diff options
| -rw-r--r-- | .gitattributes | 3 | ||||
| -rw-r--r-- | 34261-0.txt | 15480 | ||||
| -rw-r--r-- | 34261-0.zip | bin | 0 -> 223098 bytes | |||
| -rw-r--r-- | 34261-8.txt | 15479 | ||||
| -rw-r--r-- | 34261-8.zip | bin | 0 -> 222271 bytes | |||
| -rw-r--r-- | 34261-h.zip | bin | 0 -> 675780 bytes | |||
| -rw-r--r-- | 34261-h/34261-h.htm | 17422 | ||||
| -rw-r--r-- | 34261-h/images/frontisp-th.jpg | bin | 0 -> 48157 bytes | |||
| -rw-r--r-- | 34261-h/images/frontisp.jpg | bin | 0 -> 303204 bytes | |||
| -rw-r--r-- | 34261-h/images/hr1-wz.png | bin | 0 -> 237 bytes | |||
| -rw-r--r-- | 34261-h/images/hr1-zw.png | bin | 0 -> 236 bytes | |||
| -rw-r--r-- | 34261-h/images/hr2-wz.png | bin | 0 -> 395 bytes | |||
| -rw-r--r-- | 34261-h/images/hr2-zw.png | bin | 0 -> 394 bytes | |||
| -rw-r--r-- | LICENSE.txt | 11 | ||||
| -rw-r--r-- | README.md | 2 |
15 files changed, 48397 insertions, 0 deletions
diff --git a/.gitattributes b/.gitattributes new file mode 100644 index 0000000..6833f05 --- /dev/null +++ b/.gitattributes @@ -0,0 +1,3 @@ +* text=auto +*.txt text +*.md text diff --git a/34261-0.txt b/34261-0.txt new file mode 100644 index 0000000..fe84579 --- /dev/null +++ b/34261-0.txt @@ -0,0 +1,15480 @@ +The Project Gutenberg EBook of Vanden Vos Reinaerde, by Unknown + +This eBook is for the use of anyone anywhere at no cost and with +almost no restrictions whatsoever. You may copy it, give it away or +re-use it under the terms of the Project Gutenberg License included +with this eBook or online at www.gutenberg.org + + +Title: Vanden Vos Reinaerde + Uitgegeven en Toegelicht + +Author: Unknown + +Editor: Willem Jozef Andries Jonckbloet + +Release Date: November 9, 2010 [EBook #34261] + +Language: Dutch + +Character set encoding: UTF-8 + +*** START OF THIS PROJECT GUTENBERG EBOOK VANDEN VOS REINAERDE *** + + + + +Produced by Clog, Branko Collin, Jason Isbell and the +marvelous Online Distributed Proofreading Team at +https://www.pgdp.net for Project Gutenberg; +celebrating the 19,000th title of Distributed Proofreaders +and the 500th dutch title at Project Gutenberg. + + + + + + +----------------------------------------------------------------+ + | | + | OPMERKINGEN VAN DE BEWERKER: | + | | + | De tekst in dit bestand wordt weergegeven in de originele, | + | verouderde spelling. Er is geen poging gedaan de tekst te | + | moderniseren. | + | | + | Bladzijde-nummering is verwijderd. Afgebroken woorden aan het | + | einde van de regel zijn stilzwijgend hersteld. | + | | + | De in het boek genoemde verbeteringen en bijvoegsels zijn | + | zonder verdere vermelding doorgevoerd. | + | Overduidelijke druk- en spelfouten in het origineel zijn | + | gecorrigeerd. Aan het eind van het boek volgt een overzicht | + | van deze aangebrachte correcties. | + | | + | De in het origineel als cursieve tekst is weergegeven als | + | _cursief_. Uitgespatieerde tekst is weergegeven als | + | #uitgespatieerd#; | + | | + | In dit boek worden lage en hoge aanhalingstekens gebruikt. | + | De dubbele aanhalingstekens zijn in dit e-boek aangegeven als | + | „aanhalingstekens”. | + | De ganzenvoetjes(») zijn gebruikt als in het origineel. | + | | + | De illustratie is beschikbaar bij de html-versie van dit | + | e-boek op https://www.gutenberg.org | + | | + | Van VANDEN VOS REINAERDE zijn bij Project Gutenberg ook | + | versies als e-boek beschikbaar in het duits en het frans: | + | Goethe's Reineke Fuchs (e-boek no. 2228) en de vertaling | + | Le renard (e-boek no. 17509). | + | | + +----------------------------------------------------------------+ + + +VANDEN VOS REINAERDE. + + +[Illustratie: Van den vos reynaerde + + Willem die vele bouke maecte + Daer hi dicken om̄e waecte + Hem vernoyde so haerde + Dat die auonture van reynaerde + In dietsche onghemaket bleuē + Die willem niet heuet vulscreuē + Dat hi die vijte van reynaerde souckē + En̄ hise na dē walschē bouckē + In dietsche dus heuet begonnē + God moete ons ziere hulpē jonnē + Nu keert hem daer toe mijn zin + Dat ic bidde in dit beghin + + Lith v:d: Weyer Gr:] + + + + + VANDEN VOS REINAERDE, + + UITGEGEVEN EN TOEGELICHT + + DOOR + + + W. J. A. JONCKBLOET. + + + TE GRONINGEN, BIJ + J. B. WOLTERS. + + 1856. + + + + + AAN + JACOB GRIMM + TOEGEWIJD. + + +_Gij waart de eerste die onzen _Reinaert_ leesbaar hebt gemaakt; Gij +hebt ons den weg der wetenschap gewezen en de grondslagen voor onze +kritiek gelegd; aan U komt van rechtswege de opdracht dezer uitgave +toe, die ik het wage U aan te bieden, niet zoozeer ten bewijze, dat men +ook in Nederland uwe lessen waardeert, als om U openlijk een blijk te +geven mijner innige dankbaarheid voor al wat ik aan uwe werken en uwe +vriendschap verplicht ben._ + + GRONINGEN, 1 November 1855. + + JONCKBLOET. + + + + +INLEIDING. + + +I. + +Het is een verblijdend teeken, dat in de laatste jaren de belangstelling +in het uitstekendste voortbrengsel der Middennederlandsche poëzie, +den uitmuntenden _Reinaert_, blijkbaar is toegenomen, en dat WILLEMS' +voorspelling zich heeft bevestigd, »dat de geleerde Vossenjacht nog +niet geheel is ten einde geloopen.” + +De geschiedenis onzer letterkunde vooral moest er zich mede bezig +houden, ten einde de vraag naar den oorsprong en den ouderdom van +den _Reinaert_ en de omwerking, ware het mogelijk, duidelijk te +beantwoorden. Want, zoo men het eens was over de uitstekende waarde +van het gedicht, omtrent al het overige was er strijd; en toch is dit +vraagstuk van het grootste belang voor de geheele geschiedenis onzer +middeneeuwsche letterkunde. + +GRIMM stelde den oudsten dichter omstreeks 1250, en de omwerking +ongeveer honderd jaar later, in de tweede helft der veertiende eeuw[1]. +WILLEMS plaatste den eerste omstreeks 1170, en den tweede even vóór +1270. Dit laatste gevoelen werd hier te lande, en ook elders[2], vrij +algemeen omhelsd. Ikzelf heb in mijne _Geschiedenis der Mnl. Dichtkunst_ +voor den oudsten dichter het jaar 1170 aangenomen, en den omwerker in de +veertiende eeuw gesteld[3]. De jongere SERRURE is daartegen opgekomen. +Volgens zijne meening »werd het eerste boek des _Reinaerts_ tusschen de +jaren 1200 en 1220 geschreven”[4], en aangaande den leeftijd van den +omwerker en dichter van het tweede boek vindt hij de stelling van +WILLEMS de meest aannemelijke[5]. + +Verschillende andere vraagstukken die daarmede innig samenhangen zijn +nog duister of worden althans betwist. + +Nu is de _Reinaert_ in zoo vele opzichten een belangrijk verschijnsel +in onze letterkundige wereld, dat ik het wel der moeite waard reken op +nieuw en opzettelijk een kritisch onderzoek aangaande den oorsprong van +dit dichtstuk te beproeven. + +Als ik mijzelven afvroeg, waarin eigenlijk de oorzaak van zulke +uiteenloopende oordeelvellingen mocht gelegen zijn, kwam ik al spoedig +tot de overtuiging, dat daartoe niet weinig bijdroeg, dat wij nog geene +eigenlijke kritische uitgaaf van den geheelen _Reinaert_ bezitten; dat +de eerste helft der omwerking in haren samenhang ons nog geheel onbekend +is; en dat wij dus eigenlijk verstoken zijn van de bewijsstukken, +waaruit het vonnis moet worden opgemaakt. + +Die stelling moge vreemd klinken, als men zich herinnert, dat de oudste +_Reinaert_ reeds driemaal is gedrukt[6], tweemaal kritisch behandeld, +en dus, zoo als KAUSLER zich uitdrukt[7], »durch die kritischen +ausgaben.... von GRIMM und WILLEMS hinreichend bekannt” is. + +Een kort overzicht der vroegere uitgaven moge mijne stelling intusschen +rechtvaardigen. + +De oudste _Reinaert_ is ons slechts in één handschrift, het zoogenoemde +Comburgsche, thans in de openbare boekerij te Stuttgardt, bewaard. GRIMM +achtte dien tekst »wahrscheinlich im beginn des 14 jh. geschrieben”[8]; +maar de nadere beschrijving van het geheele handschrift door KAUSLER +leert ons, dat het gedeelte dat den _Reinaert_ omvat, eerst omstreeks +het jaar 1400 is te boek gesteld[9]. Het afschrift is dus betrekkelijk +zeer jong, en uit een tijd dat men zich niet bijzonder om diplomatische +naauwkeurigheid bekommerde. Het is dan ook vol fouten, zoowel +misstellingen en uitlatingen[10], als willekeurige veranderingen en +invoegsels van den slordigen afschrijver, die zeer dikwerf het ouder +handschrift dat hij naschreef niet goed las, en daardoor de +ergerlijkste, meestzinstorende fouten in zijnen tekst bracht. + +Dien _Reinaert_ liet GRÄTER voor de eerste maal in 1812 afdrukken +in het vijfde deel der _Braga und Hermode_, en wel, naar KAUSLERS +woorden, »unverändert und so weit diess bei einer mangelhaften Kenntniss +der Sprache unde Paläographie möglich war, ziemlich richtig.” Die +gebrekkige palaeographische kennis wil eigenlijk zeggen, dat GRÄTER ter +naauwernood zijn codex lezen kon, zoo als in het oog springen zal uit +het volgend proefje van leesfouten, die ik niet alle op rekening van het +handschrift durf stellen, hoewel dat zeer gebrekkig is. + +Vs. 113 wronghene _voor_ wroughene; 115 ghesaet-ghesciet; 157 +l'pelen-spelen; 176, 543, 767 sullren-sulken; 184 hnighe-hinghe; 198 +sonde-soude; 201 landen-tanden; 202 coude-conde; 218 ret-vet; 237 +ghenimt-ghemint; 269 hinit, 741 hunt-huut; 275 cene-eene; 290; 961 mi-nu +(1041 _omgekeerd_); 292 fée-sere; 294 Thinc-Ghinc; 308 drenen-dreven; +309 dronghen-droughen; 414 zIIIIer-zuver; 947 crIIIIe-crune; 476 +bruue-brune; 488 houen-honen; 494 oni-om; 671 omiroet-onvroet; 605 +ghenen-gheven; 768 enme-cume; 802 abscale-abstale; 848 onner-ouver; +856 vloutte-vloucte; 993 diet-dier; 1007 niene-menne; 1023 salue-salne; +1073 nene-neve; 1081 lijue-lijne; 1091 braet-vraet; 1214 vmdise-vindise; +1220 sander hu saense-sauder hu saeuse; 1225, 1234 niet-met (1531 +_omgekeerd_); 1344, 1376 waernen-waerven; 1355 wanc-wane; 1419 +rollel-rossel; 1589 verbouden-verbonden; 1625 ghenouch-ghevouch; 1747 +dien-die ic; 2032 ghenruch-ghenouch; 2157 vernaert-vervaert; 2275 +vine-vive; 2302 (2298) oer-oec; [2328 hodenare-hodevare]; 2372 (2396) +vore-vote; 2573 (2597) hi-bi; 2591 (2615) rijkelijn-rijkelijc; 2607 +(2651) sat-scat; 2633 (2657) dier-dies; 2734 (2754) mitte-nutte; 2764 +(2784) waernen-waerven; 2798, 2956 vernaert-vervaert; 2935 (2955) +spacus-spaeus; 2947 (2967) dine-dinc; 3329 (3349) cumen-rumen. + +Voorts wordt herhaaldelijk de kapitale L in het begin der regels +als R gelezen; b.v. 165 Raetti _voor_ Laetti; 424 Revic-Levic; 721 +Riept-Liept; 791 Raghen-Laghen; 793 Rudmoer-Ludmoer; 796 Rudolf-Ludolf; +815 Ramfroit-Lamfroit; 838 Rieten-Lieten; 863 Rach-Lach; 1299 Raet-Laet; +1367 Raghen-Laghen; 1387 Rachterlike-Lachterlike. + +Deze misstellingen, waarvan sommigen misschien niet aan den eersten +uitgever, maar reeds aan den schrijver van den codex te wijten zijn, +werden in den druk van GRIMM bijna alle verbeterd, en hij had zeer zeker +recht van zijne uitgave met betrekking tot die van zijnen voorganger +te zeggen: »die Comburger.... jetzt hoffentlich besser von mir +herausgegebene hs.”[11]. Maar wij weten[12] dat GRÄTERS tekst GRIMM +tot legger diende, waarbij slechts nu en dan »eine nachvergleichung +der hs.” plaats had. Dit bewijzen ook de aan den voet van GRIMMS uitgave +medegedeelde varianten, die blijkbaar die van GRÄTERS tekst zijn en niet +direkt van het handschrift. + +GRIMMS meerdere kennis verbeterde, gelijk wij zagen, de meeste valsche +lezingen; maar het zal ons niet verwonderen dat zoo nu en dan iets aan +zijne aandacht ontsnapte, waardoor enkele blijkbaar valsche lezingen in +den tekst zijn blijven staan: zoo b.v. vs. 94 swighis _voor_ swighic; +347 Riepen-Liepen; 804 houtmakigge-houtmakerigge; 1948 voden-roden; 2324 +(2350) ghescoort-ghestoort. + +Hoezeer GRIMM vele fouten wegnam, komen er echter in zijnen tekst +nog verscheiden voor, die, hoewel van eenen anderen aard, daar zij +gewoonlijk het broddelwerk zijn van den slordigen schrijver van den +codex, niet minder de lezing bemoeyelijken. Overigens bepaalde hij zich +om de orthographie van het stuk te verbeteren[13], zonder den versbouw +te herstellen. + +Twee jaren na GRIMMS uitgave zag, in 1836, die van WILLEMS het licht. +Zij was het gevolg van den aankoop door het Belgische staatsbestuur van +een handschrift, dat de omwerking van het eerste boek, en het bijvoegsel +dat men het tweede boek noemt, bevatte. Dat handschrift was »vry +gebrekkig, en zeker niet beantwoordende aan den onmatig hoogen prys, +waarvoor het was verkregen,” gelijk WILLEMS zelf getuigde[14]. + +Hij begreep dat van dit nieuwe handschrift partij moest worden +getrokken; maar in steê van de omwerking in haar geheel afzonderlijk in +het licht te geven, kwam hij op het zonderlinge denkbeeld om een geheel +samen te stellen uit twee zeer ongelijksoortige deelen: het eerste boek +was een herdruk van den ouden tekst, met varianten uit den jongeren; het +tweede boek, dat zich hieraan moest aansluiten, gaf den tekst van den, +volgens den uitgever zelf, honderd jaar jonger navolger. Ziehier hoe hij +daaromtrent rekenschap geeft: + +»Uit eerbied en ontzag voor het oudere goede, ben ik dus te rade +geworden het by GRIMM afgedrukte eerste gedeelte, 3474 versen beslaende, +als grondtext te volgen, plaetsende de varianten van het handschrift +onder dien text. Doch de aldus opgeteekende _variae lectiones_ waren +zoo groot, zoo talryk, dat ik my heb verplicht gezien, wilde ik geenen +dubbelen text in zyn geheel leveren, daerin besnoeiïngen te maken, +hierin bestaende, dat ik het min belangryke verschil van spelling en van +woordplaetsing onopgemerkt liet, en slechts als _variante_ heb laten +gelden wat werkelijk _verandering_ was, of wat my toescheen van de +kennis onzer oude tael eenige oplettendheid te verdienen. + +»Het gedicht is door my in twee boeken afgedeeld, waervan het eerste den +ouden _Reinaert_ der twaelfde eeuw uitmaekt, en het tweede het vervolg +bevat, in de dertiende eeuw geschreven.” + +Zoo ontstond eigenlijk een monster in den trant van BARNUMS Syrene; en +de aesthetica, de geschiedenis der letterkunde, de taalstudie, alles +eischt dat wij thans dien onnatuurlijken band ontknoopen, en thans +werkelijk »eenen dubbelen text in zyn geheel leveren.” + +Omtrent zijne wijze van tekstbehandeling zeî WILLEMS: »De oude +prosavertaling, de fragmenten in GRÄTERS _Odina und Teutona_, en in +GRIMMS _Reinhart Fuchs_ medegedeeld, midsgaders de Saksische vertaling +(_Reineke_), stelden my in staet, althans ten deele, om de boven +vermelde gapingen van het handschrift aan te vullen, om de vergissingen +en miszettingen des afschryvers te herstellen, om de schryfwyze meer +regelmatig voor te dragen, met één woord, om eenen meer critisch +behandelden text aen het publiek te leveren.” + +Gelijk uit den samenhang blijkt, ziet dit alles hoofdzakelijk op het +tweede boek. Maar ook betrekkelijk het oudste deel heeft WILLEMS zich +niet geheel aan den tekst van GRIMM gehouden. Vooral in de spelling +heeft hij zich zekere vrijheid veroorloofd en haar meer regelmatig +gemaakt, terwijl hij de ontbrekende of overtollige adspiratie in de +vlaamsche uitspraak herleid heeft tot het gewone spraakgebruik. Enkele +malen heeft WILLEMS ook meer eigenlijke wijzigingen in GRIMMS tekst +aangebracht: zelden is hij hierin gelukkig geweest, en zoowel in dit +opzicht als in de tekstverklaring, ziet men de duidelijkste sporen van +de overhaasting, waarmede die uitgave tot stand kwam. En geen wonder: +in de maand Mei ontving WILLEMS den last om »er eene uitgave van voor +te bereiden;” hij zette zich »met iever aen het werk”[15]--en het +voorbericht, geschreven toen de geheele tekst was afgedrukt, is +gedagteekend den 20 Augustus! + +Dat er tot eigenlijke tekstkritiek, die zich iets meer ten doel stelt +dan de verbetering der bloote schrijffouten van het hs., in deze uitgave +geene poging werd gedaan, zal men WILLEMS allerminst tot een verwijt +mogen maken: men herinnere zich slechts, dat het werk in de eerste helft +van het jaar 1836 voltooid werd, en men verlieze niet uit het oog, dat +men toen gewoonlijk aan diplomatischen afdruk der handschriften de +voorkeur gaf, zoodat WILLEMS werkelijk meer geleverd heeft dan men van +het standpunt der toenmalige--ik zeg niet wetenschap, maar--beoefenaars +van het vak kon verwachten. + +Had WILLEMS het geluk gehad den tijd te beleven dat eene tweede uitgave +van zijn werk noodzakelijk werd, hij zou zeker niet berust hebben in +zijn vroegeren arbeid. Ik kan daarom ook geen vrede hebben met den +onveranderden herdruk door SNELLAERT in 1850 in het licht gegeven. + +Hij ging uit van het beginsel: »Eene tweede uitgaef van deze uitmuntende +bewerking is toch niet te veel”[16]. Zoo nu ontegenzeggelijk de uitgave +van 1836 een werk was »waer de roem van [onzen] overleden vriend zoo +innig mede verbonden is,” ik kan daarom nog niet toestemmen, dat +SNELLAERT »aen de nagedachtenis van den vriend verschuldigd” was +in 1850 een werk letterlijk te herhalen, waarin de voortschrijdende +wetenschap van lieverlede leemten en gebreken moest doen vinden. WILLEMS +zocht naar waarheid en billijkte geen stilstand: hijzelf zou zeker +geen onveranderden herdruk hebben goedgekeurd na een tijdsverloop van +veertien jaren, en daarom kan ik mij niet vereenigen met de stelling van +onzen vriend SNELLAERT, wiens hart hier zijn hoofd heeft verschalkt. + +Buitendien begrijp ik ook niet hoe de nieuwe uitgever, »zonder gevaer +te loopen van een zoo gunstig beoordeeld werk een wangedrocht te maken, +onmogelyk een anderen text geven kon[17].” + +Ik heb integendeel beproefd een »anderen tekst” te leveren, en ik hoop +toch geen »wangedrocht”; evenmin als ik geloof mij aan de letterkundige +nagedachtenis van den voortreffelijken Vlaming te hebben vergrepen. + +Dat ik eene nieuwe uitgave noodzakelijk rekende op den tegenwoordigen +trap der wetenschap, vindt, naar ik vertrouw, zijne rechtvaardiging in +het voorafgaande overzicht; thans een enkel woord over de wijze waarop +ik mij van mijne taak meende te moeten kwijten. + +In de eerste plaats scheiding der ongelijksoortige deelen, door eene +afzonderlijke uitgave der beide teksten. Dit is een eerste vereischte; +want eerst als men de omwerking in haar geheel voor oogen heeft zal eene +werkelijke vergelijking mogelijk worden, en de tijdsbepaling van het +ontstaan van het tweede stuk naauwkeurig kunnen worden afgebakend. + +Ik vervul thans het eerste gedeelte mijner taak; ik geef in de eerste +plaats een nieuwen druk van het ouder, oorspronkelijke stuk, omdat dit, +wegens de meerder aesthetische waarde, de meeste belangstelling verdient +en zal opwekken. Ik waag het eene nieuwe uitgave te leveren, omdat de +bekende teksten tot een wetenschappelijk onderzoek onvoldoende zijn, +daar zij niet zelden berusten in eene lezing die onverstaanbaar is, en +geen zin hoegenaamd oplevert. Ik streefde er daarom naar een kritisch +verbeterden, lees- en verstaanbaren tekst tot stand te brengen. + +Ik heb daartoe naauwkeurig de varianten in GRIMMS uitgave vergeleken, +en waar het mij noodig scheen, mij vergewist van de lezing van het +Comburger handschrift door bemiddeling van KAUSLERS onuitputtelijke +bereidvaardigheid. Niet zelden stelde mij dat in staat de echte lezing +te herstellen. + +Eene doorloopende vergelijking van mijn tekst met de kollatie aan den +voet, zal doen zien, dat er vrij wat kaf van het koren te scheiden viel. +Hier mogen een paar der treffendste voorbeelden daaromtrent allen +twijfel wegnemen. + +Behalve op de eerste verzen van den proloog, wier oorspronkelijke lezing +eene geheele verandering moet brengen in het vraagstuk over het ontstaan +des gedichts, en die ik iets later naar de oorspronkelijke lezing zal +aangeven, wijs ik op de volgende plaatsen: + +Als de beer Reinaert komt indagen, zegt deze hem, dat hij »den buuc so +gheladen” heeft (556) met honing, dat hij kan staan noch gaan. Dan volgt +later bij GRIMM en WILLEMS, 568: + + versscer honichraten + Hebbic _commer_ harde groot, + +dat WILLEMS verklaarde: »ik heb grooten kommer wegens.... versche +honigraten.” Intusschen is kommer _gebrek_, waarvan hier natuurlijk +geen sprake kan zijn. Maar ziet, in de kollatie bij GRIMM staat voor +het _commer_ van den tekst: _coiiiier_, en dat is blijkbaar _couuer_, +_couver_, _coever_, daar in den codex steeds onze tweeklank _oe_ door +_ou_ wordt uitgedrukt. _Coever_ nu is een bekend woord, dat _overvloed_ +beteekent. + +Als de kater in den strik van Martinet gevangen is, heet het 1208: + + Tibert moeste roepen doe + Ende _wronghede_ hem selven dor den noot: + Hi makede een gheroep so groot, + Dat Reinaert hoorde up der straten. + +Dit _wronghede_ verklaart GRIMM, p. 274, door »drehen, schnüren,” +en WILLEMS met »verwrong.” Maar _wronghede_ veronderstelt een ww. +_wronghen_, dat niet bestaat; aan _wringen_ valt niet te denken, hoewel +de overeenkomst van klank de vorige uitgevers schijnt misleid te hebben. +Buitendien blijkt uit het voorgaande zoowel als het volgende vers, dat +er een woord moet staan, dat _zich verraden_, of iets dergelijks +beduidt. Eene kleine verandering geeft dit: men leze slechts +_wroughede_, _wroeghede_. + +Vs. 1222 leest GRIMM: + + Tibert, ghi singhet _ni lanc so bet_, + +hetgeen hij noemde, p. 274, »eine verderbte stelle, der ich keine hülfe +weiss.” + +WILLEMS veranderde _je lanc so bet_; maar eenvoudiger is te lezen _in +lanc so bet_, dat het hs. wel zal hebben, en de goede oude uitdrukking +is. + +Vs. 1306 leest WILLEMS met GRIMM: + + Doe _hiefsene_ op met haerre cracht. + +De variant bij GRIMM geeft _hieffene_, dat de ware lezing is, mits men +voor _Doe_ leze _Soe_. Dat de kapitale _D_ en _S_ licht te verwisselen +waren leert het facsimile. + +Vs. 1988 gebiedt de wolf zijne vrouw Reinaert niet te laten ontvluchten: + + No dor goet, no dor miede, + No dor _nijt_, no dor noot. + +Uit _nijd_ kon zij hem onmogelijk laten ontsnappen: dit is onzin; en +buitendien weet men, dat Hersinde den vos alles behalve _nijd_ toedroeg. +De variant bij GRIMM heeft: _no dor met_, hetgeen blijkbaar verkeerd +gelezen is voor _niet_, d.i. _welwillendheid_, _genegenheid_, hetgeen +alleen een gezonden zin geeft. + +Vs. 1947 bij Gr. en W. + + Ghi sult doden + Reinaert, uwen neve, den fellen _voden_. + +WILLEMS verklaarde: »_voden_; nog overig in _hondsvot_, een obsceen +woord, door velen gebezigd, maar door weinigen verstaan.” GRIMM leerde, +p. 278: »_vode_, lump, lumpenkerl. KILIAN schreibt _vodde_, MAERL. 3, +418 steht _vuden_. Der acc. unserer stelle, wenn es ein subst. ist, +forderte _vode_, es scheint also adj.” + +In de plaats die GRIMM uit MAERLANT aanhaalt, schuilt eene drukfout, +daar men blijkbaar voor _vuden_ het bekende _ruden_ moet lezen: dezelfde +letters worden daar meer verwisseld, b.v. bl. 138, vs. 80, waar _rasten_ +moet gelezen worden voor _vasten_. + +Men heeft nu waarschijnlijk reeds ontwaard, dat ook in de aangehaalde +plaats uit den _Reinaert_ dezelfde verwisseling is ingeslopen, en dat +het onbekende _voden_ moet plaats maken voor het hier zeer gewone: _den +fellen roden_. + +Vs. 2094 leest GRIMM: + + Ende verbeet _hanen_ ende hoender, + +hetgeen WILLEMS willekeurig veranderde in: + + Ende verbeet _vogel_ ende hoener, + +niet bedenkende, dat het den vos moeyelijk moest vallen _vogelen_ te +bespringen. De variant bij GRIMM geeft de juiste lezing aan: _haenden_, +d. i. _eenden_, zoo als ons MAERLANTS _Naturen Bloeme_ leert. + +Vs. 3114 (3134) leest men bij GrW.: + + Die welpkine liepen _ten brase_, + +hetgeen GRIMM (p. 285) verklaart: »Zur mahlzeit, zum schmause: _braes_ +epulae, _brassen_ epulari.” Intusschen is het »vermuthete” _braes_ +nergens aan te wijzen. WILLEMS zegt: »_Brase_, bras; om te brassen.” +GRIMMS variant geeft _ten base_, dat hij terecht verwierp. Hoe eenvoudig +is het intusschen om aan te nemen, dat dit kwalijk gelezen is voor _ten +hase_, d. i. met de Vlaamsche adspiratie _ten ase_, dat ook de omwerking +heeft. De _h_ en _b_ worden ook elders verwisseld, b.v. 2572 (2597) +waar uit het hs. gelezen werd _hi avonture_, hetgeen blijkbaar is _bi +avonture_, en niet, zoo als in de andere uitgaven staat, _die avonture_. + +Enkele andere plaatsen moesten worden terecht gebracht, waarin meer dan +eene verkeerde lezing van een ouden of nieuwen afschrijver stak. Zoo +waren de volgende onverstaanbaar. + +Tibert, de kater, den vos ten hove willende verdedigen tegen de +aanklacht van den hond Cortois, zegt ten slotte van zijn pleidooi, 124: + + Hets recht dat omberet si + Die claghe die Cortois doet. + +Daartegen verzet zich Pancer, de bever, 126: + + Dinct u goet, + Tibert, dat men die claghe ombere? + Reinaert es een recht mordenere, _enz._ + +En als hij dit metterdaad wil bewijzen, vervolgt hij, 135: + + Wat sechdi _van ere laghe_? + En dedi ghistren _enz._ + +GRIMM noch WILLEMS geven hier eenige verklaring, die echter bij die +plaats wel noodig kon schijnen. Wat beteekent toch die vraag? Er is +immers van eene _laghe_ (hinderlaag) niet gesproken! De omwerker heeft, +volgens WILLEMS' variant, _van eenre sagen_, hetgeen evenmin een +gezonden zin oplevert. Is het nu te stout hier, tegen de handschriften +aan, te verbeteren: + + Wat sechdi van _omberen claghe_? + +Dan loopt immers de zin zoo natuurlijk mogelijk af. + +Als de koning Reinaert voor de tweede maal door Tibert doet indagen zegt +bij onder anderen, 1022: + + En comt hi niet, hets hem quaet, + Men salne _drie werven daghen_, + Te lachtre allen sinen maghen. + +Deze lezing is echter blijkbaar valsch, daar het onmogelijk Reinaerts +magen tot schande kon strekken, dat hij naar wettig gebruik driemaal +gedaagd werd. Buitendien zeî toch de koning, dat het reeds slecht +met hem af zou loopen, als hij op deze tweede indaging niet ten hove +verscheen. Bedenkt men dat Tibert later tot den beklaagde zegt, 1070: + + Die coninc dreicht u an u leven + Ne comdi te hove niet met mi, + +dan kan het niet missen, of de natuurlijkste verbetering is deze: + + Men salne _hanghen sonder daghen_, + +gelijk de koning ook in het fransche gedicht zegt, 10447: + + Dites moi le rox deputaire + Qu'il me viengne en ma cort droit faire + En la présence de ma gent; + Si n'i aport or ne argent, + Ne parole por soi deffendre, + Mès la hart à sa gole pendre. + +Blijkbaar bedorven is ook de volgende plaats, die intusschen aldus in +het handschrift gelezen wordt. Als Reinaert gebiecht heeft geeft +Grimbert hem de absolutie, en daarna, 1683: + + Riet hi hem goet te wesene, + .......................... + Ende dat hi vort alle sine daghe + _Behendelike_ soude gheneren. + +Maar Reinaert had zijn geheele leven niets anders gedaan dan zich +_behendelike_ te genéren. Wie ziet niet dat hier moet gelezen worden +_bescedelike_, dat in het schrift des tijds bij vluchtige inzage van een +slordig geschreven codex lichtelijk met _behendelike_ kon verwisseld +worden, bij de overeenkomst der letters _sc_ en _h_. + +Vs. 1692 leest men: + + Nu moet hi pleghen siere selen, + +dat WILLEMS vertaalt: »Ziedaer, hoe hy zyne ziel moet verplegen.” De +lezing is door GRIMM in den tekst gebracht, daar C. heeft: + + Nu moet hi siere sielen pleghen, + +hetgeen GRIMM verwierp omdat _pleghen_ niet rijmde op _stelen_. Beter +ware echter het slechte rijmwoord dan het ondietsche woord _selen_. De +afschrijver had hier denkelijk vs. 428 in het hoofd: + + God moet haerre siele pleghen, + +met het rijmwoord _versleghen_. Dat 692 alleen het rijmwoord te +veranderen was, leert de vergelijking met 381: + + Ic moet miere siele _telen_, + +welk _telen_ of _ghetelen_ ook nog 2333 (2359) voorkomt. Men leze dus +1692: + + Nu moet hi siere siele telen. + +Deze sprekende voorbeelden mogen volstaan om te doen zien hoezeer onze +_Reinaert_ eene kritische behandeling noodig had om daarvan een +verstaanbaren tekst te leveren. + +Behalve soortgelijke verbeteringen heb ik mij dikwerf omzettingen +van woorden veroorloofd of vervanging van den eigennaam door een +voornaamwoord, waar de versbouw dat noodig maakte. Ik ben overtuigd dat +een ouder handschrift die veranderingen in den regel zou schragen; maar +ook zonder dien steun ben ik daarin niet angstvallig geweest, daar ik +nimmer zal kunnen gelooven, dat een zoo uitstekend dichter als de auteur +van den _Reinaert_ was, niet zou voldaan hebben aan de eischen van +welluidendheid en verzifikatie. + +Eindelijk heb ik het gewaagd met behulp van den omwerker enkele gapingen +aan te vullen, die het recht verstand in den weg stonden, b.v. achter +vs. 2276, en 2634 (bij GrW. 2658); terwijl ik er zelfs niet tegen opzag +om de 30 verzen na 2308 (bij GrW. 2304) uit den tekst te werpen, daar +zij blijkbaar den samenhang stooren en geheel en al buiten den geest van +het oorspronkelijke gedicht vallen, dat even vrij van eigenlijke fabelen +is als het vervolg er mede is opgevuld. + +Men zal dit waarschijnlijk te gewaagd vinden; sommigen het een +onverdedigbaar vergrijp tegen de overlevering der handschriften noemen. +Ik mocht mij door dit vooruitzicht niet laten weêrhouden alles aan +te wenden om het meesterstuk onzer middeneeuwsche poëzie _zooveel +mogelijk_ in zijne oorspronkelijke reinheid te herstellen. Ik zeg +_zooveel mogelijk_, want ontegenzeggelijk heeft de tekst door +eigendunkelijke veranderingen der afschrijvers geleden, die jonger +vormen of uitdrukkingen stelden in de plaats van wat hun verouderd of +onverstaanbaar voorkwam. Ik zal slechts een paar voorbeelden aanhalen. +Blijkbaar is niet zelden het meervoudige pronomen _ghi_, _u_, in de +plaats getreden van het enkelvoudige _du_, _di_, zoo als schijnt te +blijken uit 2856-7 (2876-7). WILLEMS noemt[18] »het woord _bedi_, door +den auteur van het eerste boek _zoo gaerne_ gebezigd;” nu komt dat +woord in onzen tekst slechts vijf maal voor: twee maal in den zin van +_doordien_, _daarom_ (2892, 2975), driemaal in de beteekenis van _want_ +(2331, 3110, 3162). Overal elders leest men daarvoor: _dor dat_ (111, +216, 884). Dit bracht mij zelfs eerst op de gedachte of het tweede +gedeelte van ons gedicht ook van een andere hand kon zijn dan het +eerste, te meer daar er na vs. 2170, dus juist in dat gedeelte dat, +gelijk wij zien zullen, het meest van het Fransch afwijkt, ook nog +andere woorden voorkomen, die niet in de eerste 2000 verzen gevonden +worden, als _altoos_, _als ende als_, _bedraghen_, _beghaen_, _bliken_, +_erre_, _iet_, _indien_, _claren_, _wout_ enz. Maar een zeer omstandig +onderzoek heeft mij van het tegendeel overtuigd. + +Immers het geheele stuk door vind ik de tusschenzinnen op dezelfde wijze +aangebracht, vs. 6, 103, 138, 193, 447, 453, 611, 914-5, 1404, 1440, +1470, 1593, 2162, 3161-2, 3177, 3425. + +Evenzoo is het met de allitererende formulen; 13, 33, _dorpren ende +doren_, 66 _dor edelheit ende dor ere_, 668 _onteert ende ontervet_, +1284 _scade ende scande_, 1563 _leet ofte lief_, 1606 _stene ende +struke_, 1685 _vasten ende vieren_, 1970 _nichten ende neven_, 1989 +_no dor niede no dor noot_, 2073 _vrient no viant_, 2094 _haenden ende +hoener_, 2150 _lief no leet_, 2238 _hout van herten_, 2346 _droghe ende +diep_, 2855 _struke ende stene_. + +Op dezelfde wijze vindt men het geheele gedicht door tautologische +uitdrukkingen waarop GRIMM de aandacht gevestigd heeft[19] als _stal +ende nam_, _pine ende onghemac_, _hermite oft clusenare_, _bejach no +ghewin_, _owi ende wee_, _diefte ende roof_, enz. enz., b.v. 42, 97, +103, 106, 230, 264-5, 268, 276, 306, 308, 326, 333, 350, 358, 405, 435, +484, 485, 516-7, 531, 597, 613, 666, 690, 693, 701, 743, 770, 933, 1046, +1108, 1174, 1182, 1426, 1438, 1449, 1532-3, 1591, 1597, 1678, 1691, +1787, 1816, 1842, 1878, 1894-5, 1988, 2041, 2043, 2054, 2064, 2075, +2086, 2093, 2097, 2114, 2118, 2120, 2173, 2191, 2251, 2272-3, 2308, +2309, 2315, 2336, 2342, 2362, 2462, 2485, 2496, 2507, 2512, 2588, 2697, +2860, 2894-5, 3000, 3045-6, 3071, 3079, 3205, 3345, 3366, 3420. + +Voorts enjambeert de zin over den rijmregel het geheele gedicht door, +b.v. 229, 359, 985, 1315, 1361, 1578, 1731, 2250, 2339, 2360, 2439, +3243, 3244, 3327, 3332, 3435. + +In beide deelen vindt men onzuivere rijmen, b.v. 105 _man_, _nam_, +_gram_, _began_, 451 _graf_, _was_, 795 _swinghen_, _vingheren_, 2101 +_Isengrijn_, _rijm_, 2113 _doe_, _vro_, 2129 _Hersinde_, _kindren_, +3359 _trac_, _dat_(?), 3431 _verbijt_, _dit_, 2851 _omberen_, _varen_, +2913 _snoeren_, _te voren_, en misschien 3027 _voeten_, _grote_. + +Van het begin tot aan het eind ontwaart men een streven om denzelfden +rijmklank te vermenigvuldigen: vooreerst in de veelvuldige opvolging +van vier zuivere rijmwoorden, b.v. 139 _ghedede_, _vrede_, _ghelede_, +_crede_; 261 _an_, _can_, _man_, _ban_; 267 _ware_, _clusenare_, _hare_, +_jare_; 367 _niemare_, _ware_, _clusenare_, _twaren_; 459 _boecstave_, +_grave_, _begraven_, _scraven_; 945 _prihore_, _ore_, _bescoren_, +_verloren_; 1233 _ghestaen_, _ghevaen_, _wane_, _hane_; 1307 _waert_, +_Reinaert_, _waert_, _vervaert_; 1333 _rade_, _dade_, _daet_, _raet_; +1501 _begheven_, _leven_, _gheven_, _leven_; 1737 _ghelaet_, _vraet_, +_gaet_, _quaet_; 2065 _man_, _an_, _dan_, _man_; 2295 _vrouwe_, +_trouwe_, _soude_, _woude_; 2299 _waer_, _haer_, _vare_, _openbare_; +2725 _vaert_, _claert_, _Reinaert_, _waert_; 2761 _lede_, _vrede_, +_crede_, _mede_.[20] + +Voorts springt dit nog veel duidelijker in het oog als men de bloote +assonnance in rekening brengt, die ontelbare malen, het geheele gedicht +door, meer dan twee regels verbindt. Wij zullen slechts enkele +voorbeelden bijbrengen, omdat het ons aan plaats ontbreekt de grootste +helft van het gedicht hier af te schrijven. + +Vs. 21 _weten_, _heten_, _leven_, _begeven_; 101 _man_, _nam_, _gram_, +_began_; 155 _begeven_, _gheheven_, _spele_, _vele_; 699 _dat_, _sat_, +_sal_, _al_; 711 _ghevaen_, _staen_, _haest_, _naest_; 3315 _ram_, +_quam_, _middach_, _ghesach_; 3401 _pine_, _Beline_, _gheliet_, +_verriet_; 3433 _mesdaet_, _quaet_, _maghen_, _bejaghen_. + +Zoo worden ook meer dan vier verzen gebonden. B.v. zes: 901 +_verslaghen_, _ghedraghen_, _ghevaren_, _daren_, _daghe_, _claghe_, 1275 +_vader_, _gader_, _jare_, _ware_, _scame_, _name_; zoo ook 1331, 1693, +1767, 2215, 2323, 2867, 2915, 3307, 3377. Acht, b.v. 291 _gaende_, +_slaende_, _bare_, _mare_, _Cantaert_, _waert_, _hane_, _wane_; 395 +_saghe_, _haghe_, _ondergaen_, _saen_, _ghetale_, _male_, _nakede_, +_smakede_; zoo ook 1239, 1749, 2621, 3229, 3291. + +En zelfs _tien_: b.v. 447 _lanc_, _sanc_, _las_, _was_, _graf_, _was_, +_gras_, _was_, _sach_, _lach_; 1091 _vraet_, _ghelaet_, _overstaerc_, +_maerc_, _bestaen_, _waen_, _dagheraet_, _raet_, _ghedaen_, _gaen_; 1451 +_Reinaert_, _herwaert_, _gheraden_, _ghenaden_, _mesdaet_, _verstaet_, +_mater_, _cater_, _mesdaen_, _dwaen_. + +Reeds het veelvuldige van dit opmerkelijk verschijnsel loont, dat het +niet een bloot spel van het toeval kan zijn; en wij zien dat ook nog +nader, als wij opmerken hoe de dichter er naar streefde weêr op +denzelfden rijmklank terug te komen, ook als hij dien voor 't oogenblik +had moeten opgeven. Dikwerf keert na twee regels dezelfde assonnance +terug: 127 _ombere_, _mordenere_ (_dief_, _lief_), _here_, _ere_; +187 _angaen_, _ontfaen_, (_gherne_, _wernen_), _mesdaen_, _staen_; +_Isengrijn_, _pijn_ (_ghevoech_, _onghevoech_), _wijf_, _lijf_; enz. +enz. + +Nog een paar voorbeelden op ietwat grooter schaal: 1407 _wijf_, _lijf_, +_ontgaen_, _gaen_, _hermeline_, _mine_, _nu_, _u_, _Reinaerdine_, +_gaerdeline_, _al_, _sal_, _dief_, _lief_; 3097 _hermeline_, +_pine_, _gram_, _vernam_, _vlien_, _ghescien_, _ondergaen_, _saen_, +_mordadelike_, _ghenadelike_, _sidi_, _mi_; 539 _Reinaert_, _waert_, +_haghedochte_, _ghedochte_, _raet_, _vraet_, _driven_, _bliven_, _lanc_, +_danc_, _vrient_, _gedient_, _ganc_, _lanc_, _bestaen_, _ghegaen_, +_gheraden_, _gheladen_, _wise_, _spise_, _gaen_, _ghestaen_, _sat_, +_wat_, _have_, _grave_, _weten_, _eten_, _aten_, _honichraten_. + +Die zeer bijzondere eigenaardigheden, afwijkende van wat men in alle +andere Mnl. geschriften aantreft, vindt men in het geheele gedicht, van +het begin tot aan het einde terug; zoodat het wel ontwijfelbaar zijn +zal, dat wij hier het werk van een en denzelfden kunstenaar voor ons +hebben. + +Komen er nu oneffenheden, verschilpunten van anderen, ondergeschikten +aard in voor, dan zal men wel gerechtigd zijn tot het besluit, dat de +afschrijvers daarvan de schuld moeten dragen. + +Dat alles te veranderen bij gissing en op louter theoretische gronden, +lag buiten de bevoegdheid der kritiek, zoolang geen ouder codex van het +gedicht gevonden wordt, weshalve ik mij bepaal daarop alleen de aandacht +te vestigen[21]. + +Wie nu onze veranderingen desniettegenstaande nog te gewaagd vindt, wie +de voorkeur geeft aan het slordige afschrift van een onnadenkenden +kopist, legge deze uitgaaf ter zijde en keere des noods tot die van +GRÄTER terug. + +Vooral de verwerping van de fabel na 2308 (2304) dwong mij tot eene +vernummering der verzen, zoodat de telling na vs. 2274 niet meer met die +der vorige uitgaven overeenkomt. Bij het doorloopende onderscheid zal +dit echter geen bezwaar van eenig belang opleveren. In mijne aanhalingen +heb ik echter, tot gemakkelijker vergelijking, in den regel de cijfers +der vorige uitgaven tusschen haakjes geplaatst. + +In de orthografie heb ik mij zoo na mogelijk aan den oud-vlaamschen +schrijftrant gehouden tot zoover de duidelijkheid er niet onder leed. +Terwijl in GRIMMS uitgave »das flämische anlautende _h_ in huut, hete, +hat, für uut, ete, at, umgekehrt aerde für haerde, gheoorsam für +ghehoorsam, geflissentlich bewahrt” werden[22], heb ik, even als +WILLEMS, dit veranderd, omdat het dikwerf voor den hedendaagschen lezer +moeyelijkheden oplevert in het recht verstaan van den tekst, gelijk ik +bij ondervinding weet. Buitendien is dat toch een provincialisme dat uit +de beschaafde schrijftaal moest worden verbannen. + +_Maerghen_ voor _morghen_ heb ik behouden, maar niet _ou_ voor _oe_, in +de woorden _drouch_, _slouch_, enz., noch ook _lust_ voor _list_, daar +de rijmen 2602 (2626) en 2376 (2400) juist _list_ hebben. + +Voorts heb ik er naar gestreefd de fouten van het handschrift met +betrekking tot de enkele vokaalspelling en vooral de zwakke en sterke +buigingen, naar den regel te herstellen. Orthografische veranderingen +zijn in den regel niet aangewezen: al de overigen zijn zoo naauwkeurig +mogelijk in de kollatie aan den voet der pagina opgenomen[23]. +Kortheidshalve heb ik daarbij slechts in de allernoodzakelijkste +gevallen van de reden der verandering rekenschap gegeven, in de +overtuiging dat zij bij eenig nadenken vanzelf in het oog zal vallen. + +Zoo ik er naar gestreefd heb het rhythmus te zuiveren, ik heb in den +regel de aansluitingen en samentrekkingen niet aangewezen, die bij het +lezen moeten worden in acht genomen, daar dit in Mnl. stukken niet +regelmatig is vol te houden. Ik vertrouw dat lezers die het gedicht +werkelijk willen genieten, genoegsaam met de regels der Mnl. metriek +zullen bekend zijn, om zoodanige aanwijzingen te kunnen ontberen. + +Thans, nu ik rekenschap van het doel en de wijze van behandeling dezer +uitgave heb gegeven, kunnen wij overgaan tot de overweging van de nog +niet genoegsaam opgehelderde vraagstukken over het ontstaan en den +ouderdom van den Reinaert. + + +II. + +Het oordeel over het ontstaan en den ouderdom van onzen _Reinaert_, +hangt ten naauwste samen met deze schijnbaar eenvoudige vraag: is de +proloog in den Comburger tekst het werk van den eersten schrijver of van +den omwerker? + +WILLEMS beweert het laatste, en wel op de volgende gronden: Hij haalt de +eerste regels van den proloog aldus aan: + + WILLEM, die Madock maecte, + Daer hi dicke om waecte + Hem jamerde seer haerde + Dat die geeste van Reinaerde + Niet te recht en is gescreven: + Een deel is daer after gebleven: + Daeromme dede hi die vite soeken + Ende heeftse, uten walscen boeken + In duutse aldus begonnen. + +Dan gaat hij voort: WILLEM heeft niet den oudsten Vlaamschen _Reinaert_ +opgesteld; maar wat hij »in het oude gedicht niet _te recht gescreven_ +oordeelde, verbeterde hy en vulde hy aen; in dien zin versta ik het +_aldus begonnen_ van dit laetste vers; doch om geheel de _vite_ of +levensbeschryving van _Reinaert_ te doen kennen heeft hy datgene, +hetwelk _after gebleven_ was, door middel van _walsche_, dat is, door +_fransche_ boeken, vervolgd en ten einde gebracht. Hy is dus de schryver +van het vervolg, en slechts de verbeteraer of omwerker van het eerste +boek. + +»De nedersaksische vertaling van _Reineke_ en de oude prosadrukken van +Gouda 1479 en Delft 1485, die de prologe niet kennen, en met vs. 41 +aenvangen, maken het zeer bedenkelyk of dit voorwerk geen byhangsel zy +van lateren tyd. Men kan evenwel ook aennemen dat de eerste _Reinaert_ +begon met vs. 11. + + Nu keert hem daer toe mijn sin, _enz._ + +»Hoe men dit dan ook beschouwe, _het aldus begonnen_ van vs. 9 steekt +altoos zeer sterk af tegen vs. 40: + + Nu hoort hoe ic hier beginne; + +want, zie daer een dubbel _begin_! Er is ook eene dubbele bedoeling. +WILLEM verklaert zyne taek aentevangen _om dat het hem zeer jammerde_ +dat er nog zoo veel aen de historie van _Reinaert_ ontbrak; terwyl de +oorspronglyke dichter slechts daerom _de avonturen van Reinaert_ MAEKTE, +om dat zekere dame, _die in groter hovescheden gerne hare saken keert_, +_hem daer toe bad_ (vs. 26-31). Deze beweegreden _alleen_ gaf hem de pen +in de hand; anders had hy _stil gezwegen_ (vs. 26). + +»Dat een vervolgschryver of interpolator soms prologen voor het werk +van zynen voorganger plaetste, is niet zonder voorbeeld. In byna al de +handschriften der _Brabantsche Yeesten_ staet er een van verschillenden +inhoud, en, wat meer is, van verschillenden datum. + +»Indien WILLEM het eerste gedeelte naer het fransch hadde opgesteld, +dan zou by voorbeeld de wolvin, gelyk in de hoogduitsche omwerking der +vertaling van _Heinrich der Glichsenaere_, _Hersant_ en niet _Hersint_ +of _Erswinde_ heeten; dan zou de naem van den hond, _Cortois_, in de +fransche branches bewaerd zyn gebleven (hy wordt er _Roonel_, _Rooniax_ +of _Morout_ genoemd); dan zou het tooneel der gebeurtenissen en de +behandeling van het onderwerp (vs. 100, 1461-1463 enz.) niet zoo +eigenaerdig, niet zoo geheel vlaemsch zyn; en dan zou men eindelyk +in de fransche _Renarts_ eenig overblyfsel, eenig spoor van zulk een +voortreffelyk werk, als het origineel zyn moest, ontdekken. Wy zullen +straks zien, dat de trouveres geen ouder _fransch_ gedicht kennen, dan +dat van PERROZ DE SAINT CLOUD, en dat de fransche branche, in onze +bylagen bl. 302-341 opgenomen, eene navolging, ja grootendeels eene +letterlyke vertaling van _onzen Reinaert_ is. + +»Beschouwt men daerentegen WILLEM voor den hermaker en vervolger van het +gedicht, dan verklaert zich alles ten duidelykste; want in [zyn werk] +vindt men, _voor eerst_, eene omdichting van het eerste boek,.... en, +_ten andere_, een vervolg van dit oorspronglyk gedeelte, meest uit +fransche poëten of uit de _Fabulae extravagantes_ samengeraept”[24]. + +Tegen die redenering is het een en ander in te brengen: + +Vooreerst is zij gebouwd op den aanhef der omwerking; maar in de oudste +redaktie luiden de aangehaalde verzen aldus: + + WILLEM die vele bouke maecte, + Daer hi dicken omme waecte, + Hem vernoyde so haerde, + Dat die avonture van Reinaerde + In Dietsche onghemaket bleven, + Die WILLEM _niet_ hevet vulscreven, + Dat hi die vijte van Reynaerde soucken + Ende hise naden Walschen boucken + In Dietsche dus hevet begonnen[25]. + +Die lezing is onverstaanbaar, maar ook blijkbaar bedorven: niet slechts +in GRÄTERS uitgave, maar reeds in het Comburgsche handschrift. Het is +intusschen onverklaarbaar, dat GRIMM niet de minste poging heeft gedaan +om dien bedorven tekst te herstellen, maar daarvoor de lezing van den +omwerker in de plaats stelde. WILLEMS schijnt zich hoofdzakelijk aan +den tekst van GRIMM gehouden te hebben zonder altijd veel acht te +slaan op de kollatie aan den voet der bladzijden; en het kan ons niet +verwonderen, dat hij hier gretig eene lezing opnam, die zijn stelsel in +de hand werkte, ja er eigenlijk de basis van is. Hij had intusschen, met +GRIMM, de lezing van C. moeten aangeven, die door zijne uitgaaf in +Nederland geheel onbekend raakte. + +Zien wij thans of die verworpen lezing niet is te recht te brengen. + +De grootste zwarigheid levert zeker vs. 6 op; maar juist hier is het +niet moeyelijk eene verbetering aan de hand te geven. _Niet_ is in +tegenspraak met al het overige; maar dat _niet_ is juist bedorven. +De varianten bij GRIMM doen zien, dat soms de _r_ en _t_ niet goed te +onderscheiden waren in het Comburger handschrift; men begrijpt dat dit +ook het geval kon zijn met den codex waarnaar dit werd afgeschreven. +Zoo las GRÄTER, of misschien reeds het handschrift zelf, vs. 993, voor +_dat felle dier_ (_:lier_), _dat felle diet_; 2372 (2396) _voere_ +in plaats van _voete_. Bedenkt men daarbij dat de _n_ lichtelijk in +sommige handschriften met de _h_ kan verwisseld worden, dan zal het wel +geoorloofd zijn aan te nemen dat er oorspronkelijk gestaan hebbe _hier_, +in steê van dat onbegrijpelijke _niet_. En zoo kunnen wij, met geringe +verbetering van 't overige, de plaats dus herstellen: + + WILLEM, die den Madoc[26] maecte, + Daer hi dicke omme waecte, + Hem vernoyede so haerde + Dat davonturen van Reinaerde + _In Dietsce onghemaket bleven_, + (Die hi hier hevet vulscreven), + Dat hi die vite [dede] soeken, + Ende hise na den walscen boeken + In Dietsce dus hevet begonnen. + +Blijkbaar is dat de tekst van den oorspronkelijken schrijver; en daarin +heet het niet, dat de historie niet _te recht_ is geschreven, of dat er +_een deel_ van is achterwege gebleven; maar de avonturen van Reinaert +(verg. vs. 31) waren in het geheel in het Dietsch _ongemaakt_: dit was +hem zoo leed, dat hij de vite opzocht en die uit het Fransch in het +Dietsch overbracht. + +De tusschenzin van vs. 6 moge bij den eersten oogopslag eenigen twijfel +opwekken, deze zal weldra verdwijnen als men ziet, dat er dergelijke het +geheele gedicht door voorkomen, zie boven bl. XXIII. En juist daarin +vinden wij een nieuw bewijs, dat de Inleiding van den schrijver van het +oudste gedicht is, wiens eigenaardigheid hier zoo duidelijk in het licht +treedt. + +Het eerste gedeelte van WILLEMS' betoog vervalt door deze eenvoudige +opmerking vanzelf[27]. + +Dat de vertaling of de proza-omwerking de inleiding, die geheel van +persoonlijken aard is, niet hebben, bewijst niets, zoo als WILLEMS zelf +reeds bevroedde, daar hij niet ongeneigd is om aan te nemen dat de +eerste _Reinaert_ met vs. 11 begon. + +Steekt nu werkelijk vs. 9 zoo sterk af bij vs. 40, + + Nu hoort hoe ic hier beghinne? + +Is dat in den eigenlijken zin des woords een dubbel begin, dat alleen +uit eene dubbele bedoeling is te verklaren? + +Maar men lette wel op, dat als men met vs. 11 den ouden tekst laat +aanvangen, men daar terstond leest: + + Nu keert hem daer toe mijn sin, + Dat ic bidde _in dit begin_, enz. + +zoodat men toch een dubbel begin zou hebben. Trouwens men leze den +geheelen proloog onbevooroordeeld, en men zal zeker geen aanstoot nemen +aan de herhaalde vermelding van het begin. Wie des ondanks alleen door +gelijksoortige voorbeelden is te overtuigen, verwijs ik naar JAN VAN +HEELU, die zijne kronijk ook met een proloog begint, waarin hij in de +eerste regels zijn boek aan MARGARETA van Engeland aanbiedt; dan heet +het verder, dat hij anders wellicht zijn werk niet had ondernomen, (vs. +69) + + En hadde gedaen van Ingelant + Vrouwe Margriete, alsic thant + _Int beghin_ sprac overluut. + +En dan wederom in het slot der inleiding, vs. 78: + + Nu helpe my God, _ic saels beginnen_[28]. + +Is er voorts niet eenigen schijn overgebleven dat een fransch origineel +aan ons gedicht ten grondslag ligt? Of bewijzen de Fransche eigennamen +der dieren, de naam van Reinaerts kasteel Maupertuus, niet voor de +ontleening? GRIMM neemt dit met betrekking tot het Mhd. gedicht als +overtuigend bewijs aan[29], en ook wij behoeven er niet aan te +twijfelen[30]. + +Want niemand zal wel met WILLEMS' betuiging tevreden zijn: »De dichter +van den _Reinaert_ schynt.... een _grand clerc_, zoowel in het Fransch +als in het Nederduitsch geweest te zyn, en dit verklaert ons waerom hy +sommige namen, als _Cortois_, _Malpertuis_, _Malcrois_ en _Pinte_, uit +eerstgenoemde tael ontleende”[31]. + +Ja maar, zegt men wellicht met WILLEMS, in het hoogduitsche gedicht heet +de wolvin _Hersant_ en niet, zoo als bij ons, _Hersint_! + +Sedert WILLEMS schreef gelukte het GRIMM een groot fragment van den +oorspronkelijken onveranderden hoogduitschen tekst op te sporen[32], en +daarin heet de wolvin niet als in het gemodernizeerde, vroeger door hem +uitgegeven gedicht, _Hersant_, maar, even als in onzen _Reinaert_, +_Hersint_, zie b.v. vs. 608, 627, 870, 877, enz.--ergo. + +Dat Cortois niet bij de Franschen voorkomt, dat het tooneel der +gebeurtenissen en de behandeling eigenaardig Vlaamsch is, laat zich +begrijpen, als men weet, dat de _Reinaert_ niet in allen deele strikt +vertaald is, maar dat de Vlaamsche dichter dikwerf zijn eigen weg ging, +gelijk wij nader zullen aantoonen. + +Alvorens WILLEMS' laatsten bewijsgrond te toetsen, moeten wij nog van +een anderen kant doen zien, dat de proloog onmogelijk van den omwerker +kan zijn. + +Er is in den Comburger tekst geen spoor, dat de dichter van dien tekst +het oog hebbe gehad op een vervolg zoo als de omwerker er aan toevoegde. +Deze bereidt dan ook zijn tweede deel voor, door eene noodzakelijke +verandering, zoo als WILLEMS zelf opmerkt[33]. In den oudsten tekst +namelijk verlaat Reinaert met de zijnen zijn kasteel, om zich in de +wildernis te verbergen, vs. 3311 (3331): + + Si daden hem alle up die vaert: + Ermeline ende here Reinaert, + Ende hare jonghe welpkine, + Dese anevaerden die woestine; + +welk verhaal door den omwerker wordt achterwege gelaten, omdat de latere +gezanten des konings Reinaert weder in zijn kasteel moesten aantreffen. + +Uit dit onderscheid mag men opmaken dat de schrijver van den Comburger +codex niet van eene omwerking wist. + +WILLEMS is natuurlijk van eene andere meening: hij stelt »dat de +afschryver van het codex Comburgensis den _ouderen_ text van _Reinaert_ +kopyeerde, schoon hy zich voorgesteld had ook het vervolg.... te +leveren”[34]. + +Den grond voor die meening geeft hij aldus aan[35]: + +»De overgang tot de gebeurtenissen van het tweede boek schynt reeds +met vs. 3395 [ons 3375] voorbereid, door het optreden van eene nieuwe +personnagie, met name _Firapeel_, de luipaerd, die den koning tot het +besluit brengt om eene vergoeding aen Isengrim en Bruin toe te staen, en +om vervolgens Reinaert te gaen opzoeken en vangen: + + _Daerna_ sullen wi alle lopen + Na Reinaerde, ende sulne vangen, + Ende bi sine kele hangen; + +een plan, hetwelk maer eerst in het tweede boek, vs. 3750, zyn beslag +krygt, en dus in het eerste de geschiedenis onvoleindigd laet. Uit dien +hoofde ben ik zeer geneigd het daervoor te houden, dat de oorspronglyke +_Reinaert_ met vs. 3394 sloot. En inderdaed, deze gedachte krygt veel +gronds, wanneer men bezeft, dat er aen vs. 3395 eene groote versierde +voorletter in het Comburger handschrift wordt aengetroffen, toonende +dat eene nieuwe afdeeling, en geenszins een bloote paragraef begint. +Dergelyke hoofdletter toch was voor de laetste 80 regels noch gevorderd, +noch passend.” + +Daartegen kan worden aangevoerd, dat het verhaal onmogelijk met vs. 3374 +(3394) kan eindigen, daar er dan geen slot aan zou zijn, welk slot men +eerst bij vs. 3454 (3474) bereikt heeft. + +Dat er een nieuw personagie optreedt vindt zijne verklaring in de +later te staven opmerking, dat de dichter hier het origineel, dat hij +navolgde, verlaten had, en in den luipaard, »des coninx maech” een +geschikt persoon vond om als middelaar tusschen den koning en de fel +beleedigde baronnen, Bruun en Isegrim, op te treden. Ook in sommige +fransche branches speelt de luipaard zijne rol en wordt 's konings maag +genoemd, hoewel daar zijn naam niet Firapeel is, b.v. in den _Renart Le +Nouvel_, in MÉONS vierde deel, vs. 175 en passim. De belofte dat men +later Reinaert zou weten te straffen, behoefde in het gedicht niet +volvoerd te worden, daar de dichter geene biografie schreef, maar een +epos. + +En wat de groote aanvangsletter bij vs. 3375 (3395) betreft, die kon +misschien alleen aan de onhandigheid van den afschrijver te wijten +zijn. Maar gesteld dat hier werkelijk eene nieuwe afdeeling begon, is +het dan zoo onmogelijk hier aan iets anders te denken dan aan het +vervolg van den omwerker? Is op zichzelf het denkbeeld ongerijmd, dat de +oorspronkelijke schrijver zijn gedicht verder had willen voortzetten, +ja werkelijk aan een beleg van Maupertuus gedacht kon hebben, dat in +het origineel 't welk hij voor zich had voorkwam, zoo als wij later +zullen zien? In dat geval had hij of het gedicht niet voltooid, maar +was bij een geschikt rustpunt blijven stilstaan; of, hetgeen mij veel +waarschijnlijker zou voorkomen, hij had zich bedacht, de eenheid van +zijn verhaal niet willen in gevaar brengen, en eindigde met vs. 3454 +zijn werk voor goed, terwijl hij willens en wetens, of misschien uit +vergetelheid, de regels liet staan waarin van Reinaerts bestraffing +gewaagd wordt. Maar ik moet bekennen dat deze uitlegging niet +aannemelijk is, daar Reinaert in dat geval zijne vesting niet mocht +verlaten. Ik zou daarom niet zooveel kunnen hechten aan die hoofdletter. +En ziet! bovendien komt er ter gedachter plaatse in het handschrift +zelfs geene hoofdletter voor, maar eenvoudig het teeken eener nieuwe +alinea, gelijk eene welwillende mededeeling van KAUSLER mij verzekert; +zoodat ook de argumentatie op deze vermeende hoofdletter gebouwd, in +rook verdwijnt. + +Dat het gedicht met vs. 3454, en eerst met dit vers, volmaakt besloten +wordt, zal eene naauwkeurige lezing ontwijfelbaar doen zien; en men zal +GRIMM toestemmen, die juist wat WILLEMS als overgangsregels beschouwde, +genoemd heeft »den bedeutsamen und fühlbaren schluss der fabel”[36]. + +Ik moet intusschen nog een argument weêrleggen, dat WILLEMS op eene +andere plaats aangeraakt, doch niet nader uit een gezet heeft. Van den +omwerker zegt hij[37]: »Hy noemt den leeuw _Lioen_, in plaets van +_Nobel_.” + +Nu moet ik beginnen met te zeggen, dat in het tweede boek der omwerking +de leeuw slechts één enkel maal _Lioen_ heet, vs. 3757: + + Ist dat ic coninc heet Lioen; + +maar integendeel vs. 3625 van WILLEMS' uitgaaf, evenzeer genoemd wordt +_Nobel die coninc_. Maar juist in de verzen die WILLEMS als +overgangsinlapsel beschouwt lezen wij: + + Hi sprac: »Here, coninc lioen, vs. 3378 + Dit biet u die coninc lioen. vs. 3444 + +Bewijst dit niet duidelijk, dat deze regels inderdaad niet uit de pen +van den oudsten schrijver vloeiden? + +Als deze werkelijk nimmer dezelfde uitdrukking bezigt, is er grond tot +twijfel; maar ziet, vs. 1837 lees ik dezelfde benaming: + + Vort sprac Reinaert: »Coninc lioen, + Wien twifelt des, ghine moghet doen? + +Ik zie dus ook hier geene de minste vrijheid om te beweren, dat de +Comburger tekst ergens blijken bevat dat de schrijver aan een vervolg +dacht of er mede bekend was; en dan kan toch ook onmogelijk de proloog +het werk zijn van een omwerker, van wien in het geheele oudste gedeelte +geen spoor te vinden is. Er blijft dus wel niets anders over dan die +voorrede, die inleiding, aan den ouden dichter zelf toe te kennen, +gelijk ook onwederlegbaar bewezen wordt door de uitdrukking in het +vijfde vers volgens de echte lezing. + +Ik vertrouw dat de heer C. A. SERRURE, vooral na deze tekstverbetering, +mijn stelsel niet meer zoo »onaennemelyk” zal vinden[38]. Volgens +hem pleit tegen mijne meening »dat het moeijelyk te veronderstellen +is dat de schryver den naem zyns voorgangers behoudende, zynen +eigenen verzwegen zou hebben.” Ik antwoord: hoe moeyelijk ook te +veronderstellen, leert de vergelijking der beide handschriften dat het +geschiedde, en dat de omwerker (die misschien ook WILLEM heette, maar +zich dan toch nooit den _Madoc_ kon toeëigenen), zijn diefstal alleen +bedekte door hetgeen bij zijn voorganger nog _ongemaakt_ kon heeten, +blootelijk te veranderen in _niet te recht geschreven_. + +Voorts zegt SERRURE, »dat het niet zeer waerschynlyk is dat de +oorspronkelyke dichter, die hoogstvermoedelyk een geestelyke, een +kloosterling was, zyn werk op verzoek eener edele vrouw zal volschreven +hebben.” + +Maar waaruit blijkt dat de schrijver een geestelijke was? Er wordt +verwezen naar de inleiding van WILLEMS, bl. XXXVIII, die zich beroept op +vs. 444 en 2953-2969. In het eerste vers heette het dat men begon te +zingen + + Dat placebo Domino; + +en in de tweede plaats wordt eene spreuk van »meester Jufroet” +aangehaald (dien men gewoonlijk voor Godfredus Andagavendis houdt), +waarin gezegd wordt dat biecht en boete den zondaar vergiffenis +verwerven. + +Met de aanwijzing der plaatsen is, dunkt mij, reeds de wederlegging +van WILLEMS geleverd; want wie zal in de aanhaling van den titel van +een kerkelijk lied, of van eene spreuk die er machtig als een locus +communis uitziet, het bewijs durven zien, dat de auteur noodzakelijk een +geestelijke was? De geheele inhoud van het gedicht schijnt buitendien +dat gevoelen te weêrspreken. + +Maar ook al aangenomen dat de schrijver van den _Reinaert_ een +geestelijke was, is het dan onnatuurlijker dat hij zijn werk ter liefde +van eene vrouw schreef, dan dat de pastoor HEIN VAN AKEN zich dit +veroorloofde, die nog wel den wulpschen roman van de Roos vertaald +had[39]? + +Zoo het verder bij SERRURE heet: »zeker was zulk kundig en vernuftig +dichter als de opsteller van het eerste boek des _Reinaerts_, niet +in staat geweest dergelyke zoutelooze en onbeduidende inleiding te +berymen,” dan beken ik de waarde van dit argument niet te vatten, daar +ik noch bij SERRURE het betoog, noch uit den tekst van den proloog zelf +de overtuiging kan erlangen, dat dit stuk zoo bijzonder zouteloos en +onbeduidend is, tenzij men met WILLEMS _malsch_ vs. 19 vertale door +_week_! Ik kan deze inleiding niet zoo zeer beneden die van den +_Floris_ stellen; en ik vraag mij zelfs af, of er in dat aandringen op +hoofschheid en eer niet eene satyre verborgen ligt, die de epitheta van +SERRURE tegenspreekt. + +Zoo WILLEMS en die hem volgen dien proloog met alle geweld den +omwerker willen opdringen, het is blijkbaar uit vrees van anders de +oorspronkelijkheid te moeten opgeven van een dichter, die zelf bekent +dat hij »naden walscen boeken” gearbeid heeft. De waarheid heeft +intusschen hooger rechten dan het vaderlandsch gevoel. Doch ook die +rechtmatige fierheid kunnen wij hier reeds gerust stellen met de +verzekering, waarvan later het bewijs volgt, dat, zoo WILLEM al walsche +bronnen gebezigd heeft, hij toch niet slaafs vertaalde; dikwerf geheel +zijn eigen weg ging; en waar hij dit niet deed, zijn voorbeeld zoo +verbeterde, dat hij toch een geheel Vlaamsch gedicht heeft geleverd, dat +hij geheel zijn eigendom kon noemen, niettegenstaande de aanleiding +daartoe in den vreemde gevonden was. + +Alzoo: daar de proloog het werk is van den oorspronkelijken ouden +dichter, en niet van den omwerker, staat het ook vast 1) dat hij WILLEM +geheeten was, en vroeger reeds den _Madoc_ geschreven had; 2) dat hij +naar fransche geschreven bronnen (_walsce boeken_) gewerkt heeft. + +Het is nu maar de vraag of er mogelijkheid bestaat die bronnen op te +sporen en aan te wijzen. Daartoe moeten wij onze aandacht vestigen op de +fransche gedichten betreffende de dierensage. + + +III. + +In Frankrijk is de Reinaertsage zeer oud[40]. In de _Chanson des +Lorrains_, wier oudste branche omstreeks 1130 den vorm aannam waarin zij +ons bekend is[41], heet het van BERNARD DE NAISIL, die ingesloten was in +een kasteel met onderaardsche sluipwegen, waaruit hij uitvallen deed +(II. 53), + + Renart resenble qu'en la taisnière est mis, + +hetgeen wellicht op een oud gedicht ziet, dat de belegering van +Reinaerts burcht behelsde; maar in allen gevalle door het gebruik van +den eigennaam in stede van het appellativum bewijst dat de sage algemeen +bekend was, zoo ook hier de dichter alleen een in zijn hol bestookten +vos op het oog had. GRIMM heeft eene plaats aangehaald van GUIBERT +DE NOGENT, die in 1124 stierf, waaruit blijkt, dat ten jare 1112 de +verhalen van Reinaert en Isengrim zoo algemeen bekend waren te Laon in +Noord-Frankrijk, dat men een mensch van een woest voorkomen, »propter +lupinam speciem” Isengrim kon noemen, en de beteekenis daarvan algemeen +begrepen worden[42]. Daaruit volgt, dat de sage daar minstens een +menschenleeftijd lang moest bekend zijn, en zeker reeds in het midden +der elfde eeuw (1050) voorkwam. + +Of die oudste sporen der Reinaertsage in Frankrijk op eene poëtische of +prozaïsche vorm terugwijzen, is natuurlijk zelfs niet te gissen; maar +wij weten dat beide vormen nevens elkander bestonden. Eene der tot ons +gekomen fransche gedichten uit dezen cyclus[43] zegt onder anderen: + + Tout cil qui en content sans rime + Ne sevent pas vers moi la dîme: + Il le vous content à l'envers; + +waaruit blijkt, dat er werkelijk ook prozaïsche verhalen in omloop +waren[44], die waarschijnlijk wel de oudste zijn, daar zij niet zijn +opgeschreven, althans niet tot ons gekomen. + +Met de poëtische verhalen is dit anders, en wij bezitten eene reeks +van gedichten die te samen meer dan 30,000 verzen bevatten, alle takken +(_branches_) van den grooten stam, maar door verschillende dichters, in +verschillende tijden bewerkt. + +Dat die stukken gelijk wij ze bezitten in de uitgave van MÉON, +slechts omwerkingen zijn van oudere gedichten, is de meening van de +voortreffelijkste geleerden die zich met dit onderwerp hebben bezig +gehouden, hoewel hun oordeel eenigsins uiteenloopt over de tijdsbepaling +van hunne tegenwoordige vorm. Zoo zegt GRIMM[45]: »abgefasst sind die +frühsten derselben [branches] wahrscheinlich von der zweiten hälfte des +zwölften jahrhunderts an bis in die mitte des dreizehnten; allein in der +gestalt, welche sie jetzt zeigen, mögen die altesten schon vielfach +überarbeitet und verändert vorliegen, fast alle dem 13, einzelne sogar +dem 14. jh. zufallen.” + +Ongeveer op dezelfde wijze oordeelt ROTHE[46]: »Bien qu'il soit +impossible d'indiquer nettement l'origine des divers récits, et que, +dans la forme où nous les connaissons aujourd'hui, une grande partie +ne soit que des versions postérieures de compositions plus anciennes, +selon toute apparence la plupart des morceaux qui composent pour nous +aujourd'hui le _Roman de Renart_ datent du treizième siècle. Quelques +uns pourraient bien être du douzième, d'autres semblent ne dater que du +quatorzième. Tous appartiennent infailliblement et originairement au +nord de la France, à la langue d'oïl, à la littérature romane-wallonne, +celle des trouvères”[47]. + +FAURIEL erkent ook in de bestaande branches omwerkingen van ouder +stukken; hij laat zich niet uit over de tijdsbepaling, maar +karakterizeert met een paar woorden den invloed dien de jonger trouvères +op het ouder stuk hebben uitgeoefend[48], dat zij »reprirent pour +ainsi dire en sous-œuvre, la remanièrent, la refirent, l'ornèrent, +l'altérèrent dans tous les sens, suivant en cela leurs nouvelles idées +et leurs nouvelles fantaisies. Ce travail, qui dura plus d'un siècle, +eut pour fruit le Renart, dans l'état où il nous reste en français.” Dit +had twee gevolgen: »l'un fut le remaniement, la reproduction sous une +forme nouvelle, des fables dont se composait le Renart primitif; l'autre +fut l'invention de beaucoup de nouvelles fables.” + +Zeer zeker is er geene enkele onder de 32 branches van MÉON, die niet +de merkbare sporen draagt van omwerking, blijkbaar in de uitvoerige +schildering van bijzonderheden, in het talent van verhalen, welk alles +herinnert aan het weelderige tijdperk waarin CHRESTIENS DE TROIES +bloeide, en dat sterk afsteekt bij de drooger, eenvoudiger, minder +kunstmatige manier van een vroeger tijdvak. Nu is het maar de vraag +of het mogelijk is, van sommigen althans, den ouderdom met eenige +juistheid aan te geven. GRIMM zelfs is, gelijk wij zagen, slechts tot +zeer algemeene rezultaten gekomen; en hoezeer ik de waarde van zijn +uitstekend werk zoo hoog schat als iemand[49], geloof ik toch dat het +plicht is te onderzoeken, of het niet mogelijk is tot een bepaalder +slotsom te geraken, vooral daar deze vraag van het hoogste belang is +voor de juiste beoordeeling van onzen Reinaert. + +Ons onderzoek eischt eenige uitvoerigheid, daar wij door een omweg +slechts tot het beoogde doel kunnen geraken, waarbij wij tevens op onzen +weg enkele andere zeer belangrijke waarheden zullen vinden. + + * * * * * + +In de eerste plaats doet zich de vraag op, of er geen spoor meer overig +is van een ouder, eenvoudiger, drooger redaktie van eenig stuk uit de +verzameling van MÉON? En het antwoord is: niet in het oorspronkelijke; +maar er bestaat eene Middenhoogduitsche vertaling van een ouder stuk, +welks inhoud en algemeene gang grootendeels overeenkomt met de +twintigste branche van MÉON[50], welke wederom in hare eerste helft zoo +met onzen oudsten Reinaert overeenstemt, dat men tot de overtuiging +gekomen is, dat het eene stuk uit het andere vertaald is. + +Zien wij welke uitkomsten de vergelijking dezer drie stukken geeft, +nadat wij eerst eenige meer algemeene beschouwingen voorop gezet hebben. + +Het Mhd. gedicht dat wij bedoelen is de _Reinhart_ van _Heinrîch der +Glichesære_. + +Dat dit gedicht uit het Fransch vertaald is, heeft GRIMM betoogd uit +de onduitsche vormen van sommige eigennamen als _Birtîn_, _Hersant_, +_Isengrîn_, _Schanteklêr_ en _Pinte_; terwijl _Uebelloch_ blijkbaar eene +vertaling is van _Malpertuis_. Ook het woord _villân_, »hätte nicht +leicht ein deutscher älterer dichter gebraucht[51].” Voorts haalt hij +ook nog uit de oudste duitsche bewerking de woorden _cous_ en _bordûz_ +aan om zijn gevoelen te staven[52]. + +ROTHE erkent dan ook[53] dat de duitsche dichter »connaissant +_infailliblement_ un poëme antérieur de Renart en français, et profitant +de cette connaissance, a composé le premier un poëme de Reinhart dans +l'ancienne langue allemande.” + +En FAURIEL getuigt uitdrukkelijk[54]: »Le Reinhart, tel qu'il nous +reste, doit être considéré au fond et dans son ensemble comme +l'imitation expresse d'un original français. Cet original sans doute +n'existe plus; mais tels sont, ou pour mieux dire, tels durent être les +rapports avec le Renart allemand, que celui-ci peut en représenter +jusqu'à un certain point la substance et la suite.” + +Het duitsche gedicht bevat zeven verschillende verhalen, wier inhoud in +de fransche branches wordt terug gevonden. Het laatste en uitvoerigste, +vs. 1239-2248, komt overeen met onzen Reinaert en de 20e (16e) fransche +branche. + +Nu is het opmerkelijk, dat onze Reinaert de zes eerste verhalen niet +bevat, en dat de fransche branche vs. 9659 uitdrukkelijk aanvangt met de +woorden: + + Ce dist l'estoire ès premiers vers. + +Weêrspreekt dit niet de meening dat er samenhang tusschen deze +verschillende gedichten bestaat? Niet in 't minst; want er bestond al +vroeg bij de dichters een streven om verschillende kleine overleveringen +uit dezen cyclus tot een grooter geheel te verwerken. Dat dit in de +fransche branches het geval was, voelde ROTHE reeds[55]. FAURIEL is het +met hem eens, als hij zegt[56]: »Les trouvères combinèrent de la manière +la plus arbitraire, dans plus d'une des grandes branches du roman, des +fables composées séparément, et faites pour rester séparées.... Il y +aurait, à cette occasion, une bonne étude à faire de la licence et du +caprice de ceux qui ont essayé la fusion de plusieurs des fables de +Renart en une seule composition; mais on sentira que c'est un point fort +délicat et fort complexe, auquel nous ne pouvons nous arrêter.” + +Wellicht komen wij in den loop van ons onderzoek op dit laatste gezegde +terug; zien wij eerst hoe met betrekking tot den _Reinhart_ ook FAURIEL +aanneemt[57], dat de verschillende verhalen oorspronkelijk niet tot +elkander behoorden, niet als eene ondeelbare eenheid zijn te beschouwen, +niet vormen »une véritable unité qui tienne à un plan primitif, mais une +sorte d'unité factice et cherchée après coup; c'est un ensemble +résultant d'une simple juxtaposition de récits divers.” + +Of nu GLICHESÆRE de verschillende takken heeft bijeengevoegd, dan of +hij die reeds zoo in zijn voorbeeld verbonden aantrof, is niet uit te +maken. In de omwerking van het duitsche gedicht heet het vs. 1788: + + Heinrich + Der hât diu buoch zesamene geleit + Von Isengrînes arbeit: + +daaruit zou men wellicht mogen opmaken, dat eerst de Duitscher de +verschillende branches had te samen gevoegd; maar in den ouder codex +leest men die plaats aldus: + + Heinrich + Er hât daz buoch gedichtôt + Umbe Isengrînes nôt; + +zoodat dit punt wel onbeslist zal moeten blijven. + +Zooveel is zeker, dat HEINRICH DER GLICHESÆRE omstreeks 1150 leefde[58], +zoodat het fransche origineel waarnaar hij werkte, uiterlijk in de +eerste helft der twaalfde eeuw valt; naar den geheelen toon te oordeelen +moet het echter eer tot de laatste jaren der elfde dan tot de twaalfde +eeuw gebracht worden, en kan zeker niet veel jonger zijn dan van +omstreeks het jaar 1100[59]. + +Sterk steken tegen het mhd. gedicht de fransche branche 20 (16) en de +mnl. _Reinaert_ af, die jonger zijn, veel nader met elkander verwant, en +niet slechts de wijze van behandeling en vele details onderling gemeen +hebben, maar zelfs een aantal letterlijk gelijkluidende regels. Dat zij +eene omwerking van het ouder fransche stuk, dat aan den _Reinhart_ +ten grondslag lag, vormen, valt terstond in het oog: dat het een uit +het ander voortvloeide maakt reeds eene oppervlakkige beschouwing +aannemelijk; maar welk van beiden is hier het oudste, waarnaar het +andere werd bewerkt? + +ROTHE schijnt tot eene ontleening van het vlaamsche uit het fransche +gedicht over te hellen, hoewel hij zich daaromtrent niet duidelijk +verklaart. Eerst zegt hij[60]: »Les deux tiers de la vingtième +branche.... contiennent en entier le récit des vingts-trois premiers +chapitres du premier livre du _Reineke Fuchs_ [en dus ook van onzen +_Reinaert_]. Pour le reste seulement, cette branche du _Roman de Renart_ +diffère entièrement de la fin du premier livre de _Reineke_.” En twee +bladzijden verder laat hij hierop volgen: »Le poète flamand du douzième +siècle.... a dû connaître les poëmes français et a pu en tirer partie.” + +Men ziet, dit is zeer onbepaald en leidt tot geen rezultaat. + +GRIMM neemt aan, dat het fransche geene aanspraak kan maken het +origineel van het vlaamsche stuk geweest te zijn[61]. WILLEMS gaat veel +verder. Hij beweert dat de _estoire_, _l'escrit_, dat het fransche stuk +als zijn origineel aangeeft (vs. 6959, 10036, 10595), »geene andere dan +onze vlaemsche Reinaert [is]. De vergelyking der twee texten laet +deswege geen twyfel over[62].” + +Ten bewijze vestigt hij de aandacht op een aantal gelijkluidende regels. + +Dit toont intusschen wel aan, dat het eene voor een groot deel naar het +andere vertaald is, maar er volgt nog niet noodzakelijk uit, dat het +vlaamsche gedicht juist aan het fransche ten model verstrekte, en niet +omgekeerd. + +Maar WILLEMS heeft een bewijs dat het pleit schijnt te voldingen. »Ja, +wat meer is,” roept hij triomferend uit, »in vs. 10493 laet hy zelfs het +_vlaemsche_ woord _willecome_ staen, op dezelfde plaets waer hy het in +den _Reinaert_ aentrof, vs. 1073.... Kan er wel een sprekender bewys van +navolging gevonden worden?” + +En werkelijk, als Tibert bij Reinaert komt om hem ten hove te dagen, +heet het vs. 1072: + + Tibert, helet vri, + Neve, ghi sijt mi _willecome_! + +En daarvoor heeft het Fransch, vs. 10493: + + Tybert, fet li Renarz, _villecome_! + +Het vraagstuk schijnt vooral door dit laatste bewijs beslist! Maar hoe, +zoo dit slechts schijn ware? + +Vooreerst staat het woord _willekome_ ook in den _Reinhart_, vs. 1663: + + Er sprach: »_Willekome_, sippebluot!” + +waarin het wellicht reeds uit het fransche origineel overging; want zoo +het woord al ontegenzeggelijk duitsch en vlaamsch is, het werd weldra +ook in het Fransch opgenomen. + +Vooreerst in den in Vlaanderen geschreven _Renart Le Nouvel_ (MÉON, tom. +IV), leest men: + + S'irai al apostole à Roume, 1361 + Et as legas, ki _wilecoume_, + Diront à moi. + Convoitise vo fille ainsnée, 1371 + Ki moult sera _walecoumée_ + As cardounaus et au clergié. + En flament haut le salua: 3366 + „Goude jonkhiere, goudendast,” + Tibiert li respont en soumat: + „Goude kenape _willeconme_!” + +In de 27e (22e) branche, waarmede MÉONS derde deel aanvangt, leest men, +vs. 20026: + + Ysengrins a le chief levé, + Si a Renart aparcéu: + „_Willecome_, bien veigne-tu, + Renart, qar vos venez séoir!” + +Ja zelfs tot in Normandië was het woord doorgedrongen, daar men immers +in de _Chroniques de Normandie_ van BENOIT (ed. FRANC. MICHEL, tom. II, +pag. 112) leest, vs. 18608: + + Là vunt les lices desfermer, + Si receivre, si _welcumier_, + +waar MICHEL het ww. verklaart als »accueillir, souhaiter la bonne venue +à quelqu'un.” + +Het is dus niet onmogelijk dat de schrijver der ons bekende branche 20 +(16) dit woord t. a. pl. reeds in zijn voorbeeld vond, of anders het +hier uit zichzelf invoerde, daar hij stellig een Vlaming was, gelijk men +mag opmaken uit het vs. 11728 aangehaalde Arras, en uit de vlaamsche +woorden die hij gebruikt. + +Het betoog van WILLEMS kan dus voor ons geene bewijskracht hebben, en +wij moeten trachten de zaak op nieuw te onderzoeken. + +Er is werkelijk een toetssteen, en wel een die zoo voor de hand ligt, +dat het ons verwondert, hem nog ongebruikt te zien. Immers als men het +vlaamsche gedicht en de fransche branche doorloopend vergelijkt met den +mhd. _Reinhart_, die het oudere fransche origineel vertegenwoordigt, dan +moet er wel licht opgaan; want het stuk dat in den regel nader aan het +oorspronkelijke komt, in plaatsen waar het andere er van afwijkt, moet +noodzakelijk de middenterm uitmaken. + +Zien wij dan tot welke uitkomsten zoodanige vergelijking leidt. + +In de beschrijving van den hofdag verschillen de drie stukken +aanmerkelijk van elkander. De eigenaardige aanleiding tot dien hofdag +vindt men alleen in het mhd. gedicht, en wordt evenmin in het fransche +als vlaamsche stuk aangetroffen, zoodat dit waarschijnlijk een +toevoegsel van den GLICHESÆRE is, daar het toch niet aannemelijk schijnt +dat dit in het oude fransche origineel zou hebben gestaan, als GRIMM +gist[63], dewijl er nergens in de jonger fransche branches eenige +toespeling op voorkomt. + +Overigens staat toch ook zelfs hier de fransche branche nader aan het +Mhd. dan onze _Reinaert_. In het Mhd. heet het, vs. 1366: + + Do suochte reht her Isengrîn, + Eins vorsprechen er gerte, + Der künic in eines gewerte: + Daz muose Brûn der bere sîn. + +En Brûn doet dan ook de aanklacht namens zijn kliënt. Dat alles heeft +in de beide andere stukken geen plaats, maar in het fransche mengt Bruns +li Ors zich toch in het geding (9705), hetgeen wel een uitvloeisel +van de vroegere voorstelling kon zijn. Buitendien vinden wij nog +andere overeenkomst. In het Mhd. wendt zich Krimel, de das, in zijne +verdediging van Reinhart tot Hersant, en zegt, vs. 1396: + + Ver Hersant, nu seget wie + Iuch iwer man bringt ze mære: + Daz magiu wesen swære, + +nadat hij eerst heeft aangetoond dat Reinhart haar, die veel grooter is, +onmogelijk tegen haren wil heeft kunnen verkrachten. + +In het Fransch zegt Grimbers li tessons evenzoo, vs. 9761: + + N'i ot force fète + Ne huis brisié, ne trive frète; + +en ook daar wendt hij zich vervolgens tot Hersent, vs. 9779: + + Haï! quel clamor et quel plet + Vos a hui vostres mari fet + A tantes bestes regarder! + ...................... + Il ne vos crient ne ne resoigne. + +Als later de moord aan Coppe gepleegd, bekend raakt, wordt in het Mhd. +des konings »zornege muot” (vs. 1474) uitdrukkelijk vermeld; hij sprak: + + „Sam mir mîn bart, + Sô muoz der fuhs Reinhart + Gewislîchen rûmen diz lant, + Odr er hât den tôt an der hant.” + +En hij gebaarde daarbij zoo woedend, dat de haas van schrik de koorts +kreeg, vs. 1484: + + Vor vorhten bestuont in der rite. + +Ook in de fransche branche wordt 's konings woede geschilderd, vs. +10041: + + Et qant li rois vit Chantecler, + Pitié li prist du bacheler, + Un soupir a fait de parfont, + Ne s'en tenist por l'or du mont. + Par mautalent drece la teste, + One n'i ot si hardie beste, + Ors ne sangler qui péor n'ait + Qant lor sire sospire et brait. + Tel péor ot Coarz li lièvres + Que il en ot deus jors les fièvres, _etc._ + +Van dat alles vindt men nu in onzen vlaamschen _Reinaert_ niets. + +Als later Coppe begraven wordt, zegt het Mhd. vs. 1485: + + Der künec hiez singen gân + Hern Brûnen, sinen kapelân, + Und ander sîne lêreknaben; + Der tôte wart schiere begraben. + +hetgeen in het Fransch, vs. 10090 aldus luidt: + + „Sire Bruns, prenez une estole, + Et vos, sire Bruians li tors, + Commandez l'ame de cest cors; + Là sus enmi cele costure + Me fètes une sépouture + Entre ce plain et ce jardin, + Si parleron d'autre Martin.” + --„Sire, fait Bruns, vostre plaisir.” + Atant va l'estole saisir, + Et non mie tant solement, + Mès li rois el commencement, + Et tuit li autre dou concile + Ont commenciée la vigile. + Sire Tardis, li limaçons, + Chanta por cele trois leçons, + Et Rooniax chanta li vers, + Et il et Brichemers, li cers, + Et Bruns, li ors, dist l'oroison, + Que Diex gart l'ame de prison. + Qant la vegile fu chantée, + Et ce vint a la matinée, + Le cors portèrent enterrer, _etc._ + +Dit is blijkbaar eene uitbreiding van het Mhd. In den _Reinaert_ leest +men alleen dat Nobel aan Cantecleer zegt, vs. 431: + + [Wi] sullen onse vigilien singhen: + Daerna sullen wise bringhen, + Den lichame, ter eerden met ere. + .......................... + Dat hi gheboot was sciere ghedaen. + Doe mochtemen horen aneslaen + Ende beghinnen, harde ho, + Dat Placebo Domino, + Ende die verse, die daer toe horden. + _Ic seide ooc, in waren worden, + Neware het ware ons te lanc, + Wie daer der siele vers sanc, + Ende wie die sielelesse las._ + Doe die vigilie ghehent was, + Doe leidemen Coppen in dat graf, _enz._ + +Men heeft deze plaatsen maar te vergelijken, om zich te overtuigen dat +de fransche branche onmogelijk naar den _Reinaert_ kan bewerkt zijn, +daar in het laatstgenoemde stuk Bruun niet genoemd wordt als zanger van +den lijkdienst. Daarentegen pleiten de kursief gedrukte regels veeleer +voor de tegenovergestelde opvatting. + +In het Mhd. volgt dan het verhaal hoe de haas zich op het graf van Coppe +te slapen legt en daar van zijne koorts genezen wordt, waaruit blijkt +dat de verslagene eene heilige martelares was, hetgeen aanleiding geeft, +dat allen op Reinhart woedend worden. + + Der hase leit sich ûf daz grap: 1489. + Ze kurzen wîlen er entswap, + Als ich iu sagen muoz, + Dô wart im des riten buoz. + Der hase ûf erschrihte + Fürn künec gienger enrihte, + Und sagt im vremdiu mære, + Daz daz huon wære + Heilec vor gotes gesihte, _etc._ + +Hetzelfde verhaal vindt men in het Fransch terug, hoewel het daar niet +op zijne juiste plaats staat, daar Bruin reeds vertrokken is. + + .... mesire Coars, li lièvres, 10149. + Qui de péor trembloit les fièvres, + Deus jors les avoit jà éues, + Merci Dieu, or les a perdues + Sor la tombe dame Copée: + Car qant ele fu enterrée, + Onc ne se volt d'iloc partir, + Ainçois dormir sor le martir. + +En dan wordt er nog bijgevoegd, dat ook Ysengrin zich op het graf legt, +voorgevende kiespijn te hebben, waarvan hij ook beweert genezen te +worden, hoewel niemand aan zijn zeggen geloof hecht. + +Dit laatste nu is stellig een inlapsel van den franschen trouvère, +die Nobel voorstelt als den vos niet ongenegen, waarom Isengrim alle +middelen te baat neemt om den koning tegen zijn vijand op te zetten; +misschien is het zelfs alleen het werk van een afschrijver. Maar +in allen gevalle kan het geheele mirakelverhaal hier niet uit den +_Reinaert_ zijn overgenomen, omdat het daar in het geheel niet voorkomt. + +Het gezantschap van Bruun wijkt in de voorstelling van de beide jongere +stukken nog al af van het Mhd.; maar ook hier hebben wij twee plaatsen +die bewijzen, dat het Fransch onmogelijk naar het Vlaamsch kan vertaald +zijn, wel omgekeerd. + +Als Bruun Reinaert uitnoodigt om met hem ten hove te gaan, zegt deze, in +de fransche branche, dat hij vanzelf reeds op weg zou zijn, zoo hij niet +eerst had willen eten, en wel (vs. 10204) + + D'un merveilleus mengier françois; + +want ten hove worden de rijke lieden goed ontvangen, en hun zet men een +goed maal voor, maar den arme noodigt men niet ten disch. + + „Por tel afère con ge di, 10231. + Biau sire, avoie dès mardi + Mon lart et mes pois aünez; + Dont je me sui desjéunez, + Et s'ai bien mengié deus denrées + De novel miel en fresches rées. + +Die lofspraak op den honing, dien hij ook later, vs. 10252 noemt »cest +bon miel frès et novel”, is hier geheel op hare plaats, en dient om den +beer begeerig te maken naar die lekkernij. + +De Vlaming behandelt de zaak anders: hij laat Reinaert zeggen, dat hij +naar het hof zou zijn gegaan indien hij niet zooveel van »ere vremder +niewer spise” gegeten had, dat hij niet kon loopen; en toch was het maar +eene onedele spijs, »cranke have,” want arme lieden moeten eten wat zij +bij de hand hebben en niet wat zij zouden wenschen. Dien honing, + + „Die moetic eten dor den noot + Als ic el niet mach ghewinnen.” + +Men ziet hier duidelijk het plan van den vos om de spijs te smalen, ten +einde den beer des te beter om den tuin te leiden. Vandaar dat Bruin dan +ook antwoordt (vs. 575): + + Helpe, lieve Vos Reinaert, + Hebdi honich dus onwaert? + +Daarbij steekt nu sterk af dat hij ter zelfder plaatse die verachtelijke +spijs noemt (vs. 568) + + _Goede_ versche honichraten. + +Men kan alleen begrijpen hoe deze in den samenhang niet passende +uitdrukking in den vlaamschen tekst gekomen is, als men daarin eene +ondoordachte vertaling ziet van het fransche »bon miel frès et novel.” + +Als verder Reinhart den beer in 't ongeluk gebracht heeft doet +GLICHESÆRE hem naar zijne burcht trekken: dáár voor de deur zittende +ziet hij den mishandelden Brûn voorbijloopen, dien hij zijn bijtenden +spot achterna zendt. + + Her Brûn vor zorne nicht ensprach 1605. + Wan daz ern übellich ane sach. + +Evenzoo heet het in het fransche gedicht van Renart, vs. 10402, + + Qant il oï Brun de loing plaindre, + Si s'est mis parmi une adrece + à Malpertuis sa forterece, + Où il ne crient ost ne agait. + Au trespasser que Bruns a fait + Li a Renarz deus gaz lanciez. + ........................ + Li ors estoit si adolez + Qu'il ne li pot respondre mot, + Fuiant s'en vet plus que le trot. + +In den vlaamschen _Reinaert_ nu raakt de beer in 't water, en aan den +oever der rivier ontmoet hem de vos, die zich wilde gaan baden. GRIMM +meent dat ook des beeren vlucht door de rivier in het verloren ouder +fransche gedicht kan gestaan hebben[64]; maar dit is onwaarschijnlijk, +daar de nieuwere branche zich geheel aan het Mhd. houdt; en waar dit +het geval is kan deze branche wederom onmogelijk naar den _Reinaert_ +vertaald zijn, die zich zoo ver van het Mhd. verwijdert. + +Het gezantschap van Tibert zal ons geen punt van vergelijking opleveren, +omdat in het Mhd., volgens GRIMMS opmerking »der ganze vortrag hier eine +leidige zusammenziehung verräth, und bedeutende abweichung von der +andern recension[65].” + +De biecht komt in het Mhd. niet voor. Maar als Reinaert zich opmaakt +naar het hof, zegt GLICHESÆRE, vs. 1831: + + Ein criuze machter für sich, + Er sprach: »Got bewar nu mich + Vor bœsen lügenæren, + Daz si mich nicht beswæren. + +En zoo ook in het Fransch, vs. 10866: + + Lors se coucha adenz à terre, + Et trois foiz se rendi copables, + Puis se seigna por les déables, + Et por dant Noble, le lion, + Moult fu en grant afflicion. + +En dit ontbreekt in het vlaamsche stuk. + +Als Reinaert ten hove is gekomen loopen de drie stukken weder geheel +uit een, zoodat hier de vergelijking ophoudt. + +Uit de overweging der plaatsen die wij tegen elkander hebben gehouden +blijkt dunkt mij onwedersprekelijk, dat de fransche branche onmogelijk +naar onzen vlaamschen _Reinaert_ kan zijn vertaald, zoo als WILLEMS als +bewezen aannam; want herhaaldelijk troffen wij in het Fransch plaatsen +aan afwijkend van het vlaamsche gedicht maar gelijkluidend met het mhd. +of ouder fransche stuk. + +Er is, dunkt mij, nog een ander bewijs voor den gedeeltelijken oorsprong +van den _Reinaert_ uit het Fransch. Ik druk niet op de enkele fransche +woorden, als morseel, museel, enz. die er in voorkomen, ik laat zelfs +hier het woord _male_ buiten rekening, dat vs. 400 en 889 in de +overdrachtelijke beteekenis van _maag_ of _muil_ wordt gebruikt, even +als in het Fransch vs. 18004 + + Et Tybert differma sa _male_. + +Maar ik moet wijzen op eene uitdrukking, die alleen door vergelijking +met het Fransch verstaanbaar wordt. Vs. 130 heet het: + + Hi (R) ne heeft ooc niemene so lief, + _No_ den coninc, minen here, + Hine wilde dat hi lijf ende ere + Verlore, mocht hire ane winnen. + +Nu weet ik niet dat in eenig mnl. stuk _no_ wordt aangetroffen in de +beteekenis van _zelfs_, _zelfs niet_, die hier geëischt wordt. Alleen +het fransche _néis_ kan hier licht geven. B.v. vs. 10467 waar R. genoemd +wordt: + + .... beste de put conroi, + _Néis_ à Dex ne porte foi. + +Of vs. 11529, waar R. alle dieren verschalkt: + + Renarz a bien chascun lié + Ou par la coue ou par le pié; + Moult par a fet grant deablie: + A chascun arbre le suen lie, + _Néis_ le roi lia par la coue (_sic_). + +Laten wij er nog bijvoegen, dat de behandeling in den vlaamschen +_Reinaert_ veel voortreffelijker is dan in de fransche branche, zoowel +wat de geheele opvatting betreft als de bijzonderheden in de enkele +tafreeltjes. Is het nu te verwachten, dat de minder voortreffelijke +redaktie eene navolging zou zijn van het betere? Het verschil is zoo +groot, dat dit reeds genoegsaam zou zijn om de stelling van WILLEMS als +onaannemelijk, als onmogelijk te doen verwerpen. + +Maar volgt daaruit dat onze Reinaert _naar deze branche_ is vertaald? De +afwijkingen in beide teksten waren voor WILLEMS geen hinderpaal om aan +te nemen dat het eene naar het andere werd bewerkt, omdat er in beiden +zoovele regels zijn, die blijkbaar letterlijk met elkander overeenkomen; +maar het zou niet onmogelijk zijn dat de _Reinaert_ eene navolging ware +van een ouder stuk dan de bekende fransche branche; aan een jonger valt +wel niet te denken, daar er dan wel iets van ter onzer kennisse zou +gekomen zijn. + +A priori is dit echter niet waarschijnlijk, daar men zou moeten aannemen +dat er drie fransche redaktiën van hetzelfde verhaal zouden hebben +bestaan: 1) de oudste, wier inhoud ons GLICHESÆRE heeft bewaard, 2) de +eerste omwerking, waaruit dan 3) de ons bekende, minder goede, branche +en de _Reinaert_ zouden zijn voortgevloeid. + +Intusschen kan alleen eene nadere vergelijking der verschillende +plaatsen van beide teksten tot eene bepaalde uitkomst leiden. Ten einde +die zoo doeltreffend mogelijk te maken, moeten wij eerst iets naders +trachten te weten van den franschen trouvère die de 20e (16e) branche +bewerkte. + + +IV. + +Zijn naam is ons niet bekend: wij weten echter zeer zeker dat het PIERRE +DE SAINT CLOUD niet geweest is, vooreerst omdat deze in den proloog +genoemd wordt als juist dit onderwerp niet hebbende behandeld, terwijl +het in de tweede plaats duidelijk blijkt uit een zeer in het oog loopend +onderscheid. Onze dichter geeft zijnen dieren ridderlijke zeden en +laat ze b.v. altijd op paarden of muilezels rijden, hetgeen in de 11e +(7e) branche die aan PIERRE wordt toegeschreven, nimmer plaats grijpt. + +Zoo nu al 's dichters naam ons onbekend is, zijn geboorteland is niet +twijfelachtig. Boven wezen wij reeds op het vlaamsche woord _villecome_; +ik voeg er bij de uitdrukkingen: _fère let_ voor _leed doen_, vs. 10975; +_eschames_, 10032, voor _schamels_, die alle naar Fransch-Vlaanderen +verwijzen, zoo als wij later nog nader zullen bevestigd zien. + +GRIMM schijnt niet ongeneigd, deze branche aan twee dichters toe te +schrijven, althans hij zegt[66]: »vielleicht schloss mit 11368 die +ursprüngliche branche;.... nun folgen aber fortsetzungen.” ROTHE maakt +ter naauwernood, en ter loops[67], gewag van dit onderscheid, dat hij +in den regel uit het oog verliest; FAURIEL spreekt er in 't geheel +niet van[68]; maar het komt mij ook voor, dat men moet toegeven, dat +werkelijk in de laatste helft een nieuw verhaal begint, en dat dit niet +aan den dichter van het eerste deel der branche kan worden toegekend, +hoewel de navolger waarschijnlijk niet veel jonger dan de eerste +dichter moet gesteld worden, met wien hij hetzelfde vaderland gemeen +heeft. + +Vooreerst zullen wij zien, dat de schrijver van den vlaamschen +_Reinaert_ ook dit gedeelte heeft gekend en gebruikt. Voorts treffen wij +hier hetzelfde spraakgebruik, dezelfde zinswendingen aan als in het +eerste gedeelte. Zoo wordt hier, vs. 11447, de uitdrukking gebruikt: + + Qu'iroie-ge fesant lonc coute? + +even als vroeger, vs. 10849: + + Que vos iroie-ge disant? + +vs. 11604 heet het: + + Puis parleron d'autre Bernart, + +waarvoor vs. 10096: + + Si parleron d'autre Martin. + +De taal in beide deelen is die van Fransch-Vlaanderen. + +Bovendien, vs. 11728 wordt Arras genoemd, hetgeen ons, in verband met de +taal, wel recht schijnt te geven beide dichters in Artois te plaatsen. + +Maar uit die overeenkomst van taal- en spraakwendingen volgt nog in het +geheel niet, dat beide stukken van dezelfde hand zijn; want het valt +niet te ontkennen, dat er een merkbaar onderscheid in de behandeling van +het eerste en laatste gedeelte is waar te nemen. + +Het geheele karakter, de toon, de wijze van voorstelling en +zedeschildering van beide deelen verschilt daartoe te veel. Buitendien +zijn er bij naauwkeuriger vergelijking nog enkele verschilpunten, die +geen twijfel overlaten. + +En toch, zegt men wellicht, niet alleen in beide deelen rijden de dieren +die tot de hofhouding behooren te paard, maar gelijk in het laatste +gedeelte de dieren als ridderlijke strijders worden voorgesteld, zoo is +dit ook reeds op het eind van de eerste helft der branche het geval. +Immers, als de mannen des konings Reinaert najagen, heet het, vs. +11313: + + Li limaçons porte l'enseigne, + Bien les conduit par la campaigne[69], + +even als wij in het laatste gedeelte vinden, vs. 11558: + + .... Dans Tardis li limaçon + Qui seut porter le gonfanon; + +en zoo ook nog vs. 11617. Daaruit blijkt immers, dat ook den schrijver +van het eerste gedeelte dezelfde wijze van voorstelling niet vreemd is. + +De opmerking is juist; maar alleen in zooverre, als men met GRIMM +aanneemt, dat de omwerking eerst met vs. 11368 aanvangt. Maar wanneer +zij eens al bij vs. 11297 begon? of althans wanneer de regels +11297-11319 een inschuifsel waren, waarvan alleen moest blijven staan: + + Renarz regarde arère soi + Et voit qu'il viegnent sans deloi. + Ne set conseil que fère doie _etc._? + +De eerste zestien regels toch, de opsomming der dieren bevattende, zijn +eene bloote herhaling van de regels 10159-11070, waar grootendeels +dezelfde personen worden opgenoemd: die herhaling kan onmogelijk van den +eersten dichter afkomstig zijn, evenmin als de navolging van Chanteclers +aanklacht op het einde van het gedicht[70]. + +Neemt men nu eene interpolatie aan, dan loopt het verhaal geleidelijk +af, en het eind komt dan overeen met het slot der 10e branche, of der +26e b.v.; en voor die opvatting zou ook pleiten, dat nog vs. 11353 een +van Reinaerts zonen _Roviax_ genoemd wordt, even als vs. 10251 _Rovel_ +(in dativo), terwijl hij later, vs. 11729 _Rousel_ heet (in dat.). + +Neemt men niet eene interpolatie aan, maar schrijft men het geheele +stuk, van vs. 11297 af, aan den navolger toe, dan ware er geen slot aan +de oorspronkelijke branche.... Zou het dan zoo onmogelijk zijn, dat het +oorspronkelijke slot hier was weggelaten, en bij het aanhechten van het +tweede gedeelte door een ander vervangen? De vergelijking met den mnl. +_Reinaert_ schijnt dit vermoeden in de hand te werken; en niemand zal +ontkennen, dat deze vergelijking zeer geschikt is om medetewerken ter +verkrijging van een vasteren bodem voor de kritiek van de fransche +branches, welke tot nochtoe grootendeels in de lucht zweefde. + +Is nu het karakteristieke onderscheid in beide deelen der branche niet +te ontkennen, wij kunnen ook nog eenige andere bewijspunten aanvoeren. + +Alleen in het eerste gedeelte wordt de leeuw soms genoemd _l'emperère_, +b.v. vs. 9693, 10059, 10081, 10137, 10663, 11021; nimmer in het laatste. + +Alleen in het eerste deel vindt men de uitdrukking _por le cor bieu_, +b.v. vs. 9945, 10243, 10986, 11231, 11293, die ook in de 10e (6e) +branche, vs. 4641, 4573, en eens in 23e (18e) branche, vs. 13240, +terugkeert, maar nimmer in het laatste stuk der 20e (16e). + +In het eerste gedeelte wordt alleen teruggewezen op een ouder verhaal: +nog vs. 10036 heet het: + + Si comme en escrit le trovon, + +en vs. 10595. + + Si com nos trovons en l'estoire. + +Later komt zoodanig beroep niet meer voor. Intusschen is dit deel toch +waarschijnlijk ook eene omwerking van een ouder gedicht, waarop +misschien wel eene toespeling voorkomt juist in de eerste helft van +onze branche, vs. 10803-10817. + +Het is daarom niet twijfelachtig of het tweede gedeelte der 20e (16e) +branche is een toevoegsel van een ander dichter, die intusschen ongeveer +een tijdgenoot van den eersten zal geweest zijn. + + * * * * * + +Op de 20e branche volgt in alle handschriften eene andere, die ten +onrechte in tweeën gesplitst is[71], en die wij 21-22 zullen noemen. Zij +hangt blijkbaar met de voorgaande samen, gelijk ook GRIMM opmerkte[72]; +maar of dit ons recht geeft om daaruit te besluiten, dat beiden door +denzelfden dichter, namelijk dien van 20_a_, zouden zijn bewerkt, blijft +de vraag. Terwijl sommigen dit aannemen, heeft ROTHE het ontkend; +maar op gronden die weêrlegbaar schijnen, en die wij eerst zullen +onderzoeken, hetgeen ons noodzakelijk zal leiden tot eene beantwoording +der vraag zelve. + +Ziehier zijn betoog. »Malgré les traits de ressemblance évidents et +incontestables entre cette branche et la précédente, sans doute elles +sont dues à divers auteurs[73].” Vestigt men zijne aandacht op de +sterke bewoordingen van het eerste gedeelte dier uitspraak, dan zal +men zeker wel sprekende bewijzen verwachten om het tweede gedeelte +te rechtvaardigen. Die bewijzen nu komen hier op neêr: »Le caractère +général y diffère; le récit est moins piquant, moins varié, plus plat +ici que dans la vingtième branche.” + +Wat het laatste gedeelte dier bewijsvoering aangaat, zij rust geheel op +subjektive beschouwing, en ik twijfel sterk of de zienswijs van ROTHE +wel veel bijval zal vinden. Wat het verschillend karakter aangaat, hij +heeft daarvoor hier slechts één bewijs aangehaald, dat echter zeer +weinig afdoet. + +De vos, die zich door indompeling in eene kuip met geele verw onkenbaar +gemaakt heeft, geeft zich voor een bretonschen jongleur uit: hij weet +het speeltuig meester te worden, dat tot zijn beroep behoort, en dan +heet het, vs. 12515: + + Moult s'esbaudist, moult se conforte + Por la viele qu'il enporte: + ...................... + Tant fist Renarz denz quinze dis + Fu bien de la viele apris: + Sages en fu et escolez. + +Dit geeft ROTHE aanleiding om te zeggen[74]: »Renart _se divertit_ +pendant quinze jours _avec la vielle_ qui lui a été donnée. Il y a en +cela quelque chose de poétique, mais aussi d'assez contraire au naturel +de Renart, tel qu'il est caractérisé par le reste.” + +Maar de geleerde schrijver heeft hier den tekst verkeerd opgevat. Er +staat niet _moult s'esbaudist_ DE _la viele_, maar POR _la viele_; +hetgeen eenvoudig beteekent, dat hij zich verheugde over het bezit van +het speeltuig. Zoo hij er zich veertien dagen meê bezig hield, het was +eenvoudig om het te leeren behandelen, ten einde later zijne rol te +kunnen spelen. Men ziet dus dat ROTHES opvatting, die alleen op een +misverstand berust, geen gewicht in de schaal van ons oordeel kan +leggen. + +Pag. 262 heet het wederom: »Les branches 21 et 22 n'en forment guère +qu'une; elles ont beaucoup de conformité de style et de caractère, mais +sous ce rapport, elles diffèrent essentiellement de la branche 20.” +Later, pag. 264-265 ontwikkelt hij zijn begrip omtrent het verschil van +karakter. Ik moet duidelijkheidshalve de geheele plaats aanhalen. + +»Les dix-huit premières branches (suivant l'édition et l'arrangement +de Méon) se maintiennent constamment sur le ton et dans le caractère +de l'apologue, de la fable proprement dite; elles conservent à tous +les animaux leur naturel, les font parler et agir selon leurs +individualités, leur font seulement jouer des rôles et des personnages +conformes à leurs qualités physiques, et pour les hommes qui figurent +avec eux comme acteurs dans ces petits drames, ce ne sont guère que +quelques prêtres, quelques vilains, familiers à la sphère d'idées des +poètes populaires, et qui conviennent à la simplicité ou à la rudesse +des positions dans lesquelles ils se trouvent avec les animaux, leurs +interlocuteurs ou leurs vainqueurs. Le caractère de simplicité et de +naturel de ces dix-huit branches nous dispose à les regarder aussi comme +primitives, comme appartenant de préférence aux premiers siècles des +compositions de cette espèce, aux siècles de simplicité dans les mœurs +et dans les idées, aux temps où le sujet n'a pas encore été épuisé, où +les versificateurs et leur public n'ont pas encore été blasés sur les +tours ingénieux de Renart et la naïveté de la fable.” + +Alvorens verder te gaan moeten wij opmerken, dat de stelling niet +opgaat, daar b.v. de 234 eerste verzen der eerste branche blijkbaar tot +de jongste stukken behooren, daar hier herhaaldelijk verklaringen en +toepassingen voorkomen, om te doen zien, wie al zoo door Renart en +Ysengrin bedoeld worden. In de 13e (9e) branche leest men, vs. 6910: + + Se il fust pris devant Halape + Ne fust-il pas si adolez, + +hetgeen herinnert aan _Renart Le Nouvel_, vs. 2884: + + Ne cuit mie jusqu'en Halape + Ait nul home qui le vousist. + +Zoowel het eene als het andere gedicht schijnt eerst in het laatst der +dertiende eeuw zijn tegenwoordige vorm erlangd te hebben.--Over de +karakteristiek handelen wij weldra. + +»Dans les branches 21, 22 .... les animaux acteurs agissent et parlent +encore en grande partie selon leur naturel, mais ces branches ne portent +plus tout-à-fait l'empreinte de la fable; ce sont plutôt des récits, des +contes versifiés où les animaux des autres branches sont encore en +scène, mais où le tout prend un cachet tant soit peu différent. + +»Les branches 19, 20 ...., assez longues, renferment, à la vérité, +des parties qui tiennent à la simple fable, et qui sont teintes d'une +couleur analogue à celle qui est commune aux premières branches; mais du +reste elles sont remplies d'allusions à la chevalerie et à la féodalité, +et retracent les mœurs, les usages et le langage de la chevalerie. +Les animaux s'y rassemblent à la cour du roi Noble le lion, tiennent +conseil, se divertissent, font le siége du château-fort de Maupertuis, +montent constamment à cheval, s'arment à l'instar des chevaliers, +parlent tous le même langage, agissent de la même manière, s'agitent, se +battent et triomphent sans aucun égard à leur grandeur, à leurs forces, +à leur naturel, à leurs qualités morales et physiques. Ces branches ne +laissent pas d'être curieuses, poétiques, spirituelles et plaisantes en +maint et maint endroit; mais elles ne ressemblent plus aux premières, +elles forment des poëmes d'un autre style, on dirait presque d'un genre +différent.” + +Ik heb bij herhaling de fransche branches gelezen en herlezen alvorens +ik met het boek van R. bekend werd, en ik moet zeggen, dat ik niet tot +hetzelfde rezultaat als de deensche geleerde ben gekomen; en wie zich de +moeite wil getroosten de drie eerste deelen van MÉON te doorbladeren, +zal lichtelijk ontwaren, dat ROTHE ter gunste van een systeem een +willekeurig onderscheid heeft aangenomen. Wij zagen reeds dat de +achttien eerste branches van MÉON niet alle tot de oudsten behooren; het +behoeft ook slechts eene oppervlakkige inzage opdat men zich overtuige, +dat zij zich niet onderscheiden door die »naïveté de la fable,” maar +evenzeer als de volgenden behooren tot de »récits ou contes versifiés.” + +Ik verwijs b.v. naar de tweede branche, waarin Renart de aal van zekere +kooplui steelt; naar de tiende, waarin de vos en de wolf een priester +bedriegen; naar de elfde, die van PIERRE DE SAINT-CLOUD heet te zijn, en +die men gewoonlijk voor de oudste houdt, waarin breedvoerig geschilderd +wordt hoe Renart met een boer solt en hem behendig in het water smijt; +enz., enz. + +Of die achttien eerste stukken ook wel minder zijn »remplies d'allusions +à la chevalerie et à la féodalité”? + +Vooreerst rijden ook hier de dieren te paard. In de eerste branche b.v. +heet het vs. 568 van Renart: + + Ainz ne fina d'esperoner. + +In de tweede, vs. 893: + + Car il (R.) a trop ignel cheval. + +In de 13e (9), vs. 6541: + + Onques ne fa ses frains tenuz. + +In de branche aan PIERRE DE SAINT-CLOUD toegeschreven zegt de vos tot +Nobel, vs. 5618: + + Miex amez la grant baronie + De vostre cort avecques vos, + Si con est sire Bruns li ors.... + N'avez cure de povre gent. + +Op het slot der eerste branche lezen wij, vs. 736: + + A la cort Noble le lion + Tient-on les plès et les oiances + De mortiez guerres et de tences, + Là nos irons de lui clamer. + +Vs. 516 spreekt Hersent er van zich aan een Godsoordeel te onderwerpen: + + .... S'om me laissoit esconduire + Par sairement et par joïse, + Je'l feroie par del devise + C'om me féist ardoir ou pendre + Se ne m'en poïsse desfendre. + +Uit dit alles zal men gereedelijk ontwaren, dat de onderscheiding door +ROTHE gemaakt, niet opgaat; en dat de meeste branches in karakter niet +veel verschillen[75]. Dit kon ook niet wel, omdat zelfs niet de oudste +de oorspronkelijke vorm teruggeeft. Even als onze 20e (16e) branche zich +op een boek beroept, doen het ook anderen, b.v. die van PIERRE DE +SAINT-CLOUD heet te zijn, vs. 4938: + + Que se li livres nos dit voir + Où je trouve l'estoire escrite; + +vs. 5753: + + Que se l'estoire ne nos ment. + +Zoo ook de 5e (3e) branche, die een verhaal bevat dat ook in het stuk +van PIERRE voorkomt, maar een ouder aanzien heeft, heet het vs. 1384: + + Trover le poez en l'estoire. + +Nu hebben de omwerkers de zeden, denkbeelden en het spraakgebruik van +hunnen tijd in hun verhaal gebracht, de een op deze, de andere op gene +wijze, naarmate zij zich meer of minder streng aan hun origineel +hielden. Zoo zagen wij in de 11e branche b.v. met een enkelen trek de +koninklijke hofhouding aanduiden, terwijl de schrijver zich onthoudt van +zijne dierhelden te paard te laten rijden. + +Het verst in ridderlijke zedeschildering gaat het laatste gedeelte der +20e (16e) branche, en ook de 19e waar de dieren gewapend met lans en +speer Reinaerts burcht belegeren; en alleen betrekkelijk deze gaat de +onderscheiding van ROTHE op. + +Uit dit alles volgt nu, zoo ik hoop, klaarblijkelijk, dat het +karakteristieke onderscheid tusschen de branches 1-7, 21-22 en 20_a_ +niet bestaat in dien zin waarin ROTHE het opvatte, en die hem aanleiding +gaf de branches 20 en 21-22 aan verschillende dichters toe te schrijven. +Wij zullen dan ook later zien, dat de 20e branche, die volgens ROTHE tot +de jongste bewerkingen moest behooren, gedeeltelijk althans, +waarschijnlijk tot de oudste moet gerekend worden. + +Keeren wij thans tot de branche 21-22 meer bepaald terug. + +FAURIEL was daaromtrent van een andere meening dan ROTHE. Hij noemt +de beide branches[76]: »Renart teint en jaune et Renart jongleur .... +deux productions remarquables à plus d'un titre, et surtout pour être +_indubitablement du même trouvère à qui l'on doit la fable du Plaid_ +(20).” + +Hoe verdienstelijk deze schrijver in vele opzichten is, hij heeft in +zijn artikel over den _Roman du Renard_ te veel misslagen begaan om hem +op zijn woord te gelooven[77]; wij moeten daarom een eigen onderzoek +instellen. + +In deze branche nu wordt hoofdzakelijk verhaald, hoe Reinaerts vrouw op +het eerste gerucht van zijnen dood zich terstond een nieuwen echtgenoot +gekozen had, die echter door Reinaert in zijne bruiloftsvreugde wordt +gestoord. + +Nu zegt reeds in de voorgaande, 20e branche, vs. 11745 vlg., de vos tot +den das: + + .... Se ma fame se marie, + Tolez li quanque je li lès, + Et si tenez ma terre en pès, + Qar moult m'aura tost oblié + Puis que me saura devié; + Ainz que Tibaut soit crestiens + En metra un en ses liens: + Qar qant li hons gist en la bière, + Sa fame esgarde par derière + S'ele voit home à son plaisir; + Ne puet pas son voloir taisir, + Con plus se pasme et vet tremblant, + Qu'il ne li face aucun semblant. + Tot autretel fera la moie, + Jusqu'au tiers jors r'aura sa joie. + +Die soort van voorspelling wordt nu in de volgende branche vervuld. +Ook in deze komen herinneringen voor aan het voorgaande stuk, b.v. +vs. 12165-8, waar gewezen wordt op het gebeurde op het laatst der 20e +branche, vs. 11531, 11957. En nog duidelijker heet het vs. 12679: + + A une liue d'iloc ot, + Si que Renarz moult bien le sot, + Une tombe d'une martire, + Dont vos m'avez bien oï dire, + De Coupée qui là gisoit: + Tretoz li mondes le disoit + Qu'ele fesoit apertement + Vertuz à toz conmunalment. + Nus hons n'i vient, tant soit enfers, + Ou soit moignes, on lais ou clers, + De tot le mal que il éust, + Que meintenant gariz ne fust. + +Dit ziet op het vroeger verhaalde geval, vs. 10147, waar men ontdekt dat +Coupée, de door Renart vermoorde hen, eene heilige martelares was, op +wier graf de haas door een mirakel van zijne koorts genezen wordt. + +Opmerkelijk is het, dat hier vs. 12682 de dichter uitdrukkelijk zegt: + + Dont vos m'avez bien oï dire, + +zoodat wij hier meer hebben dan eene bloote toespeling, ja de zeer +stellige verklaring dat beide branches van één en denzelfden dichter +zijn. ROTHE wil dit echter niet aannemen, en om zijne opvatting te +redden neemt hij zijne toevlucht tot de volgende gissing: »Si l'on +osait regarder la vingtième branche, telle que nous la connaissons +aujourd'hui, comme un remaniement plus récent et plus spirituel d'un +original antérieur, on pourrait supposer, que les branches vingt-et-une +et vingt-deux ont eu une conformité et une liaison plus complètes avec +cet ancien original de la vingtième[78].” + +Het valt intusschen in het oog, dat dit niets anders is dan eene +hypothese, die alleen gerechtvaardigd wordt door ROTHES onkritische +beschouwing der 20e branche, waarin hij geene twee verschillende handen +opmerkte. + +De geleerde Deen gaat daarbij ook nog van eene andere verkeerde stelling +uit. Hij schijnt aan te nemen dat wij de 21-22e branche in hare +oorspronkelijke, onomgewerkte vorm bezitten, en dit kan toch niet in het +algemeen als waar aangenomen worden. + +Er komen toespelingen in voor op het tweede gedeelte der 20e branche, in +welk deel ook de aangehaalde woorden van Renart voorkomen, die ons op de +21-22e moeten voorbereiden, zoodat de aanknoopingspunten blijkbaar eerst +later in dit verhaal zijn gebracht, dat overigens eene overoude +overlevering schijnt te bevatten[79]. + +Dit alles schijnt echter juist de stelling van één en denzelfden dichter +niet waarschijnlijker te maken; maar van den anderen kant pleit voor de +identiteit des dichters de vermelding van de kanonisatie van Coppe in +het eerste gedeelte der 20e branche, en wel te midden van het verhaal, +en onder nadrukkelijke verklaring + + Dont VOS M' _avez bien oï dire_. + +ROTHE is ook op dien regel gestuit. »_Le vos m'avez bien oï dire_”, zegt +hij[80], »semblerait à la vérité signaler le même auteur pour les deux +branches; mais d'autres considérations ne permettent pas de la +supposer.” + +Die andere »considérations” meenen wij genoegsaam weêrlegd te hebben, +zoodat ROTHES eenige grond vervalt; want niemand zal wel eenig gewicht +hechten aan hetgeen hij er op laat volgen: »Du reste l'auteur de la 22e +branche _a pu_ chanter cela ailleurs, et non pas dans la 20e branche +précisément.” + +Het verwondert ons, dat hij niet eenen anderen uitweg heeft +voorgeslagen, die trouwens ten gevolge van onze andere opmerkingen ook +bij ons kan opkomen. + +Daar er blijkbaar een streven zichtbaar is om de 20e en 21-22e branche +aan elkander te rijgen; zou het niet onmogelijk zijn, dat de schrijver +van het tweede gedeelte der 20e branche, aan wien deze aaneenhechting +wel mag worden toegeschreven, hier eene kleine verandering in den tekst +had gebracht, daar er oorspronkelijk wel kon gestaan hebben: + + Dont vos avez bien oï dire, + +zoo als men in verschillende andere gedichten aantreft. + +En toch durf ik deze tekstverandering niet als een bewezen feit +aannemen, daar geen enkel handschrift eene andere lezing schijnt aan te +bieden dan die welke MÉON gevolgd is. Wij hebben dan hier niets anders +dan eene waarschijnlijke konjektuur. + +Men mag echter misschien nog verder gaan, en veronderstellen, dat de +naam van Coupée hier slechts is ingevoegd om de aanknooping in de hand +te werken, terwijl er vroeger alleen van een martelaar, een heilige in +'t algemeen in het ouder gedicht sprake was. + +De omstandigheid dat Reinaerts vrouw hem voor dood hield, verbiedt ons +bepaaldelijk deze branche aan 20_a_ vast te knoopen, waar Reinaert +juist bij zijne echtgenoot en kinderen gelukkig was aangekomen: om +de aansluiting mogelijk te maken, was de invoering der branche 20_b_ +noodzakelijk. + +Dat in alle handschriften de branches 20, 21-22 terstond achter elkander +volgen, bewijst niets, daar alle codices jong zijn, en uit een tijd, dat +de inorganische vereeniging reeds lang had plaats gegrepen. + +Opmerkelijk is het ook, dat terwijl in de 20e branche tweemaal eene +onloochenbare toespeling voorkomt op de _Chanson de Guillaume au cort +nez_, dit gedicht juist in de 21-22e branche niet vermeld wordt, waar +van de _Chansons de geste_ alleen genoemd worden, vs. 12623: + + Chanson d'Ogier, + Et de Rolant et d'Olivier, + Et de Charlon le ber chanu, + +waarbij men wel mag opmerken dat, zoo de schrijver dezer branche ook de +auteur der voorgaande was, hij zeker ook hier in de eerste plaats het +gedicht zou vermeld hebben dat hem zoo gedurig voor den geest had +gezweefd, toen hij de 20e branche schreef. + +Nu is er wel overeenkomst in taal en spraakwendingen, maar daaruit +blijkt toch maar alleen, dat de schrijver in Fransch-Vlaanderen t'huis +behoorde, hetgeen ons niet zal verwonderen als wij de omwerking of +althans de aanhechting der 21-22e branche aan den schrijver van 20_b_ +mogen toeschrijven. + +Een paar voorbeelden mogen het taaleigen bewijzen. + +Renart doet zich voor als een vreemde jongleur, die het Fransch +râbraakt, en gebruikt daarbij soms vlaamsche woorden. Vs. 12106: + + Ez-vos Renart qui le salue: + „_Godehelpe!_ fet-il, bel sire.” + +Vs. 12153 vraagt hem Ysengrin: + + Et sez-tu le lai Dam Iset?” + --„Ja, Ja, dist-il, godistonet(?), + Je fot saver, dist-il, trestouz. + +Opmerkelijker is eene andere uitdrukking. Vs. 12858 verwijt Hersant aan +de vossin: + + Mespris avez en tel manière + Qu'en vos en tient à chamberière, + Qui conmunaus est à garçons: + Trestuit _li entrent ès arçons_. + +Dezelfde zeldzame overdrachtelijke spreekwijs vindt men ook terug, br. +20_a_, vs. 9734, waar aan Hersant verweten wordt: + + Que dans Renars, cis fox garçons + Vos _entra_ onques _ès arçons_. + +Is dit echter genoegsaam om beide branches aan denzelfden dichter toe te +kennen, of moet men hier aan overneming denken? + +Ik heb die uitdrukking nog maar in ééne andere branche terug gevonden, +die tot de 20e in zeer naauwe betrekking staat, waarom wij er hier een +woord van moeten zeggen. Het is namelijk de eerste. + +Die eerste branche is uit twee, misschien drie, zeer verschillende +stukken samengeflanst, gelijk GRIMM reeds heeft aangetoond[81]. Het +eerste loopt van vs. 1 tot 233 of 335, na welk laatste vers een nieuw +verhaal begint, dat tot aan het einde doorloopt. + +De inhoud dier branche 1_b_ hangt ten naauwste samen met de 20e. Dáár +toch wordt het feit, de misdaad, verhaald, waarover Isengrim zich in de +20e ten hove komt beklagen. Buitendien, in de laatste regels van 1_b_ +geeft Hersent aan Isengrim den raad zich ten hove des konings te +beklagen over den hoon hem door Reinaert aangedaan. + +De laatste regels komen echter niet in alle handschriften voor. Br. 1_b_ +vindt men niet in alle codices: slechts in de 1e, 2e en 6e bij ROTHE +geanalyzeerd, en ook in het vatikaansche handschrift. In het laatste +nu ontbreken juist de 32 laatste verzen, waarin de overgang tot de 20e +branche wordt voorbereid[82], en ik weet niet of zij wel in ROTHES hss. +2 en 6 gevonden worden, daar hij slechts gewaagt van »à peu près la +dernière moitié de la branche première”[83]. + +Daar nu slechts één enkel handschrift die voorbereidingswoorden +schijnen te bevatten, behoeft men er niet veel gewicht aan te hechten. +Branche 1_b_ kan echter niet als een op zichzelf staand gedicht worden +beschouwd. + +Verschillende uitdrukkingen wijzen op een naauwer verwantschap tusschen +dit stuk en 20_a_. + +De dieren rijden hier als dáár te paard. Wij vinden hier voorbereiding +tot hetgeen later in 20_a_ volgt. Vs. 513 zegt Hersent tot haar +echtgenoot: + + „Sire, fait-ele, vos diroiz + Corociez estes, n'est pas droiz + Que vos mostrez ici vostre ire; + Que s'om me laissait esconduire + Par sairement et par joïse, + Je'l feroie par tel devise, + C'om me féist ardoir ou pendre + Se ne m'en poïsse desfendre.” + +Dit hangt samen met br. 20_a_, vs. 9790, waar Hersent zegt: + + „J'amasse miex assez la pès + Entre mon seignor et Renart, + Voir qui en moi n'ot onques part, + En tel manière n'en tel guise, + Si que j'en feroie une juise, + Ou de froide ève ou de fer chant. + Mès mon escondire que vaut!” _etc._ + +Ten einde ons betoog zoo eenvoudig mogelijk te maken, moeten wij hier +reeds wijzen op den aard van den samenhang. Br. 1_b_ is blijkbaar _après +coup_ gemaakt, door een schrijver die meer in het breede wilde verhalen +wat in de 20e branche als voorafgegane gebeurtenis en hoofdoorzaak van +de veete tusschen Renart en Ysengrin, slechts wordt aangestipt. Dat dit +door den schrijver van 20_a_ zelf zou geschied zijn, is a priori reeds +onwaarschijnlijk. Vooreerst, omdat hij daardoor de kunsteenheid van zijn +eerste werk zou hebben opgeheven; ten anderen omdat hij dan later in de +20e branche den aanhefsregel + + Ce dist l'estoire _ès premiers vers_, + +wel zou hebben veranderd; eindelijk omdat de schrijver van 1_b_ ook +branche 19 voor zich had, die zeer zeker niet door den dichter van 20_a_ +is bearbeid. + +Vs. 636 toch zegt Renart tot den wolf: + + Ne forfis rien à vostre fame, + Et por moi et por lui desfandre + Tot par là où le vodrez prendre, + Un sairement vos aramis + Au los de voz meillors amis. + +Men ziet duidelijk, dat dit eene toespeling is op de eedsaflegging die +in de 19e branche omstandig verhaald wordt. + +Met die 19e heeft ook 1_b_ nog dat gemeen, dat in beiden Ysengrin +_conestable_ genoemd wordt[84], b.v. vs. 352 en 8255, 8363, 8521. + +De branche 1_b_ kan dus niet van den dichter van 20_a_ zijn. Treffen wij +dus bij beiden dezelfde opmerkelijke uitdrukkingen, dan kan er alleen +aan overneming gedacht worden. Zoo geschiedt dit vs. 504, waar wij +lezen: + + .... Renars cix rous, cix puanz, + Cix viz lechierres, cix garçons, + Vos _monta onques ès arçons_. + +Hieruit volgt dan ook, dat het gebruik dier uitdrukking in 21-22 nog +niet noodzakelijk bewijst dat deze branche door den dichter van 20_a_ +moet zijn bewerkt. + +Br. 1_b_ schijnt nog eene uitdrukking met 20_a_ gemeen te hebben. Vs. +632 zweert Renart dat hij des wolfs vrouw niet heeft geschoffeerd: + + Par Dieu, beau sire, ne'l créez, + Que nules riens i aie faites, + _Ne dras levez, ne braies traites_; + Ains par cest cors ne par ceste ame! + Ne forfis rien à vostre fame.” + +In welke houding gij mij ook gezien hebt, dat wat gij vermoedt, heeft +geen plaats kunnen hebben; want zie maar, ik heb bij haar geen _dras +levez_, noch bij mij zelf _braie traite_. + +In de 20e branche zegt de vos, vs. 10997, tot zijne verdediging: + + „Et puis qu'i _n'i ot braies traites_, + Ne huis brisiez, ne portes fraites, + S'ele m'a chier, et ele m'aime, + Cix faus jalous de coi se claime?” + +Hier is intusschen de uitdrukking _traire braies_ niet op hare plaats; +zij is hier blijkbaar den afschrijver uit de pen geschoten, wien zij uit +de eerste branche, die vooraan in het manuscript stond, in het hoofd +lag. Waarschijnlijk moet hier gelezen worden: + + Et puis que n'i ot _force fète_, + Ne huis brisiez, ne porte frète, + +even als op eene andere plaats, vs. 9761, de das zegt: + + „Et puis qu'il n'i ot force fète, + Ne huis brisié, ne trive frète, + Se Renars le fist par amors, + N'i afiert ire ne clamors. + +Dat echter de eene uitdrukking de andere heeft in 't leven geroepen, is +meer dan waarschijnlijk. + +Nog eene bijzonderheid mag ons niet ontgaan. Reinaert had, gelijk wij +van elders weten, meer dan één kasteel, even als elke goede vos meer dan +één hol heeft. Behalve _Malpertuis_, wordt ook nog _Malcrues_ genoemd. +Zoo b.v. in de 19e branche, vs. 5972: + + Et il se r'est en _Malcrues_ mis, + +en vs. 8932: + + Droit à _Malcrues_ son repère, + +zoo als een der codices leest[85], maar waarvoor de uitgave van MÉON +terecht leest _Malpertuis_, zoo als de rhythmus leert. + +Die zelden voorkomende naam hoort waarschijnlijk ook in branche 20_a_ +(16) t'huis; immers vs. 10803 zegt de vos in zijne biecht, van eene +vorige belegering van zijne burcht sprekende, + + Qant li ost[86] fu devant _mon crues_, + ........................ + Tuit furent batu et ploié. + +Moest men daar in steê van het meer algemeene gezegde niet den eigennaam +van Reinaerts burcht verwachten, en lezen: _devant Malcrues_? + +Opmerkelijk is het, dat dezelfde schrijffout, natuurlijk van denzelfden +afschrijver, ook in branche 1_b_, vs. 568 voorkomt, waar het heet: + + Ainz ne fina d'esperoner + Jusqu'a l'entrée _d'un mal crues_, + +waar blijkbaar _de Malcrues_ moet gelezen worden, daar weinige verzen +later, vs. 577, juist van die plaats gezegd wordt: + + Li chastiaus estoit auques fort. + +Daar nu dezelfde naam ook in de 19e branche voorkomt, behoeft het geen +betoog, dat zij in de 1e er niet toe kan leiden om deze aan den dichter +der 20e toe te schrijven. + +De einduitkomst van dit onderzoek moet, dunkt mij, zijn, dat branche +20_a_ eenmaal op zichzelf stond, en dat daaraan _iets later_ door den +schrijver van 20_b_ ook de branche 21-22 werd toegevoegd. Waarschijnlijk +heeft wederom een jonger schrijver uit dezelfde landstreek er ook de +19e branche bijgedicht. + +Zoowel ROTHE[87], als GRIMM[88] hebben reeds opgemerkt, dat het begin +der 20e (16e) branche zich aan de vorige aansluit, waarin verhaald +wordt, hoe Renart zich onttrok aan het afleggen van een zuiveringseed op +het lijk van een martelaar, omdat hij ontdekt had, dat men hem in eene +hinderlaag wilde lokken. De fransche branche 20 zegt, vs. 9689: + + Quant li saint furent aporté, + Il se retraist mout tost arière, + Si se féri en sa taisnière. + +En evenzoo in den mnl. _Reinaert_, vs. 82: + + Also saen + Alse die heleghe waren brocht, + Was hi andersins bedocht, + Ende ontfoer in sine veste. + +Zoo er al samenhang is, beide genoemde geleerden zijn het eens, dat +evenwel die twee branches van verschillende dichters zijn. Ook wij +nemen die stelling aan, hoewel zij ons bij ROTHE vreemd klinkt om de +opvallende overeenkomst in karakter met branche 20_b_, die hij niet van +20_a_ scheidt. + +Dat de 19e branche reeds op de 20e voorbereidt, bewijst slechts dat men +er naar streefde om ze beiden aan een te rijgen. Daarom zegt Grimbert in +het slot tot den wolf, vs. 9635: + + „.... por Renart.......... + Alez à cort, ne fètes noise: + De rien i a de mesprison, + Là vos en fera-il reson.” + Dist Ysengrins: »Je m'i acort: + Quel part que la parole tort, + Ouen en Mai ferai mon claim: + A mon seignor, que je moult aim, + Me clamerai del traïteur” _etc._ + +Maar dit geeft ons nog geen recht beide branches aan denzelfden +schrijver toe te kennen; zelfs niet als wij weten, dat zij ook een +Vlaming tot auteur heeft, zoo als ons uit zijne taal kan blijken. + +Immers vs. 9202 zegt hij: + + Anuit aurez moult bon herbert, + +wat niets anders is dan eene gewijzigde uitspraak van _herberc_, ons +_herberg_, en dus verschilt van het gewone _héberge_. + +Vs. 9147 leest men nog bepaalder: + + Grimbert respont: »Ja, ja.” + +De schrijver kende de geheele 20e branche, zoowel het oorspronkelijke +deel als het toevoegsel. + +Uit het eerste nam hij, vs. 9267, de namen _Goubert_ (br. 20_a_, vs. +10371), en vs. 9261, _dame Poufile_ (br. 20_a_, vs. 10378). + +Uit het tweede den banierdrager, daar hij, vs. 9045, schrijft: + + Cel jor porta le confanon + Li putoiz qui Foinez ot non. + +In de 20e branche is _li limaçons_ de banierdrager, vs. 11313, 11558, +11617; maar juist uit de bijvoeging _cel jor_ blijkt, dat de schrijver +zich van de afwijking bewust was, en dus 20_b_ kende. + +In br. 20_b_ zien wij de dieren, als ware ridders, met lans en speer +tegen Reinaerts burcht optrekken. In dit opzicht gaat de schrijver van +br. 19 nog verder, daar hij zelfs van een hond, die niet tot de edeler +dieren der hofhouding behoort, en die Reinaert najaagt, zegt, vs. 9481: + + Primes i cort, ainz que li autre, + _Lance levée sor le fautre_, + Rooniax li chiens. + +Dat dit alles ontleend is, blijkt nog uit kleinigheden. Zoo b.v. noemt +de schrijver van branche 19 zelden de namen der edeler dieren: in den +regel heet bij hem de koning slechts _li lions_, vs. 8346, 8383, 8476, +8876, 8907, 9021; de beer, _li ors_, vs. 8745, 8774, enz. + +Eenmaal bestond er zeer zeker een streven om de branches 19, 20, 21-22 +met elkander in verband te brengen[89]: door wien, en wanneer is nu die +vereenigingsband om deze gedichten geslagen? + +Mij dunkt dit heeft ongeveer in de tweede helft der dertiende eeuw +moeten plaats hebben, toen wellicht de branches 1_b_, 19, 20, 21-22 als +een zeker geheel werden aangemerkt. + +In de veertiende eeuw schijnt deze band weêr te zijn verbroken, daar men +bij de bijeenzameling van meerdere branches eene andere rangregeling +moest aannemen om de gebeurtenissen elkander zoo regelmatig mogelijk te +laten opvolgen. + +Zoo werd b.v. de eerste branche in het handschrift, dat MÉON tot +grondslag van zijne uitgave legde, geheel vooraan geplaatst, en dit hs. +is het eenige waarin branche 19 onmiddellijk aan de 20e voorafgaat, +terwijl zij in al de anderen verre daarvan verwijderd staat. + +Die vereeniging had echter eerst plaats nadat reeds 20_a_ en _b_ waren +tesamengesmolten, en wellicht ook 21-22 daaraan toegevoegd, maar nog +niet de 19e; want het is opmerkelijk, dat de schrijver van onzen +_Reinaert_ de personagie van Roonel den hond, die toch in de 20e branche +voorkomt, in 't geheel niet noemt, waaruit men zou mogen opmaken, dat +hij het verhaal, waarin deze eene hoofdrol speelt, niet gekend heeft. + + +V. + +Nu wij ons eenigsins hebben bekend gemaakt met de fransche branche, die +wij als de mogelijke bron van onzen _Reinaert_ aanzien, kunnen wij er +toe overgaan om door eene nadere vergelijking de waarheid van ons +beweren te staven. + +Wij zullen punten van overeenkomst aantreffen die treffend zijn, maar +ook zeer merkwaardige afwijkingen. Om dus de verhouding van ons gedicht +tot het fransche aan te wijzen, om eenig meerder licht te verspreiden +over het ontstaan van den _Reinaert_, en een duidelijker inzicht te +verkrijgen in zijne kunstwaarde, moeten wij zoowel de overeenstemming +als de afwijking in bijzonderheden nagaan. + +WILLEMS heeft reeds de rangnummers van vele overeenkomstige verzen van +beide teksten naast elkander geplaatst[90], maar om de letterlijke +overeenkomst recht duidelijk in het oog te doen vallen, om allen +mogelijken twijfel weg te nemen, moeten wij de voornaamste letterlijk +eensluidende plaatsen nevens elkander den lezer voor oogen stellen. + +Na eene inleiding van weinige verzen begint het fransche gedicht aldus, +vs. 9659: + + Ce dist l'estoire ès premiers vers, + Que jà estoit passez yvers, + Et l'aube-espine florisoit, + Et que la rose espanisoit, + Et pres fu de l'Acension, + Que sire Noble, le lyon, + Toutes les bestes fist venir + En son palès por cort tenir. + Onques n'i ot beste tant ose, + Qui se tardast por nule chose, + Qu'ele n'i viengne hastivement, + Fors dans Renars tant solement. + Le mal baron, le sodoiant, + Que tuit li autre vont huiant, + Et encusant devant le roi, + Par son engin, par son desroi. + +Evenzoo vangt, na eene inleiding, onze _Reinaert_ aan, vs. 41: + + Het was in enen Sinxendaghe, + Dat beide bosch ende haghe + Met groenen loveren waren bevaen. + Nobel, die coninc, hadde ghedaen + Sijn hof craieren over al, + Dat hi waende, hadde hijs gheval, + Houden te wel groten love. + Doe quamen tes coninx hove + Alle die diere, groot ende clene, + Sonder vos Reinaert allene: + Hi hadde te hove so vele mesdaen, + Dat hire niet ne dorste gaen. + .................... + Doe al dat hof versamet was + Was daer niemen.......... + Hine hadde te claghene over Reinaerde + Den fellen, metten roden baerde. + + * * * * * + + Et conpissa toz mes loviax. 9685. + Ende mine kindre so mesvoert, _Rein._ 74. + Dat hise besekede. + + * * * * * + + Renarz prist jor de l'escondire 9687. + Qu'il n'avoit pas fait l'avoutire. + Quant li saint furent apporté, + Ne sai qui li ot enorté, + Il se retraist mout tost arière, + Si se féri en sa taisnière. + Het was sint so verre comen, _Rein._ 79. + Datter een dach af was ghenomen, + Ende Reinaert soude hebben ghedaen + Sine onsculde: ende also saen + Alse die heleghe waren brocht, + Was hi andersins bedocht, + Ende ontvoer in sine veste. + + * * * * * + + Quant la vegile fu chantée 10109. + Le cors portèrent enterrer; + Mès ainçois le firent serrer + En un moult bel vessel de plon, + Ains plus riches ne vit nus hon; + Puis l'enfoïrent soz un arbre, + Et par desus mistrent un marbre, + S'i ont escrit le non la dame. + Doe die vigilie ghehent was, _Rein._ 450. + Doe leidemen Coppen in dat graf, + Dat bi engiene ghemaket was, + (Onder die linde, in een gras,) + Van maerberstene, die slecht was: + Die letteren, die men daer ane sach, + Ane den sarc, die daer up lach, + Deden ane tgraf bekinnen, + Wie daer lach begraven binnen[91] + + * * * * * + + S'estoit devant la barbaquane. 10179. + Doe ghinc hi vor die barbecane _Rein._ 522. + Sitten over sinen staert. + + * * * * * + + Je sui Brun, mesagier le roi. 10190. + Ic bem Brune, des coninx bode. _Rein._ 525. + + * * * * * + + Renarz qui tot le mont engane, 10180. + Por reposer s'est tret arière + Enmi le fonz de sa tesnière. + .................... + Renarz set bien ce est li ors, + Reconnéu l'avoit au cors (_sic_): + Lors se commence à porpenser + Conment son cors porra tenser: + En grant paine est d'estudier + Conment le puisse conchier. + Bi der tale, die Brune heeft begonnen, _Rein._ 538. + Bekenden altehant Reinaert, + Ende tart bet te dalewaert, + In sine donkerste haghedochte: + Menichfout was sijn ghedochte, + Hoe hi vonde sulken raet, + Dat hi Brune, den fellen vraet, + Te scerne mede mochte driven, + Ende selve bi siere ere bliven. + + * * * * * + + Brun, fet Renarz, biax doz amiz, 10199. + En moult grant paine vos a mis + Qui çà vos a fet avaler! + Ge m' en devoie là aler.... + Here Bruun, wel soete vrient, _Rein._ 549. + Hi hevet u qualike ghedient, + Die u beriet desen ganc, + Ende u desen berch lanc + Over te lopene dede bestaen; + Ic soude te hove sijn ghegaen.... + + * * * * * + + Nomine Pastre, Christum file! 10237. + +In den _Reinaert_ komt deze uitroep niet hier voor, maar wordt later, +vs. 1824, den vos in den mond gelegd: + + Nomine Patrum, Christum file! + + * * * * * + + Cel miel, 10239. + Jà est-ce la chose du monde + Que je miex aim et plus desirre. + Qar m'i menez, biau très doz sire! + Honich es ene soete spise, _Rein._ 577. + Die ic vore allen gherechten prise, + Ende vore allen gerechten minne. + Reinaert, helpt mi, dat ics ghewinne! + + * * * * * + + Atant se mettent à la voie, 10276. + Onques n'i ot resne tenu, + De si à tant qu'il sont venu...... + Ende liepen daer si lopen wilden, _Rein._ 1165. + Dat si nie toghel uphilden + Eer si quamen............ + + * * * * * + + Un chesne ot commencié à fendre: 10282. + Deus coins de chiesne toz entiers + I avoit mis. + Ene eke _Rein._ 651. + Die hi ontwee clieven soude, + Ende hadde twee wegghen daerin ghesleghen. + + * * * * * + + Or del mengier, puis irons boire. 10290. + Haddi gheten, so soudi drinken. _Rein._ 706. + + * * * * * + + Et Bruns i mist lors son musel, 10292. + El chesne, et les deus piez devant. + (Bruun) thooft over die oren _Rein._ 678. + Ende die verdere voete in stac. + + * * * * * + + De loing esta, si le ramposne. 10316. + .... hi sijn oom ghine rampineren. _Rein._ 703. + + * * * * * + + Qui portent tinel, et qui hache, 10338. + Qui flael, qui baston d'espine. + Sulc was, die enen bessem brochte, _Rein._ 722. + Sulc enen vleghel, sulc een rake; + Sulc quam ghelopen met enen stake. + + * * * * * + + .... Lanfroi 10356. + Qui devant vint à une hache. + Vore hem allen guam gheronnen _Rein._ 734. + Lamfroit met ere scaerper acx. + + * * * * * + + Onc nus ne vit si lede beste! 10364. + Nie maecte God so lelic dier! _Rein._ 746. + + * * * * * + + Cil qui fet pingnes et lanternes. 10393. + Ene houtmakerigge van laternen. _Rein._ 804. + + * * * * * + + De quel ordre volez-vos estre, 10414. + Qui roge chaperon avez? + In wat ordinen wildi u doen, _Rein._ 943. + Dat ghi draghet root capproen? + +Zie wegens de overeenkomst van vs. 10416 en _Rein._ 952-3 de varianten +op dit vers. + + Dist li rois: Bruns, qui t'a ce fet? 10429. + Ai God, wie heeften so mesmaect? _Rein._ 987. + + * * * * * + + Rois, fet-il, si m'a mal-bailli 10434. + Renarz, com vos povez véoir. + Ende hevet mi ghemaect alse ghi siet. _Rein._ 997. + + * * * * * + + A véu l'oisel Saint-Martin. 10472. + Sach hi _Rein._ 1046. + Sente Martins voghel, ende quam ghevloghen + + * * * * * + + Assez si le hucha à destre: 10473. + Et li oisiax vint a sénestre. + „Vliech te miere rechter hant!” _Rein._ 1051. + Die voghel vlooch.......... + .................... + Ende vlooch Tibert ter luchter siden. + + * * * * * + + Tybert, fet li Renarz, villecome. 10493. + Neve, ghi sijt mi willecome. _Rein._ 1073. + + * * * * * + + Mès sa parole que li coste? 10498. + Wat cost Reinaerde scone tale? _Rein._ 1077. + + * * * * * + + Martinet 10564. + Avoit au trou deus laz tenduz, + Por Renart prendre, le gorpil, + ...................... + Et Renarz l'enging savoit bien. + Martinet _Rein._ 1175. + ... hadde vor dat gat gheset + Een strec, den vos mede te vane: + .................. + Dit wiste Reinaert, dat felle dier. + + * * * * * + + Je t'atendré au trou çà fors. 10573. + Ende sal u hier buten beiden. _Rein._ 1187. + + * * * * * + + Tybert s'en eschape, li chaz, 10605. + Qu'il ot as denz mengié les laz. + So dat hi metten tanden sinen _Rein._ 1316. + Die pese midden beet ontwee. + + * * * * * + + A tot le mains en sa paroche 10631. + Ne puet soner c'à une cloche. + en es gheen lachter, _Rein._ 1300. + Dat hi ludet met ere clockn. + + * * * * * + + Alez donc tost, si l'amenez, 10653. + Gardez sanz lui que revenez. + Gaet, ende eer ghi wederkeert, _Rein._ 1016. + Besiet, dat Reinaert met u come. + + * * * * * + + Qar je n'i voi prestre plus près. 10744. + Hier nes ander pape bi. _Rein._ 1442. + + * * * * * + + Se je muir, si serai toz sax. 10730. + Mine siele sal te claerre wesen. _Rein._ 1445. + + * * * * * + + Or s'en vont li baron à cort. 10871. + Die heren hebben den wech bestaen _Rein._ 1696. + Tote des conincs hovewaert. + + * * * * * + + Vers cele cort à ces gelines, 10888. + Là est la voie que lessons. + Te ghenen hovewaert _Rein._ 1706. + So leghet onse rechte strate. + + * * * * * + + Fet-il, je l'avoie oblié. 10896. + Ic hads vergheten, lieve neve. _Rein._ 1725. + + * * * * * + + Et nequedent sovent colie 10912. + Vers les gelines cele part, + Moult est dolent quant il s'en part; + Et qui la teste li coupast, + As gelines tantost alast. + Hoe dicke sach Reinaert achter rugghe _Rein._ 1730. + Weder, daer die hoenre ginghen! + Hine conste hem niet bedwinghen, + Hine moeste siere seden pleghen: + Hadde men hem thooft af gesleghen, + Het ware ten hoenrewaert ghevloghen. + + * * * * * + + Et Bruns qui la teste ot vermeille. 10938. + Brune, _Rein._ 1820. + Dien noch bloedich es die crune + + * * * * * + + Rois, fet Renarz, je vos salu 10943. + Con cil qui plus vos a valu + Que tuit li baron de l'empire. + Ic groet u, coninc, ende hebbes recht; _Rein._ 1777. + En hadde nie coninc enen cnecht + So ghetrouwe jeghen hem + Als ic oit was ende bem. + + * * * * * + + Qar cil sont serf par nature. 10960. + Die scalcheit es hem binnen gheboren. _Rein._ 1795. + + * * * * * + + Renart, Renart, dist l'emperère, 11021. + .................... + Bien savez parler et plaidier, + Mès ce que vaut? n'i à mestier; + N'en partirez en nule guise + Que de vos n'en face justise. + Die coninc sprac: »Owi Reinaert, _Rein._ 1800. + Owi Reinaert, onreine quaet, + Wat condi al scone ghelaet! + Dat en can u ghehelpen niet een caf. + Nu comt uwes smekens af: + In werde bi smekene niet u vrient. + + * * * * * + + Se Bruns..... 10978. + Et li vilains le ledenja, + Et il por coi ne se venja? + Was hi (Br.) teblouwen oft versproken, _Rein._ 1827. + Waer hi goet, het ware ghewroken. + + * * * * * + + Et si me face ardoir ou pendre, 11015. + Qar ne me puis vers lui deffendre. + Wildi mi sieden, ofte braden, _Rein._ 1842. + Ofte hanghen, ofte blenden, + Ic ne mach u niet ontwenden. + + * * * * * + + Mès ce seroit povre venjance. 