summaryrefslogtreecommitdiff
diff options
context:
space:
mode:
-rw-r--r--.gitattributes3
-rw-r--r--29289-0.txt5304
-rw-r--r--29289-0.zipbin0 -> 54142 bytes
-rw-r--r--29289-8.txt5302
-rw-r--r--29289-8.zipbin0 -> 53940 bytes
-rw-r--r--29289-h.zipbin0 -> 160568 bytes
-rw-r--r--29289-h/29289-h.htm6214
-rw-r--r--29289-h/images/cover.jpgbin0 -> 76904 bytes
-rw-r--r--29289-h/images/ljv.gifbin0 -> 13317 bytes
-rw-r--r--LICENSE.txt11
-rw-r--r--README.md2
11 files changed, 16836 insertions, 0 deletions
diff --git a/.gitattributes b/.gitattributes
new file mode 100644
index 0000000..6833f05
--- /dev/null
+++ b/.gitattributes
@@ -0,0 +1,3 @@
+* text=auto
+*.txt text
+*.md text
diff --git a/29289-0.txt b/29289-0.txt
new file mode 100644
index 0000000..6321d2b
--- /dev/null
+++ b/29289-0.txt
@@ -0,0 +1,5304 @@
+The Project Gutenberg EBook of Bloemlezing uit Guido Gezelle's Gedichten, by
+Guido Gezelle
+
+This eBook is for the use of anyone anywhere at no cost and with
+almost no restrictions whatsoever. You may copy it, give it away or
+re-use it under the terms of the Project Gutenberg License included
+with this eBook or online at www.gutenberg.org
+
+
+Title: Bloemlezing uit Guido Gezelle's Gedichten
+
+Author: Guido Gezelle
+
+Editor: Dr. J. Aleida Nijland
+
+Release Date: July 1, 2009 [EBook #29289]
+
+Language: Dutch
+
+Character set encoding: UTF-8
+
+*** START OF THIS PROJECT GUTENBERG EBOOK GUIDO GEZELLE'S GEDICHTEN ***
+
+
+
+
+Produced by Jeroen van Luin and the Online Distributed
+Proofreading Team at https://www.pgdp.net
+
+
+
+
+
+ +-------------------deze regel heeft nummer 1----------------------+
+ | |
+ | OPMERKINGEN VAN DE BEWERKER: |
+ | |
+ | De tekst in dit bestand wordt weergegeven in de originele, |
+ | verouderde spelling. Er is geen poging gedaan de tekst te |
+ | moderniseren. |
+ | |
+ | De voetnoten zijn verplaatst naar het eind van het gedicht. |
+ | Bladzijde-nummering is verwijderd. |
+ | |
+ | De in het origineel als uitgespatieerde weergegeven tekst is in |
+ | dit e-boek weergegeven als =uitgespatieerd=. |
+ | Het cursief is weergegeven als _cursief_. |
+ | |
+ | Overduidelijke druk- en spelfouten in het origineel en |
+ | spellingsverschillen binnen een gedicht zijn gecorrigeerd. |
+ | |
+ | Aan het eind van het boek volgt een overzicht van de |
+ | aangebrachte correcties met bijbehorend regelnummer. |
+ | |
+ +------------------------------------------------------------------+
+
+
+
+
+ BLOEMLEZING UIT
+ GUIDO GEZELLE'S
+ GEDICHTEN
+
+
+
+
+ BLOEMLEZING UIT
+ GUIDO GEZELLE'S
+ GEDICHTEN
+
+ ZESDE DRUK
+
+ [Illustratie: L.J.V.
+ LABOR INTEGER VINCIT
+ MDCCCXXCVII]
+
+ L. J. VEEN–AMSTERDAM
+
+ Boek-, Courant- en Steendrukkerij G. J. Thieme, Nijmegen.
+
+
+
+
+Deze Bloemlezing heb ik samengesteld om GEZELLE'S poëzie te brengen in
+ruimer kring dan tot heden is bereikt. Op 'n paar uitzonderingen na in
+'t begin liet ik de volgorde der gedichten naar de verschillende
+dichtbundels onveranderd. Hier en daar heb ik 'n enkel ons minder bekend
+woord verklaard.
+
+Maart 1904.
+
+
+In volgende drukken is in de keuze der gedichten weinig veranderd; over
+het algemeen zijn meer woorden verklaard.
+
+ DR. J. ALEIDA NIJLAND.
+
+AMSTERDAM, April 1915.
+
+
+
+
+=INHOUD=.
+
+
+ Bladz.
+ De vlaamsche tale is wonder zoet 1
+ Oneigene 2
+ Als de Ziele luistert 3
+ Het schrijverke 4
+ o 't Ruischen van het ranke riet 6
+ Het meezennestje 8
+ Dien avond en die rooze 9
+ Kom e' keer hier 11
+ Gewijde klok 13
+ o Gulden hoofd 15
+ o Vechter 16
+ Met kloeken arme 17
+ Slaapt gij nog 19
+ Hoe schittert mij die spa toch 22
+ o Leye lief 24
+ Hemellawerke heet gij 26
+ De boomen zien zwart 29
+ Geluwgroene legerscharen 31
+ Gekamde koning Canteclaar 34
+ o Wilde en onvervalschte pracht 36
+ Waar zit die heldere zanger 38
+ De navond komt zoo stil 41
+ De vliege 43
+ Wat hangt gij daar te praten 45
+ Als ge naar het kooren luistert 46
+ De wolkenweg bedijgt 48
+ Andleie 50
+ 't Is stille 55
+ De rave 56
+ De tijd 59
+ Mijn hert is als een blomgewas 61
+ 't Eerste 63
+ Wintermuggen 64
+ Winternacht 66
+ Arm huisgezin 68
+ Irrequietum 69
+ Velut umbra 70
+ Abeelen 72
+ Lentegroen 74
+ Vogelzang 76
+ Zonnewende 79
+ Bonte abeelen 80
+ De bleekersgast 81
+ Rijmram 83
+ Twee horsen 84
+ Het klokgebed 85
+ Schoonheid 87
+ De dakpannen 88
+ Terug 89
+ Het getouwe 91
+ Wierook 93
+ o Heemelijke diepten 94
+ 't Groeit 96
+ Najaarsverwen 99
+ Niemandsvriend 101
+ Casselkoeien 105
+ Tranen 107
+ Schoone nacht 108
+ Avondrood 110
+ Fiat Lux 112
+ De winden 114
+ Dat wilde ik weten 115
+ Spaman 117
+ Het hazegrauwt 118
+ Hoe zeere vallen ze af 120
+ Van den ouden boom 123
+ Blootakker 126
+ Moederken 129
+ Perels 130
+ Spreeuwen 131
+ Wederwijven 133
+ Excelsior 134
+ Zegepraal 136
+ De doornenboom 139
+ Mietje 141
+ Cytisus Laburnum 142
+ Buigen of bersten 144
+ De sperretakken 147
+ Het gulden vlies 149
+ Hebt meêlijen 151
+ De dageraad 154
+ Nevelduisternis 156
+ Windtocht 158
+ Aksternesten 160
+ Lentegroen 161
+ Cinxen 162
+ Och ware ik 164
+ Aan den Lindeboom 165
+ Ego Flos 167
+
+
+
+
+ De vlaamsche tale is wonder zoet
+ voor die heur geen geweld en doet,
+ maar rusten laat in 't herte, alwaar,
+ ze onmondig leefde en sliep te gaar,
+ tot dat ze, eens wakker, vrij en vrank,
+ te monde uit, gaat heur vrijen gang!
+ Wat verruwprachtig hoortooneel,
+ wat zielverrukkend zingestreel,
+ o vlaamsche tale, uw' kunste ontplooit,
+ wanneer zij 't al vol leven strooit
+ en vol 't onzegbaar schoon zijn, dat,
+ lijk wolken wierooks, welt
+ uit uw zoet wierookvat!
+
+
+
+
+=ONEIGENE=.
+
+
+ Hetgeen ik niet uitgeve en
+ hebbe ik niet in,
+ wie zal mij dat wijten te schanden?
+ Mijn herte en mijn tale, mijn
+ zede en mijn zin,
+ 't is al zoo van buiten, 't is
+ al zoo van bin':
+ 't ligt alles daar bloot op mijn' handen!
+
+ Dan, weg met de oneigene
+ tale en den schijn
+ van elders geborgde gepeizen;
+ mijn zijt gij niet, uw dat en
+ wille ik niet zijn,
+ dat in mij en aan mij is
+ dat heete ik mijn:
+ oneigene, ik late u,... gaat reizen!
+
+
+
+
+ Als de Ziele luistert
+ spreek 'et al een taal dat leeft,
+ 't lijzigste gefluister
+ ook en taal en teeken heeft:
+ blâren van de boomen
+ kouten met malkaar gezwind,
+ baren in de stroomen
+ klappen luide en welgezind,
+ wind en wee en wolken,
+ wegelen[1] van Gods heiligen voet,
+ talen en vertolken
+ 't diep gedoken Woord zoo zoet...
+ als de Ziele luistert!
+
+VOETNOOT:
+
+1 _Wegel_ is een Z. Ned. verkleinwoord van _weg_.
+
+
+
+
+HET SCHRIJVERKE.
+
+(GYRINUS NATANS).
+
+
+ O krinklende winklende waterding,
+ met 't zwarte kabotseken aan,
+ wat zien ik toch geren uw kopke flink
+ al schrijven op 't waterke gaan!
+ Gij leeft en gij roert en gij loopt zoo snel,
+ al zie 'k u noch arrem noch been;
+ gij wendt en gij weet uwen weg zoo wel,
+ al zie 'k u geen ooge, geen één.
+ Wat waart, of wat zijt, of wat zult gij zijn?
+ Verklaar het en zeg het mij, toe!
+ Wat zijt gij toch, blinkende knopke fijn,
+ dat nimmer van schrijven zijt moe?
+ Gij loopt over 't spegelend water klaar,
+ en 't water niet méér en verroert
+ dan of het een gladdige windje waar,
+ dat stille over 't waterke voert.
+ o Schrijverkes, schrijverkes, zegt mij dan,–
+ met twintigen zijt gij en meer,
+ en is er geen een die 't mij zeggen kan:–
+ Wat schrijft en wat schrijft gij zoo zeer?
+ Gij schrijft, en 't en staat in het water niet,
+ gij schrijft, en 't is uit en 't is weg;
+ geen Christen en weet er wat dat bediedt:
+ och, schrijverke, zeg het mij, zeg!
+ Zijn 't visselkes daar ge van schrijven moet?
+ Zijn 't kruidekes daar ge van schrijft?
+ Zijn 't keikes of bladtjes of blomkes zoet,
+ of 't water, waarop dat ge drijft?
+ Zijn 't vogelkes, kwietlende klachtgepiep,
+ of is 'et het blauwe gewelf,
+ dat onder en boven u blinkt, zoo diep,
+ of is het u, schrijverken, zelf?
+ En 't krinklende winklende waterding,
+ met 't zwarte kapoteken aan,
+ het stelde en het rechtte zijne oorkes flink,
+ en 't bleef daar een stondeke staan:
+ „Wij schrijven,” zoo sprak het, „al krinklen af
+ het gene onze Meester, weleer,
+ ons makend en leerend, te schrijven gaf:
+ één lesse, niet min nochte meer;
+ wij schrijven, en kunt gij die lesse toch
+ niet lezen, en zijt gij zoo bot?
+ Wij schrijven, herschrijven en schrijven nóg,
+ den heiligen Name van God!”
+
+
+
+
+O 'T RUISCHEN VAN HET RANKE RIET.
+
+
+ Παρὰ ῥοδανὸν δονακῆα
+ Hom. Il. XVIII, 576.
+
+ O! 't ruischen van het ranke riet!
+ o wist ik toch uw droevig lied!
+ wanneer de wind voorbij u voert
+ en buigend uwe halmen roert,
+ gij buigt, ootmoedig nijgend, neêr,
+ staat op en buigt ootmoedig weêr,
+ en zingt al buigend 't droevig lied,
+ dat ik beminne, o ranke riet!
+
+ O! 't ruischen van het ranke riet!
+ hoe dikwijls dikwijls zat ik niet
+ nabij den stillen waterboord
+ alleen en van geen mensch gestoord,
+ en lonkte 't rimplend water na,
+ en sloeg uw zwakke stafjes ga,
+ en luisterde op het lieve lied,
+ dat gij mij zongt, o ruischend riet!
+
+ O! 't ruischen van het ranke riet!
+ hoe menig mensch aanschouwt u niet
+ en hoort uw' zingend' harmonij,
+ doch luistert niet en gaat voorbij!
+ voorbij alwaar hem 't herte jaagt,
+ voorbij waar klinkend goud hem plaagt;
+ maar uw geluid verstaat hij niet,
+ o mijn beminde ruischend riet!
+
+ Nochtans, o ruischend ranke riet,
+ uw stem is zoo verachtlijk niet!
+ God schiep den stroom, God schiep uw stam,
+ God zeide: „Waait!...” en 't windje kwam,
+ en 't windje woei, en wabberde om
+ uw stam, die op en neder klom!
+ God luisterde... en uw droevig lied
+ behaagde God, o ruischend riet!
+
+ O neen toch, ranke ruischend riet,
+ mijn ziel misacht uw tale niet:
+ mijn ziel, die van den zelven God
+ 't gevoel ontving, op zijn gebod,
+ 't gevoel dat uw geruisch verstaat,
+ wanneer gij op en neder gaat:
+ o neen, o neen toch, ranke riet,
+ mijn ziel misacht uw tale niet!
+
+ O! 't ruischen van het ranke riet
+ weêrgalleme in mijn droevig lied,
+ en klagend kome 't voor uw voet,
+ Gij, die ons beiden leven doet!
+ o Gij, die zelf de kranke taal
+ bemint van eenen rieten staal,
+ verwerp toch ook mijn klachte niet:
+ ik! arme, kranke, klagend riet!
+
+
+
+
+HET MEEZENNESTJE.
+
+
+ Een meezennestje is uitgebroken,
+ dat, in den wulgentronk
+ gedoken,
+ met vijftien eikes blonk;
+ ze zitten in den boom te spelen,
+ tak-op, tak-af, tak-uit, tak-in, tak-om,
+ met velen,
+ en 'k lach mij, 'k lach mij, 'k lach mij bijkans krom.
+
+ Het meezenmoêrtje komt getrouwig,
+ komt op den lauwen noen,
+ al blauwig
+ en geluwachtig groen;
+ het brengt hun dit en dat, om te azen,
+ tak-om, tak-op, tak-af, tak-uit, tak-in,
+ ze razen,
+ en kruipen, vlug, het meezennestjen in.
+
+ Het meezenvaârtje zit–de looveren
+ verduiken 't voor 't gestraal–
+ te tooveren,
+ al in de meezentaal;
+ daar vliegen ze, al med' een, te zamen,
+ tak-om, tak-op, tak-af, tak-in, tak-uit,
+ en, amen,
+ het meezennestje is weêrom ijele en uit.
+
+
+
+
+DIEN AVOND EN DIE ROOZE.
+
+AAN EUGENE VAN OYE.
+
+
+ 'k Heb menig menig uur bij u
+ gesleten en genoten,
+ en nooit en heeft een uur met u
+ me een enklen stond verdroten.
+ 'k Heb menig menig blom voor u
+ gelezen en geschonken,
+ en, lijk een bie, met u, met u,
+ er honing uit gedronken;
+ maar nooit een uur zoo lief met u,
+ zoo lang zij duren koste,
+ maar nooit een uur zoo droef om u,
+ wanneer ik scheiden moste,
+ als de uur wanneer ik dicht bij u,
+ _dien avond_, neêrgezeten,
+ u spreken hoorde en sprak tot u
+ wat onze zielen weten.
+ Noch nooit een blom zoo schoon, van u
+ gezocht, geplukt, gelezen,
+ als die _dien avond_ blonk op u,
+ en mocht de mijne wezen!
+ Ofschoon, zoo wel voor mij als u,
+ –wie zal dit kwaad genezen?–
+ een uur bij mij, een uur bij u
+ niet lang een uur mag wezen;
+ ofschoon voor mij, ofschoon voor u,
+ zoo lief en uitgelezen,
+ _die rooze_, al was 't een roos van u,
+ niet lang een roos mocht wezen;
+ toch lang bewaart, dit zeg ik u,
+ 't en ware ik 't al verloze,
+ mijn hert drie dierbre beelden: _u_,
+ _dien avond_,–en–_die rooze_!
+
+
+
+
+KOM E' KEER HIER.
+
+AAN PIETER BUSSCHAERT VAN DAMME.
+
+
+ „Kom e' keer hier, fliefflodderke[1],
+ 'k hebbe u, 'k hebbe u zoo lief!”
+ Maar 't wipte, 't wupte, 't en wachtte niet,
+ en 't liet mij alleene zijn.
+ 't Was wel van dat lief fliefflodderke,
+ want, hadde ik het eens genaakt,
+ ik hadde 't, het lief fliefflodderke,
+ 'k en wete niet wat gemaakt:
+ geen hand van 'nen mensche 'n mocht 'et ooit
+ genaken zijn lieve kleed,
+ of 't was en het wierd 't fliefflodderke,
+ het was en het wierd hem leed;
+ de hand van die 't miek alleene mag
+ 't genaken en niet beschaân,
+ de wind van die 't miek alleene mag
+ er, wandelend, over gaan.
+ Dus, wakker en weg! fliefflodderken,
+ op planten en bloeiend gers[2],
+ alwaar dat u God geschapen heeft,
+ alwaar dat 't uw woning es!–
+ En zoekt gij nu, kind, een zin hierin,
+ 't fliefflodderke, wie dat zij,
+ uw herte is het, alderliefste mijn,
+ ai, wat zou het anders zijn!
+ God miek het u, maakt dat God alleen
+ kan zeggen: Dit herte is mijn,
+ zoo zal het, en anders en zal 't, o neen,
+ het uw' noch gelukkig zijn!
+ Zoo zong hij, die lang en lusteloos
+ gezeten had, eenen dag,
+ wanneer hij, op de eerste lenteroos,
+ het eerste fliefflodderken zag.
+
+VOETNOTEN:
+
+1 Vlinder.
+
+2 Gras.
+
+
+
+
+GEWIJDE KLOK.
+
+
+ o Avond- noen- en morgenmate,
+ ik vrij mij op uw' klank verlate,
+ gewijde klok!
+
+ Uw hert is van metaal gegoten,
+ toch blijft het voor geen mensch gesloten,
+ gewijde klok!
+
+ Gij hangt zoo hooge, ik ga zoo leege,
+ och helpt de menschen, kranke en veege,
+ gewijde klok!
+
+ En dat uw klank in 't ronde vliege,
+ zij lief of leed aan sponde en wiege,
+ gewijde klok!
+
+ Den akker end' het veld verwekke,
+ en al dat hoort tot welzijn strekke,
+ gewijde klok!
+
+ Gij zegt aan elk het lang verleden
+ de mede- en wederspoedigheden,
+ gewijde klok!
+
+ Gij troost mij op den dag van huiden,
+ en zult wel eens mijn uitvaart luiden,
+ gewijde klok!
+
+ Nog zult ge waken lang na dezen,
+ en ongeboornen beeklank wezen,
+ gewijde klok!
+
+ Dan zal mijn taal geen mensch meer hooren;
+ maar God zal ze eeuwig toebehooren,
+ gewijde klok!
+
+ o 'k Wou dat, om mijn ziel te laven,
+ zij ook dan een gebed mij gaven,
+ gewijde klok, gewijde klok!
+
+
+
+
+O GULDEN HOOFD.
+
+
+ o Gulden hoofd der blijde zonne,
+ volheerlijke, altijd nieuwe bronne
+ van levenskracht;
+ wie heeft u in die blauwe streken
+ het brandend voetspoor uitgesteken
+ en voorgedacht?
+
+ Gij staat des morgens op, beneden
+ 't bereik van sterflijke oogenleden;
+ en, rijzend, dan
+ verblijdt gij mensch en dier en boomen;
+ en 's avonds laat gij los de toomen
+ van uw gespan.
+
+ o Edel' zonne, o machtig wezen,
+ o zienlijke afgezant van dezen
+ die 't al beveelt;
+ wat ben ik, of wat zijt gij, schoone,
+ als, in des Heeren schild en kroone,
+ een wapenbeeld?
+
+ Zoo kent men aan des Ridders wapen
+ zijn hofgezin, zijn huis, zijn' knapen,
+ zijn heerlijk slot;
+ zoo kan men, aan uw pronksieraden,
+ o zonne, uw edelen Ridder raden:
+ zijn name is–God!
+
+
+
+
+=O VECHTER=.
+
+
+ o Vechter, die in 't vaderland,
+ met scherpgeschuurden tee en tand,
+ door vodde[1] en vilte[2] en voren vecht,
+ en 't taaie terwland ommelegt!
+
+ Ik zie u geerne, ontembaar aan,
+ uw' diepe en duistere wegen gaan,
+ van al dat vreeze is vrank en vrij!
+ –Mijn doen is dat, zoo dunk 'et mij!
+
+ Wanneer gij rust in 't wagenkot,
+ en roestend daar uw tanden bot,
+ dan zal wellicht een edel graan
+ alwaar gij vocht te golven staan.
+
+ Mij geve God dat, moegewrocht,
+ en 't zalig rusten weerd gerocht[3],
+ ik zie eens 't edel terruwveld,
+ dat stijve zakken koorn geldt[4]!
+
+VOETNOTEN:
+
+1 Zode.
+
+2 Wortelvezelnet.
+
+3 Geraakt.
+
+4 Betalen, opbrengen.
+
+
+
+
+MET KLOEKEN ARME.
+
+
+ Exiit qui seminat.
+
+ Met kloeken arme, en hand vol zaad,
+ aanschouwt, hoe hij zijn' stappen gaat
+ en zaait, vol zorgen
+ de man, wiens hope en troost en al,
+ met 't stervend zaad, nu zitten zal
+ in 't land geborgen.
+
+ Staat op, o zaad, 't is God die 't zegt,
+ den winter en de dood bevecht:
+ de zonnestralen
+ verwachten al, met menigvoud
+ geverwde pracht en levend goud,
+ uw zegepralen.
+
+ o Winden, waait om 't groene kind
+ des lands, uw zacht-, uw zoetsten wind;
+ o dauwrijk dagen
+ des morgenstonds, o wolkenvloed,
+ verleent het koorn, dat kenen[1] doet,
+ uw welbehagen.
+
+ Het wasse en 't worde een geluw graan,
+ het bloeie en 't blijve buigend staan,
+ vol zaad geladen;
+ vol zegen, die geen' nijd en baart,
+ geen' zucht, geen' zoek omleegewaard,
+ geen' euveldaden!
+
+ Houdt af, gij, wind- en wolkgeweld,
+ die de akkerzaaite omverrevelt,
+ en bleeke ellenden
+ verspreidt alom: houdt af uw' hand;
+ wilt verre weg van 't dragend land
+ uw' geesels wenden!
+
+ Dan zal de landman, 't herte groot
+ van dankbaarheid, om 't daaglijksch brood
+ dat hij mocht winnen,
+ den ouden arbeid, zwart en zwaar,
+ zoo dit, zoo 't naaste en 't naaste jaar
+ weêr herbeginnen.
+
+VOETNOOT:
+
+1 Kiemen.
+
+
+
+
+SLAAPT GIJ NOG.
+
+
+ Slaapt gij nog, gedaagde[1] kruinen
+ van de onzochte[2] doorentuinen?
+ slaapt gij nog, en weet gij niet
+ dat de ontwekte zonne u ziet?
+
+ Dat alree de dagen langen
+ zichtbaar, en de stralen strangen[3]
+ van de lente? Ontwekt, welaan,
+ doornen, en wilt wakker staan!
+
+ Onlangs nog, met sneeuw doorschoten,
+ hebt gij, naast uw' stamgenoten,
+ weken lang den tijd verbeid,
+ vaste in uwe onroerbaarheid.
+
+ Tijd is 't om den dag te groeten:
+ 't Oosten blinkt, en wakker moeten
+ al die zonne- en zomerglans
+ schuldig zijn hun' liefde, thans.
+
+ Doorentuin dan, botten open;
+ los, uw dichte looverknopen;
+ los, uw zilveren reukallaam[4];
+ los, uw sneeuwwit blommenkraam!
+
+ Ei, 't en baat niet, dat robijnen
+ naalden deur de toppen schijnen
+ heen te bersten, hier en daar,
+ van uw doornig streuvelhaar[5]!
+
+ Ei, 't en baat niet dat uw' leden,
+ zwellende uit van vruchtbaarheden,
+ drinken 't zog der aarde, en bloot
+ laten heuren moederschoot!
+
+ Blâren moet ge en blommen schieten,
+ vol de vaten ommegieten
+ uwer zalven, en voortaan,
+ hagedoornen, bloeien gaan!
+
+ Slaapt gij nog? De bien ontwekken,
+ langende om uw zeem te lekken;
+ 't vogelken zoekt, nestgezind,
+ waar 't uw vrije daken vindt!
+
+ Slaapt gij nog? De zangermonden,
+ zullende uwen lof verkonden
+ zoo gij wakker wordt, ze slaan
+ reeds hun liefste leisen[6] aan!
+
+ Slaapt gij nog? De dichters dragen
+ droevig, dorre doorenhagen,
+ het geheugen, lang verbeid,
+ van uw' zomerschoonigheid!
+
+ 't Water zucht, de blauwe lochten,
+ de aarde deunt[7], vol minnetochten:
+ alles, alles wenscht om... och,
+ doorenhagen, slaapt gij nog?
+
+VOETNOTEN:
+
+1 Bedaagd, oud.
+
+2 Onzacht.
+
+3 Strang = streng.
+
+4 Alm, allaam = handwerktuig.
+
+5 Verwarreld opstaand haar.
+
+6 Liederen.
+
+7 Deunen = 1. dreunen, daveren, schudden, trillen tengevolge van een
+hevig gedruisch, maar ook van blijdschap, voldoening, genot; 2. zingen,
+weerklinken van geluid.
+
+
+
+
+HOE SCHITTERT MIJ DIE SPA TOCH.
+
+
+ Hoe schittert mij die spa toch, als
+ gij, landman, uwen taaien hals
+ gebogen, langzaam eerselt[1], end'
+ nu hier nu daar Gods akker wendt!
+
+ De zonne komt u volgzaam na
+ en velt op uw geglimde spa,
+ terwijl gij zucht en arrebeidt,
+ den blik van heur' hoogmogendheid.
+
+ En, spittende in dat hel gestraal,
+ zoo keert uw werkzaam akkerstaal
+ med een den grond, en zendt den schicht
+ terug naar mij, van 't zonnelicht.
+
+ Daar speiten[2], uit den zwarten grond
+ der aarde, zoo veel stralen rond
+ uw' delfspa, dat 't een beeltenis
+ van Gods gevreesden bliksem is.
+
+ Doch neen: de duiven weten 't wel,
+ dat 't spawerk is en zonnenspel,
+ dit bliksemen, en hun vrije vlerk
+ vervolgt u, op uw akkerwerk.
+
+ De kwiksteert, zoo de duiven doen,
+ u nagaande, in zijn' stouteschoen,
+ en vreest, alwaar hij wormen ziet,
+ uw' spa noch heur geflikker niet.
+
+ Zoo volge ik ook, en geren ga
+ 'k, van 's morgens vroeg, den delver na,
+ hem dichtende, als hij lam en moe
+ van werken is, mijn deuntjen toe.
+
+ God vordere u, mijn brave man,
+ en, zoo 't gebed u helpen kan
+ van een, die geerne uw' weêrga ziet,
+ de spa en delve uw graf nog niet!
+
+ Maar mocht gij eens, uw werk voldaan,
+ den blijden oest[3] zien binnengaan,
+ en zuchten: Die den arrebeid
+ mij zoet maakt, U zij dank gezeid!
+
+VOETNOTEN:
+
+1 Aarzelen = achteruitgaan.
+
+2 Spatten.
+
+3 Oogst.
+
+
+
+
+O LEYE LIEF.
+
+
+ O Leye lief, wat mocht u boozen;
+ wat 's hemels kom, den vlekkeloozen,
+ weêrspiegeld in uw' schoot, dat blauw
+ verliezen doen? Dat blauw, och armen,
+ dat donkert in de ontstelde barmen[1]
+ van uw geweldig watergrauw?
+
+ 'k En hoorde u niet, op vroeger dagen,
+ en 't was als of ze in slape lagen,
+ één glimmend glas, uw' baren; daar 't
+ nu brieschen is en woedend grimmen,
+ van breedgerugde waterkimmen,
+ die beurtlings berschen[2] boordewaard.
+
+ Nog nooit en zag ik witgekoofde[3]
+ gelederen rijen, den helm ten hoofde,
+ met zulk een daverend rukgeweld,
+ o Leye, als de ongetelde toppen
+ der witgekamde barenkoppen,
+ die rennen in uw waterveld!
+
+ Het klotst, het kleunt[4], de golven stooten
+ het hooge schip, de smalle booten:
+ het danst, het deunt[5], het roert, het maalt
+ alom, van 't vlugge schuim, dat vedert;
+ van 't zwalpend zop, dat weg- end- wedert;
+ en van den wind, die zegepraalt.
+
+ o Noorden, sluit uw dolle perken,
+ besnijdt dien boozen zoon zijn' vlerken:
+ laat af, genoeg, genade! Hij
+ is koning, heere en baas gebleken:
+ laat licht en zonne u schoone spreken,
+ dat 't windloos weêr en vrede zij!
+
+ Dan zal ik liefst, o Leysche boorden,
+ als 't zomer is, en zwijgt in 't Noorden
+ de felle reus, u volgend gaan;
+ dan zal ik weêr mijn hert vermeiden,
+ langs uw' gegroende en stille weiden,
+ en in uw' grond hun beeld zien staan.
+
+VOETNOTEN:
+
+1 Golven, watersprongen.
+
+2 Met kracht en spoed gaan.
+
+3 Koove = vrouwenmuts (fr. coiffe).
+
+4 Slaan, kloppen.
+
+5 Daverend schokken, schudden, trillen.
+
+
+
+
+HEMELLAWERKE HEET GIJ.
+
+
+ Hemellawerke heet gij, wakkere en
+ snelgewiekte strale, die
+ 'k, uit het zaailand opgestegen,
+ lijk nen vierpijl rijzen zie.
+
+ Striemen lichts ontlaat, en vonken,
+ 't vluchtend vierwerk; en zoo hoort
+ me u ook vluchtend henentieren,
+ als gij deur de wolken boort.
+
+ Hemellawerke, schoon van name en
+ sprake zijt gij, maar uw kleed,
+ 't valt te grauw toch: is 't de reden
+ dat men grijslawerke u heet?
+
+ Ben ik grauw, het is van zeilen,
+ en van, altijd reisgezind,
+ zoo de grauwgedoekte schepen,
+ heen te varen, vóór den wind.
+
+ Hemellawerke, grijslawerke,
+ luchtleeuwerke, hemelwaard,
+ weg met u, ja, leeuwerkt helder,
+ op uw' hooge hemelvaart!
+
+ Zingt en zeilt maar, al te zelden
+ hoore en zie 'k u, lieve; 't gaat
+ beter hem, die, vroeg en spade
+ hoort u, ende gadeslaat.
+
+ Midden in Gods werken levend,
+ 't gaat hem beter, achter 't land,
+ die u naziet, te elker stonde,
+ daar hij zaait en zeeuwt[1] en plant.
+
+ Ach, om niet is 't, al te dikwijls,
+ dat gij dankend opwaarts stijgt,
+ daar geen mensch en is dien 't aangaat,
+ of gij, schamele, zingt of zwijgt.
+
+ Horkt er niemand, ik zal horken,
+ wilt ge, in 't droevig tranendal,
+ mij vertroosten, hemellawerke; en
+ ziet ons niemand, God ziet 't al!
+
+ Hij zal zien en hij zal hooren,
+ hij, die vlerke en tale u gaf,
+ en die mij, in stad begraven,
+ wekken eens zal uit dit graf.
+
+ Dan verrijze ik, luchtleeuwerke;
+ zette ik zeil en vaar getroost
+ naar de hoogten, daar gij schouwend
+ eert den dagraad en den oost.
+
+ Naar de streken die mij wijzende
+ is uw' vlerke en uw geschal,
+ en van waar ik, vrij en veilig,
+ niet meer, niet meer neêr en zal.
+
+VOETNOOT:
+
+1 Het gezaaide graan dekken met de uitgespitte aarde.
+
+
+
+
+DE BOOMEN ZIEN ZWART.
+
+
+ De boomen zien zwart, van de zwellende botten;
+ o zonne, wanneer zal uw' macht, onbevaên[1],
+ weêr 't springende blad, en de banden ontknotten,
+ waarin 't twee drie maanden heeft houtvast gestaan?
+
+ Staat achter, o nijdig geweld van den winter;
+ houdt af uwen vuist, in de botten begint er
+ weer vreugdiger pulsslag en leven te slaan.
+
+ De boomen ontwekken, zij zidderen, zij beven;
+ zij striemen, dóór 't blauwe geluchte, onbekleed;
+ doch staan ze al bewust schier en blij dat zij leven,
+ lijk machtige reuzen, ten strijde bereed.
+
+ Staat achter, o nijdig geweld van den winter;
+ uw rijk heeft een einde, in de boomen begint er
+ weêr hope te rijzen, weêr hulpe aan ons leed.
+
+ De boomen zien zwart, en hun' dreigende schachten
+ staan veerdig en vrij, als de spere in de vuist
+ eens ridders, het teeken ten storme te wachten:
+ het klinke, en daar loopen zij henengedruischt!
+
+ Staat achter, o nijdig geweld van den winter;
+ de boomen slaan uit, en zoo zaan[2] herbegint er
+ weêr blijdag gevierd te zijn. Wreede, verhuist!
+
+VOETNOTEN:
+
+1 Onbevangen, ongehinderd, vrij.
+
+2 Weldra, spoedig.
+
+
+
+
+GELUWGROENE LEGERSCHAREN.
+
+
+ Geluwgroene legerscharen,
+ honderdduizend, waar vandaan
+ zijt gij, vastgevoette blâren,
+ komen op de boomen staan?
+
+ Nauwlijks heeft twee lentezonnen
+ 's werelds blijde onthaal begroet,
+ of... wie zal 't getellen konnen,
+ 't leger dat gij porren doet?
+
+ Werkzaam, onder 't machtig streelen
+ van des morgens windgeweld,
+ op de berken, op de abeelen
+ zie 'k u, in 't gelid gesteld.
+
+ 't Ruischt alom vol zware talen,
+ 't ruischt alom; en 't krijgsgebaar,
+ stortende in de diepe dalen,
+ dooft alle andere stemmen daar.
+
+ Waar vandaan zijt, al in 't blijde
+ doek gekleed, gij krijgeren dan?
+ Wie, die zulk een wereldwijde
+ legervastheid voeden kan?
+
+ Zijt ge uit louter locht gesteven,
+ zijt gij zonnestralen teer,
+ schielijk en van licht geweven,
+ duizendwendig bladerenheer?
+
+ Zijt gij 't bloed en 't merg der boomen,
+ 't boomzijn zelve, of anders iet
+ onbekend, dat uit wil stroomen,
+ al zoo zaan[1] 't de zonne ziet?
+
+ Zijt gij... Uwe ontelbaarheden
+ staan het stormend volk gelijk,
+ strijdbaar in 't bezit getreden
+ van des Winters koninkrijk!
+
+ Nutloos, in zijn' zware ellenden,
+ heeft het land om hulp gewacht:
+ komt en stoort des vijands benden,
+ velt hem voor uw' legermacht.
+
+ Breekt zijn' bergsteê, slaat zijn' ridderen,
+ scheurt zijn' vanen: roept en tiert,
+ dat de verste velden zidderen
+ van 't geruchte: zegeviert!
+
+ Vluchten moet hij weg; verwonnen,
+ wapenloos en wepel[2], gaan
+ zitten waar, in 't ijs geronnen,
+ onbewoond, zijn' steden staan.
+
+ Ruischt dan maar, gij legerscharen;
+ zingt en trommelt overluid,
+ zegevolle zomerblâren:
+ morgen is de winter uit!
+
+VOETNOTEN:
+
+1 Dra.
+
+2 Eenzaam, alleen, zonder maag of vriend.
+
+
+
+
+GEKAMDE KONING CANTECLAAR.
+
+
+ Gekamde koning Canteclaar,
+ hoe geren zie 'k u komen daar;
+ gestapt zoo edeldrachtig
+ als Alexander, Atilla,
+ of Karloman zijn' wederga:
+ heel keizerlijk almachtig!
+
+ Gij kraait, terwijl ge uw' vlerken slaat,
+ en 't stemgeluid dat henengaat,
+ uit uwen hals gedreven,
+ herwekt het slapend menschendom,
+ het boodschapt hem den dag weêrom,
+ den dag, het licht, en 't leven.
+
+ Uw' vonkelende ooge, uw' rooden kam,
+ een laaiend beeld van vier en vlam,
+ uw' zwakken steert, uw' spooren,
+ uwe om end om geglimde borst,
+ uw' strijdbaarheid, uw' zegedorst,
+ uw' stem, zoo schoon om hooren...
+
+ Wie is er die dat al beschrijft,
+ die, heel in woord en taal gelijfd,
+ doet leven u en waken?
+ Wie is er? Anders geen als gij,
+ heer Canteclaar, die machtig zij
+ uw evenbeeld te maken.
+
+ Vaart wel dan: ik ontgeef 't mij, en
+ 'k wil weten dat ik verre ben
+ bij u voortaan ten onderen;
+ gij hebt, o haan, den prijs behaald,
+ kraait koning nu, en zegepraalt,
+ en laat mij zwijgend wonderen!
+
+
+
+
+O WILDE EN ONVERVALSCHTE PRACHT.
+
+
+ Alre creature sake ende yersticheit.
+ RUUSBROUCK.
+
+ o Wilde en onvervalschte pracht
+ der blommen, langs den watergracht!
+
+ Hoe geren zie 'k u, aangedaan
+ zoo 't God geliefde, in 't water staan!
+
+ Geboren, arg- en schuldeloos,
+ daar God u eens te willen koos,
+
+ daar staat ge: en, in den zonneschijn,
+ al dat gij doet is blomme zijn!
+
+ 't Is wezen, 't geen mijne ooge aanziet,
+ 't is waarheid, en ge'n dobbelt niet;
+
+ en die door u mijn hert verblijdt
+ is enkel, zoo gij enkel zijt!
+
+ Hoe stille is 't! 't En verwaait med al
+ geen bladtje, dat ons stooren zal;
+
+ geen rimpelken in 't lief gelaat
+ des waters, dat vol blommen staat;
+
+ geen wind, geen woord: rondom gespreid,
+ al schaduwe, al stilzwijgendheid!
+
+ Dan, diepe, diepe in 't water, blauwt,
+ half groen geblest[1], de hemelvaut;
+
+ en, priemend' hier en daar vergaat
+ een langgesponnen zonnedraad.
+
+ Hoe eerbaar, edel, schoone en fijn
+ kan toch eene enkele blomme zijn,
+
+ die, al med eens, en zorgloos, uit
+ de hand van heuren Schepper spruit!
+
+ Door Hem, en door geen menschenhand,
+ lag hier een nederig zaad geplant;
+
+ door Hem, op dezen oogenblik,
+ ontlook het, en dien troost heb ik,
+
+ dat, blomme, gij mij bidden doet,
+ en wezen zoo ik wezen moet:
+
+ aanschouwende en bevroedende in
+ elk uiterste einde 't oorbegin,
+
+ den grond van alles; meer gezeid,
+ maar nog niet al: Gods eerstigheid.
+
+VOETNOOT:
+
+1 Gevlekt.
+
+
+
+
+WAAR ZIT DIE HELDERE ZANGER.
+
+
+ Waar zit die heldere zanger, dien
+ ik hooren kan en zelden zien,
+ in 't loof geborgen,
+ dees blijden Meidagmorgen?
+
+ Hij klinkt alom de vogels dood,
+ bij zijnder kelen wondergroot'
+ en felle slagen,
+ in bosschen en in hagen.
+
+ Waar zit hij? Neen, 'k en vind hem niet,
+ maar 'k hoore, 'k hoore, 'k hoore een lied
+ hem lustig weven:
+ het kettert in de dreven.
+
+ Zoo zit en zingt er menig man,
+ vroegmorgens op 't getouwe, om, van
+ goên drom[1], te maken
+ langlijdend[2] lijwaadlaken.
+
+ De wever zingt, zijn' webbe deunt[3];
+ de la klabakt, 't getouwe dreunt;
+ en lijzig varen
+ de spoelen heen, in 't garen.
+
+ Zoo zit er, in den zomer zoel,
+ een, werpende, op den weverstoel
+ van groene blâren,
+ zijn duizendverwig garen.
+
+ Wat is hij: mensche of dier of wat?
+ Vol zoetheid, is 't een wierookvat,
+ daar Engelenhanden,
+ onzichtbaar, reuke in branden?
+
+ Wat is hij? 't Is een wekkerspel,
+ vol tanden fijn, vol snaren fel,
+ vol wakkere monden
+ van sprekend goud, gebonden.
+
+ Hij is... daar ik niet aan en kan,
+ een' sparke viers, een' boodschap van
+ veel hooger' daken
+ als waarder menschen waken.
+
+ Horkt! Langzaam, luide en lief getaald,
+ hoe diep' hij lust en leven haalt,
+ als uit de gronden
+ van duizend orgelmonden!
+
+ Nu piept hij fijn, nu roept hij luid';
+ en 't zijpzapt hem ter kelen uit,
+ lijk waterbellen,
+ die van de daken rellen.
+
+ Geteld, nu tokt zijn taalgetik,
+ als ware 't op een marbelstik[4],
+ dat perelkransen,
+ van 't snoer gevallen, dansen.
+
+ Geen vogel of hij weet zijn lied,
+ zijn' leise[5] en al zijn stemgebied,
+ bij zijnder talen,
+ nauwkeurig af te malen.
+
+ 't En deert mij niet, hoe oud gedaagd,
+ dat hij den zangprijs henendraagt,
+ en, vogel schoone,
+ mij rooft de dichterkroone!
+
+ Want mensche en heeft u nooit verstaan,
+ noch al uw' rijkdom recht gedaan,
+ o wondere tale
+ van koning Nachtegale!
+
+VOETNOTEN:
+
+1 Schering.
+
+2 Langmeegaand, duurzaam. Lijden = gaan.
+
+3 Schudt, trilt.
+
+4 Stik = stuk.
+
+5 Lied.
+
+
+
+
+DE NAVOND KOMT ZOO STIL.
+
+
+ De navond komt zoo stil, zoo stil,
+ zoo traagzaam aangetreden,
+ dat geen en weet, wanneer de dag
+ of waar hij is geleden[1].
+ 't Is avond, stille... en, mij omtrent,
+ is iets, of iemand, onbekend,
+ die, zachtjes mij beroerend, zegt:
+ „'t Is avond en 't is rustens recht.”
+
+ De boomen dragen gansch de locht
+ vol groen, nog onbestoven;
+ en 'k zie, zoo dicht hun' blaren staan,
+ nog nauwlijks door de hoven;
+ 'k en hoore niets, al om end om,
+ van 't zoetgekeelde vogelendom,
+ 't en zij, het donker loof beneên,
+ den nachtegaal zijne avondbeên.
+
+ Hij zingt! Ach, wist hij zelf hoe schoon
+ hij zingt! Het is onwetend,
+ dat zingend hij mijne ooren boeit,
+ en aan zijn' kele ketent.
+ Ach, wist hij 't gene ik wetend ben:
+ dat dankbaar ik toch wete en ken
+ wie hem zijn' tale, en mij daaraf
+ 't genoegen en 't genieten, gaf!
+
+ Hoe lieflijk zingt hij! Maar, wat hoor
+ eensgangs ik ginder gekken?
+ Wat is 't, dat her en weder her
+ verergerend gerrebekken?
+ Och, vorschenvolk, in 't waterwied,
+ houdt op! En stoort de stilte niet:
+ laat hooren mij dat leutig slaan...
+ en, kwelgediert, houdt op voortaan!
+
+ Hebt daar!... Het speit, den steen rondom,
+ en, uitgestrekter schenen,
+ zijn al de vorschen, diepe in 't goor,
+ in 't zwijgend goor verdwenen!...
+ Eilaas, de nacht en 't donker zijn
+ bezitten nu den zanger mijn:
+ noch nachtegaal, noch ruit, noch muit[2],
+ en hoore ik meer... 't is uit, 't is uit!
+
+VOETNOTEN:
+
+1 Voorbijgegaan.
+
+2 Niet het minste stemgerucht.
+
+
+
+
+=DE VLIEGE=.
+
+
+ o Gij dikke, welgekleede, welgevoede
+ vliege, die
+ 'k daar zoo dikkens, om end weder om mij,
+ hoore en zie
+ vliegen, varen, vederen, ruischen, in den
+ zonnestraal,
+ met uw' ronkend-, hoog- en leeggevooisde
+ vedertaal!
+
+ Ha, 'k en kenne niemand die u ooit ééne arme
+ reke[1] of twee
+ heeft geschonken, schoon gij zingt en immer
+ zongt, alreê
+ ruim zoo lange als merelaan, of meeze, of
+ nachtegaal,
+ ruim zoo schoone allichte als honigbie- en
+ krekeltaal.
+
+ o Gij dikke, weltevreden, welgezinde
+ snaartrompet,
+ nooit en zag ik of en hoorde ik uwe
+ vlerken, net
+ lijk twee glazen ruitjes, daverende' 't zij
+ late of vroeg,
+ of 't was helder zomerweder, en de
+ zonne loech!
+
+ o Gij aardig dierken, 'k wou dat ik, zoo wel als
+ alle mensch,
+ zoo gij schijnt te hebben, had mijn herte en
+ wille en wensch,
+ en dat ge ons, al ronken in den mooien
+ zonneschijn,
+ wist den weg te wijzen naar 't gestadig
+ blijde zijn!
+
+VOETNOOT:
+
+1 Regel, schrift of zang.
+
+
+
+
+WAT HANGT GIJ DAAR TE PRATEN.
+
+
+ Wat hangt gij daar te praten
+ aan die blomme, o bruine bie;
+ waarop, waaruit, waarover
+ ik u ronken hoore en zie?
+ Gij zijt er met uw' neuze en
+ met uw tonge al ingegaan;
+ gij hebt eraan geroken
+ en van alles aan gedaan,
+ daarom, daarin, daarover,
+ op uw' vlerken alle twee:
+ ik wonder hoe die blomme u
+ laat geworden, zoo ter lee[1]!
+ Och, ware ik in heur' plaatse, ik
+ hiet u varen, en ik sloot
+ zoo seffens al dat werk, al
+ dat geruchte uit mijnen schoot,
+ en 'k...: „Rap, uit mijnen weg en
+ uit mijn zunne, dat ik zie:
+ houdt op, en laat mij werken,
+ of ik strale[2] u!” zei de bie.
+
+VOETNOTEN:
+
+1 Gewillig.
+
+2 Straal = pijl, angel.
+
+
+
+
+ALS GE NAAR HET KOOREN LUISTERT.
+
+
+ Als ge naar het kooren luistert,
+ dat nu op- nu nedergaat;
+ daar een' zwepe wind in snuistert,
+ dat de lieve zonne baadt;
+
+ neen, 't en kan geen' snare talen,
+ die zoo zoete om hooren is
+ als 't gerep der roggestalen,
+ als 't geroer van 't kooren is.
+
+ 't Vaart een fijn gelispeld leven
+ deur de toppen, altemaal;
+ daar de diepere stammen beven,
+ deunende als een' dondertaal.
+
+ Hel en duister, lijze en luide,
+ mingelmangelt in de lucht,
+ 't ruischen van de groengekruide,
+ grauwgetopte koorenvrucht.
+
+ Drijft dan maar, gij dunne staven,
+ die den landman 't leven wint;
+ laat de zonne uw' lenden laven
+ zoetjes, en den zomerwind!
+
+ Hei, daar valt er volk te peerde,
+ losgetoomd, in 't veie[1] groen;
+ donker diept het neêr naar de eerde,
+ zoo in zee de schepen doen.
+
+ Volgende elk den andere, varen
+ ze, elk gevolgd, in 't volle veld;
+ 't zonnelicht beglanst de baren
+ van dit rennend rosgeweld.
+
+ Schielijk, in de lucht ontkomen,
+ zijn de ridderen weg: 't en speelt
+ niets meer in de vrije vromen,
+ dat de zware zee verbeeldt.
+
+ Stille is 't nu: de zonne vonkelt
+ deur de wolken, blij en blank;
+ milde lacht het al en monkelt[2],
+ in en om mij, lief en lang.
+
+ Ach! 'k En gave om al het schoone,
+ dat de heldere zonne ziet,
+ –Vlanderen, Vlanderen spant de kroone,–
+ neen-ik, nog mijn Vlanderen niet!
+
+VOETNOTEN:
+
+1 Welig.
+
+2 Glimlacht.
+
+
+
+
+DE WOLKENWEG BEDIJGT.
+
+
+ De wolkenweg bedijgt[1]
+ vol eendlijke[2] oorlogschepen,
+ wier witgezeilde macht
+ de koele westerzwepen
+ des windloops drijven doen,
+ en, in 't gelid zoo zaan[3],
+ den hemel vol, tot in
+ zijn verste diepten, staan.
+
+ De zonne speelt daarin,
+ met honderd duizend monden
+ geschuts; die, scherp gelaên,
+ 't gebuikte lijndoek wonden
+ van 't scheepgevaarte: 't licht
+ en 't duistert, keer om keer;
+ en, schielijk overwolkt,
+ en zie 'k geen zonne meer.
+
+ Gaat 't regenen eindelijk,
+ en, zoo 't de boeren vragen,
+ een' ongetelden oest[4]
+ van goud en zelver vlagen[5]?
+ Gaat 't regenen? Donker is 't,
+ nog donkerder. Med een,
+ daar bliksem' het, en 't buischt
+ een zware dondersteen!
+
+ Het windrad is gekeerd,
+ de hemelwanden breken,
+ en neerstig–vlucht in huis!–
+ zie 'k al de daken leken:
+ God zegent het geweld
+ des hemels, de eerde doomt[6]
+ en davert, van 't geluk
+ dat in heure aderen stroomt.
+
+VOETNOTEN:
+
+1 Bedijgen, bedijen, groeien, worden.
+
+2 Angstig, groot.
+
+3 Dra.
+
+4 Oogst.
+
+5 Het vlaagt = het buit, het is buiig weer.
+
+6 Dampt.
+
+
+
+
+ANDLEIE.[1]
+
+
+ Jordane van mijn hert
+ en aderslag mijns levens,
+ o Leye, o vlaamsche vloed,
+ lijk Vlanderen, onbekend;
+ hoe overmachtigt mij
+ de mate uws vreugdegevens,
+ wanneer ik sta en schouwe,
+ uw' vrijen boord omtrent!
+
+ Hoe vaart gij welgemoed,
+ de malsche meerschen lavend
+ met blijder vruchtbaarheid,
+ te Scheldewaard, en voort
+ ten Oceaan, u, zelf,
+ een' diepe vore gravend,
+ die 't oude en vrije land
+ van Vlanderen toebehoort.
+
+ Wat zijt ge schoone, o Leye,
+ als 't helderblauwe laken
+ der hemeltente wijd
+ en breed is uitgespreid,
+ en dat, uit heuren throon,
+ de felle zunne, aan 't blaken,
+ vertweelingt heur gezichte
+ in uwe blauwigheid!
+
+ Dan leeft het rondom al[2]
+ uw' groengezoomde kanten,
+ aanzijds en heraanzijds,
+ zoo verre ik henenschouw,
+ van lieden, die weêrom,
+ en nu in 't water, planten
+ den overjaarschen bloei
+ van hunnen akkerbouw,
+
+ den bast, die, onlangs, toen
+ hij jong was, jong en schoone,
+ 't gezicht verblijdde, maar
+ één levend legtapijt;
+ die, veel te lichte, eilaas!
+ de blauwe maagdenkroone
+ verloos, en bleef het lieve
+ en jeugdig leven kwijt!
+
+ Het vlas! Nu staat 't gedoopt,
+ Jordane, in uwe lanken,
+ gegord in haveren stroo,
+ dat banden gouds gelijkt;
+ bij duizend duizenden
+ van bonden, die vier planken
+ bewaren, ketenvast
+ en aan den wal gefijkt[3].
+
+ Hoe zucht gij, om weêr uit
+ dit stovend bad te komen;
+ hoe zucht gij, zoo de ziel,
+ de vrome kerstene, doet,
+ die, na gedulde pijn,
+ vol hopen en vol schromen,
+ verlangt het licht te zien
+ dat haar verlossen moet!
+
+ Verdraagt den harden steen[4]
+ nog wat, die, korts nadezen,
+ gelicht, u helpen zal
+ ter vrijheid; en de dood,
+ die u gedwongen hield,
+ zal zelf gedwongen wezen,
+ u latende uit het graf
+ en uit den Leyeschoot.
+
+ Die steen heeft u gedempt,
+ g'ootmoedigd en gedoken,
+ tot dat uw taaie rug,
+ gemurruwd en verzaad,
+ geen' weerstand biên en zou
+ aan hem die u, gebroken,
+ tot lijn[5] hermaken zal
+ en edel vlasgewaad.
+
+ Hoe krielt het wederom,
+ langs al de Leyeboorden,
+ van lieden, half gekleed,
+ die half in 't water staan,
+ en halen, lekende uit,
+ lijk lijken van versmoorden,
+ 't gebonden, zappig vlas,
+ en 't spreidende openslaan!
+
+ 't Verrijst! Het wordt alhier,
+ het wordt aldaar bewogen,
+ gestuikt[6], gekeuveld[7] en
+ gehut. De zonne lacht
+ en speelt in 't droogend schif[8],
+ dat, 't water uitgezogen,
+ heur fijne stralen drinkt
+ en fijndere verruwpracht!
+
+ Wat zie 'k! o Israël,
+ lijk in de bibelprenten,
+ gekleend, den overtocht
+ van 't Abrahamsche diet[9];
+ gesmaldeeld en geschaard,
+ in lijnwaadgrauwe tenten,
+ ontelbaar, zoo 't den dwang
+ van Pharao verliet!
+
+ Beloofde land van God,
+ Jordane, in 't hooge Noorden,
+ hoe schoon 't gelegerd volk,
+ dat, God gehoorzaam, voet
+ en hand te zamen, zwoegt
+ naar uwaard, en de boorden
+ van 't stroomend waterkleed
+ strijdmachtig leven doet!
+
+ Ik hef, lijk Bala'am,
+ mijn woord op, en 'k bezegen
+ den arbeidweerden troost
+ dien 't neerstig Vlanderen vand...!
+ Zij 't immer God getrouw,
+ God dankbaar, God genegen,
+ en weerd de diere kroon
+ die hem de vrijheid spant,
+
+ zoo lang de Leye loopt,
+ zoo lang de velden dragen
+ den taaien lijnwaadoost[10],
+ die op heur boorden groeit;
+ zoo lang 't gestorven vlas
+ herleeft in kant en kragen,
+ en, sneeuwwit op de borst
+ van jonk- en schoonheid bloeit!
+
+VOETNOTEN:
+
+1 Aan de Leie.
+
+2 Aan, langs.
+
+3 Fijke is een stok of ijzeren staaf op den oever, waar de in 't water
+neergelaten vlasbakken aan vastgebonden worden.
+
+4 Die op de volle vlasbakken ligt om het vlas ter roting onder water
+te houden.
+
+5 Gesponnen draad om te weven.
+
+6 Stuiken = korenschoven recht overeind zetten om te drogen.
+
+7 Keuvel = gevelpunt op een dak.
+
+8 Houtbast van 't vlas.
+
+9 Volk.
+
+[10] Oogst.
+
+
+
+
+='T IS STILLE=.
+
+
+ 't Is stille. Rustig ligt
+ en slaapt het altemaal,
+ dat leute en leven was,
+ dat locht- en vogeltaal.
+ Geen windeken en waakt:
+ november houdt den staf,
+ en stelpt dat wekken mocht
+ het eindloos duister graf
+ des aardrijks. Ongebaand
+ en dood zijn weg en straat;
+ de voet alleen verwekt,
+ en 't stappen van die gaat,
+ een doof gerucht in 't loof,
+ dat, afgevallen, plekt
+ den grond, dien 't in een' spree
+ van doodsche varwen dekt.
+ 't Is stille. Gij alleen,
+ o vlugge en vlijtig ding,
+ dat, langs den natten tak
+ geklaverd, uw gepink
+ laat hooren, fijn en snel,
+ ge ontsnapt en snetst alom:
+ „Ik leef nog: piep! Ik leef,
+ spijts 's winters winterdom!”
+
+
+
+
+=DE RAVE=.
+
+
+ Met zwart- en zwaren zwaai aan 't werken door de grauwe,
+ de zonnelooze locht, ik de oude rave aanschouwe;
+ die, roeiende op en dóór den schaars gewekten wind,
+ gelijk een dwalend spook, eilaas geen ruste en vindt.
+
+ Ze is zwart gebekt, gepoot, gekopt in 't zwarte; als kolen,
+ zoo staan heure oogen zwart, in hun' twee zwarte holen
+ te blinken; rouwgewaad en duister doek omvangt
+ het duister wangedrocht, dat in de nevelen hangt.
+
+ Ze is stom! Z'en uit geen woord en 't waaien van heur' slagers
+ en hoort gij niet. Alzoo de zwarte doodendragers
+ stilzwijgend gaan, zoo gaat zij zwijgend op de lucht,
+ en wendt alhier aldaar heur' zwarte ravenvlucht.
+
+ Wat wilt gij, duister spook! Waar gaat gij? Van wat steden
+ zijt gij, met damp en doom[1] en 's winters duisterheden,
+ alhierwaards aangewaaid? Wat boodschap brengt gij? Van
+ wat rampe of tegenspoed zijt gij de bedeman[2]?
+
+ Is ziek- of zuchtigheid, uit 's noordens grauwe landen;
+ is sterfte wederom, is hongersnood op handen?
+ Is moordaanslag, verraad de zin van uw vermaan;
+ of gaat de muil misschien des afgronds opengaan?
+
+ Geen woord! Dan, weg van hier, onzalige: gaat varen
+ alwaar nooit zonne en rijst; alwaar de grimme baren
+ staan ijsvaste overende, als rotsen; en waar nooit
+ noch blom noch blad den buik van moeder aarde en tooit!
+
+ Gaat aan! Of spreekt een woord, zoo de andere vogeldieren
+ te zomertijde doen, die in de bosschen zwieren:
+ ja, 's winters, als de snee' heur laken heeft gespreid,
+ nog vinkt en klinkt het hier, vol vogelvlijtigheid.
+
+ En gij! De rave trekt, met trage vederslagen,
+ voorbij mij, zwaar en zwart gelijk nen kerkhofwagen,
+ en roept mij, onverwachts, terwijl zij henenvaart,
+ al in één enkel woord, heur' winterboodschap: „Spaart!”
+
+VOETNOTEN:
+
+1 Damp.
+
+2 Bode.
+
+
+
+
+=DE TIJD=.
+
+
+ _Tempus non erit amplius._ Apoc. X, 6.
+
+ Verloren is 't gepijnd om aan
+ den tijd, die immer voort moet gaan,
+ een paal te zetten;
+ ja, stelt u maar en schoort u stijf,
+ ge 'n zult, met al uw leên en lijf,
+ zijn' baan beletten.
+
+ Hij lacht met u, en, moegesold,
+ gij vechtend in de vore rolt,
+ daar 't eeuwig varen
+ zijns wilden strooms voorbij u voert,
+ en zegepralend henenroert,
+ zijn' ruwe baren.
+
+ Hij stampt de hooge boomen om,
+ hij buigt den berg zijn' lenden krom,
+ hij springt de banden
+ van staal intween, die vastgedaan,
+ bij stede en stad, hem wederstaan,
+ in alle landen.
+
+ Geen wet en weet hij, noch 't en zal
+ hem dwingen eenig ongeval:
+ geen' legerbenden,
+ geen' wapens, geen geweld van iet
+ dat donderbusse of boge schiet,
+ en kan hem schenden.
+
+ Onraakbaar is hij, vluchtende ooit
+ en vechtende; verderfnis strooit
+ hij op die wilden
+ weêrzetten hem 't zij burgten van
+ orduin[1] gebouwd, 't zij duizend man,
+ 't zij duizend schilden.
+
+ 't En breekt den boozen beul, van al 't
+ geween dat hem te voeten valt,
+ geene enkele smerte,
+ geen Bethlehemsche kinderdood,
+ geen leêggeroofde moederschoot,
+ zijn steenen herte!
+
+ Zoo moet hij varend henengaan,
+ en al dat is aan stukken slaan,
+ tot ander stonden,
+ dat hij ook eens, het licht ontzeid,
+ voor eeuwig hebbe in de eeuwigheid
+ zijn' dood gevonden.
+
+VOETNOOT:
+
+1 Arduin.
+
+
+
+
+MIJN HERT IS ALS EEN BLOMGEWAS.
+
+
+ Mijn hert is als een blomgewas,
+ dat, opengaande of toegeloken,
+ de stralen van de zonne vangt,
+ of kwijnt en pijnt en hangt gebroken.
+
+ Mijn hert gelijkt het jeugdig groen,
+ dat asemt in den dauw des morgens;
+ maar zwakt, des avonds, moe geleefd,
+ vol stof, vol weemoeds en vol zorgens!
+
+ Mijn hert is als een vrucht, die wast
+ en rijp wordt, in de schauw verholen,
+ aleer de hand des najaars heeft,
+ te vroeg eilaas, den boom bestolen!
+
+ Mijn hert gelijkt de sterre, die
+ verschiet, en aan de hooge wanden
+ des hemels eene sparke strijkt,
+ die, eer 'k heraêm, houdt op van branden!
+
+ Mijn herte slacht den regenboog,
+ die, hoog gebouwd dóór al de hemelen,
+ welhaast gedaan heeft rood en blauw
+ en groen en geluwe en peersch te schemelen!
+
+ Mijn hert... mijn herte is krank, en broos,
+ en onstandvastig in 't verblijden;
+ maar, als 't hem wel gaat éénen stond,
+ 't kan dagen lang weêr honger lijden!
+
+
+
+
+ 't Eerste dat mij moeder vragen
+ leerde, in lang verleden dagen,
+ als ik hakkelde, ongeriefd
+ nog van woorden, 't was, te gader
+ bei mijn' handtjes doende: „Vader,
+ geeft me 'en kruisken, als 't u belieft!”
+
+ 'k Heb een kruiske dan gekregen,
+ menig keer, en wierd geslegen
+ op mijn' kake, zacht en zoet...
+ Ach, ge zijt mij, bei te gader,
+ afgestorven, moeder, vader,
+ 't geen mij nu nog leedschap doet!
+
+ Maar, dat kruiske, 't is geschreven
+ diep mij in den kop gebleven,
+ teeken van mijn erfgebied:
+ die den schedel mij aan scherven
+ sloege, en hiete 't kruisken derven,
+ nog en hadd' hij 't kruisken niet!
+
+
+
+
+WINTERMUGGEN.
+
+
+ De wintermuggen zijn
+ aan 't dansen, ommentomme,
+ zoo wit als muldersmeel,
+ zoo wit als molkenblomme[1].
+
+ Ze varen hooge, in 't vloe;
+ ze dalen diepe, in de ebbe;
+ ze weven, heen en weêr,
+ hun' witte winterwebbe.
+
+ Hun' winterwebbe zal,
+ dat lijnwaad zonder vlekken,
+ den zuiverlijken schoot
+ van moeder Aarde dekken.
+
+ Ze ligt in heuren slaap,
+ ze droomt den schuldeloozen,
+ den maagdelijken droom
+ van nieuwe lenteroozen.
+
+ Ze ligt in heuren slaap,
+ ze droomt den wonderbaren,
+ den liefelijken droom
+ van 's zomers harpenaren.
+
+ Ze ligt in heuren droom,
+ ze droomt van overvloed en
+ van voorspoed overal,
+ om vee en volk te voeden.
+
+ 'n Wekt ze niet, 'n laat
+ heur geen geruchte dwingen,
+ om, al te schier ontwekt,
+ uit heuren slaap te springen!
+
+ Daar ligt ze nu en rust:
+ heur zwijgend beddelaken,
+ de wintermuggen spree'n 't,
+ die geen geruchte en maken.
+
+ Ze draaien op en af
+ en af en op en omme,
+ zoo wit als melk, als meel,
+ als molke en runselblomme[2].
+
+VOETNOTEN:
+
+1 Wrongel.
+
+2 Wrongel.
+
+
+
+
+=WINTERNACHT=.
+
+
+ Hoe zwart staan al de boomen in
+ de witheid, onverwacht,
+ van 't overdadig sneeuwen, dat 't
+ gedaan heeft, van den nacht!
+
+ Ze staan daar, als gekoolzwart en
+ met teekenen geprent,
+ al zwarte en zware staven, op
+ een eindloos pergament.
+
+ Ze 'n roeren noch ze 'n poeren[1] en,
+ bij 't nachtelijk gestraal,
+ men zweren zou dat 't spoken zijn,
+ of reuzen altemaal.
+
+ De sterren staan en bliksemen,
+ als oogen, ongeteld,
+ van boven, uit de koppen van
+ die reuzen vol geweld.
+
+ Ze groeien immer grooter, en
+ de witheid van de snee
+ verzwaart de zwarte stammen. Zich[2]!
+ van een' zoo wordt er twee!
+
+ 'k Versta nu hoe van drollen[3], gij,
+ en droezen[3] hebt gedroomd,
+ wanneer ge, Noordsche heidenen,
+ verkeerdet in 't geboomt.
+
+ Bij 't razen van den winter en
+ bij 't nijpen van den nacht,
+ is de oude, grimme reuzenzegge[4]
+ ontstaan in uw gedacht.
+
+VOETNOTEN:
+
+1 Bewegen.
+
+2 Zie.
+
+3 Nikkers, spoken.
+
+4 Sage.
+
+
+
+
+=ARM HUISGEZIN=.
+
+
+ Onder 't duister dak gedoken,
+ stroo en vodden[1] altegaar,
+ heel onttodderd[2], half gebroken,
+ staat des werkmans woonsteê daar.
+
+ 't Kaafgat[3], omme- en scheefgetrokken,
+ vallen gaat; en daar, deureen,
+ liggen afgerolde brokken
+ bruingebrand al, gruis en steen.
+
+ 't Dak beneden, deur de wanden,
+ glazenloos, van latte en leem
+ zie 'k getelde turven branden,
+ doodsch, in 't deerlijk huisgeheem[4].
+
+ Open ligt het, aller oogen;
+ 't waait erdeure en 't sneeuwt erin;
+ 's zomers zal me' er hitte in doogen,
+ 's winters koude.–Arm huisgezin!
+
+VOETNOTEN:
+
+1 Zoden.
+
+2 Uit de voegen.
+
+3 Kave = schouw.
+
+4 Binnenhuis; heem, heim = huis.
+
+
+
+
+IRREQUIETUM[1]....
+
+
+ Als één verdriet is uitgezucht,
+ er ruimte is, zult ge zeggen,
+ en reden daar, om ééns, toch ééns,
+ het rouwkleed af te leggen!
+ 't En doet! Daar zitten zuchten al
+ volveerdig, neêrgedwongen,
+ en beidende, in de bange borst,
+ die geren henensprongen!
+
+ Ze kwellen en ze pramen u,
+ en baren zult ge, baren,
+ ach! de altijdonvolborentheid
+ des weedoms! De oude jaren
+ en letten 't herontvangen, noch
+ het grootgaan, immer: sterven
+ van droefheid, zult ge, in barensnood,
+ en 't eeuwig–leven–erven!
+
+VOETNOOT:
+
+1 Zonder rust.
+
+
+
+
+=VELUT UMBRA=[1].
+
+
+ Hoe lange al, eer 'k aanschouwen mocht
+ mijn schaduwbeeld! en zonnestralen,
+ door 't scheuren van de ontstelde locht,
+ 't daar schielijk, vóór mij, henenmalen!
+ 'k Verschiete ervan, zoo lange al is 't,
+ dat, zonneken, mijne ooge u mist.
+
+ 'k Gevoel 't zoo veerdig–: ommentom,
+ dien eersten blik van liefde, 't wezen
+ en 't uitzien van heel 't scheps'lendom,
+ gedeluwd[2] en ontziend[3] voordezen,
+ doet werkzaam, in den zonneschijn,
+ heropgestaan en wakker zijn.
+
+ De witte muur, het roode dak,
+ de grauwe baan, de zwarte moude[4],
+ het groene gers[5], de bruine tak,
+ 't is al alsof 't herleven zoude
+ in 't licht, dat 't moede en 't doove, van
+ dat verruwloos is, verwen kan.
+
+ Een enkel scheurke in 't wolkgewand,
+ en 'k sta daar, vóór mij, heengeschreven,
+ van boven tot beneên, in 't zand
+ vertweelingd, in 't geweld te leven
+ des zonnelichts!... Och arme, 't sluit,
+ weêr toe: mijn beeld is,–al is uit!
+
+ Zoo gaat het, Heer des levens: al
+ zoo lange ik, in den hoogen throone,
+ U zelven eerst niet zien en zal,
+ den nu nog onaanschouwbaar schoone,
+ zoo lang zal licht en zonneschijn
+ me, en 't leven ook, een schaduw zijn!
+
+VOETNOTEN:
+
+1 Als een schaduw.
+
+2 Loodverwig.
+
+3 Onschoon.
+
+4 Aarde.
+
+5 Gras.
+
+
+
+
+=ABEELEN=.
+
+
+ Verschgevelde abeelenboomen
+ liggen langs de grachten heen,
+ die den ouden zandweg zoomen,
+ hoofd en armen afgesneên.
+
+ Sterke stammen, kon dat wezen,
+ gij, die, op en in den grond,
+ met uw' voeten vastgevezen[1],
+ vamen diepe, ondelgbaar, stondt?
+
+ Gij, die 't zwaar geweld der winden,
+ kreunende, op uw kruinen droegt;
+ die zoo lang den boosgezinden
+ wintervijand wedersloegt?
+
+ 't Edel hoofd intweengespleten,
+ knoken in den grond geboord,
+ wie heeft 't al u afgebeten,
+ dat uw' schoonheid toebehoort?
+
+ Spillen zie 'k, en spanen, dragen;
+ splenters, uit uw hoofdgewaai;
+ takken uit uw' toppen zagen,
+ kerven af uw' teenen taai!
+
+ Elk komt uit en wondt en snijdt u:
+ raapt en rooft, met volle hand;
+ nu dat, omme en verre en wijd, uw
+ hooge kroone ligt in 't zand.
+
+ Vijandschap, aan alle zijden,
+ woedt om uwe ellendigheid:
+ heeft u ooit, in vroeger tijden,
+ vrede en vriendschap één ontzeid?
+
+ Edel volk, wanneer gij wachttet,
+ langs den weg, en schaduw smeet
+ op die, moegegaan, versmachtte 't
+ zonnevier, was 't iemand leed?
+
+ Iemand leed! Ach, laat mij weten
+ wie dat 't is, die, afgemat,
+ heeft ondankbaar neêrgezeten,
+ in de schaduw! Leert mij dat!
+
+ Meermaals mocht ik asem halen,
+ vluchten onder 't groene dak,
+ als het zweerd der zonnestralen
+ scherp mij in de lenden stak.
+
+ Boomen, in uw' looverlane,
+ tellende, een voor een, u al,
+ 's zomers, zoete abeelenbane,
+ zelden ik nog komen zal!
+
+ 't Deert mij zoo!–De abeelenboomen
+ liggen langs de grachten heen,
+ die den ouden zandweg zoomen,
+ hals en handen afgesneên!
+
+VOETNOOT:
+
+1 Vijzen = schroeven.
+
+
+
+
+=LENTEGROEN=.
+
+
+ 't Is lentegroen genoeg,
+ voor honderdduizend oogen;
+ eilaas, 'k en hebbe er ik,
+ o grondig groene zee,
+ maar twee:
+ wie kander moedeloos,
+ den dwang mij doen gedoogen
+ van 't geen mij tegenhoudt
+ nen tocht in al dat groen
+ te doen?
+
+ Gij vlerkendragend volk,
+ gij allerhand gezwinde
+ doorvliegers van de lucht,
+ de lieve lente lacht
+ zoo zacht;
+ en gij, gij vliegt haar in
+ 't gemoet, bij lork en linde,
+ in 't nieuwgeboren gers[1],
+ in 't onkruid en in 't riet:
+ ik niet!
+
+ Gij bietjes ongeteld,
+ gij tienmaalhonderdduizend
+ in 't rood, in 't geel, in 't blauw
+ gepinte[2] pepels[3], haait
+ en draait
+ en drentelt, op en neêr,
+ eer 't zonnelicht, verhuizend
+ van hier, u, 't lieve groen,
+ en mij, de moede nacht
+ ontkracht!
+
+ o Grondig, groene zee,
+ 'k ben visschende op de baren
+ van uwe oneindigheid
+ van groen, en mijn gewin
+ daarin
+ verheugt mijn arem herte:
+ om 't gene ik late varen,
+ om 't gene ik vangen kan,
+ en.... God gebenedijd
+ mij zijt!
+
+VOETNOTEN:
+
+1 Gras.
+
+2 Getooid.
+
+3 Vlinder.
+
+
+
+
+=VOGELZANG=.
+
+
+ Ik hoore 't, gij vogelkens,
+ luide genoeg
+ herhaalt en herhaalt gij
+ uw' spraken;
+ maar, hoe ik mijn beste doe,
+ spade ende vroeg,
+ 'k en wete er geen zin van
+ te maken.
+
+ Verstaat gij malkanderen,
+ elk in zijn' taal?
+ Verstaat, gij die meest en
+ die merelt,
+ die lijstert, die leeuwerkt, die
+ muscht, altemaal
+ uw maagschap, tot tenden
+ de wereld?
+
+ Geen slagers en kenne ik, zoo
+ dapper als... ei!
+ die, slaande uwen klank uit
+ der kelen,
+ komt vinken en klinken hier,
+ vroeg in de mei,
+ en zitten en zingen
+ en spelen.
+
+ Ge 'n hebt me noch dit, in uw'
+ zangen, gedwaald;
+ noch dat, in uw zingen,
+ vergeten;
+ gelijk is het altijd, al
+ 't gene gij taalt,
+ gewikt en gemikt en
+ gemeten.
+
+ Zoo zongen uwe ouders, zoo
+ gij ook, nadien;
+ en, na u, zoo zingen
+ uw' jongen;
+ hebbe ievers ik nachtegaals-
+ zonen gezien,
+ 't was nachtegaalszang, dat
+ zij zongen.
+
+ Dan–alles van buiten weet ge:
+ al dat gij zingt
+ en zurkelt en zabbert;
+ 't zit even
+ zoo net in zijn' haken en
+ oogen, mij dinkt,
+ of ware 't met inte[1]
+ geschreven.
+
+ Daar leerde toch iemand u 't
+ liedergeluid
+ naar maten en wetten
+ bedwingen;
+ nu heffen, nu leggen: dan
+ in en dan uit,
+ van 't hoogere in 't leege
+ verspringen!
+
+ Geen scholen en wete ik, daar,
+ lastig en lang,
+ gij zaat, om uw' lessen
+ te leeren,
+ zoo menschen dat moeten, die
+ spel en gezang
+ betalende menschen
+ vereeren!
+
+ Gods werken, zijt wonder: ik
+ wille u verstaan,
+ doch, helder en wordt het...!
+ Geraden
+ en kan ik het raadsel, hoe
+ Hij heeft gedaan,
+ de Godlijke Dader,
+ zijn' daden!
+
+VOETNOOT:
+
+1 Inkt.
+
+
+
+
+=ZONNEWENDE=.
+
+
+ Een blomken heb ik staan, nabij
+ me, in de oude boekenzale,
+ dat altijd, naar den dag toe, keert
+ zijn' blaârkes, altemale;
+ het wenden mag ik zus of zoo,
+ dat ik begere volgt het noo,
+ en 't zoekt, weerom naar mij gericht,
+ nog altijd liever 't zonnelicht!
+
+ Och, ware ik als dat blomken is,
+ in al mijn doen en laten,
+ mijn zorgen, mijn bekommernis,
+ in huis en achter straten:
+ 't zij wat men doet of niet en doet,
+ 't zij wat ik immer lijden moet,
+ naar u, met herte en ziel, gericht,
+ o alverzettend zonnelicht!
+
+ 't Is duister nu en zwaar, te mets[1],
+ omtrent mij: oude kwalen
+ en nieuwe, doen, van zielgekwets,
+ mij moe zijn, menigmalen,
+ tot dat, o God, naar U gewend,
+ mijn' duisterheid den dag erkent,
+ en ziende U, met mijne oogen dicht,
+ ik asem hale, in 't zonnelicht.
+
+VOETNOOT:
+
+1 Somwijlen.
+
+
+
+
+BONTE ABEELEN.
+
+
+ Wit als watte, en teenegader
+ groen, is 't bonte abeelgeblader.
+
+ Wakker, als een wekkerspel,
+ wikkelwakkelwaait het snel.
+
+ Groen vanboven is 't en, zonder
+ minke[1], wit als melk, vanonder.
+
+ Onstandvastig volgt het, gansch,
+ 't onstandvastig windgedans.
+
+ Wisselbeurtig, op en neder,
+ slaat het, als een' vogelveder:
+
+ Wit en grauw, zoo, dóór de lucht,
+ „bonte-abeelt” de duivenvlucht.
+
+VOETNOOT:
+
+1 Iets dat ontbreekt, vlek.
+
+
+
+
+DE BLEEKERSGAST.
+
+
+ 't Ververscht mij, in 't geweld gestaan
+ der hooge zonnekrachten,
+ te zien van verre, aan 't water slaan,
+ vuls arems, uit de grachten,
+ den bleekersgast: de regenvloed
+ 't geleschte lijnwaad ronken doet.
+
+ Den lepel zwaait hij, zwak van leên,
+ ter beken uit, omhooge;
+ en waken doet, hoe verre heen
+ hij werpen kan, zijne ooge:
+ de laatste lage en mist hij niet,
+ en al dat drooge is nat hij giet.
+
+ De groote zonne lacht daarop
+ heure alderliefste lonken;
+ die, vallende in den dreupeldrop,
+ den dreupeldrop ontvonken:
+ ik regenbogen, smal van bouw,
+ nu hier nu daar, in 't gers[1], aanschouw.
+
+ Het lijnwaad is, en 't gers, nu nat
+ genoeg; de lanen leken;
+ en wederom zijn spegelglad
+ van aanschijn al de beken;
+ de bleeker zit en droogt entwaar[2]
+ de peerlen uit zijn kroezelhaar.
+
+ Verzachten doet dat regenbeeld
+ 't geweld der heete stralen,
+ en lichter in de longer[3] speelt
+ voortaan mij 't asemhalen:
+ zij vrede aan al die 't schoone van
+ Gods wonderheên beseffen kan!
+
+VOETNOTEN:
+
+1 Gras.
+
+2 Ergens.
+
+3 Long.
+
+
+
+
+=RIJMRAM=.
+
+
+ Daar viel mij in 't gedacht entwat,
+ dat, al te onveerdig opgevat,
+ verloren liep; en, mondgemeens,
+ en zal 't noch ik, noch iemand eens
+ genieten.
+
+ Het deert mij danig! Ei! 't en doet;
+ en heel en is en al, voor goed,
+ dat ongedicht gedachtje, dat
+ was al te onveerdig opgevat,
+ te nieten.
+
+ Het leeft entwaar[1] entwat dervan,
+ dat visschende ik nog vangen kan,
+ wellicht; en, eens in 't net, wie is 't,
+ genaan[2]! die mij den visch ontvischt,
+ en 't garen?
+
+ Mij rijmvast en, van stonden aan,
+ zal 't stijf en sterk in staven staan,
+ nu, mondgemeen, het onverwacht
+ gedacht gedicht, gedicht gedacht,
+ nog jaren.
+
+VOETNOTEN:
+
+1 Ergens.
+
+2 Wat weerga!
+
+
+
+
+=TWEE HORSEN=.
+
+
+ Ze stappen, hun' bellen al klinken,
+ de vrome twee horsen te gaar;
+ ze zwoegen, ze zweeten; en blinken
+ doet 't blonde gelijm[1] van hun haar.
+
+ Ze stappen, ze stenen, ze stijven
+ de stringen; en 't ronde gareel,
+ het spant op hun' spannende lijven:
+ de voerman beweegt ze aan een zeel.
+
+ De wagen komt achter. De rossen,
+ gelaten in 't lastig geluid
+ der schokkende, bokkende[2] bossen[3],
+ gaan, stille en gestadig, vooruit.
+
+ Geen zwepe en behoort er te zinken,
+ geen snoer en genaakt er één haar:
+ zoo stappen, hun' bellen al klinken,
+ de vrome twee horsen, te gaâr.
+
+VOETNOTEN:
+
+1 Geblink.
+
+2 Stooten.
+
+3 Naaf.
+
+
+
+
+=HET KLOKGEBED=.
+
+
+ Hoe helder klinkt
+ de klokkentaal
+ ten torren uit:
+ tot negenmaal
+ herhaalt, herhaalt
+ de klepel, op
+ den rooden boord,
+ zijn beêgeklop!
+
+ De landman laat
+ zijn' rossen staan:
+ naar huis zal hij,
+ en rusten, gaan!
+ maar, eer hij stap
+ van stede zet,
+ zoo bidt hij nog
+ zijn klokgebed.
+
+ Een engel naar
+ Maria kwam:
+ de boodschap hij
+ van 't Boetelam
+ had medebracht:
+ en negenmaal
+ begroet haar nu
+ de klokkentaal.
+
+ Gods eeuwig Woord
+ het licht verliet
+ des hemels, en
+ Maria hiet
+ het moeder zijn
+ van Hem die, aan
+ den boom, voor ons
+ heeft boete ontvaân[1].
+
+ De landman, na
+ den laatsten klop,
+ van bidden houdt,
+ van werken, op;
+ zijn' rossen staan
+ op stal weerom,
+ en moeder wenscht
+ hem willekom.
+
+VOETNOOT:
+
+1 Ontvangen.
+
+
+
+
+=SCHOONHEID=.
+
+
+ Hoe schoon zijn de ongekunstenaarde
+ boomen, die
+ 'k, erkenbaar uit elkander, in den
+ hemel zie
+ geschoten staan, en dragende elk een
+ beeltenis,
+ daar 't werken van Gods hand nog aan te
+ vinden is!
+
+ Hoe schoon is, ongeschonden, in de
+ zonnenkracht,
+ 't wijduitgespreide bouwsel van de
+ boomenpracht,
+ ten toppen uit gedreven, en, van
+ dracht, alzoo 't
+ de Schepper eerst, beminnende, uit zijn
+ handen goot!
+
+ Het was alzoo geschapen en, van
+ God gemaakt:
+ waarom en laat ge 't, mensch, door u niet
+ aangeraakt,
+ geworden, 't onverbeterbare en
+ 't schoonste van
+ de schoonheid, daar geen menschenhand ooit
+ aan en kan?
+
+
+
+
+=DE DAKPANNEN=.
+
+
+ De oude roo dakpannen schijnen zoo schoon,
+ schuren bedekkende en boeien[1],
+ laat er de zonne, van uit heuren throon,
+ vierige vonken op gloeien.
+
+ Duister, zoo waren ze, een wijle geleên,
+ vunzig, oneffen bedegen[2]:
+ deerlijk ontodderd[3] en schamel, beneên
+ 't vochtig gezijp van den regen.
+
+ Blijde nu blinken ze, in 't zadgroene veld;
+ schuren bedekkende en boeien:
+ 'k zie mij zoo geren, in 't zonnengeweld,
+ de oude roo dakpannen bloeien.
+
+VOETNOTEN:
+
+1 Schuurtje.
+
+2 Geworden.
+
+3 Uit de voegen.
+
+
+
+
+=TERUG=.
+
+
+ Scheef is de poorte van
+ oudheid, geweken:
+ zaâlrugde[1] 't dak van
+ de schure; overal
+ stroo op de zwepingen[2]
+ zit er gesteken;
+ vodden beveursten[3] het
+ huis en den stal.
+
+ Boven die vodden zijn
+ blommen gesprongen;
+ onder die vodden zit
+ volk en gezin;
+ blommen van vrede, zoo
+ ouden, zoo jongen,
+ blommen van buiten en
+ blommen van bin.
+
+ Daar is 't, dat moeder zat;
+ daar is 't, dat vader
+ vond die hem arbeid en
+ herte bracht; daar
+ knielden wij, kinderen,
+ handen te gader,
+ baden wij, kleenen en
+ grooten, te gaâr.
+
+ Daar is de schippe nog,
+ daar is de tange;
+ 't ovenbuur[4] staat daar, zoo
+ 't vroeger daar stond;
+ 't hondekot staat daar, en...
+ –'t is al zoo lange!–
+ Hoe is de naam van dien
+ anderen hond?
+
+ Ach, hoe verheugen mij,
+ ach, hoe verheffen
+ de oudere dagen mijn
+ diepste gemoed!
+ Is er wel iemand, die 't
+ ooit kon beseffen
+ wat gij, oud hof, mij nu
+ zegt, mij nu doet?
+
+ Zalige lieden, al
+ te arglooze menschen,
+ weinig begeerdet gij,
+ groot was uw hert!
+ –Kon het maar helpen, met
+ weenen en wenschen,
+ weêr ate ik roggenbrood,
+ naast u aan 't berd[5]!
+
+VOETNOTEN:
+
+1 Met een rug als een zadel.
+
+2 Dwarshout tot koppeling van de kapgebinten.
+
+3 Zoden vormen de dakvorst.
+
+4 Ovenhuis.
+
+5 Tafel.
+
+
+
+
+HET GETOUWE.
+
+
+ En mocht ik maar
+ twee zielen hebben,
+ 'n mocht ik maar
+ twee menschen zijn,
+ 'k zou weven mij
+ tweêrhande webben:
+ een' webbe groef,
+ een webbe fijn.
+
+ Een webbe zou 'k,
+ van zonne en zijde,
+ mij weven, en
+ van goudgespin;
+ met boomen en
+ met blaren, blijde,
+ met meer als een
+ schoon blomken in.
+
+ Mijn ander' webbe,
+ en tweede leven,
+ 'n liet ik maar,
+ onaangemoeid,
+ geschoren zijn,
+ getouwd, geweven,
+ zoo 't in en deur
+ 't getouwe vloeit!
+
+ Doch neen: ik zal,
+ van ziele en lijve,
+ de wever van
+ één webbe zijn,
+ zoo lange 'k in
+ dit leven blijve,
+ van zuur en zoet,
+ van groef en fijn.
+
+ Den inslag en
+ den drom[1] van 't leven,
+ van goed, heeft God,
+ en kwaad gespin,
+ van zijde en wolle
+ en werk gegeven,
+ met hier en daar
+ een blomken in.
+
+ En, zittende op
+ mijn krank getrouwe,
+ zoo weve en werke
+ ik, dag en nacht,
+ aanziende, vol
+ goe hope en rouwe,
+ den Heere, die
+ mijn werk verwacht.
+
+VOETNOOT:
+
+1 Schering.
+
+
+
+
+=WIEROOK=.
+
+
+ Thus ardens in igne.
+
+ o Wierookgraan,
+ geronnen traan
+ van ceder- en van lorkenstammen,
+ gebedenbeeld,
+ daar 't vier in speelt,
+ en 't vonkelen van 's herten vlammen.
+
+ Geen gave van
+ fijn goud en kan
+ mijn hand den Heer, geen myrrha bieden,
+ maar wierook zal,
+ en overal
+ en allen dag, Hem dank bedieden.
+
+ o Wierookgraan,
+ in 't vier gedaan,
+ en rookende uit mijns herten midden,
+ van aardsch en grauw
+ wordt hemelsch blauw:
+ gaat, wierookgraan, den Heere aanbidden.
+
+
+
+
+O HEEMELIJKE DIEPTEN...
