diff options
Diffstat (limited to '20167-8.txt')
| -rw-r--r-- | 20167-8.txt | 5793 |
1 files changed, 5793 insertions, 0 deletions
diff --git a/20167-8.txt b/20167-8.txt new file mode 100644 index 0000000..a2b05b4 --- /dev/null +++ b/20167-8.txt @@ -0,0 +1,5793 @@ +The Project Gutenberg EBook of Nieuw-Guinee en de exploratie der +"Meervlakte", by J. W. Langeler and L. A. C. M. Doorman + +This eBook is for the use of anyone anywhere at no cost and with +almost no restrictions whatsoever. You may copy it, give it away or +re-use it under the terms of the Project Gutenberg License included +with this eBook or online at www.gutenberg.org + + +Title: Nieuw-Guinee en de exploratie der "Meervlakte" + De Aarde en haar Volken, 1918 + +Author: J. W. Langeler and L. A. C. M. Doorman + +Release Date: December 23, 2006 [EBook #20167] + +Language: Dutch + +Character set encoding: ISO-8859-1 + +*** START OF THIS PROJECT GUTENBERG EBOOK NIEUW-GUINEE *** + + + + +Produced by Jeroen Hellingman and the Online Distributed +Proofreading Team at http://www.pgdp.net/ + + + + + + + + Nieuw-Guinee en de exploratie der "Meervlakte." [1] + + 1913-1915. + + + door J. W. Langeler en L. A. C. M. Doorman. + + + + + +Inleiding. + + +Nieuw-Guinee, een der grootste eilanden van onzen aardbol, 24 × zoo +groot als ons vaderland, werd ontdekt in 1545 door den Spaanschen +reiziger Ynigo Ortiz de Retes. In de oude scheepsjournalen van +Spanjaarden en Portugeezen komt de naam geregeld voor. Het is dan +ook vrij zeker, dat, toen de Hollanders bezit namen van Indië, +het bestaan van Nieuw-Guinee hun niet onbekend was. Spoedig werden +schepen derwaarts gezonden, teneinde te pogen handelsbetrekkingen +aanteknoopen. Deze tochten hadden geen of weinig succes; onze oude +zeevaarders hadden veel te lijden van vijandelijkheden der bevolking en +de scheepsbemanningen werden gedecimeerd door de gevreesde "Papoesche +ziekte." Aangezien er bovendien weinig voordeel te behalen was, +werden deze tochten allengs gestaakt. In de tweede helft der 18e +eeuw is het initiatief tot onderzoekingsreizen geheel in handen van +Franschen en Engelschen en de namen van eenigen onder hen bleven tot +heden aan de geografie van Nieuw-Guinee verbonden als Kaap d'Urville, +Maccluer golf e.d. + +In 1828 werd door de Nederlandsche regeering de geheele West-, +ZW.-, en Zuidkust tot 141° OL. verklaard tot haar territoor. Een +bestuurszetel werd gevestigd, Fort du Bus; deze plaats werd in +1836 echter weder verlaten, daar men niet bestand was tegen het +moordend klimaat. Ondanks dit, breidde onze Regeering in 1880 haar +gezag nog verder uit, ditmaal over de geheele Noordkust tot aan de +Humboldtbaai. Wat de Oostelijke helft betreft, in 1885 verdeelden +Duitschland en Engeland deze in ongeveer gelijke deelen. + +Bestuursvestiging in ons gebied had wederom plaats in 1898; +toen werd Manokwari (Menukwari) de hoofdplaats van de afdeeling +Noord-Nieuw-Guinee en Fakfak voor de afdeeling West- en +Zuid-Nieuw-Guinee. + +Na 1912 was de indeeling als volgt; + +Noord Nieuw-Guinee, met bestuurszetel Manokwari, ressorteerend onder +Ternate. + +West Nieuw-Guinee, met hoofdplaats Fakfak. + +Zuid Nieuw-Guinee, met Merauke; beide laatste afdeelingen ressorteerend +onder de residentie Amboina. + +Tot 1903 was hier betrekkelijk nog zeer weinig van land en volk +bekend. In den loop der tijden slechts hadden de zeevaarders de kusten +vrij behoorlijk in kaart gebracht; aan de zendelingen, die sinds 1855 +op Nieuw-Guinee hun vestigingen hadden, was het te danken, dat eenige +van de onmiddellijk aan zee grenzende streken met hun bevolking meer +nauwkeurig bekend werden. + +Nu kwam in 1903 en volgende jaren een groote +verandering. Wetenschappelijke genootschappen in Nederland +gingen voor in het organiseeren van meer systematisch opgezette +onderzoekingstochten en in 1907 volgde de Regeering met de oprichting +van de "Militaire Exploratie-detachementen voor Nieuw-Guinee." + +Van de eerstgenoemde, dus particuliere tochten vermelden wij: + +1903. Expeditie Wichmann, exploreerende Humboldtbaai en omgeving. + +1904-05. Expeditie tot het betreden der "eeuwige sneeuw", in 1623 +door Jan Carstenz het eerst vanaf de Zuidkust gezien. Het doel werd +niet bereikt. + +1907. Eerste expeditie Lorentz; bereikte van uit de Noordrivier +(Zuidkust) een hoogte van 2600 M.; bracht belangrijke verzamelingen +mede. + +1909-10. Tweede Lorentz expeditie; beklimmen van de helling van den +Wilhelminatop en bereiken der sneeuwgrens op ± 4500 M. + +1913. Expeditie Franssen Herderschee; bereikt de kruin van den +Wilhelminatop; zag om de Noord een zwaar bergland van evenwijdige +O.W. loopende ketenen; groote verzamelingen op allerlei gebied. + + + +In 1907 dan werd samengesteld het Militaire Exploratie detachement +voor Zuid Nieuw-Guinee, ter beschikking van het Civiel Bestuur, +met het doel om op stelselmatige wijze het land te karteeren, de +bevolking en de gesteldheid van den bodem te leeren kennen; in 1909 +volgde de oprichting van een overeenkomstig detachement voor Noord-, +in 1910 evenzoo voor West Nieuw-Guinee. In 1912 ging de leiding van +de geheele exploratie over in militaire handen en wel directelijk in +die van den Militairen Commandant van Amboina. + +De resultaten door deze detachementen verkregen tot in het jaar +1913 waren: + +Zuid. Basis Merauke. Verkenning langs de kust; opvaart van alle +rivieren tot den oorsprong, voor zoover uitmondende tusschen +Etnabaai en Bensbach rivier; van deze rivieren is de Digoel (tot ± +700 K.M. opgevaren) de grootste, daarop volgen de Eilanden- en de +Lorentz- of Noordrivier. Eenige doorsteken van den grooten Digoel +naar de Flyrivier. Vaststelling van het feit, dat geheel Nederlandsch +Nieuw-Guinee bezuiden de hoogketens van het Centraal Gebergte één +uitgestrekte, op vele plaatsen moerassige vlakte is; en dat vele van +de geëxploreerde rivieren ver van hun mondingen onderling door armen +(antassan) verbonden zijn; men vermoedt zelfs alle. Doorkruisen van het +vlakke oerwoud van Frederik-Hendrik eiland. Panorama's en vastlegging +van bijna den geheele Zuidrand van het Centrale Gebergte, waaronder +de groote sneeuwtop-complexen: Carstensz, Wilhelmina, Juliana, +(Luitenants ter zee Van der Ven en Chaillet). Beklimming van den +Goliath tot ± 3300 M. + +Het detachement werd einde 1913 na beëindiging van zijn +taak overgebracht naar den Mamberamo (Pionierbivak) voor de +binnenland-exploratie benoorden het Sneeuwgebergte. + +West. Ingesteld begin 1910, opgeheven na uitgevoerde opdracht begin +1914. Basis Kaimana. Het van alle kanten doorkruisen van den geheelen +"Vogelkop", zooals men het schiereiland noemt links van de lijn +Geelvinckbaai-Etnabaai; vergemakkelijkt door den ingesneden vorm +van het land en de menigvuldige Papoeapaden, die het bereiken van +alle punten mogelijk maakten. Het Zuidelijke schiereiland is niet +boven de 800 M. hoog, behalve bij de Wandammenbaai, waar men tot +1200 M. klimt. In het Noordelijke schiereiland echter rijst de 3000 +M. hooge Arfak op met de 1900 M. boven zee liggende Anggimeren. De +grootste rivier van den (Noordelijken) Vogelkop is de recht Noord-Zuid +loopende Kamoendan, die in de Golf van Maccluer uitmondt. + +Noord. Aanvang September 1909, ter beschikking van den +Assistent-Resident van Manokwari. Basis Hollandiabivak aan de +Humboldtbaai, na begin 1912 Manokwari. Tevens belast met de voorloopige +maatregelen voor de uitvoering van het Gouvernementsbesluit van Maart +1910: het vaststellen van een natuurlijke grens tusschen Nederlandsch +en Duitsch Nieuw-Guinee. In November 1910 kwam het detachement weder +beschikbaar voor de systematische exploratie der Noordkust. + +In de "Grensregelingsperiode": exploratie van het Tamibekken, het +Sentanimeer, het Bewani-gebergte (Mokkofiang) en de Keeromrivier. De +laatste werd gevolgd, in de hoop dat zij, zijrivier van de +Kaiserin-Augustarivier, Zuidwaarts buigend, met deze een geschikte +grensrivier vormen zou; doch zij werd verlaten door den Kapitein +Sachse bij het punt Terminus, toen de loop onveranderlijk westelijk +bleek. Deze detachementscommandant opperde toen het vermoeden, dat de +Keeromrivier de oorsprong van den Mamberamo kon zijn. Belangrijk is +ook van dezen tijd de opvaart der Kaiserin-Augusta rivier door den +Luitenant ter zee Rambonnet en daarna door de Nederlandsch-Duitsche +Grensregelingcommissie in 1910-1911 tot nabij haren oorsprong op ruim +1000 K.M. van de monding. + +Na November 1910: exploratie van alle rivieren der Noordkust +en van de delta van den Mamberamo. Exploratie van het Arfak- +(3000 M.), Weijland- (3750 M.), Gauttier- (2000 M.), Bonggo- +(1200 M.) en Cycloopgebergte (2000 M.). Aan den hoogsten top van het +Weijlandgebergte, 3750 M., komen samen de hooge ketens van Weijland-, +Nassau- en Charles-Louis-Gebergte; van dicht hierbij (3250 M.) werden +de Geelvinckbaai en de Indische Oceaan gelijktijdig overzien en kreeg +luitenant ter zee Stroeve zijn peilingen tot in den Afrak, voorwaar +een schitterend resultaat! + +Het detachement voegde zich in Maart 1914, na beeindiging der +Noordkust-exploratie, bij het reeds in Pionierbivak gelegerde +"Detachement van den Mamberamo", om deel te nemen aan de exploratie +van het Binnenland. + + + +Er bleef nu nog over de Exploratie van het Binnenland benoorden het +sneeuwgebergte. Hier was de Mamberamo de toegangsweg, Pionierbivak +hoofdbivak. Dat deze exploratie zwaar zou worden in vergelijking +met die van Noord, West of Zuid, bleek hieruit, dat geen Papoeapaden +ten dienste stonden als in West Nieuw-Guinee; dat er één weg was, de +groote Mamberamo, doch door sterken stroom en versnellingen oneindig +veel moeilijker te bevaren dan de vlakte-rivieren der Zuidkust; dat +het land één dun bevolkt oerwoud was, waar men niet te rekenen had +op tuinproducten van de bevolking; en dat de afstanden enorm waren. + +Alvorens in de schetsen over die exploratie te schrijven, willen +wij nog kortweg recapituleeren en de geschiedenis van den Mamberamo +aanvullen. Wij noemen dan: + +1826. Ontdekking van de monding door Dumont d'Urville. + +1884. Eerste opvaart door van Braam Morris, Resident van Ternate, +met de "Havik" tot Havik-eiland. + +1900. Idem door de "Camphuijs" (K.P.M.) + +1906. Idem door de "Brak" (Gouvernements-Marine) met hetzelfde +resultaat, n.l. niet boven Havikeiland. + +1909. Door den Commandant van Hr. Ms. "Edi", den Luitenant ter zee +Rambonnet, werd met het communicatie vaartuig "Pionier" in Juni-Juli +de Mamberamo opgevaren, de versnelling bij Havikeiland zonder bezwaar +genomen en bereikt een punt op korten afstand beneden de door hem aldus +gedoopte "Marine vallen"; met een prauw verder gegaan door de Marine +versnellingen heen en gekomen tot bij de eveneens door hem gedoopte +"Edivallen." Bij de terugvaart afgevaren per prauw de Aiberam of Weir, +linker delta arm van den Mamberamo. + +Uit de rapporten van de vier genoemde opvaarten halen wij nog aan: + +"Havik", Juli 1884: "Gedurende de terugreis hebben wij geen +malaria-ziekte gehad. Na terugkeer te Ternate echter kregen allen, +die de reis mede hadden gemaakt,--ik meen met uitzondering van 2 +personen en er waren in 't geheel 38 personen aan boord,--in meer of +minder mate een aanval van malaria, echter niet in zoo hevige mate +als bij de twee latere reizen het geval schijnt te zijn geweest." + +"Camphuys", Januari 1900: "Deze reis was voor de opvarenden vrij +noodlottig. Kapitein de Grooth (gezagvoerder) kreeg malaria en +beri-beri, evenals de meeste inlandsche opvarenden en ook stuurlieden +en machinisten moesten allen worden vervangen, terwijl het schip +zelf geheel moest worden gedesinfecteerd en enkele van de Europeesche +opvarenden, waaronder Kapitein de Grooth, voor herstel van gezondheid +naar Europa moesten." + +Brak, Juni 1906: "Gedurende de geheele reis en een week daarna werd +aan de equipage elken dag een halve gram kinine gegeven, terwijl +tevens tegen beri-beri kadjang idjoe werd verstrekt. Toch kregen wij +na 14 dagen (men heeft mij verteld het z.g. incubatie tijdperk van +malaria) zooveel koortslijders aan boord, dat van de 27 man equipage +er slechts 13 geschikt bleken om den dienst waar te nemen. Slechts +het machinekamerpersoneel bleef gespaard en ik schrijf het toe aan de +hooge temperatuur in de machinekamer, dat zij er zoo goed afkwamen. De +koorts begint gewoonlijk de eerste week met zware hoofdpijnen, hooge +temperatuur (39°-40°) en absoluut gebrek aan eetlust. Na een week +neemt de temperatuur af tot om en bij 38° en deze toestand blijft +zoo tot een 14 dagen daarna." + +Pionier, Juni/Juli 1908: "Door den Commandant van Hr. Ms. 'Edi' werd +meegedeeld, dat, dank zij de door den officier van gezondheid genomen +maatregelen (kinine en kadjang idjoe), deze tocht voor de gezondheid +van slechts 3 schepelingen schadelijke gevolgen heeft gehad. Deze +drie kregen malaria; twee hunner waren na een paar dagen hersteld." + +1910. Poging van Kapitein A. Franssen Herderschee om het sneeuwgebergte +vanaf de Noordkust te bereiken. Na de Edivallen te zijn gepasseerd, +wachtte hem 40 K.M. verder een groote verrassing: de heuvels verdwenen, +de rivier verbreedde zich en zoover het oog reikte, strekte zich +naar het Oosten, Zuiden en Westen een zeer groote vlakte uit. Dit +was de z.g. "Meervlakte". Hierna liep de rivier over 25 K.M. recht +Zuid en bleek alsdan ontstaan uit de samenvloeiing van twee takken: +één komend uit het Westen, één uit het Oosten. Den eerste volgend, +bereikte Franssen Herderschee in 10 dagen roeiens den voet van het +gebergte; doch nauw tot den landtocht overgegaan, brak onder zijn +troep beri-beri in zoodanige mate uit, dat er verscheidenen stierven +en de leider met 50% zieken ten spoedigste moest retireeren en de +expeditie opgeven. Men was toen nog ruim 70 K.M. hemelsbreed benoorden +de Carstenztoppen. De Oostelijke tak, Idenburgrivier gedoopt, werd +45 K.M. opgevaren. Natte moesson. + +1910-1911. De Duitsche doktor Max Moszkowski maakte van den weg +van Franssen Herderschee gebruik om eveneens het Sneeuwgebergte te +bereiken; gebrek aan vivres dwong de kleine expeditie, die in slechts +één prauw voer, tot terugtocht. Moszkowski was zeer tevreden over den +gezondheidstoestand, dank zij de toegepaste prophylaxe van kinine, +zilvervliesrijst en kadjang idjoe. + +1911. De bij de expeditie Franssen Herderschee in 1910 slechts 45 +K.M. opgevaren Idenburgrivier werd over bijna 400 K.M. verkend door +den Luitenant ter zee 1e klasse De Wal. Onbegaanbare kloven met woeste +versnellingen aan het eindpunt op 139° 54' OL. noopten hem tot den +terugtocht. Deze reis door de Meervlakte geschiedde in de maanden +Juni-Augustus; er kwamen slechts enkele koortsgevallen voor. + + + +I. + +De samenstelling van het Exploratie detachement voor den Mamberamo. + + +Tot het reeds genoemde einddoel, het exploreeren van het Binnenland +benoorden het Sneeuwgebergte, voer in het begin van December 1913 het +eerste échelon van het "detachement voor den Mamberamo" deze groote +rivier op. + +Dit échelon bestond uit den Kapitein der Infanterie Oppermann als +leider, den Officier van Gezondheid Thomsen en den Luitenant ter zee +der 2e klasse Langeler. Verder uit eenige Europeesche en Inlandsche +onderofficieren, voorts Inlandsche fuseliers en dwangarbeiders. Te +zamen een 70 man. + +De fuseliers waren in hoofdzaak Javanen en enkele Timoreezen; +Amboneezen hadden wij er niet bij. De Timoreezen muntten bijzonder +uit. De dwangarbeiders vormden een staalkaart van rassen en stammen; +onder hen waren de Atjehers, Palembangers en Boegineezen de besten; +hun "zonden" waren moord en grove diefstal; geen wonder, dat het +régime streng was en er vaak ter bestraffing naar den rottan moest +worden gegrepen. + +Een Inlandsche opnemer was toegevoegd aan het detachement; dit was +één der z.g. "verkenners" van den Topografischen dienst, welke +zijn opgeleid voor detailwerk, doch die ook voor het globalere +overzichtswerk uitstekende diensten kunnen bewijzen. + +Met een volgend échelon kwamen 40 Dajaks van Borneo, bekwame +prauwenmakers en versnellingroeiers en 130 Papoea's van de kusten, +die als roeiers diensten zouden bewijzen. + +Eind Maart 1914 kwam het geheele detachement van de Noordkust op +den Mamberamo aan en stelde zich onder de bevelen van den leider, +Kapitein Oppermann. + +Dit detachement bestond uit den Kapitein der Infanterie Schultz, +1e Luitenant Schulze en de Luitenants ter zee 2e klasse Doorman en +Stroeve. De Officier van Gezondheid v. Steenis bleef te Manokwari +achter. Met een vorig échelon was reeds aangekomen de 1e Luitenant +der Infanterie Feuilleteau de Bruin, ter vervanging van Kapitein +v. d. Beeke, die na een kort verblijf op Nieuw-Guinee met malaria en +beri-beri geëvacueerd was. + +Totaal hadden wij derhalve 9 officieren, 160 man kader en fuseliers, +40 Dajaks, 130 Papoea's en circa 240 dwangarbeiders. Vele zieken +maakten een voortdurende vervanging noodzakelijk. + + + + +II. + +Den Mamberamo op. + + +Doreh of Manokwari is de naam voor onzen bestuurszetel aan de Noordkust +van Nieuw-Guinee. Het plaatsje ligt aan den Noordkant der baai; +het terrein is flauw oploopend met heuvels op den achtergrond. Van +af den wal ziende naar het Zuid-Zuid-Westen over de baai heeft men +bij helder weer in den vroegen morgen een schitterend uitzicht op +het 3000 M. hooge Arfak-gebergte aan den overkant. + +Behalve de verblijven en de gebouwen voor de ambtenaren van het +Gouvernement, een kazerne voor de gewapende politie, e.d., vindt +men één lange hoofdstraat evenwijdig aan het strand met toko's aan +weerszijden. De handelaren zijn Chineezen, zij koopen vogelhuiden in, +verkoopen snuisterijen aan de pronkzieke Papoea's en voorzien verder +tegen buitensporige prijzen in de talrijke meer of minder belangrijke +nooden van de lagere klassen van het Exploratie-Detachement + +De vogelhuiden worden hun geleverd door Papoesche of Ternataansche +jagers, aan wie zij geweren, mondkost en een voorschot verstrekken +en die na verloop van eenigen tijd hun buit aan hen komen afdragen +tegen den overeengekomen prijs. Hier worden goede winsten gemaakt; +de prijs van den Paradijsvogel was destijds gemiddeld f 70.- voor de +beste soort (Ansoesvogel). Ook andere vogelhuiden worden verhandeld, +doch de Paradijsvogel is hoofdzaak; de grootste afnemers waren Amerika +en Frankrijk. + +De koopende, doch meer nog kijkende, Papoea's kon men den heelen +dag in de winkels zien "lummelen". Dit luie volkje voert voor den +kost geen vinger meer uit dan even noodzakelijk is. Zij leven van +vischvangst en landbouw en, als de honger het hun zeer lastig maakt, +van koelie-arbeid. Zij hebben zich een zekere beschaving eigen gemaakt; +een sarong of lendendoek siert hun lijf en kralen en ringen behooren +reeds tot den noodzakelijken opschik. Over den haartooi beslist +blijkbaar de spreuk: alles of niets; men ziet of kroeskoppen met 1 +à 1 1/2 dM. haardikte of schedelbedekkingen van 1/2 cM. kroeshaar; +beide haartooien zijn evenredig aan hun capaciteiten bewoond. Ook +onder de hier wonende Papoea's komt veel een schurftige huidziekte voor +(cascado), welke hun aanzien niet appetijtelijker maakt. + +Zij zijn voor een groot deel Christenen; de bekende zendeling Van +Hasselt heeft nabij Manokwari zijn "hoofdkwartier." Het koppensnellen +is er onder den druk van het Gouvernement en den invloed van den +godsdienst vrijwel uit, doch een enkele maal bezwijkt nog wel het +Papoea-hart voor de verleiding van een rechten raak [2]-tocht. + +Hun huizen staan hier en daar langs het strand. Het zijn +verzamelwoningen met een middengang met tal van kamertjes ter +weerszijden, voor elke familie één. De huizen staan op palen, aan het +strand en buiten de laagwaterlijn, wat een hygiënisch voordeel is; een +lange "pier" verbindt de woning met den begroeiden oever van de baai. + +De prauwen, uit boomstammen uitgehold, liggen bij het huis; zij hebben +vlerken, zooals in den geheelen Archipel, en een groot rechthoekig +zeil. De Papoea's zijn goede zeelui en krachtige roeiers; hun pagaaien +zijn lang, breed en sierlijk. Een aardig gezicht is het, hen te zien +aankomen, als zij hun doel bereikt hebben en de vangst is goed geweest; +zij roeien dan zeer snel en doen een regen van zeewater opspatten, +de prauw stuift door het water en hun geschreeuw klinkt vroolijk over +de baai; hoe minder de vangst, hoe trager de gang. + +Het is een opgewekt volkje en om een kleinigheid kunnen zij een +heidensch spektakel maken. Gezag en gehoorzamen is hun onbekend: +chacun pour soi et Dieu pour eux tous. Er zijn hoofden of korano's, +door het Gouvernement aangesteld, doch mij is altijd verteld, dat +hun gezag zich niet verder uitstrekt dan tot de panden van de jas en +de klep van de pet, die hun als teekenen van waardigheid geschonken +zijn. Toch hebben enkele individuën, ofschoon geen hoofden, grooten +invloed; onder dezen bewezen later Dirk Broos en Oscar ons belangrijke, +schoon goed betaalde diensten; zij zullen hierna ten tooneele komen. + + + +Het Detachement was gelegerd beoosten Manokwari; de legerplaats +heette Kwawi. Hier was tegen het hellende land een groot bivak +gebouwd met grintwegen; een goede weg verbond Kwawi met Manokwari +en vóór Kwawi was een stevige houten aanlegsteiger gemaakt. Men +vond er een hospitaal, groote fuseliers- en dwangarbeiders-barakken +en woningen voor officieren en onderofficieren. Alles was in den +loop der jaren door het Detachement zelf gebouwd uit het hout der +wildernis; de indekking was atap. Het was een permanent bivak van +soliede constructie; zelfs een waterleiding ontbrak er niet. + +Hier was gelegerd het Detachement van Noord Nieuw-Guinee. Ik +ontmoette er mijn collega's Doorman en Stroeve, kort te voren van +patrouille teruggekeerd, en maakte kennis met de overige heeren van +het Detachement. + +Men had voor ons en onze menschen tijdelijke woningen +gereedgemaakt. Dit was wel noodig, want wij zijn een week te Manokwari +gebleven en toen eerst met een deel van ons Detachement den Mamberamo +opgegaan. + +Om te beginnen werden na aankomst (20 November) de "Heemskerk" en +het, reeds ter reede liggende, stoomschip "Valk" geheel leeggehaald +en alle levende ziel ontscheept. Voor allen en alles werd, vaak dan +met moeite, plaats aan den wal gevonden, doch dat we hiermee niet in +één dag klaar waren, is te begrijpen. + +Daarna werd op de "Valk", welke ter beschikking bleef, opnieuw +ingescheept: [3] een échelon van ± 70 man, de materialen noodig voor +hun onderdak en voor den verderen bivakbouw en een ruime voorraad +vivres. + +Tot de 70 man behoorden 3 officieren, n.l. Kapitein Oppermann, +dokter Thomsen en ik; [4] verder een Inlandsch verkenner, eenige +onderofficieren, ± 15 fuseliers en ± 45 dwangarbeiders. + +Over de benoodigde materialen behoeft, na de uitgebreide opsommingen +in het vorige hoofdstuk, [5] niet nader te worden uitgeweid. Slechts +zij nog een groote hospitaal-tent vermeld, die in onderdeelen kon +worden meegevoerd. De groote motorboot ging mee, twee roeisloepen en +twee lichte prauwen. + +De afreis van Manokwari was den 26en November. Daar ging het dan ten +slotte op den Mamberamo los, na, voor zoover mij betreft, bijna drie +maanden van reizen en regelen. + +Na Sjeri voeren wij recht Oost benoorden het langgerekte eiland Japèn +langs, om vervolgens de Noordkust van Nieuw-Guinee tot Kaap d' Urville +te volgen. Zagen wij het hooge bergland van Japèn bij helder weer en +zonneschijn, den volgenden dag kwam de Noordkust tusschen de elkaar +snel opvolgende regenbuien slechts nu en dan even te voorschijn. Die +kust is weinig schilderachtig. + +Men vaart op een mijl of vier uit den wal en aanschouwt niet anders dan +het vlakke land, als een donkere streep geteekend aan den horizon. Het +is een zandig strand en daarachter groeien rizoforen en tjemara's. Hier +en daar kenmerkt een landhoek zich door donkerder tint; op zulke +plaatsen komt gewoonlijk een grootere of kleinere rivier in zee uit. + +Kaap d' Urville heet de Noordelijkste hoek der Noordkust, waar +de Mamberamo in zee komt. Zij was moeilijk te herkennen, want +landhoeken zijn er vele en de talrijke buien maakten het vinden +niet gemakkelijker; de "groote rivier" [6] annonceert zich echter +op verren afstand door den grooten plas bruin modderwater, die over +een rayon van niet minder dan tien mijl uit de kust, op het heldere +blauwgroene zeewater drijft. En zoo duidelijk is de scheiding, dat men +op een gegeven moment met het voorschip in zoet, met het achterschip +in zout water is en de scherpe scheidingslijn tusschen blauw en bruin +ter weerszijden ver kan volgen. + +Op het lood werd de vaargeul gezocht over de baar of modderbank, +die ook hier, zooals voor elke Indische rivier, niet ontbreekt. De +minste diepte was 4 vadem. + +Eindelijk voeren we de rivier binnen; de mond was hier een 800 +M. breed, de stroom in het midden 3 à 4 mijl. Daar de "Valk" zes +mijl volle kracht liep, avanceerden wij dus somtijds slechts met een +snelheid van 2 mijl; gewoonlijk konden wij onder den eenen of anderen +oever, in minder stroom, voordeel behalen; doch over de 240 K.M. tot +Pionierbivak deden wij 4 dagen, waarbij evenwel moet opgemerkt worden, +dat we des nachts voor anker gingen. + +Als gids voor de opvaart hadden wij de oude kaart van den Luitenant +ter Zee Kerkhoven van 1884, welke ook zijnen opvolgers als leiddraad +had gediend en die, waar noodig, door hen was gecorrigeerd. De groote +rivier toch verlegt zich in die jaren, doch het is minder dan men +wel zou verwachten en het bepaalt zich in hoofdzaak tot de lage en +ondiepe modderbanken bij de eilanden. Evenals zulks bij het opvaren +van alle rivieren gebeurt, houdt men in krommingen den buitenbocht, +omdat die het diepste is; de binnenbocht is ondiep. Drijvend zwaar +hout raakt daardoor gemakkelijk vast, zoodat men er groot gevaar voor +stooten heeft. In binnen- of buitenbocht, kan men zich van verre +gezien, nooit vergissen; de eerste toch is in breeden band omzoomd +door glagah, een meer dan manshoog uitgepluimd oevergewas. Dit glagah +is het wilde suikerriet, doch alleen een hoogst enkele dikke stengel +is saprijk en zoet genoeg om de moeite van het uitkappen te loonen. + +Den tweeden ochtend zagen wij de eerste heuvelrijen van het Van +Rees-Gebergte in de verte, den derden dag voeren wij er tusschendoor +tot wij in den avond van den vierden dag op weinig na de plaats van +het oude Pionierbivak bereikten. + +Bij Scholten-eiland, den derden dag, deed zich de moeilijkheid van +den stroom duchtig voelen. Men is hier even voorbij den rand van het +heuvelland en heeft wel niet met een stroomversnelling te maken, maar +toch is het rivierbed, hoewel breed, op sommige plaatsen zeer ondiep +door uitgebreide banken van rolsteenen, welke ook bij lagen waterstand +deels droogvallen, zoodat de stroom er sterk is en het water er kolkt. + +Door de talrijke draaikolken ter plaatse luisterde de slechts zes +mijl loopende "Valk" moeilijk naar het roer; op een gegeven moment +werden eenige kolken den roerganger de baas; het schip liep zooals +men zegt "uit het roer" en werd door den stroom tegen den steilen +rotswand geworpen. Wij dachten, dat de schok hevig zou zijn, doch dit +viel mee; de oever liep hier onder water blijkbaar hellend af en wij +kwamen vrij zacht aan. Het duurde evenwel eenige uren eer wij ons los +gemaakt hadden, door ons af te halen aan een zijwaarts uitgebracht +werpanker. Het behoeft wel geen betoog, dat het uitbrengen van dit +anker met stalen tros in gesleepte sloepen bij dezen zwaren stroom +hoogst bezwaarlijk was; toen het anker eindelijk gevallen was, hield +het niet in den grond, zoodat het gelicht en opnieuw, doch verder, +uitgebracht moest worden. De tweede maal hield het; toen wij los waren +scheelde het een klein beetje of wij waren opnieuw geboeid geraakt, +doch ditmaal op de overliggende grintbank; wij liepen evenwel vrij, +dicht langs Scholten-eiland. + +Een voorbeeld van de kwade gevolgen, die zulk vastloopen kan +hebben, hadden wij ettelijke maanden later, toen wederom de "Valk" +bij dalenden waterstand vastraakte op een verlegden modderhoek bij +Kerkhoven-eiland. Het schip had toen voor eenige maanden vivres in. In +Pionierbivak waren wij ongeveer juist op het einde van onzen voorraad, +de afstand was omtrent 95 K.M. en deze toestand duurde een kleine week; +toelichting overbodig. + +'s Avonds om een uur of 5 ging het schip voor anker onder den lagen +oever, waar goede ankergrond (modder) was en de stroom gering. De +sloepen werden gestreken en het heele échelon naar den overwal +gebracht, waar op een gunstig plekje bivak werd gemaakt. Het was +toch noodzakelijk, dat ieder onder zijn klamboe sliep; om die allen +te spannen, daarvoor was aan boord geen plaats. In het eerste bivak +waren veel muskieten; wij waren hier nog in de lage moerassige vlakte, +die zich vòòr het heuvelland tot de zee uitstrekt; de volgende +bivaks ondervonden in dat opzicht reeds den goeden invloed van het +heuvelland. Want wij hebben later steeds opgemerkt: waar de vlakte +verdwijnt, verdwijnt ook de muskiet. [7] + +Door de opvaart dien eersten dag door het muskietenterrein, zat ook het +schip vol muskieten. Ofschoon dan ook ieder onder de klamboe sliep, +waren er overdag en des nachts toch nog genoeg prikken ontvangen, +om een behoorlijk aantal geïnfecteerden (malaria) te krijgen. + +De opvarenden van de "Valk" die, om het zoo maar eens uit te drukken, +wel de lasten, doch niet de genoegens der Exploratie voelden, waren +dan ook over de "groote rivier", die haar kwaden naam binnen de drie +dagen eer aandeed, slecht te spreken. Toen wij voor Pionierbivak lagen, +begonnen wij reeds koortsleiders te krijgen. Van het échelon van ± +70 man gingen er ± 25 aanstonds weer met de "Valk" stroomafwaarts, +geëvacueerd; twee dagen nadat het schip vertrokken was, waren alle +drie de officieren ziek en lagen zij om beurten te bed. Onder de +equipage van de "Valk" was ook menig ziektegeval voorgekomen en bij +latere opvaarten van hetzelfde en andere Gouvernements-vaartuigen +deden zich overeenkomstige gevallen voor. Wel merkwaardig niet of in +geringe mate bij het stokerspersoneel, zoodat men zich onwillekeurig +afvraagt of de hitte der vuren een gunstigen invloed heeft op de niet +ontvankelijkheid voor infectie. + +In het kort volgt hier de dienst der Gouvernements Marine, voor zoover +die met de Exploratie verband hield. Die dienst was verdeeld over drie +stoomschepen: de "Valk" en de "Albatros", beide van ongeveer 800 ton en +de "Zwaan", die een 200 ton kleiner was. Die schepen waren beurtelings +gedurende twee maanden ter beschikking van den Commandant van het +Exploratie-Detachement. Wij richtten het zoo in, dat er ongeveer +elke maand een verbinding met Ambon bestond, waarlangs ons vivres, +uitrustingsmaterialen en de mail bereikten; daar tusschendoor had +deze verbinding met Manokwari en het permanente bivak Kwawi plaats. + +Ontmoetingen hadden wij niet vele bij het opvaren. Hier en daar +passeerden wij kampongs. Zij lagen geheel anders dan aangegeven was +op de oude kaart van Kerkhoven van 1884, wat ook geen wonder is, +gezien het ambulante karakter der Papoea's. + +Eén hutje kwamen we voorbij, waar een man en een vrouw ons, half +verscholen in het geboomte, begluurden; ik vroeg me af, wat er wel +moest omgaan in dit paar der wildernis bij het zien voorbijtrekken +van zooveel onbekends, zooveel angstwekkends. Later, eenige uren +boven Scholten-eiland, kwamen wij voorbij een dorp van een twaalftal +hutten, waar de bevolking ons in groote verbazing, doch zonder vrees +bekeek. Een groote zware kerel in een prauwtje kwam zelfs tot vlak +langs het schip en riep ons onverstaanbare woorden toe. Men vergete +niet, dat deze stammen het opvaren kunnen gezien hebben van de "Havik", +van de Expeditie Franssen Herderschee en van die van De Wal. Enkele +versierselen, als kralen en beenen armringen ontbraken ook hier niet; +dit waren òf ruilartikelen afkomstig van de genoemde expedities, +òf ze waren van af de Noordkust uit de handen van vogeljagers van +stam tot stam gewandeld en hier terechtgekomen. [8] + +Nog zij vermeld, dat ter hoogte van dezen kampong veel sagoboomen +gezien werden. In verband met het feit, dat de kampong een half jaar +later verlaten was, maar zich nieuwe kampongs gevestigd hadden op, bij +onze eerste opvaart, onbewoonde plaatsen, komt men tot de conclusie, +dat het nomadenvolk een deel van het jaar de sagostreek bewoont, +zich voor langen tijd voedsel (sago en gerookt varkensvleesch) +verschaft en dan, voorzien van levensmiddelen, voor geruimen tijd +zijn zwerversleven hervat. + +Bij het beschrijven van een kampong vol Papoea's mogen de honden +niet vergeten worden. Mager, schurftig, huilerig en laf, zijn ze +desondanks de onafscheidelijke metgezellen der wilden. Hoort of ziet +men ergens in de wildernis een hond, dan kan men er zeker van zijn, +dat menschen in de buurt wonen; omgekeerd kan men bij menschen steeds +honden verwachten. Merkwaardig is het, dat noch ik, noch één mijner +metgezellen, ooit een Papoea-hond hebben hooren blaffen. Deze honden +kunnen niet anders dan huilen en janken. Reeds door Lorentz was dit +opgemerkt aan de Humboldt-baai; hij veronderstelde, dat men hier met +een afzonderlijk ras te doen zou hebben. + + + +In den morgen van 5 December tegen een uur of tien kwamen wij +voor de Otken-rivier. Deze is een kleine rechterzijrivier van den +Mamberamo. Een 1000 M. deze rivier op, lag het Pionierbivak van +Franssen Herderschee en De Wal. + +Zoodra het schip het anker had laten vallen, werd een prauw te water +gelaten, want onmiddellijk moest vastgesteld worden of het Oude +Pionierbivak geschikt was voor dit zeer groote Detachement; zoo niet, +waar alsdan het hoofdbivak zou komen. + +Het bleek, dat het Oude Bivak te klein was. Het was wel een fraaie +gelijke plek gronds, maar voor een Detachement van b.v. 500 personen +(vrouwen en kinderen en later te werven Dajaksche en Papoesche roeiers +meegerekend), bij lange na niet groot genoeg. Er waren geen sporen te +zien van vroegere barakken. Alles was tot halve manshoogte begroeid +met onkruid en struikgewas. Bij den oever vonden wij een uitstekend +stuk hout, dat bij latere opgraving tot één der vier prauwen bleek +te behooren, die in 1911 door de Expeditie De Wal achtergelaten en +ingegraven waren om eventueelen lateren opvolgers van nut te kunnen +zijn. Die prauwen bleken verrot na twee jaren tijds; wij hadden er +niets meer aan. + +Wij staken nu de Otkenrivier over en na eenig wandelen en zoeken +bepaalde Kapitein Oppermann, dat het nieuwe Pionierbivak zou komen +in den hoek tusschen Otken-rivier en Mamberamo. Het land was hier +mooi vlak en 4 M. boven het rivierniveau. Een tweehonderd meters naar +binnen was een 4 M. hoogere rug, breed circa 100 M., die landinwaarts +evenwijdig aan de Otken-rivier liep. Voorloopig zou onderdak gemaakt +worden aan den rivieroever; het eerste werk zou daarna zijn, het +hoofdbivak te bouwen op den hoogeren rug, meer naar binnen. + +Een beekje, uitkomend in de Otken-rivier, gaf vrij helder water, +dat na filtreeren en koken zeer goed drinkbaar was. + +Zoo was dus de grond voor het Groote Bivak gelegd. Zoo spoedig mogelijk +werd eerst het onderdak voor den nacht gemaakt, waarna militairen en +dwangarbeiders hun persoonlijke eigendommen konden opbergen. Vervolgens +werd een kleine aanlegsteiger gemaakt, waarna met de ontscheping van +materiaal begonnen werd. Onze groote motorboot en de motorboot van de +"Valk" met onze roeisloepen voeren af en aan. + +Den volgenden dag, 6 December, vertrok de "Valk". Wij oogden haar na, +tot ze om de groote bocht verdween, na nog eenmaal lang haar fluit +te hebben laten hooren. Daarna waren we alleen, doch er was genoeg +te doen om ons bezig te houden. + + + + +III. + +De eerste maand in Pionierbivak. + + +Zooals men zich herinneren zal, was de eerste taak voor het Detachement +van den Mamberamo het inrichten van "Pionierbivak", doch voor één +Detachement. Na verkenning van het Batavia-bivak [9] zou dit laatste +ingericht worden als algemeen uitgangpunt, met woonplaats voor beide +Detachementen. Laat mij aanstonds zeggen, dat, toen de bouw van +Batavia-bivak nog maar kort aan den gang was, het reeds duidelijk +werd, dat Pionierbivak hoofdbivak moest blijven, Bataviabivak alleen +een hoofd-vivres-depôt; de redenen zullen later vermeld worden. + +Naast de genoemde taak stond het zoeken van aansluiting aan de vroegere +verkenningen van de Apauwar en in het