summaryrefslogtreecommitdiff
path: root/20167-8.txt
diff options
context:
space:
mode:
Diffstat (limited to '20167-8.txt')
-rw-r--r--20167-8.txt5793
1 files changed, 5793 insertions, 0 deletions
diff --git a/20167-8.txt b/20167-8.txt
new file mode 100644
index 0000000..a2b05b4
--- /dev/null
+++ b/20167-8.txt
@@ -0,0 +1,5793 @@
+The Project Gutenberg EBook of Nieuw-Guinee en de exploratie der
+"Meervlakte", by J. W. Langeler and L. A. C. M. Doorman
+
+This eBook is for the use of anyone anywhere at no cost and with
+almost no restrictions whatsoever. You may copy it, give it away or
+re-use it under the terms of the Project Gutenberg License included
+with this eBook or online at www.gutenberg.org
+
+
+Title: Nieuw-Guinee en de exploratie der "Meervlakte"
+ De Aarde en haar Volken, 1918
+
+Author: J. W. Langeler and L. A. C. M. Doorman
+
+Release Date: December 23, 2006 [EBook #20167]
+
+Language: Dutch
+
+Character set encoding: ISO-8859-1
+
+*** START OF THIS PROJECT GUTENBERG EBOOK NIEUW-GUINEE ***
+
+
+
+
+Produced by Jeroen Hellingman and the Online Distributed
+Proofreading Team at http://www.pgdp.net/
+
+
+
+
+
+
+
+ Nieuw-Guinee en de exploratie der "Meervlakte." [1]
+
+ 1913-1915.
+
+
+ door J. W. Langeler en L. A. C. M. Doorman.
+
+
+
+
+
+Inleiding.
+
+
+Nieuw-Guinee, een der grootste eilanden van onzen aardbol, 24 × zoo
+groot als ons vaderland, werd ontdekt in 1545 door den Spaanschen
+reiziger Ynigo Ortiz de Retes. In de oude scheepsjournalen van
+Spanjaarden en Portugeezen komt de naam geregeld voor. Het is dan
+ook vrij zeker, dat, toen de Hollanders bezit namen van Indië,
+het bestaan van Nieuw-Guinee hun niet onbekend was. Spoedig werden
+schepen derwaarts gezonden, teneinde te pogen handelsbetrekkingen
+aanteknoopen. Deze tochten hadden geen of weinig succes; onze oude
+zeevaarders hadden veel te lijden van vijandelijkheden der bevolking en
+de scheepsbemanningen werden gedecimeerd door de gevreesde "Papoesche
+ziekte." Aangezien er bovendien weinig voordeel te behalen was,
+werden deze tochten allengs gestaakt. In de tweede helft der 18e
+eeuw is het initiatief tot onderzoekingsreizen geheel in handen van
+Franschen en Engelschen en de namen van eenigen onder hen bleven tot
+heden aan de geografie van Nieuw-Guinee verbonden als Kaap d'Urville,
+Maccluer golf e.d.
+
+In 1828 werd door de Nederlandsche regeering de geheele West-,
+ZW.-, en Zuidkust tot 141° OL. verklaard tot haar territoor. Een
+bestuurszetel werd gevestigd, Fort du Bus; deze plaats werd in
+1836 echter weder verlaten, daar men niet bestand was tegen het
+moordend klimaat. Ondanks dit, breidde onze Regeering in 1880 haar
+gezag nog verder uit, ditmaal over de geheele Noordkust tot aan de
+Humboldtbaai. Wat de Oostelijke helft betreft, in 1885 verdeelden
+Duitschland en Engeland deze in ongeveer gelijke deelen.
+
+Bestuursvestiging in ons gebied had wederom plaats in 1898;
+toen werd Manokwari (Menukwari) de hoofdplaats van de afdeeling
+Noord-Nieuw-Guinee en Fakfak voor de afdeeling West- en
+Zuid-Nieuw-Guinee.
+
+Na 1912 was de indeeling als volgt;
+
+Noord Nieuw-Guinee, met bestuurszetel Manokwari, ressorteerend onder
+Ternate.
+
+West Nieuw-Guinee, met hoofdplaats Fakfak.
+
+Zuid Nieuw-Guinee, met Merauke; beide laatste afdeelingen ressorteerend
+onder de residentie Amboina.
+
+Tot 1903 was hier betrekkelijk nog zeer weinig van land en volk
+bekend. In den loop der tijden slechts hadden de zeevaarders de kusten
+vrij behoorlijk in kaart gebracht; aan de zendelingen, die sinds 1855
+op Nieuw-Guinee hun vestigingen hadden, was het te danken, dat eenige
+van de onmiddellijk aan zee grenzende streken met hun bevolking meer
+nauwkeurig bekend werden.
+
+Nu kwam in 1903 en volgende jaren een groote
+verandering. Wetenschappelijke genootschappen in Nederland
+gingen voor in het organiseeren van meer systematisch opgezette
+onderzoekingstochten en in 1907 volgde de Regeering met de oprichting
+van de "Militaire Exploratie-detachementen voor Nieuw-Guinee."
+
+Van de eerstgenoemde, dus particuliere tochten vermelden wij:
+
+1903. Expeditie Wichmann, exploreerende Humboldtbaai en omgeving.
+
+1904-05. Expeditie tot het betreden der "eeuwige sneeuw", in 1623
+door Jan Carstenz het eerst vanaf de Zuidkust gezien. Het doel werd
+niet bereikt.
+
+1907. Eerste expeditie Lorentz; bereikte van uit de Noordrivier
+(Zuidkust) een hoogte van 2600 M.; bracht belangrijke verzamelingen
+mede.
+
+1909-10. Tweede Lorentz expeditie; beklimmen van de helling van den
+Wilhelminatop en bereiken der sneeuwgrens op ± 4500 M.
+
+1913. Expeditie Franssen Herderschee; bereikt de kruin van den
+Wilhelminatop; zag om de Noord een zwaar bergland van evenwijdige
+O.W. loopende ketenen; groote verzamelingen op allerlei gebied.
+
+
+
+In 1907 dan werd samengesteld het Militaire Exploratie detachement
+voor Zuid Nieuw-Guinee, ter beschikking van het Civiel Bestuur,
+met het doel om op stelselmatige wijze het land te karteeren, de
+bevolking en de gesteldheid van den bodem te leeren kennen; in 1909
+volgde de oprichting van een overeenkomstig detachement voor Noord-,
+in 1910 evenzoo voor West Nieuw-Guinee. In 1912 ging de leiding van
+de geheele exploratie over in militaire handen en wel directelijk in
+die van den Militairen Commandant van Amboina.
+
+De resultaten door deze detachementen verkregen tot in het jaar
+1913 waren:
+
+Zuid. Basis Merauke. Verkenning langs de kust; opvaart van alle
+rivieren tot den oorsprong, voor zoover uitmondende tusschen
+Etnabaai en Bensbach rivier; van deze rivieren is de Digoel (tot ±
+700 K.M. opgevaren) de grootste, daarop volgen de Eilanden- en de
+Lorentz- of Noordrivier. Eenige doorsteken van den grooten Digoel
+naar de Flyrivier. Vaststelling van het feit, dat geheel Nederlandsch
+Nieuw-Guinee bezuiden de hoogketens van het Centraal Gebergte één
+uitgestrekte, op vele plaatsen moerassige vlakte is; en dat vele van
+de geëxploreerde rivieren ver van hun mondingen onderling door armen
+(antassan) verbonden zijn; men vermoedt zelfs alle. Doorkruisen van het
+vlakke oerwoud van Frederik-Hendrik eiland. Panorama's en vastlegging
+van bijna den geheele Zuidrand van het Centrale Gebergte, waaronder
+de groote sneeuwtop-complexen: Carstensz, Wilhelmina, Juliana,
+(Luitenants ter zee Van der Ven en Chaillet). Beklimming van den
+Goliath tot ± 3300 M.
+
+Het detachement werd einde 1913 na beëindiging van zijn
+taak overgebracht naar den Mamberamo (Pionierbivak) voor de
+binnenland-exploratie benoorden het Sneeuwgebergte.
+
+West. Ingesteld begin 1910, opgeheven na uitgevoerde opdracht begin
+1914. Basis Kaimana. Het van alle kanten doorkruisen van den geheelen
+"Vogelkop", zooals men het schiereiland noemt links van de lijn
+Geelvinckbaai-Etnabaai; vergemakkelijkt door den ingesneden vorm
+van het land en de menigvuldige Papoeapaden, die het bereiken van
+alle punten mogelijk maakten. Het Zuidelijke schiereiland is niet
+boven de 800 M. hoog, behalve bij de Wandammenbaai, waar men tot
+1200 M. klimt. In het Noordelijke schiereiland echter rijst de 3000
+M. hooge Arfak op met de 1900 M. boven zee liggende Anggimeren. De
+grootste rivier van den (Noordelijken) Vogelkop is de recht Noord-Zuid
+loopende Kamoendan, die in de Golf van Maccluer uitmondt.
+
+Noord. Aanvang September 1909, ter beschikking van den
+Assistent-Resident van Manokwari. Basis Hollandiabivak aan de
+Humboldtbaai, na begin 1912 Manokwari. Tevens belast met de voorloopige
+maatregelen voor de uitvoering van het Gouvernementsbesluit van Maart
+1910: het vaststellen van een natuurlijke grens tusschen Nederlandsch
+en Duitsch Nieuw-Guinee. In November 1910 kwam het detachement weder
+beschikbaar voor de systematische exploratie der Noordkust.
+
+In de "Grensregelingsperiode": exploratie van het Tamibekken, het
+Sentanimeer, het Bewani-gebergte (Mokkofiang) en de Keeromrivier. De
+laatste werd gevolgd, in de hoop dat zij, zijrivier van de
+Kaiserin-Augustarivier, Zuidwaarts buigend, met deze een geschikte
+grensrivier vormen zou; doch zij werd verlaten door den Kapitein
+Sachse bij het punt Terminus, toen de loop onveranderlijk westelijk
+bleek. Deze detachementscommandant opperde toen het vermoeden, dat de
+Keeromrivier de oorsprong van den Mamberamo kon zijn. Belangrijk is
+ook van dezen tijd de opvaart der Kaiserin-Augusta rivier door den
+Luitenant ter zee Rambonnet en daarna door de Nederlandsch-Duitsche
+Grensregelingcommissie in 1910-1911 tot nabij haren oorsprong op ruim
+1000 K.M. van de monding.
+
+Na November 1910: exploratie van alle rivieren der Noordkust
+en van de delta van den Mamberamo. Exploratie van het Arfak-
+(3000 M.), Weijland- (3750 M.), Gauttier- (2000 M.), Bonggo-
+(1200 M.) en Cycloopgebergte (2000 M.). Aan den hoogsten top van het
+Weijlandgebergte, 3750 M., komen samen de hooge ketens van Weijland-,
+Nassau- en Charles-Louis-Gebergte; van dicht hierbij (3250 M.) werden
+de Geelvinckbaai en de Indische Oceaan gelijktijdig overzien en kreeg
+luitenant ter zee Stroeve zijn peilingen tot in den Afrak, voorwaar
+een schitterend resultaat!
+
+Het detachement voegde zich in Maart 1914, na beeindiging der
+Noordkust-exploratie, bij het reeds in Pionierbivak gelegerde
+"Detachement van den Mamberamo", om deel te nemen aan de exploratie
+van het Binnenland.
+
+
+
+Er bleef nu nog over de Exploratie van het Binnenland benoorden het
+sneeuwgebergte. Hier was de Mamberamo de toegangsweg, Pionierbivak
+hoofdbivak. Dat deze exploratie zwaar zou worden in vergelijking
+met die van Noord, West of Zuid, bleek hieruit, dat geen Papoeapaden
+ten dienste stonden als in West Nieuw-Guinee; dat er één weg was, de
+groote Mamberamo, doch door sterken stroom en versnellingen oneindig
+veel moeilijker te bevaren dan de vlakte-rivieren der Zuidkust; dat
+het land één dun bevolkt oerwoud was, waar men niet te rekenen had
+op tuinproducten van de bevolking; en dat de afstanden enorm waren.
+
+Alvorens in de schetsen over die exploratie te schrijven, willen
+wij nog kortweg recapituleeren en de geschiedenis van den Mamberamo
+aanvullen. Wij noemen dan:
+
+1826. Ontdekking van de monding door Dumont d'Urville.
+
+1884. Eerste opvaart door van Braam Morris, Resident van Ternate,
+met de "Havik" tot Havik-eiland.
+
+1900. Idem door de "Camphuijs" (K.P.M.)
+
+1906. Idem door de "Brak" (Gouvernements-Marine) met hetzelfde
+resultaat, n.l. niet boven Havikeiland.
+
+1909. Door den Commandant van Hr. Ms. "Edi", den Luitenant ter zee
+Rambonnet, werd met het communicatie vaartuig "Pionier" in Juni-Juli
+de Mamberamo opgevaren, de versnelling bij Havikeiland zonder bezwaar
+genomen en bereikt een punt op korten afstand beneden de door hem aldus
+gedoopte "Marine vallen"; met een prauw verder gegaan door de Marine
+versnellingen heen en gekomen tot bij de eveneens door hem gedoopte
+"Edivallen." Bij de terugvaart afgevaren per prauw de Aiberam of Weir,
+linker delta arm van den Mamberamo.
+
+Uit de rapporten van de vier genoemde opvaarten halen wij nog aan:
+
+"Havik", Juli 1884: "Gedurende de terugreis hebben wij geen
+malaria-ziekte gehad. Na terugkeer te Ternate echter kregen allen,
+die de reis mede hadden gemaakt,--ik meen met uitzondering van 2
+personen en er waren in 't geheel 38 personen aan boord,--in meer of
+minder mate een aanval van malaria, echter niet in zoo hevige mate
+als bij de twee latere reizen het geval schijnt te zijn geweest."
+
+"Camphuys", Januari 1900: "Deze reis was voor de opvarenden vrij
+noodlottig. Kapitein de Grooth (gezagvoerder) kreeg malaria en
+beri-beri, evenals de meeste inlandsche opvarenden en ook stuurlieden
+en machinisten moesten allen worden vervangen, terwijl het schip
+zelf geheel moest worden gedesinfecteerd en enkele van de Europeesche
+opvarenden, waaronder Kapitein de Grooth, voor herstel van gezondheid
+naar Europa moesten."
+
+Brak, Juni 1906: "Gedurende de geheele reis en een week daarna werd
+aan de equipage elken dag een halve gram kinine gegeven, terwijl
+tevens tegen beri-beri kadjang idjoe werd verstrekt. Toch kregen wij
+na 14 dagen (men heeft mij verteld het z.g. incubatie tijdperk van
+malaria) zooveel koortslijders aan boord, dat van de 27 man equipage
+er slechts 13 geschikt bleken om den dienst waar te nemen. Slechts
+het machinekamerpersoneel bleef gespaard en ik schrijf het toe aan de
+hooge temperatuur in de machinekamer, dat zij er zoo goed afkwamen. De
+koorts begint gewoonlijk de eerste week met zware hoofdpijnen, hooge
+temperatuur (39°-40°) en absoluut gebrek aan eetlust. Na een week
+neemt de temperatuur af tot om en bij 38° en deze toestand blijft
+zoo tot een 14 dagen daarna."
+
+Pionier, Juni/Juli 1908: "Door den Commandant van Hr. Ms. 'Edi' werd
+meegedeeld, dat, dank zij de door den officier van gezondheid genomen
+maatregelen (kinine en kadjang idjoe), deze tocht voor de gezondheid
+van slechts 3 schepelingen schadelijke gevolgen heeft gehad. Deze
+drie kregen malaria; twee hunner waren na een paar dagen hersteld."
+
+1910. Poging van Kapitein A. Franssen Herderschee om het sneeuwgebergte
+vanaf de Noordkust te bereiken. Na de Edivallen te zijn gepasseerd,
+wachtte hem 40 K.M. verder een groote verrassing: de heuvels verdwenen,
+de rivier verbreedde zich en zoover het oog reikte, strekte zich
+naar het Oosten, Zuiden en Westen een zeer groote vlakte uit. Dit
+was de z.g. "Meervlakte". Hierna liep de rivier over 25 K.M. recht
+Zuid en bleek alsdan ontstaan uit de samenvloeiing van twee takken:
+één komend uit het Westen, één uit het Oosten. Den eerste volgend,
+bereikte Franssen Herderschee in 10 dagen roeiens den voet van het
+gebergte; doch nauw tot den landtocht overgegaan, brak onder zijn
+troep beri-beri in zoodanige mate uit, dat er verscheidenen stierven
+en de leider met 50% zieken ten spoedigste moest retireeren en de
+expeditie opgeven. Men was toen nog ruim 70 K.M. hemelsbreed benoorden
+de Carstenztoppen. De Oostelijke tak, Idenburgrivier gedoopt, werd
+45 K.M. opgevaren. Natte moesson.
+
+1910-1911. De Duitsche doktor Max Moszkowski maakte van den weg
+van Franssen Herderschee gebruik om eveneens het Sneeuwgebergte te
+bereiken; gebrek aan vivres dwong de kleine expeditie, die in slechts
+één prauw voer, tot terugtocht. Moszkowski was zeer tevreden over den
+gezondheidstoestand, dank zij de toegepaste prophylaxe van kinine,
+zilvervliesrijst en kadjang idjoe.
+
+1911. De bij de expeditie Franssen Herderschee in 1910 slechts 45
+K.M. opgevaren Idenburgrivier werd over bijna 400 K.M. verkend door
+den Luitenant ter zee 1e klasse De Wal. Onbegaanbare kloven met woeste
+versnellingen aan het eindpunt op 139° 54' OL. noopten hem tot den
+terugtocht. Deze reis door de Meervlakte geschiedde in de maanden
+Juni-Augustus; er kwamen slechts enkele koortsgevallen voor.
+
+
+
+I.
+
+De samenstelling van het Exploratie detachement voor den Mamberamo.
+
+
+Tot het reeds genoemde einddoel, het exploreeren van het Binnenland
+benoorden het Sneeuwgebergte, voer in het begin van December 1913 het
+eerste échelon van het "detachement voor den Mamberamo" deze groote
+rivier op.
+
+Dit échelon bestond uit den Kapitein der Infanterie Oppermann als
+leider, den Officier van Gezondheid Thomsen en den Luitenant ter zee
+der 2e klasse Langeler. Verder uit eenige Europeesche en Inlandsche
+onderofficieren, voorts Inlandsche fuseliers en dwangarbeiders. Te
+zamen een 70 man.
+
+De fuseliers waren in hoofdzaak Javanen en enkele Timoreezen;
+Amboneezen hadden wij er niet bij. De Timoreezen muntten bijzonder
+uit. De dwangarbeiders vormden een staalkaart van rassen en stammen;
+onder hen waren de Atjehers, Palembangers en Boegineezen de besten;
+hun "zonden" waren moord en grove diefstal; geen wonder, dat het
+régime streng was en er vaak ter bestraffing naar den rottan moest
+worden gegrepen.
+
+Een Inlandsche opnemer was toegevoegd aan het detachement; dit was
+één der z.g. "verkenners" van den Topografischen dienst, welke
+zijn opgeleid voor detailwerk, doch die ook voor het globalere
+overzichtswerk uitstekende diensten kunnen bewijzen.
+
+Met een volgend échelon kwamen 40 Dajaks van Borneo, bekwame
+prauwenmakers en versnellingroeiers en 130 Papoea's van de kusten,
+die als roeiers diensten zouden bewijzen.
+
+Eind Maart 1914 kwam het geheele detachement van de Noordkust op
+den Mamberamo aan en stelde zich onder de bevelen van den leider,
+Kapitein Oppermann.
+
+Dit detachement bestond uit den Kapitein der Infanterie Schultz,
+1e Luitenant Schulze en de Luitenants ter zee 2e klasse Doorman en
+Stroeve. De Officier van Gezondheid v. Steenis bleef te Manokwari
+achter. Met een vorig échelon was reeds aangekomen de 1e Luitenant
+der Infanterie Feuilleteau de Bruin, ter vervanging van Kapitein
+v. d. Beeke, die na een kort verblijf op Nieuw-Guinee met malaria en
+beri-beri geëvacueerd was.
+
+Totaal hadden wij derhalve 9 officieren, 160 man kader en fuseliers,
+40 Dajaks, 130 Papoea's en circa 240 dwangarbeiders. Vele zieken
+maakten een voortdurende vervanging noodzakelijk.
+
+
+
+
+II.
+
+Den Mamberamo op.
+
+
+Doreh of Manokwari is de naam voor onzen bestuurszetel aan de Noordkust
+van Nieuw-Guinee. Het plaatsje ligt aan den Noordkant der baai;
+het terrein is flauw oploopend met heuvels op den achtergrond. Van
+af den wal ziende naar het Zuid-Zuid-Westen over de baai heeft men
+bij helder weer in den vroegen morgen een schitterend uitzicht op
+het 3000 M. hooge Arfak-gebergte aan den overkant.
+
+Behalve de verblijven en de gebouwen voor de ambtenaren van het
+Gouvernement, een kazerne voor de gewapende politie, e.d., vindt
+men één lange hoofdstraat evenwijdig aan het strand met toko's aan
+weerszijden. De handelaren zijn Chineezen, zij koopen vogelhuiden in,
+verkoopen snuisterijen aan de pronkzieke Papoea's en voorzien verder
+tegen buitensporige prijzen in de talrijke meer of minder belangrijke
+nooden van de lagere klassen van het Exploratie-Detachement
+
+De vogelhuiden worden hun geleverd door Papoesche of Ternataansche
+jagers, aan wie zij geweren, mondkost en een voorschot verstrekken
+en die na verloop van eenigen tijd hun buit aan hen komen afdragen
+tegen den overeengekomen prijs. Hier worden goede winsten gemaakt;
+de prijs van den Paradijsvogel was destijds gemiddeld f 70.- voor de
+beste soort (Ansoesvogel). Ook andere vogelhuiden worden verhandeld,
+doch de Paradijsvogel is hoofdzaak; de grootste afnemers waren Amerika
+en Frankrijk.
+
+De koopende, doch meer nog kijkende, Papoea's kon men den heelen
+dag in de winkels zien "lummelen". Dit luie volkje voert voor den
+kost geen vinger meer uit dan even noodzakelijk is. Zij leven van
+vischvangst en landbouw en, als de honger het hun zeer lastig maakt,
+van koelie-arbeid. Zij hebben zich een zekere beschaving eigen gemaakt;
+een sarong of lendendoek siert hun lijf en kralen en ringen behooren
+reeds tot den noodzakelijken opschik. Over den haartooi beslist
+blijkbaar de spreuk: alles of niets; men ziet of kroeskoppen met 1
+à 1 1/2 dM. haardikte of schedelbedekkingen van 1/2 cM. kroeshaar;
+beide haartooien zijn evenredig aan hun capaciteiten bewoond. Ook
+onder de hier wonende Papoea's komt veel een schurftige huidziekte voor
+(cascado), welke hun aanzien niet appetijtelijker maakt.
+
+Zij zijn voor een groot deel Christenen; de bekende zendeling Van
+Hasselt heeft nabij Manokwari zijn "hoofdkwartier." Het koppensnellen
+is er onder den druk van het Gouvernement en den invloed van den
+godsdienst vrijwel uit, doch een enkele maal bezwijkt nog wel het
+Papoea-hart voor de verleiding van een rechten raak [2]-tocht.
+
+Hun huizen staan hier en daar langs het strand. Het zijn
+verzamelwoningen met een middengang met tal van kamertjes ter
+weerszijden, voor elke familie één. De huizen staan op palen, aan het
+strand en buiten de laagwaterlijn, wat een hygiënisch voordeel is; een
+lange "pier" verbindt de woning met den begroeiden oever van de baai.
+
+De prauwen, uit boomstammen uitgehold, liggen bij het huis; zij hebben
+vlerken, zooals in den geheelen Archipel, en een groot rechthoekig
+zeil. De Papoea's zijn goede zeelui en krachtige roeiers; hun pagaaien
+zijn lang, breed en sierlijk. Een aardig gezicht is het, hen te zien
+aankomen, als zij hun doel bereikt hebben en de vangst is goed geweest;
+zij roeien dan zeer snel en doen een regen van zeewater opspatten,
+de prauw stuift door het water en hun geschreeuw klinkt vroolijk over
+de baai; hoe minder de vangst, hoe trager de gang.
+
+Het is een opgewekt volkje en om een kleinigheid kunnen zij een
+heidensch spektakel maken. Gezag en gehoorzamen is hun onbekend:
+chacun pour soi et Dieu pour eux tous. Er zijn hoofden of korano's,
+door het Gouvernement aangesteld, doch mij is altijd verteld, dat
+hun gezag zich niet verder uitstrekt dan tot de panden van de jas en
+de klep van de pet, die hun als teekenen van waardigheid geschonken
+zijn. Toch hebben enkele individuën, ofschoon geen hoofden, grooten
+invloed; onder dezen bewezen later Dirk Broos en Oscar ons belangrijke,
+schoon goed betaalde diensten; zij zullen hierna ten tooneele komen.
+
+
+
+Het Detachement was gelegerd beoosten Manokwari; de legerplaats
+heette Kwawi. Hier was tegen het hellende land een groot bivak
+gebouwd met grintwegen; een goede weg verbond Kwawi met Manokwari
+en vóór Kwawi was een stevige houten aanlegsteiger gemaakt. Men
+vond er een hospitaal, groote fuseliers- en dwangarbeiders-barakken
+en woningen voor officieren en onderofficieren. Alles was in den
+loop der jaren door het Detachement zelf gebouwd uit het hout der
+wildernis; de indekking was atap. Het was een permanent bivak van
+soliede constructie; zelfs een waterleiding ontbrak er niet.
+
+Hier was gelegerd het Detachement van Noord Nieuw-Guinee. Ik
+ontmoette er mijn collega's Doorman en Stroeve, kort te voren van
+patrouille teruggekeerd, en maakte kennis met de overige heeren van
+het Detachement.
+
+Men had voor ons en onze menschen tijdelijke woningen
+gereedgemaakt. Dit was wel noodig, want wij zijn een week te Manokwari
+gebleven en toen eerst met een deel van ons Detachement den Mamberamo
+opgegaan.
+
+Om te beginnen werden na aankomst (20 November) de "Heemskerk" en
+het, reeds ter reede liggende, stoomschip "Valk" geheel leeggehaald
+en alle levende ziel ontscheept. Voor allen en alles werd, vaak dan
+met moeite, plaats aan den wal gevonden, doch dat we hiermee niet in
+één dag klaar waren, is te begrijpen.
+
+Daarna werd op de "Valk", welke ter beschikking bleef, opnieuw
+ingescheept: [3] een échelon van ± 70 man, de materialen noodig voor
+hun onderdak en voor den verderen bivakbouw en een ruime voorraad
+vivres.
+
+Tot de 70 man behoorden 3 officieren, n.l. Kapitein Oppermann,
+dokter Thomsen en ik; [4] verder een Inlandsch verkenner, eenige
+onderofficieren, ± 15 fuseliers en ± 45 dwangarbeiders.
+
+Over de benoodigde materialen behoeft, na de uitgebreide opsommingen
+in het vorige hoofdstuk, [5] niet nader te worden uitgeweid. Slechts
+zij nog een groote hospitaal-tent vermeld, die in onderdeelen kon
+worden meegevoerd. De groote motorboot ging mee, twee roeisloepen en
+twee lichte prauwen.
+
+De afreis van Manokwari was den 26en November. Daar ging het dan ten
+slotte op den Mamberamo los, na, voor zoover mij betreft, bijna drie
+maanden van reizen en regelen.
+
+Na Sjeri voeren wij recht Oost benoorden het langgerekte eiland Japèn
+langs, om vervolgens de Noordkust van Nieuw-Guinee tot Kaap d' Urville
+te volgen. Zagen wij het hooge bergland van Japèn bij helder weer en
+zonneschijn, den volgenden dag kwam de Noordkust tusschen de elkaar
+snel opvolgende regenbuien slechts nu en dan even te voorschijn. Die
+kust is weinig schilderachtig.
+
+Men vaart op een mijl of vier uit den wal en aanschouwt niet anders dan
+het vlakke land, als een donkere streep geteekend aan den horizon. Het
+is een zandig strand en daarachter groeien rizoforen en tjemara's. Hier
+en daar kenmerkt een landhoek zich door donkerder tint; op zulke
+plaatsen komt gewoonlijk een grootere of kleinere rivier in zee uit.
+
+Kaap d' Urville heet de Noordelijkste hoek der Noordkust, waar
+de Mamberamo in zee komt. Zij was moeilijk te herkennen, want
+landhoeken zijn er vele en de talrijke buien maakten het vinden
+niet gemakkelijker; de "groote rivier" [6] annonceert zich echter
+op verren afstand door den grooten plas bruin modderwater, die over
+een rayon van niet minder dan tien mijl uit de kust, op het heldere
+blauwgroene zeewater drijft. En zoo duidelijk is de scheiding, dat men
+op een gegeven moment met het voorschip in zoet, met het achterschip
+in zout water is en de scherpe scheidingslijn tusschen blauw en bruin
+ter weerszijden ver kan volgen.
+
+Op het lood werd de vaargeul gezocht over de baar of modderbank,
+die ook hier, zooals voor elke Indische rivier, niet ontbreekt. De
+minste diepte was 4 vadem.
+
+Eindelijk voeren we de rivier binnen; de mond was hier een 800
+M. breed, de stroom in het midden 3 à 4 mijl. Daar de "Valk" zes
+mijl volle kracht liep, avanceerden wij dus somtijds slechts met een
+snelheid van 2 mijl; gewoonlijk konden wij onder den eenen of anderen
+oever, in minder stroom, voordeel behalen; doch over de 240 K.M. tot
+Pionierbivak deden wij 4 dagen, waarbij evenwel moet opgemerkt worden,
+dat we des nachts voor anker gingen.
+
+Als gids voor de opvaart hadden wij de oude kaart van den Luitenant
+ter Zee Kerkhoven van 1884, welke ook zijnen opvolgers als leiddraad
+had gediend en die, waar noodig, door hen was gecorrigeerd. De groote
+rivier toch verlegt zich in die jaren, doch het is minder dan men
+wel zou verwachten en het bepaalt zich in hoofdzaak tot de lage en
+ondiepe modderbanken bij de eilanden. Evenals zulks bij het opvaren
+van alle rivieren gebeurt, houdt men in krommingen den buitenbocht,
+omdat die het diepste is; de binnenbocht is ondiep. Drijvend zwaar
+hout raakt daardoor gemakkelijk vast, zoodat men er groot gevaar voor
+stooten heeft. In binnen- of buitenbocht, kan men zich van verre
+gezien, nooit vergissen; de eerste toch is in breeden band omzoomd
+door glagah, een meer dan manshoog uitgepluimd oevergewas. Dit glagah
+is het wilde suikerriet, doch alleen een hoogst enkele dikke stengel
+is saprijk en zoet genoeg om de moeite van het uitkappen te loonen.
+
+Den tweeden ochtend zagen wij de eerste heuvelrijen van het Van
+Rees-Gebergte in de verte, den derden dag voeren wij er tusschendoor
+tot wij in den avond van den vierden dag op weinig na de plaats van
+het oude Pionierbivak bereikten.
+
+Bij Scholten-eiland, den derden dag, deed zich de moeilijkheid van
+den stroom duchtig voelen. Men is hier even voorbij den rand van het
+heuvelland en heeft wel niet met een stroomversnelling te maken, maar
+toch is het rivierbed, hoewel breed, op sommige plaatsen zeer ondiep
+door uitgebreide banken van rolsteenen, welke ook bij lagen waterstand
+deels droogvallen, zoodat de stroom er sterk is en het water er kolkt.
+
+Door de talrijke draaikolken ter plaatse luisterde de slechts zes
+mijl loopende "Valk" moeilijk naar het roer; op een gegeven moment
+werden eenige kolken den roerganger de baas; het schip liep zooals
+men zegt "uit het roer" en werd door den stroom tegen den steilen
+rotswand geworpen. Wij dachten, dat de schok hevig zou zijn, doch dit
+viel mee; de oever liep hier onder water blijkbaar hellend af en wij
+kwamen vrij zacht aan. Het duurde evenwel eenige uren eer wij ons los
+gemaakt hadden, door ons af te halen aan een zijwaarts uitgebracht
+werpanker. Het behoeft wel geen betoog, dat het uitbrengen van dit
+anker met stalen tros in gesleepte sloepen bij dezen zwaren stroom
+hoogst bezwaarlijk was; toen het anker eindelijk gevallen was, hield
+het niet in den grond, zoodat het gelicht en opnieuw, doch verder,
+uitgebracht moest worden. De tweede maal hield het; toen wij los waren
+scheelde het een klein beetje of wij waren opnieuw geboeid geraakt,
+doch ditmaal op de overliggende grintbank; wij liepen evenwel vrij,
+dicht langs Scholten-eiland.
+
+Een voorbeeld van de kwade gevolgen, die zulk vastloopen kan
+hebben, hadden wij ettelijke maanden later, toen wederom de "Valk"
+bij dalenden waterstand vastraakte op een verlegden modderhoek bij
+Kerkhoven-eiland. Het schip had toen voor eenige maanden vivres in. In
+Pionierbivak waren wij ongeveer juist op het einde van onzen voorraad,
+de afstand was omtrent 95 K.M. en deze toestand duurde een kleine week;
+toelichting overbodig.
+
+'s Avonds om een uur of 5 ging het schip voor anker onder den lagen
+oever, waar goede ankergrond (modder) was en de stroom gering. De
+sloepen werden gestreken en het heele échelon naar den overwal
+gebracht, waar op een gunstig plekje bivak werd gemaakt. Het was
+toch noodzakelijk, dat ieder onder zijn klamboe sliep; om die allen
+te spannen, daarvoor was aan boord geen plaats. In het eerste bivak
+waren veel muskieten; wij waren hier nog in de lage moerassige vlakte,
+die zich vòòr het heuvelland tot de zee uitstrekt; de volgende
+bivaks ondervonden in dat opzicht reeds den goeden invloed van het
+heuvelland. Want wij hebben later steeds opgemerkt: waar de vlakte
+verdwijnt, verdwijnt ook de muskiet. [7]
+
+Door de opvaart dien eersten dag door het muskietenterrein, zat ook het
+schip vol muskieten. Ofschoon dan ook ieder onder de klamboe sliep,
+waren er overdag en des nachts toch nog genoeg prikken ontvangen,
+om een behoorlijk aantal geïnfecteerden (malaria) te krijgen.
+
+De opvarenden van de "Valk" die, om het zoo maar eens uit te drukken,
+wel de lasten, doch niet de genoegens der Exploratie voelden, waren
+dan ook over de "groote rivier", die haar kwaden naam binnen de drie
+dagen eer aandeed, slecht te spreken. Toen wij voor Pionierbivak lagen,
+begonnen wij reeds koortsleiders te krijgen. Van het échelon van ±
+70 man gingen er ± 25 aanstonds weer met de "Valk" stroomafwaarts,
+geëvacueerd; twee dagen nadat het schip vertrokken was, waren alle
+drie de officieren ziek en lagen zij om beurten te bed. Onder de
+equipage van de "Valk" was ook menig ziektegeval voorgekomen en bij
+latere opvaarten van hetzelfde en andere Gouvernements-vaartuigen
+deden zich overeenkomstige gevallen voor. Wel merkwaardig niet of in
+geringe mate bij het stokerspersoneel, zoodat men zich onwillekeurig
+afvraagt of de hitte der vuren een gunstigen invloed heeft op de niet
+ontvankelijkheid voor infectie.
+
+In het kort volgt hier de dienst der Gouvernements Marine, voor zoover
+die met de Exploratie verband hield. Die dienst was verdeeld over drie
+stoomschepen: de "Valk" en de "Albatros", beide van ongeveer 800 ton en
+de "Zwaan", die een 200 ton kleiner was. Die schepen waren beurtelings
+gedurende twee maanden ter beschikking van den Commandant van het
+Exploratie-Detachement. Wij richtten het zoo in, dat er ongeveer
+elke maand een verbinding met Ambon bestond, waarlangs ons vivres,
+uitrustingsmaterialen en de mail bereikten; daar tusschendoor had
+deze verbinding met Manokwari en het permanente bivak Kwawi plaats.
+
+Ontmoetingen hadden wij niet vele bij het opvaren. Hier en daar
+passeerden wij kampongs. Zij lagen geheel anders dan aangegeven was
+op de oude kaart van Kerkhoven van 1884, wat ook geen wonder is,
+gezien het ambulante karakter der Papoea's.
+
+Eén hutje kwamen we voorbij, waar een man en een vrouw ons, half
+verscholen in het geboomte, begluurden; ik vroeg me af, wat er wel
+moest omgaan in dit paar der wildernis bij het zien voorbijtrekken
+van zooveel onbekends, zooveel angstwekkends. Later, eenige uren
+boven Scholten-eiland, kwamen wij voorbij een dorp van een twaalftal
+hutten, waar de bevolking ons in groote verbazing, doch zonder vrees
+bekeek. Een groote zware kerel in een prauwtje kwam zelfs tot vlak
+langs het schip en riep ons onverstaanbare woorden toe. Men vergete
+niet, dat deze stammen het opvaren kunnen gezien hebben van de "Havik",
+van de Expeditie Franssen Herderschee en van die van De Wal. Enkele
+versierselen, als kralen en beenen armringen ontbraken ook hier niet;
+dit waren òf ruilartikelen afkomstig van de genoemde expedities,
+òf ze waren van af de Noordkust uit de handen van vogeljagers van
+stam tot stam gewandeld en hier terechtgekomen. [8]
+
+Nog zij vermeld, dat ter hoogte van dezen kampong veel sagoboomen
+gezien werden. In verband met het feit, dat de kampong een half jaar
+later verlaten was, maar zich nieuwe kampongs gevestigd hadden op, bij
+onze eerste opvaart, onbewoonde plaatsen, komt men tot de conclusie,
+dat het nomadenvolk een deel van het jaar de sagostreek bewoont,
+zich voor langen tijd voedsel (sago en gerookt varkensvleesch)
+verschaft en dan, voorzien van levensmiddelen, voor geruimen tijd
+zijn zwerversleven hervat.
+
+Bij het beschrijven van een kampong vol Papoea's mogen de honden
+niet vergeten worden. Mager, schurftig, huilerig en laf, zijn ze
+desondanks de onafscheidelijke metgezellen der wilden. Hoort of ziet
+men ergens in de wildernis een hond, dan kan men er zeker van zijn,
+dat menschen in de buurt wonen; omgekeerd kan men bij menschen steeds
+honden verwachten. Merkwaardig is het, dat noch ik, noch één mijner
+metgezellen, ooit een Papoea-hond hebben hooren blaffen. Deze honden
+kunnen niet anders dan huilen en janken. Reeds door Lorentz was dit
+opgemerkt aan de Humboldt-baai; hij veronderstelde, dat men hier met
+een afzonderlijk ras te doen zou hebben.
+
+
+
+In den morgen van 5 December tegen een uur of tien kwamen wij
+voor de Otken-rivier. Deze is een kleine rechterzijrivier van den
+Mamberamo. Een 1000 M. deze rivier op, lag het Pionierbivak van
+Franssen Herderschee en De Wal.
+
+Zoodra het schip het anker had laten vallen, werd een prauw te water
+gelaten, want onmiddellijk moest vastgesteld worden of het Oude
+Pionierbivak geschikt was voor dit zeer groote Detachement; zoo niet,
+waar alsdan het hoofdbivak zou komen.
+
+Het bleek, dat het Oude Bivak te klein was. Het was wel een fraaie
+gelijke plek gronds, maar voor een Detachement van b.v. 500 personen
+(vrouwen en kinderen en later te werven Dajaksche en Papoesche roeiers
+meegerekend), bij lange na niet groot genoeg. Er waren geen sporen te
+zien van vroegere barakken. Alles was tot halve manshoogte begroeid
+met onkruid en struikgewas. Bij den oever vonden wij een uitstekend
+stuk hout, dat bij latere opgraving tot één der vier prauwen bleek
+te behooren, die in 1911 door de Expeditie De Wal achtergelaten en
+ingegraven waren om eventueelen lateren opvolgers van nut te kunnen
+zijn. Die prauwen bleken verrot na twee jaren tijds; wij hadden er
+niets meer aan.
+
+Wij staken nu de Otkenrivier over en na eenig wandelen en zoeken
+bepaalde Kapitein Oppermann, dat het nieuwe Pionierbivak zou komen
+in den hoek tusschen Otken-rivier en Mamberamo. Het land was hier
+mooi vlak en 4 M. boven het rivierniveau. Een tweehonderd meters naar
+binnen was een 4 M. hoogere rug, breed circa 100 M., die landinwaarts
+evenwijdig aan de Otken-rivier liep. Voorloopig zou onderdak gemaakt
+worden aan den rivieroever; het eerste werk zou daarna zijn, het
+hoofdbivak te bouwen op den hoogeren rug, meer naar binnen.
+
+Een beekje, uitkomend in de Otken-rivier, gaf vrij helder water,
+dat na filtreeren en koken zeer goed drinkbaar was.
+
+Zoo was dus de grond voor het Groote Bivak gelegd. Zoo spoedig mogelijk
+werd eerst het onderdak voor den nacht gemaakt, waarna militairen en
+dwangarbeiders hun persoonlijke eigendommen konden opbergen. Vervolgens
+werd een kleine aanlegsteiger gemaakt, waarna met de ontscheping van
+materiaal begonnen werd. Onze groote motorboot en de motorboot van de
+"Valk" met onze roeisloepen voeren af en aan.
+
+Den volgenden dag, 6 December, vertrok de "Valk". Wij oogden haar na,
+tot ze om de groote bocht verdween, na nog eenmaal lang haar fluit
+te hebben laten hooren. Daarna waren we alleen, doch er was genoeg
+te doen om ons bezig te houden.
+
+
+
+
+III.
+
+De eerste maand in Pionierbivak.