+
+
+ o Heemelijke diepten van
+ 't vol schaduw hangend boschgebied:
+ vol schaduwe en vol duisterheid,
+ vol nacht en dauw, dooreengespreid!
+
+ 't Is morgen, en de zonne berst
+ alhier, aldaar, ontembaar, uit
+ den nachtelijken moederschoot:
+ „Hier ben ik!” roept de zonne groot.
+
+ „Hier ben ik!” En, ze doet den dauw,
+ in 't veld, en al dat vochtig is,
+ verdampen. Deur de glazen valt
+ ze in 't huisgezin:–ontwekken zal 't!
+
+ 't Is licht alom: 't is leven al,
+ dat 't zonnebeeld aanschouwde: alleen,
+ daar diepe, in 't eenzaam boschgebied,
+ en zie 'k, o schoone zonne, u niet.
+
+ 't Is duister, en 't is nacht daar nog;
+ met hier en daar een' gulpe of twee,
+ daar 't groen wordt, uit der grouwbaarheid...
+ 'k en weet niet hoe 't nen naam gezeid!
+
+ De zonne grijpt al vaster nu
+ de trappen aan des luchtgebouws:
+ ter zege vaart ze, hooge en blij;
+ geen boom die heur weêrbarstig zij!
+
+ Zij giet, dat elk het merken mag,
+ bij geuten, vier en werkzaamheid
+ den bossche in: dweersche balken gaan,
+ vol speitend licht, den bodem slaan.
+
+ Het mosch, het loof, het blinkend hout,
+ de takken zware of lijze, loopt
+ zij lustig laven:–heerlijk is
+ verwonnen weêr de duisternis.
+
+ Verwonnen zij de dood, en al
+ dat duisternisse of boosheid heet,
+ door 't Licht van U, die, tallertijd
+ verwinnende, onverwonnen zijt!
+
+
+
+
+='T GROEIT=.
+
+
+ 't Groeit overal entwat:
+ tot op de blauwe schorren[1],
+ maalt, onbemerkt, het mos,
+ bij kleene kleene porren[2],
+ zijn platte penningen,
+ die, groene en grauw gedaan,
+ of geluw, op 't gelent[3]
+ van de oude bruggen staan.
+
+ De zonne valt daarop,
+ de regen valt daaroppe;
+ ze groeien zijwaards uit,
+ ze zetten, doppe, doppe,
+ een dopken hier en daar,
+ dat, zoo en zus geleid,
+ aan elke schorre geeft
+ heur' schoone uitwendigheid.
+
+ Gaat, kijkt ernaar entwie[4],
+ die oogen heeft, en staat er
+ een stonde wijlend bij,
+ daar zunne valt en water;
+ en toogt mij dan tapijt,
+ of legwerk, of 't zij wat,
+ dat kunstiger gewrocht,
+ en schoonder, is als dat!
+
+ Laat mieren nu daarbij,
+ daarin, daaroverhenen,
+ of muggen reppen hun'
+ 't zij hooge of leege schenen;
+ laat vlerken, hel als glas,
+ vol regenboogsch gepraal,
+ daarbij zijn, ach, hoe schoon,
+ hoe lief is 't altemaal!
+
+ 't Leeft overal entwat:
+ 't zij op, 't zij onder 't vloeien
+ der waters; op de veurst[5]
+ gezaaide blommen bloeien;
+ de pannen, levenloos
+ 'n zijn zij; noch in 't stroo
+ van 't schamel dak en weunt
+ het schamel blomke noo.
+
+ 't Zijn spalten in den wand,
+ 't zijn gerren[6] in de pelen[7]
+ der boomen, daar hun spel
+ de varentjes in spelen,
+ die, boom- en wortelvast,
+ nog tieren in den schoot,
+ die, jaren leên, is hout-
+ en stam- en worteldood.
+
+ Geen moes[8] en gaat te kwist,
+ geen veite[9], entwaar, bedorven,
+ of 't leven kruipt erin
+ terug, al is 't gestorven;
+ geen hout en is zoo voos,
+ geen mesch[10], of, stap aan stee,
+ zit wulvenkaas[11] erop,
+ met paddenstoelen meê.
+
+ Waar is, van Leye tot
+ aan Schelde, aan zee, in zande,
+ op huis, op stake, entwaar
+ een plekke, in onzen lande,
+ daar niemendalle en leeft,
+ van blommen of van blad,
+ dat lief is? Overal,
+ 't groeit overal entwat.
+
+VOETNOTEN:
+
+1 Arduinen vloersteen.
+
+2 Wrat.
+
+3 Borstwering.
+
+4 Iemand.
+
+5 Dakvorst.
+
+6 Spleet.
+
+7 Pel, schors.
+
+8 Van overrijpe, rottende vruchten.
+
+9 Het een of ander dat verrot is of vergaan, waaruit nieuw welig leven
+kan opschieten; vei = vet, sappig, groeizaam, vruchtbaar.
+
+10 Mest.
+
+11 Slijmzwam.
+
+
+
+
+NAJAARSVERWEN.
+
+
+ Schilderschoon, zoo zijn de verven
+ van de blâren, die, aan 't sterven,
+ 's najaars, op de boomen staan,
+ schouwt de lieve zonne ze aan.
+
+ Groen, wat moet gij heldere vlagen
+ lichts in uwer lenden dragen,
+ dat gij, tanende ende ontaard,
+ toch zoo schoone verwen baart!
+
+ Groen, gij zijt me een eêl aanschouwen,
+ als ge, op de aarde wijd ontvouwen,
+ leven biedt aan volk en vee,
+ zegen giet op wald en wee!
+
+ Groen, gij sterkt mij dan, en vinden
+ doen mij locht, de groene linden;
+ maar, uw bloeloos bont gerief
+ is mij, 's najaars, nóg zoo lief.
+
+ 's Voorjaars zingt het al te prachtig,
+ al te menig, al te machtig
+ groen, te oneindig luide een lied:
+ maar het groen dat weggaat niet.
+
+ Ei, hoe orgelt dan, hoe kwedelt,
+ harpt en zingezangt en vedelt
+ mij dat henenstervend... neen,
+ henenlevend–loofgeween!
+
+
+
+
+NIEMANDSVRIEND.
+
+
+ Ge 'n weet niet, die, in stad gewend
+ te wonen, maar Gods koorne en kent,
+ wanneer het, brood bedegen[1],
+ en voedzaam, u wordt voorgeleid,
+ hoe heerlijk is de uitwendigheid
+ van 't groene, langs de wegen.
+
+ Van 't groen, dat hooge en leege groeit;
+ van 't groen, dat in de weiden bloeit;
+ van vogelvitse[2] en krokke;
+ van wegbree, murke en roozewied;
+ van onderhave en retse[2] en riet,
+ van distel en van dokke[3].
+
+ Ach distel, ik en kende maar
+ van zeggenswege uw streuvelhaar[4];
+ ik liet mij, van die 't zeiden,
+ verwittigd zijn, in 't akkerland,
+ dat ge overal de kroone spant,
+ om onraad uit te breiden.
+
+ 'k En kende u niet en, bovendien,
+ 'k en zocht u van nabij te zien,
+ voorwaar, noch aan te roeren,
+ zoodanig is de rake[5] omtrent
+ uw kwaadheid, overal bekend
+ en ruchtbaar, bij de boeren.
+
+ Men scheldt dat ge, iedereen ontvriend,
+ tot voedsel van den ezel dient;
+ men schuwt uw' scherpe bladen;
+ doch, hij en scheldt onnut u niet,
+ die 't schoone in al Gods werken ziet,
+ en 't goede zoekt te raden.
+
+ Men scheldt... of, erger nog, men hoort,
+ van wetswege, en bij koningswoord,
+ gebannen en geboden,
+ dat 't distelvolk men, een en al,
+ te zeisene en te spade, zal
+ verdoen, en de eerde uit roden.
+
+ Bermhertigheid voor 't schamel wied,
+ eilaas, dat ge al te ongeren ziet:
+ aanschouwt hoe 't, ja, de steenen,
+ de vuile brokken, daar 't geweld
+ der steêlie'n meê den buiten kwelt,
+ komt zedig groen verleenen.
+
+ Aanschouwt, op elken staf, hoe lief
+ elk distel hoofd zijn' blommen hief,
+ geheel of half maar open;
+ hoe net, van niemand aangeraakt,
+ een' krage om elke blomme blaakt,
+ vol verschen dauw gedropen.
+
+ Aanschouwt hoe 't schubbig distelhaar
+ omspannen hangt, vol Godssamaar[6],
+ vol kobbenetsche[7] kanten;
+ die roeren in den zonnenlaai,
+ die blinken in elk windgewaai,
+ vol stof van diamanten.
+
+ Hoe 't wikkelachtig witje wipt,
+ alhier, aldaar, verlekkerlipt
+ om 't zijne, uit al de bloeien,
+ te ontsnoepen aan de krabben[8] bie'n,
+ die 't, nijdig, elken distel zien
+ bezoekend henenspoeien.
+
+ 'k En rieke, alwaar men lieflijkheid
+ van zalvende olie toebereidt,
+ geen' aangenamer' roken
+ als die, des zomers, vroeg en laat,
+ daar 't distelt en vol blommen staat,
+ de distelblommen stoken.
+
+ Aanschouwt, op de oude toppen, hoe 't
+ gevlugde zaad omhooge woedt,
+ en waait voor alle winden,
+ om ievers, daar 't geen ziele en zag,
+ den vrijen hergeboortedag,
+ onsterflijk, weêr te vinden.
+
+ Zoo leeft gij, distels immer voort,
+ van wetswege en bij koningswoord
+ verboden en gebannen;
+ en, schoon zij, om uw schamel zaad
+ te worgen daar 't gewonnen staat,
+ zoo lange al samenspannen.
+
+ 't En zal, verdiend of onverdiend,
+ 't en zal u, distel, niemandsvriend,
+ minachtend ooit versmaden,
+ dit Vlamingshert, dat, 't baten niet,
+ maar 't schoone in al Gods werken ziet,
+ en 't goede zoekt te raden.
+
+VOETNOTEN:
+
+1 Geworden.
+
+2 Vogelwikke, ruige wikke, weegbree, gewone muur, klaproos, hondsdraf,
+perzikkruid.
+
+3 Wilde zuring.
+
+4 Verwarreld opstaand haar.
+
+5 Roep.
+
+6 Zomerdraad.
+
+7 Kobbe = spin.
+
+8 Zwerm.
+
+
+
+
+=CASSELKOEIEN=.
+
+
+ Aanschouwt mij, hier en daar,
+ die bende Casselkoeien;
+ die, louter bruin van haar,
+ als zooveel blommen bloeien,
+ in 't gers[1] en in de zon, die, zinkend henentiet[2]:
+ die, rood, het roode veld vol roode vonken giet.
+
+ 't Is prachtig overal,
+ 't is prachtig, hoe de huiden
+ dier koeien liefgetal[3]
+ van vouwe en verwen luiden;
+ 't is prachtig hoe ze staan, gebeiteld en gesneên,
+ lijk beelden, over heel die wijde weide heen.
+
+ Daar zijnder, roode als vier;
+ castanjebruin geboende[4];
+ naar donkerbaaide[5] bier,
+ naar bijkans zwart bier doende:
+ beglinsterd en beglansd; van vel en verwigheid,
+ gelijk en ongelijk,–terwijl de zonne beidt.
+
+ Al langzaam langer speelt,
+ dwersdeur de weidegronden,
+ 't zij welker koe een beeld
+ van schaduw bijgebonden;
+ en, wangedrochtig groot, in 't donker gers, voortaan,
+ zie 'k zwarte spoken van gevlerkte koeien staan.
+
+ Goên nacht! De zonne beet[6]
+ ten neste neêr: tot morgen
+ is al dat verwe heet,
+ en oogen aast, verborgen:
+ de koeien zijn voorbij, gedelgd en uitgedoofd,
+ en... morgen weêr, ontwekt ze 't blinkend zonnehoofd.
+
+VOETNOTEN:
+
+1 Gras.
+
+2 Henentijgt.
+
+3 Lieftallig.
+
+4 Gevlekt.
+
+5 Roodbruin.
+
+6 Daalt.
+
+
+
+
+=TRANEN=.
+
+
+ 't Is nevelkoud,
+ en, 's halfvoornoens, nog
+ duister in de lanen;
+ de boomen, die 'k
+ nog nauwlijks zien kan,
+ weenen dikke tranen.
+
+ 't En regent niet,
+ maar 't zeevert[1]... van die
+ fijngezichte[2], natte
+ schiervatbaarheid,
+ die stof gelijkt, en
+ wolke en wulle en watte.
+
+ 't Is aschgrauw al,
+ beneên, omhooge, in
+ 't veld en langs de lanen:
+ de boomen, die 'k
+ nog nauwlijks zien kan,
+ weenen dikke tranen.
+
+VOETNOTEN:
+
+1 Zeeveren = kwijlen, motregenen.
+
+2 Fijngezift.
+
+
+
+
+SCHOONE NACHT.
+
+
+ Wolken, 't zijn... lijk sperreboomen,
+ uitgespreid, alhier aldaar,
+ staan, ten oosten heen, de zoomen
+ vol, van 's menschen woonsteê. 't Jaar
+ wendt te zomerwaard zijn schreden,
+ nacht aan 't worden is 't, en heden
+ helder was 't een dag, voorwaar.
+
+ Tusschen 't sperreboomsch geveder,
+ 't donkerzwarte, zie 'k het zwerk
+ duisterblauw nog, hier end weder,
+ ieder stonde minder sterk:
+ ieder stonde, en, dóór den donker,
+ scherper wordt het scherp geflonker
+ van één sterre, in 't wolkgevlerk.
+
+ 'k Zieder twee, drie, vier, vijf, zesse,
+ die, elkander nagespoed,
+ tusschen hier en daar een stresse[1],
+ gaandeweg, mijne ooge ontmoet
+ in de wolken; die maar droomen
+ meer en zijn van sperreboomen:
+ nacht en donker is 't voor goed.
+
+ o Alleen nu zichtbaar schoone
+ woonsteê, van geen' menschen, neen
+ maar van God, die in den throone
+ zijner hoogheid heerscht alleen:
+ schoone nacht, die 't menschdom duistert,
+ die van God en sterren fluistert...
+ zoeter zicht en zag ik–geen!
+
+VOETNOOT:
+
+1 IJle wolkstreep. Stresse = 'n bosje draden, halmen of haren.
+
+
+
+
+=AVONDROOD=.
+
+
+ Nog nauwlijks is het groen
+ der boomen groene, en even
+ zijn, toppewaards, alleen
+ de takken groen gebleven;
+ al 't ander zwarter wordt
+ en zwarter: boomen net,
+ van zwarte zijde zijn 't,
+ op blauw satijn gezet.
+
+ 't Leeft alles langzaam uit,
+ dat verwe is: henen dalen
+ de laatste en langste van
+ de lieve zonnestralen;
+ 't wordt watergroene, omhooge;
+ omleege, brandt en broeit
+ de groote zonne nog,
+ die zinkt en grooter groeit.
+
+ Ze duikt heur aangezicht
+ beneên des werelds neggen[1],
+ die, eindloos, slinks en rechts,
+ hun lange lijsten leggen;
+ die 'k opwaardstriemen, die 'k
+ een' wolke twee of drie
+ den zonnezienden kant
+ geheel vergulden zie.
+
+ In 't heerlijk zonnenveld,
+ dat donker wordt omhooge,
+ en langzaam donkerder
+ en dieper, staan ten tooge[2],
+ geschreven, zwart op goud,
+ een bende reuzen groot:
+ het eindloos boomenvolk,
+ in 't eindloos avondrood.
+
+ Beziet mij haastig nu
+ die schoonheid! Neder nijgen
+ de duisternissen: 't veld,
+ het vee, de vogels zwijgen;
+ het nauwt, in 't westen; nog
+ een tijdtje, en, doodgedaan,
+ zal al die heerlijkheid
+ gedekt en donker staan.
+
+VOETNOTEN:
+
+1 Boord, kim.
+
+2 Ten toon.
+
+
+
+
+=FIAT LUX=[1].
+
+
+ 't Smoort, het smuikt, het smokkelwedert[2]
+ allentheen! Waar zijn ze thans,
+ waar de boomen, waar de huizen,
+ waar de wereld, heel en gansch?
+
+ Handen uit! Wat is 't? Wat hapert
+ er, genoot, dien 'k niet en zie;
+ die „goendag!” mij, uit den nevel,
+ roept, van hier nen stap of drie?
+
+ Van den hoogen torre en blijft er
+ speur! Wat uur, hoe late is 't wel,
+ aan den tijd? De zonne en zie 'k niet:
+ slaapt of waakt het wekkerspel?
+
+ Hier en daar een' plekke boenend,
+ zit de zonne in 't duister veld;
+ rood, gelijk een oud versleten
+ stuk ongangbaar kopergeld.
+
+ Wind, waar zijt gij heengeloopen?
+ Ligt ge, of ievers doodgekeid,
+ neêrgevallen, plat ter aarde?
+ Wind, waar is uw' roerbaarheid?
+
+ Op! Hervat uw' vluggen bezem,
+ vaagt des werelds wegen vrij
+ van die vale en vuile dompen:
+ dat het dage en daglicht zij!
+
+ Zonne, krachtig krauwt vaneen die
+ hoopen: ruimt uw ridderspeur:
+ slaat er dwers en nogmaals dwers uw'
+ scherpe, sterke hoeven deur!
+
+ Werpt uiteen de onvaste vlagen;
+ vluchten doet ze, en verre voort
+ zij de smoor van hier gedreven:
+ nevel, 's Heeren stemme aanhoort!
+
+ _Fiat lux!_–De zonne, ontembaar,
+ zegepraalt; de nevel zwicht:
+ onverwinlijk is de Waarheid,
+ onverheerbaar is het Licht!
+
+VOETNOTEN:
+
+1 Het worde licht!
+
+2 Het mist.
+
+
+
+
+=DE WINDEN=.
+
+
+ De zee, de zee, ze 'n zoeft bijkans
+ zoo zeer niet als de boomen,
+ daar, wild, de winden deure rijen,
+ te peerde, en zonder toomen.
+
+ Aan 't roepen gaan tienduizenden
+ tienduizenden van blâren,
+ alsof 't zooveel tienduizenden
+ van dolle menschen waren.
+
+ De regen ronkt, en geuten gaan,
+ gegeeseld, allenthenen,
+ de natte boomen buigen doen,
+ en bulderen en stenen.
+
+ Hoort! Nog nen keer, en nog nen keer,
+ hertuiten en hertieren
+ de wilde winden: wederom
+ is 't zeegeruchte aan 't gieren.
+
+ Geen einde ervan! De vogels zijn
+ gevlucht, de takken breken;
+ verloren is de stemme mij
+ gegaan!–De winden spreken.
+
+
+
+
+DAT WILDE IK WETEN.
+
+
+ Wanneer ben ik U naast, o God,
+ of verst, dat wilde ik weten:
+ wanneer ik mij, in 't donker kot,
+ vernibbele[1], aan de keten;
+ of dan, wanneer ik henentie[2]
+ en vliege, schier vermeten,
+ naar 't licht, dat ik zoo geren zie?
+ o God, dat wilde ik weten.
+
+ 'k Heb overal mij zelven meê,
+ omhooge en aan de keten!
+ Die los mij van mij zelven deê,
+ diens woonsteê wilde ik weten;
+ diens hulpe hiete ik duizendvoud
+ mij wilkom, onvermeten!
+ Wat is 't nu, dat mij tegenhoudt?
+ o God, dat wilde ik weten!
+
+ Bedwingen zulk een vrage zal
+ uw menschelijk vermeten,
+ die levende, altijd, overal,
+ gevangen in de keten,
+ zult zoeken, om 't geheeme van
+ Gods wetenschap te weten...
+ Wie, buiten U, die 't wijzen kan?
+ o God, dat wilde ik weten.
+
+VOETNOTEN:
+
+1 Hevig verlangend begeer.
+
+2 Tiën = tijgen.
+
+
+
+
+=SPAMAN=.
+
+
+ Voorover, naar den grond gegroeid,
+ die haast hem hebben zal,
+ traag-traagskens met zijn' spade spoeit
+ en delft, in 't diepe dal,
+ de moegemoeide, ontmergde man,
+ die schaars zijn hoofd nog heffen kan.
+
+ Hij werkt nochtans, en delft en doet
+ zijn beste, tot der dood,
+ die wacht naar hem en elders spoedt,
+ totdat in heuren schoot
+ hij vallen zal, en willekom
+ bij God zijn, recht en sterk weerom.
+
+ o Sterkheid, die, veel sterker als
+ de dood, op God betrouwt;
+ die stadig ook dien slavenhals
+ zijne eigen woonsteê bouwt,
+ daar, vrij en blij hij wezen zal
+ bij U, o hope en troost van al!
+
+
+
+
+HET HAZEGRAUWT.
+
+
+ Vroeg avondt het: geleden
+ een stonde of twee,
+ is 't zonnevier beneden
+ de kimme alree.
+
+ Niet heel en al verloren
+ het licht en is;
+ noch teenemaal geboren
+ de duisternis.
+
+ Het hazegrauwt: de lanen,
+ vol licht weleer,
+ de wegels[1] en de banen
+ en ziet men meer.
+
+ Zoo stille staan als beelden,
+ de boomen nu:
+ die roerden en die speelden,
+ ze droomen nu.
+
+ Die ruischten en die riepen
+ de boomen, nu,
+ ze doen alsof ze sliepen:
+ ze droomen nu.
+
+ De takken en de blâren,
+ de stammen zijn,
+ die menigwendig waren,
+ nu eens, in schijn.
+
+ Van verwen en van voeren[2]
+ al eensgedaan,
+ en reppen noch en roeren
+ ze 'n lid, voortaan.
+
+ 't Is vochtig en, gekropen
+ uit de eerde, vaart
+ de wadem, op en open,
+ omhoogewaard.
+
+ De nevel valt, van boven
+ beneên gespreid;
+ gesponnen en geweven,
+ vol duisterheid.
+
+ Gepelderd[3] en gewonden,
+ elk hout nu staat;
+ gebunseld en gebonden,
+ in lijkgewaad.
+
+ Gestorven zijn de boomen:
+ één grafsteê, al
+ van dampen en van doomen[4],
+ ze bergen zal.
+
+ God geve aan oud- en jongen
+ nu roe' en rust:
+ de lijkdienst is gezongen,
+ en 't licht gebluscht.
+
+VOETNOTEN:
+
+1 _Wegel_ = Z. Ned. verkleinwoord van _weg_.
+
+2 Gestalte.
+
+3 Pelder = lijkkleed.
+
+4 Damp, nevel.
+
+
+
+
+HOE ZEERE[1] VALLEN ZE AF.
+
+
+ Hoe zeere vallen ze af,
+ de zieke zomerblâren;
+ hoe zinken ze, altemaal,
+ die eer zoo groene waren,
+ te grondewaard!
+ Hoe deerlijk zijt gij ook
+ nu, boomen al, bedegen[2];
+ hoe schamel, die weleer
+ des aardrijks, allerwegen,
+ de schoonste waart!
+
+ Daar valt er nog een blad;
+ het wentelt, onder 't vallen,
+ den alderlaatsten keer,
+ en 't gaat de duizendtallen
+ vervoegen[3] thans:
+ zoo zullen ze, een voor een,
+ daarin de winden bliezen
+ vol luider blijdzaamheid,
+ nu tonge en taal verliezen,
+ en zwijgen gansch.
+
+ Hoe zeere vallen ze af,
+ onhoorbaar in de lochten,
+ en schier onzichtbaar, in
+ de natte nevelvochten
+ der droeve maand,
+ die, 't ijzervaste speur,
+ ontembaar ingetreden,
+ die al de onvruchtbaarheid,
+ die al de onvriendlijkheden
+ des Winters baant!
+
+ Daar valt er nog een blad,
+ daar nog een, uit de bogen
+ der hooge boomenhalle,
+ en 't dwerscht den onbewogen
+ octobermist:
+ 't en roert geen wind, geen een,
+ maar 't leken, 't leken tranen,
+ die men gevallen zou
+ uit weenende oogen wanen:
+ één kerkhof is 't!
+
+ Gij, blâren, rust in vreê,
+ 't en zal geen een verloren,
+ geen een te kwiste gaan
+ voor altijd: hergeboren,
+ die dood nu zijt,
+ zal elk van u, dat viel,
+ de zonne weêr ontwekken,
+ zal met uw' groenen dracht
+ de groene boomen dekken,
+ te zomertijd.
+
+ o Zomer!... Ik zal eens
+ ook Adams zonde boeten,
+ gevallen en verdord
+ in 's winters grafsteê, moeten;
+ maar, 's levens geest,
+ dien Gij gesteken hebt
+ in mijn gestorven longen,
+ dien zult gij mij voor goed
+ niet laten afgedwongen,
+ die 't graf ontreest!
+
+VOETNOTEN:
+
+1 Spoedig, snel.
+
+2 Geworden.
+
+3 Zich voegen bij.
+
+
+
+
+VAN DEN OUDEN BOOM.
+
+
+ Met uitgestroopten arm,
+ ten halven afgeknuist,
+ wie staat er daar, en steekt
+ eene onbestaande vuist
+ ten hemel? Is 't een reus
+ in beelde? Neen 't, 't en is
+ geen menschenbouw, 't is eer
+ een' wangedaantenis;
+ een steenen berggedrocht,
+ dat, staande fel en fier,
+ de scherpe houwen torst
+ van 't vonkend hemelvier.
+
+ Doch neen, 't en is geen berg,
+ geen wangedrocht voorwaar;
+ 't zijn takken stijf en stomp,
+ 't is schorse, die 'k ontwaar;
+ die, dikke en diepgegroefd,
+ geborsten en gescheurd,
+ van uit den ouden grond
+ heure oude bonken beurt;
+ 't zijn spanders overal,
+ 't zijn spillen, die 'k aanschouw,
+ een loof, dat kroont alom
+ een steenoud boomgebouw.
+
+ De Winter heeft erop
+ zijn boos gebijt vermoord;
+ het Water heeft het merg
+ en 't herte eruit geboord;
+ de Bliksem spookte erom,
+ en kraakte, met geweld,
+ er halve boomen uit,
+ en takken ongeteld;
+ de Tijd onteerde laf
+ en langzaam al zijn lijf,
+ en nog en roert hij niet:
+ hij staat daar, rotsestijf.
+
+ En ieder jaar dat loopt
+ hergroent hij nog, en laat,
+ wanneer de lente lacht,
+ zijn spaarzaam loofgewaad
+ omschaduwen het stuk
+ hooge uitgepuilden grond,
+ daar, als hij jonger was,
+ zijn' geile wortel stond.
+ Eilaas, niet langer meer
+ en kan hij, moegeleefd,
+ de wonden duiken[1], die
+ men hem geslagen heeft!
+
+ Hij staat daar, oud en strem,
+ in 't wilde windgegons,
+ gelijk te Roomen, van
+ groenuitgeslegen brons,
+ men beelden ziet: geen een
+ en weet hoe lang gestaan
+ zij hebben; geen hoe lang
+ de Tijd voorbij zal gaan
+ en groeten ze, ongedeerd.
+ –Ik groete u! God beware
+ u, Vlaamschen ouden „tjok”,
+ nog honderd, duizend jaar!
+
+VOETNOOT:
+
+1 Verbergen.
+
+
+
+
+=BLOOTAKKER=.
+
+
+ Geen één blad op de boomen! Af
+ is alles; voor de vlagen
+ gevallen onder voet en van
+ de winden weggevaagd,
+ het schilderschoone aanschouwen, dat
+ het bonte najaar draagt:
+ noch wit en zijn, noch groene meer,
+ de scherpe doorenhagen.
+
+ 'k Zie heinde en verre, deur end deur
+ de velden nu, de kerken,
+ de huizen en de hoven staan,
+ zoo bloot als op mijn' hand;
+ van verre zie 'k de peerden en
+ de menschen, op het land,
+ zoo neerstig en zoo kleene, alzoo
+ de mieren zijn, aan 't werken.
+
+ 't Is wijd en breed al, ommentom,
+ 'k gevoel 't nu, aan de baren
+ des wilden Winds, die henentuimt
+ en, tierende onder 't hout,
+ zijn' stemme schijnt te missen en
+ zijn' tale, die zoo boud,
+ zoo bulderende, aan 't roepen zat,
+ hier voortijds in de blâren.
+
+ 't En wonen meer geen' vogels in
+ de boomen! Zoo gij, wepel[1],
+ nen overjaarschen aksternest
+ entwaar nog hangen vindt,
+ van boven in de abeelen, 't is
+ een' wiege zonder kind,
+ die waagt[2], en geen geluid en geeft:
+ een' klokke zonder klepel.
+
+ 'k Zie geren nu de takken, dikke
+ en dunne, uit eenen stamme
+ gesprongen, rechte omhooge staan,
+ hun' handen uitgestrekt;
+ zoo schoone, als of zij baden, dat
+ de Winter hunne ontdekte
+ en teere, jonge leden toch
+ niet teenemaal en stramme.
+
+ Vervarelijke Winter, laat
+ u murwen, u verzoeten:
+ dekt alles, eer gij vriezen komt,
+ voorzichtig, in de snee;
+ 'n ijzelt op de boomen niet,
+ die breken zouden! Wee
+ der takken, als ze 't wegen van
+ den ijzel tillen moeten!
+
+ In stukken slaat ge, Winter dan
+ de boomen. Hoort ze kermen:
+ ze sleuren elk den anderen
+ zijn telgen, zwaar als steen,
+ te grondewaard; ze stubbelen[3]
+ ze storten, al deureen...!
+ Vervarelijke Winter, laat 't
+ der schoonen u ontfermen!
+
+VOETNOTEN:
+
+1 Eenzaam, verlaten.
+
+2 Wagen = bewegen.
+
+3 Vechten.
+
+
+
+
+=MOEDERKEN=.
+
+
+ 't En is van u
+ hiernederwaard
+ geschilderd of
+ geschreven,
+ mij, moederken,
+ geen beeltenis,
+ geen beeld van u
+ gebleven.
+
+ Geen teekening,
+ geen lichtdrukmaal,
+ geen beitelwerk
+ van steene,
+ 't en zij dat beeld
+ in mij, dat gij
+ gelaten hebt,
+ alleene.
+
+ o Moge ik, u
+ onweerdig, nooit
+ die beeltenis
+ bederven,
+ maar eerzaam laat
+ ze leven in
+ mij, eerzaam in
+ mij sterven.
+
+
+
+
+=PERELS=.
+
+
+ Nog eer de blâren schieten,
+ in 't hofbeluik[1],
+ hoe geren zie 'k uw' sprieten,
+ o perenstruik;
+ hoe geren zie 'k uw takken
+ vol blommen staan,
+ vol perels, al in pakken
+ eer ze opengaan!
+
+ En mochte ik maar, zoo even,
+ door Gods beschik,
+ u, peretakken geven
+ nen toovertik;
+ 't en zou geen pere krommen
+ uw hout, voortaan:
+ veel liever zie 'k de blommen,
+ eer ze opengaan.
+
+ 'k Zie geren, in de hoven,
+ uw' peren groot,
+ de zonne zitten stoven,
+ al rijp en rood;
+ maar 'k zie wel nog zoo geren
+ uw blommen staan,
+ de perels van de peren,
+ eer ze opengaan.
+
+VOETNOOT:
+
+1 Beluik = besloten ruimte.
+
+
+
+
+=SPREEUWEN=.
+
+
+ „'k Zie-'t!” zoo vliggert, vlug te vlerke,
+ recht den torre in van de kerke,
+ daar ze is nest aan 't bouwen!... „'k zie-'t!”
+ piept de spreeuwe, en anders niet.
+
+ Maar wat is mij, scherpgebekte,
+ zwart-halfgroen gevliggervlerkte,
+ vage vogel, dan 't bedied
+ van uw eeuwig zeggen: „'k zie-'t?”
+
+ Ziet gij, daar omhoog aan 't broeden,
+ ziet ge, aan 't blijde jongskes voeden,
+ in uw pierende oogskes, iet
+ dat elk mensche niet en ziet?
+
+ Zegt, of is 't de zonne rijzen,
+ dat gij ziet, is 't buien bijzen[1];
+ kwade wichten of kwa died[2]
+ zitten ievers, diepe in 't riet?
+
+ „'k Zie-'t!” zoo piept gij; ziet gij, binnen
+ deze borst, mij iet beminnen,
+ haten, willen, wenschen iet,
+ blijdschap hebben en verdriet?
+
+ „'k Zie-'t!” uw roepwoord doet mij delven
+ diepe in 't diepste diep mijns zelven
+ en ontdekken daar 't bedied
+ van uw eeuwig zeggen, „'k zie-'t!”
+
+ Een daar is, die aan de leeuwen
+ 't leven gaf, en aan de spreeuwen,
+ Een die, vrij van al 't verdriet,
+ hooge zit en verre ziet.
+
+ Een... Hij zit in zijnen torre,
+ zonder schaalje[3] en zonder schorre[4];
+ en, van 't gene in mij geschiedt,
+ Hij mag eeuwig zeggen: „'k zie-'t!”
+
+VOETNOTEN:
+
+1 Stormen, snel vliegen.
+
+2 Volk.
+
+3 Schalie = lei.
+
+4 Arduinen vloersteen.
+
+
+
+
+=WEDERWIJVEN=.
+
+
+ Hoe wijsterwaster[1] vliegt de lucht
+ vol witte en lange stressen
+ van wolken, die ontvlochten zijn
+ lijk haar van tooveressen.
+
+ 't Zijn wederwijven, boos en fel,
+ die, kwaad van hande en vinger,
+ malkanderen te keere gaan
+ en vechten slag om slinger.
+
+ De wind zit in 'k weet niet welk
+ geweste, 't buischt en 't bommelt
+ alhier, aldaar een zwepe los,
+ die deur de wolken schommelt.
+
+ Zij stuiven heinde en verre, en van
+ malkaar gescheurd, in stressen
+ van wijsterwaster vechtende, en
+ verwaaide tooveressen.
+
+VOETNOOT:
+
+1 Door elkander.
+
+
+
+
+=EXCELSIOR=.
+
+
+ 'k Zie liever die te bergewaard
+ zijn roekloos opgeklommen,
+ als die, om loon, zoo zaan[1] de vaart
+ gedaan is, nederkommen.
+
+ Die stijgt noch af- noch om en ziet
+ naar die in de eerde wroeten;
+ noch, dwee van halze, en kust hij niet
+ of waren 't keizersvoeten.
+
+ 'k Zie liever die de zegevaan
+ mij deur de wolken steken,
+ _excelsior_, en, vóórgegaan,
+ mij moed in 't herte spreken.
+
+ Dan zegge ik: „Op! Dat ander kan,
+ dat kan, dat wil, dat zal ik:
+ geen oneere en geen schande en kan
+ mijn durven deren, valle ik.”
+
+ Hooveerdigheid is valsch van doen,
+ van zeggen en van zeden:
+ ootmoedig wil ik, ridder koen,
+ tot stijgen mij besteden.
+
+ Zoo God mij helpt, en gij mijn vuist,
+ op Libans hoogste kragen[2],
+ of vielender omtrent mij duist[3],
+ nog wil, nog zal 'k het wagen.
+
+VOETNOTEN:
+
+1 Dra.
+
+2 Punttoppen, kamlijn.
+
+3 Duizend.
+
+
+
+
+=ZEGEPRAAL=.
+
+
+ De zonne vecht! Het noordervolk
+ komt woedend opgestoven,
+ de diepten uit, afgrijzelijk
+ verbolgen. Bergen boven
+ malkanderen zij werpen gaan,
+ in 's hemels aangezicht:
+ den al te schoonen dag uitdoen,
+ en dooden 't zonnelicht!
+
+ Het spettert, uit de wolken, vier
+ en vlamme; kwade steenen,
+ van rammelenden hagelslag,
+ en bliksem, al met eenen,
+ vergâren mij de reuzen in
+ hun vuisten vol geweld,
+ en ruien ze, onbermhertiglijk
+ daarheen, in 't zonneveld.
+
+ 't Is donker nu, 't is donkerder,
+ nog donkerder! Gevaren,
+ als machtig, overmachtig groote,
+ en mammothsche adelaren,
+ omslaan de wolken alles, en,
+ voor 't nachtelijk bedwang,
+ onthemelt al dat hemel is,
+ in 's hemels zwart gevang.
+
+ 't Is donker! Zal 't verwonnen zijn,
+ dat overheerlijk blaken,
+ dat altijd even schoone van
+ de schoone zonnekaken?
+ 't Is nacht! En zijt voor goed nu gij
+ gedompt en doodgedaan?
+ Gij, beeld des Alderhoogsten, zult
+ gij, stervend, ondergaan?
+
+ Staat op! Het worde dag weerom!
+ Staat op, en slaat die booze,
+ die duistere onbedachten, gij,
+ des hemels schoone rooze;
+ gij, onverkrachte lichtvorstin,
+ staat op, uit uwen schans,
+ en plettert, onbermhertiglijk,
+ die domme reuzen gansch!
+
+ De zonne vecht! Zij duwt den spiet,
+ den onverwonnen gaffel
+ des zonnelichts, de reuzen in
+ den zwartgezwollen naffel;
+ ze bersten, en ze bulderen
+ malkander slaande, intween;
+ en, hersens in de kele, valt
+ het reuzenrot ineen.
+
+ Ze pletteren te grondewaard,
+ ze pletsen en ze plassen,
+ dat 't bommelt in de lucht alom:
+ lijk honden zijn 't die bassen.
+ De wereld stroomt, afgrijzelijk,
+ van 't bloed alsof het waar',
+ van de eindelijk verwonnen, en
+ verwenschte reuzenschaar.
+
+ Ze 'n zijn niet meer,... ze 'n zijn niet meer.
+ Ze waren!... In hun stede
+ komt helderheid, komt hemelsblauw,
+ komt goud, dat schittert, mede.
+ De zonne vocht, de zonne won,
+ en, tierende overluid:
+ „Hier ben ik!” roept ons zonneken,
+ „des vijands vonke is uit!”
+
+
+
+
+DE DOORNENBOOM.
+
+
+ De schamele, oude boom,
+ die midden in de vaten,
+ veracht en ongetroost,
+ des olieboeters[1] staat;
+ hij weet dat 't zomer is
+ en zou hij, zou hij 't laten,
+ te bloeien, nu dat al
+ dat blomme is opengaat?
+
+ Gestapeld, rondom hem,
+ zijn tonnen, tonnen, tonnen,
+ die olie zweeten al,
+ en stinken. Schouwen ook,
+ verheven boven 't dak
+ des oliebouws, en jonnen[2]
+ maar bitterheid den boom
+ en afgerolden rook.
+
+ Hij bloeien zal nochtans,
+ en, blij, de zonne bieden
+ de vreugde van zijn hert:
+ maar éénen keer in 't jaar
+ en wilt het zomer zijn,
+ en mag't den boom geschieden
+ te bloeien in den dwang
+ van al die tonnen daar.
+
+ Hij bloeit en staat in 't wit
+ getooid, langs alle kanten
+ één vlage blommen duikt
+ zijn' takken, scheef en krom;
+ de bietjes zie'k er zog
+ van zuiver zeem in zanten[3],
+ de blommen in en uit
+ en uit en in, weêrom.
+
+ Bloeit helder, helder op,
+ o boom, en luide pralen
+ laat al uw lief gewaai,
+ deur dikke en dunne. Neen't,
+ 't en is maar éénen keer,
+ dat 't meie is; hillen, dalen
+ zijn blijde; blijde zijt,
+ genoeg, genoeg geweend.
+
+ De tonnen staan alom
+ gestapeld: zwarte zware
+ gedaanten, ongehier[4]
+ van leelijkheid. Welaan,
+ o taaie doornenboom,
+ daar midden in, verjare
+ nog menigmaal uw hoofd,
+ vol bloeiend wit gelaân!
+
+VOETNOTEN:
+
+1 Olieslager.
+
+2 Gunnen.
+
+3 Samenlezen.
+
+4 Onguur.
+
+
+
+
+=MIETJE=.
+
+
+ 't Meiske, met zijn' teele melk,
+ op zijn bloote voetjes,
+ lang, gelijk nen terruwstelk[1],
+ zoetjes, zoetjes, zoetjes
+ terdt[2] het voort, en anders niet
+ als zijn teele melk en ziet't.
+
+ 't Meisken hoorde: „Goedendag!”
+ zeggen, zoetjes, zoetjes:
+ „Mietje!” 't Meisken ommezag...
+ op zijn bloote voetjes
+ viel de melk en, vol verdriet,
+ wie dat 't was en wist het niet.
+
+ Meiske, meiske, meiske snel,
+ op uw bloote voetjes,
+ melk aan 't dragen, wacht u wel:
+ zoetjes, zoetjes, zoetjes,
+ mijdt u, meiske, en hoort gij iet,
+ vóór u, maar niet omme en ziet!
+
+VOETNOTEN:
+
+1 Tarwestengel.
+
+2 Treedt.
+
+
+
+
+CYTISUS LABURNUM[1].
+
+
+ Gevlerikt, na der vliegen aard;
+ gereesemd[2], al omleegewaard;
+ eenvervig, en van goude fijn,
+ des goudenregens blommen zijn.
+
+ Zij staan in krabben[3], lang en smal
+ van lijve, en recht een regenval
+ gelijken zij, van goude.... neen,
+ van zijde en licht en edelsteen.
+
+ 't En is van al dat bloeit entwat
+ zoo geluw, in geen blommenstad;
+ 't is geluw, naast aan 't groen.... 't en doet,
+ 't is groen, ten geel'wen uitgezoet.
+
+ Als, ievers in den hof gestaan,
+ de goudenregens opengaan,
+ de duisterheid van 't groen verdwijnt,
+ „het regent en de zunne schijnt.”
+
+ Hoe jammer dat zoo gauw voorbij,
+ uw vlagen gaan van goude, en gij,
+ o gulden regen, al te broos
+ van leven zijt ge, en tijdeloos[4]!
+
+ Gij strooit den weg, nen dag nadien,
+ of twee, dat wij u open zien:
+ zoo derf[5] is dan uw dood gelaat,
+ als kaf, daarop de vlegel slaat!
+
+ En, eens dat eene aan 't vallen is,
+ de stervenstijd van allen is
+ gekommen: geen een blomme en kan't
+ meer houden: 't goud is uitgebrand.
+
+ O goudenregen, heel en al
+ het jaar, zoo heet gij regenval;
+ doch regenval van goude, aleer
+ het meien zal, en zijt gij meer.
+
+ 'k Verlange al, eer de maand daar is
+ weêromme, en tend[6] de hoven, frisch;
+ vol goudeware[7] en zonneschijn
+ geregend door uw' blommen, zijn.
+
+VOETNOTEN:
+
+1 Goudenregen.
+
+2 Gerist.
+
+3 Tros.
+
+4 Zonder tijd, kort van duur.
+
+5 Bleek.
+
+6 Tend, tenden, t'enden = aan het einde.
+
+7 Goudwaar.
+
+
+
+
+BUIGEN OF BERSTEN.
+
+
+ Het jong hout staat, den rugge krom,
+ ootmoedig neêrgestopen[1]
+ terwijl de wind, den afgrond van
+ zijn diepe longen open,
+ gevaren komt, door bilk[2] en bosch;
+ en, bruischende in de boomen,
+ losbandig, al den gruwel van
+ zijn' gramschap heen laat stroomen.
+
+ De boomen staan geworteld in
+ den bodem diepe, en, weren
+ en zal de wind hun sterkheid noch
+ hunne oude stammen deren;
+ ze zuchten en ze stenen wel,
+ ze roepen en ze razen,
+ maar wederstaan, zoo willen ze, en...
+ dat durven ze, die dwazen!
+
+ Ze 'n buigen niet. Hun' wortels staan
+ in de eerde neêrgegrepen
+ als ankers, die gebonden staan
+ doen ijzervast de schepen;
+ ze 'n buigen niet. Hun hoofdgewaai
+ scheurt af en weg: om 't even,
+ en zullen noch en willen ze, en
+ voor wie dat 't zij, begeven.
+
+ Het jong hout ligt den grond nabij,
+ voorover, neêrgedwongen;
+ verpletterd en vernietigd haast.–
+ De wind komt losgesprongen
+ en, stampende op dat ligt... „Zoo wel
+ den naasten als den versten,...
+ die boomen daar zal 'k buigen doen,
+ of willens nillens bersten!”
+
+ 't Is donker, van al 't zand, dat vliegt.
+ Geen hersendolle koeien
+ en kunnen, zoo de wind nu doet,
+ zoo ongedoevig[3] loeien.
+ Ei! poffen nu, en paffen gaan
+ de pezen af, en kraken
+ de wortels: als geweren zijn 't,
+ die dood en donder braken.
+
+ De doelen staan, bij vijftigen,
+ bij honderden, te perre[4],
+ ter aarden uitgeheven, en...
+ de boomen zijn omverre,
+ de teenen in de lucht; tot in
+ den vasten grond gezonken,
+ verdwijnt, al even slaggelings[5],
+ hun' kroone, in de elzentronken.
+
+ Het jong hout heft den hals weer op;
+ allengskens stilt het weder,
+ en legt het, op de rompen van
+ geroeide boshout, neder
+ zijn grimmigheid. Een slagveld is 't
+ vol lijken. Ongeschonden,
+ zoo staan de jonge stammen daar
+ nog, al die buigen konden.
+
+VOETNOTEN:
+
+1 Neêrgebogen.
+
+2 Omsloten weide.
+
+3 Wild, woest.
+
+4 Op hun kop.
+
+5 Met één slag.
+
+
+
+
+DE SPERRETAKKEN.
+
+
+ De sperretakken staan, nabij
+ den boom, alsof hun blâren
+ gestorven, over langen tijd
+ aan jeugd en jonkheid waren;
+ maar, als zoo zaan[1] de zomer komt
+ herzie 'k hun verste vingeren
+ met jeugdig groen en zappigheid
+ den ouden boom omslingeren.
+
+ Nog winter is 't, men zeggen zou,
+ omtrent het bol[2]; en neven
+ het bol, zijn zwart de takken, die
+ maar tendenwaards en leven:
+ het oude draagt het nieuwe, dat
+ nog jong is; maar van dagen
+ ook oud geworden, beurtelings
+ zal 't oude 'et nieuwe dragen.
+
+ Op de ouden blijft gesteund, en zijt
+ voorzichtig, jonge spranken;
+ 'n laat u nooit verleiden, om
+ te vroeg u vrij te danken
+ van 't oude: uit de oude grauwte van
+ de schiergestorven boomen
+ zal nieuwgeboren schoonheid eens,
+ en sterkte, henenstroomen.
+
+VOETNOTEN:
+
+1 Dra.
+
+2 Stam.
+
+
+
+
+HET GULDEN VLIES.
+
+
+ 't Is scherenstijd in 't houtgewas.
+ De blaren vallen: grond en gras
+ zijn effen, van den wind die waait,
+ vol zilver en vol goud gezaaid.
+
+ Zoo groene en is de grond nu meer
+ als wijlen, toen de lente teer,
+ en 't jonge jaar zijn herte ontlook,
+ de weiden en de bosschen ook.
+
+ 't Is scherenstijd. De schapen niet
+ maar 't houtgewas men scheren ziet;
+ en 't scherpe van de windenschaar
+ aan 't knippen is in 't houtgeblaar.
+
+ Daar vallen en vergaderen
+ nu honderdduizend bladeren,
+ die reuzen[1] af de rijzekens,
+ zoo lustig en zoo lijzekens.
+
+ 't Is 't boomenvlies dat nederstort,
+ dat altemaal gesneden wordt;
+ dat af en dóór de schare moet,
+ zoo 't al, en te elken jare doet.
+
+ Het gulden vlies, dat Jason zocht,
+ en reeuwroofde[2] op het wangedrocht,
+ aanschouwe ik al mijn leven lang,
+ als wangeloove en kwenenzang[3].
+
+ Maar 't geen alhier, aldaar gestrooid,
+ den weg dien ik nu ga vermooit,
+ dat menigvuldig boomverlies,
+ voorwaar dat is mij 't gulden vlies.
+
+ Het blinkt, het bleust, het laait, het ligt
+ doorschoten van den zonneschicht,
+ onmeetbaar, verre, één schapendracht
+ van ooienwolle en lammervacht.
+
+ Een kleed is 't, als van engelkens,
+ van louter liefdebengelkens,
+ die zijde en wolle en gouden blaân
+ doen liggen, daar ze spelen gaan.
+
+ Het rilt, bij elker schree, die 'k doe;
+ het roert en 't ruischt, 'k en weet niet hoe;
+ en 't riekt, alsof er reuke fijn
+ van amber uit zou dampend zijn.
+
+ 't Is scherenstijd, in 't houtgewas;
+ geen stap mij ooit zoo zoet en was
+ als dien ik eens, in Ipersteê,
+ deur de afgevallen blâren deê!
+
+VOETNOTEN:
+
+1 Vallen.
+
+2 Reeuwroof = lijkroof.
+
+3 Kwene = oud wijf.
+
+
+
+
+HEBT MEÊLIJEN.
+
+
+ Hebt meêlijen met de boomen, laat
+ den bast hun ongeschonden;
+ bewaart ze voor de nijdigheid
+ der kwade nagelwonden;
+ geen onbermhertig menschenkind
+ ze dood en kwelle: geeft
+ de vrijheid aan des scheppers hand,
+ die in hun lenden leeft.
+
+ Hoe schandelijk ontmaakselt en
+ ontmooit gij mij de vrome,
+ de vrije en blije boomen, die 'k
+ zoo geren tegenkome
+ omtrent uw huis en hof, o gij,
+ dien God met herte en oog
+ heeft toegerust, om hem te zien
+ in 't heerlijk boomvertoog.
+
+ 'k Zie opgeroeste pikken, moe
+ van kappen en van kerven,
+ gehamerd om den esschenboom,
+ den esschenboom bederven,
+ daaraan het hekken vastgehaakt
+ de bilken[1] sluit, en 't vee
+ belemmert, dat zijn vulte zoekt
+ en voedsel, in de wee.
+
+ 'k Zie boomen, die gebonden staan,
+ in 's dwingers booze handen,
+ die nooit geen duimbreed af en laat
+ zijn ijzervaste banden,
+ maar spannende en onroerbaar, al
+ dat leeft en roert in 't lijf
+ der boomen doet misdragen tot
+ een eerloos wanbeklijf[2].
+
+ Gebulte boomen zie'k, en die,
+ doorhakkeld en dooreten,
+ vol krammen en vol haken staan
+ gespijkerd en gesmeten[3];
+ die werken zoo Gods wet hun wijst,
+ die tranen en die bloên,
+ o mensche, om eenmaal vrij te zijn
+ van al uw dertel doen.
+
+ Of staan ze meer niet vast genoeg,
+ de wortelvaste boomen?
+ En vreest gij dat zij henengaan
+ en meê met 't water stroomen;
+ of vliegen in de lucht, omdat
+ gij scherpe draden spint,
+ en lange reken[4] boomen al
+ in snijdend garen windt?
+
+ Och arme, en is 't genoeg u niet
+ dat, schier nog ongeboren,
+ het hout alreê geknipt moet zijn,
+ geschonden en geschoren;
+ dat 't, galoos[5] en tot alles dat
+ het niet en is gepraamd,
+ wordt „gloriette” en „pyramide”,
+ en „espalier” genaamd!
+
+ Hebt meêlijen met de boomen, laat
+ hun schoonheid ongeschonden,
+ die schoonder is, onaangeroerd,
+ onvast en ongebonden,
+ zoo God ze liet gewassen zijn,
+ gewonnen en gebaard,
+ als al hetgene gij, o mensch,
+ verzint en hebt vergaard.
+
+VOETNOTEN:
+
+1 Omsloten weide.
+
+2 Wangewas.
+
+3 Geslagen.
+
+4 Rij.
+
+5 Weergaloos.
+
+
+
+
+DE DAGERAAD.
+
+
+ In 't blauwe van den hemel doekt
+ een kleene, witte wolke
+ de zonne mij;
+ en 't witte van die wolke en komt
+ geen vlekkelooze molke[1],
+ geen wolle bij;
+
+ geen witgewasschen wolle, noch
+ geen snee die, versch gevallen,
+ te gronde ligt;
+ zoo wit is, op de boorden van
+ die witte wolke, 't brallen
+ van 't zonnelicht.
+
+ 'k En kan 't niet meer bezien bijkans,
+ mijne oogen willen dolen;
+ 't is vermiljoen,
+ dat, zwart in mijnen boek gedrukt,
+ zoo zwart is als de kolen,
+ en 't rood is groen.
+
+ De Leye, die daar stille ligt,
+ het water in de beken,
+ is rood voortaan;
+ terwijl, van top tot tee'n mij als
+ van 't morgenrood ontsteken
+ de boomen staan.
+
+ Het schemert hooge en leege nu,
+ en diepe in 's hemels gronden,
+ vandage staat,
+ beneên dien witten zonnedoek,
+ in 's middags hooge stonden,
+ de dageraad!
+
+VOETNOOT:
+
+1 Zuivel.
+
+
+
+
+NEVELDUISTERNIS.
+
+
+ Gegrauwdoekt is de grond
+ der kimme en allenthenen
+ vol damp en duisternis;
+ de boomen, half verdwenen,
+ half zichtbaar, hebben, daar
+ ze stille staan en stom,
+ van wolkenweefsel elk
+ een grauwen tabbaard om.
+
+ 't Hoogmorgent en, zoo 't schijnt,
+ 't en wilt geen dag meer dagen:
+ daar moet iets ongesteld
+ of los zijn aan den wagen
+ der zonnehingsten, dat
+ ze in toom gehouden staan
+ en, immer nippend, nooit
+ een schreê vooruit en gaan.
+
+ De wereld mist den troost
+ dier zoete zonnestralen,
+ die alles leven doen,
+ daar ooit zij nederdalen;
+ die 't schoone schoon doen en
+ die 't goede goed doen zijn:
+ die God verbeelden in
+ Gods beeld, den zonneschijn.
+
+ De wereld mist dat nu:
+ ze treurt en, langs de lanen,
+ daar 't eenmaal blommen droop
+ en druipen nu maar tranen;
+ daar 'k eenmaal stemmen hoorde
+ en vogelzang, en ziet
+ mijne ooge onschoonheid maar
+ en sprakeloos verdriet.
+
+ Dat 't schaduw nu nog ware
+ en wolken, daar de winden,
+ zoo in een schapentrop
+ de honden, weg in vinden,
+ en bleve een plekske vrij,
+ dat blauw is, hier of daar!
+ Och, neen, 't is nevel, al
+ omtrent me, en nevel maar.
+
+ O nevelduisternis,
+ bij nachte zien mijne oogen
+ de duizend teekens nog,
+ die 't ommegaan vertoogen
+ des sterrenhemels! Gij,
+ o nevelduisternis,
+ en toogt mij niets van al
+ daar hope of troost in is.
+
+ 't Is meer als leed genoeg,
+ en droefheid in mij, zonder
+ uw droef afwezig zijn,
+ o 't weergalooste wonder
+ van al dat wonder is
+ in 's werelds heerlijkheid!
+ o Zonne, en zij mij nooit
+ te lange uw licht ontzeid.
+
+
+
+
+=WINDTOCHT=.
+
+
+ 't Is helderblauw, vandage,
+ en warmer als twee dagen
+ of drie geleên, de locht
+ die 'k aseme is voortaan[1]
+ zoo licht en onbelaân,
+ dat door mijn longen ik
+ hem lustig late jagen.
+
+ Hij loopt omtrent me heen,
+ hij speelt me vóór de voeten;
+ mijn haar omwentelt, en
+ mijn kaken kust hij koel;
+ in lijf en leên gevoel
+ ik weer den jongen dag
+ den ouden dag verzoeten.
+
+ Hoe raast die wilde wind
+ mijne ooren vol! Ze tuiten,
+ ze tieren allerhand
+ geruchten in mij, recht
+ een stamerend gevecht
+ van stemmen is't, die 'k slaan
+ en bermen[2] hoore, buiten.
+
+ Dan buige ik mij vooruit
+ en wil de borst hem bieden;
+ 'k ga stevig, stap voor stap,
+ en 'k leune, lijf sta bij;
+ wie zalder, ik of gij
+ nu zege halen, wind,
+ of 't zegeveld ontvlieden?
+
+ Zoo wierd er vroeger, 't is
+ mij eeuwen lang geleden,
+ door hem die „_Israël_”
+ nadien voor name droeg,
+ bij nachte en 's morgens vroeg,
+ op een die, na den strijd,
+ hem zegen gaf, gestreden.
+
+ Dan, laat mij zegen ook,
+ uit uwen mond, verwachten,
+ o sterke vechter, Wind,
+ die, loopende achter 't veld,
+ mij schier omverrevelt
+ en worstelt tegen mij,
+ en wijgt[3] uit al uw krachten.
+
+ Ik bidde u, zegent mij:
+ niet eer en wille ik wapen
+ omleege leggen, u
+ ontwijkende, eer gij doet
+ ontwaken mij dat bloed,
+ dat al te langen tijd,
+ gerust heeft en geslapen.
+
+VOETNOTEN:
+
+1 Nu.
+
+2 Golven.
+
+3 Strijdt.
+
+
+
+
+AKSTERNESTEN.
+
+
+ Nog ijdel staan de boomen, in
+ de blauwe lucht, en blaren
+ en zie 'k ze hebben, meer als of
+ ze dood en duister waren
+ voor goed nu. Lang is alles zwart
+ en zonder zap gebleven,
+ dat wijleneer zoo groene stond
+ in 't zoete zomerleven.
+ 't Is zwart nu al, tot boven in
+ de hooge abeelensprangen,
+ daar zwarte en zware bonken in
+ van aksternesten hangen.
+ 't Zijn teekens in de lucht, en wel
+ bekende hemelbaken,
+ dat wederom de zonne zit
+ aan 't lieve zomermaken.
+ Toch bladerloos is al 't geboomte
+ en, verre heen, in 't westen,
+ in 't noorden, 't zuiden, 't oosten zie 'k
+ alom vol aksternesten
+ de abeelen staan.–Verdappert uw
+ bezoek en wilt de bronne
+ des aksterslevens duiken al
+ in 't groen, o lieve zonne!
+
+
+
+
+=LENTEGROEN=.
+
+
+ Hoe lief is, op het donkerblauw
+ der zwangergaande wolken,
+ die donderpijlen dreigen dra,
+ het lieve lentegroen,
+ daar schielijk, uit de zuiderlucht,
+ de middendaagsche dolken
+ der zonne, 'et lustig meievier
+ een deuntje op dansen doen.
+
+ 't Is groen, dat diepe in 't blauwe bijt,
+ zoo hel en zoo doorschijnend,
+ of eerst het uit den regenboog
+ geboren ware; en blauw,
+ dat dieper nog als hemelsch blauw
+ des avonds is, verdwijnend
+ in 't zwangergaande duister van
+ de wolken, gram en grauw.
+
+ De zonne loopt daar smijtende in
+ heur middendaagsche dolken,
+ die speiten[1] zoo geweldig op
+ het lieve lentegroen,
+ dat 't pinkelt en dat 't pierelt op
+ de blauwheid van de wolken,
+ die, zwangergaande, dreigen dra
+ nen donderdeun te doen.
+
+VOETNOOT:
+
+1 Spatten.
+
+
+
+
+=CINXEN=.
+
+
+ 't Is stille, Cinxendag en, over 't plekske vloers,
+ van waar ik henenzie en schouwen kan, daarboven,
+ de hemelsblauwe lucht, en hoore ik niemendal,
+ 't en zij, voorbij geschoven,
+ een langzaam bellen, dat, herhalende, eens en nog
+ zegt: „komt te kerkewaard, met mij den Heere loven!”
+
+ 't Is stille en kerkewaard vervoere ik mijn gedacht,
+ vervoere ik heel en al mijn innewaardste wezen,
+ tot vóór uw voeten, God, die uit het duister graf
+ zijt heerlijk opgerezen;
+ die in uw kerke rust en dáár, in 't hoogste blauw,
+ terwijl het klokske luidt, mij uwen naam laat lezen.
+
+ O groote kerke Gods, o hemelwelven, daar
+ het minste mensch van al, bij nachten of bij dagen,
+ U in de sterren kan aanschouwen, groote God,
+ zoo ver zijne oogen dragen,
+ en in de blauwe lucht des hemels!.... kerke Gods,
+ gewijde kerke, wie zal u te schenden wagen?
+
+
+
+
+OCH WARE IK...
+
+
+ Och, ware ik ongevoelig en
+ mijn herte een steen bedegen[1],
+ wanneer de boosheid bijten komt
+ van die mij toegenegen
+ en dankbaar wezen moesten! ach!
+ 't en is geen een verschenen,
+ of, was er een, hij verre weg
+ van hier is en verdwenen.
+
+ 'n Ware ik maar gevoelig als
+ ik tranen zie en lijden,
+ bereid om al dat doenlijk is
+ te doen en hen te blijden
+ die troostloos zijnde, zeggen: „Helpt:
+ u wille ik al mijn leven,
+ bedanken!” Neen: beloven is
+ een ander ding als geven!
+
+ Ach, weze dan mijn herte zoo't
+ voor u, moet zijn, o Vader,
+ die meer mij als ik immer mocht
+ verdienen, altegader
+ ontvangen liet; die vroolijk zijn
+ mij doet, mijn herte pramend;
+ en al te menig keeren mijne
+ ondankbaarheid beschamend!
+
+VOETNOOT:
+
+1 Geworden.
+
+
+
+
+AAN DEN LINDEBOOM.
+
+
+ O! wat schoon, wat bolgekruinden
+ lindeboom,
+ van verre ik staan zie, blinkende in den
+ morgendoom[1]!
+
+ Heel is hij gewelkerd al en
+ duizendvoud
+ van verwen, langzaam afgesleten
+ guldengoud.
+
+ Dag en schijnt erop noch noensche
+ zonneglans:
+ 't is vochtig en de hemelkomme is
+ duister gansch.
+
+ Doch, ik zie mij, zonnewijs in
+ 't nedergaan,
+ die najaarsche, ei, die bolgekruinde
+ linde staan.
+
+ Ringsom rijzen hooge en groote
+ zwart en zwaar
+ getakte boomen, naast die lieve
+ linde daar.
+
+ Diepe schaduw schieten ze en een
+ donker groen
+ gewelf zij om het wezen van die
+ linde doen.
+
+ Wees gegroet mij, nauwlijks uit den
+ morgendoom
+ erkenbaar Lieve-Vrouwken, aan den
+ lindeboom!
+
+VOETNOOT:
+
+1 Doom = damp, nevel.
+
+
+
+
+=EGO FLOS=...
+
+(CANT. II: 1).
+
+
+ Ik ben een blomme
+ en bloeie vóór uwe oogen,
+ geweldig zonnelicht,
+ dat, eeuwig onontaard,
+ mij, nietig schepselken,
+ in 't leven wilt gedoogen
+ en, na dit leven, mij
+ het eeuwig leven spaart.
+
+ Ik ben een blomme
+ en doe des morgens open,
+ des avonds toe mijn blad,
+ om beurtelings, nadien,
+ wanneer gij, zonne, zult,
+ heropgestaan, mij nopen,
+ te ontwaken nog eens of
+ mijn hoofd den slaap te biên.
+
+ Mijn leven is
+ uw licht: mijn doen, mijn derven,
+ mijn' hope, mijn geluk,
+ mijn eenigste en mijn al,
+ wat kan ik, zonder u,
+ als eeuwig, eeuwig sterven;
+ wat heb ik, zonder u,
+ dat ik beminnen zal?
+
+ 'k Ben ver van u,
+ ofschoon gij, zoete bronne
+ van al dat leven is
+ of immer leven doet,
+ mij naast van al genaakt
+ en zendt, o lieve zonne,
+ tot in mijn diepste diep
+ uw aldoorgaanden gloed.
+
+ Haalt op, haalt af!...
+ ontbindt mijn aardsche boeien;
+ ontwortelt mij, ontdelft
+ mij!... Henen laat mij,... laat
+ daar 't altijd zomer is
+ en zonnelicht mij spoeien
+ en daar gij, eeuwige, ééne,
+ alschoone blomme, staat.
+
+ Laat alles zijn
+ voorbij, gedaan, verleden,
+ dat afscheid tusschen ons
+ en diepe kloven spant;
+ laat morgen, avond, al
+ dat heenmoet, henentreden,
+ laat uw oneindig licht
+ mij zien, in 't Vaderland!
+
+ Dan zal ik vóór...
+ o neen, niet vóór uwe oogen,
+ maar naast u, nevens u,
+ maar in u bloeien zaan[1];
+ zoo gij mij, schepselken,
+ in 't leven wilt gedoogen,
+ zoo in uw eeuwig licht
+ me gij laat binnengaan.
+
+VOETNOOT:
+
+1 Dra.
+
+
+
+
+ +------------------------------------------------------+
+ | |
+ | OPMERKINGEN VAN DE BEWERKER: |
+ | |
+ | De volgende correcties zijn in de tekst aangebracht: |
+ | |
+ | Plaats Bron Correctie |
+ | |
+ | Regel 76 ziele Ziele |
+ | Regel 131 nachten nacht |
+ | Regel 285 Παρα Παρὰ |
+ | Regel 1024 Hoe hoe |
+ | Regel 1210 , . |
+ | Regel 1319 [Niet in bron] , |
+ | Regel 1615 , . |
+ | Regel 2243 , . |
+ | Regel 4168 neergestopen neêrgestopen |
+ | Regel 4189 Ze ze |
+ | Regel 4195 neergedwongen neêrgedwongen |
+ | Regel 4232 Neergebogen Neêrgebogen |
+ | Regel 4353 MEELIJEN MEÊLIJEN |
+ | |
+ +------------------------------------------------------+
+
+
+
+
+
+
+End of the Project Gutenberg EBook of Bloemlezing uit Guido Gezelle's
+Gedichten, by Guido Gezelle
+
+*** END OF THIS PROJECT GUTENBERG EBOOK GUIDO GEZELLE'S GEDICHTEN ***
+
+***** This file should be named 29289-0.txt or 29289-0.zip *****
+This and all associated files of various formats will be found in:
+ https://www.gutenberg.org/2/9/2/8/29289/
+
+Produced by Jeroen van Luin and the Online Distributed
+Proofreading Team at https://www.pgdp.net
+
+
+Updated editions will replace the previous one--the old editions
+will be renamed.
+
+Creating the works from public domain print editions means that no
+one owns a United States copyright in these works, so the Foundation
+(and you!) can copy and distribute it in the United States without
+permission and without paying copyright royalties. Special rules,
+set forth in the General Terms of Use part of this license, apply to
+copying and distributing Project Gutenberg-tm electronic works to
+protect the PROJECT GUTENBERG-tm concept and trademark. Project
+Gutenberg is a registered trademark, and may not be used if you
+charge for the eBooks, unless you receive specific permission. If you
+do not charge anything for copies of this eBook, complying with the
+rules is very easy. You may use this eBook for nearly any purpose
+such as creation of derivative works, reports, performances and
+research. They may be modified and printed and given away--you may do
+practically ANYTHING with public domain eBooks. Redistribution is
+subject to the trademark license, especially commercial
+redistribution.
+
+
+
+*** START: FULL LICENSE ***
+
+THE FULL PROJECT GUTENBERG LICENSE
+PLEASE READ THIS BEFORE YOU DISTRIBUTE OR USE THIS WORK
+
+To protect the Project Gutenberg-tm mission of promoting the free
+distribution of electronic works, by using or distributing this work
+(or any other work associated in any way with the phrase "Project
+Gutenberg"), you agree to comply with all the terms of the Full Project
+Gutenberg-tm License (available with this file or online at
+https://gutenberg.org/license).
+
+
+Section 1. General Terms of Use and Redistributing Project Gutenberg-tm
+electronic works
+
+1.A. By reading or using any part of this Project Gutenberg-tm
+electronic work, you indicate that you have read, understand, agree to
+and accept all the terms of this license and intellectual property
+(trademark/copyright) agreement. If you do not agree to abide by all
+the terms of this agreement, you must cease using and return or destroy
+all copies of Project Gutenberg-tm electronic works in your possession.
+If you paid a fee for obtaining a copy of or access to a Project
+Gutenberg-tm electronic work and you do not agree to be bound by the
+terms of this agreement, you may obtain a refund from the person or
+entity to whom you paid the fee as set forth in paragraph 1.E.8.
+
+1.B. "Project Gutenberg" is a registered trademark. It may only be
+used on or associated in any way with an electronic work by people who
+agree to be bound by the terms of this agreement. There are a few
+things that you can do with most Project Gutenberg-tm electronic works
+even without complying with the full terms of this agreement. See
+paragraph 1.C below. There are a lot of things you can do with Project
+Gutenberg-tm electronic works if you follow the terms of this agreement
+and help preserve free future access to Project Gutenberg-tm electronic
+works. See paragraph 1.E below.
+
+1.C. The Project Gutenberg Literary Archive Foundation ("the Foundation"
+or PGLAF), owns a compilation copyright in the collection of Project
+Gutenberg-tm electronic works. Nearly all the individual works in the
+collection are in the public domain in the United States. If an
+individual work is in the public domain in the United States and you are
+located in the United States, we do not claim a right to prevent you from
+copying, distributing, performing, displaying or creating derivative
+works based on the work as long as all references to Project Gutenberg
+are removed. Of course, we hope that you will support the Project
+Gutenberg-tm mission of promoting free access to electronic works by
+freely sharing Project Gutenberg-tm works in compliance with the terms of
+this agreement for keeping the Project Gutenberg-tm name associated with
+the work. You can easily comply with the terms of this agreement by
+keeping this work in the same format with its attached full Project
+Gutenberg-tm License when you share it without charge with others.
+
+1.D. The copyright laws of the place where you are located also govern
+what you can do with this work. Copyright laws in most countries are in
+a constant state of change. If you are outside the United States, check
+the laws of your country in addition to the terms of this agreement
+before downloading, copying, displaying, performing, distributing or
+creating derivative works based on this work or any other Project
+Gutenberg-tm work. The Foundation makes no representations concerning
+the copyright status of any work in any country outside the United
+States.
+
+1.E. Unless you have removed all references to Project Gutenberg:
+
+1.E.1. The following sentence, with active links to, or other immediate
+access to, the full Project Gutenberg-tm License must appear prominently
+whenever any copy of a Project Gutenberg-tm work (any work on which the
+phrase "Project Gutenberg" appears, or with which the phrase "Project
+Gutenberg" is associated) is accessed, displayed, performed, viewed,
+copied or distributed:
+
+This eBook is for the use of anyone anywhere at no cost and with
+almost no restrictions whatsoever. You may copy it, give it away or
+re-use it under the terms of the Project Gutenberg License included
+with this eBook or online at www.gutenberg.org
+
+1.E.2. If an individual Project Gutenberg-tm electronic work is derived
+from the public domain (does not contain a notice indicating that it is
+posted with permission of the copyright holder), the work can be copied
+and distributed to anyone in the United States without paying any fees
+or charges. If you are redistributing or providing access to a work
+with the phrase "Project Gutenberg" associated with or appearing on the
+work, you must comply either with the requirements of paragraphs 1.E.1
+through 1.E.7 or obtain permission for the use of the work and the
+Project Gutenberg-tm trademark as set forth in paragraphs 1.E.8 or
+1.E.9.
+
+1.E.3. If an individual Project Gutenberg-tm electronic work is posted
+with the permission of the copyright holder, your use and distribution
+must comply with both paragraphs 1.E.1 through 1.E.7 and any additional
+terms imposed by the copyright holder. Additional terms will be linked
+to the Project Gutenberg-tm License for all works posted with the
+permission of the copyright holder found at the beginning of this work.
+
+1.E.4. Do not unlink or detach or remove the full Project Gutenberg-tm
+License terms from this work, or any files containing a part of this
+work or any other work associated with Project Gutenberg-tm.
+
+1.E.5. Do not copy, display, perform, distribute or redistribute this
+electronic work, or any part of this electronic work, without
+prominently displaying the sentence set forth in paragraph 1.E.1 with
+active links or immediate access to the full terms of the Project
+Gutenberg-tm License.
+
+1.E.6. You may convert to and distribute this work in any binary,
+compressed, marked up, nonproprietary or proprietary form, including any
+word processing or hypertext form. However, if you provide access to or
+distribute copies of a Project Gutenberg-tm work in a format other than
+"Plain Vanilla ASCII" or other format used in the official version
+posted on the official Project Gutenberg-tm web site (www.gutenberg.org),
+you must, at no additional cost, fee or expense to the user, provide a
+copy, a means of exporting a copy, or a means of obtaining a copy upon
+request, of the work in its original "Plain Vanilla ASCII" or other
+form. Any alternate format must include the full Project Gutenberg-tm
+License as specified in paragraph 1.E.1.
+
+1.E.7. Do not charge a fee for access to, viewing, displaying,
+performing, copying or distributing any Project Gutenberg-tm works
+unless you comply with paragraph 1.E.8 or 1.E.9.
+
+1.E.8. You may charge a reasonable fee for copies of or providing
+access to or distributing Project Gutenberg-tm electronic works provided
+that
+
+- You pay a royalty fee of 20% of the gross profits you derive from
+ the use of Project Gutenberg-tm works calculated using the method
+ you already use to calculate your applicable taxes. The fee is
+ owed to the owner of the Project Gutenberg-tm trademark, but he
+ has agreed to donate royalties under this paragraph to the
+ Project Gutenberg Literary Archive Foundation. Royalty payments
+ must be paid within 60 days following each date on which you
+ prepare (or are legally required to prepare) your periodic tax
+ returns. Royalty payments should be clearly marked as such and
+ sent to the Project Gutenberg Literary Archive Foundation at the
+ address specified in Section 4, "Information about donations to
+ the Project Gutenberg Literary Archive Foundation."
+
+- You provide a full refund of any money paid by a user who notifies
+ you in writing (or by e-mail) within 30 days of receipt that s/he
+ does not agree to the terms of the full Project Gutenberg-tm
+ License. You must require such a user to return or
+ destroy all copies of the works possessed in a physical medium
+ and discontinue all use of and all access to other copies of
+ Project Gutenberg-tm works.
+
+- You provide, in accordance with paragraph 1.F.3, a full refund of any
+ money paid for a work or a replacement copy, if a defect in the
+ electronic work is discovered and reported to you within 90 days
+ of receipt of the work.
+
+- You comply with all other terms of this agreement for free
+ distribution of Project Gutenberg-tm works.
+
+1.E.9. If you wish to charge a fee or distribute a Project Gutenberg-tm
+electronic work or group of works on different terms than are set
+forth in this agreement, you must obtain permission in writing from
+both the Project Gutenberg Literary Archive Foundation and Michael
+Hart, the owner of the Project Gutenberg-tm trademark. Contact the
+Foundation as set forth in Section 3 below.
+
+1.F.
+
+1.F.1. Project Gutenberg volunteers and employees expend considerable
+effort to identify, do copyright research on, transcribe and proofread
+public domain works in creating the Project Gutenberg-tm
+collection. Despite these efforts, Project Gutenberg-tm electronic
+works, and the medium on which they may be stored, may contain
+"Defects," such as, but not limited to, incomplete, inaccurate or
+corrupt data, transcription errors, a copyright or other intellectual
+property infringement, a defective or damaged disk or other medium, a
+computer virus, or computer codes that damage or cannot be read by
+your equipment.
+
+1.F.2. LIMITED WARRANTY, DISCLAIMER OF DAMAGES - Except for the "Right
+of Replacement or Refund" described in paragraph 1.F.3, the Project
+Gutenberg Literary Archive Foundation, the owner of the Project
+Gutenberg-tm trademark, and any other party distributing a Project
+Gutenberg-tm electronic work under this agreement, disclaim all
+liability to you for damages, costs and expenses, including legal
+fees. YOU AGREE THAT YOU HAVE NO REMEDIES FOR NEGLIGENCE, STRICT
+LIABILITY, BREACH OF WARRANTY OR BREACH OF CONTRACT EXCEPT THOSE
+PROVIDED IN PARAGRAPH F3. YOU AGREE THAT THE FOUNDATION, THE
+TRADEMARK OWNER, AND ANY DISTRIBUTOR UNDER THIS AGREEMENT WILL NOT BE
+LIABLE TO YOU FOR ACTUAL, DIRECT, INDIRECT, CONSEQUENTIAL, PUNITIVE OR
+INCIDENTAL DAMAGES EVEN IF YOU GIVE NOTICE OF THE POSSIBILITY OF SUCH
+DAMAGE.
+
+1.F.3. LIMITED RIGHT OF REPLACEMENT OR REFUND - If you discover a
+defect in this electronic work within 90 days of receiving it, you can
+receive a refund of the money (if any) you paid for it by sending a
+written explanation to the person you received the work from. If you
+received the work on a physical medium, you must return the medium with
+your written explanation. The person or entity that provided you with
+the defective work may elect to provide a replacement copy in lieu of a
+refund. If you received the work electronically, the person or entity
+providing it to you may choose to give you a second opportunity to
+receive the work electronically in lieu of a refund. If the second copy
+is also defective, you may demand a refund in writing without further
+opportunities to fix the problem.
+
+1.F.4. Except for the limited right of replacement or refund set forth
+in paragraph 1.F.3, this work is provided to you 'AS-IS' WITH NO OTHER
+WARRANTIES OF ANY KIND, EXPRESS OR IMPLIED, INCLUDING BUT NOT LIMITED TO
+WARRANTIES OF MERCHANTIBILITY OR FITNESS FOR ANY PURPOSE.
+
+1.F.5. Some states do not allow disclaimers of certain implied
+warranties or the exclusion or limitation of certain types of damages.
+If any disclaimer or limitation set forth in this agreement violates the
+law of the state applicable to this agreement, the agreement shall be
+interpreted to make the maximum disclaimer or limitation permitted by
+the applicable state law. The invalidity or unenforceability of any
+provision of this agreement shall not void the remaining provisions.
+
+1.F.6. INDEMNITY - You agree to indemnify and hold the Foundation, the
+trademark owner, any agent or employee of the Foundation, anyone
+providing copies of Project Gutenberg-tm electronic works in accordance
+with this agreement, and any volunteers associated with the production,
+promotion and distribution of Project Gutenberg-tm electronic works,
+harmless from all liability, costs and expenses, including legal fees,
+that arise directly or indirectly from any of the following which you do
+or cause to occur: (a) distribution of this or any Project Gutenberg-tm
+work, (b) alteration, modification, or additions or deletions to any
+Project Gutenberg-tm work, and (c) any Defect you cause.
+
+
+Section 2. Information about the Mission of Project Gutenberg-tm
+
+Project Gutenberg-tm is synonymous with the free distribution of
+electronic works in formats readable by the widest variety of computers
+including obsolete, old, middle-aged and new computers. It exists
+because of the efforts of hundreds of volunteers and donations from
+people in all walks of life.
+
+Volunteers and financial support to provide volunteers with the
+assistance they need are critical to reaching Project Gutenberg-tm's
+goals and ensuring that the Project Gutenberg-tm collection will
+remain freely available for generations to come. In 2001, the Project
+Gutenberg Literary Archive Foundation was created to provide a secure
+and permanent future for Project Gutenberg-tm and future generations.
+To learn more about the Project Gutenberg Literary Archive Foundation
+and how your efforts and donations can help, see Sections 3 and 4
+and the Foundation web page at https://www.pglaf.org.
+
+
+Section 3. Information about the Project Gutenberg Literary Archive
+Foundation
+
+The Project Gutenberg Literary Archive Foundation is a non profit
+501(c)(3) educational corporation organized under the laws of the
+state of Mississippi and granted tax exempt status by the Internal
+Revenue Service. The Foundation's EIN or federal tax identification
+number is 64-6221541. Its 501(c)(3) letter is posted at
+https://pglaf.org/fundraising. Contributions to the Project Gutenberg
+Literary Archive Foundation are tax deductible to the full extent
+permitted by U.S. federal laws and your state's laws.
+
+The Foundation's principal office is located at 4557 Melan Dr. S.
+Fairbanks, AK, 99712., but its volunteers and employees are scattered
+throughout numerous locations. Its business office is located at
+809 North 1500 West, Salt Lake City, UT 84116, (801) 596-1887, email
+business@pglaf.org. Email contact links and up to date contact
+information can be found at the Foundation's web site and official
+page at https://pglaf.org
+
+For additional contact information:
+ Dr. Gregory B. Newby
+ Chief Executive and Director
+ gbnewby@pglaf.org
+
+
+Section 4. Information about Donations to the Project Gutenberg
+Literary Archive Foundation
+
+Project Gutenberg-tm depends upon and cannot survive without wide
+spread public support and donations to carry out its mission of
+increasing the number of public domain and licensed works that can be
+freely distributed in machine readable form accessible by the widest
+array of equipment including outdated equipment. Many small donations
+($1 to $5,000) are particularly important to maintaining tax exempt
+status with the IRS.
+
+The Foundation is committed to complying with the laws regulating
+charities and charitable donations in all 50 states of the United
+States. Compliance requirements are not uniform and it takes a
+considerable effort, much paperwork and many fees to meet and keep up
+with these requirements. We do not solicit donations in locations
+where we have not received written confirmation of compliance. To
+SEND DONATIONS or determine the status of compliance for any
+particular state visit https://pglaf.org
+
+While we cannot and do not solicit contributions from states where we
+have not met the solicitation requirements, we know of no prohibition
+against accepting unsolicited donations from donors in such states who
+approach us with offers to donate.
+
+International donations are gratefully accepted, but we cannot make
+any statements concerning tax treatment of donations received from
+outside the United States. U.S. laws alone swamp our small staff.
+
+Please check the Project Gutenberg Web pages for current donation
+methods and addresses. Donations are accepted in a number of other
+ways including including checks, online payments and credit card
+donations. To donate, please visit: https://pglaf.org/donate
+
+
+Section 5. General Information About Project Gutenberg-tm electronic
+works.
+
+Professor Michael S. Hart was the originator of the Project Gutenberg-tm
+concept of a library of electronic works that could be freely shared
+with anyone. For thirty years, he produced and distributed Project
+Gutenberg-tm eBooks with only a loose network of volunteer support.
+
+
+Project Gutenberg-tm eBooks are often created from several printed
+editions, all of which are confirmed as Public Domain in the U.S.
+unless a copyright notice is included. Thus, we do not necessarily
+keep eBooks in compliance with any particular paper edition.
+
+
+Most people start at our Web site which has the main PG search facility:
+
+ https://www.gutenberg.org
+
+This Web site includes information about Project Gutenberg-tm,
+including how to make donations to the Project Gutenberg Literary
+Archive Foundation, how to help produce our new eBooks, and how to
+subscribe to our email newsletter to hear about new eBooks.
diff --git a/29289-0.zip b/29289-0.zip
new file mode 100644
index 0000000..13fd418
--- /dev/null
+++ b/29289-0.zip
Binary files differ
diff --git a/29289-8.txt b/29289-8.txt
new file mode 100644
index 0000000..c3fb2d0
--- /dev/null
+++ b/29289-8.txt
@@ -0,0 +1,5302 @@
+The Project Gutenberg EBook of Bloemlezing uit Guido Gezelle's Gedichten, by
+Guido Gezelle
+
+This eBook is for the use of anyone anywhere at no cost and with
+almost no restrictions whatsoever. You may copy it, give it away or
+re-use it under the terms of the Project Gutenberg License included
+with this eBook or online at www.gutenberg.org
+
+
+Title: Bloemlezing uit Guido Gezelle's Gedichten
+
+Author: Guido Gezelle
+
+Editor: Dr. J. Aleida Nijland
+
+Release Date: July 1, 2009 [EBook #29289]
+
+Language: Dutch
+
+Character set encoding: ISO-8859-1
+
+*** START OF THIS PROJECT GUTENBERG EBOOK GUIDO GEZELLE'S GEDICHTEN ***
+
+
+
+
+Produced by Jeroen van Luin and the Online Distributed
+Proofreading Team at https://www.pgdp.net
+
+
+
+
+
+ +-------------------deze regel heeft nummer 1----------------------+
+ | |
+ | OPMERKINGEN VAN DE BEWERKER: |
+ | |
+ | De tekst in dit bestand wordt weergegeven in de originele, |
+ | verouderde spelling. Er is geen poging gedaan de tekst te |
+ | moderniseren. |
+ | |
+ | De voetnoten zijn verplaatst naar het eind van het gedicht. |
+ | Bladzijde-nummering is verwijderd. |
+ | |
+ | De in het origineel als uitgespatieerde weergegeven tekst is in |
+ | dit e-boek weergegeven als =uitgespatieerd=. |
+ | Het cursief is weergegeven als _cursief_. |
+ | |
+ | Overduidelijke druk- en spelfouten in het origineel en |
+ | spellingsverschillen binnen een gedicht zijn gecorrigeerd. |
+ | |
+ | Aan het eind van het boek volgt een overzicht van de |
+ | aangebrachte correcties met bijbehorend regelnummer. |
+ | |
+ +------------------------------------------------------------------+
+
+
+
+
+ BLOEMLEZING UIT
+ GUIDO GEZELLE'S
+ GEDICHTEN
+
+
+
+
+ BLOEMLEZING UIT
+ GUIDO GEZELLE'S
+ GEDICHTEN
+
+ ZESDE DRUK
+
+ [Illustratie: L.J.V.
+ LABOR INTEGER VINCIT
+ MDCCCXXCVII]
+
+ L. J. VEEN--AMSTERDAM
+
+ Boek-, Courant- en Steendrukkerij G. J. Thieme, Nijmegen.
+
+
+
+
+Deze Bloemlezing heb ik samengesteld om GEZELLE'S pozie te brengen in
+ruimer kring dan tot heden is bereikt. Op 'n paar uitzonderingen na in
+'t begin liet ik de volgorde der gedichten naar de verschillende
+dichtbundels onveranderd. Hier en daar heb ik 'n enkel ons minder bekend
+woord verklaard.
+
+Maart 1904.
+
+
+In volgende drukken is in de keuze der gedichten weinig veranderd; over
+het algemeen zijn meer woorden verklaard.
+
+ DR. J. ALEIDA NIJLAND.
+
+AMSTERDAM, April 1915.
+
+
+
+
+=INHOUD=.
+
+
+ Bladz.
+ De vlaamsche tale is wonder zoet 1
+ Oneigene 2
+ Als de Ziele luistert 3
+ Het schrijverke 4
+ o 't Ruischen van het ranke riet 6
+ Het meezennestje 8
+ Dien avond en die rooze 9
+ Kom e' keer hier 11
+ Gewijde klok 13
+ o Gulden hoofd 15
+ o Vechter 16
+ Met kloeken arme 17
+ Slaapt gij nog 19
+ Hoe schittert mij die spa toch 22
+ o Leye lief 24
+ Hemellawerke heet gij 26
+ De boomen zien zwart 29
+ Geluwgroene legerscharen 31
+ Gekamde koning Canteclaar 34
+ o Wilde en onvervalschte pracht 36
+ Waar zit die heldere zanger 38
+ De navond komt zoo stil 41
+ De vliege 43
+ Wat hangt gij daar te praten 45
+ Als ge naar het kooren luistert 46
+ De wolkenweg bedijgt 48
+ Andleie 50
+ 't Is stille 55
+ De rave 56
+ De tijd 59
+ Mijn hert is als een blomgewas 61
+ 't Eerste 63
+ Wintermuggen 64
+ Winternacht 66
+ Arm huisgezin 68
+ Irrequietum 69
+ Velut umbra 70
+ Abeelen 72
+ Lentegroen 74
+ Vogelzang 76
+ Zonnewende 79
+ Bonte abeelen 80
+ De bleekersgast 81
+ Rijmram 83
+ Twee horsen 84
+ Het klokgebed 85
+ Schoonheid 87
+ De dakpannen 88
+ Terug 89
+ Het getouwe 91
+ Wierook 93
+ o Heemelijke diepten 94
+ 't Groeit 96
+ Najaarsverwen 99
+ Niemandsvriend 101
+ Casselkoeien 105
+ Tranen 107
+ Schoone nacht 108
+ Avondrood 110
+ Fiat Lux 112
+ De winden 114
+ Dat wilde ik weten 115
+ Spaman 117
+ Het hazegrauwt 118
+ Hoe zeere vallen ze af 120
+ Van den ouden boom 123
+ Blootakker 126
+ Moederken 129
+ Perels 130
+ Spreeuwen 131
+ Wederwijven 133
+ Excelsior 134
+ Zegepraal 136
+ De doornenboom 139
+ Mietje 141
+ Cytisus Laburnum 142
+ Buigen of bersten 144
+ De sperretakken 147
+ Het gulden vlies 149
+ Hebt melijen 151
+ De dageraad 154
+ Nevelduisternis 156
+ Windtocht 158
+ Aksternesten 160
+ Lentegroen 161
+ Cinxen 162
+ Och ware ik 164
+ Aan den Lindeboom 165
+ Ego Flos 167
+
+
+
+
+ De vlaamsche tale is wonder zoet
+ voor die heur geen geweld en doet,
+ maar rusten laat in 't herte, alwaar,
+ ze onmondig leefde en sliep te gaar,
+ tot dat ze, eens wakker, vrij en vrank,
+ te monde uit, gaat heur vrijen gang!
