einde ik my daar aan vast hield, +en hy dezelve, wanneer ik 'er op sloeg, naar zig toe zoude haalen; +maar de Neger, my kwalyk begrypende, maakte met die roeyriem zulk +eene geweldige beweging, dat ik naar den grond zonk. Ik kwam niet +weder boven, dan omtrent in het midden van den stroom, en bereikte +den oever niet dan met zeer veel moeite. + +Den 20sten, bevel ontfangen hebbende om naar Gado-Saby te trekken, +vertrok ik des morgens ten zes uuren, aan het hoofd van twee +Lieutenants, drie Sergeanten, zeven Corporaals en vyftig soldaten, +zonder een Heelmeester en den Neger, GOOSSASY, dien wy in drie of vier +uuren kwyt raakten, daar by te rekenen. Wy sloegen ons neder aan de +oevers van de zelfde Cassipory-Kreek, zonder meer dan zes mylen ten +westen van derzelver mond te hebben kunnen voorwaarts komen. + +Den 21sten, vorderden wy zeven of acht mylen noordwaarts, en wy vonden +geen enkelen drop water, om den hevigen dorst te lesschen, die ons +allen verslond. Wy waren te midden van het saisoen van droogte, +waar van de hitte dit jaar brandender was, dan ooit. + +Toen onzen weg veranderd, en denzelven noord-oost-waarts genomen +hebbende, doorwaadden wy, des morgens van den 22sten, het moeras; +en tegen den middag bereikten wy wederom het drooge; vervolgens, +na nog één uur te zyn voorwaarts getrokken, gingen wy naar den +westkant. Wy ontmoetten aldaar een groot veld, met ignames beplant, +het welk wy verwoestten. Dit gedaan hebbende, trokken wy lynrecht +voort, en sloegen ons neder op het oud verblyf der Negers, Cofaay +genaamd. Het gebrek aan water deed ons verschrikkelyk lyden. De +slaven echter vonden middel, om ons hier water te bezorgen; en hoe +stinkend het ook wezen mogt, dronken wy het zelve, na het door onze +hembds-mouwen te hebben laten doorloopen. + +In weerwil van de onaangenaamheden van deezen tocht, onderzocht ik +de volgende boomen, door my nog niet beschreven: de Carnavatepy en +de Berklack, waar van het hout zeer dienstig is. Het eerste heeft +heerlyke zwarte en bruine streepen: het gelykt zeer veel naar het geen +men Brasilisch hout noemt; en wanneer het bewerkt wordt, verspreidt +het een geur, welke voor die van den nagelbloem niet behoeft onder +te doen. Het tweede heeft eene bleek ronde of violet kleur; het +is insgelyks geschikt tot alle werk, waar toe men het gebruiken +wil. Men bood my ook een zeer zonderling zoort van vruchten aan, +genaamd de Marmelade-doos. Dezelve heeft de gedaante van een grooten +appel, maar een weinig meer ey-rond, en geheel met dons bedekt. In +'t begin is deeze vrucht groen, maar ryp wordende, wordt zy bruin. De +schil is hard, en door eene zekere beweging scheidt zy zig in tweën, +even als een noot. Het vleesch of merg koomt dan te voorschyn, +gelykende naar dat van een mispel: het is eene zoete en bruin-kleurige +zelfstandigheid, die aan groote pitten vast zit; de inwooners zuigen +dezelve met graagte uit. Het spyt my, dat ik van den boom, die deeze +vrucht voortbrengt, en van wien dezelve haaren naam ontleent, geene +beschryving geven kan. + +Den 23sten, trokken wy ten westen van Cofaay, in de hoop om het een +of ander van den vyand te vernemen. Wy volgden een voetpad, loopende +dwars door bebouwde landen, en met den weg gemeenschap hebbende: +wy ontdekten verrukkelyke gezichten; maar wy ontmoetten niets anders +dan een grooten hoop wilde varkens, wier geknor en geraas op den weg +ons, eer wy ze gezien hadden, hen deed houden vooreen afgezonden hoop +muitelingen, en wy maakten ons gereed om dezelven wel te ontfangen. + +Tegen den middag kwamen wy weder te Gado-Saby, alwaar wy, naauwlyks +nedergezeten zynde, om van de vermoeienis van onzen tocht een weinig +uitterusten, in ons midden zagen verschynen eenen ouden Neger, hebbende +een langen witten baard, en een stuk van een sabel in de hand. Ik stond +dadelyk overëind, en aan een ieder, wie hy ook wezen mogt, verbiedende +op hem te schieten, zeide ik hem dichter by te komen, hem verzekerende, +dat niemand van de geenen, die onder myn bevel stonden, hem zoude +durven mishandelen, en dat ik hem zelfs alle hulp zoude toebrengen, +die hy benoodigd mogt hebben.--"Neen, neen, Massera! antwoordde hy my +met zeer veel standvastigheid"; en met het hoofd schuddende, liep hy +weg. Onaangezien myne beveelen, wierd door twee van myne soldaaten op +hem geschoten; maar tot myn groot genoegen raakten zy hem niet. Deeze +elendige omzwerver zogt een onzeker bestaan in die verlatene velden, +welken wy meer dan eens verwoest hadden.--De reden, waarom de Negers +zoo moeielyk met een kogel te raken zyn, bestaat hier in, dat zy +nooit in eene rechte lyn, maar altyd kronkels-gewyze, loopen. + +Overëenkomstig myne beveelen, verwoestte ik Cofaay, en deszelfs omtrek, +op nieuw, maar het deed my echter leed, om des ouden Negers wille. Na +het om ver hakken van verscheiden catoen-boomen, bananen-boomen, +althaea-planten, duiven-boonen, Indisch koorn, ananassen en ryst, +die grootendeels zedert de eerste aldaar door ons gedaane verwoesting +waren opgeschoten, konde ik niet nalaten, om voor eene kleine hut, +in welkers nabyheid heete asch en bananen-schillen lagen, een weinig +scheeps-bischuit, een groot stuk gezouten ossen-vleesch, en een fles +nieuwe rhum agter te laten, voor den ongelukkigen, die aldaar zyn +verblyf hield. Vervolgens sloegen wy ons andermaal op de vlakten van +Cofaay neder. + +Zoo dikwerf gesproken hebbende van velden met ryst bezaaid, verwagt +de lezer waarschynlyk eenige byzonderheden omtrent derzelver +aankweking. De plant, die het graan van deezen naam voortbrengt, +heeft, schoon sterker zynde, vry wat gelykheid met het koorn. Zy +brengt holle gegroefde stammen voort, op zekere afstanden knoopen of +knobbels hebbende, en zig tot de hoogte van vier voeten verheffende. De +bladeren zyn rank, even als van het riet. De zaden zyn ten naasten +by op dezelfde wyze gerangschikt, als de garst, en groeijen aan +halmen, langs welken zy beurtelings geplaatst zyn. De oriza of ryst, +heeft hitte en vocht noodig. De ryst-korrels zyn langwerpig rond; +de beste zyn wit, doorschynend en hard. De nuttigheid van de ryst +is zoo over bekend, dat ik 'er niets anders van zeggen zal, dan dat +dezelve voorkwam, dat onze arme soldaten niet van honger stierven, +voornamelyk in Augustus 1775, toen zy voor een geheel rantsoen daags +niet meer hadden, dan een scheeps-bischuit, en drie koorn-airen van +Indisch graan, voor vyf mannen. + +Mynen last toen volkomentlyk ter uitvoer gebragt hebbende, hernam ik, +met myne manschappen, den weg naar de Cassipory-Kreek, trekkende +door de verwoeste velden van Gado-Saby die niets anders dan eene +dorre woestyn vertoonden. Wy gingen vervolgens zuid-oostwaards, +daar na geheel en al zuidwaarts, en hingen toen onze hangmatten in +de nabyheid van onze eerste legerplaats op. Het is opmerkelyk, dat +alle de moerassen door de buitengewoone hitte waren uitgedroogd; en +tevens was de stank, die door eene meenigte van visschen, voornamelyk +tot het zoort van de Warappa's behoorende, welke by het afloopen +van het water gestorven waren, wierd opgegeven, aller ongezondst +en ondraaglykst. Onze slaven echter zogten de minst bedorvene van +deeze visschen uit; des avonds lieten zy ze in de pan bakken, en aten +dezelven als een lekker beetjen. + +Des anderen daags morgens, trokken wy verder zuidwest-waarts +ten westen, en hielden omtrent vier mylen van de Cassipory-Kreek +stil. Den 26sten, onzen weg zuid-zuid-westwaarts nemende, kwamen wy +in het hoofd-kwartier, zeer vermoeid, zeer vermagerd, en ik had zelf +de roos in het aangezicht. Ik stelde myn dagverhaal ter hand aan den +Lieutenant Colonel DES BORGNES, die het bevel voerde. + +Een hoop van vyftig soldaten wierd, den 27sten, naar den post van +Jerusalem, en deszelfs omtrek, op kondschap uitgezonden, en den 6den +December, kwam de zoo lang verwagte versterking, uit drie honderd +vyftig mannen bestaande, in de Rivier Surinamen aan; zy hadden, van +hun uitzeilen uit Holland af gerekend, de reize gedaan in agt-en-zestig +dagen, maar 'er vyftien van te Plymouth doorgebragt. + +Wy vernamen toen, dat Capitain JOACHIM MEIJER, die eene aanzienlyke +somme gelds voor ons volk aan boord had, door de Mooren genomen was +geworden, en met alle zyne scheepsgezellen te Marocco opgebragt, +alwaar zy slaven van den Keizer wierden:--dat het Schip Paramaribo, +Capitain SPRUIT, (één van de geenen, waar in men in het begin van +de maand Augustus de zieken inscheepte,) in het Kanaal op de klippen +van Ouessant schipbreuk had geleden; maar dat, met behulp van eenige +Fransche visschers, allen, die zig aan boord bevonden, gered en naar +Brest gebragt waren, van waar zy wederom naar Texel inscheepten:--dat +de Prins van Orange, uit weldadigheid en menschlievenheid, onder de +Officiers en soldaten, ten getale van meer dan honderd, de navolgende +sommen gelds had laten uitdeelen, namelyk, omtrent veertig guldens +aan elken soldaat, zes honderd aan elken Lieutenant, agt honderd +aan elken Capitain, en duizend aan den Major MEDLAR, die het bevel +voerde. Alle de geschenken, welken ik aan myne vrienden in Europa +gezonden had, waren op dien zelfden bodem, en alzoo, tot myn groot +hartzeer, verloren geraakt. + +Zedert meer dan een maand had ik tot myne woonplaats niets anders, +dan eene slechte hut, voor regen en wind bloot staande. Doch thans +vernomen hebbende, dat, in weêrwil van de aangekomene versterking, +men ons bestemd had, om ons eenigen tyd in de bosschen te blyven +ophouden, het geen aan veelen van ons volk zeer leed deed, begon +ik, den 1sten December, om zonder hamer, of spykers, voor my eene +wooning te laten bouwen, die in zes dagen was afgemaakt, schoon twee +verdiepingen, eene overdekte gaandery met een hek, en eene kleine +keuken hebbende. Dicht daar by was een tuin tot myn gebruik, alwaar +ik op jong plantsoen, de namen van JOANNA en JOHNNY sneed. Tot gebuur +had ik mynen vriend den Capitain BOLTS, die een geyt had, waar van de +melk ons van groot nut was. Anderen hielden eendvogels en hoenderen; +maar de laatstgemelde hadden geene haanen; men was bevreesd voor hun +gekraay, en had dezelven gedood. Alle onze Officiers eindelyk bouwden, +aan den oever, eene reije van zeer zindelyke wooningen; aan de overzyde +had men meer dan honderd hutten, (die toen allen groen waren,) voor het +nieuwe krygsvolk opgericht, en het geheel maakte eene fraaije straat, +waar van niettemin de bewooners een zeer slecht voorkomen hadden. + +Het was aan myne wooning merkwaardig, dat men 'er door het dak +inkwam. Door dit middel zag ik my ontheven van alle die aanloopende +bezoeken, die myn voorraad uitputten, en my meenigmaalen hinderden, +wanneer ik met teekenen, schryven of lezen bezig was. Onze legerplaats +was daarënboven zeer aangenaam. Wy waaren op eene hoogte, alwaar +wij van de schadelyke dampen, die aanhoudend uit den grond opkomen, +en elders een groot getal manschappen hadden doen sneven, niets te +vreezen hadden. + +Geduurende de zeer korte oogenblikken, dat ik hier eenige rust had, +maakte ik in het klein, op een plank van agtien duimen lengte en +twaalf duimen breedte, de boeren-wooning, welke ik aan de Hoop bewoond +had. Ik gebruikte daar toe insgelyks takken van Latanus-boomen, en +elk beschouwde het als iets, dat zeer merkwaardig was. Ik gaf het +ten geschenke aan mynen vriend den heer DE GRAAF, die het vervolgens +in zyne verzameling van zeldzaamheden te Amsterdam plaatste. Dewyl ik +thans van dit onder werp spreeke, zal ik aan den lezer een gezicht van +beide myne wooningen aanbieden, de eene aan de Hoop, alwaar ik zulke +gelukkige dagen doorbragt, de andere slechts voor een korten tyd, zoo +als wy die in de bosschen bouwden, om aldaar voor het slecht weder +beveiligd te zyn. De eerste kan beschouwd worden als het zinnebeeld +van huisselyk geluk; de tweede als het zinnebeeld van allerleije +vermoeijenissen en gevaaren. + +Het regen-saisoen onverwagt zynde opgekomen, handelde het krygsvolk +der Sociëteit van Surinamen, dat aan de Wana-Kreek lag, verstandig +met op te breken, en trok den 26sten voor by onze legerplaats, de +Cottica afzakkende, om zig naar de Plantagiën aan de Peréca-Kreek te +begeven. Intusschen waaren wy verwezen, om in deeze legerplaats aan de +Cassipory-Kreek gebrek te lyden, terwyl de Colonel FOURGEOUD zig zeer +gerust op Paramaribo bevond. De Officiers van dit volk berigtten ons, +dat eenige andere muitelingen, aan den kant van de Rivier Maroni, +gevangen genomen waren. Wy behaalden zulk een voordeel niet, schoon +wy van alle kanten geduurig ronden deeden. + +Den 29sten, eindelyk, wierpen zes schepen, beladen met een gedeelte +van het krygsvolk, het welk uit Holland was aangekomen, het anker +tegen over onze legerplaats. Ik kon niet nalaten de ongelukkigen, die +zig met ons vereenigden, te beklagen, en dit was niet zonder reden, +dewyl verscheiden van hun reeds door de scheurbuik, en andere akelige +ziekten, waaren aangetast. Intusschen bouwden wy een oven van steen, +en deeden al wat wy konden, om hun hulp te verschaffen. Een zekeren +voorraad van wyn ontfangen hebbende, onthaalde ik tevens alle de +Officiers; maar deezen drank den Capitain P----T naar het hoofd +gevlogen zynde, daagde hy my, wegens een kwalyk verstaan, tot een +tweegevecht uit. Wy gingen dus een weinig ter zyden van de legerplaats; +en toen wy den sabel in de hand hadden, trok deeze Officier af met een +schaterenden lach, wierp zyn wapentuig weg, en zeide my: "Dat ik hem +konde afrossen, zoo ik wilde; maar dat hy te veel achting voor my had, +om my den minsten tegenstand te kunnen bieden", en daarop omhelsde hy +my hartelyk. Ik deed hem een vriendelyk verwyt, en bragt hem weder by +het gezelschap, met het welk wy het oude jaar vrolyk ten einde bragten. + +Op nieuwe jaars dag van het jaar 1777, gingen wy onze gelukwenschingen +by den bevelhebbenden Officier afleggen; en, onder weg, vertoonde men +my de Philander, of de Oppossum van Mexico, alhier Awary genaamd. Het +was een wyfje, welke men met haare jongen levendig gevangen had. + +Ik heb reeds van de Oppossum gesproken; ik zal my dus hier alleenlyk +met die byzonderheden bezig houden, welke ik in het thans aan my +vertoonde dier opmerkte; zy zullen zelfs zeer weinige in getal +zyn, want het dier bevond zig op den bodem van eene ledige kist; +en vreezende door het zelve gebeten te worden, dorst ik het 'er +niet uit haalen. Zoo groot zynde als een Noorweegsche rot, was +deeze Oppossum mitsdien veel grooter, dan die ik bevorens in dit +werk beschreven heb. Derzelver hair had eene geelachtige gryze kleur +op den rug, en eene vuile witte kleur onder aan den buik en aan de +pooten. Haare bek was voorzien van lange knevels en minder puntig, +dan de andere Oppossum. Een zwarte kring liep rondom haaren oogbol; +de oogen waaren wel niet zwart, maar stonden zeer levendig. Haare +staart was uittermaten lang, dik, van zwaar hair voorzien, vooral +ter plaatse waar dezelve aan het lyf vast is, en diende haar tot een +aanvallend wapentuig. Deeze Oppossum had onder den buik een zak, +van een plooy of kreuk in de huid gemaakt, en van buiten zoo wel +als van binnen hairachtig. Haare jongen, ten getaale van vyf of zes, +kwamen 'er nu en dan uit, wanneer de moeder zig stil hield; maar op +de minste beweging of het minste gerucht, begaven zy 'er zig weder +schielyk in. Met dit arme dier, het welk men reeds lang gekweld had, +medelyden hebbende, deed ik de kist op zyde tuimelen. Toen ontsnapte +de gevangene met haare jongen, en klauterden allen gezwindelyk op den +top van eenen hoogen boom, staande in het gezicht der wooning van den +Colonel SEYBOURG. De moeder maakte zig vervolgens met haare staart aan +één van de takken vast; maar dewyl dit zoort van dieren het gevogelte +vernielt, deed de Colonel, voor zyne hoenderen bang zynde, op haar en +haare jongen schieten. By het geen ik gezegd heb, moet ik nog voegen, +dat de gezwindheid van deeze Oppossum my des te meer verwonderde, +om dat verscheiden Schryvers die hoedanigheid in dezelve ontkennen. + +Onder de vernielers van het gevogelte, vindt men ook een ander dier, in +dit Land bekend onder den naam van Quacy-Quacy, door zommige persoonen +genoemd het Indisch Konyn, maar zynde in de daad de Coati-moudi, of +het Brazielsche wezeltje. Men vergelykt hem zeer voegzaam met de Vos; +want zoo wel als hy genoegzaame kragten heeft, om een kalkoen of een +gans weg te nemen, is hy ongemeen behendig. Dit dier is zomtyds by +de twee voeten lang. De gedaante van zyn lichaam is als die van een +hond. Deszelfs hair is gewoonlyk zwart, of liever donker bruin; maar +verscheiden van dat zoort hebben het zelve van eene blinkende roode +kleur. Hy heeft eene lange dik gehairde staart, met zwarte streepen als +ringen, en van eene donkere buffels kleur: hy houdt dezelve doorgaans +in de hoogte. Het hair van de borst en van de buik van den Coati is van +eene vuile witte kleur. Zyn kop, van eene helder bruine kleur, heeft +lange kakebeenen, en een zwarte varkensmuil, die by de twee duimen +overhangt, zig in de hoogte opstroopt, de vertooning maakt van een +krom gebogen en opgeheven bek, en beweegbaar is even als die van den +Tapira. Zyne oogen zyn klein; zyne ooren kort, rond, en van wederzyden +door een diep bindzel aan den bek vast zittende. Zyne pooten zyn kort, +en vooräl de voorpooten; dezelve eindigen met zeer langwerpige voeten, +verdeeld in vyf klauwen, met sterke nagels gewapend. Schoon de Coati, +even als de beer, altyd op de hiel loopt, en zig op de agterpooten +staande houdt, is 'er geen dier, (den aap uitgezonderd,) dat met meer +gezwindheid de boomen opklimt. De vogelnesten, met al wat 'er in is, +zyn aan zyne vernielingen bloot gesteld. Hy plundert voornaamlyk de +hoender-hokken; en dienvolgende stelt men alles te werk om hem uit +te roeijen. + +Alvoorens de Surinaamsche bosschen te verlaten, moet ik nog een +ander dier beschryven, het welk dezelven bewoont, en voornamelyk van +mieren leeft; het is de groote Mier-eeter, de mier-eetende Beer, of +de Mieren-Leeuw; Ofa Palmera by de Spanjaarden genoemd. Het lyf van +dit dier (twee maalen grooter zynde, dan dat van den Coati-moudi,) +is overdekt met lange en dikke hairen, zwart op den rug en aan den +buik, grys of witachtig