+
+
+Zooals men zich herinneren zal, was de eerste taak voor het Detachement
+van den Mamberamo het inrichten van "Pionierbivak", doch voor één
+Detachement. Na verkenning van het Batavia-bivak [9] zou dit laatste
+ingericht worden als algemeen uitgangpunt, met woonplaats voor beide
+Detachementen. Laat mij aanstonds zeggen, dat, toen de bouw van
+Batavia-bivak nog maar kort aan den gang was, het reeds duidelijk
+werd, dat Pionierbivak hoofdbivak moest blijven, Bataviabivak alleen
+een hoofd-vivres-depôt; de redenen zullen later vermeld worden.
+
+Naast de genoemde taak stond het zoeken van aansluiting aan de vroegere
+verkenningen van de Apauwar en in het Waropèn-gebied, maar dit stelden
+wij voorloopig uit, daar men geen twee dingen tegelijk kan doen;
+voor een groote marschpatrouille toch heeft men veel menschen noodig
+en dat was juist, wat ons ontbrak.
+
+Ons woonbivak aan den rivieroever bestond uit een officiershuis,
+één barak voor militairen, één voor dwangarbeiders, een goedang of
+opslagplaats, een ziekenhuis en een keuken.
+
+Het schoonkappen van het terrein had zich bepaald tot alles, behalve
+het zware hout. Langs de barakken liepen gegraven sloten, die het
+terrein zooveel mogelijk draineerden, wat met het oog op de elkaar
+snel opvolgende regens wel noodig was. De paden door het bivak waren
+bevloerd met korte dwarslatjes; later werd grint gehaald, dat bij
+lageren waterstand gemakkelijk van de banken te krijgen was en de
+daarmee aangelegde paden waren netter en meer soliede. Om het bivak
+heen stond een houten hek; daarachter was naar alle zijden wildernis.
+
+De officiersbarak was vrij eenvoudig: een houten geraamte, van
+achteren, op zijde en van boven met atap gedekt. Het naar twee zijden
+schuin afloopende dak was van voren 2, van achteren 1 3/4 M. hoog;
+de diepte was 3 M. Hier stonden onze veldbedden, twee tafels, enkele
+stoelen en onze koffers. Daar de barak aan de rivierzijde open was,
+mocht de door den Westenwind aangevoerde regen daar gaarne vrij in
+spelen. Eenig voorstaand geboomte werkte wel beschermend, doch ik weet
+zeker dat al mijn goed bedorven zou zijn door vocht als mijn met ijzer
+beslagen tropenkoffers niet zoo ondoordringbaar gebleken waren. De
+opening naar achteren was wellicht in dat opzicht voordeeliger geweest,
+doch wij prefereerden licht en het vrije riviergezicht met als nadeel
+den regen boven het omgekeerde. Om niet steeds met de voeten in den
+weeken grond te zitten, hadden wij onze barak met gegolfde ijzeren
+platen bevloerd; dit was zeer doelmatig; alleen veroorzaakte het
+gekras van de kopspijkers onzer schoenen op het ijzer gewoonlijk meer
+onaangenaam lawaai dan gewenscht was.
+
+De barakken voor militairen en dwangarbeiders waren overeenkomstig;
+de bevloering was hier tevens ligplaats, dus dunne boomstammetjes
+naast elkaar, hoe gelijker hoe liever; twee palm boven den
+grond. Onderofficieren en verkenner sliepen onder hetzelfde dak,
+doch hadden veldbedden.
+
+De goedang had een vloer en een beschermend dak en daartusschen waren
+onze voorraden: vivres, geneesmiddelen, verlichting, gereedschappen,
+aanmaakmateriaal voor prauwen, enz.
+
+Het ziekenhuis was de reeds vroeger genoemde groote wegneembare tent;
+gemiddelde hoogte ruim 2 M.; vrij ruim. Dit was het doktersdepartement
+met vele potjes en flesschen en zelfs met een kleine operatie-tafel.
+
+In de keuken werd in een paar groote ijzeren potten de rijst gekookt;
+het was een eenvoudig afdakje, waar ook onze filtersteenen stonden. De
+laatste bestaan uit een poreuse kalkmassa en zijn zeer doelmatig;
+ze zijn geelwit van kleur.
+
+Boven de rivier werden van den oever uit en gelijk met dezen bruggen
+gebouwd, op wier uiteinde overdekte W.C.'s en mandikamers kwamen
+alles van de meest primitieve constructie, doch stevig.
+
+De kleine aanlegsteiger werd vervangen door een grooten met
+verschillende trappen in verband met variabelen waterstand (het totaal
+verval over een jaar bedraagt toch 7 M.); die steiger hield zich goed
+tot het einde der Exploratie, hoewel de bandjirs dikwijls met stroom
+en boomstammen moeite genoeg deden om hem omver te halen.
+
+Intusschen was een ploeg bezig met het schoonkappen van den vroeger
+genoemden 4 M. hoogeren rug. Ook hier bleef het zware hout staan voor
+de per volgende boot verwacht wordende Dajaks. De rug bleek nogal
+grillig van vorm en hoe meer wij met den huizenbouw naar achteren
+vorderden, hoe meer wij moesten goochelen met de ruimte. Maar het
+ging best. Hier verrezen in den loop der maanden barakken, als zooeven
+genoemd, doch ruimer en geriefelijker, hoog (minstens 1 1/2 M.) boven
+den grond; een ruime goedang en een ruim ziekenverblijf.
+
+Het werk der officieren was in hoofdzaak toezicht houden en "er achter
+heen zitten". Daar wij twee zeer ijverige Europeesche onderofficieren
+hadden, nam dat niet veel tijd in beslag en wij verlangden naar de
+volgende boot, die ons een groote uitbreiding van menschenmateriaal
+zou brengen.
+
+De avonden waren gezellig. Men had dan gemandied, gegeten, men had
+lectuur en den grammofoon. De lectuur was een algemeene erfenis
+van alle goedkoope romans, die bij het exploratie-detachement van
+Zuid-Nieuw-Guinee door de opvolgende explorateurs verwerkt waren
+geworden, een vrij belangrijke hoeveelheid. De grammofoon was first
+rate, met talrijke goede, groote platen. Wij lieten hem elken avond
+draaien door een onzer jongens, die daartoe afgericht was en hij
+heeft ons nooit verveeld. Het was de grootste band, die ons aan de
+beschaving bond en, met gesloten oogen luisterend, lieten wij ons
+leiden waarheen de muziek ons bracht.
+
+Onze dokter amuseerde zich met de fotografie, waarin hij een meester
+was. Zijn donkere kamer was voorloopig een roode klamboe, waar hij
+'s avonds met alle ingrediënten inkroop.
+
+Meteorologische waarnemingen behoorden tot mijn departement; elken
+dag, om 7, 2 en 9 uur werden opgenomen: barometerstand, temperatuur,
+bewolking, richting en kracht van boven- en benedenwind; elken morgen 7
+uur de regenval en de stand van het rivierwater; voor het laatste was
+een peilschaal geplaatst tegen den grooten steiger. Deze observaties
+zijn altijd door geschied; bij mijn afwezigheid door den dokter,
+die permanent bivak-commandant was. Zij geven in elk geval voor een
+vol jaar het betrouwbaar verloop van twee met elkaar verbandhoudende
+belangrijke dingen: den regenval en den waterstand. Wij weten te goed
+de bezwaren van den regentijd en de moeilijkheden der bandjirs om niet
+gaarne gebruik te maken van den gunstigen tijd en het is een voordeel,
+dat men thans met juistheid zeggen kan in welke maanden het reizen
+in Nieuw-Guinee gemakkelijk en opwekkend is en in welke maanden men
+met veel zorg en moeite weinig vorderingen maakt.
+
+Voor ons was voorloopig de regentijd nog weggelegd: zware wolken
+dreven onafgebroken uit het Westen, aan regen geen gebrek; het was
+kil en het landaanzicht naargeestig. 's Morgens hingen dikke nevels
+over de rivier, welke ten tien ure waren opgetrokken; 's avonds kwamen
+veelal sterren door en op den middag af en toe het zonnetje.
+
+Van nu aan wies de rivier steeds en einde Januari vreesde men, dat het
+bivak zou onderloopen; gelukkig kwam het niet zoover. De stroomsnelheid
+voor Pionierbivak was in Januari 4 à 5 mijl; in Augustus 2 1/2 à
+3 mijl.
+
+De natste en meest moeitevolle maanden zijn van begin November tot
+eind Februari; de beste Mei tot September; in dien drogen tijd is
+het reizen bepaald een genot en smaakt men elken dag de grootste
+voldoening over den afgelegden weg, maar in den regentijd: ho maar!
+
+Dat de natte tijd niet gunstig was voor den gezondheidstoestand
+is duidelijk. Toch hadden wij geen ernstige reden tot klagen. Onze
+benedenstrooms opgeloopen malaria-infectiën waren door de kinine weldra
+overwonnen; het bivak-zelf (heuvelland) was muskietenvrij; daarna
+bepaalde het ziekenrapport zich tot de bekende vrij-van-dienst-gasten
+en eenige meer hardnekkige koortslijders, die van tijd tot tijd werden
+geëvacueerd. Van beri-beri bleven wij voorloopig verschoond en het
+totaal aantal lijders daaraan gedurende de geheele expeditie was
+gering; over de prophylaxe tegen deze ziekte heb ik vroeger reeds
+gesproken. De malaria-prophylaxe was 0.4 gr. kinine elken 4en en
+5en dag.
+
+Was het bivak muskietenvrij, een andere lastige bezoeker moet hier even
+vermeld. Dit was een insectje, dat leek op een vlieg en op een bij; het
+was wat kleiner dan onze kamervlieg, de wetenschappelijke naam er van
+is mij onbekend. Men had twee soorten, donkergele en zwarte. Zij waren
+meer dan vervelend. Met het rijzen van de zon kwamen zij opzetten,
+snel nam hun aantal toe. Soms waren gezicht en handen bedekt met dit
+ongedierte, dat er zonder kwaad te doen rustig overheen wandelde. Men
+joeg ze ijverig weg en meestal waren zij dan goed genoeg om even op
+te vliegen, doch zetten zich weer op een ander plekje neer. Waarom
+sloeg men ze dan niet dood? Omdat ze dan zoo geweldig vies roken;
+dit was juist hun veilige bescherming. Een geduldschepper waren ze;
+gelukkig kwam de plaag niet alle dagen voor.
+
+Den 22en December verscheen opnieuw de "Valk", doch voor dien tijd
+maakten wij eenige verkenningstochten.
+
+In den omtrek van het bivak hier en daar rondvarende, hadden wij
+boven Havik-eiland een linker zij rivier ontdekt. [10] Deze zag er
+nog al forsch uit en werd het eerste doel voor een marsch.
+
+De Mamberamo was kalm, we waren (met de twee prauwen) spoedig aan
+den mond der zijtak en daar de regenval eenige dagen vrij gering
+was geweest, stond er niet veel water in de kleine rivier. Een paar
+kilometer konden wij haar met de prauwen nog volgen; daarna werd ze
+te ondiep, we stapten uit en trokken de prauwen in het oeverriet,
+de glagah.
+
+Nu werd de bedding verder gevolgd.
+
+Grillig en veranderlijk was het landschap als geen ander; we verkenden
+de rivier ruim 20 KM., tot het avond werd en bivaktijd; we waren
+toen tot een 200 M. gestegen, het laatste gedeelte snel, daar we den
+oorsprong naderden en dus tegen de heuvels begonnen op te kruipen. Hoe
+hooger men kwam, hoe schilderachtiger. Frisch, helder water leschte
+den dorst en koelde het voorhoofd; het was voor mij een verrukkelijke
+tocht en een heerlijke lichaamsbeweging na de lange dagen van rust. Het
+nut? Wij brachten een riviertje mede en eenige aangepeilde toppen. Nut
+hadden we gehad, als we hier den hoogen scherpen top beklommen hadden
+en van dien af het landschap aangepeild; doch eerstens waren we daar
+niet voor uitgerust en tweedens was die royale wijze van werken nog
+niet voldoende tot mij doorgedrongen; reeds in den aanvang [11] heb ik
+gezegd, dat men exploreeren leeren moet en er is tijd voor noodig om
+te komen tot het onderscheiden van zeer nuttig en minder nuttig werk.
+
+Ten 5 uur bivak gemaakt, ten 6 uur na de genietingen van een
+frisch bad, schoone kleeren en een kroes chocolade in de beste
+stemming. Zelden heb ik zoo'n opgewekten bivakavond meegemaakt;
+het weer was fraai, de lucht helder; het geruisch van het water, het
+gegons van de myriaden beestjes in het bosch, de kookvuurtjes rondom,
+het was alles nieuw; hier genoot ik voor het eerst het boschleven
+met zijn volkomen gevoel voor vrijheid, onafhankelijkheid, zooals
+ik het zoo menigmaal genoten heb, zooals ik er nog dikwijls naar
+mag terugverlangen.
+
+Dan 's morgens wordt men wakker door het schemeren van den komenden
+dag en door het eerste geroep van de vogels. Ik kende ze spoedig,
+die verschillende geluiden; elken vogel herkent men aan zijn slag;
+boven allen uit klinkt het geroep en gefluit van den paradijsvogel,
+een lang telkens herhaald wijsje.
+
+Als het dag wordt: uit de klamboe, in de kleeren; de dwangarbeiders
+pakken reeds; we eten haastig een bordje bras ketan met javaansche
+suiker, dan op marsch.
+
+De prauwen worden op hun plaats gevonden; des avonds zijn we in
+Pionierbivak terug. Dat was een leuke marsch!
+
+Onze volgende beweging was gericht op de beproeving van onze groote
+motorboot in de versnellingen.
+
+Laat mij eerst verklaren wat een versnelling is. Een versnelling
+ontstaat daar, waar de aanvoer van water meer is dan de
+afvoer-capaciteit van de bedding verdragen kan; i.a. dus in
+bergterrein, waar de grond hard is. In wat wij als "vlakte" kennen,
+is meestal de grond zacht genoeg om de rivier bij overmatigen
+wateraanvoer in staat te stellen, door uitschuring haar bed te
+verbreeden; in bergterrein gewoonlijk niet. Er ontstaat daar dus,
+òf permanent, òf alleen in tijden van zwaren regenval, een meer of
+minder groot niveauverschil en het water stroomt er veel sneller dan
+boven of beneden dit punt. De versnelling vormt zich daar, waar het
+rivierbed smaller of ondieper wordt; zij brengt veelal met zich op
+eenen of beide oevers banken van rolsteenen; er vormt zich een goot,
+waarin het water met groote snelheid loopt, kolkt en draait. Groote
+versnellingen brengen groote en diepe draaikolken met zich mede. Deze
+zijn niet stationnair, maar verplaatsen zich langzaam stroomafwaarts,
+waarbij zij zich uitputten. Op de oude plaats ontstaat dan weer een
+nieuwe kolk. Aan de binnenzijde der versnelling, i.a. dus langs den
+oever beneden het versnellingspunt ontstaat een "neer", d.i. een
+terugstroom.
+
+Beneden de versnelling krijgt men een staande golving van een vier,
+zes krachtige golven; stroomafwaarts roeiende moet men daar met
+groote vaart doorheenschieten, want in den kortsten tijd neemt men
+reeds veel water over.
+
+Een mooi voorbeeld van een versnelling geven onze afbeeldingen van den
+Edival, waarbij het geheele golvende gedeelte den steenbank weergeeft;
+men ziet er stroomafwaarts. De tweede foto geldt voor lagen waterstand;
+duidelijk ziet men aan den witten bovenrand der rotsen, hoever de
+gemiddelde waterstand is. De eerste geldt voor hoogen bandjirstand;
+de op beide foto's met een kruisje gemerkte steenen zijn identiek.
+
+Stroomopwaarts gaande kan men met vrucht van de "neeren" gebruik
+maken; dikwijls zijn zij vrij sterk en voeren ons gemakkelijk in de
+binnenzijde der versnelling, die daarna "genomen" wordt, zooals wij
+later nog uitvoerig zullen zien.
+
+Dat wij met onze groote prauwentransporten geregeld in 4 dagen van
+Pionierbivak naar Batavia-bivak kwamen, een afstand van 75 K.M.,
+is uitsluitend te danken aan handig gebruik maken van de sterke
+"neeren"; dat was dus ± 20 K.M. per dag, zeer veel in een rivier met
+zulke sterke versnellingen. De terugtocht duurde 8 uren, d.i. 1/5
+van den opvaarttijd.
+
+
+
+Wij vertrokken in den morgen, een mooien morgen, van Pionierbivak
+met de groote motorboot en twee prauwen, gesleept; vivres voor 3
+dagen. Van het komende riviergedeelte tot de Marine-vallen bestond
+een schetskaartje, vervaardigd door den toenmaligen Luitenant ter Zee
+Rambonnet, commandant van Hr. Ms. Edi tijdens diens opvaart met de
+"Pionier" in 1909. Ons doel was, terwijl wij het karakter der rivier
+in oogenschouw namen, de motorboot zoover mogelijk te brengen, haar
+zoo noodig boven te laten, daar toch haar bestemming Bataviabivak was.
+
+In den zijarm achter Havik-eiland kwamen wij moeizaam vooruit;
+het verval is hier vrij groot, de stroom sterk. Daarna schoten
+wij harder op; men houdt steeds vlak onder den oever, daar is de
+stroom gering; hieruit volgt tevens, hoe gemakkelijk men beslopen
+en bepijld kan worden. Bij het nemen der versnellingen, alleen met
+eigen motor-beweegkracht, dus zonder hulp van trektouwen, moesten
+wij wel in den vollen stroom op. Toen deze meer dan 5 1/2 mijl [12]
+werd, was hiermee ons eindpunt bepaald; dit was op ongeveer 1/3 van
+den afstand tot de Marine-vallen.
+
+Waren we in dat opzicht teleurgesteld, ook om een andere reden viel
+de dag ons niet mee: de motor toch gaf aanleiding tot bezorgdheid.
+
+Een motor heeft een koelpomp, die rivierwater ter afkoeling pompt
+langs de heete wanden der cylinders. Voor onze pomp (en ook later
+voor die van onze andere motorboot) bleek het rivierwater funest;
+doordat het zooveel slib bevatte, werd de goede werking der pomp
+gehinderd en raakten de pijpen verstopt.
+
+Toen ons het euvel den eersten keer overkwam, waren we juist in
+het volle van een breede versnelling; de pomp gaf geen water
+meer, de motor werd heet. De machinist vroeg te stoppen; "nog
+een oogenblikje" werd er gezegd, "even uit den stroom onder den
+wal." Pang, pang, deed de motor. Stoppen, doch twee scheuren in de
+cylindermantels. Onverantwoordelijk? Ja, maar wie had dat verwacht! Tot
+onze groote verlichting bleken alleen de mantels gescheurd; water liep
+er zelfs niet uit; de cylinders waren heel, de motor kon draaien. Het
+was een waarschuwing eens en voor altijd; de pomp werd hierna nooit
+meer uit het oog verloren, doch wat dikwijls hebben we haar uit elkaar
+moeten nemen en hoeveel geduld heeft ze ons gekost? Eventueelen lateren
+explorateurs, die een modderrivier met motorbooten denken te bevaren,
+kan niet genoeg op het hart gedrukt worden: een sterke koelpomp,
+ongevoelig voor rivierslib.
+
+Als "schip" hield de groote motorboot zich best in de versnellingen. Op
+een gegeven oogenblik raakten we in een kolk, de boot helde, de
+rivier zoog aan het schroefgedeelte. Het was een vrij unheimische
+gewaarwording, doch het bleek van geen belang; al draaiende kwamen
+wij vrij, doch één der gesleepte prauwen had het te kwaad gekregen
+en was volgeslagen, gekanteld en gaf aanleiding tot het verlies van
+eenige dwangarbeiders-eigendommen. De menschen werden opgepikt en
+zoo spoedig mogelijk werd op een rustig plekje de prauw weer recht
+gelegd en leeg gehoosd.
+
+In den namiddag waren we weder thuis in ons groote dorp. Hadden we
+dan al opnieuw tot onze teleurstelling moeten ondervinden, dat onze
+motorboot geen hardlooper was en hadden we dan al met schade onze
+eerste pomp-ervaring opgedaan, we hadden de groote rivier gezien en
+hoe zij zich een bed, rijk aan natuurschoon, uitgeschuurd heeft door
+het Van Reesgebergte, welks ketens N.W.-Z.O. loopen.
+
+Waar ons als leeken telkens en telkens de eigenaardige veranderingen
+in de oorspronkelijke ligging van den bodem opvielen, moet een
+geoloog hier wel een dankbaar arbeidsveld vinden. De mijningenieur
+Van Gelder maakte in 1909/10 de Expeditie Franssen Herderschee
+mede; bij ons Detachement was geen geoloog van professie; doch de
+eenige maanden later gearriveerde 1e Luitenant Feuilleteau de Bruyn,
+die een geologischen cursus had gevolgd, maakte eenige uitvoerige
+beschrijvingen.
+
+
+
+Dezer dagen kregen wij ook af en toe bezoeken van Papoea's van
+omwonende of, beter gezegd, van toevallig tijdelijk in de buurt zijnde
+stammen. Door ons zooveel mogelijk op hun gemak gebracht, overwonnen
+zij weldra hun schuchterheid; hoewel altijd een open oogje houdende
+voor een gelegenheid tot eventueel noodigen terugtocht. Den eersten
+keer vooral waren zij met groot enthusiasme ontvangen; hier begon
+ons ethnografisch werk!
+
+Na hen met diverse ruilartikelen in de meest rooskleurige stemming
+te hebben gebracht, begonnen wij zooveel mogelijk van hen te
+plukken. Vooreerst woorden. Door de Regeering van Nederlandsch-Indië
+worden gedrukte woordenlijsten, in een klein boekje vereenigd,
+uitgegeven, om mee te nemen bij elke expeditie of exploratietocht in
+onzen Archipel, ten einde op systematische wijze, waar de gelegenheid
+zich voordoet, taalgegevens te verzamelen. Omringd door een kring
+van onze bezoekers noteerden wij de woorden, die wij machtig konden
+worden. Vragen werden natuurlijk niet begrepen, doch al wijzende en
+met gebaren en vooral met heel veel geduld kwamen wij toch een heel
+eind. De Papoea's hadden vrij veel vermaak in dit geval en waren ten
+zeerste voldaan, als wij de goede uitspraak van een woord te pakken
+hadden; hun goedkeuring, i.a. elke sterke bevestiging, drukten zij
+uit door even kort de voorhoofdhuid op te trekken, om zoo te zeggen
+in dezelfde gevallen, waarin wij een kort knikje geven.
+
+Het opschrijven der woorden vervulde hen niet met vrees, zij keken er
+met belangstelling naar; uit verschillende dingen kon men merken, dat
+zij reeds vroeger met blanken hadden omgegaan. Kralen en een enkele
+afgesleten parang waren ook reeds in hun bezit. Terwijl een aantal
+zich met ons occupeerde, snuffelden anderen rond, doch werden stevig
+in de gaten gehouden, daar wij wel begrepen, dat de verleiding groot
+was. Af en toe merkte men, dat er iets nieuws en "leuks" ontdekt was
+aan een levendig "èh, èh!", een veelbeteekenend lachen tegen elkaar,
+herhaaldelijk optrekken van het voorhoofd en met de vlakke hand slaan
+op het zitvlak.
+
+Verschillend waren hun gelaatstrekken; heel anders dan het passieve,
+dat men in Indië i.a. bij den inlander aantreft. Hier had men met
+een vrij volk te doen, dat nooit geleerd had zijn gewaarwordingen te
+verbergen. Vrees, wantrouwen, verlegenheid, verrukking, vergenoegdheid,
+allen toonden het ons beurt om beurt. Daar waren domme, goedige
+gezichten; daar waren vlugge, intelligente trekken.
+
+Verschillende "kleedingstukken" werden door hen gaarne afgestaan tegen
+begeerlijkheden uit onzen ruilvoorraad, waarin het practische oog
+parangs en bijltjes voor liet gaan, hoewel een mooie kralenketting
+toch ook niet te versmaden was. Tabak werd bovenal gaarne aanvaard;
+daar waren zij met recht dol op, deze Papoea's verbouwden zelf geen
+tabak. Toch komt de plant voor, daar, waar men haar het minst zou
+verwachten, nl. in het verste binnenland. Of de plant geïmporteerd is,
+weet ik niet, doch zeker is dat men kan zeggen, dat ze over een groot
+deel van Nieuw-Guinee bekend is. Het verging sommigen onzer bezoekers,
+zooals het kleine jongens vergaat, die voor het eerst een trekje doen:
+zij werden onpasselijk; de meesten evenwel hielden zich goed en vonden
+het rooken verbazend voornaam.
+
+Vervolgens kwamen de heeren voor den fotograaf. Dames waren er niet,
+die bleven de eerste maanden veilig opgeborgen. Onze afbeelding geeft
+de twee krachtigsten onder onze bezoekers, den linkschen brutaal
+en zelfvoldaan, den rechtschen ongerust en verlegen. Beiden hadden
+rijkelijk de cascado-huidziekte; beiden waren overvuil en roken
+op 5 M. afstands alleronaangenaamst; dit is zonder overdrijving;
+beiden bewogen zich over het water, doch waarschijnlijk nooit er
+in. Het hoofdhaar mag een centimeter of vijf lang geweest zijn;
+het was doorvlochten met een cirkelend weefsel van rottankoord,
+wat aan den haartooi het aanzien van een pruik of hoedje gaf; des
+avonds wordt het haar geenszins "losgemaakt", dit gebeurt nl. nooit,
+dus maakt uw consequenties!
+
+Om den hals of om het voorhoofd veelal een kransje, zoo al niet van
+kralen, dan van bamboevruchtjes; vaak ook een zakje van gevlochten
+melindjoe [13]-touw, een netje a.h.w., waarin eenige eetwaar als
+sago en een stukje varkensvleesch. Om het middel een touw van
+melindjoe-bast, een oneindig aantal malen om de heupen gewonden;
+deze meer beschaafde bezoekers hadden er als schaambedekking een
+doekje doorheen bevestigd, maar ook dit partijtje gaat nooit los. Een
+dergelijke menigvuldige omwinding, doch van de onderarmen, zagen wij
+bij andere stammen in deze buurt. Rond de bovenarmen en onder de knie
+vaak een ring van rottan of fijne boomvezels. Sommigen droegen ook
+"bretels".
+
+
+Een onzer foto's toont al deze kleedingstukken. Daarin heeft men:
+
+
+ 1. haarkransen van casuarisveeren,
+ 2. kamvormige haartooi van houtjes,
+ 3. armring,
+ 4. halsring van bamboevruchtjes,
+ 5. bosje pijlpunten voor kinderschiettuig,
+ 6. "bretels", bestaande uit een buikband en twee
+ schouderbanden,
+ 7. buikbanden van gevlochten fijne rottan,
+ 8. voorhoofdstooi van varkensribben,
+ 9. drinkwaterflesch (kalebas),
+ 10. "oneindige" buikgordel met "staartje",
+ 11. fleschje (kalebas) voor kalk voor den sirihpruim,
+ 12. halszakjes van boomvezels.
+
+
+Men lette ook op het beentje, dat beide mannen dragen door het
+middenschot van den neus; dit is een matige versiering: wij kwamen
+later in het verre binnenland bij stammen, die te dezer plaatse de
+beide slagtanden van het wilde varken droegen, wat hun een woest en
+krijgshaftig aanzien gaf.
+
+De kleur der Papoea's is zeer donker bruin; op de plekken der
+huidziekte wordt die kleur iets lichter. Eenigen hadden mondkost
+bij zich: sago, klappers, papaja's en laboe. De sago in groote
+klompen van 1/2 L. inhoud, een groot blok fijn meel; later zal over
+de sagowinning uitvoeriger gesproken worden. Klappers komen hier
+weinig voor; de palmen zijn dan afkomstig van de Noordkust, waar
+ze wel in grooten getale (geïmporteerd) voorkomen; men krijgt den
+indruk, dat de kokospalm geen inheemsche boom op Nieuw-Guinee is,
+in het diepe binnenland hebben wij hem nergens gezien. Papaja en
+laboe zijn op de Soenda-eilanden welbekend; waarschijnlijk ook op
+Nieuw-Guinee geïmporteerd.
+
+Op de foto's ontbreken pijlen en bogen. Deze hadden zij dan ook
+neergelegd, toen hun schuchterheid overwonnen was. De bogen zijn van
+niboeng-hout, de pezen van rottan koord, lengte 2 M. De pijlen zijn
+even lang, van licht riet van 3/4 à 1 cM. dikte; de punt is er apart
+aan gebindseld en van bamboe of niboeng-hout. Bijna alle pijlpunten
+zijn van weerhaken voorzien, het indringingsvermogen is enorm,
+doch de zuiverheid van het schot niet groot en boven 20 M. klein te
+achten. Omtrent het al of niet vergiftigen van pijlen heb ik geen
+zekere gegevens. [14]
+
+Waren onze bezoekers zonder veel moeite voor den fotograaf gehaald,
+voor den grammofoon waren ze bang. De psychische uitwerking was toch
+aardig om te volgen: eerst het gezang gehoord, nieuwsgierig er heen,
+voorzichtig genaderd, verrukt geluisterd, toen er achter gekeken;
+niets gezien, angstig geworden, afwerend met de handen gewenkt;
+wij stopten toen den grammofoon, waarna de rust wederkeerde.
+
+De macht van het geweer was een enkelen bij herinnering bekend. Hij
+wees op het geweer, wees op een vogel, maakte een beweging van
+aanleggen, deed langgerekt en smartelijk "oooh!" en viel daarna
+een oogenblik neer. Hij had er blijkbaar grooten eerbied voor en
+wij probeerden dan ook maar niet hem of zijn metgezellen er mee
+te verschrikken.
+
+Na eenige uren werd afscheid genomen; het genoegen was aan beide
+partijen.
+
+Na de tweede helft der maand kreeg de koorts mij weer te pakken.
+
+Den 18en December bleef ik om deze reden achter, toen
+kapitein Oppermann, vergezeld van onzen dokter, er opnieuw op
+uittrok. Noord-oostelijk van ons bivak lag een NW.-ZO. loopende
+heuvelrug, dien wij reeds van uit de rivier gezien hadden, naar
+schatting 400 à 500 M. hoog. Op onze eerste groote patrouille, die
+wij ons voorstelden te maken naar het Apauwargebied, als de "Valk"
+ons van meer menschen zou hebben voorzien, hadden wij dien rug over
+te trekken, wilden wij oostwaarts vorderen. Bovendien verwachtten
+wij van af den kam een ruim uitzicht naar het zuiden te hebben.
+
+Om deze twee redenen dan werd tot het beklimmen van den rug nu reeds
+besloten, welks kam in éénen dagmarsch werd bereikt. De kapitein
+richtte er een klein bivak in en liet er kappen op twee verschillende
+punten. Uit deze punten kreeg men goed uitzicht naar het Zuiden,
+doch daar het kappen met de parangs niet zeer vlug ging, kwam er van
+het goede uitzicht voorloopig niet veel terecht. Vòòr er resultaten
+kwamen, verscheen de "Valk."
+
+Dat was den 22en. Om een uur of tien in den morgen klonk het ongewone
+geluid van een stoomfluit over de rivier. Men hoorde van alle kanten
+opgewekt: "kapal datang!" [15] Na een kwartier verscheen zij om
+den hoek, de "Valk", en bracht het heele kamp in een vroolijke
+stemming. Daar verscheen Europa, al was het voor een korten tijd.
+
+Het schip bracht veel vivres, veel materialen en ± 150 fuseliers
+en dwangarbeiders, bovendien 40 Dajaks. De Militaire Commandant van
+Ambon was aan boord om het Pionierbivak en de zaken aan den Mamberamo
+te inspecteeren.
+
+Waren tot nu toe onze handen gebonden geweest door gebrek aan
+personeel, thans kon het mes van alle kanten snijden en kwam er aan
+het "gemodder" een einde. Een onzer stoomsloepen was meegekomen;
+hierdoor kwam de groote motorboot vrij om bij komende gelegenheid
+naar Batavia-bivak te worden gebracht.
+
+Een kleine patrouille werd onmiddellijk uitgezonden om Kapitein
+Oppermann op de hoogte te brengen van de aankomst van den Majoor
+Gooszen; het bleek evenwel, dat de stoomfluit tot aan den heuvelkam
+was doorgedrongen en reeds denzelfden middag verschenen de Kapitein
+en de Dokter beneden.
+
+
+
+
+IV.
+
+Onze Dajaks.
+
+
+Een der eerste échelons bracht 40 Dajaks in Pionierbivak en over
+dezen niet genoeg te waardeeren hulptroep wil ik eerst een en ander
+mededeelen.
+
+In het noordoosten van Nederlandsch Borneo, aan den bovenloop van de
+Kajan, die bij Boeloengan in zee valt, woont de Dajakstam, waartoe
+onze menschen behooren. Het is wel merkwaardig, dat deze inlanders,
+in tegenstelling met zoovele andere rassen in den Archipel, tot dit
+reizen en trekken over te halen zijn.
+
+Reeds bij meerdere expedities van gelijke soort als de onze bewezen
+zij uitstekende diensten en ook nu weer waren zij bij uitstek voor
+ons doel geschikt. De Kajan, is mij verteld, is veel wilder nog dan de
+Mamberamo; wie konden ons dan beter door de versnellingen brengen dan
+juist deze Kajan-menschen? In het kappen van boomen en het bewerken
+van hout hebben zij hun gelijke niet; wie waren dan beter geëigend
+voor bivakbouw en prauwenmaken dan deze Dajaks? Een ideaal-exploratie
+van deze soort zou uitsluitend met Dajaks moeten werken; maar hun
+loon was f 1.- per dag buiten den kost, terwijl dwangarbeiders het
+Gouvernement alleen op kosten van rantsoen komen.
+
+In een bewegelijke en vroolijke rij zwermden ze achter elkaar uit
+onze motorboot, die hen met een sloep in éénen trek uit het schip
+gehaald had. Zij gingen eerst hun lijfgoed in veiligheid brengen in
+de voor hen aangewezen barak; want zoover was de bouw van het bivak
+gevorderd, dat we ruimte hadden voor al onze nieuwe menschen.
+
+Dat gaf mij gelegenheid hen op mijn gemak te bekijken. Het was flink
+volk, dat de controleur van Boeloengan voor ons geworven had: allen
+krachtig en gezond, vlug, sierlijk en zeker in hun bewegingen. Men zie
+slechts onze afbeelding om met mij deze fraai gespierde gestalten
+te bewonderen; links staat Hanji Ipoei, het hoofd der Dajaks;
+rechts Boejau Awan, een handige kerel met veel invloed. Terloops zij
+opgemerkt, dat een boom van den omvang als op de foto door 4 Dajaks
+in den tijd van een half uur wordt geveld! Op blz. 157 ziet men den
+geheelen stam, zooals zij elken morgen om half zeven met de overige
+werkkrachten aantraden om in ploegen te worden ingedeeld; de eerste
+dagen kostte het heel veel moeite hun deze eenvoudige manoeuvre aan
+het verstand te brengen.
+
+Aan kleeding hebben zij niet veel "om het lijf." Een hoofddoek om
+het lange sluike haar, een "tjidako" om de lendenen; een enkelen ring
+om arm of been, gewoonlijk van melindjoe-bast. Het sluike haar hangt
+hun tot even onder den nek, langer groeit het niet. Sommigen hadden
+een jasje van boomschors, door de vrouwen met rood band gegarneerd.
+
+Allen droegen een grooten ronden platten hoed, gemaakt uit palmbladeren
+en rottan, waarop verwonderlijke motieven waren gestikt.
+
+Het wapen van den Dajak is de mandau, een zwaard van 40 cM. lengte met
+flauw gebogen lemmet. Licht en vlijmscherp als het is, weet de hand
+van den Dajak er een bijzonder indringingsvermogen aan te geven. Op de
+vraag, of hij met éénen slag een menschenhoofd kon afslaan, antwoordde
+Hanji Ipoei met een bescheiden lachje: "Gampang sadjah." [16] De
+greep van den mandau is vaak zeer sierlijk bewerkt; een foto geeft
+twee oorlogsmandaus en hun scheeden, versierd met vlechtwerk van fijne
+rottan en met haar (in den "goeden" tijd van gesnelde koppen; thans,
+onder humaner régime, van geiten). Aan de scheede van hout is een
+bijscheede van boomschors, waarin een klein vlijmscherp mesje met
+langen houten steel; dit dient voor alle voorkomend snijwerk.
+
+Een ander wapen van den Dajak is mij verteld te zijn de lange blaaspijp
+met korte vergiftigde pijlen; hiervan was niets meegenomen. Doch het
+is zeker, dat de Dajaks zeer bang voor pijlen waren en zij waren nog
+niet lang bij ons of een opgewekte schildenindustrie was in vollen
+gang. De schilden, evenals andere groote voorwerpen, zooals b.v.b. een
+soort guitaar, werden uit één stuk hout gehouwen en met veel geduld
+bewerkt; ten slotte werden ze beschilderd met dezelfde krul-motieven
+als op de hoeden gezien werden.
+
+Was de blioeng of bijl niet zoozeer een wapen van den Dajak, het was
+toch een onmisbaar werktuig. Het ijzer is klein, 15 cM. lang en de
+snede niet breeder dan 6 cM. De steel is aan het uiteinde vrij dik
+en vaak fraai versierd.
+
+Met den blioeng worden de zwaarste boomen geveld, gespleten, uitgehold
+en planken voor prauwenboorden gemaakt van 20 M. lengte bij 3 palm
+breedte en 3 duim dikte. Om de laatste te vervaardigen, heeft men
+dan het blioengijzer 1/4 slag gedraaid, zoodat het als schaaf dienst
+doet; liever gebruikt men er aparte ijzers voor, die dunner, breeder
+en eenigszins gebogen zijn.
+
+De ijzers voor mandau en blioeng worden den Dajaks tegenwoordig in
+Boeloengan door Chineesche handelaars verkocht; vroeger smeedden zij
+ze zelven in den door hen gewenschten vorm, want het smeden is een
+kunst, die ze goed verstaan.
+
+Elke Dajak heeft zijn "Rücksack." Het is een mandje van fijn
+gevlochten dunnen rottanvezel van diverse kleuren, zoodanig, dat
+er weer onderscheidene motieven in zijn geweven. Het wordt op den
+rug gedragen aan twee draagkoorden, die over den borst en weer naar
+achteren loopen; zooals een soldaat zijn ransel draagt.
+
+Iedere Dajak heeft ook zijn eigen pagaai of dajong. Ze zijn iets
+steviger dan die van de Papoea's, maar het blad is wat smaller.
+
+Met hun levendige vroolijkheid, hun fraaie gereedschappen, maar meer
+nog door hun krachtigen bouw, hun lichtbruine, bijna gele huidskleur
+en hun groote zindelijkheid op het lichaam maakten de Dajaks een
+buitengewoon prettigen indruk. Riviermenschen als zij zijn, duiken
+zij elk oogenblik in het water, in tegenstelling met de Papoea's;
+ongunstig hiertegenover staat de onzindelijkheid van hun eetgerij,
+dat er soms verbazend onsmakelijk kon uitzien.
+
+
+
+Dit veertigtal modelmenschen dan, nauwelijks aan wal gestapt, werd
+aanstonds aan het werk gezet. Hanji Ipoei verstond geen Maleisch;
+maar Ileh, een hoofdenzoon, wèl en deze bracht alle bevelen over. De
+blioengs kwamen te voorschijn, alle groote boomen in het lage en
+in het hooge bivak stonden reeds lang ongeduldig te wachten, weldra
+vlogen de spaanders rond. Het was een lust om te zien. Is men moe,
+dan wordt een strootje opgestoken; overhaasting schaadt, "wij werken
+hard genoeg." En zoo viel een dikke boom in een half uur; zoodanig
+was hun uithoudingsvermogen, dat ik van een Dajak 180 slagen telde,
+voor hij "het bijltje er bij neerlei."
+
+Merkwaardig is de groote juistheid, waarmee de Dajaks een boom laten
+vallen in de gewenschte richting. Verschillende boomen, tusschen de
+barakken staande, mochten slechts deze of gene richting uitvallen en
+dikwijls hielden wij ons hart vast; doch nooit heeft een der barakken
+eenig letsel bekomen.
+
+Even merkwaardig is de economie, waarmee de Dajaks een boschterrein
+"raseerden"; nooit viel een boom alleen, doch steeds een heele rij. Van
+die rij was dan elke boom half of driekwart ingekapt, alle aan dezelfde
+zijde. Ten slotte werd dan een groote zware boom geveld, doch zoo, dat
+hij in zijn val tegen nummer twee aankwam, die, half aangekapt zijnde,
+doorbrak en nummer drie meenam en zoo voort. Onder een oorverdoovend
+gekraak viel de heele rij en de Dajaks juichten vroolijk, doch sprongen
+ijlings weg. Om de middelsoort stammen bekommerden zij zich niet;
+die gingen vanzelf mede in den grooten val. Het was dan een ware
+chaos van gevelde stammen door elkaar.
+
+Vraagt men, waarom wij al dit zware hout niet eenvoudig lieten
+staan, dan is het antwoord: "Zonsbestraling en uitdamping zijn
+hoofdvereischten voor een gezond hoofdbivak".
+
+Geen wonder, dat we deze kerels veel toestonden en dat bleek toch later
+weer verkeerd. Evenals elk mensch, hielden ook zij van hun gemak;
+alleen een streng régime kon maken, dat ze zonder toezicht veel en
+goed werk leverden. In het begin echter werden ze een beetje bedorven,
+maar, zooals ik zeg, het was begrijpelijk.
+
+Verwonderlijk was de hoeveelheid rijst, die zij verwerken konden;
+zij waren aangenomen op 3/4 kg. daags, terwijl ons marschrantsoen
+1/2 kg. was. Na een Dajak-maaltijd was niets vermakelijker dan de
+rij gespannen buikjes en de voldane gezichten te zien.