11018. + Dat ware ene cranke wrake. _Rein._ 1849. + + * * * * * + + Ez-vos Renart le pelerin 11169. + Escherpe au col, bordon fresnin. + Nu wart Reinaert pelgrijn, _Rein._ 2997. + .................... + Scerpe ende palster omme den hals. + + * * * * * + + Dame, fet-il, vostre proière 11189. + Devroie-ge avoir moult chière; + Moult par devroit estre haitiez + Por qui proier daingneriez. + Bidt vor mi, edele vrouwe, _Rein._ 2745. + Dat ic u met lieve weder scouwe. + +Opmerkelijk is ook nog dat de eigenaardige fransche vocativus[92] (vs. +10445): + + Où estes-vos, Tyberz li chaz? + +evenzoo in den Comburger codex (vs. 421) gevonden wordt: + + Die coninc sprac: Grimbert die das, + U oom _enz._ + +Al die plaatsen komen zoo letterlijk overeen, dat er geen twijfel over +kan blijven, of het eene stuk is eene vertaling van het andere. Maar +ziet, er komen nu zoo vele afwijkingen in beiden voor, dat men weder +begint te twijfelen en naar een ander origineel omziet. Men zal daarbij +echter met omzichtigheid moeten te werk gaan. + + +VI. + +Wat zou dat andere origineel kunnen zijn? Het ouder gedicht dat aan de +fransche branche ten grondslag ligt? Men zou misschien geneigd zijn dit +aan te nemen, als men durfde gissen, dat de veelvuldige gelijkluidende +assonancen in den _Reinaert_ (zie boven, bl. XXV vlg.), ontstaan waren +uit navolging van een fransch stuk dat in _tirades monorimes_ geschreven +was, hetgeen dan noodzakelijk ouder zou moeten zijn dan de 20e branche, +die in _rimes plates_ is geschreven. Maar vooreerst is er geen spoor +over van een fransch gedicht in tiensylbige regels uit dezen cyclus[93]; +en buitendien bewijst de eigenaardigheid van het vlaamsche gedicht +niets, daar in geene andere vertaling van tiensylbige fransche verzen +met assonnance eenig spoor van des oorspronkelijken versbouw over is. +Overigens hebben wij reeds betoogd, dat juist de bekende fransche tekst +veel nader aan dat origineel staat dan onze vlaamsche _Reinaert_[94]. +Dus eene andere omwerking van dien ouderen tekst misschien? Maar is +het mogelijk aan eene andere fransche omwerking te denken, daar de +_Reinaert_ juist met MÉONS branche zoo vele afwijkingen van het +origineel gemeen heeft, en, gelijk wij zagen, niet slechts in het +algemeen denzelfden geest als deze ademt, maar ook grootendeels +denzelfden gang heeft, en daarenboven in een aantal plaatsen eene +letterlijke, in een grooter aantal eene meer vrije navolging daarvan +levert? + +Om alle onderstellingen uit te putten vragen wij nog: kan het ook eene +omwerking der branche van MÉON geweest zijn? Maar ook dit is onmogelijk; +daar zeer zeker een zoo voortreffelijk stuk veeleer zou zijn bewaard, +dan het minder afgewerkte, waarvoor het in de plaats trad. + +Voegen wij er thans nog bij, dat de eigenaardigheid in het rijmsysteem +van het vlaamsche stuk ook teruggevonden wordt in onze fransche branche, +welke overeenkomst zeker geene toevallige kan zijn, en wel in rekening +gebracht mag worden om de filiatie dezer twee stukken te betoogen[95]. + +Vestigen wij voorts onze aandacht op dat gedeelte van ons vlaamsch +gedicht dat het meest van het Fransch afwijkt, dan blijkt ons dit zoo +eigenaardig Vlaamsch, dat het ons reeds terstond veel waarschijnlijker +moet voorkomen, dat dit een zelfstandig, onvertaald, oorspronkelijk +opgevat en bewerkt stuk moet zijn, gelijk ons later nog duidelijker zal +blijken. + +Dit voert reeds tot het vermoeden, dat de overige afwijkingen van het +Fransch ook wel een anderen grond konden hebben dan een ons onbekend +ander origineel. + +Trouwens, heeft de vlaamsche dichter ook wel uitsluitend willen +vertalen? Slaan wij het oog op hetgeen hij zelf zegt in den aanhef van +zijn werk. + +Hij kende »davonturen van Reinaerde,” daar het hem immers anders niet +had kunnen »vernoyen”, dat zij + + In Dietsce onghemaket bleven. + +Het »vernoyede” hem zoo zeer, + + Dat hi die vite dede soeken, + +dat hij zich de levensbeschrijving verschafte, + + Ende hise na den Walschen boeken + in Dietsce...... hevet begonnen. + +Hij zocht dus, of deed zoeken, de geheele vite, en bewerkte zijn gedicht +niet naar _één boek_, maar volgens DE _fransche_ BOEKEN. + +Dat hij zich hoofdzakelijk bepaalde tot dat gedeelte der sage dat, +blijkens de verschillende navolgingen, reeds in 's dichters tijd voor +het beste gehouden werd, en ook thans nog door alle beoordeelaars als de +uitstekendste aller branches wordt aangemerkt[96], is hoogstnatuurlijk; +maar slaafsche navolging hebben wij daarbij niet te wachten: +verbeteringen, aanvullingen, die dan waarschijnlijk geput zullen zijn òf +uit de andere fransche branches, òf uit de overlevering, die den dichter +bekend was[97]. Zien wij dit in de bijzonderheden. + +De grootste afwijking bestaat in het verhaal van hetgeen er ten hove +gebeurde, nadat Reinaert er verschenen was. In het Fransch schenkt de +koning den vos vergiffenis op bloote voorspraak van Grimbert, zonder dat +die genade gemotiveerd is, en alleen op voorwaarde dat Reinaert als +pelgrim het heilige land zal bezoeken. Naauwelijks heeft hij genade +verworven, en is hij buiten 's konings macht, of hij ontdoet zich, vs. +11262 + + Et du bordon et de l'escherpe: + Son cul en tert, volant les bestes, + Puis si lor giete sor les testes. + +Nu stormt het geheele gevolg des konings hem na en jaagt hem binnen +Malpertuis, waar hij veilig is, + + Où il ne crient ost ne asaut. + +Dan volgt een toevoegsel. Reinaerts burcht wordt belegerd: van zijne +tinnen beschimpt de vos zijne belagers, en schoffeert zelfs op zekeren +nacht de koningin. Maar bij die gelegenheid wordt de bedrieger gevangen +genomen, die nu zou worden gehangen. Ter goeder ure kwamen echter +Reinaerts echtgenoot en kinderen, en brachten + + Un somier tot chargié d'avoir, + +dat zij den koning aanboden. + + Rois Nobles choisi le tresor, Vs. 11817. + Qu'est devant li, d'argent et d'or; + De l'avoir fu moult covoitos. + +Geen wonder dan ook, dat hij gaarne voor dien schat Reinaert op nieuw +genade schonk. + +En dan volgt er (vs. 11853) waarschijnlijk een nieuw toevoegsel, waarbij +wij ons niet zullen ophouden. + +Nu behoeft men den _Reinaert_ van vs. 1873 af tot aan het einde slechts +vluchtig te doorloopen, om zich van de meerdere voortreffelijkheid van +het vlaamsche stuk boven zijn origineel te overtuigen. Alles is hier +met uitnemende kunst behandeld: eenheid en samenhang zijn treffend +behouden, omdat elke bijzonderheid goed en natuurlijk is gemotiveerd. + +En toch vond de dichter de aanleiding tot zijne hoofdmomenten in het +fransche stuk. Reeds bij de derde indaging van Renart doet de koning hem +daar weten dat hij met den strop zal gestraft worden; hij moet zich ten +hove komen verantwoorden, en behoeft geld noch goede woorden meê te +brengen (vs. 10724), + + Si n'i aport or ne argent[98]; + +Als Reinaert voorts van de koningin een ring erlangt, zegt hij haar, vs. +11197: + + Redonrai vos de mes joiax + Tant que vaura bien cent aniax; + +en later wordt hij werkelijk, onder bemiddeling der koningin, door een +grooten schat van den dood vrijgekocht. Dit laatste heeft ook in den +_Reinaert_ plaats, maar onder zeer gewijzigde omstandigheden; en ROTHE +heeft er reeds op gewezen, dat de schat, waardoor in het Fransch 's +konings toorn gestild wordt, »rappelle l'idée générale d'un trésor qui +influe sur la résolution du souverain. Mais”--voegt hij er bij--»il +y a fort loin de là au trésor imaginaire de _Reineke_”[99]. Hoe groot +het onderscheid ook zij, de overeenkomst van het gronddenkbeeld is +onloochenbaar, gelijk wij ook later onder het frissche vleesch van onzen +_Reinaert_ het gebeente der fransche branche zullen kunnen tasten. + +De schat van koning Hermelinc wordt in het vlaamsche stuk zoo natuurlijk +mogelijk in het verhaal gebracht, en heeft het dubbele voordeel, dat +Reinaert daardoor niet alleen 's konings gunst verwerft, maar ook dat +hij, vs. 2175, + + Brune ende Isengrijn bede + In veten ende in ongheval + Jeghen den coninc bringhen sal. + +Maar hoe kwam de dichter op de gedachte om op die wijze zijn voorbeeld +te wijzigen? Blijkbaar putte hij die uit de traditie: »Dass Ermenrich +in die erzählung gemengt ist,” zegt GRIMM[100], »verräth einen uralten +Deutschen zug; wahrscheinlich ist eine flandrische tradition mit dabei +im spiel.” En hij haalt daarbij eene plaats aan uit de _Miracula Sti +Bavonis_, in de tiende eeuw geschreven, waaruit blijkt, dat men koning +Hermenrijk voor den stichter der burcht te Gent hield, waar hij groote +schatten vergaderd had[101]. + +Het geheele denkbeeld van eene biecht kon hij uit de fransche 20e +(16e) branche ontleend hebben, waarin zij althans met een woord wordt +aangestipt; vs. 11717 raadt Grimbert den vos, die op 't punt stond van +gehangen te worden, + + Or vos déussiez confesser, + +en wat later, vs. 11807, komt zijne vrouw met den schat aan + + Ançois qu'il ait dit sa confesse. + +Het denkbeeld om zich op den beer en den wolf te wreken, en hen van een +deel van hunne huid te berooven, is niet aan de 20e branche ontleend; +maar het was blijkbaar oud. In het Fransch zoowel als in de latijnsche +gedichten[102] vindt men dit incident in de verhalen waarin de kranke +leeuw door den vos genezen wordt[103]. En hetgeen merkwaardiger is, is +dit, dat zoowel in den _Isengrimus_, den mhd. _Reinhart_, als in de 26e +(21e) fransche branche, die wraakoefening voorafgegaan wordt van den +hofdag waar Reinaert wordt aangeklaagd. + +Blijkbaar schijnt intusschen op den hofdag bij den kranken koning de +aanklacht tegen den vos maar weinig plaats te hebben beslagen, gelijk de +_Isengrimus_ leert. Of dit tafreel van lieverlede meer in het breede is +uitgewerkt, om eindelijk als zelfstandig verhaal te worden behandeld, +dan of de afzonderlijke ding-dag aanleiding gaf tot meerder uitbreiding +van soortgelijk verhaal in het eerste deel der branche van de genezing +des konings, is niet licht uit te maken. Ik zou intusschen niet +ongeneigd zijn het eerste aan te nemen. Daarvoor pleit, dunkt mij, +vooreerst de samenvoeging in den mhd. _Reinhart_; maar ten anderen ook +de 26e (21e) fransche branche. + +Zij begint ook met een hofdag op den Pinksterdag. + + Ce fu entor la Pantecoste, Vs. 17885. + Que dant Nobles tenoit sa feste: + Asanblée i ot mainte beste; + .................... + Mais li chastelains de Val-gris, + Dans Renarz, de qui toz max sort, + N'ert pas adonc venu a cort. + +Isengrim begint ook hier de aanklacht tegen zijnen vijand, die echter +door Tybert verdedigd wordt. Hoewel hij reeds herhaaldelijk gedaagd is, + + Plus de dis foiz, voire de vint, + +wordt hij opnieuw opgeroepen, eerst door den hond Roonel, wiens vrouw +hem echter waarschuwt, zeggende, vs. 18172: + + Manbre-vos de Tybert le chat, + A qui fist panre tant mal mors. + Et de Belin, et de Brun l'ors, + A qui il fist perdre la pel + Des orailles dusc'au musel. + +Roonel volbrengt intusschen zijne boodschap, maar wordt door den vos in +'t ongeluk gestort. Dan volbrengt het hert de tweede indaging, en ook +deze bode komt slecht van de reis. De koning wordt daardoor zoo +vertoornd, dat hij de koorts krijgt. Daarop begeeft Grimbert zich naar +Reinaert om hem deze boodschap te brengen; waarop dan de geschiedenis +der genezing des konings door den vos begint. + +Men ziet duidelijk, dat dit eene navolging is van de driedubbele daging +uit onzen _Reinaert_, gelijk reeds door GRIMM is opgemerkt[104], die er +echter op laat volgen: »gewis gab es ein älteres, mehr zu dem deutschen +stimmendes franz. gedicht.” Hij zegt dit vooral met betrekking tot het +laatste gedeelte der branche; maar wellicht geldt het evenzeer van het +eerste stuk, dat zeer zeker »einen spätern umarbeiter verräth.” + +Daar hij nu een ouder gedicht omwerkte, kan _zijne_ inleiding daarin +niet voorhanden geweest zijn: hij heeft dus hier zijn voorbeeld +veranderd. Hoe kwam hij daartoe? en waarom deed hij het juist zoo? Mij +dunkt, het ligt voor de hand om aan te nemen, dat hij dat ouder eerste +gedeelte niet opnam, omdat dit tot een zelfstandig gedicht verwerkt was. +En dat dit juist het onze is geweest, is niet onwaarschijnlijk, omdat +dit juist het best verklaart hoe hij juist eene blijkbare navolging van +dit stuk voor het oorspronkelijke in de plaats schoof. + +Waarschijnlijk kende de dichter van den _Reinaert_ dien ouderen +vorm, hetzij dan uit een der latijnsche stukken, den _Isengrimus_ +of _Reinardus_, hetzij uit de mondelinge overlevering, daar hij +waarschijnlijk het ouder fransche gedicht niet gekend heeft; en zoo kwam +hij misschien op het denkbeeld om tot op eene zekere hoogte den draad +weder op te vatten die zijn fransch voorbeeld had laten schieten. + +De mishandeling, het dooden van Cuwaert, hoewel in het Vlaamsch geheel +anders verhaald, moet ook uit het Fransch ontleend zijn, en wel uit +de 20e branche. Daar heet het, vs. 11209 vlg., dat Renart na zijne +begenadiging den haas, die zich in eene haag verborgen had, overweldigt +en hem meêsleept: + + En quide bien livroison fère Vs. 11246. + A ses faonz sans demorance. + +Maar het gelukte Couart den moordenaar te ontsnappen (vs. 11272), en zoo +gewond en mishandeld als hij was + + (Les costez a toz pertuisiez, Vs. 11279. + Que li bordons i fu fichiez; + Et la pel des piez et des mains + A rompue, n'est mie sains.) + +zich voor 's konings voeten te werpen en om hulp te smeeken, waarop +Noble, verontwaardigd over het verraad van Renart, beveelt hem na te +zetten. + +Dat er werkelijk ontleening uit de fransche branche plaats had, mag ook +daaruit worden opgemaakt, dat in 't Vlaamsch de misdaad aan Cuwaert +gepleegd, niet gemotiveerd is; daar deze integendeel den vos, hoewel +door angst gedreven, nog een dienst had gedaan, zie vs. 2628 vlg. + +Daarentegen had in 't Fransch de haas zich zijn ongeval op den hals +gehaald; want toen men Renart ter galg voerde, en alle dieren hem te +lijf gingen, had Couart hem van verre, + + De loing, que pas ne l'aprochoit, Vs. 11106. + +met een steen geworpen; en juist omdat + + En a crollé le chief Renart, + +had de lafaard zich weggemaakt, + + Que onques puis ne fu véuz. + +en in de haag, waar hij zich verscholen had, ontdekt hem later Renart, +die zich nu over den hoon hem aangedaan wil wreken. + +Eindelijk komen wij tot het slottafreel van onzen _Reinaert_, dat +WILLEMS als een overgang tot het tweede boek beschouwde[105]. Over de +optreding van Firapeel hebben wij reeds gesproken[106]: het is hier de +plaats om een enkel woord te zeggen over de regels die hoofdzakelijk den +grondslag van WILLEMS' argument uitmaken; namelijk dat Firapeel zegt, +vs. 3406: + + Ende daer na sullen wi alle lopen + Na Reinaerde, ende sulne vanghen, + Ende bi siere kelen hanghen. + +Zijn deze woorden uit de fransche branche ontleend, dan vervalt +natuurlijk de stelling van WILLEMS zonder eenige tegenspraak. Welnu, als +Cuwaert den koning Reinaerts nieuw verraad ontdekt heeft, roept Nobel +uit, vs. 11290: + + Or sai bien q'à mavès me tient. + _Seignor, fet-il, or après tuit!_ + Que je le voi où il s'enfuit: + Par le cuer bé, s'il vos estort, + Vos estes tuit pendu u mort, + Et cil de vos qui le prendra, + Toz ses lignages frans sera. + +De aanhaling zal genoegsaam zijn om te overtuigen, dat werkelijk de +aangetogen woorden van onzen _Reinaert_ uit de pen vloeiden van den +oudsten schrijver, en niet van den omwerker. + +In het origineel geven de mannen des konings gehoor aan zijne stem en +jagen den verrader na, die zich eindelijk op zijne burcht bergt. In onze +navolging kon dit niet, omdat Reinaert zich reeds te Malpertuis bevond, +vanwaar hij zich buitendien met al de zijnen in de woestijn terug trok +(vs. 3310-4). + +De laatst aangewezen plaats snijdt de mogelijkheid af om te denken aan +een plan om later in het gedicht uitvoering te geven aan Firapeels +belofte om Reinaert te vangen en te hangen. + +Heeft intusschen de dichter van den _Reinaert_ het laatste gedeelte der +branche waarin het beleg van Maupertuis beschreven wordt gekend? + +Het antwoord op die vraag kan niet anders dan bevestigend uitvallen. + +Het eerste gedeelte van het verhaal der gebeurtenissen na Reinaerts +komst ten hove, tot aan zijne veroordeeling ter dood, _Rein._ vs. +1756-1890 stemt volmaakt overeen met vs. 10931-11094 van branche 20_a_; +maar dan verlaat ons gedicht dit eerste gedeelte om zich nader aan 20_b_ +aan te sluiten. + +_Rein._ vs. 1892 ziet men Grimbert met Reinaerts magen het hof verlaten, +want + + Sine consten niet verdraghen + No sine consten niet ghedoghen, + Dat men Reinaert vor haren oghen + Soude hanghen alse een dief. + +Zoo iets wordt in 20_a_ niet gevonden; maar later wordt in 20_b_ +Grimberts smart aangestipt, vs. 11635: + + Por Dant Renart que l'en devoure + Ploure Grinbert et prie et oure: + Ses parenz ert et ses amis, + Liez le voit et entrepris, + Ne set conment il le reqoe. + Que la force n'est mie soe. + +_Reinaert_ vs. 1908 zegt de koning, die verlangt een einde aan de zaak +te maken: + + Twi sidi traech, + Isengrijn ende here Bruun? + .................... + Salmen hanghen, twine doetment dan? + +En ook 20_b_ zegt Nobel tot Isengrin, vs. 11787: + + Ce dist li rois, pensez del pendre, + Que je ne voil mès plus atendre. + +In den _Reinaert_ bereiden zich zijne drie vijanden, de wolf, de beer en +de kater toe om zelf den valschen moordenaar te hangen. In 20_a_ heet +het alleen, vs. 11095: + + Sor un haut mont en un rochier + Fet li rois les forches drecier + Por Renart pendre, le gorpil; + +zonder dat er gezegd wordt wie zich met de strafoefening belastte. Maar +bij de tweede veroordeeling, in 20_b_, worden de dieren genoemd die zich +van hem meester maakten, vs. 11605: + + Lors Isengrin en piez se drece, + S'aert Renart par la chevesce; + Dou poing li done tel bufet, + Del cul li fait saillir un pet. + Et Brun l'aert par le chaignon, + Les denz li met dusqu'au braon; + .................... + Tybert li chaz giete les denz + Et les ongles, qu'il ot poignanz, + Saisist Renart au peliçon, + Bien li valut une friçon. + +En vs. 11705 wordt er zelfs bijgevoegd: + + Si anemi + La hart li ont ja el col mise. + +Eerst in 20_b_ wordt van de nieuwe biecht gewaagd, die in den _Reinaert_ +zoo breedvoerig wordt uitgewerkt; immers vs. 11716 eerst zegt Grimbert: + + Or vos déussiez confesser. + +Bovendien wordt eerst in dit tweede gedeelte de schat vermeld, waarvoor +Renart werd losgekocht, dien onze vlaamsche dichter tot koning Hermelinx +schat maakte, en waarvan hij op veel geschikter wijze wist partij te +trekken. + +_Reinaert_ vs. 1851 vlg. worden de dieren opgenoemd die bij des +aangeklaagden komst ten hove hunne stem tegen hem verheffen: die plaats +is ontleend aan 20_a_, vs. 10159 vlg. Maar onder de daar genoemde dieren +komt ook voor, vs. 1868: + + Dat foret, Clene-bejach. + +welk diertje niet in 20_a_ genoemd wordt, maar in de navolging der +eerste plaats, die op het einde van dat oudste deel is geïnterpoleerd, +vs. 11297 vlg., waar wij ook vermeld vinden + + Et Petit-porchaz li Fuirons. + +Reinaerts zoon heet in het mnl. gedicht, vs. 1419 _Rosseel_: in 20_a_ +_Rouviel_, maar eerst vs. 11729, dus in 20_b_, _Rousel_. + +Hieruit blijkt, dunkt mij, ontwijfelbaar, dat de samensmelting van 20_a_ +en -_b_ reeds had plaats gehad vóór dat onze _Reinaert_ werd geschreven, +welks schrijver blijkbaar zoowel met het tweede als het eerste deel dier +branche is bekend geweest. + +Zagen wij, dat ondanks het groote verschil 'twelk is waar te nemen in de +laatste helft der beide gedichten, toch het fransche nog tusschen de +beter uitgewerkte en levendiger gedachte tafreelen van het vlaamsche +doorschemert, wij kunnen daarmede het pleit voldongen rekenen, en +stellen, dat werkelijk het bewijs geleverd is, dat de _Reinaert_ naar +de ons bekende fransche branche 20, zoo al niet vertaald, dan toch +nagevolgd is. + +De vlaamsche schrijver heeft dan tot grondslag van zijn werk de +uitstekendste der fransche branches genomen, en hoewel hij dit stuk +voor een groot deel op den voet volgde, moet men erkennen dat hij door +zijne zelfstandige toevoegsels, door zijne eigenaardige wijzigingen, +door de meesterlijke wendingen die hij er aan heeft gegeven, een +kunstwerk heeft in het leven geroepen, dat zijn origineel bijna in +ieder opzicht overtreft, het geheel in de schaduw stelt, en dat zoowel +aanspraak heeft op den naam van zelfstandig, origineel gewrocht, als op +dien van meesterlijk kunstprodukt. + + +VII. + +Wij mogen intusschen onze vergelijking niet als afgedaan beschouwen voor +dat wij ook de overige afwijkingen in beide gedichten kortelijk hebben +beschouwd. + +Even als in het slot, is er ook verschil in het begin. De klacht van +Isengrim is in beide gedichten dezelfde, maar daarop volgt bij den +Vlaming terstond een toevoegsel, vs. 16-97, waaruit blijkt, dat hij zeer +vrij zal navolgen, en daarbij soms zijn eigen weg gaan. Dit gebeurt dan +ook dadelijk. + +De klacht van Cortois, vs. 97-106, komt niet in br. 20_a_ voor: +waarschijnlijk is zij echter ook geene uitvinding van den vlaamschen +dichter, maar uit de volksoverlevering geput; ten minste CHABAILLE heeft +in zijn _Supplément_ een klein gedicht uitgegeven, waarin eene worst +voorkomt die aan Tibert op eene behendige wijze ontstolen wordt[107], +gelijk ook hier, vs. 107-125, blijkt, dat deze eigenlijk eerst in 't +bezit dier worst was geweest. Voorts maakt eene worst, waarvan juist +Tibert den vos berooft, het onderwerp uit van het grootste gedeelte der +6e branche van MÉON, vs. 2219 vlg. + +Merkwaardig is het, dat Tibert Reinaert verdedigt, vs. 107-125. Dit +heeft in de fransche branche geen plaats; maar het denkbeeld zelf om +Reinaerts zaak door den kater te laten bepleiten, is in de fransche +gedichten niet onbekend. In de 20e branche zelve heet het iets later +nadat men ontdekt heeft dat Coupée eene heilige was, vs. 10169: + + .... Grimbert + Qui por Renart parole et plaide + Entre lui et Tybert le chat; + +en nog duidelijker in de »branche de Renart si come il fu mires,” waar +Tibert Reinaert bepaaldelijk tegen zijne aanklagers verdedigt, vs. +17999-18080, hoewel op andere gronden dan in ons gedicht. + +Wij zagen boven, dat er eenige betrekking bestaat tusschen het verhaal +van den hofdag, en de branche waarin Reinaert als geneesheer optreedt: +door de merkwaardige overeenkomst die zich hier tusschen ons gedicht +en die branche opdoet, vinden wij onze opmerking op nieuw gestaafd; +maar juist hier betreuren wij het geene kritische uitgaaf der fransche +branches te bezitten, niet bekend te zijn met alle grootere varianten, +daar wij nu niet kunnen bepalen vanwaar onze vlaamsche dichter den +eigenaardigen trek ontleende, die stellig niet van zijne vinding is. Dat +hij dien uit de 26e (21e) branche nam is niet waarschijnlijk, daar deze +alle kenmerken draagt van jonger te zijn: zoo er overneming plaats had, +zou men eer tot het omgekeerde moeten besluiten. + +Pancers beschuldiging, vs. 126-169, weet ik nergens aan vast te knoopen, +wij schijnen hier eene toespeling op eene verlorene branche te hebben. + +Grimberts verdediging van zijn oom komt gedeeltelijk met br. 20_a_ +overeen, waar men echter de goed aangebrachte wending niet vindt, dat +Grimbert, het veld der verdediging verlatende, zich plotselings ten +aanval keert. Isengrim, zegt hij, heeft Reinaert veel kwaad gedaan: +vooreerst heeft hij hem bedrogen, toen de vos de »pladisen” van de kar +afwierp, waaraan de wolf zich verzadigde zonder voor zijn makker iets +anders over te laten + + sonder allene een pladisengraet, + +dien hijzelf niet mocht (vs. 208-216). + +De das verdraait hier een geval, waarbij juist het tegendeel plaats had, +en de wolf de bedrogene was. Tweemaal wordt dit feit in de fransche +gedichten verteld, br. 2, vs. 749-916 en br. 10, vs. 3919 vlg. +Waarschijnlijk had onze dichter de laatste branche op het oog, waar de +visschen op de kar ook »pladisen” genoemd worden, vs. 3941: + + De poisson chargiez estoient, + Si comme harenz et plaïz. + +Wij zullen later zien, dat onze dichter nog een ander feit uit dezelfde +branche aanvoert, en wel op dezelfde verdraaide wijze. En het zal ons +niet verwonderen dat hij er meê bekend was, daar zij, blijkens vs. 3827, +te Arras of in Artois geschreven was. + +Het tweede beschuldigingspunt van Grimbert is, dat Isengrim den vos +bedrogen had betrekkelijk »enen bake,” waarvan hij hem tot zijn deel +alleen + + Die wisse daer die bake an hinc + +overgelaten had (vs. 217-225). Ook het aventuur waarop hier gedoeld +wordt, komt in de fransche branche 18 voor, vs. 7698-7970. Maar noch in +het Fransch noch in den _Reinardus_, I, 186 sqq., waarmeê de fransche +branche de grootste overeenkomst heeft, leest men hetgeen Grimbert er op +laat volgen: + + Reinarde was lettel te bet, + Dat hi den goeden bake ghewan, + In sulker sorghe, dattene een man + Vinc, ende warp in sinen sac. + +Waarschijnlijk is dit echter slechts een toevoegsel van den loozen +advokaat om zijn kliënt des te meer als eene gemartelde onschuld te doen +voorkomen. + +Heeft onze Vlaming dit avontuur uit het Fransch of uit het Latijn? Ik +zou eer meenen uit het Latijn, althans uit eene bron, die nader aan den +_Reinardus_ staat. In het Fransch worden wolf en vos als oom en neef +voorgesteld, vs. 7713, 7731, 7763 enz., zonder dat er iets gezegd wordt +of die bloedverwantschap echt of geveinsd zij. In den _Reinardus_ +daarentegen heet het I, vs. 11: + + Dicebat patruum falso Reinardus, ut ille + Tamquam cognato crederet usque suo. + +En juist deze plaats schijnt nu de vlaamsche dichter op het oog te +hebben, als hij den vos later, in zijne biecht, ook dit feit laat +verdraayen, vs. 2101: + + Daer na quam ic ende Isengrijn; + .................... + Hi rekende dat hi ware mijn oom, + Ende began ene sibbe tellen. + +Ook betrekkelijk het tooneel waarin Cantecleer wraak eischt over zijne +vermoorde dochter Coppe, hebben wij eenige opmerkingen mede te deelen. + +Ik zwijg er hier van, dat dit tooneel met veel meer talent is ingeleid +dan in het Mhd. of Fransch het geval is: ik wijs slechts op twee +afwijkingen van den tekst der 20e branche. + +Vooreerst is het geheele tooneel iets vrijer bewerkt: de haan geeft eene +schildering van zijn gelukkig huishouden, hoe hij met vijftien kinderen +leefde, die door waakzame honden voor Reinaert beschermd werden. In het +Fransch is het niet Chantecler, maar Pinte, die het weegeklag voor den +koning aanheft, vs. 9989; een spoor daarvan vindt men nog in het +vlaamsche gedicht, waar vs. 320 in C. gelezen wordt: + + Ende _minen sustren_ die hier staen, + +hetgeen GRIMM terecht veranderde in _minen kindren_. Eindelijk was de +vos als pelgrim tot Cantecleer gekomen, en had hem misleid door hem +een vredebrief des konings te toonen. Deze bijzonderheid ontbreekt in +de fransche 20e branche, maar is overigens in de sage niet onbekend. +_Reinardus_ III, vs. 1181, tracht de vos den haan een stuk beukenschors +in de handen te stoppen en dat voor een vredebrief te doen doorgaan; +maar de list mislukt[108]. In de 6e fransche branche daarentegen, +getiteld: _Le desputement de la mesange avec Renart_ (MÉON, I, pag. 66), +tracht Reinaert de mees te verlokken, wel niet door de aanbieding van +den vredebrief, maar toch door zich te beroepen op den afgekondigden +rijksvrede, vs. 1748: + + Si a danz Nobles li lions + Novelement la pès jurée, + Se Diex plaist, qui aura durée. + Par sa terre l'a fait jurer, + Et a ses barons afier, + Qu'ele ert gardée et maintenue. + +In den mhd. _Reinhart_, waar dezelfde gebeurtenis verhaald wordt, vs. +177-216, komt deze bijzonderheid niet voor. + +Dus ook hier schijnt ons gedicht nader aan den latijnschen _Renardus_, +of misschien de vlaamsche overlevering te staan dan aan de fransche +branches. + +Zagen wij hier een toevoegsel, er ontbreekt in dit avontuur in het +Vlaamsch ook eene bijzonderheid. Zoowel in den mhd. _Reinhart_, dus in +het oudere fransche gedicht, als in de 20e branche bij MÉON, heeft er +op het graf van Coppe een mirakel plaats, daar de haas, die zich op dat +graf had neêrgevleid om te slapen, plotselings van zijne koorts genezen +werd. Die trek is blijkbaar oud en echt[109], en er moet eene reden zijn +waarom de mnl. dichter dien trek juist weglaat. + +Het kan onmogelijk zijn omdat hij niet met het heilige durfde spelen; +want hij verhaalt wel Reinaerts biecht en aflaat, en de vigilie die voor +Coppe zelve gezongen werd; er moet dus een dieper grond voor zijn. + +Wanneer men het vlaamsche gedicht ontstaan kon rekenen in de eerste +jaren na den moord van den vlaamschen graaf KAREL DEN GOEDE (1126), +dan zou men kunnen meenen, dat de dichter het mirakel op Coppens graf +had achterwege gelaten uit eerbiedige herinnering aan »der aermer +vader”[110], die ook na zijn dood een martelaar werd genoemd, en op +wiens graf terstond mirakelen plaats grepen[111]. Maar wij zullen zien, +dat de ouderdom des gedichts onmogelijk zoo hoog is op te voeren. + +Er moeten dus andere oorzaken aanwezig zijn, want de samenhang van +den tekst verbiedt aan een hiaat in het handschrift te denken. En +die oorzaak meen ik te mogen zoeken in het gezond verstand en den +logischen zin van den vlaamschen dichter, die waarschijnlijk het mirakel +wegliet omdat het in zijn voorbeeld te onpas was aangebracht en den +geleidelijken gang van het verhaal stoorde. Eene vergelijking van het +duitsche met het fransche gedicht zal ons doen zien, dat dit werkelijk +het geval is. + +Bij GLICHESÆRE wordt de koning zoo vertoornd over de ondaad die Reinhart +aan Schanteclêrs dochter gepleegd heeft, dat de haas van schrik de +koorts kreeg, + + (Von vorhten bestuont in der rite. Vs. 1483) + +Als dan de doode begraven is, legt zich de haas op het graf te slapen en +geneest terstond van zijne kwaal. Hij schrikt op, en gaat terstond den +koning de »vremdiu mære” verkondigen, er bij voegende, vs. 1496: + + Daz daz huon wære + Heilec vor gotes gesihte. + +Nu ging er eene algemeene kreet aan het hof op, dat God een teeken +gedaan had; en allen ontstaken in gramschap jegens den moordenaar, +roepende, vs. 1508: + + „Reinhart soldez vermiten hân, + Daz er âan alle missetât + Disen heiligen gemartirt hât. + +En nu eerst gebood de koning zijnen kappellaan Brûne naar Reinhart te +gaan om hem voor het gerecht te dagen. + +Geheel anders is de toedracht der zaak in MÉONS 20e branche. Als Copée +begraven is verzoeken al de aanwezige baronnen den koning wraak te nemen +over + + „Cel gloton, + Qui tantes guiles nos a fetes + Et tantes pès nos a enfrètes.” (vs. 10134.) + +De koning zendt daarop Brun uit om den vos te dagen, en (vs. 10143) + + Atant se met en l'ambléure + Parmi le val d'une costure, + Que il ne siet ne ne repose. + +En nu eerst volgt het verhaal van hetgeen op het graf van Copée gebeurde +(vs. 10146): + + Lors avint à cort une chose: + Endementiers que Bruns s'en vet + Renart empira moult son plot: + Quar mesire Coars li lièvres, + Qui de péor trembloit les fièvres, + (Deus jors les avoit ja éues,) + +maar er is vroeger niet gezegd waarom hij zoo bevreesd was, dat hij zich +de koorts op den hals had gehaald;-- + + Merci Dieu, or les a perdues + Sor la tombe dame Copée. + Car qant ele fu enterrée, + Onc ne se volt d'iloc partir, + Ainçois dormi sor le martir. + ...................... + Qant à la cort vint la novele, + A tiex i ot qu'ele fu bele; + Mès à Grinbert fut-ele lède, + Qui por Renart parole et plaide + Entre lui et Tybert le chat. + S'or ne set Renarz de barat, + Mar est bailliz, s'il est tenuz, + Qar Bruns li ors est jà venuz + A Malpertuis _etc._ + +'t Behoeft geen betoog, dat hier dit geheele verhaal geene de minste +beteekenis heeft. In 't Duitsch blijkt de hen juist eene heilige +martelares te zijn door het mirakel dat op haar graf gebeurde, en dit +geeft aanleiding tot het gezantschap aan Reinhart. In het Fransch +daarentegen heet Copée reeds _martir_ vóór dat er iets op het graf had +plaats gehad, en terwijl de bode reeds was uitgezonden, van wiens tocht +het verhaal door deze episode, die hier een hors-d'œuvre is, ter kwader +ure wordt afgebroken. + +De fransche omwerker heeft hier, zoo als in dergelijke gevallen zoo +dikwerf plaats heeft[112], de feiten uit zijn origineel dooreen +gehaspeld; en dus de logische orde, het zinverband en de geleidelijke +voordracht des verhaals verbroken. Kan het ons verwonderen, dat de +vlaamsche dichter, die blijkbaar steeds met bewustheid en takt te werk +ging, dit hors-d'œuvre, waarvan hij de strekking niet kon bevroeden, +uit zijne omwerking verwierp? + +Van den anderen kant zien wij hierin een nieuw bewijs, dat hij werkelijk +de branche van MÉON tot voorbeeld had en het oorspronkelijke ouder +fransche gedicht niet gekend heeft. + +Ik heb boven (bl. LIX-LX) reeds gewezen op het onderscheid in de beide +teksten in het verhaal hoe de beer van Lamfroits werf wegkomt; hoe kwam +onze Vlaming aan het denkbeeld om Bruun te water te laten? Mij dunkt +wij mogen hier vrijwerkende fantazie aannemen. Wij hebben hier in 't +Vlaamsch nog eene andere bijzonderheid, die ook in de fransche 20e +branche niet wordt aangetroffen. + +Bruun, door angst gedreven, springt, vs. 821, + + In enen trop van ouden wiven, + +waarvan hij er eenige, en daar onder »des papen wijf” in de rivier +werpt. Nu hield de pastoor op met slaan, en beloofde zijnen parochianen +jaar en dag aflaat als vrouw Julocke gered werd: de geheele gemeente +ijlde ter hulp en zoo kreeg Bruun gelegenheid te ontkomen. + +Dit uitmuntend geschetste tooneel is den Vlaming geheel eigen; misschien +heeft hem intusschen een soortgelijk, hoewel veel flaauwer geval, op het +denkbeeld zijner schilderij gebracht. In de branche 21-22 is Isengrijn +door Reinaert ook in eene hinderlaag gelokt. Een dorper, vs. 12339, + + Et ses parenz et ses cosins, + +zetten den wolf na, vs. 12345, + + A cuinnies et à maçues, + +waarop, vs. 12347, + + Entre la porte et le vilein + Fet Ysengrin un saut à plein: + Si fort le hurte qu'il l'abat + En une fange trestot plat. + .................... + Par les vileins s'en va fuiant, + Et cil le vont après huiant. + Le vilein trovent en la boë + Grant et parfonde, si qu'il noë; + Fors l'en ont tret a moult grant paine; + +en dit geeft Isengrim gelegenheid te ontkomen. + +Bij zoo oppervlakkige overeenkomst is het natuurlijk onmogelijk bepaald +te zeggen, of er hier ontleening van het denkbeeld plaats had. Kon men +aanwijzen, dat onze WILLEM deze branche gekend had, dan werd het reeds +waarschijnlijk; maar daarvoor heb ik geen volstrekt afdoend bewijs. + +_Reinaert_ vs. 1290 lezen wij, dat toen Reinaert het ongeval vernam, dat +Tibert in zijne angst den priester had toegebracht, + + Hi loech, dat hem bachten scorde, + Ende hem crakede die taverne. + +De platte uitdrukking moet herkomstig zijn uit het Fransch, waar +soortgelijke zaken veelvuldig voorkomen[113]. + +WILLEMS zegt in de aanteekening op die plaats: »_Taverne_, kroeg; +doch hier figuurlijk _raeskamer_.” Die verklaring is niet heel en al +bevredigend, waarschijnlijk omdat de dichter een oneigenlijk woord +gebruikte. _Taverne_ is eene kroeg, dat is eene plaats, die voor jan +en alle man open staat. Zoo gebruikt de dichter der branche 21-22 het +woord. De wolvin verwijt aan Hermeline hare weinig ingetogen +levenswijze, en zegt, vs. 12903: + + „Moult par estes de mavès estre: + De poior ne poiez-vos estre, + Qar plus estes pute que moche + Qui en esté la gent entoche: + Qui que viegne ne qui que aut, + _Vostre taverne ne li faut_.” + +Kon deze plaats onzen Vlaming niet in het hoofd hebben gelegen, en +hem verleid hebben hetzelfde woord, hoewel min eigenlijk voor een +aangrenzend ligchaamsdeel te bezigen? Mij komt dit niet alleen niet +onmogelijk, maar zelfs niet onwaarschijnlijk voor. + +In de biecht aan Grimbert vindt men mede in het Vlaamsch eenige +toevoegsels. In de fransche branche bekent de vos dat hij des wolfs wijf +geschonden heeft, voorts, vs. 10759: + + Ysengrin ai-je tant forfet, + Que nel' puis nier à nul plet: + Trois foiz l'ai fet metre en prison.” + +(1) Hij heeft hem in een wolfsval (_lovière_) gelokt, waar hij danig is +afgerost. + +(2) Hij heeft hem in een »lardier” gebracht, waar drie baken lagen, +waarvan hij hem zooveel deed eten dat hij er niet meer uit kon: + + N'en pot issir, tant fu ventrez, + Par le pertuis où fu entrez. + +Verder, vs. 10777: + + (3) Gel' fis séoir en la gelée + Tant qu'il ot la qeue engelée; + (4) Gel' fis peschier en la fontaine + Par nuit quant la lune estoit plaine: + De l'ombre de la blanche image + Cuida, por voir, ce fust fromage; + (5) Et si refu par moi traïz + Devant la charete as plaïz. + ................ + (6) Par fine force de barat + Li fis-ge tant que il fu moines. + Pais dist que il seroit chanoines: + Qant on li vit la char mengier, + Fox fu qui de lui fist berchier. + +Dan biecht hij het leed dat hij Tibert, het geheele geslacht van Pinte, +en eindelijk den dieren die hem onder aanvoering van Isengrijn eens +belegerden, had aangedaan. + +Zien wij nu hoe de Vlaming dit weêrgeeft: Reinaert zegt, dat hij jegens +alle dieren misdaan heeft: in de eerste plaats jegens Bruun, Tibert en +Cantecleer; zelfs de koning, zegt bij, vs. 1477, + + Die coninc en es mi niet ontgaen: + Ic hebbe hem toren ooc ghedaen, + Ende mesprijs der coninghinne, + +hetgeen wel eene toespeling schijnt op hetgeen in branche 20_b_ eerst +verhaald wordt. + +Vooral den wolf heeft hij misdaan: om hem beter te bedriegen had hij hem +oom genoemd, en hem monnik doen worden »ter Elmare;” daar had hij hem +aan de klokzelen gebonden, zoodat hij zooveel geraas maakte, dat men +meende dat de duivel daar te werk ging, waarop alles te hoop liep en men +den wolf bijna van het leven beroofde. + +Men ziet dat er hier uitbreiding van het fransche verhaal (no. 6) +plaats heeft. De fransche branche schijnt te zinspelen op de gebeurtenis +ongeveer zoo als zij in den _Reinardus_ verhaald wordt[114]. Daar is van +klokkengelui geene spraak: wel in de 9e fransche branche _Comme Renart +fist Primaut prestre_, die den vlaamschen dichter bekend schijnt geweest +te zijn, doch waarschijnlijk in ouder vorm[115], want er bestaat +afwijking in de détails[116], hoewel het niet onmogelijk is dat dit +verschil voortvloeide uit eene bewuste verandering der overlevering door +den vlaamschen dichter, die in dit geval eer een mondeling verhaal dan +een afgewerkt geschreven gedicht moet gekend hebben. Ook de 10e branche, +die eigenlijk het tweede deel der 9e is, was hem bekend, althans haar +inhoud. + +In zijne biecht voortgaande, betreurt Reinhart dat hij zijnen oom bij +de kruinscheering met heet water bijna het geheele hoofd verbrand had, +hetgeen herinnert aan de 3e fransche branche: _si comme Renart fist +Ysengrin moine_. + +Dan volgt de toespeling op de vischvangst op het ijs even als in het +Fransch (no. 3), en dan in het breede het verhaal van hetgeen de 20e +branche slechts even aanstipt (no. 2). In de 9-10e branche wordt dit +geval ook in het breede verhaald, vs. 4333-4555, maar met afwijkende +omstandigheden. Het Fransch maakt geen melding van het land van +Vermendois[117] (Rein., vs. 1514), noch van het kapoen dat de vos den +priester ontsteelt. Het geheele geval heeft in 't Fransch zelfs niet +bij een priester plaats. Nadat de wolf uit zijne gevangenis verlost is, +beduidt de vos hem »d'aller prendre des oies _chez un prêtre_,” zoo +als ROTHE zegt[118]. Dit rust op een misverstand: de ganzen zijn onder +de hoede van een man, die vs. 4630 _le pastor_ genoemd wordt, welke +uitdrukking waarschijnlijk aanleiding gaf tot de misvatting van ROTHE, +die toch vs. 4606 had kunnen zien, dat er sprake was van »un païsan.” +Zou de vlaamsche dichter ook door dezelfde vergissing op het denkbeeld +van zijn priester gekomen zijn? In het Fransch eindigt de vos ook met +eene gans te stelen en daarmeê huiswaarts te trekken. + +In de 18e branche, vs. 9269 vlg., komt eene epizode voor, welke veel +overeenkomst heeft met het mnl. verhaal. + +Daarna deelt de vlaamsche dichter nog een soortgelijk geval mede, dat ik +mij echter niet herinner in eenige fransche branche gevonden te hebben; +en eindelijk komt ook de verkrachting van Isengrijns wijf te berde. + +Uit dit alles blijkt vrij duidelijk, dat de Vlaming zijn origineel, +dat hij ontegenzeggelijk voor zich had, niet angstvallig vertaalde, +maar veeleer vrij navolgde, daarbij gebruik makende van zoodanige +karakteristieke situatiën als hem, of uit de vlaamsche overlevering, +of misschien ook uit andere fransche branches bekend waren. Onder de +laatste mag men hoogstwaarschijnlijk rangschikken het origineel waarnaar +de 26e branche werd omgewerkt en de 9-10e branche, hetzij dan in haar +tegenwoordige vorm, hetzij naar het ouder stuk dat daaraan ten +grondslag lag[119]. + +Zelfs in de afwijkingen vonden wij sprekende trekken die ons altijd weêr +terugbrachten tot de 20e branche, zoodat daardoor het vermoeden geheel +en al wordt uit den weg geruimd, dat een ander, ons onbekend fransch +stuk, het origineel zou zijn waarnaar onze _Reinaert_ werd bewerkt. + +En zoo vinden wij dan genoegsame reden om in den _Reinaert_, ondanks +het fransche schema dat er gedeeltelijk in gevolgd is, maar dat overal, +zoowel in de eigenlijke navolging, als in de meer vrije deelen, door +het vlaamsche gedicht verre overtroffen wordt,--een echt nationaal +kunstprodukt te aanschouwen, waarop Vlaanderen ten eeuwigen dage roem +mag dragen. + +Zien wij thans in hoeverre onze nieuwgewonnen rezultaten van invloed +zijn op de vraag omtrent den ouderdom van het gedicht. + + +VIII. + +Van wanneer dagteekent het origineel waarnaar onze _Reinaert_ werd +bewerkt? Ziedaar de eerste vraag, die wij op te lossen hebben. Bleek +de 20e (16e) branche eerst in de laatste helft der dertiende eeuw +geschreven te zijn, of zelfs in de eerste der veertiende, dan zouden +innerlijke bewijzen die aan het nederlandsche gedicht een stempel van +hooger ouderdom schenen op te drukken, natuurlijk niets beteekenen. +Die innerlijke bewijzen zijn gedeeltelijk aan het laatste, het +oorspronkelijke gedeelte van den _Reinaert_ te ontleenen, en wij +zullen er daarom veel gewicht aan mogen hechten, omdat zij, als onze +beschouwing over den oorsprong des gedichts opgaat, noodwendig licht +moeten werpen op den tijd der vervaardiging, daar zij niet meer, zoo als +GRIMM dacht[120], »schon in WILLEMS quelle gestanden haben, folglich +nichts zur ermittlung seiner lebenszeit beitragen.” + +Zien wij dus eerst hoe oud het fransche voorbeeld, de 20e branche van +MÉON, mag zijn. + +GAUTIER DE COINSI, die eene verzameling van Maria-mirakelen schreef, +en in 1236 stierf, getuigt herhaaldelijk hoe verbreid en bemind de +Reinart-sage in Frankrijk was[121]; ja hij maakt eene toespeling +waaruit blijkt, dat hij onze branche 20 (16) gekend heeft. + + Plus volontiers oient un conte, + Ou une trufe, c'on lor conte, + Si con Tardius li limeçons + Lut et chanta les trois leçons + Sor la bière dame Coupée, + Que Renarz avoit escoupée[122]; + +nagenoeg letterlijk hetgeen wij in de 20e branche, vs. 10103 lezen: + + Sire Tardis li limaçons + Chanta por cele trois leçons, + +namelijk voor Copée, die begraven werd. + +Onze branche is dus blijkbaar vóór 1236 geschreven. Zien wij nu of wij +haar ouderdom niet nader kunnen bepalen. + +De proloog van dat stuk luidt aldus: + + Perroz qui son engin et s'art + Mist en vers fère de Renart + Et d'Ysengrin son chier conpère, + Lessa le miex de sa matère, + Quant il entr'oblia les plez + Et le jugement qui fu fez + En la cort Noble, le lion, + De la grant fornication + Que Renarz fist, qui toz max cove, + Envers dame Hersent, la love. + +Uit die regels schijnt men te mogen opmaken, dat de dichter met geene +andere branche bekend was dan die, welke PIERRE DE SAINT-CLOUD bewerkt +had. Hij kan daarom niet veel jonger dan deze dichter zijn, hoewel men +uit de eerste regels zou kunnen opmaken, dat PIERRE reeds gestorven was +toen de 20e branche in zijn trant werd omgewerkt. + +Omtrent PIERRE DE SAINT-CLOUD is weinig bekend. GRIMM schrijft: »über +seine lebensumstande fehlen genaue nachrichten, er wird in den beginn +des 13 jh. gesetzt, und soll auch eine branche des _Roman d'Alexandre_, +nemlich das testament, verfasst haben[123].” + +WILLEMS zegt bepaalder dat hij »omtrent 1230 leefde[124].” + +FAURIEL, de jongste schrijver over den _Roman du Renart_, in Frankrijk, +laat zich daaromtrent aldus uit[125]: + +»Il serait de la plus grande importance pour l'histoire de la fiction du +Renart d'avoir quelques anciennes notions, mêmes vagues, sur le temps +où vécut PIERRE DE SAINT-CLOUD; et l'on n'en a aucune. A s'en tenir +la-dessus aux conjectures les plus vraisemblables et les mieux liées +avec les textes qui paraissent se rapporter à sa vie et à sa renommée, +on peut admettre qu'il naquit dans le cours de la seconde moitié du XIIe +siècle, et se fit connaître par ses ouvrages vers les commencements du +XIIIe. La première mention qui semble concerner, sinon sa personne, +du moins le genre de poésie qu'il remit en vogue, est le témoignage +fréquemment cité de GAUTIER DE COINSI, prieur de Victor-Sur-Aisne. +Or, une telle mention, qui ne peut être antérieure à l'an 1233, ne nous +apprend rien de précis relativement à la date des premières productions +de PIERRE DE SAINT-CLOUD sur le sujet de Renart. Il n'est pas impossible +qu'elles remontent jusqu'à la fin du XIIe siècle; mais elles ne +sauraient remonter beaucoup au delà. Toujours est-il que PIERRE DE +SAINT-CLOUD est le plus ancien des trouvères connus pour avoir travaillé +au Renart français, celui que l'on en désigne généralement comme +l'inventeur.” + +Wij hebben de geheele plaats uitgeschreven om te doen zien hoe +nevelachtig het geheele vraagstuk, zelfs in Frankrijk, nog is; en toch +komt het mij voor, dat er ten minste iets kan worden vastgesteld. + +Tusschen 1150 en 1160 zag de _Roman du Rou_ het licht, en daarin heet +het: + + Alisandres fu rois poissans, + Doze règnes prist en doze ans: + Mult out terres, mult ot aveir, + Et rois fu de mult grant poeir; + Mez cil cunquest poi li valu, + Enveminez fu, si moru. + +Dat die regels, in verband met hetgeen er op volgt, de +Alexander-gedichten der fransche trouvères bedoelen, is blijkbaar en +wordt ook algemeen aangenomen[126]. + +Op het Latijnsche gedicht van GAUTIER DE CHATILLON kunnen zij onmogelijk +doelen, daar dit eerst na 1170 werd geschreven[127]. + +Een der branches der chanson d'Alexandre, en wel zoo als PARIS +zegt[128], »l'une des meilleures branches de tout le récit,” heeft tot +titel: _Signification de la mort d'Alexandre_, waarvan de inhoud aldus +door denzelfden geleerde wordt opgegeven[129]: + +Elle raconte la trahison de Dimnuspater et Antipater, le couronnement +du héros, le grand festin royal dans lequel Alexandre est _empoisonné_.” +Dit komt, zoo als men ziet, ongeveer overeen met het tiende boek van +MAERLANTS _Alexander_[130]. + +Nu moet het verwonderen, dat PAULIN PARIS ook deze branche rangschikt +onder de »continuations plus récentes d'un siècle ou d'un siècle et +demi,” van het oorspronkelijke werk van LAMBERT LI CORS en ALEXANDRE DE +PARIS, dat hij in de eerste helft der twaalfde eeuw plaatst[131], zoodat +deze branche eerst tusschen 1250 en 1300 zou zijn geschreven[132]. Dit +oordeel is vreemd, zeiden wij; want blijkbaar wordt deze branche, de +eenige waarin de vergiftiging van ALEXANDER wordt verhaald, in de +aangehaalde verzen van den _Roman du Rou_ bedoeld, en valt dus stellig +vóór 1150. + +De schrijver nu dier branche was PIERRE DE SAINT-CLOUD, die dus reeds in +de eerste helft der twaalfde eeuw heeft geschreven, en derhalve niet +veel later dan omstreeks het jaar 1100 kan geboren zijn. + +Had hij reeds vóór de branche van den _Alexander_ een gedeelte der +Reinaertsage bewerkt? In den _Alexander_ immers leest men: + + Li Grezois les engignent, com Renart fist le gal, + Qu'il saisi par la gorge, quant il chantoit clinal[133]. + +In de 11e (17e) branche bij MÉON, waarin PIERRE als de schrijver genoemd +staat, wordt vs. 4935-5492 juist verhaald, hoe de vos zich van den haan +meester maakt.... + +Het zou echter gevaarlijk zijn daaruit een besluit op te maken. +Vooreerst heet daar de haan nimmer _li gal_, maar altijd _li cos_, _le +coc_, b.v. vs. 5036, 5308, 5319, 5328, 5340, 5415 enz.; en zoo daar al +gewaagd wordt, vs. 4988, + + De Chantecler qui cline l'ueil; + +zoo de vos den boer beduidt dat hij hem den haan overlevere, vs. 5311, + + Si le me baille par le col; + +toch vindt men daar het verhaal niet zoo als het volgens de toespeling +in den _Alexander_ moet geluid hebben. + +Maar ook de 5e (3e) branche van MÉON behandelt hetzelfde onderwerp als +de 11e, maar met belangrijke afwijkingen in de détails. Hier beduidt +Reinaert aan Chantecler, die ook hier nimmer _li gals_, maar _li cos_ +heet, dat zij »cosin germain” zijn: hij weidt uit in den lof van +Chanteclers vader, die kraaide zoo als nooit een haan gekraaid had, en +die daarbij de beide oogen sloot. En dan volgt een tooneel, dat wij +geheel moeten afschrijven om te doen zien, dat het werkelijk alle +bijzonderheden bevat waarop de _Alexander_ zinspeelt: + + Dist Chanteclers: »Renart, cosin, 1571. + Volez me prendre _par engin_.” + --„Certes, ce dist Renars, non voil, + Mès or chantez, _si clingniez l'oil_; + D'une char somes et d'un sanc, + Miex vodroie estre d'un pié manc + Que vos mesface tant ne qant, + Que tu es trop près mon parent.” + Dist Chanteclers: »Pas ne te croi: + Un poi detrai en sus de moi, 1580. + Et je dirai une chançon; + N'aura voisin ci environ + Qui bien n'entende mon fauset.” + Lors s'en est souriz Renardet, + Et dist Renars: »Chante, cousins: + Je sauré bien se Chanteclins, + Mes oncles, s'il vos fu noient.” + Lors encommence hautement, + Lors chanta Chanteclers un vers: + _L'un oil ot clos et lautre overs_, 1590. + Car moult forment cremoit Renart; + Sovent regarde cele part. + Ce dist Renars: »Ce n'est noient. + Chanteclins chantoit autrement, + A un lonc tret, à eulz cligniez, + C'on l'ooit d'outre les plessiez.” + Chanteclers cuide que voir die: + Lors commence sa melodie, + _Les eulz cligniez_ par grant aïr. + Lors ne volt plus Renart soffrir, 1600. + Par de desus un rouge chol + _Le prent Renart parmi le col._ + +Vergelijkt men de lezingen van branche 11 en 5 met den mhd. _Reinhart_, +vs. 11-176, dan ziet men terstond, dat de laatste branche zich het naast +aan het oude gedicht houdt[134], waarop het zich dan ook beroept, + + Trover le poez en l'estoire, 1384. + +evenzeer als branche 11, waar wij, vs. 4038, lezen: + + Que se li livres nos dit voir + Où je trouve l'estoire escrite. + +Het schijnt dus, dat de toespeling uit den _Alexander_ niet op het +gedicht van PIERRE DE SAINT-CLOUD ziet. Maar is werkelijk die 11e +branche van gemelden dichter? Het is waar, zijn naam wordt in 't begin +en het slot genoemd, maar altijd in den derden persoon. + + Pierres qui de Saint-Clost _fu nez_, 4851. + S'est tant traveilliez et penez + Par proière de ses amis, + Que il nos a en rime mis + Une risée et un gabet + De Renart, qui tant set d'abet, + Le puant nain, le descréu, + Par qui out esté decéu + Tant baron que n'en sai le conte, + Dès or _commencerai_ le conte: + Se il est qui i voille entendre, + Sachiez moult i porra aprendre, + Si com _je cuit_ et com _je pens_, + Se à escouter met son sens. + +het slot luidt: + + Ici fait Pierres remanoir + Le conte où se _volt_ traveillier, + Et lesse Renart conseillier. + +Of in een ander handschrift: + + Chi fait Perrins remanoir + Le livre de Renart pour voir + Duquel s'est volus travillier: + Ysengrin laist à conseillier (_sic_); + Se par ce meschiet Ysengrin + Li blames en ert sus Perrin. + +Uit de laatste regels ziet men, dat de schrijver, d. i. hier de +afschrijver, ook nog andere branches kende, waarin de wolf het kortste +eind trok; maar dewijl zij niet in den anderen tekst voorkomen, laten +wij dit buiten rekening. Wij mogen echter niet achterlaten op te merken, +dat van PIERRE steeds in den derden persoon, en in den verleden tijd +gesproken wordt, _fu nez_, _volt traveillier_, terwijl terstond daarop +de eerste persoon gebruikt wordt, hetgeen wel eene tegenstelling schijnt +aan te duiden. + +ROTHE zegt[135]: »D'abord, à la vérité, l'auteur semble parler de +PIERRE DE SAINT-CLOUD à la troisième personne; mais le reste prouve +assez que cette onzième branche est _précisément le poëme_ entier et +isolé _de ce même_ PIERRE DE SAINT-CLOUD, fort souvent(?) mentionné +ailleurs comme auteur principal ou unique du poëme de Renart.” + +Dat wij hier den inhoud van PIERRES gedicht hebben, geef ik gereedelijk +toe; maar dat wij het niet juist in eene omwerking bezitten, zou moeten +_bewezen_ worden. De geheele proloog toch schijnt ons juist het werk van +dien omwerker, die van zichzelf in den eersten, van zijn voorganger in +den derden persoon spreekt. De geheele toon der inleiding is die van +een later jongleur of kopist, die wijst op het nut, dat men uit de +geschiedenis kan trekken, hetgeen zeker geen oorspronkelijk gezichtspunt +is. Zoo luidt ook de inleiding tot de 29e branche (MÉON, III, pag. 82): + + Une estoire vueil commencier. + Qui durement fet à prisier; + Et grant bien i porriez aprendre + Se il vos i plest à entendre. + Or m'escotez sanz noise fère, + Que nus contes ne porroit plère + A home qui est trop noisous, + Mès de l'oïr soit covoitous: + Celi qui oïr le vorra, + Sachiez, grant profit i penra. + +En dit kan ook niet wel anders, nu wij weten dat PIERRE DE SAINT-CLOUD +zijn gedicht stellig eene geheele eeuw vroeger heeft geschreven dan +WILLEMS het stelde. Dat de 11e branche een werk van de eerste helft der +twaalfde eeuw zou zijn, kan niemand gelooven, en de vergelijking met br. +5 en het Mhd. leert duidelijk het tegendeel; terwijl wij daaruit ook +ontwaren hoe overvrij de omwerker zijn origineel behandeld heeft. +Waarschijnlijk heeft juist _le livre_, dat in de slotvariant genoemd +wordt, dat ook vs. 4938 voorkomt, het oorspronkelijke werk van PIERRE +bevat, en daar zal het aventuur van den haan zeker zóó behandeld zijn, +dat wij mogen aannemen dat de toespeling uit den _Alexander_ op PIERRES +gedicht zag, waarin ook de haan met den ouder naam van _le gal_ zal zijn +genoemd. + +Of PIERRE meer deelen der Reinaertsage bewerkt heeft dan deze verlorene +branche, is niet uitgemaakt. Men zou het evenwel mogen opmaken uit de +inleiding tot de 20e branche, waar gezegd wordt, dat Perroz, hetgeen +dezelfde naam is met den verkleiningsuitgang, + + Son engin et s'art + Mist en vers fère de Renart + _Et d'Ysengrin_, + +welke laatste in de besproken branche geene rol vervult. + +Misschien is die vermelding van Ysengrin slechts eene onnaauwkeurigheid, +die haar aanwezen alleen verschuldigd is aan de behoefte om een +rijmwoord te vinden. Hoe het ook zij, nergens vinden wij eenige andere +branche uitdrukkelijk aan PIERRE DE SAINT-CLOUD toegeschreven. In de +plaats bij CHABAILLE[136] voorkomende, wordt geen bepaald werk genoemd. +LE GRAND D'AUSSY en RAYNOUARD kennen hem ook nog, volgens GRIMM[137], de +branches 1, 2, 3, 4 en 5 toe; FAURIEL meent dat hij buiten de 11e alleen +nog de 1e branche geschreven heeft[138]. Van de eerste en de vijfde is +het stellig te bewijzen dat PIERRE die niet kan geschreven hebben. De 5e +is misschien eene omwerking van zijn vroeger gedicht, gelijk wij reeds +zagen. De eerste draagt alle blijken van jonger oorsprong in hare beide +deelen. Buitendien is er eene plaats in br. 11, die geheel en al 1_b_ +weêrspreekt. Dáár zegt toch de koning dat Isengrim niet moet gelooven +dat Reinaert zijne vrouw heeft beleedigd, vs. 5668: + + Que vos ice que ne savez, + _Fors seulement par oï dire_, + Li portez ne corroz ne ire. + +In branche 1 _ziet_ juist de wolf dat gebeuren, waarover hij zich in br. +11 beklaagt. + +De geheele redenering van FAURIEL berust op het niet goed begrijpen van +de inleiding tot de eerste branche. + +Al wat wij dus van PIERRE DE SAINT-CLOUD weten, is, dat hij in de eerste +helft der twaalfde eeuw, vóór 1150, schreef; en dat zijn werk voor ons +is verloren gegaan. Maar dit is voor ons onderzoek reeds veel. + +Een schrijver die onmiddellijk op hem volgt, kan niet veel jonger zijn +dan de helft dier zelfde eeuw, en zal omstreeks 1150 moeten geschreven +hebben. Zien wij, of wij de 20e branche zoo hoog kunnen opvoeren. + +GRIMM zegt van al de fransche branches[139]: »Sprache und ausdrucksweise +tragen insgemein die färbung anderer franz. gedichte des 13 jh.” +Intusschen leert de vergelijking met de werken van CHRESTIEN DE TROIES, +dat het niet onmogelijk is enkele branches tot de tweede helft der +twaalfde eeuw, ja misschien nog wat vroeger, te brengen. Dit is het +geval met de 20e, hetgeen door de volgende bijzonderheden wordt +ondersteund. + +Als Renart aan 's konings hof komt, zegt hij tot Noble, vs. 10953: + + „Or ont tant fet li losengier, + Qui de moi se volent vengier, + Que vos m'avoz jugié à mort; + Mès puis, sire, que rois s'amort + A croire les mauvès larrons, + Et il lesse les bons barons, + Et gerpist le chief por la qeue + Lors vet la terre à male veue.” + +Buiten twijfel hebben wij hier eene toespeling op den _Guillaume +d'Orange_. In de nog onuitgegeven branche, die tot titel heeft _Li +Moniages Guillaume_, doet een ridder aan koning Lodewijk, die alle +deugdelijke edellieden van zijn hof verwijderd had, het volgende +verwijt, vs. 5159: + + „Rois, nus frans homs ne vos devroit amer, + Ne hennor fère, ne homage porter, + Quar les prodomes avez toz adosez + Et fors de France et chaciez et gitez, + Tolu lor terres et toz deshéritez: + Foui s'en sont de la terre esgarez, + Et lor enfant chétis et désertez; + Cil vos séussent le bon conseil doner, + Quar li preudome font lor seignor douter. + Mès li glouton, li losengier prové, + Li pautonnier, cil sont à vos remés, + Por lor losange les tenez en chierté; + Li losangier font les rois décliner + Et les hauz homes par lor bordes blasmer. + Rois, tu les as montez et alevez, + Or es por euls honiz et vergondez, + Ne jà por euls ne seroiz amontez. + Ne doit rois estre, ne corone porter, + Qui à garçon fet son conseil privé, + Mès les preudomes i doit-en apeler.” + +En wat later, vs. 5399, wordt den koning op nieuw toegevoegd: + + „Tu as la terre empirée forment + Des gentix homes, des sages, des vaillanz, + Qu'ensus de toi as chacié laidement: + Désertez as les pères des enfanz. + Par les frans homes est li sires poissanz: + Tu n'en as nul de gentix ne de frans, + Perduz les as tot par ton malvès sens, + Dont tote France est tornée à torment.” + +Voorts wordt hem verweten, dat hij zich alleen omringt met + + „Les losangiers et les faus médisanz, + Les traïteurs et les glouz malcuidanz, + Ceus qui te servent de mençonges contant, + Que entor toi as tenu longuement. + Tu as doné t'onor et ton argent: + Por lor conseil seras-tu recréant, + Se Dex ne'l fet par son digne comment. + Qui bordes croit et losangier sovent + Au chief de tor, par mon chief, s'en repent.” + +De vergelijking van de uitdrukkingen in den _Renard_ en de aangehaalde +regels uit den _Moniage_ zullen wel geen twijfel overlaten, of er heeft +in de branche van het dieren-epos eene toespeling op het heldendicht +plaats. Zien wij, welke aanwijzing ons dit geeft aangaande den datum van +den _Renard_. + +Van den _Moniage Guillaume_ bestaan twee redaktiën, waarvan de oudste +tusschen 1050 en 1150, waarschijnlijk nog vóór 1100 valt[140]. De +jongere is eerst na 1150 ontstaan, maar zeker niet lang; wij mogen +stellen omstreeks 1160[141]. De schrijver van de 20e branche van den +_Renard_ had stellig de jongste redaktie op het oog, zoo als de daaruit +aangehaalde plaatsen leeren, daar deze veel nader bij den tekst van +den _Renard_ komen dan het daarmeê overeenstemmende uit de oudste +lezing[142]. Buitendien is de omwerking geschreven in of omstreeks +hetzelfde landschap, waar de dichter der 20e branche leefde, zoo als +de vergelijking van beider taal leert. Zoo vinden wij, om maar één +voorbeeld te noemen, bij beiden dezelfde spreekwijs terug, _Moniage_, +vs. 5672: + + D'autre Martin lor convendra chanter[143] + +en _Renard_, vs. 10096, + + Si parleron d'autre Martin. + +Veel jonger dan deze redaktie van den _Moniage_, schijnt zelfs het +tweede gedeelte niet te zijn, als mede uit de taal kan worden opgemaakt. +Ook hier sta één voorbeeld. In de dertiende eeuw was het woord _geste_ +in de beteekenis van familie, geslacht, reeds minder gebruikelijk[144], +en toch vinden wij het nog aldus gebezigd, _Renard_, vs. 11781: + + Qui larron de pendre areste, + Toz jors het mès lui et sa jeste. + +Ook in dit tweede deel der branche komt eene toespeling op dezelfde +chanson de geste voor, vs. 11751: + + Ainz que Tibaut soit crestiens, + +waarbij natuurlijk niet aan eene herinnering aan den historischen +Thibaut van Champagne kan gedacht worden, die in 1253 stierf, en die in +eene andere branche, vs. 16136, voorkomt[145]. + +Blijkbaar is hier die Tiebaut d'Orange bedoeld, die als de hevigste +tegenstander van Guillaume en van het Christendom bekend is uit de +fransche gedichten, die tot de tiende eeuw opklimmen. + +Veel merkwaardiger nog is intusschen hetgeen Renard op het einde van br. +20_a_ zegt, als hij den koning toeroept, vs. 11267: + + Saluz te mande Noradins + Par moi qui sui bons pelerins, + Si te criément li paien tuit, + A pou que chascuns ne s'en fuit. + +Sultan Noureddin bloeide van 1149-1171, en stierf in 1173[146]. Mag men +nu uit de aangehaalde verzen niet besluiten, dat het gedicht, dat eene +satyrieke toespeling maakt op de reeks van verliezen die de Christenen +in het Oosten leden bij en na den tweeden kruistocht, 1147-1149, kort +daarna, althans vóór den derden tocht, 1189-1193, geschreven werd, +toen Saladijns naam dien van Noureddin geheel in de schaduw stelde? +Bij de groote vermaardheid die de ridderlijke Saladijn weldra in Europa +verwierf, dien onze kronijkschrijvers den bijnaam geven van »domitor +Orientis, ac nostrorum terror,”[147] is het ondenkbaar, dat men zijn +naam niet in de plaats zou gesteld hebben van den minder vermaarden; en +onmogelijk kan daarom onze 20e branche na Saladijns optreden het licht +hebben gezien. Het gedicht moet dus stellig tusschen 1150 en 1190 zijn +tegenwoordige vorm hebben aangenomen. Maar zeer zeker valt het, ook om +de boven opgegeven gronden, eer in de eerste dan in de laatste helft van +dat tijdperk, waarschijnlijk vóór 1173, toen Noureddin stierf. Ja, als +men de betrekking tot PIERRE DE SAINT-CLOUD in het oog houdt, en het +verband met den _Guillaume d'Orange_, dan zal het niet te gewaagd zijn +de periode van wording nog nader te bepalen tusschen 1160 en 1170. En +meent men den schrijver van 20_b_ nog zekere tijdruimte te moeten gunnen +voor de samenlijming der verschillende deelen van zijne redaktie, dan +zal men ten minste niet later kunnen afdalen dan tot op omstreeks 1175 +of 1180, toen de dood van Noureddin hier algemeen bekend moest zijn. + +Zoo meenen wij dan den bewerker van branche 20_a_ in het derde, den +schrijver van 20_b_, die de laatste hand aan het gedicht leî, in het +laatste vierendeel der twaalfde eeuw te moeten plaatsen. 't Is waar, de +grond waarop dit oordeel steunt, bezit niet de onomstootbare hechtheid +van het historisch bewijs, en is uit eene reeks van gevolgtrekkingen +en veronderstellingen opgerezen; maar ik vertrouw, dat men daaraan +eene hooge mate van waarschijnlijkheid niet zal ontzeggen; en ik aarzel +niet de hoop te uiten, dat mijne uitkomsten, die bij eene bloote lezing +van mijn betoog wellicht voor eene subjektive opvatting kunnen worden +aangezien, bij eigen aanschouwing en naauwkeurige toetsing der bronnen +ook door anderen niet zullen worden gewraakt. + +Zien wij thans, wat wij omtrent den ouderdom der vlaamsche navolging van +het fransche gedicht kunnen vaststellen. + + +IX. + +Als de fransche branche, die kennelijk den vlaamschen _Reinaert_ tot +model diende, eerst omstreeks het jaar 1180 is ontstaan, dan kan de +navolging natuurlijk niet »omtrent den jare 1170” zijn geschreven, zoo +als WILLEMS aannam[148], en ik vroeger op zijn voetspoor zocht te +betoogen[149]. + +WILLEMS zelf had die stelling eigenlijk al moeten opgeven, daar zij +in strijd is met eene andere gissing door hem geopperd, en die veel +waarschijnlijkheid heeft. De dichter van den _Reinaert_ had vroeger +reeds den _Madoc_ geschreven, en WILLEMS vraagt, of men daarbij »niet +zou mogen denken aen de zonderlinge lotgevallen van Madoc, zoon van +Owen Guynnedd, prins van Wallis, die _omtrent den jare 1170_ America +ontdekte?” en wiens wonderlijk verhaal van eene andere wereld men +wellicht voor droomerijen hield[150]. + +Maar zoo wij al het jaar 1170 moeten opgeven, het blijft de vraag, of +wij thans geene andere tijdsbepaling kunnen vaststellen? + +SERRURE meent dat ons gedicht »tusschen de jaren 1200 en 1220 +geschreven” werd[151], maar geeft geene bepaalde reden op, waarom hij +juist dit tijdperk aanneemt. + +Zoo ons ergens een licht kan opgaan omtrent den leeftijd van den +vlaamschen dichter, dan moet het vooral zijn in de eigenaardige +toevoegsels waarmede hij zijn origineel verrijkte. Toetsen wij daarom +nogmaals de gronden die daaraan te ontleenen zijn. + +De namen van den deken Herman, die vs. 2717 (2737) voorkomt, of van +meester Jufroet, vs. 2937 (2957), laat ik buiten rekening. WILLEMS +ziet in den laatsten »_ongetwyfeld_ Godfredus Andegavensis, die in +de eerste jaren der twaelfde eeuw leefde[152];” maar dat _ongetwijfeld_ +is toch wat sterk, daar de woorden die Jufroet worden toegeschreven, +niet in de werken van den genoemden Godfridus worden aangetroffen[153]. +En wat den eersten betreft, zegt WILLEMS zelf[154] alleen maar dat +»GRIMM _vermoedt_ dat hier _kan bedoeld zijn_ Herman, abt van St. +Marten te Doornik, een beroemd schryver van den aenvang der twaelfde +eeuw.” Hoe dit vermoeden »veel waerschynlykheid” kan hebben, »daer paus +Innocentius II met dezen Herman meermaels in onderhandeling geweest +is”[155], verklaar ik niet te begrijpen. Ik meen, dat het verstandiger +is GRIMMS slotopmerking[156] in het oog te houden: »aber es kann viele +geistliche und decane dieses namens gegeben haben;” te gereeder, daar +het vreemd zou zijn, dat de dichter, die zich, volgens WILLEMS' eigen +opmerking[157], steeds binnen de grenzen van Vlaanderen beweegt, hier +zou gedacht hebben aan een Doorniksch prelaat. + +De toespeling op een valschen munter, Reinout de Vries, vs. 2652 (2672) +is te onbepaald om er bij stil te staan[158], hetgeen te meer is te +betreuren, omdat wij hier waarschijnlijk eene kostbare aanwijzing zouden +mogen vermoeden. + +In navolging van WILLEMS[159] heb ik[160] groot gewicht gelegd op de +vermelding van Hulsterloo als gelegen in zoo groot eene wildernis, dat +men in zes maanden er geen schepsel ontmoette, vs. 2565 (2589). SERRURE +meent, dat er dit in den tekst ook niet staat, maar alleen »dat er _by +Hulsterloo_ een bosch was[161].” Intusschen staat er duidelijk, vs. 2553 +(2578), + + Int oostende van Vlaendren staet + Een bosch, ende heet Hulsterlo. + .................... + Een borne, heet Kriekepit, + Gaet suutwest niet verre dane; + .................... + Dats een die meeste wildernesse, + Die men hevet in enich rike. + Ic segghe u ooc ghewaerlike, + Dat somwilen es een half jaer, + Dat toten borne comet daer + No weder man nochte wijf, + No creature die hevet lijf. + +Wat beteekent dit nu? Er is een bosch dat Hulsterloo heet, d.i. het +_Hulster bosch_; niet ver van daar staat eene bron: dat is de grootste +wildernis, welke laatste woorden natuurlijk niet op de bron van +toepassing zijn, maar op de streek _niet verre dane_. Met die opvatting +strijdt ook niet, dat er later, vs. 2644 (2664), van dien Kriekepit +gezegd wordt: + + Ne staet hi niet bi Hulsterlo, + Up dien moer, in die woestine! + +Men ziet, hier is nog geene spraak van »een dorp,” waarvan ook in den +giftbrief van Dirk van den Elzas van 1136 geen gewag gemaakt wordt, waar +alleen staat »_illum locum_ qui dicitur Hulsterloe[162],” en in een +document van 1139 wordt dit zelfs alleen genoemd »nonnulla terra in +circuitu” van Saleghem[163]. Eerst in een brief van paus Innocentius +II van 1141 wordt gewaagd van de »curtes et villas.... Hulst et +Hulsterloe[164].” Blijkbaar was dus omstreeks 1141 Hulsterloo bewoond, +en in 1156 wordt er kerkelijke dienst gedaan en begraven[165]. Daar het +nu niemand zal invallen den Reinaert ouder dan 1140 te maken, daar hij +minstens veertig jaren jonger is, blijkt het, dat de dichter, die van +Hulsterloo spreekt als van een onbewoond, woest oord, hier geen toestand +uit zijn eigen tijd heeft geschilderd. Waarschijnlijk maakte hij hier +gebruik van eene bekende overlevering, die gewaagde van de woestenij van +Hulsterloo ten tijde dat de valsche munter Reinout er huisde. Hoe lang +kan zoodanige lokale overlevering, die minstens in het eerste kwart +der twaalfde eeuw ontstaan schijnt[166], in levendig aandenken zijn +gebleven? Dat is natuurlijk zelfs niet te gissen; maar toch meen ik uit +haar voortbestaan te mogen opmaken, dat de vlaamsche dichter niet zeer +lang na de bekendwording van de fransche branche zijne navolging heeft +vervaardigd. + +Tot dezelfde uitkomst schijnt men ook te geraken door de overweging, die +WILLEMS het eerst bekend maakte[167], dat in den _Reinaert_ Vermandois +tot Vlaanderen gerekend wordt, hetgeen eene waarheid was van 1163 tot +1186, daar in dat tijdvak Filips van den Elsas gehuwd was met Isabella, +erfdochter van Vermandois, waardoor dit laatste graafschap met +Vlaanderen vereenigd werd tot op Isabella's dood. + +SERRURE merkt daarbij op[168]: »Indien die vereeniging der twee landen +tot deze aenspeling (_sic_) aenleiding gaf, dan kon dit zoo wel by +herinnering twintig of dertig jaren later, dan 1186 (tydstip der +scheiding) geschieden.” Dit komt mij echter niet zeer waarschijnlijk +voor. Ik geef toe, dat de herinnering aan het feit nog eenigen tijd kon +voortduren; maar toch kon dit, dunkt mij, niet wel meer na den dood van +Filips, die in 1191 voorviel, plaats grijpen; te minder, daar terstond +daarop juist eene drieledige splitsing van Filips' nalatenschap plaats +had[169]; waarbij het zuidelijk gedeelte van het graafschap, Atrecht, +enz., van het noordelijke afgescheurd werd. + +Die vermelding dus van het land van Vermandois als binnen de grenzen van +Vlaanderen gelegen, schijnt recht te geven om het ontstaan van onzen +_Reinaert_ niet na 1191 te stellen; zoodat wij, in verband met het +tijdperk waarin de fransche 20e branche in het licht verscheen, dat +ontstaan tusschen de jaren 1180 en 1190 meenen te mogen stellen. + +Ik heb met WILLEMS[170] een bewijs voor de oudheid van onzen _Reinaert_ +meenen te vinden in de omstandigheid, dat een priester er als wettig +gehuwd in wordt voorgesteld, welk gebruik omstreeks de helft der +twaalfde eeuw verboden werd. SERRURE meent dat dit »geen stellig bewys” +oplevert; »want,” zegt hij[171], »al is het waer, dat dit gebruik rond +1150 eindigde, dan bestaet er toch een fransche fabliau, _Constant du +Hamel_, welk men aen ENGUERRAND D'OISY toeschryft, en in allen gevalle +tot de XIIIe eeuw behoort, waerin insgelyks van het wyf eens priesters +gewaegd wordt.” + +De juiste ouderdom van dat fablel had moeten worden betoogd; want eene +eenvoudige verwijzing naar DINAUX' _Trouvères Artésiens_ is niet +voldoende. + +De eenige reden waarom DINAUX vermoedt dat het fablel van _Constant +du Hamel_ aan ENGUERRAND D'OISY kon worden toegeschreven, is deze, dat +hij overeenkomst van onderwerp, denkbeelden en stijl meent gevonden +te hebben in dit gedicht en het aan gemelden trouvère toegekende +stuk getiteld: _Le meunier d'Arleux_[172]. Die meening wordt echter +door niets gestaafd, en er bestaat geen reden, om het oordeel en de +naauwkeurigheid van DINAUX zonder nader bewijs te vertrouwen[173]. + +Maar behoort dan werkelijk dat gedicht »in allen gevalle tot de XIIIe +eeuw”? Hoe stellig die verzekering ook moge klinken, zij mist toch +allen grond. Zoowel de inhoud als de stijl van het stuk[174] schijnt +eer naar het laatste vierendeel der twaalfde eeuw te verwijzen. Als ik +mij niet bedrieg, heeft het verschillende familietrekken gemeen met +sommige branches van den _Roman du Renard_, vooral met br. 20_a_. De +overeenkomst van taal b.v. springt vooral in het oog, en ik wijs hier +slechts op de uitdrukking »por le cor bieu,” vs. 354, 860, 863, die wij +ook in br. 20_a_ aantroffen[175]. + +Dat de schrijver met de dierensage bekend was, mag men opmaken uit de +omstandigheid, dat hij aan een zijner personaadjes laat toevoegen, vs. +355: + + Tu sambles miex leu qu'autre beste, + De bras, de jambes et de teste; + +hetgeen op eene merkwaardige wijze herinnert aan de plaats uit GUIBERT +DE NOGENT, vroeger aangehaald[176]. + +Voor die bekendheid pleit ook de naam van den _vilain_ naar wien het +geheele fablel genoemd is, _Constant_, met den bijnaam _du Hamel_. +_Constant_ toch is de generieke naam voor de dorpers die eene rol in den +franschen _Renart_ spelen. + +In de 5e (3e) branche heet hij _Constant des Noes_, vs. 1274, en evenzoo +in de 19e (15e), vs. 8623; en de persoon zoowel als zijn rijkdom schijnt +algemeen bekend geweest te zijn, daar er in de 26e (20e) branche, vs. +15328 gesproken wordt van + + Un vilain + Plus que Constanz des Noes riches. + +In de 4e (2e) branche, vs. 1190, heet hij: + + Mesire Constans des Granges, + Uns vavasors bien aaisiez. + +Ook in het fablel _La vache au prestre_, bij MÉON, tom. III, Pag. 25, +vs. 31, komt die naam voor[177]. + +Meestal houdt men het er voor, dat de toenaam ontleend is aan den naam +van het dorp waar die Constant leefde. Zoo denkt GRIMM aan »_les Noes_, +ein alter ort in Champagne”[178]. DINAUX zoekt evenzoo in den naam _du +Hamel_ dien van »une ancienne commune sur les confins de l'Artois et du +Cambrésis”[179]. + +Hier is het tegendeel duidelijk te bewijzen, daar het vs. 497 heet: + + Tant qu'il entra enz où _hamel_. + +Uit den samenhang blijkt duidelijk, dat hier niet gedacht kan worden aan +een »village, hameau bâti au milieu des champs,” zoo als ROQUEFORT het +woord vertaalde; maar wel aan eene »habitation, petite ferme, maison de +campagne seule dans les champs”[180]. Ik kies deze woorden, omdat het +die zijn, waarmede ROQUEFORT het woord _mesnil_ verklaart, en dat woord +in de 5e (3e) branche gebezigd wordt ter nadere aanduiding van Constants +vrouw, die aldaar heet, vs. 1621: + + La bone dame del mesnil. + +Wat nu den toenaam _Des Noes_ aangaat, ook die behoeft niet noodzakelijk +aan een plaatsnaam ontleend te zijn. _Noes_ of _noue_ vertaalt ROQUEFORT +door »eaux stagnantes, terrain bas et creux où l'eau séjourne; terres +nouvellement mises en prés, pâturage ou prairie marécageuse.” Het komt +dus geheel overeen met ons _Maerlant_[181], en _Constant_ kan even goed +naar het terrein dat hij bewoonde zijn genoemd, als naar zijne woning. +En blijkbaar is er slechts één persoon gemeend, die beurtelings heet +_des Noes (du Mesnil), des Granges_ of _du Hamel_, van welke namen de +drie laatste in beteekenis niet veel verschillen. + +Men ziet daaruit, dat het fablel door SERRURE als bewijs aangehaald, +geschreven schijnt in den tijd waarin verschillende, en daaronder van +de oudste, branches van den _Renart_ vallen, hetgeen veeleer naar de +laatste helft der twaalfde dan naar de dertiende eeuw verwijst. + +Ook het gedicht _Du provoire qui menga les mores_ (LE GRAND D'AUSSY, +tom. I, pag. 26*), waar in vs. 62 »la feme au prestre” voorkomt, is van +geen jonger oorsprong, daar de dichter zelf verklaart dat hij het aan +een voorganger, GUERINS, ontleent. + +Dit alles te samen trekkende, komt het ons nog altijd voor, dat de +vlaamsche _Reinaert_ tot de laatste jaren der twaalfde eeuw mag en moet +gebracht worden. + +Wij mogen intusschen geene vraag achterwege laten, wier beantwoording +licht over ons onderwerp kan verspreiden. + +_Reinaert_ vs. 3347 (3367) wordt gewaagd van + + Botsaerde, sconinx clerc: + Dat was hi, die hantwerc + Bet conste dan iemen die daer was. + Botsaert plach emmer dat hi las + Die lettren, die te hove quamen. + +GRIMM gist, dat »damit vielleicht auf einen Bochard von Avesnes gezielt +wird, der um 1218 starb”[182]. + +'t Is waar, Bouchard van Avesnes was _clerc_, en in zijne jeugd beroemd +om zijne geleerdheid[183], en toch is 't niet mogelijk dat hij bedoeld +kan zijn; want niemand zijner vrienden zelfs wist dat hij te Orleans tot +den geestelijken stand was overgegaan; en toen dit omstreeks 1214 bekend +werd, had hij te veel roem als wereldlijk ridder verworven, en bleek hij +_een te groot zondaar_, daar hij den geestelijken stand ontloopen was, +om nog als een wijze en geleerde klerk te worden voorgesteld. + +Bij het vermelden van Bouchards naam mocht iemand wellicht eenige +overeenkomst vermoeden tusschen zijne geschiedenis en enkele trekken uit +het laatste gedeelte van den _Reinaert_; maar bij eenige oplettendheid +zal die overeenkomst in rook verdwijnen. + +Bouchard had den geestelijken stand verzaakt, en was met de vlaamsche +gravendochter gehuwd. Paus INNOCENTIUS III leî hem tot boete op een +pelgrimstocht naar Jerusalem te doen, en de gravin weêr aan hare +bloedverwanten terug te geven. Bouchard volbracht het eerste deel van +dat bevel; maar toen hij zijne vrouw en twee zonen terugzag, zegt men +dat hij uitriep, zich liever in stukken te laten houwen dan het offer te +volbrengen. Door den paus in den ban gedaan, kwam hij later in handen +der wereldlijke macht, en werd in 1218 te Rupelmonde onthoofd. + +Ook Reinaert geeft althans voor »in vollen seende” gebannen te zijn, vs. +2718 (2738) omdat hij Isengrijn geholpen had in het vaarwel zeggen van +den geestelijken stand, bij zijne vlucht uit het klooster: daarom is hij +»in spaeus ban,” vs. 2700 (2720), en hij wil naar Rome en »over see” om +aflaat. Ook het terugzien van zijne vrouw en twee zonen schijnt hem van +het opgevatte voornemen af te brengen, en hij besluit 's konings wraak +te trotseren. + +Moet men niet erkennen, dat de overeenkomst tusschen het gedicht en de +geschiedenis van Bouchard van Avennes hoogst gering is, waar de schijn +van overeenkomst alleen geboren wordt als men alle karakteristieke +bijzonderheden over het hoofd ziet? Ik voor mij aarzel geen oogenblik, +alle toespeling op Bouchard van Avennes als hersenschimmig terug te +wijzen, en als het meest waarschijnlijk aan te nemen, dat de vlaamsche +_Reinaert_ tusschen de jaren 1180 en 1190 is ontstaan, gedurende de +regering van Filips van den Elzas, aan wiens tijd de geheele toon van +het stuk over het algemeen herinnert. + +Wil men volstrekt in den kapellaan Botsaert een historischen naam zien, +dan vraag ik, of het niet de bisschop van Kamerijk van dien naam kan +wezen, die tot op het jaar 1133 den bisschoppelijken zetel bekleedde, en +herhaaldelijk in de diplomata bij MIRÆUS voorkomt? + + * * * * * + +Thans moeten wij nog kortelijk onderzoeken, of uit het gedicht zelf +geene aanwijzing te putten is, waar het werd geschreven. GRIMM was +reeds getroffen door de »ganz flandrische färbung”[184] die er de +eigenaardigheid van uitmaakt; op zijne vraag, of de mnl. dichter »die +schon in seinem original vorfand, oder aus einheimischer tradition der +thiersage hineinbrachte”? hebben, zoo ik hoop, de voorgaande bladzijden +het antwoord gegeven. + +Maar in welk gedeelte van Vlaanderen ontstond dat uitstekend kunstwerk? +SNELLAERT zegt: »Geheel het gedicht, zoowel het eerste als het tweede +boek, moet in West-Vlaenderen zyn opgesteld”[185]. Met betrekking tot +het gedeelte dat ons hier bezig houdt, haalt hij ten bewijze van den +west-vlaamschen tongval aan de woorden _eeke_, _wulf_, _ghi dinct_ en +_vroet_[186]. Maar is die uitspraak alleen aan West-Vlaanderen eigen? +Mij dunkt, de oude schrijvers beantwoorden die vraag ontkennend. Er is +echter meer. Zou een West-Vlaming het tooneel van zijn gedicht zoo bij +voorkeur in Oost-Vlaanderen gelegd hebben? Zou hij met zulke voorliefde +van het »soete lant van Waes” (vs. 2263) gesproken hebben? Hulsterloo, +Absdal, Besele[187] liggen alle in dit »oostende van Vlaendren;” Hyfte, +»thans geen dorp meer maer een gehucht by Desteldonk en Loochristy,” +dat met Gent genoemd wordt, pleit evenzeer voor Oost- en niet voor +West-Vlaanderen, zoowel als de abdij van Elmare, waar de wolf monnik zou +worden. Is dit alles niet veel eer geschikt om de stelling aannemelijk +te maken, dat ons gedicht op dien bodem is ontstaan? + +Wie de schrijver was, zal wel immer een geheim voor ons blijven, tenzij +eenmaal de _Madoc_ werd terug gevonden, waaruit ons misschien eenig +licht over zijn persoon mocht opgaan. Thans weten wij alleen, dat hij +WILLEM heette, vroeger nog een gedicht had vervaardigd, wellicht »vele +boeke,” en dat hij den _Reinaert_ op verzoek eener hoofsche vrouwe heeft +gedicht. + +Het is te betreuren, dat er niet meer licht over zijne persoonlijkheid +kan worden verspreid, daar hij zeker de voortreffelijkste dichter mag +genoemd worden, die het graafschap Vlaanderen heeft opgeleverd; een +dichter, begaafd met eene scheppende fantazie, en toegerust met een +smaak zoo als maar zelden in de middeneeuwen, althans op het gebied van +onze letterkunde, gevonden wordt. + +__________ + +VOETNOTEN + +[1] _Reinhart Fuchs_, p. CL en CLXIII. + +[2] Zie ROTHE, _Les Romans du Renard examinés, analysés et comparés_, +pag. 62 suiv. + +[3] I Dl., bl. 185-189. Verg. ook III Dl., bl. 584. + +[4] _Geschiedenis der Letterk. in het Graefschap Vlaenderen_, bl. 143. + +[5] T. a. p. bl. 148-149. + +[6] Ik reken hier de uitgave van SNELLAERT niet eens meê, die slechts +een herdruk van dien van WILLEMS is. + +[7] _Denkmäler altniederl. Sprache und Litteratur_, I, XXIX. + +[8] _R. F._, pag. CLIV. + +[9] _Denkmäler_, I, XLII in verband met XXXIV. + +[10] Over de uitlatingen zie men de kollatie bij onzen tekst. GRIMM +neemt er ook achter 2470 (2494) eene aan (_R. F._, p. CLIV en 281), en +werkelijk vindt men in de omwerking vier regels meer; maar het is niet +waarschijnlijk dat zij ook in het ouder gedicht gestaan hebben, waar aan +den zin niets ontbreekt. + +[11] _R. F._, bl. CXLIX. + +[12] _R. F._, bl. CLIV. + +[13] _R. F._, bl. CLIV: „Die vocalverhältnisse, womit es kaum eine mnl. +hs. genau nimmt, habe ich nach grammatik und reimen festgesetzt.” + +[14] _Reinaert de Vos_, Voorbericht, bl. VIII. + +[15] Voorbericht, bl. VII. + +[16] Tweede uitgave, Nabericht, bl. 353. + +[17] „De drukfouten en verbeteringen, door W. aangegeven, zyn, op de +behoorlyke plaetsen, de eenen geweerd, de anderen tusschen de noten +ingevoegd. Hier en daer heb ik gemeend voor W. te moeten handelen +namelyk.... op de vs. 1123, 1965, 3078.” Zoo leest men t. a. pl. (Ik +bepaal mij tot den tekst van het oudste gedeelte.) Maar ook SNELLAERT +schijnt niet zonder overhaasting te werk gegaan te zijn, want de +verbetering op vs. 2091 door WILLEMS zelf aangegeven, „_bockine_, lees +_hoekine_, dat is _bokjens_, en vergelyk MEYER'S _Leven van Jesus_, bl. +336,” is vergeten op te nemen in de nieuwe uitgave. Zoo had ik gewild +dat ook verbeterd waren de volgende stootende drukfouten: 1187 _leiden_ +(_beiden_), 1377 _vermerrende_, 1449 _en allen_, 1965 _dine[n] oge_, +om van andere minder in het oog vallende niet te spreken. Stilzwijgend +heeft SNELLAERT nog verbeterd 2252 _bi_ in _hi_, 2548 _wancost_ in +_wanconst_; maar ook 861 _Dar_ in _Daer_, hetgeen blijkbaar _Dat_ had +moeten zijn. + +[18] _Reinaert_, Inleiding, bl. XXXI. + +[19] _Rechts Alterthümer_, bl. 14 vlgg. Zie ook NOORDEWIER, _Nederd. +Regtsoudheden_, bl. 4-5. + +[20] Daaruit zou men mogen opmaken dat ook in de volgende plaatsen +werkelijk een regel is uitgevallen: 1075 _wale_, (....), _tale_, _wale_; +1085 _daghe_, _saghe_, (....), _maghe_; 1161 _Reinaert_, (....), +_vaert_, _Reinaert_; 1861 _Bruneel_, (....), _butseel_, _Rosseel_; +en dat het niet zijn „blykbaer drieregelige rymen, dergelyke men by +onze ouden op meer plaetsen ontmoet,” zoo als WILLEMS aannam in het +voorbericht op den _Reinaert_, bl. IX en ikzelf ook vroeger beaamde, +_Mnl. Versbouw_, bl. 170. + +[21] Slechts op één punt ben ik daarvan afgeweken, namelijk in plaats +van het pleonastische aanwijzend voornaamwoord _die_ achter het +zelfstandig naamwoord, heb ik naar den mnl. regel het persoonlijke +voornaamwoord gesteld, b.v. 107 Tibert die [hi] wart gram; 1079 sine +herte die [soe] es; 1914, 1964, 2628 (2652), 2732 (2772), 2795 (2815), +2999 (3019), 3093 (3113), 3352 (3372). Zoo heeft het hs. naar den regel: +1246 _hi was gheraect_; 1644 _si riepen_. + +[22] _R. F._, pag. CLV. + +[23] Waar geen letter voor de lezing staat komt zij zoowel in het +Comburgsche hs. (C) of bij GRÄTER, als in de uitgaven van GRIMM en +WILLEMS voor. Gr. beteekent de uitgave van GRIMM, W. die van WILLEMS. +Waar des laatsten voorletter ontbreekt is de verbetering reeds door hem +aangebracht. + +[24] _Reinaert_, Inleiding, bl. XXVI-XXVIII. + +[25] Zie het facsimile, dat KAUSLER met de wellevendste bereidwilligheid +voor mij deed vervaardigen. + +[26] C. heeft, gelijk wij zagen: _die vele bouke maecte_; maar KAUSLER +zegt, _Altniederl. Denkm._, Th. I, s. XLII: „Die Worte _vele bouke_ sind +von einer spätern Hand an die Stelle eines ausgekratzten Wortes gesetzt, +das, wie deutlich zu erkennen ist, kürzer war als die Interpolation, +weshalb auch der Raum für diese nicht ganz reichen wollte.” Men ziet dit +ook duidelijk in ons facsimile. Ik geef daarom in mijn tekst de voorkeur +aan de lezing van den omwerker, waarvoor ook andere redenen pleiten; zie +mijne _Geschied. der Mnl. Dichtk._, I Dl., bl. 189. In plaats van het +_die Madock maecte_ van den omwerker, heb ik gesteld _die den Madoc +maecte_, nadat ik naauwkeurig op het handschrift had uitgemeten dat het +enkele woord _Madoc_ de plaats van het uitgewischte niet aanvulde, die +juist wordt ingenomen door de woorden _dē Madoc_, in het schrift van den +codex. + +[27] Ik behoef wel niet te zeggen, dat ik herroep de geheele redenering +die ik vroeger op den tekst van GRIMM en WILLEMS bouwde, _Gesch. der +Mnl. Dichtk._, I Dl., bl. 191; gelijk ik alles terug neem wat daar over +dit onderwerp staat, voor zoover het in strijd is met de rezultaten van +mijn vernieuwd, dieper onderzoek, die ik in deze inleiding heb +neêrgelegd. + +[28] Evenzoo heeft men een dubbel begin _Floris ende Blanc._ vs. 1 en +28; maar de eerste 34 verzen van dat gedicht zijn waarschijnlijk het +werk van een afschrijver. + +[29] _R. F._, pag. CVIII. + +[30] Verg. ROTHE, _Les Romans du Renard_, pag. 63. + +[31] Inleiding, bl. XLVI. + +[32] Uitgegeven onder den titel: _Sendschreiben an_ KARL LACHMANN, +_ueber Reinhart Fuchs_, Leipzig 1840. + +[33] Inleiding, bl. XXXV. + +[34] Inleiding, bl. XXXV. + +[35] Bl. XXXIV. Vergelijk ook zijn Voorbericht, bl. VIII. + +[36] _R. F._, pag. CLI. + +[37] Inleiding, bl. XXXI. + +[38] Zie zijne _Geschiedenis der Letterkunde in het graefschap +Vlaenderen_, bl. 147. + +[39] Verg. mijne _Gesch. der Mnl. Dichtk._, III Dl., bl. 358-359, in +verband met bl. 361-363. + +[40] GRIMM heeft uit de beteekenis van den naam Reinaert (Raginohard), +het vermoeden afgeleid, „dass die thierfabel vom fuchs und wolf den +Franken bereits im 4. 5. 6. jh. bekannt war” (_R. F._, pag. CCXLII). +Komt dit vermoeden niet te goede, dat reeds in de Salische wet de +vossennaam als scheldwoord vermeld staat? In den XXX titel (bij MERKEL, +pag. 17), _de conviciis_, heet het: „Si quis alterum _vulpe_ clamaverit, +120 dinarios, qui faciunt solidos 3, culpabilis iudicetur.” + +[41] Zie mijne _Geschied. der Mnl. Dichtk._, II Dl., bl. 61. + +[42] _R. F._, pag. CXCV-CXCVI. + +[43] Bij CHABAILLE, _Supplément au Roman du Renart_, pag. 1; zie ook +ROTHE, _Les Romans du Renard_, pag. 150. + +[44] FAURIEL trekt ook uit de aangehaalde regels het natuurlijk besluit, +dat „on traitait en prose des parties du cycle poétique de Renart.” +_Hist. Litt. de la France_, tom. XXII, pag. 941. Verg. ook GRIMM, _R. +F._, pag. CXXXVIII. + +[45] _R. F._, pag. CXXI. + +[46] _Les Romans du Renard_, pag. 109-110. + +[47] Later, pag. 268-269 heet het nog sterker: „Il n'est guère douteux +qu'il n'y ait eu des branches perdues entièrement et dont l'existence ne +nous est révélée que par les allusions qui se trouvent dans ce que nous +connaissons; il n'est guère douteux non plus que plusieurs des branches, +ou des parties de quelques unes des branches du _Roman de Renart_ +ne soient que des reproductions, des réminiscences de compositions +analogues antérieures, négligées et perdues dès qu'elles ont été +remplacées par les versions plus récentes. Quoique nous soyons dans +l'impossibilité de préciser exactement la date d'aucune des branches, +quelques indices nous font cependant regarder les unes comme plus +anciennes que les autres, et certes _il y en a un bon nombre qui +remontent au douzième siècle_.” + +[48] _Hist. Litt._, tom. XXII, pag. 906-907. + +[49] FAURIEL zegt er van, _Hist. Litt._, tom. XXII, pag. 891, dat het +bevat: „des recherches qui n'ont laissé à désirer que ce qu'il était +impossible de découvrir,...... une sagacité de critique qu'il est plus +facile d'admirer que d'égaler.” + +[50] GRIMM volgt eene andere verdeeling: bij hem is de 20e branche de +16e. Ik zal in het vervolg steeds de indeeling van MÉON en ROTHE volgen +en de nummers van GRIMM er tusschen haakjes bijvoegen. + +[51] _R. F._, pag. CVIII. + +[52] _Sendschreiben an_ KARL LACHMANN, pag. 64. + +[53] _Les Romans du Renard_, pag. 61. + +[54] _Hist. Litt._, tom. XXII, pag. 905. + +[55] _Les Romans du Renard_, pag. 260: „Parmi ces morceaux quelques uns +se composent distinctement de deux parties, ce qui peut faire supposer +qu'ils n'ont pas été faits d'un seul jet ni par un seul auteur, qu'une +partie a pu être écrite antérieurement à l'autre, et que le dernier +auteur n'a fait qu'une continuation, ou bien qu'il s'est borné à lier +ensemble deux compositions antérieures.” Verg. ook GRIMMS _R. F._, pag. +CL, in fine. + +[56] _Hist. Litt._, tom. XXII, pag. 940. + +[57] _L. l._, pag. 903. + +[58] GRIMM, _R. F._, pag. CIX. + +[59] GRIMM stelt, _R. F._, pag. CXL, het oude fransche origineel „bald +nach der mitte des 12 jh.,” maar ik ben overtuigd dat het veeleer ouder +is, zoo als ons ook later nog zal blijken. GRIMM zelf stelt het Mhd. +gedicht elders, _R. F._, pag. CCLV, iets ouder en wel „in das zweite, +oder doch dritte viertel des 12 jh.” + +[60] _Les Romans du Renard_, pag. 70. + +[61] _R. F._, pag. CLI: „Wenigstens hat keins der jetzt erhaltenen +franz. gedichte ansprüche darauf zu machen sein original zu sein.” +En pag. CLVI zegt hij: „WILLAM schöpfte..... eingeständig aus franz. +quelle, die uns untergegangen ist, selbst aber in der nähe des +flämischen dichters, vielleicht in franz. Flandern und Artois +entsprungen sein könnte.” + +[62] _Reinaert_, Inleiding, bl. XLII. + +[63] _R. F._, pag. CXXXIX. + +[64] _R. F._, pag. CXXXIX. + +[65] _R. F._, pag. CXLV. + +[66] _R. F._, pag. CXXVII. + +[67] _Les Romans du Renard_, pag. 261, cf. 173 suiv. + +[68] _Hist. Litter. de la France_, tom. XXII, pag. 917. + +[69] Een paar regels later heet het ook dat „Tardif les chadele.” Men +ziet dat de vaandeldrager de aanvoerder is. Dit moge een nieuw bewijs +zijn voor mijne stelling voorgedragen _Guillaume d'Orange_, tom. II, +pag. 23, noot 4. + +[70] GRIMM noemde dit reeds: „nachahmung der todten henne,” _R. F._, +pag. CXXVII. + +[71] Verg. ROTHE, pag. 183. + +[72] _R. F._, pag. CXXVIII. Verg. ook pag. CXXXVIII. + +[73] _Les Romans du Renard_, pag. 179-180. Verg. ook pag. 183. + +[74] L. c., pag. 184. + +[75] De grondfout van ROTHE bestaat daarin, dat hij geen onderscheid +maakt tusschen de twee deelen der 20e (16e) branche; vandaar, dat hij +tot een geheel verkeerd rezultaat kwam, omdat hij een verkeerden +maatstaf aanlegde bij zijne redenering. + +[76] _Hist. Litt. de la France_, tom. XXII, pag. 926. + +[77] Ziehier een paar staaltjes, die later nog met een sterksprekend +zullen vermeerderd worden. + +Pag. 898 zegt hij van onzen oudsten Reinaert: „Cette rédaction.... ne +paroît être que du XIVe siècle.... et elle ne peut guère avoir été +fondée que sur des traditions orales venues d'ailleurs.” + +Pag. 899 heet het van den oudsten mhd. tekst van GLICHESÆRE, door +GRIMM in zijn _Sendschreiben an_ LACHMANN uitgegeven: „Si ce fragment +appartient à l'ouvrage perdu de GLICHESÆRE, ou à quelque autre, c'est +un point que l'éditeur laisse dans l'incertitude(!!). Il ne dit rien +non plus de l'époque où l'on peut en supposer la rédaction(!!).” + +Wellicht was hij in de war gebracht door de noot op pag. 61 van ROTHES +werk, maar dat hij het _Sendschreiben_ zelf gelezen had durf ik stellig +ontkennen. + +Hij geeft dikwerf ROTHES opmerkingen als zijne eigene beschouwingen. Zoo +b.v. doet hij pag. 943 zien, dat het paard niet als handelende persoon +in de gedichten over Renart voorkomt, omdat de andere dieren in den +regel te paard rijden. Hetzelfde had ROTHE reeds gezegd, pag. 266. + +Over den _Couronnement_ handelende, doet hij pag. 936 zien, dat slechts +eene verkeerde opvatting dit werk aan MARIE DE FRANCE toeschrijft, maar +ROTHE had dit reeds duidelijk gemaakt, pag. 348. + +Dat de graaf van Vlaanderen, ter eere van wien de _Couronnement_ werd +geschreven, WILLEM VAN DAMPIERRE is geweest, lijdt geen twijfel, en ook +dit had ROTHE aangetoond vóór FAURIEL; maar als de laatste zegt, pag. +936, dat op het punt van zijn dood in een steekspel, de dichter „nous +en apprend quelque chose de plus que l'histoire,” dan heeft hij zijn +voorganger niet goed ingezien, die pag. 340 de plaatsen der historici +aanhaalt, waar van zijn ongelukkigen dood in een tornooi wordt gewaagd. +Hetzelfde had hij kunnen vinden in WARNKŒNIGS _Hist. de la Flandre_, +tom. I, pag. 252. En reeds de Vlaamsche Kronijk door KAUSLER uitgegeven, +zegt vs. 5845: + + Dese Willem was vul der edelheden, + Ende bleeft antierende twapenspel; + Maer harde curt het hem mesvel: + Want te Trengis in den tornoy + Waert doot ghedroomt die rudder moy, + Dies menich adde zwaer verdriet, + Dat hi dus vander weerelt sciet. + +[78] _Les Romans du Renard_, pag. 183. + +[79] GRIMM zegt, _R. F._, pag. CXXVIII: „Diese ganze branche von dem +gelben fuchs und der gestörten hochzeit scheint mir uralt.” + +[80] _Les Romans du Renard_, pag. 182, note. + +[81] _R. F._, pag. CXXI. GRIMMS onderscheiding rust hoofdzakelijk op +de opmerking, dat in het eerste gedeelte vos en wolf als oom en neef +voorkomen: in het tweede heeten zij elkander „compère.” Ik voeg er bij, +dat 353-4 Renart Isengrins hol niet kent, terwijl hij 241-336 +herhaaldelijk des wolfs woning bezocht had. + +[82] Zie GRIMM, _R. F._, pag. CXXI. + +[83] _Les Romans du Renard_, pag. 297, note 1; cf. pag. 284, note 4. + +[84] Ook nog in eene jongere branche komt deze titel voor, vs. 13939. + +[85] Zie GRIMM, _R. F._, pag. CLVIII, in fine. + +[86] Bij MÉON staat _li ors_, dat klinkklare onzin is. + +[87] _Les Romans du Renard_, pag. 174-175. + +[88] _R. F._, pag. CXXVI. + +[89] In een enkel handschrift is ook de 19e nog door eenige +overgangsregels aan de 18e verbonden, zie ROTHE, pag. 285, note 1. + +[90] _Reinaert_, Inleiding, bl. XLII-XLIII. + +[91] De overeenkomst is niet geheel letterlijk, maar 't schijnt +ontwijfelbaar dat de afschrijver hier knoeide, zoo als de rijmen en onze +varianten uitwijzen. + +[92] Zoo b.v. ook GARIN, II, pag. 26: + + Plévissez-moi, li Allemans Oris, + Et vous Girars _etc._ + +Pag. 69: + + Venez avant, li fis au duc Hervin, + Tenez ma nièce. + +[93] GRIMM, _R. F._, pag. CXLI. + +[94] Boven, bl. LIII-LXI. + +[95] Dezelfde eigenaardigheid treft men aan in de branches 20_a_-_b_ en +21-22; niet in 19. + +Hetzelfde verschijnsel heeft ook ALF. ROCHAT opgemerkt in den +_Percheval_ van CHRESTIENS DE TROIES; zie zijn boek getiteld: _Ueber +einen bisher unbekannten Percheval li Galois_, pag. 179. + +[96] ROTHE, _les Romans du Renard_, zegt pag. 184: „Plusieurs +considérations portent à faire regarder la vingtième branche comme la +principale de toutes les rapsodies sur le sujet du Renard, comme le +noyau du cycle, pour ainsi dire.” + +[97] Men lette op vers 648, waar het heet: _so men mi seide_. + +[98] Wellicht is echter dit en het voorgaande vers een inschuifsel. + +[99] _Les Romans du Renard_, pag. 176. + +[100] _R. F._, pag. CLII. + +[101] L. l. Zie ook WILLEMS, _Reinaert_, bl. 90, in de noot op vs. 2247. + +[102] Zie mijne _Geschied. der Mnl. Dichtk._, I D., bl. 139. + +[103] Ook in de branche die het derde deel van MÉON opent, komt +hetzelfde denkbeeld, hoewel gewijzigd, voor. + +[104] _R. F._, pag. CXXXII. + +[105] Boven, bl. XXXVII. + +[106] Boven, bl. XXXVIII. + +[107] Verg. ROTHE, l. l., pag. 122. + +[108] Verg. GRIMM, _R. F._, pag. LXXIV. + +[109] Het gebeurde met den wolf, vs. 10157-10166, houd ik voor een +jonger toevoegsel, dat niet veel beteekent; ik kan dit niet met GRIMM, +_R. F._, pag. CXXXIX, onder de „treffenden zügen” rekenen. + +[110] _Rijmkronijk van Vlaenderen_, uitg. door KAUSLER, vs. 3384. + +[111] Zie de aangehaalde _Rijmkronijk_, pag. 137 volg. + +[112] Verg. Dr. C. HOFMAN, _Ueber ein Fragment des Guillaume d'Orange_, +pag. 42. + +[113] Zoo b.v. branche 20_b_, vs. 11607: + + Dou poing li done tel bufet, + Del cul li fet saillir un pet. + +[114] Verg. GRIMM, _R. F._, pag. LXXIV-LXXV. + +[115] Dat de 9e branche eene omwerking is blijkt vs. 3260, waar het +heet: + + Si con nos trovons en l'estoire. + +[116] Vs. 1498 echter, waarin gezegd wordt dat men + + Waende dat die duvel ware, + +herinnert bepaaldelijk aan de fransche branche. Het vastbinden aan het +klokkenzeel herinnert aan de 28e branche, waar Reinaert hetzelfde met +Tibert doet. + +[117] In de 28e branche zegt R., vs. 20504: + + Ge vois ou bois de _veneroi_, + +dat is, zoo als ROTHE (p. 217) terecht zegt: „aunaie, lieu planté +d'aunes, autrefois appelés _vernes_.” Zou ons _Vermendois_ ook aan +eene verwisseling met _veneroi_ kunnen doen denken? Ik acht dit noch +aannemelijk noch waarschijnlijk. + +[118] _Les Romans du Renard_, pag. 137. + +[119] De 9-10e branche heeft zeer merkwaardige punten van overeenkomst +met 20_a_. Zij schijnt in Artois geschreven (vs. 3827), de dichter +zweert bij _le cuer bé_, vs. 4641, 4573. Intusschen heet de wolf daar +niet _Ysengrin_, maar _Primaut_. Dat in het oudere stuk, waarop vs. +3260 verwezen wordt, echter Ysengrin de hoofdrol vervulde, is zeer +waarschijnlijk. Nog in de omwerking, vs. 3545, noemt Primaut Hersent +_ma fame_, waarmeê ROTHE (pag. 134) geen weg wist. Zeer duidelijk blijkt +de waarschijnlijkheid onzer stelling ook nog uit eene andere plaats. Vs. +4555 heet het bij MÉON: + + Vers la forez s'en va _le cors_: + +de daarop volgende regel, + + Si a trouvé Renart _le rous_, + +leert dat het eerste rijmwoord moet zijn niet _le cors_, maar _li cous_; +en dit is de gewone bijnaam van Ysengrin, die op Primaut niet van +toepassing is. Ook in branche 23 (18) zegt de wolvin, vs. 13321: + + Sire Ysengrin............ + Or te pués vengier de ton pié, + +en dit is juist eene toespeling op een verhaal uit de 9-10e branche. +Merkwaardig is het intusschen, dat ook hier de naam Primaut met dien +van Ysengrin verwisseld wordt, b.v. vs. 13287, 13366, 13375. Dat er ook +overeenkomst in andere uitdrukkingen tusschen beide branches is zagen +wij boven (bl. LXVI). + +[120] _R. F._, pag. CLIX-CLX. + +[121] Zie de plaatsen bij MÉON, tom. I, pag. V, en bij GRIMM _R. F._, +pag. CXCVII-CXCVIII. + +[122] Bij GRIMM, _R. F._, pag. CXCVIII. + +[123] _R. F._, pag. CXXXIX. + +[124] _Reinaert_, _Inleiding_, bl. XL. + +[125] _Hist. Litt. de la France_, tom. XXII, pag. 907. + +[126] PAULIN PARIS, _Les Manuscrits françois_, tom. III, pag. 95-96. + +[127] Zie _Hist. Litt. de la France_, tom. XV, pag. 100. + +[128] _Les Manuscrits françois_, tom. III, pag. 102. + +[129] L. l., pag. 107. + +[130] Verg. mijne _Geschied, der Mnl. Dichtk._, II Dl., bl. 427-432. + +[131] Onmogelijk kan de _Alexander_ eerst tusschen 1180 en 1184 +geschreven zijn, zoo als dit heet in de _Hist. Litt. de la France_, tom. +XV, pag. 121, 122, 163. Als met de _Isabella_, die in dat gedicht een +verciersel voor Alexanders tent borduurt, gelijk men meent werkelijk de +dochter van Boudewijn van Henegouwen bedoeld is, die in 1180 met den +franschen koning Filips-Augustus huwde, dan schijnt dit latere omwerking +of interpolatie te verraden. + +[132] _Les Manuscrits françois_, tom. III, pag. 101. + +[133] Aangehaald bij GRIMM, _R. F._, pag. CXCVII. + +[134] GRIMM noemt de 5e (3e) branche terecht „vortreflich erzählt,” (_R. +F._, pag. CXXII), en ik begrijp niet hoe ROTHE kon zeggen (pag. 127): +„Le récit est un peu traînant.” + +[135] _Les Romans du Renard_, pag. 140. + +[136] _Supplément au Roman de Renart_, pag. 1; verg. ROTHE, pag. 150. + +[137] _R. F._, pag. CXXXIX. + +[138] _Hist. Litt. de la France_, tom. XXII, pag. 908, 909, 910, 911. + +[139] _R. F._, pag. CXLI. + +[140] Zie mijn _Guillaume d'Orange_, tom. II, pag. 178. + +[141] T. a. p., pag. 160. + +[142] Daar heet het, vs. 892, bij HOFFMANN, _Ueber ein fragment des +Guillaume d'Orange_, s. 36: + + Loeys fu à Paris sa maison: + Là se deduist à guise de bricon. + N'ot aveuc lui ne conte ne baron, + Ne duc ne prince, chevalier ne garson + Qui le [Que l'en?] prisast valissant un bouton. + ........................ + Les frans linages ot arrière boutés, + Et de sa terre et de sa cort osté, + Et des estranges ot-il fait ses privés: + Malvais conseil li ont tous jors doné, + Et son avoir et tolu et emblé; + Et si baron l'ont trestout adossé, + Que nus ne'l sert à Pasques n'à Noel, + Et sor tout chou li est mal encontré. + +[143] Ook in de _Chanson d'Herviz de Metz_ komt dezelfde uitdrukking +voor, zie _Hist. Litt. de la France_, tom. XXII, pag. 596. + +[144] _Guillaume d'Orange_, tom. II, pag. 185. + +[145] Verg. GRIMM, _R. F._, pag. CXLI. + +[146] VON RAUMER, _Gesch. der Hohenstaufen_, II, pag. 319. + +[147] MEYERUS, _Annal. Flandriae_, Lib. VII, pag. 60. + +[148] _Reinaert_, Inleiding, pag. XVI. + +[149] _Gesch. der Mnl. Dichtk._, I Dl., bl. 192-198. + +[150] _Reinaert_, Inleiding, pag. XXXIII-XXXIV. + +[151] _Gesch. der Letterk. in het Graefschap Vlaenderen_, pag. 143. + +[152] Aanteekening op vs. 2957, pag. 120 zijner uitgave. + +[153] Zie GRIMM, _R. F._, pag. CLIX. + +[154] Aanteekening op vs. 2737, pag. 111 zijner uitgave. + +[155] T. l. a. pl. + +[156] _R. F._, pag. CLIX. + +[157] _Reinaert_, Inleiding, pag. XXXV. + +[158] Zie overigens GRIMM, _R. F._, pag. CLX. + +[159] _Reinaert_, Inleiding, pag. XXXVI-XXXVII. + +[160] _Gesch. der Mnl. Dichtk._, I Dl., bl. 193 vlg. + +[161] _Gesch. der Letterk. in het Graefschap Vlaenderen_, pag. 142. + +[162] Zie mijne _Geschied. der Mnl. Dichtk._, I Dl., bl. 193, noot 2. + +[163] _Corpus Chronicorum Flandriae_, tom. I, pag. 709. + +[164] L. l., pag. 709. + +[165] Zie het verlof daartoe in mijne _Geschied. der Mnl. Dichtk._, I +Dl., bl. 194, noot 1. + +[166] Werkelijk ontbrak het toen in Vlaanderen niet aan valsche munters. +MEYERUS verhaalt, hoe Boudewijn Hapkin in 1111 allerlei misdadigers +strafte, onder anderen ook „adolescens quidam nobilis,” die beesten +gestolen had; „hunc arreptum una cum _duobus falsis monetariis_ in +ferventem tinctoris lebetem dedit praecipitem.” + +[167] _Reinaert_, Inleiding, bl. XXXV-XXXVI. Verg. mijne _Geschied. der +Mnl. Dichtk._, I Dl., bl. 192-193. + +[168] _Geschied. der Letterk. in het Graefschap Vlaenderen_, pag. 141. + +[169] WARNKÖNIG, _Histoire de la Flandre_, tom. I, pag. 203-204. + +[170] _Reinaert_, Inleiding, pag. XXXIX; verg. mijne _Geschied. der Mnl. +Dichtk._, I Dl., bl. 194. + +[171] _Gesch. der Letterk. in het Graefschap Vlaenderen_, pag. 143. + +[172] _Trouvères Artésiens_, pag. 150 en 154. + +[173] Een enkel, maar doorslaand bewijs. In hetzelfde werk, pag. +293-299, schrijft hij, op voorgang van BARBAZAN en LE GRAND D'AUSSY, +acht gedichten toe aan zekeren JEHAN DE BOVES, die, volgens den tekst +van een dier gedichten zelf, er blijkbaar de schrijver _niet_ van was. + +In het fablel _des deux Chevaux_, bij BARBAZAN-MÉON, tom. III, pag. 197, +lezen wij: + + Cil qui trova de Morteruel, + Et del mort vilain de Bailleul, + +en dan volgt de verdere opsomming der stukken aan JEHAN DE BOVES +toegekend, waarop het dan verder heet: + + (Cil) + D'un autre fablel s'entremet, + Qu'il ne cuida jà entreprendre; + Ne por mestre Jehan reprendre + De Boves, qui dist bien et bel, + N'entreprent-il pas cest fablel, + Quar assez sont si dit resnable; + Mès qui de fablel fet grant fable + N'a pas de trover sens legier. + +Dit kan nu wel niets anders beteekenen dan dit: „Hij, die de acht +opgenoemde stukken geschreven heeft, waagt zich aan een ander gedicht, +dat bij nooit gedacht had te zullen maken. Hij doet dit niet om het +meester JEHAN DE BOVES te verbeteren (die dus blijkbaar hetzelfde +onderwerp reeds behandeld had), want zijne sproken (_dit_) zijn vol pit; +maar die zich op dichten toelegt kan niet altijd eene nieuwe stof vinden +(_trover_).” + +DINAUX haalt alleen de vier eerste verzen aan (pag. 295), en wel om te +bewijzen, dat de dichter „lui-même se rend assez ingénûment justice”! +Buitendien vergeet hij zelfs van het vijfde der in die inleiding +vermelde gedichten te gewagen. + +Wie nu de schrijver dier stukken is, weten wij niet, daar zijn naam met +voordacht uit den codex door MÉON gevolgd schijnt te zijn weggelaten, +zoo als blijkt uit den aanhef van het stuk _Dou lou et de l'oue_, l. l., +pag. 55, en evenzeer uit dien van _Brunain la vache au prestre_, l. l., +pag. 25. + +DINAUX' geheele redeneering op bl. 150 is ook eenvoudig maar uit LE +GRAND D'AUSSY overgenomen, _Fabliaux ou Contes_, 3 éd., tom. IV, pag. +256, en wel met overhaasting. LE GRAND zegt van de vrouw des priesters: +»Dans le fabliau _du curé qui mangea des mûres_, il a été fait mention +aussi de ces femmes de prêtres. Celle dont il s'agit ici (in den +_Constant du Hamel_), quelques vers plus bas, est nommée _la +prêtresse_.” DINAUX zegt: „Ce n'est point seulement dans ce fabliau +qu'il est question des femmes des prêtres de cette époque; dans celui +intitulé, _le curé qui mangea des mûres_, cette même singularité se +représente, _et comme ici_, la femme du prêtre est appelée prêtresse.” +Intusschen komt in 't stuk _du Curé_ etc., in de _Choix et extraits_ +achter LE GRANDS eerste deel, pag. 26, de uitdrukking niet voor. Dit is +eene kleinigheid, maar men leert er de slordigheid van dat werk uit +kennen. + +[174] Bij BARBAZAN-MÉON, tom. III, pag. 296-326. + +[175] Zie boven, bl. LXVI. + +[176] Boven, bl. XLIV. + +[177] Daar heet de priester dien naam te dragen, maar de plaats schijnt +niet geheel zuiver, en waarschijnlijk is er de vilain meê bedoeld. +Dezelfde dichter kende ook den naam _Gombert_, die in de 19e en 20e +branche van _Renart_ voorkomt, zie boven, pag. LXXXVI. + +[178] _R. F._, pag. CXLV. + +[179] _Les Trouvères Artésiens_, pag. 149. + +[180] Het is duidelijk ons _ham_, bij KILIAEN: domus, habitatio, maar +dat ook, even als het fransche _hameau_, de beteekenis van dorp of +gehucht gekregen heeft; verg. NOORDEWIER, _Regtsoudheden_, bl. 210. + +[181] Zie mijne _Geschied. der Mnl. Dichtk._, III Dl., bl. 9-10. + +[182] _R. F._, pag. CCLVIII. + +[183] Verg. WARNKÖNIG, _Hist. de la Flandre_, tom. I, pag. 240. + +[184] _R. F._, pag. CLVI. + +[185] _Reinaert_, 2e druk, Nabericht, bl. 356. + +[186] _Vroet_, vs. 1899, verklaart hij door _verwoed_, _dol_; maar hoe +zulk eene verklaring hier in den samenhang past, is mij volstrekt +onbegrijpelijk. + +[187] GRIMM meende, _R. F._, pag. CLVII, ten onrechte, dat STOKE, II +Dl., pag. 229, 238, 249, dezelfde plaats _Barsele_ noemde: de +hollandsche schrijver heeft blijkbaar _Borselen_ op 't oog. + + + + +VANDEN VOS REINAERDE. + + +VANDEN VOS REINAERDE. + + + WILLEM, die den Madoc maecte, + Daer hi dicke omme waecte, + Hem vernoyede so haerde, + Dat davonturen van Reinaerde + In Dietsce onghemaket bleven, 5 + (Die hi hier hevet vulscreven) + Dat hi die vite dede soeken, + Ende hise naden walscen boeken + In Dietsce dus hevet begonnen. + God moete ons siere hulpe onnen! 10 + Nu keret hem daer toe mijn sin, + Dat ic bidde in dit beghin, + Beide den dorpren enten doren, + Oft si comen daer si horen + Dese rime ende dese wort, 15 + Die hem onnutte sijn ghehort, + Dat sise laten ombescaven. + Te vele slachten si den raven, + Die emmer es al even malsc: + Si maken sulke rime valsc, 20 + Daer si niet meer af en weten + Dan ic doe, hoe dat si heten, + Die nu in Babilonien leven. + Daetsi wel, si souts begheven. + Dan segghic niet dor minen wille; 25 + Mijns dichtens ware een ghestille, + Ne hads mi ene niet ghebeden, + Die in groter hoveschede + Gherne keret hare saken: + Soe bat mi, dat ic soude maken 30 + Dese avonture van Reinaerde. + Al begripic die grongaerde + Ende die dorpren entie doren, + Ic wille dat die ghene horen, + Die gherne pleghen der ere, 35 + Ende haren sin daer toe keren, + Dat si leven hoofschelike, + Sijn si arem, sijn si rike, + Diet verstaen met goeden sinne. + Nu hort, hoe ic hier beghinne. 40 + Het was in enen Sinxendaghe + Dat beide bosch ende haghe + Met groenen loveren waren bevaen: + Nobel, die coninc, hadde ghedaen + Sijn hof craieren over al, 45 + Dat hi waende, hadde hijs gheval, + Houden te wel groten love. + Doe quamen tes coninx hove + Alle die diere, groot ende clene, + Sonder vos Reinaert allene. 50 + Hi hadde te hove so vele mesdaen, + Dat hire niet ne dorste gaen: + Die hem besculdich kent ontsiet. + Also was Reinaerde ghesciet; + Ende hier omme scuwedi sconinx hof, 55 + Daer hi in hadde cranken lof. + Doe al dat hof versamet was, + Was daer niemen, sonder die das, + Hine hadde te claghene over Reinaerde, + Den fellen metten roden baerde. 60 + Nu gaet hier up ene claghe. + Isengrijn ende sine maghe + Ghinghen vor den coninc staen. + Isengrijn begonste saen + Ende sprac: »Coninc here, 65 + Dor edelheit ende dor ere, + Dor recht, ende dor ghenade, + Ontfermt u miere scade, + Die mi Reinaert heeft ghedaen, + Daer ic af dicke hebbe ontfaen 70 + Groten lachter ende verlies. + Vor al dandre ontferme u dies, + Dat hi mijn wijf hevet verhoert, + Ende mine kindre so mesvoert, + Dat hise besekede, daer si laghen, 75 + Datter twee noint meer ne saghen, + Ende si worden staerblint: + Nochtan honedi mi sint. + Het was sint so verre comen, + Datter een dach af was ghenomen, 80 + Ende Reinaert soude hebben ghedaen + Sine onsculde: ende also saen + Alse die heleghe waren brocht, + Was hi andersins bedocht, + Ende ontvoer in sine veste. 85 + Here, dit kennen noch die beste + Die te hove sijn comen hier: + Mi hevet Reinaert, dat felle dier, + So vele te lede gedaen, + Ic weet wel, al sonder waen, 90 + Ware al tlaken perkement, + Dat men maket nu te Ghent, + Inne ghescreeft niet daer an. + Dies swijghic nochtan; + Neware mijns wives lachter 95 + Ne mach niet bliven achter + Onghebetert, no onghewroken.” + Doe Isengrijn dit hadde ghesproken, + Stont op een hondekijn, hiet Cortois, + Ende claghede den coninc in Fransois, 100 + Hoet so aerm was, wilen ere, + Dat alles goets en hadde mere, + In enen wintre, in enen vorst, + Dan allene ene worst, + Ende hem Reinaert, die felle man, 105 + Die selve worst stal ende nam. + Tibert, die cater, hi wart gram: + Aldus hi sine tale began, + Ende spranc midden in den rinc, + Ende seide: »Here coninc, 110 + Dor dat ghi Reinaerde sijt onhout, + So en es hier jonc no out, + Hine hebbe te wroeghene jeghen u. + Dat Cortois claghet nu, + Dats over menich jaer ghesciet: 115 + Die worst was mine, al en claghic niet. + Ic hadse bi miere list ghewonnen, + Daer ic bi nachte quam gheronnen + Omme bejach in ene molen, + Daer ic die worst in hadde ghestolen 120 + Enen slapenden molenman. + Hadder Cortois iewet an, + Dat was bi niemene dan bi mi. + Hets recht dat omberet si + Die claghe, die Cortois doet.” 125 + Pancer sprac: »Dinct u goet, + Tibert, dat men die claghe ombere? + Reinaert es een recht mordenere, + Ende een trekere, ende een dief: + Hine heeft ooc niemene so lief, 130 + No den coninc, minen here, + Hine wilde dat hi lijf ende ere + Verlore, mocht hire ane winnen + Een vet morseel van ere hinnen. + Wat sechdi van omberen claghe? 135 + En dedi ghistren in den daghe + Ene die meeste overdaet + An Cuwaerde, die hier staet, + Die noit enich dier ghedede? + Want hine, binnen sconinx vrede 140 + Ende binnen sconinx ghelede, + Ghelovede te leerne sinen crede, + Ende soudene maken capelaen. + Doe dedine sitten gaen + Vaste tusschen sine been: 145 + Doe begonstsi over een + Spellen ende lesen bede, + Ende lude singhen crede. + Mi gheviel, dat ic tien tiden + Ter selver stede soude liden. 150 + Doe hoordic haerre beider sanc, + Ende maecte daerwaert minen ganc + Met ere harde snelre vaert: + Doe vandic daer meester Reinaert, + Die siere lesse hadde begheven, 155 + Die hi te voren up hadde gheheven, + Ende diende van sinen ouden spele, + Ende hadde Cuwaerde bi der kelen, + Ende soude hem thooft hebben ghenomen, + Waer ic hem niet te hulpe comen 160 + Bi aventure in dien stonden. + Siet hier noch die verssce wonden + Ende die tekine, her coninc, + Die Cuwaert van hem ontfinc. + Laetti dit bliven onghewroken, 165 + Dat u verde es dus tebroken, + Ghine wreket, alse u manne wisen, + Men salt uwen kindren noch mesprisen + Hier naer, over wel menich jaer.” + --»Bi Gode, Pancer, ghi secht waer! 170 + Sprac Isengrijn, daer hi stoet: + Waer Reinaert doot, het waer ons goet, + Also behoude mi God mijn leven! + Neware, wert hem dit vergheven, + Hi sal noch honen binder maent 175 + Sulken, dies niet ne bewaent.” + Doe spranc up Grimbert, die das, + Die Reinaerts broeder sone was, + Met ere verbolghenlike tale: + »Here Isengrijn, men weet dat wale, 180 + Ende hets een out bispel: + Viants mont seit selden wel. + Verstaet, nemt miere tale goom: + Ic wilde, hi hinghe an enen boom + Bi siere kelen, alse een dief, 185 + Die andren heeft ghedaen meest grief. + Here Isengrijn, wildi anegaen + Soendinc, ende dat ontfaen, + Daer toe willic helpen gherne: + Mijn oom en salt ooc niet wernen; 190 + Entie meest andren heeft mesdaen + Sal den andren in bate staen, + Van minen oom ende van u. + Al ne comt hi niet claghen nu, + Ware mijn oom wel te hove, 195 + Ende stonde in sconincx love, + Here Isengrijn, als ghi doet, + En soude niemen dinken goet, + Ende ghine bleves onbegrepen, + Dat ghi sijn vel so hebt ghenepen 200 + Dicwile met uwen scerpen tanden, + Dat hi niet ne conde gheanden.” + Isengrijn sprac: »Hebdi gheleert + An uwen oom dus lieghen apeert?” + --»In hebbe daer an niet gheloghen. 205 + Ghi hebt minen oom bedroghen + Harde dicke in menegher wise: + Ghi misleettene vanden pladisen, + Die hi u warp vander kerren, + Doe ghi hem volghedet van verre, 210 + Ende ghi die pladise uplaset; + Doe ghi u daer ane hadt versadet, + Ghine gaeft hem no goet no quaet, + Sonder allene een pladisengraet, + Die ghi hem te jeghen brochtet, 215 + Dor dat ghine niet ne mochtet. + Sint hoondine van enen bake, + Die vet was, ende van goeder smake, + Dien ghi leit in uwen museel. + Doe Reinaert eschede sijn deel, 220 + Antwordi hem in scerne: + »U deel willic u gheven gherne, + Reinaert, scone jonghelinc: + Die wisse, daer die bake an hinc, + Becnause, soe es so vet.” 225 + Reinaerde was lettel te bet, + Dat hi den goeden bake ghewan, + In sulker sorghe dattene een man + Vinc, ende warp in sinen sac: + Dese pine ende dit onghemac 230 + Hevet hi leden dor Isengrine, + Ende hondert werven mere pine. + Ghi heren, dinct u dit ghevoech + Nochtan, oft meer onghevoech, + Dat hi claghet om sijn wijf, 235 + Die Reinaert hevet al haer lijf + Ghemint? so doet hi hare; + Al ne maecten sijt niet mare, + Ic dart wel segghen over waer, + Dat langher es dan VII jaer, 240 + Dat Reinaert hevet hare trouwe. + Om dat Hersint, die scone vrouwe, + Dor minne ende dor quade sede + Reinaerde sinen wille dede, + Wattan? soe was sciere ghenesen: 245 + Wat talen mach daer omme wesen! + Nu maket hier Cuwaert, die hase, + Ene claghe van ere blase; + Oft hi den Crede niet wel en las, + Reinaert, die sijn meester was, 250 + Mochte in sinen clerc niet blouwen? + Dat ware onrecht, entrouwen! + Cortois claghet om ene worst, + Die hi verloos in enen vorst: + Die claghe ware bet verholen. 255 + En hoordi dat soe was ghestolen? + Male quesite male perdite: + Om recht wert men qualic quite + Dat men hevet qualic ghewonnen. + Wie sal Reinaerde dat veronnen, 260 + Dat hi ghestolen goet ghinc an? + Niemen die recht versceden can. + Reinaert es een gherecht man: + Sint dat die coninc sinen ban + Hevet gheboden, ende sinen vrede, 265 + So wetic wel, dat hine dede + Dinc neghene, dan oft hi ware + Hermite ofte clusenare. + Naest siere huut draecht hi die hare. + Binnen desen naesten jare 270 + Sone at hi vleesc, no wilt no tam; + Dat seide die ghistren dane quam. + Malcrois hevet hi begheven + Sijn casteel, ende hevet up heven + Ene cluse, daer hi leghet in. 275 + Ander bejach, no ander ghewin + So wanic wel dat hine hevet, + Dan caritate, die men hem ghevet. + Hijs bleec ende magher vander pine; + Hongher, dorst, scerpe carine 280 + Doghet hi vor sinen sonden + Recht te desen selven stonden.” + Doe Grimbert stont in deser tale, + Saghen si van berghe te dale + Canticleer comen ghevaren, 285 + Ende brochte up ere bare + Ene dode hinne, hiet Coppe, + Dier Reinaert hadde bi den croppe + Hooft ende hals af ghebeten. + Dit moeste nu die coninc weten. 290 + Cantecleer quam vore gaende, + Sine vederen sere slaende. + In wedersiden vander bare + Ghinc ene hane wide mare: + Die een hiet Cantaert, 295 + Daer wilen na gheheten waert + Vrouwe Alenten goede hane; + Die ander hiet, na minen wane, + Die goede hane Craiant, + Die scoonste diemen vant 300 + Tusschen Portaengen ende Polanen. + Elkerlijc van desen hanen + Droech een bernende stallecht, + Dat lanc was ende recht. + Daer waren Coppen broeders twee, 305 + Die riepen owi ende wee. + Om haerre suster Coppen doot + Dreven si claghe ende jamer groot. + Pinte ende Sproete droeghen die bare: + Hem was te moede harde sware 310 + Vander suster, die si hadden verloren. + Men mocht harde verre horen + Haerre tweer caerminghe. + Dus sijn si comen int ghedinghe. + Cantecleer spranc in den rinc, 315 + Ende seide: »Here coninc, + Dor God ende dor ghenade, + Nu ontfarmet miere scade, + Die mi Reinaert heeft ghedaen, + Ende minen kindren, die hier staen 320 + Sere tharen onwille. + Ten ingane van Aprille, + Doe die winter was vergaen, + Ende men sach die bloemen staen + Over al die velde groene, 325 + Doe was ic fier ende coene + Van minen groten gheslachte: + Ic hadde jongher sonen achte, + Ende jongher dochtren sevene, + Dien wel luste te levene, 330 + Die mi Rode die vroede + Hadde brocht tenen broede. + Si waren alle vet ende starc, + Ende ghinghen in een sconen parc, + Dat was beloken in ere mure; 335 + Hier binnen stoet ene scure, + Daer vele honden toe horden. + Dat si menich dier fel scorden, + Dies waren mine kindre onvervaert. + Dit benijdde dus Reinaert, 340 + Dat sire waren so vaste binnen, + Dat hire negheen ne conste ghewinnen. + Want Reinaert, die felle ghebure, + Hoe dicke ghinc hi om die mure + Ende leide ons sine laghen! 345 + Alsene dan die honde saghen, + Liepen si na met haerre cracht. + Ene warf wart hi uptie gracht + Bi avonture daer belopen, + Dat ic hem sach een deel becopen 350 + Sine diefte ende sinen roof, + Dat hem die pelse sere stoof. + Nochtan quam hi bi barate + Dane; dattene God verwate! + Doe waerwi sijns langhe quijt. 355 + Sint quam hi als een hermijt, + Die moordadeghe dief, + Ende brochte mi seghele ende brief + Te lesene, here coninc, + Daer u seghele ane hinc. 360 + Doe ic die letteren lesen began. + Dochte mi ghescreven daer an, + Dat ghi haddet coninclike + Over al uwen rike + Allen dieren gheboden vrede, 365 + Ende ooc allen voghelen mede. + Ooc brochte hi ander niemare, + Ende seide, dat hi ware + Een begheven clusenare, + Ende hadde ghedoghet, twaren, 370 + Vor sinen sonden meneghe pine; + Hi toochde mi palster ende slavine, + Die hi brochte vander Elmare, + Daer onder ene scerpe hare. + Doe sprac hi: »Here Cantecleer, 375 + Nu moghedi wel vorwaertmeer + Van mi sonder hoede leven: + Ic hebbe bi der scole vergheven + Al vleesc ende vleeschsmout. + Ic bem vortmeer so out, 380 + Ic moet miere siele telen. + Gode willic u bevelen! + Ic ga daer ic hebbe te doene: + Ic hebbe middach ende noene + Ende prime te segghene vanden daghe.” 385 + Doe nam hi neven ere haghe + Sinen wech, ende tien ghescede + Ghinc hi lesen sinen crede. + Ic wart blide ende onvervaert, + Ende ghinc te minen kindrenwaert, 390 + Ende was so wel al sonder hoede, + Dat ic ghinc met minen broede + Sonder sorghe al buten mure: + Daer gheviel mi quade avonture; + Want Reinaert, die felle saghe, 395 + Was ghecropen dor die haghe, + Ende hadde die porte ondergaen: + Doe waert miere kindre saen + Een ghepronden uten ghetale, + Dat leide Reinaert in sine male. 400 + Mesval mi doe nakede: + Want sint dat hise smakede + In sinen ghiereghen mont, + Ne conste ons wachtre nochte hont + No bewachten, no bescaermen. 405 + Here, des laet u ontfaermen! + Reinaert leide sine laghe + Beide bi nachte ende bi daghe, + Ende roofde emmer mine kindre; + So vele es tghetal nu mindre, 410 + Dant ghewone was te sine, + Dat die XV kindre mine + Sijn ghedeghen al tote viere, + So suver heeftse die onghiere + Reinaert in sinen mont verslonden: 415 + Noch ghistren wart hem metten honden + Ontjaghet Coppe, die hinne mare, + Die hier leghet up deser bare. + Dit claghic u met groten sere: + Ontfaermt u mijns, wel soete here!” 420 + Die coninc sprac: »Grimbaert + U oom, die clusenare waert, + Hi hevet ghedaen so goede carine! + Levic een jaer, het sal hem scinen. + Nu hort hier, Cantecleer, 425 + Wat sal der talen meer? + U dochter leghet alhier verslegen: + (God moet haerre siele pleghen!) + Wine moghense niet langher houden, + (God moeter af ghewouden!) 430 + Ende sullen onse vigilien singhen; + Daerna sullen wise bringhen, + Den lichame, ter eerden met ere. + Dan sullen wi met desen heren + Ons beraden ende bespreken, 435 + Hoe wi ons best ghewreken + An Reinaerde van deser mort.” + Doe hi ghesprac dese wort, + Beval hi jonghen ende ouden, + Dat si vigilien singhen souden. 440 + Dat hi gheboot was sciere ghedaen. + Doe mochtemen horen ane slaen + Ende beghinnen, harde ho, + Dat placebo Domino, + Ende die verse die daer toe horden. 445 + Ic seide ooc, in waren worden, + Neware het ware ons te lanc, + Wie daer der siele vers sanc, + Ende wie die sielelesse las. + Doe die vigilie ghehent was, 450 + Doe leidemen Coppen in dat graf, + Dat bi engiene ghemaket was, + (Onder die linde in een gras,) + Van marberstene, die slecht was: + Die letteren, die men daer ane sach, 455 + Ane den sarc, die daer up lach, + Deden ane tgraf bekinnen, + Wie daer lach begraven binnen. + Dus spraken die boecstave + Anden sarc upten grave: 460 + »Hier leghet Coppe begraven, + Die so wale conste scraven, + Die die vos Reinaert verbeet, + Ende haren gheslachte was te wreet.” + Nu leghet Coppe onder moude. 465 + Die coninc sprac te sinen ouden, + Dat si hem alle bespraken, + Hoe si alrebest ghewraken + Dese grote overdade. + Doe wartsi alle te rade 470 + Dat si den coninc rieden, + Dat hine soude ombieden, + Dat hi te hove soude comen; + No dor scade, no dor vrome + Ne liete, hine quame int ghedinghe, 475 + Ende men Brunen van dien dinghe + Die bodscap soude laden. + Dies was hi sciere beraden, + Dat hi dus sprac te Bruun den bere: + »Here Bruun, dit segghic vor dit here, 480 + Dat ghi dese bodscap doet: + Ooc biddic u, dat ghi sijt vroet, + Dat ghi u wacht van baraet; + Reinaert es fel ende quaet: + Hi sal u smeken ende lieghen, 485 + Mach hi, hi sal u bedrieghen + Met valscen worden ende met sconen; + Mach hi, bi Gode, hi sal u honen.” + --»Here, seit hi, laet u castien! + So moete mi God vermalendien, 490 + Oft mi Reinaert so sal honen, + Inne salt hem wederlonen, + Dat hijs an den dulsten si; + Nu ne sorghet niet om mi!” + Nu nemt hi orlof, ende sal naken 495 + Daer hi sere sal mesraken. + Nu es Brune uptie vaert, + Ende hevet in siere herten onwaert, + Ende het dochte hem overdaet, + Dat iemen soude sijn so quaet, 500 + Ende hem Reinaert honen soude. + Dor den keer van enen woude + Quam hi ghelopen in ene woestine, + Daer Reinaert hadde die pade sine + Ghesleghen crom ende menichfoude, 505 + Also als hi uten woude + Hadde ghelopen om sijn bejach. + Beneden der woestinen lach + Een berch, hooch ende lanc, + Daer moeste Brune sinen ganc 510 + Te middewaerde over maken, + Sal hi te Maupertuus gheraken. + Reinaert hadde so menich huus; + Maer die casteel van Maupertuus + Was die beste van sinen borghen: 515 + Daer trac hi in, als hi in sorghe + Ende in node was bevaen. + Nu es Brune die bere ghegaen + Dat hi te Maupertuus es comen. + Doe hi die porte hevet vernomen, 520 + Daer Reinaert ute plach te gane, + Doe ghinc hi vor die barbecane + Sitten over sinen staert, + Ende sprac: »Sidi in huus, Reinaert? + Ic bem Brune, des coninx bode, 525 + Die hevet ghesworen bi sinen goden, + Ne comdi niet ten ghedinghe, + Ende ic u niet vor mi bringhe, + Recht te nemene ende te ghevene, + Ende in vrede vort te levene, 530 + Hi doet u breken ende raden. + Reinaert, doet dat ic u rade, + Ende gaet met mi te hovewaert.” + Dit verhorde al nu Reinaert, + Die vor sine porte lach, 535 + Daer hi vele te ligghene plach + Dor warmhede vander sonnen. + Bi der tale, die Brune heeft begonnen, + Bekenden altehant Reinaert, + Ende tart bet te dalewaert, 540 + In sine donkerste haghedochte: + Menichfout was sijn ghedochte, + Hoe hi vonde sulken raet, + Daer hi Brune, den fellen vraet, + Te scerne mede mochte driven, 545 + Ende selve bi siere ere bliven. + Doe sprac Reinaert over lanc: + »Uus goets raets hebbet danc, + Here Bruun, wel soete vrient; + Hi hevet u qualike ghedient, 550 + Die u beriet desen ganc, + Ende u desen berch lanc + Over te lopene dede bestaen; + Ic soude te hove sijn ghegaen, + Al haddet ghi mi niet gheraden; 555 + Maer mi es die buuc so gheladen + In so utermaten wise, + Met ere vremder niewer spise, + Ic vruchte, in sal niet moghen gaen: + Inne mach sitten no ghestaen, 560 + Ic bem so utermaten sat.” + --»Reinaert, wat aetstu? wat?” + --»Here Brune, ic at cranke have, + Arem man dannes gheen grave: + Dat moghedi bi mi wel weten. 565 + Wi arme liede, wi moeten eten, + Hadden wijs raet, dat wi node aten: + Goeder versscer honichraten + Hebbic coever harde groot: + Die moetic eten, dor den noot, 570 + Als ic el niet mach ghewinnen. + Nochtan als icse hebbe binnen + Hebbicker af pine ende onghemac.” + Dit horde Brune, ende sprac: + »Helpe, lieve vos Reinaert, 575 + Hebdi honich dus onwaert? + Honich es ene soete spise, + Die ic vore allen gherechten prise, + Ende vore allen gherechten minne. + Reinaert, helpt mi, dat ics ghewinne! 580 + Edele Reinaert, soete neve, + Also langhe als ic sal leven + Willic u daer omme minnen: + Reinaert, helpt mi, dat ics ghewinne!” + --»Ghewinnen, Bruun? ghi hout u spot!” 585 + --»In doe, Reinaert; so waric sot, + Hildic spot; neen ic niet.” + Reinaert sprac: »Bruun, mochtijs iet? + Oft ghi honich moghet eten, + Bi uwer trouwe, laet mi weten; 590 + Mochtijs iet, ic souts u saden. + Ic sals u also vele beraden, + Ghine atet niet met u tiene, + Waendic u hulde daer met verdienen.” + --»Met mi tiene? hoe mach dat wesen? 595 + Reinaert, hout uwen mont van desen; + Ende sijts seker ende ghewes, + Haddic al thonich, dat nu es + Tusscen hier ende Portegale, + Ic aet al up, tenen male.” 600 + Reinaert sprac: »Wat sechdi? + Een dorper, heet Lamfroit, woont hier bi, + Hevet honich so vele, te waren, + Ghine atet niet in VII jaren. + Dat soudic gheven in u ghewout, 605 + Here Bruun, wildi mi wesen hout, + Ende vor mi dinghen te hove.” + Doe quam Brune, ende ghinc gheloven + Ende sekerde Reinaerde dat, + Wildine honichs maken sat, 610 + (Des hi cume ombiten sal) + Hi wilde wesen over al + Ghestade vrient ende goet gheselle. + Hier omme loech Reinaert, die felle, + Ende sprac: »Bruun, helet mare, 615 + Vergave God, dat mi nu ware + Also bereit een goet gheval, + Alse u dit honich wesen sal, + Al wildijs hebben VII amen!” + Dese wort sijn hem bequame, 620 + Bruun, ende daden hem so sochte! + Hi loech, dat hi nemmee ne mochte. + Doe peinsde Reinaert, daer hi stoet: + Bruun, es mi davonture goet, + Ic wane u daer noch heden laten, 625 + Daer ghi lachen sult te maten.” + Na dit peinsen ghinc hi uut, + Ende sprac al overluut: + »Oom Bruun, gheselle, willecome! + Het staet so, suldi hebben vrome, 630 + Hier ne mach sijn gheen langher staen. + Volghet mi, ic sal vore gaen: + Wi houden desen crommen pat. + Ghi sult noch heden werden sat: + Salt na minen wille gaen, 635 + Ghi sult noch hebben, sonder waen, + Also vele alse ghi moghet ghedraghen.” + Reinaert meende van groten slaghen: + Dit was dat hi hem beriet. + Die keitijf ne wiste niet 640 + Waer hem Reinaerts tale keerde, + Die hem honich stelen leerde, + Dat hi wel sere sal becopen. + Al sprekende quam dus ghelopen + Reinaert met sinen gheselle Brunen, 645 + Tote Lamfroits, bi den tune. + Wildi horen van Lamfreide? + Dat was, eist waer so men mi seide, + Een temmerman van goeden love, + Ende hadde bi sinen hove 650 + Ene eke brocht uten woude, + Die hi ontwee clieven soude, + Ende hadde twee wegghen daer in ghesleghen + Also temmermans noch pleghen. + Die eke was ontaen wel wide, 655 + Dies was Reinaert harde blide. + Te Brunen sprac hi, ende loech: + »Siet hier u grote ghevoech, + Brune, ende nemt wel goom! + Hier in desen selven boom 660 + Es honichs utermaten vele; + Proeft, oft ghijs in uwe kele + Ende in uwen buuc moghet bringhen. + Nochtan suldi u selven dwinghen, + Al dinket u goet die honichrate; 665 + Etet te seden, ende te maten, + Dat ghi u selven niene verdervet: + Ic ware onteert ende ontervet, + Wel soete oom, mesquame u iet.” + Bruun sprac: »Reinaert, ne sorghet niet. 670 + Waendi dat ic bem onvroet? + Mate es tallen spelen goet.” + --»Ghi secht waer, sprac Reinaert, + Waer omme bem ic ooc vervaert? + Gaet toe, ende cruupter in!” 675 + Bruun peinsde om sijn ghewin, + Ende liet hem so verdoren, + Dat hire thooft over die oren + Ende die vordere voete in stac. + Reinaert poghede, dat hi brac 680 + Die wegghen beide uter eken. + Dien hi te voren ghinc so smeken, + Hi bleef ghevanghen in den boom. + Nu hevet die neve sinen oom + Met looshede brocht in sulker achte, 685 + Dat hi met liste, no met crachte, + In ghere wijs ne can ontgaen, + Ende bi den hoofde staet ghevaen. + Wat raeddi Brunen te doene? + Dat hi was sterc ende coene 690 + Sal hem niet ghehelpen moghen. + Hi sach wel, hi was bedroghen: + Hi began briesscen ende dulen; + Hi was begrepen bi siere mulen + So vaste, ende bi den voeten vore, 695 + Al dat hi pijnde was verloren; + Hine waende nemmermeer ontgaen. + Van verre was Reinaert ghestaen + Ende sach Lamfroit comen onsochte, + Die up sinen hals brochte 700 + Een scarpe aex, ene baerde. + Hier moghedi horen van Reinaerde, + Hoe hi sijn oom ghinc rampineren: + »Oom Brune, vaste gaet mineren! + Hier comt Lamfroit, ende sal u scinken; 705 + Haddi gheten, so soudi drinken.” + Na der tale so ghinc Reinaert + Weder te sinen castelewaert, + Sonder orlof; ende mettien + Hevet Lamfroit den bere versien, 710 + Ende vernam, dat hi was ghevaen. + Doe ne was daer gheen langer staen, + Hine liep wech metter haest + Daer hi die hulpe wiste naest, + Daer dat naeste dorp stont, 715 + Ende dede hem allen cont, + Dat daer stont ghevaen een bere. + Doe volchde hem een mekel here. + Int dorp ne bleef man no wijf: + Den bere te nemene sijn lijf 720 + Liept al dat lopen mochte. + Sulc was, die enen bessem brochte, + Sulc enen vleghel, sulc een rake; + Sulc quam ghelopen met enen stake, + So si quamen van haren werke. 725 + Selve die pape vander kerken + Brochte enen cruusstaf, + Die hem die coster node gaf. + Die coster droech ene vane, + Mede te stekene ende te slane. 730 + Des papen wijf, vrouwe Julocke, + Quam ghelopen met haren rocke, + Daer soe omme hadde ghesponnen. + Vore hem allen quam gheronnen + Lamfroit met ere scarper aex. 735 + Al hadde Brune lettel ghemaex, + Hi ontsach meer ongheval, + Ende sette al jeghen al + Doe hi dat geruchte horde. + Hi spranc up, so dat hem scorde 740 + Van sinen ansichte al die huut. + Al brochte Brune dat hooft uut + Met arbeide ende met pine, + Nochtan liet hire vanden sinen + Een ore, ende beide sine lier. 745 + Nie maecte God so lelic dier! + Hoe mochte hi seerre sijn mesrocht? + Al haddi thooft ute brocht, + Eer hi die voete conste ghewinnen, + Blever al die claeuwen binnen, 750 + Ende sine hanscoen bede: + Dus gherochte hi uut met lede. + Hoe mochte hi sijn onteert meer? + Die voete waren hem so seer, + Dat hi tlopen niene conste ghedoghen. 755 + Dat bloet liep hem over die oghen, + Dat hi niet wel ne conste ghesien: + Hine dorste bliven nochte vlien. + Hi sach, suut onder die sonne, + Lamfroit comen gheronnen; 760 + Daer na die priester, die here, + Hi quam ghelopen vele sere; + Daer na die coster metter vane, + Daer na alle die prochiane, + Die oude liede metten jonghen. 765 + Daer quam up haren stap ghespronghen + Sulke quene, die van oude + Cume een tant hadde behouden. + Wie so wille wachte hem dies; + Die scade hevet oft verlies 770 + Ende groot ongheval, + Over hem so willet al. + Dit sceen aerm man Brunen wel: + Sulc dreichden nu an sijn vel, + Die des ghesweghen hadde stille, 775 + Hadde Brune ghestaen tsinen wille. + Dit was beneden ere rivieren, + Dat Brune, onsalichst alre diere, + Van meneghen dorper was beringhet. + Doe was daer lettel ghedinghet. 780 + Hem naecte groot onghemac: + Die een sloech, die ander stac, + Die een sloech, die ander warp: + Lamfroit was hem alte scarp. + Een, hiet Lottram lancvoet, 785 + Hi droech enen verboorden cloet, + Ende stacken emmer na dat oghe; + Vrouwe Vulmaerte scerpe loghe + Ghinken koken met enen stave; + Abel Quac ende vrouwe Bave 790 + Laghen beide onder voete, + Ende streden beide om enen cloete. + Ludmoer metter langer nese + Droech een loodwapper an een pese, + Ende ghincker met al omme swinghen. 795 + Ludolf metten crommen vingheren + Dede hem allen te voren; + Want hi was best gheboren, + Sonder Lamfroit allene; + Hughe metten crommen benen 800 + Was sijn vader, wet men wale, + Ende was gheboren van Absdale, + Ende was sone vrouwe Oghernen, + Ere houtmakerigge van lanternen. + Ander wijf ende ander man, 805 + Meer dan ic ghenoemen can, + Daden Bruun groot onghemac, + So dat hem dbloet uut lac. + Brune ontfinc al sulc paiment + Als hem elc gaf daer omtrent. 810 + Die pape liet den cruusstaf + Ghedichte gaen, slach in slach; + Ende die coster metter vane + Ghinc hem vastelike ane. + Lamfroit quam ter selver wile 815 + Met ere scerper bilen, + Ende sloechene tusscen hals ende hooft, + Dat Brune wart sere verdooft, + Dat hi verspranc vanden slaghe + Tusscen der rivieren enter haghe, 820 + In enen trop van ouden wiven, + Ende warper een ghetal van vive + In die riviere, die daer liep, + Die wel wijt was ende diep. + Des papen wijf wasser ene: 825 + Des was spapen bliscap clene. + Doe hij sijn wijf sach in die vliet, + Doene luste hem langher niet + Brune te stekene no te slane. + Hi riep: »Siet, edele prochiane, 830 + Ghinder vlot vrouwe Julocke, + Beide met spillen ende met rocke. + Nu toe! die haer helpen mach, + Ic gheve hem jaer ende dach + Vul pardoen ende aflaet 835 + Van alre sondeliker daet.” + Beide man ende wijf + Lieten den armen keitijf + Brune ligghen over doot, + Ende ghinghen daer die pape gheboot, 840 + Beide met stringhen ende met haken. + Die wile si die vrouwe uuttraken, + So quam Brune in die riviere + Ende ontswam hem allen sciere. + Die dorperen waren alle gram: 845 + Si saghen, dat hem Brune ontswam, + Dat si hem niene mochten volghen; + Upt oever stonden si verbolghen, + Ende ghinghen na hem rampinieren. + Bruun, die lach in der rivieren, 850 + Daer hi vant den meesten stroom, + Al drivende bat, dat God den boom + Moeste verdoemen ende verwaten, + Daer hi sijn ore in hadde ghelaten, + Ende beide sine lier. 855 + Vort vloecte hi dat felle dier, + Den bosen vos Reinaerde, + Diene met sinen brunen baerde + So diepe in die eke dede crupen; + Daer na Lamfroit, vanden stupen, 860 + Dat hi hem so lede dede. + In aldustanen ghebede + Lach Brune also langhe wile, + Dat hi wel ene halve mile + Vander stede was ghedreven, 865 + Daer die dorpers waren bleven. + Hi was verpinet ende moede, + Ende ondercomen vanden bloede, + So dat hi hadde cranke vaert. + Doe swam hi te landewaert, 870 + Ende croop ligghen in dat oever. + Ghine saghet noint droever + Negheen dier, no ghenen man. + Hi lach jammerlike ende stan, + Ende sloech met beiden sinen lanken: 875 + Des mochte hi al Reinaerde danken. + Nu hort wat Reinaert heeft ghedaen: + Hi hadde een vet hoen ghevaen, + Bi Lamfroits, ander heiden, + Eer hi danen was versceiden: 880 + Hi hadt up enen berch ghedreghen, + Verre uut allen weghen, + Daer het eenlic was ghenoech. + Dat was wel sijn ghevoech, + Dor dat daer was niemens ganc, 885 + Ende hi dor niemens bedwanc + Sine proie dorste rumen. + Doe hi dat hoen toten plumen + Hadde gheleit in sine male, + Doe ghinc hi nederwaert te dale 890 + Enen verholenliken pat. + Hi was utermaten sat; + Dat weder was scone ende heet: + Hi hadde ghelopen, dat hem tsweet + Neder seep neven die liere: 895 + Daer omme liep hi ter rivieren, + Dor dat hi hem vercoelen soude. + In bliscap harde menichfoude + Was sine herte doe bevaen: + Hi hopede wel, al sonder waen, 900 + Dat Lamfroit hadde den bere versleghen, + Ende hine thuuswaert hadde ghedreghen. + Doe sprac hi: »Hets mi wel ghevaren: + Die mi te hove meest soude daren, + Dien hebbic doot in desen daghe; 905 + Nochtan wanic sonder claghe + Ende sonder wanconst bliven: + Ic mach te rechte bliscap driven.” + Doe Reinaert was in deser tale, + Sach hi nederwaert te dale, 910 + Ende vernam Brune, daer hi lach; + Ende teerst, als hine sach, + Hadde hijs rouwe ende toren + (Daer die bliscap was te voren + Daer sach men toren ende nijt), 915 + Ende sprac: »Vermalendijt, + Lamfroit, moet dine herte sijn: + Du best dulre dan een swijn, + Lamfroit, erger puten sone, + Lettel ere bistu ghewone. 920 + Hoe es di dese bere ontgaen, + Die di te voren was ghevaen? + Hoe menich morseel leghet daer an, + Dat gherne etet menich man! + Owi, Lamfroit, verscroven druut, 925 + Hoe rikelike een berehuut + Heefstu heden verloren, + Die di ghewonnen was te voren!” + Dit scelden hevet Reinaert ghelaten, + Ende ghinc neder bi der strate, 930 + Dor te siene hoet Brunen stoet. + Doe hine sach ligghen, al een bloet, + Ende siec ende onghesont, + Den armen bere, te dier stont, + (Dat sach Reinaert harde gherne) 935 + Doe bescalt hine te sinen scerne: + »Sire priester, dieu vo saut! + Kendi Reinaert, den ribaut? + Wildine scouwen? Sieten hier, + Den roden scalc, den fellen ghier! 940 + Secht mi, priester, soete vrient, + Bi den here, dien ghi dient, + In wat ordinen wildi u doen, + Dat ghi draghet root capproen? + Sidi abt, so prihore? 945 + Hi ghinc u harde na den oren, + Die u die crune hevet bescoren! + Ghi hebt uwen top verloren; + Ghi hebt u hanscoen af ghedaen: + Ic wane, ghi wilt singhen gaen 950 + Van uwen complete dat ghetide.” + Dit horde Brune, ende wart onblide, + Want hine conste hem niet ghewreken + Hem dochte sine herte breken, + Ende sloech weder in die riviere. 955 + Hine wilde vanden fellen diere + Nemmee horen tale. + Hi liet hem neder te dale + Metten strome driven te hant, + Ende ghinc ligghen up dat sant. 960 + Hoe sal nu Brune te hove comen? + Al mocht hem al die werelt vromen, + Hine ghinghe niet over sinen voeten. + Hi was ghenoopt so onsoete + In die eke, daer hi te voren 965 + Van tween voeten hadde verloren + Alle die claeuwen, ende dat vel, + Hine conste niet ghepeinsen wel, + Hoe hi best ten coninc gaet. + Nu hort hoe hi die vaert bestaet. 970 + Hi sat over sinen hamen, + Ende began, met groter scame, + Rutsen over sinen staert; + Ende als hi dus moede waert, + So wentelde hi dan ene wile. 975 + Dus dreef hi meer dan ene mile, + Eer hi tes coninx hove quam. + Doe men Brune daer vernam + In derre wijs van verre comen, + Wart getwifelt van hem somen 980 + Wat daer quam ghewentelt so. + Dien coninc wart die herte onvro, + Die Brune bekende te hant, + Ende sprac: »Dits mijn seriant + Brune, hem es dat hooft so root, 985 + Hi es ghewont toter doot; + Ai God, wie heeften so mesmaect?” + Bindesen so was Brune ghenaect, + Dat hi den coninc claghen mochte. + Hi stan, ende versuchte onsochte, 990 + Ende sprac: »Coninc, edel here, + Wreket mi dor uus selves ere + Over Reinaert, dat felle dier, + Die mi mine scone lier + Met siere list verliesen dede, 995 + Ende daer toe mine oren mede, + Ende hevet mi ghemaect alse ghi siet!” + Die coninc sprac: »Oft ic dit niet + Ne wreke so moetic sijn verdoemt!” + Ende hier na so hevet hi ghenoemt 1000 + Alle die hogheste bi namen, + Ende omboot, dat si quamen + Alle gader an sinen raet, + Ende rieden hem hoe dese daet + Best werde gherecht, tes coninx ere. 1005 + Doe rieden daer die meeste heren, + Dat menne twee waerf daghen soude, + Reinaert, oft die coninc woude, + Ende horen tale ende wedertale. + Ooc seiden si, si wilden wale 1010 + Dat Tibert soude van desen + Te Reinaerde bode wesen: + Al ware hi cranc, hi ware vroet. + Dese raet dinct den coninc goet. + Doe sprac die coninc: »Here Tibeert, 1015 + Gaet; ende eer ghi weder keert, + Besiet, dat Reinaert met u come! + Dese heren segghen some, + Al es Reinaert andren dieren fel, + Hi ghelovet u so wel, 1020 + Dat hi gherne doet u raet. + En comt hi niet, hets hem quaet: + Men salne hanghen sonder daghen, + Te lachtre allen sinen maghen. + Gaet Tibert, dit secht hem!” 1025 + --»Ai here, sprac Tibert, ic bem + Een arem wicht, een clene dier. + Here Brune, die sterc was ende fier, + Ne conste Reinaert niet ghewinnen: + In welker wijs sal ics beghinnen?” 