geel aan den hals en in de zyden. Zyn kop +is niet zeer dik, maar uittermaten langwerpig, en eindigende met een +grooten bek van eene helder roode kleur. Zyne oogen zyn zeer klein; +zyne ooren kort en rond; en zyn mond, die geene tanden heeft, is niet +grooter dan noodig is, om zyne tong te kunnen bevatten. Zyne staart +is van eene verbaazende grootte, en van zeer lange hairen voorzien, +welke dezelven naar die van een paard doen gelyken. Het dier bedient +zig van deeze buitengewoone staart, om zyn lyf te dekken, wanneer hy +slapen wil; het geen hy doorgaans over dag doet, wanneer hy zig voor +den regen wil beveiligen. Anderzints sleept hem dezelve agter aan, +en hy veegt 'er den grond mede. Hy heeft dunne pooten, maar met zeer +lange hairen overdekt; de agterpooten zyn zwart, korter, en eindigen +met vyf klaauwen; de voorpooten hebben eene vuile witte kleur, maar +eindigen alleen met vier klaauwen, waar van de twee middelste langer +zyn, dan de andere; allen zyn ze met zeer scherpe nagels gewapend. + +De groote Mier-eeter is, een slecht looper. Hy zet zig altyd op het +achterste van de langste zyner pooten, even als de Coati, of de +Beer; maar hy klautert beter; en hy is zoo sterk in het vechten, +dat geen hond zig aan hem durft wagen; want geen dier, dat onder +zyne voor-klauwen koomt, en zelfs de Jaguar, of de Guiaansche Tyger, +wordt door hem los gelaten, dan wanneer hy hem dood gemaakt heeft. Zyn +voedzel, zoo als if gezegd heb, bestaat, voornamelyk in mieren, welken +hy op de volgende wyze vangt:--Wanneer hy by een mieren-nest koomt, +steekt hy zyne tong uit, die by de twintig duimen lang is, en zeer veel +gelykheid op een worm heeft; door eene slymige stoffe, of speekzel, +bevochtigd zynde, blyven de mieren 'er in een groot aantal aan hangen; +de mier-eeter haalt vervolgens zyne tong in zynen bek te rug; en hy +herhaalt deeze bewerking, zoo lang nog eenige van deeze insecten in +hunnen schuilhoek overig zyn; daar na gaat hy elders zoeken, om het +zelfde zoort van voedzel op gelyke wyze naar zig te nemen. Hy klautert +ook op de boomen, om aldaar houtluizen en wilden honig te eeten; maar +indien hy het noodige voedzel voor zig niet vindt, kan hy een langen +tyd vasten, zonder daar van het geringste ongemak te ondervinden. Men +zegt, dat men dit dier kan tam maken, en dat hy, in dien huishoudelyken +staat, kruimels brood, en zeer kleine stukjens vleesch doorslikt; +men beweert bovendien, dat zyn vleesch aan de Indianen en Negers +een goed voedzel verschaft; ik heb de laatstgemelden ten minsten het +zelve met smaak zien eeten. Eenige mier-eeters zyn niet minder dan +agt voeten lang, van den kop tot de staart gerekend. + +In Surinamen vindt men ook een dier van het zelfde zoort, Tamandua +genaamd: maar hy is kleiner en zeldzamer. Hy verschilt van den +bovengenoemden daar in, dat hy twintig klaauwen heeft, den kop naar +evenredigheid grooter, de staart kleiner, en afgedeeld door zwarte +streepen, en van eene bleek geele kleur. 'Er is ook nog een derde +zoort, welk dier insgelyks den naam van Mier-eeter draagt; maar ik +heb hem nooit gezien. + +Den 3den kwamen zes andere vaartuigen van Paramaribo aan; zy waren +geladen met soldaten, die het getal van drie honderd vyftig mannen, +uit Holland gezonden, volkomen uitmaakten. Vernomen hebbende, dat +onder deeze nieuw aangekomenen zig bevond een Capitain, CHARLES SMALL +genaamd, die onder de Schotsche Brigade gediend, en met den Vaandrig +MACDONALD geruild had, zakte ik dadelyk in een kano de Rivier af, om +deezen Officier op te zoeken, en hem mynen dienst aan te bieden. Ik +was naauwlyks op zyn vaartuig gekomen, of ik zag hem aan eene heete +koorts in zyne hangmat ziek leggen. My niet herkennende, uit hoofde van +myn plunje, die niet veel beter was, dan van den gemeensten matroos, +vroeg hy, wat ik begeerde; maar wanneer hy in my zynen ouden vriend +STEDMAN herkende, in eenen zoo verschillenden staat, als hy hem voor +deezen gekend had, drukte hy my de hand, en smolt in tranen weg, +zonder een enkel woord uit te brengen. Deeze aandoenlyke beweging, +waar door zyne ziekte verërgerde, gaf my een sterker bewys van zyne +vriendschap voor my, dan eenig gesprek zoude hebben kunnen doen. Ik +nam hem derhalven in myne kano, en bragt hem in myne hut, alwaar men +veel moeite had, om hem door een gat, het welk men opzettelyk maakte, +te doen binnen treden, want het gat in het dak konde alleenlyk voor +my tot een ingang dienen. Zyne hangmat dicht by de myne hebbende doen +ophangen, liet ik water koken, waar in ik rhum, suiker en een weinig +bischuit deed; de zieke nam deeze soup, en van dit oogenblik aan wierd +hy beter. Hy verhaalde my, dat één van zyne soldaten in den overtocht +verdronken was, en dat wanneer de Colonel FOURGEOUD aan de nieuwlings +ontscheepte Officiers een dans-party gegeven had, op welke één van zyne +koks en twee soldaten de plaats van Musikanten vervulden, hy aldaar, +door te veel te danssen, zig zyne ziekte had op den hals gehaald. + +Korten tyd daar na, verscheen de Colonel zelf in de legerplaats, +en kondigde ons aan, dat door de aankomst van nieuwe Officiers, +verscheiden onder ons hunnen rang in het Regiment en in het +leger verloren: dit was de belooning voor allerleije zoorten van +vermoeijenissen, gevaaren, en onäangenaamheden, geduurende vier +jaaren lang in eene verzengde luchtstreek. Om de maat van ellende +vol te meten, gelastte men ons, in plaats van ons naar Europa te rug +te roepen, om in de bosschen van Surinamen te blyven, en aldaar de +geenen, die ons moesten vervangen, in den dienst te onderrigten. + +De post van Majoor wierd my toen opgedragen. Dezelve was zeer +onäangenaam: men moest dagelyks soldaten kastyden, die om hunnen honger +te stillen, het magazyn beroofden; want hun ontbrak brood eene geheele +week lang, dewyl de oven reeds was afgebroken. Een van deeze arme +keerels wierd byna tot den dood toe gegeesseld, om dat hy een gerookte +worst ontvreemd had van den Colonel, die nooit vergat, om ten minsten +zes sterke Negers te beladen met allerleije zoorten van gezouten kost, +thee, koffy, suiker, Madéra-wyn, brandewyn, genever, enz. + +Den 8sten, kwam eindelyk een vaartuig aan, niet alleen gezouten vleesch +en bischuit in hebbende, maar ook een levendige os en twee varkens. + +Deeze dieren waren een geschenk van zekeren Colonist, FELMAN genaamd, +die door zyne vrouw en eenige vrienden vergezeld zynde, den Colonel +een bezoek kwam geven. De varkens en de os wierden dadelyk geslagt, +en onder vier honderd menschen verdeeld, zoo dat men gemakkelyk kan +naargaan, dat ieders rantsoen niet zeer groot geweest kan zyn. Na deeze +uitdeeling, bezichtigde het geheele gezelschap onze onderscheidene +woningen. Aan de myne gekomen zynde, wandelde de Colonel dezelve +rond; maar geen deur ziende, riep hy uit: "Is hier niemand in?" Ik +stak oogenblikkelyk myn hoofd door het gat in het dak, en bood de +vrouwen aan, om door het zelve by my in te komen; maar zy bedankten +'er beleefdelyk voor. Ik heb den Colonel nooit zoo hartelyk zien +lachen. Zoo dra hy spreken kon, riep hy uit: Men moet STEDMAN zyn!--Men +moet zoo origineel zyn, als hy. Hy bragt vervolgens het gezelschap +weder in zyne woning; maar vooraf noodigde hy my, om hem aldaar te +volgen.--Toen de Capitain SMALL en ik van daar heen gingen, deeden wy +eene wandeling in eene fraaije Savane, alwaar wy eene hut van takken +van boomen hadden opgericht, waar aan wy den naam gaven van Ranelagh, +en wy namen aldaar van tyd tot tyd eenige ververschingen van koud +eeten, waar door myn voorraad schielyk op geraakte. Wy moesten dus by +vervolg van ons rantsoen leven; maar SMALL had toen het genoegen te +zien, dat zyne medgezellen van gelyken deeden. Deeze, niet gewoon zynde +aan het zuinig leven, het welk in onze bosschen zoo noodzakelyk was, +hadden van hun meel puddings gemaakt, en zagen zig toen gedwongen, +om scheeps-bischuit te eeten. + +Den 12den, kregen honderd vyftig mannen van het nieuwe krygsvolk bevel, +om op te trekken. Elk hunner was, behalven met zwaare kleederen, met +een hangmat en een zeer zwaar randsel beladen. Myn vriend SMALL was +onder dit getal; hy was zeer dik, en zoo verzwakt, dat hy naauwlyks +gaan konde. Ik deed dit aan den Colonel opmerken, die hem veroorloofde, +om zig voor een gedeelte van dien toestel te ontlasten. + +Alles op die wyze in gereedheid zynde, nam deeze hoop krygsvolk haaren +weg rechts af, en, vertrok met den Colonel FOURGEOUD aan het hoofd, +om zig naar de Rivier Maroni te begeven. + +De Colonel was in dit oogenblik ten mynen opzigte wel zoo beleefd, +als ik hem verlangen konde, maar de rechtvaardigheid dwingt my te +verklaaren, dat hy in alle andere opzigten zoo heerschzuchtig en +onmeedogend was, als ik hem immer gezien heb. Hy scheen in het begrip +te staan, dat zyn rang die handelwyze van hem vorderde. + +In zyne afwezigheid voer ik de Rivier over, en hieuw aan de andere +zyde van de Cottica eenen palmboom om, het geen ik deed, niet alleen +om de kool, maar om dat ik wist, dat de worm in veertien dagen goed +zoude zyn om te eeten. + +Het bosch van dien kant met mynen