+
+Niet alleen onze Dajaks, ook de rest van het "regiment" trok aanstonds
+aan den slag. Een partij dwangarbeiders bleef op de lossende sloepen
+en versjouwde op den wal; een partij fuseliers ging rottan halen
+in de rimboe, ging het splijten en maakte er bindmateriaal van;
+de rest van de dwangarbeiders haalde stammen voor bouwmateriaal en
+vatte met kracht den barakkenbouw aan. Het was een waar genoegen,
+zooveel bedrijvigheid; mijn koorts vergat ik geheel en al.
+
+Den 24en December maakten de Militaire Commandant van Ambon, majoor
+Gooszen, kapitein Oppermann en ik een tocht naar de Marinevallen. Wij
+vertrokken weder in onze twee prauwen, elk met zes Dajaks bemand. De
+afstand van 30 KM. werd in 7 uren afgelegd. Wederom maakten de Dajaks
+onze bewondering gaande, nu door het voorbeeldeloos handige werken
+in de versnellingen.
+
+Een versnelling wordt als volgt genomen: met goede vaart nadert de
+prauw in den "neer", de Dajaks roeien hun gelijkmatigen slag. Nabij de
+rolsteenbank, als er grond gehaald kan worden, springt het meerendeel
+uit de prauw; de vanglijn (touw of rottanstengel van 10 m. lengte,
+voor aan de prauw verbonden) wordt uitgeloopen en in handen genomen;
+een man vat den kop der prauw; twee man voorin nemen elk een gallah,
+dat is een langen soepelen stok en boomen de prauw daarmee voort;
+de stuurman blijft achterin. Nu gaat het over de rolsteenbank: de
+gallah-menschen en de man aan den kop houden de prauw vrij van de
+steenen, de vanglijn-menschen trekken, de stuurman stuurt. Het water
+klotst gezellig links en rechts, weldra is de prauw weer in glad water,
+alleen een paar voet hooger dan zooeven. Ik reken, dat we zoo een 40,
+50 versnellingen passeerden.
+
+In elke prauw zijn twee stuurlui: een voor (pandjerwallah) en een
+achter (djoeroemoedi). Beide werken zonder commando absoluut samen
+en evenzoo zij met de roeiers. In een Dajak-prauw is geen commando,
+alleen een gemeenschappelijk begrijpen.
+
+Ten drie ure in den middag stonden we voor het panorama. Daar lagen
+de Marine-vallen in al hun moeilijkheid voor ons. Geen eigenlijke
+val, maar een zware versnellings-combinatie, het rivierbed driemaal
+verbreed, het water vlietend, al golvend en kolkend, tusschen een
+zevental rotsige eilandjes. Dat was geen kinderspel! En stroomop
+kijkende, wachtte ons geen vertroosting. We wisten, daar lag de Edival,
+die nog een haartje lastiger was. Doch de Dajaks waren niet van hun
+stuk te brengen; zij zagen den toestand niet zwaar in en verklaarden,
+dat de groote motorboot daar best doorheen zou komen, als we maar
+lang en sterk touw hadden.
+
+Nu, daaraan was geen gebrek!
+
+Met goede hoop en vasten wil voor later werd de terugtocht aanvaard
+en in 1 1/2 uur volbracht; het was bijna donker, toen we terugkwamen,
+de bivakvuurtjes brandden hier en daar. Het was dîner op de "Valk";
+een klein europeesch gevoel bekroop ons even.
+
+Den volgenden morgen, 25 December, om 6 uur reeds hoorden we de
+stoomfluit van de "Valk" bij den grooten bocht; dat was zoo vroeg
+noodig, om 's avonds nog in zee te kunnen zijn.
+
+
+
+
+V.
+
+Den Mamberamo op met het exploratie-detachement van de
+Noordkust.--Toebereidselen.
+
+
+Einde Maart 1914, na onze terugkomst uit het Bonggogebied, [17] kon
+de exploratie van de kustgebieden van Noord-Nieuw-Guinee als gereed
+worden beschouwd en werden te Manokwari toebereidselen gemaakt voor
+het vertrek naar Pionierbivak.
+
+Een der laatste dagen van Maart lichtte het Gouvernements-stoomschip
+"Zwaan" het anker, om ons naar den beruchten Mamberamo te brengen. Het
+detachement stond onder bevel van den kapitein der infanterie Schultz;
+verder gingen mede 1e luitenant der infanterie Schulze en schrijver
+dezes. Mijn collega, luitenant-ter-zee Stroeve was nog niet terug van
+zijne expeditie in het Van Reesgebergte (Groote Kerkberg of Kamoeso
+Pedai) en zou met de eerstvolgende gelegenheid nakomen.
+
+Het detachement bestond uit een uitgelezen troep inlandsche fuseliers
+en dwangarbeiders. Bijna allen waren reeds eenige jaren te Manokwari en
+hadden in elk geval mij op alle tochten in de laatste anderhalf jaar
+vergezeld, zoodat dit een uitstekend getrainde en aan het klimaat
+gewende troep mocht heeten. Niettegenstaande dit alles, waren er,
+toen in Juni de groote tocht begon in de westelijke Meervlakte,
+nog slechts enkele van deze oude garde over.
+
+Het opvaren van den Mamberamo liep vlot van stapel, de gezaghebber
+van de "Zwaan" en ik keken nog wel even het plekje aan, waar wij in
+1913 met het schip een dag of zes vast zaten. [18] Den avond van
+den eersten dag, toen wij voor anker lagen, werd onze genoeglijke
+rust plotseling verstoord, doordat een dwangarbeider een collega
+vermoordde. 't Was geen prettig begin van onzen Mamberamotocht.
+
+Over het opvaren van de rivier zal ik verder niet uitweiden; in de
+vorige hoofdstukken heeft collega Langeler reeds voldoende hierover
+verhaald.
+
+Wij kwamen zonder verdere ongelukken een der eerste dagen van April
+'s middags voor Pionierbivak ten anker en begonnen dadelijk te
+debarkeeren en de lading te lossen.
+
+Wij hadden een motorboot medegebracht, met 8 P.K. Brooke's motor,
+vaart ± 8 mijl, die bij het lossen goede diensten bewees.
+
+De eerste indruk, dien ik van Pionierbivak kreeg, was niet zoo heel
+gunstig; tenminste wat aangaat de sombere, gedrukte stemming, die
+er heerschte. 's Morgens een schier eindeloos ziekenrapport bij den
+dokter; het meerendeel der fuseliers en dwangarbeiders onder den indruk
+van de reeds gebeurde prauwongelukken in de versnellingen en het was
+mij dan ook een waar feest, toen ik opdracht ontving om te trachten,
+de motorboot en een stoomsloep boven de vallen naar Bataviabivak
+te brengen.
+
+Eenige toebereidselen waren spoedig gemaakt en den 4den April 's
+morgens vertrok ik met de motorboot en 4 prauwen. De colonne bestond
+uit 11 militairen, 5 matrozen, 2 dwangarbeiders en 24 Papoea's. Deze
+laatsten gingen mede, om zoo noodig de boot aan een tros voorbij
+lastige hoeken te trekken.
+
+Reeds dadelijk bemerk ik, dat het niet zoo vlot zal gaan, want hoewel
+de boot bijna 8 mijl haalt, kruipen wij langs den oever vooruit en
+moeten reeds tegen den middag het prauwtransport inwachten om een
+uitstekenden hoek, waar een felle stroom langs trekt, voorbij te
+komen. En nu zijn wij nog beneden de versnellingen en vallen!
+
+Ten 3 uur 30 min. komen wij voor de eerste versnelling waar een
+ontzaggelijk groote steen "de tulband" den weg verspert en diepe
+draaikolken veroorzaakt. Er wordt getracht een dikken manillatros uit
+te brengen door een prauw, bemand met 5 Papoea's; deze prauw slaat vol
+water en verdwijnt met mijn kroeskoppen in de draaikolken. Afsteken
+met de motorboot is het werk van een oogenblik; gierend en tollend
+snuiven wij de draaikolken door en hebben het geluk de brave kerels
+te redden. De boorden der prauw worden hierbij echter stukgevaren en
+de geheele prauw moet worden achtergelaten. Ik behoef niet te zeggen,
+dat deze redding ons weder een heel eind benedenstrooms heeft gebracht
+en na veel moeite bereiken wij tegen donker voor de tweede maal den
+"tulband", waar bivak gemaakt wordt en nieuwe krachten verzameld
+worden voor wat de morgen zal brengen.
+
+Den volgenden dag komen reeds vroeg 8 prauwen met circa 90
+dwangarbeiders en Papoea's van de hoogerop gelegen étappen om te
+helpen. Het gelukt nu een tros uit te brengen en met behulp van de
+120 man, die uit alle macht aan den tros halen, terwijl de motor
+volle kracht draait, passeeren wij dit eerste lastige punt.
+
+Verder is het nu bijna bij elken hoek noodzakelijk de boot te
+trekken. Reeds dezen tweeden dag laat de motor ons in den steek;
+het zeer zandige Mamberamo-water had de circulatiepomp verstopt
+en zelfs reeds averij aan de pomp veroorzaakt. De herstelling gaat
+gelukkig vrij voorspoedig en ten 4 uur namiddag zijn wij beneden de
+Marine-vallen, die er op het eerste gezicht niet malsch uitzien om
+te passeeren. De tros wordt uitgebracht en een oogenblik later is
+de val achter ons. Wij betrekken bivak in de Etappepost I, die als
+een roofnest hoog tegen de rotshelling gebouwd is en vanwaar men
+een schitterend uitzicht heeft over de Marine-vallen, 's Avonds en
+'s nachts, als het bivak in diepe rust gedompeld is, hoort men het
+bruisen van het water als van een zware branding.
+
+Den volgenden morgen wordt eerst de colonne van luit. Schulze,
+die inmiddels ook hier aangekomen is, met de motorboot naar den
+rechteroever der rivier gebracht, om een tocht te maken in de richting
+van den Apauwar; daarna gaat het weer vooruit, stroomopwaarts.
+
+Bij het punt tusschen Marine- en Edivallen waar korten tijd tevoren
+een prauw verongelukte en 1 fuselier met 7 dwangarbeiders verdronken,
+geraakt een prauw, met 1 Papoea er in, in drift en deze ontsnapt
+ternauwernood aan den dood. Een schielijk toegeschoten prauw met zes
+Dajaks wist hem te bereiken en naar den oever te brengen. Dit punt is
+wel het gevaarlijkste van de geheele versnellingenreeks; een kleine
+fout behoeft slechts gemaakt te worden door de stuurlui en de prauw
+is met de inzittenden reddeloos verloren. Ten 2 uur zijn wij voor de
+Edivallen; hierbij vergeleken zijn de Marinevallen maar kinderspel;
+het water stroomt met circa 20 mijl (= 36 KM.) snelheid tusschen de
+steile rotswanden door, overal bevinden zich rotsen, boven, in en
+onder water. Ten 4 uur is alles pas gereed om te trekken; de val wordt
+gepasseerd en de hoogst gevaarlijke oversteek naar den rechteroever
+even bovenstrooms van den val wordt zonder fout gemaakt. Bivak wordt
+gemaakt in Etappepost II; het lastigste deel van de vallen is nu
+achter den rug.
+
+Den 7en April vroeg vertrokken, moeten wij in den beginne
+eenige malen den sleeptros gebruiken; daarna stoomen wij door
+en komen verder zonder hulp voor Etappepost IV, even vóór de
+Bataviaversnellingen. Het prauwtransport is 's avonds niet aangekomen,
+zoodat wij den volgenden morgen vertrekken met eenige fuseliers van
+de fortbezetting. Herhaaldelijk moet getrokken worden. Bij één der
+laatste malen raakt een Inlandsch fuselier te water en verdrinkt;
+oogenblikkelijk werd de sleeptros gekapt, doch ik kwam te laat;
+eenige meters voor den boeg kwam de drenkeling voor de laatste maal
+even boven, om voor goed in een kolk te verdwijnen.
+
+Tegen half elf 's morgens ligt de motorboot voor Bataviabivak,
+met circa 400 K.M. goed bevaarbare rivier voor zich; behoudens een
+reparatie aan de voering der circulatiepomp hadden motor en boot
+geen averij.
+
+
+
+Voor de muskietenplaag in Bataviabivak vluchten wij naar beneden
+en ontmoeten bij Etappepost IV het prauwentransport. Nu moest
+de stoomsloep, die bij de Edivallen ligt, naar boven gebracht
+worden. Ik zoek 20 van de beste Papoea's uit, die hierbij zullen
+helpen en vertrek in mijn prauw, alleen bemand met Papoea's, naar
+beneden. Hoe vertrouwd deze echte zeelui in de hoogste branding zijn,
+de verraderlijke rivierversnellingen kennen zij niet en doordat het
+zulke waterrotten zijn, minachten zij het gevaar te veel. Mijn prauw
+sloeg dan ook even boven de Edivallen half vol water en het scheelde
+werkelijk niet veel of wij hadden ons testament kunnen maken. Enfin,
+tegen donker, zat ik rustig op een tuinbank bovenop een hooge rots aan
+den kant van den Edival naar het werkelijk machtige natuur-tafereel
+te kijken en onwillekeurig komt dan de gedachte op: wat zal de dag
+van morgen weer brengen? [19]
+
+Den 9en April wordt de stoomsloepketel nagezien; er blijken 4
+vlampijpen lek te zijn; de dag gaat voorbij met deze te stoppen en
+de machine gereed te maken, want dit goede oude stoomsloepje (reeds
+4 jaren bij het Exploratiedetachement) loopt lang geen 8 mijl en zal
+een zwaren dobber hebben.
+
+Den 10en April vertrekken wij reeds vroeg, met de stoomsloep en 3
+prauwen. De colonne is sterk: 5 man "bemanning stoomsloep", 3 Dajaks,
+19 Papoea's.
+
+Zonder veel moeite worden de verschillende versnellingen genomen,
+doch ongeveer om 10 uur blijken weer vlampijpen lek te zijn; het vuur
+wordt getrokken, de pijpen gerepareerd en ten half twee 's namiddags
+wordt weder stoom gestookt. Van 4 uur tot donker leggen wij nog een
+goed eind af.
+
+'s Nachts om half twee begint de machinist Kasmo, die 's avonds tot
+half elf was bezig geweest, ketel en machine na te zien en ten half
+zeven gaan wij onder stoom. De ketel houdt zich nu best, maar nu legt
+de voedingpomp [20] het af, zoodat wij elk half uur moeten stoppen
+om met de hand bij te pompen.
+
+12 April ten 2.30 uur komen wij met ons kleine troepje voor Etappepost
+IV aan, de post even beneden de Batavia-versnellingen. Mijn Papoea's
+komen wat later, dus er is geen gelegenheid meer, vanmiddag nog door te
+gaan. Dit was anders wel wenschelijk geweest met het oog op het dalende
+water. Sinds 8 April is het water hier ruim 1 1/2 M. gedaald. De
+stroom is echter minder, zoodat het morgen bij voldoende water niet
+lastig zal zijn.
+
+Den 13en April ten 6.30 uur vertrokken wij van post IV; ten 7 uur, bij
+den eersten hoek, slaat de stoomsloep los van de vanglijn, zwaait om en
+vóórdat de vanglijn is binnengehaald, zit deze reeds in de schroef en
+vliegt de sloep weerloos met 10 mijls vaart de zwaarste versnelling
+in. Schoenen en jas uittrekken is het werk van een oogenblik. In
+10 seconden draait de sloep drie malen rond; is daarna gelukkig de
+zwaarste versnelling gepasseerd en tolt achtereenvolgens nog meerdere
+kolken door. De Papoea's, die allen reeds met de prauwen aan den wal
+waren, zaten verbijsterd van schrik het geval aan te kijken, zonder
+zelfs maar iets te probeeren.
+
+Niet alzoo Tamantojan, de beste aller Dajaks; hij was de eenige Dajak,
+die aan den wal was, want hij had de vanglijn uitgebracht; de andere
+twee Dajaks zaten bij mij op de sloep, dus konden evenmin als ik wat
+uitvoeren. In een prauw met Papoea's springende, steekt Tamantojan,
+gillende en joelende de Papoea's aanvurende, van wal en stuurt dwars
+door de kolken op ons aan. De kroeskoppen roeien als duivels; door
+dit voorbeeld steken de twee andere prauwen ook af en toen de sloep
+in kalmer water was gekomen, waar getracht kon worden den tros uit de
+schroef te snijden, waren de drie prauwen bij de hand om zoo noodig
+te helpen. Eindelijk hebben mijn Inlandsche bootsman Doelah en een
+matroos den tros losgesneden; de machine draait nog, er wordt weer den
+wal ingestuurd en de poging wordt herhaald, ditmaal met meer succes.
+
+Zooals met de motorboot was geschied,--oversteken naar den anderen
+oever tusschen twee versnellingen door,--daar is nu geen denken aan,
+zoodat de rechteroever wordt gehouden. Voortdurend wordt getrokken
+langs stukken van circa 200 meter. De serang [21] Doelah wordt telkens
+bij de Papoea's aan den wal gezet, omdat het noodzakelijk is, iemand
+bij de trekkers te hebben, die fluitsignalen begrijpt. Zelf houd ik
+het roer en zonder verdere ongelukken bereiken wij het Batavia-bivak,
+alwaar ik een foto maak van het handige, onversaagde troepje. Ook
+mijn Papoea's worden vereeuwigd.
+
+De muskieten doen ons weder vluchten naar Post IV, waar overnacht
+wordt.
+
+
+
+Den 14en April terugkomst in Pionier-bivak, alwaar ik van den
+kapitein vernam, dat ik over eenige dagen, als de "Zwaan" weder zou
+zijn gekomen, met deze terug zou gaan naar Manokwari, om aldaar of
+elders Papoea's in te huren.
+
+De tegenwoordige Papoea's, die er sedert December of Januari al waren,
+hadden in het geheel niet voldaan. Ik kan ook niet zeggen dat het een
+gunstige collectie was; maar het absolute fiasco met deze lieden was
+naar mijn bescheiden meening in hoofdzaak een gevolg van gebrek aan
+bekendheid met hen; het was het exploratiedetachement uit Merauke
+(Zuid Nieuw-Guinee) dat het eerst in November 1913 den Mamberamo
+was opgegaan en hoe wil men met lieden, die men niet kan verstaan,
+iets bereiken, als men daarenboven hunne gewoonten niet kent en hen
+niet begrijpt! Stroeve en ik, die toen reeds anderhalf jaar op de
+Noordkust werkten, hadden nooit eenigen last met deze kerels. Zooals
+men tevoren ook heeft gezien, bracht ik met deze dienstweigeraars de
+motorboot en stoomsloep boven de vallen.
+
+Hoe het zij, den 16en April kwam de "Zwaan" voor Pionier-bivak en nadat
+het schip gelost was, vertrokken wij den 18en April naar Manokwari.
+
+Te Manokwari was mijn eerste gang naar het huis van Dirk, die tot
+mijn grooten spijt niet tehuis was. Wie Dirk is, zal ik U zoo dadelijk
+vertellen; aanstonds ging een goed bemande prauw er op uit, om hem te
+achterhalen; hij was n.l. kortelings naar Siari vertrokken en wilde
+het Arfakgebergte in.
+
+Den volgenden dag meldde Dirk zich reeds bij mij, zoodat het
+voorspoedig gegaan was.
+
+Dirk Broos--eigenlijk heette bij Burwos (bur wosi = van Wosi, een
+dorpje op de Noordelijke uitloopers van het Arfakgebergte)--was een
+Papoea, en wel de slimste, dien men zich kan voorstellen; zijn huis
+stond te Kwawi, doch daar hoorde hij oorspronkelijk niet; toch had Dirk
+wijd en zijd in den omtrek gezag, waarvan hij veel gebruik maakte. Dirk
+was een uitstekend jager; geen Papoea, die zich met hem als bevaren
+zeeman kon meten. Als woudlooper vond hij zijn gelijke niet.
+
+Dirk was Christen; op een vergadering van goeroe's (Inlandsche
+hulppredikers) kon hij een preek houden zoo mooi en vlot, dat de
+beste Ambonees hem dit niet verbeterde; doch Christen in den waren
+zin des woords was Dirk niet. Daarvoor hoefde men hem maar even in
+zijn schelmentronie te zien. Enfin, als men Papoea dragers of roeiers
+noodig had en men nam Dirk in den arm, dan kwam de zaak in orde;
+en het gezag, dat hij onder die lieden had, maakte hem in zulk een
+geval tot een onmisbaar iemand.
+
+Met Dirk was ik spoedig overeengekomen, op welke voorwaarden hij mee
+zou gaan; hij had n.l. licencie's voor vogelgeweren en stond er op,
+dat zijn jagers mede den Mamberamo opmochten, tot Pionier-bivak. Dit
+vond ik best en ik polste Dirk, waar hij zijn roeiers vandaan wilde
+hebben. Ik zelf wenschte Biaksche Papoea's of Sowekkers; Dirk liet
+zich er nog niet over uit en zei lakoniek: "wij zullen wel zien,
+als het zoover is."
+
+'s Middags bracht ik den zendeling Van Hasselt op het eiland Mansinam
+een bezoek, vanwien ik hoorde, dat in de kampongs op de Zuid-
+en Oostkust van Noemfoor, hetgeen echte Biaksche Kolonies zijn,
+voldoende Biakkers en Sowekkers zouden te vinden zijn.
+
+Ik verzocht den heer Van Hasselt den volgenden dag met mij mede te
+gaan, wat deze gaarne aannam, om tevens een inspectietocht op Noemfoor
+te maken.
+
+Den 20en April vertrokken wij met de "Zwaan" naar Noemfoor en kwamen
+'s avonds voor Kg. Rumboi, alwaar de heer Van Hasselt van boord ging
+en beloofde 's nachts de andere kampongs op Zuid- en Oostkust van onze
+komst te laten verwittigen. Toen wij dan ook den volgenden dag onder
+stoom gingen om de Oost, liep alles vlot van stapel en in de kampongs
+Pakriki, Wanoeserei en Mandori werden 60 stevige roeiers uitgezocht.
+
+Dirk had zich tot dusver nergens mede bemoeid, maar trad pas op toen
+alle roeiers present waren. Dadelijk kwam hij met een verzoek bij
+mij, dat allen wel voorschot wenschten te ontvangen. Nu, daar dit
+gewoonte was, had ik geen bezwaar en betaalde elk f 5.00 uit. In
+minder dan geen tijd had Dirk hen nu om zich heen verzameld, stalde
+alle mooie kleeren, sarongs, messen, tabak enz. enz. die, hij voor de
+vogeljacht bij zich had, uit en verkocht tegen flinke prijzen zijne
+spullen. Mijne roeiers natuurlijk in de wolken, doch in korten tijd
+had Dirk, die oude schavuit, de voorschotten.
+
+Onder stoom gaande naar Pionier-bivak bemerkte ik reeds, wat een
+bijzonder geschikt slag Papoea's ik getroffen had, vroolijk en
+opgeruimd, tevreden en gewillig, op het oog gezonde en stevige
+kerels. En dit alles onder de bekwame leiding van Dirk Broos, dit
+moest goed gaan. Nu, het heeft de verwachtingen dan ook niet beschaamd.
+
+
+
+In Pionier-bivak vond ik luitenant Schulze, die van zijn tocht
+bewesten de Marinevallen met zware malaria was teruggekomen, en dan ook
+spoedig geëvacueerd zou worden. Verder den luitenant ter zee Stroeve,
+die inmiddels van zijn te voren reeds genoemden tocht in het Van
+Reesgebergte was teruggekeerd en daarna te Pionier-bivak aangekomen.
+
+Eenige dagen te voren was de colonne van kapitein Schultz, die
+vanuit de Van Gelder-rivier om de Z.W. het land binnendrong, door
+Papoea's overvallen, waarbij een Dajak gedood en een fuselier gewond
+was. Kapitein Oppermann was met een colonne, waarbij den dokter,
+ter assistentie vertrokken.
+
+Stroeve was juist bezig een nieuwen tocht voor te bereiden:
+de Rouffaerrivier op, den stroom, die door den kapitein Franssen
+Herderschee indertijd als een belangrijke zijrivier van de Van der
+Willigenrivier was aangegeven, doch niet nader werd onderzocht. Stroeve
+hoopte namelijk, dat deze rivier haar oorsprong zou vinden in het
+Van Reesgebergte (Kamoeso Pedai) en zou dan trachten aansluiting te
+verkrijgen met zijn zoo juist gemaakten tocht in dit gebergte van
+uit het Noorden.
+
+Zoo vertrok dan ook na eenige dagen Stroeve met vier prauwen naar
+Batavia-bivak en ging van daar uit met de motorboot en 4 prauwen de Van
+der Willigenrivier op. Bij de monding der Rouffaerrivier aangekomen,
+valt het hem dadelijk op, dat deze aanmerkelijk grooter is dan de
+Van Daalenrivier. Eenige loodingsslagen dwars over beide rivieren
+bevestigen dit vermoeden. De Rouffaerrivier blijkt veel dieper en
+breeder dan de Van Daalenrivier, zoodat de waterafvoer aanmerkelijk
+grooter is.
+
+Ook voert de Rouffaerrivier het typische vuile Mamberamo-water af,
+terwijl de Van Daalen-rivier mooi helder water bevat.
+
+Na een dag opvaren blijkt de rivier uit Westelijke richting te
+komen. Dadelijk verandert Stroeve zijn plan: drie prauwen worden naar
+Pionier-bivak teruggezonden; met de motorboot en één prauw wil hij zoo
+ver mogelijk de rivier, die ontzaggelijk groot en breed is, verkennen,
+daar dit van belang zal zijn bij het ontwerpen van het plan voor den
+grooten tocht, die ongeveer half Mei zal moeten aanvangen. Nog eenige
+dagen vaart hij de rivier op; overal zijn de oevers bevolkt, voor
+Nieuw-Guinee zeker dicht te noemen en niet altijd is de ontmoeting
+met de bewoners der Rouffaerrivier vriendschappelijk. Zelfs is hij
+genoodzaakt eenige Papoea's, die met een groote overmacht het kleine
+troepje aanvielen, neer te leggen. Gebrek aan motorsmeerolie doet
+hem terugkeeren op een punt, waar hij oordeelt, dat de rivier nog
+belangrijk verder op te varen zal zijn.
+
+Begin Mei komt hij in Batavia-bivak aan, waar hij geen Dajaks
+of bevaren stuurlieden vindt om met een prauw door de vallen naar
+Pionier-bivak te komen. Voor hem geen bezwaar; hij vraagt van de hem
+vergezellende dwangarbeiders eenige liefhebbers om dit gevaarlijke
+tochtje mee te maken en, zelf aan het roer, weet hij, na echter
+tweemaal omgeslagen te zijn, behouden Pionier-bivak te bereiken.
+
+Opgetogen is hij over zijne ontdekking op de Rouffaerrivier, welke
+van zoo groot belang zou zijn voor ons doordringen in het diepste
+binnenland van Nieuw-Guinee.
+
+Alle officieren waren nu in Pionier-bivak teruggekomen om
+toebereidselen te maken voor den Grooten Tocht.
+
+In twee colonnes, elk 150 man sterk, zouden respectievelijk Idenburg-
+en Van der Willigenrivier worden opgevaren.
+
+Elke colonne zou 20 Dajakprauwen krijgen.
+
+De Idenburg-rivier-colonne zou onder bevel staan van den kapitein
+Oppermann, bijgestaan door den 1en luitenant Feuilleteau de Bruijn
+en den luitenant ter zee Langeler.
+
+De Rouffaer-rivier-colonne kwam onder bevel van den kapitein Schultz
+met de luitenants ter zee Stroeve en Doorman.
+
+De officier van gezondheid Dr. Thomsen zou in Pionier-bivak blijven
+als bivakcommandant.
+
+Daar door ziekte de gelederen enorm waren gedund, bleek spoedig, dat
+van het formeeren van twee volledige colonnes geen sprake kon zijn; ook
+het aantal prauwen was verre van toereikend. Er werd derhalve bepaald,
+dat de Idenburg-rivier-colonne het eerst zou vertrekken. Stroeve
+en ik hielden ons dezen tijd onledig met jagen, schermen, roeien en
+plannen maken voor onzen tocht.
+
+Den 15en Mei vertrokken Feuilleteau de Bruijn en Langeler met 20
+prauwen naar Batavia-bivak; Dirk Broos met 30 van de beste Papoea's en
+alle beschikbare dwangarbeiders-stuurlieden vergezelden hen. Zij waren
+niet fortuinlijk, want zij raakten in deze eerste dagen in de vallen
+6 prauwen kwijt (3 prauwen met lading en de lading van 3 andere.)
+
+Den 18en Mei 1914 vertrok het tweede en laatste échelon der
+Idenburgcolonne, 4 prauwen onder den kapitein Oppermann. De Dajaks
+waren achtergehouden, zij zouden zoo spoedig mogelijk het benoodigd
+aantal prauwen der Rouffaerrivier-colonne completeeren.
+
+
+
+
+VI.
+
+De verkenning van West-Centraal-Nieuw-Guinee door de
+Rouffaerrivier-colonne.
+
+
+Pionier-bivak 18 Mei-3 Juni. Na vertrek van het laatste échelon der
+Idenburg-rivier-colonne op den 18en Mei wordt met alle hens begonnen
+prauwen te repareeren en nieuwe te maken. Geheel bruikbare prauwen
+waren er niet meer; vier stuks konden echter hersteld worden,
+hetgeen door de Biaksche Papoea's geschiedde; het personeel der
+gouvernements-marine zorgde voor het breeuwen en pekken der boorden,
+zoodat alle Dajaks aan het prauwenmaken konden blijven en zes stuks
+nieuwe per week afleverden.
+
+Den 20en Mei komt de tijding, dat drie van de vier prauwen van
+bovengenoemd laatste échelon in en nabij de Edivallen zijn verongelukt
+en dat een aanvulling van vier prauwen moest worden gezonden. Juist
+waren er vier gereed, die aan de Idenburg-rivier-colonne worden
+afgestaan.
+
+Tevens werd ons meegedeeld, dat de 40 Dajaks, die allen met onze
+colonne mede zouden gaan, aangezien de Idenburg-rivier-colonne
+alle beschikbare kettingjongens-stuurlieden en prauwenmakers had
+meegenomen, niet bij één der colonnes mochten worden ingedeeld,
+alvorens 60 prauwen gereed waren.
+
+Twee mandoers-dwangarbeider (= kettingjongens) waren de eenige
+overgebleven stuurlieden, zoodat werd afgezien van het medenemen per
+eerste échelon van dwangarbeiders; zij zouden ons in de versnellingen
+maar last bezorgen. Wellicht zou het gouvernementsstoomschip eene
+aanvulling roeiers meebrengen.
+
+De stoomsloep en de motorboot, die in Batavia-bivak lagen, zouden
+voorloopig met de Idenburg-rivier-colonne medegaan.
+
+Voor de hand lag nu, dat alle aandacht werd geschonken aan het al of
+niet mogelijk zijn van het door de versnellingen naar Batavia-bivak
+brengen der groote motorboot, die zich nog in Pionier-bivak bevond.
+
+Indien dit gelukte, dan waren wij ook zonder roeiers verzekerd van een
+voldoenden vivresopvoer van af Batavia-bivak naar boven. Stroeve en
+ik besloten het maar te wagen; lukte het niet, dan waren wij nog even
+ver. Onze colonne-commandant, kapitein Schultz, keurde ons plan goed
+en 3 Juni 1914 vertrokken wij ten 8 uur 's morgens van Pionier-bivak
+met de motorboot en 15 prauwen.
+
+De sterkte der colonne was: 2 luitenants-ter-zee (Stroeve en ik),
+1 inl. leerling-verkenner, 1 inl. korporaal, 10 inl. fuseliers,
+4 bemanning motorboot, 33 Dajaks, 30 Biaksche Papoea's en 6
+dwangarbeiders, totaal 87 man.
+
+De Dajaks zouden alleen medegaan tot Batavia-bivak, dus om behulpzaam
+te zijn bij het door de vallen brengen der motorboot.
+
+Het is zeer laag water in den Mamberamo en daardoor staat er
+betrekkelijk weinig stroom, zoodat de "tulband" zonder eenige moeite
+wordt gepasseerd.
+
+Ten 12 uur 30 min. komen wij voor een versnelling, die zonder hulp
+niet te passeeren is; het prauwtransport wordt ingewacht en eerst ten
+3 uur zijn alle prauwen present. Dit eerste moeilijke punt wordt zonder
+fout genomen en ten 4 uur bivak gemaakt, even beneden de Marinevallen.
+
+Terwijl een ieder bezig is, verschijnt heel rustig uit het oerwoud aan
+den rivierkant, vlak bij onze bivakplaats, een Papoea, boog en pijlen
+in de eene, een buitengewoon groot kapmes in de andere hand. Zonder
+vrees te toonen, komt hij naderbij; 't is een reus, nog nooit had ik
+zoo'n ontzaggelijk grooten, goed geproportioneerden kerel gezien. De
+Dajaks werden er stil van en hurkten in een halven cirkel om ons heen;
+het kalme, bedaarde, zelfbewuste optreden van dezen wilde maakte
+duidelijk indruk op hen. Nadat wij hem eenige geschenken hebben
+gegeven, roept hij eenige stamgenooten, die zich tot nu toe in het
+bosch hadden schuil gehouden. Een van deze, een jongeling van een jaar
+of zestien, is door een pijlschot zwaar aan den rug gewond. De reus
+beduidt ons, dat dit door lieden, wat meer landwaarts in wonende,
+moet zijn geschied. Dit zijn dan waarschijnlijk dezelfde lieden,
+die de colonne Schultz in April overvielen en een Dajak vermoordden.
+
+
+
+4 Juni. 's Morgens tegen 8 uur komen wij bij de Marinevallen aan, die,
+nadat beide oevers zijn onderzocht en de doorgangen opgelood, langs
+den rechteroever worden gepasseerd. De plaats, waar de stoomsloep en
+de kleine motorboot aan den linkeroever passeerden, ligt minstens
+10 meter droog boven den waterspiegel, terwijl zich aan dien oever
+werkelijke vallen vertoonen.
+
+Ten 1 uur 's namiddags komen wij langs den rechteroever der rivier
+even beneden de Edivallen aan; dadelijk wordt een aanvang gemaakt
+met de prauwen te ontladen, om alle bagage langs den wal bovenstrooms
+van de versnelling te dragen. Het ziet er hier leelijker uit dan bij
+de Marinevallen. De linkeroever, waarlangs de boot getrokken moet
+worden, kan alleen worden bereikt door dwars door de kolken heen over
+te steken, hetgeen met dit trage, slecht bestuurbare vaartuig zeer
+gewaagd is. Want even uit het roer loopend, zou de motorboot tegen
+de steenen te pletter slaan. Na met Stroeve alles lang en breed te
+hebben besproken, komen wij tot het besluit, dat wij in ieder geval
+naar den overkant moeten.--Wij steken van wal en komen behouden over,
+al scheelde het geen paar meters.
+
+De Dajaks brengen nu de trekkrachten,--fuseliers, Papoea's en
+dwangarbeiders,--naar den linkeroever; telkens steken de Dajaks over om
+een nieuw menschenvrachtje te halen en zonder ongelukken komt dan ook
+de geheele colonne aan. Met Dajaks en Papoea's bij één troep had men
+altijd nogal wat te stellen met den naijver tusschen beide volkjes;
+in dit terrein en voor dit werk waren de Dajaks in handigheid en
+bruikbaarheid verre de meerderen; in kalmer water roeiende, leggen zij
+het echter op korten en langen afstand tegen de Biakkers af. Stroeve
+en ik plaagden het Dajaksche hoofd Anji Poei wel eens en zeiden dan
+tegen hem: "Die Papoea's, die kunnen best roeien."
+
+Nu waren de Dajaks in hun element; met een prauw vol menschen staken
+zij voorzichtig over; wanneer zij echter leeg terug gingen, roeiden
+zij stroomop en gingen door de zwaarste kolken en versnellingen
+terug. 't Was een schitterend gezicht en wij stonden dan ook met
+steeds klimmende bewondering telkens de naar de overzijde afstekende
+prauwen gade te slaan. De brave Anji Poei, die vlak naast ons stond,
+zag ons enthousiasme en met een fijn glimlachje zei hij tegen ons:
+"Die Papoea's, die zijn toch wel handig."
+
+Hij had groot pleizier, toen wij hem zeiden, dat het van ons maar een
+grapje geweest was en antwoordde: "Van mij is het ook maar een grapje."
+
+De twee manillatrossen van 11 c.M. hadden reeds veel geleden van het
+schavielen langs scherpe rotshoeken, zoodat ik den indertijd door mij
+in Etappepost II achtergelaten tros van 12 cM. liet halen en met één
+van 11 cM. liet uitbrengen.
+
+Eindelijk is alles klaar, de motor wordt aangezet, wij steken af. Op
+het oogenblik, dat de boot in den fellen stroom giert, weigert de
+motor. Met een ruk komt de dunne tros het eerst stijf en breekt, de
+boot komt dwars op den stroom. Daar de trekkers aan den wal den zwaren
+tros niet kunnen houden, drijft de boot dwars weg, totdat deze tros,
+die gelukkig om een rotsblok belegen is, stijf komt en houdt. Elk ander
+vaartuig zou in deze positie zijn omgeslagen; deze zeer stabiele boot,
+die als een blaas op het water ligt, helde slechts een weinig.
+
+Daar Stroeve, die op den wal bij de trekkers stond, het gevaarlijke der
+positie dadelijk had gezien, hadden de menschen, die door het breken
+van den tros voor het meerendeel onzacht van de been waren geraakt,
+in een oogwenk den dikken tros weer in handen en uit alle macht werd
+getrokken. Maar de motor bleef weigeren, wij schoten geen duim op;
+de boot dobberde nu echter veilig met zijn neus in den stroom. Hoe
+de trekkers ook werden aangevuurd, de boot bleef aan het rotsblok
+hangen. Eindelijk, na circa 5 minuten was er eenige beweging te
+bespeuren; dat gaf nieuwe kracht en centimeter voor centimeter
+gingen wij vooruit. Het Dajaksch hoofd Anji, die zich bij mij op de
+boot bevond, stond dansende en gillende zijn menschen aan te vuren;
+langzamerhand gaat het vlugger en ten 4 uur zijn ook de Edivallen
+gepasseerd. Wij steken over naar den rechteroever en maken bivak in
+Etappepost II. De Dajaks brengen nu alle prauwen door de versnellingen
+heen en ten 7 uur is de geheele colonne met alle vaartuigen behouden
+in Post II. 's Avonds is de stemming in het bivak bijzonder opgewekt;
+tot laat in den nacht hoort men Dajaks en Papoea's zingen, begeleid
+door het sombere bruisen van de vallen.
+
+
+
+5 Juni. Rustdag in Post II; een prauw met drie zieke Dajaks terug
+naar Pionier-bivak met bericht aan den kapitein Schultz, onzen
+colonne-commandant, van het voorloopig slagen.
+
+
+
+6 Juni. Passeeren de kleine Edivallen; de verdere dag verloopt kalm;
+alleen de circulatiepomp van den motor weigert herhaaldelijk en
+telkens moet worden gestopt. Ten 12 uur, tijdens eetrust, komt een
+prauw van boven, waarin onze collega, luit. t. zee Langeler der
+Idenburg-rivier-colonne, die op weg is naar Pionier-bivak.
+
+
+
+7 Juni. De waterstand blijft laag en de rivier levert nergens
+ernstige moeilijkheden op. Ten 11.30 uur gaat Stroeve in een prauw
+met 7 van de beste Dajaks vooruit naar Bataviabivak om een nieuwen
+manillatros te halen en tevens van de gelegenheid gebruik te maken,
+de Batavia-versnellingen eens te bekijken. Tegen den middag namelijk
+begint de rivier er al bedenkelijk uit te zien; en wij zijn nu nog
+een heel eind beneden Etappepost IV.
+
+Kon ik in April bij hoogen waterstand met de kleine motorboot en
+de stoomsloep zonder veel moeite Post IV bereiken, nu is hier geen
+sprake van. Na het vertrek van Stroeve, wordt de boot nog door een
+zware versnelling heengebracht, waar wij rond vier uur over doen.
+
+De Dajaks verrichten schitterend werk en onder hen blinkt Tamantojan,
+dezelfde, dien ik reeds op den 13en April vermeldde, weer uit. Vroeg
+men aan de Dajaks: "Wie roeit van jelui het beste?" Zonder aarzelen
+zeiden allen: "Tamantojan". Vroeg men achtereenvolgens aan hen, wie
+van hen het beste zwom, vischte, dook, boomen klom, kon hardloopen,
+kon springen enz., telkens weer was het: "Tamantojan". 't Was dan ook
+een juweel; met het vroolijkste gezicht van de wereld haalde hij de
+onmogelijkste braniestukjes uit.
+
+
+
+8 Juni. Hoewel Stroeve 's morgens vroeg reeds werd terugverwacht, kwam
+de prauw ons pas ten 12 uur tegemoet en weldra vernam ik dat gisteren
+de prauw, hoewel bemand met de beste Dajaks, 's avonds ten 7 uur eerst
+Post IV had bereikt. Voor dag en dauw vertrokken, was hij ten 11 uur te
+Bataviabivak aangekomen en dadelijk teruggekeerd. Stroeve had eenige
+hoop, dat het kon gelukken, de boot door de Bataviaversnellingen te
+krijgen, maar dan zou het minstens een week duren. De Dajaks, die
+waren meegegaan, toonden zich minder optimistisch gestemd, maar daar
+in dezen tijd veel hooger water niet te verwachten was, besloten wij
+de motorboot er aan te wagen en het tot elken prijs te beproeven.
+
+Nadat dit ook aan Anji Poei was meegedeeld en deze was gerustgesteld
+omtrent het dragen der verantwoordelijkheid, wanneer de boot verloren
+ging, werd voortgegaan. Langzaam en heel onzeker schieten wij op.