1030 + Doe sprac die coninc: »Here Tibeert, + Ghi sijt wijs, ende wel gheleert; + Al sidi niet groot, wattan? + Hets menich, die met liste can + Dat werken, ende met goeden rade, 1035 + Dat hi met crachte niet ne dade. + Gaet, doet sciere mijn ghebod.” + Tibert sprac: »Nu helpe God, + Dat het mi moete wel vergaen! + Ic sal ene vaert bestaen, 1040 + Die mi doet swaer in minen moet: + God ghevere mi af al goet!” + Nu moet Tibert doen die vaert, + Die sere es droeve ende vervaert. + Ende als hi upten wech quam, 1045 + Sach hi van verre ende vernam + Sente Martins voghel, ende quam ghevloghen. + Doe wart hi vro, ende in hoghen, + Ende riep: »Al heil! edel voghel! + Kere herwaert dine vloghel, 1050 + Ende vliech te miere rechter hant!” + Die voghel vlooch daer hi vant + Ene haghe, daer hi in wilde liden, + Ende vlooch Tibert ter luchter siden. + Dit tekin ende dit ghemoet 1055 + Dochte Tibert niet wesen goet. + Hadde hi ghesien den voghel liden + Scone tsiere rechter siden, + So waendi hebben goet gheval; + Nu was hi dies onthopet al. 1060 + Nochtan maecte hi hem selven moet, + Ende gheliet hem, alse menich doet, + Bet dan hem te moede was. + Dus liep hi henen sinen pas, + Tes hi quam te Maupertuus, 1065 + Ende vant Reinaert in sijn huus + Allene staen, verwendelike. + Tibert sprac: »God, die rike, + Moete u goeden avont gheven! + Die coninc dreicht u an u leven, 1070 + Ne comedi te hove niet met mi!” + Reinaert sprac: »Tibert, helet vri, + Neve, ghi sijt mi willecome; + God gheve u ere ende vrome: + Bi Gode, ic ans u harde wale! 1075 + .................... + Wat cost Reinaerde scone tale? + Al seghet sine tonghe wale, + Sine herte soe es binnen fel. + Dit wert Tibert ghetoghet wel, 1080 + Eer die line wert ghelesen + Tende; ende met desen + Sprac Reinaert: »Neve, ic wille dat ghi + Tavont herberghe hebt met mi, + Ende maerghen wilwi metten daghe 1085 + Te hovewaert, sonder saghe. + .................... + In hebbe onder allen minen maghen + Niemen, Tibert, daer ic mi nu + Bet up verlate, dan up u 1090 + Hier was comen Bruun, die vraet, + Hi toochde mi so fel gelaet, + Ende dochte mi so overstarc, + Dat ic omme dusent marc + Den wech met hem niet hadde bestaen: 1095 + Dat sal ic met u, al sonder waen, + Maerghin metter dagheraet.” + Tibert sprac: »Hets beter raet, + Ende het dinct mi bet ghedaen, + Dat wi noch tavont te hove gaen, 1100 + Dan wi tote maerghin beiden. + Die mane scinet ander heiden + Also claer alse die dach: + Ic wane niemen noint ne sach + Beteren tijt tote onser vaert.” 1105 + --»Neen, lieve neve, sprac Reinaert, + Sulc mochte ons bi daghe ghemoeten, + Hi soude ons quedden ende groeten, + Die ons nemmer dade goet, + Quame hi snachts in ons ghemoet. 1110 + Herberghet tameer met mi.” + Tibert sprac: »Wat souden wi + Eten, Reinaert, oft ic bleve?” + --»Daer omme sorghe ic, lieve neve. + Hets der spisen quade tijt: 1115 + Ghi moghet eten, begheerdijt, + Een stic van ere honichraten, + Die bequamelic es te mate; + Wat sechdi, moghedi shonichs iet?” + Tibert sprac: »Mi ne roekes niet. 1120 + Hebdi el niet in huus? + Gavedi mi ene vette muus, + Daer mede lietic u ghewaert.” + --»Ene vette muus? sprac Reinaert, + Soete neve, wat sechdi? 1125 + Hier woont noch een pape bi, + Een scure staet an sijn huus, + Daer in es meneghe vette muus: + Ic waense niet ghedroeghe een waghen. + So dicke hordic den pape claghen, 1130 + Dat sine driven uten huse.” + --»Reinaert, sijn daer so vette muse? + Vergave God, waer ic nu daer!” + --»Tibert (seit hi) sechdi waer? + Wildi muse?”--»Oft icse wille? 1135 + Reinaert, doet dies een ghestille! + Ic minne muse vor allen saken. + Wetti niet, dat muse smaken + Bet dan enich venisoen? + Wildi minen wille doen, 1140 + Dat ghi mi leet daer si sijn, + Daer mede mochti die hulde mijn + Hebben, al haddi minen vader + Doot, ende mijn gheslachte algader!” + --»Neve, houdi uwen spot?” 1145 + --»Nenic, also helpe mi God!” + --»Weet God, Tibert, wistic dat, + Ghi soutter sijn noch tavont sat.” + --»Sat, Reinaert? Dat ware vele.” + --»Tibert, dat sechdi tuwen spele!” 1150 + --»In doe, Reinaert, bi miere wet! + Haddic een muus, ende waer soe vet, + In gaefse niet omme een bisant!” + --»Tibert, gaet met mi te hant, + Ic leide u daer, ter selver stat, 1155 + Daer icker u sal maken sat, + Eer ic nemmer van u sceide!” + --»Jaic, Reinaert, up die gheleide + Ghinghe ic met u te Mompelier.” + --»So gawi dan; wi sijn hier 1160 + Al te langhe,” sprac Reinaert. + .............. + Doe so namen si up die vaert, + Tibert ende sijn oom Reinaert, + Ende liepen daer si lopen wilden, 1165 + Dat si nic toghel up hilden + Eer si quamen tes papen scure, + Dic met cen erdinen mure + Al omme ende omme was beloken, + Daer Reinaert in was ghebroken 1170 + Des ander daghes daer te voren, + Doe die pape hadde verloren + Enen hane, die hi hem nam. + Hier omme was tornich ende gram + Des papen sone Martinet, 1175 + Ende hadde vor dat gat gheset + Een strec, den vos mede te vane: + Dus gherne wrake hi den hane. + Dit wiste Reinaert, dat felle dier, + Ende sprac: »Neve Tibert, hier 1180 + Crupet in dit selve gat: + Ne weset traghe nochte lat; + Gaet al omme ende omme gripen. + Hort, hoe die muse pipen. + Keert weder uut als ghi sijt sat: 1185 + Ic sal hier bliven vor dit gat, + Ende sal u hier buten beiden; + Wine moghen niet tavont sceiden: + Maerghin gaen wi te hovewaert. + Siet, dat ghi niet en spaert, 1190 + Gaet eten, ende laet ons keren + Te miere herberghen met ere: + Mijn wijf sal ons wel ontfaen.” + --»Willic te desen gate ingaen? + Wat sechdi, Reinaert, eist u raet? 1195 + Die papen connen vele baraet: + Ic besteecse harde node.” + --»Owi, Tibert, twi sidi blode? + Waen quam uwer herten dese wanc?” + Tibert scaemde hem, ende spranc 1200 + Daer hi vant groot ongherec; + Want eer hijt wiste was hem tstrec + Omme sinen hals, harde vast. + Dus hoonde Reinaert sinen gast. + Alse Tibert gheware waert 1205 + Des strecs, wart hi vervaert, + Ende spranc vort; dat strec liep toe. + Tibert moeste roepen doe, + Ende wroeghede hem selven, dor den noot: + Hi makede een gheroep so groot, 1210 + Met enen jamerliken ghelate, + Dat Reinaert horde upter strate, + Buten, daer hi allene stoet, + Ende riep: »Vindise goet, + Die muse, Tibert, ende vet? 1215 + Wiste nu dat Martinet, + Dat ghi ter taflen satet, + Ende dit wiltbraet atet, + Dat ghi verteert, in weet hoe, + Hi souder u saeuse maken toe: 1220 + So hovesc een cnape es Martinet. + Tibert, ghi singhet inlanc so bet: + Pleecht men tes coninx hove des? + Vergave God, die gheweldich es, + Dat Isengrijn daer met u ware, 1225 + Die felle dief, die mordenare, + In sulker bliscap als ghi sijt!” + Dus heeft Reinaert groot delijt + Dor Tiberts ongheval; + Ende Tibert stont ende gal 1230 + So lude, dat Martinet ontspranc, + Ende riep: »Ha ha, God danc! + Ter goeder tijt heeft nu ghestaen + Mijn strec: ic hebber met ghevaen + Den hoenredief, na minen wane. 1235 + Nu toe! gelden wi hem den hane!” + Mettesen wart hi toten viere, + Ende ontstac enen stroewisc sciere, + Ende wecte moeder ende vader, + Ende die kindre allegader, 1240 + Ende riep: »Nu toe! hi es ghevaen!” + Doe mochtemen sien porren saen + Alle die in den huse waren; + Selve die pape ne wilde niet sparen, 1245 + Quam uten bedde moedernaect. + Martinet, hi was gheraect + Tote Tibert, ende riep: »Hijs hier!” + Die pape spranc an dat vier + Ende ghegreep sijns wijfs rocke; + Een offerkersse nam vrouwe Julocke 1250 + Ende ontstacse metter haest. + Die pape liep Tibert naest, + Ende ghinken metten rocke slaen. + Doe moeste Tibert daer ontfaen + Wel meneghen slach, al in een. 1255 + Die pape stont, als hem wel sceen, + Al naect, ende sloech slach in slach + Up Tibert, die vor hem lach. + Daer ne spaerde haer negheen. + Martinet ghegreep een steen, 1260 + Ende warp Tibert een oghe uut; + Die pape stont al bloter huut, + Ende hief up een groten slach. + Alse Tibert dat ghesach, + Dat hi emmer sterven soude, 1265 + Doe dedi een deel als die boude, + Dat dien pape verghinc te scande: + Beide met claeuwen ende met tanden + Dedi hem pant, alsoet wel sceen, + Ende spranc dien pape tusschen die been, 1270 + In die burse al sonder naet, + Daermen dien beiaert mede slaet. + Dat dinc viel neder up den vloer. + Die vrouwe was serich, ende swoer + Bi der siele van haren vader, 1275 + Soe wilde wel, om algader + Die offerande van enen jare, + Dat niet den pape ghevallen ware + Dit vernoi ende dese scame. + Soe sprac: »In sleets duvels name 1280 + Moeste dit strec sijn gheset! + Siet, lieve sone Martinet, + Dit was van uwes vader ghewande; + Siet hier mijn scade ende mine scande + Emmervort, in allen stonden. 1285 + Al ghenase hi vander wonde, + Hi blivet ten soeten spele mat!” + Reinaert stont nochtoe vor tgat: + Doe hi dese tale horde, + Hi loech, dat hem bachten scorde, 1290 + Ende hem crakede die taverne. + Doe sprac hi te haren scerne: + »Swighet, Julocke, soete vrouwe, + Ende laet sinken desen rouwe, + Ende laet bliven uwen toren. 1295 + Wattan? al hevet u here verloren + Enen vanden clippelen sinen, + Al te mere so sal hi pinen. + Laet bliven dese tale achter; + Gheneset die pape, en es gheen lachter 1300 + Dat hi ludet met ere clocken.” + Dus trooste Reinaert vrouwe Julocken, + Die haer harde sere mesliet. + Die pape ne mochte langher niet + Ghestaen; hi viel in onmacht. 1305 + Soe hieffene up met haerre cracht, + Ende droechene recht te beddewaert. + Hier binnen keerde Reinaert + Allene ter herberghewaert, + Ende liet Tibert sere vervaert, 1310 + Ende in sorghe vander doot. + Al was Tiberts sorghe groot, + Doe hise alle onledich sach + Over dien pape, die daer lach + Ghewont, doe ghinc hi hem pinen, 1315 + So dat hi metten tanden sinen + Die pese midden beet ontwee. + Doe ne wildi letten nemmee + Ende spranc weder uten gate, + Ende dede hem uptie rechte strate, 1320 + Die tes coninxwaert ghelach. + Eer hi daer quam so waest dach, + Ende die sonne begonste risen. + In eens arems siecs wise + Quam Tibert in thof gheronnen, 1325 + Die tes papen hadde ghewonnen + Dat hi langhe claghen mach. + Alse die coninc dit versach, + Dat hi hadde dat oghe verloren, + Doe mochte men vreselike horen 1330 + Dreighen den dief Reinaert. + Die coninc doe niet langher ne spaert, + Hine riep sine baroene te rade, + Ende vraechde, wat hi best dade + Jeghen Reinaerts overdaet? 1335 + Doe wart ghindre menich raet, + Hoe men te reden brochte, + Die dese overdaet wrochte. + Doe sprac Grimbert die das, + Die Reinaerts broeder sone was: 1340 + »Ghi heren, ghi hebt meneghen raet; + Al ware mijn oom noch also quaet, + Sal men vri recht vort draghen, + Men salne drie waerve daghen, + Also men doet een vrien man; 1345 + Ende en comt hi niet dan, + So es hi sculdech alre dinc, + Daer af hi vor den coninc + Van desen heren es beclaghet.” + --»Wie wildi, Grimbert, datten daghet? 1350 + Sprac die coninc, wie es hier + Die sijn oghe, ofte sijn lier + Wille setten in avonture + Omme ene felle creature? + Ic wane, hier niemen nes so sot.” 1355 + Grimbert sprac: »Selp mi God! + Siet mi hier, ic bem so coene, + Dat ic wel dar bestaen te doene + Dese bodscap, ghebiedijt.” + --»Grimbert, gaet, ende sijt 1360 + Vroet, ende wacht u jeghen mesval!” + Hi sprac: »Coninc here, ic sal.” + Dus gaet Grimbert te Maupertuus. + Als hire quam, vant hi in huus + Sinen oom, ende vrouwe Ermelinen, 1365 + Die bi haren welpekinen + Laghen in die haghedochte; + Ende teerst dat Grimbert mochte + Groete hi sijn oom, ende siere moien. + Hi sprac: »En sal u niet vernoien 1370 + Des onrechts, daer ghi in sijt? + Dinket u noch niet wesen tijt, + Dat ghi trect, oom Reinaert, + Tote des coninx hovewaert, + Daer ghi wel sere sijt beclaghet 1375 + Ghi sijt drie waerve ghedaghet. + Vermerredi maerghin den dach, + So sorghic, dat u ne mach + Neghene ghenade mee ghescien. + Ghi sult ten derden daghe sien 1380 + U casteel bestormen, Maupertuus; + Ghi sult gherecht sien vor u huus + Ene galghe ofte een rat. + Over waer segghic u dat, + Beide u kindre ende u wijf 1385 + Sullen verliesen haren lijf, + Lachterlike, al sonder waen; + Ghine moghet selve niet ontgaen. + Daer omme es u die beste raet, + Dat ghi met mi te hove gaet: 1390 + Hets messelic, hoet ghevallen mach. + U es dicke up enen dach + Vremder avonture ghevallen, + Dat ghi noch quite van hem allen + Met des coninx orlove 1395 + Nochtan sciet uten hove.” + Reinaert seide: »Ghi secht waer. + Nochtan, Grimbert, come ic daer, + Onder des coninx ghesinde, + Dat ic binden hove vinde, 1400 + Es up mi verbolghen al; + Quame ic dane, het ware gheval. + Nochtan dinct mi beter wesen + (Ghenese oft ic mach ghenesen,) + Dat ic met u te hove vare, 1405 + Dan het al verloren ware, + Casteel, kindre ende wijf, + Ende daer toe mijns selves lijf. + In mach den coninc niet ontgaen; + Alse ghi wilt, so willic gaen. 1410 + Hort, vrouwe Hermeline, + Ic bevele u die kindre mine, + Dat ghire wale pleghet nu: + Vor allen dandren bevelic u + Minen sone Reinaerdine: 1415 + Hem staen wel die gaerdeline + An sijn muulkijn over al: + Ic hope, dat hi mi slachten sal. + Hier es Rosseel, een scone dief, + Die hebbic nochtan alse lief, 1420 + Als iemen sine kindre doet; + Al eist, dat ic nu henen moet, + Ic salt mi nemen harde na, + Up dat ic mach, dat ic ontga. + Grimbert, neve, God moet u lonen.” 1425 + Met hoofscen worden ende met sconen + Nam Reinaert an den sinen orlof, + Ende rumede sijns selves hof. + Ai hoe droeve bleef vrouwe Hermeline, + Ende hare clene welpekine, 1430 + Doe Reinaert sciet uut Maupertuus, + Ende hi hof liet ende huus + Aldus omberaden staen! + Nu horet, wat hi heeft ghedaen. + Teerst dat hi quam ander heiden, 1435 + Hi sprac te Grimbert, ende seide: + »Grimbert, scone wel soete neve, + Van sorghe suchtic ende beve. + Lieve neve, ic wille gaen + (Nu hort mine redene saen,) 1440 + Te biechte hier te di: + Hier nes ander pape bi. + Hebbic mine biechte ghedaen, + Hoe so die saken mijn vergaen, + Mine siele sal te claerre wesen.” 1445 + Grimbert antworde na desen: + »Oom, wildi te biechte gaen, + So moetti dan verloven saen + Alle diefte ende allen roof; + Oft en diet u niet een loof!” 1450 + --»Dat wetic wel, sprac Reinaert, + Grimbert, nu hort haerwaert, + Ende vandet mi gheraden; + Siet, ic come u te ghenade, + Van algader miere mesdaet: 1455 + Nu hort, Grimbert, ende verstaet: + Confiteor pater, mater, + Dat ic den otter ende den cater + Ende allen dieren hebbe mesdaen; + Daer af willic mi in biechte dwaen.” 1460 + Grimbert sprac: »Oom, walschedi? + Oft ghi wilt, sprect jeghen mi + In Dietsche, dat ict mach verstaen.” + Doe sprac Reinaert: »Ic hebbe mesdaen + Jeghen allen dieren, die nu leven; 1465 + Bidt Gode, dat hijt mi vergheve! + Ic dede minen oom Brunen + Al bloedich maken sine crune. + Tibert dede ic muse vaen + (Daer ickene sere dede slaen,) 1470 + Tes papen, daer hi spranc int strec. + Ic hebbe ghedaen groot ongherec + Cantecleer, ende sinen kindren, + Waren si meerre ofte mindre, + Dicke makedicse los: 1475 + Dor recht beclaghet hi den vos. + Die coninc en es mi niet ontgaen; + Ic hebbe hem toren ooc ghedaen, + Ende mesprijs der coninghinne, + Dat si spade sullen verwinnen 1480 + Also vele ere van mi. + Ooc hebbic, dat segghic di, + Grimbert, liede mee bedroghen, + Dan ic di soude ghesegghen moghen. + Ende Isengrijn, dat verstaet, 1485 + Hiet ic oom, dor baraet; + Ic maecten monc ter Elmare: + Dat wi beide begheven waren, + Dat wart hem al te siere pine. + Ic dede hem an dien clockelinen 1490 + Binden beide sine voete: + Dat luden wart hem doe so soete, + Dat hijt emmer wilde leren: + Dat verghinc hem tonnere: + Want hi luudde so utermaten, 1495 + Dat alle die ghinghen bi der strate, + Ende waren binder Elmare, + Waenden dat die duvel ware, + Ende liepen daer si luden horden. + Eer hi doe conste in corten worden 1500 + Ghespreken: »Ic wille mi begheven,” + Hadsi hem na ghenomen tleven. + Sint dedic hem die crune gheven: + Hem machs ghedinken al sijn leven, + Dat wetic wel over waer. 1505 + Ic dede hem bernen af dat haer, + So dat hem die swaerde cramp. + Sint dedic hem meerren scamp + Upt ijs, daer icken leerde visscen, + Daer hi niene conste ontwisscen: 1510 + Hi ontfinker meneghen slach. + Sint leiddicken up enen dach + Tote des papen van ... blois. + In al dat lant van Vermendois + Sone woonde gheen pape riker. 1515 + Die selve pape hadde enen spiker, + Daer menich vet bake in lach; + Des haddic dicke goet ghelach. + Onder dien spiker haddic een gat + Verhohenlike ghemaect: in dat 1520 + Dedic Isengrijn incrupen; + Daer vant hi rentvleesc in cupen, + Ende baken hanghende vele. + Daer dedi dor sine kele + So vele gheliden utermaten, 1525 + Als hi weder uten gate + Waende keren, uter noot, + Hem was die lede buuc so groot, + Dat hi beclaghede sijn ghewin. + Daer hi was comen hongherich in, 1530 + Ne condi sat niet comen uut. + Ic liep, ic maecte groot gheluut + Int dorp, ende maecte groot gherochte; + Nu hort, wat ic daer toebrochte. + Ic liep al daer die pape sat 1535 + Te siere taflen ende at. + Die pape hadde een cappoen: + Dat was dat alrebeste hoen + Dat men in al dat lant vant: + Hi was ghewent al toter hant. 1540 + Dien prandic in minen mont + Vor die tafle, daer hi stont, + Al daert die pape toesach. + Doe riep die pape: »Nu vanc! slach! + Helpe, wie sach dit wonder nie? 1545 + Die vos comt, daer ic toesie, + Ende rooft mi in mijns selves huus; + So helpe mi sancta spiritus! + Te wers hem, dat hire quam!” + Dat tafelmes hi upnam, 1550 + Ende stac die tafle, dat soe vlooch + Verre boven mi harde hooch, + In middewaerde upten vloer. + Hi vloecte sere ende swoer, + Ende riep lude: »Slach ende va!” 1555 + Ende ic vore, ende hi na. + Sijn tafelmes haddi verheven, + Ende brochte mi ghedreven + Up Isengrijn, daer hi stont: + Ic hadde dat hoen in minen mont, 1560 + Dat harde groot was ende swaer; + Dat so moestic laten daer, + Wast mi leet ofte lief. + Doe riep die pape: »Ai, here dief, + Ghi moet den roof laten!” 1565 + Ende ic ghinc miere strate + Dane, daer ic wesen woude. + Alse die pape upheffen soude + Dat hoen, sach hi Isengrine. + Doe naecte hem ene grote pine; 1570 + Hi warpene int oghe metten messe. + Den pape volgheden si sesse, + Die alle met groten staven quamen: + Ende als si Isengrijn vernamen + Doe maecten si een groot gheluut, 1575 + Ende die ghebure quamen uut, + Ende maecten grote niemare + Manlic andren, dat daer ware + In spapen spiker een wulf ghevaen, + Die hem selven hadde ghedaen 1580 + Bi den buke in dat gat. + Als die ghebure ghevreischten dat, + Liepen si dat wonder bescouwen. + Aldaer wart Isengrijn teblouwen, + So dat hem ghinc al uten spele; 1585 + Want hi ontfinker harde vele + Groter slaghe, ende groter worpe. + Daer quamen die kindre vanden dorpe, + Ende verbonden hem die oghen: + Het stont hem so, hi moest ghedoghen. 1590 + So sere sloechsi ende staken, + Dat sine uten gate traken, + (Doe ghedoghedi vele onghevals) + Ende bonden hem an sinen hals + Enen steen, ende lieten gaen, 1595 + Ende lietene dien honden saen, + Diene ghinghen bassen ende jaghen. + Ooc diende men hem met groten slaghen + So langhe, dat hi ghelove was. + Doe viel hi neder up dat gras 1600 + Oft hi ware al steendoot. + Doe was dier kindre bliscap groot. + Ghindre was grote niemare. + Si leidene up ene bare, + Ende droeghene met groten ghehuke 1605 + Over stene ende over struke. + Buten dorpe, in ene gracht, + Bleef hi ligghende al dien nacht: + Inne weet hoe hi dane voer. + Sint verwarvic, dat hi mi swoer 1610 + Sine hulde een jaer al omtrent. + Dat dede hi up sulc convent, + Dat icken soude maken hoenre sat. + Doe leiddicken in ene stat, + Daer ic hem dede te verstane, 1615 + Datter hinnen ende een hane + In een groot huus, an ere strate, + Up enen haenbalke saten. + Recht ere valdore bi, + Daer dedic Isengrijn bi mi 1620 + Up dat huus clemmen boven: + Ic seide, ic wilde hem gheloven, + Wildi crupen in die valdore, + Dat hire soude vinden vore + Van vetten hoenren sijn ghevoech. 1625 + Ter valdore ghinc hi ende loech, + Ende croop daer in met vare, + Ende began tasten harentare. + Hi taste, ende als hi niet en vant + Sprac hi: »Neve, hets hier bewant 1630 + Te sorghe: ic ne vinder niet.” + Ic sprac: »Oom, wats ghesciet, + Cruupter een lettel bet in: + Men moet wel pinen omme ghewin; + Ic hebse wech, diere saten vore.” 1635 + Dus so liet hi hem verdoren, + Dat hi die hoenre te verre sochte. + Ic sach, dat icken honen mochte, + Ende hoonden so, dat hi voer + Vant dac boven upten vloer, 1640 + Ende gaf enen groten val, + Dat si ontspronghen overal, + Die daer in den huse sliepen. + Die bi den viere laghen, si riepen + Dat ware in huus, sine wisten wat, 1645 + Ghevallen dor dat viwergat. + Si worden up, ende ontstaken lecht: + Doe sine daer saghen, echt + Wart hi ghewont toter doot. + Ic hebben brocht in menegher noot, 1650 + Meer dan ic ghesegghen mochte. + Nochtan, al dat ic nie ghewrochte + Jeghen hem, so ne roeke ic niet + So sere, als dat ic verriet + Vrouwe Hersinde, sijn scone wijf, 1655 + Die hi liever dan sijns selfs lijf + Hadde: God moet mi vergheven! + Haer dedic, dat mi liever bleven + Ware te doene, dant es ghedaen.” + Grimbert sprac: »Oft ghi wilt gaen 1660 + Claerlike te biechte tote mi, + Ende sijn van uwen sonden vri, + So suldi spreken ombedect. + In weet, werwaert ghi dit trect: + »Ic hebbe jeghen sijn wijf mesdaen.” 1665 + Oom, dat en can ic niet verstaen, + Waer ghi dese tale keert.” + Reinaert sprac: »Neve Grimbeert, + Ware dat hoofschede groot, + Oft ic hadde gheseit al bloot: 1670 + Ic hebbe gheslapen bi miere moien? + Ghi sijt mijn maech, u souts vernoien, + Seidic eneghe dorperheit. + Grimbert, nu hebbic gheseit + Al dat mi mach ghedinken nu: 1675 + Geeft mi aflaet, biddic u, + Ende settet mi dat u dinct goet.” + Grimbert was wijs ende vroet: + Hi brac een rijs van ere haghe, + Ende gaffer hem mede XL slaghe 1680 + Over alle sine mesdade. + Daerna, in gherechten rade, + Riet hi hem goet te wesene, + Te wakene, ende te lesene, + Te vastene, ende te vierne, 1685 + Ende te weghe waert te stierne + Die hi buten weghe saghe: + Ende hi vort alle sine daghe + Bescedenlike hem soude gheneren. + Hierna so dedi hem versweren 1690 + Beide roven ende stelen. + Nu moet hi siere siele telen, + Reinaert, bi Grimberts rade, + Ende ghinc te hove, up ghenade. + Nu es die biechte daer ghedaen. 1695 + Die heren hebben den wech bestaen + Tote des conincs hovewaert. + Nu was, buter rechter vaert, + Die si te gane hadden begonnen, + Een prioreit van swarten nonnen, 1700 + Daer meneghe gans ende menich hoen, + Meneghe hinne, menich cappoen, + Plaghen te wedene, buten mure. + Dit wiste die felle creature, + Die onghetrouwe Reinaert, 1705 + Ende sprac: »Te ghenen hovewaert + So leghet onse rechte strate.” + Met dusdanen barate + Leidde hi Grimbert bi der scure, + Daer die hoenre buten mure 1710 + Ghinghen weden harentare. + Der hoenre wart Reinaert gheware: + Sine oghen begonsten omme te gane. + Buten den andren ghinc een hane, + Die harde vet was ende jonc: 1715 + Daerna gaf Reinaert enen spronc, + So dat dien hane die plume stoven. + Grimbert sprac: »Ghi dinct mi doven, + Onsalich man, wat wildi doen? + Wildi noch om een hoen 1720 + In alle die grote sonden slaen, + Daer ghi te biechte af sijt ghegaen? + Dat moet u wel sere rouwen!” + Reinaert sprac: »Bi rechter trouwe, + Ic hads vergheten, lieve neve; 1725 + Bit Gode, dat hijt mi vergheve. + Het ne ghesciet mi nemmermeer.” + Doe daden si enen wederkeer + Over ene smale brugghe. + Hoe dicke sach Reinaert achter rugghe 1730 + Weder, daer die hoenre ghinghen! + Hine conste hem niet bedwinghen, + Hine moeste siere seden pleghen: + Hadde men hem thooft af ghesleghen, + Het ware ten hoenrenwaert ghevloghen, 1735 + Also verre alst hadde ghemoghen. + Grimbert sach dit ghelaet + Ende seide: »Onreine vraet, + Dat u dat oghe so omme gaet!” + Reinaert andworde: »Ghi doet quaet, 1740 + Dat ghi mine herte so becoort, + Ende mine bede dus verstoort: + Laet mi doch lesen een pater nooster, + Der hoenre sielen vanden clooster, + Ende den gansen te ghenade, 1745 + Die ic dicke hebbe verraden, + Die ic desen heleghen nonnen + Met miere list hebbe af ghewonnen.” + Grimbert balch, newaer Reinaert + Hadde emmer doghen achterwaert, 1750 + Tes si quamen ter rechter strate. + Doe began hem droeve ghelaten, + Ende harde sere beefde Reinaert, + Dat si keerden te hove waert, + Daer hi waende sere mesraken. 1755 + Doe hi began den hove naken, + Ende in sconinx hof was vernomen, + Dat Reinaert ware te hove comen, + Met Grimbert den das, + Ic wane daer niemen was 1760 + So aerm, no van so cranken maghen, + Hine gherede hem up een claghen: + Dit was al jeghen Reinaerde. + Nochtan dedi als donvervaerde, + Hoe so hem te moede was; 1765 + Ende sprac te Grimbeert den das: + »Leidet ons die hoochste strate!” + Reinaert ghinc in dien ghelate, + Ende in al so bouden ghebare, + Oft hi sconinx sone ware, 1770 + Ende hi niet en hadde mesdaen. + Boudelike ghinc hi staen + Vor Nobele, dien coninc, + Ende sprac: »God, die alle dinc + Gheboot, hi gheve u, coninc here, 1775 + Langhe bliscap ende ere. + Ic groet u, coninc, ende hebbes recht: + En hadde nie coninc enen cnecht + So ghetrouwe jeghen hem, + Als ic oit was ende bem: 1780 + Dat es dicke worden anscijn: + Nochtan die sulke, die hier sijn, + Souden mi herde gherne roven + Uwer hulde, wildi hem gheloven; + Maer neen ghi niet; God moet u lonen! 1785 + Het ne betaemt niet der crone, + Dat soe den scalken ende den fellen + Te lichte ghelove dat si vertellen. + Nochtan willics Gode claghen: + Dier es te vele in onsen daghen, 1790 + Der scalke, die wroeghen connen, + Die die vorder hant hebben ghewonnen + Over al, in riken hoven, + Dien sal men niet gheloven: + Die scalcheit es hem binnen gheboren; 1795 + Dat si den goeden beraden toren, + Dat wreke God up haer leven, + Ende moete hem ewelike gheven + Al sulken loon, als si sijn waert!” + Die coninc sprac: »Owi Reinaert, 1800 + Owi Reinaert, onreine quaet, + Wat condi al scone ghelaet! + Dat en can u ghehelpen niet een caf. + Nu comt uwes smekens af: + In werde bi smekene niet u vrient. 1805 + Hets waer, ghi sout mi hebben ghedient + Van ere sake in den woude, + Daer ghi qualic in hebt ghehouden + Die vrede, die ic hadde ghesworen.” + --»Owi, wat hebbic al verloren!” 1810 + Riep Canticleer, die daer stont. + Die coninc sprac: »Hout uwen mont, + Here Canticleer, nu laet mi spreken: + Laet mi antworden sinen treken. + Ai, here dief, Reinaert, 1815 + Dat ghi mi lief hebt ende waert, + Dat hebdi, sonder uwe pine, + Minen boden laten scinen, + Aerm man Tibert, here Brunen, + Dien noch bloedich es die crune! 1820 + Ic ne sal u niet vele scelden: + Ic waent u kele sal ontghelden + Noch heden, al up ene wile.” + --»Nomine Patrum, Christum File! + Sprac Reinaert, oft mijn here Brunen 1825 + Noch al bloedich es die crune, + Was hi teblouwen, oft versproken, + Waer hi goet, het ware ghewroken, + Eer hi noint vlo int water. + Banderside Tibert die cater, 1830 + Dien ic herberghede ende ontfinc, + Oft hi ute om stelen ghinc + Tes papen, sonder minen raet, + Ende hem die pape dede quaet, + Bi Gode, soudic dat ontghelden, 1835 + So mochtic mijn gheluc wel scelden!” + Vort sprac Reinaert: »Coninc lioen, + Wien twifelt des, ghine moghet doen + Dat ghi ghebiet over mi? + Hoe goet mine sake si, 1840 + Ghi moghet mi vromen ende scaden; + Wildi mi sieden, ofte braden, + Ofte hanghen, ofte blenden, + Ic ne mach u niet ontwenden; + Alle diere sijn in u bedwanc. 1845 + Ghi sijt groot, ende ic bem cranc; + Mine hulp es clene, ende duwe groot: + Bi Gode, al sloeghedi mi doot, + Dat ware ene cranke wrake; + Lichte men daer ave hilde sprake.” 1850 + Doe spranc up Belijn, die ram, + Ende sine hie, die met hem quam, + Dat was dame Hawi: + Belijn sprac: »Gawi + Alle vort met onser claghe!” 1855 + Brune spranc up, met sinen maghen, + Ende Tibeert die felle, + Ende Isengrijn sijn gheselle, + Forcondet dat everswijn, + Ende die raven Tiecelijn, 1860 + Pancer die bever, ooc Bruneel, + .............. + Dat watervar, dat butseel, + Ende dat eencoren, here Rosseel, + Dieweline, die vrouwe fine, 1865 + Cantecleer ende die kindre sine, + Makende groten vederslach, + Dat foret, Clenebejach, + Liepen alle in dese scare: + Alle dese ghinghen openbare 1870 + Vor haren here, den coninc, staen, + Ende daden Reinaert vaen. + Nu ghinct ghindre up een plaidieren. + Nie horde man van dieren + So scone tale als nu es hier 1875 + Tusscen Reinaerde ende dandre dier; + Vort bringhen dat men seide daer, + Het ware mi pijnlic ende swaer; + Daer omme corte ic u die wort. + Die beste reden ghinghen vort. 1880 + Die claghen, die die diere ontbonden, + Proefden si met orconden, + Als si sculdich waren te doene. + Die coninc dreef die hoghe baroene + Te vonnesse, van Reinaerts sake. 1885 + Doe wijstsi, dat men soude maken + Ene galghe, sterc ende vast, + Ende men Reinaert, den fellen gast, + Daer an hinghe, bi siere kele. + Nu gaet Reinaerde al uten spele. 1890 + Doe Reinaert verordeelt was, + Orlof nam Grimbert die das, + Met Reinaerts naesten maghen: + Sine consten niet verdraghen, + No sine consten niet ghedoghen, 1895 + Dat men Reinaert vor haren oghen + Soude hanghen alse enen dief. + Nochtan wast hem somen lief. + Die coninc, die was harde vroet, + Doe hi mercte ende verstoet, 1900 + Dat so menich jonghelinc + Met Grimbert uten hove ghinc, + Die Reinaerde na bestoet, + Doe peinsdi in sinen moet: + Hier mach in lopen ander raet. 1905 + Al es Reinaert selve quaet, + Hi hevet meneghen goeden maech. + Doe sprac hi: »Twi sidi traech, + Isengrijn ende here Bruun? + Reinaerde es cont menich tuun, 1910 + Ende hets den avonde bi; + Hier es Reinaert, ontsprinct hi, + Comt hi III voete uter noot, + Sine list soe es so groot, + Ende hi weet so meneghen keer, 1915 + Hine wert ghevanghen saermeer. + Salmen hanghen, twine doet ment dan? + Eer men nu ghereden can + Ene galge, so eist nacht.” + Isengrijn was wel bedacht, 1920 + Ende sprac: »Hier es een galghe bi.” + Ende met dien worde versuchte hi. + Doe sprac die cater, here Tibeert: + »Here Isengrijn, u es verseert + U herte, in wancans u niet; 1925 + Nochtan Reinaert di tal beriet, + Ende selve mede ghinc, + Daermen u twee broeders hinc, + Rume ende Widelanke. + Hets tijt, wildijs hem danken. 1930 + Waerdi goet, het ware ghedaen; + Hine ware niet noch onverdaen.” + Isengrijn sprac tote Tibeert: + »Wat ghi ons al gader leert! + Ne ghebrake ons niet een strop, 1935 + Langhe heden wiste sijn crop + Wat sijn achterende mochte weghen.” + Reinaert, die langhe hadde ghesweghen, + Sprac: »Ghi heren, cort mine pine. + Tibert heeft ene vaste line, 1940 + Die hi bejaghede an sine kele + Daer hi vernois hadde vele, + Int huus daer hi den pape beet, + Die vor hem stont al sonder cleet. + Here Isengrijn, nu maect u vore! 1945 + En sidi niet daertoe vercoren, + Ende ghi Brune, dat ghi sult doden + Reinaert, uwen neve, den fellen roden?” + Doe sprac hi ten coninc saen; + »Doet Tibert mede gaen; 1950 + Hi mach clemmen, hi mach die line + Updraghen, sonder uwe pine. + Tibert, gaet, ende maect ghereet! + Dat ghi iet let, dats mi leet.” + Doe sprac Isengrijn tote Brunen: 1955 + »So helpe mi die cloostercrune, + Die boven up mijn hoofd staet! + In horde nie so goeden raet, + Alse Reinaert selve ghevet hier. + Hem langhet omme cloosterbier: 1960 + Nu gawi ende bruwen hem!” + Brune sprac: »Neve Tibert, nem + Die line; du sels mede lopen. + Reinaert hi sal nu becopen, + Mijn scone liere, ende dijn oghe! 1965 + Gawi, ende hanghene so hoghe + Dats lachter hebben al sine vrient!” + --»Gawi, hi hevets wel verdient,” + Sprac Tibert, ende nam die line, + »Inne dede nie so lieve pine.” 1970 + Nu waren die drie heren ghereet. + .............. + Dats Isengrijn ende Tibeert + Ende her Bruun, die hadde gheleert + Honich stelen tsiere scade. 1975 + Isengrijn was so beraden, + Eer hi vanden hove sciet, + Hine wilde des laten niet, + Hine vermaende nichten ende neven, + Ende alle die binden hove bleven, 1980 + Beide ghebure ende gaste, + Dat si Reinaert hilden vaste. + Vrouwe Hersinde sinen wive + Beval hi, bi haren live, + Dat soe stonde bi Reinaerde, 1985 + Ende soene name biden baerde, + Ende van hem niet ne sciede, + No dor goet, no dor miede, + No dor niede, no dor noot, + No dor sorghe vander doot. 1990 + Reinaert antworde in corten worden, + Dat alle die daer waren horden: + »Here Isengrijn, half ghenade! + Al ware u lief mijn grote scade, + Ende al brincti mi in vernoie, 1995 + Ic weet wel, soude miere moien, + Te rechte ghedinken ouder daet, + Soene dade mi nemmer quaet. + Her Isengrijn, soete oom, + Ghi nemt uwes neven cranken goom, 2000 + Ende here Brune ende here Tibeert, + Dat ghi mi dus hebt onneert. + Ghi drie ghi hebbet ghedaen al, + Dat men mi ontliven sal. + Daer toe hebdi ghemaket, 2005 + Dat so wie mi ghenaket, + Sceldet mi dief, oft hevet leet. + Daer omme moetti, God weet, + Geonneert werden alle drie, + Ghine haest, dat ghescie 2010 + Al dat ghi begheert te doene. + Mi es die herte noch also coene: + Ic dar wel sterven ene warf. + Ne wart mijn vader, doe hi starf, + Van allen sinen sonden vri? 2015 + Gaet, ghereet die galghe hier bi: + Een twint mi langher niet ne spaert + (Oft varen moetti hinderwaert) + Alle uwe voete ende uwe been!” + Doe sprac Isengrijn: »Ameen! 2020 + Amen, ende hinderwaert + Moet hi varen, die langher spaert!” + Tibert sprac: »Nu haestewi!” + Ende met dien worden spronghen si, + Ende liepen vort harde blide, 2025 + Ende pijnden hem te stride + Te springhene over meneghen tuun, + Isengrijn ende here Bruun. + Tibert volghede hem naer: + Hem was die voet een lettel swaer 2030 + Vander linen, die hi droech; + Nochtan was hi rasch ghenoech: + Dat dede hem al die goede wille. + Reinaert stont ende sweech al stille, + Ende sach sine viande lopen, 2035 + Die hem dat strec an waenden cnopen. + --»Maer het sal bliven,” sprac Reinaert, + Die stoet ende scouwede derwaert + Hoe si springhen ende keren. + Hi peinsde: »Deus, wat joncheren! 2040 + Nu laetse springhen ende lopen: + Levic, si sullent noch becopen, + Hare overdaet ende hare scampie, + Mine ghebreke reinaerdie; + Nochtanne sijn si mi 2045 + Liever verre danne bi, + Die ghene die ic meest ontsach. + Nu willic proeven, dat ic mach + Te hove bringhen een baraet, + Dat ic, vor die dagheraet, 2050 + In groter sorghe vant te nacht. + Hevet mine list sulke cracht + Als ic noch hope dat soe doet, + Al es hi listich ende vroet, + Ic wane den coninc noch verdoren.” 2055 + Die coninc dede blasen enen horen, + Ende hiet Reinaert uutwaert leden + Reinaert sprac: »Laet teerst ghereden + Die galghe, daer ic an hanghen sal; + Ende daer binnen so salic al 2060 + Den volke mine biechte conden, + In verlanesse van minen sonden. + Hets beter, dat al tfolc verstaet + Mine diefte ende mine ondaet, + Dan si namaels eneghen man 2065 + Mine overdaet teghen an.” + Die coninc sprac: »Nu segghet dan!” + Reinaert stont als een droeve man, + Ende sach al omme, harentare. + Dus so sprac hi al openbare: 2070 + »Helpe, seit hi, Dominus! + Nu nes hier niemen in dit huus, + No vrient no viant, ic ne bem + Een deel mesdadich jeghen hem. + Nochtan, horet alle, ghi heren: 2075 + Laet u wisen ende leren, + Hoe ic Reinaert, aerminc, + Eerst die boosheit anevinc. + In allen tiden, spade ende vroe, + Was ic een hovesc kint nochtoe. 2080 + Doe men mi spaende vander mammen, + Ghinc ic spelen metten lammen, + Dor te horne dat ghebleet; + So langhe, dat ic een verbeet: + Ten eersten lapedic dat bloet: 2085 + Het smaecte so wel, het was so goet, + Dat ic dat vleesc mede ontgan. + Daer leerdic leckernie an + So vele, dat ic ghinc ten gheten + Int wout, daer icse horde bleten: 2090 + Daer verbetic hoekine twee. + So dedic derdes daghes mee, + Ende ic wart bouder ende coener, + Ende verbeet haenden ende hoener, + Ende gansen, daer icse vant. 2095 + Doe mi bloedich wart mijn tant, + Was ic so fel ende so wreet, + Dat ic suver up verbeet + Al dat ic vant, ende wat mi dochte + Dat mi bequam, ende ic vermochte. 2100 + Daer na quam ic ende Isengrijn, + Te wintre in enen couden rijm, + Bi Besele onder enen boom: + Hi rekende hi ware mijn oom, + Ende began ene sibbe tellen. 2105 + Aldaer worden wi ghesellen. + Dat mach mi te rechte rouwen! + Daer gheloofden wi, bi trouwe, + Recht gheselscap manlic andren. + Doe begonsten wi te gader wandren. 2110 + Hi stal tgrote, ende ic dat clene: + Dat wi bejaechden wart ghemene; + Ende als wi delen souden doe, + Ic was in hoghen ende vro + Mochtic mijn deel hebben half. 2115 + Alse Isengrijn bejaghede een calf + Oft een weder, oft een ram, + So grongierdi, ende maecte hem gram, + Ende toochde mi ghelaet, + Dat so suur was ende quaet, 2120 + Dat hi mi met van hem verdreef, + Ende hem mijn deel al gader bleef; + Nochtan achtic niet van dien. + So menich warve hebbic versien, + Alse wi een grote proie lagheden, 2125 + Die ic ende mijn oom bejagheden, + Enen osse, oft enen bake, + So ghinc hi sitten met ghemake + Met sinen wive, vrouwe Harsinde, + Ende met sinen VII kindren; 2130 + Sone mocht ic cume dene hebben + Vanden alreminsten rebben, + Die sine kindre en wouden cnaghen. + Dus nauwe hebbic mi bedraghen. + Nochtan dat was mi lettel noot; 2135 + Ne waer dat mijn sin so groot + Die lieve droech te minen oom, + Die mijns nemet cranken goom, + Ic hadde wel ghewonnen tetene. + Coninc, dit doe ic u te wetene: 2140 + Ic hebbe noch selver ende gout, + Dat al es in miere ghewout, + So vele, dat cume een waghen + Te VII werven soude ghedraghen.” + Alse die coninc dit verhorde, 2145 + Gaf hi Reinaerde selke andworde: + »Reinaert, waen quam u dese scat?” + Reinaert andworde: »Ic segghe u dat, + Wildijt weten, alse ict weet: + No dor lief, no dor leet 2150 + Sone salt danne bliven verholen. + Coninc, die scat was bestolen: + Ne waer hi ooc ghestolen niet, + Daer ware die mort bi ghesciet + Ane u lijf, in rechter trouwe, 2155 + Dat uwen vrienden mochte rouwen.” + Die coninghinne wart vervaert + Ende sprac: »Owi, Reinaert! + Owi, Reinaert! owi! owi! + Owi, Reinaert, wat sechdi? 2160 + Ic mane u bi der selver vaert, + Dat ghi ons secht, Reinaert, + Die u siele varen sal, + Dat ghi ons secht die waerheit al + Openbare, ende bringhet vort: 2165 + Oft ghi weet van enegher mort, + Oft enen mordeliken raet, + Die jeghen minen here gaet, + Dat laet hier openbare horen!” + Nu hort, hoe Reinaert sal verdoren 2170 + Den coninc entie coninghinne, + Ende hi bewerven sal met sinne + Des coninx vrientscap ende hulde; + Ende hoe hi buten haerre sculde + Brune en Isengrijn bede 2175 + Up hief in groten ongherede, + Ende in veten ende in ongheval + Jeghen den coninc bringhen sal. + Dien heren, die nu waren so fier, + Dat si Reinaerde waenden bier 2180 + Te sinen lachter hebben ghebrouwen, + Ic wane wel, in rechter trouwe, + Dat hi sal weder mede blanden, + Dien si drinken sullen met scande. + In enen ghelate van droeven sinne 2185 + Sprac Reinaert: »Edele coninghinne, + Al haddi mi nu niet ghemaent, + Ic bem een die sterven waent: + In laet niet ligghen up mine siele; + Ende waert so, dat mi gheviele, 2190 + Mi stonder omme in der helle te sine, + Daer torment es ende pine. + Indien dat die coninc milde + Een ghestille maken wilde, + Ic soude segghen, met ghenade, 2195 + Hoe jammerlike hi was verraden, + Te mordene van sinen lieden. + Nochtan, diet alre meest berieden, + Sijn som van minen liefsten maghen, + Die ic node soude bedraghen, 2200 + Ne daet die sorghe vander helle, + Daer men seit, dat si in quellen, + Die hier sterven, ende mort + Weten, sine brincse vort.” + Dien coninc wart die herte swaer, 2205 + Ende sprac: »Reinaert, sechstu mi waer!” + --»Waer?” sprac Reinaert, »vraechdi des? + Jane weet ghi niet hoet met mi es? + Ne bewaent niet, edel coninc, + Al bem ic een aerminc, 2210 + Hoe mochtic sulke mort ghetemen? + Waendi, dat ic wille nemen + Ene loghene uptie langhe vaert? + In trouwe neenic,” sprac Reinaert. + Bi der coninghinne rade, 2215 + Die sere ontsach des coninx scade, + Gheboot die coninc openbare, + Dat niemen daer so coene en ware, + Dat hi een wordekijn iet sprake, + Tottien, dat Reinaert met ghemake 2220 + Hadde volseit al sinen wille. + Doe sweghen si alle gader stille. + Die coninc hiet Reinaerde spreken. + Reinaert was van fellen treken: + Hem dochte scone sijn gheval, 2225 + Hi sprac: »Nu swighet over al, + Na dien dat es den coninc lief: + Ic sal u lesen, sonder brief, + Die verradenesse openbare, + So dat ic niemene en spare, 2230 + Dien ic te wroeghene sculdich bem. + Dies lachter hevet, scaems hem!” + Nu vernemt alle gader, + Hoe Reinaert sinen ertscen vader + Met verradenesse sal bedraghen, 2235 + Ende een van sinen liefsten maghen, + (Dat was Grimbert, die das,) + Die hem hout van herten was. + Dat dede Reinaert omme dat, + Dat hi wilde, dat men te bat 2240 + Sinen worden gheloven soude, + Van sinen vianden, oft hi woude + Dien verranesse tien an. + Nu hort, hoe hi dies began: + »Wilen tere stonde 2245 + Hadde mijn here vonden + Des coninx Hermelinx scat, + In ere verholenre stat. + Doe mijn vader hadde vonden + Den scat, wart hi in corten stonden 2250 + So overdadich, ende so fier, + Dat hi veronwerde alle dier, + Die sine ghenote te voren waren. + Hi dede Tibert, den cater, varen + In Ardennen, dat wilde lant, 2255 + Aldaer hi Brune den bere vant: + Hi ontboot Brunen Gods houde, + Ende in Vlaendren comen soude, + Oft hi coninc wilde wesen. + Brune wart vro van desen, 2260 + Hi hadt meneghen dach begheert: + Doe maecte hi hem te Vlaendrenweert + Ende quam in Waes, int soete lant, + Daer hi minen vader vant. + Mijn vader omboot Grimberte, den wisen, 2265 + Ende Isengrine, den grisen, + (Tibert, die cater, was die vijfte) + Ende quamen tenen dorpe, hiet Hijfte. + Tusscen Hijfte ende Ghent + Hilden si haer parlement, 2270 + In ere belokenre nacht; + Daer quamen si bi sduvels cracht + Ende bi des duvels ghewelt, + Ende swoeren daer an twoeste velt + Alle vive, des coninx doot. 2275 + Nu horet wonder harde groot: + [Si swoeren up Isengrijns crune, + Alle vive, datsi Brune + Coninc ende here souden maken, + Ende settene in den stoele tAken,] 2280 + Ende hi crone soude draghen. + Wilde iemen van des coninx maghen + Dat wedersegghen, mijn vader soude + Met sinen selvere ende sinen goude + So den ghenen steken achter, 2285 + Dat sijs souden hebben lachter. + Dit wetic, ende segghe u hoe. + Eens maerghins harde vroe + Gheviel, dat mijn neve, die das, + Van wine een lettel dronken was, 2290 + Ende dien verholnen raet minen + Wive, vrouwe Harmelinen, + Al van pointe te pointe seide, + Daer si liepen an der heiden. + Mijn wijf es ene vremde vrouwe, 2295 + Ende gaf Grimberte hare trouwe, + Dat verholen bliven soude. + Ten eersten dat soe quam te woude, + Daer ic was, ende soe mi vant, + So telde soet mi te hant: 2300 + Newaer het was al stillekine. + Ooc seide soe mi sulke lijctekine, + Die ic kende al so waer, + Dat mi alle mine haer + Upwaert stonden, van groten vare. 2305 + Mine herte wart mi openbare + Also cout alse een ijs. + Dies sijt seker ende wijs, + Ic kinde Brune valsc ende quaet, + Ende vul van alre overdaet. 2310 + Ic peinsde: worde hi onse here, + Dat ontvruchtic harde sere, + Dat wi alle waren verloren. + Ic kinde den coninc so wel gheboren, + Ende soete, ende goedertiere, 2315 + Ende ghenadich allen dieren. + Het dochte mi bi allen dinghen + Eene quade manghelinghe, + Die ons ne mochte comen + No tere, no te vrome; 2320 + Mine herte grote sorghe doghede. + Hier omme pijndic ende poghede + Hoe so erge ene sake, + Testoret worde, ende ic brake + Mijns vader bosen raet, 2325 + Die een dorper, enen vraet, + Coninc ende here maken waende. + Emmer badic Gode, ende maende, + Dat hi den coninc, minen here, + Behilde sine wareltere. 2330 + Bedi ic kinde wale dat, + Behilde mijn vader sinen scat, + Si souden wel des raets ghetelen, + Onder hem ende sinen ghespelen, + Dat die coninc worde verstoten. 2335 + In diepen ghepeinsen ende in groten + Was ic dicke, hoe ic die stat + Soude vinden, waer die scat + Lach, die hi hadde vonden. + Ic wachte nauwe tallen stonden 2340 + Minen vader, ende leiden laghen + In meneghen bosch, in menegher haghe, + Beide in velde ende in woude, + Waer mijn vader, die listighe oude, + Henen trac ende henen liep: 2345 + Was het droghe, was het diep, + Wast bi nachte, wast bi daghe, + Ic was emmer in die laghe; + Wast bi daghe, wast bi nachte, + Ic was emmer in die wachte. 2350 + Up ene stont gheviel daer nare, + Dat ic mi decte met groten vare, + Ende lach ghestrect neven derde, + Ende vanden scatte, die ic begherde, + Gherne iewet hadde vernomen: 2355 + Doe saghic minen vader comen + Ute enen hole ghelopen. + Doe began ic ten scatte hopen + Bi den barate die ic hem sach + Driven, als ic u segghen mach: 2360 + Want doe hi uten holen quam, + Sach ic wel, ende vernam, + Dat hi omme sach. Doe merkedi, + Oft hem iemene ware bi; + Ende als hi niemene en sach, 2365 + Doe queddi den sconen dach, + Ende stoppede dat hol met sande, + Ende maectet ghelijc den andren lande. + Dat ic dat sach ne wiste hi niet. + Doe saghic, eer hi dane sciet, 2370 + Dat hi den steert liet nedergaen + Daer sine voete hadden ghestaen, + Ende decte sijn spore metter moude. + Daer leerdic an den vroeden ouden + Een lettel meesterliker liste, 2375 + Die ic te voren niet ne wiste. + Aldus voer mijn vader dane + Ten dorpewaert, daer die hanen + Ende die vette hinnen waren. + Teerst dat ic mi dorste baren, 2380 + Spranc ic up, en liep ten hole: + Ic wilde niet langher sijn in dole, + Ende ic gheraecter toe te hant. + Sciere scraefdic up dat sant + Met minen voeten, ende croop in 2385 + Aldaer ic vant groot ghewin; + Daer vandic selver ende gout: + Hier nes niemen nu so out, + Dies nie so vele te gader sach. + Doe ne spaerdic nacht no dach, 2390 + In ghinc trecken ende draghen, + Sonder kerre ende sonder waghen, + Over dach ende over nacht, + Met algader miere cracht. + Mi halp mijn wijf, vrouwe Hermeline: 2395 + Des dogheden wi grote pine, + Eer wi den overgroten scat + Brochten in een ander gat, + Daer hi bet lach tonsen ghelaghe. + Wi droeghene onder ene haghe 2400 + In een hol verholenlike: + Doe was ic van scatte rike. + Nu hort, wat si hier binnen daden, + Die den coninc hadden verraden. + Brune, die bere, sendde uut 2405 + Verholenlike sijn saluut + Achter lande, ende omboot + Al den ghenen rijcheit groot, + Die dienen wilden omme tsout: + Hi beloofde hem selver ende gout 2410 + Te ghevene met milder hant. + Mijn vader liep in al dat lant, + Ende droech des Brunen brieve: + Hoe lettel wiste hi, dat die dieve + Te sinen scatte waren gheraect, 2415 + Dies hem quite hadden ghemaect. + En ware die scat niet ontgonnen, + Hi hadder met die stat van Lonnen + Al te gader moghen copen. + Dus wan hi an sijn omme lopen. 2420 + Doe mijn vader, al omme ende omme, + Tusscen dier Elve entier Somme + Hadde ghelopen al dat lant, + Ende hi meneghen seriant + Hadde ghewonnen met sinen goude, 2425 + Die hem te hulpe comen soude, + Alse die somer quame int lant, + Keerde mijn vader daer hi vant + Brune entie ghesellen sine. + Doe teldi die grote pine 2430 + Ende die menichfoude sorghe, + Die hi vor den hoghen borghen + Int lant van Sassen hadde leden, + Daer die jagheren na hem reden + Alle daghe met haren honden, 2435 + Die hem vervaerden te menegher stonde. + Dit telde hi te spele al gader. + Daer na so toghede mijn vader + Brieve, die Brunen wel bequamen, + Daer XII.c al bi namen 2440 + Ser Isengrijns maghe in stonden, + Met scerpen claeuwen, met diepen monden; + Sonder die catten, ende die baren, + Die alle in Bruuns soude waren, + Ende die vosse metten dassen 2445 + Van Doringen ende van Sassen. + Dese hadden alle ghesworen, + Indien dat men hem te voren + Van XX daghen gave haer sout, + Si souden Brunen met ghewout 2450 + Seker wesen tsinen ghebode. + Dit benam ic al, danc Gode! + Doe mijn vader hadde ghedaen + Sine bodscap, soude hi gaen + Ende scouwen sinen scat; 2455 + Ende als hi quam ter selver stat, + Daer hine ghelaten hadde te voren, + Was die scat al verloren, + Ende sijn hol was uptebroken. + Wat holpe vele hier af ghesproken? 2460 + Doe mijn vader dat vernam, + Wart hi serich ende gram, + Dat hi van torne hem selven hinc. + Dus bleef achter Brunen dinc + Bi miere behendichede al. 2465 + Nu merct hier mijn ongheval: + Here Isengrijn ende Brune, die vraet, + Hebben nu den nauwen raet + Metten coninc openbare, + Ende arm man Reinaert es die blare!” 2470 + Die coninc ende die coninghinne, + Die beide hopeden ten ghewinne, + Si leden Reinaert buten te rade, + Ende baden hem, dat hi wel dade, + Ende hi hem wijsde sinen scat. 2475 + Ende alse Reinaert hoorde dat + Sprac hi: »Wijsdic u mijn goet, + Here coninc, die mi hanghen doet, + So waer ic ute minen sinne.” + --»Neen Reinaert, sprac die coninghinne, 2480 + Mijn here sal u laten leven, + Ende sal u vriendelike vergheven + Algader sinen evelen moet; + Ende ghi sult vortmeer sijn vroet + Ende goet, ende ghetrouwe.” 2485 + Reinaert sprac: »Dit doe ic, vrouwe, + Indien dat mi die coninc nu + Vaste ghelove, hier vore u, + Dat hi mi gheve sine hulde, + Ende Brune alle mine sculde 2490 + Wille vergheven; ende omme dat + So willic hem wisen minen scat, + Den coninc, al daer hi leghet.” + Die coninc sprac: »Ic ware ontweghet, + Wildic Reinaerde vele gheloven: 2495 + Hem es dat stelen ende dat roven + Ende dat lieghen gheboren int been.” + Die coninghinne sprac: »Here, neen, + Ghi moghet Reinaerde gheloven wel: + Al was hi hier te voren fel, 2500 + Hi nes nu niet dat hi was. + Ghi hebt ghehort, hoe hi den das + Ende sinen vader hevet bedreghen + Met morde, die hi wel beteghen + Mochte hebben andren dieren, 2505 + Wildi meer sijn arghertiere + Ofte fel, ofte onghetrouwe.” + Doe sprac die coninc: »Gentel vrouwe, + Al waendic dat mi soude scaden, + Eist dat ghijt mi dorret raden, 2510 + So willict laten up u ghenent, + Dese vorworde ende dit covent, + Up Reinaerts trouwe staen: + Newaer, ic segghe hem, sonder waen, + Doet hi meer archede, 2515 + Alle die hem ten tienden lede + Sijn belanc, sullent becopen!” + Reinaert sach den coninc belopen, + Ende wart blide in sinen moet, + Ende sprac: »Here, ic ware onvroet, 2520 + Ne gheloofdic niet also.” + Doe nam die coninc een stro + Ende vergaf Reinaerde algader + Die wanconst van sinen vader, + Ende sijns selves mesdaet toe. 2525 + Al was Reinaert blide doe, + Dan dinct mi gheen wonder wesen: + Jane was hi vander doot ghenesen! + Doe Reinaert quite was ghelaten, + Was hi blide utermaten, 2530 + Ende sprac: »Coninc, edel here, + God moete u lonen al der ere + Die ghi mi doet, ende mine vrouwe. + Ic secht u wel, bi miere trouwe, + Dat ghi mi vele ere doet: 2535 + So grote ere, ende so groot goet, + Dat niemen nes onder die sonne, + Dien ic alse wale soude onnen + Mijns scats ende miere trouwe, + Als ic u doe, ende miere vrouwe.” 2540 + Reinaert nam een stro vor hem + Ende sprac: »Here coninc, nem, + Hier geve ic di up den scat + Die wilen Ermelinc besat.” + Die coninc ontfinc dat stro, 2545 + Ende dancte Reinaerde so, + Als quansijs: »Dese maect mi here!” + Reinarts herte loech so sere, + Dat ment wel na an hem vernam, + Doe die coninc so gehorsam 2550 + Algader was te sinen wille. + Hi sprac: »Here, swighet stille; + Merket, waer mine redene gaet: + Int oostende van Vlaendren staet + Een bosch, ende heet Hulsterlo. 2555 + Coninc, ghi moghet wesen vro, + Mochti onthouden dit: + Een borne, heet Kriekepit, + Gaet suutwest niet verre dane; + Here coninc, ghine dorft niet wanen, 2560 + Dat ic u der waerheit iet messe: + Dats een die meeste wildernesse, + Die men hevet in enich rike. + Ic segghe u ooc ghewaerlike, + Dat somwilen es een half jaer, 2565 + Dat toten borne comet daer + No weder man nochte wijf, + No creature die hevet lijf, + Sonder die ule entie scuvuut, + Die daer nestelen in dat cruut, 2570 + Oft enich ander voghelijn + Dat daerwaert gherne wilde sijn, + Ende daer bi avonture lidet: + Daer in leghet mijn scat ghehidet. + Verstaet wel ditte, hets u nutte: 2575 + Die stede hetet Kriekeputte. + Ghi sult daer gaen, ende mine vrouwe; + Ne weset ooc niemene so ghetrouwe, + Die ghi sult laten wesen u bode, + Verstaet mi wel, coninc, dor Gode, 2580 + Maer gaet daer selve. Ende alse ghi + Dien selven putte comet bi, + Ghi sult vinden jonghe berken. + Here coninc, dit suldi merken: + Die alrenaest den putte staet, 2585 + Coninc, tote dier berken gaet: + Daer leghet die scat onder begraven. + Daer suldi delven ende scraven + Een lettel mos an ene side: + Daer suldi vinden menich ghesmide 2590 + Van goude, rikelijc ende scone: + Daer suldi vinden ooc die crone, + Die Ermelinc die coninc droech, + Ende ander chierheit ghenoech, + Edele stene, guldijn werc: 2595 + Men cocht niet omme dusent merc. + Ai coninc, als ghi hebt dat goet, + Hoe suldi peinsen in uwen moet: + Ai, Reinaert, ghetrouwe vos, + Die hier groeves in dit mos, 2600 + Desen scat bi dijnre list, + God gheve di goet, waer du bist!” + Doe andworde die coninc saen: + »Reinaert, sal ic die vaert bestaen, + Ghi moet sijn mede in die vaert, 2605 + Ende ghi moet ons, Reinaert, + Helpen den scat ontdelven. + Ic ne wane bi mi selven + Aldaer nemmermeer gheraken; + Ic hebbe ghehort noemen Aken 2610 + Ende Parijs, eist daer iet na? + Ende also als ic versta, + So smekedi, Reinaert, ende roemt; + Kriekeputte, dat ghi hier noemt, + Wanic, es een gheveinsde name.” 2615 + Dit was Reinaerde ombequame, + Ende verbalch hem, ende seide: »Ja, + Coninc, ghi sijter also na, + Alse van Colne tote Meie; + Waendi, dat ic u die Leie 2620 + Wille wisen in dien flume Jordane? + Ic sal u wel toghen, dat ic wane, + Orconde ghenoech, al openbare.” + Lude riep hi: »Cuwaert, comt hare, + Comet vor den coninc, Cuwaert!” 2625 + Die diere saghen dese vaert: + Hem allen wonderde, wat daer ware, + Cuwaert hi ghinc met vare: + Hem wonderde, wat die coninc woude. + Reinaert sprac: »Cuwaert, hebdi coude? 2630 + Ghi bevet; sijt blide al sonder vaer, + Ende secht minen here den coninc waer, + Dies mane ic u, bi der trouwe + Die ghi sijt sculdich miere vrouwe, + [Van al dat ic u sal vraghen.” 2635 + --»Al sout mi gaen an mine craghe, + Sprac Cuwaert, ic u niet en loghe; + Ghi hebt mi ghemaent also hoghe, + Dat ict te segghene sculdich bem.”] + Doe sprac Reinaert: »So secht hem: 2640 + Weetstu waer Kriekeputte steet?” + Cuwaert sprac: »Oft ict weet? + Jaic, hoene sout wesen so? + Ne staet hi niet bi Hulsterlo, + Up dien moer, in die woestine! 2645 + Ic hebber ghedoget grote pine, + Ende meneghen hongher, menich coude, + Ende armoede so menichfoude, + Up Kriekeputte, so menighen dach, + Dat ics vergheten niet ne mach. 2650 + Hoe mochte ic vergheten dies, + Dat aldaer Reinout die Vries + Die valsche penninghe sloech, + Daer hi hem mede bedroech + Entie ghesellen sine? 2655 + Dat was eer ic met Rine + Mijn gheselscap makede vast, + Die mi gequijtte meneghen last.” + --»Owi, sprac Reinaert, soete Rijn, + Lieve gheselle, scoon hondekijn, 2660 + Vergave God, waerdi nu hier, + Ghi sout toghen weder dese dier, + Met uwen sone, waers te doene, + Dat ic noint wart so coene, + Dat ic eneghe sake dede, 2665 + Daer ic den coninc mochte mede + Te miwaert belghen doen met rechte. + Gaet weder onder ghene cnechte, + (Sprac Reinaert) haestelic, Cuwaert; + Mijn here die coninc ne heeft tuwaert 2670 + Neghene sake te sprekene meer.” + Cuwaert dede een wederkeer, + Ende ghinc van sconinx rade daer. + Reinaert sprac: »Coninc, eist waer + Dat ic seide?”--»Reinaert, jaet, 2675 + Verghevet mi, ic dede quaet, + Dat ic u mestroude iet: + Reinaert, goede vrient, nu siet + Den raet, dat ghi met ons gaet + Ten putte, al daer die berke staet, 2680 + Daer die scat leghet begraven onder.” + Reinaert sprac: »Ghi secht wonder: + Waendi in waers harde vro, + Coninc, oft mi stonde also, + Dat ic met u wandelen mochte, 2685 + Also als ons beiden dochte, + Ende ghi waert al sonder sonde? + Neent, hets alse ic u orconde, + Ende ict u segghe, al eist scame: + Doe Isengrijn in sduvels name 2690 + In dordine ghinc hier te voren, + Ende hi te monke wart bescoren, + Doene conste hem niet ghenoeghen, + Daer VI monke hem bi bedroeghen. + Hi claghede ende kermede 2695 + So sere, dats mi ontfermede. + Doe hi cranc wart ende traech, + Doe haddics rouwe, als een sijn maech, + Ende gaf hem raet, dat hi ontran: + Daer omme bem ic in spaeus ban. 2700 + Maerghin, als die sonne up gaet, + Willic te Rome om aflaet; + Van Rome willic over see: + Dane en keric nemmermee, + Eer ic so vele hebbe ghedaen, 2705 + Coninc, dat ic met u mach gaen, + Tuwer ere, ende tuwer vrome, + Oft ic te lande weder come. + Het ware een onscone dinc, + Soudi, here coninc, 2710 + Maken uwe wandelinghe + Met enen verwaten ballinghe, + Als ic nu bem, God betere mi!” + Die coninc sprac: »Reinaert, sidi + Iet langhe verbannen?” Doe sprac Reinaert: 2715 + »Jaic, hets III jaer, dat ic waert + Vor den deken Hermanne + In vollen seende tebannen.” + Die coninc sprac: »Nadat ghi sijt + Tebannen, men souts mi doen verwijt 2720 + Lietic u met mi wanderen: + Ic sal Cuwaert ofte enen andren + Toten scatte doen gaen met mi; + Ende ic rade u, Reinaert, dat ghi + Niet ne laet, ghine vaert, 2725 + Dat ghi u vanden banne claert.” + --»Sone doe ic, sprac Reinaert, + Ic ga maerghin te Romewaert, + Gaet na den wille mijn!” + Die coninc sprac: »Ghi dinct mi sijn 2730 + Bevaen in harde goeden dinghen; + God onne u, dat ghijt moet vulbringhen, + Reinaert, alse u ende mi + Ende ons allen nutte si!” + Doe dese redene was ghedaen, 2735 + Doe ghinc Nobel, die coninc, staen + Up ene hoghe staghe van stene, + Daer hi up plach te stane allene + Als hi sat int hof te dinghe. + Die diere saten tenen ringhe 2740 + Al omme ende omme in dat gras, + Nadien dat elc gheboren was. + Reinaert stont bi der coninghinne, + Ende sprac met enen bliden sinne: + »Bidt vor mi, edele vrouwe, 2745 + Dat ic u met lieve weder scouwe.” + Soe sprac: »Die here, daert al an staet, + Doe u van sonden vul aflaet!” + Die coninc entie coninghinne + Ghinghen met enen bliden sinne 2750 + Vor haer diere, arme ende rike. + Die coninc hi sprac vriendelike: + »Reinaert es hier comen te hove, + Ende wille, dies ic Gode love, + Hem betren met al sinen sinne; 2755 + Ende mijn vrouwe die coninghinne + Hevet so vele ghedaen dor hem, + Dat ic sijn vrient worden bem, + Ende hi versoent es jeghen mi, + Ende ic hem hebbe ghegheven vri 2760 + Beide lijf ende lede: + Reinaerde ghebiedic vullen vrede; + Anderwaerf ghebiedic hem vrede; + Ende derde waerve mede: + Ende ghebiede u allen, bi uwen live, 2765 + Dat ghi Reinaerde, ende sinen wive + Ende sinen kindren ere doet, + Waer si comen in u ghemoet, + Sijt bi nachte, sijt bi daghe; + In wille meer neghene claghe 2770 + Van Reinaerts dinghen horen. + Al was hi roekeloos hier vore + Hi wille hem betren, ic segghe u hoe: + Reinaert wille maerghin vroe + Palster ende scerpe ontfaen, 2775 + Ende wille te Rome gaen, + Ende van Rome wille hi over see, + Ende dane comen nemmermee, + Eer hi heeft vul aflaet + Van alre sondeliker daet.” 2780 + Dese tale hevet Ticcelijn vernomen + Ende vlooch, dane hi es comen, + Ende hi vant die III ghesellen; + Nu hort, wat hi hem sal tellen: + Hi sprac: »Keitive, wat doedi hier? 2785 + Reinaert es meester bottelgier + Int hof, ende moghende utermaten; + Die coninc heeftene quite ghelaten + Van allen sinen mesdaden, + Ende ghi sijt alle III verraden.” 2790 + Isengrijn began andworden + Ticeline met corten worden: + »Ic wane, ghi lieghet, here raven!” + Mettien worde began hi scaven, + Ende Brune, hi volchde mede: 2795 + Si ghinghen recken hare lede + Lopende ten conincwaert. + Tibert was sere vervaert, + Ende bleef sittende up die galghe. + Hi was van sinen ruwen balghe 2800 + In sorghe groot, so utermaten, + Dat hi gherne wilde laten + Sijn oghe varen over niet, + Dat hi in spapen scure liet, + Indien dat hi versoent ware. 2805 + Hine wiste wat doen van vare + Dan hi ghinc sitten up die micke. + Hi claechde vele ende harde dicke, + Dat hi Reinaert nie bekinde. + Isengrijn quam met gheninde 2810 + Ghedronghen vore die coninghinne, + Ende sprac met enen fellen sinne + Te Reinaertwaert, so verre, + Dat die coninc wart al erre, + Ende hiet Isengrijn vaen, 2815 + Ende Brune. Also saen + Wortsi ghevanghen ende ghebonden: + Ghine saghet nie verwoeden honden + Doen meer lachters dan men dede + Isengrine ende Brunen mede. 2820 + Men voerese alse lede gaste, + Men bantse beide daer so vaste, + Dat si binder nacht + Met gheenrande cracht + Een let niet en mochten roeren. 2825 + Nu hort, hoe hise vort sal voeren, + Reinaert, die hem was te wreet: + Hi dede, dat men Brunen sneet + Van sinen rugghe een velspot af, + Dat men hem tere scerpen gaf, 2830 + Voets lanc ende voets breet. + Nu ware Reinaert al ghereet, + Haddi versce scoen. + Nu hort wat hi sal doen, + Hoe hi sal scoen ghewinnen. 2835 + Hi ruunde toter coninghinne: + »Vrouwe, ic hem u pelgrijn: + Hier es mijn oom Isengrijn, + Hi hevet II vaste scoen, + Helpt mi, dat icse an mach doen. 2840 + Ic neme u siele in mine plecht: + Het es pelgrijns recht, + Dat hi ghedenke in sinen ghebeden + Al tgoet dat men hem noit dede; + Ghi moghet u siele an mi scoien. 2845 + Doet Harsinde miere moien + Gheven twee van haren scoen. + Dit moghedi wel met ere doen: + Soe blivet thuus in haer ghemac.” + --»Gherne (die coninghinne sprac); 2850 + Reinaert, ghine mochtes niet omberen + Ghine hebt scoen; ghi moet varen + Uten lande in Gods ghewout, + Over berghe ende int wout, + Ende terden struke ende stene: 2855 + Dine arbeit wert niet clene, + Hets di noot dattu hebs scoen; + Ic wilre mine macht toe doen. + Die Isengrijns waren u ghemicke, + Si sijn so vaste ende so dicke 2860 + Die hi draghet ende sijn wijf: + Al sout hem gaen an haer lijf, + Elkerlijc moet u gheven scoen, + Daer ghi mede u vaert moet doen.” + Dus hevet die valsce pelgrijn 2865 + Beworven, dat der Isengrijn + Al toten cnien hevet verloren + Van beiden sinen voeten voren + Dat vel al gader toten claeuwen. + Ghine saecht noint voghel braeuwen, 2870 + Die stilre hilt al sine lede, + Dan Isengrijn die sine dede, + Doe men so jamerlike ontscoeide, + Dat hem dat bloet ten teen af vloeide. + Doe Isengrijn ontscoeit was, 2875 + Moeste gaen ligghen up dat gras + Vrouwe Hersint, die wulvinne, + Met enen wel droeven sinne; + Ende liet haer afdoen dat vel, + Ende die claeuwen also wel, 2880 + Van beiden haren voeten bachten. + Dese daet dede wale sachten + Reinaerde sinen droeven moet. + Nu hort, wat claghen hi noch doet: + »Moie, seit hi, lieve moie, 2885 + In hoe meneghen vernoie + Hebdi dor minen wille ghewesen! + Dats mi al leet; sonder van desen + Eist mi lief, ic segghe u twi: + Ghi sijt, des ghelovet mi, 2890 + Een die liefste van minen maghen, + Bedi sal ic u scoen an draghen. + God weet, dats al uwe bate! + Ghi sult an hoghen aflate + Delen, ende an alt pardoen, 2895 + Lieve moie, dat ic in u scoen + Sal bejaghen over see.” + Vrouwe Hersinde was so wee, + Dat soe cume mochte spreken. + --»Ai Reinaert, God moete wreken, 2900 + Dat ghi over ons siet uwen wille!” + Isengrijn balch, ende sweech stille, + Ende sijn gheselle Brune; neware + Hem was te moede harde sware; + Si laghen ghebonden ende ghewont. 2905 + Hadde ooc doe ter selver stont + Tibert die cater ghewesen daer, + Ic dar wel segghen, over waer, + Hi hadde so vele ghedaen te voren, + Hine waers niet bleven sonder toren. 2910 + Wat halpt, dat ict u maecte lanc? + Des anderdaghes vor sonnenupganc + Dede Reinaert sine scoen snoeren, + Die Isengrijns waren te voren, + Ende sijns wijfs vrouwe Hersinden, 2915 + Ende hadse vaste ghedaen binden + Om sine voete, ende ghinc + Daer hi vant den coninc, + Ende sijn wijf, die coninghinne. + Hi sprac met enen soeten sinne: 2920 + »Here, God gheve u goeden dach, + Ende miere vrouwe, die ic mach + Prijs gheven wel met rechte: + Nu doet gheven uwen cnechte, + Palster ende scerpe, ende laet mi gaen.” 2925 + Doe dede die coninc haesten saen + Den capelaen, Belijn den ram; + Ende als hi bi den coninc quam + Sprac die coninc: »Hier es + Dese pelgrijn; leest hem een gheles, 2930 + Ende ghevet hem scerpe ende staf!” + Belijn den coninc antworde gaf: + »Here, in dar des doen niet: + Reinaert hevet selve begiet, + Dat hi es in spaeus ban.” 2935 + Die coninc sprac: »Belijn, wattan? + Meester Jufroet doet ons verstaen: + »Hadde een man allene ghedaen + Also vele sonden alse alle die leven, + Ende wildi archeit al begheven, 2940 + Ende daer af te biechte gaen, + Ende penitencie ooc ontfaen, + Dat hi over see wille varen, + Hi mochte wel hem selve claren.” + Belijn sprac ten coninc echt: 2945 + »Ic en doere toe crom no recht, + Van gheesteliker dinc altoos, + Ghine wilt mi quiten scadeloos + Jeghen den bisscop, ende den deken.” + Die coninc sprac: »In VIII weken 2950 + Sone wane ic u bidden so vele; + Ooc haddic liever, dat uwe kele + Hinghe, dan ic u heden bat!” + Ende alse Belijn horde dat, + Dat die coninc balch te hemwaert, 2955 + Wart Belijn so vervaert, + Dat hi bevede van vare, + Ende ghinc ghereden sinen autare, + Ende beghan singhen ende lesen + Al dat hem goed dochte wesen. 2960 + Doe Belijn die capelaen + Omoedelike hadde ghedaen + Dat ghetide vanden daghe, + Doe hinc hi an Reinaerts craghe + Ene scerpe van Bruuns velle; 2965 + Ooc gaf hi den fellen gheselle + Den palster in die hant daer bi, + Te sinen ghevoeghe. Doe was hi + Al ghereet te siere vaert. + Doe sach hi ten conincwaert: 2970 + Hem liepen die gheveinsde trane + Neder neven sine granen, + Alse oft hi jammer in siere herte + Van rouwe hadde ende grote smerte! + Dit was bedi, ende anders niet, 2975 + Dat hi hem allen, die hi daer liet, + Niet hadde beraden al sulke pine, + Alse Brunen ende Isengrine + Van hem hadde moghen ghevallen. + Nochtan stont hi, ende bat hem allen, 2980 + Dat si over hem bidden souden, + Also ghetrouwelike als si wouden + Dat hi over hem allen bade. + Dat orlof nemen dochte hem spade, + Want hi gherne dane ware: 2985 + Hi was altoos sere in vare, + Als die hem selven sculdich weet. + Doe sprac die coninc: »Mi es leet, + Reinaert, dat ghi dus haestich sijt.” + --»Neen, here, het es tijt: 2990 + Men sal neghene weldaet sparen. + Uwen orlof: ic wille varen.” + Die coninc sprac: »Gods orlof.” + Doe gheboot hi al dat hof + Met Reinaerde uut te gane, 2995 + Sonder allene die ghevane. + Nu wart Reinaert pelgrijn, + Ende sijn oom Isengrijn + Ende Brune si ligghen ghebonden, + Ende siec van seren wonden. 3000 + Mi dinct, ende ic wane das, + Dat niemen so onspellic was + Tusscen Pollanen ende Scouden, + Die hem van lachene hadde onthouden, + Sowat rouwe so hem mochte ghescien, 3005 + Hadde hi Reinaert doe ghesien, + Hoe wonderlijc hi henen ghinc, + Ende hoe ghemackelijc dat hem hinc + Scerpe ende palster omme den hals, + Ende die scoen als ende als, 3010 + Die hi droech an sinen been + Ghebonden, so dat hi sceen + Een pelgrijn licht ghenoech. + Reinaerts herte binnen loech, + Dor dat si alle met hem ghinghen 3015 + Met so groter sameninghe, + Die hem te voren waren wreet. + Doe sprac hi: »Coninc, mi es leet, + Dat ghi so verre met mi gaet: + Ic vruchte, het mach u wesen quaet! 3020 + Ghi hebt ghevaen II mordenaren: + Ghevalt, dat si u ontfaren, + Ghi hebt u te wachtene meer + Dan ghi noint hadt eer. + Blijft ghesont, ende laet mi gaen.” 3025 + Na deser tale ghinc hi staen + Up sinen achtersten benen, + Ende maende grote ende clene, + Dat si alle vor hem baden, + Oft si van allen weldaden 3030 + Recht deel nemen wouden. + Si seiden alle, dat si souden + Sijns ghedinken in haer ghebeden. + Nu hort vort wat Reinaert dede: + Daer hi vanden coninc sciet, 3035 + So droevelic hi hem gheliet, + Dat hem somen sere ontfaremde. + Cuwaert den hase hi becaremde: + »Owi, Cuwaert, sullen wi sceiden! + Oft ghi wilt, ghi sult mi gheleiden, 3040 + Ende mijn vrient Belijn die ram: + Ghi twee, ghine daet mi noint gram. + Ghi moet mi bet vort bringhen! + Ghi sijt van soeter wandelinghe, + Ende omberocht, ende goedertiere, 3045 + Ende ombeclaghet van allen dieren. + Ghestade es uwer beider sede, + Als ic doe ten tiden dede. + Als ic clusenare was; + Hebdi lovere ende gras, 3050 + Ghine doet neghenen eesch + Nochte om broot nochte om vleesch, + Nochte om sonderlingher spise.” + Met aldus ghedanen prise + Hevet Reinaert dese II verdoort, 3055 + Dat si met hem ghinghen voort, + Tote dat hi quam vor sijn huus, + Ende vor die porte van Maupertuus. + Alse Reinaert vor die porte quam, + Hi sprac: »Belijn, neve ram, 3060 + Ghi moet allene buten staen: + Ic moet in mine veste gaen. + Cuwaert sal in gaen met mi. + Here Belijn, bidt hem, dat hi + Trooste wel vrouwe Hermelinen, 3065 + Met haren clenen welpkinen, + Als ic orlof an hem neme.” + Belijn sprac: »Ic bids heme, + Dat hise alle trooste wale.” + Reinaert ghinc met scoonre tale 3070 + So smeken ende losengieren + In so menegher maniere, + Dat hi bi barate brochte + Cuwaert in sine haghedochte. + Als si in dat hol quamen, 3075 + Cuwaert ende Reinaert tsamen, + Doe vontsi vrouwe Hermelinen + Met haren clenen welpkinen, + Die was in sorghe ende in vare; + Want soe waent, dat Reinaert ware 3080 + Verhanghen. Ende als soe vernam, + Dat hi weder thuuswaert quam, + Ende palster ende scerpe droech, + Dit dochte haer wonders ghenoech. + Soe was blide ende sprac saen: 3085 + »Reinaert, hoe sidi ontgaen?” + --»Ic bem worden pelgrijn. + Here Brune ende here Isengrijn + Sijn worden ghisele over mi: + Die coninc hevet, danc hebbe hi, 3090 + Cuwaert ghegheven in rechter soene, + Al onsen wille mede te doene. + Die coninc hi liede das, + Dat Cuwaert die eerste was, + Die ons verriet jeghen hem: 3095 + Ende bi der trouwe, die ic bem + Sculdich u, vrouwe Hermeline! + Cuwaerde naket grote pine; + Ic bem up hem met rechte gram.” + Ende alse dat Cuwaert vernam, 3100 + Keerdi hem omme, ende waende vlien; + Maer dat ne conste niet ghescien; + Want Reinaert hadde hem ondergaen + Die porte, ende ghegrepene saen + Bi der kelen mordelike. 3105 + Ende Cuwaert riep ghenadelike: + »Helpt mi, Belijn, waer sidi? + Dese pelgrijn verbijt mi!” + Dat roepen sciere was ghedaen, + Bedi Reinaert hadde saen 3110 + Sine kele ontwee ghebeten. + Doe sprac hi: »Nu gawi eten + Desen goeden vetten hase!” + Die welpkine liepen ten ase: + Ende ghinghen eten al ghemene. 3115 + Hare rouwe was wel clene, + Dat Cuwaert hadde verloren tlijf: + Ermeline, Reinaerts wijf, + At dat vleesch, ende dranc dat bloet. + Ai, hoe dicke bat soe goet 3120 + Den coninc, die dor sine doghet + Die clene welpkine hadde verhoghet + So wel met enen goeden male. + Reinaert sprac: »Hi ans u wale: + Ic weet wel, moet die coninc leven, 3125 + Hi soude ons gherne ghiften gheven, + Die hi selve niet ne woude + Hebben, om VII mare van goude.” + --»Wat ghiften es dat?” sprac Hermeline. + Reinaert sprac: »Hets ene line, 3130 + Ende ene vorst, ende twee micken; + Maer maghic, ic sals ontscricken, + Hopic, eer liden daghe twee, + Dat ic omme sijn dreighen mee + Ne gave, dan hi omme tmijn.” 3135 + Soe sprac: »Reinaert, wat mach dat sijn?” + Reinaert sprac: »Vrouwe, ic secht u. + Ic weet een wildernesse nu + Van langhen haghen, ende van heiden, + Ende dier so nes niet onghereide, 3140 + Van goeden ligghene ende van spisen; + Daer wonen hoenre ende partrisen, + Ende menegherande vogheline. + Wildi doen, vrouwe Ermeline, + Dat ghi gaen wilt met mi daer, 3145 + Wi moghen daer wel VII jaer, + Willen wi, wandelen onder die scade, + Ende hebben grote ghenade, + Eer wi worden daer bespiet. + Al seidic meer, in loghe niet.” 3150 + --»Ai, Reinaert, sprac vrouwe Hermeline, + Dit dinct mi wesen ene pine, + Die al gader ware verloren: + Ne hebdi dit lant versworen + In te wonen nemmermee, 3155 + Eer ghi comt van over see? + En hebdi palster ende scerpe ontfaen?” + Reinaert antworde vele saen: + »So meer ghesworen, so meer verloren, + Mi seide een goet man hier te voren, 3160 + (In rade dat hijt mi riet, + Bedi neghene trouwe diet) + Al vuldade ic dese vaert, + En holpe mi niet (sprac Reinaert); + In waers een ei niet te bat: 3165 + Ic hebbe den coninc enen scat + Belovet, die mi es onghereet; + Ende als hi des die waerheit weet, + Dat ic hem al hebbe gheloghen, + Ende hi bi mi es bedroghen, 3170 + Sal hi mi haten vele mere, + Dan hi noint dede ere. + Daer bi peinsic in minen moet, + Dat varen es mi also goet + Alse dat bliven (sprac Reinaert); 3175 + Ende Godsat hebbe mijn rode baert, + (Ghedoe hoe ic ghedoe) + Oft mi troostet mee daer toe + No die cater no die das, + No Bruun, die na mijn oom was, 3180 + Dat ic in des coninx ghenade + No dor ghewin, no dor scade, + Ne come; dat ic leve lancst, + Ic hebbe leden so meneghen anxt!” + So sere balch die ram Belijn, 3185 + Dat Cuwaert, die gheselle sijn, + In dat hol so langhe merrede, + Hi riep, als die hem sere errede: + »Cuwaert, laets den duvel wouden! + Hoe langhe sal u Reinaert houden? 3190 + Twine comdi uut, ende laet ons gaen?” + Alse Reinaert dit hadde verstaen, + Doe ghinc hi ute, tote Beline, + Ende sprac al stillekine: + »Ai here, twi so belghedi? 3195 + Al sprac Cuwaert jeghen mi + Ende jeghen sire moien, + Waer omme mach di des vernoien? + Cuwaert dede mi verstaen, + Ghi moghet wel sachte vore gaen, 3200 + Ne wildi hier niet langher sijn; + Hi moet hier merren een lettelkijn + Met siere moien Hermelinen, + Ende met haren welpkinen, + Die sere wenen ende mesbaren, 3205 + Om dat ic hem sal ontfaren.” + Belijn sprac: »Nu secht mi, + Her Reinaert, wat hebdi + Cuwaerde te lede ghedaen? + Also als ic conste verstaen 3210 + So riep hi harde hulpe up mi.” + Reinaert sprac: »Wat sechdi! + Belijn, God moete u beraden! + Ic segghe u, wat wi daden: + Doe ic in huus gheganghen quam, 3215 + Ende Ermeline an mi vernam, + Dat ic wilde varen over see, + Ten eersten wart haer so wee, + Dat soe langhe in onmacht lach: + Ende alse Cuwaert dat ghesach, 3220 + Doe riep hi lude: »Helet vri, + Comt hare, ende helpet mi! + Mine moie soes in ommacht.” + So riep hi met groter cracht: + Dit waren die worde, ende niet el.” 3225 + --»Entrouwe, ic verstont ooc wel, + Dat Cuwaert dreef groot mesbare: + Ic waende hem iet mesvallen ware.” + Reinaert sprac: »Belijn, neent niet: + Mi ware liever, mesquame hier iet 3230 + Minen kindren ofte minen wive, + Dan mijns neven Cuwaerts live!” + Reinaert sprac: »Vernaemdi iet, + Dat mi die coninc ghistren hiet + Vor harde vele hogher liede, 3235 + Als ic uten lande sciede, + Dat ic hem een paer lettren screve? + Suldijt hem draghen, Belijn neve? + Hets ghescreven ende al ghereet.” + Belijn sprac: »Ic ne weet; 3240 + Reinaert, wistic u ghedichte, + Dat ghetrouwe ware, ghi mochtet lichte + Ghebieden, dat iet ten coninc + Droeghe, haddic eneghe dinc, + Daer ict mochte in steken.” 3245 + Hi sprac: »U ne sal niet ghebreken; + Eer des coninx lettren bleven, + Ic soude u dese scerpe gheven, + Here Belijn, die ic draghe, + Ende hanghense an uwe craghe, 3250 + Ende des coninx lettren daer in. + Ghi sulter af hebben groot ghewin, + Des conincs danc, ende groot ere! + Ghi sult den coninc minen here + Harde willecome sijn.” 3255 + Dit lovede mijn here Belijn. + Reinaert ghinc in die haghedochte, + Ende keerde weder, ende brochte + Sinen vrient Beline jeghen + Dat hovet van Cuwaerde ghedreghen: 3260 + In die scerpe haddijt ghesteken, + Ende hinc bi sinen quaden treken + Die scerpe Beline an den hals, + Ende beval hem als ende als, + Dat hi die lettren niet ne soude 3265 + Besien, oft hi gherne woude + Den coninc tenen vriende maken; + Ende seide hem, dat die lettren staken + In die scerpe verholenlike; + Ende oft hi wesen wilde rike, 3270 + Ende sine ere hadde lief, + Dat hi seide, dat dese brief + Bi hem allene ware ghescreven, + Ende hiere raet toe hadde ghegheven: + Die coninc souts hem weten danc. 3275 + Dat horde Belijn, ende spranc + Vander stede up, daer hi stoet, + Meer dan enen halven voet, + So blide was hi vander dinc, + Die hem te torne sint verghinc. 3280 + Doe sprac Belijn: »Reinaert, here, + Nu wetic wel, dat ghi doet ere + Mi selven, ende die sijn int hof! + Men sals mi spreken groten lof, + Als men weet, dat ic can dichten 3285 + Met sconen worden ende met lichten; + Al si dat ics niet ne can. + Men seit, hets dicke menich man + Grote ere ghesciet, dat hem God onste, + Van dinghen, die hi lettel conste.” 3290 + Hier na sprac Belijn: »Reinaert, + Wats u raet? wille Cuwaert + Met mi weder te hove gaen?” + --»Neen hi (sprac Reinaert); hi sal saen + Volghen bi dien selven pade: 3295 + Hine hevet noch neghene stade. + Nu gaet vore met ghemake! + Ic sal Cuwaerde sulke sake + Ontdecken, die noch es verholen.” + --»Reinaert, so blivet Gode volen!” 3300 + Mettien hi dede hem up die vaert. + Nu hort, wat hi doet, Reinaert: + Hi keerde in sine haghedochte + Ende sprac: »Hier naect ons groot gherochte, + Bliven wi hier, ende grote pine: 3305 + Ghereet u, vrouwe Hermeline, + Ende mine kindre also algader; + Volghet mi, ic bem u vader, + Ende pinewi ons, dat wi ontfaren.” + Doene was daer gheen langher sparen: 3310 + Si daden hem alle up die vaert: + Ermeline ende here Reinaert, + Ende hare jonghe welpkine, + Dese anevaerden die woestine. + Nu hevet Belijn, die ram, 3315 + So ghelopen, dat hi quam + Te hove, een lettel na middach. + Als die coninc Belijn ghesach, + Die die scerpe weder brochte, + Daer Brune die bere so onsochte 3320 + Te voren omme was ghedaen, + Doe sprac hi te Beline saen: + »Here Belijn, waen comedi? + Waer es Reinaert? hoe comt, dat hi + Dese scerpe niet en draghet?” 3325 + Belijn sprac: »Coninc, ic maghet + U segghen also alse ict weet. + Doe Reinaert al was ghereet, + Ende hi tcasteel rumen soude, + Doe seide hi mi, dat hi u woude 3330 + Een paer lettren, coninc vri, + Senden; ende doe bat hi mi, + Dat icse droeghe dor uwe lieve. + Ic seide, meer dan VII brieve + Soudic dor uwen wille draghen. 3335 + Doe ne conste Reinaert niet bejaghen + Daer ic die brieve in draghen mochte: + Dese scerpe hi mi brochte + Ende die lettren daer in ghesteken. + Coninc, ghine horet noint spreken 3340 + Van betren dichtre dan ic bem: + Dese lettren dichte ic hem, + Gaet mi te goede, oft te quade; + Dese lettren sijn bi minen rade + Aldus ghemaect ende ghescreven.” 3345 + Doe hiet hem dien coninc gheven + Den brief Botsaerde, sinen clerc: + Dat was hi, die hantwerc + Bet conste dan iemen die daer was. + Botsaert plach emmer dat hi las 3350 + Die lettren, die te hove quamen. + Bruneel ende hi si namen + Die scerpe vanden halse Beline, + Die bi der dompheit sine + Hier toe hadde gheseit so verre, 3355 + Des hi snieme sal worden erre. + Die scerpe ontfinc Botsaert, die clerc. + Doe moeste bliken Reinaerts werc. + Alse hi dat hovet vort trac, + Botsaert, ontsach dat, ende sprac: 3360 + »Helpe, wat lettren sijn dit! + Here coninc, bi miere wit, + Dit es dat hovet van Cuwaerde! + Owach, dat ghi noint Reinaerde, + Coninc, ghetrouwedet so verre!” 3365 + Doe mochtemen droeve sien ende erre + Dien coninc entie coninghinne. + Die coninc stont in droeven sinne, + Ende sloech sijn hovet neder. + Over lanc verhief hijt weder 3370 + Ende begonste werpen uut + Een dat vreselijcste gheluut, + Dat noint van diere ghehort waert. + Ghene diere waren vervaert. + Doe spranc vort Firapeel, 3375 + Die lupaert: hi was een deel + Des coninx maech, hi mocht wel doen; + Hi sprac: »Here, coninc lioen + Twi drijfdi dus groot onghevoech? + Ghi mesliet u ghenoech 3380 + Al ware die coninghinne doot. + Doet wel ende wijsheit groot, + Ende slaect uwen rouwe een deel.” + Die coninc sprac: »Her Firapeel, + Mi hevet een quaet wicht so verre 3385 + Bedroghen, dat ics bem erre, + Ende int strec gheleet bi barate, + Dat ic recht mi selven hate, + Ende ic mine ere hebbe verloren. + Die mine vriende waren te voren, 3390 + Die stoute Brune, ende Isengrijn, + Die rovet mi een valse pelgrijn: + Dat gaet miere herten na so sere, + Dat het gaen sal an mine ere, + Ende an mijn leven: het es recht!” 3395 + Doe sprac Firapeel echt: + »Es daer mesdaen, men salt soenen. + Men sal den wulf ende Bruun den coenen, + Ende vrouwe Hersinde also wel, + Betren hare mesdaet snel; 3400 + Ende haren toren, ende hare pine + Versoenen met den ram Beline, + Na dat hi selve heeft gheliet, + Dat hi Cuwaerde verriet; + Hi heeft mesdaen, hi moet becopen. 3405 + Ende daer na sullen wi alle lopen + Na Reinaerde, ende sulne vanghen, + Ende bi siere kelen hanghen, + Sonder vonnesse, hets recht.” + Doe andworde die coninc echt: 3410 + »Owi, here Firapeel, + Mochte dit ghescien, so ware een deel + Ghesocht die rouwe, die mi slaet!” + Firapeel sprac: »Here, jaet, + Ic wille maken gaen die soene.” 3415 + Doe ghinc Firapeel, die coene, + Daer hi die ghevane vant: + Ic wane dat hise eerst ontbant, + Ende daer na sprac: »Ghi heren beide, + Ic bringhe u vrede ende vast gheleide: 3420 + Mijn here die coninc groet u, + Ende hem berouwet sere nu, + Dat hi jeghen u heeft mesdaen. + Hi biet u, wildijt ontfaen, + (Wie so blide si ofte gram,) 3425 + Hi wille u gheven Belijn den ram, + Ende alle ser Belijns maghe, + Van nu toten doemsdaghe: + Eist int velt, eist int wout, + Hebse alle in u ghewout, 3430 + Ende ghise gheweldelike verbit: + Die coninc ombiet u vor al dit, + Dat ghi moghet sonder mesdaet, + Reinaerde toren ende quaet + Doen, ende allen sinen maghen, 3435 + Waer so ghise moghet belaghen. + Dese grote vriheden + Wille u die coninc gheven heden + Te vrien lene, ewelike; + Ende hier binnen wilt die coninc rike, 3440 + Dat ghi hem sweret vaste hulde. + Hine wille ooc bi sinen sculden + Nemmer jeghen u mesdoen. + Dit biet u die coninc lioen. + Dit nemt, ende leeft mit ghenade: 3445 + Bi Gode, ic dart u wel raden!” + Isengrijn sprac toten bere: + »Wat sechdire toe, Brune here?” + --»Ic hebbe liever in die risere, + Dan hier te ligghene int isere: 3450 + Laet ons toten coninc gaen, + Ende sinen pais daer ontfaen.” + Met Firapeel dat si ghinghen, + Ende maecten pais van allen dinghen. + +__________ + +VERSNOTEN + +Vs. 1-9: Zie de Inleiding, § II. + +Vs. 2: _Dicken_, en zoo gewoonlijk, b.v. 70, 344, 1130, 1392, 1475, + 1518, 1730, 1746, 1781, 2337, 3288. + +Vs. 10: _hulpen jonnen_ + +Vs. 11: _keert_ + +Vs. 14: _Ofte_ + +Vs. 24: _Daden si wel si soudens b._ Mijne verandering rust op Mnl. + Versbouw, bl. 120 en 138. + +Vs. 25: _Dat en s._ + +Vs. 28: _hovescheden_ + +Vs. 29: _keert_ + +Vs. 35: _eren_ + +Vs. 36: L. _Ende haer daer toe keren?_ Opdat even als het voorgaande vs. + ook dit slechts drie verheffingen hebbe? + +Vs. 39: C. _sinnen_ + +Vs. 41: C. _tsinxen_, Gr. _pinxen_ + +Vs. 47: _ten wel gr. l._ Moet men dit en het volgende vers ook met drie + arses lezen? aldus: _Houden te groten love. Doe quam tes coninx + hove?_ + +Vs. 52: _ne_ invoegsel van mij + +Vs. 60: C. _metten grisen b._; doch zie 3176, en verg. 940, 3745, 3771. + _Grijs_ daarentegen heet de wolf, 2266. + +Vs. 66: _Dor u ed. ende dor u ere_ + +Vs. 67: _Ende dor r. e. d. ghenaden_ + +Vs. 68: _miere_, dus CGr.; W. verandert: _der groter_; maar verg. 318. + +Vs. 74: W. _minen kindren_. + +Vs. 76: _meer_, invoegsel van WILLEMS. + +Vs. 78: _hoondi_ + +Vs. 79: CGr. _sint_, dat W. blootelijk wegwerpt. + +Vs. 80: _enen_ + +Vs. 85: _ontvoer ons in_. Maar het Fr. heeft 9691: _Il se retraist mout + tost arière, Si se féri en sa taisnière._ + +Vs. 93: _Inne_, dus C. bij GrW. _Ine_. Zoo ook 492, 560, 1609. + +Vs. 97: _Onghebetert no onghewroken_. CGrW. _No onverswegen, no + ongewr._, hetgeen met den voorgaanden regel geen zin oplevert. De + omwerking gaf de verbetering aan de hand. Bij het lezen moet _no + ongewr._ samenvloeyen. Zoo vs. 404 _no onse_; doch zie mijne + verbetering aldaar. + +Vs. 100: Moet men lezen: _Ende claghede_ in Fr.? + +Vs. 101: _arem_ + +Vs. 107: _die wart gram_ + +Vs. 119: W. _enen_. + +Vs. 124: _omberet_ C. Gr. _omberecht_; maar zie 127. + +Vs. 126: _Pancer de bever sprac_; mijne uitlating, door den versbouw + gevorderd, steunt op de omwerking. Men leest intusschen vs. 107: + _Tibert die cater_; 138: _Cuwaerde den hase_, en 177: _Grimbert + die das_ in het rijm; evenzoo vs. 247, 479, enz. + +Vs. 133: CGr. _mochtire_. CGrW. _an_. + +Vs. 135: _Wat sechdi van omberen claghe_; ik meen aldus den onzin van + het hs. te moeten herstellen, waar men leest: _Wat sechdi van eere + lage_. Tibert had immers van geene _lage_ gesproken; wel van eene + _claghe_, en bepaaldelijk van het _omberen_ (achterlaten) der clage + van Cortois. De verbetering van den omwerker (_van eenre sagen_) was + niet gelukkig. + +Vs. 136: _in_ W. _aen_. + +Vs. 138: _An Cuwaerde den hase d. h. st._; doch zie op vs. 126. + +Vs. 139-140: Moet men ook lezen: _ghederde_: _verde_? Dan zou _die_ + slaan op _overdaet_ en niet op _Cuwaerde_. Ook vs. 166 leest men + _verde_ voor _vrede_; maar wederom 266 _vrede_ in 't rijm. + +Vs. 140: _hi hem_ + +Vs. 141: _des coninx_ + +Vs. 145-6: _sine beene_: _over eene_; doch _been_ in 't meervoud is naar + den regel. + +Vs. 146: _begonsten si_ + +Vs. 149: _te dien_ + +Vs. 153-4: _vaerde_: _Reinaerde_ + +Vs. 155: _lessen_ + +Vs. 158: _kele_ + +Vs. 159: _thooft af hebben genomen_, in strijd met rhythmus en oud + spraakgebruik. + +Vs. 160: _te hulpen_ + +Vs. 161: _aventuren_ + +Vs. 163: _here_ + +Vs. 166: _dus es_; GrW. _vrede_ + +Vs. 167: _als uwe mannen_ + +Vs. 168: _noch_ invoegsel van mij. + +Vs. 172: _Here, waer R. doot_; de vocativus is hier echter geheel + ongepast, daar niemand in 't bijzonder wordt toegesproken; hij + bederft slechts het vers. + +Vs. 175: _binnen eere_. De zin zoowel als de versmaat eischt de + verbetering; _binnen de_, _binnen deze maand_ is krachtiger en + gepaster. + +Vs. 183: _talen_ + +Vs. 185: _als_ + +Vs. 187: _angaen_. Moet men naar de hedendaagsche vlaamsche uitspraak + lezen: _wilde anegaen_? + +Vs. 191-4: Men konstruere aldus: Entie, van minen oom ende van u, meest + andren heeft mesdaen, sal den andren in bate staen. + +Vs. 192: _baten_ + +Vs. 194: _ne_ invoegsel van mij. + +Vs. 198: _En soude den coninc niet d. g._ + +Vs. 199: _bleves heden onb._ Blijkbaar een inlapsel, dat zelfs de + omwerker niet heeft. Gr. en W. veranderen _blevets_, maar hoewel + duidelijker, is de invoeging der _t_ onnoodig. + +Vs. 201: Moet _Dicwile_ niet worden veranderd in _Dicke_, wegens den + valschen klemtoon? Verg. 207. + +Vs. 207: _wisen_ + +Vs. 210: _volghedet_, C. _volghet_; bij Gr. en W. _volchdet_--_van + verren_. + +Vs. 211: _die beste pladise_; maar vs. 213 leert dat hij niet alleen _de + beste_, maar alle visschen opslokte. + +Vs. 212: _Daer ghi u ane h. vers._ + +Vs. 214: _een_ l. _eens_? + +Vs. 215: _Dat ghi_, doch 216 leest men _dat ghine_, bij Gr W. verandert + in _ghijt_. In de taal van 't dagelijksch leven is in Holland _grat_ + (_graat_) echter nog onzijdig. + +Vs. 225: L. _soe's so_ + +Vs. 228: _sorghe_ + +Vs. 229: _warpene_ + +Vs. 231: _dor Isengrijm_ + +Vs. 232: _meer dan ic u rijm_. De omwerking wees de verbetering aan. + +Vs. 233: _genoegh_; maar ook 1625 leest CGr. _ghenoech_ voor _ghevoech_, + gelijk GRÄTER ontelbare malen de _n_ en de _v_ verwart. + +Vs. 234: C. _Nochtan ō meer_; GrW. _Nochtan om meer_. + +Vs. 236: _Reinaerde_ + +Vs. 238: _makedent_ + +Vs. 244: _Reinaert_ + +Vs. 246: _talen_; bij W. _tale_, maar achter _wat_ volgt meestal een + genit. plur. Zie _Walewein_ II D., bl. 239, en voeg er bij _Ferg._ + 2036 _wat saken_; en hier 2884 _wat claghen_, 3129 _wat ghiften_. + +Vs. 247: _maket here Cuwaert_ + +Vs. 249: C. _Credo_ + +Vs. 252: W. _in trouwen_ + +Vs. 256: CGr. _Ende hoordi_ + +Vs. 258: _qualike_. C. heeft _Onrecht_: de verbetering is van Gr., die + haar verklaart »jure, mit recht”. Reineke heeft ook 262 _mit + rechte_. + +Vs. 260: _verjonnen_; ik kies hier de ouder vorm. + +Vs. 269: _een hare_. + +Vs. 272: _danen_; CGr. _seidi_ + +Vs. 274: _Sinen_ + +Vs. 279: _Bleec es hi ende mager van pinen_ + +Vs. 280: _carinen_ + +Vs. 281: _sine_ + +Vs. 283: _dese_ + +Vs. 286: _ene_ + +Vs. 287: C. _ende hiet Coppe_ + +Vs. 288: _Dier_: W. leest met C. _Die_; en Gr. _Der_ + +Vs. 291: _voor die bare_; maar dat dit eene interpolatie is leert de + versmaat en de omwerking. + +Vs. 293: Gr. _ieweder siden_; C. _baren_. + +Vs. 295: _Die een hane hiet Cr._; doch verg. 298. + +Vs. 296: _na_ ontbr. in C.; reeds door Gr. ingevoegd. + +Vs. 297: _goeden_ + +Vs. 300: _Die scoonste hane diemen v._ + +Vs. 301: _Tusschen Portaengen ende Polanen_. WILLEMS vertaalde: + »tusschen Britanje en Polen.” De omwerker heeft: _Tusschen Hollant + ende Ordanen_. Vs. 3023 _Tusschen Pollanen ende Scouden_; 599 + _Tusschen hier ende Portugale_. + +Vs. 303: C. _berrende_ De verandering is van Gr. + +Vs. 307: _sustre_ + +Vs. 311: _Van haerre suster_ + +Vs. 318: C. _scaden_ + +Vs. 320: C. _mine sustren_ + +Vs. 321: _Ende sere hebben haren onwille_. + +Vs. 324: CGr. _men siet_ + +Vs. 332: _te dien broede_ + +Vs. 334: _scone_ + +Vs. 335: W. _eenen_, CGr. _ene_ + +Vs. 337: _honden_ + +Vs. 338: CGr. _dierfel_ l. _dier-vel_? + +Vs. 342: _ne_ ontbreekt. + +Vs. 344: _om de mure_ l. _ombe mure_? verg. VELTH, bl. 55, en zie hier + vs. 393, 1710 + +Vs. 345: _om ons_ + +Vs. 347: _Riepen si_ maar uit 349 blijkt dat er _liepen_ moet staan. + Herhaaldelijk is uit C. de kapitale _L_ kwalijk als _R_ gelezen: + b.v. 721 ook _Riept_ voor _Liept_, en verder 165, 424, 791, 793, + 796, 815, 838, 863, 1299, 1367, 1387. Zie GRIMMS Kollatie.--_si_ l. + _siere_ (_Liepsiere_)? + +Vs. 349: _avonturen_ + +Vs. 353: _baraten_ + +Vs. 354: _Dattene God moete verwaten_. De omwerking gaf de verbetering + aan de hand. + +Vs. 357: _Reinaert die m. d._ Blijkbaar is de eigennaam een glosseem van + een afschrijver, die terugdeinsde voor de betooning: Dié mordádège + diéf, waarover zie Mnl. Vsb. bl. 76-78 en 69. + +Vs. 361-2: _began lesen, Dochte mi daer an ghescreven wesen_; doch + _wesen_ ontbr. in C. door Gr. aangevuld. + +Vs. 364: _alle_ + +Vs. 365: C. _Alle_ + +Vs. 367: _hi mi ander_. Men zou ook kunnen lezen: _mi and'r niemáre_, + maar ook vs. 1577, 1603 is de betooning _niémáre_. + +Vs. 370: _Ende hi hadde ghedaen vele sware_, hetgeen met het volgende + vers geen zin oplevert. De stoplap _te waren_ vindt men ook 603. + +Vs. 371: _sine_ + +Vs. 376: _moogdi_ + +Vs. 381: _sielen_ + +Vs. 385: C. _priemen_ GrW. _primen_ + +Vs. 387: _te dien_ + +Vs. 392: _Dat ic al met m. br._ + +Vs. 393: _Sonder s. ginc b._ + +Vs. 397: _hadde ons die p._ + +Vs. 398: W. _kindren_ + +Vs. 401: _Mesval mi doe nakede_. Het eerste woord is aan de omwerking + ontleend, CGrW. _Quade avonture mi d. n._, hetgeen vijf voeten aan + het vers geeft, dat er, om het volgende, maar drie duldt. + +Vs. 404: _no onse hont_; maar het voorgaande _ons_ is de acc.; + buitendien waren er meer honden, zie 346. + +Vs. 406: _dat laet_, doch zie vs. 318, 420. + +Vs. 413: _vieren_ + +Vs. 417: _hinne_ ontbreekt bij CGrW. + +Vs. 418: _dese_ + +Vs. 421-2: _Die c. spr. Grimbert die das_ (:_was_), hetgeen in voc. + onmogelijk is. Dat dit echter de oude lezing is, leert de omwerking. + Evenzoo heeft het Fr. 10445: »_Où estes-vos, Tyber li chaz?_” + +Vs. 425: _hier_, W. _heer_ + +Vs. 428: _sielen_ + +Vs. 430: _moeter al gh._ + +Vs. 432: _wise_, beter _wine_? Dit slaat dan niet op _dochter_ (427), + maar op _lichame_. + +Vs. 437: _dese_ + +Vs. 439: C. _jonghe_ + +Vs. 445: C. _horen_. + +Vs. 447: _Neware_, met C. en Gr., bij W. _Ne mare_; doch zie vs. 95, + 174, 1749. + +Vs. 448 en 9: _sielen_ + +Vs. 451: _Coppen_, dus C., maar Gr. en W. veranderen _Coppe_. + +Vs. 455: CGr. _daer an sach_; W. _daer sach_ + +Vs. 456: CGr. _Die saerc_; W. _An den s._ + +Vs. 457: _Dede an_ + +Vs. 463: _Reinaert die vos_ + +Vs. 465: _mouden_. + +Vs. 466: _te sinen_ dus GrW., C. heeft _tsinen_. + +Vs. 470: _waren si_ + +Vs. 471: _si daar den_ + +Vs. 472: _hine dan soude_ + +Vs. 474-5: _No dor scade ... ne liete._ Zie over de elliptische + spreekwijs DE VRIES, _Brief over Karel den Gr._, bl. 17. Voor + _liete_ heeft C. _lette_. GRIMM gaf de aanvankelijke verbetering aan + de hand, lezende _lete_, waarschijnlijk naar Reineke 454. + +Vs. 474: _vromen_ + +Vs. 476: _Brunen_, CGrW. lezen _Brune_, maar zijn in het gebruik van + dezen eigennaam zeer onregelmatig. Ik vind: N. Bruun, vs. 510, + 525, 776, 850. G. Bruuns, vs. 2444. D. Brune, vs. 476, 645, 2257. + A. Bruun, vs. 544, 911. Maar ook volgens GRIMMS paradigma, Gram. I, + 772-773: N. Brune, vs. 497, 518, 574, 608, 809, 818, 839, 843, 863, + 952, 961, 988, 3391. G. Brunen, vs. 2413. D. Brunen, vs. 657, 773, + 807, 2439, 2450, 2820; Bruun, 479, 931. A. Brune, vs. 978, 983, + 2256, 2309, 2816. Ik heb de zwakke vorm voorgetrokken. + +Vs. 478: _was die coninc sc. b._ + +Vs. 480: _vor dit here_. Ook het Fr. heeft 10450 _En la presence de ma + gent_. + +Vs. 483: Gr. _waecht_ + +Vs. 495: _ende hi sal naken_ + +Vs. 501: _Ende dat hem_ + +Vs. 503: _in_ CGrW. _dor_ + +Vs. 514: _van_ ontbr. + +Vs. 516: _sorghen_ + +Vs. 520: CGr. _Daer hi_ + +Vs. 526: _bi sinen goden_, CGrW. _gode_ + +Vs. 528: _vor mi bringhe_. Bij den eersten opslag zou men twijfelen of + er ook moet gelezen worden: _vor hem_, n.l. den koning. De omwerking + heeft: _myt mi_. De lezing schijnt echter echt, en te beteekenen: + _voor mij uit_; + +Vs. 529: _te nemen_ + +Vs. 530: _vreden_ + +Vs. 546: _eren_ + +Vs. 550: _qualic_ + +Vs. 556: _den buuc so gh._ + +Vs. 557: _Ende in so ut. w._ + +Vs. 561: L. _Ic bem so ute sat?_ + +Vs. 565: C. _mooghdi_, GrW. _moogdi_. + +Vs. 566: _wie moeten_ + +Vs. 567: CGr. _wie node_ + +Vs. 568: _Goeder_ levert geen gezonden zin, daar uit het voorgaande + blijkt, dat Reinaert met die versche honichraten niet veel ophad. + Zie over den oorsprong dezer onoverdachte lezing de inleiding, § + III. + +Vs. 569: Gr. en W. beiden lezen hier: _Hebbic commer harde groot_, dat + W. trachtte te verklaren door: »Ik heb grooten kommer wegens goede + versche honigraten”; hetgeen evenwel niet veel opheldert, daar R. + blijkbaar geen _kommer_ had, maar overvloed. Trouwens, _commer_, + staat ook niet in C. Men leest daar, volgens de kollatie van GRIMM, + _coiiiier_, dat blijkbaar slecht gelezen is voor _couuer_. Nu drukt + het hs. overal den tweeklank _oe_ uit door _ou_. Zoo b.v. 233 + _ghenouch_, 234 _onghevouch_, 324 _bloumen_, 459 _bouc_, 614 + _louch_, 658 _ghevouch_, 662 _prouft_, 848 _ouuer_ (oever), 1429 + _drouve_. Blijkbaar is dus _couuer_ het bekende _coever_, dat + voorraad, overvloed, copia beteekent, en Flor. 1843, Limb. I, 2674 + voorkomt. Verg. DE VRIES, _Woordenlijst_, op den Lsp. i. v. + _vercoeveren_. Zoo wordt de zin zeer verstaanbaar. + +Vs. 574: De nieuwe alinea begint bij CGrW. eerst een vers later. + +Vs. 578: _voor alle_ + +Vs. 579: _Ende icse voor alle g. m._ + +Vs. 585: W. _Gewinne_ + +Vs. 587: _spot met u, neen_ + +Vs. 590: _trouwen_ + +Vs. 592: _u so vele_ + +Vs. 593, 5: _tienen_ + +Vs. 594: _daer met_ l. _daer an_? + +Vs. 601: _R. sp._: _Bruun wat sechdi_ + +Vs. 605: _soudic u g._ + +Vs. 615: _helt_ + +Vs. 618: _Also_; Zoo ook later dikwerf. + +Vs. 622: _nemmee_, dus C. bij GrW. _nemmeer_ + +Vs. 624: _es mine avonture g._ + +Vs. 626: _sult lachen_ + +Vs. 627: _ghinc Reinaert_; doch zie Mnl. Versbouw, bl. 153. + +Vs. 632: CGrW. _voeren gaen_ + +Vs. 636: _Gi sult noch heden hebben, s. w._ + +Vs. 637: _als ghi_ + +Vs. 640: _Die keitijf Bruun n. w. n._; maar zie alweder Mnl. Vsb., bl. + 152 + +Vs. 641: _Waer hem Reinaert die tale keerde_ + +Vs. 645: _Brune_ + +Vs. 646: _Tote_, W. _Tot_ + +Vs. 648: C. _Dat waer was eist so_. De omzetting is van GRIMM. + +Vs. 654: _Also_, l. _Alse_?--_temmermans_, het gewone meervoud. + +Vs. 655: _ontdaen_ + +Vs. 659: _nemet_ + +Vs. 667: _niet verdervet_ + +Vs. 670: _Brune sprac: R. ne. s. niet_ + +Vs. 672: _spele_ + +Vs. 675: _crupet daer in_ + +Vs. 678: _Dat hi th._ + +Vs. 679: _die twee voordere v._; maar verg. 695, en zie het Fransch + 10293. + +Vs. 682-3: _Die daer te voren ginc so smeken, Bruun bleef_ enz. Maar + niet Bruun, wel Reinaert had den ander gesmeekt, d. i. gefleemd. + _Bruun_ heb ik wegens de maat in _Hi_ veranderd; zie Mnl. Vsb., bl. + 153. + +Vs. 685: _brocht_ (GrW.), C. _bracht_ + +Vs. 685: _In boosheden brocht met sulker achte_. De omwerking heeft: + _Gebrocht myt loosheit in sulker achten_ + +Vs. 693: _dulen_, door SNELLAERT in de tweede uitgave bl. 353 ten + onrechte veranderd in _hulen_; het komt evenzoo voor Wal. 9714, waar + ik verkeerdelijk schreef _huulde_. Zoo ook Lanc. 3, 3805. + +Vs. 694: _ghegrepen bi sier mulen_ + +Vs. 699-700: _Ende sach comen Lamfreide, Die up sinen hals brochte + beide._ Maar _Lamfreide_ in acc. is niet te dulden, verg. 860; ook + _beide_ kan de ware lezing niet zijn, want in 701: _Een scarpe haex + ende ene baerde_ (CGrW.) is _ende_ blijkbaar geïnterpoleerd, daar + het woord _baerde_ alleen de verklaring is van _haex_, waarvoor vs. + 716 gelezen wordt _bile_. De timmerman droeg geen twee aexen, zoo + als ook blijkt uit vs. 735.--Het _onzochte_, dat ik in den tekst + bracht, vindt men ook 990 en 3320. + +Vs. 702: _moogdi_ + +Vs. 703: _sinen oom_ + +Vs. 705: Dit herinnert aan het Lodewijkslied, waar het heet: _Her + skancta ce hanton Sinan fianton Bitteres lides_. + +Vs. 707: _talen_ + +Vs. 713: _Hi liep_, maar verg. 1333. + +Vs. 725: _quamen_, lees _quam_, zie op vs. 48. + +Vs. 726: _kerke_ + +Vs. 734: _Voor_ + +Vs. 738: _al jeghen al_, W. _alle jegen al_. + +Vs. 740: De nieuwe alinea heb ik een regel lager geplaatst. + +Vs. 741: _al_ werpt W. uit + +Vs. 744: _hi daer van den_ + +Vs. 750: _alle_ + +Vs. 751: _Ende sine twee h. b._ + +Vs. 755: _niet conste_ + +Vs. 757: _ne_ is door mij ingevoegd. + +Vs. 758: _no vlien_. + +Vs. 765: _lieden_ + +Vs. 766: _Daer na quam_ + +Vs. 767: _ouden_ + +Vs. 768: _enen_ + +Vs. 773: _arem_ + +Vs. 777: _riviere_ + +Vs. 784: _al te scarp_, CGrW. _alre scarpst_. Het rijm eischt de + verandering. _Al te_ in de beteekenis van _zeer_, _bijzonder_, is + bekend. Zoo b.v. Wal. 10711. + +Vs. 788: _scerpe loghe_, niet in één woord zoo als in de vorige + uitgaven. KAUSLER heeft het eerst die plaats terecht gebracht in + zijne _Altniederl. Denkm._ II, bl. XXII. + +Vs. 789: _Ghinkene_ + +Vs. 790: _ende mijn vrouwe Bave_; maar _mijn vrouwe_ is een jonger vorm: + _mijn_ ontbreekt ook in de omwerking. + +Vs. 791: _onder die voete_; wij kiezen de meest gebruikelijke vorm, zie + GRIMMS _D. Gramm._, IV, 427 en 413. + +Vs. 792: _ene cloete_ + +Vs. 795: _ghinc met_ + +Vs. 797: _hem alles te voren_ + +Vs. 800: _Huge_ CGrW. _Hugelin_; maar ook de omwerking heeft + _Huge_.--_beene_ + +Vs. 801: _dat weet men wale_ + +Vs. 803: W. _vrouwen_ + +Vs. 804: _Eens houtmakigge_; maar blijkbaar is het teeken voor _er_ over + het hoofd gezien. Zoo leest men ook Ferg. 74 _scepsterigge_; Rose + 6319 _tavernierigghe_. + +Vs. 808: _sijn bloet_ + +Vs. 811-12: _liet.... ghedichte gaen_, C. _l. ghestichte slaen_; maar + _ghestichte_ heeft Gr. reeds verbeterd. + +Vs. 815: _wilen_ + +Vs. 819: _verspranc_ Gr. wil ten onrechte lezen _ver spranc_ + +Vs. 820: _riviere_ + +Vs. 822: _viven_ + +Vs. 823: W. _rivier_ + +Vs. 842: _Die wile dat si... uuttraken_; maar achter _die wile_ kan + _dat_ ontbreken. Zie b.v. Gloss. Lsp. op _Wile_; Kar. Gr. I, 1055. + +Vs. 847: _niet mochten_ + +Vs. 850: _in die riviere_ + +Vs. 852: _bat hi dat_ + +Vs. 853: _verdoemen_ (Gr.), _verdrouven_ (C.) + +Vs. 860: _vander_ + +Vs. 861: _Dat_, CGrW. _Dar_ (?) + +Vs. 864: _een_ + +Vs. 873: _Gheen dier_ + +Vs. 874: _jamerlik_ + +Vs. 880: _danen_, C. _dannen_ + +Vs. 887: (_rumen_ GZ?) + +Vs. 890: _nederwaert_, CGrW. _neder_; maar verg. 910. + +Vs. 894: _dat sweet_ + +Vs. 895: _Neder liep_ + +Vs. 896: _riviere_ + +Vs. 899: _sijn herte_ + +Vs. 905: _Die hebbic_ + +Vs. 909: _in dese_ + +Vs. 912: CGr. _Enten eersten_; W. _Ende ten eersten_ + +Vs. 915: _Daer lach in (m̄?) toren_ + +Vs. 917: _dijn_ + +Vs. 920: _eren_ + +Vs. 930: _straten_ + +Vs. 932: _al een bloet_, niet met den klemtoon op _een_, als thans. + +Vs. 934: _bere_, dus C. waarvoor GrW. _beren_. + +Vs. 939: _so siettene_ + +Vs. 944: _roden_ + +Vs. 945: _So weder sidi abd_ + +Vs. 946: _ore_ + +Vs. 947: _dese crune_ + +Vs. 953: _hem_, C. _const doe_; GrW. _conste doe_. Moet men lezen: _Dat + hine conste niet ghespreken?_ Verg. de var. bij WILLEMS, en het + Fransch, 10416: _L'ors estoit si asolez qu'il ne li pot respondre + mot_. + +Vs. 954: _hem so d. sijn herte_ + +Vs. 957: _nemmeer horen die tale_ + +Vs. 958: _neder daer te d._ + +Vs. 963: _sine voete_ + +Vs. 971: _sine_ + +Vs. 972: _scamen_ + +Vs. 978: _daer_ door mij ingevoegd. + +Vs. 982: _die_, W. _dat_ + +Vs. 983: L. _hadde bekent?_ + +Vs. 984: _Ende seide dit es_ + +Vs. 988: _Binnen desen_ + +Vs. 992: _u selves._ + +Vs. 997: _als_ + +Vs. 1001: _hoechste_. Moet men ook lezen _hoochste baroene_? verg. 1005, + 1333. + +Vs. 1004: _Doe rieden si hoe d. d._ schrijffout ontstaan uit verzien van + vs. 1006. + +Vs. 1006: _daer_, invoegsel van mij; _meesten_. + +Vs. 1007: _Dat menne_ (C. _niene_; W. _men_) _twee werven_ + +Vs. 1011: _Dat Tibert die cater van desen_ + +Vs. 1012: _Tote R. bode soude wesen_ + +Vs. 1016: _Gaet wech eer_; maar blijkbaar moet _wech_ hier worden + verworpen, (verg. 1025, 1037) even als vs. 1360, waar het tegen de + maat strijdt, en ook niet in de omwerking gevonden wordt. + +Vs. 1021: _uwen_ + +Vs. 1023: _Men salne drie werven dagen_. Blijkbaar valsche lezing; want + vooreerst kon het zijnen magen niet tot schande strekken (vs. 1024) + als hij naar de wet driemaal werd ingedaagd. Bovendien had de Koning + gezegd (1022): komt hij op deze tweede indaging niet, het zal niet + goed met hem afloopen. De gemaakte verandering is nu ook in + overeenstemming met 1070, en met het Fransch 10452. + +Vs. 1024: _alle_ + +Vs. 1033: _groot nochtan_. De omwerking, die _wats dan_ heeft, gaf de + verbetering aan de hand. _Wattan_ leest men ook vs. 245, 1296. + +Vs. 1038: _helpe mi God;_ + +Vs. 1039: _het nu moete_ + +Vs. 1042: CGr. _nu af_ + +Vs. 1047: _ende quam_, dus C., bij GrW. _die quam_ + +Vs. 1048: _wart Tibert vro_ + +Vs. 1049: GrW. _Ende riep al heil! wil God edel vogel._ Deze en de + volgende regel worden in C. vervangen door dezen eenen: _Ende riep + an sinte Martins voghel._ GRIMM herstelde den tekst naar den + prozadruk. Ik heb niet geaarzeld de woorden _wil God_ weg te werpen, + die ook _Reineke_ 943 niet heeft. + +Vs. 1051: C. _Nu vliech_, de verand. is van Gr. + +Vs. 1058: _ter rechter_ + +Vs. 1059: C. _waende hi_ + +Vs. 1062: _als_ + +Vs. 1066: _Reinaerde_ + +Vs. 1069: W. _moet_ + +Vs. 1071: _niet te hove_ + +Vs. 1075: Ik mistrouw dezen geheelen regel; maar in allen gevalle kan + men niet lezen met CGrW.: _Bi Gode dat jan ic u wale_. Het ww. + _onnen_ regeert den GZ. + +Vs. 1077: _coste_ + +Vs. 1079: _die es_ + +Vs. 1082: _Ten ende_ + +Vs. 1085: _willen wi_ + +Vs. 1088: _ooc onder alle mine mage_ + +Vs. 1097: C. _Maerghin_, zoo ook 1377, 1396. + +Vs. 1098: _beteren raet_. + +Vs. 1099: _beter ghedaen_ + +Vs. 1104: _noint_ door mij ingevoegd. + +Vs. 1105: _beter_ + +Vs. 1107: _bi daghe_, verbetering van WILLEMS; CGr. _daer_ + +Vs. 1109: CGr. _nemmermee_; W. _nemmermeer_ + +Vs. 1111: _Gi moet herbergen tavont met mi_, dat mij voor geene scansie + vatbaar schijnt. _Távont_ in _taméer_ te veranderen scheen de + klemtoon te eischen: het woord is goed vlaamsch, en komt b.v. in den + _Ferguut_ voor vs. 744 en 751, waar de uitgaaf leest _te meer_. Zie + overigens mijn artikel in den _K. en L.bode_, 1845, no. 36. + +Vs. 1113: _of ic hier bleve_ + +Vs. 1115: _Hier es d. sp. quaden t._ + +Vs. 1116: _mocht_ + +Vs. 1118: _utermaten_, maar _te mate_ is beter in de maat, en meer + overeenkomstig met vs. 1115. + +Vs. 1119: _moochdi_ + +Vs. 1121: _el_ ontbreekt in 't hs., waar men leest: _Reinaert hebdi mi + i. h._, hetgeen Gr. behield; maar W. wierp den eigennaam uit en + laschte in _anders_; maar verg. vs. 571, 3225. + +Vs. 1123: _lietic_, zoo als GRIMM met C. heeft. WILLEMS veranderde het + in _lictic_, dat wel geen drukfout is, zoo als men uit zijne + verklaring van _gewaerd_ mag afleiden. + +Vs. 1125: _Soete Tibert_ + +Vs. 1130: _hordic_, C. _hoere ic_, GrW. _hore ic_ + +Vs. 1137: _alle_ + +Vs. 1143: _al haddi minen vader doot_; Epische uitdrukking, zie _Wal._ + II, 281. + +Vs. 1145: _Reinaert sprac: neve h. uwen spot_ + +Vs. 1146: _Neenic, Reinaert a. h. m. G._ + +Vs. 1153: _enen_ + +Vs. 1157: _nemmer meer_ + +Vs. 1160: _gaen wi_ + +Vs. 1168: _enen_ + +Vs. 1182: _no lat_ + +Vs. 1187: _beiden_, W. _leiden_ + +Vs. 1190: _Tibert siet_ + +Vs. 1192: _eren_ + +Vs. 1199: _Wanen ---- desen wanc_ + +Vs. 1202: _een strec_, maar er was vs. 1177 reeds van gesproken. + +Vs. 1209: _wroeghede_, C. _wronghede_, dat WILLEMS verklaarde + _verwrong_, en GRIMM evenzoo; maar uit den voorgaanden en volgenden + regel blijkt, dat er een woord moet staan, dat _zich verraden_, + _aanklagen_, beteekent. Nu is het vreemd, dat Gr. noch W. hier de + verbetering aanbrachten, die toch 113 was aangewend, waar men in het + hs. had gelezen _wronghene_, voor _wroughene_, d.i. _wroeghene_. + Evenzoo 1605 las Gr. terecht _droeghene_, waar zijne kollatie heeft + _dronghene_, d.i. _droughene_. Over het gebruik van _ou_ voor _oe_ + zie op 569.--In denzelfden zin wordt overigens _wroeghen_ wel meer + gebruikt. + +Vs. 1218: _dus atet_ + +Vs. 1222: _inlanc so bet_. Zoo leest C., waarvoor bij Gr. _ni lanc_, + waarmede hij natuurlijk geen weg wist. W. verbeterde _je lanc_, maar + _inlanc_ is de oorspronkelijke vorm + +Vs. 1225-6: De lezing is van W. die dus het blijkbaar bedorven hs. + herstelde, dat heeft: _Dat_, _Tibert_, _daer m. u ware_, _Isengrijn + die m._ + +Vs. 1232: _Martinet riep_ + +Vs. 1243: W. _in huus_ + +Vs. 1245: _ute sinen bedde_ + +Vs. 1253: W. _rocken_ + +Vs. 1259: _spaerdene_; maar _sparen_ beteekent hier niet _parcere_, maar + _morari_. Zoo vs. 1244. Verg. verder _Car. en Eleg._ gloss. + +Vs. 1260: _enen_. Zoo ook 1263. + +Vs. 1267: _scanden_ + +Vs. 1275: _sielen_ + +Vs. 1276: _sine wilde_ + +Vs. 1280: _Int sleets_ + +Vs. 1282: _sone_, dus W.; bij CGr. _neve_. + +Vs. 1284: _mijn scande_ + +Vs. 1285: _Emmermeer voort in a. st._ + +Vs. 1286: _wonden_ + +Vs. 1287: _ten_ C. _den_, reeds verbeterd door Gr. + +Vs. 1288: _noch doe_ + +Vs. 1292: _sinen scerne_ + +Vs. 1298: _te mere_, CGrW. _te min_ + +Vs. 1304: _ne_ ontbr. + +Vs. 1306: GrW. _Doe hiefsene_; maar C. heeft duidelijk _hieffene_: _Doe_ + is blijkbaar bedorven uit _Soe_. + +Vs. 1311, 12: _sorghen_ + +Vs. 1316: C. _sine_ + +Vs. 1319: _ute ten_ + +Vs. 1324: _wisen_ + +Vs. 1331: _Den coninc dreigen_; maar twee verzen achter elkander met + hetzelfde appellatief te laten aanvangen, ging niet; blijkbaar staat + _men_ in vs. 1330 voor _menne_. Of _dreigen_ wel het echte woord is? + +Vs. 1337: _Hoe men Reinaert ter redenen brochte_ + +Vs. 1344: _waerven_ + +Vs. 1345: _enen_ + +Vs. 1348: _Daer hi af_ + +Vs. 1350: _dattene_ + +Vs. 1355: _niemene en es_ + +Vs. 1356: _So helpe_ + +Vs. 1360: _gaet wech ende sijt_ + +Vs. 1362: _Grimbert sprac_ + +Vs. 1368: _ten eersten_. Doch zie hier vs. 1435, 2058, en verg. _Wal._ + 1533 _eerst_; 8875 _van eerst_. + +Vs. 1369: _sinen_. _Groeten_ met DP.? Verg. _Gram._ IV, 606. Of ellipt. + genit.? + +Vs. 1376: _waerven_ + +Vs. 1377: _vermerrendi_ + +Vs. 1380: _inden derden_ + +Vs. 1381: _Uwen casteel_ + +Vs. 1386: C. _haer_ l. _hare_? + +Vs. 1390: W. _ten hove_ + +Vs. 1393: _avonturen_ + +Vs. 1396: _Maerghin_ (W. _Morgen_) _sciet_; doch verg. _Reineke_ 1308. + +Vs. 1400: _binnen den_ + +Vs. 1411: _Hoort, seit hi_ + +Vs. 1414: _alle dandre_ + +Vs. 1417: _sine muulkine_ + +Vs. 1420: _harde lief_; doch verg. _Reineke_ 1362. + +Vs. 1421: _Ja als_ + +Vs. 1422: _van hier moet_ + +Vs. 1427: _de sine_ + +Vs. 1428: _ruumde_ + +Vs. 1434: _hoort_ + +Vs. 1436: _met Grimberte_ + +Vs. 1436: _seide_, dus C.; GrW. _seiden_ + +Vs. 1438: _sorghen_ + +Vs. 1441: _te biechten_ + +Vs. 1444: _sijn vergaen_; doch zie _Reineke_ 1382. + +Vs. 1447: _te biechten_ + +Vs. 1449: W. _Alle de diefte en a. r._ + +Vs. 1454: _te ghenaden_ + +Vs. 1455: _algader_, C. _allegader minen mesdaden_, de twee laatste + woorden reeds door Gr. verbeterd. + +Vs. 1459: CGr. _alle diere_ + +Vs. 1462: _Of gi iet wilt_ + +Vs. 1465: _alle diere die leven_ + +Vs. 1466: _mi moete vergheven_ + +Vs. 1467: _Brune_ + +Vs. 1471: _Tes papen huus, daer hi spranc int net._ De uitlating van + _huus_ behoeft geene verdediging. Dat _net_ door _strec_ moet worden + vervangen, bewijst zoowel het rijmwoord, als de vergelijking met vs. + 1177, 1202, 1234, 1281. + +Vs. 1472: _ongherec_. Zoo ook 1201. Bij WILLEMS _ongeret_, en in de + verklarende aant. _ongerect_. In C. werd kwalijk gelezen _ongeret_, + dat Gr. verbeterde. + +Vs. 1473: _sine kindre_ + +Vs. 1477: _mi ooc niet_. Het middelste woord schijnt hier uit den + volgenden regel ingeslopen. + +Vs. 1479: GrW. _coninghinnen_ + +Vs. 1480: C. _verwinne_ + +Vs. 1481: _eren_ + +Vs. 1483: C. _mee liede_; GrW. _meer liede_ + +Vs. 1487: _maectene_--_Elmaren_ + +Vs. 1488: _Daer wi b._ + +Vs. 1489: _al te sere te pinen_ + +Vs. 1490: _die_ (l. _der clocke-line?_) + +Vs. 1494: GrW. _toneren_, C. _tonneeren_ + +Vs. 1496: _straten_ + +Vs. 1497: _binnen der_ + +Vs. 1503: _die_ is een invoegsel van mij; verg. 947. + +Vs. 1506: _af bernen_ + +Vs. 1510: CGr. _Daer hi nu_ [_mi_] _conste_; W. _hi niet conste_ + +Vs. 1512: _leeddickene_. + +Vs. 1513: Ik volg de lezing van GRIMM, waarvoor W. _Vianois_ stelt, dat + hij voor een »uitgedachte naem” houdt. Ik weet niet met zekerheid + waarop die verandering steunt; waarschijnlijk op de omwerking, maar + in de variant is die plaats niet opgenomen. + +Vs. 1515: _Sone woonde_. Gr. _Son en woonde_. W. _Son woonde_ + +Vs. 1521: _Daer dedic I. in crupen_; doch _daer_ is overtollig, wegens + het voorgaande _in dat_. Voor _incrupen_ wellicht beter _doe + crupen_. + +Vs. 1523: l. _hanghen vele_? + +Vs. 1524: _Des vleesch dedi_. Het vers eischt slechts drie verheffingen. + Misschien kon men ook lezen: _Des dedi_, hoewel ik de voorkeur geef + aan _daer_. + +Vs. 1528: _dien leden b._ + +Vs. 1531: _sat_, invoegsel van WILLEMS; _niet_ C. _met_. + +Vs. 1537: _enen_ + +Vs. 1540: W. _wast_ + +Vs. 1544: CGr. _nu vant slach_, blijkbaar min juist gelezen, want de + verklaring _vant_ = _va ende_, (bl. 276) gaat niet op. W. wilde + lezen: _vanc ende slach_.--Of zou men mogen verstaan: _nu vant + slach_ = _slaghen_? Volgens Mnl. Vsb. p. 129 + +Vs. 1547: _selves_ ontbr. in C. + +Vs. 1565: _roof hier laten_ + +Vs. 1566: _Hi riep, ende ic ginc m. straten_. Maar het vorige vers heeft + ook maar drie verheffingen. + +Vs. 1570: De nieuwe alinea begint eerst hij den volgenden regel. + +Vs. 1572: _volchden_ + +Vs. 1582: _gevreesscheden_ + +Vs. 1587: _Grote -- grote_ + +Vs. 1588: _Dus quamen_. Hoe licht men _d_9 voor _d_' las is bekend. + +Vs. 1595: _lietene_ + +Vs. 1596: C. _diene_ + +Vs. 1599: _ghelove_, door WILLEMS ten onrechte veranderd in _gelovet_. + Verg. _Wal._ II, D. bl. 333 vlgg. + +Vs. 1604: _Si namene ende leidene_ + +Vs. 1607: _Buten den_; maar dit wordt samengetrokken tot _buten_ + +Vs. 1609: GrW. _Ine_ + +Vs. 1610: C. _verwervic_ + +Vs. 1612: _dedi_ + +Vs. 1614: _leiddickene_ + +Vs. 1616: _Dat twee h. ende enen hane_; maar nergens is sprake van + slechts _twee_ hennen. + +Vs. 1617: _stralen_ + +Vs. 1619: _teere_, maar _te_ wordt door _bi_ uitgesloten. Wellicht stond + in 't oorspronkelijk: _Rechte ere_ + +Vs. 1625: W. _vette_; CGr. _ghenoech_, door W. verbeterd. + +Vs. 1628: C. _taste_; W. _begon_ + +Vs. 1631: _Te sorgen_; maar het is geen ww., en het zstnw. is stvr. + +Vs. 1632: _wats u ghesciet_ + +Vs. 1634: _om_ + +Vs. 1639: _hoondene_ + +Vs. 1640: W. _van daer boven_; CGr. _von dat boven_ + +Vs. 1643: _daer_ is een invoegsel van mij. + +Vs. 1644: _lagen_ moet eensylbig gelezen worden, tenzij men _si_ zou + willen delgen. + +Vs. 1646: C. _vijvergat_. De verandering is van Gr. Zoo heeft ook het + mhd. _viwerstat_, b.v. Nib. 884,4, 885,2. + +Vs. 1647: _worden_. Lees int metrum _Si wort up_ + +Vs. 1652: _nie_ met C., bij GrW. _ie_ + +Vs. 1655: _Harswenden_. Maar de nom. luidt 242 _Harsint_, en 2877 + _Hersunt_. De acc. 3399 _Hersinde_. De zwakke vormen in dat. 1983, + 2129, 2846, 2898 en hier ter plaatse zijn fouten. + +Vs. 1656: _liever hadde dan_ + +Vs. 1657: _God die moet mi_ + +Vs. 1658: _liever ware bleven_ + +Vs. 1659: _Te doene dan_ + +Vs. 1661: _te biechten_ + +Vs. 1676: _dat biddic u_ + +Vs. 1680: _hem_ invoegsel van W. + +Vs. 1681: C. _mesdaden_ + +Vs. 1682: C. _raden_ + +Vs. 1684 en 1685: _Ende te wakene (vastene)_; maar het vers eischt hier + drie arses zonder voorslag. + +Vs. 1687: _Alle die hi_, maar _Alle_ is blijkbaar te ontberen. + +Vs. 1688: _Ende dat hi voort_ + +Vs. 1689: _Behendelike soude generen_. _Behendicheit_ gold niet slechts + voor _sagacitas_, _ars_, _sollertia_, maar ook voor _fraus_, + _dolus_, _machinatio_; men zie CLIGNETTS _Bijdrage_, bl. 311-312. + Dat men Reinaerts behendigheid natuurlijk in geen goeden zin + opvatte, leert de 13 fabel uit den _Esopet_, vs. 16-17. Onmogelijk + kon daarom hier in den tekst _behendelike_ geduld worden, hoewel dit + zeer duidelijk in het handschrift staat. _Behendelike_ kon licht uit + _Bescedelike_ gelezen worden. Dat dit het juiste woord moet zijn, + leert de vergelijking met _Flor._ 187; zie vooral ook de + woordenlijst op den Lsp. + +Vs. 1692: C. _Nu moet hi siere stelen pleghen_, bij WGr. _Nu moet hi + plegen siere selen_. De ware lezing gaf 381 aan de hand. Vs. 428 + leest men _pleghen_, dat den afschrijver in de war bracht. + +Vs. 1695: _daer_ is een invoegsel van mijne hand. + +Vs. 1713: _begonden_ + +Vs. 1717: _plumen_ + +Vs. 1718: _Gr. sp. Oom gi d. m. d._ + +Vs. 1720: _een_ + +Vs. 1722: _te biechten_ + +Vs. 1724: _trouwen_ + +Vs. 1734: _Al hadde men_, dat onzin is; verg. _Reineke_ 1663. + +Vs. 1741: _verdoort_, C. _versmaet_ + +Vs. 1742: _verstoort_, C. _verstorbeert_. De verbetering is van Gr. + +Vs. 1743: II _pater_ + +Vs. 1745: _ghenaden_ + +Vs. 1748: _af hebbe_ + +Vs. 1750: _sine ogen_ + +Vs. 1752-4: C. leest: + + Doe began hem drouve ghelaten + ende arde zeere beefde Reynaert + doe keerde si te hove waert + doe hi began den hove naken + daer hi waende seere mesraken + Doe in sconinx hof was vernomen, enz. + GRIMM zegt, p. 276: »Die sichtbar vom nachhelfenden schreiber her + rührende verwirrung der hs. ist nach der prosa und nach Reinke + beseitigt worden.” Hij leest namelijk, en met hem W.: + + Die si te voren hadden ghelaten: + Daer keerden si ten hove waert. + Aerde (W. Harde) sere beefde Reinaert + Doe hi began den hove naken, + Daer hi waende sere mesraken. + Doe in sconinx hof was vernomen, enz. + + Er is blijkbaar in het hs. geknoeid, maar minder dan Gr. vermoedde. + Vs. 1752 is stellig echt: _ghelaten_ in dien zin is geheel + overeenkomstig met _gelaet toonen_, enz. dat men hier herhaaldelijk + aantreft, b.v. 1737, 1768, 1802, 2119, 2185. En de verandering + van GRIMM is lam.--Dat ik midden tusschen twee rijmen eene nieuwe + periode laat aanvangen, is geheel overeenkomstig met de manier des + dichters. Zie b.v. 107, 263, 998, 1288 (waar de afschrijver echter + de nieuwe afdeeling eerst met 1289 begon, evenzoo 1850, 2048, zoo + als hij die ook 777 een regel te laat begonnen was), 1692, 2048, + 2067, 2498, 2518, 3396. + +Vs. 1759: _Grimberde_ + +Vs. 1760: _niemene ne was_ + +Vs. 1764: _die onvervaerde_ + +Vs. 1766: _Ende hi sprac_ + +Vs. 1770: _Gelijc of hi_ + +Vs. 1772: _boudeliken_ + +Vs. 1777: CGr. _hebbe_; W. veranderde naar de omwerk. + +Vs. 1783: CGr. _mi nochtan gherne_; W. _mi gerne_ + +Vs. 1784: _hulden wilde gi_ + +Vs. 1785-6: _lonen: crone_. Men zou kunnen vragen of _crone_ niet eene + te moderne figuur is; te meer, daar C. verder leest _dat si..... + gheloven_, welk laatste woord GRIMM veranderde in _ghelove_, WILLEMS + in _ghelovet_. Wellicht zou men wenschen te verbeteren: _hoeden_, + _vroeden_, gedachtig aan _Reineke_, 1711: »_Juwe rât is vrôt.... gy + loven nicht draden.... wat ju dessen valschen alle vorelesen._” Ook + hier 1899 wordt de koning _vroet_ genoemd. + + Maar het Fransch heeft, 10956: + + »Mès puis, sire, que _rois_ s'amort + à croire les mauvès larrons, + ................. + lors vet la terre à male veue.” + + Het zal dus het zekerst zijn de lezing van C. te behouden, en 1787 + _si_ in _soe_, 1788 _gheloven_ in _ghelove_ te veranderen, tenzij + men voor _der crone_ zou willen stellen _den cronen_.--Moet het ook + zijn _den conen_ (_coenen_)? + +Vs. 1787: _Dat si_ + +Vs. 1788: C. _gheloven_; W. _ghelovet_ + +Vs. 1792: _Die niet te rechter h. h. g._ De omwerking gaf de verbetering + aan. + +Vs. 1793: _rike hove_ + +Vs. 1796: _Den goeden lieden doen t._ Ik heb de lezing van den omwerker + voorgetrokken. + +Vs. 1802: _condi_ l. _toondi_? + +Vs. 1803: _niet ghehelpen_ + +Vs. 1807: _saken_ + +Vs. 1808: _qualic in_. Dus C. door GrW. veranderd in _qualiken_. + +Vs. 1809: C. leest: _Die eede die ic hadde gesworen._ Gr. veranderde + _eede_ in _vrede_, waarschijnlijk volgens _Reineke_, 1720, die de + omwerking volgt, welke ironisch den koning veel beter de volgende + woorden in den mond legt: + + Dat gi my dicwijl hebt gedient, + Dat wart u nu te recht gegouden. + Gy hebt den vrede wel gehouden, + Dien ic geboot ende had gesworen. + +Vs. 1818: _laten aenscinen_ + +Vs. 1820: _es sijn crune_, doch verg. 1827. + +Vs. 1821: _vele_ is een invoegsel van WILLEMS. + +Vs. 1828: CGr. _hi ware gewroken_, dat W. veranderde in: _haddet gew._; + doch verg. 1931. + +Vs. 1830: C. _Rander side_, door GrW. veranderd in _Tander side_ + +Vs. 1840: _groot mine saken_ + +Vs. 1848: _sloechdi_ + +Vs. 1850: _Recht in dese selve sprake_. In C. vangt het volgende vers + met eene kapitale letter aan, intusschen laten GRIMM en W., die + overigens de lezing van C. behouden, de nieuwe alinea met 1850 + beginnen. In de aant. p. 276 zegt GRIMM: »Wenn dieser vers noch von + Reinaert gesprochen wird (vgl. _Reineke_ 1762,63), wozu der grosse + buchstabe der hs. bei 1851 stimmen konnte; so fehlen zwei verse + vorher. die prosa ist für die gewahlte abteilung.” + + De zin schijnt intusschen gewrongen, als men wil lezen: + + Recht in dese selve sprake + Doe spranc up Belijn, die ram. + + 1850 moet wel degelijk tot de vorige periode behooren. Dat er in + geknoeid is valt terstond in 't oog; maar is het zoo noodzakelijk + met GRIMM aan te nemen, dat er _twee verzen zijn uitgevallen_? Het + Fransch geeft hier licht. Er is de grootste overeenstemming tusschen + onze verzen 1837-1850 en Br. 20 11014-20, waar men leest: + + Or sui devant lui [mesire], si me tiegne, + Et si me face ardoir ou pendre, + Qar ne me puis vers lui deffendre. + Ge ne suis pas de grant puissance, + Mès ce seroit povre venjance, + _S'en parleroient meinte gent + Se l'en sanz jugement me pent._ + + Het woord _sprake_ in C. 1850 wijst duidelijk aan, dat er iets moet + gestaan hebben overeenkomende met de twee laatste Fransche verzen. + _Recht_ ontstond uit de verwisseling van de kapitale _L_ en _R_ (zie + op 347), en _in_ kan eene vergissing zijn voor _m̄_, verg. 915. + +Vs. 1862: Dit vers is door WILLEMS uit de omwerking aldus ingevuld: _Die + gans, dat tijtsel ende tlampreel_ + +Vs. 1867: CGr. _Makeden_ + +Vs. 1872: _Reinaerde_ + +Vs. 1874: _man_ dus CGr., WILLEMS las _men_ + +Vs. 1875: W. werpt _es_ uit, dat CGr. hebben. + +Vs. 1877: CGr. _Vort bringen die men brochte daer_. WILLEMS heeft _die_ + in _dan_ veranderd. Dat hij met die plaats geen weg wist, blijkt uit + de zonderlinge interpunctie. Ook GRIMM was er meê verlegen. Zie + zijne aant. p. 277. + +Vs. 1880: _besten redenen g. daer voort_ + +Vs. 1881: C. _dieren_ + +Vs. 1882: _met goeden orconden_ + +Vs. 1885: _saken_ + +Vs. 1886: _wijstsi_ voor _wijsden si_, dat men in C. leest. GrW. + veranderden: _wijsten si_ + +Vs. 1888: _Reinaerde_ + +Vs. 1893: _naeste_ + +Vs. 1896: _Reinaerde_ + +Vs. 1905: _andren_ + +Vs. 1906: CGr. _Reinaerde_ + +Vs. 1908: W. vond »verkieslijker” te lezen: _Tibert sprac_; maar de + woorden zijn blijkbaar den koning in den mond gelegd. + +Vs. 1914: _Sinen l. die es_ + +Vs. 1916: Gr. en W. stellen _tjaer meer_, terwijl C. heeft _tsiaer + meer_. Doch zie mijn artikel over _saermeer_ in den _K. en L.bode_, + van 1845, no. 35. + +Vs. 1925: _wancans_, verbetering van Gr. voor _wanconst_, dat C. heeft. + +Vs. 1926: _Nochtan eist R. diet al b._ zoo lezen GrW., maar _eist_ vindt + men niet in C. Eenvoudiger verandere men _die_ in _di_; in allen + gevalle had men niet mogen stellen _eist_, maar dan ten minste + _wast_. + +Vs. 1928: _uwe_ + +Vs. 1929: C. _Rumen ende wijde lancken_. Verg. GRIMMS aant. p. 277. + +Vs. 1932: _noch niet_ + +Vs. 1936: W. _Langeleden_ + +Vs. 1942: W. _vernois om hadde_ + +Vs. 1943: W. _papen_ + +Vs. 1946: CGr. _Ende sidi nu daer toe_, l. _En sidi mi_? + +Vs. 1948: _fellen voden_, doch verg. 3745 en 3771 der uitg. van WILLEMS. + GRIMM haalt p. 278 uit MAERL. 3, 318 een _vuden_ aan, dat echter + blijkbaar bedorven is uit _ruden_. Dezelfde letters worden daar meer + verwisseld, b.v. bl. 138, vs. 80, waar _rasten_ moet gelezen worden + voor _vasten_.--Ook de woorden _uwen neve_ komen mij verdacht voor; + maar ik heb ze behouden, omdat ook de omwerking _u neve_ heeft. + +Vs. 1949: _Doe so sprac die coninc saen_; maar de verbetering volgt uit + vs. 1958-9. Door GRIMMS aant. p. 278, wordt de lezing van C. kwalijk + verdedigd of verklaard. + +Vs. 1950: _Tiberte_ + +Vs. 1953: _gaet voren_ + +Vs. 1961: _Nu gaen wi voren ende b. h._ + +Vs. 1963: _du selt_ + +Vs. 1964: _die salt_, W. _sal_ + +Vs. 1965: CGr. _dine_ W. _en dine_ + +Vs. 1970: _Hine dede_ + +Vs. 1973: _Dat was de wulf ende T._ + +Vs. 1975: _te sinen scaden_, dat blijkbaar alleen om 't zuivere rijm + _scaden_ dus staat. + +Vs. 1980: _binnen den_ + +Vs. 1982: _Reinaerde_ + +Vs. 1989: _dor niede_, C. _dor met_, dat blijkbaar slecht gelezen is + voor _niet_, zoo als ook 1531 het geval was. Gr. en W. stellen + daarvoor _nijt_; maar de wolf had geen reden te veronderstellen, dat + _nijt_ (haat) Hersinde jegens Reinaert bezielde, verg. 243, terwijl + buitendien _nijt_ geen reden kon zijn om hem te doen ontsnappen, + maar juist het tegendeel. _Niet_, in dat. _niede_ is een bekend + woord, dat hier juist aan zijne plaats is: Ohd. _niot_, door GRAFF, + II, 1048, terecht door _desiderium_ vertaald. Verg. vooral de + woordenlijst op den Lsp. + +Vs. 1995: _brincdi_ + +Vs. 1996: _mijn moie;_ doch verg. 1504, 1675. + +Vs. 1998: _nemmermeer_ + +Vs. 1999: _Maer her_ + +Vs. 2002, 2009: _onneert_, dus C.; Gr. en W. _oneert_. + +Vs. 2006: _wie die mi_ + +Vs. 2012: _dat herte_ + +Vs. 2015: _alle_ + +Vs. 2016: _galge of gi_ + +Vs. 2019: W. _Met uwe v._ De geheele plaats 2015-19 komt mij verdacht + voor. + +Vs. 2021: _Amen, sprac Brune, ende h.;_ het inlapsel vloeide voort uit + het niet verstaan der herhaling _Amen, Amen!_ Dit blijkt ook uit de + omwerking. + +Vs. 2023: _haesten wi_ + +Vs. 2024: _woorde_ + +Vs. 2026: _ten stride_; maar _te stride_ beteekent _om strijd_. + +Vs. 2029: _volchde_ + +Vs. 2031: GrW. _line_ + +Vs. 2036: _strec_, GrW. _strop_, maar C. heeft _stroc_, dat slecht + gelezen is. + +Vs. 2038: CGr. _scauwet_ + +Vs. 2039: _Ende si spr._ CGr. heeft buitendien: _ende si keren_, dat W. + stilzwijgend veranderde. + +Vs. 2042: W. _sullen_ + +Vs. 2051: _sorghen_ + +Vs. 2055: Gr. _Ic ware_, drukf. + +Vs. 2057: _Reinaerde_ + +Vs. 2062: _verlanessen_ + +Vs. 2068: De nieuwe alinea begint bij CGrW. reeds bij het voorgaande + vers. + +Vs. 2070: W. _Dan so_; CGr. _Daer so_; C. heeft waarschijnlijk _d_' voor + _d_9 gelezen. + +Vs. 2073: _Nu en es_ + +Vs. 2076: _u_ ontbr. in C., de invoeging is van Gr. + +Vs. 2080: _noch doe_ + +Vs. 2081: C. _mannen_ + +Vs. 2091: _hoekine_; dus C.; bij Gr. _bockine_; doch zie MEIJERS + Aanteek. op het _Leven van Jesus_, p. 356. + +Vs. 2092: _derdes_, dus C.; bij GrW. _des derdes_. + +Vs. 2094: C. heeft _haenden_, waarvoor Gr. gaf _hanen_, dat W. weder + verving door _vogel_. Dat C. de ware lezing geeft blijkt uit de + _Nat. Bloeme_, aangeh. _Gesch. der Mnl. Dk._, III, 17. + +Vs. 2100: _ende dat ic vermochte_. Bij dit vers teekent Gr. aan: + »_lücke._” Er schijnt echter in den zamenhang niets te ontbreken. + +Vs. 2101: _ende_, dus C., en ook beter dan de verandering (_met_) + door Gr. in den tekst gebracht; want zij kwamen niet samen, maar + ontmoetten elkander. Hij zelf gaf p. 278 de ware lezing aan, maar + verkoos _met_ omdat C. heeft _Isengrine_ (: _rime_). + +Vs. 2103: _Besele_, zoo C. en GRIMM; WILLEMS verbeterde _Basele_ (»by + Dendermonde”). Moet men ook lezen _Belsele_? Zie het Charter van + 1139, uit het _Corpus Chron. Flandriae_ aangehaald in mijne _Gesch. + der Mnl. Dk._ I, 193, noot 2. Doch verg. GRIMM p. CLVII. + +Vs. 2104: _dat hi ware_ + +Vs. 2108: _trouwen_ + +Vs. 2110: C. _wandelen_ + +Vs. 2114: _vroe_ + +Vs. 2117: _Of enen w. of enen r._ + +Vs. 2119: _mi een g._ + +Vs. 2120: _ende so qu._ + +Vs. 2121: _mi daer met van hem_ + +Vs. 2124: _warven_ + +Vs. 2127: CGrW. _ene bake_ + +Vs. 2128: _Doe ginc_ + +Vs. 2130: W. _kinden_ + +Vs. 2133: _Die sine k. en wouden cnaghen_, omdat zij de »alreminste” + was. CGrW.: _Die sine k. hadden gecnaget_; maar in den volgenden + regel, die in het hs. luidt: _Dus nauwe hebbic mi bejaget_, moet het + laatste woord blijkbaar veranderd worden in _bedraghen_ (verg. 2654, + 2694), en ik durfde daarop niet laten rijmen het part. _gecnagen_, + zoo als de omwerking doet, die leest: + + Nochtan eer ic dat mochte hebben, + Hadden sy tvleysch al off geknagen: + Hier op most ic my doe gedragen. + + Buitendien komt onze lezing beter overeen met het voorgaande vers. + +Vs. 2139: _gewonnen wel_ + +Vs. 2146: _Gaf hi R. felle antw._; maar waartoe dat _felle_, bij de + bloote nieuwsgierige vraag? + +Vs. 2147: _wanen.... die sc._ + +Vs. 2149: _also_ + +Vs. 2152: _dien scat_ + +Vs. 2155: _An.... trouwen_ + +Vs. 2156: _alle uwe_ + +Vs. 2158: _owi lieve R._ + +Vs. 2162: C. _ghi mi ons s._; GrW. _ghi mi s._ + +Vs. 2165: _brinct_ + +Vs. 2173: _ende sine hulde_ + +Vs. 2176: W. _groote_ + +Vs. 2177: W. _Ende die in v._ + +Vs. 2179: _Die heren_ + +Vs. 2182: _trouwen_ + +Vs. 2184: _sullen drinken met scanden_ + +Vs. 2185: _gelate met droeven sinne_ + +Vs. 2189: _mijn_ + +Vs. 2191: _de helle_ + +Vs. 2192: _Daer die t. es entie p._ + +Vs. 2193: _Indien dat_. Ik zou wenschen te lezen: _Ocht hier_ + +Vs. 2195: _ghenaden_ + +Vs. 2201: _daet_, dus C.; bij Gr. _doet_; W. _deedt_ + +Vs. 2205: W. _dat herte_, doch zie 1079, 1741, 2306; en verg. _Gram._ I, + 693. + +Vs. 2204: _bringhene_ + +Vs. 2207: _vraechdi mi des_ + +Vs. 2208: _gi wel hoet_ + +Vs. 2213: _up mine_ + +Vs. 2214: _trouwen_ + +Vs. 2215: _coninghinnen_ + +Vs. 2218: _daer niemen_ + +Vs. 2220: _Tote dien_ + +Vs. 2229: CGr. _verraderen_; doch zie 2243. Moet men ook lezen + _verranesse_ (verg. 2243), en in het volgende vs. _niemen spare_, + beiden met drie toonverheffingen? + +Vs. 2235: _Met verradenessen sal bedrieghen_; doch verg. 2200, 2503. + +Vs. 2236: _enen.... maghen lieghen_ + +Vs. 2237: C. _Grimberte den d._ + +Vs. 2242: W. _Van s. v. waer af hi woude_ + +Vs. 2243: _Die_ + +Vs. 2245: _Reinaert sprac wilen teer st._ + +Vs. 2246: _m. h. mijn vader v._ + +Vs. 2247: _Hermelinx_, C. _heymeliken_; doch zie vs. 2544-5 + +Vs. 2248: C. _eene_; CGrW. _verholnen_; doch verg. 2271. + +Vs. 2249: C. _Die mijn v._ + +Vs. 2254: _Tiberte_ + +Vs. 2255: C. _arttinen_, Gr. _Aertinen_ + +Vs. 2256: C. _Brunen_ + +Vs. 2257: _Brune grote Gods h._ + +Vs. 2258: W. _Ende dat hi in Vl._; CGr. _Ende hi in_. Maar verg. over + den ellips. DE VRIES, _Brief over Kar. Gr._, bl. 17-18, waar op vs. + 2268 wordt gewezen, waar hetzelfde is waar te nemen. + +Vs. 2260: CGrW. _Bruun_ + +Vs. 2262: _Doe_, CGrW. _Daer_ + +Vs. 2266: _Isingrijn_ + +Vs. 2273: _sduvels_ + +Vs. 2276: _alle gr._ voor _arde gr._ + +Vs. 2277: De vier tusschen teksthaken geplaatste regels vindt men niet + in C., waar men leest: + + Nu hoort wonder alle groot + Wat si noch over een draghen + Wilde iemen van sconinx maghen + Dat wedersegghen _enz._ + + GRIMM, die deze lezing behield, en daarin door WILLEMS gevolgd + werd, merkt echter op, dat er achter den tweeden dezer regels + iets ontbreekt (p. 280), gelijk hem de vergelijking met den ouden + prozadruk leerde. Blijkbaar is tot den samenhang noodig, dat + Reinaert niet alleen zegt dat de saamgezworenen den koning wilden + vermoorden; maar ook, dat zij Bruin in zijne plaats wilden kroonen. + Van 's konings magen toch behoefde men niet te vreezen dat zij zich + zouden verzetten tegen Nobels dood, die wel zonder hunne voorkennis + zou plaats grijpen; maar zij konden »wedersegghen” dat hij door den + beer werd opgevolgd. Ik heb daarom die vier regels uit de omwerking + overgenomen, waar dan deze regel volgt: + + Op sijn hooft die croon van goude, + + waarvoor ik heb in de plaats gesteld: + + Ende hi crone soude draghen, + + waaruit denkelijk in C. de regel verbasterd is: + + Wat si noch over een draghen. + + Dat deze verzen werkelijk in den ouden tekst behoorden, mag men ook + opmaken uit de vergelijking van 2327. + +Vs. 2282: _sconinx_ + +Vs. 2284: _ende met sinen goude_ + +Vs. 2291-3: + + Ende liet in verholnen rade minen + Wive, miere vrouwe Harmelinen, + Ende al van pointe te pointe seide + + W. las alleen den laatsten regel: _Die hijt al v. p._ Dat die verzen + gebrekkig zijn springt in het oog, en zoo als GRIMM zegt (p. 280), + »auch hier verrathen ungefüge worte und mangelhafter sinn den + zusammenziehenden abschreiber.” Hij neemt aan, dat hier, even als + in de omwerking, de das het verhaal eerst aan zijne eigene vrouw + deed, die het wederom aan de vossin verried; hij stelt daarom als + waarschijnlijk, dat die tirade aldus begon: + + Ende in verholnen rade + Sinen wive Slopecade. + + Daar intusschen vrouw Slupecade nergens in het oudere gedicht + terugkeert, is het niet onmogelijk dat zij hier eerst door den + omwerker zij ingevoegd, gelijk men ook uit vs. 2296 mag opmaken. Ik + heb mij daarom bepaald tot die veranderingen die een verstaanbaren + zin opleveren. Het enjambement _minen.... wive_ kan geene zwarigheid + maken, zie de inleiding § I. Misschien moet men ook lezen: + + Ende dien verholnen raet sinen + minen wive, vrouwe Harmelinen, + + Wegens die konstruktie zie men 412, 1297, 1316, 1866, 2655, 2729, + 3186. De vergelijking van 2325 schijnt mede onze lezing te + bevestigen. + +Vs. 2302: _Ooc s. soet bi sulken l._ Doch verg. _Reineke_ 2397. Moet men + ook lezen: _Ooc proefde soet bi lyctekinen?_ + +Vs. 2303: _al_, invoegsel van mij. + +Vs. 2305: _stonden_, l. _stoet?_ + +Vs. 2308: Achter dit vers volgen in C. 30 regels die blijkbaar een + inlapsel zijn. Het is de fabel die ook elders afzonderlijk voorkomt, + b.v. _Esopet_, fab. XXV, bij CLIGNETT bl. 146. Het inlasschen + van fabelen is geheel en al in strijd met den geest van het oude + gedicht, en de gerekte vergelijking is in de omstandigheden waarin + Reinaert zich bevindt geheel en al te onpas aangebracht. Deze wil + ook in 't geheel niet werken op de »heren arme ende rike,” zoo + als op het slot der interpolatie, maar alleen op het vorstelijk + echtpaar. Dit reeds is genoegsaam om de inlassching uit te + monsteren. Overigens loopt de zin veel geleidelijker door, als + men die 30 verzen wegwerpt, gelijk ik heb gewaagd te doen. Dat de + interpolatie intusschen oud is, leert de vergelijking met de lezing + in den _Esopet_, terwijl ook de omwerker haar in zijn voorbeeld + vond. Ik geef het uit den tekst weggeworpene hier naar de uitgave + van GRIMM (GrW. 2305): + + Die pude wilen waren vri + ende ooc so beclaechden hem si + datsi waren sonder bedwanc: + ende si maecten een ghemanc, + ende so groot ghecrai up Gode, + dat hi hem gave, bi sinen ghebode + enen coninc, diese dwonghe. + Dies baden die oude entie jonghe + met groten ghecraie, met groten ghelude. + God ghehorede die pude + tenen tide vanden jare, + ende sende hem den coninc Odevare, + diese verbeet ende verslant + in allen landen, daer hise vant. + Beide in water ende in velt, + daer hise vant in sine ghewelt, + hi dede hem emmer onghenade. + Doe claechden si: het was te spade. + Het was te spade, ic segghe u twi: + Si die voren waren vri, + sullen sonder wederkeer + sijn eighin bliven emmermeer, + ende leven ewelike in vare + vanden coninc Odevare. + Ghi heren, arme ende rike, + ic vruchte ooc dies ghelike, + dat nu van u soude ghevallen. + Doe droeghic sorghe vor ons allen. + Dus hebbic ghesorghet vor u: + dies dancti mi lettel nu. + + Men lette nog op de herhaling in vs. 19, die geheel van de + schrijfwijze van onzen dichter afwijkt, zoo ook vs. 2 _beclaechden + hem si_, dat niet overeenstemt met _merkedi_ vs. 2363 (2387). + +Vs. 2309: _Ic kenne_; C. _Brunen_ + +Vs. 2312: W. _Dan_ + +Vs. 2314: C. _Ic kennen so w. g._ GRIMM verbeterde: _Ic kenne den + coninc_; maar ook hier wordt het imperf. geëischt. + +Vs. 2320: _Noch theeren noch te vromen_ + +Vs. 2321: _doghede_, bij Gr. _gedoghede_, C. _ende ghedoghede_. Dit en + het volg. vers in verkeerde volgorde. + +Vs. 2322: _pijndic_ door W. uit de omwerking opgenomen. CGr. _peinsdic_ + +Vs. 2324: _Datso gescoort worde_. De uitwerping van _Datso_ gebood de + samenhang. In _gescoort_ is blijkbaar eene _c_ kwalijk gelezen voor + _t_, zoo als meermalen. De invulling van _ic_ gaf de omwerking aan + de hand. + +Vs. 2326: _enen dorper_ + +Vs. 2331: _wel_ + +Vs. 2336: _ghepeinse_ + +Vs. 2337: _hoe ic dat_ + +Vs. 2339: _die mijn vader hadde_ + +Vs. 2341: C. _leide laghen_; GrW. _leide lage_ + +Vs. 2342: C. _meneghe haghen_; GrW. _meneghe haghe_ + +Vs. 2351: W. _enen st._ + +Vs. 2355: C. _yewer_ + +Vs. 2357: _l. gheslopen?_ + +Vs. 2358: _te sc._, doch verg. 2472. + +Vs. 2359: _als ic hem_ + +Vs. 2360: W. _Driven dat ic_ + +Vs. 2361: _doe_ ingevoegd door W. + +Vs. 2363: CGrW. _sach ende merkedi_ + +Vs. 2371: _mede gaen_; Reineke 2265 heeft: _lêt overgân_ + +Vs. 2373: _mouden_ + +Vs. 2374: GrW. _vroeden bouden_, maar blijkbaar moet het hs. hebben + _houden_. Verg. 2344. + +Vs. 2375: _meesterlike_ + +Vs. 2383: CGr. _gheraecte doe_; bij W. _genaecte doe_ + +Vs. 2386: _Aldaer vandic_ + +Vs. 2389: _nie_, dus C.; bij GrW. _ie_ + +Vs. 2391: _Ic en_ + +Vs. 2392: het tweede _sonder_, invoegsel van W. + +Vs. 2400: _enen_ + +Vs. 2416: _hem so quite_ + +Vs. 2424: _m. coenen s._ + +Vs. 2426: _hulpen_ + +Vs. 2427: _quame_, dus C.; bij GrW. _quam_. Gr. veranderde hier, omdat + in C. met dat vers eene nieuwe afdeeling begint, die echter + blijkbaar met 2421 moet aanvangen, verg. _Reineke_ vs. 2305. + +Vs. 2431: _menechfoudeghe_, doch verg. 505, 542, 898. + +Vs. 2434: _na hem reden_ uit de omwerking, in plaats van: _hadden + geleden_ + +Vs. 2435: _daghen_ + +Vs. 2436: _meneghen stonden_ + +Vs. 2441: C. _Sheere_, GrW. _Sheren_. Zie over de apocope HUYD. op + _Stoke_, 2 D., bl. 150. + +Vs. 2443: _catte_ + +Vs. 2452: _danct_ + +Vs. 2454: _hi soude_ + +Vs. 2473: _leedden Reinaerde_. WILLEMS werpt _te_ weg; doch verg. 2673. + +Vs. 2475: _wijsde_ met C., GrW. _wijste_ + +Vs. 2477: _soudic u wisen_ + +Vs. 2479: _uut_ + +Vs. 2481: C. _Mine_ + +Vs. 2483: _Allegader_ + +Vs. 2485: _ghetrouwe_, dus CGr. W. las willekeurig _gehouwe_. + +Vs. 2488: _voor_ + +Vs. 2489: C. _ghi mi_ + +Vs. 2490: C. _Ende Bruun alle mine onsculde_. GrW. lezen met _Reineke_: + _Ende alle mine broke ende sculde_; maar uit 2493 blijkt dat Bruun + hier op zijne plaats is. + +Vs. 2506: C. _argentieren_; GrW. _argertieren_ + +Vs. 2512: W. _Ende dese v._ + +Vs. 2517: _belanct_, doch zie de voorbeelden bijgebracht _Heim._ bl. + 369. + +Vs. 2521: _Ne gh. u niet_ + +Vs. 2524: _wancost_ bij W. is drukfout. + +Vs. 2527: _Dat en d._ + +Vs. 2532: _die ere_ + +Vs. 2533: _mijn_ + +Vs. 2535: _eren_ + +Vs. 2536: _groot_ + +Vs. 2538: _wale jonne_; maar dan behoorde het te zijn _anne_. Blijkbaar + heeft de afschrijver den infinitivus verworpen om een schijnbaar + zuiverder rijm te verkrijgen; doch zie Mnl. Vsb. bl. 113 en 168-9. + +Vs. 2539: _trouwen_ + +Vs. 2540: _vrouwen_ + +Vs. 2550: W. _Hoe die coninc_ + +Vs. 2552: _Reinaert spr._ + +Vs. 2561: _de waerheit_ + +Vs. 2567: _no wijf_ + +Vs. 2573: GrW. _die avonture_. _Die_ bracht Gr. in den tekst omdat men + in C. gelezen had _hi avonture_, waar echter wel _bi_ zal staan, dat + den natuurlijksten zin geeft. + +Vs. 2574: C. _ghehidelt_ + +Vs. 2575: W. _tes_, CGr. _es_ + +Vs. 2577: _mijn_ + +Vs. 2578: _weset_, W. _wetic_, Gr. _wetet_, zoo als men meende in C. + te lezen. Merkwaardig is de uitdrukking _getrouwe wesen_, voor het + gewone ww. _ghetrouwen_, dat b.v. 3365 staat. Moet men ook lezen: + _Ne wilt ooc niemen so ghetrouwen_? als _Wal._ 8584? Verg. dan + aldaar 2 D. bl. 207. + +Vs. 2579: W. _sout laten_ + +Vs. 2589: _in dene side_; maar de beteek. zal toch wel zijn: _aan kant_, + _wegdoen_. Zie daarover _Wal._ 2 D. bl. 205. + +Vs. 2592: _ooc_ door mij ingevoegd uit _Reineke_ 2468. + +Vs. 2598: _Hoe dicken suldi_ + +Vs. 2608: CGr. _wanen_ + +Vs. 2617: _ja, ja_ + +Vs. 2621: _die_ + +Vs. 2633: _Dies maent hi u bi der trouwen_ (:_vrouwen_) + +Vs. 2635: De vijf tusschen teksthaken geplaatste verzen, gedeeltelijk + uit de omwerking genomen, vervangen dit enkele, dat C. heeft: + _Ende die ic den coninc sculdich bem._ Dat er hier iets ontbrak + was duidelijk, en ook reeds door GRIMM aangewezen, bl. 283. + +Vs. 2647: _ende menich coude_ + +Vs. 2652: _die ries_, doch zie GRIMM, pag. CLX. + +Vs. 2656: _was te voren eer_ + +Vs. 2658: _last_, dus W. naar de omwerking; CGr. _past_ + +Vs. 2660: _scone_ + +Vs. 2662: C. _wee desen_ + +Vs. 2663: _sone_ (WILLEMS: _tone_), _Rijn, waers te d._ + +Vs. 2665: _saken_ + +Vs. 2671: _Ghene_ + +Vs. 2672: _enen_ + +Vs. 2680: _berke_, C. _burne_, Gr. _borne_. De verbetering is van + WILLEMS. + +Vs. 2683: _ine_ + +Vs. 2687: _ghi here waert_ + +Vs. 2688: _het es also_ + +Vs. 2689: WILLEMS wilde lezen: _al eist mijn scame_ + +Vs. 2693: _hem de provende niet ghenoegen_ + +Vs. 2695: _Hi cl. van hongere ende k._; maar het rhythmus van het + volgende vers leert dat _van hongere_ hier niets dan een glosseem + is. + +Vs. 2697: _Doe hi kermede ende wart traech_. Ik heb de voorkeur gegeven + aan de lezing van de omwerking. + +Vs. 2707: _eren.... vromen_ + +Vs. 2712: _verwatenen_; doch zie Mnl. Vsb., bl. 132-3 + +Vs. 2718: en 20 GrW. _te banne_ + +Vs. 2719: _sp. Reinaert nadat g. s._ + +Vs. 2721: _Reinaert lietic u_ + +Vs. 2722: _Cuwaerde.... enen_, dus CGr. bij W. _een_ + +Vs. 2726: W. _Daer gi_ + +Vs. 2732: _jonne_ + +Vs. 2733: C. _hi ende mi_ + +Vs. 2735: _rede_ + +Vs. 2739: _in sijn hof_ + +Vs. 2743: alleen bij W. _coninghinnen_ + +Vs. 2744: Deze regel ontbreekt in het hs. en is van mijne vinding. + WILLEMS laschte in: _Die hi te recht wel mochte minnen_, en in het + volgende vers, achter _mi_ de woorden: _sprac hi_. + +Vs. 2746: L. _met live_? + +Vs. 2755: _sinnen_ + +Vs. 2757: _vele ghebeden vor hem_ + +Vs. 2764: _waerven_ + +Vs. 2770: _ghene_ + +Vs. 2777: W. _Ende dan wille hi_; CGr. _Ende v. R. danen wille hi_ + +Vs. 2780: W. _sonderliker_, drukfout. + +Vs. 2789: _alle_ + +Vs. 2792: _Te Tic._ + +Vs. 2797: _tes coninx waert_ + +Vs. 2798: _Tib. bleef sere_ + +Vs. 2799: _Ende hi bleef_ + +Vs. 2801: _sorgen so groot_ + +Vs. 2803: _sine_ + +Vs. 2804: _Die hi_ + +Vs. 2809: _Reinaerde ie_ + +Vs. 2810: _met groten gheninde_ + +Vs. 2811: _voor_ + +Vs. 2817: _Worden si_ + +Vs. 2818: _verwoede_ + +Vs. 2819: _dan men hem dede_ + +Vs. 2821: _voerese_, dus C. bij GrW. _voerdese_. CGrW. _als_ + +Vs. 2823: _binnen ere nacht_ + +Vs. 2826: De alinea begint eerst bij het volg. vers. + +Vs. 2833: Hadd. IIII v. sc. + +Vs. 2835: _sal_ IIII _scoen_ + +Vs. 2836: _coninghinnen_ + +Vs. 2839: IIII + +Vs. 2840: CGr. _Helpt nu_ + +Vs. 2843: _sine_ + +Vs. 2848: _eren_ + +Vs. 2852: _moetet_ + +Vs. 2853: _des Gods_ + +Vs. 2856: _Dinen_ + +Vs. 2857: _Hets dijn n._ + +Vs. 2858: _wilre gherne mijn m._ + +Vs. 2859: _u wel ghem._ + +Vs. 2861: _Isengrijn dr._ + +Vs. 2863: _gheven twee soen_ + +Vs. 2864: _u vaert mede_ + +Vs. 2866: _dher_ + +Vs. 2868: _beide sine_ + +Vs. 2871: W. _hielt_; C. _leden_ + +Vs. 2881: _Bachten van beide haren voeten_ + +Vs. 2882: _wel soeten_; doch verg. 621, 3413 + +Vs. 2885: _lieve_, invoegsel van W. uit de omw. + +Vs. 2895: _al dat_ + +Vs. 2900: _moete mi wr._ + +Vs. 2903: _neware_, dus C.; bij GrW. _te ware_ + +Vs. 2911: _helpt.... ic_ + +Vs. 2912: _vor de sonne_ + +Vs. 2913: _sijn_ + +Vs. 2917: _voeten_ + +Vs. 2922: _vrouwen_ + +Vs. 2923: _wel_ is een invoegsel van mijne hand. + +Vs. 2924: _Nu doet Reinaert g. u. cn._ + +Vs. 2926: W. _naesten_, dat ik nimmer aantrof. + +Vs. 2936: _wats dan_ + +Vs. 2941: _daer af_, invoegsel van mij. + +Vs. 2942: _pen. daer af ontfaen_ + +Vs. 2944: _hem wel_ + +Vs. 2947: W. _geesterliker_ + +Vs. 2949: _Jeghen bisscop ende jeghen den deken_--CGr. _dat ic u_ + +Vs. 2954: _also_ + +Vs. 2957: _beefde_ + +Vs. 2958: _sine autare_ + +Vs. 2964: _Reinaerts_, CGr. _sine_ + +Vs. 2971: _tranen_ + +Vs. 2973: _jammerlike in sine herte_; doch verg. _Reineke_ 2753. + +Vs. 2974: _Van rouwe hadde grote sm._ + +Vs. 2979: _Haddet m. g._ + +Vs. 2982: C. _hi woude_ + +Vs. 2984: _hem_, C. _hi_ + +Vs. 2991: _ghene_ + +Vs. 2992: _Uwen_, W. _Geeft mi_ + +Vs. 2994: _gheboot die coninc_; doch zie de omwerking. + +Vs. 2995: _uut_ CGrW. _uutwaert_ + +Vs. 3005: W. _Wat rouwe hem_; CGr. _Die rauwe die hem_ + +Vs. 3006: _Reinaerde_ + +Vs. 3011: _sine_ + +Vs. 3016: _sameninghen_ + +Vs. 3026: _dese_ + +Vs. 3027: _sine_ II _achterste voeten_ + +Vs. 3028: _maende die diere cl. ende gr._ + +Vs. 3030: _alle_; in C. ontbr. _van_ + +Vs. 3033: _ghebede_ + +Vs. 3040: _ghi_ CGrW. _God_ + +Vs. 3044: _wandelinghen_ + +Vs. 3045: _onberoepen ende goedertieren_. Verg. wegens _onberocht v. d. + Houte_, Gloss. op _berocht_, en DE VRIES, _Brief over Kar. Gr._, + bl. 6. + +Vs. 3048: W. _tide_ + +Vs. 3050: W. _loveren_ + +Vs. 3053: _sonderlinghe_ + +Vs. 3058: W. _Aen dat casteel van M._ + +Vs. 3060: _Doe sprac hi_ + +Vs. 3072: _manieren_; W. _menegen_ + +Vs. 3077: _vonden si_ + +Vs. 3079: _sorghen_ + +Vs. 3081: _als_ is een invoegsel van mij. + +Vs. 3084: W. _wonder_ + +Vs. 3091: _Cuwaerde_ + +Vs. 3093: C. _lyende_ + +Vs. 3096: _trouwen_ + +Vs. 3098: _ene gr. p._ + +Vs. 3105: _mordadelike_ + +Vs. 3106: W. _C. riep doe g._ + +Vs. 3107: W. _Help_ + +Vs. 3109: _was sciere_ + +Vs. 3112: _gaen wi_ + +Vs. 3114: GrW. _ten brase_, van welk woord ik geen tweede voorbeeld + weet. C. heet te lezen _base_, maar er zal wel staan _hase_, d.i. + zonder de Vlaamsche adspiratie, die in dat hs. voorkomt, _ase_, van + _aes_. Dat _h_ en _b_ te verwisselen zijn, blijkt, daar b.v. 2577 + (2597) door GRAETER _hi_ voor _bi_ gelezen werd. + +Vs. 3116: _Haren_ + +Vs. 3120: _dancte_, waarvoor ik _bat_ uit de omwerking nam; CGr. _goets_ + +Vs. 3124: _jans_ + +Vs. 3132: _sal_ + +Vs. 3133: _daghen_ + +Vs. 3134: _sijn daghen mee_ + +Vs. 3139: _hede_ + +Vs. 3140: _Ende die_ + +Vs. 3146: _daer wonen_ VII + +Vs. 3147: _l. wand. sonder sc.?