Neger QUACO doorwandelende, viel +myn oog op den cederboom, het bruine hart, en de kogel-boom. De +eerste verschilt, in weêrwil van deszelfs naam, van den cederboom op +den berg Libanon, die eene spits toeloopende gedaante heeft. Die van +Surinamen groeit mede tot eene groote hoogte op; maar men stelt zyne +waarde voornamentlyk daar in, dat deszelfs hout nooit door wormen, +noch andere insecten geknaagd wordt, en een ongemeen bitteren smaak +heeft. Het heeft ook een aangenaame geur, en men verkiest het daarom +boven alle ander hout, om koffers, kisten, kassen, en allerleije zoort +van schryn-werk te maken. Het dient ook tot het bouwen van tent-jachten +en andere vaartuigen. De kleur van het spint van dit hout is bleek +oranje. Het is hard en te gelyk ligt; en uit den stam druipt een gom, +veel gelykende naar Arabische gom: dezelve is doorschynende en zeer +welriekende. + +De boom met het bruin hart is van dezelfde dikte en hardheid, als +de boom met het purper hart, en die met het groen hart, waar van ik +melding gemaakt heb. Hy dient tot groote werken, en voornamelyk tot +het bouwen van molens. De kleur, die zeer fraay is, is met deszelfs +benaming overeenkomstig. + +De Kogelboom groeit zomtyds hooger dan zestig voeten; maar naar mate +van zyne hoogte is hy niet dik. Zyne schors is gryskleurig en glad; +zyne spint bruin, over 't geheel wit gevlakt. Geen boom is hem in +zwaarte gelyk; de zyne gaat die van het zeewater te boven. Hy is zoo +in één gedrongen, dat zonneschyn en regen geene uitwerking op hem +doen. Dienvolgende maakt men 'er latten van, om 'er de daken mede te +dekken, in plaats van met leijen of pannen, die in dit Land te zwaar +en te heet zouden zyn. Men verkoopt deeze latten voor meer dan veertig +guldens de honderd te Paramaribo, en men behoeft ze niet te vernieuwen, +dan na verloop van vyf en twintig jaaren. + +Ik moet ook nog spreken van een anderen boom, Ducolla-bolla genaamd, +die men insgelyks in de bosschen van Guiana vindt. Hy heeft eene zeer +donkere roode kleur, en een zeer gelyk en fyn erf. Zyne hardheid en +zwaarte maken hem voor den schitterendsten glans vatbaar. + +Omtrent op deezen zelfden tyd, wierd het geheele leger gekweld door +insecten, in Surinamen genoemd hout-luizen, maar welken men met +meerder gepastheid witte mieren zoude kunnen noemen, want zy hebben +zeer veel gelykheid op mieren. Het grootste onderscheid tusschen +deeze beiden bestaat daar in, dat de mieren in den grond woonen, +en deeze houtluizen hunne nesten op stammen van boomen maken. Deeze +nesten, die zwart, rond, onregelmatig zyn, veel gelykende naar den +wolligen kop van eenen Neger, maar zomtyds zoo groot als een half +vat, zyn gemaakt van eene roodachtige aarde, zoo in één gedrongen als +mastik, en ondoordringbaar voor het water. In dezen hoop, bestaande +in een eindeloos getal gemeenschappelyke wegen of loopgraven, die +de gedaante hebben van de schacht van een ganzen-veder, leven deeze +dieren in talryke zwermen; en wanneer zy 'er uitkomen, richten zy de +verschrikkelykste verwoestingen aan, meer dan eenige andere insecten +in Guiana. Zy doorknagen het hardste hout, het leder, het linnen, +en alles wat zy ontmoeten. Zy komen dikwils in de huizen door een +bedekten weg, van eene halve cirkelswyze gedaante, welken zy in de +beschotten maaken, en die door deszelfs omwegen zomtyds verscheide +honderde voeten lang is. Dewyl zy alles tot stof vermalen, indien +men, dezelven bespeurende, geene zorge draagt om ze uit te roeijen, +het geen door middel van rottekruid en terpentyn-olie geschiedt, +zyn deze insecten in staat om het geheele huis met eene volkomene +instorting te bedreigen. De houtluizen verschaffen, in weerwil van +hunne walgelyke en stinkende reuk, een goed voedzel aan het gevogelte, +het welk, zoo men zegt, 'er veel gretiger op is, dan op het graan +van Indisch koorn. Ik moet niet met stilzwygen voorbygaan, noch hun +ongemeen vernuft in het herstellen van hunne woning, wanneer die +beschadigd is, noch hun voortteelend vermogen, het welk zoo groot is, +dat men, welke verwoesting men ook onder hen maakt, hen spoedig weder +ziet te voorschyn komen, in een zoo aanzienlyk getal als bevoorens. + +Wy wierden bovendien dikwils gekweld door geheele wolken van vliegende +luizen, die zomtyds onze kleederen zoodanig overdekten, dat ze het +voorkomen van eene gryze kleur hadden. Dit ongemak sproot voort uit +de uitspreiding van haare vlerken, (vier in getal zynde) die aan +de stoffe van het kleed blyven vast zitten, en zig van het lichaam +van het insect afscheiden, wanneer het in de hoogte vliegt. Eenige +Natuurkundigen beweeren, dat de vliegende luizen geene andere zyn, +dan de bovengemelde houtluizen, en die, tot zekeren ouderdom gekomen +zynde, vlerken krygen, hun nest verlaten en rond vliegen, even als +zommige andere mieren, zoo in Europa, als in America. + +De krygstucht was toen zoo gestreng in het leger, dat ieder, die +het minste gerucht maakte, zwaar gestraft wierd, en zelfs gedreigd, +om te worden doodgeschoten. De schildwachten hadden last, om van de +aankomst van rondes alleenlyk door fluiten bericht te geven, en men +beantwoordde hun op gelyke wyze. + +Een van onze soldaten, den 18/den, veroordeeld zynde geworden, om +door de spitsroeden te loopen, vermits hy hard gesproken had, vond ik +middel, by afwezigheid van den Colonel FOURGEOUD, om hem vergiffenis +te doen verkrygen, op het zelfde oogenblik, dat hy reeds uitgekleed +was, om zyne straf te ontfangen. + +Den 23sten, ontfing ik verschen voorraad en wyn, my van Paramaribo +gezonden; alles kwam zeer ter sneede. Den zelfden dag kwam de Colonel +FOURGEOUD met zyne manschappen van zynen tocht naar de Rivier Maroni te +rug. Hy had negen en vyftig huizen verwoest, en drie bebouwde velden +vernield. Op die wyze wierd zekerlyk aan de muitelingen de doodsteek +toegebragt, daar zy, geen middel meer hebbende, om aan deeze zyde der +Rivier te kunnen bestaan, genoodzaakt waren dezelve over te trekken, +en zig in de Fransche Volkplanting van Cayenne te gaan nederzetten. Op +deezen moeijelyken, doch noodzakelyken tocht, hadden de soldaten, +en vooral de nieuwlings ontscheepten, verbazend veel geleden. Men was +verplicht een groot aantal derzelver in hunne hangmatten te dragen; +men liet meer dan dertig zieken op den wachtpost aan de Maroni, +en myn vriend SMALL kwam 'er vry wat vermagerd van daan. + +'Er waren toen meer dan honderd mannen, die in het hospitaal van +onze legerplaats gevaarlyk ziek lagen. Men hoorde niets, dan zuchten +en kermen, en daar by alle nachten het geschreeuw der Guiaansche +steen-uilen. De kramp, een ongemak, in Surinamen zeer gemeen, kwelde +de geenen, die anderzints nog in staat waren om dienst te doen. Elk +was in de grootste droefheid gedompeld. Hier zag men iemand, van +het hoofd tot de voeten, met bloedende zweeren bedekt; daar weder +een ander, die door twee van zyne medgezellen gedragen wierd, en in +eenen diepen slaap bedolven, den eeuwigen slaap ingong, in weerwil +van alle de schuddingen en bewegingen, die men te werk stelde om hem +te doen ontwaken. Een derde, door de waterzucht opgezwollen, stierf, +door het water verstikkende, na den Heelmeester, (die doorgaands +antwoordde, dat het te laat was,) vrugteloos gebeden te hebben, om +hem het zelve af te tappen. Zommigen, zig in het Hospitaal bevindende, +baden God met gevouwen handen, om hun te hulpe te komen. Verscheiden" +door eene heete koorts aangetast, trokken zig de hairen uit, braakten +lasteringen uit tegen de Voorzienigheid, en vervloekten den dag hunner +geboorte. Om kort te gaan, onze gesteldheid was zoodanig, dat men de +pen van eenen MILTON zoude noodig hebben, om ze te beschryven; en +terwyl de dood dagelyks nieuwe verwoestingen aanrechtede, geraakte +een gedeelte der legerplaats, door zeker toeval, geheel in brand; +maar de Negers bluschten den brand spoedig, zonder dat 'er eenige +wezentlyke schade uit voortkwam. + +Den 26sten, echter, begon myne ellende ten einde te loopen. De Colonel +bood my, tot myne groote verwondering, aan, om hem naar Paramaribo te +vergezellen, het geen ik zonder bedenking, en met genoegen aannam. Ik +gaf derhalven myn huis, de hut in de Savane, en myn voorraad van +levensmiddelen aan mynen vriend, den Capitein SMALL, ten geschenke. Ik +onthaalde hem, benevens eenige andere Officiers, ter middagmaal, en +gaf hun een kookzel van kool en palmboom-wormen, die nu volkomen goed +geworden waren. Wy besproeiden dit eeten met eenige glazen wyn, die +van goeder harter wierden ingeschonken, en ik nam myn afscheid. Te +middernacht ging ik met den Colonel en twee andere Officiers, in +een fraay vaartuig van zes roey-riemen. Ik verliet derhalven nog +eenmaal deeze sombere bosschen, alwaar men zoo veele wonderen ziet, +maar tevens onheilen ondervindt, die naar de gedachten van hun, die +dezelven moeten doorstaan, de tien plagen van Egypten te boven gaan. + +Toen het vaartuig het anker geligt had, verklaarde ons de Bevelhebber, +dat hy de bosschen der Volkplanting van alle kanten gezuiverd, +en de muitelingen genoodzaakt hebbende, de Maroni over te trekken, +besloten