+
+9 Juni. 's Nachts is het water ongeveer een meter gestegen, hetgeen
+hier wel niet veel, doch in ieder geval iets beteekent.
+
+Ten 6 uur 's morgens vertrekken wij; de prauwen worden achtergelaten;
+aan één stuk wordt, zonder te eten of te rusten, doorgewerkt tot
+5 uur 's middags, waarna langs den oever naar de prauwen wordt
+teruggekeerd. 't Is een zware dag geweest; de eene versnelling is
+nog niet gepasseerd, of men staat voor de volgende; den geheelen
+dag heeft de motor niet gedraaid, uit vrees de schroef op steenen
+stuk te slaan. Waar de versnellingen te zwaar bleken, werd de boot
+over of tusschen de steenen doorgetrokken. Hierbij waren bijzonder
+aardige tafereeltjes; de groote boot onder een flinke helling tegen
+een versnelling opgetrokken aan een dikken tros, terwijl alle Dajaks,
+tot het middel in het water, als mieren om een dooden kever, aan de
+boorden der boot trokken en duwden.
+
+Later hebben Stroeve en ik er veel spijt van gehad, geen foto's
+hiervan te hebben gemaakt, (wij hadden n.l. beiden een toestel),
+doch op den dag zelf hebben wij er geen oogenblik aan gedacht.
+
+
+
+10 Juni. Het laatste deel der Bataviaversnellingen wordt genomen en
+ten 1 uur komen wij onder een vroolijk hoerah in Bataviabivak aan.
+
+
+
+11 Juni. De Dajaks keeren in 4 prauwen naar Pionierbivak terug; Anji
+Poei had wel verzocht om den tocht, het binnenland in, met ons mee te
+mogen maken met zijn wakker troepje, doch dit mocht ik niet toestaan
+in verband met den prauwenaanmaak, hoezeer het mij speet. Met zulke
+kerels kun je alles probeeren en uitvoeren.
+
+Het was nu bewezen, dat ten allen tijde de mogelijkheid bestaat,
+krachtvaartuigen naar boven te brengen. De stoomsloep en de kleine
+motorboot werden bij hoog, de groote motorboot bij laag water naar
+Bataviabivak getransporteerd. Hoog water is echter te verkiezen,
+mits men een boot heeft, die voldoende vaart loopt; d.w.z. tien mijl
+of meer. De groote motorboot, die maar 5 3/4 mijl liep, kwam zelfs
+bij hoog water op eigen kracht niet voorbij gewone hoeken in de rivier.
+
+Dat men over voldoende handig personeel--in dit geval Dajaks--moet
+beschikken, spreekt van zelf.
+
+Wanneer men over een snelle motorboot of glijboot beschikt--vaart
+20 mijl of meer--ben ik er van overtuigd, dat men het traject
+Pionierbivak-Bataviabivak zonder hulp aflegt. Aan eenige bijzondere
+eischen, wat aangaat vorm, geringe kwetsbaarheid der schroef en goede
+bestuurbaarheid, zou moeten worden voldaan.
+
+In Bataviabivak aangekomen, werd dadelijk aangevangen, alles gereed
+te maken voor den Grooten Tocht. De motor wordt nagezien, prauwen
+gerepareerd, levensmiddelen en andere behoeften gepakt en in de
+prauwen geladen; alléén de motorboot laadde 3 1/2 ton bagage (3500
+K.G.), evenveel als 10 groote prauwen, welke 60 roeiers noodig hadden,
+terwijl de boot aan 4 man ruim voldoende had.
+
+
+
+12 Juni. Vertrek van Bataviabivak. Sterkte der colonne: 2
+luitenants-ter-zee, 1 leerling-verkenner, 1 europ. sergeant, 1
+inl. korporaal, 15 inl. fuseliers, 4 bemanning motorboot, 30 Papoea's
+(Biakkers) en 8 dwangarbeiders, totaal 62 man.
+
+_Doel_. Zoo ver mogelijk opvaren der Rouffaerrivier met de
+motorboot. Aldaar een bivak maken. [22] In één prauwcolonne de
+rivier verder verkennen. Bij den eersten grooten zijtak splitsen
+in twee colonnes. Onderweg zoo veel, zoo vlug en in verband met den
+beschikbaren tijd zoo nauwkeurig mogelijk vastleggen der bergtoppen,
+zoodat een overzicht wordt verkregen over het geheele in kaart
+te brengen terrein, waarna kan worden bepaald, welke landtochten
+noodzakelijk en het meest productief zullen zijn. Na afloop der
+verkenning met de plannen voor de tochten terugkeeren naar Motorbivak,
+waar de colonne-commandant, kapitein Schultz, circa half Juli met de
+rest der colonne zal aankomen van uit Pionierbivak.
+
+_Levensmiddelen_. Gewone magazijnsvoorraad, 5000 volle rations,
+dus toereikend voor ruim 80 dagen. Deze voeding werd aangevuld met,
+_nooit_ vervangen door opbrengst van jacht en vischvangst en door
+geruilde voedingsmiddelen der bevolking als sago, pisang, ketella.
+
+Tegen beri-beri werd per dag verstrekt 0.2 kg. kadjang idjoe en 0,03
+kg. javaansche suiker. Verder prophylactisch, 0.2 gram chinine per
+dag tegen de malaria.
+
+_Instrumenten_. Voor de plaatsbepaling en karteering was de uitrusting
+als volgt: 2 tijdmeters (marine), 3 observatiehorloges, 5 chronomètres
+torpilleurs, 1 theodoliet, 2 boussoles tranche montagne, 1 prismacirkel
+met stand, 3 sextanten, 2 kookthermometers en 1 hoogtebarometer.
+
+Verder voor den leerling-verkenner: zakkompassen, Smalkalder
+patentboussoles en een patentniveau.
+
+
+
+12 Juni. Onder fellen regen wordt 's morgens van Batavia bivak
+vertrokken; het eentonige laagland heeft een nog triestiger aanzien
+dan gewoonlijk; om drie uur 's middags wordt Kalong-eiland gepasseerd
+en de Van der Willigen-rivier opgegaan; ten 4 uur wordt bivak gemaakt,
+een slecht modderig bivak met myriaden muskieten. Dezen eersten dag
+beginnen wij met vijf koortslijders.
+
+
+
+13 Juni. Zonder bijzonderheden vervolgen wij den tocht tot 4 uur 's
+middags; tegen twaalf uur wordt het ontzaggelijk warm op het water,
+hetgeen afmattend op de roeiers werkt.
+
+
+
+14 Juni. De rivier bandjirt; het water is sterk gestegen, de stroom
+is fel en er wordt zeer veel drijfhout afgevoerd, waaronder complexen
+van eenige boomen. 't Opvaren dient omzichtig te geschieden.
+
+Ten 11 uur loopt één der prauwen uit het roer en slaat stuk tegen een
+boomstam. De inzittenden worden gered, doch de bagage, tenminste het
+gedeelte, dat niet drijft, gaat verloren, o.a. zeven stormlantarens. De
+prauw blijkt zoodanig beschadigd, dat van meenemen geen sprake meer is.
+
+Bij het redden van de roeiers onderscheidde zich wederom de mandoer der
+kettingjongens Si Joesan, een Atjeher, die reeds bij een der tochten
+op de Noordkust (Biri rivier) met groot levensgevaar een sergeant uit
+de branding haalde, voor welk feit hem de helft van zijn nog uit te
+dienen straf werd kwijtgescholden, in casu twaalf jaren.
+
+
+
+15 Juni. Op den voormiddag zien wij een prauw met 5 Papoea's, die voor
+ons wegvluchten; telkens verdwijnen zij met hun vaartuigje in het riet,
+dat zich aan de binnenbochten in groote velden uitstrekt (glagah =
+wild suikerriet). Later volgen zij ons en onder de eetrust, omstreeks
+12 uur, komen zij op onze herhaalde uitnoodiging en het toonen van
+geschenken naderbij. 't Blijkt een ongunstig volkje te zijn, diefachtig
+en wantrouwend. De versiering wijkt niet af van die bij Batavia bivak.
+
+
+
+16 Juni. Na een half uur te hebben gevaren, weigert de circulatiepomp
+van den motor; reeds alle vorige dagen hadden wij herhaaldelijk
+moeten stoppen. Na een grondig onderzoek bleek ons (Stroeve en mij,
+aangezien de twee Inlandsche motoristen het reeds eenige dagen hadden
+opgegeven), dat het wit-metaal der circulatiepomp geheel afgesleten
+was en daardoor de pomp geen ijdel meer verwekte. Goede raad was
+duur. Na veel moeite gelukte het uit rivierzand een vorm te maken
+en van de reservekrukasmetalen der machine nieuwe te gieten. Een
+klein tekort aan gietmetaal werd aangevuld met soldeertin, dat wij in
+groote hoeveelheden bij ons hadden. Bij het beproeven deed de pomp het
+prachtig en gaf bij den uitlaat zelfs vrij koel water. 's Middags om
+vier uur is de boot weder geheel gereed; wij blijven echter in dit
+bivak en gaan niet meer verder vandaag.
+
+De eerstvolgende maal in Bataviabivak teruggekeerd, hebben de
+motoristen alle reserve-witmetalen verzameld en vast vooruit nieuwe
+reservedeelen voor de pomp gegoten, zoodat wij later nooit meer last
+van warmloopen van den motor hadden.
+
+
+
+17 Juni. 's Morgens prachtig uitzicht op een hooggebergte in het
+Zuiden; vrij zeker dezelfde toppen, die zeer vluchtig door de colonne
+Franssen Herderschee werden bepaald. De meest markante toppen worden
+gepeild en een panoramaschets vervaardigd; tegen 8 uur verdwijnen deze
+toppen dan in den regel in de wolken, om 's avonds tegen zonsondergang
+weer te voorschijn te komen.
+
+Zien tijdens het varen twee prauwen met vier mannen er in, die echter
+niet naderbij durven komen; wederom wordt tijdens de eetrust aanraking
+met hen verkregen; zij blijken dol te zijn op kapmessen; als geschenk
+brachten zij een pas geschoten kroonduif mede.
+
+Ten 2 uur 's namiddags bereiken wij de samenvloeiing van de Rouffaer-
+en Van Daalenrivier en varen de eerste op. Duidelijk opvallend is
+hier het heldere water der Van Daalenrivier tegenover het zandige,
+bruine, echte Mamberamo-water der Rouffaerrivier.
+
+Deze laatste wordt nog een uurtje opgevaren en ten 3 uur maken
+wij bivak op een punt, geschikt om 's avonds een astronomische
+plaatsbepaling te nemen.
+
+Nauwelijks bezig met kappen, verschijnen twee groote prauwen met 5
+en 8 mannen er in, die ons dadelijk in het bivak komen opzoeken. Zij
+dragen snor en baard en in het geheel geen versierselen in het haar. Op
+het voorhoofd zes varkenstanden: 2 stel van drie boven elkaar, met
+de ronding naar boven; door een koordje van plantenvezel worden de
+tanden onderling op afstand en op het voorhoofd vastgehouden, links
+en rechts op het voorhoofd één stel.
+
+Allen hebben eenige banden om de lendenen van varenvezel; de meesten
+dragen geen schaambedekking; enkelen hebben de op de benedenrivier
+ook gebruikelijke schouder- en borstbanden van witte en bruine
+vruchtenpitjes. Door de neusvleugels van onder naar boven gestoken een
+beenen sprongetje in de vorm van een V, dat schuin naar voren en boven
+wijst en waarvan de punten ongeveer ter hoogte van de oogen komen.
+
+Zij zijn bewapend met pijl en boog en hebben een geknoopt net als
+draagtasch op den rug hangen.
+
+Een van deze mannen, met een bijzonder ongunstig uiterlijk, wordt
+door Stroeve herkend als de aanstoker van relletjes bij zijne eerste
+verkenning. Wij laten hem duidelijk merken, dat wij hem herkend hebben
+en toen hij daarna demonstratief met gespannen boog den krijgsdans
+gaat uitvoeren, wordt aan de anderen, die voor dit ophitsen niet
+geheel ongevoelig zijn gebleven, de uitwerking van een karabijnschot
+getoond. Dit, gepaard gaande met het zien van onze kleederen en
+het ons in het geheel niet bevreesd toonen voor hun pijlen, houdt
+hen ervan terug, om op den krijgsdans van onzen vriend in te gaan,
+die dan ook stilletjes afdruipt.
+
+'s Nachts na zonsondergang behoeft men nooit bang te zijn voor een
+overval, want in het donker durven de Papoea's, bevreesd als zij zijn
+voor geesten, niet door het bosch. Zijn zij om den een of anderen
+reden genoodzaakt 's nachts door het bosch te gaan, dan nemen zij
+flambouwen mede en maken zooveel mogelijk lawaai om de kwade geesten
+te verdrijven. Dan hoort men hen vanzelf aankomen.
+
+Dezen avond en nacht blijft de hemel bewolkt, zoodat wij geen sterren
+kunnen observeeren.
+
+
+
+18 Juni. Passeeren 's morgens een menigte Papoea's, die zich allen
+aan den oever bevinden; zij voeren op het zien van onze colonne
+gezamenlijk hunne krijgsdans uit; het krijgsgeschreeuw en alarmgeroep
+is den geheelen dag niet van de lucht. Telkens wordt hun doordringend
+oehoe-oehoe uit de verte beantwoord en herhaald. Goed opletten is nu
+geraden, daar wij met het oog op geringen stroom stijf den oever aan
+de binnenbocht moeten houden.
+
+Het alarmgeroep wordt door onze krijgslustige, dappere Biakkers
+telkens met gejoel beantwoord.
+
+De rivier houdt hetzelfde aanzien en blijft nog goed bevaarbaar.
+
+'s Avonds astronomische plaatsbepaling.
+
+
+
+19 Juni. Dezen dag passeeren wij de nederzettingen der Papoea's,
+die in begin Mei de colonne Stroeve bepijlden en waarvan er één werd
+neergelegd. Het oerwoud langs de rivieroever is vol van onheilspellende
+geluiden en de houding van de zich vertoonende mannen zegt ons, dat
+zij niet veel goeds in den zin hebben. Tegen den avond wordt bivak
+gemaakt, dicht bij een groote nederzetting, waarvoor ongeveer 15
+groote prauwen liggen.
+
+Het bergland komt om de Zuid tegen zonsondergang prachtig helder te
+voorschijn, zoodat wij belangrijke peilingen kunnen nemen.
+
+
+
+20 Juni Hoe hooger wij de rivier opkomen, hoe dichter bevolkt zij is;
+bij elken omgevaren hoek of bocht zien wij weer nieuwe huizen, dorpen
+en tuinen; menschen laten zich den geheelen dag niet kijken, doch
+de smeulende vuurtjes in de huizen doen ons zien, dat hunne bewoners
+eerst kortelings verdwenen zijn. Waarschijnlijk, of liever vrij zeker,
+wordt ons kort bezoek aan een kampong door vele oogen bespied.
+
+De gezondheidtoestand der roeiers blijft uitstekend: sporadisch
+komt een koortsgeval voor. De laatste vier dagen hadden wij eiken
+nacht harde regenbuien en wie een flinke tropenbui heeft meegemaakt,
+begrijpt dat wij dan handenvol werk hadden, om de volgeladen prauwen
+lens [23] te houden.
+
+21 Juni. Aan den oever wederom vele kampongs; huizen, kleeding en
+versierselen worden primitiever. De mannen loopen geheel naakt:
+zij hebben eenige koorden om het middel van varenvezel of rotan. De
+vrouwen dragen een kleine schaambedekking; beide seksen dragen kort
+hoofdhaar; de mannen zonder uitzondering baarden. Hoofdversierselen
+zijn voor vrouwen zoowel als voor de mannen dezelfde; het reeds vroeger
+genoemde V-vormige beenen sprongetje door de neusvleugels en een tot
+driehoek gebogen zwarte casuarispen door de oorlel.
+
+Voor het eerst wordt sinds eenige dagen wederom aanraking met de
+bevolking verkregen; het zijn vriendelijke, vroolijke lieden, van wie
+wij een groote hoeveelheid sago en brood vruchten ruilen. Sagopalmen
+en broodboomen komen langs den oever in groote complexen voor. Het
+geruilde voedsel vormt een aangename toevoeging aan het eentonige menu
+van rijst met gedroogde visch of deng-deng (gedroogd vleesch.) Ook de
+jacht levert vrij veel op; de zandbanken zitten vol met eenden, terwijl
+in het bosch kroonduiven en gewone duiven in menigte voorkomen. De
+rivier zelf levert prachtige visch.
+
+'s Middags vanuit het bivak wederom bergpeilingen om de Zuid;
+'s avonds een stersobservatie, teneinde de juiste plaats te bepalen.
+
+
+
+22 Juni. Zonder verdere bijzonderheden wordt de Opvaart voortgezet.
+
+
+
+23 Juni. De rivier wordt soms vrij smal met feilen stroom, dan weer
+breed, ondiep, met vele zandbanken en eilandvorming. Ten 2 uur 30
+min. wordt bivak gemaakt nabij een nederzetting; terwijl de colonne
+het bivak bouwt, gelukt het Stroeve en mij aanraking met de bewoners
+te verkrijgen, die door het geven van geschenken op hun gemak worden
+gesteld.
+
+Totaal hebben wij vanaf Bataviabivak nu langs de rivier 250
+K.M. afgelegd.
+
+
+
+24 Juni. De zandbanken en ondiepten maken het lastig, de rivier op
+te varen, zoodat wij besluiten op een geschikt punt het hoofdbivak in
+te richten. Een eerste vereischte is, dat het bivak ten allen tijde,
+ook met lage waterstanden, met de motorboot bereikbaar zal zijn,
+zoodat deze alleen zonder prauwen de communicatie met Bataviabivak kan
+onderhouden en vivres met alle andere noodige behoeften opvoeren. Ten
+11 uur 30 min. vinden wij reeds een geschikte plek op den Noordelijken
+oever en dadelijk, wordt een begin gemaakt met openkappen van het
+bosch. Tot vijf uur wordt flink doorgewerkt en vele groote boomen
+zijn reeds gevallen en opgeruimd door ze in de rivier te doen vallen
+of rollen, waarna de stroom ze meevoert. Een tijdelijk nachtverblijf
+wordt opgeslagen.
+
+'s Avonds krijgen wij uitzicht op het machtige Centraal-Gebergte,
+dat over een sector van bijna 180° te zien is. Meer dan 150 hooge
+en markante toppen kunnen worden gepeild. 's Nachts wordt met groote
+nauwkeurigheid de plaats op lengte en breedte bepaald. Onze tijdmeters
+en horloges hebben vanaf Bataviabivak zeer mooi geloopen en geven
+zeer betrouwbare standen.
+
+'s Middags waren Papoea's, die, op het geluid van het boomen vellen,
+zich op een zandbank even boven het bivak verzameld hadden, na lang
+beraad op de vlucht gegaan. Dat was niets, die zouden wel terugkomen.
+
+Dit Hoofdbivak wordt door ons Motorbivak gedoopt; de rivier is hier
+ongeveer 1200 Meter breed; er bevinden zich zandbanken in, doch met
+hoog water zijn deze geheel onder.
+
+25 t/m 30 Juni. Er wordt voortgegaan het terrein geheel schoon te
+maken; verder in het oerwoud worden stammetjes gekapt voor het
+bouwen der barakken; een ploeg verzamelt en splijt rotan om als
+bindmateriaal te dienen. Palmbladeren worden tot atap-dakbedekking
+gevlochten enz., enz.
+
+Den 26en Juni wordt de motorboot teruggestuurd naar Bataviabivak onder
+dekking van 1 eur. sergeant + 4 karabijnen [24], met opdracht, daar
+te wachten tot de rest der Rouffaerriviercolonne onder den kapitein
+Schultz zou zijn aangekomen.
+
+Het laat zich reeds aanzien, dat dit Motorbivak een goed bivak zal
+worden. Het terrein is mooi droog; de rivier stroomt er vrij kalm
+langs, zoodat er goede gelegenheid is om te baden. Verder is het
+geheel blootgesteld aan bestraling der zon, wat voor een pas opengekapt
+terrein een eerste vereischte is; geen enkele boom was blijven staan.
+
+Wij treffen het prachtig met het weer; elken morgen en avond hebben wij
+zicht van het Centraal-Gebergte en wij schieten met het peilingswerk
+goed op.
+
+Reeds den tweeden dag krijgen wij bezoek van Papoea's, die met 50 en
+60 tegelijk gewapend aan komen zetten; het kost heel wat moeite om
+onze eigen menschen goed aan het werk te houden, want deze kerels,
+die vlak bij Motorbivak hunne kampongs hebben, brengen veel sago,
+pisang en andere lekkernijen mede.
+
+Den 30en Juni is de bivakbouw reeds zoover gevorderd, dat wij ons klaar
+gaan maken om met de prauwen door te gaan. Het peilingswerk is hier
+geheel gereed en de bivakdekking, die achtergelaten zal worden, kon
+kalm het bivak verder voltooien, om de colonne Schultz te ontvangen.
+
+1 Juli. 's Morgens wordt eerst nog een observatie genomen ter
+verifieering der tijdmeters, ten 9 uur 30 min. wordt vertrokken met
+7 prauwen.
+
+Sterkte: 2 luitenants-ter-zee (Stroeve en ik), 1 inl. verkenner, 7
+inl. fuseliers, 30 Biaksche Papoea's, 7 dwangarbeiders, totaal 47 man.
+
+
+
+Als bivakdekking worden achtergelaten een inlandsch korporaal en vier
+fuseliers, met opdracht het bivak verder af te bouwen.
+
+Wij passeeren vele nederzettingen, waarvan wij vele mannen herkennen,
+als zijnde reeds op bezoek in Motorbivak geweest. Overal bij de
+huizen pisang-tuinen. Aan den oever veel pinang- en niboeng-palmen
+en een menigte broodboomen; langs de rivier zien wij bijna geen
+sago meer. Voor het eerst wordt hier op de zandbanken fijn grint
+aangetroffen; de rivier is hier ongeveer 500 meter breed.
+
+Van uit het bivak, dat ten 2 uur 30 min. gemaakt wordt, wordt in
+noord-noord-westelijke richting bergland gepeild op naar schatting
+40 KM. afstand; dit moeten toppen van het Van Reesgebergte zijn,
+die de meervlakte aan de noordzijde begrenzen.
+
+
+
+2 Juli. De rivier vormt vele eilanden, zoodat het kiezen van den goeden
+arm dikwijls moeilijkheden oplevert, want wij mogen geen belangrijke
+zijrivier voorbijvaren.
+
+Tegen den middag komen wij aan den mond van een flinke, 200 à 300
+m. breede linker zijrivier, die grintbanken bevat en zeer helder water
+afvoert. Wij besluiten deze linker-zijrivier A eerst samen op te gaan,
+om te zien of het de moeite waard is de colonne te splitsen.
+
+Deze rivier is zeer dicht bevolkt; overal huizen en tuinen; spoedig
+krijgen wij vriendschappelijke aanraking met de bewoners en ruilen
+sago, trossen pisang en ketella voor kleine stukjes blik of een
+enkele kraal. Heele drommen gewapende mannen snellen in den looppas
+vooruit, over de banken, onder het geroep van oewà-oewà-oewà-wà-wà,
+om dan plotseling als op commando keert te maken en als één massa
+weder op ons los te stormen, 't Leek vrijwel op een soort krijgsdans,
+dus hielden wij een oogje in het zeil en waren op eventueel omkeeren
+van hunne stemming voorbereid.
+
+'s Middags wordt bivak gemaakt op een 20 meter breede, droge strook
+aan den oever; daarachter begint een diep sagomoeras.
+
+'s Nachts zware regen, de rivier bandjirt sterk en wij hebben handenvol
+werk om geen prauwen te verliezen.
+
+
+
+3 Juli. Gisteren hebben wij reeds gezien, dat de zijrivier A voldoende
+groot is om de colonne in tweeën te splitsen. Wij willen echter eerst
+nog bij de samenvloeiing een nauwkeurige plaatsbepaling nemen en de
+voornaamste toppen, die wij van uit Motorbivak peilden, hier ook nemen,
+zoodat wij dan reeds een vrij aardig overzicht krijgen van den loop
+van het bergland en van de richting der ketens.
+
+Ten 8 uur zijn wij reeds ter plaatse en bouwen tegelijk met het
+bivak op eiken oever in een hoogen boom een stellage, van waaruit
+wij een goed uitzicht om de zuid hebben. De inl. verkenner wordt met
+een prauw, 2 fuseliers en 8 Papoea's uitgestuurd om nog een grooten
+zijtak te verkennen; dit blijkt echter geen zijrivier, maar een arm
+van de hoofdrivier te zijn. 's Avonds astronomische plaatsbepaling.
+
+
+
+4 t/m. 6 Juli. De observatiestellingen komen gereed, doch 's morgens
+en 's avonds hebben wij zwaren regen, zoodat wij niets opschieten:
+den 5en Juli wederom geen uitzicht.
+
+Den 6en begint hetzelfde, doch tegen den middag klaart het op,
+'t zonnetje breekt door; dit geeft hoop voor den avond tegen
+zonsondergang.
+
+Ten twee uur 's middags worden Stroeve en ik gewaarschuwd, dat een
+groot aantal gewapende Papoea's zich verzamelen op een zandbank even
+boven het bivak. Er bleken reeds ongeveer 100 man te zijn; telkens
+kwamen nog meer prauwen vol krijgers aan. Voortdurend wordt door hen
+gezamenlijk de krijgsdans uitgevoerd. Ons bivak wordt gealarmeerd;
+ongewapende roeiers in het midden geplaatst met alle zeven soldaten
+er bij, terwijl Stroeve en ik den aanval meer naar voren zouden
+afwachten. Toen dan ook na circa een kwartier de 150 man sterke
+troep den aanval begon, vond zij ons gereed en werd zij gemakkelijk
+afgeslagen.
+
+Tegen zonsondergang prachtig uitzicht op het gebergte, zoodat wij
+met het peilingswerk gereed komen. Morgen zullen wij ons splitsen in
+2 colonnes, Stroeve zal de zijrivier A opgaan, ik de hoofdrivier.
+
+
+
+7 Juli 1914. Het eerste vertrekt 's morgens Stroeve met 3 prauwen uit
+het "Splitsingsbivak." Sterkte: 1 luitenant-ter-zee, 3 inl. fuseliers,
+12 Papoea's, 4 dwangarbeiders, totaal 20 man.
+
+
+
+Daarna vertrekt mijne colonne in 4 prauwen. Sterkte: 1
+luitenant-ter-zee, 1 inl. verkenner, 4 inl. fuseliers, 18 Papoea's,
+3 dwangarbeiders, totaal 27 man.
+
+Ten 8 uur 30 min. steekt de laatste prauw af; de hoofdrivier buigt om
+de zuid en blijft den geheelen dag in zuidelijke richting loopen. Langs
+den geheelen oever nederzettingen en tuinen; op enkele plaatsen wordt
+aanraking met de bevolking verkregen en broodvruchten, suikerriet en
+sago geruild. Ten 12 uur 30 min. breekt de rivier door een heuvelketen
+heen en zijn wij op den rand der groote meervlakte. In de rivier
+bevinden zich reeds groote grintbanken. Ten 2 uur wordt bivak gemaakt.
+
+
+
+8 Juli. 's Morgens vertrokken, hebben wij reeds spoedig te kampen met
+stroomversnellingen. De rivier-, oevers zijn heuvelachtig; de stroom
+zelf is minstens 1000 meter breed, wordt echter door grintbanken en
+eilanden dikwijls in vier of meer takken verdeeld. Op de steenbanken
+bevinden zich al brokken van 1/2 Meter. Het is opvallend, hoe snel
+het karakter van de rivier veranderd is. In de versnellingen vinden
+wij geen nederzettingen aan de oevers meer. Het water is nog altijd
+bruin en zanderig, het typische Mamberamowater. De begroeiing van
+den oever verandert eenigszins, glagah (riet) komt niet meer voor;
+behalve broodboomen, pandanus en pinang, treffen wij in het oerwoud
+op de heuvelhelling ook een soort naaldboomen en groote boom varens
+aan. Bij het bivak, dat wij op den achtermiddag maken, vind ik,
+op de jacht zijnde, een goed beloopen Papoeapad op den rechteroever.
+
+
+
+9 Juli. 6 uur 30 min. vertrek; aan één stuk door versnellingen; 8 uur
+hebben wij een prachtig uitzicht op het Hooggebergte en blijkt, hoe
+dicht wij dit reeds naderen. Een grintbank wordt als observatiepunt
+gekozen en theodolietmetingen verricht. Tevens worden panoramaschetsen
+gemaakt.
+
+Recht in het zuiden is een zwaar, diep ravijn, dat als het ware den
+ongeveer 3000 M. hoogen O-W. loopenden bergketen loodrecht snijdt. Dit
+moet vrij zeker de bedding der Rouffaerrivier zijn, zoodat deze dan
+zijn oorsprong op de Carstenstoppen zal hebben, in aanmerking genomen
+den grooten waterafvoer op dit punt.
+
+Ten 1 uur wordt een linkerzijrivier B gepasseerd, die helder water
+afvoert en reeds bij de uitmonding grintbanken en versnellingen
+vertoont. Deze rivier zal voor later bewaard worden.
+
+De Papoearoeiers doen hun best, maar zijn in dit versnellingterrein
+niet in hun element. Zeer langzaam gaan zij vooruit.
+
+
+
+10 Juli. De rivier blijft breed met groote grintbanken, tot zij zich
+'s middags tegen 2 uur plotseling versmalt van 800 M. tot 100 à 150 M.
+
+Dit is het punt, waar de rivier uit het gebergte treedt; de stroom
+wordt feller en de oevers steil, vaak loodrechte bergwanden, en het
+laat zich aanzien, dat aan den prauwentocht spoedig een einde zal
+komen, 's Avonds en 's nachts een astronomische plaatsbepaling.
+
+
+
+11 Juli. De ware plaats wordt uitgerekend en de bergpeilingen der
+laatste dagen op de kaart bijgewerkt. Voor de roeiers is het vandaag
+rustdag.
+
+
+
+12 Juli. Wij vorderen nog enkele K.M. om de zuid; de versnellingen
+worden echter voor de Papoea's te zwaar, zoodat ik besluit op een
+geschikt punt het Prauwbivak in te richten. Op een plek, waar langs de
+steile helling een helder stroompje naar beneden stort, wordt het woud
+opengekapt en een voorloopig bivak betrokken. Dit heldere water kwam
+goed te pas, want het water der hoofdrivier is modderiger dan ooit en
+heeft bijna een chocoladekleur. De rivier is hier ongeveer 60 M. breed.
+
+
+
+13 Juli. Bivak verder openkappen en in orde brengen.
+
+
+
+14 Juli. Ten 6 uur 30 min. vertrekken in 3 prauwen, terug naar
+Motorbivak--hetgeen in één dag te halen zal zijn--: 3 inlandsche
+fuseliers en 13 Papoea's, totaal 16 man, met bericht aan den Colonne
+Cdt. van het verloop van de verkenning.
+
+Als bivakbewaking blijven over: 1 luitenant ter zee, 1 inl. verkenner,
+1 inl. fuselier, 5 Papoea's en 3 dwangarbeider, totaal 11 man.
+
+'s Morgens wordt door mij de omtrek verkend, om een geschikt
+observatiepunt te vinden. Op de helling van een 1300 M. hoogen top,
+die zich vrij dicht bij den oever bevindt, wordt een boom gevonden,
+waarin een stelling kan worden gemaakt. Er kan dan om de Zuid en West
+uitzicht worden verkregen.
+
+De Papoea's en dwangarbeiders maken het bivak verder gereed.
+
+
+
+15 Juli. De Papoea's bouwen de boomstelling. Verdere bivak
+werkzaamheden. Het wemelt hier letterlijk van paradijsvogels; den
+geheelen dag hoort en ziet men hen; soms vliegen zij met vijf of zes
+tegelijk door het bivak.
+
+
+
+16 t/m. 18 Juli. De boomstelling is gereed, doch er is voortdurend
+slecht zicht en de toppen komen niet uit de wolken.
+
+
+
+19 Juli. Prachtig uitzicht. Het peilingswerk komt 's morgens geheel
+gereed; op ± 20 KM. om de Z.Z.W. ligt een naar ruwe meting klein 3000
+m. hooge top op den linkeroever der rivier. De bergkammen, waarlangs
+deze top het vlugst te bereiken zal zijn, kan ik prachtig zien en
+het blijkt mij dat de beste plaats voor het begin der klimpartij is
+hooger de rivier op, voorbij de eerstvolgende linker zij-rivier. Het
+is echter de vraag of dit punt met prauwen bereikt kan worden.
+
+
+
+20 Juli. Juist gereed zijnde om met een leege prauw en de 5 Biakkers
+de rivier hooger-op te gaan verkennen, komt van benedenstrooms een
+prauw in zicht en weldra is het 7 prauwen sterke transport onder een
+eur. sergeant en met ongeveer 45 man in het Prauwbivak.
+
+Er was een schrijven van den kapitein Schultz, waarin deze mij schreef,
+met dit transport voldoende menschen en vivres te hebben gezonden, om
+zoo noodig den tocht dadelijk voort te zetten; doch indien mogelijk,
+eerst zelf nog in Motorbivak terug te komen om met hem en Stroeve
+over de te maken tochten besprekingen te houden. Nu, haast was er
+heelemaal niet; alles was volledig verkend en op een paar dagen kwam
+het niet aan.
+
+
+
+21 Juli. 6 uur 30 min. wordt met 7 prauwen naar beneden vertrokken
+met bijna alle menschen, alleen de eur. serg. bleef met eenige
+soldaten als dekking achter. Zooveel menschen werden medegenomen,
+teneinde de levensmiddelen in Prauwbivak niet noodeloos snel te
+laten verbruiken. Sterkte: 1 luit.-ter-zee, 1 inl. verkenner, 4
+inl. fuseliers, 18 Papoea's en 26 dwangarbeiders, totaal 50 man.
+
+Ongeveer 8 uur hoor ik achteruit een geschreeuw. Dadelijk wordt
+aangelegd, over de grintbank teruggeloopen: een prauw omgeslagen
+tegen een rots. Bij het appèlhouden bleek, dat een dwangarbeider
+vermist werd, hij was in de versnelling verdwenen en niet meer boven
+gekomen. De prauw is zwaar beschadigd en wordt achtergelaten.
+
+4 uur. Aankomst in Motorbivak, waar ik den kapitein en Stroeve aantref;
+tot laat in den avond blijven wij nog elkaar ons wedervaren vertellen
+en de toekomstplannen bespreken.
+
+Van af Splitsingsbivak had Stroeve de zijrivier A ongeveer 40
+KM. hemelsbreed om de west kunnen opvaren, had op 2 plaatsen
+uitzicht gekapt en de noodige peilingen verkregen. In het westen
+had hij een top verkend van ruim 2000 M., behoorende tot het
+Oost-Weylandgebergte. Vanaf het eindbivak was deze top ± 30
+KM. hemelsbreed verwijderd.
+
+Het beklimmen van dezen top zou volledige aansluiting verschaffen
+met de vroegere tochten op de Oostkust der Geelvinckbaai, zoodat tot
+dezen tocht besloten werd.
+
+De door mij verkende bergtop van ± 3000 meter, van waaraf vrij zeker
+door het ravijn der Rouffaerrivier de Carstenszsneeuwtoppen te zien
+zouden zijn, zou eveneens beklommen worden. De kapitein wilde dezen
+laatsten tocht medemaken.
+
+
+
+22 t/m. 23 Juli. Verdere besprekingen; klarigheid maken voor den
+tocht. Het Motorbivak was in mijne afwezigheid geheel gereed gekomen
+en keurig in orde gebracht.
+
+Langs de rivier een aanlegsteiger voor de motorboot en de prauwen,
+een bad- en waschsteiger en verder benedenstrooms de privaten, ook
+boven het water.
+
+Er waren reeds in het bivak tuintjes aangelegd en de medegebrachte
+zaden deden al dienst.
+
+Weinig of geen muskieten, zoodat het werkelijk een genoegen was om
+er te verblijven. Men hoefde slechts het oerwoud in te gaan om een
+goed jachtterrein te hebben; de rivier leverde goede visch.
+
+Vele Papoea-kampongs bevonden zich in de nabijheid, zoodat wij over
+gebrek aan bezoek niet te klagen hadden.
+
+De gezondheidstoestand liet niets te wenschen over, in aanmerking
+genomen, dat Stroeve en ik met het eerste echelon al bijna 2 maanden
+van Pionier bivak weg waren.
+
+
+
+24 Juli. 's Morgens vertrekken beide colonnes te zamen en bivakkeeren
+'s middags in Splitsingsbivak.
+
+
+
+25 Juli. Het eerst vertrekt Stroeve, nadat wij afscheid hadden genomen
+en ik hem de beste resultaten toe had gewenscht, de zijrivier A op.
+
+Wij gingen daarna opbreken en bereikten na 3 dagen roeien, den 27en
+Juli, het eerste Prauwbivak.
+
+
+
+28 Juli. Rustdag voor de roeiers; den volgenden dag zouden wij trachten
+nog hooger de rivier op en aan den linkeroever te komen.
+
+
+
+29 Juli. De rivier wordt spoedig heel lastig en daar wij niet over
+geoefende stuurlieden beschikken, verliezen wij al spoedig 2 prauwen,
+waarna wij op den linkeroever het 2e Prauwbivak inrichten, ongeveer
+1 KM. verder dan het eerste.
+
+
+
+30 t/m. 31 Juli. Bivak wordt door de soldaten en dwangarbeiders
+ingericht. De Papoea's varen in drie prauwen transport tusschen beide
+Prauwbivaks en brengen in twee dagen alle vivres boven.
+
+Door mij wordt met den inl. verkenner de weg verder verkend.
+
+1/2 Aug. Het kleine zijriviertje, waaraan het bivak ligt, wordt
+een eindweegs gevolgd, doch spoedig maken zeer groote steenen dit te
+bezwaarlijk en wordt het ravijn aan den zuidkant beklommen. Zeer steil
+gaat het omhoog, den weg kappende door een dichte begroeiing. Op het
+eind van den eersten dag is de kam nog niet bereikt en maken wij bivak
+op de helling. Water om rijst te koken of te drinken is tot vrij ver
+in den omtrek niet te vinden, zoodat wij een flinke regenbui noodig
+hebben, die dan ook gelukkig tegen den morgen komt. Wij behoeven dus
+niet met een leegen maag op marsch te gaan.
+
+Den 2en Augustus wordt door zwaar terrein doorgeklommen, tot wij den
+kam bereiken en dezen verder volgen; de bergrug loopt voorloopig om
+de ZW. tot WZW. Op een geschikte plek wordt 's middags bivak gemaakt
+op 880 meter hoogte en hier zal een vivres-depôt A worden ingericht.
+
+
+
+3 t/m. 5 Aug. De dragers loopen transport tusschen 2e Prauwbivak en
+A. Den 4en Augustus kunnen zij door een hevigen bandjir de zijrivier
+niet oversteken en verliezen zoodoende één dag.
+
+De kapitein en ik zijn met den inl. verkenner en eenige soldaten in
+het bivak gebleven en kappen deze dagen den weg verder.
+
+
+
+7 t/m. 9 Aug. Kappen met de geheele colonne door, voortdurend den
+kam volgende, die naar het westen en zelfs naar het NW. gaat loopen,
+dus van het doel af. Wij wisten echter te zeker, dat wij op den goeden
+weg waren, om ons hierdoor te laten misleiden.
+
+Den 9en Augustus richten wij een 2e depôt B in op 1330 meter. Vooral
+des nachts is het op deze hoogte al koud. Vanaf het begin van den
+tocht hadden wij geen spoor van menschen gezien; niets dat op hunne
+aanwezigheid duiden kan.
+
+
+
+10 t/m 13 Aug. Tweemaal wordt transport geloopen van A naar B en in
+dien tijd door ons de weg verder gekapt. De kam blijkt nu spoedig om
+de Zuid te gaan loopen.
+
+
+
+14 t/m 16 Aug. Kappen den weg verder tot 2000 M. hoogte (Depôt C). De
+natuur wordt hoe langer hoe mooier. Boomen met dik-bemoste stammen
+en takken; het mos glinstert van duizende druppels; op den bodem een
+mostapijt, waarin men wegzinkt. Over heele stukken is het alsof men
+door mosspelonken loopt.
+
+
+
+17/18 Aug. Transportloopen van B naar C.
+
+
+
+19 Aug. Rustdag; de dragers marcheeren nu achttien dagen achtereen
+in dit zware bergterrein en hebben rust noodig. Zieken zijn er
+betrekkelijk weinig; wel veel voetwonden, waaraan ik veel werk heb,
+om ze elken middag te verbinden.
+
+
+
+20/21 Aug. Kappen door tot 2200 M. hoogte (Depôt D.)
+
+
+
+22 Aug. Transport loopen van C naar D. Wij zijn nu langzamerhand
+zoover gevorderd, dat wij geen depôt meer behoeven te maken, doch
+den eindtocht kunnen beginnen.
+
+
+
+23 Aug. Wordt van depôt D vertrokken met 14 dagen vivres bij de
+colonne. Op 24 en 25 Aug. wordt door zwaar terrein doorgekapt. De
+begroeiing wordt toch allengs minder; volgens ons bestek moesten wij
+dicht bij den top gekomen zijn en inderdaad, den 26en Augustus ten
+8 uur 45 min. bereikte ik als eerste den top en zag tot mijn groote
+voldoening prachtige sneeuwtoppen, schitterend wit afstekend bij de
+andere van den Centralen keten.
+
+Een werkelijk machtig uitzicht had men hier: den geheelen
+Centralen keten met twee complexen van sneeuwtoppen, de Carstensz-
+en Idenburgtoppen; verder het Weylandgebergte in het Westen en het
+Van Reesgebergte in het Noorden; tenslotte de Meervlakte, die omgeven
+wordt door deze gebergten en die doorsneden wordt door Rouffaerrivier
+en Van Daalenrivier met hunne zijrivieren. Men kon geheel volgen, waar
+de rivieren vandaan kwamen; men zag de waterscheidingen enz.; in één
+woord: de geheele kaart, zooals die worden moest, lag voor onze oogen.