Waropèn-gebied, maar dit stelden +wij voorloopig uit, daar men geen twee dingen tegelijk kan doen; +voor een groote marschpatrouille toch heeft men veel menschen noodig +en dat was juist, wat ons ontbrak. + +Ons woonbivak aan den rivieroever bestond uit een officiershuis, +één barak voor militairen, één voor dwangarbeiders, een goedang of +opslagplaats, een ziekenhuis en een keuken. + +Het schoonkappen van het terrein had zich bepaald tot alles, behalve +het zware hout. Langs de barakken liepen gegraven sloten, die het +terrein zooveel mogelijk draineerden, wat met het oog op de elkaar +snel opvolgende regens wel noodig was. De paden door het bivak waren +bevloerd met korte dwarslatjes; later werd grint gehaald, dat bij +lageren waterstand gemakkelijk van de banken te krijgen was en de +daarmee aangelegde paden waren netter en meer soliede. Om het bivak +heen stond een houten hek; daarachter was naar alle zijden wildernis. + +De officiersbarak was vrij eenvoudig: een houten geraamte, van +achteren, op zijde en van boven met atap gedekt. Het naar twee zijden +schuin afloopende dak was van voren 2, van achteren 1 3/4 M. hoog; +de diepte was 3 M. Hier stonden onze veldbedden, twee tafels, enkele +stoelen en onze koffers. Daar de barak aan de rivierzijde open was, +mocht de door den Westenwind aangevoerde regen daar gaarne vrij in +spelen. Eenig voorstaand geboomte werkte wel beschermend, doch ik weet +zeker dat al mijn goed bedorven zou zijn door vocht als mijn met ijzer +beslagen tropenkoffers niet zoo ondoordringbaar gebleken waren. De +opening naar achteren was wellicht in dat opzicht voordeeliger geweest, +doch wij prefereerden licht en het vrije riviergezicht met als nadeel +den regen boven het omgekeerde. Om niet steeds met de voeten in den +weeken grond te zitten, hadden wij onze barak met gegolfde ijzeren +platen bevloerd; dit was zeer doelmatig; alleen veroorzaakte het +gekras van de kopspijkers onzer schoenen op het ijzer gewoonlijk meer +onaangenaam lawaai dan gewenscht was. + +De barakken voor militairen en dwangarbeiders waren overeenkomstig; +de bevloering was hier tevens ligplaats, dus dunne boomstammetjes +naast elkaar, hoe gelijker hoe liever; twee palm boven den +grond. Onderofficieren en verkenner sliepen onder hetzelfde dak, +doch hadden veldbedden. + +De goedang had een vloer en een beschermend dak en daartusschen waren +onze voorraden: vivres, geneesmiddelen, verlichting, gereedschappen, +aanmaakmateriaal voor prauwen, enz. + +Het ziekenhuis was de reeds vroeger genoemde groote wegneembare tent; +gemiddelde hoogte ruim 2 M.; vrij ruim. Dit was het doktersdepartement +met vele potjes en flesschen en zelfs met een kleine operatie-tafel. + +In de keuken werd in een paar groote ijzeren potten de rijst gekookt; +het was een eenvoudig afdakje, waar ook onze filtersteenen stonden. De +laatste bestaan uit een poreuse kalkmassa en zijn zeer doelmatig; +ze zijn geelwit van kleur. + +Boven de rivier werden van den oever uit en gelijk met dezen bruggen +gebouwd, op wier uiteinde overdekte W.C.'s en mandikamers kwamen +alles van de meest primitieve constructie, doch stevig. + +De kleine aanlegsteiger werd vervangen door een grooten met +verschillende trappen in verband met variabelen waterstand (het totaal +verval over een jaar bedraagt toch 7 M.); die steiger hield zich goed +tot het einde der Exploratie, hoewel de bandjirs dikwijls met stroom +en boomstammen moeite genoeg deden om hem omver te halen. + +Intusschen was een ploeg bezig met het schoonkappen van den vroeger +genoemden 4 M. hoogeren rug. Ook hier bleef het zware hout staan voor +de per volgende boot verwacht wordende Dajaks. De rug bleek nogal +grillig van vorm en hoe meer wij met den huizenbouw naar achteren +vorderden, hoe meer wij moesten goochelen met de ruimte. Maar het +ging best. Hier verrezen in den loop der maanden barakken, als zooeven +genoemd, doch ruimer en geriefelijker, hoog (minstens 1 1/2 M.) boven +den grond; een ruime goedang en een ruim ziekenverblijf. + +Het werk der officieren was in hoofdzaak toezicht houden en "er achter +heen zitten". Daar wij twee zeer ijverige Europeesche onderofficieren +hadden, nam dat niet veel tijd in beslag en wij verlangden naar de +volgende boot, die ons een groote uitbreiding van menschenmateriaal +zou brengen. + +De avonden waren gezellig. Men had dan gemandied, gegeten, men had +lectuur en den grammofoon. De lectuur was een algemeene erfenis +van alle goedkoope romans, die bij het exploratie-detachement van +Zuid-Nieuw-Guinee door de opvolgende explorateurs verwerkt waren +geworden, een vrij belangrijke hoeveelheid. De grammofoon was first +rate, met talrijke goede, groote platen. Wij lieten hem elken avond +draaien door een onzer jongens, die daartoe afgericht was en hij +heeft ons nooit verveeld. Het was de grootste band, die ons aan de +beschaving bond en, met gesloten oogen luisterend, lieten wij ons +leiden waarheen de muziek ons bracht. + +Onze dokter amuseerde zich met de fotografie, waarin hij een meester +was. Zijn donkere kamer was voorloopig een roode klamboe, waar hij +'s avonds met alle ingrediënten inkroop. + +Meteorologische waarnemingen behoorden tot mijn departement; elken +dag, om 7, 2 en 9 uur werden opgenomen: barometerstand, temperatuur, +bewolking, richting en kracht van boven- en benedenwind; elken morgen 7 +uur de regenval en de stand van het rivierwater; voor het laatste was +een peilschaal geplaatst tegen den grooten steiger. Deze observaties +zijn altijd door geschied; bij mijn afwezigheid door den dokter, +die permanent bivak-commandant was. Zij geven in elk geval voor een +vol jaar het betrouwbaar verloop van twee met elkaar verbandhoudende +belangrijke dingen: den regenval en den waterstand. Wij weten te goed +de bezwaren van den regentijd en de moeilijkheden der bandjirs om niet +gaarne gebruik te maken van den gunstigen tijd en het is een voordeel, +dat men thans met juistheid zeggen kan in welke maanden het reizen +in Nieuw-Guinee gemakkelijk en opwekkend is en in welke maanden men +met veel zorg en moeite weinig vorderingen maakt. + +Voor ons was voorloopig de regentijd nog weggelegd: zware wolken +dreven onafgebroken uit het Westen, aan regen geen gebrek; het was +kil en het landaanzicht naargeestig. 's Morgens hingen dikke nevels +over de rivier, welke ten tien ure waren opgetrokken; 's avonds kwamen +veelal sterren door en op den middag af en toe het zonnetje. + +Van nu aan wies de rivier steeds en einde Januari vreesde men, dat het +bivak zou onderloopen; gelukkig kwam het niet zoover. De stroomsnelheid +voor Pionierbivak was in Januari 4 à 5 mijl; in Augustus 2 1/2 à +3 mijl. + +De natste en meest moeitevolle maanden zijn van begin November tot +eind Februari; de beste Mei tot September; in dien drogen tijd is +het reizen bepaald een genot en smaakt men elken dag de grootste +voldoening over den afgelegden weg, maar in den regentijd: ho maar! + +Dat de natte tijd niet gunstig was voor den gezondheidstoestand +is duidelijk. Toch hadden wij geen ernstige reden tot klagen. Onze +benedenstrooms opgeloopen malaria-infectiën waren door de kinine weldra +overwonnen; het bivak-zelf (heuvelland) was muskietenvrij; daarna +bepaalde het ziekenrapport zich tot de bekende vrij-van-dienst-gasten +en eenige meer hardnekkige koortslijders, die van tijd tot tijd werden +geëvacueerd. Van beri-beri bleven wij voorloopig verschoond en het +totaal aantal lijders daaraan gedurende de geheele expeditie was +gering; over de prophylaxe tegen deze ziekte heb ik vroeger reeds +gesproken. De malaria-prophylaxe was 0.4 gr. kinine elken 4en en +5en dag. + +Was het bivak muskietenvrij, een andere lastige bezoeker moet hier even +vermeld. Dit was een insectje, dat leek op een vlieg en op een bij; het +was wat kleiner dan onze kamervlieg, de wetenschappelijke naam er van +is mij onbekend. Men had twee soorten, donkergele en zwarte. Zij waren +meer dan vervelend. Met het rijzen van de zon kwamen zij opzetten, +snel nam hun aantal toe. Soms waren gezicht en handen bedekt met dit +ongedierte, dat er zonder kwaad te doen rustig overheen wandelde. Men +joeg ze ijverig weg en meestal waren zij dan goed genoeg om even op +te vliegen, doch zetten zich weer op een ander plekje neer. Waarom +sloeg men ze dan niet dood? Omdat ze dan zoo geweldig vies roken; +dit was juist hun veilige bescherming. Een geduldschepper waren ze; +gelukkig kwam de plaag niet alle dagen voor. + +Den 22en December verscheen opnieuw de "Valk", doch voor dien tijd +maakten wij eenige verkenningstochten. + +In den omtrek van het bivak hier en daar rondvarende, hadden wij +boven Havik-eiland een linker zij rivier ontdekt. [10] Deze zag er +nog al forsch uit en werd het eerste doel voor een marsch. + +De Mamberamo was kalm, we waren (met de twee prauwen) spoedig aan +den mond der zijtak en daar de regenval eenige dagen vrij gering +was geweest, stond er niet veel water in de kleine rivier. Een paar +kilometer konden wij haar met de prauwen nog volgen; daarna werd ze +te ondiep, we stapten uit en trokken de prauwen in het oeverriet, +de glagah. + +Nu werd de bedding verder gevolgd. + +Grillig en veranderlijk was het landschap als geen ander; we verkenden +de rivier ruim 20 KM., tot het avond werd en bivaktijd; we waren +toen tot een 200 M. gestegen, het laatste gedeelte snel, daar we den +oorsprong naderden en dus tegen de heuvels begonnen op te kruipen. Hoe +hooger men kwam, hoe schilderachtiger. Frisch, helder water leschte +den dorst en koelde het voorhoofd; het was voor mij een verrukkelijke +tocht en een heerlijke lichaamsbeweging na de lange dagen van rust. Het +nut? Wij brachten een riviertje mede en eenige aangepeilde toppen. Nut +hadden we gehad, als we hier den hoogen scherpen top beklommen hadden +en van dien af het landschap aangepeild; doch eerstens waren we daar +niet voor uitgerust en tweedens was die royale wijze van werken nog +niet voldoende tot mij doorgedrongen; reeds in den aanvang [11] heb ik +gezegd, dat men exploreeren leeren moet en er is tijd voor noodig om +te komen tot het onderscheiden van zeer nuttig en minder nuttig werk. + +Ten 5 uur bivak gemaakt, ten 6 uur na de genietingen van een +frisch bad, schoone kleeren en een kroes chocolade in de beste +stemming. Zelden heb ik zoo'n opgewekten bivakavond meegemaakt; +het weer was fraai, de lucht helder; het geruisch van het water, het +gegons van de myriaden beestjes in het bosch, de kookvuurtjes rondom, +het was alles nieuw; hier genoot ik voor het eerst het boschleven +met zijn volkomen gevoel voor vrijheid, onafhankelijkheid, zooals +ik het zoo menigmaal genoten heb, zooals ik er nog dikwijls naar +mag terugverlangen. + +Dan 's morgens wordt men wakker door het schemeren van den komenden +dag en door het eerste geroep van de vogels. Ik kende ze spoedig, +die verschillende geluiden; elken vogel herkent men aan zijn slag; +boven allen uit klinkt het geroep en gefluit van den paradijsvogel, +een lang telkens herhaald wijsje. + +Als het dag wordt: uit de klamboe, in de kleeren; de dwangarbeiders +pakken reeds; we eten haastig een bordje bras ketan met javaansche +suiker, dan op marsch. + +De prauwen worden op hun plaats gevonden; des avonds zijn we in +Pionierbivak terug. Dat was een leuke marsch! + +Onze volgende beweging was gericht op de beproeving van onze groote +motorboot in de versnellingen. + +Laat mij eerst verklaren wat een versnelling is. Een versnelling +ontstaat daar, waar de aanvoer van water meer is dan de +afvoer-capaciteit van de bedding verdragen kan; i.a. dus in +bergterrein, waar de grond hard is. In wat wij als "vlakte" kennen, +is meestal de grond zacht genoeg om de rivier bij overmatigen +wateraanvoer in staat te stellen, door uitschuring haar bed te +verbreeden; in bergterrein gewoonlijk niet. Er ontstaat daar dus, +òf permanent, òf alleen in tijden van zwaren regenval, een meer of +minder groot niveauverschil en het water stroomt er veel sneller dan +boven of beneden dit punt. De versnelling vormt zich daar, waar het +rivierbed smaller of ondieper wordt; zij brengt veelal met zich op +eenen of beide oevers banken van rolsteenen; er vormt zich een goot, +waarin het water met groote snelheid loopt, kolkt en draait. Groote +versnellingen brengen groote en diepe draaikolken met zich mede. Deze +zijn niet stationnair, maar verplaatsen zich langzaam stroomafwaarts, +waarbij zij zich uitputten. Op de oude plaats ontstaat dan weer een +nieuwe kolk. Aan de binnenzijde der versnelling, i.a. dus langs den +oever beneden het versnellingspunt ontstaat een "neer", d.i. een +terugstroom. + +Beneden de versnelling krijgt men een staande golving van een vier, +zes krachtige golven; stroomafwaarts roeiende moet men daar met +groote vaart doorheenschieten, want in den kortsten tijd neemt men +reeds veel water over. + +Een mooi voorbeeld van een versnelling geven onze afbeeldingen van den +Edival, waarbij het geheele golvende gedeelte den steenbank weergeeft; +men ziet er stroomafwaarts. De tweede foto geldt voor lagen waterstand; +duidelijk ziet men aan den witten bovenrand der rotsen, hoever de +gemiddelde waterstand is. De eerste geldt voor hoogen bandjirstand; +de op beide foto's met een kruisje gemerkte steenen zijn identiek. + +Stroomopwaarts gaande kan men met vrucht van de "neeren" gebruik +maken; dikwijls zijn zij vrij sterk en voeren ons gemakkelijk in de +binnenzijde der versnelling, die daarna "genomen" wordt, zooals wij +later nog uitvoerig zullen zien. + +Dat wij met onze groote prauwentransporten geregeld in 4 dagen van +Pionierbivak naar Batavia-bivak kwamen, een afstand van 75 K.M., +is uitsluitend te danken aan handig gebruik maken van de sterke +"neeren"; dat was dus ± 20 K.M. per dag, zeer veel in een rivier met +zulke sterke versnellingen. De terugtocht duurde 8 uren, d.i. 1/5 +van den opvaarttijd. + + + +Wij vertrokken in den morgen, een mooien morgen, van Pionierbivak +met de groote motorboot en twee prauwen, gesleept; vivres voor 3 +dagen. Van het komende riviergedeelte tot de Marine-vallen bestond +een schetskaartje, vervaardigd door den toenmaligen Luitenant ter Zee +Rambonnet, commandant van Hr. Ms. Edi tijdens diens opvaart met de +"Pionier" in 1909. Ons doel was, terwijl wij het karakter der rivier +in oogenschouw namen, de motorboot zoover mogelijk te brengen, haar +zoo noodig boven te laten, daar toch haar bestemming Bataviabivak was. + +In den zijarm achter Havik-eiland kwamen wij moeizaam vooruit; +het verval is hier vrij groot, de stroom sterk. Daarna schoten +wij harder op; men houdt steeds vlak onder den oever, daar is de +stroom gering; hieruit volgt tevens, hoe gemakkelijk men beslopen +en bepijld kan worden. Bij het nemen der versnellingen, alleen met +eigen motor-beweegkracht, dus zonder hulp van trektouwen, moesten +wij wel in den vollen stroom op. Toen deze meer dan 5 1/2 mijl [12] +werd, was hiermee ons eindpunt bepaald; dit was op ongeveer 1/3 van +den afstand tot de Marine-vallen. + +Waren we in dat opzicht teleurgesteld, ook om een andere reden viel +de dag ons niet mee: de motor toch gaf aanleiding tot bezorgdheid. + +Een motor heeft een koelpomp, die rivierwater ter afkoeling pompt +langs de heete wanden der cylinders. Voor onze pomp (en ook later +voor die van onze andere motorboot) bleek het rivierwater funest; +doordat het zooveel slib bevatte, werd de goede werking der pomp +gehinderd en raakten de pijpen verstopt. + +Toen ons het euvel den eersten keer overkwam, waren we juist in +het volle van een breede versnelling; de pomp gaf geen water +meer, de motor werd heet. De machinist vroeg te stoppen; "nog +een oogenblikje" werd er gezegd, "even uit den stroom onder den +wal." Pang, pang, deed de motor. Stoppen, doch twee scheuren in de +cylindermantels. Onverantwoordelijk? Ja, maar wie had dat verwacht! Tot +onze groote verlichting bleken alleen de mantels gescheurd; water liep +er zelfs niet uit; de cylinders waren heel, de motor kon draaien. Het +was een waarschuwing eens en voor altijd; de pomp werd hierna nooit +meer uit het oog verloren, doch wat dikwijls hebben we haar uit elkaar +moeten nemen en hoeveel geduld heeft ze ons gekost? Eventueelen lateren +explorateurs, die een modderrivier met motorbooten denken te bevaren, +kan niet genoeg op het hart gedrukt worden: een sterke koelpomp, +ongevoelig voor rivierslib. + +Als "schip" hield de groote motorboot zich best in de versnellingen. Op +een gegeven oogenblik raakten we in een kolk, de boot helde, de +rivier zoog aan het schroefgedeelte. Het was een vrij unheimische +gewaarwording, doch het bleek van geen belang; al draaiende kwamen +wij vrij, doch één der gesleepte prauwen had het te kwaad gekregen +en was volgeslagen, gekanteld en gaf aanleiding tot het verlies van +eenige dwangarbeiders-eigendommen. De menschen werden opgepikt en +zoo spoedig mogelijk werd op een rustig plekje de prauw weer recht +gelegd en leeg gehoosd. + +In den namiddag waren we weder thuis in ons groote dorp. Hadden we +dan al opnieuw tot onze teleurstelling moeten ondervinden, dat onze +motorboot geen hardlooper was en hadden we dan al met schade onze +eerste pomp-ervaring opgedaan, we hadden de groote rivier gezien en +hoe zij zich een bed, rijk aan natuurschoon, uitgeschuurd heeft door +het Van Reesgebergte, welks ketens N.W.-Z.O. loopen. + +Waar ons als leeken telkens en telkens de eigenaardige veranderingen +in de oorspronkelijke ligging van den bodem opvielen, moet een +geoloog hier wel een dankbaar arbeidsveld vinden. De mijningenieur +Van Gelder maakte in 1909/10 de Expeditie Franssen Herderschee +mede; bij ons Detachement was geen geoloog van professie; doch de +eenige maanden later gearriveerde 1e Luitenant Feuilleteau de Bruyn, +die een geologischen cursus had gevolgd, maakte eenige uitvoerige +beschrijvingen. + + + +Dezer dagen kregen wij ook af en toe bezoeken van Papoea's van +omwonende of, beter gezegd, van toevallig tijdelijk in de buurt zijnde +stammen. Door ons zooveel mogelijk op hun gemak gebracht, overwonnen +zij weldra hun schuchterheid; hoewel altijd een open oogje houdende +voor een gelegenheid tot eventueel noodigen terugtocht. Den eersten +keer vooral waren zij met groot enthusiasme ontvangen; hier begon +ons ethnografisch werk! + +Na hen met diverse ruilartikelen in de meest rooskleurige stemming +te hebben gebracht, begonnen wij zooveel mogelijk van hen te +plukken. Vooreerst woorden. Door de Regeering van Nederlandsch-Indië +worden gedrukte woordenlijsten, in een klein boekje vereenigd, +uitgegeven, om mee te nemen bij elke expeditie of exploratietocht in +onzen Archipel, ten einde op systematische wijze, waar de gelegenheid +zich voordoet, taalgegevens te verzamelen. Omringd door een kring +van onze bezoekers noteerden wij de woorden, die wij machtig konden +worden. Vragen werden natuurlijk niet begrepen, doch al wijzende en +met gebaren en vooral met heel veel geduld kwamen wij toch een heel +eind. De Papoea's hadden vrij veel vermaak in dit geval en waren ten +zeerste voldaan, als wij de goede uitspraak van een woord te pakken +hadden; hun goedkeuring, i.a. elke sterke bevestiging, drukten zij +uit door even kort de voorhoofdhuid op te trekken, om zoo te zeggen +in dezelfde gevallen, waarin wij een kort knikje geven. + +Het opschrijven der woorden vervulde hen niet met vrees, zij keken er +met belangstelling naar; uit verschillende dingen kon men merken, dat +zij reeds vroeger met blanken hadden omgegaan. Kralen en een enkele +afgesleten parang waren ook reeds in hun bezit. Terwijl een aantal +zich met ons occupeerde, snuffelden anderen rond, doch werden stevig +in de gaten gehouden, daar wij wel begrepen, dat de verleiding groot +was. Af en toe merkte men, dat er iets nieuws en "leuks" ontdekt was +aan een levendig "èh, èh!", een veelbeteekenend lachen tegen elkaar, +herhaaldelijk optrekken van het voorhoofd en met de vlakke hand slaan +op het zitvlak. + +Verschillend waren hun gelaatstrekken; heel anders dan het passieve, +dat men in Indië i.a. bij den inlander aantreft. Hier had men met +een vrij volk te doen, dat nooit geleerd had zijn gewaarwordingen te +verbergen. Vrees, wantrouwen, verlegenheid, verrukking, vergenoegdheid, +allen toonden het ons beurt om beurt. Daar waren domme, goedige +gezichten; daar waren vlugge, intelligente trekken. + +Verschillende "kleedingstukken" werden door hen gaarne afgestaan tegen +begeerlijkheden uit onzen ruilvoorraad, waarin het practische oog +parangs en bijltjes voor liet gaan, hoewel een mooie kralenketting +toch ook niet te versmaden was. Tabak werd bovenal gaarne aanvaard; +daar waren zij met recht dol op, deze Papoea's verbouwden zelf geen +tabak. Toch komt de plant voor, daar, waar men haar het minst zou +verwachten, nl. in het verste binnenland. Of de plant geïmporteerd is, +weet ik niet, doch zeker is dat men kan zeggen, dat ze over een groot +deel van Nieuw-Guinee bekend is. Het verging sommigen onzer bezoekers, +zooals het kleine jongens vergaat, die voor het eerst een trekje doen: +zij werden onpasselijk; de meesten evenwel hielden zich goed en vonden +het rooken verbazend voornaam. + +Vervolgens kwamen de heeren voor den fotograaf. Dames waren er niet, +die bleven de eerste maanden veilig opgeborgen. Onze afbeelding geeft +de twee krachtigsten onder onze bezoekers, den linkschen brutaal +en zelfvoldaan, den rechtschen ongerust en verlegen. Beiden hadden +rijkelijk de cascado-huidziekte; beiden waren overvuil en roken +op 5 M. afstands alleronaangenaamst; dit is zonder overdrijving; +beiden bewogen zich over het water, doch waarschijnlijk nooit er +in. Het hoofdhaar mag een centimeter of vijf lang geweest zijn; +het was doorvlochten met een cirkelend weefsel van rottankoord, +wat aan den haartooi het aanzien van een pruik of hoedje gaf; des +avonds wordt het haar geenszins "losgemaakt", dit gebeurt nl. nooit, +dus maakt uw consequenties! + +Om den hals of om het voorhoofd veelal een kransje, zoo al niet van +kralen, dan van bamboevruchtjes; vaak ook een zakje van gevlochten +melindjoe [13]-touw, een netje a.h.w., waarin eenige eetwaar als +sago en een stukje varkensvleesch. Om het middel een touw van +melindjoe-bast, een oneindig aantal malen om de heupen gewonden; +deze meer beschaafde bezoekers hadden er als schaambedekking een +doekje doorheen bevestigd, maar ook dit partijtje gaat nooit los. Een +dergelijke menigvuldige omwinding, doch van de onderarmen, zagen wij +bij andere stammen in deze buurt. Rond de bovenarmen en onder de knie +vaak een ring van rottan of fijne boomvezels. Sommigen droegen ook +"bretels". + + +Een onzer foto's toont al deze kleedingstukken. Daarin heeft men: + + + 1. haarkransen van casuarisveeren, + 2. kamvormige haartooi van houtjes, + 3. armring, + 4. halsring van bamboevruchtjes, + 5. bosje pijlpunten voor kinderschiettuig, + 6. "bretels", bestaande uit een buikband en twee + schouderbanden, + 7. buikbanden van gevlochten fijne rottan, + 8. voorhoofdstooi van varkensribben, + 9. drinkwaterflesch (kalebas), + 10. "oneindige" buikgordel met "staartje", + 11. fleschje (kalebas) voor kalk voor den sirihpruim, + 12. halszakjes van boomvezels. + + +Men lette ook op het beentje, dat beide mannen dragen door het +middenschot van den neus; dit is een matige versiering: wij kwamen +later in het verre binnenland bij stammen, die te dezer plaatse de +beide slagtanden van het wilde varken droegen, wat hun een woest en +krijgshaftig aanzien gaf. + +De kleur der Papoea's is zeer donker bruin; op de plekken der +huidziekte wordt die kleur iets lichter. Eenigen hadden mondkost +bij zich: sago, klappers, papaja's en laboe. De sago in groote +klompen van 1/2 L. inhoud, een groot blok fijn meel; later zal over +de sagowinning uitvoeriger gesproken worden. Klappers komen hier +weinig voor; de palmen zijn dan afkomstig van de Noordkust, waar +ze wel in grooten getale (geïmporteerd) voorkomen; men krijgt den +indruk, dat de kokospalm geen inheemsche boom op Nieuw-Guinee is, +in het diepe binnenland hebben wij hem nergens gezien. Papaja en +laboe zijn op de Soenda-eilanden welbekend; waarschijnlijk ook op +Nieuw-Guinee geïmporteerd. + +Op de foto's ontbreken pijlen en bogen. Deze hadden zij dan ook +neergelegd, toen hun schuchterheid overwonnen was. De bogen zijn van +niboeng-hout, de pezen van rottan koord, lengte 2 M. De pijlen zijn +even lang, van licht riet van 3/4 à 1 cM. dikte; de punt is er apart +aan gebindseld en van bamboe of niboeng-hout. Bijna alle pijlpunten +zijn van weerhaken voorzien, het indringingsvermogen is enorm, +doch de zuiverheid van het schot niet groot en boven 20 M. klein te +achten. Omtrent het al of niet vergiftigen van pijlen heb ik geen +zekere gegevens. [14] + +Waren onze bezoekers zonder veel moeite voor den fotograaf gehaald, +voor den grammofoon waren ze bang. De psychische uitwerking was toch +aardig om te volgen: eerst het gezang gehoord, nieuwsgierig er heen, +voorzichtig genaderd, verrukt geluisterd, toen er achter gekeken; +niets gezien, angstig geworden, afwerend met de handen gewenkt; +wij stopten toen den grammofoon, waarna de rust wederkeerde. + +De macht van het geweer was een enkelen bij herinnering bekend. Hij +wees op het geweer, wees op een vogel, maakte een beweging van +aanleggen, deed langgerekt en smartelijk "oooh!" en viel daarna +een oogenblik neer. Hij had er blijkbaar grooten eerbied voor en +wij probeerden dan ook maar niet hem of zijn metgezellen er mee +te verschrikken. + +Na eenige uren werd afscheid genomen; het genoegen was aan beide +partijen. + +Na de tweede helft der maand kreeg de koorts mij weer te pakken. + +Den 18en December bleef ik om deze reden achter, toen +kapitein Oppermann, vergezeld van onzen dokter, er opnieuw op +uittrok. Noord-oostelijk van ons bivak lag een NW.-ZO. loopende +heuvelrug, dien wij reeds van uit de rivier gezien hadden, naar +schatting 400 à 500 M. hoog. Op onze eerste groote patrouille, die +wij ons voorstelden te maken naar het Apauwargebied, als de "Valk" +ons van meer menschen zou hebben voorzien, hadden wij dien rug over +te trekken, wilden wij oostwaarts vorderen. Bovendien verwachtten +wij van af den kam een ruim uitzicht naar het zuiden te hebben. + +Om deze twee redenen dan werd tot het beklimmen van den rug nu reeds +besloten, welks kam in éénen dagmarsch werd bereikt. De kapitein +richtte er een klein bivak in en liet er kappen op twee verschillende +punten. Uit deze punten kreeg men goed uitzicht naar het Zuiden, +doch daar het kappen met de parangs niet zeer vlug ging, kwam er van +het goede uitzicht voorloopig niet veel terecht. Vòòr er resultaten +kwamen, verscheen de "Valk." + +Dat was den 22en. Om een uur of tien in den morgen klonk het ongewone +geluid van een stoomfluit over de rivier. Men hoorde van alle kanten +opgewekt: "kapal datang!" [15] Na een kwartier verscheen zij om +den hoek, de "Valk", en bracht het heele kamp in een vroolijke +stemming. Daar verscheen Europa, al was het voor een korten tijd. + +Het schip bracht veel vivres, veel materialen en ± 150 fuseliers +en dwangarbeiders, bovendien 40 Dajaks. De Militaire Commandant van +Ambon was aan boord om het Pionierbivak en de zaken aan den Mamberamo +te inspecteeren. + +Waren tot nu toe onze handen gebonden geweest door gebrek aan +personeel, thans kon het mes van alle kanten snijden en kwam er aan +het "gemodder" een einde. Een onzer stoomsloepen was meegekomen; +hierdoor kwam de groote motorboot vrij om bij komende gelegenheid +naar Batavia-bivak te worden gebracht. + +Een kleine patrouille werd onmiddellijk uitgezonden om Kapitein +Oppermann op de hoogte te brengen van de aankomst van den Majoor +Gooszen; het bleek evenwel, dat de stoomfluit tot aan den heuvelkam +was doorgedrongen en reeds denzelfden middag verschenen de Kapitein +en de Dokter beneden. + + + + +IV. + +Onze Dajaks. + + +Een der eerste échelons bracht 40 Dajaks in Pionierbivak en over +dezen niet genoeg te waardeeren hulptroep wil ik eerst een en ander +mededeelen. + +In het noordoosten van Nederlandsch Borneo, aan den bovenloop van de +Kajan, die bij Boeloengan in zee valt, woont de Dajakstam, waartoe +onze menschen behooren. Het is wel merkwaardig, dat deze inlanders, +in tegenstelling met zoovele andere rassen in den Archipel, tot dit +reizen en trekken over te halen zijn. + +Reeds bij meerdere expedities van gelijke soort als de onze bewezen +zij uitstekende diensten en ook nu weer waren zij bij uitstek voor +ons doel geschikt. De Kajan, is mij verteld, is veel wilder nog dan de +Mamberamo; wie konden ons dan beter door de versnellingen brengen dan +juist deze Kajan-menschen? In het kappen van boomen en het bewerken +van hout hebben zij hun gelijke niet; wie waren dan beter geëigend +voor bivakbouw en prauwenmaken dan deze Dajaks? Een ideaal-exploratie +van deze soort zou uitsluitend met Dajaks moeten werken; maar hun +loon was f 1.- per dag buiten den kost, terwijl dwangarbeiders het +Gouvernement alleen op kosten van rantsoen komen. + +In een bewegelijke en vroolijke rij zwermden ze achter elkaar uit +onze motorboot, die hen met een sloep in éénen trek uit het schip +gehaald had. Zij gingen eerst hun lijfgoed in veiligheid brengen in +de voor hen aangewezen barak; want zoover was de bouw van het bivak +gevorderd, dat we ruimte hadden voor al onze nieuwe menschen. + +Dat gaf mij gelegenheid hen op mijn gemak te bekijken. Het was flink +volk, dat de controleur van Boeloengan voor ons geworven had: allen +krachtig en gezond, vlug, sierlijk en zeker in hun bewegingen. Men zie +slechts onze afbeelding om met mij deze fraai gespierde gestalten +te bewonderen; links staat Hanji Ipoei, het hoofd der Dajaks; +rechts Boejau Awan, een handige kerel met veel invloed. Terloops zij +opgemerkt, dat een boom van den omvang als op de foto door 4 Dajaks +in den tijd van een half uur wordt geveld! Op blz. 157 ziet men den +geheelen stam, zooals zij elken morgen om half zeven met de overige +werkkrachten aantraden om in ploegen te worden ingedeeld; de eerste +dagen kostte het heel veel moeite hun deze eenvoudige manoeuvre aan +het verstand te brengen. + +Aan kleeding hebben zij niet veel "om het lijf." Een hoofddoek om +het lange sluike haar, een "tjidako" om de lendenen; een enkelen ring +om arm of been, gewoonlijk van melindjoe-bast. Het sluike haar hangt +hun tot even onder den nek, langer groeit het niet. Sommigen hadden +een jasje van boomschors, door de vrouwen met rood band gegarneerd. + +Allen droegen een grooten ronden platten hoed, gemaakt uit palmbladeren +en rottan, waarop verwonderlijke motieven waren gestikt. + +Het wapen van den Dajak is de mandau, een zwaard van 40 cM. lengte met +flauw gebogen lemmet. Licht en vlijmscherp als het is, weet de hand +van den Dajak er een bijzonder indringingsvermogen aan te geven. Op de +vraag, of hij met éénen slag een menschenhoofd kon afslaan, antwoordde +Hanji Ipoei met een bescheiden lachje: "Gampang sadjah." [16] De +greep van den mandau is vaak zeer sierlijk bewerkt; een foto geeft +twee oorlogsmandaus en hun scheeden, versierd met vlechtwerk van fijne +rottan en met haar (in den "goeden" tijd van gesnelde koppen; thans, +onder humaner régime, van geiten). Aan de scheede van hout is een +bijscheede van boomschors, waarin een klein vlijmscherp mesje met +langen houten steel; dit dient voor alle voorkomend snijwerk. + +Een ander wapen van den Dajak is mij verteld te zijn de lange blaaspijp +met korte vergiftigde pijlen; hiervan was niets meegenomen. Doch het +is zeker, dat de Dajaks zeer bang voor pijlen waren en zij waren nog +niet lang bij ons of een opgewekte schildenindustrie was in vollen +gang. De schilden, evenals andere groote voorwerpen, zooals b.v.b. een +soort guitaar, werden uit één stuk hout gehouwen en met veel geduld +bewerkt; ten slotte werden ze beschilderd met dezelfde krul-motieven +als op de hoeden gezien werden. + +Was de blioeng of bijl niet zoozeer een wapen van den Dajak, het was +toch een onmisbaar werktuig. Het ijzer is klein, 15 cM. lang en de +snede niet breeder dan 6 cM. De steel is aan het uiteinde vrij dik +en vaak fraai versierd. + +Met den blioeng worden de zwaarste boomen geveld, gespleten, uitgehold +en planken voor prauwenboorden gemaakt van 20 M. lengte bij 3 palm +breedte en 3 duim dikte. Om de laatste te vervaardigen, heeft men +dan het blioengijzer 1/4 slag gedraaid, zoodat het als schaaf dienst +doet; liever gebruikt men er aparte ijzers voor, die dunner, breeder +en eenigszins gebogen zijn. + +De ijzers voor mandau en blioeng worden den Dajaks tegenwoordig in +Boeloengan door Chineesche handelaars verkocht; vroeger smeedden zij +ze zelven in den door hen gewenschten vorm, want het smeden is een +kunst, die ze goed verstaan. + +Elke Dajak heeft zijn "Rücksack." Het is een mandje van fijn +gevlochten dunnen rottanvezel van diverse kleuren, zoodanig, dat +er weer onderscheidene motieven in zijn geweven. Het wordt op den +rug gedragen aan twee draagkoorden, die over den borst en weer naar +achteren loopen; zooals een soldaat zijn ransel draagt. + +Iedere Dajak heeft ook zijn eigen pagaai of dajong. Ze zijn iets +steviger dan die van de Papoea's, maar het blad is wat smaller. + +Met hun levendige vroolijkheid, hun fraaie gereedschappen, maar meer +nog door hun krachtigen bouw, hun lichtbruine, bijna gele huidskleur +en hun groote zindelijkheid op het lichaam maakten de Dajaks een +buitengewoon prettigen indruk. Riviermenschen als zij zijn, duiken +zij elk oogenblik in het water, in tegenstelling met de Papoea's; +ongunstig hiertegenover staat de onzindelijkheid van hun eetgerij, +dat er soms verbazend onsmakelijk kon uitzien. + + + +Dit veertigtal modelmenschen dan, nauwelijks aan wal gestapt, werd +aanstonds aan het werk gezet. Hanji Ipoei verstond geen Maleisch; +maar Ileh, een hoofdenzoon, wèl en deze bracht alle bevelen over. De +blioengs kwamen te voorschijn, alle groote boomen in het lage en +in het hooge bivak stonden reeds lang ongeduldig te wachten, weldra +vlogen de spaanders rond. Het was een lust om te zien. Is men moe, +dan wordt een strootje opgestoken; overhaasting schaadt, "wij werken +hard genoeg." En zoo viel een dikke boom in een half uur; zoodanig +was hun uithoudingsvermogen, dat ik van een Dajak 180 slagen telde, +voor hij "het bijltje er bij neerlei." + +Merkwaardig is de groote juistheid, waarmee de Dajaks een boom laten +vallen in de gewenschte richting. Verschillende boomen, tusschen de +barakken staande, mochten slechts deze of gene richting uitvallen en +dikwijls hielden wij ons hart vast; doch nooit heeft een der barakken +eenig letsel bekomen. + +Even merkwaardig is de economie, waarmee de Dajaks een boschterrein +"raseerden"; nooit viel een boom alleen, doch steeds een heele rij. Van +die rij was dan elke boom half of driekwart ingekapt, alle aan dezelfde +zijde. Ten slotte werd dan een groote zware boom geveld, doch zoo, dat +hij in zijn val tegen nummer twee aankwam, die, half aangekapt zijnde, +doorbrak en nummer drie meenam en zoo voort. Onder een oorverdoovend +gekraak viel de heele rij en de Dajaks juichten vroolijk, doch sprongen +ijlings weg. Om de middelsoort stammen bekommerden zij zich niet; +die gingen vanzelf mede in den grooten val. Het was dan een ware +chaos van gevelde stammen door elkaar. + +Vraagt men, waarom wij al dit zware hout niet eenvoudig lieten +staan, dan is het antwoord: "Zonsbestraling en uitdamping zijn +hoofdvereischten voor een gezond hoofdbivak". + +Geen wonder, dat we deze kerels veel toestonden en dat bleek toch later +weer verkeerd. Evenals elk mensch, hielden ook zij van hun gemak; +alleen een streng régime kon maken, dat ze zonder toezicht veel en +goed werk leverden. In het begin echter werden ze een beetje bedorven, +maar, zooals ik zeg, het was begrijpelijk. + +Verwonderlijk was de hoeveelheid rijst, die zij verwerken konden; +zij waren aangenomen op 3/4 kg. daags, terwijl ons marschrantsoen +1/2 kg. was. Na een Dajak-maaltijd was niets vermakelijker dan de +rij gespannen buikjes en de voldane gezichten te zien. + +Niet alleen onze Dajaks, ook de rest van het "regiment" trok aanstonds +aan den slag. Een partij dwangarbeiders bleef op de lossende sloepen +en versjouwde op den wal; een partij fuseliers ging rottan halen +in de rimboe, ging het splijten en maakte er bindmateriaal van; +de rest van de dwangarbeiders haalde stammen voor bouwmateriaal en +vatte met kracht den barakkenbouw aan. Het was een waar genoegen, +zooveel bedrijvigheid; mijn koorts vergat ik geheel en al. + +Den 24en December maakten de Militaire Commandant van Ambon, majoor +Gooszen, kapitein Oppermann en ik een tocht naar de Marinevallen. Wij +vertrokken weder in onze twee prauwen, elk met zes Dajaks bemand. De +afstand van 30 KM. werd in 7 uren afgelegd. Wederom maakten de Dajaks +onze bewondering gaande, nu door het voorbeeldeloos handige werken +in de versnellingen. + +Een versnelling wordt als volgt genomen: met goede vaart nadert de +prauw in den "neer", de Dajaks roeien hun gelijkmatigen slag. Nabij de +rolsteenbank, als er grond gehaald kan worden, springt het meerendeel +uit de prauw; de vanglijn (touw of rottanstengel van 10 m. lengte, +voor aan de prauw verbonden) wordt uitgeloopen en in handen genomen; +een man vat den kop der prauw; twee man voorin nemen elk een gallah, +dat is een langen soepelen stok en boomen de prauw daarmee voort; +de stuurman blijft achterin. Nu gaat het over de rolsteenbank: de +gallah-menschen en de man aan den kop houden de prauw vrij van de +steenen, de vanglijn-menschen trekken, de stuurman stuurt. Het water +klotst gezellig links en rechts, weldra is de prauw weer in glad water, +alleen een paar voet hooger dan zooeven. Ik reken, dat we zoo een 40, +50 versnellingen passeerden. + +In elke prauw zijn twee stuurlui: een voor (pandjerwallah) en een +achter (djoeroemoedi). Beide werken zonder commando absoluut samen +en evenzoo zij met de roeiers. In een Dajak-prauw is geen commando, +alleen een gemeenschappelijk begrijpen. + +Ten drie ure in den middag stonden we voor het panorama. Daar lagen +de Marine-vallen in al hun moeilijkheid voor ons. Geen eigenlijke +val, maar een zware versnellings-combinatie, het rivierbed driemaal +verbreed, het water vlietend, al golvend en kolkend, tusschen een +zevental rotsige eilandjes. Dat was geen kinderspel! En stroomop +kijkende, wachtte ons geen vertroosting. We wisten, daar lag de Edival, +die nog een haartje lastiger was. Doch de Dajaks waren niet van hun +stuk te brengen; zij zagen den toestand niet zwaar in en verklaarden, +dat de groote motorboot daar best doorheen zou komen, als we maar +lang en sterk touw hadden. + +Nu, daaraan was geen gebrek! + +Met goede hoop en vasten wil voor later werd de terugtocht aanvaard +en in 1 1/2 uur volbracht; het was bijna donker, toen we terugkwamen, +de bivakvuurtjes brandden hier en daar. Het was dîner op de "Valk"; +een klein europeesch gevoel bekroop ons even. + +Den volgenden morgen, 25 December, om 6 uur reeds hoorden we de +stoomfluit van de "Valk" bij den grooten bocht; dat was zoo vroeg +noodig, om 's avonds nog in zee te kunnen zijn. + + + + +V. + +Den Mamberamo op met het exploratie-detachement van de +Noordkust.