had om deezen langen en gevaarlyken tocht in eenige weeken +te doen eindigen. + +Na den geheelen nacht gevaaren te hebben, bevonden wy ons des morgens +tegen over den nieuwen weg van gemeenschap, dien wy ons by onzen +ouden wacht-post van Devil's Harwar gebaand hadden; en des middags, +kwamen wy op de Plantagie la Paix, welkers eigenaar, de heer RIVIERE, +ons ter maaltyd onthaalde. De Colonel en zyn Adjudant begaven zig +vervolgens naar Paramaribo, maar een ander Officier en ik verlieten +hem hier, en gingen naar het strand, op eenen kleinen afstand van de +laatstgemelde Plantagie, om wulpen en watersnippen te schieten. + +By het gaan en te rug komen gingen wy voorby twee posten van +het krygsvolk der Sociëteit, wier Bevelhebbers de vaandels lieten +opsteeken, en ons ververschingen, en alles, wat in hun vermogen was, +aanboden. Onze jagt was niet zeer voordeelig, en wy schoten alleenlyk +watersnippen. Zy vlogen 'er in zulke talryke meenigte, dat men ze +voor wolken die de lucht verduisterden, zoude hebben aangezien. Het +was dus voldoende, wanneer wy in het wilde schoten, om 'er twintig +te gelyk te doen vallen; maar zy waren van zulk een klein zoort, +dat het der moeite niet waardig was, om ze op te raapen. Wy zouden +vogelen van meer aanbelang hebben kunnen dooden, als lepel-ganzen, +Brazilsche oyevaars, roode wulpen, en verscheiden zoorten van wilde +eendvogels, indien de zee by ongeluk niet eenige landen overstroomd +had, die tusschen ons en de bank, waar op deeze vogelen zig bevonden, +gelegen waren. Wy hadden met dit al het genoegen van dezelven te +zien. Deeze bank geleek, op eenigen afstand, naar een scharlaken en +purperkleurig tapyt, met verscheiden zoorten van kleuren doorweven. + +De Lepel-gans heeft de grootte van een gewoone gans, en gelykt veel +naar een kraanvogel. Zyne korte pooten zyn aan het einde voorzien van +een vlies, maar het welk zig niet verder uitstrekt dan tot op een derde +der lengte van deszelfs klauwen. Zyne vederen, die wit zyn, wanneer +de vogel jong is, krygen vervolgens eene fraaije rozen-kleur. Zyn bek +is waarlyk opmerkelyk: rond, plat, en breeder zynde aan het einde, +dan aan het begin, en in het midden, gelykt dezelve naar een spatel; +en van die overëenkomst ontleent deeze vogel ook zynen naam. Men +zegt dat hy kikvorschen, hagedissen en rotten eet; maar visch moet +zyn voornaame voedzel wezen, want zyn vleesch smaakt 'er naar: hy +wordt veel aan het strand gevonden. + +Den Surinaamschen Jabiru kan ik niet beter vergelyken, dan by een +oyevaar; maar hy is veel dikker. Hy wordt daarom ook wel de Brazilsche +Oyevaar genoemd. Deeze vogel heeft eene pluimaadje op het lyf zoo wit +als melk; maar de vederen der vlerken en de staart zyn zwart. Zyne +pooten en klaauwen zyn uittermaten lang; en ik heb opgemerkt, dat hy, +strydig met het gebruik van alle andere vogelen, zig dikwils op het +agterste gedeelte van zyne pooten zet. Zyn hals en bek zyn buitengewoon +lang; de laatstgemelde is sterk, en eindigt met een kromme bogt. De +kop van den Jabiru is volmaakt zwart; de Hollanders noemen hem daarom +Neger-kop. Hy houdt zig op aan de zee-kusten, even als de voorgemelde, +en leeft alleen van visch. Men maakt hem gemakkelyk tam. Ik heb +'er twee onder het gevogelte van den Colonel FOUREROUD gezien. + +'Er zyn in Surinamen onderscheiden zoorten van wilde eendvogelen: +zy zyn niet groot; maar hunne fraaije vederen hebben verschillende +schitterende kleuren. Daar onder munten voornamelyk uit de Cawerirky, +de Soukourourky, en de Annaky: de laatstgemelde is de kleinste van +allen. Geen waterhoen, van wat zoort die ook wezen mag, is lekkerder +om te eeten, dan deeze eendvogels. Men maakt ze insgelyks tam, en +ontmoet ze dikwils onder het gevogelte op de Plantagiën. + +Den 28sten een vaartuig gevonden hebbende, het welk de Cottica afzakte, +maakte ik 'er gebruik van, om my naar Paramaribo te begeven, alwaar +ik dien zelfden avond wel gemoed en gezond aankwam. + +Myne vrienden wenschten my geluk, dat ik nog leefde, na aan zoo veele +gevaaren bloot gesteld te zyn geweest; na van alle hulp ontzet, door +distelen en doornen van één gereten, door insecten gestoken te zyn; +na uitgehongerd, afgemat, en op alle manieren gefolterd te zyn; na +dikwils gebrek aan kleederen, geld, ververschingen, of geneesmiddelen +gehad te hebben; en eindelyk na het verliezen van zoo veele brave +medemakkers, die in dit Land hun graf gevonden hadden. Dus eindigde +myne zevende en laatste veldtocht in de bosschen van Guiana. + +EINDE VAN HET DERDE DEEL. + + + + + +BERICHT VOOR DEN BINDER. + + Plaat Bladz. + + XXX. Een oproerige Neger, op Schildwacht + staande; te plaatsen tegen over 4 + + XXXI. Het doorwaden van een Moeras, in + Guiana, door het krygsvolk. 22 + + XXXII. Platte grond van de Hoofd-legerplaats, + tusschen de Rivieren Cottica en Maroni; + benevens de manier, om in de + bosschen van Surinamen te legeren. 52 + + XXXIII. Gezicht der legerplaats aan de Java-Kreek:--als + mede by Jerusalem. 134 + + XXXIV. Eene Indiaansche Vrouw, tot het geslacht + der Arrowoukas behoorende. 156 + + XXXV. Het Colibrietje of Bromvogeltje. 188 + + XXXVI. Een huisgezin van Loango-Neger-slaven. 236 + + XXXVII. Speeltuig der Negers. 274 + + XXXVIII. Gezicht van de Savane der Joden:--mitsgaders + van den Berg Parnassus, + of blaauwen Berg. 284 + + XXXIX. Manier om in de bosschen van Surinamen + te slapen.--Boeren-hut, tot + een buiten-verblyf. 326 + + + + + +NOTES + +[1] De Negers hebben de onmenschelyke gewoonte, om de lyken hunner +vyanden te verminken en te verscheuren; zommigen zelfs doen dit, +even als de Caraïben, met hunne tanden. + +[2] Men zie het Pourtrait van den Schryver, voor het eerste Deel van +dit werk geplaatst. + +[3] De Indianen maken de buitenste bast van deeze vruchten glad, +na dat ze ledig gemaakt en gedroogd zyn, en doorvlammen dezelve op +eene fraaije wyze met Roucoa en andere schoone kleuren, in acajou gom +gemengd zynde. Hunne teekeningen, in 't wilde gemaakt, zyn vry juist +voor lieden, die geene liniaalen noch passers hebben. Men ziet deeze +werken nu en dan in de kabinetten van zeldzaamheden. + +De inwooners der plaatsen, alwaar de Calebassen-boom groeit, beschouwen +het vleesch van deszelfs vrucht als een algemeen geneesmiddel voor +een groot aantal ziekten en toevallen. Zy gebruiken het tegen de +waterzucht, buikloop, kwetsingen door vallen veröorzaakt, kneuzingen, +ongemakken van wegen het steken der zon, hoofdpynen, zelfs om +verbrandingen te geneezen. Zy maken 'er een geestryken drank van, +naar onze limonade gelykende. Tegenwoordig heeft men het gebruik, +om dit vleesch te laten koken, het afkookzel door een doek te gieten, +vervolgens suiker daar in te mengen, en daar van eene buikzuiverende +Syroop te maken, welke men op de Eilanden dikwils gebruikt, om +geronnen bloed kwyt te raken: deeze Syroop word tans in Frankryk +gemeen, alwaar men ze voor de borst gebruikt. Zy is bekend onder den +naam van Calebassen-Syroop. + +MILLER bericht ons, dat men, uit aartigheid, en met een goeden +uitslag, den Americaanschen Calebassen-boom, in een broeikas van +gematigde warmte, in Europa had aangekweekt; deeze boom vordert een +ligten grond, en meenigvuldige besproeijingen. Men plant hem voort +door stekken en versche korrels of pitten in den grond te steken. + +Aanteek. v. d. Franschen Vertaler. + +[4] STEDMAN zegt in eene aanteekening, by deeze gelegenheid, te +gelooven, dat deeze slang tot het zelfde zoort behoort, waar van +Dr. BANCROFT spreekt, die, in navolging van de Indianen, denzelven +de kleine Labarra noemt, waar van de beschryving alhier volgt: + +"De kleine Labarra heeft ten naasten by de lengte van veertien voeten, +en de dikte van een gewoone zwanen-schacht. Hy is bedekt met kleine +blinkende schubben van eene donker bruine kleur, en eene meenigte witte +vlakken. Zyne staart is klein en spitsachtig toeloopende, zyn kop een +weinig plat, en grooter dan het overig gedeelte van zyn lichaam. Een +ongelukkig voorval, onlangs op de Plantagie la Conception, in de +Volkplanting Demerary, gebeurd, bewyst de kwaadaartigheid van het gift +van deezen slang. Hy, die daar van de doodelyke gevolgen ondervondt, +was een Neger-slaaf, een timmerman van zyn ambacht. Aan zyn werk zynde, +en een stuk hout willende omkeeren, beet een slang van dit zoort, die +'er onder verborgen lag, hem in dien voorsten vinger van zyne rechte +hand. De uitwerking van dit vergift was allergezwindst. De Neger had +naauwlyks den tyd gehad, om den slang te dooden, of hy konde het niet +langer op de been houden, maar viel op den grond ter neder, en stierf +in minder dan vyf minuten. Het bloed, eene zoo schielyke ontbinding +ondergaande, liep uit de slagaderen, en deedt op alle de uitwendige +deelen van het lichaam purper-vlakken te voorschyn komen. 