+ Wat verruwprachtig hoortooneel,
+ wat zielverrukkend zingestreel,
+ o vlaamsche tale, uw' kunste ontplooit,
+ wanneer zij 't al vol leven strooit
+ en vol 't onzegbaar schoon zijn, dat,
+ lijk wolken wierooks, welt
+ uit uw zoet wierookvat!
+
+
+
+
+=ONEIGENE=.
+
+
+ Hetgeen ik niet uitgeve en
+ hebbe ik niet in,
+ wie zal mij dat wijten te schanden?
+ Mijn herte en mijn tale, mijn
+ zede en mijn zin,
+ 't is al zoo van buiten, 't is
+ al zoo van bin':
+ 't ligt alles daar bloot op mijn' handen!
+
+ Dan, weg met de oneigene
+ tale en den schijn
+ van elders geborgde gepeizen;
+ mijn zijt gij niet, uw dat en
+ wille ik niet zijn,
+ dat in mij en aan mij is
+ dat heete ik mijn:
+ oneigene, ik late u,... gaat reizen!
+
+
+
+
+ Als de Ziele luistert
+ spreek 'et al een taal dat leeft,
+ 't lijzigste gefluister
+ ook en taal en teeken heeft:
+ blren van de boomen
+ kouten met malkaar gezwind,
+ baren in de stroomen
+ klappen luide en welgezind,
+ wind en wee en wolken,
+ wegelen[1] van Gods heiligen voet,
+ talen en vertolken
+ 't diep gedoken Woord zoo zoet...
+ als de Ziele luistert!
+
+VOETNOOT:
+
+1 _Wegel_ is een Z. Ned. verkleinwoord van _weg_.
+
+
+
+
+HET SCHRIJVERKE.
+
+(GYRINUS NATANS).
+
+
+ O krinklende winklende waterding,
+ met 't zwarte kabotseken aan,
+ wat zien ik toch geren uw kopke flink
+ al schrijven op 't waterke gaan!
+ Gij leeft en gij roert en gij loopt zoo snel,
+ al zie 'k u noch arrem noch been;
+ gij wendt en gij weet uwen weg zoo wel,
+ al zie 'k u geen ooge, geen n.
+ Wat waart, of wat zijt, of wat zult gij zijn?
+ Verklaar het en zeg het mij, toe!
+ Wat zijt gij toch, blinkende knopke fijn,
+ dat nimmer van schrijven zijt moe?
+ Gij loopt over 't spegelend water klaar,
+ en 't water niet mr en verroert
+ dan of het een gladdige windje waar,
+ dat stille over 't waterke voert.
+ o Schrijverkes, schrijverkes, zegt mij dan,--
+ met twintigen zijt gij en meer,
+ en is er geen een die 't mij zeggen kan:--
+ Wat schrijft en wat schrijft gij zoo zeer?
+ Gij schrijft, en 't en staat in het water niet,
+ gij schrijft, en 't is uit en 't is weg;
+ geen Christen en weet er wat dat bediedt:
+ och, schrijverke, zeg het mij, zeg!
+ Zijn 't visselkes daar ge van schrijven moet?
+ Zijn 't kruidekes daar ge van schrijft?
+ Zijn 't keikes of bladtjes of blomkes zoet,
+ of 't water, waarop dat ge drijft?
+ Zijn 't vogelkes, kwietlende klachtgepiep,
+ of is 'et het blauwe gewelf,
+ dat onder en boven u blinkt, zoo diep,
+ of is het u, schrijverken, zelf?
+ En 't krinklende winklende waterding,
+ met 't zwarte kapoteken aan,
+ het stelde en het rechtte zijne oorkes flink,
+ en 't bleef daar een stondeke staan:
+ "Wij schrijven," zoo sprak het, "al krinklen af
+ het gene onze Meester, weleer,
+ ons makend en leerend, te schrijven gaf:
+ n lesse, niet min nochte meer;
+ wij schrijven, en kunt gij die lesse toch
+ niet lezen, en zijt gij zoo bot?
+ Wij schrijven, herschrijven en schrijven ng,
+ den heiligen Name van God!"
+
+
+
+
+O 'T RUISCHEN VAN HET RANKE RIET.
+
+
+ [Grieks: Para rhodanon donaka]
+ Hom. Il. XVIII, 576.
+
+ O! 't ruischen van het ranke riet!
+ o wist ik toch uw droevig lied!
+ wanneer de wind voorbij u voert
+ en buigend uwe halmen roert,
+ gij buigt, ootmoedig nijgend, ner,
+ staat op en buigt ootmoedig wer,
+ en zingt al buigend 't droevig lied,
+ dat ik beminne, o ranke riet!
+
+ O! 't ruischen van het ranke riet!
+ hoe dikwijls dikwijls zat ik niet
+ nabij den stillen waterboord
+ alleen en van geen mensch gestoord,
+ en lonkte 't rimplend water na,
+ en sloeg uw zwakke stafjes ga,
+ en luisterde op het lieve lied,
+ dat gij mij zongt, o ruischend riet!
+
+ O! 't ruischen van het ranke riet!
+ hoe menig mensch aanschouwt u niet
+ en hoort uw' zingend' harmonij,
+ doch luistert niet en gaat voorbij!
+ voorbij alwaar hem 't herte jaagt,
+ voorbij waar klinkend goud hem plaagt;
+ maar uw geluid verstaat hij niet,
+ o mijn beminde ruischend riet!
+
+ Nochtans, o ruischend ranke riet,
+ uw stem is zoo verachtlijk niet!
+ God schiep den stroom, God schiep uw stam,
+ God zeide: "Waait!..." en 't windje kwam,
+ en 't windje woei, en wabberde om
+ uw stam, die op en neder klom!
+ God luisterde... en uw droevig lied
+ behaagde God, o ruischend riet!
+
+ O neen toch, ranke ruischend riet,
+ mijn ziel misacht uw tale niet:
+ mijn ziel, die van den zelven God
+ 't gevoel ontving, op zijn gebod,
+ 't gevoel dat uw geruisch verstaat,
+ wanneer gij op en neder gaat:
+ o neen, o neen toch, ranke riet,
+ mijn ziel misacht uw tale niet!
+
+ O! 't ruischen van het ranke riet
+ wergalleme in mijn droevig lied,
+ en klagend kome 't voor uw voet,
+ Gij, die ons beiden leven doet!
+ o Gij, die zelf de kranke taal
+ bemint van eenen rieten staal,
+ verwerp toch ook mijn klachte niet:
+ ik! arme, kranke, klagend riet!
+
+
+
+
+HET MEEZENNESTJE.
+
+
+ Een meezennestje is uitgebroken,
+ dat, in den wulgentronk
+ gedoken,
+ met vijftien eikes blonk;
+ ze zitten in den boom te spelen,
+ tak-op, tak-af, tak-uit, tak-in, tak-om,
+ met velen,
+ en 'k lach mij, 'k lach mij, 'k lach mij bijkans krom.
+
+ Het meezenmortje komt getrouwig,
+ komt op den lauwen noen,
+ al blauwig
+ en geluwachtig groen;
+ het brengt hun dit en dat, om te azen,
+ tak-om, tak-op, tak-af, tak-uit, tak-in,
+ ze razen,
+ en kruipen, vlug, het meezennestjen in.
+
+ Het meezenvartje zit--de looveren
+ verduiken 't voor 't gestraal--
+ te tooveren,
+ al in de meezentaal;
+ daar vliegen ze, al med' een, te zamen,
+ tak-om, tak-op, tak-af, tak-in, tak-uit,
+ en, amen,
+ het meezennestje is werom ijele en uit.
+
+
+
+
+DIEN AVOND EN DIE ROOZE.
+
+AAN EUGENE VAN OYE.
+
+
+ 'k Heb menig menig uur bij u
+ gesleten en genoten,
+ en nooit en heeft een uur met u
+ me een enklen stond verdroten.
+ 'k Heb menig menig blom voor u
+ gelezen en geschonken,
+ en, lijk een bie, met u, met u,
+ er honing uit gedronken;
+ maar nooit een uur zoo lief met u,
+ zoo lang zij duren koste,
+ maar nooit een uur zoo droef om u,
+ wanneer ik scheiden moste,
+ als de uur wanneer ik dicht bij u,
+ _dien avond_, nergezeten,
+ u spreken hoorde en sprak tot u
+ wat onze zielen weten.
+ Noch nooit een blom zoo schoon, van u
+ gezocht, geplukt, gelezen,
+ als die _dien avond_ blonk op u,
+ en mocht de mijne wezen!
+ Ofschoon, zoo wel voor mij als u,
+ --wie zal dit kwaad genezen?--
+ een uur bij mij, een uur bij u
+ niet lang een uur mag wezen;
+ ofschoon voor mij, ofschoon voor u,
+ zoo lief en uitgelezen,
+ _die rooze_, al was 't een roos van u,
+ niet lang een roos mocht wezen;
+ toch lang bewaart, dit zeg ik u,
+ 't en ware ik 't al verloze,
+ mijn hert drie dierbre beelden: _u_,
+ _dien avond_,--en--_die rooze_!
+
+
+
+
+KOM E' KEER HIER.
+
+AAN PIETER BUSSCHAERT VAN DAMME.
+
+
+ "Kom e' keer hier, fliefflodderke[1],
+ 'k hebbe u, 'k hebbe u zoo lief!"
+ Maar 't wipte, 't wupte, 't en wachtte niet,
+ en 't liet mij alleene zijn.
+ 't Was wel van dat lief fliefflodderke,
+ want, hadde ik het eens genaakt,
+ ik hadde 't, het lief fliefflodderke,
+ 'k en wete niet wat gemaakt:
+ geen hand van 'nen mensche 'n mocht 'et ooit
+ genaken zijn lieve kleed,
+ of 't was en het wierd 't fliefflodderke,
+ het was en het wierd hem leed;
+ de hand van die 't miek alleene mag
+ 't genaken en niet beschan,
+ de wind van die 't miek alleene mag
+ er, wandelend, over gaan.
+ Dus, wakker en weg! fliefflodderken,
+ op planten en bloeiend gers[2],
+ alwaar dat u God geschapen heeft,
+ alwaar dat 't uw woning es!--
+ En zoekt gij nu, kind, een zin hierin,
+ 't fliefflodderke, wie dat zij,
+ uw herte is het, alderliefste mijn,
+ ai, wat zou het anders zijn!
+ God miek het u, maakt dat God alleen
+ kan zeggen: Dit herte is mijn,
+ zoo zal het, en anders en zal 't, o neen,
+ het uw' noch gelukkig zijn!
+ Zoo zong hij, die lang en lusteloos
+ gezeten had, eenen dag,
+ wanneer hij, op de eerste lenteroos,
+ het eerste fliefflodderken zag.
+
+VOETNOTEN:
+
+1 Vlinder.
+
+2 Gras.
+
+
+
+
+GEWIJDE KLOK.
+
+
+ o Avond- noen- en morgenmate,
+ ik vrij mij op uw' klank verlate,
+ gewijde klok!
+
+ Uw hert is van metaal gegoten,
+ toch blijft het voor geen mensch gesloten,
+ gewijde klok!
+
+ Gij hangt zoo hooge, ik ga zoo leege,
+ och helpt de menschen, kranke en veege,
+ gewijde klok!
+
+ En dat uw klank in 't ronde vliege,
+ zij lief of leed aan sponde en wiege,
+ gewijde klok!
+
+ Den akker end' het veld verwekke,
+ en al dat hoort tot welzijn strekke,
+ gewijde klok!
+
+ Gij zegt aan elk het lang verleden
+ de mede- en wederspoedigheden,
+ gewijde klok!
+
+ Gij troost mij op den dag van huiden,
+ en zult wel eens mijn uitvaart luiden,
+ gewijde klok!
+
+ Nog zult ge waken lang na dezen,
+ en ongeboornen beeklank wezen,
+ gewijde klok!
+
+ Dan zal mijn taal geen mensch meer hooren;
+ maar God zal ze eeuwig toebehooren,
+ gewijde klok!
+
+ o 'k Wou dat, om mijn ziel te laven,
+ zij ook dan een gebed mij gaven,
+ gewijde klok, gewijde klok!
+
+
+
+
+O GULDEN HOOFD.
+
+
+ o Gulden hoofd der blijde zonne,
+ volheerlijke, altijd nieuwe bronne
+ van levenskracht;
+ wie heeft u in die blauwe streken
+ het brandend voetspoor uitgesteken
+ en voorgedacht?
+
+ Gij staat des morgens op, beneden
+ 't bereik van sterflijke oogenleden;
+ en, rijzend, dan
+ verblijdt gij mensch en dier en boomen;
+ en 's avonds laat gij los de toomen
+ van uw gespan.
+
+ o Edel' zonne, o machtig wezen,
+ o zienlijke afgezant van dezen
+ die 't al beveelt;
+ wat ben ik, of wat zijt gij, schoone,
+ als, in des Heeren schild en kroone,
+ een wapenbeeld?
+
+ Zoo kent men aan des Ridders wapen
+ zijn hofgezin, zijn huis, zijn' knapen,
+ zijn heerlijk slot;
+ zoo kan men, aan uw pronksieraden,
+ o zonne, uw edelen Ridder raden:
+ zijn name is--God!
+
+
+
+
+=O VECHTER=.
+
+
+ o Vechter, die in 't vaderland,
+ met scherpgeschuurden tee en tand,
+ door vodde[1] en vilte[2] en voren vecht,
+ en 't taaie terwland ommelegt!
+
+ Ik zie u geerne, ontembaar aan,
+ uw' diepe en duistere wegen gaan,
+ van al dat vreeze is vrank en vrij!
+ --Mijn doen is dat, zoo dunk 'et mij!
+
+ Wanneer gij rust in 't wagenkot,
+ en roestend daar uw tanden bot,
+ dan zal wellicht een edel graan
+ alwaar gij vocht te golven staan.
+
+ Mij geve God dat, moegewrocht,
+ en 't zalig rusten weerd gerocht[3],
+ ik zie eens 't edel terruwveld,
+ dat stijve zakken koorn geldt[4]!
+
+VOETNOTEN:
+
+1 Zode.
+
+2 Wortelvezelnet.
+
+3 Geraakt.
+
+4 Betalen, opbrengen.
+
+
+
+
+MET KLOEKEN ARME.
+
+
+ Exiit qui seminat.
+
+ Met kloeken arme, en hand vol zaad,
+ aanschouwt, hoe hij zijn' stappen gaat
+ en zaait, vol zorgen
+ de man, wiens hope en troost en al,
+ met 't stervend zaad, nu zitten zal
+ in 't land geborgen.
+
+ Staat op, o zaad, 't is God die 't zegt,
+ den winter en de dood bevecht:
+ de zonnestralen
+ verwachten al, met menigvoud
+ geverwde pracht en levend goud,
+ uw zegepralen.
+
+ o Winden, waait om 't groene kind
+ des lands, uw zacht-, uw zoetsten wind;
+ o dauwrijk dagen
+ des morgenstonds, o wolkenvloed,
+ verleent het koorn, dat kenen[1] doet,
+ uw welbehagen.
+
+ Het wasse en 't worde een geluw graan,
+ het bloeie en 't blijve buigend staan,
+ vol zaad geladen;
+ vol zegen, die geen' nijd en baart,
+ geen' zucht, geen' zoek omleegewaard,
+ geen' euveldaden!
+
+ Houdt af, gij, wind- en wolkgeweld,
+ die de akkerzaaite omverrevelt,
+ en bleeke ellenden
+ verspreidt alom: houdt af uw' hand;
+ wilt verre weg van 't dragend land
+ uw' geesels wenden!
+
+ Dan zal de landman, 't herte groot
+ van dankbaarheid, om 't daaglijksch brood
+ dat hij mocht winnen,
+ den ouden arbeid, zwart en zwaar,
+ zoo dit, zoo 't naaste en 't naaste jaar
+ wer herbeginnen.
+
+VOETNOOT:
+
+1 Kiemen.
+
+
+
+
+SLAAPT GIJ NOG.
+
+
+ Slaapt gij nog, gedaagde[1] kruinen
+ van de onzochte[2] doorentuinen?
+ slaapt gij nog, en weet gij niet
+ dat de ontwekte zonne u ziet?
+
+ Dat alree de dagen langen
+ zichtbaar, en de stralen strangen[3]
+ van de lente? Ontwekt, welaan,
+ doornen, en wilt wakker staan!
+
+ Onlangs nog, met sneeuw doorschoten,
+ hebt gij, naast uw' stamgenoten,
+ weken lang den tijd verbeid,
+ vaste in uwe onroerbaarheid.
+
+ Tijd is 't om den dag te groeten:
+ 't Oosten blinkt, en wakker moeten
+ al die zonne- en zomerglans
+ schuldig zijn hun' liefde, thans.
+
+ Doorentuin dan, botten open;
+ los, uw dichte looverknopen;
+ los, uw zilveren reukallaam[4];
+ los, uw sneeuwwit blommenkraam!
+
+ Ei, 't en baat niet, dat robijnen
+ naalden deur de toppen schijnen
+ heen te bersten, hier en daar,
+ van uw doornig streuvelhaar[5]!
+
+ Ei, 't en baat niet dat uw' leden,
+ zwellende uit van vruchtbaarheden,
+ drinken 't zog der aarde, en bloot
+ laten heuren moederschoot!
+
+ Blren moet ge en blommen schieten,
+ vol de vaten ommegieten
+ uwer zalven, en voortaan,
+ hagedoornen, bloeien gaan!
+
+ Slaapt gij nog? De bien ontwekken,
+ langende om uw zeem te lekken;
+ 't vogelken zoekt, nestgezind,
+ waar 't uw vrije daken vindt!
+
+ Slaapt gij nog? De zangermonden,
+ zullende uwen lof verkonden
+ zoo gij wakker wordt, ze slaan
+ reeds hun liefste leisen[6] aan!
+
+ Slaapt gij nog? De dichters dragen
+ droevig, dorre doorenhagen,
+ het geheugen, lang verbeid,
+ van uw' zomerschoonigheid!
+
+ 't Water zucht, de blauwe lochten,
+ de aarde deunt[7], vol minnetochten:
+ alles, alles wenscht om... och,
+ doorenhagen, slaapt gij nog?
+
+VOETNOTEN:
+
+1 Bedaagd, oud.
+
+2 Onzacht.
+
+3 Strang = streng.
+
+4 Alm, allaam = handwerktuig.
+
+5 Verwarreld opstaand haar.
+
+6 Liederen.
+
+7 Deunen = 1. dreunen, daveren, schudden, trillen tengevolge van een
+hevig gedruisch, maar ook van blijdschap, voldoening, genot; 2. zingen,
+weerklinken van geluid.
+
+
+
+
+HOE SCHITTERT MIJ DIE SPA TOCH.
+
+
+ Hoe schittert mij die spa toch, als
+ gij, landman, uwen taaien hals
+ gebogen, langzaam eerselt[1], end'
+ nu hier nu daar Gods akker wendt!
+
+ De zonne komt u volgzaam na
+ en velt op uw geglimde spa,
+ terwijl gij zucht en arrebeidt,
+ den blik van heur' hoogmogendheid.
+
+ En, spittende in dat hel gestraal,
+ zoo keert uw werkzaam akkerstaal
+ med een den grond, en zendt den schicht
+ terug naar mij, van 't zonnelicht.
+
+ Daar speiten[2], uit den zwarten grond
+ der aarde, zoo veel stralen rond
+ uw' delfspa, dat 't een beeltenis
+ van Gods gevreesden bliksem is.
+
+ Doch neen: de duiven weten 't wel,
+ dat 't spawerk is en zonnenspel,
+ dit bliksemen, en hun vrije vlerk
+ vervolgt u, op uw akkerwerk.
+
+ De kwiksteert, zoo de duiven doen,
+ u nagaande, in zijn' stouteschoen,
+ en vreest, alwaar hij wormen ziet,
+ uw' spa noch heur geflikker niet.
+
+ Zoo volge ik ook, en geren ga
+ 'k, van 's morgens vroeg, den delver na,
+ hem dichtende, als hij lam en moe
+ van werken is, mijn deuntjen toe.
+
+ God vordere u, mijn brave man,
+ en, zoo 't gebed u helpen kan
+ van een, die geerne uw' werga ziet,
+ de spa en delve uw graf nog niet!
+
+ Maar mocht gij eens, uw werk voldaan,
+ den blijden oest[3] zien binnengaan,
+ en zuchten: Die den arrebeid
+ mij zoet maakt, U zij dank gezeid!
+
+VOETNOTEN:
+
+1 Aarzelen = achteruitgaan.
+
+2 Spatten.
+
+3 Oogst.
+
+
+
+
+O LEYE LIEF.
+
+
+ O Leye lief, wat mocht u boozen;
+ wat 's hemels kom, den vlekkeloozen,
+ werspiegeld in uw' schoot, dat blauw
+ verliezen doen? Dat blauw, och armen,
+ dat donkert in de ontstelde barmen[1]
+ van uw geweldig watergrauw?
+
+ 'k En hoorde u niet, op vroeger dagen,
+ en 't was als of ze in slape lagen,
+ n glimmend glas, uw' baren; daar 't
+ nu brieschen is en woedend grimmen,
+ van breedgerugde waterkimmen,
+ die beurtlings berschen[2] boordewaard.
+
+ Nog nooit en zag ik witgekoofde[3]
+ gelederen rijen, den helm ten hoofde,
+ met zulk een daverend rukgeweld,
+ o Leye, als de ongetelde toppen
+ der witgekamde barenkoppen,
+ die rennen in uw waterveld!
+
+ Het klotst, het kleunt[4], de golven stooten
+ het hooge schip, de smalle booten:
+ het danst, het deunt[5], het roert, het maalt
+ alom, van 't vlugge schuim, dat vedert;
+ van 't zwalpend zop, dat weg- end- wedert;
+ en van den wind, die zegepraalt.
+
+ o Noorden, sluit uw dolle perken,
+ besnijdt dien boozen zoon zijn' vlerken:
+ laat af, genoeg, genade! Hij
+ is koning, heere en baas gebleken:
+ laat licht en zonne u schoone spreken,
+ dat 't windloos wer en vrede zij!
+
+ Dan zal ik liefst, o Leysche boorden,
+ als 't zomer is, en zwijgt in 't Noorden
+ de felle reus, u volgend gaan;
+ dan zal ik wer mijn hert vermeiden,
+ langs uw' gegroende en stille weiden,
+ en in uw' grond hun beeld zien staan.
+
+VOETNOTEN:
+
+1 Golven, watersprongen.
+
+2 Met kracht en spoed gaan.
+
+3 Koove = vrouwenmuts (fr. coiffe).
+
+4 Slaan, kloppen.
+
+5 Daverend schokken, schudden, trillen.
+
+
+
+
+HEMELLAWERKE HEET GIJ.
+
+
+ Hemellawerke heet gij, wakkere en
+ snelgewiekte strale, die
+ 'k, uit het zaailand opgestegen,
+ lijk nen vierpijl rijzen zie.
+
+ Striemen lichts ontlaat, en vonken,
+ 't vluchtend vierwerk; en zoo hoort
+ me u ook vluchtend henentieren,
+ als gij deur de wolken boort.
+
+ Hemellawerke, schoon van name en
+ sprake zijt gij, maar uw kleed,
+ 't valt te grauw toch: is 't de reden
+ dat men grijslawerke u heet?
+
+ Ben ik grauw, het is van zeilen,
+ en van, altijd reisgezind,
+ zoo de grauwgedoekte schepen,
+ heen te varen, vr den wind.
+
+ Hemellawerke, grijslawerke,
+ luchtleeuwerke, hemelwaard,
+ weg met u, ja, leeuwerkt helder,
+ op uw' hooge hemelvaart!
+
+ Zingt en zeilt maar, al te zelden
+ hoore en zie 'k u, lieve; 't gaat
+ beter hem, die, vroeg en spade
+ hoort u, ende gadeslaat.
+
+ Midden in Gods werken levend,
+ 't gaat hem beter, achter 't land,
+ die u naziet, te elker stonde,
+ daar hij zaait en zeeuwt[1] en plant.
+
+ Ach, om niet is 't, al te dikwijls,
+ dat gij dankend opwaarts stijgt,
+ daar geen mensch en is dien 't aangaat,
+ of gij, schamele, zingt of zwijgt.
+
+ Horkt er niemand, ik zal horken,
+ wilt ge, in 't droevig tranendal,
+ mij vertroosten, hemellawerke; en
+ ziet ons niemand, God ziet 't al!
+
+ Hij zal zien en hij zal hooren,
+ hij, die vlerke en tale u gaf,
+ en die mij, in stad begraven,
+ wekken eens zal uit dit graf.
+
+ Dan verrijze ik, luchtleeuwerke;
+ zette ik zeil en vaar getroost
+ naar de hoogten, daar gij schouwend
+ eert den dagraad en den oost.
+
+ Naar de streken die mij wijzende
+ is uw' vlerke en uw geschal,
+ en van waar ik, vrij en veilig,
+ niet meer, niet meer ner en zal.
+
+VOETNOOT:
+
+1 Het gezaaide graan dekken met de uitgespitte aarde.
+
+
+
+
+DE BOOMEN ZIEN ZWART.
+
+
+ De boomen zien zwart, van de zwellende botten;
+ o zonne, wanneer zal uw' macht, onbevan[1],
+ wer 't springende blad, en de banden ontknotten,
+ waarin 't twee drie maanden heeft houtvast gestaan?
+
+ Staat achter, o nijdig geweld van den winter;
+ houdt af uwen vuist, in de botten begint er
+ weer vreugdiger pulsslag en leven te slaan.
+
+ De boomen ontwekken, zij zidderen, zij beven;
+ zij striemen, dr 't blauwe geluchte, onbekleed;
+ doch staan ze al bewust schier en blij dat zij leven,
+ lijk machtige reuzen, ten strijde bereed.
+
+ Staat achter, o nijdig geweld van den winter;
+ uw rijk heeft een einde, in de boomen begint er
+ wer hope te rijzen, wer hulpe aan ons leed.
+
+ De boomen zien zwart, en hun' dreigende schachten
+ staan veerdig en vrij, als de spere in de vuist
+ eens ridders, het teeken ten storme te wachten:
+ het klinke, en daar loopen zij henengedruischt!
+
+ Staat achter, o nijdig geweld van den winter;
+ de boomen slaan uit, en zoo zaan[2] herbegint er
+ wer blijdag gevierd te zijn. Wreede, verhuist!
+
+VOETNOTEN:
+
+1 Onbevangen, ongehinderd, vrij.
+
+2 Weldra, spoedig.
+
+
+
+
+GELUWGROENE LEGERSCHAREN.
+
+
+ Geluwgroene legerscharen,
+ honderdduizend, waar vandaan
+ zijt gij, vastgevoette blren,
+ komen op de boomen staan?
+
+ Nauwlijks heeft twee lentezonnen
+ 's werelds blijde onthaal begroet,
+ of... wie zal 't getellen konnen,
+ 't leger dat gij porren doet?
+
+ Werkzaam, onder 't machtig streelen
+ van des morgens windgeweld,
+ op de berken, op de abeelen
+ zie 'k u, in 't gelid gesteld.
+
+ 't Ruischt alom vol zware talen,
+ 't ruischt alom; en 't krijgsgebaar,
+ stortende in de diepe dalen,
+ dooft alle andere stemmen daar.
+
+ Waar vandaan zijt, al in 't blijde
+ doek gekleed, gij krijgeren dan?
+ Wie, die zulk een wereldwijde
+ legervastheid voeden kan?
+
+ Zijt ge uit louter locht gesteven,
+ zijt gij zonnestralen teer,
+ schielijk en van licht geweven,
+ duizendwendig bladerenheer?
+
+ Zijt gij 't bloed en 't merg der boomen,
+ 't boomzijn zelve, of anders iet
+ onbekend, dat uit wil stroomen,
+ al zoo zaan[1] 't de zonne ziet?
+
+ Zijt gij... Uwe ontelbaarheden
+ staan het stormend volk gelijk,
+ strijdbaar in 't bezit getreden
+ van des Winters koninkrijk!
+
+ Nutloos, in zijn' zware ellenden,
+ heeft het land om hulp gewacht:
+ komt en stoort des vijands benden,
+ velt hem voor uw' legermacht.
+
+ Breekt zijn' bergste, slaat zijn' ridderen,
+ scheurt zijn' vanen: roept en tiert,
+ dat de verste velden zidderen
+ van 't geruchte: zegeviert!
+
+ Vluchten moet hij weg; verwonnen,
+ wapenloos en wepel[2], gaan
+ zitten waar, in 't ijs geronnen,
+ onbewoond, zijn' steden staan.
+
+ Ruischt dan maar, gij legerscharen;
+ zingt en trommelt overluid,
+ zegevolle zomerblren:
+ morgen is de winter uit!
+
+VOETNOTEN:
+
+1 Dra.
+
+2 Eenzaam, alleen, zonder maag of vriend.
+
+
+
+
+GEKAMDE KONING CANTECLAAR.
+
+
+ Gekamde koning Canteclaar,
+ hoe geren zie 'k u komen daar;
+ gestapt zoo edeldrachtig
+ als Alexander, Atilla,
+ of Karloman zijn' wederga:
+ heel keizerlijk almachtig!
+
+ Gij kraait, terwijl ge uw' vlerken slaat,
+ en 't stemgeluid dat henengaat,
+ uit uwen hals gedreven,
+ herwekt het slapend menschendom,
+ het boodschapt hem den dag werom,
+ den dag, het licht, en 't leven.
+
+ Uw' vonkelende ooge, uw' rooden kam,
+ een laaiend beeld van vier en vlam,
+ uw' zwakken steert, uw' spooren,
+ uwe om end om geglimde borst,
+ uw' strijdbaarheid, uw' zegedorst,
+ uw' stem, zoo schoon om hooren...
+
+ Wie is er die dat al beschrijft,
+ die, heel in woord en taal gelijfd,
+ doet leven u en waken?
+ Wie is er? Anders geen als gij,
+ heer Canteclaar, die machtig zij
+ uw evenbeeld te maken.
+
+ Vaart wel dan: ik ontgeef 't mij, en
+ 'k wil weten dat ik verre ben
+ bij u voortaan ten onderen;
+ gij hebt, o haan, den prijs behaald,
+ kraait koning nu, en zegepraalt,
+ en laat mij zwijgend wonderen!
+
+
+
+
+O WILDE EN ONVERVALSCHTE PRACHT.
+
+
+ Alre creature sake ende yersticheit.
+ RUUSBROUCK.
+
+ o Wilde en onvervalschte pracht
+ der blommen, langs den watergracht!
+
+ Hoe geren zie 'k u, aangedaan
+ zoo 't God geliefde, in 't water staan!
+
+ Geboren, arg- en schuldeloos,
+ daar God u eens te willen koos,
+
+ daar staat ge: en, in den zonneschijn,
+ al dat gij doet is blomme zijn!
+
+ 't Is wezen, 't geen mijne ooge aanziet,
+ 't is waarheid, en ge'n dobbelt niet;
+
+ en die door u mijn hert verblijdt
+ is enkel, zoo gij enkel zijt!
+
+ Hoe stille is 't! 't En verwaait med al
+ geen bladtje, dat ons stooren zal;
+
+ geen rimpelken in 't lief gelaat
+ des waters, dat vol blommen staat;
+
+ geen wind, geen woord: rondom gespreid,
+ al schaduwe, al stilzwijgendheid!
+
+ Dan, diepe, diepe in 't water, blauwt,
+ half groen geblest[1], de hemelvaut;
+
+ en, priemend' hier en daar vergaat
+ een langgesponnen zonnedraad.
+
+ Hoe eerbaar, edel, schoone en fijn
+ kan toch eene enkele blomme zijn,
+
+ die, al med eens, en zorgloos, uit
+ de hand van heuren Schepper spruit!
+
+ Door Hem, en door geen menschenhand,
+ lag hier een nederig zaad geplant;
+
+ door Hem, op dezen oogenblik,
+ ontlook het, en dien troost heb ik,
+
+ dat, blomme, gij mij bidden doet,
+ en wezen zoo ik wezen moet:
+
+ aanschouwende en bevroedende in
+ elk uiterste einde 't oorbegin,
+
+ den grond van alles; meer gezeid,
+ maar nog niet al: Gods eerstigheid.
+
+VOETNOOT:
+
+1 Gevlekt.
+
+
+
+
+WAAR ZIT DIE HELDERE ZANGER.
+
+
+ Waar zit die heldere zanger, dien
+ ik hooren kan en zelden zien,
+ in 't loof geborgen,
+ dees blijden Meidagmorgen?
+
+ Hij klinkt alom de vogels dood,
+ bij zijnder kelen wondergroot'
+ en felle slagen,
+ in bosschen en in hagen.
+
+ Waar zit hij? Neen, 'k en vind hem niet,
+ maar 'k hoore, 'k hoore, 'k hoore een lied
+ hem lustig weven:
+ het kettert in de dreven.
+
+ Zoo zit en zingt er menig man,
+ vroegmorgens op 't getouwe, om, van
+ gon drom[1], te maken
+ langlijdend[2] lijwaadlaken.
+
+ De wever zingt, zijn' webbe deunt[3];
+ de la klabakt, 't getouwe dreunt;
+ en lijzig varen
+ de spoelen heen, in 't garen.
+
+ Zoo zit er, in den zomer zoel,
+ een, werpende, op den weverstoel
+ van groene blren,
+ zijn duizendverwig garen.
+
+ Wat is hij: mensche of dier of wat?
+ Vol zoetheid, is 't een wierookvat,
+ daar Engelenhanden,
+ onzichtbaar, reuke in branden?
+
+ Wat is hij? 't Is een wekkerspel,
+ vol tanden fijn, vol snaren fel,
+ vol wakkere monden
+ van sprekend goud, gebonden.
+
+ Hij is... daar ik niet aan en kan,
+ een' sparke viers, een' boodschap van
+ veel hooger' daken
+ als waarder menschen waken.
+
+ Horkt! Langzaam, luide en lief getaald,
+ hoe diep' hij lust en leven haalt,
+ als uit de gronden
+ van duizend orgelmonden!
+
+ Nu piept hij fijn, nu roept hij luid';
+ en 't zijpzapt hem ter kelen uit,
+ lijk waterbellen,
+ die van de daken rellen.
+
+ Geteld, nu tokt zijn taalgetik,
+ als ware 't op een marbelstik[4],
+ dat perelkransen,
+ van 't snoer gevallen, dansen.
+
+ Geen vogel of hij weet zijn lied,
+ zijn' leise[5] en al zijn stemgebied,
+ bij zijnder talen,
+ nauwkeurig af te malen.
+
+ 't En deert mij niet, hoe oud gedaagd,
+ dat hij den zangprijs henendraagt,
+ en, vogel schoone,
+ mij rooft de dichterkroone!
+
+ Want mensche en heeft u nooit verstaan,
+ noch al uw' rijkdom recht gedaan,
+ o wondere tale
+ van koning Nachtegale!
+
+VOETNOTEN:
+
+1 Schering.
+
+2 Langmeegaand, duurzaam. Lijden = gaan.
+
+3 Schudt, trilt.
+
+4 Stik = stuk.
+
+5 Lied.
+
+
+
+
+DE NAVOND KOMT ZOO STIL.
+
+
+ De navond komt zoo stil, zoo stil,
+ zoo traagzaam aangetreden,
+ dat geen en weet, wanneer de dag
+ of waar hij is geleden[1].
+ 't Is avond, stille... en, mij omtrent,
+ is iets, of iemand, onbekend,
+ die, zachtjes mij beroerend, zegt:
+ "'t Is avond en 't is rustens recht."
+
+ De boomen dragen gansch de locht
+ vol groen, nog onbestoven;
+ en 'k zie, zoo dicht hun' blaren staan,
+ nog nauwlijks door de hoven;
+ 'k en hoore niets, al om end om,
+ van 't zoetgekeelde vogelendom,
+ 't en zij, het donker loof benen,
+ den nachtegaal zijne avondben.
+
+ Hij zingt! Ach, wist hij zelf hoe schoon
+ hij zingt! Het is onwetend,
+ dat zingend hij mijne ooren boeit,
+ en aan zijn' kele ketent.
+ Ach, wist hij 't gene ik wetend ben:
+ dat dankbaar ik toch wete en ken
+ wie hem zijn' tale, en mij daaraf
+ 't genoegen en 't genieten, gaf!
+
+ Hoe lieflijk zingt hij! Maar, wat hoor
+ eensgangs ik ginder gekken?
+ Wat is 't, dat her en weder her
+ verergerend gerrebekken?
+ Och, vorschenvolk, in 't waterwied,
+ houdt op! En stoort de stilte niet:
+ laat hooren mij dat leutig slaan...
+ en, kwelgediert, houdt op voortaan!
+
+ Hebt daar!... Het speit, den steen rondom,
+ en, uitgestrekter schenen,
+ zijn al de vorschen, diepe in 't goor,
+ in 't zwijgend goor verdwenen!...
+ Eilaas, de nacht en 't donker zijn
+ bezitten nu den zanger mijn:
+ noch nachtegaal, noch ruit, noch muit[2],
+ en hoore ik meer... 't is uit, 't is uit!
+
+VOETNOTEN:
+
+1 Voorbijgegaan.
+
+2 Niet het minste stemgerucht.
+
+
+
+
+=DE VLIEGE=.
+
+
+ o Gij dikke, welgekleede, welgevoede
+ vliege, die
+ 'k daar zoo dikkens, om end weder om mij,
+ hoore en zie
+ vliegen, varen, vederen, ruischen, in den
+ zonnestraal,
+ met uw' ronkend-, hoog- en leeggevooisde
+ vedertaal!
+
+ Ha, 'k en kenne niemand die u ooit ne arme
+ reke[1] of twee
+ heeft geschonken, schoon gij zingt en immer
+ zongt, alre
+ ruim zoo lange als merelaan, of meeze, of
+ nachtegaal,
+ ruim zoo schoone allichte als honigbie- en
+ krekeltaal.
+
+ o Gij dikke, weltevreden, welgezinde
+ snaartrompet,
+ nooit en zag ik of en hoorde ik uwe
+ vlerken, net
+ lijk twee glazen ruitjes, daverende' 't zij
+ late of vroeg,
+ of 't was helder zomerweder, en de
+ zonne loech!
+
+ o Gij aardig dierken, 'k wou dat ik, zoo wel als
+ alle mensch,
+ zoo gij schijnt te hebben, had mijn herte en
+ wille en wensch,
+ en dat ge ons, al ronken in den mooien
+ zonneschijn,
+ wist den weg te wijzen naar 't gestadig
+ blijde zijn!
+
+VOETNOOT:
+
+1 Regel, schrift of zang.
+
+
+
+
+WAT HANGT GIJ DAAR TE PRATEN.
+
+
+ Wat hangt gij daar te praten
+ aan die blomme, o bruine bie;
+ waarop, waaruit, waarover
+ ik u ronken hoore en zie?
+ Gij zijt er met uw' neuze en
+ met uw tonge al ingegaan;
+ gij hebt eraan geroken
+ en van alles aan gedaan,
+ daarom, daarin, daarover,
+ op uw' vlerken alle twee:
+ ik wonder hoe die blomme u
+ laat geworden, zoo ter lee[1]!
+ Och, ware ik in heur' plaatse, ik
+ hiet u varen, en ik sloot
+ zoo seffens al dat werk, al
+ dat geruchte uit mijnen schoot,
+ en 'k...: "Rap, uit mijnen weg en
+ uit mijn zunne, dat ik zie:
+ houdt op, en laat mij werken,
+ of ik strale[2] u!" zei de bie.
+
+VOETNOTEN:
+
+1 Gewillig.
+
+2 Straal = pijl, angel.
+
+
+
+
+ALS GE NAAR HET KOOREN LUISTERT.
+
+
+ Als ge naar het kooren luistert,
+ dat nu op- nu nedergaat;
+ daar een' zwepe wind in snuistert,
+ dat de lieve zonne baadt;
+
+ neen, 't en kan geen' snare talen,
+ die zoo zoete om hooren is
+ als 't gerep der roggestalen,
+ als 't geroer van 't kooren is.
+
+ 't Vaart een fijn gelispeld leven
+ deur de toppen, altemaal;
+ daar de diepere stammen beven,
+ deunende als een' dondertaal.
+
+ Hel en duister, lijze en luide,
+ mingelmangelt in de lucht,
+ 't ruischen van de groengekruide,
+ grauwgetopte koorenvrucht.
+
+ Drijft dan maar, gij dunne staven,
+ die den landman 't leven wint;
+ laat de zonne uw' lenden laven
+ zoetjes, en den zomerwind!
+
+ Hei, daar valt er volk te peerde,
+ losgetoomd, in 't veie[1] groen;
+ donker diept het ner naar de eerde,
+ zoo in zee de schepen doen.
+
+ Volgende elk den andere, varen
+ ze, elk gevolgd, in 't volle veld;
+ 't zonnelicht beglanst de baren
+ van dit rennend rosgeweld.
+
+ Schielijk, in de lucht ontkomen,
+ zijn de ridderen weg: 't en speelt
+ niets meer in de vrije vromen,
+ dat de zware zee verbeeldt.
+
+ Stille is 't nu: de zonne vonkelt
+ deur de wolken, blij en blank;
+ milde lacht het al en monkelt[2],
+ in en om mij, lief en lang.
+
+ Ach! 'k En gave om al het schoone,
+ dat de heldere zonne ziet,
+ --Vlanderen, Vlanderen spant de kroone,--
+ neen-ik, nog mijn Vlanderen niet!
+
+VOETNOTEN:
+
+1 Welig.
+
+2 Glimlacht.
+
+
+
+
+DE WOLKENWEG BEDIJGT.
+
+
+ De wolkenweg bedijgt[1]
+ vol eendlijke[2] oorlogschepen,
+ wier witgezeilde macht
+ de koele westerzwepen
+ des windloops drijven doen,
+ en, in 't gelid zoo zaan[3],
+ den hemel vol, tot in
+ zijn verste diepten, staan.
+
+ De zonne speelt daarin,
+ met honderd duizend monden
+ geschuts; die, scherp gelan,
+ 't gebuikte lijndoek wonden
+ van 't scheepgevaarte: 't licht
+ en 't duistert, keer om keer;
+ en, schielijk overwolkt,
+ en zie 'k geen zonne meer.
+
+ Gaat 't regenen eindelijk,
+ en, zoo 't de boeren vragen,
+ een' ongetelden oest[4]
+ van goud en zelver vlagen[5]?
+ Gaat 't regenen? Donker is 't,
+ nog donkerder. Med een,
+ daar bliksem' het, en 't buischt
+ een zware dondersteen!
+
+ Het windrad is gekeerd,
+ de hemelwanden breken,
+ en neerstig--vlucht in huis!--
+ zie 'k al de daken leken:
+ God zegent het geweld
+ des hemels, de eerde doomt[6]
+ en davert, van 't geluk
+ dat in heure aderen stroomt.
+
+VOETNOTEN:
+
+1 Bedijgen, bedijen, groeien, worden.
+
+2 Angstig, groot.
+
+3 Dra.
+
+4 Oogst.
+
+5 Het vlaagt = het buit, het is buiig weer.
+
+6 Dampt.
+
+
+
+
+ANDLEIE.[1]
+
+
+ Jordane van mijn hert
+ en aderslag mijns levens,
+ o Leye, o vlaamsche vloed,
+ lijk Vlanderen, onbekend;
+ hoe overmachtigt mij
+ de mate uws vreugdegevens,
+ wanneer ik sta en schouwe,
+ uw' vrijen boord omtrent!
+
+ Hoe vaart gij welgemoed,
+ de malsche meerschen lavend
+ met blijder vruchtbaarheid,
+ te Scheldewaard, en voort
+ ten Oceaan, u, zelf,
+ een' diepe vore gravend,
+ die 't oude en vrije land
+ van Vlanderen toebehoort.
+
+ Wat zijt ge schoone, o Leye,
+ als 't helderblauwe laken
+ der hemeltente wijd
+ en breed is uitgespreid,
+ en dat, uit heuren throon,
+ de felle zunne, aan 't blaken,
+ vertweelingt heur gezichte
+ in uwe blauwigheid!
+
+ Dan leeft het rondom al[2]
+ uw' groengezoomde kanten,
+ aanzijds en heraanzijds,
+ zoo verre ik henenschouw,
+ van lieden, die werom,
+ en nu in 't water, planten
+ den overjaarschen bloei
+ van hunnen akkerbouw,
+
+ den bast, die, onlangs, toen
+ hij jong was, jong en schoone,
+ 't gezicht verblijdde, maar
+ n levend legtapijt;
+ die, veel te lichte, eilaas!
+ de blauwe maagdenkroone
+ verloos, en bleef het lieve
+ en jeugdig leven kwijt!
+
+ Het vlas! Nu staat 't gedoopt,
+ Jordane, in uwe lanken,
+ gegord in haveren stroo,
+ dat banden gouds gelijkt;
+ bij duizend duizenden
+ van bonden, die vier planken
+ bewaren, ketenvast
+ en aan den wal gefijkt[3].
+
+ Hoe zucht gij, om wer uit
+ dit stovend bad te komen;
+ hoe zucht gij, zoo de ziel,
+ de vrome kerstene, doet,
+ die, na gedulde pijn,
+ vol hopen en vol schromen,
+ verlangt het licht te zien
+ dat haar verlossen moet!
+
+ Verdraagt den harden steen[4]
+ nog wat, die, korts nadezen,
+ gelicht, u helpen zal
+ ter vrijheid; en de dood,
+ die u gedwongen hield,
+ zal zelf gedwongen wezen,
+ u latende uit het graf
+ en uit den Leyeschoot.
+
+ Die steen heeft u gedempt,
+ g'ootmoedigd en gedoken,
+ tot dat uw taaie rug,
+ gemurruwd en verzaad,
+ geen' weerstand bin en zou
+ aan hem die u, gebroken,
+ tot lijn[5] hermaken zal
+ en edel vlasgewaad.
+
+ Hoe krielt het wederom,
+ langs al de Leyeboorden,
+ van lieden, half gekleed,
+ die half in 't water staan,
+ en halen, lekende uit,
+ lijk lijken van versmoorden,
+ 't gebonden, zappig vlas,
+ en 't spreidende openslaan!
+
+ 't Verrijst! Het wordt alhier,
+ het wordt aldaar bewogen,
+ gestuikt[6], gekeuveld[7] en
+ gehut. De zonne lacht
+ en speelt in 't droogend schif[8],
+ dat, 't water uitgezogen,
+ heur fijne stralen drinkt
+ en fijndere verruwpracht!
+
+ Wat zie 'k! o Isral,
+ lijk in de bibelprenten,
+ gekleend, den overtocht
+ van 't Abrahamsche diet[9];
+ gesmaldeeld en geschaard,
+ in lijnwaadgrauwe tenten,
+ ontelbaar, zoo 't den dwang
+ van Pharao verliet!
+
+ Beloofde land van God,
+ Jordane, in 't hooge Noorden,
+ hoe schoon 't gelegerd volk,
+ dat, God gehoorzaam, voet
+ en hand te zamen, zwoegt
+ naar uwaard, en de boorden
+ van 't stroomend waterkleed
+ strijdmachtig leven doet!
+
+ Ik hef, lijk Bala'am,
+ mijn woord op, en 'k bezegen
+ den arbeidweerden troost
+ dien 't neerstig Vlanderen vand...!
+ Zij 't immer God getrouw,
+ God dankbaar, God genegen,
+ en weerd de diere kroon
+ die hem de vrijheid spant,
+
+ zoo lang de Leye loopt,
+ zoo lang de velden dragen
+ den taaien lijnwaadoost[10],
+ die op heur boorden groeit;
+ zoo lang 't gestorven vlas
+ herleeft in kant en kragen,
+ en, sneeuwwit op de borst
+ van jonk- en schoonheid bloeit!
+
+VOETNOTEN:
+
+1 Aan de Leie.
+
+2 Aan, langs.
+
+3 Fijke is een stok of ijzeren staaf op den oever, waar de in 't water
+neergelaten vlasbakken aan vastgebonden worden.
+
+4 Die op de volle vlasbakken ligt om het vlas ter roting onder water
+te houden.
+
+5 Gesponnen draad om te weven.
+
+6 Stuiken = korenschoven recht overeind zetten om te drogen.
+
+7 Keuvel = gevelpunt op een dak.
+
+8 Houtbast van 't vlas.
+
+9 Volk.
+
+[10] Oogst.
+
+
+
+
+='T IS STILLE=.
+
+
+ 't Is stille. Rustig ligt
+ en slaapt het altemaal,
+ dat leute en leven was,
+ dat locht- en vogeltaal.
+ Geen windeken en waakt:
+ november houdt den staf,
+ en stelpt dat wekken mocht
+ het eindloos duister graf
+ des aardrijks. Ongebaand
+ en dood zijn weg en straat;
+ de voet alleen verwekt,
+ en 't stappen van die gaat,
+ een doof gerucht in 't loof,
+ dat, afgevallen, plekt
+ den grond, dien 't in een' spree
+ van doodsche varwen dekt.
+ 't Is stille. Gij alleen,
+ o vlugge en vlijtig ding,
+ dat, langs den natten tak
+ geklaverd, uw gepink
+ laat hooren, fijn en snel,
+ ge ontsnapt en snetst alom:
+ "Ik leef nog: piep! Ik leef,
+ spijts 's winters winterdom!"
+
+
+
+
+=DE RAVE=.
+
+
+ Met zwart- en zwaren zwaai aan 't werken door de grauwe,
+ de zonnelooze locht, ik de oude rave aanschouwe;
+ die, roeiende op en dr den schaars gewekten wind,
+ gelijk een dwalend spook, eilaas geen ruste en vindt.
+
+ Ze is zwart gebekt, gepoot, gekopt in 't zwarte; als kolen,
+ zoo staan heure oogen zwart, in hun' twee zwarte holen
+ te blinken; rouwgewaad en duister doek omvangt
+ het duister wangedrocht, dat in de nevelen hangt.
+
+ Ze is stom! Z'en uit geen woord en 't waaien van heur' slagers
+ en hoort gij niet. Alzoo de zwarte doodendragers
+ stilzwijgend gaan, zoo gaat zij zwijgend op de lucht,
+ en wendt alhier aldaar heur' zwarte ravenvlucht.
+
+ Wat wilt gij, duister spook! Waar gaat gij? Van wat steden
+ zijt gij, met damp en doom[1] en 's winters duisterheden,
+ alhierwaards aangewaaid? Wat boodschap brengt gij? Van
+ wat rampe of tegenspoed zijt gij de bedeman[2]?
+
+ Is ziek- of zuchtigheid, uit 's noordens grauwe landen;
+ is sterfte wederom, is hongersnood op handen?
+ Is moordaanslag, verraad de zin van uw vermaan;
+ of gaat de muil misschien des afgronds opengaan?
+
+ Geen woord! Dan, weg van hier, onzalige: gaat varen
+ alwaar nooit zonne en rijst; alwaar de grimme baren
+ staan ijsvaste overende, als rotsen; en waar nooit
+ noch blom noch blad den buik van moeder aarde en tooit!
+
+ Gaat aan! Of spreekt een woord, zoo de andere vogeldieren
+ te zomertijde doen, die in de bosschen zwieren:
+ ja, 's winters, als de snee' heur laken heeft gespreid,
+ nog vinkt en klinkt het hier, vol vogelvlijtigheid.
+
+ En gij! De rave trekt, met trage vederslagen,
+ voorbij mij, zwaar en zwart gelijk nen kerkhofwagen,
+ en roept mij, onverwachts, terwijl zij henenvaart,
+ al in n enkel woord, heur' winterboodschap: "Spaart!"
+
+VOETNOTEN:
+
+1 Damp.
+
+2 Bode.
+
+
+
+
+=DE TIJD=.
+
+
+ _Tempus non erit amplius._ Apoc. X, 6.
+
+ Verloren is 't gepijnd om aan
+ den tijd, die immer voort moet gaan,
+ een paal te zetten;
+ ja, stelt u maar en schoort u stijf,
+ ge 'n zult, met al uw len en lijf,
+ zijn' baan beletten.
+
+ Hij lacht met u, en, moegesold,
+ gij vechtend in de vore rolt,
+ daar 't eeuwig varen
+ zijns wilden strooms voorbij u voert,
+ en zegepralend henenroert,
+ zijn' ruwe baren.
+
+ Hij stampt de hooge boomen om,
+ hij buigt den berg zijn' lenden krom,
+ hij springt de banden
+ van staal intween, die vastgedaan,
+ bij stede en stad, hem wederstaan,
+ in alle landen.
+
+ Geen wet en weet hij, noch 't en zal
+ hem dwingen eenig ongeval:
+ geen' legerbenden,
+ geen' wapens, geen geweld van iet
+ dat donderbusse of boge schiet,
+ en kan hem schenden.
+
+ Onraakbaar is hij, vluchtende ooit
+ en vechtende; verderfnis strooit
+ hij op die wilden
+ werzetten hem 't zij burgten van
+ orduin[1] gebouwd, 't zij duizend man,
+ 't zij duizend schilden.
+
+ 't En breekt den boozen beul, van al 't
+ geween dat hem te voeten valt,
+ geene enkele smerte,
+ geen Bethlehemsche kinderdood,
+ geen leggeroofde moederschoot,
+ zijn steenen herte!
+
+ Zoo moet hij varend henengaan,
+ en al dat is aan stukken slaan,
+ tot ander stonden,
+ dat hij ook eens, het licht ontzeid,
+ voor eeuwig hebbe in de eeuwigheid
+ zijn' dood gevonden.
+
+VOETNOOT:
+
+1 Arduin.
+
+
+
+
+MIJN HERT IS ALS EEN BLOMGEWAS.
+
+
+ Mijn hert is als een blomgewas,
+ dat, opengaande of toegeloken,
+ de stralen van de zonne vangt,
+ of kwijnt en pijnt en hangt gebroken.
+
+ Mijn hert gelijkt het jeugdig groen,
+ dat asemt in den dauw des morgens;
+ maar zwakt, des avonds, moe geleefd,
+ vol stof, vol weemoeds en vol zorgens!
+
+ Mijn hert is als een vrucht, die wast
+ en rijp wordt, in de schauw verholen,
+ aleer de hand des najaars heeft,
+ te vroeg eilaas, den boom bestolen!
+
+ Mijn hert gelijkt de sterre, die
+ verschiet, en aan de hooge wanden
+ des hemels eene sparke strijkt,
+ die, eer 'k heram, houdt op van branden!
+
+ Mijn herte slacht den regenboog,
+ die, hoog gebouwd dr al de hemelen,
+ welhaast gedaan heeft rood en blauw
+ en groen en geluwe en peersch te schemelen!
+
+ Mijn hert... mijn herte is krank, en broos,
+ en onstandvastig in 't verblijden;
+ maar, als 't hem wel gaat nen stond,
+ 't kan dagen lang wer honger lijden!
+
+
+
+
+ 't Eerste dat mij moeder vragen
+ leerde, in lang verleden dagen,
+ als ik hakkelde, ongeriefd
+ nog van woorden, 't was, te gader
+ bei mijn' handtjes doende: "Vader,
+ geeft me 'en kruisken, als 't u belieft!"
+
+ 'k Heb een kruiske dan gekregen,
+ menig keer, en wierd geslegen
+ op mijn' kake, zacht en zoet...
+ Ach, ge zijt mij, bei te gader,
+ afgestorven, moeder, vader,
+ 't geen mij nu nog leedschap doet!
+
+ Maar, dat kruiske, 't is geschreven
+ diep mij in den kop gebleven,
+ teeken van mijn erfgebied:
+ die den schedel mij aan scherven
+ sloege, en hiete 't kruisken derven,
+ nog en hadd' hij 't kruisken niet!
+
+
+
+
+WINTERMUGGEN.
+
+
+ De wintermuggen zijn
+ aan 't dansen, ommentomme,
+ zoo wit als muldersmeel,
+ zoo wit als molkenblomme[1].
+
+ Ze varen hooge, in 't vloe;
+ ze dalen diepe, in de ebbe;
+ ze weven, heen en wer,
+ hun' witte winterwebbe.
+
+ Hun' winterwebbe zal,
+ dat lijnwaad zonder vlekken,
+ den zuiverlijken schoot
+ van moeder Aarde dekken.
+
+ Ze ligt in heuren slaap,
+ ze droomt den schuldeloozen,
+ den maagdelijken droom
+ van nieuwe lenteroozen.
+
+ Ze ligt in heuren slaap,
+ ze droomt den wonderbaren,
+ den liefelijken droom
+ van 's zomers harpenaren.
+
+ Ze ligt in heuren droom,
+ ze droomt van overvloed en
+ van voorspoed overal,
+ om vee en volk te voeden.
+
+ 'n Wekt ze niet, 'n laat
+ heur geen geruchte dwingen,
+ om, al te schier ontwekt,
+ uit heuren slaap te springen!
+
+ Daar ligt ze nu en rust:
+ heur zwijgend beddelaken,
+ de wintermuggen spree'n 't,
+ die geen geruchte en maken.
+
+ Ze draaien op en af
+ en af en op en omme,
+ zoo wit als melk, als meel,
+ als molke en runselblomme[2].
+
+VOETNOTEN:
+
+1 Wrongel.
+
+2 Wrongel.
+
+
+
+
+=WINTERNACHT=.
+
+
+ Hoe zwart staan al de boomen in
+ de witheid, onverwacht,
+ van 't overdadig sneeuwen, dat 't
+ gedaan heeft, van den nacht!
+
+ Ze staan daar, als gekoolzwart en
+ met teekenen geprent,
+ al zwarte en zware staven, op
+ een eindloos pergament.
+
+ Ze 'n roeren noch ze 'n poeren[1] en,
+ bij 't nachtelijk gestraal,
+ men zweren zou dat 't spoken zijn,
+ of reuzen altemaal.
+
+ De sterren staan en bliksemen,
+ als oogen, ongeteld,
+ van boven, uit de koppen van
+ die reuzen vol geweld.
+
+ Ze groeien immer grooter, en
+ de witheid van de snee
+ verzwaart de zwarte stammen. Zich[2]!
+ van een' zoo wordt er twee!
+
+ 'k Versta nu hoe van drollen[3], gij,
+ en droezen[3] hebt gedroomd,
+ wanneer ge, Noordsche heidenen,
+ verkeerdet in 't geboomt.
+
+ Bij 't razen van den winter en
+ bij 't nijpen van den nacht,
+ is de oude, grimme reuzenzegge[4]
+ ontstaan in uw gedacht.
+
+VOETNOTEN:
+
+1 Bewegen.
+
+2 Zie.
+
+3 Nikkers, spoken.
+
+4 Sage.
+
+
+
+
+=ARM HUISGEZIN=.
+
+
+ Onder 't duister dak gedoken,
+ stroo en vodden[1] altegaar,
+ heel onttodderd[2], half gebroken,
+ staat des werkmans woonste daar.
+
+ 't Kaafgat[3], omme- en scheefgetrokken,
+ vallen gaat; en daar, deureen,
+ liggen afgerolde brokken
+ bruingebrand al, gruis en steen.
+
+ 't Dak beneden, deur de wanden,
+ glazenloos, van latte en leem
+ zie 'k getelde turven branden,
+ doodsch, in 't deerlijk huisgeheem[4].
+
+ Open ligt het, aller oogen;
+ 't waait erdeure en 't sneeuwt erin;
+ 's zomers zal me' er hitte in doogen,
+ 's winters koude.--Arm huisgezin!
+
+VOETNOTEN:
+
+1 Zoden.
+
+2 Uit de voegen.
+
+3 Kave = schouw.
+
+4 Binnenhuis; heem, heim = huis.
+
+
+
+
+IRREQUIETUM[1]....
+
+
+ Als n verdriet is uitgezucht,
+ er ruimte is, zult ge zeggen,
+ en reden daar, om ns, toch ns,
+ het rouwkleed af te leggen!
+ 't En doet! Daar zitten zuchten al
+ volveerdig, nergedwongen,
+ en beidende, in de bange borst,
+ die geren henensprongen!
+
+ Ze kwellen en ze pramen u,
+ en baren zult ge, baren,
+ ach! de altijdonvolborentheid
+ des weedoms! De oude jaren
+ en letten 't herontvangen, noch
+ het grootgaan, immer: sterven
+ van droefheid, zult ge, in barensnood,
+ en 't eeuwig--leven--erven!
+
+VOETNOOT:
+
+1 Zonder rust.
+
+
+
+
+=VELUT UMBRA=[1].
+
+
+ Hoe lange al, eer 'k aanschouwen mocht
+ mijn schaduwbeeld! en zonnestralen,
+ door 't scheuren van de ontstelde locht,
+ 't daar schielijk, vr mij, henenmalen!
+ 'k Verschiete ervan, zoo lange al is 't,
+ dat, zonneken, mijne ooge u mist.
+
+ 'k Gevoel 't zoo veerdig--: ommentom,
+ dien eersten blik van liefde, 't wezen
+ en 't uitzien van heel 't scheps'lendom,
+ gedeluwd[2] en ontziend[3] voordezen,
+ doet werkzaam, in den zonneschijn,
+ heropgestaan en wakker zijn.
+
+ De witte muur, het roode dak,
+ de grauwe baan, de zwarte moude[4],
+ het groene gers[5], de bruine tak,
+ 't is al alsof 't herleven zoude
+ in 't licht, dat 't moede en 't doove, van
+ dat verruwloos is, verwen kan.
+
+ Een enkel scheurke in 't wolkgewand,
+ en 'k sta daar, vr mij, heengeschreven,
+ van boven tot benen, in 't zand
+ vertweelingd, in 't geweld te leven
+ des zonnelichts!... Och arme, 't sluit,
+ wer toe: mijn beeld is,--al is uit!
+
+ Zoo gaat het, Heer des levens: al
+ zoo lange ik, in den hoogen throone,
+ U zelven eerst niet zien en zal,
+ den nu nog onaanschouwbaar schoone,
+ zoo lang zal licht en zonneschijn
+ me, en 't leven ook, een schaduw zijn!
+
+VOETNOTEN:
+
+1 Als een schaduw.
+
+2 Loodverwig.
+
+3 Onschoon.
+
+4 Aarde.
+
+5 Gras.
+
+
+
+
+=ABEELEN=.
+
+
+ Verschgevelde abeelenboomen
+ liggen langs de grachten heen,
+ die den ouden zandweg zoomen,
+ hoofd en armen afgesnen.
+
+ Sterke stammen, kon dat wezen,
+ gij, die, op en in den grond,
+ met uw' voeten vastgevezen[1],
+ vamen diepe, ondelgbaar, stondt?
+
+ Gij, die 't zwaar geweld der winden,
+ kreunende, op uw kruinen droegt;
+ die zoo lang den boosgezinden
+ wintervijand wedersloegt?
+
+ 't Edel hoofd intweengespleten,
+ knoken in den grond geboord,
+ wie heeft 't al u afgebeten,
+ dat uw' schoonheid toebehoort?
+
+ Spillen zie 'k, en spanen, dragen;
+ splenters, uit uw hoofdgewaai;
+ takken uit uw' toppen zagen,
+ kerven af uw' teenen taai!
+
+ Elk komt uit en wondt en snijdt u:
+ raapt en rooft, met volle hand;
+ nu dat, omme en verre en wijd, uw
+ hooge kroone ligt in 't zand.
+
+ Vijandschap, aan alle zijden,
+ woedt om uwe ellendigheid:
+ heeft u ooit, in vroeger tijden,
+ vrede en vriendschap n ontzeid?
+
+ Edel volk, wanneer gij wachttet,
+ langs den weg, en schaduw smeet
+ op die, moegegaan, versmachtte 't
+ zonnevier, was 't iemand leed?
+
+ Iemand leed! Ach, laat mij weten
+ wie dat 't is, die, afgemat,
+ heeft ondankbaar nergezeten,
+ in de schaduw! Leert mij dat!
+
+ Meermaals mocht ik asem halen,
+ vluchten onder 't groene dak,
+ als het zweerd der zonnestralen
+ scherp mij in de lenden stak.
+
+ Boomen, in uw' looverlane,
+ tellende, een voor een, u al,
+ 's zomers, zoete abeelenbane,
+ zelden ik nog komen zal!
+
+ 't Deert mij zoo!--De abeelenboomen
+ liggen langs de grachten heen,
+ die den ouden zandweg zoomen,
+ hals en handen afgesnen!
+
+VOETNOOT:
+
+1 Vijzen = schroeven.
+
+
+
+
+=LENTEGROEN=.
+
+
+ 't Is lentegroen genoeg,
+ voor honderdduizend oogen;
+ eilaas, 'k en hebbe er ik,
+ o grondig groene zee,
+ maar twee:
+ wie kander moedeloos,
+ den dwang mij doen gedoogen
+ van 't geen mij tegenhoudt
+ nen tocht in al dat groen
+ te doen?
+
+ Gij vlerkendragend volk,
+ gij allerhand gezwinde
+ doorvliegers van de lucht,
+ de lieve lente lacht
+ zoo zacht;
+ en gij, gij vliegt haar in
+ 't gemoet, bij lork en linde,
+ in 't nieuwgeboren gers[1],
+ in 't onkruid en in 't riet:
+ ik niet!
+
+ Gij bietjes ongeteld,
+ gij tienmaalhonderdduizend
+ in 't rood, in 't geel, in 't blauw
+ gepinte[2] pepels[3], haait
+ en draait
+ en drentelt, op en ner,
+ eer 't zonnelicht, verhuizend
+ van hier, u, 't lieve groen,
+ en mij, de moede nacht
+ ontkracht!
+
+ o Grondig, groene zee,
+ 'k ben visschende op de baren
+ van uwe oneindigheid
+ van groen, en mijn gewin
+ daarin
+ verheugt mijn arem herte:
+ om 't gene ik late varen,
+ om 't gene ik vangen kan,
+ en.... God gebenedijd
+ mij zijt!
+
+VOETNOTEN:
+
+1 Gras.
+
+2 Getooid.
+
+3 Vlinder.
+
+
+
+
+=VOGELZANG=.
+
+
+ Ik hoore 't, gij vogelkens,
+ luide genoeg
+ herhaalt en herhaalt gij
+ uw' spraken;
+ maar, hoe ik mijn beste doe,
+ spade ende vroeg,
+ 'k en wete er geen zin van
+ te maken.
+
+ Verstaat gij malkanderen,
+ elk in zijn' taal?
+ Verstaat, gij die meest en
+ die merelt,
+ die lijstert, die leeuwerkt, die
+ muscht, altemaal
+ uw maagschap, tot tenden
+ de wereld?
+
+ Geen slagers en kenne ik, zoo
+ dapper als... ei!
+ die, slaande uwen klank uit
+ der kelen,
+ komt vinken en klinken hier,
+ vroeg in de mei,
+ en zitten en zingen
+ en spelen.
+
+ Ge 'n hebt me noch dit, in uw'
+ zangen, gedwaald;
+ noch dat, in uw zingen,
+ vergeten;
+ gelijk is het altijd, al
+ 't gene gij taalt,
+ gewikt en gemikt en
+ gemeten.
+
+ Zoo zongen uwe ouders, zoo
+ gij ook, nadien;
+ en, na u, zoo zingen
+ uw' jongen;
+ hebbe ievers ik nachtegaals-
+ zonen gezien,
+ 't was nachtegaalszang, dat
+ zij zongen.
+
+ Dan--alles van buiten weet ge:
+ al dat gij zingt
+ en zurkelt en zabbert;
+ 't zit even
+ zoo net in zijn' haken en
+ oogen, mij dinkt,
+ of ware 't met inte[1]
+ geschreven.
+
+ Daar leerde toch iemand u 't
+ liedergeluid
+ naar maten en wetten
+ bedwingen;
+ nu heffen, nu leggen: dan
+ in en dan uit,
+ van 't hoogere in 't leege
+ verspringen!
+
+ Geen scholen en wete ik, daar,
+ lastig en lang,
+ gij zaat, om uw' lessen
+ te leeren,
+ zoo menschen dat moeten, die
+ spel en gezang
+ betalende menschen
+ vereeren!
+
+ Gods werken, zijt wonder: ik
+ wille u verstaan,
+ doch, helder en wordt het...!
+ Geraden
+ en kan ik het raadsel, hoe
+ Hij heeft gedaan,
+ de Godlijke Dader,
+ zijn' daden!
+
+VOETNOOT:
+
+1 Inkt.
+
+
+
+
+=ZONNEWENDE=.
+
+
+ Een blomken heb ik staan, nabij
+ me, in de oude boekenzale,
+ dat altijd, naar den dag toe, keert
+ zijn' blarkes, altemale;
+ het wenden mag ik zus of zoo,
+ dat ik begere volgt het noo,
+ en 't zoekt, weerom naar mij gericht,
+ nog altijd liever 't zonnelicht!
+
+ Och, ware ik als dat blomken is,
+ in al mijn doen en laten,
+ mijn zorgen, mijn bekommernis,
+ in huis en achter straten:
+ 't zij wat men doet of niet en doet,
+ 't zij wat ik immer lijden moet,
+ naar u, met herte en ziel, gericht,
+ o alverzettend zonnelicht!
+
+ 't Is duister nu en zwaar, te mets[1],
+ omtrent mij: oude kwalen
+ en nieuwe, doen, van zielgekwets,
+ mij moe zijn, menigmalen,
+ tot dat, o God, naar U gewend,
+ mijn' duisterheid den dag erkent,
+ en ziende U, met mijne oogen dicht,
+ ik asem hale, in 't zonnelicht.
+
+VOETNOOT:
+
+1 Somwijlen.
+
+
+
+
+BONTE ABEELEN.
+
+
+ Wit als watte, en teenegader
+ groen, is 't bonte abeelgeblader.
+
+ Wakker, als een wekkerspel,
+ wikkelwakkelwaait het snel.
+
+ Groen vanboven is 't en, zonder
+ minke[1], wit als melk, vanonder.
+
+ Onstandvastig volgt het, gansch,
+ 't onstandvastig windgedans.
+
+ Wisselbeurtig, op en neder,
+ slaat het, als een' vogelveder:
+
+ Wit en grauw, zoo, dr de lucht,
+ "bonte-abeelt" de duivenvlucht.
+
+VOETNOOT:
+
+1 Iets dat ontbreekt, vlek.
+
+
+
+
+DE BLEEKERSGAST.
+
+
+ 't Ververscht mij, in 't geweld gestaan
+ der hooge zonnekrachten,
+ te zien van verre, aan 't water slaan,
+ vuls arems, uit de grachten,
+ den bleekersgast: de regenvloed
+ 't geleschte lijnwaad ronken doet.
+
+ Den lepel zwaait hij, zwak van len,
+ ter beken uit, omhooge;
+ en waken doet, hoe verre heen
+ hij werpen kan, zijne ooge:
+ de laatste lage en mist hij niet,
+ en al dat drooge is nat hij giet.
+
+ De groote zonne lacht daarop
+ heure alderliefste lonken;
+ die, vallende in den dreupeldrop,
+ den dreupeldrop ontvonken:
+ ik regenbogen, smal van bouw,
+ nu hier nu daar, in 't gers[1], aanschouw.
+
+ Het lijnwaad is, en 't gers, nu nat
+ genoeg; de lanen leken;
+ en wederom zijn spegelglad
+ van aanschijn al de beken;
+ de bleeker zit en droogt entwaar[2]
+ de peerlen uit zijn kroezelhaar.
+
+ Verzachten doet dat regenbeeld
+ 't geweld der heete stralen,
+ en lichter in de longer[3] speelt
+ voortaan mij 't asemhalen:
+ zij vrede aan al die 't schoone van
+ Gods wonderhen beseffen kan!
+
+VOETNOTEN:
+
+1 Gras.
+
+2 Ergens.
+
+3 Long.
+
+
+
+
+=RIJMRAM=.
+
+
+ Daar viel mij in 't gedacht entwat,
+ dat, al te onveerdig opgevat,
+ verloren liep; en, mondgemeens,
+ en zal 't noch ik, noch iemand eens
+ genieten.
+
+ Het deert mij danig! Ei! 't en doet;
+ en heel en is en al, voor goed,
+ dat ongedicht gedachtje, dat
+ was al te onveerdig opgevat,
+ te nieten.
+
+ Het leeft entwaar[1] entwat dervan,
+ dat visschende ik nog vangen kan,
+ wellicht; en, eens in 't net, wie is 't,
+ genaan[2]! die mij den visch ontvischt,
+ en 't garen?
+
+ Mij rijmvast en, van stonden aan,
+ zal 't stijf en sterk in staven staan,
+ nu, mondgemeen, het onverwacht
+ gedacht gedicht, gedicht gedacht,
+ nog jaren.
+
+VOETNOTEN:
+
+1 Ergens.
+
+2 Wat weerga!
+
+
+
+
+=TWEE HORSEN=.
+
+
+ Ze stappen, hun' bellen al klinken,
+ de vrome twee horsen te gaar;
+ ze zwoegen, ze zweeten; en blinken
+ doet 't blonde gelijm[1] van hun haar.
+
+ Ze stappen, ze stenen, ze stijven
+ de stringen; en 't ronde gareel,
+ het spant op hun' spannende lijven:
+ de voerman beweegt ze aan een zeel.
+
+ De wagen komt achter. De rossen,
+ gelaten in 't lastig geluid
+ der schokkende, bokkende[2] bossen[3],
+ gaan, stille en gestadig, vooruit.
+
+ Geen zwepe en behoort er te zinken,
+ geen snoer en genaakt er n haar:
+ zoo stappen, hun' bellen al klinken,
+ de vrome twee horsen, te gar.
+
+VOETNOTEN:
+
+1 Geblink.
+
+2 Stooten.
+
+3 Naaf.
+
+
+
+
+=HET KLOKGEBED=.
+
+
+ Hoe helder klinkt
+ de klokkentaal
+ ten torren uit:
+ tot negenmaal
+ herhaalt, herhaalt
+ de klepel, op
+ den rooden boord,
+ zijn begeklop!
+
+ De landman laat
+ zijn' rossen staan:
+ naar huis zal hij,
+ en rusten, gaan!
+ maar, eer hij stap
+ van stede zet,
+ zoo bidt hij nog
+ zijn klokgebed.
+
+ Een engel naar
+ Maria kwam:
+ de boodschap hij
+ van 't Boetelam
+ had medebracht:
+ en negenmaal
+ begroet haar nu
+ de klokkentaal.
+
+ Gods eeuwig Woord
+ het licht verliet
+ des hemels, en
+ Maria hiet
+ het moeder zijn
+ van Hem die, aan
+ den boom, voor ons
+ heeft boete ontvan[1].
+
+ De landman, na
+ den laatsten klop,
+ van bidden houdt,
+ van werken, op;
+ zijn' rossen staan
+ op stal weerom,
+ en moeder wenscht
+ hem willekom.
+
+VOETNOOT:
+
+1 Ontvangen.
+
+
+
+
+=SCHOONHEID=.
+
+
+ Hoe schoon zijn de ongekunstenaarde
+ boomen, die
+ 'k, erkenbaar uit elkander, in den
+ hemel zie
+ geschoten staan, en dragende elk een
+ beeltenis,
+ daar 't werken van Gods hand nog aan te
+ vinden is!
+
+ Hoe schoon is, ongeschonden, in de
+ zonnenkracht,
+ 't wijduitgespreide bouwsel van de
+ boomenpracht,
+ ten toppen uit gedreven, en, van
+ dracht, alzoo 't
+ de Schepper eerst, beminnende, uit zijn
+ handen goot!
+
+ Het was alzoo geschapen en, van
+ God gemaakt:
+ waarom en laat ge 't, mensch, door u niet
+ aangeraakt,
+ geworden, 't onverbeterbare en
+ 't schoonste van
+ de schoonheid, daar geen menschenhand ooit
+ aan en kan?
+
+
+
+
+=DE DAKPANNEN=.
+
+
+ De oude roo dakpannen schijnen zoo schoon,
+ schuren bedekkende en boeien[1],
+ laat er de zonne, van uit heuren throon,
+ vierige vonken op gloeien.
+
+ Duister, zoo waren ze, een wijle gelen,
+ vunzig, oneffen bedegen[2]:
+ deerlijk ontodderd[3] en schamel, benen
+ 't vochtig gezijp van den regen.
+
+ Blijde nu blinken ze, in 't zadgroene veld;
+ schuren bedekkende en boeien:
+ 'k zie mij zoo geren, in 't zonnengeweld,
+ de oude roo dakpannen bloeien.
+
+VOETNOTEN:
+
+1 Schuurtje.
+
+2 Geworden.
+
+3 Uit de voegen.
+
+
+
+
+=TERUG=.
+
+
+ Scheef is de poorte van
+ oudheid, geweken:
+ zalrugde[1] 't dak van
+ de schure; overal
+ stroo op de zwepingen[2]
+ zit er gesteken;
+ vodden beveursten[3] het
+ huis en den stal.
+
+ Boven die vodden zijn
+ blommen gesprongen;
+ onder die vodden zit
+ volk en gezin;
+ blommen van vrede, zoo
+ ouden, zoo jongen,
+ blommen van buiten en
+ blommen van bin.
+
+ Daar is 't, dat moeder zat;
+ daar is 't, dat vader
+ vond die hem arbeid en
+ herte bracht; daar
+ knielden wij, kinderen,
+ handen te gader,
+ baden wij, kleenen en
+ grooten, te gar.
+
+ Daar is de schippe nog,
+ daar is de tange;
+ 't ovenbuur[4] staat daar, zoo
+ 't vroeger daar stond;
+ 't hondekot staat daar, en...
+ --'t is al zoo lange!--
+ Hoe is de naam van dien
+ anderen hond?
+
+ Ach, hoe verheugen mij,
+ ach, hoe verheffen
+ de oudere dagen mijn
+ diepste gemoed!
+ Is er wel iemand, die 't
+ ooit kon beseffen
+ wat gij, oud hof, mij nu
+ zegt, mij nu doet?
+
+ Zalige lieden, al
+ te arglooze menschen,
+ weinig begeerdet gij,
+ groot was uw hert!
+ --Kon het maar helpen, met
+ weenen en wenschen,
+ wer ate ik roggenbrood,
+ naast u aan 't berd[5]!
+
+VOETNOTEN:
+
+1 Met een rug als een zadel.
+
+2 Dwarshout tot koppeling van de kapgebinten.
+
+3 Zoden vormen de dakvorst.
+
+4 Ovenhuis.
+
+5 Tafel.
+
+
+
+
+HET GETOUWE.
+
+
+ En mocht ik maar
+ twee zielen hebben,
+ 'n mocht ik maar
+ twee menschen zijn,
+ 'k zou weven mij
+ twerhande webben:
+ een' webbe groef,
+ een webbe fijn.
+
+ Een webbe zou 'k,
+ van zonne en zijde,
+ mij weven, en
+ van goudgespin;
+ met boomen en
+ met blaren, blijde,
+ met meer als een
+ schoon blomken in.
+
+ Mijn ander' webbe,
+ en tweede leven,
+ 'n liet ik maar,
+ onaangemoeid,
+ geschoren zijn,
+ getouwd, geweven,
+ zoo 't in en deur
+ 't getouwe vloeit!
+
+ Doch neen: ik zal,
+ van ziele en lijve,
+ de wever van
+ n webbe zijn,
+ zoo lange 'k in
+ dit leven blijve,
+ van zuur en zoet,
+ van groef en fijn.
+
+ Den inslag en
+ den drom[1] van 't leven,
+ van goed, heeft God,
+ en kwaad gespin,
+ van zijde en wolle
+ en werk gegeven,
+ met hier en daar
+ een blomken in.
+
+ En, zittende op
+ mijn krank getrouwe,
+ zoo weve en werke
+ ik, dag en nacht,
+ aanziende, vol
+ goe hope en rouwe,
+ den Heere, die
+ mijn werk verwacht.
+
+VOETNOOT:
+
+1 Schering.
+
+
+
+
+=WIEROOK=.
+
+
+ Thus ardens in igne.
+
+ o Wierookgraan,
+ geronnen traan
+ van ceder- en van lorkenstammen,
+ gebedenbeeld,
+ daar 't vier in speelt,
+ en 't vonkelen van 's herten vlammen.
+
+ Geen gave van
+ fijn goud en kan
+ mijn hand den Heer, geen myrrha bieden,
+ maar wierook zal,
+ en overal
+ en allen dag, Hem dank bedieden.
+
+ o Wierookgraan,
+ in 't vier gedaan,
+ en rookende uit mijns herten midden,
+ van aardsch en grauw
+ wordt hemelsch blauw:
+ gaat, wierookgraan, den Heere aanbidden.
+
+
+
+
+O HEEMELIJKE DIEPTEN...
+
+
+ o Heemelijke diepten van
+ 't vol schaduw hangend boschgebied:
+ vol schaduwe en vol duisterheid,
+ vol nacht en dauw, dooreengespreid!
+
+ 't Is morgen, en de zonne berst
+ alhier, aldaar, ontembaar, uit
+ den nachtelijken moederschoot:
+ "Hier ben ik!" roept de zonne groot.
+
+ "Hier ben ik!" En, ze doet den dauw,
+ in 't veld, en al dat vochtig is,
+ verdampen. Deur de glazen valt
+ ze in 't huisgezin:--ontwekken zal 't!
+
+ 't Is licht alom: 't is leven al,
+ dat 't zonnebeeld aanschouwde: alleen,
+ daar diepe, in 't eenzaam boschgebied,
+ en zie 'k, o schoone zonne, u niet.
+
+ 't Is duister, en 't is nacht daar nog;
+ met hier en daar een' gulpe of twee,
+ daar 't groen wordt, uit der grouwbaarheid...
+ 'k en weet niet hoe 't nen naam gezeid!
+
+ De zonne grijpt al vaster nu
+ de trappen aan des luchtgebouws:
+ ter zege vaart ze, hooge en blij;
+ geen boom die heur werbarstig zij!
+
+ Zij giet, dat elk het merken mag,
+ bij geuten, vier en werkzaamheid
+ den bossche in: dweersche balken gaan,
+ vol speitend licht, den bodem slaan.
+
+ Het mosch, het loof, het blinkend hout,
+ de takken zware of lijze, loopt
+ zij lustig laven:--heerlijk is
+ verwonnen wer de duisternis.
+
+ Verwonnen zij de dood, en al
+ dat duisternisse of boosheid heet,
+ door 't Licht van U, die, tallertijd
+ verwinnende, onverwonnen zijt!
+
+
+
+
+='T GROEIT=.
+
+
+ 't Groeit overal entwat:
+ tot op de blauwe schorren[1],
+ maalt, onbemerkt, het mos,
+ bij kleene kleene porren[2],
+ zijn platte penningen,
+ die, groene en grauw gedaan,
+ of geluw, op 't gelent[3]
+ van de oude bruggen staan.
+
+ De zonne valt daarop,
+ de regen valt daaroppe;
+ ze groeien zijwaards uit,
+ ze zetten, doppe, doppe,
+ een dopken hier en daar,
+ dat, zoo en zus geleid,
+ aan elke schorre geeft
+ heur' schoone uitwendigheid.
+
+ Gaat, kijkt ernaar entwie[4],
+ die oogen heeft, en staat er
+ een stonde wijlend bij,
+ daar zunne valt en water;
+ en toogt mij dan tapijt,
+ of legwerk, of 't zij wat,
+ dat kunstiger gewrocht,
+ en schoonder, is als dat!
+
+ Laat mieren nu daarbij,
+ daarin, daaroverhenen,
+ of muggen reppen hun'
+ 't zij hooge of leege schenen;
+ laat vlerken, hel als glas,
+ vol regenboogsch gepraal,
+ daarbij zijn, ach, hoe schoon,
+ hoe lief is 't altemaal!
+
+ 't Leeft overal entwat:
+ 't zij op, 't zij onder 't vloeien
+ der waters; op de veurst[5]
+ gezaaide blommen bloeien;
+ de pannen, levenloos
+ 'n zijn zij; noch in 't stroo
+ van 't schamel dak en weunt
+ het schamel blomke noo.
+
+ 't Zijn spalten in den wand,
+ 't zijn gerren[6] in de pelen[7]
+ der boomen, daar hun spel
+ de varentjes in spelen,
+ die, boom- en wortelvast,
+ nog tieren in den schoot,
+ die, jaren len, is hout-
+ en stam- en worteldood.
+
+ Geen moes[8] en gaat te kwist,
+ geen veite[9], entwaar, bedorven,
+ of 't leven kruipt erin
+ terug, al is 't gestorven;
+ geen hout en is zoo voos,
+ geen mesch[10], of, stap aan stee,
+ zit wulvenkaas[11] erop,
+ met paddenstoelen me.
+
+ Waar is, van Leye tot
+ aan Schelde, aan zee, in zande,
+ op huis, op stake, entwaar
+ een plekke, in onzen lande,
+ daar niemendalle en leeft,
+ van blommen of van blad,
+ dat lief is? Overal,
+ 't groeit overal entwat.
+
+VOETNOTEN:
+
+1 Arduinen vloersteen.
+
+2 Wrat.
+
+3 Borstwering.
+
+4 Iemand.
+
+5 Dakvorst.
+
+6 Spleet.
+
+7 Pel, schors.
+
+8 Van overrijpe, rottende vruchten.
+
+9 Het een of ander dat verrot is of vergaan, waaruit nieuw welig leven
+kan opschieten; vei = vet, sappig, groeizaam, vruchtbaar.
+
+10 Mest.
+
+11 Slijmzwam.
+
+
+
+
+NAJAARSVERWEN.
+
+
+ Schilderschoon, zoo zijn de verven
+ van de blren, die, aan 't sterven,
+ 's najaars, op de boomen staan,
+ schouwt de lieve zonne ze aan.
+
+ Groen, wat moet gij heldere vlagen
+ lichts in uwer lenden dragen,
+ dat gij, tanende ende ontaard,
+ toch zoo schoone verwen baart!
+
+ Groen, gij zijt me een el aanschouwen,
+ als ge, op de aarde wijd ontvouwen,
+ leven biedt aan volk en vee,
+ zegen giet op wald en wee!
+
+ Groen, gij sterkt mij dan, en vinden
+ doen mij locht, de groene linden;
+ maar, uw bloeloos bont gerief
+ is mij, 's najaars, ng zoo lief.
+
+ 's Voorjaars zingt het al te prachtig,
+ al te menig, al te machtig
+ groen, te oneindig luide een lied:
+ maar het groen dat weggaat niet.
+
+ Ei, hoe orgelt dan, hoe kwedelt,
+ harpt en zingezangt en vedelt
+ mij dat henenstervend... neen,
+ henenlevend--loofgeween!
+
+
+
+
+NIEMANDSVRIEND.
+
+
+ Ge 'n weet niet, die, in stad gewend
+ te wonen, maar Gods koorne en kent,
+ wanneer het, brood bedegen[1],
+ en voedzaam, u wordt voorgeleid,
+ hoe heerlijk is de uitwendigheid
+ van 't groene, langs de wegen.