--Toebereidselen. + + +Einde Maart 1914, na onze terugkomst uit het Bonggogebied, [17] kon +de exploratie van de kustgebieden van Noord-Nieuw-Guinee als gereed +worden beschouwd en werden te Manokwari toebereidselen gemaakt voor +het vertrek naar Pionierbivak. + +Een der laatste dagen van Maart lichtte het Gouvernements-stoomschip +"Zwaan" het anker, om ons naar den beruchten Mamberamo te brengen. Het +detachement stond onder bevel van den kapitein der infanterie Schultz; +verder gingen mede 1e luitenant der infanterie Schulze en schrijver +dezes. Mijn collega, luitenant-ter-zee Stroeve was nog niet terug van +zijne expeditie in het Van Reesgebergte (Groote Kerkberg of Kamoeso +Pedai) en zou met de eerstvolgende gelegenheid nakomen. + +Het detachement bestond uit een uitgelezen troep inlandsche fuseliers +en dwangarbeiders. Bijna allen waren reeds eenige jaren te Manokwari en +hadden in elk geval mij op alle tochten in de laatste anderhalf jaar +vergezeld, zoodat dit een uitstekend getrainde en aan het klimaat +gewende troep mocht heeten. Niettegenstaande dit alles, waren er, +toen in Juni de groote tocht begon in de westelijke Meervlakte, +nog slechts enkele van deze oude garde over. + +Het opvaren van den Mamberamo liep vlot van stapel, de gezaghebber +van de "Zwaan" en ik keken nog wel even het plekje aan, waar wij in +1913 met het schip een dag of zes vast zaten. [18] Den avond van +den eersten dag, toen wij voor anker lagen, werd onze genoeglijke +rust plotseling verstoord, doordat een dwangarbeider een collega +vermoordde. 't Was geen prettig begin van onzen Mamberamotocht. + +Over het opvaren van de rivier zal ik verder niet uitweiden; in de +vorige hoofdstukken heeft collega Langeler reeds voldoende hierover +verhaald. + +Wij kwamen zonder verdere ongelukken een der eerste dagen van April +'s middags voor Pionierbivak ten anker en begonnen dadelijk te +debarkeeren en de lading te lossen. + +Wij hadden een motorboot medegebracht, met 8 P.K. Brooke's motor, +vaart ± 8 mijl, die bij het lossen goede diensten bewees. + +De eerste indruk, dien ik van Pionierbivak kreeg, was niet zoo heel +gunstig; tenminste wat aangaat de sombere, gedrukte stemming, die +er heerschte. 's Morgens een schier eindeloos ziekenrapport bij den +dokter; het meerendeel der fuseliers en dwangarbeiders onder den indruk +van de reeds gebeurde prauwongelukken in de versnellingen en het was +mij dan ook een waar feest, toen ik opdracht ontving om te trachten, +de motorboot en een stoomsloep boven de vallen naar Bataviabivak +te brengen. + +Eenige toebereidselen waren spoedig gemaakt en den 4den April 's +morgens vertrok ik met de motorboot en 4 prauwen. De colonne bestond +uit 11 militairen, 5 matrozen, 2 dwangarbeiders en 24 Papoea's. Deze +laatsten gingen mede, om zoo noodig de boot aan een tros voorbij +lastige hoeken te trekken. + +Reeds dadelijk bemerk ik, dat het niet zoo vlot zal gaan, want hoewel +de boot bijna 8 mijl haalt, kruipen wij langs den oever vooruit en +moeten reeds tegen den middag het prauwtransport inwachten om een +uitstekenden hoek, waar een felle stroom langs trekt, voorbij te +komen. En nu zijn wij nog beneden de versnellingen en vallen! + +Ten 3 uur 30 min. komen wij voor de eerste versnelling waar een +ontzaggelijk groote steen "de tulband" den weg verspert en diepe +draaikolken veroorzaakt. Er wordt getracht een dikken manillatros uit +te brengen door een prauw, bemand met 5 Papoea's; deze prauw slaat vol +water en verdwijnt met mijn kroeskoppen in de draaikolken. Afsteken +met de motorboot is het werk van een oogenblik; gierend en tollend +snuiven wij de draaikolken door en hebben het geluk de brave kerels +te redden. De boorden der prauw worden hierbij echter stukgevaren en +de geheele prauw moet worden achtergelaten. Ik behoef niet te zeggen, +dat deze redding ons weder een heel eind benedenstrooms heeft gebracht +en na veel moeite bereiken wij tegen donker voor de tweede maal den +"tulband", waar bivak gemaakt wordt en nieuwe krachten verzameld +worden voor wat de morgen zal brengen. + +Den volgenden dag komen reeds vroeg 8 prauwen met circa 90 +dwangarbeiders en Papoea's van de hoogerop gelegen étappen om te +helpen. Het gelukt nu een tros uit te brengen en met behulp van de +120 man, die uit alle macht aan den tros halen, terwijl de motor +volle kracht draait, passeeren wij dit eerste lastige punt. + +Verder is het nu bijna bij elken hoek noodzakelijk de boot te +trekken. Reeds dezen tweeden dag laat de motor ons in den steek; +het zeer zandige Mamberamo-water had de circulatiepomp verstopt +en zelfs reeds averij aan de pomp veroorzaakt. De herstelling gaat +gelukkig vrij voorspoedig en ten 4 uur namiddag zijn wij beneden de +Marine-vallen, die er op het eerste gezicht niet malsch uitzien om +te passeeren. De tros wordt uitgebracht en een oogenblik later is +de val achter ons. Wij betrekken bivak in de Etappepost I, die als +een roofnest hoog tegen de rotshelling gebouwd is en vanwaar men +een schitterend uitzicht heeft over de Marine-vallen, 's Avonds en +'s nachts, als het bivak in diepe rust gedompeld is, hoort men het +bruisen van het water als van een zware branding. + +Den volgenden morgen wordt eerst de colonne van luit. Schulze, +die inmiddels ook hier aangekomen is, met de motorboot naar den +rechteroever der rivier gebracht, om een tocht te maken in de richting +van den Apauwar; daarna gaat het weer vooruit, stroomopwaarts. + +Bij het punt tusschen Marine- en Edivallen waar korten tijd tevoren +een prauw verongelukte en 1 fuselier met 7 dwangarbeiders verdronken, +geraakt een prauw, met 1 Papoea er in, in drift en deze ontsnapt +ternauwernood aan den dood. Een schielijk toegeschoten prauw met zes +Dajaks wist hem te bereiken en naar den oever te brengen. Dit punt is +wel het gevaarlijkste van de geheele versnellingenreeks; een kleine +fout behoeft slechts gemaakt te worden door de stuurlui en de prauw +is met de inzittenden reddeloos verloren. Ten 2 uur zijn wij voor de +Edivallen; hierbij vergeleken zijn de Marinevallen maar kinderspel; +het water stroomt met circa 20 mijl (= 36 KM.) snelheid tusschen de +steile rotswanden door, overal bevinden zich rotsen, boven, in en +onder water. Ten 4 uur is alles pas gereed om te trekken; de val wordt +gepasseerd en de hoogst gevaarlijke oversteek naar den rechteroever +even bovenstrooms van den val wordt zonder fout gemaakt. Bivak wordt +gemaakt in Etappepost II; het lastigste deel van de vallen is nu +achter den rug. + +Den 7en April vroeg vertrokken, moeten wij in den beginne +eenige malen den sleeptros gebruiken; daarna stoomen wij door +en komen verder zonder hulp voor Etappepost IV, even vóór de +Bataviaversnellingen. Het prauwtransport is 's avonds niet aangekomen, +zoodat wij den volgenden morgen vertrekken met eenige fuseliers van +de fortbezetting. Herhaaldelijk moet getrokken worden. Bij één der +laatste malen raakt een Inlandsch fuselier te water en verdrinkt; +oogenblikkelijk werd de sleeptros gekapt, doch ik kwam te laat; +eenige meters voor den boeg kwam de drenkeling voor de laatste maal +even boven, om voor goed in een kolk te verdwijnen. + +Tegen half elf 's morgens ligt de motorboot voor Bataviabivak, +met circa 400 K.M. goed bevaarbare rivier voor zich; behoudens een +reparatie aan de voering der circulatiepomp hadden motor en boot +geen averij. + + + +Voor de muskietenplaag in Bataviabivak vluchten wij naar beneden +en ontmoeten bij Etappepost IV het prauwentransport. Nu moest +de stoomsloep, die bij de Edivallen ligt, naar boven gebracht +worden. Ik zoek 20 van de beste Papoea's uit, die hierbij zullen +helpen en vertrek in mijn prauw, alleen bemand met Papoea's, naar +beneden. Hoe vertrouwd deze echte zeelui in de hoogste branding zijn, +de verraderlijke rivierversnellingen kennen zij niet en doordat het +zulke waterrotten zijn, minachten zij het gevaar te veel. Mijn prauw +sloeg dan ook even boven de Edivallen half vol water en het scheelde +werkelijk niet veel of wij hadden ons testament kunnen maken. Enfin, +tegen donker, zat ik rustig op een tuinbank bovenop een hooge rots aan +den kant van den Edival naar het werkelijk machtige natuur-tafereel +te kijken en onwillekeurig komt dan de gedachte op: wat zal de dag +van morgen weer brengen? [19] + +Den 9en April wordt de stoomsloepketel nagezien; er blijken 4 +vlampijpen lek te zijn; de dag gaat voorbij met deze te stoppen en +de machine gereed te maken, want dit goede oude stoomsloepje (reeds +4 jaren bij het Exploratiedetachement) loopt lang geen 8 mijl en zal +een zwaren dobber hebben. + +Den 10en April vertrekken wij reeds vroeg, met de stoomsloep en 3 +prauwen. De colonne is sterk: 5 man "bemanning stoomsloep", 3 Dajaks, +19 Papoea's. + +Zonder veel moeite worden de verschillende versnellingen genomen, +doch ongeveer om 10 uur blijken weer vlampijpen lek te zijn; het vuur +wordt getrokken, de pijpen gerepareerd en ten half twee 's namiddags +wordt weder stoom gestookt. Van 4 uur tot donker leggen wij nog een +goed eind af. + +'s Nachts om half twee begint de machinist Kasmo, die 's avonds tot +half elf was bezig geweest, ketel en machine na te zien en ten half +zeven gaan wij onder stoom. De ketel houdt zich nu best, maar nu legt +de voedingpomp [20] het af, zoodat wij elk half uur moeten stoppen +om met de hand bij te pompen. + +12 April ten 2.30 uur komen wij met ons kleine troepje voor Etappepost +IV aan, de post even beneden de Batavia-versnellingen. Mijn Papoea's +komen wat later, dus er is geen gelegenheid meer, vanmiddag nog door te +gaan. Dit was anders wel wenschelijk geweest met het oog op het dalende +water. Sinds 8 April is het water hier ruim 1 1/2 M. gedaald. De +stroom is echter minder, zoodat het morgen bij voldoende water niet +lastig zal zijn. + +Den 13en April ten 6.30 uur vertrokken wij van post IV; ten 7 uur, bij +den eersten hoek, slaat de stoomsloep los van de vanglijn, zwaait om en +vóórdat de vanglijn is binnengehaald, zit deze reeds in de schroef en +vliegt de sloep weerloos met 10 mijls vaart de zwaarste versnelling +in. Schoenen en jas uittrekken is het werk van een oogenblik. In +10 seconden draait de sloep drie malen rond; is daarna gelukkig de +zwaarste versnelling gepasseerd en tolt achtereenvolgens nog meerdere +kolken door. De Papoea's, die allen reeds met de prauwen aan den wal +waren, zaten verbijsterd van schrik het geval aan te kijken, zonder +zelfs maar iets te probeeren. + +Niet alzoo Tamantojan, de beste aller Dajaks; hij was de eenige Dajak, +die aan den wal was, want hij had de vanglijn uitgebracht; de andere +twee Dajaks zaten bij mij op de sloep, dus konden evenmin als ik wat +uitvoeren. In een prauw met Papoea's springende, steekt Tamantojan, +gillende en joelende de Papoea's aanvurende, van wal en stuurt dwars +door de kolken op ons aan. De kroeskoppen roeien als duivels; door +dit voorbeeld steken de twee andere prauwen ook af en toen de sloep +in kalmer water was gekomen, waar getracht kon worden den tros uit de +schroef te snijden, waren de drie prauwen bij de hand om zoo noodig +te helpen. Eindelijk hebben mijn Inlandsche bootsman Doelah en een +matroos den tros losgesneden; de machine draait nog, er wordt weer den +wal ingestuurd en de poging wordt herhaald, ditmaal met meer succes. + +Zooals met de motorboot was geschied,--oversteken naar den anderen +oever tusschen twee versnellingen door,--daar is nu geen denken aan, +zoodat de rechteroever wordt gehouden. Voortdurend wordt getrokken +langs stukken van circa 200 meter. De serang [21] Doelah wordt telkens +bij de Papoea's aan den wal gezet, omdat het noodzakelijk is, iemand +bij de trekkers te hebben, die fluitsignalen begrijpt. Zelf houd ik +het roer en zonder verdere ongelukken bereiken wij het Batavia-bivak, +alwaar ik een foto maak van het handige, onversaagde troepje. Ook +mijn Papoea's worden vereeuwigd. + +De muskieten doen ons weder vluchten naar Post IV, waar overnacht +wordt. + + + +Den 14en April terugkomst in Pionier-bivak, alwaar ik van den +kapitein vernam, dat ik over eenige dagen, als de "Zwaan" weder zou +zijn gekomen, met deze terug zou gaan naar Manokwari, om aldaar of +elders Papoea's in te huren. + +De tegenwoordige Papoea's, die er sedert December of Januari al waren, +hadden in het geheel niet voldaan. Ik kan ook niet zeggen dat het een +gunstige collectie was; maar het absolute fiasco met deze lieden was +naar mijn bescheiden meening in hoofdzaak een gevolg van gebrek aan +bekendheid met hen; het was het exploratiedetachement uit Merauke +(Zuid Nieuw-Guinee) dat het eerst in November 1913 den Mamberamo +was opgegaan en hoe wil men met lieden, die men niet kan verstaan, +iets bereiken, als men daarenboven hunne gewoonten niet kent en hen +niet begrijpt! Stroeve en ik, die toen reeds anderhalf jaar op de +Noordkust werkten, hadden nooit eenigen last met deze kerels. Zooals +men tevoren ook heeft gezien, bracht ik met deze dienstweigeraars de +motorboot en stoomsloep boven de vallen. + +Hoe het zij, den 16en April kwam de "Zwaan" voor Pionier-bivak en nadat +het schip gelost was, vertrokken wij den 18en April naar Manokwari. + +Te Manokwari was mijn eerste gang naar het huis van Dirk, die tot +mijn grooten spijt niet tehuis was. Wie Dirk is, zal ik U zoo dadelijk +vertellen; aanstonds ging een goed bemande prauw er op uit, om hem te +achterhalen; hij was n.l. kortelings naar Siari vertrokken en wilde +het Arfakgebergte in. + +Den volgenden dag meldde Dirk zich reeds bij mij, zoodat het +voorspoedig gegaan was. + +Dirk Broos--eigenlijk heette bij Burwos (bur wosi = van Wosi, een +dorpje op de Noordelijke uitloopers van het Arfakgebergte)--was een +Papoea, en wel de slimste, dien men zich kan voorstellen; zijn huis +stond te Kwawi, doch daar hoorde hij oorspronkelijk niet; toch had Dirk +wijd en zijd in den omtrek gezag, waarvan hij veel gebruik maakte. Dirk +was een uitstekend jager; geen Papoea, die zich met hem als bevaren +zeeman kon meten. Als woudlooper vond hij zijn gelijke niet. + +Dirk was Christen; op een vergadering van goeroe's (Inlandsche +hulppredikers) kon hij een preek houden zoo mooi en vlot, dat de +beste Ambonees hem dit niet verbeterde; doch Christen in den waren +zin des woords was Dirk niet. Daarvoor hoefde men hem maar even in +zijn schelmentronie te zien. Enfin, als men Papoea dragers of roeiers +noodig had en men nam Dirk in den arm, dan kwam de zaak in orde; +en het gezag, dat hij onder die lieden had, maakte hem in zulk een +geval tot een onmisbaar iemand. + +Met Dirk was ik spoedig overeengekomen, op welke voorwaarden hij mee +zou gaan; hij had n.l. licencie's voor vogelgeweren en stond er op, +dat zijn jagers mede den Mamberamo opmochten, tot Pionier-bivak. Dit +vond ik best en ik polste Dirk, waar hij zijn roeiers vandaan wilde +hebben. Ik zelf wenschte Biaksche Papoea's of Sowekkers; Dirk liet +zich er nog niet over uit en zei lakoniek: "wij zullen wel zien, +als het zoover is." + +'s Middags bracht ik den zendeling Van Hasselt op het eiland Mansinam +een bezoek, vanwien ik hoorde, dat in de kampongs op de Zuid- +en Oostkust van Noemfoor, hetgeen echte Biaksche Kolonies zijn, +voldoende Biakkers en Sowekkers zouden te vinden zijn. + +Ik verzocht den heer Van Hasselt den volgenden dag met mij mede te +gaan, wat deze gaarne aannam, om tevens een inspectietocht op Noemfoor +te maken. + +Den 20en April vertrokken wij met de "Zwaan" naar Noemfoor en kwamen +'s avonds voor Kg. Rumboi, alwaar de heer Van Hasselt van boord ging +en beloofde 's nachts de andere kampongs op Zuid- en Oostkust van onze +komst te laten verwittigen. Toen wij dan ook den volgenden dag onder +stoom gingen om de Oost, liep alles vlot van stapel en in de kampongs +Pakriki, Wanoeserei en Mandori werden 60 stevige roeiers uitgezocht. + +Dirk had zich tot dusver nergens mede bemoeid, maar trad pas op toen +alle roeiers present waren. Dadelijk kwam hij met een verzoek bij +mij, dat allen wel voorschot wenschten te ontvangen. Nu, daar dit +gewoonte was, had ik geen bezwaar en betaalde elk f 5.00 uit. In +minder dan geen tijd had Dirk hen nu om zich heen verzameld, stalde +alle mooie kleeren, sarongs, messen, tabak enz. enz. die, hij voor de +vogeljacht bij zich had, uit en verkocht tegen flinke prijzen zijne +spullen. Mijne roeiers natuurlijk in de wolken, doch in korten tijd +had Dirk, die oude schavuit, de voorschotten. + +Onder stoom gaande naar Pionier-bivak bemerkte ik reeds, wat een +bijzonder geschikt slag Papoea's ik getroffen had, vroolijk en +opgeruimd, tevreden en gewillig, op het oog gezonde en stevige +kerels. En dit alles onder de bekwame leiding van Dirk Broos, dit +moest goed gaan. Nu, het heeft de verwachtingen dan ook niet beschaamd. + + + +In Pionier-bivak vond ik luitenant Schulze, die van zijn tocht +bewesten de Marinevallen met zware malaria was teruggekomen, en dan ook +spoedig geëvacueerd zou worden. Verder den luitenant ter zee Stroeve, +die inmiddels van zijn te voren reeds genoemden tocht in het Van +Reesgebergte was teruggekeerd en daarna te Pionier-bivak aangekomen. + +Eenige dagen te voren was de colonne van kapitein Schultz, die +vanuit de Van Gelder-rivier om de Z.W. het land binnendrong, door +Papoea's overvallen, waarbij een Dajak gedood en een fuselier gewond +was. Kapitein Oppermann was met een colonne, waarbij den dokter, +ter assistentie vertrokken. + +Stroeve was juist bezig een nieuwen tocht voor te bereiden: +de Rouffaerrivier op, den stroom, die door den kapitein Franssen +Herderschee indertijd als een belangrijke zijrivier van de Van der +Willigenrivier was aangegeven, doch niet nader werd onderzocht. Stroeve +hoopte namelijk, dat deze rivier haar oorsprong zou vinden in het +Van Reesgebergte (Kamoeso Pedai) en zou dan trachten aansluiting te +verkrijgen met zijn zoo juist gemaakten tocht in dit gebergte van +uit het Noorden. + +Zoo vertrok dan ook na eenige dagen Stroeve met vier prauwen naar +Batavia-bivak en ging van daar uit met de motorboot en 4 prauwen de Van +der Willigenrivier op. Bij de monding der Rouffaerrivier aangekomen, +valt het hem dadelijk op, dat deze aanmerkelijk grooter is dan de +Van Daalenrivier. Eenige loodingsslagen dwars over beide rivieren +bevestigen dit vermoeden. De Rouffaerrivier blijkt veel dieper en +breeder dan de Van Daalenrivier, zoodat de waterafvoer aanmerkelijk +grooter is. + +Ook voert de Rouffaerrivier het typische vuile Mamberamo-water af, +terwijl de Van Daalen-rivier mooi helder water bevat. + +Na een dag opvaren blijkt de rivier uit Westelijke richting te +komen. Dadelijk verandert Stroeve zijn plan: drie prauwen worden naar +Pionier-bivak teruggezonden; met de motorboot en één prauw wil hij zoo +ver mogelijk de rivier, die ontzaggelijk groot en breed is, verkennen, +daar dit van belang zal zijn bij het ontwerpen van het plan voor den +grooten tocht, die ongeveer half Mei zal moeten aanvangen. Nog eenige +dagen vaart hij de rivier op; overal zijn de oevers bevolkt, voor +Nieuw-Guinee zeker dicht te noemen en niet altijd is de ontmoeting +met de bewoners der Rouffaerrivier vriendschappelijk. Zelfs is hij +genoodzaakt eenige Papoea's, die met een groote overmacht het kleine +troepje aanvielen, neer te leggen. Gebrek aan motorsmeerolie doet +hem terugkeeren op een punt, waar hij oordeelt, dat de rivier nog +belangrijk verder op te varen zal zijn. + +Begin Mei komt hij in Batavia-bivak aan, waar hij geen Dajaks +of bevaren stuurlieden vindt om met een prauw door de vallen naar +Pionier-bivak te komen. Voor hem geen bezwaar; hij vraagt van de hem +vergezellende dwangarbeiders eenige liefhebbers om dit gevaarlijke +tochtje mee te maken en, zelf aan het roer, weet hij, na echter +tweemaal omgeslagen te zijn, behouden Pionier-bivak te bereiken. + +Opgetogen is hij over zijne ontdekking op de Rouffaerrivier, welke +van zoo groot belang zou zijn voor ons doordringen in het diepste +binnenland van Nieuw-Guinee. + +Alle officieren waren nu in Pionier-bivak teruggekomen om +toebereidselen te maken voor den Grooten Tocht. + +In twee colonnes, elk 150 man sterk, zouden respectievelijk Idenburg- +en Van der Willigenrivier worden opgevaren. + +Elke colonne zou 20 Dajakprauwen krijgen. + +De Idenburg-rivier-colonne zou onder bevel staan van den kapitein +Oppermann, bijgestaan door den 1en luitenant Feuilleteau de Bruijn +en den luitenant ter zee Langeler. + +De Rouffaer-rivier-colonne kwam onder bevel van den kapitein Schultz +met de luitenants ter zee Stroeve en Doorman. + +De officier van gezondheid Dr. Thomsen zou in Pionier-bivak blijven +als bivakcommandant. + +Daar door ziekte de gelederen enorm waren gedund, bleek spoedig, dat +van het formeeren van twee volledige colonnes geen sprake kon zijn; ook +het aantal prauwen was verre van toereikend. Er werd derhalve bepaald, +dat de Idenburg-rivier-colonne het eerst zou vertrekken. Stroeve +en ik hielden ons dezen tijd onledig met jagen, schermen, roeien en +plannen maken voor onzen tocht. + +Den 15en Mei vertrokken Feuilleteau de Bruijn en Langeler met 20 +prauwen naar Batavia-bivak; Dirk Broos met 30 van de beste Papoea's en +alle beschikbare dwangarbeiders-stuurlieden vergezelden hen. Zij waren +niet fortuinlijk, want zij raakten in deze eerste dagen in de vallen +6 prauwen kwijt (3 prauwen met lading en de lading van 3 andere.) + +Den 18en Mei 1914 vertrok het tweede en laatste échelon der +Idenburgcolonne, 4 prauwen onder den kapitein Oppermann. De Dajaks +waren achtergehouden, zij zouden zoo spoedig mogelijk het benoodigd +aantal prauwen der Rouffaerrivier-colonne completeeren. + + + + +VI. + +De verkenning van West-Centraal-Nieuw-Guinee door de +Rouffaerrivier-colonne. + + +Pionier-bivak 18 Mei-3 Juni. Na vertrek van het laatste échelon der +Idenburg-rivier-colonne op den 18en Mei wordt met alle hens begonnen +prauwen te repareeren en nieuwe te maken. Geheel bruikbare prauwen +waren er niet meer; vier stuks konden echter hersteld worden, +hetgeen door de Biaksche Papoea's geschiedde; het personeel der +gouvernements-marine zorgde voor het breeuwen en pekken der boorden, +zoodat alle Dajaks aan het prauwenmaken konden blijven en zes stuks +nieuwe per week afleverden. + +Den 20en Mei komt de tijding, dat drie van de vier prauwen van +bovengenoemd laatste échelon in en nabij de Edivallen zijn verongelukt +en dat een aanvulling van vier prauwen moest worden gezonden. Juist +waren er vier gereed, die aan de Idenburg-rivier-colonne worden +afgestaan. + +Tevens werd ons meegedeeld, dat de 40 Dajaks, die allen met onze +colonne mede zouden gaan, aangezien de Idenburg-rivier-colonne +alle beschikbare kettingjongens-stuurlieden en prauwenmakers had +meegenomen, niet bij één der colonnes mochten worden ingedeeld, +alvorens 60 prauwen gereed waren. + +Twee mandoers-dwangarbeider (= kettingjongens) waren de eenige +overgebleven stuurlieden, zoodat werd afgezien van het medenemen per +eerste échelon van dwangarbeiders; zij zouden ons in de versnellingen +maar last bezorgen. Wellicht zou het gouvernementsstoomschip eene +aanvulling roeiers meebrengen. + +De stoomsloep en de motorboot, die in Batavia-bivak lagen, zouden +voorloopig met de Idenburg-rivier-colonne medegaan. + +Voor de hand lag nu, dat alle aandacht werd geschonken aan het al of +niet mogelijk zijn van het door de versnellingen naar Batavia-bivak +brengen der groote motorboot, die zich nog in Pionier-bivak bevond. + +Indien dit gelukte, dan waren wij ook zonder roeiers verzekerd van een +voldoenden vivresopvoer van af Batavia-bivak naar boven. Stroeve en +ik besloten het maar te wagen; lukte het niet, dan waren wij nog even +ver. Onze colonne-commandant, kapitein Schultz, keurde ons plan goed +en 3 Juni 1914 vertrokken wij ten 8 uur 's morgens van Pionier-bivak +met de motorboot en 15 prauwen. + +De sterkte der colonne was: 2 luitenants-ter-zee (Stroeve en ik), +1 inl. leerling-verkenner, 1 inl. korporaal, 10 inl. fuseliers, +4 bemanning motorboot, 33 Dajaks, 30 Biaksche Papoea's en 6 +dwangarbeiders, totaal 87 man. + +De Dajaks zouden alleen medegaan tot Batavia-bivak, dus om behulpzaam +te zijn bij het door de vallen brengen der motorboot. + +Het is zeer laag water in den Mamberamo en daardoor staat er +betrekkelijk weinig stroom, zoodat de "tulband" zonder eenige moeite +wordt gepasseerd. + +Ten 12 uur 30 min. komen wij voor een versnelling, die zonder hulp +niet te passeeren is; het prauwtransport wordt ingewacht en eerst ten +3 uur zijn alle prauwen present. Dit eerste moeilijke punt wordt zonder +fout genomen en ten 4 uur bivak gemaakt, even beneden de Marinevallen. + +Terwijl een ieder bezig is, verschijnt heel rustig uit het oerwoud aan +den rivierkant, vlak bij onze bivakplaats, een Papoea, boog en pijlen +in de eene, een buitengewoon groot kapmes in de andere hand. Zonder +vrees te toonen, komt hij naderbij; 't is een reus, nog nooit had ik +zoo'n ontzaggelijk grooten, goed geproportioneerden kerel gezien. De +Dajaks werden er stil van en hurkten in een halven cirkel om ons heen; +het kalme, bedaarde, zelfbewuste optreden van dezen wilde maakte +duidelijk indruk op hen. Nadat wij hem eenige geschenken hebben +gegeven, roept hij eenige stamgenooten, die zich tot nu toe in het +bosch hadden schuil gehouden. Een van deze, een jongeling van een jaar +of zestien, is door een pijlschot zwaar aan den rug gewond. De reus +beduidt ons, dat dit door lieden, wat meer landwaarts in wonende, +moet zijn geschied. Dit zijn dan waarschijnlijk dezelfde lieden, +die de colonne Schultz in April overvielen en een Dajak vermoordden. + + + +4 Juni. 's Morgens tegen 8 uur komen wij bij de Marinevallen aan, die, +nadat beide oevers zijn onderzocht en de doorgangen opgelood, langs +den rechteroever worden gepasseerd. De plaats, waar de stoomsloep en +de kleine motorboot aan den linkeroever passeerden, ligt minstens +10 meter droog boven den waterspiegel, terwijl zich aan dien oever +werkelijke vallen vertoonen. + +Ten 1 uur 's namiddags komen wij langs den rechteroever der rivier +even beneden de Edivallen aan; dadelijk wordt een aanvang gemaakt +met de prauwen te ontladen, om alle bagage langs den wal bovenstrooms +van de versnelling te dragen. Het ziet er hier leelijker uit dan bij +de Marinevallen. De linkeroever, waarlangs de boot getrokken moet +worden, kan alleen worden bereikt door dwars door de kolken heen over +te steken, hetgeen met dit trage, slecht bestuurbare vaartuig zeer +gewaagd is. Want even uit het roer loopend, zou de motorboot tegen +de steenen te pletter slaan. Na met Stroeve alles lang en breed te +hebben besproken, komen wij tot het besluit, dat wij in ieder geval +naar den overkant moeten.--Wij steken van wal en komen behouden over, +al scheelde het geen paar meters. + +De Dajaks brengen nu de trekkrachten,--fuseliers, Papoea's en +dwangarbeiders,--naar den linkeroever; telkens steken de Dajaks over om +een nieuw menschenvrachtje te halen en zonder ongelukken komt dan ook +de geheele colonne aan. Met Dajaks en Papoea's bij één troep had men +altijd nogal wat te stellen met den naijver tusschen beide volkjes; +in dit terrein en voor dit werk waren de Dajaks in handigheid en +bruikbaarheid verre de meerderen; in kalmer water roeiende, leggen zij +het echter op korten en langen afstand tegen de Biakkers af. Stroeve +en ik plaagden het Dajaksche hoofd Anji Poei wel eens en zeiden dan +tegen hem: "Die Papoea's, die kunnen best roeien." + +Nu waren de Dajaks in hun element; met een prauw vol menschen staken +zij voorzichtig over; wanneer zij echter leeg terug gingen, roeiden +zij stroomop en gingen door de zwaarste kolken en versnellingen +terug. 't Was een schitterend gezicht en wij stonden dan ook met +steeds klimmende bewondering telkens de naar de overzijde afstekende +prauwen gade te slaan. De brave Anji Poei, die vlak naast ons stond, +zag ons enthousiasme en met een fijn glimlachje zei hij tegen ons: +"Die Papoea's, die zijn toch wel handig." + +Hij had groot pleizier, toen wij hem zeiden, dat het van ons maar een +grapje geweest was en antwoordde: "Van mij is het ook maar een grapje." + +De twee manillatrossen van 11 c.M. hadden reeds veel geleden van het +schavielen langs scherpe rotshoeken, zoodat ik den indertijd door mij +in Etappepost II achtergelaten tros van 12 cM. liet halen en met één +van 11 cM. liet uitbrengen. + +Eindelijk is alles klaar, de motor wordt aangezet, wij steken af. Op +het oogenblik, dat de boot in den fellen stroom giert, weigert de +motor. Met een ruk komt de dunne tros het eerst stijf en breekt, de +boot komt dwars op den stroom. Daar de trekkers aan den wal den zwaren +tros niet kunnen houden, drijft de boot dwars weg, totdat deze tros, +die gelukkig om een rotsblok belegen is, stijf komt en houdt. Elk ander +vaartuig zou in deze positie zijn omgeslagen; deze zeer stabiele boot, +die als een blaas op het water ligt, helde slechts een weinig. + +Daar Stroeve, die op den wal bij de trekkers stond, het gevaarlijke der +positie dadelijk had gezien, hadden de menschen, die door het breken +van den tros voor het meerendeel onzacht van de been waren geraakt, +in een oogwenk den dikken tros weer in handen en uit alle macht werd +getrokken. Maar de motor bleef weigeren, wij schoten geen duim op; +de boot dobberde nu echter veilig met zijn neus in den stroom. Hoe +de trekkers ook werden aangevuurd, de boot bleef aan het rotsblok +hangen. Eindelijk, na circa 5 minuten was er eenige beweging te +bespeuren; dat gaf nieuwe kracht en centimeter voor centimeter +gingen wij vooruit. Het Dajaksch hoofd Anji, die zich bij mij op de +boot bevond, stond dansende en gillende zijn menschen aan te vuren; +langzamerhand gaat het vlugger en ten 4 uur zijn ook de Edivallen +gepasseerd. Wij steken over naar den rechteroever en maken bivak in +Etappepost II. De Dajaks brengen nu alle prauwen door de versnellingen +heen en ten 7 uur is de geheele colonne met alle vaartuigen behouden +in Post II. 's Avonds is de stemming in het bivak bijzonder opgewekt; +tot laat in den nacht hoort men Dajaks en Papoea's zingen, begeleid +door het sombere bruisen van de vallen. + + + +5 Juni. Rustdag in Post II; een prauw met drie zieke Dajaks terug +naar Pionier-bivak met bericht aan den kapitein Schultz, onzen +colonne-commandant, van het voorloopig slagen. + + + +6 Juni. Passeeren de kleine Edivallen; de verdere dag verloopt kalm; +alleen de circulatiepomp van den motor weigert herhaaldelijk en +telkens moet worden gestopt. Ten 12 uur, tijdens eetrust, komt een +prauw van boven, waarin onze collega, luit. t. zee Langeler der +Idenburg-rivier-colonne, die op weg is naar Pionier-bivak. + + + +7 Juni. De waterstand blijft laag en de rivier levert nergens +ernstige moeilijkheden op. Ten 11.30 uur gaat Stroeve in een prauw +met 7 van de beste Dajaks vooruit naar Bataviabivak om een nieuwen +manillatros te halen en tevens van de gelegenheid gebruik te maken, +de Batavia-versnellingen eens te bekijken. Tegen den middag namelijk +begint de rivier er al bedenkelijk uit te zien; en wij zijn nu nog +een heel eind beneden Etappepost IV. + +Kon ik in April bij hoogen waterstand met de kleine motorboot en +de stoomsloep zonder veel moeite Post IV bereiken, nu is hier geen +sprake van. Na het vertrek van Stroeve, wordt de boot nog door een +zware versnelling heengebracht, waar wij rond vier uur over doen. + +De Dajaks verrichten schitterend werk en onder hen blinkt Tamantojan, +dezelfde, dien ik reeds op den 13en April vermeldde, weer uit. Vroeg +men aan de Dajaks: "Wie roeit van jelui het beste?" Zonder aarzelen +zeiden allen: "Tamantojan". Vroeg men achtereenvolgens aan hen, wie +van hen het beste zwom, vischte, dook, boomen klom, kon hardloopen, +kon springen enz., telkens weer was het: "Tamantojan". 't Was dan ook +een juweel; met het vroolijkste gezicht van de wereld haalde hij de +onmogelijkste braniestukjes uit. + + + +8 Juni. Hoewel Stroeve 's morgens vroeg reeds werd terugverwacht, kwam +de prauw ons pas ten 12 uur tegemoet en weldra vernam ik dat gisteren +de prauw, hoewel bemand met de beste Dajaks, 's avonds ten 7 uur eerst +Post IV had bereikt. Voor dag en dauw vertrokken, was hij ten 11 uur te +Bataviabivak aangekomen en dadelijk teruggekeerd. Stroeve had eenige +hoop, dat het kon gelukken, de boot door de Bataviaversnellingen te +krijgen, maar dan zou het minstens een week duren. De Dajaks, die +waren meegegaan, toonden zich minder optimistisch gestemd, maar daar +in dezen tijd veel hooger water niet te verwachten was, besloten wij +de motorboot er aan te wagen en het tot elken prijs te beproeven. + +Nadat dit ook aan Anji Poei was meegedeeld en deze was gerustgesteld +omtrent het dragen der verantwoordelijkheid, wanneer de boot verloren +ging, werd voortgegaan. Langzaam en heel onzeker schieten wij op. + +9 Juni. 's Nachts is het water ongeveer een meter gestegen, hetgeen +hier wel niet veel, doch in ieder geval iets beteekent. + +Ten 6 uur 's morgens vertrekken wij; de prauwen worden achtergelaten; +aan één stuk wordt, zonder te eten of te rusten, doorgewerkt tot +5 uur 's middags, waarna langs den oever naar de prauwen wordt +teruggekeerd. 