_ + +Vs. 3148: _hebben daer gr._ + +Vs. 3150: C. _en loghe_ + +Vs. 3154: _Nu hebdi_ + +Vs. 3156: _van_, invoegsel van mij. + +Vs. 3157: _Ende hebt p._ + +Vs. 3160: W. _seidet_ + +Vs. 3161: _dat hi mi_ + +Vs. 3162: _diedet niet_ + +Vs. 3169-70: staan in C. in omgekeerde orde. + +Vs. 3175: _Alse dit_ + +Vs. 3181-2: in omgekeerde volgorde. + +Vs. 3189: _lates_ + +Vs. 3190: _u daer R. h._ + +Vs. 3191: W. _comdi niet_ + +Vs. 3198: _di des_; CGr. _hi dus_; W. _hi di_ + +Vs. 3208: _Here_ + +Vs. 3214: CGr. _wi doe daden_ + +Vs. 3220: _also_ + +Vs. 3222: _helpt_ + +Vs. 3223: _Miere moien_ + +Vs. 3224: CGr. _Doe riep_ + +Vs. 3230: _liever_, C. _leet_; CGrW. _hem iet_ + +Vs. 3231: W. _Dattet minen k._ + +Vs. 3235: _hoghe_ + +Vs. 3239: _Het es_ + +Vs. 3240: CGr. _ende ic ne w._ + +Vs. 3242: C. _waret_ + +Vs. 3243: CGr. _Ghebidden_; W. _ic_; CGrW. _den c._ + +Vs. 3246: _Reinaert sprac._ W. werpt _ne_ uit. + +Vs. 3247: _hier bleven_ + +Vs. 3256: _loofde_ + +Vs. 3260: CGrW. _hooft_; zoo ook 3359. + +Vs. 3261: _haddijt_, invoegsel van mij. + +Vs. 3263: _Belijn_ + +Vs. 3271: _Ende sinen here die coninc h. l._ + +Vs. 3272: _desen_ + +Vs. 3277: _stede daer hi up stoet_ + +Vs. 3280: W. _Dat hem_ + +Vs. 3281: _Reinaert Belijn_, doch zie de omwerking. Uit 3287 blijkt + duidelijk dat Belijn spreekt + +Vs. 3283: _U selven_ + +Vs. 3284: CGr. _sals hu sp._ + +Vs. 3285: CGr. _dat ghi cont d._ + +Vs. 3288: _dicke hets_ + +Vs. 3289: _jonste_ + +Vs. 3294: _sal u saen_ + +Vs. 3295: _desen selven_ + +Vs. 3300: W. _bevolen_ + +Vs. 3301: _Sprac Belijn ende dede h._ + +Vs. 3304: _groot_ ontbr. + +Vs. 3309: _pinen wi_ + +Vs. 3310: CGr. _daer doe gheen_ + +Vs. 3321: W. _om_ + +Vs. 3322: _Belijn_ + +Vs. 3323: _wanen_ + +Vs. 3327: _alse_, invoegsel van mij + +Vs. 3329: GrW. _ten casteel comen_; C. _den casteel cumen_, welk + laatste woord stellig slecht gelezen is, zoo als ook blijkt + uit de omwerking, die heeft: _Ende hi henen sceiden soude_ + +Vs. 3337: W. _brieven_ + +Vs. 3338: W. _De sc._ + +Vs. 3344: _letteren dichte ic bi m. r._ + +Vs. 3348: C. _ant werc_ + +Vs. 3353-4: _Belijns_ (_: sijns_) + +Vs. 3356: _Dat hi sn._ + +Vs. 3360: CGr. _B. ende sach dat_ [_hi sprac_ (_W._)] + +Vs. 3365: CGr. _ghetrauwet_ + +Vs. 3366: _sien_, invoegsel van GRIMM + +Vs. 3367: _Die coninc_ + +Vs. 3370: _hief_ + +Vs. 3371: _Up ende_ + +Vs. 3374: GrW. _Alle dieren_ + +Vs. 3376: _lubaert_ + +Vs. 3377: W. _mochtet_ + +Vs. 3382: _ende_ met C., bij GrW. _een_ + +Vs. 3384: _Here_ + +Vs. 3391: _Die st. here Br. ende here I._ Doch verg. _Reineke_ 3157 + +Vs. 3397: _Es ghedaen mesdaet_, gewijzigd naar _Reineke_ 3171 + +Vs. 3398: CW. _wulf enten bere doen comen_, Gr. _doen coenen_. Reineke + 3173 gaf de verbetering aan de hand + +Vs. 3400: _Ende betren hem h. m. s._ + +Vs. 3401: _Ende over h. t. ende over h. p._ + +Vs. 3408: CGr. _Ende sullen sine k._ W. _Ende bi sine kele._ + +Vs. 3413: _den rouwe_ + +Vs. 3415: _gaen maken_ + +Vs. 3417: _ghevanghene_, doch verg. 2996. + +Vs. 3418: _teerst_ + +Vs. 3419: _sprac hi_ + +Vs. 3420: _vast_ ontbr. en is door mij uit _Reineke_ 3207 ontleend. + +Vs. 3421: C. _Mine_ + +Vs. 3427: CGr. _shere_, W. _sheren_ + +Vs. 3431: _ghewilleclike_ + +Vs. 3433-4: _Dat gi sonder eneghe mesdaet R. moghet t. ende q._ + +Vs. 3435: _alle_ + +Vs. 3436: _belaghen_ l. _bejaghen_? met omw. + +Vs. 3437: _Dese twee gr. vreden_. Ik volg de omw. + +Vs. 3441: _sweert_ + +Vs. 3443: _Nemmermeer_ + +Vs. 3445: _ghenaden_ + +Vs. 3449: _Brune sprac ic_ + + + + +VERKLARENDE WOORDENLIJST. + + +VERKLARENDE WOORDENLIJST. + + +A. + +#Achte#, 685, _gevangenschap_, _hechtenis_, _beklemming_. + +#Achter bliven#, 96, 2464, _achterwege blijven_. Zie _Lsp. gloss._ + +#Achter lande#, 2407, _door het land heen_. Zie HUYD. op _Stoke_, 2 Dl., +bl. 20; _Lsp. gloss._ _Ferg._, 1423. Zoo ook _achter straten_, aldaar +727. + +#Achter rugghe#, 1730, _achterwaarts_. Zie HUYD. op _Stoke_, 3 Dl., bl. +219. + +#Aerminc#, 2077, 2210, _arm man_, _ongelukkige_. Verg. HUYD. op _Stoke_, +1 Dl., bl. 418. + +#Aes#, 3114, _spijs_. Zie KIL. en verg. _Velthem_, bl. 268, 279. + +#Aex#, 701, 735, _bijl_, _akst_. Zie CLIGNETT, _Bijdr._, bl. 178-180. +_Lanc._ 21632 heeft _hache_. + +#Af#, 21, 1042, 1348, _van_. + +#Afbernen#, 1506, _afbranden_. + +#Al#, 741, 932, 1257, _geheel_. + +#Al in een#, 1255, _aanhoudend_, _voortdurend_. Zie _Lsp. gloss._ + +#Al te#, 784; 2827 alleen #te#; _zeer_. Zie _Lsp. gloss._ + +#Altehant#, 539, _terstond_. + +#Aldusghedaen#, 3054; #aldustaen#, 862, _zoodanig_. + +#Algader#, 1276, 1455, _geheel en al_. + +#Alghemene#, 3115, _te samen_. + +#Alnaect#, 1257, _moedernaakt_. + +#Als ende als#, 3010, 3264, _geheel en al_; in de tweede plaats zooveel +als _dringend_. + +#Also#, of #noch also#, bij een adject. _meer_, b.v. 1342, #noch also +quaet#, _boozer_. Zie HUYD. op _Stoke_, 1 Dl., bl. 169. + +#Also#, 1345, _als_, _zoo als_. + +#Altoos#, 2947, 2986, _altijd_. Zie _Floris, gloss._ In de eerste plaats +meer in den zin van _immers_, zoo als wij het nog wel gebruiken. + +#An#, zie #Onnen#. + +#An#, duidt in 't algemeen de betrekking aan, die wij nu eens door +_aan_, dan door _op_, _in_, _tot_, _bij_, _naar_, _nabij_ uitdrukken; +93, 1003, 1102, 1127, 1248, 1435, 2274. De werkwoorden die op een of +andere wijze eene ontleening van elders aanduiden, hebben in 't Mnl. den +persoon van wien ontleend wordt met _an_ verbonden bij zich: b.v. 204, +1427. Verg. _Lsp. gloss._ Daarmeê komt overeen het _delen an hoghen +aflate_, 2894; en _versaden ane_, 212. + +#Andersins#, 84, _in anderen zin_, _anders_. Ietwat afwijkend is de +beteekenis _Floris_ 1374, 3947. + +#Aneslaen#, 442, _beginnen te zingen_. Zie _Lsp. gloss._ Nog van het +zingen der vogels en het bassen der honden in gebruik. + +#Anevaerden#, 3314, _de vaart ergens heen ondernemen_; _aggredi_ (KIL.). + +#Angaen#, 187, _ondernemen_, _aanvangen_, _suscipere_. + +#Angaen#, 814, _aanvallen_; 261, _tot zich nemen_, _zich meester maken +van iets_, _aanvaarden_. + +#Anscijn worden#, 1781, _blijken_. Verg. HUYD. op _Stoke_, 2 Dl., bl. +168-170. + +#Antien#, 2066, _aantijgen_. Zie _Lsp. gloss._ op _Tien_. Zie ook hier +op dat woord. + +#Apeert#, 204, _openlijk_, _blijkbaar_, _onbeschaamd_. + +#Arbeit#, 743, 2856, _moeite_. + +#Archede#, 2515, #Archeit#, 2940, _kwaad_, _boosheid_, _ondeugd_. Zie +_Lsp. gloss._ + +#Arghertiere#, 2506, _boos_, _ondeugend_. + +#Avonture#, 624, _de fortuin_, _het geluk_ (_als persoon voorgesteld_). +#Bi aventure#, 161, 349, 2573, _bij toeval_. 1393, 401 var., _ongeval_. +4, 31, _verhaal van gebeurde zaken_, _geschiedenis_. #In avonture +setten#, 1353, _in de waagschaal stellen_, _op het spel zetten_. Verg. +GRIMMS uitstekende monografie over dit woord in de verschillende +beteekenissen die het doorloopen heeft. + + +B. + +#Bachten#, 1290, 2881, _van achter_, _aan den achterkant_. Verg. +CLIGNETT, _Bijdr._, bl. 374-375. + +#Baerde#, 701, _bijl_. Nog over in _hellebaard_. + +#Bake#, 217, 227, 1517, 1523, 2127, _varken_. + +#Balch#, 2800, _ligchaam_, _buik_, eigenl. een _huidenzak_. + +#Balch#, zie #Belghen#. + +#Ban#, 264, KIL.: _proclamatio_, _edictum publicum_. + +#Ban#, 2700, _banvloek_, KIL.: _Dira proscriptio_, _anathema_. Zie nog +andere beteekenissen van dit woord in de woordenlijsten op de +_Doctrinale_ en de _Mnlp._ + +#Banderside#, 1830, _ter andere zijde_. Zie het _gloss._ op de +_Lorreinen_. + +#Baraet#, 353, 483, 1196, 1486, 1708, 2049, 2359, 3073, 3387, _bedrog_. +Het is het fransche _barat_, en komt veel voor; zie HUYD. op _Stoke_, 2 +Dl., bl. 210-211, en CLIGNETT, _Bijdr._, bl. 349-350. + +#Barbecane#, 522, _voorwerk eener vesting_; fransch woord, bij vlaamsche +schrijvers niet ongewoon, b.v. _Troj. Orl._ (_O. Vl. Ged._ I), 3003. +_Rose_, 3784, vindt men het ww. _barbelcanen_, in de beteekenis van: +_met een voormuur omgeven_. + +#Baren#, 2380, _zich vertoonen_. Verg. _Lorreinen gloss._ + +#Bassen#, 1597, _aanblaffen_. Gewoonlijk wordt het intrans. gebruikt; +zie CLIGNETT, _Bijdr._, bl. 157-159. + +#Bat#, in 't rijm voor #Bet#. + +#Bate#, 2893, _voordeel_. Maar _bate_ is eigenlijk _betering_, +_herstel_, vandaar _in bate staen_, 192, _beteren_, _boeten_. Zie +_Lorreinen gloss._ + +#Bedi#, 2975, 3162, _omdat_; 2331, 2892, 3110, _want_. Eigenlijk een +oude instrumentaalvorm. Zie voorbeelden in de plaatsen aangehaald +_Doctr. gloss._ + +#Bedocht sijn#, 84, _bedacht zijn_, _besluiten_. + +#Bedraghen# (#Hem#), 2134, 2654, 2694, _zich onderhouden_, _zich_ (_met +iets_) _behelpen_. Zie _Lsp. gloss._ + +#Bedraghen#, 2200, 2235; part. #bedreghen#, 2503, _beschuldigen_, +_aanklagen_. Zie DE JAGER, _Nalezing op 't gloss. van Prof._ LULOFS, bl. +14-16. + +#Bedwanc#, 886, 1845, _dwang_, _overmacht_. Zie _Floris_, 345, 2848. +_Car. en Eleg._, 372, 1187. + +#Begheven#, 24, 155, 2940, _nalaten_; 273, _verlaten_. + +#Begheven#, 1501, _de wereld voor het klooster verlaten_; het part. +#begheven#, 369, 1488, _van de wereld afgezonderd_, _geordend_. + +#Beghien#, part. #beghiet#, 2934, _erkennen_. MAERL., _Sp. Hist._, 3 +Dl., bl. 257. Zie DE JAGER, _Verscheidenheden_, bl. 278-282. + +#Beghinnen#, 3 p. sing. praet. #begonste#, 64, 146, 1323 (2110). MAERL., +_Sp. Hist._, 3 Dl., bl. 186, 286. Zie ook _Lsp. gloss._ op _began_; +HUYD. op _Stoke_, 1 Dl., bl. 41, 97; 2 Dl., bl. 487. + +#Begripen#, 32, _berispen_. Zie _gloss._ op _Doctr._ en _Lsp._ + +#Behendichede#, 2465, _beleid_, _slimheid_. Zie CLIGNETT, _Bijdr._, bl. +311-312. + +#Beiaert#, 1272, _frequentamentum tintinnabulorum_ (KIL.). #Den beiaert +slaen#, _de klok luiden_. + +#Beide#, 681, 745, 1491, _beide_, _alle twee_. Maar als _beide_ voorop +staat, en gevolgd wordt door twee of drie verschillende zelfst. nw. +beteekent het _zoowel -- als_, b.v. 13, 42, 151, 408, 837, 1268, 1385, +1691, 1981, 2308*, 2761, 2881. Zie HUYD. op _Stoke_, 1 Dl., bl. 65. De +eigenlijke schrijfwijs in ons dichtstuk schijnt _bede_ geweest te zijn, +dat 147 in 't rijm voorkomt. Zoo ook _Ferg._, 4947; _Stoke_, 1 B., 607. + +#Beiden#, 1101, 1187, _wachten_. + +#Bejach#, 119, 276, 507, _prooi_, _wat men door najagen verkrijgt_. + +#Bejaghen#, 1941, 2112, 2897, 3336, (_door jagen_) _bemachtigen_, +_verwerven_. Verg. _Lsp. gloss._ + +#Becarmen#, 3038, _weeklagen over iets_. + +#Bekinnen#, #bekennen#, 2809, _kennen_; 457, 539, _kennen_, _erkennen_; +983, _herkennen_. Zie _Lsp. gloss._ + +#Beclaghen#, 1349, 1375, _aanklagen_, _verklagen_; 1529, _beklagen_ in +de tegenwoordige beteekenis. + +#Becnouwen#, 225, _beknagen_, _afknagen_. + +#Becomen#, 2100, 2439, _behagen_, _aangenaam zijn_. Zie HUYD. op +_Stoke_, 2 Dl., bl. 400. + +#Belanc sijn#, 2517, _verwant zijn_. Zie over de grondbeteekenis van het +woord _Lsp. gloss._ + +#Belghen# (#Hem#), praet. #balch#, 1749, 2902, 2955, 3185, _boos +worden_, _zich vertoornen_. Zie _Lsp. gloss._ + +#Beloken#, 335, 1169, 2271, _besloten_; eigenlijk part. van _beluken_. + +#Belopen#, 349, _achterhalen_; 2518, _overwonnen_ (_ingepakt_). + +#Bem# (#Ic#), 525, 1026, 1357, 1780, 2073, 2188, 3096, regelmatige 1 +pers. sing. praes. van _sijn_. + +#Beneden#, 777; moet men niet lezen _beneven_? Vs. 820 vlg. schijnt dit +vermoeden in de hand te werken. _Beneven_ vindt men o. a. _Troj. Orl._, +bij BLOMMAERT, _OVl. Ged._, 2 Dl., bl. 88, vs. 1154. + +#Benemen#, 2452, _verhinderen_, _beletten_. Zie _Lorreinen gloss._ + +#Beniden#, 340, _ergens nijd_, _afgunst over gevoelen_. Verg. _Tr. Orl._ +(BLOMMAERT I, bl. 18) vs. 1460. + +#Bequame#, 620, _aangenaam_. Verg. #becomen#. + +#Bequamelic#, 1118, _aangenaam_, _wel smakend_. + +#Beraden#, #beriet#, #beraden#. _Beraden_ is eigenlijk den raad tot +iets geven, hetzij aan zichzelven of anderen. Vandaar _het initiatief +tot iets nemen_, _iets bewerken_, in verschillende schakeringen van +beteekenis, afhankelijk van het doel waarmede iets _beraden_ wordt. Ten +goede gaat de beteekenis licht over in die van _helpen_, _verzorgen_, +_iets verschaffen_; ten kwade, in die van _berokkenen_, _op den hals +halen_. De persoon ten wiens behoeve, ten wiens voor- of nadeel dit +geschiedt, staat in den dat., die _beraden_ wordt in acc. Zoo komt dit +ww. in dit gedicht voor: 435, 551, 592, 639, 1926, 2198, 2977, 3213. Het +part. #beraden#, 478, 1976, is eigenlijk: _tot een besluit gekomen_, +_besloten_, en wordt met den genit. gekonstr. of door _so_, _also_, +nader bepaald.--Verg. hier #raet#. + +#Beringhen#, 779, _omringen_, _insluiten_. Zie HUYD. op _Stoke_, 1 Dl., +bl. 453. + +#Bernen#, 303, 1506, _branden_; nog over in ons _barnen_. + +#Bescedenlike#, 1689, _met maat en ingetogenheid_. Zie _Lsp. gloss._ de +geheele bl. 377. + +#Bescelden#, praet. #bescalt#, 936, _schelden_, _hoonen_. Verg. +#scelden#. + +#Besceren#, part. #bescoren#, 2692, (_de kruin_) _scheeren_. + +#Bescouwen#, 1583, _aanschouwen_, _bezien_. + +#Besculdich#, 53, _schuldig_. In den _Lanc._ leest men _besculdicht_ in +denzelfden zin. + +#Beseken#, praet. #besekede#, 75, _bepissen_. + +#Besien#, 1017, _toezien_. + +#Bespreken# (#Hem#), 435, 467, _overleggen_, _beraadslagen_. Zie _Mnlp. +gloss._ + +#Bessem#, 722, _bezem_. Dezelfde uitspraak van het woord hoort men nog +in sommige provinciale dialekten, b.v. in Overijssel. + +#Best# (#Du#), #du bist#, 920, 2602, tweede pers sing. van _ic bem_. + +#Best#, 969, 1005, 1334, adverb. _op de beste_, _de geschiktste wijze_. + +#Beste# (#Die#), 86, _de edelste_, _de voornaamste_. Verg. _Mnlp. +gloss._ + +#Bestgheboren#, 798, _de voornaamste door geboorte_. Zoo ook MAERL., +_Sp. Hist._, 1 Dl., bl. 383; _Lanc._ 4485. Verg. hier 2742. + +#Bestaen#, intr. met DP., 1903, _vermaagschapt zijn_. Zie _Lorreinen_, +I, 615; _Ferg._, 343, en niet 1413, zoo als _Lorr. gloss._ verkeerd +wordt opgegeven. + +#Bestaen#, trans. met den acc., 553, 970, 1040, 1095, 1696, 2604, +_ondernemen_, _aanvaarden_; eigenlijk _aanvallen_ (verg. _aggredi_). + +#Besteken#, 1197, _aanranden_; KIL. _machinari_, _moliri_. + +#Bestolen#, 2152, part. van #bestelen#, _gestolen_. + +#Bet#, #Bat#, 255, 540, 1063, 1633, 2240, 2399, 3043, 3349, adverb. +_beter_. #Te bat sijn#, 226, 3165, _voordeel_, _nut van iets hebben_, +met den DP. en GZ. Verg. _Lsp. gloss._ in _bat_. + +#Betegen#, part. van #betien#, 2504, _aantijgen_, met den DP. en AZ. +Verg. _Belg. Mus._, IV, 330. + +#Betren#, 3400, _vergoeden_, _boeten_. Zie _Lorreinen_ en _Doctr. +gloss._ + +#Bevaen#, 2731, _bevangen_; #met node bev.#, 517; #in bliscap bev.#, +899; #bevaen in goeden dinghen#, 2731; #met loveren bevaen#, 43 +(_omgeven_, _bedekt_). Verg. _Lsp. gloss._ en _Ferg._ 1546. + +#Bevelen#, 382, 1412, _aanbevelen in de hoede van iemand_, met DP. en +AZ. Verg. _Lsp. gloss._ + +#Bewachten#, 405, _bewaken_. + +#Bewanen#, 2209, _wanen_, _meenen_; 176, _verwachten_. _Ferg._ 2004. + +#Bewant sijn#, 1630 van #bewenden#, _wenden_, _keeren_, _in eenigen +toestand of gesteldheid zijn_. Zie _Mnlp. gloss._ + +#Bewerven#, 2172, 2866, _verwerven_. _Flor._ 1202, 2862; _Doctr._ II, +3293. Verg. HUYD., _Proeve_, 1 Dl., bl. 139. + +#Bi#, 117, 123, 378, 2154, 2573, 2608, 3170, _door_; 565, #bi mi#, _door +mijn voorbeeld_. + +#Bi#, _bij_, _in_, _tot_, _met_; #bi der siele#, 1275; #bi siere eren#, +546; #bi name#, 1001; #bi den buke#, 1581. + +#Bi#, 694, 1889, _aan_, _met_. + +#Bi#, 602, 650, 879, 1366, 1620, 1671, 1709, 1911, 2046, 2364, _bij_, +_nabij_. + +#Bi#, 646, 1496, 3295, _bij_, _langs_. + +#Bile#, 816, _bijl_. + +#Bindesen#, 988, vul aan: _bin desen worden_, dus: _intusschen_, +_inmiddels_. #Bin# ook buiten samenstelling is niet ongewoon, b.v. +_Wal._ 121, 202, 995. + +#Binnen# (#Hier)#, 1308, 2403, 3440, _intusschen_, _inmiddels_. + +#Binnen gheboren#, 1795, _aangeboren_. _Mnlp._ heeft _ingeboren_. + +#Bisant#, 1153, _bysantijnsch goudstuk_. _Flor._ 2614, 2620, 2698, 2734, +enz. _Velth._ bl. 256. + +#Bispel#, 181, _spreekwoord_. Verg. CLIGNETT, _Bijdr._, bl. 107. _Flor._ +2147. + +#Blanden#, 2183, _mengen_. Het _mede blanden_ staat tegenover het _bier +brouwen_ vs. 2180-1, verg. 1960-1. De deensche liederen op Grimhilde +beginnen met: hun lader _miöden blande_, hun lader baade brygge og +_blande_. Zie GRIMM, _R. F._, bl. 279-280. KIL. kent het woord _blanden_ +alleen in de beteekenis van _smeeken_, _blandiri_; maar het Eng. heeft +nog _to blend_. + +#Blare#, 2470, _de blare koe_, _de bonte koe_, _de bête noire_, _de +zondebok_. Zie _Lsp. gloss._ op _blaer_. + +#Blenden#, 1843, _de oogen uitsteken_. _Mnlp._ I, 213. + +#Bleten#, 2090, _blaten_, van geiten en lammeren. _Esopet_, Fab. 30, +vs. 2. + +#Bleven# voor #ghebleven#, zie #Bliven#. + +#Bliken#, 3358, _blijken_, _aan den dag komen_, _zich vertoonen_. +_Flor._ 1795. + +#Bliven#, #bleef#, (#ghe#)#bleven#, 866, 1658, 2037, 3247, +_achterblijven_. Zie HUYD. op _Stoke_, 3 Dl., bl. 26. + +#Bliven laten#, 1295, 1299, _laten varen_, _nalaten_. + +#Bloet# (#Al een#), 932, _een bloed en al_. + +#Bloot# (#Al#), 1670, _openlijk_, _onbedekt_. Verg. _Lsp. gloss._ + +#Bloterhuut#, 1262, _in (zijne) bloote huid_, _naakt_. Verg. _bloots +hoofds_, _ghetrects swerts_ (HUYD. op _Stoke_, 2 Dl., bl. 352). + +#Blouwen#, part. #ghe-# of #teblouwen#, 251, 1584, 1827, _slaan_. Zie +HUYD. op _Stoke_, 1 Dl., bl. 172, en CLIGNETT, _Bijdr._, bl. 118-19. + +#Bodscap#, 477, 481, 1359, 2454, _boodschap_. _Troj. Orl._, in +BLOMMAERTS _OudVl. Ged._, I, bl. 43, vs. 37. + +#Boecstaef#, 459, _letter_. Zie KILIAEN, en verg. GRIMM, _Deutsches +Wörterbuch_ II, bl. 479. + +#Borch#, 515, _kasteel_, _burcht_. + +#Borne#, 2558, 2566, _bron_. + +#Bottelgier#, 2786, _schenker_; _Flor._ 663, 3893; #meester bottelgier#, +_opperschenker_, eene der voornaamste bedieningen ook aan het vlaamsche +hof, zie WARNKOENIG, _Hist. de la Flandre_, tom. II, pag. 89. De +toespeling op het bijbelsch verhaal van bakker en schenker behoeft geene +nadere aanwijzing. + +#Boudelike#, 1772, _stoutmoedig_, _Flor._ 2653, waar HOFFMANN het ten +onrechte vertaalt _schnell_. + +#Bout#, 1266, 1769, _stoutmoedig_. + +#Braeuwen#, 2870, _breeuwen_, eigenlijk van het kalfateren van schepen +gebruikt, en door KIL. ook vertaald: _infarcire_. Hier gebezigd voor het +opstoppen van den vogel die gemest wordt, en die onbewegelijk is omdat +hij op een plank wordt vastgespijkerd. + +#Breken#, 2324, _verbreken_, _te niet doen_. #Breken ende raden#, 531, +_radbraken_. _Breken_ in dien zin leest men ook _Stoke_, 5 B., 480; +gewoonlijk heet het _radebraken_; verg. HUYD. op _Stoke_, 2 Dl., bl. +378-379. + +#Brief#, _elk geschreven dokument_, zie _Wal._ 2 Dl., bl. 127, 339. +#Lesen sonder brief#, 2228 beteekent: _uit het hoofd mededeelen, maar +zoo naauwkeurig als of ik het geschreven voor mij had_. Evenzoo leest +men _Troj. Orl._ (_Oudvl. Ged._, I, bl. 44), vs. 123: + + Vare ende brinc dinen here te voren + Van minen monde, _sonder brief_: + In haten niet. + +Verg. ook _Mnlp. gloss._ + +#Briesscen#, 693, _brullen_. KIL. vertaalt het _Rugire_ et _Hinnire_; +wij gebruiken het alleen in de laatste beteekenis. + +#Brocht#, 83, 651, 748, 1650, voor #ghebrocht#, part. van #bringhen#, +_brengen_. + +#Broet#, 332, _broedsel_; 392, _gebroed_, _kroost_. Zie CLIGNETT, +_Bijdr._, bl. 80. + +#Bruwen#, 1961, _brouwen_. + +#Buten#, 1714, (_verwijderd van_). + +#Butseel#, 1863, GRIMM, _R. F._, bl. 277, denkt aan den bunsing; WILLEMS +meent er een _busaert_, _accipitris genus_ (KIL.) in te mogen zien. + +#Buuc#, 1581, _buik_; #bi den buke#, _(kruipende) op den buik_. + + +C. zie K. + + +D. + +#Dach nemen#, 80, _een dag bepalen_. + +#Daertoe#, 996, 1408, _daarbij_, _daarenboven_. Verg. #Toe#. + +#Daet#, 3042, tweede pers. plur. imperf. van #doen#. + +#Daghen#, 1007, 1344, 1350, 1376, _indagen_, _voor 't gerecht dagen_. +Zie _Lorreinen gloss._ + +#Daghen#, 1023, _verdagen_, _uitstellen_. _Velth._, bl. 116. + +#Dale# (#Te#), 540, 890, 910, 958, _nederwaarts_. + +#Dame#, 1853, _vrouwe_. + +#Dane#, 272, 880, 1402, 1567, 1609, 2370, 2377, 2559, 2704, 2985, +_vandaar_. + +#Dar# (#Ic#), 239, 1358, 2013, 2908, 2933, 1 pers. praes. ind. van het +ww. #dorren#, _durven_; #Dorret#, 2510, tweede pers. plur. praes. ind.; +praet. #dorste#, 52, 758, 2380. + +#Daren#, 904, _deren_. Verg. _Lsp. gloss._ + +#Dat#, 861, _omdat_. + +#Dat#, 350, 352, 519, _zoodat_. + +#Deel# (#Een#), 1266, 2074, 3376, 3383, 3412, _voor een gedeelte_, +_ongeveer_. Verg. HUYD. op _Stoke_, 3 Dl., bl. 129. + +#Delijt#, 1228, _vermaak_, _genoegen_. _Ferg._ 3171. + +#Derre#, 979, _dezer_. Zie _Lorreinen gloss._ + +#Des#, 1223, tweede naamval van #dat#, afhangende van _pleghen_. + +#Deus#, 2040, _God_. Zie HUYD. op _Stoke_, 2 Dl., bl. 259, _Ferg. +gloss._ + +#Di#, 1441, 2543, derde naamval van 't pron. _du_. + +#Dic#, (#Dicke#), 2, 70, 1392, 1518, 1730, 1746, 3288, _dikmaals_. + +#Dichten#, 3285, 3342, _een geschrift opstellen_. Verg. V. WIJN, op +_Heelu_, bl. 1. + +#Dichter#, 3341, _schrijver_. Zie _Lsp. gloss._ + +#Dieden#, 1450, 3162, _helpen_, _baten_, _van nut zijn_. _Ferg._ 3152; +_Wal._ 1394, 2772; _Stoke_ 7 B., vs. 1134. Verg. _Doct. gloss._ + +#Dief#, 1419, „in der alten guten bedeutung von _tyro_, _juvenis_,” +GRIMM, _R. F._, bl. 275. + +#Dief#, 129, 357, 1815, 2007, _boosdoener_, _deugniet_. _Wal._ 8304, +9221. Zie vooral CLIGNETT, _Bijdr._, bl. 176-177. + +#Diefte#, 351, 1449, 2064, _diefstal_. _Ferg._ 2951. _Flor._ 3517. +_Lanc._ 2, 15433. _Lsp. gloss._ + +#Dienen#, in de spreekwijze: _Hi diende van sinen ouden spele_, vs. 157; +of, _Ooc diende men hem met groten slaghen_, vs. 1598. GRIMM verklaart +de eerste plaats aldus, _R. F._, bl. 269: „bediente sich seines alten +spiels, aber es ist wol zu lesen: _diendem_ = _diende hem_.” Niet geheel +juist. _Iemand dienen met iets_, is nog iemand iets aanbieden dat hem +aangenaam is; maar zoo absoluut als in de eerstaangehaalde plaats wordt +het niet meer gebruikt. De spreekwijs was in Vlaanderen niet ongewoon. +Zoo _Troj. Orl._ (_Ovl. Ged._ 1 Dl., bl. 20), vs. 1701: _Hi heeft hem +metten scachte ghedient_; 2 Dl., bl. 88, vs. 1201: _Men diendem van +groten slaghen_; bl. 89, vs. 1283: _Daer diendi hem van groten slaghen_. + +#Dietse#, 9, 1463, _Nederlandsch_; eigenl. _de volkstaal_. Verg. GRIMM, +_D. Gramm._, I3, bl. 12-20. + +#Dighen#, #deech#, #ghedeghen#, 413, _verminderen_, _vergaan_. Zoo +_Stoke_, 1 B., vs. 1275: Grave Philips, _die deech te niete_, hetgeen +HUYD. vertaalt: „Graaf Philips storf zonder kinderen.” + +#Dinc#, 476, 2464, 2771, 3244, _zaak_, _aangelegenheid_. Verg. _gloss._ +op _Flor._ en _Mnlp._ + +#Dinc#, 2739, _geding_, in de spreekwijs: _sitten te dinghe_. Zoo +_Ferg._ 4286. + +#Dinghen#, 607, 780, _pleiten_. _Wal._ 3871. Verg. HUYD. op _Stoke_, 1 +Dl., bl. 40. + +#Dinken#, 126, 198, 665, 1014, 1099, 1718; met DP. praet. #dochte#, 362, +499, 954, 1056, 2225, _dunken_. + +#Doe#, passim, _toen_. + +#Doemsdach#, 3428, _oordeelsdag_. _Wal._ 3844, 8893. + +#Doen#, 2828, _bewerken_. Verg. _Mnlp. gloss._ + +#Doen die vaert#, 1043, _varen_, _gaan_. Zoo _pongijs doen_ voor +_pongieren_, HUYD. op _Stoke_, 2 Dl., bl. 504-505. + +#Doen hem up die strate# (#up die vaert#), 1320, 3301, 3311, _zich op +weg_ enz. _begeven_. + +#Doen te verstane#, 1615, _te verstaan geven_. + +#Doen te voren#, zie #Voren#. + +#Doere#, 2946, samentrekking voor: #doe er#. + +#Doghen#, 281, 2321, 2396, 2646, trans. _lijden_. + +#Doghet#, 3121, _goedheid_. + +#Dole#, 2382, _onzekerheid_. Dit schijnt de echte oude beteekenis te +zijn. Zoo ook _Esopet_, Fab. 12, vs. 14. + +#Doot#, vr., 1311, 1990. Zoo gewoonlijk, b.v. _Troj. Orl._ (_Ovl. Ged._, +1 Dl., bl. 13), vs. 1067. + +#Doot hebben#, 905, 1144, „niet geheel hetzelfde als _gedood hebben_, +maer veeleer ziende op het gelukken van den wensch naar iemands dood” +(_Lsp. gloss._). Zoo _Ferg._ 3620, 3849. Met betrekking tot vs. 1144 +vergelijke men _Wal._ 2 Dl., bl. 281, de aant. op vs. 5270. + +#Dor#, 231, 1209, 1486, 3121, _door_; 25, 66, 243, 317, 474, 931, 992, +1229, 1476, 2083, 2150, 2580, 2887, _om_, _wegens_; #dor dat#, 111, 216, +885, 3015, _omdat_; #dor dat#, 897, _opdat_. + +#Dore#, 13, 33, _dwaas_. _Flor._ 66, 1010. _Doctr._ III, 1127. Verg. +_Lsp. gloss._ + +#Dorft#, ww. #dorven#, #derven#, 2560, _noodig hebben_, _behoeven_. +_Ferg._ 3802. _Flor._ 82. _Lsp._ en _Lorr. gloss._--Praet. #dorste#, +887. + +#Dorper#, 602, 779, 845, 866, _dorpeling_; 13, 33, 2326, _onbeschaafd_, +_slecht mensch_; met denzelfden overgang van beteekenis die in +_villanus_ (van _villa_), _vilain_ is op te merken. Verg. ook _scalc_. + +#Dorperheit#, 1673, _onkieschheid_, _onbetamelijkheid_, „wat tegen de +eerbaarheid strijdt.” Zie HUYD. op _Stoke_, 1 Dl., bl. 532-535. + +#Dorste#, zie #Dar# en #Dorft#. + +#Doven#, 1718, _razen_. Zie HUYD. op _Stoke_, 2 Dl., bl. 428-430. + +#Draghen lieve#, 2137, _liefde toedragen_, _beminnen_; #Draghen sorghe#, +2308*, _bezorgd zijn_, _vreezen_. + +#Driven#, _bedrijven_; met een subst. verbonden meestal te samen door +één ww. te vertalen. #Dr. claghe#, 308; #bliscap#, 908; #baraet#, 2360; +#mesbare#, 3227; #onghevoech#, 3379. Verg. _Flor._ en _Mnlp. gloss._ + +#Driven#, 1558, _voor zich heen drijven_; #driven te vonnesse#, 1884, +_aansporen om het vonnis te vellen_; #driven te scerne#, 545, _te +schande brengen_; zie op #sceren#. + +#Driven uut#, 1131, _verdrijven_. + +#Druut#, 925, _deugniet_. Zie _Wap. Mart._ K. 52; _Mnlp._ II, 4105. +Verg. GRIMM, _D. M._, bl. 586. + +#Dul#, comp. #dulre#, 918, _dom_, _dwaas_. #Sijn an den dulsten#, 493, +_aan het kortste eind zijn_. In de beteekenis van: _gering_, _arm_, +leest men _dul_, _Troj. Orl._ (_Ovl. Ged._ 1 Dl., bl. 11), vs. 932. + +#Dulen#, 693, _brullen_ (Het Fr. _uller_). Wal. 9714. _Lanc._ 3, 3805. + +#Dusdaen#, 1708, _zoodanig_. _Ferg._ 3427, 3573. _Flor._ 560, 581, 3512. +Verg. CLIGNETT, _Bijdr._, bl. 215. + +#Dwaen#, 1460, _wasschen_. Zie _Lsp. gloss._ + +#Dwinghen#, 664, 2308*, _bedwingen_ (verg. 1732). + + +E. + +#Echt#, 1648, 2945, 3396, 3410, _wederom_, _andermaal_. _Flor._ 2718. +_Ferg._ 106, 1669. Zie _Lsp. ploss._ + +#Edelheit#, 66, _edelmoedigheid_. Verg. _Flor. gloss._ + +#Eencoren#, onz., 1864, _eekhoren_. + +#Eenlic#, 883, _eenzaam_. + +#Eerden# (#Bringhen ter#), 433, _begraven_. + +#Eesch#, 3051, _eisch_. + +#Eighin#, 2308*, _eigenhoorig_, _slaafs onderworpen_. + +#Eke#, zw. 651, 681, 859, _eikeboom_. + +#El#, 571, 1121, 3225, _ander(s)_. + +#Elkerlijc#, 302, 2863, _elk._ Verg. HUYD. op _Stoke_, 2 Dl., bl. 189. + +#Emmer#, 1265, 1493 (2308*), _in 't vervolg_, _nu_. + +#Emmervort#, 1285, _voortaan_. + +#Engien#, 452, _kunst_; waarvoor _Flor._ 935, 1542, 2372, _meestrie_ +heeft. + +#Entie#, 191, samengetr. voor _Ende die_. + +#Entrouwen#, 252, 3226, #in trouwe#, 2214, _voorwaar_. + +#Erch#, 919, 2323, _boos_, _slecht_. + +#Ere#, 134, 1301, samengetr. voor _eenre_, _ener_. + +#Erre#, 2814, 3356, 3366, 3386, _gram_, boos. Verg. CLIGNETT, _Bijdr._, +bl. 240. + +#Erren#, 3188, _gram worden_. + +#Evele moet#, 2483, _gramschap_. Men verg. omtrent de spreekwijs _Wal._ +10009. _Lanc._ II, 5506, 9277, 15321, 31622; IV, 5827, 6798. _Theoph._ +692, 1607. _Rijmkr. bij_ KAUSLER, 3419. _v. d. Feeste_, 99, 375. _Wap. +Mart._ 69, vs. 7. _Ferg._ 2855, 4867. _Rose_ 6244. _Doct._ II, 3698. +_Esopet_ bl. 181. Zie ook de keur bij KLUIT, _Hist. Crit._, II, 2, 656. + +#Everswijn#, 1859, _wild zwijn_. Verg. CLIGNETT, _Bijdr._, bl. 95-97. + + +F. + +#Fel#, 60, 88, 105, 343, 484, 544, 614, 856, 940, 993, 1019, 1079, 1704, +1787, 2500, 2507, 2812, _wreed, nijdig, boosaardig_. + +#Fijn#, 1865, _schoon_, _bevallig_. Zie _Lorr. gloss._ en vooral _Lsp. +gloss._ + +#Flume#, 2621, _rivier_. Verg. _Flor. gloss._ + +#Fransois#, 100, _fransch_; #in fransois#, _in het Fr._ + + +G. + +#Gaen ant lijf#, met DP., 2862, _het leven kosten_. + +#Gaerdelijn#, 1416. Ik mistrouw dat woord: _gaerde_ beteekent een +_rijs_, een _takje_, maar wordt, zoover ik weet, nooit voor _baardhaar_, +_knevelbaard_ aangetroffen. Daarvoor is zeer gewoon _granen_, het Fr. +_guernon_, dat hier 2972; MAERL., _Sp. Hist._, 3 Dl., bl. 266, _Rose_ +764, _Lanc._ II, 36969, voorkomt, en nog bij KIL. bekend is. Moet nu in +vs. 1416 niet gelezen worden _granekijn_, of _granelijn_? + +#Gal#, 1230, praet. van #gellen#, _gillen_. + +#Ganc#, 551, 885, _gang, liet gaan_. #Ganc maken#, 152, _gaan_. + +#Gast#, 1981, _vreemdeling;_ 1204, _gastvriend_, _hospes_; voorts +beteekent dit woord in 't algemeen, een _onbekend_ en dus _onbemind_ +persoon, terwijl de juiste beteekenis nader door het adject. wordt +bepaald, b.v. 1888, #felle g.#, 2821, lede g. Zoo _Troj. Orl._ (_Ovl. +Ged._, 2 Dl., bl. 85), vs. 869, _wrede gast_. + +#Gheanden#, 202, _wreken_. Zie HUYD. op _Stoke_, 2 Dl., bl. 453-454. + +#Ghebare#, 1769, _uiterlijk voorkomen_. Verg. HUYD. op _Stoke_, 2 Dl., +bl. 33-34. + +#Ghebieden#, 840, 2217, 2762, 3243, _bevelen_; 1839, _lusten_, _willen_. +Zoo _Lorr._, I, 611; _Wal._ 2771. In de elliptische spreekwijs, _God, +die alle dinc gheboot_, 1774, moet men aanvullen: _te leven_, _te zijn_. +Zie _Wal._ 2 Dl., bl. 292. + +#Ghebleet#, 2083, _geblaat_. Verg. #Bleten#. + +#Gheboren int been# (#Sijn#), 2497, _sedert de geboorte in merg en been +zitten_. Verg. #Binnen gheboren#. + +#Ghebreken#, 1935, intr. met DP. _ontbreken_. Verg. _Lsp. gloss._ + +#Ghebure#, 1981, _buurman_; 343, in meer algemeenen zin, _die felle +ghebure_. Verg. het fransche spreekwoord aangehaald _Doctr._ II, 919. +Zie ook _Lorr. gloss._, pag. 333. + +#Ghedeghen#, zie #Dighen#. + +#Ghedichte#, 3241, _opstel_, _geschrift_. Verg. #dichten#, #dichter#. + +#Ghedichte#, 812, adv. _dicht op een_. _Ferg._ 4227. _Wal._ 2139, 3119, +3706, 3784. Verg. _Lsp. gloss._ + +#Ghedinghe#, 314, 475, 527, _geding_, _terechtzitting_. + +#Ghedinken#, 1504, 1675, 1997, impers. DP. GZ., _zich herinneren_, +_gedenken_. + +#Ghedochte#, 542, _gedachte_, _de daad van het denken_. _Ferg._ 1198. +_Flor._ 207 (?), 1654. + +#Ghedoen#, 139, _doen_; 3177, #Ghedoe hoe ic ghedoe#, _het ga mij zoo +het wil_. Bekend is de spreekwijs: #Wat doedi?# _Hoe vaart gij?_ (_how +do you do?_) b.v. _Lanc._ II, 11415, 14097, 14223, 12545, 30702, 30828. +_Limb._ IV, 305; VI, 493. _Velth._, bl. 363. Verg. _Lsp. gloss._ i. v. +_doen_. + +#Ghedoghen#, 755, 1590, 1593, 1895, _verdragen_, _lijden_, _doorstaan_. +Verg. _Flor. gloss._ + +#Ghedraghen#, 637, 1129, _dragen_. + +#Gheganghen#, part. van #ganghen#, 3215, _gegaan_. Verg. MAERL. I, 100. +_Ferg._ 1650. _Stoke_ 7 B., vs. 466, en HUYD. aldaar 2 Dl., bl. 347. + +#Ghegripen#, praet. #ghegreep#, 1249, 1260, 3104, _grijpen_, +_aangrijpen_. _Ferg._ 1213. + +#Ghehelpen#, 691, _helpen_, _baten_. + +#Ghehent#, 450, _geëindigd_; part. van #enden#, _eindigen_. + +#Ghehidet#, 2574, _verborgen_. Verg. het Eng. _to hide_. + +#Ghehorsam#, 2550, _gehoorzaam_. Verg. _Lsp. gloss._ op _ghehoren_. + +#Ghehuuc#, 1605, _geschreeuw_. _Wal._ 10601, 10631, 10721. Verg. HUYD. +op _Stoke_, 1 Dl., bl. 382. + +#Ghecrai#, 2308* (_bis_), _geschreeuw_. + +#Ghelach#, 1518, _gelag_, _spijs of drank_, _waarmeê men zich vrolijk +maakt_. + +#Ghelach#, 2399, _gemak_ (eigenl. _wat goed gelegen is_). Zoo heeft KIL. +nog het adj. _ghelaeghsaem_, dat hij een Vlaamsch woord noemt, en +verklaart _wel gheleghen_. + +#Ghelaet#, 1092, 1211, 1737, 1768, 1802, 2119, 2185, _uiterlijk +voorkomen_. Verg. _Lsp. gloss._ + +#Ghelaten# (#Hem#). 1062, 3036, _zich aanstellen_, _zich voordoen_. +Verg. _Flor. gloss._ MAERL., _Sp. Hist._, 3 Dl., bl. 294, 312. _Ferg._ +4209. + +#Ghelden#, 1236, _betalen_, _vergelden_. + +#Gheles#, 2930, _gebed_, _zegenspreuk_. Verg. MAERL., _Sp. Hist._, 3 +Dl., bl. 241, vs. 50, 63. + +#Gheliden#, 1525, _glijden_. + +#Gheliet#, part. van #lien#, 3403, _bekennen_. Zie _Lorr. gloss._ op +_liet_. + +#Gheligghen#, praet. #ghelach#, 1321, _liggen_, _zich uitstrekken_. + +#Ghelove#, 1599, _geheel afgefoold_. Zie _Wal._ 2 Dl., bl. 332-7. + +#Gheloven#, 1020, 1784, 2495, _gelooven_, _vertrouwen_. Zie _Lorr. +gloss._ + +#Gheloven#, 142, 608, 1622, 2488, _beloven_, _verzekeren_. _Lsp. gloss._ + +#Gheloven#, 2521, _goedkeuren_, _toestemmen_. Zie _Lorr. gloss._ i. v. +_loven_. Zoo gebruikten ook de Franschen _louer_, b.v. GARIN, I, 116; +II, 42. + +#Gheluut#, 1532, 1575, 2308*, 3372, _geschreeuw_, _geraas_, _gebrul_. +_Troj. Orl._ (_Ovl. Ged._, 1 Dl., bl. 15), vs. 1268. + +#Ghemac#, 736, 2128, 2220, 2849, 3297, _rust_, _genoegen_, +_tevredenheid_. + +#Ghemackelijc#, 3008, _rustig_. In den zin van _bedaard_, _gerust_, komt +het herhaaldelijk voor. _Flor._ 2018. _Lanc._ II, 29519, 31255, 35886, +36854. _Troj. Orl._ (_Ovl. Ged._, 2 Dl., bl. 95), vs. 211. + +#Ghemanc#, 2308*, _oploop_. Verg. _Lsp. gloss._ + +#Ghemene#, 2112, _gemeenschappelijk_. + +#Ghemick#, 2859, _van pas_, _passend_. Verg. _Lsp. gloss._ + +#Ghemoet#, 1055, 1110, 2768, _ontmoeting_. + +#Ghemoeten#, 1107, _ontmoeten_. Zie over dit en het voorgaande woord, +_Lorr. gloss._; CLIGNETT, _Bijdr._, bl. 228. + +#Ghenade#, 67, 317, 1745, _genade_, _gunst_; #leven mit ghenade#, 3445, +_onder Gods bescherming leven_; #met ghenade#, 2195, _met (uwe) +toestemming_; #grote ghenade hebben#, 3148, _gerustheid hebben_, _gerust +leven_. Verg. HUYD. op _Stoke_, 2 Dl., bl. 528 en 512. + +#Ghenadich#, 2316, _welwillend_, _toegenegen_. + +#Ghenaken#, 2006, _in iemands nabijheid komen_. + +#Ghenent#, #gheninde#, 2511, _vertrouwen_, _moed_; #met gheninde#, 2810, +_met drift_, _haastig_. Zie _Lsp. gloss._ + +#Gheneren# (#Hem#), 1689, _zich voeden_, _den kost winnen_. _Troj. Orl._ +(_Ovl. Ged._, 1 Dl., bl. 13), vs. 1109. _Wal._ 326. Verg. _Mnlp._ en +_Lsp. gloss._ + +#Ghenesen#, 1404, intr. _behouden blijven_. Verg. _Lsp. gloss._ + +#Ghenesen#, 245, _(van een kind) bevallen_, _verlost worden_. Zie +t. l. a. p. + +#Ghenoopt#, part. van #nopen#, 964, eigenlijk _aanraken_, _slaan_ (zie +_Lsp. gloss._), hier _pijnigen_. + +#Ghenoot#, 2253, _gelijke_, _pair_. Zie _Lorr. gloss._ + +#Gentel#, 2508, _beminnelijk_, _gentille_. Zie KIL. op _Ghent_. + +#Gheonneert#, 2009, _te schande gebracht_, Fr. _honni_. _Lorr._ II, +3813. + +#Ghepronden#, zie #Prenden#. + +#Ghequiten#, 2658, _vrij maken van iets_. + +#Gheraden#, 1453, _raden_, _raad geven_. + +#Gheraect sijn tot iemen#, 1246, _tot iemand genaderd_, _doorgedrongen +zijn_. Verg. _Mnlp. gloss._ + +#Ghereden#, 1918, 2958, _bereiden_, _toebereiden_; 1762, #hem ghereden +up#, _iets beginnen_. + +#Ghere#, 687, samentr. van #ghener#. + +#Gherochte#, 1533, _gerucht_, _geraas_; 3304, „_tumultus_, _murmur_, +_turbatio_,” KIL. + +#Gherocht uut#, praet. van #gheraken uut#, 752. + +#Gheronnen comen#, 118, 734, 760, 1325, _komen aangeloopen_. #Gheronnen# +is het part. van #rennen#, waarover zie _Lsp. gloss._ + +#Ghesegghen#, 1651, _zeggen_, _verhalen_. + +#Gheselle#, 613, 629, 645, 2106, _gezel_, _wapenbroeder_, _vriend_. Over +de compagnons of frères d'armes, zie vooral DU CANGE op JOINVILLE. + +#Gheselscap#, 2109, _trouwe hulp en vriendschap_. + +#Ghesien#, 1264, _zien_. + +#Ghesinde#, 1399, _gezin_, _hofgezin_, _gevolg_. _Carl. El._ 1174. +_Mnlp. gloss._ + +#Ghesceet#, 387, _scheiding_. _Flor._ 1582, 3111. + +#Ghescriven#, 93, _schrijven_. + +#Ghesleghen#, part. van #slaen#, 653; #pade slaen#, 505, _door heen en +weêr loopen paden vormen_. Vandaar #slaghe#, #voetslaghe#, in den zin +van _voetstapgen_, _voetspoor_, _spoor_. + +#Ghesmide#, 2590, _allerlei cieraad, dat van eenig metaal gesmeed +wordt_; CLIGNETT, _Bijdr._, bl. 224-225. + +#Ghesocht#, zie #Sochten#. + +#Ghespreken#, 438, _spreken_. Het imperf. _ghesprac_ staat hier als +dikwerf in het Mnl. en Oud- en Mhd. voor het plusquamperf. + +#Ghestade#, 613, _standvastig_, _getrouw_; 3047, _ingetogen_, _niet door +hartstochten hèen en weêr geslingerd_. Verg. _Lsp. gloss._ + +#Ghestaen#, 560, 1305, _staan_; zoo ook #ghestaen sijn#, 698, waarover +zie _Lsp. Gloss._ op _ghestaen_. + +#Ghesteken#, part. van #steken#, 3261, 3339. + +#Ghestille#, 26, 1136, 2194, _stilzwijgen_, _stilte_. _Ferg._ 681, 5556; +_Flor. gloss._ + +#Ghetelen#, zie op #Telen#. + +#Ghetemen#, 2211, _gedoogen_. Zie vooral HUYD. op _Stoke_, 2 Dl. bl. +432-433; en verg. MAERL. III, 149; _Wal._ 8566, 9426, 7740; _Lanc._ +3 B., vs. 14983, 23149; _Rose_, 3365; _Mnlp._ 3 B., vs. 593. Zie ook +_Limb. gloss._ + +#Ghetide#, 951, „_ghetyd-ghebeden_; _horariae preces_, _preces +canonicae_” (KIL.); de gebeden die elk priester op _bepaalde tijden_ +van den dag moest lezen, en waarvan de _complete_ het laatste is. + +#Ghetoghet#, 1080, part. van #toghen#, _aantoonen_, _toonen_. Wat +_ghetoghet_ is, _blijkt_, is _duidelijk_. + +#Ghetrouwe#, 2485, 3242, _eerlijk_, _oprecht_. + +#Ghetrouwe sijn# (?), 2578, _vertrouwen_. + +#Ghetrouwen#, 3365, _vertrouwen_, _betrouwen_. Verg. _Mnlp. gloss._ + +#Ghevaen#, zie #Vaen#. + +#Gheval#, 46, 2225, _geluk_; maar die beteekenis is er slechts bij +toepassing aan gegeven, daarom 617, 1059, vol-uit #goet gheval#. + +#Ghevallen#, intr. DP., 149, 1278, 1393, 2190, 2289, 2308*, 2351, +_gebeuren_; 1391, _uitvallen_. + +#Ghevane#, 2996, 3417, _de gevangenen_. Eigenl. part. van _vaen_. + +#Ghevaren#, zie #Varen#. + +#Gheven een val#, 1641, #enen spronc#, 1716, _vallen_, _springen_. + +#Ghevoech#, 233, 658, 884, 1625, 2968, eigenlijk _wat voegt, of te pas +komt_ (dus 233); _wat dienstig of nuttig is_. Vandaar: _voordeel_, +_gemak_, enz. Zie _Lsp. gloss._ + +#Ghevreiscen#, 1582, _vernemen_. Verg. _Flor. gloss._ + +#Ghewaerlike#, 2564, _waarlijk_, _waarachtig_. + +#Ghewaert laten#, 1123. WILLEMS verklaart #ghewaert# als _verzekerd_, +_vrij_, d. i. _waerschap of genoegdoening verstrekt hebbende_; maar +die verklaring zal wel niemand bevredigen. Blijkbaar beteekent het _met +rust laten_, van het goth. _gavairthi_, d. i. _vrede_, _rust_. Verg. +HOLTZMANN, _Unters. über das Nibelungenlied_, bl. 85. Vanhier het +bekende #ghew(a)erden#. + +#Ghewande#, 1283, _ingewand_. De omwerking heeft _ghewade_: _scade_; +is dat ook de ware lezing? _Stoke_, 2 B., vs. 963, heeft _ghewade_. + +#Gheware worden#, met GZ., 1712. + +#Gheweldelike#, 3431, _met geweld_, _overmachtig_. + +#Gheweldich#, 1224, _machtig_. + +#Ghewelt#, 2308*, _macht_. Verg. _Lsp. gloss._ + +#Ghewent#, 1540, _gekeerd_. + +#Ghewin#, 1634, 3182, 3252, _winst_. + +#Ghewinnen#, #ghewan#, #ghewonnen#, 227, 342, 571, 580, 1326, +_verkrijgen_, _verwerven_, _machtig worden_; 749, _de vrije beschikking +krijgen_; 1029, _overhalen_. Verg. _Lsp. gloss._ + +#Ghewouden#, 430; ook alleen #wouden#, 3189, _macht oefenen_, +_beschikken over iets_, _beschermen_. _Wal._ 3298, 3895, 5221; _Limb._, +_Mnlp. gloss._ + +#Ghewout#, 605, 2142, 2450, 2853, 3430, _macht_. Verg. CLIGNETT, +_Bijdr._, bl. 361. + +#Ghewreken#, #ghewrac#, 436, 468, _wreken_. + +#Ghewrochte#, imperf. van #ghewerken#, 1652, _werken_, _bewerken_. Zie +_Lsp. gloss._ + +#Ghier#, 940, _vraet_, _slokop_. Eigenlijk een adj. _begeerig_, +_hebzuchtig_. Verg. _Lsp._ en _Mnlp. gloss._ + +#Ghierech#, 403, _begeerig_, _inhalig_, _gulzig_. + +#Ghendre#, 831, 1336, 1603, _gints_, _ginder_. + +#Ghisel#, 3089, _gijzelaar_. + +#Godevolen#, 3300, _Gode bevolen_. Zie _Beatrijs gloss._ + +#Godsat hebben#, 3176, _gevloekt zijn_; eigenlijk _Gods haat hebben_. +MAERL. I, p. 62. _Ferg._ 2304, 4702, waar het hs. _Godsat_ heeft. Zie +HUYD. op _Stoke_, 2 Dl., bl. 350-351. + +#God gheve u goedendach!# 2921, gewone zegenwensch, _God zegene, +bescherme u!_ _Ferg._ 4572. Het tegenovergestelde, een _quaden dach_ +wenschen, vindt men evenzeer, b.v. _Velth._ bl. 42; _Ferg._ 3214, 3492. + +#Goedertiere#, 2315, 3045, _goedaardig_. _Wal._ 9172, 9238, 9346. Verg. +_Flor. gloss._ + +#Goet#, 1988, _goed_, (_geschenk_). + +#Goom nemen#, 183, 659, 2000, 2138, met GZ., _acht geven_. _Ferg._ 734, +1202; _Velth._ bl. 182, 184, 186, enz. Verg. _Flor._ en _Mnlp. gloss._ + +#Gram#, 2462, _verdrietig_; 3099; _toornig_. In de eerste beteek. +_Ferg._ 103, 1528; _Flor._ 550; in de tweede _Ferg._ 1925. Verg. HUYD. +op _Stoke_, 3 Dl., bl. 264. + +#Gram doen#, 3042, _verdrietig maken_, _leed aandoen_. + +#Granen#, 2972, _knevels_. _Flor._ 3284; _Lanc._ II, 36969; _Rose_ 764. + +#Graven#, #groef#, 2600, _begraven_. _Lorr. gloss._ + +#Grief doen#, 186, _leed doen_, van het fransche _grief_. + +#Grongaert#, 32, het fr. _grognard_. + +#Grongieren#, 2118, _brommen_, 't fr. _grogner_. + + +H. + +#Haenbalc#, 1618, _hanebalk_, _bovenste balk van 't dak_. + +#Haerwaert#, 1452, _herwaarts_. + +#Haghe#, 42, 386, 396, 820, 1053, 2400, 3139, _heg_, _kreupelhout_. + +#Haghedochte#, 541, 1367, 3074, 3257, _krocht_, _hol_. Zie _Lsp. gloss._ + +#Half ghenade#, 1993, (_spottende uitdrukking_). + +#Hame#, 971, ons _ham_, eigenlijk _de buiging der achterbeenen_. KIL. +_poples_. In den _Ferg._ heet het van twee ridders, die op elkander +inrenden, 2347: + + So sere si te gadere quamen, + Dien orsen boghen die hamen. + +#Hant# (#Te#), zie op #Te#. + +#Hantwerc#, 3348, _schrijfkunst_, eigenlijk _handwerk_. + +#Harde#, #haerde#, 3, 153, 207, 312, 569, 656, enz. Adv. _zeer_. + +#Hare#, 269, 374, _haren kleed_, fr. _haire_. Zie _Beatrijs gloss._ + +#Hare#, #Haer#, 2624, 3222, _hier_. Zie CLIGNETT, _Bijdr._, bl. 22. + +#Harentare#, 1628, 1711, 2069, _hier en daar_. Zie _Lsp. gloss._ op +_haer_. + +#Have#, 563, _zaak_, eigenl. _bezitting_, van _hebben_. Verg. _Lsp._ +3 Dl., bl. 139, vs. 113; _Ferg._ 1068; _Flor. gloss._ + +#Hebben ghedaen#, met een infin. 44, 2916, gewone spraakvorm. + +#Heleghe#, 83, _reliquien der heiligen_. _Lorr._ II, 161. Verg. ZIEMANN +op _heilic_. + +#Helet#, 615, 1072, 3221, _held_. De Oud-Saksische vorm is _Helith_, +_Helid_. Zie _Heliand_, 3650, 6270 (ed. KÖNE). + +#Helpe#, 575, 1545, 2071, 3361, uitroeping van verbazing, _God helpe +mij!_ MAERL. _Sp. Hist._, 3 Dl., bl. 84, 255. + +#Hem#, 716, _hun_; 769, 958, _zich_. + +#Henen#, 2345, _van hier_, _weg_. + +#Here#, 2246, _vader_. _Lanc._ 3 B., vs. 26460. _Limb._ X, 310. + +#Herte#, vr. subst. 899, 917, 982, 1079, 1199, 1741, 1925, _hart_. + +#Heten#, #hiet#, #gheheten#, 2223, 2815, 3234, 3346, _bevelen_. + +#Hie#, 1852, _echtgenoot_; Ohd. _hiwa_, GRAFF, IV, 1066. Verg. KÖNES +_Heliand_, bl. 369. + +#Hinderwaert#, 2018, 2021, _achterwaarts_. _Hinderwaert varen_, hier, +_abire in malam partem_. _Wal._ 1600. + +#Hine#, 963, samentr. van _hi ne_ = _hi en_. + +#Hinne#, 134, 287, _hen_. + +#Hire#, 52, _hij er_. + +#Ho#, 443, _hard op_, _met luider stemme_, eigenlijk _hoog_. Verg. HUYD. +op _Stoke_, 3 Dl., bl. 142. + +#Hoe so#, 1444, 1765, _hoe_. + +#Hoede# (#Sonder#), 377, 391, „_onbekommerd_, zonder telkens _op zijne +hoede_ te moeten zijn”. HUYD. op _Stoke_, 1 Dl., bl. 381. + +#Hoekijn#, 2091, _bokje_. + +#Hoen#, plur. #hoener#, 1538, 1560, 1613, 1637, 1701, 2094, „Etsi _hoen_ +pro gallina fere usurpetur, tamen commune est nomen ad omne +gallinaceorum genus.” KIL. + +#Hof#, 45, 48, 51, 55, 554, _hofdag_, _cour plénière_; 650, _hofstede_. + +#Hoghen# (#Sijn in#), 1048, 2114, _verheugd zijn_. Zie HUYD. op _Stoke_, +3 Dl., bl. 263-264. + +#Hondekijn#, 99, _hondje_. + +#Honen#, 78, 175, 217, 488, 491, 501, 1204, 1638, _bedriegen_. Zie +_Doct. gloss._ + +#Hoofschelike#, 37, _fatsoenlijk_, _op hoofsche wijze_. Verg. +_Beatrijs_, bl. 38. + +#Hopen ten ghewinne#, 2472, _verlangen naar de winst, het voordeel_. + +#Houden#, 633, _volgen_. Verg. _Ferg._ 179. + +#Hout#, 606, 2238, _genegen_. Zie _Doct. gloss._ + +#Houtmakerigghe#, 804, _houtwerkster_. Zie over den vorm HUYD. op +_Stoke_, 1 Dl., bl. 72. + +#Hovesc#, 1221, _heusch_, _beleefd_. Verg. _Beatrijs_, bl. 38. + +#Hoveschede#, 28, 1669, _beleefdheid_, _welopgevoedheid_. + +#Hulde#, 594, 1142, 1784, 2173, 2489, _welwillendheid_, _genegenheid_, +_gunst_. Zie _Doct._ en _Lorr. gloss._ + +#Hulde#, 1611, 3441, _trouw_. + + +I. J. + +#Jamer#, 308, _jammerklacht_. Verg. HUYD. op _Stoke_, 1 Dl., bl. 13 of +387. + +#Jane#, 2208, 2528, _ei_ (_Ja en_), bij eene vraag. HUYD. op _Stoke_, 2 +Dl., bl. 358. + +#Iemen#, 500, _iemand_. + +#Iet#, 2219, 2611, 2715, _eenigsins_. Verg. HUYD. op _Stoke_, 3 Dl., bl. +379. + +#Iewet#, 122, 2355, _iets_, _ietwat_. + +#Jeghen#, 113, 1335, 1361, 1653, 1763, 3095, _tegen_. Verg. _Lsp. +gloss._ + +#Jeghen# (#Brenghen te#), 215, 3259, _geven_, _ter hand stellen_, +eigenlijk _toevoeren_. + +#In#, 136, _op_; #in den daghe#, gewoonlijk _an d. d._ + +#Indien#, steeds gevolgd door dat, 2193, 2448, 2487, 2805, _wanneer_. + +#Inne#, 93, enz., _ic en_. + +#Ingaen#, 322, _beginnen_. Verg. _Lsp. gloss._ + +#In lanc so bet#, 1222, _hoe langer zoo beter_. MAERL. _Sp. Hist._, 1 +Dl., bl. 93. Verg. _Lsp. gloss._ + +#Inlopen#, 1905, _beginnen_, _gebeuren_. + +#Inslaen#, 955, 1721, _zich driftig in iets werpen_. + + +C. K. + +#Caerminghe#, 313, _gekerm_, _weegeklag_. + +#Caf#, 1803, _het allerminste_, _zoo goed als niets_. Zie _Lsp. gloss._ +Verg. #Loof#. + +#Capproen#, 944, _hoofdbedeksel_, _kapje_. Zie _Lsp. gloss._ + +#Carine# (#toghen#, #doen#), 280, 423, _straf_, _boete_, vooral die men +zich door _vasten_ en _ligchaamskastijding_ opleî. Verder in 't algemeen +_smart_. Het woord komt dikwerf voor: _Wal._ 2115, 7699; _Ferg._ 2167; +_Lanc._ II, 45605; III, 17621; _Brandaen_ II, 688; _Kausler_ I, 7575; +_Stoke_ 3 B., vs. 463. Ook in de fragm. van _Aubry de borg_. Evenzoo in +'t Mhd., b.v. _Werner v. Niederr._, bl. 7, 75. Verg. HUYD. op _Stoke_, 2 +Dl., bl. 146-147. Het Ohd. heeft _chara_, _passio_, _poenitentia_ (GRAFF +IV, 164), het Oudsaks. _kara_ (KÖNES _Heliand_, bl. 387) in dezelfde +beteekenis; waarschijnlijk stamt daarvan af het mlat. _carena_, dat +ZIEMANN verklaart door „quadragena, busze durch vierzigtägiges fasten +oder 40 geiszelhiebe.” + +#Caritate#, 278, hier _aalmoes_ in den zin van het fr. _faire la +charité_. Het is het Lat. _caritas_. + +#Castien#, 489, _vermanen_, _terecht wijzen_. Verg. _Flor._ 1231. _Lsp. +gloss._ + +#Keer#, 502, 1915, _wending_, _draai_. + +#Keitijf#, 640, 838, 2785, _arm_, _ongelukkig_, _ellendig_. Verg. +_cativo_ en _chétif_, en zie _Lsp._ en _Beatr. gloss._ + +#Keren# (#in# of #tot iets#), 11, 29, 36, _streven naar iets_; #die +tale keren#, trans. en intr. 641, 1667, _bedoelen_. Zie _Lsp. gloss._ + +#Kennen#, 86, _weten_. Zie t. a. p. + +#Kerre#, 209, _kar_. + +#Chierheit#, 2594, _kostbaarheid_. Zie _Doct. gloss._ + +#Claer#, 1103, _helder_; #claerre#, 1445, is de compar., ons _klaerder_, +waar #claer#, _onbesmet_ beteekent. + +#Claerlike#, 1661, _verstaanbaar_, _openhartig_. + +#Claghe#, 61, 125, 135, 248, 2770, _aanklacht_. + +#Claghen#, 2695, _klachten uiten_, _jammeren_; #claghen over#, #om#, 59, +235, _zich beklagen over iemand_; 100, 114, 194, 1762, 1789, _eene +aanklacht doen_, _aanklagen_. + +#Claren#, 2726, 2944, _zuiveren_. + +#Clerc#, 3357, _geestelijke_, _geleerde_; 251, _leerling_. „Clerke als +si eerst ter schole gaan,” zoo als het heet _D. Catoen_, 24-25, zijn +natuurlijk _schooljongens_. Verg. _Flor. gloss._ + +#Clippel#, 1297, _klepel_. + +#Clockelijn#, 1490, _klokje_; doch zie de aanteekening aldaar. + +#Cloet#, 786, 792, _lange stok_, _polsstok_. Zie KIL. + +#Cluse#, 275, _kluis_. + +#Coever#, 569, _overvloed_. Zie _Lsp. gloss._ op _vercoeveren_. + +#Colne# (#Van --#) #tote Meie#, 2619. GRIMM zegt, _R. F._, bl. XCII, +„Scherzhaft wird _örtliche_ und _zeitliche_ bestimmung _gemischt_; +noch heute hört man in Oberdeutschland „zwischen _pfingsten_ und +_Strassburg_.” Dieser witzige ausdruck reicht also schon in das +12 jh. hinauf. „Inter _pascha Remisque_,” _Reinardus_ II, 690; +„inter _Cluniacum_ et _sancti festa Johannis_ obit”, IV, 970...... +In den Niederlanden: „van _Aken tot paschen_ (TUINMAN, _Spreekw._, +I, 334); wahrscheinlich ist auch „van _Colne_ tote _Meie_” so zu +nehmen.”--WILLEMS voert nog de fransche spreekwijs aan: „Cela s'est +passé entre _Maubeuge_ et la _Pentecôte_.” + +#Comen#, part. van #comen#, 87, 314, 1091, _gekomen_. + +#Complete#, 951, _de laatste kerkdienst van den dag_, „met welke alle de +diensten van den dag _vervuld_ en besloten werden.” Zie _Lsp. gloss._ en +den daar aangehaalden HUYDECOPER. + +#Conden#, 2061, _verkondigen_, _bekend maken_. + +#Conste#, praet. van #connen#, _kunnen_, 462, 757, 953, 1500, 1510, +1894, 3349. + +#Cont#, 1910, _bekend_. Zie _Doctr. gloss._ + +#Convent#, #covent#, 1612, 2512, _voorwaarde_. + +#Corten#, 1879, 1939, _kort maken_, _bekorten_. + +#Coude#, 2647, _koude_; 2630, _koortskoû_, _koorts_. Verg. WILLEMS, +_Inleid. op Reinaert_, bl. LXIV, en zie KIL. + +#Cracht#, 347, #met haerre cracht#, _uit al hunne macht_. + +#Craghe#, 2636, 2964, 3250, _hals_ (welk woord intusschen ook, 1594, +3263 voorkomt). _Ferg._ 2657; verg. KIL. + +#Craieren#, 45, _uitroepen_; _Flor._ 166; _Ferg._ (2502), 5067, 5129. + +#Cramp#, praet. van #crimpen#, 1507. + +#Cranc#, 56, 563, 869, 1013, 1761, 1846, 2000, 2138, _zwak_. + +#Creature#, 1354, 1704, 2568, _schepsel_; met het bijvoegsel _fel_, +meest in verachtelijken zin. + +#Crede#, 142, 148, 249, 388, _het Credo_, _de belijdenis des geloofs_. + +#Crone#, 1786, _de kroon_, voor den _kroondrager_. Doch zie de aanteek. +aldaar. Terecht wordt MAERL. _Sp. Hist._, 3 Dl., bl. 12, vs. 2, _crone_ +verbeterd in _coninc_, zoo als blijkt uit vs. 6. _Crone_ voor +_regering_, is bij MAERLANT niet ongewoon, zie 3 Dl., bl. 13, 314. + +#Crop#, 1936, _strot_, _keel_. Verg. KIL. + +#Crune#, 947, 1468, 1503, 1820, _het geschoren bovenste gedeelte van +'t hoofd bij de geestelijken_, waardoor slechts eene _corona_ van haren +werd overgelaten; _de kruin_. _Ferg._ 2405; MAERL. _Sp. Hist._, 3 Dl., +bl. 49, 71, 185, 227. + +#Cruusstaf#, 727, 811, _geestelijke herderstaf_, van boven met een kruis +voorzien. + +#Cume#, 611, 768, 2131, 2143, 2899, _naauwelijks_. _Ferg._ 471, 561, +2509. _Flor. gloss._ + + +L. + +#Lachter#, 71, 95, 1024, 1300, 1967, 2181, 2232, 2286, _schande_. + +#Lachterlike#, 1387, _schandelijk_. + +#Laden#, 477, _opladen_, _belasten met iets_. Verg. _Lorr. gloss._ +MAERL. _Sp. Hist._, 3 Dl., bl. 192. + +#Laghen#, 2125, _belagen_, _beloeren_. + +#Lac#, 808, praet. van #leken#, _vloeyen_. _Lsp. gloss._ + +#Langhen#, 1960, impers. DP. _verlangen_. _Wal._ 5448, 5773. _Lanc._ II, +11059, 28142; III, 3823. _Rose_ 2256. _Limb._ V, 1768, 1823. + +#Lanc# (#Over#), zie #Over#. + +#Lanc# (#Den berch --#), 552, _over de geheele lengte van den berg_. + +#Lanken#, 875, _de zijden_. _Flor._ 216; _Ferg._ 326. + +#Lapen#, 2085, _lekken_. _Velth._ bl. 256. _Limb._ VIII, 70. + +#Lat#, 1182, _traag_. Zie _Doct. gloss._; _Beatr._ 31; _Wal._ 5502, +7756, 8606. + +#Laten#, 958, 1595, 2802, _laten_, _toelaten_, steeds met een daarop +volgend werkwoord. #Gedichte laten gaen#, 812, is _bij herhaling op en +neder laten (doen) gaan_. + +#Laten#, 1596, AZ. en DP. _overlaten_; 489, 625, 929, 1310, 2804, +_nalaten_, _achterlaten_; 1432, _verlaten_. + +#Leden#, praet. van #liden#, 231, 2433, _geleden_. + +#Leet#, 89, 752, _onaangenaamheid_, _verdriet_. Zie CLIGNETT, _Bijdr._, +bl. 117. + +#Leet#, 1280, 1528, 2821, adj. het tegenovergestelde van _lief_, dus +_onaangenaam_, _gehaat_, _verwenscht_. Verg. _Lsp. gloss._ + +#Leet hebben#, 2007, _haten_. Zie CLIGNETT, _Bijdr._, bl. 198-201. + +#Leie#, 2620, _de rivier de Leye_. De spreekwijs beteekent: „Meent gij +dat ik u van den weg wil afbrengen, om den tuin leiden?” + +#Leckernie#, 2088, _slechtheid_. _Rose_, 3852, waarvoor _Lanc._ II, +7619, _leckeringhe_. + +#Lesen#, 147, _lezen_; maar 1684, _bidden_. Verg. _Beatr. gloss._ + +#Lesse#, 155, _les_; 449, _gebed._ Verg. #gheles#. + +#Lettel#, 226, 736, 780, 920, 1633, 2375, adv. en adj. het laatste met +GZ., _weinig_, _luttel_. + +#Lettelkijn#, 3202, _een weinigje_. + +#Letten#, 1318, 1954, intr. _vertoeven_, _verwijlen_, _vertragen_. Verg. +_Lsp. gloss._; _Wal._ 6922, 9471, 9492; _Lanc._ II, 13190; _Stoke_ VII, +698; IX, 212, 888. + +#Licht#, 3013, _vlug_, KIL.: „_licht_, _locht_, _velox_.” + +#Liden#, 150, 1053, 1057, 2573, 3133, _langsgaan_, _voorbijgaan_, het +Fr. _passer_. Verg. _Lsp. gloss._ + +#Liden#, zie #Leden#. + +#Lief#, 1970, 2227, _aangenaam_. + +#Lieghen#, 485, met AP., _beliegen_. + +#Lien#, #liede#, #gheliet#, 3093, 3403, _erkennen_, _bekennen_. Verg. +_Lorr._ en _Lsp. gloss._ + +#Lier#, 745, 855, 994, 1352, 1965, _wang_; _Flor. gloss._; CLIGNETT, +_Bijdr._, bl. 74-78. + +#Lieve#, 2137, 2746, 3333, _liefde_; _Lsp. gloss._ + +#Ligghen#, 1707, _zich uitstrekken_, _loopen_. Verg. #Gheligghen#. + +#Lijf#, 132, 236, 720, 1386, 1408, 1984, 2568, _leven_. Zie _Lsp. +gloss._ + +#Lijcteken#, 2302, _merkteeken_, _herkenningsteeken_. _Wal._ 2687, 6424, +6487, enz.; _Lanc._ II, 16443; MAERL. _Sp. Hist._, 1 Dl., bl. 397. Verg. +CLARISSE op de _Natuurkunde_, bl. 409. + +#Line# (1490), 1940, 1951, 2031, 3130, _touw._ Verg. MAERL. III, 315, +321; _Stoke_ IX, 874; _Limb._ VI, 275. + +#Line#, 1081, _lijn_, _regel_. _Eer die line wert ghelesen tende_, bet. +_in den kortst mogelijken tijd_. In gelijken zin leest men, _Lanc._ III, +22574: + + Maer _eer die rime _(line?)_ wert ghelesen_, + So sal hi ondervinden wel, + Oft hem iet beteren sal sijn spel. + +De redenering van prof. BORMANS, _Christina de Wonderb._, bl. 235, +behoeft geene wederlegging. + +#Lof#, _prijs_, _eer_; #te love#, 47, _tot zijne eer_; #lof hebben#, 56, +_geprezen_, _geacht worden_; #in iemens love staen#, 196, _door iemand +geacht_, _geëerd worden_; #van goeden love#, 649, _goed befaamd_. + +#Loghe#, 788, _loog_. + +#Lonen#, 1425, _beloonen_. + +#Loodwapper#, 794. Een _wapper_ is een wapentuig dat men om zich heen +zwaaide; zie _Velthem_ bl. 159; _Heelu_ 5462; de laatste schrijver noemt +het ook _cluppel_, waarvoor ik _Lanc._ II, 29802 lees: _loetcloppel_, +d. i. een _cluppel_ of _knuppel met lood_ beslagen. + +#Loof#, 1450, _de minste kleinigheid_. Verg. #caf#. Eigenl. is #loof# +een blad (zie _Car. El._ 403), welks meerv. #lover#, 43 voorkomt. + +#Lopen#, 2423, met acc. in den zin van _beloopen_. + +#Losengieren#, 3071, _loos bedriegen_, het Fr. _losengier_. Het adj. +_losengier_ vindt men _Rose_ 2521, en _Rijmkr._ bij KAUSLER, 6361, +7009. + +#Los maken#, 1475, _wegnemen_, _verlossen_? #Los# in den zin van +_kwijt_, _verloren_, vermeldt HUYD. op _Stoke_, 2 Dl., bl. 301. Men +verg. ons _lozen_, _verlossen_, en het Eng. _to lose_. + +#Loven#, 3256, _goedkeuren_, _toestemmen_. Zie _Lorr. gloss._ + +#Luchter#, 1054, _linker_. MAERL. III, 171, 207; _Ferg._ 1084, 3601; +_Flor. gloss._ + +#Lude#, 148, _luide_, _hard op_. + +#Lusten#, 330, 828, met DP. _lust hebben_. + + +M. + +#Maerghen#, 1085, 1377, 2774, _morgen_. MAERL. 3 Dl., bl. 62, 91. + +#Maken#, 30, _vervaardigen_; #los maken#, 1475, _verlossen_; #valsc +maken#, 20, _voor onwaar uitkrijten_. + +#Maken hem te....#, 1945, 2262, _zich ergens heen begeven_. + +#Male#, 400, 889, _maag_, eigenl. _zak_, _reiszak_, _koffer_, zie MAERL. +_Sp. Hist._, 3 Dl., bl. 68, vs. 93. Verg. _Flor. gloss._ + +#Male#, 600, 3123, _maaltijd_. + +#Malsc#, 19. WILLEMS vertaalde dit _week_, en zelfs schijnt GRIMM die +verklaring niet geheel te verwerpen (_R. F._ bl. 268), hoewel hij, +_Gram._ I2, 499 er de beteekenis van _vorax_, in de derde uitgave, bl. +264, er die van _superbus_ aan geeft. Ziehier een paar voorbeelden. +_Ferg._ 108: + + Die jaghers waren herde _ghemalsch_. + +_Wal._ 2152: + + Hi deder sulken over hals + Tumen, die hem herde _mals_ + Maecte, eer dat Walewein quam. + +_Parthen._ (ed. MASSMANN), bl. 73, vs. 23: + + Al sidi hier nu soe _ghemalsch_, + Ende segghet al dat ghi beghert. + +Men ziet uit die voorbeelden, dat noch de verklaring van WILLEMS, noch +die van Prof. VISSCHER, opgaat, „_zacht_, _week_, _bedaard_.” Blijkbaar +beduidt het woord: _overmoedig_, _trotsch_, _laatdunkend_, in welken zin +reeds het Oud-Saks. _malsc_ in den _Heiland_ voorkomt. Verg. GRIMM +_R. F._, bl. 268, en _Parthen. gloss._ + +#Mamme#, 2081, _borst_. + +#Man#, 167, _leenman_. + +#Manen#, 2161, 2187, 2328, 2633, 3028, _toespreken_, _verzoeken_, +_bidden_. + +#Manghelinghe#, 2318, _verandering_, _wisseling_. Zie KIL. Verg. _Rose_, +2194. + +#Manlic andren#, 1578, 2109, _elk den ander_. Verg. HUYD. op _Stoke_, 3 +Dl., bl. 60. + +#Mare#, 294, 417, 615, _bekend_, _vermaard_; #mare maken#, 238, _bekend +maken_. Verg. _Lsp. gloss._ + +#St. Martins voghel#, 1047, _de kraai_. Verg. GRIMM _D. Sp._, bl. 984. + +#Mat#, 1287, _zwak_; KIL. _pauper_, _miser_. + +#Mate#, 672, _matiging_, _matigheid_. + +#Maten# (#Te#), 626, _naar de juiste maat_, _niet te veel_, _matig_. +Verg. _Lsp. gloss._ + +#Mede#, 2183, _meê_, _jonge wijn_. + +#Mee#, 1379, 2092, 3178, _meer_. Verg. _Lsp. gloss._ + +#Meeste#, 2562, _grootste_. Zie CLIGNETT, _Bijdr._, bl. 266-268. + +#Mekel#, 718, _groot_. Verg. MAERL. _Sp. Hist._, 2 Dl., bl. 176; aant. +bl. 87. _Wal._ 3931. + +#Menechfout#, 505, 542, 898, 2431, _menigvuldig_, _veelvuldig_. + +#Menen#, 638, _bedoelen_. + +#Merken#, 2363, 2466, 2553, 2584, _oplettend gadeslaan_, _opmerken_. + +#Merren#, 3187, 3202, _dralen_, _verwijlen_. Verg. _Lsp. gloss._ + +#Mesbaer#, 3227, _het uiterlijk rouwbetoon_, _gejammer_. _Ferg._ 4309, +4403; _Wal._ 9165. + +#Mesbaren#, 3205, _jammeren_. Zie HUYD. op _Stoke_, 1 Dl., bl. 403. + +#Mesdaet#, 3400, _misdaad_, _kwade handeling die iemand aangedaan +wordt_. + +#Mescomen#, praet. #mesquam#, 669, 3230, intr. met den dat. _iets kwaads +overkomen_. Verg. _Lsp. gloss._ + +#Meslaten#, 1303, 3380, _jammeren_, _zich bedroefd aanstellen_. _Ferg._ +497, 1127; _Flor._ 825, 2292. + +#Mesleden#, 208, _misleiden_, _bedriegen_. + +#Mesmaken#, 987, _kwalijk toerichten_, _toetakelen_. + +#Mesprijs#, 1479, _schande_. + +#Mesprisen#, 168, _tot schande aanrekenen_. + +#Mesraken#, 496, 1755, part. #mesrocht#, 747 (verg. #gherocht#), _in 't +ongeluk raken_, _te schande komen_. + +#Messen#, 2561, _achterwege laten_, _delinquere_ (KIL.). + +#Mesval#, 1361, _ongeval_. + +#Mesvallen#, 3228, impers. met DP. _een ongeluk overkomen_. Verg. _Lsp. +gloss._ + +#Mesvoeren#, 74, _mishandelen_. _Ferg._ 2403; _Wal._ 5625; _Rose_ 3903. + +#Met#, 1234, 2121, _mede_. + +#Mettien#, 709, _terstond_; eigenl. #mettien worde# of #worden#. Verg. +1922, 2024. + +#Micke#, 2807, 3131, eigenl. _een vork die tot rustpunt dient voor iets +dat er over gelegd wordt_; hier de _rechtopgaande stijl van de galg_. + +#Middewaert#, 511, 1553, _midden_. Zie HUYD. op _Stoke_, 2 Dl., bl. +35-36. + +#Miede#, 1988, _gift_, _belooning_. Verg. CLIGNETT, _Bijdr._, bl. 52-55. + +#Miere#, 117, 318, 1051, _mijner_. + +#Mineren#, 704, terecht door GRIMM, bl. 270 vertaald: „_eingraben_, +_minieren_,” en niet „_verminderen_” gelijk WILLEMS dacht, die het +geheele vers verklaarde: „_Houw _(sic)_ toch wat op._” Zoo leest men +ook, MAERL. _Sp. Hist._, 3 Dl., bl. 120, van een man die zekeren „tempel +soude breken”, die + + stoet in vaster stat, + Viercante, ende adde vier pilaren + In viere ziden oec te waren, + Met colummen scone ende groot. + Elc portael hem selven sloot + Vaste in des tempels masieren. + Daer ginc die man onder _minieren_, + Ende nam hem haer fundament. + +Voorts beteekende het, zoo als hier, _zich verbergen in eene gegraven +opening_. Zoo b.v. _Destructie van Jerus._, cap. 120: + + Hi was in enen pit ghevloen + .......................... + Daer waende hi hem in _minieren_ + Ende ontslupen onder die erde. + +#Minne#, 243, _liefde_, _min_. + +#Misselic#, 1391, eigenl. _wat missen of falen kan_, dus _onzeker_, +_twijfelachtig_. Zie DE JAGER, _Taalk. Mag._, IV, bl. 353. + +#Moedernaect#, 1245. Over de middeneeuwsche gewoonte om naakt te slapen, +zie _Beatr._, bl. 50. Verg. over het woord HUYD. op _Stoke_, 3 Dl., bl. +113. + +#Moer#, 2645, _moeras_. Verg. _Ferg._ 3554. + +#Moet#, 1041, 1904, 2519, 2598, 2883, 3173, _gemoed_, _het binnenste_; +1061, _moed_ (_courage_). #Te moede#, 1063, 1765, 2904, _in zijn +binnenste_, _in het gemoed_. + +#Moeten#, 566, 570, _moeten_, _genoodzaakt zijn_. + +#Moeten#, 490, 999, 1069, 1657, 1798, 2900, 3125, _mogen_, vooral bij +wenschen. Verg. _Lsp. gloss._ + +#Moghen#, 486, 488, 559, 560, 595, 622, 637, 663, 691, 702, 721, 747, +753, 876, 989, 1107, 1327, 1368, 1388, 1391, 1484, 1638, 1651, 1675, +1844, 1937, 2360, 2840, 2851, _vermogen_, _kunnen_. Part. #ghemoghen#, +1736. + +#Moghen#, 1951, _licere_. + +#Moghen#, 588, 1119, _lusten_. Verg. _Ferg._ 5041. + +#Moghende#, 2787, _machtig_, _vermogend_. + +#Molenman#, 121, _molenaar_. + +#Monc#, 1487, 2692, _monnik_. + +#Mordadich#, 357, _misdadig_. _Flor._ 1178. Verg. #Mort#. + +#Mordelike#, 3105, _moorddadig_; 2167, _misdadig_. + +#Morseel#, 134, 923, _stuk_ (_morceau_). _Ferg._ 2644, 4786; _Wal._ +8050. + +#Mort#, 2166, _doodschuldige_, _zware misdaad_. Zie _Lsp. gloss._ + +#Moude#, 465, 2373, _stof_, _zand_, _aarde_. Zie HUYD. op _Stoke_, 2 +Dl., bl. 418-20; CLIGNETT, _Bijdr._, bl. 38. + +#Mule#, 694, _muil_. + +#Museel#, 219, _muil_; 't Fr. _museau_. + +#Muulkijn#, 1417, _muiltje_, _snoetje_. + + +N. + +#Na#, 1502, _bijna_, _welna_. Zoo ook _Wal._ 8670, 10747. + +#Na#, 946, 1903, _nabij_. + +#Na# (#Gaen#), 3393, _treffen_, _leed doen_. _Ferg._ 4310. Verg. 942. +Vanhier het adj. _naghinghel_, _Ferg._ 664. + +#Na#, in de spreekw. #hem nemen harde na#, 1423, _ter harte nemen_. + +#Naest#, 269, 714, _zoo nabij mogelijk_. #Naest lopen#, met DP., 1252, +_dicht op de hielen zitten_. + +#Naken#, met DP., 781, 1570, 3098, _genaken_, _overkomen_. _Flor._ +3005.--495, 988, _ergens heenkomen_. + +#Namaels#, 2065, _later_, _naderhand_. _Lsp. gloss._ + +#Nauw#, adj. 2468, _innig_ (_intiem_). + +#Nauwe#, adv. 2340, _naauwkeurig_. _Lsp. gloss._ + +#Negheen#, 1259, _geen_ (_nullus_). + +#Nemmee#, 1318; #Nemmeer#, 622, 957, _niet meer_. Verg. _Lsp. gloss._ + +#Nes#, 1442, samentr. voor #ne es#, #en es#. Zoo 564 #dannes#, voor #dat +en es#. Verg. _Ovl. Ged._, 2 Dl., bl. 78, vs. 293, #ennes#, en bl. 83, +vs. 695: #hennes#. + +#Nese#, 793, _neus_. Vanwaar #neselocken#, _Ferg._ 2226; #nesebant#, +_Wal._ 1632, 2088. + +#Neven#, 386, 2353, _naast_, _langs_. + +#Neware#, #newaer#, 95, 174, 447, 1749, 2301, 2514, 2903, _maar_. _Wal._ +9357, 9465. Verg. hier 2136, en zie CLIGNETT, _Bijdr._, bl. 193. + +#Nie#, 746, 1778, 1874, _nooit_. „Ook als negatie, waar wij het +bevestigende _ooit_ gebruiken.” (_Lsp. gloss._) 1545, 2389, 2809. Zoo +b.v. _Flor._ 523, 657. Verg. hier #Noint#. + +#Niemare#, 367, 1577, 1603, _nieuws_, _tijding_, _gerucht_. _Lsp. +gloss._ + +#Niemen#, 58, 123, 130, 885, 1089, 1355, enz., _niemand_. + +#Niet#, 1989, _genegenheid_. Zie vooral over dit woord _Lsp. gloss._ op +#niede#. Bij de daar aangehaalde voorbeelden uit den _Ferg._ is nog te +voegen 3408, waar #nide# voor #niede# staat om het rijm; zoo ook _Troj. +Orl._ (bij BLOMMAERT, _Ovl. Ged._, 1 Dl.) vs. 1460, 1525, en _Lanc._ IV, +11768. + +#No#, 112, 2568, _noch_. + +#No#, 131, _zelfs niet_, het Fr. _neis_; zie de Inleiding, bl. LXI. + +#No weder -- noch#, 2567, _geen van beiden_. Zie HUYD. op _Stoke_, 1 +Dl., bl. 25. _Flor._, 985; _Troj. Oorl._ (1 Dl., bl. 15), vs. 1255. + +#Nochtan#, 78, 94, 234, 353, 572, 664, enz., _nochtans_, _evenwel_. + +#Nochtoe#, 1288, 2080, _nog_, _toen nog_. _Ovl. Ged._, 2 Dl., bl. 78, +vs. 272; bl. 89, vs. 1270. _Wal._ 9850, 10021; _Lanc._ III, 879; en IV +passim. Verg. HUYD. op _Stoke_, 1 Dl., bl. 140, 364. + +#Node#, 567, 728, 1197, 2200, _ongaarne_, eigenl. _niet gemakkelijk_. +Verg. HUYD. op _Stoke_, 2 Dl., bl. 290. + +#Noene#, 384, „eigenl. (_hora_) _nona_.... de benaming van de dienst die +in de R. C. Kerk, op dat uur verrigt werd.” _Lsp. gloss._, waar het +geheele artikel verdient nageslagen te worden. + +#Noint#, 76, 872, 2664, 3024, _nimmer_, _nooit_. Ook als negatie waar +wij _ooit_ gebruiken (verg. #Nie#), 1829, 2844, 3172. Zie over den vorm +GRIMM _D.Gr._, III, 225. + +#Noot#, 517, 570, 1527, 1650, 1913, _nood_, _dwang_. #Noot sijn#, met +DP., 2857, _noodzakelijk zijn_. + +#Nopen#, 964, _raken_, _aanraken_, _stooten_, _kwetsen_. Verg. _Lsp. +gloss._ + +#Nu toe#, 833, 1236, 1241, _voort_ (_allons_). _Wal._ 9470. Verg. HUYD. +op _Stoke_, 3 Dl., bl. 30-31. + + +O. + +#Odevare#, 2308*, _ooijevaar_. Zie CLIGNETT, _Bijdr._, bl. 191-192. + +#Oft#, #Ofte#, 14, 491, 998, 1008, 3030, 3040, _indien_. + +#Oit#, 1780, _immer_, _altijd_. + +#Om recht#, 258, _terecht_. + +#Ombe#, 344(?), _om_; zie de var. op bl. 14. + +#Ombeclaghet#, 3046, _onaangeklaagd_. + +#Ombequame#, 2616, _onaangenaam_. _Ferg._ 568. + +#Omberaden#, 1433, _onverzorgd_. Verg. CLIGNETT, _Bijdr._, bl. 213. + +#Omberen#, 124, 127, 135, eigenl. _ontberen_, _achterlaten_. Zie over de +uitlating der _t_, HUYD. op _Stoke_, 2 Dl., bl. 254. + +#Omberocht#, 3045, eigenl. _niet aangeklaagd_, _ter goeder naam +staande_. Zie de var. op bl. 116. + +#Ombescaven#, 17, _onaangevochten_. + +#Ombieden#, 472, _aanzeggen_, _doen weten_. Zie _Lsp. gloss._ + +#Ombiten#, 611, _nuttigen_, _gebruiken_. _Lsp. gloss._ + +#Omme gaen#, 1713, 1739, _zich omkeeren_. + +#Omtrent#, 810, _rondom_, _in de rondte_. Verg. _Lsp. gloss._ _Lanc._ +II, 15248, 15252, 15400. + +#Onbegrepen#, 199, _onberispt_. Verg. #Begripen#. + +#Onblide#, 952, _treurig_. Zie CLIGNETT, _Bijdr._, bl. 42. + +#Ondaet#, 2064, _misdaad_. _Wal._ 3712. + +#Onder -- ende#, 2334, _beide -- en_, _zoowel -- als_. Zie DE VRIES, +_Lsp. gloss._ en vooral DE JAGER'S _Archief_, 1 Dl., bl. 69-72. + +#Onder die sonne#, 759, _van den kant daar de zon stond_. Zoo zeggen wij +nog, _onder den wind_. + +#Onder voete#, 791, _onder den voet_, _op den grond_. + +#Ondergaen#, 397, 3103, _den toegang afsnijden_. Zie HUYD. op _Stoke_, 1 +Dl., bl. 92-93; 2 Dl., bl. 503. + +#Ondercomen#, intr., 868, _verzwakken_. Het act. #is ondergaen#, dat +_Ferg._ 2055 voorkomt, of #onderdoen#, waarover zie _Lorr. gloss._ + +#Onghebetert#, 97, _onhersteld_, _onvergoed_, _ongeboet_. + +#Onghemac#, 230, 573, 781, 807, _leed_, _last_. Verg. HUYD. op _Stoke_, +2 Dl., bl. 99-100. + +#Onghenade doen#, 2308*, _slecht behandelen_. + +#Ongherede#, 2176, _ongeluk_. + +#Onghereet sijn#, 3140, 3167, _niet voorhanden zijn_. Verg. de plaatsen +aangehaald _Lsp. gloss._ + +#Ongherec#, 1201, 1472, _ongeluk_. Verg. _Lsp._ en _Flor. gloss._ + +#Onghetrouw#, 1705, 2507, _trouwloos_, _slecht_. + +#Ongheval#, 737, 771, 1593, 2177, 2466, _ongeluk_, _ramp_. + +#Onghevoech#, 234, 3379, _wat niet past_, _niet betaamt_. #Onghevoech +driven#, _zich onbehoorlijk aanstellen_. Verg. _Lsp. gloss._ + +#Onghier#, 414, _wreedaard_; eigenl. _de vreesselijke_, _de +schrikwekkende_. Zie _Lsp. gloss._ + +#Onhout#, 111, _ongenegen_, _vijandig_. Verg. #Hout#. + +#Onledich#, 1313, _drok bezig_. Verg. _Lsp. gloss._ in #Onlede#. + +#Onnen#, #ic an#, met GZ., 10, 1075, 3124, _gunnen_. Zie _Lsp. gloss._ + +#Onnéren#, part. #onneert#, 2002, #gheonneert#, 2009, _schande aandoen_, +_onteeren_ (_honnir_). + +#Onrein#, 1738, 1801, _besmet_ (_met zonden_). + +#Onsalech#, 778, 1719, _ongelukkig_, _ellendig_. + +#Onscone#, 2709, _schandelijk_ (_onbetamelijk_). _Stoke_, 1 B., vs. 803. +Verg. _Lsp. gloss._ + +#Onsculde doen#, 82, _zijne onschuld bewijzen_. Verg. _Lsp. gloss._ + +#Onsochte#, 990, _jammerlijk_, _op hevige wijze_. + +#Onsoete#, 964, _op onzachte_, _harde wijze_. + +#Onspellic#, 3002, _ernstig_. + +#Ontaen# (#ontdaen#), part. van #ont(d)oen#, 655, _geopend_. Zie _Lsp. +gloss._ + +#Ontbieden#, zie #Ombieden#. + +#Ontbinden#, 1881, _ontvouwen_, _openbaren_. _Ferg._ 3166; _Flor._ 384. + +#Ontdelven#, 2607, _opgraven_. + +#Ontervet werden#, 668, _zijn erf verliezen_ (_hier door een vonnis_). + +#Ontfaen#, 70, 188, 1193, 1254, _ontvangen_. + +#Ontfaren#, 85, 3022, 3206, 3309, _haastig ontgaan_, _ontvluchten_. + +#Ontfermen#, 68, 72, 318, 406, 2696, met GZ. _zich erbarmen_, +_medelijden hebben_. + +#Ontgaen#, 697, 921, 1388, 1409, 1424, 1477, _ontgaan_, _vrijkomen_. + +#Ontghelden#, 1822, 1835, _betalen_, _boeten_. + +#Ontghinnen#, 2087, 2417, eigenl. _openen_; in de eerste plaats +_verbijten_, in de tweede _opdelven_. Verg. _Ferg._ 3461, 3565; _Limb._ +6 B., vs. 2007. + +#Onthopet sijn#, met GZ., 1060, _de hoop opgegeven hebben_, _hopeloos +zijn_, _wanhopen_. Zie _Lsp. gloss._ + +#Ontliven#, 2004, _dooden_, _van het leven_ (_lijf_) _berooven_. + +#Ontrennen#, 2699, _ontvluchten_. + +#Ontsien#, intr. 53; trans. 737, 2047, 2216, _vreezen_. Zie HUYD. op +_Stoke_, 2 Dl., bl. 406, 503. + +#Ontscricken#, 3132, _ontloopen_. #Scricken# vertaalt CLIGNETT, +_Bijdr._, bl. 103, terecht door _met wijde schreden voortgaan_. Zie +_Ferg._ 3544. + +#Ontspringhen#, 1912, _ontvluchten_. + +#Ontspringhen#, 1231, 1642, _ontwaken_, eigenl. _uit den slaap +opspringen_. Zie CLIGNETT, _Bijdr._, bl. 392. + +#Ontvruchten#, 2312, _vreezen_. _Flor._ 3259; _Lanc._ 4 B., vs. 8476. + +#Ontwee#, 652, 1317, 3111, _in stukken_, _kapot_. Zie CLIGNETT, +_Bijdr._, bl. 123, en _Lsp. gloss._ + +#Ontweghet#, 2494, _van den weg af_, _het spoor bijster_. Verg. _Lsp. +gloss._, en zie _Lanc._ II, 13331, 13718. + +#Ontwenden#, 1844, _ontgaan_ (_met moeite_, _hoe men zich ook wendt_). + +#Ontwisschen#, 1510, _ontvluchten_; Hoogd. _entwisschen_. Van +_wisschen_, dat men b.v. vindt _Lanc._ II, 22024, 22368, 24855, 29819. +Zie ook _N. Werken der Leidsche Maatsch._, VI, bl. 169. + +#Onverdaen#, 1932, _ongedood_, _onvermoord_; van #verdoen#, waarover zie +mijn _Specimen_. + +#Onvervaert#, 389, _moedig_. + +#Onvro#, 982, _treurig_. Zie _Lsp. gloss._ + +#Onvroet#, 671, _onverstandig_, _dwaas_. + +#Onwaert hebben#, 498, 576, _verachten_. CLIGNETT, _Bijdr._, bl. 145. + +#Onwille# (#Sijn te sinen#), 321, _in 't verdriet zijn_. Verg. _Lsp. +gloss._ + +#Ordine#, 943, 2691, _orde_, _kloosterorde_. + +#Orlof#, 495, 709, 1395, 1427, 1892, 2984, eigenl. _verlof om te +vertrekken_, _afscheid_. + +#Orconde#, 1882, 2623, _getuigenis_. Zie _Lsp._ en _Doct. gloss._ + +#Orconden#, 2688, _betuigen_, _vermelden_. + +#Oude#, 767, _ouderdom_. Zie CLIGNETT, _Bijdr._, bl. 173, en verg. _Lsp. +gloss._ + +#Over#, in de beteekenis van ons _voor_, het Lat. _pro_, 839, 2803, +#over niet# = _om niet_; 1681, 2981, 3089; en in de adverb. uitdr. #over +waer#, 239, 1384, 1505, 2908.--In de beteekenis van _op_, _over_, +_super_, 523, 963, 971, 973, 993. Zoo ook in de spreekwijs, #over hem +so willet# al, 772, _op hem wil alles neêrploffen_; #over iemen onledich +sijn#, 1314, _met iemand bezig zijn_. Verg. vooral _Lsp. gloss._ + +#Over een#, 146, _met elkander_, _te samen_. Zie _Lsp. gloss._ + +#Over lanc#, 547, 3370, _na langen tijd (van beraad)_. Verg. _Lanc._ II, +44029; III, 4633; _Flor._ 2723; _Franc._ 2835. _Limb._ VI, 1576, leest +men: #over iet lanc#. + +#Overdadich#, 2251, _trotsch_, eigenl. _die meer doet dan een ander_, of +ook, _dan betamelijk is_. Verg. _Ferg._ 4295, 4779. + +#Overdaet#, 137, 469, 499, 2043, 2066, 2310, _ondaad_, _misdaad_. Zie +CLIGNETT, _Bijdr._, bl. 281. Verg. _Lsp. gloss._ + +#Overgroot#, 2397, _zeer groot_. + +#Overstarc#, 1093, _zeer sterk_. Zoo komt #over# dikwerf in +samenstelling met adjectiva voor: b. v. #overveel#, _Lanc._ II, 34030; +#overhovesch#, _Lanc._ II, 38309; #oversoet#, Rose 71; #overscoon#, +_Rose_ 615; #overmoghen#, _Rose_ 628; #overmoedich#, _Rose_ 1385; +#overgroot#, _Rose_ 1641; #overvast#, _Rose_ 4662; enz. enz. + +#Owach#, 3364, _helaas_. + +#Owi#, 306, 925, 1800, 1810, 2158, 2659, 3039, _helaas_. + + +P. + +#Paer#, drukt de vereeniging uit van verschillende deelen tot een +geheel, als #een paer letteren#, 3237, 3331, _een brief_. Zie _Wal._ 2 +Dl., bl. 221-222. + +#Paiment#, 809, _betaling_. + +#Palster#, 372, 2775, 2925, 2967, _pelgrimsstaf_, _staf_. Zie CLIGNETT, +_Bijdr._, bl. 173. + +#Pant doen#, 1269, _leed doen_, _schade toebrengen_. Zie _Lsp. gloss._ + +#Pape#, 726, 811, 825, 1126, _priester_. + +#Pardoen#, 2895, _vergiffenis_. + +#Parc#, 334, _afgesloten ruimte_. Verg. _Wal._ 9927, 8703; _Lanc._ II, +45094; IV, 4637. + +#Parlement#, 2270, _samenspreking_, _bijeenkomst_. Zie HUYD. op _Stoke_, +2 Dl., bl. 80, 387; 3 Dl., bl. 103, 395. + +#Partrijs#, 3142, _patrijs_. Men behoort dus t. a. pl. te lezen: +_partrise_ (: _spise_). + +#Pat#, manl., 633, 3295, _pad_, _voetpad_. + +#Pelgrijn#, 2837, 2842, 2865, _pelgrim_. + +#Pelse#, 352, _het haar van het vel_. (Verg. _Ferg._ 3599, 3911). Zoo +heet het ook in de voorrede tot _Heelu_, vs. 545, van vogels: _dat hen +die plume stoven_. Verg. hier 1717. + +#Pese#, 794, 1317, _touw_. + +#Pijnlic#, 1878, _moeyelijk_. Verg. HUYD. op _Stoke_, 2 Dl., bl. +475-476. + +#Pine#, 230, 371, 573, 743, 1817, 1939, 1952, 1970, 2646, 2977, +_moeite_, _overlast_, _ongemak_. + +#Pinen#, 696, 1298, 1315, 1634, 2322, _moeite doen_, _arbeiden_. + +#Pladijs#, 208, 211, 214, _platvisch_. De vorm is uit het Fr. +overgenomen. Zie Inleid. bl. CXII. + +#Plaidieren#, 1873, _pleiten_, _over en weêr praten_. + +#Plecht#, 2841, _voorspraak_, _bescherming_. Verg. _Theoph._ 932; +_Vander Sielen_, 134. KIL. kent nog _plechten_ in den zin van _lites +agere_. Verg. daarbij V. WIJN op _Heelu_, bl. 30 en 11. + +#Pleghen#, intr., 521, 536, 1223, 2738, 3350, _gewoon zijn_. + +#Pleghen#, trans. met GZ. #Der ere pleghen#, 35, _zich op de eer +toeleggen_, _de eer ter harte nemen_. #Der siele pleghen#, 428, _de ziel +verzorgen_. #Der kindre pleghen#, 1413, _de kinderen verzorgen_. #Siere +seden pleghen#, 1733, _zijne gewoonte in acht nemen_, _opvolgen_. Zie V. +WIJN op _Heelu_, bl. 8-13. + +#Plume#, 1717, _pluimen_, _veêren_. Zie op #Pelse#. + +#Poghen#, 680, 2322, _zijn best doen_. Verg. _Wal._ 2 Dl., bl. 253 in +fine, en _Lsp. gloss._ + +#Point#, 2293, _punt_. #Van pointe te pointe#, _van stukje tot beetje_, +_geheel en al_. + +#Porren#, 1242, _zich in beweging stellen_. Zie HUYD. op _Stoke_, 2 Dl., +bl. 397-399 en 585, of V. WIJN op _Heelu_, bl. 200. + +#Prenden#, part. #ghepronden#, 399, 1541, _aangrijpen_, _rooven_. Zie +_Lsp. gloss._ + +#Prijs#, 2923, 3054, _lof_, _lofspraak_. Zie _Lsp. gloss._ + +#Prihore#, 945, _prior van een klooster_. + +#Prioreit#, 1700, _klooster_ (_prieuré_). + +#Prime#, 385, _morgengebed_. Verg. #Noene#, en zie _Ovl. Ged._, 2 Dl., +bl. 95, vs. 220. + +#Prisen#, 578, _schatten_, _achten_. Zie KILIAEN. + +#Prochiaen#, 764, 830, _die tot eene parochie behoort_, _leek_. + +#Proeven#, 1882, _probare_, _bewijzen_. + +#Proeven#, 662, 2048, _beproeven_. Verg. _Lsp. gloss._ + +#Pute#, 919, _hoer_. #Putensone#, zeer gebruikelijk scheldwoord; zoo ook +in het Oud-Fransch. + +#Puut#, plur. #Pude#, 2308*, _kikvorsch_. CLIGNETT, _Bijdr._, bl. 174. + + +QU. + +#Quaet#, adj., 484, 500, 1906, _slecht_, _verdorven_, _misdadig_. + +#Quaet#, subst., 1801, _booswicht_. Zie _Lsp. gloss._, waar echter ten +onrechte wordt beweerd, dat het plur. #quadien# is. Verg. LEENDERTZ' +beoordeeling van mijn _Epische Versb._, bl. 59-62. + +#Qualic#, adv., 259, 550, _op slechte wijze_. + +#Quansijs# (#Alse#), 2547, „_als dacht hij bij zich selven, als wilde +hij zeggen._” Zie de breedvoerige verklaring van DE VRIES in DE JAGERS +_Archief_, 1 Dl., bl. 72-76. + +#Quedden#, 1108, 2366, _groeten_, „ahd. #quetian#; alts. #queddian#; +eigentlich _anreden_, und von #quëden# (loqui) abgeleitet” (GRIMM, _R. +F._, bl. 273). Zoo ook _Flor._ 2064: „van al den goden _quedde_ hine +overluut,” waar het Fransch, vs. 1579, heeft: „De tous les Diex _l'a +salué_.” Zoo begint ook het charter van 1249, bij SERRURE, _Geschied. +der Letterk. in het Graefsch. Vlaenderen_, bl. 88: „De scepenen van +Bochouta _quedden_ alle degene die dese lettren siyn (_sic_) selen in +onsen Here.” + +#Quellen#, 2202, _in kwelling zijn_, _lijden_. Zoo _Ferg._ 4464. Verg. +_Lsp. gloss._ + +#Quene#, 767, _oude vrouw_. + +#Quite#, met #van# of den gen., 1394, _vrij_, _ontslagen van_. #Quite +worden#, 258, _kwijt worden_, _verliezen_. #Quite sijn#, 355, +_ontslagen_, _verlost zijn van_. #Quite maken#, 2416, _ontrooven_. +#Quite laten#, 2529, 2788, _ontslaan_, _vrij spreken_. Zie _Lsp. gloss._ + +#Quiten scadeloos#, 2948, _vrijmaken van schade_. + + +R. + +#Raden#, 531, _radbraken_. + +#Raden#, #riet#, #gheraden#, 471, 332, 555, 689, _aanraden_. + +#Raet#, doorloopt verschillende beteekenissen. 548, 1195, _raad_, +_raadgeving_. #In gherechten rade#, 1682, _in goeden gemoede_. 2325, _de +vrucht der beraadslaging_, _voornemen_, _opzet_. #Raet vinden#, 543, +_iets bedenken_ (_Ferg._ 4254). #Te rade worden#, 470, _besluiten_. +#Raet hebben#, met GZ., 567, _in zijne keus hebben_. #Hets beter raet#, +1098, _het is beter_. #U es die beste raet#, 1389, _het is 't best voor +u_. #Hier mach in lopen ander raet#, 1905, _hier kan iets anders +gebeuren_. Maar #Raet# is ook _de daad van het raadgeven_. Vandaar: #te +rade roepen#, 1333, _ter beraadslaging bijeen roepen_; #te rade leden#, +2473, _ter beraadslaging heenleiden_. Verg. 2673. Dit geschiedt in +afzondering, in 't geheim, vandaar: #in rade#, 3161, _in 't geheim_. +Verg. hier #Beraden#, en verg. _Flor. gloss._ in #raet#. + +#Rake#, 723, _hark_. KIL. vertaalt het woord door _Rastrum_ et +_Rutabulum_, _Sarculum_. Het Eng. heeft _rake_ in dezelfde bet. + +#Rampineren#, 703, 849, _bespotten_; het Fr. _ramposner_. MAERL. _Sp. +Hist._, 3 Dl., bl. 141, 314; _Lanc._ II, 39273. + +#Rasch#, 2032, _sterk_ (verg. het Eng. _harsh_). _Wal._ 10090; _Lanc._ +IV, 9592, 10056; _Troj. Orl._ (BLOMMAERT, 2 Dl., bl. 95) vs. 194. + +#Raven#, 18, 1860, 2793, _raaf_. _Wal._ 9689. + +#Recht#, adj., 1698, 1707, 1751, _recht_ (van een weg gebezigd: _de +naaste_); 128, 3031, _waar_, _eigenlijk_, _juist_. + +#Recht#, adv., 282, _juist_; 1307, _regelrecht_ (_direkt_). + +#Recht nemen ende gheven#, 529, _zich onderwerpen aan de uitspraak des +regters_. + +#Rechten#, 1382, _oprichten_. Verg. _Lsp. gloss._ + +#Reden# (#Brenghen te#), 1337, eigenl. _tot redelijkheid_, _billijkheid +brengen_. + +#Reinardie#, 2044, _sluwheid_. Zoo ook in 't Fr. _Renart_, 11032, 17035. + +#Rekenen#, 2104, _voorrekenen_, _vertellen_. MAERL. 3 Dl., bl. 158, 182. +Reeds in den _Heliand_: _reckian_. + +#Rentvleesc#, 1522, _rundvleesch_. + +#Ribaut#, 938, _deugniet_. _Wal._ 8141, 9211; _Ferg._ 519. CLIGNETT, +_Bijdr._, bl. 162, en mijn _Specimen_, bl. 126. + +#Rijc#, 1068, _machtig_. Gewoon epitheton van God, zie _Ferg._ 4010, +4400, 4855, 4869. Verg. _D. Gram._ II, 297. + +#Rijcheit#, 2408, _rijkdom_, _schatten_. Verg. _Lsp. gloss._ + +#Rijm#, 2102, _vorst_. _Esopet_, fab. 10, vs. 1; _Rose_ 10274. + +#Rijs#, pl. #risere#, 1679, 3449, _takje_, in 't meervoud _het woud_. +Zie _Lorr. gloss._ of _Specimen_, bl. 124. + +#Rikelijc#, 926, _kostbaar_, _prachtig_. Verg. _Flor. gloss._ + +#Rinc#, 109, 315, 2740, _kring_. _Ferg._ 5307, 5342. + +#Rocke#, 732, 832, 1249, _spinrokken_. + +#Roekeloos#, 2772, roekeloos is hij, die zich om niets bekreunt, +_gewetenloos_. + +#Roeken#, 1120, 1653, _zich om iets bekommeren_, _bekreunen_. + +#Roemen#, 2613, _bluffen_. Zoo heet de winderige hopman bij BREÊROO nog +_Roemer_. + +#Rumen#, 887, 1428, _ontruimen_, _verlaten_, _laten varen_. _Ferg._ +1148; _Flor._ 705. + +#Runen#, 2836, _fluisteren_. Zie _Lsp. gloss._ + +#Rutsen#, 973, _voortschuiven_; het Hoogd. _rutschen_. + + +S. + +#Sachten#, 2882, _verzachten_, _temperen_. MAERL. 3 Dl., bl. 316. + +#Saden#, 591, _verzadigen_, van #sat#. + +#Saen#, 64, 82, 398, 1242, 1440, 1448, 1596, 1949, 2603, 3085, +_spoedig_. + +#Saermeer#, 1916, _in 't vervolg_. Zie mijn art. in den _Konst- en +Letterbode_ van 1845, no. 35. + +#Saghe# (#Sonder#), 1086, _voorzeker_. #Saghe# is een _sprookje_, en de +geheele spreekwijs een der in dit gedicht zoo zeldzaam voorkomende +stoplappen. Verg. _Lsp. gloss._ + +#Saghe#, 395; zoo wordt REINAERT ook genoemd in het Mhd. gedicht, vs. +1482: dô wand der _zage_ sîn verlorn. #Saghe# is _koorts_, zie CLIGNETT, +_Bijdr._, bl. 46. WILLEMS neemt het hier in den zin van _booze pest_, +maar blijkbaar staat het in dien van _lafaard_, _verachtelijk wezen_, in +welke beteekenis het ook in het Mhd. gebruikelijk is, b.v. _Nib. (L.)_, +225, 4; 930, 1; 1523, 2; 1785, 2; 2080, 1. + +#Sake#, 2323, 2665, 2671, _zaak_; 1840, 1885, _rechtszaak_. + +#Saluut#, 2406, _groet_. + +#Sameninghe#, 3016, _verzameling_, _menigte_. Verg. _Lsp. gloss._ + +#Sat#, 561, 610, 634, 1531, 1613, _verzadigd_. Verg. CLIGNETT, _Bijdr._, +bl. 369. + +#Scade#, 3147, _schaduw_. Zie CLIGNETT, _Bijdr._, bl. 30. + +#Scade#, 68, 318, 474, 770, 1284, 1975, _schade_, _verlies_. + +#Scaden#, 1841, _schade veroorzaken_, _benadeelen_. + +#Scalc#, 940, 1787, _loos_, _bedriegelijk_, _slecht_; in beide plaatsen +substantive gebruikt. Zie _Lsp. gloss._ + +#Scalcheit#, 1795, _ondeugd_. _B. van Vergi_, vs. 70. + +#Scame#, 972, 1279, 2689, _schaamte_, _schande_. + +#Scamp#, 1508, _smaad_, _schandelijke bejegening_. _Wal._ 1459, 1468, +2710, 9001. Hetzelfde beteekent + +#Scampie#, 2043. Zie over beiden _Lorr. gloss._ + +#Scare#, 1869, _verzameling_. + +#Scaven#, 2794, _in stilte wegsluipen_. _Stoke_, 2 B, vs. 222; MAERL. 1 +Dl., bl. 285; 3 Dl., bl. 236. + +#Scelden#, 1821, _berispen_; 929, _smaden_; 1836, _verwenschen_; 2007, +_uitschelden_. Zie _Lsp. gloss._ + +#Sceren#, _schertsen_, _spotten_, doorgaans als substantivum, gewoonlijk +in den dat. #in# of #te scerne#, _in scherts_, _tot spot_, 221, 545, +936, 1292. Verg. _Lsp. gloss._ + +#Scerp#, 735, 816, _scherpsnijdend_; 374, 788, _prikkelend_, _ruw_; 784, +_nijdig_. Verg. MAERL. 3 Dl., bl. 217, 218, 227. + +#Scerpe#, 2775, 2830, 2925, 2931, 2965, _reiszak_. Zie MEYER, _Leven van +Jezus_, bl. 378, en verg. MAERL. 3 Dl., bl. 333. + +#Sciere#, 245, 441, 478, 844, 1037, 1238, 2384, 3109, _spoedig_. + +#Sciet#, praet. van #Sceden# (_scheiden_), _vertrekken_, 1431, 1977, +1987. _Ferg._ 702, 1557, 1970, 5312, 5396. Het praesens aldaar 2511. +_Flor._ 3731. + +#Scinen#, 424, 773, 1256, 1269, 1818, _blijken_. Verg. HUYD. op _Stoke_, +2 Dl., bl. 168. + +#Scoien#, 2845, _schoeyen_. WILLEMS noemt dit hier terecht „eene stoute +maer fraeie figuer.” + +#Scole#, 378, bedorven lezing. Misschien _binder sc._, hoewel ik meen, +dat de fout in _scole_ steekt. + +#Scoren#, 338, 740, trans. en intr. _scheuren_. Verg. _Lsp. gloss._ + +#Scouwen#, 939, 2038, 2455, _zien_, _bezien_, _aanschouwen_. Verg. _Lsp. +gloss._ + +#Scraven#, 462, 2384, 2588, _krabben_. CLIGNETT, _Bijdr._, bl. 336. + +#Sculdich#, 1347, _schuldig_ (_strafbaar_); 1883, _schuldig_ +(_verplicht_). + +#Scuvuut#, 2569, _nachtuil_. MAERL. 2 Dl., bl. 323, 348. + +#Scuwen#, 55, _schuwen_, _ontwijken_. + +#Sede#, 243, 3047, _gewoonte_. _Ferg._ 905, 2098. #Te seden#, 666, +eigenl. naar gewoonte, dus _niet buiten de maat, matig_. + +#Seent#, 2718, _synode_. MAERL. 3 Dl., bl. 57. Zie _Lsp. gloss._ + +#Seep#, 895, praet. van #sipen#, _druipen_, dat ook _Ferg._ 731 +voorkomt. Ik meen echter thans de voorkeur te moeten geven aan de lezing +van C. #Liep#. + +#Seer#, 419, _droefheid_. + +#Seer#, adj., 754, 3000, _smartelijk_. + +#Seer#, #sere#, adv. 1375, _zeer_. De compar. is #seerre#, 747. Bij +werkw. van beweging bet. het _hard_, _snel_, b.v. 762. Verg. _Ferg._ +1756, 2341, 2782, 3714, 3807. + +#Seker#, 2451, eigenl. _vast verbonden_, _getrouw_. Verg. HUYD. op +_Stoke_, 3 Dl., bl. 416, en VAN WIJN op _Heelu_, bl. 65. + +#Sekeren#, 609, _toezeggen_, _zweeren_. + +#Selp mij#, 1356, _zoo helpe mij!_ Gewone samensmelting. In het 4 B. van +den _Lanc._: _als hulpe mi_, 1291; _alsulp mi_, 1685, 3723, 4708. + +#Selves# (#Mijns#, #sijns#), 1408, 1428, 1547, 1656, 2525. Versterking +van het possessivum #mijn#, #dijn#. Zoo ook MAERL. 3 Dl., bl. 112, 212. + +#Seriant#, 984, 2424, _dienaar_. Zie CLIGNETT, _Bijdr._, bl. 314. + +#Serich#, 1274, 2462, _bedroefd_. + +#Setten#, met DP. 1677, _opleggen_. + +#Setten al jeghen al#, 738, _het uiterste wagen_, _alle krachten +inspannen_; Fr. _mettre le tout pour le tout_. + +#Sibbe#, 2105, _bloedverwantschap_. Zie _Teuthonista_, Voorr. bl. 33 en +_Mnlp. gloss._ + +#Side# (#An ene#), 2589, _aan kant_, _weg_. Verg. _Wal._ 2 Dl., bl. 205. + +#Siec ende onghesont#, 933. Zie nog andere zoodanige tautologische +uitdrukkingen aangewezen, Inleiding, bl. XXIV. + +#Sien den raet#, 2678, _schikken_, _overleggen_. Verg. #Raet#. + +#Siere#, 10, _zijner_. + +#Sin#, 11, 36, 39, 2136, 2172, 2185, 2479, 2750, 2755, 2812, 2878, 2920, +3368. Een woord van ruime beteekenis, gebruikt voor „den zetel van het +_denken_ zoowel als van het _gevoelen_, van het _weten_, zoowel als van +het _willen_, dus _hoofd_ en _hart_ beiden.” _Lsp. gloss._ + +#Sinken laten#, 1294, _laten vallen_, _laten varen_. + +#Sint#, 78, 264, 356, 1503, _sedert_. + +#Sinxendach#, 41, _Pinksterdag_. + +#Sire priester, Dieu vo saut#, 937; _Sire prestre, Diex vos saut; Heer +priester, dat God u behoede!_ + +#Slach in slach#, 812, 1257, _slag op slag_. Verg. _Lorr. gloss._ + +#Slachten#, 18, 1418, eigenl. _van hetzelfde geslacht zijn_, _gelijken +van gemoed_. Verg. MAERL. 3 Dl., bl. 110. + +#Slaen#, 3413, _treffen_, _neêrdrukken_. + +#Slaen in#, zie #Inslaen#. + +#Slaken#, 3383, terecht door GRIMM, _R. F._, bl. 286, vertaald door +„_remittere_, _laxare_.” Wij gebruiken 't alleen nog van banden en +boeyen. + +#Slavine#, 372, pelgrimskleed. WILLEMS haalt uit DU CANGE het volgende +citaat aan: „Pedes incedens in habitu peregrini, qui vulgo dicitur +_slavina_.” Het woord komt ook voor _Lorr._ I, 1017, 1257; MAERL. 1 Dl., +bl. 340. + +#Slecht#, 454, _effen_, _vlak_, _glad_. _Ferg._ 1185, 1571, 1574. Verg. +CLIGNETT, _Bijdr._, bl. 128. + +#Sleets#, 1280, samentr. van #des leets#, zie op #Leet#. + +#Smeken#, 485, 682, 1804, 2613, 3071, _goede woorden geven_, _fleemen_, +_fraai praten_. Verg. HUYD. op _Stoke_, 2 Dl., bl. 312. + +#Snieme#, 3356, _spoedig_, _weldra_. _Ferg._ 4670, waar het hs. _snieme_ +heeft, zonder _n_; _Flor._ 1203; _Wal._ 8205, 9496, 10250. Verg. HUYD. +op Stoke, 3 Dl., bl. 309-310; MAERL. _Sp. Hist._, 1 Dl., aant. bl. 40. + +#Snoeren#, 2913, _toesnoeren_, _toerijgen_. + +#So#, 648, 725, _alzoo_, _gelijk_; 682, _aldus_. + +#So#, 945, bij eene vraag, _of_; gewoonlijk herhaald: #so -- so#, ook +wel #weder -- so#, en denkelijk ook, zoo als C. heeft, #so weder -- so#. +Verg. HUYD. op _Stoke_, 1 Dl., bl. 24-25, 44; _Flor. gloss._ op #so# en +#weder#; en _Lsp. gloss._ op weder. + +#Sochte doen#, 621, _streelen_. #Sochte# is de vlaamsche vorm voor +#sacht#. Zie b.v. _Flor. gloss._ en MAERL. 3 Dl., bl. 147, 156. + +#Sochten#, part. #ghesocht#, 3413, _bedaren_, _verzachten_. Verg. MAERL. +3 Dl., bl. 316. Intrans. komt het voor _Stoke_, IX, vs. 634. + +#Soe#, 30, 225, 733, 2747, 2849, 3080, _zij_. _Ferg._ 1523, 1526, 1529, +2124. Verg. _Flor. gloss._ + +#Soendinc#, 188, _plechtige verzoening_. Zie HUYD. op _Stoke_, 2 Dl., +bl. 261. + +#Soenen#, 3397, _verzoenen_, _vergoeden_. + +#Soet#, 2300, samentr. van #soe dat#, _zij het_. + +#Soet#, 577, 1287, 3044, _lief en aangenaam_, _lekker_, in verschillende +nuances; 2263, #tsoete lant van Waes#, even als in de Oudfr. gedichten +_doulce France_; 2315, _vriendelijk_. Hoe ruim de beteekenis van #soet# +was, zie men bij CLIGNETT, _Bijdr._, bl. 369. Zoo wordt het bij +toespraak van personen gebruikt, waar wij _lieve_ gebruiken: #soete +vrient#, #neve#, #oom#, enz., b. v. 549, 581, 941, 1125, 1293, 1999; of +nog sterker: #wel soete#, 669, 1437. Verg. het Eng. _sweet_. + +#Soete werden#, met DP., 1492, _aangenaam worden_, _bevallen_. + +#Some#, #som#, 980, 1018, 1898, 2199, _sommige_. + +#Sondelijc#, 836, 2780, _zondig_. + +#Sonder#, adv. 1833, 1944, _zonder_; 50, 214, 799, 2569, 2996, +_uitgezonderd_; conj. 2888 het Hd. _sondern_. Verg. _Lsp. gloss._ + +#Sonderlingh#, 3053, _bijzonder_. + +#Sone#, 1515, 2727, #so en#, d. i. _aldus niet_. + +#Sorghe#, 228, 393, 516, 1311, 1438, 1631, 1990, 2201, _vrees_. + +#Sorghen#, 494, 670, 1114, 1378, _bezorgd zijn_, _vreezen_. Verg. _Lsp. +gloss._ + +#Sorghe# en #sorghen# komen in het slot der na 2308 uitgeworpen plaats +voor in den zin van _voorzorg_ en _verzorgen_. + +#Sout#, 2409, 2444, _soldij_. _Ferg._ 543, 1424. Verg. VAN WIJN op +_Heelu_, bl. 46-48. + +#Spade#, 1480, 2079, 2308*, 2984, _laat_. + +#Spanen#, 2081, _spenen_. + +#Sparen#, 2017, 2991, _sparen_, _achterwege houden of laten_; 1190, +1244, 1332, 2022, 2390, 3310, waar _tijd_ onder verstaan wordt, +_dralen_, _wachten_. Verg. _Ferg._ 2002, 4154. + +#Spel#, _spel_, _jokkernij_. #Te spele tellen#, 2437, _voor eene +kleinigheid achten_. #Uten spele gaen#, met DP., 1585, 1890, _ernst +worden_, _ophouden gekheid te zijn_, _slecht afloopen_, _er erg aan toe +zijn_. Verg. _Lsp. gloss._ + +#Spiker#, 1516, 1519, 1579, _voorraadschuur_. + +#Spille#, 832, _spil van het spintoestel_. Zie _St. Franciscus_, 10054. + +#Spot#, zie #Velspot#. + +#Stade#, zie #Stat#. + +#Staen# in verschillende spreekwijzen, als: #Het staet so#, 630, 1590, +_het is zooverre gekomen_; #Mi staet#, 2191, 2684, _ik moet_, _ik mag_; +#Staen ghevaen#, 688, 717, _gevangen zijn_; #Staen in bate#, 192, +_boeten_, _vergoeden_; #Staen in love#, 196, _geacht worden_; #Staen in +tale#, 283, _spreken_, waarvoor 909, #Sijn in tale#.--Voorts met het +bijdenkbeeld van voortduring: 631, 712, _staan blijven_, _stand houden_. +Verg. _Lsp. gloss._ Zie verder #Stoet# en #Stont#. + +#Staerblint#, 77, _stekeblind_. Zie _Lsp. gloss._ + +#Staf#, 789, 1573, 2931, _stok_. _Wal._ 9235; _Heelu_, 9247; _Velth._ +bl. 248, 249, 251, 254, 257, enz. + +#Stage#, 2737, _staanplaats_. + +#Stac#, praet. van #steken#, 1551, _stooten_. Zie _Lsp. gloss._ + +#Stallecht#, 303, _toorts_, _waschkaars_ (eigenl. _standlicht_). _Wal._ +4511, 4761; _Lanc._ II, 29470; III, 2677, 10384, waar het vs. 10393 +verwisseld wordt met _kersse_. + +#Stan#, praet. van #stenen#, 874, 990, _steunen_, _kermen_. Verg. _Lsp. +gloss._ Het ww. wordt ook zwak verbogen _Lanc._ II, 40919. + +#Stap#, 766, _kruk_. + +#Starc#, #sterc#, 690, 1028, _sterk_, _krachtig_; 333, _vet?_ zoo als +nog in het Hd. + +#Stat#, in gebogen naamv. #stede#, 150, 1614, 2248, _plaats_. #Stade +hebben#, 3296, _gelegenheid hebben_. + +#Steendoot#, 1601, _morsdood_. Zie _Lsp. gloss._ + +#Steken achter#, 2285, eigenl. _achteruit stooten_, dus _overwinnen_. +Verg. _Lsp. gloss._ op #Steken#. + +#Stieren#, 1686, _sturen_, _richten_. Vandaar #stierman#, _Wal._ 9509. +Zie ook #Stieren#, _Parthen. gloss._ + +#Stic#, 1117, _stuk_, _brok_. + +#Stoel#, 2280, _troon_. Verg. _Lodewijks lied_, vs. 6: _stual hier in +Vrankon_. + +#Stoet#, praet. van #staen#, 171, 336, 623, 1213, 2038, _stond_. Impers. +met DP. 931, _gesteld zijn_. Men vindt echter ook het praet.: + +#Stont#, 1256, 1559, 2034. Men lette op de uitdrukking: #hi stont ende +sweech; ende scouwede# (2034, 2038), voor _hij zweeg_, _hij zag_. + +#Strec#, onz. 1202, 1207, 1281, 3387. Verg. _Rose_ 4859, en zie HUYD. op +_Stoke_, 2 Dl., bl. 228. + +#Stringhe#, 841, _touw_, _koord_. MAERL. 3 Dl., bl. 253. + +#Stupe#, 860, slag. Zie KIL. + +#Stuven#, (#stoof#, #ghestoven#) 352, 1717, _uit een stuiven_. Zie op +#Pelse# en #Plume#. + +#Sulc# (beter #selc#?), 176, 722, 1107, _zoodanig een_, _deze -- gene_, +het Fr. _tel_. Gewoonlijk wordt het door _sommige_ vertaald, zie +CLIGNETT, _Bijdr._, bl. 68-69, en _Lsp. gloss._ + +#Sullen#, praet. #soude#, 706, _moeten_. + +#Suver op#, 2098, _geheel en al_, _zoodat er niets overblijft_. + +#Swaer sijn#, 2030, _smerten_. Verg. KIL. op #swaren#; zoo ook in de +uitdr. #mi es die herte swaer#, 2205, _ik heb harteleed_, _verdriet_. +Zoo de spreekwijs #mi es sware te moede#, 310, 2904, _ik heb verdriet_; +evenzoo #swaer doen#, 1041, _verdrieten_. #Pijnlic ende swaer#, 1878, is +in één woord _moeyelijk_. + +#Swaerde#, 1507, _zwoerd_, _de huid van een varken_. Zie KIL. De +verachtelijke uitdrukking door R. gebezigd, is geheel in overeenstemming +met het feit dat hij herinnert; hij had immers den wolf de haren laten +wegschroeyen door middel van kokend water, even als met de varkens +geschiedt. Verg. omtrent de geheele uitdr. MAERL. 3 Dl., bl. 212. + +#Sweren#, 1610, 2274, _zweeren_; 1809, _bezweeren_. #Sweren ende +vloeken#, 1554, _vloeken_. + +#Swinghen#, 795, _slingeren_. Verg. _Mnlp. gloss._ en _Lanc._ II, +13397. + + +T. + +#Tale#, 108, 179, 183, 246, 283, 426, 538, 641, 707, 909, 957, 1009, +1289, 1875, 2781, _spraak_, _gezegde_, _verhaal_. Verg. _Ferg._ 607, +1276, 2132; _Flor._ 20, enz. + +#Tam#, 271, _het vleesch van huisdieren_, in tegenoverstelling van wild. +Zoo _Lanc._ II, 44214. _Wal._ 8784, heeft _them_. + +#Tameer#, 1111, _heden_. Zoo _Ferg._ 744, 751 (waar de uitgave beide +malen #te meer# leest); _Wal._ 1984, 8783, 8785, 10175. Verg. mijn +artikel over #Saermeer#, in den _Letterbode_ van 1845, no. 35. + +#Taverne#, 1291, _herberg_. Verg. CLIGNETT, _Bijdr._, bl. 20; en zie de +beschrijving bij MAERLANT, _Sp. Hist._, 3 Dl., bl. 117. + +#Te#, bij participia met de kracht van ons #ge# of #ver#. #Teblouwen#, +1584, 1827, _geslagen_; #tebroken#, 166, _ge- of verbroken_; #testoort#, +2324, _verstoord_, _vernietigd_. + +#Te hant#, 959, 983, 2300, _terstond_. Zie KIL. + +#Teerst#, 2058, 2380, _terstond_, _zoodra_. + +#Teken#, 163, _litteeken_. + +#Telen# of #Ghetelen#. Het Gothisch kent reeds een ww. _gatilon_, dat +_verkrijgen_ τυγχἁνειν beteekent, en het AS. heeft het zw. ww. _tilian_, +dat BOSWORTH in de eerste beteekenis verklaart als: _to prepare_, +_procure_, _obtain_, _supply_, _seek_. Het grondwoord is in het Goth. +_tils_, dat DIEFENBACH (_Vergleich. Wörterb._, II, 666) verklaart: +„_passend_, _geschickt_,” zoo als BOSWORTH het AS. _til_ vertaalt: +„_good,.... leading to an end;_” wier verwantschap met het HD. _ziel_ in +het oog valt. GRAFF, V, 556 heeft _zilên_, _zilôn_, _gazilôn_, in de +beteekenis van: _niti_, _studere_, _curare_, _parare_, _procurare_, +_quaerere_, _petere_. Ook in het Mnl. beteekent #ghetelen# vooreerst: +_bedoelen_, _zoeken_; dan: _bereiken_, _verwerven_, _vinden_. Zoo hier +2333: #des raets ghetelen#, d.i. _het zoo overleggen_ (verg. #Raet +vinden#). Zoo _Wal._ 6533: + + Weten alle den raet ghesien + Ende _ghetelen_ dat wi ontvlien. + +Met _raet_, hoewel in den acc., staat het ook verbonden, _Mnlp._ II, +3572: + + (Si) _teelden_ enen corten raet. + +Ziehier nog eenige voorbeelden, waaruit deze beteekenis van #ghetelen# +duidelijk in het oog springt. _Franciscus_, 767: + + Dus es hi metter cruce bewaert, + Datti zine siele ter langer vaert + Sonde der crucen bevelen, + Ende hi daerbi soude getelen + Datti uter werelt scame + Seker sceide, ende zonder blame. + +_Lanc._ II, 16485: + + Ic soude gerne des _getelen_, + Dat ic ten tornoye mochte wesen, + +_Lanc._ III, 8375 (van Adam en Eva): + + Ene stemme henlieden (sprac) toe, + Dat si vergaderen souden doe + Beidegadere alse wijf ende man: + Ende hen quam so grote scamenesse an, + Sine wisten hoe dat _getelen_, + Datsi alsoe daer souden spelen, + Daer elc anderen soude sien an. + +De overgang tot de beteekenis van _voortbrengen_ is niet moeyelijk, zoo +gebruiken wij het ww. nog, en reeds _Mnlp._ II, 352, heet het: + + Als dat die juffrou heeft vernomen, + Die yammerscrey, die sy daer _teelde_, + Ende dien rouw, dien sy daer dreef. + +KILIAEN kent het ww. #telen#, niet alleen in de laatste beteekenis, +maar ook in die van _colere agrum_, _exercere tellurem_. De toepassing +op den akker schijnt willekeurig, want in den zin van _verzorgen_ komt +#telen# in den _Reinaert_ voor, en wel met den genit., even als in de +voorbeelden bij GRAFF, b.v. 381, 1692, #miere siele telen#, hetgeen +geheel overeenkomt met 428; #God moet haerre siele pleghen#.--Nog in +eene andere beteekenis vindt men het woord bij _Velthem_, bl. 125: + + Daer ombe onse gepense groet + En bescieten ons niet jeghen die doot. + Wi pensen vore, dit selewi doen, + Ende geven ons daertoe ocsoen, + Dat wi dat volbringen selen; + Dan comt daventure, die niet _getelen_ + En wilt dat die dinc gescie. + +Hier schijnt het _gehengen_ te beteekenen, tenzij men meene, dat #wilt# +in #laet# moet worden veranderd. + +#Tellen#, 2784, _zeggen_, _vertellen_. Verg. _Lsp. gloss._ + +#Temmermans#, 654, _timmerlieden_. Hetzelfde plur. leest men ook _Lanc._ +III, 8623. + +#Terden#, praet. #tart#, 540, 2855, _treden_, in de laatste pl. +_betreden_, welke active beteek. de werkw. die _gaan_ enz. beteekenen +alle aannemen. + +#Tere#, 2245, samentr. voor #te ere#, #te eenre#, #te ener#. + +#Tes#, 1065, 1751, conj. #te des#, _totdat_. + +#Tes papen#, 1833, #te des p.# (#huse#), _in des priesters huis_. + +#Tien# (#teech#, #gheteghen#) #an#, 2066, 2243, _aantijgen_, _te laste +leggen_. Zie _Lsp. gloss._; _Wal._ 5583, 5813. + +#Toe#, 2383, (_ergens_) _heen_; #daer toe gheraken#, _er heen komen_. + +#Toe#, 2525, _daarenboven_. KAUSLER, I, 1119. + +#Toebringhen#, 1534, _tot stand brengen_, _verrichten_, _veroorzaken_. +Zie _Lsp. gloss._ + +#Toegaen#, 675, _ergens op los gaan_. Verg. #Nu toe#. + +#Toghel#, 1166, _teugel_. _Ferg._ 333, 2473. De uitdrukking hier +gebruikt is eene epische formule, in de Oudfransche gedichten dikwerf +voorkomende: _Onques n'i ot resne tenu._ + +#Toghen#, 372, 1092, 2119, 2622, _toonen_. Vs. 2662 moet wellicht +#tughen# gelezen worden, dat men b.v. in den _Mnlp._ leest voor +_getuigen_. + +#Top#, 948, eigenl. het bovenste gedeelte van iets, KIL. _fastigium_, +_cacumen_, hier _de kruin_. Verg. _Lsp. gloss._ + +#Toren#, 913, 915, 1295, 1796, 2910, _verdriet_, _leed_. Verg. CLIGNETT, +_Bijdr._, bl. 16. + +#Torment#, 2192, _pijniging_. + +#Treke#, 1814, 2224, 3262, _booze streek_, _bedriegelijke handelwijs_. +Verg. CLIGNETT, _Bijdr._, bl. 309, en _Flor. gloss._ + +#Trekere#, 129, _bedrieger_. + +#Trecken#, 1664, #In weet werwaert ghi dit trect#, _ik weet niet waar +gij daarmeê heen wilt_. Zie verschillende spreekwijzen waarin #trecken# +gebruikt wordt, _Lsp. gloss._ + +#Troosten#, 3178, _vertrouwen inboezemen_. Zie _Lorr. gloss._ + +#Trouwe#. #Bi uwer trouwe#, 590, _bij het vertrouwen dat gij in mij +stellen moogt_; 1724, 2155, #Bi (in) rechter trouwe#, _in waarheid_; +ongeveer hetzelfde als #entrouwen#, 252. + +#Tuun#, 646, 2027, _heg_. Verg. _Heelu_, 2078. + +#Tuun#, 1910, _zangwijs_ (Eng. _tune_). Hier spreekwoordelijk gebruikt, +even als _Reinhart_ 1979: Reinhart kunde manegen dôn. + +#Tuwaert#, 2670, _tot u_. + +#Tweer#, 313, gen. van #twee#. + +#Twi#, 1198, 1908, 1917, 2308*, 2889, 3191, _waarom_. Zie _Lsp. gloss._ + +#Twifelen#, impers. met DP. en GZ., 1838. Verg. _Doct. gloss._ + +#Twint niet#, 2017, _in 't geheel niet_. Zie DE JAGER, _Verscheid._, bl. +251-259. + + +U. + +#Up#, _op_, als plaats- en tijdsbepaling: 1621, 1640; #up ene wile#, +1823, _op het oogenblik_; #up Isengrijn#, 1559, _tot bij Is._--2o. Als +betrekking tusschen personen of zaken: #hem ghereden up een claghen#, +1762, _zich gereed maken tot klagen_; #wreken up haer leven#, 1797; #up +ghenade#, 1694, _in hope van genade_. Zie _Lsp. gloss._ in #Op#. + +#Up dat#, 1424, _indien maar_. Zie _Lsp. gloss._ in #Op dat#. + +#Upgaen#, 61, _beginnen_. + +#Upgheven#, 2543, _overleveren_, _opgeven_. + +#Upheffen#, 1568, _opheffen_; 156, 274, 1263, _verheffen_, _beginnen_. +Verg. _Wal._ 2 Dl., bl. 189, en zie _Rose_ 38; _Lanc._ III, 6452, 6603. +Het #uphief# vs. 2176, komt mij te verdacht voor om eene verklaring er +van te beproeven. + +#Uplesen#, 211, eigenl. _opzoeken_, vandaar _wegnemen_. Zie _Flor._ +2259. + +#Up werden#, 1647, _haastig opschieten_. _Ferg._ 247, 253, 1536, 2259. +Zoo #worden jeghen#. MAERL. 3 Dl., bl. 222. + +#Uutleken# (#uutlac#), 808, _uitlekken_, _uitvloeyen_. Zie op #Lac#. + + +V. + +#Va#, imperat. van #vaen#, 1555; waarvoor 1544 #vanc#, over welke +laatste vorm zie DE JAGER, _Taalk. Mag._, IV, 691. + +#Vaen# (#vinc#, #ghevaen#), 688, 711, 878, 922, 1234, 1469, 1579, 1872, +_vangen_. + +#Vaer#, #vare#, 1627, 2305, 2308*, 2631, 2957, _vrees_. Zie CLIGNETT, +_Bijdr._, bl. 166. + +#Vaert#, 153, 869, 970, 1040, 1043, 1105, 2161, 2604, 2626, _gang_, +_beweging_, _reis_; 1698, _weg_; #uptie vaert#, 497, 3301, _op weg_. +Verg. _Lsp. gloss._ + +#Vandet mi gheraden#, 1453, _raad mij_, _geef mij raad_. Zoo wordt +de imperat. van #vanden# dikwerf bij een infinitivus gevoegd om den +optativus of imperativus aan te duiden. B. v. _Wal._ 1527, 1530, 2185, +2758, 4024, 4243, 4246, 4691, 4838, 4900. 5574. Verg. HUYD. op _Stoke_, +2 Dl., bl. 557-558, en _Lsp. gloss._ Het ww. #vanden# is afgeleid van +#vinden#, en komt gewoonlijk voor in den zin van #gaen vinden#, d. i. +#bezoeken#, zie CLIGNETT, _Bijdr._, bl. 137-140. Zoo wordt het reeds +gebruikt in het Oud-Saksisch, zie KÖNES _Heliand_, bl. 430. ZIEMANN +wijst op een Mhd. #vanten#, Oud-Hd. #fanton#, in de beteek. van +_tentare_, gelijk ook BOSWORTH het AS. #fandian# verklaart: _to try_, +_tempt_. Dit is de eigenlijke kracht van ons #vant#, #vandet#. De +conjunct, #hi vande# komt voor _Wal._ 5613 en 5617, in welk gedicht ook +de infinit. wordt aangetroffen, 5019: + + Ic sal over al + _Vanden_ proeven mijn gheval. + +#Vane#, 729, 763, 813, _vaan_, _vaandel_. + +#Varen# (#voer#, #ghevaren#), 285, 1609, 1639, 2018, 2022, 2254, 3174, +_gaan_. #Hets mi wel ghevaren#, 903, _het is mij goed gegaan_, _ik heb +geluk_. + +#Vast#, adj. en adv., 145, 695, 1203, 1887, 1940, 2657, 2839, 2860, +3441, _stevig_; 341, _gedurig_, _zonder van plaats te veranderen_. + +#Vaste#, adv., 704, _spoedig_. Verg. _Wal._ 9495, 9751. + +#Vastelike#, adv., 814, _snel_, en dus _met kracht_. + +#Vederslach#, 1867, _het slaan met de vederen_. Van menschen heet het +#hantgheslach#. Zie b.v. MAERL. 1 Dl., bl. 300; _Wal._ 9835, 10822. + +#Veel#, met GZ., 1942. + +#Vele#, bij adv. in de bet. van ons _zeer_ (_admodum_), #vele sere#, +762; #vele saen#, 3158. + +#Velspot#, 2829, _stuk van het vel_. Verg. het Eng. _spot of ground_. + +#Verbelghen# (#Hem#), (#verbalch#, #verbolghen#), 2617, _zich belgen_, +_opstuiven_. _Francisc._ 5455. + +#Verbolghenlike#, 179, verbolgen, driftig. + +#Verbiten#, 463, 2091, 2098, 2308*, 3108, 3431, _dood bijten_. Zie _Lsp. +gloss._ + +#Verboort#, 786, _verbeurd_, _verboden_. + +#Verderven#, 667, _bederven_, _in 't verderf brengen_, hier _ziek +maken_. + +#Verdooft#, 818, _bedwelmd_, _verbijsterd_. Verg. _Lsp. gloss._ + +#Verdoren#, 677, 1636, 2055, 2170, 3055, _begekken_. 1741 is de lezing +#verdoort#, door GR. in den tekst gebracht, stellig af te keuren. Moet +men daar ook lezen #becoort#? van #becoren#, _in verzoeking brengen_. + +#Vergaen#, impers. met DP., _geschieden_, in de spreekw. #wel#, #te +scande#, #tonnere vergaen#, 1039, 1267, 1494, 3280. Verg. _Flor._ 168, +835. + +#Vergaen#, 323, _te niet gaan_. + +#Vergheten#, met GZ., 2650. + +#Vergheven#, 616, 1224, 2661, vooral in den wensch: #vergave God!# +_geven_. Verg. _Lsp. gloss._ + +#Vergheven#, 378, _afstand van iets doen_. Verg. #Begheven#, en zie +ZIEMANN op #Vergeben#. + +#Vergheven#, met DP. en AZ., 2523, _vergiffenis schenken_. + +#Verhanghen#, 3081, _door ophanging ter dood brengen_. + +#Verheven#, 1557, praet. van #verheffen#, _opheffen_. + +#Verhoeren#, 73, _tot hoer maken_. _Theoph._ 1432. + +#Verhoghen#, 3122, _verheugd maken_. Zie _Lsp. gloss._ + +#Verhelen# (#verhal#, #verholen#), 255, _verzwijgen_, _geheim houden_. +Vandaar: + +#Verholen#, 2151, 2248, 2291, _heimelijk_, _geheim_. + +#Verholenlike#, adj. en adv., 891, 1520, 2401, 2406, 3269, _heimelijk_. + +#Verhoren#, 534, 2145, _hooren_, _vernemen_. Zie _Lsp. gloss._ + +#Verlanesse#, 2062, samentr. van #verlatenesse#, _vergiffenis_. Verg. +_Lsp. gloss._ Het ww. #verlaten# in den zin van _kwijtschelden_, MAERL. +3 Dl., bl. 8. + +#Verloos#, 254, praet. van #verliesen#. + +#Verloren#, 696, _verloren_, in den zin van _te vergeefs_. + +#Verloven#, 1448, eigenl. het tegenovergestelde van #beloven#, dus +_belooven niet te doen_, en zoo komt het ook voor _Lorr._ II, 2988; +verg. ook ZIEMANN op #Verloben#. Vandaar _met eede belooven iets niet te +doen_, _afzweeren_. Zoo is het hier gebezigd, en zoo komt het ook voor +_Limb._ V, 152. + +#Vermalendien#, 490, part. #vermalendijt#, 916, _vervloeken_, +_verdoemen_. Verg. MAERL. 3 Dl., bl. 175, 229; _Ferg._ 3164; en zie +_Lsp. gloss._ + +#Vermanen#, 1979, _verzoeken_, _aanmanen_. Verg. _Lorr. gloss._ + +#Vermerren#, 1377, _met marren, toeven, laten voorbijgaan_. + +#Vermoghen#, 2100, _aan kunnen_, _sterker zijn dan iemand_. _Troj. Orl._ +(_Ovl. Ged._, 1 Dl., bl. 18), vs. 1524; _Lorr._ II, 4263. + +#Vernemen# (#vernam#, #vernomen#), 520, 711, 911, 978, 1046, 1574, 2362, +2461, 2549, 3233, _waarnemen (met de oogen)_, _zien_; 3081, 3216, +_vernemen_, _hooren_. + +#Vernoi#, 1279, 1942, 1995, 2886, _verdriet_. Zie _Lsp. gloss._ + +#Vernoien#, 3, 1370, 1672, _verdrieten_, _leed doen_; 3198 meer in den +zin van _beangstigen_. Verg. HUYD. op _Stoke_, 2 Dl., bl. 467. + +#Veronnen#, 260, _ten kwade duiden_. _Lorr._ I, 2032. Verg. HUYD. op +_Stoke_, 3 Dl., bl. 310. + +#Veronwerden#, 2252, _verachten_. _St. Franc._ 8214. + +#Verpinen#, 867, _afmatten_, _tot het uiterste vermoeyen_. Zie _Flor._ +1853. + +#Verraden#, 1654, 1746, 2196, 2790, 3095, _arglistig ten val brengen_. +_Ferg._ 2944. Verg. HUYD. op _Stoke_, 2 Dl., bl. 312. + +#Verre#, 2813, 3355, 3365, 3385, _lang_, _veel_. Verg. KIL. + +#Versaden#, 212, _verzadigen_. Verg. #Sat#. + +#Versamet#, 57, praet. van #versamen#, _zich verzamelen_. Zie _Lsp. +gloss._, en verg. _Mnl. Versb._, bl. 132-133. + +#Versach#, zie #Versien#. + +#Verseren#, 1924, _bedroeven_. Verg. #Sere#. + +#Versceden#, trans. 262, _scheiden_, _uit een doen_, _ontwarren_; 880, +intr. _scheiden_, _weggaan_. Verg. _Lsp. gloss._ + +#Verscroven#, 925, _ellendig_, _gemeen_. Zie _Lsp. gloss._; MAERL. 3 +Dl., bl. 40, vs. 113. + +#Versien# (#versach#), 710, 1328, 2124, _zien_. Zie HUYD. op _Stoke_, 2 +Dl., bl. 104. + +#Verslant#, 2308*, praet. van #verslenden#, d. i. _verslinden_. MAERL. 3 +Dl., bl. 223, 233, 312. + +#Versoenen#, 3402, _verzoenen_, _vergoeden_. Verg. #Soenen#. + +#Verspreken#, 1827, _beschimpen_. _Ferg._ 1030, 4733. Verg. HUYD. op +_Stoke_, 2 Dl., bl. 491. + +#Verspringhen#, 819, _wegspringen_. + +#Verstoet#, praet. van #verstaen#, 1900, _vernemen_. + +#Verstoten#, 2335, _omverstooten_, _verdrijven_. _Flor._ 1723. +Gebruikelijker is #Versteken# in dien zin, zie _Lorr. gloss._ + +#Versuchten#, 990, _zuchten_. _Ferg._ 1360: Si verscoet (dus 't hs.) +dicke ende _versochte_. Verg. _Flor. gloss._ + +#Versweren#, 1690, 3154, _afzweren_. Verg. HUYD. op _Stoke_, 2 Dl., bl. +545. + +#Verwaten#, 354, 853, 2712, _vervloeken_. Zie HUYD. op _Stoke_, 3 Dl., +bl. 231, en _Proeve_, 3 Dl., bl. 91-93. + +#Verwendelic#, 1067, _overmoedig_. Zie _Lsp. gloss._ op #Verweenthede#. + +#Verwinnen#, 1480, _overwinnen_, _te boven komen_. _Flor._ 816. + +#Vete#, 2177, _vijandschap_. + +#Vier#, 1237, 1248, _vuur_. + +#Vieren#, 1685, _rusten_. Zie HUYD. op _Stoke_, 3 Dl., bl. 55. + +#Vigilie#, 431, 440, 450, _lijkdienst_, „_funeralia, cantus feralis_” +KIL. _Franc._ 8419, 9312. + +#Vinden# (#Raet#), 543, zie #Raet#. + +#Vite#, 7, _levensbeschrijving_. Verg. DE JAGERS _Taalk. Mag._, 4 Dl., +bl. 75. + +#Viwergat#, 1646, _schoorsteen_. Verg. de aant. bl. 61. + +#Vleeschsmout#, 379, _vet_. + +#Vleghel#, 723, _dorschvlegel_. + +#Vlien#, 758, _vlieden_. Zie _Lsp. gloss._ op #Vloe#. + +#Vliet#, 827, _vliet_, _vloeyend water_. + +#Vloeken#, 856, _vervloeken_, _verwenschen_. + +#Vloghel#, 1050, _vleugel_. + +#Vlotten#, 831, _in 't water drijven_. + +#Voghelijn#, 2571, 3143, _vogeltje_. _Ferg._ 1099, waar in 't hs. de +tweede _l_ ontbr. + +#Vordere#, 679, _de voorste_. Het is eigenl. de compar. van _voor_. + +#Vorderhant hebben#, 1792, _in aanzien staan_. MAERL. 3 Dl., bl. 122. + +#Voren# (#Te#), 922, 928, _vooraf_ (_zonder dat het u eenige moeite +heeft gekost_). + +#Voren# (#Doen te#), 797, _overtreffen_. _Troj. Orl._ (_Ovl. Ged._, 1 +Dl., bl. 33), vs. 2774; bl. 98, vs. 486, 500. #Te voren# in den zin van +_bij uitnemendheid_, leest men MAERL. 3 Dl., bl. 190. + +#Vorst#, 103, 254, _winterkoude_. + +#Vorst#, 3131, _bovenste dwarsbalk (van de galg)_. + +#Vort#, 1688, _voorts_. + +#Vortbringhen#, 1877, 2165, 2204, _voor den dag brengen_, _mededeelen_. +Zie _Lsp. gloss._ Verg. wegens de samentr. #brincse# _Mnl. Versb._, bl. +119 vlgg. + +#Vortdraghen#, 1343, _doen voortgaan_, _in stand houden_. + +#Vortmeer#, 2484, _in 't vervolg_; 380, _nu_. Zie mijn art. over +_Saren_, enz. in den _Letterb._ van 1845, no. 35. + +#Vorwaertmeer#, 376, _voortaan_, _van nu af_. Zie t. l. a. pl. + +#Vorttrecken#, 3359, _voor den dag halen_. + +#Vorworde#, 2512, _voorwaarde_, _het vooraf bepaalde_. + +#Vreischen#, 1582, _vernemen_. Zie HUYD. op _Stoke_, 1 Dl., bl. 264-265. + +#Vremt#, 2295, _zonderling_. Verg. _Flor._ 2503, 277. + +#Vri#, 1072, 3221, _edel_. Zie V. WIJN op _Heelu_, bl. 159-161. + +#Vrihede#, 3437, _privilegie_. + +#Vroe#, 2288, _vroeg_. Zie _Lsp. gloss._ + +#Vro#, 1048, 2260, 2556, 2683, _verblijd_, _verheugd_, _vrolijk_. + +#Vrome#, 474, 630, 1074, 2320, _voordeel_, _baat_, _nut_. Zie _Lsp. +gloss._ + +#Vromen#, 962, 1841, _baten_, _tot voordeel strekken_. + +#Vrouwe#, 297, 831, 1865, _vrouw_, _domina_, eeretitel, even als #heer# +voor mannen. Zie HUYD. op _Stoke_, 1 Dl., bl. 52. + +#Vruchten#, 559, 2308*, 3020, _vreezen_, _duchten_. + +#Vulsegghen#, 2221, _uitspreken_, _voluit zeggen_. Verg. _Lsp. gloss._ + +#Vulscriven#, 6, _volledig beschreven_. + + +W. + +#Wachten#, 2340, _bewaken_, _gadeslaan_. Verg. _Lsp. gloss._ + +#Waen#, in de spreekwijzen: #na minen wane#, 298, 1235, _naar mijne +meening_; en #sonder waen#, 90, 636, 900, 1096, 1387, 2514, _met +zekerheid_, _stellig_, gewone verzekeringsformule. + +#Waen#, 1199, 2147, _van waar_. Correllativum van #waer#. Zie GRIMM, +_D.Gr._, 3 Dl., bl. 193 vlgg. + +#Waert#, in samenstelling met substantiva, voorafgegaan door te, geeft +de beweging te kennen naar het voorwerp door het subst. uitgedrukt: #te +beddewaert#, #te hovewaert#, enz., b. v. 533, 540, 708, 870, 1307, 1321, +1374, 1686, 2797. In samenstelling met adverbia ontbreekt #te#, als +#nederwaert#, 890, _naar beneden_. + +#Waert hebben#, 1816, _hoogschatten_, _vereeren_. Zie _Lsp. gloss._ + +#Wale#, adv., 180, 462, 801, 1010, 1078, 3124, _wel_. + +#Walsc#, 8, _Fransch_. + +#Walschen#, 1461, _Fransch spreken, brabbelen_. Verg. de aant. van HUYD. +op _Stoke_, 2 Dl., bl. 435. + +#Wanen#, 46, 277, 594, 625, 671, 697, 906, 950, 1059, 1104, 1129, 1498, +1527, 1760, 1822, 2036, 2188, 2327, 3001, _meenen_, _glooven_. + +#Wanc#, 1199, _weifeling_, _wankelmoedigheid_. Zie _Lsp. gloss._ + +#Wanconnen#, met GZ., 1925, _misduiden_, _boos zijn over iets_. _Flor._ +1147, 1168; _Wal._ 5252; _Lanc._ II, 15507. + +#Wanconst#, 907, 2524, _toorn_, _vijandschap_. Zie _Lorr. gloss._ Zie +over de konstruktie der laatste plaats _Lsp. gloss._ op #Vergheven#. + +#Wandelinghe#, 2711, 3044, _omgang_. _Lorr._ I, 1977; _Ferg._ 1040. + +#Wandren#, 2110, 2721, _loopen_, _verkeeren_. _St. Franc._ 1424; MAERL. +3 Dl., bl. 235. + +#Wareltere#, 2330, _wereltsch (uiterlijk) aanzien_. _Wal._ 8009, 8061; +_Troj. Orl._ (_Ovl. Ged._, 1 Dl., bl. 33) vs. 2815. + +#Waren# (#Te --#), 603, #twaren#, 370, _voorzeker_. + +#Warf#, bij getalsnamen ons _keer_ of _maal_; b.v. 348, 1007. + +#Warmhede#, 537, _warmte_. Verg. _Lsp. gloss._ + +#Wart#, praet van #werden#, 107, 818, 1048, 1336, 2112; in 't rijm +#waert#, 974, 1205. + +#Wart#, in de spreekw. #Hi wart toten viere#, 1237, _hij snelde naar het +vuur_. Verg. #Up werden#. + +#Wat#, met G., 943, _welk_. MAERL. 3 Dl., bl. 86. Over de konstr. zie +_Wal._ 2 Dl., bl. 239. Zoo ook MAERL. 3 Dl., bl. 281, 298. + +#Watervar#, 1863 (_zeker dier, maar welk?_) + +#Wattan#, 245, 1033, 1296, 2936, _wat dan_, _welnu_. _Limb._ III, 570; +V, 341; _Velth._ bl. 72; _Troj. Orl._ (_Ovl. Ged._, 2 Dl., bl. 89) vs. +1281. + +#Weden#, 1703, 1711, _weiden_. + +#Weder#, 2117, _schaap_. Zie CLIGNETT, _Bijdr._, bl. 269. + +#Weder#, 708, 1319, 1526, 1731, 2668, _wederom_. + +#Weder#, adv., 2662, _tegen_. MAERL. 3 Dl., bl. 255, 256, 264. + +#Wederkeer# (#Sonder --#), 2308*, _onveranderlijk_. + +#Wederkeer# (#Doen enen#), 1728, 2672, _terugkeeren_. + +#Wederlonen#, 492, _vergelden_. + +#Wedersegghen#, 2283, _tegenspreken_, _zich verzetten_. _Lsp. gloss._ + +#Wederscouwen#, 2746 _terugzien_. Verg. #Scouwen#. + +#Wedertale# (#Tale ende --#), 1009, _hetgeen over en weêr gezegd wordt_. +#Wedertale# is _antwoord_. + +#Wee worden#, met DP., 3218, _smartelijk aangedaan worden_. + +#Wegghe#, 653, 681, _wig_ (_cuneus_). + +#Wel sijn#, 195, _in gunst staan_. + +#Welgheboren#, 2314, _edel_. Verg. HUYD. op _Stoke_, 3 Dl., bl. 126. Het +is eigenl. het Fr. _debonnaire_. + +#Welpekijn#, 1366, 1430, 3066, 3204, _welpje_. Zie over #welp#, +CLIGNETT, _Bijdr._, bl. 56-57. + +#Wentelen#, 975, 981, _buitelen_. + +#Werelt#. #Al mocht hem al die werelt vromen#, 962, _al mocht hij er +zooveel baat bij hebben als de wereld groot is_. _Troj. Orl._ (_Ovl. +Ged._, 1 Dl., bl. 29) vs. 2443. + +#Wernen#, 190, _weigeren_. Zie _Lsp. gloss._ + +#Wers#, _slechter_. #Te wers hem#, 1549, is het Fr. _tant pis pour lui_. +Verg. _Ferg._ 2360; _Car. El._ 1324. Zie het woord _Lanc._ II, 15394, +15515; _Lorr._ I, 1117; en verg. _Heim. der Heim._, bl. 329. + +#Werwaert#, 1664, _waarheen_, _werwaarts_. + +#Wet#, #wit#, 1151, 3362, _godsdienst_. Verg. _Flor._ 195, 243. De +uitdr. #Bi miere wet#, _bij al wat mij heilig is!_ Verg. HOFFMANN, op +_Car. El._, bl. 61 in fine. + +#Wicht#, 1027, 3385, eigenl. _kind_. Het adj. wijzigt de beteekenis. +Verg. _Stoke_, 7 B., vs. 59; 10 B., vs. 342; SERRURE, _Vadert. Mus._, +1 Dl., bl. 68; _Ferg._ 3511. + +#Wide#, 294, _wijd_, _alom_; #wide mare#, _wijd beroemd_. + +#Wie so#, 769, _wie_. Zie HUYD. op _Stoke_, 1 Dl., bl. 44. + +#Wijf#, 73, 95, 235, enz. _vrouw_, _uxor_. + +#Wile#, 815, 863, 975, 1823, _wijl_, _tijdsruimte_. #Die wile#, 842, +_terwijl_. Verg. _Lsp. gloss._ + +#Wilen#, adv., 296, 2544; #wilen eer#, 101, _eertijds_, _weleer_. + +#Wille# (#Staen te sinen#), zie #Staen#. + +#Willecome#, 629, 1073, 3255, _welkom_, eigenl. _welgekomen_. + +#Willen#, 583, _zullen_. Verg. de verwisseling in 't Eng. + +#Wiltbraet#, 1218, _wild_, het Hd. _Wiltprett_. + +#Winnen# (#wan#, #ghewonnen#), 1792, _verwerven_. + +#Wise#, _wijze_, in de spreekw. #In eens arems siecs wise#, 1324, die +beteekent: _met het voorkomen van een armen zieke_. Even zoo gebruikt +het Oudfransch _En guise de_. + +#Wisen# (praet. #wijsde#), 2475, _aanwijzen_. + +#Wisen ende leren#, 2076, _onderrichten_. De spreekwijs is zeer gewoon, +b.v. _Lorr._ I, 1695. Zie voorts CLIGNETT, _Bijdr._, bl. 8, of _Flor. +gloss._ + +#Wisen# (praet. #wijsde#), 167, 1886, _uitwijzen_. Zie _Lsp. gloss._ + +#Wisse#, 224, _een touw_, _een strop_ (_restis_ KIL.). _Parth._ (ed. +MASSMANN), bl. 42, vs. 24. + +#Woestine#, 503, 508, 2645, _eenzame, onbewoonde plaats_. _Ferg._ 1048. + +#Wonderen#, impers. met DP., 2627, #mi wondert#, _het verwondert mij_. +Zie _Lsp. gloss._ + +#Wordekijn#, 2219, _woordje_. + +#Wouden#, zie #Ghewouden#. + +#Wout#, 2090, 2298, 2854, _bosch_, _woud_. + +#Wrake#, 1849, _gerechtelijke genoegdoening_, _straf_. Zie ZIEMANN op +#Rache#. + +#Wreet#, 2097, 3017, _moorddadig_, _gebeten op iemand_. _Flor._ 3522. + +#Wrochte#, praet. van #werken#, 1338, #bewerkte#, _Ferg._ 1216; de vorm +#wrochte# schijnt de gewone, zie _Parthen._ 68, vs. 4, en _Lorr._, +_Lsp._, _Franc. gloss._ + +#Wroeghen#, 113, 1791, 2231, _beschuldigen_, _aanklagen_; 1209, _bekend +maken_, _verraden_. Zoo _Lanc._ II, 13294: Hi seide: „Ne _wroeget_ niet +mi wie ic ben”, waar het Fransch heeft: „ne dites mon non, ne ne feites +savoir qui je sui.” + + + + +VERBETERINGEN EN BIJVOEGSELS. + + +IN DEN TEKST. + + Vs. 113 _bebbe_ lees _hebbe_ + „ 255 _het_ l. _bet_ + „ 1126 _eene_ l. _een_ + „ 1689 l. _Besc. hem soude ghen._ + „ 1741 _verdoort_ l. _becoort_(?) + „ 3141-2 l. _spise: partrise_ + + +IN HET GLOSSARIUM. + +#Cloet#, 786, 792, _lange stok_, _polsstok_. Zie KIL. + +#Colne# (#Van --#) #tote Meie#, 2619. GRIMM zegt, _R. F._, bl. XCII, +„Scherzhaft wird _örtliche_ und _zeitliche_ bestimmung _gemischt_; +noch heute hört man in Oberdeutschland „zwischen _pfingsten_ und +_Strassburg_.” Dieser witzige ausdruck reicht also schon in das +12 jh. hinauf. „Inter _pascha Remisque_,” _Reinardus_ II, 690; +„inter _Cluniacum_ et _sancti festa Johannis_ obit”, IV, 970...... +In den Niederlanden: „van _Aken tot paschen_ (TUINMAN, _Spreekw._, +I, 334); wahrscheinlich ist auch „van _Colne_ tote _Meie_” so zu +nehmen.”--WILLEMS voert nog de fransche spreekwijs aan: „Cela s'est +passé entre _Maubeuge_ et la _Pentecôte_.” + +#Leie#, 2620, _de rivier de Leye_. De spreekwijs beteekent: „Meent gij +dat ik u van den weg wil afbrengen, om den tuin leiden?” + + + + + +---------------------------------------------+ + | | + | OPMERKINGEN VAN DE BEWERKER: | + | | + | De volgende correcties zijn in de tekst | + | aangebracht: | + | | + | Bron (B:) -- Correctie (C:) | + | | + | B: niet verwonderen zoo nu en dan | + | C: niet verwonderen dat zoo nu en dan | + | B: gegeven, kunnnen wij overgaan tot | + | C: gegeven, kunnen wij overgaan tot | + | B: Met de annwijzing der plaatse | + | C: Met de aanwijzing der plaatse | + | B: hier duideijk het plan | + | C: hier duidelijk het plan | + | B: laatze b.v. altijd op paarden | + | C: laat ze b.v. altijd op paarden | + | B: le sujet n'à pas encore | + | C: le sujet n'a pas encore | + | B: beschuldiging, vs. 125-169, weet ik | + | C: beschuldiging, vs. 126-169, weet ik | + | B: hem in een »lardier gebracht, | + | C: hem in een »lardier” gebracht, | + | B: cosin, 1517. | + | C: cosin, 1571. | + | B: bloeide van 1449-1171, en stierf | + | C: bloeide van 1149-1171, en stierf | + | B: [22] R. F., pag. CLV. | + | C: [22] _R. F._, pag. CLV. | + | B: que du XIV siècle.... | + | C: que du XIVe siècle.... | + | B: Onmogelijk kan _de Alexander_ eerst | + | C: Onmogelijk kan de _Alexander_ eerst | + | B: Nu laetste springhen ende | + | C: Nu laetse springhen ende | + | B: Dat hi mi van hem verdreef, | + | C: Dat hi mi met van hem verdreef, | + | B: waen quam u dese scat? | + | C: waen quam u dese scat?” | + | B: sechstu mi waer! | + | C: sechstu mi waer!” | + | B: --»Waer? sprac Reinaert, vraechdi | + | C: --»Waer?” sprac Reinaert, »vraechdi | + | B: cater_; 138 _Cuwaerde | + | C: cater_; 138: _Cuwaerde | + | B: Vs. 381: _sine_ | + | C: Vs. 281: _sine_ | + | B: estes-vos, Tyber li chaz?_ | + | C: estes-vos, Tyber li chaz?_” | + | B: G. Bruuns, vs. 2468. D. Brune, | + | C: G. Bruuns, vs. 2444. D. Brune, | + | B: 961, 988, 3390. G. Brunen, | + | C: 961, 988, 3391. G. Brunen, | + | B: doch zie vs. 2544-4 | + | C: doch zie vs. 2544-5 | + | B: 2761, 2882. Zie HUYD. op | + | C: 2761, 2881. Zie HUYD. op | + | B: 2198, 2977, 2313. Het | + | C: 2198, 2977, 3213. Het | + | B: 540, 1063, 1623, 2240, 2399, | + | C: 540, 1063, 1633, 2240, 2399, | + | B: 2154, 2573, 2806, 3170, _door_; | + | C: 2154, 2573, 2608, 3170, _door_; | + | B: K. 52; _Mlnp._ II, 4105. | + | C: K. 52; _Mnlp._ II, 4105. | + | B: Verg. GRIMM, D. M., bl. 586. | + | C: Verg. GRIMM, _D. M._, bl. 586. | + | B: #Ghedichte#, 813, adv. _dicht | + | C: #Ghedichte#, 812, adv. _dicht | + | B: 4227. _Wal._ 2139. 3119, | + | C: 4227. _Wal._ 2139, 3119, | + | B: _Stoke_ 7 B, vs. 466, en | + | C: _Stoke_ 7 B., vs. 466, en | + | B: t. l. a p. | + | C: t. l. a. p. | + | B: #Ghestille#, 25, 1136, | + | C: #Ghestille#, 26, 1136, | + | B: _stilte_. Ferg. 681, | + | C: _stilte_. _Ferg._ 681, | + | B: #Gheven een val#, 1631, #enen | + | C: #Gheven een val#, 1641, #enen | + | B: #Helet#, 615, 1071, 3121, _held_. | + | C: #Helet#, 615, 1072, 3221, _held_. | + | B: #Henen#, 2246, _van hier_, | + | C: #Henen#, 2345, _van hier_, | + | B: 1199, 1741, 1926, _hart_. | + | C: 1199, 1741, 1925, _hart_. | + | B: #Honen#, 78, 176, 217, 488, | + | C: #Honen#, 78, 175, 217, 488, | + | B: #Hoveschede#, 28, 2238, _beleefdheid_, | + | C: #Hoveschede#, 28, 1669, _beleefdheid_, | + | B: #Keitijf#, 680, 838, 2785, | + | C: #Keitijf#, 640, 838, 2785, | + | B: #claerre#, 1145, is de compar., | + | C: #claerre#, 1445, is de compar., | + | B: 2181, 2232, 2386, _schande_. | + | C: 2181, 2232, 2286, _schande_. | + | B: _achterlaten_; 1431, _verlaten_. | + | C: _achterlaten_; 1432, _verlaten_. | + | B: #Lettelkijn#, 2302 | + | C: #Lettelkijn#, 3202 | + | B: #Lier#, 745, 855, 894, 1352 | + | C: #Lier#, 745, 855, 994, 1352 | + | B: #mesrocht#, 447 (verg. | + | C: #mesrocht#, 747 (verg. | + | B: #Moet#, 1041, 1904, 2519, 2596, | + | C: #Moet#, 1041, 1904, 2519, 2598, | + | B: #Te moede#, 1063, 1785, 2904, | + | C: #Te moede#, 1063, 1765, 2904, | + | B: harde na#, 1432, _ter harte | + | C: harde na#, 1423, _ter harte | + | B: #Noot#, 517, 571, 1527, | + | C: #Noot#, 517, 570, 1527, | + | B: DP., 2827, _noodzakelijk | + | C: DP., 2857, _noodzakelijk | + | B: #Nu toe#; 833, | + | C: #Nu toe#, 833, | + | B: 998, 1018, 3030, 3049, _indien_. | + | C: 998, 1008, 3030, 3040, _indien_. | + | B: #Ombeclaghet#, 3047, _onaangeklaagd_. | + | C: #Ombeclaghet#, 3046, _onaangeklaagd_. | + | B: 1800, 1810, 2155, 2659, 3039, | + | C: 1800, 1810, 2158, 2659, 3039, | + | B: #Saen#, 64, 82, 98, 398, | + | C: #Saen#, 64, 82, 398, | + | B: #Staf#, 789, 1573, 2930, | + | C: #Staf#, 789, 1573, 2931, | + | B: #swaer doen#, 1040, _verdrieten_. | + | C: #swaer doen#, 1041, _verdrieten_. | + | B: #Taverne#, 2191, _herberg_. | + | C: #Taverne#, 1291, _herberg_. | + | B: 1639, 2018, 2021, 2254, 3174, | + | C: 1639, 2018, 2022, 2254, 3174, | + | B: en #sonder waen#, 99, 636, 900, | + | C: en #sonder waen#, 90, 636, 900, | + | B: #nederwaert#, 1321, _naar beneden_. | + | C: #nederwaert#, 890, _naar beneden_. | + | | + +---------------------------------------------+ + + + + + + +End of the Project Gutenberg EBook of Vanden Vos Reinaerde, by Unknown + +*** END OF THIS PROJECT GUTENBERG EBOOK VANDEN VOS REINAERDE *** + +***** This file should be named 34261-0.txt or 34261-0.zip ***** +This and all associated files of various formats will be found in: + https://www.gutenberg.org/3/4/2/6/34261/ + +Produced by Clog, Branko Collin, Jason Isbell and the +marvelous Online Distributed Proofreading Team at <a +href="https://www.pgdp.net">https://www.pgdp.net</a> for <a +href="https://www.gutenberg.org">Project Gutenberg</a>; +celebrating the 19,000th title of Distributed Proofreaders +and the 500th dutch title at Project Gutenberg. + + +Updated editions will replace the previous one--the old editions +will be renamed. + +Creating the works from public domain print editions means that no +one owns a United States copyright in these works, so the Foundation +(and you!) can copy and distribute it in the United States without +permission and without paying copyright royalties. Special rules, +set forth in the General Terms of Use part of this license, apply to +copying and distributing Project Gutenberg-tm electronic works to +protect the PROJECT GUTENBERG-tm concept and trademark. Project +Gutenberg is a registered trademark, and may not be used if you +charge for the eBooks, unless you receive specific permission. If you +do not charge anything for copies of this eBook, complying with the +rules is very easy. You may use this eBook for nearly any purpose +such as creation of derivative works, reports, performances and +research. They may be modified and printed and given away--you may do +practically ANYTHING with public domain eBooks. Redistribution is +subject to the trademark license, especially commercial +redistribution. + + + +*** START: FULL LICENSE *** + +THE FULL PROJECT GUTENBERG LICENSE +PLEASE READ THIS BEFORE YOU DISTRIBUTE OR USE THIS WORK + +To protect the Project Gutenberg-tm mission of promoting the free +distribution of electronic works, by using or distributing this work +(or any other work associated in any way with the phrase "Project +Gutenberg"), you agree to comply with all the terms of the Full Project +Gutenberg-tm License (available with this file or online at +https://gutenberg.org/license). + + +Section 1. General Terms of Use and Redistributing Project Gutenberg-tm +electronic works + +1.A. By reading or using any part of this Project Gutenberg-tm +electronic work, you indicate that you have read, understand, agree to +and accept all the terms of this license and intellectual property +(trademark/copyright) agreement. If you do not agree to abide by all +the terms of this agreement, you must cease using and return or destroy +all copies of Project Gutenberg-tm electronic works in your possession. +If you paid a fee for obtaining a copy of or access to a Project +Gutenberg-tm electronic work and you do not agree to be bound by the +terms of this agreement, you may obtain a refund from the person or +entity to whom you paid the fee as set forth in paragraph 1.E.8. + +1.B. "Project Gutenberg" is a registered trademark. It may only be +used on or associated in any way with an electronic work by people who +agree to be bound by the terms of this agreement. There are a few +things that you can do with most Project Gutenberg-tm electronic works +even without complying with the full terms of this agreement. See +paragraph 1.C below. There are a lot of things you can do with Project +Gutenberg-tm electronic works if you follow the terms of this agreement +and help preserve free future access to Project Gutenberg-tm electronic +works. See paragraph 1.E below. + +1.C. The Project Gutenberg Literary Archive Foundation ("the Foundation" +or PGLAF), owns a compilation copyright in the collection of Project +Gutenberg-tm electronic works. Nearly all the individual works in the +collection are in the public domain in the United States. If an +individual work is in the public domain in the United States and you are +located in the United States, we do not claim a right to prevent you from +copying, distributing, performing, displaying or creating derivative +works based on the work as long as all references to Project Gutenberg +are removed. Of course, we hope that you will support the Project +Gutenberg-tm mission of promoting free access to electronic works by +freely sharing Project Gutenberg-tm works in compliance with the terms of +this agreement for keeping the Project Gutenberg-tm name associated with +the work. You can easily comply with the terms of this agreement by +keeping this work in the same format with its attached full Project +Gutenberg-tm License when you share it without charge with others. + +1.D. The copyright laws of the place where you are located also govern +what you can do with this work. Copyright laws in most countries are in +a constant state of change. If you are outside the United States, check +the laws of your country in addition to the terms of this agreement +before downloading, copying, displaying, performing, distributing or +creating derivative works based on this work or any other Project +Gutenberg-tm work. The Foundation makes no representations concerning +the copyright status of any work in any country outside the United +States. + +1.E. Unless you have removed all references to Project Gutenberg: + +1.E.1. The following sentence, with active links to, or other immediate +access to, the full Project Gutenberg-tm License must appear prominently +whenever any copy of a Project Gutenberg-tm work (any work on which the +phrase "Project Gutenberg" appears, or with which the phrase "Project +Gutenberg" is associated) is accessed, displayed, performed, viewed, +copied or distributed: + +This eBook is for the use of anyone anywhere at no cost and with +almost no restrictions whatsoever. You may copy it, give it away or +re-use it under the terms of the Project Gutenberg License included +with this eBook or online at www.gutenberg.org + +1.E.2. If an individual Project Gutenberg-tm electronic work is derived +from the public domain (does not contain a notice indicating that it is +posted with permission of the copyright holder), the work can be copied +and distributed to anyone in the United States without paying any fees +or charges. If you are redistributing or providing access to a work +with the phrase "Project Gutenberg" associated with or appearing on the +work, you must comply either with the requirements of paragraphs 1.E.1 +through 1.E.7 or obtain permission for the use of the work and the +Project Gutenberg-tm trademark as set forth in paragraphs 1.E.8 or +1.E.9. + +1.E.3. If an individual Project Gutenberg-tm electronic work is posted +with the permission of the copyright holder, your use and distribution +must comply with both paragraphs 1.E.1 through 1.E.7 and any additional +terms imposed by the copyright holder. Additional terms will be linked +to the Project Gutenberg-tm License for all works posted with the +permission of the copyright holder found at the beginning of this work. + +1.E.4. Do not unlink or detach or remove the full Project Gutenberg-tm +License terms from this work, or any files containing a part of this +work or any other work associated with Project Gutenberg-tm. + +1.E.5. Do not copy, display, perform, distribute or redistribute this +electronic work, or any part of this electronic work, without +prominently displaying the sentence set forth in paragraph 1.E.1 with +active links or immediate access to the full terms of the Project +Gutenberg-tm License. + +1.E.6. You may convert to and distribute this work in any binary, +compressed, marked up, nonproprietary or proprietary form, including any +word processing or hypertext form. However, if you provide access to or +distribute copies of a Project Gutenberg-tm work in a format other than +"Plain Vanilla ASCII" or other format used in the official version +posted on the official Project Gutenberg-tm web site (www.gutenberg.org), +you must, at no additional cost, fee or expense to the user, provide a +copy, a means of exporting a copy, or a means of obtaining a copy upon +request, of the work in its original "Plain Vanilla ASCII" or other +form. Any alternate format must include the full Project Gutenberg-tm +License as specified in paragraph 1.E.1. + +1.E.7. Do not charge a fee for access to, viewing, displaying, +performing, copying or distributing any Project Gutenberg-tm works +unless you comply with paragraph 1.E.8 or 1.E.9. + +1.E.8. You may charge a reasonable fee for copies of or providing +access to or distributing Project Gutenberg-tm electronic works provided +that + +- You pay a royalty fee of 20% of the gross profits you derive from + the use of Project Gutenberg-tm works calculated using the method + you already use to calculate your applicable taxes. The fee is + owed to the owner of the Project Gutenberg-tm trademark, but he + has agreed to donate royalties under this paragraph to the + Project Gutenberg Literary Archive Foundation. Royalty payments + must be paid within 60 days following each date on which you + prepare (or are legally required to prepare) your periodic tax + returns. Royalty payments should be clearly marked as such and + sent to the Project Gutenberg Literary Archive Foundation at the + address specified in Section 4, "Information about donations to + the Project Gutenberg Literary Archive Foundation." + +- You provide a full refund of any money paid by a user who notifies + you in writing (or by e-mail) within 30 days of receipt that s/he + does not agree to the terms of the full Project Gutenberg-tm + License. You must require such a user to return or + destroy all copies of the works possessed in a physical medium + and discontinue all use of and all access to other copies of + Project Gutenberg-tm works. + +- You provide, in accordance with paragraph 1.F.3, a full refund of any + money paid for a work or a replacement copy, if a defect in the + electronic work is discovered and reported to you within 90 days + of receipt of the work. + +- You comply with all other terms of this agreement for free + distribution of Project Gutenberg-tm works. + +1.E.9. If you wish to charge a fee or distribute a Project Gutenberg-tm +electronic work or group of works on different terms than are set +forth in this agreement, you must obtain permission in writing from +both the Project Gutenberg Literary Archive Foundation and Michael +Hart, the owner of the Project Gutenberg-tm trademark. Contact the +Foundation as set forth in Section 3 below. + +1.F. + +1.F.1. Project Gutenberg volunteers and employees expend considerable +effort to identify, do copyright research on, transcribe and proofread +public domain works in creating the Project Gutenberg-tm +collection. Despite these efforts, Project Gutenberg-tm electronic +works, and the medium on which they may be stored, may contain +"Defects," such as, but not limited to, incomplete, inaccurate or +corrupt data, transcription errors, a copyright or other intellectual +property infringement, a defective or damaged disk or other medium, a +computer virus, or computer codes that damage or cannot be read by +your equipment. + +1.F.2. LIMITED WARRANTY, DISCLAIMER OF DAMAGES - Except for the "Right +of Replacement or Refund" described in paragraph 1.F.3, the Project +Gutenberg Literary Archive Foundation, the owner of the Project +Gutenberg-tm trademark, and any other party distributing a Project +Gutenberg-tm electronic work under this agreement, disclaim all +liability to you for damages, costs and expenses, including legal +fees. YOU AGREE THAT YOU HAVE NO REMEDIES FOR NEGLIGENCE, STRICT +LIABILITY, BREACH OF WARRANTY OR BREACH OF CONTRACT EXCEPT THOSE +PROVIDED IN PARAGRAPH 1.F.3. YOU AGREE THAT THE FOUNDATION, THE +TRADEMARK OWNER, AND ANY DISTRIBUTOR UNDER THIS AGREEMENT WILL NOT BE +LIABLE TO YOU FOR ACTUAL, DIRECT, INDIRECT, CONSEQUENTIAL, PUNITIVE OR +INCIDENTAL DAMAGES EVEN IF YOU GIVE NOTICE OF THE POSSIBILITY OF SUCH +DAMAGE. + +1.F.3. LIMITED RIGHT OF REPLACEMENT OR REFUND - If you discover a +defect in this electronic work within 90 days of receiving it, you can +receive a refund of the money (if any) you paid for it by sending a +written explanation to the person you received the work from. If you +received the work on a physical medium, you must return the medium with +your written explanation. The person or entity that provided you with +the defective work may elect to provide a replacement copy in lieu of a +refund. If you received the work electronically, the person or entity +providing it to you may choose to give you a second opportunity to +receive the work electronically in lieu of a refund. If the second copy +is also defective, you may demand a refund in writing without further +opportunities to fix the problem. + +1.F.4. Except for the limited right of replacement or refund set forth +in paragraph 1.F.3, this work is provided to you 'AS-IS' WITH NO OTHER +WARRANTIES OF ANY KIND, EXPRESS OR IMPLIED, INCLUDING BUT NOT LIMITED TO +WARRANTIES OF MERCHANTIBILITY OR FITNESS FOR ANY PURPOSE. + +1.F.5. Some states do not allow disclaimers of certain implied +warranties or the exclusion or limitation of certain types of damages. +If any disclaimer or limitation set forth in this agreement violates the +law of the state applicable to this agreement, the agreement shall be +interpreted to make the maximum disclaimer or limitation permitted by +the applicable state law. The invalidity or unenforceability of any +provision of this agreement shall not void the remaining provisions. + +1.F.6. INDEMNITY - You agree to indemnify and hold the Foundation, the +trademark owner, any agent or employee of the Foundation, anyone +providing copies of Project Gutenberg-tm electronic works in accordance +with this agreement, and any volunteers associated with the production, +promotion and distribution of Project Gutenberg-tm electronic works, +harmless from all liability, costs and expenses, including legal fees, +that arise directly or indirectly from any of the following which you do +or cause to occur: (a) distribution of this or any Project Gutenberg-tm +work, (b) alteration, modification, or additions or deletions to any +Project Gutenberg-tm work, and (c) any Defect you cause. + + +Section 2. Information about the Mission of Project Gutenberg-tm + +Project Gutenberg-tm is synonymous with the free distribution of +electronic works in formats readable by the widest variety of computers +including obsolete, old, middle-aged and new computers. It exists +because of the efforts of hundreds of volunteers and donations from +people in all walks of life. + +Volunteers and financial support to provide volunteers with the +assistance they need are critical to reaching Project Gutenberg-tm's +goals and ensuring that the Project Gutenberg-tm collection will +remain freely available for generations to come. In 2001, the Project +Gutenberg Literary Archive Foundation was created to provide a secure +and permanent future for Project Gutenberg-tm and future generations. +To learn more about the Project Gutenberg Literary Archive Foundation +and how your efforts and donations can help, see Sections 3 and 4 +and the Foundation web page at https://www.pglaf.org. + + +Section 3. Information about the Project Gutenberg Literary Archive +Foundation + +The Project Gutenberg Literary Archive Foundation is a non profit +501(c)(3) educational corporation organized under the laws of the +state of Mississippi and granted tax exempt status by the Internal +Revenue Service. The Foundation's EIN or federal tax identification +number is 64-6221541. Its 501(c)(3) letter is posted at +https://pglaf.org/fundraising. Contributions to the Project Gutenberg +Literary Archive Foundation are tax deductible to the full extent +permitted by U.S. federal laws and your state's laws. + +The Foundation's principal office is located at 4557 Melan Dr. S. +Fairbanks, AK, 99712., but its volunteers and employees are scattered +throughout numerous locations. Its business office is located at +809 North 1500 West, Salt Lake City, UT 84116, (801) 596-1887, email +business@pglaf.org. Email contact links and up to date contact +information can be found at the Foundation's web site and official +page at https://pglaf.org + +For additional contact information: + Dr. Gregory B. Newby + Chief Executive and Director + gbnewby@pglaf.org + + +Section 4. Information about Donations to the Project Gutenberg +Literary Archive Foundation + +Project Gutenberg-tm depends upon and cannot survive without wide +spread public support and donations to carry out its mission of +increasing the number of public domain and licensed works that can be +freely distributed in machine readable form accessible by the widest +array of equipment including outdated equipment. Many small donations +($1 to $5,000) are particularly important to maintaining tax exempt +status with the IRS. + +The Foundation is committed to complying with the laws regulating +charities and charitable donations in all 50 states of the United +States. Compliance requirements are not uniform and it takes a +considerable effort, much paperwork and many fees to meet and keep up +with these requirements. We do not solicit donations in locations +where we have not received written confirmation of compliance. To +SEND DONATIONS or determine the status of compliance for any +particular state visit https://pglaf.org + +While we cannot and do not solicit contributions from states where we +have not met the solicitation requirements, we know of no prohibition +against accepting unsolicited donations from donors in such states who +approach us with offers to donate. + +International donations are gratefully accepted, but we cannot make +any statements concerning tax treatment of donations received from +outside the United States. U.S. laws alone swamp our small staff. + +Please check the Project Gutenberg Web pages for current donation +methods and addresses. Donations are accepted in a number of other +ways including including checks, online payments and credit card +donations. To donate, please visit: https://pglaf.org/donate + + +Section 5. General Information About Project Gutenberg-tm electronic +works. + +Professor Michael S. Hart was the originator of the Project Gutenberg-tm +concept of a library of electronic works that could be freely shared +with anyone. For thirty years, he produced and distributed Project +Gutenberg-tm eBooks with only a loose network of volunteer support. + + +Project Gutenberg-tm eBooks are often created from several printed +editions, all of which are confirmed as Public Domain in the U.S. +unless a copyright notice is included. Thus, we do not necessarily +keep eBooks in compliance with any particular paper edition. + + +Most people start at our Web site which has the main PG search facility: + + https://www.gutenberg.org + +This Web site includes information about Project Gutenberg-tm, +including how to make donations to the Project Gutenberg Literary +Archive Foundation, how to help produce our new eBooks, and how to +subscribe to our email newsletter to hear about new eBooks. diff --git a/34261-0.zip b/34261-0.zip Binary files differnew file mode 100644 index 0000000..a14da52 --- /dev/null +++ b/34261-0.zip diff --git a/34261-8.txt b/34261-8.txt new file mode 100644 index 0000000..fb6f09a --- /dev/null +++ b/34261-8.txt @@ -0,0 +1,15479 @@ +The Project Gutenberg EBook of Vanden Vos Reinaerde, by Unknown + +This eBook is for the use of anyone anywhere at no cost and with +almost no restrictions whatsoever. You may copy it, give it away or +re-use it under the terms of the Project Gutenberg License included +with this eBook or online at www.gutenberg.org + + +Title: Vanden Vos Reinaerde + Uitgegeven en Toegelicht + +Author: Unknown + +Editor: Willem Jozef Andries Jonckbloet + +Release Date: November 9, 2010 [EBook #34261] + +Language: Dutch + +Character set encoding: ISO-8859-1 + +*** START OF THIS PROJECT GUTENBERG EBOOK VANDEN VOS REINAERDE *** + + + + +Produced by Clog, Branko Collin, Jason Isbell and the +marvelous Online Distributed Proofreading Team at +https://www.pgdp.net for Project Gutenberg; +celebrating the 19,000th title of Distributed Proofreaders +and the 500th dutch title at Project Gutenberg. + + + + + + +----------------------------------------------------------------+ + | | + | OPMERKINGEN VAN DE BEWERKER: | + | | + | De tekst in dit bestand wordt weergegeven in de originele, | + | verouderde spelling. Er is geen poging gedaan de tekst te | + | moderniseren. | + | | + | Bladzijde-nummering is verwijderd. Afgebroken woorden aan het | + | einde van de regel zijn stilzwijgend hersteld. | + | | + | De in het boek genoemde verbeteringen en bijvoegsels zijn | + | zonder verdere vermelding doorgevoerd. | + | Overduidelijke druk- en spelfouten in het origineel zijn | + | gecorrigeerd. Aan het eind van het boek volgt een overzicht | + | van deze aangebrachte correcties. | + | | + | De in het origineel als cursieve tekst is weergegeven als | + | _cursief_. Uitgespatieerde tekst is weergegeven als | + | #uitgespatieerd#; | + | | + | In dit boek worden lage en hoge aanhalingstekens gebruikt. | + | De dubbele aanhalingstekens zijn in dit e-boek aangegeven als | + | "aanhalingstekens". | + | De ganzenvoetjes() zijn gebruikt als in het origineel. | + | | + | De illustratie is beschikbaar bij de html-versie van dit | + | e-boek op https://www.gutenberg.org | + | | + | Van VANDEN VOS REINAERDE zijn bij Project Gutenberg ook | + | versies als e-boek beschikbaar in het duits en het frans: | + | Goethe's Reineke Fuchs (e-boek no. 2228) en de vertaling | + | Le renard (e-boek no. 17509). | + | | + +----------------------------------------------------------------+ + + +VANDEN VOS REINAERDE. + + +[Illustratie: Van den vos reynaerde + + Willem die vele bouke maecte + Daer hi dicken omme waecte + Hem vernoyde so haerde + Dat die auonture van reynaerde + In dietsche onghemaket bleuen + Die willem niet heuet vulscreuen + Dat hi die vijte van reynaerde soucken + Ende hise na den walschen boucken + In dietsche dus heuet begonnen + God moete ons ziere hulpen jonnen + Nu keert hem daer toe mijn zin + Dat ic bidde in dit beghin + + Lith v:d: Weyer Gr:] + + + + + VANDEN VOS REINAERDE, + + UITGEGEVEN EN TOEGELICHT + + DOOR + + + W. J. A. JONCKBLOET. + + + TE GRONINGEN, BIJ + J. B. WOLTERS. + + 1856. + + + + + AAN + JACOB GRIMM + TOEGEWIJD. + + +_Gij waart de eerste die onzen _Reinaert_ leesbaar hebt gemaakt; Gij +hebt ons den weg der wetenschap gewezen en de grondslagen voor onze +kritiek gelegd; aan U komt van rechtswege de opdracht dezer uitgave +toe, die ik het wage U aan te bieden, niet zoozeer ten bewijze, dat men +ook in Nederland uwe lessen waardeert, als om U openlijk een blijk te +geven mijner innige dankbaarheid voor al wat ik aan uwe werken en uwe +vriendschap verplicht ben._ + + GRONINGEN, 1 November 1855. + + JONCKBLOET. + + + + +INLEIDING. + + +I. + +Het is een verblijdend teeken, dat in de laatste jaren de belangstelling +in het uitstekendste voortbrengsel der Middennederlandsche pozie, +den uitmuntenden _Reinaert_, blijkbaar is toegenomen, en dat WILLEMS' +voorspelling zich heeft bevestigd, dat de geleerde Vossenjacht nog +niet geheel is ten einde geloopen." + +De geschiedenis onzer letterkunde vooral moest er zich mede bezig +houden, ten einde de vraag naar den oorsprong en den ouderdom van +den _Reinaert_ en de omwerking, ware het mogelijk, duidelijk te +beantwoorden. Want, zoo men het eens was over de uitstekende waarde +van het gedicht, omtrent al het overige was er strijd; en toch is dit +vraagstuk van het grootste belang voor de geheele geschiedenis onzer +middeneeuwsche letterkunde. + +GRIMM stelde den oudsten dichter omstreeks 1250, en de omwerking +ongeveer honderd jaar later, in de tweede helft der veertiende eeuw[1]. +WILLEMS plaatste den eerste omstreeks 1170, en den tweede even vr +1270. Dit laatste gevoelen werd hier te lande, en ook elders[2], vrij +algemeen omhelsd. Ikzelf heb in mijne _Geschiedenis der Mnl. Dichtkunst_ +voor den oudsten dichter het jaar 1170 aangenomen, en den omwerker in de +veertiende eeuw gesteld[3]. De jongere SERRURE is daartegen opgekomen. +Volgens zijne meening werd het eerste boek des _Reinaerts_ tusschen de +jaren 1200 en 1220 geschreven"[4], en aangaande den leeftijd van den +omwerker en dichter van het tweede boek vindt hij de stelling van +WILLEMS de meest aannemelijke[5]. + +Verschillende andere vraagstukken die daarmede innig samenhangen zijn +nog duister of worden althans betwist. + +Nu is de _Reinaert_ in zoo vele opzichten een belangrijk verschijnsel +in onze letterkundige wereld, dat ik het wel der moeite waard reken op +nieuw en opzettelijk een kritisch onderzoek aangaande den oorsprong van +dit dichtstuk te beproeven. + +Als ik mijzelven afvroeg, waarin eigenlijk de oorzaak van zulke +uiteenloopende oordeelvellingen mocht gelegen zijn, kwam ik al spoedig +tot de overtuiging, dat daartoe niet weinig bijdroeg, dat wij nog geene +eigenlijke kritische uitgaaf van den geheelen _Reinaert_ bezitten; dat +de eerste helft der omwerking in haren samenhang ons nog geheel onbekend +is; en dat wij dus eigenlijk verstoken zijn van de bewijsstukken, +waaruit het vonnis moet worden opgemaakt. + +Die stelling moge vreemd klinken, als men zich herinnert, dat de oudste +_Reinaert_ reeds driemaal is gedrukt[6], tweemaal kritisch behandeld, +en dus, zoo als KAUSLER zich uitdrukt[7], durch die kritischen +ausgaben.... von GRIMM und WILLEMS hinreichend bekannt" is. + +Een kort overzicht der vroegere uitgaven moge mijne stelling intusschen +rechtvaardigen. + +De oudste _Reinaert_ is ons slechts in n handschrift, het zoogenoemde +Comburgsche, thans in de openbare boekerij te Stuttgardt, bewaard. GRIMM +achtte dien tekst wahrscheinlich im beginn des 14 jh. geschrieben"[8]; +maar de nadere beschrijving van het geheele handschrift door KAUSLER +leert ons, dat het gedeelte dat den _Reinaert_ omvat, eerst omstreeks +het jaar 1400 is te boek gesteld[9]. Het afschrift is dus betrekkelijk +zeer jong, en uit een tijd dat men zich niet bijzonder om diplomatische +naauwkeurigheid bekommerde. Het is dan ook vol fouten, zoowel +misstellingen en uitlatingen[10], als willekeurige veranderingen +en invoegsels van den slordigen afschrijver, die zeer dikwerf het +ouder handschrift dat hij naschreef niet goed las, en daardoor de +ergerlijkste, meestzinstorende fouten in zijnen tekst bracht. + +Dien _Reinaert_ liet GRTER voor de eerste maal in 1812 afdrukken +in het vijfde deel der _Braga und Hermode_, en wel, naar KAUSLERS +woorden, unverndert und so weit diess bei einer mangelhaften Kenntniss +der Sprache unde Palographie mglich war, ziemlich richtig." Die +gebrekkige palaeographische kennis wil eigenlijk zeggen, dat GRTER ter +naauwernood zijn codex lezen kon, zoo als in het oog springen zal uit +het volgend proefje van leesfouten, die ik niet alle op rekening van het +handschrift durf stellen, hoewel dat zeer gebrekkig is. + +Vs. 113 wronghene _voor_ wroughene; 115 ghesaet-ghesciet; 157 +l'pelen-spelen; 176, 543, 767 sullren-sulken; 184 hnighe-hinghe; 198 +sonde-soude; 201 landen-tanden; 202 coude-conde; 218 ret-vet; 237 +ghenimt-ghemint; 269 hinit, 741 hunt-huut; 275 cene-eene; 290; 961 mi-nu +(1041 _omgekeerd_); 292 fe-sere; 294 Thinc-Ghinc; 308 drenen-dreven; +309 dronghen-droughen; 414 zIIIIer-zuver; 947 crIIIIe-crune; 476 +bruue-brune; 488 houen-honen; 494 oni-om; 671 omiroet-onvroet; 605 +ghenen-gheven; 768 enme-cume; 802 abscale-abstale; 848 onner-ouver; +856 vloutte-vloucte; 993 diet-dier; 1007 niene-menne; 1023 salue-salne; +1073 nene-neve; 1081 lijue-lijne; 1091 braet-vraet; 1214 vmdise-vindise; +1220 sander hu saense-sauder hu saeuse; 1225, 1234 niet-met (1531 +_omgekeerd_); 1344, 1376 waernen-waerven; 1355 wanc-wane; 1419 +rollel-rossel; 1589 verbouden-verbonden; 1625 ghenouch-ghevouch; 1747 +dien-die ic; 2032 ghenruch-ghenouch; 2157 vernaert-vervaert; 2275 +vine-vive; 2302 (2298) oer-oec; [2328 hodenare-hodevare]; 2372 (2396) +vore-vote; 2573 (2597) hi-bi; 2591 (2615) rijkelijn-rijkelijc; 2607 +(2651) sat-scat; 2633 (2657) dier-dies; 2734 (2754) mitte-nutte; 2764 +(2784) waernen-waerven; 2798, 2956 vernaert-vervaert; 2935 (2955) +spacus-spaeus; 2947 (2967) dine-dinc; 3329 (3349) cumen-rumen. + +Voorts wordt herhaaldelijk de kapitale L in het begin der regels +als R gelezen; b.v. 165 Raetti _voor_ Laetti; 424 Revic-Levic; 721 +Riept-Liept; 791 Raghen-Laghen; 793 Rudmoer-Ludmoer; 796 Rudolf-Ludolf; +815 Ramfroit-Lamfroit; 838 Rieten-Lieten; 863 Rach-Lach; 1299 Raet-Laet; +1367 Raghen-Laghen; 1387 Rachterlike-Lachterlike. + +Deze misstellingen, waarvan sommigen misschien niet aan den eersten +uitgever, maar reeds aan den schrijver van den codex te wijten zijn, +werden in den druk van GRIMM bijna alle verbeterd, en hij had zeer zeker +recht van zijne uitgave met betrekking tot die van zijnen voorganger +te zeggen: die Comburger.... jetzt hoffentlich besser von mir +herausgegebene hs."