+
+ Van 't groen, dat hooge en leege groeit;
+ van 't groen, dat in de weiden bloeit;
+ van vogelvitse[2] en krokke;
+ van wegbree, murke en roozewied;
+ van onderhave en retse[2] en riet,
+ van distel en van dokke[3].
+
+ Ach distel, ik en kende maar
+ van zeggenswege uw streuvelhaar[4];
+ ik liet mij, van die 't zeiden,
+ verwittigd zijn, in 't akkerland,
+ dat ge overal de kroone spant,
+ om onraad uit te breiden.
+
+ 'k En kende u niet en, bovendien,
+ 'k en zocht u van nabij te zien,
+ voorwaar, noch aan te roeren,
+ zoodanig is de rake[5] omtrent
+ uw kwaadheid, overal bekend
+ en ruchtbaar, bij de boeren.
+
+ Men scheldt dat ge, iedereen ontvriend,
+ tot voedsel van den ezel dient;
+ men schuwt uw' scherpe bladen;
+ doch, hij en scheldt onnut u niet,
+ die 't schoone in al Gods werken ziet,
+ en 't goede zoekt te raden.
+
+ Men scheldt... of, erger nog, men hoort,
+ van wetswege, en bij koningswoord,
+ gebannen en geboden,
+ dat 't distelvolk men, een en al,
+ te zeisene en te spade, zal
+ verdoen, en de eerde uit roden.
+
+ Bermhertigheid voor 't schamel wied,
+ eilaas, dat ge al te ongeren ziet:
+ aanschouwt hoe 't, ja, de steenen,
+ de vuile brokken, daar 't geweld
+ der stelie'n me den buiten kwelt,
+ komt zedig groen verleenen.
+
+ Aanschouwt, op elken staf, hoe lief
+ elk distel hoofd zijn' blommen hief,
+ geheel of half maar open;
+ hoe net, van niemand aangeraakt,
+ een' krage om elke blomme blaakt,
+ vol verschen dauw gedropen.
+
+ Aanschouwt hoe 't schubbig distelhaar
+ omspannen hangt, vol Godssamaar[6],
+ vol kobbenetsche[7] kanten;
+ die roeren in den zonnenlaai,
+ die blinken in elk windgewaai,
+ vol stof van diamanten.
+
+ Hoe 't wikkelachtig witje wipt,
+ alhier, aldaar, verlekkerlipt
+ om 't zijne, uit al de bloeien,
+ te ontsnoepen aan de krabben[8] bie'n,
+ die 't, nijdig, elken distel zien
+ bezoekend henenspoeien.
+
+ 'k En rieke, alwaar men lieflijkheid
+ van zalvende olie toebereidt,
+ geen' aangenamer' roken
+ als die, des zomers, vroeg en laat,
+ daar 't distelt en vol blommen staat,
+ de distelblommen stoken.
+
+ Aanschouwt, op de oude toppen, hoe 't
+ gevlugde zaad omhooge woedt,
+ en waait voor alle winden,
+ om ievers, daar 't geen ziele en zag,
+ den vrijen hergeboortedag,
+ onsterflijk, wer te vinden.
+
+ Zoo leeft gij, distels immer voort,
+ van wetswege en bij koningswoord
+ verboden en gebannen;
+ en, schoon zij, om uw schamel zaad
+ te worgen daar 't gewonnen staat,
+ zoo lange al samenspannen.
+
+ 't En zal, verdiend of onverdiend,
+ 't en zal u, distel, niemandsvriend,
+ minachtend ooit versmaden,
+ dit Vlamingshert, dat, 't baten niet,
+ maar 't schoone in al Gods werken ziet,
+ en 't goede zoekt te raden.
+
+VOETNOTEN:
+
+1 Geworden.
+
+2 Vogelwikke, ruige wikke, weegbree, gewone muur, klaproos, hondsdraf,
+perzikkruid.
+
+3 Wilde zuring.
+
+4 Verwarreld opstaand haar.
+
+5 Roep.
+
+6 Zomerdraad.
+
+7 Kobbe = spin.
+
+8 Zwerm.
+
+
+
+
+=CASSELKOEIEN=.
+
+
+ Aanschouwt mij, hier en daar,
+ die bende Casselkoeien;
+ die, louter bruin van haar,
+ als zooveel blommen bloeien,
+ in 't gers[1] en in de zon, die, zinkend henentiet[2]:
+ die, rood, het roode veld vol roode vonken giet.
+
+ 't Is prachtig overal,
+ 't is prachtig, hoe de huiden
+ dier koeien liefgetal[3]
+ van vouwe en verwen luiden;
+ 't is prachtig hoe ze staan, gebeiteld en gesnen,
+ lijk beelden, over heel die wijde weide heen.
+
+ Daar zijnder, roode als vier;
+ castanjebruin geboende[4];
+ naar donkerbaaide[5] bier,
+ naar bijkans zwart bier doende:
+ beglinsterd en beglansd; van vel en verwigheid,
+ gelijk en ongelijk,--terwijl de zonne beidt.
+
+ Al langzaam langer speelt,
+ dwersdeur de weidegronden,
+ 't zij welker koe een beeld
+ van schaduw bijgebonden;
+ en, wangedrochtig groot, in 't donker gers, voortaan,
+ zie 'k zwarte spoken van gevlerkte koeien staan.
+
+ Gon nacht! De zonne beet[6]
+ ten neste ner: tot morgen
+ is al dat verwe heet,
+ en oogen aast, verborgen:
+ de koeien zijn voorbij, gedelgd en uitgedoofd,
+ en... morgen wer, ontwekt ze 't blinkend zonnehoofd.
+
+VOETNOTEN:
+
+1 Gras.
+
+2 Henentijgt.
+
+3 Lieftallig.
+
+4 Gevlekt.
+
+5 Roodbruin.
+
+6 Daalt.
+
+
+
+
+=TRANEN=.
+
+
+ 't Is nevelkoud,
+ en, 's halfvoornoens, nog
+ duister in de lanen;
+ de boomen, die 'k
+ nog nauwlijks zien kan,
+ weenen dikke tranen.
+
+ 't En regent niet,
+ maar 't zeevert[1]... van die
+ fijngezichte[2], natte
+ schiervatbaarheid,
+ die stof gelijkt, en
+ wolke en wulle en watte.
+
+ 't Is aschgrauw al,
+ benen, omhooge, in
+ 't veld en langs de lanen:
+ de boomen, die 'k
+ nog nauwlijks zien kan,
+ weenen dikke tranen.
+
+VOETNOTEN:
+
+1 Zeeveren = kwijlen, motregenen.
+
+2 Fijngezift.
+
+
+
+
+SCHOONE NACHT.
+
+
+ Wolken, 't zijn... lijk sperreboomen,
+ uitgespreid, alhier aldaar,
+ staan, ten oosten heen, de zoomen
+ vol, van 's menschen woonste. 't Jaar
+ wendt te zomerwaard zijn schreden,
+ nacht aan 't worden is 't, en heden
+ helder was 't een dag, voorwaar.
+
+ Tusschen 't sperreboomsch geveder,
+ 't donkerzwarte, zie 'k het zwerk
+ duisterblauw nog, hier end weder,
+ ieder stonde minder sterk:
+ ieder stonde, en, dr den donker,
+ scherper wordt het scherp geflonker
+ van n sterre, in 't wolkgevlerk.
+
+ 'k Zieder twee, drie, vier, vijf, zesse,
+ die, elkander nagespoed,
+ tusschen hier en daar een stresse[1],
+ gaandeweg, mijne ooge ontmoet
+ in de wolken; die maar droomen
+ meer en zijn van sperreboomen:
+ nacht en donker is 't voor goed.
+
+ o Alleen nu zichtbaar schoone
+ woonste, van geen' menschen, neen
+ maar van God, die in den throone
+ zijner hoogheid heerscht alleen:
+ schoone nacht, die 't menschdom duistert,
+ die van God en sterren fluistert...
+ zoeter zicht en zag ik--geen!
+
+VOETNOOT:
+
+1 IJle wolkstreep. Stresse = 'n bosje draden, halmen of haren.
+
+
+
+
+=AVONDROOD=.
+
+
+ Nog nauwlijks is het groen
+ der boomen groene, en even
+ zijn, toppewaards, alleen
+ de takken groen gebleven;
+ al 't ander zwarter wordt
+ en zwarter: boomen net,
+ van zwarte zijde zijn 't,
+ op blauw satijn gezet.
+
+ 't Leeft alles langzaam uit,
+ dat verwe is: henen dalen
+ de laatste en langste van
+ de lieve zonnestralen;
+ 't wordt watergroene, omhooge;
+ omleege, brandt en broeit
+ de groote zonne nog,
+ die zinkt en grooter groeit.
+
+ Ze duikt heur aangezicht
+ benen des werelds neggen[1],
+ die, eindloos, slinks en rechts,
+ hun lange lijsten leggen;
+ die 'k opwaardstriemen, die 'k
+ een' wolke twee of drie
+ den zonnezienden kant
+ geheel vergulden zie.
+
+ In 't heerlijk zonnenveld,
+ dat donker wordt omhooge,
+ en langzaam donkerder
+ en dieper, staan ten tooge[2],
+ geschreven, zwart op goud,
+ een bende reuzen groot:
+ het eindloos boomenvolk,
+ in 't eindloos avondrood.
+
+ Beziet mij haastig nu
+ die schoonheid! Neder nijgen
+ de duisternissen: 't veld,
+ het vee, de vogels zwijgen;
+ het nauwt, in 't westen; nog
+ een tijdtje, en, doodgedaan,
+ zal al die heerlijkheid
+ gedekt en donker staan.
+
+VOETNOTEN:
+
+1 Boord, kim.
+
+2 Ten toon.
+
+
+
+
+=FIAT LUX=[1].
+
+
+ 't Smoort, het smuikt, het smokkelwedert[2]
+ allentheen! Waar zijn ze thans,
+ waar de boomen, waar de huizen,
+ waar de wereld, heel en gansch?
+
+ Handen uit! Wat is 't? Wat hapert
+ er, genoot, dien 'k niet en zie;
+ die "goendag!" mij, uit den nevel,
+ roept, van hier nen stap of drie?
+
+ Van den hoogen torre en blijft er
+ speur! Wat uur, hoe late is 't wel,
+ aan den tijd? De zonne en zie 'k niet:
+ slaapt of waakt het wekkerspel?
+
+ Hier en daar een' plekke boenend,
+ zit de zonne in 't duister veld;
+ rood, gelijk een oud versleten
+ stuk ongangbaar kopergeld.
+
+ Wind, waar zijt gij heengeloopen?
+ Ligt ge, of ievers doodgekeid,
+ nergevallen, plat ter aarde?
+ Wind, waar is uw' roerbaarheid?
+
+ Op! Hervat uw' vluggen bezem,
+ vaagt des werelds wegen vrij
+ van die vale en vuile dompen:
+ dat het dage en daglicht zij!
+
+ Zonne, krachtig krauwt vaneen die
+ hoopen: ruimt uw ridderspeur:
+ slaat er dwers en nogmaals dwers uw'
+ scherpe, sterke hoeven deur!
+
+ Werpt uiteen de onvaste vlagen;
+ vluchten doet ze, en verre voort
+ zij de smoor van hier gedreven:
+ nevel, 's Heeren stemme aanhoort!
+
+ _Fiat lux!_--De zonne, ontembaar,
+ zegepraalt; de nevel zwicht:
+ onverwinlijk is de Waarheid,
+ onverheerbaar is het Licht!
+
+VOETNOTEN:
+
+1 Het worde licht!
+
+2 Het mist.
+
+
+
+
+=DE WINDEN=.
+
+
+ De zee, de zee, ze 'n zoeft bijkans
+ zoo zeer niet als de boomen,
+ daar, wild, de winden deure rijen,
+ te peerde, en zonder toomen.
+
+ Aan 't roepen gaan tienduizenden
+ tienduizenden van blren,
+ alsof 't zooveel tienduizenden
+ van dolle menschen waren.
+
+ De regen ronkt, en geuten gaan,
+ gegeeseld, allenthenen,
+ de natte boomen buigen doen,
+ en bulderen en stenen.
+
+ Hoort! Nog nen keer, en nog nen keer,
+ hertuiten en hertieren
+ de wilde winden: wederom
+ is 't zeegeruchte aan 't gieren.
+
+ Geen einde ervan! De vogels zijn
+ gevlucht, de takken breken;
+ verloren is de stemme mij
+ gegaan!--De winden spreken.
+
+
+
+
+DAT WILDE IK WETEN.
+
+
+ Wanneer ben ik U naast, o God,
+ of verst, dat wilde ik weten:
+ wanneer ik mij, in 't donker kot,
+ vernibbele[1], aan de keten;
+ of dan, wanneer ik henentie[2]
+ en vliege, schier vermeten,
+ naar 't licht, dat ik zoo geren zie?
+ o God, dat wilde ik weten.
+
+ 'k Heb overal mij zelven me,
+ omhooge en aan de keten!
+ Die los mij van mij zelven de,
+ diens woonste wilde ik weten;
+ diens hulpe hiete ik duizendvoud
+ mij wilkom, onvermeten!
+ Wat is 't nu, dat mij tegenhoudt?
+ o God, dat wilde ik weten!
+
+ Bedwingen zulk een vrage zal
+ uw menschelijk vermeten,
+ die levende, altijd, overal,
+ gevangen in de keten,
+ zult zoeken, om 't geheeme van
+ Gods wetenschap te weten...
+ Wie, buiten U, die 't wijzen kan?
+ o God, dat wilde ik weten.
+
+VOETNOTEN:
+
+1 Hevig verlangend begeer.
+
+2 Tin = tijgen.
+
+
+
+
+=SPAMAN=.
+
+
+ Voorover, naar den grond gegroeid,
+ die haast hem hebben zal,
+ traag-traagskens met zijn' spade spoeit
+ en delft, in 't diepe dal,
+ de moegemoeide, ontmergde man,
+ die schaars zijn hoofd nog heffen kan.
+
+ Hij werkt nochtans, en delft en doet
+ zijn beste, tot der dood,
+ die wacht naar hem en elders spoedt,
+ totdat in heuren schoot
+ hij vallen zal, en willekom
+ bij God zijn, recht en sterk weerom.
+
+ o Sterkheid, die, veel sterker als
+ de dood, op God betrouwt;
+ die stadig ook dien slavenhals
+ zijne eigen woonste bouwt,
+ daar, vrij en blij hij wezen zal
+ bij U, o hope en troost van al!
+
+
+
+
+HET HAZEGRAUWT.
+
+
+ Vroeg avondt het: geleden
+ een stonde of twee,
+ is 't zonnevier beneden
+ de kimme alree.
+
+ Niet heel en al verloren
+ het licht en is;
+ noch teenemaal geboren
+ de duisternis.
+
+ Het hazegrauwt: de lanen,
+ vol licht weleer,
+ de wegels[1] en de banen
+ en ziet men meer.
+
+ Zoo stille staan als beelden,
+ de boomen nu:
+ die roerden en die speelden,
+ ze droomen nu.
+
+ Die ruischten en die riepen
+ de boomen, nu,
+ ze doen alsof ze sliepen:
+ ze droomen nu.
+
+ De takken en de blren,
+ de stammen zijn,
+ die menigwendig waren,
+ nu eens, in schijn.
+
+ Van verwen en van voeren[2]
+ al eensgedaan,
+ en reppen noch en roeren
+ ze 'n lid, voortaan.
+
+ 't Is vochtig en, gekropen
+ uit de eerde, vaart
+ de wadem, op en open,
+ omhoogewaard.
+
+ De nevel valt, van boven
+ benen gespreid;
+ gesponnen en geweven,
+ vol duisterheid.
+
+ Gepelderd[3] en gewonden,
+ elk hout nu staat;
+ gebunseld en gebonden,
+ in lijkgewaad.
+
+ Gestorven zijn de boomen:
+ n grafste, al
+ van dampen en van doomen[4],
+ ze bergen zal.
+
+ God geve aan oud- en jongen
+ nu roe' en rust:
+ de lijkdienst is gezongen,
+ en 't licht gebluscht.
+
+VOETNOTEN:
+
+1 _Wegel_ = Z. Ned. verkleinwoord van _weg_.
+
+2 Gestalte.
+
+3 Pelder = lijkkleed.
+
+4 Damp, nevel.
+
+
+
+
+HOE ZEERE[1] VALLEN ZE AF.
+
+
+ Hoe zeere vallen ze af,
+ de zieke zomerblren;
+ hoe zinken ze, altemaal,
+ die eer zoo groene waren,
+ te grondewaard!
+ Hoe deerlijk zijt gij ook
+ nu, boomen al, bedegen[2];
+ hoe schamel, die weleer
+ des aardrijks, allerwegen,
+ de schoonste waart!
+
+ Daar valt er nog een blad;
+ het wentelt, onder 't vallen,
+ den alderlaatsten keer,
+ en 't gaat de duizendtallen
+ vervoegen[3] thans:
+ zoo zullen ze, een voor een,
+ daarin de winden bliezen
+ vol luider blijdzaamheid,
+ nu tonge en taal verliezen,
+ en zwijgen gansch.
+
+ Hoe zeere vallen ze af,
+ onhoorbaar in de lochten,
+ en schier onzichtbaar, in
+ de natte nevelvochten
+ der droeve maand,
+ die, 't ijzervaste speur,
+ ontembaar ingetreden,
+ die al de onvruchtbaarheid,
+ die al de onvriendlijkheden
+ des Winters baant!
+
+ Daar valt er nog een blad,
+ daar nog een, uit de bogen
+ der hooge boomenhalle,
+ en 't dwerscht den onbewogen
+ octobermist:
+ 't en roert geen wind, geen een,
+ maar 't leken, 't leken tranen,
+ die men gevallen zou
+ uit weenende oogen wanen:
+ n kerkhof is 't!
+
+ Gij, blren, rust in vre,
+ 't en zal geen een verloren,
+ geen een te kwiste gaan
+ voor altijd: hergeboren,
+ die dood nu zijt,
+ zal elk van u, dat viel,
+ de zonne wer ontwekken,
+ zal met uw' groenen dracht
+ de groene boomen dekken,
+ te zomertijd.
+
+ o Zomer!... Ik zal eens
+ ook Adams zonde boeten,
+ gevallen en verdord
+ in 's winters grafste, moeten;
+ maar, 's levens geest,
+ dien Gij gesteken hebt
+ in mijn gestorven longen,
+ dien zult gij mij voor goed
+ niet laten afgedwongen,
+ die 't graf ontreest!
+
+VOETNOTEN:
+
+1 Spoedig, snel.
+
+2 Geworden.
+
+3 Zich voegen bij.
+
+
+
+
+VAN DEN OUDEN BOOM.
+
+
+ Met uitgestroopten arm,
+ ten halven afgeknuist,
+ wie staat er daar, en steekt
+ eene onbestaande vuist
+ ten hemel? Is 't een reus
+ in beelde? Neen 't, 't en is
+ geen menschenbouw, 't is eer
+ een' wangedaantenis;
+ een steenen berggedrocht,
+ dat, staande fel en fier,
+ de scherpe houwen torst
+ van 't vonkend hemelvier.
+
+ Doch neen, 't en is geen berg,
+ geen wangedrocht voorwaar;
+ 't zijn takken stijf en stomp,
+ 't is schorse, die 'k ontwaar;
+ die, dikke en diepgegroefd,
+ geborsten en gescheurd,
+ van uit den ouden grond
+ heure oude bonken beurt;
+ 't zijn spanders overal,
+ 't zijn spillen, die 'k aanschouw,
+ een loof, dat kroont alom
+ een steenoud boomgebouw.
+
+ De Winter heeft erop
+ zijn boos gebijt vermoord;
+ het Water heeft het merg
+ en 't herte eruit geboord;
+ de Bliksem spookte erom,
+ en kraakte, met geweld,
+ er halve boomen uit,
+ en takken ongeteld;
+ de Tijd onteerde laf
+ en langzaam al zijn lijf,
+ en nog en roert hij niet:
+ hij staat daar, rotsestijf.
+
+ En ieder jaar dat loopt
+ hergroent hij nog, en laat,
+ wanneer de lente lacht,
+ zijn spaarzaam loofgewaad
+ omschaduwen het stuk
+ hooge uitgepuilden grond,
+ daar, als hij jonger was,
+ zijn' geile wortel stond.
+ Eilaas, niet langer meer
+ en kan hij, moegeleefd,
+ de wonden duiken[1], die
+ men hem geslagen heeft!
+
+ Hij staat daar, oud en strem,
+ in 't wilde windgegons,
+ gelijk te Roomen, van
+ groenuitgeslegen brons,
+ men beelden ziet: geen een
+ en weet hoe lang gestaan
+ zij hebben; geen hoe lang
+ de Tijd voorbij zal gaan
+ en groeten ze, ongedeerd.
+ --Ik groete u! God beware
+ u, Vlaamschen ouden "tjok",
+ nog honderd, duizend jaar!
+
+VOETNOOT:
+
+1 Verbergen.
+
+
+
+
+=BLOOTAKKER=.
+
+
+ Geen n blad op de boomen! Af
+ is alles; voor de vlagen
+ gevallen onder voet en van
+ de winden weggevaagd,
+ het schilderschoone aanschouwen, dat
+ het bonte najaar draagt:
+ noch wit en zijn, noch groene meer,
+ de scherpe doorenhagen.
+
+ 'k Zie heinde en verre, deur end deur
+ de velden nu, de kerken,
+ de huizen en de hoven staan,
+ zoo bloot als op mijn' hand;
+ van verre zie 'k de peerden en
+ de menschen, op het land,
+ zoo neerstig en zoo kleene, alzoo
+ de mieren zijn, aan 't werken.
+
+ 't Is wijd en breed al, ommentom,
+ 'k gevoel 't nu, aan de baren
+ des wilden Winds, die henentuimt
+ en, tierende onder 't hout,
+ zijn' stemme schijnt te missen en
+ zijn' tale, die zoo boud,
+ zoo bulderende, aan 't roepen zat,
+ hier voortijds in de blren.
+
+ 't En wonen meer geen' vogels in
+ de boomen! Zoo gij, wepel[1],
+ nen overjaarschen aksternest
+ entwaar nog hangen vindt,
+ van boven in de abeelen, 't is
+ een' wiege zonder kind,
+ die waagt[2], en geen geluid en geeft:
+ een' klokke zonder klepel.
+
+ 'k Zie geren nu de takken, dikke
+ en dunne, uit eenen stamme
+ gesprongen, rechte omhooge staan,
+ hun' handen uitgestrekt;
+ zoo schoone, als of zij baden, dat
+ de Winter hunne ontdekte
+ en teere, jonge leden toch
+ niet teenemaal en stramme.
+
+ Vervarelijke Winter, laat
+ u murwen, u verzoeten:
+ dekt alles, eer gij vriezen komt,
+ voorzichtig, in de snee;
+ 'n ijzelt op de boomen niet,
+ die breken zouden! Wee
+ der takken, als ze 't wegen van
+ den ijzel tillen moeten!
+
+ In stukken slaat ge, Winter dan
+ de boomen. Hoort ze kermen:
+ ze sleuren elk den anderen
+ zijn telgen, zwaar als steen,
+ te grondewaard; ze stubbelen[3]
+ ze storten, al deureen...!
+ Vervarelijke Winter, laat 't
+ der schoonen u ontfermen!
+
+VOETNOTEN:
+
+1 Eenzaam, verlaten.
+
+2 Wagen = bewegen.
+
+3 Vechten.
+
+
+
+
+=MOEDERKEN=.
+
+
+ 't En is van u
+ hiernederwaard
+ geschilderd of
+ geschreven,
+ mij, moederken,
+ geen beeltenis,
+ geen beeld van u
+ gebleven.
+
+ Geen teekening,
+ geen lichtdrukmaal,
+ geen beitelwerk
+ van steene,
+ 't en zij dat beeld
+ in mij, dat gij
+ gelaten hebt,
+ alleene.
+
+ o Moge ik, u
+ onweerdig, nooit
+ die beeltenis
+ bederven,
+ maar eerzaam laat
+ ze leven in
+ mij, eerzaam in
+ mij sterven.
+
+
+
+
+=PERELS=.
+
+
+ Nog eer de blren schieten,
+ in 't hofbeluik[1],
+ hoe geren zie 'k uw' sprieten,
+ o perenstruik;
+ hoe geren zie 'k uw takken
+ vol blommen staan,
+ vol perels, al in pakken
+ eer ze opengaan!
+
+ En mochte ik maar, zoo even,
+ door Gods beschik,
+ u, peretakken geven
+ nen toovertik;
+ 't en zou geen pere krommen
+ uw hout, voortaan:
+ veel liever zie 'k de blommen,
+ eer ze opengaan.
+
+ 'k Zie geren, in de hoven,
+ uw' peren groot,
+ de zonne zitten stoven,
+ al rijp en rood;
+ maar 'k zie wel nog zoo geren
+ uw blommen staan,
+ de perels van de peren,
+ eer ze opengaan.
+
+VOETNOOT:
+
+1 Beluik = besloten ruimte.
+
+
+
+
+=SPREEUWEN=.
+
+
+ "'k Zie-'t!" zoo vliggert, vlug te vlerke,
+ recht den torre in van de kerke,
+ daar ze is nest aan 't bouwen!... "'k zie-'t!"
+ piept de spreeuwe, en anders niet.
+
+ Maar wat is mij, scherpgebekte,
+ zwart-halfgroen gevliggervlerkte,
+ vage vogel, dan 't bedied
+ van uw eeuwig zeggen: "'k zie-'t?"
+
+ Ziet gij, daar omhoog aan 't broeden,
+ ziet ge, aan 't blijde jongskes voeden,
+ in uw pierende oogskes, iet
+ dat elk mensche niet en ziet?
+
+ Zegt, of is 't de zonne rijzen,
+ dat gij ziet, is 't buien bijzen[1];
+ kwade wichten of kwa died[2]
+ zitten ievers, diepe in 't riet?
+
+ "'k Zie-'t!" zoo piept gij; ziet gij, binnen
+ deze borst, mij iet beminnen,
+ haten, willen, wenschen iet,
+ blijdschap hebben en verdriet?
+
+ "'k Zie-'t!" uw roepwoord doet mij delven
+ diepe in 't diepste diep mijns zelven
+ en ontdekken daar 't bedied
+ van uw eeuwig zeggen, "'k zie-'t!"
+
+ Een daar is, die aan de leeuwen
+ 't leven gaf, en aan de spreeuwen,
+ Een die, vrij van al 't verdriet,
+ hooge zit en verre ziet.
+
+ Een... Hij zit in zijnen torre,
+ zonder schaalje[3] en zonder schorre[4];
+ en, van 't gene in mij geschiedt,
+ Hij mag eeuwig zeggen: "'k zie-'t!"
+
+VOETNOTEN:
+
+1 Stormen, snel vliegen.
+
+2 Volk.
+
+3 Schalie = lei.
+
+4 Arduinen vloersteen.
+
+
+
+
+=WEDERWIJVEN=.
+
+
+ Hoe wijsterwaster[1] vliegt de lucht
+ vol witte en lange stressen
+ van wolken, die ontvlochten zijn
+ lijk haar van tooveressen.
+
+ 't Zijn wederwijven, boos en fel,
+ die, kwaad van hande en vinger,
+ malkanderen te keere gaan
+ en vechten slag om slinger.
+
+ De wind zit in 'k weet niet welk
+ geweste, 't buischt en 't bommelt
+ alhier, aldaar een zwepe los,
+ die deur de wolken schommelt.
+
+ Zij stuiven heinde en verre, en van
+ malkaar gescheurd, in stressen
+ van wijsterwaster vechtende, en
+ verwaaide tooveressen.
+
+VOETNOOT:
+
+1 Door elkander.
+
+
+
+
+=EXCELSIOR=.
+
+
+ 'k Zie liever die te bergewaard
+ zijn roekloos opgeklommen,
+ als die, om loon, zoo zaan[1] de vaart
+ gedaan is, nederkommen.
+
+ Die stijgt noch af- noch om en ziet
+ naar die in de eerde wroeten;
+ noch, dwee van halze, en kust hij niet
+ of waren 't keizersvoeten.
+
+ 'k Zie liever die de zegevaan
+ mij deur de wolken steken,
+ _excelsior_, en, vrgegaan,
+ mij moed in 't herte spreken.
+
+ Dan zegge ik: "Op! Dat ander kan,
+ dat kan, dat wil, dat zal ik:
+ geen oneere en geen schande en kan
+ mijn durven deren, valle ik."
+
+ Hooveerdigheid is valsch van doen,
+ van zeggen en van zeden:
+ ootmoedig wil ik, ridder koen,
+ tot stijgen mij besteden.
+
+ Zoo God mij helpt, en gij mijn vuist,
+ op Libans hoogste kragen[2],
+ of vielender omtrent mij duist[3],
+ nog wil, nog zal 'k het wagen.
+
+VOETNOTEN:
+
+1 Dra.
+
+2 Punttoppen, kamlijn.
+
+3 Duizend.
+
+
+
+
+=ZEGEPRAAL=.
+
+
+ De zonne vecht! Het noordervolk
+ komt woedend opgestoven,
+ de diepten uit, afgrijzelijk
+ verbolgen. Bergen boven
+ malkanderen zij werpen gaan,
+ in 's hemels aangezicht:
+ den al te schoonen dag uitdoen,
+ en dooden 't zonnelicht!
+
+ Het spettert, uit de wolken, vier
+ en vlamme; kwade steenen,
+ van rammelenden hagelslag,
+ en bliksem, al met eenen,
+ vergren mij de reuzen in
+ hun vuisten vol geweld,
+ en ruien ze, onbermhertiglijk
+ daarheen, in 't zonneveld.
+
+ 't Is donker nu, 't is donkerder,
+ nog donkerder! Gevaren,
+ als machtig, overmachtig groote,
+ en mammothsche adelaren,
+ omslaan de wolken alles, en,
+ voor 't nachtelijk bedwang,
+ onthemelt al dat hemel is,
+ in 's hemels zwart gevang.
+
+ 't Is donker! Zal 't verwonnen zijn,
+ dat overheerlijk blaken,
+ dat altijd even schoone van
+ de schoone zonnekaken?
+ 't Is nacht! En zijt voor goed nu gij
+ gedompt en doodgedaan?
+ Gij, beeld des Alderhoogsten, zult
+ gij, stervend, ondergaan?
+
+ Staat op! Het worde dag weerom!
+ Staat op, en slaat die booze,
+ die duistere onbedachten, gij,
+ des hemels schoone rooze;
+ gij, onverkrachte lichtvorstin,
+ staat op, uit uwen schans,
+ en plettert, onbermhertiglijk,
+ die domme reuzen gansch!
+
+ De zonne vecht! Zij duwt den spiet,
+ den onverwonnen gaffel
+ des zonnelichts, de reuzen in
+ den zwartgezwollen naffel;
+ ze bersten, en ze bulderen
+ malkander slaande, intween;
+ en, hersens in de kele, valt
+ het reuzenrot ineen.
+
+ Ze pletteren te grondewaard,
+ ze pletsen en ze plassen,
+ dat 't bommelt in de lucht alom:
+ lijk honden zijn 't die bassen.
+ De wereld stroomt, afgrijzelijk,
+ van 't bloed alsof het waar',
+ van de eindelijk verwonnen, en
+ verwenschte reuzenschaar.
+
+ Ze 'n zijn niet meer,... ze 'n zijn niet meer.
+ Ze waren!... In hun stede
+ komt helderheid, komt hemelsblauw,
+ komt goud, dat schittert, mede.
+ De zonne vocht, de zonne won,
+ en, tierende overluid:
+ "Hier ben ik!" roept ons zonneken,
+ "des vijands vonke is uit!"
+
+
+
+
+DE DOORNENBOOM.
+
+
+ De schamele, oude boom,
+ die midden in de vaten,
+ veracht en ongetroost,
+ des olieboeters[1] staat;
+ hij weet dat 't zomer is
+ en zou hij, zou hij 't laten,
+ te bloeien, nu dat al
+ dat blomme is opengaat?
+
+ Gestapeld, rondom hem,
+ zijn tonnen, tonnen, tonnen,
+ die olie zweeten al,
+ en stinken. Schouwen ook,
+ verheven boven 't dak
+ des oliebouws, en jonnen[2]
+ maar bitterheid den boom
+ en afgerolden rook.
+
+ Hij bloeien zal nochtans,
+ en, blij, de zonne bieden
+ de vreugde van zijn hert:
+ maar nen keer in 't jaar
+ en wilt het zomer zijn,
+ en mag't den boom geschieden
+ te bloeien in den dwang
+ van al die tonnen daar.
+
+ Hij bloeit en staat in 't wit
+ getooid, langs alle kanten
+ n vlage blommen duikt
+ zijn' takken, scheef en krom;
+ de bietjes zie'k er zog
+ van zuiver zeem in zanten[3],
+ de blommen in en uit
+ en uit en in, werom.
+
+ Bloeit helder, helder op,
+ o boom, en luide pralen
+ laat al uw lief gewaai,
+ deur dikke en dunne. Neen't,
+ 't en is maar nen keer,
+ dat 't meie is; hillen, dalen
+ zijn blijde; blijde zijt,
+ genoeg, genoeg geweend.
+
+ De tonnen staan alom
+ gestapeld: zwarte zware
+ gedaanten, ongehier[4]
+ van leelijkheid. Welaan,
+ o taaie doornenboom,
+ daar midden in, verjare
+ nog menigmaal uw hoofd,
+ vol bloeiend wit gelan!
+
+VOETNOTEN:
+
+1 Olieslager.
+
+2 Gunnen.
+
+3 Samenlezen.
+
+4 Onguur.
+
+
+
+
+=MIETJE=.
+
+
+ 't Meiske, met zijn' teele melk,
+ op zijn bloote voetjes,
+ lang, gelijk nen terruwstelk[1],
+ zoetjes, zoetjes, zoetjes
+ terdt[2] het voort, en anders niet
+ als zijn teele melk en ziet't.
+
+ 't Meisken hoorde: "Goedendag!"
+ zeggen, zoetjes, zoetjes:
+ "Mietje!" 't Meisken ommezag...
+ op zijn bloote voetjes
+ viel de melk en, vol verdriet,
+ wie dat 't was en wist het niet.
+
+ Meiske, meiske, meiske snel,
+ op uw bloote voetjes,
+ melk aan 't dragen, wacht u wel:
+ zoetjes, zoetjes, zoetjes,
+ mijdt u, meiske, en hoort gij iet,
+ vr u, maar niet omme en ziet!
+
+VOETNOTEN:
+
+1 Tarwestengel.
+
+2 Treedt.
+
+
+
+
+CYTISUS LABURNUM[1].
+
+
+ Gevlerikt, na der vliegen aard;
+ gereesemd[2], al omleegewaard;
+ eenvervig, en van goude fijn,
+ des goudenregens blommen zijn.
+
+ Zij staan in krabben[3], lang en smal
+ van lijve, en recht een regenval
+ gelijken zij, van goude.... neen,
+ van zijde en licht en edelsteen.
+
+ 't En is van al dat bloeit entwat
+ zoo geluw, in geen blommenstad;
+ 't is geluw, naast aan 't groen.... 't en doet,
+ 't is groen, ten geel'wen uitgezoet.
+
+ Als, ievers in den hof gestaan,
+ de goudenregens opengaan,
+ de duisterheid van 't groen verdwijnt,
+ "het regent en de zunne schijnt."
+
+ Hoe jammer dat zoo gauw voorbij,
+ uw vlagen gaan van goude, en gij,
+ o gulden regen, al te broos
+ van leven zijt ge, en tijdeloos[4]!
+
+ Gij strooit den weg, nen dag nadien,
+ of twee, dat wij u open zien:
+ zoo derf[5] is dan uw dood gelaat,
+ als kaf, daarop de vlegel slaat!
+
+ En, eens dat eene aan 't vallen is,
+ de stervenstijd van allen is
+ gekommen: geen een blomme en kan't
+ meer houden: 't goud is uitgebrand.
+
+ O goudenregen, heel en al
+ het jaar, zoo heet gij regenval;
+ doch regenval van goude, aleer
+ het meien zal, en zijt gij meer.
+
+ 'k Verlange al, eer de maand daar is
+ weromme, en tend[6] de hoven, frisch;
+ vol goudeware[7] en zonneschijn
+ geregend door uw' blommen, zijn.
+
+VOETNOTEN:
+
+1 Goudenregen.
+
+2 Gerist.
+
+3 Tros.
+
+4 Zonder tijd, kort van duur.
+
+5 Bleek.
+
+6 Tend, tenden, t'enden = aan het einde.
+
+7 Goudwaar.
+
+
+
+
+BUIGEN OF BERSTEN.
+
+
+ Het jong hout staat, den rugge krom,
+ ootmoedig nergestopen[1]
+ terwijl de wind, den afgrond van
+ zijn diepe longen open,
+ gevaren komt, door bilk[2] en bosch;
+ en, bruischende in de boomen,
+ losbandig, al den gruwel van
+ zijn' gramschap heen laat stroomen.
+
+ De boomen staan geworteld in
+ den bodem diepe, en, weren
+ en zal de wind hun sterkheid noch
+ hunne oude stammen deren;
+ ze zuchten en ze stenen wel,
+ ze roepen en ze razen,
+ maar wederstaan, zoo willen ze, en...
+ dat durven ze, die dwazen!
+
+ Ze 'n buigen niet. Hun' wortels staan
+ in de eerde nergegrepen
+ als ankers, die gebonden staan
+ doen ijzervast de schepen;
+ ze 'n buigen niet. Hun hoofdgewaai
+ scheurt af en weg: om 't even,
+ en zullen noch en willen ze, en
+ voor wie dat 't zij, begeven.
+
+ Het jong hout ligt den grond nabij,
+ voorover, nergedwongen;
+ verpletterd en vernietigd haast.--
+ De wind komt losgesprongen
+ en, stampende op dat ligt... "Zoo wel
+ den naasten als den versten,...
+ die boomen daar zal 'k buigen doen,
+ of willens nillens bersten!"
+
+ 't Is donker, van al 't zand, dat vliegt.
+ Geen hersendolle koeien
+ en kunnen, zoo de wind nu doet,
+ zoo ongedoevig[3] loeien.
+ Ei! poffen nu, en paffen gaan
+ de pezen af, en kraken
+ de wortels: als geweren zijn 't,
+ die dood en donder braken.
+
+ De doelen staan, bij vijftigen,
+ bij honderden, te perre[4],
+ ter aarden uitgeheven, en...
+ de boomen zijn omverre,
+ de teenen in de lucht; tot in
+ den vasten grond gezonken,
+ verdwijnt, al even slaggelings[5],
+ hun' kroone, in de elzentronken.
+
+ Het jong hout heft den hals weer op;
+ allengskens stilt het weder,
+ en legt het, op de rompen van
+ geroeide boshout, neder
+ zijn grimmigheid. Een slagveld is 't
+ vol lijken. Ongeschonden,
+ zoo staan de jonge stammen daar
+ nog, al die buigen konden.
+
+VOETNOTEN:
+
+1 Nergebogen.
+
+2 Omsloten weide.
+
+3 Wild, woest.
+
+4 Op hun kop.
+
+5 Met n slag.
+
+
+
+
+DE SPERRETAKKEN.
+
+
+ De sperretakken staan, nabij
+ den boom, alsof hun blren
+ gestorven, over langen tijd
+ aan jeugd en jonkheid waren;
+ maar, als zoo zaan[1] de zomer komt
+ herzie 'k hun verste vingeren
+ met jeugdig groen en zappigheid
+ den ouden boom omslingeren.
+
+ Nog winter is 't, men zeggen zou,
+ omtrent het bol[2]; en neven
+ het bol, zijn zwart de takken, die
+ maar tendenwaards en leven:
+ het oude draagt het nieuwe, dat
+ nog jong is; maar van dagen
+ ook oud geworden, beurtelings
+ zal 't oude 'et nieuwe dragen.
+
+ Op de ouden blijft gesteund, en zijt
+ voorzichtig, jonge spranken;
+ 'n laat u nooit verleiden, om
+ te vroeg u vrij te danken
+ van 't oude: uit de oude grauwte van
+ de schiergestorven boomen
+ zal nieuwgeboren schoonheid eens,
+ en sterkte, henenstroomen.
+
+VOETNOTEN:
+
+1 Dra.
+
+2 Stam.
+
+
+
+
+HET GULDEN VLIES.
+
+
+ 't Is scherenstijd in 't houtgewas.
+ De blaren vallen: grond en gras
+ zijn effen, van den wind die waait,
+ vol zilver en vol goud gezaaid.
+
+ Zoo groene en is de grond nu meer
+ als wijlen, toen de lente teer,
+ en 't jonge jaar zijn herte ontlook,
+ de weiden en de bosschen ook.
+
+ 't Is scherenstijd. De schapen niet
+ maar 't houtgewas men scheren ziet;
+ en 't scherpe van de windenschaar
+ aan 't knippen is in 't houtgeblaar.
+
+ Daar vallen en vergaderen
+ nu honderdduizend bladeren,
+ die reuzen[1] af de rijzekens,
+ zoo lustig en zoo lijzekens.
+
+ 't Is 't boomenvlies dat nederstort,
+ dat altemaal gesneden wordt;
+ dat af en dr de schare moet,
+ zoo 't al, en te elken jare doet.
+
+ Het gulden vlies, dat Jason zocht,
+ en reeuwroofde[2] op het wangedrocht,
+ aanschouwe ik al mijn leven lang,
+ als wangeloove en kwenenzang[3].
+
+ Maar 't geen alhier, aldaar gestrooid,
+ den weg dien ik nu ga vermooit,
+ dat menigvuldig boomverlies,
+ voorwaar dat is mij 't gulden vlies.
+
+ Het blinkt, het bleust, het laait, het ligt
+ doorschoten van den zonneschicht,
+ onmeetbaar, verre, n schapendracht
+ van ooienwolle en lammervacht.
+
+ Een kleed is 't, als van engelkens,
+ van louter liefdebengelkens,
+ die zijde en wolle en gouden blan
+ doen liggen, daar ze spelen gaan.
+
+ Het rilt, bij elker schree, die 'k doe;
+ het roert en 't ruischt, 'k en weet niet hoe;
+ en 't riekt, alsof er reuke fijn
+ van amber uit zou dampend zijn.
+
+ 't Is scherenstijd, in 't houtgewas;
+ geen stap mij ooit zoo zoet en was
+ als dien ik eens, in Iperste,
+ deur de afgevallen blren de!
+
+VOETNOTEN:
+
+1 Vallen.
+
+2 Reeuwroof = lijkroof.
+
+3 Kwene = oud wijf.
+
+
+
+
+HEBT MELIJEN.
+
+
+ Hebt melijen met de boomen, laat
+ den bast hun ongeschonden;
+ bewaart ze voor de nijdigheid
+ der kwade nagelwonden;
+ geen onbermhertig menschenkind
+ ze dood en kwelle: geeft
+ de vrijheid aan des scheppers hand,
+ die in hun lenden leeft.
+
+ Hoe schandelijk ontmaakselt en
+ ontmooit gij mij de vrome,
+ de vrije en blije boomen, die 'k
+ zoo geren tegenkome
+ omtrent uw huis en hof, o gij,
+ dien God met herte en oog
+ heeft toegerust, om hem te zien
+ in 't heerlijk boomvertoog.
+
+ 'k Zie opgeroeste pikken, moe
+ van kappen en van kerven,
+ gehamerd om den esschenboom,
+ den esschenboom bederven,
+ daaraan het hekken vastgehaakt
+ de bilken[1] sluit, en 't vee
+ belemmert, dat zijn vulte zoekt
+ en voedsel, in de wee.
+
+ 'k Zie boomen, die gebonden staan,
+ in 's dwingers booze handen,
+ die nooit geen duimbreed af en laat
+ zijn ijzervaste banden,
+ maar spannende en onroerbaar, al
+ dat leeft en roert in 't lijf
+ der boomen doet misdragen tot
+ een eerloos wanbeklijf[2].
+
+ Gebulte boomen zie'k, en die,
+ doorhakkeld en dooreten,
+ vol krammen en vol haken staan
+ gespijkerd en gesmeten[3];
+ die werken zoo Gods wet hun wijst,
+ die tranen en die blon,
+ o mensche, om eenmaal vrij te zijn
+ van al uw dertel doen.
+
+ Of staan ze meer niet vast genoeg,
+ de wortelvaste boomen?
+ En vreest gij dat zij henengaan
+ en me met 't water stroomen;
+ of vliegen in de lucht, omdat
+ gij scherpe draden spint,
+ en lange reken[4] boomen al
+ in snijdend garen windt?
+
+ Och arme, en is 't genoeg u niet
+ dat, schier nog ongeboren,
+ het hout alre geknipt moet zijn,
+ geschonden en geschoren;
+ dat 't, galoos[5] en tot alles dat
+ het niet en is gepraamd,
+ wordt "gloriette" en "pyramide",
+ en "espalier" genaamd!
+
+ Hebt melijen met de boomen, laat
+ hun schoonheid ongeschonden,
+ die schoonder is, onaangeroerd,
+ onvast en ongebonden,
+ zoo God ze liet gewassen zijn,
+ gewonnen en gebaard,
+ als al hetgene gij, o mensch,
+ verzint en hebt vergaard.
+
+VOETNOTEN:
+
+1 Omsloten weide.
+
+2 Wangewas.
+
+3 Geslagen.
+
+4 Rij.
+
+5 Weergaloos.
+
+
+
+
+DE DAGERAAD.
+
+
+ In 't blauwe van den hemel doekt
+ een kleene, witte wolke
+ de zonne mij;
+ en 't witte van die wolke en komt
+ geen vlekkelooze molke[1],
+ geen wolle bij;
+
+ geen witgewasschen wolle, noch
+ geen snee die, versch gevallen,
+ te gronde ligt;
+ zoo wit is, op de boorden van
+ die witte wolke, 't brallen
+ van 't zonnelicht.
+
+ 'k En kan 't niet meer bezien bijkans,
+ mijne oogen willen dolen;
+ 't is vermiljoen,
+ dat, zwart in mijnen boek gedrukt,
+ zoo zwart is als de kolen,
+ en 't rood is groen.
+
+ De Leye, die daar stille ligt,
+ het water in de beken,
+ is rood voortaan;
+ terwijl, van top tot tee'n mij als
+ van 't morgenrood ontsteken
+ de boomen staan.
+
+ Het schemert hooge en leege nu,
+ en diepe in 's hemels gronden,
+ vandage staat,
+ benen dien witten zonnedoek,
+ in 's middags hooge stonden,
+ de dageraad!
+
+VOETNOOT:
+
+1 Zuivel.
+
+
+
+
+NEVELDUISTERNIS.
+
+
+ Gegrauwdoekt is de grond
+ der kimme en allenthenen
+ vol damp en duisternis;
+ de boomen, half verdwenen,
+ half zichtbaar, hebben, daar
+ ze stille staan en stom,
+ van wolkenweefsel elk
+ een grauwen tabbaard om.
+
+ 't Hoogmorgent en, zoo 't schijnt,
+ 't en wilt geen dag meer dagen:
+ daar moet iets ongesteld
+ of los zijn aan den wagen
+ der zonnehingsten, dat
+ ze in toom gehouden staan
+ en, immer nippend, nooit
+ een schre vooruit en gaan.
+
+ De wereld mist den troost
+ dier zoete zonnestralen,
+ die alles leven doen,
+ daar ooit zij nederdalen;
+ die 't schoone schoon doen en
+ die 't goede goed doen zijn:
+ die God verbeelden in
+ Gods beeld, den zonneschijn.
+
+ De wereld mist dat nu:
+ ze treurt en, langs de lanen,
+ daar 't eenmaal blommen droop
+ en druipen nu maar tranen;
+ daar 'k eenmaal stemmen hoorde
+ en vogelzang, en ziet
+ mijne ooge onschoonheid maar
+ en sprakeloos verdriet.
+
+ Dat 't schaduw nu nog ware
+ en wolken, daar de winden,
+ zoo in een schapentrop
+ de honden, weg in vinden,
+ en bleve een plekske vrij,
+ dat blauw is, hier of daar!
+ Och, neen, 't is nevel, al
+ omtrent me, en nevel maar.
+
+ O nevelduisternis,
+ bij nachte zien mijne oogen
+ de duizend teekens nog,
+ die 't ommegaan vertoogen
+ des sterrenhemels! Gij,
+ o nevelduisternis,
+ en toogt mij niets van al
+ daar hope of troost in is.
+
+ 't Is meer als leed genoeg,
+ en droefheid in mij, zonder
+ uw droef afwezig zijn,
+ o 't weergalooste wonder
+ van al dat wonder is
+ in 's werelds heerlijkheid!
+ o Zonne, en zij mij nooit
+ te lange uw licht ontzeid.
+
+
+
+
+=WINDTOCHT=.
+
+
+ 't Is helderblauw, vandage,
+ en warmer als twee dagen
+ of drie gelen, de locht
+ die 'k aseme is voortaan[1]
+ zoo licht en onbelan,
+ dat door mijn longen ik
+ hem lustig late jagen.
+
+ Hij loopt omtrent me heen,
+ hij speelt me vr de voeten;
+ mijn haar omwentelt, en
+ mijn kaken kust hij koel;
+ in lijf en len gevoel
+ ik weer den jongen dag
+ den ouden dag verzoeten.
+
+ Hoe raast die wilde wind
+ mijne ooren vol! Ze tuiten,
+ ze tieren allerhand
+ geruchten in mij, recht
+ een stamerend gevecht
+ van stemmen is't, die 'k slaan
+ en bermen[2] hoore, buiten.
+
+ Dan buige ik mij vooruit
+ en wil de borst hem bieden;
+ 'k ga stevig, stap voor stap,
+ en 'k leune, lijf sta bij;
+ wie zalder, ik of gij
+ nu zege halen, wind,
+ of 't zegeveld ontvlieden?
+
+ Zoo wierd er vroeger, 't is
+ mij eeuwen lang geleden,
+ door hem die "_Isral_"
+ nadien voor name droeg,
+ bij nachte en 's morgens vroeg,
+ op een die, na den strijd,
+ hem zegen gaf, gestreden.
+
+ Dan, laat mij zegen ook,
+ uit uwen mond, verwachten,
+ o sterke vechter, Wind,
+ die, loopende achter 't veld,
+ mij schier omverrevelt
+ en worstelt tegen mij,
+ en wijgt[3] uit al uw krachten.
+
+ Ik bidde u, zegent mij:
+ niet eer en wille ik wapen
+ omleege leggen, u
+ ontwijkende, eer gij doet
+ ontwaken mij dat bloed,
+ dat al te langen tijd,
+ gerust heeft en geslapen.
+
+VOETNOTEN:
+
+1 Nu.
+
+2 Golven.
+
+3 Strijdt.
+
+
+
+
+AKSTERNESTEN.
+
+
+ Nog ijdel staan de boomen, in
+ de blauwe lucht, en blaren
+ en zie 'k ze hebben, meer als of
+ ze dood en duister waren
+ voor goed nu. Lang is alles zwart
+ en zonder zap gebleven,
+ dat wijleneer zoo groene stond
+ in 't zoete zomerleven.
+ 't Is zwart nu al, tot boven in
+ de hooge abeelensprangen,
+ daar zwarte en zware bonken in
+ van aksternesten hangen.
+ 't Zijn teekens in de lucht, en wel
+ bekende hemelbaken,
+ dat wederom de zonne zit
+ aan 't lieve zomermaken.
+ Toch bladerloos is al 't geboomte
+ en, verre heen, in 't westen,
+ in 't noorden, 't zuiden, 't oosten zie 'k
+ alom vol aksternesten
+ de abeelen staan.--Verdappert uw
+ bezoek en wilt de bronne
+ des aksterslevens duiken al
+ in 't groen, o lieve zonne!
+
+
+
+
+=LENTEGROEN=.
+
+
+ Hoe lief is, op het donkerblauw
+ der zwangergaande wolken,
+ die donderpijlen dreigen dra,
+ het lieve lentegroen,
+ daar schielijk, uit de zuiderlucht,
+ de middendaagsche dolken
+ der zonne, 'et lustig meievier
+ een deuntje op dansen doen.
+
+ 't Is groen, dat diepe in 't blauwe bijt,
+ zoo hel en zoo doorschijnend,
+ of eerst het uit den regenboog
+ geboren ware; en blauw,
+ dat dieper nog als hemelsch blauw
+ des avonds is, verdwijnend
+ in 't zwangergaande duister van
+ de wolken, gram en grauw.
+
+ De zonne loopt daar smijtende in
+ heur middendaagsche dolken,
+ die speiten[1] zoo geweldig op
+ het lieve lentegroen,
+ dat 't pinkelt en dat 't pierelt op
+ de blauwheid van de wolken,
+ die, zwangergaande, dreigen dra
+ nen donderdeun te doen.
+
+VOETNOOT:
+
+1 Spatten.
+
+
+
+
+=CINXEN=.
+
+
+ 't Is stille, Cinxendag en, over 't plekske vloers,
+ van waar ik henenzie en schouwen kan, daarboven,
+ de hemelsblauwe lucht, en hoore ik niemendal,
+ 't en zij, voorbij geschoven,
+ een langzaam bellen, dat, herhalende, eens en nog
+ zegt: "komt te kerkewaard, met mij den Heere loven!"
+
+ 't Is stille en kerkewaard vervoere ik mijn gedacht,
+ vervoere ik heel en al mijn innewaardste wezen,
+ tot vr uw voeten, God, die uit het duister graf
+ zijt heerlijk opgerezen;
+ die in uw kerke rust en dr, in 't hoogste blauw,
+ terwijl het klokske luidt, mij uwen naam laat lezen.
+
+ O groote kerke Gods, o hemelwelven, daar
+ het minste mensch van al, bij nachten of bij dagen,
+ U in de sterren kan aanschouwen, groote God,
+ zoo ver zijne oogen dragen,
+ en in de blauwe lucht des hemels!.... kerke Gods,
+ gewijde kerke, wie zal u te schenden wagen?
+
+
+
+
+OCH WARE IK...
+
+
+ Och, ware ik ongevoelig en
+ mijn herte een steen bedegen[1],
+ wanneer de boosheid bijten komt
+ van die mij toegenegen
+ en dankbaar wezen moesten! ach!
+ 't en is geen een verschenen,
+ of, was er een, hij verre weg
+ van hier is en verdwenen.
+
+ 'n Ware ik maar gevoelig als
+ ik tranen zie en lijden,
+ bereid om al dat doenlijk is
+ te doen en hen te blijden
+ die troostloos zijnde, zeggen: "Helpt:
+ u wille ik al mijn leven,
+ bedanken!" Neen: beloven is
+ een ander ding als geven!
+
+ Ach, weze dan mijn herte zoo't
+ voor u, moet zijn, o Vader,
+ die meer mij als ik immer mocht
+ verdienen, altegader
+ ontvangen liet; die vroolijk zijn
+ mij doet, mijn herte pramend;
+ en al te menig keeren mijne
+ ondankbaarheid beschamend!
+
+VOETNOOT:
+
+1 Geworden.
+
+
+
+
+AAN DEN LINDEBOOM.
+
+
+ O! wat schoon, wat bolgekruinden
+ lindeboom,
+ van verre ik staan zie, blinkende in den
+ morgendoom[1]!
+
+ Heel is hij gewelkerd al en
+ duizendvoud
+ van verwen, langzaam afgesleten
+ guldengoud.
+
+ Dag en schijnt erop noch noensche
+ zonneglans:
+ 't is vochtig en de hemelkomme is
+ duister gansch.
+
+ Doch, ik zie mij, zonnewijs in
+ 't nedergaan,
+ die najaarsche, ei, die bolgekruinde
+ linde staan.
+
+ Ringsom rijzen hooge en groote
+ zwart en zwaar
+ getakte boomen, naast die lieve
+ linde daar.
+
+ Diepe schaduw schieten ze en een
+ donker groen
+ gewelf zij om het wezen van die
+ linde doen.
+
+ Wees gegroet mij, nauwlijks uit den
+ morgendoom
+ erkenbaar Lieve-Vrouwken, aan den
+ lindeboom!
+
+VOETNOOT:
+
+1 Doom = damp, nevel.
+
+
+
+
+=EGO FLOS=...
+
+(CANT. II: 1).
+
+
+ Ik ben een blomme
+ en bloeie vr uwe oogen,
+ geweldig zonnelicht,
+ dat, eeuwig onontaard,
+ mij, nietig schepselken,
+ in 't leven wilt gedoogen
+ en, na dit leven, mij
+ het eeuwig leven spaart.
+
+ Ik ben een blomme
+ en doe des morgens open,
+ des avonds toe mijn blad,
+ om beurtelings, nadien,
+ wanneer gij, zonne, zult,
+ heropgestaan, mij nopen,
+ te ontwaken nog eens of
+ mijn hoofd den slaap te bin.
+
+ Mijn leven is
+ uw licht: mijn doen, mijn derven,
+ mijn' hope, mijn geluk,
+ mijn eenigste en mijn al,
+ wat kan ik, zonder u,
+ als eeuwig, eeuwig sterven;
+ wat heb ik, zonder u,
+ dat ik beminnen zal?
+
+ 'k Ben ver van u,
+ ofschoon gij, zoete bronne
+ van al dat leven is
+ of immer leven doet,
+ mij naast van al genaakt
+ en zendt, o lieve zonne,
+ tot in mijn diepste diep
+ uw aldoorgaanden gloed.
+
+ Haalt op, haalt af!...
+ ontbindt mijn aardsche boeien;
+ ontwortelt mij, ontdelft
+ mij!... Henen laat mij,... laat
+ daar 't altijd zomer is
+ en zonnelicht mij spoeien
+ en daar gij, eeuwige, ne,
+ alschoone blomme, staat.
+
+ Laat alles zijn
+ voorbij, gedaan, verleden,
+ dat afscheid tusschen ons
+ en diepe kloven spant;
+ laat morgen, avond, al
+ dat heenmoet, henentreden,
+ laat uw oneindig licht
+ mij zien, in 't Vaderland!
+
+ Dan zal ik vr...
+ o neen, niet vr uwe oogen,
+ maar naast u, nevens u,
+ maar in u bloeien zaan[1];
+ zoo gij mij, schepselken,
+ in 't leven wilt gedoogen,
+ zoo in uw eeuwig licht
+ me gij laat binnengaan.
+
+VOETNOOT:
+
+1 Dra.
+
+
+
+
+ +------------------------------------------------------+
+ | |
+ | OPMERKINGEN VAN DE BEWERKER: |
+ | |
+ | De volgende correcties zijn in de tekst aangebracht: |
+ | |
+ | Plaats Bron Correctie |
+ | |
+ | Regel 76 ziele Ziele |
+ | Regel 131 nachten nacht |
+ | Regel 1024 Hoe hoe |
+ | Regel 1210 , . |
+ | Regel 1319 [Niet in bron] , |
+ | Regel 1615 , . |
+ | Regel 2243 , . |
+ | Regel 4168 neergestopen nergestopen |
+ | Regel 4189 Ze ze |
+ | Regel 4195 neergedwongen nergedwongen |
+ | Regel 4232 Neergebogen Nergebogen |
+ | Regel 4353 MEELIJEN MELIJEN |
+ | |
+ +------------------------------------------------------+
+
+
+
+
+
+End of the Project Gutenberg EBook of Bloemlezing uit Guido Gezelle's
+Gedichten, by Guido Gezelle
+
+*** END OF THIS PROJECT GUTENBERG EBOOK GUIDO GEZELLE'S GEDICHTEN ***
+
+***** This file should be named 29289-8.txt or 29289-8.zip *****
+This and all associated files of various formats will be found in:
+ https://www.gutenberg.org/2/9/2/8/29289/
+
+Produced by Jeroen van Luin and the Online Distributed
+Proofreading Team at https://www.pgdp.net
+
+
+Updated editions will replace the previous one--the old editions
+will be renamed.
+
+Creating the works from public domain print editions means that no
+one owns a United States copyright in these works, so the Foundation
+(and you!) can copy and distribute it in the United States without
+permission and without paying copyright royalties. Special rules,
+set forth in the General Terms of Use part of this license, apply to
+copying and distributing Project Gutenberg-tm electronic works to
+protect the PROJECT GUTENBERG-tm concept and trademark. Project
+Gutenberg is a registered trademark, and may not be used if you
+charge for the eBooks, unless you receive specific permission. If you
+do not charge anything for copies of this eBook, complying with the
+rules is very easy. You may use this eBook for nearly any purpose
+such as creation of derivative works, reports, performances and
+research. They may be modified and printed and given away--you may do
+practically ANYTHING with public domain eBooks. Redistribution is
+subject to the trademark license, especially commercial
+redistribution.
+
+
+
+*** START: FULL LICENSE ***
+
+THE FULL PROJECT GUTENBERG LICENSE
+PLEASE READ THIS BEFORE YOU DISTRIBUTE OR USE THIS WORK
+
+To protect the Project Gutenberg-tm mission of promoting the free
+distribution of electronic works, by using or distributing this work
+(or any other work associated in any way with the phrase "Project
+Gutenberg"), you agree to comply with all the terms of the Full Project
+Gutenberg-tm License (available with this file or online at
+https://gutenberg.org/license).
+
+
+Section 1. General Terms of Use and Redistributing Project Gutenberg-tm
+electronic works
+
+1.A. By reading or using any part of this Project Gutenberg-tm
+electronic work, you indicate that you have read, understand, agree to
+and accept all the terms of this license and intellectual property
+(trademark/copyright) agreement. If you do not agree to abide by all
+the terms of this agreement, you must cease using and return or destroy
+all copies of Project Gutenberg-tm electronic works in your possession.
+If you paid a fee for obtaining a copy of or access to a Project
+Gutenberg-tm electronic work and you do not agree to be bound by the
+terms of this agreement, you may obtain a refund from the person or
+entity to whom you paid the fee as set forth in paragraph 1.E.8.
+
+1.B. "Project Gutenberg" is a registered trademark. It may only be
+used on or associated in any way with an electronic work by people who
+agree to be bound by the terms of this agreement. There are a few
+things that you can do with most Project Gutenberg-tm electronic works
+even without complying with the full terms of this agreement. See
+paragraph 1.C below. There are a lot of things you can do with Project
+Gutenberg-tm electronic works if you follow the terms of this agreement
+and help preserve free future access to Project Gutenberg-tm electronic
+works. See paragraph 1.E below.
+
+1.C. The Project Gutenberg Literary Archive Foundation ("the Foundation"
+or PGLAF), owns a compilation copyright in the collection of Project
+Gutenberg-tm electronic works. Nearly all the individual works in the
+collection are in the public domain in the United States. If an
+individual work is in the public domain in the United States and you are
+located in the United States, we do not claim a right to prevent you from
+copying, distributing, performing, displaying or creating derivative
+works based on the work as long as all references to Project Gutenberg
+are removed. Of course, we hope that you will support the Project
+Gutenberg-tm mission of promoting free access to electronic works by
+freely sharing Project Gutenberg-tm works in compliance with the terms of
+this agreement for keeping the Project Gutenberg-tm name associated with
+the work. You can easily comply with the terms of this agreement by
+keeping this work in the same format with its attached full Project
+Gutenberg-tm License when you share it without charge with others.
+
+1.D. The copyright laws of the place where you are located also govern
+what you can do with this work. Copyright laws in most countries are in
+a constant state of change. If you are outside the United States, check
+the laws of your country in addition to the terms of this agreement
+before downloading, copying, displaying, performing, distributing or
+creating derivative works based on this work or any other Project
+Gutenberg-tm work. The Foundation makes no representations concerning
+the copyright status of any work in any country outside the United
+States.
+
+1.E. Unless you have removed all references to Project Gutenberg:
+
+1.E.1. The following sentence, with active links to, or other immediate
+access to, the full Project Gutenberg-tm License must appear prominently
+whenever any copy of a Project Gutenberg-tm work (any work on which the
+phrase "Project Gutenberg" appears, or with which the phrase "Project
+Gutenberg" is associated) is accessed, displayed, performed, viewed,
+copied or distributed:
+
+This eBook is for the use of anyone anywhere at no cost and with
+almost no restrictions whatsoever. You may copy it, give it away or
+re-use it under the terms of the Project Gutenberg License included
+with this eBook or online at www.gutenberg.org
+
+1.E.2. If an individual Project Gutenberg-tm electronic work is derived
+from the public domain (does not contain a notice indicating that it is
+posted with permission of the copyright holder), the work can be copied
+and distributed to anyone in the United States without paying any fees
+or charges. If you are redistributing or providing access to a work
+with the phrase "Project Gutenberg" associated with or appearing on the
+work, you must comply either with the requirements of paragraphs 1.E.1
+through 1.E.7 or obtain permission for the use of the work and the
+Project Gutenberg-tm trademark as set forth in paragraphs 1.E.8 or
+1.E.9.
+
+1.E.3. If an individual Project Gutenberg-tm electronic work is posted
+with the permission of the copyright holder, your use and distribution
+must comply with both paragraphs 1.E.1 through 1.E.7 and any additional
+terms imposed by the copyright holder. Additional terms will be linked
+to the Project Gutenberg-tm License for all works posted with the
+permission of the copyright holder found at the beginning of this work.
+
+1.E.4. Do not unlink or detach or remove the full Project Gutenberg-tm
+License terms from this work, or any files containing a part of this
+work or any other work associated with Project Gutenberg-tm.
+
+1.E.5. Do not copy, display, perform, distribute or redistribute this
+electronic work, or any part of this electronic work, without
+prominently displaying the sentence set forth in paragraph 1.E.1 with
+active links or immediate access to the full terms of the Project
+Gutenberg-tm License.
+
+1.E.6. You may convert to and distribute this work in any binary,
+compressed, marked up, nonproprietary or proprietary form, including any
+word processing or hypertext form. However, if you provide access to or
+distribute copies of a Project Gutenberg-tm work in a format other than
+"Plain Vanilla ASCII" or other format used in the official version
+posted on the official Project Gutenberg-tm web site (www.gutenberg.org),
+you must, at no additional cost, fee or expense to the user, provide a
+copy, a means of exporting a copy, or a means of obtaining a copy upon
+request, of the work in its original "Plain Vanilla ASCII" or other
+form. Any alternate format must include the full Project Gutenberg-tm
+License as specified in paragraph 1.E.1.
+
+1.E.7. Do not charge a fee for access to, viewing, displaying,
+performing, copying or distributing any Project Gutenberg-tm works
+unless you comply with paragraph 1.E.8 or 1.E.9.
+
+1.E.8. You may charge a reasonable fee for copies of or providing
+access to or distributing Project Gutenberg-tm electronic works provided
+that
+
+- You pay a royalty fee of 20% of the gross profits you derive from
+ the use of Project Gutenberg-tm works calculated using the method
+ you already use to calculate your applicable taxes. The fee is
+ owed to the owner of the Project Gutenberg-tm trademark, but he
+ has agreed to donate royalties under this paragraph to the
+ Project Gutenberg Literary Archive Foundation. Royalty payments
+ must be paid within 60 days following each date on which you
+ prepare (or are legally required to prepare) your periodic tax
+ returns. Royalty payments should be clearly marked as such and
+ sent to the Project Gutenberg Literary Archive Foundation at the
+ address specified in Section 4, "Information about donations to
+ the Project Gutenberg Literary Archive Foundation."
+
+- You provide a full refund of any money paid by a user who notifies
+ you in writing (or by e-mail) within 30 days of receipt that s/he
+ does not agree to the terms of the full Project Gutenberg-tm
+ License. You must require such a user to return or
+ destroy all copies of the works possessed in a physical medium
+ and discontinue all use of and all access to other copies of
+ Project Gutenberg-tm works.
+
+- You provide, in accordance with paragraph 1.F.3, a full refund of any
+ money paid for a work or a replacement copy, if a defect in the
+ electronic work is discovered and reported to you within 90 days
+ of receipt of the work.
+
+- You comply with all other terms of this agreement for free
+ distribution of Project Gutenberg-tm works.
+
+1.E.9. If you wish to charge a fee or distribute a Project Gutenberg-tm
+electronic work or group of works on different terms than are set
+forth in this agreement, you must obtain permission in writing from
+both the Project Gutenberg Literary Archive Foundation and Michael
+Hart, the owner of the Project Gutenberg-tm trademark. Contact the
+Foundation as set forth in Section 3 below.
+
+1.F.
+
+1.F.1. Project Gutenberg volunteers and employees expend considerable
+effort to identify, do copyright research on, transcribe and proofread
+public domain works in creating the Project Gutenberg-tm
+collection. Despite these efforts, Project Gutenberg-tm electronic
+works, and the medium on which they may be stored, may contain
+"Defects," such as, but not limited to, incomplete, inaccurate or
+corrupt data, transcription errors, a copyright or other intellectual
+property infringement, a defective or damaged disk or other medium, a
+computer virus, or computer codes that damage or cannot be read by
+your equipment.
+
+1.F.2. LIMITED WARRANTY, DISCLAIMER OF DAMAGES - Except for the "Right
+of Replacement or Refund" described in paragraph 1.F.3, the Project
+Gutenberg Literary Archive Foundation, the owner of the Project
+Gutenberg-tm trademark, and any other party distributing a Project
+Gutenberg-tm electronic work under this agreement, disclaim all
+liability to you for damages, costs and expenses, including legal
+fees. YOU AGREE THAT YOU HAVE NO REMEDIES FOR NEGLIGENCE, STRICT
+LIABILITY, BREACH OF WARRANTY OR BREACH OF CONTRACT EXCEPT THOSE
+PROVIDED IN PARAGRAPH F3. YOU AGREE THAT THE FOUNDATION, THE
+TRADEMARK OWNER, AND ANY DISTRIBUTOR UNDER THIS AGREEMENT WILL NOT BE
+LIABLE TO YOU FOR ACTUAL, DIRECT, INDIRECT, CONSEQUENTIAL, PUNITIVE OR
+INCIDENTAL DAMAGES EVEN IF YOU GIVE NOTICE OF THE POSSIBILITY OF SUCH
+DAMAGE.
+
+1.F.3. LIMITED RIGHT OF REPLACEMENT OR REFUND - If you discover a
+defect in this electronic work within 90 days of receiving it, you can
+receive a refund of the money (if any) you paid for it by sending a
+written explanation to the person you received the work from. If you
+received the work on a physical medium, you must return the medium with
+your written explanation. The person or entity that provided you with
+the defective work may elect to provide a replacement copy in lieu of a
+refund. If you received the work electronically, the person or entity
+providing it to you may choose to give you a second opportunity to
+receive the work electronically in lieu of a refund. If the second copy
+is also defective, you may demand a refund in writing without further
+opportunities to fix the problem.
+
+1.F.4. Except for the limited right of replacement or refund set forth
+in paragraph 1.F.3, this work is provided to you 'AS-IS' WITH NO OTHER
+WARRANTIES OF ANY KIND, EXPRESS OR IMPLIED, INCLUDING BUT NOT LIMITED TO
+WARRANTIES OF MERCHANTIBILITY OR FITNESS FOR ANY PURPOSE.
+
+1.F.5. Some states do not allow disclaimers of certain implied
+warranties or the exclusion or limitation of certain types of damages.
+If any disclaimer or limitation set forth in this agreement violates the
+law of the state applicable to this agreement, the agreement shall be
+interpreted to make the maximum disclaimer or limitation permitted by
+the applicable state law. The invalidity or unenforceability of any
+provision of this agreement shall not void the remaining provisions.
+
+1.F.6. INDEMNITY - You agree to indemnify and hold the Foundation, the
+trademark owner, any agent or employee of the Foundation, anyone
+providing copies of Project Gutenberg-tm electronic works in accordance
+with this agreement, and any volunteers associated with the production,
+promotion and distribution of Project Gutenberg-tm electronic works,
+harmless from all liability, costs and expenses, including legal fees,
+that arise directly or indirectly from any of the following which you do
+or cause to occur: (a) distribution of this or any Project Gutenberg-tm
+work, (b) alteration, modification, or additions or deletions to any
+Project Gutenberg-tm work, and (c) any Defect you cause.
+
+
+Section 2. Information about the Mission of Project Gutenberg-tm
+
+Project Gutenberg-tm is synonymous with the free distribution of
+electronic works in formats readable by the widest variety of computers
+including obsolete, old, middle-aged and new computers. It exists
+because of the efforts of hundreds of volunteers and donations from
+people in all walks of life.
+
+Volunteers and financial support to provide volunteers with the
+assistance they need are critical to reaching Project Gutenberg-tm's
+goals and ensuring that the Project Gutenberg-tm collection will
+remain freely available for generations to come. In 2001, the Project
+Gutenberg Literary Archive Foundation was created to provide a secure
+and permanent future for Project Gutenberg-tm and future generations.
+To learn more about the Project Gutenberg Literary Archive Foundation
+and how your efforts and donations can help, see Sections 3 and 4
+and the Foundation web page at https://www.pglaf.org.
+
+
+Section 3. Information about the Project Gutenberg Literary Archive
+Foundation
+
+The Project Gutenberg Literary Archive Foundation is a non profit
+501(c)(3) educational corporation organized under the laws of the
+state of Mississippi and granted tax exempt status by the Internal
+Revenue Service. The Foundation's EIN or federal tax identification
+number is 64-6221541. Its 501(c)(3) letter is posted at
+https://pglaf.org/fundraising. Contributions to the Project Gutenberg
+Literary Archive Foundation are tax deductible to the full extent
+permitted by U.S. federal laws and your state's laws.
+
+The Foundation's principal office is located at 4557 Melan Dr. S.
+Fairbanks, AK, 99712., but its volunteers and employees are scattered
+throughout numerous locations. Its business office is located at
+809 North 1500 West, Salt Lake City, UT 84116, (801) 596-1887, email
+business@pglaf.org. Email contact links and up to date contact
+information can be found at the Foundation's web site and official
+page at https://pglaf.org
+
+For additional contact information:
+ Dr. Gregory B. Newby
+ Chief Executive and Director
+ gbnewby@pglaf.org
+
+
+Section 4. Information about Donations to the Project Gutenberg
+Literary Archive Foundation
+
+Project Gutenberg-tm depends upon and cannot survive without wide
+spread public support and donations to carry out its mission of
+increasing the number of public domain and licensed works that can be
+freely distributed in machine readable form accessible by the widest
+array of equipment including outdated equipment. Many small donations
+($1 to $5,000) are particularly important to maintaining tax exempt
+status with the IRS.
+
+The Foundation is committed to complying with the laws regulating
+charities and charitable donations in all 50 states of the United
+States. Compliance requirements are not uniform and it takes a
+considerable effort, much paperwork and many fees to meet and keep up
+with these requirements. We do not solicit donations in locations
+where we have not received written confirmation of compliance. To
+SEND DONATIONS or determine the status of compliance for any
+particular state visit https://pglaf.org
+
+While we cannot and do not solicit contributions from states where we
+have not met the solicitation requirements, we know of no prohibition
+against accepting unsolicited donations from donors in such states who
+approach us with offers to donate.
+
+International donations are gratefully accepted, but we cannot make
+any statements concerning tax treatment of donations received from
+outside the United States. U.S. laws alone swamp our small staff.
+
+Please check the Project Gutenberg Web pages for current donation
+methods and addresses. Donations are accepted in a number of other
+ways including including checks, online payments and credit card
+donations. To donate, please visit: https://pglaf.org/donate
+
+
+Section 5. General Information About Project Gutenberg-tm electronic
+works.
+
+Professor Michael S. Hart was the originator of the Project Gutenberg-tm
+concept of a library of electronic works that could be freely shared
+with anyone. For thirty years, he produced and distributed Project
+Gutenberg-tm eBooks with only a loose network of volunteer support.
+
+
+Project Gutenberg-tm eBooks are often created from several printed
+editions, all of which are confirmed as Public Domain in the U.S.
+unless a copyright notice is included. Thus, we do not necessarily
+keep eBooks in compliance with any particular paper edition.
+
+
+Most people start at our Web site which has the main PG search facility:
+
+ https://www.gutenberg.org
+
+This Web site includes information about Project Gutenberg-tm,
+including how to make donations to the Project Gutenberg Literary
+Archive Foundation, how to help produce our new eBooks, and how to
+subscribe to our email newsletter to hear about new eBooks.
diff --git a/29289-8.zip b/29289-8.zip
new file mode 100644
index 0000000..d05099b
--- /dev/null
+++ b/29289-8.zip
Binary files differ
diff --git a/29289-h.zip b/29289-h.zip
new file mode 100644
index 0000000..373f746
--- /dev/null
+++ b/29289-h.zip
Binary files differ
diff --git a/29289-h/29289-h.htm b/29289-h/29289-h.htm
new file mode 100644
index 0000000..7654bc5
--- /dev/null
+++ b/29289-h/29289-h.htm
@@ -0,0 +1,6214 @@
+<!DOCTYPE html PUBLIC "-//W3C//DTD XHTML 1.1//EN"
+ "http://www.w3.org/TR/xhtml11/DTD/xhtml11.dtd">
+
+<html xmlns="http://www.w3.org/1999/xhtml" xml:lang="nl">
+ <head>
+ <meta http-equiv="Content-Type" content="text/html;charset=iso-8859-1" />
+ <title>
+ The Project Gutenberg eBook of Bloemlezing uit Guido Gezelle&rsquo;s gedichten, by Guido Gezelle.