+
+Het eerste werk van den Kapitein was een plekje te vinden voor het
+bivak, want hier dacht ik ongeveer een week te blijven. De top was
+rotsachtig en met lage struikjes en gras begroeid.
+
+Ikzelf had dadelijk mijn theodoliet voor den dag gehaald en was met den
+inl. verkenner, die de panoramaschetsen maakte, aan den arbeid getogen.
+
+Dit observatiepunt nº. 4 lag 2650 M. hoog zooals bepaald werd
+door den kookthermometer te gebruiken. De meting van dezen top
+uit Motorbivak gaf ook dezelfde hoogte. Dat deze observatietop
+van uit Motorbivak te zien was, kwam goed van pas bij de
+juiste plaatsbepaling van dit observatiepunt 4. Immers van uit
+Motorbivak een nauwkeurige astronomische peiling op onzen top;
+in observatiepunt 4 door observaties van stersdoorgangen en door
+sterscircummeridiaanswaarnemingen een absoluut juiste breedte;
+combinatie: de plaats is op breedte en lengte nauwkeurig bekend,
+onafhankelijk van den stand der chronometers. Met deze zuivere
+lengte en breedte bepaalde ik een nieuwen stand der chronometers,
+welken stand ik dan weder gebruikte voor een astronomische peiling
+op den Oost-Carstensztop. Aangezien toevalligerwijze deze sneeuwtop
+N. 180° O. rechtwijzend van observatiepunt 4 bleek te liggen, ligt
+dus de Oost-Carstensztop door 2 astronomische peilingen rechtstreeks
+in lengte vast op Motorbivak, onafhankelijk van den tijd. Aangezien
+verder dit Motorbivak vast lag op Batavia- en dus op Pionierbivak,
+zooals ik reeds vroeger meedeelde, kon de door mij gevonden lengte
+van den Oost-Carstensztop als juist worden aangenomen. Het was mij dan
+ook een groote voldoening, later bij de constructie te zien, dat mijn
+astronomische peilingslijn de vroeger door anderen van af de zuidkust
+bepaalde plaats van dien top precies sneed, zoodat in dit opzicht van
+om de noord en om de zuid werkend volkomen aansluiting werd verkregen.
+
+Vanaf observatiepost 4 waren duidelijk zes nieuwe toppen te zien in
+het Carstenszcomplex en drie in het Idenburgcomplex; op de genomen
+foto is dit duidelijk waar te nemen.
+
+
+
+De dagen gingen langzaam voorbij; 's morgens bij het lichtworden
+om half zes, klaar bij den theodoliet, doch tegen acht uur kwamen
+meestal de wolken reeds uit de dalen omhoog en hulden de toppen in
+een dichten nevel. Wij leefden dan den verderen dag in een wolk, die
+somtijds eerst tegen zonsondergang wegtrok. De nachten waren koud;
+dikwijls windvlagen, vergezeld van regen, die ons in onze primitief
+opgeslagen tenten herhaaldelijk de nachtrust benamen. Het observeeren
+van sterren was door de koude ook geen sinecure.
+
+De gezondheidstoestand liet wel wat te wenschen over; behalve
+eenige hardnekkige malarialijders, waren er twee dragers met zeer
+zwaar geïnfecteerde voetwonden, aan wie ik handenvol werk had, om
+hen met geringe hulpmiddelen behoorlijk te behandelen. Verder een
+dwangarbeider met een zware bronchitis, wellicht longontsteking. Water
+om te drinken of te koken was nergens te krijgen, zoodat wij hiervoor
+waren aangewezen op nachtelijke regenbuitjes. Hoeveel misère er ook
+was, het uitzicht 's morgens vergoedde ruimschoots alles.
+
+Den 1en September was ik geheel gereed met de metingen en aanvaardden
+wij den terugtocht. Even voor wij den top verlieten, ontdekten wij
+plotseling op de helling van den bergketen bezuiden ons bivak rook
+en zagen wij duidelijk eenige huizen in het midden van lichtgroene
+plekken, ladangs. [25] Hier wonen dus weder menschen; vanuit de vlakte
+tot dezen top hadden wij nergens sporen van bewoning ontdekt, zoodat
+wij hier zonder twijfel met bergbewoners te doen hebben. De huizen
+stonden ongeveer op een 1500 M. hoogte.
+
+De terugtocht gaat vrij langzaam; de zieken en gewonden bepalen
+de marschsnelheid, want hen te dragen in dit terrein is practisch
+onuitvoerbaar. Van dit langzame tempo wordt gebruik gemaakt om van
+1400 M. tot 1000 M. orchideeën te verzamelen. Op 2 en 3 September
+wordt rustig doorgegaan en 4 September zijn wij weder in ons 2e
+Prauwenbivak aan de Boven-Rouffaerrivier.
+
+
+
+Den 5en September zouden wij teruggaan naar Motorbivak, maar stonden
+echter voor het feit, dat wij nog slechts 6 prauwen over hadden;
+twee waren er immers opgaande verloren gegaan. In zes prauwen
+wordt 's morgens vertrokken; even na het vertrek passeeren wij een
+versnelling, die door de vier eerste prauwen met moeite en veel water
+overnemen wordt genomen; de twee laatste prauwen verdwijnen er bijna
+gelijktijdig in, d.w.z. 15 man te water. Mijn prauw aan den kant
+brengen en er met alle overtollige menschen uitspringen is het werk
+van een oogenblik en met alleen drie Papoearoeiers bemand suist mijn
+prauw de drenkelingen achterna. Zij slagen er in één prauwbemanning
+te redden en ook de prauw zelf wordt met veel tobben aan wal gebracht
+en gekeerd. De andere prauw, waaraan zich nog 3 menschen vastklemmen,
+is reeds om den hoek verdwenen.
+
+De oevers worden afgezocht, appél gehouden; er ontbreken nog eenige
+menschen. Alles weer in de prauwen en opnieuw stroomafwaarts; hier
+dient gehandeld te worden. Na circa 10 minuten varen hooren wij van den
+oever roepen en jawel: twee van de drie vermisten; zij hadden gebruik
+gemaakt van een oogenblik, dat de felle stroom hen vlak langs een hoek
+voerde, en hadden een rotspunt kunnen bereiken. Volgens hun zeggen,
+was de laatste man, die de prauw niet durfde loslaten, om den hoek
+verdwenen. Enfin, hij moest langs het 1e Prauwbivak komen, waar de
+kapt. Schultz, die 's morgens vóór mij was vertrokken met 2 prauwen,
+op mij zou wachten. Daar zouden zij hem wel zien en helpen.
+
+Bij aankomst in 1e Prauwbivak hoorde ik van den kapitein, dat op
+de gewone wijze het prauwongeluk zich reeds had aangekondigd door
+het voorbij drijven van blikken uit de ladingen. Zij waren er op
+hun qui-vive geweest en hadden den laatsten drenkeling spoedig te
+pakken gehad. De prauw was echter even beneden het bivak te pletter
+geslagen. Weer een prauw minder, maar gelukkig geen menschen verloren.
+
+Wij gaan verder terug; het ongeval heeft ons echter te lang opgehouden
+om nog vóór donker Motorbivak te kunnen bereiken. Wij overnachten in
+het Oude Splitsingsbivak.
+
+Den 6en September kwamen wij in Motorbivak aan; wij troffen hier een
+Europeesch sergeant, die het bericht kwam brengen van den Grooten
+Oorlog en tevens de order om terug te keeren. Hoelang kon het nog
+duren, voordat wij de bewoonde wereld zouden bereiken? Was er nog
+communicatie?
+
+Deze sergeant was in een prauw gekomen met een uitgelezen stel van zes
+Dajaks, de eersten, die in ons Motorbivak kwamen, nadat de voornaamste
+tochten achter den rug waren.
+
+Verder vonden wij een bericht van Stroeve, dat zijn tocht naar 2200
+M. schitterend geslaagd was [26]; dat hij om de N.W. de Wapoga had
+verkend en teruggegaan was om levensmiddelen te halen, teneinde een
+doorsteek te maken naar deze rivier (Wapoga), en zoodoende uit te
+komen aan de Geelvinckbaai. Teruggaande, was hij den 1en luitenant
+Ilgen [27] tegengekomen, die zich bij hem aansloot, zoodat Ilgen en
+Stroeve dezen tocht met een kleine colonne zouden aanvangen. Nu, wij
+hadden goede hoop, dat zij zouden slagen. Hierna zouden zij beiden
+weder den Mamberamo op naar Motorbivak komen, teneinde met ons hier
+het werk af te maken.
+
+Het Motorbivak had, wat inrichting en onderhoud aangaat, een zekeren
+graad van volmaaktheid bereikt, zoodat het werkelijk een lust was,
+om er een paar dagen te zijn.
+
+Hoewel rust niet overdadig zou zijn geweest, kon hiervan na het
+ontvangen oorlogsbericht niets komen; 7 en 8 September werden gebruikt
+om alles gereed te maken voor vertrek en den 9en September 1914
+braken wij dan ook op, zooals wij dachten, om er niet meer terug te
+komen. De groote motorboot lag hopeloos in duigen; het freewheel van
+de aanzetinrichting was kapot en zou vernieuwd moeten worden. Toch
+wilde ik haar medenemen en liet de Papoea's lange riemen maken,
+zoodat de boot als een galei werd voortbewogen.
+
+'s Morgens reeds om een uur of elf zien wij een prauw aankomen met
+de bekende Dajakhoeden en weldra bereikt ons een spoedbericht, dat
+de exploratie kan worden beëindigd, alvorens terug te keeren naar
+Ambon. Wij waren dus blijkbaar een dag te vroeg vertrokken.
+
+De motorboot kan niet meer mede stroomopwaarts terug, zoodat deze met
+zijn Papoearoeiers onder leiding van een vertrouwden, geroutineerden
+sergeant naar Bataviabivak wordt geroeid; voor het gemak geef ik hun
+een prauw mede. Het zal niet gemakkelijk zijn, dit gevaarte heelhuids
+in Bataviabivak te brengen, en met eenige bemoedigende woorden nemen
+wij afscheid van den sergeant en de Biaksche Papoea's, die weder naar
+hunne kampongs zullen terugkeeren.
+
+Den 10en September '14 komen wij in Motorbivak terug; alles, wat
+wij achtergelaten hadden, is gestolen doch het bivak is geheel
+ongeschonden.
+
+De kapitein Schultz zal voorloopig in Motorbivak blijven, teneinde de
+komst van Stroeve en Ilgen af te wachten, die tegen eind September
+weder hier kunnen zijn. De geheele colonne, die met ons mee is
+geweest naar observatiepunt 4 heeft rust noodig, zoodat zij ook in
+Motorbivak blijven.
+
+Er zijn nu echter 11 Dajaks; 11 en 12 September maak ik alles gereed
+om er met een kleine colonne op uit te gaan. Het doel was te probeeren
+de linkerzijrivier B der Rouffaerrivier op te gaan en te verkennen.
+
+Mocht het blijken, dat deze rivier over een belangrijken
+afstand op te varen zou zijn, dan kon de circa 3000 M. hooge kam
+be-Z.W. observatiepunt 4 [28] beklommen worden.
+
+
+
+15 September vertrek ik met een kleine colonne van 23 man, waaronder
+11 Dajaks de rivier op, om den 9en October op de meest avontuurlijke
+wijze van benedenstrooms weder te Motorbivak terug te komen. Zijrivier
+B werd verkend; de Boven-Rouffaerrivier was met Dajaks slechts 1/2
+K.M. verder op te komen dan ons te voren gelukt was en daarna op
+zoek naar de door mij waargenomen meren in de Meervlakte, belandde
+ik met een gedeelte van de colonne aan een vrij groote rivier, die
+afgezakt werd en in de Van Daalenrivier uitmondde, en zoodoende kwam
+ik na een kleine maand weder in de Rouffaerrivier, echter een heel
+eind benedenstrooms van Motor bivak.
+
+
+
+9 October. 's Morgens bereiken wij het Motorbivak waar wij alles
+in orde aantreffen. Tot mijn groote verwondering waren Stroeve
+en Ilgen nog niet aangekomen. Met kapitein Schultz bespreek ik
+de verdere plannen, nu zij er nog niet zijn en wij besluiten, zoo
+spoedig mogelijk door te gaan met het peilingswerk benedenstrooms
+van Motorbivak. Dan ontmoeten wij hen van zelf en kunnen de tochten
+bezuiden Kalongeiland beginnen.
+
+Eenige dagen later braken wij voor goed van Motorbivak op, hetgeen
+ons allen speet, omdat het zoo'n buitengewoon gunstig gelegen bivak
+was, voorzien van alle mogelijke rimboegemakken. De dag voor ons
+vertrek was nog bijna uitgeloopen op een gevecht met de omwonende
+Papoea's, die van een bezoek aan het bivak misbruik maakten, door
+een Dajakschen mandau te stelen. 't Werd gelukkig gezien en er werd
+krachtig ingegrepen, maar de goede verstandhouding was weg.
+
+Den volgenden morgen vertrokken wij en maakten bivak op den
+linkeroever, ongeveer 24 K.M. beoosten Motorbivak. De lengte werd
+hier als volgt bepaald: 's morgens een standbepaling in Motorbivak;
+'s middags een lengtebepaling in dit observatiepunt 5.
+
+In een hoogen boom nabij het bivak werd een observatiestelling gemaakt
+en werden metingen verricht. Het weder werkte niet mede. Om de zuid
+bleven de Centrale ketens verscholen in de wolken.
+
+Den 17en October werden wij plotseling verrast door het geroep:
+"prauwen in aantocht." En zeker, van benedenstrooms kwamen minstens
+7 prauwen.
+
+Groote vreugde in het bivak. De eerste prauw komt naderbij, tot mijn
+verwondering zie ik Stroeve er niet in. Ik roep den Europeeschen
+sergeant toe, waar of deze is; en daarna hooren wij het treurige
+bericht, dat hij aan den Wapogamond gesneuveld is. Een noodlottig einde
+voor mijn dapperen makker, die sedert October 1912, alle tochten van
+het Exploratiedetachement medemaakte.
+
+Een bericht van den Detachements-Commandant bereikt ons, dat luitenant
+Ilgen ingedeeld was bij de Idenburgriviercolonne.
+
+
+
+Tegelijk met het bericht van het sneuvelen van Stroeve ontvingen wij
+van den 1en luitenant Ilgen een verslag van het verloop van den mooien
+tocht, die helaas zoo noodlottig moest eindigen.
+
+Ik zal hier het uittreksel overnemen, indertijd in het Tijdschrift
+van het Kon. Ned. Aard. Gen. verschenen en ontleend aan het journaal
+van Ilgen: [29]
+
+Laatstgenoemd officier ontving in het begin van Augustus 1914 van den
+Colonne-Commandant de opdracht om zich, na aankomst in Motorbivak,
+zoo spoedig mogelijk en met zooveel mogelijk vivres en personeel te
+begeven naar de zijrivier A van de Rouffaerrivier, waar luitenant
+ter zee Stroeve exploreerde en blijkbaar moeilijkheden had ondervonden.
+
+Ilgen kwam den 10den Augustus aan de monding van die zijrivier en
+bereikte de colonne Stroeve den 15en dier maand. Onderweg ontmoette
+hij een groot aantal inboorlingen, allen ongewapend en in houding zeer
+vriendschappelijk. Stroeve deelde hem mede, dat hij van een ± 2200
+M. hoogen bergtop een groot gedeelte van het omringende bergland had
+kunnen peilen en ook een groot stuk van de Wapoga, en voornemens was
+geweest een doorsteek naar die rivier te maken, doch uit gebrek aan
+voldoende vivres dien tocht had moeten uitstellen. Na de vereeniging
+der beide colonnes kon thans daartoe worden overgegaan.
+
+De 17en Augustus werd de tocht aangevangen; men rekende er op, zonder
+groote bezwaren den 5en September aan de monding der Wapoga te kunnen
+wezen en verzocht den Detachementscommandant in het Pionierbivak, om
+op dien dag een Gouvernements-stoomer bij die monding te doen zijn,
+ten einde de colonne te doen afhalen. Men heeft zich echter misrekend
+en deze verkenningstocht is een der zwaarste geworden van die, welke
+voor de exploratie van Nieuw-Guinee zijn gedaan en heeft daarbij het
+leven gekost van een onzer meest verdienstelijke verkenners. Ten einde
+diens nagedachtenis te eeren en aan onze lezers een goed denkbeeld
+te geven van de groote moeilijkheden en gevaren, welke bij zulke
+tochten door onze brave pioniers moeten worden overwonnen, zal ik [30]
+de beschrijving van de lotgevallen der colonne gedurende de laatste
+dagen hieronder woordelijk overnemen uit het journaal van Ilgen.
+
+Na vermeld te hebben, dat na één dag opvarens van die zijrivier A
+de prauwen werden verlaten en op den linker (noordelijken) oever
+werden geborgen, van waaruit den volgenden dag de landtocht aanving;
+dat na een marsch door een uitgestrekt moeras de uitloopers van de
+waterscheiding werden bereikt; dat na dagen van vermoeiend klimmen
+en dalen, langs paden, welke in dichtbegroeid terrein moesten worden
+gekapt, den 26en Augustus een riviertje werd aangetroffen, door welks
+bedding men aan de Wapoga kwam; dat deze rivier door hare bedding
+of langs de oevers verder werd gevolgd, nu en dan van ruwe vlotten
+gebruik makende, waarbij echter door stroomversnellingen en bandjir
+een deel der kostbare vivres verloren ging; dat op den tocht slechts
+enkele inboorlingen worden aangetroffen, die steeds vriendschappelijk
+hulp verleenden,--schrijft Ilgen in zijn journaal verder:
+
+
+
+5 September. "Heden hopen we de nederzetting der jagers te bereiken
+(die volgens het verslag van den kapitein Ten Klooster van zijne
+verkenning van de Wapoga en volgens een Papoea-mandoer der colonne,
+nabij de kust moet zijn gelegen) om daar te fourageeren. Het wordt
+tijd, want wij beginnen gebrek te krijgen aan de noodzakelijkste
+artikelen. Zout is er niet meer en ook de gezouten visch is verbruikt.
+
+De op de kaart aangegeven linkerzijrivier der Wapoga moeten we
+spoedig bereiken; doch als ten 12 uur 's middags deze rivier nog niet
+is aangetroffen, krijgen wij de zekerheid, dat wij ons verder van
+de kust bevinden, dan we vermoedden. Daar de vlotten zoo langzaam
+opschieten, besluiten wij, dat de luitenant ter zee Stroeve in een
+der prauwtjes vooruit zal gaan met den Inlandschen fuselier Wagimin en
+den dwangarbeider Deloesin, om spoediger bij de jagers te zijn en mij,
+die met de vlotten langzaam zal volgen, prauwen tegemoet te zenden. Zoo
+het schip, dat wij heden aan den riviermond verwachten, er reeds is,
+zal hij ons met de motorboot tegemoet komen teneinde voeding aan te
+voeren en ons _vlug_ naar den riviermond te brengen. Het prauwtje
+zal ook 's nachts doorroeien.
+
+Dit plan wordt dadelijk uitgevoerd. Het laatste blik rijst wordt
+verdeeld, maar blijkt door nat worden een weinig bedorven te
+zijn. De rijst kan echter nog worden gebruikt en wordt in elk geval
+verstrekt. De toespijs is reeds vroeger verdeeld. Ieder heeft nog
+een paar stukjes deng-deng, maar dat is ook al.
+
+Ten 12 uur 30 min. n.m. scheidt zich de patrouille van den heer
+Stroeve van de colonne. Reeds na een half uur wordt door mij genoemde
+zijrivier van de Wapoga bereikt. Ik ben dus thans nog ± 60 K.M. van
+den mond verwijderd.
+
+Ten 6 uur n.m. wordt op den rechteroever bivak betrokken.
+
+Den geheelen dag werd verder geen bevolking of eenige nederzetting
+aangetroffen.
+
+
+
+6 September. Afmarsch 6 uur v.m. Als het schip er is, kan ik volgens
+mijn berekening tegen 3 uur n.m. de motorboot ontmoeten en kan de
+patrouille 's avonds aan boord zijn.
+
+Wij merken echter niets van de motorboot, waaruit ik de gevolgtrekking
+maak, dat het schip er nog niet is; maar in elk geval zullen wij toch
+wel de jagers ontmoeten, die, ± 20 K.M. de rivier op, hun nederzetting
+moeten hebben.
+
+Ten 6 uur n.m. is de nederzetting der jagers nog niet bereikt. Wij
+krijgen, als gevolg van den vloed, een weinig tegenstroom, waartegen
+de vlotten niet meer kunnen oproeien, zoodat wij op dat uur in bivak
+moeten gaan.
+
+Daar hier de vloed reeds merkbaar is, moeten we dus reeds dicht bij de
+kust zijn. Waar blijft echter de nederzetting der jagers? De mandoer
+der Papoeasche koelies, die bij de kolonne is, zegt mij nu dat bedoelde
+nederzetting zich vlak bij den riviermond bevindt. Morgen zullen we
+er dus in elk geval zijn. Ik verlang er zeer naar, daar het zonder
+zout toebereide eten bijna niet te genieten is.
+
+Ook heden troffen wij nergens menschen of nederzettingen aan, wat ik
+vreemd vind, daar er langs de oevers vrij veel sago is te vinden.
+
+
+
+7 September. Afmarsch 6 uur. v.m. Aanvankelijk is de vloed
+uit zee nog zeer merkbaar en komen de zware vlotten bijna niet
+vooruit. Ondergeteekende, die met één roeier in het kleine prauwtje
+vooraan gaat, moet telkens uren wachten om de colonne gelegenheid te
+geven op te sluiten. Later komt de eb wat krachtiger door, en nu gaat
+het vlugger.
+
+Ongeveer ten 11 uur v.m. wordt het eilandje bereikt dat ± 4 K.M. van
+den mond midden in de rivier ligt. Vanaf dit punt is de zee zichtbaar
+en als het personeel op de vlotten hier het einde van den tocht ziet,
+gaat er een luid gejuich uit hun midden op. De meer genoemde mandoer
+der Papoea'sche koelies zegt, dat zich op dit eilandje de nederzetting
+der vogeljagers moet bevinden. Er is echter niets van te zien. Zelfs
+geen overblijfselen van huisjes. Ondergeteekende krijgt den indruk,
+dat deze streek in langen tijd niet door jagers is bezocht. Vervlogen
+is de hoop, hier onzen voorraad vivres te kunnen aanvullen. Van het
+schip is nog niets te zien. De toestand is niet rooskleurig, want
+zoo juist verorberden we ons laatste beetje bedorven rijst, sommigen
+der dwangarbeiders hadden zelfs hun aandeel reeds des morgens vroeg
+geheel verbruikt.
+
+Zoodra de riviermond zichtbaar is, krijgen de moeilijk te besturen
+vlotten order den linkeroever te houden, om het gevaar van in zee
+drijven te voorkomen. Van den Europeeschen sergeant Van der Valk,
+die den tocht met den luitenant ter zee Doorman had meegemaakt
+[31], hadden wij bij den aanvang der patrouille vernomen, dat op den
+linker rivieroever een strook strand beplant met tjemara's was, en
+dat vroeger het "Strandbivak" daar was opgeslagen. De luit. ter zee
+Stroeve en ik hadden toen afgesproken om, voor het geval er op het
+schip moest worden gewacht, ook op dit punt een bivak in te richten.
+
+Ten 1 uur n.m. werd de mond der rivier bereikt. Tot mijn groote
+verwondering trof ik de patrouille Stroeve niet aan. Ook geen teeken
+of eenige mededeeling, waarheen de patrouille zich had begeven, werd
+gevonden; noch waren de overblijfselen van een bivak aanwezig. Een
+patrouille in het prauwtje uitgezonden, om op den rechteroever te
+zoeken, komt onverrichterzake terug. Ik vermoed, dat de vermiste
+patrouille, die evenals wij gebrek aan vivres heeft, misschien
+weer de rivier is opgevaren, om sago te halen. Het is mogelijk,
+dat zij zich ter hoogte van het eiland op den rechterrivieroever
+bevinden. Daar wij links gepasseerd zijn, zouden wij misschien elkaar
+zijn misgeloopen. Het prauwtje wordt onmiddellijk daarheen gestuurd,
+maar komt wederom zonder iets gevonden te hebben terug. Ondertusschen
+is de avond gevallen. Ik maak me hevig ongerust omtrent het lot der
+patrouille. Wat kan hun overkomen zijn? Zou het prauwtje wellicht
+bij het varen gedurende den nacht zijn omgeslagen en de opvarenden
+hier of daar op den oever zitten? Doch neen, dit kan niet, daar
+zij de colonne dan toch hadden moeten zien passeeren. Een andere
+veronderstelling is, dat de heer Stroeve, het schip niet vindende,
+een verkenning heeft gemaakt langs de kust, om te trachten, aldus
+aan voedsel te komen. Met deze hoop bezield, gaan we zonder eten den
+nacht in. De stemming onder de menschen is zeer gedrukt. Ik hoop, dat
+morgen het schip zal komen; men zal er misschien op hebben gerekend
+dat wij tot en met den 8en vivres hebben en op dien datum het schip
+zenden; niettemin zullen we toch morgen moeten zien sago te krijgen,
+daar wij bij langer wachten zoo slap zullen zijn van honger, dat van
+eenigen spierarbeid geen sprake meer zal zijn.
+
+
+
+8 September. Ten 6 uur v.m. worden 4 man in het wrakke prauwtje
+uitgezonden, om de rivier op te varen voor het bereiden van sago. Het
+doel is, dat zij een goeden boom zullen uitzoeken en dadelijk met
+kloppen beginnen. Het prauwtje zal door 1 man worden teruggebracht,
+waarna ik zelf met 3 dwangarbeiders naar boven zal gaan, om de
+werkzaamheden te controleeren. Ik hoop dan vanavond een sagomaal te
+kunnen verstrekken.
+
+Daar ik meen op den anderen oever aan een der boomen een teeken te zien
+hangen, misschien door de patrouille Stroeve daar voor mij geplaatst,
+wordt het prauwtje eerst daarheen gezonden, om zich van de eventueele
+aanwezigheid van eenig bericht te overtuigen. Reeds na een half uur
+is het prauwtje terug. Inderdaad hebben zij een spoor gevonden en ben
+ik spoedig ingelicht omtrent het vreeselijk feit, dat zich gisteren
+morgen hier heeft afgespeeld. De uitgezonden dwangarbeiders vonden
+op den anderen oever den inl. fus. Wagimin; de man is al zijn wapens
+en ledergoed kwijt. Hij wordt dadelijk naar het bivak overgebracht
+en hier hoor ik uit zijn mond, wat er is voorgevallen.
+
+Den 6en kwam de patrouille Stroeve, na den geheelen nacht te hebben
+doorgeroeid, des morgens omstreeks 10 uur bij den riviermond aan. Daar
+ook zij de verwachte nederzetting der jagers niet vonden, begaf de
+heer Stroeve zich dadelijk naar den rechteroever en richtte hier op de
+uiterste punt van dezen oever een bivakje in. De inl. fus. Wagimin,
+die versche menschensporen zag, maakte de opmerking, of niet liever
+op den linkerrivieroever zou worden gebivakkeerd. Hij was mede geweest
+bij de vroegere exploratie van deze rivier, en meende zich het bestaan
+te herinneren van de vijandige kampong Aropen. (Vermoedelijk vergiste
+hij zich met de kampoeng Kai, die ongeveer een jaar geleden getuchtigd
+werd, maar die ± 70 KM. meer Noordelijk ligt). De heer Stroeve zeide
+toen, dat zij voorloopig hier zouden blijven, maar morgen (dus den
+7den) bij aankomst der geheele colonne zouden oversteken.
+
+Op den 7den, des morgens vroeg, gaf de heer Stroeve opdracht aan den
+inl. fuselier en aan den dwangarbeider Deloesin, om met het prauwtje
+nipahvruchten en zoo mogelijk sago te verzamelen. Hij zelf zou, met
+den karabijn gewapend, een verkenning maken in Noordelijke richting,
+en trachten eenig wild onder schot te krijgen. Toen Wagimin tegen 8
+uur voorm. terugkwam in het bivak, was de heer Stroeve nog niet terug,
+maar kwam kort daarop aan. Hij had niets geschoten en verzocht om
+eenige nipahvruchten. Ook hun voedsel was geheel verbruikt.
+
+Nauwelijks had Stroeve eenige vruchten genuttigd, toen hij plotseling
+op korten afstand van ter zijde werd bepijld. Van het naderen van den
+vijand had geen van de leden der patrouille iets gemerkt. Vermoedelijk
+had hij, de sporen van Stroeve volgende, zoo het goed verscholen
+bivakje gevonden. De ongelukkige officier werd dadelijk door twee
+pijlen in de zijde getroffen, die hij zich eigenhandig uit het lichaam
+trok en waarop hij om den karabijn riep. Daar hij bij terugkomst der
+verkenning dit wapen buiten zijn bereik had neergelegd, kon hij het
+niet meer grijpen, maar vloog toen naar den dwangarbeider Deloesin,
+ontrukte dezen den klewang en stormde onvervaard op den talrijken
+vijand in. Daar de Papoea's uit deze streken niet voorzien zijn
+van blanke wapenen, was deze taktiek in deze omstandigheden wel
+de beste. Inderdaad had de plotselinge aanval aanvankelijk succes,
+althans alles vlood heen, met uitzondering van één man, die staan
+bleef en op korten afstand zijn pijl op Stroeve afschoot. Deze pijl
+trof mijn armen vriend in den buik, waarop hij nederzeeg.
+
+Middelerwijl had de vijand den karabijn in het bivak gevonden, en
+toen Wagimin en Deloesin dit wapen in handen van den vijand zagen en
+hun commandant gevallen, vluchtten zij achtervolgd door vele vijanden
+het bosch in, waar zij zich verborgen. Van de komst mijner colonne,
+eenige uren later, hadden zij niets gemerkt, daar zij zich niet durfden
+vertoonen. Aldus hadden zij zich den geheelen nacht verborgen gehouden
+en in al dien tijd niets genuttigd.
+
+Dit verhaal wordt mij in stukjes en brokjes door den zeer ontdanen
+fuselier medegedeeld.
+
+Onmiddellijk stapte ondergeteekende met den fuselier en een
+dwangarbeider, behoorlijk gewapend, in het prauwtje om op den
+rechteroever een onderzoek in te stellen. Spoedig wordt daar het lijk
+van den heer Stroeve gevonden op de plaats waar hij gevallen is. Het
+lijk is niet beroofd en nog voorzien van alle kleederen. Het wordt
+opgenomen en in het prauwtje gelegd, waarna de oever verder wordt
+afgezocht naar den dwangarbeider Deloesin, die na eenig zoeken
+en roepen eveneens in het bosch wordt gevonden. De man is door
+een pijlschot licht in den voet gewond, maar is er overigens goed
+afgekomen. De dappere gesneuvelde officier heeft dus hier met zijn
+eigen lijf het leven gered van zijn twee lotgenooten. Het bivakje is
+geheel geplunderd. Alle instrumenten zijn door de wilden weggenomen,
+zoomede het meetboek van onzen tocht, dat de heer Stroeve had
+meegenomen om eventueele peilingen aan te teekenen.
+
+De verslagenheid van de menschen bij aankomst van het lijk in het
+bivak is groot. Ook bij mij is de indruk van het gebeurde diep,
+doch de zorg voor de levenden staat nu op den voorgrond. Het schip
+is er nog niet, kan misschien nog lang wegblijven en ons voedsel is
+op. Spoedig wordt het lijk begraven vlak bij ons bivak en daarna ga
+ik er met drie dwangarbeiders in het prauwtje op uit, om te trachten
+een sagoboom hierheen te sleepen. Ten 5 uur n.m. zijn wij met een
+boom terug. De bereiding der sago is echter met deze ongeoefende
+menschen niet eenvoudig. Niemand weet eigenlijk, hoe de sago moet
+worden verkregen, maar toch heeft ieder des avonds een weinig van
+een vies kleverig sagopapje, wrang en bitter van smaak. Een poging
+om uit zeewater zout te koken mislukt volkomen door het zeer geringe
+zoutgehalte van het water.
+
+Als het schip niet spoedig komt, zal de toestand zeer hachelijk
+worden. De stemming onder de menschen is down.
+
+
+
+9 September. Gisterenavond werden we opgeschrikt door het geroep van
+"kapal" (schip). Alles springt op om zich te overtuigen. Helaas,
+een loos alarm. De post heeft een ster aangezien voor de lichten van
+het schip.
+
+Hedenmorgen algemeene verslagenheid, omdat het schip er nog niet
+is. Bij de menschen doen zich, vermoedelijk als gevolg van de slechte
+voeding, gevallen van nachtverblindheid voor. Met alle middelen
+tracht ik er bij mijn lotgenooten den moed in te houden, spreek ze
+toe en doe mijzelf zeer opgewekt voor. De menschen liggen verslagen
+op den grond en trachten in den slaap hun toestand te vergeten. Met
+moeite krijg ik hen tot werken om een vischnet te maken. Van avond
+zullen we trachten wat visch te vangen. De sagovoeding gaat niet erg
+schitterend. Wel is waar krijgen wij een papje, maar dit is bijna
+niet naar binnen te krijgen. Ik krijg de zekerheid, dat er iets met
+het schip niet in orde is. Maar wat?
+
+
+
+10 September. Gisterenavond vingen we een klein zoodje visch. Voor
+elk twee vischjes. Het is wel niet veel, maar het heeft smaak. Daar
+ik vrees, dat de krachten bij ons zoo zullen afnemen, dat we ten
+slotte niet meer in staat zullen zijn om sago te halen, ga ik er reeds
+heden weer op uit om een boom, die echter blijkt absoluut geen sago
+te bezitten. Hij is blijkbaar te jong. Morgen zullen we een anderen
+zien te krijgen.
+
+
+
+12 September. De 6e dag, dat we zonder behoorlijke voeding zijn;
+nog steeds geen schip in zicht. Ik vraag me vergeefs af, wat toch de
+reden der vertraging kan zijn.
+
+Tegen 10 uur v.m. zie ik aan de overzijde een twintigtal menschen
+loopen. Ik hoop, dat ze een aanval met prauwen zullen wagen. Het zal
+dan niet moeilijk zijn hun met de drie overgebleven vuurwapens een
+goede les te geven. Ondergeteekende denkt er over om aanvallend te
+werk te gaan; er staat echter zoo veel wind, dat een oversteek in
+ons kleine prauwtje, waar hoogstens 4 man in kunnen plaats nemen,
+niet mogelijk is. De vijand wordt nauwkeurig waargenomen. Ze maken
+echter geen aanstalten om over te steken.
+
+Ten 11 uur v.m. meent ondergeteekende een rookwolkje aan de kim
+te zien, en na een half uur hebben we zekerheid, dat het schip in
+aantocht is.
+
+Een gejuich van "sekarang hidoep" [32] gaat er op onder de leden
+van de patrouille en ieder maakt klaar om te embarkeeren, hoewel
+het zeker nog wel 2 à 3 uren duren zal, vóór we zoover zijn. Een
+veel-rook-gevend vuurtje wordt er aan het strand ontstoken en een
+roode deken als vlag opgestoken. De bevolking aan de overzijde is
+bij het in zicht komen van het schip snel verdwenen.
+
+Dank zij de welwillendheid van den gezaghebber der "Albatros", wordt
+op mijn verzoek het lijk van den gesneuvelden luitenant ter zee
+Stroeve opgegraven ten einde, via Manokwari, te worden overgebracht
+naar Ambon."
+
+
+
+Tot zoover het verslag van Ilgen, dat ons de treurige waarheid bracht
+van het verlies van mijn braven kameraad; bijna twee jaren waren wij
+samen bij het exploratie-detachement te Manokwari werkzaam geweest.
+
+Er moest nu echter gehandeld worden; voor het karteeren der bergen
+bezuiden Kalongeiland stond ik thans alleen met nog slechts 2 maanden
+tijd voor den boeg.
+
+Besloten werd, dat wij zoo spoedig mogelijk zouden opbreken en ik den
+tocht zou maken. Kapitein Schultz zou naar Bataviabivak teruggaan en
+mij alle beschikbare menschen en vivres nazenden.
+
+Mijn plan was, eene linkerzijrivier der Idenburgrivier op te gaan
+(monding op 138° 35' OL. en 3° 15' ZBr.) zoover mogelijk, en daar
+een hoofdbivak te maken; in Z.W. richting te marcheeren en een hoogen
+top te beklimmen, indien mogelijk meerdere toppen. Zeer dicht bij dit
+riviertje stonden op de oude kaart reeds toppen van ± 2000 M., bepaald
+op den tocht van Franssen Herderschee, doch deze plaats verdiende
+volgens zijn eigen rapport weinig vertrouwen, daar de bergen bepaald
+werden uit de Van der Willigenrivier door afstandschatting.
+
+Wij zakten de Rouffaerrivier en daarna de Van der Willigenrivier
+af. Den 2en October waren wij nog een dag van Bataviabivak af en
+besloten de colonne te splitsen. 's Morgens 6 uur vertrok de kapitein
+Schultz met een paar prauwen naar Bataviabivak.
+
+Na zijn vertrek werd door mij alles gereed gemaakt om den nieuwen
+tocht aan te vangen. Ten 7 uur 30 min. wordt vertrokken met 10 prauwen.
+
+Sterkte der colonne: 1 Luit.-ter-zee, 1 inl. verkenner,
+2 eur. sergeants, 1 inl. korporaal, 9 inl. fuseliers, 1
+eur. ziekenverpleger, 10 Dajaks en 35 dwangarbeiders. Totaal 60 man.
+
+Zonder bijzondere gebeurtenissen wordt ten 4 uur 30 min. n.m. onder
+hevigen slagregen, Kalongeiland bereikt en bivak gemaakt bij
+de samenvloeiing der Idenburg- en Van de Willigenrivier. Vier
+koortsgevallen.
+
+
+
+21 October. 's Morgens wordt om de Zuid een hooggebergte gepeild met
+bijzonder hooge, kenbare toppen. Met zeer veel genoegen slaan wij
+dit gade, want dit is het terrein, waarheen ik op weg ben.
+
+Nadat ik met de metingen gereed ben gekomen, roeien wij de
+Idenburgrivier stroomopwaarts; de stroom is gering, de rivier doet
+denken aan de Van Daalenrivier, wat betreft stroomsterkte, waterkleur
+en oevers. Het is moordend warm, zoodat ik korte dagen maak, om
+mijn roeiers niet te veel af te matten. 2 uur 30 min. bivak. Vier
+koortsgevallen.
+
+
+
+22 October. Varen verder de Idenburgrivier op; 2 uur 30
+min. bivak. Geen bijzonderheden. Vier koortsgevallen.
+
+
+
+23 October. Als gisteren. 's Avonds passeert op weg naar Bataviabivak
+een prauw van de Idenburg-rivier-colonne onder bevel van een
+inl. fuselier. Deze heeft order met het oog op de geringe hoeveelheid
+vivres ook 's nachts door te roeien. Spoedberichten heeft hij niet,
+zoodat ik hem vergunning geef in ons bivak te overnachten en hen den
+volgenden morgen vóór het vertrek flink van eten laat voorzien. 't
+Was een buitenkansje voor hen, want zij waren al vier dagen en nachten
+op weg.
+
+Onder hevigen slagregen wordt vertrokken, ten 10 uur wordt de
+linkerzijrivier bereikt en opgegaan. Ten 11 uur klaart het op en
+krijg ik mooi helder zicht.
+
+In het Zuiden, vrij dicht bij, bergland; om de West echter niets dan
+laagland. De bergen, waarvan ik reeds sprak, zullen wel verder om de
+Zuid liggen.
+
+Na 1 KM. te zijn gevorderd, slaat een prauw om; door de snelle hulp
+van onze Dajaks, die onmiddellijk uit alle prauwen te water sprongen,
+worden menschen, prauw en bagage gered. Ik heb voor de 10 prauwen
+slechts 10 Dajaks als stuurlieden en daar een prauw pas vertrouwd
+bestuurd is met minstens 3 Dajaks, kan dit ongeval geen verwondering
+baren. Als dan ook ten 2 uur 30 min. wederom een prauw omslaat en
+eenige barang verloren gaat, besluit ik hier maar mijn "Prauwbivak" in
+te richten en dan maar wat verder te marcheeren. 't Was jammer, want de
+Luit.-ter-zee De Wal kon in 1911 deze rivier ongeveer 10 KM. opvaren,
+terwijl ik 2 KM. van den mond reeds verplicht ben te bivakkeeren.
+
+Het bivak wordt in orde gebracht; prauwen op het droge gehaald. Een
+flink vivresmagazijn wordt gebouwd.
+
+Als alles klaar is, laat ik 's middags de colonne indeelen voor het
+vertrek op morgen. Daar ik verwacht, vrij spoedig in het bergland te
+zitten, laat ik warme kleeding en wollen dekens uitgeven; elke man een
+twist-borstrok en -onderbroek, benevens een wollen deken. De dragers
+moesten dit stuk voor stuk bij het transport-loopen boven hun gewone
+vracht meenemen, anders zou mij dit te veel dragers kosten.
+
+
+
+26 October. 6 uur 30 min. op marsch, kappen in ZW. richting,
+aanvankelijk langs de rivier. Een zwaar en diep moeras, daarna droog
+boschterrein, doorsneden met vele beekjes. Sterkte: 1 Luit.-ter-zee,
+1 inl. verkenner, 1 eur. sergeant, 1 inl. korporaal, 5 inl. fuseliers,
+1 eur. ziekenverpleger, 10 Dajaks en 33 dwangarbeiders, totaal 53 man.
+
+Als bivakdekking was achtergelaten 1 eur. sergeant met 4 karabijnen.