'Er volgde +ook eene bloedstorting uit neus, ooren en mond, enz. Ik ben van +dit geval geen ooggetuige geweest, maar ik verhaale het volgens +het gezegde van lieden, wier geloofwaardigheid niet in twyffel kan +getrokken worden, en die 'er by tegenwoordig waren, toen het voorviel". + +De andere slang, waar van STEDMAN in het vervolg spreekt, schynt de +Cenco te zyn, en met de evengemelde veel overëenkomst te hebben. + +Aanteek. v. d. Franschen Vertaler. + +[5] Men vindt van dit dier, onder deeze benaming, eene beschryving +in het Dictionn. d'Hist. Natur. + +Aanteek. v. d. Franschen Vertaler. + +[6] Men schoot het kanon af by het aannaderen van het gevaar; +de nabuurige Plantagiën herhaalden telkens de schoten; het alarm +verspreidde zig dadelyk van wederzyden der Rivier, en de hulp kwam +van alle toeschieten. + +Aanteek, van den Schryver. + +[7] Deeze regels zyn uit het treurspel van Hamlet overgenomen. + +[8] In het vierde deel der Natuurlyke Geschiedenis van BUFFON, pl. 83, +vindt men één van deeze vledermuizen, die slechts drie klaauwen aan +elke vlerk heeft. + +Aanteek. van den Schryver. + +[9] Zommige Schryvers noemen hem het Rivierpaard van Zuid-America. Ik +zal dit dier op een geschikter plaats, beschryven. + +Aanteek. van den Schryver. + +[10] Dit was des te aanmerkelyker, om dat wy met alle de Indianen in +vrede waren, en dat de Negers de gewoonte niet hebben om het zelve +weg te nemen. + +Aanteek. van den Schryver. + +[11] Locust-tree.--STEDMAN noch BANCROFT geven den Latynschen +naam niet op van deezen boom, welken de Engelsche woordenboeken, +door my gebruikt, vertaalen door het woord Caroubier of Brood-boom +De beschryving, welke zy beiden van deezen boom geven, koomt niet +juist overëen met de beschryving van den boom, die onder den naam +van Broodboom bekend is. Zie hier, wat de laatstgemelde, van den +Locust-tree sprekende, zegt. + +"Deeze boom, die dikwils zeventig voeten hoog is, en een omtrek van +negen voeten heeft, behoort tot het geslacht der peulvrucht-dragende +planten. Zyne schors heeft eene gryze heldere asch-kleur. Zyne +takken, die alleenlyk aan den top uitschieten, zyn zeer talryk, en +bedekt met eironde bladen, van omtrent drie voeten lang, en eene +zeer donkere groene kleur. Dezelve zyn aan een enkele steel twee +aan twee verspreid, en altyd in het midden door eene ribbe ongelyk +verdeeld. In plaats van zyne bloemen, die veel van de gedaante van +kapellen hebben, komen platte peulvruchten, van omtrent drie duimen +lengte, en anderhalve duim breedte, van eene heldere bruine kleur, +wanneer ze ryp zyn, en bevattende drie purperkleurige amandelen, die +veel naar de Windsorsche boonen gelyken, maar veel kleiner zyn. Deeze +amandelen zyn bekleed met eene meelachtige zelfstandigheid, van een +suikersmaak en helder bruine kleur, welke de Indianen met graagte +eeten, en die aangenaam en zoet is.--Uit de voornaamste wortels van +deezen boom druipt eene harstächtige, heldere, doorschynende,geel- +of rood-kleurige gom. Men vindt 'er stukken van in den grond tusschen +deeze wortels. In overgehaalden brandewyn gesmolten zynde, (want +in water laat zy zig niet ontbinden,) levert zy een vernis op, het +Chineesch verlakt zelfs overtreffende. Het hout van den Brood-boom +is van eene helder bruine kleur; het is hard, zwaar en duurzaam; +maar het vergaat in het water, even als het hout van byna alle de +boomen in dit Land" (BANCROFT, Nat. Hist. of Guiana.) + +Aanteek. v. d. Franschen Vertaler. + +[12] Alle de Matroosen, Soldaten en Negers zyn zeer ongelukkig, +wanneer zy gebrek aan tabak hebben. Dit houdt hen, zoo zy zeggen, +wel te vreden, en zommigen zouden liever gebrek aan brood hebben. + +Aanteek. van den Schryver. + +[13] Zommige natuurkenners beweeren tegen het gevoelen van onzen +reiziger, dat dit dier deeze snuit naar willekeur kan uit en intrekken, +byna op de manier van een Olyphants snuit, of den hoorn van een +Rhinoceros. + +De Zee-paarden, in de huizen te Caijenne opgevoed, zyn uittermaten +gemeenzaam, en worden gaarne gestreeld en gekrabd; zy loopen over al +heen zonder kwaad te doen. Op het eetens-uur ziet men deeze dieren +aankomen, als of zy tot het huisgezin behoorden; zy vermoeien de +lieden, die aan tafel zitten, zeer; zy vragen hun op eene lompe wyze +met hun snuit, om eeten te hebben; zy loopen rondom de eetens-tafel; +zy eeten brood, cassave, vruchten, en dikwils, eer zy heen gaan, +wryven zy zig tegen het huisraad. + +De Indiaansche wilden bereiden de huid van deeze dieren, door dezelve +uit te spannen en in de zon te laten droogen; zy bekleeden 'er hunne +rondassen of oorlogs-schilden en hunne stormhoeden mede: de pylen en +kogels doordringen met moeite dit gedroogde leder, het welk zeer hard, +zeer dik, en waar van het weefzel zeer vast en in één gedrongen is. Te +Caijenne maakt men 'er schoenen van, die langer duuren dan schoenen +van ossen-leder; het water doorweekt dezelven niet ligt. + +Aanteek. v. d. Franschen Vertaler. + +[14] Veele Reizigers maken melding van Zee-menschen, waar aan zy den +naam gegeven hebben van Tritons, Nereïden, Sirenen, half visch, half +vrouw, of Ambizen. Allen komen daar in over één, dat het zeemonsters +zyn, naar menschen gelykende, ten minsten van het hoofd tot het +midden toe. + +Men leest in zeker boek, genaamd Delices de la Hollande, dat in het +jaar 1430, na eenen zwaaren storm, die de dyken in Westvriesland had +doorgebroken, een Meermin in het slyk gevonden wierd. Men bragt dezelve +naar Haarlem; men kleede haar, en leerde haar spinnen; zy gebruikte +ons voedzel, en leefde eenige jaaren, zonder het spreken te hebben +kunnen leeren, en had altyd een trek naar het water behouden. Haar +geluid had veel overëenkomst met dat van een stervend mensch. + +Aanteek. v. d. Franschen Vertaler. + +[15] Hy hieldt hardnekkiglyk staande, dat deeze gezouten spyzen +uitmuntend voor de gezondheid waren; en met dit al had hy drie koks +uit Europa medegenomen. + +Aanteek. van den Schryver. + +[16] In plaats van dezelve neemt men ook wel een schelp, een +visch-graat, of tyger-tanden. + +Aanteek. van den Schryver. + +[17] Verscheiden Natuur-kenners zyn van dit gevoelen niet. Onder dit +getal behoort BUFFON, die in zyne Natuurlyke Geschiedenis van den +Mensch zegt:--"De witte of blanke kleur schynt de oorsprongelyke kleur +der natuur te zyn, welke de luchtstreek, het voedzel en de zeden zelfs +tot in het geele, bruine of zwarte doen veranderen, en die in zekere +omstandigheden weder te voorschyn koomt, maar met eene zoo groote +verandering, dat ze niet gelykt naar de oorsprongelyke witte kleur, +die door de opgegevene oorzaaken in de daad van natuur veranderd is". + +Aanteek. v. d. Franschen Vert. + +[18] Ik heb reeds gezegd, dat de Indiaansche vrouwen zonder smart +kinderen baaren. + +Aanteek. van den Schryver. + +[19] Dit is onder hen zeer zeldzaam, want 'er is geen vreedzamer volk, +dan zy. + +Aanteek. van den Schryver. + +[20] De inwoonders van Nieuw-Zeeland noemen hunne knodsen patou +patous, welke gelykluidende uitdrukkingen te merkwaardiger zyn, +naar mate van den zeer verren afstand, die hen van elkander scheidt. + +Aanteek. v. d. Franschen Vert. + +[21] Ik begryp niet, hoe Mejuffrouw DE MERIAN van dit kruipend gedierte +kan zeggen, dat het zyne jongen levendig werpt. + +Aanteek. van den Schryver. + +[22] De Staaten van Holland weigerden den Koning dit verzoek. + +Aanteek. van den Schrijver. + +[23] 'Er zyn jaaren van vier, andere wederom van zes schepen. + +Aantek. van den Schryver. + +[24] Ik heb reeds gezegd, dat men in deeze Volkplanting geen rhum +maakt, en geen suiker raffineert. + +Aanteek. van den Schryver. + +[25] Men zie Plaat VIII, te vinden in het 1ste Deel van dit werk, +tegen over bladz. 128. + +[26] Schoon de Europeanen in de verzengde luchtstreek bleek worden, +hebben de inboorlingen des Lands, en inzonderheid de Mulatten en +Quarteron-Negers eene zeer frissche kleur. + +Aanteek. v. d. Franschen Vert. + +[27] Hier wordt misschien bedoeld het zoort van rozen-boomen, het welk +bloemen voortbrengt, Caraïbische rozen genaamd, en waar van Mejuffrouw +DE MERIAN zegt:--"Deeze rozen zyn uit het Land der Caraïben gebragt +naar Surinamen, alwaar zy welig groeien. Des morgens, wanneer zy open +gaan, zyn zy wit, des middags rood, en des avonds vallen zy af".--Zy +is de Rosa Sinuensis van FERRARIUS. + +Aanteek. v. d. Franschen Vert. + +[28] De groote en kleine Zurzak, of Zursaka, zyn onder den naam van +Anona in de plant-tuinen in Holland bekend. + +Aanteek. v. d. Franschen Vert. + +[29] Men weet dat verscheiden dieren, zoo als de konynen en muizen, +die volmaakt wit zyn, oogen van eene bloedkleur hebben. + +Aanteek. van den Schryver. + +[30] Deeze boom groeit tot eene aanmerkelyke hoogte. Zyn dikke +en rechte stam is omkleed met een gryze schors, met stekels +bedekt. Zyne takken zyn zeer wyd uitgespreid, en zyne bladeren zyn +klein en getand. Alle drie jaren brengt hy catoen voort, maar die niet +overvloedig, en niet zeer wit is, en daarom weinig gezocht wordt. Deeze +boom, die zeer veel overëenkomst heeft met den Engelschen eikenboom, +overtreft denzelven echter uit hoofde der grootte en cierlykheid, +waar mede hy zig vertoont. + +Aanteek. van den Schryver. + +[31] Deeze slang heeft van drie tot vyf voeten lengte, en is in +'t geheel niet gevaarlyk. Hy is niet bevreesd, om zig, zelfs door +den mensch, te laten aanraken. De weergalooze glans van zyne kleuren +noopt zelfs de Negers, om hem aan te bidden. + +Aanteek. van den Schryver. + +[32] Het geval is in dit Land bekend, dat een Neger, die by zynen +meester mishandeld was geworden, 'er op de volgende wyze wraak over +nam.