't Is een zware dag geweest; de eene versnelling is +nog niet gepasseerd, of men staat voor de volgende; den geheelen +dag heeft de motor niet gedraaid, uit vrees de schroef op steenen +stuk te slaan. Waar de versnellingen te zwaar bleken, werd de boot +over of tusschen de steenen doorgetrokken. Hierbij waren bijzonder +aardige tafereeltjes; de groote boot onder een flinke helling tegen +een versnelling opgetrokken aan een dikken tros, terwijl alle Dajaks, +tot het middel in het water, als mieren om een dooden kever, aan de +boorden der boot trokken en duwden. + +Later hebben Stroeve en ik er veel spijt van gehad, geen foto's +hiervan te hebben gemaakt, (wij hadden n.l. beiden een toestel), +doch op den dag zelf hebben wij er geen oogenblik aan gedacht. + + + +10 Juni. Het laatste deel der Bataviaversnellingen wordt genomen en +ten 1 uur komen wij onder een vroolijk hoerah in Bataviabivak aan. + + + +11 Juni. De Dajaks keeren in 4 prauwen naar Pionierbivak terug; Anji +Poei had wel verzocht om den tocht, het binnenland in, met ons mee te +mogen maken met zijn wakker troepje, doch dit mocht ik niet toestaan +in verband met den prauwenaanmaak, hoezeer het mij speet. Met zulke +kerels kun je alles probeeren en uitvoeren. + +Het was nu bewezen, dat ten allen tijde de mogelijkheid bestaat, +krachtvaartuigen naar boven te brengen. De stoomsloep en de kleine +motorboot werden bij hoog, de groote motorboot bij laag water naar +Bataviabivak getransporteerd. Hoog water is echter te verkiezen, +mits men een boot heeft, die voldoende vaart loopt; d.w.z. tien mijl +of meer. De groote motorboot, die maar 5 3/4 mijl liep, kwam zelfs +bij hoog water op eigen kracht niet voorbij gewone hoeken in de rivier. + +Dat men over voldoende handig personeel--in dit geval Dajaks--moet +beschikken, spreekt van zelf. + +Wanneer men over een snelle motorboot of glijboot beschikt--vaart +20 mijl of meer--ben ik er van overtuigd, dat men het traject +Pionierbivak-Bataviabivak zonder hulp aflegt. Aan eenige bijzondere +eischen, wat aangaat vorm, geringe kwetsbaarheid der schroef en goede +bestuurbaarheid, zou moeten worden voldaan. + +In Bataviabivak aangekomen, werd dadelijk aangevangen, alles gereed +te maken voor den Grooten Tocht. De motor wordt nagezien, prauwen +gerepareerd, levensmiddelen en andere behoeften gepakt en in de +prauwen geladen; alléén de motorboot laadde 3 1/2 ton bagage (3500 +K.G.), evenveel als 10 groote prauwen, welke 60 roeiers noodig hadden, +terwijl de boot aan 4 man ruim voldoende had. + + + +12 Juni. Vertrek van Bataviabivak. Sterkte der colonne: 2 +luitenants-ter-zee, 1 leerling-verkenner, 1 europ. sergeant, 1 +inl. korporaal, 15 inl. fuseliers, 4 bemanning motorboot, 30 Papoea's +(Biakkers) en 8 dwangarbeiders, totaal 62 man. + +_Doel_. Zoo ver mogelijk opvaren der Rouffaerrivier met de +motorboot. Aldaar een bivak maken. [22] In één prauwcolonne de +rivier verder verkennen. Bij den eersten grooten zijtak splitsen +in twee colonnes. Onderweg zoo veel, zoo vlug en in verband met den +beschikbaren tijd zoo nauwkeurig mogelijk vastleggen der bergtoppen, +zoodat een overzicht wordt verkregen over het geheele in kaart +te brengen terrein, waarna kan worden bepaald, welke landtochten +noodzakelijk en het meest productief zullen zijn. Na afloop der +verkenning met de plannen voor de tochten terugkeeren naar Motorbivak, +waar de colonne-commandant, kapitein Schultz, circa half Juli met de +rest der colonne zal aankomen van uit Pionierbivak. + +_Levensmiddelen_. Gewone magazijnsvoorraad, 5000 volle rations, +dus toereikend voor ruim 80 dagen. Deze voeding werd aangevuld met, +_nooit_ vervangen door opbrengst van jacht en vischvangst en door +geruilde voedingsmiddelen der bevolking als sago, pisang, ketella. + +Tegen beri-beri werd per dag verstrekt 0.2 kg. kadjang idjoe en 0,03 +kg. javaansche suiker. Verder prophylactisch, 0.2 gram chinine per +dag tegen de malaria. + +_Instrumenten_. Voor de plaatsbepaling en karteering was de uitrusting +als volgt: 2 tijdmeters (marine), 3 observatiehorloges, 5 chronomètres +torpilleurs, 1 theodoliet, 2 boussoles tranche montagne, 1 prismacirkel +met stand, 3 sextanten, 2 kookthermometers en 1 hoogtebarometer. + +Verder voor den leerling-verkenner: zakkompassen, Smalkalder +patentboussoles en een patentniveau. + + + +12 Juni. Onder fellen regen wordt 's morgens van Batavia bivak +vertrokken; het eentonige laagland heeft een nog triestiger aanzien +dan gewoonlijk; om drie uur 's middags wordt Kalong-eiland gepasseerd +en de Van der Willigen-rivier opgegaan; ten 4 uur wordt bivak gemaakt, +een slecht modderig bivak met myriaden muskieten. Dezen eersten dag +beginnen wij met vijf koortslijders. + + + +13 Juni. Zonder bijzonderheden vervolgen wij den tocht tot 4 uur 's +middags; tegen twaalf uur wordt het ontzaggelijk warm op het water, +hetgeen afmattend op de roeiers werkt. + + + +14 Juni. De rivier bandjirt; het water is sterk gestegen, de stroom +is fel en er wordt zeer veel drijfhout afgevoerd, waaronder complexen +van eenige boomen. 't Opvaren dient omzichtig te geschieden. + +Ten 11 uur loopt één der prauwen uit het roer en slaat stuk tegen een +boomstam. De inzittenden worden gered, doch de bagage, tenminste het +gedeelte, dat niet drijft, gaat verloren, o.a. zeven stormlantarens. De +prauw blijkt zoodanig beschadigd, dat van meenemen geen sprake meer is. + +Bij het redden van de roeiers onderscheidde zich wederom de mandoer der +kettingjongens Si Joesan, een Atjeher, die reeds bij een der tochten +op de Noordkust (Biri rivier) met groot levensgevaar een sergeant uit +de branding haalde, voor welk feit hem de helft van zijn nog uit te +dienen straf werd kwijtgescholden, in casu twaalf jaren. + + + +15 Juni. Op den voormiddag zien wij een prauw met 5 Papoea's, die voor +ons wegvluchten; telkens verdwijnen zij met hun vaartuigje in het riet, +dat zich aan de binnenbochten in groote velden uitstrekt (glagah = +wild suikerriet). Later volgen zij ons en onder de eetrust, omstreeks +12 uur, komen zij op onze herhaalde uitnoodiging en het toonen van +geschenken naderbij. 't Blijkt een ongunstig volkje te zijn, diefachtig +en wantrouwend. De versiering wijkt niet af van die bij Batavia bivak. + + + +16 Juni. Na een half uur te hebben gevaren, weigert de circulatiepomp +van den motor; reeds alle vorige dagen hadden wij herhaaldelijk +moeten stoppen. Na een grondig onderzoek bleek ons (Stroeve en mij, +aangezien de twee Inlandsche motoristen het reeds eenige dagen hadden +opgegeven), dat het wit-metaal der circulatiepomp geheel afgesleten +was en daardoor de pomp geen ijdel meer verwekte. Goede raad was +duur. Na veel moeite gelukte het uit rivierzand een vorm te maken +en van de reservekrukasmetalen der machine nieuwe te gieten. Een +klein tekort aan gietmetaal werd aangevuld met soldeertin, dat wij in +groote hoeveelheden bij ons hadden. Bij het beproeven deed de pomp het +prachtig en gaf bij den uitlaat zelfs vrij koel water. 's Middags om +vier uur is de boot weder geheel gereed; wij blijven echter in dit +bivak en gaan niet meer verder vandaag. + +De eerstvolgende maal in Bataviabivak teruggekeerd, hebben de +motoristen alle reserve-witmetalen verzameld en vast vooruit nieuwe +reservedeelen voor de pomp gegoten, zoodat wij later nooit meer last +van warmloopen van den motor hadden. + + + +17 Juni. 's Morgens prachtig uitzicht op een hooggebergte in het +Zuiden; vrij zeker dezelfde toppen, die zeer vluchtig door de colonne +Franssen Herderschee werden bepaald. De meest markante toppen worden +gepeild en een panoramaschets vervaardigd; tegen 8 uur verdwijnen deze +toppen dan in den regel in de wolken, om 's avonds tegen zonsondergang +weer te voorschijn te komen. + +Zien tijdens het varen twee prauwen met vier mannen er in, die echter +niet naderbij durven komen; wederom wordt tijdens de eetrust aanraking +met hen verkregen; zij blijken dol te zijn op kapmessen; als geschenk +brachten zij een pas geschoten kroonduif mede. + +Ten 2 uur 's namiddags bereiken wij de samenvloeiing van de Rouffaer- +en Van Daalenrivier en varen de eerste op. Duidelijk opvallend is +hier het heldere water der Van Daalenrivier tegenover het zandige, +bruine, echte Mamberamo-water der Rouffaerrivier. + +Deze laatste wordt nog een uurtje opgevaren en ten 3 uur maken +wij bivak op een punt, geschikt om 's avonds een astronomische +plaatsbepaling te nemen. + +Nauwelijks bezig met kappen, verschijnen twee groote prauwen met 5 +en 8 mannen er in, die ons dadelijk in het bivak komen opzoeken. Zij +dragen snor en baard en in het geheel geen versierselen in het haar. Op +het voorhoofd zes varkenstanden: 2 stel van drie boven elkaar, met +de ronding naar boven; door een koordje van plantenvezel worden de +tanden onderling op afstand en op het voorhoofd vastgehouden, links +en rechts op het voorhoofd één stel. + +Allen hebben eenige banden om de lendenen van varenvezel; de meesten +dragen geen schaambedekking; enkelen hebben de op de benedenrivier +ook gebruikelijke schouder- en borstbanden van witte en bruine +vruchtenpitjes. Door de neusvleugels van onder naar boven gestoken een +beenen sprongetje in de vorm van een V, dat schuin naar voren en boven +wijst en waarvan de punten ongeveer ter hoogte van de oogen komen. + +Zij zijn bewapend met pijl en boog en hebben een geknoopt net als +draagtasch op den rug hangen. + +Een van deze mannen, met een bijzonder ongunstig uiterlijk, wordt +door Stroeve herkend als de aanstoker van relletjes bij zijne eerste +verkenning. Wij laten hem duidelijk merken, dat wij hem herkend hebben +en toen hij daarna demonstratief met gespannen boog den krijgsdans +gaat uitvoeren, wordt aan de anderen, die voor dit ophitsen niet +geheel ongevoelig zijn gebleven, de uitwerking van een karabijnschot +getoond. Dit, gepaard gaande met het zien van onze kleederen en +het ons in het geheel niet bevreesd toonen voor hun pijlen, houdt +hen ervan terug, om op den krijgsdans van onzen vriend in te gaan, +die dan ook stilletjes afdruipt. + +'s Nachts na zonsondergang behoeft men nooit bang te zijn voor een +overval, want in het donker durven de Papoea's, bevreesd als zij zijn +voor geesten, niet door het bosch. Zijn zij om den een of anderen +reden genoodzaakt 's nachts door het bosch te gaan, dan nemen zij +flambouwen mede en maken zooveel mogelijk lawaai om de kwade geesten +te verdrijven. Dan hoort men hen vanzelf aankomen. + +Dezen avond en nacht blijft de hemel bewolkt, zoodat wij geen sterren +kunnen observeeren. + + + +18 Juni. Passeeren 's morgens een menigte Papoea's, die zich allen +aan den oever bevinden; zij voeren op het zien van onze colonne +gezamenlijk hunne krijgsdans uit; het krijgsgeschreeuw en alarmgeroep +is den geheelen dag niet van de lucht. Telkens wordt hun doordringend +oehoe-oehoe uit de verte beantwoord en herhaald. Goed opletten is nu +geraden, daar wij met het oog op geringen stroom stijf den oever aan +de binnenbocht moeten houden. + +Het alarmgeroep wordt door onze krijgslustige, dappere Biakkers +telkens met gejoel beantwoord. + +De rivier houdt hetzelfde aanzien en blijft nog goed bevaarbaar. + +'s Avonds astronomische plaatsbepaling. + + + +19 Juni. Dezen dag passeeren wij de nederzettingen der Papoea's, +die in begin Mei de colonne Stroeve bepijlden en waarvan er één werd +neergelegd. Het oerwoud langs de rivieroever is vol van onheilspellende +geluiden en de houding van de zich vertoonende mannen zegt ons, dat +zij niet veel goeds in den zin hebben. Tegen den avond wordt bivak +gemaakt, dicht bij een groote nederzetting, waarvoor ongeveer 15 +groote prauwen liggen. + +Het bergland komt om de Zuid tegen zonsondergang prachtig helder te +voorschijn, zoodat wij belangrijke peilingen kunnen nemen. + + + +20 Juni Hoe hooger wij de rivier opkomen, hoe dichter bevolkt zij is; +bij elken omgevaren hoek of bocht zien wij weer nieuwe huizen, dorpen +en tuinen; menschen laten zich den geheelen dag niet kijken, doch +de smeulende vuurtjes in de huizen doen ons zien, dat hunne bewoners +eerst kortelings verdwenen zijn. Waarschijnlijk, of liever vrij zeker, +wordt ons kort bezoek aan een kampong door vele oogen bespied. + +De gezondheidtoestand der roeiers blijft uitstekend: sporadisch +komt een koortsgeval voor. De laatste vier dagen hadden wij eiken +nacht harde regenbuien en wie een flinke tropenbui heeft meegemaakt, +begrijpt dat wij dan handenvol werk hadden, om de volgeladen prauwen +lens [23] te houden. + +21 Juni. Aan den oever wederom vele kampongs; huizen, kleeding en +versierselen worden primitiever. De mannen loopen geheel naakt: +zij hebben eenige koorden om het middel van varenvezel of rotan. De +vrouwen dragen een kleine schaambedekking; beide seksen dragen kort +hoofdhaar; de mannen zonder uitzondering baarden. Hoofdversierselen +zijn voor vrouwen zoowel als voor de mannen dezelfde; het reeds vroeger +genoemde V-vormige beenen sprongetje door de neusvleugels en een tot +driehoek gebogen zwarte casuarispen door de oorlel. + +Voor het eerst wordt sinds eenige dagen wederom aanraking met de +bevolking verkregen; het zijn vriendelijke, vroolijke lieden, van wie +wij een groote hoeveelheid sago en brood vruchten ruilen. Sagopalmen +en broodboomen komen langs den oever in groote complexen voor. Het +geruilde voedsel vormt een aangename toevoeging aan het eentonige menu +van rijst met gedroogde visch of deng-deng (gedroogd vleesch.) Ook de +jacht levert vrij veel op; de zandbanken zitten vol met eenden, terwijl +in het bosch kroonduiven en gewone duiven in menigte voorkomen. De +rivier zelf levert prachtige visch. + +'s Middags vanuit het bivak wederom bergpeilingen om de Zuid; +'s avonds een stersobservatie, teneinde de juiste plaats te bepalen. + + + +22 Juni. Zonder verdere bijzonderheden wordt de Opvaart voortgezet. + + + +23 Juni. De rivier wordt soms vrij smal met feilen stroom, dan weer +breed, ondiep, met vele zandbanken en eilandvorming. Ten 2 uur 30 +min. wordt bivak gemaakt nabij een nederzetting; terwijl de colonne +het bivak bouwt, gelukt het Stroeve en mij aanraking met de bewoners +te verkrijgen, die door het geven van geschenken op hun gemak worden +gesteld. + +Totaal hebben wij vanaf Bataviabivak nu langs de rivier 250 +K.M. afgelegd. + + + +24 Juni. De zandbanken en ondiepten maken het lastig, de rivier op +te varen, zoodat wij besluiten op een geschikt punt het hoofdbivak in +te richten. Een eerste vereischte is, dat het bivak ten allen tijde, +ook met lage waterstanden, met de motorboot bereikbaar zal zijn, +zoodat deze alleen zonder prauwen de communicatie met Bataviabivak kan +onderhouden en vivres met alle andere noodige behoeften opvoeren. Ten +11 uur 30 min. vinden wij reeds een geschikte plek op den Noordelijken +oever en dadelijk, wordt een begin gemaakt met openkappen van het +bosch. Tot vijf uur wordt flink doorgewerkt en vele groote boomen +zijn reeds gevallen en opgeruimd door ze in de rivier te doen vallen +of rollen, waarna de stroom ze meevoert. Een tijdelijk nachtverblijf +wordt opgeslagen. + +'s Avonds krijgen wij uitzicht op het machtige Centraal-Gebergte, +dat over een sector van bijna 180° te zien is. Meer dan 150 hooge +en markante toppen kunnen worden gepeild. 's Nachts wordt met groote +nauwkeurigheid de plaats op lengte en breedte bepaald. Onze tijdmeters +en horloges hebben vanaf Bataviabivak zeer mooi geloopen en geven +zeer betrouwbare standen. + +'s Middags waren Papoea's, die, op het geluid van het boomen vellen, +zich op een zandbank even boven het bivak verzameld hadden, na lang +beraad op de vlucht gegaan. Dat was niets, die zouden wel terugkomen. + +Dit Hoofdbivak wordt door ons Motorbivak gedoopt; de rivier is hier +ongeveer 1200 Meter breed; er bevinden zich zandbanken in, doch met +hoog water zijn deze geheel onder. + +25 t/m 30 Juni. Er wordt voortgegaan het terrein geheel schoon te +maken; verder in het oerwoud worden stammetjes gekapt voor het +bouwen der barakken; een ploeg verzamelt en splijt rotan om als +bindmateriaal te dienen. Palmbladeren worden tot atap-dakbedekking +gevlochten enz., enz. + +Den 26en Juni wordt de motorboot teruggestuurd naar Bataviabivak onder +dekking van 1 eur. sergeant + 4 karabijnen [24], met opdracht, daar +te wachten tot de rest der Rouffaerriviercolonne onder den kapitein +Schultz zou zijn aangekomen. + +Het laat zich reeds aanzien, dat dit Motorbivak een goed bivak zal +worden. Het terrein is mooi droog; de rivier stroomt er vrij kalm +langs, zoodat er goede gelegenheid is om te baden. Verder is het +geheel blootgesteld aan bestraling der zon, wat voor een pas opengekapt +terrein een eerste vereischte is; geen enkele boom was blijven staan. + +Wij treffen het prachtig met het weer; elken morgen en avond hebben wij +zicht van het Centraal-Gebergte en wij schieten met het peilingswerk +goed op. + +Reeds den tweeden dag krijgen wij bezoek van Papoea's, die met 50 en +60 tegelijk gewapend aan komen zetten; het kost heel wat moeite om +onze eigen menschen goed aan het werk te houden, want deze kerels, +die vlak bij Motorbivak hunne kampongs hebben, brengen veel sago, +pisang en andere lekkernijen mede. + +Den 30en Juni is de bivakbouw reeds zoover gevorderd, dat wij ons klaar +gaan maken om met de prauwen door te gaan. Het peilingswerk is hier +geheel gereed en de bivakdekking, die achtergelaten zal worden, kon +kalm het bivak verder voltooien, om de colonne Schultz te ontvangen. + +1 Juli. 's Morgens wordt eerst nog een observatie genomen ter +verifieering der tijdmeters, ten 9 uur 30 min. wordt vertrokken met +7 prauwen. + +Sterkte: 2 luitenants-ter-zee (Stroeve en ik), 1 inl. verkenner, 7 +inl. fuseliers, 30 Biaksche Papoea's, 7 dwangarbeiders, totaal 47 man. + + + +Als bivakdekking worden achtergelaten een inlandsch korporaal en vier +fuseliers, met opdracht het bivak verder af te bouwen. + +Wij passeeren vele nederzettingen, waarvan wij vele mannen herkennen, +als zijnde reeds op bezoek in Motorbivak geweest. Overal bij de +huizen pisang-tuinen. Aan den oever veel pinang- en niboeng-palmen +en een menigte broodboomen; langs de rivier zien wij bijna geen +sago meer. Voor het eerst wordt hier op de zandbanken fijn grint +aangetroffen; de rivier is hier ongeveer 500 meter breed. + +Van uit het bivak, dat ten 2 uur 30 min. gemaakt wordt, wordt in +noord-noord-westelijke richting bergland gepeild op naar schatting +40 KM. afstand; dit moeten toppen van het Van Reesgebergte zijn, +die de meervlakte aan de noordzijde begrenzen. + + + +2 Juli. De rivier vormt vele eilanden, zoodat het kiezen van den goeden +arm dikwijls moeilijkheden oplevert, want wij mogen geen belangrijke +zijrivier voorbijvaren. + +Tegen den middag komen wij aan den mond van een flinke, 200 à 300 +m. breede linker zijrivier, die grintbanken bevat en zeer helder water +afvoert. Wij besluiten deze linker-zijrivier A eerst samen op te gaan, +om te zien of het de moeite waard is de colonne te splitsen. + +Deze rivier is zeer dicht bevolkt; overal huizen en tuinen; spoedig +krijgen wij vriendschappelijke aanraking met de bewoners en ruilen +sago, trossen pisang en ketella voor kleine stukjes blik of een +enkele kraal. Heele drommen gewapende mannen snellen in den looppas +vooruit, over de banken, onder het geroep van oewà-oewà-oewà-wà-wà, +om dan plotseling als op commando keert te maken en als één massa +weder op ons los te stormen, 't Leek vrijwel op een soort krijgsdans, +dus hielden wij een oogje in het zeil en waren op eventueel omkeeren +van hunne stemming voorbereid. + +'s Middags wordt bivak gemaakt op een 20 meter breede, droge strook +aan den oever; daarachter begint een diep sagomoeras. + +'s Nachts zware regen, de rivier bandjirt sterk en wij hebben handenvol +werk om geen prauwen te verliezen. + + + +3 Juli. Gisteren hebben wij reeds gezien, dat de zijrivier A voldoende +groot is om de colonne in tweeën te splitsen. Wij willen echter eerst +nog bij de samenvloeiing een nauwkeurige plaatsbepaling nemen en de +voornaamste toppen, die wij van uit Motorbivak peilden, hier ook nemen, +zoodat wij dan reeds een vrij aardig overzicht krijgen van den loop +van het bergland en van de richting der ketens. + +Ten 8 uur zijn wij reeds ter plaatse en bouwen tegelijk met het +bivak op eiken oever in een hoogen boom een stellage, van waaruit +wij een goed uitzicht om de zuid hebben. De inl. verkenner wordt met +een prauw, 2 fuseliers en 8 Papoea's uitgestuurd om nog een grooten +zijtak te verkennen; dit blijkt echter geen zijrivier, maar een arm +van de hoofdrivier te zijn. 's Avonds astronomische plaatsbepaling. + + + +4 t/m. 6 Juli. De observatiestellingen komen gereed, doch 's morgens +en 's avonds hebben wij zwaren regen, zoodat wij niets opschieten: +den 5en Juli wederom geen uitzicht. + +Den 6en begint hetzelfde, doch tegen den middag klaart het op, +'t zonnetje breekt door; dit geeft hoop voor den avond tegen +zonsondergang. + +Ten twee uur 's middags worden Stroeve en ik gewaarschuwd, dat een +groot aantal gewapende Papoea's zich verzamelen op een zandbank even +boven het bivak. Er bleken reeds ongeveer 100 man te zijn; telkens +kwamen nog meer prauwen vol krijgers aan. Voortdurend wordt door hen +gezamenlijk de krijgsdans uitgevoerd. Ons bivak wordt gealarmeerd; +ongewapende roeiers in het midden geplaatst met alle zeven soldaten +er bij, terwijl Stroeve en ik den aanval meer naar voren zouden +afwachten. Toen dan ook na circa een kwartier de 150 man sterke +troep den aanval begon, vond zij ons gereed en werd zij gemakkelijk +afgeslagen. + +Tegen zonsondergang prachtig uitzicht op het gebergte, zoodat wij +met het peilingswerk gereed komen. Morgen zullen wij ons splitsen in +2 colonnes, Stroeve zal de zijrivier A opgaan, ik de hoofdrivier. + + + +7 Juli 1914. Het eerste vertrekt 's morgens Stroeve met 3 prauwen uit +het "Splitsingsbivak." Sterkte: 1 luitenant-ter-zee, 3 inl. fuseliers, +12 Papoea's, 4 dwangarbeiders, totaal 20 man. + + + +Daarna vertrekt mijne colonne in 4 prauwen. Sterkte: 1 +luitenant-ter-zee, 1 inl. verkenner, 4 inl. fuseliers, 18 Papoea's, +3 dwangarbeiders, totaal 27 man. + +Ten 8 uur 30 min. steekt de laatste prauw af; de hoofdrivier buigt om +de zuid en blijft den geheelen dag in zuidelijke richting loopen. Langs +den geheelen oever nederzettingen en tuinen; op enkele plaatsen wordt +aanraking met de bevolking verkregen en broodvruchten, suikerriet en +sago geruild. Ten 12 uur 30 min. breekt de rivier door een heuvelketen +heen en zijn wij op den rand der groote meervlakte. In de rivier +bevinden zich reeds groote grintbanken. Ten 2 uur wordt bivak gemaakt. + + + +8 Juli. 's Morgens vertrokken, hebben wij reeds spoedig te kampen met +stroomversnellingen. De rivier-, oevers zijn heuvelachtig; de stroom +zelf is minstens 1000 meter breed, wordt echter door grintbanken en +eilanden dikwijls in vier of meer takken verdeeld. Op de steenbanken +bevinden zich al brokken van 1/2 Meter. Het is opvallend, hoe snel +het karakter van de rivier veranderd is. In de versnellingen vinden +wij geen nederzettingen aan de oevers meer. Het water is nog altijd +bruin en zanderig, het typische Mamberamowater. De begroeiing van +den oever verandert eenigszins, glagah (riet) komt niet meer voor; +behalve broodboomen, pandanus en pinang, treffen wij in het oerwoud +op de heuvelhelling ook een soort naaldboomen en groote boom varens +aan. Bij het bivak, dat wij op den achtermiddag maken, vind ik, +op de jacht zijnde, een goed beloopen Papoeapad op den rechteroever. + + + +9 Juli. 6 uur 30 min. vertrek; aan één stuk door versnellingen; 8 uur +hebben wij een prachtig uitzicht op het Hooggebergte en blijkt, hoe +dicht wij dit reeds naderen. Een grintbank wordt als observatiepunt +gekozen en theodolietmetingen verricht. Tevens worden panoramaschetsen +gemaakt. + +Recht in het zuiden is een zwaar, diep ravijn, dat als het ware den +ongeveer 3000 M. hoogen O-W. loopenden bergketen loodrecht snijdt. Dit +moet vrij zeker de bedding der Rouffaerrivier zijn, zoodat deze dan +zijn oorsprong op de Carstenstoppen zal hebben, in aanmerking genomen +den grooten waterafvoer op dit punt. + +Ten 1 uur wordt een linkerzijrivier B gepasseerd, die helder water +afvoert en reeds bij de uitmonding grintbanken en versnellingen +vertoont. Deze rivier zal voor later bewaard worden. + +De Papoearoeiers doen hun best, maar zijn in dit versnellingterrein +niet in hun element. Zeer langzaam gaan zij vooruit. + + + +10 Juli. De rivier blijft breed met groote grintbanken, tot zij zich +'s middags tegen 2 uur plotseling versmalt van 800 M. tot 100 à 150 M. + +Dit is het punt, waar de rivier uit het gebergte treedt; de stroom +wordt feller en de oevers steil, vaak loodrechte bergwanden, en het +laat zich aanzien, dat aan den prauwentocht spoedig een einde zal +komen, 's Avonds en 's nachts een astronomische plaatsbepaling. + + + +11 Juli. De ware plaats wordt uitgerekend en de bergpeilingen der +laatste dagen op de kaart bijgewerkt. Voor de roeiers is het vandaag +rustdag. + + + +12 Juli. Wij vorderen nog enkele K.M. om de zuid; de versnellingen +worden echter voor de Papoea's te zwaar, zoodat ik besluit op een +geschikt punt het Prauwbivak in te richten. Op een plek, waar langs de +steile helling een helder stroompje naar beneden stort, wordt het woud +opengekapt en een voorloopig bivak betrokken. Dit heldere water kwam +goed te pas, want het water der hoofdrivier is modderiger dan ooit en +heeft bijna een chocoladekleur. De rivier is hier ongeveer 60 M. breed. + + + +13 Juli. Bivak verder openkappen en in orde brengen. + + + +14 Juli. Ten 6 uur 30 min. vertrekken in 3 prauwen, terug naar +Motorbivak--hetgeen in één dag te halen zal zijn--: 3 inlandsche +fuseliers en 13 Papoea's, totaal 16 man, met bericht aan den Colonne +Cdt. van het verloop van de verkenning. + +Als bivakbewaking blijven over: 1 luitenant ter zee, 1 inl. verkenner, +1 inl. fuselier, 5 Papoea's en 3 dwangarbeider, totaal 11 man. + +'s Morgens wordt door mij de omtrek verkend, om een geschikt +observatiepunt te vinden. Op de helling van een 1300 M. hoogen top, +die zich vrij dicht bij den oever bevindt, wordt een boom gevonden, +waarin een stelling kan worden gemaakt. Er kan dan om de Zuid en West +uitzicht worden verkregen. + +De Papoea's en dwangarbeiders maken het bivak verder gereed. + + + +15 Juli. De Papoea's bouwen de boomstelling. Verdere bivak +werkzaamheden. Het wemelt hier letterlijk van paradijsvogels; den +geheelen dag hoort en ziet men hen; soms vliegen zij met vijf of zes +tegelijk door het bivak. + + + +16 t/m. 18 Juli. De boomstelling is gereed, doch er is voortdurend +slecht zicht en de toppen komen niet uit de wolken. + + + +19 Juli. Prachtig uitzicht. Het peilingswerk komt 's morgens geheel +gereed; op ± 20 KM. om de Z.Z.W. ligt een naar ruwe meting klein 3000 +m. hooge top op den linkeroever der rivier. De bergkammen, waarlangs +deze top het vlugst te bereiken zal zijn, kan ik prachtig zien en +het blijkt mij dat de beste plaats voor het begin der klimpartij is +hooger de rivier op, voorbij de eerstvolgende linker zij-rivier. Het +is echter de vraag of dit punt met prauwen bereikt kan worden. + + + +20 Juli. Juist gereed zijnde om met een leege prauw en de 5 Biakkers +de rivier hooger-op te gaan verkennen, komt van benedenstrooms een +prauw in zicht en weldra is het 7 prauwen sterke transport onder een +eur. sergeant en met ongeveer 45 man in het Prauwbivak. + +Er was een schrijven van den kapitein Schultz, waarin deze mij schreef, +met dit transport voldoende menschen en vivres te hebben gezonden, om +zoo noodig den tocht dadelijk voort te zetten; doch indien mogelijk, +eerst zelf nog in Motorbivak terug te komen om met hem en Stroeve +over de te maken tochten besprekingen te houden. Nu, haast was er +heelemaal niet; alles was volledig verkend en op een paar dagen kwam +het niet aan. + + + +21 Juli. 6 uur 30 min. wordt met 7 prauwen naar beneden vertrokken +met bijna alle menschen, alleen de eur. serg. bleef met eenige +soldaten als dekking achter. Zooveel menschen werden medegenomen, +teneinde de levensmiddelen in Prauwbivak niet noodeloos snel te +laten verbruiken. Sterkte: 1 luit.-ter-zee, 1 inl. verkenner, 4 +inl. fuseliers, 18 Papoea's en 26 dwangarbeiders, totaal 50 man. + +Ongeveer 8 uur hoor ik achteruit een geschreeuw. Dadelijk wordt +aangelegd, over de grintbank teruggeloopen: een prauw omgeslagen +tegen een rots. Bij het appèlhouden bleek, dat een dwangarbeider +vermist werd, hij was in de versnelling verdwenen en niet meer boven +gekomen. De prauw is zwaar beschadigd en wordt achtergelaten. + +4 uur. Aankomst in Motorbivak, waar ik den kapitein en Stroeve aantref; +tot laat in den avond blijven wij nog elkaar ons wedervaren vertellen +en de toekomstplannen bespreken. + +Van af Splitsingsbivak had Stroeve de zijrivier A ongeveer 40 +KM. hemelsbreed om de west kunnen opvaren, had op 2 plaatsen +uitzicht gekapt en de noodige peilingen verkregen. In het westen +had hij een top verkend van ruim 2000 M., behoorende tot het +Oost-Weylandgebergte. Vanaf het eindbivak was deze top ± 30 +KM. hemelsbreed verwijderd. + +Het beklimmen van dezen top zou volledige aansluiting verschaffen +met de vroegere tochten op de Oostkust der Geelvinckbaai, zoodat tot +dezen tocht besloten werd. + +De door mij verkende bergtop van ± 3000 meter, van waaraf vrij zeker +door het ravijn der Rouffaerrivier de Carstenszsneeuwtoppen te zien +zouden zijn, zou eveneens beklommen worden. De kapitein wilde dezen +laatsten tocht medemaken. + + + +22 t/m. 23 Juli. Verdere besprekingen; klarigheid maken voor den +tocht. Het Motorbivak was in mijne afwezigheid geheel gereed gekomen +en keurig in orde gebracht. + +Langs de rivier een aanlegsteiger voor de motorboot en de prauwen, +een bad- en waschsteiger en verder benedenstrooms de privaten, ook +boven het water. + +Er waren reeds in het bivak tuintjes aangelegd en de medegebrachte +zaden deden al dienst. + +Weinig of geen muskieten, zoodat het werkelijk een genoegen was om +er te verblijven. Men hoefde slechts het oerwoud in te gaan om een +goed jachtterrein te hebben; de rivier leverde goede visch. + +Vele Papoea-kampongs bevonden zich in de nabijheid, zoodat wij over +gebrek aan bezoek niet te klagen hadden. + +De gezondheidstoestand liet niets te wenschen over, in aanmerking +genomen, dat Stroeve en ik met het eerste echelon al bijna 2 maanden +van Pionier bivak weg waren. + + + +24 Juli. 's Morgens vertrekken beide colonnes te zamen en bivakkeeren +'s middags in Splitsingsbivak. + + + +25 Juli. Het eerst vertrekt Stroeve, nadat wij afscheid hadden genomen +en ik hem de beste resultaten toe had gewenscht, de zijrivier A op. + +Wij gingen daarna opbreken en bereikten na 3 dagen roeien, den 27en +Juli, het eerste Prauwbivak. + + + +28 Juli. Rustdag voor de roeiers; den volgenden dag zouden wij trachten +nog hooger de rivier op en aan den linkeroever te komen. + + + +29 Juli. De rivier wordt spoedig heel lastig en daar wij niet over +geoefende stuurlieden beschikken, verliezen wij al spoedig 2 prauwen, +waarna wij op den linkeroever het 2e Prauwbivak inrichten, ongeveer +1 KM. verder dan het eerste. + + + +30 t/m. 31 Juli. Bivak wordt door de soldaten en dwangarbeiders +ingericht. De Papoea's varen in drie prauwen transport tusschen beide +Prauwbivaks en brengen in twee dagen alle vivres boven. + +Door mij wordt met den inl. verkenner de weg verder verkend. + +1/2 Aug. Het kleine zijriviertje, waaraan het bivak ligt, wordt +een eindweegs gevolgd, doch spoedig maken zeer groote steenen dit te +bezwaarlijk en wordt het ravijn aan den zuidkant beklommen. Zeer steil +gaat het omhoog, den weg kappende door een dichte begroeiing. Op het +eind van den eersten dag is de kam nog niet bereikt en maken wij bivak +op de helling. Water om rijst te koken of te drinken is tot vrij ver +in den omtrek niet te vinden, zoodat wij een flinke regenbui noodig +hebben, die dan ook gelukkig tegen den morgen komt. Wij behoeven dus +niet met een leegen maag op marsch te gaan. + +Den 2en Augustus wordt door zwaar terrein doorgeklommen, tot wij den +kam bereiken en dezen verder volgen; de bergrug loopt voorloopig om +de ZW. tot WZW. Op een geschikte plek wordt 's middags bivak gemaakt +op 880 meter hoogte en hier zal een vivres-depôt A worden ingericht. + + + +3 t/m. 5 Aug. De dragers loopen transport tusschen 2e Prauwbivak en +A. Den 4en Augustus kunnen zij door een hevigen bandjir de zijrivier +niet oversteken en verliezen zoodoende één dag. + +De kapitein en ik zijn met den inl. verkenner en eenige soldaten in +het bivak gebleven en kappen deze dagen den weg verder. + + + +7 t/m. 9 Aug. Kappen met de geheele colonne door, voortdurend den +kam volgende, die naar het westen en zelfs naar het NW. gaat loopen, +dus van het doel af. Wij wisten echter te zeker, dat wij op den goeden +weg waren, om ons hierdoor te laten misleiden. + +Den 9en Augustus richten wij een 2e depôt B in op 1330 meter. Vooral +des nachts is het op deze hoogte al koud. Vanaf het begin van den +tocht hadden wij geen spoor van menschen gezien; niets dat op hunne +aanwezigheid duiden kan. + + + +10 t/m 13 Aug. Tweemaal wordt transport geloopen van A naar B en in +dien tijd door ons de weg verder gekapt. De kam blijkt nu spoedig om +de Zuid te gaan loopen. + + + +14 t/m 16 Aug. Kappen den weg verder tot 2000 M. hoogte (Depôt C). De +natuur wordt hoe langer hoe mooier. Boomen met dik-bemoste stammen +en takken; het mos glinstert van duizende druppels; op den bodem een +mostapijt, waarin men wegzinkt. Over heele stukken is het alsof men +door mosspelonken loopt. + + + +17/18 Aug. Transportloopen van B naar C. + + + +19 Aug. Rustdag; de dragers marcheeren nu achttien dagen achtereen +in dit zware bergterrein en hebben rust noodig. Zieken zijn er +betrekkelijk weinig; wel veel voetwonden, waaraan ik veel werk heb, +om ze elken middag te verbinden. + + + +20/21 Aug. Kappen door tot 2200 M. hoogte (Depôt D.) + + + +22 Aug. Transport loopen van C naar D. Wij zijn nu langzamerhand +zoover gevorderd, dat wij geen depôt meer behoeven te maken, doch +den eindtocht kunnen beginnen. + + + +23 Aug. Wordt van depôt D vertrokken met 14 dagen vivres bij de +colonne. Op 24 en 25 Aug. wordt door zwaar terrein doorgekapt. De +begroeiing wordt toch allengs minder; volgens ons bestek moesten wij +dicht bij den top gekomen zijn en inderdaad, den 26en Augustus ten +8 uur 45 min. bereikte ik als eerste den top en zag tot mijn groote +voldoening prachtige sneeuwtoppen, schitterend wit afstekend bij de +andere van den Centralen keten. + +Een werkelijk machtig uitzicht had men hier: den geheelen +Centralen keten met twee complexen van sneeuwtoppen, de Carstensz- +en Idenburgtoppen; verder het Weylandgebergte in het Westen en het +Van Reesgebergte in het Noorden; tenslotte de Meervlakte, die omgeven +wordt door deze gebergten en die doorsneden wordt door Rouffaerrivier +en Van Daalenrivier met hunne zijrivieren. Men kon geheel volgen, waar +de rivieren vandaan kwamen; men zag de waterscheidingen enz.; in één +woord: de geheele kaart, zooals die worden moest, lag voor onze oogen. + +Het eerste werk van den Kapitein was een plekje te vinden voor het +bivak, want hier dacht ik ongeveer een week te blijven. De top was +rotsachtig en met lage struikjes en gras begroeid. + +Ikzelf had dadelijk mijn theodoliet voor den dag gehaald en was met den +inl. verkenner, die de panoramaschetsen maakte, aan den arbeid getogen. + +Dit observatiepunt nº. 4 lag 2650 M. hoog zooals bepaald werd +door den kookthermometer te gebruiken. De meting van dezen top +uit Motorbivak gaf ook dezelfde hoogte. Dat deze observatietop +van uit Motorbivak te zien was, kwam goed van pas bij de +juiste plaatsbepaling van dit observatiepunt 4. Immers van uit +Motorbivak een nauwkeurige astronomische peiling op onzen top; +in observatiepunt 4 door observaties van stersdoorgangen en door +sterscircummeridiaanswaarnemingen een absoluut juiste breedte; +combinatie: de plaats is op breedte en lengte nauwkeurig bekend, +onafhankelijk van den stand der chronometers. Met deze zuivere +lengte en breedte bepaalde ik een nieuwen stand der chronometers, +welken stand ik dan weder gebruikte voor een astronomische peiling +op den Oost-Carstensztop. Aangezien toevalligerwijze deze sneeuwtop +N. 180° O. rechtwijzend van observatiepunt 4 bleek te liggen, ligt +dus de Oost-Carstensztop door 2 astronomische peilingen rechtstreeks +in lengte vast op Motorbivak, onafhankelijk van den tijd. Aangezien +verder dit Motorbivak vast lag op Batavia- en dus op Pionierbivak, +zooals ik reeds vroeger meedeelde, kon de door mij gevonden lengte +van den Oost-Carstensztop als juist worden aangenomen. Het was mij dan +ook een groote voldoening, later bij de constructie te zien, dat mijn +astronomische peilingslijn de vroeger door anderen van af de zuidkust +bepaalde plaats van dien top precies sneed, zoodat in dit opzicht van +om de noord en om de zuid werkend volkomen aansluiting werd verkregen. + +Vanaf observatiepost 4 waren duidelijk zes nieuwe toppen te zien in +het Carstenszcomplex en drie in het Idenburgcomplex; op de genomen +foto is dit duidelijk waar te nemen. + + + +De dagen gingen