+
+Ten 3 uur 30 min. wordt bivak gemaakt; heden afgelegd 5 1/2 KM. in
+9 uur marcheeren door bijzonder zwaar terrein.
+
+
+
+27 October. 's Nachts harde regen.
+
+7 Uur vertrek; kappen in Z.Z.W-richting; af en toe stukken diep moeras,
+dan weer stukken boschterrein zonder ondergroei. Even na eetrust, ten
+12 uur 30 min. gaan wij den eersten heuvel op en komen na een zware
+klimpartij op den kam ± 400 meter hoog. Op den kam een goed beloopen
+Papoea-pad. Dalen in de voorgenomen marschrichting den heuvel weder
+aan de andere zijde af en maken ten 3 uur bivak aan een helder beekje.
+
+
+
+28 October. 6 uur 30. Op marsch. Kappen het pad verder in
+ZZW. richting; passeeren vele riviertjes, die alle om de West
+(!!) stroomen. Ten 11 uur zijn wij aan de uitloopers van het gebergte;
+stijgen zeer steil, om drie uur bereik ik den ± 1100 meter hoogen,
+zeer smallen bergrug, waar bivak gemaakt wordt. De staart der colonne
+komt pas om 5 uur aan.
+
+Aangezien deze kam Oost-West loopt en maar 1 1/2 meter breed is,
+kan hier een prachtig uitzicht om de Zuid worden verkregen, zoodat
+hier het eerste vivresdepôt A wordt ingericht.
+
+
+
+Het transport dragers gaat onder dekking van 1 inl. korp. en 3
+karabijnen terug naar Prauwbivak.
+
+Met den eur. serg., 1 karabijn, den inl. verkenner en eenige Dajaks
+blijf ik achter om hier observaties te doen.
+
+Dezen dag komt uit Bataviabivak aan in Prauwbivak een transport vivres
+en kleeding, sterk 29 man, zoodat mijn geheele troep nu bestaat uit:
+1 Luit.-ter-zee, 1 inl. verkenner, 3 eur. sergeants, 2 inl. korporaals,
+15 inl. fuseliers, 1 ziekenverpleger, 10 Dajaks en 56 dwangarbeiders,
+totaal 89 man.
+
+
+
+30 October. Kappen uitzicht en maken een boomstelling, 's Middags
+helder uitzicht, dus een begin gemaakt met het peilingswerk. Dit
+bivak heeft een bezwaar; er is geen water, zelfs niet tot ver in
+den omtrek. Gelukkig regent het elken nacht en vangen wij dan het
+water van de tenten op, zoodat wij geen gebrek hebben; het is hier
+na zonsondergang al vrij koud en wij kunnen onzen deken best velen.
+
+
+
+31 October. Peilingswerk; astronomische plaatsbepaling van het bivak.
+
+
+
+1 November. Regenachtig; slecht bergenzicht. Laat op den middag komen
+de Dajaks van het transport aan; deze taaie kerels zijn de verdere
+colonne een heel eind vooruit.
+
+
+
+2 November. Het transport komt aan; 1 europ. serg., 3 fuseliers en
+47 dwangarbeiders. Tevens ontvang ik bericht, dat de exploratie tot
+ultimo Februari kan duren, zoodat kalm doorgewerkt kan worden.
+
+
+
+3 November. Transport van 26 dwangarbeiders onder dekking van 1
+inl. korp. + 1 fuselier terug naar Prauwbivak.
+
+Mijn peilingswerk is hier nog niet gereed, zoodat ik een colonne laat
+doorkappen onder leiding van den inl. verkenner, met 1 eur. serg.,
+2 karabijnen, 10 Dajaks en 22 dwangarbeiders.
+
+Naar Prauwbivak wordt bericht gezonden aan den
+sergeant-bivakcommandant, om nog een transport van 20 dwangarbeiders
+naar depôt A te zenden. Daarna, na terugkomst van dit loop-transport,
+met 4 prauwen transport te gaan varen tusschen Bataviabivak en
+Prauwbivak, zoodat ik na terugkomst van dezen tocht levensmiddelen
+genoeg heb om dadelijk weer een nieuwen tocht te beginnen.
+
+Vanaf depôt A houd ik alleen als dragers 10 Dajaks en 25
+uitgezochte dwangarbeiders; de rest der 56 dwangarbeiders is door de
+loop-transporten van Prauwbivak--Depôt A dusdanig in slechte conditie,
+dat zij verder in dit zware bergterrein niet meer goed bruikbaar
+zijn. De ziekenverpleger heeft het ook afgelegd, zoodat ik de gewonden
+verder weer zelf kan behandelen; enfin, dit deed ik al van 3 Juni af.
+
+
+
+4 November. Met eenige menschen in depôt A. Geen uitzicht. Mistig
+en koud.
+
+
+
+5 November. Geen uitzicht.
+
+
+
+6 November. Er komt een transport van depôt B aan, dat op den bergkam
+is gemaakt, ± 5 KM. verder om de Zuid; sterk 1 inl. fuselier, 10
+Dajaks + 20 dwangarbeiders.
+
+'s Avonds krijg ik om de Zuid mooi uitzicht. Op ± 15 KM. ZZW. van
+dit punt is een kale hooge top, naar meting ongeveer 4000 M. hoog;
+duidelijk kan ik waarnemen, dat de kam, dien wij volgden, daarheen
+voert. Dien top zal ik derhalve beklimmen; het uitzicht vandaar zal
+loonend zijn, hoop ik.
+
+Hoewel nog niet geheel gereed met het peilingswerk, wordt besloten
+morgen door te gaan. Transport van Prauwbivak is nog niet aangekomen.
+
+
+
+7 November. Onder harden regen op weg: 1 luit.-t./zee, 1 karabijn,
+[33] 10 Dajaks + 16 dwangarbeiders; ten 1 uur 30 min. in depôt B,
+een goed bivak met water in de nabijheid.
+
+Wij liggen een beetje in duigen: ik zelf en de Eur. sergeant hebben
+een flinken malaria-aanval, mijn verkenner heeft het in den buik.
+
+
+
+8 November. Transport loopen tusschen A en B.
+
+
+
+9 November. Met een kleine colonne, waaronder 10 Dajaks en 10
+dwangarbeiders, kappen wij den weg verder; het is zeer zwaar begroeid
+bergterrein en wij schieten per dag niet meer dan 1 1/2 KM. hemelsbreed
+op. Tegelijkertijd wordt tusschen depôts A en B transport geloopen.
+
+
+
+10 November. Kappen door in zuidelijke richting, 1 1/2 KM. zeer zwaar
+bergterrein met steile hellingen.
+
+
+
+11 November. Kappen verder; ten 11 uur komt een transport
+van 15 dwangarbeiders onder een Eur. serg. mij achterop. Het
+transport-loopen van A naar B is gereed gekomen. In depôt A is alleen
+eten achtergelaten, onbewaakt, voor den terugtocht.
+
+Ten 2 uur zijn wij na een stijve klim op een plateau aangekomen, waar
+een helder stroompje doorloopt. Daar ik volgens mijn kookthermometer
+hier op 2430 M. hoogte ben aangekomen, besluit ik hier mijn Hoofdbivak
+te maken en dan van dit bivak uit een tocht naar de 4000 meter,
+zonder verdere depôts aan te leggen.
+
+
+
+12 November. Transport terug naar depôt B: 1 inl. fuselier, 5 Dajaks,
+19 dwangarbeiders.
+
+Nacht en dag zware regen.
+
+
+
+13 November. Kappen met den inl. verkenner en 5 Dajaks den weg verder.
+
+Ten 2 uur komt onder leiding van een Eur. serg. het transport van
+depôt B aan. In depôt B heeft hij achtergelaten 3 zieken (1 inl. fus. +
+2 dwangarb.).
+
+
+
+14 November. 's Morgens stuur ik 1 Eur. serg., 1 fuselier en 10
+dwangarbeiders terug naar Prauwbivak. Zij zijn niet meer noodig en
+mijn aantal dagen rantsoen wordt hierdoor niet onbelangrijk uitgebreid;
+de zieken uit depôt B worden tevens medegenomen.
+
+Met 1 inl. verkenner, 1 Eur. serg., 1 fuselier, 10 Dajaks en
+15 dwangarbeiders op marsch naar boven. 3 Inl. fuseliers worden
+achtergelaten als dekking van Hoofdbivak. Na een steilen klim bereiken
+wij een kam van 3000 meter hoogte.
+
+Legden vandaag ± 2 KM. af.
+
+
+
+15 November. Volgen, voortdurend een pad kappende, den kam, die weinig
+stijgt. Regen en windvlagen.
+
+Onze tenten zijn slecht geworden door het reeds langdurig gebruik,
+zoodat wij bij regen 's nachts weinig slapen. En gaat het er niet
+doorheen, dan waait het wel onder onze afdakjes door.
+
+
+
+16 November. 's Nachts zeer koud; ondanks den wollen deken, slaapt
+niemand; hout om een flink vuur te maken is niet meer te krijgen.
+
+'s Morgens weer met frisschen moed op marsch en reeds spoedig
+wordt een 3200 M. hooge top bereikt, die zich uitmuntend leent voor
+observatie's. (Observatiepunt B, 3200 M.) Zoo goed mogelijk wordt
+hier bivak gemaakt.
+
+De begroeiing bestaat uit lage struikjes; ik heb hier een prachtig
+uitzicht. Het bivak maken gaat er door gebrek aan hout moeilijk. Morgen
+heb ik nog 7 dagen vivres over; door nu een gedeelte der dragers terug
+te zenden naar Prauwbivak houd ik minstens 14 dagen levensmiddelen
+over om van Hoofdbivak weg te blijven. De Dajaks verzoeken om te
+mogen blijven, ten einde den hoogen top mede te beklimmen.
+
+Het uitzicht is hier schitterend; in het Noorden zien wij
+duidelijk de samenvloeiing van Idenburg- en Van der Willigenrivier
+(Kalongeiland), zoodat de lengtebepaling weder zeer nauwkeurig
+wordt. De breedtebepaling is onafhankelijk van de tijdmeters, zooals
+te voren reeds is medegedeeld.
+
+In het kort was de werkwijze als volgt:
+
+Magnetische peiling met boussole-tranche-montagne op Kalongeiland;
+breedtebepaling op sterren. Dit geeft een voorloopige plaats op
+breedte en lengte. Met deze plaats een standbepaling op de zon ter
+verifiëering der tijdmeters. Deze nieuwe stand wordt gebruikt om
+een astronomische peiling te nemen, ter bepaling van één zuivere
+astron. richting en der magn. variatie; dus tevens wordt hiermede
+de ware astronomische richting van Kalongeiland bepaald. De juiste
+ware plaats van observatiepunt B wordt nu opnieuw uitgerekend. Deze
+geheele verbetering kan men, indien men groote verschillen vindt
+tusschen voorloopige en ware plaats, nogmaals herhalen.
+
+Vanaf observatiepunt B. was de Wilhelminatop (sneeuw) te peilen, in
+ongeveer Z. 1/4 O. richting. De hoogte van den Wilhelminatop klopte
+precies, doch de peilingslijn liep er iets langs.
+
+
+
+17 November. Transport 1 fus. + 12 dwangarbeiders terug naar
+Hoofdbivak; vandaar met de dekking door naar Prauwbivak, dus 4
+inl. fus. + 12 dwangarbeiders.
+
+Door 5 Dajaks laat ik het pad verder kappen; de weg wijst zich vanzelf
+en de verkenner en ik hebben het te druk met peilingswerk.
+
+Onze colonne is nu nog sterk: 1 Luit.-ter-zee, 1 inl. verkenner,
+1 eur. sergeant, 10 Dajaks en 3 dwangarbeiders. Totaal 16 man.
+
+De geheele etappenlijn is nu zonder bezetting, in alle bivaks ligt
+echter ruim voldoende eten voor den terugtocht.
+
+'s Nachts wordt in een fellen, kouden wind een astronomische
+plaatsbepaling genomen.
+
+
+
+18 November. Astronomische peiling. Standbepaling tijdmeters. De
+Dajaks kappen het pad verder. Peilingswerk.
+
+
+
+19 November. De geheele Centrale keten is nu te zien: Wilhelminatop,
+Rhumphius keten, enz.
+
+Vandaag kom ik met het peilingswerk gereed.
+
+
+
+20 November. Vertrek naar den hoogen top. (Observatiepunt C.)
+
+'t Is een steile klim en 't valt den verkenner en mij bijzonder
+moeilijk; wij zijn dan ook al van 3 Juni af, aan één stuk door,
+op meer of minder zware patrouilles.
+
+Op den Wilhelminatop is de sneeuw duidelijk te zien; groote vreugde
+onder de Dajaks, voor het meerendeel jonge kerels! Het zien van de
+sneeuw is voor hen een heele gebeurtenis.
+
+Op 3500 Meter hoogte wordt bivak gemaakt; er is gelukkig een weinig
+water in de buurt.
+
+Ons bivak staat aan den voet van een uit groote rotsblokken bestaanden
+steilen top.
+
+
+
+21 November, 's Morgens voor dag en dauw klim ik met den verkenner
+naar boven; na ruim een uur steil klimmen bereiken wij het hoogste
+punt, 3810 M. hoog.
+
+Wij hebben hier rondom prachtig uitzicht; zien Carstensztoppen en den
+Wilhelminatop met de geheele Centrale keten, die er tusschen ligt. Het
+hooggebergte, dat ik op mijn vorigen tocht in September bepaald had,
+is van hier weder duidelijk te herkennen, zoodat volkomen aansluiting
+wordt verkregen.
+
+Een peiling op den Wilhelminatop geeft mij een zeer groote afwijking;
+een astronomische peiling wordt daarom genomen en de magn. variatie
+er uit bepaald; dit geeft nu ongeveer 13° verschil met de normale
+variatie. Zeer waarschijnlijk is dit hier een plaatselijke afwijking.
+
+Den geheelen dag blijf ik met den verkenner boven en pas tegen donker
+dalen wij weder naar ons bivak af.
+
+
+
+22 November. 's Nachts zwaar onweder en hevige regen; onze lekke tenten
+laten ons in den steek en de nattigheid gepaard aan de koude belet
+ons te slapen. In onze dekens gewikkeld, zitten wij maar te wachten,
+tot de dag weer aanbreekt.
+
+Dadelijk weer naar boven; wij treffen een schitterend uitzicht; in
+het Noorden zie ik de meervlakte met de rivieren en zelfs duidelijk de
+randgebergten, die de meervlakte aan de Noordzijde begrenzen, zooals:
+Van Reesgebergte, Gauthier-, Foja-, Karamoor- en Cycloopgebergte. In
+het Zuiden en Westen bevindt zich een diep ravijn, waarin een
+bergrivier naar de meervlakte stroomt.
+
+De hellingen van dit ravijn zijn als bezaaid met huizen en
+ladangs. Overal zien wij rook uit de huizen komen, zoodat er een
+vrij groote bergbevolking moet zitten. Typisch is weer hetzelfde
+verschijnsel, dat zich ook bij de Boven-Rouffaerrivier voordeed: in
+de meervlakte bevolking; diep in de bergen eveneens; op de uitloopers
+der bergen naar de vlakte geen spoor van verkeer. Op onzen tocht in
+het hooggebergte bezuiden de Geelvinckbaai (West-Weilandgebergte)
+in 1913 daarentegen vonden wij aldaar jachtpaden, strikken, enz. en
+bleek er ook werkelijk wèl aansluiting plaats te hebben.
+
+Vandaag kom ik gereed met de bergpeilingen, zoodat wij morgen kunnen
+afmarcheeren. Echter wil ik van observatiepunt B nog enkele bergen
+nemen.
+
+
+
+23 November. Terug naar observatiepunt B. Peilingen.
+
+
+
+24 November. Peilingen.
+
+
+
+25 November. Terug naar Hoofdbivak.
+
+
+
+26 November. In vivresdepôt B.
+
+
+
+27/28 November. In depôt A.
+
+
+
+29 November wordt van depôt A vertrokken en den 30en vinden wij het
+Prauwbivak bijna verlaten terug. Er is namelijk in mijn afwezigheid
+order gekomen, zoo spoedig mogelijk terug te keeren naar Pionierbivak,
+zoodat de sergeant-bivakcommandant reeds bijna alle menschen en vivres
+had weggezonden.
+
+'t Was wel jammer; de tocht, dien ik mij voorgesteld had te maken
+bezuiden de Van der Willigenrivier, teneinde de rivier en het ravijn
+te bereiken, waar ik van af punt C dichte bevolking had waargenomen,
+kon nu niet meer doorgaan.
+
+
+
+1-3 December wordt gereedheid gemaakt voor het vertrek naar
+Bataviabivak.
+
+
+
+4 December varen wij de groote motorboot achterop, die door de
+Idenburg-riviercolonne in gebruik is genomen en weer eens in duigen
+ligt. Ik kan nu niet helpen, maar beloof den djoeroemoedi (stuurman),
+hem van uit Bataviabivak de kleine motorboot tegemoet te sturen.
+
+
+
+5 December. Aankomst in Bataviabivak, alwaar voor mij bericht is van
+den Detachements-command. kapt. Oppermann, om de beide motorbooten
+door de vallen weder naar Pionierbivak te brengen.
+
+
+
+6 December. 3 Prauwen met den verkenner, de sergeant en 10 Dajaks naar
+Pionierbivak met alle instrumenten, meetboeken en verdere waardevolle
+voorwerpen, 's Morgens stuur ik de kleine motorboot uit om de andere,
+groote te gaan zoeken; zij ontmoeten elkaar even boven Bataviabivak
+en komen op eigen kracht aan.
+
+
+
+7-8 December. Proefstoomen met de booten, want het wordt een gevaarlijk
+tochtje. Het hulproer van de groote motorboot, door Dajaks gemaakt,
+bevalt mij niet; het wordt nagekeken en hersteld, waarna nogmaals
+wordt proefgestoomd.
+
+
+
+9 December. Op weg met beide booten; reeds bij het binnenloopen van de
+Batavia-versnellingen slaat het roer der groote boot er geheel af. De
+andere komt te hulp en tracht de boot uit de kolken te sleepen. Als
+dit niet lukt, worden snel alle menschen overgenomen en de groote boot
+aan zijn lot overgelaten. Alleen één Dajak vertikte het om de boot
+te verlaten en tolt alle versnellingen door. Benedenstrooms wordt de
+boot weer opgepikt en naar de vroegere Etappepost IV gesleept. Ik
+laat hier de boot achter met bemanning, 4 Dajaks en dekking, met
+order voor de Dajaks om een stevig noodroer te maken. Met de kleine
+boot komen wij vandaag in Post II bij de Edivallen.
+
+
+
+10 December komt de kleine boot behouden in Pionierbivak aan en eenige
+dagen later verschijnt ook plotseling de groote.
+
+In Pionierbivak, waar ik nu bijna 6 1/2 maand achtereen vandaan
+was, tref ik de kapiteins Oppermann, onzen Detachements-commandant
+en Schultz, mijn colonne-commandant. Alleen Langeler is nog op
+patrouille naar de bronnen van de Idenburgrivier; Dr. Thomsen is hem
+achternagestuurd, om hem terug te roepen.
+
+De tochten zijn voor mij nu afgeloopen en met den kapitein Schultz
+zal ik dan ook spoedig naar Manokwari vertrekken, waar onze huizen
+staan en waar ik dan een begin maak met het teekenen van de kaart.
+
+Den 25en December brengt het G. ss. "Albatros" ons met mijne laatste
+colonne naar Manokwari.
+
+
+
+Alvorens dit hoofdstuk te eindigen, zal nog een en ander worden
+meegedeeld over de bevolking in het stroomgebied der Rouffaerrivier.
+
+
+
+De oevers der Rouffaerrivier zijn vanaf het punt, waar zij uit het
+hooggebergte treedt tot aan hare samenvloeiing met de Van Daalenrivier
+bewoond. De bevolking is er voor Nieuw Guinee zeer talrijk en wordt
+langs de rivieren op circa 10 000 zielen geschat; dit getal werd
+bepaald uit gegevens, verkregen door het tellen der mannen in de
+kampongs. De zijrivier A is zeer dicht bevolkt, evenals de zijrivier
+D der Van Daalenrivier.
+
+Dat de bevolking verdeeld is in stammen komt mij vrij zeker voor;
+in kleeding en versierselen is weinig of geen verschil te bemerken;
+in den aard der lieden echter wel.
+
+
+
+_Bevolking_. De mannen zijn over het algemeen zeer forsch gebouwd,
+hebben echter allen slecht gevormde beenen. De eenige uitleg hiervoor
+is het bijna voortdurend loopen op de randen der zandbanken, waar zij
+tot over de enkels inzakken; zware liesbreuken komen ook algemeen voor.
+
+De vrouwen zijn klein van postuur en goed geproportioneerd; het maakt
+den indruk, dat zij zeer spoedig verouderen. Onder de jongeren ziet
+men er velen, die niet van Papoesche bekoorlijkheid ontbloot zijn.
+
+
+
+_Kleeding en versierselen_. De mannen dragen om het middel eenige dunne
+gordels van varenvezel, zooals ook aan den Mamberamo gebruikelijk is;
+echter zeer weinige, hoogstens 4 of 5 gordels, terwijl sommigen zich
+met één tevreden stellen. Sommige mannen dragen een schaambedekking,
+alsdan bestaande uit een kort, smal stukje geklopten boombast, dat vóór
+op den buik door een der gordels wordt gehaald en dan dubbel afhangt.
+
+De versierselen der mannen bepalen zich bijna alleen tot hoofdtooi;
+tatoeage werd nimmer opgemerkt. De mannen laten op de kruin een
+plukje haar staan, waaromheen een krans van casuarisveeren wordt
+gewonden; de manier waarop dit geschiedt, is verschillend met die aan
+de Mamberamo. De veeren krans staat nl. nagenoeg recht overeind op
+het hoofd en hangt naar buiten over. Hiervóór worden over het hoofd,
+nabij het voorhoofd, eenige dunne banden gelegd, gemaakt van witte en
+bruine vruchtenpitjes. Op het voorhoofd een versiering van gepolijste
+varkenstanden, meestal drie stel boven elkaar. Door de neusvleugels
+van onder naar boven gestoken een soort haarspeld van been, door het
+neustusschenschot een horizontaal stukje hout.
+
+Door den oorlel, eenige tot een driehoekig gebogen casuarispennen,
+de driehoek wordt gemaakt door het dunne uiteinde van de pen in
+het dikke te steken.
+
+Alle mannen dragen een staart van bladeren. Soms ziet men kruisbanden
+over borst en rug. Nooit verlaat hen de geknoopte draagtasch, dien
+zij in alle soorten bezitten. De groote tasschen zijn versierd met
+koppen en pooten van vogels.
+
+De vrouwen dragen ook eenige gordels met schaambedekking van
+boombast. De schaambedekking wordt tusschen de beenen doorgehaald en
+voor en achter aan de gordels vastgemaakt. Zij zijn zeer smal en kort,
+zoodat zij net toereikend zijn, en niet, zooals elders gewoonte is,
+met een breede lap voor en achter afhangen. De hoofdtooi der vrouwen
+bestaat alleen in neus- en oorversierselen, zijnde deze dezelfde als
+bij de mannen.
+
+Op den bovenloop der zijrivier A dragen de vrouwen ook geen schaamlap.
+
+
+
+_Wapens_. Hun bewapening bestaat uitsluitend uit pijl en boog; op
+de Beneden-Rouffaerrivier werden eenige beenen messen gezien. De
+bogen zijn van niboenghout met rottan pees; zij zijn versierd met
+kroonveeren van kroonduiven en met casuarisveeren en tusschen deze
+versierselen rood geschilderd (kleurstof uit boomwortels). De pijlen
+zijn uitsluitend voor den strijd tegen den mensch en voor de jacht
+op groot wild. Vischpijlen, slangenpijlen en vogelpijlen werden
+niet gezien.
+
+
+
+_Voedingsmiddelen_. Hoofdvoedsel is sago, die overal in geweldige
+hoeveelheden voorkomt; voor zoover was na te gaan, geschiedt de
+bereiding gelijk als in andere streken. De sago wordt bewaard in ruwe
+houten bakken zonder eenige versiering; wanneer de sago geheel gereed
+is, wordt zij verpakt in pandanbladeren of stukken van geklopten
+boombast.
+
+Varkens- en casuarisvleesch, wijders allerlei soorten vogels.
+
+De tuinen leveren pisang, suikerriet, keladi, oebi en tabak. De
+laatste wordt gerookt, gerold in een boomblad.
+
+Aan de Beneden-Rouffaerrivier, dicht bij de Van der Willigenrivier,
+werden groote tabakspijpen gebruikt, gemaakt uit een grooten knoest
+hout; men gebruikt daar die pijpen ook bij wijze van trompet.
+
+
+
+_Vaartuigen_. Deze zijn overal gelijk van vorm met die aan de Van der
+Willigenrivier; ze zijn log van vorm, doch liggen licht op het water,
+zoodat zij zelfs tegen stroom in hard kunnen opschieten. Vóór in den
+platten overhangenden boeg is een rond gat, waardoor een boomstok wordt
+gestoken, tot in den rivierbodem, teneinde afdrijven te voorkomen.
+
+Als boomstok wordt gebruikt de middenbladnerf van den sagopalm,
+terwijl, wanneer er geroeid wordt, een kort stuk sagobladnerf als
+pagaai dienst doet.
+
+Zoodra de stroomversnellingen beginnen, maken de bewoners geen gebruik
+meer van prauwen. Er loopen langs den oever zeer goede paden, waarvan
+zij gebruik maken om bovenstrooms te komen. Zij zakken dan af op
+vlotjes, zooals ik reeds uitvoerig beschreef. [34]
+
+
+
+_Jacht_. Voor de jacht op groot wild wordt gebruik gemaakt van
+pijl en boog; men beduidde ons, dat de vogels ook hiermede werden
+geschoten. Waar de inboorlingen echter geen speciale vogelpijlen
+bezitten en in aanmerking nemende het groote aantal vogeljachttrofeeën,
+is er reden te veronderstellen, dat zij een veelvuldig gebruik van
+strikken maken.
+
+Nooit hebben zij veeren van paradijsvogels, die daar zooveel men wil
+te schieten zijn. Toen hun er een vertoond werd, keken zij elkaar
+aan en deden erg geheimzinnig, wilden den vogel echter niet hebben.
+
+
+
+_Vischvangst_. Veelvuldig kwamen voor een soort aalkorven, van rottan
+of van doorntakjes vervaardigd.
+
+Ook zijn er groote hoepelnetten, waarmee de vrouwen schijnen te
+visschen. Men vindt verder op den oever van takken en bladeren gemaakt
+kleine schuttingen (een soort sero's) ± 3 dM. hoog. Wanneer de rivier
+bandjirt, loopt de oever onder; dan de sero geplaatst, en bij weder
+gevallen water is de buit voor het grijpen. De plaats van deze sero's
+gaf ook een aardigen kijk op het onderwaterloopen der meervlakte in
+den bandjirtijd.
+
+
+
+_Werktuigen_. Alleen steenen bijlen, die zeer primitief zijn. Wanneer
+men deze bijlen heeft gezien, begrijpt men, dat de Papoea's fel waren
+op alles, wat maar op een parang (kapmes) leek; in onze nabijheid
+was het woord saroo (= parang? ijzer?) niet van hun lippen. Met deze
+steenen bijlen kappen zij hun ladangs schoon en maken hun prauwen.
+
+
+
+_Huizen_. Mannen, vrouwen en kinderen wonen samen in één huis. De
+huizen zijn gelijk als die aan de Van der Willigenrivier; aan den
+bovenloop van zijrivier A wordt aan den bouw meer zorg besteed;
+dit gaat gepaard met beter verzorgde tuinen.
+
+In verschillende huizen treft men menschenschedels aan. Er is geen
+twijfel, waarom zij worden bewaard, zij hangen bij de jachttrofeeën,
+en liefst op nonchalante wijze tusschen de varkensschedels. Dat
+het koppensnellen hier op groote schaal voorkomt, komt echter niet
+waarschijnlijk voor.
+
+
+
+
+VII.
+
+De Exploratie der B-rivier.
+
+
+Den 20en October afmarsch tot het doel in den titel van dit hoofdstuk
+vermeld. Er was gewacht moeten worden op nieuw menschenmateriaal,
+dat den 16en der maand per "Albatros" werd aangebracht.
+
+In den tusschentijd regelen van particuliere en exploratie-zaken.
+
+
+
+Pionierbivak was een mooi, afgewerkt dorp geworden. Aan den oever, waar
+oorspronkelijk ons barakje had gestaan, waren drie groote "gebouwen"
+verrezen: de groote goedang, het nieuwste (derde) officiershuis
+en het Dajak-huis. Mooie foto's waren door onzen dokter gemaakt om
+het Pionierbivak, dat reeds van alle kanten astronomisch vastlag,
+ook fotografisch vast te leggen.
+
+Commentaren op deze afbeeldingen zijn vrijwel overbodig. Men ziet op
+den voorgrond het derde officiershuis (×) met den grooten omgehakten,
+doch niet te water geraakten boom er voor; rechts daarvan den
+linkervleugel van het Dajak-huis en links, verscholen achter het loof
+van den eenigen "sierboom", dien men in het bivak had laten staan,
+de goedangs; verder de mandikamers en aanlegsteigers en een klein
+"zootje" oude prauwen en sloepen. Bovenstaande foto geeft het groote
+bivak van den achterkant met het derde officiershuis (×) en het tweede
+idem (·) thans onder-officiersverblijf.
+
+Onze nieuwe woning komt beter uit op blz. 195, terwijl de 2e
+foto eenigen van ons in de voorgalerij vereenigd doet zien;
+als een aardigheid werden de drie doodskoppen links erbij
+gefotografeerd. (ethnografica!)
+
+De grond van het bivak, langzamerhand met klein struikgewas en
+onkruid begroeid, zag er vroolijker uit dan in den regen- (=
+modder)tijd. Hier sprong lustig een geelharige jonge hond rond,
+een vroolijke gladdakker [35] of street-terrier en zijn kameraad,
+een klein gestreept varken. Zij waren goede vrienden en namen wat van
+elkanders eigenschappen over: het varken kreeg iets van de wildheid
+van den hond en de hond heel veel van de vuilheid van het varken;
+beiden kenden geen grooter genoegen dan rond te tollen in de modderige
+waterloopjes door het bivak.
+
+Of wel zij zaten onze kippen na, die vrij in eenigszins verwilderden
+staat rondliepen; ons kippenhok toch was reeds lang verlaten,
+sinds er op een goeden nacht een slang in gesnapt was, die zich
+aan eenige kippen had volgegeten en bovendien een groot aantal had
+gedood. Sindsdien liepen alle kippen vrij rond, zij zaten op de
+boomen en overal. Als het "kip" was, trok de oudste der bedienden er
+met een oud jachtgeweer op uit en werden eenige neergelegd. Dat we
+onder die omstandigheden weinig van eieren zagen, was geen wonder,
+vooreerst waren ze moeilijk te vinden en àls er gevonden werden,
+zal het meestal wel "bij toeval" door dwangarbeiders geweest zijn.
+
+Ook koeien hadden we een korten tijd in het bivak gehad,
+met de bedoeling het eeuwige blikkenvleesch eens door versch
+vleesch te vervangen; daar het echter veel te duur uit kwam
+(Manokwari-prijzen!) bleef het bij een proefneming. Men vertelde
+mij hoe Papoea-bezoekers over deze dieren verstomd hadden gestaan;
+men kan zich dat indenken, als men zich herinnert dat de grootste
+afmetingen op het gebied van viervoeters op Nieuw-Guinee in het wilde
+varken worden gevonden.
+
+De vivresopvoer ging altijd nog zijn gewonen gang, de voorraad in
+Bataviabivak werd bijgehouden. Ongelukken kwamen zelden meer voor,
+het aantal prauwen was vrij stationair; Dajaks en huur-Papoea's,
+de eersten als leiders, bedienden de transportlijn.
+
+Ik hoorde ook het lot van een Europeesch sergeant van de
+Idenburgcolonne. Tijdens onze groote opvaart was hij op de
+Idenburgrivier teruggezonden, daar hij de verschijnselen van
+beri-beri voelde. In Bataviabivak aangekomen, had hij zoo'n haast
+om naar beneden te gaan, dat hij denzelfden dag nog doorging in
+een transportprauw met zieken; terwijl hij een dag later met Dajaks
+van het vivrestransport had kunnen varen. Zijn haast kwam hem duur
+te staan: in de Bataviaversnellingen raakte hij het hoofd kwijt,
+gaf aanwijzingen links en rechts, zoodat de prauw omging en twee
+menschen verdronken. De overigen redden zich op den oever, werden
+deels later mee teruggenomen door het voorbijvarend vivrestransport,
+bereikten deels uitgeput Bataviabivak. De sergeant zelf had zich aan de
+prauw vastgeklemd en is met haar stroomafwaarts gedreven, ging in den
+nacht door den Edi-val, waar zijn angstgeroep doorklonk tot Post II,
+vervolgens door de Marinevallen en strandde ten laatste een eindweegs
+beneden die laatste versnellingen. Hier werd hij door Papoea's gevonden
+en bijgebracht; zij brachten den armen, geheel getroubleerden kerel
+in Pionierbivak, vanwaar hij ten spoedigste werd geëvacueerd.
+
+Een dergelijk geval strekt wel tot leering.
+
+De gezondheidstoestand in het bivak was steeds zeer goed; wie er
+bleven voelden er zich in den drogen tijd behagelijk. Die tijd liep
+nu echter op zijn einde en hierin vond ik wel een prikkel om zooveel
+mogelijk spoed te betrachten en ten minste ons Prauwbivak te bereiken
+vóór de groote was begon. Hoe laag de waterstand was geweest ziet
+men op blz. 196 en 197, dit was geweest Juli-Augustus; een verschil
+van 7 M. met den hoogsten winterstand was toen gevonden. Het was zeer
+ongeriefelijk geweest: de doorstrooming onder W.C.'s en mandikamers
+was verdwenen en een vette modderbank, vol rottend afgekapt hout en
+oude blikken, was te voorschijn gekomen; prauwen en sloepen waren op
+het droge geraakt. In dien tijd ging een Dajak-prauw in 2 à 3 dagen
+van hier tot Bataviabivak.
+
+De kleine motorboot, met zooveel moeite boven gekregen, lag nu voor
+Pionierbivak, dupe van den eersten alarmkreet over den Grooten
+Oorlog. Zij verving hier de stoomsloep bij het maandelijksch
+transportsleepen van af den Gouvernementsstoomer naar den oever
+van het bivak; die stoomsloep n.m. was gezonken naast het schip,
+naar het heette door den fellen stroom, waarschijnlijk echter door
+de zorgeloosheid van den stuurman, die binnenboord was geloopen,
+nadat hij de sloep naast het schip had vastgelegd. De sloep was op
+een gegeven moment scheef gaan liggen, volgeloopen, en de vanglijn,
+niet meer bij machte om den grooten druk uit te houden, was geknapt;
+de inzittenden hadden zich reeds ijlings binnen boord geborgen. Doch
+dit was gebeurd eenige maanden geleden.
+
+Over de groote motorboot hoorde ik de gunstigste verhalen, o.a. dat
+zij 3 ton vivres bergen kon. Ik hield reeds een oog op haar voor de
+tweede opvaart; kon echter niet vast op haar rekenen, daar Doorman
+haar misschien op dit moment gebruikte.
+
+
+
+Bij de voorbereiding van dezen mijnen laatsten tocht hield ik rekening
+met alle tot nu toe opgedane ervaring. Zooals daar was:
+
+_Indekking_. Uitsluitend tentdoek van het katoen- lijnolie-
+vaseline-procédé; voor mijzelf mijn kleine Wittich-tent.
+
+_Vivres_. De benoodigdheden voor den troep, ruim naar den tijd en
+precies naar het aantal menschen in kilo's nauwkeurig berekend;
+hierboven 10% als reserve voor bederf. Geen enkele "schatting"
+alzoo. De blikken alle door mij persoonlijk geinspecteerd, opdat niet
+een klein lekgaatje mij 15 K.G. rijst door vochtbederf onbruikbaar
+zou maken. Het vleesch in bundels van 4 blikken bij elkaar gepakt;
+de verstrekte bundels van 6 toch zijn in de prauwen onhandig en te
+groot. Katjang idjoe, hoewel ik die wilde laten slippen, moest op
+order van Kapitein Oppermann (en een zeer begrijpelijke order) mede;
+ik liet er echter evenveel blikken rijst voor thuis, fourageerde
+daarna elke week een deel van de katjang tegelijk met de rijst op.
+
+_Geneesmiddelen_. Veel "buikdrank", [36] kinine en asperine; voldoende
+verband en perubalsem; veel zalf. Alles ging in twee blikken, na
+Canobivak in één. Voor ziekenkost alleen gecondenseerde melk; een
+vivresblik vol bevatte ongeveer 20 blikjes van 1/2 liter.
+
+_Diversen_. Per prauw 6 man; 7 is te veel, 5 te weinig gebleken. De
+eindpatrouille van af Canobivak plus de bezetting van dat bivak,
+tezamen 33 man, en vivres voor 4 maanden, bezwaarde mij met circa 4000
+rantsoenen; dit aantal, gedeeld door het rendement eener prauw na de
+reis van Bataviabivak tot Prauwenbivak, gaf mij het benoodigde aantal
+prauwen en roeiers. De geheele patrouille van af Bataviabivak eischte ±
+7000 rantsoenen. Ik rekende ook met de mogelijkheid dat ik de groote
+motorboot zou kunnen krijgen, maakte dus verschillende schema's.
+
+Eén onderofficier; na vertrek van Canobivak geen.
+
+Eén verpleger, eveneens slechts tot Canobivak.
+
+Daar ik na Canobivak de verkenning in 4 prauwen wilde doen met 24 man,
+waaronder mijzelf, rekende ik op 8 Dajaks, per prauw 2, één voor,
+één achter. Verder op 1 verkenner en de rest, dus 9, dwangarbeiders.
+
+Voor den opvoer langs de Idenburgrivier (behalve op 1 onderofficier,
+1 verpleger en deze 22 menschen) uitsluitend op Papoea's onder Oscar,
+den "onderkoning."
+
+Een blik ruilartikelen, hoofdzakelijk ijzer, dus parangs en bijlen.
+
+Veel werk, pek en spijkers, want boven Canobivak moesten eerst prauwen
+gemaakt worden; overigens is er steeds prauwenreparatie onderweg.
+
+Zooveel mogelijk tijdmeters: 3 van het groote (Marine-)model,
+5 chronomètres-torpilleur.
+
+Vischlijnen en haken in ruime hoeveelheid.
+
+Lichte ijzeren haken, door de Dajaks gesmeed en door hen "kait"
+genoemd; dienden om, aan een gallah gebindseld, de prauwen aan het
+oevergeboomte bij bandjir voort te trekken; hadden aan den onderkant
+een klein voetje om het afglijden van den stok te beletten; gaven
+verbazend veel gemak. Lectuur, waartoe zich prachtig leenden een
+twintigtal exemplaren van de "Petite Illustration"; immers, wanneer
+men zonder aanspraak is, zijn observaties en vivresrekening heeft
+uitgecijferd en zijn patrouillekaart heeft bijgewerkt, dan komt de
+verveling en dat mag niet.
+
+Voor mijzelf nam ik geen andere dan troepvoeding; alleen een viertal
+1 pondsblikken boter voor de jachtopbrengst en een tiental blikjes
+gecondenseerde melk. Overigens rekende ik op de ziekenkost, hopende
+dat ik geen zieken zou krijgen.
+
+Fuseliers, dwangarbeiders en Dajaks waren allen zooveel mogelijk
+door mij uitgezocht uit de oude, beproefde garde; de dwangarbeiders
+uitsluitend riviermenschen uit Djambi en Palembang, flink en
+handig. Velen, die de vorige patrouille hadden meegemaakt, vonden het
+niets leuk, dat ze zoo gezond waren, doch daar was niets aan te doen.
+
+Behoef ik nog te zeggen: geen stoomsloep?
+
+
+
+Alzoo 20 October afmarsch. In drie prauwen slechts. Een dag of 3
+te voren was een groot periodiek prauwentransport reeds naar boven
+gegaan; daar waren alle door mij gereserveerde prauwen bij, gemerkt,
+de beste die ik in Pionierbivak krijgen kon. In 3 1/2 dag was ik in
+Bataviabivak; het was een aangename tocht door het van ouds bekende
+Van Reesgebergte; doch met Dajaks en met fuseliers en dwangarbeiders
+die na een jaar aan het spel met den Mamberamo gewend waren, kon het
+ook niet anders dan voor den wind gaan.
+
+Bij aankomst in Bataviabivak aan den sergeant-majoor-bivakcommandant
+mijn verlangenslijstje opgegeven. Alles werd den volgenden morgen
+apart gezet, soort bij soort; de prauwen apart gelegd; daarna de
+menschen aan het werk gezet om de vleeschblikbundels van zes op vier
+terug te brengen, een werk waar heel wat rottantouw voor noodig was.
+
+Van den kapitein Schultz, dien ik hier ontmoette, kreeg ik toestemming
+om de groote motorboot te gebruiken. Dit was dus de groote meevaller,
+waar ik op gehoopt had. Doorman exploreerde bezuiden Kalongeiland, was
+met een klein prauwentransport gemakkelijk op vivres-sterkte te houden.
+
+Nadat ook alle Papoea's voor het transport definitief waren aangewezen,
+werden de motorboot en 13 prauwen volgeladen, tezamen circa 5000 kg.,
+de motorboot nam benzine in voor 21 dagen en veel vet. De sterkte
+van den troep was ruim 80 man, van wie ruim 50 Papoea's.
+
+Toen werd den 26en October de tocht begonnen.