[11]. Maar wij weten[12] dat GRTERS tekst GRIMM +tot legger diende, waarbij slechts nu en dan eine nachvergleichung +der hs." plaats had. Dit bewijzen ook de aan den voet van GRIMMS uitgave +medegedeelde varianten, die blijkbaar die van GRTERS tekst zijn en niet +direkt van het handschrift. + +GRIMMS meerdere kennis verbeterde, gelijk wij zagen, de meeste valsche +lezingen; maar het zal ons niet verwonderen dat zoo nu en dan iets aan +zijne aandacht ontsnapte, waardoor enkele blijkbaar valsche lezingen in +den tekst zijn blijven staan: zoo b.v. vs. 94 swighis _voor_ swighic; +347 Riepen-Liepen; 804 houtmakigge-houtmakerigge; 1948 voden-roden; 2324 +(2350) ghescoort-ghestoort. + +Hoezeer GRIMM vele fouten wegnam, komen er echter in zijnen tekst +nog verscheiden voor, die, hoewel van eenen anderen aard, daar zij +gewoonlijk het broddelwerk zijn van den slordigen schrijver van den +codex, niet minder de lezing bemoeyelijken. Overigens bepaalde hij zich +om de orthographie van het stuk te verbeteren[13], zonder den versbouw +te herstellen. + +Twee jaren na GRIMMS uitgave zag, in 1836, die van WILLEMS het licht. +Zij was het gevolg van den aankoop door het Belgische staatsbestuur van +een handschrift, dat de omwerking van het eerste boek, en het bijvoegsel +dat men het tweede boek noemt, bevatte. Dat handschrift was vry +gebrekkig, en zeker niet beantwoordende aan den onmatig hoogen prys, +waarvoor het was verkregen," gelijk WILLEMS zelf getuigde[14]. + +Hij begreep dat van dit nieuwe handschrift partij moest worden +getrokken; maar in ste van de omwerking in haar geheel afzonderlijk in +het licht te geven, kwam hij op het zonderlinge denkbeeld om een geheel +samen te stellen uit twee zeer ongelijksoortige deelen: het eerste boek +was een herdruk van den ouden tekst, met varianten uit den jongeren; het +tweede boek, dat zich hieraan moest aansluiten, gaf den tekst van den, +volgens den uitgever zelf, honderd jaar jonger navolger. Ziehier hoe hij +daaromtrent rekenschap geeft: + +Uit eerbied en ontzag voor het oudere goede, ben ik dus te rade +geworden het by GRIMM afgedrukte eerste gedeelte, 3474 versen beslaende, +als grondtext te volgen, plaetsende de varianten van het handschrift +onder dien text. Doch de aldus opgeteekende _variae lectiones_ waren +zoo groot, zoo talryk, dat ik my heb verplicht gezien, wilde ik geenen +dubbelen text in zyn geheel leveren, daerin besnoeingen te maken, +hierin bestaende, dat ik het min belangryke verschil van spelling en van +woordplaetsing onopgemerkt liet, en slechts als _variante_ heb laten +gelden wat werkelijk _verandering_ was, of wat my toescheen van de +kennis onzer oude tael eenige oplettendheid te verdienen. + +Het gedicht is door my in twee boeken afgedeeld, waervan het eerste den +ouden _Reinaert_ der twaelfde eeuw uitmaekt, en het tweede het vervolg +bevat, in de dertiende eeuw geschreven." + +Zoo ontstond eigenlijk een monster in den trant van BARNUMS Syrene; en +de aesthetica, de geschiedenis der letterkunde, de taalstudie, alles +eischt dat wij thans dien onnatuurlijken band ontknoopen, en thans +werkelijk eenen dubbelen text in zyn geheel leveren." + +Omtrent zijne wijze van tekstbehandeling ze WILLEMS: De oude +prosavertaling, de fragmenten in GRTERS _Odina und Teutona_, en in +GRIMMS _Reinhart Fuchs_ medegedeeld, midsgaders de Saksische vertaling +(_Reineke_), stelden my in staet, althans ten deele, om de boven +vermelde gapingen van het handschrift aan te vullen, om de vergissingen +en miszettingen des afschryvers te herstellen, om de schryfwyze meer +regelmatig voor te dragen, met n woord, om eenen meer critisch +behandelden text aen het publiek te leveren." + +Gelijk uit den samenhang blijkt, ziet dit alles hoofdzakelijk op het +tweede boek. Maar ook betrekkelijk het oudste deel heeft WILLEMS zich +niet geheel aan den tekst van GRIMM gehouden. Vooral in de spelling +heeft hij zich zekere vrijheid veroorloofd en haar meer regelmatig +gemaakt, terwijl hij de ontbrekende of overtollige adspiratie in de +vlaamsche uitspraak herleid heeft tot het gewone spraakgebruik. Enkele +malen heeft WILLEMS ook meer eigenlijke wijzigingen in GRIMMS tekst +aangebracht: zelden is hij hierin gelukkig geweest, en zoowel in dit +opzicht als in de tekstverklaring, ziet men de duidelijkste sporen van +de overhaasting, waarmede die uitgave tot stand kwam. En geen wonder: +in de maand Mei ontving WILLEMS den last om er eene uitgave van voor +te bereiden;" hij zette zich met iever aen het werk"[15]--en het +voorbericht, geschreven toen de geheele tekst was afgedrukt, is +gedagteekend den 20 Augustus! + +Dat er tot eigenlijke tekstkritiek, die zich iets meer ten doel stelt +dan de verbetering der bloote schrijffouten van het hs., in deze uitgave +geene poging werd gedaan, zal men WILLEMS allerminst tot een verwijt +mogen maken: men herinnere zich slechts, dat het werk in de eerste helft +van het jaar 1836 voltooid werd, en men verlieze niet uit het oog, dat +men toen gewoonlijk aan diplomatischen afdruk der handschriften de +voorkeur gaf, zoodat WILLEMS werkelijk meer geleverd heeft dan men van +het standpunt der toenmalige--ik zeg niet wetenschap, maar--beoefenaars +van het vak kon verwachten. + +Had WILLEMS het geluk gehad den tijd te beleven dat eene tweede uitgave +van zijn werk noodzakelijk werd, hij zou zeker niet berust hebben in +zijn vroegeren arbeid. Ik kan daarom ook geen vrede hebben met den +onveranderden herdruk door SNELLAERT in 1850 in het licht gegeven. + +Hij ging uit van het beginsel: Eene tweede uitgaef van deze uitmuntende +bewerking is toch niet te veel"[16]. Zoo nu ontegenzeggelijk de uitgave +van 1836 een werk was waer de roem van [onzen] overleden vriend zoo +innig mede verbonden is," ik kan daarom nog niet toestemmen, dat +SNELLAERT aen de nagedachtenis van den vriend verschuldigd" was +in 1850 een werk letterlijk te herhalen, waarin de voortschrijdende +wetenschap van lieverlede leemten en gebreken moest doen vinden. WILLEMS +zocht naar waarheid en billijkte geen stilstand: hijzelf zou zeker +geen onveranderden herdruk hebben goedgekeurd na een tijdsverloop van +veertien jaren, en daarom kan ik mij niet vereenigen met de stelling van +onzen vriend SNELLAERT, wiens hart hier zijn hoofd heeft verschalkt. + +Buitendien begrijp ik ook niet hoe de nieuwe uitgever, zonder gevaer +te loopen van een zoo gunstig beoordeeld werk een wangedrocht te maken, +onmogelyk een anderen text geven kon[17]." + +Ik heb integendeel beproefd een anderen tekst" te leveren, en ik hoop +toch geen wangedrocht"; evenmin als ik geloof mij aan de letterkundige +nagedachtenis van den voortreffelijken Vlaming te hebben vergrepen. + +Dat ik eene nieuwe uitgave noodzakelijk rekende op den tegenwoordigen +trap der wetenschap, vindt, naar ik vertrouw, zijne rechtvaardiging in +het voorafgaande overzicht; thans een enkel woord over de wijze waarop +ik mij van mijne taak meende te moeten kwijten. + +In de eerste plaats scheiding der ongelijksoortige deelen, door eene +afzonderlijke uitgave der beide teksten. Dit is een eerste vereischte; +want eerst als men de omwerking in haar geheel voor oogen heeft zal eene +werkelijke vergelijking mogelijk worden, en de tijdsbepaling van het +ontstaan van het tweede stuk naauwkeurig kunnen worden afgebakend. + +Ik vervul thans het eerste gedeelte mijner taak; ik geef in de eerste +plaats een nieuwen druk van het ouder, oorspronkelijke stuk, omdat dit, +wegens de meerder aesthetische waarde, de meeste belangstelling verdient +en zal opwekken. Ik waag het eene nieuwe uitgave te leveren, omdat de +bekende teksten tot een wetenschappelijk onderzoek onvoldoende zijn, +daar zij niet zelden berusten in eene lezing die onverstaanbaar is, en +geen zin hoegenaamd oplevert. Ik streefde er daarom naar een kritisch +verbeterden, lees- en verstaanbaren tekst tot stand te brengen. + +Ik heb daartoe naauwkeurig de varianten in GRIMMS uitgave vergeleken, +en waar het mij noodig scheen, mij vergewist van de lezing van het +Comburger handschrift door bemiddeling van KAUSLERS onuitputtelijke +bereidvaardigheid. Niet zelden stelde mij dat in staat de echte lezing +te herstellen. + +Eene doorloopende vergelijking van mijn tekst met de kollatie aan den +voet, zal doen zien, dat er vrij wat kaf van het koren te scheiden viel. +Hier mogen een paar der treffendste voorbeelden daaromtrent allen +twijfel wegnemen. + +Behalve op de eerste verzen van den proloog, wier oorspronkelijke lezing +eene geheele verandering moet brengen in het vraagstuk over het ontstaan +des gedichts, en die ik iets later naar de oorspronkelijke lezing zal +aangeven, wijs ik op de volgende plaatsen: + +Als de beer Reinaert komt indagen, zegt deze hem, dat hij den buuc so +gheladen" heeft (556) met honing, dat hij kan staan noch gaan. Dan volgt +later bij GRIMM en WILLEMS, 568: + + versscer honichraten + Hebbic _commer_ harde groot, + +dat WILLEMS verklaarde: ik heb grooten kommer wegens.... versche +honigraten." Intusschen is kommer _gebrek_, waarvan hier natuurlijk +geen sprake kan zijn. Maar ziet, in de kollatie bij GRIMM staat voor +het _commer_ van den tekst: _coiiiier_, en dat is blijkbaar _couuer_, +_couver_, _coever_, daar in den codex steeds onze tweeklank _oe_ door +_ou_ wordt uitgedrukt. _Coever_ nu is een bekend woord, dat _overvloed_ +beteekent. + +Als de kater in den strik van Martinet gevangen is, heet het 1208: + + Tibert moeste roepen doe + Ende _wronghede_ hem selven dor den noot: + Hi makede een gheroep so groot, + Dat Reinaert hoorde up der straten. + +Dit _wronghede_ verklaart GRIMM, p. 274, door drehen, schnren," +en WILLEMS met verwrong." Maar _wronghede_ veronderstelt een ww. +_wronghen_, dat niet bestaat; aan _wringen_ valt niet te denken, hoewel +de overeenkomst van klank de vorige uitgevers schijnt misleid te hebben. +Buitendien blijkt uit het voorgaande zoowel als het volgende vers, dat +er een woord moet staan, dat _zich verraden_, of iets dergelijks +beduidt. Eene kleine verandering geeft dit: men leze slechts +_wroughede_, _wroeghede_. + +Vs. 1222 leest GRIMM: + + Tibert, ghi singhet _ni lanc so bet_, + +hetgeen hij noemde, p. 274, eine verderbte stelle, der ich keine hlfe +weiss." + +WILLEMS veranderde _je lanc so bet_; maar eenvoudiger is te lezen _in +lanc so bet_, dat het hs. wel zal hebben, en de goede oude uitdrukking +is. + +Vs. 1306 leest WILLEMS met GRIMM: + + Doe _hiefsene_ op met haerre cracht. + +De variant bij GRIMM geeft _hieffene_, dat de ware lezing is, mits men +voor _Doe_ leze _Soe_. Dat de kapitale _D_ en _S_ licht te verwisselen +waren leert het facsimile. + +Vs. 1988 gebiedt de wolf zijne vrouw Reinaert niet te laten ontvluchten: + + No dor goet, no dor miede, + No dor _nijt_, no dor noot. + +Uit _nijd_ kon zij hem onmogelijk laten ontsnappen: dit is onzin; en +buitendien weet men, dat Hersinde den vos alles behalve _nijd_ toedroeg. +De variant bij GRIMM heeft: _no dor met_, hetgeen blijkbaar verkeerd +gelezen is voor _niet_, d.i. _welwillendheid_, _genegenheid_, hetgeen +alleen een gezonden zin geeft. + +Vs. 1947 bij Gr. en W. + + Ghi sult doden + Reinaert, uwen neve, den fellen _voden_. + +WILLEMS verklaarde: _voden_; nog overig in _hondsvot_, een obsceen +woord, door velen gebezigd, maar door weinigen verstaan." GRIMM leerde, +p. 278: _vode_, lump, lumpenkerl. KILIAN schreibt _vodde_, MAERL. 3, +418 steht _vuden_. Der acc. unserer stelle, wenn es ein subst. ist, +forderte _vode_, es scheint also adj." + +In de plaats die GRIMM uit MAERLANT aanhaalt, schuilt eene drukfout, +daar men blijkbaar voor _vuden_ het bekende _ruden_ moet lezen: dezelfde +letters worden daar meer verwisseld, b.v. bl. 138, vs. 80, waar _rasten_ +moet gelezen worden voor _vasten_. + +Men heeft nu waarschijnlijk reeds ontwaard, dat ook in de aangehaalde +plaats uit den _Reinaert_ dezelfde verwisseling is ingeslopen, en dat +het onbekende _voden_ moet plaats maken voor het hier zeer gewone: _den +fellen roden_. + +Vs. 2094 leest GRIMM: + + Ende verbeet _hanen_ ende hoender, + +hetgeen WILLEMS willekeurig veranderde in: + + Ende verbeet _vogel_ ende hoener, + +niet bedenkende, dat het den vos moeyelijk moest vallen _vogelen_ te +bespringen. De variant bij GRIMM geeft de juiste lezing aan: _haenden_, +d. i. _eenden_, zoo als ons MAERLANTS _Naturen Bloeme_ leert. + +Vs. 3114 (3134) leest men bij GrW.: + + Die welpkine liepen _ten brase_, + +hetgeen GRIMM (p. 285) verklaart: Zur mahlzeit, zum schmause: _braes_ +epulae, _brassen_ epulari." Intusschen is het vermuthete" _braes_ +nergens aan te wijzen. WILLEMS zegt: _Brase_, bras; om te brassen." +GRIMMS variant geeft _ten base_, dat hij terecht verwierp. Hoe eenvoudig +is het intusschen om aan te nemen, dat dit kwalijk gelezen is voor _ten +hase_, d. i. met de Vlaamsche adspiratie _ten ase_, dat ook de omwerking +heeft. De _h_ en _b_ worden ook elders verwisseld, b.v. 2572 (2597) +waar uit het hs. gelezen werd _hi avonture_, hetgeen blijkbaar is _bi +avonture_, en niet, zoo als in de andere uitgaven staat, _die avonture_. + +Enkele andere plaatsen moesten worden terecht gebracht, waarin meer dan +eene verkeerde lezing van een ouden of nieuwen afschrijver stak. Zoo +waren de volgende onverstaanbaar. + +Tibert, de kater, den vos ten hove willende verdedigen tegen de +aanklacht van den hond Cortois, zegt ten slotte van zijn pleidooi, 124: + + Hets recht dat omberet si + Die claghe die Cortois doet. + +Daartegen verzet zich Pancer, de bever, 126: + + Dinct u goet, + Tibert, dat men die claghe ombere? + Reinaert es een recht mordenere, _enz._ + +En als hij dit metterdaad wil bewijzen, vervolgt hij, 135: + + Wat sechdi _van ere laghe_? + En dedi ghistren _enz._ + +GRIMM noch WILLEMS geven hier eenige verklaring, die echter bij die +plaats wel noodig kon schijnen. Wat beteekent toch die vraag? Er is +immers van eene _laghe_ (hinderlaag) niet gesproken! De omwerker heeft, +volgens WILLEMS' variant, _van eenre sagen_, hetgeen evenmin een +gezonden zin oplevert. Is het nu te stout hier, tegen de handschriften +aan, te verbeteren: + + Wat sechdi van _omberen claghe_? + +Dan loopt immers de zin zoo natuurlijk mogelijk af. + +Als de koning Reinaert voor de tweede maal door Tibert doet indagen zegt +bij onder anderen, 1022: + + En comt hi niet, hets hem quaet, + Men salne _drie werven daghen_, + Te lachtre allen sinen maghen. + +Deze lezing is echter blijkbaar valsch, daar het onmogelijk Reinaerts +magen tot schande kon strekken, dat hij naar wettig gebruik driemaal +gedaagd werd. Buitendien ze toch de koning, dat het reeds slecht +met hem af zou loopen, als hij op deze tweede indaging niet ten hove +verscheen. Bedenkt men dat Tibert later tot den beklaagde zegt, 1070: + + Die coninc dreicht u an u leven + Ne comdi te hove niet met mi, + +dan kan het niet missen, of de natuurlijkste verbetering is deze: + + Men salne _hanghen sonder daghen_, + +gelijk de koning ook in het fransche gedicht zegt, 10447: + + Dites moi le rox deputaire + Qu'il me viengne en ma cort droit faire + En la prsence de ma gent; + Si n'i aport or ne argent, + Ne parole por soi deffendre, + Ms la hart sa gole pendre. + +Blijkbaar bedorven is ook de volgende plaats, die intusschen aldus in +het handschrift gelezen wordt. Als Reinaert gebiecht heeft geeft +Grimbert hem de absolutie, en daarna, 1683: + + Riet hi hem goet te wesene, + .......................... + Ende dat hi vort alle sine daghe + _Behendelike_ soude gheneren. + +Maar Reinaert had zijn geheele leven niets anders gedaan dan zich +_behendelike_ te genren. Wie ziet niet dat hier moet gelezen worden +_bescedelike_, dat in het schrift des tijds bij vluchtige inzage van een +slordig geschreven codex lichtelijk met _behendelike_ kon verwisseld +worden, bij de overeenkomst der letters _sc_ en _h_. + +Vs. 1692 leest men: + + Nu moet hi pleghen siere selen, + +dat WILLEMS vertaalt: Ziedaer, hoe hy zyne ziel moet verplegen." De +lezing is door GRIMM in den tekst gebracht, daar C. heeft: + + Nu moet hi siere sielen pleghen, + +hetgeen GRIMM verwierp omdat _pleghen_ niet rijmde op _stelen_. Beter +ware echter het slechte rijmwoord dan het ondietsche woord _selen_. De +afschrijver had hier denkelijk vs. 428 in het hoofd: + + God moet haerre siele pleghen, + +met het rijmwoord _versleghen_. Dat 692 alleen het rijmwoord te +veranderen was, leert de vergelijking met 381: + + Ic moet miere siele _telen_, + +welk _telen_ of _ghetelen_ ook nog 2333 (2359) voorkomt. Men leze dus +1692: + + Nu moet hi siere siele telen. + +Deze sprekende voorbeelden mogen volstaan om te doen zien hoezeer onze +_Reinaert_ eene kritische behandeling noodig had om daarvan een +verstaanbaren tekst te leveren. + +Behalve soortgelijke verbeteringen heb ik mij dikwerf omzettingen +van woorden veroorloofd of vervanging van den eigennaam door een +voornaamwoord, waar de versbouw dat noodig maakte. Ik ben overtuigd dat +een ouder handschrift die veranderingen in den regel zou schragen; maar +ook zonder dien steun ben ik daarin niet angstvallig geweest, daar ik +nimmer zal kunnen gelooven, dat een zoo uitstekend dichter als de auteur +van den _Reinaert_ was, niet zou voldaan hebben aan de eischen van +welluidendheid en verzifikatie. + +Eindelijk heb ik het gewaagd met behulp van den omwerker enkele gapingen +aan te vullen, die het recht verstand in den weg stonden, b.v. achter +vs. 2276, en 2634 (bij GrW. 2658); terwijl ik er zelfs niet tegen opzag +om de 30 verzen na 2308 (bij GrW. 2304) uit den tekst te werpen, daar +zij blijkbaar den samenhang stooren en geheel en al buiten den geest van +het oorspronkelijke gedicht vallen, dat even vrij van eigenlijke fabelen +is als het vervolg er mede is opgevuld. + +Men zal dit waarschijnlijk te gewaagd vinden; sommigen het een +onverdedigbaar vergrijp tegen de overlevering der handschriften noemen. +Ik mocht mij door dit vooruitzicht niet laten werhouden alles aan +te wenden om het meesterstuk onzer middeneeuwsche pozie _zooveel +mogelijk_ in zijne oorspronkelijke reinheid te herstellen. Ik zeg +_zooveel mogelijk_, want ontegenzeggelijk heeft de tekst door +eigendunkelijke veranderingen der afschrijvers geleden, die jonger +vormen of uitdrukkingen stelden in de plaats van wat hun verouderd of +onverstaanbaar voorkwam. Ik zal slechts een paar voorbeelden aanhalen. +Blijkbaar is niet zelden het meervoudige pronomen _ghi_, _u_, in de +plaats getreden van het enkelvoudige _du_, _di_, zoo als schijnt te +blijken uit 2856-7 (2876-7). WILLEMS noemt[18] het woord _bedi_, door +den auteur van het eerste boek _zoo gaerne_ gebezigd;" nu komt dat +woord in onzen tekst slechts vijf maal voor: twee maal in den zin van +_doordien_, _daarom_ (2892, 2975), driemaal in de beteekenis van _want_ +(2331, 3110, 3162). Overal elders leest men daarvoor: _dor dat_ (111, +216, 884). Dit bracht mij zelfs eerst op de gedachte of het tweede +gedeelte van ons gedicht ook van een andere hand kon zijn dan het +eerste, te meer daar er na vs. 2170, dus juist in dat gedeelte dat, +gelijk wij zien zullen, het meest van het Fransch afwijkt, ook nog +andere woorden voorkomen, die niet in de eerste 2000 verzen gevonden +worden, als _altoos_, _als ende als_, _bedraghen_, _beghaen_, _bliken_, +_erre_, _iet_, _indien_, _claren_, _wout_ enz. Maar een zeer omstandig +onderzoek heeft mij van het tegendeel overtuigd. + +Immers het geheele stuk door vind ik de tusschenzinnen op dezelfde wijze +aangebracht, vs. 6, 103, 138, 193, 447, 453, 611, 914-5, 1404, 1440, +1470, 1593, 2162, 3161-2, 3177, 3425. + +Evenzoo is het met de allitererende formulen; 13, 33, _dorpren ende +doren_, 66 _dor edelheit ende dor ere_, 668 _onteert ende ontervet_, +1284 _scade ende scande_, 1563 _leet ofte lief_, 1606 _stene ende +struke_, 1685 _vasten ende vieren_, 1970 _nichten ende neven_, 1989 +_no dor niede no dor noot_, 2073 _vrient no viant_, 2094 _haenden ende +hoener_, 2150 _lief no leet_, 2238 _hout van herten_, 2346 _droghe ende +diep_, 2855 _struke ende stene_. + +Op dezelfde wijze vindt men het geheele gedicht door tautologische +uitdrukkingen waarop GRIMM de aandacht gevestigd heeft[19] als _stal +ende nam_, _pine ende onghemac_, _hermite oft clusenare_, _bejach no +ghewin_, _owi ende wee_, _diefte ende roof_, enz. enz., b.v. 42, 97, +103, 106, 230, 264-5, 268, 276, 306, 308, 326, 333, 350, 358, 405, 435, +484, 485, 516-7, 531, 597, 613, 666, 690, 693, 701, 743, 770, 933, 1046, +1108, 1174, 1182, 1426, 1438, 1449, 1532-3, 1591, 1597, 1678, 1691, +1787, 1816, 1842, 1878, 1894-5, 1988, 2041, 2043, 2054, 2064, 2075, +2086, 2093, 2097, 2114, 2118, 2120, 2173, 2191, 2251, 2272-3, 2308, +2309, 2315, 2336, 2342, 2362, 2462, 2485, 2496, 2507, 2512, 2588, 2697, +2860, 2894-5, 3000, 3045-6, 3071, 3079, 3205, 3345, 3366, 3420. + +Voorts enjambeert de zin over den rijmregel het geheele gedicht door, +b.v. 229, 359, 985, 1315, 1361, 1578, 1731, 2250, 2339, 2360, 2439, +3243, 3244, 3327, 3332, 3435. + +In beide deelen vindt men onzuivere rijmen, b.v. 105 _man_, _nam_, +_gram_, _began_, 451 _graf_, _was_, 795 _swinghen_, _vingheren_, 2101 +_Isengrijn_, _rijm_, 2113 _doe_, _vro_, 2129 _Hersinde_, _kindren_, +3359 _trac_, _dat_(?), 3431 _verbijt_, _dit_, 2851 _omberen_, _varen_, +2913 _snoeren_, _te voren_, en misschien 3027 _voeten_, _grote_. + +Van het begin tot aan het eind ontwaart men een streven om denzelfden +rijmklank te vermenigvuldigen: vooreerst in de veelvuldige opvolging +van vier zuivere rijmwoorden, b.v. 139 _ghedede_, _vrede_, _ghelede_, +_crede_; 261 _an_, _can_, _man_, _ban_; 267 _ware_, _clusenare_, _hare_, +_jare_; 367 _niemare_, _ware_, _clusenare_, _twaren_; 459 _boecstave_, +_grave_, _begraven_, _scraven_; 945 _prihore_, _ore_, _bescoren_, +_verloren_; 1233 _ghestaen_, _ghevaen_, _wane_, _hane_; 1307 _waert_, +_Reinaert_, _waert_, _vervaert_; 1333 _rade_, _dade_, _daet_, _raet_; +1501 _begheven_, _leven_, _gheven_, _leven_; 1737 _ghelaet_, _vraet_, +_gaet_, _quaet_; 2065 _man_, _an_, _dan_, _man_; 2295 _vrouwe_, +_trouwe_, _soude_, _woude_; 2299 _waer_, _haer_, _vare_, _openbare_; +2725 _vaert_, _claert_, _Reinaert_, _waert_; 2761 _lede_, _vrede_, +_crede_, _mede_.[20] + +Voorts springt dit nog veel duidelijker in het oog als men de bloote +assonnance in rekening brengt, die ontelbare malen, het geheele gedicht +door, meer dan twee regels verbindt. Wij zullen slechts enkele +voorbeelden bijbrengen, omdat het ons aan plaats ontbreekt de grootste +helft van het gedicht hier af te schrijven. + +Vs. 21 _weten_, _heten_, _leven_, _begeven_; 101 _man_, _nam_, _gram_, +_began_; 155 _begeven_, _gheheven_, _spele_, _vele_; 699 _dat_, _sat_, +_sal_, _al_; 711 _ghevaen_, _staen_, _haest_, _naest_; 3315 _ram_, +_quam_, _middach_, _ghesach_; 3401 _pine_, _Beline_, _gheliet_, +_verriet_; 3433 _mesdaet_, _quaet_, _maghen_, _bejaghen_. + +Zoo worden ook meer dan vier verzen gebonden. B.v. zes: 901 +_verslaghen_, _ghedraghen_, _ghevaren_, _daren_, _daghe_, _claghe_, 1275 +_vader_, _gader_, _jare_, _ware_, _scame_, _name_; zoo ook 1331, 1693, +1767, 2215, 2323, 2867, 2915, 3307, 3377. Acht, b.v. 291 _gaende_, +_slaende_, _bare_, _mare_, _Cantaert_, _waert_, _hane_, _wane_; 395 +_saghe_, _haghe_, _ondergaen_, _saen_, _ghetale_, _male_, _nakede_, +_smakede_; zoo ook 1239, 1749, 2621, 3229, 3291. + +En zelfs _tien_: b.v. 447 _lanc_, _sanc_, _las_, _was_, _graf_, _was_, +_gras_, _was_, _sach_, _lach_; 1091 _vraet_, _ghelaet_, _overstaerc_, +_maerc_, _bestaen_, _waen_, _dagheraet_, _raet_, _ghedaen_, _gaen_; 1451 +_Reinaert_, _herwaert_, _gheraden_, _ghenaden_, _mesdaet_, _verstaet_, +_mater_, _cater_, _mesdaen_, _dwaen_. + +Reeds het veelvuldige van dit opmerkelijk verschijnsel loont, dat het +niet een bloot spel van het toeval kan zijn; en wij zien dat ook nog +nader, als wij opmerken hoe de dichter er naar streefde wer op +denzelfden rijmklank terug te komen, ook als hij dien voor 't oogenblik +had moeten opgeven. Dikwerf keert na twee regels dezelfde assonnance +terug: 127 _ombere_, _mordenere_ (_dief_, _lief_), _here_, _ere_; +187 _angaen_, _ontfaen_, (_gherne_, _wernen_), _mesdaen_, _staen_; +_Isengrijn_, _pijn_ (_ghevoech_, _onghevoech_), _wijf_, _lijf_; enz. +enz. + +Nog een paar voorbeelden op ietwat grooter schaal: 1407 _wijf_, _lijf_, +_ontgaen_, _gaen_, _hermeline_, _mine_, _nu_, _u_, _Reinaerdine_, +_gaerdeline_, _al_, _sal_, _dief_, _lief_; 3097 _hermeline_, +_pine_, _gram_, _vernam_, _vlien_, _ghescien_, _ondergaen_, _saen_, +_mordadelike_, _ghenadelike_, _sidi_, _mi_; 539 _Reinaert_, _waert_, +_haghedochte_, _ghedochte_, _raet_, _vraet_, _driven_, _bliven_, _lanc_, +_danc_, _vrient_, _gedient_, _ganc_, _lanc_, _bestaen_, _ghegaen_, +_gheraden_, _gheladen_, _wise_, _spise_, _gaen_, _ghestaen_, _sat_, +_wat_, _have_, _grave_, _weten_, _eten_, _aten_, _honichraten_. + +Die zeer bijzondere eigenaardigheden, afwijkende van wat men in alle +andere Mnl. geschriften aantreft, vindt men in het geheele gedicht, van +het begin tot aan het einde terug; zoodat het wel ontwijfelbaar zijn +zal, dat wij hier het werk van een en denzelfden kunstenaar voor ons +hebben. + +Komen er nu oneffenheden, verschilpunten van anderen, ondergeschikten +aard in voor, dan zal men wel gerechtigd zijn tot het besluit, dat de +afschrijvers daarvan de schuld moeten dragen. + +Dat alles te veranderen bij gissing en op louter theoretische gronden, +lag buiten de bevoegdheid der kritiek, zoolang geen ouder codex van het +gedicht gevonden wordt, weshalve ik mij bepaal daarop alleen de aandacht +te vestigen[21]. + +Wie nu onze veranderingen desniettegenstaande nog te gewaagd vindt, wie +de voorkeur geeft aan het slordige afschrift van een onnadenkenden +kopist, legge deze uitgaaf ter zijde en keere des noods tot die van +GRTER terug. + +Vooral de verwerping van de fabel na 2308 (2304) dwong mij tot eene +vernummering der verzen, zoodat de telling na vs. 2274 niet meer met die +der vorige uitgaven overeenkomt. Bij het doorloopende onderscheid zal +dit echter geen bezwaar van eenig belang opleveren. In mijne aanhalingen +heb ik echter, tot gemakkelijker vergelijking, in den regel de cijfers +der vorige uitgaven tusschen haakjes geplaatst. + +In de orthografie heb ik mij zoo na mogelijk aan den oud-vlaamschen +schrijftrant gehouden tot zoover de duidelijkheid er niet onder leed. +Terwijl in GRIMMS uitgave das flmische anlautende _h_ in huut, hete, +hat, fr uut, ete, at, umgekehrt aerde fr haerde, gheoorsam fr +ghehoorsam, geflissentlich bewahrt" werden[22], heb ik, even als +WILLEMS, dit veranderd, omdat het dikwerf voor den hedendaagschen lezer +moeyelijkheden oplevert in het recht verstaan van den tekst, gelijk ik +bij ondervinding weet. Buitendien is dat toch een provincialisme dat uit +de beschaafde schrijftaal moest worden verbannen. + +_Maerghen_ voor _morghen_ heb ik behouden, maar niet _ou_ voor _oe_, in +de woorden _drouch_, _slouch_, enz., noch ook _lust_ voor _list_, daar +de rijmen 2602 (2626) en 2376 (2400) juist _list_ hebben. + +Voorts heb ik er naar gestreefd de fouten van het handschrift met +betrekking tot de enkele vokaalspelling en vooral de zwakke en sterke +buigingen, naar den regel te herstellen. Orthografische veranderingen +zijn in den regel niet aangewezen: al de overigen zijn zoo naauwkeurig +mogelijk in de kollatie aan den voet der pagina opgenomen[23]. +Kortheidshalve heb ik daarbij slechts in de allernoodzakelijkste +gevallen van de reden der verandering rekenschap gegeven, in de +overtuiging dat zij bij eenig nadenken vanzelf in het oog zal vallen. + +Zoo ik er naar gestreefd heb het rhythmus te zuiveren, ik heb in den +regel de aansluitingen en samentrekkingen niet aangewezen, die bij het +lezen moeten worden in acht genomen, daar dit in Mnl. stukken niet +regelmatig is vol te houden. Ik vertrouw dat lezers die het gedicht +werkelijk willen genieten, genoegsaam met de regels der Mnl. metriek +zullen bekend zijn, om zoodanige aanwijzingen te kunnen ontberen. + +Thans, nu ik rekenschap van het doel en de wijze van behandeling dezer +uitgave heb gegeven, kunnen wij overgaan tot de overweging van de nog +niet genoegsaam opgehelderde vraagstukken over het ontstaan en den +ouderdom van den Reinaert. + + +II. + +Het oordeel over het ontstaan en den ouderdom van onzen _Reinaert_, +hangt ten naauwste samen met deze schijnbaar eenvoudige vraag: is de +proloog in den Comburger tekst het werk van den eersten schrijver of van +den omwerker? + +WILLEMS beweert het laatste, en wel op de volgende gronden: Hij haalt de +eerste regels van den proloog aldus aan: + + WILLEM, die Madock maecte, + Daer hi dicke om waecte + Hem jamerde seer haerde + Dat die geeste van Reinaerde + Niet te recht en is gescreven: + Een deel is daer after gebleven: + Daeromme dede hi die vite soeken + Ende heeftse, uten walscen boeken + In duutse aldus begonnen. + +Dan gaat hij voort: WILLEM heeft niet den oudsten Vlaamschen _Reinaert_ +opgesteld; maar wat hij in het oude gedicht niet _te recht gescreven_ +oordeelde, verbeterde hy en vulde hy aen; in dien zin versta ik het +_aldus begonnen_ van dit laetste vers; doch om geheel de _vite_ of +levensbeschryving van _Reinaert_ te doen kennen heeft hy datgene, +hetwelk _after gebleven_ was, door middel van _walsche_, dat is, door +_fransche_ boeken, vervolgd en ten einde gebracht. Hy is dus de schryver +van het vervolg, en slechts de verbeteraer of omwerker van het eerste +boek. + +De nedersaksische vertaling van _Reineke_ en de oude prosadrukken van +Gouda 1479 en Delft 1485, die de prologe niet kennen, en met vs. 41 +aenvangen, maken het zeer bedenkelyk of dit voorwerk geen byhangsel zy +van lateren tyd. Men kan evenwel ook aennemen dat de eerste _Reinaert_ +begon met vs. 11. + + Nu keert hem daer toe mijn sin, _enz._ + +Hoe men dit dan ook beschouwe, _het aldus begonnen_ van vs. 9 steekt +altoos zeer sterk af tegen vs. 40: + + Nu hoort hoe ic hier beginne; + +want, zie daer een dubbel _begin_! Er is ook eene dubbele bedoeling. +WILLEM verklaert zyne taek aentevangen _om dat het hem zeer jammerde_ +dat er nog zoo veel aen de historie van _Reinaert_ ontbrak; terwyl de +oorspronglyke dichter slechts daerom _de avonturen van Reinaert_ MAEKTE, +om dat zekere dame, _die in groter hovescheden gerne hare saken keert_, +_hem daer toe bad_ (vs. 26-31). Deze beweegreden _alleen_ gaf hem de pen +in de hand; anders had hy _stil gezwegen_ (vs. 26). + +Dat een vervolgschryver of interpolator soms prologen voor het werk +van zynen voorganger plaetste, is niet zonder voorbeeld. In byna al de +handschriften der _Brabantsche Yeesten_ staet er een van verschillenden +inhoud, en, wat meer is, van verschillenden datum. + +Indien WILLEM het eerste gedeelte naer het fransch hadde opgesteld, +dan zou by voorbeeld de wolvin, gelyk in de hoogduitsche omwerking der +vertaling van _Heinrich der Glichsenaere_, _Hersant_ en niet _Hersint_ +of _Erswinde_ heeten; dan zou de naem van den hond, _Cortois_, in de +fransche branches bewaerd zyn gebleven (hy wordt er _Roonel_, _Rooniax_ +of _Morout_ genoemd); dan zou het tooneel der gebeurtenissen en de +behandeling van het onderwerp (vs. 100, 1461-1463 enz.) niet zoo +eigenaerdig, niet zoo geheel vlaemsch zyn; en dan zou men eindelyk +in de fransche _Renarts_ eenig overblyfsel, eenig spoor van zulk een +voortreffelyk werk, als het origineel zyn moest, ontdekken. Wy zullen +straks zien, dat de trouveres geen ouder _fransch_ gedicht kennen, dan +dat van PERROZ DE SAINT CLOUD, en dat de fransche branche, in onze +bylagen bl. 302-341 opgenomen, eene navolging, ja grootendeels eene +letterlyke vertaling van _onzen Reinaert_ is. + +Beschouwt men daerentegen WILLEM voor den hermaker en vervolger van het +gedicht, dan verklaert zich alles ten duidelykste; want in [zyn werk] +vindt men, _voor eerst_, eene omdichting van het eerste boek,.... en, +_ten andere_, een vervolg van dit oorspronglyk gedeelte, meest uit +fransche poten of uit de _Fabulae extravagantes_ samengeraept"[24]. + +Tegen die redenering is het een en ander in te brengen: + +Vooreerst is zij gebouwd op den aanhef der omwerking; maar in de oudste +redaktie luiden de aangehaalde verzen aldus: + + WILLEM die vele bouke maecte, + Daer hi dicken omme waecte, + Hem vernoyde so haerde, + Dat die avonture van Reinaerde + In Dietsche onghemaket bleven, + Die WILLEM _niet_ hevet vulscreven, + Dat hi die vijte van Reynaerde soucken + Ende hise naden Walschen boucken + In Dietsche dus hevet begonnen[25]. + +Die lezing is onverstaanbaar, maar ook blijkbaar bedorven: niet slechts +in GRTERS uitgave, maar reeds in het Comburgsche handschrift. Het is +intusschen onverklaarbaar, dat GRIMM niet de minste poging heeft gedaan +om dien bedorven tekst te herstellen, maar daarvoor de lezing van den +omwerker in de plaats stelde. WILLEMS schijnt zich hoofdzakelijk aan +den tekst van GRIMM gehouden te hebben zonder altijd veel acht te +slaan op de kollatie aan den voet der bladzijden; en het kan ons niet +verwonderen, dat hij hier gretig eene lezing opnam, die zijn stelsel in +de hand werkte, ja er eigenlijk de basis van is. Hij had intusschen, met +GRIMM, de lezing van C. moeten aangeven, die door zijne uitgaaf in +Nederland geheel onbekend raakte. + +Zien wij thans of die verworpen lezing niet is te recht te brengen. + +De grootste zwarigheid levert zeker vs. 6 op; maar juist hier is het +niet moeyelijk eene verbetering aan de hand te geven. _Niet_ is in +tegenspraak met al het overige; maar dat _niet_ is juist bedorven. +De varianten bij GRIMM doen zien, dat soms de _r_ en _t_ niet goed te +onderscheiden waren in het Comburger handschrift; men begrijpt dat dit +ook het geval kon zijn met den codex waarnaar dit werd afgeschreven. +Zoo las GRTER, of misschien reeds het handschrift zelf, vs. 993, voor +_dat felle dier_ (_:lier_), _dat felle diet_; 2372 (2396) _voere_ +in plaats van _voete_. Bedenkt men daarbij dat de _n_ lichtelijk in +sommige handschriften met de _h_ kan verwisseld worden, dan zal het wel +geoorloofd zijn aan te nemen dat er oorspronkelijk gestaan hebbe _hier_, +in ste van dat onbegrijpelijke _niet_. En zoo kunnen wij, met geringe +verbetering van 't overige, de plaats dus herstellen: + + WILLEM, die den Madoc[26] maecte, + Daer hi dicke omme waecte, + Hem vernoyede so haerde + Dat davonturen van Reinaerde + _In Dietsce onghemaket bleven_, + (Die hi hier hevet vulscreven), + Dat hi die vite [dede] soeken, + Ende hise na den walscen boeken + In Dietsce dus hevet begonnen. + +Blijkbaar is dat de tekst van den oorspronkelijken schrijver; en daarin +heet het niet, dat de historie niet _te recht_ is geschreven, of dat er +_een deel_ van is achterwege gebleven; maar de avonturen van Reinaert +(verg. vs. 31) waren in het geheel in het Dietsch _ongemaakt_: dit was +hem zoo leed, dat hij de vite opzocht en die uit het Fransch in het +Dietsch overbracht. + +De tusschenzin van vs. 6 moge bij den eersten oogopslag eenigen twijfel +opwekken, deze zal weldra verdwijnen als men ziet, dat er dergelijke het +geheele gedicht door voorkomen, zie boven bl. XXIII. En juist daarin +vinden wij een nieuw bewijs, dat de Inleiding van den schrijver van het +oudste gedicht is, wiens eigenaardigheid hier zoo duidelijk in het licht +treedt. + +Het eerste gedeelte van WILLEMS' betoog vervalt door deze eenvoudige +opmerking vanzelf[27]. + +Dat de vertaling of de proza-omwerking de inleiding, die geheel van +persoonlijken aard is, niet hebben, bewijst niets, zoo als WILLEMS zelf +reeds bevroedde, daar hij niet ongeneigd is om aan te nemen dat de +eerste _Reinaert_ met vs. 11 begon. + +Steekt nu werkelijk vs. 9 zoo sterk af bij vs. 40, + + Nu hoort hoe ic hier beghinne? + +Is dat in den eigenlijken zin des woords een dubbel begin, dat alleen +uit eene dubbele bedoeling is te verklaren? + +Maar men lette wel op, dat als men met vs. 11 den ouden tekst laat +aanvangen, men daar terstond leest: + + Nu keert hem daer toe mijn sin, + Dat ic bidde _in dit begin_, enz. + +zoodat men toch een dubbel begin zou hebben. Trouwens men leze den +geheelen proloog onbevooroordeeld, en men zal zeker geen aanstoot nemen +aan de herhaalde vermelding van het begin. Wie des ondanks alleen door +gelijksoortige voorbeelden is te overtuigen, verwijs ik naar JAN VAN +HEELU, die zijne kronijk ook met een proloog begint, waarin hij in de +eerste regels zijn boek aan MARGARETA van Engeland aanbiedt; dan heet +het verder, dat hij anders wellicht zijn werk niet had ondernomen, (vs. +69) + + En hadde gedaen van Ingelant + Vrouwe Margriete, alsic thant + _Int beghin_ sprac overluut. + +En dan wederom in het slot der inleiding, vs. 78: + + Nu helpe my God, _ic saels beginnen_[28]. + +Is er voorts niet eenigen schijn overgebleven dat een fransch origineel +aan ons gedicht ten grondslag ligt? Of bewijzen de Fransche eigennamen +der dieren, de naam van Reinaerts kasteel Maupertuus, niet voor de +ontleening? GRIMM neemt dit met betrekking tot het Mhd. gedicht als +overtuigend bewijs aan[29], en ook wij behoeven er niet aan te +twijfelen[30]. + +Want niemand zal wel met WILLEMS' betuiging tevreden zijn: De dichter +van den _Reinaert_ schynt.... een _grand clerc_, zoowel in het Fransch +als in het Nederduitsch geweest te zyn, en dit verklaert ons waerom hy +sommige namen, als _Cortois_, _Malpertuis_, _Malcrois_ en _Pinte_, uit +eerstgenoemde tael ontleende"[31]. + +Ja maar, zegt men wellicht met WILLEMS, in het hoogduitsche gedicht heet +de wolvin _Hersant_ en niet, zoo als bij ons, _Hersint_! + +Sedert WILLEMS schreef gelukte het GRIMM een groot fragment van den +oorspronkelijken onveranderden hoogduitschen tekst op te sporen[32], en +daarin heet de wolvin niet als in het gemodernizeerde, vroeger door hem +uitgegeven gedicht, _Hersant_, maar, even als in onzen _Reinaert_, +_Hersint_, zie b.v. vs. 608, 627, 870, 877, enz.--ergo. + +Dat Cortois niet bij de Franschen voorkomt, dat het tooneel der +gebeurtenissen en de behandeling eigenaardig Vlaamsch is, laat zich +begrijpen, als men weet, dat de _Reinaert_ niet in allen deele strikt +vertaald is, maar dat de Vlaamsche dichter dikwerf zijn eigen weg ging, +gelijk wij nader zullen aantoonen. + +Alvorens WILLEMS' laatsten bewijsgrond te toetsen, moeten wij nog van +een anderen kant doen zien, dat de proloog onmogelijk van den omwerker +kan zijn. + +Er is in den Comburger tekst geen spoor, dat de dichter van dien tekst +het oog hebbe gehad op een vervolg zoo als de omwerker er aan toevoegde. +Deze bereidt dan ook zijn tweede deel voor, door eene noodzakelijke +verandering, zoo als WILLEMS zelf opmerkt[33]. In den oudsten tekst +namelijk verlaat Reinaert met de zijnen zijn kasteel, om zich in de +wildernis te verbergen, vs. 3311 (3331): + + Si daden hem alle up die vaert: + Ermeline ende here Reinaert, + Ende hare jonghe welpkine, + Dese anevaerden die woestine; + +welk verhaal door den omwerker wordt achterwege gelaten, omdat de latere +gezanten des konings Reinaert weder in zijn kasteel moesten aantreffen. + +Uit dit onderscheid mag men opmaken dat de schrijver van den Comburger +codex niet van eene omwerking wist. + +WILLEMS is natuurlijk van eene andere meening: hij stelt dat de +afschryver van het codex Comburgensis den _ouderen_ text van _Reinaert_ +kopyeerde, schoon hy zich voorgesteld had ook het vervolg.... te +leveren"[34]. + +Den grond voor die meening geeft hij aldus aan[35]: + +De overgang tot de gebeurtenissen van het tweede boek schynt reeds +met vs. 3395 [ons 3375] voorbereid, door het optreden van eene nieuwe +personnagie, met name _Firapeel_, de luipaerd, die den koning tot het +besluit brengt om eene vergoeding aen Isengrim en Bruin toe te staen, en +om vervolgens Reinaert te gaen opzoeken en vangen: + + _Daerna_ sullen wi alle lopen + Na Reinaerde, ende sulne vangen, + Ende bi sine kele hangen; + +een plan, hetwelk maer eerst in het tweede boek, vs. 3750, zyn beslag +krygt, en dus in het eerste de geschiedenis onvoleindigd laet. Uit dien +hoofde ben ik zeer geneigd het daervoor te houden, dat de oorspronglyke +_Reinaert_ met vs. 3394 sloot. En inderdaed, deze gedachte krygt veel +gronds, wanneer men bezeft, dat er aen vs. 3395 eene groote versierde +voorletter in het Comburger handschrift wordt aengetroffen, toonende +dat eene nieuwe afdeeling, en geenszins een bloote paragraef begint. +Dergelyke hoofdletter toch was voor de laetste 80 regels noch gevorderd, +noch passend." + +Daartegen kan worden aangevoerd, dat het verhaal onmogelijk met vs. 3374 +(3394) kan eindigen, daar er dan geen slot aan zou zijn, welk slot men +eerst bij vs. 3454 (3474) bereikt heeft. + +Dat er een nieuw personagie optreedt vindt zijne verklaring in de +later te staven opmerking, dat de dichter hier het origineel, dat hij +navolgde, verlaten had, en in den luipaard, des coninx maech" een +geschikt persoon vond om als middelaar tusschen den koning en de fel +beleedigde baronnen, Bruun en Isegrim, op te treden. Ook in sommige +fransche branches speelt de luipaard zijne rol en wordt 's konings maag +genoemd, hoewel daar zijn naam niet Firapeel is, b.v. in den _Renart Le +Nouvel_, in MONS vierde deel, vs. 175 en passim. De belofte dat men +later Reinaert zou weten te straffen, behoefde in het gedicht niet +volvoerd te worden, daar de dichter geene biografie schreef, maar een +epos. + +En wat de groote aanvangsletter bij vs. 3375 (3395) betreft, die kon +misschien alleen aan de onhandigheid van den afschrijver te wijten +zijn. Maar gesteld dat hier werkelijk eene nieuwe afdeeling begon, is +het dan zoo onmogelijk hier aan iets anders te denken dan aan het +vervolg van den omwerker? Is op zichzelf het denkbeeld ongerijmd, dat de +oorspronkelijke schrijver zijn gedicht verder had willen voortzetten, +ja werkelijk aan een beleg van Maupertuus gedacht kon hebben, dat in +het origineel 't welk hij voor zich had voorkwam, zoo als wij later +zullen zien? In dat geval had hij of het gedicht niet voltooid, maar +was bij een geschikt rustpunt blijven stilstaan; of, hetgeen mij veel +waarschijnlijker zou voorkomen, hij had zich bedacht, de eenheid van +zijn verhaal niet willen in gevaar brengen, en eindigde met vs. 3454 +zijn werk voor goed, terwijl hij willens en wetens, of misschien uit +vergetelheid, de regels liet staan waarin van Reinaerts bestraffing +gewaagd wordt. Maar ik moet bekennen dat deze uitlegging niet +aannemelijk is, daar Reinaert in dat geval zijne vesting niet mocht +verlaten. Ik zou daarom niet zooveel kunnen hechten aan die hoofdletter. +En ziet! bovendien komt er ter gedachter plaatse in het handschrift +zelfs geene hoofdletter voor, maar eenvoudig het teeken eener nieuwe +alinea, gelijk eene welwillende mededeeling van KAUSLER mij verzekert; +zoodat ook de argumentatie op deze vermeende hoofdletter gebouwd, in +rook verdwijnt. + +Dat het gedicht met vs. 3454, en eerst met dit vers, volmaakt besloten +wordt, zal eene naauwkeurige lezing ontwijfelbaar doen zien; en men zal +GRIMM toestemmen, die juist wat WILLEMS als overgangsregels beschouwde, +genoemd heeft den bedeutsamen und fhlbaren schluss der fabel"[36]. + +Ik moet intusschen nog een argument werleggen, dat WILLEMS op eene +andere plaats aangeraakt, doch niet nader uit een gezet heeft. Van den +omwerker zegt hij[37]: Hy noemt den leeuw _Lioen_, in plaets van +_Nobel_." + +Nu moet ik beginnen met te zeggen, dat in het tweede boek der omwerking +de leeuw slechts n enkel maal _Lioen_ heet, vs. 3757: + + Ist dat ic coninc heet Lioen; + +maar integendeel vs. 3625 van WILLEMS' uitgaaf, evenzeer genoemd wordt +_Nobel die coninc_. Maar juist in de verzen die WILLEMS als +overgangsinlapsel beschouwt lezen wij: + + Hi sprac: Here, coninc lioen, vs. 3378 + Dit biet u die coninc lioen. vs. 3444 + +Bewijst dit niet duidelijk, dat deze regels inderdaad niet uit de pen +van den oudsten schrijver vloeiden? + +Als deze werkelijk nimmer dezelfde uitdrukking bezigt, is er grond tot +twijfel; maar ziet, vs. 1837 lees ik dezelfde benaming: + + Vort sprac Reinaert: Coninc lioen, + Wien twifelt des, ghine moghet doen? + +Ik zie dus ook hier geene de minste vrijheid om te beweren, dat de +Comburger tekst ergens blijken bevat dat de schrijver aan een vervolg +dacht of er mede bekend was; en dan kan toch ook onmogelijk de proloog +het werk zijn van een omwerker, van wien in het geheele oudste gedeelte +geen spoor te vinden is. Er blijft dus wel niets anders over dan die +voorrede, die inleiding, aan den ouden dichter zelf toe te kennen, +gelijk ook onwederlegbaar bewezen wordt door de uitdrukking in het +vijfde vers volgens de echte lezing. + +Ik vertrouw dat de heer C. A. SERRURE, vooral na deze tekstverbetering, +mijn stelsel niet meer zoo onaennemelyk" zal vinden[38]. Volgens +hem pleit tegen mijne meening dat het moeijelyk te veronderstellen +is dat de schryver den naem zyns voorgangers behoudende, zynen +eigenen verzwegen zou hebben." Ik antwoord: hoe moeyelijk ook te +veronderstellen, leert de vergelijking der beide handschriften dat het +geschiedde, en dat de omwerker (die misschien ook WILLEM heette, maar +zich dan toch nooit den _Madoc_ kon toeigenen), zijn diefstal alleen +bedekte door hetgeen bij zijn voorganger nog _ongemaakt_ kon heeten, +blootelijk te veranderen in _niet te recht geschreven_. + +Voorts zegt SERRURE, dat het niet zeer waerschynlyk is dat de +oorspronkelyke dichter, die hoogstvermoedelyk een geestelyke, een +kloosterling was, zyn werk op verzoek eener edele vrouw zal volschreven +hebben." + +Maar waaruit blijkt dat de schrijver een geestelijke was? Er wordt +verwezen naar de inleiding van WILLEMS, bl. XXXVIII, die zich beroept op +vs. 444 en 2953-2969. In het eerste vers heette het dat men begon te +zingen + + Dat placebo Domino; + +en in de tweede plaats wordt eene spreuk van meester Jufroet" +aangehaald (dien men gewoonlijk voor Godfredus Andagavendis houdt), +waarin gezegd wordt dat biecht en boete den zondaar vergiffenis +verwerven. + +Met de aanwijzing der plaatsen is, dunkt mij, reeds de wederlegging +van WILLEMS geleverd; want wie zal in de aanhaling van den titel van +een kerkelijk lied, of van eene spreuk die er machtig als een locus +communis uitziet, het bewijs durven zien, dat de auteur noodzakelijk een +geestelijke was? De geheele inhoud van het gedicht schijnt buitendien +dat gevoelen te werspreken. + +Maar ook al aangenomen dat de schrijver van den _Reinaert_ een +geestelijke was, is het dan onnatuurlijker dat hij zijn werk ter liefde +van eene vrouw schreef, dan dat de pastoor HEIN VAN AKEN zich dit +veroorloofde, die nog wel den wulpschen roman van de Roos vertaald +had[39]? + +Zoo het verder bij SERRURE heet: zeker was zulk kundig en vernuftig +dichter als de opsteller van het eerste boek des _Reinaerts_, niet +in staat geweest dergelyke zoutelooze en onbeduidende inleiding te +berymen," dan beken ik de waarde van dit argument niet te vatten, daar +ik noch bij SERRURE het betoog, noch uit den tekst van den proloog zelf +de overtuiging kan erlangen, dat dit stuk zoo bijzonder zouteloos en +onbeduidend is, tenzij men met WILLEMS _malsch_ vs. 19 vertale door +_week_! Ik kan deze inleiding niet zoo zeer beneden die van den +_Floris_ stellen; en ik vraag mij zelfs af, of er in dat aandringen op +hoofschheid en eer niet eene satyre verborgen ligt, die de epitheta van +SERRURE tegenspreekt. + +Zoo WILLEMS en die hem volgen dien proloog met alle geweld den +omwerker willen opdringen, het is blijkbaar uit vrees van anders de +oorspronkelijkheid te moeten opgeven van een dichter, die zelf bekent +dat hij naden walscen boeken" gearbeid heeft. De waarheid heeft +intusschen hooger rechten dan het vaderlandsch gevoel. Doch ook die +rechtmatige fierheid kunnen wij hier reeds gerust stellen met de +verzekering, waarvan later het bewijs volgt, dat, zoo WILLEM al walsche +bronnen gebezigd heeft, hij toch niet slaafs vertaalde; dikwerf geheel +zijn eigen weg ging; en waar hij dit niet deed, zijn voorbeeld zoo +verbeterde, dat hij toch een geheel Vlaamsch gedicht heeft geleverd, dat +hij geheel zijn eigendom kon noemen, niettegenstaande de aanleiding +daartoe in den vreemde gevonden was. + +Alzoo: daar de proloog het werk is van den oorspronkelijken ouden +dichter, en niet van den omwerker, staat het ook vast 1) dat hij WILLEM +geheeten was, en vroeger reeds den _Madoc_ geschreven had; 2) dat hij +naar fransche geschreven bronnen (_walsce boeken_) gewerkt heeft. + +Het is nu maar de vraag of er mogelijkheid bestaat die bronnen op te +sporen en aan te wijzen. Daartoe moeten wij onze aandacht vestigen op de +fransche gedichten betreffende de dierensage. + + +III. + +In Frankrijk is de Reinaertsage zeer oud[40]. In de _Chanson des +Lorrains_, wier oudste branche omstreeks 1130 den vorm aannam waarin zij +ons bekend is[41], heet het van BERNARD DE NAISIL, die ingesloten was in +een kasteel met onderaardsche sluipwegen, waaruit hij uitvallen deed +(II. 53), + + Renart resenble qu'en la taisnire est mis, + +hetgeen wellicht op een oud gedicht ziet, dat de belegering van +Reinaerts burcht behelsde; maar in allen gevalle door het gebruik van +den eigennaam in stede van het appellativum bewijst dat de sage algemeen +bekend was, zoo ook hier de dichter alleen een in zijn hol bestookten +vos op het oog had. GRIMM heeft eene plaats aangehaald van GUIBERT +DE NOGENT, die in 1124 stierf, waaruit blijkt, dat ten jare 1112 de +verhalen van Reinaert en Isengrim zoo algemeen bekend waren te Laon in +Noord-Frankrijk, dat men een mensch van een woest voorkomen, propter +lupinam speciem" Isengrim kon noemen, en de beteekenis daarvan algemeen +begrepen worden[42]. Daaruit volgt, dat de sage daar minstens een +menschenleeftijd lang moest bekend zijn, en zeker reeds in het midden +der elfde eeuw (1050) voorkwam. + +Of die oudste sporen der Reinaertsage in Frankrijk op eene potische of +prozasche vorm terugwijzen, is natuurlijk zelfs niet te gissen; maar +wij weten dat beide vormen nevens elkander bestonden. Eene der tot ons +gekomen fransche gedichten uit dezen cyclus[43] zegt onder anderen: + + Tout cil qui en content sans rime + Ne sevent pas vers moi la dme: + Il le vous content l'envers; + +waaruit blijkt, dat er werkelijk ook prozasche verhalen in omloop +waren[44], die waarschijnlijk wel de oudste zijn, daar zij niet zijn +opgeschreven, althans niet tot ons gekomen. + +Met de potische verhalen is dit anders, en wij bezitten eene reeks +van gedichten die te samen meer dan 30,000 verzen bevatten, alle takken +(_branches_) van den grooten stam, maar door verschillende dichters, in +verschillende tijden bewerkt. + +Dat die stukken gelijk wij ze bezitten in de uitgave van MON, +slechts omwerkingen zijn van oudere gedichten, is de meening van de +voortreffelijkste geleerden die zich met dit onderwerp hebben bezig +gehouden, hoewel hun oordeel eenigsins uiteenloopt over de tijdsbepaling +van hunne tegenwoordige vorm. Zoo zegt GRIMM[45]: abgefasst sind die +frhsten derselben [branches] wahrscheinlich von der zweiten hlfte des +zwlften jahrhunderts an bis in die mitte des dreizehnten; allein in der +gestalt, welche sie jetzt zeigen, mgen die altesten schon vielfach +berarbeitet und verndert vorliegen, fast alle dem 13, einzelne sogar +dem 14. jh. zufallen." + +Ongeveer op dezelfde wijze oordeelt ROTHE[46]: Bien qu'il soit +impossible d'indiquer nettement l'origine des divers rcits, et que, +dans la forme o nous les connaissons aujourd'hui, une grande partie +ne soit que des versions postrieures de compositions plus anciennes, +selon toute apparence la plupart des morceaux qui composent pour nous +aujourd'hui le _Roman de Renart_ datent du treizime sicle. Quelques +uns pourraient bien tre du douzime, d'autres semblent ne dater que du +quatorzime. Tous appartiennent infailliblement et originairement au +nord de la France, la langue d'ol, la littrature romane-wallonne, +celle des trouvres"[47]. + +FAURIEL erkent ook in de bestaande branches omwerkingen van ouder +stukken; hij laat zich niet uit over de tijdsbepaling, maar +karakterizeert met een paar woorden den invloed dien de jonger trouvres +op het ouder stuk hebben uitgeoefend[48], dat zij reprirent pour +ainsi dire en sous-[oe]uvre, la remanirent, la refirent, l'ornrent, +l'altrrent dans tous les sens, suivant en cela leurs nouvelles ides +et leurs nouvelles fantaisies. Ce travail, qui dura plus d'un sicle, +eut pour fruit le Renart, dans l'tat o il nous reste en franais." Dit +had twee gevolgen: l'un fut le remaniement, la reproduction sous une +forme nouvelle, des fables dont se composait le Renart primitif; l'autre +fut l'invention de beaucoup de nouvelles fables." + +Zeer zeker is er geene enkele onder de 32 branches van MON, die niet +de merkbare sporen draagt van omwerking, blijkbaar in de uitvoerige +schildering van bijzonderheden, in het talent van verhalen, welk alles +herinnert aan het weelderige tijdperk waarin CHRESTIENS DE TROIES +bloeide, en dat sterk afsteekt bij de drooger, eenvoudiger, minder +kunstmatige manier van een vroeger tijdvak. Nu is het maar de vraag +of het mogelijk is, van sommigen althans, den ouderdom met eenige +juistheid aan te geven. GRIMM zelfs is, gelijk wij zagen, slechts tot +zeer algemeene rezultaten gekomen; en hoezeer ik de waarde van zijn +uitstekend werk zoo hoog schat als iemand[49], geloof ik toch dat het +plicht is te onderzoeken, of het niet mogelijk is tot een bepaalder +slotsom te geraken, vooral daar deze vraag van het hoogste belang is +voor de juiste beoordeeling van onzen Reinaert. + +Ons onderzoek eischt eenige uitvoerigheid, daar wij door een omweg +slechts tot het beoogde doel kunnen geraken, waarbij wij tevens op onzen +weg enkele andere zeer belangrijke waarheden zullen vinden. + + * * * * * + +In de eerste plaats doet zich de vraag op, of er geen spoor meer overig +is van een ouder, eenvoudiger, drooger redaktie van eenig stuk uit de +verzameling van MON? En het antwoord is: niet in het oorspronkelijke; +maar er bestaat eene Middenhoogduitsche vertaling van een ouder stuk, +welks inhoud en algemeene gang grootendeels overeenkomt met de +twintigste branche van MON[50], welke wederom in hare eerste helft zoo +met onzen oudsten Reinaert overeenstemt, dat men tot de overtuiging +gekomen is, dat het eene stuk uit het andere vertaald is. + +Zien wij welke uitkomsten de vergelijking dezer drie stukken geeft, +nadat wij eerst eenige meer algemeene beschouwingen voorop gezet hebben. + +Het Mhd. gedicht dat wij bedoelen is de _Reinhart_ van _Heinrch der +Glichesre_. + +Dat dit gedicht uit het Fransch vertaald is, heeft GRIMM betoogd uit +de onduitsche vormen van sommige eigennamen als _Birtn_, _Hersant_, +_Isengrn_, _Schanteklr_ en _Pinte_; terwijl _Uebelloch_ blijkbaar eene +vertaling is van _Malpertuis_. Ook het woord _villn_, htte nicht +leicht ein deutscher lterer dichter gebraucht[51]." Voorts haalt hij +ook nog uit de oudste duitsche bewerking de woorden _cous_ en _bordz_ +aan om zijn gevoelen te staven[52]. + +ROTHE erkent dan ook[53] dat de duitsche dichter connaissant +_infailliblement_ un pome antrieur de Renart en franais, et profitant +de cette connaissance, a compos le premier un pome de Reinhart dans +l'ancienne langue allemande." + +En FAURIEL getuigt uitdrukkelijk[54]: Le Reinhart, tel qu'il nous +reste, doit tre considr au fond et dans son ensemble comme +l'imitation expresse d'un original franais. Cet original sans doute +n'existe plus; mais tels sont, ou pour mieux dire, tels durent tre les +rapports avec le Renart allemand, que celui-ci peut en reprsenter +jusqu' un certain point la substance et la suite." + +Het duitsche gedicht bevat zeven verschillende verhalen, wier inhoud in +de fransche branches wordt terug gevonden. Het laatste en uitvoerigste, +vs. 1239-2248, komt overeen met onzen Reinaert en de 20e (16e) fransche +branche. + +Nu is het opmerkelijk, dat onze Reinaert de zes eerste verhalen niet +bevat, en dat de fransche branche vs. 9659 uitdrukkelijk aanvangt met de +woorden: + + Ce dist l'estoire s premiers vers. + +Werspreekt dit niet de meening dat er samenhang tusschen deze +verschillende gedichten bestaat? Niet in 't minst; want er bestond al +vroeg bij de dichters een streven om verschillende kleine overleveringen +uit dezen cyclus tot een grooter geheel te verwerken. Dat dit in de +fransche branches het geval was, voelde ROTHE reeds[55]. FAURIEL is het +met hem eens, als hij zegt[56]: Les trouvres combinrent de la manire +la plus arbitraire, dans plus d'une des grandes branches du roman, des +fables composes sparment, et faites pour rester spares.... Il y +aurait, cette occasion, une bonne tude faire de la licence et du +caprice de ceux qui ont essay la fusion de plusieurs des fables de +Renart en une seule composition; mais on sentira que c'est un point fort +dlicat et fort complexe, auquel nous ne pouvons nous arrter." + +Wellicht komen wij in den loop van ons onderzoek op dit laatste gezegde +terug; zien wij eerst hoe met betrekking tot den _Reinhart_ ook FAURIEL +aanneemt[57], dat de verschillende verhalen oorspronkelijk niet tot +elkander behoorden, niet als eene ondeelbare eenheid zijn te beschouwen, +niet vormen une vritable unit qui tienne un plan primitif, mais une +sorte d'unit factice et cherche aprs coup; c'est un ensemble +rsultant d'une simple juxtaposition de rcits divers." + +Of nu GLICHESRE de verschillende takken heeft bijeengevoegd, dan of +hij die reeds zoo in zijn voorbeeld verbonden aantrof, is niet uit te +maken. In de omwerking van het duitsche gedicht heet het vs. 1788: + + Heinrich + Der ht diu buoch zesamene geleit + Von Isengrnes arbeit: + +daaruit zou men wellicht mogen opmaken, dat eerst de Duitscher de +verschillende branches had te samen gevoegd; maar in den ouder codex +leest men die plaats aldus: + + Heinrich + Er ht daz buoch gedichtt + Umbe Isengrnes nt; + +zoodat dit punt wel onbeslist zal moeten blijven. + +Zooveel is zeker, dat HEINRICH DER GLICHESRE omstreeks 1150 leefde[58], +zoodat het fransche origineel waarnaar hij werkte, uiterlijk in de +eerste helft der twaalfde eeuw valt; naar den geheelen toon te oordeelen +moet het echter eer tot de laatste jaren der elfde dan tot de twaalfde +eeuw gebracht worden, en kan zeker niet veel jonger zijn dan van +omstreeks het jaar 1100[59]. + +Sterk steken tegen het mhd. gedicht de fransche branche 20 (16) en de +mnl. _Reinaert_ af, die jonger zijn, veel nader met elkander verwant, en +niet slechts de wijze van behandeling en vele details onderling gemeen +hebben, maar zelfs een aantal letterlijk gelijkluidende regels. Dat zij +eene omwerking van het ouder fransche stuk, dat aan den _Reinhart_ +ten grondslag lag, vormen, valt terstond in het oog: dat het een uit +het ander voortvloeide maakt reeds eene oppervlakkige beschouwing +aannemelijk; maar welk van beiden is hier het oudste, waarnaar het +andere werd bewerkt? + +ROTHE schijnt tot eene ontleening van het vlaamsche uit het fransche +gedicht over te hellen, hoewel hij zich daaromtrent niet duidelijk +verklaart. Eerst zegt hij[60]: Les deux tiers de la vingtime +branche.... contiennent en entier le rcit des vingts-trois premiers +chapitres du premier livre du _Reineke Fuchs_ [en dus ook van onzen +_Reinaert_]. Pour le reste seulement, cette branche du _Roman de Renart_ +diffre entirement de la fin du premier livre de _Reineke_." En twee +bladzijden verder laat hij hierop volgen: Le pote flamand du douzime +sicle.... a d connatre les pomes franais et a pu en tirer partie." + +Men ziet, dit is zeer onbepaald en leidt tot geen rezultaat. + +GRIMM neemt aan, dat het fransche geene aanspraak kan maken het +origineel van het vlaamsche stuk geweest te zijn[61]. WILLEMS gaat veel +verder. Hij beweert dat de _estoire_, _l'escrit_, dat het fransche stuk +als zijn origineel aangeeft (vs. 6959, 10036, 10595), geene andere dan +onze vlaemsche Reinaert [is]. De vergelyking der twee texten laet +deswege geen twyfel over[62]." + +Ten bewijze vestigt hij de aandacht op een aantal gelijkluidende regels. + +Dit toont intusschen wel aan, dat het eene voor een groot deel naar het +andere vertaald is, maar er volgt nog niet noodzakelijk uit, dat het +vlaamsche gedicht juist aan het fransche ten model verstrekte, en niet +omgekeerd. + +Maar WILLEMS heeft een bewijs dat het pleit schijnt te voldingen. Ja, +wat meer is," roept hij triomferend uit, in vs. 10493 laet hy zelfs het +_vlaemsche_ woord _willecome_ staen, op dezelfde plaets waer hy het in +den _Reinaert_ aentrof, vs. 1073.... Kan er wel een sprekender bewys van +navolging gevonden worden?" + +En werkelijk, als Tibert bij Reinaert komt om hem ten hove te dagen, +heet het vs. 1072: + + Tibert, helet vri, + Neve, ghi sijt mi _willecome_! + +En daarvoor heeft het Fransch, vs. 10493: + + Tybert, fet li Renarz, _villecome_! + +Het vraagstuk schijnt vooral door dit laatste bewijs beslist! Maar hoe, +zoo dit slechts schijn ware? + +Vooreerst staat het woord _willekome_ ook in den _Reinhart_, vs. 1663: + + Er sprach: _Willekome_, sippebluot!" + +waarin het wellicht reeds uit het fransche origineel overging; want zoo +het woord al ontegenzeggelijk duitsch en vlaamsch is, het werd weldra +ook in het Fransch opgenomen. + +Vooreerst in den in Vlaanderen geschreven _Renart Le Nouvel_ (MON, tom. +IV), leest men: + + S'irai al apostole Roume, 1361 + Et as legas, ki _wilecoume_, + Diront moi. + Convoitise vo fille ainsne, 1371 + Ki moult sera _walecoume_ + As cardounaus et au clergi. + En flament haut le salua: 3366 + Goude jonkhiere, goudendast," + Tibiert li respont en soumat: + Goude kenape _willeconme_!" + +In de 27e (22e) branche, waarmede MONS derde deel aanvangt, leest men, +vs. 20026: + + Ysengrins a le chief lev, + Si a Renart aparcu: + _Willecome_, bien veigne-tu, + Renart, qar vos venez soir!" + +Ja zelfs tot in Normandi was het woord doorgedrongen, daar men immers +in de _Chroniques de Normandie_ van BENOIT (ed. FRANC. MICHEL, tom. II, +pag. 112) leest, vs. 18608: + + L vunt les lices desfermer, + Si receivre, si _welcumier_, + +waar MICHEL het ww. verklaart als accueillir, souhaiter la bonne venue + quelqu'un." + +Het is dus niet onmogelijk dat de schrijver der ons bekende branche 20 +(16) dit woord t. a. pl. reeds in zijn voorbeeld vond, of anders het +hier uit zichzelf invoerde, daar hij stellig een Vlaming was, gelijk men +mag opmaken uit het vs. 11728 aangehaalde Arras, en uit de vlaamsche +woorden die hij gebruikt. + +Het betoog van WILLEMS kan dus voor ons geene bewijskracht hebben, en +wij moeten trachten de zaak op nieuw te onderzoeken. + +Er is werkelijk een toetssteen, en wel een die zoo voor de hand ligt, +dat het ons verwondert, hem nog ongebruikt te zien. Immers als men het +vlaamsche gedicht en de fransche branche doorloopend vergelijkt met den +mhd. _Reinhart_, die het oudere fransche origineel vertegenwoordigt, dan +moet er wel licht opgaan; want het stuk dat in den regel nader aan het +oorspronkelijke komt, in plaatsen waar het andere er van afwijkt, moet +noodzakelijk de middenterm uitmaken. + +Zien wij dan tot welke uitkomsten zoodanige vergelijking leidt. + +In de beschrijving van den hofdag verschillen de drie stukken +aanmerkelijk van elkander. De eigenaardige aanleiding tot dien hofdag +vindt men alleen in het mhd. gedicht, en wordt evenmin in het fransche +als vlaamsche stuk aangetroffen, zoodat dit waarschijnlijk een +toevoegsel van den GLICHESRE is, daar het toch niet aannemelijk schijnt +dat dit in het oude fransche origineel zou hebben gestaan, als GRIMM +gist[63], dewijl er nergens in de jonger fransche branches eenige +toespeling op voorkomt. + +Overigens staat toch ook zelfs hier de fransche branche nader aan het +Mhd. dan onze _Reinaert_. In het Mhd. heet het, vs. 1366: + + Do suochte reht her Isengrn, + Eins vorsprechen er gerte, + Der knic in eines gewerte: + Daz muose Brn der bere sn. + +En Brn doet dan ook de aanklacht namens zijn klint. Dat alles heeft +in de beide andere stukken geen plaats, maar in het fransche mengt Bruns +li Ors zich toch in het geding (9705), hetgeen wel een uitvloeisel +van de vroegere voorstelling kon zijn. Buitendien vinden wij nog +andere overeenkomst. In het Mhd. wendt zich Krimel, de das, in zijne +verdediging van Reinhart tot Hersant, en zegt, vs. 1396: + + Ver Hersant, nu seget wie + Iuch iwer man bringt ze mre: + Daz magiu wesen swre, + +nadat hij eerst heeft aangetoond dat Reinhart haar, die veel grooter is, +onmogelijk tegen haren wil heeft kunnen verkrachten. + +In het Fransch zegt Grimbers li tessons evenzoo, vs. 9761: + + N'i ot force fte + Ne huis brisi, ne trive frte; + +en ook daar wendt hij zich vervolgens tot Hersent, vs. 9779: + + Ha! quel clamor et quel plet + Vos a hui vostres mari fet + A tantes bestes regarder! + ...................... + Il ne vos crient ne ne resoigne. + +Als later de moord aan Coppe gepleegd, bekend raakt, wordt in het Mhd. +des konings zornege muot" (vs. 1474) uitdrukkelijk vermeld; hij sprak: + + Sam mir mn bart, + S muoz der fuhs Reinhart + Gewislchen rmen diz lant, + Odr er ht den tt an der hant." + +En hij gebaarde daarbij zoo woedend, dat de haas van schrik de koorts +kreeg, vs. 1484: + + Vor vorhten bestuont in der rite. + +Ook in de fransche branche wordt 's konings woede geschilderd, vs. +10041: + + Et qant li rois vit Chantecler, + Piti li prist du bacheler, + Un soupir a fait de parfont, + Ne s'en tenist por l'or du mont. + Par mautalent drece la teste, + One n'i ot si hardie beste, + Ors ne sangler qui por n'ait + Qant lor sire sospire et brait. + Tel por ot Coarz li livres + Que il en ot deus jors les fivres, _etc._ + +Van dat alles vindt men nu in onzen vlaamschen _Reinaert_ niets. + +Als later Coppe begraven wordt, zegt het Mhd. vs. 1485: + + Der knec hiez singen gn + Hern Brnen, sinen kapeln, + Und ander sne lreknaben; + Der tte wart schiere begraben. + +hetgeen in het Fransch, vs. 10090 aldus luidt: + + Sire Bruns, prenez une estole, + Et vos, sire Bruians li tors, + Commandez l'ame de cest cors; + L sus enmi cele costure + Me ftes une spouture + Entre ce plain et ce jardin, + Si parleron d'autre Martin." + --Sire, fait Bruns, vostre plaisir." + Atant va l'estole saisir, + Et non mie tant solement, + Ms li rois el commencement, + Et tuit li autre dou concile + Ont commencie la vigile. + Sire Tardis, li limaons, + Chanta por cele trois leons, + Et Rooniax chanta li vers, + Et il et Brichemers, li cers, + Et Bruns, li ors, dist l'oroison, + Que Diex gart l'ame de prison. + Qant la vegile fu chante, + Et ce vint a la matine, + Le cors portrent enterrer, _etc._ + +Dit is blijkbaar eene uitbreiding van het Mhd. In den _Reinaert_ leest +men alleen dat Nobel aan Cantecleer zegt, vs. 431: + + [Wi] sullen onse vigilien singhen: + Daerna sullen wise bringhen, + Den lichame, ter eerden met ere. + .......................... + Dat hi gheboot was sciere ghedaen. + Doe mochtemen horen aneslaen + Ende beghinnen, harde ho, + Dat Placebo Domino, + Ende die verse, die daer toe horden. + _Ic seide ooc, in waren worden, + Neware het ware ons te lanc, + Wie daer der siele vers sanc, + Ende wie die sielelesse las._ + Doe die vigilie ghehent was, + Doe leidemen Coppen in dat graf, _enz._ + +Men heeft deze plaatsen maar te vergelijken, om zich te overtuigen dat +de fransche branche onmogelijk naar den _Reinaert_ kan bewerkt zijn, +daar in het laatstgenoemde stuk Bruun niet genoemd wordt als zanger van +den lijkdienst. Daarentegen pleiten de kursief gedrukte regels veeleer +voor de tegenovergestelde opvatting. + +In het Mhd. volgt dan het verhaal hoe de haas zich op het graf van Coppe +te slapen legt en daar van zijne koorts genezen wordt, waaruit blijkt +dat de verslagene eene heilige martelares was, hetgeen aanleiding geeft, +dat allen op Reinhart woedend worden. + + Der hase leit sich f daz grap: 1489. + Ze kurzen wlen er entswap, + Als ich iu sagen muoz, + D wart im des riten buoz. + Der hase f erschrihte + Frn knec gienger enrihte, + Und sagt im vremdiu mre, + Daz daz huon wre + Heilec vor gotes gesihte, _etc._ + +Hetzelfde verhaal vindt men in het Fransch terug, hoewel het daar niet +op zijne juiste plaats staat, daar Bruin reeds vertrokken is. + + .... mesire Coars, li livres, 10149. + Qui de por trembloit les fivres, + Deus jors les avoit j ues, + Merci Dieu, or les a perdues + Sor la tombe dame Cope: + Car qant ele fu enterre, + Onc ne se volt d'iloc partir, + Ainois dormir sor le martir. + +En dan wordt er nog bijgevoegd, dat ook Ysengrin zich op het graf legt, +voorgevende kiespijn te hebben, waarvan hij ook beweert genezen te +worden, hoewel niemand aan zijn zeggen geloof hecht. + +Dit laatste nu is stellig een inlapsel van den franschen trouvre, +die Nobel voorstelt als den vos niet ongenegen, waarom Isengrim alle +middelen te baat neemt om den koning tegen zijn vijand op te zetten; +misschien is het zelfs alleen het werk van een afschrijver. Maar +in allen gevalle kan het geheele mirakelverhaal hier niet uit den +_Reinaert_ zijn overgenomen, omdat het daar in het geheel niet voorkomt. + +Het gezantschap van Bruun wijkt in de voorstelling van de beide jongere +stukken nog al af van het Mhd.; maar ook hier hebben wij twee plaatsen +die bewijzen, dat het Fransch onmogelijk naar het Vlaamsch kan vertaald +zijn, wel omgekeerd. + +Als Bruun Reinaert uitnoodigt om met hem ten hove te gaan, zegt deze, in +de fransche branche, dat hij vanzelf reeds op weg zou zijn, zoo hij niet +eerst had willen eten, en wel (vs. 10204) + + D'un merveilleus mengier franois; + +want ten hove worden de rijke lieden goed ontvangen, en hun zet men een +goed maal voor, maar den arme noodigt men niet ten disch. + + Por tel afre con ge di, 10231. + Biau sire, avoie ds mardi + Mon lart et mes pois anez; + Dont je me sui desjunez, + Et s'ai bien mengi deus denres + De novel miel en fresches res. + +Die lofspraak op den honing, dien hij ook later, vs. 10252 noemt cest +bon miel frs et novel", is hier geheel op hare plaats, en dient om den +beer begeerig te maken naar die lekkernij. + +De Vlaming behandelt de zaak anders: hij laat Reinaert zeggen, dat hij +naar het hof zou zijn gegaan indien hij niet zooveel van ere vremder +niewer spise" gegeten had, dat hij niet kon loopen; en toch was het maar +eene onedele spijs, cranke have," want arme lieden moeten eten wat zij +bij de hand hebben en niet wat zij zouden wenschen. Dien honing, + + Die moetic eten dor den noot + Als ic el niet mach ghewinnen." + +Men ziet hier duidelijk het plan van den vos om de spijs te smalen, ten +einde den beer des te beter om den tuin te leiden. Vandaar dat Bruin dan +ook antwoordt (vs. 575): + + Helpe, lieve Vos Reinaert, + Hebdi honich dus onwaert? + +Daarbij steekt nu sterk af dat hij ter zelfder plaatse die verachtelijke +spijs noemt (vs. 568) + + _Goede_ versche honichraten. + +Men kan alleen begrijpen hoe deze in den samenhang niet passende +uitdrukking in den vlaamschen tekst gekomen is, als men daarin eene +ondoordachte vertaling ziet van het fransche bon miel frs et novel." + +Als verder Reinhart den beer in 't ongeluk gebracht heeft doet +GLICHESRE hem naar zijne burcht trekken: dr voor de deur zittende +ziet hij den mishandelden Brn voorbijloopen, dien hij zijn bijtenden +spot achterna zendt. + + Her Brn vor zorne nicht ensprach 1605. + Wan daz ern bellich ane sach. + +Evenzoo heet het in het fransche gedicht van Renart, vs. 10402, + + Qant il o Brun de loing plaindre, + Si s'est mis parmi une adrece + Malpertuis sa forterece, + O il ne crient ost ne agait. + Au trespasser que Bruns a fait + Li a Renarz deus gaz lanciez. + ........................ + Li ors estoit si adolez + Qu'il ne li pot respondre mot, + Fuiant s'en vet plus que le trot. + +In den vlaamschen _Reinaert_ nu raakt de beer in 't water, en aan den +oever der rivier ontmoet hem de vos, die zich wilde gaan baden. GRIMM +meent dat ook des beeren vlucht door de rivier in het verloren ouder +fransche gedicht kan gestaan hebben[64]; maar dit is onwaarschijnlijk, +daar de nieuwere branche zich geheel aan het Mhd. houdt; en waar dit +het geval is kan deze branche wederom onmogelijk naar den _Reinaert_ +vertaald zijn, die zich zoo ver van het Mhd. verwijdert. + +Het gezantschap van Tibert zal ons geen punt van vergelijking opleveren, +omdat in het Mhd., volgens GRIMMS opmerking der ganze vortrag hier eine +leidige zusammenziehung verrth, und bedeutende abweichung von der +andern recension[65]." + +De biecht komt in het Mhd. niet voor. Maar als Reinaert zich opmaakt +naar het hof, zegt GLICHESRE, vs. 1831: + + Ein criuze machter fr sich, + Er sprach: Got bewar nu mich + Vor b[oe]sen lgenren, + Daz si mich nicht beswren. + +En zoo ook in het Fransch, vs. 10866: + + Lors se coucha adenz terre, + Et trois foiz se rendi copables, + Puis se seigna por les dables, + Et por dant Noble, le lion, + Moult fu en grant afflicion. + +En dit ontbreekt in het vlaamsche stuk. + +Als Reinaert ten hove is gekomen loopen de drie stukken weder geheel +uit een, zoodat hier de vergelijking ophoudt. + +Uit de overweging der plaatsen die wij tegen elkander hebben gehouden +blijkt dunkt mij onwedersprekelijk, dat de fransche branche onmogelijk +naar onzen vlaamschen _Reinaert_ kan zijn vertaald, zoo als WILLEMS als +bewezen aannam; want herhaaldelijk troffen wij in het Fransch plaatsen +aan afwijkend van het vlaamsche gedicht maar gelijkluidend met het mhd. +of ouder fransche stuk. + +Er is, dunkt mij, nog een ander bewijs voor den gedeeltelijken oorsprong +van den _Reinaert_ uit het Fransch. Ik druk niet op de enkele fransche +woorden, als morseel, museel, enz. die er in voorkomen, ik laat zelfs +hier het woord _male_ buiten rekening, dat vs. 400 en 889 in de +overdrachtelijke beteekenis van _maag_ of _muil_ wordt gebruikt, even +als in het Fransch vs. 18004 + + Et Tybert differma sa _male_. + +Maar ik moet wijzen op eene uitdrukking, die alleen door vergelijking +met het Fransch verstaanbaar wordt. Vs. 130 heet het: + + Hi (R) ne heeft ooc niemene so lief, + _No_ den coninc, minen here, + Hine wilde dat hi lijf ende ere + Verlore, mocht hire ane winnen. + +Nu weet ik niet dat in eenig mnl. stuk _no_ wordt aangetroffen in de +beteekenis van _zelfs_, _zelfs niet_, die hier geischt wordt. Alleen +het fransche _nis_ kan hier licht geven. B.v. vs. 10467 waar R. genoemd +wordt: + + .... beste de put conroi, + _Nis_ Dex ne porte foi. + +Of vs. 11529, waar R. alle dieren verschalkt: + + Renarz a bien chascun li + Ou par la coue ou par le pi; + Moult par a fet grant deablie: + A chascun arbre le suen lie, + _Nis_ le roi lia par la coue (_sic_). + +Laten wij er nog bijvoegen, dat de behandeling in den vlaamschen +_Reinaert_ veel voortreffelijker is dan in de fransche branche, zoowel +wat de geheele opvatting betreft als de bijzonderheden in de enkele +tafreeltjes. Is het nu te verwachten, dat de minder voortreffelijke +redaktie eene navolging zou zijn van het betere? Het verschil is zoo +groot, dat dit reeds genoegsaam zou zijn om de stelling van WILLEMS als +onaannemelijk, als onmogelijk te doen verwerpen. + +Maar volgt daaruit dat onze Reinaert _naar deze branche_ is vertaald? De +afwijkingen in beide teksten waren voor WILLEMS geen hinderpaal om aan +te nemen dat het eene naar het andere werd bewerkt, omdat er in beiden +zoovele regels zijn, die blijkbaar letterlijk met elkander overeenkomen; +maar het zou niet onmogelijk zijn dat de _Reinaert_ eene navolging ware +van een ouder stuk dan de bekende fransche branche; aan een jonger valt +wel niet te denken, daar er dan wel iets van ter onzer kennisse zou +gekomen zijn. + +A priori is dit echter niet waarschijnlijk, daar men zou moeten aannemen +dat er drie fransche redaktin van hetzelfde verhaal zouden hebben +bestaan: 1) de oudste, wier inhoud ons GLICHESRE heeft bewaard, 2) de +eerste omwerking, waaruit dan 3) de ons bekende, minder goede, branche +en de _Reinaert_ zouden zijn voortgevloeid. + +Intusschen kan alleen eene nadere vergelijking der verschillende +plaatsen van beide teksten tot eene bepaalde uitkomst leiden. Ten einde +die zoo doeltreffend mogelijk te maken, moeten wij eerst iets naders +trachten te weten van den franschen trouvre die de 20e (16e) branche +bewerkte. + + +IV. + +Zijn naam is ons niet bekend: wij weten echter zeer zeker dat het PIERRE +DE SAINT CLOUD niet geweest is, vooreerst omdat deze in den proloog +genoemd wordt als juist dit onderwerp niet hebbende behandeld, terwijl +het in de tweede plaats duidelijk blijkt uit een zeer in het oog loopend +onderscheid. Onze dichter geeft zijnen dieren ridderlijke zeden en +laat ze b.v. altijd op paarden of muilezels rijden, hetgeen in de 11e +(7e) branche die aan PIERRE wordt toegeschreven, nimmer plaats grijpt. + +Zoo nu al 's dichters naam ons onbekend is, zijn geboorteland is niet +twijfelachtig. Boven wezen wij reeds op het vlaamsche woord _villecome_; +ik voeg er bij de uitdrukkingen: _fre let_ voor _leed doen_, vs. 10975; +_eschames_, 10032, voor _schamels_, die alle naar Fransch-Vlaanderen +verwijzen, zoo als wij later nog nader zullen bevestigd zien. + +GRIMM schijnt niet ongeneigd, deze branche aan twee dichters toe te +schrijven, althans hij zegt[66]: vielleicht schloss mit 11368 die +ursprngliche branche;.... nun folgen aber fortsetzungen." ROTHE maakt +ter naauwernood, en ter loops[67], gewag van dit onderscheid, dat hij +in den regel uit het oog verliest; FAURIEL spreekt er in 't geheel +niet van[68]; maar het komt mij ook voor, dat men moet toegeven, dat +werkelijk in de laatste helft een nieuw verhaal begint, en dat dit niet +aan den dichter van het eerste deel der branche kan worden toegekend, +hoewel de navolger waarschijnlijk niet veel jonger dan de eerste +dichter moet gesteld worden, met wien hij hetzelfde vaderland gemeen +heeft. + +Vooreerst zullen wij zien, dat de schrijver van den vlaamschen +_Reinaert_ ook dit gedeelte heeft gekend en gebruikt. Voorts treffen wij +hier hetzelfde spraakgebruik, dezelfde zinswendingen aan als in het +eerste gedeelte. Zoo wordt hier, vs. 11447, de uitdrukking gebruikt: + + Qu'iroie-ge fesant lonc coute? + +even als vroeger, vs. 10849: + + Que vos iroie-ge disant? + +vs. 11604 heet het: + + Puis parleron d'autre Bernart, + +waarvoor vs. 10096: + + Si parleron d'autre Martin. + +De taal in beide deelen is die van Fransch-Vlaanderen. + +Bovendien, vs. 11728 wordt Arras genoemd, hetgeen ons, in verband met de +taal, wel recht schijnt te geven beide dichters in Artois te plaatsen. + +Maar uit die overeenkomst van taal- en spraakwendingen volgt nog in het +geheel niet, dat beide stukken van dezelfde hand zijn; want het valt +niet te ontkennen, dat er een merkbaar onderscheid in de behandeling van +het eerste en laatste gedeelte is waar te nemen. + +Het geheele karakter, de toon, de wijze van voorstelling en +zedeschildering van beide deelen verschilt daartoe te veel. Buitendien +zijn er bij naauwkeuriger vergelijking nog enkele verschilpunten, die +geen twijfel overlaten. + +En toch, zegt men wellicht, niet alleen in beide deelen rijden de dieren +die tot de hofhouding behooren te paard, maar gelijk in het laatste +gedeelte de dieren als ridderlijke strijders worden voorgesteld, zoo is +dit ook reeds op het eind van de eerste helft der branche het geval. +Immers, als de mannen des konings Reinaert najagen, heet het, vs. +11313: + + Li limaons porte l'enseigne, + Bien les conduit par la campaigne[69], + +even als wij in het laatste gedeelte vinden, vs. 11558: + + .... Dans Tardis li limaon + Qui seut porter le gonfanon; + +en zoo ook nog vs. 11617. Daaruit blijkt immers, dat ook den schrijver +van het eerste gedeelte dezelfde wijze van voorstelling niet vreemd is. + +De opmerking is juist; maar alleen in zooverre, als men met GRIMM +aanneemt, dat de omwerking eerst met vs. 11368 aanvangt. Maar wanneer +zij eens al bij vs. 11297 begon? of althans wanneer de regels +11297-11319 een inschuifsel waren, waarvan alleen moest blijven staan: + + Renarz regarde arre soi + Et voit qu'il viegnent sans deloi. + Ne set conseil que fre doie _etc._? + +De eerste zestien regels toch, de opsomming der dieren bevattende, zijn +eene bloote herhaling van de regels 10159-11070, waar grootendeels +dezelfde personen worden opgenoemd: die herhaling kan onmogelijk van den +eersten dichter afkomstig zijn, evenmin als de navolging van Chanteclers +aanklacht op het einde van het gedicht[70]. + +Neemt men nu eene interpolatie aan, dan loopt het verhaal geleidelijk +af, en het eind komt dan overeen met het slot der 10e branche, of der +26e b.v.; en voor die opvatting zou ook pleiten, dat nog vs. 11353 een +van Reinaerts zonen _Roviax_ genoemd wordt, even als vs. 10251 _Rovel_ +(in dativo), terwijl hij later, vs. 11729 _Rousel_ heet (in dat.). + +Neemt men niet eene interpolatie aan, maar schrijft men het geheele +stuk, van vs. 11297 af, aan den navolger toe, dan ware er geen slot aan +de oorspronkelijke branche.... Zou het dan zoo onmogelijk zijn, dat het +oorspronkelijke slot hier was weggelaten, en bij het aanhechten van het +tweede gedeelte door een ander vervangen? De vergelijking met den mnl. +_Reinaert_ schijnt dit vermoeden in de hand te werken; en niemand zal +ontkennen, dat deze vergelijking zeer geschikt is om medetewerken ter +verkrijging van een vasteren bodem voor de kritiek van de fransche +branches, welke tot nochtoe grootendeels in de lucht zweefde. + +Is nu het karakteristieke onderscheid in beide deelen der branche niet +te ontkennen, wij kunnen ook nog eenige andere bewijspunten aanvoeren. + +Alleen in het eerste gedeelte wordt de leeuw soms genoemd _l'emperre_, +b.v. vs. 9693, 10059, 10081, 10137, 10663, 11021; nimmer in het laatste. + +Alleen in het eerste deel vindt men de uitdrukking _por le cor bieu_, +b.v. vs. 9945, 10243, 10986, 11231, 11293, die ook in de 10e (6e) +branche, vs. 4641, 4573, en eens in 23e (18e) branche, vs. 13240, +terugkeert, maar nimmer in het laatste stuk der 20e (16e). + +In het eerste gedeelte wordt alleen teruggewezen op een ouder verhaal: +nog vs. 10036 heet het: + + Si comme en escrit le trovon, + +en vs. 10595. + + Si com nos trovons en l'estoire. + +Later komt zoodanig beroep niet meer voor. Intusschen is dit deel toch +waarschijnlijk ook eene omwerking van een ouder gedicht, waarop +misschien wel eene toespeling voorkomt juist in de eerste helft van +onze branche, vs. 10803-10817. + +Het is daarom niet twijfelachtig of het tweede gedeelte der 20e (16e) +branche is een toevoegsel van een ander dichter, die intusschen ongeveer +een tijdgenoot van den eersten zal geweest zijn. + + * * * * * + +Op de 20e branche volgt in alle handschriften eene andere, die ten +onrechte in tween gesplitst is[71], en die wij 21-22 zullen noemen. Zij +hangt blijkbaar met de voorgaande samen, gelijk ook GRIMM opmerkte[72]; +maar of dit ons recht geeft om daaruit te besluiten, dat beiden door +denzelfden dichter, namelijk dien van 20_a_, zouden zijn bewerkt, blijft +de vraag. Terwijl sommigen dit aannemen, heeft ROTHE het ontkend; +maar op gronden die werlegbaar schijnen, en die wij eerst zullen +onderzoeken, hetgeen ons noodzakelijk zal leiden tot eene beantwoording +der vraag zelve. + +Ziehier zijn betoog. Malgr les traits de ressemblance vidents et +incontestables entre cette branche et la prcdente, sans doute elles +sont dues divers auteurs[73]." Vestigt men zijne aandacht op de +sterke bewoordingen van het eerste gedeelte dier uitspraak, dan zal +men zeker wel sprekende bewijzen verwachten om het tweede gedeelte +te rechtvaardigen. Die bewijzen nu komen hier op ner: Le caractre +gnral y diffre; le rcit est moins piquant, moins vari, plus plat +ici que dans la vingtime branche." + +Wat het laatste gedeelte dier bewijsvoering aangaat, zij rust geheel op +subjektive beschouwing, en ik twijfel sterk of de zienswijs van ROTHE +wel veel bijval zal vinden. Wat het verschillend karakter aangaat, hij +heeft daarvoor hier slechts n bewijs aangehaald, dat echter zeer +weinig afdoet. + +De vos, die zich door indompeling in eene kuip met geele verw onkenbaar +gemaakt heeft, geeft zich voor een bretonschen jongleur uit: hij weet +het speeltuig meester te worden, dat tot zijn beroep behoort, en dan +heet het, vs. 12515: + + Moult s'esbaudist, moult se conforte + Por la viele qu'il enporte: + ...................... + Tant fist Renarz denz quinze dis + Fu bien de la viele apris: + Sages en fu et escolez. + +Dit geeft ROTHE aanleiding om te zeggen[74]: Renart _se divertit_ +pendant quinze jours _avec la vielle_ qui lui a t donne. Il y a en +cela quelque chose de potique, mais aussi d'assez contraire au naturel +de Renart, tel qu'il est caractris par le reste." + +Maar de geleerde schrijver heeft hier den tekst verkeerd opgevat. Er +staat niet _moult s'esbaudist_ DE _la viele_, maar POR _la viele_; +hetgeen eenvoudig beteekent, dat hij zich verheugde over het bezit van +het speeltuig. Zoo hij er zich veertien dagen me bezig hield, het was +eenvoudig om het te leeren behandelen, ten einde later zijne rol te +kunnen spelen. Men ziet dus dat ROTHES opvatting, die alleen op een +misverstand berust, geen gewicht in de schaal van ons oordeel kan +leggen. + +Pag. 262 heet het wederom: Les branches 21 et 22 n'en forment gure +qu'une; elles ont beaucoup de conformit de style et de caractre, mais +sous ce rapport, elles diffrent essentiellement de la branche 20." +Later, pag. 264-265 ontwikkelt hij zijn begrip omtrent het verschil van +karakter. Ik moet duidelijkheidshalve de geheele plaats aanhalen. + +Les dix-huit premires branches (suivant l'dition et l'arrangement +de Mon) se maintiennent constamment sur le ton et dans le caractre +de l'apologue, de la fable proprement dite; elles conservent tous +les animaux leur naturel, les font parler et agir selon leurs +individualits, leur font seulement jouer des rles et des personnages +conformes leurs qualits physiques, et pour les hommes qui figurent +avec eux comme acteurs dans ces petits drames, ce ne sont gure que +quelques prtres, quelques vilains, familiers la sphre d'ides des +potes populaires, et qui conviennent la simplicit ou la rudesse +des positions dans lesquelles ils se trouvent avec les animaux, leurs +interlocuteurs ou leurs vainqueurs. Le caractre de simplicit et de +naturel de ces dix-huit branches nous dispose les regarder aussi comme +primitives, comme appartenant de prfrence aux premiers sicles des +compositions de cette espce, aux sicles de simplicit dans les +m[oe]urs et dans les ides, aux temps o le sujet n'a pas encore t +puis, o les versificateurs et leur public n'ont pas encore t +blass sur les tours ingnieux de Renart et la navet de la fable." + +Alvorens verder te gaan moeten wij opmerken, dat de stelling niet +opgaat, daar b.v. de 234 eerste verzen der eerste branche blijkbaar tot +de jongste stukken behooren, daar hier herhaaldelijk verklaringen en +toepassingen voorkomen, om te doen zien, wie al zoo door Renart en +Ysengrin bedoeld worden. In de 13e (9e) branche leest men, vs. 6910: + + Se il fust pris devant Halape + Ne fust-il pas si adolez, + +hetgeen herinnert aan _Renart Le Nouvel_, vs. 2884: + + Ne cuit mie jusqu'en Halape + Ait nul home qui le vousist. + +Zoowel het eene als het andere gedicht schijnt eerst in het laatst der +dertiende eeuw zijn tegenwoordige vorm erlangd te hebben.--Over de +karakteristiek handelen wij weldra. + +Dans les branches 21, 22 .... les animaux acteurs agissent et parlent +encore en grande partie selon leur naturel, mais ces branches ne portent +plus tout--fait l'empreinte de la fable; ce sont plutt des rcits, des +contes versifis o les animaux des autres branches sont encore en +scne, mais o le tout prend un cachet tant soit peu diffrent. + +Les branches 19, 20 ...., assez longues, renferment, la vrit, +des parties qui tiennent la simple fable, et qui sont teintes d'une +couleur analogue celle qui est commune aux premires branches; mais du +reste elles sont remplies d'allusions la chevalerie et la fodalit, +et retracent les m[oe]urs, les usages et le langage de la chevalerie. +Les animaux s'y rassemblent la cour du roi Noble le lion, tiennent +conseil, se divertissent, font le sige du chteau-fort de Maupertuis, +montent constamment cheval, s'arment l'instar des chevaliers, +parlent tous le mme langage, agissent de la mme manire, s'agitent, se +battent et triomphent sans aucun gard leur grandeur, leurs forces, + leur naturel, leurs qualits morales et physiques. Ces branches ne +laissent pas d'tre curieuses, potiques, spirituelles et plaisantes en +maint et maint endroit; mais elles ne ressemblent plus aux premires, +elles forment des pomes d'un autre style, on dirait presque d'un genre +diffrent." + +Ik heb bij herhaling de fransche branches gelezen en herlezen alvorens +ik met het boek van R. bekend werd, en ik moet zeggen, dat ik niet tot +hetzelfde rezultaat als de deensche geleerde ben gekomen; en wie zich de +moeite wil getroosten de drie eerste deelen van MON te doorbladeren, +zal lichtelijk ontwaren, dat ROTHE ter gunste van een systeem een +willekeurig onderscheid heeft aangenomen. Wij zagen reeds dat de +achttien eerste branches van MON niet alle tot de oudsten behooren; het +behoeft ook slechts eene oppervlakkige inzage opdat men zich overtuige, +dat zij zich niet onderscheiden door die navet de la fable," maar +evenzeer als de volgenden behooren tot de rcits ou contes versifis." + +Ik verwijs b.v. naar de tweede branche, waarin Renart de aal van zekere +kooplui steelt; naar de tiende, waarin de vos en de wolf een priester +bedriegen; naar de elfde, die van PIERRE DE SAINT-CLOUD heet te zijn, en +die men gewoonlijk voor de oudste houdt, waarin breedvoerig geschilderd +wordt hoe Renart met een boer solt en hem behendig in het water smijt; +enz., enz. + +Of die achttien eerste stukken ook wel minder zijn remplies d'allusions + la chevalerie et la fodalit"? + +Vooreerst rijden ook hier de dieren te paard. In de eerste branche b.v. +heet het vs. 568 van Renart: + + Ainz ne fina d'esperoner. + +In de tweede, vs. 893: + + Car il (R.) a trop ignel cheval. + +In de 13e (9), vs. 6541: + + Onques ne fa ses frains tenuz. + +In de branche aan PIERRE DE SAINT-CLOUD toegeschreven zegt de vos tot +Nobel, vs. 5618: + + Miex amez la grant baronie + De vostre cort avecques vos, + Si con est sire Bruns li ors.... + N'avez cure de povre gent. + +Op het slot der eerste branche lezen wij, vs. 736: + + A la cort Noble le lion + Tient-on les pls et les oiances + De mortiez guerres et de tences, + L nos irons de lui clamer. + +Vs. 516 spreekt Hersent er van zich aan een Godsoordeel te onderwerpen: + + .... S'om me laissoit esconduire + Par sairement et par jose, + Je'l feroie par del devise + C'om me fist ardoir ou pendre + Se ne m'en posse desfendre. + +Uit dit alles zal men gereedelijk ontwaren, dat de onderscheiding door +ROTHE gemaakt, niet opgaat; en dat de meeste branches in karakter niet +veel verschillen[75]. Dit kon ook niet wel, omdat zelfs niet de oudste +de oorspronkelijke vorm teruggeeft. Even als onze 20e (16e) branche zich +op een boek beroept, doen het ook anderen, b.v. die van PIERRE DE +SAINT-CLOUD heet te zijn, vs. 4938: + + Que se li livres nos dit voir + O je trouve l'estoire escrite; + +vs. 5753: + + Que se l'estoire ne nos ment. + +Zoo ook de 5e (3e) branche, die een verhaal bevat dat ook in het stuk +van PIERRE voorkomt, maar een ouder aanzien heeft, heet het vs. 1384: + + Trover le poez en l'estoire. + +Nu hebben de omwerkers de zeden, denkbeelden en het spraakgebruik van +hunnen tijd in hun verhaal gebracht, de een op deze, de andere op gene +wijze, naarmate zij zich meer of minder streng aan hun origineel +hielden. Zoo zagen wij in de 11e branche b.v. met een enkelen trek de +koninklijke hofhouding aanduiden, terwijl de schrijver zich onthoudt van +zijne dierhelden te paard te laten rijden. + +Het verst in ridderlijke zedeschildering gaat het laatste gedeelte der +20e (16e) branche, en ook de 19e waar de dieren gewapend met lans en +speer Reinaerts burcht belegeren; en alleen betrekkelijk deze gaat de +onderscheiding van ROTHE op. + +Uit dit alles volgt nu, zoo ik hoop, klaarblijkelijk, dat het +karakteristieke onderscheid tusschen de branches 1-7, 21-22 en 20_a_ +niet bestaat in dien zin waarin ROTHE het opvatte, en die hem aanleiding +gaf de branches 20 en 21-22 aan verschillende dichters toe te schrijven. +Wij zullen dan ook later zien, dat de 20e branche, die volgens ROTHE tot +de jongste bewerkingen moest behooren, gedeeltelijk althans, +waarschijnlijk tot de oudste moet gerekend worden. + +Keeren wij thans tot de branche 21-22 meer bepaald terug. + +FAURIEL was daaromtrent van een andere meening dan ROTHE. Hij noemt +de beide branches[76]: Renart teint en jaune et Renart jongleur .... +deux productions remarquables plus d'un titre, et surtout pour tre +_indubitablement du mme trouvre qui l'on doit la fable du Plaid_ +(20)." + +Hoe verdienstelijk deze schrijver in vele opzichten is, hij heeft in +zijn artikel over den _Roman du Renard_ te veel misslagen begaan om hem +op zijn woord te gelooven[77]; wij moeten daarom een eigen onderzoek +instellen. + +In deze branche nu wordt hoofdzakelijk verhaald, hoe Reinaerts vrouw op +het eerste gerucht van zijnen dood zich terstond een nieuwen echtgenoot +gekozen had, die echter door Reinaert in zijne bruiloftsvreugde wordt +gestoord. + +Nu zegt reeds in de voorgaande, 20e branche, vs. 11745 vlg., de vos tot +den das: + + .... Se ma fame se marie, + Tolez li quanque je li ls, + Et si tenez ma terre en ps, + Qar moult m'aura tost obli + Puis que me saura devi; + Ainz que Tibaut soit crestiens + En metra un en ses liens: + Qar qant li hons gist en la bire, + Sa fame esgarde par derire + S'ele voit home son plaisir; + Ne puet pas son voloir taisir, + Con plus se pasme et vet tremblant, + Qu'il ne li face aucun semblant. + Tot autretel fera la moie, + Jusqu'au tiers jors r'aura sa joie. + +Die soort van voorspelling wordt nu in de volgende branche vervuld. +Ook in deze komen herinneringen voor aan het voorgaande stuk, b.v. +vs. 12165-8, waar gewezen wordt op het gebeurde op het laatst der 20e +branche, vs. 11531, 11957. En nog duidelijker heet het vs. 12679: + + A une liue d'iloc ot, + Si que Renarz moult bien le sot, + Une tombe d'une martire, + Dont vos m'avez bien o dire, + De Coupe qui l gisoit: + Tretoz li mondes le disoit + Qu'ele fesoit apertement + Vertuz toz conmunalment. + Nus hons n'i vient, tant soit enfers, + Ou soit moignes, on lais ou clers, + De tot le mal que il ust, + Que meintenant gariz ne fust. + +Dit ziet op het vroeger verhaalde geval, vs. 10147, waar men ontdekt dat +Coupe, de door Renart vermoorde hen, eene heilige martelares was, op +wier graf de haas door een mirakel van zijne koorts genezen wordt. + +Opmerkelijk is het, dat hier vs. 12682 de dichter uitdrukkelijk zegt: + + Dont vos m'avez bien o dire, + +zoodat wij hier meer hebben dan eene bloote toespeling, ja de zeer +stellige verklaring dat beide branches van n en denzelfden dichter +zijn. ROTHE wil dit echter niet aannemen, en om zijne opvatting te +redden neemt hij zijne toevlucht tot de volgende gissing: Si l'on +osait regarder la vingtime branche, telle que nous la connaissons +aujourd'hui, comme un remaniement plus rcent et plus spirituel d'un +original antrieur, on pourrait supposer, que les branches vingt-et-une +et vingt-deux ont eu une conformit et une liaison plus compltes avec +cet ancien original de la vingtime[78]." + +Het valt intusschen in het oog, dat dit niets anders is dan eene +hypothese, die alleen gerechtvaardigd wordt door ROTHES onkritische +beschouwing der 20e branche, waarin hij geene twee verschillende handen +opmerkte. + +De geleerde Deen gaat daarbij ook nog van eene andere verkeerde stelling +uit. Hij schijnt aan te nemen dat wij de 21-22e branche in hare +oorspronkelijke, onomgewerkte vorm bezitten, en dit kan toch niet in het +algemeen als waar aangenomen worden. + +Er komen toespelingen in voor op het tweede gedeelte der 20e branche, in +welk deel ook de aangehaalde woorden van Renart voorkomen, die ons op de +21-22e moeten voorbereiden, zoodat de aanknoopingspunten blijkbaar eerst +later in dit verhaal zijn gebracht, dat overigens eene overoude +overlevering schijnt te bevatten[79]. + +Dit alles schijnt echter juist de stelling van n en denzelfden dichter +niet waarschijnlijker te maken; maar van den anderen kant pleit voor de +identiteit des dichters de vermelding van de kanonisatie van Coppe in +het eerste gedeelte der 20e branche, en wel te midden van het verhaal, +en onder nadrukkelijke verklaring + + Dont VOS M' _avez bien o dire_. + +ROTHE is ook op dien regel gestuit. _Le vos m'avez bien o dire_", zegt +hij[80], semblerait la vrit signaler le mme auteur pour les deux +branches; mais d'autres considrations ne permettent pas de la +supposer." + +Die andere considrations" meenen wij genoegsaam werlegd te hebben, +zoodat ROTHES eenige grond vervalt; want niemand zal wel eenig gewicht +hechten aan hetgeen hij er op laat volgen: Du reste l'auteur de la 22e +branche _a pu_ chanter cela ailleurs, et non pas dans la 20e branche +prcisment." + +Het verwondert ons, dat hij niet eenen anderen uitweg heeft +voorgeslagen, die trouwens ten gevolge van onze andere opmerkingen ook +bij ons kan opkomen. + +Daar er blijkbaar een streven zichtbaar is om de 20e en 21-22e branche +aan elkander te rijgen; zou het niet onmogelijk zijn, dat de schrijver +van het tweede gedeelte der 20e branche, aan wien deze aaneenhechting +wel mag worden toegeschreven, hier eene kleine verandering in den tekst +had gebracht, daar er oorspronkelijk wel kon gestaan hebben: + + Dont vos avez bien o dire, + +zoo als men in verschillende andere gedichten aantreft. + +En toch durf ik deze tekstverandering niet als een bewezen feit +aannemen, daar geen enkel handschrift eene andere lezing schijnt aan te +bieden dan die welke MON gevolgd is. Wij hebben dan hier niets anders +dan eene waarschijnlijke konjektuur. + +Men mag echter misschien nog verder gaan, en veronderstellen, dat de +naam van Coupe hier slechts is ingevoegd om de aanknooping in de hand +te werken, terwijl er vroeger alleen van een martelaar, een heilige in +'t algemeen in het ouder gedicht sprake was. + +De omstandigheid dat Reinaerts vrouw hem voor dood hield, verbiedt ons +bepaaldelijk deze branche aan 20_a_ vast te knoopen, waar Reinaert +juist bij zijne echtgenoot en kinderen gelukkig was aangekomen: om +de aansluiting mogelijk te maken, was de invoering der branche 20_b_ +noodzakelijk. + +Dat in alle handschriften de branches 20, 21-22 terstond achter elkander +volgen, bewijst niets, daar alle codices jong zijn, en uit een tijd, dat +de inorganische vereeniging reeds lang had plaats gegrepen. + +Opmerkelijk is het ook, dat terwijl in de 20e branche tweemaal eene +onloochenbare toespeling voorkomt op de _Chanson de Guillaume au cort +nez_, dit gedicht juist in de 21-22e branche niet vermeld wordt, waar +van de _Chansons de geste_ alleen genoemd worden, vs. 12623: + + Chanson d'Ogier, + Et de Rolant et d'Olivier, + Et de Charlon le ber chanu, + +waarbij men wel mag opmerken dat, zoo de schrijver dezer branche ook de +auteur der voorgaande was, hij zeker ook hier in de eerste plaats het +gedicht zou vermeld hebben dat hem zoo gedurig voor den geest had +gezweefd, toen hij de 20e branche schreef. + +Nu is er wel overeenkomst in taal en spraakwendingen, maar daaruit +blijkt toch maar alleen, dat de schrijver in Fransch-Vlaanderen t'huis +behoorde, hetgeen ons niet zal verwonderen als wij de omwerking of +althans de aanhechting der 21-22e branche aan den schrijver van 20_b_ +mogen toeschrijven. + +Een paar voorbeelden mogen het taaleigen bewijzen. + +Renart doet zich voor als een vreemde jongleur, die het Fransch +rbraakt, en gebruikt daarbij soms vlaamsche woorden. Vs. 12106: + + Ez-vos Renart qui le salue: + _Godehelpe!_ fet-il, bel sire." + +Vs. 12153 vraagt hem Ysengrin: + + Et sez-tu le lai Dam Iset?" + --Ja, Ja, dist-il, godistonet(?), + Je fot saver, dist-il, trestouz. + +Opmerkelijker is eene andere uitdrukking. Vs. 12858 verwijt Hersant aan +de vossin: + + Mespris avez en tel manire + Qu'en vos en tient chamberire, + Qui conmunaus est garons: + Trestuit _li entrent s arons_. + +Dezelfde zeldzame overdrachtelijke spreekwijs vindt men ook terug, br. +20_a_, vs. 9734, waar aan Hersant verweten wordt: + + Que dans Renars, cis fox garons + Vos _entra_ onques _s arons_. + +Is dit echter genoegsaam om beide branches aan denzelfden dichter toe te +kennen, of moet men hier aan overneming denken? + +Ik heb die uitdrukking nog maar in ne andere branche terug gevonden, +die tot de 20e in zeer naauwe betrekking staat, waarom wij er hier een +woord van moeten zeggen. Het is namelijk de eerste. + +Die eerste branche is uit twee, misschien drie, zeer verschillende +stukken samengeflanst, gelijk GRIMM reeds heeft aangetoond[81]. Het +eerste loopt van vs. 1 tot 233 of 335, na welk laatste vers een nieuw +verhaal begint, dat tot aan het einde doorloopt. + +De inhoud dier branche 1_b_ hangt ten naauwste samen met de 20e. Dr +toch wordt het feit, de misdaad, verhaald, waarover Isengrim zich in de +20e ten hove komt beklagen. Buitendien, in de laatste regels van 1_b_ +geeft Hersent aan Isengrim den raad zich ten hove des konings te +beklagen over den hoon hem door Reinaert aangedaan. + +De laatste regels komen echter niet in alle handschriften voor. Br. 1_b_ +vindt men niet in alle codices: slechts in de 1e, 2e en 6e bij ROTHE +geanalyzeerd, en ook in het vatikaansche handschrift. In het laatste +nu ontbreken juist de 32 laatste verzen, waarin de overgang tot de 20e +branche wordt voorbereid[82], en ik weet niet of zij wel in ROTHES hss. +2 en 6 gevonden worden, daar hij slechts gewaagt van peu prs la +dernire moiti de la branche premire"[83]. + +Daar nu slechts n enkel handschrift die voorbereidingswoorden +schijnen te bevatten, behoeft men er niet veel gewicht aan te hechten. +Branche 1_b_ kan echter niet als een op zichzelf staand gedicht worden +beschouwd. + +Verschillende uitdrukkingen wijzen op een naauwer verwantschap tusschen +dit stuk en 20_a_. + +De dieren rijden hier als dr te paard. Wij vinden hier voorbereiding +tot hetgeen later in 20_a_ volgt. Vs. 513 zegt Hersent tot haar +echtgenoot: + + Sire, fait-ele, vos diroiz + Corociez estes, n'est pas droiz + Que vos mostrez ici vostre ire; + Que s'om me laissait esconduire + Par sairement et par jose, + Je'l feroie par tel devise, + C'om me fist ardoir ou pendre + Se ne m'en posse desfendre." + +Dit hangt samen met br. 20_a_, vs. 9790, waar Hersent zegt: + + J'amasse miex assez la ps + Entre mon seignor et Renart, + Voir qui en moi n'ot onques part, + En tel manire n'en tel guise, + Si que j'en feroie une juise, + Ou de froide ve ou de fer chant. + Ms mon escondire que vaut!" _etc._ + +Ten einde ons betoog zoo eenvoudig mogelijk te maken, moeten wij hier +reeds wijzen op den aard van den samenhang. Br. 1_b_ is blijkbaar _aprs +coup_ gemaakt, door een schrijver die meer in het breede wilde verhalen +wat in de 20e branche als voorafgegane gebeurtenis en hoofdoorzaak van +de veete tusschen Renart en Ysengrin, slechts wordt aangestipt. Dat dit +door den schrijver van 20_a_ zelf zou geschied zijn, is a priori reeds +onwaarschijnlijk. Vooreerst, omdat hij daardoor de kunsteenheid van zijn +eerste werk zou hebben opgeheven; ten anderen omdat hij dan later in de +20e branche den aanhefsregel + + Ce dist l'estoire _s premiers vers_, + +wel zou hebben veranderd; eindelijk omdat de schrijver van 1_b_ ook +branche 19 voor zich had, die zeer zeker niet door den dichter van 20_a_ +is bearbeid. + +Vs. 636 toch zegt Renart tot den wolf: + + Ne forfis rien vostre fame, + Et por moi et por lui desfandre + Tot par l o le vodrez prendre, + Un sairement vos aramis + Au los de voz meillors amis. + +Men ziet duidelijk, dat dit eene toespeling is op de eedsaflegging die +in de 19e branche omstandig verhaald wordt. + +Met die 19e heeft ook 1_b_ nog dat gemeen, dat in beiden Ysengrin +_conestable_ genoemd wordt[84], b.v. vs. 352 en 8255, 8363, 8521. + +De branche 1_b_ kan dus niet van den dichter van 20_a_ zijn. Treffen wij +dus bij beiden dezelfde opmerkelijke uitdrukkingen, dan kan er alleen +aan overneming gedacht worden. Zoo geschiedt dit vs. 504, waar wij +lezen: + + .... Renars cix rous, cix puanz, + Cix viz lechierres, cix garons, + Vos _monta onques s arons_. + +Hieruit volgt dan ook, dat het gebruik dier uitdrukking in 21-22 nog +niet noodzakelijk bewijst dat deze branche door den dichter van 20_a_ +moet zijn bewerkt. + +Br. 1_b_ schijnt nog eene uitdrukking met 20_a_ gemeen te hebben. Vs. +632 zweert Renart dat hij des wolfs vrouw niet heeft geschoffeerd: + + Par Dieu, beau sire, ne'l crez, + Que nules riens i aie faites, + _Ne dras levez, ne braies traites_; + Ains par cest cors ne par ceste ame! + Ne forfis rien vostre fame." + +In welke houding gij mij ook gezien hebt, dat wat gij vermoedt, heeft +geen plaats kunnen hebben; want zie maar, ik heb bij haar geen _dras +levez_, noch bij mij zelf _braie traite_. + +In de 20e branche zegt de vos, vs. 10997, tot zijne verdediging: + + Et puis qu'i _n'i ot braies traites_, + Ne huis brisiez, ne portes fraites, + S'ele m'a chier, et ele m'aime, + Cix faus jalous de coi se claime?" + +Hier is intusschen de uitdrukking _traire braies_ niet op hare plaats; +zij is hier blijkbaar den afschrijver uit de pen geschoten, wien zij uit +de eerste branche, die vooraan in het manuscript stond, in het hoofd +lag. Waarschijnlijk moet hier gelezen worden: + + Et puis que n'i ot _force fte_, + Ne huis brisiez, ne porte frte, + +even als op eene andere plaats, vs. 9761, de das zegt: + + Et puis qu'il n'i ot force fte, + Ne huis brisi, ne trive frte, + Se Renars le fist par amors, + N'i afiert ire ne clamors. + +Dat echter de eene uitdrukking de andere heeft in 't leven geroepen, is +meer dan waarschijnlijk. + +Nog eene bijzonderheid mag ons niet ontgaan. Reinaert had, gelijk wij +van elders weten, meer dan n kasteel, even als elke goede vos meer dan +n hol heeft. Behalve _Malpertuis_, wordt ook nog _Malcrues_ genoemd. +Zoo b.v. in de 19e branche, vs. 5972: + + Et il se r'est en _Malcrues_ mis, + +en vs. 8932: + + Droit _Malcrues_ son repre, + +zoo als een der codices leest[85], maar waarvoor de uitgave van MON +terecht leest _Malpertuis_, zoo als de rhythmus leert. + +Die zelden voorkomende naam hoort waarschijnlijk ook in branche 20_a_ +(16) t'huis; immers vs. 10803 zegt de vos in zijne biecht, van eene +vorige belegering van zijne burcht sprekende, + + Qant li ost[86] fu devant _mon crues_, + ........................ + Tuit furent batu et ploi. + +Moest men daar in ste van het meer algemeene gezegde niet den eigennaam +van Reinaerts burcht verwachten, en lezen: _devant Malcrues_? + +Opmerkelijk is het, dat dezelfde schrijffout, natuurlijk van denzelfden +afschrijver, ook in branche 1_b_, vs. 568 voorkomt, waar het heet: + + Ainz ne fina d'esperoner + Jusqu'a l'entre _d'un mal crues_, + +waar blijkbaar _de Malcrues_ moet gelezen worden, daar weinige verzen +later, vs. 577, juist van die plaats gezegd wordt: + + Li chastiaus estoit auques fort. + +Daar nu dezelfde naam ook in de 19e branche voorkomt, behoeft het geen +betoog, dat zij in de 1e er niet toe kan leiden om deze aan den dichter +der 20e toe te schrijven. + +De einduitkomst van dit onderzoek moet, dunkt mij, zijn, dat branche +20_a_ eenmaal op zichzelf stond, en dat daaraan _iets later_ door den +schrijver van 20_b_ ook de branche 21-22 werd toegevoegd. Waarschijnlijk +heeft wederom een jonger schrijver uit dezelfde landstreek er ook de +19e branche bijgedicht. + +Zoowel ROTHE[87], als GRIMM[88] hebben reeds opgemerkt, dat het begin +der 20e (16e) branche zich aan de vorige aansluit, waarin verhaald +wordt, hoe Renart zich onttrok aan het afleggen van een zuiveringseed op +het lijk van een martelaar, omdat hij ontdekt had, dat men hem in eene +hinderlaag wilde lokken. De fransche branche 20 zegt, vs. 9689: + + Quant li saint furent aport, + Il se retraist mout tost arire, + Si se fri en sa taisnire. + +En evenzoo in den mnl. _Reinaert_, vs. 82: + + Also saen + Alse die heleghe waren brocht, + Was hi andersins bedocht, + Ende ontfoer in sine veste. + +Zoo er al samenhang is, beide genoemde geleerden zijn het eens, dat +evenwel die twee branches van verschillende dichters zijn. Ook wij +nemen die stelling aan, hoewel zij ons bij ROTHE vreemd klinkt om de +opvallende overeenkomst in karakter met branche 20_b_, die hij niet van +20_a_ scheidt. + +Dat de 19e branche reeds op de 20e voorbereidt, bewijst slechts dat men +er naar streefde om ze beiden aan een te rijgen. Daarom zegt Grimbert in +het slot tot den wolf, vs. 9635: + + .... por Renart.......... + Alez cort, ne ftes noise: + De rien i a de mesprison, + L vos en fera-il reson." + Dist Ysengrins: Je m'i acort: + Quel part que la parole tort, + Ouen en Mai ferai mon claim: + A mon seignor, que je moult aim, + Me clamerai del trateur" _etc._ + +Maar dit geeft ons nog geen recht beide branches aan denzelfden +schrijver toe te kennen; zelfs niet als wij weten, dat zij ook een +Vlaming tot auteur heeft, zoo als ons uit zijne taal kan blijken. + +Immers vs. 9202 zegt hij: + + Anuit aurez moult bon herbert, + +wat niets anders is dan eene gewijzigde uitspraak van _herberc_, ons +_herberg_, en dus verschilt van het gewone _hberge_. + +Vs. 9147 leest men nog bepaalder: + + Grimbert respont: Ja, ja." + +De schrijver kende de geheele 20e branche, zoowel het oorspronkelijke +deel als het toevoegsel. + +Uit het eerste nam hij, vs. 9267, de namen _Goubert_ (br. 20_a_, vs. +10371), en vs. 9261, _dame Poufile_ (br. 20_a_, vs. 10378). + +Uit het tweede den banierdrager, daar hij, vs. 9045, schrijft: + + Cel jor porta le confanon + Li putoiz qui Foinez ot non. + +In de 20e branche is _li limaons_ de banierdrager, vs. 11313, 11558, +11617; maar juist uit de bijvoeging _cel jor_ blijkt, dat de schrijver +zich van de afwijking bewust was, en dus 20_b_ kende. + +In br. 20_b_ zien wij de dieren, als ware ridders, met lans en speer +tegen Reinaerts burcht optrekken. In dit opzicht gaat de schrijver van +br. 19 nog verder, daar hij zelfs van een hond, die niet tot de edeler +dieren der hofhouding behoort, en die Reinaert najaagt, zegt, vs. 9481: + + Primes i cort, ainz que li autre, + _Lance leve sor le fautre_, + Rooniax li chiens. + +Dat dit alles ontleend is, blijkt nog uit kleinigheden. Zoo b.v. noemt +de schrijver van branche 19 zelden de namen der edeler dieren: in den +regel heet bij hem de koning slechts _li lions_, vs. 8346, 8383, 8476, +8876, 8907, 9021; de beer, _li ors_, vs. 8745, 8774, enz. + +Eenmaal bestond er zeer zeker een streven om de branches 19, 20, 21-22 +met elkander in verband te brengen[89]: door wien, en wanneer is nu die +vereenigingsband om deze gedichten geslagen? + +Mij dunkt dit heeft ongeveer in de tweede helft der dertiende eeuw +moeten plaats hebben, toen wellicht de branches 1_b_, 19, 20, 21-22 als +een zeker geheel werden aangemerkt. + +In de veertiende eeuw schijnt deze band wer te zijn verbroken, daar men +bij de bijeenzameling van meerdere branches eene andere rangregeling +moest aannemen om de gebeurtenissen elkander zoo regelmatig mogelijk te +laten opvolgen. + +Zoo werd b.v. de eerste branche in het handschrift, dat MON tot +grondslag van zijne uitgave legde, geheel vooraan geplaatst, en dit hs. +is het eenige waarin branche 19 onmiddellijk aan de 20e voorafgaat, +terwijl zij in al de anderen verre daarvan verwijderd staat. + +Die vereeniging had echter eerst plaats nadat reeds 20_a_ en _b_ waren +tesamengesmolten, en wellicht ook 21-22 daaraan toegevoegd, maar nog +niet de 19e; want het is opmerkelijk, dat de schrijver van onzen +_Reinaert_ de personagie van Roonel den hond, die toch in de 20e branche +voorkomt, in 't geheel niet noemt, waaruit men zou mogen opmaken, dat +hij het verhaal, waarin deze eene hoofdrol speelt, niet gekend heeft. + + +V. + +Nu wij ons eenigsins hebben bekend gemaakt met de fransche branche, die +wij als de mogelijke bron van onzen _Reinaert_ aanzien, kunnen wij er +toe overgaan om door eene nadere vergelijking de waarheid van ons +beweren te staven. + +Wij zullen punten van overeenkomst aantreffen die treffend zijn, maar +ook zeer merkwaardige afwijkingen. Om dus de verhouding van ons gedicht +tot het fransche aan te wijzen, om eenig meerder licht te verspreiden +over het ontstaan van den _Reinaert_, en een duidelijker inzicht te +verkrijgen in zijne kunstwaarde, moeten wij zoowel de overeenstemming +als de afwijking in bijzonderheden nagaan. + +WILLEMS heeft reeds de rangnummers van vele overeenkomstige verzen van +beide teksten naast elkander geplaatst[90], maar om de letterlijke +overeenkomst recht duidelijk in het oog te doen vallen, om allen +mogelijken twijfel weg te nemen, moeten wij de voornaamste letterlijk +eensluidende plaatsen nevens elkander den lezer voor oogen stellen. + +Na eene inleiding van weinige verzen begint het fransche gedicht aldus, +vs. 9659: + + Ce dist l'estoire s premiers vers, + Que j estoit passez yvers, + Et l'aube-espine florisoit, + Et que la rose espanisoit, + Et pres fu de l'Acension, + Que sire Noble, le lyon, + Toutes les bestes fist venir + En son pals por cort tenir. + Onques n'i ot beste tant ose, + Qui se tardast por nule chose, + Qu'ele n'i viengne hastivement, + Fors dans Renars tant solement. + Le mal baron, le sodoiant, + Que tuit li autre vont huiant, + Et encusant devant le roi, + Par son engin, par son desroi. + +Evenzoo vangt, na eene inleiding, onze _Reinaert_ aan, vs. 41: + + Het was in enen Sinxendaghe, + Dat beide bosch ende haghe + Met groenen loveren waren bevaen. + Nobel, die coninc, hadde ghedaen + Sijn hof craieren over al, + Dat hi waende, hadde hijs gheval, + Houden te wel groten love. + Doe quamen tes coninx hove + Alle die diere, groot ende clene, + Sonder vos Reinaert allene: + Hi hadde te hove so vele mesdaen, + Dat hire niet ne dorste gaen. + .................... + Doe al dat hof versamet was + Was daer niemen.......... + Hine hadde te claghene over Reinaerde + Den fellen, metten roden baerde. + + * * * * * + + Et conpissa toz mes loviax. 9685. + Ende mine kindre so mesvoert, _Rein._ 74. + Dat hise besekede. + + * * * * * + + Renarz prist jor de l'escondire 9687. + Qu'il n'avoit pas fait l'avoutire. + Quant li saint furent apport, + Ne sai qui li ot enort, + Il se retraist mout tost arire, + Si se fri en sa taisnire. + Het was sint so verre comen, _Rein._ 79. + Datter een dach af was ghenomen, + Ende Reinaert soude hebben ghedaen + Sine onsculde: ende also saen + Alse die heleghe waren brocht, + Was hi andersins bedocht, + Ende ontvoer in sine veste. + + * * * * * + + Quant la vegile fu chante 10109. + Le cors portrent enterrer; + Ms ainois le firent serrer + En un moult bel vessel de plon, + Ains plus riches ne vit nus hon; + Puis l'enforent soz un arbre, + Et par desus mistrent un marbre, + S'i ont escrit le non la dame. + Doe die vigilie ghehent was, _Rein._ 450. + Doe leidemen Coppen in dat graf, + Dat bi engiene ghemaket was, + (Onder die linde, in een gras,) + Van maerberstene, die slecht was: + Die letteren, die men daer ane sach, + Ane den sarc, die daer up lach, + Deden ane tgraf bekinnen, + Wie daer lach begraven binnen[91] + + * * * * * + + S'estoit devant la barbaquane. 10179. + Doe ghinc hi vor die barbecane _Rein._ 522. + Sitten over sinen staert. + + * * * * * + + Je sui Brun, mesagier le roi. 10190. + Ic bem Brune, des coninx bode. _Rein._ 525. + + * * * * * + + Renarz qui tot le mont engane, 10180. + Por reposer s'est tret arire + Enmi le fonz de sa tesnire. + .................... + Renarz set bien ce est li ors, + Reconnu l'avoit au cors (_sic_): + Lors se commence porpenser + Conment son cors porra tenser: + En grant paine est d'estudier + Conment le puisse conchier. + Bi der tale, die Brune heeft begonnen, _Rein._ 538. + Bekenden altehant Reinaert, + Ende tart bet te dalewaert, + In sine donkerste haghedochte: + Menichfout was sijn ghedochte, + Hoe hi vonde sulken raet, + Dat hi Brune, den fellen vraet, + Te scerne mede mochte driven, + Ende selve bi siere ere bliven. + + * * * * * + + Brun, fet Renarz, biax doz amiz, 10199. + En moult grant paine vos a mis + Qui vos a fet avaler! + Ge m' en devoie l aler.... + Here Bruun, wel soete vrient, _Rein._ 549. + Hi hevet u qualike ghedient, + Die u beriet desen ganc, + Ende u desen berch lanc + Over te lopene dede bestaen; + Ic soude te hove sijn ghegaen.... + + * * * * * + + Nomine Pastre, Christum file! 10237. + +In den _Reinaert_ komt deze uitroep niet hier voor, maar wordt later, +vs. 1824, den vos in den mond gelegd: + + Nomine Patrum, Christum file! + + * * * * * + + Cel miel, 10239. + J est-ce la chose du monde + Que je miex aim et plus desirre. + Qar m'i menez, biau trs doz sire! + Honich es ene soete spise, _Rein._ 577. + Die ic vore allen gherechten prise, + Ende vore allen gerechten minne. + Reinaert, helpt mi, dat ics ghewinne! + + * * * * * + + Atant se mettent la voie, 10276. + Onques n'i ot resne tenu, + De si tant qu'il sont venu...... + Ende liepen daer si lopen wilden, _Rein._ 1165. + Dat si nie toghel uphilden + Eer si quamen............ + + * * * * * + + Un chesne ot commenci fendre: 10282. + Deus coins de chiesne toz entiers + I avoit mis. + Ene eke _Rein._ 651. + Die hi ontwee clieven soude, + Ende hadde twee wegghen daerin ghesleghen. + + * * * * * + + Or del mengier, puis irons boire. 10290. + Haddi gheten, so soudi drinken. _Rein._ 706. + + * * * * * + + Et Bruns i mist lors son musel, 10292. + El chesne, et les deus piez devant. + (Bruun) thooft over die oren _Rein._ 678. + Ende die verdere voete in stac. + + * * * * * + + De loing esta, si le ramposne. 10316. + .... hi sijn oom ghine rampineren. _Rein._ 703. + + * * * * * + + Qui portent tinel, et qui hache, 10338. + Qui flael, qui baston d'espine. + Sulc was, die enen bessem brochte, _Rein._ 722. + Sulc enen vleghel, sulc een rake; + Sulc quam ghelopen met enen stake. + + * * * * * + + .... Lanfroi 10356. + Qui devant vint une hache. + Vore hem allen guam gheronnen _Rein._ 734. + Lamfroit met ere scaerper acx. + + * * * * * + + Onc nus ne vit si lede beste! 10364. + Nie maecte God so lelic dier! _Rein._ 746. + + * * * * * + + Cil qui fet pingnes et lanternes. 10393. + Ene houtmakerigge van laternen. _Rein._ 804. + + * * * * * + + De quel ordre volez-vos estre, 10414. + Qui roge chaperon avez? + In wat ordinen wildi u doen, _Rein._ 943. + Dat ghi draghet root capproen? + +Zie wegens de overeenkomst van vs. 10416 en _Rein._ 952-3 de varianten +op dit vers. + + Dist li rois: Bruns, qui t'a ce fet? 10429. + Ai God, wie heeften so mesmaect? _Rein._ 987. + + * * * * * + + Rois, fet-il, si m'a mal-bailli 10434. + Renarz, com vos povez voir. + Ende hevet mi ghemaect alse ghi siet. _Rein._ 997. + + * * * * * + + A vu l'oisel Saint-Martin. 10472. + Sach hi _Rein._ 1046. + Sente Martins voghel, ende quam ghevloghen + + * * * * * + + Assez si le hucha destre: 10473. + Et li oisiax vint a snestre. + Vliech te miere rechter hant!" _Rein._ 1051. + Die voghel vlooch.......... + .................... + Ende vlooch Tibert ter luchter siden. + + * * * * * + + Tybert, fet li Renarz, villecome. 10493. + Neve, ghi sijt mi willecome. _Rein._ 1073. + + * * * * * + + Ms sa parole que li coste? 10498. + Wat cost Reinaerde scone tale? _Rein._ 1077. + + * * * * * + + Martinet 10564. + Avoit au trou deus laz tenduz, + Por Renart prendre, le gorpil, + ...................... + Et Renarz l'enging savoit bien. + Martinet _Rein._ 1175. + ... hadde vor dat gat gheset + Een strec, den vos mede te vane: + .................. + Dit wiste Reinaert, dat felle dier. + + * * * * * + + Je t'atendr au trou fors. 10573. + Ende sal u hier buten beiden. _Rein._ 1187. + + * * * * * + + Tybert s'en eschape, li chaz, 10605. + Qu'il ot as denz mengi les laz. + So dat hi metten tanden sinen _Rein._ 1316. + Die pese midden beet ontwee. + + * * * * * + + A tot le mains en sa paroche 10631. + Ne puet soner c' une cloche. + en es gheen lachter, _Rein._ 1300. + Dat hi ludet met ere clockn. + + * * * * * + + Alez donc tost, si l'amenez, 10653. + Gardez sanz lui que revenez. + Gaet, ende eer ghi wederkeert, _Rein._ 1016. + Besiet, dat Reinaert met u come. + + * * * * * + + Qar je n'i voi prestre plus prs. 10744. + Hier nes ander pape bi. _Rein._ 1442. + + * * * * * + + Se je muir, si serai toz sax. 10730. + Mine siele sal te claerre wesen. _Rein._ 1445. + + * * * * * + + Or s'en vont li baron cort. 10871. + Die heren hebben den wech bestaen _Rein._ 1696. + Tote des conincs hovewaert. + + * * * * * + + Vers cele cort ces gelines, 10888. + L est la voie que lessons. + Te ghenen hovewaert _Rein._ 1706. + So leghet onse rechte strate. + + * * * * * + + Fet-il, je l'avoie obli. 10896. + Ic hads vergheten, lieve neve. _Rein._ 1725. + + * * * * * + + Et nequedent sovent colie 10912. + Vers les gelines cele part, + Moult est dolent quant il s'en part; + Et qui la teste li coupast, + As gelines tantost alast. + Hoe dicke sach Reinaert achter rugghe _Rein._ 1730. + Weder, daer die hoenre ginghen! + Hine conste hem niet bedwinghen, + Hine moeste siere seden pleghen: + Hadde men hem thooft af gesleghen, + Het ware ten hoenrewaert ghevloghen. + + * * * * * + + Et Bruns qui la teste ot vermeille. 10938. + Brune, _Rein._ 1820. + Dien noch bloedich es die crune + + * * * * * + + Rois, fet Renarz, je vos salu 10943. + Con cil qui plus vos a valu + Que tuit li baron de l'empire. + Ic groet u, coninc, ende hebbes recht; _Rein._ 1777. + En hadde nie coninc enen cnecht + So ghetrouwe jeghen hem + Als ic oit was ende bem. + + * * * * * + + Qar cil sont serf par nature. 10960. + Die scalcheit es hem binnen gheboren. _Rein._ 1795. + + * * * * * + + Renart, Renart, dist l'emperre, 11021. + .................... + Bien savez parler et plaidier, + Ms ce que vaut? n'i mestier; + N'en partirez en nule guise + Que de vos n'en face justise. + Die coninc sprac: Owi Reinaert, _Rein._ 1800. + Owi Reinaert, onreine quaet, + Wat condi al scone ghelaet! + Dat en can u ghehelpen niet een caf. + Nu comt uwes smekens af: + In werde bi smekene niet u vrient. + + * * * * * + + Se Bruns..... 10978. + Et li vilains le ledenja, + Et il por coi ne se venja? + Was hi (Br.) teblouwen oft versproken, _Rein._ 1827. + Waer hi goet, het ware ghewroken. + + * * * * * + + Et si me face ardoir ou pendre, 11015. + Qar ne me puis vers lui deffendre. + Wildi mi sieden, ofte braden, _Rein._ 1842. + Ofte hanghen, ofte blenden, + Ic ne mach u niet ontwenden. + + * * * * * + + Ms ce seroit povre venjance. 