+ </title>
+ <style type="text/css">
+
+body {margin-left: 10%; margin-right: 10%;}
+p {margin-top: .75em; margin-bottom: .75em; text-align: justify;}
+
+h1 {text-align: center; clear: both;}
+h2 {font-size: 110%; text-align: center; clear: both; padding-right: 2em;}
+h2.inhtitel {font-size: 150%; padding-right: 0em;}
+h3 {font-size: 70%; text-align: center; clear: both; padding-right: 2em;}
+big {font-size: 150%}
+
+hr {width: 33%; margin-left: auto; margin-right: auto; clear: both; color: black;}
+hr.hr10 {width: 10%; margin-top: 1em; margin-bottom: 1em;}
+hr.fnsep {margin-top: 1em; margin-left: 12%; margin-right: 0; text-align: left; width: 10%;}
+
+table {margin-left: auto; margin-right: auto;}
+
+.chap {text-align: left; padding-right: 6em;}
+.bladz {text-align: right;}
+
+span.pageno {/* uncomment the next line for invisible page numbers */
+ /* visibility: hidden; */
+ position: absolute; left: 92%; text-align: right; color: #888888;
+ font-style: normal; font-weight: normal; font-variant: normal; font-size: 10px;}
+
+ .rquote {text-align: right; font-size: 80%;}
+ .center {text-align: center;}
+ .smcap {font-variant: small-caps;}
+span.corr {border-bottom: 1px dotted red;}
+span.gesperrt {letter-spacing: 0.2em; margin-right: -0.2em;}
+
+p.voorwoord1 {margin-top: 5em; text-indent: 1em;}
+p.voorwoord2 {margin-top: 2em; text-indent: 1em;}
+p.right {text-align: right;}
+p.titeltekst {text-align: center; font-size: 150%; margin-top: 2em;}
+
+div.prettl {margin-top: 3em; margin-bottom: 3em;}
+div.titel {margin-top: 3em; margin-bottom: 1em;}
+div.intro {margin-top: 4em; margin-bottom: 2em;}
+div.inhoud {margin-top: 4em; margin-bottom: 1em;}
+div.verso {text-align: center; font-size: 80%; margin-top: 10em;}
+ .topline {border-top: 1px solid; padding-left: 1em; padding-right: 1em;}
+
+ .figcenter {text-align: center; margin-top: 3em; margin-bottom: 4em;}
+
+ .footnote {margin-left: 15%; margin-right: 15%; font-size: 90%; text-indent: 1em;}
+ .label {vertical-align: super; font-size: 0.7em; text-decoration: none;}
+ .fnanchor {vertical-align: super; font-size: 0.7em; text-decoration: none;}
+
+ .poem {margin-left: 10%; margin-right: 10%; text-align: left; margin-top: 6em;}
+ .poem br {display: none;}
+ .poem .stanza {margin-top: 1em; margin-bottom: 1em; margin-left: auto; margin-right: auto;}
+ .poem span.i0 {display: block; margin-left: 0em; padding-left: 3em; text-indent: -3em;}
+ .poem span.i1 {display: block; margin-left: 1em; padding-left: 3em; text-indent: -3em;}
+ .poem span.i2 {display: block; margin-left: 2em; padding-left: 3em; text-indent: -3em;}
+ .poem span.i3 {display: block; margin-left: 3em; padding-left: 3em; text-indent: -3em;}
+ .poem span.i4 {display: block; margin-left: 4em; padding-left: 3em; text-indent: -3em;}
+ .poem span.i5 {display: block; margin-left: 5em; padding-left: 3em; text-indent: -3em;}
+ .poem span.i6 {display: block; margin-left: 6em; padding-left: 3em; text-indent: -3em;}
+ .poem span.i7 {display: block; margin-left: 7em; padding-left: 3em; text-indent: -3em;}
+ .poem span.i8 {display: block; margin-left: 8em; padding-left: 3em; text-indent: -3em;}
+ .poem span.i9 {display: block; margin-left: 9em; padding-left: 3em; text-indent: -3em;}
+ .poem span.i10 {display: block; margin-left: 10em; padding-left: 3em; text-indent: -3em;}
+ .poem span.i11 {display: block; margin-left: 11em; padding-left: 3em; text-indent: -3em;}
+
+span.ri1 {display: block; margin-right: 1em;}
+
+ .TNbox {margin: 20% 15% 5% 15%; border: 1px solid; padding: 1em; background-color: #dddddd; font-family: sans-serif; font-size: 80%;}
+ .TNbox H1 {font-variant: small-caps;}
+ .TNbox table {width: 100%; font-size: 90%;}
+ .TNbox th {text-align: left;}
+ .TNbox td {text-align: left; vertical-align: top;}
+td.td20 {width: 20%;}
+td.td40 {width: 40%;}
+
+ </style>
+ </head>
+<body>
+
+
+<pre>
+
+The Project Gutenberg EBook of Bloemlezing uit Guido Gezelle's Gedichten, by
+Guido Gezelle
+
+This eBook is for the use of anyone anywhere at no cost and with
+almost no restrictions whatsoever. You may copy it, give it away or
+re-use it under the terms of the Project Gutenberg License included
+with this eBook or online at www.gutenberg.org
+
+
+Title: Bloemlezing uit Guido Gezelle's Gedichten
+
+Author: Guido Gezelle
+
+Editor: Dr. J. Aleida Nijland
+
+Release Date: July 1, 2009 [EBook #29289]
+
+Language: Dutch
+
+Character set encoding: ISO-8859-1
+
+*** START OF THIS PROJECT GUTENBERG EBOOK GUIDO GEZELLE'S GEDICHTEN ***
+
+
+
+
+Produced by Jeroen van Luin and the Online Distributed
+Proofreading Team at https://www.pgdp.net
+
+
+
+
+
+
+</pre>
+
+
+<p class="figcenter"><img src="images/cover.jpg" alt="voorkant boek" title="voorkant boek" /></p>
+
+<div class="prettl">
+<p><span class="pageno"><a id="p_i">[i]</a></span></p>
+
+<p class="center">BLOEMLEZING UIT<br />
+GUIDO GEZELLE&rsquo;S<br />
+<b><big>GEDICHTEN</big></b></p>
+
+<p><span class="pageno"><a id="p_ii">[ii]</a></span></p>
+</div>
+
+<div class="title">
+<p><span class="pageno"><a id="p_iii">[iii]</a></span></p>
+
+<h1>BLOEMLEZING UIT<br />
+GUIDO GEZELLE&rsquo;S<br />
+<big>GEDICHTEN</big></h1>
+
+<p class="titeltekst">ZESDE DRUK</p>
+
+<p class="figcenter"><img src="images/ljv.gif"
+alt="L.J.V. LABOR INTEGER VINCIT MDCCCXXCVII"
+title="L.J.V. LABOR INTEGER VINCIT MDCCCXXCVII" /></p>
+
+<p class="titeltekst">L. J. VEEN&mdash;AMSTERDAM</p>
+
+<p><span class="pageno"><a id="p_iv">[iv]</a></span></p>
+
+<div class="verso"><span class="topline">Boek-, Courant- en Steendrukkerij G. J. Thieme, Nijmegen.</span></div>
+
+</div>
+
+<p><span class="pageno"><a id="p_v">[v]</a></span></p>
+
+<div class="intro"><a id="intro"></a>
+<p class="voorwoord1">Deze Bloemlezing heb ik samengesteld om
+<span class="smcap">Gezelle&rsquo;s</span> po&euml;zie te brengen in ruimer kring
+dan tot heden is bereikt. Op &rsquo;n paar uitzonderingen
+na in &rsquo;t begin liet ik de volgorde
+der gedichten naar de verschillende dichtbundels
+onveranderd. Hier en daar heb ik &rsquo;n
+enkel ons minder bekend woord verklaard.</p>
+
+<p>Maart 1904.</p>
+
+<p class="voorwoord2">In volgende drukken is in de keuze der
+gedichten weinig veranderd; over het algemeen
+zijn meer woorden verklaard.</p>
+
+<p class="right smcap">Dr. J. Aleida Nijland.</p>
+
+<p><span class="smcap">Amsterdam</span>, April 1915.</p>
+
+</div>
+
+<p><span class="pageno"><a id="p_vi">[vi]</a></span></p>
+
+<div class="inhoud">
+<h2 class="inhtitel"><a id="INHOUD"></a><span class="gesperrt">INHOUD</span>.</h2>
+
+<table class="toc" summary="inhoudsopgave">
+<tbody>
+<tr><td></td><td class="bladz">Bladz.</td></tr>
+<tr><td class="chap"><a href="#DE_VLAAMSCHE_TALE_IS_WONDER_ZOET">De vlaamsche tale is wonder zoet</a></td>
+ <td class="bladz"><a href="#p_1">1</a></td></tr>
+<tr><td class="chap"><a href="#ONEIGENE">Oneigene</a></td>
+ <td class="bladz"><a href="#p_2">2</a></td></tr>
+<tr><td class="chap"><a href="#ALS_DE_ZIELE_LUISTERT">Als de <span class="corr" id="corr01" title="Bron: ziele">Ziele</span> luistert</a></td>
+ <td class="bladz"><a href="#p_3">3</a></td></tr>
+<tr><td class="chap"><a href="#HET_SCHRIJVERKE">Het schrijverke</a></td>
+ <td class="bladz"><a href="#p_4">4</a></td></tr>
+<tr><td class="chap"><a href="#O_T_RUISCHEN_VAN_HET_RANKE_RIET">o &rsquo;t Ruischen van het ranke riet</a></td>
+ <td class="bladz"><a href="#p_6">6</a></td></tr>
+<tr><td class="chap"><a href="#HET_MEEZENNESTJE">Het meezennestje</a></td>
+ <td class="bladz"><a href="#p_8">8</a></td></tr>
+<tr><td class="chap"><a href="#DIEN_AVOND_EN_DIE_ROOZE">Dien avond en die rooze</a></td>
+ <td class="bladz"><a href="#p_9">9</a></td></tr>
+<tr><td class="chap"><a href="#KOM_E_KEER_HIER">Kom e&rsquo; keer hier</a></td>
+ <td class="bladz"><a href="#p_11">11</a></td></tr>
+<tr><td class="chap"><a href="#GEWIJDE_KLOK">Gewijde klok</a></td>
+ <td class="bladz"><a href="#p_13">13</a></td></tr>
+<tr><td class="chap"><a href="#O_GULDEN_HOOFD">o Gulden hoofd</a></td>
+ <td class="bladz"><a href="#p_15">15</a></td></tr>
+<tr><td class="chap"><a href="#O_VECHTER">o Vechter</a></td>
+ <td class="bladz"><a href="#p_16">16</a></td></tr>
+<tr><td class="chap"><a href="#MET_KLOEKEN_ARME">Met kloeken arme</a></td>
+ <td class="bladz"><a href="#p_17">17</a></td></tr>
+<tr><td class="chap"><a href="#SLAAPT_GIJ_NOG">Slaapt gij nog</a></td>
+ <td class="bladz"><a href="#p_19">19</a></td></tr>
+<tr><td class="chap"><a href="#HOE_SCHITTERT_MIJ_DIE_SPA_TOCH">Hoe schittert mij die spa toch</a></td>
+ <td class="bladz"><a href="#p_22">22</a></td></tr>
+<tr><td class="chap"><a href="#O_LEYE_LIEF">o Leye lief</a></td>
+ <td class="bladz"><a href="#p_24">24</a></td></tr>
+<tr><td class="chap"><a href="#HEMELLAWERKE_HEET_GIJ">Hemellawerke heet gij</a></td>
+ <td class="bladz"><a href="#p_26">26</a></td></tr>
+<tr><td class="chap"><a href="#DE_BOOMEN_ZIEN_ZWART">De boomen zien zwart</a></td>
+ <td class="bladz"><a href="#p_29">29</a></td></tr>
+<tr><td class="chap"><a href="#GELUWGROENE_LEGERSCHAREN">Geluwgroene legerscharen</a></td>
+ <td class="bladz"><a href="#p_31">31</a></td></tr>
+<tr><td class="chap"><a href="#GEKAMDE_KONING_CANTECLAAR">Gekamde koning Canteclaar</a></td>
+ <td class="bladz"><a href="#p_34">34</a></td></tr>
+<tr><td class="chap"><a href="#O_WILDE_EN_ONVERVALSCHTE_PRACHT">o Wilde en onvervalschte pracht</a></td>
+ <td class="bladz"><a href="#p_36">36</a></td></tr>
+<tr><td class="chap"><a href="#WAAR_ZIT_DIE_HELDERE_ZANGER">Waar zit die heldere zanger</a></td>
+ <td class="bladz"><a href="#p_38">38</a></td></tr>
+<tr><td class="chap"><a href="#DE_NAVOND_KOMT_ZOO_STIL">De navond komt zoo stil</a></td>
+ <td class="bladz"><a href="#p_41">41</a></td></tr>
+<tr><td class="chap"><a href="#DE_VLIEGE">De vliege</a></td>
+ <td class="bladz"><a href="#p_43">43</a></td></tr>
+<tr><td class="chap"><a href="#WAT_HANGT_GIJ_DAAR_TE_PRATEN">Wat hangt gij daar te praten</a></td>
+ <td class="bladz"><a href="#p_45">45</a></td></tr>
+<tr><td class="chap"><a href="#ALS_GE_NAAR_HET_KOOREN_LUISTERT">Als ge naar het kooren luistert</a></td>
+ <td class="bladz"><a href="#p_46">46</a></td></tr>
+<tr><td class="chap"><a href="#DE_WOLKENWEG_BEDIJGT">De wolkenweg bedijgt</a></td>
+ <td class="bladz"><a href="#p_48">48</a></td></tr>
+
+<tr><td class="chap"><span class="pageno"><a id="p_vii">[vii]</a></span><a href="#ANDLEIE">Andleie</a></td>
+ <td class="bladz"><a href="#p_50">50</a></td></tr>
+<tr><td class="chap"><a href="#T_IS_STILLE">&rsquo;t Is stille</a></td>
+ <td class="bladz"><a href="#p_55">55</a></td></tr>
+<tr><td class="chap"><a href="#DE_RAVE">De rave</a></td>
+ <td class="bladz"><a href="#p_56">56</a></td></tr>
+<tr><td class="chap"><a href="#DE_TIJD">De tijd</a></td>
+ <td class="bladz"><a href="#p_59">59</a></td></tr>
+<tr><td class="chap"><a href="#MIJN_HERT_IS_ALS_EEN_BLOMGEWAS">Mijn hert is als een blomgewas</a></td>
+ <td class="bladz"><a href="#p_61">61</a></td></tr>
+<tr><td class="chap"><a href="#T_EERSTE">&rsquo;t Eerste</a></td>
+ <td class="bladz"><a href="#p_63">63</a></td></tr>
+<tr><td class="chap"><a href="#WINTERMUGGEN">Wintermuggen</a></td>
+ <td class="bladz"><a href="#p_64">64</a></td></tr>
+<tr><td class="chap"><a href="#WINTERNACHT">Winternacht</a></td>
+ <td class="bladz"><a href="#p_66">66</a></td></tr>
+<tr><td class="chap"><a href="#ARM_HUISGEZIN">Arm huisgezin</a></td>
+ <td class="bladz"><a href="#p_68">68</a></td></tr>
+<tr><td class="chap"><a href="#IRREQUIETUM" xml:lang="la">Irrequietum</a></td>
+ <td class="bladz"><a href="#p_69">69</a></td></tr>
+<tr><td class="chap"><a href="#VELUT_UMBRA" xml:lang="la">Velut umbra</a></td>
+ <td class="bladz"><a href="#p_70">70</a></td></tr>
+<tr><td class="chap"><a href="#ABEELEN">Abeelen</a></td>
+ <td class="bladz"><a href="#p_72">72</a></td></tr>
+<tr><td class="chap"><a href="#LENTEGROEN">Lentegroen</a></td>
+ <td class="bladz"><a href="#p_74">74</a></td></tr>
+<tr><td class="chap"><a href="#VOGELZANG">Vogelzang</a></td>
+ <td class="bladz"><a href="#p_76">76</a></td></tr>
+<tr><td class="chap"><a href="#ZONNEWENDE">Zonnewende</a></td>
+ <td class="bladz"><a href="#p_79">79</a></td></tr>
+<tr><td class="chap"><a href="#BONTE_ABEELEN">Bonte abeelen</a></td>
+ <td class="bladz"><a href="#p_80">80</a></td></tr>
+<tr><td class="chap"><a href="#DE_BLEEKERSGAST">De bleekersgast</a></td>
+ <td class="bladz"><a href="#p_81">81</a></td></tr>
+<tr><td class="chap"><a href="#RIJMRAM">Rijmram</a></td>
+ <td class="bladz"><a href="#p_83">83</a></td></tr>
+<tr><td class="chap"><a href="#TWEE_HORSEN">Twee horsen</a></td>
+ <td class="bladz"><a href="#p_84">84</a></td></tr>
+<tr><td class="chap"><a href="#HET_KLOKGEBED">Het klokgebed</a></td>
+ <td class="bladz"><a href="#p_85">85</a></td></tr>
+<tr><td class="chap"><a href="#SCHOONHEID">Schoonheid</a></td>
+ <td class="bladz"><a href="#p_87">87</a></td></tr>
+<tr><td class="chap"><a href="#DE_DAKPANNEN">De dakpannen</a></td>
+ <td class="bladz"><a href="#p_88">88</a></td></tr>
+<tr><td class="chap"><a href="#TERUG">Terug</a></td>
+ <td class="bladz"><a href="#p_89">89</a></td></tr>
+<tr><td class="chap"><a href="#HET_GETOUWE">Het getouwe</a></td>
+ <td class="bladz"><a href="#p_91">91</a></td></tr>
+<tr><td class="chap"><a href="#WIEROOK">Wierook</a></td>
+ <td class="bladz"><a href="#p_93">93</a></td></tr>
+<tr><td class="chap"><a href="#O_HEEMELIJKE_DIEPTEN">o Heemelijke diepten</a></td>
+ <td class="bladz"><a href="#p_94">94</a></td></tr>
+<tr><td class="chap"><a href="#T_GROEIT">&rsquo;t Groeit</a></td>
+ <td class="bladz"><a href="#p_96">96</a></td></tr>
+<tr><td class="chap"><a href="#NAJAARSVERWEN">Najaarsverwen</a></td>
+ <td class="bladz"><a href="#p_99">99</a></td></tr>
+<tr><td class="chap"><a href="#NIEMANDSVRIEND">Niemandsvriend</a></td>
+ <td class="bladz"><a href="#p_101">101</a></td></tr>
+<tr><td class="chap"><a href="#CASSELKOEIEN">Casselkoeien</a></td>
+ <td class="bladz"><a href="#p_105">105</a></td></tr>
+<tr><td class="chap"><a href="#TRANEN">Tranen</a></td>
+ <td class="bladz"><a href="#p_107">107</a></td></tr>
+<tr><td class="chap"><a href="#SCHOONE_NACHT">Schoone <span class="corr" id="corr02" title="Bron: nachten">nacht</span></a></td>
+ <td class="bladz"><a href="#p_108">108</a></td></tr>
+
+<tr><td class="chap"><span class="pageno"><a id="p_viii">[viii]</a></span><a href="#AVONDROOD">Avondrood</a></td>
+ <td class="bladz"><a href="#p_110">110</a></td></tr>
+<tr><td class="chap"><a href="#FIAT_LUX" xml:lang="la">Fiat Lux</a></td>
+ <td class="bladz"><a href="#p_112">112</a></td></tr>
+<tr><td class="chap"><a href="#DE_WINDEN">De winden</a></td>
+ <td class="bladz"><a href="#p_114">114</a></td></tr>
+<tr><td class="chap"><a href="#DAT_WILDE_IK_WETEN">Dat wilde ik weten</a></td>
+ <td class="bladz"><a href="#p_115">115</a></td></tr>
+<tr><td class="chap"><a href="#SPAMAN">Spaman</a></td>
+ <td class="bladz"><a href="#p_117">117</a></td></tr>
+<tr><td class="chap"><a href="#HET_HAZEGRAUWT">Het hazegrauwt</a></td>
+ <td class="bladz"><a href="#p_118">118</a></td></tr>
+<tr><td class="chap"><a href="#HOE_ZEERE_VALLEN_ZE_AF">Hoe zeere vallen ze af</a></td>
+ <td class="bladz"><a href="#p_120">120</a></td></tr>
+<tr><td class="chap"><a href="#VAN_DEN_OUDEN_BOOM">Van den ouden boom</a></td>
+ <td class="bladz"><a href="#p_123">123</a></td></tr>
+<tr><td class="chap"><a href="#BLOOTAKKER">Blootakker</a></td>
+ <td class="bladz"><a href="#p_126">126</a></td></tr>
+<tr><td class="chap"><a href="#MOEDERKEN">Moederken</a></td>
+ <td class="bladz"><a href="#p_129">129</a></td></tr>
+<tr><td class="chap"><a href="#PERELS">Perels</a></td>
+ <td class="bladz"><a href="#p_130">130</a></td></tr>
+<tr><td class="chap"><a href="#SPREEUWEN">Spreeuwen</a></td>
+ <td class="bladz"><a href="#p_131">131</a></td></tr>
+<tr><td class="chap"><a href="#WEDERWIJVEN">Wederwijven</a></td>
+ <td class="bladz"><a href="#p_133">133</a></td></tr>
+<tr><td class="chap"><a href="#EXCELSIOR" xml:lang="la">Excelsior</a></td>
+ <td class="bladz"><a href="#p_134">134</a></td></tr>
+<tr><td class="chap"><a href="#ZEGEPRAAL">Zegepraal</a></td>
+ <td class="bladz"><a href="#p_136">136</a></td></tr>
+<tr><td class="chap"><a href="#DE_DOORNENBOOM">De doornenboom</a></td>
+ <td class="bladz"><a href="#p_139">139</a></td></tr>
+<tr><td class="chap"><a href="#MIETJE">Mietje</a></td>
+ <td class="bladz"><a href="#p_141">141</a></td></tr>
+<tr><td class="chap"><a href="#CYTISUS_LABURNUM" xml:lang="la">Cytisus Laburnum</a></td>
+ <td class="bladz"><a href="#p_142">142</a></td></tr>
+<tr><td class="chap"><a href="#BUIGEN_OF_BERSTEN">Buigen of bersten</a></td>
+ <td class="bladz"><a href="#p_144">144</a></td></tr>
+<tr><td class="chap"><a href="#DE_SPERRETAKKEN">De sperretakken</a></td>
+ <td class="bladz"><a href="#p_147">147</a></td></tr>
+<tr><td class="chap"><a href="#HET_GULDEN_VLIES">Het gulden vlies</a></td>
+ <td class="bladz"><a href="#p_149">149</a></td></tr>
+<tr><td class="chap"><a href="#HEBT_MEELIJEN">Hebt me&ecirc;lijen</a></td>
+ <td class="bladz"><a href="#p_151">151</a></td></tr>
+<tr><td class="chap"><a href="#DE_DAGERAAD">De dageraad</a></td>
+ <td class="bladz"><a href="#p_154">154</a></td></tr>
+<tr><td class="chap"><a href="#NEVELDUISTERNIS">Nevelduisternis</a></td>
+ <td class="bladz"><a href="#p_156">156</a></td></tr>
+<tr><td class="chap"><a href="#WINDTOCHT">Windtocht</a></td>
+ <td class="bladz"><a href="#p_158">158</a></td></tr>
+<tr><td class="chap"><a href="#AKSTERNESTEN">Aksternesten</a></td>
+ <td class="bladz"><a href="#p_160">160</a></td></tr>
+<tr><td class="chap"><a href="#LENTEGROEN2">Lentegroen</a></td>
+ <td class="bladz"><a href="#p_161">161</a></td></tr>
+<tr><td class="chap"><a href="#CINXEN">Cinxen</a></td>
+ <td class="bladz"><a href="#p_162">162</a></td></tr>
+<tr><td class="chap"><a href="#OCH_WARE_IK">Och ware ik</a></td>
+ <td class="bladz"><a href="#p_164">164</a></td></tr>
+<tr><td class="chap"><a href="#AAN_DEN_LINDEBOOM">Aan den Lindeboom</a></td>
+ <td class="bladz"><a href="#p_165">165</a></td></tr>
+<tr><td class="chap"><a href="#EGO_FLOS" xml:lang="la">Ego Flos</a></td>
+ <td class="bladz"><a href="#p_167">167</a></td></tr>
+</tbody>
+</table>
+
+<hr class="hr10" />
+
+<p><span class="pageno"><a id="p_1">[1]</a></span></p>
+<div class="poem">
+<a id="DE_VLAAMSCHE_TALE_IS_WONDER_ZOET"></a>
+
+<div class="stanza" style="width: 21em;">
+<span class="i1">De vlaamsche tale is wonder zoet<br /></span>
+<span class="i1">voor die heur geen geweld en doet,<br /></span>
+<span class="i1">maar rusten laat in &rsquo;t herte, alwaar,<br /></span>
+<span class="i1">ze onmondig leefde en sliep te gaar,<br /></span>
+<span class="i0">tot dat ze, eens wakker, vrij en vrank,<br /></span>
+<span class="i1">te monde uit, gaat heur vrijen gang!<br /></span>
+<span class="i2">Wat verruwprachtig hoortooneel,<br /></span>
+<span class="i2">wat zielverrukkend zingestreel,<br /></span>
+<span class="i0">o vlaamsche tale, uw&rsquo; kunste ontplooit,<br /></span>
+<span class="i1">wanneer zij &rsquo;t al vol leven strooit<br /></span>
+<span class="i1">en vol &rsquo;t onzegbaar schoon zijn, dat,<br /></span>
+<span class="i2">lijk wolken wierooks, welt<br /></span>
+<span class="i3">uit uw zoet wierookvat!<br /></span>
+</div></div>
+
+<hr class="hr10" />
+<p><span class="pageno"><a id="p_2">[2]</a></span></p>
+<div class="poem">
+
+<h2><a id="ONEIGENE"></a><span class="gesperrt">ONEIGENE</span>.</h2>
+
+<div class="stanza" style="width: 21em;">
+<span class="i2">Hetgeen ik niet uitgeve en<br /></span>
+<span class="i3">hebbe ik niet in,<br /></span>
+<span class="i0">wie zal mij dat wijten te schanden?<br /></span>
+<span class="i2">Mijn herte en mijn tale, mijn<br /></span>
+<span class="i3">zede en mijn zin,<br /></span>
+<span class="i2">&rsquo;t is al zoo van buiten, &rsquo;t is<br /></span>
+<span class="i3">al zoo van bin&rsquo;:<br /></span>
+<span class="i0">&rsquo;t ligt alles daar bloot op mijn&rsquo; handen!<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 21em;">
+<span class="i2">Dan, weg met de oneigene<br /></span>
+<span class="i3">tale en den schijn<br /></span>
+<span class="i1">van elders geborgde gepeizen;<br /></span>
+<span class="i2">mijn zijt gij niet, uw dat en<br /></span>
+<span class="i3">wille ik niet zijn,<br /></span>
+<span class="i2">dat in mij en aan mij is<br /></span>
+<span class="i3">dat heete ik mijn:<br /></span>
+<span class="i1">oneigene, ik late u,... gaat reizen!<br /></span>
+</div></div>
+
+<hr class="hr10" />
+<p><span class="pageno"><a id="p_3">[3]</a></span></p>
+<div class="poem">
+<a id="ALS_DE_ZIELE_LUISTERT"></a>
+
+<div class="stanza" style="width: 19em;">
+<span class="i2">Als de Ziele luistert<br /></span>
+<span class="i0">spreek &rsquo;et al een taal dat leeft,<br /></span>
+<span class="i2">&rsquo;t lijzigste gefluister<br /></span>
+<span class="i1">ook en taal en teeken heeft:<br /></span>
+<span class="i2">bl&acirc;ren van de boomen<br /></span>
+<span class="i0">kouten met malkaar gezwind,<br /></span>
+<span class="i2">baren in de stroomen<br /></span>
+<span class="i1">klappen luide en welgezind,<br /></span>
+<span class="i2">wind en wee en wolken,<br /></span>
+<span class="i0">wegelen<a id="FNa_1_1" href="#FN_1_1" class="fnanchor">[1]</a> van Gods heiligen voet,<br /></span>
+<span class="i2">talen en vertolken<br /></span>
+<span class="i0">&rsquo;t diep gedoken Woord zoo zoet...<br /></span>
+<span class="i2">als de Ziele luistert!<br /></span>
+</div></div>
+
+<hr class="fnsep" />
+
+<p class="footnote"><a id="FN_1_1" href="#FNa_1_1" class="label">[1]</a> <i>Wegel</i> is een Z. Ned. verkleinwoord van <i>weg</i>.</p>
+
+<hr class="hr10" />
+<p><span class="pageno"><a id="p_4">[4]</a></span></p>
+<div class="poem">
+
+<h2><a id="HET_SCHRIJVERKE"></a>HET SCHRIJVERKE.</h2>
+
+<h3 xml:lang="la">(GYRINUS NATANS).</h3>
+
+<div class="stanza" style="width: 25em;">
+<span class="i0">O krinklende winklende waterding,<br /></span>
+<span class="i2">met &rsquo;t zwarte kabotseken aan,<br /></span>
+<span class="i0">wat zien ik toch geren uw kopke flink<br /></span>
+<span class="i2">al schrijven op &rsquo;t waterke gaan!<br /></span>
+<span class="i0">Gij leeft en gij roert en gij loopt zoo snel,<br /></span>
+<span class="i2">al zie &rsquo;k u noch arrem noch been;<br /></span>
+<span class="i0">gij wendt en gij weet uwen weg zoo wel,<br /></span>
+<span class="i2">al zie &rsquo;k u geen ooge, geen &eacute;&eacute;n.<br /></span>
+<span class="i0">Wat waart, of wat zijt, of wat zult gij zijn?<br /></span>
+<span class="i2">Verklaar het en zeg het mij, toe!<br /></span>
+<span class="i0">Wat zijt gij toch, blinkende knopke fijn,<br /></span>
+<span class="i2">dat nimmer van schrijven zijt moe?<br /></span>
+<span class="i0">Gij loopt over &rsquo;t spegelend water klaar,<br /></span>
+<span class="i2">en &rsquo;t water niet m&eacute;&eacute;r en verroert<br /></span>
+<span class="i0">dan of het een gladdige windje waar,<br /></span>
+<span class="i2">dat stille over &rsquo;t waterke voert.<br /></span>
+<span class="i0">o Schrijverkes, schrijverkes, zegt mij dan,&mdash;<br /></span>
+<span class="i2">met twintigen zijt gij en meer,<br /></span>
+<span class="i0">en is er geen een die &rsquo;t mij zeggen kan:&mdash;<br /></span>
+<span class="i2">Wat schrijft en wat schrijft gij zoo zeer?<br /></span>
+<span class="i0">Gij schrijft, en &rsquo;t en staat in het water niet,<br /></span>
+<span class="i2">gij schrijft, en &rsquo;t is uit en &rsquo;t is weg;<br /></span>
+<span class="i0">geen Christen en weet er wat dat bediedt:<br /></span>
+<span class="i2">och, schrijverke, zeg het mij, zeg!<br /></span>
+<span class="pageno"><a id="p_5">[5]</a></span>
+<span class="i0">Zijn &rsquo;t visselkes daar ge van schrijven moet?<br /></span>
+<span class="i2">Zijn &rsquo;t kruidekes daar ge van schrijft?<br /></span>
+<span class="i0">Zijn &rsquo;t keikes of bladtjes of blomkes zoet,<br /></span>
+<span class="i2">of &rsquo;t water, waarop dat ge drijft?<br /></span>
+<span class="i0">Zijn &rsquo;t vogelkes, kwietlende klachtgepiep,<br /></span>
+<span class="i2">of is &rsquo;et het blauwe gewelf,<br /></span>
+<span class="i0">dat onder en boven u blinkt, zoo diep,<br /></span>
+<span class="i2">of is het u, schrijverken, zelf?<br /></span>
+<span class="i0">En &rsquo;t krinklende winklende waterding,<br /></span>
+<span class="i2">met &rsquo;t zwarte kapoteken aan,<br /></span>
+<span class="i0">het stelde en het rechtte zijne oorkes flink,<br /></span>
+<span class="i2">en &rsquo;t bleef daar een stondeke staan:<br /></span>
+<span class="i0">&bdquo;Wij schrijven,&rdquo; zoo sprak het, &bdquo;al krinklen af<br /></span>
+<span class="i2">het gene onze Meester, weleer,<br /></span>
+<span class="i0">ons makend en leerend, te schrijven gaf:<br /></span>
+<span class="i2">&eacute;&eacute;n lesse, niet min nochte meer;<br /></span>
+<span class="i0">wij schrijven, en kunt gij die lesse toch<br /></span>
+<span class="i2">niet lezen, en zijt gij zoo bot?<br /></span>
+<span class="i0">Wij schrijven, herschrijven en schrijven n&oacute;g,<br /></span>
+<span class="i2">den heiligen Name van God!&rdquo;<br /></span>
+</div></div>
+
+<hr class="hr10" />
+<p><span class="pageno"><a id="p_6">[6]</a></span></p>
+<div class="poem">
+
+<h2><a id="O_T_RUISCHEN_VAN_HET_RANKE_RIET"></a>O &rsquo;T RUISCHEN VAN HET RANKE RIET.</h2>
+
+<p class="rquote"><span class="ri1" xml:lang="el">
+<span title="Para rhodanon donak&ecirc;a"><span class="corr" id="corr03" title="Bron: &#928;&#945;&#961;&#945;">&#928;&#945;&#961;&#8048;</span> &#8165;&#959;&#948;&#945;&#957;&#8056;&#957; &#948;&#959;&#957;&#945;&#954;&#8134;&#945;</span></span>
+<br />Hom. Il. XVIII, 576.</p>
+
+<div class="stanza" style="width: 24em;">
+<span class="i0">O! &rsquo;t ruischen van het ranke riet!<br /></span>
+<span class="i0">o wist ik toch uw droevig lied!<br /></span>
+<span class="i0">wanneer de wind voorbij u voert<br /></span>
+<span class="i0">en buigend uwe halmen roert,<br /></span>
+<span class="i0">gij buigt, ootmoedig nijgend, ne&ecirc;r,<br /></span>
+<span class="i0">staat op en buigt ootmoedig we&ecirc;r,<br /></span>
+<span class="i0">en zingt al buigend &rsquo;t droevig lied,<br /></span>
+<span class="i0">dat ik beminne, o ranke riet!<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 24em;">
+<span class="i0">O! &rsquo;t ruischen van het ranke riet!<br /></span>
+<span class="i0">hoe dikwijls dikwijls zat ik niet<br /></span>
+<span class="i0">nabij den stillen waterboord<br /></span>
+<span class="i0">alleen en van geen mensch gestoord,<br /></span>
+<span class="i0">en lonkte &rsquo;t rimplend water na,<br /></span>
+<span class="i0">en sloeg uw zwakke stafjes ga,<br /></span>
+<span class="i0">en luisterde op het lieve lied,<br /></span>
+<span class="i0">dat gij mij zongt, o ruischend riet!<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 24em;">
+<span class="i0">O! &rsquo;t ruischen van het ranke riet!<br /></span>
+<span class="i0">hoe menig mensch aanschouwt u niet<br /></span>
+<span class="i0">en hoort uw&rsquo; zingend&rsquo; harmonij,<br /></span>
+<span class="i0">doch luistert niet en gaat voorbij!<br /></span>
+<span class="pageno"><a id="p_7">[7]</a></span>
+<span class="i0">voorbij alwaar hem &rsquo;t herte jaagt,<br /></span>
+<span class="i0">voorbij waar klinkend goud hem plaagt;<br /></span>
+<span class="i0">maar uw geluid verstaat hij niet,<br /></span>
+<span class="i0">o mijn beminde ruischend riet!<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 24em;">
+<span class="i0">Nochtans, o ruischend ranke riet,<br /></span>
+<span class="i0">uw stem is zoo verachtlijk niet!<br /></span>
+<span class="i0">God schiep den stroom, God schiep uw stam,<br /></span>
+<span class="i0">God zeide: &bdquo;Waait!...&rdquo; en &rsquo;t windje kwam,<br /></span>
+<span class="i0">en &rsquo;t windje woei, en wabberde om<br /></span>
+<span class="i0">uw stam, die op en neder klom!<br /></span>
+<span class="i0">God luisterde... en uw droevig lied<br /></span>
+<span class="i0">behaagde God, o ruischend riet!<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 24em;">
+<span class="i0">O neen toch, ranke ruischend riet,<br /></span>
+<span class="i0">mijn ziel misacht uw tale niet:<br /></span>
+<span class="i0">mijn ziel, die van den zelven God<br /></span>
+<span class="i0">&rsquo;t gevoel ontving, op zijn gebod,<br /></span>
+<span class="i0">&rsquo;t gevoel dat uw geruisch verstaat,<br /></span>
+<span class="i0">wanneer gij op en neder gaat:<br /></span>
+<span class="i0">o neen, o neen toch, ranke riet,<br /></span>
+<span class="i0">mijn ziel misacht uw tale niet!<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 24em;">
+<span class="i0">O! &rsquo;t ruischen van het ranke riet<br /></span>
+<span class="i0">we&ecirc;rgalleme in mijn droevig lied,<br /></span>
+<span class="i0">en klagend kome &rsquo;t voor uw voet,<br /></span>
+<span class="i0">Gij, die ons beiden leven doet!<br /></span>
+<span class="i0">o Gij, die zelf de kranke taal<br /></span>
+<span class="i0">bemint van eenen rieten staal,<br /></span>
+<span class="i0">verwerp toch ook mijn klachte niet:<br /></span>
+<span class="i0">ik! arme, kranke, klagend riet!<br /></span>
+</div></div>
+
+<hr class="hr10" />
+<p><span class="pageno"><a id="p_8">[8]</a></span></p>
+<div class="poem">
+
+<h2><a id="HET_MEEZENNESTJE"></a>HET MEEZENNESTJE.</h2>
+
+<div class="stanza" style="width: 27em;">
+<span class="i2">Een meezennestje is uitgebroken,<br /></span>
+<span class="i4">dat, in den wulgentronk<br /></span>
+<span class="i7">gedoken,<br /></span>
+<span class="i4">met vijftien eikes blonk;<br /></span>
+<span class="i2">ze zitten in den boom te spelen,<br /></span>
+<span class="i2">tak-op, tak-af, tak-uit, tak-in, tak-om,<br /></span>
+<span class="i7">met velen,<br /></span>
+<span class="i0">en &rsquo;k lach mij, &rsquo;k lach mij, &rsquo;k lach mij bijkans krom.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 27em;">
+<span class="i2">Het meezenmo&ecirc;rtje komt getrouwig,<br /></span>
+<span class="i4">komt op den lauwen noen,<br /></span>
+<span class="i7">al blauwig<br /></span>
+<span class="i4">en geluwachtig groen;<br /></span>
+<span class="i2">het brengt hun dit en dat, om te azen,<br /></span>
+<span class="i2">tak-om, tak-op, tak-af, tak-uit, tak-in,<br /></span>
+<span class="i7">ze razen,<br /></span>
+<span class="i2">en kruipen, vlug, het meezennestjen in.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 27em;">
+<span class="i2">Het meezenva&acirc;rtje zit&mdash;de looveren<br /></span>
+<span class="i4">verduiken &rsquo;t voor &rsquo;t gestraal&mdash;<br /></span>
+<span class="i7">te tooveren,<br /></span>
+<span class="i4">al in de meezentaal;<br /></span>
+<span class="i2">daar vliegen ze, al med&rsquo; een, te zamen,<br /></span>
+<span class="i2">tak-om, tak-op, tak-af, tak-in, tak-uit,<br /></span>
+<span class="i7">en, amen,<br /></span>
+<span class="i2">het meezennestje is we&ecirc;rom ijele en uit.<br /></span>
+</div></div>
+
+<hr class="hr10" />
+<p><span class="pageno"><a id="p_9">[9]</a></span></p>
+<div class="poem">
+
+<h2><a id="DIEN_AVOND_EN_DIE_ROOZE"></a>DIEN AVOND EN DIE ROOZE.</h2>
+
+<h3>AAN EUGENE VAN OYE.</h3>
+
+<div class="stanza" style="width: 21em;">
+<span class="i0">&rsquo;k Heb menig menig uur bij u<br /></span>
+<span class="i2">gesleten en genoten,<br /></span>
+<span class="i0">en nooit en heeft een uur met u<br /></span>
+<span class="i2">me een enklen stond verdroten.<br /></span>
+<span class="i0">&rsquo;k Heb menig menig blom voor u<br /></span>
+<span class="i2">gelezen en geschonken,<br /></span>
+<span class="i0">en, lijk een bie, met u, met u,<br /></span>
+<span class="i2">er honing uit gedronken;<br /></span>
+<span class="i0">maar nooit een uur zoo lief met u,<br /></span>
+<span class="i2">zoo lang zij duren koste,<br /></span>
+<span class="i0">maar nooit een uur zoo droef om u,<br /></span>
+<span class="i2">wanneer ik scheiden moste,<br /></span>
+<span class="i0">als de uur wanneer ik dicht bij u,<br /></span>
+<span class="i2"><i>dien avond</i>, ne&ecirc;rgezeten,<br /></span>
+<span class="i0">u spreken hoorde en sprak tot u<br /></span>
+<span class="i2">wat onze zielen weten.<br /></span>
+<span class="i0">Noch nooit een blom zoo schoon, van u<br /></span>
+<span class="i2">gezocht, geplukt, gelezen,<br /></span>
+<span class="i0">als die <i>dien avond</i> blonk op u,<br /></span>
+<span class="i2">en mocht de mijne wezen!<br /></span>
+<span class="i0">Ofschoon, zoo wel voor mij als u,<br /></span>
+<span class="i2">&mdash;wie zal dit kwaad genezen?&mdash;<br /></span>
+<span class="pageno"><a id="p_10">[10]</a></span>
+<span class="i0">een uur bij mij, een uur bij u<br /></span>
+<span class="i2">niet lang een uur mag wezen;<br /></span>
+<span class="i0">ofschoon voor mij, ofschoon voor u,<br /></span>
+<span class="i2">zoo lief en uitgelezen,<br /></span>
+<span class="i0"><i>die rooze</i>, al was &rsquo;t een roos van u,<br /></span>
+<span class="i2">niet lang een roos mocht wezen;<br /></span>
+<span class="i0">toch lang bewaart, dit zeg ik u,<br /></span>
+<span class="i2">&rsquo;t en ware ik &rsquo;t al verloze,<br /></span>
+<span class="i0">mijn hert drie dierbre beelden: <i>u</i>,<br /></span>
+<span class="i2"><i>dien avond</i>,&mdash;en&mdash;<i>die rooze</i>!<br /></span>
+</div></div>
+
+<hr class="hr10" />
+<p><span class="pageno"><a id="p_11">[11]</a></span></p>
+<div class="poem">
+
+<h2><a id="KOM_E_KEER_HIER"></a>KOM E&rsquo; KEER HIER.</h2>
+
+<h3>AAN PIETER BUSSCHAERT VAN DAMME.</h3>
+
+<div class="stanza" style="width: 24em;">
+<span class="i0">&bdquo;Kom e&rsquo; keer hier, fliefflodderke<a id="FNa_1_2" href="#FN_1_2" class="fnanchor">[1]</a>,<br /></span>
+<span class="i1">&rsquo;k hebbe u, &rsquo;k hebbe u zoo lief!&rdquo;<br /></span>
+<span class="i0">Maar &rsquo;t wipte, &rsquo;t wupte, &rsquo;t en wachtte niet,<br /></span>
+<span class="i1">en &rsquo;t liet mij alleene zijn.<br /></span>
+<span class="i0">&rsquo;t Was wel van dat lief fliefflodderke,<br /></span>
+<span class="i1">want, hadde ik het eens genaakt,<br /></span>
+<span class="i0">ik hadde &rsquo;t, het lief fliefflodderke,<br /></span>
+<span class="i1">&rsquo;k en wete niet wat gemaakt:<br /></span>
+<span class="i0">geen hand van &rsquo;nen mensche &rsquo;n mocht &rsquo;et ooit<br /></span>
+<span class="i1">genaken zijn lieve kleed,<br /></span>
+<span class="i0">of &rsquo;t was en het wierd &rsquo;t fliefflodderke,<br /></span>
+<span class="i1">het was en het wierd hem leed;<br /></span>
+<span class="i0">de hand van die &rsquo;t miek alleene mag<br /></span>
+<span class="i1">&rsquo;t genaken en niet bescha&acirc;n,<br /></span>
+<span class="i0">de wind van die &rsquo;t miek alleene mag<br /></span>
+<span class="i1">er, wandelend, over gaan.<br /></span>
+<span class="i0">Dus, wakker en weg! fliefflodderken,<br /></span>
+<span class="i1">op planten en bloeiend gers<a id="FNa_2_3" href="#FN_2_3" class="fnanchor">[2]</a>,<br /></span>
+<span class="i0">alwaar dat u God geschapen heeft,<br /></span>
+<span class="i1">alwaar dat &rsquo;t uw woning es!&mdash;<br /></span>
+<span class="i0">En zoekt gij nu, kind, een zin hierin,<br /></span>
+<span class="i1">&rsquo;t fliefflodderke, wie dat zij,<br /></span>
+<span class="i0">uw herte is het, alderliefste mijn,<br /></span>
+<span class="i1">ai, wat zou het anders zijn!<br /></span>
+<span class="pageno"><a id="p_12">[12]</a></span>
+<span class="i0">God miek het u, maakt dat God alleen<br /></span>
+<span class="i1">kan zeggen: Dit herte is mijn,<br /></span>
+<span class="i0">zoo zal het, en anders en zal &rsquo;t, o neen,<br /></span>
+<span class="i1">het uw&rsquo; noch gelukkig zijn!<br /></span>
+<span class="i0">Zoo zong hij, die lang en lusteloos<br /></span>
+<span class="i1">gezeten had, eenen dag,<br /></span>
+<span class="i0">wanneer hij, op de eerste lenteroos,<br /></span>
+<span class="i1">het eerste fliefflodderken zag.<br /></span>
+</div></div>
+
+<hr class="fnsep" />
+
+<p class="footnote"><a id="FN_1_2" href="#FNa_1_2" class="label">[1]</a> Vlinder.</p>
+
+<p class="footnote"><a id="FN_2_3" href="#FNa_2_3" class="label">[2]</a> Gras.</p>
+
+<hr class="hr10" />
+<p><span class="pageno"><a id="p_13">[13]</a></span></p>
+<div class="poem">
+
+<h2><a id="GEWIJDE_KLOK"></a>GEWIJDE KLOK.</h2>
+
+<div class="stanza" style="width: 24em;">
+<span class="i0">o Avond- noen- en morgenmate,<br /></span>
+<span class="i0">ik vrij mij op uw&rsquo; klank verlate,<br /></span>
+<span class="i3">gewijde klok!<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 24em;">
+<span class="i0">Uw hert is van metaal gegoten,<br /></span>
+<span class="i0">toch blijft het voor geen mensch gesloten,<br /></span>
+<span class="i3">gewijde klok!<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 24em;">
+<span class="i0">Gij hangt zoo hooge, ik ga zoo leege,<br /></span>
+<span class="i0">och helpt de menschen, kranke en veege,<br /></span>
+<span class="i3">gewijde klok!<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 24em;">
+<span class="i0">En dat uw klank in &rsquo;t ronde vliege,<br /></span>
+<span class="i0">zij lief of leed aan sponde en wiege,<br /></span>
+<span class="i3">gewijde klok!<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 24em;">
+<span class="i0">Den akker end&rsquo; het veld verwekke,<br /></span>
+<span class="i0">en al dat hoort tot welzijn strekke,<br /></span>
+<span class="i3">gewijde klok!<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 24em;">
+<span class="i0">Gij zegt aan elk het lang verleden<br /></span>
+<span class="i0">de mede- en wederspoedigheden,<br /></span>
+<span class="i3">gewijde klok!<br /></span>
+</div>
+<span class="pageno"><a id="p_14">[14]</a></span>
+<div class="stanza" style="width: 24em;">
+<span class="i0">Gij troost mij op den dag van huiden,<br /></span>
+<span class="i0">en zult wel eens mijn uitvaart luiden,<br /></span>
+<span class="i3">gewijde klok!<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 24em;">
+<span class="i0">Nog zult ge waken lang na dezen,<br /></span>
+<span class="i0">en ongeboornen beeklank wezen,<br /></span>
+<span class="i3">gewijde klok!<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 24em;">
+<span class="i0">Dan zal mijn taal geen mensch meer hooren;<br /></span>
+<span class="i0">maar God zal ze eeuwig toebehooren,<br /></span>
+<span class="i3">gewijde klok!<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 24em;">
+<span class="i0">o &rsquo;k Wou dat, om mijn ziel te laven,<br /></span>
+<span class="i0">zij ook dan een gebed mij gaven,<br /></span>
+<span class="i3">gewijde klok, gewijde klok!<br /></span>
+</div></div>
+
+<hr class="hr10" />
+<p><span class="pageno"><a id="p_15">[15]</a></span></p>
+<div class="poem">
+
+<h2><a id="O_GULDEN_HOOFD"></a>O GULDEN HOOFD.</h2>
+
+<div class="stanza" style="width: 22em;">
+<span class="i0">o Gulden hoofd der blijde zonne,<br /></span>
+<span class="i0">volheerlijke, altijd nieuwe bronne<br /></span>
+<span class="i3">van levenskracht;<br /></span>
+<span class="i0">wie heeft u in die blauwe streken<br /></span>
+<span class="i0">het brandend voetspoor uitgesteken<br /></span>
+<span class="i3">en voorgedacht?<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 22em;">
+<span class="i0">Gij staat des morgens op, beneden<br /></span>
+<span class="i0">&rsquo;t bereik van sterflijke oogenleden;<br /></span>
+<span class="i3">en, rijzend, dan<br /></span>
+<span class="i0">verblijdt gij mensch en dier en boomen;<br /></span>
+<span class="i0">en &rsquo;s avonds laat gij los de toomen<br /></span>
+<span class="i3">van uw gespan.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 22em;">
+<span class="i0">o Edel&rsquo; zonne, o machtig wezen,<br /></span>
+<span class="i0">o zienlijke afgezant van dezen<br /></span>
+<span class="i3">die &rsquo;t al beveelt;<br /></span>
+<span class="i0">wat ben ik, of wat zijt gij, schoone,<br /></span>
+<span class="i0">als, in des Heeren schild en kroone,<br /></span>
+<span class="i3">een wapenbeeld?<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 22em;">
+<span class="i0">Zoo kent men aan des Ridders wapen<br /></span>
+<span class="i0">zijn hofgezin, zijn huis, zijn&rsquo; knapen,<br /></span>
+<span class="i3">zijn heerlijk slot;<br /></span>
+<span class="i0">zoo kan men, aan uw pronksieraden,<br /></span>
+<span class="i0">o zonne, uw edelen Ridder raden:<br /></span>
+<span class="i3">zijn name is&mdash;God!<br /></span>
+</div></div>
+
+<hr class="hr10" />
+<p><span class="pageno"><a id="p_16">[16]</a></span></p>
+<div class="poem">
+
+<h2><a id="O_VECHTER"></a><span class="gesperrt">O VECHTER</span>.</h2>
+
+<div class="stanza" style="width: 22em;">
+<span class="i0">o Vechter, die in &rsquo;t vaderland,<br /></span>
+<span class="i1">met scherpgeschuurden tee en tand,<br /></span>
+<span class="i0">door vodde<a id="FNa_1_4" href="#FN_1_4" class="fnanchor">[1]</a> en vilte<a id="FNa_2_5" href="#FN_2_5" class="fnanchor">[2]</a> en voren vecht,<br /></span>
+<span class="i1">en &rsquo;t taaie terwland ommelegt!<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 22em;">
+<span class="i0">Ik zie u geerne, ontembaar aan,<br /></span>
+<span class="i1">uw&rsquo; diepe en duistere wegen gaan,<br /></span>
+<span class="i0">van al dat vreeze is vrank en vrij!<br /></span>
+<span class="i1">&mdash;Mijn doen is dat, zoo dunk &rsquo;et mij!<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 22em;">
+<span class="i0">Wanneer gij rust in &rsquo;t wagenkot,<br /></span>
+<span class="i1">en roestend daar uw tanden bot,<br /></span>
+<span class="i0">dan zal wellicht een edel graan<br /></span>
+<span class="i1">alwaar gij vocht te golven staan.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 22em;">
+<span class="i0">Mij geve God dat, moegewrocht,<br /></span>
+<span class="i1">en &rsquo;t zalig rusten weerd gerocht<a id="FNa_3_6" href="#FN_3_6" class="fnanchor">[3]</a>,<br /></span>
+<span class="i0">ik zie eens &rsquo;t edel terruwveld,<br /></span>
+<span class="i1">dat stijve zakken koorn geldt<a id="FNa_4_7" href="#FN_4_7" class="fnanchor">[4]</a>!<br /></span>
+</div></div>
+
+<hr class="fnsep" />
+
+<p class="footnote"><a id="FN_1_4" href="#FNa_1_4" class="label">[1]</a> Zode.</p>
+
+<p class="footnote"><a id="FN_2_5" href="#FNa_2_5" class="label">[2]</a> Wortelvezelnet.</p>
+
+<p class="footnote"><a id="FN_3_6" href="#FNa_3_6" class="label">[3]</a> Geraakt.</p>
+
+<p class="footnote"><a id="FN_4_7" href="#FNa_4_7" class="label">[4]</a> Betalen, opbrengen.</p>
+
+<hr class="hr10" />
+<p><span class="pageno"><a id="p_17">[17]</a></span></p>
+<div class="poem">
+
+<h2><a id="MET_KLOEKEN_ARME"></a>MET KLOEKEN ARME.</h2>
+
+<p class="rquote"><span class="ri1" xml:lang="la">Exiit qui seminat.</span></p>
+
+<div class="stanza" style="width: 23em;">
+<span class="i0">Met kloeken arme, en hand vol zaad,<br /></span>
+<span class="i0">aanschouwt, hoe hij zijn&rsquo; stappen gaat<br /></span>
+<span class="i2">en zaait, vol zorgen<br /></span>
+<span class="i0">de man, wiens hope en troost en al,<br /></span>
+<span class="i0">met &rsquo;t stervend zaad, nu zitten zal<br /></span>
+<span class="i2">in &rsquo;t land geborgen.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 23em;">
+<span class="i0">Staat op, o zaad, &rsquo;t is God die &rsquo;t zegt,<br /></span>
+<span class="i0">den winter en de dood bevecht:<br /></span>
+<span class="i2">de zonnestralen<br /></span>
+<span class="i0">verwachten al, met menigvoud<br /></span>
+<span class="i0">geverwde pracht en levend goud,<br /></span>
+<span class="i2">uw zegepralen.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 23em;">
+<span class="i0">o Winden, waait om &rsquo;t groene kind<br /></span>
+<span class="i0">des lands, uw zacht-, uw zoetsten wind;<br /></span>
+<span class="i2">o dauwrijk dagen<br /></span>
+<span class="i0">des morgenstonds, o wolkenvloed,<br /></span>
+<span class="i0">verleent het koorn, dat kenen<a id="FNa_1_8" href="#FN_1_8" class="fnanchor">[1]</a> doet,<br /></span>
+<span class="i2">uw welbehagen.<br /></span>
+</div>
+<span class="pageno"><a id="p_18">[18]</a></span>
+<div class="stanza" style="width: 23em;">
+<span class="i0">Het wasse en &rsquo;t worde een geluw graan,<br /></span>
+<span class="i0">het bloeie en &rsquo;t blijve buigend staan,<br /></span>
+<span class="i2">vol zaad geladen;<br /></span>
+<span class="i0">vol zegen, die geen&rsquo; nijd en baart,<br /></span>
+<span class="i0">geen&rsquo; zucht, geen&rsquo; zoek omleegewaard,<br /></span>
+<span class="i2">geen&rsquo; euveldaden!<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 23em;">
+<span class="i0">Houdt af, gij, wind- en wolkgeweld,<br /></span>
+<span class="i0">die de akkerzaaite omverrevelt,<br /></span>
+<span class="i2">en bleeke ellenden<br /></span>
+<span class="i0">verspreidt alom: houdt af uw&rsquo; hand;<br /></span>
+<span class="i0">wilt verre weg van &rsquo;t dragend land<br /></span>
+<span class="i2">uw&rsquo; geesels wenden!<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 23em;">
+<span class="i0">Dan zal de landman, &rsquo;t herte groot<br /></span>
+<span class="i0">van dankbaarheid, om &rsquo;t daaglijksch brood<br /></span>
+<span class="i2">dat hij mocht winnen,<br /></span>
+<span class="i0">den ouden arbeid, zwart en zwaar,<br /></span>
+<span class="i0">zoo dit, zoo &rsquo;t naaste en &rsquo;t naaste jaar<br /></span>
+<span class="i2">we&ecirc;r herbeginnen.<br /></span>
+</div></div>
+
+<hr class="fnsep" />
+
+<p class="footnote"><a id="FN_1_8" href="#FNa_1_8" class="label">[1]</a> Kiemen.</p>
+
+<hr class="hr10" />
+<p><span class="pageno"><a id="p_19">[19]</a></span></p>
+<div class="poem">
+
+<h2><a id="SLAAPT_GIJ_NOG"></a>SLAAPT GIJ NOG.</h2>
+
+<div class="stanza" style="width: 22em;">
+<span class="i0">Slaapt gij nog, gedaagde<a id="FNa_1_9" href="#FN_1_9" class="fnanchor">[1]</a> kruinen<br /></span>
+<span class="i0">van de onzochte<a id="FNa_2_10" href="#FN_2_10" class="fnanchor">[2]</a> doorentuinen?<br /></span>
+<span class="i1">slaapt gij nog, en weet gij niet<br /></span>
+<span class="i1">dat de ontwekte zonne u ziet?<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 22em;">
+<span class="i0">Dat alree de dagen langen<br /></span>
+<span class="i0">zichtbaar, en de stralen strangen<a id="FNa_3_11" href="#FN_3_11" class="fnanchor">[3]</a><br /></span>
+<span class="i1">van de lente? Ontwekt, welaan,<br /></span>
+<span class="i1">doornen, en wilt wakker staan!<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 22em;">
+<span class="i0">Onlangs nog, met sneeuw doorschoten,<br /></span>
+<span class="i0">hebt gij, naast uw&rsquo; stamgenoten,<br /></span>
+<span class="i1">weken lang den tijd verbeid,<br /></span>
+<span class="i1">vaste in uwe onroerbaarheid.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 22em;">
+<span class="i0">Tijd is &rsquo;t om den dag te groeten:<br /></span>
+<span class="i0">&rsquo;t Oosten blinkt, en wakker moeten<br /></span>
+<span class="i1">al die zonne- en zomerglans<br /></span>
+<span class="i1">schuldig zijn hun&rsquo; liefde, thans.<br /></span>
+</div>
+<span class="pageno"><a id="p_20">[20]</a></span>
+<div class="stanza" style="width: 22em;">
+<span class="i0">Doorentuin dan, botten open;<br /></span>
+<span class="i0">los, uw dichte looverknopen;<br /></span>
+<span class="i1">los, uw zilveren reukallaam<a id="FNa_4_12" href="#FN_4_12" class="fnanchor">[4]</a>;<br /></span>
+<span class="i1">los, uw sneeuwwit blommenkraam!<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 22em;">
+<span class="i0">Ei, &rsquo;t en baat niet, dat robijnen<br /></span>
+<span class="i0">naalden deur de toppen schijnen<br /></span>
+<span class="i1">heen te bersten, hier en daar,<br /></span>
+<span class="i1">van uw doornig streuvelhaar<a id="FNa_5_13" href="#FN_5_13" class="fnanchor">[5]</a>!<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 22em;">
+<span class="i0">Ei, &rsquo;t en baat niet dat uw&rsquo; leden,<br /></span>
+<span class="i0">zwellende uit van vruchtbaarheden,<br /></span>
+<span class="i1">drinken &rsquo;t zog der aarde, en bloot<br /></span>
+<span class="i1">laten heuren moederschoot!<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 22em;">
+<span class="i0">Bl&acirc;ren moet ge en blommen schieten,<br /></span>
+<span class="i0">vol de vaten ommegieten<br /></span>
+<span class="i1">uwer zalven, en voortaan,<br /></span>
+<span class="i1">hagedoornen, bloeien gaan!<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 22em;">
+<span class="i0">Slaapt gij nog? De bien ontwekken,<br /></span>
+<span class="i0">langende om uw zeem te lekken;<br /></span>
+<span class="i1">&rsquo;t vogelken zoekt, nestgezind,<br /></span>
+<span class="i1">waar &rsquo;t uw vrije daken vindt!<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 22em;">
+<span class="i0">Slaapt gij nog? De zangermonden,<br /></span>
+<span class="i0">zullende uwen lof verkonden<br /></span>
+<span class="i1">zoo gij wakker wordt, ze slaan<br /></span>
+<span class="i1">reeds hun liefste leisen<a id="FNa_6_14" href="#FN_6_14" class="fnanchor">[6]</a> aan!<br /></span>
+</div>
+<span class="pageno"><a id="p_21">[21]</a></span>
+<div class="stanza" style="width: 22em;">
+<span class="i0">Slaapt gij nog? De dichters dragen<br /></span>
+<span class="i0">droevig, dorre doorenhagen,<br /></span>
+<span class="i1">het geheugen, lang verbeid,<br /></span>
+<span class="i1">van uw&rsquo; zomerschoonigheid!<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 22em;">
+<span class="i0">&rsquo;t Water zucht, de blauwe lochten,<br /></span>
+<span class="i0">de aarde deunt<a id="FNa_7_15" href="#FN_7_15" class="fnanchor">[7]</a>, vol minnetochten:<br /></span>
+<span class="i1">alles, alles wenscht om... och,<br /></span>
+<span class="i1">doorenhagen, slaapt gij nog?<br /></span>
+</div></div>
+
+<hr class="fnsep" />
+
+<p class="footnote"><a id="FN_1_9" href="#FNa_1_9" class="label">[1]</a> Bedaagd, oud.</p>
+
+<p class="footnote"><a id="FN_2_10" href="#FNa_2_10" class="label">[2]</a> Onzacht.</p>
+
+<p class="footnote"><a id="FN_3_11" href="#FNa_3_11" class="label">[3]</a> Strang = streng.</p>
+
+<p class="footnote"><a id="FN_4_12" href="#FNa_4_12" class="label">[4]</a> Alm, allaam = handwerktuig.</p>
+
+<p class="footnote"><a id="FN_5_13" href="#FNa_5_13" class="label">[5]</a> Verwarreld opstaand haar.</p>
+
+<p class="footnote"><a id="FN_6_14" href="#FNa_6_14" class="label">[6]</a> Liederen.</p>
+
+<p class="footnote"><a id="FN_7_15" href="#FNa_7_15" class="label">[7]</a> Deunen = 1. dreunen, daveren, schudden, trillen
+tengevolge van een hevig gedruisch, maar ook van
+blijdschap, voldoening, genot; 2. zingen, weerklinken van geluid.</p>
+
+<hr class="hr10" />
+<p><span class="pageno"><a id="p_22">[22]</a></span></p>
+<div class="poem">
+
+<h2><a id="HOE_SCHITTERT_MIJ_DIE_SPA_TOCH"></a>HOE SCHITTERT MIJ DIE SPA TOCH.</h2>
+
+<div class="stanza" style="width: 22em;">
+<span class="i0">Hoe schittert mij die spa toch, als<br /></span>
+<span class="i0">gij, landman, uwen taaien hals<br /></span>
+<span class="i0">gebogen, langzaam eerselt<a id="FNa_1_16" href="#FN_1_16" class="fnanchor">[1]</a>, end&rsquo;<br /></span>
+<span class="i0">nu hier nu daar Gods akker wendt!<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 22em;">
+<span class="i0">De zonne komt u volgzaam na<br /></span>
+<span class="i0">en velt op uw geglimde spa,<br /></span>
+<span class="i0">terwijl gij zucht en arrebeidt,<br /></span>
+<span class="i0">den blik van heur&rsquo; hoogmogendheid.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 22em;">
+<span class="i0">En, spittende in dat hel gestraal,<br /></span>
+<span class="i0">zoo keert uw werkzaam akkerstaal<br /></span>
+<span class="i0">med een den grond, en zendt den schicht<br /></span>
+<span class="i0">terug naar mij, van &rsquo;t zonnelicht.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 22em;">
+<span class="i0">Daar speiten<a id="FNa_2_17" href="#FN_2_17" class="fnanchor">[2]</a>, uit den zwarten grond<br /></span>
+<span class="i0">der aarde, zoo veel stralen rond<br /></span>
+<span class="i0">uw&rsquo; delfspa, dat &rsquo;t een beeltenis<br /></span>
+<span class="i0">van Gods gevreesden bliksem is.<br /></span>
+</div>
+<span class="pageno"><a id="p_23">[23]</a></span>
+<div class="stanza" style="width: 22em;">
+<span class="i0">Doch neen: de duiven weten &rsquo;t wel,<br /></span>
+<span class="i0">dat &rsquo;t spawerk is en zonnenspel,<br /></span>
+<span class="i0">dit bliksemen, en hun vrije vlerk<br /></span>
+<span class="i0">vervolgt u, op uw akkerwerk.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 22em;">
+<span class="i0">De kwiksteert, zoo de duiven doen,<br /></span>
+<span class="i0">u nagaande, in zijn&rsquo; stouteschoen,<br /></span>
+<span class="i0">en vreest, alwaar hij wormen ziet,<br /></span>
+<span class="i0">uw&rsquo; spa noch heur geflikker niet.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 22em;">
+<span class="i0">Zoo volge ik ook, en geren ga<br /></span>
+<span class="i0">&rsquo;k, van &rsquo;s morgens vroeg, den delver na,<br /></span>
+<span class="i0">hem dichtende, als hij lam en moe<br /></span>
+<span class="i0">van werken is, mijn deuntjen toe.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 22em;">
+<span class="i0">God vordere u, mijn brave man,<br /></span>
+<span class="i0">en, zoo &rsquo;t gebed u helpen kan<br /></span>
+<span class="i0">van een, die geerne uw&rsquo; we&ecirc;rga ziet,<br /></span>
+<span class="i0">de spa en delve uw graf nog niet!<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 22em;">
+<span class="i0">Maar mocht gij eens, uw werk voldaan,<br /></span>
+<span class="i0">den blijden oest<a id="FNa_3_18" href="#FN_3_18" class="fnanchor">[3]</a> zien binnengaan,<br /></span>
+<span class="i0">en zuchten: Die den arrebeid<br /></span>
+<span class="i0">mij zoet maakt, U zij dank gezeid!<br /></span>
+</div></div>
+
+<hr class="fnsep" />
+
+<p class="footnote"><a id="FN_1_16" href="#FNa_1_16" class="label">[1]</a> Aarzelen = achteruitgaan.</p>
+
+<p class="footnote"><a id="FN_2_17" href="#FNa_2_17" class="label">[2]</a> Spatten.</p>
+
+<p class="footnote"><a id="FN_3_18" href="#FNa_3_18" class="label">[3]</a> Oogst.</p>
+
+<hr class="hr10" />
+<p><span class="pageno"><a id="p_24">[24]</a></span></p>
+<div class="poem">
+
+<h2><a id="O_LEYE_LIEF"></a>O LEYE LIEF.</h2>
+
+<div class="stanza" style="width: 25em;">
+<span class="i0">O Leye lief, wat mocht u boozen;<br /></span>
+<span class="i0">wat &rsquo;s hemels kom, den vlekkeloozen,<br /></span>
+<span class="i1">we&ecirc;rspiegeld in uw&rsquo; schoot, dat blauw<br /></span>
+<span class="i0">verliezen doen? Dat blauw, och armen,<br /></span>
+<span class="i0">dat donkert in de ontstelde barmen<a id="FNa_1_19" href="#FN_1_19" class="fnanchor">[1]</a><br /></span>
+<span class="i1">van uw geweldig watergrauw?<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 25em;">
+<span class="i0">&rsquo;k En hoorde u niet, op vroeger dagen,<br /></span>
+<span class="i0">en &rsquo;t was als of ze in slape lagen,<br /></span>
+<span class="i1">&eacute;&eacute;n glimmend glas, uw&rsquo; baren; daar &rsquo;t<br /></span>
+<span class="i0">nu brieschen is en woedend grimmen,<br /></span>
+<span class="i0">van breedgerugde waterkimmen,<br /></span>
+<span class="i1">die beurtlings berschen<a id="FNa_2_20" href="#FN_2_20" class="fnanchor">[2]</a> boordewaard.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 25em;">
+<span class="i0">Nog nooit en zag ik witgekoofde<a id="FNa_3_21" href="#FN_3_21" class="fnanchor">[3]</a><br /></span>
+<span class="i0">gelederen rijen, den helm ten hoofde,<br /></span>
+<span class="i1">met zulk een daverend rukgeweld,<br /></span>
+<span class="i0">o Leye, als de ongetelde toppen<br /></span>
+<span class="i0">der witgekamde barenkoppen,<br /></span>
+<span class="i1">die rennen in uw waterveld!<br /></span>
+</div>
+<span class="pageno"><a id="p_25">[25]</a></span>
+<div class="stanza" style="width: 25em;">
+<span class="i0">Het klotst, het kleunt<a id="FNa_4_22" href="#FN_4_22" class="fnanchor">[4]</a>, de golven stooten<br /></span>
+<span class="i0">het hooge schip, de smalle booten:<br /></span>
+<span class="i1">het danst, het deunt<a id="FNa_5_23" href="#FN_5_23" class="fnanchor">[5]</a>, het roert, het maalt<br /></span>
+<span class="i0">alom, van &rsquo;t vlugge schuim, dat vedert;<br /></span>
+<span class="i0">van &rsquo;t zwalpend zop, dat weg- end- wedert;<br /></span>
+<span class="i1">en van den wind, die zegepraalt.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 25em;">
+<span class="i0">o Noorden, sluit uw dolle perken,<br /></span>
+<span class="i0">besnijdt dien boozen zoon zijn&rsquo; vlerken:<br /></span>
+<span class="i1">laat af, genoeg, genade! Hij<br /></span>
+<span class="i0">is koning, heere en baas gebleken:<br /></span>
+<span class="i0">laat licht en zonne u schoone spreken,<br /></span>
+<span class="i1">dat &rsquo;t windloos we&ecirc;r en vrede zij!<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 25em;">
+<span class="i0">Dan zal ik liefst, o Leysche boorden,<br /></span>
+<span class="i0">als &rsquo;t zomer is, en zwijgt in &rsquo;t Noorden<br /></span>
+<span class="i1">de felle reus, u volgend gaan;<br /></span>
+<span class="i0">dan zal ik we&ecirc;r mijn hert vermeiden,<br /></span>
+<span class="i0">langs uw&rsquo; gegroende en stille weiden,<br /></span>
+<span class="i1">en in uw&rsquo; grond hun beeld zien staan.<br /></span>
+</div></div>
+
+<hr class="fnsep" />
+
+<p class="footnote"><a id="FN_1_19" href="#FNa_1_19" class="label">[1]</a> Golven, watersprongen.</p>
+
+<p class="footnote"><a id="FN_2_20" href="#FNa_2_20" class="label">[2]</a> Met kracht en spoed gaan.</p>
+
+<p class="footnote"><a id="FN_3_21" href="#FNa_3_21" class="label">[3]</a> Koove = vrouwenmuts (fr. coiffe).</p>
+
+<p class="footnote"><a id="FN_4_22" href="#FNa_4_22" class="label">[4]</a> Slaan, kloppen.</p>
+
+<p class="footnote"><a id="FN_5_23" href="#FNa_5_23" class="label">[5]</a> Daverend schokken, schudden, trillen.</p>
+
+<hr class="hr10" />
+<p><span class="pageno"><a id="p_26">[26]</a></span></p>
+<div class="poem">
+
+<h2><a id="HEMELLAWERKE_HEET_GIJ"></a>HEMELLAWERKE HEET GIJ.</h2>
+
+<div class="stanza" style="width: 22em;">
+<span class="i0">Hemellawerke heet gij, wakkere en<br /></span>
+<span class="i1">snelgewiekte strale, die<br /></span>
+<span class="i0">&rsquo;k, uit het zaailand opgestegen,<br /></span>
+<span class="i1">lijk nen vierpijl rijzen zie.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 22em;">
+<span class="i0">Striemen lichts ontlaat, en vonken,<br /></span>
+<span class="i1">&rsquo;t vluchtend vierwerk; en zoo hoort<br /></span>
+<span class="i0">me u ook vluchtend henentieren,<br /></span>
+<span class="i1">als gij deur de wolken boort.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 22em;">
+<span class="i0">Hemellawerke, schoon van name en<br /></span>
+<span class="i1">sprake zijt gij, maar uw kleed,<br /></span>
+<span class="i0">&rsquo;t valt te grauw toch: is &rsquo;t de reden<br /></span>
+<span class="i1">dat men grijslawerke u heet?<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 22em;">
+<span class="i0">Ben ik grauw, het is van zeilen,<br /></span>
+<span class="i1">en van, altijd reisgezind,<br /></span>
+<span class="i0">zoo de grauwgedoekte schepen,<br /></span>
+<span class="i1">heen te varen, v&oacute;&oacute;r den wind.<br /></span>
+</div>
+<span class="pageno"><a id="p_27">[27]</a></span>
+<div class="stanza" style="width: 22em;">
+<span class="i0">Hemellawerke, grijslawerke,<br /></span>
+<span class="i1">luchtleeuwerke, hemelwaard,<br /></span>
+<span class="i0">weg met u, ja, leeuwerkt helder,<br /></span>
+<span class="i1">op uw&rsquo; hooge hemelvaart!<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 22em;">
+<span class="i0">Zingt en zeilt maar, al te zelden<br /></span>
+<span class="i1">hoore en zie &rsquo;k u, lieve; &rsquo;t gaat<br /></span>
+<span class="i0">beter hem, die, vroeg en spade<br /></span>
+<span class="i1">hoort u, ende gadeslaat.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 22em;">
+<span class="i0">Midden in Gods werken levend,<br /></span>
+<span class="i1">&rsquo;t gaat hem beter, achter &rsquo;t land,<br /></span>
+<span class="i0">die u naziet, te elker stonde,<br /></span>
+<span class="i1">daar hij zaait en zeeuwt<a id="FNa_1_24" href="#FN_1_24" class="fnanchor">[1]</a> en plant.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 22em;">
+<span class="i0">Ach, om niet is &rsquo;t, al te dikwijls,<br /></span>
+<span class="i1">dat gij dankend opwaarts stijgt,<br /></span>
+<span class="i0">daar geen mensch en is dien &rsquo;t aangaat,<br /></span>
+<span class="i1">of gij, schamele, zingt of zwijgt.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 22em;">
+<span class="i0">Horkt er niemand, ik zal horken,<br /></span>
+<span class="i1">wilt ge, in &rsquo;t droevig tranendal,<br /></span>
+<span class="i0">mij vertroosten, hemellawerke; en<br /></span>
+<span class="i1">ziet ons niemand, God ziet &rsquo;t al!<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 22em;">
+<span class="i0">Hij zal zien en hij zal hooren,<br /></span>
+<span class="i1">hij, die vlerke en tale u gaf,<br /></span>
+<span class="i0">en die mij, in stad begraven,<br /></span>
+<span class="i1">wekken eens zal uit dit graf.<br /></span>
+</div>
+<span class="pageno"><a id="p_28">[28]</a></span>
+<div class="stanza" style="width: 22em;">
+<span class="i0">Dan verrijze ik, luchtleeuwerke;<br /></span>
+<span class="i1">zette ik zeil en vaar getroost<br /></span>
+<span class="i0">naar de hoogten, daar gij schouwend<br /></span>
+<span class="i1">eert den dagraad en den oost.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 22em;">
+<span class="i0">Naar de streken die mij wijzende<br /></span>
+<span class="i1">is uw&rsquo; vlerke en uw geschal,<br /></span>
+<span class="i0">en van waar ik, vrij en veilig,<br /></span>
+<span class="i1">niet meer, niet meer ne&ecirc;r en zal.<br /></span>
+</div></div>
+
+<hr class="fnsep" />
+
+<p class="footnote"><a id="FN_1_24" href="#FNa_1_24" class="label">[1]</a> Het gezaaide graan dekken met de uitgespitte aarde.</p>
+
+<hr class="hr10" />
+<p><span class="pageno"><a id="p_29">[29]</a></span></p>
+<div class="poem">
+
+<h2><a id="DE_BOOMEN_ZIEN_ZWART"></a>DE BOOMEN ZIEN ZWART.</h2>
+
+<div class="stanza" style="width: 30em;">
+<span class="i0">De boomen zien zwart, van de zwellende botten;<br /></span>
+<span class="i1">o zonne, wanneer zal uw&rsquo; macht, onbeva&ecirc;n<a id="FNa_1_25" href="#FN_1_25" class="fnanchor">[1]</a>,<br /></span>
+<span class="i0">we&ecirc;r &rsquo;t springende blad, en de banden ontknotten,<br /></span>
+<span class="i1">waarin &rsquo;t twee drie maanden heeft houtvast gestaan?<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 30em;">
+<span class="i0">Staat achter, o nijdig geweld van den winter;<br /></span>
+<span class="i0">houdt af uwen vuist, in de botten begint er<br /></span>
+<span class="i1">weer vreugdiger pulsslag en leven te slaan.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 30em;">
+<span class="i0">De boomen ontwekken, zij zidderen, zij beven;<br /></span>
+<span class="i1">zij striemen, d&oacute;&oacute;r &rsquo;t blauwe geluchte, onbekleed;<br /></span>
+<span class="i0">doch staan ze al bewust schier en blij dat zij leven,<br /></span>
+<span class="i1">lijk machtige reuzen, ten strijde bereed.<br /></span>
+</div>
+<span class="pageno"><a id="p_30">[30]</a></span>
+<div class="stanza" style="width: 30em;">
+<span class="i0">Staat achter, o nijdig geweld van den winter;<br /></span>
+<span class="i0">uw rijk heeft een einde, in de boomen begint er<br /></span>
+<span class="i1">we&ecirc;r hope te rijzen, we&ecirc;r hulpe aan ons leed.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 30em;">
+<span class="i0">De boomen zien zwart, en hun&rsquo; dreigende schachten<br /></span>
+<span class="i1">staan veerdig en vrij, als de spere in de vuist<br /></span>
+<span class="i0">eens ridders, het teeken ten storme te wachten:<br /></span>
+<span class="i1">het klinke, en daar loopen zij henengedruischt!<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 30em;">
+<span class="i0">Staat achter, o nijdig geweld van den winter;<br /></span>
+<span class="i0">de boomen slaan uit, en zoo zaan<a id="FNa_2_26" href="#FN_2_26" class="fnanchor">[2]</a> herbegint er<br /></span>
+<span class="i1">we&ecirc;r blijdag gevierd te zijn. Wreede, verhuist!<br /></span>
+</div></div>
+
+<hr class="fnsep" />
+
+<p class="footnote"><a id="FN_1_25" href="#FNa_1_25" class="label">[1]</a> Onbevangen, ongehinderd, vrij.</p>
+
+<p class="footnote"><a id="FN_2_26" href="#FNa_2_26" class="label">[2]</a> Weldra, spoedig.</p>
+
+<hr class="hr10" />
+<p><span class="pageno"><a id="p_31">[31]</a></span></p>
+<div class="poem">
+
+<h2><a id="GELUWGROENE_LEGERSCHAREN"></a>GELUWGROENE LEGERSCHAREN.</h2>
+
+<div class="stanza" style="width: 22em;">
+<span class="i0">Geluwgroene legerscharen,<br /></span>
+<span class="i1">honderdduizend, waar vandaan<br /></span>
+<span class="i0">zijt gij, vastgevoette bl&acirc;ren,<br /></span>
+<span class="i1">komen op de boomen staan?<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 22em;">
+<span class="i0">Nauwlijks heeft twee lentezonnen<br /></span>
+<span class="i1">&rsquo;s werelds blijde onthaal begroet,<br /></span>
+<span class="i0">of... wie zal &rsquo;t getellen konnen,<br /></span>
+<span class="i1">&rsquo;t leger dat gij porren doet?<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 22em;">
+<span class="i0">Werkzaam, onder &rsquo;t machtig streelen<br /></span>
+<span class="i1">van des morgens windgeweld,<br /></span>
+<span class="i0">op de berken, op de abeelen<br /></span>
+<span class="i1">zie &rsquo;k u, in &rsquo;t gelid gesteld.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 22em;">
+<span class="i0">&rsquo;t Ruischt alom vol zware talen,<br /></span>
+<span class="i1">&rsquo;t ruischt alom; en &rsquo;t krijgsgebaar,<br /></span>
+<span class="i0">stortende in de diepe dalen,<br /></span>
+<span class="i1">dooft alle andere stemmen daar.<br /></span>
+</div>
+<span class="pageno"><a id="p_32">[32]</a></span>
+<div class="stanza" style="width: 22em;">
+<span class="i0">Waar vandaan zijt, al in &rsquo;t blijde<br /></span>
+<span class="i1">doek gekleed, gij krijgeren dan?<br /></span>
+<span class="i0">Wie, die zulk een wereldwijde<br /></span>
+<span class="i1">legervastheid voeden kan?<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 22em;">
+<span class="i0">Zijt ge uit louter locht gesteven,<br /></span>
+<span class="i1">zijt gij zonnestralen teer,<br /></span>
+<span class="i0">schielijk en van licht geweven,<br /></span>
+<span class="i1">duizendwendig bladerenheer?<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 22em;">
+<span class="i0">Zijt gij &rsquo;t bloed en &rsquo;t merg der boomen,<br /></span>
+<span class="i1">&rsquo;t boomzijn zelve, of anders iet<br /></span>
+<span class="i0">onbekend, dat uit wil stroomen,<br /></span>
+<span class="i1">al zoo zaan<a id="FNa_1_27" href="#FN_1_27" class="fnanchor">[1]</a> &rsquo;t de zonne ziet?<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 22em;">
+<span class="i0">Zijt gij... Uwe ontelbaarheden<br /></span>
+<span class="i1">staan het stormend volk gelijk,<br /></span>
+<span class="i0">strijdbaar in &rsquo;t bezit getreden<br /></span>
+<span class="i1">van des Winters koninkrijk!<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 22em;">
+<span class="i0">Nutloos, in zijn&rsquo; zware ellenden,<br /></span>
+<span class="i1">heeft het land om hulp gewacht:<br /></span>
+<span class="i0">komt en stoort des vijands benden,<br /></span>
+<span class="i1">velt hem voor uw&rsquo; legermacht.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 22em;">
+<span class="i0">Breekt zijn&rsquo; bergste&ecirc;, slaat zijn&rsquo; ridderen,<br /></span>
+<span class="i1">scheurt zijn&rsquo; vanen: roept en tiert,<br /></span>
+<span class="i0">dat de verste velden zidderen<br /></span>
+<span class="i1">van &rsquo;t geruchte: zegeviert!<br /></span>
+</div>
+<span class="pageno"><a id="p_33">[33]</a></span>
+<div class="stanza" style="width: 22em;">
+<span class="i0">Vluchten moet hij weg; verwonnen,<br /></span>
+<span class="i1">wapenloos en wepel<a id="FNa_2_28" href="#FN_2_28" class="fnanchor">[2]</a>, gaan<br /></span>
+<span class="i0">zitten waar, in &rsquo;t ijs geronnen,<br /></span>
+<span class="i1">onbewoond, zijn&rsquo; steden staan.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 22em;">
+<span class="i0">Ruischt dan maar, gij legerscharen;<br /></span>
+<span class="i1">zingt en trommelt overluid,<br /></span>
+<span class="i0">zegevolle zomerbl&acirc;ren:<br /></span>
+<span class="i1">morgen is de winter uit!<br /></span>
+</div></div>
+
+<hr class="fnsep" />
+
+<p class="footnote"><a id="FN_1_27" href="#FNa_1_27" class="label">[1]</a> Dra.</p>
+
+<p class="footnote"><a id="FN_2_28" href="#FNa_2_28" class="label">[2]</a> Eenzaam, alleen, zonder maag of vriend.</p>
+
+<hr class="hr10" />
+<p><span class="pageno"><a id="p_34">[34]</a></span></p>
+<div class="poem">
+
+<h2><a id="GEKAMDE_KONING_CANTECLAAR"></a>GEKAMDE KONING CANTECLAAR.</h2>
+
+<div class="stanza" style="width: 21em;">
+<span class="i0">Gekamde koning Canteclaar,<br /></span>
+<span class="i0"><span class="corr" id="corr04" title="Bron: Hoe">hoe</span> geren zie &rsquo;k u komen daar;<br /></span>
+<span class="i1">gestapt zoo edeldrachtig<br /></span>
+<span class="i0">als Alexander, Atilla,<br /></span>
+<span class="i0">of Karloman zijn&rsquo; wederga:<br /></span>
+<span class="i1">heel keizerlijk almachtig!<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 21em;">
+<span class="i0">Gij kraait, terwijl ge uw&rsquo; vlerken slaat,<br /></span>
+<span class="i0">en &rsquo;t stemgeluid dat henengaat,<br /></span>
+<span class="i1">uit uwen hals gedreven,<br /></span>
+<span class="i0">herwekt het slapend menschendom,<br /></span>
+<span class="i0">het boodschapt hem den dag we&ecirc;rom,<br /></span>
+<span class="i1">den dag, het licht, en &rsquo;t leven.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 21em;">
+<span class="i0">Uw&rsquo; vonkelende ooge, uw&rsquo; rooden kam,<br /></span>
+<span class="i0">een laaiend beeld van vier en vlam,<br /></span>
+<span class="i1">uw&rsquo; zwakken steert, uw&rsquo; spooren,<br /></span>
+<span class="i0">uwe om end om geglimde borst,<br /></span>
+<span class="i0">uw&rsquo; strijdbaarheid, uw&rsquo; zegedorst,<br /></span>
+<span class="i1">uw&rsquo; stem, zoo schoon om hooren...<br /></span>
+</div>
+<span class="pageno"><a id="p_35">[35]</a></span>
+<div class="stanza" style="width: 21em;">
+<span class="i0">Wie is er die dat al beschrijft,<br /></span>
+<span class="i0">die, heel in woord en taal gelijfd,<br /></span>
+<span class="i1">doet leven u en waken?<br /></span>
+<span class="i0">Wie is er? Anders geen als gij,<br /></span>
+<span class="i0">heer Canteclaar, die machtig zij<br /></span>
+<span class="i1">uw evenbeeld te maken.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 21em;">
+<span class="i0">Vaart wel dan: ik ontgeef &rsquo;t mij, en<br /></span>
+<span class="i0">&rsquo;k wil weten dat ik verre ben<br /></span>
+<span class="i1">bij u voortaan ten onderen;<br /></span>
+<span class="i0">gij hebt, o haan, den prijs behaald,<br /></span>
+<span class="i0">kraait koning nu, en zegepraalt,<br /></span>
+<span class="i1">en laat mij zwijgend wonderen!<br /></span>
+</div></div>
+
+<hr class="hr10" />
+<p><span class="pageno"><a id="p_36">[36]</a></span></p>
+<div class="poem">
+
+<h2><a id="O_WILDE_EN_ONVERVALSCHTE_PRACHT"></a>O WILDE EN ONVERVALSCHTE PRACHT.</h2>
+
+<p class="rquote"><span class="ri1">Alre creature sake ende yersticheit.</span><br />
+<span class="smcap">Ruusbrouck</span>.</p>
+
+<div class="stanza" style="width: 23em;">
+<span class="i0">o Wilde en onvervalschte pracht<br /></span>
+<span class="i0">der blommen, langs den watergracht!<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 23em;">
+<span class="i0">Hoe geren zie &rsquo;k u, aangedaan<br /></span>
+<span class="i0">zoo &rsquo;t God geliefde, in &rsquo;t water staan!<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 23em;">
+<span class="i0">Geboren, arg- en schuldeloos,<br /></span>
+<span class="i0">daar God u eens te willen koos,<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 23em;">
+<span class="i0">daar staat ge: en, in den zonneschijn,<br /></span>
+<span class="i0">al dat gij doet is blomme zijn!<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 23em;">
+<span class="i0">&rsquo;t Is wezen, &rsquo;t geen mijne ooge aanziet,<br /></span>
+<span class="i0">&rsquo;t is waarheid, en ge&rsquo;n dobbelt niet;<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 23em;">
+<span class="i0">en die door u mijn hert verblijdt<br /></span>
+<span class="i0">is enkel, zoo gij enkel zijt!<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 23em;">
+<span class="i0">Hoe stille is &rsquo;t! &rsquo;t En verwaait med al<br /></span>
+<span class="i0">geen bladtje, dat ons stooren zal;<br /></span>
+</div>
+<span class="pageno"><a id="p_37">[37]</a></span>
+<div class="stanza" style="width: 23em;">
+<span class="i0">geen rimpelken in &rsquo;t lief gelaat<br /></span>
+<span class="i0">des waters, dat vol blommen staat;<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 23em;">
+<span class="i0">geen wind, geen woord: rondom gespreid,<br /></span>
+<span class="i0">al schaduwe, al stilzwijgendheid!<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 23em;">
+<span class="i0">Dan, diepe, diepe in &rsquo;t water, blauwt,<br /></span>
+<span class="i0">half groen geblest<a id="FNa_1_29" href="#FN_1_29" class="fnanchor">[1]</a>, de hemelvaut;<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 23em;">
+<span class="i0">en, priemend&rsquo; hier en daar vergaat<br /></span>
+<span class="i0">een langgesponnen zonnedraad.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 23em;">
+<span class="i0">Hoe eerbaar, edel, schoone en fijn<br /></span>
+<span class="i0">kan toch eene enkele blomme zijn,<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 23em;">
+<span class="i0">die, al med eens, en zorgloos, uit<br /></span>
+<span class="i0">de hand van heuren Schepper spruit!<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 23em;">
+<span class="i0">Door Hem, en door geen menschenhand,<br /></span>
+<span class="i0">lag hier een nederig zaad geplant;<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 23em;">
+<span class="i0">door Hem, op dezen oogenblik,<br /></span>
+<span class="i0">ontlook het, en dien troost heb ik,<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 23em;">
+<span class="i0">dat, blomme, gij mij bidden doet,<br /></span>
+<span class="i0">en wezen zoo ik wezen moet:<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 23em;">
+<span class="i0">aanschouwende en bevroedende in<br /></span>
+<span class="i0">elk uiterste einde &rsquo;t oorbegin,<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 23em;">
+<span class="i0">den grond van alles; meer gezeid,<br /></span>
+<span class="i0">maar nog niet al: Gods eerstigheid.<br /></span>
+</div></div>
+
+<hr class="fnsep" />
+
+<p class="footnote"><a id="FN_1_29" href="#FNa_1_29" class="label">[1]</a> Gevlekt.</p>
+
+<hr class="hr10" />
+<p><span class="pageno"><a id="p_38">[38]</a></span></p>
+<div class="poem">
+
+<h2><a id="WAAR_ZIT_DIE_HELDERE_ZANGER"></a>WAAR ZIT DIE HELDERE ZANGER.</h2>
+
+<div class="stanza" style="width: 23em;">
+<span class="i0">Waar zit die heldere zanger, dien<br /></span>
+<span class="i0">ik hooren kan en zelden zien,<br /></span>
+<span class="i4">in &rsquo;t loof geborgen,<br /></span>
+<span class="i2">dees blijden Meidagmorgen?<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 23em;">
+<span class="i0">Hij klinkt alom de vogels dood,<br /></span>
+<span class="i0">bij zijnder kelen wondergroot&rsquo;<br /></span>
+<span class="i4">en felle slagen,<br /></span>
+<span class="i2">in bosschen en in hagen.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 23em;">
+<span class="i0">Waar zit hij? Neen, &rsquo;k en vind hem niet,<br /></span>
+<span class="i0">maar &rsquo;k hoore, &rsquo;k hoore, &rsquo;k hoore een lied<br /></span>
+<span class="i4">hem lustig weven:<br /></span>
+<span class="i2">het kettert in de dreven.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 23em;">
+<span class="i0">Zoo zit en zingt er menig man,<br /></span>
+<span class="i0">vroegmorgens op &rsquo;t getouwe, om, van<br /></span>
+<span class="i4">go&ecirc;n drom<a id="FNa_1_30" href="#FN_1_30" class="fnanchor">[1]</a>, te maken<br /></span>
+<span class="i2">langlijdend<a id="FNa_2_31" href="#FN_2_31" class="fnanchor">[2]</a> lijwaadlaken.<br /></span>
+</div>
+<span class="pageno"><a id="p_39">[39]</a></span>
+<div class="stanza" style="width: 23em;">
+<span class="i0">De wever zingt, zijn&rsquo; webbe deunt<a id="FNa_3_32" href="#FN_3_32" class="fnanchor">[3]</a>;<br /></span>
+<span class="i0">de la klabakt, &rsquo;t getouwe dreunt;<br /></span>
+<span class="i4">en lijzig varen<br /></span>
+<span class="i2">de spoelen heen, in &rsquo;t garen.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 23em;">
+<span class="i0">Zoo zit er, in den zomer zoel,<br /></span>
+<span class="i0">een, werpende, op den weverstoel<br /></span>
+<span class="i4">van groene bl&acirc;ren,<br /></span>
+<span class="i2">zijn duizendverwig garen.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 23em;">
+<span class="i0">Wat is hij: mensche of dier of wat?<br /></span>
+<span class="i0">Vol zoetheid, is &rsquo;t een wierookvat,<br /></span>
+<span class="i4">daar Engelenhanden,<br /></span>
+<span class="i2">onzichtbaar, reuke in branden?<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 23em;">
+<span class="i0">Wat is hij? &rsquo;t Is een wekkerspel,<br /></span>
+<span class="i0">vol tanden fijn, vol snaren fel,<br /></span>
+<span class="i4">vol wakkere monden<br /></span>
+<span class="i2">van sprekend goud, gebonden.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 23em;">