+
+Bij lagen waterstand en met mooi weer legden wij in 16 dagen den
+afstand tot Prauwenbivak af, een record, dat wij evenwel niet zonder
+zorgen haalden. Die zorgen kwamen natuurlijk van de motorboot en
+wel meer speciaal van de pomp. Ik hield haar steeds in de gaten,
+overwegende dat, waar zij ons in den steek liet, ik mijn vivres
+moest deponeeren om die later te doen ophalen. Elke dag, dat dit
+dichter bij Prauwenbivak geschiedde, was mij een dag winst. Ikzelf
+bleef dan ook steeds in de motorboot, waar ik wel een vrij ruim,
+doch ook een vrij lastig verblijf had. De boot stikte nl. van de
+muskieten, die er ook kalm bleven zitten en beurt om beurt op een
+gelegenheid wachtten om zich even vol bloed te zuigen. De matrozen
+en de motoristen, die bovendien op bloote voeten werkten, waren nog
+het minst hierover gesticht en zij vervloekten den Mamberamo, waar
+ze tegen hun zin werden vastgehouden.
+
+Prompt elken morgen half zeven was het bivak opgebroken en zat het volk
+in de prauwen, wachtende op het sein voor vertrek. Ik liep dan nog even
+het verlaten kamp rond om te zien of niemand iets had laten liggen en
+daarna stak alles van wal. Gewoonlijk lag de motorboot dan een minuut
+of wat te brommen voor er water was, daarna haalde ik mijn transport
+stuk voor stuk in en liet meestal half elf stoppen en den geheelen
+waterloop nazien en schoonmaken. Tegen een uur of half twaalf kwam
+dan de eerste prauw aanzetten, tegen twaalf uur de laatste. Daarna
+werd er een half uur rust gehouden om te eten. In den middag werd
+hetzelfde herhaald; de motorboot hield ten 3 ure stil voor een tot
+bivak geschikte plek, tusschen vieren en half vijf verschenen de
+prauwen. Na aankomst in den middag werd opnieuw de geheele pompbeweging
+nagezien en gereinigd, klaar voor den volgenden dag.
+
+Tusschen Dajaks en Papoea's was de eerste dagen een wedijver, wie het
+meeste met de dajongs zouden presteeren; op glad water toch, zooals
+hier op de vlakterivier, waren de Papoea's in hun element en bij het
+vertrek en lang daarna waren zij gewoonlijk ver vooruit. Doch de Dajaks
+roeiden kalm en zeker door en geleidelijk haalden zij de Papoea's in;
+de eerste prauwen, die des middags tegen vieren verschenen, waren
+steeds de twee, met Dajaks bemand.
+
+Dit kwam mij ook best van pas zoo. Mijn beste houtkappers had ik nu
+het vlugste bij de hand; het eerste wat ik in orde liet maken was
+steeds mijn eigen bed en tent en de Dajaks stelden er ook een eer in,
+dat dit zoo vlug en zoo goed mogelijk in orde kwam; mijn jongen, Noer,
+een dwangarbeider van Palembang, had hierbij het oppertoezicht. Daarna
+maakten de Dajaks hun eigen barakje, dat ze steeds van de anderen apart
+hielden; vervolgens zette ik ze aan het kappen voor het nachtonderdak
+voor de rest van den troep, doch dat stond ze minder aan.
+
+Achteraan kwam gewoonlijk een stelletje Papoea's de kleinste en
+minst sterke van den troep, die ik dan weer door verspreiding over
+verschillende andere prauwen in een wat gunstiger conditie bracht;
+dikwijls ook was er ruzie in een Papoeaprauw en waren dan allen
+"boos", en wilden een tijdje niet roeien, tot de andere prauwen uit
+het zicht raakten en dan werd er weer verder getrokken. Hoe dikwijls
+kwam Oscar bij me, sloeg de hand tegen het voorhoofd bij wijze van
+groet en vroeg me, een van hun kleine geschillen te berechten.
+
+Meestal vreeselijke beuzelingen, een scheldwoord vaak, doch door met
+een ernstig gezicht uitspraak te doen, hield ik er het vertrouwen
+in en legde de verongelijkte zich bij het geval neer; gewoonlijk had
+een grapje het gewenschte resultaat.
+
+Welk kinderlijk volkje, die Papoea's! Pleizier om de minste
+kleinigheid, gelukkig met een heel klein pluimpje. Dikwijls kwamen
+zij ook op ziekenrapport. Als ik hun dan vroeg wat er eigenlijk aan
+scheelde, kreeg ik een lang verhaal over weeën hier en weeën daar,
+doch dat alles ging graag over als ze maar een kleinen "obat" kregen,
+onverschillig welken. Als het periodiek kinineslikken was, de Papoea's
+mankeerden nooit; zij vonden het allen even lekker. Dol waren zij op
+wonderolie, doch ik was er zuinig op. Hoesten leerden ze vlug aan
+en ach, ze konden zoo met een ongelukkig gezicht, al kuchend, van
+hun kwalen vertellen. Doch de grofste wonden aan voeten of beenen
+lieten hen koel; niet waar, dat zat maar van buiten, dat gaf geen
+lekkeren obat.
+
+Ik was zeer tevreden over hen en ze waren over 't algemeen bijzonder
+gewillig; alleen ruw met de prauwen en menigmaal moest er een hard
+woord vallen als ze hun vaartuig weer tegen een ander lieten oploopen,
+dat kop of boorden scheuren kregen.
+
+Eens in de vier dagen was het fourageeren. De prauwen werden zooveel
+mogelijk gelijkelijk verlicht; op zulk een dag vlaste elk stel van
+zes roeiers er op, dat hun prauw met een of meer blikken ontlast zou
+worden. Dan werden de blikken opengeslagen, de heele bende zat er
+omheen en ik was het beste voldaan als er geen vivres bedorven werden
+bevonden. Overigens werd daar nog zooveel mogelijk uit gehaald; een
+blik rijst, b.v.b. dat van onderen wat nat was en duf rook, werd op een
+zeil uitgestort, in de zon gedroogd en met de andere opgefourageerd;
+natuurlijk, er waren grenzen, doch tweede kwaliteit is ook goed.
+
+Streng moest ook gelet worden op het loopen over de blikken, die in
+de prauwen lagen; vooral de Dajaks hadden daar een handje van en hoe
+gemakkelijk konden scheurtjes ontstaan!
+
+De fuseliers, ik had er tot Prauwenbivak 8, hadden den
+schildwachtdienst, 1 1/2 uur lang van 6 uur af tot 5 uur 's morgens. Ik
+verzuimde nooit het bivak geheel schoon te laten kappen en er een
+omrastering van struikgewas en doornen om heen te laten maken.
+
+Met circa 80 parangs was het een moeite van geringen duur, die het
+gevoel van veiligheid vermeerderde. Alle fuseliers sliepen met het
+geladen geweer naast zich; ikzelf had ook steeds den revolver onder
+mijn hoofdkussen. Na den dood van Stroeve was ik dubbel voorzichtig
+en wantrouwend geworden.
+
+De dwangarbeiders deden den dienst van prauwenwacht; met hun negenen,
+telkens 2 tegelijk, gaf dat elken nacht twee uren wacht, van 8 uur
+'s avonds tot 5 uur 's morgens. Dit was wel een onrechtvaardige
+bezwaring tegenover de andere "rassen", doch ik wist er niets beters
+op. De Dajaks toch en evenzoo de Papoea's vatten zoo'n dienst als
+een grapje op en straf zou hier niet veel geholpen hebben, had hen
+in elk geval niet betrouwbaar gemaakt.
+
+Zoo vond de opmarsch geregeld plaats; jacht en vischvangst leverden
+een en ander op, de laatste zelfs veel, doch ik kon er weinig
+van profiteeren: een paar dagen eerst van Bataviabivak vertrokken,
+kreeg ik weer een ingewandsziekte die een dag of tien duurde, die mij
+eenigszins bezorgd maakte voor het "in-elkaar-vallen" van den leider,
+doch die ik ten slotte met een melkdiëet er onder kreeg.
+
+Wij hadden twee ontmoetingen met Papoea's: den 27en met de Tori
+Aikwakai, die ons ijzer afbedelden; ik gaf echter niets, kon mijn
+parangs beter voor boven gebruiken; ik zag weder een kampong op een
+plaats, waar vier maanden geleden niets te zien was, doch vond er
+overigens geen bijzonders. Bivak werd gemaakt op den tegenoverliggenden
+oever. Dien nacht was er zeker feest in de kampong; tot in den
+vroegen morgen hoorden wij muziek als van het slaan op groote
+trommels, begeleid door menschengeroep en hondengejank; ik drukte
+den schildwachten waakzaamheid op het hart, kreeg echter eerst in den
+ochtend bezoek van een 15-tal mannen in zes prauwen, die met groote
+vrijmoedigheid ons bivak binnenstapten en zeer vrijpostig waren. Ik
+liet hen wegjagen, ik moest niets van hen hebben.
+
+De tweede ontmoeting was den 2en November, halverwege
+Prauwenbivak. Hier was een kleine stam van een twintigtal menschen,
+blijkbaar doortrekkende langs den oever der rivier. Daar ik met de
+motorboot stopte om de plaats voor bivak te bekijken, kregen wij
+contact met de voorloopers van deze kleine bende. Wij wisselden
+vriendschappelijke handdrukken en gaven hun sigaretten. Een oude
+man was in een soort vervoering bij de motorboot komen zitten, die
+nog rustig lag te snorren; hij knikte voortdurend met het hoofd en
+murmelde zonder ophouden; heeft ons waarschijnlijk voor goden of
+geesten aangezien. Weldra kwam het gros van den stam: kinderen en
+zwaar beladen vrouwen; zij trokken schielijk voorbij, daarna gingen
+ook de mannen verder.
+
+Den dag, hierop volgende, kreeg ik het eerste belangrijke motordefect
+en wel op de volgende wijze. Door de lange droogte was het rivierniveau
+geweldig gezakt. Groote stammen kwamen bloot, niet alleen op de
+binnenbochten, de glagahbanken: maar ook in de buitenbochten en
+in de gestrekte riviergedeelten aan beide zijden. Het was steeds
+met groote voorzichtigheid uitwijken; gelukkig was de schroef der
+motorboot beschermd door een koperen raam, dat aan den onderkant,
+om schroef en schroefas gebogen, aan de huid was bevestigd. Op 3
+November, om een uur of elf liep de motorboot volle kracht op een
+boom onder water. Wij kwamen onmiddellijk vlot, doch er was geen stuur
+meer; onderzoek wees uit dat de stang, die het roer droeg, totaal was
+kromgebogen; het roer stak boven water uit. Ik liet mij aandrijven,
+wij maakten vast, maakten de roerbeweging los. Inmiddels kwamen de
+prauwen aan; ik liet meteen bivak maken, begrijpend dat de reparatie
+wel zijn tijd nemen zou. Pogingen om den stang gloeiend te maken en
+recht te hameren mislukten; de stang knapte in tweeën, er bleek een
+oude breuk te zitten; blijkbaar had zich het grapje vroeger ook al
+eens voorgedaan.
+
+De Dajaks gaven redding. Zij maakten een houten roer. Niet ver
+behoefden wij te zoeken of wij vonden een stam, die aan zijn voeteinde
+platte, wijduitstaande, driehoekige wortelsteunen heeft; als het ware
+planken van eene bijzonder taaie samenstelling. Hiermee was het ongeluk
+bezworen; een houtblad werd uitgekapt, ik teekende het model en in een
+half uur hadden wij een prachtroer met groot oppervlak. Gelukkig was
+in den voorraad van de motorboot een eind staaldraad; hiervan werden
+twee stropjes gemaakt en het roer er mee opgehangen aan de oude haken;
+de stuurstok (z.g.n. helmstok) werd er stevig aan gebindseld en wij
+hadden een roer dat mocht gezien worden.
+
+Het voldeed den volgenden dag bijzonder goed. Maar op 4 November:
+boem! weer op een boom. Oogenschijnlijk geen bijzonders, doch,
+nauw aangezet, rammelde de schroef als een bezetene. Laten duiken;
+het bleek dat het schroefraam voor de helft reeds was weggestooten,
+de andere helft zwierde los onder de boot en hierin ratelde de
+schroef. Die andere helft werd er dus ook maar afgetrokken. Nu echter
+was het bestaan der schroef elk oogenblik bedreigd en ik bepeinsde al,
+hoeveel dagen de motorboot nog mee zou sukkelen.
+
+Doch ziet, het viel mee. Tot 7 November hield de machine het vol. Toen
+waren wij op slechts een paar kilometers van de gevaarlijke passage,
+die mij nog van mijn ongeval van 23 Juni goed in het geheugen lag. Ik
+was van plan, de motorboot bij die passage af te danken, daar ik
+er niet mee tusschen die boomstamversnellingen door dorst. Doch de
+motorboot dankte zich zelf af. In den morgen van 7 Novemder konden wij
+na een half uur tobben geen water meer uit de koelpomp krijgen. Ik
+besloot kort en goed hier het tijdelijk vivresdepôt op te slaan. De
+prauwen legden aan; een kleine goedang en een hutje voor twee man
+werden met zorg in elkaar gezet, daarna de vivres uit de motorboot
+gehaald en in de goedang geborgen.
+
+Ondertusschen werd de machine nagezien, doch niets hielp. Ik liet dus
+dajongs en lange roeiriemen maken, gaf den menschen der motorboot
+voor 8 dagen eten mee; een karabijn en nog een oud beaumontgeweer
+waren de bewapening, een oude fuselier was commandant.
+
+De bezetting van "Vivresbivak" was twee man. Die konden om de beurt
+wacht doen met de order, zich tegen elke aanranding met scherp te
+verzetten.
+
+Hierna gingen wij voort en de motorboot werd middenstrooms geroeid. Op
+het moment van het afscheid snorde de motor nog eenmaal en ziet,
+de pomp gaf water. Ik denk wel, dat de machinist op de pomp zijn
+uiterste best zal hebben gedaan; ik hoorde later, dat de motorboot
+in 4 dagen Batavia-bivak had bereikt, wat voor de inzittenden zeker
+een opluchting moet zijn geweest.
+
+In den ochtend van den vierden dag na dezen, op 11 November, passeerden
+wij Motorbivak. Daar was het verval reeds leelijk ingetreden; geen
+wonder bij een bivak, dat sinds ruim twee maanden verlaten was. Nu
+door de eerste kloof. Zij was vrij moeilijk, er was blijkbaar druk
+van boven, doch alles marcheerde zonder ongelukken.
+
+De lange versnelling in het bevaarbare deel tusschen de kloven,
+halverwege Prauwenbivak, gaf meer zorg. De rivier heeft daar een
+verhang van 1 1/2 M. en steile afbrokkelende grintoevers. Er is een
+oversteek met niet minder stroom dan in den Edi-val en met evenveel
+kans op ongevallen. De prauwen kwamen na twee uur werken behouden
+over en een uur later waren wij in Prauwenbivak.
+
+Hier werden wij met groote vreugde ontvangen. Men zal zich
+herinneren, dat wij op 28 September van daar waren vertrokken,
+er een bezetting latende met ruim een maand vivres. De Europeesche
+sergeant-bivakcommandant ontving mij met de mededeeling dat hij alles
+had ingepakt en klaar was om den volgenden morgen te vertrekken:
+de vivres waren op.
+
+Welk een toeval, dat ons zoo juist op tijd bracht!
+
+De menschen waren in-blij, ons te zien komen. Zij moeten zich dan
+ook wel vergeten hebben gevoeld. De gezondheidstoestand was goed
+op één uitzondering na: dat betrof een dwangarbeider die in een
+ver stadium van beri-beri was. Wat was dat kereltje uitgeteerd; een
+geraamte gelijk! Loopen kon hij niet meer. Een dag of veertien later
+was hij in Pioniersbivak onder handen van Dokter Thomsen, ik vond er
+hem terug welgedaan en gezond, doch hij had een narrow escape gehad.
+
+Was tot hiertoe alles prachtig voor den wind gegaan en de rivier nog
+rustig, lang kon het niet meer duren. Dat de kentering ophanden was,
+bewezen zware onweersluchten, die zich elken avond in het Oosten
+samentrokken en af en toe tot uitbarsting kwamen. Maar het was nog
+geen ernst geworden, de drift der wolken was nog van Oost naar West.
+
+Daarom werd in Prauwenbivak geen rust genomen. Den volgenden morgen,
+12 November, vertrok de Inlandsche korporaal Kadir met zes der grootste
+prauwen en 37 roeiers, van wie acht Dajaks, 8 dwangarbeiders en de 20
+beste Papoea's, een keurbende alzoo; om te probeeren den voorraad van
+"Vivresbivak" nog te halen voor het doorkomen van de groote bandjirs,
+die de Eerste Kloof onbevaarbaar maakten en dus een oponthoud van
+weken zouden geven.
+
+Vijf dagen was ik in hoop en vreeze; een bandjir kwam op, doch
+verflauwde weer. In den middag van den vijfden dag werd de eerste
+prauw gesignaleerd, weldra nummer zes. Een uur later stond Kadir
+voor mij; geen ongelukken, geen verliezen, de twee man bezetting van
+"Vivresbivak" waren meegekomen. De brave jongen had evenveel voldoening
+over den vluggen voortgang als ikzelf.
+
+Intusschen hadden wij in Prauwenbivak niet stil gezeten. Twee keer was
+reeds een draagtransport heen en weer tot Canobivak geweest, elken keer
+circa 50 man; tevens was dat bivak opnieuw bewoonbaar gemaakt; ik had
+er den waterstand niet hoog gevonden, evenwel was het "bekken" gevuld.
+
+Een derde draagtransport, thans 80 man, liep op 17 en 18 November en
+bracht datgene, wat Canobivak nog behoefde. Negentien November zag
+den afmarsch van den sergeant-bivakcommandant met een 80 man in 10
+prauwen, hierbij alle Papoea's, dat deze menschen in de wolken waren,
+behoeft wel geen betoog; ook het "geraamte" verheugde zich, hij zag
+het leven weer gloren!
+
+Ik vertrok dien dag met mijn heelen eindtroep en alle
+patrouille-benoodigdheden naar Canobivak, latende in Prauwenbivak 6 man
+bezetting en 6 goede prauwen, hoog op den wal en extra vastgebonden.
+
+Mijn terugtocht was dus gedekt en voor vivresnood behoefden wij niet
+bang te zijn; het wegvarend leeg transport toch droeg een nabestelling
+van circa 2000 rantsoenen, eerst na een maand in 9 prauwen te
+ontvangen, een opdracht, die met kalmte kon worden uitgevoerd.
+
+Een groote damarboom, dicht bij Canobivak opgemerkt door mijn Dajaks,
+gaf ons een blik vol hars; dit was alweer een welkome aanvulling van
+den pekvoorraad.
+
+Toen ik me dien avond van 19 November in Canobivak onder het kleine
+tentje ter ruste legde, had ik een tevreden gevoel; de aanvang was
+goed en vlot geweest; de groote voorraad rondom mij en het puike
+menschenmateriëel beloofden ook voor de komende dagen succes. Juist
+30 dagen geleden was ik van Pionierbivak weggegaan.
+
+
+
+Thans was alleen het wachten op de prauwen. Van de drie der vorige
+patrouille, die hier hoog en goed bezorgd op den oever lagen, keurde
+ik de kleinste af en liet er twee prauwen bijmaken. Hiertoe had ik
+mijn 8 Dajaks, die reeds vanaf 16 November in Canobivak aan het werk
+waren geweest; thans kwamen mijn 9 Palembangers helpen; deze verstaan
+het prauwenwerk goed, doch werken veel langzamer dan de Dajaks. Twee
+mooie lange prauwlichamen kwamen den 20en klaar, benevens twee stel
+breede planken, wit en soepel, voor de boorden. Den volgenden dag stond
+alles in elkaar; pek, werk, damar en spijkers waren ruim voldoende;
+op 22 November zouden wij inschepen en stroomop gaan.
+
+Doch Nieuw-Guinee wilde het anders.
+
+Reeds heb ik verteld, hoe elken achtermiddag zware stapelwolken zich
+in het Oosten verzamelden. Tegen zonsondergang, dik en koperkleurig,
+kwam de wolkmassa opzetten, een uur later bedekt ze den hemel,
+bliksemflitsen en dondergerommel waren de uitingen van deze voorboden
+van de komende kentering, doch het bleef nog droog. Eerst 21 November
+kwam de eerste losbarsting.--Wat ik nog niet vertelde, was dat naast
+Canobivak een zijstroompje zich in de groote rivier stortte, een
+frisch, helder watertje met vlak onder het bivak een breeden waterval,
+die de heerlijkste douches gaf. Met het rijzen van het water verdween
+de waterval, want ook de benedenloop van den zijtak vulde zich dan
+met het bruine water der Idenburgrivier. Doch dezer dagen was de
+waterval er weer en even daar beneden, op vlakke steenoevers, lagen
+de prauwen vastgemeerd met dikke touwen aan een boom van den oever.
+
+De avond van 21 November dan, toen wij ons ter ruste begaven, gaf weer
+het gewone onweersverschijnsel, maar het verontrustte mij niet. Na
+den prauwenwachten goede zorg op het hart te hebben gedrukt, viel ik
+in slaap, werd echter een uur later wakker door klaterenden regen. En
+die hield niet op, hield uren aan. Omstreeks middernacht drong van
+beneden het geschreeuw der prauwenwachters tot mij door; de schildwacht
+kwam waarschuwen, doch ik was de klamboe al uit. Ik begreep het al; de
+kleine rivier bandjirde en mijn prauwen lagen beneden! Ik schreeuwde:
+"orang kaloewar, orang kaloewar!" [37] en in een drom gingen wij naar
+beneden, de stormlantaarns in de hand. Het regende en het woei, het
+was hondenweer en stikdonker; sommige der lantaarns woeien uit. Wij
+glibberden de hooge helling af tot we aan het water kwamen. Hier zag
+men bij een bliksemflikkering af en toe een woest schouwspel; het
+rustige beekje van den middag was weg, een woeste stroom vloog ons
+voorbij en op haar golving dansten mijn vier prauwen en beukten tegen
+elkaar. Ieder deed zijn best om te redden wat mogelijk was; doch de
+donkerheid en het tumult van den stroom maakten samenwerking en het
+geven van orders onmogelijk. Daar danste reeds een prauw weg en toen,
+nog wat worstelen, nog wat trekken.... toen trokken de Dajaks me weg:
+het werd gevaarlijk hier: de boom, waaraan nog drie der prauwen lagen,
+raakte los, dreef weg! Weg alles, het werk van zooveel dagen....
+
+Wij klommen naar boven. Een Dajak moest gedragen worden, had het been
+tusschen de prauwen bekneld gekregen; een Dajak was weg. Wij gingen
+slapen, er was niets meer om voor te zorgen. Wat moest ik doen? Nieuwe
+prauwen maken natuurlijk, doch het kostte twee weken en waar haalde
+ik pek en spijkers vandaan? Het zou een kruk-expeditie worden, het
+resultaat van den tocht die zoo mooi begonnen was.
+
+In den nanacht hoorden wij geroep aan den overkant en weldra herkenden
+de Dajaks hun makker. Die was dus gered gelukkig; nog een uur en hij
+was overgezwommen, bij ons. Dat was een vertroosting, daarna sliepen
+wij weer door.
+
+Vroeg in den morgen kwam Noer, de jongen, mij vertellen, dat er
+van de prauwen overblijfselen gezien werden in de Idenburgrivier op
+steenachtige banken een eindje benedenstrooms. Dat was de moeite; het
+gaf weer een straaltje hoop. En ja, het viel mee. Dank zij den boom,
+die met zijn takken aan de steenen was blijven zitten, waren drie van
+mijn vier prauwen daar gestrand. Doch wat was er van over? De planken
+waren gescheurd, twee der onderlichamen gaaf. Alles werd bij elkaar
+gehaald, de planken losgemaakt, spijkers recht geslagen, pek zuinig
+afgeschraapt en in een blik verzameld. Toen werden uit drie gebroken
+prauwen weer twee heele gemaakt, wel met een euvel hier en daar,
+doch best bruikbaar.
+
+Thans werd de oude, afgedankte Papoea-prauw der vorige patrouille
+in eere hersteld, opgelapt, scheuren met blik beslagen en met pek en
+werk gedicht en ziet, in den avond van 22 November was de expeditie
+op nieuw klaar voor vertrek; alleen haar omvang was ingekrompen; ik
+besloot te gaan met 18 man in 3 vaartuigen en 40 dagen vivres. Dat
+de prauwen dien nacht hoog waren geborgen, laat zich begrijpen;
+niet voor niets had Nieuw-Guinee mij weer eens voorzichtigheid geleerd.
+
+Thans kwam nog een oogenblik strubbeling van den kant der Dajaks. Zij
+wilden hun zieken kameraad niet verlaten. Overreden hielp niet, zij
+waren nu ver genoeg geweest, bovendien hadden droombeelden hun een
+ongunstigen afloop voorspeld. Mijn ultimatum was: niet eten of mee. Zij
+kozen het laatste en waren weer opgewekt als te voren. Kinderen, die
+Dajaks; zij zeuren, tot men hun een hard woord geeft, denken daarna
+aan iets anders.
+
+
+
+Zoo werden dan 's morgens op 23 November de prauwen te water gelaten
+en volgeladen; het ging net aan, doch, evenals den vorigen keer, wij
+zouden er ons wel doorheen eten. Ik gaf 5 dagen vivres "bij den man";
+zoo konden wij het 45 dagen uithouden.
+
+Zes Dajaks gingen mede; twee bleven achter: de gewonde en een om hem op
+te passen. Verder zes dwangarbeiders, vier fuseliers en de verkenner
+Makatipu. Noer; mijn jongen, werd mandoer over zijn kameraden; hij
+was zoo ijverig en handig en had toch steeds de leiding.
+
+Canobivak bleef onder bewaking van een korporaal en acht man; zij
+haalden telkens hun eten uit Prauwenbivak; dat hield de menschen
+levendig, een goede marsch van tijd tot tijd. In den goedang lag juist
+zooveel voorraad, dat, als ik na 1 1/2 maand terugkwam, ik mijn prauwen
+maar had vol te laden om er opnieuw voor 1 1/2 maand op uit te kunnen
+gaan. Dit was dus wel gemakkelijk geregeld. De bezetting had verder
+in opdracht, ten spoedigste een goedang met barakje te bouwen op
+den heuveltop, ± 40 M. boven het huidige bivak; zooals men weet, kon
+immers het rivierniveau tot aan het tegenwoordige Canobivak stijgen,
+wij moesten dus daarop voorbereid zijn.
+
+Den 26en November waren wij in "Splitsingsbivak", d.i. aan de monding
+der A-rivier. Hier werd geobserveerd en alle vivres geïnspecteerd. Wij
+hadden nog al met bandjir te kampen gehad; de goede tijd was absoluut
+voorbij, steeds kwamen nu de wolken opzetten uit het Westen. Doch de
+voortgang was goed. Werd de bandjir al te bar, dreef hij ons onder en
+tusschen de overhangende oevertakken, dan maakten wij bivak; want dan
+werd het afjakkeren om een enkelen kilometer met het grootste gevaar
+van omslaan; vroeg braken wij dan op om de schade in te halen. Van het
+grootste nut bleken nu de "Kaits"; wat hadden wij daar een plezier van!
+
+Onderweg waren groote vluchten kalongs of vleermuizen (vliegende
+honden) gezien. Als groote zwarte dorre bladeren hingen zij in
+de takken van sommige hooge boomen. Kwamen wij voorbij, dan werd
+er geschreeuwd en op blikken geslagen, tot de beesten een voor een
+opvlogen; in groote kringen zweefden ze piepend over onze prauwen en
+kwamen eerst weer tot rust als we lang voorbij waren. Een enkele maal
+heb ik ze geschoten, doch ik vond het vleesch niet smakelijk; het was
+bloederig en taai, wellicht komt hier suggestie bij. Misschien ook was
+het slecht klaar gemaakt, want meermalen heb ik later hooren beweren,
+dat kalong-vleesch zich zeer wel laat eten.
+
+In Splitsingsbivak maakte ik een merk; ik had afgesproken met Kapitein
+Oppermann, dat, als ik de A-rivier zou exploreeren, ik eén, voor de
+B-rivier twee blikken op een stok zou vastzetten. Hier werden thans
+twee blikken gezet op een langen gallah en rottankoord stevig tusschen
+de boomen bevestigd.
+
+Op 28 November kwam ik aan de B-rivier; deze liep hier tusschen
+schilderachtige hooge rotswanden, het was een fraaie dag en de rivier
+merkwaardig kalm. Wij maakten dus dienzelfden dag een grooten voortgang
+en bovendien, het vlaktekarakter kwam weer op. Dit laatste is echter
+slechts tijdelijk gebleken; de B-rivier bleef versnellingrivier;
+een blik op de kaart van het door haar doorstroomende heuvelland
+maakt zulks begrijpelijk. Het water was, vergeleken met dat der
+Idenburg-rivier, verbazend helder; ook dit wees er op, dat de B-rivier
+geen vlakte kende.
+
+Sporen van menschen werden spoedig gezien en wel in den vorm van
+ladangs; menschen zelf heb ik aan dezen grooten zijtak vier malen
+ontmoet. De ladangs leverden ketella in groote hoeveelheid, evenzoo
+pisang; verder tabak en kloewé. Wij namen steeds uit een geschikte
+ladang, waar veel groeide, ons bescheiden deel, legden tabak en een
+enkelen parang er voor in de plaats. Deze verandering van voedsel
+was den troep bij zonder welkom en mijzelf niet minder. De wilde
+pisang toch, gekookt, is een geweldig stevig voedsel en evenzoo de
+ketella. Als ik mijn avondmaal van rijst voor pisangs ruilde, had ik
+aan vijf stuks meer dan genoeg. Ik at ze steeds met gecondenseerde
+melk, zoo ook de ketella; men zal zich afvragen, hoe zoo iets in 's
+hemelsnaam mogelijk is en inderdaad zou ik het thans ook een vreemde
+combinatie vinden. Toentertijd echter vond ik het heerlijk.
+
+Zoo reisden wij steeds langs ladangs, zagen hier en daar een hut. Deze
+hadden alle een puntig dak van atap over een gabah-gabahwand van 4 ×
+4 M. lengte en breedte; de baleh-baleh lag meestal 1 1/2 M. boven
+den grond; slechts één keer zag ik een huis op palen van 4 M.
+
+Sago werd weinig gezien; "op het land leven", zooals tijdens de vorige
+patrouille gelukt was, zou hier een onmogelijkheid geweest zijn.
+
+Niet alle dagen was de rivier ons zoo ter wille als dien eersten dag;
+den volgenden morgen liep reeds een zware bandjir en later werden wij
+ook menigmaal onder de oeverboomen gedrukt. In het geheel voeren we
+haar 12 dagen op en hadden toen 130 K.M. langs de oevers afgelegd.
+
+Zelfs aan het eindpunt, waar toch telkens een versnelling den kalmen
+loop van het water onderbrak, werden nog krokodillen gezien; zij
+verdwenen steeds schielijk bij onze nadering. Aan visch was de rivier
+weer bijzonder rijk. Aan jagen werd niet veel gedaan! Wij hadden
+voedsel in overvloed, dus de prikkel om na een dag van aanpakken nog
+weer het woud in te gaan, was niet bijzonder groot; bovendien, ik hield
+liever den troep bij elkaar, want wij hadden niet velen te verliezen.
+
+Een dier, dat ik tot nu toe nog nooit gezien had, werd door twee
+Dajaks meegebracht; het was een boschkangoeroe of koeskoes, dien
+zij geschoten hadden. Een mooi dier met een donkerbruine huid,
+hoog ongeveer een halven meter. Merkwaardig dat mijn fuseliers
+en dwangarbeiders, allen Mohammedanen, het vleesch niet wilden
+eten. Noer, de jongen, verklaarde mij, dat zij in dat opzicht een
+koeskoes gelijkwaardig met een varken vonden; nu, mij smaakte de bout
+des te beter. Wel eigenaardig, dat deze dwangarbeiders (die heusch
+niet allen voor een liefdesmoord in den boei zijn geraakt, doch ook
+wel heel andere dingen op hun kerfstok hebben) zoo streng aan het
+verbod van den Koran vasthielden. Zelfs op de vorige patrouille met
+Kapitein Oppermann, in den tijd toen de sago ons er boven op hield,
+aten de dwangarbeiders geen varkensvleesch; de fuseliers wèl. Thans,
+terwijl er overvloed was, namen geen van allen het.
+
+Toen wij de rivier 8 dagen waren opgeroeid en een dag te voren
+in Zuidelijke richting en niet ver af bergland hadden gezien,
+besloot ik het hoofd eens boven de boomen uit te steken; wij maakten
+observatiepunt I, hoog 325 M. Een loonend, een schitterend uitzicht! In
+nevenstaande schets zijn schematisch de drie gebergten geteekend,
+die ik van hieruit zag; (1) was de Zuidrand van het bergland, dat
+van af de Poeveh en Pauwasi was gekaarteerd, gaf dus aansluiting
+aan de vorige patrouille! (2) was de (vermoedelijke) waterscheiding
+tusschen A- en B-rivier, hoog tot 2500 M. en in het Zuiden overgaande
+in het Centrale Gebergte; (3) was het bergland aan de Oostzijde van de
+Kaiserin Augusta-rivier, wat mijn kaart aanstonds uitstrekte tot over
+de Duitsche grens; tusschen (2) en (3) bergland in Zuid-Oostelijke
+richting, behoorend tot het Centrale Gebergte, doch niet veel boven
+4000 M. en met lagere complexen er tusschen.
+
+Dat ik mijn kaart niet alleen uit dit ééne observatiepunt
+kreeg, behoeft wel nauwelijks gezegd te worden; bovenstaande
+terreinbeschrijving in groote lijnen is het resultaat van de
+gezamelijke metingen; behalve Observatiepunt I waren er nog drie
+andere.
+
+Ik zag wel, dat ik de rivier nog niet voldoende ver was opgevaren om
+het bergland in den uitersten zuidoosthoek te kunnen "grijpen". Daarom
+gingen wij nog vier dagen verder stroomop, een tegenvaller voor velen,
+die gedacht hadden, dat het eindpunt reeds was bereikt.
+
+Observatiepunt II lag 35 KM. verder; op dat traject zagen wij
+tweemaal menschen. Den eersten keer twee mannen bij een kleine
+prauw voor een ladang met een groot huis. Zij waren zeer verbaasd,
+doch niet vreesachtig, toonden belangstelling in al wat hun vreemd
+was. Ik verkreeg eenige woorden van hun taal, pijlen, enz. Er valt
+niets bijzonders over hen te zeggen na de uitvoerige beschrijving
+der stammen in mijn vorige hoofdstuk, waar zij (Pauwasi) geheel mee
+overeenkwamen. Een stuk uit Europa was hier nochtans verdwaald geraakt;
+het was de bovenhelft van een parang, zoo oud en in 't gebruik zoo
+afgesleten, dat die hier wellicht al vijftig jaar was geweest; wij
+gaven de beide menschen thans elk een nieuw exemplaar.
+
+Dat men overigens niet al te hard op ons gesteld was, bemerkten wij een
+dag later. Wij voeren rustig in kalm water, toen het "pana, pana!" [38]
+in eens achter mij klonk. Ik liet mijn prauw vlug oversteken naar
+den veiligen oever en nam onmiddellijk den vijandelijken wal onder
+vuur. Doch geen vijand was meer te zien, een tiental schoten hadden
+indruk genoeg gemaakt. De bepijlde prauw intusschen was niet ver
+gevlucht. Dat had zijn oorzaak: de beide Dajaks, voor- en achterman in
+die prauw, waren onmiddellijk in de rivier gedoken en hielden zich met
+een hand vast aan de prauw, achter het boord, den neus boven water. Dat
+was nu wel erg slim, doch zoo was er van zich-bergen voor de anderen
+geen sprake; hier kreeg ik dus een minder gunstigen kijk op den moed
+der Dajaks, zooals ik reeds vroeger heb aangeduid; om het eigen lijf
+te bergen, stelden zij hun tochtgenooten zonder bezwaren bloot.
+
+Dat er intusschen met reden geschreeuwd was, bewezen twee pijlen,
+die in het prauwboord zaten, gebroken bij de trilling van het treffen;
+of ze ook met kracht aangekomen waren! Ik was blij, dat we er zonder
+gewonden waren afgekomen.
+
+Dienzelfden dag kwamen wij voorbij een kampong met twee groote
+huizen. Model als vroeger. Twee menschen bleven een korten tijd bij
+ons, weldra vluchtten zij het bosch in. Ik wil alleen vermelden,
+dat wij in de woningen talrijke (gesnelde) koppen vonden, met roode
+strepen versierd; als "verf" dient hiertoe een roode krijtsoort, die
+ook in de rivier werd gevonden. Eenige exemplaren werden meegenomen.
+
+Daar het reeds laat was, maakten wij bivak dichtbij op den
+tegenovergestelden oever; weldra verschenen menschen aan den
+overkant. Een tiental mannen wenkten mij uitnoodigend over te komen
+in een van onze prauwen; toen ik met meer menschen wilde gaan, liepen
+zij weg; nu, ik ging niet alleen; ik weet wel, dat er dan spoedig
+ook roode strepen over mijn hoofd hadden geloopen. Echter probeerde
+ik het met drie man, doch zette fuseliers achter de struiken, klaar
+om te schieten als het noodig was; maar de menschen liepen weg.
+
+In deze kampong was niemand meer, toen wij later stroomaf voeren.
+
+Den volgenden morgen roeiden wij reeds een uur boven ons bivak, toen
+mannen ons inhaalden langs den oever. Zij riepen en wij zwaaiden
+vriendelijk. Er gebeurde het volgende: aan een klein open plekje
+legden zij eenige voorwerpen neer, werkten daarna met armen en handen
+in de meening van: "ga in 's hemelsnaam van ons weg!" en verdwenen. Ik
+naderde zeer behoedzaam, bekeek daarna de vredesgeschenken. Het waren
+twee draagzakjes van geknoopten boombast, met veeren van papagaaien
+en paradijsvogels versierd; er waren eenige kleine ingrediënten in,
+o.a. een stukje van het roode krijt.
+
+Hoe merkwaardig, deze menschen, die aan de bepijling wel niet vreemd
+zullen zijn geweest en die het thans het veiligst vonden om vrede
+aan te bieden! Ik zou er echter niet gaarne op vertrouwd hebben.
+
+
+
+Op dezen vredesdag bereikten wij tevens ons eindpunt aan den voet van
+een heuvel, 550 M. hoog, op het oog fraai voor uitzicht; hier kwam
+Observatiepunt II. Ik was thans 675 KM. van Pionierbivak, ruim 900
+KM. van de zee. De verste opvaart van den Digoel was 700 KM., van de
+Kaiserin-Augusta-rivier 1000 KM. en van de Fly-rivier 1100 KM. [39]
+
+Van Observatiepunt II kreeg ik gelijksoortig uitzicht als in I; in
+oostelijke richting, over een 15 KM. heuvelland heen, deed zich de
+uitgestrekte vlakte der Kaiserin-Augusta-rivier aan het oog voor;
+eenige glinsterende strepen beduidden groote moerasplekken of meren
+als de vroeger besproken Rombébai. Daarachter, scherp van lijn,
+het onbekende bergland op Duitsch gebied, 2000 M. hoog, dat aan
+zijn buitenrand zoo zuiver omtrokken wordt door den grooten bocht
+der Kaiserin-Augusta-rivier.
+
+Welk een voldoening geeft het, na langen marsch en inspanning een
+onbekend bergland te ontdekken en in kaart te brengen! Hoe duidelijk
+kwam thans de vlakte uit der groote rivier met haar randgebergten
+in het oosten en in het westen; zoo ontsprong dus onze zijtak van de
+Idenburg-rivier dicht nabij den Duitschen "Mamberamo".
+
+Wat mij echter verdriette, was, dat ik het Sneeuwgebergte niet te
+pakken kon krijgen. Vijf dagen lang heb ik er op gewacht, of de
+Juliana-top of omliggende zich niet wilde bevrijden van zijn sluier
+van wolken of waterdamp, doch het mocht niet zijn; ik kwam niet verder
+dan den keten 3700-3800 op 20 KM. van die sneeuwtoppen. Maar het gaf
+dan toch aansluiting en toen de vijfde morgen weer niets opleverde,
+besloot ik tot terugkeer.
+
+Mijn prauwen en vivres waren in een klein bivak aan den voet van den
+heuvel, de bewaking bestond uit twee fuseliers. Den derden dag had een
+klein vivrestransport van zes man geloopen met twee karabijnen. Dat
+was wel de gevaarlijke zijde van deze Exploratie in klein formaat,
+het werken met kleine verbanden, die dan, zooals in dit geval, nog
+in drieën werden gesplitst. Doch wat wil men? Het rendement was in
+elk geval prachtig.
+
+Ook het systeem "geen onderofficier, geen verpleger" beviel mij
+best. De verveling van het lange zitten in de prauw werd er door
+verminderd: bivakbouw, fourageeren, vivresrekening, zij vulden weer
+den langen vrijen tijd en zóó deed ook het verbinden. Het laatste, het
+"dokteren" i.a., had trouwens het groote voordeel, dat men het vermogen
+van elken man, zoowel als van den heelen troep, tot op een haar kende.
+
+Aan kinine-prophylaxe werd streng de hand gehouden, katjang idjoe
+regelmatig opgefourageerd. Op deze heele patrouille had ik niet eenen
+zieke, niet eenmaal ging de flesch met "buikdrank" open. Maar de
+menschen waren met zorg uitgerust, hadden allen wollen ondergoed
+en nieuwe kleeren, een deken en goed tentmaterieel; bovendien
+ruime voeding en volmaakte rust in de observatiepunten, zoodra de
+boomstelling stond.
+
+Zoo geeft het dan een groote voldoening, die patrouilles in de puntjes
+te regelen en wordt de moeite elken noodigen kilogram berekend te
+hebben, volkomen beloond.