11018. + Dat ware ene cranke wrake. _Rein._ 1849. + + * * * * * + + Ez-vos Renart le pelerin 11169. + Escherpe au col, bordon fresnin. + Nu wart Reinaert pelgrijn, _Rein._ 2997. + .................... + Scerpe ende palster omme den hals. + + * * * * * + + Dame, fet-il, vostre proire 11189. + Devroie-ge avoir moult chire; + Moult par devroit estre haitiez + Por qui proier daingneriez. + Bidt vor mi, edele vrouwe, _Rein._ 2745. + Dat ic u met lieve weder scouwe. + +Opmerkelijk is ook nog dat de eigenaardige fransche vocativus[92] (vs. +10445): + + O estes-vos, Tyberz li chaz? + +evenzoo in den Comburger codex (vs. 421) gevonden wordt: + + Die coninc sprac: Grimbert die das, + U oom _enz._ + +Al die plaatsen komen zoo letterlijk overeen, dat er geen twijfel over +kan blijven, of het eene stuk is eene vertaling van het andere. Maar +ziet, er komen nu zoo vele afwijkingen in beiden voor, dat men weder +begint te twijfelen en naar een ander origineel omziet. Men zal daarbij +echter met omzichtigheid moeten te werk gaan. + + +VI. + +Wat zou dat andere origineel kunnen zijn? Het ouder gedicht dat aan de +fransche branche ten grondslag ligt? Men zou misschien geneigd zijn dit +aan te nemen, als men durfde gissen, dat de veelvuldige gelijkluidende +assonancen in den _Reinaert_ (zie boven, bl. XXV vlg.), ontstaan waren +uit navolging van een fransch stuk dat in _tirades monorimes_ geschreven +was, hetgeen dan noodzakelijk ouder zou moeten zijn dan de 20e branche, +die in _rimes plates_ is geschreven. Maar vooreerst is er geen spoor +over van een fransch gedicht in tiensylbige regels uit dezen cyclus[93]; +en buitendien bewijst de eigenaardigheid van het vlaamsche gedicht +niets, daar in geene andere vertaling van tiensylbige fransche verzen +met assonnance eenig spoor van des oorspronkelijken versbouw over is. +Overigens hebben wij reeds betoogd, dat juist de bekende fransche tekst +veel nader aan dat origineel staat dan onze vlaamsche _Reinaert_[94]. +Dus eene andere omwerking van dien ouderen tekst misschien? Maar is +het mogelijk aan eene andere fransche omwerking te denken, daar de +_Reinaert_ juist met MONS branche zoo vele afwijkingen van het +origineel gemeen heeft, en, gelijk wij zagen, niet slechts in het +algemeen denzelfden geest als deze ademt, maar ook grootendeels +denzelfden gang heeft, en daarenboven in een aantal plaatsen eene +letterlijke, in een grooter aantal eene meer vrije navolging daarvan +levert? + +Om alle onderstellingen uit te putten vragen wij nog: kan het ook eene +omwerking der branche van MON geweest zijn? Maar ook dit is onmogelijk; +daar zeer zeker een zoo voortreffelijk stuk veeleer zou zijn bewaard, +dan het minder afgewerkte, waarvoor het in de plaats trad. + +Voegen wij er thans nog bij, dat de eigenaardigheid in het rijmsysteem +van het vlaamsche stuk ook teruggevonden wordt in onze fransche branche, +welke overeenkomst zeker geene toevallige kan zijn, en wel in rekening +gebracht mag worden om de filiatie dezer twee stukken te betoogen[95]. + +Vestigen wij voorts onze aandacht op dat gedeelte van ons vlaamsch +gedicht dat het meest van het Fransch afwijkt, dan blijkt ons dit zoo +eigenaardig Vlaamsch, dat het ons reeds terstond veel waarschijnlijker +moet voorkomen, dat dit een zelfstandig, onvertaald, oorspronkelijk +opgevat en bewerkt stuk moet zijn, gelijk ons later nog duidelijker zal +blijken. + +Dit voert reeds tot het vermoeden, dat de overige afwijkingen van het +Fransch ook wel een anderen grond konden hebben dan een ons onbekend +ander origineel. + +Trouwens, heeft de vlaamsche dichter ook wel uitsluitend willen +vertalen? Slaan wij het oog op hetgeen hij zelf zegt in den aanhef van +zijn werk. + +Hij kende davonturen van Reinaerde," daar het hem immers anders niet +had kunnen vernoyen", dat zij + + In Dietsce onghemaket bleven. + +Het vernoyede" hem zoo zeer, + + Dat hi die vite dede soeken, + +dat hij zich de levensbeschrijving verschafte, + + Ende hise na den Walschen boeken + in Dietsce...... hevet begonnen. + +Hij zocht dus, of deed zoeken, de geheele vite, en bewerkte zijn gedicht +niet naar _n boek_, maar volgens DE _fransche_ BOEKEN. + +Dat hij zich hoofdzakelijk bepaalde tot dat gedeelte der sage dat, +blijkens de verschillende navolgingen, reeds in 's dichters tijd voor +het beste gehouden werd, en ook thans nog door alle beoordeelaars als de +uitstekendste aller branches wordt aangemerkt[96], is hoogstnatuurlijk; +maar slaafsche navolging hebben wij daarbij niet te wachten: +verbeteringen, aanvullingen, die dan waarschijnlijk geput zullen zijn f +uit de andere fransche branches, f uit de overlevering, die den dichter +bekend was[97]. Zien wij dit in de bijzonderheden. + +De grootste afwijking bestaat in het verhaal van hetgeen er ten hove +gebeurde, nadat Reinaert er verschenen was. In het Fransch schenkt de +koning den vos vergiffenis op bloote voorspraak van Grimbert, zonder dat +die genade gemotiveerd is, en alleen op voorwaarde dat Reinaert als +pelgrim het heilige land zal bezoeken. Naauwelijks heeft hij genade +verworven, en is hij buiten 's konings macht, of hij ontdoet zich, vs. +11262 + + Et du bordon et de l'escherpe: + Son cul en tert, volant les bestes, + Puis si lor giete sor les testes. + +Nu stormt het geheele gevolg des konings hem na en jaagt hem binnen +Malpertuis, waar hij veilig is, + + O il ne crient ost ne asaut. + +Dan volgt een toevoegsel. Reinaerts burcht wordt belegerd: van zijne +tinnen beschimpt de vos zijne belagers, en schoffeert zelfs op zekeren +nacht de koningin. Maar bij die gelegenheid wordt de bedrieger gevangen +genomen, die nu zou worden gehangen. Ter goeder ure kwamen echter +Reinaerts echtgenoot en kinderen, en brachten + + Un somier tot chargi d'avoir, + +dat zij den koning aanboden. + + Rois Nobles choisi le tresor, Vs. 11817. + Qu'est devant li, d'argent et d'or; + De l'avoir fu moult covoitos. + +Geen wonder dan ook, dat hij gaarne voor dien schat Reinaert op nieuw +genade schonk. + +En dan volgt er (vs. 11853) waarschijnlijk een nieuw toevoegsel, waarbij +wij ons niet zullen ophouden. + +Nu behoeft men den _Reinaert_ van vs. 1873 af tot aan het einde slechts +vluchtig te doorloopen, om zich van de meerdere voortreffelijkheid van +het vlaamsche stuk boven zijn origineel te overtuigen. Alles is hier +met uitnemende kunst behandeld: eenheid en samenhang zijn treffend +behouden, omdat elke bijzonderheid goed en natuurlijk is gemotiveerd. + +En toch vond de dichter de aanleiding tot zijne hoofdmomenten in het +fransche stuk. Reeds bij de derde indaging van Renart doet de koning hem +daar weten dat hij met den strop zal gestraft worden; hij moet zich ten +hove komen verantwoorden, en behoeft geld noch goede woorden me te +brengen (vs. 10724), + + Si n'i aport or ne argent[98]; + +Als Reinaert voorts van de koningin een ring erlangt, zegt hij haar, vs. +11197: + + Redonrai vos de mes joiax + Tant que vaura bien cent aniax; + +en later wordt hij werkelijk, onder bemiddeling der koningin, door een +grooten schat van den dood vrijgekocht. Dit laatste heeft ook in den +_Reinaert_ plaats, maar onder zeer gewijzigde omstandigheden; en ROTHE +heeft er reeds op gewezen, dat de schat, waardoor in het Fransch 's +konings toorn gestild wordt, rappelle l'ide gnrale d'un trsor qui +influe sur la rsolution du souverain. Mais"--voegt hij er bij--il +y a fort loin de l au trsor imaginaire de _Reineke_"[99]. Hoe groot +het onderscheid ook zij, de overeenkomst van het gronddenkbeeld is +onloochenbaar, gelijk wij ook later onder het frissche vleesch van onzen +_Reinaert_ het gebeente der fransche branche zullen kunnen tasten. + +De schat van koning Hermelinc wordt in het vlaamsche stuk zoo natuurlijk +mogelijk in het verhaal gebracht, en heeft het dubbele voordeel, dat +Reinaert daardoor niet alleen 's konings gunst verwerft, maar ook dat +hij, vs. 2175, + + Brune ende Isengrijn bede + In veten ende in ongheval + Jeghen den coninc bringhen sal. + +Maar hoe kwam de dichter op de gedachte om op die wijze zijn voorbeeld +te wijzigen? Blijkbaar putte hij die uit de traditie: Dass Ermenrich +in die erzhlung gemengt ist," zegt GRIMM[100], verrth einen uralten +Deutschen zug; wahrscheinlich ist eine flandrische tradition mit dabei +im spiel." En hij haalt daarbij eene plaats aan uit de _Miracula Sti +Bavonis_, in de tiende eeuw geschreven, waaruit blijkt, dat men koning +Hermenrijk voor den stichter der burcht te Gent hield, waar hij groote +schatten vergaderd had[101]. + +Het geheele denkbeeld van eene biecht kon hij uit de fransche 20e +(16e) branche ontleend hebben, waarin zij althans met een woord wordt +aangestipt; vs. 11717 raadt Grimbert den vos, die op 't punt stond van +gehangen te worden, + + Or vos dussiez confesser, + +en wat later, vs. 11807, komt zijne vrouw met den schat aan + + Anois qu'il ait dit sa confesse. + +Het denkbeeld om zich op den beer en den wolf te wreken, en hen van een +deel van hunne huid te berooven, is niet aan de 20e branche ontleend; +maar het was blijkbaar oud. In het Fransch zoowel als in de latijnsche +gedichten[102] vindt men dit incident in de verhalen waarin de kranke +leeuw door den vos genezen wordt[103]. En hetgeen merkwaardiger is, is +dit, dat zoowel in den _Isengrimus_, den mhd. _Reinhart_, als in de 26e +(21e) fransche branche, die wraakoefening voorafgegaan wordt van den +hofdag waar Reinaert wordt aangeklaagd. + +Blijkbaar schijnt intusschen op den hofdag bij den kranken koning de +aanklacht tegen den vos maar weinig plaats te hebben beslagen, gelijk de +_Isengrimus_ leert. Of dit tafreel van lieverlede meer in het breede is +uitgewerkt, om eindelijk als zelfstandig verhaal te worden behandeld, +dan of de afzonderlijke ding-dag aanleiding gaf tot meerder uitbreiding +van soortgelijk verhaal in het eerste deel der branche van de genezing +des konings, is niet licht uit te maken. Ik zou intusschen niet +ongeneigd zijn het eerste aan te nemen. Daarvoor pleit, dunkt mij, +vooreerst de samenvoeging in den mhd. _Reinhart_; maar ten anderen ook +de 26e (21e) fransche branche. + +Zij begint ook met een hofdag op den Pinksterdag. + + Ce fu entor la Pantecoste, Vs. 17885. + Que dant Nobles tenoit sa feste: + Asanble i ot mainte beste; + .................... + Mais li chastelains de Val-gris, + Dans Renarz, de qui toz max sort, + N'ert pas adonc venu a cort. + +Isengrim begint ook hier de aanklacht tegen zijnen vijand, die echter +door Tybert verdedigd wordt. Hoewel hij reeds herhaaldelijk gedaagd is, + + Plus de dis foiz, voire de vint, + +wordt hij opnieuw opgeroepen, eerst door den hond Roonel, wiens vrouw +hem echter waarschuwt, zeggende, vs. 18172: + + Manbre-vos de Tybert le chat, + A qui fist panre tant mal mors. + Et de Belin, et de Brun l'ors, + A qui il fist perdre la pel + Des orailles dusc'au musel. + +Roonel volbrengt intusschen zijne boodschap, maar wordt door den vos in +'t ongeluk gestort. Dan volbrengt het hert de tweede indaging, en ook +deze bode komt slecht van de reis. De koning wordt daardoor zoo +vertoornd, dat hij de koorts krijgt. Daarop begeeft Grimbert zich naar +Reinaert om hem deze boodschap te brengen; waarop dan de geschiedenis +der genezing des konings door den vos begint. + +Men ziet duidelijk, dat dit eene navolging is van de driedubbele daging +uit onzen _Reinaert_, gelijk reeds door GRIMM is opgemerkt[104], die er +echter op laat volgen: gewis gab es ein lteres, mehr zu dem deutschen +stimmendes franz. gedicht." Hij zegt dit vooral met betrekking tot het +laatste gedeelte der branche; maar wellicht geldt het evenzeer van het +eerste stuk, dat zeer zeker einen sptern umarbeiter verrth." + +Daar hij nu een ouder gedicht omwerkte, kan _zijne_ inleiding daarin +niet voorhanden geweest zijn: hij heeft dus hier zijn voorbeeld +veranderd. Hoe kwam hij daartoe? en waarom deed hij het juist zoo? Mij +dunkt, het ligt voor de hand om aan te nemen, dat hij dat ouder eerste +gedeelte niet opnam, omdat dit tot een zelfstandig gedicht verwerkt was. +En dat dit juist het onze is geweest, is niet onwaarschijnlijk, omdat +dit juist het best verklaart hoe hij juist eene blijkbare navolging van +dit stuk voor het oorspronkelijke in de plaats schoof. + +Waarschijnlijk kende de dichter van den _Reinaert_ dien ouderen +vorm, hetzij dan uit een der latijnsche stukken, den _Isengrimus_ +of _Reinardus_, hetzij uit de mondelinge overlevering, daar hij +waarschijnlijk het ouder fransche gedicht niet gekend heeft; en zoo kwam +hij misschien op het denkbeeld om tot op eene zekere hoogte den draad +weder op te vatten die zijn fransch voorbeeld had laten schieten. + +De mishandeling, het dooden van Cuwaert, hoewel in het Vlaamsch geheel +anders verhaald, moet ook uit het Fransch ontleend zijn, en wel uit +de 20e branche. Daar heet het, vs. 11209 vlg., dat Renart na zijne +begenadiging den haas, die zich in eene haag verborgen had, overweldigt +en hem mesleept: + + En quide bien livroison fre Vs. 11246. + A ses faonz sans demorance. + +Maar het gelukte Couart den moordenaar te ontsnappen (vs. 11272), en zoo +gewond en mishandeld als hij was + + (Les costez a toz pertuisiez, Vs. 11279. + Que li bordons i fu fichiez; + Et la pel des piez et des mains + A rompue, n'est mie sains.) + +zich voor 's konings voeten te werpen en om hulp te smeeken, waarop +Noble, verontwaardigd over het verraad van Renart, beveelt hem na te +zetten. + +Dat er werkelijk ontleening uit de fransche branche plaats had, mag ook +daaruit worden opgemaakt, dat in 't Vlaamsch de misdaad aan Cuwaert +gepleegd, niet gemotiveerd is; daar deze integendeel den vos, hoewel +door angst gedreven, nog een dienst had gedaan, zie vs. 2628 vlg. + +Daarentegen had in 't Fransch de haas zich zijn ongeval op den hals +gehaald; want toen men Renart ter galg voerde, en alle dieren hem te +lijf gingen, had Couart hem van verre, + + De loing, que pas ne l'aprochoit, Vs. 11106. + +met een steen geworpen; en juist omdat + + En a croll le chief Renart, + +had de lafaard zich weggemaakt, + + Que onques puis ne fu vuz. + +en in de haag, waar hij zich verscholen had, ontdekt hem later Renart, +die zich nu over den hoon hem aangedaan wil wreken. + +Eindelijk komen wij tot het slottafreel van onzen _Reinaert_, dat +WILLEMS als een overgang tot het tweede boek beschouwde[105]. Over de +optreding van Firapeel hebben wij reeds gesproken[106]: het is hier de +plaats om een enkel woord te zeggen over de regels die hoofdzakelijk den +grondslag van WILLEMS' argument uitmaken; namelijk dat Firapeel zegt, +vs. 3406: + + Ende daer na sullen wi alle lopen + Na Reinaerde, ende sulne vanghen, + Ende bi siere kelen hanghen. + +Zijn deze woorden uit de fransche branche ontleend, dan vervalt +natuurlijk de stelling van WILLEMS zonder eenige tegenspraak. Welnu, als +Cuwaert den koning Reinaerts nieuw verraad ontdekt heeft, roept Nobel +uit, vs. 11290: + + Or sai bien q' mavs me tient. + _Seignor, fet-il, or aprs tuit!_ + Que je le voi o il s'enfuit: + Par le cuer b, s'il vos estort, + Vos estes tuit pendu u mort, + Et cil de vos qui le prendra, + Toz ses lignages frans sera. + +De aanhaling zal genoegsaam zijn om te overtuigen, dat werkelijk de +aangetogen woorden van onzen _Reinaert_ uit de pen vloeiden van den +oudsten schrijver, en niet van den omwerker. + +In het origineel geven de mannen des konings gehoor aan zijne stem en +jagen den verrader na, die zich eindelijk op zijne burcht bergt. In onze +navolging kon dit niet, omdat Reinaert zich reeds te Malpertuis bevond, +vanwaar hij zich buitendien met al de zijnen in de woestijn terug trok +(vs. 3310-4). + +De laatst aangewezen plaats snijdt de mogelijkheid af om te denken aan +een plan om later in het gedicht uitvoering te geven aan Firapeels +belofte om Reinaert te vangen en te hangen. + +Heeft intusschen de dichter van den _Reinaert_ het laatste gedeelte der +branche waarin het beleg van Maupertuis beschreven wordt gekend? + +Het antwoord op die vraag kan niet anders dan bevestigend uitvallen. + +Het eerste gedeelte van het verhaal der gebeurtenissen na Reinaerts +komst ten hove, tot aan zijne veroordeeling ter dood, _Rein._ vs. +1756-1890 stemt volmaakt overeen met vs. 10931-11094 van branche 20_a_; +maar dan verlaat ons gedicht dit eerste gedeelte om zich nader aan 20_b_ +aan te sluiten. + +_Rein._ vs. 1892 ziet men Grimbert met Reinaerts magen het hof verlaten, +want + + Sine consten niet verdraghen + No sine consten niet ghedoghen, + Dat men Reinaert vor haren oghen + Soude hanghen alse een dief. + +Zoo iets wordt in 20_a_ niet gevonden; maar later wordt in 20_b_ +Grimberts smart aangestipt, vs. 11635: + + Por Dant Renart que l'en devoure + Ploure Grinbert et prie et oure: + Ses parenz ert et ses amis, + Liez le voit et entrepris, + Ne set conment il le reqoe. + Que la force n'est mie soe. + +_Reinaert_ vs. 1908 zegt de koning, die verlangt een einde aan de zaak +te maken: + + Twi sidi traech, + Isengrijn ende here Bruun? + .................... + Salmen hanghen, twine doetment dan? + +En ook 20_b_ zegt Nobel tot Isengrin, vs. 11787: + + Ce dist li rois, pensez del pendre, + Que je ne voil ms plus atendre. + +In den _Reinaert_ bereiden zich zijne drie vijanden, de wolf, de beer en +de kater toe om zelf den valschen moordenaar te hangen. In 20_a_ heet +het alleen, vs. 11095: + + Sor un haut mont en un rochier + Fet li rois les forches drecier + Por Renart pendre, le gorpil; + +zonder dat er gezegd wordt wie zich met de strafoefening belastte. Maar +bij de tweede veroordeeling, in 20_b_, worden de dieren genoemd die zich +van hem meester maakten, vs. 11605: + + Lors Isengrin en piez se drece, + S'aert Renart par la chevesce; + Dou poing li done tel bufet, + Del cul li fait saillir un pet. + Et Brun l'aert par le chaignon, + Les denz li met dusqu'au braon; + .................... + Tybert li chaz giete les denz + Et les ongles, qu'il ot poignanz, + Saisist Renart au pelion, + Bien li valut une frion. + +En vs. 11705 wordt er zelfs bijgevoegd: + + Si anemi + La hart li ont ja el col mise. + +Eerst in 20_b_ wordt van de nieuwe biecht gewaagd, die in den _Reinaert_ +zoo breedvoerig wordt uitgewerkt; immers vs. 11716 eerst zegt Grimbert: + + Or vos dussiez confesser. + +Bovendien wordt eerst in dit tweede gedeelte de schat vermeld, waarvoor +Renart werd losgekocht, dien onze vlaamsche dichter tot koning Hermelinx +schat maakte, en waarvan hij op veel geschikter wijze wist partij te +trekken. + +_Reinaert_ vs. 1851 vlg. worden de dieren opgenoemd die bij des +aangeklaagden komst ten hove hunne stem tegen hem verheffen: die plaats +is ontleend aan 20_a_, vs. 10159 vlg. Maar onder de daar genoemde dieren +komt ook voor, vs. 1868: + + Dat foret, Clene-bejach. + +welk diertje niet in 20_a_ genoemd wordt, maar in de navolging der +eerste plaats, die op het einde van dat oudste deel is genterpoleerd, +vs. 11297 vlg., waar wij ook vermeld vinden + + Et Petit-porchaz li Fuirons. + +Reinaerts zoon heet in het mnl. gedicht, vs. 1419 _Rosseel_: in 20_a_ +_Rouviel_, maar eerst vs. 11729, dus in 20_b_, _Rousel_. + +Hieruit blijkt, dunkt mij, ontwijfelbaar, dat de samensmelting van 20_a_ +en -_b_ reeds had plaats gehad vr dat onze _Reinaert_ werd geschreven, +welks schrijver blijkbaar zoowel met het tweede als het eerste deel dier +branche is bekend geweest. + +Zagen wij, dat ondanks het groote verschil 'twelk is waar te nemen in de +laatste helft der beide gedichten, toch het fransche nog tusschen de +beter uitgewerkte en levendiger gedachte tafreelen van het vlaamsche +doorschemert, wij kunnen daarmede het pleit voldongen rekenen, en +stellen, dat werkelijk het bewijs geleverd is, dat de _Reinaert_ naar +de ons bekende fransche branche 20, zoo al niet vertaald, dan toch +nagevolgd is. + +De vlaamsche schrijver heeft dan tot grondslag van zijn werk de +uitstekendste der fransche branches genomen, en hoewel hij dit stuk +voor een groot deel op den voet volgde, moet men erkennen dat hij door +zijne zelfstandige toevoegsels, door zijne eigenaardige wijzigingen, +door de meesterlijke wendingen die hij er aan heeft gegeven, een +kunstwerk heeft in het leven geroepen, dat zijn origineel bijna in +ieder opzicht overtreft, het geheel in de schaduw stelt, en dat zoowel +aanspraak heeft op den naam van zelfstandig, origineel gewrocht, als op +dien van meesterlijk kunstprodukt. + + +VII. + +Wij mogen intusschen onze vergelijking niet als afgedaan beschouwen voor +dat wij ook de overige afwijkingen in beide gedichten kortelijk hebben +beschouwd. + +Even als in het slot, is er ook verschil in het begin. De klacht van +Isengrim is in beide gedichten dezelfde, maar daarop volgt bij den +Vlaming terstond een toevoegsel, vs. 16-97, waaruit blijkt, dat hij zeer +vrij zal navolgen, en daarbij soms zijn eigen weg gaan. Dit gebeurt dan +ook dadelijk. + +De klacht van Cortois, vs. 97-106, komt niet in br. 20_a_ voor: +waarschijnlijk is zij echter ook geene uitvinding van den vlaamschen +dichter, maar uit de volksoverlevering geput; ten minste CHABAILLE heeft +in zijn _Supplment_ een klein gedicht uitgegeven, waarin eene worst +voorkomt die aan Tibert op eene behendige wijze ontstolen wordt[107], +gelijk ook hier, vs. 107-125, blijkt, dat deze eigenlijk eerst in 't +bezit dier worst was geweest. Voorts maakt eene worst, waarvan juist +Tibert den vos berooft, het onderwerp uit van het grootste gedeelte der +6e branche van MON, vs. 2219 vlg. + +Merkwaardig is het, dat Tibert Reinaert verdedigt, vs. 107-125. Dit +heeft in de fransche branche geen plaats; maar het denkbeeld zelf om +Reinaerts zaak door den kater te laten bepleiten, is in de fransche +gedichten niet onbekend. In de 20e branche zelve heet het iets later +nadat men ontdekt heeft dat Coupe eene heilige was, vs. 10169: + + .... Grimbert + Qui por Renart parole et plaide + Entre lui et Tybert le chat; + +en nog duidelijker in de branche de Renart si come il fu mires," waar +Tibert Reinaert bepaaldelijk tegen zijne aanklagers verdedigt, vs. +17999-18080, hoewel op andere gronden dan in ons gedicht. + +Wij zagen boven, dat er eenige betrekking bestaat tusschen het verhaal +van den hofdag, en de branche waarin Reinaert als geneesheer optreedt: +door de merkwaardige overeenkomst die zich hier tusschen ons gedicht +en die branche opdoet, vinden wij onze opmerking op nieuw gestaafd; +maar juist hier betreuren wij het geene kritische uitgaaf der fransche +branches te bezitten, niet bekend te zijn met alle grootere varianten, +daar wij nu niet kunnen bepalen vanwaar onze vlaamsche dichter den +eigenaardigen trek ontleende, die stellig niet van zijne vinding is. Dat +hij dien uit de 26e (21e) branche nam is niet waarschijnlijk, daar deze +alle kenmerken draagt van jonger te zijn: zoo er overneming plaats had, +zou men eer tot het omgekeerde moeten besluiten. + +Pancers beschuldiging, vs. 126-169, weet ik nergens aan vast te knoopen, +wij schijnen hier eene toespeling op eene verlorene branche te hebben. + +Grimberts verdediging van zijn oom komt gedeeltelijk met br. 20_a_ +overeen, waar men echter de goed aangebrachte wending niet vindt, dat +Grimbert, het veld der verdediging verlatende, zich plotselings ten +aanval keert. Isengrim, zegt hij, heeft Reinaert veel kwaad gedaan: +vooreerst heeft hij hem bedrogen, toen de vos de pladisen" van de kar +afwierp, waaraan de wolf zich verzadigde zonder voor zijn makker iets +anders over te laten + + sonder allene een pladisengraet, + +dien hijzelf niet mocht (vs. 208-216). + +De das verdraait hier een geval, waarbij juist het tegendeel plaats had, +en de wolf de bedrogene was. Tweemaal wordt dit feit in de fransche +gedichten verteld, br. 2, vs. 749-916 en br. 10, vs. 3919 vlg. +Waarschijnlijk had onze dichter de laatste branche op het oog, waar de +visschen op de kar ook pladisen" genoemd worden, vs. 3941: + + De poisson chargiez estoient, + Si comme harenz et plaz. + +Wij zullen later zien, dat onze dichter nog een ander feit uit dezelfde +branche aanvoert, en wel op dezelfde verdraaide wijze. En het zal ons +niet verwonderen dat hij er me bekend was, daar zij, blijkens vs. 3827, +te Arras of in Artois geschreven was. + +Het tweede beschuldigingspunt van Grimbert is, dat Isengrim den vos +bedrogen had betrekkelijk enen bake," waarvan hij hem tot zijn deel +alleen + + Die wisse daer die bake an hinc + +overgelaten had (vs. 217-225). Ook het aventuur waarop hier gedoeld +wordt, komt in de fransche branche 18 voor, vs. 7698-7970. Maar noch in +het Fransch noch in den _Reinardus_, I, 186 sqq., waarme de fransche +branche de grootste overeenkomst heeft, leest men hetgeen Grimbert er op +laat volgen: + + Reinarde was lettel te bet, + Dat hi den goeden bake ghewan, + In sulker sorghe, dattene een man + Vinc, ende warp in sinen sac. + +Waarschijnlijk is dit echter slechts een toevoegsel van den loozen +advokaat om zijn klint des te meer als eene gemartelde onschuld te doen +voorkomen. + +Heeft onze Vlaming dit avontuur uit het Fransch of uit het Latijn? Ik +zou eer meenen uit het Latijn, althans uit eene bron, die nader aan den +_Reinardus_ staat. In het Fransch worden wolf en vos als oom en neef +voorgesteld, vs. 7713, 7731, 7763 enz., zonder dat er iets gezegd wordt +of die bloedverwantschap echt of geveinsd zij. In den _Reinardus_ +daarentegen heet het I, vs. 11: + + Dicebat patruum falso Reinardus, ut ille + Tamquam cognato crederet usque suo. + +En juist deze plaats schijnt nu de vlaamsche dichter op het oog te +hebben, als hij den vos later, in zijne biecht, ook dit feit laat +verdraayen, vs. 2101: + + Daer na quam ic ende Isengrijn; + .................... + Hi rekende dat hi ware mijn oom, + Ende began ene sibbe tellen. + +Ook betrekkelijk het tooneel waarin Cantecleer wraak eischt over zijne +vermoorde dochter Coppe, hebben wij eenige opmerkingen mede te deelen. + +Ik zwijg er hier van, dat dit tooneel met veel meer talent is ingeleid +dan in het Mhd. of Fransch het geval is: ik wijs slechts op twee +afwijkingen van den tekst der 20e branche. + +Vooreerst is het geheele tooneel iets vrijer bewerkt: de haan geeft eene +schildering van zijn gelukkig huishouden, hoe hij met vijftien kinderen +leefde, die door waakzame honden voor Reinaert beschermd werden. In het +Fransch is het niet Chantecler, maar Pinte, die het weegeklag voor den +koning aanheft, vs. 9989; een spoor daarvan vindt men nog in het +vlaamsche gedicht, waar vs. 320 in C. gelezen wordt: + + Ende _minen sustren_ die hier staen, + +hetgeen GRIMM terecht veranderde in _minen kindren_. Eindelijk was de +vos als pelgrim tot Cantecleer gekomen, en had hem misleid door hem +een vredebrief des konings te toonen. Deze bijzonderheid ontbreekt in +de fransche 20e branche, maar is overigens in de sage niet onbekend. +_Reinardus_ III, vs. 1181, tracht de vos den haan een stuk beukenschors +in de handen te stoppen en dat voor een vredebrief te doen doorgaan; +maar de list mislukt[108]. In de 6e fransche branche daarentegen, +getiteld: _Le desputement de la mesange avec Renart_ (MON, I, pag. 66), +tracht Reinaert de mees te verlokken, wel niet door de aanbieding van +den vredebrief, maar toch door zich te beroepen op den afgekondigden +rijksvrede, vs. 1748: + + Si a danz Nobles li lions + Novelement la ps jure, + Se Diex plaist, qui aura dure. + Par sa terre l'a fait jurer, + Et a ses barons afier, + Qu'ele ert garde et maintenue. + +In den mhd. _Reinhart_, waar dezelfde gebeurtenis verhaald wordt, vs. +177-216, komt deze bijzonderheid niet voor. + +Dus ook hier schijnt ons gedicht nader aan den latijnschen _Renardus_, +of misschien de vlaamsche overlevering te staan dan aan de fransche +branches. + +Zagen wij hier een toevoegsel, er ontbreekt in dit avontuur in het +Vlaamsch ook eene bijzonderheid. Zoowel in den mhd. _Reinhart_, dus in +het oudere fransche gedicht, als in de 20e branche bij MON, heeft er +op het graf van Coppe een mirakel plaats, daar de haas, die zich op dat +graf had nergevleid om te slapen, plotselings van zijne koorts genezen +werd. Die trek is blijkbaar oud en echt[109], en er moet eene reden zijn +waarom de mnl. dichter dien trek juist weglaat. + +Het kan onmogelijk zijn omdat hij niet met het heilige durfde spelen; +want hij verhaalt wel Reinaerts biecht en aflaat, en de vigilie die voor +Coppe zelve gezongen werd; er moet dus een dieper grond voor zijn. + +Wanneer men het vlaamsche gedicht ontstaan kon rekenen in de eerste +jaren na den moord van den vlaamschen graaf KAREL DEN GOEDE (1126), +dan zou men kunnen meenen, dat de dichter het mirakel op Coppens graf +had achterwege gelaten uit eerbiedige herinnering aan der aermer +vader"[110], die ook na zijn dood een martelaar werd genoemd, en op +wiens graf terstond mirakelen plaats grepen[111]. Maar wij zullen zien, +dat de ouderdom des gedichts onmogelijk zoo hoog is op te voeren. + +Er moeten dus andere oorzaken aanwezig zijn, want de samenhang van +den tekst verbiedt aan een hiaat in het handschrift te denken. En +die oorzaak meen ik te mogen zoeken in het gezond verstand en den +logischen zin van den vlaamschen dichter, die waarschijnlijk het mirakel +wegliet omdat het in zijn voorbeeld te onpas was aangebracht en den +geleidelijken gang van het verhaal stoorde. Eene vergelijking van het +duitsche met het fransche gedicht zal ons doen zien, dat dit werkelijk +het geval is. + +Bij GLICHESRE wordt de koning zoo vertoornd over de ondaad die Reinhart +aan Schanteclrs dochter gepleegd heeft, dat de haas van schrik de +koorts kreeg, + + (Von vorhten bestuont in der rite. Vs. 1483) + +Als dan de doode begraven is, legt zich de haas op het graf te slapen en +geneest terstond van zijne kwaal. Hij schrikt op, en gaat terstond den +koning de vremdiu mre" verkondigen, er bij voegende, vs. 1496: + + Daz daz huon wre + Heilec vor gotes gesihte. + +Nu ging er eene algemeene kreet aan het hof op, dat God een teeken +gedaan had; en allen ontstaken in gramschap jegens den moordenaar, +roepende, vs. 1508: + + Reinhart soldez vermiten hn, + Daz er an alle missett + Disen heiligen gemartirt ht. + +En nu eerst gebood de koning zijnen kappellaan Brne naar Reinhart te +gaan om hem voor het gerecht te dagen. + +Geheel anders is de toedracht der zaak in MONS 20e branche. Als Cope +begraven is verzoeken al de aanwezige baronnen den koning wraak te nemen +over + + Cel gloton, + Qui tantes guiles nos a fetes + Et tantes ps nos a enfrtes." (vs. 10134.) + +De koning zendt daarop Brun uit om den vos te dagen, en (vs. 10143) + + Atant se met en l'amblure + Parmi le val d'une costure, + Que il ne siet ne ne repose. + +En nu eerst volgt het verhaal van hetgeen op het graf van Cope gebeurde +(vs. 10146): + + Lors avint cort une chose: + Endementiers que Bruns s'en vet + Renart empira moult son plot: + Quar mesire Coars li livres, + Qui de por trembloit les fivres, + (Deus jors les avoit ja ues,) + +maar er is vroeger niet gezegd waarom hij zoo bevreesd was, dat hij zich +de koorts op den hals had gehaald;-- + + Merci Dieu, or les a perdues + Sor la tombe dame Cope. + Car qant ele fu enterre, + Onc ne se volt d'iloc partir, + Ainois dormi sor le martir. + ...................... + Qant la cort vint la novele, + A tiex i ot qu'ele fu bele; + Ms Grinbert fut-ele lde, + Qui por Renart parole et plaide + Entre lui et Tybert le chat. + S'or ne set Renarz de barat, + Mar est bailliz, s'il est tenuz, + Qar Bruns li ors est j venuz + A Malpertuis _etc._ + +'t Behoeft geen betoog, dat hier dit geheele verhaal geene de minste +beteekenis heeft. In 't Duitsch blijkt de hen juist eene heilige +martelares te zijn door het mirakel dat op haar graf gebeurde, en dit +geeft aanleiding tot het gezantschap aan Reinhart. In het Fransch +daarentegen heet Cope reeds _martir_ vr dat er iets op het graf had +plaats gehad, en terwijl de bode reeds was uitgezonden, van wiens tocht +het verhaal door deze episode, die hier een hors-d'[oe]uvre is, ter +kwader ure wordt afgebroken. + +De fransche omwerker heeft hier, zoo als in dergelijke gevallen zoo +dikwerf plaats heeft[112], de feiten uit zijn origineel dooreen +gehaspeld; en dus de logische orde, het zinverband en de geleidelijke +voordracht des verhaals verbroken. Kan het ons verwonderen, dat de +vlaamsche dichter, die blijkbaar steeds met bewustheid en takt te werk +ging, dit hors-d'[oe]uvre, waarvan hij de strekking niet kon bevroeden, +uit zijne omwerking verwierp? + +Van den anderen kant zien wij hierin een nieuw bewijs, dat hij werkelijk +de branche van MON tot voorbeeld had en het oorspronkelijke ouder +fransche gedicht niet gekend heeft. + +Ik heb boven (bl. LIX-LX) reeds gewezen op het onderscheid in de beide +teksten in het verhaal hoe de beer van Lamfroits werf wegkomt; hoe kwam +onze Vlaming aan het denkbeeld om Bruun te water te laten? Mij dunkt +wij mogen hier vrijwerkende fantazie aannemen. Wij hebben hier in 't +Vlaamsch nog eene andere bijzonderheid, die ook in de fransche 20e +branche niet wordt aangetroffen. + +Bruun, door angst gedreven, springt, vs. 821, + + In enen trop van ouden wiven, + +waarvan hij er eenige, en daar onder des papen wijf" in de rivier +werpt. Nu hield de pastoor op met slaan, en beloofde zijnen parochianen +jaar en dag aflaat als vrouw Julocke gered werd: de geheele gemeente +ijlde ter hulp en zoo kreeg Bruun gelegenheid te ontkomen. + +Dit uitmuntend geschetste tooneel is den Vlaming geheel eigen; misschien +heeft hem intusschen een soortgelijk, hoewel veel flaauwer geval, op het +denkbeeld zijner schilderij gebracht. In de branche 21-22 is Isengrijn +door Reinaert ook in eene hinderlaag gelokt. Een dorper, vs. 12339, + + Et ses parenz et ses cosins, + +zetten den wolf na, vs. 12345, + + A cuinnies et maues, + +waarop, vs. 12347, + + Entre la porte et le vilein + Fet Ysengrin un saut plein: + Si fort le hurte qu'il l'abat + En une fange trestot plat. + .................... + Par les vileins s'en va fuiant, + Et cil le vont aprs huiant. + Le vilein trovent en la bo + Grant et parfonde, si qu'il no; + Fors l'en ont tret a moult grant paine; + +en dit geeft Isengrim gelegenheid te ontkomen. + +Bij zoo oppervlakkige overeenkomst is het natuurlijk onmogelijk bepaald +te zeggen, of er hier ontleening van het denkbeeld plaats had. Kon men +aanwijzen, dat onze WILLEM deze branche gekend had, dan werd het reeds +waarschijnlijk; maar daarvoor heb ik geen volstrekt afdoend bewijs. + +_Reinaert_ vs. 1290 lezen wij, dat toen Reinaert het ongeval vernam, dat +Tibert in zijne angst den priester had toegebracht, + + Hi loech, dat hem bachten scorde, + Ende hem crakede die taverne. + +De platte uitdrukking moet herkomstig zijn uit het Fransch, waar +soortgelijke zaken veelvuldig voorkomen[113]. + +WILLEMS zegt in de aanteekening op die plaats: _Taverne_, kroeg; +doch hier figuurlijk _raeskamer_." Die verklaring is niet heel en al +bevredigend, waarschijnlijk omdat de dichter een oneigenlijk woord +gebruikte. _Taverne_ is eene kroeg, dat is eene plaats, die voor jan +en alle man open staat. Zoo gebruikt de dichter der branche 21-22 het +woord. De wolvin verwijt aan Hermeline hare weinig ingetogen +levenswijze, en zegt, vs. 12903: + + Moult par estes de mavs estre: + De poior ne poiez-vos estre, + Qar plus estes pute que moche + Qui en est la gent entoche: + Qui que viegne ne qui que aut, + _Vostre taverne ne li faut_." + +Kon deze plaats onzen Vlaming niet in het hoofd hebben gelegen, en +hem verleid hebben hetzelfde woord, hoewel min eigenlijk voor een +aangrenzend ligchaamsdeel te bezigen? Mij komt dit niet alleen niet +onmogelijk, maar zelfs niet onwaarschijnlijk voor. + +In de biecht aan Grimbert vindt men mede in het Vlaamsch eenige +toevoegsels. In de fransche branche bekent de vos dat hij des wolfs wijf +geschonden heeft, voorts, vs. 10759: + + Ysengrin ai-je tant forfet, + Que nel' puis nier nul plet: + Trois foiz l'ai fet metre en prison." + +(1) Hij heeft hem in een wolfsval (_lovire_) gelokt, waar hij danig is +afgerost. + +(2) Hij heeft hem in een lardier" gebracht, waar drie baken lagen, +waarvan hij hem zooveel deed eten dat hij er niet meer uit kon: + + N'en pot issir, tant fu ventrez, + Par le pertuis o fu entrez. + +Verder, vs. 10777: + + (3) Gel' fis soir en la gele + Tant qu'il ot la qeue engele; + (4) Gel' fis peschier en la fontaine + Par nuit quant la lune estoit plaine: + De l'ombre de la blanche image + Cuida, por voir, ce fust fromage; + (5) Et si refu par moi traz + Devant la charete as plaz. + ................ + (6) Par fine force de barat + Li fis-ge tant que il fu moines. + Pais dist que il seroit chanoines: + Qant on li vit la char mengier, + Fox fu qui de lui fist berchier. + +Dan biecht hij het leed dat hij Tibert, het geheele geslacht van Pinte, +en eindelijk den dieren die hem onder aanvoering van Isengrijn eens +belegerden, had aangedaan. + +Zien wij nu hoe de Vlaming dit wergeeft: Reinaert zegt, dat hij jegens +alle dieren misdaan heeft: in de eerste plaats jegens Bruun, Tibert en +Cantecleer; zelfs de koning, zegt bij, vs. 1477, + + Die coninc en es mi niet ontgaen: + Ic hebbe hem toren ooc ghedaen, + Ende mesprijs der coninghinne, + +hetgeen wel eene toespeling schijnt op hetgeen in branche 20_b_ eerst +verhaald wordt. + +Vooral den wolf heeft hij misdaan: om hem beter te bedriegen had hij hem +oom genoemd, en hem monnik doen worden ter Elmare;" daar had hij hem +aan de klokzelen gebonden, zoodat hij zooveel geraas maakte, dat men +meende dat de duivel daar te werk ging, waarop alles te hoop liep en men +den wolf bijna van het leven beroofde. + +Men ziet dat er hier uitbreiding van het fransche verhaal (no. 6) +plaats heeft. De fransche branche schijnt te zinspelen op de gebeurtenis +ongeveer zoo als zij in den _Reinardus_ verhaald wordt[114]. Daar is van +klokkengelui geene spraak: wel in de 9e fransche branche _Comme Renart +fist Primaut prestre_, die den vlaamschen dichter bekend schijnt geweest +te zijn, doch waarschijnlijk in ouder vorm[115], want er bestaat +afwijking in de dtails[116], hoewel het niet onmogelijk is dat dit +verschil voortvloeide uit eene bewuste verandering der overlevering door +den vlaamschen dichter, die in dit geval eer een mondeling verhaal dan +een afgewerkt geschreven gedicht moet gekend hebben. Ook de 10e branche, +die eigenlijk het tweede deel der 9e is, was hem bekend, althans haar +inhoud. + +In zijne biecht voortgaande, betreurt Reinhart dat hij zijnen oom bij +de kruinscheering met heet water bijna het geheele hoofd verbrand had, +hetgeen herinnert aan de 3e fransche branche: _si comme Renart fist +Ysengrin moine_. + +Dan volgt de toespeling op de vischvangst op het ijs even als in het +Fransch (no. 3), en dan in het breede het verhaal van hetgeen de 20e +branche slechts even aanstipt (no. 2). In de 9-10e branche wordt dit +geval ook in het breede verhaald, vs. 4333-4555, maar met afwijkende +omstandigheden. Het Fransch maakt geen melding van het land van +Vermendois[117] (Rein., vs. 1514), noch van het kapoen dat de vos den +priester ontsteelt. Het geheele geval heeft in 't Fransch zelfs niet +bij een priester plaats. Nadat de wolf uit zijne gevangenis verlost is, +beduidt de vos hem d'aller prendre des oies _chez un prtre_," zoo +als ROTHE zegt[118]. Dit rust op een misverstand: de ganzen zijn onder +de hoede van een man, die vs. 4630 _le pastor_ genoemd wordt, welke +uitdrukking waarschijnlijk aanleiding gaf tot de misvatting van ROTHE, +die toch vs. 4606 had kunnen zien, dat er sprake was van un pasan." +Zou de vlaamsche dichter ook door dezelfde vergissing op het denkbeeld +van zijn priester gekomen zijn? In het Fransch eindigt de vos ook met +eene gans te stelen en daarme huiswaarts te trekken. + +In de 18e branche, vs. 9269 vlg., komt eene epizode voor, welke veel +overeenkomst heeft met het mnl. verhaal. + +Daarna deelt de vlaamsche dichter nog een soortgelijk geval mede, dat ik +mij echter niet herinner in eenige fransche branche gevonden te hebben; +en eindelijk komt ook de verkrachting van Isengrijns wijf te berde. + +Uit dit alles blijkt vrij duidelijk, dat de Vlaming zijn origineel, +dat hij ontegenzeggelijk voor zich had, niet angstvallig vertaalde, +maar veeleer vrij navolgde, daarbij gebruik makende van zoodanige +karakteristieke situatin als hem, of uit de vlaamsche overlevering, +of misschien ook uit andere fransche branches bekend waren. Onder de +laatste mag men hoogstwaarschijnlijk rangschikken het origineel waarnaar +de 26e branche werd omgewerkt en de 9-10e branche, hetzij dan in haar +tegenwoordige vorm, hetzij naar het ouder stuk dat daaraan ten +grondslag lag[119]. + +Zelfs in de afwijkingen vonden wij sprekende trekken die ons altijd wer +terugbrachten tot de 20e branche, zoodat daardoor het vermoeden geheel +en al wordt uit den weg geruimd, dat een ander, ons onbekend fransch +stuk, het origineel zou zijn waarnaar onze _Reinaert_ werd bewerkt. + +En zoo vinden wij dan genoegsame reden om in den _Reinaert_, ondanks +het fransche schema dat er gedeeltelijk in gevolgd is, maar dat overal, +zoowel in de eigenlijke navolging, als in de meer vrije deelen, door +het vlaamsche gedicht verre overtroffen wordt,--een echt nationaal +kunstprodukt te aanschouwen, waarop Vlaanderen ten eeuwigen dage roem +mag dragen. + +Zien wij thans in hoeverre onze nieuwgewonnen rezultaten van invloed +zijn op de vraag omtrent den ouderdom van het gedicht. + + +VIII. + +Van wanneer dagteekent het origineel waarnaar onze _Reinaert_ werd +bewerkt? Ziedaar de eerste vraag, die wij op te lossen hebben. Bleek +de 20e (16e) branche eerst in de laatste helft der dertiende eeuw +geschreven te zijn, of zelfs in de eerste der veertiende, dan zouden +innerlijke bewijzen die aan het nederlandsche gedicht een stempel van +hooger ouderdom schenen op te drukken, natuurlijk niets beteekenen. +Die innerlijke bewijzen zijn gedeeltelijk aan het laatste, het +oorspronkelijke gedeelte van den _Reinaert_ te ontleenen, en wij +zullen er daarom veel gewicht aan mogen hechten, omdat zij, als onze +beschouwing over den oorsprong des gedichts opgaat, noodwendig licht +moeten werpen op den tijd der vervaardiging, daar zij niet meer, zoo als +GRIMM dacht[120], schon in WILLEMS quelle gestanden haben, folglich +nichts zur ermittlung seiner lebenszeit beitragen." + +Zien wij dus eerst hoe oud het fransche voorbeeld, de 20e branche van +MON, mag zijn. + +GAUTIER DE COINSI, die eene verzameling van Maria-mirakelen schreef, +en in 1236 stierf, getuigt herhaaldelijk hoe verbreid en bemind de +Reinart-sage in Frankrijk was[121]; ja hij maakt eene toespeling +waaruit blijkt, dat hij onze branche 20 (16) gekend heeft. + + Plus volontiers oient un conte, + Ou une trufe, c'on lor conte, + Si con Tardius li limeons + Lut et chanta les trois leons + Sor la bire dame Coupe, + Que Renarz avoit escoupe[122]; + +nagenoeg letterlijk hetgeen wij in de 20e branche, vs. 10103 lezen: + + Sire Tardis li limaons + Chanta por cele trois leons, + +namelijk voor Cope, die begraven werd. + +Onze branche is dus blijkbaar vr 1236 geschreven. Zien wij nu of wij +haar ouderdom niet nader kunnen bepalen. + +De proloog van dat stuk luidt aldus: + + Perroz qui son engin et s'art + Mist en vers fre de Renart + Et d'Ysengrin son chier conpre, + Lessa le miex de sa matre, + Quant il entr'oblia les plez + Et le jugement qui fu fez + En la cort Noble, le lion, + De la grant fornication + Que Renarz fist, qui toz max cove, + Envers dame Hersent, la love. + +Uit die regels schijnt men te mogen opmaken, dat de dichter met geene +andere branche bekend was dan die, welke PIERRE DE SAINT-CLOUD bewerkt +had. Hij kan daarom niet veel jonger dan deze dichter zijn, hoewel men +uit de eerste regels zou kunnen opmaken, dat PIERRE reeds gestorven was +toen de 20e branche in zijn trant werd omgewerkt. + +Omtrent PIERRE DE SAINT-CLOUD is weinig bekend. GRIMM schrijft: ber +seine lebensumstande fehlen genaue nachrichten, er wird in den beginn +des 13 jh. gesetzt, und soll auch eine branche des _Roman d'Alexandre_, +nemlich das testament, verfasst haben[123]." + +WILLEMS zegt bepaalder dat hij omtrent 1230 leefde[124]." + +FAURIEL, de jongste schrijver over den _Roman du Renart_, in Frankrijk, +laat zich daaromtrent aldus uit[125]: + +Il serait de la plus grande importance pour l'histoire de la fiction du +Renart d'avoir quelques anciennes notions, mmes vagues, sur le temps +o vcut PIERRE DE SAINT-CLOUD; et l'on n'en a aucune. A s'en tenir +la-dessus aux conjectures les plus vraisemblables et les mieux lies +avec les textes qui paraissent se rapporter sa vie et sa renomme, +on peut admettre qu'il naquit dans le cours de la seconde moiti du XIIe +sicle, et se fit connatre par ses ouvrages vers les commencements du +XIIIe. La premire mention qui semble concerner, sinon sa personne, +du moins le genre de posie qu'il remit en vogue, est le tmoignage +frquemment cit de GAUTIER DE COINSI, prieur de Victor-Sur-Aisne. +Or, une telle mention, qui ne peut tre antrieure l'an 1233, ne nous +apprend rien de prcis relativement la date des premires productions +de PIERRE DE SAINT-CLOUD sur le sujet de Renart. Il n'est pas impossible +qu'elles remontent jusqu' la fin du XIIe sicle; mais elles ne +sauraient remonter beaucoup au del. Toujours est-il que PIERRE DE +SAINT-CLOUD est le plus ancien des trouvres connus pour avoir travaill +au Renart franais, celui que l'on en dsigne gnralement comme +l'inventeur." + +Wij hebben de geheele plaats uitgeschreven om te doen zien hoe +nevelachtig het geheele vraagstuk, zelfs in Frankrijk, nog is; en toch +komt het mij voor, dat er ten minste iets kan worden vastgesteld. + +Tusschen 1150 en 1160 zag de _Roman du Rou_ het licht, en daarin heet +het: + + Alisandres fu rois poissans, + Doze rgnes prist en doze ans: + Mult out terres, mult ot aveir, + Et rois fu de mult grant poeir; + Mez cil cunquest poi li valu, + Enveminez fu, si moru. + +Dat die regels, in verband met hetgeen er op volgt, de +Alexander-gedichten der fransche trouvres bedoelen, is blijkbaar en +wordt ook algemeen aangenomen[126]. + +Op het Latijnsche gedicht van GAUTIER DE CHATILLON kunnen zij onmogelijk +doelen, daar dit eerst na 1170 werd geschreven[127]. + +Een der branches der chanson d'Alexandre, en wel zoo als PARIS +zegt[128], l'une des meilleures branches de tout le rcit," heeft tot +titel: _Signification de la mort d'Alexandre_, waarvan de inhoud aldus +door denzelfden geleerde wordt opgegeven[129]: + +Elle raconte la trahison de Dimnuspater et Antipater, le couronnement +du hros, le grand festin royal dans lequel Alexandre est _empoisonn_." +Dit komt, zoo als men ziet, ongeveer overeen met het tiende boek van +MAERLANTS _Alexander_[130]. + +Nu moet het verwonderen, dat PAULIN PARIS ook deze branche rangschikt +onder de continuations plus rcentes d'un sicle ou d'un sicle et +demi," van het oorspronkelijke werk van LAMBERT LI CORS en ALEXANDRE DE +PARIS, dat hij in de eerste helft der twaalfde eeuw plaatst[131], zoodat +deze branche eerst tusschen 1250 en 1300 zou zijn geschreven[132]. Dit +oordeel is vreemd, zeiden wij; want blijkbaar wordt deze branche, de +eenige waarin de vergiftiging van ALEXANDER wordt verhaald, in de +aangehaalde verzen van den _Roman du Rou_ bedoeld, en valt dus stellig +vr 1150. + +De schrijver nu dier branche was PIERRE DE SAINT-CLOUD, die dus reeds in +de eerste helft der twaalfde eeuw heeft geschreven, en derhalve niet +veel later dan omstreeks het jaar 1100 kan geboren zijn. + +Had hij reeds vr de branche van den _Alexander_ een gedeelte der +Reinaertsage bewerkt? In den _Alexander_ immers leest men: + + Li Grezois les engignent, com Renart fist le gal, + Qu'il saisi par la gorge, quant il chantoit clinal[133]. + +In de 11e (17e) branche bij MON, waarin PIERRE als de schrijver genoemd +staat, wordt vs. 4935-5492 juist verhaald, hoe de vos zich van den haan +meester maakt.... + +Het zou echter gevaarlijk zijn daaruit een besluit op te maken. +Vooreerst heet daar de haan nimmer _li gal_, maar altijd _li cos_, _le +coc_, b.v. vs. 5036, 5308, 5319, 5328, 5340, 5415 enz.; en zoo daar al +gewaagd wordt, vs. 4988, + + De Chantecler qui cline l'ueil; + +zoo de vos den boer beduidt dat hij hem den haan overlevere, vs. 5311, + + Si le me baille par le col; + +toch vindt men daar het verhaal niet zoo als het volgens de toespeling +in den _Alexander_ moet geluid hebben. + +Maar ook de 5e (3e) branche van MON behandelt hetzelfde onderwerp als +de 11e, maar met belangrijke afwijkingen in de dtails. Hier beduidt +Reinaert aan Chantecler, die ook hier nimmer _li gals_, maar _li cos_ +heet, dat zij cosin germain" zijn: hij weidt uit in den lof van +Chanteclers vader, die kraaide zoo als nooit een haan gekraaid had, en +die daarbij de beide oogen sloot. En dan volgt een tooneel, dat wij +geheel moeten afschrijven om te doen zien, dat het werkelijk alle +bijzonderheden bevat waarop de _Alexander_ zinspeelt: + + Dist Chanteclers: Renart, cosin, 1571. + Volez me prendre _par engin_." + --Certes, ce dist Renars, non voil, + Ms or chantez, _si clingniez l'oil_; + D'une char somes et d'un sanc, + Miex vodroie estre d'un pi manc + Que vos mesface tant ne qant, + Que tu es trop prs mon parent." + Dist Chanteclers: Pas ne te croi: + Un poi detrai en sus de moi, 1580. + Et je dirai une chanon; + N'aura voisin ci environ + Qui bien n'entende mon fauset." + Lors s'en est souriz Renardet, + Et dist Renars: Chante, cousins: + Je saur bien se Chanteclins, + Mes oncles, s'il vos fu noient." + Lors encommence hautement, + Lors chanta Chanteclers un vers: + _L'un oil ot clos et lautre overs_, 1590. + Car moult forment cremoit Renart; + Sovent regarde cele part. + Ce dist Renars: Ce n'est noient. + Chanteclins chantoit autrement, + A un lonc tret, eulz cligniez, + C'on l'ooit d'outre les plessiez." + Chanteclers cuide que voir die: + Lors commence sa melodie, + _Les eulz cligniez_ par grant ar. + Lors ne volt plus Renart soffrir, 1600. + Par de desus un rouge chol + _Le prent Renart parmi le col._ + +Vergelijkt men de lezingen van branche 11 en 5 met den mhd. _Reinhart_, +vs. 11-176, dan ziet men terstond, dat de laatste branche zich het naast +aan het oude gedicht houdt[134], waarop het zich dan ook beroept, + + Trover le poez en l'estoire, 1384. + +evenzeer als branche 11, waar wij, vs. 4038, lezen: + + Que se li livres nos dit voir + O je trouve l'estoire escrite. + +Het schijnt dus, dat de toespeling uit den _Alexander_ niet op het +gedicht van PIERRE DE SAINT-CLOUD ziet. Maar is werkelijk die 11e +branche van gemelden dichter? Het is waar, zijn naam wordt in 't begin +en het slot genoemd, maar altijd in den derden persoon. + + Pierres qui de Saint-Clost _fu nez_, 4851. + S'est tant traveilliez et penez + Par proire de ses amis, + Que il nos a en rime mis + Une rise et un gabet + De Renart, qui tant set d'abet, + Le puant nain, le descru, + Par qui out est decu + Tant baron que n'en sai le conte, + Ds or _commencerai_ le conte: + Se il est qui i voille entendre, + Sachiez moult i porra aprendre, + Si com _je cuit_ et com _je pens_, + Se escouter met son sens. + +het slot luidt: + + Ici fait Pierres remanoir + Le conte o se _volt_ traveillier, + Et lesse Renart conseillier. + +Of in een ander handschrift: + + Chi fait Perrins remanoir + Le livre de Renart pour voir + Duquel s'est volus travillier: + Ysengrin laist conseillier (_sic_); + Se par ce meschiet Ysengrin + Li blames en ert sus Perrin. + +Uit de laatste regels ziet men, dat de schrijver, d. i. hier de +afschrijver, ook nog andere branches kende, waarin de wolf het kortste +eind trok; maar dewijl zij niet in den anderen tekst voorkomen, laten +wij dit buiten rekening. Wij mogen echter niet achterlaten op te merken, +dat van PIERRE steeds in den derden persoon, en in den verleden tijd +gesproken wordt, _fu nez_, _volt traveillier_, terwijl terstond daarop +de eerste persoon gebruikt wordt, hetgeen wel eene tegenstelling schijnt +aan te duiden. + +ROTHE zegt[135]: D'abord, la vrit, l'auteur semble parler de +PIERRE DE SAINT-CLOUD la troisime personne; mais le reste prouve +assez que cette onzime branche est _prcisment le pome_ entier et +isol _de ce mme_ PIERRE DE SAINT-CLOUD, fort souvent(?) mentionn +ailleurs comme auteur principal ou unique du pome de Renart." + +Dat wij hier den inhoud van PIERRES gedicht hebben, geef ik gereedelijk +toe; maar dat wij het niet juist in eene omwerking bezitten, zou moeten +_bewezen_ worden. De geheele proloog toch schijnt ons juist het werk van +dien omwerker, die van zichzelf in den eersten, van zijn voorganger in +den derden persoon spreekt. De geheele toon der inleiding is die van +een later jongleur of kopist, die wijst op het nut, dat men uit de +geschiedenis kan trekken, hetgeen zeker geen oorspronkelijk gezichtspunt +is. Zoo luidt ook de inleiding tot de 29e branche (MON, III, pag. 82): + + Une estoire vueil commencier. + Qui durement fet prisier; + Et grant bien i porriez aprendre + Se il vos i plest entendre. + Or m'escotez sanz noise fre, + Que nus contes ne porroit plre + A home qui est trop noisous, + Ms de l'or soit covoitous: + Celi qui or le vorra, + Sachiez, grant profit i penra. + +En dit kan ook niet wel anders, nu wij weten dat PIERRE DE SAINT-CLOUD +zijn gedicht stellig eene geheele eeuw vroeger heeft geschreven dan +WILLEMS het stelde. Dat de 11e branche een werk van de eerste helft der +twaalfde eeuw zou zijn, kan niemand gelooven, en de vergelijking met br. +5 en het Mhd. leert duidelijk het tegendeel; terwijl wij daaruit ook +ontwaren hoe overvrij de omwerker zijn origineel behandeld heeft. +Waarschijnlijk heeft juist _le livre_, dat in de slotvariant genoemd +wordt, dat ook vs. 4938 voorkomt, het oorspronkelijke werk van PIERRE +bevat, en daar zal het aventuur van den haan zeker z behandeld zijn, +dat wij mogen aannemen dat de toespeling uit den _Alexander_ op PIERRES +gedicht zag, waarin ook de haan met den ouder naam van _le gal_ zal zijn +genoemd. + +Of PIERRE meer deelen der Reinaertsage bewerkt heeft dan deze verlorene +branche, is niet uitgemaakt. Men zou het evenwel mogen opmaken uit de +inleiding tot de 20e branche, waar gezegd wordt, dat Perroz, hetgeen +dezelfde naam is met den verkleiningsuitgang, + + Son engin et s'art + Mist en vers fre de Renart + _Et d'Ysengrin_, + +welke laatste in de besproken branche geene rol vervult. + +Misschien is die vermelding van Ysengrin slechts eene onnaauwkeurigheid, +die haar aanwezen alleen verschuldigd is aan de behoefte om een +rijmwoord te vinden. Hoe het ook zij, nergens vinden wij eenige andere +branche uitdrukkelijk aan PIERRE DE SAINT-CLOUD toegeschreven. In de +plaats bij CHABAILLE[136] voorkomende, wordt geen bepaald werk genoemd. +LE GRAND D'AUSSY en RAYNOUARD kennen hem ook nog, volgens GRIMM[137], de +branches 1, 2, 3, 4 en 5 toe; FAURIEL meent dat hij buiten de 11e alleen +nog de 1e branche geschreven heeft[138]. Van de eerste en de vijfde is +het stellig te bewijzen dat PIERRE die niet kan geschreven hebben. De 5e +is misschien eene omwerking van zijn vroeger gedicht, gelijk wij reeds +zagen. De eerste draagt alle blijken van jonger oorsprong in hare beide +deelen. Buitendien is er eene plaats in br. 11, die geheel en al 1_b_ +werspreekt. Dr zegt toch de koning dat Isengrim niet moet gelooven +dat Reinaert zijne vrouw heeft beleedigd, vs. 5668: + + Que vos ice que ne savez, + _Fors seulement par o dire_, + Li portez ne corroz ne ire. + +In branche 1 _ziet_ juist de wolf dat gebeuren, waarover hij zich in br. +11 beklaagt. + +De geheele redenering van FAURIEL berust op het niet goed begrijpen van +de inleiding tot de eerste branche. + +Al wat wij dus van PIERRE DE SAINT-CLOUD weten, is, dat hij in de eerste +helft der twaalfde eeuw, vr 1150, schreef; en dat zijn werk voor ons +is verloren gegaan. Maar dit is voor ons onderzoek reeds veel. + +Een schrijver die onmiddellijk op hem volgt, kan niet veel jonger zijn +dan de helft dier zelfde eeuw, en zal omstreeks 1150 moeten geschreven +hebben. Zien wij, of wij de 20e branche zoo hoog kunnen opvoeren. + +GRIMM zegt van al de fransche branches[139]: Sprache und ausdrucksweise +tragen insgemein die frbung anderer franz. gedichte des 13 jh." +Intusschen leert de vergelijking met de werken van CHRESTIEN DE TROIES, +dat het niet onmogelijk is enkele branches tot de tweede helft der +twaalfde eeuw, ja misschien nog wat vroeger, te brengen. Dit is het +geval met de 20e, hetgeen door de volgende bijzonderheden wordt +ondersteund. + +Als Renart aan 's konings hof komt, zegt hij tot Noble, vs. 10953: + + Or ont tant fet li losengier, + Qui de moi se volent vengier, + Que vos m'avoz jugi mort; + Ms puis, sire, que rois s'amort + A croire les mauvs larrons, + Et il lesse les bons barons, + Et gerpist le chief por la qeue + Lors vet la terre male veue." + +Buiten twijfel hebben wij hier eene toespeling op den _Guillaume +d'Orange_. In de nog onuitgegeven branche, die tot titel heeft _Li +Moniages Guillaume_, doet een ridder aan koning Lodewijk, die alle +deugdelijke edellieden van zijn hof verwijderd had, het volgende +verwijt, vs. 5159: + + Rois, nus frans homs ne vos devroit amer, + Ne hennor fre, ne homage porter, + Quar les prodomes avez toz adosez + Et fors de France et chaciez et gitez, + Tolu lor terres et toz deshritez: + Foui s'en sont de la terre esgarez, + Et lor enfant chtis et dsertez; + Cil vos sussent le bon conseil doner, + Quar li preudome font lor seignor douter. + Ms li glouton, li losengier prov, + Li pautonnier, cil sont vos rems, + Por lor losange les tenez en chiert; + Li losangier font les rois dcliner + Et les hauz homes par lor bordes blasmer. + Rois, tu les as montez et alevez, + Or es por euls honiz et vergondez, + Ne j por euls ne seroiz amontez. + Ne doit rois estre, ne corone porter, + Qui garon fet son conseil priv, + Ms les preudomes i doit-en apeler." + +En wat later, vs. 5399, wordt den koning op nieuw toegevoegd: + + Tu as la terre empire forment + Des gentix homes, des sages, des vaillanz, + Qu'ensus de toi as chaci laidement: + Dsertez as les pres des enfanz. + Par les frans homes est li sires poissanz: + Tu n'en as nul de gentix ne de frans, + Perduz les as tot par ton malvs sens, + Dont tote France est torne torment." + +Voorts wordt hem verweten, dat hij zich alleen omringt met + + Les losangiers et les faus mdisanz, + Les trateurs et les glouz malcuidanz, + Ceus qui te servent de menonges contant, + Que entor toi as tenu longuement. + Tu as don t'onor et ton argent: + Por lor conseil seras-tu recrant, + Se Dex ne'l fet par son digne comment. + Qui bordes croit et losangier sovent + Au chief de tor, par mon chief, s'en repent." + +De vergelijking van de uitdrukkingen in den _Renard_ en de aangehaalde +regels uit den _Moniage_ zullen wel geen twijfel overlaten, of er heeft +in de branche van het dieren-epos eene toespeling op het heldendicht +plaats. Zien wij, welke aanwijzing ons dit geeft aangaande den datum van +den _Renard_. + +Van den _Moniage Guillaume_ bestaan twee redaktin, waarvan de oudste +tusschen 1050 en 1150, waarschijnlijk nog vr 1100 valt[140]. De +jongere is eerst na 1150 ontstaan, maar zeker niet lang; wij mogen +stellen omstreeks 1160[141]. De schrijver van de 20e branche van den +_Renard_ had stellig de jongste redaktie op het oog, zoo als de daaruit +aangehaalde plaatsen leeren, daar deze veel nader bij den tekst van +den _Renard_ komen dan het daarme overeenstemmende uit de oudste +lezing[142]. Buitendien is de omwerking geschreven in of omstreeks +hetzelfde landschap, waar de dichter der 20e branche leefde, zoo als +de vergelijking van beider taal leert. Zoo vinden wij, om maar n +voorbeeld te noemen, bij beiden dezelfde spreekwijs terug, _Moniage_, +vs. 5672: + + D'autre Martin lor convendra chanter[143] + +en _Renard_, vs. 10096, + + Si parleron d'autre Martin. + +Veel jonger dan deze redaktie van den _Moniage_, schijnt zelfs het +tweede gedeelte niet te zijn, als mede uit de taal kan worden opgemaakt. +Ook hier sta n voorbeeld. In de dertiende eeuw was het woord _geste_ +in de beteekenis van familie, geslacht, reeds minder gebruikelijk[144], +en toch vinden wij het nog aldus gebezigd, _Renard_, vs. 11781: + + Qui larron de pendre areste, + Toz jors het ms lui et sa jeste. + +Ook in dit tweede deel der branche komt eene toespeling op dezelfde +chanson de geste voor, vs. 11751: + + Ainz que Tibaut soit crestiens, + +waarbij natuurlijk niet aan eene herinnering aan den historischen +Thibaut van Champagne kan gedacht worden, die in 1253 stierf, en die in +eene andere branche, vs. 16136, voorkomt[145]. + +Blijkbaar is hier die Tiebaut d'Orange bedoeld, die als de hevigste +tegenstander van Guillaume en van het Christendom bekend is uit de +fransche gedichten, die tot de tiende eeuw opklimmen. + +Veel merkwaardiger nog is intusschen hetgeen Renard op het einde van br. +20_a_ zegt, als hij den koning toeroept, vs. 11267: + + Saluz te mande Noradins + Par moi qui sui bons pelerins, + Si te criment li paien tuit, + A pou que chascuns ne s'en fuit. + +Sultan Noureddin bloeide van 1149-1171, en stierf in 1173[146]. Mag men +nu uit de aangehaalde verzen niet besluiten, dat het gedicht, dat eene +satyrieke toespeling maakt op de reeks van verliezen die de Christenen +in het Oosten leden bij en na den tweeden kruistocht, 1147-1149, kort +daarna, althans vr den derden tocht, 1189-1193, geschreven werd, +toen Saladijns naam dien van Noureddin geheel in de schaduw stelde? +Bij de groote vermaardheid die de ridderlijke Saladijn weldra in Europa +verwierf, dien onze kronijkschrijvers den bijnaam geven van domitor +Orientis, ac nostrorum terror,"[147] is het ondenkbaar, dat men zijn +naam niet in de plaats zou gesteld hebben van den minder vermaarden; en +onmogelijk kan daarom onze 20e branche na Saladijns optreden het licht +hebben gezien. Het gedicht moet dus stellig tusschen 1150 en 1190 zijn +tegenwoordige vorm hebben aangenomen. Maar zeer zeker valt het, ook om +de boven opgegeven gronden, eer in de eerste dan in de laatste helft van +dat tijdperk, waarschijnlijk vr 1173, toen Noureddin stierf. Ja, als +men de betrekking tot PIERRE DE SAINT-CLOUD in het oog houdt, en het +verband met den _Guillaume d'Orange_, dan zal het niet te gewaagd zijn +de periode van wording nog nader te bepalen tusschen 1160 en 1170. En +meent men den schrijver van 20_b_ nog zekere tijdruimte te moeten gunnen +voor de samenlijming der verschillende deelen van zijne redaktie, dan +zal men ten minste niet later kunnen afdalen dan tot op omstreeks 1175 +of 1180, toen de dood van Noureddin hier algemeen bekend moest zijn. + +Zoo meenen wij dan den bewerker van branche 20_a_ in het derde, den +schrijver van 20_b_, die de laatste hand aan het gedicht le, in het +laatste vierendeel der twaalfde eeuw te moeten plaatsen. 't Is waar, de +grond waarop dit oordeel steunt, bezit niet de onomstootbare hechtheid +van het historisch bewijs, en is uit eene reeks van gevolgtrekkingen +en veronderstellingen opgerezen; maar ik vertrouw, dat men daaraan +eene hooge mate van waarschijnlijkheid niet zal ontzeggen; en ik aarzel +niet de hoop te uiten, dat mijne uitkomsten, die bij eene bloote lezing +van mijn betoog wellicht voor eene subjektive opvatting kunnen worden +aangezien, bij eigen aanschouwing en naauwkeurige toetsing der bronnen +ook door anderen niet zullen worden gewraakt. + +Zien wij thans, wat wij omtrent den ouderdom der vlaamsche navolging van +het fransche gedicht kunnen vaststellen. + + +IX. + +Als de fransche branche, die kennelijk den vlaamschen _Reinaert_ tot +model diende, eerst omstreeks het jaar 1180 is ontstaan, dan kan de +navolging natuurlijk niet omtrent den jare 1170" zijn geschreven, zoo +als WILLEMS aannam[148], en ik vroeger op zijn voetspoor zocht te +betoogen[149]. + +WILLEMS zelf had die stelling eigenlijk al moeten opgeven, daar zij +in strijd is met eene andere gissing door hem geopperd, en die veel +waarschijnlijkheid heeft. De dichter van den _Reinaert_ had vroeger +reeds den _Madoc_ geschreven, en WILLEMS vraagt, of men daarbij niet +zou mogen denken aen de zonderlinge lotgevallen van Madoc, zoon van +Owen Guynnedd, prins van Wallis, die _omtrent den jare 1170_ America +ontdekte?" en wiens wonderlijk verhaal van eene andere wereld men +wellicht voor droomerijen hield[150]. + +Maar zoo wij al het jaar 1170 moeten opgeven, het blijft de vraag, of +wij thans geene andere tijdsbepaling kunnen vaststellen? + +SERRURE meent dat ons gedicht tusschen de jaren 1200 en 1220 +geschreven" werd[151], maar geeft geene bepaalde reden op, waarom hij +juist dit tijdperk aanneemt. + +Zoo ons ergens een licht kan opgaan omtrent den leeftijd van den +vlaamschen dichter, dan moet het vooral zijn in de eigenaardige +toevoegsels waarmede hij zijn origineel verrijkte. Toetsen wij daarom +nogmaals de gronden die daaraan te ontleenen zijn. + +De namen van den deken Herman, die vs. 2717 (2737) voorkomt, of van +meester Jufroet, vs. 2937 (2957), laat ik buiten rekening. WILLEMS +ziet in den laatsten _ongetwyfeld_ Godfredus Andegavensis, die in +de eerste jaren der twaelfde eeuw leefde[152];" maar dat _ongetwijfeld_ +is toch wat sterk, daar de woorden die Jufroet worden toegeschreven, +niet in de werken van den genoemden Godfridus worden aangetroffen[153]. +En wat den eersten betreft, zegt WILLEMS zelf[154] alleen maar dat +GRIMM _vermoedt_ dat hier _kan bedoeld zijn_ Herman, abt van St. +Marten te Doornik, een beroemd schryver van den aenvang der twaelfde +eeuw." Hoe dit vermoeden veel waerschynlykheid" kan hebben, daer paus +Innocentius II met dezen Herman meermaels in onderhandeling geweest +is"[155], verklaar ik niet te begrijpen. Ik meen, dat het verstandiger +is GRIMMS slotopmerking[156] in het oog te houden: aber es kann viele +geistliche und decane dieses namens gegeben haben;" te gereeder, daar +het vreemd zou zijn, dat de dichter, die zich, volgens WILLEMS' eigen +opmerking[157], steeds binnen de grenzen van Vlaanderen beweegt, hier +zou gedacht hebben aan een Doorniksch prelaat. + +De toespeling op een valschen munter, Reinout de Vries, vs. 2652 (2672) +is te onbepaald om er bij stil te staan[158], hetgeen te meer is te +betreuren, omdat wij hier waarschijnlijk eene kostbare aanwijzing zouden +mogen vermoeden. + +In navolging van WILLEMS[159] heb ik[160] groot gewicht gelegd op de +vermelding van Hulsterloo als gelegen in zoo groot eene wildernis, dat +men in zes maanden er geen schepsel ontmoette, vs. 2565 (2589). SERRURE +meent, dat er dit in den tekst ook niet staat, maar alleen dat er _by +Hulsterloo_ een bosch was[161]." Intusschen staat er duidelijk, vs. 2553 +(2578), + + Int oostende van Vlaendren staet + Een bosch, ende heet Hulsterlo. + .................... + Een borne, heet Kriekepit, + Gaet suutwest niet verre dane; + .................... + Dats een die meeste wildernesse, + Die men hevet in enich rike. + Ic segghe u ooc ghewaerlike, + Dat somwilen es een half jaer, + Dat toten borne comet daer + No weder man nochte wijf, + No creature die hevet lijf. + +Wat beteekent dit nu? Er is een bosch dat Hulsterloo heet, d.i. het +_Hulster bosch_; niet ver van daar staat eene bron: dat is de grootste +wildernis, welke laatste woorden natuurlijk niet op de bron van +toepassing zijn, maar op de streek _niet verre dane_. Met die opvatting +strijdt ook niet, dat er later, vs. 2644 (2664), van dien Kriekepit +gezegd wordt: + + Ne staet hi niet bi Hulsterlo, + Up dien moer, in die woestine! + +Men ziet, hier is nog geene spraak van een dorp," waarvan ook in den +giftbrief van Dirk van den Elzas van 1136 geen gewag gemaakt wordt, waar +alleen staat _illum locum_ qui dicitur Hulsterloe[162]," en in een +document van 1139 wordt dit zelfs alleen genoemd nonnulla terra in +circuitu" van Saleghem[163]. Eerst in een brief van paus Innocentius +II van 1141 wordt gewaagd van de curtes et villas.... Hulst et +Hulsterloe[164]." Blijkbaar was dus omstreeks 1141 Hulsterloo bewoond, +en in 1156 wordt er kerkelijke dienst gedaan en begraven[165]. Daar het +nu niemand zal invallen den Reinaert ouder dan 1140 te maken, daar hij +minstens veertig jaren jonger is, blijkt het, dat de dichter, die van +Hulsterloo spreekt als van een onbewoond, woest oord, hier geen toestand +uit zijn eigen tijd heeft geschilderd. Waarschijnlijk maakte hij hier +gebruik van eene bekende overlevering, die gewaagde van de woestenij van +Hulsterloo ten tijde dat de valsche munter Reinout er huisde. Hoe lang +kan zoodanige lokale overlevering, die minstens in het eerste kwart +der twaalfde eeuw ontstaan schijnt[166], in levendig aandenken zijn +gebleven? Dat is natuurlijk zelfs niet te gissen; maar toch meen ik uit +haar voortbestaan te mogen opmaken, dat de vlaamsche dichter niet zeer +lang na de bekendwording van de fransche branche zijne navolging heeft +vervaardigd. + +Tot dezelfde uitkomst schijnt men ook te geraken door de overweging, die +WILLEMS het eerst bekend maakte[167], dat in den _Reinaert_ Vermandois +tot Vlaanderen gerekend wordt, hetgeen eene waarheid was van 1163 tot +1186, daar in dat tijdvak Filips van den Elsas gehuwd was met Isabella, +erfdochter van Vermandois, waardoor dit laatste graafschap met +Vlaanderen vereenigd werd tot op Isabella's dood. + +SERRURE merkt daarbij op[168]: Indien die vereeniging der twee landen +tot deze aenspeling (_sic_) aenleiding gaf, dan kon dit zoo wel by +herinnering twintig of dertig jaren later, dan 1186 (tydstip der +scheiding) geschieden." Dit komt mij echter niet zeer waarschijnlijk +voor. Ik geef toe, dat de herinnering aan het feit nog eenigen tijd kon +voortduren; maar toch kon dit, dunkt mij, niet wel meer na den dood van +Filips, die in 1191 voorviel, plaats grijpen; te minder, daar terstond +daarop juist eene drieledige splitsing van Filips' nalatenschap plaats +had[169]; waarbij het zuidelijk gedeelte van het graafschap, Atrecht, +enz., van het noordelijke afgescheurd werd. + +Die vermelding dus van het land van Vermandois als binnen de grenzen van +Vlaanderen gelegen, schijnt recht te geven om het ontstaan van onzen +_Reinaert_ niet na 1191 te stellen; zoodat wij, in verband met het +tijdperk waarin de fransche 20e branche in het licht verscheen, dat +ontstaan tusschen de jaren 1180 en 1190 meenen te mogen stellen. + +Ik heb met WILLEMS[170] een bewijs voor de oudheid van onzen _Reinaert_ +meenen te vinden in de omstandigheid, dat een priester er als wettig +gehuwd in wordt voorgesteld, welk gebruik omstreeks de helft der +twaalfde eeuw verboden werd. SERRURE meent dat dit geen stellig bewys" +oplevert; want," zegt hij[171], al is het waer, dat dit gebruik rond +1150 eindigde, dan bestaet er toch een fransche fabliau, _Constant du +Hamel_, welk men aen ENGUERRAND D'OISY toeschryft, en in allen gevalle +tot de XIIIe eeuw behoort, waerin insgelyks van het wyf eens priesters +gewaegd wordt." + +De juiste ouderdom van dat fablel had moeten worden betoogd; want eene +eenvoudige verwijzing naar DINAUX' _Trouvres Artsiens_ is niet +voldoende. + +De eenige reden waarom DINAUX vermoedt dat het fablel van _Constant +du Hamel_ aan ENGUERRAND D'OISY kon worden toegeschreven, is deze, dat +hij overeenkomst van onderwerp, denkbeelden en stijl meent gevonden +te hebben in dit gedicht en het aan gemelden trouvre toegekende +stuk getiteld: _Le meunier d'Arleux_[172]. Die meening wordt echter +door niets gestaafd, en er bestaat geen reden, om het oordeel en de +naauwkeurigheid van DINAUX zonder nader bewijs te vertrouwen[173]. + +Maar behoort dan werkelijk dat gedicht in allen gevalle tot de XIIIe +eeuw"? Hoe stellig die verzekering ook moge klinken, zij mist toch +allen grond. Zoowel de inhoud als de stijl van het stuk[174] schijnt +eer naar het laatste vierendeel der twaalfde eeuw te verwijzen. Als ik +mij niet bedrieg, heeft het verschillende familietrekken gemeen met +sommige branches van den _Roman du Renard_, vooral met br. 20_a_. De +overeenkomst van taal b.v. springt vooral in het oog, en ik wijs hier +slechts op de uitdrukking por le cor bieu," vs. 354, 860, 863, die wij +ook in br. 20_a_ aantroffen[175]. + +Dat de schrijver met de dierensage bekend was, mag men opmaken uit de +omstandigheid, dat hij aan een zijner personaadjes laat toevoegen, vs. +355: + + Tu sambles miex leu qu'autre beste, + De bras, de jambes et de teste; + +hetgeen op eene merkwaardige wijze herinnert aan de plaats uit GUIBERT +DE NOGENT, vroeger aangehaald[176]. + +Voor die bekendheid pleit ook de naam van den _vilain_ naar wien het +geheele fablel genoemd is, _Constant_, met den bijnaam _du Hamel_. +_Constant_ toch is de generieke naam voor de dorpers die eene rol in den +franschen _Renart_ spelen. + +In de 5e (3e) branche heet hij _Constant des Noes_, vs. 1274, en evenzoo +in de 19e (15e), vs. 8623; en de persoon zoowel als zijn rijkdom schijnt +algemeen bekend geweest te zijn, daar er in de 26e (20e) branche, vs. +15328 gesproken wordt van + + Un vilain + Plus que Constanz des Noes riches. + +In de 4e (2e) branche, vs. 1190, heet hij: + + Mesire Constans des Granges, + Uns vavasors bien aaisiez. + +Ook in het fablel _La vache au prestre_, bij MON, tom. III, Pag. 25, +vs. 31, komt die naam voor[177]. + +Meestal houdt men het er voor, dat de toenaam ontleend is aan den naam +van het dorp waar die Constant leefde. Zoo denkt GRIMM aan _les Noes_, +ein alter ort in Champagne"[178]. DINAUX zoekt evenzoo in den naam _du +Hamel_ dien van une ancienne commune sur les confins de l'Artois et du +Cambrsis"[179]. + +Hier is het tegendeel duidelijk te bewijzen, daar het vs. 497 heet: + + Tant qu'il entra enz o _hamel_. + +Uit den samenhang blijkt duidelijk, dat hier niet gedacht kan worden aan +een village, hameau bti au milieu des champs," zoo als ROQUEFORT het +woord vertaalde; maar wel aan eene habitation, petite ferme, maison de +campagne seule dans les champs"[180]. Ik kies deze woorden, omdat het +die zijn, waarmede ROQUEFORT het woord _mesnil_ verklaart, en dat woord +in de 5e (3e) branche gebezigd wordt ter nadere aanduiding van Constants +vrouw, die aldaar heet, vs. 1621: + + La bone dame del mesnil. + +Wat nu den toenaam _Des Noes_ aangaat, ook die behoeft niet noodzakelijk +aan een plaatsnaam ontleend te zijn. _Noes_ of _noue_ vertaalt ROQUEFORT +door eaux stagnantes, terrain bas et creux o l'eau sjourne; terres +nouvellement mises en prs, pturage ou prairie marcageuse." Het komt +dus geheel overeen met ons _Maerlant_[181], en _Constant_ kan even goed +naar het terrein dat hij bewoonde zijn genoemd, als naar zijne woning. +En blijkbaar is er slechts n persoon gemeend, die beurtelings heet +_des Noes (du Mesnil), des Granges_ of _du Hamel_, van welke namen de +drie laatste in beteekenis niet veel verschillen. + +Men ziet daaruit, dat het fablel door SERRURE als bewijs aangehaald, +geschreven schijnt in den tijd waarin verschillende, en daaronder van +de oudste, branches van den _Renart_ vallen, hetgeen veeleer naar de +laatste helft der twaalfde dan naar de dertiende eeuw verwijst. + +Ook het gedicht _Du provoire qui menga les mores_ (LE GRAND D'AUSSY, +tom. I, pag. 26*), waar in vs. 62 la feme au prestre" voorkomt, is van +geen jonger oorsprong, daar de dichter zelf verklaart dat hij het aan +een voorganger, GUERINS, ontleent. + +Dit alles te samen trekkende, komt het ons nog altijd voor, dat de +vlaamsche _Reinaert_ tot de laatste jaren der twaalfde eeuw mag en moet +gebracht worden. + +Wij mogen intusschen geene vraag achterwege laten, wier beantwoording +licht over ons onderwerp kan verspreiden. + +_Reinaert_ vs. 3347 (3367) wordt gewaagd van + + Botsaerde, sconinx clerc: + Dat was hi, die hantwerc + Bet conste dan iemen die daer was. + Botsaert plach emmer dat hi las + Die lettren, die te hove quamen. + +GRIMM gist, dat damit vielleicht auf einen Bochard von Avesnes gezielt +wird, der um 1218 starb"[182]. + +'t Is waar, Bouchard van Avesnes was _clerc_, en in zijne jeugd beroemd +om zijne geleerdheid[183], en toch is 't niet mogelijk dat hij bedoeld +kan zijn; want niemand zijner vrienden zelfs wist dat hij te Orleans tot +den geestelijken stand was overgegaan; en toen dit omstreeks 1214 bekend +werd, had hij te veel roem als wereldlijk ridder verworven, en bleek hij +_een te groot zondaar_, daar hij den geestelijken stand ontloopen was, +om nog als een wijze en geleerde klerk te worden voorgesteld. + +Bij het vermelden van Bouchards naam mocht iemand wellicht eenige +overeenkomst vermoeden tusschen zijne geschiedenis en enkele trekken uit +het laatste gedeelte van den _Reinaert_; maar bij eenige oplettendheid +zal die overeenkomst in rook verdwijnen. + +Bouchard had den geestelijken stand verzaakt, en was met de vlaamsche +gravendochter gehuwd. Paus INNOCENTIUS III le hem tot boete op een +pelgrimstocht naar Jerusalem te doen, en de gravin wer aan hare +bloedverwanten terug te geven. Bouchard volbracht het eerste deel van +dat bevel; maar toen hij zijne vrouw en twee zonen terugzag, zegt men +dat hij uitriep, zich liever in stukken te laten houwen dan het offer te +volbrengen. Door den paus in den ban gedaan, kwam hij later in handen +der wereldlijke macht, en werd in 1218 te Rupelmonde onthoofd. + +Ook Reinaert geeft althans voor in vollen seende" gebannen te zijn, vs. +2718 (2738) omdat hij Isengrijn geholpen had in het vaarwel zeggen van +den geestelijken stand, bij zijne vlucht uit het klooster: daarom is hij +in spaeus ban," vs. 2700 (2720), en hij wil naar Rome en over see" om +aflaat. Ook het terugzien van zijne vrouw en twee zonen schijnt hem van +het opgevatte voornemen af te brengen, en hij besluit 's konings wraak +te trotseren. + +Moet men niet erkennen, dat de overeenkomst tusschen het gedicht en de +geschiedenis van Bouchard van Avennes hoogst gering is, waar de schijn +van overeenkomst alleen geboren wordt als men alle karakteristieke +bijzonderheden over het hoofd ziet? Ik voor mij aarzel geen oogenblik, +alle toespeling op Bouchard van Avennes als hersenschimmig terug te +wijzen, en als het meest waarschijnlijk aan te nemen, dat de vlaamsche +_Reinaert_ tusschen de jaren 1180 en 1190 is ontstaan, gedurende de +regering van Filips van den Elzas, aan wiens tijd de geheele toon van +het stuk over het algemeen herinnert. + +Wil men volstrekt in den kapellaan Botsaert een historischen naam zien, +dan vraag ik, of het niet de bisschop van Kamerijk van dien naam kan +wezen, die tot op het jaar 1133 den bisschoppelijken zetel bekleedde, en +herhaaldelijk in de diplomata bij MIRUS voorkomt? + + * * * * * + +Thans moeten wij nog kortelijk onderzoeken, of uit het gedicht zelf +geene aanwijzing te putten is, waar het werd geschreven. GRIMM was +reeds getroffen door de ganz flandrische frbung"[184] die er de +eigenaardigheid van uitmaakt; op zijne vraag, of de mnl. dichter die +schon in seinem original vorfand, oder aus einheimischer tradition der +thiersage hineinbrachte"? hebben, zoo ik hoop, de voorgaande bladzijden +het antwoord gegeven. + +Maar in welk gedeelte van Vlaanderen ontstond dat uitstekend kunstwerk? +SNELLAERT zegt: Geheel het gedicht, zoowel het eerste als het tweede +boek, moet in West-Vlaenderen zyn opgesteld"[185]. Met betrekking tot +het gedeelte dat ons hier bezig houdt, haalt hij ten bewijze van den +west-vlaamschen tongval aan de woorden _eeke_, _wulf_, _ghi dinct_ en +_vroet_[186]. Maar is die uitspraak alleen aan West-Vlaanderen eigen? +Mij dunkt, de oude schrijvers beantwoorden die vraag ontkennend. Er is +echter meer. Zou een West-Vlaming het tooneel van zijn gedicht zoo bij +voorkeur in Oost-Vlaanderen gelegd hebben? Zou hij met zulke voorliefde +van het soete lant van Waes" (vs. 2263) gesproken hebben? Hulsterloo, +Absdal, Besele[187] liggen alle in dit oostende van Vlaendren;" Hyfte, +thans geen dorp meer maer een gehucht by Desteldonk en Loochristy," +dat met Gent genoemd wordt, pleit evenzeer voor Oost- en niet voor +West-Vlaanderen, zoowel als de abdij van Elmare, waar de wolf monnik zou +worden. Is dit alles niet veel eer geschikt om de stelling aannemelijk +te maken, dat ons gedicht op dien bodem is ontstaan? + +Wie de schrijver was, zal wel immer een geheim voor ons blijven, tenzij +eenmaal de _Madoc_ werd terug gevonden, waaruit ons misschien eenig +licht over zijn persoon mocht opgaan. Thans weten wij alleen, dat hij +WILLEM heette, vroeger nog een gedicht had vervaardigd, wellicht vele +boeke," en dat hij den _Reinaert_ op verzoek eener hoofsche vrouwe heeft +gedicht. + +Het is te betreuren, dat er niet meer licht over zijne persoonlijkheid +kan worden verspreid, daar hij zeker de voortreffelijkste dichter mag +genoemd worden, die het graafschap Vlaanderen heeft opgeleverd; een +dichter, begaafd met eene scheppende fantazie, en toegerust met een +smaak zoo als maar zelden in de middeneeuwen, althans op het gebied van +onze letterkunde, gevonden wordt. + +__________ + +VOETNOTEN + +[1] _Reinhart Fuchs_, p. CL en CLXIII. + +[2] Zie ROTHE, _Les Romans du Renard examins, analyss et compars_, +pag. 62 suiv. + +[3] I Dl., bl. 185-189. Verg. ook III Dl., bl. 584. + +[4] _Geschiedenis der Letterk. in het Graefschap Vlaenderen_, bl. 143. + +[5] T. a. p. bl. 148-149. + +[6] Ik reken hier de uitgave van SNELLAERT niet eens me, die slechts +een herdruk van dien van WILLEMS is. + +[7] _Denkmler altniederl. Sprache und Litteratur_, I, XXIX. + +[8] _R. F._, pag. CLIV. + +[9] _Denkmler_, I, XLII in verband met XXXIV. + +[10] Over de uitlatingen zie men de kollatie bij onzen tekst. GRIMM +neemt er ook achter 2470 (2494) eene aan (_R. F._, p. CLIV en 281), en +werkelijk vindt men in de omwerking vier regels meer; maar het is niet +waarschijnlijk dat zij ook in het ouder gedicht gestaan hebben, waar aan +den zin niets ontbreekt. + +[11] _R. F._, bl. CXLIX. + +[12] _R. F._, bl. CLIV. + +[13] _R. F._, bl. CLIV: Die vocalverhltnisse, womit es kaum eine mnl. +hs. genau nimmt, habe ich nach grammatik und reimen festgesetzt." + +[14] _Reinaert de Vos_, Voorbericht, bl. VIII. + +[15] Voorbericht, bl. VII. + +[16] Tweede uitgave, Nabericht, bl. 353. + +[17] De drukfouten en verbeteringen, door W. aangegeven, zyn, op de +behoorlyke plaetsen, de eenen geweerd, de anderen tusschen de noten +ingevoegd. Hier en daer heb ik gemeend voor W. te moeten handelen +namelyk.... op de vs. 1123, 1965, 3078." Zoo leest men t. a. pl. (Ik +bepaal mij tot den tekst van het oudste gedeelte.) Maar ook SNELLAERT +schijnt niet zonder overhaasting te werk gegaan te zijn, want de +verbetering op vs. 2091 door WILLEMS zelf aangegeven, _bockine_, lees +_hoekine_, dat is _bokjens_, en vergelyk MEYER'S _Leven van Jesus_, bl. +336," is vergeten op te nemen in de nieuwe uitgave. Zoo had ik gewild +dat ook verbeterd waren de volgende stootende drukfouten: 1187 _leiden_ +(_beiden_), 1377 _vermerrende_, 1449 _en allen_, 1965 _dine[n] oge_, +om van andere minder in het oog vallende niet te spreken. Stilzwijgend +heeft SNELLAERT nog verbeterd 2252 _bi_ in _hi_, 2548 _wancost_ in +_wanconst_; maar ook 861 _Dar_ in _Daer_, hetgeen blijkbaar _Dat_ had +moeten zijn. + +[18] _Reinaert_, Inleiding, bl. XXXI. + +[19] _Rechts Alterthmer_, bl. 14 vlgg. Zie ook NOORDEWIER, _Nederd. +Regtsoudheden_, bl. 4-5. + +[20] Daaruit zou men mogen opmaken dat ook in de volgende plaatsen +werkelijk een regel is uitgevallen: 1075 _wale_, (....), _tale_, _wale_; +1085 _daghe_, _saghe_, (....), _maghe_; 1161 _Reinaert_, (....), +_vaert_, _Reinaert_; 1861 _Bruneel_, (....), _butseel_, _Rosseel_; +en dat het niet zijn blykbaer drieregelige rymen, dergelyke men by +onze ouden op meer plaetsen ontmoet," zoo als WILLEMS aannam in het +voorbericht op den _Reinaert_, bl. IX en ikzelf ook vroeger beaamde, +_Mnl. Versbouw_, bl. 170. + +[21] Slechts op n punt ben ik daarvan afgeweken, namelijk in plaats +van het pleonastische aanwijzend voornaamwoord _die_ achter het +zelfstandig naamwoord, heb ik naar den mnl. regel het persoonlijke +voornaamwoord gesteld, b.v. 107 Tibert die [hi] wart gram; 1079 sine +herte die [soe] es; 1914, 1964, 2628 (2652), 2732 (2772), 2795 (2815), +2999 (3019), 3093 (3113), 3352 (3372). Zoo heeft het hs. naar den regel: +1246 _hi was gheraect_; 1644 _si riepen_. + +[22] _R. F._, pag. CLV. + +[23] Waar geen letter voor de lezing staat komt zij zoowel in het +Comburgsche hs. (C) of bij GRTER, als in de uitgaven van GRIMM en +WILLEMS voor. Gr. beteekent de uitgave van GRIMM, W. die van WILLEMS. +Waar des laatsten voorletter ontbreekt is de verbetering reeds door hem +aangebracht. + +[24] _Reinaert_, Inleiding, bl. XXVI-XXVIII. + +[25] Zie het facsimile, dat KAUSLER met de wellevendste bereidwilligheid +voor mij deed vervaardigen. + +[26] C. heeft, gelijk wij zagen: _die vele bouke maecte_; maar KAUSLER +zegt, _Altniederl. Denkm._, Th. I, s. XLII: Die Worte _vele bouke_ sind +von einer sptern Hand an die Stelle eines ausgekratzten Wortes gesetzt, +das, wie deutlich zu erkennen ist, krzer war als die Interpolation, +weshalb auch der Raum fr diese nicht ganz reichen wollte." Men ziet dit +ook duidelijk in ons facsimile. Ik geef daarom in mijn tekst de voorkeur +aan de lezing van den omwerker, waarvoor ook andere redenen pleiten; zie +mijne _Geschied. der Mnl. Dichtk._, I Dl., bl. 189. In plaats van het +_die Madock maecte_ van den omwerker, heb ik gesteld _die den Madoc +maecte_, nadat ik naauwkeurig op het handschrift had uitgemeten dat het +enkele woord _Madoc_ de plaats van het uitgewischte niet aanvulde, die +juist wordt ingenomen door de woorden _den Madoc_, in het schrift van +den codex. + +[27] Ik behoef wel niet te zeggen, dat ik herroep de geheele redenering +die ik vroeger op den tekst van GRIMM en WILLEMS bouwde, _Gesch. der +Mnl. Dichtk._, I Dl., bl. 191; gelijk ik alles terug neem wat daar over +dit onderwerp staat, voor zoover het in strijd is met de rezultaten van +mijn vernieuwd, dieper onderzoek, die ik in deze inleiding heb +nergelegd. + +[28] Evenzoo heeft men een dubbel begin _Floris ende Blanc._ vs. 1 en +28; maar de eerste 34 verzen van dat gedicht zijn waarschijnlijk het +werk van een afschrijver. + +[29] _R. F._, pag. CVIII. + +[30] Verg. ROTHE, _Les Romans du Renard_, pag. 63. + +[31] Inleiding, bl. XLVI. + +[32] Uitgegeven onder den titel: _Sendschreiben an_ KARL LACHMANN, +_ueber Reinhart Fuchs_, Leipzig 1840. + +[33] Inleiding, bl. XXXV. + +[34] Inleiding, bl. XXXV. + +[35] Bl. XXXIV. Vergelijk ook zijn Voorbericht, bl. VIII. + +[36] _R. F._, pag. CLI. + +[37] Inleiding, bl. XXXI. + +[38] Zie zijne _Geschiedenis der Letterkunde in het graefschap +Vlaenderen_, bl. 147. + +[39] Verg. mijne _Gesch. der Mnl. Dichtk._, III Dl., bl. 358-359, in +verband met bl. 361-363. + +[40] GRIMM heeft uit de beteekenis van den naam Reinaert (Raginohard), +het vermoeden afgeleid, dass die thierfabel vom fuchs und wolf den +Franken bereits im 4. 5. 6. jh. bekannt war" (_R. F._, pag. CCXLII). +Komt dit vermoeden niet te goede, dat reeds in de Salische wet de +vossennaam als scheldwoord vermeld staat? In den XXX titel (bij MERKEL, +pag. 17), _de conviciis_, heet het: Si quis alterum _vulpe_ clamaverit, +120 dinarios, qui faciunt solidos 3, culpabilis iudicetur." + +[41] Zie mijne _Geschied. der Mnl. Dichtk._, II Dl., bl. 61. + +[42] _R. F._, pag. CXCV-CXCVI. + +[43] Bij CHABAILLE, _Supplment au Roman du Renart_, pag. 1; zie ook +ROTHE, _Les Romans du Renard_, pag. 150. + +[44] FAURIEL trekt ook uit de aangehaalde regels het natuurlijk besluit, +dat on traitait en prose des parties du cycle potique de Renart." +_Hist. Litt. de la France_, tom. XXII, pag. 941. Verg. ook GRIMM, _R. +F._, pag. CXXXVIII. + +[45] _R. F._, pag. CXXI. + +[46] _Les Romans du Renard_, pag. 109-110. + +[47] Later, pag. 268-269 heet het nog sterker: Il n'est gure douteux +qu'il n'y ait eu des branches perdues entirement et dont l'existence ne +nous est rvle que par les allusions qui se trouvent dans ce que nous +connaissons; il n'est gure douteux non plus que plusieurs des branches, +ou des parties de quelques unes des branches du _Roman de Renart_ +ne soient que des reproductions, des rminiscences de compositions +analogues antrieures, ngliges et perdues ds qu'elles ont t +remplaces par les versions plus rcentes. Quoique nous soyons dans +l'impossibilit de prciser exactement la date d'aucune des branches, +quelques indices nous font cependant regarder les unes comme plus +anciennes que les autres, et certes _il y en a un bon nombre qui +remontent au douzime sicle_." + +[48] _Hist. Litt._, tom. XXII, pag. 906-907. + +[49] FAURIEL zegt er van, _Hist. Litt._, tom. XXII, pag. 891, dat het +bevat: des recherches qui n'ont laiss dsirer que ce qu'il tait +impossible de dcouvrir,...... une sagacit de critique qu'il est plus +facile d'admirer que d'galer." + +[50] GRIMM volgt eene andere verdeeling: bij hem is de 20e branche de +16e. Ik zal in het vervolg steeds de indeeling van MON en ROTHE volgen +en de nummers van GRIMM er tusschen haakjes bijvoegen. + +[51] _R. F._, pag. CVIII. + +[52] _Sendschreiben an_ KARL LACHMANN, pag. 64. + +[53] _Les Romans du Renard_, pag. 61. + +[54] _Hist. Litt._, tom. XXII, pag. 905. + +[55] _Les Romans du Renard_, pag. 260: Parmi ces morceaux quelques uns +se composent distinctement de deux parties, ce qui peut faire supposer +qu'ils n'ont pas t faits d'un seul jet ni par un seul auteur, qu'une +partie a pu tre crite antrieurement l'autre, et que le dernier +auteur n'a fait qu'une continuation, ou bien qu'il s'est born lier +ensemble deux compositions antrieures." Verg. ook GRIMMS _R. F._, pag. +CL, in fine. + +[56] _Hist. Litt._, tom. XXII, pag. 940. + +[57] _L. l._, pag. 903. + +[58] GRIMM, _R. F._, pag. CIX. + +[59] GRIMM stelt, _R. F._, pag. CXL, het oude fransche origineel bald +nach der mitte des 12 jh.," maar ik ben overtuigd dat het veeleer ouder +is, zoo als ons ook later nog zal blijken. GRIMM zelf stelt het Mhd. +gedicht elders, _R. F._, pag. CCLV, iets ouder en wel in das zweite, +oder doch dritte viertel des 12 jh." + +[60] _Les Romans du Renard_, pag. 70. + +[61] _R. F._, pag. CLI: Wenigstens hat keins der jetzt erhaltenen +franz. gedichte ansprche darauf zu machen sein original zu sein." +En pag. CLVI zegt hij: WILLAM schpfte..... eingestndig aus franz. +quelle, die uns untergegangen ist, selbst aber in der nhe des +flmischen dichters, vielleicht in franz. Flandern und Artois +entsprungen sein knnte." + +[62] _Reinaert_, Inleiding, bl. XLII. + +[63] _R. F._, pag. CXXXIX. + +[64] _R. F._, pag. CXXXIX. + +[65] _R. F._, pag. CXLV. + +[66] _R. F._, pag. CXXVII. + +[67] _Les Romans du Renard_, pag. 261, cf. 173 suiv. + +[68] _Hist. Litter. de la France_, tom. XXII, pag. 917. + +[69] Een paar regels later heet het ook dat Tardif les chadele." Men +ziet dat de vaandeldrager de aanvoerder is. Dit moge een nieuw bewijs +zijn voor mijne stelling voorgedragen _Guillaume d'Orange_, tom. II, +pag. 23, noot 4. + +[70] GRIMM noemde dit reeds: nachahmung der todten henne," _R. F._, +pag. CXXVII. + +[71] Verg. ROTHE, pag. 183. + +[72] _R. F._, pag. CXXVIII. Verg. ook pag. CXXXVIII. + +[73] _Les Romans du Renard_, pag. 179-180. Verg. ook pag. 183. + +[74] L. c., pag. 184. + +[75] De grondfout van ROTHE bestaat daarin, dat hij geen onderscheid +maakt tusschen de twee deelen der 20e (16e) branche; vandaar, dat hij +tot een geheel verkeerd rezultaat kwam, omdat hij een verkeerden +maatstaf aanlegde bij zijne redenering. + +[76] _Hist. Litt. de la France_, tom. XXII, pag. 926. + +[77] Ziehier een paar staaltjes, die later nog met een sterksprekend +zullen vermeerderd worden. + +Pag. 898 zegt hij van onzen oudsten Reinaert: Cette rdaction.... ne +parot tre que du XIVe sicle.... et elle ne peut gure avoir t +fonde que sur des traditions orales venues d'ailleurs." + +Pag. 899 heet het van den oudsten mhd. tekst van GLICHESRE, door +GRIMM in zijn _Sendschreiben an_ LACHMANN uitgegeven: Si ce fragment +appartient l'ouvrage perdu de GLICHESRE, ou quelque autre, c'est +un point que l'diteur laisse dans l'incertitude(!!). Il ne dit rien +non plus de l'poque o l'on peut en supposer la rdaction(!!)." + +Wellicht was hij in de war gebracht door de noot op pag. 61 van ROTHES +werk, maar dat hij het _Sendschreiben_ zelf gelezen had durf ik stellig +ontkennen. + +Hij geeft dikwerf ROTHES opmerkingen als zijne eigene beschouwingen. Zoo +b.v. doet hij pag. 943 zien, dat het paard niet als handelende persoon +in de gedichten over Renart voorkomt, omdat de andere dieren in den +regel te paard rijden. Hetzelfde had ROTHE reeds gezegd, pag. 266. + +Over den _Couronnement_ handelende, doet hij pag. 936 zien, dat slechts +eene verkeerde opvatting dit werk aan MARIE DE FRANCE toeschrijft, maar +ROTHE had dit reeds duidelijk gemaakt, pag. 348. + +Dat de graaf van Vlaanderen, ter eere van wien de _Couronnement_ werd +geschreven, WILLEM VAN DAMPIERRE is geweest, lijdt geen twijfel, en ook +dit had ROTHE aangetoond vr FAURIEL; maar als de laatste zegt, pag. +936, dat op het punt van zijn dood in een steekspel, de dichter nous +en apprend quelque chose de plus que l'histoire," dan heeft hij zijn +voorganger niet goed ingezien, die pag. 340 de plaatsen der historici +aanhaalt, waar van zijn ongelukkigen dood in een tornooi wordt gewaagd. +Hetzelfde had hij kunnen vinden in WARNK[OE]NIGS _Hist. de la Flandre_, +tom. I, pag. 252. En reeds de Vlaamsche Kronijk door KAUSLER uitgegeven, +zegt vs. 5845: + + Dese Willem was vul der edelheden, + Ende bleeft antierende twapenspel; + Maer harde curt het hem mesvel: + Want te Trengis in den tornoy + Waert doot ghedroomt die rudder moy, + Dies menich adde zwaer verdriet, + Dat hi dus vander weerelt sciet. + +[78] _Les Romans du Renard_, pag. 183. + +[79] GRIMM zegt, _R. F._, pag. CXXVIII: Diese ganze branche von dem +gelben fuchs und der gestrten hochzeit scheint mir uralt." + +[80] _Les Romans du Renard_, pag. 182, note. + +[81] _R. F._, pag. CXXI. GRIMMS onderscheiding rust hoofdzakelijk op +de opmerking, dat in het eerste gedeelte vos en wolf als oom en neef +voorkomen: in het tweede heeten zij elkander compre." Ik voeg er bij, +dat 353-4 Renart Isengrins hol niet kent, terwijl hij 241-336 +herhaaldelijk des wolfs woning bezocht had. + +[82] Zie GRIMM, _R. F._, pag. CXXI. + +[83] _Les Romans du Renard_, pag. 297, note 1; cf. pag. 284, note 4. + +[84] Ook nog in eene jongere branche komt deze titel voor, vs. 13939. + +[85] Zie GRIMM, _R. F._, pag. CLVIII, in fine. + +[86] Bij MON staat _li ors_, dat klinkklare onzin is. + +[87] _Les Romans du Renard_, pag. 174-175. + +[88] _R. F._, pag. CXXVI. + +[89] In een enkel handschrift is ook de 19e nog door eenige +overgangsregels aan de 18e verbonden, zie ROTHE, pag. 285, note 1. + +[90] _Reinaert_, Inleiding, bl. XLII-XLIII. + +[91] De overeenkomst is niet geheel letterlijk, maar 't schijnt +ontwijfelbaar dat de afschrijver hier knoeide, zoo als de rijmen en onze +varianten uitwijzen. + +[92] Zoo b.v. ook GARIN, II, pag. 26: + + Plvissez-moi, li Allemans Oris, + Et vous Girars _etc._ + +Pag. 69: + + Venez avant, li fis au duc Hervin, + Tenez ma nice. + +[93] GRIMM, _R. F._, pag. CXLI. + +[94] Boven, bl. LIII-LXI. + +[95] Dezelfde eigenaardigheid treft men aan in de branches 20_a_-_b_ en +21-22; niet in 19. + +Hetzelfde verschijnsel heeft ook ALF. ROCHAT opgemerkt in den +_Percheval_ van CHRESTIENS DE TROIES; zie zijn boek getiteld: _Ueber +einen bisher unbekannten Percheval li Galois_, pag. 179. + +[96] ROTHE, _les Romans du Renard_, zegt pag. 184: Plusieurs +considrations portent faire regarder la vingtime branche comme la +principale de toutes les rapsodies sur le sujet du Renard, comme le +noyau du cycle, pour ainsi dire." + +[97] Men lette op vers 648, waar het heet: _so men mi seide_. + +[98] Wellicht is echter dit en het voorgaande vers een inschuifsel. + +[99] _Les Romans du Renard_, pag. 176. + +[100] _R. F._, pag. CLII. + +[101] L. l. Zie ook WILLEMS, _Reinaert_, bl. 90, in de noot op vs. 2247. + +[102] Zie mijne _Geschied. der Mnl. Dichtk._, I D., bl. 139. + +[103] Ook in de branche die het derde deel van MON opent, komt +hetzelfde denkbeeld, hoewel gewijzigd, voor. + +[104] _R. F._, pag. CXXXII. + +[105] Boven, bl. XXXVII. + +[106] Boven, bl. XXXVIII. + +[107] Verg. ROTHE, l. l., pag. 122. + +[108] Verg. GRIMM, _R. F._, pag. LXXIV. + +[109] Het gebeurde met den wolf, vs. 10157-10166, houd ik voor een +jonger toevoegsel, dat niet veel beteekent; ik kan dit niet met GRIMM, +_R. F._, pag. CXXXIX, onder de treffenden zgen" rekenen. + +[110] _Rijmkronijk van Vlaenderen_, uitg. door KAUSLER, vs. 3384. + +[111] Zie de aangehaalde _Rijmkronijk_, pag. 137 volg. + +[112] Verg. Dr. C. HOFMAN, _Ueber ein Fragment des Guillaume d'Orange_, +pag. 42. + +[113] Zoo b.v. branche 20_b_, vs. 11607: + + Dou poing li done tel bufet, + Del cul li fet saillir un pet. + +[114] Verg. GRIMM, _R. F._, pag. LXXIV-LXXV. + +[115] Dat de 9e branche eene omwerking is blijkt vs. 3260, waar het +heet: + + Si con nos trovons en l'estoire. + +[116] Vs. 1498 echter, waarin gezegd wordt dat men + + Waende dat die duvel ware, + +herinnert bepaaldelijk aan de fransche branche. Het vastbinden aan het +klokkenzeel herinnert aan de 28e branche, waar Reinaert hetzelfde met +Tibert doet. + +[117] In de 28e branche zegt R., vs. 20504: + + Ge vois ou bois de _veneroi_, + +dat is, zoo als ROTHE (p. 217) terecht zegt: aunaie, lieu plant +d'aunes, autrefois appels _vernes_." Zou ons _Vermendois_ ook aan +eene verwisseling met _veneroi_ kunnen doen denken? Ik acht dit noch +aannemelijk noch waarschijnlijk. + +[118] _Les Romans du Renard_, pag. 137. + +[119] De 9-10e branche heeft zeer merkwaardige punten van overeenkomst +met 20_a_. Zij schijnt in Artois geschreven (vs. 3827), de dichter +zweert bij _le cuer b_, vs. 4641, 4573. Intusschen heet de wolf daar +niet _Ysengrin_, maar _Primaut_. Dat in het oudere stuk, waarop vs. +3260 verwezen wordt, echter Ysengrin de hoofdrol vervulde, is zeer +waarschijnlijk. Nog in de omwerking, vs. 3545, noemt Primaut Hersent +_ma fame_, waarme ROTHE (pag. 134) geen weg wist. Zeer duidelijk blijkt +de waarschijnlijkheid onzer stelling ook nog uit eene andere plaats. Vs. +4555 heet het bij MON: + + Vers la forez s'en va _le cors_: + +de daarop volgende regel, + + Si a trouv Renart _le rous_, + +leert dat het eerste rijmwoord moet zijn niet _le cors_, maar _li cous_; +en dit is de gewone bijnaam van Ysengrin, die op Primaut niet van +toepassing is. Ook in branche 23 (18) zegt de wolvin, vs. 13321: + + Sire Ysengrin............ + Or te pus vengier de ton pi, + +en dit is juist eene toespeling op een verhaal uit de 9-10e branche. +Merkwaardig is het intusschen, dat ook hier de naam Primaut met dien +van Ysengrin verwisseld wordt, b.v. vs. 13287, 13366, 13375. Dat er ook +overeenkomst in andere uitdrukkingen tusschen beide branches is zagen +wij boven (bl. LXVI). + +[120] _R. F._, pag. CLIX-CLX. + +[121] Zie de plaatsen bij MON, tom. I, pag. V, en bij GRIMM _R. F._, +pag. CXCVII-CXCVIII. + +[122] Bij GRIMM, _R. F._, pag. CXCVIII. + +[123] _R. F._, pag. CXXXIX. + +[124] _Reinaert_, _Inleiding_, bl. XL. + +[125] _Hist. Litt. de la France_, tom. XXII, pag. 907. + +[126] PAULIN PARIS, _Les Manuscrits franois_, tom. III, pag. 95-96. + +[127] Zie _Hist. Litt. de la France_, tom. XV, pag. 100. + +[128] _Les Manuscrits franois_, tom. III, pag. 102. + +[129] L. l., pag. 107. + +[130] Verg. mijne _Geschied, der Mnl. Dichtk._, II Dl., bl. 427-432. + +[131] Onmogelijk kan de _Alexander_ eerst tusschen 1180 en 1184 +geschreven zijn, zoo als dit heet in de _Hist. Litt. de la France_, tom. +XV, pag. 121, 122, 163. Als met de _Isabella_, die in dat gedicht een +verciersel voor Alexanders tent borduurt, gelijk men meent werkelijk de +dochter van Boudewijn van Henegouwen bedoeld is, die in 1180 met den +franschen koning Filips-Augustus huwde, dan schijnt dit latere omwerking +of interpolatie te verraden. + +[132] _Les Manuscrits franois_, tom. III, pag. 101. + +[133] Aangehaald bij GRIMM, _R. F._, pag. CXCVII. + +[134] GRIMM noemt de 5e (3e) branche terecht vortreflich erzhlt," (_R. +F._, pag. CXXII), en ik begrijp niet hoe ROTHE kon zeggen (pag. 127): +Le rcit est un peu tranant." + +[135] _Les Romans du Renard_, pag. 140. + +[136] _Supplment au Roman de Renart_, pag. 1; verg. ROTHE, pag. 150. + +[137] _R. F._, pag. CXXXIX. + +[138] _Hist. Litt. de la France_, tom. XXII, pag. 908, 909, 910, 911. + +[139] _R. F._, pag. CXLI. + +[140] Zie mijn _Guillaume d'Orange_, tom. II, pag. 178. + +[141] T. a. p., pag. 160. + +[142] Daar heet het, vs. 892, bij HOFFMANN, _Ueber ein fragment des +Guillaume d'Orange_, s. 36: + + Loeys fu Paris sa maison: + L se deduist guise de bricon. + N'ot aveuc lui ne conte ne baron, + Ne duc ne prince, chevalier ne garson + Qui le [Que l'en?] prisast valissant un bouton. + ........................ + Les frans linages ot arrire bouts, + Et de sa terre et de sa cort ost, + Et des estranges ot-il fait ses privs: + Malvais conseil li ont tous jors don, + Et son avoir et tolu et embl; + Et si baron l'ont trestout adoss, + Que nus ne'l sert Pasques n' Noel, + Et sor tout chou li est mal encontr. + +[143] Ook in de _Chanson d'Herviz de Metz_ komt dezelfde uitdrukking +voor, zie _Hist. Litt. de la France_, tom. XXII, pag. 596. + +[144] _Guillaume d'Orange_, tom. II, pag. 185. + +[145] Verg. GRIMM, _R. F._, pag. CXLI. + +[146] VON RAUMER, _Gesch. der Hohenstaufen_, II, pag. 319. + +[147] MEYERUS, _Annal. Flandriae_, Lib. VII, pag. 60. + +[148] _Reinaert_, Inleiding, pag. XVI. + +[149] _Gesch. der Mnl. Dichtk._, I Dl., bl. 192-198. + +[150] _Reinaert_, Inleiding, pag. XXXIII-XXXIV. + +[151] _Gesch. der Letterk. in het Graefschap Vlaenderen_, pag. 143. + +[152] Aanteekening op vs. 2957, pag. 120 zijner uitgave. + +[153] Zie GRIMM, _R. F._, pag. CLIX. + +[154] Aanteekening op vs. 2737, pag. 111 zijner uitgave. + +[155] T. l. a. pl. + +[156] _R. F._, pag. CLIX. + +[157] _Reinaert_, Inleiding, pag. XXXV. + +[158] Zie overigens GRIMM, _R. F._, pag. CLX. + +[159] _Reinaert_, Inleiding, pag. XXXVI-XXXVII. + +[160] _Gesch. der Mnl. Dichtk._, I Dl., bl. 193 vlg. + +[161] _Gesch. der Letterk. in het Graefschap Vlaenderen_, pag. 142. + +[162] Zie mijne _Geschied. der Mnl. Dichtk._, I Dl., bl. 193, noot 2. + +[163] _Corpus Chronicorum Flandriae_, tom. I, pag. 709. + +[164] L. l., pag. 709. + +[165] Zie het verlof daartoe in mijne _Geschied. der Mnl. Dichtk._, I +Dl., bl. 194, noot 1. + +[166] Werkelijk ontbrak het toen in Vlaanderen niet aan valsche munters. +MEYERUS verhaalt, hoe Boudewijn Hapkin in 1111 allerlei misdadigers +strafte, onder anderen ook adolescens quidam nobilis," die beesten +gestolen had; hunc arreptum una cum _duobus falsis monetariis_ in +ferventem tinctoris lebetem dedit praecipitem." + +[167] _Reinaert_, Inleiding, bl. XXXV-XXXVI. Verg. mijne _Geschied. der +Mnl. Dichtk._, I Dl., bl. 192-193. + +[168] _Geschied. der Letterk. in het Graefschap Vlaenderen_, pag. 141. + +[169] WARNKNIG, _Histoire de la Flandre_, tom. I, pag. 203-204. + +[170] _Reinaert_, Inleiding, pag. XXXIX; verg. mijne _Geschied. der Mnl. +Dichtk._, I Dl., bl. 194. + +[171] _Gesch. der Letterk. in het Graefschap Vlaenderen_, pag. 143. + +[172] _Trouvres Artsiens_, pag. 150 en 154. + +[173] Een enkel, maar doorslaand bewijs. In hetzelfde werk, pag. +293-299, schrijft hij, op voorgang van BARBAZAN en LE GRAND D'AUSSY, +acht gedichten toe aan zekeren JEHAN DE BOVES, die, volgens den tekst +van een dier gedichten zelf, er blijkbaar de schrijver _niet_ van was. + +In het fablel _des deux Chevaux_, bij BARBAZAN-MON, tom. III, pag. 197, +lezen wij: + + Cil qui trova de Morteruel, + Et del mort vilain de Bailleul, + +en dan volgt de verdere opsomming der stukken aan JEHAN DE BOVES +toegekend, waarop het dan verder heet: + + (Cil) + D'un autre fablel s'entremet, + Qu'il ne cuida j entreprendre; + Ne por mestre Jehan reprendre + De Boves, qui dist bien et bel, + N'entreprent-il pas cest fablel, + Quar assez sont si dit resnable; + Ms qui de fablel fet grant fable + N'a pas de trover sens legier. + +Dit kan nu wel niets anders beteekenen dan dit: Hij, die de acht +opgenoemde stukken geschreven heeft, waagt zich aan een ander gedicht, +dat bij nooit gedacht had te zullen maken. Hij doet dit niet om het +meester JEHAN DE BOVES te verbeteren (die dus blijkbaar hetzelfde +onderwerp reeds behandeld had), want zijne sproken (_dit_) zijn vol pit; +maar die zich op dichten toelegt kan niet altijd eene nieuwe stof vinden +(_trover_)." + +DINAUX haalt alleen de vier eerste verzen aan (pag. 295), en wel om te +bewijzen, dat de dichter lui-mme se rend assez ingnment justice"! +Buitendien vergeet hij zelfs van het vijfde der in die inleiding +vermelde gedichten te gewagen. + +Wie nu de schrijver dier stukken is, weten wij niet, daar zijn naam met +voordacht uit den codex door MON gevolgd schijnt te zijn weggelaten, +zoo als blijkt uit den aanhef van het stuk _Dou lou et de l'oue_, l. l., +pag. 55, en evenzeer uit dien van _Brunain la vache au prestre_, l. l., +pag. 25. + +DINAUX' geheele redeneering op bl. 150 is ook eenvoudig maar uit LE +GRAND D'AUSSY overgenomen, _Fabliaux ou Contes_, 3 d., tom. IV, pag. +256, en wel met overhaasting. LE GRAND zegt van de vrouw des priesters: +Dans le fabliau _du cur qui mangea des mres_, il a t fait mention +aussi de ces femmes de prtres. Celle dont il s'agit ici (in den +_Constant du Hamel_), quelques vers plus bas, est nomme _la +prtresse_." DINAUX zegt: Ce n'est point seulement dans ce fabliau +qu'il est question des femmes des prtres de cette poque; dans celui +intitul, _le cur qui mangea des mres_, cette mme singularit se +reprsente, _et comme ici_, la femme du prtre est appele prtresse." +Intusschen komt in 't stuk _du Cur_ etc., in de _Choix et extraits_ +achter LE GRANDS eerste deel, pag. 26, de uitdrukking niet voor. Dit is +eene kleinigheid, maar men leert er de slordigheid van dat werk uit +kennen. + +[174] Bij BARBAZAN-MON, tom. III, pag. 296-326. + +[175] Zie boven, bl. LXVI. + +[176] Boven, bl. XLIV. + +[177] Daar heet de priester dien naam te dragen, maar de plaats schijnt +niet geheel zuiver, en waarschijnlijk is er de vilain me bedoeld. +Dezelfde dichter kende ook den naam _Gombert_, die in de 19e en 20e +branche van _Renart_ voorkomt, zie boven, pag. LXXXVI. + +[178] _R. F._, pag. CXLV. + +[179] _Les Trouvres Artsiens_, pag. 149. + +[180] Het is duidelijk ons _ham_, bij KILIAEN: domus, habitatio, maar +dat ook, even als het fransche _hameau_, de beteekenis van dorp of +gehucht gekregen heeft; verg. NOORDEWIER, _Regtsoudheden_, bl. 210. + +[181] Zie mijne _Geschied. der Mnl. Dichtk._, III Dl., bl. 9-10. + +[182] _R. F._, pag. CCLVIII. + +[183] Verg. WARNKNIG, _Hist. de la Flandre_, tom. I, pag. 240. + +[184] _R. F._, pag. CLVI. + +[185] _Reinaert_, 2e druk, Nabericht, bl. 356. + +[186] _Vroet_, vs. 1899, verklaart hij door _verwoed_, _dol_; maar hoe +zulk eene verklaring hier in den samenhang past, is mij volstrekt +onbegrijpelijk. + +[187] GRIMM meende, _R. F._, pag. CLVII, ten onrechte, dat STOKE, II +Dl., pag. 229, 238, 249, dezelfde plaats _Barsele_ noemde: de +hollandsche schrijver heeft blijkbaar _Borselen_ op 't oog. + + + + +VANDEN VOS REINAERDE. + + +VANDEN VOS REINAERDE. + + + WILLEM, die den Madoc maecte, + Daer hi dicke omme waecte, + Hem vernoyede so haerde, + Dat davonturen van Reinaerde + In Dietsce onghemaket bleven, 5 + (Die hi hier hevet vulscreven) + Dat hi die vite dede soeken, + Ende hise naden walscen boeken + In Dietsce dus hevet begonnen. + God moete ons siere hulpe onnen! 10 + Nu keret hem daer toe mijn sin, + Dat ic bidde in dit beghin, + Beide den dorpren enten doren, + Oft si comen daer si horen + Dese rime ende dese wort, 15 + Die hem onnutte sijn ghehort, + Dat sise laten ombescaven. + Te vele slachten si den raven, + Die emmer es al even malsc: + Si maken sulke rime valsc, 20 + Daer si niet meer af en weten + Dan ic doe, hoe dat si heten, + Die nu in Babilonien leven. + Daetsi wel, si souts begheven. + Dan segghic niet dor minen wille; 25 + Mijns dichtens ware een ghestille, + Ne hads mi ene niet ghebeden, + Die in groter hoveschede + Gherne keret hare saken: + Soe bat mi, dat ic soude maken 30 + Dese avonture van Reinaerde. + Al begripic die grongaerde + Ende die dorpren entie doren, + Ic wille dat die ghene horen, + Die gherne pleghen der ere, 35 + Ende haren sin daer toe keren, + Dat si leven hoofschelike, + Sijn si arem, sijn si rike, + Diet verstaen met goeden sinne. + Nu hort, hoe ic hier beghinne. 40 + Het was in enen Sinxendaghe + Dat beide bosch ende haghe + Met groenen loveren waren bevaen: + Nobel, die coninc, hadde ghedaen + Sijn hof craieren over al, 45 + Dat hi waende, hadde hijs gheval, + Houden te wel groten love. + Doe quamen tes coninx hove + Alle die diere, groot ende clene, + Sonder vos Reinaert allene. 50 + Hi hadde te hove so vele mesdaen, + Dat hire niet ne dorste gaen: + Die hem besculdich kent ontsiet. + Also was Reinaerde ghesciet; + Ende hier omme scuwedi sconinx hof, 55 + Daer hi in hadde cranken lof. + Doe al dat hof versamet was, + Was daer niemen, sonder die das, + Hine hadde te claghene over Reinaerde, + Den fellen metten roden baerde. 60 + Nu gaet hier up ene claghe. + Isengrijn ende sine maghe + Ghinghen vor den coninc staen. + Isengrijn begonste saen + Ende sprac: Coninc here, 65 + Dor edelheit ende dor ere, + Dor recht, ende dor ghenade, + Ontfermt u miere scade, + Die mi Reinaert heeft ghedaen, + Daer ic af dicke hebbe ontfaen 70 + Groten lachter ende verlies. + Vor al dandre ontferme u dies, + Dat hi mijn wijf hevet verhoert, + Ende mine kindre so mesvoert, + Dat hise besekede, daer si laghen, 75 + Datter twee noint meer ne saghen, + Ende si worden staerblint: + Nochtan honedi mi sint. + Het was sint so verre comen, + Datter een dach af was ghenomen, 80 + Ende Reinaert soude hebben ghedaen + Sine onsculde: ende also saen + Alse die heleghe waren brocht, + Was hi andersins bedocht, + Ende ontvoer in sine veste. 85 + Here, dit kennen noch die beste + Die te hove sijn comen hier: + Mi hevet Reinaert, dat felle dier, + So vele te lede gedaen, + Ic weet wel, al sonder waen, 90 + Ware al tlaken perkement, + Dat men maket nu te Ghent, + Inne ghescreeft niet daer an. + Dies swijghic nochtan; + Neware mijns wives lachter 95 + Ne mach niet bliven achter + Onghebetert, no onghewroken." + Doe Isengrijn dit hadde ghesproken, + Stont op een hondekijn, hiet Cortois, + Ende claghede den coninc in Fransois, 100 + Hoet so aerm was, wilen ere, + Dat alles goets en hadde mere, + In enen wintre, in enen vorst, + Dan allene ene worst, + Ende hem Reinaert, die felle man, 105 + Die selve worst stal ende nam. + Tibert, die cater, hi wart gram: + Aldus hi sine tale began, + Ende spranc midden in den rinc, + Ende seide: Here coninc, 110 + Dor dat ghi Reinaerde sijt onhout, + So en es hier jonc no out, + Hine hebbe te wroeghene jeghen u. + Dat Cortois claghet nu, + Dats over menich jaer ghesciet: 115 + Die worst was mine, al en claghic niet. + Ic hadse bi miere list ghewonnen, + Daer ic bi nachte quam gheronnen + Omme bejach in ene molen, + Daer ic die worst in hadde ghestolen 120 + Enen slapenden molenman. + Hadder Cortois iewet an, + Dat was bi niemene dan bi mi. + Hets recht dat omberet si + Die claghe, die Cortois doet." 125 + Pancer sprac: Dinct u goet, + Tibert, dat men die claghe ombere? + Reinaert es een recht mordenere, + Ende een trekere, ende een dief: + Hine heeft ooc niemene so lief, 130 + No den coninc, minen here, + Hine wilde dat hi lijf ende ere + Verlore, mocht hire ane winnen + Een vet morseel van ere hinnen. + Wat sechdi van omberen claghe? 135 + En dedi ghistren in den daghe + Ene die meeste overdaet + An Cuwaerde, die hier staet, + Die noit enich dier ghedede? + Want hine, binnen sconinx vrede 140 + Ende binnen sconinx ghelede, + Ghelovede te leerne sinen crede, + Ende soudene maken capelaen. + Doe dedine sitten gaen + Vaste tusschen sine been: 145 + Doe begonstsi over een + Spellen ende lesen bede, + Ende lude singhen crede. + Mi gheviel, dat ic tien tiden + Ter selver stede soude liden. 150 + Doe hoordic haerre beider sanc, + Ende maecte daerwaert minen ganc + Met ere harde snelre vaert: + Doe vandic daer meester Reinaert, + Die siere lesse hadde begheven, 155 + Die hi te voren up hadde gheheven, + Ende diende van sinen ouden spele, + Ende hadde Cuwaerde bi der kelen, + Ende soude hem thooft hebben ghenomen, + Waer ic hem niet te hulpe comen 160 + Bi aventure in dien stonden. + Siet hier noch die verssce wonden + Ende die tekine, her coninc, + Die Cuwaert van hem ontfinc. + Laetti dit bliven onghewroken, 165 + Dat u verde es dus tebroken, + Ghine wreket, alse u manne wisen, + Men salt uwen kindren noch mesprisen + Hier naer, over wel menich jaer." + --Bi Gode, Pancer, ghi secht waer! 170 + Sprac Isengrijn, daer hi stoet: + Waer Reinaert doot, het waer ons goet, + Also behoude mi God mijn leven! + Neware, wert hem dit vergheven, + Hi sal noch honen binder maent 175 + Sulken, dies niet ne bewaent." + Doe spranc up Grimbert, die das, + Die Reinaerts broeder sone was, + Met ere verbolghenlike tale: + Here Isengrijn, men weet dat wale, 180 + Ende hets een out bispel: + Viants mont seit selden wel. + Verstaet, nemt miere tale goom: + Ic wilde, hi hinghe an enen boom + Bi siere kelen, alse een dief, 185 + Die andren heeft ghedaen meest grief. + Here Isengrijn, wildi anegaen + Soendinc, ende dat ontfaen, + Daer toe willic helpen gherne: + Mijn oom en salt ooc niet wernen; 190 + Entie meest andren heeft mesdaen + Sal den andren in bate staen, + Van minen oom ende van u. + Al ne comt hi niet claghen nu, + Ware mijn oom wel te hove, 195 + Ende stonde in sconincx love, + Here Isengrijn, als ghi doet, + En soude niemen dinken goet, + Ende ghine bleves onbegrepen, + Dat ghi sijn vel so hebt ghenepen 200 + Dicwile met uwen scerpen tanden, + Dat hi niet ne conde gheanden." + Isengrijn sprac: Hebdi gheleert + An uwen oom dus lieghen apeert?" + --In hebbe daer an niet gheloghen. 205 + Ghi hebt minen oom bedroghen + Harde dicke in menegher wise: + Ghi misleettene vanden pladisen, + Die hi u warp vander kerren, + Doe ghi hem volghedet van verre, 210 + Ende ghi die pladise uplaset; + Doe ghi u daer ane hadt versadet, + Ghine gaeft hem no goet no quaet, + Sonder allene een pladisengraet, + Die ghi hem te jeghen brochtet, 215 + Dor dat ghine niet ne mochtet. + Sint hoondine van enen bake, + Die vet was, ende van goeder smake, + Dien ghi leit in uwen museel. + Doe Reinaert eschede sijn deel, 220 + Antwordi hem in scerne: + U deel willic u gheven gherne, + Reinaert, scone jonghelinc: + Die wisse, daer die bake an hinc, + Becnause, soe es so vet." 225 + Reinaerde was lettel te bet, + Dat hi den goeden bake ghewan, + In sulker sorghe dattene een man + Vinc, ende warp in sinen sac: + Dese pine ende dit onghemac 230 + Hevet hi leden dor Isengrine, + Ende hondert werven mere pine. + Ghi heren, dinct u dit ghevoech + Nochtan, oft meer onghevoech, + Dat hi claghet om sijn wijf, 235 + Die Reinaert hevet al haer lijf + Ghemint? so doet hi hare; + Al ne maecten sijt niet mare, + Ic dart wel segghen over waer, + Dat langher es dan VII jaer, 240 + Dat Reinaert hevet hare trouwe. + Om dat Hersint, die scone vrouwe, + Dor minne ende dor quade sede + Reinaerde sinen wille dede, + Wattan? soe was sciere ghenesen: 245 + Wat talen mach daer omme wesen! + Nu maket hier Cuwaert, die hase, + Ene claghe van ere blase; + Oft hi den Crede niet wel en las, + Reinaert, die sijn meester was, 250 + Mochte in sinen clerc niet blouwen? + Dat ware onrecht, entrouwen! + Cortois claghet om ene worst, + Die hi verloos in enen vorst: + Die claghe ware bet verholen. 255 + En hoordi dat soe was ghestolen? + Male quesite male perdite: + Om recht wert men qualic quite + Dat men hevet qualic ghewonnen. + Wie sal Reinaerde dat veronnen, 260 + Dat hi ghestolen goet ghinc an? + Niemen die recht versceden can. + Reinaert es een gherecht man: + Sint dat die coninc sinen ban + Hevet gheboden, ende sinen vrede, 265 + So wetic wel, dat hine dede + Dinc neghene, dan oft hi ware + Hermite ofte clusenare. + Naest siere huut draecht hi die hare. + Binnen desen naesten jare 270 + Sone at hi vleesc, no wilt no tam; + Dat seide die ghistren dane quam. + Malcrois hevet hi begheven + Sijn casteel, ende hevet up heven + Ene cluse, daer hi leghet in. 275 + Ander bejach, no ander ghewin + So wanic wel dat hine hevet, + Dan caritate, die men hem ghevet. + Hijs bleec ende magher vander pine; + Hongher, dorst, scerpe carine 280 + Doghet hi vor sinen sonden + Recht te desen selven stonden." + Doe Grimbert stont in deser tale, + Saghen si van berghe te dale + Canticleer comen ghevaren, 285 + Ende brochte up ere bare + Ene dode hinne, hiet Coppe, + Dier Reinaert hadde bi den croppe + Hooft ende hals af ghebeten. + Dit moeste nu die coninc weten. 290 + Cantecleer quam vore gaende, + Sine vederen sere slaende. + In wedersiden vander bare + Ghinc ene hane wide mare: + Die een hiet Cantaert, 295 + Daer wilen na gheheten waert + Vrouwe Alenten goede hane; + Die ander hiet, na minen wane, + Die goede hane Craiant, + Die scoonste diemen vant 300 + Tusschen Portaengen ende Polanen. + Elkerlijc van desen hanen + Droech een bernende stallecht, + Dat lanc was ende recht. + Daer waren Coppen broeders twee, 305 + Die riepen owi ende wee. + Om haerre suster Coppen doot + Dreven si claghe ende jamer groot. + Pinte ende Sproete droeghen die bare: + Hem was te moede harde sware 310 + Vander suster, die si hadden verloren. + Men mocht harde verre horen + Haerre tweer caerminghe. + Dus sijn si comen int ghedinghe. + Cantecleer spranc in den rinc, 315 + Ende seide: Here coninc, + Dor God ende dor ghenade, + Nu ontfarmet miere scade, + Die mi Reinaert heeft ghedaen, + Ende minen kindren, die hier staen 320 + Sere tharen onwille. + Ten ingane van Aprille, + Doe die winter was vergaen, + Ende men sach die bloemen staen + Over al die velde groene, 325 + Doe was ic fier ende coene + Van minen groten gheslachte: + Ic hadde jongher sonen achte, + Ende jongher dochtren sevene, + Dien wel luste te levene, 330 + Die mi Rode die vroede + Hadde brocht tenen broede. + Si waren alle vet ende starc, + Ende ghinghen in een sconen parc, + Dat was beloken in ere mure; 335 + Hier binnen stoet ene scure, + Daer vele honden toe horden. + Dat si menich dier fel scorden, + Dies waren mine kindre onvervaert. + Dit benijdde dus Reinaert, 340 + Dat sire waren so vaste binnen, + Dat hire negheen ne conste ghewinnen. + Want Reinaert, die felle ghebure, + Hoe dicke ghinc hi om die mure + Ende leide ons sine laghen! 345 + Alsene dan die honde saghen, + Liepen si na met haerre cracht. + Ene warf wart hi uptie gracht + Bi avonture daer belopen, + Dat ic hem sach een deel becopen 350 + Sine diefte ende sinen roof, + Dat hem die pelse sere stoof. + Nochtan quam hi bi barate + Dane; dattene God verwate! + Doe waerwi sijns langhe quijt. 355 + Sint quam hi als een hermijt, + Die moordadeghe dief, + Ende brochte mi seghele ende brief + Te lesene, here coninc, + Daer u seghele ane hinc. 360 + Doe ic die letteren lesen began. + Dochte mi ghescreven daer an, + Dat ghi haddet coninclike + Over al uwen rike + Allen dieren gheboden vrede, 365 + Ende ooc allen voghelen mede. + Ooc brochte hi ander niemare, + Ende seide, dat hi ware + Een begheven clusenare, + Ende hadde ghedoghet, twaren, 370 + Vor sinen sonden meneghe pine; + Hi toochde mi palster ende slavine, + Die hi brochte vander Elmare, + Daer onder ene scerpe hare. + Doe sprac hi: Here Cantecleer, 375 + Nu moghedi wel vorwaertmeer + Van mi sonder hoede leven: + Ic hebbe bi der scole vergheven + Al vleesc ende vleeschsmout. + Ic bem vortmeer so out, 380 + Ic moet miere siele telen. + Gode willic u bevelen! + Ic ga daer ic hebbe te doene: + Ic hebbe middach ende noene + Ende prime te segghene vanden daghe." 385 + Doe nam hi neven ere haghe + Sinen wech, ende tien ghescede + Ghinc hi lesen sinen crede. + Ic wart blide ende onvervaert, + Ende ghinc te minen kindrenwaert, 390 + Ende was so wel al sonder hoede, + Dat ic ghinc met minen broede + Sonder sorghe al buten mure: + Daer gheviel mi quade avonture; + Want Reinaert, die felle saghe, 395 + Was ghecropen dor die haghe, + Ende hadde die porte ondergaen: + Doe waert miere kindre saen + Een ghepronden uten ghetale, + Dat leide Reinaert in sine male. 400 + Mesval mi doe nakede: + Want sint dat hise smakede + In sinen ghiereghen mont, + Ne conste ons wachtre nochte hont + No bewachten, no bescaermen. 405 + Here, des laet u ontfaermen! + Reinaert leide sine laghe + Beide bi nachte ende bi daghe, + Ende roofde emmer mine kindre; + So vele es tghetal nu mindre, 410 + Dant ghewone was te sine, + Dat die XV kindre mine + Sijn ghedeghen al tote viere, + So suver heeftse die onghiere + Reinaert in sinen mont verslonden: 415 + Noch ghistren wart hem metten honden + Ontjaghet Coppe, die hinne mare, + Die hier leghet up deser bare. + Dit claghic u met groten sere: + Ontfaermt u mijns, wel soete here!" 420 + Die coninc sprac: Grimbaert + U oom, die clusenare waert, + Hi hevet ghedaen so goede carine! + Levic een jaer, het sal hem scinen. + Nu hort hier, Cantecleer, 425 + Wat sal der talen meer? + U dochter leghet alhier verslegen: + (God moet haerre siele pleghen!) + Wine moghense niet langher houden, + (God moeter af ghewouden!) 430 + Ende sullen onse vigilien singhen; + Daerna sullen wise bringhen, + Den lichame, ter eerden met ere. + Dan sullen wi met desen heren + Ons beraden ende bespreken, 435 + Hoe wi ons best ghewreken + An Reinaerde van deser mort." + Doe hi ghesprac dese wort, + Beval hi jonghen ende ouden, + Dat si vigilien singhen souden. 440 + Dat hi gheboot was sciere ghedaen. + Doe mochtemen horen ane slaen + Ende beghinnen, harde ho, + Dat placebo Domino, + Ende die verse die daer toe horden. 445 + Ic seide ooc, in waren worden, + Neware het ware ons te lanc, + Wie daer der siele vers sanc, + Ende wie die sielelesse las. + Doe die vigilie ghehent was, 450 + Doe leidemen Coppen in dat graf, + Dat bi engiene ghemaket was, + (Onder die linde in een gras,) + Van marberstene, die slecht was: + Die letteren, die men daer ane sach, 455 + Ane den sarc, die daer up lach, + Deden ane tgraf bekinnen, + Wie daer lach begraven binnen. + Dus spraken die boecstave + Anden sarc upten grave: 460 + Hier leghet Coppe begraven, + Die so wale conste scraven, + Die die vos Reinaert verbeet, + Ende haren gheslachte was te wreet." + Nu leghet Coppe onder moude. 465 + Die coninc sprac te sinen ouden, + Dat si hem alle bespraken, + Hoe si alrebest ghewraken + Dese grote overdade. + Doe wartsi alle te rade 470 + Dat si den coninc rieden, + Dat hine soude ombieden, + Dat hi te hove soude comen; + No dor scade, no dor vrome + Ne liete, hine quame int ghedinghe, 475 + Ende men Brunen van dien dinghe + Die bodscap soude laden. + Dies was hi sciere beraden, + Dat hi dus sprac te Bruun den bere: + Here Bruun, dit segghic vor dit here, 480 + Dat ghi dese bodscap doet: + Ooc biddic u, dat ghi sijt vroet, + Dat ghi u wacht van baraet; + Reinaert es fel ende quaet: + Hi sal u smeken ende lieghen, 485 + Mach hi, hi sal u bedrieghen + Met valscen worden ende met sconen; + Mach hi, bi Gode, hi sal u honen." + --Here, seit hi, laet u castien! + So moete mi God vermalendien, 490 + Oft mi Reinaert so sal honen, + Inne salt hem wederlonen, + Dat hijs an den dulsten si; + Nu ne sorghet niet om mi!" + Nu nemt hi orlof, ende sal naken 495 + Daer hi sere sal mesraken. + Nu es Brune uptie vaert, + Ende hevet in siere herten onwaert, + Ende het dochte hem overdaet, + Dat iemen soude sijn so quaet, 500 + Ende hem Reinaert honen soude. + Dor den keer van enen woude + Quam hi ghelopen in ene woestine, + Daer Reinaert hadde die pade sine + Ghesleghen crom ende menichfoude, 505 + Also als hi uten woude + Hadde ghelopen om sijn bejach. + Beneden der woestinen lach + Een berch, hooch ende lanc, + Daer moeste Brune sinen ganc 510 + Te middewaerde over maken, + Sal hi te Maupertuus gheraken. + Reinaert hadde so menich huus; + Maer die casteel van Maupertuus + Was die beste van sinen borghen: 515 + Daer trac hi in, als hi in sorghe + Ende in node was bevaen. + Nu es Brune die bere ghegaen + Dat hi te Maupertuus es comen. + Doe hi die porte hevet vernomen, 520 + Daer Reinaert ute plach te gane, + Doe ghinc hi vor die barbecane + Sitten over sinen staert, + Ende sprac: Sidi in huus, Reinaert? + Ic bem Brune, des coninx bode, 525 + Die hevet ghesworen bi sinen goden, + Ne comdi niet ten ghedinghe, + Ende ic u niet vor mi bringhe, + Recht te nemene ende te ghevene, + Ende in vrede vort te levene, 530 + Hi doet u breken ende raden. + Reinaert, doet dat ic u rade, + Ende gaet met mi te hovewaert." + Dit verhorde al nu Reinaert, + Die vor sine porte lach, 535 + Daer hi vele te ligghene plach + Dor warmhede vander sonnen. + Bi der tale, die Brune heeft begonnen, + Bekenden altehant Reinaert, + Ende tart bet te dalewaert, 540 + In sine donkerste haghedochte: + Menichfout was sijn ghedochte, + Hoe hi vonde sulken raet, + Daer hi Brune, den fellen vraet, + Te scerne mede mochte driven, 545 + Ende selve bi siere ere bliven. + Doe sprac Reinaert over lanc: + Uus goets raets hebbet danc, + Here Bruun, wel soete vrient; + Hi hevet u qualike ghedient, 550 + Die u beriet desen ganc, + Ende u desen berch lanc + Over te lopene dede bestaen; + Ic soude te hove sijn ghegaen, + Al haddet ghi mi niet gheraden; 555 + Maer mi es die buuc so gheladen + In so utermaten wise, + Met ere vremder niewer spise, + Ic vruchte, in sal niet moghen gaen: + Inne mach sitten no ghestaen, 560 + Ic bem so utermaten sat." + --Reinaert, wat aetstu? wat?" + --Here Brune, ic at cranke have, + Arem man dannes gheen grave: + Dat moghedi bi mi wel weten. 565 + Wi arme liede, wi moeten eten, + Hadden wijs raet, dat wi node aten: + Goeder versscer honichraten + Hebbic coever harde groot: + Die moetic eten, dor den noot, 570 + Als ic el niet mach ghewinnen. + Nochtan als icse hebbe binnen + Hebbicker af pine ende onghemac." + Dit horde Brune, ende sprac: + Helpe, lieve vos Reinaert, 575 + Hebdi honich dus onwaert? + Honich es ene soete spise, + Die ic vore allen gherechten prise, + Ende vore allen gherechten minne. + Reinaert, helpt mi, dat ics ghewinne! 580 + Edele Reinaert, soete neve, + Also langhe als ic sal leven + Willic u daer omme minnen: + Reinaert, helpt mi, dat ics ghewinne!" + --Ghewinnen, Bruun? ghi hout u spot!" 585 + --In doe, Reinaert; so waric sot, + Hildic spot; neen ic niet." + Reinaert sprac: Bruun, mochtijs iet? + Oft ghi honich moghet eten, + Bi uwer trouwe, laet mi weten; 590 + Mochtijs iet, ic souts u saden. + Ic sals u also vele beraden, + Ghine atet niet met u tiene, + Waendic u hulde daer met verdienen." + --Met mi tiene? hoe mach dat wesen? 595 + Reinaert, hout uwen mont van desen; + Ende sijts seker ende ghewes, + Haddic al thonich, dat nu es + Tusscen hier ende Portegale, + Ic aet al up, tenen male." 600 + Reinaert sprac: Wat sechdi? + Een dorper, heet Lamfroit, woont hier bi, + Hevet honich so vele, te waren, + Ghine atet niet in VII jaren. + Dat soudic gheven in u ghewout, 605 + Here Bruun, wildi mi wesen hout, + Ende vor mi dinghen te hove." + Doe quam Brune, ende ghinc gheloven + Ende sekerde Reinaerde dat, + Wildine honichs maken sat, 610 + (Des hi cume ombiten sal) + Hi wilde wesen over al + Ghestade vrient ende goet gheselle. + Hier omme loech Reinaert, die felle, + Ende sprac: Bruun, helet mare, 615 + Vergave God, dat mi nu ware + Also bereit een goet gheval, + Alse u dit honich wesen sal, + Al wildijs hebben VII amen!" + Dese wort sijn hem bequame, 620 + Bruun, ende daden hem so sochte! + Hi loech, dat hi nemmee ne mochte. + Doe peinsde Reinaert, daer hi stoet: + Bruun, es mi davonture goet, + Ic wane u daer noch heden laten, 625 + Daer ghi lachen sult te maten." + Na dit peinsen ghinc hi uut, + Ende sprac al overluut: + Oom Bruun, gheselle, willecome! + Het staet so, suldi hebben vrome, 630 + Hier ne mach sijn gheen langher staen. + Volghet mi, ic sal vore gaen: + Wi houden desen crommen pat. + Ghi sult noch heden werden sat: + Salt na minen wille gaen, 635 + Ghi sult noch hebben, sonder waen, + Also vele alse ghi moghet ghedraghen." + Reinaert meende van groten slaghen: + Dit was dat hi hem beriet. + Die keitijf ne wiste niet 640 + Waer hem Reinaerts tale keerde, + Die hem honich stelen leerde, + Dat hi wel sere sal becopen. + Al sprekende quam dus ghelopen + Reinaert met sinen gheselle Brunen, 645 + Tote Lamfroits, bi den tune. + Wildi horen van Lamfreide? + Dat was, eist waer so men mi seide, + Een temmerman van goeden love, + Ende hadde bi sinen hove 650 + Ene eke brocht uten woude, + Die hi ontwee clieven soude, + Ende hadde twee wegghen daer in ghesleghen + Also temmermans noch pleghen. + Die eke was ontaen wel wide, 655 + Dies was Reinaert harde blide. + Te Brunen sprac hi, ende loech: + Siet hier u grote ghevoech, + Brune, ende nemt wel goom! + Hier in desen selven boom 660 + Es honichs utermaten vele; + Proeft, oft ghijs in uwe kele + Ende in uwen buuc moghet bringhen. + Nochtan suldi u selven dwinghen, + Al dinket u goet die honichrate; 665 + Etet te seden, ende te maten, + Dat ghi u selven niene verdervet: + Ic ware onteert ende ontervet, + Wel soete oom, mesquame u iet." + Bruun sprac: Reinaert, ne sorghet niet. 670 + Waendi dat ic bem onvroet? + Mate es tallen spelen goet." + --Ghi secht waer, sprac Reinaert, + Waer omme bem ic ooc vervaert? + Gaet toe, ende cruupter in!" 675 + Bruun peinsde om sijn ghewin, + Ende liet hem so verdoren, + Dat hire thooft over die oren + Ende die vordere voete in stac. + Reinaert poghede, dat hi brac 680 + Die wegghen beide uter eken. + Dien hi te voren ghinc so smeken, + Hi bleef ghevanghen in den boom. + Nu hevet die neve sinen oom + Met looshede brocht in sulker achte, 685 + Dat hi met liste, no met crachte, + In ghere wijs ne can ontgaen, + Ende bi den hoofde staet ghevaen. + Wat raeddi Brunen te doene? + Dat hi was sterc ende coene 690 + Sal hem niet ghehelpen moghen. + Hi sach wel, hi was bedroghen: + Hi began briesscen ende dulen; + Hi was begrepen bi siere mulen + So vaste, ende bi den voeten vore, 695 + Al dat hi pijnde was verloren; + Hine waende nemmermeer ontgaen. + Van verre was Reinaert ghestaen + Ende sach Lamfroit comen onsochte, + Die up sinen hals brochte 700 + Een scarpe aex, ene baerde. + Hier moghedi horen van Reinaerde, + Hoe hi sijn oom ghinc rampineren: + Oom Brune, vaste gaet mineren! + Hier comt Lamfroit, ende sal u scinken; 705 + Haddi gheten, so soudi drinken." + Na der tale so ghinc Reinaert + Weder te sinen castelewaert, + Sonder orlof; ende mettien + Hevet Lamfroit den bere versien, 710 + Ende vernam, dat hi was ghevaen. + Doe ne was daer gheen langer staen, + Hine liep wech metter haest + Daer hi die hulpe wiste naest, + Daer dat naeste dorp stont, 715 + Ende dede hem allen cont, + Dat daer stont ghevaen een bere. + Doe volchde hem een mekel here. + Int dorp ne bleef man no wijf: + Den bere te nemene sijn lijf 720 + Liept al dat lopen mochte. + Sulc was, die enen bessem brochte, + Sulc enen vleghel, sulc een rake; + Sulc quam ghelopen met enen stake, + So si quamen van haren werke. 725 + Selve die pape vander kerken + Brochte enen cruusstaf, + Die hem die coster node gaf. + Die coster droech ene vane, + Mede te stekene ende te slane. 730 + Des papen wijf, vrouwe Julocke, + Quam ghelopen met haren rocke, + Daer soe omme hadde ghesponnen. + Vore hem allen quam gheronnen + Lamfroit met ere scarper aex. 735 + Al hadde Brune lettel ghemaex, + Hi ontsach meer ongheval, + Ende sette al jeghen al + Doe hi dat geruchte horde. + Hi spranc up, so dat hem scorde 740 + Van sinen ansichte al die huut. + Al brochte Brune dat hooft uut + Met arbeide ende met pine, + Nochtan liet hire vanden sinen + Een ore, ende beide sine lier. 745 + Nie maecte God so lelic dier! + Hoe mochte hi seerre sijn mesrocht? + Al haddi thooft ute brocht, + Eer hi die voete conste ghewinnen, + Blever al die claeuwen binnen, 750 + Ende sine hanscoen bede: + Dus gherochte hi uut met lede. + Hoe mochte hi sijn onteert meer? + Die voete waren hem so seer, + Dat hi tlopen niene conste ghedoghen. 755 + Dat bloet liep hem over die oghen, + Dat hi niet wel ne conste ghesien: + Hine dorste bliven nochte vlien. + Hi sach, suut onder die sonne, + Lamfroit comen gheronnen; 760 + Daer na die priester, die here, + Hi quam ghelopen vele sere; + Daer na die coster metter vane, + Daer na alle die prochiane, + Die oude liede metten jonghen. 765 + Daer quam up haren stap ghespronghen + Sulke quene, die van oude + Cume een tant hadde behouden. + Wie so wille wachte hem dies; + Die scade hevet oft verlies 770 + Ende groot ongheval, + Over hem so willet al. + Dit sceen aerm man Brunen wel: + Sulc dreichden nu an sijn vel, + Die des ghesweghen hadde stille, 775 + Hadde Brune ghestaen tsinen wille. + Dit was beneden ere rivieren, + Dat Brune, onsalichst alre diere, + Van meneghen dorper was beringhet. + Doe was daer lettel ghedinghet. 780 + Hem naecte groot onghemac: + Die een sloech, die ander stac, + Die een sloech, die ander warp: + Lamfroit was hem alte scarp. + Een, hiet Lottram lancvoet, 785 + Hi droech enen verboorden cloet, + Ende stacken emmer na dat oghe; + Vrouwe Vulmaerte scerpe loghe + Ghinken koken met enen stave; + Abel Quac ende vrouwe Bave 790 + Laghen beide onder voete, + Ende streden beide om enen cloete. + Ludmoer metter langer nese + Droech een loodwapper an een pese, + Ende ghincker met al omme swinghen. 795 + Ludolf metten crommen vingheren + Dede hem allen te voren; + Want hi was best gheboren, + Sonder Lamfroit allene; + Hughe metten crommen benen 800 + Was sijn vader, wet men wale, + Ende was gheboren van Absdale, + Ende was sone vrouwe Oghernen, + Ere houtmakerigge van lanternen. + Ander wijf ende ander man, 805 + Meer dan ic ghenoemen can, + Daden Bruun groot onghemac, + So dat hem dbloet uut lac. + Brune ontfinc al sulc paiment + Als hem elc gaf daer omtrent. 810 + Die pape liet den cruusstaf + Ghedichte gaen, slach in slach; + Ende die coster metter vane + Ghinc hem vastelike ane. + Lamfroit quam ter selver wile 815 + Met ere scerper bilen, + Ende sloechene tusscen hals ende hooft, + Dat Brune wart sere verdooft, + Dat hi verspranc vanden slaghe + Tusscen der rivieren enter haghe, 820 + In enen trop van ouden wiven, + Ende warper een ghetal van vive + In die riviere, die daer liep, + Die wel wijt was ende diep. + Des papen wijf wasser ene: 825 + Des was spapen bliscap clene. + Doe hij sijn wijf sach in die vliet, + Doene luste hem langher niet + Brune te stekene no te slane. + Hi riep: Siet, edele prochiane, 830 + Ghinder vlot vrouwe Julocke, + Beide met spillen ende met rocke. + Nu toe! die haer helpen mach, + Ic gheve hem jaer ende dach + Vul pardoen ende aflaet 835 + Van alre sondeliker daet." + Beide man ende wijf + Lieten den armen keitijf + Brune ligghen over doot, + Ende ghinghen daer die pape gheboot, 840 + Beide met stringhen ende met haken. + Die wile si die vrouwe uuttraken, + So quam Brune in die riviere + Ende ontswam hem allen sciere. + Die dorperen waren alle gram: 845 + Si saghen, dat hem Brune ontswam, + Dat si hem niene mochten volghen; + Upt oever stonden si verbolghen, + Ende ghinghen na hem rampinieren. + Bruun, die lach in der rivieren, 850 + Daer hi vant den meesten stroom, + Al drivende bat, dat God den boom + Moeste verdoemen ende verwaten, + Daer hi sijn ore in hadde ghelaten, + Ende beide sine lier. 855 + Vort vloecte hi dat felle dier, + Den bosen vos Reinaerde, + Diene met sinen brunen baerde + So diepe in die eke dede crupen; + Daer na Lamfroit, vanden stupen, 860 + Dat hi hem so lede dede. + In aldustanen ghebede + Lach Brune also langhe wile, + Dat hi wel ene halve mile + Vander stede was ghedreven, 865 + Daer die dorpers waren bleven. + Hi was verpinet ende moede, + Ende ondercomen vanden bloede, + So dat hi hadde cranke vaert. + Doe swam hi te landewaert, 870 + Ende croop ligghen in dat oever. + Ghine saghet noint droever + Negheen dier, no ghenen man. + Hi lach jammerlike ende stan, + Ende sloech met beiden sinen lanken: 875 + Des mochte hi al Reinaerde danken. + Nu hort wat Reinaert heeft ghedaen: + Hi hadde een vet hoen ghevaen, + Bi Lamfroits, ander heiden, + Eer hi danen was versceiden: 880 + Hi hadt up enen berch ghedreghen, + Verre uut allen weghen, + Daer het eenlic was ghenoech. + Dat was wel sijn ghevoech, + Dor dat daer was niemens ganc, 885 + Ende hi dor niemens bedwanc + Sine proie dorste rumen. + Doe hi dat hoen toten plumen + Hadde gheleit in sine male, + Doe ghinc hi nederwaert te dale 890 + Enen verholenliken pat. + Hi was utermaten sat; + Dat weder was scone ende heet: + Hi hadde ghelopen, dat hem tsweet + Neder seep neven die liere: 895 + Daer omme liep hi ter rivieren, + Dor dat hi hem vercoelen soude. + In bliscap harde menichfoude + Was sine herte doe bevaen: + Hi hopede wel, al sonder waen, 900 + Dat Lamfroit hadde den bere versleghen, + Ende hine thuuswaert hadde ghedreghen. + Doe sprac hi: Hets mi wel ghevaren: + Die mi te hove meest soude daren, + Dien hebbic doot in desen daghe; 905 + Nochtan wanic sonder claghe + Ende sonder wanconst bliven: + Ic mach te rechte bliscap driven." + Doe Reinaert was in deser tale, + Sach hi nederwaert te dale, 910 + Ende vernam Brune, daer hi lach; + Ende teerst, als hine sach, + Hadde hijs rouwe ende toren + (Daer die bliscap was te voren + Daer sach men toren ende nijt), 915 + Ende sprac: Vermalendijt, + Lamfroit, moet dine herte sijn: + Du best dulre dan een swijn, + Lamfroit, erger puten sone, + Lettel ere bistu ghewone. 920 + Hoe es di dese bere ontgaen, + Die di te voren was ghevaen? + Hoe menich morseel leghet daer an, + Dat gherne etet menich man! + Owi, Lamfroit, verscroven druut, 925 + Hoe rikelike een berehuut + Heefstu heden verloren, + Die di ghewonnen was te voren!" + Dit scelden hevet Reinaert ghelaten, + Ende ghinc neder bi der strate, 930 + Dor te siene hoet Brunen stoet. + Doe hine sach ligghen, al een bloet, + Ende siec ende onghesont, + Den armen bere, te dier stont, + (Dat sach Reinaert harde gherne) 935 + Doe bescalt hine te sinen scerne: + Sire priester, dieu vo saut! + Kendi Reinaert, den ribaut? + Wildine scouwen? Sieten hier, + Den roden scalc, den fellen ghier! 