+<span class="i0">Hij is... daar ik niet aan en kan,<br /></span>
+<span class="i0">een&rsquo; sparke viers, een&rsquo; boodschap van<br /></span>
+<span class="i4">veel hooger&rsquo; daken<br /></span>
+<span class="i2">als waarder menschen waken.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 23em;">
+<span class="i0">Horkt! Langzaam, luide en lief getaald,<br /></span>
+<span class="i0">hoe diep&rsquo; hij lust en leven haalt,<br /></span>
+<span class="i4">als uit de gronden<br /></span>
+<span class="i2">van duizend orgelmonden!<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 23em;">
+<span class="i0">Nu piept hij fijn, nu roept hij luid&rsquo;;<br /></span>
+<span class="i0">en &rsquo;t zijpzapt hem ter kelen uit,<br /></span>
+<span class="i4">lijk waterbellen,<br /></span>
+<span class="i2">die van de daken rellen.<br /></span>
+</div>
+<span class="pageno"><a id="p_40">[40]</a></span>
+<div class="stanza" style="width: 23em;">
+<span class="i0">Geteld, nu tokt zijn taalgetik,<br /></span>
+<span class="i0">als ware &rsquo;t op een marbelstik<a id="FNa_4_33" href="#FN_4_33" class="fnanchor">[4]</a>,<br /></span>
+<span class="i4">dat perelkransen,<br /></span>
+<span class="i2">van &rsquo;t snoer gevallen, dansen.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 23em;">
+<span class="i0">Geen vogel of hij weet zijn lied,<br /></span>
+<span class="i0">zijn&rsquo; leise<a id="FNa_5_34" href="#FN_5_34" class="fnanchor">[5]</a> en al zijn stemgebied,<br /></span>
+<span class="i4">bij zijnder talen,<br /></span>
+<span class="i2">nauwkeurig af te malen.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 23em;">
+<span class="i0">&rsquo;t En deert mij niet, hoe oud gedaagd,<br /></span>
+<span class="i0">dat hij den zangprijs henendraagt,<br /></span>
+<span class="i4">en, vogel schoone,<br /></span>
+<span class="i2">mij rooft de dichterkroone!<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 23em;">
+<span class="i0">Want mensche en heeft u nooit verstaan,<br /></span>
+<span class="i0">noch al uw&rsquo; rijkdom recht gedaan,<br /></span>
+<span class="i4">o wondere tale<br /></span>
+<span class="i2">van koning Nachtegale!<br /></span>
+</div></div>
+
+<hr class="fnsep" />
+
+<p class="footnote"><a id="FN_1_30" href="#FNa_1_30" class="label">[1]</a> Schering.</p>
+
+<p class="footnote"><a id="FN_2_31" href="#FNa_2_31" class="label">[2]</a> Langmeegaand, duurzaam. Lijden = gaan<span class="corr" id="corr05" title="Bron: ,">.</span></p>
+
+<p class="footnote"><a id="FN_3_32" href="#FNa_3_32" class="label">[3]</a> Schudt, trilt.</p>
+
+<p class="footnote"><a id="FN_4_33" href="#FNa_4_33" class="label">[4]</a> Stik = stuk.</p>
+
+<p class="footnote"><a id="FN_5_34" href="#FNa_5_34" class="label">[5]</a> Lied.</p>
+
+<hr class="hr10" />
+<p><span class="pageno"><a id="p_41">[41]</a></span></p>
+<div class="poem">
+
+<h2><a id="DE_NAVOND_KOMT_ZOO_STIL"></a>DE NAVOND KOMT ZOO STIL.</h2>
+
+<div class="stanza" style="width: 23em;">
+<span class="i0">De navond komt zoo stil, zoo stil,<br /></span>
+<span class="i2">zoo traagzaam aangetreden,<br /></span>
+<span class="i0">dat geen en weet, wanneer de dag<br /></span>
+<span class="i2">of waar hij is geleden<a id="FNa_1_35" href="#FN_1_35" class="fnanchor">[1]</a>.<br /></span>
+<span class="i0">&rsquo;t Is avond, stille... en, mij omtrent,<br /></span>
+<span class="i0">is iets, of iemand, onbekend,<br /></span>
+<span class="i0">die, zachtjes mij beroerend, zegt:<br /></span>
+<span class="i0">&bdquo;&rsquo;t Is avond en &rsquo;t is rustens recht.&rdquo;<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 23em;">
+<span class="i0">De boomen dragen gansch de locht<br /></span>
+<span class="i2">vol groen, nog onbestoven;<br /></span>
+<span class="i0">en &rsquo;k zie, zoo dicht hun&rsquo; blaren staan,<br /></span>
+<span class="i2">nog nauwlijks door de hoven;<br /></span>
+<span class="i0">&rsquo;k en hoore niets, al om end om,<br /></span>
+<span class="i0">van &rsquo;t zoetgekeelde vogelendom,<br /></span>
+<span class="i0">&rsquo;t en zij, het donker loof bene&ecirc;n,<br /></span>
+<span class="i0">den nachtegaal zijne avondbe&ecirc;n.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 23em;">
+<span class="i0">Hij zingt! Ach, wist hij zelf hoe schoon<br /></span>
+<span class="i2">hij zingt! Het is onwetend,<br /></span>
+<span class="i0">dat zingend hij mijne ooren boeit,<br /></span>
+<span class="i2">en aan zijn&rsquo; kele ketent.<br /></span>
+<span class="pageno"><a id="p_42">[42]</a></span>
+<span class="i0">Ach, wist hij &rsquo;t gene ik wetend ben:<br /></span>
+<span class="i0">dat dankbaar ik toch wete en ken<br /></span>
+<span class="i0">wie hem zijn&rsquo; tale, en mij daaraf<br /></span>
+<span class="i0">&rsquo;t genoegen en &rsquo;t genieten, gaf!<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 23em;">
+<span class="i0">Hoe lieflijk zingt hij! Maar, wat hoor<br /></span>
+<span class="i2">eensgangs ik ginder gekken?<br /></span>
+<span class="i0">Wat is &rsquo;t, dat her en weder her<br /></span>
+<span class="i2">verergerend gerrebekken?<br /></span>
+<span class="i0">Och, vorschenvolk, in &rsquo;t waterwied,<br /></span>
+<span class="i0">houdt op! En stoort de stilte niet:<br /></span>
+<span class="i0">laat hooren mij dat leutig slaan...<br /></span>
+<span class="i0">en, kwelgediert, houdt op voortaan!<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 23em;">
+<span class="i0">Hebt daar!... Het speit, den steen rondom,<br /></span>
+<span class="i2">en, uitgestrekter schenen,<br /></span>
+<span class="i0">zijn al de vorschen, diepe in &rsquo;t goor,<br /></span>
+<span class="i2">in &rsquo;t zwijgend goor verdwenen!...<br /></span>
+<span class="i0">Eilaas, de nacht en &rsquo;t donker zijn<br /></span>
+<span class="i0">bezitten nu den zanger mijn:<br /></span>
+<span class="i0">noch nachtegaal, noch ruit, noch muit<a id="FNa_2_36" href="#FN_2_36" class="fnanchor">[2]</a>,<br /></span>
+<span class="i0">en hoore ik meer... &rsquo;t is uit, &rsquo;t is uit!<br /></span>
+</div></div>
+
+<hr class="fnsep" />
+
+<p class="footnote"><a id="FN_1_35" href="#FNa_1_35" class="label">[1]</a> Voorbijgegaan.</p>
+
+<p class="footnote"><a id="FN_2_36" href="#FNa_2_36" class="label">[2]</a> Niet het minste stemgerucht.</p>
+
+<hr class="hr10" />
+<p><span class="pageno"><a id="p_43">[43]</a></span></p>
+<div class="poem">
+
+<h2><a id="DE_VLIEGE"></a><span class="gesperrt">DE VLIEGE</span>.</h2>
+
+<div class="stanza" style="width: 25em;">
+<span class="i0">o Gij dikke, welgekleede, welgevoede<br /></span>
+<span class="i7">vliege, die<br /></span>
+<span class="i1">&rsquo;k daar zoo dikkens, om end weder om mij,<br /></span>
+<span class="i7">hoore en zie<br /></span>
+<span class="i1">vliegen, varen, vederen, ruischen, in den<br /></span>
+<span class="i7">zonnestraal,<br /></span>
+<span class="i1">met uw&rsquo; ronkend-, hoog- en leeggevooisde<br /></span>
+<span class="i7">vedertaal!<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 25em;">
+<span class="i0">Ha, &rsquo;k en kenne niemand die u ooit &eacute;&eacute;ne arme<br /></span>
+<span class="i7">reke<a id="FNa_1_37" href="#FN_1_37" class="fnanchor">[1]</a> of twee<br /></span>
+<span class="i1">heeft geschonken, schoon gij zingt en immer<br /></span>
+<span class="i7">zongt, alre&ecirc;<br /></span>
+<span class="i1">ruim zoo lange als merelaan, of meeze, of<br /></span>
+<span class="i7">nachtegaal,<br /></span>
+<span class="i1">ruim zoo schoone allichte als honigbie- en<br /></span>
+<span class="i7">krekeltaal.<br /></span>
+</div>
+<span class="pageno"><a id="p_44">[44]</a></span>
+<div class="stanza" style="width: 25em;">
+<span class="i0">o Gij dikke, weltevreden, welgezinde<br /></span>
+<span class="i7">snaartrompet,<br /></span>
+<span class="i1">nooit en zag ik of en hoorde ik uwe<br /></span>
+<span class="i7">vlerken, net<br /></span>
+<span class="i1">lijk twee glazen ruitjes, daverende&rsquo; &rsquo;t zij<br /></span>
+<span class="i7">late of vroeg,<br /></span>
+<span class="i1">of &rsquo;t was helder zomerweder, en de<br /></span>
+<span class="i7">zonne loech!<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 25em;">
+<span class="i0">o Gij aardig dierken, &rsquo;k wou dat ik, zoo wel als<br /></span>
+<span class="i7">alle mensch,<br /></span>
+<span class="i1">zoo gij schijnt te hebben, had mijn herte en<br /></span>
+<span class="i7">wille en wensch,<br /></span>
+<span class="i1">en dat ge ons, al ronken in den mooien<br /></span>
+<span class="i7">zonneschijn,<br /></span>
+<span class="i1">wist den weg te wijzen naar &rsquo;t gestadig<br /></span>
+<span class="i7">blijde zijn!<br /></span>
+</div></div>
+
+<hr class="fnsep" />
+
+<p class="footnote"><a id="FN_1_37" href="#FNa_1_37" class="label">[1]</a> Regel<span class="corr" id="corr06" title="Bron: ">,</span> schrift of zang.</p>
+
+<hr class="hr10" />
+<p><span class="pageno"><a id="p_45">[45]</a></span></p>
+<div class="poem">
+
+<h2><a id="WAT_HANGT_GIJ_DAAR_TE_PRATEN"></a>WAT HANGT GIJ DAAR TE PRATEN.</h2>
+
+<div class="stanza" style="width: 19em;">
+<span class="i1">Wat hangt gij daar te praten<br /></span>
+<span class="i0">aan die blomme, o bruine bie;<br /></span>
+<span class="i1">waarop, waaruit, waarover<br /></span>
+<span class="i0">ik u ronken hoore en zie?<br /></span>
+<span class="i1">Gij zijt er met uw&rsquo; neuze en<br /></span>
+<span class="i0">met uw tonge al ingegaan;<br /></span>
+<span class="i1">gij hebt eraan geroken<br /></span>
+<span class="i0">en van alles aan gedaan,<br /></span>
+<span class="i1">daarom, daarin, daarover,<br /></span>
+<span class="i0">op uw&rsquo; vlerken alle twee:<br /></span>
+<span class="i1">ik wonder hoe die blomme u<br /></span>
+<span class="i0">laat geworden, zoo ter lee<a id="FNa_1_38" href="#FN_1_38" class="fnanchor">[1]</a>!<br /></span>
+<span class="i1">Och, ware ik in heur&rsquo; plaatse, ik<br /></span>
+<span class="i0">hiet u varen, en ik sloot<br /></span>
+<span class="i1">zoo seffens al dat werk, al<br /></span>
+<span class="i0">dat geruchte uit mijnen schoot,<br /></span>
+<span class="i1">en &rsquo;k...: &bdquo;Rap, uit mijnen weg en<br /></span>
+<span class="i0">uit mijn zunne, dat ik zie:<br /></span>
+<span class="i1">houdt op, en laat mij werken,<br /></span>
+<span class="i0">of ik strale<a id="FNa_2_39" href="#FN_2_39" class="fnanchor">[2]</a> u!&rdquo; zei de bie.<br /></span>
+</div></div>
+
+<hr class="fnsep" />
+
+<p class="footnote"><a id="FN_1_38" href="#FNa_1_38" class="label">[1]</a> Gewillig.</p>
+
+<p class="footnote"><a id="FN_2_39" href="#FNa_2_39" class="label">[2]</a> Straal = pijl, angel.</p>
+
+<hr class="hr10" />
+<p><span class="pageno"><a id="p_46">[46]</a></span></p>
+<div class="poem">
+
+<h2><a id="ALS_GE_NAAR_HET_KOOREN_LUISTERT"></a>ALS GE NAAR HET KOOREN LUISTERT.</h2>
+
+<div class="stanza" style="width: 23em;">
+<span class="i0">Als ge naar het kooren luistert,<br /></span>
+<span class="i1">dat nu op- nu nedergaat;<br /></span>
+<span class="i0">daar een&rsquo; zwepe wind in snuistert,<br /></span>
+<span class="i1">dat de lieve zonne baadt;<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 23em;">
+<span class="i0">neen, &rsquo;t en kan geen&rsquo; snare talen,<br /></span>
+<span class="i1">die zoo zoete om hooren is<br /></span>
+<span class="i0">als &rsquo;t gerep der roggestalen,<br /></span>
+<span class="i1">als &rsquo;t geroer van &rsquo;t kooren is.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 23em;">
+<span class="i0">&rsquo;t Vaart een fijn gelispeld leven<br /></span>
+<span class="i1">deur de toppen, altemaal;<br /></span>
+<span class="i0">daar de diepere stammen beven,<br /></span>
+<span class="i1">deunende als een&rsquo; dondertaal.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 23em;">
+<span class="i0">Hel en duister, lijze en luide,<br /></span>
+<span class="i1">mingelmangelt in de lucht,<br /></span>
+<span class="i0">&rsquo;t ruischen van de groengekruide,<br /></span>
+<span class="i1">grauwgetopte koorenvrucht.<br /></span>
+</div>
+<span class="pageno"><a id="p_47">[47]</a></span>
+<div class="stanza" style="width: 23em;">
+<span class="i0">Drijft dan maar, gij dunne staven,<br /></span>
+<span class="i1">die den landman &rsquo;t leven wint;<br /></span>
+<span class="i0">laat de zonne uw&rsquo; lenden laven<br /></span>
+<span class="i1">zoetjes, en den zomerwind!<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 23em;">
+<span class="i0">Hei, daar valt er volk te peerde,<br /></span>
+<span class="i1">losgetoomd, in &rsquo;t veie<a id="FNa_1_40" href="#FN_1_40" class="fnanchor">[1]</a> groen;<br /></span>
+<span class="i0">donker diept het ne&ecirc;r naar de eerde,<br /></span>
+<span class="i1">zoo in zee de schepen doen.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 23em;">
+<span class="i0">Volgende elk den andere, varen<br /></span>
+<span class="i1">ze, elk gevolgd, in &rsquo;t volle veld;<br /></span>
+<span class="i0">&rsquo;t zonnelicht beglanst de baren<br /></span>
+<span class="i1">van dit rennend rosgeweld.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 23em;">
+<span class="i0">Schielijk, in de lucht ontkomen,<br /></span>
+<span class="i1">zijn de ridderen weg: &rsquo;t en speelt<br /></span>
+<span class="i0">niets meer in de vrije vromen,<br /></span>
+<span class="i1">dat de zware zee verbeeldt.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 23em;">
+<span class="i0">Stille is &rsquo;t nu: de zonne vonkelt<br /></span>
+<span class="i1">deur de wolken, blij en blank;<br /></span>
+<span class="i0">milde lacht het al en monkelt<a id="FNa_2_41" href="#FN_2_41" class="fnanchor">[2]</a>,<br /></span>
+<span class="i1">in en om mij, lief en lang.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 23em;">
+<span class="i0">Ach! &rsquo;k En gave om al het schoone,<br /></span>
+<span class="i1">dat de heldere zonne ziet,<br /></span>
+<span class="i0">&mdash;Vlanderen, Vlanderen spant de kroone,&mdash;<br /></span>
+<span class="i1">neen-ik, nog mijn Vlanderen niet!<br /></span>
+</div></div>
+
+<hr class="fnsep" />
+
+<p class="footnote"><a id="FN_1_40" href="#FNa_1_40" class="label">[1]</a> Welig.</p>
+
+<p class="footnote"><a id="FN_2_41" href="#FNa_2_41" class="label">[2]</a> Glimlacht.</p>
+
+<hr class="hr10" />
+<p><span class="pageno"><a id="p_48">[48]</a></span></p>
+<div class="poem">
+
+<h2><a id="DE_WOLKENWEG_BEDIJGT"></a>DE WOLKENWEG BEDIJGT.</h2>
+
+<div class="stanza" style="width: 18em;">
+<span class="i1">De wolkenweg bedijgt<a id="FNa_1_42" href="#FN_1_42" class="fnanchor">[1]</a><br /></span>
+<span class="i0">vol eendlijke<a id="FNa_2_43" href="#FN_2_43" class="fnanchor">[2]</a> oorlogschepen,<br /></span>
+<span class="i1">wier witgezeilde macht<br /></span>
+<span class="i0">de koele westerzwepen<br /></span>
+<span class="i1">des windloops drijven doen,<br /></span>
+<span class="i0">en, in &rsquo;t gelid zoo zaan<a id="FNa_3_44" href="#FN_3_44" class="fnanchor">[3]</a>,<br /></span>
+<span class="i1">den hemel vol, tot in<br /></span>
+<span class="i0">zijn verste diepten, staan.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 18em;">
+<span class="i1">De zonne speelt daarin,<br /></span>
+<span class="i0">met honderd duizend monden<br /></span>
+<span class="i1">geschuts; die, scherp gela&ecirc;n,<br /></span>
+<span class="i0">&rsquo;t gebuikte lijndoek wonden<br /></span>
+<span class="i1">van &rsquo;t scheepgevaarte: &rsquo;t licht<br /></span>
+<span class="i0">en &rsquo;t duistert, keer om keer;<br /></span>
+<span class="i1">en, schielijk overwolkt,<br /></span>
+<span class="i0">en zie &rsquo;k geen zonne meer.<br /></span>
+</div>
+<span class="pageno"><a id="p_49">[49]</a></span>
+<div class="stanza" style="width: 18em;">
+<span class="i1">Gaat &rsquo;t regenen eindelijk,<br /></span>
+<span class="i0">en, zoo &rsquo;t de boeren vragen,<br /></span>
+<span class="i1">een&rsquo; ongetelden oest<a id="FNa_4_45" href="#FN_4_45" class="fnanchor">[4]</a><br /></span>
+<span class="i0">van goud en zelver vlagen<a id="FNa_5_46" href="#FN_5_46" class="fnanchor">[5]</a>?<br /></span>
+<span class="i1">Gaat &rsquo;t regenen? Donker is &rsquo;t,<br /></span>
+<span class="i0">nog donkerder. Med een,<br /></span>
+<span class="i1">daar bliksem&rsquo; het, en &rsquo;t buischt<br /></span>
+<span class="i0">een zware dondersteen!<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 18em;">
+<span class="i1">Het windrad is gekeerd,<br /></span>
+<span class="i0">de hemelwanden breken,<br /></span>
+<span class="i1">en neerstig&mdash;vlucht in huis!&mdash;<br /></span>
+<span class="i0">zie &rsquo;k al de daken leken:<br /></span>
+<span class="i1">God zegent het geweld<br /></span>
+<span class="i0">des hemels, de eerde doomt<a id="FNa_6_47" href="#FN_6_47" class="fnanchor">[6]</a><br /></span>
+<span class="i1">en davert, van &rsquo;t geluk<br /></span>
+<span class="i0">dat in heure aderen stroomt.<br /></span>
+</div></div>
+
+<hr class="fnsep" />
+
+<p class="footnote"><a id="FN_1_42" href="#FNa_1_42" class="label">[1]</a> Bedijgen, bedijen, groeien, worden.</p>
+
+<p class="footnote"><a id="FN_2_43" href="#FNa_2_43" class="label">[2]</a> Angstig, groot.</p>
+
+<p class="footnote"><a id="FN_3_44" href="#FNa_3_44" class="label">[3]</a> Dra.</p>
+
+<p class="footnote"><a id="FN_4_45" href="#FNa_4_45" class="label">[4]</a> Oogst.</p>
+
+<p class="footnote"><a id="FN_5_46" href="#FNa_5_46" class="label">[5]</a> Het vlaagt = het buit, het is buiig weer.</p>
+
+<p class="footnote"><a id="FN_6_47" href="#FNa_6_47" class="label">[6]</a> Dampt.</p>
+
+<hr class="hr10" />
+<p><span class="pageno"><a id="p_50">[50]</a></span></p>
+<div class="poem">
+
+<h2><a id="ANDLEIE"></a>ANDLEIE.<a id="FNa_1_48" href="#FN_1_48" class="fnanchor">[1]</a></h2>
+
+<div class="stanza" style="width: 19em;">
+<span class="i0">Jordane van mijn hert<br /></span>
+<span class="i0">en aderslag mijns levens,<br /></span>
+<span class="i1">o Leye, o vlaamsche vloed,<br /></span>
+<span class="i1">lijk Vlanderen, onbekend;<br /></span>
+<span class="i0">hoe overmachtigt mij<br /></span>
+<span class="i0">de mate uws vreugdegevens,<br /></span>
+<span class="i1">wanneer ik sta en schouwe,<br /></span>
+<span class="i1">uw&rsquo; vrijen boord omtrent!<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 19em;">
+<span class="i0">Hoe vaart gij welgemoed,<br /></span>
+<span class="i0">de malsche meerschen lavend<br /></span>
+<span class="i1">met blijder vruchtbaarheid,<br /></span>
+<span class="i1">te Scheldewaard, en voort<br /></span>
+<span class="i0">ten Oceaan, u, zelf,<br /></span>
+<span class="i0">een&rsquo; diepe vore gravend,<br /></span>
+<span class="i1">die &rsquo;t oude en vrije land<br /></span>
+<span class="i1">van Vlanderen toebehoort.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 19em;">
+<span class="i0">Wat zijt ge schoone, o Leye,<br /></span>
+<span class="i0">als &rsquo;t helderblauwe laken<br /></span>
+<span class="i1">der hemeltente wijd<br /></span>
+<span class="i1">en breed is uitgespreid,<br /></span>
+<span class="i0">en dat, uit heuren throon,<br /></span>
+<span class="i0">de felle zunne, aan &rsquo;t blaken,<br /></span>
+<span class="i1">vertweelingt heur gezichte<br /></span>
+<span class="i1">in uwe blauwigheid!<br /></span>
+</div>
+<span class="pageno"><a id="p_51">[51]</a></span>
+<div class="stanza" style="width: 19em;">
+<span class="i0">Dan leeft het rondom al<a id="FNa_2_49" href="#FN_2_49" class="fnanchor">[2]</a><br /></span>
+<span class="i0">uw&rsquo; groengezoomde kanten,<br /></span>
+<span class="i1">aanzijds en heraanzijds,<br /></span>
+<span class="i1">zoo verre ik henenschouw,<br /></span>
+<span class="i0">van lieden, die we&ecirc;rom,<br /></span>
+<span class="i0">en nu in &rsquo;t water, planten<br /></span>
+<span class="i1">den overjaarschen bloei<br /></span>
+<span class="i1">van hunnen akkerbouw,<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 19em;">
+<span class="i0">den bast, die, onlangs, toen<br /></span>
+<span class="i0">hij jong was, jong en schoone,<br /></span>
+<span class="i1">&rsquo;t gezicht verblijdde, maar<br /></span>
+<span class="i1">&eacute;&eacute;n levend legtapijt;<br /></span>
+<span class="i0">die, veel te lichte, eilaas!<br /></span>
+<span class="i0">de blauwe maagdenkroone<br /></span>
+<span class="i1">verloos, en bleef het lieve<br /></span>
+<span class="i1">en jeugdig leven kwijt!<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 19em;">
+<span class="i0">Het vlas! Nu staat &rsquo;t gedoopt,<br /></span>
+<span class="i0">Jordane, in uwe lanken,<br /></span>
+<span class="i1">gegord in haveren stroo,<br /></span>
+<span class="i1">dat banden gouds gelijkt;<br /></span>
+<span class="i0">bij duizend duizenden<br /></span>
+<span class="i0">van bonden, die vier planken<br /></span>
+<span class="i1">bewaren, ketenvast<br /></span>
+<span class="i1">en aan den wal gefijkt<a id="FNa_3_50" href="#FN_3_50" class="fnanchor">[3]</a>.<br /></span>
+</div>
+<span class="pageno"><a id="p_52">[52]</a></span>
+<div class="stanza" style="width: 19em;">
+<span class="i0">Hoe zucht gij, om we&ecirc;r uit<br /></span>
+<span class="i0">dit stovend bad te komen;<br /></span>
+<span class="i1">hoe zucht gij, zoo de ziel,<br /></span>
+<span class="i1">de vrome kerstene, doet,<br /></span>
+<span class="i0">die, na gedulde pijn,<br /></span>
+<span class="i0">vol hopen en vol schromen,<br /></span>
+<span class="i1">verlangt het licht te zien<br /></span>
+<span class="i1">dat haar verlossen moet!<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 19em;">
+<span class="i0">Verdraagt den harden steen<a id="FNa_4_51" href="#FN_4_51" class="fnanchor">[4]</a><br /></span>
+<span class="i0">nog wat, die, korts nadezen,<br /></span>
+<span class="i1">gelicht, u helpen zal<br /></span>
+<span class="i1">ter vrijheid; en de dood,<br /></span>
+<span class="i0">die u gedwongen hield,<br /></span>
+<span class="i0">zal zelf gedwongen wezen,<br /></span>
+<span class="i1">u latende uit het graf<br /></span>
+<span class="i1">en uit den Leyeschoot.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 19em;">
+<span class="i0">Die steen heeft u gedempt,<br /></span>
+<span class="i0">g&rsquo;ootmoedigd en gedoken,<br /></span>
+<span class="i1">tot dat uw taaie rug,<br /></span>
+<span class="i1">gemurruwd en verzaad,<br /></span>
+<span class="i0">geen&rsquo; weerstand bi&ecirc;n en zou<br /></span>
+<span class="i0">aan hem die u, gebroken,<br /></span>
+<span class="i1">tot lijn<a id="FNa_5_52" href="#FN_5_52" class="fnanchor">[5]</a> hermaken zal<br /></span>
+<span class="i1">en edel vlasgewaad.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 19em;">
+<span class="i0">Hoe krielt het wederom,<br /></span>
+<span class="i0">langs al de Leyeboorden,<br /></span>
+<span class="i1">van lieden, half gekleed,<br /></span>
+<span class="i1">die half in &rsquo;t water staan,<br /></span>
+<span class="pageno"><a id="p_53">[53]</a></span>
+<span class="i0">en halen, lekende uit,<br /></span>
+<span class="i0">lijk lijken van versmoorden,<br /></span>
+<span class="i1">&rsquo;t gebonden, zappig vlas,<br /></span>
+<span class="i1">en &rsquo;t spreidende openslaan!<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 19em;">
+<span class="i0">&rsquo;t Verrijst! Het wordt alhier,<br /></span>
+<span class="i0">het wordt aldaar bewogen,<br /></span>
+<span class="i1">gestuikt<a id="FNa_6_53" href="#FN_6_53" class="fnanchor">[6]</a>, gekeuveld<a id="FNa_7_54" href="#FN_7_54" class="fnanchor">[7]</a> en<br /></span>
+<span class="i1">gehut. De zonne lacht<br /></span>
+<span class="i0">en speelt in &rsquo;t droogend schif<a id="FNa_8_55" href="#FN_8_55" class="fnanchor">[8]</a>,<br /></span>
+<span class="i0">dat, &rsquo;t water uitgezogen,<br /></span>
+<span class="i1">heur fijne stralen drinkt<br /></span>
+<span class="i1">en fijndere verruwpracht!<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 19em;">
+<span class="i0">Wat zie &rsquo;k! o Isra&euml;l,<br /></span>
+<span class="i0">lijk in de bibelprenten,<br /></span>
+<span class="i1">gekleend, den overtocht<br /></span>
+<span class="i1">van &rsquo;t Abrahamsche diet<a id="FNa_9_56" href="#FN_9_56" class="fnanchor">[9]</a>;<br /></span>
+<span class="i0">gesmaldeeld en geschaard,<br /></span>
+<span class="i0">in lijnwaadgrauwe tenten,<br /></span>
+<span class="i1">ontelbaar, zoo &rsquo;t den dwang<br /></span>
+<span class="i1">van Pharao verliet!<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 19em;">
+<span class="i0">Beloofde land van God,<br /></span>
+<span class="i0">Jordane, in &rsquo;t hooge Noorden,<br /></span>
+<span class="i1">hoe schoon &rsquo;t gelegerd volk,<br /></span>
+<span class="i1">dat, God gehoorzaam, voet<br /></span>
+<span class="i0">en hand te zamen, zwoegt<br /></span>
+<span class="i0">naar uwaard, en de boorden<br /></span>
+<span class="i1">van &rsquo;t stroomend waterkleed<br /></span>
+<span class="i1">strijdmachtig leven doet!<br /></span>
+</div>
+<span class="pageno"><a id="p_54">[54]</a></span>
+<div class="stanza" style="width: 19em;">
+<span class="i0">Ik hef, lijk Bala&rsquo;am,<br /></span>
+<span class="i0">mijn woord op, en &rsquo;k bezegen<br /></span>
+<span class="i1">den arbeidweerden troost<br /></span>
+<span class="i1">dien &rsquo;t neerstig Vlanderen vand...!<br /></span>
+<span class="i0">Zij &rsquo;t immer God getrouw,<br /></span>
+<span class="i0">God dankbaar, God genegen,<br /></span>
+<span class="i1">en weerd de diere kroon<br /></span>
+<span class="i1">die hem de vrijheid spant,<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 19em;">
+<span class="i0">zoo lang de Leye loopt,<br /></span>
+<span class="i0">zoo lang de velden dragen<br /></span>
+<span class="i1">den taaien lijnwaadoost<a id="FNa_10_57" href="#FN_10_57" class="fnanchor">[10]</a>,<br /></span>
+<span class="i1">die op heur boorden groeit;<br /></span>
+<span class="i0">zoo lang &rsquo;t gestorven vlas<br /></span>
+<span class="i0">herleeft in kant en kragen,<br /></span>
+<span class="i1">en, sneeuwwit op de borst<br /></span>
+<span class="i1">van jonk- en schoonheid bloeit!<br /></span>
+</div></div>
+
+<hr class="fnsep" />
+
+<p class="footnote"><a id="FN_1_48" href="#FNa_1_48" class="label">[1]</a> Aan de Leie<span class="corr" id="corr07" title="Bron: ,">.</span></p>
+
+<p class="footnote"><a id="FN_2_49" href="#FNa_2_49" class="label">[2]</a> Aan, langs.</p>
+
+<p class="footnote"><a id="FN_3_50" href="#FNa_3_50" class="label">[3]</a> Fijke is een stok of ijzeren
+staaf op den oever, waar de in &rsquo;t water neergelaten
+vlasbakken aan vastgebonden worden.</p>
+
+<p class="footnote"><a id="FN_4_51" href="#FNa_4_51" class="label">[4]</a> Die op de volle vlasbakken ligt om het vlas ter
+roting onder water te houden.</p>
+
+<p class="footnote"><a id="FN_5_52" href="#FNa_5_52" class="label">[5]</a> Gesponnen draad om te weven.</p>
+
+<p class="footnote"><a id="FN_6_53" href="#FNa_6_53" class="label">[6]</a> Stuiken = korenschoven recht overeind zetten om
+te drogen.</p>
+
+<p class="footnote"><a id="FN_7_54" href="#FNa_7_54" class="label">[7]</a> Keuvel = gevelpunt op een dak.</p>
+
+<p class="footnote"><a id="FN_8_55" href="#FNa_8_55" class="label">[8]</a> Houtbast van &rsquo;t vlas.</p>
+
+<p class="footnote"><a id="FN_9_56" href="#FNa_9_56" class="label">[9]</a> Volk.</p>
+
+<p class="footnote"><a id="FN_10_57" href="#FNa_10_57" class="label">[10]</a> Oogst.</p>
+
+<hr class="hr10" />
+<p><span class="pageno"><a id="p_55">[55]</a></span></p>
+<div class="poem">
+
+<h2><a id="T_IS_STILLE"></a><span class="gesperrt">&rsquo;T IS STILLE</span>.</h2>
+
+<div class="stanza" style="width: 17em;">
+<span class="i0">&rsquo;t Is stille. Rustig ligt<br /></span>
+<span class="i0">en slaapt het altemaal,<br /></span>
+<span class="i0">dat leute en leven was,<br /></span>
+<span class="i0">dat locht- en vogeltaal.<br /></span>
+<span class="i0">Geen windeken en waakt:<br /></span>
+<span class="i0">november houdt den staf,<br /></span>
+<span class="i0">en stelpt dat wekken mocht<br /></span>
+<span class="i0">het eindloos duister graf<br /></span>
+<span class="i0">des aardrijks. Ongebaand<br /></span>
+<span class="i0">en dood zijn weg en straat;<br /></span>
+<span class="i0">de voet alleen verwekt,<br /></span>
+<span class="i0">en &rsquo;t stappen van die gaat,<br /></span>
+<span class="i0">een doof gerucht in &rsquo;t loof,<br /></span>
+<span class="i0">dat, afgevallen, plekt<br /></span>
+<span class="i0">den grond, dien &rsquo;t in een&rsquo; spree<br /></span>
+<span class="i0">van doodsche varwen dekt.<br /></span>
+<span class="i0">&rsquo;t Is stille. Gij alleen,<br /></span>
+<span class="i0">o vlugge en vlijtig ding,<br /></span>
+<span class="i0">dat, langs den natten tak<br /></span>
+<span class="i0">geklaverd, uw gepink<br /></span>
+<span class="i0">laat hooren, fijn en snel,<br /></span>
+<span class="i0">ge ontsnapt en snetst alom:<br /></span>
+<span class="i0">&bdquo;Ik leef nog: piep! Ik leef,<br /></span>
+<span class="i0">spijts &rsquo;s winters winterdom!&rdquo;<br /></span>
+</div></div>
+
+<hr class="hr10" />
+<p><span class="pageno"><a id="p_56">[56]</a></span></p>
+<div class="poem">
+
+<h2><a id="DE_RAVE"></a><span class="gesperrt">DE RAVE</span>.</h2>
+
+<div class="stanza" style="width: 33em;">
+<span class="i0">Met zwart- en zwaren zwaai aan &rsquo;t werken door de grauwe,<br /></span>
+<span class="i0">de zonnelooze locht, ik de oude rave aanschouwe;<br /></span>
+<span class="i1">die, roeiende op en d&oacute;&oacute;r den schaars gewekten wind,<br /></span>
+<span class="i1">gelijk een dwalend spook, eilaas geen ruste en vindt.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 33em;">
+<span class="i0">Ze is zwart gebekt, gepoot, gekopt in &rsquo;t zwarte; als kolen,<br /></span>
+<span class="i0">zoo staan heure oogen zwart, in hun&rsquo; twee zwarte holen<br /></span>
+<span class="i1">te blinken; rouwgewaad en duister doek omvangt<br /></span>
+<span class="i1">het duister wangedrocht, dat in de nevelen hangt.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 33em;">
+<span class="i0">Ze is stom! Z&rsquo;en uit geen woord en &rsquo;t waaien van heur&rsquo; slagers<br /></span>
+<span class="i0">en hoort gij niet. Alzoo de zwarte doodendragers<br /></span>
+<span class="i1">stilzwijgend gaan, zoo gaat zij zwijgend op de lucht,<br /></span>
+<span class="i1">en wendt alhier aldaar heur&rsquo; zwarte ravenvlucht.<br /></span>
+</div>
+<span class="pageno"><a id="p_57">[57]</a></span>
+<div class="stanza" style="width: 33em;">
+<span class="i0">Wat wilt gij, duister spook! Waar gaat gij? Van wat steden<br /></span>
+<span class="i0">zijt gij, met damp en doom<a id="FNa_1_58" href="#FN_1_58" class="fnanchor">[1]</a> en &rsquo;s winters duisterheden,<br /></span>
+<span class="i1">alhierwaards aangewaaid? Wat boodschap brengt gij? Van<br /></span>
+<span class="i1">wat rampe of tegenspoed zijt gij de bedeman<a id="FNa_2_59" href="#FN_2_59" class="fnanchor">[2]</a>?<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 33em;">
+<span class="i0">Is ziek- of zuchtigheid, uit &rsquo;s noordens grauwe landen;<br /></span>
+<span class="i0">is sterfte wederom, is hongersnood op handen?<br /></span>
+<span class="i1">Is moordaanslag, verraad de zin van uw vermaan;<br /></span>
+<span class="i1">of gaat de muil misschien des afgronds opengaan?<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 33em;">
+<span class="i0">Geen woord! Dan, weg van hier, onzalige: gaat varen<br /></span>
+<span class="i0">alwaar nooit zonne en rijst; alwaar de grimme baren<br /></span>
+<span class="i1">staan ijsvaste overende, als rotsen; en waar nooit<br /></span>
+<span class="i1">noch blom noch blad den buik van moeder aarde en tooit!<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 33em;">
+<span class="i0">Gaat aan! Of spreekt een woord, zoo de andere vogeldieren<br /></span>
+<span class="i0">te zomertijde doen, die in de bosschen zwieren:<br /></span>
+<span class="i1">ja, &rsquo;s winters, als de snee&rsquo; heur laken heeft gespreid,<br /></span>
+<span class="i1">nog vinkt en klinkt het hier, vol vogelvlijtigheid.<br /></span>
+</div>
+<span class="pageno"><a id="p_58">[58]</a></span>
+<div class="stanza" style="width: 33em;">
+<span class="i0">En gij! De rave trekt, met trage vederslagen,<br /></span>
+<span class="i0">voorbij mij, zwaar en zwart gelijk nen kerkhofwagen,<br /></span>
+<span class="i1">en roept mij, onverwachts, terwijl zij henenvaart,<br /></span>
+<span class="i1">al in &eacute;&eacute;n enkel woord, heur&rsquo; winterboodschap: &bdquo;Spaart!&rdquo;<br /></span>
+</div></div>
+
+<hr class="fnsep" />
+
+<p class="footnote"><a id="FN_1_58" href="#FNa_1_58" class="label">[1]</a> Damp.</p>
+
+<p class="footnote"><a id="FN_2_59" href="#FNa_2_59" class="label">[2]</a> Bode.</p>
+
+<hr class="hr10" />
+<p><span class="pageno"><a id="p_59">[59]</a></span></p>
+<div class="poem">
+
+<h2><a id="DE_TIJD"></a><span class="gesperrt">DE TIJD</span>.</h2>
+
+<p class="rquote"><i xml:lang="la">Tempus non erit amplius.</i> Apoc. X, 6.</p>
+
+<div class="stanza" style="width: 21em;">
+<span class="i0">Verloren is &rsquo;t gepijnd om aan<br /></span>
+<span class="i0">den tijd, die immer voort moet gaan,<br /></span>
+<span class="i3">een paal te zetten;<br /></span>
+<span class="i0">ja, stelt u maar en schoort u stijf,<br /></span>
+<span class="i0">ge &rsquo;n zult, met al uw le&ecirc;n en lijf,<br /></span>
+<span class="i3">zijn&rsquo; baan beletten.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 21em;">
+<span class="i0">Hij lacht met u, en, moegesold,<br /></span>
+<span class="i0">gij vechtend in de vore rolt,<br /></span>
+<span class="i3">daar &rsquo;t eeuwig varen<br /></span>
+<span class="i0">zijns wilden strooms voorbij u voert,<br /></span>
+<span class="i0">en zegepralend henenroert,<br /></span>
+<span class="i3">zijn&rsquo; ruwe baren.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 21em;">
+<span class="i0">Hij stampt de hooge boomen om,<br /></span>
+<span class="i0">hij buigt den berg zijn&rsquo; lenden krom,<br /></span>
+<span class="i3">hij springt de banden<br /></span>
+<span class="i0">van staal intween, die vastgedaan,<br /></span>
+<span class="i0">bij stede en stad, hem wederstaan,<br /></span>
+<span class="i3">in alle landen.<br /></span>
+</div>
+<span class="pageno"><a id="p_60">[60]</a></span>
+<div class="stanza" style="width: 21em;">
+<span class="i0">Geen wet en weet hij, noch &rsquo;t en zal<br /></span>
+<span class="i0">hem dwingen eenig ongeval:<br /></span>
+<span class="i3">geen&rsquo; legerbenden,<br /></span>
+<span class="i0">geen&rsquo; wapens, geen geweld van iet<br /></span>
+<span class="i0">dat donderbusse of boge schiet,<br /></span>
+<span class="i3">en kan hem schenden.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 21em;">
+<span class="i0">Onraakbaar is hij, vluchtende ooit<br /></span>
+<span class="i0">en vechtende; verderfnis strooit<br /></span>
+<span class="i3">hij op die wilden<br /></span>
+<span class="i0">we&ecirc;rzetten hem &rsquo;t zij burgten van<br /></span>
+<span class="i0">orduin<a id="FNa_1_60" href="#FN_1_60" class="fnanchor">[1]</a> gebouwd, &rsquo;t zij duizend man,<br /></span>
+<span class="i3">&rsquo;t zij duizend schilden.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 21em;">
+<span class="i0">&rsquo;t En breekt den boozen beul, van al &rsquo;t<br /></span>
+<span class="i0">geween dat hem te voeten valt,<br /></span>
+<span class="i3">geene enkele smerte,<br /></span>
+<span class="i0">geen Bethlehemsche kinderdood,<br /></span>
+<span class="i0">geen le&ecirc;ggeroofde moederschoot,<br /></span>
+<span class="i3">zijn steenen herte!<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 21em;">
+<span class="i0">Zoo moet hij varend henengaan,<br /></span>
+<span class="i0">en al dat is aan stukken slaan,<br /></span>
+<span class="i3">tot ander stonden,<br /></span>
+<span class="i0">dat hij ook eens, het licht ontzeid,<br /></span>
+<span class="i0">voor eeuwig hebbe in de eeuwigheid<br /></span>
+<span class="i3">zijn&rsquo; dood gevonden.<br /></span>
+</div></div>
+
+<hr class="fnsep" />
+
+<p class="footnote"><a id="FN_1_60" href="#FNa_1_60" class="label">[1]</a> Arduin.</p>
+
+<hr class="hr10" />
+<p><span class="pageno"><a id="p_61">[61]</a></span></p>
+<div class="poem">
+
+<h2><a id="MIJN_HERT_IS_ALS_EEN_BLOMGEWAS"></a>MIJN HERT IS ALS EEN BLOMGEWAS.</h2>
+
+<div class="stanza" style="width: 25em;">
+<span class="i1">Mijn hert is als een blomgewas,<br /></span>
+<span class="i0">dat, opengaande of toegeloken,<br /></span>
+<span class="i1">de stralen van de zonne vangt,<br /></span>
+<span class="i0">of kwijnt en pijnt en hangt gebroken.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 25em;">
+<span class="i1">Mijn hert gelijkt het jeugdig groen,<br /></span>
+<span class="i0">dat asemt in den dauw des morgens;<br /></span>
+<span class="i1">maar zwakt, des avonds, moe geleefd,<br /></span>
+<span class="i0">vol stof, vol weemoeds en vol zorgens!<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 25em;">
+<span class="i1">Mijn hert is als een vrucht, die wast<br /></span>
+<span class="i0">en rijp wordt, in de schauw verholen,<br /></span>
+<span class="i1">aleer de hand des najaars heeft,<br /></span>
+<span class="i0">te vroeg eilaas, den boom bestolen!<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 25em;">
+<span class="i1">Mijn hert gelijkt de sterre, die<br /></span>
+<span class="i0">verschiet, en aan de hooge wanden<br /></span>
+<span class="i1">des hemels eene sparke strijkt,<br /></span>
+<span class="i0">die, eer &rsquo;k hera&ecirc;m, houdt op van branden!<br /></span>
+</div>
+<span class="pageno"><a id="p_62">[62]</a></span>
+<div class="stanza" style="width: 25em;">
+<span class="i1">Mijn herte slacht den regenboog,<br /></span>
+<span class="i0">die, hoog gebouwd d&oacute;&oacute;r al de hemelen,<br /></span>
+<span class="i1">welhaast gedaan heeft rood en blauw<br /></span>
+<span class="i0">en groen en geluwe en peersch te schemelen!<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 25em;">
+<span class="i1">Mijn hert... mijn herte is krank, en broos,<br /></span>
+<span class="i0">en onstandvastig in &rsquo;t verblijden;<br /></span>
+<span class="i1">maar, als &rsquo;t hem wel gaat &eacute;&eacute;nen stond,<br /></span>
+<span class="i0">&rsquo;t kan dagen lang we&ecirc;r honger lijden!<br /></span>
+</div></div>
+
+<hr class="hr10" />
+<p><span class="pageno"><a id="p_63">[63]</a></span></p>
+<div class="poem">
+
+<div class="stanza" style="width: 22em;">
+<a id="T_EERSTE"></a>
+<span class="i0">&rsquo;t Eerste dat mij moeder vragen<br /></span>
+<span class="i0">leerde, in lang verleden dagen,<br /></span>
+<span class="i2">als ik hakkelde, ongeriefd<br /></span>
+<span class="i0">nog van woorden, &rsquo;t was, te gader<br /></span>
+<span class="i0">bei mijn&rsquo; handtjes doende: &bdquo;Vader,<br /></span>
+<span class="i2">geeft me &rsquo;en kruisken, als &rsquo;t u belieft!&rdquo;<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 22em;">
+<span class="i0">&rsquo;k Heb een kruiske dan gekregen,<br /></span>
+<span class="i0">menig keer, en wierd geslegen<br /></span>
+<span class="i2">op mijn&rsquo; kake, zacht en zoet...<br /></span>
+<span class="i0">Ach, ge zijt mij, bei te gader,<br /></span>
+<span class="i0">afgestorven, moeder, vader,<br /></span>
+<span class="i2">&rsquo;t geen mij nu nog leedschap doet!<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 22em;">
+<span class="i0">Maar, dat kruiske, &rsquo;t is geschreven<br /></span>
+<span class="i0">diep mij in den kop gebleven,<br /></span>
+<span class="i2">teeken van mijn erfgebied:<br /></span>
+<span class="i0">die den schedel mij aan scherven<br /></span>
+<span class="i0">sloege, en hiete &rsquo;t kruisken derven,<br /></span>
+<span class="i2">nog en hadd&rsquo; hij &rsquo;t kruisken niet!<br /></span>
+</div></div>
+
+<hr class="hr10" />
+<p><span class="pageno"><a id="p_64">[64]</a></span></p>
+<div class="poem">
+
+<h2><a id="WINTERMUGGEN"></a>WINTERMUGGEN.</h2>
+
+<div class="stanza" style="width: 20em;">
+<span class="i0">De wintermuggen zijn<br /></span>
+<span class="i3">aan &rsquo;t dansen, ommentomme,<br /></span>
+<span class="i0">zoo wit als muldersmeel,<br /></span>
+<span class="i3">zoo wit als molkenblomme<a id="FNa_1_61" href="#FN_1_61" class="fnanchor">[1]</a>.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 20em;">
+<span class="i0">Ze varen hooge, in &rsquo;t vloe;<br /></span>
+<span class="i3">ze dalen diepe, in de ebbe;<br /></span>
+<span class="i0">ze weven, heen en we&ecirc;r,<br /></span>
+<span class="i3">hun&rsquo; witte winterwebbe.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 20em;">
+<span class="i0">Hun&rsquo; winterwebbe zal,<br /></span>
+<span class="i3">dat lijnwaad zonder vlekken,<br /></span>
+<span class="i0">den zuiverlijken schoot<br /></span>
+<span class="i3">van moeder Aarde dekken.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 20em;">
+<span class="i0">Ze ligt in heuren slaap,<br /></span>
+<span class="i3">ze droomt den schuldeloozen,<br /></span>
+<span class="i0">den maagdelijken droom<br /></span>
+<span class="i3">van nieuwe lenteroozen.<br /></span>
+</div>
+<span class="pageno"><a id="p_65">[65]</a></span>
+<div class="stanza" style="width: 20em;">
+<span class="i0">Ze ligt in heuren slaap,<br /></span>
+<span class="i3">ze droomt den wonderbaren,<br /></span>
+<span class="i0">den liefelijken droom<br /></span>
+<span class="i3">van &rsquo;s zomers harpenaren.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 20em;">
+<span class="i0">Ze ligt in heuren droom,<br /></span>
+<span class="i3">ze droomt van overvloed en<br /></span>
+<span class="i0">van voorspoed overal,<br /></span>
+<span class="i3">om vee en volk te voeden.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 20em;">
+<span class="i0">&rsquo;n Wekt ze niet, &rsquo;n laat<br /></span>
+<span class="i3">heur geen geruchte dwingen,<br /></span>
+<span class="i0">om, al te schier ontwekt,<br /></span>
+<span class="i3">uit heuren slaap te springen!<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 20em;">
+<span class="i0">Daar ligt ze nu en rust:<br /></span>
+<span class="i3">heur zwijgend beddelaken,<br /></span>
+<span class="i0">de wintermuggen spree&rsquo;n &rsquo;t,<br /></span>
+<span class="i3">die geen geruchte en maken.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 20em;">
+<span class="i0">Ze draaien op en af<br /></span>
+<span class="i3">en af en op en omme,<br /></span>
+<span class="i0">zoo wit als melk, als meel,<br /></span>
+<span class="i3">als molke en runselblomme<a id="FNa_2_62" href="#FN_2_62" class="fnanchor">[2]</a>.<br /></span>
+</div></div>
+
+<hr class="fnsep" />
+
+<p class="footnote"><a id="FN_1_61" href="#FNa_1_61" class="label">[1]</a> Wrongel.</p>
+
+<p class="footnote"><a id="FN_2_62" href="#FNa_2_62" class="label">[2]</a> Wrongel.</p>
+
+<hr class="hr10" />
+<p><span class="pageno"><a id="p_66">[66]</a></span></p>
+<div class="poem">
+
+<h2><a id="WINTERNACHT"></a><span class="gesperrt">WINTERNACHT</span>.</h2>
+
+<div class="stanza" style="width: 21em;">
+<span class="i0">Hoe zwart staan al de boomen in<br /></span>
+<span class="i2">de witheid, onverwacht,<br /></span>
+<span class="i0">van &rsquo;t overdadig sneeuwen, dat &rsquo;t<br /></span>
+<span class="i2">gedaan heeft, van den nacht!<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 21em;">
+<span class="i0">Ze staan daar, als gekoolzwart en<br /></span>
+<span class="i2">met teekenen geprent,<br /></span>
+<span class="i0">al zwarte en zware staven, op<br /></span>
+<span class="i2">een eindloos pergament.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 21em;">
+<span class="i0">Ze &rsquo;n roeren noch ze &rsquo;n poeren<a id="FNa_1_63" href="#FN_1_63" class="fnanchor">[1]</a> en,<br /></span>
+<span class="i2">bij &rsquo;t nachtelijk gestraal,<br /></span>
+<span class="i0">men zweren zou dat &rsquo;t spoken zijn,<br /></span>
+<span class="i2">of reuzen altemaal.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 21em;">
+<span class="i0">De sterren staan en bliksemen,<br /></span>
+<span class="i2">als oogen, ongeteld,<br /></span>
+<span class="i0">van boven, uit de koppen van<br /></span>
+<span class="i2">die reuzen vol geweld.<br /></span>
+</div>
+<span class="pageno"><a id="p_67">[67]</a></span>
+<div class="stanza" style="width: 21em;">
+<span class="i0">Ze groeien immer grooter, en<br /></span>
+<span class="i2">de witheid van de snee<br /></span>
+<span class="i0">verzwaart de zwarte stammen. Zich<a id="FNa_2_64" href="#FN_2_64" class="fnanchor">[2]</a>!<br /></span>
+<span class="i2">van een&rsquo; zoo wordt er twee!<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 21em;">
+<span class="i0">&rsquo;k Versta nu hoe van drollen<a id="FNa_3_65" href="#FN_3_65" class="fnanchor">[3]</a>, gij,<br /></span>
+<span class="i2">en droezen<a id="FNa_3_65a" href="#FN_3_65" class="fnanchor">[3]</a> hebt gedroomd,<br /></span>
+<span class="i0">wanneer ge, Noordsche heidenen,<br /></span>
+<span class="i2">verkeerdet in &rsquo;t geboomt.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 21em;">
+<span class="i0">Bij &rsquo;t razen van den winter en<br /></span>
+<span class="i2">bij &rsquo;t nijpen van den nacht,<br /></span>
+<span class="i0">is de oude, grimme reuzenzegge<a id="FNa_4_66" href="#FN_4_66" class="fnanchor">[4]</a><br /></span>
+<span class="i2">ontstaan in uw gedacht.<br /></span>
+</div></div>
+
+<hr class="fnsep" />
+
+<p class="footnote"><a id="FN_1_63" href="#FNa_1_63" class="label">[1]</a> Bewegen.</p>
+
+<p class="footnote"><a id="FN_2_64" href="#FNa_2_64" class="label">[2]</a> Zie.</p>
+
+<p class="footnote"><a id="FN_3_65" href="#FNa_3_65" class="label">[3]</a> Nikkers, spoken.</p>
+
+<p class="footnote"><a id="FN_4_66" href="#FNa_4_66" class="label">[4]</a> Sage.</p>
+
+<hr class="hr10" />
+<p><span class="pageno"><a id="p_68">[68]</a></span></p>
+<div class="poem">
+
+<h2><a id="ARM_HUISGEZIN"></a><span class="gesperrt">ARM HUISGEZIN</span>.</h2>
+
+<div class="stanza" style="width: 21em;">
+<span class="i0">Onder &rsquo;t duister dak gedoken,<br /></span>
+<span class="i1">stroo en vodden<a id="FNa_1_67" href="#FN_1_67" class="fnanchor">[1]</a> altegaar,<br /></span>
+<span class="i0">heel onttodderd<a id="FNa_2_68" href="#FN_2_68" class="fnanchor">[2]</a>, half gebroken,<br /></span>
+<span class="i1">staat des werkmans woonste&ecirc; daar.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 21em;">
+<span class="i0">&rsquo;t Kaafgat<a id="FNa_3_69" href="#FN_3_69" class="fnanchor">[3]</a>, omme- en scheefgetrokken,<br /></span>
+<span class="i1">vallen gaat; en daar, deureen,<br /></span>
+<span class="i0">liggen afgerolde brokken<br /></span>
+<span class="i1">bruingebrand al, gruis en steen.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 21em;">
+<span class="i0">&rsquo;t Dak beneden, deur de wanden,<br /></span>
+<span class="i1">glazenloos, van latte en leem<br /></span>
+<span class="i0">zie &rsquo;k getelde turven branden,<br /></span>
+<span class="i1">doodsch, in &rsquo;t deerlijk huisgeheem<a id="FNa_4_70" href="#FN_4_70" class="fnanchor">[4]</a>.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 21em;">
+<span class="i0">Open ligt het, aller oogen;<br /></span>
+<span class="i1">&rsquo;t waait erdeure en &rsquo;t sneeuwt erin;<br /></span>
+<span class="i0">&rsquo;s zomers zal me&rsquo; er hitte in doogen,<br /></span>
+<span class="i1">&rsquo;s winters koude.&mdash;Arm huisgezin!<br /></span>
+</div></div>
+
+<hr class="fnsep" />
+
+<p class="footnote"><a id="FN_1_67" href="#FNa_1_67" class="label">[1]</a> Zoden.</p>
+
+<p class="footnote"><a id="FN_2_68" href="#FNa_2_68" class="label">[2]</a> Uit de voegen.</p>
+
+<p class="footnote"><a id="FN_3_69" href="#FNa_3_69" class="label">[3]</a> Kave = schouw.</p>
+
+<p class="footnote"><a id="FN_4_70" href="#FNa_4_70" class="label">[4]</a> Binnenhuis; heem, heim = huis.</p>
+
+<hr class="hr10" />
+<p><span class="pageno"><a id="p_69">[69]</a></span></p>
+<div class="poem">
+
+<h2><a id="IRREQUIETUM"></a><span xml:lang="la">IRREQUIETUM</span><a id="FNa_1_71" href="#FN_1_71" class="fnanchor">[1]</a>....</h2>
+
+<div class="stanza" style="width: 20em;">
+<span class="i0">Als &eacute;&eacute;n verdriet is uitgezucht,<br /></span>
+<span class="i1">er ruimte is, zult ge zeggen,<br /></span>
+<span class="i0">en reden daar, om &eacute;&eacute;ns, toch &eacute;&eacute;ns,<br /></span>
+<span class="i1">het rouwkleed af te leggen!<br /></span>
+<span class="i0">&rsquo;t En doet! Daar zitten zuchten al<br /></span>
+<span class="i1">volveerdig, ne&ecirc;rgedwongen,<br /></span>
+<span class="i0">en beidende, in de bange borst,<br /></span>
+<span class="i1">die geren henensprongen!<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 20em;">
+<span class="i0">Ze kwellen en ze pramen u,<br /></span>
+<span class="i1">en baren zult ge, baren,<br /></span>
+<span class="i0">ach! de altijdonvolborentheid<br /></span>
+<span class="i1">des weedoms! De oude jaren<br /></span>
+<span class="i0">en letten &rsquo;t herontvangen, noch<br /></span>
+<span class="i1">het grootgaan, immer: sterven<br /></span>
+<span class="i0">van droefheid, zult ge, in barensnood,<br /></span>
+<span class="i1">en &rsquo;t eeuwig&mdash;leven&mdash;erven!<br /></span>
+</div></div>
+
+<hr class="fnsep" />
+
+<p class="footnote"><a id="FN_1_71" href="#FNa_1_71" class="label">[1]</a> Zonder rust.</p>
+
+<hr class="hr10" />
+<p><span class="pageno"><a id="p_70">[70]</a></span></p>
+<div class="poem">
+
+<h2><a id="VELUT_UMBRA"></a><span class="gesperrt" xml:lang="la">VELUT UMBRA</span><a id="FNa_1_72" href="#FN_1_72" class="fnanchor">[1]</a>.</h2>
+
+<div class="stanza" style="width: 23em;">
+<span class="i1">Hoe lange al, eer &rsquo;k aanschouwen mocht<br /></span>
+<span class="i0">mijn schaduwbeeld! en zonnestralen,<br /></span>
+<span class="i1">door &rsquo;t scheuren van de ontstelde locht,<br /></span>
+<span class="i0">&rsquo;t daar schielijk, v&oacute;&oacute;r mij, henenmalen!<br /></span>
+<span class="i1">&rsquo;k Verschiete ervan, zoo lange al is &rsquo;t,<br /></span>
+<span class="i1">dat, zonneken, mijne ooge u mist.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 23em;">
+<span class="i1">&rsquo;k Gevoel &rsquo;t zoo veerdig&mdash;: ommentom,<br /></span>
+<span class="i0">dien eersten blik van liefde, &rsquo;t wezen<br /></span>
+<span class="i1">en &rsquo;t uitzien van heel &rsquo;t scheps&rsquo;lendom,<br /></span>
+<span class="i0">gedeluwd<a id="FNa_2_73" href="#FN_2_73" class="fnanchor">[2]</a> en ontziend<a id="FNa_3_74" href="#FN_3_74" class="fnanchor">[3]</a> voordezen,<br /></span>
+<span class="i1">doet werkzaam, in den zonneschijn,<br /></span>
+<span class="i1">heropgestaan en wakker zijn.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 23em;">
+<span class="i1">De witte muur, het roode dak,<br /></span>
+<span class="i0">de grauwe baan, de zwarte moude<a id="FNa_4_75" href="#FN_4_75" class="fnanchor">[4]</a>,<br /></span>
+<span class="i1">het groene gers<a id="FNa_5_76" href="#FN_5_76" class="fnanchor">[5]</a>, de bruine tak,<br /></span>
+<span class="i0">&rsquo;t is al alsof &rsquo;t herleven zoude<br /></span>
+<span class="i1">in &rsquo;t licht, dat &rsquo;t moede en &rsquo;t doove, van<br /></span>
+<span class="i1">dat verruwloos is, verwen kan.<br /></span>
+</div>
+<span class="pageno"><a id="p_71">[71]</a></span>
+<div class="stanza" style="width: 23em;">
+<span class="i1">Een enkel scheurke in &rsquo;t wolkgewand,<br /></span>
+<span class="i0">en &rsquo;k sta daar, v&oacute;&oacute;r mij, heengeschreven,<br /></span>
+<span class="i1">van boven tot bene&ecirc;n, in &rsquo;t zand<br /></span>
+<span class="i0">vertweelingd, in &rsquo;t geweld te leven<br /></span>
+<span class="i1">des zonnelichts!... Och arme, &rsquo;t sluit,<br /></span>
+<span class="i1">we&ecirc;r toe: mijn beeld is,&mdash;al is uit!<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 23em;">
+<span class="i1">Zoo gaat het, Heer des levens: al<br /></span>
+<span class="i0">zoo lange ik, in den hoogen throone,<br /></span>
+<span class="i1">U zelven eerst niet zien en zal,<br /></span>
+<span class="i0">den nu nog onaanschouwbaar schoone,<br /></span>
+<span class="i1">zoo lang zal licht en zonneschijn<br /></span>
+<span class="i1">me, en &rsquo;t leven ook, een schaduw zijn!<br /></span>
+</div></div>
+
+<hr class="fnsep" />
+
+<p class="footnote"><a id="FN_1_72" href="#FNa_1_72" class="label">[1]</a> Als een schaduw.</p>
+
+<p class="footnote"><a id="FN_2_73" href="#FNa_2_73" class="label">[2]</a> Loodverwig.</p>
+
+<p class="footnote"><a id="FN_3_74" href="#FNa_3_74" class="label">[3]</a> Onschoon.</p>
+
+<p class="footnote"><a id="FN_4_75" href="#FNa_4_75" class="label">[4]</a> Aarde.</p>
+
+<p class="footnote"><a id="FN_5_76" href="#FNa_5_76" class="label">[5]</a> Gras.</p>
+
+<hr class="hr10" />
+<p><span class="pageno"><a id="p_72">[72]</a></span></p>
+<div class="poem">
+
+<h2><a id="ABEELEN"></a><span class="gesperrt">ABEELEN</span>.</h2>
+
+<div class="stanza" style="width: 22em;">
+<span class="i0">Verschgevelde abeelenboomen<br /></span>
+<span class="i3">liggen langs de grachten heen,<br /></span>
+<span class="i0">die den ouden zandweg zoomen,<br /></span>
+<span class="i3">hoofd en armen afgesne&ecirc;n.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 22em;">
+<span class="i0">Sterke stammen, kon dat wezen,<br /></span>
+<span class="i3">gij, die, op en in den grond,<br /></span>
+<span class="i0">met uw&rsquo; voeten vastgevezen<a id="FNa_1_77" href="#FN_1_77" class="fnanchor">[1]</a>,<br /></span>
+<span class="i3">vamen diepe, ondelgbaar, stondt?<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 22em;">
+<span class="i0">Gij, die &rsquo;t zwaar geweld der winden,<br /></span>
+<span class="i3">kreunende, op uw kruinen droegt;<br /></span>
+<span class="i0">die zoo lang den boosgezinden<br /></span>
+<span class="i3">wintervijand wedersloegt?<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 22em;">
+<span class="i0">&rsquo;t Edel hoofd intweengespleten,<br /></span>
+<span class="i3">knoken in den grond geboord,<br /></span>
+<span class="i0">wie heeft &rsquo;t al u afgebeten,<br /></span>
+<span class="i3">dat uw&rsquo; schoonheid toebehoort?<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 22em;">
+<span class="i0">Spillen zie &rsquo;k, en spanen, dragen;<br /></span>
+<span class="i3">splenters, uit uw hoofdgewaai;<br /></span>
+<span class="i0">takken uit uw&rsquo; toppen zagen,<br /></span>
+<span class="i3">kerven af uw&rsquo; teenen taai!<br /></span>
+</div>
+<span class="pageno"><a id="p_73">[73]</a></span>
+<div class="stanza" style="width: 22em;">
+<span class="i0">Elk komt uit en wondt en snijdt u:<br /></span>
+<span class="i3">raapt en rooft, met volle hand;<br /></span>
+<span class="i0">nu dat, omme en verre en wijd, uw<br /></span>
+<span class="i3">hooge kroone ligt in &rsquo;t zand.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 22em;">
+<span class="i0">Vijandschap, aan alle zijden,<br /></span>
+<span class="i3">woedt om uwe ellendigheid:<br /></span>
+<span class="i0">heeft u ooit, in vroeger tijden,<br /></span>
+<span class="i3">vrede en vriendschap &eacute;&eacute;n ontzeid?<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 22em;">
+<span class="i0">Edel volk, wanneer gij wachttet,<br /></span>
+<span class="i3">langs den weg, en schaduw smeet<br /></span>
+<span class="i0">op die, moegegaan, versmachtte &rsquo;t<br /></span>
+<span class="i3">zonnevier, was &rsquo;t iemand leed?<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 22em;">
+<span class="i0">Iemand leed! Ach, laat mij weten<br /></span>
+<span class="i3">wie dat &rsquo;t is, die, afgemat,<br /></span>
+<span class="i0">heeft ondankbaar ne&ecirc;rgezeten,<br /></span>
+<span class="i3">in de schaduw! Leert mij dat!<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 22em;">
+<span class="i0">Meermaals mocht ik asem halen,<br /></span>
+<span class="i3">vluchten onder &rsquo;t groene dak,<br /></span>
+<span class="i0">als het zweerd der zonnestralen<br /></span>
+<span class="i3">scherp mij in de lenden stak.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 22em;">
+<span class="i0">Boomen, in uw&rsquo; looverlane,<br /></span>
+<span class="i3">tellende, een voor een, u al,<br /></span>
+<span class="i0">&rsquo;s zomers, zoete abeelenbane,<br /></span>
+<span class="i3">zelden ik nog komen zal!<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 22em;">
+<span class="i0">&rsquo;t Deert mij zoo!&mdash;De abeelenboomen<br /></span>
+<span class="i3">liggen langs de grachten heen,<br /></span>
+<span class="i0">die den ouden zandweg zoomen,<br /></span>
+<span class="i3">hals en handen afgesne&ecirc;n!<br /></span>
+</div></div>
+
+<hr class="fnsep" />
+
+<p class="footnote"><a id="FN_1_77" href="#FNa_1_77" class="label">[1]</a> Vijzen = schroeven.</p>
+
+<hr class="hr10" />
+<p><span class="pageno"><a id="p_74">[74]</a></span></p>
+<div class="poem">
+
+<h2><a id="LENTEGROEN"></a><span class="gesperrt">LENTEGROEN</span>.</h2>
+
+<div class="stanza" style="width: 21em;">
+<span class="i0">&rsquo;t Is lentegroen genoeg,<br /></span>
+<span class="i0">voor honderdduizend oogen;<br /></span>
+<span class="i3">eilaas, &rsquo;k en hebbe er ik,<br /></span>
+<span class="i3">o grondig groene zee,<br /></span>
+<span class="i6">maar twee:<br /></span>
+<span class="i0">wie kander moedeloos,<br /></span>
+<span class="i0">den dwang mij doen gedoogen<br /></span>
+<span class="i3">van &rsquo;t geen mij tegenhoudt<br /></span>
+<span class="i3">nen tocht in al dat groen<br /></span>
+<span class="i6">te doen?<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 21em;">
+<span class="i0">Gij vlerkendragend volk,<br /></span>
+<span class="i0">gij allerhand gezwinde<br /></span>
+<span class="i3">doorvliegers van de lucht,<br /></span>
+<span class="i3">de lieve lente lacht<br /></span>
+<span class="i6">zoo zacht;<br /></span>
+<span class="i0">en gij, gij vliegt haar in<br /></span>
+<span class="i0">&rsquo;t gemoet, bij lork en linde,<br /></span>
+<span class="i3">in &rsquo;t nieuwgeboren gers<a id="FNa_1_78" href="#FN_1_78" class="fnanchor">[1]</a>,<br /></span>
+<span class="i3">in &rsquo;t onkruid en in &rsquo;t riet:<br /></span>
+<span class="i6">ik niet!<br /></span>
+</div>
+<span class="pageno"><a id="p_75">[75]</a></span>
+<div class="stanza" style="width: 21em;">
+<span class="i0">Gij bietjes ongeteld,<br /></span>
+<span class="i0">gij tienmaalhonderdduizend<br /></span>
+<span class="i3">in &rsquo;t rood, in &rsquo;t geel, in &rsquo;t blauw<br /></span>
+<span class="i3">gepinte<a id="FNa_2_79" href="#FN_2_79" class="fnanchor">[2]</a> pepels<a id="FNa_3_80" href="#FN_3_80" class="fnanchor">[3]</a>, haait<br /></span>
+<span class="i6">en draait<br /></span>
+<span class="i0">en drentelt, op en ne&ecirc;r,<br /></span>
+<span class="i0">eer &rsquo;t zonnelicht, verhuizend<br /></span>
+<span class="i3">van hier, u, &rsquo;t lieve groen,<br /></span>
+<span class="i3">en mij, de moede nacht<br /></span>
+<span class="i6">ontkracht!<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 21em;">
+<span class="i0">o Grondig, groene zee,<br /></span>
+<span class="i0">&rsquo;k ben visschende op de baren<br /></span>
+<span class="i3">van uwe oneindigheid<br /></span>
+<span class="i3">van groen, en mijn gewin<br /></span>
+<span class="i6">daarin<br /></span>
+<span class="i0">verheugt mijn arem herte:<br /></span>
+<span class="i0">om &rsquo;t gene ik late varen,<br /></span>
+<span class="i3">om &rsquo;t gene ik vangen kan,<br /></span>
+<span class="i3">en.... God gebenedijd<br /></span>
+<span class="i6">mij zijt!<br /></span>
+</div></div>
+
+<hr class="fnsep" />
+
+<p class="footnote"><a id="FN_1_78" href="#FNa_1_78" class="label">[1]</a> Gras.</p>
+
+<p class="footnote"><a id="FN_2_79" href="#FNa_2_79" class="label">[2]</a> Getooid.</p>
+
+<p class="footnote"><a id="FN_3_80" href="#FNa_3_80" class="label">[3]</a> Vlinder.</p>
+
+<hr class="hr10" />
+<p><span class="pageno"><a id="p_76">[76]</a></span></p>
+<div class="poem">
+
+<h2><a id="VOGELZANG"></a><span class="gesperrt">VOGELZANG</span>.</h2>
+
+<div class="stanza" style="width: 17em;">
+<span class="i0">Ik hoore &rsquo;t, gij vogelkens,<br /></span>
+<span class="i3">luide genoeg<br /></span>
+<span class="i1">herhaalt en herhaalt gij<br /></span>
+<span class="i4">uw&rsquo; spraken;<br /></span>
+<span class="i0">maar, hoe ik mijn beste doe,<br /></span>
+<span class="i3">spade ende vroeg,<br /></span>
+<span class="i1">&rsquo;k en wete er geen zin van<br /></span>
+<span class="i4">te maken.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 17em;">
+<span class="i0">Verstaat gij malkanderen,<br /></span>
+<span class="i3">elk in zijn&rsquo; taal?<br /></span>
+<span class="i1">Verstaat, gij die meest en<br /></span>
+<span class="i4">die merelt,<br /></span>
+<span class="i0">die lijstert, die leeuwerkt, die<br /></span>
+<span class="i3">muscht, altemaal<br /></span>
+<span class="i1">uw maagschap, tot tenden<br /></span>
+<span class="i4">de wereld?<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 17em;">
+<span class="i0">Geen slagers en kenne ik, zoo<br /></span>
+<span class="i3">dapper als... ei!<br /></span>
+<span class="i1">die, slaande uwen klank uit<br /></span>
+<span class="i4">der kelen,<br /></span>
+<span class="i0">komt vinken en klinken hier,<br /></span>
+<span class="i3">vroeg in de mei,<br /></span>
+<span class="i1">en zitten en zingen<br /></span>
+<span class="i4">en spelen.<br /></span>
+</div>
+<span class="pageno"><a id="p_77">[77]</a></span>
+<div class="stanza" style="width: 17em;">
+<span class="i0">Ge &rsquo;n hebt me noch dit, in uw&rsquo;<br /></span>
+<span class="i3">zangen, gedwaald;<br /></span>
+<span class="i1">noch dat, in uw zingen,<br /></span>
+<span class="i4">vergeten;<br /></span>
+<span class="i0">gelijk is het altijd, al<br /></span>
+<span class="i3">&rsquo;t gene gij taalt,<br /></span>
+<span class="i1">gewikt en gemikt en<br /></span>
+<span class="i4">gemeten.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 17em;">
+<span class="i0">Zoo zongen uwe ouders, zoo<br /></span>
+<span class="i3">gij ook, nadien;<br /></span>
+<span class="i1">en, na u, zoo zingen<br /></span>
+<span class="i4">uw&rsquo; jongen;<br /></span>
+<span class="i0">hebbe ievers ik nachtegaals-<br /></span>
+<span class="i3">zonen gezien,<br /></span>
+<span class="i1">&rsquo;t was nachtegaalszang, dat<br /></span>
+<span class="i4">zij zongen<span class="corr" id="corr08" title="Bron: ,">.</span><br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 17em;">
+<span class="i0">Dan&mdash;alles van buiten weet ge:<br /></span>
+<span class="i3">al dat gij zingt<br /></span>
+<span class="i1">en zurkelt en zabbert;<br /></span>
+<span class="i4">&rsquo;t zit even<br /></span>
+<span class="i0">zoo net in zijn&rsquo; haken en<br /></span>
+<span class="i3">oogen, mij dinkt,<br /></span>
+<span class="i1">of ware &rsquo;t met inte<a id="FNa_1_81" href="#FN_1_81" class="fnanchor">[1]</a><br /></span>
+<span class="i4">geschreven.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 17em;">
+<span class="i0">Daar leerde toch iemand u &rsquo;t<br /></span>
+<span class="i3">liedergeluid<br /></span>
+<span class="i1">naar maten en wetten<br /></span>
+<span class="i4">bedwingen;<br /></span>
+<span class="i0">nu heffen, nu leggen: dan<br /></span>
+<span class="i3">in en dan uit,<br /></span>
+<span class="i1">van &rsquo;t hoogere in &rsquo;t leege<br /></span>
+<span class="i4">verspringen!<br /></span>
+</div>
+<span class="pageno"><a id="p_78">[78]</a></span>
+<div class="stanza" style="width: 17em;">
+<span class="i0">Geen scholen en wete ik, daar,<br /></span>
+<span class="i3">lastig en lang,<br /></span>
+<span class="i1">gij zaat, om uw&rsquo; lessen<br /></span>
+<span class="i4">te leeren,<br /></span>
+<span class="i0">zoo menschen dat moeten, die<br /></span>
+<span class="i3">spel en gezang<br /></span>
+<span class="i1">betalende menschen<br /></span>
+<span class="i4">vereeren!<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 17em;">
+<span class="i0">Gods werken, zijt wonder: ik<br /></span>
+<span class="i3">wille u verstaan,<br /></span>
+<span class="i1">doch, helder en wordt het...!<br /></span>
+<span class="i4">Geraden<br /></span>
+<span class="i0">en kan ik het raadsel, hoe<br /></span>
+<span class="i3">Hij heeft gedaan,<br /></span>
+<span class="i1">de Godlijke Dader,<br /></span>
+<span class="i4">zijn&rsquo; daden!<br /></span>
+</div></div>
+
+<hr class="fnsep" />
+
+<p class="footnote"><a id="FN_1_81" href="#FNa_1_81" class="label">[1]</a> Inkt.</p>
+
+<hr class="hr10" />
+<p><span class="pageno"><a id="p_79">[79]</a></span></p>
+<div class="poem">
+
+<h2><a id="ZONNEWENDE"></a><span class="gesperrt">ZONNEWENDE</span>.</h2>
+
+<div class="stanza" style="width: 20em;">
+<span class="i0">Een blomken heb ik staan, nabij<br /></span>
+<span class="i2">me, in de oude boekenzale,<br /></span>
+<span class="i0">dat altijd, naar den dag toe, keert<br /></span>
+<span class="i2">zijn&rsquo; bla&acirc;rkes, altemale;<br /></span>
+<span class="i0">het wenden mag ik zus of zoo,<br /></span>
+<span class="i0">dat ik begere volgt het noo,<br /></span>
+<span class="i0">en &rsquo;t zoekt, weerom naar mij gericht,<br /></span>
+<span class="i0">nog altijd liever &rsquo;t zonnelicht!<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 20em;">
+<span class="i0">Och, ware ik als dat blomken is,<br /></span>
+<span class="i2">in al mijn doen en laten,<br /></span>
+<span class="i0">mijn zorgen, mijn bekommernis,<br /></span>
+<span class="i2">in huis en achter straten:<br /></span>
+<span class="i0">&rsquo;t zij wat men doet of niet en doet,<br /></span>
+<span class="i0">&rsquo;t zij wat ik immer lijden moet,<br /></span>
+<span class="i0">naar u, met herte en ziel, gericht,<br /></span>
+<span class="i0">o alverzettend zonnelicht!<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 20em;">
+<span class="i0">&rsquo;t Is duister nu en zwaar, te mets<a id="FNa_1_82" href="#FN_1_82" class="fnanchor">[1]</a>,<br /></span>
+<span class="i2">omtrent mij: oude kwalen<br /></span>
+<span class="i0">en nieuwe, doen, van zielgekwets,<br /></span>
+<span class="i2">mij moe zijn, menigmalen,<br /></span>
+<span class="i0">tot dat, o God, naar U gewend,<br /></span>
+<span class="i0">mijn&rsquo; duisterheid den dag erkent,<br /></span>
+<span class="i0">en ziende U, met mijne oogen dicht,<br /></span>
+<span class="i0">ik asem hale, in &rsquo;t zonnelicht.<br /></span>
+</div></div>
+
+<hr class="fnsep" />
+
+<p class="footnote"><a id="FN_1_82" href="#FNa_1_82" class="label">[1]</a> Somwijlen.</p>
+
+<hr class="hr10" />
+<p><span class="pageno"><a id="p_80">[80]</a></span></p>
+<div class="poem">
+
+<h2><a id="BONTE_ABEELEN"></a>BONTE ABEELEN.</h2>
+
+<div class="stanza" style="width: 18em;">
+<span class="i0">Wit als watte, en teenegader<br /></span>
+<span class="i0">groen, is &rsquo;t bonte abeelgeblader.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 18em;">
+<span class="i0">Wakker, als een wekkerspel,<br /></span>
+<span class="i0">wikkelwakkelwaait het snel.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 18em;">
+<span class="i0">Groen vanboven is &rsquo;t en, zonder<br /></span>
+<span class="i0">minke<a id="FNa_1_83" href="#FN_1_83" class="fnanchor">[1]</a>, wit als melk, vanonder.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 18em;">
+<span class="i0">Onstandvastig volgt het, gansch,<br /></span>
+<span class="i0">&rsquo;t onstandvastig windgedans.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 18em;">
+<span class="i0">Wisselbeurtig, op en neder,<br /></span>
+<span class="i0">slaat het, als een&rsquo; vogelveder:<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 18em;">
+<span class="i0">Wit en grauw, zoo, d&oacute;&oacute;r de lucht,<br /></span>
+<span class="i0">&bdquo;bonte-abeelt&rdquo; de duivenvlucht.<br /></span>
+</div></div>
+
+<hr class="fnsep" />
+
+<p class="footnote"><a id="FN_1_83" href="#FNa_1_83" class="label">[1]</a> Iets dat ontbreekt, vlek.</p>
+
+<hr class="hr10" />
+<p><span class="pageno"><a id="p_81">[81]</a></span></p>
+<div class="poem">
+
+<h2><a id="DE_BLEEKERSGAST"></a>DE BLEEKERSGAST.</h2>
+
+<div class="stanza" style="width: 22em;">
+<span class="i0">&rsquo;t Ververscht mij, in &rsquo;t geweld gestaan<br /></span>
+<span class="i2">der hooge zonnekrachten,<br /></span>
+<span class="i0">te zien van verre, aan &rsquo;t water slaan,<br /></span>
+<span class="i2">vuls arems, uit de grachten,<br /></span>
+<span class="i0">den bleekersgast: de regenvloed<br /></span>
+<span class="i0">&rsquo;t geleschte lijnwaad ronken doet.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 22em;">
+<span class="i0">Den lepel zwaait hij, zwak van le&ecirc;n,<br /></span>
+<span class="i2">ter beken uit, omhooge;<br /></span>
+<span class="i0">en waken doet, hoe verre heen<br /></span>
+<span class="i2">hij werpen kan, zijne ooge:<br /></span>
+<span class="i0">de laatste lage en mist hij niet,<br /></span>
+<span class="i0">en al dat drooge is nat hij giet.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 22em;">
+<span class="i0">De groote zonne lacht daarop<br /></span>
+<span class="i2">heure alderliefste lonken;<br /></span>
+<span class="i0">die, vallende in den dreupeldrop,<br /></span>
+<span class="i2">den dreupeldrop ontvonken:<br /></span>
+<span class="i0">ik regenbogen, smal van bouw,<br /></span>
+<span class="i0">nu hier nu daar, in &rsquo;t gers<a id="FNa_1_84" href="#FN_1_84" class="fnanchor">[1]</a>, aanschouw.<br /></span>
+</div>
+<span class="pageno"><a id="p_82">[82]</a></span>
+<div class="stanza" style="width: 22em;">
+<span class="i0">Het lijnwaad is, en &rsquo;t gers, nu nat<br /></span>
+<span class="i2">genoeg; de lanen leken;<br /></span>
+<span class="i0">en wederom zijn spegelglad<br /></span>
+<span class="i2">van aanschijn al de beken;<br /></span>
+<span class="i0">de bleeker zit en droogt entwaar<a id="FNa_2_85" href="#FN_2_85" class="fnanchor">[2]</a><br /></span>
+<span class="i0">de peerlen uit zijn kroezelhaar.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 22em;">
+<span class="i0">Verzachten doet dat regenbeeld<br /></span>
+<span class="i2">&rsquo;t geweld der heete stralen,<br /></span>
+<span class="i0">en lichter in de longer<a id="FNa_3_86" href="#FN_3_86" class="fnanchor">[3]</a> speelt<br /></span>
+<span class="i2">voortaan mij &rsquo;t asemhalen:<br /></span>
+<span class="i0">zij vrede aan al die &rsquo;t schoone van<br /></span>
+<span class="i0">Gods wonderhe&ecirc;n beseffen kan!<br /></span>
+</div></div>
+
+<hr class="fnsep" />
+
+<p class="footnote"><a id="FN_1_84" href="#FNa_1_84" class="label">[1]</a> Gras.</p>
+
+<p class="footnote"><a id="FN_2_85" href="#FNa_2_85" class="label">[2]</a> Ergens.</p>
+
+<p class="footnote"><a id="FN_3_86" href="#FNa_3_86" class="label">[3]</a> Long.</p>
+
+<hr class="hr10" />
+<p><span class="pageno"><a id="p_83">[83]</a></span></p>
+<div class="poem">
+
+<h2><a id="RIJMRAM"></a><span class="gesperrt">RIJMRAM</span>.</h2>
+
+<div class="stanza" style="width: 21em;">
+<span class="i0">Daar viel mij in &rsquo;t gedacht entwat,<br /></span>
+<span class="i0">dat, al te onveerdig opgevat,<br /></span>
+<span class="i0">verloren liep; en, mondgemeens,<br /></span>
+<span class="i0">en zal &rsquo;t noch ik, noch iemand eens<br /></span>
+<span class="i5">genieten.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 21em;">
+<span class="i0">Het deert mij danig! Ei! &rsquo;t en doet;<br /></span>
+<span class="i0">en heel en is en al, voor goed,<br /></span>
+<span class="i0">dat ongedicht gedachtje, dat<br /></span>
+<span class="i0">was al te onveerdig opgevat,<br /></span>
+<span class="i5">te nieten.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 21em;">
+<span class="i0">Het leeft entwaar<a id="FNa_1_87" href="#FN_1_87" class="fnanchor">[1]</a> entwat dervan,<br /></span>
+<span class="i0">dat visschende ik nog vangen kan,<br /></span>
+<span class="i0">wellicht; en, eens in &rsquo;t net, wie is &rsquo;t,<br /></span>
+<span class="i0">genaan<a id="FNa_2_88" href="#FN_2_88" class="fnanchor">[2]</a>! die mij den visch ontvischt,<br /></span>
+<span class="i5">en &rsquo;t garen?<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 21em;">
+<span class="i0">Mij rijmvast en, van stonden aan,<br /></span>
+<span class="i0">zal &rsquo;t stijf en sterk in staven staan,<br /></span>
+<span class="i0">nu, mondgemeen, het onverwacht<br /></span>
+<span class="i0">gedacht gedicht, gedicht gedacht,<br /></span>
+<span class="i5">nog jaren.<br /></span>
+</div></div>
+
+<hr class="fnsep" />
+
+<p class="footnote"><a id="FN_1_87" href="#FNa_1_87" class="label">[1]</a> Ergens.</p>
+
+<p class="footnote"><a id="FN_2_88" href="#FNa_2_88" class="label">[2]</a> Wat weerga!</p>
+
+<hr class="hr10" />
+<p><span class="pageno"><a id="p_84">[84]</a></span></p>
+<div class="poem">
+
+<h2><a id="TWEE_HORSEN"></a><span class="gesperrt">TWEE HORSEN</span>.</h2>
+
+<div class="stanza" style="width: 22em;">
+<span class="i0">Ze stappen, hun&rsquo; bellen al klinken,<br /></span>
+<span class="i2">de vrome twee horsen te gaar;<br /></span>
+<span class="i0">ze zwoegen, ze zweeten; en blinken<br /></span>
+<span class="i2">doet &rsquo;t blonde gelijm<a id="FNa_1_89" href="#FN_1_89" class="fnanchor">[1]</a> van hun haar.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 22em;">
+<span class="i0">Ze stappen, ze stenen, ze stijven<br /></span>
+<span class="i2">de stringen; en &rsquo;t ronde gareel,<br /></span>
+<span class="i0">het spant op hun&rsquo; spannende lijven:<br /></span>
+<span class="i2">de voerman beweegt ze aan een zeel.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 22em;">
+<span class="i0">De wagen komt achter. De rossen,<br /></span>
+<span class="i2">gelaten in &rsquo;t lastig geluid<br /></span>
+<span class="i0">der schokkende, bokkende<a id="FNa_2_90" href="#FN_2_90" class="fnanchor">[2]</a> bossen<a id="FNa_3_91" href="#FN_3_91" class="fnanchor">[3]</a>,<br /></span>
+<span class="i2">gaan, stille en gestadig, vooruit.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 22em;">
+<span class="i0">Geen zwepe en behoort er te zinken,<br /></span>
+<span class="i2">geen snoer en genaakt er &eacute;&eacute;n haar:<br /></span>
+<span class="i0">zoo stappen, hun&rsquo; bellen al klinken,<br /></span>
+<span class="i2">de vrome twee horsen, te ga&acirc;r.<br /></span>
+</div></div>
+
+<hr class="fnsep" />
+
+<p class="footnote"><a id="FN_1_89" href="#FNa_1_89" class="label">[1]</a> Geblink.</p>
+
+<p class="footnote"><a id="FN_2_90" href="#FNa_2_90" class="label">[2]</a> Stooten.</p>
+
+<p class="footnote"><a id="FN_3_91" href="#FNa_3_91" class="label">[3]</a> Naaf.</p>
+
+<hr class="hr10" />
+<p><span class="pageno"><a id="p_85">[85]</a></span></p>
+<div class="poem">
+
+<h2><a id="HET_KLOKGEBED"></a><span class="gesperrt">HET KLOKGEBED</span>.</h2>
+
+<div class="stanza" style="width: 13em;">
+<span class="i0">Hoe helder klinkt<br /></span>
+<span class="i0">de klokkentaal<br /></span>
+<span class="i0">ten torren uit:<br /></span>
+<span class="i0">tot negenmaal<br /></span>
+<span class="i0">herhaalt, herhaalt<br /></span>
+<span class="i0">de klepel, op<br /></span>
+<span class="i0">den rooden boord,<br /></span>
+<span class="i0">zijn be&ecirc;geklop!<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 13em;">
+<span class="i0">De landman laat<br /></span>
+<span class="i0">zijn&rsquo; rossen staan:<br /></span>
+<span class="i0">naar huis zal hij,<br /></span>
+<span class="i0">en rusten, gaan!<br /></span>
+<span class="i0">maar, eer hij stap<br /></span>
+<span class="i0">van stede zet,<br /></span>
+<span class="i0">zoo bidt hij nog<br /></span>
+<span class="i0">zijn klokgebed.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 13em;">
+<span class="i0">Een engel naar<br /></span>
+<span class="i0">Maria kwam:<br /></span>
+<span class="i0">de boodschap hij<br /></span>
+<span class="i0">van &rsquo;t Boetelam<br /></span>
+<span class="i0">had medebracht:<br /></span>
+<span class="i0">en negenmaal<br /></span>
+<span class="i0">begroet haar nu<br /></span>
+<span class="i0">de klokkentaal.<br /></span>
+</div>
+<span class="pageno"><a id="p_86">[86]</a></span>
+<div class="stanza" style="width: 13em;">
+<span class="i0">Gods eeuwig Woord<br /></span>
+<span class="i0">het licht verliet<br /></span>
+<span class="i0">des hemels, en<br /></span>
+<span class="i0">Maria hiet<br /></span>
+<span class="i0">het moeder zijn<br /></span>
+<span class="i0">van Hem die, aan<br /></span>
+<span class="i0">den boom, voor ons<br /></span>
+<span class="i0">heeft boete ontva&acirc;n<a id="FNa_1_92" href="#FN_1_92" class="fnanchor">[1]</a>.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 13em;">
+<span class="i0">De landman, na<br /></span>
+<span class="i0">den laatsten klop,<br /></span>
+<span class="i0">van bidden houdt,<br /></span>
+<span class="i0">van werken, op;<br /></span>
+<span class="i0">zijn&rsquo; rossen staan<br /></span>
+<span class="i0">op stal weerom,<br /></span>
+<span class="i0">en moeder wenscht<br /></span>
+<span class="i0">hem willekom.<br /></span>
+</div></div>
+
+<hr class="fnsep" />
+
+<p class="footnote"><a id="FN_1_92" href="#FNa_1_92" class="label">[1]</a> Ontvangen.</p>
+
+<hr class="hr10" />
+<p><span class="pageno"><a id="p_87">[87]</a></span></p>
+<div class="poem">
+
+<h2><a id="SCHOONHEID"></a><span class="gesperrt">SCHOONHEID</span>.</h2>
+
+<div class="stanza" style="width: 25em;">
+<span class="i0">Hoe schoon zijn de ongekunstenaarde<br /></span>
+<span class="i4">boomen, die<br /></span>
+<span class="i0">&rsquo;k, erkenbaar uit elkander, in den<br /></span>
+<span class="i4">hemel zie<br /></span>
+<span class="i0">geschoten staan, en dragende elk een<br /></span>
+<span class="i4">beeltenis,<br /></span>