--Toen deeze met zyne vrouw was uitgegaan, sloot de Neger alle de +deuren toe; en by hunne te rug komst, vertoonde hy zig met hunne drie +kinderen op een plat dak boven op het huis. Zyn meester en meesteresse +vroegen hem, waarom hy niet open deed, en tot antwoord, wierp hy de +jongste hunner kinderen voor hunne voeten; zy dreigden hem, hy wierp +de tweede; zy smeekten hem, hy wierp de derde, en allen vielen zy voor +de voeten hunner ongelukkige ouderen dood ter neder. Deeze woedende +Neger zeide hun toen, dat hy voldaan was; en vervolgens wierp hy zig +zelven van boven neder op de straat.--Een andere Neger, om zig over +zyne meesteresse te wreeken, doorstak den man, die hem niet beledigd +had, en verklaarde wyders, dat haar dood hem de wraak van slechts een +oogenblik bezorgen zoude; maar dat haar te berooven van het geen haar +het liefste was, haar tevens veröordeelde tot eene eeuwigdurende straf, +waar van het denkbeeld alleen voor hem genoeglyk was. + +Aanteek, van den Schryver. + +[33] Na het naauwkeurigst onderzoek, en het bekomen van overtuigende +bewyzen, kan ik verzekeren, dat dit alles met de waarheid +overëenkomstig is. + +Aanteek. van den Schryver. + +[34] Volgens eene wet, in den Raad van Jamaica vastgesteld, is de +straf van eenen Neger gewoonlyk twaalf zweepslagen, maar kan nooit +boven de negen-en-dertig gaan. Ik heb, in Surinamen, eene vrouw twee +honderd slagen zien ontfangen, en ik was oorzaak, dat zy, op het +zelfde oogenblik, die straf voor de tweede maal onderging.--Men zie +hier boven het II. Deel, bladz. 89. + +Aanteek. van den Schryver. + +[35] In de maand October 1789, wierden in drie dagen tyds, op Demerary, +twee-en-dertig Negers ter dood gebragt; zy trotseerden den dood +met eenen gelyken moed als hy, wiens geschiedenis alhier door my +is opgegeven. + +Aanteek. van den Schryver. + +[36] De volgende beschryving zal misschien deeze behandeling beter +ontwikkelen. + +"Men moet, om Indigo te maken, drie kuipen hebben, die op verschillende +hoogten naast elkander geplaatst zyn. Men zet ze op een plaats, alwaar +men onbekrompen water bekomen kan. + +"De eerste kuip is doorgaans van vyftien tot agtien voeten lang, +twaalf voeten breed, en drie of vier voeten diep. Men maakt dezelve +anderhalf voet wyd, en volkomen digt. + +"De tweede is gewoonlyk de helft minder groot, dan de eerste; en de +derde is een derde gedeelte kleiner, dan de tweede. De drie kuipen zyn +zoo ingericht, dat zy door openingen, die in den bodem gemaakt zyn, +uit de bovenste het daar in vervatte vocht ontfangen kunnen. + +"Men noemt de eerste kuip de Uitweek-kuip, de tweede de Slag-kuip, en +de derde de Zink-kuip, naardien in dezelve, het geen uit de twee eerste +koomt, bezinkt, en de Indigo daar in tot volkomenheid gebragt wordt." + +"Het is van aanbelang, dat deeze kuipen wel bepleisterd zyn, en eene +zekere dikte hebben, om de gisting, die daar in ontstaat, te kunnen +wederstaan. Zy worden in gebakken of gehouwen steenen gemaakt." + +Indien ze van uitgehold hout gemaakt worden, en dat men ze langen +tyd wil doen duuren, moet men dezelve met zeer dun lood beleggen. + +De Indigo van Cayenne is van een blaauwer kleur, dan die van +St. Domingo. Zy is aan de rupsen zoo niet onderworpen. (Maison rustique +de Cayenne.) + +De ouden hebben den oorsprong van de Indigo in 't geheel niet +gekend. PLINIUS gelooft, dat het een schuim van riet is, zig vast +hechtende aan een zoort van modder, die zwart is, wanneer men +ze wryft, en eene fraaije bruine kleur geeft, met purper gemengd, +wanneer men ze weekt. DIOSCORIDES gelooft, dat het een steen is. + +De Indigo plant koomt in Europa alle jaaren voort. Zie hier de manier, +op welke men dezelve aldaar aankweekt. Men zaait ze in de lente, op +een bed, en wanneer zy spruiten van twee of drie duimen hoog geschoten +heeft, brengt men ze over in kleine kistjes, met goede aarde gevuld, +en men zet deeze kistjes in een warm bed van rum. Wanneer deeze +planten eenige kragt verkregen hebben, geeft men aan dezelve veel +lucht, door de raamen der broeykassen open te zetten, en in de maand +Juny brengen zy bloemen voort, die spoedig in peulen veranderen. + +Aanteek. v. d. Franschen Vertaler. + + + + + +End of the Project Gutenberg EBook of Reize naar Surinamen, en door de +binnenste gedeelten van Guiana (deel 3), by John Gabriel Stedman + +*** END OF THE PROJECT GUTENBERG EBOOK REIZE NAAR SURINAMEN, V3 *** + +This file should be named 8rns310.txt or 8rns310.zip +Corrected EDITIONS of our eBooks get a new NUMBER, 8rns311.txt +VERSIONS based on separate sources get new LETTER, 8rns310a.txt + +Produced by Jeroen Hellingman +with help of the distributed proofreaders team. + +Project Gutenberg eBooks are often created from several printed +editions, all of which are confirmed as Public Domain in the US +unless a copyright notice is included. Thus, we usually do not +keep eBooks in compliance with any particular paper edition. + +We are now trying to release all our eBooks one year in advance +of the official release dates, leaving time for better editing. +Please be encouraged to tell us about any error or corrections, +even years after the official publication date. + +Please note neither this listing nor its contents are final til +midnight of the last day of the month of any such announcement. +The official release date of all Project Gutenberg eBooks is at +Midnight, Central Time, of the last day of the stated month. A +preliminary version may often be posted for suggestion, comment +and editing by those who wish to do so. + +Most people start at our Web sites at: +http://gutenberg.net or +http://promo.net/pg + +These Web sites include award-winning information about Project +Gutenberg, including how to donate, how to help produce our new +eBooks, and how to subscribe to our email newsletter (free!). + + +Those of you who want to download any eBook before announcement +can get to them as follows, and just download by date. This is +also a good way to get them instantly upon announcement, as the +indexes our cataloguers produce obviously take a while after an +announcement goes out in the Project Gutenberg Newsletter. + +http://www.ibiblio.org/gutenberg/etext03 or +ftp://ftp.ibiblio.org/pub/docs/books/gutenberg/etext03 + +Or /etext02, 01, 00, 99, 98, 97, 96, 95, 94, 93, 92, 92, 91 or 90 + +Just search by the first five letters of the filename you want, +as it appears in our Newsletters. + + +Information about Project Gutenberg (one page) + +We produce about two million dollars for each hour we work. The +time it takes us, a rather conservative estimate, is fifty hours +to get any eBook selected, entered, proofread, edited, copyright +searched and analyzed, the copyright letters written, etc. Our +projected audience is one hundred million readers. If the value +per text is nominally estimated at one dollar then we produce $2 +million dollars per hour in 2002 as we release over 100 new text +files per month: 1240 more eBooks in 2001 for a total of 4000+ +We are already on our way to trying for 2000 more eBooks in 2002 +If they reach just 1-2% of the world's population then the total +will reach over half a trillion eBooks given away by year's end. + +The Goal of Project Gutenberg is to Give Away 1 Trillion eBooks! +This is ten thousand titles each to one hundred million readers, +which is only about 4% of the present number of computer users. + +Here is the briefest record of our progress (* means estimated): + +eBooks Year Month + + 1 1971 July + 10 1991 January + 100 1994 January + 1000 1997 August + 1500 1998 October + 2000 1999 December + 2500 2000 December + 3000 2001 November + 4000 2001 October/November + 6000 2002 December* + 9000 2003 November* +10000 2004 January* + + +The Project Gutenberg Literary Archive Foundation has been created +to secure a future for Project Gutenberg into the next millennium. + +We need your donations more than ever! + +As of February, 2002, contributions are being solicited from people +and organizations in: Alabama, Alaska, Arkansas, Connecticut, +Delaware, District of Columbia, Florida, Georgia, Hawaii, Illinois, +Indiana, Iowa, Kansas, Kentucky, Louisiana, Maine, Massachusetts, +Michigan, Mississippi, Missouri, Montana, Nebraska, Nevada, New +Hampshire, New Jersey, New Mexico, New York, North Carolina, Ohio, +Oklahoma, Oregon, Pennsylvania, Rhode Island, South Carolina, South +Dakota, Tennessee, Texas, Utah, Vermont, Virginia, Washington, West +Virginia, Wisconsin, and Wyoming. + +We have filed in all 50 states now, but these are the only ones +that have responded. + +As the requirements for other states are met, additions to this list +will be made and fund raising will begin in the additional states. +Please feel free to ask to check the status of your state. + +In answer to various questions we have received on this: + +We are constantly working on finishing the paperwork