940 + Secht mi, priester, soete vrient, + Bi den here, dien ghi dient, + In wat ordinen wildi u doen, + Dat ghi draghet root capproen? + Sidi abt, so prihore? 945 + Hi ghinc u harde na den oren, + Die u die crune hevet bescoren! + Ghi hebt uwen top verloren; + Ghi hebt u hanscoen af ghedaen: + Ic wane, ghi wilt singhen gaen 950 + Van uwen complete dat ghetide." + Dit horde Brune, ende wart onblide, + Want hine conste hem niet ghewreken + Hem dochte sine herte breken, + Ende sloech weder in die riviere. 955 + Hine wilde vanden fellen diere + Nemmee horen tale. + Hi liet hem neder te dale + Metten strome driven te hant, + Ende ghinc ligghen up dat sant. 960 + Hoe sal nu Brune te hove comen? + Al mocht hem al die werelt vromen, + Hine ghinghe niet over sinen voeten. + Hi was ghenoopt so onsoete + In die eke, daer hi te voren 965 + Van tween voeten hadde verloren + Alle die claeuwen, ende dat vel, + Hine conste niet ghepeinsen wel, + Hoe hi best ten coninc gaet. + Nu hort hoe hi die vaert bestaet. 970 + Hi sat over sinen hamen, + Ende began, met groter scame, + Rutsen over sinen staert; + Ende als hi dus moede waert, + So wentelde hi dan ene wile. 975 + Dus dreef hi meer dan ene mile, + Eer hi tes coninx hove quam. + Doe men Brune daer vernam + In derre wijs van verre comen, + Wart getwifelt van hem somen 980 + Wat daer quam ghewentelt so. + Dien coninc wart die herte onvro, + Die Brune bekende te hant, + Ende sprac: Dits mijn seriant + Brune, hem es dat hooft so root, 985 + Hi es ghewont toter doot; + Ai God, wie heeften so mesmaect?" + Bindesen so was Brune ghenaect, + Dat hi den coninc claghen mochte. + Hi stan, ende versuchte onsochte, 990 + Ende sprac: Coninc, edel here, + Wreket mi dor uus selves ere + Over Reinaert, dat felle dier, + Die mi mine scone lier + Met siere list verliesen dede, 995 + Ende daer toe mine oren mede, + Ende hevet mi ghemaect alse ghi siet!" + Die coninc sprac: Oft ic dit niet + Ne wreke so moetic sijn verdoemt!" + Ende hier na so hevet hi ghenoemt 1000 + Alle die hogheste bi namen, + Ende omboot, dat si quamen + Alle gader an sinen raet, + Ende rieden hem hoe dese daet + Best werde gherecht, tes coninx ere. 1005 + Doe rieden daer die meeste heren, + Dat menne twee waerf daghen soude, + Reinaert, oft die coninc woude, + Ende horen tale ende wedertale. + Ooc seiden si, si wilden wale 1010 + Dat Tibert soude van desen + Te Reinaerde bode wesen: + Al ware hi cranc, hi ware vroet. + Dese raet dinct den coninc goet. + Doe sprac die coninc: Here Tibeert, 1015 + Gaet; ende eer ghi weder keert, + Besiet, dat Reinaert met u come! + Dese heren segghen some, + Al es Reinaert andren dieren fel, + Hi ghelovet u so wel, 1020 + Dat hi gherne doet u raet. + En comt hi niet, hets hem quaet: + Men salne hanghen sonder daghen, + Te lachtre allen sinen maghen. + Gaet Tibert, dit secht hem!" 1025 + --Ai here, sprac Tibert, ic bem + Een arem wicht, een clene dier. + Here Brune, die sterc was ende fier, + Ne conste Reinaert niet ghewinnen: + In welker wijs sal ics beghinnen?" 1030 + Doe sprac die coninc: Here Tibeert, + Ghi sijt wijs, ende wel gheleert; + Al sidi niet groot, wattan? + Hets menich, die met liste can + Dat werken, ende met goeden rade, 1035 + Dat hi met crachte niet ne dade. + Gaet, doet sciere mijn ghebod." + Tibert sprac: Nu helpe God, + Dat het mi moete wel vergaen! + Ic sal ene vaert bestaen, 1040 + Die mi doet swaer in minen moet: + God ghevere mi af al goet!" + Nu moet Tibert doen die vaert, + Die sere es droeve ende vervaert. + Ende als hi upten wech quam, 1045 + Sach hi van verre ende vernam + Sente Martins voghel, ende quam ghevloghen. + Doe wart hi vro, ende in hoghen, + Ende riep: Al heil! edel voghel! + Kere herwaert dine vloghel, 1050 + Ende vliech te miere rechter hant!" + Die voghel vlooch daer hi vant + Ene haghe, daer hi in wilde liden, + Ende vlooch Tibert ter luchter siden. + Dit tekin ende dit ghemoet 1055 + Dochte Tibert niet wesen goet. + Hadde hi ghesien den voghel liden + Scone tsiere rechter siden, + So waendi hebben goet gheval; + Nu was hi dies onthopet al. 1060 + Nochtan maecte hi hem selven moet, + Ende gheliet hem, alse menich doet, + Bet dan hem te moede was. + Dus liep hi henen sinen pas, + Tes hi quam te Maupertuus, 1065 + Ende vant Reinaert in sijn huus + Allene staen, verwendelike. + Tibert sprac: God, die rike, + Moete u goeden avont gheven! + Die coninc dreicht u an u leven, 1070 + Ne comedi te hove niet met mi!" + Reinaert sprac: Tibert, helet vri, + Neve, ghi sijt mi willecome; + God gheve u ere ende vrome: + Bi Gode, ic ans u harde wale! 1075 + .................... + Wat cost Reinaerde scone tale? + Al seghet sine tonghe wale, + Sine herte soe es binnen fel. + Dit wert Tibert ghetoghet wel, 1080 + Eer die line wert ghelesen + Tende; ende met desen + Sprac Reinaert: Neve, ic wille dat ghi + Tavont herberghe hebt met mi, + Ende maerghen wilwi metten daghe 1085 + Te hovewaert, sonder saghe. + .................... + In hebbe onder allen minen maghen + Niemen, Tibert, daer ic mi nu + Bet up verlate, dan up u 1090 + Hier was comen Bruun, die vraet, + Hi toochde mi so fel gelaet, + Ende dochte mi so overstarc, + Dat ic omme dusent marc + Den wech met hem niet hadde bestaen: 1095 + Dat sal ic met u, al sonder waen, + Maerghin metter dagheraet." + Tibert sprac: Hets beter raet, + Ende het dinct mi bet ghedaen, + Dat wi noch tavont te hove gaen, 1100 + Dan wi tote maerghin beiden. + Die mane scinet ander heiden + Also claer alse die dach: + Ic wane niemen noint ne sach + Beteren tijt tote onser vaert." 1105 + --Neen, lieve neve, sprac Reinaert, + Sulc mochte ons bi daghe ghemoeten, + Hi soude ons quedden ende groeten, + Die ons nemmer dade goet, + Quame hi snachts in ons ghemoet. 1110 + Herberghet tameer met mi." + Tibert sprac: Wat souden wi + Eten, Reinaert, oft ic bleve?" + --Daer omme sorghe ic, lieve neve. + Hets der spisen quade tijt: 1115 + Ghi moghet eten, begheerdijt, + Een stic van ere honichraten, + Die bequamelic es te mate; + Wat sechdi, moghedi shonichs iet?" + Tibert sprac: Mi ne roekes niet. 1120 + Hebdi el niet in huus? + Gavedi mi ene vette muus, + Daer mede lietic u ghewaert." + --Ene vette muus? sprac Reinaert, + Soete neve, wat sechdi? 1125 + Hier woont noch een pape bi, + Een scure staet an sijn huus, + Daer in es meneghe vette muus: + Ic waense niet ghedroeghe een waghen. + So dicke hordic den pape claghen, 1130 + Dat sine driven uten huse." + --Reinaert, sijn daer so vette muse? + Vergave God, waer ic nu daer!" + --Tibert (seit hi) sechdi waer? + Wildi muse?"--Oft icse wille? 1135 + Reinaert, doet dies een ghestille! + Ic minne muse vor allen saken. + Wetti niet, dat muse smaken + Bet dan enich venisoen? + Wildi minen wille doen, 1140 + Dat ghi mi leet daer si sijn, + Daer mede mochti die hulde mijn + Hebben, al haddi minen vader + Doot, ende mijn gheslachte algader!" + --Neve, houdi uwen spot?" 1145 + --Nenic, also helpe mi God!" + --Weet God, Tibert, wistic dat, + Ghi soutter sijn noch tavont sat." + --Sat, Reinaert? Dat ware vele." + --Tibert, dat sechdi tuwen spele!" 1150 + --In doe, Reinaert, bi miere wet! + Haddic een muus, ende waer soe vet, + In gaefse niet omme een bisant!" + --Tibert, gaet met mi te hant, + Ic leide u daer, ter selver stat, 1155 + Daer icker u sal maken sat, + Eer ic nemmer van u sceide!" + --Jaic, Reinaert, up die gheleide + Ghinghe ic met u te Mompelier." + --So gawi dan; wi sijn hier 1160 + Al te langhe," sprac Reinaert. + .............. + Doe so namen si up die vaert, + Tibert ende sijn oom Reinaert, + Ende liepen daer si lopen wilden, 1165 + Dat si nic toghel up hilden + Eer si quamen tes papen scure, + Dic met cen erdinen mure + Al omme ende omme was beloken, + Daer Reinaert in was ghebroken 1170 + Des ander daghes daer te voren, + Doe die pape hadde verloren + Enen hane, die hi hem nam. + Hier omme was tornich ende gram + Des papen sone Martinet, 1175 + Ende hadde vor dat gat gheset + Een strec, den vos mede te vane: + Dus gherne wrake hi den hane. + Dit wiste Reinaert, dat felle dier, + Ende sprac: Neve Tibert, hier 1180 + Crupet in dit selve gat: + Ne weset traghe nochte lat; + Gaet al omme ende omme gripen. + Hort, hoe die muse pipen. + Keert weder uut als ghi sijt sat: 1185 + Ic sal hier bliven vor dit gat, + Ende sal u hier buten beiden; + Wine moghen niet tavont sceiden: + Maerghin gaen wi te hovewaert. + Siet, dat ghi niet en spaert, 1190 + Gaet eten, ende laet ons keren + Te miere herberghen met ere: + Mijn wijf sal ons wel ontfaen." + --Willic te desen gate ingaen? + Wat sechdi, Reinaert, eist u raet? 1195 + Die papen connen vele baraet: + Ic besteecse harde node." + --Owi, Tibert, twi sidi blode? + Waen quam uwer herten dese wanc?" + Tibert scaemde hem, ende spranc 1200 + Daer hi vant groot ongherec; + Want eer hijt wiste was hem tstrec + Omme sinen hals, harde vast. + Dus hoonde Reinaert sinen gast. + Alse Tibert gheware waert 1205 + Des strecs, wart hi vervaert, + Ende spranc vort; dat strec liep toe. + Tibert moeste roepen doe, + Ende wroeghede hem selven, dor den noot: + Hi makede een gheroep so groot, 1210 + Met enen jamerliken ghelate, + Dat Reinaert horde upter strate, + Buten, daer hi allene stoet, + Ende riep: Vindise goet, + Die muse, Tibert, ende vet? 1215 + Wiste nu dat Martinet, + Dat ghi ter taflen satet, + Ende dit wiltbraet atet, + Dat ghi verteert, in weet hoe, + Hi souder u saeuse maken toe: 1220 + So hovesc een cnape es Martinet. + Tibert, ghi singhet inlanc so bet: + Pleecht men tes coninx hove des? + Vergave God, die gheweldich es, + Dat Isengrijn daer met u ware, 1225 + Die felle dief, die mordenare, + In sulker bliscap als ghi sijt!" + Dus heeft Reinaert groot delijt + Dor Tiberts ongheval; + Ende Tibert stont ende gal 1230 + So lude, dat Martinet ontspranc, + Ende riep: Ha ha, God danc! + Ter goeder tijt heeft nu ghestaen + Mijn strec: ic hebber met ghevaen + Den hoenredief, na minen wane. 1235 + Nu toe! gelden wi hem den hane!" + Mettesen wart hi toten viere, + Ende ontstac enen stroewisc sciere, + Ende wecte moeder ende vader, + Ende die kindre allegader, 1240 + Ende riep: Nu toe! hi es ghevaen!" + Doe mochtemen sien porren saen + Alle die in den huse waren; + Selve die pape ne wilde niet sparen, 1245 + Quam uten bedde moedernaect. + Martinet, hi was gheraect + Tote Tibert, ende riep: Hijs hier!" + Die pape spranc an dat vier + Ende ghegreep sijns wijfs rocke; + Een offerkersse nam vrouwe Julocke 1250 + Ende ontstacse metter haest. + Die pape liep Tibert naest, + Ende ghinken metten rocke slaen. + Doe moeste Tibert daer ontfaen + Wel meneghen slach, al in een. 1255 + Die pape stont, als hem wel sceen, + Al naect, ende sloech slach in slach + Up Tibert, die vor hem lach. + Daer ne spaerde haer negheen. + Martinet ghegreep een steen, 1260 + Ende warp Tibert een oghe uut; + Die pape stont al bloter huut, + Ende hief up een groten slach. + Alse Tibert dat ghesach, + Dat hi emmer sterven soude, 1265 + Doe dedi een deel als die boude, + Dat dien pape verghinc te scande: + Beide met claeuwen ende met tanden + Dedi hem pant, alsoet wel sceen, + Ende spranc dien pape tusschen die been, 1270 + In die burse al sonder naet, + Daermen dien beiaert mede slaet. + Dat dinc viel neder up den vloer. + Die vrouwe was serich, ende swoer + Bi der siele van haren vader, 1275 + Soe wilde wel, om algader + Die offerande van enen jare, + Dat niet den pape ghevallen ware + Dit vernoi ende dese scame. + Soe sprac: In sleets duvels name 1280 + Moeste dit strec sijn gheset! + Siet, lieve sone Martinet, + Dit was van uwes vader ghewande; + Siet hier mijn scade ende mine scande + Emmervort, in allen stonden. 1285 + Al ghenase hi vander wonde, + Hi blivet ten soeten spele mat!" + Reinaert stont nochtoe vor tgat: + Doe hi dese tale horde, + Hi loech, dat hem bachten scorde, 1290 + Ende hem crakede die taverne. + Doe sprac hi te haren scerne: + Swighet, Julocke, soete vrouwe, + Ende laet sinken desen rouwe, + Ende laet bliven uwen toren. 1295 + Wattan? al hevet u here verloren + Enen vanden clippelen sinen, + Al te mere so sal hi pinen. + Laet bliven dese tale achter; + Gheneset die pape, en es gheen lachter 1300 + Dat hi ludet met ere clocken." + Dus trooste Reinaert vrouwe Julocken, + Die haer harde sere mesliet. + Die pape ne mochte langher niet + Ghestaen; hi viel in onmacht. 1305 + Soe hieffene up met haerre cracht, + Ende droechene recht te beddewaert. + Hier binnen keerde Reinaert + Allene ter herberghewaert, + Ende liet Tibert sere vervaert, 1310 + Ende in sorghe vander doot. + Al was Tiberts sorghe groot, + Doe hise alle onledich sach + Over dien pape, die daer lach + Ghewont, doe ghinc hi hem pinen, 1315 + So dat hi metten tanden sinen + Die pese midden beet ontwee. + Doe ne wildi letten nemmee + Ende spranc weder uten gate, + Ende dede hem uptie rechte strate, 1320 + Die tes coninxwaert ghelach. + Eer hi daer quam so waest dach, + Ende die sonne begonste risen. + In eens arems siecs wise + Quam Tibert in thof gheronnen, 1325 + Die tes papen hadde ghewonnen + Dat hi langhe claghen mach. + Alse die coninc dit versach, + Dat hi hadde dat oghe verloren, + Doe mochte men vreselike horen 1330 + Dreighen den dief Reinaert. + Die coninc doe niet langher ne spaert, + Hine riep sine baroene te rade, + Ende vraechde, wat hi best dade + Jeghen Reinaerts overdaet? 1335 + Doe wart ghindre menich raet, + Hoe men te reden brochte, + Die dese overdaet wrochte. + Doe sprac Grimbert die das, + Die Reinaerts broeder sone was: 1340 + Ghi heren, ghi hebt meneghen raet; + Al ware mijn oom noch also quaet, + Sal men vri recht vort draghen, + Men salne drie waerve daghen, + Also men doet een vrien man; 1345 + Ende en comt hi niet dan, + So es hi sculdech alre dinc, + Daer af hi vor den coninc + Van desen heren es beclaghet." + --Wie wildi, Grimbert, datten daghet? 1350 + Sprac die coninc, wie es hier + Die sijn oghe, ofte sijn lier + Wille setten in avonture + Omme ene felle creature? + Ic wane, hier niemen nes so sot." 1355 + Grimbert sprac: Selp mi God! + Siet mi hier, ic bem so coene, + Dat ic wel dar bestaen te doene + Dese bodscap, ghebiedijt." + --Grimbert, gaet, ende sijt 1360 + Vroet, ende wacht u jeghen mesval!" + Hi sprac: Coninc here, ic sal." + Dus gaet Grimbert te Maupertuus. + Als hire quam, vant hi in huus + Sinen oom, ende vrouwe Ermelinen, 1365 + Die bi haren welpekinen + Laghen in die haghedochte; + Ende teerst dat Grimbert mochte + Groete hi sijn oom, ende siere moien. + Hi sprac: En sal u niet vernoien 1370 + Des onrechts, daer ghi in sijt? + Dinket u noch niet wesen tijt, + Dat ghi trect, oom Reinaert, + Tote des coninx hovewaert, + Daer ghi wel sere sijt beclaghet 1375 + Ghi sijt drie waerve ghedaghet. + Vermerredi maerghin den dach, + So sorghic, dat u ne mach + Neghene ghenade mee ghescien. + Ghi sult ten derden daghe sien 1380 + U casteel bestormen, Maupertuus; + Ghi sult gherecht sien vor u huus + Ene galghe ofte een rat. + Over waer segghic u dat, + Beide u kindre ende u wijf 1385 + Sullen verliesen haren lijf, + Lachterlike, al sonder waen; + Ghine moghet selve niet ontgaen. + Daer omme es u die beste raet, + Dat ghi met mi te hove gaet: 1390 + Hets messelic, hoet ghevallen mach. + U es dicke up enen dach + Vremder avonture ghevallen, + Dat ghi noch quite van hem allen + Met des coninx orlove 1395 + Nochtan sciet uten hove." + Reinaert seide: Ghi secht waer. + Nochtan, Grimbert, come ic daer, + Onder des coninx ghesinde, + Dat ic binden hove vinde, 1400 + Es up mi verbolghen al; + Quame ic dane, het ware gheval. + Nochtan dinct mi beter wesen + (Ghenese oft ic mach ghenesen,) + Dat ic met u te hove vare, 1405 + Dan het al verloren ware, + Casteel, kindre ende wijf, + Ende daer toe mijns selves lijf. + In mach den coninc niet ontgaen; + Alse ghi wilt, so willic gaen. 1410 + Hort, vrouwe Hermeline, + Ic bevele u die kindre mine, + Dat ghire wale pleghet nu: + Vor allen dandren bevelic u + Minen sone Reinaerdine: 1415 + Hem staen wel die gaerdeline + An sijn muulkijn over al: + Ic hope, dat hi mi slachten sal. + Hier es Rosseel, een scone dief, + Die hebbic nochtan alse lief, 1420 + Als iemen sine kindre doet; + Al eist, dat ic nu henen moet, + Ic salt mi nemen harde na, + Up dat ic mach, dat ic ontga. + Grimbert, neve, God moet u lonen." 1425 + Met hoofscen worden ende met sconen + Nam Reinaert an den sinen orlof, + Ende rumede sijns selves hof. + Ai hoe droeve bleef vrouwe Hermeline, + Ende hare clene welpekine, 1430 + Doe Reinaert sciet uut Maupertuus, + Ende hi hof liet ende huus + Aldus omberaden staen! + Nu horet, wat hi heeft ghedaen. + Teerst dat hi quam ander heiden, 1435 + Hi sprac te Grimbert, ende seide: + Grimbert, scone wel soete neve, + Van sorghe suchtic ende beve. + Lieve neve, ic wille gaen + (Nu hort mine redene saen,) 1440 + Te biechte hier te di: + Hier nes ander pape bi. + Hebbic mine biechte ghedaen, + Hoe so die saken mijn vergaen, + Mine siele sal te claerre wesen." 1445 + Grimbert antworde na desen: + Oom, wildi te biechte gaen, + So moetti dan verloven saen + Alle diefte ende allen roof; + Oft en diet u niet een loof!" 1450 + --Dat wetic wel, sprac Reinaert, + Grimbert, nu hort haerwaert, + Ende vandet mi gheraden; + Siet, ic come u te ghenade, + Van algader miere mesdaet: 1455 + Nu hort, Grimbert, ende verstaet: + Confiteor pater, mater, + Dat ic den otter ende den cater + Ende allen dieren hebbe mesdaen; + Daer af willic mi in biechte dwaen." 1460 + Grimbert sprac: Oom, walschedi? + Oft ghi wilt, sprect jeghen mi + In Dietsche, dat ict mach verstaen." + Doe sprac Reinaert: Ic hebbe mesdaen + Jeghen allen dieren, die nu leven; 1465 + Bidt Gode, dat hijt mi vergheve! + Ic dede minen oom Brunen + Al bloedich maken sine crune. + Tibert dede ic muse vaen + (Daer ickene sere dede slaen,) 1470 + Tes papen, daer hi spranc int strec. + Ic hebbe ghedaen groot ongherec + Cantecleer, ende sinen kindren, + Waren si meerre ofte mindre, + Dicke makedicse los: 1475 + Dor recht beclaghet hi den vos. + Die coninc en es mi niet ontgaen; + Ic hebbe hem toren ooc ghedaen, + Ende mesprijs der coninghinne, + Dat si spade sullen verwinnen 1480 + Also vele ere van mi. + Ooc hebbic, dat segghic di, + Grimbert, liede mee bedroghen, + Dan ic di soude ghesegghen moghen. + Ende Isengrijn, dat verstaet, 1485 + Hiet ic oom, dor baraet; + Ic maecten monc ter Elmare: + Dat wi beide begheven waren, + Dat wart hem al te siere pine. + Ic dede hem an dien clockelinen 1490 + Binden beide sine voete: + Dat luden wart hem doe so soete, + Dat hijt emmer wilde leren: + Dat verghinc hem tonnere: + Want hi luudde so utermaten, 1495 + Dat alle die ghinghen bi der strate, + Ende waren binder Elmare, + Waenden dat die duvel ware, + Ende liepen daer si luden horden. + Eer hi doe conste in corten worden 1500 + Ghespreken: Ic wille mi begheven," + Hadsi hem na ghenomen tleven. + Sint dedic hem die crune gheven: + Hem machs ghedinken al sijn leven, + Dat wetic wel over waer. 1505 + Ic dede hem bernen af dat haer, + So dat hem die swaerde cramp. + Sint dedic hem meerren scamp + Upt ijs, daer icken leerde visscen, + Daer hi niene conste ontwisscen: 1510 + Hi ontfinker meneghen slach. + Sint leiddicken up enen dach + Tote des papen van ... blois. + In al dat lant van Vermendois + Sone woonde gheen pape riker. 1515 + Die selve pape hadde enen spiker, + Daer menich vet bake in lach; + Des haddic dicke goet ghelach. + Onder dien spiker haddic een gat + Verhohenlike ghemaect: in dat 1520 + Dedic Isengrijn incrupen; + Daer vant hi rentvleesc in cupen, + Ende baken hanghende vele. + Daer dedi dor sine kele + So vele gheliden utermaten, 1525 + Als hi weder uten gate + Waende keren, uter noot, + Hem was die lede buuc so groot, + Dat hi beclaghede sijn ghewin. + Daer hi was comen hongherich in, 1530 + Ne condi sat niet comen uut. + Ic liep, ic maecte groot gheluut + Int dorp, ende maecte groot gherochte; + Nu hort, wat ic daer toebrochte. + Ic liep al daer die pape sat 1535 + Te siere taflen ende at. + Die pape hadde een cappoen: + Dat was dat alrebeste hoen + Dat men in al dat lant vant: + Hi was ghewent al toter hant. 1540 + Dien prandic in minen mont + Vor die tafle, daer hi stont, + Al daert die pape toesach. + Doe riep die pape: Nu vanc! slach! + Helpe, wie sach dit wonder nie? 1545 + Die vos comt, daer ic toesie, + Ende rooft mi in mijns selves huus; + So helpe mi sancta spiritus! + Te wers hem, dat hire quam!" + Dat tafelmes hi upnam, 1550 + Ende stac die tafle, dat soe vlooch + Verre boven mi harde hooch, + In middewaerde upten vloer. + Hi vloecte sere ende swoer, + Ende riep lude: Slach ende va!" 1555 + Ende ic vore, ende hi na. + Sijn tafelmes haddi verheven, + Ende brochte mi ghedreven + Up Isengrijn, daer hi stont: + Ic hadde dat hoen in minen mont, 1560 + Dat harde groot was ende swaer; + Dat so moestic laten daer, + Wast mi leet ofte lief. + Doe riep die pape: Ai, here dief, + Ghi moet den roof laten!" 1565 + Ende ic ghinc miere strate + Dane, daer ic wesen woude. + Alse die pape upheffen soude + Dat hoen, sach hi Isengrine. + Doe naecte hem ene grote pine; 1570 + Hi warpene int oghe metten messe. + Den pape volgheden si sesse, + Die alle met groten staven quamen: + Ende als si Isengrijn vernamen + Doe maecten si een groot gheluut, 1575 + Ende die ghebure quamen uut, + Ende maecten grote niemare + Manlic andren, dat daer ware + In spapen spiker een wulf ghevaen, + Die hem selven hadde ghedaen 1580 + Bi den buke in dat gat. + Als die ghebure ghevreischten dat, + Liepen si dat wonder bescouwen. + Aldaer wart Isengrijn teblouwen, + So dat hem ghinc al uten spele; 1585 + Want hi ontfinker harde vele + Groter slaghe, ende groter worpe. + Daer quamen die kindre vanden dorpe, + Ende verbonden hem die oghen: + Het stont hem so, hi moest ghedoghen. 1590 + So sere sloechsi ende staken, + Dat sine uten gate traken, + (Doe ghedoghedi vele onghevals) + Ende bonden hem an sinen hals + Enen steen, ende lieten gaen, 1595 + Ende lietene dien honden saen, + Diene ghinghen bassen ende jaghen. + Ooc diende men hem met groten slaghen + So langhe, dat hi ghelove was. + Doe viel hi neder up dat gras 1600 + Oft hi ware al steendoot. + Doe was dier kindre bliscap groot. + Ghindre was grote niemare. + Si leidene up ene bare, + Ende droeghene met groten ghehuke 1605 + Over stene ende over struke. + Buten dorpe, in ene gracht, + Bleef hi ligghende al dien nacht: + Inne weet hoe hi dane voer. + Sint verwarvic, dat hi mi swoer 1610 + Sine hulde een jaer al omtrent. + Dat dede hi up sulc convent, + Dat icken soude maken hoenre sat. + Doe leiddicken in ene stat, + Daer ic hem dede te verstane, 1615 + Datter hinnen ende een hane + In een groot huus, an ere strate, + Up enen haenbalke saten. + Recht ere valdore bi, + Daer dedic Isengrijn bi mi 1620 + Up dat huus clemmen boven: + Ic seide, ic wilde hem gheloven, + Wildi crupen in die valdore, + Dat hire soude vinden vore + Van vetten hoenren sijn ghevoech. 1625 + Ter valdore ghinc hi ende loech, + Ende croop daer in met vare, + Ende began tasten harentare. + Hi taste, ende als hi niet en vant + Sprac hi: Neve, hets hier bewant 1630 + Te sorghe: ic ne vinder niet." + Ic sprac: Oom, wats ghesciet, + Cruupter een lettel bet in: + Men moet wel pinen omme ghewin; + Ic hebse wech, diere saten vore." 1635 + Dus so liet hi hem verdoren, + Dat hi die hoenre te verre sochte. + Ic sach, dat icken honen mochte, + Ende hoonden so, dat hi voer + Vant dac boven upten vloer, 1640 + Ende gaf enen groten val, + Dat si ontspronghen overal, + Die daer in den huse sliepen. + Die bi den viere laghen, si riepen + Dat ware in huus, sine wisten wat, 1645 + Ghevallen dor dat viwergat. + Si worden up, ende ontstaken lecht: + Doe sine daer saghen, echt + Wart hi ghewont toter doot. + Ic hebben brocht in menegher noot, 1650 + Meer dan ic ghesegghen mochte. + Nochtan, al dat ic nie ghewrochte + Jeghen hem, so ne roeke ic niet + So sere, als dat ic verriet + Vrouwe Hersinde, sijn scone wijf, 1655 + Die hi liever dan sijns selfs lijf + Hadde: God moet mi vergheven! + Haer dedic, dat mi liever bleven + Ware te doene, dant es ghedaen." + Grimbert sprac: Oft ghi wilt gaen 1660 + Claerlike te biechte tote mi, + Ende sijn van uwen sonden vri, + So suldi spreken ombedect. + In weet, werwaert ghi dit trect: + Ic hebbe jeghen sijn wijf mesdaen." 1665 + Oom, dat en can ic niet verstaen, + Waer ghi dese tale keert." + Reinaert sprac: Neve Grimbeert, + Ware dat hoofschede groot, + Oft ic hadde gheseit al bloot: 1670 + Ic hebbe gheslapen bi miere moien? + Ghi sijt mijn maech, u souts vernoien, + Seidic eneghe dorperheit. + Grimbert, nu hebbic gheseit + Al dat mi mach ghedinken nu: 1675 + Geeft mi aflaet, biddic u, + Ende settet mi dat u dinct goet." + Grimbert was wijs ende vroet: + Hi brac een rijs van ere haghe, + Ende gaffer hem mede XL slaghe 1680 + Over alle sine mesdade. + Daerna, in gherechten rade, + Riet hi hem goet te wesene, + Te wakene, ende te lesene, + Te vastene, ende te vierne, 1685 + Ende te weghe waert te stierne + Die hi buten weghe saghe: + Ende hi vort alle sine daghe + Bescedenlike hem soude gheneren. + Hierna so dedi hem versweren 1690 + Beide roven ende stelen. + Nu moet hi siere siele telen, + Reinaert, bi Grimberts rade, + Ende ghinc te hove, up ghenade. + Nu es die biechte daer ghedaen. 1695 + Die heren hebben den wech bestaen + Tote des conincs hovewaert. + Nu was, buter rechter vaert, + Die si te gane hadden begonnen, + Een prioreit van swarten nonnen, 1700 + Daer meneghe gans ende menich hoen, + Meneghe hinne, menich cappoen, + Plaghen te wedene, buten mure. + Dit wiste die felle creature, + Die onghetrouwe Reinaert, 1705 + Ende sprac: Te ghenen hovewaert + So leghet onse rechte strate." + Met dusdanen barate + Leidde hi Grimbert bi der scure, + Daer die hoenre buten mure 1710 + Ghinghen weden harentare. + Der hoenre wart Reinaert gheware: + Sine oghen begonsten omme te gane. + Buten den andren ghinc een hane, + Die harde vet was ende jonc: 1715 + Daerna gaf Reinaert enen spronc, + So dat dien hane die plume stoven. + Grimbert sprac: Ghi dinct mi doven, + Onsalich man, wat wildi doen? + Wildi noch om een hoen 1720 + In alle die grote sonden slaen, + Daer ghi te biechte af sijt ghegaen? + Dat moet u wel sere rouwen!" + Reinaert sprac: Bi rechter trouwe, + Ic hads vergheten, lieve neve; 1725 + Bit Gode, dat hijt mi vergheve. + Het ne ghesciet mi nemmermeer." + Doe daden si enen wederkeer + Over ene smale brugghe. + Hoe dicke sach Reinaert achter rugghe 1730 + Weder, daer die hoenre ghinghen! + Hine conste hem niet bedwinghen, + Hine moeste siere seden pleghen: + Hadde men hem thooft af ghesleghen, + Het ware ten hoenrenwaert ghevloghen, 1735 + Also verre alst hadde ghemoghen. + Grimbert sach dit ghelaet + Ende seide: Onreine vraet, + Dat u dat oghe so omme gaet!" + Reinaert andworde: Ghi doet quaet, 1740 + Dat ghi mine herte so becoort, + Ende mine bede dus verstoort: + Laet mi doch lesen een pater nooster, + Der hoenre sielen vanden clooster, + Ende den gansen te ghenade, 1745 + Die ic dicke hebbe verraden, + Die ic desen heleghen nonnen + Met miere list hebbe af ghewonnen." + Grimbert balch, newaer Reinaert + Hadde emmer doghen achterwaert, 1750 + Tes si quamen ter rechter strate. + Doe began hem droeve ghelaten, + Ende harde sere beefde Reinaert, + Dat si keerden te hove waert, + Daer hi waende sere mesraken. 1755 + Doe hi began den hove naken, + Ende in sconinx hof was vernomen, + Dat Reinaert ware te hove comen, + Met Grimbert den das, + Ic wane daer niemen was 1760 + So aerm, no van so cranken maghen, + Hine gherede hem up een claghen: + Dit was al jeghen Reinaerde. + Nochtan dedi als donvervaerde, + Hoe so hem te moede was; 1765 + Ende sprac te Grimbeert den das: + Leidet ons die hoochste strate!" + Reinaert ghinc in dien ghelate, + Ende in al so bouden ghebare, + Oft hi sconinx sone ware, 1770 + Ende hi niet en hadde mesdaen. + Boudelike ghinc hi staen + Vor Nobele, dien coninc, + Ende sprac: God, die alle dinc + Gheboot, hi gheve u, coninc here, 1775 + Langhe bliscap ende ere. + Ic groet u, coninc, ende hebbes recht: + En hadde nie coninc enen cnecht + So ghetrouwe jeghen hem, + Als ic oit was ende bem: 1780 + Dat es dicke worden anscijn: + Nochtan die sulke, die hier sijn, + Souden mi herde gherne roven + Uwer hulde, wildi hem gheloven; + Maer neen ghi niet; God moet u lonen! 1785 + Het ne betaemt niet der crone, + Dat soe den scalken ende den fellen + Te lichte ghelove dat si vertellen. + Nochtan willics Gode claghen: + Dier es te vele in onsen daghen, 1790 + Der scalke, die wroeghen connen, + Die die vorder hant hebben ghewonnen + Over al, in riken hoven, + Dien sal men niet gheloven: + Die scalcheit es hem binnen gheboren; 1795 + Dat si den goeden beraden toren, + Dat wreke God up haer leven, + Ende moete hem ewelike gheven + Al sulken loon, als si sijn waert!" + Die coninc sprac: Owi Reinaert, 1800 + Owi Reinaert, onreine quaet, + Wat condi al scone ghelaet! + Dat en can u ghehelpen niet een caf. + Nu comt uwes smekens af: + In werde bi smekene niet u vrient. 1805 + Hets waer, ghi sout mi hebben ghedient + Van ere sake in den woude, + Daer ghi qualic in hebt ghehouden + Die vrede, die ic hadde ghesworen." + --Owi, wat hebbic al verloren!" 1810 + Riep Canticleer, die daer stont. + Die coninc sprac: Hout uwen mont, + Here Canticleer, nu laet mi spreken: + Laet mi antworden sinen treken. + Ai, here dief, Reinaert, 1815 + Dat ghi mi lief hebt ende waert, + Dat hebdi, sonder uwe pine, + Minen boden laten scinen, + Aerm man Tibert, here Brunen, + Dien noch bloedich es die crune! 1820 + Ic ne sal u niet vele scelden: + Ic waent u kele sal ontghelden + Noch heden, al up ene wile." + --Nomine Patrum, Christum File! + Sprac Reinaert, oft mijn here Brunen 1825 + Noch al bloedich es die crune, + Was hi teblouwen, oft versproken, + Waer hi goet, het ware ghewroken, + Eer hi noint vlo int water. + Banderside Tibert die cater, 1830 + Dien ic herberghede ende ontfinc, + Oft hi ute om stelen ghinc + Tes papen, sonder minen raet, + Ende hem die pape dede quaet, + Bi Gode, soudic dat ontghelden, 1835 + So mochtic mijn gheluc wel scelden!" + Vort sprac Reinaert: Coninc lioen, + Wien twifelt des, ghine moghet doen + Dat ghi ghebiet over mi? + Hoe goet mine sake si, 1840 + Ghi moghet mi vromen ende scaden; + Wildi mi sieden, ofte braden, + Ofte hanghen, ofte blenden, + Ic ne mach u niet ontwenden; + Alle diere sijn in u bedwanc. 1845 + Ghi sijt groot, ende ic bem cranc; + Mine hulp es clene, ende duwe groot: + Bi Gode, al sloeghedi mi doot, + Dat ware ene cranke wrake; + Lichte men daer ave hilde sprake." 1850 + Doe spranc up Belijn, die ram, + Ende sine hie, die met hem quam, + Dat was dame Hawi: + Belijn sprac: Gawi + Alle vort met onser claghe!" 1855 + Brune spranc up, met sinen maghen, + Ende Tibeert die felle, + Ende Isengrijn sijn gheselle, + Forcondet dat everswijn, + Ende die raven Tiecelijn, 1860 + Pancer die bever, ooc Bruneel, + .............. + Dat watervar, dat butseel, + Ende dat eencoren, here Rosseel, + Dieweline, die vrouwe fine, 1865 + Cantecleer ende die kindre sine, + Makende groten vederslach, + Dat foret, Clenebejach, + Liepen alle in dese scare: + Alle dese ghinghen openbare 1870 + Vor haren here, den coninc, staen, + Ende daden Reinaert vaen. + Nu ghinct ghindre up een plaidieren. + Nie horde man van dieren + So scone tale als nu es hier 1875 + Tusscen Reinaerde ende dandre dier; + Vort bringhen dat men seide daer, + Het ware mi pijnlic ende swaer; + Daer omme corte ic u die wort. + Die beste reden ghinghen vort. 1880 + Die claghen, die die diere ontbonden, + Proefden si met orconden, + Als si sculdich waren te doene. + Die coninc dreef die hoghe baroene + Te vonnesse, van Reinaerts sake. 1885 + Doe wijstsi, dat men soude maken + Ene galghe, sterc ende vast, + Ende men Reinaert, den fellen gast, + Daer an hinghe, bi siere kele. + Nu gaet Reinaerde al uten spele. 1890 + Doe Reinaert verordeelt was, + Orlof nam Grimbert die das, + Met Reinaerts naesten maghen: + Sine consten niet verdraghen, + No sine consten niet ghedoghen, 1895 + Dat men Reinaert vor haren oghen + Soude hanghen alse enen dief. + Nochtan wast hem somen lief. + Die coninc, die was harde vroet, + Doe hi mercte ende verstoet, 1900 + Dat so menich jonghelinc + Met Grimbert uten hove ghinc, + Die Reinaerde na bestoet, + Doe peinsdi in sinen moet: + Hier mach in lopen ander raet. 1905 + Al es Reinaert selve quaet, + Hi hevet meneghen goeden maech. + Doe sprac hi: Twi sidi traech, + Isengrijn ende here Bruun? + Reinaerde es cont menich tuun, 1910 + Ende hets den avonde bi; + Hier es Reinaert, ontsprinct hi, + Comt hi III voete uter noot, + Sine list soe es so groot, + Ende hi weet so meneghen keer, 1915 + Hine wert ghevanghen saermeer. + Salmen hanghen, twine doet ment dan? + Eer men nu ghereden can + Ene galge, so eist nacht." + Isengrijn was wel bedacht, 1920 + Ende sprac: Hier es een galghe bi." + Ende met dien worde versuchte hi. + Doe sprac die cater, here Tibeert: + Here Isengrijn, u es verseert + U herte, in wancans u niet; 1925 + Nochtan Reinaert di tal beriet, + Ende selve mede ghinc, + Daermen u twee broeders hinc, + Rume ende Widelanke. + Hets tijt, wildijs hem danken. 1930 + Waerdi goet, het ware ghedaen; + Hine ware niet noch onverdaen." + Isengrijn sprac tote Tibeert: + Wat ghi ons al gader leert! + Ne ghebrake ons niet een strop, 1935 + Langhe heden wiste sijn crop + Wat sijn achterende mochte weghen." + Reinaert, die langhe hadde ghesweghen, + Sprac: Ghi heren, cort mine pine. + Tibert heeft ene vaste line, 1940 + Die hi bejaghede an sine kele + Daer hi vernois hadde vele, + Int huus daer hi den pape beet, + Die vor hem stont al sonder cleet. + Here Isengrijn, nu maect u vore! 1945 + En sidi niet daertoe vercoren, + Ende ghi Brune, dat ghi sult doden + Reinaert, uwen neve, den fellen roden?" + Doe sprac hi ten coninc saen; + Doet Tibert mede gaen; 1950 + Hi mach clemmen, hi mach die line + Updraghen, sonder uwe pine. + Tibert, gaet, ende maect ghereet! + Dat ghi iet let, dats mi leet." + Doe sprac Isengrijn tote Brunen: 1955 + So helpe mi die cloostercrune, + Die boven up mijn hoofd staet! + In horde nie so goeden raet, + Alse Reinaert selve ghevet hier. + Hem langhet omme cloosterbier: 1960 + Nu gawi ende bruwen hem!" + Brune sprac: Neve Tibert, nem + Die line; du sels mede lopen. + Reinaert hi sal nu becopen, + Mijn scone liere, ende dijn oghe! 1965 + Gawi, ende hanghene so hoghe + Dats lachter hebben al sine vrient!" + --Gawi, hi hevets wel verdient," + Sprac Tibert, ende nam die line, + Inne dede nie so lieve pine." 1970 + Nu waren die drie heren ghereet. + .............. + Dats Isengrijn ende Tibeert + Ende her Bruun, die hadde gheleert + Honich stelen tsiere scade. 1975 + Isengrijn was so beraden, + Eer hi vanden hove sciet, + Hine wilde des laten niet, + Hine vermaende nichten ende neven, + Ende alle die binden hove bleven, 1980 + Beide ghebure ende gaste, + Dat si Reinaert hilden vaste. + Vrouwe Hersinde sinen wive + Beval hi, bi haren live, + Dat soe stonde bi Reinaerde, 1985 + Ende soene name biden baerde, + Ende van hem niet ne sciede, + No dor goet, no dor miede, + No dor niede, no dor noot, + No dor sorghe vander doot. 1990 + Reinaert antworde in corten worden, + Dat alle die daer waren horden: + Here Isengrijn, half ghenade! + Al ware u lief mijn grote scade, + Ende al brincti mi in vernoie, 1995 + Ic weet wel, soude miere moien, + Te rechte ghedinken ouder daet, + Soene dade mi nemmer quaet. + Her Isengrijn, soete oom, + Ghi nemt uwes neven cranken goom, 2000 + Ende here Brune ende here Tibeert, + Dat ghi mi dus hebt onneert. + Ghi drie ghi hebbet ghedaen al, + Dat men mi ontliven sal. + Daer toe hebdi ghemaket, 2005 + Dat so wie mi ghenaket, + Sceldet mi dief, oft hevet leet. + Daer omme moetti, God weet, + Geonneert werden alle drie, + Ghine haest, dat ghescie 2010 + Al dat ghi begheert te doene. + Mi es die herte noch also coene: + Ic dar wel sterven ene warf. + Ne wart mijn vader, doe hi starf, + Van allen sinen sonden vri? 2015 + Gaet, ghereet die galghe hier bi: + Een twint mi langher niet ne spaert + (Oft varen moetti hinderwaert) + Alle uwe voete ende uwe been!" + Doe sprac Isengrijn: Ameen! 2020 + Amen, ende hinderwaert + Moet hi varen, die langher spaert!" + Tibert sprac: Nu haestewi!" + Ende met dien worden spronghen si, + Ende liepen vort harde blide, 2025 + Ende pijnden hem te stride + Te springhene over meneghen tuun, + Isengrijn ende here Bruun. + Tibert volghede hem naer: + Hem was die voet een lettel swaer 2030 + Vander linen, die hi droech; + Nochtan was hi rasch ghenoech: + Dat dede hem al die goede wille. + Reinaert stont ende sweech al stille, + Ende sach sine viande lopen, 2035 + Die hem dat strec an waenden cnopen. + --Maer het sal bliven," sprac Reinaert, + Die stoet ende scouwede derwaert + Hoe si springhen ende keren. + Hi peinsde: Deus, wat joncheren! 2040 + Nu laetse springhen ende lopen: + Levic, si sullent noch becopen, + Hare overdaet ende hare scampie, + Mine ghebreke reinaerdie; + Nochtanne sijn si mi 2045 + Liever verre danne bi, + Die ghene die ic meest ontsach. + Nu willic proeven, dat ic mach + Te hove bringhen een baraet, + Dat ic, vor die dagheraet, 2050 + In groter sorghe vant te nacht. + Hevet mine list sulke cracht + Als ic noch hope dat soe doet, + Al es hi listich ende vroet, + Ic wane den coninc noch verdoren." 2055 + Die coninc dede blasen enen horen, + Ende hiet Reinaert uutwaert leden + Reinaert sprac: Laet teerst ghereden + Die galghe, daer ic an hanghen sal; + Ende daer binnen so salic al 2060 + Den volke mine biechte conden, + In verlanesse van minen sonden. + Hets beter, dat al tfolc verstaet + Mine diefte ende mine ondaet, + Dan si namaels eneghen man 2065 + Mine overdaet teghen an." + Die coninc sprac: Nu segghet dan!" + Reinaert stont als een droeve man, + Ende sach al omme, harentare. + Dus so sprac hi al openbare: 2070 + Helpe, seit hi, Dominus! + Nu nes hier niemen in dit huus, + No vrient no viant, ic ne bem + Een deel mesdadich jeghen hem. + Nochtan, horet alle, ghi heren: 2075 + Laet u wisen ende leren, + Hoe ic Reinaert, aerminc, + Eerst die boosheit anevinc. + In allen tiden, spade ende vroe, + Was ic een hovesc kint nochtoe. 2080 + Doe men mi spaende vander mammen, + Ghinc ic spelen metten lammen, + Dor te horne dat ghebleet; + So langhe, dat ic een verbeet: + Ten eersten lapedic dat bloet: 2085 + Het smaecte so wel, het was so goet, + Dat ic dat vleesc mede ontgan. + Daer leerdic leckernie an + So vele, dat ic ghinc ten gheten + Int wout, daer icse horde bleten: 2090 + Daer verbetic hoekine twee. + So dedic derdes daghes mee, + Ende ic wart bouder ende coener, + Ende verbeet haenden ende hoener, + Ende gansen, daer icse vant. 2095 + Doe mi bloedich wart mijn tant, + Was ic so fel ende so wreet, + Dat ic suver up verbeet + Al dat ic vant, ende wat mi dochte + Dat mi bequam, ende ic vermochte. 2100 + Daer na quam ic ende Isengrijn, + Te wintre in enen couden rijm, + Bi Besele onder enen boom: + Hi rekende hi ware mijn oom, + Ende began ene sibbe tellen. 2105 + Aldaer worden wi ghesellen. + Dat mach mi te rechte rouwen! + Daer gheloofden wi, bi trouwe, + Recht gheselscap manlic andren. + Doe begonsten wi te gader wandren. 2110 + Hi stal tgrote, ende ic dat clene: + Dat wi bejaechden wart ghemene; + Ende als wi delen souden doe, + Ic was in hoghen ende vro + Mochtic mijn deel hebben half. 2115 + Alse Isengrijn bejaghede een calf + Oft een weder, oft een ram, + So grongierdi, ende maecte hem gram, + Ende toochde mi ghelaet, + Dat so suur was ende quaet, 2120 + Dat hi mi met van hem verdreef, + Ende hem mijn deel al gader bleef; + Nochtan achtic niet van dien. + So menich warve hebbic versien, + Alse wi een grote proie lagheden, 2125 + Die ic ende mijn oom bejagheden, + Enen osse, oft enen bake, + So ghinc hi sitten met ghemake + Met sinen wive, vrouwe Harsinde, + Ende met sinen VII kindren; 2130 + Sone mocht ic cume dene hebben + Vanden alreminsten rebben, + Die sine kindre en wouden cnaghen. + Dus nauwe hebbic mi bedraghen. + Nochtan dat was mi lettel noot; 2135 + Ne waer dat mijn sin so groot + Die lieve droech te minen oom, + Die mijns nemet cranken goom, + Ic hadde wel ghewonnen tetene. + Coninc, dit doe ic u te wetene: 2140 + Ic hebbe noch selver ende gout, + Dat al es in miere ghewout, + So vele, dat cume een waghen + Te VII werven soude ghedraghen." + Alse die coninc dit verhorde, 2145 + Gaf hi Reinaerde selke andworde: + Reinaert, waen quam u dese scat?" + Reinaert andworde: Ic segghe u dat, + Wildijt weten, alse ict weet: + No dor lief, no dor leet 2150 + Sone salt danne bliven verholen. + Coninc, die scat was bestolen: + Ne waer hi ooc ghestolen niet, + Daer ware die mort bi ghesciet + Ane u lijf, in rechter trouwe, 2155 + Dat uwen vrienden mochte rouwen." + Die coninghinne wart vervaert + Ende sprac: Owi, Reinaert! + Owi, Reinaert! owi! owi! + Owi, Reinaert, wat sechdi? 2160 + Ic mane u bi der selver vaert, + Dat ghi ons secht, Reinaert, + Die u siele varen sal, + Dat ghi ons secht die waerheit al + Openbare, ende bringhet vort: 2165 + Oft ghi weet van enegher mort, + Oft enen mordeliken raet, + Die jeghen minen here gaet, + Dat laet hier openbare horen!" + Nu hort, hoe Reinaert sal verdoren 2170 + Den coninc entie coninghinne, + Ende hi bewerven sal met sinne + Des coninx vrientscap ende hulde; + Ende hoe hi buten haerre sculde + Brune en Isengrijn bede 2175 + Up hief in groten ongherede, + Ende in veten ende in ongheval + Jeghen den coninc bringhen sal. + Dien heren, die nu waren so fier, + Dat si Reinaerde waenden bier 2180 + Te sinen lachter hebben ghebrouwen, + Ic wane wel, in rechter trouwe, + Dat hi sal weder mede blanden, + Dien si drinken sullen met scande. + In enen ghelate van droeven sinne 2185 + Sprac Reinaert: Edele coninghinne, + Al haddi mi nu niet ghemaent, + Ic bem een die sterven waent: + In laet niet ligghen up mine siele; + Ende waert so, dat mi gheviele, 2190 + Mi stonder omme in der helle te sine, + Daer torment es ende pine. + Indien dat die coninc milde + Een ghestille maken wilde, + Ic soude segghen, met ghenade, 2195 + Hoe jammerlike hi was verraden, + Te mordene van sinen lieden. + Nochtan, diet alre meest berieden, + Sijn som van minen liefsten maghen, + Die ic node soude bedraghen, 2200 + Ne daet die sorghe vander helle, + Daer men seit, dat si in quellen, + Die hier sterven, ende mort + Weten, sine brincse vort." + Dien coninc wart die herte swaer, 2205 + Ende sprac: Reinaert, sechstu mi waer!" + --Waer?" sprac Reinaert, vraechdi des? + Jane weet ghi niet hoet met mi es? + Ne bewaent niet, edel coninc, + Al bem ic een aerminc, 2210 + Hoe mochtic sulke mort ghetemen? + Waendi, dat ic wille nemen + Ene loghene uptie langhe vaert? + In trouwe neenic," sprac Reinaert. + Bi der coninghinne rade, 2215 + Die sere ontsach des coninx scade, + Gheboot die coninc openbare, + Dat niemen daer so coene en ware, + Dat hi een wordekijn iet sprake, + Tottien, dat Reinaert met ghemake 2220 + Hadde volseit al sinen wille. + Doe sweghen si alle gader stille. + Die coninc hiet Reinaerde spreken. + Reinaert was van fellen treken: + Hem dochte scone sijn gheval, 2225 + Hi sprac: Nu swighet over al, + Na dien dat es den coninc lief: + Ic sal u lesen, sonder brief, + Die verradenesse openbare, + So dat ic niemene en spare, 2230 + Dien ic te wroeghene sculdich bem. + Dies lachter hevet, scaems hem!" + Nu vernemt alle gader, + Hoe Reinaert sinen ertscen vader + Met verradenesse sal bedraghen, 2235 + Ende een van sinen liefsten maghen, + (Dat was Grimbert, die das,) + Die hem hout van herten was. + Dat dede Reinaert omme dat, + Dat hi wilde, dat men te bat 2240 + Sinen worden gheloven soude, + Van sinen vianden, oft hi woude + Dien verranesse tien an. + Nu hort, hoe hi dies began: + Wilen tere stonde 2245 + Hadde mijn here vonden + Des coninx Hermelinx scat, + In ere verholenre stat. + Doe mijn vader hadde vonden + Den scat, wart hi in corten stonden 2250 + So overdadich, ende so fier, + Dat hi veronwerde alle dier, + Die sine ghenote te voren waren. + Hi dede Tibert, den cater, varen + In Ardennen, dat wilde lant, 2255 + Aldaer hi Brune den bere vant: + Hi ontboot Brunen Gods houde, + Ende in Vlaendren comen soude, + Oft hi coninc wilde wesen. + Brune wart vro van desen, 2260 + Hi hadt meneghen dach begheert: + Doe maecte hi hem te Vlaendrenweert + Ende quam in Waes, int soete lant, + Daer hi minen vader vant. + Mijn vader omboot Grimberte, den wisen, 2265 + Ende Isengrine, den grisen, + (Tibert, die cater, was die vijfte) + Ende quamen tenen dorpe, hiet Hijfte. + Tusscen Hijfte ende Ghent + Hilden si haer parlement, 2270 + In ere belokenre nacht; + Daer quamen si bi sduvels cracht + Ende bi des duvels ghewelt, + Ende swoeren daer an twoeste velt + Alle vive, des coninx doot. 2275 + Nu horet wonder harde groot: + [Si swoeren up Isengrijns crune, + Alle vive, datsi Brune + Coninc ende here souden maken, + Ende settene in den stoele tAken,] 2280 + Ende hi crone soude draghen. + Wilde iemen van des coninx maghen + Dat wedersegghen, mijn vader soude + Met sinen selvere ende sinen goude + So den ghenen steken achter, 2285 + Dat sijs souden hebben lachter. + Dit wetic, ende segghe u hoe. + Eens maerghins harde vroe + Gheviel, dat mijn neve, die das, + Van wine een lettel dronken was, 2290 + Ende dien verholnen raet minen + Wive, vrouwe Harmelinen, + Al van pointe te pointe seide, + Daer si liepen an der heiden. + Mijn wijf es ene vremde vrouwe, 2295 + Ende gaf Grimberte hare trouwe, + Dat verholen bliven soude. + Ten eersten dat soe quam te woude, + Daer ic was, ende soe mi vant, + So telde soet mi te hant: 2300 + Newaer het was al stillekine. + Ooc seide soe mi sulke lijctekine, + Die ic kende al so waer, + Dat mi alle mine haer + Upwaert stonden, van groten vare. 2305 + Mine herte wart mi openbare + Also cout alse een ijs. + Dies sijt seker ende wijs, + Ic kinde Brune valsc ende quaet, + Ende vul van alre overdaet. 2310 + Ic peinsde: worde hi onse here, + Dat ontvruchtic harde sere, + Dat wi alle waren verloren. + Ic kinde den coninc so wel gheboren, + Ende soete, ende goedertiere, 2315 + Ende ghenadich allen dieren. + Het dochte mi bi allen dinghen + Eene quade manghelinghe, + Die ons ne mochte comen + No tere, no te vrome; 2320 + Mine herte grote sorghe doghede. + Hier omme pijndic ende poghede + Hoe so erge ene sake, + Testoret worde, ende ic brake + Mijns vader bosen raet, 2325 + Die een dorper, enen vraet, + Coninc ende here maken waende. + Emmer badic Gode, ende maende, + Dat hi den coninc, minen here, + Behilde sine wareltere. 2330 + Bedi ic kinde wale dat, + Behilde mijn vader sinen scat, + Si souden wel des raets ghetelen, + Onder hem ende sinen ghespelen, + Dat die coninc worde verstoten. 2335 + In diepen ghepeinsen ende in groten + Was ic dicke, hoe ic die stat + Soude vinden, waer die scat + Lach, die hi hadde vonden. + Ic wachte nauwe tallen stonden 2340 + Minen vader, ende leiden laghen + In meneghen bosch, in menegher haghe, + Beide in velde ende in woude, + Waer mijn vader, die listighe oude, + Henen trac ende henen liep: 2345 + Was het droghe, was het diep, + Wast bi nachte, wast bi daghe, + Ic was emmer in die laghe; + Wast bi daghe, wast bi nachte, + Ic was emmer in die wachte. 2350 + Up ene stont gheviel daer nare, + Dat ic mi decte met groten vare, + Ende lach ghestrect neven derde, + Ende vanden scatte, die ic begherde, + Gherne iewet hadde vernomen: 2355 + Doe saghic minen vader comen + Ute enen hole ghelopen. + Doe began ic ten scatte hopen + Bi den barate die ic hem sach + Driven, als ic u segghen mach: 2360 + Want doe hi uten holen quam, + Sach ic wel, ende vernam, + Dat hi omme sach. Doe merkedi, + Oft hem iemene ware bi; + Ende als hi niemene en sach, 2365 + Doe queddi den sconen dach, + Ende stoppede dat hol met sande, + Ende maectet ghelijc den andren lande. + Dat ic dat sach ne wiste hi niet. + Doe saghic, eer hi dane sciet, 2370 + Dat hi den steert liet nedergaen + Daer sine voete hadden ghestaen, + Ende decte sijn spore metter moude. + Daer leerdic an den vroeden ouden + Een lettel meesterliker liste, 2375 + Die ic te voren niet ne wiste. + Aldus voer mijn vader dane + Ten dorpewaert, daer die hanen + Ende die vette hinnen waren. + Teerst dat ic mi dorste baren, 2380 + Spranc ic up, en liep ten hole: + Ic wilde niet langher sijn in dole, + Ende ic gheraecter toe te hant. + Sciere scraefdic up dat sant + Met minen voeten, ende croop in 2385 + Aldaer ic vant groot ghewin; + Daer vandic selver ende gout: + Hier nes niemen nu so out, + Dies nie so vele te gader sach. + Doe ne spaerdic nacht no dach, 2390 + In ghinc trecken ende draghen, + Sonder kerre ende sonder waghen, + Over dach ende over nacht, + Met algader miere cracht. + Mi halp mijn wijf, vrouwe Hermeline: 2395 + Des dogheden wi grote pine, + Eer wi den overgroten scat + Brochten in een ander gat, + Daer hi bet lach tonsen ghelaghe. + Wi droeghene onder ene haghe 2400 + In een hol verholenlike: + Doe was ic van scatte rike. + Nu hort, wat si hier binnen daden, + Die den coninc hadden verraden. + Brune, die bere, sendde uut 2405 + Verholenlike sijn saluut + Achter lande, ende omboot + Al den ghenen rijcheit groot, + Die dienen wilden omme tsout: + Hi beloofde hem selver ende gout 2410 + Te ghevene met milder hant. + Mijn vader liep in al dat lant, + Ende droech des Brunen brieve: + Hoe lettel wiste hi, dat die dieve + Te sinen scatte waren gheraect, 2415 + Dies hem quite hadden ghemaect. + En ware die scat niet ontgonnen, + Hi hadder met die stat van Lonnen + Al te gader moghen copen. + Dus wan hi an sijn omme lopen. 2420 + Doe mijn vader, al omme ende omme, + Tusscen dier Elve entier Somme + Hadde ghelopen al dat lant, + Ende hi meneghen seriant + Hadde ghewonnen met sinen goude, 2425 + Die hem te hulpe comen soude, + Alse die somer quame int lant, + Keerde mijn vader daer hi vant + Brune entie ghesellen sine. + Doe teldi die grote pine 2430 + Ende die menichfoude sorghe, + Die hi vor den hoghen borghen + Int lant van Sassen hadde leden, + Daer die jagheren na hem reden + Alle daghe met haren honden, 2435 + Die hem vervaerden te menegher stonde. + Dit telde hi te spele al gader. + Daer na so toghede mijn vader + Brieve, die Brunen wel bequamen, + Daer XII.c al bi namen 2440 + Ser Isengrijns maghe in stonden, + Met scerpen claeuwen, met diepen monden; + Sonder die catten, ende die baren, + Die alle in Bruuns soude waren, + Ende die vosse metten dassen 2445 + Van Doringen ende van Sassen. + Dese hadden alle ghesworen, + Indien dat men hem te voren + Van XX daghen gave haer sout, + Si souden Brunen met ghewout 2450 + Seker wesen tsinen ghebode. + Dit benam ic al, danc Gode! + Doe mijn vader hadde ghedaen + Sine bodscap, soude hi gaen + Ende scouwen sinen scat; 2455 + Ende als hi quam ter selver stat, + Daer hine ghelaten hadde te voren, + Was die scat al verloren, + Ende sijn hol was uptebroken. + Wat holpe vele hier af ghesproken? 2460 + Doe mijn vader dat vernam, + Wart hi serich ende gram, + Dat hi van torne hem selven hinc. + Dus bleef achter Brunen dinc + Bi miere behendichede al. 2465 + Nu merct hier mijn ongheval: + Here Isengrijn ende Brune, die vraet, + Hebben nu den nauwen raet + Metten coninc openbare, + Ende arm man Reinaert es die blare!" 2470 + Die coninc ende die coninghinne, + Die beide hopeden ten ghewinne, + Si leden Reinaert buten te rade, + Ende baden hem, dat hi wel dade, + Ende hi hem wijsde sinen scat. 2475 + Ende alse Reinaert hoorde dat + Sprac hi: Wijsdic u mijn goet, + Here coninc, die mi hanghen doet, + So waer ic ute minen sinne." + --Neen Reinaert, sprac die coninghinne, 2480 + Mijn here sal u laten leven, + Ende sal u vriendelike vergheven + Algader sinen evelen moet; + Ende ghi sult vortmeer sijn vroet + Ende goet, ende ghetrouwe." 2485 + Reinaert sprac: Dit doe ic, vrouwe, + Indien dat mi die coninc nu + Vaste ghelove, hier vore u, + Dat hi mi gheve sine hulde, + Ende Brune alle mine sculde 2490 + Wille vergheven; ende omme dat + So willic hem wisen minen scat, + Den coninc, al daer hi leghet." + Die coninc sprac: Ic ware ontweghet, + Wildic Reinaerde vele gheloven: 2495 + Hem es dat stelen ende dat roven + Ende dat lieghen gheboren int been." + Die coninghinne sprac: Here, neen, + Ghi moghet Reinaerde gheloven wel: + Al was hi hier te voren fel, 2500 + Hi nes nu niet dat hi was. + Ghi hebt ghehort, hoe hi den das + Ende sinen vader hevet bedreghen + Met morde, die hi wel beteghen + Mochte hebben andren dieren, 2505 + Wildi meer sijn arghertiere + Ofte fel, ofte onghetrouwe." + Doe sprac die coninc: Gentel vrouwe, + Al waendic dat mi soude scaden, + Eist dat ghijt mi dorret raden, 2510 + So willict laten up u ghenent, + Dese vorworde ende dit covent, + Up Reinaerts trouwe staen: + Newaer, ic segghe hem, sonder waen, + Doet hi meer archede, 2515 + Alle die hem ten tienden lede + Sijn belanc, sullent becopen!" + Reinaert sach den coninc belopen, + Ende wart blide in sinen moet, + Ende sprac: Here, ic ware onvroet, 2520 + Ne gheloofdic niet also." + Doe nam die coninc een stro + Ende vergaf Reinaerde algader + Die wanconst van sinen vader, + Ende sijns selves mesdaet toe. 2525 + Al was Reinaert blide doe, + Dan dinct mi gheen wonder wesen: + Jane was hi vander doot ghenesen! + Doe Reinaert quite was ghelaten, + Was hi blide utermaten, 2530 + Ende sprac: Coninc, edel here, + God moete u lonen al der ere + Die ghi mi doet, ende mine vrouwe. + Ic secht u wel, bi miere trouwe, + Dat ghi mi vele ere doet: 2535 + So grote ere, ende so groot goet, + Dat niemen nes onder die sonne, + Dien ic alse wale soude onnen + Mijns scats ende miere trouwe, + Als ic u doe, ende miere vrouwe." 2540 + Reinaert nam een stro vor hem + Ende sprac: Here coninc, nem, + Hier geve ic di up den scat + Die wilen Ermelinc besat." + Die coninc ontfinc dat stro, 2545 + Ende dancte Reinaerde so, + Als quansijs: Dese maect mi here!" + Reinarts herte loech so sere, + Dat ment wel na an hem vernam, + Doe die coninc so gehorsam 2550 + Algader was te sinen wille. + Hi sprac: Here, swighet stille; + Merket, waer mine redene gaet: + Int oostende van Vlaendren staet + Een bosch, ende heet Hulsterlo. 2555 + Coninc, ghi moghet wesen vro, + Mochti onthouden dit: + Een borne, heet Kriekepit, + Gaet suutwest niet verre dane; + Here coninc, ghine dorft niet wanen, 2560 + Dat ic u der waerheit iet messe: + Dats een die meeste wildernesse, + Die men hevet in enich rike. + Ic segghe u ooc ghewaerlike, + Dat somwilen es een half jaer, 2565 + Dat toten borne comet daer + No weder man nochte wijf, + No creature die hevet lijf, + Sonder die ule entie scuvuut, + Die daer nestelen in dat cruut, 2570 + Oft enich ander voghelijn + Dat daerwaert gherne wilde sijn, + Ende daer bi avonture lidet: + Daer in leghet mijn scat ghehidet. + Verstaet wel ditte, hets u nutte: 2575 + Die stede hetet Kriekeputte. + Ghi sult daer gaen, ende mine vrouwe; + Ne weset ooc niemene so ghetrouwe, + Die ghi sult laten wesen u bode, + Verstaet mi wel, coninc, dor Gode, 2580 + Maer gaet daer selve. Ende alse ghi + Dien selven putte comet bi, + Ghi sult vinden jonghe berken. + Here coninc, dit suldi merken: + Die alrenaest den putte staet, 2585 + Coninc, tote dier berken gaet: + Daer leghet die scat onder begraven. + Daer suldi delven ende scraven + Een lettel mos an ene side: + Daer suldi vinden menich ghesmide 2590 + Van goude, rikelijc ende scone: + Daer suldi vinden ooc die crone, + Die Ermelinc die coninc droech, + Ende ander chierheit ghenoech, + Edele stene, guldijn werc: 2595 + Men cocht niet omme dusent merc. + Ai coninc, als ghi hebt dat goet, + Hoe suldi peinsen in uwen moet: + Ai, Reinaert, ghetrouwe vos, + Die hier groeves in dit mos, 2600 + Desen scat bi dijnre list, + God gheve di goet, waer du bist!" + Doe andworde die coninc saen: + Reinaert, sal ic die vaert bestaen, + Ghi moet sijn mede in die vaert, 2605 + Ende ghi moet ons, Reinaert, + Helpen den scat ontdelven. + Ic ne wane bi mi selven + Aldaer nemmermeer gheraken; + Ic hebbe ghehort noemen Aken 2610 + Ende Parijs, eist daer iet na? + Ende also als ic versta, + So smekedi, Reinaert, ende roemt; + Kriekeputte, dat ghi hier noemt, + Wanic, es een gheveinsde name." 2615 + Dit was Reinaerde ombequame, + Ende verbalch hem, ende seide: Ja, + Coninc, ghi sijter also na, + Alse van Colne tote Meie; + Waendi, dat ic u die Leie 2620 + Wille wisen in dien flume Jordane? + Ic sal u wel toghen, dat ic wane, + Orconde ghenoech, al openbare." + Lude riep hi: Cuwaert, comt hare, + Comet vor den coninc, Cuwaert!" 2625 + Die diere saghen dese vaert: + Hem allen wonderde, wat daer ware, + Cuwaert hi ghinc met vare: + Hem wonderde, wat die coninc woude. + Reinaert sprac: Cuwaert, hebdi coude? 2630 + Ghi bevet; sijt blide al sonder vaer, + Ende secht minen here den coninc waer, + Dies mane ic u, bi der trouwe + Die ghi sijt sculdich miere vrouwe, + [Van al dat ic u sal vraghen." 2635 + --Al sout mi gaen an mine craghe, + Sprac Cuwaert, ic u niet en loghe; + Ghi hebt mi ghemaent also hoghe, + Dat ict te segghene sculdich bem."] + Doe sprac Reinaert: So secht hem: 2640 + Weetstu waer Kriekeputte steet?" + Cuwaert sprac: Oft ict weet? + Jaic, hoene sout wesen so? + Ne staet hi niet bi Hulsterlo, + Up dien moer, in die woestine! 2645 + Ic hebber ghedoget grote pine, + Ende meneghen hongher, menich coude, + Ende armoede so menichfoude, + Up Kriekeputte, so menighen dach, + Dat ics vergheten niet ne mach. 2650 + Hoe mochte ic vergheten dies, + Dat aldaer Reinout die Vries + Die valsche penninghe sloech, + Daer hi hem mede bedroech + Entie ghesellen sine? 2655 + Dat was eer ic met Rine + Mijn gheselscap makede vast, + Die mi gequijtte meneghen last." + --Owi, sprac Reinaert, soete Rijn, + Lieve gheselle, scoon hondekijn, 2660 + Vergave God, waerdi nu hier, + Ghi sout toghen weder dese dier, + Met uwen sone, waers te doene, + Dat ic noint wart so coene, + Dat ic eneghe sake dede, 2665 + Daer ic den coninc mochte mede + Te miwaert belghen doen met rechte. + Gaet weder onder ghene cnechte, + (Sprac Reinaert) haestelic, Cuwaert; + Mijn here die coninc ne heeft tuwaert 2670 + Neghene sake te sprekene meer." + Cuwaert dede een wederkeer, + Ende ghinc van sconinx rade daer. + Reinaert sprac: Coninc, eist waer + Dat ic seide?"--Reinaert, jaet, 2675 + Verghevet mi, ic dede quaet, + Dat ic u mestroude iet: + Reinaert, goede vrient, nu siet + Den raet, dat ghi met ons gaet + Ten putte, al daer die berke staet, 2680 + Daer die scat leghet begraven onder." + Reinaert sprac: Ghi secht wonder: + Waendi in waers harde vro, + Coninc, oft mi stonde also, + Dat ic met u wandelen mochte, 2685 + Also als ons beiden dochte, + Ende ghi waert al sonder sonde? + Neent, hets alse ic u orconde, + Ende ict u segghe, al eist scame: + Doe Isengrijn in sduvels name 2690 + In dordine ghinc hier te voren, + Ende hi te monke wart bescoren, + Doene conste hem niet ghenoeghen, + Daer VI monke hem bi bedroeghen. + Hi claghede ende kermede 2695 + So sere, dats mi ontfermede. + Doe hi cranc wart ende traech, + Doe haddics rouwe, als een sijn maech, + Ende gaf hem raet, dat hi ontran: + Daer omme bem ic in spaeus ban. 2700 + Maerghin, als die sonne up gaet, + Willic te Rome om aflaet; + Van Rome willic over see: + Dane en keric nemmermee, + Eer ic so vele hebbe ghedaen, 2705 + Coninc, dat ic met u mach gaen, + Tuwer ere, ende tuwer vrome, + Oft ic te lande weder come. + Het ware een onscone dinc, + Soudi, here coninc, 2710 + Maken uwe wandelinghe + Met enen verwaten ballinghe, + Als ic nu bem, God betere mi!" + Die coninc sprac: Reinaert, sidi + Iet langhe verbannen?" Doe sprac Reinaert: 2715 + Jaic, hets III jaer, dat ic waert + Vor den deken Hermanne + In vollen seende tebannen." + Die coninc sprac: Nadat ghi sijt + Tebannen, men souts mi doen verwijt 2720 + Lietic u met mi wanderen: + Ic sal Cuwaert ofte enen andren + Toten scatte doen gaen met mi; + Ende ic rade u, Reinaert, dat ghi + Niet ne laet, ghine vaert, 2725 + Dat ghi u vanden banne claert." + --Sone doe ic, sprac Reinaert, + Ic ga maerghin te Romewaert, + Gaet na den wille mijn!" + Die coninc sprac: Ghi dinct mi sijn 2730 + Bevaen in harde goeden dinghen; + God onne u, dat ghijt moet vulbringhen, + Reinaert, alse u ende mi + Ende ons allen nutte si!" + Doe dese redene was ghedaen, 2735 + Doe ghinc Nobel, die coninc, staen + Up ene hoghe staghe van stene, + Daer hi up plach te stane allene + Als hi sat int hof te dinghe. + Die diere saten tenen ringhe 2740 + Al omme ende omme in dat gras, + Nadien dat elc gheboren was. + Reinaert stont bi der coninghinne, + Ende sprac met enen bliden sinne: + Bidt vor mi, edele vrouwe, 2745 + Dat ic u met lieve weder scouwe." + Soe sprac: Die here, daert al an staet, + Doe u van sonden vul aflaet!" + Die coninc entie coninghinne + Ghinghen met enen bliden sinne 2750 + Vor haer diere, arme ende rike. + Die coninc hi sprac vriendelike: + Reinaert es hier comen te hove, + Ende wille, dies ic Gode love, + Hem betren met al sinen sinne; 2755 + Ende mijn vrouwe die coninghinne + Hevet so vele ghedaen dor hem, + Dat ic sijn vrient worden bem, + Ende hi versoent es jeghen mi, + Ende ic hem hebbe ghegheven vri 2760 + Beide lijf ende lede: + Reinaerde ghebiedic vullen vrede; + Anderwaerf ghebiedic hem vrede; + Ende derde waerve mede: + Ende ghebiede u allen, bi uwen live, 2765 + Dat ghi Reinaerde, ende sinen wive + Ende sinen kindren ere doet, + Waer si comen in u ghemoet, + Sijt bi nachte, sijt bi daghe; + In wille meer neghene claghe 2770 + Van Reinaerts dinghen horen. + Al was hi roekeloos hier vore + Hi wille hem betren, ic segghe u hoe: + Reinaert wille maerghin vroe + Palster ende scerpe ontfaen, 2775 + Ende wille te Rome gaen, + Ende van Rome wille hi over see, + Ende dane comen nemmermee, + Eer hi heeft vul aflaet + Van alre sondeliker daet." 2780 + Dese tale hevet Ticcelijn vernomen + Ende vlooch, dane hi es comen, + Ende hi vant die III ghesellen; + Nu hort, wat hi hem sal tellen: + Hi sprac: Keitive, wat doedi hier? 2785 + Reinaert es meester bottelgier + Int hof, ende moghende utermaten; + Die coninc heeftene quite ghelaten + Van allen sinen mesdaden, + Ende ghi sijt alle III verraden." 2790 + Isengrijn began andworden + Ticeline met corten worden: + Ic wane, ghi lieghet, here raven!" + Mettien worde began hi scaven, + Ende Brune, hi volchde mede: 2795 + Si ghinghen recken hare lede + Lopende ten conincwaert. + Tibert was sere vervaert, + Ende bleef sittende up die galghe. + Hi was van sinen ruwen balghe 2800 + In sorghe groot, so utermaten, + Dat hi gherne wilde laten + Sijn oghe varen over niet, + Dat hi in spapen scure liet, + Indien dat hi versoent ware. 2805 + Hine wiste wat doen van vare + Dan hi ghinc sitten up die micke. + Hi claechde vele ende harde dicke, + Dat hi Reinaert nie bekinde. + Isengrijn quam met gheninde 2810 + Ghedronghen vore die coninghinne, + Ende sprac met enen fellen sinne + Te Reinaertwaert, so verre, + Dat die coninc wart al erre, + Ende hiet Isengrijn vaen, 2815 + Ende Brune. Also saen + Wortsi ghevanghen ende ghebonden: + Ghine saghet nie verwoeden honden + Doen meer lachters dan men dede + Isengrine ende Brunen mede. 2820 + Men voerese alse lede gaste, + Men bantse beide daer so vaste, + Dat si binder nacht + Met gheenrande cracht + Een let niet en mochten roeren. 2825 + Nu hort, hoe hise vort sal voeren, + Reinaert, die hem was te wreet: + Hi dede, dat men Brunen sneet + Van sinen rugghe een velspot af, + Dat men hem tere scerpen gaf, 2830 + Voets lanc ende voets breet. + Nu ware Reinaert al ghereet, + Haddi versce scoen. + Nu hort wat hi sal doen, + Hoe hi sal scoen ghewinnen. 2835 + Hi ruunde toter coninghinne: + Vrouwe, ic hem u pelgrijn: + Hier es mijn oom Isengrijn, + Hi hevet II vaste scoen, + Helpt mi, dat icse an mach doen. 2840 + Ic neme u siele in mine plecht: + Het es pelgrijns recht, + Dat hi ghedenke in sinen ghebeden + Al tgoet dat men hem noit dede; + Ghi moghet u siele an mi scoien. 2845 + Doet Harsinde miere moien + Gheven twee van haren scoen. + Dit moghedi wel met ere doen: + Soe blivet thuus in haer ghemac." + --Gherne (die coninghinne sprac); 2850 + Reinaert, ghine mochtes niet omberen + Ghine hebt scoen; ghi moet varen + Uten lande in Gods ghewout, + Over berghe ende int wout, + Ende terden struke ende stene: 2855 + Dine arbeit wert niet clene, + Hets di noot dattu hebs scoen; + Ic wilre mine macht toe doen. + Die Isengrijns waren u ghemicke, + Si sijn so vaste ende so dicke 2860 + Die hi draghet ende sijn wijf: + Al sout hem gaen an haer lijf, + Elkerlijc moet u gheven scoen, + Daer ghi mede u vaert moet doen." + Dus hevet die valsce pelgrijn 2865 + Beworven, dat der Isengrijn + Al toten cnien hevet verloren + Van beiden sinen voeten voren + Dat vel al gader toten claeuwen. + Ghine saecht noint voghel braeuwen, 2870 + Die stilre hilt al sine lede, + Dan Isengrijn die sine dede, + Doe men so jamerlike ontscoeide, + Dat hem dat bloet ten teen af vloeide. + Doe Isengrijn ontscoeit was, 2875 + Moeste gaen ligghen up dat gras + Vrouwe Hersint, die wulvinne, + Met enen wel droeven sinne; + Ende liet haer afdoen dat vel, + Ende die claeuwen also wel, 2880 + Van beiden haren voeten bachten. + Dese daet dede wale sachten + Reinaerde sinen droeven moet. + Nu hort, wat claghen hi noch doet: + Moie, seit hi, lieve moie, 2885 + In hoe meneghen vernoie + Hebdi dor minen wille ghewesen! + Dats mi al leet; sonder van desen + Eist mi lief, ic segghe u twi: + Ghi sijt, des ghelovet mi, 2890 + Een die liefste van minen maghen, + Bedi sal ic u scoen an draghen. + God weet, dats al uwe bate! + Ghi sult an hoghen aflate + Delen, ende an alt pardoen, 2895 + Lieve moie, dat ic in u scoen + Sal bejaghen over see." + Vrouwe Hersinde was so wee, + Dat soe cume mochte spreken. + --Ai Reinaert, God moete wreken, 2900 + Dat ghi over ons siet uwen wille!" + Isengrijn balch, ende sweech stille, + Ende sijn gheselle Brune; neware + Hem was te moede harde sware; + Si laghen ghebonden ende ghewont. 2905 + Hadde ooc doe ter selver stont + Tibert die cater ghewesen daer, + Ic dar wel segghen, over waer, + Hi hadde so vele ghedaen te voren, + Hine waers niet bleven sonder toren. 2910 + Wat halpt, dat ict u maecte lanc? + Des anderdaghes vor sonnenupganc + Dede Reinaert sine scoen snoeren, + Die Isengrijns waren te voren, + Ende sijns wijfs vrouwe Hersinden, 2915 + Ende hadse vaste ghedaen binden + Om sine voete, ende ghinc + Daer hi vant den coninc, + Ende sijn wijf, die coninghinne. + Hi sprac met enen soeten sinne: 2920 + Here, God gheve u goeden dach, + Ende miere vrouwe, die ic mach + Prijs gheven wel met rechte: + Nu doet gheven uwen cnechte, + Palster ende scerpe, ende laet mi gaen." 2925 + Doe dede die coninc haesten saen + Den capelaen, Belijn den ram; + Ende als hi bi den coninc quam + Sprac die coninc: Hier es + Dese pelgrijn; leest hem een gheles, 2930 + Ende ghevet hem scerpe ende staf!" + Belijn den coninc antworde gaf: + Here, in dar des doen niet: + Reinaert hevet selve begiet, + Dat hi es in spaeus ban." 2935 + Die coninc sprac: Belijn, wattan? + Meester Jufroet doet ons verstaen: + Hadde een man allene ghedaen + Also vele sonden alse alle die leven, + Ende wildi archeit al begheven, 2940 + Ende daer af te biechte gaen, + Ende penitencie ooc ontfaen, + Dat hi over see wille varen, + Hi mochte wel hem selve claren." + Belijn sprac ten coninc echt: 2945 + Ic en doere toe crom no recht, + Van gheesteliker dinc altoos, + Ghine wilt mi quiten scadeloos + Jeghen den bisscop, ende den deken." + Die coninc sprac: In VIII weken 2950 + Sone wane ic u bidden so vele; + Ooc haddic liever, dat uwe kele + Hinghe, dan ic u heden bat!" + Ende alse Belijn horde dat, + Dat die coninc balch te hemwaert, 2955 + Wart Belijn so vervaert, + Dat hi bevede van vare, + Ende ghinc ghereden sinen autare, + Ende beghan singhen ende lesen + Al dat hem goed dochte wesen. 2960 + Doe Belijn die capelaen + Omoedelike hadde ghedaen + Dat ghetide vanden daghe, + Doe hinc hi an Reinaerts craghe + Ene scerpe van Bruuns velle; 2965 + Ooc gaf hi den fellen gheselle + Den palster in die hant daer bi, + Te sinen ghevoeghe. Doe was hi + Al ghereet te siere vaert. + Doe sach hi ten conincwaert: 2970 + Hem liepen die gheveinsde trane + Neder neven sine granen, + Alse oft hi jammer in siere herte + Van rouwe hadde ende grote smerte! + Dit was bedi, ende anders niet, 2975 + Dat hi hem allen, die hi daer liet, + Niet hadde beraden al sulke pine, + Alse Brunen ende Isengrine + Van hem hadde moghen ghevallen. + Nochtan stont hi, ende bat hem allen, 2980 + Dat si over hem bidden souden, + Also ghetrouwelike als si wouden + Dat hi over hem allen bade. + Dat orlof nemen dochte hem spade, + Want hi gherne dane ware: 2985 + Hi was altoos sere in vare, + Als die hem selven sculdich weet. + Doe sprac die coninc: Mi es leet, + Reinaert, dat ghi dus haestich sijt." + --Neen, here, het es tijt: 2990 + Men sal neghene weldaet sparen. + Uwen orlof: ic wille varen." + Die coninc sprac: Gods orlof." + Doe gheboot hi al dat hof + Met Reinaerde uut te gane, 2995 + Sonder allene die ghevane. + Nu wart Reinaert pelgrijn, + Ende sijn oom Isengrijn + Ende Brune si ligghen ghebonden, + Ende siec van seren wonden. 3000 + Mi dinct, ende ic wane das, + Dat niemen so onspellic was + Tusscen Pollanen ende Scouden, + Die hem van lachene hadde onthouden, + Sowat rouwe so hem mochte ghescien, 3005 + Hadde hi Reinaert doe ghesien, + Hoe wonderlijc hi henen ghinc, + Ende hoe ghemackelijc dat hem hinc + Scerpe ende palster omme den hals, + Ende die scoen als ende als, 3010 + Die hi droech an sinen been + Ghebonden, so dat hi sceen + Een pelgrijn licht ghenoech. + Reinaerts herte binnen loech, + Dor dat si alle met hem ghinghen 3015 + Met so groter sameninghe, + Die hem te voren waren wreet. + Doe sprac hi: Coninc, mi es leet, + Dat ghi so verre met mi gaet: + Ic vruchte, het mach u wesen quaet! 3020 + Ghi hebt ghevaen II mordenaren: + Ghevalt, dat si u ontfaren, + Ghi hebt u te wachtene meer + Dan ghi noint hadt eer. + Blijft ghesont, ende laet mi gaen." 3025 + Na deser tale ghinc hi staen + Up sinen achtersten benen, + Ende maende grote ende clene, + Dat si alle vor hem baden, + Oft si van allen weldaden 3030 + Recht deel nemen wouden. + Si seiden alle, dat si souden + Sijns ghedinken in haer ghebeden. + Nu hort vort wat Reinaert dede: + Daer hi vanden coninc sciet, 3035 + So droevelic hi hem gheliet, + Dat hem somen sere ontfaremde. + Cuwaert den hase hi becaremde: + Owi, Cuwaert, sullen wi sceiden! + Oft ghi wilt, ghi sult mi gheleiden, 3040 + Ende mijn vrient Belijn die ram: + Ghi twee, ghine daet mi noint gram. + Ghi moet mi bet vort bringhen! + Ghi sijt van soeter wandelinghe, + Ende omberocht, ende goedertiere, 3045 + Ende ombeclaghet van allen dieren. + Ghestade es uwer beider sede, + Als ic doe ten tiden dede. + Als ic clusenare was; + Hebdi lovere ende gras, 3050 + Ghine doet neghenen eesch + Nochte om broot nochte om vleesch, + Nochte om sonderlingher spise." + Met aldus ghedanen prise + Hevet Reinaert dese II verdoort, 3055 + Dat si met hem ghinghen voort, + Tote dat hi quam vor sijn huus, + Ende vor die porte van Maupertuus. + Alse Reinaert vor die porte quam, + Hi sprac: Belijn, neve ram, 3060 + Ghi moet allene buten staen: + Ic moet in mine veste gaen. + Cuwaert sal in gaen met mi. + Here Belijn, bidt hem, dat hi + Trooste wel vrouwe Hermelinen, 3065 + Met haren clenen welpkinen, + Als ic orlof an hem neme." + Belijn sprac: Ic bids heme, + Dat hise alle trooste wale." + Reinaert ghinc met scoonre tale 3070 + So smeken ende losengieren + In so menegher maniere, + Dat hi bi barate brochte + Cuwaert in sine haghedochte. + Als si in dat hol quamen, 3075 + Cuwaert ende Reinaert tsamen, + Doe vontsi vrouwe Hermelinen + Met haren clenen welpkinen, + Die was in sorghe ende in vare; + Want soe waent, dat Reinaert ware 3080 + Verhanghen. Ende als soe vernam, + Dat hi weder thuuswaert quam, + Ende palster ende scerpe droech, + Dit dochte haer wonders ghenoech. + Soe was blide ende sprac saen: 3085 + Reinaert, hoe sidi ontgaen?" + --Ic bem worden pelgrijn. + Here Brune ende here Isengrijn + Sijn worden ghisele over mi: + Die coninc hevet, danc hebbe hi, 3090 + Cuwaert ghegheven in rechter soene, + Al onsen wille mede te doene. + Die coninc hi liede das, + Dat Cuwaert die eerste was, + Die ons verriet jeghen hem: 3095 + Ende bi der trouwe, die ic bem + Sculdich u, vrouwe Hermeline! + Cuwaerde naket grote pine; + Ic bem up hem met rechte gram." + Ende alse dat Cuwaert vernam, 3100 + Keerdi hem omme, ende waende vlien; + Maer dat ne conste niet ghescien; + Want Reinaert hadde hem ondergaen + Die porte, ende ghegrepene saen + Bi der kelen mordelike. 3105 + Ende Cuwaert riep ghenadelike: + Helpt mi, Belijn, waer sidi? + Dese pelgrijn verbijt mi!" + Dat roepen sciere was ghedaen, + Bedi Reinaert hadde saen 3110 + Sine kele ontwee ghebeten. + Doe sprac hi: Nu gawi eten + Desen goeden vetten hase!" + Die welpkine liepen ten ase: + Ende ghinghen eten al ghemene. 3115 + Hare rouwe was wel clene, + Dat Cuwaert hadde verloren tlijf: + Ermeline, Reinaerts wijf, + At dat vleesch, ende dranc dat bloet. + Ai, hoe dicke bat soe goet 3120 + Den coninc, die dor sine doghet + Die clene welpkine hadde verhoghet + So wel met enen goeden male. + Reinaert sprac: Hi ans u wale: + Ic weet wel, moet die coninc leven, 3125 + Hi soude ons gherne ghiften gheven, + Die hi selve niet ne woude + Hebben, om VII mare van goude." + --Wat ghiften es dat?" sprac Hermeline. + Reinaert sprac: Hets ene line, 3130 + Ende ene vorst, ende twee micken; + Maer maghic, ic sals ontscricken, + Hopic, eer liden daghe twee, + Dat ic omme sijn dreighen mee + Ne gave, dan hi omme tmijn." 3135 + Soe sprac: Reinaert, wat mach dat sijn?" + Reinaert sprac: Vrouwe, ic secht u. + Ic weet een wildernesse nu + Van langhen haghen, ende van heiden, + Ende dier so nes niet onghereide, 3140 + Van goeden ligghene ende van spise; + Daer wonen hoenre ende partrise, + Ende menegherande vogheline. + Wildi doen, vrouwe Ermeline, + Dat ghi gaen wilt met mi daer, 3145 + Wi moghen daer wel VII jaer, + Willen wi, wandelen onder die scade, + Ende hebben grote ghenade, + Eer wi worden daer bespiet. + Al seidic meer, in loghe niet." 3150 + --Ai, Reinaert, sprac vrouwe Hermeline, + Dit dinct mi wesen ene pine, + Die al gader ware verloren: + Ne hebdi dit lant versworen + In te wonen nemmermee, 3155 + Eer ghi comt van over see? + En hebdi palster ende scerpe ontfaen?" + Reinaert antworde vele saen: + So meer ghesworen, so meer verloren, + Mi seide een goet man hier te voren, 3160 + (In rade dat hijt mi riet, + Bedi neghene trouwe diet) + Al vuldade ic dese vaert, + En holpe mi niet (sprac Reinaert); + In waers een ei niet te bat: 3165 + Ic hebbe den coninc enen scat + Belovet, die mi es onghereet; + Ende als hi des die waerheit weet, + Dat ic hem al hebbe gheloghen, + Ende hi bi mi es bedroghen, 3170 + Sal hi mi haten vele mere, + Dan hi noint dede ere. + Daer bi peinsic in minen moet, + Dat varen es mi also goet + Alse dat bliven (sprac Reinaert); 3175 + Ende Godsat hebbe mijn rode baert, + (Ghedoe hoe ic ghedoe) + Oft mi troostet mee daer toe + No die cater no die das, + No Bruun, die na mijn oom was, 3180 + Dat ic in des coninx ghenade + No dor ghewin, no dor scade, + Ne come; dat ic leve lancst, + Ic hebbe leden so meneghen anxt!" + So sere balch die ram Belijn, 3185 + Dat Cuwaert, die gheselle sijn, + In dat hol so langhe merrede, + Hi riep, als die hem sere errede: + Cuwaert, laets den duvel wouden! + Hoe langhe sal u Reinaert houden? 3190 + Twine comdi uut, ende laet ons gaen?" + Alse Reinaert dit hadde verstaen, + Doe ghinc hi ute, tote Beline, + Ende sprac al stillekine: + Ai here, twi so belghedi? 3195 + Al sprac Cuwaert jeghen mi + Ende jeghen sire moien, + Waer omme mach di des vernoien? + Cuwaert dede mi verstaen, + Ghi moghet wel sachte vore gaen, 3200 + Ne wildi hier niet langher sijn; + Hi moet hier merren een lettelkijn + Met siere moien Hermelinen, + Ende met haren welpkinen, + Die sere wenen ende mesbaren, 3205 + Om dat ic hem sal ontfaren." + Belijn sprac: Nu secht mi, + Her Reinaert, wat hebdi + Cuwaerde te lede ghedaen? + Also als ic conste verstaen 3210 + So riep hi harde hulpe up mi." + Reinaert sprac: Wat sechdi! + Belijn, God moete u beraden! + Ic segghe u, wat wi daden: + Doe ic in huus gheganghen quam, 3215 + Ende Ermeline an mi vernam, + Dat ic wilde varen over see, + Ten eersten wart haer so wee, + Dat soe langhe in onmacht lach: + Ende alse Cuwaert dat ghesach, 3220 + Doe riep hi lude: Helet vri, + Comt hare, ende helpet mi! + Mine moie soes in ommacht." + So riep hi met groter cracht: + Dit waren die worde, ende niet el." 3225 + --Entrouwe, ic verstont ooc wel, + Dat Cuwaert dreef groot mesbare: + Ic waende hem iet mesvallen ware." + Reinaert sprac: Belijn, neent niet: + Mi ware liever, mesquame hier iet 3230 + Minen kindren ofte minen wive, + Dan mijns neven Cuwaerts live!" + Reinaert sprac: Vernaemdi iet, + Dat mi die coninc ghistren hiet + Vor harde vele hogher liede, 3235 + Als ic uten lande sciede, + Dat ic hem een paer lettren screve? + Suldijt hem draghen, Belijn neve? + Hets ghescreven ende al ghereet." + Belijn sprac: Ic ne weet; 3240 + Reinaert, wistic u ghedichte, + Dat ghetrouwe ware, ghi mochtet lichte + Ghebieden, dat iet ten coninc + Droeghe, haddic eneghe dinc, + Daer ict mochte in steken." 3245 + Hi sprac: U ne sal niet ghebreken; + Eer des coninx lettren bleven, + Ic soude u dese scerpe gheven, + Here Belijn, die ic draghe, + Ende hanghense an uwe craghe, 3250 + Ende des coninx lettren daer in. + Ghi sulter af hebben groot ghewin, + Des conincs danc, ende groot ere! + Ghi sult den coninc minen here + Harde willecome sijn." 3255 + Dit lovede mijn here Belijn. + Reinaert ghinc in die haghedochte, + Ende keerde weder, ende brochte + Sinen vrient Beline jeghen + Dat hovet van Cuwaerde ghedreghen: 3260 + In die scerpe haddijt ghesteken, + Ende hinc bi sinen quaden treken + Die scerpe Beline an den hals, + Ende beval hem als ende als, + Dat hi die lettren niet ne soude 3265 + Besien, oft hi gherne woude + Den coninc tenen vriende maken; + Ende seide hem, dat die lettren staken + In die scerpe verholenlike; + Ende oft hi wesen wilde rike, 3270 + Ende sine ere hadde lief, + Dat hi seide, dat dese brief + Bi hem allene ware ghescreven, + Ende hiere raet toe hadde ghegheven: + Die coninc souts hem weten danc. 3275 + Dat horde Belijn, ende spranc + Vander stede up, daer hi stoet, + Meer dan enen halven voet, + So blide was hi vander dinc, + Die hem te torne sint verghinc. 3280 + Doe sprac Belijn: Reinaert, here, + Nu wetic wel, dat ghi doet ere + Mi selven, ende die sijn int hof! + Men sals mi spreken groten lof, + Als men weet, dat ic can dichten 3285 + Met sconen worden ende met lichten; + Al si dat ics niet ne can. + Men seit, hets dicke menich man + Grote ere ghesciet, dat hem God onste, + Van dinghen, die hi lettel conste." 3290 + Hier na sprac Belijn: Reinaert, + Wats u raet? wille Cuwaert + Met mi weder te hove gaen?" + --Neen hi (sprac Reinaert); hi sal saen + Volghen bi dien selven pade: 3295 + Hine hevet noch neghene stade. + Nu gaet vore met ghemake! + Ic sal Cuwaerde sulke sake + Ontdecken, die noch es verholen." + --Reinaert, so blivet Gode volen!" 3300 + Mettien hi dede hem up die vaert. + Nu hort, wat hi doet, Reinaert: + Hi keerde in sine haghedochte + Ende sprac: Hier naect ons groot gherochte, + Bliven wi hier, ende grote pine: 3305 + Ghereet u, vrouwe Hermeline, + Ende mine kindre also algader; + Volghet mi, ic bem u vader, + Ende pinewi ons, dat wi ontfaren." + Doene was daer gheen langher sparen: 3310 + Si daden hem alle up die vaert: + Ermeline ende here Reinaert, + Ende hare jonghe welpkine, + Dese anevaerden die woestine. + Nu hevet Belijn, die ram, 3315 + So ghelopen, dat hi quam + Te hove, een lettel na middach. + Als die coninc Belijn ghesach, + Die die scerpe weder brochte, + Daer Brune die bere so onsochte 3320 + Te voren omme was ghedaen, + Doe sprac hi te Beline saen: + Here Belijn, waen comedi? + Waer es Reinaert? hoe comt, dat hi + Dese scerpe niet en draghet?" 3325 + Belijn sprac: Coninc, ic maghet + U segghen also alse ict weet. + Doe Reinaert al was ghereet, + Ende hi tcasteel rumen soude, + Doe seide hi mi, dat hi u woude 3330 + Een paer lettren, coninc vri, + Senden; ende doe bat hi mi, + Dat icse droeghe dor uwe lieve. + Ic seide, meer dan VII brieve + Soudic dor uwen wille draghen. 3335 + Doe ne conste Reinaert niet bejaghen + Daer ic die brieve in draghen mochte: + Dese scerpe hi mi brochte + Ende die lettren daer in ghesteken. + Coninc, ghine horet noint spreken 3340 + Van betren dichtre dan ic bem: + Dese lettren dichte ic hem, + Gaet mi te goede, oft te quade; + Dese lettren sijn bi minen rade + Aldus ghemaect ende ghescreven." 3345 + Doe hiet hem dien coninc gheven + Den brief Botsaerde, sinen clerc: + Dat was hi, die hantwerc + Bet conste dan iemen die daer was. + Botsaert plach emmer dat hi las 3350 + Die lettren, die te hove quamen. + Bruneel ende hi si namen + Die scerpe vanden halse Beline, + Die bi der dompheit sine + Hier toe hadde gheseit so verre, 3355 + Des hi snieme sal worden erre. + Die scerpe ontfinc Botsaert, die clerc. + Doe moeste bliken Reinaerts werc. + Alse hi dat hovet vort trac, + Botsaert, ontsach dat, ende sprac: 3360 + Helpe, wat lettren sijn dit! + Here coninc, bi miere wit, + Dit es dat hovet van Cuwaerde! + Owach, dat ghi noint Reinaerde, + Coninc, ghetrouwedet so verre!" 3365 + Doe mochtemen droeve sien ende erre + Dien coninc entie coninghinne. + Die coninc stont in droeven sinne, + Ende sloech sijn hovet neder. + Over lanc verhief hijt weder 3370 + Ende begonste werpen uut + Een dat vreselijcste gheluut, + Dat noint van diere ghehort waert. + Ghene diere waren vervaert. + Doe spranc vort Firapeel, 3375 + Die lupaert: hi was een deel + Des coninx maech, hi mocht wel doen; + Hi sprac: Here, coninc lioen + Twi drijfdi dus groot onghevoech? + Ghi mesliet u ghenoech 3380 + Al ware die coninghinne doot. + Doet wel ende wijsheit groot, + Ende slaect uwen rouwe een deel." + Die coninc sprac: Her Firapeel, + Mi hevet een quaet wicht so verre 3385 + Bedroghen, dat ics bem erre, + Ende int strec gheleet bi barate, + Dat ic recht mi selven hate, + Ende ic mine ere hebbe verloren. + Die mine vriende waren te voren, 3390 + Die stoute Brune, ende Isengrijn, + Die rovet mi een valse pelgrijn: + Dat gaet miere herten na so sere, + Dat het gaen sal an mine ere, + Ende an mijn leven: het es recht!" 3395 + Doe sprac Firapeel echt: + Es daer mesdaen, men salt soenen. + Men sal den wulf ende Bruun den coenen, + Ende vrouwe Hersinde also wel, + Betren hare mesdaet snel; 3400 + Ende haren toren, ende hare pine + Versoenen met den ram Beline, + Na dat hi selve heeft gheliet, + Dat hi Cuwaerde verriet; + Hi heeft mesdaen, hi moet becopen. 3405 + Ende daer na sullen wi alle lopen + Na Reinaerde, ende sulne vanghen, + Ende bi siere kelen hanghen, + Sonder vonnesse, hets recht." + Doe andworde die coninc echt: 3410 + Owi, here Firapeel, + Mochte dit ghescien, so ware een deel + Ghesocht die rouwe, die mi slaet!" + Firapeel sprac: Here, jaet, + Ic wille maken gaen die soene." 3415 + Doe ghinc Firapeel, die coene, + Daer hi die ghevane vant: + Ic wane dat hise eerst ontbant, + Ende daer na sprac: Ghi heren beide, + Ic bringhe u vrede ende vast gheleide: 3420 + Mijn here die coninc groet u, + Ende hem berouwet sere nu, + Dat hi jeghen u heeft mesdaen. + Hi biet u, wildijt ontfaen, + (Wie so blide si ofte gram,) 3425 + Hi wille u gheven Belijn den ram, + Ende alle ser Belijns maghe, + Van nu toten doemsdaghe: + Eist int velt, eist int wout, + Hebse alle in u ghewout, 3430 + Ende ghise gheweldelike verbit: + Die coninc ombiet u vor al dit, + Dat ghi moghet sonder mesdaet, + Reinaerde toren ende quaet + Doen, ende allen sinen maghen, 3435 + Waer so ghise moghet belaghen. + Dese grote vriheden + Wille u die coninc gheven heden + Te vrien lene, ewelike; + Ende hier binnen wilt die coninc rike, 3440 + Dat ghi hem sweret vaste hulde. + Hine wille ooc bi sinen sculden + Nemmer jeghen u mesdoen. + Dit biet u die coninc lioen. + Dit nemt, ende leeft mit ghenade: 3445 + Bi Gode, ic dart u wel raden!" + Isengrijn sprac toten bere: + Wat sechdire toe, Brune here?" + --Ic hebbe liever in die risere, + Dan hier te ligghene int isere: 3450 + Laet ons toten coninc gaen, + Ende sinen pais daer ontfaen." + Met Firapeel dat si ghinghen, + Ende maecten pais van allen dinghen. + +__________ + +VERSNOTEN + +Vs. 1-9: Zie de Inleiding, II. + +Vs. 2: _Dicken_, en zoo gewoonlijk, b.v. 70, 344, 1130, 1392, 1475, + 1518, 1730, 1746, 1781, 2337, 3288. + +Vs. 10: _hulpen jonnen_ + +Vs. 11: _keert_ + +Vs. 14: _Ofte_ + +Vs. 24: _Daden si wel si soudens b._ Mijne verandering rust op Mnl. + Versbouw, bl. 120 en 138. + +Vs. 25: _Dat en s._ + +Vs. 28: _hovescheden_ + +Vs. 29: _keert_ + +Vs. 35: _eren_ + +Vs. 36: L. _Ende haer daer toe keren?_ Opdat even als het voorgaande vs. + ook dit slechts drie verheffingen hebbe? + +Vs. 39: C. _sinnen_ + +Vs. 41: C. _tsinxen_, Gr. _pinxen_ + +Vs. 47: _ten wel gr. l._ Moet men dit en het volgende vers ook met drie + arses lezen? aldus: _Houden te groten love. Doe quam tes coninx + hove?_ + +Vs. 52: _ne_ invoegsel van mij + +Vs. 60: C. _metten grisen b._; doch zie 3176, en verg. 940, 3745, 3771. + _Grijs_ daarentegen heet de wolf, 2266. + +Vs. 66: _Dor u ed. ende dor u ere_ + +Vs. 67: _Ende dor r. e. d. ghenaden_ + +Vs. 68: _miere_, dus CGr.; W. verandert: _der groter_; maar verg. 318. + +Vs. 74: W. _minen kindren_. + +Vs. 76: _meer_, invoegsel van WILLEMS. + +Vs. 78: _hoondi_ + +Vs. 79: CGr. _sint_, dat W. blootelijk wegwerpt. + +Vs. 80: _enen_ + +Vs. 85: _ontvoer ons in_. Maar het Fr. heeft 9691: _Il se retraist mout + tost arire, Si se fri en sa taisnire._ + +Vs. 93: _Inne_, dus C. bij GrW. _Ine_. Zoo ook 492, 560, 1609. + +Vs. 97: _Onghebetert no onghewroken_. CGrW. _No onverswegen, no + ongewr._, hetgeen met den voorgaanden regel geen zin oplevert. De + omwerking gaf de verbetering aan de hand. Bij het lezen moet _no + ongewr._ samenvloeyen. Zoo vs. 404 _no onse_; doch zie mijne + verbetering aldaar. + +Vs. 100: Moet men lezen: _Ende claghede_ in Fr.? + +Vs. 101: _arem_ + +Vs. 107: _die wart gram_ + +Vs. 119: W. _enen_. + +Vs. 124: _omberet_ C. Gr. _omberecht_; maar zie 127. + +Vs. 126: _Pancer de bever sprac_; mijne uitlating, door den versbouw + gevorderd, steunt op de omwerking. Men leest intusschen vs. 107: + _Tibert die cater_; 138: _Cuwaerde den hase_, en 177: _Grimbert + die das_ in het rijm; evenzoo vs. 247, 479, enz. + +Vs. 133: CGr. _mochtire_. CGrW. _an_. + +Vs. 135: _Wat sechdi van omberen claghe_; ik meen aldus den onzin van + het hs. te moeten herstellen, waar men leest: _Wat sechdi van eere + lage_. Tibert had immers van geene _lage_ gesproken; wel van eene + _claghe_, en bepaaldelijk van het _omberen_ (achterlaten) der clage + van Cortois. De verbetering van den omwerker (_van eenre sagen_) was + niet gelukkig. + +Vs. 136: _in_ W. _aen_. + +Vs. 138: _An Cuwaerde den hase d. h. st._; doch zie op vs. 126. + +Vs. 139-140: Moet men ook lezen: _ghederde_: _verde_? Dan zou _die_ + slaan op _overdaet_ en niet op _Cuwaerde_. Ook vs. 166 leest men + _verde_ voor _vrede_; maar wederom 266 _vrede_ in 't rijm. + +Vs. 140: _hi hem_ + +Vs. 141: _des coninx_ + +Vs. 145-6: _sine beene_: _over eene_; doch _been_ in 't meervoud is naar + den regel. + +Vs. 146: _begonsten si_ + +Vs. 149: _te dien_ + +Vs. 153-4: _vaerde_: _Reinaerde_ + +Vs. 155: _lessen_ + +Vs. 158: _kele_ + +Vs. 159: _thooft af hebben genomen_, in strijd met rhythmus en oud + spraakgebruik. + +Vs. 160: _te hulpen_ + +Vs. 161: _aventuren_ + +Vs. 163: _here_ + +Vs. 166: _dus es_; GrW. _vrede_ + +Vs. 167: _als uwe mannen_ + +Vs. 168: _noch_ invoegsel van mij. + +Vs. 172: _Here, waer R. doot_; de vocativus is hier echter geheel + ongepast, daar niemand in 't bijzonder wordt toegesproken; hij + bederft slechts het vers. + +Vs. 175: _binnen eere_. De zin zoowel als de versmaat eischt de + verbetering; _binnen de_, _binnen deze maand_ is krachtiger en + gepaster. + +Vs. 183: _talen_ + +Vs. 185: _als_ + +Vs. 187: _angaen_. Moet men naar de hedendaagsche vlaamsche uitspraak + lezen: _wilde anegaen_? + +Vs. 191-4: Men konstruere aldus: Entie, van minen oom ende van u, meest + andren heeft mesdaen, sal den andren in bate staen. + +Vs. 192: _baten_ + +Vs. 194: _ne_ invoegsel van mij. + +Vs. 198: _En soude den coninc niet d. g._ + +Vs. 199: _bleves heden onb._ Blijkbaar een inlapsel, dat zelfs de + omwerker niet heeft. Gr. en W. veranderen _blevets_, maar hoewel + duidelijker, is de invoeging der _t_ onnoodig. + +Vs. 201: Moet _Dicwile_ niet worden veranderd in _Dicke_, wegens den + valschen klemtoon? Verg. 207. + +Vs. 207: _wisen_ + +Vs. 210: _volghedet_, C. _volghet_; bij Gr. en W. _volchdet_--_van + verren_. + +Vs. 211: _die beste pladise_; maar vs. 213 leert dat hij niet alleen _de + beste_, maar alle visschen opslokte. + +Vs. 212: _Daer ghi u ane h. vers._ + +Vs. 214: _een_ l. _eens_? + +Vs. 215: _Dat ghi_, doch 216 leest men _dat ghine_, bij Gr W. verandert + in _ghijt_. In de taal van 't dagelijksch leven is in Holland _grat_ + (_graat_) echter nog onzijdig. + +Vs. 225: L. _soe's so_ + +Vs. 228: _sorghe_ + +Vs. 229: _warpene_ + +Vs. 231: _dor Isengrijm_ + +Vs. 232: _meer dan ic u rijm_. De omwerking wees de verbetering aan. + +Vs. 233: _genoegh_; maar ook 1625 leest CGr. _ghenoech_ voor _ghevoech_, + gelijk GRTER ontelbare malen de _n_ en de _v_ verwart. + +Vs. 234: C. _Nochtan om meer_; GrW. _Nochtan om meer_. + +Vs. 236: _Reinaerde_ + +Vs. 238: _makedent_ + +Vs. 244: _Reinaert_ + +Vs. 246: _talen_; bij W. _tale_, maar achter _wat_ volgt meestal een + genit. plur. Zie _Walewein_ II D., bl. 239, en voeg er bij _Ferg._ + 2036 _wat saken_; en hier 2884 _wat claghen_, 3129 _wat ghiften_. + +Vs. 247: _maket here Cuwaert_ + +Vs. 249: C. _Credo_ + +Vs. 252: W. _in trouwen_ + +Vs. 256: CGr. _Ende hoordi_ + +Vs. 258: _qualike_. C. heeft _Onrecht_: de verbetering is van Gr., die + haar verklaart jure, mit recht". Reineke heeft ook 262 _mit + rechte_. + +Vs. 260: _verjonnen_; ik kies hier de ouder vorm. + +Vs. 269: _een hare_. + +Vs. 272: _danen_; CGr. _seidi_ + +Vs. 274: _Sinen_ + +Vs. 279: _Bleec es hi ende mager van pinen_ + +Vs. 280: _carinen_ + +Vs. 281: _sine_ + +Vs. 283: _dese_ + +Vs. 286: _ene_ + +Vs. 287: C. _ende hiet Coppe_ + +Vs. 288: _Dier_: W. leest met C. _Die_; en Gr. _Der_ + +Vs. 291: _voor die bare_; maar dat dit eene interpolatie is leert de + versmaat en de omwerking. + +Vs. 293: Gr. _ieweder siden_; C. _baren_. + +Vs. 295: _Die een hane hiet Cr._; doch verg. 298. + +Vs. 296: _na_ ontbr. in C.; reeds door Gr. ingevoegd. + +Vs. 297: _goeden_ + +Vs. 300: _Die scoonste hane diemen v._ + +Vs. 301: _Tusschen Portaengen ende Polanen_. WILLEMS vertaalde: + tusschen Britanje en Polen." De omwerker heeft: _Tusschen Hollant + ende Ordanen_. Vs. 3023 _Tusschen Pollanen ende Scouden_; 599 + _Tusschen hier ende Portugale_. + +Vs. 303: C. _berrende_ De verandering is van Gr. + +Vs. 307: _sustre_ + +Vs. 311: _Van haerre suster_ + +Vs. 318: C. _scaden_ + +Vs. 320: C. _mine sustren_ + +Vs. 321: _Ende sere hebben haren onwille_. + +Vs. 324: CGr. _men siet_ + +Vs. 332: _te dien broede_ + +Vs. 334: _scone_ + +Vs. 335: W. _eenen_, CGr. _ene_ + +Vs. 337: _honden_ + +Vs. 338: CGr. _dierfel_ l. _dier-vel_? + +Vs. 342: _ne_ ontbreekt. + +Vs. 344: _om de mure_ l. _ombe mure_? verg. VELTH, bl. 55, en zie hier + vs. 393, 1710 + +Vs. 345: _om ons_ + +Vs. 347: _Riepen si_ maar uit 349 blijkt dat er _liepen_ moet staan. + Herhaaldelijk is uit C. de kapitale _L_ kwalijk als _R_ gelezen: + b.v. 721 ook _Riept_ voor _Liept_, en verder 165, 424, 791, 793, + 796, 815, 838, 863, 1299, 1367, 1387. Zie GRIMMS Kollatie.--_si_ l. + _siere_ (_Liepsiere_)? + +Vs. 349: _avonturen_ + +Vs. 353: _baraten_ + +Vs. 354: _Dattene God moete verwaten_. De omwerking gaf de verbetering + aan de hand. + +Vs. 357: _Reinaert die m. d._ Blijkbaar is de eigennaam een glosseem van + een afschrijver, die terugdeinsde voor de betooning: Di morddge + dif, waarover zie Mnl. Vsb. bl. 76-78 en 69. + +Vs. 361-2: _began lesen, Dochte mi daer an ghescreven wesen_; doch + _wesen_ ontbr. in C. door Gr. aangevuld. + +Vs. 364: _alle_ + +Vs. 365: C. _Alle_ + +Vs. 367: _hi mi ander_. Men zou ook kunnen lezen: _mi and'r niemre_, + maar ook vs. 1577, 1603 is de betooning _nimre_. + +Vs. 370: _Ende hi hadde ghedaen vele sware_, hetgeen met het volgende + vers geen zin oplevert. De stoplap _te waren_ vindt men ook 603. + +Vs. 371: _sine_ + +Vs. 376: _moogdi_ + +Vs. 381: _sielen_ + +Vs. 385: C. _priemen_ GrW. _primen_ + +Vs. 387: _te dien_ + +Vs. 392: _Dat ic al met m. br._ + +Vs. 393: _Sonder s. ginc b._ + +Vs. 397: _hadde ons die p._ + +Vs. 398: W. _kindren_ + +Vs. 401: _Mesval mi doe nakede_. Het eerste woord is aan de omwerking + ontleend, CGrW. _Quade avonture mi d. n._, hetgeen vijf voeten aan + het vers geeft, dat er, om het volgende, maar drie duldt. + +Vs. 404: _no onse hont_; maar het voorgaande _ons_ is de acc.; + buitendien waren er meer honden, zie 346. + +Vs. 406: _dat laet_, doch zie vs. 318, 420. + +Vs. 413: _vieren_ + +Vs. 417: _hinne_ ontbreekt bij CGrW. + +Vs. 418: _dese_ + +Vs. 421-2: _Die c. spr. Grimbert die das_ (:_was_), hetgeen in voc. + onmogelijk is. Dat dit echter de oude lezing is, leert de omwerking. + Evenzoo heeft het Fr. 10445: _O estes-vos, Tyber li chaz?_" + +Vs. 425: _hier_, W. _heer_ + +Vs. 428: _sielen_ + +Vs. 430: _moeter al gh._ + +Vs. 432: _wise_, beter _wine_? Dit slaat dan niet op _dochter_ (427), + maar op _lichame_. + +Vs. 437: _dese_ + +Vs. 439: C. _jonghe_ + +Vs. 445: C. _horen_. + +Vs. 447: _Neware_, met C. en Gr., bij W. _Ne mare_; doch zie vs. 95, + 174, 1749. + +Vs. 448 en 9: _sielen_ + +Vs. 451: _Coppen_, dus C., maar Gr. en W. veranderen _Coppe_. + +Vs. 455: CGr. _daer an sach_; W. _daer sach_ + +Vs. 456: CGr. _Die saerc_; W. _An den s._ + +Vs. 457: _Dede an_ + +Vs. 463: _Reinaert die vos_ + +Vs. 465: _mouden_. + +Vs. 466: _te sinen_ dus GrW., C. heeft _tsinen_. + +Vs. 470: _waren si_ + +Vs. 471: _si daar den_ + +Vs. 472: _hine dan soude_ + +Vs. 474-5: _No dor scade ... ne liete._ Zie over de elliptische + spreekwijs DE VRIES, _Brief over Karel den Gr._, bl. 17. Voor + _liete_ heeft C. _lette_. GRIMM gaf de aanvankelijke verbetering aan + de hand, lezende _lete_, waarschijnlijk naar Reineke 454. + +Vs. 474: _vromen_ + +Vs. 476: _Brunen_, CGrW. lezen _Brune_, maar zijn in het gebruik van + dezen eigennaam zeer onregelmatig. Ik vind: N. Bruun, vs. 510, + 525, 776, 850. G. Bruuns, vs. 2444. D. Brune, vs. 476, 645, 2257. + A. Bruun, vs. 544, 911. Maar ook volgens GRIMMS paradigma, Gram. I, + 772-773: N. Brune, vs. 497, 518, 574, 608, 809, 818, 839, 843, 863, + 952, 961, 988, 3391. G. Brunen, vs. 2413. D. Brunen, vs. 657, 773, + 807, 2439, 2450, 2820; Bruun, 479, 931. A. Brune, vs. 978, 983, + 2256, 2309, 2816. Ik heb de zwakke vorm voorgetrokken. + +Vs. 478: _was die coninc sc. b._ + +Vs. 480: _vor dit here_. Ook het Fr. heeft 10450 _En la presence de ma + gent_. + +Vs. 483: Gr. _waecht_ + +Vs. 495: _ende hi sal naken_ + +Vs. 501: _Ende dat hem_ + +Vs. 503: _in_ CGrW. _dor_ + +Vs. 514: _van_ ontbr. + +Vs. 516: _sorghen_ + +Vs. 520: CGr. _Daer hi_ + +Vs. 526: _bi sinen goden_, CGrW. _gode_ + +Vs. 528: _vor mi bringhe_. Bij den eersten opslag zou men twijfelen of + er ook moet gelezen worden: _vor hem_, n.l. den koning. De omwerking + heeft: _myt mi_. De lezing schijnt echter echt, en te beteekenen: + _voor mij uit_; + +Vs. 529: _te nemen_ + +Vs. 530: _vreden_ + +Vs. 546: _eren_ + +Vs. 550: _qualic_ + +Vs. 556: _den buuc so gh._ + +Vs. 557: _Ende in so ut. w._ + +Vs. 561: L. _Ic bem so ute sat?_ + +Vs. 565: C. _mooghdi_, GrW. _moogdi_. + +Vs. 566: _wie moeten_ + +Vs. 567: CGr. _wie node_ + +Vs. 568: _Goeder_ levert geen gezonden zin, daar uit het voorgaande + blijkt, dat Reinaert met die versche honichraten niet veel ophad. + Zie over den oorsprong dezer onoverdachte lezing de inleiding, + III. + +Vs. 569: Gr. en W. beiden lezen hier: _Hebbic commer harde groot_, dat + W. trachtte te verklaren door: Ik heb grooten kommer wegens goede + versche honigraten"; hetgeen evenwel niet veel opheldert, daar R. + blijkbaar geen _kommer_ had, maar overvloed. Trouwens, _commer_, + staat ook niet in C. Men leest daar, volgens de kollatie van GRIMM, + _coiiiier_, dat blijkbaar slecht gelezen is voor _couuer_. Nu drukt + het hs. overal den tweeklank _oe_ uit door _ou_. Zoo b.v. 233 + _ghenouch_, 234 _onghevouch_, 324 _bloumen_, 459 _bouc_, 614 + _louch_, 658 _ghevouch_, 662 _prouft_, 848 _ouuer_ (oever), 1429 + _drouve_. Blijkbaar is dus _couuer_ het bekende _coever_, dat + voorraad, overvloed, copia beteekent, en Flor. 1843, Limb. I, 2674 + voorkomt. Verg. DE VRIES, _Woordenlijst_, op den Lsp. i. v. + _vercoeveren_. Zoo wordt de zin zeer verstaanbaar. + +Vs. 574: De nieuwe alinea begint bij CGrW. eerst een vers later. + +Vs. 578: _voor alle_ + +Vs. 579: _Ende icse voor alle g. m._ + +Vs. 585: W. _Gewinne_ + +Vs. 587: _spot met u, neen_ + +Vs. 590: _trouwen_ + +Vs. 592: _u so vele_ + +Vs. 593, 5: _tienen_ + +Vs. 594: _daer met_ l. _daer an_? + +Vs. 601: _R. sp._: _Bruun wat sechdi_ + +Vs. 605: _soudic u g._ + +Vs. 615: _helt_ + +Vs. 618: _Also_; Zoo ook later dikwerf. + +Vs. 622: _nemmee_, dus C. bij GrW. _nemmeer_ + +Vs. 624: _es mine avonture g._ + +Vs. 626: _sult lachen_ + +Vs. 627: _ghinc Reinaert_; doch zie Mnl. Versbouw, bl. 153. + +Vs. 632: CGrW. _voeren gaen_ + +Vs. 636: _Gi sult noch heden hebben, s. w._ + +Vs. 637: _als ghi_ + +Vs. 640: _Die keitijf Bruun n. w. n._; maar zie alweder Mnl. Vsb., bl. + 152 + +Vs. 641: _Waer hem Reinaert die tale keerde_ + +Vs. 645: _Brune_ + +Vs. 646: _Tote_, W. _Tot_ + +Vs. 648: C. _Dat waer was eist so_. De omzetting is van GRIMM. + +Vs. 654: _Also_, l. _Alse_?--_temmermans_, het gewone meervoud. + +Vs. 655: _ontdaen_ + +Vs. 659: _nemet_ + +Vs. 667: _niet verdervet_ + +Vs. 670: _Brune sprac: R. ne. s. niet_ + +Vs. 672: _spele_ + +Vs. 675: _crupet daer in_ + +Vs. 678: _Dat hi th._ + +Vs. 679: _die twee voordere v._; maar verg. 695, en zie het Fransch + 10293. + +Vs. 682-3: _Die daer te voren ginc so smeken, Bruun bleef_ enz. Maar + niet Bruun, wel Reinaert had den ander gesmeekt, d. i. gefleemd. + _Bruun_ heb ik wegens de maat in _Hi_ veranderd; zie Mnl. Vsb., bl. + 153. + +Vs. 685: _brocht_ (GrW.), C. _bracht_ + +Vs. 685: _In boosheden brocht met sulker achte_. De omwerking heeft: + _Gebrocht myt loosheit in sulker achten_ + +Vs. 693: _dulen_, door SNELLAERT in de tweede uitgave bl. 353 ten + onrechte veranderd in _hulen_; het komt evenzoo voor Wal. 9714, waar + ik verkeerdelijk schreef _huulde_. Zoo ook Lanc. 3, 3805. + +Vs. 694: _ghegrepen bi sier mulen_ + +Vs. 699-700: _Ende sach comen Lamfreide, Die up sinen hals brochte + beide._ Maar _Lamfreide_ in acc. is niet te dulden, verg. 860; ook + _beide_ kan de ware lezing niet zijn, want in 701: _Een scarpe haex + ende ene baerde_ (CGrW.) is _ende_ blijkbaar genterpoleerd, daar + het woord _baerde_ alleen de verklaring is van _haex_, waarvoor vs. + 716 gelezen wordt _bile_. De timmerman droeg geen twee aexen, zoo + als ook blijkt uit vs. 735.--Het _onzochte_, dat ik in den tekst + bracht, vindt men ook 990 en 3320. + +Vs. 702: _moogdi_ + +Vs. 703: _sinen oom_ + +Vs. 705: Dit herinnert aan het Lodewijkslied, waar het heet: _Her + skancta ce hanton Sinan fianton Bitteres lides_. + +Vs. 707: _talen_ + +Vs. 713: _Hi liep_, maar verg. 1333. + +Vs. 725: _quamen_, lees _quam_, zie op vs. 48. + +Vs. 726: _kerke_ + +Vs. 734: _Voor_ + +Vs. 738: _al jeghen al_, W. _alle jegen al_. + +Vs. 740: De nieuwe alinea heb ik een regel lager geplaatst. + +Vs. 741: _al_ werpt W. uit + +Vs. 744: _hi daer van den_ + +Vs. 750: _alle_ + +Vs. 751: _Ende sine twee h. b._ + +Vs. 755: _niet conste_ + +Vs. 757: _ne_ is door mij ingevoegd. + +Vs. 758: _no vlien_. + +Vs. 765: _lieden_ + +Vs. 766: _Daer na quam_ + +Vs. 767: _ouden_ + +Vs. 768: _enen_ + +Vs. 773: _arem_ + +Vs. 777: _riviere_ + +Vs. 784: _al te scarp_, CGrW. _alre scarpst_. Het rijm eischt de + verandering. _Al te_ in de beteekenis van _zeer_, _bijzonder_, is + bekend. Zoo b.v. Wal. 10711. + +Vs. 788: _scerpe loghe_, niet in n woord zoo als in de vorige + uitgaven. KAUSLER heeft het eerst die plaats terecht gebracht in + zijne _Altniederl. Denkm._ II, bl. XXII. + +Vs. 789: _Ghinkene_ + +Vs. 790: _ende mijn vrouwe Bave_; maar _mijn vrouwe_ is een jonger vorm: + _mijn_ ontbreekt ook in de omwerking. + +Vs. 791: _onder die voete_; wij kiezen de meest gebruikelijke vorm, zie + GRIMMS _D. Gramm._, IV, 427 en 413. + +Vs. 792: _ene cloete_ + +Vs. 795: _ghinc met_ + +Vs. 797: _hem alles te voren_ + +Vs. 800: _Huge_ CGrW. _Hugelin_; maar ook de omwerking heeft + _Huge_.--_beene_ + +Vs. 801: _dat weet men wale_ + +Vs. 803: W. _vrouwen_ + +Vs. 804: _Eens houtmakigge_; maar blijkbaar is het teeken voor _er_ over + het hoofd gezien. Zoo leest men ook Ferg. 74 _scepsterigge_; Rose + 6319 _tavernierigghe_. + +Vs. 808: _sijn bloet_ + +Vs. 811-12: _liet.... ghedichte gaen_, C. _l. ghestichte slaen_; maar + _ghestichte_ heeft Gr. reeds verbeterd. + +Vs. 815: _wilen_ + +Vs. 819: _verspranc_ Gr. wil ten onrechte lezen _ver spranc_ + +Vs. 820: _riviere_ + +Vs. 822: _viven_ + +Vs. 823: W. _rivier_ + +Vs. 842: _Die wile dat si... uuttraken_; maar achter _die wile_ kan + _dat_ ontbreken. Zie b.v. Gloss. Lsp. op _Wile_; Kar. Gr. I, 1055. + +Vs. 847: _niet mochten_ + +Vs. 850: _in die riviere_ + +Vs. 852: _bat hi dat_ + +Vs. 853: _verdoemen_ (Gr.), _verdrouven_ (C.) + +Vs. 860: _vander_ + +Vs. 861: _Dat_, CGrW. _Dar_ (?) + +Vs. 864: _een_ + +Vs. 873: _Gheen dier_ + +Vs. 874: _jamerlik_ + +Vs. 880: _danen_, C. _dannen_ + +Vs. 887: (_rumen_ GZ?) + +Vs. 890: _nederwaert_, CGrW. _neder_; maar verg. 910. + +Vs. 894: _dat sweet_ + +Vs. 895: _Neder liep_ + +Vs. 896: _riviere_ + +Vs. 899: _sijn herte_ + +Vs. 905: _Die hebbic_ + +Vs. 909: _in dese_ + +Vs. 912: CGr. _Enten eersten_; W. _Ende ten eersten_ + +Vs. 915: _Daer lach in (men?) toren_ + +Vs. 917: _dijn_ + +Vs. 920: _eren_ + +Vs. 930: _straten_ + +Vs. 932: _al een bloet_, niet met den klemtoon op _een_, als thans. + +Vs. 934: _bere_, dus C. waarvoor GrW. _beren_. + +Vs. 939: _so siettene_ + +Vs. 944: _roden_ + +Vs. 945: _So weder sidi abd_ + +Vs. 946: _ore_ + +Vs. 947: _dese crune_ + +Vs. 953: _hem_, C. _const doe_; GrW. _conste doe_. Moet men lezen: _Dat + hine conste niet ghespreken?_ Verg. de var. bij WILLEMS, en het + Fransch, 10416: _L'ors estoit si asolez qu'il ne li pot respondre + mot_. + +Vs. 954: _hem so d. sijn herte_ + +Vs. 957: _nemmeer horen die tale_ + +Vs. 958: _neder daer te d._ + +Vs. 963: _sine voete_ + +Vs. 971: _sine_ + +Vs. 972: _scamen_ + +Vs. 978: _daer_ door mij ingevoegd. + +Vs. 982: _die_, W. _dat_ + +Vs. 983: L. _hadde bekent?_ + +Vs. 984: _Ende seide dit es_ + +Vs. 988: _Binnen desen_ + +Vs. 992: _u selves._ + +Vs. 997: _als_ + +Vs. 1001: _hoechste_. Moet men ook lezen _hoochste baroene_? verg. 1005, + 1333. + +Vs. 1004: _Doe rieden si hoe d. d._ schrijffout ontstaan uit verzien van + vs. 1006. + +Vs. 1006: _daer_, invoegsel van mij; _meesten_. + +Vs. 1007: _Dat menne_ (C. _niene_; W. _men_) _twee werven_ + +Vs. 1011: _Dat Tibert die cater van desen_ + +Vs. 1012: _Tote R. bode soude wesen_ + +Vs. 1016: _Gaet wech eer_; maar blijkbaar moet _wech_ hier worden + verworpen, (verg. 1025, 1037) even als vs. 1360, waar het tegen de + maat strijdt, en ook niet in de omwerking gevonden wordt. + +Vs. 1021: _uwen_ + +Vs. 1023: _Men salne drie werven dagen_. Blijkbaar valsche lezing; want + vooreerst kon het zijnen magen niet tot schande strekken (vs. 1024) + als hij naar de wet driemaal werd ingedaagd. Bovendien had de Koning + gezegd (1022): komt hij op deze tweede indaging niet, het zal niet + goed met hem afloopen. De gemaakte verandering is nu ook in + overeenstemming met 1070, en met het Fransch 10452. + +Vs. 1024: _alle_ + +Vs. 1033: _groot nochtan_. De omwerking, die _wats dan_ heeft, gaf de + verbetering aan de hand. _Wattan_ leest men ook vs. 245, 1296. + +Vs. 1038: _helpe mi God;_ + +Vs. 1039: _het nu moete_ + +Vs. 1042: CGr. _nu af_ + +Vs. 1047: _ende quam_, dus C., bij GrW. _die quam_ + +Vs. 1048: _wart Tibert vro_ + +Vs. 1049: GrW. _Ende riep al heil! wil God edel vogel._ Deze en de + volgende regel worden in C. vervangen door dezen eenen: _Ende riep + an sinte Martins voghel._ GRIMM herstelde den tekst naar den + prozadruk. Ik heb niet geaarzeld de woorden _wil God_ weg te werpen, + die ook _Reineke_ 943 niet heeft. + +Vs. 1051: C. _Nu vliech_, de verand. is van Gr. + +Vs. 1058: _ter rechter_ + +Vs. 1059: C. _waende hi_ + +Vs. 1062: _als_ + +Vs. 1066: _Reinaerde_ + +Vs. 1069: W. _moet_ + +Vs. 1071: _niet te hove_ + +Vs. 1075: Ik mistrouw dezen geheelen regel; maar in allen gevalle kan + men niet lezen met CGrW.: _Bi Gode dat jan ic u wale_. Het ww. + _onnen_ regeert den GZ. + +Vs. 1077: _coste_ + +Vs. 1079: _die es_ + +Vs. 1082: _Ten ende_ + +Vs. 1085: _willen wi_ + +Vs. 1088: _ooc onder alle mine mage_ + +Vs. 1097: C. _Maerghin_, zoo ook 1377, 1396. + +Vs. 1098: _beteren raet_. + +Vs. 1099: _beter ghedaen_ + +Vs. 1104: _noint_ door mij ingevoegd. + +Vs. 1105: _beter_ + +Vs. 1107: _bi daghe_, verbetering van WILLEMS; CGr. _daer_ + +Vs. 1109: CGr. _nemmermee_; W. _nemmermeer_ + +Vs. 1111: _Gi moet herbergen tavont met mi_, dat mij voor geene scansie + vatbaar schijnt. _Tvont_ in _tamer_ te veranderen scheen de + klemtoon te eischen: het woord is goed vlaamsch, en komt b.v. in den + _Ferguut_ voor vs. 744 en 751, waar de uitgaaf leest _te meer_. Zie + overigens mijn artikel in den _K. en L.bode_, 1845, no. 36. + +Vs. 1113: _of ic hier bleve_ + +Vs. 1115: _Hier es d. sp. quaden t._ + +Vs. 1116: _mocht_ + +Vs. 1118: _utermaten_, maar _te mate_ is beter in de maat, en meer + overeenkomstig met vs. 1115. + +Vs. 1119: _moochdi_ + +Vs. 1121: _el_ ontbreekt in 't hs., waar men leest: _Reinaert hebdi mi + i. h._, hetgeen Gr. behield; maar W. wierp den eigennaam uit en + laschte in _anders_; maar verg. vs. 571, 3225. + +Vs. 1123: _lietic_, zoo als GRIMM met C. heeft. WILLEMS veranderde het + in _lictic_, dat wel geen drukfout is, zoo als men uit zijne + verklaring van _gewaerd_ mag afleiden. + +Vs. 1125: _Soete Tibert_ + +Vs. 1130: _hordic_, C. _hoere ic_, GrW. _hore ic_ + +Vs. 1137: _alle_ + +Vs. 1143: _al haddi minen vader doot_; Epische uitdrukking, zie _Wal._ + II, 281. + +Vs. 1145: _Reinaert sprac: neve h. uwen spot_ + +Vs. 1146: _Neenic, Reinaert a. h. m. G._ + +Vs. 1153: _enen_ + +Vs. 1157: _nemmer meer_ + +Vs. 1160: _gaen wi_ + +Vs. 1168: _enen_ + +Vs. 1182: _no lat_ + +Vs. 1187: _beiden_, W. _leiden_ + +Vs. 1190: _Tibert siet_ + +Vs. 1192: _eren_ + +Vs. 1199: _Wanen ---- desen wanc_ + +Vs. 1202: _een strec_, maar er was vs. 1177 reeds van gesproken. + +Vs. 1209: _wroeghede_, C. _wronghede_, dat WILLEMS verklaarde + _verwrong_, en GRIMM evenzoo; maar uit den voorgaanden en volgenden + regel blijkt, dat er een woord moet staan, dat _zich verraden_, + _aanklagen_, beteekent. Nu is het vreemd, dat Gr. noch W. hier de + verbetering aanbrachten, die toch 113 was aangewend, waar men in het + hs. had gelezen _wronghene_, voor _wroughene_, d.i. _wroeghene_. + Evenzoo 1605 las Gr. terecht _droeghene_, waar zijne kollatie heeft + _dronghene_, d.i. _droughene_. Over het gebruik van _ou_ voor _oe_ + zie op 569.--In denzelfden zin wordt overigens _wroeghen_ wel meer + gebruikt. + +Vs. 1218: _dus atet_ + +Vs. 1222: _inlanc so bet_. Zoo leest C., waarvoor bij Gr. _ni lanc_, + waarmede hij natuurlijk geen weg wist. W. verbeterde _je lanc_, maar + _inlanc_ is de oorspronkelijke vorm + +Vs. 1225-6: De lezing is van W. die dus het blijkbaar bedorven hs. + herstelde, dat heeft: _Dat_, _Tibert_, _daer m. u ware_, _Isengrijn + die m._ + +Vs. 1232: _Martinet riep_ + +Vs. 1243: W. _in huus_ + +Vs. 1245: _ute sinen bedde_ + +Vs. 1253: W. _rocken_ + +Vs. 1259: _spaerdene_; maar _sparen_ beteekent hier niet _parcere_, maar + _morari_. Zoo vs. 1244. Verg. verder _Car. en Eleg._ gloss. + +Vs. 1260: _enen_. Zoo ook 1263. + +Vs. 1267: _scanden_ + +Vs. 1275: _sielen_ + +Vs. 1276: _sine wilde_ + +Vs. 1280: _Int sleets_ + +Vs. 1282: _sone_, dus W.; bij CGr. _neve_. + +Vs. 1284: _mijn scande_ + +Vs. 1285: _Emmermeer voort in a. st._ + +Vs. 1286: _wonden_ + +Vs. 1287: _ten_ C. _den_, reeds verbeterd door Gr. + +Vs. 1288: _noch doe_ + +Vs. 1292: _sinen scerne_ + +Vs. 1298: _te mere_, CGrW. _te min_ + +Vs. 1304: _ne_ ontbr. + +Vs. 1306: GrW. _Doe hiefsene_; maar C. heeft duidelijk _hieffene_: _Doe_ + is blijkbaar bedorven uit _Soe_. + +Vs. 1311, 12: _sorghen_ + +Vs. 1316: C. _sine_ + +Vs. 1319: _ute ten_ + +Vs. 1324: _wisen_ + +Vs. 1331: _Den coninc dreigen_; maar twee verzen achter elkander met + hetzelfde appellatief te laten aanvangen, ging niet; blijkbaar staat + _men_ in vs. 1330 voor _menne_. Of _dreigen_ wel het echte woord is? + +Vs. 1337: _Hoe men Reinaert ter redenen brochte_ + +Vs. 1344: _waerven_ + +Vs. 1345: _enen_ + +Vs. 1348: _Daer hi af_ + +Vs. 1350: _dattene_ + +Vs. 1355: _niemene en es_ + +Vs. 1356: _So helpe_ + +Vs. 1360: _gaet wech ende sijt_ + +Vs. 1362: _Grimbert sprac_ + +Vs. 1368: _ten eersten_. Doch zie hier vs. 1435, 2058, en verg. _Wal._ + 1533 _eerst_; 8875 _van eerst_. + +Vs. 1369: _sinen_. _Groeten_ met DP.? Verg. _Gram._ IV, 606. Of ellipt. + genit.? + +Vs. 1376: _waerven_ + +Vs. 1377: _vermerrendi_ + +Vs. 1380: _inden derden_ + +Vs. 1381: _Uwen casteel_ + +Vs. 1386: C. _haer_ l. _hare_? + +Vs. 1390: W. _ten hove_ + +Vs. 1393: _avonturen_ + +Vs. 1396: _Maerghin_ (W. _Morgen_) _sciet_; doch verg. _Reineke_ 1308. + +Vs. 1400: _binnen den_ + +Vs. 1411: _Hoort, seit hi_ + +Vs. 1414: _alle dandre_ + +Vs. 1417: _sine muulkine_ + +Vs. 1420: _harde lief_; doch verg. _Reineke_ 1362. + +Vs. 1421: _Ja als_ + +Vs. 1422: _van hier moet_ + +Vs. 1427: _de sine_ + +Vs. 1428: _ruumde_ + +Vs. 1434: _hoort_ + +Vs. 1436: _met Grimberte_ + +Vs. 1436: _seide_, dus C.; GrW. _seiden_ + +Vs. 1438: _sorghen_ + +Vs. 1441: _te biechten_ + +Vs. 1444: _sijn vergaen_; doch zie _Reineke_ 1382. + +Vs. 1447: _te biechten_ + +Vs. 1449: W. _Alle de diefte en a. r._ + +Vs. 1454: _te ghenaden_ + +Vs. 1455: _algader_, C. _allegader minen mesdaden_, de twee laatste + woorden reeds door Gr. verbeterd. + +Vs. 1459: CGr. _alle diere_ + +Vs. 1462: _Of gi iet wilt_ + +Vs. 1465: _alle diere die leven_ + +Vs. 1466: _mi moete vergheven_ + +Vs. 1467: _Brune_ + +Vs. 1471: _Tes papen huus, daer hi spranc int net._ De uitlating van + _huus_ behoeft geene verdediging. Dat _net_ door _strec_ moet worden + vervangen, bewijst zoowel het rijmwoord, als de vergelijking met vs. + 1177, 1202, 1234, 1281. + +Vs. 1472: _ongherec_. Zoo ook 1201. Bij WILLEMS _ongeret_, en in de + verklarende aant. _ongerect_. In C. werd kwalijk gelezen _ongeret_, + dat Gr. verbeterde. + +Vs. 1473: _sine kindre_ + +Vs. 1477: _mi ooc niet_. Het middelste woord schijnt hier uit den + volgenden regel ingeslopen. + +Vs. 1479: GrW. _coninghinnen_ + +Vs. 1480: C. _verwinne_ + +Vs. 1481: _eren_ + +Vs. 1483: C. _mee liede_; GrW. _meer liede_ + +Vs. 1487: _maectene_--_Elmaren_ + +Vs. 1488: _Daer wi b._ + +Vs. 1489: _al te sere te pinen_ + +Vs. 1490: _die_ (l. _der clocke-line?_) + +Vs. 1494: GrW. _toneren_, C. _tonneeren_ + +Vs. 1496: _straten_ + +Vs. 1497: _binnen der_ + +Vs. 1503: _die_ is een invoegsel van mij; verg. 947. + +Vs. 1506: _af bernen_ + +Vs. 1510: CGr. _Daer hi nu_ [_mi_] _conste_; W. _hi niet conste_ + +Vs. 1512: _leeddickene_. + +Vs. 1513: Ik volg de lezing van GRIMM, waarvoor W. _Vianois_ stelt, dat + hij voor een uitgedachte naem" houdt. Ik weet niet met zekerheid + waarop die verandering steunt; waarschijnlijk op de omwerking, maar + in de variant is die plaats niet opgenomen. + +Vs. 1515: _Sone woonde_. Gr. _Son en woonde_. W. _Son woonde_ + +Vs. 1521: _Daer dedic I. in crupen_; doch _daer_ is overtollig, wegens + het voorgaande _in dat_. Voor _incrupen_ wellicht beter _doe + crupen_. + +Vs. 1523: l. _hanghen vele_? + +Vs. 1524: _Des vleesch dedi_. Het vers eischt slechts drie verheffingen. + Misschien kon men ook lezen: _Des dedi_, hoewel ik de voorkeur geef + aan _daer_. + +Vs. 1528: _dien leden b._ + +Vs. 1531: _sat_, invoegsel van WILLEMS; _niet_ C. _met_. + +Vs. 1537: _enen_ + +Vs. 1540: W. _wast_ + +Vs. 1544: CGr. _nu vant slach_, blijkbaar min juist gelezen, want de + verklaring _vant_ = _va ende_, (bl. 276) gaat niet op. W. wilde + lezen: _vanc ende slach_.--Of zou men mogen verstaan: _nu vant + slach_ = _slaghen_? Volgens Mnl. Vsb. p. 129 + +Vs. 1547: _selves_ ontbr. in C. + +Vs. 1565: _roof hier laten_ + +Vs. 1566: _Hi riep, ende ic ginc m. straten_. Maar het vorige vers heeft + ook maar drie verheffingen. + +Vs. 1570: De nieuwe alinea begint eerst hij den volgenden regel. + +Vs. 1572: _volchden_ + +Vs. 1582: _gevreesscheden_ + +Vs. 1587: _Grote -- grote_ + +Vs. 1588: _Dus quamen_. Hoe licht men _d_9 voor _d_' las is bekend. + +Vs. 1595: _lietene_ + +Vs. 1596: C. _diene_ + +Vs. 1599: _ghelove_, door WILLEMS ten onrechte veranderd in _gelovet_. + Verg. _Wal._ II, D. bl. 333 vlgg. + +Vs. 1604: _Si namene ende leidene_ + +Vs. 1607: _Buten den_; maar dit wordt samengetrokken tot _buten_ + +Vs. 1609: GrW. _Ine_ + +Vs. 1610: C. _verwervic_ + +Vs. 1612: _dedi_ + +Vs. 1614: _leiddickene_ + +Vs. 1616: _Dat twee h. ende enen hane_; maar nergens is sprake van + slechts _twee_ hennen. + +Vs. 1617: _stralen_ + +Vs. 1619: _teere_, maar _te_ wordt door _bi_ uitgesloten. Wellicht stond + in 't oorspronkelijk: _Rechte ere_ + +Vs. 1625: W. _vette_; CGr. _ghenoech_, door W. verbeterd. + +Vs. 1628: C. _taste_; W. _begon_ + +Vs. 1631: _Te sorgen_; maar het is geen ww., en het zstnw. is stvr. + +Vs. 1632: _wats u ghesciet_ + +Vs. 1634: _om_ + +Vs. 1639: _hoondene_ + +Vs. 1640: W. _van daer boven_; CGr. _von dat boven_ + +Vs. 1643: _daer_ is een invoegsel van mij. + +Vs. 1644: _lagen_ moet eensylbig gelezen worden, tenzij men _si_ zou + willen delgen. + +Vs. 1646: C. _vijvergat_. De verandering is van Gr. Zoo heeft ook het + mhd. _viwerstat_, b.v. Nib. 884,4, 885,2. + +Vs. 1647: _worden_. Lees int metrum _Si wort up_ + +Vs. 1652: _nie_ met C., bij GrW. _ie_ + +Vs. 1655: _Harswenden_. Maar de nom. luidt 242 _Harsint_, en 2877 + _Hersunt_. De acc. 3399 _Hersinde_. De zwakke vormen in dat. 1983, + 2129, 2846, 2898 en hier ter plaatse zijn fouten. + +Vs. 1656: _liever hadde dan_ + +Vs. 1657: _God die moet mi_ + +Vs. 1658: _liever ware bleven_ + +Vs. 1659: _Te doene dan_ + +Vs. 1661: _te biechten_ + +Vs. 1676: _dat biddic u_ + +Vs. 1680: _hem_ invoegsel van W. + +Vs. 1681: C. _mesdaden_ + +Vs. 1682: C. _raden_ + +Vs. 1684 en 1685: _Ende te wakene (vastene)_; maar het vers eischt hier + drie arses zonder voorslag. + +Vs. 1687: _Alle die hi_, maar _Alle_ is blijkbaar te ontberen. + +Vs. 1688: _Ende dat hi voort_ + +Vs. 1689: _Behendelike soude generen_. _Behendicheit_ gold niet slechts + voor _sagacitas_, _ars_, _sollertia_, maar ook voor _fraus_, + _dolus_, _machinatio_; men zie CLIGNETTS _Bijdrage_, bl. 311-312. + Dat men Reinaerts behendigheid natuurlijk in geen goeden zin + opvatte, leert de 13 fabel uit den _Esopet_, vs. 16-17. Onmogelijk + kon daarom hier in den tekst _behendelike_ geduld worden, hoewel dit + zeer duidelijk in het handschrift staat. _Behendelike_ kon licht uit + _Bescedelike_ gelezen worden. Dat dit het juiste woord moet zijn, + leert de vergelijking met _Flor._ 187; zie vooral ook de + woordenlijst op den Lsp. + +Vs. 1692: C. _Nu moet hi siere stelen pleghen_, bij WGr. _Nu moet hi + plegen siere selen_. De ware lezing gaf 381 aan de hand. Vs. 428 + leest men _pleghen_, dat den afschrijver in de war bracht. + +Vs. 1695: _daer_ is een invoegsel van mijne hand. + +Vs. 1713: _begonden_ + +Vs. 1717: _plumen_ + +Vs. 1718: _Gr. sp. Oom gi d. m. d._ + +Vs. 1720: _een_ + +Vs. 1722: _te biechten_ + +Vs. 1724: _trouwen_ + +Vs. 1734: _Al hadde men_, dat onzin is; verg. _Reineke_ 1663. + +Vs. 1741: _verdoort_, C. _versmaet_ + +Vs. 1742: _verstoort_, C. _verstorbeert_. De verbetering is van Gr. + +Vs. 1743: II _pater_ + +Vs. 1745: _ghenaden_ + +Vs. 1748: _af hebbe_ + +Vs. 1750: _sine ogen_ + +Vs. 1752-4: C. leest: + + Doe began hem drouve ghelaten + ende arde zeere beefde Reynaert + doe keerde si te hove waert + doe hi began den hove naken + daer hi waende seere mesraken + Doe in sconinx hof was vernomen, enz. + GRIMM zegt, p. 276: Die sichtbar vom nachhelfenden schreiber her + rhrende verwirrung der hs. ist nach der prosa und nach Reinke + beseitigt worden." Hij leest namelijk, en met hem W.: + + Die si te voren hadden ghelaten: + Daer keerden si ten hove waert. + Aerde (W. Harde) sere beefde Reinaert + Doe hi began den hove naken, + Daer hi waende sere mesraken. + Doe in sconinx hof was vernomen, enz. + + Er is blijkbaar in het hs. geknoeid, maar minder dan Gr. vermoedde. + Vs. 1752 is stellig echt: _ghelaten_ in dien zin is geheel + overeenkomstig met _gelaet toonen_, enz. dat men hier herhaaldelijk + aantreft, b.v. 1737, 1768, 1802, 2119, 2185. En de verandering + van GRIMM is lam.--Dat ik midden tusschen twee rijmen eene nieuwe + periode laat aanvangen, is geheel overeenkomstig met de manier des + dichters. Zie b.v. 107, 263, 998, 1288 (waar de afschrijver echter + de nieuwe afdeeling eerst met 1289 begon, evenzoo 1850, 2048, zoo + als hij die ook 777 een regel te laat begonnen was), 1692, 2048, + 2067, 2498, 2518, 3396. + +Vs. 1759: _Grimberde_ + +Vs. 1760: _niemene ne was_ + +Vs. 1764: _die onvervaerde_ + +Vs. 1766: _Ende hi sprac_ + +Vs. 1770: _Gelijc of hi_ + +Vs. 1772: _boudeliken_ + +Vs. 1777: CGr. _hebbe_; W. veranderde naar de omwerk. + +Vs. 1783: CGr. _mi nochtan gherne_; W. _mi gerne_ + +Vs. 1784: _hulden wilde gi_ + +Vs. 1785-6: _lonen: crone_. Men zou kunnen vragen of _crone_ niet eene + te moderne figuur is; te meer, daar C. verder leest _dat si..... + gheloven_, welk laatste woord GRIMM veranderde in _ghelove_, WILLEMS + in _ghelovet_. Wellicht zou men wenschen te verbeteren: _hoeden_, + _vroeden_, gedachtig aan _Reineke_, 1711: _Juwe rt is vrt.... gy + loven nicht draden.... wat ju dessen valschen alle vorelesen._" Ook + hier 1899 wordt de koning _vroet_ genoemd. + + Maar het Fransch heeft, 10956: + + Ms puis, sire, que _rois_ s'amort + croire les mauvs larrons, + ................. + lors vet la terre male veue." + + Het zal dus het zekerst zijn de lezing van C. te behouden, en 1787 + _si_ in _soe_, 1788 _gheloven_ in _ghelove_ te veranderen, tenzij + men voor _der crone_ zou willen stellen _den cronen_.--Moet het ook + zijn _den conen_ (_coenen_)? + +Vs. 1787: _Dat si_ + +Vs. 1788: C. _gheloven_; W. _ghelovet_ + +Vs. 1792: _Die niet te rechter h. h. g._ De omwerking gaf de verbetering + aan. + +Vs. 1793: _rike hove_ + +Vs. 1796: _Den goeden lieden doen t._ Ik heb de lezing van den omwerker + voorgetrokken. + +Vs. 1802: _condi_ l. _toondi_? + +Vs. 1803: _niet ghehelpen_ + +Vs. 1807: _saken_ + +Vs. 1808: _qualic in_. Dus C. door GrW. veranderd in _qualiken_. + +Vs. 1809: C. leest: _Die eede die ic hadde gesworen._ Gr. veranderde + _eede_ in _vrede_, waarschijnlijk volgens _Reineke_, 1720, die de + omwerking volgt, welke ironisch den koning veel beter de volgende + woorden in den mond legt: + + Dat gi my dicwijl hebt gedient, + Dat wart u nu te recht gegouden. + Gy hebt den vrede wel gehouden, + Dien ic geboot ende had gesworen. + +Vs. 1818: _laten aenscinen_ + +Vs. 1820: _es sijn crune_, doch verg. 1827. + +Vs. 1821: _vele_ is een invoegsel van WILLEMS. + +Vs. 1828: CGr. _hi ware gewroken_, dat W. veranderde in: _haddet gew._; + doch verg. 1931. + +Vs. 1830: C. _Rander side_, door GrW. veranderd in _Tander side_ + +Vs. 1840: _groot mine saken_ + +Vs. 1848: _sloechdi_ + +Vs. 1850: _Recht in dese selve sprake_. In C. vangt het volgende vers + met eene kapitale letter aan, intusschen laten GRIMM en W., die + overigens de lezing van C. behouden, de nieuwe alinea met 1850 + beginnen. In de aant. p. 276 zegt GRIMM: Wenn dieser vers noch von + Reinaert gesprochen wird (vgl. _Reineke_ 1762,63), wozu der grosse + buchstabe der hs. bei 1851 stimmen konnte; so fehlen zwei verse + vorher. die prosa ist fr die gewahlte abteilung." + + De zin schijnt intusschen gewrongen, als men wil lezen: + + Recht in dese selve sprake + Doe spranc up Belijn, die ram. + + 1850 moet wel degelijk tot de vorige periode behooren. Dat er in + geknoeid is valt terstond in 't oog; maar is het zoo noodzakelijk + met GRIMM aan te nemen, dat er _twee verzen zijn uitgevallen_? Het + Fransch geeft hier licht. Er is de grootste overeenstemming tusschen + onze verzen 1837-1850 en Br. 20 11014-20, waar men leest: + + Or sui devant lui [mesire], si me tiegne, + Et si me face ardoir ou pendre, + Qar ne me puis vers lui deffendre. + Ge ne suis pas de grant puissance, + Ms ce seroit povre venjance, + _S'en parleroient meinte gent + Se l'en sanz jugement me pent._ + + Het woord _sprake_ in C. 1850 wijst duidelijk aan, dat er iets moet + gestaan hebben overeenkomende met de twee laatste Fransche verzen. + _Recht_ ontstond uit de verwisseling van de kapitale _L_ en _R_ (zie + op 347), en _in_ kan eene vergissing zijn voor _men_, verg. 915. + +Vs. 1862: Dit vers is door WILLEMS uit de omwerking aldus ingevuld: _Die + gans, dat tijtsel ende tlampreel_ + +Vs. 1867: CGr. _Makeden_ + +Vs. 1872: _Reinaerde_ + +Vs. 1874: _man_ dus CGr., WILLEMS las _men_ + +Vs. 1875: W. werpt _es_ uit, dat CGr. hebben. + +Vs. 1877: CGr. _Vort bringen die men brochte daer_. WILLEMS heeft _die_ + in _dan_ veranderd. Dat hij met die plaats geen weg wist, blijkt uit + de zonderlinge interpunctie. Ook GRIMM was er me verlegen. Zie + zijne aant. p. 277. + +Vs. 1880: _besten redenen g. daer voort_ + +Vs. 1881: C. _dieren_ + +Vs. 1882: _met goeden orconden_ + +Vs. 1885: _saken_ + +Vs. 1886: _wijstsi_ voor _wijsden si_, dat men in C. leest. GrW. + veranderden: _wijsten si_ + +Vs. 1888: _Reinaerde_ + +Vs. 1893: _naeste_ + +Vs. 1896: _Reinaerde_ + +Vs. 1905: _andren_ + +Vs. 1906: CGr. _Reinaerde_ + +Vs. 1908: W. vond verkieslijker" te lezen: _Tibert sprac_; maar de + woorden zijn blijkbaar den koning in den mond gelegd. + +Vs. 1914: _Sinen l. die es_ + +Vs. 1916: Gr. en W. stellen _tjaer meer_, terwijl C. heeft _tsiaer + meer_. Doch zie mijn artikel over _saermeer_ in den _K. en L.bode_, + van 1845, no. 35. + +Vs. 1925: _wancans_, verbetering van Gr. voor _wanconst_, dat C. heeft. + +Vs. 1926: _Nochtan eist R. diet al b._ zoo lezen GrW., maar _eist_ vindt + men niet in C. Eenvoudiger verandere men _die_ in _di_; in allen + gevalle had men niet mogen stellen _eist_, maar dan ten minste + _wast_. + +Vs. 1928: _uwe_ + +Vs. 1929: C. _Rumen ende wijde lancken_. Verg. GRIMMS aant. p. 277. + +Vs. 1932: _noch niet_ + +Vs. 1936: W. _Langeleden_ + +Vs. 1942: W. _vernois om hadde_ + +Vs. 1943: W. _papen_ + +Vs. 1946: CGr. _Ende sidi nu daer toe_, l. _En sidi mi_? + +Vs. 1948: _fellen voden_, doch verg. 3745 en 3771 der uitg. van WILLEMS. + GRIMM haalt p. 278 uit MAERL. 3, 318 een _vuden_ aan, dat echter + blijkbaar bedorven is uit _ruden_. Dezelfde letters worden daar meer + verwisseld, b.v. bl. 138, vs. 80, waar _rasten_ moet gelezen worden + voor _vasten_.--Ook de woorden _uwen neve_ komen mij verdacht voor; + maar ik heb ze behouden, omdat ook de omwerking _u neve_ heeft. + +Vs. 1949: _Doe so sprac die coninc saen_; maar de verbetering volgt uit + vs. 1958-9. Door GRIMMS aant. p. 278, wordt de lezing van C. kwalijk + verdedigd of verklaard. + +Vs. 1950: _Tiberte_ + +Vs. 1953: _gaet voren_ + +Vs. 1961: _Nu gaen wi voren ende b. h._ + +Vs. 1963: _du selt_ + +Vs. 1964: _die salt_, W. _sal_ + +Vs. 1965: CGr. _dine_ W. _en dine_ + +Vs. 1970: _Hine dede_ + +Vs. 1973: _Dat was de wulf ende T._ + +Vs. 1975: _te sinen scaden_, dat blijkbaar alleen om 't zuivere rijm + _scaden_ dus staat. + +Vs. 1980: _binnen den_ + +Vs. 1982: _Reinaerde_ + +Vs. 1989: _dor niede_, C. _dor met_, dat blijkbaar slecht gelezen is + voor _niet_, zoo als ook 1531 het geval was. Gr. en W. stellen + daarvoor _nijt_; maar de wolf had geen reden te veronderstellen, dat + _nijt_ (haat) Hersinde jegens Reinaert bezielde, verg. 243, terwijl + buitendien _nijt_ geen reden kon zijn om hem te doen ontsnappen, + maar juist het tegendeel. _Niet_, in dat. _niede_ is een bekend + woord, dat hier juist aan zijne plaats is: Ohd. _niot_, door GRAFF, + II, 1048, terecht door _desiderium_ vertaald. Verg. vooral de + woordenlijst op den Lsp. + +Vs. 1995: _brincdi_ + +Vs. 1996: _mijn moie;_ doch verg. 1504, 1675. + +Vs. 1998: _nemmermeer_ + +Vs. 1999: _Maer her_ + +Vs. 2002, 2009: _onneert_, dus C.; Gr. en W. _oneert_. + +Vs. 2006: _wie die mi_ + +Vs. 2012: _dat herte_ + +Vs. 2015: _alle_ + +Vs. 2016: _galge of gi_ + +Vs. 2019: W. _Met uwe v._ De geheele plaats 2015-19 komt mij verdacht + voor. + +Vs. 2021: _Amen, sprac Brune, ende h.;_ het inlapsel vloeide voort uit + het niet verstaan der herhaling _Amen, Amen!_ Dit blijkt ook uit de + omwerking. + +Vs. 2023: _haesten wi_ + +Vs. 2024: _woorde_ + +Vs. 2026: _ten stride_; maar _te stride_ beteekent _om strijd_. + +Vs. 2029: _volchde_ + +Vs. 2031: GrW. _line_ + +Vs. 2036: _strec_, GrW. _strop_, maar C. heeft _stroc_, dat slecht + gelezen is. + +Vs. 2038: CGr. _scauwet_ + +Vs. 2039: _Ende si spr._ CGr. heeft buitendien: _ende si keren_, dat W. + stilzwijgend veranderde. + +Vs. 2042: W. _sullen_ + +Vs. 2051: _sorghen_ + +Vs. 2055: Gr. _Ic ware_, drukf. + +Vs. 2057: _Reinaerde_ + +Vs. 2062: _verlanessen_ + +Vs. 2068: De nieuwe alinea begint bij CGrW. reeds bij het voorgaande + vers. + +Vs. 2070: W. _Dan so_; CGr. _Daer so_; C. heeft waarschijnlijk _d_' voor + _d_9 gelezen. + +Vs. 2073: _Nu en es_ + +Vs. 2076: _u_ ontbr. in C., de invoeging is van Gr. + +Vs. 2080: _noch doe_ + +Vs. 2081: C. _mannen_ + +Vs. 2091: _hoekine_; dus C.; bij Gr. _bockine_; doch zie MEIJERS + Aanteek. op het _Leven van Jesus_, p. 356. + +Vs. 2092: _derdes_, dus C.; bij GrW. _des derdes_. + +Vs. 2094: C. heeft _haenden_, waarvoor Gr. gaf _hanen_, dat W. weder + verving door _vogel_. Dat C. de ware lezing geeft blijkt uit de + _Nat. Bloeme_, aangeh. _Gesch. der Mnl. Dk._, III, 17. + +Vs. 2100: _ende dat ic vermochte_. Bij dit vers teekent Gr. aan: + _lcke._" Er schijnt echter in den zamenhang niets te ontbreken. + +Vs. 2101: _ende_, dus C., en ook beter dan de verandering (_met_) + door Gr. in den tekst gebracht; want zij kwamen niet samen, maar + ontmoetten elkander. Hij zelf gaf p. 278 de ware lezing aan, maar + verkoos _met_ omdat C. heeft _Isengrine_ (: _rime_). + +Vs. 2103: _Besele_, zoo C. en GRIMM; WILLEMS verbeterde _Basele_ (by + Dendermonde"). Moet men ook lezen _Belsele_? Zie het Charter van + 1139, uit het _Corpus Chron. Flandriae_ aangehaald in mijne _Gesch. + der Mnl. Dk._ I, 193, noot 2. Doch verg. GRIMM p. CLVII. + +Vs. 2104: _dat hi ware_ + +Vs. 2108: _trouwen_ + +Vs. 2110: C. _wandelen_ + +Vs. 2114: _vroe_ + +Vs. 2117: _Of enen w. of enen r._ + +Vs. 2119: _mi een g._ + +Vs. 2120: _ende so qu._ + +Vs. 2121: _mi daer met van hem_ + +Vs. 2124: _warven_ + +Vs. 2127: CGrW. _ene bake_ + +Vs. 2128: _Doe ginc_ + +Vs. 2130: W. _kinden_ + +Vs. 2133: _Die sine k. en wouden cnaghen_, omdat zij de alreminste" + was. CGrW.: _Die sine k. hadden gecnaget_; maar in den volgenden + regel, die in het hs. luidt: _Dus nauwe hebbic mi bejaget_, moet het + laatste woord blijkbaar veranderd worden in _bedraghen_ (verg. 2654, + 2694), en ik durfde daarop niet laten rijmen het part. _gecnagen_, + zoo als de omwerking doet, die leest: + + Nochtan eer ic dat mochte hebben, + Hadden sy tvleysch al off geknagen: + Hier op most ic my doe gedragen. + + Buitendien komt onze lezing beter overeen met het voorgaande vers. + +Vs. 2139: _gewonnen wel_ + +Vs. 2146: _Gaf hi R. felle antw._; maar waartoe dat _felle_, bij de + bloote nieuwsgierige vraag? + +Vs. 2147: _wanen.... die sc._ + +Vs. 2149: _also_ + +Vs. 2152: _dien scat_ + +Vs. 2155: _An.... trouwen_ + +Vs. 2156: _alle uwe_ + +Vs. 2158: _owi lieve R._ + +Vs. 2162: C. _ghi mi ons s._; GrW. _ghi mi s._ + +Vs. 2165: _brinct_ + +Vs. 2173: _ende sine hulde_ + +Vs. 2176: W. _groote_ + +Vs. 2177: W. _Ende die in v._ + +Vs. 2179: _Die heren_ + +Vs. 2182: _trouwen_ + +Vs. 2184: _sullen drinken met scanden_ + +Vs. 2185: _gelate met droeven sinne_ + +Vs. 2189: _mijn_ + +Vs. 2191: _de helle_ + +Vs. 2192: _Daer die t. es entie p._ + +Vs. 2193: _Indien dat_. Ik zou wenschen te lezen: _Ocht hier_ + +Vs. 2195: _ghenaden_ + +Vs. 2201: _daet_, dus C.; bij Gr. _doet_; W. _deedt_ + +Vs. 2205: W. _dat herte_, doch zie 1079, 1741, 2306; en verg. _Gram._ I, + 693. + +Vs. 2204: _bringhene_ + +Vs. 2207: _vraechdi mi des_ + +Vs. 2208: _gi wel hoet_ + +Vs. 2213: _up mine_ + +Vs. 2214: _trouwen_ + +Vs. 2215: _coninghinnen_ + +Vs. 2218: _daer niemen_ + +Vs. 2220: _Tote dien_ + +Vs. 2229: CGr. _verraderen_; doch zie 2243. Moet men ook lezen + _verranesse_ (verg. 2243), en in het volgende vs. _niemen spare_, + beiden met drie toonverheffingen? + +Vs. 2235: _Met verradenessen sal bedrieghen_; doch verg. 2200, 2503. + +Vs. 2236: _enen.... maghen lieghen_ + +Vs. 2237: C. _Grimberte den d._ + +Vs. 2242: W. _Van s. v. waer af hi woude_ + +Vs. 2243: _Die_ + +Vs. 2245: _Reinaert sprac wilen teer st._ + +Vs. 2246: _m. h. mijn vader v._ + +Vs. 2247: _Hermelinx_, C. _heymeliken_; doch zie vs. 2544-5 + +Vs. 2248: C. _eene_; CGrW. _verholnen_; doch verg. 2271. + +Vs. 2249: C. _Die mijn v._ + +Vs. 2254: _Tiberte_ + +Vs. 2255: C. _arttinen_, Gr. _Aertinen_ + +Vs. 2256: C. _Brunen_ + +Vs. 2257: _Brune grote Gods h._ + +Vs. 2258: W. _Ende dat hi in Vl._; CGr. _Ende hi in_. Maar verg. over + den ellips. DE VRIES, _Brief over Kar. Gr._, bl. 17-18, waar op vs. + 2268 wordt gewezen, waar hetzelfde is waar te nemen. + +Vs. 2260: CGrW. _Bruun_ + +Vs. 2262: _Doe_, CGrW. _Daer_ + +Vs. 2266: _Isingrijn_ + +Vs. 2273: _sduvels_ + +Vs. 2276: _alle gr._ voor _arde gr._ + +Vs. 2277: De vier tusschen teksthaken geplaatste regels vindt men niet + in C., waar men leest: + + Nu hoort wonder alle groot + Wat si noch over een draghen + Wilde iemen van sconinx maghen + Dat wedersegghen _enz._ + + GRIMM, die deze lezing behield, en daarin door WILLEMS gevolgd + werd, merkt echter op, dat er achter den tweeden dezer regels + iets ontbreekt (p. 280), gelijk hem de vergelijking met den ouden + prozadruk leerde. Blijkbaar is tot den samenhang noodig, dat + Reinaert niet alleen zegt dat de saamgezworenen den koning wilden + vermoorden; maar ook, dat zij Bruin in zijne plaats wilden kroonen. + Van 's konings magen toch behoefde men niet te vreezen dat zij zich + zouden verzetten tegen Nobels dood, die wel zonder hunne voorkennis + zou plaats grijpen; maar zij konden wedersegghen" dat hij door den + beer werd opgevolgd. Ik heb daarom die vier regels uit de omwerking + overgenomen, waar dan deze regel volgt: + + Op sijn hooft die croon van goude, + + waarvoor ik heb in de plaats gesteld: + + Ende hi crone soude draghen, + + waaruit denkelijk in C. de regel verbasterd is: + + Wat si noch over een draghen. + + Dat deze verzen werkelijk in den ouden tekst behoorden, mag men ook + opmaken uit de vergelijking van 2327. + +Vs. 2282: _sconinx_ + +Vs. 2284: _ende met sinen goude_ + +Vs. 2291-3: + + Ende liet in verholnen rade minen + Wive, miere vrouwe Harmelinen, + Ende al van pointe te pointe seide + + W. las alleen den laatsten regel: _Die hijt al v. p._ Dat die verzen + gebrekkig zijn springt in het oog, en zoo als GRIMM zegt (p. 280), + auch hier verrathen ungefge worte und mangelhafter sinn den + zusammenziehenden abschreiber." Hij neemt aan, dat hier, even als + in de omwerking, de das het verhaal eerst aan zijne eigene vrouw + deed, die het wederom aan de vossin verried; hij stelt daarom als + waarschijnlijk, dat die tirade aldus begon: + + Ende in verholnen rade + Sinen wive Slopecade. + + Daar intusschen vrouw Slupecade nergens in het oudere gedicht + terugkeert, is het niet onmogelijk dat zij hier eerst door den + omwerker zij ingevoegd, gelijk men ook uit vs. 2296 mag opmaken. Ik + heb mij daarom bepaald tot die veranderingen die een verstaanbaren + zin opleveren. Het enjambement _minen.... wive_ kan geene zwarigheid + maken, zie de inleiding I. Misschien moet men ook lezen: + + Ende dien verholnen raet sinen + minen wive, vrouwe Harmelinen, + + Wegens die konstruktie zie men 412, 1297, 1316, 1866, 2655, 2729, + 3186. De vergelijking van 2325 schijnt mede onze lezing te + bevestigen. + +Vs. 2302: _Ooc s. soet bi sulken l._ Doch verg. _Reineke_ 2397. Moet men + ook lezen: _Ooc proefde soet bi lyctekinen?_ + +Vs. 2303: _al_, invoegsel van mij. + +Vs. 2305: _stonden_, l. _stoet?_ + +Vs. 2308: Achter dit vers volgen in C. 30 regels die blijkbaar een + inlapsel zijn. Het is de fabel die ook elders afzonderlijk voorkomt, + b.v. _Esopet_, fab. XXV, bij CLIGNETT bl. 146. Het inlasschen + van fabelen is geheel en al in strijd met den geest van het oude + gedicht, en de gerekte vergelijking is in de omstandigheden waarin + Reinaert zich bevindt geheel en al te onpas aangebracht. Deze wil + ook in 't geheel niet werken op de heren arme ende rike," zoo + als op het slot der interpolatie, maar alleen op het vorstelijk + echtpaar. Dit reeds is genoegsaam om de inlassching uit te + monsteren. Overigens loopt de zin veel geleidelijker door, als + men die 30 verzen wegwerpt, gelijk ik heb gewaagd te doen. Dat de + interpolatie intusschen oud is, leert de vergelijking met de lezing + in den _Esopet_, terwijl ook de omwerker haar in zijn voorbeeld + vond. Ik geef het uit den tekst weggeworpene hier naar de uitgave + van GRIMM (GrW. 2305): + + Die pude wilen waren vri + ende ooc so beclaechden hem si + datsi waren sonder bedwanc: + ende si maecten een ghemanc, + ende so groot ghecrai up Gode, + dat hi hem gave, bi sinen ghebode + enen coninc, diese dwonghe. + Dies baden die oude entie jonghe + met groten ghecraie, met groten ghelude. + God ghehorede die pude + tenen tide vanden jare, + ende sende hem den coninc Odevare, + diese verbeet ende verslant + in allen landen, daer hise vant. + Beide in water ende in velt, + daer hise vant in sine ghewelt, + hi dede hem emmer onghenade. + Doe claechden si: het was te spade. + Het was te spade, ic segghe u twi: + Si die voren waren vri, + sullen sonder wederkeer + sijn eighin bliven emmermeer, + ende leven ewelike in vare + vanden coninc Odevare. + Ghi heren, arme ende rike, + ic vruchte ooc dies ghelike, + dat nu van u soude ghevallen. + Doe droeghic sorghe vor ons allen. + Dus hebbic ghesorghet vor u: + dies dancti mi lettel nu. + + Men lette nog op de herhaling in vs. 19, die geheel van de + schrijfwijze van onzen dichter afwijkt, zoo ook vs. 2 _beclaechden + hem si_, dat niet overeenstemt met _merkedi_ vs. 2363 (2387). + +Vs. 2309: _Ic kenne_; C. _Brunen_ + +Vs. 2312: W. _Dan_ + +Vs. 2314: C. _Ic kennen so w. g._ GRIMM verbeterde: _Ic kenne den + coninc_; maar ook hier wordt het imperf. geischt. + +Vs. 2320: _Noch theeren noch te vromen_ + +Vs. 2321: _doghede_, bij Gr. _gedoghede_, C. _ende ghedoghede_. Dit en + het volg. vers in verkeerde volgorde. + +Vs. 2322: _pijndic_ door W. uit de omwerking opgenomen. CGr. _peinsdic_ + +Vs. 2324: _Datso gescoort worde_. De uitwerping van _Datso_ gebood de + samenhang. In _gescoort_ is blijkbaar eene _c_ kwalijk gelezen voor + _t_, zoo als meermalen. De invulling van _ic_ gaf de omwerking aan + de hand. + +Vs. 2326: _enen dorper_ + +Vs. 2331: _wel_ + +Vs. 2336: _ghepeinse_ + +Vs. 2337: _hoe ic dat_ + +Vs. 2339: _die mijn vader hadde_ + +Vs. 2341: C. _leide laghen_; GrW. _leide lage_ + +Vs. 2342: C. _meneghe haghen_; GrW. _meneghe haghe_ + +Vs. 2351: W. _enen st._ + +Vs. 2355: C. _yewer_ + +Vs. 2357: _l. gheslopen?