+<span class="i0">daar &rsquo;t werken van Gods hand nog aan te<br /></span>
+<span class="i4">vinden is!<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 25em;">
+<span class="i0">Hoe schoon is, ongeschonden, in de<br /></span>
+<span class="i4">zonnenkracht,<br /></span>
+<span class="i0">&rsquo;t wijduitgespreide bouwsel van de<br /></span>
+<span class="i4">boomenpracht,<br /></span>
+<span class="i0">ten toppen uit gedreven, en, van<br /></span>
+<span class="i4">dracht, alzoo &rsquo;t<br /></span>
+<span class="i0">de Schepper eerst, beminnende, uit zijn<br /></span>
+<span class="i4">handen goot!<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 25em;">
+<span class="i0">Het was alzoo geschapen en, van<br /></span>
+<span class="i4">God gemaakt:<br /></span>
+<span class="i0">waarom en laat ge &rsquo;t, mensch, door u niet<br /></span>
+<span class="i4">aangeraakt,<br /></span>
+<span class="i0">geworden, &rsquo;t onverbeterbare en<br /></span>
+<span class="i4">&rsquo;t schoonste van<br /></span>
+<span class="i0">de schoonheid, daar geen menschenhand ooit<br /></span>
+<span class="i4">aan en kan?<br /></span>
+</div></div>
+
+<hr class="hr10" />
+<p><span class="pageno"><a id="p_88">[88]</a></span></p>
+<div class="poem">
+
+<h2><a id="DE_DAKPANNEN"></a><span class="gesperrt">DE DAKPANNEN</span>.</h2>
+
+<div class="stanza" style="width: 25em;">
+<span class="i0">De oude roo dakpannen schijnen zoo schoon,<br /></span>
+<span class="i2">schuren bedekkende en boeien<a id="FNa_1_93" href="#FN_1_93" class="fnanchor">[1]</a>,<br /></span>
+<span class="i0">laat er de zonne, van uit heuren throon,<br /></span>
+<span class="i2">vierige vonken op gloeien.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 25em;">
+<span class="i0">Duister, zoo waren ze, een wijle gele&ecirc;n,<br /></span>
+<span class="i3">vunzig, oneffen bedegen<a id="FNa_2_94" href="#FN_2_94" class="fnanchor">[2]</a>:<br /></span>
+<span class="i0">deerlijk ontodderd<a id="FNa_3_95" href="#FN_3_95" class="fnanchor">[3]</a> en schamel, bene&ecirc;n<br /></span>
+<span class="i3">&rsquo;t vochtig gezijp van den regen.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 25em;">
+<span class="i0">Blijde nu blinken ze, in &rsquo;t zadgroene veld;<br /></span>
+<span class="i2">schuren bedekkende en boeien:<br /></span>
+<span class="i0">&rsquo;k zie mij zoo geren, in &rsquo;t zonnengeweld,<br /></span>
+<span class="i2">de oude roo dakpannen bloeien.<br /></span>
+</div></div>
+
+<hr class="fnsep" />
+
+<p class="footnote"><a id="FN_1_93" href="#FNa_1_93" class="label">[1]</a> Schuurtje.</p>
+
+<p class="footnote"><a id="FN_2_94" href="#FNa_2_94" class="label">[2]</a> Geworden.</p>
+
+<p class="footnote"><a id="FN_3_95" href="#FNa_3_95" class="label">[3]</a> Uit de voegen.</p>
+
+<hr class="hr10" />
+<p><span class="pageno"><a id="p_89">[89]</a></span></p>
+<div class="poem">
+
+<h2><a id="TERUG"></a><span class="gesperrt">TERUG</span>.</h2>
+
+<div class="stanza" style="width: 16em;">
+<span class="i0">Scheef is de poorte van<br /></span>
+<span class="i1">oudheid, geweken:<br /></span>
+<span class="i0">za&acirc;lrugde<a id="FNa_1_96" href="#FN_1_96" class="fnanchor">[1]</a> &rsquo;t dak van<br /></span>
+<span class="i2">de schure; overal<br /></span>
+<span class="i0">stroo op de zwepingen<a id="FNa_2_97" href="#FN_2_97" class="fnanchor">[2]</a><br /></span>
+<span class="i1">zit er gesteken;<br /></span>
+<span class="i0">vodden beveursten<a id="FNa_3_98" href="#FN_3_98" class="fnanchor">[3]</a> het<br /></span>
+<span class="i2">huis en den stal.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 16em;">
+<span class="i0">Boven die vodden zijn<br /></span>
+<span class="i1">blommen gesprongen;<br /></span>
+<span class="i0">onder die vodden zit<br /></span>
+<span class="i2">volk en gezin;<br /></span>
+<span class="i0">blommen van vrede, zoo<br /></span>
+<span class="i1">ouden, zoo jongen,<br /></span>
+<span class="i0">blommen van buiten en<br /></span>
+<span class="i2">blommen van bin.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 16em;">
+<span class="i0">Daar is &rsquo;t, dat moeder zat;<br /></span>
+<span class="i1">daar is &rsquo;t, dat vader<br /></span>
+<span class="i0">vond die hem arbeid en<br /></span>
+<span class="i2">herte bracht; daar<br /></span>
+<span class="pageno"><a id="p_90">[90]</a></span>
+<span class="i0">knielden wij, kinderen,<br /></span>
+<span class="i1">handen te gader,<br /></span>
+<span class="i0">baden wij, kleenen en<br /></span>
+<span class="i2">grooten, te ga&acirc;r.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 16em;">
+<span class="i0">Daar is de schippe nog,<br /></span>
+<span class="i1">daar is de tange;<br /></span>
+<span class="i0">&rsquo;t ovenbuur<a id="FNa_4_99" href="#FN_4_99" class="fnanchor">[4]</a> staat daar, zoo<br /></span>
+<span class="i2">&rsquo;t vroeger daar stond;<br /></span>
+<span class="i0">&rsquo;t hondekot staat daar, en...<br /></span>
+<span class="i1">&mdash;&rsquo;t is al zoo lange!&mdash;<br /></span>
+<span class="i0">Hoe is de naam van dien<br /></span>
+<span class="i2">anderen hond?<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 16em;">
+<span class="i0">Ach, hoe verheugen mij,<br /></span>
+<span class="i1">ach, hoe verheffen<br /></span>
+<span class="i0">de oudere dagen mijn<br /></span>
+<span class="i2">diepste gemoed!<br /></span>
+<span class="i0">Is er wel iemand, die &rsquo;t<br /></span>
+<span class="i1">ooit kon beseffen<br /></span>
+<span class="i0">wat gij, oud hof, mij nu<br /></span>
+<span class="i2">zegt, mij nu doet?<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 16em;">
+<span class="i0">Zalige lieden, al<br /></span>
+<span class="i1">te arglooze menschen,<br /></span>
+<span class="i0">weinig begeerdet gij,<br /></span>
+<span class="i2">groot was uw hert!<br /></span>
+<span class="i0">&mdash;Kon het maar helpen, met<br /></span>
+<span class="i1">weenen en wenschen,<br /></span>
+<span class="i0">we&ecirc;r ate ik roggenbrood,<br /></span>
+<span class="i2">naast u aan &rsquo;t berd<a id="FNa_5_100" href="#FN_5_100" class="fnanchor">[5]</a>!<br /></span>
+</div></div>
+
+<hr class="fnsep" />
+
+<p class="footnote"><a id="FN_1_96" href="#FNa_1_96" class="label">[1]</a> Met een rug als een zadel.</p>
+
+<p class="footnote"><a id="FN_2_97" href="#FNa_2_97" class="label">[2]</a> Dwarshout tot koppeling van de kapgebinten.</p>
+
+<p class="footnote"><a id="FN_3_98" href="#FNa_3_98" class="label">[3]</a> Zoden vormen de dakvorst.</p>
+
+<p class="footnote"><a id="FN_4_99" href="#FNa_4_99" class="label">[4]</a> Ovenhuis.</p>
+
+<p class="footnote"><a id="FN_5_100" href="#FNa_5_100" class="label">[5]</a> Tafel.</p>
+
+<hr class="hr10" />
+<p><span class="pageno"><a id="p_91">[91]</a></span></p>
+<div class="poem">
+
+<h2><a id="HET_GETOUWE"></a>HET GETOUWE.</h2>
+
+<div class="stanza" style="width: 14em;">
+<span class="i2">En mocht ik maar<br /></span>
+<span class="i0">twee zielen hebben,<br /></span>
+<span class="i2">&rsquo;n mocht ik maar<br /></span>
+<span class="i2">twee menschen zijn,<br /></span>
+<span class="i2">&rsquo;k zou weven mij<br /></span>
+<span class="i0">twe&ecirc;rhande webben:<br /></span>
+<span class="i2">een&rsquo; webbe groef,<br /></span>
+<span class="i2">een webbe fijn.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 14em;">
+<span class="i2">Een webbe zou &rsquo;k,<br /></span>
+<span class="i0">van zonne en zijde,<br /></span>
+<span class="i2">mij weven, en<br /></span>
+<span class="i2">van goudgespin;<br /></span>
+<span class="i2">met boomen en<br /></span>
+<span class="i0">met blaren, blijde,<br /></span>
+<span class="i2">met meer als een<br /></span>
+<span class="i2">schoon blomken in.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 14em;">
+<span class="i2">Mijn ander&rsquo; webbe,<br /></span>
+<span class="i0">en tweede leven,<br /></span>
+<span class="i2">&rsquo;n liet ik maar,<br /></span>
+<span class="i2">onaangemoeid,<br /></span>
+<span class="i2">geschoren zijn,<br /></span>
+<span class="i0">getouwd, geweven,<br /></span>
+<span class="i2">zoo &rsquo;t in en deur<br /></span>
+<span class="i2">&rsquo;t getouwe vloeit!<br /></span>
+</div>
+<span class="pageno"><a id="p_92">[92]</a></span>
+<div class="stanza" style="width: 14em;">
+<span class="i2">Doch neen: ik zal,<br /></span>
+<span class="i0">van ziele en lijve,<br /></span>
+<span class="i2">de wever van<br /></span>
+<span class="i2">&eacute;&eacute;n webbe zijn,<br /></span>
+<span class="i2">zoo lange &rsquo;k in<br /></span>
+<span class="i0">dit leven blijve,<br /></span>
+<span class="i2">van zuur en zoet,<br /></span>
+<span class="i2">van groef en fijn.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 14em;">
+<span class="i2">Den inslag en<br /></span>
+<span class="i0">den drom<a id="FNa_1_101" href="#FN_1_101" class="fnanchor">[1]</a> van &rsquo;t leven,<br /></span>
+<span class="i2">van goed, heeft God,<br /></span>
+<span class="i2">en kwaad gespin,<br /></span>
+<span class="i2">van zijde en wolle<br /></span>
+<span class="i0">en werk gegeven,<br /></span>
+<span class="i2">met hier en daar<br /></span>
+<span class="i2">een blomken in.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 14em;">
+<span class="i2">En, zittende op<br /></span>
+<span class="i0">mijn krank getrouwe,<br /></span>
+<span class="i2">zoo weve en werke<br /></span>
+<span class="i2">ik, dag en nacht,<br /></span>
+<span class="i2">aanziende, vol<br /></span>
+<span class="i0">goe hope en rouwe,<br /></span>
+<span class="i2">den Heere, die<br /></span>
+<span class="i2">mijn werk verwacht.<br /></span>
+</div></div>
+
+<hr class="fnsep" />
+
+<p class="footnote"><a id="FN_1_101" href="#FNa_1_101" class="label">[1]</a> Schering.</p>
+
+<hr class="hr10" />
+<p><span class="pageno"><a id="p_93">[93]</a></span></p>
+<div class="poem">
+
+<h2><a id="WIEROOK"></a><span class="gesperrt">WIEROOK</span>.</h2>
+
+<p class="rquote"><span class="ri1" xml:lang="la">Thus ardens in igne.</span></p>
+
+<div class="stanza" style="width: 21em;">
+<span class="i3">o Wierookgraan,<br /></span>
+<span class="i3">geronnen traan<br /></span>
+<span class="i0">van ceder- en van lorkenstammen,<br /></span>
+<span class="i3">gebedenbeeld,<br /></span>
+<span class="i3">daar &rsquo;t vier in speelt,<br /></span>
+<span class="i0">en &rsquo;t vonkelen van &rsquo;s herten vlammen.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 21em;">
+<span class="i3">Geen gave van<br /></span>
+<span class="i3">fijn goud en kan<br /></span>
+<span class="i0">mijn hand den Heer, geen myrrha bieden,<br /></span>
+<span class="i3">maar wierook zal,<br /></span>
+<span class="i3">en overal<br /></span>
+<span class="i0">en allen dag, Hem dank bedieden.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 21em;">
+<span class="i3">o Wierookgraan,<br /></span>
+<span class="i3">in &rsquo;t vier gedaan,<br /></span>
+<span class="i0">en rookende uit mijns herten midden,<br /></span>
+<span class="i3">van aardsch en grauw<br /></span>
+<span class="i3">wordt hemelsch blauw:<br /></span>
+<span class="i0">gaat, wierookgraan, den Heere aanbidden.<br /></span>
+</div></div>
+
+<hr class="hr10" />
+<p><span class="pageno"><a id="p_94">[94]</a></span></p>
+<div class="poem">
+
+<h2><a id="O_HEEMELIJKE_DIEPTEN"></a>O HEEMELIJKE DIEPTEN...</h2>
+
+<div class="stanza" style="width: 24em;">
+<span class="i0">o Heemelijke diepten van<br /></span>
+<span class="i0">&rsquo;t vol schaduw hangend boschgebied:<br /></span>
+<span class="i0">vol schaduwe en vol duisterheid,<br /></span>
+<span class="i0">vol nacht en dauw, dooreengespreid!<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 24em;">
+<span class="i0">&rsquo;t Is morgen, en de zonne berst<br /></span>
+<span class="i0">alhier, aldaar, ontembaar, uit<br /></span>
+<span class="i0">den nachtelijken moederschoot:<br /></span>
+<span class="i0">&bdquo;Hier ben ik!&rdquo; roept de zonne groot.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 24em;">
+<span class="i0">&bdquo;Hier ben ik!&rdquo; En, ze doet den dauw,<br /></span>
+<span class="i0">in &rsquo;t veld, en al dat vochtig is,<br /></span>
+<span class="i0">verdampen. Deur de glazen valt<br /></span>
+<span class="i0">ze in &rsquo;t huisgezin:&mdash;ontwekken zal &rsquo;t!<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 24em;">
+<span class="i0">&rsquo;t Is licht alom: &rsquo;t is leven al,<br /></span>
+<span class="i0">dat &rsquo;t zonnebeeld aanschouwde: alleen,<br /></span>
+<span class="i0">daar diepe, in &rsquo;t eenzaam boschgebied,<br /></span>
+<span class="i0">en zie &rsquo;k, o schoone zonne, u niet.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 24em;">
+<span class="i0">&rsquo;t Is duister, en &rsquo;t is nacht daar nog;<br /></span>
+<span class="i0">met hier en daar een&rsquo; gulpe of twee,<br /></span>
+<span class="i0">daar &rsquo;t groen wordt, uit der grouwbaarheid...<br /></span>
+<span class="i0">&rsquo;k en weet niet hoe &rsquo;t nen naam gezeid!<br /></span>
+</div>
+<span class="pageno"><a id="p_95">[95]</a></span>
+<div class="stanza" style="width: 24em;">
+<span class="i0">De zonne grijpt al vaster nu<br /></span>
+<span class="i0">de trappen aan des luchtgebouws:<br /></span>
+<span class="i0">ter zege vaart ze, hooge en blij;<br /></span>
+<span class="i0">geen boom die heur we&ecirc;rbarstig zij!<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 24em;">
+<span class="i0">Zij giet, dat elk het merken mag,<br /></span>
+<span class="i0">bij geuten, vier en werkzaamheid<br /></span>
+<span class="i0">den bossche in: dweersche balken gaan,<br /></span>
+<span class="i0">vol speitend licht, den bodem slaan.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 24em;">
+<span class="i0">Het mosch, het loof, het blinkend hout,<br /></span>
+<span class="i0">de takken zware of lijze, loopt<br /></span>
+<span class="i0">zij lustig laven:&mdash;heerlijk is<br /></span>
+<span class="i0">verwonnen we&ecirc;r de duisternis.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 24em;">
+<span class="i0">Verwonnen zij de dood, en al<br /></span>
+<span class="i0">dat duisternisse of boosheid heet,<br /></span>
+<span class="i0">door &rsquo;t Licht van U, die, tallertijd<br /></span>
+<span class="i0">verwinnende, onverwonnen zijt!<br /></span>
+</div></div>
+
+<hr class="hr10" />
+<p><span class="pageno"><a id="p_96">[96]</a></span></p>
+<div class="poem">
+
+<h2><a id="T_GROEIT"></a><span class="gesperrt">&rsquo;T GROEIT</span>.</h2>
+
+<div class="stanza" style="width: 21em;">
+<span class="i0">&rsquo;t Groeit overal entwat:<br /></span>
+<span class="i0">tot op de blauwe schorren<a id="FNa_1_102" href="#FN_1_102" class="fnanchor">[1]</a>,<br /></span>
+<span class="i0">maalt, onbemerkt, het mos,<br /></span>
+<span class="i0">bij kleene kleene porren<a id="FNa_2_103" href="#FN_2_103" class="fnanchor">[2]</a>,<br /></span>
+<span class="i2">zijn platte penningen,<br /></span>
+<span class="i2">die, groene en grauw gedaan,<br /></span>
+<span class="i2">of geluw, op &rsquo;t gelent<a id="FNa_3_104" href="#FN_3_104" class="fnanchor">[3]</a><br /></span>
+<span class="i2">van de oude bruggen staan.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 21em;">
+<span class="i0">De zonne valt daarop,<br /></span>
+<span class="i0">de regen valt daaroppe;<br /></span>
+<span class="i0">ze groeien zijwaards uit,<br /></span>
+<span class="i0">ze zetten, doppe, doppe,<br /></span>
+<span class="i2">een dopken hier en daar,<br /></span>
+<span class="i2">dat, zoo en zus geleid,<br /></span>
+<span class="i2">aan elke schorre geeft<br /></span>
+<span class="i2">heur&rsquo; schoone uitwendigheid.<br /></span>
+</div>
+<span class="pageno"><a id="p_97">[97]</a></span>
+<div class="stanza" style="width: 21em;">
+<span class="i0">Gaat, kijkt ernaar entwie<a id="FNa_4_105" href="#FN_4_105" class="fnanchor">[4]</a>,<br /></span>
+<span class="i0">die oogen heeft, en staat er<br /></span>
+<span class="i0">een stonde wijlend bij,<br /></span>
+<span class="i0">daar zunne valt en water;<br /></span>
+<span class="i2">en toogt mij dan tapijt,<br /></span>
+<span class="i2">of legwerk, of &rsquo;t zij wat,<br /></span>
+<span class="i2">dat kunstiger gewrocht,<br /></span>
+<span class="i2">en schoonder, is als dat!<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 21em;">
+<span class="i0">Laat mieren nu daarbij,<br /></span>
+<span class="i0">daarin, daaroverhenen,<br /></span>
+<span class="i0">of muggen reppen hun&rsquo;<br /></span>
+<span class="i0">&rsquo;t zij hooge of leege schenen;<br /></span>
+<span class="i2">laat vlerken, hel als glas,<br /></span>
+<span class="i2">vol regenboogsch gepraal,<br /></span>
+<span class="i2">daarbij zijn, ach, hoe schoon,<br /></span>
+<span class="i2">hoe lief is &rsquo;t altemaal!<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 21em;">
+<span class="i0">&rsquo;t Leeft overal entwat:<br /></span>
+<span class="i0">&rsquo;t zij op, &rsquo;t zij onder &rsquo;t vloeien<br /></span>
+<span class="i0">der waters; op de veurst<a id="FNa_5_106" href="#FN_5_106" class="fnanchor">[5]</a><br /></span>
+<span class="i0">gezaaide blommen bloeien;<br /></span>
+<span class="i2">de pannen, levenloos<br /></span>
+<span class="i2">&rsquo;n zijn zij; noch in &rsquo;t stroo<br /></span>
+<span class="i2">van &rsquo;t schamel dak en weunt<br /></span>
+<span class="i2">het schamel blomke noo.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 21em;">
+<span class="i0">&rsquo;t Zijn spalten in den wand,<br /></span>
+<span class="i0">&rsquo;t zijn gerren<a id="FNa_6_107" href="#FN_6_107" class="fnanchor">[6]</a> in de pelen<a id="FNa_7_108" href="#FN_7_108" class="fnanchor">[7]</a><br /></span>
+<span class="i0">der boomen, daar hun spel<br /></span>
+<span class="i0">de varentjes in spelen,<br /></span>
+<span class="i2">die, boom- en wortelvast,<br /></span>
+<span class="i2">nog tieren in den schoot,<br /></span>
+<span class="i2">die, jaren le&ecirc;n, is hout-<br /></span>
+<span class="i2">en stam- en worteldood.<br /></span>
+</div>
+<span class="pageno"><a id="p_98">[98]</a></span>
+<div class="stanza" style="width: 21em;">
+<span class="i0">Geen moes<a id="FNa_8_109" href="#FN_8_109" class="fnanchor">[8]</a> en gaat te kwist,<br /></span>
+<span class="i0">geen veite<a id="FNa_9_110" href="#FN_9_110" class="fnanchor">[9]</a>, entwaar, bedorven,<br /></span>
+<span class="i0">of &rsquo;t leven kruipt erin<br /></span>
+<span class="i0">terug, al is &rsquo;t gestorven;<br /></span>
+<span class="i2">geen hout en is zoo voos,<br /></span>
+<span class="i2">geen mesch<a id="FNa_10_111" href="#FN_10_111" class="fnanchor">[10]</a>, of, stap aan stee,<br /></span>
+<span class="i2">zit wulvenkaas<a id="FNa_11_112" href="#FN_11_112" class="fnanchor">[11]</a> erop,<br /></span>
+<span class="i2">met paddenstoelen me&ecirc;.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 21em;">
+<span class="i0">Waar is, van Leye tot<br /></span>
+<span class="i0">aan Schelde, aan zee, in zande,<br /></span>
+<span class="i0">op huis, op stake, entwaar<br /></span>
+<span class="i0">een plekke, in onzen lande,<br /></span>
+<span class="i2">daar niemendalle en leeft,<br /></span>
+<span class="i2">van blommen of van blad,<br /></span>
+<span class="i2">dat lief is? Overal,<br /></span>
+<span class="i2">&rsquo;t groeit overal entwat.<br /></span>
+</div></div>
+
+<hr class="fnsep" />
+
+<p class="footnote"><a id="FN_1_102" href="#FNa_1_102" class="label">[1]</a> Arduinen vloersteen.</p>
+
+<p class="footnote"><a id="FN_2_103" href="#FNa_2_103" class="label">[2]</a> Wrat.</p>
+
+<p class="footnote"><a id="FN_3_104" href="#FNa_3_104" class="label">[3]</a> Borstwering.</p>
+
+<p class="footnote"><a id="FN_4_105" href="#FNa_4_105" class="label">[4]</a> Iemand.</p>
+
+<p class="footnote"><a id="FN_5_106" href="#FNa_5_106" class="label">[5]</a> Dakvorst.</p>
+
+<p class="footnote"><a id="FN_6_107" href="#FNa_6_107" class="label">[6]</a> Spleet.</p>
+
+<p class="footnote"><a id="FN_7_108" href="#FNa_7_108" class="label">[7]</a> Pel, schors.</p>
+
+<p class="footnote"><a id="FN_8_109" href="#FNa_8_109" class="label">[8]</a> Van overrijpe, rottende vruchten.</p>
+
+<p class="footnote"><a id="FN_9_110" href="#FNa_9_110" class="label">[9]</a> Het een of
+ander dat verrot is of vergaan, waaruit nieuw welig
+leven kan opschieten; vei = vet, sappig, groeizaam, vruchtbaar.</p>
+
+<p class="footnote"><a id="FN_10_111" href="#FNa_10_111" class="label">[10]</a> Mest.</p>
+
+<p class="footnote"><a id="FN_11_112" href="#FNa_11_112" class="label">[11]</a> Slijmzwam.</p>
+
+<hr class="hr10" />
+<p><span class="pageno"><a id="p_99">[99]</a></span></p>
+<div class="poem">
+
+<h2><a id="NAJAARSVERWEN"></a>NAJAARSVERWEN.</h2>
+
+<div class="stanza" style="width: 22em;">
+<span class="i0">Schilderschoon, zoo zijn de verven<br /></span>
+<span class="i0">van de bl&acirc;ren, die, aan &rsquo;t sterven,<br /></span>
+<span class="i2">&rsquo;s najaars, op de boomen staan,<br /></span>
+<span class="i2">schouwt de lieve zonne ze aan.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 22em;">
+<span class="i0">Groen, wat moet gij heldere vlagen<br /></span>
+<span class="i0">lichts in uwer lenden dragen,<br /></span>
+<span class="i2">dat gij, tanende ende ontaard,<br /></span>
+<span class="i2">toch zoo schoone verwen baart!<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 22em;">
+<span class="i0">Groen, gij zijt me een e&ecirc;l aanschouwen,<br /></span>
+<span class="i0">als ge, op de aarde wijd ontvouwen,<br /></span>
+<span class="i2">leven biedt aan volk en vee,<br /></span>
+<span class="i2">zegen giet op wald en wee!<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 22em;">
+<span class="i0">Groen, gij sterkt mij dan, en vinden<br /></span>
+<span class="i0">doen mij locht, de groene linden;<br /></span>
+<span class="i2">maar, uw bloeloos bont gerief<br /></span>
+<span class="i2">is mij, &rsquo;s najaars, n&oacute;g zoo lief.<br /></span>
+</div>
+<span class="pageno"><a id="p_100">[100]</a></span>
+<div class="stanza" style="width: 22em;">
+<span class="i0">&rsquo;s Voorjaars zingt het al te prachtig,<br /></span>
+<span class="i0">al te menig, al te machtig<br /></span>
+<span class="i2">groen, te oneindig luide een lied:<br /></span>
+<span class="i2">maar het groen dat weggaat niet.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 22em;">
+<span class="i0">Ei, hoe orgelt dan, hoe kwedelt,<br /></span>
+<span class="i0">harpt en zingezangt en vedelt<br /></span>
+<span class="i2">mij dat henenstervend... neen,<br /></span>
+<span class="i2">henenlevend&mdash;loofgeween!<br /></span>
+</div></div>
+
+<hr class="hr10" />
+<p><span class="pageno"><a id="p_101">[101]</a></span></p>
+<div class="poem">
+
+<h2><a id="NIEMANDSVRIEND"></a>NIEMANDSVRIEND.</h2>
+
+<div class="stanza" style="width: 22em;">
+<span class="i0">Ge &rsquo;n weet niet, die, in stad gewend<br /></span>
+<span class="i0">te wonen, maar Gods koorne en kent,<br /></span>
+<span class="i2">wanneer het, brood bedegen<a id="FNa_1_113" href="#FN_1_113" class="fnanchor">[1]</a>,<br /></span>
+<span class="i0">en voedzaam, u wordt voorgeleid,<br /></span>
+<span class="i0">hoe heerlijk is de uitwendigheid<br /></span>
+<span class="i2">van &rsquo;t groene, langs de wegen.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 22em;">
+<span class="i0">Van &rsquo;t groen, dat hooge en leege groeit;<br /></span>
+<span class="i0">van &rsquo;t groen, dat in de weiden bloeit;<br /></span>
+<span class="i2">van vogelvitse<a id="FNa_2_114" href="#FN_2_114" class="fnanchor">[2]</a> en krokke;<br /></span>
+<span class="i0">van wegbree, murke en roozewied;<br /></span>
+<span class="i0">van onderhave en retse<a id="FNa_2_114a" href="#FN_2_114" class="fnanchor">[2]</a> en riet,<br /></span>
+<span class="i2">van distel en van dokke<a id="FNa_3_115" href="#FN_3_115" class="fnanchor">[3]</a>.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 22em;">
+<span class="i0">Ach distel, ik en kende maar<br /></span>
+<span class="i0">van zeggenswege uw streuvelhaar<a id="FNa_4_116" href="#FN_4_116" class="fnanchor">[4]</a>;<br /></span>
+<span class="i2">ik liet mij, van die &rsquo;t zeiden,<br /></span>
+<span class="i0">verwittigd zijn, in &rsquo;t akkerland,<br /></span>
+<span class="i0">dat ge overal de kroone spant,<br /></span>
+<span class="i2">om onraad uit te breiden.<br /></span>
+</div>
+<span class="pageno"><a id="p_102">[102]</a></span>
+<div class="stanza" style="width: 22em;">
+<span class="i0">&rsquo;k En kende u niet en, bovendien,<br /></span>
+<span class="i0">&rsquo;k en zocht u van nabij te zien,<br /></span>
+<span class="i2">voorwaar, noch aan te roeren,<br /></span>
+<span class="i0">zoodanig is de rake<a id="FNa_5_117" href="#FN_5_117" class="fnanchor">[5]</a> omtrent<br /></span>
+<span class="i0">uw kwaadheid, overal bekend<br /></span>
+<span class="i2">en ruchtbaar, bij de boeren.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 22em;">
+<span class="i0">Men scheldt dat ge, iedereen ontvriend,<br /></span>
+<span class="i0">tot voedsel van den ezel dient;<br /></span>
+<span class="i2">men schuwt uw&rsquo; scherpe bladen;<br /></span>
+<span class="i0">doch, hij en scheldt onnut u niet,<br /></span>
+<span class="i0">die &rsquo;t schoone in al Gods werken ziet,<br /></span>
+<span class="i2">en &rsquo;t goede zoekt te raden.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 22em;">
+<span class="i0">Men scheldt... of, erger nog, men hoort,<br /></span>
+<span class="i0">van wetswege, en bij koningswoord,<br /></span>
+<span class="i2">gebannen en geboden,<br /></span>
+<span class="i0">dat &rsquo;t distelvolk men, een en al,<br /></span>
+<span class="i0">te zeisene en te spade, zal<br /></span>
+<span class="i2">verdoen, en de eerde uit roden.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 22em;">
+<span class="i0">Bermhertigheid voor &rsquo;t schamel wied,<br /></span>
+<span class="i0">eilaas, dat ge al te ongeren ziet:<br /></span>
+<span class="i2">aanschouwt hoe &rsquo;t, ja, de steenen,<br /></span>
+<span class="i0">de vuile brokken, daar &rsquo;t geweld<br /></span>
+<span class="i0">der ste&ecirc;lie&rsquo;n me&ecirc; den buiten kwelt,<br /></span>
+<span class="i2">komt zedig groen verleenen.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 22em;">
+<span class="i0">Aanschouwt, op elken staf, hoe lief<br /></span>
+<span class="i0">elk distel hoofd zijn&rsquo; blommen hief,<br /></span>
+<span class="i2">geheel of half maar open;<br /></span>
+<span class="i0">hoe net, van niemand aangeraakt,<br /></span>
+<span class="i0">een&rsquo; krage om elke blomme blaakt,<br /></span>
+<span class="i2">vol verschen dauw gedropen.<br /></span>
+</div>
+<span class="pageno"><a id="p_103">[103]</a></span>
+<div class="stanza" style="width: 22em;">
+<span class="i0">Aanschouwt hoe &rsquo;t schubbig distelhaar<br /></span>
+<span class="i0">omspannen hangt, vol Godssamaar<a id="FNa_6_118" href="#FN_6_118" class="fnanchor">[6]</a>,<br /></span>
+<span class="i2">vol kobbenetsche<a id="FNa_7_119" href="#FN_7_119" class="fnanchor">[7]</a> kanten;<br /></span>
+<span class="i0">die roeren in den zonnenlaai,<br /></span>
+<span class="i0">die blinken in elk windgewaai,<br /></span>
+<span class="i2">vol stof van diamanten.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 22em;">
+<span class="i0">Hoe &rsquo;t wikkelachtig witje wipt,<br /></span>
+<span class="i0">alhier, aldaar, verlekkerlipt<br /></span>
+<span class="i2">om &rsquo;t zijne, uit al de bloeien,<br /></span>
+<span class="i0">te ontsnoepen aan de krabben<a id="FNa_8_120" href="#FN_8_120" class="fnanchor">[8]</a> bie&rsquo;n,<br /></span>
+<span class="i0">die &rsquo;t, nijdig, elken distel zien<br /></span>
+<span class="i2">bezoekend henenspoeien.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 22em;">
+<span class="i0">&rsquo;k En rieke, alwaar men lieflijkheid<br /></span>
+<span class="i0">van zalvende olie toebereidt,<br /></span>
+<span class="i2">geen&rsquo; aangenamer&rsquo; roken<br /></span>
+<span class="i0">als die, des zomers, vroeg en laat,<br /></span>
+<span class="i0">daar &rsquo;t distelt en vol blommen staat,<br /></span>
+<span class="i2">de distelblommen stoken.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 22em;">
+<span class="i0">Aanschouwt, op de oude toppen, hoe &rsquo;t<br /></span>
+<span class="i0">gevlugde zaad omhooge woedt,<br /></span>
+<span class="i2">en waait voor alle winden,<br /></span>
+<span class="i0">om ievers, daar &rsquo;t geen ziele en zag,<br /></span>
+<span class="i0">den vrijen hergeboortedag,<br /></span>
+<span class="i2">onsterflijk, we&ecirc;r te vinden.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 22em;">
+<span class="i0">Zoo leeft gij, distels immer voort,<br /></span>
+<span class="i0">van wetswege en bij koningswoord<br /></span>
+<span class="i2">verboden en gebannen;<br /></span>
+<span class="i0">en, schoon zij, om uw schamel zaad<br /></span>
+<span class="i0">te worgen daar &rsquo;t gewonnen staat,<br /></span>
+<span class="i2">zoo lange al samenspannen.<br /></span>
+</div>
+<span class="pageno"><a id="p_104">[104]</a></span>
+<div class="stanza" style="width: 22em;">
+<span class="i0">&rsquo;t En zal, verdiend of onverdiend,<br /></span>
+<span class="i0">&rsquo;t en zal u, distel, niemandsvriend,<br /></span>
+<span class="i2">minachtend ooit versmaden,<br /></span>
+<span class="i0">dit Vlamingshert, dat, &rsquo;t baten niet,<br /></span>
+<span class="i0">maar &rsquo;t schoone in al Gods werken ziet,<br /></span>
+<span class="i2">en &rsquo;t goede zoekt te raden.<br /></span>
+</div></div>
+
+<hr class="fnsep" />
+
+<p class="footnote"><a id="FN_1_113" href="#FNa_1_113" class="label">[1]</a> Geworden.</p>
+
+<p class="footnote"><a id="FN_2_114" href="#FNa_2_114" class="label">[2]</a> Vogelwikke, ruige wikke, weegbree,
+gewone muur, klaproos, hondsdraf, perzikkruid.</p>
+
+<p class="footnote"><a id="FN_3_115" href="#FNa_3_115" class="label">[3]</a> Wilde zuring.</p>
+
+<p class="footnote"><a id="FN_4_116" href="#FNa_4_116" class="label">[4]</a> Verwarreld opstaand haar.</p>
+
+<p class="footnote"><a id="FN_5_117" href="#FNa_5_117" class="label">[5]</a> Roep.</p>
+
+<p class="footnote"><a id="FN_6_118" href="#FNa_6_118" class="label">[6]</a> Zomerdraad.</p>
+
+<p class="footnote"><a id="FN_7_119" href="#FNa_7_119" class="label">[7]</a> Kobbe = spin.</p>
+
+<p class="footnote"><a id="FN_8_120" href="#FNa_8_120" class="label">[8]</a> Zwerm.</p>
+
+<hr class="hr10" />
+<p><span class="pageno"><a id="p_105">[105]</a></span></p>
+<div class="poem">
+
+<h2><a id="CASSELKOEIEN"></a><span class="gesperrt">CASSELKOEIEN</span>.</h2>
+
+<div class="stanza" style="width: 29em;">
+<span class="i4">Aanschouwt mij, hier en daar,<br /></span>
+<span class="i3">die bende Casselkoeien;<br /></span>
+<span class="i4">die, louter bruin van haar,<br /></span>
+<span class="i3">als zooveel blommen bloeien,<br /></span>
+<span class="i0">in &rsquo;t gers<a id="FNa_1_121" href="#FN_1_121" class="fnanchor">[1]</a> en in de zon, die, zinkend henentiet<a id="FNa_2_122" href="#FN_2_122" class="fnanchor">[2]</a>:<br /></span>
+<span class="i0">die, rood, het roode veld vol roode vonken giet.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 29em;">
+<span class="i4">&rsquo;t Is prachtig overal,<br /></span>
+<span class="i3">&rsquo;t is prachtig, hoe de huiden<br /></span>
+<span class="i4">dier koeien liefgetal<a id="FNa_3_123" href="#FN_3_123" class="fnanchor">[3]</a><br /></span>
+<span class="i3">van vouwe en verwen luiden;<br /></span>
+<span class="i0">&rsquo;t is prachtig hoe ze staan, gebeiteld en gesne&ecirc;n,<br /></span>
+<span class="i0">lijk beelden, over heel die wijde weide heen.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 29em;">
+<span class="i4">Daar zijnder, roode als vier;<br /></span>
+<span class="i3">castanjebruin geboende<a id="FNa_4_124" href="#FN_4_124" class="fnanchor">[4]</a>;<br /></span>
+<span class="i4">naar donkerbaaide<a id="FNa_5_125" href="#FN_5_125" class="fnanchor">[5]</a> bier,<br /></span>
+<span class="i3">naar bijkans zwart bier doende:<br /></span>
+<span class="i0">beglinsterd en beglansd; van vel en verwigheid,<br /></span>
+<span class="i0">gelijk en ongelijk,&mdash;terwijl de zonne beidt.<br /></span>
+</div>
+<span class="pageno"><a id="p_106">[106]</a></span>
+<div class="stanza" style="width: 29em;">
+<span class="i4">Al langzaam langer speelt,<br /></span>
+<span class="i3">dwersdeur de weidegronden,<br /></span>
+<span class="i4">&rsquo;t zij welker koe een beeld<br /></span>
+<span class="i3">van schaduw bijgebonden;<br /></span>
+<span class="i0">en, wangedrochtig groot, in &rsquo;t donker gers, voortaan,<br /></span>
+<span class="i0">zie &rsquo;k zwarte spoken van gevlerkte koeien staan.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 29em;">
+<span class="i4">Go&ecirc;n nacht! De zonne beet<a id="FNa_6_126" href="#FN_6_126" class="fnanchor">[6]</a><br /></span>
+<span class="i3">ten neste ne&ecirc;r: tot morgen<br /></span>
+<span class="i4">is al dat verwe heet,<br /></span>
+<span class="i3">en oogen aast, verborgen:<br /></span>
+<span class="i0">de koeien zijn voorbij, gedelgd en uitgedoofd,<br /></span>
+<span class="i0">en... morgen we&ecirc;r, ontwekt ze &rsquo;t blinkend zonnehoofd.<br /></span>
+</div></div>
+
+<hr class="fnsep" />
+
+<p class="footnote"><a id="FN_1_121" href="#FNa_1_121" class="label">[1]</a> Gras.</p>
+
+<p class="footnote"><a id="FN_2_122" href="#FNa_2_122" class="label">[2]</a> Henentijgt.</p>
+
+<p class="footnote"><a id="FN_3_123" href="#FNa_3_123" class="label">[3]</a> Lieftallig.</p>
+
+<p class="footnote"><a id="FN_4_124" href="#FNa_4_124" class="label">[4]</a> Gevlekt.</p>
+
+<p class="footnote"><a id="FN_5_125" href="#FNa_5_125" class="label">[5]</a> Roodbruin.</p>
+
+<p class="footnote"><a id="FN_6_126" href="#FNa_6_126" class="label">[6]</a> Daalt.</p>
+
+<hr class="hr10" />
+<p><span class="pageno"><a id="p_107">[107]</a></span></p>
+<div class="poem">
+
+<h2><a id="TRANEN"></a><span class="gesperrt">TRANEN</span>.</h2>
+
+<div class="stanza" style="width: 17em;">
+<span class="i2">&rsquo;t Is nevelkoud,<br /></span>
+<span class="i1">en, &rsquo;s halfvoornoens, nog<br /></span>
+<span class="i0">duister in de lanen;<br /></span>
+<span class="i2">de boomen, die &rsquo;k<br /></span>
+<span class="i1">nog nauwlijks zien kan,<br /></span>
+<span class="i0">weenen dikke tranen.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 17em;">
+<span class="i2">&rsquo;t En regent niet,<br /></span>
+<span class="i1">maar &rsquo;t zeevert<a id="FNa_1_127" href="#FN_1_127" class="fnanchor">[1]</a>... van die<br /></span>
+<span class="i0">fijngezichte<a id="FNa_2_128" href="#FN_2_128" class="fnanchor">[2]</a>, natte<br /></span>
+<span class="i2">schiervatbaarheid,<br /></span>
+<span class="i1">die stof gelijkt, en<br /></span>
+<span class="i0">wolke en wulle en watte.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 17em;">
+<span class="i2">&rsquo;t Is aschgrauw al,<br /></span>
+<span class="i1">bene&ecirc;n, omhooge, in<br /></span>
+<span class="i0">&rsquo;t veld en langs de lanen:<br /></span>
+<span class="i2">de boomen, die &rsquo;k<br /></span>
+<span class="i1">nog nauwlijks zien kan,<br /></span>
+<span class="i0">weenen dikke tranen.<br /></span>
+</div></div>
+
+<hr class="fnsep" />
+
+<p class="footnote"><a id="FN_1_127" href="#FNa_1_127" class="label">[1]</a> Zeeveren = kwijlen, motregenen.</p>
+
+<p class="footnote"><a id="FN_2_128" href="#FNa_2_128" class="label">[2]</a> Fijngezift.</p>
+
+<hr class="hr10" />
+<p><span class="pageno"><a id="p_108">[108]</a></span></p>
+<div class="poem">
+
+<h2><a id="SCHOONE_NACHT"></a>SCHOONE NACHT.</h2>
+
+<div class="stanza" style="width: 23em;">
+<span class="i0">Wolken, &rsquo;t zijn... lijk sperreboomen,<br /></span>
+<span class="i2">uitgespreid, alhier aldaar,<br /></span>
+<span class="i0">staan, ten oosten heen, de zoomen<br /></span>
+<span class="i2">vol, van &rsquo;s menschen woonste&ecirc;. &rsquo;t Jaar<br /></span>
+<span class="i0">wendt te zomerwaard zijn schreden,<br /></span>
+<span class="i0">nacht aan &rsquo;t worden is &rsquo;t, en heden<br /></span>
+<span class="i2">helder was &rsquo;t een dag, voorwaar.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 23em;">
+<span class="i0">Tusschen &rsquo;t sperreboomsch geveder,<br /></span>
+<span class="i2">&rsquo;t donkerzwarte, zie &rsquo;k het zwerk<br /></span>
+<span class="i0">duisterblauw nog, hier end weder,<br /></span>
+<span class="i2">ieder stonde minder sterk:<br /></span>
+<span class="i0">ieder stonde, en, d&oacute;&oacute;r den donker,<br /></span>
+<span class="i0">scherper wordt het scherp geflonker<br /></span>
+<span class="i2">van &eacute;&eacute;n sterre, in &rsquo;t wolkgevlerk.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 23em;">
+<span class="i0">&rsquo;k Zieder twee, drie, vier, vijf, zesse,<br /></span>
+<span class="i2">die, elkander nagespoed,<br /></span>
+<span class="i0">tusschen hier en daar een stresse<a id="FNa_1_129" href="#FN_1_129" class="fnanchor">[1]</a>,<br /></span>
+<span class="i2">gaandeweg, mijne ooge ontmoet<br /></span>
+<span class="i0">in de wolken; die maar droomen<br /></span>
+<span class="i0">meer en zijn van sperreboomen:<br /></span>
+<span class="i2">nacht en donker is &rsquo;t voor goed.<br /></span>
+</div>
+<span class="pageno"><a id="p_109">[109]</a></span>
+<div class="stanza" style="width: 23em;">
+<span class="i0">o Alleen nu zichtbaar schoone<br /></span>
+<span class="i2">woonste&ecirc;, van geen&rsquo; menschen, neen<br /></span>
+<span class="i0">maar van God, die in den throone<br /></span>
+<span class="i2">zijner hoogheid heerscht alleen:<br /></span>
+<span class="i0">schoone nacht, die &rsquo;t menschdom duistert,<br /></span>
+<span class="i0">die van God en sterren fluistert...<br /></span>
+<span class="i2">zoeter zicht en zag ik&mdash;geen!<br /></span>
+</div></div>
+
+<hr class="fnsep" />
+
+<p class="footnote"><a id="FN_1_129" href="#FNa_1_129" class="label">[1]</a> IJle wolkstreep. Stresse = &rsquo;n bosje draden, halmen
+of haren.</p>
+
+<hr class="hr10" />
+<p><span class="pageno"><a id="p_110">[110]</a></span></p>
+<div class="poem">
+
+<h2><a id="AVONDROOD"></a><span class="gesperrt">AVONDROOD</span>.</h2>
+
+<div class="stanza" style="width: 20em;">
+<span class="i0">Nog nauwlijks is het groen<br /></span>
+<span class="i0">der boomen groene, en even<br /></span>
+<span class="i0">zijn, toppewaards, alleen<br /></span>
+<span class="i0">de takken groen gebleven;<br /></span>
+<span class="i2">al &rsquo;t ander zwarter wordt<br /></span>
+<span class="i2">en zwarter: boomen net,<br /></span>
+<span class="i2">van zwarte zijde zijn &rsquo;t,<br /></span>
+<span class="i2">op blauw satijn gezet.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 20em;">
+<span class="i0">&rsquo;t Leeft alles langzaam uit,<br /></span>
+<span class="i0">dat verwe is: henen dalen<br /></span>
+<span class="i0">de laatste en langste van<br /></span>
+<span class="i0">de lieve zonnestralen;<br /></span>
+<span class="i2">&rsquo;t wordt watergroene, omhooge;<br /></span>
+<span class="i2">omleege, brandt en broeit<br /></span>
+<span class="i2">de groote zonne nog,<br /></span>
+<span class="i2">die zinkt en grooter groeit.<br /></span>
+</div>
+<span class="pageno"><a id="p_111">[111]</a></span>
+<div class="stanza" style="width: 20em;">
+<span class="i0">Ze duikt heur aangezicht<br /></span>
+<span class="i0">bene&ecirc;n des werelds neggen<a id="FNa_1_130" href="#FN_1_130" class="fnanchor">[1]</a>,<br /></span>
+<span class="i0">die, eindloos, slinks en rechts,<br /></span>
+<span class="i0">hun lange lijsten leggen;<br /></span>
+<span class="i2">die &rsquo;k opwaardstriemen, die &rsquo;k<br /></span>
+<span class="i2">een&rsquo; wolke twee of drie<br /></span>
+<span class="i2">den zonnezienden kant<br /></span>
+<span class="i2">geheel vergulden zie.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 20em;">
+<span class="i0">In &rsquo;t heerlijk zonnenveld,<br /></span>
+<span class="i0">dat donker wordt omhooge,<br /></span>
+<span class="i0">en langzaam donkerder<br /></span>
+<span class="i0">en dieper, staan ten tooge<a id="FNa_2_131" href="#FN_2_131" class="fnanchor">[2]</a>,<br /></span>
+<span class="i2">geschreven, zwart op goud,<br /></span>
+<span class="i2">een bende reuzen groot:<br /></span>
+<span class="i2">het eindloos boomenvolk,<br /></span>
+<span class="i2">in &rsquo;t eindloos avondrood.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 20em;">
+<span class="i0">Beziet mij haastig nu<br /></span>
+<span class="i0">die schoonheid! Neder nijgen<br /></span>
+<span class="i0">de duisternissen: &rsquo;t veld,<br /></span>
+<span class="i0">het vee, de vogels zwijgen;<br /></span>
+<span class="i2">het nauwt, in &rsquo;t westen; nog<br /></span>
+<span class="i2">een tijdtje, en, doodgedaan,<br /></span>
+<span class="i2">zal al die heerlijkheid<br /></span>
+<span class="i2">gedekt en donker staan.<br /></span>
+</div></div>
+
+<hr class="fnsep" />
+
+<p class="footnote"><a id="FN_1_130" href="#FNa_1_130" class="label">[1]</a> Boord, kim.</p>
+
+<p class="footnote"><a id="FN_2_131" href="#FNa_2_131" class="label">[2]</a> Ten toon.</p>
+
+<hr class="hr10" />
+<p><span class="pageno"><a id="p_112">[112]</a></span></p>
+<div class="poem">
+
+<h2><a id="FIAT_LUX"></a><span class="gesperrt" xml:lang="la">FIAT LUX</span><a id="FNa_1_132" href="#FN_1_132" class="fnanchor">[1]</a>.</h2>
+
+<div class="stanza" style="width: 24em;">
+<span class="i0">&rsquo;t Smoort, het smuikt, het smokkelwedert<a id="FNa_2_133" href="#FN_2_133" class="fnanchor">[2]</a><br /></span>
+<span class="i2">allentheen! Waar zijn ze thans,<br /></span>
+<span class="i0">waar de boomen, waar de huizen,<br /></span>
+<span class="i2">waar de wereld, heel en gansch?<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 24em;">
+<span class="i0">Handen uit! Wat is &rsquo;t? Wat hapert<br /></span>
+<span class="i2">er, genoot, dien &rsquo;k niet en zie;<br /></span>
+<span class="i0">die &bdquo;goendag!&rdquo; mij, uit den nevel,<br /></span>
+<span class="i2">roept, van hier nen stap of drie?<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 24em;">
+<span class="i0">Van den hoogen torre en blijft er<br /></span>
+<span class="i2">speur! Wat uur, hoe late is &rsquo;t wel,<br /></span>
+<span class="i0">aan den tijd? De zonne en zie &rsquo;k niet:<br /></span>
+<span class="i2">slaapt of waakt het wekkerspel?<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 24em;">
+<span class="i0">Hier en daar een&rsquo; plekke boenend,<br /></span>
+<span class="i2">zit de zonne in &rsquo;t duister veld;<br /></span>
+<span class="i0">rood, gelijk een oud versleten<br /></span>
+<span class="i2">stuk ongangbaar kopergeld.<br /></span>
+</div>
+<span class="pageno"><a id="p_113">[113]</a></span>
+<div class="stanza" style="width: 24em;">
+<span class="i0">Wind, waar zijt gij heengeloopen?<br /></span>
+<span class="i2">Ligt ge, of ievers doodgekeid,<br /></span>
+<span class="i0">ne&ecirc;rgevallen, plat ter aarde?<br /></span>
+<span class="i2">Wind, waar is uw&rsquo; roerbaarheid?<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 24em;">
+<span class="i0">Op! Hervat uw&rsquo; vluggen bezem,<br /></span>
+<span class="i2">vaagt des werelds wegen vrij<br /></span>
+<span class="i0">van die vale en vuile dompen:<br /></span>
+<span class="i2">dat het dage en daglicht zij!<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 24em;">
+<span class="i0">Zonne, krachtig krauwt vaneen die<br /></span>
+<span class="i2">hoopen: ruimt uw ridderspeur:<br /></span>
+<span class="i0">slaat er dwers en nogmaals dwers uw&rsquo;<br /></span>
+<span class="i2">scherpe, sterke hoeven deur!<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 24em;">
+<span class="i0">Werpt uiteen de onvaste vlagen;<br /></span>
+<span class="i2">vluchten doet ze, en verre voort<br /></span>
+<span class="i0">zij de smoor van hier gedreven:<br /></span>
+<span class="i2">nevel, &rsquo;s Heeren stemme aanhoort!<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 24em;">
+<span class="i0"><i xml:lang="la">Fiat lux!</i>&mdash;De zonne, ontembaar,<br /></span>
+<span class="i2">zegepraalt; de nevel zwicht:<br /></span>
+<span class="i0">onverwinlijk is de Waarheid,<br /></span>
+<span class="i2">onverheerbaar is het Licht!<br /></span>
+</div></div>
+
+<hr class="fnsep" />
+
+<p class="footnote"><a id="FN_1_132" href="#FNa_1_132" class="label">[1]</a> Het worde licht!</p>
+
+<p class="footnote"><a id="FN_2_133" href="#FNa_2_133" class="label">[2]</a> Het mist.</p>
+
+<hr class="hr10" />
+<p><span class="pageno"><a id="p_114">[114]</a></span></p>
+<div class="poem">
+
+<h2><a id="DE_WINDEN"></a><span class="gesperrt">DE WINDEN</span>.</h2>
+
+<div class="stanza" style="width: 21em;">
+<span class="i0">De zee, de zee, ze &rsquo;n zoeft bijkans<br /></span>
+<span class="i2">zoo zeer niet als de boomen,<br /></span>
+<span class="i0">daar, wild, de winden deure rijen,<br /></span>
+<span class="i2">te peerde, en zonder toomen.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 21em;">
+<span class="i0">Aan &rsquo;t roepen gaan tienduizenden<br /></span>
+<span class="i2">tienduizenden van bl&acirc;ren,<br /></span>
+<span class="i0">alsof &rsquo;t zooveel tienduizenden<br /></span>
+<span class="i2">van dolle menschen waren.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 21em;">
+<span class="i0">De regen ronkt, en geuten gaan,<br /></span>
+<span class="i2">gegeeseld, allenthenen,<br /></span>
+<span class="i0">de natte boomen buigen doen,<br /></span>
+<span class="i2">en bulderen en stenen.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 21em;">
+<span class="i0">Hoort! Nog nen keer, en nog nen keer,<br /></span>
+<span class="i2">hertuiten en hertieren<br /></span>
+<span class="i0">de wilde winden: wederom<br /></span>
+<span class="i2">is &rsquo;t zeegeruchte aan &rsquo;t gieren.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 21em;">
+<span class="i0">Geen einde ervan! De vogels zijn<br /></span>
+<span class="i2">gevlucht, de takken breken;<br /></span>
+<span class="i0">verloren is de stemme mij<br /></span>
+<span class="i2">gegaan!&mdash;De winden spreken.<br /></span>
+</div></div>
+
+<hr class="hr10" />
+<p><span class="pageno"><a id="p_115">[115]</a></span></p>
+<div class="poem">
+
+<h2><a id="DAT_WILDE_IK_WETEN"></a>DAT WILDE IK WETEN.</h2>
+
+<div class="stanza" style="width: 19em;">
+<span class="i0">Wanneer ben ik U naast, o God,<br /></span>
+<span class="i1">of verst, dat wilde ik weten:<br /></span>
+<span class="i0">wanneer ik mij, in &rsquo;t donker kot,<br /></span>
+<span class="i1">vernibbele<a id="FNa_1_134" href="#FN_1_134" class="fnanchor">[1]</a>, aan de keten;<br /></span>
+<span class="i0">of dan, wanneer ik henentie<a id="FNa_2_135" href="#FN_2_135" class="fnanchor">[2]</a><br /></span>
+<span class="i1">en vliege, schier vermeten,<br /></span>
+<span class="i0">naar &rsquo;t licht, dat ik zoo geren zie?<br /></span>
+<span class="i1">o God, dat wilde ik weten.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 19em;">
+<span class="i0">&rsquo;k Heb overal mij zelven me&ecirc;,<br /></span>
+<span class="i1">omhooge en aan de keten!<br /></span>
+<span class="i0">Die los mij van mij zelven de&ecirc;,<br /></span>
+<span class="i1">diens woonste&ecirc; wilde ik weten;<br /></span>
+<span class="i0">diens hulpe hiete ik duizendvoud<br /></span>
+<span class="i1">mij wilkom, onvermeten!<br /></span>
+<span class="i0">Wat is &rsquo;t nu, dat mij tegenhoudt?<br /></span>
+<span class="i1">o God, dat wilde ik weten!<br /></span>
+</div>
+<span class="pageno"><a id="p_116">[116]</a></span>
+<div class="stanza" style="width: 19em;">
+<span class="i0">Bedwingen zulk een vrage zal<br /></span>
+<span class="i1">uw menschelijk vermeten,<br /></span>
+<span class="i0">die levende, altijd, overal,<br /></span>
+<span class="i1">gevangen in de keten,<br /></span>
+<span class="i0">zult zoeken, om &rsquo;t geheeme van<br /></span>
+<span class="i1">Gods wetenschap te weten...<br /></span>
+<span class="i0">Wie, buiten U, die &rsquo;t wijzen kan?<br /></span>
+<span class="i1">o God, dat wilde ik weten.<br /></span>
+</div></div>
+
+<hr class="fnsep" />
+
+<p class="footnote"><a id="FN_1_134" href="#FNa_1_134" class="label">[1]</a> Hevig verlangend begeer.</p>
+
+<p class="footnote"><a id="FN_2_135" href="#FNa_2_135" class="label">[2]</a> Ti&euml;n = tijgen.</p>
+
+<hr class="hr10" />
+<p><span class="pageno"><a id="p_117">[117]</a></span></p>
+<div class="poem">
+
+<h2><a id="SPAMAN"></a><span class="gesperrt">SPAMAN</span>.</h2>
+
+<div class="stanza" style="width: 22em;">
+<span class="i0">Voorover, naar den grond gegroeid,<br /></span>
+<span class="i3">die haast hem hebben zal,<br /></span>
+<span class="i0">traag-traagskens met zijn&rsquo; spade spoeit<br /></span>
+<span class="i3">en delft, in &rsquo;t diepe dal,<br /></span>
+<span class="i0">de moegemoeide, ontmergde man,<br /></span>
+<span class="i0">die schaars zijn hoofd nog heffen kan.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 22em;">
+<span class="i0">Hij werkt nochtans, en delft en doet<br /></span>
+<span class="i3">zijn beste, tot der dood,<br /></span>
+<span class="i0">die wacht naar hem en elders spoedt,<br /></span>
+<span class="i3">totdat in heuren schoot<br /></span>
+<span class="i0">hij vallen zal, en willekom<br /></span>
+<span class="i0">bij God zijn, recht en sterk weerom.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 22em;">
+<span class="i0">o Sterkheid, die, veel sterker als<br /></span>
+<span class="i3">de dood, op God betrouwt;<br /></span>
+<span class="i0">die stadig ook dien slavenhals<br /></span>
+<span class="i3">zijne eigen woonste&ecirc; bouwt,<br /></span>
+<span class="i0">daar, vrij en blij hij wezen zal<br /></span>
+<span class="i0">bij U, o hope en troost van al!<br /></span>
+</div></div>
+
+<hr class="hr10" />
+<p><span class="pageno"><a id="p_118">[118]</a></span></p>
+<div class="poem">
+
+<h2><a id="HET_HAZEGRAUWT"></a>HET HAZEGRAUWT.</h2>
+
+<div class="stanza" style="width: 17em;">
+<span class="i0">Vroeg avondt het: geleden<br /></span>
+<span class="i2">een stonde of twee,<br /></span>
+<span class="i0">is &rsquo;t zonnevier beneden<br /></span>
+<span class="i2">de kimme alree.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 17em;">
+<span class="i0">Niet heel en al verloren<br /></span>
+<span class="i2">het licht en is;<br /></span>
+<span class="i0">noch teenemaal geboren<br /></span>
+<span class="i2">de duisternis.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 17em;">
+<span class="i0">Het hazegrauwt: de lanen,<br /></span>
+<span class="i2">vol licht weleer,<br /></span>
+<span class="i0">de wegels<a id="FNa_1_136" href="#FN_1_136" class="fnanchor">[1]</a> en de banen<br /></span>
+<span class="i2">en ziet men meer.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 17em;">
+<span class="i0">Zoo stille staan als beelden,<br /></span>
+<span class="i2">de boomen nu:<br /></span>
+<span class="i0">die roerden en die speelden,<br /></span>
+<span class="i2">ze droomen nu.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 17em;">
+<span class="i0">Die ruischten en die riepen<br /></span>
+<span class="i2">de boomen, nu,<br /></span>
+<span class="i0">ze doen alsof ze sliepen:<br /></span>
+<span class="i2">ze droomen nu.<br /></span>
+</div>
+<span class="pageno"><a id="p_119">[119]</a></span>
+<div class="stanza" style="width: 17em;">
+<span class="i0">De takken en de bl&acirc;ren,<br /></span>
+<span class="i2">de stammen zijn,<br /></span>
+<span class="i0">die menigwendig waren,<br /></span>
+<span class="i2">nu eens, in schijn.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 17em;">
+<span class="i0">Van verwen en van voeren<a id="FNa_2_137" href="#FN_2_137" class="fnanchor">[2]</a><br /></span>
+<span class="i2">al eensgedaan,<br /></span>
+<span class="i0">en reppen noch en roeren<br /></span>
+<span class="i2">ze &rsquo;n lid, voortaan.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 17em;">
+<span class="i0">&rsquo;t Is vochtig en, gekropen<br /></span>
+<span class="i2">uit de eerde, vaart<br /></span>
+<span class="i0">de wadem, op en open,<br /></span>
+<span class="i2">omhoogewaard.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 17em;">
+<span class="i0">De nevel valt, van boven<br /></span>
+<span class="i2">bene&ecirc;n gespreid;<br /></span>
+<span class="i0">gesponnen en geweven,<br /></span>
+<span class="i2">vol duisterheid.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 17em;">
+<span class="i0">Gepelderd<a id="FNa_3_138" href="#FN_3_138" class="fnanchor">[3]</a> en gewonden,<br /></span>
+<span class="i2">elk hout nu staat;<br /></span>
+<span class="i0">gebunseld en gebonden,<br /></span>
+<span class="i2">in lijkgewaad.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 17em;">
+<span class="i0">Gestorven zijn de boomen:<br /></span>
+<span class="i2">&eacute;&eacute;n grafste&ecirc;, al<br /></span>
+<span class="i0">van dampen en van doomen<a id="FNa_4_139" href="#FN_4_139" class="fnanchor">[4]</a>,<br /></span>
+<span class="i2">ze bergen zal.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 17em;">
+<span class="i0">God geve aan oud- en jongen<br /></span>
+<span class="i2">nu roe&rsquo; en rust:<br /></span>
+<span class="i0">de lijkdienst is gezongen,<br /></span>
+<span class="i2">en &rsquo;t licht gebluscht.<br /></span>
+</div></div>
+
+<hr class="fnsep" />
+
+<p class="footnote"><a id="FN_1_136" href="#FNa_1_136" class="label">[1]</a> <i>Wegel</i> = Z. Ned. verkleinwoord van <i>weg</i>.</p>
+
+<p class="footnote"><a id="FN_2_137" href="#FNa_2_137" class="label">[2]</a> Gestalte.</p>
+
+<p class="footnote"><a id="FN_3_138" href="#FNa_3_138" class="label">[3]</a> Pelder = lijkkleed.</p>
+
+<p class="footnote"><a id="FN_4_139" href="#FNa_4_139" class="label">[4]</a> Damp, nevel.</p>
+
+<hr class="hr10" />
+<p><span class="pageno"><a id="p_120">[120]</a></span></p>
+<div class="poem">
+
+<h2><a id="HOE_ZEERE_VALLEN_ZE_AF"></a>HOE ZEERE<a id="FNa_1_140" href="#FN_1_140" class="fnanchor">[1]</a> VALLEN ZE AF.</h2>
+
+<div class="stanza" style="width: 19em;">
+<span class="i0">Hoe zeere vallen ze af,<br /></span>
+<span class="i2">de zieke zomerbl&acirc;ren;<br /></span>
+<span class="i0">hoe zinken ze, altemaal,<br /></span>
+<span class="i2">die eer zoo groene waren,<br /></span>
+<span class="i4">te grondewaard!<br /></span>
+<span class="i0">Hoe deerlijk zijt gij ook<br /></span>
+<span class="i2">nu, boomen al, bedegen<a id="FNa_2_141" href="#FN_2_141" class="fnanchor">[2]</a>;<br /></span>
+<span class="i0">hoe schamel, die weleer<br /></span>
+<span class="i2">des aardrijks, allerwegen,<br /></span>
+<span class="i4">de schoonste waart!<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 19em;">
+<span class="i0">Daar valt er nog een blad;<br /></span>
+<span class="i2">het wentelt, onder &rsquo;t vallen,<br /></span>
+<span class="i0">den alderlaatsten keer,<br /></span>
+<span class="i2">en &rsquo;t gaat de duizendtallen<br /></span>
+<span class="i4">vervoegen<a id="FNa_3_142" href="#FN_3_142" class="fnanchor">[3]</a> thans:<br /></span>
+<span class="i0">zoo zullen ze, een voor een,<br /></span>
+<span class="i2">daarin de winden bliezen<br /></span>
+<span class="i0">vol luider blijdzaamheid,<br /></span>
+<span class="i2">nu tonge en taal verliezen,<br /></span>
+<span class="i4">en zwijgen gansch.<br /></span>
+</div>
+<span class="pageno"><a id="p_121">[121]</a></span>
+<div class="stanza" style="width: 19em;">
+<span class="i0">Hoe zeere vallen ze af,<br /></span>
+<span class="i2">onhoorbaar in de lochten,<br /></span>
+<span class="i0">en schier onzichtbaar, in<br /></span>
+<span class="i2">de natte nevelvochten<br /></span>
+<span class="i4">der droeve maand,<br /></span>
+<span class="i0">die, &rsquo;t ijzervaste speur,<br /></span>
+<span class="i2">ontembaar ingetreden,<br /></span>
+<span class="i0">die al de onvruchtbaarheid,<br /></span>
+<span class="i2">die al de onvriendlijkheden<br /></span>
+<span class="i4">des Winters baant!<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 19em;">
+<span class="i0">Daar valt er nog een blad,<br /></span>
+<span class="i2">daar nog een, uit de bogen<br /></span>
+<span class="i0">der hooge boomenhalle,<br /></span>
+<span class="i2">en &rsquo;t dwerscht den onbewogen<br /></span>
+<span class="i4">octobermist:<br /></span>
+<span class="i0">&rsquo;t en roert geen wind, geen een,<br /></span>
+<span class="i2">maar &rsquo;t leken, &rsquo;t leken tranen,<br /></span>
+<span class="i0">die men gevallen zou<br /></span>
+<span class="i2">uit weenende oogen wanen:<br /></span>
+<span class="i4">&eacute;&eacute;n kerkhof is &rsquo;t!<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 19em;">
+<span class="i0">Gij, bl&acirc;ren, rust in vre&ecirc;,<br /></span>
+<span class="i2">&rsquo;t en zal geen een verloren,<br /></span>
+<span class="i0">geen een te kwiste gaan<br /></span>
+<span class="i2">voor altijd: hergeboren,<br /></span>
+<span class="i4">die dood nu zijt,<br /></span>
+<span class="i0">zal elk van u, dat viel,<br /></span>
+<span class="i2">de zonne we&ecirc;r ontwekken,<br /></span>
+<span class="i0">zal met uw&rsquo; groenen dracht<br /></span>
+<span class="i2">de groene boomen dekken,<br /></span>
+<span class="i4">te zomertijd.<br /></span>
+</div>
+<span class="pageno"><a id="p_122">[122]</a></span>
+<div class="stanza" style="width: 19em;">
+<span class="i0">o Zomer!... Ik zal eens<br /></span>
+<span class="i2">ook Adams zonde boeten,<br /></span>
+<span class="i0">gevallen en verdord<br /></span>
+<span class="i2">in &rsquo;s winters grafste&ecirc;, moeten;<br /></span>
+<span class="i4">maar, &rsquo;s levens geest,<br /></span>
+<span class="i0">dien Gij gesteken hebt<br /></span>
+<span class="i2">in mijn gestorven longen,<br /></span>
+<span class="i0">dien zult gij mij voor goed<br /></span>
+<span class="i2">niet laten afgedwongen,<br /></span>
+<span class="i4">die &rsquo;t graf ontreest!<br /></span>
+</div></div>
+
+<hr class="fnsep" />
+
+<p class="footnote"><a id="FN_1_140" href="#FNa_1_140" class="label">[1]</a> Spoedig, snel.</p>
+
+<p class="footnote"><a id="FN_2_141" href="#FNa_2_141" class="label">[2]</a> Geworden.</p>
+
+<p class="footnote"><a id="FN_3_142" href="#FNa_3_142" class="label">[3]</a> Zich voegen bij.</p>
+
+<hr class="hr10" />
+<p><span class="pageno"><a id="p_123">[123]</a></span></p>
+<div class="poem">
+
+<h2><a id="VAN_DEN_OUDEN_BOOM"></a>VAN DEN OUDEN BOOM.</h2>
+
+<div class="stanza" style="width: 18em;">
+<span class="i0">Met uitgestroopten arm,<br /></span>
+<span class="i0">ten halven afgeknuist,<br /></span>
+<span class="i0">wie staat er daar, en steekt<br /></span>
+<span class="i0">eene onbestaande vuist<br /></span>
+<span class="i0">ten hemel? Is &rsquo;t een reus<br /></span>
+<span class="i0">in beelde? Neen &rsquo;t, &rsquo;t en is<br /></span>
+<span class="i0">geen menschenbouw, &rsquo;t is eer<br /></span>
+<span class="i0">een&rsquo; wangedaantenis;<br /></span>
+<span class="i0">een steenen berggedrocht,<br /></span>
+<span class="i0">dat, staande fel en fier,<br /></span>
+<span class="i0">de scherpe houwen torst<br /></span>
+<span class="i0">van &rsquo;t vonkend hemelvier.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 18em;">
+<span class="i0">Doch neen, &rsquo;t en is geen berg,<br /></span>
+<span class="i0">geen wangedrocht voorwaar;<br /></span>
+<span class="i0">&rsquo;t zijn takken stijf en stomp,<br /></span>
+<span class="i0">&rsquo;t is schorse, die &rsquo;k ontwaar;<br /></span>
+<span class="i0">die, dikke en diepgegroefd,<br /></span>
+<span class="i0">geborsten en gescheurd,<br /></span>
+<span class="i0">van uit den ouden grond<br /></span>
+<span class="i0">heure oude bonken beurt;<br /></span>
+<span class="pageno"><a id="p_124">[124]</a></span>
+<span class="i0">&rsquo;t zijn spanders overal,<br /></span>
+<span class="i0">&rsquo;t zijn spillen, die &rsquo;k aanschouw,<br /></span>
+<span class="i0">een loof, dat kroont alom<br /></span>
+<span class="i0">een steenoud boomgebouw.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 18em;">
+<span class="i0">De Winter heeft erop<br /></span>
+<span class="i0">zijn boos gebijt vermoord;<br /></span>
+<span class="i0">het Water heeft het merg<br /></span>
+<span class="i0">en &rsquo;t herte eruit geboord;<br /></span>
+<span class="i0">de Bliksem spookte erom,<br /></span>
+<span class="i0">en kraakte, met geweld,<br /></span>
+<span class="i0">er halve boomen uit,<br /></span>
+<span class="i0">en takken ongeteld;<br /></span>
+<span class="i0">de Tijd onteerde laf<br /></span>
+<span class="i0">en langzaam al zijn lijf,<br /></span>
+<span class="i0">en nog en roert hij niet:<br /></span>
+<span class="i0">hij staat daar, rotsestijf.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 18em;">
+<span class="i0">En ieder jaar dat loopt<br /></span>
+<span class="i0">hergroent hij nog, en laat,<br /></span>
+<span class="i0">wanneer de lente lacht,<br /></span>
+<span class="i0">zijn spaarzaam loofgewaad<br /></span>
+<span class="i0">omschaduwen het stuk<br /></span>
+<span class="i0">hooge uitgepuilden grond,<br /></span>
+<span class="i0">daar, als hij jonger was,<br /></span>
+<span class="i0">zijn&rsquo; geile wortel stond.<br /></span>
+<span class="i0">Eilaas, niet langer meer<br /></span>
+<span class="i0">en kan hij, moegeleefd,<br /></span>
+<span class="i0">de wonden duiken<a id="FNa_1_143" href="#FN_1_143" class="fnanchor">[1]</a>, die<br /></span>
+<span class="i0">men hem geslagen heeft!<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 18em;">
+<span class="i0">Hij staat daar, oud en strem,<br /></span>
+<span class="i0">in &rsquo;t wilde windgegons,<br /></span>
+<span class="i0">gelijk te Roomen, van<br /></span>
+<span class="i0">groenuitgeslegen brons,<br /></span>
+<span class="pageno"><a id="p_125">[125]</a></span>
+<span class="i0">men beelden ziet: geen een<br /></span>
+<span class="i0">en weet hoe lang gestaan<br /></span>
+<span class="i0">zij hebben; geen hoe lang<br /></span>
+<span class="i0">de Tijd voorbij zal gaan<br /></span>
+<span class="i0">en groeten ze, ongedeerd.<br /></span>
+<span class="i0">&mdash;Ik groete u! God beware<br /></span>
+<span class="i0">u, Vlaamschen ouden &bdquo;tjok&rdquo;,<br /></span>
+<span class="i0">nog honderd, duizend jaar!<br /></span>
+</div></div>
+
+<hr class="fnsep" />
+
+<p class="footnote"><a id="FN_1_143" href="#FNa_1_143" class="label">[1]</a> Verbergen.</p>
+
+<hr class="hr10" />
+<p><span class="pageno"><a id="p_126">[126]</a></span></p>
+<div class="poem">
+
+<h2><a id="BLOOTAKKER"></a><span class="gesperrt">BLOOTAKKER</span>.</h2>
+
+<div class="stanza" style="width: 21em;">
+<span class="i0">Geen &eacute;&eacute;n blad op de boomen! Af<br /></span>
+<span class="i3">is alles; voor de vlagen<br /></span>
+<span class="i0">gevallen onder voet en van<br /></span>
+<span class="i3">de winden weggevaagd,<br /></span>
+<span class="i0">het schilderschoone aanschouwen, dat<br /></span>
+<span class="i3">het bonte najaar draagt:<br /></span>
+<span class="i0">noch wit en zijn, noch groene meer,<br /></span>
+<span class="i3">de scherpe doorenhagen.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 21em;">
+<span class="i0">&rsquo;k Zie heinde en verre, deur end deur<br /></span>
+<span class="i3">de velden nu, de kerken,<br /></span>
+<span class="i0">de huizen en de hoven staan,<br /></span>
+<span class="i3">zoo bloot als op mijn&rsquo; hand;<br /></span>
+<span class="i0">van verre zie &rsquo;k de peerden en<br /></span>
+<span class="i3">de menschen, op het land,<br /></span>
+<span class="i0">zoo neerstig en zoo kleene, alzoo<br /></span>
+<span class="i3">de mieren zijn, aan &rsquo;t werken.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 21em;">
+<span class="i0">&rsquo;t Is wijd en breed al, ommentom,<br /></span>
+<span class="i3">&rsquo;k gevoel &rsquo;t nu, aan de baren<br /></span>
+<span class="i0">des wilden Winds, die henentuimt<br /></span>
+<span class="i3">en, tierende onder &rsquo;t hout,<br /></span>
+<span class="pageno"><a id="p_127">[127]</a></span>
+<span class="i0">zijn&rsquo; stemme schijnt te missen en<br /></span>
+<span class="i3">zijn&rsquo; tale, die zoo boud,<br /></span>
+<span class="i0">zoo bulderende, aan &rsquo;t roepen zat,<br /></span>
+<span class="i3">hier voortijds in de bl&acirc;ren.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 21em;">
+<span class="i0">&rsquo;t En wonen meer geen&rsquo; vogels in<br /></span>
+<span class="i3">de boomen! Zoo gij, wepel<a id="FNa_1_144" href="#FN_1_144" class="fnanchor">[1]</a>,<br /></span>
+<span class="i0">nen overjaarschen aksternest<br /></span>
+<span class="i3">entwaar nog hangen vindt,<br /></span>
+<span class="i0">van boven in de abeelen, &rsquo;t is<br /></span>
+<span class="i3">een&rsquo; wiege zonder kind,<br /></span>
+<span class="i0">die waagt<a id="FNa_2_145" href="#FN_2_145" class="fnanchor">[2]</a>, en geen geluid en geeft:<br /></span>
+<span class="i3">een&rsquo; klokke zonder klepel.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 21em;">
+<span class="i0">&rsquo;k Zie geren nu de takken, dikke<br /></span>
+<span class="i3">en dunne, uit eenen stamme<br /></span>
+<span class="i0">gesprongen, rechte omhooge staan,<br /></span>
+<span class="i3">hun&rsquo; handen uitgestrekt;<br /></span>
+<span class="i0">zoo schoone, als of zij baden, dat<br /></span>
+<span class="i3">de Winter hunne ontdekte<br /></span>
+<span class="i0">en teere, jonge leden toch<br /></span>
+<span class="i3">niet teenemaal en stramme.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 21em;">
+<span class="i0">Vervarelijke Winter, laat<br /></span>
+<span class="i3">u murwen, u verzoeten:<br /></span>
+<span class="i0">dekt alles, eer gij vriezen komt,<br /></span>
+<span class="i3">voorzichtig, in de snee;<br /></span>
+<span class="i0">&rsquo;n ijzelt op de boomen niet,<br /></span>
+<span class="i3">die breken zouden! Wee<br /></span>
+<span class="i0">der takken, als ze &rsquo;t wegen van<br /></span>
+<span class="i3">den ijzel tillen moeten!<br /></span>
+</div>
+<span class="pageno"><a id="p_128">[128]</a></span>
+<div class="stanza" style="width: 21em;">
+<span class="i0">In stukken slaat ge, Winter dan<br /></span>
+<span class="i3">de boomen. Hoort ze kermen:<br /></span>
+<span class="i0">ze sleuren elk den anderen<br /></span>
+<span class="i3">zijn telgen, zwaar als steen,<br /></span>
+<span class="i0">te grondewaard; ze stubbelen<a id="FNa_3_146" href="#FN_3_146" class="fnanchor">[3]</a><br /></span>
+<span class="i3">ze storten, al deureen...!<br /></span>
+<span class="i0">Vervarelijke Winter, laat &rsquo;t<br /></span>
+<span class="i3">der schoonen u ontfermen!<br /></span>
+</div></div>
+
+<hr class="fnsep" />
+
+<p class="footnote"><a id="FN_1_144" href="#FNa_1_144" class="label">[1]</a> Eenzaam, verlaten.</p>
+
+<p class="footnote"><a id="FN_2_145" href="#FNa_2_145" class="label">[2]</a> Wagen = bewegen.</p>
+
+<p class="footnote"><a id="FN_3_146" href="#FNa_3_146" class="label">[3]</a> Vechten.</p>
+
+<hr class="hr10" />
+<p><span class="pageno"><a id="p_129">[129]</a></span></p>
+<div class="poem">
+
+<h2><a id="MOEDERKEN"></a><span class="gesperrt">MOEDERKEN</span>.</h2>
+
+<div class="stanza" style="width: 11em;">
+<span class="i0">&rsquo;t En is van u<br /></span>
+<span class="i0">hiernederwaard<br /></span>
+<span class="i0">geschilderd of<br /></span>
+<span class="i1">geschreven,<br /></span>
+<span class="i0">mij, moederken,<br /></span>
+<span class="i0">geen beeltenis,<br /></span>
+<span class="i0">geen beeld van u<br /></span>
+<span class="i1">gebleven.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 11em;">
+<span class="i0">Geen teekening,<br /></span>
+<span class="i0">geen lichtdrukmaal,<br /></span>
+<span class="i0">geen beitelwerk<br /></span>
+<span class="i1">van steene,<br /></span>
+<span class="i0">&rsquo;t en zij dat beeld<br /></span>
+<span class="i0">in mij, dat gij<br /></span>
+<span class="i0">gelaten hebt,<br /></span>
+<span class="i1">alleene.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 11em;">
+<span class="i0">o Moge ik, u<br /></span>
+<span class="i0">onweerdig, nooit<br /></span>
+<span class="i0">die beeltenis<br /></span>
+<span class="i1">bederven,<br /></span>
+<span class="i0">maar eerzaam laat<br /></span>
+<span class="i0">ze leven in<br /></span>
+<span class="i0">mij, eerzaam in<br /></span>
+<span class="i1">mij sterven.<br /></span>
+</div></div>
+
+<hr class="hr10" />
+<p><span class="pageno"><a id="p_130">[130]</a></span></p>
+<div class="poem">
+
+<h2><a id="PERELS"></a><span class="gesperrt">PERELS</span>.</h2>
+
+<div class="stanza" style="width: 17em;">
+<span class="i0">Nog eer de bl&acirc;ren schieten,<br /></span>
+<span class="i2">in &rsquo;t hofbeluik<a id="FNa_1_147" href="#FN_1_147" class="fnanchor">[1]</a>,<br /></span>
+<span class="i0">hoe geren zie &rsquo;k uw&rsquo; sprieten,<br /></span>
+<span class="i2">o perenstruik;<br /></span>
+<span class="i0">hoe geren zie &rsquo;k uw takken<br /></span>
+<span class="i2">vol blommen staan,<br /></span>
+<span class="i0">vol perels, al in pakken<br /></span>
+<span class="i2">eer ze opengaan!<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 17em;">
+<span class="i0">En mochte ik maar, zoo even,<br /></span>
+<span class="i2">door Gods beschik,<br /></span>
+<span class="i0">u, peretakken geven<br /></span>
+<span class="i2">nen toovertik;<br /></span>
+<span class="i0">&rsquo;t en zou geen pere krommen<br /></span>
+<span class="i2">uw hout, voortaan:<br /></span>
+<span class="i0">veel liever zie &rsquo;k de blommen,<br /></span>
+<span class="i2">eer ze opengaan.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 17em;">
+<span class="i0">&rsquo;k Zie geren, in de hoven,<br /></span>
+<span class="i2">uw&rsquo; peren groot,<br /></span>
+<span class="i0">de zonne zitten stoven,<br /></span>
+<span class="i2">al rijp en rood;<br /></span>
+<span class="i0">maar &rsquo;k zie wel nog zoo geren<br /></span>
+<span class="i2">uw blommen staan,<br /></span>
+<span class="i0">de perels van de peren,<br /></span>
+<span class="i2">eer ze opengaan.<br /></span>
+</div></div>
+
+<hr class="fnsep" />
+
+<p class="footnote"><a id="FN_1_147" href="#FNa_1_147" class="label">[1]</a> Beluik = besloten ruimte.</p>
+
+<hr class="hr10" />
+<p><span class="pageno"><a id="p_131">[131]</a></span></p>
+<div class="poem">
+
+<h2><a id="SPREEUWEN"></a><span class="gesperrt">SPREEUWEN</span>.</h2>
+
+<div class="stanza" style="width: 25em;">
+<span class="i0">&bdquo;&rsquo;k Zie-&rsquo;t!&rdquo; zoo vliggert, vlug te vlerke,<br /></span>
+<span class="i0">recht den torre in van de kerke,<br /></span>
+<span class="i1">daar ze is nest aan &rsquo;t bouwen!... &bdquo;&rsquo;k zie-&rsquo;t!&rdquo;<br /></span>
+<span class="i1">piept de spreeuwe, en anders niet.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 25em;">
+<span class="i0">Maar wat is mij, scherpgebekte,<br /></span>
+<span class="i0">zwart-halfgroen gevliggervlerkte,<br /></span>
+<span class="i1">vage vogel, dan &rsquo;t bedied<br /></span>
+<span class="i1">van uw eeuwig zeggen: &bdquo;&rsquo;k zie-&rsquo;t?&rdquo;<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 25em;">
+<span class="i0">Ziet gij, daar omhoog aan &rsquo;t broeden,<br /></span>
+<span class="i0">ziet ge, aan &rsquo;t blijde jongskes voeden,<br /></span>
+<span class="i1">in uw pierende oogskes, iet<br /></span>
+<span class="i1">dat elk mensche niet en ziet?<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 25em;">
+<span class="i0">Zegt, of is &rsquo;t de zonne rijzen,<br /></span>
+<span class="i0">dat gij ziet, is &rsquo;t buien bijzen<a id="FNa_1_148" href="#FN_1_148" class="fnanchor">[1]</a>;<br /></span>
+<span class="i1">kwade wichten of kwa died<a id="FNa_2_149" href="#FN_2_149" class="fnanchor">[2]</a><br /></span>
+<span class="i1">zitten ievers, diepe in &rsquo;t riet?<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 25em;">
+<span class="i0">&bdquo;&rsquo;k Zie-&rsquo;t!&rdquo; zoo piept gij; ziet gij, binnen<br /></span>
+<span class="i0">deze borst, mij iet beminnen,<br /></span>
+<span class="i1">haten, willen, wenschen iet,<br /></span>
+<span class="i1">blijdschap hebben en verdriet?<br /></span>
+</div>
+<span class="pageno"><a id="p_132">[132]</a></span>
+<div class="stanza" style="width: 25em;">
+<span class="i0">&bdquo;&rsquo;k Zie-&rsquo;t!&rdquo; uw roepwoord doet mij delven<br /></span>
+<span class="i0">diepe in &rsquo;t diepste diep mijns zelven<br /></span>
+<span class="i1">en ontdekken daar &rsquo;t bedied<br /></span>
+<span class="i1">van uw eeuwig zeggen &bdquo;&rsquo;k zie-&rsquo;t!&rdquo;<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 25em;">
+<span class="i0">Een daar is, die aan de leeuwen<br /></span>
+<span class="i0">&rsquo;t leven gaf, en aan de spreeuwen,<br /></span>
+<span class="i1">Een die, vrij van al &rsquo;t verdriet,<br /></span>
+<span class="i1">hooge zit en verre ziet.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 25em;">
+<span class="i0">Een... Hij zit in zijnen torre,<br /></span>
+<span class="i0">zonder schaalje<a id="FNa_3_150" href="#FN_3_150" class="fnanchor">[3]</a> en zonder schorre<a id="FNa_4_151" href="#FN_4_151" class="fnanchor">[4]</a>;<br /></span>
+<span class="i1">en, van &rsquo;t gene in mij geschiedt,<br /></span>
+<span class="i1">Hij mag eeuwig zeggen: &bdquo;&rsquo;k zie-&rsquo;t!&rdquo;<br /></span>
+</div></div>
+
+<hr class="fnsep" />
+
+<p class="footnote"><a id="FN_1_148" href="#FNa_1_148" class="label">[1]</a> Stormen, snel vliegen.</p>
+
+<p class="footnote"><a id="FN_2_149" href="#FNa_2_149" class="label">[2]</a> Volk.</p>
+
+<p class="footnote"><a id="FN_3_150" href="#FNa_3_150" class="label">[3]</a> Schalie = lei.</p>
+
+<p class="footnote"><a id="FN_4_151" href="#FNa_4_151" class="label">[4]</a> Arduinen vloersteen.</p>
+
+<hr class="hr10" />
+<p><span class="pageno"><a id="p_133">[133]</a></span></p>
+<div class="poem">
+
+<h2><a id="WEDERWIJVEN"></a><span class="gesperrt">WEDERWIJVEN</span>.</h2>
+
+<div class="stanza" style="width: 20em;">
+<span class="i0">Hoe wijsterwaster<a id="FNa_1_152" href="#FN_1_152" class="fnanchor">[1]</a> vliegt de lucht<br /></span>
+<span class="i1">vol witte en lange stressen<br /></span>
+<span class="i0">van wolken, die ontvlochten zijn<br /></span>
+<span class="i1">lijk haar van tooveressen.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 20em;">
+<span class="i0">&rsquo;t Zijn wederwijven, boos en fel,<br /></span>
+<span class="i1">die, kwaad van hande en vinger,<br /></span>
+<span class="i0">malkanderen te keere gaan<br /></span>
+<span class="i1">en vechten slag om slinger.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 20em;">
+<span class="i0">De wind zit in &rsquo;k weet niet welk<br /></span>
+<span class="i1">geweste, &rsquo;t buischt en &rsquo;t bommelt<br /></span>
+<span class="i0">alhier, aldaar een zwepe los,<br /></span>
+<span class="i1">die deur de wolken schommelt.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 20em;">
+<span class="i0">Zij stuiven heinde en verre, en van<br /></span>
+<span class="i1">malkaar gescheurd, in stressen<br /></span>
+<span class="i0">van wijsterwaster vechtende, en<br /></span>
+<span class="i1">verwaaide tooveressen.<br /></span>
+</div></div>
+
+<hr class="fnsep" />
+
+<p class="footnote"><a id="FN_1_152" href="#FNa_1_152" class="label">[1]</a> Door elkander.</p>
+
+<hr class="hr10" />
+<p><span class="pageno"><a id="p_134">[134]</a></span></p>
+<div class="poem">
+
+<h2><a id="EXCELSIOR"></a><span class="gesperrt" xml:lang="la">EXCELSIOR</span>.</h2>
+
+<div class="stanza" style="width: 21em;">
+<span class="i0">&rsquo;k Zie liever die te bergewaard<br /></span>
+<span class="i1">zijn roekloos opgeklommen,<br /></span>
+<span class="i0">als die, om loon, zoo zaan<a id="FNa_1_153" href="#FN_1_153" class="fnanchor">[1]</a> de vaart<br /></span>
+<span class="i1">gedaan is, nederkommen.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 21em;">
+<span class="i0">Die stijgt noch af- noch om en ziet<br /></span>
+<span class="i1">naar die in de eerde wroeten;<br /></span>
+<span class="i0">noch, dwee van halze, en kust hij niet<br /></span>
+<span class="i1">of waren &rsquo;t keizersvoeten.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 21em;">
+<span class="i0">&rsquo;k Zie liever die de zegevaan<br /></span>
+<span class="i1">mij deur de wolken steken,<br /></span>
+<span class="i0"><i>excelsior</i>, en, v&oacute;&oacute;rgegaan,<br /></span>
+<span class="i1">mij moed in &rsquo;t herte spreken.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 21em;">
+<span class="i0">Dan zegge ik: &bdquo;Op! Dat ander kan,<br /></span>
+<span class="i1">dat kan, dat wil, dat zal ik:<br /></span>
+<span class="i0">geen oneere en geen schande en kan<br /></span>
+<span class="i1">mijn durven deren, valle ik.&rdquo;<br /></span>
+</div>
+<span class="pageno"><a id="p_135">[135]</a></span>
+<div class="stanza" style="width: 21em;">
+<span class="i0">Hooveerdigheid is valsch van doen,<br /></span>
+<span class="i1">van zeggen en van zeden:<br /></span>
+<span class="i0">ootmoedig wil ik, ridder koen,<br /></span>
+<span class="i1">tot stijgen mij besteden.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 21em;">
+<span class="i0">Zoo God mij helpt, en gij mijn vuist,<br /></span>
+<span class="i1">op Libans hoogste kragen<a id="FNa_2_154" href="#FN_2_154" class="fnanchor">[2]</a>,<br /></span>
+<span class="i0">of vielender omtrent mij duist<a id="FNa_3_155" href="#FN_3_155" class="fnanchor">[3]</a>,<br /></span>
+<span class="i1">nog wil, nog zal &rsquo;k het wagen.<br /></span>
+</div></div>
+
+<hr class="fnsep" />
+
+<p class="footnote"><a id="FN_1_153" href="#FNa_1_153" class="label">[1]</a> Dra.</p>
+
+<p class="footnote"><a id="FN_2_154" href="#FNa_2_154" class="label">[2]</a> Punttoppen, kamlijn.</p>
+