langzaam voorbij; 's morgens bij het lichtworden +om half zes, klaar bij den theodoliet, doch tegen acht uur kwamen +meestal de wolken reeds uit de dalen omhoog en hulden de toppen in +een dichten nevel. Wij leefden dan den verderen dag in een wolk, die +somtijds eerst tegen zonsondergang wegtrok. De nachten waren koud; +dikwijls windvlagen, vergezeld van regen, die ons in onze primitief +opgeslagen tenten herhaaldelijk de nachtrust benamen. Het observeeren +van sterren was door de koude ook geen sinecure. + +De gezondheidstoestand liet wel wat te wenschen over; behalve +eenige hardnekkige malarialijders, waren er twee dragers met zeer +zwaar geïnfecteerde voetwonden, aan wie ik handenvol werk had, om +hen met geringe hulpmiddelen behoorlijk te behandelen. Verder een +dwangarbeider met een zware bronchitis, wellicht longontsteking. Water +om te drinken of te koken was nergens te krijgen, zoodat wij hiervoor +waren aangewezen op nachtelijke regenbuitjes. Hoeveel misère er ook +was, het uitzicht 's morgens vergoedde ruimschoots alles. + +Den 1en September was ik geheel gereed met de metingen en aanvaardden +wij den terugtocht. Even voor wij den top verlieten, ontdekten wij +plotseling op de helling van den bergketen bezuiden ons bivak rook +en zagen wij duidelijk eenige huizen in het midden van lichtgroene +plekken, ladangs. [25] Hier wonen dus weder menschen; vanuit de vlakte +tot dezen top hadden wij nergens sporen van bewoning ontdekt, zoodat +wij hier zonder twijfel met bergbewoners te doen hebben. De huizen +stonden ongeveer op een 1500 M. hoogte. + +De terugtocht gaat vrij langzaam; de zieken en gewonden bepalen +de marschsnelheid, want hen te dragen in dit terrein is practisch +onuitvoerbaar. Van dit langzame tempo wordt gebruik gemaakt om van +1400 M. tot 1000 M. orchideeën te verzamelen. Op 2 en 3 September +wordt rustig doorgegaan en 4 September zijn wij weder in ons 2e +Prauwenbivak aan de Boven-Rouffaerrivier. + + + +Den 5en September zouden wij teruggaan naar Motorbivak, maar stonden +echter voor het feit, dat wij nog slechts 6 prauwen over hadden; +twee waren er immers opgaande verloren gegaan. In zes prauwen +wordt 's morgens vertrokken; even na het vertrek passeeren wij een +versnelling, die door de vier eerste prauwen met moeite en veel water +overnemen wordt genomen; de twee laatste prauwen verdwijnen er bijna +gelijktijdig in, d.w.z. 15 man te water. Mijn prauw aan den kant +brengen en er met alle overtollige menschen uitspringen is het werk +van een oogenblik en met alleen drie Papoearoeiers bemand suist mijn +prauw de drenkelingen achterna. Zij slagen er in één prauwbemanning +te redden en ook de prauw zelf wordt met veel tobben aan wal gebracht +en gekeerd. De andere prauw, waaraan zich nog 3 menschen vastklemmen, +is reeds om den hoek verdwenen. + +De oevers worden afgezocht, appél gehouden; er ontbreken nog eenige +menschen. Alles weer in de prauwen en opnieuw stroomafwaarts; hier +dient gehandeld te worden. Na circa 10 minuten varen hooren wij van den +oever roepen en jawel: twee van de drie vermisten; zij hadden gebruik +gemaakt van een oogenblik, dat de felle stroom hen vlak langs een hoek +voerde, en hadden een rotspunt kunnen bereiken. Volgens hun zeggen, +was de laatste man, die de prauw niet durfde loslaten, om den hoek +verdwenen. Enfin, hij moest langs het 1e Prauwbivak komen, waar de +kapt. Schultz, die 's morgens vóór mij was vertrokken met 2 prauwen, +op mij zou wachten. Daar zouden zij hem wel zien en helpen. + +Bij aankomst in 1e Prauwbivak hoorde ik van den kapitein, dat op +de gewone wijze het prauwongeluk zich reeds had aangekondigd door +het voorbij drijven van blikken uit de ladingen. Zij waren er op +hun qui-vive geweest en hadden den laatsten drenkeling spoedig te +pakken gehad. De prauw was echter even beneden het bivak te pletter +geslagen. Weer een prauw minder, maar gelukkig geen menschen verloren. + +Wij gaan verder terug; het ongeval heeft ons echter te lang opgehouden +om nog vóór donker Motorbivak te kunnen bereiken. Wij overnachten in +het Oude Splitsingsbivak. + +Den 6en September kwamen wij in Motorbivak aan; wij troffen hier een +Europeesch sergeant, die het bericht kwam brengen van den Grooten +Oorlog en tevens de order om terug te keeren. Hoelang kon het nog +duren, voordat wij de bewoonde wereld zouden bereiken? Was er nog +communicatie? + +Deze sergeant was in een prauw gekomen met een uitgelezen stel van zes +Dajaks, de eersten, die in ons Motorbivak kwamen, nadat de voornaamste +tochten achter den rug waren. + +Verder vonden wij een bericht van Stroeve, dat zijn tocht naar 2200 +M. schitterend geslaagd was [26]; dat hij om de N.W. de Wapoga had +verkend en teruggegaan was om levensmiddelen te halen, teneinde een +doorsteek te maken naar deze rivier (Wapoga), en zoodoende uit te +komen aan de Geelvinckbaai. Teruggaande, was hij den 1en luitenant +Ilgen [27] tegengekomen, die zich bij hem aansloot, zoodat Ilgen en +Stroeve dezen tocht met een kleine colonne zouden aanvangen. Nu, wij +hadden goede hoop, dat zij zouden slagen. Hierna zouden zij beiden +weder den Mamberamo op naar Motorbivak komen, teneinde met ons hier +het werk af te maken. + +Het Motorbivak had, wat inrichting en onderhoud aangaat, een zekeren +graad van volmaaktheid bereikt, zoodat het werkelijk een lust was, +om er een paar dagen te zijn. + +Hoewel rust niet overdadig zou zijn geweest, kon hiervan na het +ontvangen oorlogsbericht niets komen; 7 en 8 September werden gebruikt +om alles gereed te maken voor vertrek en den 9en September 1914 +braken wij dan ook op, zooals wij dachten, om er niet meer terug te +komen. De groote motorboot lag hopeloos in duigen; het freewheel van +de aanzetinrichting was kapot en zou vernieuwd moeten worden. Toch +wilde ik haar medenemen en liet de Papoea's lange riemen maken, +zoodat de boot als een galei werd voortbewogen. + +'s Morgens reeds om een uur of elf zien wij een prauw aankomen met +de bekende Dajakhoeden en weldra bereikt ons een spoedbericht, dat +de exploratie kan worden beëindigd, alvorens terug te keeren naar +Ambon. Wij waren dus blijkbaar een dag te vroeg vertrokken. + +De motorboot kan niet meer mede stroomopwaarts terug, zoodat deze met +zijn Papoearoeiers onder leiding van een vertrouwden, geroutineerden +sergeant naar Bataviabivak wordt geroeid; voor het gemak geef ik hun +een prauw mede. Het zal niet gemakkelijk zijn, dit gevaarte heelhuids +in Bataviabivak te brengen, en met eenige bemoedigende woorden nemen +wij afscheid van den sergeant en de Biaksche Papoea's, die weder naar +hunne kampongs zullen terugkeeren. + +Den 10en September '14 komen wij in Motorbivak terug; alles, wat +wij achtergelaten hadden, is gestolen doch het bivak is geheel +ongeschonden. + +De kapitein Schultz zal voorloopig in Motorbivak blijven, teneinde de +komst van Stroeve en Ilgen af te wachten, die tegen eind September +weder hier kunnen zijn. De geheele colonne, die met ons mee is +geweest naar observatiepunt 4 heeft rust noodig, zoodat zij ook in +Motorbivak blijven. + +Er zijn nu echter 11 Dajaks; 11 en 12 September maak ik alles gereed +om er met een kleine colonne op uit te gaan. Het doel was te probeeren +de linkerzijrivier B der Rouffaerrivier op te gaan en te verkennen. + +Mocht het blijken, dat deze rivier over een belangrijken +afstand op te varen zou zijn, dan kon de circa 3000 M. hooge kam +be-Z.W. observatiepunt 4 [28] beklommen worden. + + + +15 September vertrek ik met een kleine colonne van 23 man, waaronder +11 Dajaks de rivier op, om den 9en October op de meest avontuurlijke +wijze van benedenstrooms weder te Motorbivak terug te komen. Zijrivier +B werd verkend; de Boven-Rouffaerrivier was met Dajaks slechts 1/2 +K.M. verder op te komen dan ons te voren gelukt was en daarna op +zoek naar de door mij waargenomen meren in de Meervlakte, belandde +ik met een gedeelte van de colonne aan een vrij groote rivier, die +afgezakt werd en in de Van Daalenrivier uitmondde, en zoodoende kwam +ik na een kleine maand weder in de Rouffaerrivier, echter een heel +eind benedenstrooms van Motor bivak. + + + +9 October. 's Morgens bereiken wij het Motorbivak waar wij alles +in orde aantreffen. Tot mijn groote verwondering waren Stroeve +en Ilgen nog niet aangekomen. Met kapitein Schultz bespreek ik +de verdere plannen, nu zij er nog niet zijn en wij besluiten, zoo +spoedig mogelijk door te gaan met het peilingswerk benedenstrooms +van Motorbivak. Dan ontmoeten wij hen van zelf en kunnen de tochten +bezuiden Kalongeiland beginnen. + +Eenige dagen later braken wij voor goed van Motorbivak op, hetgeen +ons allen speet, omdat het zoo'n buitengewoon gunstig gelegen bivak +was, voorzien van alle mogelijke rimboegemakken. De dag voor ons +vertrek was nog bijna uitgeloopen op een gevecht met de omwonende +Papoea's, die van een bezoek aan het bivak misbruik maakten, door +een Dajakschen mandau te stelen. 't Werd gelukkig gezien en er werd +krachtig ingegrepen, maar de goede verstandhouding was weg. + +Den volgenden morgen vertrokken wij en maakten bivak op den +linkeroever, ongeveer 24 K.M. beoosten Motorbivak. De lengte werd +hier als volgt bepaald: 's morgens een standbepaling in Motorbivak; +'s middags een lengtebepaling in dit observatiepunt 5. + +In een hoogen boom nabij het bivak werd een observatiestelling gemaakt +en werden metingen verricht. Het weder werkte niet mede. Om de zuid +bleven de Centrale ketens verscholen in de wolken. + +Den 17en October werden wij plotseling verrast door het geroep: +"prauwen in aantocht." En zeker, van benedenstrooms kwamen minstens +7 prauwen. + +Groote vreugde in het bivak. De eerste prauw komt naderbij, tot mijn +verwondering zie ik Stroeve er niet in. Ik roep den Europeeschen +sergeant toe, waar of deze is; en daarna hooren wij het treurige +bericht, dat hij aan den Wapogamond gesneuveld is. Een noodlottig einde +voor mijn dapperen makker, die sedert October 1912, alle tochten van +het Exploratiedetachement medemaakte. + +Een bericht van den Detachements-Commandant bereikt ons, dat luitenant +Ilgen ingedeeld was bij de Idenburgriviercolonne. + + + +Tegelijk met het bericht van het sneuvelen van Stroeve ontvingen wij +van den 1en luitenant Ilgen een verslag van het verloop van den mooien +tocht, die helaas zoo noodlottig moest eindigen. + +Ik zal hier het uittreksel overnemen, indertijd in het Tijdschrift +van het Kon. Ned. Aard. Gen. verschenen en ontleend aan het journaal +van Ilgen: [29] + +Laatstgenoemd officier ontving in het begin van Augustus 1914 van den +Colonne-Commandant de opdracht om zich, na aankomst in Motorbivak, +zoo spoedig mogelijk en met zooveel mogelijk vivres en personeel te +begeven naar de zijrivier A van de Rouffaerrivier, waar luitenant +ter zee Stroeve exploreerde en blijkbaar moeilijkheden had ondervonden. + +Ilgen kwam den 10den Augustus aan de monding van die zijrivier en +bereikte de colonne Stroeve den 15en dier maand. Onderweg ontmoette +hij een groot aantal inboorlingen, allen ongewapend en in houding zeer +vriendschappelijk. Stroeve deelde hem mede, dat hij van een ± 2200 +M. hoogen bergtop een groot gedeelte van het omringende bergland had +kunnen peilen en ook een groot stuk van de Wapoga, en voornemens was +geweest een doorsteek naar die rivier te maken, doch uit gebrek aan +voldoende vivres dien tocht had moeten uitstellen. Na de vereeniging +der beide colonnes kon thans daartoe worden overgegaan. + +De 17en Augustus werd de tocht aangevangen; men rekende er op, zonder +groote bezwaren den 5en September aan de monding der Wapoga te kunnen +wezen en verzocht den Detachementscommandant in het Pionierbivak, om +op dien dag een Gouvernements-stoomer bij die monding te doen zijn, +ten einde de colonne te doen afhalen. Men heeft zich echter misrekend +en deze verkenningstocht is een der zwaarste geworden van die, welke +voor de exploratie van Nieuw-Guinee zijn gedaan en heeft daarbij het +leven gekost van een onzer meest verdienstelijke verkenners. Ten einde +diens nagedachtenis te eeren en aan onze lezers een goed denkbeeld +te geven van de groote moeilijkheden en gevaren, welke bij zulke +tochten door onze brave pioniers moeten worden overwonnen, zal ik [30] +de beschrijving van de lotgevallen der colonne gedurende de laatste +dagen hieronder woordelijk overnemen uit het journaal van Ilgen. + +Na vermeld te hebben, dat na één dag opvarens van die zijrivier A +de prauwen werden verlaten en op den linker (noordelijken) oever +werden geborgen, van waaruit den volgenden dag de landtocht aanving; +dat na een marsch door een uitgestrekt moeras de uitloopers van de +waterscheiding werden bereikt; dat na dagen van vermoeiend klimmen +en dalen, langs paden, welke in dichtbegroeid terrein moesten worden +gekapt, den 26en Augustus een riviertje werd aangetroffen, door welks +bedding men aan de Wapoga kwam; dat deze rivier door hare bedding +of langs de oevers verder werd gevolgd, nu en dan van ruwe vlotten +gebruik makende, waarbij echter door stroomversnellingen en bandjir +een deel der kostbare vivres verloren ging; dat op den tocht slechts +enkele inboorlingen worden aangetroffen, die steeds vriendschappelijk +hulp verleenden,--schrijft Ilgen in zijn journaal verder: + + + +5 September. "Heden hopen we de nederzetting der jagers te bereiken +(die volgens het verslag van den kapitein Ten Klooster van zijne +verkenning van de Wapoga en volgens een Papoea-mandoer der colonne, +nabij de kust moet zijn gelegen) om daar te fourageeren. Het wordt +tijd, want wij beginnen gebrek te krijgen aan de noodzakelijkste +artikelen. Zout is er niet meer en ook de gezouten visch is verbruikt. + +De op de kaart aangegeven linkerzijrivier der Wapoga moeten we +spoedig bereiken; doch als ten 12 uur 's middags deze rivier nog niet +is aangetroffen, krijgen wij de zekerheid, dat wij ons verder van +de kust bevinden, dan we vermoedden. Daar de vlotten zoo langzaam +opschieten, besluiten wij, dat de luitenant ter zee Stroeve in een +der prauwtjes vooruit zal gaan met den Inlandschen fuselier Wagimin en +den dwangarbeider Deloesin, om spoediger bij de jagers te zijn en mij, +die met de vlotten langzaam zal volgen, prauwen tegemoet te zenden. Zoo +het schip, dat wij heden aan den riviermond verwachten, er reeds is, +zal hij ons met de motorboot tegemoet komen teneinde voeding aan te +voeren en ons _vlug_ naar den riviermond te brengen. Het prauwtje +zal ook 's nachts doorroeien. + +Dit plan wordt dadelijk uitgevoerd. Het laatste blik rijst wordt +verdeeld, maar blijkt door nat worden een weinig bedorven te +zijn. De rijst kan echter nog worden gebruikt en wordt in elk geval +verstrekt. De toespijs is reeds vroeger verdeeld. Ieder heeft nog +een paar stukjes deng-deng, maar dat is ook al. + +Ten 12 uur 30 min. n.m. scheidt zich de patrouille van den heer +Stroeve van de colonne. Reeds na een half uur wordt door mij genoemde +zijrivier van de Wapoga bereikt. Ik ben dus thans nog ± 60 K.M. van +den mond verwijderd. + +Ten 6 uur n.m. wordt op den rechteroever bivak betrokken. + +Den geheelen dag werd verder geen bevolking of eenige nederzetting +aangetroffen. + + + +6 September. Afmarsch 6 uur v.m. Als het schip er is, kan ik volgens +mijn berekening tegen 3 uur n.m. de motorboot ontmoeten en kan de +patrouille 's avonds aan boord zijn. + +Wij merken echter niets van de motorboot, waaruit ik de gevolgtrekking +maak, dat het schip er nog niet is; maar in elk geval zullen wij toch +wel de jagers ontmoeten, die, ± 20 K.M. de rivier op, hun nederzetting +moeten hebben. + +Ten 6 uur n.m. is de nederzetting der jagers nog niet bereikt. Wij +krijgen, als gevolg van den vloed, een weinig tegenstroom, waartegen +de vlotten niet meer kunnen oproeien, zoodat wij op dat uur in bivak +moeten gaan. + +Daar hier de vloed reeds merkbaar is, moeten we dus reeds dicht bij de +kust zijn. Waar blijft echter de nederzetting der jagers? De mandoer +der Papoeasche koelies, die bij de kolonne is, zegt mij nu dat bedoelde +nederzetting zich vlak bij den riviermond bevindt. Morgen zullen we +er dus in elk geval zijn. Ik verlang er zeer naar, daar het zonder +zout toebereide eten bijna niet te genieten is. + +Ook heden troffen wij nergens menschen of nederzettingen aan, wat ik +vreemd vind, daar er langs de oevers vrij veel sago is te vinden. + + + +7 September. Afmarsch 6 uur. v.m. Aanvankelijk is de vloed +uit zee nog zeer merkbaar en komen de zware vlotten bijna niet +vooruit. Ondergeteekende, die met één roeier in het kleine prauwtje +vooraan gaat, moet telkens uren wachten om de colonne gelegenheid te +geven op te sluiten. Later komt de eb wat krachtiger door, en nu gaat +het vlugger. + +Ongeveer ten 11 uur v.m. wordt het eilandje bereikt dat ± 4 K.M. van +den mond midden in de rivier ligt. Vanaf dit punt is de zee zichtbaar +en als het personeel op de vlotten hier het einde van den tocht ziet, +gaat er een luid gejuich uit hun midden op. De meer genoemde mandoer +der Papoea'sche koelies zegt, dat zich op dit eilandje de nederzetting +der vogeljagers moet bevinden. Er is echter niets van te zien. Zelfs +geen overblijfselen van huisjes. Ondergeteekende krijgt den indruk, +dat deze streek in langen tijd niet door jagers is bezocht. Vervlogen +is de hoop, hier onzen voorraad vivres te kunnen aanvullen. Van het +schip is nog niets te zien. De toestand is niet rooskleurig, want +zoo juist verorberden we ons laatste beetje bedorven rijst, sommigen +der dwangarbeiders hadden zelfs hun aandeel reeds des morgens vroeg +geheel verbruikt. + +Zoodra de riviermond zichtbaar is, krijgen de moeilijk te besturen +vlotten order den linkeroever te houden, om het gevaar van in zee +drijven te voorkomen. Van den Europeeschen sergeant Van der Valk, +die den tocht met den luitenant ter zee Doorman had meegemaakt +[31], hadden wij bij den aanvang der patrouille vernomen, dat op den +linker rivieroever een strook strand beplant met tjemara's was, en +dat vroeger het "Strandbivak" daar was opgeslagen. De luit. ter zee +Stroeve en ik hadden toen afgesproken om, voor het geval er op het +schip moest worden gewacht, ook op dit punt een bivak in te richten. + +Ten 1 uur n.m. werd de mond der rivier bereikt. Tot mijn groote +verwondering trof ik de patrouille Stroeve niet aan. Ook geen teeken +of eenige mededeeling, waarheen de patrouille zich had begeven, werd +gevonden; noch waren de overblijfselen van een bivak aanwezig. Een +patrouille in het prauwtje uitgezonden, om op den rechteroever te +zoeken, komt onverrichterzake terug. Ik vermoed, dat de vermiste +patrouille, die evenals wij gebrek aan vivres heeft, misschien +weer de rivier is opgevaren, om sago te halen. Het is mogelijk, +dat zij zich ter hoogte van het eiland op den rechterrivieroever +bevinden. Daar wij links gepasseerd zijn, zouden wij misschien elkaar +zijn misgeloopen. Het prauwtje wordt onmiddellijk daarheen gestuurd, +maar komt wederom zonder iets gevonden te hebben terug. Ondertusschen +is de avond gevallen. Ik maak me hevig ongerust omtrent het lot der +patrouille. Wat kan hun overkomen zijn? Zou het prauwtje wellicht +bij het varen gedurende den nacht zijn omgeslagen en de opvarenden +hier of daar op den oever zitten? Doch neen, dit kan niet, daar +zij de colonne dan toch hadden moeten zien passeeren. Een andere +veronderstelling is, dat de heer Stroeve, het schip niet vindende, +een verkenning heeft gemaakt langs de kust, om te trachten, aldus +aan voedsel te komen. Met deze hoop bezield, gaan we zonder eten den +nacht in. De stemming onder de menschen is zeer gedrukt. Ik hoop, dat +morgen het schip zal komen; men zal er misschien op hebben gerekend +dat wij tot en met den 8en vivres hebben en op dien datum het schip +zenden; niettemin zullen we toch morgen moeten zien sago te krijgen, +daar wij bij langer wachten zoo slap zullen zijn van honger, dat van +eenigen spierarbeid geen sprake meer zal zijn. + + + +8 September. Ten 6 uur v.m. worden 4 man in het wrakke prauwtje +uitgezonden, om de rivier op te varen voor het bereiden van sago. Het +doel is, dat zij een goeden boom zullen uitzoeken en dadelijk met +kloppen beginnen. Het prauwtje zal door 1 man worden teruggebracht, +waarna ik zelf met 3 dwangarbeiders naar boven zal gaan, om de +werkzaamheden te controleeren. Ik hoop dan vanavond een sagomaal te +kunnen verstrekken. + +Daar ik meen op den anderen oever aan een der boomen een teeken te zien +hangen, misschien door de patrouille Stroeve daar voor mij geplaatst, +wordt het prauwtje eerst daarheen gezonden, om zich van de eventueele +aanwezigheid van eenig bericht te overtuigen. Reeds na een half uur +is het prauwtje terug. Inderdaad hebben zij een spoor gevonden en ben +ik spoedig ingelicht omtrent het vreeselijk feit, dat zich gisteren +morgen hier heeft afgespeeld. De uitgezonden dwangarbeiders vonden +op den anderen oever den inl. fus. Wagimin; de man is al zijn wapens +en ledergoed kwijt. Hij wordt dadelijk naar het bivak overgebracht +en hier hoor ik uit zijn mond, wat er is voorgevallen. + +Den 6en kwam de patrouille Stroeve, na den geheelen nacht te hebben +doorgeroeid, des morgens omstreeks 10 uur bij den riviermond aan. Daar +ook zij de verwachte nederzetting der jagers niet vonden, begaf de +heer Stroeve zich dadelijk naar den rechteroever en richtte hier op de +uiterste punt van dezen oever een bivakje in. De inl. fus. Wagimin, +die versche menschensporen zag, maakte de opmerking, of niet liever +op den linkerrivieroever zou worden gebivakkeerd. Hij was mede geweest +bij de vroegere exploratie van deze rivier, en meende zich het bestaan +te herinneren van de vijandige kampong Aropen. (Vermoedelijk vergiste +hij zich met de kampoeng Kai, die ongeveer een jaar geleden getuchtigd +werd, maar die ± 70 KM. meer Noordelijk ligt). De heer Stroeve zeide +toen, dat zij voorloopig hier zouden blijven, maar morgen (dus den +7den) bij aankomst der geheele colonne zouden oversteken. + +Op den 7den, des morgens vroeg, gaf de heer Stroeve opdracht aan den +inl. fuselier en aan den dwangarbeider Deloesin, om met het prauwtje +nipahvruchten en zoo mogelijk sago te verzamelen. Hij zelf zou, met +den karabijn gewapend, een verkenning maken in Noordelijke richting, +en trachten eenig wild onder schot te krijgen. Toen Wagimin tegen 8 +uur voorm. terugkwam in het bivak, was de heer Stroeve nog niet terug, +maar kwam kort daarop aan. Hij had niets geschoten en verzocht om +eenige nipahvruchten. Ook hun voedsel was geheel verbruikt. + +Nauwelijks had Stroeve eenige vruchten genuttigd, toen hij plotseling +op korten afstand van ter zijde werd bepijld. Van het naderen van den +vijand had geen van de leden der patrouille iets gemerkt. Vermoedelijk +had hij, de sporen van Stroeve volgende, zoo het goed verscholen +bivakje gevonden. De ongelukkige officier werd dadelijk door twee +pijlen in de zijde getroffen, die hij zich eigenhandig uit het lichaam +trok en waarop hij om den karabijn riep. Daar hij bij terugkomst der +verkenning dit wapen buiten zijn bereik had neergelegd, kon hij het +niet meer grijpen, maar vloog toen naar den dwangarbeider Deloesin, +ontrukte dezen den klewang en stormde onvervaard op den talrijken +vijand in. Daar de Papoea's uit deze streken niet voorzien zijn +van blanke wapenen, was deze taktiek in deze omstandigheden wel +de beste. Inderdaad had de plotselinge aanval aanvankelijk succes, +althans alles vlood heen, met uitzondering van één man, die staan +bleef en op korten afstand zijn pijl op Stroeve afschoot. Deze pijl +trof mijn armen vriend in den buik, waarop hij nederzeeg. + +Middelerwijl had de vijand den karabijn in het bivak gevonden, en +toen Wagimin en Deloesin dit wapen in handen van den vijand zagen en +hun commandant gevallen, vluchtten zij achtervolgd door vele vijanden +het bosch in, waar zij zich verborgen. Van de komst mijner colonne, +eenige uren later, hadden zij niets gemerkt, daar zij zich niet durfden +vertoonen. Aldus hadden zij zich den geheelen nacht verborgen gehouden +en in al dien tijd niets genuttigd. + +Dit verhaal wordt mij in stukjes en brokjes door den zeer ontdanen +fuselier medegedeeld. + +Onmiddellijk stapte ondergeteekende met den fuselier en een +dwangarbeider, behoorlijk gewapend, in het prauwtje om op den +rechteroever een onderzoek in te stellen. Spoedig wordt daar het lijk +van den heer Stroeve gevonden op de plaats waar hij gevallen is. Het +lijk is niet beroofd en nog voorzien van alle kleederen. Het wordt +opgenomen en in het prauwtje gelegd, waarna de oever verder wordt +afgezocht naar den dwangarbeider Deloesin, die na eenig zoeken +en roepen eveneens in het bosch wordt gevonden. De man is door +een pijlschot licht in den voet gewond, maar is er overigens goed +afgekomen. De dappere gesneuvelde officier heeft dus hier met zijn +eigen lijf het leven gered van zijn twee lotgenooten. Het bivakje is +geheel geplunderd. Alle instrumenten zijn door de wilden weggenomen, +zoomede het meetboek van onzen tocht, dat de heer Stroeve had +meegenomen om eventueele peilingen aan te teekenen. + +De verslagenheid van de menschen bij aankomst van het lijk in het +bivak is groot. Ook bij mij is de indruk van het gebeurde diep, +doch de zorg voor de levenden staat nu op den voorgrond. Het schip +is er nog niet, kan misschien nog lang wegblijven en ons voedsel is +op. Spoedig wordt het lijk begraven vlak bij ons bivak en daarna ga +ik er met drie dwangarbeiders in het prauwtje op uit, om te trachten +een sagoboom hierheen te sleepen. Ten 5 uur n.m. zijn wij met een +boom terug. De bereiding der sago is echter met deze ongeoefende +menschen niet eenvoudig. Niemand weet eigenlijk, hoe de sago moet +worden verkregen, maar toch heeft ieder des avonds een weinig van +een vies kleverig sagopapje, wrang en bitter van smaak. Een poging +om uit zeewater zout te koken mislukt volkomen door het zeer geringe +zoutgehalte van het water. + +Als het schip niet spoedig komt, zal de toestand zeer hachelijk +worden. De stemming onder de menschen is down. + + + +9 September. Gisterenavond werden we opgeschrikt door het geroep van +"kapal" (schip). Alles springt op om zich te overtuigen. Helaas, +een loos alarm. De post heeft een ster aangezien voor de lichten van +het schip. + +Hedenmorgen algemeene verslagenheid, omdat het schip er nog niet +is. Bij de menschen doen zich, vermoedelijk als gevolg van de slechte +voeding, gevallen van nachtverblindheid voor. Met alle middelen +tracht ik er bij mijn lotgenooten den moed in te houden, spreek ze +toe en doe mijzelf zeer opgewekt voor. De menschen liggen verslagen +op den grond en trachten in den slaap hun toestand te vergeten. Met +moeite krijg ik hen tot werken om een vischnet te maken. Van avond +zullen we trachten wat visch te vangen. De sagovoeding gaat niet erg +schitterend. Wel is waar krijgen wij een papje, maar dit is bijna +niet naar binnen te krijgen. Ik krijg de zekerheid, dat er iets met +het schip niet in orde is. Maar wat? + + + +10 September. Gisterenavond vingen we een klein zoodje visch. Voor +elk twee vischjes. Het is wel niet veel, maar het heeft smaak. Daar +ik vrees, dat de krachten bij ons zoo zullen afnemen, dat we ten +slotte niet meer in staat zullen zijn om sago te halen, ga ik er reeds +heden weer op uit om een boom, die echter blijkt absoluut geen sago +te bezitten. Hij is blijkbaar te jong. Morgen zullen we een anderen +zien te krijgen. + + + +12 September. De 6e dag, dat we zonder behoorlijke voeding zijn; +nog steeds geen schip in zicht. Ik vraag me vergeefs af, wat toch de +reden der vertraging kan zijn. + +Tegen 10 uur v.m. zie ik aan de overzijde een twintigtal menschen +loopen. Ik hoop, dat ze een aanval met prauwen zullen wagen. Het zal +dan niet moeilijk zijn hun met de drie overgebleven vuurwapens een +goede les te geven. Ondergeteekende denkt er over om aanvallend te +werk te gaan; er staat echter zoo veel wind, dat een oversteek in +ons kleine prauwtje, waar hoogstens 4 man in kunnen plaats nemen, +niet mogelijk is. De vijand wordt nauwkeurig waargenomen. Ze maken +echter geen aanstalten om over te steken. + +Ten 11 uur v.m. meent ondergeteekende een rookwolkje aan de kim +te zien, en na een half uur hebben we zekerheid, dat het schip in +aantocht is. + +Een gejuich van "sekarang hidoep" [32] gaat er op onder de leden +van de patrouille en ieder maakt klaar om te embarkeeren, hoewel +het zeker nog wel 2 à 3 uren duren zal, vóór we zoover zijn. Een +veel-rook-gevend vuurtje wordt er aan het strand ontstoken en een +roode deken als vlag opgestoken. De bevolking aan de overzijde is +bij het in zicht komen van het schip snel verdwenen. + +Dank zij de welwillendheid van den gezaghebber der "Albatros", wordt +op mijn verzoek het lijk van den gesneuvelden luitenant ter zee +Stroeve opgegraven ten einde, via Manokwari, te worden overgebracht +naar Ambon." + + + +Tot zoover het verslag van Ilgen, dat ons de treurige waarheid bracht +van het verlies van mijn braven kameraad; bijna twee jaren waren wij +samen bij het exploratie-detachement te Manokwari werkzaam geweest. + +Er moest nu echter gehandeld worden; voor het karteeren der bergen +bezuiden Kalongeiland stond ik thans alleen met nog slechts 2 maanden +tijd voor den boeg. + +Besloten werd, dat wij zoo spoedig mogelijk zouden opbreken en ik den +tocht zou maken. Kapitein Schultz zou naar Bataviabivak teruggaan en +mij alle beschikbare menschen en vivres nazenden. + +Mijn plan was, eene linkerzijrivier der Idenburgrivier op te gaan +(monding op 138° 35' OL. en 3° 15' ZBr.) zoover mogelijk, en daar +een hoofdbivak te maken; in Z.W. richting te marcheeren en een hoogen +top te beklimmen, indien mogelijk meerdere toppen. Zeer dicht bij dit +riviertje stonden op de oude kaart reeds toppen van ± 2000 M., bepaald +op den tocht van Franssen Herderschee, doch deze plaats verdiende +volgens zijn eigen rapport weinig vertrouwen, daar de bergen bepaald +werden uit de Van der Willigenrivier door afstandschatting. + +Wij zakten de Rouffaerrivier en daarna de Van der Willigenrivier +af. Den 2en October waren wij nog een dag van Bataviabivak af en +besloten de colonne te splitsen. 's Morgens 6 uur vertrok de kapitein +Schultz met een paar prauwen naar Bataviabivak. + +Na zijn vertrek werd door mij alles gereed gemaakt om den nieuwen +tocht aan te vangen. Ten 7 uur 30 min. wordt vertrokken met 10 prauwen. + +Sterkte der colonne: 1 Luit.-ter-zee, 1 inl. verkenner, +2 eur. sergeants, 1 inl. korporaal, 9 inl. fuseliers, 1 +eur. ziekenverpleger, 10 Dajaks en 35 dwangarbeiders. Totaal 60 man. + +Zonder bijzondere gebeurtenissen wordt ten 4 uur 30 min. n.m. onder +hevigen slagregen, Kalongeiland bereikt en bivak gemaakt bij +de samenvloeiing der Idenburg- en Van de Willigenrivier. Vier +koortsgevallen. + + + +21 October. 's Morgens wordt om de Zuid een hooggebergte gepeild met +bijzonder hooge, kenbare toppen. Met zeer veel genoegen slaan wij +dit gade, want dit is het terrein, waarheen ik op weg ben. + +Nadat ik met de metingen gereed ben gekomen, roeien wij de +Idenburgrivier stroomopwaarts; de stroom is gering, de rivier doet +denken aan de Van Daalenrivier, wat betreft stroomsterkte, waterkleur +en oevers. Het is moordend warm, zoodat ik korte dagen maak, om +mijn roeiers niet te veel af te matten. 2 uur 30 min. bivak. Vier +koortsgevallen. + + + +22 October. Varen verder de Idenburgrivier op; 2 uur 30 +min. bivak. Geen bijzonderheden. Vier koortsgevallen. + + + +23 October. Als gisteren. 's Avonds passeert op weg naar Bataviabivak +een prauw van de Idenburg-rivier-colonne onder bevel van een +inl. fuselier. Deze heeft order met het oog op de geringe hoeveelheid +vivres ook 's nachts door te roeien. Spoedberichten heeft hij niet, +zoodat ik hem vergunning geef in ons bivak te overnachten en hen den +volgenden morgen vóór het vertrek flink van eten laat voorzien. 't +Was een buitenkansje voor hen, want zij waren al vier dagen en nachten +op weg. + +Onder hevigen slagregen wordt vertrokken, ten 10 uur wordt de +linkerzijrivier bereikt en opgegaan. Ten 11 uur klaart het op en +krijg ik mooi helder zicht. + +In het Zuiden, vrij dicht bij, bergland; om de West echter niets dan +laagland. De bergen, waarvan ik reeds sprak, zullen wel verder om de +Zuid liggen. + +Na 1 KM. te zijn gevorderd, slaat een prauw om; door de snelle hulp +van onze Dajaks, die onmiddellijk uit alle prauwen te water sprongen, +worden menschen, prauw en bagage gered. Ik heb voor de 10 prauwen +slechts 10 Dajaks als stuurlieden en daar een prauw pas vertrouwd +bestuurd is met minstens 3 Dajaks, kan dit ongeval geen verwondering +baren. Als dan ook ten 2 uur 30 min. wederom een prauw omslaat en +eenige barang verloren gaat, besluit ik hier maar mijn "Prauwbivak" in +te richten en dan maar wat verder te marcheeren. 't Was jammer, want de +Luit.-ter-zee De Wal kon in 1911 deze rivier ongeveer 10 KM. opvaren, +terwijl ik 2 KM. van den mond reeds verplicht ben te bivakkeeren. + +Het bivak wordt in orde gebracht; prauwen op het droge gehaald. Een +flink vivresmagazijn wordt gebouwd. + +Als alles klaar is, laat ik 's middags de colonne indeelen voor het +vertrek op morgen. Daar ik verwacht, vrij spoedig in het bergland te +zitten, laat ik warme kleeding en wollen dekens uitgeven; elke man een +twist-borstrok en -onderbroek, benevens een wollen deken. De dragers +moesten dit stuk voor stuk bij het transport-loopen boven hun gewone +vracht meenemen, anders zou mij dit te veel dragers kosten. + + + +26 October. 6 uur 30 min. op marsch, kappen in ZW. richting, +aanvankelijk langs de rivier. Een zwaar en diep moeras, daarna droog +boschterrein, doorsneden met vele beekjes. Sterkte: 1 Luit.-ter-zee, +1 inl. verkenner, 1 eur. sergeant, 1 inl. korporaal, 5 inl. fuseliers, +1 eur. ziekenverpleger, 10 Dajaks en 33 dwangarbeiders, totaal 53 man. + +Als bivakdekking was achtergelaten 1 eur. sergeant met 4 karabijnen. + +Ten 3 uur 30 min. wordt bivak gemaakt; heden afgelegd 5 1/2 KM. in +9 uur marcheeren door bijzonder zwaar terrein. + + + +27 October. 's Nachts harde regen. + +7 Uur vertrek; kappen in Z.Z.W-richting; af en toe stukken diep moeras, +dan weer stukken boschterrein zonder ondergroei. Even na eetrust, ten +12 uur 30 min. gaan wij den eersten heuvel op en komen na een zware +klimpartij op den kam ± 400 meter hoog. Op den kam een goed beloopen +Papoea-pad. Dalen in de voorgenomen marschrichting den heuvel weder +aan de andere zijde af en maken ten 3 uur bivak aan een helder beekje. + + + +28 October. 6 uur 30. Op marsch. Kappen het pad verder in +ZZW. richting; passeeren vele riviertjes, die alle om de West +(!!) stroomen. Ten 11 uur zijn wij aan de uitloopers van het gebergte; +stijgen zeer steil, om drie uur bereik ik den ± 1100 meter hoogen, +zeer smallen bergrug, waar bivak gemaakt wordt. De staart der colonne +komt pas om 5 uur aan. + +Aangezien deze kam Oost-West loopt en maar 1 1/2 meter breed is, +kan hier een prachtig uitzicht om de Zuid worden verkregen, zoodat +hier het eerste vivresdepôt A wordt ingericht. + + + +Het transport dragers gaat onder dekking van 1 inl. korp. en 3 +karabijnen terug naar Prauwbivak. + +Met den eur. serg., 1 karabijn, den inl. verkenner en eenige Dajaks +blijf ik achter om hier observaties te doen. + +Dezen dag komt uit Bataviabivak aan in Prauwbivak een transport vivres +en kleeding, sterk 29 man, zoodat mijn geheele troep nu bestaat uit: +1 Luit.