+
+Van diefstal, zooals vroeger wel was voorgekomen, was geen sprake;
+eenmaal hadden twee dwangarbeiders een blik rijst opengemaakt en,
+na zich ruim te hebben ingespannen, het blik in de rivier geworpen;
+zoo iets scheelde mij 30 rantsoen rijst, dus 1 1/2 dag eten! Op
+toevallige wijze ontdekte ik de daders, eerst drie dagen later;
+een zware straf heeft toen herhaling van dit ernstige feit ten
+eenenmale voorkomen. Maar er moet ook een strenge tucht heerschen in
+een troepje, waarmee men zich in het hartje van Nieuw-Guinee bevindt,
+op 600 KM. van het hoofdbivak!
+
+Mijn verkenner Makatipu, menadonees van geboorte, was een aardige
+jongen, die vrij goed hollandsch sprak; vol ijver en een vaardig
+teekenaar. Hoe zaten wij heele dagen op de baleh-baleh boven in
+den boom en maten of wachtten. Hoe werden we geërgerd door het
+zachte westenwindje, dat het meten onmogelijk maakte; door de
+paardenvliegen, die ons staken als wij er niet op verdacht waren,
+door de "geduldvliegjes" die behagelijk over onze huiden heen en weer
+wandelden. Hoe konden we vreugde scheppen in elke nieuwe bijzonderheid,
+die ons opviel van onze hooge stellage! Ja mijn verrukking over het
+vrije uitzicht was nog steeds even groot; die vlakte, die bergketenen,
+door geen mensch nog gezien. Wat voelt men zich daar onafhankelijk,
+vrij!
+
+Mijn observatiepunt III had ik van af dit voorgaande reeds gekozen; het
+was het hoogste punt van een langen heuvelrug in Noordelijke richting,
+dien ik langs een zijrivier dacht te bereiken. Het gelukte mij in
+een dag of drie en na een landmarsch van éénen dag met zes dagen
+vivres. Allereerst werd twee dagen de zijrivier opgevaren en bivak
+gemaakt. Die rivier bandjirde zoodanig, dat het bivak zoowat klaar
+was, toen het onder water raakte; hierna zochten wij het een tien
+meter hoogerop en maakten een tweede bivak. Hier bleven de prauwen
+achter, vivres, drie fuseliers en éen Dajak. Dezen man had een klein
+malheur getroffen. Bij het kappen had een van zijn stamgenooten hem
+even met het puntje van zijn mandau in de kuit geraakt en toevallig
+een ader opengesneden. De man bloedde als een rund, doch ik had een
+gummislang en stelpte vlug het bloeden, tot groote bewondering van
+de bezorgde kameraden. Die hadden zoo iets nog nooit gezien! Toen
+een stevig verband en daar lag mijn kostbare riviermensch; doch wij
+behoefden niet meer stroomop, het kon wel lijden.
+
+Met dertien man marcheerde ik eenen dag door een vrij zwaar terrein,
+doch gelukkig nog geen Van Rees-Gebergte. De weg tegen den kam op
+was zeer steil en smal, op 't laatst klommen wij als katten. Doch wij
+waren 's avonds in bivak op een mooi plekje van den top (480 M. hoog),
+met frisch water in de buurt. Dichtbij moesten menschen zijn, want op
+geen 200 M. van ons af was een huis met puntdak, gaaf en dus bewoond
+of pas verlaten.
+
+Trouwens, waar wonen geen menschen in dit deel van
+Nieuw-Guinee? Behalve de talrijke sporen langs de rivier en onze
+vluchtige ontmoetingen, zagen wij over het heele land verspreid in
+vlakte en over de heuvels de meest onmiskenbare teekenen van het
+verblijf van Papoea's: opstijgende kolommetjes dunnen blauwen rook,
+die vooral in den avond menigvuldig werden.
+
+In Observatiepunt III werden de metingen gecompleteerd, de kaart
+uitgebreid. Er moest veel gekapt worden. Een keer viel een boom
+vlak langs mijn observatiestelling; doch de Dajaks waren zeker van
+de richting geweest, waarin die boom zou vallen. Toch was de suizing
+vrij sterk; een van de zware takken van den vallenden boom greep langs
+den stam, waarin wij zaten en zwiepte ons eenige malen heen en weer;
+wel interessant, maar toch wat angstig!
+
+Wij bleven hier drie dagen.
+
+Op den terugmarsch, dicht bij het bivak der prauwen, bij het afdalen
+van een steilen rug, hoorde ik eensklaps dat we "aanraking" hadden. En
+niet vriendschappelijk! Mijn troepje haastte zich verder, ik snelde
+met de fuseliers naar boven, de wapens in de hand. Hier stonden
+wij voor een tiental gewapende en gevechtsklare Papoea's. Toen ze
+ons ongewapend (!) zagen, zakten de pijlen; men kwam nader, tabak
+baarde vriendschap. Het waren brave kerels; zij begeleidden ons
+den verderen terugweg en onderzochten met groote nieuwsgierigheid
+al onze "bullen", tot zelfs mijn kleeding, waarvan ze de strekking
+niet schenen te vatten. Toen ik mijn blouse een oogenblik uittrok,
+vervulde die "losse huid" hen met de grootste verbazing; ook mijn
+hoed viel zeer in hun smaak, een enkele probeerde hem. Ik verzamelde
+hier weer verschillende woorden, o.a. den naam der zijrivier: Abo;
+wel bijkans onnoodig te zeggen, dat deze woorden niet leken op die
+uit eenige vroeger gehoorde taal; het merkwaardige is, dat namen voor
+gelijke voorwerpen, b.v.b. pijl of boog, bij de verschillende stammen
+ook zelfs geen vage klankverwantschap met elkaar hebben. Typisch ook
+dat Papoea's altijd op het oorlogspad zijn. Nooit zag ik er zonder pijl
+en boog. Hoeveel levensonzekerheid is daar in hun zwerversbestaan;
+doch wellicht zijn de onderlinge verhoudingen milder dan wij ons
+voorstellen.
+
+Het opschrijven der woorden maakte onze vrienden angstig; daarna
+dorsten zij ook niet in het bivak te komen, doch bleven loeren aan
+den buitenkant. Toen wij een half uur later vertrokken, begeleidden
+zij ons echter juichend een eindje langs de rivier, spoedig waren
+wij uit zicht.
+
+Een welwillende bandjir bracht ons dicht bij Observatiepunt IV. Daar
+liepen wij den volgenden morgen tegen op; het was een heuvel van 420
+M., waar geen bijzonders meer van te vertellen valt.
+
+En nu was het afgeloopen. Op 29 December 's morgens vroeg, verliet
+ik dit laatste observatiepunt. Ik ontmoette nog één keer menschen,
+verzamelde woorden, doopte hier de B-rivier definitief Sobgèrtoerin
+[40], vond de hierboven vermelde taalconclusie weer bevestigd,
+merkte overigens geen bijzonders op. Vermeldenswaardig is alleen,
+hoe een moedertje een heel klein pasgeboren kindje in een netje op
+den rug droeg; een huisvarkentje marcheerde er genoegelijk naast.
+
+Dus thans waren we klaar. Ik rekende: 1 Januari in Canobivak, de
+patrouille gemaakt in 39 dagen. Ik had dus de vivres wel noodig gehad,
+maar toch nog vrij veel overgehouden, daar ik meermalen half of geen
+rantsoen had gegeven als wij overvloed van ketella of pisang en visch
+hadden gehad.
+
+
+
+De terugtocht ging vlug en ongestoord. Verrukkelijk op den snellen
+stroom zonder veel moeite voort te varen. Ik was wel tevreden; de
+helft van mijn opdracht was vlug en met prachtresultaat uitgevoerd.
+
+Tegen elf uur deden wij een merkwaardige ontdekking. Op een eilandje
+in de rivier een Dajak-bivak! Mijn Dajaks hadden het onmiddellijk in
+de gaten; behalve het hutje was hier een merkteeken gemaakt, eenige
+armdikke stammetjes van den bast ontdaan en ingekapt met den scherpen
+mandau. Het leed geen twijfel of men was mij achterop geweest en toen
+wij de andere bivakjes van het troepje stuk voor stuk voorbij voeren,
+was het mij geheel duidelijk, dat ik teruggeroepen en de exploratie
+beëindigd was.
+
+Den volgenden dag in Splitsingsbivak gekomen, betrok ik het oude
+Bivak nog voor een of twee dagen. Aan den overkant was een heuvel,
+die mij, naar ik hoopte, uitzicht zou geven over het stroomgebied der
+A-rivier. Een dag hard werken gaf echter een matig succes; een breede
+rug, waarachter de A-rivier na een paar bochten schuil ging, onttrok
+het achterland aan ons oog; slechts kon ik nog met eenige peilingen
+het scheidingsgebergte tusschen A- en B-rivier aanvullen. En van de
+A-rivier vaststellen, dat ze aanvankelijk uit het Zuid-Westen kwam.
+
+Met gemengde gevoelens zat ik daar boven in den boom. Met een baloorig
+gevoel wegens het "onontdekt" blijven van den tegenover mij liggenden
+grooten zijtak der Idenburg-rivier; ja, dezen tak vergelijkende met
+de B-rivier of met de afwatering van Botbotna of Mokkofiang, moest ik
+eerlijk bekennen, dat mijns inziens de grootste waterader van deze
+drie de A-rivier was; een meening, die ik ook reeds bij vroegere
+opvaarten heb gehad. De A-rivier dus de eigenlijke Idenburg-rivier,
+die dan toch komt van het Sneeuwgebergte, van den Julianatop; en deze
+was niet geëxploreerd! Het was wel jammer.
+
+En dan ook: zoo vlot was alles verloopen, de vivres lagen in Canobivak
+klaar, het was zoo zonde die ongebruikt te moeten laten.
+
+Laat mij ook ronduit bekennen dat een gevoel van opluchting, van
+vrijheid na goed volbrachte taak, zich van mij meester maakte. Over
+eenige dagen zou ik in Pionierbivak zijn en vandaar weer de beschaving
+langzamerhand bereiken. Het streelde mij, het trok mij aan, ik kan
+het niet ontkennen.
+
+2 Januari van Splitsingsbivak vertrokken, kwamen wij den 3en in
+Canobivak aan. De waterstand was zeer hoog, het bivak was niet meer
+dan 10 M. boven water. Alles was verlaten. Een klim naar boven bracht
+mij voor het bovenbivak, waar ik inderdaad een nette kleine goedang
+vond, doch alle vivres waren weg.
+
+Een groot gevoel van verlatenheid beving den heelen troep. Geen
+spoor, geen teeken, een groote vlucht. Men vergete niet dat ik in
+2 1/2 maand geen oorlogsnieuws had gehad! Was Prauwenbivak, was
+Pionierbivak nog bewoond?
+
+Ik fourageerde zeven dagen vivres, bovendien kreeg ieder zijn aandeel
+van mijn eigendommen, instrumenten en ethnografica. Zwaar beladen
+ging men op marsch. Halverwege Prauwenbivak viel het nachtbivak.
+
+4 Januari in den middag konden wij onze vrees, de eenige in
+Nieuw-Guinee te zijn, op zijde zetten: wij zagen rook, er waren
+menschen in Prauwenbivak.
+
+Korporaal Kadir meldde zich bij mij, bivakcommandant; hij was hier
+met ± 12 man, er lagen 5 goede prauwen. Ten spoedigste werd alles
+voor vertrek gereed gemaakt.
+
+Ik vond er brieven en daaronder het bevel tot terugkeer met alle
+vivres en voorraden. Een schrijven van Dokter Thomsen las ik met
+groote belangstelling; hij toch was het, die mij met negen Dajaks
+achterop was geweest op last van kapitein Oppermann, die den 16en
+November het bevel, om de exploratie te staken, ontvangen had. Doch
+zijn brief was geen opwekkend reisverhaal; het was een aaneenschakeling
+van moeilijkheden en misère. Met twee prauwen vertrokken, een groote
+en een kleine, hadden zij zich moeizaam tegen de bandjirs opgewerkt,
+mijn merk in Splitsingsbivak gevonden. Op een avond aan de B-rivier
+hadden de Dajaks vrij van wacht gevraagd, zij waren moe na een heelen
+dag tobben; de dokter had hun dat toegestaan, onvoorzichtig. Den
+volgenden morgen was de groote prauw weg! Drie dagen had Thomsen nog
+langs den oever gemarcheerd, was toen ziek geworden. Hij besloot tot
+terugkeer, begreep mij toch niet te zullen krijgen. Een vlot werd
+gemaakt en hierop en in de kleine prauw werd teruggevaren; het vlot
+was eenige malen over den kop gegaan tegen steenen en rotshoeken;
+allen waren echter behouden aangekomen. Thomsen schreef, hoe blij
+hij zijn zou, mij behouden terug te zien. Nu, die vreugde zou hem
+spoedig te beurt vallen.
+
+
+
+Op 5 Januari was de afvaart. De waterstand was hoog, doch er was geen
+bandjir. Ik zag geen reden om de Eerste Kloof niet door te gaan,
+was echter zoo voorzichtig om de prauwen slechts matig te beladen,
+een maatregel die ons waarschijnlijk van verdrinken heeft gered.
+
+Want de Eerste Kloof was verschrikkelijk! De stroomversnelling was
+zoo hevig, dat overal gevaar dreigde. Een poging der Dajaks, om
+bij het ontdekken van het gevaar nog den wal te halen, was volkomen
+vruchteloos; een geweldige zuiging trok ons mee. Een golf sloeg mijn
+prauw halfvol water, wierp ons daarna tegen een steilen rotswand. Ik
+dacht niet anders dan dat mijn prauw zou splijten, doch zij hield
+uit. We roeiden als bezetenen om vrij te blijven van de steenen
+en een jagende stroom sleepte ons mee. De prauw van Makatipu, een
+groote als de mijne, verging het evenzoo; dezelfde kolk wierp hem
+tegen de steenen; ook zij kwamen vrij. Naar de drie andere prauwen
+keek ik niet meer, die waren kleiner, die gaf ik verloren; helpen was
+onmogelijk geweest, wij hadden genoeg aan onszelf. De heele kloof
+van 2 KM. waren we in een paar minuten door. Toen ademde ik op,
+de kloof was uit, we passeerden het oude vervallen Motorbivak. Ik
+hield er stil, wachtte op de anderen. Makatipu kwam, een poosje nog,
+en toen de anderen, een voor een. Goddank, geen ongelukken. Allen
+zagen bleek van schrik, zooiets had men nog niet beleefd. Eerst
+toen wij de Marinevallen waren gepasseerd, zei Noer, mijn jongen:
+"saja hidoep!" [41] Doch voorloopig was het stil in de prauwen.
+
+Drie dagen deden we over de terugvaart tot Bataviabivak, op den
+8en passeerden we de versnellingen in het Van Reesgebergte. Den 8en
+Januari kwam ik in Pionierbivak.
+
+Die afvaart langs de Idenburg-rivier ging 's nachts door; mijn menschen
+berustten gaarne; de oevers zaten thans zoo stikvol muskieten, dat
+bivakmaken hier een kwelling was. Tegen donker hielden wij stil,
+kookten eten en roeiden weer voort. Ik behoefde heusch niet aan te
+sporen, de muskieten zaten er wel achterheen. De eerste nacht was
+goed, de tweede regenachtig en ellendig. De muskieten waren toen zelfs
+op het water; zij staken in het donker, men kon ze niet zien. Mijn
+menschen waren stijf van kou; gelukkig had ik nog cognac, zoo bracht
+de flesch allen een kleine verwarming. In den avond van 7 Januari
+werd Batavia-bivak bereikt; met welk een vreugde werd de lantaarn,
+die ons daar van verre tegenstraalde, begroet!
+
+Over de Idenburg-rivier viel niets te vertellen; wij waren allen
+blij, toen het lange traject achter den rug was. Of er dien nacht in
+Batavia-bivak geslapen werd!
+
+En toen den 8en door het Van Reesgebergte. Het was een mooie dag,
+de Dajaks gilden vroolijk; de anderen eerst, nadat de Marinevallen
+gepasseerd waren. Toen zongen zij tot de avond viel en de lichten
+van Pionierbivak om den hoek verschenen. Nu, ook mij sloeg het hart
+van vreugde; het was weer ruim 2 1/2 maand sinds ik het comfort van
+het hoofdbivak miste en ik was er gansch niet ongevoelig voor.
+
+Ik vond een hartelijke ontvangst; wij hadden een opgewekten avond. En
+aan het vertellen kwam geen einde.
+
+
+
+Slot.
+
+
+De exploratie van Nieuw-Guinee was hiermee dus beëindigd; zij had
+veel gekost, veel geld, veel inspanning en vele menschenlevens.
+
+Moet men nu teleurgesteld uitroepen, als men hoort, dat geen rijke
+goudvelden gevonden, geen steenkolenlagen of petroleumbronnen tot
+nu toe met succes geëxploiteerd zijn: "Waartoe zóóveel verspild aan
+een land zonder toekomst?" Immers neen. Om te beginnen is het een
+verblijdend iets, dat Nederland, hetwelk tot 1907 sinds 80 jaren een
+kolonie van 12 maal zijn eigen oppervlak bezat, zonder het binnenland
+noemenswaard te kennen, in 8 jaren tijds een goede overzichtskaart
+verkreeg.
+
+Tevens wijzen verschillende feiten bij het uit den aard der zaak
+zeer vluchtig geologisch onderzoek tijdens de militaire exploratie
+er op, dat op meerdere plaatsen petroleum gevonden kan worden. Op de
+Noordkust werd jodium en petroleum ontdekt; steenkool werd gevonden
+in West-Nieuw-Guinee.
+
+De aanplantingen op Engelsch Nieuw-Guinee van rubber, cocos, hennep,
+tabak en katoen geven zeer gunstige resultaten, en het is zeker, dat
+ons vruchtbaar gedeelte in dit opzicht daar niet voor onder behoeft
+te doen. Als werkkrachten zijn de bewoners van ons gebied echter
+nog weinig bruikbaar; werken kunnen zij niet. Dit kan en moet hun
+echter geleerd worden. Een groot bezwaar blijft echter nog over,
+het buitengewoon ongezonde klimaat der lage streken, die vóór de
+ontginning zeker geassaineerd moeten worden.
+
+Aan de hand van de voor dit doel zeer bruikbare overzichtskaart zullen
+geologen, plant- en dierkundigen het land verder elk op hun gebied
+nader kunnen onderzoeken. Gebruik te maken van de dikwijls jarenlange
+ondervinding van de eerste explorateurs zal dan wel nuttig blijken
+te zijn.
+
+Van ethnografisch belang blijft nog de nadere kennismaking met de
+bewoners der zeer dicht bevolkte valleien, door mij gezien bewesten
+en bezuiden het laatste observatiepunt, ± 4000 M. hoog, bezuiden
+Kalongeiland.
+
+Een onderwerp, dat nog steeds veler belangstelling gaande houdt, is
+dat van den zoogenaamden "doorsteek", dwars door Nieuw-Guinee op zijn
+breedst. Over de plaats, waar dit het gemakkelijkst zal geschieden,
+valt natuurlijk wel van meening te verschillen; doch ik ben van opinie,
+dat deze doorsteek, mits goed voorbereid, overal slagen zal.
+
+Dit herinnert mij het gezegde van den toenmaligen Militairen
+Commandant van Ambon, onzen doortastenden en energieken Chef der
+geheele Exploratie, den Majoor Gooszen, [42] die nooit bezwaren maakte
+en ook geen bezwaren accepteerde: "Bezwaren en moeilijkheden zijn er
+alleen om te worden overwonnen".
+
+Het mooie resultaat der Mamberamo-expeditie moet dan ook voor een groot
+gedeelte toegeschreven worden aan het met helder inzicht en ruimen
+blik in groote lijnen aangeven van het plan door dezen hoofdofficier,
+die in vroegere jaren als een der eerste explorateurs in Merauke
+reeds zijne sporen verdiende.
+
+Vergelijken wij de kaart van het Nederlandsche gebied met die van
+de oostelijke helft van het eiland, dan kunnen wij constateeren,
+dat wij onze buren, de Duitschers en de Engelschen, in dit opzicht
+een heel eind vooruit zijn en kunnen wij tevreden zijn, dat onze
+regeering dit werk zoo krachtig heeft aangepakt.
+
+Mogen, als vrede en rust weder op aarde zijn wedergekeerd, vele
+wetenschappelijke onderzoekers zich beijveren, om den voltooiden
+arbeid der Militaire Exploratie-detachementen productief te maken
+door nader en vollediger onderzoek. De weg is voor hen bereid!
+
+
+
+
+AANTEEKENGINGEN
+
+
+[1] Onder bovenstaanden titel kwam ons in handen een uitgebreid
+werk over de exploratie van Nieuw-Guinee door de Luitenants ter zee
+L. Doorman en J. Langeler, welke beide officieren een belangrijk
+aandeel hadden aan dezen grootsch opgezetten Gouvernementsarbeid.
+
+Wij nemen hieruit, bij gebrek aan plaatsruimte voor geheele publicatie,
+een aantal fragmenten over. Een korte inleiding, die de schrijvers
+doen voorafgaan aan de schetsen, is onontbeerlijk.
+
+ De Uitgevers.
+
+[2] Raak = Papoesch woord voor plunderen en koppensnellen.
+
+[3] Dit ontschepen en weder inschepen was noodig om de materialen,
+die het eerst gebruikt moesten worden, te sorteeren.
+
+[4] Luitenant ter zee Langeler.
+
+[5] Niet overgenomen.
+
+[6] Mamberamo, evenals Amberam of Aiberam, beteekent "het groote water"
+in Papoea-taal.
+
+[7] Bij het bereiken van grootere berghoogten verschijnt zij helaas
+weer, mijn collega Doorman had er tot 2000 M. hoogte last van.
+
+[8] Collega Doorman teekent hierbij aan:
+
+"Deze Papoea's werden door mij aangetroffen bij de Weir-rivier,
+vergezeld van twee Ternataansche of Binongkineesche jagers; zij
+kwamen rechtstreeks in aanraking met deze jagers, die van Wakdé-eiland
+kwamen, via de Matabori (een rivier tusschen Mamberamo en Apauwer),
+naar den Mamberamo. Deze laatste rivier oproeien lukte hun niet door
+den sterken stroom."
+
+[9] Evenals Pionierbivak het hoofdbivak was der vorige expedities voor
+de stroomversnellingen in het Van Rees-gebergte, was Batavia-bivak
+geweest het hoofdbivak nà die versnellingen, dus bij het begin der
+"Meervlakte", waar de Mamberamo weer vlakterivier was; Batavia-bivak
+dateerde van de Expeditie Franssen Herderschee van 1910.
+
+[10] Die wij naar onzen dokter de "Thomsen-rivier" noemden.
+
+[11] Niet overgenomen.
+
+[12] De groote motorboot liep n.l. hoogstens 5 1/2 mijl per uur.
+
+[13] Uit den vezeligen bast van den melindjoe-boom.
+
+[14] Doorman teekent hierbij aan, dat op Nieuw-Guinee nog nooit
+vergiftigde pijlen gevonden zijn.
+
+[15] Maleisch; = het schip komt!
+
+[16] Maleisch: heel gemakkelijk.
+
+[17] Noordkust beoosten Kaap d' Urville.
+
+[18] De lezer ziet uit deze uitlating, dat het ongeval van de "Valk",
+op blz. 148 beschreven, niet alleen stond.
+
+[19] De eigen gemaakte tuinbank op den hoogen rots was van Post II
+en was voor den doortrekkende na het dagwerk een gewaardeerd zitje.
+
+[20] Zoet water voor voeding van den ketel.
+
+[21] Mandoer = bootsman.
+
+[22] Werd gedoopt Motorbivak; wel te onderscheiden van Motorbivak
+aan de Idenburg-rivier.
+
+[23] Lens beteekent hier: droog en drijvende.
+
+[24] Karabijnen = Inl. fuseliers.
+
+[25] Ladangs = tuinen.
+
+[26] Zie kaart.
+
+[27] Bij het Detachement geplaatst voor den geëvacueerden 1en
+luitenant Schulze.
+
+[28] Obs.-punt 4 = de zoo juist beklommen top van 2650 meter.
+
+[29] Hier en daar zijn enkele onjuistheden verbeterd.
+
+[30] Deze "ik" is de schrijver S(taal) in het Tijdschrift K.N.A.G.
+
+[31] Tocht van Doorman in 1913.
+
+[32] Maleisch; = we leven weer op
+
+[33] "Karabijn" is synoniem met fuselier.
+
+[34] Dit bedoelde hoofdstuk is niet opgenomen.
+
+[35] Indische naam voor de kamponghonden.
+
+[36] cholera-essence.
+
+[37] Maleisch: er uit! er uit!
+
+[38] Maleisch; pana = pijl.
+
+[39] Hoe worden deze aanzienlijke afstanden echter weder in de
+schaduw gesteld, als men bedenkt dat de lengte van den Amazonas van
+den oorsprong tot de monding 4500 KM. is!
+
+[40] Toerin beteekende hier water.
+
+[41] Maleisch; = ik leef weer op!
+
+[42] De tegenwoordige kolonel Gooszen, Commandant van Walcheren.
+
+
+
+
+
+
+End of the Project Gutenberg EBook of Nieuw-Guinee en de exploratie der
+"Meervlakte", by J. W. Langeler and L. A. C. M. Doorman
+
+*** END OF THIS PROJECT GUTENBERG EBOOK NIEUW-GUINEE ***
+
+***** This file should be named 20167-8.txt or 20167-8.zip *****
+This and all associated files of various formats will be found in:
+ http://www.gutenberg.org/2/0/1/6/20167/
+
+Produced by Jeroen Hellingman and the Online Distributed
+Proofreading Team at http://www.pgdp.net/
+
+
+Updated editions will replace the previous one--the old editions
+will be renamed.
+
+Creating the works from public domain print editions means that no
+one owns a United States copyright in these works, so the Foundation
+(and you!) can copy and distribute it in the United States without
+permission and without paying copyright royalties. Special rules,
+set forth in the General Terms of Use part of this license, apply to
+copying and distributing Project Gutenberg-tm electronic works to
+protect the PROJECT GUTENBERG-tm concept and trademark. Project
+Gutenberg is a registered trademark, and may not be used if you
+charge for the eBooks, unless you receive specific permission. If you
+do not charge anything for copies of this eBook, complying with the
+rules is very easy. You may use this eBook for nearly any purpose
+such as creation of derivative works, reports, performances and
+research. They may be modified and printed and given away--you may do
+practically ANYTHING with public domain eBooks. Redistribution is
+subject to the trademark license, especially commercial
+redistribution.
+
+
+
+*** START: FULL LICENSE ***
+
+THE FULL PROJECT GUTENBERG LICENSE
+PLEASE READ THIS BEFORE YOU DISTRIBUTE OR USE THIS WORK
+
+To protect the Project Gutenberg-tm mission of promoting the free
+distribution of electronic works, by using or distributing this work
+(or any other work associated in any way with the phrase "Project
+Gutenberg"), you agree to comply with all the terms of the Full Project
+Gutenberg-tm License (available with this file or online at
+http://gutenberg.org/license).
+
+
+Section 1. General Terms of Use and Redistributing Project Gutenberg-tm
+electronic works
+
+1.A. By reading or using any part of this Project Gutenberg-tm
+electronic work, you indicate that you have read, understand, agree to
+and accept all the terms of this license and intellectual property
+(trademark/copyright) agreement. If you do not agree to abide by all
+the terms of this agreement, you must cease using and return or destroy
+all copies of Project Gutenberg-tm electronic works in your possession.
+If you paid a fee for obtaining a copy of or access to a Project
+Gutenberg-tm electronic work and you do not agree to be bound by the
+terms of this agreement, you may obtain a refund from the person or
+entity to whom you paid the fee as set forth in paragraph 1.E.8.
+
+1.B. "Project Gutenberg" is a registered trademark. It may only be
+used on or associated in any way with an electronic work by people who
+agree to be bound by the terms of this agreement. There are a few
+things that you can do with most Project Gutenberg-tm electronic works
+even without complying with the full terms of this agreement. See
+paragraph 1.C below. There are a lot of things you can do with Project
+Gutenberg-tm electronic works if you follow the terms of this agreement
+and help preserve free future access to Project Gutenberg-tm electronic
+works. See paragraph 1.E below.
+
+1.C. The Project Gutenberg Literary Archive Foundation ("the Foundation"
+or PGLAF), owns a compilation copyright in the collection of Project
+Gutenberg-tm electronic works. Nearly all the individual works in the
+collection are in the public domain in the United States. If an
+individual work is in the public domain in the United States and you are
+located in the United States, we do not claim a right to prevent you from
+copying, distributing, performing, displaying or creating derivative
+works based on the work as long as all references to Project Gutenberg
+are removed. Of course, we hope that you will support the Project
+Gutenberg-tm mission of promoting free access to electronic works by
+freely sharing Project Gutenberg-tm works in compliance with the terms of
+this agreement for keeping the Project Gutenberg-tm name associated with
+the work. You can easily comply with the terms of this agreement by
+keeping this work in the same format with its attached full Project
+Gutenberg-tm License when you share it without charge with others.
+
+1.D. The copyright laws of the place where you are located also govern
+what you can do with this work. Copyright laws in most countries are in
+a constant state of change. If you are outside the United States, check
+the laws of your country in addition to the terms of this agreement
+before downloading, copying, displaying, performing, distributing or
+creating derivative works based on this work or any other Project
+Gutenberg-tm work. The Foundation makes no representations concerning
+the copyright status of any work in any country outside the United
+States.
+
+1.E. Unless you have removed all references to Project Gutenberg:
+
+1.E.1. The following sentence, with active links to, or other immediate
+access to, the full Project Gutenberg-tm License must appear prominently
+whenever any copy of a Project Gutenberg-tm work (any work on which the
+phrase "Project Gutenberg" appears, or with which the phrase "Project
+Gutenberg" is associated) is accessed, displayed, performed, viewed,
+copied or distributed:
+
+This eBook is for the use of anyone anywhere at no cost and with
+almost no restrictions whatsoever. You may copy it, give it away or
+re-use it under the terms of the Project Gutenberg License included
+with this eBook or online at www.gutenberg.org
+
+1.E.2. If an individual Project Gutenberg-tm electronic work is derived
+from the public domain (does not contain a notice indicating that it is
+posted with permission of the copyright holder), the work can be copied
+and distributed to anyone in the United States without paying any fees
+or charges. If you are redistributing or providing access to a work
+with the phrase "Project Gutenberg" associated with or appearing on the
+work, you must comply either with the requirements of paragraphs 1.E.1
+through 1.E.7 or obtain permission for the use of the work and the
+Project Gutenberg-tm trademark as set forth in paragraphs 1.E.8 or
+1.E.9.
+
+1.E.3. If an individual Project Gutenberg-tm electronic work is posted
+with the permission of the copyright holder, your use and distribution
+must comply with both paragraphs 1.E.1 through 1.E.7 and any additional
+terms imposed by the copyright holder. Additional terms will be linked
+to the Project Gutenberg-tm License for all works posted with the
+permission of the copyright holder found at the beginning of this work.
+
+1.E.4. Do not unlink or detach or remove the full Project Gutenberg-tm
+License terms from this work, or any files containing a part of this
+work or any other work associated with Project Gutenberg-tm.
+
+1.E.5. Do not copy, display, perform, distribute or redistribute this
+electronic work, or any part of this electronic work, without
+prominently displaying the sentence set forth in paragraph 1.E.1 with
+active links or immediate access to the full terms of the Project
+Gutenberg-tm License.
+
+1.E.6. You may convert to and distribute this work in any binary,
+compressed, marked up, nonproprietary or proprietary form, including any
+word processing or hypertext form. However, if you provide access to or
+distribute copies of a Project Gutenberg-tm work in a format other than
+"Plain Vanilla ASCII" or other format used in the official version
+posted on the official Project Gutenberg-tm web site (www.gutenberg.org),
+you must, at no additional cost, fee or expense to the user, provide a
+copy, a means of exporting a copy, or a means of obtaining a copy upon
+request, of the work in its original "Plain Vanilla ASCII" or other
+form. Any alternate format must include the full Project Gutenberg-tm
+License as specified in paragraph 1.E.1.
+
+1.E.7. Do not charge a fee for access to, viewing, displaying,
+performing, copying or distributing any Project Gutenberg-tm works
+unless you comply with paragraph 1.E.8 or 1.E.9.
+
+1.E.8. You may charge a reasonable fee for copies of or providing
+access to or distributing Project Gutenberg-tm electronic works provided
+that
+
+- You pay a royalty fee of 20% of the gross profits you derive from
+ the use of Project Gutenberg-tm works calculated using the method
+ you already use to calculate your applicable taxes. The fee is
+ owed to the owner of the Project Gutenberg-tm trademark, but he
+ has agreed to donate royalties under this paragraph to the
+ Project Gutenberg Literary Archive Foundation. Royalty payments
+ must be paid within 60 days following each date on which you
+ prepare (or are legally required to prepare) your periodic tax
+ returns. Royalty payments should be clearly marked as such and
+ sent to the Project Gutenberg Literary Archive Foundation at the
+ address specified in Section 4, "Information about donations to
+ the Project Gutenberg Literary Archive Foundation."
+
+- You provide a full refund of any money paid by a user who notifies
+ you in writing (or by e-mail) within 30 days of receipt that s/he
+ does not agree to the terms of the full Project Gutenberg-tm
+ License. You must require such a user to return or
+ destroy all copies of the works possessed in a physical medium
+ and discontinue all use of and all access to other copies of
+ Project Gutenberg-tm works.
+
+- You provide, in accordance with paragraph 1.F.3, a full refund of any
+ money paid for a work or a replacement copy, if a defect in the
+ electronic work is discovered and reported to you within 90 days
+ of receipt of the work.
+
+- You comply with all other terms of this agreement for free
+ distribution of Project Gutenberg-tm works.
+
+1.E.9. If you wish to charge a fee or distribute a Project Gutenberg-tm
+electronic work or group of works on different terms than are set
+forth in this agreement, you must obtain permission in writing from
+both the Project Gutenberg Literary Archive Foundation and Michael
+Hart, the owner of the Project Gutenberg-tm trademark. Contact the
+Foundation as set forth in Section 3 below.
+
+1.F.
+
+1.F.1. Project Gutenberg volunteers and employees expend considerable
+effort to identify, do copyright research on, transcribe and proofread
+public domain works in creating the Project Gutenberg-tm
+collection. Despite these efforts, Project Gutenberg-tm electronic
+works, and the medium on which they may be stored, may contain
+"Defects," such as, but not limited to, incomplete, inaccurate or
+corrupt data, transcription errors, a copyright or other intellectual
+property infringement, a defective or damaged disk or other medium, a
+computer virus, or computer codes that damage or cannot be read by
+your equipment.
+
+1.F.2. LIMITED WARRANTY, DISCLAIMER OF DAMAGES - Except for the "Right
+of Replacement or Refund" described in paragraph 1.F.3, the Project
+Gutenberg Literary Archive Foundation, the owner of the Project
+Gutenberg-tm trademark, and any other party distributing a Project
+Gutenberg-tm electronic work under this agreement, disclaim all
+liability to you for damages, costs and expenses, including legal
+fees. YOU AGREE THAT YOU HAVE NO REMEDIES FOR NEGLIGENCE, STRICT
+LIABILITY, BREACH OF WARRANTY OR BREACH OF CONTRACT EXCEPT THOSE
+PROVIDED IN PARAGRAPH F3. YOU AGREE THAT THE FOUNDATION, THE
+TRADEMARK OWNER, AND ANY DISTRIBUTOR UNDER THIS AGREEMENT WILL NOT BE
+LIABLE TO YOU FOR ACTUAL, DIRECT, INDIRECT, CONSEQUENTIAL, PUNITIVE OR
+INCIDENTAL DAMAGES EVEN IF YOU GIVE NOTICE OF THE POSSIBILITY OF SUCH
+DAMAGE.
+
+1.F.3. LIMITED RIGHT OF REPLACEMENT OR REFUND - If you discover a
+defect in this electronic work within 90 days of receiving it, you can
+receive a refund of the money (if any) you paid for it by sending a
+written explanation to the person you received the work from. If you
+received the work on a physical medium, you must return the medium with
+your written explanation. The person or entity that provided you with
+the defective work may elect to provide a replacement copy in lieu of a
+refund. If you received the work electronically, the person or entity
+providing it to you may choose to give you a second opportunity to
+receive the work electronically in lieu of a refund. If the second copy
+is also defective, you may demand a refund in writing without further
+opportunities to fix the problem.
+
+1.F.4. Except for the limited right of replacement or refund set forth
+in paragraph 1.F.3, this work is provided to you 'AS-IS' WITH NO OTHER
+WARRANTIES OF ANY KIND, EXPRESS OR IMPLIED, INCLUDING BUT NOT LIMITED TO
+WARRANTIES OF MERCHANTIBILITY OR FITNESS FOR ANY PURPOSE.
+
+1.F.5. Some states do not allow disclaimers of certain implied
+warranties or the exclusion or limitation of certain types of damages.
+If any disclaimer or limitation set forth in this agreement violates the
+law of the state applicable to this agreement, the agreement shall be
+interpreted to make the maximum disclaimer or limitation permitted by
+the applicable state law. The invalidity or unenforceability of any
+provision of this agreement shall not void the remaining provisions.
+
+1.F.6. INDEMNITY - You agree to indemnify and hold the Foundation, the
+trademark owner, any agent or employee of the Foundation, anyone
+providing copies of Project Gutenberg-tm electronic works in accordance
+with this agreement, and any volunteers associated with the production,
+promotion and distribution of Project Gutenberg-tm electronic works,
+harmless from all liability, costs and expenses, including legal fees,
+that arise directly or indirectly from any of the following which you do
+or cause to occur: (a) distribution of this or any Project Gutenberg-tm
+work, (b) alteration, modification, or additions or deletions to any
+Project Gutenberg-tm work, and (c) any Defect you cause.
+
+
+Section 2. Information about the Mission of Project Gutenberg-tm
+
+Project Gutenberg-tm is synonymous with the free distribution of
+electronic works in formats readable by the widest variety of computers
+including obsolete, old, middle-aged and new computers. It exists
+because of the efforts of hundreds of volunteers and donations from
+people in all walks of life.
+
+Volunteers and financial support to provide volunteers with the
+assistance they need, is critical to reaching Project Gutenberg-tm's
+goals and ensuring that the Project Gutenberg-tm collection will
+remain freely available for generations to come. In 2001, the Project
+Gutenberg Literary Archive Foundation was created to provide a secure
+and permanent future for Project Gutenberg-tm and future generations.
+To learn more about the Project Gutenberg Literary Archive Foundation
+and how your efforts and donations can help, see Sections 3 and 4
+and the Foundation web page at http://www.pglaf.org.
+
+
+Section 3. Information about the Project Gutenberg Literary Archive
+Foundation
+
+The Project Gutenberg Literary Archive Foundation is a non profit
+501(c)(3) educational corporation organized under the laws of the
+state of Mississippi and granted tax exempt status by the Internal
+Revenue Service. The Foundation's EIN or federal tax identification
+number is 64-6221541. Its 501(c)(3) letter is posted at
+http://pglaf.org/fundraising. Contributions to the Project Gutenberg
+Literary Archive Foundation are tax deductible to the full extent
+permitted by U.S. federal laws and your state's laws.
+
+The Foundation's principal office is located at 4557 Melan Dr. S.
+Fairbanks, AK, 99712., but its volunteers and employees are scattered
+throughout numerous locations. Its business office is located at
+809 North 1500 West, Salt Lake City, UT 84116, (801) 596-1887, email
+business@pglaf.org. Email contact links and up to date contact
+information can be found at the Foundation's web site and official
+page at http://pglaf.org
+
+For additional contact information:
+ Dr. Gregory B. Newby
+ Chief Executive and Director
+ gbnewby@pglaf.org
+
+
+Section 4. Information about Donations to the Project Gutenberg
+Literary Archive Foundation
+
+Project Gutenberg-tm depends upon and cannot survive without wide
+spread public support and donations to carry out its mission of
+increasing the number of public domain and licensed works that can be
+freely distributed in machine readable form accessible by the widest
+array of equipment including outdated equipment. Many small donations
+($1 to $5,000) are particularly important to maintaining tax exempt
+status with the IRS.
+
+The Foundation is committed to complying with the laws regulating
+charities and charitable donations in all 50 states of the United
+States. Compliance requirements are not uniform and it takes a
+considerable effort, much paperwork and many fees to meet and keep up
+with these requirements. We do not solicit donations in locations
+where we have not received written confirmation of compliance. To
+SEND DONATIONS or determine the status of compliance for any
+particular state visit http://pglaf.org
+
+While we cannot and do not solicit contributions from states where we
+have not met the solicitation requirements, we know of no prohibition
+against accepting unsolicited donations from donors in such states who
+approach us with offers to donate.
+
+International donations are gratefully accepted, but we cannot make
+any statements concerning tax treatment of donations received from
+outside the United States. U.S. laws alone swamp our small staff.
+
+Please check the Project Gutenberg Web pages for current donation
+methods and addresses. Donations are accepted in a number of other
+ways including checks, online payments and credit card donations.
+To donate, please visit: http://pglaf.org/donate
+
+
+Section 5. General Information About Project Gutenberg-tm electronic
+works.
+
+Professor Michael S. Hart is the originator of the Project Gutenberg-tm
+concept of a library of electronic works that could be freely shared
+with anyone. For thirty years, he produced and distributed Project
+Gutenberg-tm eBooks with only a loose network of volunteer support.
+
+
+Project Gutenberg-tm eBooks are often created from several printed
+editions, all of which are confirmed as Public Domain in the U.S.
+unless a copyright notice is included. Thus, we do not necessarily
+keep eBooks in compliance with any particular paper edition.
+
+
+Most people start at our Web site which has the main PG search facility:
+
+ http://www.gutenberg.org
+
+This Web site includes information about Project Gutenberg-tm,
+including how to make donations to the Project Gutenberg Literary
+Archive Foundation, how to help produce our new eBooks, and how to
+subscribe to our email newsletter to hear about new eBooks.