to legally +request donations in all 50 states. If your state is not listed and +you would like to know if we have added it since the list you have, +just ask. + +While we cannot solicit donations from people in states where we are +not yet registered, we know of no prohibition against accepting +donations from donors in these states who approach us with an offer to +donate. + +International donations are accepted, but we don't know ANYTHING about +how to make them tax-deductible, or even if they CAN be made +deductible, and don't have the staff to handle it even if there are +ways. + +Donations by check or money order may be sent to: + +Project Gutenberg Literary Archive Foundation +PMB 113 +1739 University Ave. +Oxford, MS 38655-4109 + +Contact us if you want to arrange for a wire transfer or payment +method other than by check or money order. + +The Project Gutenberg Literary Archive Foundation has been approved by +the US Internal Revenue Service as a 501(c)(3) organization with EIN +[Employee Identification Number] 64-622154. Donations are +tax-deductible to the maximum extent permitted by law. As fund-raising +requirements for other states are met, additions to this list will be +made and fund-raising will begin in the additional states. + +We need your donations more than ever! + +You can get up to date donation information online at: + +http://www.gutenberg.net/donation.html + + +*** + +If you can't reach Project Gutenberg, +you can always email directly to: + +Michael S. Hart <hart@pobox.com> + +Prof. Hart will answer or forward your message. + +We would prefer to send you information by email. + + +**The Legal Small Print** + + +(Three Pages) + +***START**THE SMALL PRINT!**FOR PUBLIC DOMAIN EBOOKS**START*** +Why is this "Small Print!" statement here? You know: lawyers. +They tell us you might sue us if there is something wrong with +your copy of this eBook, even if you got it for free from +someone other than us, and even if what's wrong is not our +fault. So, among other things, this "Small Print!" statement +disclaims most of our liability to you. It also tells you how +you may distribute copies of this eBook if you want to. + +*BEFORE!* YOU USE OR READ THIS EBOOK +By using or reading any part of this PROJECT GUTENBERG-tm +eBook, you indicate that you understand, agree to and accept +this "Small Print!" statement. If you do not, you can receive +a refund of the money (if any) you paid for this eBook by +sending a request within 30 days of receiving it to the person +you got it from. If you received this eBook on a physical +medium (such as a disk), you must return it with your request. + +ABOUT PROJECT GUTENBERG-TM EBOOKS +This PROJECT GUTENBERG-tm eBook, like most PROJECT GUTENBERG-tm eBooks, +is a "public domain" work distributed by Professor Michael S. Hart +through the Project Gutenberg Association (the "Project"). +Among other things, this means that no one owns a United States copyright +on or for this work, so the Project (and you!) can copy and +distribute it in the United States without permission and +without paying copyright royalties. Special rules, set forth +below, apply if you wish to copy and distribute this eBook +under the "PROJECT GUTENBERG" trademark. + +Please do not use the "PROJECT GUTENBERG" trademark to market +any commercial products without permission. + +To create these eBooks, the Project expends considerable +efforts to identify, transcribe and proofread public domain +works. Despite these efforts, the Project's eBooks and any +medium they may be on may contain "Defects". Among other +things, Defects may take the form of incomplete, inaccurate or +corrupt data, transcription errors, a copyright or other +intellectual property infringement, a defective or damaged +disk or other eBook medium, a computer virus, or computer +codes that damage or cannot be read by your equipment. + +LIMITED WARRANTY; DISCLAIMER OF DAMAGES +But for the "Right of Replacement or Refund" described below, +[1] Michael Hart and the Foundation (and any other party you may +receive this eBook from as a PROJECT GUTENBERG-tm eBook) disclaims +all liability to you for damages, costs and expenses, including +legal fees, and [2] YOU HAVE NO REMEDIES FOR NEGLIGENCE OR +UNDER STRICT LIABILITY, OR FOR BREACH OF WARRANTY OR CONTRACT, +INCLUDING BUT NOT LIMITED TO INDIRECT, CONSEQUENTIAL, PUNITIVE +OR INCIDENTAL DAMAGES, EVEN IF YOU GIVE NOTICE OF THE +POSSIBILITY OF SUCH DAMAGES. + +If you discover a Defect in this eBook within 90 days of +receiving it, you can receive a refund of the money (if any) +you paid for it by sending an explanatory note within that +time to the person you received it from. If you received it +on a physical medium, you must return it with your note, and +such person may choose to alternatively give you a replacement +copy. If you received it electronically, such person may +choose to alternatively give you a second opportunity to +receive it electronically. + +THIS EBOOK IS OTHERWISE PROVIDED TO YOU "AS-IS". NO OTHER +WARRANTIES OF ANY KIND, EXPRESS OR IMPLIED, ARE MADE TO YOU AS +TO THE EBOOK OR ANY MEDIUM IT MAY BE ON, INCLUDING BUT NOT +LIMITED TO WARRANTIES OF MERCHANTABILITY OR FITNESS FOR A +PARTICULAR PURPOSE. + +Some states do not allow disclaimers of implied warranties or +the exclusion or limitation of consequential damages, so the +above disclaimers and exclusions may not apply to you, and you +may have other legal rights. + +INDEMNITY +You will indemnify and hold Michael Hart, the Foundation, +and its trustees and agents, and any volunteers associated +with the production and distribution of Project Gutenberg-tm +texts harmless, from all liability, cost and expense, including +legal fees, that arise directly or indirectly from any of the +following that you do or cause: [1] distribution of this eBook, +[2] alteration, modification, or addition to the eBook, +or [3] any Defect. + +DISTRIBUTION UNDER "PROJECT GUTENBERG-tm" +You may distribute copies of this eBook electronically, or by +disk, book or any other medium if you either delete this +"Small Print!" and all other references to Project Gutenberg, +or: + +[1] Only give exact copies of it. Among other things, this + requires that you do not remove, alter or modify the + eBook or this "small print!" statement. You may however, + if you wish, distribute this eBook in machine readable + binary, compressed, mark-up, or proprietary form, + including any form resulting from conversion by word + processing or hypertext software, but only so long as + *EITHER*: + + [*] The eBook, when displayed, is clearly readable, and + does *not* contain characters other than those + intended by the author of the work, although tilde + (~), asterisk (*) and underline (_) characters may + be used to convey punctuation intended by the + author, and additional characters may be used to + indicate hypertext links; OR + + [*] The eBook may be readily converted by the reader at + no expense into plain ASCII, EBCDIC or equivalent + form by the program that displays the eBook (as is + the case, for instance, with most word processors); + OR + + [*] You provide, or agree to also provide on request at + no additional cost, fee or expense, a copy of the + eBook in its original plain ASCII form (or in EBCDIC + or other equivalent proprietary form). + +[2] Honor the eBook refund and replacement provisions of this + "Small Print!" statement. + +[3] Pay a trademark license fee to the Foundation of 20% of the + gross profits you derive calculated using the method you + already use to calculate your applicable taxes. If you + don't derive profits, no royalty is due. Royalties are + payable to "Project Gutenberg Literary Archive Foundation" + the 60 days following each date you prepare (or were + legally required to prepare) your annual (or equivalent + periodic) tax return. Please contact us beforehand to + let us know your plans and to work out the details. + +WHAT IF YOU *WANT* TO SEND MONEY EVEN IF YOU DON'T HAVE TO? +Project Gutenberg is dedicated to increasing the number of +public domain and licensed works that can be freely distributed +in machine readable form. + +The Project gratefully accepts contributions of money, time, +public domain materials, or royalty free copyright licenses. +Money should be paid to the: +"Project Gutenberg Literary Archive Foundation." + +If you are interested in contributing scanning equipment or +software or other items, please contact Michael Hart at: +hart@pobox.com + +[Portions of this eBook's header and trailer may be reprinted only +when distributed free of all fees. Copyright (C) 2001, 2002 by +Michael S. Hart. Project Gutenberg is a TradeMark and may not be +used in any sales of Project Gutenberg eBooks or other materials be +they hardware or software or any other related product without +express permission.] + +*END THE SMALL PRINT! FOR PUBLIC DOMAIN EBOOKS*Ver.02/11/02*END* + diff --git a/old/8rns310.zip b/old/8rns310.zip Binary files differnew file mode 100644 index 0000000..149d724 --- /dev/null +++ b/old/8rns310.zip |