-ter-zee, 1 inl. verkenner, 3 eur. sergeants, 2 inl. korporaals, +15 inl. fuseliers, 1 ziekenverpleger, 10 Dajaks en 56 dwangarbeiders, +totaal 89 man. + + + +30 October. Kappen uitzicht en maken een boomstelling, 's Middags +helder uitzicht, dus een begin gemaakt met het peilingswerk. Dit +bivak heeft een bezwaar; er is geen water, zelfs niet tot ver in +den omtrek. Gelukkig regent het elken nacht en vangen wij dan het +water van de tenten op, zoodat wij geen gebrek hebben; het is hier +na zonsondergang al vrij koud en wij kunnen onzen deken best velen. + + + +31 October. Peilingswerk; astronomische plaatsbepaling van het bivak. + + + +1 November. Regenachtig; slecht bergenzicht. Laat op den middag komen +de Dajaks van het transport aan; deze taaie kerels zijn de verdere +colonne een heel eind vooruit. + + + +2 November. Het transport komt aan; 1 europ. serg., 3 fuseliers en +47 dwangarbeiders. Tevens ontvang ik bericht, dat de exploratie tot +ultimo Februari kan duren, zoodat kalm doorgewerkt kan worden. + + + +3 November. Transport van 26 dwangarbeiders onder dekking van 1 +inl. korp. + 1 fuselier terug naar Prauwbivak. + +Mijn peilingswerk is hier nog niet gereed, zoodat ik een colonne laat +doorkappen onder leiding van den inl. verkenner, met 1 eur. serg., +2 karabijnen, 10 Dajaks en 22 dwangarbeiders. + +Naar Prauwbivak wordt bericht gezonden aan den +sergeant-bivakcommandant, om nog een transport van 20 dwangarbeiders +naar depôt A te zenden. Daarna, na terugkomst van dit loop-transport, +met 4 prauwen transport te gaan varen tusschen Bataviabivak en +Prauwbivak, zoodat ik na terugkomst van dezen tocht levensmiddelen +genoeg heb om dadelijk weer een nieuwen tocht te beginnen. + +Vanaf depôt A houd ik alleen als dragers 10 Dajaks en 25 +uitgezochte dwangarbeiders; de rest der 56 dwangarbeiders is door de +loop-transporten van Prauwbivak--Depôt A dusdanig in slechte conditie, +dat zij verder in dit zware bergterrein niet meer goed bruikbaar +zijn. De ziekenverpleger heeft het ook afgelegd, zoodat ik de gewonden +verder weer zelf kan behandelen; enfin, dit deed ik al van 3 Juni af. + + + +4 November. Met eenige menschen in depôt A. Geen uitzicht. Mistig +en koud. + + + +5 November. Geen uitzicht. + + + +6 November. Er komt een transport van depôt B aan, dat op den bergkam +is gemaakt, ± 5 KM. verder om de Zuid; sterk 1 inl. fuselier, 10 +Dajaks + 20 dwangarbeiders. + +'s Avonds krijg ik om de Zuid mooi uitzicht. Op ± 15 KM. ZZW. van +dit punt is een kale hooge top, naar meting ongeveer 4000 M. hoog; +duidelijk kan ik waarnemen, dat de kam, dien wij volgden, daarheen +voert. Dien top zal ik derhalve beklimmen; het uitzicht vandaar zal +loonend zijn, hoop ik. + +Hoewel nog niet geheel gereed met het peilingswerk, wordt besloten +morgen door te gaan. Transport van Prauwbivak is nog niet aangekomen. + + + +7 November. Onder harden regen op weg: 1 luit.-t./zee, 1 karabijn, +[33] 10 Dajaks + 16 dwangarbeiders; ten 1 uur 30 min. in depôt B, +een goed bivak met water in de nabijheid. + +Wij liggen een beetje in duigen: ik zelf en de Eur. sergeant hebben +een flinken malaria-aanval, mijn verkenner heeft het in den buik. + + + +8 November. Transport loopen tusschen A en B. + + + +9 November. Met een kleine colonne, waaronder 10 Dajaks en 10 +dwangarbeiders, kappen wij den weg verder; het is zeer zwaar begroeid +bergterrein en wij schieten per dag niet meer dan 1 1/2 KM. hemelsbreed +op. Tegelijkertijd wordt tusschen depôts A en B transport geloopen. + + + +10 November. Kappen door in zuidelijke richting, 1 1/2 KM. zeer zwaar +bergterrein met steile hellingen. + + + +11 November. Kappen verder; ten 11 uur komt een transport +van 15 dwangarbeiders onder een Eur. serg. mij achterop. Het +transport-loopen van A naar B is gereed gekomen. In depôt A is alleen +eten achtergelaten, onbewaakt, voor den terugtocht. + +Ten 2 uur zijn wij na een stijve klim op een plateau aangekomen, waar +een helder stroompje doorloopt. Daar ik volgens mijn kookthermometer +hier op 2430 M. hoogte ben aangekomen, besluit ik hier mijn Hoofdbivak +te maken en dan van dit bivak uit een tocht naar de 4000 meter, +zonder verdere depôts aan te leggen. + + + +12 November. Transport terug naar depôt B: 1 inl. fuselier, 5 Dajaks, +19 dwangarbeiders. + +Nacht en dag zware regen. + + + +13 November. Kappen met den inl. verkenner en 5 Dajaks den weg verder. + +Ten 2 uur komt onder leiding van een Eur. serg. het transport van +depôt B aan. In depôt B heeft hij achtergelaten 3 zieken (1 inl. fus. + +2 dwangarb.). + + + +14 November. 's Morgens stuur ik 1 Eur. serg., 1 fuselier en 10 +dwangarbeiders terug naar Prauwbivak. Zij zijn niet meer noodig en +mijn aantal dagen rantsoen wordt hierdoor niet onbelangrijk uitgebreid; +de zieken uit depôt B worden tevens medegenomen. + +Met 1 inl. verkenner, 1 Eur. serg., 1 fuselier, 10 Dajaks en +15 dwangarbeiders op marsch naar boven. 3 Inl. fuseliers worden +achtergelaten als dekking van Hoofdbivak. Na een steilen klim bereiken +wij een kam van 3000 meter hoogte. + +Legden vandaag ± 2 KM. af. + + + +15 November. Volgen, voortdurend een pad kappende, den kam, die weinig +stijgt. Regen en windvlagen. + +Onze tenten zijn slecht geworden door het reeds langdurig gebruik, +zoodat wij bij regen 's nachts weinig slapen. En gaat het er niet +doorheen, dan waait het wel onder onze afdakjes door. + + + +16 November. 's Nachts zeer koud; ondanks den wollen deken, slaapt +niemand; hout om een flink vuur te maken is niet meer te krijgen. + +'s Morgens weer met frisschen moed op marsch en reeds spoedig +wordt een 3200 M. hooge top bereikt, die zich uitmuntend leent voor +observatie's. (Observatiepunt B, 3200 M.) Zoo goed mogelijk wordt +hier bivak gemaakt. + +De begroeiing bestaat uit lage struikjes; ik heb hier een prachtig +uitzicht. Het bivak maken gaat er door gebrek aan hout moeilijk. Morgen +heb ik nog 7 dagen vivres over; door nu een gedeelte der dragers terug +te zenden naar Prauwbivak houd ik minstens 14 dagen levensmiddelen +over om van Hoofdbivak weg te blijven. De Dajaks verzoeken om te +mogen blijven, ten einde den hoogen top mede te beklimmen. + +Het uitzicht is hier schitterend; in het Noorden zien wij +duidelijk de samenvloeiing van Idenburg- en Van der Willigenrivier +(Kalongeiland), zoodat de lengtebepaling weder zeer nauwkeurig +wordt. De breedtebepaling is onafhankelijk van de tijdmeters, zooals +te voren reeds is medegedeeld. + +In het kort was de werkwijze als volgt: + +Magnetische peiling met boussole-tranche-montagne op Kalongeiland; +breedtebepaling op sterren. Dit geeft een voorloopige plaats op +breedte en lengte. Met deze plaats een standbepaling op de zon ter +verifiëering der tijdmeters. Deze nieuwe stand wordt gebruikt om +een astronomische peiling te nemen, ter bepaling van één zuivere +astron. richting en der magn. variatie; dus tevens wordt hiermede +de ware astronomische richting van Kalongeiland bepaald. De juiste +ware plaats van observatiepunt B wordt nu opnieuw uitgerekend. Deze +geheele verbetering kan men, indien men groote verschillen vindt +tusschen voorloopige en ware plaats, nogmaals herhalen. + +Vanaf observatiepunt B. was de Wilhelminatop (sneeuw) te peilen, in +ongeveer Z. 1/4 O. richting. De hoogte van den Wilhelminatop klopte +precies, doch de peilingslijn liep er iets langs. + + + +17 November. Transport 1 fus. + 12 dwangarbeiders terug naar +Hoofdbivak; vandaar met de dekking door naar Prauwbivak, dus 4 +inl. fus. + 12 dwangarbeiders. + +Door 5 Dajaks laat ik het pad verder kappen; de weg wijst zich vanzelf +en de verkenner en ik hebben het te druk met peilingswerk. + +Onze colonne is nu nog sterk: 1 Luit.-ter-zee, 1 inl. verkenner, +1 eur. sergeant, 10 Dajaks en 3 dwangarbeiders. Totaal 16 man. + +De geheele etappenlijn is nu zonder bezetting, in alle bivaks ligt +echter ruim voldoende eten voor den terugtocht. + +'s Nachts wordt in een fellen, kouden wind een astronomische +plaatsbepaling genomen. + + + +18 November. Astronomische peiling. Standbepaling tijdmeters. De +Dajaks kappen het pad verder. Peilingswerk. + + + +19 November. De geheele Centrale keten is nu te zien: Wilhelminatop, +Rhumphius keten, enz. + +Vandaag kom ik met het peilingswerk gereed. + + + +20 November. Vertrek naar den hoogen top. (Observatiepunt C.) + +'t Is een steile klim en 't valt den verkenner en mij bijzonder +moeilijk; wij zijn dan ook al van 3 Juni af, aan één stuk door, +op meer of minder zware patrouilles. + +Op den Wilhelminatop is de sneeuw duidelijk te zien; groote vreugde +onder de Dajaks, voor het meerendeel jonge kerels! Het zien van de +sneeuw is voor hen een heele gebeurtenis. + +Op 3500 Meter hoogte wordt bivak gemaakt; er is gelukkig een weinig +water in de buurt. + +Ons bivak staat aan den voet van een uit groote rotsblokken bestaanden +steilen top. + + + +21 November, 's Morgens voor dag en dauw klim ik met den verkenner +naar boven; na ruim een uur steil klimmen bereiken wij het hoogste +punt, 3810 M. hoog. + +Wij hebben hier rondom prachtig uitzicht; zien Carstensztoppen en den +Wilhelminatop met de geheele Centrale keten, die er tusschen ligt. Het +hooggebergte, dat ik op mijn vorigen tocht in September bepaald had, +is van hier weder duidelijk te herkennen, zoodat volkomen aansluiting +wordt verkregen. + +Een peiling op den Wilhelminatop geeft mij een zeer groote afwijking; +een astronomische peiling wordt daarom genomen en de magn. variatie +er uit bepaald; dit geeft nu ongeveer 13° verschil met de normale +variatie. Zeer waarschijnlijk is dit hier een plaatselijke afwijking. + +Den geheelen dag blijf ik met den verkenner boven en pas tegen donker +dalen wij weder naar ons bivak af. + + + +22 November. 's Nachts zwaar onweder en hevige regen; onze lekke tenten +laten ons in den steek en de nattigheid gepaard aan de koude belet +ons te slapen. In onze dekens gewikkeld, zitten wij maar te wachten, +tot de dag weer aanbreekt. + +Dadelijk weer naar boven; wij treffen een schitterend uitzicht; in +het Noorden zie ik de meervlakte met de rivieren en zelfs duidelijk de +randgebergten, die de meervlakte aan de Noordzijde begrenzen, zooals: +Van Reesgebergte, Gauthier-, Foja-, Karamoor- en Cycloopgebergte. In +het Zuiden en Westen bevindt zich een diep ravijn, waarin een +bergrivier naar de meervlakte stroomt. + +De hellingen van dit ravijn zijn als bezaaid met huizen en +ladangs. Overal zien wij rook uit de huizen komen, zoodat er een +vrij groote bergbevolking moet zitten. Typisch is weer hetzelfde +verschijnsel, dat zich ook bij de Boven-Rouffaerrivier voordeed: in +de meervlakte bevolking; diep in de bergen eveneens; op de uitloopers +der bergen naar de vlakte geen spoor van verkeer. Op onzen tocht in +het hooggebergte bezuiden de Geelvinckbaai (West-Weilandgebergte) +in 1913 daarentegen vonden wij aldaar jachtpaden, strikken, enz. en +bleek er ook werkelijk wèl aansluiting plaats te hebben. + +Vandaag kom ik gereed met de bergpeilingen, zoodat wij morgen kunnen +afmarcheeren. Echter wil ik van observatiepunt B nog enkele bergen +nemen. + + + +23 November. Terug naar observatiepunt B. Peilingen. + + + +24 November. Peilingen. + + + +25 November. Terug naar Hoofdbivak. + + + +26 November. In vivresdepôt B. + + + +27/28 November. In depôt A. + + + +29 November wordt van depôt A vertrokken en den 30en vinden wij het +Prauwbivak bijna verlaten terug. Er is namelijk in mijn afwezigheid +order gekomen, zoo spoedig mogelijk terug te keeren naar Pionierbivak, +zoodat de sergeant-bivakcommandant reeds bijna alle menschen en vivres +had weggezonden. + +'t Was wel jammer; de tocht, dien ik mij voorgesteld had te maken +bezuiden de Van der Willigenrivier, teneinde de rivier en het ravijn +te bereiken, waar ik van af punt C dichte bevolking had waargenomen, +kon nu niet meer doorgaan. + + + +1-3 December wordt gereedheid gemaakt voor het vertrek naar +Bataviabivak. + + + +4 December varen wij de groote motorboot achterop, die door de +Idenburg-riviercolonne in gebruik is genomen en weer eens in duigen +ligt. Ik kan nu niet helpen, maar beloof den djoeroemoedi (stuurman), +hem van uit Bataviabivak de kleine motorboot tegemoet te sturen. + + + +5 December. Aankomst in Bataviabivak, alwaar voor mij bericht is van +den Detachements-command. kapt. Oppermann, om de beide motorbooten +door de vallen weder naar Pionierbivak te brengen. + + + +6 December. 3 Prauwen met den verkenner, de sergeant en 10 Dajaks naar +Pionierbivak met alle instrumenten, meetboeken en verdere waardevolle +voorwerpen, 's Morgens stuur ik de kleine motorboot uit om de andere, +groote te gaan zoeken; zij ontmoeten elkaar even boven Bataviabivak +en komen op eigen kracht aan. + + + +7-8 December. Proefstoomen met de booten, want het wordt een gevaarlijk +tochtje. Het hulproer van de groote motorboot, door Dajaks gemaakt, +bevalt mij niet; het wordt nagekeken en hersteld, waarna nogmaals +wordt proefgestoomd. + + + +9 December. Op weg met beide booten; reeds bij het binnenloopen van de +Batavia-versnellingen slaat het roer der groote boot er geheel af. De +andere komt te hulp en tracht de boot uit de kolken te sleepen. Als +dit niet lukt, worden snel alle menschen overgenomen en de groote boot +aan zijn lot overgelaten. Alleen één Dajak vertikte het om de boot +te verlaten en tolt alle versnellingen door. Benedenstrooms wordt de +boot weer opgepikt en naar de vroegere Etappepost IV gesleept. Ik +laat hier de boot achter met bemanning, 4 Dajaks en dekking, met +order voor de Dajaks om een stevig noodroer te maken. Met de kleine +boot komen wij vandaag in Post II bij de Edivallen. + + + +10 December komt de kleine boot behouden in Pionierbivak aan en eenige +dagen later verschijnt ook plotseling de groote. + +In Pionierbivak, waar ik nu bijna 6 1/2 maand achtereen vandaan +was, tref ik de kapiteins Oppermann, onzen Detachements-commandant +en Schultz, mijn colonne-commandant. Alleen Langeler is nog op +patrouille naar de bronnen van de Idenburgrivier; Dr. Thomsen is hem +achternagestuurd, om hem terug te roepen. + +De tochten zijn voor mij nu afgeloopen en met den kapitein Schultz +zal ik dan ook spoedig naar Manokwari vertrekken, waar onze huizen +staan en waar ik dan een begin maak met het teekenen van de kaart. + +Den 25en December brengt het G. ss. "Albatros" ons met mijne laatste +colonne naar Manokwari. + + + +Alvorens dit hoofdstuk te eindigen, zal nog een en ander worden +meegedeeld over de bevolking in het stroomgebied der Rouffaerrivier. + + + +De oevers der Rouffaerrivier zijn vanaf het punt, waar zij uit het +hooggebergte treedt tot aan hare samenvloeiing met de Van Daalenrivier +bewoond. De bevolking is er voor Nieuw Guinee zeer talrijk en wordt +langs de rivieren op circa 10 000 zielen geschat; dit getal werd +bepaald uit gegevens, verkregen door het tellen der mannen in de +kampongs. De zijrivier A is zeer dicht bevolkt, evenals de zijrivier +D der Van Daalenrivier. + +Dat de bevolking verdeeld is in stammen komt mij vrij zeker voor; +in kleeding en versierselen is weinig of geen verschil te bemerken; +in den aard der lieden echter wel. + + + +_Bevolking_. De mannen zijn over het algemeen zeer forsch gebouwd, +hebben echter allen slecht gevormde beenen. De eenige uitleg hiervoor +is het bijna voortdurend loopen op de randen der zandbanken, waar zij +tot over de enkels inzakken; zware liesbreuken komen ook algemeen voor. + +De vrouwen zijn klein van postuur en goed geproportioneerd; het maakt +den indruk, dat zij zeer spoedig verouderen. Onder de jongeren ziet +men er velen, die niet van Papoesche bekoorlijkheid ontbloot zijn. + + + +_Kleeding en versierselen_. De mannen dragen om het middel eenige dunne +gordels van varenvezel, zooals ook aan den Mamberamo gebruikelijk is; +echter zeer weinige, hoogstens 4 of 5 gordels, terwijl sommigen zich +met één tevreden stellen. Sommige mannen dragen een schaambedekking, +alsdan bestaande uit een kort, smal stukje geklopten boombast, dat vóór +op den buik door een der gordels wordt gehaald en dan dubbel afhangt. + +De versierselen der mannen bepalen zich bijna alleen tot hoofdtooi; +tatoeage werd nimmer opgemerkt. De mannen laten op de kruin een +plukje haar staan, waaromheen een krans van casuarisveeren wordt +gewonden; de manier waarop dit geschiedt, is verschillend met die aan +de Mamberamo. De veeren krans staat nl. nagenoeg recht overeind op +het hoofd en hangt naar buiten over. Hiervóór worden over het hoofd, +nabij het voorhoofd, eenige dunne banden gelegd, gemaakt van witte en +bruine vruchtenpitjes. Op het voorhoofd een versiering van gepolijste +varkenstanden, meestal drie stel boven elkaar. Door de neusvleugels +van onder naar boven gestoken een soort haarspeld van been, door het +neustusschenschot een horizontaal stukje hout. + +Door den oorlel, eenige tot een driehoekig gebogen casuarispennen, +de driehoek wordt gemaakt door het dunne uiteinde van de pen in +het dikke te steken. + +Alle mannen dragen een staart van bladeren. Soms ziet men kruisbanden +over borst en rug. Nooit verlaat hen de geknoopte draagtasch, dien +zij in alle soorten bezitten. De groote tasschen zijn versierd met +koppen en pooten van vogels. + +De vrouwen dragen ook eenige gordels met schaambedekking van +boombast. De schaambedekking wordt tusschen de beenen doorgehaald en +voor en achter aan de gordels vastgemaakt. Zij zijn zeer smal en kort, +zoodat zij net toereikend zijn, en niet, zooals elders gewoonte is, +met een breede lap voor en achter afhangen. De hoofdtooi der vrouwen +bestaat alleen in neus- en oorversierselen, zijnde deze dezelfde als +bij de mannen. + +Op den bovenloop der zijrivier A dragen de vrouwen ook geen schaamlap. + + + +_Wapens_. Hun bewapening bestaat uitsluitend uit pijl en boog; op +de Beneden-Rouffaerrivier werden eenige beenen messen gezien. De +bogen zijn van niboenghout met rottan pees; zij zijn versierd met +kroonveeren van kroonduiven en met casuarisveeren en tusschen deze +versierselen rood geschilderd (kleurstof uit boomwortels). De pijlen +zijn uitsluitend voor den strijd tegen den mensch en voor de jacht +op groot wild. Vischpijlen, slangenpijlen en vogelpijlen werden +niet gezien. + + + +_Voedingsmiddelen_. Hoofdvoedsel is sago, die overal in geweldige +hoeveelheden voorkomt; voor zoover was na te gaan, geschiedt de +bereiding gelijk als in andere streken. De sago wordt bewaard in ruwe +houten bakken zonder eenige versiering; wanneer de sago geheel gereed +is, wordt zij verpakt in pandanbladeren of stukken van geklopten +boombast. + +Varkens- en casuarisvleesch, wijders allerlei soorten vogels. + +De tuinen leveren pisang, suikerriet, keladi, oebi en tabak. De +laatste wordt gerookt, gerold in een boomblad. + +Aan de Beneden-Rouffaerrivier, dicht bij de Van der Willigenrivier, +werden groote tabakspijpen gebruikt, gemaakt uit een grooten knoest +hout; men gebruikt daar die pijpen ook bij wijze van trompet. + + + +_Vaartuigen_. Deze zijn overal gelijk van vorm met die aan de Van der +Willigenrivier; ze zijn log van vorm, doch liggen licht op het water, +zoodat zij zelfs tegen stroom in hard kunnen opschieten. Vóór in den +platten overhangenden boeg is een rond gat, waardoor een boomstok wordt +gestoken, tot in den rivierbodem, teneinde afdrijven te voorkomen. + +Als boomstok wordt gebruikt de middenbladnerf van den sagopalm, +terwijl, wanneer er geroeid wordt, een kort stuk sagobladnerf als +pagaai dienst doet. + +Zoodra de stroomversnellingen beginnen, maken de bewoners geen gebruik +meer van prauwen. Er loopen langs den oever zeer goede paden, waarvan +zij gebruik maken om bovenstrooms te komen. Zij zakken dan af op +vlotjes, zooals ik reeds uitvoerig beschreef. [34] + + + +_Jacht_. Voor de jacht op groot wild wordt gebruik gemaakt van +pijl en boog; men beduidde ons, dat de vogels ook hiermede werden +geschoten. Waar de inboorlingen echter geen speciale vogelpijlen +bezitten en in aanmerking nemende het groote aantal vogeljachttrofeeën, +is er reden te veronderstellen, dat zij een veelvuldig gebruik van +strikken maken. + +Nooit hebben zij veeren van paradijsvogels, die daar zooveel men wil +te schieten zijn. Toen hun er een vertoond werd, keken zij elkaar +aan en deden erg geheimzinnig, wilden den vogel echter niet hebben. + + + +_Vischvangst_. Veelvuldig kwamen voor een soort aalkorven, van rottan +of van doorntakjes vervaardigd. + +Ook zijn er groote hoepelnetten, waarmee de vrouwen schijnen te +visschen. Men vindt verder op den oever van takken en bladeren gemaakt +kleine schuttingen (een soort sero's) ± 3 dM. hoog. Wanneer de rivier +bandjirt, loopt de oever onder; dan de sero geplaatst, en bij weder +gevallen water is de buit voor het grijpen. De plaats van deze sero's +gaf ook een aardigen kijk op het onderwaterloopen der meervlakte in +den bandjirtijd. + + + +_Werktuigen_. Alleen steenen bijlen, die zeer primitief zijn. Wanneer +men deze bijlen heeft gezien, begrijpt men, dat de Papoea's fel waren +op alles, wat maar op een parang (kapmes) leek; in onze nabijheid +was het woord saroo (= parang? ijzer?) niet van hun lippen. Met deze +steenen bijlen kappen zij hun ladangs schoon en maken hun prauwen. + + + +_Huizen_. Mannen, vrouwen en kinderen wonen samen in één huis. De +huizen zijn gelijk als die aan de Van der Willigenrivier; aan den +bovenloop van zijrivier A wordt aan den bouw meer zorg besteed; +dit gaat gepaard met beter verzorgde tuinen. + +In verschillende huizen treft men menschenschedels aan. Er is geen +twijfel, waarom zij worden bewaard, zij hangen bij de jachttrofeeën, +en liefst op nonchalante wijze tusschen de varkensschedels. Dat +het koppensnellen hier op groote schaal voorkomt, komt echter niet +waarschijnlijk voor. + + + + +VII. + +De Exploratie der B-rivier. + + +Den 20en October afmarsch tot het doel in den titel van dit hoofdstuk +vermeld. Er was gewacht moeten worden op nieuw menschenmateriaal, +dat den 16en der maand per "Albatros" werd aangebracht. + +In den tusschentijd regelen van particuliere en exploratie-zaken. + + + +Pionierbivak was een mooi, afgewerkt dorp geworden. Aan den oever, waar +oorspronkelijk ons barakje had gestaan, waren drie groote "gebouwen" +verrezen: de groote goedang, het nieuwste (derde) officiershuis +en het Dajak-huis. Mooie foto's waren door onzen dokter gemaakt om +het Pionierbivak, dat reeds van alle kanten astronomisch vastlag, +ook fotografisch vast te leggen. + +Commentaren op deze afbeeldingen zijn vrijwel overbodig. Men ziet op +den voorgrond het derde officiershuis (×) met den grooten omgehakten, +doch niet te water geraakten boom er voor; rechts daarvan den +linkervleugel van het Dajak-huis en links, verscholen achter het loof +van den eenigen "sierboom", dien men in het bivak had laten staan, +de goedangs; verder de mandikamers en aanlegsteigers en een klein +"zootje" oude prauwen en sloepen. Bovenstaande foto geeft het groote +bivak van den achterkant met het derde officiershuis (×) en het tweede +idem (·) thans onder-officiersverblijf. + +Onze nieuwe woning komt beter uit op blz. 195, terwijl de 2e +foto eenigen van ons in de voorgalerij vereenigd doet zien; +als een aardigheid werden de drie doodskoppen links erbij +gefotografeerd. (ethnografica!) + +De grond van het bivak, langzamerhand met klein struikgewas en +onkruid begroeid, zag er vroolijker uit dan in den regen- (= +modder)tijd. Hier sprong lustig een geelharige jonge hond rond, +een vroolijke gladdakker [35] of street-terrier en zijn kameraad, +een klein gestreept varken. Zij waren goede vrienden en namen wat van +elkanders eigenschappen over: het varken kreeg iets van de wildheid +van den hond en de hond heel veel van de vuilheid van het varken; +beiden kenden geen grooter genoegen dan rond te tollen in de modderige +waterloopjes door het bivak. + +Of wel zij zaten onze kippen na, die vrij in eenigszins verwilderden +staat rondliepen; ons kippenhok toch was reeds lang verlaten, +sinds er op een goeden nacht een slang in gesnapt was, die zich +aan eenige kippen had volgegeten en bovendien een groot aantal had +gedood. Sindsdien liepen alle kippen vrij rond, zij zaten op de +boomen en overal. Als het "kip" was, trok de oudste der bedienden er +met een oud jachtgeweer op uit en werden eenige neergelegd. Dat we +onder die omstandigheden weinig van eieren zagen, was geen wonder, +vooreerst waren ze moeilijk te vinden en àls er gevonden werden, +zal het meestal wel "bij toeval" door dwangarbeiders geweest zijn. + +Ook koeien hadden we een korten tijd in het bivak gehad, +met de bedoeling het eeuwige blikkenvleesch eens door versch +vleesch te vervangen; daar het echter veel te duur uit kwam +(Manokwari-prijzen!) bleef het bij een proefneming. Men vertelde +mij hoe Papoea-bezoekers over deze dieren verstomd hadden gestaan; +men kan zich dat indenken, als men zich herinnert dat de grootste +afmetingen op het gebied van viervoeters op Nieuw-Guinee in het wilde +varken worden gevonden. + +De vivresopvoer ging altijd nog zijn gewonen gang, de voorraad in +Bataviabivak werd bijgehouden. Ongelukken kwamen zelden meer voor, +het aantal prauwen was vrij stationair; Dajaks en huur-Papoea's, +de eersten als leiders, bedienden de transportlijn. + +Ik hoorde ook het lot van een Europeesch sergeant van de +Idenburgcolonne. Tijdens onze groote opvaart was hij op de +Idenburgrivier teruggezonden, daar hij de verschijnselen van +beri-beri voelde. In Bataviabivak aangekomen, had hij zoo'n haast +om naar beneden te gaan, dat hij denzelfden dag nog doorging in +een transportprauw met zieken; terwijl hij een dag later met Dajaks +van het vivrestransport had kunnen varen. Zijn haast kwam hem duur +te staan: in de Bataviaversnellingen raakte hij het hoofd kwijt, +gaf aanwijzingen links en rechts, zoodat de prauw omging en twee +menschen verdronken. De overigen redden zich op den oever, werden +deels later mee teruggenomen door het voorbijvarend vivrestransport, +bereikten deels uitgeput Bataviabivak. De sergeant zelf had zich aan de +prauw vastgeklemd en is met haar stroomafwaarts gedreven, ging in den +nacht door den Edi-val, waar zijn angstgeroep doorklonk tot Post II, +vervolgens door de Marinevallen en strandde ten laatste een eindweegs +beneden die laatste versnellingen. Hier werd hij door Papoea's gevonden +en bijgebracht; zij brachten den armen, geheel getroubleerden kerel +in Pionierbivak, vanwaar hij ten spoedigste werd geëvacueerd. + +Een dergelijk geval strekt wel tot leering. + +De gezondheidstoestand in het bivak was steeds zeer goed; wie er +bleven voelden er zich in den drogen tijd behagelijk. Die tijd liep +nu echter op zijn einde en hierin vond ik wel een prikkel om zooveel +mogelijk spoed te betrachten en ten minste ons Prauwbivak te bereiken +vóór de groote was begon. Hoe laag de waterstand was geweest ziet +men op blz. 196 en 197, dit was geweest Juli-Augustus; een verschil +van 7 M. met den hoogsten winterstand was toen gevonden. Het was zeer +ongeriefelijk geweest: de doorstrooming onder W.C.'s en mandikamers +was verdwenen en een vette modderbank, vol rottend afgekapt hout en +oude blikken, was te voorschijn gekomen; prauwen en sloepen waren op +het droge geraakt. In dien tijd ging een Dajak-prauw in 2 à 3 dagen +van hier tot Bataviabivak. + +De kleine motorboot, met zooveel moeite boven gekregen, lag nu voor +Pionierbivak, dupe van den eersten alarmkreet over den Grooten +Oorlog. Zij verving hier de stoomsloep bij het maandelijksch +transportsleepen van af den Gouvernementsstoomer naar den oever +van het bivak; die stoomsloep n.m. was gezonken naast het schip, +naar het heette door den fellen stroom, waarschijnlijk echter door +de zorgeloosheid van den stuurman, die binnenboord was geloopen, +nadat hij de sloep naast het schip had vastgelegd. De sloep was op +een gegeven moment scheef gaan liggen, volgeloopen, en de vanglijn, +niet meer bij machte om den grooten druk uit te houden, was geknapt; +de inzittenden hadden zich reeds ijlings binnen boord geborgen. Doch +dit was gebeurd eenige maanden geleden. + +Over de groote motorboot hoorde ik de gunstigste verhalen, o.a. dat +zij 3 ton vivres bergen kon. Ik hield reeds een oog op haar voor de +tweede opvaart; kon echter niet vast op haar rekenen, daar Doorman +haar misschien op dit moment gebruikte. + + + +Bij de voorbereiding van dezen mijnen laatsten tocht hield ik rekening +met alle tot nu toe opgedane ervaring. Zooals daar was: + +_Indekking_. Uitsluitend tentdoek van het katoen- lijnolie- +vaseline-procédé; voor mijzelf mijn kleine Wittich-tent. + +_Vivres_. De benoodigdheden voor den troep, ruim naar den tijd en +precies naar het aantal menschen in kilo's nauwkeurig berekend; +hierboven 10% als reserve voor bederf. Geen enkele "schatting" +alzoo. De blikken alle door mij persoonlijk geinspecteerd, opdat niet +een klein lekgaatje mij 15 K.G. rijst door vochtbederf onbruikbaar +zou maken. Het vleesch in bundels van 4 blikken bij elkaar gepakt; +de verstrekte bundels van 6 toch zijn in de prauwen onhandig en te +groot. Katjang idjoe, hoewel ik die wilde laten slippen, moest op +order van Kapitein Oppermann (en een zeer begrijpelijke order) mede; +ik liet er echter evenveel blikken rijst voor thuis, fourageerde +daarna elke week een deel van de katjang tegelijk met de rijst op. + +_Geneesmiddelen_. Veel "buikdrank", [36] kinine en asperine; voldoende +verband en perubalsem; veel zalf. Alles ging in twee blikken, na +Canobivak in één. Voor ziekenkost alleen gecondenseerde melk; een +vivresblik vol bevatte ongeveer 20 blikjes van 1/2 liter. + +_Diversen_. Per prauw 6 man; 7 is te veel, 5 te weinig gebleken. De +eindpatrouille van af Canobivak plus de bezetting van dat bivak, +tezamen 33 man, en vivres voor 4 maanden, bezwaarde mij met circa 4000 +rantsoenen; dit aantal, gedeeld door het rendement eener prauw na de +reis van Bataviabivak tot Prauwenbivak, gaf mij het benoodigde aantal +prauwen en roeiers. De geheele patrouille van af Bataviabivak eischte ± +7000 rantsoenen. Ik rekende ook met de mogelijkheid dat ik de groote +motorboot zou kunnen krijgen, maakte dus verschillende schema's. + +Eén onderofficier; na vertrek van Canobivak geen. + +Eén verpleger, eveneens slechts tot Canobivak. + +Daar ik na Canobivak de verkenning in 4 prauwen wilde doen met 24 man, +waaronder mijzelf, rekende ik op 8 Dajaks, per prauw 2, één voor, +één achter. Verder op 1 verkenner en de rest, dus 9, dwangarbeiders. + +Voor den opvoer langs de Idenburgrivier (behalve op 1 onderofficier, +1 verpleger en deze 22 menschen) uitsluitend op Papoea's onder Oscar, +den "onderkoning." + +Een blik ruilartikelen, hoofdzakelijk ijzer, dus parangs en bijlen. + +Veel werk, pek en spijkers, want boven Canobivak moesten eerst prauwen +gemaakt worden; overigens is er steeds prauwenreparatie onderweg. + +Zooveel mogelijk tijdmeters: 3 van het groote (Marine-)model, +5 chronomètres-torpilleur. + +Vischlijnen en haken in ruime hoeveelheid. + +Lichte ijzeren haken, door de Dajaks gesmeed en door hen "kait" +genoemd; dienden om, aan een gallah gebindseld, de prauwen aan het +oevergeboomte bij bandjir voort te trekken; hadden aan den onderkant +een klein voetje om het afglijden van den stok te beletten; gaven +verbazend veel gemak. Lectuur, waartoe zich prachtig leenden een +twintigtal exemplaren van de "Petite Illustration"; immers, wanneer +men zonder aanspraak is, zijn observaties en vivresrekening heeft +uitgecijferd en zijn patrouillekaart heeft bijgewerkt, dan komt de +verveling en dat mag niet. + +Voor mijzelf nam ik geen andere dan troepvoeding; alleen een viertal +1 pondsblikken boter voor de jachtopbrengst en een tiental blikjes +gecondenseerde melk. Overigens rekende ik op de ziekenkost, hopende +dat ik geen zieken zou krijgen. + +Fuseliers, dwangarbeiders en Dajaks waren allen zooveel mogelijk +door mij uitgezocht uit de oude, beproefde garde; de dwangarbeiders +uitsluitend riviermenschen uit Djambi en Palembang, flink en +handig. Velen, die de vorige patrouille hadden meegemaakt, vonden het +niets leuk, dat ze zoo gezond waren, doch daar was niets aan te doen. + +Behoef ik nog te zeggen: geen stoomsloep? + + + +Alzoo 20 October afmarsch. In drie prauwen slechts. Een dag of 3 +te voren was een groot periodiek prauwentransport reeds naar boven +gegaan; daar waren alle door mij gereserveerde prauwen bij, gemerkt, +de beste die ik in Pionierbivak krijgen kon. In 3 1/2 dag was ik in +Bataviabivak; het was een aangename tocht door het van ouds bekende +Van Reesgebergte; doch met Dajaks en met fuseliers en dwangarbeiders +die na een jaar aan het spel met den Mamberamo gewend waren, kon het +ook niet anders dan voor den wind gaan. + +Bij aankomst in Bataviabivak aan den sergeant-majoor-bivakcommandant +mijn verlangenslijstje opgegeven. Alles werd den volgenden morgen +apart gezet, soort bij soort; de prauwen apart gelegd; daarna de +menschen aan het werk gezet om de vleeschblikbundels van zes op vier +terug te brengen, een werk waar heel wat rottantouw voor noodig was. + +Van den kapitein Schultz, dien ik hier ontmoette, kreeg ik toestemming +om de groote motorboot te gebruiken. Dit was dus de groote meevaller, +waar ik op gehoopt had. Doorman exploreerde bezuiden Kalongeiland, was +met een klein prauwentransport gemakkelijk op vivres-sterkte te houden. + +Nadat ook alle Papoea's voor het transport definitief waren aangewezen, +werden de motorboot en 13 prauwen volgeladen, tezamen circa 5000 kg., +de motorboot nam benzine in voor 21 dagen en veel vet. De sterkte +van den troep was ruim 80 man, van wie ruim 50 Papoea's. + +Toen werd den 26en October de tocht begonnen. + +Bij lagen waterstand en met mooi weer legden wij in 16 dagen den +afstand tot Prauwenbivak af, een record, dat wij evenwel niet zonder +zorgen haalden. Die zorgen kwamen natuurlijk van de motorboot en +wel meer speciaal van de pomp. Ik hield haar steeds in de gaten, +overwegende dat, waar zij ons in den steek liet, ik mijn vivres +moest deponeeren om die later te doen ophalen. Elke dag, dat dit +dichter bij Prauwenbivak geschiedde, was mij een dag winst. Ikzelf +bleef dan ook steeds in de motorboot, waar ik wel een vrij ruim, +doch ook een vrij lastig verblijf had. De boot stikte nl. van de +muskieten, die er ook kalm bleven zitten en beurt om beurt op een +gelegenheid wachtten om zich even vol bloed te zuigen. De matrozen +en de motoristen, die bovendien op bloote voeten werkten, waren nog +het minst hierover gesticht en zij vervloekten den Mamberamo, waar +ze tegen hun zin werden vastgehouden. + +Prompt elken morgen half zeven was het bivak opgebroken en zat het volk +in de prauwen, wachtende op het sein voor vertrek. Ik liep dan nog even +het verlaten kamp rond om te zien of niemand iets had laten liggen en +daarna stak alles van wal. Gewoonlijk lag de motorboot dan een minuut +of wat te brommen voor er water was, daarna haalde ik mijn transport +stuk voor stuk in en liet meestal half elf stoppen en den geheelen +waterloop nazien en schoonmaken. Tegen een uur of half twaalf kwam +dan de eerste prauw aanzetten, tegen twaalf uur de laatste. Daarna +werd er een half uur rust gehouden om te eten. In den middag werd +hetzelfde herhaald; de motorboot hield ten 3 ure stil voor een tot +bivak geschikte plek, tusschen vieren en half vijf verschenen de +prauwen. Na aankomst in den middag werd opnieuw de geheele pompbeweging +nagezien en gereinigd, klaar voor den volgenden dag. + +Tusschen Dajaks en Papoea's was de eerste dagen een wedijver, wie het +meeste met de dajongs zouden presteeren; op glad water toch, zooals +hier op de vlakterivier, waren de Papoea's in hun element en bij het +vertrek en lang daarna waren zij gewoonlijk ver vooruit. Doch de Dajaks +roeiden kalm en zeker door en geleidelijk haalden zij de Papoea's in; +de eerste prauwen, die des middags tegen vieren verschenen, waren +steeds de twee, met Dajaks bemand. + +Dit kwam mij ook best van pas zoo. Mijn beste houtkappers had ik nu +het vlugste bij de hand; het eerste wat ik in orde liet maken was +steeds mijn eigen bed en tent en de Dajaks stelden er ook een eer in, +dat dit zoo vlug en zoo goed mogelijk in orde kwam; mijn jongen, Noer, +een dwangarbeider van Palembang, had hierbij het oppertoezicht. Daarna +maakten de Dajaks hun eigen barakje, dat ze steeds van de anderen apart +hielden; vervolgens zette ik ze aan het kappen voor het nachtonderdak +voor de rest van den troep, doch dat stond ze minder aan. + +Achteraan kwam gewoonlijk een stelletje Papoea's de kleinste en +minst sterke van den troep, die ik dan weer door verspreiding over +verschillende andere prauwen in een wat gunstiger conditie bracht; +dikwijls ook was er ruzie in een Papoeaprauw en waren dan allen +"boos", en wilden een tijdje niet roeien, tot de andere prauwen uit +het zicht raakten en dan werd er weer verder getrokken. Hoe dikwijls +kwam Oscar bij me, sloeg de hand tegen het voorhoofd bij wijze van +groet en vroeg me, een van hun kleine geschillen te berechten. + +Meestal vreeselijke beuzelingen, een scheldwoord vaak, doch door met +een ernstig gezicht uitspraak te doen, hield ik er het vertrouwen +in en legde de verongelijkte zich bij het geval neer; gewoonlijk had +een grapje het gewenschte resultaat. + +Welk kinderlijk volkje, die Papoea's! Pleizier om de minste +kleinigheid, gelukkig met een heel klein pluimpje. Dikwijls kwamen +zij ook op ziekenrapport. Als ik hun dan vroeg wat er eigenlijk aan +scheelde, kreeg ik een lang verhaal over weeën hier en weeën daar, +doch dat alles ging graag over als ze maar een kleinen "obat" kregen, +onverschillig welken. Als het periodiek kinineslikken was, de Papoea's +mankeerden nooit; zij vonden het allen even lekker. Dol waren zij op +wonderolie, doch ik was er zuinig op. Hoesten leerden ze vlug aan +en ach, ze konden zoo met een ongelukkig gezicht, al kuchend, van +hun kwalen vertellen. Doch de grofste wonden aan voeten of beenen +lieten hen koel; niet waar, dat zat maar van buiten, dat gaf geen +lekkeren obat. + +Ik was zeer tevreden over hen en ze waren over 't algemeen bijzonder +gewillig; alleen ruw met de prauwen en menigmaal moest er een hard +woord vallen als ze hun vaartuig weer tegen een ander lieten oploopen, +dat kop of boorden scheuren kregen. + +Eens in de vier dagen was het fourageeren. De prauwen werden zooveel +mogelijk gelijkelijk verlicht; op zulk een dag vlaste elk stel van +zes roeiers er op, dat hun prauw met een of meer blikken ontlast zou +worden. Dan werden de blikken opengeslagen, de heele bende zat er +omheen en ik was het beste voldaan als er geen vivres bedorven werden +bevonden. Overigens werd daar nog zooveel mogelijk uit gehaald; een +blik rijst, b.v.b. dat van onderen wat nat was en duf rook, werd op een +zeil uitgestort, in de zon gedroogd en met de andere opgefourageerd; +natuurlijk, er waren grenzen, doch tweede kwaliteit is ook goed. + +Streng moest ook gelet worden op het loopen over de blikken, die in +de prauwen lagen; vooral de Dajaks hadden daar een handje van en hoe +gemakkelijk konden scheurtjes ontstaan! + +De fuseliers, ik had er tot Prauwenbivak 8, hadden den +schildwachtdienst, 1 1/2 uur lang van 6 uur af tot 5 uur 's morgens. Ik +verzuimde nooit het bivak geheel schoon te laten kappen en er een +omrastering van struikgewas en doornen om heen te laten maken. + +Met circa 80 parangs was het een moeite van geringen duur, die het +gevoel van veiligheid vermeerderde. Alle fuseliers sliepen met het +geladen geweer naast zich; ikzelf had ook steeds den revolver onder +mijn hoofdkussen. Na den dood van Stroeve was ik dubbel voorzichtig +en wantrouwend geworden. + +De dwangarbeiders deden den dienst van prauwenwacht; met hun negenen, +telkens 2 tegelijk, gaf dat elken nacht twee uren wacht, van 8 uur +'s avonds tot 5 uur 's morgens. Dit was wel een onrechtvaardige +bezwaring tegenover de andere "rassen", doch ik wist er niets beters +op. De Dajaks toch en evenzoo de Papoea's vatten zoo'n dienst als +een grapje op en straf zou hier niet veel geholpen hebben, had hen +in elk geval niet betrouwbaar gemaakt. + +Zoo vond de opmarsch geregeld plaats; jacht en vischvangst leverden +een en ander op, de laatste zelfs veel, doch ik kon er weinig +van profiteeren: een paar dagen eerst van Bataviabivak vertrokken, +kreeg ik weer een ingewandsziekte die een dag of tien duurde, die mij +eenigszins bezorgd maakte voor het "in-elkaar-vallen" van den leider, +doch die ik ten slotte met een melkdiëet er onder kreeg. + +Wij hadden twee ontmoetingen met Papoea's: den 27en met de Tori +Aikwakai, die ons ijzer afbedelden; ik gaf echter niets, kon mijn +parangs beter voor boven gebruiken; ik zag weder een kampong op een +plaats, waar vier maanden geleden niets te zien was, doch vond er +overigens geen bijzonders. Bivak werd gemaakt op den tegenoverliggenden +oever. Dien nacht was er zeker feest in de kampong; tot in den +vroegen morgen hoorden wij muziek als van het slaan op groote +trommels, begeleid door menschengeroep en hondengejank; ik drukte +den schildwachten waakzaamheid op het hart, kreeg echter eerst in den +ochtend bezoek van een 15-tal mannen in zes prauwen, die met groote +vrijmoedigheid ons bivak binnenstapten en zeer vrijpostig waren. Ik +liet hen wegjagen, ik moest niets van hen hebben. + +De tweede ontmoeting was den 2en November, halverwege +Prauwenbivak. Hier was een kleine stam van een twintigtal menschen, +blijkbaar doortrekkende langs den oever der rivier. Daar ik met de +motorboot stopte om de plaats voor bivak te bekijken, kregen wij +contact met de voorloopers van deze kleine bende. Wij wisselden +vriendschappelijke handdrukken en gaven hun sigaretten. Een oude +man was in een soort vervoering bij de motorboot komen zitten, die +nog rustig lag te snorren; hij knikte voortdurend met het hoofd en +murmelde zonder ophouden; heeft ons waarschijnlijk voor goden of +geesten aangezien. Weldra kwam het gros van den stam: kinderen en +zwaar beladen vrouwen; zij trokken schielijk voorbij, daarna gingen +ook de mannen verder. + +Den dag, hierop volgende, kreeg ik het eerste belangrijke motordefect +en wel op de volgende wijze. Door de lange droogte was het rivierniveau +geweldig gezakt. Groote stammen kwamen bloot, niet alleen op de +binnenbochten, de glagahbanken: maar ook in de buitenbochten en +in de gestrekte riviergedeelten aan beide zijden. Het was steeds +met groote voorzichtigheid uitwijken; gelukkig was de schroef der +motorboot beschermd door een koperen raam, dat aan den onderkant, +om schroef en schroefas gebogen, aan de huid was bevestigd. Op 3 +November, om een uur of elf liep de motorboot volle kracht op een +boom onder water. Wij kwamen onmiddellijk vlot, doch er was geen stuur +meer; onderzoek wees uit dat de stang, die het roer droeg, totaal was +kromgebogen; het roer stak boven water uit. Ik liet mij aandrijven, +wij maakten vast, maakten de roerbeweging los. Inmiddels kwamen de +prauwen aan; ik liet meteen bivak maken, begrijpend dat de reparatie +wel zijn tijd nemen zou. Pogingen om den stang gloeiend te maken en +recht te hameren mislukten; de stang knapte in tweeën, er bleek een +oude breuk te zitten; blijkbaar had zich het grapje vroeger ook al +eens voorgedaan. + +De Dajaks gaven redding. Zij maakten een houten roer. Niet ver +behoefden wij te zoeken of wij vonden een stam, die aan zijn voeteinde +platte, wijduitstaande, driehoekige wortelsteunen heeft; als het ware +planken van eene bijzonder taaie samenstelling. Hiermee was het ongeluk +bezworen; een houtblad werd uitgekapt, ik teekende het model en in een +half uur hadden wij een prachtroer met groot oppervlak. Gelukkig was +in den voorraad van de motorboot een eind staaldraad; hiervan werden +twee stropjes gemaakt en het roer er mee opgehangen aan de oude haken; +de stuurstok (z.g.n. helmstok) werd er stevig aan gebindseld en wij +hadden een roer dat mocht gezien worden. + +Het voldeed den volgenden dag bijzonder goed. Maar op 4 November: +boem! weer op een boom. Oogenschijnlijk geen bijzonders, doch, +nauw aangezet, rammelde de schroef als een bezetene. Laten duiken; +het bleek dat het schroefraam voor de helft reeds was weggestooten, +de andere helft zwierde los onder de boot en hierin ratelde de +schroef. Die andere helft werd er dus ook maar afgetrokken. Nu echter +was het bestaan der schroef elk oogenblik bedreigd en ik bepeinsde al, +hoeveel dagen de motorboot nog mee zou sukkelen. + +Doch ziet, het viel mee. Tot 7 November hield de machine het vol. Toen +waren wij op slechts een paar kilometers van de gevaarlijke passage, +die mij nog van mijn ongeval van 23 Juni goed in het geheugen lag. Ik +was van plan, de motorboot bij die passage af te danken, daar ik +er niet mee tusschen die boomstamversnellingen door dorst. Doch de +motorboot dankte zich zelf af. In den morgen van 7 Novemder konden wij +na een half uur tobben geen water meer uit de koelpomp krijgen. Ik +besloot kort en goed hier het tijdelijk vivresdepôt op te slaan. De +prauwen legden aan; een kleine goedang en een hutje voor twee man +werden met zorg in elkaar gezet, daarna de vivres uit de motorboot +gehaald en in de goedang geborgen. + +Ondertusschen werd de machine nagezien, doch niets hielp. Ik liet dus +dajongs en lange roeiriemen maken, gaf den menschen der motorboot +voor 8 dagen eten mee; een karabijn en nog een oud beaumontgeweer +waren de bewapening, een oude fuselier was commandant. + +De bezetting van "Vivresbivak" was twee man. Die konden om de beurt +wacht doen met de order, zich tegen elke aanranding met scherp te +verzetten. + +Hierna gingen wij voort en de motorboot werd middenstrooms geroeid. Op +het moment van het afscheid snorde de motor nog eenmaal en ziet, +de pomp gaf water. Ik denk wel, dat de machinist op de pomp zijn +uiterste best zal hebben gedaan; ik hoorde later, dat de motorboot +in 4 dagen Batavia-bivak had bereikt, wat voor de inzittenden zeker +een opluchting moet zijn geweest. + +In den ochtend van den vierden dag na dezen, op 11 November, passeerden +wij Motorbivak. Daar was het verval reeds leelijk ingetreden; geen +wonder bij een bivak, dat sinds ruim twee maanden verlaten was. Nu +door de eerste kloof. Zij was vrij moeilijk, er was blijkbaar druk +van boven, doch alles marcheerde zonder ongelukken. + +De lange versnelling in het bevaarbare deel tusschen de kloven, +halverwege Prauwenbivak, gaf meer zorg. De rivier heeft daar een +verhang van 1 1/2 M. en steile afbrokkelende grintoevers. Er is een +oversteek met niet minder stroom dan in den Edi-val en met evenveel +kans op ongevallen. De prauwen kwamen na twee uur werken behouden +over en een uur later waren wij in Prauwenbivak. + +Hier werden wij met groote vreugde ontvangen. Men zal zich +herinneren, dat wij op 28 September van daar waren vertrokken, +er een bezetting latende met ruim een maand vivres. De Europeesche +sergeant-bivakcommandant ontving mij met de mededeeling dat hij alles +had ingepakt en klaar was om den volgenden morgen te vertrekken: +de vivres waren op. + +Welk een toeval, dat ons zoo juist op tijd bracht! + +De menschen waren in-blij, ons te zien komen. Zij moeten zich dan +ook wel vergeten hebben gevoeld. De gezondheidstoestand was goed +op één uitzondering na: dat betrof een dwangarbeider die in een +ver stadium van beri-beri was. Wat was dat kereltje uitgeteerd; een +geraamte gelijk! Loopen kon hij niet meer. Een dag of veertien later +was hij in Pioniersbivak onder handen van Dokter Thomsen, ik vond er +hem terug welgedaan en gezond, doch hij had een narrow escape gehad. + +Was tot hiertoe alles prachtig voor den wind gegaan en de rivier nog +rustig, lang kon het niet meer duren. Dat de kentering ophanden was, +bewezen zware onweersluchten, die zich elken avond in het Oosten +samentrokken en af en toe tot uitbarsting kwamen. Maar het was nog +geen ernst geworden, de drift der wolken was nog van Oost naar West. + +Daarom werd in Prauwenbivak geen rust genomen. Den volgenden morgen, +12 November, vertrok de Inlandsche korporaal Kadir met zes der grootste +prauwen en 37 roeiers, van wie acht Dajaks, 8 dwangarbeiders en de 20 +beste Papoea's, een keurbende alzoo; om te probeeren den voorraad van +"Vivresbivak" nog te halen voor het doorkomen van de groote bandjirs, +die de Eerste Kloof onbevaarbaar maakten en dus een oponthoud van +weken zouden geven. + +Vijf dagen was ik in hoop en vreeze; een bandjir kwam op, doch +verflauwde weer. In den middag van den vijfden dag werd de eerste +prauw gesignaleerd, weldra nummer zes. Een uur later stond Kadir +voor mij; geen ongelukken, geen verliezen, de twee man bezetting van +"Vivresbivak" waren meegekomen. De brave jongen had evenveel voldoening +over den vluggen voortgang als ikzelf. + +Intusschen hadden wij in Prauwenbivak niet stil gezeten. Twee keer was +reeds een draagtransport heen en weer tot Canobivak geweest, elken keer +circa 50 man; tevens was dat bivak opnieuw bewoonbaar gemaakt; ik had +er den waterstand niet hoog gevonden, evenwel was het "bekken" gevuld. + +Een derde draagtransport, thans 80 man, liep op 17 en 18 November en +bracht datgene, wat Canobivak nog behoefde. Negentien November zag +den afmarsch van den sergeant-bivakcommandant met een 80 man in 10 +prauwen, hierbij alle Papoea's, dat deze menschen in de wolken waren, +behoeft wel geen betoog; ook het "geraamte" verheugde zich, hij zag +het leven weer gloren! + +Ik vertrok dien dag met mijn heelen eindtroep en alle +patrouille-benoodigdheden naar Canobivak, latende in Prauwenbivak 6 man +bezetting en 6 goede prauwen, hoog op den wal en extra vastgebonden. + +Mijn terugtocht was dus gedekt en voor vivresnood behoefden wij niet +bang te zijn; het wegvarend leeg transport toch droeg een nabestelling +van circa 2000 rantsoenen, eerst na een maand in 9 prauwen te +ontvangen, een opdracht, die met kalmte kon worden uitgevoerd. + +Een groote damarboom, dicht bij Canobivak opgemerkt door mijn Dajaks, +gaf ons een blik vol hars; dit was alweer een welkome aanvulling van +den pekvoorraad. + +Toen ik me dien avond van 19 November in Canobivak onder het kleine +tentje ter ruste legde, had ik een tevreden gevoel; de aanvang was +goed en vlot geweest; de groote voorraad rondom mij en het puike +menschenmateriëel beloofden ook voor de komende dagen succes. Juist +30 dagen geleden was ik van Pionierbivak weggegaan. + + + +Thans was alleen het wachten op de prauwen. Van de drie der vorige +patrouille, die hier hoog en goed bezorgd op den oever lagen, keurde +ik de kleinste af en liet er twee prauwen bijmaken. Hiertoe had ik +mijn 8 Dajaks, die reeds vanaf 16 November in Canobivak aan het werk +waren geweest; thans kwamen mijn 9 Palembangers helpen; deze verstaan +het prauwenwerk goed, doch werken veel langzamer dan de Dajaks. Twee +mooie lange prauwlichamen kwamen den 20en klaar, benevens twee stel +breede planken, wit en soepel, voor de boorden. Den volgenden dag stond +alles in elkaar; pek, werk, damar en spijkers waren ruim voldoende; +op 22 November zouden wij inschepen en stroomop gaan. + +Doch Nieuw-Guinee wilde het anders. + +Reeds heb ik verteld, hoe elken achtermiddag zware stapelwolken zich +in het Oosten verzamelden. Tegen zonsondergang, dik en koperkleurig, +kwam de wolkmassa opzetten, een uur later bedekt ze den hemel, +bliksemflitsen en dondergerommel waren de uitingen van deze voorboden +van de komende kentering, doch het bleef nog droog. Eerst 21 November +kwam de eerste losbarsting.--Wat ik nog niet vertelde, was dat naast +Canobivak een zijstroompje zich in de groote rivier stortte, een +frisch, helder watertje met vlak onder het bivak een breeden waterval, +die de heerlijkste douches gaf. Met het rijzen van het water verdween +de waterval, want ook de benedenloop van den zijtak vulde zich dan +met het bruine water der Idenburgrivier. Doch dezer dagen was de +waterval er weer en even daar beneden, op vlakke steenoevers, lagen +de prauwen vastgemeerd met dikke touwen aan een boom van den oever. + +De avond van 21 November dan, toen wij ons ter ruste begaven, gaf weer +het gewone onweersverschijnsel, maar het verontrustte mij niet. Na +den prauwenwachten goede zorg op het hart te hebben gedrukt, viel ik +in slaap, werd echter een uur later wakker door klaterenden regen. En +die hield niet op, hield uren aan. Omstreeks middernacht drong van +beneden het geschreeuw der prauwenwachters tot mij door; de schildwacht +kwam waarschuwen, doch ik was de klamboe al uit. Ik begreep het al; de +kleine rivier bandjirde en mijn prauwen lagen beneden! Ik schreeuwde: +"orang kaloewar, orang kaloewar!" [37] en in een drom gingen wij naar +beneden, de stormlantaarns in de hand. Het regende en het woei, het +was hondenweer en stikdonker; sommige der lantaarns woeien uit. Wij +glibberden de hooge helling af tot we aan het water kwamen. Hier zag +men bij een bliksemflikkering af en toe een woest schouwspel; het +rustige beekje van den middag was weg, een woeste stroom vloog ons +voorbij en op haar golving dansten mijn vier prauwen en beukten tegen +elkaar. Ieder deed zijn best om te redden wat mogelijk was; doch de +donkerheid en het tumult van den stroom maakten samenwerking en het +geven van orders onmogelijk. Daar danste reeds een prauw weg en toen, +nog wat worstelen, nog wat trekken.... toen trokken de Dajaks me weg: +het werd gevaarlijk hier: de boom, waaraan nog drie der prauwen lagen, +raakte los, dreef weg! Weg alles, het werk van zooveel dagen.... + +Wij klommen naar boven. Een Dajak moest gedragen worden, had het been +tusschen de prauwen bekneld gekregen; een Dajak was weg. Wij gingen +slapen, er was niets meer om voor te zorgen. Wat moest ik doen? Nieuwe +prauwen maken natuurlijk, doch het kostte twee weken en waar haalde +ik pek en spijkers vandaan? Het zou een kruk-expeditie worden, het +resultaat van den tocht die zoo mooi begonnen was. + +In den nanacht hoorden wij geroep aan den overkant en weldra herkenden +de Dajaks hun makker. Die was dus gered gelukkig; nog een uur en hij +was overgezwommen, bij ons. Dat was een vertroosting, daarna sliepen +wij weer door. + +Vroeg in den morgen kwam Noer, de jongen, mij vertellen, dat er +van de prauwen overblijfselen gezien werden in de Idenburgrivier op +steenachtige banken een eindje benedenstrooms. Dat was de moeite; het +gaf weer een straaltje hoop. En ja, het viel mee. Dank zij den boom, +die met zijn takken aan de steenen was blijven zitten, waren drie van +mijn vier prauwen daar gestrand. Doch wat was er van over? De planken +waren gescheurd, twee der onderlichamen gaaf. Alles werd bij elkaar +gehaald, de planken losgemaakt, spijkers recht geslagen, pek zuinig +afgeschraapt en in een blik verzameld. Toen werden uit drie gebroken +prauwen weer twee heele gemaakt, wel met een euvel hier en daar, +doch best bruikbaar. + +Thans werd de oude, afgedankte Papoea-prauw der vorige patrouille +in eere hersteld, opgelapt, scheuren met blik beslagen en met pek en +werk gedicht en ziet, in den avond van 22 November was de expeditie +op nieuw klaar voor vertrek; alleen haar omvang was ingekrompen; ik +besloot te gaan met 18 man in 3 vaartuigen en 40 dagen vivres. Dat +de prauwen dien nacht hoog waren geborgen, laat zich begrijpen; +niet voor niets had Nieuw-Guinee mij weer eens voorzichtigheid geleerd. + +Thans kwam nog een oogenblik strubbeling van den kant der Dajaks. Zij +wilden hun zieken kameraad niet verlaten. Overreden hielp niet, zij +waren nu ver genoeg geweest, bovendien hadden droombeelden hun een +ongunstigen afloop voorspeld. Mijn ultimatum was: niet eten of mee. Zij +kozen het laatste en waren weer opgewekt als te voren. Kinderen, die +Dajaks; zij zeuren, tot men hun een hard woord geeft, denken daarna +aan iets anders. + + + +Zoo werden dan 's morgens op 23 November de prauwen te water gelaten +en volgeladen; het ging net aan, doch, evenals den vorigen keer, wij +zouden er ons wel doorheen eten. Ik gaf 5 dagen vivres "bij den man"; +zoo konden wij het 45 dagen uithouden. + +Zes Dajaks gingen mede; twee bleven achter: de gewonde en een om hem op +te passen. Verder zes dwangarbeiders, vier fuseliers en de verkenner +Makatipu. Noer; mijn jongen, werd mandoer over zijn kameraden; hij +was zoo ijverig en handig en had toch steeds de leiding. + +Canobivak bleef onder bewaking van een korporaal en acht man; zij +haalden telkens hun eten uit Prauwenbivak; dat hield de menschen +levendig, een goede marsch van tijd tot tijd. In den goedang lag juist +zooveel voorraad, dat, als ik na 1 1/2 maand terugkwam, ik mijn prauwen +maar had vol te laden om er opnieuw voor 1 1/2 maand op uit te kunnen +gaan. Dit was dus wel gemakkelijk geregeld. De bezetting had verder +in opdracht, ten spoedigste een goedang met barakje te bouwen op +den heuveltop, ± 40 M. boven het huidige bivak; zooals men weet, kon +immers het rivierniveau tot aan het tegenwoordige Canobivak stijgen, +wij moesten dus daarop voorbereid zijn. + +Den 26en November waren wij in "Splitsingsbivak", d.i. aan de monding +der A-rivier. Hier werd geobserveerd en alle vivres geïnspecteerd. Wij +hadden nog al met bandjir te kampen gehad; de goede tijd was absoluut +voorbij, steeds kwamen nu de wolken opzetten uit het Westen. Doch de +voortgang was goed. Werd de bandjir al te bar, dreef hij ons onder en +tusschen de overhangende oevertakken, dan maakten wij bivak; want dan +werd het afjakkeren om een enkelen kilometer met het grootste gevaar +van omslaan; vroeg braken wij dan op om de schade in te halen. Van het +grootste nut bleken nu de "Kaits"; wat hadden wij daar een plezier van! + +Onderweg waren groote vluchten kalongs of vleermuizen (vliegende +honden) gezien. Als groote zwarte dorre bladeren hingen zij in +de takken van sommige hooge boomen. Kwamen wij voorbij, dan werd +er geschreeuwd en op blikken geslagen, tot de beesten een voor een +opvlogen; in groote kringen zweefden ze piepend over onze prauwen en +kwamen eerst weer tot rust als we lang voorbij waren. Een enkele maal +heb ik ze geschoten, doch ik vond het vleesch niet smakelijk; het was +bloederig en taai, wellicht komt hier suggestie bij. Misschien ook was +het slecht klaar gemaakt, want meermalen heb ik later hooren beweren, +dat kalong-vleesch zich zeer wel laat eten. + +In Splitsingsbivak maakte ik een merk; ik had afgesproken met Kapitein +Oppermann, dat, als ik de A-rivier zou exploreeren, ik eén, voor de +B-rivier twee blikken op een stok zou vastzetten. Hier werden thans +twee blikken gezet op een langen gallah en rottankoord stevig tusschen +de boomen bevestigd. + +Op 28 November kwam ik aan de B-rivier; deze liep hier tusschen +schilderachtige hooge rotswanden, het was een fraaie dag en de rivier +merkwaardig kalm. Wij maakten dus dienzelfden dag een grooten voortgang +en bovendien, het vlaktekarakter kwam weer op. Dit laatste is echter +slechts tijdelijk gebleken; de B-rivier bleef versnellingrivier; +een blik op de kaart van het door haar doorstroomende heuvelland +maakt zulks begrijpelijk. Het water was, vergeleken met dat der +Idenburg-rivier, verbazend helder; ook dit wees er op, dat de B-rivier +geen vlakte kende. + +Sporen van menschen werden spoedig gezien en wel in den vorm van +ladangs; menschen zelf heb ik aan dezen grooten zijtak vier malen +ontmoet. De ladangs leverden ketella in groote hoeveelheid, evenzoo +pisang; verder tabak en kloewé. Wij namen steeds uit een geschikte +ladang, waar veel groeide, ons bescheiden deel, legden tabak en een +enkelen parang er voor in de plaats. Deze verandering van voedsel +was den troep bij zonder welkom en mijzelf niet minder. De wilde +pisang toch, gekookt, is een geweldig stevig voedsel en evenzoo de +ketella. Als ik mijn avondmaal van rijst voor pisangs ruilde, had ik +aan vijf stuks meer dan genoeg. Ik at ze steeds met gecondenseerde +melk, zoo ook de ketella; men zal zich afvragen, hoe zoo iets in 's +hemelsnaam mogelijk is en inderdaad zou ik het thans ook een vreemde +combinatie vinden. Toentertijd echter vond ik het heerlijk. + +Zoo reisden wij steeds langs ladangs, zagen hier en daar een hut. Deze +hadden alle een puntig dak van atap over een gabah-gabahwand van 4 × +4 M. lengte en breedte; de baleh-baleh lag meestal 1 1/2 M. boven +den grond; slechts één keer zag ik een huis op palen van 4 M. + +Sago werd weinig gezien; "op het land leven", zooals tijdens de vorige +patrouille gelukt was, zou hier een onmogelijkheid geweest zijn. + +Niet alle dagen was de rivier ons zoo ter wille als dien eersten dag; +den volgenden morgen liep reeds een zware bandjir en later werden wij +ook menigmaal onder de oeverboomen gedrukt. In het geheel voeren we +haar 12 dagen op en hadden toen 130 K.M. langs de oevers afgelegd. + +Zelfs aan het eindpunt, waar toch telkens een versnelling den kalmen +loop van het water onderbrak, werden nog krokodillen gezien; zij +verdwenen steeds schielijk bij onze nadering. Aan visch was de rivier +weer bijzonder rijk. Aan jagen werd niet veel gedaan! Wij hadden +voedsel in overvloed, dus de prikkel om na een dag van aanpakken nog +weer het woud in te gaan, was niet bijzonder groot; bovendien, ik hield +liever den troep bij elkaar, want wij hadden niet velen te verliezen. + +Een dier, dat ik tot nu toe nog nooit gezien had, werd door twee +Dajaks meegebracht; het was een boschkangoeroe of koeskoes, dien +zij geschoten hadden. Een mooi dier met een donkerbruine huid, +hoog ongeveer een halven meter. Merkwaardig dat mijn fuseliers +en dwangarbeiders, allen Mohammedanen, het vleesch niet wilden +eten. Noer, de jongen, verklaarde mij, dat zij in dat opzicht een +koeskoes gelijkwaardig met een varken vonden; nu, mij smaakte de bout +des te beter. Wel eigenaardig, dat deze dwangarbeiders (die heusch +niet allen voor een liefdesmoord in den boei zijn geraakt, doch ook +wel heel andere dingen op hun kerfstok hebben) zoo streng aan het +verbod van den Koran vasthielden. Zelfs op de vorige patrouille met +Kapitein Oppermann, in den tijd toen de sago ons er boven op hield, +aten de dwangarbeiders geen varkensvleesch; de fuseliers wèl. Thans, +terwijl er overvloed was, namen geen van allen het. + +Toen wij de rivier 8 dagen waren opgeroeid en een dag te voren +in Zuidelijke richting en niet ver af bergland hadden gezien, +besloot ik het hoofd eens boven de boomen uit te steken; wij maakten +observatiepunt I, hoog 325 M. Een loonend, een schitterend uitzicht! In +nevenstaande schets zijn schematisch de drie gebergten geteekend, +die ik van hieruit zag; (1) was de Zuidrand van het bergland, dat +van af de Poeveh en Pauwasi was gekaarteerd, gaf dus aansluiting +aan de vorige patrouille! (2) was de (vermoedelijke) waterscheiding +tusschen A- en B-rivier, hoog tot 2500 M. en in het Zuiden overgaande +in het Centrale Gebergte; (3) was het bergland aan de Oostzijde van de +Kaiserin Augusta-rivier, wat mijn kaart aanstonds uitstrekte tot over +de Duitsche grens; tusschen (2) en (3) bergland in Zuid-Oostelijke +richting, behoorend tot het Centrale Gebergte, doch niet veel boven +4000 M. en met lagere complexen er tusschen. + +Dat ik mijn kaart niet alleen uit dit ééne observatiepunt +kreeg, behoeft wel nauwelijks gezegd te worden; bovenstaande +terreinbeschrijving in groote lijnen is het resultaat van de +gezamelijke metingen; behalve Observatiepunt I waren er nog drie +andere. + +Ik zag wel, dat ik de rivier nog niet voldoende ver was opgevaren om +het bergland in den uitersten zuidoosthoek te kunnen "grijpen". Daarom +gingen wij nog vier dagen verder stroomop, een tegenvaller voor velen, +die gedacht hadden, dat het eindpunt reeds was bereikt. + +Observatiepunt II lag 35 KM. verder; op dat traject zagen wij +tweemaal menschen. Den eersten keer twee mannen bij een kleine +prauw voor een ladang met een groot huis. Zij waren zeer verbaasd, +doch niet vreesachtig, toonden belangstelling in al wat hun vreemd +was. Ik verkreeg eenige woorden van hun taal, pijlen, enz. Er valt +niets bijzonders over hen te zeggen na de uitvoerige beschrijving +der stammen in mijn vorige hoofdstuk, waar zij (Pauwasi) geheel mee +overeenkwamen. Een stuk uit Europa was hier nochtans verdwaald geraakt; +het was de bovenhelft van een parang, zoo oud en in 't gebruik zoo +afgesleten, dat die hier wellicht al vijftig jaar was geweest; wij +gaven de beide menschen thans elk een nieuw exemplaar. + +Dat men overigens niet al te hard op ons gesteld was, bemerkten wij een +dag later. Wij voeren rustig in kalm water, toen het "pana, pana!" [38] +in eens achter mij klonk. Ik liet mijn prauw vlug oversteken naar +den veiligen oever en nam onmiddellijk den vijandelijken wal onder +vuur. Doch geen vijand was meer te zien, een tiental schoten hadden +indruk genoeg gemaakt. De bepijlde prauw intusschen was niet ver +gevlucht. Dat had zijn oorzaak: de beide Dajaks, voor- en achterman in +die prauw, waren onmiddellijk in de rivier gedoken en hielden zich met +een hand vast aan de prauw, achter het boord, den neus boven water. Dat +was nu wel erg slim, doch zoo was er van zich-bergen voor de anderen +geen sprake; hier kreeg ik dus een minder gunstigen kijk op den moed +der Dajaks, zooals ik reeds vroeger heb aangeduid; om het eigen lijf +te bergen, stelden zij hun tochtgenooten zonder bezwaren bloot. + +Dat er intusschen met reden geschreeuwd was, bewezen twee pijlen, +die in het prauwboord zaten, gebroken bij de trilling van het treffen; +of ze ook met kracht aangekomen waren! Ik was blij, dat we er zonder +gewonden waren afgekomen. + +Dienzelfden dag kwamen wij voorbij een kampong met twee groote +huizen. Model als vroeger. Twee menschen bleven een korten tijd bij +ons, weldra vluchtten zij het bosch in. Ik wil alleen vermelden, +dat wij in de woningen talrijke (gesnelde) koppen vonden, met roode +strepen versierd; als "verf" dient hiertoe een roode krijtsoort, die +ook in de rivier werd gevonden. Eenige exemplaren werden meegenomen. + +Daar het reeds laat was, maakten wij bivak dichtbij op den +tegenovergestelden oever; weldra verschenen menschen aan den +overkant. Een tiental mannen wenkten mij uitnoodigend over te komen +in een van onze prauwen; toen ik met meer menschen wilde gaan, liepen +zij weg; nu, ik ging niet alleen; ik weet wel, dat er dan spoedig +ook roode strepen over mijn hoofd hadden geloopen. Echter probeerde +ik het met drie man, doch zette fuseliers achter de struiken, klaar +om te schieten als het noodig was; maar de menschen liepen weg. + +In deze kampong was niemand meer, toen wij later stroomaf voeren. + +Den volgenden morgen roeiden wij reeds een uur boven ons bivak, toen +mannen ons inhaalden langs den oever. Zij riepen en wij zwaaiden +vriendelijk. Er gebeurde het volgende: aan een klein open plekje +legden zij eenige voorwerpen neer, werkten daarna met armen en handen +in de meening van: "ga in 's hemelsnaam van ons weg!" en verdwenen. Ik +naderde zeer behoedzaam, bekeek daarna de vredesgeschenken. Het waren +twee draagzakjes van geknoopten boombast, met veeren van papagaaien +en paradijsvogels versierd; er waren eenige kleine ingrediënten in, +o.a. een stukje van het roode krijt. + +Hoe merkwaardig, deze menschen, die aan de bepijling wel niet vreemd +zullen zijn geweest en die het thans het veiligst vonden om vrede +aan te bieden! Ik zou er echter niet gaarne op vertrouwd hebben. + + + +Op dezen vredesdag bereikten wij tevens ons eindpunt aan den voet van +een heuvel, 550 M. hoog, op het oog fraai voor uitzicht; hier kwam +Observatiepunt II. Ik was thans 675 KM. van Pionierbivak, ruim 900 +KM. van de zee. De verste opvaart van den Digoel was 700 KM., van de +Kaiserin-Augusta-rivier 1000 KM. en van de Fly-rivier 1100 KM. [39] + +Van Observatiepunt II kreeg ik gelijksoortig uitzicht als in I; in +oostelijke richting, over een 15 KM. heuvelland heen, deed zich de +uitgestrekte vlakte der Kaiserin-Augusta-rivier aan het oog voor; +eenige glinsterende strepen beduidden groote moerasplekken of meren +als de vroeger besproken Rombébai. Daarachter, scherp van lijn, +het onbekende bergland op Duitsch gebied, 2000 M. hoog, dat aan +zijn buitenrand zoo zuiver omtrokken wordt door den grooten bocht +der Kaiserin-Augusta-rivier. + +Welk een voldoening geeft het, na langen marsch en inspanning een +onbekend bergland te ontdekken en in kaart te brengen! Hoe duidelijk +kwam thans de vlakte uit der groote rivier met haar randgebergten +in het oosten en in het westen; zoo ontsprong dus onze zijtak van de +Idenburg-rivier dicht nabij den Duitschen "Mamberamo". + +Wat mij echter verdriette, was, dat ik het Sneeuwgebergte niet te +pakken kon krijgen. Vijf dagen lang heb ik er op gewacht, of de +Juliana-top of omliggende zich niet wilde bevrijden van zijn sluier +van wolken of waterdamp, doch het mocht niet zijn; ik kwam niet verder +dan den keten 3700-3800 op 20 KM. van die sneeuwtoppen. Maar het gaf +dan toch aansluiting en toen de vijfde morgen weer niets opleverde, +besloot ik tot terugkeer. + +Mijn prauwen en vivres waren in een klein bivak aan den voet van den +heuvel, de bewaking bestond uit twee fuseliers. Den derden dag had een +klein vivrestransport van zes man geloopen met twee karabijnen. Dat +was wel de gevaarlijke zijde van deze Exploratie in klein formaat, +het werken met kleine verbanden, die dan, zooals in dit geval, nog +in drieën werden gesplitst. Doch wat wil men? Het rendement was in +elk geval prachtig. + +Ook het systeem "geen onderofficier, geen verpleger" beviel mij +best. De verveling van het lange zitten in de prauw werd er door +verminderd: bivakbouw, fourageeren, vivresrekening, zij vulden weer +den langen vrijen tijd en zóó deed ook het verbinden. Het laatste, het +"dokteren" i.a., had trouwens het groote voordeel, dat men het vermogen +van elken man, zoowel als van den heelen troep, tot op een haar kende. + +Aan kinine-prophylaxe werd streng de hand gehouden, katjang idjoe +regelmatig opgefourageerd. Op deze heele patrouille had ik niet eenen +zieke, niet eenmaal ging de flesch met "buikdrank" open. Maar de +menschen waren met zorg uitgerust, hadden allen wollen ondergoed +en nieuwe kleeren, een deken en goed tentmaterieel; bovendien +ruime voeding en volmaakte rust in de observatiepunten, zoodra de +boomstelling stond. + +Zoo geeft het dan een groote voldoening, die patrouilles in de puntjes +te regelen en wordt de moeite elken noodigen kilogram berekend te +hebben, volkomen beloond. + +Van diefstal, zooals vroeger wel was voorgekomen, was geen sprake; +eenmaal hadden twee dwangarbeiders een blik rijst opengemaakt en, +na zich ruim te hebben ingespannen, het blik in de rivier geworpen; +zoo iets scheelde mij 30 rantsoen rijst, dus 1 1/2 dag eten! Op +toevallige wijze ontdekte ik de daders, eerst drie dagen later; +een zware straf heeft toen herhaling van dit ernstige feit ten +eenenmale voorkomen. Maar er moet ook een strenge tucht heerschen in +een troepje, waarmee men zich in het hartje van Nieuw-Guinee bevindt, +op 600 KM. van het hoofdbivak! + +Mijn verkenner Makatipu, menadonees van geboorte, was een aardige +jongen, die vrij goed hollandsch sprak; vol ijver en een vaardig +teekenaar. Hoe zaten wij heele dagen op de baleh-baleh boven in +den boom en maten of wachtten. Hoe werden we geërgerd door het +zachte westenwindje, dat het meten onmogelijk maakte; door de +paardenvliegen, die ons staken als wij er niet op verdacht waren, +door de "geduldvliegjes" die behagelijk over onze huiden heen en weer +wandelden. Hoe konden we vreugde scheppen in elke nieuwe bijzonderheid, +die ons opviel van onze hooge stellage! Ja mijn verrukking over het +vrije uitzicht was nog steeds even groot; die vlakte, die bergketenen, +door geen mensch nog gezien. Wat voelt men zich daar onafhankelijk, +vrij! + +Mijn observatiepunt III had ik van af dit voorgaande reeds gekozen; het +was het hoogste punt van een langen heuvelrug in Noordelijke richting, +dien ik langs een zijrivier dacht te bereiken. Het gelukte mij in +een dag of drie en na een landmarsch van éénen dag met zes dagen +vivres. Allereerst werd twee dagen de zijrivier opgevaren en bivak +gemaakt. Die rivier bandjirde zoodanig, dat het bivak zoowat klaar +was, toen het onder water raakte; hierna zochten wij het een tien +meter hoogerop en maakten een tweede bivak. Hier bleven de prauwen +achter, vivres, drie fuseliers en éen Dajak. Dezen man had een klein +malheur getroffen. Bij het kappen had een van zijn stamgenooten hem +even met het puntje van zijn mandau in de kuit geraakt en toevallig +een ader opengesneden. De man bloedde als een rund, doch ik had een +gummislang en stelpte vlug het bloeden, tot groote bewondering van +de bezorgde kameraden. Die hadden zoo iets nog nooit gezien! Toen +een stevig verband en daar lag mijn kostbare riviermensch; doch wij +behoefden niet meer stroomop, het kon wel lijden. + +Met dertien man marcheerde ik eenen dag door een vrij zwaar terrein, +doch gelukkig nog geen Van Rees-Gebergte. De weg tegen den kam op +was zeer steil en smal, op 't laatst klommen wij als katten. Doch wij +waren 's avonds in bivak op een mooi plekje van den top (480 M. hoog), +met frisch water in de buurt. Dichtbij moesten menschen zijn, want op +geen 200 M. van ons af was een huis met puntdak, gaaf en dus bewoond +of pas verlaten. + +Trouwens, waar wonen geen menschen in dit deel van +Nieuw-Guinee? Behalve de talrijke sporen langs de rivier en onze +vluchtige ontmoetingen, zagen wij over het heele land verspreid in +vlakte en over de heuvels de meest onmiskenbare teekenen van het +verblijf van Papoea's: opstijgende kolommetjes dunnen blauwen rook, +die vooral in den avond menigvuldig werden. + +In Observatiepunt III werden de metingen gecompleteerd, de kaart +uitgebreid. Er moest veel gekapt worden. Een keer viel een boom +vlak langs mijn observatiestelling; doch de Dajaks waren zeker van +de richting geweest, waarin die boom zou vallen. Toch was de suizing +vrij sterk; een van de zware takken van den vallenden boom greep langs +den stam, waarin wij zaten en zwiepte ons eenige malen heen en weer; +wel interessant, maar toch wat angstig! + +Wij bleven hier drie dagen. + +Op den terugmarsch, dicht bij het bivak der prauwen, bij het afdalen +van een steilen rug, hoorde ik eensklaps dat we "aanraking" hadden. En +niet vriendschappelijk! Mijn troepje haastte zich verder, ik snelde +met de fuseliers naar boven, de wapens in de hand. Hier stonden +wij voor een tiental gewapende en gevechtsklare Papoea's. Toen ze +ons ongewapend (!) zagen, zakten de pijlen; men kwam nader, tabak +baarde vriendschap. Het waren brave kerels; zij begeleidden ons +den verderen terugweg en onderzochten met groote nieuwsgierigheid +al onze "bullen", tot zelfs mijn kleeding, waarvan ze de strekking +niet schenen te vatten. Toen ik mijn blouse een oogenblik uittrok, +vervulde die "losse huid" hen met de grootste verbazing; ook mijn +hoed viel zeer in hun smaak, een enkele probeerde hem. Ik verzamelde +hier weer verschillende woorden, o.a. den naam der zijrivier: Abo; +wel bijkans onnoodig te zeggen, dat deze woorden niet leken op die +uit eenige vroeger gehoorde taal; het merkwaardige is, dat namen voor +gelijke voorwerpen, b.v.b. pijl of boog, bij de verschillende stammen +ook zelfs geen vage klankverwantschap met elkaar hebben. Typisch ook +dat Papoea's altijd op het oorlogspad zijn. Nooit zag ik er zonder pijl +en boog. Hoeveel levensonzekerheid is daar in hun zwerversbestaan; +doch wellicht zijn de onderlinge verhoudingen milder dan wij ons +voorstellen. + +Het opschrijven der woorden maakte onze vrienden angstig; daarna +dorsten zij ook niet in het bivak te komen, doch bleven loeren aan +den buitenkant. Toen wij een half uur later vertrokken, begeleidden +zij ons echter juichend een eindje langs de rivier, spoedig waren +wij uit zicht. + +Een welwillende bandjir bracht ons dicht bij Observatiepunt IV. Daar +liepen wij den volgenden morgen tegen op; het was een heuvel van 420 +M., waar geen bijzonders meer van te vertellen valt. + +En nu was het afgeloopen. Op 29 December 's morgens vroeg, verliet +ik dit laatste observatiepunt. Ik ontmoette nog één keer menschen, +verzamelde woorden, doopte hier de B-rivier definitief Sobgèrtoerin +[40], vond de hierboven vermelde taalconclusie weer bevestigd, +merkte overigens geen bijzonders op. Vermeldenswaardig is alleen, +hoe een moedertje een heel klein pasgeboren kindje in een netje op +den rug droeg; een huisvarkentje marcheerde er genoegelijk naast. + +Dus thans waren we klaar. Ik rekende: 1 Januari in Canobivak, de +patrouille gemaakt in 39 dagen. Ik had dus de vivres wel noodig gehad, +maar toch nog vrij veel overgehouden, daar ik meermalen half of geen +rantsoen had gegeven als wij overvloed van ketella of pisang en visch +hadden gehad. + + + +De terugtocht ging vlug en ongestoord. Verrukkelijk op den snellen +stroom zonder veel moeite voort te varen. Ik was wel tevreden; de +helft van mijn opdracht was vlug en met prachtresultaat uitgevoerd. + +Tegen elf uur deden wij een merkwaardige ontdekking. Op een eilandje +in de rivier een Dajak-bivak! Mijn Dajaks hadden het onmiddellijk in +de gaten; behalve het hutje was hier een merkteeken gemaakt, eenige +armdikke stammetjes van den bast ontdaan en ingekapt met den scherpen +mandau. Het leed geen twijfel of men was mij achterop geweest en toen +wij de andere bivakjes van het troepje stuk voor stuk voorbij voeren, +was het mij geheel duidelijk, dat ik teruggeroepen en de exploratie +beëindigd was. + +Den volgenden dag in Splitsingsbivak gekomen, betrok ik het oude +Bivak nog voor een of twee dagen. Aan den overkant was een heuvel, +die mij, naar ik hoopte, uitzicht zou geven over het stroomgebied der +A-rivier. Een dag hard werken gaf echter een matig succes; een breede +rug, waarachter de A-rivier na een paar bochten schuil ging, onttrok +het achterland aan ons oog; slechts kon ik nog met eenige peilingen +het scheidingsgebergte tusschen A- en B-rivier aanvullen. En van de +A-rivier vaststellen, dat ze aanvankelijk uit het Zuid-Westen kwam. + +Met gemengde gevoelens zat ik daar boven in den boom. Met een baloorig +gevoel wegens het "onontdekt" blijven van den tegenover mij liggenden +grooten zijtak der Idenburg-rivier; ja, dezen tak vergelijkende met +de B-rivier of met de afwatering van Botbotna of Mokkofiang, moest ik +eerlijk bekennen, dat mijns inziens de grootste waterader van deze +drie de A-rivier was; een meening, die ik ook reeds bij vroegere +opvaarten heb gehad. De A-rivier dus de eigenlijke Idenburg-rivier, +die dan toch komt van het Sneeuwgebergte, van den Julianatop; en deze +was niet geëxploreerd! Het was wel jammer. + +En dan ook: zoo vlot was alles verloopen, de vivres lagen in Canobivak +klaar, het was zoo zonde die ongebruikt te moeten laten. + +Laat mij ook ronduit bekennen dat een gevoel van opluchting, van +vrijheid na goed volbrachte taak, zich van mij meester maakte. Over +eenige dagen zou ik in Pionierbivak zijn en vandaar weer de beschaving +langzamerhand bereiken. Het streelde mij, het trok mij aan, ik kan +het niet ontkennen. + +2 Januari van Splitsingsbivak vertrokken, kwamen wij den 3en in +Canobivak aan. De waterstand was zeer hoog, het bivak was niet meer +dan 10 M. boven water. Alles was verlaten. Een klim naar boven bracht +mij voor het bovenbivak, waar ik inderdaad een nette kleine goedang +vond, doch alle vivres waren weg. + +Een groot gevoel van verlatenheid beving den heelen troep. Geen +spoor, geen teeken, een groote vlucht. Men vergete niet dat ik in +2 1/2 maand geen oorlogsnieuws had gehad! Was Prauwenbivak, was +Pionierbivak nog bewoond? + +Ik fourageerde zeven dagen vivres, bovendien kreeg ieder zijn aandeel +van mijn eigendommen, instrumenten en ethnografica. Zwaar beladen +ging men op marsch. Halverwege Prauwenbivak viel het nachtbivak. + +4 Januari in den middag konden wij onze vrees, de eenige in +Nieuw-Guinee te zijn, op zijde zetten: wij zagen rook, er waren +menschen in Prauwenbivak. + +Korporaal Kadir meldde zich bij mij, bivakcommandant; hij was hier +met ± 12 man, er lagen 5 goede prauwen. Ten spoedigste werd alles +voor vertrek gereed gemaakt. + +Ik vond er brieven en daaronder het bevel tot terugkeer met alle +vivres en voorraden. Een schrijven van Dokter Thomsen las ik met +groote belangstelling; hij toch was het, die mij met negen Dajaks +achterop was geweest op last van kapitein Oppermann, die den 16en +November het bevel, om de exploratie te staken, ontvangen had. Doch +zijn brief was geen opwekkend reisverhaal; het was een aaneenschakeling +van moeilijkheden en misère. Met twee prauwen vertrokken, een groote +en een kleine, hadden zij zich moeizaam tegen de bandjirs opgewerkt, +mijn merk in Splitsingsbivak gevonden. Op een avond aan de B-rivier +hadden de Dajaks vrij van wacht gevraagd, zij waren moe na een heelen +dag tobben; de dokter had hun dat toegestaan, onvoorzichtig. Den +volgenden morgen was de groote prauw weg! Drie dagen had Thomsen nog +langs den oever gemarcheerd, was toen ziek geworden. Hij besloot tot +terugkeer, begreep mij toch niet te zullen krijgen. Een vlot werd +gemaakt en hierop en in de kleine prauw werd teruggevaren; het vlot +was eenige malen over den kop gegaan tegen steenen en rotshoeken; +allen waren echter behouden aangekomen. Thomsen schreef, hoe blij +hij zijn zou, mij behouden terug te zien. Nu, die vreugde zou hem +spoedig te beurt vallen. + + + +Op 5 Januari was de afvaart. De waterstand was hoog, doch er was geen +bandjir. Ik zag geen reden om de Eerste Kloof niet door te gaan, +was echter zoo voorzichtig om de prauwen slechts matig te beladen, +een maatregel die ons waarschijnlijk van verdrinken heeft gered. + +Want de Eerste Kloof was verschrikkelijk! De stroomversnelling was +zoo hevig, dat overal gevaar dreigde. Een poging der Dajaks, om +bij het ontdekken van het gevaar nog den wal te halen, was volkomen +vruchteloos; een geweldige zuiging trok ons mee. Een golf sloeg mijn +prauw halfvol water, wierp ons daarna tegen een steilen rotswand. Ik +dacht niet anders dan dat mijn prauw zou splijten, doch zij hield +uit. We roeiden als bezetenen om vrij te blijven van de steenen +en een jagende stroom sleepte ons mee. De prauw van Makatipu, een +groote als de mijne, verging het evenzoo; dezelfde kolk wierp hem +tegen de steenen; ook zij kwamen vrij. Naar de drie andere prauwen +keek ik niet meer, die waren kleiner, die gaf ik verloren; helpen was +onmogelijk geweest, wij hadden genoeg aan onszelf. De heele kloof +van 2 KM. waren we in een paar minuten door. Toen ademde ik op, +de kloof was uit, we passeerden het oude vervallen Motorbivak. Ik +hield er stil, wachtte op de anderen. Makatipu kwam, een poosje nog, +en toen de anderen, een voor een. Goddank, geen ongelukken. Allen +zagen bleek van schrik, zooiets had men nog niet beleefd. Eerst +toen wij de Marinevallen waren gepasseerd, zei Noer, mijn jongen: +"saja hidoep!" [41] Doch voorloopig was het stil in de prauwen. + +Drie dagen deden we over de terugvaart tot Bataviabivak, op den +8en passeerden we de versnellingen in het Van Reesgebergte. Den 8en +Januari kwam ik in Pionierbivak. + +Die afvaart langs de Idenburg-rivier ging 's nachts door; mijn menschen +berustten gaarne; de oevers zaten thans zoo stikvol muskieten, dat +bivakmaken hier een kwelling was. Tegen donker hielden wij stil, +kookten eten en roeiden weer voort. Ik behoefde heusch niet aan te +sporen, de muskieten zaten er wel achterheen. De eerste nacht was +goed, de tweede regenachtig en ellendig. De muskieten waren toen zelfs +op het water; zij staken in het donker, men kon ze niet zien. Mijn +menschen waren stijf van kou; gelukkig had ik nog cognac, zoo bracht +de flesch allen een kleine verwarming. In den avond van 7 Januari +werd Batavia-bivak bereikt; met welk een vreugde werd de lantaarn, +die ons daar van verre tegenstraalde, begroet! + +Over de Idenburg-rivier viel niets te vertellen; wij waren allen +blij, toen het lange traject achter den rug was. Of er dien nacht in +Batavia-bivak geslapen werd! + +En toen den 8en door het Van Reesgebergte. Het was een mooie dag, +de Dajaks gilden vroolijk; de anderen eerst, nadat de Marinevallen +gepasseerd waren. Toen zongen zij tot de avond viel en de lichten +van Pionierbivak om den hoek verschenen. Nu, ook mij sloeg het hart +van vreugde; het was weer ruim 2 1/2 maand sinds ik het comfort van +het hoofdbivak miste en ik was er gansch niet ongevoelig voor. + +Ik vond een hartelijke ontvangst; wij hadden een opgewekten avond. En +aan het vertellen kwam geen einde. + + + +Slot. + + +De exploratie van Nieuw-Guinee was hiermee dus beëindigd; zij had +veel gekost, veel geld, veel inspanning en vele menschenlevens. + +Moet men nu teleurgesteld uitroepen, als men hoort, dat geen rijke +goudvelden gevonden, geen steenkolenlagen of petroleumbronnen tot +nu toe met succes geëxploiteerd zijn: "Waartoe zóóveel verspild aan +een land zonder toekomst?" Immers neen. Om te beginnen is het een +verblijdend iets, dat Nederland, hetwelk tot 1907 sinds 80 jaren een +kolonie van 12 maal zijn eigen oppervlak bezat, zonder het binnenland +noemenswaard te kennen, in 8 jaren tijds een goede overzichtskaart +verkreeg. + +Tevens wijzen verschillende feiten bij het uit den aard der zaak +zeer vluchtig geologisch onderzoek tijdens de militaire exploratie +er op, dat op meerdere plaatsen petroleum gevonden kan worden. Op de +Noordkust werd jodium en petroleum ontdekt; steenkool werd gevonden +in West-Nieuw-Guinee. + +De aanplantingen op Engelsch Nieuw-Guinee van rubber, cocos, hennep, +tabak en katoen geven zeer gunstige resultaten, en het is zeker, dat +ons vruchtbaar gedeelte in dit opzicht daar niet voor onder behoeft +te doen. Als werkkrachten zijn de bewoners van ons gebied echter +nog weinig bruikbaar; werken kunnen zij niet. Dit kan en moet hun +echter geleerd worden. Een groot bezwaar blijft echter nog over, +het buitengewoon ongezonde klimaat der lage streken, die vóór de +ontginning zeker geassaineerd moeten worden. + +Aan de hand van de voor dit doel zeer bruikbare overzichtskaart zullen +geologen, plant- en dierkundigen het land verder elk op hun gebied +nader kunnen onderzoeken. Gebruik te maken van de dikwijls jarenlange +ondervinding van de eerste explorateurs zal dan wel nuttig blijken +te zijn. + +Van ethnografisch belang blijft nog de nadere kennismaking met de +bewoners der zeer dicht bevolkte valleien, door mij gezien bewesten +en bezuiden het laatste observatiepunt, ± 4000 M. hoog, bezuiden +Kalongeiland. + +Een onderwerp, dat nog steeds veler belangstelling gaande houdt, is +dat van den zoogenaamden "doorsteek", dwars door Nieuw-Guinee op zijn +breedst. Over de plaats, waar dit het gemakkelijkst zal geschieden, +valt natuurlijk wel van meening te verschillen; doch ik ben van opinie, +dat deze doorsteek, mits goed voorbereid, overal slagen zal. + +Dit herinnert mij het gezegde van den toenmaligen Militairen +Commandant van Ambon, onzen doortastenden en energieken Chef der +geheele Exploratie, den Majoor Gooszen, [42] die nooit bezwaren maakte +en ook geen bezwaren accepteerde: "Bezwaren en moeilijkheden zijn er +alleen om te worden overwonnen". + +Het mooie resultaat der Mamberamo-expeditie moet dan ook voor een groot +gedeelte toegeschreven worden aan het met helder inzicht en ruimen +blik in groote lijnen aangeven van het plan door dezen hoofdofficier, +die in vroegere jaren als een der eerste explorateurs in Merauke +reeds zijne sporen verdiende. + +Vergelijken wij de kaart van het Nederlandsche gebied met die van +de oostelijke helft van het eiland, dan kunnen wij constateeren, +dat wij onze buren, de Duitschers en de Engelschen, in dit opzicht +een heel eind vooruit zijn en kunnen wij tevreden zijn, dat onze +regeering dit werk zoo krachtig heeft aangepakt. + +Mogen, als vrede en rust weder op aarde zijn wedergekeerd, vele +wetenschappelijke onderzoekers zich beijveren, om den voltooiden +arbeid der Militaire Exploratie-detachementen productief te maken +door nader en vollediger onderzoek. De weg is voor hen bereid! + + + + +AANTEEKENGINGEN + + +[1] Onder bovenstaanden titel kwam ons in handen een uitgebreid +werk over de exploratie van Nieuw-Guinee door de Luitenants ter zee +L. Doorman en J. Langeler, welke beide officieren een belangrijk +aandeel hadden aan dezen grootsch opgezetten Gouvernementsarbeid. + +Wij nemen hieruit, bij gebrek aan plaatsruimte voor geheele publicatie, +een aantal fragmenten over. Een korte inleiding, die de schrijvers +doen voorafgaan aan de schetsen, is onontbeerlijk. + + De Uitgevers. + +[2] Raak = Papoesch woord voor plunderen en koppensnellen. + +[3] Dit ontschepen en weder inschepen was noodig om de materialen, +die het eerst gebruikt moesten worden, te sorteeren. + +[4] Luitenant ter zee Langeler. + +[5] Niet overgenomen. + +[6] Mamberamo, evenals Amberam of Aiberam, beteekent "het groote water" +in Papoea-taal. + +[7] Bij het bereiken van grootere berghoogten verschijnt zij helaas +weer, mijn collega Doorman had er tot 2000 M. hoogte last van. + +[8] Collega Doorman teekent hierbij aan: + +"Deze Papoea's werden door mij aangetroffen bij de Weir-rivier, +vergezeld van twee Ternataansche of Binongkineesche jagers; zij +kwamen rechtstreeks in aanraking met deze jagers, die van Wakdé-eiland +kwamen, via de Matabori (een rivier tusschen Mamberamo en Apauwer), +naar den Mamberamo. Deze laatste rivier oproeien lukte hun niet door +den sterken stroom." + +[9] Evenals Pionierbivak het hoofdbivak was der vorige expedities voor +de stroomversnellingen in het Van Rees-gebergte, was Batavia-bivak +geweest het hoofdbivak nà die versnellingen, dus bij het begin der +"Meervlakte", waar de Mamberamo weer vlakterivier was; Batavia-bivak +dateerde van de Expeditie Franssen Herderschee van 1910. + +[10] Die wij naar onzen dokter de "Thomsen-rivier" noemden. + +[11] Niet overgenomen. + +[12] De groote motorboot liep n.l. hoogstens 5 1/2 mijl per uur. + +[13] Uit den vezeligen bast van den melindjoe-boom. + +[14] Doorman teekent hierbij aan, dat op Nieuw-Guinee nog nooit +vergiftigde pijlen gevonden zijn. + +[15] Maleisch; = het schip komt! + +[16] Maleisch: heel gemakkelijk. + +[17] Noordkust beoosten Kaap d' Urville. + +[18] De lezer ziet uit deze uitlating, dat het ongeval van de "Valk", +op blz. 148 beschreven, niet alleen stond. + +[19] De eigen gemaakte tuinbank op den hoogen rots was van Post II +en was voor den doortrekkende na het dagwerk een gewaardeerd zitje. + +[20] Zoet water voor voeding van den ketel. + +[21] Mandoer = bootsman. + +[22] Werd gedoopt Motorbivak; wel te onderscheiden van Motorbivak +aan de Idenburg-rivier. + +[23] Lens beteekent hier: droog en drijvende. + +[24] Karabijnen = Inl. fuseliers. + +[25] Ladangs = tuinen. + +[26] Zie kaart. + +[27] Bij het Detachement geplaatst voor den geëvacueerden 1en +luitenant Schulze. + +[28] Obs.-punt 4 = de zoo juist beklommen top van 2650 meter. + +[29] Hier en daar zijn enkele onjuistheden verbeterd. + +[30] Deze "ik" is de schrijver S(taal) in het Tijdschrift K.N.A.G. + +[31] Tocht van Doorman in 1913. + +[32] Maleisch; = we leven weer op + +[33] "Karabijn" is synoniem met fuselier. + +[34] Dit bedoelde hoofdstuk is niet opgenomen. + +[35] Indische naam voor de kamponghonden. + +[36] cholera-essence. + +[37] Maleisch: er uit! er uit! + +[38] Maleisch; pana = pijl. + +[39] Hoe worden deze aanzienlijke afstanden echter weder in de +schaduw gesteld, als men bedenkt dat de lengte van den Amazonas van +den oorsprong tot de monding 4500 KM. is! + +[40] Toerin beteekende hier water. + +[41] Maleisch; = ik leef weer op! + +[42] De tegenwoordige kolonel Gooszen, Commandant van Walcheren. + + + + + + +End of the Project Gutenberg EBook of Nieuw-Guinee en de exploratie der +"Meervlakte", by J. W. Langeler and L. A. C. M. Doorman + +*** END OF THIS PROJECT GUTENBERG EBOOK NIEUW-GUINEE *** + +***** This file should be named 20167-8.txt or 20167-8.zip ***** +This and all associated files of various formats will be found in: + http://www.gutenberg.org/2/0/1/6/20167/ + +Produced by Jeroen Hellingman and the Online Distributed +Proofreading Team at http://www.pgdp.net/ + + +Updated editions will replace the previous one--the old editions +will be renamed. + +Creating the works from public domain print editions means that no +one owns a United States copyright in these works, so the Foundation +(and you!) can copy and distribute it in the United States without +permission and without paying copyright royalties. Special rules, +set forth in the General Terms of Use part of this license, apply to +copying and distributing Project Gutenberg-tm electronic works to +protect the PROJECT GUTENBERG-tm concept and trademark. Project +Gutenberg is a registered trademark, and may not be used if you +charge for the eBooks, unless you receive specific permission. If you +do not charge anything for copies of this eBook, complying with the +rules is very easy. You may use this eBook for nearly any purpose +such as creation of derivative works, reports, performances and +research. They may be modified and printed and given away--you may do +practically ANYTHING with public domain eBooks. Redistribution is +subject to the trademark license, especially commercial +redistribution. + + + +*** START: FULL LICENSE *** + +THE FULL PROJECT GUTENBERG LICENSE +PLEASE READ THIS BEFORE YOU DISTRIBUTE OR USE THIS WORK + +To protect the Project Gutenberg-tm mission of promoting the free +distribution of electronic works, by using or distributing this work +(or any other work associated in any way with the phrase "Project +Gutenberg"), you agree to comply with all the terms of the Full Project +Gutenberg-tm License (available with this file or online at +http://gutenberg.org/license). + + +Section 1. General Terms of Use and Redistributing Project Gutenberg-tm +electronic works + +1.A. By reading or using any part of this Project Gutenberg-tm +electronic work, you indicate that you have read, understand, agree to +and accept all the terms of this license and intellectual property +(trademark/copyright) agreement. If you do not agree to abide by all +the terms of this agreement, you must cease using and return or destroy +all copies of Project Gutenberg-tm electronic works in your possession. +If you paid a fee for obtaining a copy of or access to a Project +Gutenberg-tm electronic work and you do not agree to be bound by the +terms of this agreement, you may obtain a refund from the person or +entity to whom you paid the fee as set forth in paragraph 1.E.8. + +1.B. "Project Gutenberg" is a registered trademark. It may only be +used on or associated in any way with an electronic work by people who +agree to be bound by the terms of this agreement. There are a few +things that you can do with most Project Gutenberg-tm electronic works +even without complying with the full terms of this agreement. See +paragraph 1.C below. There are a lot of things you can do with Project +Gutenberg-tm electronic works if you follow the terms of this agreement +and help preserve free future access to Project Gutenberg-tm electronic +works. See paragraph 1.E below. + +1.C. The Project Gutenberg Literary Archive Foundation ("the Foundation" +or PGLAF), owns a compilation copyright in the collection of Project +Gutenberg-tm electronic works. Nearly all the individual works in the +collection are in the public domain in the United States. If an +individual work is in the public domain in the United States and you are +located in the United States, we do not claim a right to prevent you from +copying, distributing, performing, displaying or creating derivative +works based on the work as long as all references to Project Gutenberg +are removed. Of course, we hope that you will support the Project +Gutenberg-tm mission of promoting free access to electronic works by +freely sharing Project Gutenberg-tm works in compliance with the terms of +this agreement for keeping the Project Gutenberg-tm name associated with +the work. You can easily comply with the terms of this agreement by +keeping this work in the same format with its attached full Project +Gutenberg-tm License when you share it without charge with others. + +1.D. The copyright laws of the place where you are located also govern +what you can do with this work. Copyright laws in most countries are in +a constant state of change. If you are outside the United States, check +the laws of your country in addition to the terms of this agreement +before downloading, copying, displaying, performing, distributing or +creating derivative works based on this work or any other Project +Gutenberg-tm work. The Foundation makes no representations concerning +the copyright status of any work in any country outside the United +States. + +1.E. Unless you have removed all references to Project Gutenberg: + +1.E.1. The following sentence, with active links to, or other immediate +access to, the full Project Gutenberg-tm License must appear prominently +whenever any copy of a Project Gutenberg-tm work (any work on which the +phrase "Project Gutenberg" appears, or with which the phrase "Project +Gutenberg" is associated) is accessed, displayed, performed, viewed, +copied or distributed: + +This eBook is for the use of anyone anywhere at no cost and with +almost no restrictions whatsoever. You may copy it, give it away or +re-use it under the terms of the Project Gutenberg License included +with this eBook or online at www.gutenberg.org + +1.E.2. If an individual Project Gutenberg-tm electronic work is derived +from the public domain (does not contain a notice indicating that it is +posted with permission of the copyright holder), the work can be copied +and distributed to anyone in the United States without paying any fees +or charges. If you are redistributing or providing access to a work +with the phrase "Project Gutenberg" associated with or appearing on the +work, you must comply either with the requirements of paragraphs 1.E.1 +through 1.E.7 or obtain permission for the use of the work and the +Project Gutenberg-tm trademark as set forth in paragraphs 1.E.8 or +1.E.9. + +1.E.3. If an individual Project Gutenberg-tm electronic work is posted +with the permission of the copyright holder, your use and distribution +must comply with both paragraphs 1.E.1 through 1.E.7 and any additional +terms imposed by the copyright holder. Additional terms will be linked +to the Project Gutenberg-tm License for all works posted with the +permission of the copyright holder found at the beginning of this work. + +1.E.4. Do not unlink or detach or remove the full Project Gutenberg-tm +License terms from this work, or any files containing a part of this +work or any other work associated with Project Gutenberg-tm. + +1.E.5. Do not copy, display, perform, distribute or redistribute this +electronic work, or any part of this electronic work, without +prominently displaying the sentence set forth in paragraph 1.E.1 with +active links or immediate access to the full terms of the Project +Gutenberg-tm License. + +1.E.6. You may convert to and distribute this work in any binary, +compressed, marked up, nonproprietary or proprietary form, including any +word processing or hypertext form. However, if you provide access to or +distribute copies of a Project Gutenberg-tm work in a format other than +"Plain Vanilla ASCII" or other format used in the official version +posted on the official Project Gutenberg-tm web site (www.gutenberg.org), +you must, at no additional cost, fee or expense to the user, provide a +copy, a means of exporting a copy, or a means of obtaining a copy upon +request, of the work in its original "Plain Vanilla ASCII" or other +form. Any alternate format must include the full Project Gutenberg-tm +License as specified in paragraph 1.E.1. + +1.E.7. Do not charge a fee for access to, viewing, displaying, +performing, copying or distributing any Project Gutenberg-tm works +unless you comply with paragraph 1.E.8 or 1.E.9. + +1.E.8. You may charge a reasonable fee for copies of or providing +access to or distributing Project Gutenberg-tm electronic works provided +that + +- You pay a royalty fee of 20% of the gross profits you derive from + the use of Project Gutenberg-tm works calculated using the method + you already use to calculate your applicable taxes. The fee is + owed to the owner of the Project Gutenberg-tm trademark, but he + has agreed to donate royalties under this paragraph to the + Project Gutenberg Literary Archive Foundation. Royalty payments + must be paid within 60 days following each date on which you + prepare (or are legally required to prepare) your periodic tax + returns. Royalty payments should be clearly marked as such and + sent to the Project Gutenberg Literary Archive Foundation at the + address specified in Section 4, "Information about donations to + the Project Gutenberg Literary Archive Foundation." + +- You provide a full refund of any money paid by a user who notifies + you in writing (or by e-mail) within 30 days of receipt that s/he + does not agree to the terms of the full Project Gutenberg-tm + License. You must require such a user to return or + destroy all copies of the works possessed in a physical medium + and discontinue all use of and all access to other copies of + Project Gutenberg-tm works. + +- You provide, in accordance with paragraph 1.F.3, a full refund of any + money paid for a work or a replacement copy, if a defect in the + electronic work is discovered and reported to you within 90 days + of receipt of the work. + +- You comply with all other terms of this agreement for free + distribution of Project Gutenberg-tm works. + +1.E.9. If you wish to charge a fee or distribute a Project Gutenberg-tm +electronic work or group of works on different terms than are set +forth in this agreement, you must obtain permission in writing from +both the Project Gutenberg Literary Archive Foundation and Michael +Hart, the owner of the Project Gutenberg-tm trademark. Contact the +Foundation as set forth in Section 3 below. + +1.F. + +1.F.1. Project Gutenberg volunteers and employees expend considerable +effort to identify, do copyright research on, transcribe and proofread +public domain works in creating the Project Gutenberg-tm +collection. Despite these efforts, Project Gutenberg-tm electronic +works, and the medium on which they may be stored, may contain +"Defects," such as, but not limited to, incomplete, inaccurate or +corrupt data, transcription errors, a copyright or other intellectual +property infringement, a defective or damaged disk or other medium, a +computer virus, or computer codes that damage or cannot be read by +your equipment. + +1.F.2. LIMITED WARRANTY, DISCLAIMER OF DAMAGES - Except for the "Right +of Replacement or Refund" described in paragraph 1.F.3, the Project +Gutenberg Literary Archive Foundation, the owner of the Project +Gutenberg-tm trademark, and any other party distributing a Project +Gutenberg-tm electronic work under this agreement, disclaim all +liability to you for damages, costs and expenses, including legal +fees. YOU AGREE THAT YOU HAVE NO REMEDIES FOR NEGLIGENCE, STRICT +LIABILITY, BREACH OF WARRANTY OR BREACH OF CONTRACT EXCEPT THOSE +PROVIDED IN PARAGRAPH F3. YOU AGREE THAT THE FOUNDATION, THE +TRADEMARK OWNER, AND ANY DISTRIBUTOR UNDER THIS AGREEMENT WILL NOT BE +LIABLE TO YOU FOR ACTUAL, DIRECT, INDIRECT, CONSEQUENTIAL, PUNITIVE OR +INCIDENTAL DAMAGES EVEN IF YOU GIVE NOTICE OF THE POSSIBILITY OF SUCH +DAMAGE. + +1.F.3. LIMITED RIGHT OF REPLACEMENT OR REFUND - If you discover a +defect in this electronic work within 90 days of receiving it, you can +receive a refund of the money (if any) you paid for it by sending a +written explanation to the person you received the work from. If you +received the work on a physical medium, you must return the medium with +your written explanation. The person or entity that provided you with +the defective work may elect to provide a replacement copy in lieu of a +refund. If you received the work electronically, the person or entity +providing it to you may choose to give you a second opportunity to +receive the work electronically in lieu of a refund. If the second copy +is also defective, you may demand a refund in writing without further +opportunities to fix the problem. + +1.F.4. Except for the limited right of replacement or refund set forth +in paragraph 1.F.3, this work is provided to you 'AS-IS' WITH NO OTHER +WARRANTIES OF ANY KIND, EXPRESS OR IMPLIED, INCLUDING BUT NOT LIMITED TO +WARRANTIES OF MERCHANTIBILITY OR FITNESS FOR ANY PURPOSE. + +1.F.5. Some states do not allow disclaimers of certain implied +warranties or the exclusion or limitation of certain types of damages. +If any disclaimer or limitation set forth in this agreement violates the +law of the state applicable to this agreement, the agreement shall be +interpreted to make the maximum disclaimer or limitation permitted by +the applicable state law. The invalidity or unenforceability of any +provision of this agreement shall not void the remaining provisions. + +1.F.6. INDEMNITY - You agree to indemnify and hold the Foundation, the +trademark owner, any agent or employee of the Foundation, anyone +providing copies of Project Gutenberg-tm electronic works in accordance +with this agreement, and any volunteers associated with the production, +promotion and distribution of Project Gutenberg-tm electronic works, +harmless from all liability, costs and expenses, including legal fees, +that arise directly or indirectly from any of the following which you do +or cause to occur: (a) distribution of this or any Project Gutenberg-tm +work, (b) alteration, modification, or additions or deletions to any +Project Gutenberg-tm work, and (c) any Defect you cause. + + +Section 2. Information about the Mission of Project Gutenberg-tm + +Project Gutenberg-tm is synonymous with the free distribution of +electronic works in formats readable by the widest variety of computers +including obsolete, old, middle-aged and new computers. It exists +because of the efforts of hundreds of volunteers and donations from +people in all walks of life. + +Volunteers and financial support to provide volunteers with the +assistance they need, is critical to reaching Project Gutenberg-tm's +goals and ensuring that the Project Gutenberg-tm collection will +remain freely available for generations to come. In 2001, the Project +Gutenberg Literary Archive Foundation was created to provide a secure +and permanent future for Project Gutenberg-tm and future generations. +To learn more about the Project Gutenberg Literary Archive Foundation +and how your efforts and donations can help, see Sections 3 and 4 +and the Foundation web page at http://www.pglaf.org. + + +Section 3. Information about the Project Gutenberg Literary Archive +Foundation + +The Project Gutenberg Literary Archive Foundation is a non profit +501(c)(3) educational corporation organized under the laws of the +state of Mississippi and granted tax exempt status by the Internal +Revenue Service. The Foundation's EIN or federal tax identification +number is 64-6221541. Its 501(c)(3) letter is posted at +http://pglaf.org/fundraising. Contributions to the Project Gutenberg +Literary Archive Foundation are tax deductible to the full extent +permitted by U.S. federal laws and your state's laws. + +The Foundation's principal office is located at 4557 Melan Dr. S. +Fairbanks, AK, 99712., but its volunteers and employees are scattered +throughout numerous locations. Its business office is located at +809 North 1500 West, Salt Lake City, UT 84116, (801) 596-1887, email +business@pglaf.org. Email contact links and up to date contact +information can be found at the Foundation's web site and official +page at http://pglaf.org + +For additional contact information: + Dr. Gregory B. Newby + Chief Executive and Director + gbnewby@pglaf.org + + +Section 4. Information about Donations to the Project Gutenberg +Literary Archive Foundation + +Project Gutenberg-tm depends upon and cannot survive without wide +spread public support and donations to carry out its mission of +increasing the number of public domain and licensed works that can be +freely distributed in machine readable form accessible by the widest +array of equipment including outdated equipment. Many small donations +($1 to $5,000) are particularly important to maintaining tax exempt +status with the IRS. + +The Foundation is committed to complying with the laws regulating +charities and charitable donations in all 50 states of the United +States. Compliance requirements are not uniform and it takes a +considerable effort, much paperwork and many fees to meet and keep up +with these requirements. We do not solicit donations in locations +where we have not received written confirmation of compliance. To +SEND DONATIONS or determine the status of compliance for any +particular state visit http://pglaf.org + +While we cannot and do not solicit contributions from states where we +have not met the solicitation requirements, we know of no prohibition +against accepting unsolicited donations from donors in such states who +approach us with offers to donate. + +International donations are gratefully accepted, but we cannot make +any statements concerning tax treatment of donations received from +outside the United States. U.S. laws alone swamp our small staff. + +Please check the Project Gutenberg Web pages for current donation +methods and addresses. Donations are accepted in a number of other +ways including checks, online payments and credit card donations. +To donate, please visit: http://pglaf.org/donate + + +Section 5. General Information About Project Gutenberg-tm electronic +works. + +Professor Michael S. Hart is the originator of the Project Gutenberg-tm +concept of a library of electronic works that could be freely shared +with anyone. For thirty years, he produced and distributed Project +Gutenberg-tm eBooks with only a loose network of volunteer support. + + +Project Gutenberg-tm eBooks are often created from several printed +editions, all of which are confirmed as Public Domain in the U.S. +unless a copyright notice is included. Thus, we do not necessarily +keep eBooks in compliance with any particular paper edition. + + +Most people start at our Web site which has the main PG search facility: + + http://www.gutenberg.org + +This Web site includes information about Project Gutenberg-tm, +including how to make donations to the Project Gutenberg Literary +Archive Foundation, how to help produce our new eBooks, and how to +subscribe to our email newsletter to hear about new eBooks. |