+<p class="footnote"><a id="FN_3_155" href="#FNa_3_155" class="label">[3]</a> Duizend.</p>
+
+<hr class="hr10" />
+<p><span class="pageno"><a id="p_136">[136]</a></span></p>
+<div class="poem">
+
+<h2><a id="ZEGEPRAAL"></a><span class="gesperrt">ZEGEPRAAL</span>.</h2>
+
+<div class="stanza" style="width: 23em;">
+<span class="i0">De zonne vecht! Het noordervolk<br /></span>
+<span class="i1">komt woedend opgestoven,<br /></span>
+<span class="i0">de diepten uit, afgrijzelijk<br /></span>
+<span class="i1">verbolgen. Bergen boven<br /></span>
+<span class="i0">malkanderen zij werpen gaan,<br /></span>
+<span class="i1">in &rsquo;s hemels aangezicht:<br /></span>
+<span class="i0">den al te schoonen dag uitdoen,<br /></span>
+<span class="i1">en dooden &rsquo;t zonnelicht!<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 23em;">
+<span class="i0">Het spettert, uit de wolken, vier<br /></span>
+<span class="i1">en vlamme; kwade steenen,<br /></span>
+<span class="i0">van rammelenden hagelslag,<br /></span>
+<span class="i1">en bliksem, al met eenen,<br /></span>
+<span class="i0">verg&acirc;ren mij de reuzen in<br /></span>
+<span class="i1">hun vuisten vol geweld,<br /></span>
+<span class="i0">en ruien ze, onbermhertiglijk<br /></span>
+<span class="i1">daarheen, in &rsquo;t zonneveld.<br /></span>
+</div>
+<span class="pageno"><a id="p_137">[137]</a></span>
+<div class="stanza" style="width: 23em;">
+<span class="i0">&rsquo;t Is donker nu, &rsquo;t is donkerder,<br /></span>
+<span class="i1">nog donkerder! Gevaren,<br /></span>
+<span class="i0">als machtig, overmachtig groote,<br /></span>
+<span class="i1">en mammothsche adelaren,<br /></span>
+<span class="i0">omslaan de wolken alles, en,<br /></span>
+<span class="i1">voor &rsquo;t nachtelijk bedwang,<br /></span>
+<span class="i0">onthemelt al dat hemel is,<br /></span>
+<span class="i1">in &rsquo;s hemels zwart gevang.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 23em;">
+<span class="i0">&rsquo;t Is donker! Zal &rsquo;t verwonnen zijn,<br /></span>
+<span class="i1">dat overheerlijk blaken,<br /></span>
+<span class="i0">dat altijd even schoone van<br /></span>
+<span class="i1">de schoone zonnekaken?<br /></span>
+<span class="i0">&rsquo;t Is nacht! En zijt voor goed nu gij<br /></span>
+<span class="i1">gedompt en doodgedaan?<br /></span>
+<span class="i0">Gij, beeld des Alderhoogsten, zult<br /></span>
+<span class="i1">gij, stervend, ondergaan?<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 23em;">
+<span class="i0">Staat op! Het worde dag weerom!<br /></span>
+<span class="i1">Staat op, en slaat die booze,<br /></span>
+<span class="i0">die duistere onbedachten, gij,<br /></span>
+<span class="i1">des hemels schoone rooze;<br /></span>
+<span class="i0">gij, onverkrachte lichtvorstin,<br /></span>
+<span class="i1">staat op, uit uwen schans,<br /></span>
+<span class="i0">en plettert, onbermhertiglijk,<br /></span>
+<span class="i1">die domme reuzen gansch!<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 23em;">
+<span class="i0">De zonne vecht! Zij duwt den spiet,<br /></span>
+<span class="i1">den onverwonnen gaffel<br /></span>
+<span class="i0">des zonnelichts, de reuzen in<br /></span>
+<span class="i1">den zwartgezwollen naffel;<br /></span>
+<span class="i0">ze bersten, en ze bulderen<br /></span>
+<span class="i1">malkander slaande, intween;<br /></span>
+<span class="i0">en, hersens in de kele, valt<br /></span>
+<span class="i1">het reuzenrot ineen.<br /></span>
+</div>
+<span class="pageno"><a id="p_138">[138]</a></span>
+<div class="stanza" style="width: 23em;">
+<span class="i0">Ze pletteren te grondewaard,<br /></span>
+<span class="i1">ze pletsen en ze plassen,<br /></span>
+<span class="i0">dat &rsquo;t bommelt in de lucht alom:<br /></span>
+<span class="i1">lijk honden zijn &rsquo;t die bassen.<br /></span>
+<span class="i0">De wereld stroomt, afgrijzelijk,<br /></span>
+<span class="i1">van &rsquo;t bloed alsof het waar&rsquo;,<br /></span>
+<span class="i0">van de eindelijk verwonnen, en<br /></span>
+<span class="i1">verwenschte reuzenschaar.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 23em;">
+<span class="i0">Ze &rsquo;n zijn niet meer,... ze &rsquo;n zijn niet meer.<br /></span>
+<span class="i1">Ze waren!... In hun stede<br /></span>
+<span class="i0">komt helderheid, komt hemelsblauw,<br /></span>
+<span class="i1">komt goud, dat schittert, mede.<br /></span>
+<span class="i0">De zonne vocht, de zonne won,<br /></span>
+<span class="i1">en, tierende overluid:<br /></span>
+<span class="i0">&bdquo;Hier ben ik!&rdquo; roept ons zonneken,<br /></span>
+<span class="i1">&bdquo;des vijands vonke is uit!&rdquo;<br /></span>
+</div></div>
+
+<hr class="hr10" />
+<p><span class="pageno"><a id="p_139">[139]</a></span></p>
+<div class="poem">
+
+<h2><a id="DE_DOORNENBOOM"></a>DE DOORNENBOOM.</h2>
+
+<div class="stanza" style="width: 17em;">
+<span class="i0">De schamele, oude boom,<br /></span>
+<span class="i0">die midden in de vaten,<br /></span>
+<span class="i1">veracht en ongetroost,<br /></span>
+<span class="i1">des olieboeters<a id="FNa_1_156" href="#FN_1_156" class="fnanchor">[1]</a> staat;<br /></span>
+<span class="i0">hij weet dat &rsquo;t zomer is<br /></span>
+<span class="i0">en zou hij, zou hij &rsquo;t laten,<br /></span>
+<span class="i1">te bloeien, nu dat al<br /></span>
+<span class="i1">dat blomme is opengaat?<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 17em;">
+<span class="i0">Gestapeld, rondom hem,<br /></span>
+<span class="i0">zijn tonnen, tonnen, tonnen,<br /></span>
+<span class="i1">die olie zweeten al,<br /></span>
+<span class="i1">en stinken. Schouwen ook,<br /></span>
+<span class="i0">verheven boven &rsquo;t dak<br /></span>
+<span class="i0">des oliebouws, en jonnen<a id="FNa_2_157" href="#FN_2_157" class="fnanchor">[2]</a><br /></span>
+<span class="i1">maar bitterheid den boom<br /></span>
+<span class="i1">en afgerolden rook.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 17em;">
+<span class="i0">Hij bloeien zal nochtans,<br /></span>
+<span class="i0">en, blij, de zonne bieden<br /></span>
+<span class="i1">de vreugde van zijn hert:<br /></span>
+<span class="i1">maar &eacute;&eacute;nen keer in &rsquo;t jaar<br /></span>
+<span class="pageno"><a id="p_140">[140]</a></span>
+<span class="i0">en wilt het zomer zijn,<br /></span>
+<span class="i0">en mag&rsquo;t den boom geschieden<br /></span>
+<span class="i1">te bloeien in den dwang<br /></span>
+<span class="i1">van al die tonnen daar.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 17em;">
+<span class="i0">Hij bloeit en staat in &rsquo;t wit<br /></span>
+<span class="i0">getooid, langs alle kanten<br /></span>
+<span class="i1">&eacute;&eacute;n vlage blommen duikt<br /></span>
+<span class="i1">zijn&rsquo; takken, scheef en krom;<br /></span>
+<span class="i0">de bietjes zie&rsquo;k er zog<br /></span>
+<span class="i0">van zuiver zeem in zanten<a id="FNa_3_158" href="#FN_3_158" class="fnanchor">[3]</a>,<br /></span>
+<span class="i1">de blommen in en uit<br /></span>
+<span class="i1">en uit en in, we&ecirc;rom.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 17em;">
+<span class="i0">Bloeit helder, helder op,<br /></span>
+<span class="i0">o boom, en luide pralen<br /></span>
+<span class="i1">laat al uw lief gewaai,<br /></span>
+<span class="i1">deur dikke en dunne. Neen&rsquo;t,<br /></span>
+<span class="i0">&rsquo;t en is maar &eacute;&eacute;nen keer,<br /></span>
+<span class="i0">dat &rsquo;t meie is; hillen, dalen<br /></span>
+<span class="i1">zijn blijde; blijde zijt,<br /></span>
+<span class="i1">genoeg, genoeg geweend.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 17em;">
+<span class="i0">De tonnen staan alom<br /></span>
+<span class="i0">gestapeld: zwarte zware<br /></span>
+<span class="i1">gedaanten, ongehier<a id="FNa_4_159" href="#FN_4_159" class="fnanchor">[4]</a><br /></span>
+<span class="i1">van leelijkheid. Welaan,<br /></span>
+<span class="i0">o taaie doornenboom,<br /></span>
+<span class="i0">daar midden in, verjare<br /></span>
+<span class="i1">nog menigmaal uw hoofd,<br /></span>
+<span class="i1">vol bloeiend wit gela&acirc;n!<br /></span>
+</div></div>
+
+<hr class="fnsep" />
+
+<p class="footnote"><a id="FN_1_156" href="#FNa_1_156" class="label">[1]</a> Olieslager.</p>
+
+<p class="footnote"><a id="FN_2_157" href="#FNa_2_157" class="label">[2]</a> Gunnen.</p>
+
+<p class="footnote"><a id="FN_3_158" href="#FNa_3_158" class="label">[3]</a> Samenlezen.</p>
+
+<p class="footnote"><a id="FN_4_159" href="#FNa_4_159" class="label">[4]</a> Onguur.</p>
+
+<hr class="hr10" />
+<p><span class="pageno"><a id="p_141">[141]</a></span></p>
+<div class="poem">
+
+<h2><a id="MIETJE"></a><span class="gesperrt">MIETJE</span>.</h2>
+
+<div class="stanza" style="width: 19em;">
+<span class="i0">&rsquo;t Meiske, met zijn&rsquo; teele melk,<br /></span>
+<span class="i1">op zijn bloote voetjes,<br /></span>
+<span class="i0">lang, gelijk nen terruwstelk<a id="FNa_1_160" href="#FN_1_160" class="fnanchor">[1]</a>,<br /></span>
+<span class="i1">zoetjes, zoetjes, zoetjes<br /></span>
+<span class="i0">terdt<a id="FNa_2_161" href="#FN_2_161" class="fnanchor">[2]</a> het voort, en anders niet<br /></span>
+<span class="i1">als zijn teele melk en ziet&rsquo;t.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 19em;">
+<span class="i0">&rsquo;t Meisken hoorde: &bdquo;Goedendag!&rdquo;<br /></span>
+<span class="i1">zeggen, zoetjes, zoetjes:<br /></span>
+<span class="i0">&bdquo;Mietje!&rdquo; &rsquo;t Meisken ommezag...<br /></span>
+<span class="i1">op zijn bloote voetjes<br /></span>
+<span class="i0">viel de melk en, vol verdriet,<br /></span>
+<span class="i1">wie dat &rsquo;t was en wist het niet.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 19em;">
+<span class="i0">Meiske, meiske, meiske snel,<br /></span>
+<span class="i1">op uw bloote voetjes,<br /></span>
+<span class="i0">melk aan &rsquo;t dragen, wacht u wel:<br /></span>
+<span class="i1">zoetjes, zoetjes, zoetjes,<br /></span>
+<span class="i0">mijdt u, meiske, en hoort gij iet,<br /></span>
+<span class="i1">v&oacute;&oacute;r u, maar niet omme en ziet!<br /></span>
+</div></div>
+
+<hr class="fnsep" />
+
+<p class="footnote"><a id="FN_1_160" href="#FNa_1_160" class="label">[1]</a> Tarwestengel.</p>
+
+<p class="footnote"><a id="FN_2_161" href="#FNa_2_161" class="label">[2]</a> Treedt.</p>
+
+<hr class="hr10" />
+<p><span class="pageno"><a id="p_142">[142]</a></span></p>
+<div class="poem">
+
+<h2><a id="CYTISUS_LABURNUM"></a><span xml:lang="la">CYTISUS LABURNUM</span><a id="FNa_1_162" href="#FN_1_162" class="fnanchor">[1]</a>.</h2>
+
+<div class="stanza" style="width: 24em;">
+<span class="i0">Gevlerikt, na der vliegen aard;<br /></span>
+<span class="i1">gereesemd<a id="FNa_2_163" href="#FN_2_163" class="fnanchor">[2]</a>, al omleegewaard;<br /></span>
+<span class="i0">eenvervig, en van goude fijn,<br /></span>
+<span class="i1">des goudenregens blommen zijn.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 24em;">
+<span class="i0">Zij staan in krabben<a id="FNa_3_164" href="#FN_3_164" class="fnanchor">[3]</a>, lang en smal<br /></span>
+<span class="i1">van lijve, en recht een regenval<br /></span>
+<span class="i0">gelijken zij, van goude.... neen,<br /></span>
+<span class="i1">van zijde en licht en edelsteen.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 24em;">
+<span class="i0">&rsquo;t En is van al dat bloeit entwat<br /></span>
+<span class="i1">zoo geluw, in geen blommenstad;<br /></span>
+<span class="i0">&rsquo;t is geluw, naast aan &rsquo;t groen.... &rsquo;t en doet,<br /></span>
+<span class="i1">&rsquo;t is groen, ten geel&rsquo;wen uitgezoet.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 24em;">
+<span class="i0">Als, ievers in den hof gestaan,<br /></span>
+<span class="i1">de goudenregens opengaan,<br /></span>
+<span class="i0">de duisterheid van &rsquo;t groen verdwijnt,<br /></span>
+<span class="i1">&bdquo;het regent en de zunne schijnt.&rdquo;<br /></span>
+</div>
+<span class="pageno"><a id="p_143">[143]</a></span>
+<div class="stanza" style="width: 24em;">
+<span class="i0">Hoe jammer dat zoo gauw voorbij,<br /></span>
+<span class="i1">uw vlagen gaan van goude, en gij,<br /></span>
+<span class="i0">o gulden regen, al te broos<br /></span>
+<span class="i1">van leven zijt ge, en tijdeloos<a id="FNa_4_165" href="#FN_4_165" class="fnanchor">[4]</a>!<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 24em;">
+<span class="i0">Gij strooit den weg, nen dag nadien,<br /></span>
+<span class="i1">of twee, dat wij u open zien:<br /></span>
+<span class="i0">zoo derf<a id="FNa_5_166" href="#FN_5_166" class="fnanchor">[5]</a> is dan uw dood gelaat,<br /></span>
+<span class="i1">als kaf, daarop de vlegel slaat!<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 24em;">
+<span class="i0">En, eens dat eene aan &rsquo;t vallen is,<br /></span>
+<span class="i1">de stervenstijd van allen is<br /></span>
+<span class="i0">gekommen: geen een blomme en kan&rsquo;t<br /></span>
+<span class="i1">meer houden: &rsquo;t goud is uitgebrand.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 24em;">
+<span class="i0">O goudenregen, heel en al<br /></span>
+<span class="i1">het jaar, zoo heet gij regenval;<br /></span>
+<span class="i0">doch regenval van goude, aleer<br /></span>
+<span class="i1">het meien zal, en zijt gij meer.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 24em;">
+<span class="i0">&rsquo;k Verlange al, eer de maand daar is<br /></span>
+<span class="i1">we&ecirc;romme, en tend<a id="FNa_6_167" href="#FN_6_167" class="fnanchor">[6]</a> de hoven, frisch;<br /></span>
+<span class="i0">vol goudeware<a id="FNa_7_168" href="#FN_7_168" class="fnanchor">[7]</a> en zonneschijn<br /></span>
+<span class="i1">geregend door uw&rsquo; blommen, zijn.<br /></span>
+</div></div>
+
+<hr class="fnsep" />
+
+<p class="footnote"><a id="FN_1_162" href="#FNa_1_162" class="label">[1]</a> Goudenregen.</p>
+
+<p class="footnote"><a id="FN_2_163" href="#FNa_2_163" class="label">[2]</a> Gerist.</p>
+
+<p class="footnote"><a id="FN_3_164" href="#FNa_3_164" class="label">[3]</a> Tros.</p>
+
+<p class="footnote"><a id="FN_4_165" href="#FNa_4_165" class="label">[4]</a> Zonder tijd, kort van duur.</p>
+
+<p class="footnote"><a id="FN_5_166" href="#FNa_5_166" class="label">[5]</a> Bleek.</p>
+
+<p class="footnote"><a id="FN_6_167" href="#FNa_6_167" class="label">[6]</a> Tend, tenden, t&rsquo;enden = aan het einde.</p>
+
+<p class="footnote"><a id="FN_7_168" href="#FNa_7_168" class="label">[7]</a> Goudwaar.</p>
+
+<hr class="hr10" />
+<p><span class="pageno"><a id="p_144">[144]</a></span></p>
+<div class="poem">
+
+<h2><a id="BUIGEN_OF_BERSTEN"></a>BUIGEN OF BERSTEN.</h2>
+
+<div class="stanza" style="width: 22em;">
+<span class="i0">Het jong hout staat, den rugge krom,<br /></span>
+<span class="i2">ootmoedig <span class="corr" id="corr09" title="Bron: neergestopen">ne&ecirc;rgestopen</span><a id="FNa_1_169" href="#FN_1_169" class="fnanchor">[1]</a><br /></span>
+<span class="i0">terwijl de wind, den afgrond van<br /></span>
+<span class="i2">zijn diepe longen open,<br /></span>
+<span class="i0">gevaren komt, door bilk<a id="FNa_2_170" href="#FN_2_170" class="fnanchor">[2]</a> en bosch;<br /></span>
+<span class="i2">en, bruischende in de boomen,<br /></span>
+<span class="i0">losbandig, al den gruwel van<br /></span>
+<span class="i2">zijn&rsquo; gramschap heen laat stroomen.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 22em;">
+<span class="i0">De boomen staan geworteld in<br /></span>
+<span class="i2">den bodem diepe, en, weren<br /></span>
+<span class="i0">en zal de wind hun sterkheid noch<br /></span>
+<span class="i2">hunne oude stammen deren;<br /></span>
+<span class="i0">ze zuchten en ze stenen wel,<br /></span>
+<span class="i2">ze roepen en ze razen,<br /></span>
+<span class="i0">maar wederstaan, zoo willen ze, en...<br /></span>
+<span class="i2">dat durven ze, die dwazen!<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 22em;">
+<span class="i0">Ze &rsquo;n buigen niet. Hun&rsquo; wortels staan<br /></span>
+<span class="i2">in de eerde ne&ecirc;rgegrepen<br /></span>
+<span class="i0">als ankers, die gebonden staan<br /></span>
+<span class="i2">doen ijzervast de schepen;<br /></span>
+<span class="pageno"><a id="p_145">[145]</a></span>
+<span class="i0"><span class="corr" id="corr10" title="Bron: Ze">ze</span> &rsquo;n buigen niet. Hun hoofdgewaai<br /></span>
+<span class="i2">scheurt af en weg: om &rsquo;t even,<br /></span>
+<span class="i0">en zullen noch en willen ze, en<br /></span>
+<span class="i2">voor wie dat &rsquo;t zij, begeven.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 22em;">
+<span class="i0">Het jong hout ligt den grond nabij,<br /></span>
+<span class="i2">voorover, <span class="corr" id="corr11" title="Bron: neergedwongen">ne&ecirc;rgedwongen</span>;<br /></span>
+<span class="i0">verpletterd en vernietigd haast.&mdash;<br /></span>
+<span class="i2">De wind komt losgesprongen<br /></span>
+<span class="i0">en, stampende op dat ligt... &bdquo;Zoo wel<br /></span>
+<span class="i2">den naasten als den versten,...<br /></span>
+<span class="i0">die boomen daar zal &rsquo;k buigen doen,<br /></span>
+<span class="i2">of willens nillens bersten!&rdquo;<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 22em;">
+<span class="i0">&rsquo;t Is donker, van al &rsquo;t zand, dat vliegt.<br /></span>
+<span class="i2">Geen hersendolle koeien<br /></span>
+<span class="i0">en kunnen, zoo de wind nu doet,<br /></span>
+<span class="i2">zoo ongedoevig<a id="FNa_3_171" href="#FN_3_171" class="fnanchor">[3]</a> loeien.<br /></span>
+<span class="i0">Ei! poffen nu, en paffen gaan<br /></span>
+<span class="i2">de pezen af, en kraken<br /></span>
+<span class="i0">de wortels: als geweren zijn &rsquo;t,<br /></span>
+<span class="i2">die dood en donder braken.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 22em;">
+<span class="i0">De doelen staan, bij vijftigen,<br /></span>
+<span class="i2">bij honderden, te perre<a id="FNa_4_172" href="#FN_4_172" class="fnanchor">[4]</a>,<br /></span>
+<span class="i0">ter aarden uitgeheven, en...<br /></span>
+<span class="i2">de boomen zijn omverre,<br /></span>
+<span class="i0">de teenen in de lucht; tot in<br /></span>
+<span class="i2">den vasten grond gezonken,<br /></span>
+<span class="i0">verdwijnt, al even slaggelings<a id="FNa_5_173" href="#FN_5_173" class="fnanchor">[5]</a>,<br /></span>
+<span class="i2">hun&rsquo; kroone, in de elzentronken.<br /></span>
+</div>
+<span class="pageno"><a id="p_146">[146]</a></span>
+<div class="stanza" style="width: 22em;">
+<span class="i0">Het jong hout heft den hals weer op;<br /></span>
+<span class="i2">allengskens stilt het weder,<br /></span>
+<span class="i0">en legt het, op de rompen van<br /></span>
+<span class="i2">geroeide boshout, neder<br /></span>
+<span class="i0">zijn grimmigheid. Een slagveld is &rsquo;t<br /></span>
+<span class="i2">vol lijken. Ongeschonden,<br /></span>
+<span class="i0">zoo staan de jonge stammen daar<br /></span>
+<span class="i2">nog, al die buigen konden.<br /></span>
+</div></div>
+
+<hr class="fnsep" />
+
+<p class="footnote"><a id="FN_1_169" href="#FNa_1_169" class="label">[1]</a> <span class="corr" id="corr12" title="Bron: Neergebogen">Ne&ecirc;rgebogen</span>.</p>
+
+<p class="footnote"><a id="FN_2_170" href="#FNa_2_170" class="label">[2]</a> Omsloten weide.</p>
+
+<p class="footnote"><a id="FN_3_171" href="#FNa_3_171" class="label">[3]</a> Wild, woest.</p>
+
+<p class="footnote"><a id="FN_4_172" href="#FNa_4_172" class="label">[4]</a> Op hun kop.</p>
+
+<p class="footnote"><a id="FN_5_173" href="#FNa_5_173" class="label">[5]</a> Met &eacute;&eacute;n slag.</p>
+
+<hr class="hr10" />
+<p><span class="pageno"><a id="p_147">[147]</a></span></p>
+<div class="poem">
+
+<h2><a id="DE_SPERRETAKKEN"></a>DE SPERRETAKKEN.</h2>
+
+<div class="stanza" style="width: 20em;">
+<span class="i0">De sperretakken staan, nabij<br /></span>
+<span class="i1">den boom, alsof hun bl&acirc;ren<br /></span>
+<span class="i0">gestorven, over langen tijd<br /></span>
+<span class="i1">aan jeugd en jonkheid waren;<br /></span>
+<span class="i0">maar, als zoo zaan<a id="FNa_1_174" href="#FN_1_174" class="fnanchor">[1]</a> de zomer komt<br /></span>
+<span class="i1">herzie &rsquo;k hun verste vingeren<br /></span>
+<span class="i0">met jeugdig groen en zappigheid<br /></span>
+<span class="i1">den ouden boom omslingeren.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 20em;">
+<span class="i0">Nog winter is &rsquo;t, men zeggen zou,<br /></span>
+<span class="i1">omtrent het bol<a id="FNa_2_175" href="#FN_2_175" class="fnanchor">[2]</a>; en neven<br /></span>
+<span class="i0">het bol, zijn zwart de takken, die<br /></span>
+<span class="i1">maar tendenwaards en leven:<br /></span>
+<span class="i0">het oude draagt het nieuwe, dat<br /></span>
+<span class="i1">nog jong is; maar van dagen<br /></span>
+<span class="i0">ook oud geworden, beurtelings<br /></span>
+<span class="i1">zal &rsquo;t oude &rsquo;et nieuwe dragen.<br /></span>
+</div>
+<span class="pageno"><a id="p_148">[148]</a></span>
+<div class="stanza" style="width: 20em;">
+<span class="i0">Op de ouden blijft gesteund, en zijt<br /></span>
+<span class="i1">voorzichtig, jonge spranken;<br /></span>
+<span class="i0">&rsquo;n laat u nooit verleiden, om<br /></span>
+<span class="i1">te vroeg u vrij te danken<br /></span>
+<span class="i0">van &rsquo;t oude: uit de oude grauwte van<br /></span>
+<span class="i1">de schiergestorven boomen<br /></span>
+<span class="i0">zal nieuwgeboren schoonheid eens,<br /></span>
+<span class="i1">en sterkte, henenstroomen.<br /></span>
+</div></div>
+
+<hr class="fnsep" />
+
+<p class="footnote"><a id="FN_1_174" href="#FNa_1_174" class="label">[1]</a> Dra.</p>
+
+<p class="footnote"><a id="FN_2_175" href="#FNa_2_175" class="label">[2]</a> Stam.</p>
+
+<hr class="hr10" />
+<p><span class="pageno"><a id="p_149">[149]</a></span></p>
+<div class="poem">
+
+<h2><a id="HET_GULDEN_VLIES"></a>HET GULDEN VLIES.</h2>
+
+<div class="stanza" style="width: 23em;">
+<span class="i0">&rsquo;t Is scherenstijd in &rsquo;t houtgewas.<br /></span>
+<span class="i0">De blaren vallen: grond en gras<br /></span>
+<span class="i0">zijn effen, van den wind die waait,<br /></span>
+<span class="i0">vol zilver en vol goud gezaaid.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 23em;">
+<span class="i0">Zoo groene en is de grond nu meer<br /></span>
+<span class="i0">als wijlen, toen de lente teer,<br /></span>
+<span class="i0">en &rsquo;t jonge jaar zijn herte ontlook,<br /></span>
+<span class="i0">de weiden en de bosschen ook.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 23em;">
+<span class="i0">&rsquo;t Is scherenstijd. De schapen niet<br /></span>
+<span class="i0">maar &rsquo;t houtgewas men scheren ziet;<br /></span>
+<span class="i0">en &rsquo;t scherpe van de windenschaar<br /></span>
+<span class="i0">aan &rsquo;t knippen is in &rsquo;t houtgeblaar.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 23em;">
+<span class="i0">Daar vallen en vergaderen<br /></span>
+<span class="i0">nu honderdduizend bladeren,<br /></span>
+<span class="i0">die reuzen<a id="FNa_1_176" href="#FN_1_176" class="fnanchor">[1]</a> af de rijzekens,<br /></span>
+<span class="i0">zoo lustig en zoo lijzekens.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 23em;">
+<span class="i0">&rsquo;t Is &rsquo;t boomenvlies dat nederstort,<br /></span>
+<span class="i0">dat altemaal gesneden wordt;<br /></span>
+<span class="i0">dat af en d&oacute;&oacute;r de schare moet,<br /></span>
+<span class="i0">zoo &rsquo;t al, en te elken jare doet.<br /></span>
+</div>
+<span class="pageno"><a id="p_150">[150]</a></span>
+<div class="stanza" style="width: 23em;">
+<span class="i0">Het gulden vlies, dat Jason zocht,<br /></span>
+<span class="i0">en reeuwroofde<a id="FNa_2_177" href="#FN_2_177" class="fnanchor">[2]</a> op het wangedrocht,<br /></span>
+<span class="i0">aanschouwe ik al mijn leven lang,<br /></span>
+<span class="i0">als wangeloove en kwenenzang<a id="FNa_3_178" href="#FN_3_178" class="fnanchor">[3]</a>.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 23em;">
+<span class="i0">Maar &rsquo;t geen alhier, aldaar gestrooid,<br /></span>
+<span class="i0">den weg dien ik nu ga vermooit,<br /></span>
+<span class="i0">dat menigvuldig boomverlies,<br /></span>
+<span class="i0">voorwaar dat is mij &rsquo;t gulden vlies.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 23em;">
+<span class="i0">Het blinkt, het bleust, het laait, het ligt<br /></span>
+<span class="i0">doorschoten van den zonneschicht,<br /></span>
+<span class="i0">onmeetbaar, verre, &eacute;&eacute;n schapendracht<br /></span>
+<span class="i0">van ooienwolle en lammervacht.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 23em;">
+<span class="i0">Een kleed is &rsquo;t, als van engelkens,<br /></span>
+<span class="i0">van louter liefdebengelkens,<br /></span>
+<span class="i0">die zijde en wolle en gouden bla&acirc;n<br /></span>
+<span class="i0">doen liggen, daar ze spelen gaan.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 23em;">
+<span class="i0">Het rilt, bij elker schree, die &rsquo;k doe;<br /></span>
+<span class="i0">het roert en &rsquo;t ruischt, &rsquo;k en weet niet hoe;<br /></span>
+<span class="i0">en &rsquo;t riekt, alsof er reuke fijn<br /></span>
+<span class="i0">van amber uit zou dampend zijn.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 23em;">
+<span class="i0">&rsquo;t Is scherenstijd, in &rsquo;t houtgewas;<br /></span>
+<span class="i0">geen stap mij ooit zoo zoet en was<br /></span>
+<span class="i0">als dien ik eens, in Iperste&ecirc;,<br /></span>
+<span class="i0">deur de afgevallen bl&acirc;ren de&ecirc;!<br /></span>
+</div></div>
+
+<hr class="fnsep" />
+
+<p class="footnote"><a id="FN_1_176" href="#FNa_1_176" class="label">[1]</a> Vallen.</p>
+
+<p class="footnote"><a id="FN_2_177" href="#FNa_2_177" class="label">[2]</a> Reeuwroof = lijkroof.</p>
+
+<p class="footnote"><a id="FN_3_178" href="#FNa_3_178" class="label">[3]</a> Kwene = oud wijf.</p>
+
+<hr class="hr10" />
+<p><span class="pageno"><a id="p_151">[151]</a></span></p>
+<div class="poem">
+
+<h2><a id="HEBT_MEELIJEN"></a>HEBT <span class="corr" id="corr13" title="Bron: MEELIJEN">ME&Ecirc;LIJEN</span>.</h2>
+
+<div class="stanza" style="width: 20em;">
+<span class="i0">Hebt me&ecirc;lijen met de boomen, laat<br /></span>
+<span class="i1">den bast hun ongeschonden;<br /></span>
+<span class="i0">bewaart ze voor de nijdigheid<br /></span>
+<span class="i1">der kwade nagelwonden;<br /></span>
+<span class="i0">geen onbermhertig menschenkind<br /></span>
+<span class="i1">ze dood en kwelle: geeft<br /></span>
+<span class="i0">de vrijheid aan des scheppers hand,<br /></span>
+<span class="i1">die in hun lenden leeft.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 20em;">
+<span class="i0">Hoe schandelijk ontmaakselt en<br /></span>
+<span class="i1">ontmooit gij mij de vrome,<br /></span>
+<span class="i0">de vrije en blije boomen, die &rsquo;k<br /></span>
+<span class="i1">zoo geren tegenkome<br /></span>
+<span class="i0">omtrent uw huis en hof, o gij,<br /></span>
+<span class="i1">dien God met herte en oog<br /></span>
+<span class="i0">heeft toegerust, om hem te zien<br /></span>
+<span class="i1">in &rsquo;t heerlijk boomvertoog.<br /></span>
+</div>
+<span class="pageno"><a id="p_152">[152]</a></span>
+<div class="stanza" style="width: 20em;">
+<span class="i0">&rsquo;k Zie opgeroeste pikken, moe<br /></span>
+<span class="i1">van kappen en van kerven,<br /></span>
+<span class="i0">gehamerd om den esschenboom,<br /></span>
+<span class="i1">den esschenboom bederven,<br /></span>
+<span class="i0">daaraan het hekken vastgehaakt<br /></span>
+<span class="i1">de bilken<a id="FNa_1_179" href="#FN_1_179" class="fnanchor">[1]</a> sluit, en &rsquo;t vee<br /></span>
+<span class="i0">belemmert, dat zijn vulte zoekt<br /></span>
+<span class="i1">en voedsel, in de wee.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 20em;">
+<span class="i0">&rsquo;k Zie boomen, die gebonden staan,<br /></span>
+<span class="i1">in &rsquo;s dwingers booze handen,<br /></span>
+<span class="i0">die nooit geen duimbreed af en laat<br /></span>
+<span class="i1">zijn ijzervaste banden,<br /></span>
+<span class="i0">maar spannende en onroerbaar, al<br /></span>
+<span class="i1">dat leeft en roert in &rsquo;t lijf<br /></span>
+<span class="i0">der boomen doet misdragen tot<br /></span>
+<span class="i1">een eerloos wanbeklijf<a id="FNa_2_180" href="#FN_2_180" class="fnanchor">[2]</a>.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 20em;">
+<span class="i0">Gebulte boomen zie&rsquo;k, en die,<br /></span>
+<span class="i1">doorhakkeld en dooreten,<br /></span>
+<span class="i0">vol krammen en vol haken staan<br /></span>
+<span class="i1">gespijkerd en gesmeten<a id="FNa_3_181" href="#FN_3_181" class="fnanchor">[3]</a>;<br /></span>
+<span class="i0">die werken zoo Gods wet hun wijst,<br /></span>
+<span class="i1">die tranen en die blo&ecirc;n,<br /></span>
+<span class="i0">o mensche, om eenmaal vrij te zijn<br /></span>
+<span class="i1">van al uw dertel doen.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 20em;">
+<span class="i0">Of staan ze meer niet vast genoeg,<br /></span>
+<span class="i1">de wortelvaste boomen?<br /></span>
+<span class="i0">En vreest gij dat zij henengaan<br /></span>
+<span class="i1">en me&ecirc; met &rsquo;t water stroomen;<br /></span>
+<span class="pageno"><a id="p_153">[153]</a></span>
+<span class="i0">of vliegen in de lucht, omdat<br /></span>
+<span class="i1">gij scherpe draden spint,<br /></span>
+<span class="i0">en lange reken<a id="FNa_4_182" href="#FN_4_182" class="fnanchor">[4]</a> boomen al<br /></span>
+<span class="i1">in snijdend garen windt?<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 20em;">
+<span class="i0">Och arme, en is &rsquo;t genoeg u niet<br /></span>
+<span class="i1">dat, schier nog ongeboren,<br /></span>
+<span class="i0">het hout alre&ecirc; geknipt moet zijn,<br /></span>
+<span class="i1">geschonden en geschoren;<br /></span>
+<span class="i0">dat &rsquo;t, galoos<a id="FNa_5_183" href="#FN_5_183" class="fnanchor">[5]</a> en tot alles dat<br /></span>
+<span class="i1">het niet en is gepraamd,<br /></span>
+<span class="i0">wordt &bdquo;gloriette&rdquo; en &bdquo;pyramide&rdquo;,<br /></span>
+<span class="i1">en &bdquo;espalier&rdquo; genaamd!<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 20em;">
+<span class="i0">Hebt me&ecirc;lijen met de boomen, laat<br /></span>
+<span class="i1">hun schoonheid ongeschonden,<br /></span>
+<span class="i0">die schoonder is, onaangeroerd,<br /></span>
+<span class="i1">onvast en ongebonden,<br /></span>
+<span class="i0">zoo God ze liet gewassen zijn,<br /></span>
+<span class="i1">gewonnen en gebaard,<br /></span>
+<span class="i0">als al hetgene gij, o mensch,<br /></span>
+<span class="i1">verzint en hebt vergaard.<br /></span>
+</div></div>
+
+<hr class="fnsep" />
+
+<p class="footnote"><a id="FN_1_179" href="#FNa_1_179" class="label">[1]</a> Omsloten weide.</p>
+
+<p class="footnote"><a id="FN_2_180" href="#FNa_2_180" class="label">[2]</a> Wangewas.</p>
+
+<p class="footnote"><a id="FN_3_181" href="#FNa_3_181" class="label">[3]</a> Geslagen.</p>
+
+<p class="footnote"><a id="FN_4_182" href="#FNa_4_182" class="label">[4]</a> Rij.</p>
+
+<p class="footnote"><a id="FN_5_183" href="#FNa_5_183" class="label">[5]</a> Weergaloos.</p>
+
+<hr class="hr10" />
+<p><span class="pageno"><a id="p_154">[154]</a></span></p>
+<div class="poem">
+
+<h2><a id="DE_DAGERAAD"></a>DE DAGERAAD.</h2>
+
+<div class="stanza" style="width: 20em;">
+<span class="i0">In &rsquo;t blauwe van den hemel doekt<br /></span>
+<span class="i2">een kleene, witte wolke<br /></span>
+<span class="i4">de zonne mij;<br /></span>
+<span class="i0">en &rsquo;t witte van die wolke en komt<br /></span>
+<span class="i2">geen vlekkelooze molke<a id="FNa_1_184" href="#FN_1_184" class="fnanchor">[1]</a>,<br /></span>
+<span class="i4">geen wolle bij;<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 20em;">
+<span class="i0">geen witgewasschen wolle, noch<br /></span>
+<span class="i2">geen snee die, versch gevallen,<br /></span>
+<span class="i4">te gronde ligt;<br /></span>
+<span class="i0">zoo wit is, op de boorden van<br /></span>
+<span class="i2">die witte wolke, &rsquo;t brallen<br /></span>
+<span class="i4">van &rsquo;t zonnelicht.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 20em;">
+<span class="i0">&rsquo;k En kan &rsquo;t niet meer bezien bijkans,<br /></span>
+<span class="i2">mijne oogen willen dolen;<br /></span>
+<span class="i4">&rsquo;t is vermiljoen,<br /></span>
+<span class="i0">dat, zwart in mijnen boek gedrukt,<br /></span>
+<span class="i2">zoo zwart is als de kolen,<br /></span>
+<span class="i4">en &rsquo;t rood is groen.<br /></span>
+</div>
+<span class="pageno"><a id="p_155">[155]</a></span>
+<div class="stanza" style="width: 20em;">
+<span class="i0">De Leye, die daar stille ligt,<br /></span>
+<span class="i2">het water in de beken,<br /></span>
+<span class="i4">is rood voortaan;<br /></span>
+<span class="i0">terwijl, van top tot tee&rsquo;n mij als<br /></span>
+<span class="i2">van &rsquo;t morgenrood ontsteken<br /></span>
+<span class="i4">de boomen staan.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 20em;">
+<span class="i0">Het schemert hooge en leege nu,<br /></span>
+<span class="i2">en diepe in &rsquo;s hemels gronden,<br /></span>
+<span class="i4">vandage staat,<br /></span>
+<span class="i0">bene&ecirc;n dien witten zonnedoek,<br /></span>
+<span class="i2">in &rsquo;s middags hooge stonden,<br /></span>
+<span class="i4">de dageraad!<br /></span>
+</div></div>
+
+<hr class="fnsep" />
+
+<p class="footnote"><a id="FN_1_184" href="#FNa_1_184" class="label">[1]</a> Zuivel.</p>
+
+<hr class="hr10" />
+<p><span class="pageno"><a id="p_156">[156]</a></span></p>
+<div class="poem">
+
+<h2><a id="NEVELDUISTERNIS"></a>NEVELDUISTERNIS.</h2>
+
+<div class="stanza" style="width: 20em;">
+<span class="i0">Gegrauwdoekt is de grond<br /></span>
+<span class="i1">der kimme en allenthenen<br /></span>
+<span class="i0">vol damp en duisternis;<br /></span>
+<span class="i1">de boomen, half verdwenen,<br /></span>
+<span class="i2">half zichtbaar, hebben, daar<br /></span>
+<span class="i2">ze stille staan en stom,<br /></span>
+<span class="i2">van wolkenweefsel elk<br /></span>
+<span class="i2">een grauwen tabbaard om.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 20em;">
+<span class="i0">&rsquo;t Hoogmorgent en, zoo &rsquo;t schijnt,<br /></span>
+<span class="i1">&rsquo;t en wilt geen dag meer dagen:<br /></span>
+<span class="i0">daar moet iets ongesteld<br /></span>
+<span class="i1">of los zijn aan den wagen<br /></span>
+<span class="i2">der zonnehingsten, dat<br /></span>
+<span class="i2">ze in toom gehouden staan<br /></span>
+<span class="i2">en, immer nippend, nooit<br /></span>
+<span class="i2">een schre&ecirc; vooruit en gaan.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 20em;">
+<span class="i0">De wereld mist den troost<br /></span>
+<span class="i1">dier zoete zonnestralen,<br /></span>
+<span class="i0">die alles leven doen,<br /></span>
+<span class="i1">daar ooit zij nederdalen;<br /></span>
+<span class="i2">die &rsquo;t schoone schoon doen en<br /></span>
+<span class="i2">die &rsquo;t goede goed doen zijn:<br /></span>
+<span class="i2">die God verbeelden in<br /></span>
+<span class="i2">Gods beeld, den zonneschijn.<br /></span>
+</div>
+<span class="pageno"><a id="p_157">[157]</a></span>
+<div class="stanza" style="width: 20em;">
+<span class="i0">De wereld mist dat nu:<br /></span>
+<span class="i1">ze treurt en, langs de lanen,<br /></span>
+<span class="i0">daar &rsquo;t eenmaal blommen droop<br /></span>
+<span class="i1">en druipen nu maar tranen;<br /></span>
+<span class="i2">daar &rsquo;k eenmaal stemmen hoorde<br /></span>
+<span class="i2">en vogelzang, en ziet<br /></span>
+<span class="i2">mijne ooge onschoonheid maar<br /></span>
+<span class="i2">en sprakeloos verdriet.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 20em;">
+<span class="i0">Dat &rsquo;t schaduw nu nog ware<br /></span>
+<span class="i1">en wolken, daar de winden,<br /></span>
+<span class="i0">zoo in een schapentrop<br /></span>
+<span class="i1">de honden, weg in vinden,<br /></span>
+<span class="i2">en bleve een plekske vrij,<br /></span>
+<span class="i2">dat blauw is, hier of daar!<br /></span>
+<span class="i2">Och, neen, &rsquo;t is nevel, al<br /></span>
+<span class="i2">omtrent me, en nevel maar.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 20em;">
+<span class="i0">O nevelduisternis,<br /></span>
+<span class="i1">bij nachte zien mijne oogen<br /></span>
+<span class="i0">de duizend teekens nog,<br /></span>
+<span class="i1">die &rsquo;t ommegaan vertoogen<br /></span>
+<span class="i2">des sterrenhemels! Gij,<br /></span>
+<span class="i2">o nevelduisternis,<br /></span>
+<span class="i2">en toogt mij niets van al<br /></span>
+<span class="i2">daar hope of troost in is.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 20em;">
+<span class="i0">&rsquo;t Is meer als leed genoeg,<br /></span>
+<span class="i1">en droefheid in mij, zonder<br /></span>
+<span class="i0">uw droef afwezig zijn,<br /></span>
+<span class="i1">o &rsquo;t weergalooste wonder<br /></span>
+<span class="i2">van al dat wonder is<br /></span>
+<span class="i2">in &rsquo;s werelds heerlijkheid!<br /></span>
+<span class="i2">o Zonne, en zij mij nooit<br /></span>
+<span class="i2">te lange uw licht ontzeid.<br /></span>
+</div></div>
+
+<hr class="hr10" />
+<p><span class="pageno"><a id="p_158">[158]</a></span></p>
+<div class="poem">
+
+<h2><a id="WINDTOCHT"></a><span class="gesperrt">WINDTOCHT</span>.</h2>
+
+<div class="stanza" style="width: 18em;">
+<span class="i0">&rsquo;t Is helderblauw, vandage,<br /></span>
+<span class="i0">en warmer als twee dagen<br /></span>
+<span class="i1">of drie gele&ecirc;n, de locht<br /></span>
+<span class="i1">die &rsquo;k aseme is voortaan<a id="FNa_1_185" href="#FN_1_185" class="fnanchor">[1]</a><br /></span>
+<span class="i1">zoo licht en onbela&acirc;n,<br /></span>
+<span class="i0">dat door mijn longen ik<br /></span>
+<span class="i0">hem lustig late jagen.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 18em;">
+<span class="i0">Hij loopt omtrent me heen,<br /></span>
+<span class="i0">hij speelt me v&oacute;&oacute;r de voeten;<br /></span>
+<span class="i1">mijn haar omwentelt, en<br /></span>
+<span class="i1">mijn kaken kust hij koel;<br /></span>
+<span class="i1">in lijf en le&ecirc;n gevoel<br /></span>
+<span class="i0">ik weer den jongen dag<br /></span>
+<span class="i0">den ouden dag verzoeten.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 18em;">
+<span class="i0">Hoe raast die wilde wind<br /></span>
+<span class="i0">mijne ooren vol! Ze tuiten,<br /></span>
+<span class="i1">ze tieren allerhand<br /></span>
+<span class="i1">geruchten in mij, recht<br /></span>
+<span class="i1">een stamerend gevecht<br /></span>
+<span class="i0">van stemmen is&rsquo;t, die &rsquo;k slaan<br /></span>
+<span class="i0">en bermen<a id="FNa_2_186" href="#FN_2_186" class="fnanchor">[2]</a> hoore, buiten.<br /></span>
+</div>
+<span class="pageno"><a id="p_159">[159]</a></span>
+<div class="stanza" style="width: 18em;">
+<span class="i0">Dan buige ik mij vooruit<br /></span>
+<span class="i0">en wil de borst hem bieden;<br /></span>
+<span class="i1">&rsquo;k ga stevig, stap voor stap,<br /></span>
+<span class="i1">en &rsquo;k leune, lijf sta bij;<br /></span>
+<span class="i1">wie zalder, ik of gij<br /></span>
+<span class="i0">nu zege halen, wind,<br /></span>
+<span class="i0">of &rsquo;t zegeveld ontvlieden?<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 18em;">
+<span class="i0">Zoo wierd er vroeger, &rsquo;t is<br /></span>
+<span class="i0">mij eeuwen lang geleden,<br /></span>
+<span class="i1">door hem die &bdquo;<i>Isra&euml;l</i>&rdquo;<br /></span>
+<span class="i1">nadien voor name droeg,<br /></span>
+<span class="i1">bij nachte en &rsquo;s morgens vroeg,<br /></span>
+<span class="i0">op een die, na den strijd,<br /></span>
+<span class="i0">hem zegen gaf, gestreden.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 18em;">
+<span class="i0">Dan, laat mij zegen ook,<br /></span>
+<span class="i0">uit uwen mond, verwachten,<br /></span>
+<span class="i1">o sterke vechter, Wind,<br /></span>
+<span class="i1">die, loopende achter &rsquo;t veld,<br /></span>
+<span class="i1">mij schier omverrevelt<br /></span>
+<span class="i0">en worstelt tegen mij,<br /></span>
+<span class="i0">en wijgt<a id="FNa_3_187" href="#FN_3_187" class="fnanchor">[3]</a> uit al uw krachten.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 18em;">
+<span class="i0">Ik bidde u, zegent mij:<br /></span>
+<span class="i0">niet eer en wille ik wapen<br /></span>
+<span class="i1">omleege leggen, u<br /></span>
+<span class="i1">ontwijkende, eer gij doet<br /></span>
+<span class="i1">ontwaken mij dat bloed,<br /></span>
+<span class="i0">dat al te langen tijd,<br /></span>
+<span class="i0">gerust heeft en geslapen.<br /></span>
+</div></div>
+
+<hr class="fnsep" />
+
+<p class="footnote"><a id="FN_1_185" href="#FNa_1_185" class="label">[1]</a> Nu.</p>
+
+<p class="footnote"><a id="FN_2_186" href="#FNa_2_186" class="label">[2]</a> Golven.</p>
+
+<p class="footnote"><a id="FN_3_187" href="#FNa_3_187" class="label">[3]</a> Strijdt.</p>
+
+<hr class="hr10" />
+<p><span class="pageno"><a id="p_160">[160]</a></span></p>
+<div class="poem">
+
+<h2><a id="AKSTERNESTEN"></a>AKSTERNESTEN.</h2>
+
+<div class="stanza" style="width: 21em;">
+<span class="i0">Nog ijdel staan de boomen, in<br /></span>
+<span class="i1">de blauwe lucht, en blaren<br /></span>
+<span class="i0">en zie &rsquo;k ze hebben, meer als of<br /></span>
+<span class="i1">ze dood en duister waren<br /></span>
+<span class="i0">voor goed nu. Lang is alles zwart<br /></span>
+<span class="i1">en zonder zap gebleven,<br /></span>
+<span class="i0">dat wijleneer zoo groene stond<br /></span>
+<span class="i1">in &rsquo;t zoete zomerleven.<br /></span>
+<span class="i0">&rsquo;t Is zwart nu al, tot boven in<br /></span>
+<span class="i1">de hooge abeelensprangen,<br /></span>
+<span class="i0">daar zwarte en zware bonken in<br /></span>
+<span class="i1">van aksternesten hangen.<br /></span>
+<span class="i0">&rsquo;t Zijn teekens in de lucht, en wel<br /></span>
+<span class="i1">bekende hemelbaken,<br /></span>
+<span class="i0">dat wederom de zonne zit<br /></span>
+<span class="i1">aan &rsquo;t lieve zomermaken.<br /></span>
+<span class="i0">Toch bladerloos is al &rsquo;t geboomte<br /></span>
+<span class="i1">en, verre heen, in &rsquo;t westen,<br /></span>
+<span class="i0">in &rsquo;t noorden, &rsquo;t zuiden, &rsquo;t oosten zie &rsquo;k<br /></span>
+<span class="i1">alom vol aksternesten<br /></span>
+<span class="i0">de abeelen staan.&mdash;Verdappert uw<br /></span>
+<span class="i1">bezoek en wilt de bronne<br /></span>
+<span class="i0">des aksterslevens duiken al<br /></span>
+<span class="i1">in &rsquo;t groen, o lieve zonne!<br /></span>
+</div></div>
+
+<hr class="hr10" />
+<p><span class="pageno"><a id="p_161">[161]</a></span></p>
+<div class="poem">
+
+<h2><a id="LENTEGROEN2"></a><span class="gesperrt">LENTEGROEN</span>.</h2>
+
+<div class="stanza" style="width: 21em;">
+<span class="i0">Hoe lief is, op het donkerblauw<br /></span>
+<span class="i1">der zwangergaande wolken,<br /></span>
+<span class="i0">die donderpijlen dreigen dra,<br /></span>
+<span class="i1">het lieve lentegroen,<br /></span>
+<span class="i0">daar schielijk, uit de zuiderlucht,<br /></span>
+<span class="i1">de middendaagsche dolken<br /></span>
+<span class="i0">der zonne, &rsquo;et lustig meievier<br /></span>
+<span class="i1">een deuntje op dansen doen.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 21em;">
+<span class="i0">&rsquo;t Is groen, dat diepe in &rsquo;t blauwe bijt,<br /></span>
+<span class="i1">zoo hel en zoo doorschijnend,<br /></span>
+<span class="i0">of eerst het uit den regenboog<br /></span>
+<span class="i1">geboren ware; en blauw,<br /></span>
+<span class="i0">dat dieper nog als hemelsch blauw<br /></span>
+<span class="i1">des avonds is, verdwijnend<br /></span>
+<span class="i0">in &rsquo;t zwangergaande duister van<br /></span>
+<span class="i1">de wolken, gram en grauw.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 21em;">
+<span class="i0">De zonne loopt daar smijtende in<br /></span>
+<span class="i1">heur middendaagsche dolken,<br /></span>
+<span class="i0">die speiten<a id="FNa_1_188" href="#FN_1_188" class="fnanchor">[1]</a> zoo geweldig op<br /></span>
+<span class="i1">het lieve lentegroen,<br /></span>
+<span class="i0">dat &rsquo;t pinkelt en dat &rsquo;t pierelt op<br /></span>
+<span class="i1">de blauwheid van de wolken,<br /></span>
+<span class="i0">die, zwangergaande, dreigen dra<br /></span>
+<span class="i1">nen donderdeun te doen.<br /></span>
+</div></div>
+
+<hr class="fnsep" />
+
+<p class="footnote"><a class="label" id="FN_1_188" href="#FNa_1_188">[1]</a> Spatten.</p>
+
+<hr class="hr10" />
+<p><span class="pageno"><a id="p_162">[162]</a></span></p>
+<div class="poem">
+
+<h2><a id="CINXEN"></a><span class="gesperrt">CINXEN</span>.</h2>
+
+<div class="stanza" style="width: 29em;">
+<span class="i1">&rsquo;t Is stille, Cinxendag en, over &rsquo;t plekske vloers,<br /></span>
+<span class="i0">van waar ik henenzie en schouwen kan, daarboven,<br /></span>
+<span class="i1">de hemelsblauwe lucht, en hoore ik niemendal,<br /></span>
+<span class="i4">&rsquo;t en zij, voorbij geschoven,<br /></span>
+<span class="i1">een langzaam bellen, dat, herhalende, eens en nog<br /></span>
+<span class="i0">zegt: &bdquo;komt te kerkewaard, met mij den Heere loven!&rdquo;<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 29em;">
+<span class="i1">&rsquo;t Is stille en kerkewaard vervoere ik mijn gedacht,<br /></span>
+<span class="i0">vervoere ik heel en al mijn innewaardste wezen,<br /></span>
+<span class="i1">tot v&oacute;&oacute;r uw voeten, God, die uit het duister graf<br /></span>
+<span class="i4">zijt heerlijk opgerezen;<br /></span>
+<span class="i1">die in uw kerke rust en d&aacute;&aacute;r, in &rsquo;t hoogste blauw,<br /></span>
+<span class="i0">terwijl het klokske luidt, mij uwen naam laat lezen.<br /></span>
+</div>
+<span class="pageno"><a id="p_163">[163]</a></span>
+<div class="stanza" style="width: 29em;">
+<span class="i1">O groote kerke Gods, o hemelwelven, daar<br /></span>
+<span class="i0">het minste mensch van al, bij nachten of bij dagen,<br /></span>
+<span class="i1">U in de sterren kan aanschouwen, groote God,<br /></span>
+<span class="i4">zoo ver zijne oogen dragen,<br /></span>
+<span class="i1">en in de blauwe lucht des hemels!.... kerke Gods,<br /></span>
+<span class="i0">gewijde kerke, wie zal u te schenden wagen?<br /></span>
+</div></div>
+
+<hr class="hr10" />
+<p><span class="pageno"><a id="p_164">[164]</a></span></p>
+<div class="poem">
+
+<h2><a id="OCH_WARE_IK"></a>OCH WARE IK...</h2>
+
+<div class="stanza" style="width: 21em;">
+<span class="i0">Och, ware ik ongevoelig en<br /></span>
+<span class="i1">mijn herte een steen bedegen<a id="FNa_1_189" href="#FN_1_189" class="fnanchor">[1]</a>,<br /></span>
+<span class="i0">wanneer de boosheid bijten komt<br /></span>
+<span class="i1">van die mij toegenegen<br /></span>
+<span class="i0">en dankbaar wezen moesten! ach!<br /></span>
+<span class="i1">&rsquo;t en is geen een verschenen,<br /></span>
+<span class="i0">of, was er een, hij verre weg<br /></span>
+<span class="i1">van hier is en verdwenen.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 21em;">
+<span class="i0">&rsquo;n Ware ik maar gevoelig als<br /></span>
+<span class="i1">ik tranen zie en lijden,<br /></span>
+<span class="i0">bereid om al dat doenlijk is<br /></span>
+<span class="i1">te doen en hen te blijden<br /></span>
+<span class="i0">die troostloos zijnde, zeggen: &bdquo;Helpt:<br /></span>
+<span class="i1">u wille ik al mijn leven,<br /></span>
+<span class="i0">bedanken!&rdquo; Neen: beloven is<br /></span>
+<span class="i1">een ander ding als geven!<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 21em;">
+<span class="i0">Ach, weze dan mijn herte zoo&rsquo;t<br /></span>
+<span class="i1">voor u, moet zijn, o Vader,<br /></span>
+<span class="i0">die meer mij als ik immer mocht<br /></span>
+<span class="i1">verdienen, altegader<br /></span>
+<span class="i0">ontvangen liet; die vroolijk zijn<br /></span>
+<span class="i1">mij doet, mijn herte pramend;<br /></span>
+<span class="i0">en al te menig keeren mijne<br /></span>
+<span class="i1">ondankbaarheid beschamend!<br /></span>
+</div></div>
+
+<hr class="fnsep" />
+
+<p class="footnote"><a id="FN_1_189" href="#FNa_1_189" class="label">[1]</a> Geworden.</p>
+
+<hr class="hr10" />
+<p><span class="pageno"><a id="p_165">[165]</a></span></p>
+<div class="poem">
+
+<h2><a id="AAN_DEN_LINDEBOOM"></a>AAN DEN LINDEBOOM.</h2>
+
+<div class="stanza" style="width: 21em;">
+<span class="i0">O! wat schoon, wat bolgekruinden<br /></span>
+<span class="i4">lindeboom,<br /></span>
+<span class="i0">van verre ik staan zie, blinkende in den <br /></span>
+<span class="i4">morgendoom<a id="FNa_1_190" href="#FN_1_190" class="fnanchor">[1]</a>!<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 21em;">
+<span class="i0">Heel is hij gewelkerd al en<br /></span>
+<span class="i4">duizendvoud<br /></span>
+<span class="i0">van verwen, langzaam afgesleten<br /></span>
+<span class="i4">guldengoud.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 21em;">
+<span class="i0">Dag en schijnt erop noch noensche<br /></span>
+<span class="i4">zonneglans:<br /></span>
+<span class="i0">&rsquo;t is vochtig en de hemelkomme is<br /></span>
+<span class="i4">duister gansch.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 21em;">
+<span class="i0">Doch, ik zie mij, zonnewijs in<br /></span>
+<span class="i4">&rsquo;t nedergaan,<br /></span>
+<span class="i0">die najaarsche, ei, die bolgekruinde<br /></span>
+<span class="i4">linde staan.<br /></span>
+</div>
+<span class="pageno"><a id="p_166">[166]</a></span>
+<div class="stanza" style="width: 21em;">
+<span class="i0">Ringsom rijzen hooge en groote<br /></span>
+<span class="i4">zwart en zwaar<br /></span>
+<span class="i0">getakte boomen, naast die lieve<br /></span>
+<span class="i4">linde daar.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 21em;">
+<span class="i0">Diepe schaduw schieten ze en een<br /></span>
+<span class="i4">donker groen<br /></span>
+<span class="i0">gewelf zij om het wezen van die<br /></span>
+<span class="i4">linde doen.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 21em;">
+<span class="i0">Wees gegroet mij, nauwlijks uit den<br /></span>
+<span class="i4">morgendoom<br /></span>
+<span class="i0">erkenbaar Lieve-Vrouwken, aan den<br /></span>
+<span class="i4">lindeboom!<br /></span>
+</div></div>
+
+<hr class="fnsep" />
+
+<p class="footnote"><a id="FN_1_190" href="#FNa_1_190" class="label">[1]</a> Doom = damp, nevel.</p>
+
+<hr class="hr10" />
+<p><span class="pageno"><a id="p_167">[167]</a></span></p>
+<div class="poem">
+
+<h2><a id="EGO_FLOS"></a><span class="gesperrt" xml:lang="la">EGO FLOS</span>...</h2>
+
+<h3>(<span class="smcap">Cant. II: 1</span>).</h3>
+
+<div class="stanza" style="width: 18em;">
+<span class="i2">Ik ben een blomme<br /></span>
+<span class="i0">en bloeie v&oacute;&oacute;r uwe oogen,<br /></span>
+<span class="i1">geweldig zonnelicht,<br /></span>
+<span class="i0">dat, eeuwig onontaard,<br /></span>
+<span class="i1">mij, nietig schepselken,<br /></span>
+<span class="i0">in &rsquo;t leven wilt gedoogen<br /></span>
+<span class="i1">en, na dit leven, mij<br /></span>
+<span class="i0">het eeuwig leven spaart.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 18em;">
+<span class="i2">Ik ben een blomme<br /></span>
+<span class="i0">en doe des morgens open,<br /></span>
+<span class="i1">des avonds toe mijn blad,<br /></span>
+<span class="i0">om beurtelings, nadien,<br /></span>
+<span class="i1">wanneer gij, zonne, zult,<br /></span>
+<span class="i0">heropgestaan, mij nopen,<br /></span>
+<span class="i1">te ontwaken nog eens of<br /></span>
+<span class="i0">mijn hoofd den slaap te bi&ecirc;n.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 18em;">
+<span class="i2">Mijn leven is<br /></span>
+<span class="i0">uw licht: mijn doen, mijn derven,<br /></span>
+<span class="i1">mijn&rsquo; hope, mijn geluk,<br /></span>
+<span class="i0">mijn eenigste en mijn al,<br /></span>
+<span class="i1">wat kan ik, zonder u,<br /></span>
+<span class="i0">als eeuwig, eeuwig sterven;<br /></span>
+<span class="i1">wat heb ik, zonder u,<br /></span>
+<span class="i0">dat ik beminnen zal?<br /></span>
+</div>
+<span class="pageno"><a id="p_168">[168]</a></span>
+<div class="stanza" style="width: 18em;">
+<span class="i2">&rsquo;k Ben ver van u,<br /></span>
+<span class="i0">ofschoon gij, zoete bronne<br /></span>
+<span class="i1">van al dat leven is<br /></span>
+<span class="i0">of immer leven doet,<br /></span>
+<span class="i1">mij naast van al genaakt<br /></span>
+<span class="i0">en zendt, o lieve zonne,<br /></span>
+<span class="i1">tot in mijn diepste diep<br /></span>
+<span class="i0">uw aldoorgaanden gloed.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 18em;">
+<span class="i2">Haalt op, haalt af!...<br /></span>
+<span class="i0">ontbindt mijn aardsche boeien;<br /></span>
+<span class="i1">ontwortelt mij, ontdelft<br /></span>
+<span class="i0">mij!... Henen laat mij,... laat<br /></span>
+<span class="i1">daar &rsquo;t altijd zomer is<br /></span>
+<span class="i0">en zonnelicht mij spoeien<br /></span>
+<span class="i1">en daar gij, eeuwige, &eacute;&eacute;ne,<br /></span>
+<span class="i0">alschoone blomme, staat.<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 18em;">
+<span class="i2">Laat alles zijn<br /></span>
+<span class="i0">voorbij, gedaan, verleden,<br /></span>
+<span class="i1">dat afscheid tusschen ons<br /></span>
+<span class="i0">en diepe kloven spant;<br /></span>
+<span class="i1">laat morgen, avond, al<br /></span>
+<span class="i0">dat heenmoet, henentreden,<br /></span>
+<span class="i1">laat uw oneindig licht<br /></span>
+<span class="i0">mij zien, in &rsquo;t Vaderland!<br /></span>
+</div>
+<div class="stanza" style="width: 18em;">
+<span class="i2">Dan zal ik v&oacute;&oacute;r...<br /></span>
+<span class="i0">o neen, niet v&oacute;&oacute;r uwe oogen,<br /></span>
+<span class="i1">maar naast u, nevens u,<br /></span>
+<span class="i0">maar in u bloeien zaan<a id="FNa_1_191" href="#FN_1_191" class="fnanchor">[1]</a>;<br /></span>
+<span class="i1">zoo gij mij, schepselken,<br /></span>
+<span class="i0">in &rsquo;t leven wilt gedoogen,<br /></span>
+<span class="i1">zoo in uw eeuwig licht<br /></span>
+<span class="i0">me gij laat binnengaan.<br /></span>
+</div></div>
+
+<hr class="fnsep" />
+
+<p class="footnote"><a id="FN_1_191" href="#FNa_1_191" class="label">[1]</a> Dra.</p>
+
+</div>
+
+<div class="TNbox">
+<h1>Opmerkingen van de bewerker</h1>
+
+<p>De tekst in dit bestand wordt weergegeven in de originele, verouderde spelling.
+Er is geen poging gedaan de tekst te moderniseren.</p>
+
+<p>Meestal zijn afgebroken woorden aan het einde van de regel stilzwijgend hersteld.
+Dit geldt niet voor de gevallen waar de auteur ze doelbewust heeft aangebracht.</p>
+
+<p>De voetnoten op elke bladzijde zijn naar het eind van het gedicht verplaatst.</p>
+
+<p>Overduidelijke druk- en spelfouten in het origineel zijn gecorrigeerd; deze zijn voorzien
+van een <span class="corr" title="Bron: dnnne roed stipppellijn">dunne rode stippellijn</span>,
+waarbij de Brontekst via een zwevende pop-up beschikbaar is. Inconsistenties binnen een gedicht
+zijn gecorrigeerd.</p>
+
+<p>De volgende correcties zijn aangebracht in de tekst:</p>
+<table summary="correctie tekst">
+ <tbody>
+ <tr><th>Plaats</th><th>Bron</th><th>Correctie</th></tr>
+ <tr><td class="td20"><a href="#corr01">Blz. vi</a></td><td class="td40">ziele</td><td class="td40">Ziele</td></tr>
+ <tr><td class="td20"><a href="#corr02">Blz. vii</a></td><td class="td40">nachten</td><td class="td40">nacht</td></tr>
+ <tr><td class="td20"><a href="#corr03">Blz. 6</a></td><td class="td40">&#928;&#945;&#961;&#945;</td><td class="td40">&#928;&#945;&#961;&#8048;</td></tr>
+ <tr><td class="td20"><a href="#corr04">Blz. 34</a></td><td class="td40">Hoe</td><td class="td40">hoe</td></tr>
+ <tr><td class="td20"><a href="#corr05">Blz. 38</a></td><td class="td40">,</td><td class="td40">.</td></tr>
+ <tr><td class="td20"><a href="#corr06">Blz. 43</a></td><td class="td40"><i>[Niet in bron]</i></td><td class="td40">,</td></tr>
+ <tr><td class="td20"><a href="#corr07">Blz. 50</a></td><td class="td40">,</td><td class="td40">.</td></tr>
+ <tr><td class="td20"><a href="#corr08">Blz. 77</a></td><td class="td40">,</td><td class="td40">.</td></tr>
+ <tr><td class="td20"><a href="#corr09">Blz. 144</a></td><td class="td40">neergestopen</td><td class="td40">ne&ecirc;rgestopen</td></tr>
+ <tr><td class="td20"><a href="#corr10">Blz. 145</a></td><td class="td40">Ze</td><td class="td40">ze</td></tr>
+ <tr><td class="td20"><a href="#corr11">Blz. 145</a></td><td class="td40">neergedwongen</td><td class="td40">ne&ecirc;rgedwongen</td></tr>
+ <tr><td class="td20"><a href="#corr12">Blz. 144</a></td><td class="td40">Neergebogen</td><td class="td40">Ne&ecirc;rgebogen</td></tr>
+ <tr><td class="td20"><a href="#corr13">Blz. 151</a></td><td class="td40">MEELIJEN</td><td class="td40">ME&Ecirc;LIJEN</td></tr>
+ </tbody>
+</table>
+</div>
+
+
+
+
+
+
+
+
+<pre>
+
+
+
+
+
+End of the Project Gutenberg EBook of Bloemlezing uit Guido Gezelle's
+Gedichten, by Guido Gezelle
+
+*** END OF THIS PROJECT GUTENBERG EBOOK GUIDO GEZELLE'S GEDICHTEN ***
+
+***** This file should be named 29289-h.htm or 29289-h.zip *****
+This and all associated files of various formats will be found in:
+ https://www.gutenberg.org/2/9/2/8/29289/
+
+Produced by Jeroen van Luin and the Online Distributed
+Proofreading Team at https://www.pgdp.net
+
+
+Updated editions will replace the previous one--the old editions
+will be renamed.
+
+Creating the works from public domain print editions means that no
+one owns a United States copyright in these works, so the Foundation
+(and you!) can copy and distribute it in the United States without
+permission and without paying copyright royalties. Special rules,
+set forth in the General Terms of Use part of this license, apply to
+copying and distributing Project Gutenberg-tm electronic works to
+protect the PROJECT GUTENBERG-tm concept and trademark. Project
+Gutenberg is a registered trademark, and may not be used if you
+charge for the eBooks, unless you receive specific permission. If you
+do not charge anything for copies of this eBook, complying with the
+rules is very easy. You may use this eBook for nearly any purpose
+such as creation of derivative works, reports, performances and
+research. They may be modified and printed and given away--you may do
+practically ANYTHING with public domain eBooks. Redistribution is
+subject to the trademark license, especially commercial
+redistribution.
+
+
+
+*** START: FULL LICENSE ***
+
+THE FULL PROJECT GUTENBERG LICENSE
+PLEASE READ THIS BEFORE YOU DISTRIBUTE OR USE THIS WORK
+
+To protect the Project Gutenberg-tm mission of promoting the free
+distribution of electronic works, by using or distributing this work
+(or any other work associated in any way with the phrase "Project
+Gutenberg"), you agree to comply with all the terms of the Full Project
+Gutenberg-tm License (available with this file or online at
+https://gutenberg.org/license).
+
+
+Section 1. General Terms of Use and Redistributing Project Gutenberg-tm
+electronic works
+
+1.A. By reading or using any part of this Project Gutenberg-tm
+electronic work, you indicate that you have read, understand, agree to
+and accept all the terms of this license and intellectual property
+(trademark/copyright) agreement. If you do not agree to abide by all
+the terms of this agreement, you must cease using and return or destroy
+all copies of Project Gutenberg-tm electronic works in your possession.
+If you paid a fee for obtaining a copy of or access to a Project
+Gutenberg-tm electronic work and you do not agree to be bound by the
+terms of this agreement, you may obtain a refund from the person or
+entity to whom you paid the fee as set forth in paragraph 1.E.8.
+
+1.B. "Project Gutenberg" is a registered trademark. It may only be
+used on or associated in any way with an electronic work by people who
+agree to be bound by the terms of this agreement. There are a few
+things that you can do with most Project Gutenberg-tm electronic works
+even without complying with the full terms of this agreement. See
+paragraph 1.C below. There are a lot of things you can do with Project
+Gutenberg-tm electronic works if you follow the terms of this agreement
+and help preserve free future access to Project Gutenberg-tm electronic
+works. See paragraph 1.E below.
+
+1.C. The Project Gutenberg Literary Archive Foundation ("the Foundation"
+or PGLAF), owns a compilation copyright in the collection of Project
+Gutenberg-tm electronic works. Nearly all the individual works in the
+collection are in the public domain in the United States. If an
+individual work is in the public domain in the United States and you are
+located in the United States, we do not claim a right to prevent you from
+copying, distributing, performing, displaying or creating derivative
+works based on the work as long as all references to Project Gutenberg
+are removed. Of course, we hope that you will support the Project
+Gutenberg-tm mission of promoting free access to electronic works by
+freely sharing Project Gutenberg-tm works in compliance with the terms of
+this agreement for keeping the Project Gutenberg-tm name associated with
+the work. You can easily comply with the terms of this agreement by
+keeping this work in the same format with its attached full Project
+Gutenberg-tm License when you share it without charge with others.
+
+1.D. The copyright laws of the place where you are located also govern
+what you can do with this work. Copyright laws in most countries are in
+a constant state of change. If you are outside the United States, check
+the laws of your country in addition to the terms of this agreement
+before downloading, copying, displaying, performing, distributing or
+creating derivative works based on this work or any other Project
+Gutenberg-tm work. The Foundation makes no representations concerning
+the copyright status of any work in any country outside the United
+States.
+
+1.E. Unless you have removed all references to Project Gutenberg:
+
+1.E.1. The following sentence, with active links to, or other immediate
+access to, the full Project Gutenberg-tm License must appear prominently
+whenever any copy of a Project Gutenberg-tm work (any work on which the
+phrase "Project Gutenberg" appears, or with which the phrase "Project
+Gutenberg" is associated) is accessed, displayed, performed, viewed,
+copied or distributed:
+
+This eBook is for the use of anyone anywhere at no cost and with
+almost no restrictions whatsoever. You may copy it, give it away or
+re-use it under the terms of the Project Gutenberg License included
+with this eBook or online at www.gutenberg.org
+
+1.E.2. If an individual Project Gutenberg-tm electronic work is derived
+from the public domain (does not contain a notice indicating that it is
+posted with permission of the copyright holder), the work can be copied
+and distributed to anyone in the United States without paying any fees
+or charges. If you are redistributing or providing access to a work
+with the phrase "Project Gutenberg" associated with or appearing on the
+work, you must comply either with the requirements of paragraphs 1.E.1
+through 1.E.7 or obtain permission for the use of the work and the
+Project Gutenberg-tm trademark as set forth in paragraphs 1.E.8 or
+1.E.9.
+
+1.E.3. If an individual Project Gutenberg-tm electronic work is posted
+with the permission of the copyright holder, your use and distribution
+must comply with both paragraphs 1.E.1 through 1.E.7 and any additional
+terms imposed by the copyright holder. Additional terms will be linked
+to the Project Gutenberg-tm License for all works posted with the
+permission of the copyright holder found at the beginning of this work.
+
+1.E.4. Do not unlink or detach or remove the full Project Gutenberg-tm
+License terms from this work, or any files containing a part of this
+work or any other work associated with Project Gutenberg-tm.
+
+1.E.5. Do not copy, display, perform, distribute or redistribute this
+electronic work, or any part of this electronic work, without
+prominently displaying the sentence set forth in paragraph 1.E.1 with
+active links or immediate access to the full terms of the Project
+Gutenberg-tm License.
+
+1.E.6. You may convert to and distribute this work in any binary,
+compressed, marked up, nonproprietary or proprietary form, including any
+word processing or hypertext form. However, if you provide access to or
+distribute copies of a Project Gutenberg-tm work in a format other than
+"Plain Vanilla ASCII" or other format used in the official version
+posted on the official Project Gutenberg-tm web site (www.gutenberg.org),
+you must, at no additional cost, fee or expense to the user, provide a
+copy, a means of exporting a copy, or a means of obtaining a copy upon
+request, of the work in its original "Plain Vanilla ASCII" or other
+form. Any alternate format must include the full Project Gutenberg-tm
+License as specified in paragraph 1.E.1.
+
+1.E.7. Do not charge a fee for access to, viewing, displaying,
+performing, copying or distributing any Project Gutenberg-tm works
+unless you comply with paragraph 1.E.8 or 1.E.9.
+
+1.E.8. You may charge a reasonable fee for copies of or providing
+access to or distributing Project Gutenberg-tm electronic works provided
+that
+
+- You pay a royalty fee of 20% of the gross profits you derive from
+ the use of Project Gutenberg-tm works calculated using the method
+ you already use to calculate your applicable taxes. The fee is
+ owed to the owner of the Project Gutenberg-tm trademark, but he
+ has agreed to donate royalties under this paragraph to the
+ Project Gutenberg Literary Archive Foundation. Royalty payments
+ must be paid within 60 days following each date on which you
+ prepare (or are legally required to prepare) your periodic tax
+ returns. Royalty payments should be clearly marked as such and
+ sent to the Project Gutenberg Literary Archive Foundation at the
+ address specified in Section 4, "Information about donations to
+ the Project Gutenberg Literary Archive Foundation."
+
+- You provide a full refund of any money paid by a user who notifies
+ you in writing (or by e-mail) within 30 days of receipt that s/he
+ does not agree to the terms of the full Project Gutenberg-tm
+ License. You must require such a user to return or
+ destroy all copies of the works possessed in a physical medium
+ and discontinue all use of and all access to other copies of
+ Project Gutenberg-tm works.
+
+- You provide, in accordance with paragraph 1.F.3, a full refund of any
+ money paid for a work or a replacement copy, if a defect in the
+ electronic work is discovered and reported to you within 90 days
+ of receipt of the work.
+
+- You comply with all other terms of this agreement for free
+ distribution of Project Gutenberg-tm works.
+
+1.E.9. If you wish to charge a fee or distribute a Project Gutenberg-tm
+electronic work or group of works on different terms than are set
+forth in this agreement, you must obtain permission in writing from
+both the Project Gutenberg Literary Archive Foundation and Michael
+Hart, the owner of the Project Gutenberg-tm trademark. Contact the
+Foundation as set forth in Section 3 below.
+
+1.F.
+
+1.F.1. Project Gutenberg volunteers and employees expend considerable
+effort to identify, do copyright research on, transcribe and proofread
+public domain works in creating the Project Gutenberg-tm
+collection. Despite these efforts, Project Gutenberg-tm electronic
+works, and the medium on which they may be stored, may contain
+"Defects," such as, but not limited to, incomplete, inaccurate or
+corrupt data, transcription errors, a copyright or other intellectual
+property infringement, a defective or damaged disk or other medium, a
+computer virus, or computer codes that damage or cannot be read by
+your equipment.
+
+1.F.2. LIMITED WARRANTY, DISCLAIMER OF DAMAGES - Except for the "Right
+of Replacement or Refund" described in paragraph 1.F.3, the Project
+Gutenberg Literary Archive Foundation, the owner of the Project
+Gutenberg-tm trademark, and any other party distributing a Project
+Gutenberg-tm electronic work under this agreement, disclaim all
+liability to you for damages, costs and expenses, including legal
+fees. YOU AGREE THAT YOU HAVE NO REMEDIES FOR NEGLIGENCE, STRICT
+LIABILITY, BREACH OF WARRANTY OR BREACH OF CONTRACT EXCEPT THOSE
+PROVIDED IN PARAGRAPH F3. YOU AGREE THAT THE FOUNDATION, THE
+TRADEMARK OWNER, AND ANY DISTRIBUTOR UNDER THIS AGREEMENT WILL NOT BE
+LIABLE TO YOU FOR ACTUAL, DIRECT, INDIRECT, CONSEQUENTIAL, PUNITIVE OR
+INCIDENTAL DAMAGES EVEN IF YOU GIVE NOTICE OF THE POSSIBILITY OF SUCH
+DAMAGE.
+
+1.F.3. LIMITED RIGHT OF REPLACEMENT OR REFUND - If you discover a
+defect in this electronic work within 90 days of receiving it, you can
+receive a refund of the money (if any) you paid for it by sending a
+written explanation to the person you received the work from. If you
+received the work on a physical medium, you must return the medium with
+your written explanation. The person or entity that provided you with
+the defective work may elect to provide a replacement copy in lieu of a
+refund. If you received the work electronically, the person or entity
+providing it to you may choose to give you a second opportunity to
+receive the work electronically in lieu of a refund. If the second copy
+is also defective, you may demand a refund in writing without further
+opportunities to fix the problem.
+
+1.F.4. Except for the limited right of replacement or refund set forth
+in paragraph 1.F.3, this work is provided to you 'AS-IS' WITH NO OTHER
+WARRANTIES OF ANY KIND, EXPRESS OR IMPLIED, INCLUDING BUT NOT LIMITED TO
+WARRANTIES OF MERCHANTIBILITY OR FITNESS FOR ANY PURPOSE.
+
+1.F.5. Some states do not allow disclaimers of certain implied
+warranties or the exclusion or limitation of certain types of damages.
+If any disclaimer or limitation set forth in this agreement violates the
+law of the state applicable to this agreement, the agreement shall be
+interpreted to make the maximum disclaimer or limitation permitted by
+the applicable state law. The invalidity or unenforceability of any
+provision of this agreement shall not void the remaining provisions.
+
+1.F.6. INDEMNITY - You agree to indemnify and hold the Foundation, the
+trademark owner, any agent or employee of the Foundation, anyone
+providing copies of Project Gutenberg-tm electronic works in accordance
+with this agreement, and any volunteers associated with the production,
+promotion and distribution of Project Gutenberg-tm electronic works,
+harmless from all liability, costs and expenses, including legal fees,
+that arise directly or indirectly from any of the following which you do
+or cause to occur: (a) distribution of this or any Project Gutenberg-tm
+work, (b) alteration, modification, or additions or deletions to any
+Project Gutenberg-tm work, and (c) any Defect you cause.
+
+
+Section 2. Information about the Mission of Project Gutenberg-tm
+
+Project Gutenberg-tm is synonymous with the free distribution of
+electronic works in formats readable by the widest variety of computers
+including obsolete, old, middle-aged and new computers. It exists
+because of the efforts of hundreds of volunteers and donations from
+people in all walks of life.
+
+Volunteers and financial support to provide volunteers with the
+assistance they need are critical to reaching Project Gutenberg-tm's
+goals and ensuring that the Project Gutenberg-tm collection will
+remain freely available for generations to come. In 2001, the Project
+Gutenberg Literary Archive Foundation was created to provide a secure
+and permanent future for Project Gutenberg-tm and future generations.
+To learn more about the Project Gutenberg Literary Archive Foundation
+and how your efforts and donations can help, see Sections 3 and 4
+and the Foundation web page at https://www.pglaf.org.
+
+
+Section 3. Information about the Project Gutenberg Literary Archive
+Foundation
+
+The Project Gutenberg Literary Archive Foundation is a non profit
+501(c)(3) educational corporation organized under the laws of the
+state of Mississippi and granted tax exempt status by the Internal
+Revenue Service. The Foundation's EIN or federal tax identification
+number is 64-6221541. Its 501(c)(3) letter is posted at
+https://pglaf.org/fundraising. Contributions to the Project Gutenberg
+Literary Archive Foundation are tax deductible to the full extent
+permitted by U.S. federal laws and your state's laws.
+
+The Foundation's principal office is located at 4557 Melan Dr. S.
+Fairbanks, AK, 99712., but its volunteers and employees are scattered
+throughout numerous locations. Its business office is located at
+809 North 1500 West, Salt Lake City, UT 84116, (801) 596-1887, email
+business@pglaf.org. Email contact links and up to date contact
+information can be found at the Foundation's web site and official
+page at https://pglaf.org
+
+For additional contact information:
+ Dr. Gregory B. Newby
+ Chief Executive and Director
+ gbnewby@pglaf.org
+
+
+Section 4. Information about Donations to the Project Gutenberg
+Literary Archive Foundation
+
+Project Gutenberg-tm depends upon and cannot survive without wide
+spread public support and donations to carry out its mission of
+increasing the number of public domain and licensed works that can be
+freely distributed in machine readable form accessible by the widest
+array of equipment including outdated equipment. Many small donations
+($1 to $5,000) are particularly important to maintaining tax exempt
+status with the IRS.
+
+The Foundation is committed to complying with the laws regulating
+charities and charitable donations in all 50 states of the United
+States. Compliance requirements are not uniform and it takes a
+considerable effort, much paperwork and many fees to meet and keep up
+with these requirements. We do not solicit donations in locations
+where we have not received written confirmation of compliance. To
+SEND DONATIONS or determine the status of compliance for any
+particular state visit https://pglaf.org
+
+While we cannot and do not solicit contributions from states where we
+have not met the solicitation requirements, we know of no prohibition
+against accepting unsolicited donations from donors in such states who
+approach us with offers to donate.
+
+International donations are gratefully accepted, but we cannot make
+any statements concerning tax treatment of donations received from
+outside the United States. U.S. laws alone swamp our small staff.
+
+Please check the Project Gutenberg Web pages for current donation
+methods and addresses. Donations are accepted in a number of other
+ways including including checks, online payments and credit card
+donations. To donate, please visit: https://pglaf.org/donate
+
+
+Section 5. General Information About Project Gutenberg-tm electronic
+works.
+
+Professor Michael S. Hart was the originator of the Project Gutenberg-tm
+concept of a library of electronic works that could be freely shared
+with anyone. For thirty years, he produced and distributed Project
+Gutenberg-tm eBooks with only a loose network of volunteer support.
+
+
+Project Gutenberg-tm eBooks are often created from several printed
+editions, all of which are confirmed as Public Domain in the U.S.
+unless a copyright notice is included. Thus, we do not necessarily
+keep eBooks in compliance with any particular paper edition.
+
+
+Most people start at our Web site which has the main PG search facility:
+
+ https://www.gutenberg.org
+
+This Web site includes information about Project Gutenberg-tm,
+including how to make donations to the Project Gutenberg Literary
+Archive Foundation, how to help produce our new eBooks, and how to
+subscribe to our email newsletter to hear about new eBooks.
+
+
+</pre>
+
+</body>
+</html>
diff --git a/29289-h/images/cover.jpg b/29289-h/images/cover.jpg
new file mode 100644
index 0000000..05123e9
--- /dev/null
+++ b/29289-h/images/cover.jpg
Binary files differ
diff --git a/29289-h/images/ljv.gif b/29289-h/images/ljv.gif
new file mode 100644
index 0000000..be1ce3c
--- /dev/null
+++ b/29289-h/images/ljv.gif
Binary files differ
diff --git a/LICENSE.txt b/LICENSE.txt
new file mode 100644
index 0000000..6312041
--- /dev/null
+++ b/LICENSE.txt
@@ -0,0 +1,11 @@
+This eBook, including all associated images, markup, improvements,
+metadata, and any other content or labor, has been confirmed to be
+in the PUBLIC DOMAIN IN THE UNITED STATES.
+
+Procedures for determining public domain status are described in
+the "Copyright How-To" at https://www.gutenberg.org.
+
+No investigation has been made concerning possible copyrights in
+jurisdictions other than the United States. Anyone seeking to utilize
+this eBook outside of the United States should confirm copyright
+status under the laws that apply to them.
diff --git a/README.md b/README.md
new file mode 100644
index 0000000..eb76427
--- /dev/null
+++ b/README.md
@@ -0,0 +1,2 @@
+Project Gutenberg (https://www.gutenberg.org) public repository for
+eBook #29289 (https://www.gutenberg.org/ebooks/29289)