_ + +Vs. 2358: _te sc._, doch verg. 2472. + +Vs. 2359: _als ic hem_ + +Vs. 2360: W. _Driven dat ic_ + +Vs. 2361: _doe_ ingevoegd door W. + +Vs. 2363: CGrW. _sach ende merkedi_ + +Vs. 2371: _mede gaen_; Reineke 2265 heeft: _lt overgn_ + +Vs. 2373: _mouden_ + +Vs. 2374: GrW. _vroeden bouden_, maar blijkbaar moet het hs. hebben + _houden_. Verg. 2344. + +Vs. 2375: _meesterlike_ + +Vs. 2383: CGr. _gheraecte doe_; bij W. _genaecte doe_ + +Vs. 2386: _Aldaer vandic_ + +Vs. 2389: _nie_, dus C.; bij GrW. _ie_ + +Vs. 2391: _Ic en_ + +Vs. 2392: het tweede _sonder_, invoegsel van W. + +Vs. 2400: _enen_ + +Vs. 2416: _hem so quite_ + +Vs. 2424: _m. coenen s._ + +Vs. 2426: _hulpen_ + +Vs. 2427: _quame_, dus C.; bij GrW. _quam_. Gr. veranderde hier, omdat + in C. met dat vers eene nieuwe afdeeling begint, die echter + blijkbaar met 2421 moet aanvangen, verg. _Reineke_ vs. 2305. + +Vs. 2431: _menechfoudeghe_, doch verg. 505, 542, 898. + +Vs. 2434: _na hem reden_ uit de omwerking, in plaats van: _hadden + geleden_ + +Vs. 2435: _daghen_ + +Vs. 2436: _meneghen stonden_ + +Vs. 2441: C. _Sheere_, GrW. _Sheren_. Zie over de apocope HUYD. op + _Stoke_, 2 D., bl. 150. + +Vs. 2443: _catte_ + +Vs. 2452: _danct_ + +Vs. 2454: _hi soude_ + +Vs. 2473: _leedden Reinaerde_. WILLEMS werpt _te_ weg; doch verg. 2673. + +Vs. 2475: _wijsde_ met C., GrW. _wijste_ + +Vs. 2477: _soudic u wisen_ + +Vs. 2479: _uut_ + +Vs. 2481: C. _Mine_ + +Vs. 2483: _Allegader_ + +Vs. 2485: _ghetrouwe_, dus CGr. W. las willekeurig _gehouwe_. + +Vs. 2488: _voor_ + +Vs. 2489: C. _ghi mi_ + +Vs. 2490: C. _Ende Bruun alle mine onsculde_. GrW. lezen met _Reineke_: + _Ende alle mine broke ende sculde_; maar uit 2493 blijkt dat Bruun + hier op zijne plaats is. + +Vs. 2506: C. _argentieren_; GrW. _argertieren_ + +Vs. 2512: W. _Ende dese v._ + +Vs. 2517: _belanct_, doch zie de voorbeelden bijgebracht _Heim._ bl. + 369. + +Vs. 2521: _Ne gh. u niet_ + +Vs. 2524: _wancost_ bij W. is drukfout. + +Vs. 2527: _Dat en d._ + +Vs. 2532: _die ere_ + +Vs. 2533: _mijn_ + +Vs. 2535: _eren_ + +Vs. 2536: _groot_ + +Vs. 2538: _wale jonne_; maar dan behoorde het te zijn _anne_. Blijkbaar + heeft de afschrijver den infinitivus verworpen om een schijnbaar + zuiverder rijm te verkrijgen; doch zie Mnl. Vsb. bl. 113 en 168-9. + +Vs. 2539: _trouwen_ + +Vs. 2540: _vrouwen_ + +Vs. 2550: W. _Hoe die coninc_ + +Vs. 2552: _Reinaert spr._ + +Vs. 2561: _de waerheit_ + +Vs. 2567: _no wijf_ + +Vs. 2573: GrW. _die avonture_. _Die_ bracht Gr. in den tekst omdat men + in C. gelezen had _hi avonture_, waar echter wel _bi_ zal staan, dat + den natuurlijksten zin geeft. + +Vs. 2574: C. _ghehidelt_ + +Vs. 2575: W. _tes_, CGr. _es_ + +Vs. 2577: _mijn_ + +Vs. 2578: _weset_, W. _wetic_, Gr. _wetet_, zoo als men meende in C. + te lezen. Merkwaardig is de uitdrukking _getrouwe wesen_, voor het + gewone ww. _ghetrouwen_, dat b.v. 3365 staat. Moet men ook lezen: + _Ne wilt ooc niemen so ghetrouwen_? als _Wal._ 8584? Verg. dan + aldaar 2 D. bl. 207. + +Vs. 2579: W. _sout laten_ + +Vs. 2589: _in dene side_; maar de beteek. zal toch wel zijn: _aan kant_, + _wegdoen_. Zie daarover _Wal._ 2 D. bl. 205. + +Vs. 2592: _ooc_ door mij ingevoegd uit _Reineke_ 2468. + +Vs. 2598: _Hoe dicken suldi_ + +Vs. 2608: CGr. _wanen_ + +Vs. 2617: _ja, ja_ + +Vs. 2621: _die_ + +Vs. 2633: _Dies maent hi u bi der trouwen_ (:_vrouwen_) + +Vs. 2635: De vijf tusschen teksthaken geplaatste verzen, gedeeltelijk + uit de omwerking genomen, vervangen dit enkele, dat C. heeft: + _Ende die ic den coninc sculdich bem._ Dat er hier iets ontbrak + was duidelijk, en ook reeds door GRIMM aangewezen, bl. 283. + +Vs. 2647: _ende menich coude_ + +Vs. 2652: _die ries_, doch zie GRIMM, pag. CLX. + +Vs. 2656: _was te voren eer_ + +Vs. 2658: _last_, dus W. naar de omwerking; CGr. _past_ + +Vs. 2660: _scone_ + +Vs. 2662: C. _wee desen_ + +Vs. 2663: _sone_ (WILLEMS: _tone_), _Rijn, waers te d._ + +Vs. 2665: _saken_ + +Vs. 2671: _Ghene_ + +Vs. 2672: _enen_ + +Vs. 2680: _berke_, C. _burne_, Gr. _borne_. De verbetering is van + WILLEMS. + +Vs. 2683: _ine_ + +Vs. 2687: _ghi here waert_ + +Vs. 2688: _het es also_ + +Vs. 2689: WILLEMS wilde lezen: _al eist mijn scame_ + +Vs. 2693: _hem de provende niet ghenoegen_ + +Vs. 2695: _Hi cl. van hongere ende k._; maar het rhythmus van het + volgende vers leert dat _van hongere_ hier niets dan een glosseem + is. + +Vs. 2697: _Doe hi kermede ende wart traech_. Ik heb de voorkeur gegeven + aan de lezing van de omwerking. + +Vs. 2707: _eren.... vromen_ + +Vs. 2712: _verwatenen_; doch zie Mnl. Vsb., bl. 132-3 + +Vs. 2718: en 20 GrW. _te banne_ + +Vs. 2719: _sp. Reinaert nadat g. s._ + +Vs. 2721: _Reinaert lietic u_ + +Vs. 2722: _Cuwaerde.... enen_, dus CGr. bij W. _een_ + +Vs. 2726: W. _Daer gi_ + +Vs. 2732: _jonne_ + +Vs. 2733: C. _hi ende mi_ + +Vs. 2735: _rede_ + +Vs. 2739: _in sijn hof_ + +Vs. 2743: alleen bij W. _coninghinnen_ + +Vs. 2744: Deze regel ontbreekt in het hs. en is van mijne vinding. + WILLEMS laschte in: _Die hi te recht wel mochte minnen_, en in het + volgende vers, achter _mi_ de woorden: _sprac hi_. + +Vs. 2746: L. _met live_? + +Vs. 2755: _sinnen_ + +Vs. 2757: _vele ghebeden vor hem_ + +Vs. 2764: _waerven_ + +Vs. 2770: _ghene_ + +Vs. 2777: W. _Ende dan wille hi_; CGr. _Ende v. R. danen wille hi_ + +Vs. 2780: W. _sonderliker_, drukfout. + +Vs. 2789: _alle_ + +Vs. 2792: _Te Tic._ + +Vs. 2797: _tes coninx waert_ + +Vs. 2798: _Tib. bleef sere_ + +Vs. 2799: _Ende hi bleef_ + +Vs. 2801: _sorgen so groot_ + +Vs. 2803: _sine_ + +Vs. 2804: _Die hi_ + +Vs. 2809: _Reinaerde ie_ + +Vs. 2810: _met groten gheninde_ + +Vs. 2811: _voor_ + +Vs. 2817: _Worden si_ + +Vs. 2818: _verwoede_ + +Vs. 2819: _dan men hem dede_ + +Vs. 2821: _voerese_, dus C. bij GrW. _voerdese_. CGrW. _als_ + +Vs. 2823: _binnen ere nacht_ + +Vs. 2826: De alinea begint eerst bij het volg. vers. + +Vs. 2833: Hadd. IIII v. sc. + +Vs. 2835: _sal_ IIII _scoen_ + +Vs. 2836: _coninghinnen_ + +Vs. 2839: IIII + +Vs. 2840: CGr. _Helpt nu_ + +Vs. 2843: _sine_ + +Vs. 2848: _eren_ + +Vs. 2852: _moetet_ + +Vs. 2853: _des Gods_ + +Vs. 2856: _Dinen_ + +Vs. 2857: _Hets dijn n._ + +Vs. 2858: _wilre gherne mijn m._ + +Vs. 2859: _u wel ghem._ + +Vs. 2861: _Isengrijn dr._ + +Vs. 2863: _gheven twee soen_ + +Vs. 2864: _u vaert mede_ + +Vs. 2866: _dher_ + +Vs. 2868: _beide sine_ + +Vs. 2871: W. _hielt_; C. _leden_ + +Vs. 2881: _Bachten van beide haren voeten_ + +Vs. 2882: _wel soeten_; doch verg. 621, 3413 + +Vs. 2885: _lieve_, invoegsel van W. uit de omw. + +Vs. 2895: _al dat_ + +Vs. 2900: _moete mi wr._ + +Vs. 2903: _neware_, dus C.; bij GrW. _te ware_ + +Vs. 2911: _helpt.... ic_ + +Vs. 2912: _vor de sonne_ + +Vs. 2913: _sijn_ + +Vs. 2917: _voeten_ + +Vs. 2922: _vrouwen_ + +Vs. 2923: _wel_ is een invoegsel van mijne hand. + +Vs. 2924: _Nu doet Reinaert g. u. cn._ + +Vs. 2926: W. _naesten_, dat ik nimmer aantrof. + +Vs. 2936: _wats dan_ + +Vs. 2941: _daer af_, invoegsel van mij. + +Vs. 2942: _pen. daer af ontfaen_ + +Vs. 2944: _hem wel_ + +Vs. 2947: W. _geesterliker_ + +Vs. 2949: _Jeghen bisscop ende jeghen den deken_--CGr. _dat ic u_ + +Vs. 2954: _also_ + +Vs. 2957: _beefde_ + +Vs. 2958: _sine autare_ + +Vs. 2964: _Reinaerts_, CGr. _sine_ + +Vs. 2971: _tranen_ + +Vs. 2973: _jammerlike in sine herte_; doch verg. _Reineke_ 2753. + +Vs. 2974: _Van rouwe hadde grote sm._ + +Vs. 2979: _Haddet m. g._ + +Vs. 2982: C. _hi woude_ + +Vs. 2984: _hem_, C. _hi_ + +Vs. 2991: _ghene_ + +Vs. 2992: _Uwen_, W. _Geeft mi_ + +Vs. 2994: _gheboot die coninc_; doch zie de omwerking. + +Vs. 2995: _uut_ CGrW. _uutwaert_ + +Vs. 3005: W. _Wat rouwe hem_; CGr. _Die rauwe die hem_ + +Vs. 3006: _Reinaerde_ + +Vs. 3011: _sine_ + +Vs. 3016: _sameninghen_ + +Vs. 3026: _dese_ + +Vs. 3027: _sine_ II _achterste voeten_ + +Vs. 3028: _maende die diere cl. ende gr._ + +Vs. 3030: _alle_; in C. ontbr. _van_ + +Vs. 3033: _ghebede_ + +Vs. 3040: _ghi_ CGrW. _God_ + +Vs. 3044: _wandelinghen_ + +Vs. 3045: _onberoepen ende goedertieren_. Verg. wegens _onberocht v. d. + Houte_, Gloss. op _berocht_, en DE VRIES, _Brief over Kar. Gr._, + bl. 6. + +Vs. 3048: W. _tide_ + +Vs. 3050: W. _loveren_ + +Vs. 3053: _sonderlinghe_ + +Vs. 3058: W. _Aen dat casteel van M._ + +Vs. 3060: _Doe sprac hi_ + +Vs. 3072: _manieren_; W. _menegen_ + +Vs. 3077: _vonden si_ + +Vs. 3079: _sorghen_ + +Vs. 3081: _als_ is een invoegsel van mij. + +Vs. 3084: W. _wonder_ + +Vs. 3091: _Cuwaerde_ + +Vs. 3093: C. _lyende_ + +Vs. 3096: _trouwen_ + +Vs. 3098: _ene gr. p._ + +Vs. 3105: _mordadelike_ + +Vs. 3106: W. _C. riep doe g._ + +Vs. 3107: W. _Help_ + +Vs. 3109: _was sciere_ + +Vs. 3112: _gaen wi_ + +Vs. 3114: GrW. _ten brase_, van welk woord ik geen tweede voorbeeld + weet. C. heet te lezen _base_, maar er zal wel staan _hase_, d.i. + zonder de Vlaamsche adspiratie, die in dat hs. voorkomt, _ase_, van + _aes_. Dat _h_ en _b_ te verwisselen zijn, blijkt, daar b.v. 2577 + (2597) door GRAETER _hi_ voor _bi_ gelezen werd. + +Vs. 3116: _Haren_ + +Vs. 3120: _dancte_, waarvoor ik _bat_ uit de omwerking nam; CGr. _goets_ + +Vs. 3124: _jans_ + +Vs. 3132: _sal_ + +Vs. 3133: _daghen_ + +Vs. 3134: _sijn daghen mee_ + +Vs. 3139: _hede_ + +Vs. 3140: _Ende die_ + +Vs. 3146: _daer wonen_ VII + +Vs. 3147: _l. wand. sonder sc.?_ + +Vs. 3148: _hebben daer gr._ + +Vs. 3150: C. _en loghe_ + +Vs. 3154: _Nu hebdi_ + +Vs. 3156: _van_, invoegsel van mij. + +Vs. 3157: _Ende hebt p._ + +Vs. 3160: W. _seidet_ + +Vs. 3161: _dat hi mi_ + +Vs. 3162: _diedet niet_ + +Vs. 3169-70: staan in C. in omgekeerde orde. + +Vs. 3175: _Alse dit_ + +Vs. 3181-2: in omgekeerde volgorde. + +Vs. 3189: _lates_ + +Vs. 3190: _u daer R. h._ + +Vs. 3191: W. _comdi niet_ + +Vs. 3198: _di des_; CGr. _hi dus_; W. _hi di_ + +Vs. 3208: _Here_ + +Vs. 3214: CGr. _wi doe daden_ + +Vs. 3220: _also_ + +Vs. 3222: _helpt_ + +Vs. 3223: _Miere moien_ + +Vs. 3224: CGr. _Doe riep_ + +Vs. 3230: _liever_, C. _leet_; CGrW. _hem iet_ + +Vs. 3231: W. _Dattet minen k._ + +Vs. 3235: _hoghe_ + +Vs. 3239: _Het es_ + +Vs. 3240: CGr. _ende ic ne w._ + +Vs. 3242: C. _waret_ + +Vs. 3243: CGr. _Ghebidden_; W. _ic_; CGrW. _den c._ + +Vs. 3246: _Reinaert sprac._ W. werpt _ne_ uit. + +Vs. 3247: _hier bleven_ + +Vs. 3256: _loofde_ + +Vs. 3260: CGrW. _hooft_; zoo ook 3359. + +Vs. 3261: _haddijt_, invoegsel van mij. + +Vs. 3263: _Belijn_ + +Vs. 3271: _Ende sinen here die coninc h. l._ + +Vs. 3272: _desen_ + +Vs. 3277: _stede daer hi up stoet_ + +Vs. 3280: W. _Dat hem_ + +Vs. 3281: _Reinaert Belijn_, doch zie de omwerking. Uit 3287 blijkt + duidelijk dat Belijn spreekt + +Vs. 3283: _U selven_ + +Vs. 3284: CGr. _sals hu sp._ + +Vs. 3285: CGr. _dat ghi cont d._ + +Vs. 3288: _dicke hets_ + +Vs. 3289: _jonste_ + +Vs. 3294: _sal u saen_ + +Vs. 3295: _desen selven_ + +Vs. 3300: W. _bevolen_ + +Vs. 3301: _Sprac Belijn ende dede h._ + +Vs. 3304: _groot_ ontbr. + +Vs. 3309: _pinen wi_ + +Vs. 3310: CGr. _daer doe gheen_ + +Vs. 3321: W. _om_ + +Vs. 3322: _Belijn_ + +Vs. 3323: _wanen_ + +Vs. 3327: _alse_, invoegsel van mij + +Vs. 3329: GrW. _ten casteel comen_; C. _den casteel cumen_, welk + laatste woord stellig slecht gelezen is, zoo als ook blijkt + uit de omwerking, die heeft: _Ende hi henen sceiden soude_ + +Vs. 3337: W. _brieven_ + +Vs. 3338: W. _De sc._ + +Vs. 3344: _letteren dichte ic bi m. r._ + +Vs. 3348: C. _ant werc_ + +Vs. 3353-4: _Belijns_ (_: sijns_) + +Vs. 3356: _Dat hi sn._ + +Vs. 3360: CGr. _B. ende sach dat_ [_hi sprac_ (_W._)] + +Vs. 3365: CGr. _ghetrauwet_ + +Vs. 3366: _sien_, invoegsel van GRIMM + +Vs. 3367: _Die coninc_ + +Vs. 3370: _hief_ + +Vs. 3371: _Up ende_ + +Vs. 3374: GrW. _Alle dieren_ + +Vs. 3376: _lubaert_ + +Vs. 3377: W. _mochtet_ + +Vs. 3382: _ende_ met C., bij GrW. _een_ + +Vs. 3384: _Here_ + +Vs. 3391: _Die st. here Br. ende here I._ Doch verg. _Reineke_ 3157 + +Vs. 3397: _Es ghedaen mesdaet_, gewijzigd naar _Reineke_ 3171 + +Vs. 3398: CW. _wulf enten bere doen comen_, Gr. _doen coenen_. Reineke + 3173 gaf de verbetering aan de hand + +Vs. 3400: _Ende betren hem h. m. s._ + +Vs. 3401: _Ende over h. t. ende over h. p._ + +Vs. 3408: CGr. _Ende sullen sine k._ W. _Ende bi sine kele._ + +Vs. 3413: _den rouwe_ + +Vs. 3415: _gaen maken_ + +Vs. 3417: _ghevanghene_, doch verg. 2996. + +Vs. 3418: _teerst_ + +Vs. 3419: _sprac hi_ + +Vs. 3420: _vast_ ontbr. en is door mij uit _Reineke_ 3207 ontleend. + +Vs. 3421: C. _Mine_ + +Vs. 3427: CGr. _shere_, W. _sheren_ + +Vs. 3431: _ghewilleclike_ + +Vs. 3433-4: _Dat gi sonder eneghe mesdaet R. moghet t. ende q._ + +Vs. 3435: _alle_ + +Vs. 3436: _belaghen_ l. _bejaghen_? met omw. + +Vs. 3437: _Dese twee gr. vreden_. Ik volg de omw. + +Vs. 3441: _sweert_ + +Vs. 3443: _Nemmermeer_ + +Vs. 3445: _ghenaden_ + +Vs. 3449: _Brune sprac ic_ + + + + +VERKLARENDE WOORDENLIJST. + + +VERKLARENDE WOORDENLIJST. + + +A. + +#Achte#, 685, _gevangenschap_, _hechtenis_, _beklemming_. + +#Achter bliven#, 96, 2464, _achterwege blijven_. Zie _Lsp. gloss._ + +#Achter lande#, 2407, _door het land heen_. Zie HUYD. op _Stoke_, 2 Dl., +bl. 20; _Lsp. gloss._ _Ferg._, 1423. Zoo ook _achter straten_, aldaar +727. + +#Achter rugghe#, 1730, _achterwaarts_. Zie HUYD. op _Stoke_, 3 Dl., bl. +219. + +#Aerminc#, 2077, 2210, _arm man_, _ongelukkige_. Verg. HUYD. op _Stoke_, +1 Dl., bl. 418. + +#Aes#, 3114, _spijs_. Zie KIL. en verg. _Velthem_, bl. 268, 279. + +#Aex#, 701, 735, _bijl_, _akst_. Zie CLIGNETT, _Bijdr._, bl. 178-180. +_Lanc._ 21632 heeft _hache_. + +#Af#, 21, 1042, 1348, _van_. + +#Afbernen#, 1506, _afbranden_. + +#Al#, 741, 932, 1257, _geheel_. + +#Al in een#, 1255, _aanhoudend_, _voortdurend_. Zie _Lsp. gloss._ + +#Al te#, 784; 2827 alleen #te#; _zeer_. Zie _Lsp. gloss._ + +#Altehant#, 539, _terstond_. + +#Aldusghedaen#, 3054; #aldustaen#, 862, _zoodanig_. + +#Algader#, 1276, 1455, _geheel en al_. + +#Alghemene#, 3115, _te samen_. + +#Alnaect#, 1257, _moedernaakt_. + +#Als ende als#, 3010, 3264, _geheel en al_; in de tweede plaats zooveel +als _dringend_. + +#Also#, of #noch also#, bij een adject. _meer_, b.v. 1342, #noch also +quaet#, _boozer_. Zie HUYD. op _Stoke_, 1 Dl., bl. 169. + +#Also#, 1345, _als_, _zoo als_. + +#Altoos#, 2947, 2986, _altijd_. Zie _Floris, gloss._ In de eerste plaats +meer in den zin van _immers_, zoo als wij het nog wel gebruiken. + +#An#, zie #Onnen#. + +#An#, duidt in 't algemeen de betrekking aan, die wij nu eens door +_aan_, dan door _op_, _in_, _tot_, _bij_, _naar_, _nabij_ uitdrukken; +93, 1003, 1102, 1127, 1248, 1435, 2274. De werkwoorden die op een of +andere wijze eene ontleening van elders aanduiden, hebben in 't Mnl. den +persoon van wien ontleend wordt met _an_ verbonden bij zich: b.v. 204, +1427. Verg. _Lsp. gloss._ Daarme komt overeen het _delen an hoghen +aflate_, 2894; en _versaden ane_, 212. + +#Andersins#, 84, _in anderen zin_, _anders_. Ietwat afwijkend is de +beteekenis _Floris_ 1374, 3947. + +#Aneslaen#, 442, _beginnen te zingen_. Zie _Lsp. gloss._ Nog van het +zingen der vogels en het bassen der honden in gebruik. + +#Anevaerden#, 3314, _de vaart ergens heen ondernemen_; _aggredi_ (KIL.). + +#Angaen#, 187, _ondernemen_, _aanvangen_, _suscipere_. + +#Angaen#, 814, _aanvallen_; 261, _tot zich nemen_, _zich meester maken +van iets_, _aanvaarden_. + +#Anscijn worden#, 1781, _blijken_. Verg. HUYD. op _Stoke_, 2 Dl., bl. +168-170. + +#Antien#, 2066, _aantijgen_. Zie _Lsp. gloss._ op _Tien_. Zie ook hier +op dat woord. + +#Apeert#, 204, _openlijk_, _blijkbaar_, _onbeschaamd_. + +#Arbeit#, 743, 2856, _moeite_. + +#Archede#, 2515, #Archeit#, 2940, _kwaad_, _boosheid_, _ondeugd_. Zie +_Lsp. gloss._ + +#Arghertiere#, 2506, _boos_, _ondeugend_. + +#Avonture#, 624, _de fortuin_, _het geluk_ (_als persoon voorgesteld_). +#Bi aventure#, 161, 349, 2573, _bij toeval_. 1393, 401 var., _ongeval_. +4, 31, _verhaal van gebeurde zaken_, _geschiedenis_. #In avonture +setten#, 1353, _in de waagschaal stellen_, _op het spel zetten_. Verg. +GRIMMS uitstekende monografie over dit woord in de verschillende +beteekenissen die het doorloopen heeft. + + +B. + +#Bachten#, 1290, 2881, _van achter_, _aan den achterkant_. Verg. +CLIGNETT, _Bijdr._, bl. 374-375. + +#Baerde#, 701, _bijl_. Nog over in _hellebaard_. + +#Bake#, 217, 227, 1517, 1523, 2127, _varken_. + +#Balch#, 2800, _ligchaam_, _buik_, eigenl. een _huidenzak_. + +#Balch#, zie #Belghen#. + +#Ban#, 264, KIL.: _proclamatio_, _edictum publicum_. + +#Ban#, 2700, _banvloek_, KIL.: _Dira proscriptio_, _anathema_. Zie nog +andere beteekenissen van dit woord in de woordenlijsten op de +_Doctrinale_ en de _Mnlp._ + +#Banderside#, 1830, _ter andere zijde_. Zie het _gloss._ op de +_Lorreinen_. + +#Baraet#, 353, 483, 1196, 1486, 1708, 2049, 2359, 3073, 3387, _bedrog_. +Het is het fransche _barat_, en komt veel voor; zie HUYD. op _Stoke_, 2 +Dl., bl. 210-211, en CLIGNETT, _Bijdr._, bl. 349-350. + +#Barbecane#, 522, _voorwerk eener vesting_; fransch woord, bij vlaamsche +schrijvers niet ongewoon, b.v. _Troj. Orl._ (_O. Vl. Ged._ I), 3003. +_Rose_, 3784, vindt men het ww. _barbelcanen_, in de beteekenis van: +_met een voormuur omgeven_. + +#Baren#, 2380, _zich vertoonen_. Verg. _Lorreinen gloss._ + +#Bassen#, 1597, _aanblaffen_. Gewoonlijk wordt het intrans. gebruikt; +zie CLIGNETT, _Bijdr._, bl. 157-159. + +#Bat#, in 't rijm voor #Bet#. + +#Bate#, 2893, _voordeel_. Maar _bate_ is eigenlijk _betering_, +_herstel_, vandaar _in bate staen_, 192, _beteren_, _boeten_. Zie +_Lorreinen gloss._ + +#Bedi#, 2975, 3162, _omdat_; 2331, 2892, 3110, _want_. Eigenlijk een +oude instrumentaalvorm. Zie voorbeelden in de plaatsen aangehaald +_Doctr. gloss._ + +#Bedocht sijn#, 84, _bedacht zijn_, _besluiten_. + +#Bedraghen# (#Hem#), 2134, 2654, 2694, _zich onderhouden_, _zich_ (_met +iets_) _behelpen_. Zie _Lsp. gloss._ + +#Bedraghen#, 2200, 2235; part. #bedreghen#, 2503, _beschuldigen_, +_aanklagen_. Zie DE JAGER, _Nalezing op 't gloss. van Prof._ LULOFS, bl. +14-16. + +#Bedwanc#, 886, 1845, _dwang_, _overmacht_. Zie _Floris_, 345, 2848. +_Car. en Eleg._, 372, 1187. + +#Begheven#, 24, 155, 2940, _nalaten_; 273, _verlaten_. + +#Begheven#, 1501, _de wereld voor het klooster verlaten_; het part. +#begheven#, 369, 1488, _van de wereld afgezonderd_, _geordend_. + +#Beghien#, part. #beghiet#, 2934, _erkennen_. MAERL., _Sp. Hist._, 3 +Dl., bl. 257. Zie DE JAGER, _Verscheidenheden_, bl. 278-282. + +#Beghinnen#, 3 p. sing. praet. #begonste#, 64, 146, 1323 (2110). MAERL., +_Sp. Hist._, 3 Dl., bl. 186, 286. Zie ook _Lsp. gloss._ op _began_; +HUYD. op _Stoke_, 1 Dl., bl. 41, 97; 2 Dl., bl. 487. + +#Begripen#, 32, _berispen_. Zie _gloss._ op _Doctr._ en _Lsp._ + +#Behendichede#, 2465, _beleid_, _slimheid_. Zie CLIGNETT, _Bijdr._, bl. +311-312. + +#Beiaert#, 1272, _frequentamentum tintinnabulorum_ (KIL.). #Den beiaert +slaen#, _de klok luiden_. + +#Beide#, 681, 745, 1491, _beide_, _alle twee_. Maar als _beide_ voorop +staat, en gevolgd wordt door twee of drie verschillende zelfst. nw. +beteekent het _zoowel -- als_, b.v. 13, 42, 151, 408, 837, 1268, 1385, +1691, 1981, 2308*, 2761, 2881. Zie HUYD. op _Stoke_, 1 Dl., bl. 65. De +eigenlijke schrijfwijs in ons dichtstuk schijnt _bede_ geweest te zijn, +dat 147 in 't rijm voorkomt. Zoo ook _Ferg._, 4947; _Stoke_, 1 B., 607. + +#Beiden#, 1101, 1187, _wachten_. + +#Bejach#, 119, 276, 507, _prooi_, _wat men door najagen verkrijgt_. + +#Bejaghen#, 1941, 2112, 2897, 3336, (_door jagen_) _bemachtigen_, +_verwerven_. Verg. _Lsp. gloss._ + +#Becarmen#, 3038, _weeklagen over iets_. + +#Bekinnen#, #bekennen#, 2809, _kennen_; 457, 539, _kennen_, _erkennen_; +983, _herkennen_. Zie _Lsp. gloss._ + +#Beclaghen#, 1349, 1375, _aanklagen_, _verklagen_; 1529, _beklagen_ in +de tegenwoordige beteekenis. + +#Becnouwen#, 225, _beknagen_, _afknagen_. + +#Becomen#, 2100, 2439, _behagen_, _aangenaam zijn_. Zie HUYD. op +_Stoke_, 2 Dl., bl. 400. + +#Belanc sijn#, 2517, _verwant zijn_. Zie over de grondbeteekenis van het +woord _Lsp. gloss._ + +#Belghen# (#Hem#), praet. #balch#, 1749, 2902, 2955, 3185, _boos +worden_, _zich vertoornen_. Zie _Lsp. gloss._ + +#Beloken#, 335, 1169, 2271, _besloten_; eigenlijk part. van _beluken_. + +#Belopen#, 349, _achterhalen_; 2518, _overwonnen_ (_ingepakt_). + +#Bem# (#Ic#), 525, 1026, 1357, 1780, 2073, 2188, 3096, regelmatige 1 +pers. sing. praes. van _sijn_. + +#Beneden#, 777; moet men niet lezen _beneven_? Vs. 820 vlg. schijnt dit +vermoeden in de hand te werken. _Beneven_ vindt men o. a. _Troj. Orl._, +bij BLOMMAERT, _OVl. Ged._, 2 Dl., bl. 88, vs. 1154. + +#Benemen#, 2452, _verhinderen_, _beletten_. Zie _Lorreinen gloss._ + +#Beniden#, 340, _ergens nijd_, _afgunst over gevoelen_. Verg. _Tr. Orl._ +(BLOMMAERT I, bl. 18) vs. 1460. + +#Bequame#, 620, _aangenaam_. Verg. #becomen#. + +#Bequamelic#, 1118, _aangenaam_, _wel smakend_. + +#Beraden#, #beriet#, #beraden#. _Beraden_ is eigenlijk den raad tot +iets geven, hetzij aan zichzelven of anderen. Vandaar _het initiatief +tot iets nemen_, _iets bewerken_, in verschillende schakeringen van +beteekenis, afhankelijk van het doel waarmede iets _beraden_ wordt. Ten +goede gaat de beteekenis licht over in die van _helpen_, _verzorgen_, +_iets verschaffen_; ten kwade, in die van _berokkenen_, _op den hals +halen_. De persoon ten wiens behoeve, ten wiens voor- of nadeel dit +geschiedt, staat in den dat., die _beraden_ wordt in acc. Zoo komt dit +ww. in dit gedicht voor: 435, 551, 592, 639, 1926, 2198, 2977, 3213. Het +part. #beraden#, 478, 1976, is eigenlijk: _tot een besluit gekomen_, +_besloten_, en wordt met den genit. gekonstr. of door _so_, _also_, +nader bepaald.--Verg. hier #raet#. + +#Beringhen#, 779, _omringen_, _insluiten_. Zie HUYD. op _Stoke_, 1 Dl., +bl. 453. + +#Bernen#, 303, 1506, _branden_; nog over in ons _barnen_. + +#Bescedenlike#, 1689, _met maat en ingetogenheid_. Zie _Lsp. gloss._ de +geheele bl. 377. + +#Bescelden#, praet. #bescalt#, 936, _schelden_, _hoonen_. Verg. +#scelden#. + +#Besceren#, part. #bescoren#, 2692, (_de kruin_) _scheeren_. + +#Bescouwen#, 1583, _aanschouwen_, _bezien_. + +#Besculdich#, 53, _schuldig_. In den _Lanc._ leest men _besculdicht_ in +denzelfden zin. + +#Beseken#, praet. #besekede#, 75, _bepissen_. + +#Besien#, 1017, _toezien_. + +#Bespreken# (#Hem#), 435, 467, _overleggen_, _beraadslagen_. Zie _Mnlp. +gloss._ + +#Bessem#, 722, _bezem_. Dezelfde uitspraak van het woord hoort men nog +in sommige provinciale dialekten, b.v. in Overijssel. + +#Best# (#Du#), #du bist#, 920, 2602, tweede pers sing. van _ic bem_. + +#Best#, 969, 1005, 1334, adverb. _op de beste_, _de geschiktste wijze_. + +#Beste# (#Die#), 86, _de edelste_, _de voornaamste_. Verg. _Mnlp. +gloss._ + +#Bestgheboren#, 798, _de voornaamste door geboorte_. Zoo ook MAERL., +_Sp. Hist._, 1 Dl., bl. 383; _Lanc._ 4485. Verg. hier 2742. + +#Bestaen#, intr. met DP., 1903, _vermaagschapt zijn_. Zie _Lorreinen_, +I, 615; _Ferg._, 343, en niet 1413, zoo als _Lorr. gloss._ verkeerd +wordt opgegeven. + +#Bestaen#, trans. met den acc., 553, 970, 1040, 1095, 1696, 2604, +_ondernemen_, _aanvaarden_; eigenlijk _aanvallen_ (verg. _aggredi_). + +#Besteken#, 1197, _aanranden_; KIL. _machinari_, _moliri_. + +#Bestolen#, 2152, part. van #bestelen#, _gestolen_. + +#Bet#, #Bat#, 255, 540, 1063, 1633, 2240, 2399, 3043, 3349, adverb. +_beter_. #Te bat sijn#, 226, 3165, _voordeel_, _nut van iets hebben_, +met den DP. en GZ. Verg. _Lsp. gloss._ in _bat_. + +#Betegen#, part. van #betien#, 2504, _aantijgen_, met den DP. en AZ. +Verg. _Belg. Mus._, IV, 330. + +#Betren#, 3400, _vergoeden_, _boeten_. Zie _Lorreinen_ en _Doctr. +gloss._ + +#Bevaen#, 2731, _bevangen_; #met node bev.#, 517; #in bliscap bev.#, +899; #bevaen in goeden dinghen#, 2731; #met loveren bevaen#, 43 +(_omgeven_, _bedekt_). Verg. _Lsp. gloss._ en _Ferg._ 1546. + +#Bevelen#, 382, 1412, _aanbevelen in de hoede van iemand_, met DP. en +AZ. Verg. _Lsp. gloss._ + +#Bewachten#, 405, _bewaken_. + +#Bewanen#, 2209, _wanen_, _meenen_; 176, _verwachten_. _Ferg._ 2004. + +#Bewant sijn#, 1630 van #bewenden#, _wenden_, _keeren_, _in eenigen +toestand of gesteldheid zijn_. Zie _Mnlp. gloss._ + +#Bewerven#, 2172, 2866, _verwerven_. _Flor._ 1202, 2862; _Doctr._ II, +3293. Verg. HUYD., _Proeve_, 1 Dl., bl. 139. + +#Bi#, 117, 123, 378, 2154, 2573, 2608, 3170, _door_; 565, #bi mi#, _door +mijn voorbeeld_. + +#Bi#, _bij_, _in_, _tot_, _met_; #bi der siele#, 1275; #bi siere eren#, +546; #bi name#, 1001; #bi den buke#, 1581. + +#Bi#, 694, 1889, _aan_, _met_. + +#Bi#, 602, 650, 879, 1366, 1620, 1671, 1709, 1911, 2046, 2364, _bij_, +_nabij_. + +#Bi#, 646, 1496, 3295, _bij_, _langs_. + +#Bile#, 816, _bijl_. + +#Bindesen#, 988, vul aan: _bin desen worden_, dus: _intusschen_, +_inmiddels_. #Bin# ook buiten samenstelling is niet ongewoon, b.v. +_Wal._ 121, 202, 995. + +#Binnen# (#Hier)#, 1308, 2403, 3440, _intusschen_, _inmiddels_. + +#Binnen gheboren#, 1795, _aangeboren_. _Mnlp._ heeft _ingeboren_. + +#Bisant#, 1153, _bysantijnsch goudstuk_. _Flor._ 2614, 2620, 2698, 2734, +enz. _Velth._ bl. 256. + +#Bispel#, 181, _spreekwoord_. Verg. CLIGNETT, _Bijdr._, bl. 107. _Flor._ +2147. + +#Blanden#, 2183, _mengen_. Het _mede blanden_ staat tegenover het _bier +brouwen_ vs. 2180-1, verg. 1960-1. De deensche liederen op Grimhilde +beginnen met: hun lader _miden blande_, hun lader baade brygge og +_blande_. Zie GRIMM, _R. F._, bl. 279-280. KIL. kent het woord _blanden_ +alleen in de beteekenis van _smeeken_, _blandiri_; maar het Eng. heeft +nog _to blend_. + +#Blare#, 2470, _de blare koe_, _de bonte koe_, _de bte noire_, _de +zondebok_. Zie _Lsp. gloss._ op _blaer_. + +#Blenden#, 1843, _de oogen uitsteken_. _Mnlp._ I, 213. + +#Bleten#, 2090, _blaten_, van geiten en lammeren. _Esopet_, Fab. 30, +vs. 2. + +#Bleven# voor #ghebleven#, zie #Bliven#. + +#Bliken#, 3358, _blijken_, _aan den dag komen_, _zich vertoonen_. +_Flor._ 1795. + +#Bliven#, #bleef#, (#ghe#)#bleven#, 866, 1658, 2037, 3247, +_achterblijven_. Zie HUYD. op _Stoke_, 3 Dl., bl. 26. + +#Bliven laten#, 1295, 1299, _laten varen_, _nalaten_. + +#Bloet# (#Al een#), 932, _een bloed en al_. + +#Bloot# (#Al#), 1670, _openlijk_, _onbedekt_. Verg. _Lsp. gloss._ + +#Bloterhuut#, 1262, _in (zijne) bloote huid_, _naakt_. Verg. _bloots +hoofds_, _ghetrects swerts_ (HUYD. op _Stoke_, 2 Dl., bl. 352). + +#Blouwen#, part. #ghe-# of #teblouwen#, 251, 1584, 1827, _slaan_. Zie +HUYD. op _Stoke_, 1 Dl., bl. 172, en CLIGNETT, _Bijdr._, bl. 118-19. + +#Bodscap#, 477, 481, 1359, 2454, _boodschap_. _Troj. Orl._, in +BLOMMAERTS _OudVl. Ged._, I, bl. 43, vs. 37. + +#Boecstaef#, 459, _letter_. Zie KILIAEN, en verg. GRIMM, _Deutsches +Wrterbuch_ II, bl. 479. + +#Borch#, 515, _kasteel_, _burcht_. + +#Borne#, 2558, 2566, _bron_. + +#Bottelgier#, 2786, _schenker_; _Flor._ 663, 3893; #meester bottelgier#, +_opperschenker_, eene der voornaamste bedieningen ook aan het vlaamsche +hof, zie WARNKOENIG, _Hist. de la Flandre_, tom. II, pag. 89. De +toespeling op het bijbelsch verhaal van bakker en schenker behoeft geene +nadere aanwijzing. + +#Boudelike#, 1772, _stoutmoedig_, _Flor._ 2653, waar HOFFMANN het ten +onrechte vertaalt _schnell_. + +#Bout#, 1266, 1769, _stoutmoedig_. + +#Braeuwen#, 2870, _breeuwen_, eigenlijk van het kalfateren van schepen +gebruikt, en door KIL. ook vertaald: _infarcire_. Hier gebezigd voor het +opstoppen van den vogel die gemest wordt, en die onbewegelijk is omdat +hij op een plank wordt vastgespijkerd. + +#Breken#, 2324, _verbreken_, _te niet doen_. #Breken ende raden#, 531, +_radbraken_. _Breken_ in dien zin leest men ook _Stoke_, 5 B., 480; +gewoonlijk heet het _radebraken_; verg. HUYD. op _Stoke_, 2 Dl., bl. +378-379. + +#Brief#, _elk geschreven dokument_, zie _Wal._ 2 Dl., bl. 127, 339. +#Lesen sonder brief#, 2228 beteekent: _uit het hoofd mededeelen, maar +zoo naauwkeurig als of ik het geschreven voor mij had_. Evenzoo leest +men _Troj. Orl._ (_Oudvl. Ged._, I, bl. 44), vs. 123: + + Vare ende brinc dinen here te voren + Van minen monde, _sonder brief_: + In haten niet. + +Verg. ook _Mnlp. gloss._ + +#Briesscen#, 693, _brullen_. KIL. vertaalt het _Rugire_ et _Hinnire_; +wij gebruiken het alleen in de laatste beteekenis. + +#Brocht#, 83, 651, 748, 1650, voor #ghebrocht#, part. van #bringhen#, +_brengen_. + +#Broet#, 332, _broedsel_; 392, _gebroed_, _kroost_. Zie CLIGNETT, +_Bijdr._, bl. 80. + +#Bruwen#, 1961, _brouwen_. + +#Buten#, 1714, (_verwijderd van_). + +#Butseel#, 1863, GRIMM, _R. F._, bl. 277, denkt aan den bunsing; WILLEMS +meent er een _busaert_, _accipitris genus_ (KIL.) in te mogen zien. + +#Buuc#, 1581, _buik_; #bi den buke#, _(kruipende) op den buik_. + + +C. zie K. + + +D. + +#Dach nemen#, 80, _een dag bepalen_. + +#Daertoe#, 996, 1408, _daarbij_, _daarenboven_. Verg. #Toe#. + +#Daet#, 3042, tweede pers. plur. imperf. van #doen#. + +#Daghen#, 1007, 1344, 1350, 1376, _indagen_, _voor 't gerecht dagen_. +Zie _Lorreinen gloss._ + +#Daghen#, 1023, _verdagen_, _uitstellen_. _Velth._, bl. 116. + +#Dale# (#Te#), 540, 890, 910, 958, _nederwaarts_. + +#Dame#, 1853, _vrouwe_. + +#Dane#, 272, 880, 1402, 1567, 1609, 2370, 2377, 2559, 2704, 2985, +_vandaar_. + +#Dar# (#Ic#), 239, 1358, 2013, 2908, 2933, 1 pers. praes. ind. van het +ww. #dorren#, _durven_; #Dorret#, 2510, tweede pers. plur. praes. ind.; +praet. #dorste#, 52, 758, 2380. + +#Daren#, 904, _deren_. Verg. _Lsp. gloss._ + +#Dat#, 861, _omdat_. + +#Dat#, 350, 352, 519, _zoodat_. + +#Deel# (#Een#), 1266, 2074, 3376, 3383, 3412, _voor een gedeelte_, +_ongeveer_. Verg. HUYD. op _Stoke_, 3 Dl., bl. 129. + +#Delijt#, 1228, _vermaak_, _genoegen_. _Ferg._ 3171. + +#Derre#, 979, _dezer_. Zie _Lorreinen gloss._ + +#Des#, 1223, tweede naamval van #dat#, afhangende van _pleghen_. + +#Deus#, 2040, _God_. Zie HUYD. op _Stoke_, 2 Dl., bl. 259, _Ferg. +gloss._ + +#Di#, 1441, 2543, derde naamval van 't pron. _du_. + +#Dic#, (#Dicke#), 2, 70, 1392, 1518, 1730, 1746, 3288, _dikmaals_. + +#Dichten#, 3285, 3342, _een geschrift opstellen_. Verg. V. WIJN, op +_Heelu_, bl. 1. + +#Dichter#, 3341, _schrijver_. Zie _Lsp. gloss._ + +#Dieden#, 1450, 3162, _helpen_, _baten_, _van nut zijn_. _Ferg._ 3152; +_Wal._ 1394, 2772; _Stoke_ 7 B., vs. 1134. Verg. _Doct. gloss._ + +#Dief#, 1419, in der alten guten bedeutung von _tyro_, _juvenis_," +GRIMM, _R. F._, bl. 275. + +#Dief#, 129, 357, 1815, 2007, _boosdoener_, _deugniet_. _Wal._ 8304, +9221. Zie vooral CLIGNETT, _Bijdr._, bl. 176-177. + +#Diefte#, 351, 1449, 2064, _diefstal_. _Ferg._ 2951. _Flor._ 3517. +_Lanc._ 2, 15433. _Lsp. gloss._ + +#Dienen#, in de spreekwijze: _Hi diende van sinen ouden spele_, vs. 157; +of, _Ooc diende men hem met groten slaghen_, vs. 1598. GRIMM verklaart +de eerste plaats aldus, _R. F._, bl. 269: bediente sich seines alten +spiels, aber es ist wol zu lesen: _diendem_ = _diende hem_." Niet geheel +juist. _Iemand dienen met iets_, is nog iemand iets aanbieden dat hem +aangenaam is; maar zoo absoluut als in de eerstaangehaalde plaats wordt +het niet meer gebruikt. De spreekwijs was in Vlaanderen niet ongewoon. +Zoo _Troj. Orl._ (_Ovl. Ged._ 1 Dl., bl. 20), vs. 1701: _Hi heeft hem +metten scachte ghedient_; 2 Dl., bl. 88, vs. 1201: _Men diendem van +groten slaghen_; bl. 89, vs. 1283: _Daer diendi hem van groten slaghen_. + +#Dietse#, 9, 1463, _Nederlandsch_; eigenl. _de volkstaal_. Verg. GRIMM, +_D. Gramm._, I3, bl. 12-20. + +#Dighen#, #deech#, #ghedeghen#, 413, _verminderen_, _vergaan_. Zoo +_Stoke_, 1 B., vs. 1275: Grave Philips, _die deech te niete_, hetgeen +HUYD. vertaalt: Graaf Philips storf zonder kinderen." + +#Dinc#, 476, 2464, 2771, 3244, _zaak_, _aangelegenheid_. Verg. _gloss._ +op _Flor._ en _Mnlp._ + +#Dinc#, 2739, _geding_, in de spreekwijs: _sitten te dinghe_. Zoo +_Ferg._ 4286. + +#Dinghen#, 607, 780, _pleiten_. _Wal._ 3871. Verg. HUYD. op _Stoke_, 1 +Dl., bl. 40. + +#Dinken#, 126, 198, 665, 1014, 1099, 1718; met DP. praet. #dochte#, 362, +499, 954, 1056, 2225, _dunken_. + +#Doe#, passim, _toen_. + +#Doemsdach#, 3428, _oordeelsdag_. _Wal._ 3844, 8893. + +#Doen#, 2828, _bewerken_. Verg. _Mnlp. gloss._ + +#Doen die vaert#, 1043, _varen_, _gaan_. Zoo _pongijs doen_ voor +_pongieren_, HUYD. op _Stoke_, 2 Dl., bl. 504-505. + +#Doen hem up die strate# (#up die vaert#), 1320, 3301, 3311, _zich op +weg_ enz. _begeven_. + +#Doen te verstane#, 1615, _te verstaan geven_. + +#Doen te voren#, zie #Voren#. + +#Doere#, 2946, samentrekking voor: #doe er#. + +#Doghen#, 281, 2321, 2396, 2646, trans. _lijden_. + +#Doghet#, 3121, _goedheid_. + +#Dole#, 2382, _onzekerheid_. Dit schijnt de echte oude beteekenis te +zijn. Zoo ook _Esopet_, Fab. 12, vs. 14. + +#Doot#, vr., 1311, 1990. Zoo gewoonlijk, b.v. _Troj. Orl._ (_Ovl. Ged._, +1 Dl., bl. 13), vs. 1067. + +#Doot hebben#, 905, 1144, niet geheel hetzelfde als _gedood hebben_, +maer veeleer ziende op het gelukken van den wensch naar iemands dood" +(_Lsp. gloss._). Zoo _Ferg._ 3620, 3849. Met betrekking tot vs. 1144 +vergelijke men _Wal._ 2 Dl., bl. 281, de aant. op vs. 5270. + +#Dor#, 231, 1209, 1486, 3121, _door_; 25, 66, 243, 317, 474, 931, 992, +1229, 1476, 2083, 2150, 2580, 2887, _om_, _wegens_; #dor dat#, 111, 216, +885, 3015, _omdat_; #dor dat#, 897, _opdat_. + +#Dore#, 13, 33, _dwaas_. _Flor._ 66, 1010. _Doctr._ III, 1127. Verg. +_Lsp. gloss._ + +#Dorft#, ww. #dorven#, #derven#, 2560, _noodig hebben_, _behoeven_. +_Ferg._ 3802. _Flor._ 82. _Lsp._ en _Lorr. gloss._--Praet. #dorste#, +887. + +#Dorper#, 602, 779, 845, 866, _dorpeling_; 13, 33, 2326, _onbeschaafd_, +_slecht mensch_; met denzelfden overgang van beteekenis die in +_villanus_ (van _villa_), _vilain_ is op te merken. Verg. ook _scalc_. + +#Dorperheit#, 1673, _onkieschheid_, _onbetamelijkheid_, wat tegen de +eerbaarheid strijdt." Zie HUYD. op _Stoke_, 1 Dl., bl. 532-535. + +#Dorste#, zie #Dar# en #Dorft#. + +#Doven#, 1718, _razen_. Zie HUYD. op _Stoke_, 2 Dl., bl. 428-430. + +#Draghen lieve#, 2137, _liefde toedragen_, _beminnen_; #Draghen sorghe#, +2308*, _bezorgd zijn_, _vreezen_. + +#Driven#, _bedrijven_; met een subst. verbonden meestal te samen door +n ww. te vertalen. #Dr. claghe#, 308; #bliscap#, 908; #baraet#, 2360; +#mesbare#, 3227; #onghevoech#, 3379. Verg. _Flor._ en _Mnlp. gloss._ + +#Driven#, 1558, _voor zich heen drijven_; #driven te vonnesse#, 1884, +_aansporen om het vonnis te vellen_; #driven te scerne#, 545, _te +schande brengen_; zie op #sceren#. + +#Driven uut#, 1131, _verdrijven_. + +#Druut#, 925, _deugniet_. Zie _Wap. Mart._ K. 52; _Mnlp._ II, 4105. +Verg. GRIMM, _D. M._, bl. 586. + +#Dul#, comp. #dulre#, 918, _dom_, _dwaas_. #Sijn an den dulsten#, 493, +_aan het kortste eind zijn_. In de beteekenis van: _gering_, _arm_, +leest men _dul_, _Troj. Orl._ (_Ovl. Ged._ 1 Dl., bl. 11), vs. 932. + +#Dulen#, 693, _brullen_ (Het Fr. _uller_). Wal. 9714. _Lanc._ 3, 3805. + +#Dusdaen#, 1708, _zoodanig_. _Ferg._ 3427, 3573. _Flor._ 560, 581, 3512. +Verg. CLIGNETT, _Bijdr._, bl. 215. + +#Dwaen#, 1460, _wasschen_. Zie _Lsp. gloss._ + +#Dwinghen#, 664, 2308*, _bedwingen_ (verg. 1732). + + +E. + +#Echt#, 1648, 2945, 3396, 3410, _wederom_, _andermaal_. _Flor._ 2718. +_Ferg._ 106, 1669. Zie _Lsp. ploss._ + +#Edelheit#, 66, _edelmoedigheid_. Verg. _Flor. gloss._ + +#Eencoren#, onz., 1864, _eekhoren_. + +#Eenlic#, 883, _eenzaam_. + +#Eerden# (#Bringhen ter#), 433, _begraven_. + +#Eesch#, 3051, _eisch_. + +#Eighin#, 2308*, _eigenhoorig_, _slaafs onderworpen_. + +#Eke#, zw. 651, 681, 859, _eikeboom_. + +#El#, 571, 1121, 3225, _ander(s)_. + +#Elkerlijc#, 302, 2863, _elk._ Verg. HUYD. op _Stoke_, 2 Dl., bl. 189. + +#Emmer#, 1265, 1493 (2308*), _in 't vervolg_, _nu_. + +#Emmervort#, 1285, _voortaan_. + +#Engien#, 452, _kunst_; waarvoor _Flor._ 935, 1542, 2372, _meestrie_ +heeft. + +#Entie#, 191, samengetr. voor _Ende die_. + +#Entrouwen#, 252, 3226, #in trouwe#, 2214, _voorwaar_. + +#Erch#, 919, 2323, _boos_, _slecht_. + +#Ere#, 134, 1301, samengetr. voor _eenre_, _ener_. + +#Erre#, 2814, 3356, 3366, 3386, _gram_, boos. Verg. CLIGNETT, _Bijdr._, +bl. 240. + +#Erren#, 3188, _gram worden_. + +#Evele moet#, 2483, _gramschap_. Men verg. omtrent de spreekwijs _Wal._ +10009. _Lanc._ II, 5506, 9277, 15321, 31622; IV, 5827, 6798. _Theoph._ +692, 1607. _Rijmkr. bij_ KAUSLER, 3419. _v. d. Feeste_, 99, 375. _Wap. +Mart._ 69, vs. 7. _Ferg._ 2855, 4867. _Rose_ 6244. _Doct._ II, 3698. +_Esopet_ bl. 181. Zie ook de keur bij KLUIT, _Hist. Crit._, II, 2, 656. + +#Everswijn#, 1859, _wild zwijn_. Verg. CLIGNETT, _Bijdr._, bl. 95-97. + + +F. + +#Fel#, 60, 88, 105, 343, 484, 544, 614, 856, 940, 993, 1019, 1079, 1704, +1787, 2500, 2507, 2812, _wreed, nijdig, boosaardig_. + +#Fijn#, 1865, _schoon_, _bevallig_. Zie _Lorr. gloss._ en vooral _Lsp. +gloss._ + +#Flume#, 2621, _rivier_. Verg. _Flor. gloss._ + +#Fransois#, 100, _fransch_; #in fransois#, _in het Fr._ + + +G. + +#Gaen ant lijf#, met DP., 2862, _het leven kosten_. + +#Gaerdelijn#, 1416. Ik mistrouw dat woord: _gaerde_ beteekent een +_rijs_, een _takje_, maar wordt, zoover ik weet, nooit voor _baardhaar_, +_knevelbaard_ aangetroffen. Daarvoor is zeer gewoon _granen_, het Fr. +_guernon_, dat hier 2972; MAERL., _Sp. Hist._, 3 Dl., bl. 266, _Rose_ +764, _Lanc._ II, 36969, voorkomt, en nog bij KIL. bekend is. Moet nu in +vs. 1416 niet gelezen worden _granekijn_, of _granelijn_? + +#Gal#, 1230, praet. van #gellen#, _gillen_. + +#Ganc#, 551, 885, _gang, liet gaan_. #Ganc maken#, 152, _gaan_. + +#Gast#, 1981, _vreemdeling;_ 1204, _gastvriend_, _hospes_; voorts +beteekent dit woord in 't algemeen, een _onbekend_ en dus _onbemind_ +persoon, terwijl de juiste beteekenis nader door het adject. wordt +bepaald, b.v. 1888, #felle g.#, 2821, lede g. Zoo _Troj. Orl._ (_Ovl. +Ged._, 2 Dl., bl. 85), vs. 869, _wrede gast_. + +#Gheanden#, 202, _wreken_. Zie HUYD. op _Stoke_, 2 Dl., bl. 453-454. + +#Ghebare#, 1769, _uiterlijk voorkomen_. Verg. HUYD. op _Stoke_, 2 Dl., +bl. 33-34. + +#Ghebieden#, 840, 2217, 2762, 3243, _bevelen_; 1839, _lusten_, _willen_. +Zoo _Lorr._, I, 611; _Wal._ 2771. In de elliptische spreekwijs, _God, +die alle dinc gheboot_, 1774, moet men aanvullen: _te leven_, _te zijn_. +Zie _Wal._ 2 Dl., bl. 292. + +#Ghebleet#, 2083, _geblaat_. Verg. #Bleten#. + +#Gheboren int been# (#Sijn#), 2497, _sedert de geboorte in merg en been +zitten_. Verg. #Binnen gheboren#. + +#Ghebreken#, 1935, intr. met DP. _ontbreken_. Verg. _Lsp. gloss._ + +#Ghebure#, 1981, _buurman_; 343, in meer algemeenen zin, _die felle +ghebure_. Verg. het fransche spreekwoord aangehaald _Doctr._ II, 919. +Zie ook _Lorr. gloss._, pag. 333. + +#Ghedeghen#, zie #Dighen#. + +#Ghedichte#, 3241, _opstel_, _geschrift_. Verg. #dichten#, #dichter#. + +#Ghedichte#, 812, adv. _dicht op een_. _Ferg._ 4227. _Wal._ 2139, 3119, +3706, 3784. Verg. _Lsp. gloss._ + +#Ghedinghe#, 314, 475, 527, _geding_, _terechtzitting_. + +#Ghedinken#, 1504, 1675, 1997, impers. DP. GZ., _zich herinneren_, +_gedenken_. + +#Ghedochte#, 542, _gedachte_, _de daad van het denken_. _Ferg._ 1198. +_Flor._ 207 (?), 1654. + +#Ghedoen#, 139, _doen_; 3177, #Ghedoe hoe ic ghedoe#, _het ga mij zoo +het wil_. Bekend is de spreekwijs: #Wat doedi?# _Hoe vaart gij?_ (_how +do you do?_) b.v. _Lanc._ II, 11415, 14097, 14223, 12545, 30702, 30828. +_Limb._ IV, 305; VI, 493. _Velth._, bl. 363. Verg. _Lsp. gloss._ i. v. +_doen_. + +#Ghedoghen#, 755, 1590, 1593, 1895, _verdragen_, _lijden_, _doorstaan_. +Verg. _Flor. gloss._ + +#Ghedraghen#, 637, 1129, _dragen_. + +#Gheganghen#, part. van #ganghen#, 3215, _gegaan_. Verg. MAERL. I, 100. +_Ferg._ 1650. _Stoke_ 7 B., vs. 466, en HUYD. aldaar 2 Dl., bl. 347. + +#Ghegripen#, praet. #ghegreep#, 1249, 1260, 3104, _grijpen_, +_aangrijpen_. _Ferg._ 1213. + +#Ghehelpen#, 691, _helpen_, _baten_. + +#Ghehent#, 450, _geindigd_; part. van #enden#, _eindigen_. + +#Ghehidet#, 2574, _verborgen_. Verg. het Eng. _to hide_. + +#Ghehorsam#, 2550, _gehoorzaam_. Verg. _Lsp. gloss._ op _ghehoren_. + +#Ghehuuc#, 1605, _geschreeuw_. _Wal._ 10601, 10631, 10721. Verg. HUYD. +op _Stoke_, 1 Dl., bl. 382. + +#Ghecrai#, 2308* (_bis_), _geschreeuw_. + +#Ghelach#, 1518, _gelag_, _spijs of drank_, _waarme men zich vrolijk +maakt_. + +#Ghelach#, 2399, _gemak_ (eigenl. _wat goed gelegen is_). Zoo heeft KIL. +nog het adj. _ghelaeghsaem_, dat hij een Vlaamsch woord noemt, en +verklaart _wel gheleghen_. + +#Ghelaet#, 1092, 1211, 1737, 1768, 1802, 2119, 2185, _uiterlijk +voorkomen_. Verg. _Lsp. gloss._ + +#Ghelaten# (#Hem#). 1062, 3036, _zich aanstellen_, _zich voordoen_. +Verg. _Flor. gloss._ MAERL., _Sp. Hist._, 3 Dl., bl. 294, 312. _Ferg._ +4209. + +#Ghelden#, 1236, _betalen_, _vergelden_. + +#Gheles#, 2930, _gebed_, _zegenspreuk_. Verg. MAERL., _Sp. Hist._, 3 +Dl., bl. 241, vs. 50, 63. + +#Gheliden#, 1525, _glijden_. + +#Gheliet#, part. van #lien#, 3403, _bekennen_. Zie _Lorr. gloss._ op +_liet_. + +#Gheligghen#, praet. #ghelach#, 1321, _liggen_, _zich uitstrekken_. + +#Ghelove#, 1599, _geheel afgefoold_. Zie _Wal._ 2 Dl., bl. 332-7. + +#Gheloven#, 1020, 1784, 2495, _gelooven_, _vertrouwen_. Zie _Lorr. +gloss._ + +#Gheloven#, 142, 608, 1622, 2488, _beloven_, _verzekeren_. _Lsp. gloss._ + +#Gheloven#, 2521, _goedkeuren_, _toestemmen_. Zie _Lorr. gloss._ i. v. +_loven_. Zoo gebruikten ook de Franschen _louer_, b.v. GARIN, I, 116; +II, 42. + +#Gheluut#, 1532, 1575, 2308*, 3372, _geschreeuw_, _geraas_, _gebrul_. +_Troj. Orl._ (_Ovl. Ged._, 1 Dl., bl. 15), vs. 1268. + +#Ghemac#, 736, 2128, 2220, 2849, 3297, _rust_, _genoegen_, +_tevredenheid_. + +#Ghemackelijc#, 3008, _rustig_. In den zin van _bedaard_, _gerust_, komt +het herhaaldelijk voor. _Flor._ 2018. _Lanc._ II, 29519, 31255, 35886, +36854. _Troj. Orl._ (_Ovl. Ged._, 2 Dl., bl. 95), vs. 211. + +#Ghemanc#, 2308*, _oploop_. Verg. _Lsp. gloss._ + +#Ghemene#, 2112, _gemeenschappelijk_. + +#Ghemick#, 2859, _van pas_, _passend_. Verg. _Lsp. gloss._ + +#Ghemoet#, 1055, 1110, 2768, _ontmoeting_. + +#Ghemoeten#, 1107, _ontmoeten_. Zie over dit en het voorgaande woord, +_Lorr. gloss._; CLIGNETT, _Bijdr._, bl. 228. + +#Ghenade#, 67, 317, 1745, _genade_, _gunst_; #leven mit ghenade#, 3445, +_onder Gods bescherming leven_; #met ghenade#, 2195, _met (uwe) +toestemming_; #grote ghenade hebben#, 3148, _gerustheid hebben_, _gerust +leven_. Verg. HUYD. op _Stoke_, 2 Dl., bl. 528 en 512. + +#Ghenadich#, 2316, _welwillend_, _toegenegen_. + +#Ghenaken#, 2006, _in iemands nabijheid komen_. + +#Ghenent#, #gheninde#, 2511, _vertrouwen_, _moed_; #met gheninde#, 2810, +_met drift_, _haastig_. Zie _Lsp. gloss._ + +#Gheneren# (#Hem#), 1689, _zich voeden_, _den kost winnen_. _Troj. Orl._ +(_Ovl. Ged._, 1 Dl., bl. 13), vs. 1109. _Wal._ 326. Verg. _Mnlp._ en +_Lsp. gloss._ + +#Ghenesen#, 1404, intr. _behouden blijven_. Verg. _Lsp. gloss._ + +#Ghenesen#, 245, _(van een kind) bevallen_, _verlost worden_. Zie +t. l. a. p. + +#Ghenoopt#, part. van #nopen#, 964, eigenlijk _aanraken_, _slaan_ (zie +_Lsp. gloss._), hier _pijnigen_. + +#Ghenoot#, 2253, _gelijke_, _pair_. Zie _Lorr. gloss._ + +#Gentel#, 2508, _beminnelijk_, _gentille_. Zie KIL. op _Ghent_. + +#Gheonneert#, 2009, _te schande gebracht_, Fr. _honni_. _Lorr._ II, +3813. + +#Ghepronden#, zie #Prenden#. + +#Ghequiten#, 2658, _vrij maken van iets_. + +#Gheraden#, 1453, _raden_, _raad geven_. + +#Gheraect sijn tot iemen#, 1246, _tot iemand genaderd_, _doorgedrongen +zijn_. Verg. _Mnlp. gloss._ + +#Ghereden#, 1918, 2958, _bereiden_, _toebereiden_; 1762, #hem ghereden +up#, _iets beginnen_. + +#Ghere#, 687, samentr. van #ghener#. + +#Gherochte#, 1533, _gerucht_, _geraas_; 3304, _tumultus_, _murmur_, +_turbatio_," KIL. + +#Gherocht uut#, praet. van #gheraken uut#, 752. + +#Gheronnen comen#, 118, 734, 760, 1325, _komen aangeloopen_. #Gheronnen# +is het part. van #rennen#, waarover zie _Lsp. gloss._ + +#Ghesegghen#, 1651, _zeggen_, _verhalen_. + +#Gheselle#, 613, 629, 645, 2106, _gezel_, _wapenbroeder_, _vriend_. Over +de compagnons of frres d'armes, zie vooral DU CANGE op JOINVILLE. + +#Gheselscap#, 2109, _trouwe hulp en vriendschap_. + +#Ghesien#, 1264, _zien_. + +#Ghesinde#, 1399, _gezin_, _hofgezin_, _gevolg_. _Carl. El._ 1174. +_Mnlp. gloss._ + +#Ghesceet#, 387, _scheiding_. _Flor._ 1582, 3111. + +#Ghescriven#, 93, _schrijven_. + +#Ghesleghen#, part. van #slaen#, 653; #pade slaen#, 505, _door heen en +wer loopen paden vormen_. Vandaar #slaghe#, #voetslaghe#, in den zin +van _voetstapgen_, _voetspoor_, _spoor_. + +#Ghesmide#, 2590, _allerlei cieraad, dat van eenig metaal gesmeed +wordt_; CLIGNETT, _Bijdr._, bl. 224-225. + +#Ghesocht#, zie #Sochten#. + +#Ghespreken#, 438, _spreken_. Het imperf. _ghesprac_ staat hier als +dikwerf in het Mnl. en Oud- en Mhd. voor het plusquamperf. + +#Ghestade#, 613, _standvastig_, _getrouw_; 3047, _ingetogen_, _niet door +hartstochten hen en wer geslingerd_. Verg. _Lsp. gloss._ + +#Ghestaen#, 560, 1305, _staan_; zoo ook #ghestaen sijn#, 698, waarover +zie _Lsp. Gloss._ op _ghestaen_. + +#Ghesteken#, part. van #steken#, 3261, 3339. + +#Ghestille#, 26, 1136, 2194, _stilzwijgen_, _stilte_. _Ferg._ 681, 5556; +_Flor. gloss._ + +#Ghetelen#, zie op #Telen#. + +#Ghetemen#, 2211, _gedoogen_. Zie vooral HUYD. op _Stoke_, 2 Dl. bl. +432-433; en verg. MAERL. III, 149; _Wal._ 8566, 9426, 7740; _Lanc._ +3 B., vs. 14983, 23149; _Rose_, 3365; _Mnlp._ 3 B., vs. 593. Zie ook +_Limb. gloss._ + +#Ghetide#, 951, _ghetyd-ghebeden_; _horariae preces_, _preces +canonicae_" (KIL.); de gebeden die elk priester op _bepaalde tijden_ +van den dag moest lezen, en waarvan de _complete_ het laatste is. + +#Ghetoghet#, 1080, part. van #toghen#, _aantoonen_, _toonen_. Wat +_ghetoghet_ is, _blijkt_, is _duidelijk_. + +#Ghetrouwe#, 2485, 3242, _eerlijk_, _oprecht_. + +#Ghetrouwe sijn# (?), 2578, _vertrouwen_. + +#Ghetrouwen#, 3365, _vertrouwen_, _betrouwen_. Verg. _Mnlp. gloss._ + +#Ghevaen#, zie #Vaen#. + +#Gheval#, 46, 2225, _geluk_; maar die beteekenis is er slechts bij +toepassing aan gegeven, daarom 617, 1059, vol-uit #goet gheval#. + +#Ghevallen#, intr. DP., 149, 1278, 1393, 2190, 2289, 2308*, 2351, +_gebeuren_; 1391, _uitvallen_. + +#Ghevane#, 2996, 3417, _de gevangenen_. Eigenl. part. van _vaen_. + +#Ghevaren#, zie #Varen#. + +#Gheven een val#, 1641, #enen spronc#, 1716, _vallen_, _springen_. + +#Ghevoech#, 233, 658, 884, 1625, 2968, eigenlijk _wat voegt, of te pas +komt_ (dus 233); _wat dienstig of nuttig is_. Vandaar: _voordeel_, +_gemak_, enz. Zie _Lsp. gloss._ + +#Ghevreiscen#, 1582, _vernemen_. Verg. _Flor. gloss._ + +#Ghewaerlike#, 2564, _waarlijk_, _waarachtig_. + +#Ghewaert laten#, 1123. WILLEMS verklaart #ghewaert# als _verzekerd_, +_vrij_, d. i. _waerschap of genoegdoening verstrekt hebbende_; maar +die verklaring zal wel niemand bevredigen. Blijkbaar beteekent het _met +rust laten_, van het goth. _gavairthi_, d. i. _vrede_, _rust_. Verg. +HOLTZMANN, _Unters. ber das Nibelungenlied_, bl. 85. Vanhier het +bekende #ghew(a)erden#. + +#Ghewande#, 1283, _ingewand_. De omwerking heeft _ghewade_: _scade_; +is dat ook de ware lezing? _Stoke_, 2 B., vs. 963, heeft _ghewade_. + +#Gheware worden#, met GZ., 1712. + +#Gheweldelike#, 3431, _met geweld_, _overmachtig_. + +#Gheweldich#, 1224, _machtig_. + +#Ghewelt#, 2308*, _macht_. Verg. _Lsp. gloss._ + +#Ghewent#, 1540, _gekeerd_. + +#Ghewin#, 1634, 3182, 3252, _winst_. + +#Ghewinnen#, #ghewan#, #ghewonnen#, 227, 342, 571, 580, 1326, +_verkrijgen_, _verwerven_, _machtig worden_; 749, _de vrije beschikking +krijgen_; 1029, _overhalen_. Verg. _Lsp. gloss._ + +#Ghewouden#, 430; ook alleen #wouden#, 3189, _macht oefenen_, +_beschikken over iets_, _beschermen_. _Wal._ 3298, 3895, 5221; _Limb._, +_Mnlp. gloss._ + +#Ghewout#, 605, 2142, 2450, 2853, 3430, _macht_. Verg. CLIGNETT, +_Bijdr._, bl. 361. + +#Ghewreken#, #ghewrac#, 436, 468, _wreken_. + +#Ghewrochte#, imperf. van #ghewerken#, 1652, _werken_, _bewerken_. Zie +_Lsp. gloss._ + +#Ghier#, 940, _vraet_, _slokop_. Eigenlijk een adj. _begeerig_, +_hebzuchtig_. Verg. _Lsp._ en _Mnlp. gloss._ + +#Ghierech#, 403, _begeerig_, _inhalig_, _gulzig_. + +#Ghendre#, 831, 1336, 1603, _gints_, _ginder_. + +#Ghisel#, 3089, _gijzelaar_. + +#Godevolen#, 3300, _Gode bevolen_. Zie _Beatrijs gloss._ + +#Godsat hebben#, 3176, _gevloekt zijn_; eigenlijk _Gods haat hebben_. +MAERL. I, p. 62. _Ferg._ 2304, 4702, waar het hs. _Godsat_ heeft. Zie +HUYD. op _Stoke_, 2 Dl., bl. 350-351. + +#God gheve u goedendach!# 2921, gewone zegenwensch, _God zegene, +bescherme u!_ _Ferg._ 4572. Het tegenovergestelde, een _quaden dach_ +wenschen, vindt men evenzeer, b.v. _Velth._ bl. 42; _Ferg._ 3214, 3492. + +#Goedertiere#, 2315, 3045, _goedaardig_. _Wal._ 9172, 9238, 9346. Verg. +_Flor. gloss._ + +#Goet#, 1988, _goed_, (_geschenk_). + +#Goom nemen#, 183, 659, 2000, 2138, met GZ., _acht geven_. _Ferg._ 734, +1202; _Velth._ bl. 182, 184, 186, enz. Verg. _Flor._ en _Mnlp. gloss._ + +#Gram#, 2462, _verdrietig_; 3099; _toornig_. In de eerste beteek. +_Ferg._ 103, 1528; _Flor._ 550; in de tweede _Ferg._ 1925. Verg. HUYD. +op _Stoke_, 3 Dl., bl. 264. + +#Gram doen#, 3042, _verdrietig maken_, _leed aandoen_. + +#Granen#, 2972, _knevels_. _Flor._ 3284; _Lanc._ II, 36969; _Rose_ 764. + +#Graven#, #groef#, 2600, _begraven_. _Lorr. gloss._ + +#Grief doen#, 186, _leed doen_, van het fransche _grief_. + +#Grongaert#, 32, het fr. _grognard_. + +#Grongieren#, 2118, _brommen_, 't fr. _grogner_. + + +H. + +#Haenbalc#, 1618, _hanebalk_, _bovenste balk van 't dak_. + +#Haerwaert#, 1452, _herwaarts_. + +#Haghe#, 42, 386, 396, 820, 1053, 2400, 3139, _heg_, _kreupelhout_. + +#Haghedochte#, 541, 1367, 3074, 3257, _krocht_, _hol_. Zie _Lsp. gloss._ + +#Half ghenade#, 1993, (_spottende uitdrukking_). + +#Hame#, 971, ons _ham_, eigenlijk _de buiging der achterbeenen_. KIL. +_poples_. In den _Ferg._ heet het van twee ridders, die op elkander +inrenden, 2347: + + So sere si te gadere quamen, + Dien orsen boghen die hamen. + +#Hant# (#Te#), zie op #Te#. + +#Hantwerc#, 3348, _schrijfkunst_, eigenlijk _handwerk_. + +#Harde#, #haerde#, 3, 153, 207, 312, 569, 656, enz. Adv. _zeer_. + +#Hare#, 269, 374, _haren kleed_, fr. _haire_. Zie _Beatrijs gloss._ + +#Hare#, #Haer#, 2624, 3222, _hier_. Zie CLIGNETT, _Bijdr._, bl. 22. + +#Harentare#, 1628, 1711, 2069, _hier en daar_. Zie _Lsp. gloss._ op +_haer_. + +#Have#, 563, _zaak_, eigenl. _bezitting_, van _hebben_. Verg. _Lsp._ +3 Dl., bl. 139, vs. 113; _Ferg._ 1068; _Flor. gloss._ + +#Hebben ghedaen#, met een infin. 44, 2916, gewone spraakvorm. + +#Heleghe#, 83, _reliquien der heiligen_. _Lorr._ II, 161. Verg. ZIEMANN +op _heilic_. + +#Helet#, 615, 1072, 3221, _held_. De Oud-Saksische vorm is _Helith_, +_Helid_. Zie _Heliand_, 3650, 6270 (ed. KNE). + +#Helpe#, 575, 1545, 2071, 3361, uitroeping van verbazing, _God helpe +mij!_ MAERL. _Sp. Hist._, 3 Dl., bl. 84, 255. + +#Hem#, 716, _hun_; 769, 958, _zich_. + +#Henen#, 2345, _van hier_, _weg_. + +#Here#, 2246, _vader_. _Lanc._ 3 B., vs. 26460. _Limb._ X, 310. + +#Herte#, vr. subst. 899, 917, 982, 1079, 1199, 1741, 1925, _hart_. + +#Heten#, #hiet#, #gheheten#, 2223, 2815, 3234, 3346, _bevelen_. + +#Hie#, 1852, _echtgenoot_; Ohd. _hiwa_, GRAFF, IV, 1066. Verg. KNES +_Heliand_, bl. 369. + +#Hinderwaert#, 2018, 2021, _achterwaarts_. _Hinderwaert varen_, hier, +_abire in malam partem_. _Wal._ 1600. + +#Hine#, 963, samentr. van _hi ne_ = _hi en_. + +#Hinne#, 134, 287, _hen_. + +#Hire#, 52, _hij er_. + +#Ho#, 443, _hard op_, _met luider stemme_, eigenlijk _hoog_. Verg. HUYD. +op _Stoke_, 3 Dl., bl. 142. + +#Hoe so#, 1444, 1765, _hoe_. + +#Hoede# (#Sonder#), 377, 391, _onbekommerd_, zonder telkens _op zijne +hoede_ te moeten zijn". HUYD. op _Stoke_, 1 Dl., bl. 381. + +#Hoekijn#, 2091, _bokje_. + +#Hoen#, plur. #hoener#, 1538, 1560, 1613, 1637, 1701, 2094, Etsi _hoen_ +pro gallina fere usurpetur, tamen commune est nomen ad omne +gallinaceorum genus." KIL. + +#Hof#, 45, 48, 51, 55, 554, _hofdag_, _cour plnire_; 650, _hofstede_. + +#Hoghen# (#Sijn in#), 1048, 2114, _verheugd zijn_. Zie HUYD. op _Stoke_, +3 Dl., bl. 263-264. + +#Hondekijn#, 99, _hondje_. + +#Honen#, 78, 175, 217, 488, 491, 501, 1204, 1638, _bedriegen_. Zie +_Doct. gloss._ + +#Hoofschelike#, 37, _fatsoenlijk_, _op hoofsche wijze_. Verg. +_Beatrijs_, bl. 38. + +#Hopen ten ghewinne#, 2472, _verlangen naar de winst, het voordeel_. + +#Houden#, 633, _volgen_. Verg. _Ferg._ 179. + +#Hout#, 606, 2238, _genegen_. Zie _Doct. gloss._ + +#Houtmakerigghe#, 804, _houtwerkster_. Zie over den vorm HUYD. op +_Stoke_, 1 Dl., bl. 72. + +#Hovesc#, 1221, _heusch_, _beleefd_. Verg. _Beatrijs_, bl. 38. + +#Hoveschede#, 28, 1669, _beleefdheid_, _welopgevoedheid_. + +#Hulde#, 594, 1142, 1784, 2173, 2489, _welwillendheid_, _genegenheid_, +_gunst_. Zie _Doct._ en _Lorr. gloss._ + +#Hulde#, 1611, 3441, _trouw_. + + +I. J. + +#Jamer#, 308, _jammerklacht_. Verg. HUYD. op _Stoke_, 1 Dl., bl. 13 of +387. + +#Jane#, 2208, 2528, _ei_ (_Ja en_), bij eene vraag. HUYD. op _Stoke_, 2 +Dl., bl. 358. + +#Iemen#, 500, _iemand_. + +#Iet#, 2219, 2611, 2715, _eenigsins_. Verg. HUYD. op _Stoke_, 3 Dl., bl. +379. + +#Iewet#, 122, 2355, _iets_, _ietwat_. + +#Jeghen#, 113, 1335, 1361, 1653, 1763, 3095, _tegen_. Verg. _Lsp. +gloss._ + +#Jeghen# (#Brenghen te#), 215, 3259, _geven_, _ter hand stellen_, +eigenlijk _toevoeren_. + +#In#, 136, _op_; #in den daghe#, gewoonlijk _an d. d._ + +#Indien#, steeds gevolgd door dat, 2193, 2448, 2487, 2805, _wanneer_. + +#Inne#, 93, enz., _ic en_. + +#Ingaen#, 322, _beginnen_. Verg. _Lsp. gloss._ + +#In lanc so bet#, 1222, _hoe langer zoo beter_. MAERL. _Sp. Hist._, 1 +Dl., bl. 93. Verg. _Lsp. gloss._ + +#Inlopen#, 1905, _beginnen_, _gebeuren_. + +#Inslaen#, 955, 1721, _zich driftig in iets werpen_. + + +C. K. + +#Caerminghe#, 313, _gekerm_, _weegeklag_. + +#Caf#, 1803, _het allerminste_, _zoo goed als niets_. Zie _Lsp. gloss._ +Verg. #Loof#. + +#Capproen#, 944, _hoofdbedeksel_, _kapje_. Zie _Lsp. gloss._ + +#Carine# (#toghen#, #doen#), 280, 423, _straf_, _boete_, vooral die men +zich door _vasten_ en _ligchaamskastijding_ ople. Verder in 't algemeen +_smart_. Het woord komt dikwerf voor: _Wal._ 2115, 7699; _Ferg._ 2167; +_Lanc._ II, 45605; III, 17621; _Brandaen_ II, 688; _Kausler_ I, 7575; +_Stoke_ 3 B., vs. 463. Ook in de fragm. van _Aubry de borg_. Evenzoo in +'t Mhd., b.v. _Werner v. Niederr._, bl. 7, 75. Verg. HUYD. op _Stoke_, 2 +Dl., bl. 146-147. Het Ohd. heeft _chara_, _passio_, _poenitentia_ (GRAFF +IV, 164), het Oudsaks. _kara_ (KNES _Heliand_, bl. 387) in dezelfde +beteekenis; waarschijnlijk stamt daarvan af het mlat. _carena_, dat +ZIEMANN verklaart door quadragena, busze durch vierzigtgiges fasten +oder 40 geiszelhiebe." + +#Caritate#, 278, hier _aalmoes_ in den zin van het fr. _faire la +charit_. Het is het Lat. _caritas_. + +#Castien#, 489, _vermanen_, _terecht wijzen_. Verg. _Flor._ 1231. _Lsp. +gloss._ + +#Keer#, 502, 1915, _wending_, _draai_. + +#Keitijf#, 640, 838, 2785, _arm_, _ongelukkig_, _ellendig_. Verg. +_cativo_ en _chtif_, en zie _Lsp._ en _Beatr. gloss._ + +#Keren# (#in# of #tot iets#), 11, 29, 36, _streven naar iets_; #die +tale keren#, trans. en intr. 641, 1667, _bedoelen_. Zie _Lsp. gloss._ + +#Kennen#, 86, _weten_. Zie t. a. p. + +#Kerre#, 209, _kar_. + +#Chierheit#, 2594, _kostbaarheid_. Zie _Doct. gloss._ + +#Claer#, 1103, _helder_; #claerre#, 1445, is de compar., ons _klaerder_, +waar #claer#, _onbesmet_ beteekent. + +#Claerlike#, 1661, _verstaanbaar_, _openhartig_. + +#Claghe#, 61, 125, 135, 248, 2770, _aanklacht_. + +#Claghen#, 2695, _klachten uiten_, _jammeren_; #claghen over#, #om#, 59, +235, _zich beklagen over iemand_; 100, 114, 194, 1762, 1789, _eene +aanklacht doen_, _aanklagen_. + +#Claren#, 2726, 2944, _zuiveren_. + +#Clerc#, 3357, _geestelijke_, _geleerde_; 251, _leerling_. Clerke als +si eerst ter schole gaan," zoo als het heet _D. Catoen_, 24-25, zijn +natuurlijk _schooljongens_. Verg. _Flor. gloss._ + +#Clippel#, 1297, _klepel_. + +#Clockelijn#, 1490, _klokje_; doch zie de aanteekening aldaar. + +#Cloet#, 786, 792, _lange stok_, _polsstok_. Zie KIL. + +#Cluse#, 275, _kluis_. + +#Coever#, 569, _overvloed_. Zie _Lsp. gloss._ op _vercoeveren_. + +#Colne# (#Van --#) #tote Meie#, 2619. GRIMM zegt, _R. F._, bl. XCII, +Scherzhaft wird _rtliche_ und _zeitliche_ bestimmung _gemischt_; +noch heute hrt man in Oberdeutschland zwischen _pfingsten_ und +_Strassburg_." Dieser witzige ausdruck reicht also schon in das +12 jh. hinauf. Inter _pascha Remisque_," _Reinardus_ II, 690; +inter _Cluniacum_ et _sancti festa Johannis_ obit", IV, 970...... +In den Niederlanden: van _Aken tot paschen_ (TUINMAN, _Spreekw._, +I, 334); wahrscheinlich ist auch van _Colne_ tote _Meie_" so zu +nehmen."--WILLEMS voert nog de fransche spreekwijs aan: Cela s'est +pass entre _Maubeuge_ et la _Pentecte_." + +#Comen#, part. van #comen#, 87, 314, 1091, _gekomen_. + +#Complete#, 951, _de laatste kerkdienst van den dag_, met welke alle de +diensten van den dag _vervuld_ en besloten werden." Zie _Lsp. gloss._ en +den daar aangehaalden HUYDECOPER. + +#Conden#, 2061, _verkondigen_, _bekend maken_. + +#Conste#, praet. van #connen#, _kunnen_, 462, 757, 953, 1500, 1510, +1894, 3349. + +#Cont#, 1910, _bekend_. Zie _Doctr. gloss._ + +#Convent#, #covent#, 1612, 2512, _voorwaarde_. + +#Corten#, 1879, 1939, _kort maken_, _bekorten_. + +#Coude#, 2647, _koude_; 2630, _koortsko_, _koorts_. Verg. WILLEMS, +_Inleid. op Reinaert_, bl. LXIV, en zie KIL. + +#Cracht#, 347, #met haerre cracht#, _uit al hunne macht_. + +#Craghe#, 2636, 2964, 3250, _hals_ (welk woord intusschen ook, 1594, +3263 voorkomt). _Ferg._ 2657; verg. KIL. + +#Craieren#, 45, _uitroepen_; _Flor._ 166; _Ferg._ (2502), 5067, 5129. + +#Cramp#, praet. van #crimpen#, 1507. + +#Cranc#, 56, 563, 869, 1013, 1761, 1846, 2000, 2138, _zwak_. + +#Creature#, 1354, 1704, 2568, _schepsel_; met het bijvoegsel _fel_, +meest in verachtelijken zin. + +#Crede#, 142, 148, 249, 388, _het Credo_, _de belijdenis des geloofs_. + +#Crone#, 1786, _de kroon_, voor den _kroondrager_. Doch zie de aanteek. +aldaar. Terecht wordt MAERL. _Sp. Hist._, 3 Dl., bl. 12, vs. 2, _crone_ +verbeterd in _coninc_, zoo als blijkt uit vs. 6. _Crone_ voor +_regering_, is bij MAERLANT niet ongewoon, zie 3 Dl., bl. 13, 314. + +#Crop#, 1936, _strot_, _keel_. Verg. KIL. + +#Crune#, 947, 1468, 1503, 1820, _het geschoren bovenste gedeelte van +'t hoofd bij de geestelijken_, waardoor slechts eene _corona_ van haren +werd overgelaten; _de kruin_. _Ferg._ 2405; MAERL. _Sp. Hist._, 3 Dl., +bl. 49, 71, 185, 227. + +#Cruusstaf#, 727, 811, _geestelijke herderstaf_, van boven met een kruis +voorzien. + +#Cume#, 611, 768, 2131, 2143, 2899, _naauwelijks_. _Ferg._ 471, 561, +2509. _Flor. gloss._ + + +L. + +#Lachter#, 71, 95, 1024, 1300, 1967, 2181, 2232, 2286, _schande_. + +#Lachterlike#, 1387, _schandelijk_. + +#Laden#, 477, _opladen_, _belasten met iets_. Verg. _Lorr. gloss._ +MAERL. _Sp. Hist._, 3 Dl., bl. 192. + +#Laghen#, 2125, _belagen_, _beloeren_. + +#Lac#, 808, praet. van #leken#, _vloeyen_. _Lsp. gloss._ + +#Langhen#, 1960, impers. DP. _verlangen_. _Wal._ 5448, 5773. _Lanc._ II, +11059, 28142; III, 3823. _Rose_ 2256. _Limb._ V, 1768, 1823. + +#Lanc# (#Over#), zie #Over#. + +#Lanc# (#Den berch --#), 552, _over de geheele lengte van den berg_. + +#Lanken#, 875, _de zijden_. _Flor._ 216; _Ferg._ 326. + +#Lapen#, 2085, _lekken_. _Velth._ bl. 256. _Limb._ VIII, 70. + +#Lat#, 1182, _traag_. Zie _Doct. gloss._; _Beatr._ 31; _Wal._ 5502, +7756, 8606. + +#Laten#, 958, 1595, 2802, _laten_, _toelaten_, steeds met een daarop +volgend werkwoord. #Gedichte laten gaen#, 812, is _bij herhaling op en +neder laten (doen) gaan_. + +#Laten#, 1596, AZ. en DP. _overlaten_; 489, 625, 929, 1310, 2804, +_nalaten_, _achterlaten_; 1432, _verlaten_. + +#Leden#, praet. van #liden#, 231, 2433, _geleden_. + +#Leet#, 89, 752, _onaangenaamheid_, _verdriet_. Zie CLIGNETT, _Bijdr._, +bl. 117. + +#Leet#, 1280, 1528, 2821, adj. het tegenovergestelde van _lief_, dus +_onaangenaam_, _gehaat_, _verwenscht_. Verg. _Lsp. gloss._ + +#Leet hebben#, 2007, _haten_. Zie CLIGNETT, _Bijdr._, bl. 198-201. + +#Leie#, 2620, _de rivier de Leye_. De spreekwijs beteekent: Meent gij +dat ik u van den weg wil afbrengen, om den tuin leiden?" + +#Leckernie#, 2088, _slechtheid_. _Rose_, 3852, waarvoor _Lanc._ II, +7619, _leckeringhe_. + +#Lesen#, 147, _lezen_; maar 1684, _bidden_. Verg. _Beatr. gloss._ + +#Lesse#, 155, _les_; 449, _gebed._ Verg. #gheles#. + +#Lettel#, 226, 736, 780, 920, 1633, 2375, adv. en adj. het laatste met +GZ., _weinig_, _luttel_. + +#Lettelkijn#, 3202, _een weinigje_. + +#Letten#, 1318, 1954, intr. _vertoeven_, _verwijlen_, _vertragen_. Verg. +_Lsp. gloss._; _Wal._ 6922, 9471, 9492; _Lanc._ II, 13190; _Stoke_ VII, +698; IX, 212, 888. + +#Licht#, 3013, _vlug_, KIL.: _licht_, _locht_, _velox_." + +#Liden#, 150, 1053, 1057, 2573, 3133, _langsgaan_, _voorbijgaan_, het +Fr. _passer_. Verg. _Lsp. gloss._ + +#Liden#, zie #Leden#. + +#Lief#, 1970, 2227, _aangenaam_. + +#Lieghen#, 485, met AP., _beliegen_. + +#Lien#, #liede#, #gheliet#, 3093, 3403, _erkennen_, _bekennen_. Verg. +_Lorr._ en _Lsp. gloss._ + +#Lier#, 745, 855, 994, 1352, 1965, _wang_; _Flor. gloss._; CLIGNETT, +_Bijdr._, bl. 74-78. + +#Lieve#, 2137, 2746, 3333, _liefde_; _Lsp. gloss._ + +#Ligghen#, 1707, _zich uitstrekken_, _loopen_. Verg. #Gheligghen#. + +#Lijf#, 132, 236, 720, 1386, 1408, 1984, 2568, _leven_. Zie _Lsp. +gloss._ + +#Lijcteken#, 2302, _merkteeken_, _herkenningsteeken_. _Wal._ 2687, 6424, +6487, enz.; _Lanc._ II, 16443; MAERL. _Sp. Hist._, 1 Dl., bl. 397. Verg. +CLARISSE op de _Natuurkunde_, bl. 409. + +#Line# (1490), 1940, 1951, 2031, 3130, _touw._ Verg. MAERL. III, 315, +321; _Stoke_ IX, 874; _Limb._ VI, 275. + +#Line#, 1081, _lijn_, _regel_. _Eer die line wert ghelesen tende_, bet. +_in den kortst mogelijken tijd_. In gelijken zin leest men, _Lanc._ III, +22574: + + Maer _eer die rime _(line?)_ wert ghelesen_, + So sal hi ondervinden wel, + Oft hem iet beteren sal sijn spel. + +De redenering van prof. BORMANS, _Christina de Wonderb._, bl. 235, +behoeft geene wederlegging. + +#Lof#, _prijs_, _eer_; #te love#, 47, _tot zijne eer_; #lof hebben#, 56, +_geprezen_, _geacht worden_; #in iemens love staen#, 196, _door iemand +geacht_, _geerd worden_; #van goeden love#, 649, _goed befaamd_. + +#Loghe#, 788, _loog_. + +#Lonen#, 1425, _beloonen_. + +#Loodwapper#, 794. Een _wapper_ is een wapentuig dat men om zich heen +zwaaide; zie _Velthem_ bl. 159; _Heelu_ 5462; de laatste schrijver noemt +het ook _cluppel_, waarvoor ik _Lanc._ II, 29802 lees: _loetcloppel_, +d. i. een _cluppel_ of _knuppel met lood_ beslagen. + +#Loof#, 1450, _de minste kleinigheid_. Verg. #caf#. Eigenl. is #loof# +een blad (zie _Car. El._ 403), welks meerv. #lover#, 43 voorkomt. + +#Lopen#, 2423, met acc. in den zin van _beloopen_. + +#Losengieren#, 3071, _loos bedriegen_, het Fr. _losengier_. Het adj. +_losengier_ vindt men _Rose_ 2521, en _Rijmkr._ bij KAUSLER, 6361, +7009. + +#Los maken#, 1475, _wegnemen_, _verlossen_? #Los# in den zin van +_kwijt_, _verloren_, vermeldt HUYD. op _Stoke_, 2 Dl., bl. 301. Men +verg. ons _lozen_, _verlossen_, en het Eng. _to lose_. + +#Loven#, 3256, _goedkeuren_, _toestemmen_. Zie _Lorr. gloss._ + +#Luchter#, 1054, _linker_. MAERL. III, 171, 207; _Ferg._ 1084, 3601; +_Flor. gloss._ + +#Lude#, 148, _luide_, _hard op_. + +#Lusten#, 330, 828, met DP. _lust hebben_. + + +M. + +#Maerghen#, 1085, 1377, 2774, _morgen_. MAERL. 3 Dl., bl. 62, 91. + +#Maken#, 30, _vervaardigen_; #los maken#, 1475, _verlossen_; #valsc +maken#, 20, _voor onwaar uitkrijten_. + +#Maken hem te....#, 1945, 2262, _zich ergens heen begeven_. + +#Male#, 400, 889, _maag_, eigenl. _zak_, _reiszak_, _koffer_, zie MAERL. +_Sp. Hist._, 3 Dl., bl. 68, vs. 93. Verg. _Flor. gloss._ + +#Male#, 600, 3123, _maaltijd_. + +#Malsc#, 19. WILLEMS vertaalde dit _week_, en zelfs schijnt GRIMM die +verklaring niet geheel te verwerpen (_R. F._ bl. 268), hoewel hij, +_Gram._ I2, 499 er de beteekenis van _vorax_, in de derde uitgave, bl. +264, er die van _superbus_ aan geeft. Ziehier een paar voorbeelden. +_Ferg._ 108: + + Die jaghers waren herde _ghemalsch_. + +_Wal._ 2152: + + Hi deder sulken over hals + Tumen, die hem herde _mals_ + Maecte, eer dat Walewein quam. + +_Parthen._ (ed. MASSMANN), bl. 73, vs. 23: + + Al sidi hier nu soe _ghemalsch_, + Ende segghet al dat ghi beghert. + +Men ziet uit die voorbeelden, dat noch de verklaring van WILLEMS, noch +die van Prof. VISSCHER, opgaat, _zacht_, _week_, _bedaard_." Blijkbaar +beduidt het woord: _overmoedig_, _trotsch_, _laatdunkend_, in welken zin +reeds het Oud-Saks. _malsc_ in den _Heiland_ voorkomt. Verg. GRIMM +_R. F._, bl. 268, en _Parthen. gloss._ + +#Mamme#, 2081, _borst_. + +#Man#, 167, _leenman_. + +#Manen#, 2161, 2187, 2328, 2633, 3028, _toespreken_, _verzoeken_, +_bidden_. + +#Manghelinghe#, 2318, _verandering_, _wisseling_. Zie KIL. Verg. _Rose_, +2194. + +#Manlic andren#, 1578, 2109, _elk den ander_. Verg. HUYD. op _Stoke_, 3 +Dl., bl. 60. + +#Mare#, 294, 417, 615, _bekend_, _vermaard_; #mare maken#, 238, _bekend +maken_. Verg. _Lsp. gloss._ + +#St. Martins voghel#, 1047, _de kraai_. Verg. GRIMM _D. Sp._, bl. 984. + +#Mat#, 1287, _zwak_; KIL. _pauper_, _miser_. + +#Mate#, 672, _matiging_, _matigheid_. + +#Maten# (#Te#), 626, _naar de juiste maat_, _niet te veel_, _matig_. +Verg. _Lsp. gloss._ + +#Mede#, 2183, _me_, _jonge wijn_. + +#Mee#, 1379, 2092, 3178, _meer_. Verg. _Lsp. gloss._ + +#Meeste#, 2562, _grootste_. Zie CLIGNETT, _Bijdr._, bl. 266-268. + +#Mekel#, 718, _groot_. Verg. MAERL. _Sp. Hist._, 2 Dl., bl. 176; aant. +bl. 87. _Wal._ 3931. + +#Menechfout#, 505, 542, 898, 2431, _menigvuldig_, _veelvuldig_. + +#Menen#, 638, _bedoelen_. + +#Merken#, 2363, 2466, 2553, 2584, _oplettend gadeslaan_, _opmerken_. + +#Merren#, 3187, 3202, _dralen_, _verwijlen_. Verg. _Lsp. gloss._ + +#Mesbaer#, 3227, _het uiterlijk rouwbetoon_, _gejammer_. _Ferg._ 4309, +4403; _Wal._ 9165. + +#Mesbaren#, 3205, _jammeren_. Zie HUYD. op _Stoke_, 1 Dl., bl. 403. + +#Mesdaet#, 3400, _misdaad_, _kwade handeling die iemand aangedaan +wordt_. + +#Mescomen#, praet. #mesquam#, 669, 3230, intr. met den dat. _iets kwaads +overkomen_. Verg. _Lsp. gloss._ + +#Meslaten#, 1303, 3380, _jammeren_, _zich bedroefd aanstellen_. _Ferg._ +497, 1127; _Flor._ 825, 2292. + +#Mesleden#, 208, _misleiden_, _bedriegen_. + +#Mesmaken#, 987, _kwalijk toerichten_, _toetakelen_. + +#Mesprijs#, 1479, _schande_. + +#Mesprisen#, 168, _tot schande aanrekenen_. + +#Mesraken#, 496, 1755, part. #mesrocht#, 747 (verg. #gherocht#), _in 't +ongeluk raken_, _te schande komen_. + +#Messen#, 2561, _achterwege laten_, _delinquere_ (KIL.). + +#Mesval#, 1361, _ongeval_. + +#Mesvallen#, 3228, impers. met DP. _een ongeluk overkomen_. Verg. _Lsp. +gloss._ + +#Mesvoeren#, 74, _mishandelen_. _Ferg._ 2403; _Wal._ 5625; _Rose_ 3903. + +#Met#, 1234, 2121, _mede_. + +#Mettien#, 709, _terstond_; eigenl. #mettien worde# of #worden#. Verg. +1922, 2024. + +#Micke#, 2807, 3131, eigenl. _een vork die tot rustpunt dient voor iets +dat er over gelegd wordt_; hier de _rechtopgaande stijl van de galg_. + +#Middewaert#, 511, 1553, _midden_. Zie HUYD. op _Stoke_, 2 Dl., bl. +35-36. + +#Miede#, 1988, _gift_, _belooning_. Verg. CLIGNETT, _Bijdr._, bl. 52-55. + +#Miere#, 117, 318, 1051, _mijner_. + +#Mineren#, 704, terecht door GRIMM, bl. 270 vertaald: _eingraben_, +_minieren_," en niet _verminderen_" gelijk WILLEMS dacht, die het +geheele vers verklaarde: _Houw _(sic)_ toch wat op._" Zoo leest men +ook, MAERL. _Sp. Hist._, 3 Dl., bl. 120, van een man die zekeren tempel +soude breken", die + + stoet in vaster stat, + Viercante, ende adde vier pilaren + In viere ziden oec te waren, + Met colummen scone ende groot. + Elc portael hem selven sloot + Vaste in des tempels masieren. + Daer ginc die man onder _minieren_, + Ende nam hem haer fundament. + +Voorts beteekende het, zoo als hier, _zich verbergen in eene gegraven +opening_. Zoo b.v. _Destructie van Jerus._, cap. 120: + + Hi was in enen pit ghevloen + .......................... + Daer waende hi hem in _minieren_ + Ende ontslupen onder die erde. + +#Minne#, 243, _liefde_, _min_. + +#Misselic#, 1391, eigenl. _wat missen of falen kan_, dus _onzeker_, +_twijfelachtig_. Zie DE JAGER, _Taalk. Mag._, IV, bl. 353. + +#Moedernaect#, 1245. Over de middeneeuwsche gewoonte om naakt te slapen, +zie _Beatr._, bl. 50. Verg. over het woord HUYD. op _Stoke_, 3 Dl., bl. +113. + +#Moer#, 2645, _moeras_. Verg. _Ferg._ 3554. + +#Moet#, 1041, 1904, 2519, 2598, 2883, 3173, _gemoed_, _het binnenste_; +1061, _moed_ (_courage_). #Te moede#, 1063, 1765, 2904, _in zijn +binnenste_, _in het gemoed_. + +#Moeten#, 566, 570, _moeten_, _genoodzaakt zijn_. + +#Moeten#, 490, 999, 1069, 1657, 1798, 2900, 3125, _mogen_, vooral bij +wenschen. Verg. _Lsp. gloss._ + +#Moghen#, 486, 488, 559, 560, 595, 622, 637, 663, 691, 702, 721, 747, +753, 876, 989, 1107, 1327, 1368, 1388, 1391, 1484, 1638, 1651, 1675, +1844, 1937, 2360, 2840, 2851, _vermogen_, _kunnen_. Part. #ghemoghen#, +1736. + +#Moghen#, 1951, _licere_. + +#Moghen#, 588, 1119, _lusten_. Verg. _Ferg._ 5041. + +#Moghende#, 2787, _machtig_, _vermogend_. + +#Molenman#, 121, _molenaar_. + +#Monc#, 1487, 2692, _monnik_. + +#Mordadich#, 357, _misdadig_. _Flor._ 1178. Verg. #Mort#. + +#Mordelike#, 3105, _moorddadig_; 2167, _misdadig_. + +#Morseel#, 134, 923, _stuk_ (_morceau_). _Ferg._ 2644, 4786; _Wal._ +8050. + +#Mort#, 2166, _doodschuldige_, _zware misdaad_. Zie _Lsp. gloss._ + +#Moude#, 465, 2373, _stof_, _zand_, _aarde_. Zie HUYD. op _Stoke_, 2 +Dl., bl. 418-20; CLIGNETT, _Bijdr._, bl. 38. + +#Mule#, 694, _muil_. + +#Museel#, 219, _muil_; 't Fr. _museau_. + +#Muulkijn#, 1417, _muiltje_, _snoetje_. + + +N. + +#Na#, 1502, _bijna_, _welna_. Zoo ook _Wal._ 8670, 10747. + +#Na#, 946, 1903, _nabij_. + +#Na# (#Gaen#), 3393, _treffen_, _leed doen_. _Ferg._ 4310. Verg. 942. +Vanhier het adj. _naghinghel_, _Ferg._ 664. + +#Na#, in de spreekw. #hem nemen harde na#, 1423, _ter harte nemen_. + +#Naest#, 269, 714, _zoo nabij mogelijk_. #Naest lopen#, met DP., 1252, +_dicht op de hielen zitten_. + +#Naken#, met DP., 781, 1570, 3098, _genaken_, _overkomen_. _Flor._ +3005.--495, 988, _ergens heenkomen_. + +#Namaels#, 2065, _later_, _naderhand_. _Lsp. gloss._ + +#Nauw#, adj. 2468, _innig_ (_intiem_). + +#Nauwe#, adv. 2340, _naauwkeurig_. _Lsp. gloss._ + +#Negheen#, 1259, _geen_ (_nullus_). + +#Nemmee#, 1318; #Nemmeer#, 622, 957, _niet meer_. Verg. _Lsp. gloss._ + +#Nes#, 1442, samentr. voor #ne es#, #en es#. Zoo 564 #dannes#, voor #dat +en es#. Verg. _Ovl. Ged._, 2 Dl., bl. 78, vs. 293, #ennes#, en bl. 83, +vs. 695: #hennes#. + +#Nese#, 793, _neus_. Vanwaar #neselocken#, _Ferg._ 2226; #nesebant#, +_Wal._ 1632, 2088. + +#Neven#, 386, 2353, _naast_, _langs_. + +#Neware#, #newaer#, 95, 174, 447, 1749, 2301, 2514, 2903, _maar_. _Wal._ +9357, 9465. Verg. hier 2136, en zie CLIGNETT, _Bijdr._, bl. 193. + +#Nie#, 746, 1778, 1874, _nooit_. Ook als negatie, waar wij het +bevestigende _ooit_ gebruiken." (_Lsp. gloss._) 1545, 2389, 2809. Zoo +b.v. _Flor._ 523, 657. Verg. hier #Noint#. + +#Niemare#, 367, 1577, 1603, _nieuws_, _tijding_, _gerucht_. _Lsp. +gloss._ + +#Niemen#, 58, 123, 130, 885, 1089, 1355, enz., _niemand_. + +#Niet#, 1989, _genegenheid_. Zie vooral over dit woord _Lsp. gloss._ op +#niede#. Bij de daar aangehaalde voorbeelden uit den _Ferg._ is nog te +voegen 3408, waar #nide# voor #niede# staat om het rijm; zoo ook _Troj. +Orl._ (bij BLOMMAERT, _Ovl. Ged._, 1 Dl.) vs. 1460, 1525, en _Lanc._ IV, +11768. + +#No#, 112, 2568, _noch_. + +#No#, 131, _zelfs niet_, het Fr. _neis_; zie de Inleiding, bl. LXI. + +#No weder -- noch#, 2567, _geen van beiden_. Zie HUYD. op _Stoke_, 1 +Dl., bl. 25. _Flor._, 985; _Troj. Oorl._ (1 Dl., bl. 15), vs. 1255. + +#Nochtan#, 78, 94, 234, 353, 572, 664, enz., _nochtans_, _evenwel_. + +#Nochtoe#, 1288, 2080, _nog_, _toen nog_. _Ovl. Ged._, 2 Dl., bl. 78, +vs. 272; bl. 89, vs. 1270. _Wal._ 9850, 10021; _Lanc._ III, 879; en IV +passim. Verg. HUYD. op _Stoke_, 1 Dl., bl. 140, 364. + +#Node#, 567, 728, 1197, 2200, _ongaarne_, eigenl. _niet gemakkelijk_. +Verg. HUYD. op _Stoke_, 2 Dl., bl. 290. + +#Noene#, 384, eigenl. (_hora_) _nona_.... de benaming van de dienst die +in de R. C. Kerk, op dat uur verrigt werd." _Lsp. gloss._, waar het +geheele artikel verdient nageslagen te worden. + +#Noint#, 76, 872, 2664, 3024, _nimmer_, _nooit_. Ook als negatie waar +wij _ooit_ gebruiken (verg. #Nie#), 1829, 2844, 3172. Zie over den vorm +GRIMM _D.Gr._, III, 225. + +#Noot#, 517, 570, 1527, 1650, 1913, _nood_, _dwang_. #Noot sijn#, met +DP., 2857, _noodzakelijk zijn_. + +#Nopen#, 964, _raken_, _aanraken_, _stooten_, _kwetsen_. Verg. _Lsp. +gloss._ + +#Nu toe#, 833, 1236, 1241, _voort_ (_allons_). _Wal._ 9470. Verg. HUYD. +op _Stoke_, 3 Dl., bl. 30-31. + + +O. + +#Odevare#, 2308*, _ooijevaar_. Zie CLIGNETT, _Bijdr._, bl. 191-192. + +#Oft#, #Ofte#, 14, 491, 998, 1008, 3030, 3040, _indien_. + +#Oit#, 1780, _immer_, _altijd_. + +#Om recht#, 258, _terecht_. + +#Ombe#, 344(?), _om_; zie de var. op bl. 14. + +#Ombeclaghet#, 3046, _onaangeklaagd_. + +#Ombequame#, 2616, _onaangenaam_. _Ferg._ 568. + +#Omberaden#, 1433, _onverzorgd_. Verg. CLIGNETT, _Bijdr._, bl. 213. + +#Omberen#, 124, 127, 135, eigenl. _ontberen_, _achterlaten_. Zie over de +uitlating der _t_, HUYD. op _Stoke_, 2 Dl., bl. 254. + +#Omberocht#, 3045, eigenl. _niet aangeklaagd_, _ter goeder naam +staande_. Zie de var. op bl. 116. + +#Ombescaven#, 17, _onaangevochten_. + +#Ombieden#, 472, _aanzeggen_, _doen weten_. Zie _Lsp. gloss._ + +#Ombiten#, 611, _nuttigen_, _gebruiken_. _Lsp. gloss._ + +#Omme gaen#, 1713, 1739, _zich omkeeren_. + +#Omtrent#, 810, _rondom_, _in de rondte_. Verg. _Lsp. gloss._ _Lanc._ +II, 15248, 15252, 15400. + +#Onbegrepen#, 199, _onberispt_. Verg. #Begripen#. + +#Onblide#, 952, _treurig_. Zie CLIGNETT, _Bijdr._, bl. 42. + +#Ondaet#, 2064, _misdaad_. _Wal._ 3712. + +#Onder -- ende#, 2334, _beide -- en_, _zoowel -- als_. Zie DE VRIES, +_Lsp. gloss._ en vooral DE JAGER'S _Archief_, 1 Dl., bl. 69-72. + +#Onder die sonne#, 759, _van den kant daar de zon stond_. Zoo zeggen wij +nog, _onder den wind_. + +#Onder voete#, 791, _onder den voet_, _op den grond_. + +#Ondergaen#, 397, 3103, _den toegang afsnijden_. Zie HUYD. op _Stoke_, 1 +Dl., bl. 92-93; 2 Dl., bl. 503. + +#Ondercomen#, intr., 868, _verzwakken_. Het act. #is ondergaen#, dat +_Ferg._ 2055 voorkomt, of #onderdoen#, waarover zie _Lorr. gloss._ + +#Onghebetert#, 97, _onhersteld_, _onvergoed_, _ongeboet_. + +#Onghemac#, 230, 573, 781, 807, _leed_, _last_. Verg. HUYD. op _Stoke_, +2 Dl., bl. 99-100. + +#Onghenade doen#, 2308*, _slecht behandelen_. + +#Ongherede#, 2176, _ongeluk_. + +#Onghereet sijn#, 3140, 3167, _niet voorhanden zijn_. Verg. de plaatsen +aangehaald _Lsp. gloss._ + +#Ongherec#, 1201, 1472, _ongeluk_. Verg. _Lsp._ en _Flor. gloss._ + +#Onghetrouw#, 1705, 2507, _trouwloos_, _slecht_. + +#Ongheval#, 737, 771, 1593, 2177, 2466, _ongeluk_, _ramp_. + +#Onghevoech#, 234, 3379, _wat niet past_, _niet betaamt_. #Onghevoech +driven#, _zich onbehoorlijk aanstellen_. Verg. _Lsp. gloss._ + +#Onghier#, 414, _wreedaard_; eigenl. _de vreesselijke_, _de +schrikwekkende_. Zie _Lsp. gloss._ + +#Onhout#, 111, _ongenegen_, _vijandig_. Verg. #Hout#. + +#Onledich#, 1313, _drok bezig_. Verg. _Lsp. gloss._ in #Onlede#. + +#Onnen#, #ic an#, met GZ., 10, 1075, 3124, _gunnen_. Zie _Lsp. gloss._ + +#Onnren#, part. #onneert#, 2002, #gheonneert#, 2009, _schande aandoen_, +_onteeren_ (_honnir_). + +#Onrein#, 1738, 1801, _besmet_ (_met zonden_). + +#Onsalech#, 778, 1719, _ongelukkig_, _ellendig_. + +#Onscone#, 2709, _schandelijk_ (_onbetamelijk_). _Stoke_, 1 B., vs. 803. +Verg. _Lsp. gloss._ + +#Onsculde doen#, 82, _zijne onschuld bewijzen_. Verg. _Lsp. gloss._ + +#Onsochte#, 990, _jammerlijk_, _op hevige wijze_. + +#Onsoete#, 964, _op onzachte_, _harde wijze_. + +#Onspellic#, 3002, _ernstig_. + +#Ontaen# (#ontdaen#), part. van #ont(d)oen#, 655, _geopend_. Zie _Lsp. +gloss._ + +#Ontbieden#, zie #Ombieden#. + +#Ontbinden#, 1881, _ontvouwen_, _openbaren_. _Ferg._ 3166; _Flor._ 384. + +#Ontdelven#, 2607, _opgraven_. + +#Ontervet werden#, 668, _zijn erf verliezen_ (_hier door een vonnis_). + +#Ontfaen#, 70, 188, 1193, 1254, _ontvangen_. + +#Ontfaren#, 85, 3022, 3206, 3309, _haastig ontgaan_, _ontvluchten_. + +#Ontfermen#, 68, 72, 318, 406, 2696, met GZ. _zich erbarmen_, +_medelijden hebben_. + +#Ontgaen#, 697, 921, 1388, 1409, 1424, 1477, _ontgaan_, _vrijkomen_. + +#Ontghelden#, 1822, 1835, _betalen_, _boeten_. + +#Ontghinnen#, 2087, 2417, eigenl. _openen_; in de eerste plaats +_verbijten_, in de tweede _opdelven_. Verg. _Ferg._ 3461, 3565; _Limb._ +6 B., vs. 2007. + +#Onthopet sijn#, met GZ., 1060, _de hoop opgegeven hebben_, _hopeloos +zijn_, _wanhopen_. Zie _Lsp. gloss._ + +#Ontliven#, 2004, _dooden_, _van het leven_ (_lijf_) _berooven_. + +#Ontrennen#, 2699, _ontvluchten_. + +#Ontsien#, intr. 53; trans. 737, 2047, 2216, _vreezen_. Zie HUYD. op +_Stoke_, 2 Dl., bl. 406, 503. + +#Ontscricken#, 3132, _ontloopen_. #Scricken# vertaalt CLIGNETT, +_Bijdr._, bl. 103, terecht door _met wijde schreden voortgaan_. Zie +_Ferg._ 3544. + +#Ontspringhen#, 1912, _ontvluchten_. + +#Ontspringhen#, 1231, 1642, _ontwaken_, eigenl. _uit den slaap +opspringen_. Zie CLIGNETT, _Bijdr._, bl. 392. + +#Ontvruchten#, 2312, _vreezen_. _Flor._ 3259; _Lanc._ 4 B., vs. 8476. + +#Ontwee#, 652, 1317, 3111, _in stukken_, _kapot_. Zie CLIGNETT, +_Bijdr._, bl. 123, en _Lsp. gloss._ + +#Ontweghet#, 2494, _van den weg af_, _het spoor bijster_. Verg. _Lsp. +gloss._, en zie _Lanc._ II, 13331, 13718. + +#Ontwenden#, 1844, _ontgaan_ (_met moeite_, _hoe men zich ook wendt_). + +#Ontwisschen#, 1510, _ontvluchten_; Hoogd. _entwisschen_. Van +_wisschen_, dat men b.v. vindt _Lanc._ II, 22024, 22368, 24855, 29819. +Zie ook _N. Werken der Leidsche Maatsch._, VI, bl. 169. + +#Onverdaen#, 1932, _ongedood_, _onvermoord_; van #verdoen#, waarover zie +mijn _Specimen_. + +#Onvervaert#, 389, _moedig_. + +#Onvro#, 982, _treurig_. Zie _Lsp. gloss._ + +#Onvroet#, 671, _onverstandig_, _dwaas_. + +#Onwaert hebben#, 498, 576, _verachten_. CLIGNETT, _Bijdr._, bl. 145. + +#Onwille# (#Sijn te sinen#), 321, _in 't verdriet zijn_. Verg. _Lsp. +gloss._ + +#Ordine#, 943, 2691, _orde_, _kloosterorde_. + +#Orlof#, 495, 709, 1395, 1427, 1892, 2984, eigenl. _verlof om te +vertrekken_, _afscheid_. + +#Orconde#, 1882, 2623, _getuigenis_. Zie _Lsp._ en _Doct. gloss._ + +#Orconden#, 2688, _betuigen_, _vermelden_. + +#Oude#, 767, _ouderdom_. Zie CLIGNETT, _Bijdr._, bl. 173, en verg. _Lsp. +gloss._ + +#Over#, in de beteekenis van ons _voor_, het Lat. _pro_, 839, 2803, +#over niet# = _om niet_; 1681, 2981, 3089; en in de adverb. uitdr. #over +waer#, 239, 1384, 1505, 2908.--In de beteekenis van _op_, _over_, +_super_, 523, 963, 971, 973, 993. Zoo ook in de spreekwijs, #over hem +so willet# al, 772, _op hem wil alles nerploffen_; #over iemen onledich +sijn#, 1314, _met iemand bezig zijn_. Verg. vooral _Lsp. gloss._ + +#Over een#, 146, _met elkander_, _te samen_. Zie _Lsp. gloss._ + +#Over lanc#, 547, 3370, _na langen tijd (van beraad)_. Verg. _Lanc._ II, +44029; III, 4633; _Flor._ 2723; _Franc._ 2835. _Limb._ VI, 1576, leest +men: #over iet lanc#. + +#Overdadich#, 2251, _trotsch_, eigenl. _die meer doet dan een ander_, of +ook, _dan betamelijk is_. Verg. _Ferg._ 4295, 4779. + +#Overdaet#, 137, 469, 499, 2043, 2066, 2310, _ondaad_, _misdaad_. Zie +CLIGNETT, _Bijdr._, bl. 281. Verg. _Lsp. gloss._ + +#Overgroot#, 2397, _zeer groot_. + +#Overstarc#, 1093, _zeer sterk_. Zoo komt #over# dikwerf in +samenstelling met adjectiva voor: b. v. #overveel#, _Lanc._ II, 34030; +#overhovesch#, _Lanc._ II, 38309; #oversoet#, Rose 71; #overscoon#, +_Rose_ 615; #overmoghen#, _Rose_ 628; #overmoedich#, _Rose_ 1385; +#overgroot#, _Rose_ 1641; #overvast#, _Rose_ 4662; enz. enz. + +#Owach#, 3364, _helaas_. + +#Owi#, 306, 925, 1800, 1810, 2158, 2659, 3039, _helaas_. + + +P. + +#Paer#, drukt de vereeniging uit van verschillende deelen tot een +geheel, als #een paer letteren#, 3237, 3331, _een brief_. Zie _Wal._ 2 +Dl., bl. 221-222. + +#Paiment#, 809, _betaling_. + +#Palster#, 372, 2775, 2925, 2967, _pelgrimsstaf_, _staf_. Zie CLIGNETT, +_Bijdr._, bl. 173. + +#Pant doen#, 1269, _leed doen_, _schade toebrengen_. Zie _Lsp. gloss._ + +#Pape#, 726, 811, 825, 1126, _priester_. + +#Pardoen#, 2895, _vergiffenis_. + +#Parc#, 334, _afgesloten ruimte_. Verg. _Wal._ 9927, 8703; _Lanc._ II, +45094; IV, 4637. + +#Parlement#, 2270, _samenspreking_, _bijeenkomst_. Zie HUYD. op _Stoke_, +2 Dl., bl. 80, 387; 3 Dl., bl. 103, 395. + +#Partrijs#, 3142, _patrijs_. Men behoort dus t. a. pl. te lezen: +_partrise_ (: _spise_). + +#Pat#, manl., 633, 3295, _pad_, _voetpad_. + +#Pelgrijn#, 2837, 2842, 2865, _pelgrim_. + +#Pelse#, 352, _het haar van het vel_. (Verg. _Ferg._ 3599, 3911). Zoo +heet het ook in de voorrede tot _Heelu_, vs. 545, van vogels: _dat hen +die plume stoven_. Verg. hier 1717. + +#Pese#, 794, 1317, _touw_. + +#Pijnlic#, 1878, _moeyelijk_. Verg. HUYD. op _Stoke_, 2 Dl., bl. +475-476. + +#Pine#, 230, 371, 573, 743, 1817, 1939, 1952, 1970, 2646, 2977, +_moeite_, _overlast_, _ongemak_. + +#Pinen#, 696, 1298, 1315, 1634, 2322, _moeite doen_, _arbeiden_. + +#Pladijs#, 208, 211, 214, _platvisch_. De vorm is uit het Fr. +overgenomen. Zie Inleid. bl. CXII. + +#Plaidieren#, 1873, _pleiten_, _over en wer praten_. + +#Plecht#, 2841, _voorspraak_, _bescherming_. Verg. _Theoph._ 932; +_Vander Sielen_, 134. KIL. kent nog _plechten_ in den zin van _lites +agere_. Verg. daarbij V. WIJN op _Heelu_, bl. 30 en 11. + +#Pleghen#, intr., 521, 536, 1223, 2738, 3350, _gewoon zijn_. + +#Pleghen#, trans. met GZ. #Der ere pleghen#, 35, _zich op de eer +toeleggen_, _de eer ter harte nemen_. #Der siele pleghen#, 428, _de ziel +verzorgen_. #Der kindre pleghen#, 1413, _de kinderen verzorgen_. #Siere +seden pleghen#, 1733, _zijne gewoonte in acht nemen_, _opvolgen_. Zie V. +WIJN op _Heelu_, bl. 8-13. + +#Plume#, 1717, _pluimen_, _veren_. Zie op #Pelse#. + +#Poghen#, 680, 2322, _zijn best doen_. Verg. _Wal._ 2 Dl., bl. 253 in +fine, en _Lsp. gloss._ + +#Point#, 2293, _punt_. #Van pointe te pointe#, _van stukje tot beetje_, +_geheel en al_. + +#Porren#, 1242, _zich in beweging stellen_. Zie HUYD. op _Stoke_, 2 Dl., +bl. 397-399 en 585, of V. WIJN op _Heelu_, bl. 200. + +#Prenden#, part. #ghepronden#, 399, 1541, _aangrijpen_, _rooven_. Zie +_Lsp. gloss._ + +#Prijs#, 2923, 3054, _lof_, _lofspraak_. Zie _Lsp. gloss._ + +#Prihore#, 945, _prior van een klooster_. + +#Prioreit#, 1700, _klooster_ (_prieur_). + +#Prime#, 385, _morgengebed_. Verg. #Noene#, en zie _Ovl. Ged._, 2 Dl., +bl. 95, vs. 220. + +#Prisen#, 578, _schatten_, _achten_. Zie KILIAEN. + +#Prochiaen#, 764, 830, _die tot eene parochie behoort_, _leek_. + +#Proeven#, 1882, _probare_, _bewijzen_. + +#Proeven#, 662, 2048, _beproeven_. Verg. _Lsp. gloss._ + +#Pute#, 919, _hoer_. #Putensone#, zeer gebruikelijk scheldwoord; zoo ook +in het Oud-Fransch. + +#Puut#, plur. #Pude#, 2308*, _kikvorsch_. CLIGNETT, _Bijdr._, bl. 174. + + +QU. + +#Quaet#, adj., 484, 500, 1906, _slecht_, _verdorven_, _misdadig_. + +#Quaet#, subst., 1801, _booswicht_. Zie _Lsp. gloss._, waar echter ten +onrechte wordt beweerd, dat het plur. #quadien# is. Verg. LEENDERTZ' +beoordeeling van mijn _Epische Versb._, bl. 59-62. + +#Qualic#, adv., 259, 550, _op slechte wijze_. + +#Quansijs# (#Alse#), 2547, _als dacht hij bij zich selven, als wilde +hij zeggen._" Zie de breedvoerige verklaring van DE VRIES in DE JAGERS +_Archief_, 1 Dl., bl. 72-76. + +#Quedden#, 1108, 2366, _groeten_, ahd. #quetian#; alts. #queddian#; +eigentlich _anreden_, und von #quden# (loqui) abgeleitet" (GRIMM, _R. +F._, bl. 273). Zoo ook _Flor._ 2064: van al den goden _quedde_ hine +overluut," waar het Fransch, vs. 1579, heeft: De tous les Diex _l'a +salu_." Zoo begint ook het charter van 1249, bij SERRURE, _Geschied. +der Letterk. in het Graefsch. Vlaenderen_, bl. 88: De scepenen van +Bochouta _quedden_ alle degene die dese lettren siyn (_sic_) selen in +onsen Here." + +#Quellen#, 2202, _in kwelling zijn_, _lijden_. Zoo _Ferg._ 4464. Verg. +_Lsp. gloss._ + +#Quene#, 767, _oude vrouw_. + +#Quite#, met #van# of den gen., 1394, _vrij_, _ontslagen van_. #Quite +worden#, 258, _kwijt worden_, _verliezen_. #Quite sijn#, 355, +_ontslagen_, _verlost zijn van_. #Quite maken#, 2416, _ontrooven_. +#Quite laten#, 2529, 2788, _ontslaan_, _vrij spreken_. Zie _Lsp. gloss._ + +#Quiten scadeloos#, 2948, _vrijmaken van schade_. + + +R. + +#Raden#, 531, _radbraken_. + +#Raden#, #riet#, #gheraden#, 471, 332, 555, 689, _aanraden_. + +#Raet#, doorloopt verschillende beteekenissen. 548, 1195, _raad_, +_raadgeving_. #In gherechten rade#, 1682, _in goeden gemoede_. 2325, _de +vrucht der beraadslaging_, _voornemen_, _opzet_. #Raet vinden#, 543, +_iets bedenken_ (_Ferg._ 4254). #Te rade worden#, 470, _besluiten_. +#Raet hebben#, met GZ., 567, _in zijne keus hebben_. #Hets beter raet#, +1098, _het is beter_. #U es die beste raet#, 1389, _het is 't best voor +u_. #Hier mach in lopen ander raet#, 1905, _hier kan iets anders +gebeuren_. Maar #Raet# is ook _de daad van het raadgeven_. Vandaar: #te +rade roepen#, 1333, _ter beraadslaging bijeen roepen_; #te rade leden#, +2473, _ter beraadslaging heenleiden_. Verg. 2673. Dit geschiedt in +afzondering, in 't geheim, vandaar: #in rade#, 3161, _in 't geheim_. +Verg. hier #Beraden#, en verg. _Flor. gloss._ in #raet#. + +#Rake#, 723, _hark_. KIL. vertaalt het woord door _Rastrum_ et +_Rutabulum_, _Sarculum_. Het Eng. heeft _rake_ in dezelfde bet. + +#Rampineren#, 703, 849, _bespotten_; het Fr. _ramposner_. MAERL. _Sp. +Hist._, 3 Dl., bl. 141, 314; _Lanc._ II, 39273. + +#Rasch#, 2032, _sterk_ (verg. het Eng. _harsh_). _Wal._ 10090; _Lanc._ +IV, 9592, 10056; _Troj. Orl._ (BLOMMAERT, 2 Dl., bl. 95) vs. 194. + +#Raven#, 18, 1860, 2793, _raaf_. _Wal._ 9689. + +#Recht#, adj., 1698, 1707, 1751, _recht_ (van een weg gebezigd: _de +naaste_); 128, 3031, _waar_, _eigenlijk_, _juist_. + +#Recht#, adv., 282, _juist_; 1307, _regelrecht_ (_direkt_). + +#Recht nemen ende gheven#, 529, _zich onderwerpen aan de uitspraak des +regters_. + +#Rechten#, 1382, _oprichten_. Verg. _Lsp. gloss._ + +#Reden# (#Brenghen te#), 1337, eigenl. _tot redelijkheid_, _billijkheid +brengen_. + +#Reinardie#, 2044, _sluwheid_. Zoo ook in 't Fr. _Renart_, 11032, 17035. + +#Rekenen#, 2104, _voorrekenen_, _vertellen_. MAERL. 3 Dl., bl. 158, 182. +Reeds in den _Heliand_: _reckian_. + +#Rentvleesc#, 1522, _rundvleesch_. + +#Ribaut#, 938, _deugniet_. _Wal._ 8141, 9211; _Ferg._ 519. CLIGNETT, +_Bijdr._, bl. 162, en mijn _Specimen_, bl. 126. + +#Rijc#, 1068, _machtig_. Gewoon epitheton van God, zie _Ferg._ 4010, +4400, 4855, 4869. Verg. _D. Gram._ II, 297. + +#Rijcheit#, 2408, _rijkdom_, _schatten_. Verg. _Lsp. gloss._ + +#Rijm#, 2102, _vorst_. _Esopet_, fab. 10, vs. 1; _Rose_ 10274. + +#Rijs#, pl. #risere#, 1679, 3449, _takje_, in 't meervoud _het woud_. +Zie _Lorr. gloss._ of _Specimen_, bl. 124. + +#Rikelijc#, 926, _kostbaar_, _prachtig_. Verg. _Flor. gloss._ + +#Rinc#, 109, 315, 2740, _kring_. _Ferg._ 5307, 5342. + +#Rocke#, 732, 832, 1249, _spinrokken_. + +#Roekeloos#, 2772, roekeloos is hij, die zich om niets bekreunt, +_gewetenloos_. + +#Roeken#, 1120, 1653, _zich om iets bekommeren_, _bekreunen_. + +#Roemen#, 2613, _bluffen_. Zoo heet de winderige hopman bij BREROO nog +_Roemer_. + +#Rumen#, 887, 1428, _ontruimen_, _verlaten_, _laten varen_. _Ferg._ +1148; _Flor._ 705. + +#Runen#, 2836, _fluisteren_. Zie _Lsp. gloss._ + +#Rutsen#, 973, _voortschuiven_; het Hoogd. _rutschen_. + + +S. + +#Sachten#, 2882, _verzachten_, _temperen_. MAERL. 3 Dl., bl. 316. + +#Saden#, 591, _verzadigen_, van #sat#. + +#Saen#, 64, 82, 398, 1242, 1440, 1448, 1596, 1949, 2603, 3085, +_spoedig_. + +#Saermeer#, 1916, _in 't vervolg_. Zie mijn art. in den _Konst- en +Letterbode_ van 1845, no. 35. + +#Saghe# (#Sonder#), 1086, _voorzeker_. #Saghe# is een _sprookje_, en de +geheele spreekwijs een der in dit gedicht zoo zeldzaam voorkomende +stoplappen. Verg. _Lsp. gloss._ + +#Saghe#, 395; zoo wordt REINAERT ook genoemd in het Mhd. gedicht, vs. +1482: d wand der _zage_ sn verlorn. #Saghe# is _koorts_, zie CLIGNETT, +_Bijdr._, bl. 46. WILLEMS neemt het hier in den zin van _booze pest_, +maar blijkbaar staat het in dien van _lafaard_, _verachtelijk wezen_, in +welke beteekenis het ook in het Mhd. gebruikelijk is, b.v. _Nib. (L.)_, +225, 4; 930, 1; 1523, 2; 1785, 2; 2080, 1. + +#Sake#, 2323, 2665, 2671, _zaak_; 1840, 1885, _rechtszaak_. + +#Saluut#, 2406, _groet_. + +#Sameninghe#, 3016, _verzameling_, _menigte_. Verg. _Lsp. gloss._ + +#Sat#, 561, 610, 634, 1531, 1613, _verzadigd_. Verg. CLIGNETT, _Bijdr._, +bl. 369. + +#Scade#, 3147, _schaduw_. Zie CLIGNETT, _Bijdr._, bl. 30. + +#Scade#, 68, 318, 474, 770, 1284, 1975, _schade_, _verlies_. + +#Scaden#, 1841, _schade veroorzaken_, _benadeelen_. + +#Scalc#, 940, 1787, _loos_, _bedriegelijk_, _slecht_; in beide plaatsen +substantive gebruikt. Zie _Lsp. gloss._ + +#Scalcheit#, 1795, _ondeugd_. _B. van Vergi_, vs. 70. + +#Scame#, 972, 1279, 2689, _schaamte_, _schande_. + +#Scamp#, 1508, _smaad_, _schandelijke bejegening_. _Wal._ 1459, 1468, +2710, 9001. Hetzelfde beteekent + +#Scampie#, 2043. Zie over beiden _Lorr. gloss._ + +#Scare#, 1869, _verzameling_. + +#Scaven#, 2794, _in stilte wegsluipen_. _Stoke_, 2 B, vs. 222; MAERL. 1 +Dl., bl. 285; 3 Dl., bl. 236. + +#Scelden#, 1821, _berispen_; 929, _smaden_; 1836, _verwenschen_; 2007, +_uitschelden_. Zie _Lsp. gloss._ + +#Sceren#, _schertsen_, _spotten_, doorgaans als substantivum, gewoonlijk +in den dat. #in# of #te scerne#, _in scherts_, _tot spot_, 221, 545, +936, 1292. Verg. _Lsp. gloss._ + +#Scerp#, 735, 816, _scherpsnijdend_; 374, 788, _prikkelend_, _ruw_; 784, +_nijdig_. Verg. MAERL. 3 Dl., bl. 217, 218, 227. + +#Scerpe#, 2775, 2830, 2925, 2931, 2965, _reiszak_. Zie MEYER, _Leven van +Jezus_, bl. 378, en verg. MAERL. 3 Dl., bl. 333. + +#Sciere#, 245, 441, 478, 844, 1037, 1238, 2384, 3109, _spoedig_. + +#Sciet#, praet. van #Sceden# (_scheiden_), _vertrekken_, 1431, 1977, +1987. _Ferg._ 702, 1557, 1970, 5312, 5396. Het praesens aldaar 2511. +_Flor._ 3731. + +#Scinen#, 424, 773, 1256, 1269, 1818, _blijken_. Verg. HUYD. op _Stoke_, +2 Dl., bl. 168. + +#Scoien#, 2845, _schoeyen_. WILLEMS noemt dit hier terecht eene stoute +maer fraeie figuer." + +#Scole#, 378, bedorven lezing. Misschien _binder sc._, hoewel ik meen, +dat de fout in _scole_ steekt. + +#Scoren#, 338, 740, trans. en intr. _scheuren_. Verg. _Lsp. gloss._ + +#Scouwen#, 939, 2038, 2455, _zien_, _bezien_, _aanschouwen_. Verg. _Lsp. +gloss._ + +#Scraven#, 462, 2384, 2588, _krabben_. CLIGNETT, _Bijdr._, bl. 336. + +#Sculdich#, 1347, _schuldig_ (_strafbaar_); 1883, _schuldig_ +(_verplicht_). + +#Scuvuut#, 2569, _nachtuil_. MAERL. 2 Dl., bl. 323, 348. + +#Scuwen#, 55, _schuwen_, _ontwijken_. + +#Sede#, 243, 3047, _gewoonte_. _Ferg._ 905, 2098. #Te seden#, 666, +eigenl. naar gewoonte, dus _niet buiten de maat, matig_. + +#Seent#, 2718, _synode_. MAERL. 3 Dl., bl. 57. Zie _Lsp. gloss._ + +#Seep#, 895, praet. van #sipen#, _druipen_, dat ook _Ferg._ 731 +voorkomt. Ik meen echter thans de voorkeur te moeten geven aan de lezing +van C. #Liep#. + +#Seer#, 419, _droefheid_. + +#Seer#, adj., 754, 3000, _smartelijk_. + +#Seer#, #sere#, adv. 1375, _zeer_. De compar. is #seerre#, 747. Bij +werkw. van beweging bet. het _hard_, _snel_, b.v. 762. Verg. _Ferg._ +1756, 2341, 2782, 3714, 3807. + +#Seker#, 2451, eigenl. _vast verbonden_, _getrouw_. Verg. HUYD. op +_Stoke_, 3 Dl., bl. 416, en VAN WIJN op _Heelu_, bl. 65. + +#Sekeren#, 609, _toezeggen_, _zweeren_. + +#Selp mij#, 1356, _zoo helpe mij!_ Gewone samensmelting. In het 4 B. van +den _Lanc._: _als hulpe mi_, 1291; _alsulp mi_, 1685, 3723, 4708. + +#Selves# (#Mijns#, #sijns#), 1408, 1428, 1547, 1656, 2525. Versterking +van het possessivum #mijn#, #dijn#. Zoo ook MAERL. 3 Dl., bl. 112, 212. + +#Seriant#, 984, 2424, _dienaar_. Zie CLIGNETT, _Bijdr._, bl. 314. + +#Serich#, 1274, 2462, _bedroefd_. + +#Setten#, met DP. 1677, _opleggen_. + +#Setten al jeghen al#, 738, _het uiterste wagen_, _alle krachten +inspannen_; Fr. _mettre le tout pour le tout_. + +#Sibbe#, 2105, _bloedverwantschap_. Zie _Teuthonista_, Voorr. bl. 33 en +_Mnlp. gloss._ + +#Side# (#An ene#), 2589, _aan kant_, _weg_. Verg. _Wal._ 2 Dl., bl. 205. + +#Siec ende onghesont#, 933. Zie nog andere zoodanige tautologische +uitdrukkingen aangewezen, Inleiding, bl. XXIV. + +#Sien den raet#, 2678, _schikken_, _overleggen_. Verg. #Raet#. + +#Siere#, 10, _zijner_. + +#Sin#, 11, 36, 39, 2136, 2172, 2185, 2479, 2750, 2755, 2812, 2878, 2920, +3368. Een woord van ruime beteekenis, gebruikt voor den zetel van het +_denken_ zoowel als van het _gevoelen_, van het _weten_, zoowel als van +het _willen_, dus _hoofd_ en _hart_ beiden." _Lsp. gloss._ + +#Sinken laten#, 1294, _laten vallen_, _laten varen_. + +#Sint#, 78, 264, 356, 1503, _sedert_. + +#Sinxendach#, 41, _Pinksterdag_. + +#Sire priester, Dieu vo saut#, 937; _Sire prestre, Diex vos saut; Heer +priester, dat God u behoede!_ + +#Slach in slach#, 812, 1257, _slag op slag_. Verg. _Lorr. gloss._ + +#Slachten#, 18, 1418, eigenl. _van hetzelfde geslacht zijn_, _gelijken +van gemoed_. Verg. MAERL. 3 Dl., bl. 110. + +#Slaen#, 3413, _treffen_, _nerdrukken_. + +#Slaen in#, zie #Inslaen#. + +#Slaken#, 3383, terecht door GRIMM, _R. F._, bl. 286, vertaald door +_remittere_, _laxare_." Wij gebruiken 't alleen nog van banden en +boeyen. + +#Slavine#, 372, pelgrimskleed. WILLEMS haalt uit DU CANGE het volgende +citaat aan: Pedes incedens in habitu peregrini, qui vulgo dicitur +_slavina_." Het woord komt ook voor _Lorr._ I, 1017, 1257; MAERL. 1 Dl., +bl. 340. + +#Slecht#, 454, _effen_, _vlak_, _glad_. _Ferg._ 1185, 1571, 1574. Verg. +CLIGNETT, _Bijdr._, bl. 128. + +#Sleets#, 1280, samentr. van #des leets#, zie op #Leet#. + +#Smeken#, 485, 682, 1804, 2613, 3071, _goede woorden geven_, _fleemen_, +_fraai praten_. Verg. HUYD. op _Stoke_, 2 Dl., bl. 312. + +#Snieme#, 3356, _spoedig_, _weldra_. _Ferg._ 4670, waar het hs. _snieme_ +heeft, zonder _n_; _Flor._ 1203; _Wal._ 8205, 9496, 10250. Verg. HUYD. +op Stoke, 3 Dl., bl. 309-310; MAERL. _Sp. Hist._, 1 Dl., aant. bl. 40. + +#Snoeren#, 2913, _toesnoeren_, _toerijgen_. + +#So#, 648, 725, _alzoo_, _gelijk_; 682, _aldus_. + +#So#, 945, bij eene vraag, _of_; gewoonlijk herhaald: #so -- so#, ook +wel #weder -- so#, en denkelijk ook, zoo als C. heeft, #so weder -- so#. +Verg. HUYD. op _Stoke_, 1 Dl., bl. 24-25, 44; _Flor. gloss._ op #so# en +#weder#; en _Lsp. gloss._ op weder. + +#Sochte doen#, 621, _streelen_. #Sochte# is de vlaamsche vorm voor +#sacht#. Zie b.v. _Flor. gloss._ en MAERL. 3 Dl., bl. 147, 156. + +#Sochten#, part. #ghesocht#, 3413, _bedaren_, _verzachten_. Verg. MAERL. +3 Dl., bl. 316. Intrans. komt het voor _Stoke_, IX, vs. 634. + +#Soe#, 30, 225, 733, 2747, 2849, 3080, _zij_. _Ferg._ 1523, 1526, 1529, +2124. Verg. _Flor. gloss._ + +#Soendinc#, 188, _plechtige verzoening_. Zie HUYD. op _Stoke_, 2 Dl., +bl. 261. + +#Soenen#, 3397, _verzoenen_, _vergoeden_. + +#Soet#, 2300, samentr. van #soe dat#, _zij het_. + +#Soet#, 577, 1287, 3044, _lief en aangenaam_, _lekker_, in verschillende +nuances; 2263, #tsoete lant van Waes#, even als in de Oudfr. gedichten +_doulce France_; 2315, _vriendelijk_. Hoe ruim de beteekenis van #soet# +was, zie men bij CLIGNETT, _Bijdr._, bl. 369. Zoo wordt het bij +toespraak van personen gebruikt, waar wij _lieve_ gebruiken: #soete +vrient#, #neve#, #oom#, enz., b. v. 549, 581, 941, 1125, 1293, 1999; of +nog sterker: #wel soete#, 669, 1437. Verg. het Eng. _sweet_. + +#Soete werden#, met DP., 1492, _aangenaam worden_, _bevallen_. + +#Some#, #som#, 980, 1018, 1898, 2199, _sommige_. + +#Sondelijc#, 836, 2780, _zondig_. + +#Sonder#, adv. 1833, 1944, _zonder_; 50, 214, 799, 2569, 2996, +_uitgezonderd_; conj. 2888 het Hd. _sondern_. Verg. _Lsp. gloss._ + +#Sonderlingh#, 3053, _bijzonder_. + +#Sone#, 1515, 2727, #so en#, d. i. _aldus niet_. + +#Sorghe#, 228, 393, 516, 1311, 1438, 1631, 1990, 2201, _vrees_. + +#Sorghen#, 494, 670, 1114, 1378, _bezorgd zijn_, _vreezen_. Verg. _Lsp. +gloss._ + +#Sorghe# en #sorghen# komen in het slot der na 2308 uitgeworpen plaats +voor in den zin van _voorzorg_ en _verzorgen_. + +#Sout#, 2409, 2444, _soldij_. _Ferg._ 543, 1424. Verg. VAN WIJN op +_Heelu_, bl. 46-48. + +#Spade#, 1480, 2079, 2308*, 2984, _laat_. + +#Spanen#, 2081, _spenen_. + +#Sparen#, 2017, 2991, _sparen_, _achterwege houden of laten_; 1190, +1244, 1332, 2022, 2390, 3310, waar _tijd_ onder verstaan wordt, +_dralen_, _wachten_. Verg. _Ferg._ 2002, 4154. + +#Spel#, _spel_, _jokkernij_. #Te spele tellen#, 2437, _voor eene +kleinigheid achten_. #Uten spele gaen#, met DP., 1585, 1890, _ernst +worden_, _ophouden gekheid te zijn_, _slecht afloopen_, _er erg aan toe +zijn_. Verg. _Lsp. gloss._ + +#Spiker#, 1516, 1519, 1579, _voorraadschuur_. + +#Spille#, 832, _spil van het spintoestel_. Zie _St. Franciscus_, 10054. + +#Spot#, zie #Velspot#. + +#Stade#, zie #Stat#. + +#Staen# in verschillende spreekwijzen, als: #Het staet so#, 630, 1590, +_het is zooverre gekomen_; #Mi staet#, 2191, 2684, _ik moet_, _ik mag_; +#Staen ghevaen#, 688, 717, _gevangen zijn_; #Staen in bate#, 192, +_boeten_, _vergoeden_; #Staen in love#, 196, _geacht worden_; #Staen in +tale#, 283, _spreken_, waarvoor 909, #Sijn in tale#.--Voorts met het +bijdenkbeeld van voortduring: 631, 712, _staan blijven_, _stand houden_. +Verg. _Lsp. gloss._ Zie verder #Stoet# en #Stont#. + +#Staerblint#, 77, _stekeblind_. Zie _Lsp. gloss._ + +#Staf#, 789, 1573, 2931, _stok_. _Wal._ 9235; _Heelu_, 9247; _Velth._ +bl. 248, 249, 251, 254, 257, enz. + +#Stage#, 2737, _staanplaats_. + +#Stac#, praet. van #steken#, 1551, _stooten_. Zie _Lsp. gloss._ + +#Stallecht#, 303, _toorts_, _waschkaars_ (eigenl. _standlicht_). _Wal._ +4511, 4761; _Lanc._ II, 29470; III, 2677, 10384, waar het vs. 10393 +verwisseld wordt met _kersse_. + +#Stan#, praet. van #stenen#, 874, 990, _steunen_, _kermen_. Verg. _Lsp. +gloss._ Het ww. wordt ook zwak verbogen _Lanc._ II, 40919. + +#Stap#, 766, _kruk_. + +#Starc#, #sterc#, 690, 1028, _sterk_, _krachtig_; 333, _vet?_ zoo als +nog in het Hd. + +#Stat#, in gebogen naamv. #stede#, 150, 1614, 2248, _plaats_. #Stade +hebben#, 3296, _gelegenheid hebben_. + +#Steendoot#, 1601, _morsdood_. Zie _Lsp. gloss._ + +#Steken achter#, 2285, eigenl. _achteruit stooten_, dus _overwinnen_. +Verg. _Lsp. gloss._ op #Steken#. + +#Stieren#, 1686, _sturen_, _richten_. Vandaar #stierman#, _Wal._ 9509. +Zie ook #Stieren#, _Parthen. gloss._ + +#Stic#, 1117, _stuk_, _brok_. + +#Stoel#, 2280, _troon_. Verg. _Lodewijks lied_, vs. 6: _stual hier in +Vrankon_. + +#Stoet#, praet. van #staen#, 171, 336, 623, 1213, 2038, _stond_. Impers. +met DP. 931, _gesteld zijn_. Men vindt echter ook het praet.: + +#Stont#, 1256, 1559, 2034. Men lette op de uitdrukking: #hi stont ende +sweech; ende scouwede# (2034, 2038), voor _hij zweeg_, _hij zag_. + +#Strec#, onz. 1202, 1207, 1281, 3387. Verg. _Rose_ 4859, en zie HUYD. op +_Stoke_, 2 Dl., bl. 228. + +#Stringhe#, 841, _touw_, _koord_. MAERL. 3 Dl., bl. 253. + +#Stupe#, 860, slag. Zie KIL. + +#Stuven#, (#stoof#, #ghestoven#) 352, 1717, _uit een stuiven_. Zie op +#Pelse# en #Plume#. + +#Sulc# (beter #selc#?), 176, 722, 1107, _zoodanig een_, _deze -- gene_, +het Fr. _tel_. Gewoonlijk wordt het door _sommige_ vertaald, zie +CLIGNETT, _Bijdr._, bl. 68-69, en _Lsp. gloss._ + +#Sullen#, praet. #soude#, 706, _moeten_. + +#Suver op#, 2098, _geheel en al_, _zoodat er niets overblijft_. + +#Swaer sijn#, 2030, _smerten_. Verg. KIL. op #swaren#; zoo ook in de +uitdr. #mi es die herte swaer#, 2205, _ik heb harteleed_, _verdriet_. +Zoo de spreekwijs #mi es sware te moede#, 310, 2904, _ik heb verdriet_; +evenzoo #swaer doen#, 1041, _verdrieten_. #Pijnlic ende swaer#, 1878, is +in n woord _moeyelijk_. + +#Swaerde#, 1507, _zwoerd_, _de huid van een varken_. Zie KIL. De +verachtelijke uitdrukking door R. gebezigd, is geheel in overeenstemming +met het feit dat hij herinnert; hij had immers den wolf de haren laten +wegschroeyen door middel van kokend water, even als met de varkens +geschiedt. Verg. omtrent de geheele uitdr. MAERL. 3 Dl., bl. 212. + +#Sweren#, 1610, 2274, _zweeren_; 1809, _bezweeren_. #Sweren ende +vloeken#, 1554, _vloeken_. + +#Swinghen#, 795, _slingeren_. Verg. _Mnlp. gloss._ en _Lanc._ II, +13397. + + +T. + +#Tale#, 108, 179, 183, 246, 283, 426, 538, 641, 707, 909, 957, 1009, +1289, 1875, 2781, _spraak_, _gezegde_, _verhaal_. Verg. _Ferg._ 607, +1276, 2132; _Flor._ 20, enz. + +#Tam#, 271, _het vleesch van huisdieren_, in tegenoverstelling van wild. +Zoo _Lanc._ II, 44214. _Wal._ 8784, heeft _them_. + +#Tameer#, 1111, _heden_. Zoo _Ferg._ 744, 751 (waar de uitgave beide +malen #te meer# leest); _Wal._ 1984, 8783, 8785, 10175. Verg. mijn +artikel over #Saermeer#, in den _Letterbode_ van 1845, no. 35. + +#Taverne#, 1291, _herberg_. Verg. CLIGNETT, _Bijdr._, bl. 20; en zie de +beschrijving bij MAERLANT, _Sp. Hist._, 3 Dl., bl. 117. + +#Te#, bij participia met de kracht van ons #ge# of #ver#. #Teblouwen#, +1584, 1827, _geslagen_; #tebroken#, 166, _ge- of verbroken_; #testoort#, +2324, _verstoord_, _vernietigd_. + +#Te hant#, 959, 983, 2300, _terstond_. Zie KIL. + +#Teerst#, 2058, 2380, _terstond_, _zoodra_. + +#Teken#, 163, _litteeken_. + +#Telen# of #Ghetelen#. Het Gothisch kent reeds een ww. _gatilon_, dat +_verkrijgen_ [Grieks: tynchhanein] beteekent, en het AS. heeft het zw. +ww. _tilian_, dat BOSWORTH in de eerste beteekenis verklaart als: _to +prepare_, _procure_, _obtain_, _supply_, _seek_. Het grondwoord is +in het Goth. _tils_, dat DIEFENBACH (_Vergleich. Wrterb._, II, 666) +verklaart: _passend_, _geschickt_," zoo als BOSWORTH het AS. _til_ +vertaalt: _good,.... leading to an end;_" wier verwantschap met het +HD. _ziel_ in het oog valt. GRAFF, V, 556 heeft _ziln_, _ziln_, +_gaziln_, in de beteekenis van: _niti_, _studere_, _curare_, _parare_, +_procurare_, _quaerere_, _petere_. Ook in het Mnl. beteekent #ghetelen# +vooreerst: _bedoelen_, _zoeken_; dan: _bereiken_, _verwerven_, _vinden_. +Zoo hier 2333: #des raets ghetelen#, d.i. _het zoo overleggen_ (verg. +#Raet vinden#). Zoo _Wal._ 6533: + + Weten alle den raet ghesien + Ende _ghetelen_ dat wi ontvlien. + +Met _raet_, hoewel in den acc., staat het ook verbonden, _Mnlp._ II, +3572: + + (Si) _teelden_ enen corten raet. + +Ziehier nog eenige voorbeelden, waaruit deze beteekenis van #ghetelen# +duidelijk in het oog springt. _Franciscus_, 767: + + Dus es hi metter cruce bewaert, + Datti zine siele ter langer vaert + Sonde der crucen bevelen, + Ende hi daerbi soude getelen + Datti uter werelt scame + Seker sceide, ende zonder blame. + +_Lanc._ II, 16485: + + Ic soude gerne des _getelen_, + Dat ic ten tornoye mochte wesen, + +_Lanc._ III, 8375 (van Adam en Eva): + + Ene stemme henlieden (sprac) toe, + Dat si vergaderen souden doe + Beidegadere alse wijf ende man: + Ende hen quam so grote scamenesse an, + Sine wisten hoe dat _getelen_, + Datsi alsoe daer souden spelen, + Daer elc anderen soude sien an. + +De overgang tot de beteekenis van _voortbrengen_ is niet moeyelijk, zoo +gebruiken wij het ww. nog, en reeds _Mnlp._ II, 352, heet het: + + Als dat die juffrou heeft vernomen, + Die yammerscrey, die sy daer _teelde_, + Ende dien rouw, dien sy daer dreef. + +KILIAEN kent het ww. #telen#, niet alleen in de laatste beteekenis, +maar ook in die van _colere agrum_, _exercere tellurem_. De toepassing +op den akker schijnt willekeurig, want in den zin van _verzorgen_ komt +#telen# in den _Reinaert_ voor, en wel met den genit., even als in de +voorbeelden bij GRAFF, b.v. 381, 1692, #miere siele telen#, hetgeen +geheel overeenkomt met 428; #God moet haerre siele pleghen#.--Nog in +eene andere beteekenis vindt men het woord bij _Velthem_, bl. 125: + + Daer ombe onse gepense groet + En bescieten ons niet jeghen die doot. + Wi pensen vore, dit selewi doen, + Ende geven ons daertoe ocsoen, + Dat wi dat volbringen selen; + Dan comt daventure, die niet _getelen_ + En wilt dat die dinc gescie. + +Hier schijnt het _gehengen_ te beteekenen, tenzij men meene, dat #wilt# +in #laet# moet worden veranderd. + +#Tellen#, 2784, _zeggen_, _vertellen_. Verg. _Lsp. gloss._ + +#Temmermans#, 654, _timmerlieden_. Hetzelfde plur. leest men ook _Lanc._ +III, 8623. + +#Terden#, praet. #tart#, 540, 2855, _treden_, in de laatste pl. +_betreden_, welke active beteek. de werkw. die _gaan_ enz. beteekenen +alle aannemen. + +#Tere#, 2245, samentr. voor #te ere#, #te eenre#, #te ener#. + +#Tes#, 1065, 1751, conj. #te des#, _totdat_. + +#Tes papen#, 1833, #te des p.# (#huse#), _in des priesters huis_. + +#Tien# (#teech#, #gheteghen#) #an#, 2066, 2243, _aantijgen_, _te laste +leggen_. Zie _Lsp. gloss._; _Wal._ 5583, 5813. + +#Toe#, 2383, (_ergens_) _heen_; #daer toe gheraken#, _er heen komen_. + +#Toe#, 2525, _daarenboven_. KAUSLER, I, 1119. + +#Toebringhen#, 1534, _tot stand brengen_, _verrichten_, _veroorzaken_. +Zie _Lsp. gloss._ + +#Toegaen#, 675, _ergens op los gaan_. Verg. #Nu toe#. + +#Toghel#, 1166, _teugel_. _Ferg._ 333, 2473. De uitdrukking hier +gebruikt is eene epische formule, in de Oudfransche gedichten dikwerf +voorkomende: _Onques n'i ot resne tenu._ + +#Toghen#, 372, 1092, 2119, 2622, _toonen_. Vs. 2662 moet wellicht +#tughen# gelezen worden, dat men b.v. in den _Mnlp._ leest voor +_getuigen_. + +#Top#, 948, eigenl. het bovenste gedeelte van iets, KIL. _fastigium_, +_cacumen_, hier _de kruin_. Verg. _Lsp. gloss._ + +#Toren#, 913, 915, 1295, 1796, 2910, _verdriet_, _leed_. Verg. CLIGNETT, +_Bijdr._, bl. 16. + +#Torment#, 2192, _pijniging_. + +#Treke#, 1814, 2224, 3262, _booze streek_, _bedriegelijke handelwijs_. +Verg. CLIGNETT, _Bijdr._, bl. 309, en _Flor. gloss._ + +#Trekere#, 129, _bedrieger_. + +#Trecken#, 1664, #In weet werwaert ghi dit trect#, _ik weet niet waar +gij daarme heen wilt_. Zie verschillende spreekwijzen waarin #trecken# +gebruikt wordt, _Lsp. gloss._ + +#Troosten#, 3178, _vertrouwen inboezemen_. Zie _Lorr. gloss._ + +#Trouwe#. #Bi uwer trouwe#, 590, _bij het vertrouwen dat gij in mij +stellen moogt_; 1724, 2155, #Bi (in) rechter trouwe#, _in waarheid_; +ongeveer hetzelfde als #entrouwen#, 252. + +#Tuun#, 646, 2027, _heg_. Verg. _Heelu_, 2078. + +#Tuun#, 1910, _zangwijs_ (Eng. _tune_). Hier spreekwoordelijk gebruikt, +even als _Reinhart_ 1979: Reinhart kunde manegen dn. + +#Tuwaert#, 2670, _tot u_. + +#Tweer#, 313, gen. van #twee#. + +#Twi#, 1198, 1908, 1917, 2308*, 2889, 3191, _waarom_. Zie _Lsp. gloss._ + +#Twifelen#, impers. met DP. en GZ., 1838. Verg. _Doct. gloss._ + +#Twint niet#, 2017, _in 't geheel niet_. Zie DE JAGER, _Verscheid._, bl. +251-259. + + +U. + +#Up#, _op_, als plaats- en tijdsbepaling: 1621, 1640; #up ene wile#, +1823, _op het oogenblik_; #up Isengrijn#, 1559, _tot bij Is._--2o. Als +betrekking tusschen personen of zaken: #hem ghereden up een claghen#, +1762, _zich gereed maken tot klagen_; #wreken up haer leven#, 1797; #up +ghenade#, 1694, _in hope van genade_. Zie _Lsp. gloss._ in #Op#. + +#Up dat#, 1424, _indien maar_. Zie _Lsp. gloss._ in #Op dat#. + +#Upgaen#, 61, _beginnen_. + +#Upgheven#, 2543, _overleveren_, _opgeven_. + +#Upheffen#, 1568, _opheffen_; 156, 274, 1263, _verheffen_, _beginnen_. +Verg. _Wal._ 2 Dl., bl. 189, en zie _Rose_ 38; _Lanc._ III, 6452, 6603. +Het #uphief# vs. 2176, komt mij te verdacht voor om eene verklaring er +van te beproeven. + +#Uplesen#, 211, eigenl. _opzoeken_, vandaar _wegnemen_. Zie _Flor._ +2259. + +#Up werden#, 1647, _haastig opschieten_. _Ferg._ 247, 253, 1536, 2259. +Zoo #worden jeghen#. MAERL. 3 Dl., bl. 222. + +#Uutleken# (#uutlac#), 808, _uitlekken_, _uitvloeyen_. Zie op #Lac#. + + +V. + +#Va#, imperat. van #vaen#, 1555; waarvoor 1544 #vanc#, over welke +laatste vorm zie DE JAGER, _Taalk. Mag._, IV, 691. + +#Vaen# (#vinc#, #ghevaen#), 688, 711, 878, 922, 1234, 1469, 1579, 1872, +_vangen_. + +#Vaer#, #vare#, 1627, 2305, 2308*, 2631, 2957, _vrees_. Zie CLIGNETT, +_Bijdr._, bl. 166. + +#Vaert#, 153, 869, 970, 1040, 1043, 1105, 2161, 2604, 2626, _gang_, +_beweging_, _reis_; 1698, _weg_; #uptie vaert#, 497, 3301, _op weg_. +Verg. _Lsp. gloss._ + +#Vandet mi gheraden#, 1453, _raad mij_, _geef mij raad_. Zoo wordt +de imperat. van #vanden# dikwerf bij een infinitivus gevoegd om den +optativus of imperativus aan te duiden. B. v. _Wal._ 1527, 1530, 2185, +2758, 4024, 4243, 4246, 4691, 4838, 4900. 5574. Verg. HUYD. op _Stoke_, +2 Dl., bl. 557-558, en _Lsp. gloss._ Het ww. #vanden# is afgeleid van +#vinden#, en komt gewoonlijk voor in den zin van #gaen vinden#, d. i. +#bezoeken#, zie CLIGNETT, _Bijdr._, bl. 137-140. Zoo wordt het reeds +gebruikt in het Oud-Saksisch, zie KNES _Heliand_, bl. 430. ZIEMANN +wijst op een Mhd. #vanten#, Oud-Hd. #fanton#, in de beteek. van +_tentare_, gelijk ook BOSWORTH het AS. #fandian# verklaart: _to try_, +_tempt_. Dit is de eigenlijke kracht van ons #vant#, #vandet#. De +conjunct, #hi vande# komt voor _Wal._ 5613 en 5617, in welk gedicht ook +de infinit. wordt aangetroffen, 5019: + + Ic sal over al + _Vanden_ proeven mijn gheval. + +#Vane#, 729, 763, 813, _vaan_, _vaandel_. + +#Varen# (#voer#, #ghevaren#), 285, 1609, 1639, 2018, 2022, 2254, 3174, +_gaan_. #Hets mi wel ghevaren#, 903, _het is mij goed gegaan_, _ik heb +geluk_. + +#Vast#, adj. en adv., 145, 695, 1203, 1887, 1940, 2657, 2839, 2860, +3441, _stevig_; 341, _gedurig_, _zonder van plaats te veranderen_. + +#Vaste#, adv., 704, _spoedig_. Verg. _Wal._ 9495, 9751. + +#Vastelike#, adv., 814, _snel_, en dus _met kracht_. + +#Vederslach#, 1867, _het slaan met de vederen_. Van menschen heet het +#hantgheslach#. Zie b.v. MAERL. 1 Dl., bl. 300; _Wal._ 9835, 10822. + +#Veel#, met GZ., 1942. + +#Vele#, bij adv. in de bet. van ons _zeer_ (_admodum_), #vele sere#, +762; #vele saen#, 3158. + +#Velspot#, 2829, _stuk van het vel_. Verg. het Eng. _spot of ground_. + +#Verbelghen# (#Hem#), (#verbalch#, #verbolghen#), 2617, _zich belgen_, +_opstuiven_. _Francisc._ 5455. + +#Verbolghenlike#, 179, verbolgen, driftig. + +#Verbiten#, 463, 2091, 2098, 2308*, 3108, 3431, _dood bijten_. Zie _Lsp. +gloss._ + +#Verboort#, 786, _verbeurd_, _verboden_. + +#Verderven#, 667, _bederven_, _in 't verderf brengen_, hier _ziek +maken_. + +#Verdooft#, 818, _bedwelmd_, _verbijsterd_. Verg. _Lsp. gloss._ + +#Verdoren#, 677, 1636, 2055, 2170, 3055, _begekken_. 1741 is de lezing +#verdoort#, door GR. in den tekst gebracht, stellig af te keuren. Moet +men daar ook lezen #becoort#? van #becoren#, _in verzoeking brengen_. + +#Vergaen#, impers. met DP., _geschieden_, in de spreekw. #wel#, #te +scande#, #tonnere vergaen#, 1039, 1267, 1494, 3280. Verg. _Flor._ 168, +835. + +#Vergaen#, 323, _te niet gaan_. + +#Vergheten#, met GZ., 2650. + +#Vergheven#, 616, 1224, 2661, vooral in den wensch: #vergave God!# +_geven_. Verg. _Lsp. gloss._ + +#Vergheven#, 378, _afstand van iets doen_. Verg. #Begheven#, en zie +ZIEMANN op #Vergeben#. + +#Vergheven#, met DP. en AZ., 2523, _vergiffenis schenken_. + +#Verhanghen#, 3081, _door ophanging ter dood brengen_. + +#Verheven#, 1557, praet. van #verheffen#, _opheffen_. + +#Verhoeren#, 73, _tot hoer maken_. _Theoph._ 1432. + +#Verhoghen#, 3122, _verheugd maken_. Zie _Lsp. gloss._ + +#Verhelen# (#verhal#, #verholen#), 255, _verzwijgen_, _geheim houden_. +Vandaar: + +#Verholen#, 2151, 2248, 2291, _heimelijk_, _geheim_. + +#Verholenlike#, adj. en adv., 891, 1520, 2401, 2406, 3269, _heimelijk_. + +#Verhoren#, 534, 2145, _hooren_, _vernemen_. Zie _Lsp. gloss._ + +#Verlanesse#, 2062, samentr. van #verlatenesse#, _vergiffenis_. Verg. +_Lsp. gloss._ Het ww. #verlaten# in den zin van _kwijtschelden_, MAERL. +3 Dl., bl. 8. + +#Verloos#, 254, praet. van #verliesen#. + +#Verloren#, 696, _verloren_, in den zin van _te vergeefs_. + +#Verloven#, 1448, eigenl. het tegenovergestelde van #beloven#, dus +_belooven niet te doen_, en zoo komt het ook voor _Lorr._ II, 2988; +verg. ook ZIEMANN op #Verloben#. Vandaar _met eede belooven iets niet te +doen_, _afzweeren_. Zoo is het hier gebezigd, en zoo komt het ook voor +_Limb._ V, 152. + +#Vermalendien#, 490, part. #vermalendijt#, 916, _vervloeken_, +_verdoemen_. Verg. MAERL. 3 Dl., bl. 175, 229; _Ferg._ 3164; en zie +_Lsp. gloss._ + +#Vermanen#, 1979, _verzoeken_, _aanmanen_. Verg. _Lorr. gloss._ + +#Vermerren#, 1377, _met marren, toeven, laten voorbijgaan_. + +#Vermoghen#, 2100, _aan kunnen_, _sterker zijn dan iemand_. _Troj. Orl._ +(_Ovl. Ged._, 1 Dl., bl. 18), vs. 1524; _Lorr._ II, 4263. + +#Vernemen# (#vernam#, #vernomen#), 520, 711, 911, 978, 1046, 1574, 2362, +2461, 2549, 3233, _waarnemen (met de oogen)_, _zien_; 3081, 3216, +_vernemen_, _hooren_. + +#Vernoi#, 1279, 1942, 1995, 2886, _verdriet_. Zie _Lsp. gloss._ + +#Vernoien#, 3, 1370, 1672, _verdrieten_, _leed doen_; 3198 meer in den +zin van _beangstigen_. Verg. HUYD. op _Stoke_, 2 Dl., bl. 467. + +#Veronnen#, 260, _ten kwade duiden_. _Lorr._ I, 2032. Verg. HUYD. op +_Stoke_, 3 Dl., bl. 310. + +#Veronwerden#, 2252, _verachten_. _St. Franc._ 8214. + +#Verpinen#, 867, _afmatten_, _tot het uiterste vermoeyen_. Zie _Flor._ +1853. + +#Verraden#, 1654, 1746, 2196, 2790, 3095, _arglistig ten val brengen_. +_Ferg._ 2944. Verg. HUYD. op _Stoke_, 2 Dl., bl. 312. + +#Verre#, 2813, 3355, 3365, 3385, _lang_, _veel_. Verg. KIL. + +#Versaden#, 212, _verzadigen_. Verg. #Sat#. + +#Versamet#, 57, praet. van #versamen#, _zich verzamelen_. Zie _Lsp. +gloss._, en verg. _Mnl. Versb._, bl. 132-133. + +#Versach#, zie #Versien#. + +#Verseren#, 1924, _bedroeven_. Verg. #Sere#. + +#Versceden#, trans. 262, _scheiden_, _uit een doen_, _ontwarren_; 880, +intr. _scheiden_, _weggaan_. Verg. _Lsp. gloss._ + +#Verscroven#, 925, _ellendig_, _gemeen_. Zie _Lsp. gloss._; MAERL. 3 +Dl., bl. 40, vs. 113. + +#Versien# (#versach#), 710, 1328, 2124, _zien_. Zie HUYD. op _Stoke_, 2 +Dl., bl. 104. + +#Verslant#, 2308*, praet. van #verslenden#, d. i. _verslinden_. MAERL. 3 +Dl., bl. 223, 233, 312. + +#Versoenen#, 3402, _verzoenen_, _vergoeden_. Verg. #Soenen#. + +#Verspreken#, 1827, _beschimpen_. _Ferg._ 1030, 4733. Verg. HUYD. op +_Stoke_, 2 Dl., bl. 491. + +#Verspringhen#, 819, _wegspringen_. + +#Verstoet#, praet. van #verstaen#, 1900, _vernemen_. + +#Verstoten#, 2335, _omverstooten_, _verdrijven_. _Flor._ 1723. +Gebruikelijker is #Versteken# in dien zin, zie _Lorr. gloss._ + +#Versuchten#, 990, _zuchten_. _Ferg._ 1360: Si verscoet (dus 't hs.) +dicke ende _versochte_. Verg. _Flor. gloss._ + +#Versweren#, 1690, 3154, _afzweren_. Verg. HUYD. op _Stoke_, 2 Dl., bl. +545. + +#Verwaten#, 354, 853, 2712, _vervloeken_. Zie HUYD. op _Stoke_, 3 Dl., +bl. 231, en _Proeve_, 3 Dl., bl. 91-93. + +#Verwendelic#, 1067, _overmoedig_. Zie _Lsp. gloss._ op #Verweenthede#. + +#Verwinnen#, 1480, _overwinnen_, _te boven komen_. _Flor._ 816. + +#Vete#, 2177, _vijandschap_. + +#Vier#, 1237, 1248, _vuur_. + +#Vieren#, 1685, _rusten_. Zie HUYD. op _Stoke_, 3 Dl., bl. 55. + +#Vigilie#, 431, 440, 450, _lijkdienst_, _funeralia, cantus feralis_" +KIL. _Franc._ 8419, 9312. + +#Vinden# (#Raet#), 543, zie #Raet#. + +#Vite#, 7, _levensbeschrijving_. Verg. DE JAGERS _Taalk. Mag._, 4 Dl., +bl. 75. + +#Viwergat#, 1646, _schoorsteen_. Verg. de aant. bl. 61. + +#Vleeschsmout#, 379, _vet_. + +#Vleghel#, 723, _dorschvlegel_. + +#Vlien#, 758, _vlieden_. Zie _Lsp. gloss._ op #Vloe#. + +#Vliet#, 827, _vliet_, _vloeyend water_. + +#Vloeken#, 856, _vervloeken_, _verwenschen_. + +#Vloghel#, 1050, _vleugel_. + +#Vlotten#, 831, _in 't water drijven_. + +#Voghelijn#, 2571, 3143, _vogeltje_. _Ferg._ 1099, waar in 't hs. de +tweede _l_ ontbr. + +#Vordere#, 679, _de voorste_. Het is eigenl. de compar. van _voor_. + +#Vorderhant hebben#, 1792, _in aanzien staan_. MAERL. 3 Dl., bl. 122. + +#Voren# (#Te#), 922, 928, _vooraf_ (_zonder dat het u eenige moeite +heeft gekost_). + +#Voren# (#Doen te#), 797, _overtreffen_. _Troj. Orl._ (_Ovl. Ged._, 1 +Dl., bl. 33), vs. 2774; bl. 98, vs. 486, 500. #Te voren# in den zin van +_bij uitnemendheid_, leest men MAERL. 3 Dl., bl. 190. + +#Vorst#, 103, 254, _winterkoude_. + +#Vorst#, 3131, _bovenste dwarsbalk (van de galg)_. + +#Vort#, 1688, _voorts_. + +#Vortbringhen#, 1877, 2165, 2204, _voor den dag brengen_, _mededeelen_. +Zie _Lsp. gloss._ Verg. wegens de samentr. #brincse# _Mnl. Versb._, bl. +119 vlgg. + +#Vortdraghen#, 1343, _doen voortgaan_, _in stand houden_. + +#Vortmeer#, 2484, _in 't vervolg_; 380, _nu_. Zie mijn art. over +_Saren_, enz. in den _Letterb._ van 1845, no. 35. + +#Vorwaertmeer#, 376, _voortaan_, _van nu af_. Zie t. l. a. pl. + +#Vorttrecken#, 3359, _voor den dag halen_. + +#Vorworde#, 2512, _voorwaarde_, _het vooraf bepaalde_. + +#Vreischen#, 1582, _vernemen_. Zie HUYD. op _Stoke_, 1 Dl., bl. 264-265. + +#Vremt#, 2295, _zonderling_. Verg. _Flor._ 2503, 277. + +#Vri#, 1072, 3221, _edel_. Zie V. WIJN op _Heelu_, bl. 159-161. + +#Vrihede#, 3437, _privilegie_. + +#Vroe#, 2288, _vroeg_. Zie _Lsp. gloss._ + +#Vro#, 1048, 2260, 2556, 2683, _verblijd_, _verheugd_, _vrolijk_. + +#Vrome#, 474, 630, 1074, 2320, _voordeel_, _baat_, _nut_. Zie _Lsp. +gloss._ + +#Vromen#, 962, 1841, _baten_, _tot voordeel strekken_. + +#Vrouwe#, 297, 831, 1865, _vrouw_, _domina_, eeretitel, even als #heer# +voor mannen. Zie HUYD. op _Stoke_, 1 Dl., bl. 52. + +#Vruchten#, 559, 2308*, 3020, _vreezen_, _duchten_. + +#Vulsegghen#, 2221, _uitspreken_, _voluit zeggen_. Verg. _Lsp. gloss._ + +#Vulscriven#, 6, _volledig beschreven_. + + +W. + +#Wachten#, 2340, _bewaken_, _gadeslaan_. Verg. _Lsp. gloss._ + +#Waen#, in de spreekwijzen: #na minen wane#, 298, 1235, _naar mijne +meening_; en #sonder waen#, 90, 636, 900, 1096, 1387, 2514, _met +zekerheid_, _stellig_, gewone verzekeringsformule. + +#Waen#, 1199, 2147, _van waar_. Correllativum van #waer#. Zie GRIMM, +_D.Gr._, 3 Dl., bl. 193 vlgg. + +#Waert#, in samenstelling met substantiva, voorafgegaan door te, geeft +de beweging te kennen naar het voorwerp door het subst. uitgedrukt: #te +beddewaert#, #te hovewaert#, enz., b. v. 533, 540, 708, 870, 1307, 1321, +1374, 1686, 2797. In samenstelling met adverbia ontbreekt #te#, als +#nederwaert#, 890, _naar beneden_. + +#Waert hebben#, 1816, _hoogschatten_, _vereeren_. Zie _Lsp. gloss._ + +#Wale#, adv., 180, 462, 801, 1010, 1078, 3124, _wel_. + +#Walsc#, 8, _Fransch_. + +#Walschen#, 1461, _Fransch spreken, brabbelen_. Verg. de aant. van HUYD. +op _Stoke_, 2 Dl., bl. 435. + +#Wanen#, 46, 277, 594, 625, 671, 697, 906, 950, 1059, 1104, 1129, 1498, +1527, 1760, 1822, 2036, 2188, 2327, 3001, _meenen_, _glooven_. + +#Wanc#, 1199, _weifeling_, _wankelmoedigheid_. Zie _Lsp. gloss._ + +#Wanconnen#, met GZ., 1925, _misduiden_, _boos zijn over iets_. _Flor._ +1147, 1168; _Wal._ 5252; _Lanc._ II, 15507. + +#Wanconst#, 907, 2524, _toorn_, _vijandschap_. Zie _Lorr. gloss._ Zie +over de konstruktie der laatste plaats _Lsp. gloss._ op #Vergheven#. + +#Wandelinghe#, 2711, 3044, _omgang_. _Lorr._ I, 1977; _Ferg._ 1040. + +#Wandren#, 2110, 2721, _loopen_, _verkeeren_. _St. Franc._ 1424; MAERL. +3 Dl., bl. 235. + +#Wareltere#, 2330, _wereltsch (uiterlijk) aanzien_. _Wal._ 8009, 8061; +_Troj. Orl._ (_Ovl. Ged._, 1 Dl., bl. 33) vs. 2815. + +#Waren# (#Te --#), 603, #twaren#, 370, _voorzeker_. + +#Warf#, bij getalsnamen ons _keer_ of _maal_; b.v. 348, 1007. + +#Warmhede#, 537, _warmte_. Verg. _Lsp. gloss._ + +#Wart#, praet van #werden#, 107, 818, 1048, 1336, 2112; in 't rijm +#waert#, 974, 1205. + +#Wart#, in de spreekw. #Hi wart toten viere#, 1237, _hij snelde naar het +vuur_. Verg. #Up werden#. + +#Wat#, met G., 943, _welk_. MAERL. 3 Dl., bl. 86. Over de konstr. zie +_Wal._ 2 Dl., bl. 239. Zoo ook MAERL. 3 Dl., bl. 281, 298. + +#Watervar#, 1863 (_zeker dier, maar welk?_) + +#Wattan#, 245, 1033, 1296, 2936, _wat dan_, _welnu_. _Limb._ III, 570; +V, 341; _Velth._ bl. 72; _Troj. Orl._ (_Ovl. Ged._, 2 Dl., bl. 89) vs. +1281. + +#Weden#, 1703, 1711, _weiden_. + +#Weder#, 2117, _schaap_. Zie CLIGNETT, _Bijdr._, bl. 269. + +#Weder#, 708, 1319, 1526, 1731, 2668, _wederom_. + +#Weder#, adv., 2662, _tegen_. MAERL. 3 Dl., bl. 255, 256, 264. + +#Wederkeer# (#Sonder --#), 2308*, _onveranderlijk_. + +#Wederkeer# (#Doen enen#), 1728, 2672, _terugkeeren_. + +#Wederlonen#, 492, _vergelden_. + +#Wedersegghen#, 2283, _tegenspreken_, _zich verzetten_. _Lsp. gloss._ + +#Wederscouwen#, 2746 _terugzien_. Verg. #Scouwen#. + +#Wedertale# (#Tale ende --#), 1009, _hetgeen over en wer gezegd wordt_. +#Wedertale# is _antwoord_. + +#Wee worden#, met DP., 3218, _smartelijk aangedaan worden_. + +#Wegghe#, 653, 681, _wig_ (_cuneus_). + +#Wel sijn#, 195, _in gunst staan_. + +#Welgheboren#, 2314, _edel_. Verg. HUYD. op _Stoke_, 3 Dl., bl. 126. Het +is eigenl. het Fr. _debonnaire_. + +#Welpekijn#, 1366, 1430, 3066, 3204, _welpje_. Zie over #welp#, +CLIGNETT, _Bijdr._, bl. 56-57. + +#Wentelen#, 975, 981, _buitelen_. + +#Werelt#. #Al mocht hem al die werelt vromen#, 962, _al mocht hij er +zooveel baat bij hebben als de wereld groot is_. _Troj. Orl._ (_Ovl. +Ged._, 1 Dl., bl. 29) vs. 2443. + +#Wernen#, 190, _weigeren_. Zie _Lsp. gloss._ + +#Wers#, _slechter_. #Te wers hem#, 1549, is het Fr. _tant pis pour lui_. +Verg. _Ferg._ 2360; _Car. El._ 1324. Zie het woord _Lanc._ II, 15394, +15515; _Lorr._ I, 1117; en verg. _Heim. der Heim._, bl. 329. + +#Werwaert#, 1664, _waarheen_, _werwaarts_. + +#Wet#, #wit#, 1151, 3362, _godsdienst_. Verg. _Flor._ 195, 243. De +uitdr. #Bi miere wet#, _bij al wat mij heilig is!_ Verg. HOFFMANN, op +_Car. El._, bl. 61 in fine. + +#Wicht#, 1027, 3385, eigenl. _kind_. Het adj. wijzigt de beteekenis. +Verg. _Stoke_, 7 B., vs. 59; 10 B., vs. 342; SERRURE, _Vadert. Mus._, +1 Dl., bl. 68; _Ferg._ 3511. + +#Wide#, 294, _wijd_, _alom_; #wide mare#, _wijd beroemd_. + +#Wie so#, 769, _wie_. Zie HUYD. op _Stoke_, 1 Dl., bl. 44. + +#Wijf#, 73, 95, 235, enz. _vrouw_, _uxor_. + +#Wile#, 815, 863, 975, 1823, _wijl_, _tijdsruimte_. #Die wile#, 842, +_terwijl_. Verg. _Lsp. gloss._ + +#Wilen#, adv., 296, 2544; #wilen eer#, 101, _eertijds_, _weleer_. + +#Wille# (#Staen te sinen#), zie #Staen#. + +#Willecome#, 629, 1073, 3255, _welkom_, eigenl. _welgekomen_. + +#Willen#, 583, _zullen_. Verg. de verwisseling in 't Eng. + +#Wiltbraet#, 1218, _wild_, het Hd. _Wiltprett_. + +#Winnen# (#wan#, #ghewonnen#), 1792, _verwerven_. + +#Wise#, _wijze_, in de spreekw. #In eens arems siecs wise#, 1324, die +beteekent: _met het voorkomen van een armen zieke_. Even zoo gebruikt +het Oudfransch _En guise de_. + +#Wisen# (praet. #wijsde#), 2475, _aanwijzen_. + +#Wisen ende leren#, 2076, _onderrichten_. De spreekwijs is zeer gewoon, +b.v. _Lorr._ I, 1695. Zie voorts CLIGNETT, _Bijdr._, bl. 8, of _Flor. +gloss._ + +#Wisen# (praet. #wijsde#), 167, 1886, _uitwijzen_. Zie _Lsp. gloss._ + +#Wisse#, 224, _een touw_, _een strop_ (_restis_ KIL.). _Parth._ (ed. +MASSMANN), bl. 42, vs. 24. + +#Woestine#, 503, 508, 2645, _eenzame, onbewoonde plaats_. _Ferg._ 1048. + +#Wonderen#, impers. met DP., 2627, #mi wondert#, _het verwondert mij_. +Zie _Lsp. gloss._ + +#Wordekijn#, 2219, _woordje_. + +#Wouden#, zie #Ghewouden#. + +#Wout#, 2090, 2298, 2854, _bosch_, _woud_. + +#Wrake#, 1849, _gerechtelijke genoegdoening_, _straf_. Zie ZIEMANN op +#Rache#. + +#Wreet#, 2097, 3017, _moorddadig_, _gebeten op iemand_. _Flor._ 3522. + +#Wrochte#, praet. van #werken#, 1338, #bewerkte#, _Ferg._ 1216; de vorm +#wrochte# schijnt de gewone, zie _Parthen._ 68, vs. 4, en _Lorr._, +_Lsp._, _Franc. gloss._ + +#Wroeghen#, 113, 1791, 2231, _beschuldigen_, _aanklagen_; 1209, _bekend +maken_, _verraden_. Zoo _Lanc._ II, 13294: Hi seide: Ne _wroeget_ niet +mi wie ic ben", waar het Fransch heeft: ne dites mon non, ne ne feites +savoir qui je sui." + + + + +VERBETERINGEN EN BIJVOEGSELS. + + +IN DEN TEKST. + + Vs. 113 _bebbe_ lees _hebbe_ + 255 _het_ l. _bet_ + 1126 _eene_ l. _een_ + 1689 l. _Besc. hem soude ghen._ + 1741 _verdoort_ l. _becoort_(?) + 3141-2 l. _spise: partrise_ + + +IN HET GLOSSARIUM. + +#Cloet#, 786, 792, _lange stok_, _polsstok_. Zie KIL. + +#Colne# (#Van --#) #tote Meie#, 2619. GRIMM zegt, _R. F._, bl. XCII, +Scherzhaft wird _rtliche_ und _zeitliche_ bestimmung _gemischt_; +noch heute hrt man in Oberdeutschland zwischen _pfingsten_ und +_Strassburg_." Dieser witzige ausdruck reicht also schon in das +12 jh. hinauf. Inter _pascha Remisque_," _Reinardus_ II, 690; +inter _Cluniacum_ et _sancti festa Johannis_ obit", IV, 970...... +In den Niederlanden: van _Aken tot paschen_ (TUINMAN, _Spreekw._, +I, 334); wahrscheinlich ist auch van _Colne_ tote _Meie_" so zu +nehmen."--WILLEMS voert nog de fransche spreekwijs aan: Cela s'est +pass entre _Maubeuge_ et la _Pentecte_." + +#Leie#, 2620, _de rivier de Leye_. De spreekwijs beteekent: Meent gij +dat ik u van den weg wil afbrengen, om den tuin leiden?" + + + + + +---------------------------------------------+ + | | + | OPMERKINGEN VAN DE BEWERKER: | + | | + | De volgende correcties zijn in de tekst | + | aangebracht: | + | | + | Bron (B:) -- Correctie (C:) | + | | + | B: niet verwonderen zoo nu en dan | + | C: niet verwonderen dat zoo nu en dan | + | B: gegeven, kunnnen wij overgaan tot | + | C: gegeven, kunnen wij overgaan tot | + | B: Met de annwijzing der plaatse | + | C: Met de aanwijzing der plaatse | + | B: hier duideijk het plan | + | C: hier duidelijk het plan | + | B: laatze b.v. altijd op paarden | + | C: laat ze b.v. altijd op paarden | + | B: le sujet n' pas encore | + | C: le sujet n'a pas encore | + | B: beschuldiging, vs. 125-169, weet ik | + | C: beschuldiging, vs. 126-169, weet ik | + | B: hem in een lardier gebracht, | + | C: hem in een lardier" gebracht, | + | B: cosin, 1517. | + | C: cosin, 1571. | + | B: bloeide van 1449-1171, en stierf | + | C: bloeide van 1149-1171, en stierf | + | B: [22] R. F., pag. CLV. | + | C: [22] _R. F._, pag. CLV. | + | B: que du XIV sicle.... | + | C: que du XIVe sicle.... | + | B: Onmogelijk kan _de Alexander_ eerst | + | C: Onmogelijk kan de _Alexander_ eerst | + | B: Nu laetste springhen ende | + | C: Nu laetse springhen ende | + | B: Dat hi mi van hem verdreef, | + | C: Dat hi mi met van hem verdreef, | + | B: waen quam u dese scat? | + | C: waen quam u dese scat?" | + | B: sechstu mi waer! | + | C: sechstu mi waer!" | + | B: --Waer? sprac Reinaert, vraechdi | + | C: --Waer?" sprac Reinaert, vraechdi | + | B: cater_; 138 _Cuwaerde | + | C: cater_; 138: _Cuwaerde | + | B: Vs. 381: _sine_ | + | C: Vs. 281: _sine_ | + | B: estes-vos, Tyber li chaz?_ | + | C: estes-vos, Tyber li chaz?_" | + | B: G. Bruuns, vs. 2468. D. Brune, | + | C: G. Bruuns, vs. 2444. D. Brune, | + | B: 961, 988, 3390. G. Brunen, | + | C: 961, 988, 3391. G. Brunen, | + | B: doch zie vs. 2544-4 | + | C: doch zie vs. 2544-5 | + | B: 2761, 2882. Zie HUYD. op | + | C: 2761, 2881. Zie HUYD. op | + | B: 2198, 2977, 2313. Het | + | C: 2198, 2977, 3213. Het | + | B: 540, 1063, 1623, 2240, 2399, | + | C: 540, 1063, 1633, 2240, 2399, | + | B: 2154, 2573, 2806, 3170, _door_; | + | C: 2154, 2573, 2608, 3170, _door_; | + | B: K. 52; _Mlnp._ II, 4105. | + | C: K. 52; _Mnlp._ II, 4105. | + | B: Verg. GRIMM, D. M., bl. 586. | + | C: Verg. GRIMM, _D. M._, bl. 586. | + | B: #Ghedichte#, 813, adv. _dicht | + | C: #Ghedichte#, 812, adv. _dicht | + | B: 4227. _Wal._ 2139. 3119, | + | C: 4227. _Wal._ 2139, 3119, | + | B: _Stoke_ 7 B, vs. 466, en | + | C: _Stoke_ 7 B., vs. 466, en | + | B: t. l. a p. | + | C: t. l. a. p. | + | B: #Ghestille#, 25, 1136, | + | C: #Ghestille#, 26, 1136, | + | B: _stilte_. Ferg. 681, | + | C: _stilte_. _Ferg._ 681, | + | B: #Gheven een val#, 1631, #enen | + | C: #Gheven een val#, 1641, #enen | + | B: #Helet#, 615, 1071, 3121, _held_. | + | C: #Helet#, 615, 1072, 3221, _held_. | + | B: #Henen#, 2246, _van hier_, | + | C: #Henen#, 2345, _van hier_, | + | B: 1199, 1741, 1926, _hart_. | + | C: 1199, 1741, 1925, _hart_. | + | B: #Honen#, 78, 176, 217, 488, | + | C: #Honen#, 78, 175, 217, 488, | + | B: #Hoveschede#, 28, 2238, _beleefdheid_, | + | C: #Hoveschede#, 28, 1669, _beleefdheid_, | + | B: #Keitijf#, 680, 838, 2785, | + | C: #Keitijf#, 640, 838, 2785, | + | B: #claerre#, 1145, is de compar., | + | C: #claerre#, 1445, is de compar., | + | B: 2181, 2232, 2386, _schande_. | + | C: 2181, 2232, 2286, _schande_. | + | B: _achterlaten_; 1431, _verlaten_. | + | C: _achterlaten_; 1432, _verlaten_. | + | B: #Lettelkijn#, 2302 | + | C: #Lettelkijn#, 3202 | + | B: #Lier#, 745, 855, 894, 1352 | + | C: #Lier#, 745, 855, 994, 1352 | + | B: #mesrocht#, 447 (verg. | + | C: #mesrocht#, 747 (verg. | + | B: #Moet#, 1041, 1904, 2519, 2596, | + | C: #Moet#, 1041, 1904, 2519, 2598, | + | B: #Te moede#, 1063, 1785, 2904, | + | C: #Te moede#, 1063, 1765, 2904, | + | B: harde na#, 1432, _ter harte | + | C: harde na#, 1423, _ter harte | + | B: #Noot#, 517, 571, 1527, | + | C: #Noot#, 517, 570, 1527, | + | B: DP., 2827, _noodzakelijk | + | C: DP., 2857, _noodzakelijk | + | B: #Nu toe#; 833, | + | C: #Nu toe#, 833, | + | B: 998, 1018, 3030, 3049, _indien_. | + | C: 998, 1008, 3030, 3040, _indien_. | + | B: #Ombeclaghet#, 3047, _onaangeklaagd_. | + | C: #Ombeclaghet#, 3046, _onaangeklaagd_. | + | B: 1800, 1810, 2155, 2659, 3039, | + | C: 1800, 1810, 2158, 2659, 3039, | + | B: #Saen#, 64, 82, 98, 398, | + | C: #Saen#, 64, 82, 398, | + | B: #Staf#, 789, 1573, 2930, | + | C: #Staf#, 789, 1573, 2931, | + | B: #swaer doen#, 1040, _verdrieten_. | + | C: #swaer doen#, 1041, _verdrieten_. | + | B: #Taverne#, 2191, _herberg_. | + | C: #Taverne#, 1291, _herberg_. | + | B: 1639, 2018, 2021, 2254, 3174, | + | C: 1639, 2018, 2022, 2254, 3174, | + | B: en #sonder waen#, 99, 636, 900, | + | C: en #sonder waen#, 90, 636, 900, | + | B: #nederwaert#, 1321, _naar beneden_. | + | C: #nederwaert#, 890, _naar beneden_. | + | | + +---------------------------------------------+ + + + + + +End of the Project Gutenberg EBook of Vanden Vos Reinaerde, by Unknown + +*** END OF THIS PROJECT GUTENBERG EBOOK VANDEN VOS REINAERDE *** + +***** This file should be named 34261-8.txt or 34261-8.zip ***** +This and all associated files of various formats will be found in: + https://www.gutenberg.org/3/4/2/6/34261/ + +Produced by Clog, Branko Collin, Jason Isbell and the +marvelous Online Distributed Proofreading Team at <a +href="https://www.pgdp.net">https://www.pgdp.net</a> for <a +href="https://www.gutenberg.org">Project Gutenberg</a>; +celebrating the 19,000th title of Distributed Proofreaders +and the 500th dutch title at Project Gutenberg. + + +Updated editions will replace the previous one--the old editions +will be renamed. + +Creating the works from public domain print editions means that no +one owns a United States copyright in these works, so the Foundation +(and you!) can copy and distribute it in the United States without +permission and without paying copyright royalties. Special rules, +set forth in the General Terms of Use part of this license, apply to +copying and distributing Project Gutenberg-tm electronic works to +protect the PROJECT GUTENBERG-tm concept and trademark. Project +Gutenberg is a registered trademark, and may not be used if you +charge for the eBooks, unless you receive specific permission. If you +do not charge anything for copies of this eBook, complying with the +rules is very easy. You may use this eBook for nearly any purpose +such as creation of derivative works, reports, performances and +research. They may be modified and printed and given away--you may do +practically ANYTHING with public domain eBooks. Redistribution is +subject to the trademark license, especially commercial +redistribution. + + + +*** START: FULL LICENSE *** + +THE FULL PROJECT GUTENBERG LICENSE +PLEASE READ THIS BEFORE YOU DISTRIBUTE OR USE THIS WORK + +To protect the Project Gutenberg-tm mission of promoting the free +distribution of electronic works, by using or distributing this work +(or any other work associated in any way with the phrase "Project +Gutenberg"), you agree to comply with all the terms of the Full Project +Gutenberg-tm License (available with this file or online at +https://gutenberg.org/license). + + +Section 1. General Terms of Use and Redistributing Project Gutenberg-tm +electronic works + +1.A. By reading or using any part of this Project Gutenberg-tm +electronic work, you indicate that you have read, understand, agree to +and accept all the terms of this license and intellectual property +(trademark/copyright) agreement. If you do not agree to abide by all +the terms of this agreement, you must cease using and return or destroy +all copies of Project Gutenberg-tm electronic works in your possession. +If you paid a fee for obtaining a copy of or access to a Project +Gutenberg-tm electronic work and you do not agree to be bound by the +terms of this agreement, you may obtain a refund from the person or +entity to whom you paid the fee as set forth in paragraph 1.E.8. + +1.B. "Project Gutenberg" is a registered trademark. It may only be +used on or associated in any way with an electronic work by people who +agree to be bound by the terms of this agreement. There are a few +things that you can do with most Project Gutenberg-tm electronic works +even without complying with the full terms of this agreement. See +paragraph 1.C below. There are a lot of things you can do with Project +Gutenberg-tm electronic works if you follow the terms of this agreement +and help preserve free future access to Project Gutenberg-tm electronic +works. See paragraph 1.E below. + +1.C. The Project Gutenberg Literary Archive Foundation ("the Foundation" +or PGLAF), owns a compilation copyright in the collection of Project +Gutenberg-tm electronic works. Nearly all the individual works in the +collection are in the public domain in the United States. If an +individual work is in the public domain in the United States and you are +located in the United States, we do not claim a right to prevent you from +copying, distributing, performing, displaying or creating derivative +works based on the work as long as all references to Project Gutenberg +are removed. Of course, we hope that you will support the Project +Gutenberg-tm mission of promoting free access to electronic works by +freely sharing Project Gutenberg-tm works in compliance with the terms of +this agreement for keeping the Project Gutenberg-tm name associated with +the work. You can easily comply with the terms of this agreement by +keeping this work in the same format with its attached full Project +Gutenberg-tm License when you share it without charge with others. + +1.D. The copyright laws of the place where you are located also govern +what you can do with this work. Copyright laws in most countries are in +a constant state of change. If you are outside the United States, check +the laws of your country in addition to the terms of this agreement +before downloading, copying, displaying, performing, distributing or +creating derivative works based on this work or any other Project +Gutenberg-tm work. The Foundation makes no representations concerning +the copyright status of any work in any country outside the United +States. + +1.E. Unless you have removed all references to Project Gutenberg: + +1.E.1. The following sentence, with active links to, or other immediate +access to, the full Project Gutenberg-tm License must appear prominently +whenever any copy of a Project Gutenberg-tm work (any work on which the +phrase "Project Gutenberg" appears, or with which the phrase "Project +Gutenberg" is associated) is accessed, displayed, performed, viewed, +copied or distributed: + +This eBook is for the use of anyone anywhere at no cost and with +almost no restrictions whatsoever. You may copy it, give it away or +re-use it under the terms of the Project Gutenberg License included +with this eBook or online at www.gutenberg.org + +1.E.2. If an individual Project Gutenberg-tm electronic work is derived +from the public domain (does not contain a notice indicating that it is +posted with permission of the copyright holder), the work can be copied +and distributed to anyone in the United States without paying any fees +or charges. If you are redistributing or providing access to a work +with the phrase "Project Gutenberg" associated with or appearing on the +work, you must comply either with the requirements of paragraphs 1.E.1 +through 1.E.7 or obtain permission for the use of the work and the +Project Gutenberg-tm trademark as set forth in paragraphs 1.E.8 or +1.E.9. + +1.E.3. If an individual Project Gutenberg-tm electronic work is posted +with the permission of the copyright holder, your use and distribution +must comply with both paragraphs 1.E.1 through 1.E.7 and any additional +terms imposed by the copyright holder. Additional terms will be linked +to the Project Gutenberg-tm License for all works posted with the +permission of the copyright holder found at the beginning of this work. + +1.E.4. Do not unlink or detach or remove the full Project Gutenberg-tm +License terms from this work, or any files containing a part of this +work or any other work associated with Project Gutenberg-tm. + +1.E.5. Do not copy, display, perform, distribute or redistribute this +electronic work, or any part of this electronic work, without +prominently displaying the sentence set forth in paragraph 1.E.1 with +active links or immediate access to the full terms of the Project +Gutenberg-tm License. + +1.E.6. You may convert to and distribute this work in any binary, +compressed, marked up, nonproprietary or proprietary form, including any +word processing or hypertext form. However, if you provide access to or +distribute copies of a Project Gutenberg-tm work in a format other than +"Plain Vanilla ASCII" or other format used in the official version +posted on the official Project Gutenberg-tm web site (www.gutenberg.org), +you must, at no additional cost, fee or expense to the user, provide a +copy, a means of exporting a copy, or a means of obtaining a copy upon +request, of the work in its original "Plain Vanilla ASCII" or other +form. Any alternate format must include the full Project Gutenberg-tm +License as specified in paragraph 1.E.1. + +1.E.7. Do not charge a fee for access to, viewing, displaying, +performing, copying or distributing any Project Gutenberg-tm works +unless you comply with paragraph 1.E.8 or 1.E.9. + +1.E.8. You may charge a reasonable fee for copies of or providing +access to or distributing Project Gutenberg-tm electronic works provided +that + +- You pay a royalty fee of 20% of the gross profits you derive from + the use of Project Gutenberg-tm works calculated using the method + you already use to calculate your applicable taxes. The fee is + owed to the owner of the Project Gutenberg-tm trademark, but he + has agreed to donate royalties under this paragraph to the + Project Gutenberg Literary Archive Foundation. Royalty payments + must be paid within 60 days following each date on which you + prepare (or are legally required to prepare) your periodic tax + returns. Royalty payments should be clearly marked as such and + sent to the Project Gutenberg Literary Archive Foundation at the + address specified in Section 4, "Information about donations to + the Project Gutenberg Literary Archive Foundation." + +- You provide a full refund of any money paid by a user who notifies + you in writing (or by e-mail) within 30 days of receipt that s/he + does not agree to the terms of the full Project Gutenberg-tm + License. You must require such a user to return or + destroy all copies of the works possessed in a physical medium + and discontinue all use of and all access to other copies of + Project Gutenberg-tm works. + +- You provide, in accordance with paragraph 1.F.3, a full refund of any + money paid for a work or a replacement copy, if a defect in the + electronic work is discovered and reported to you within 90 days + of receipt of the work. + +- You comply with all other terms of this agreement for free + distribution of Project Gutenberg-tm works. + +1.E.9. If you wish to charge a fee or distribute a Project Gutenberg-tm +electronic work or group of works on different terms than are set +forth in this agreement, you must obtain permission in writing from +both the Project Gutenberg Literary Archive Foundation and Michael +Hart, the owner of the Project Gutenberg-tm trademark. Contact the +Foundation as set forth in Section 3 below. + +1.F. + +1.F.1. Project Gutenberg volunteers and employees expend considerable +effort to identify, do copyright research on, transcribe and proofread +public domain works in creating the Project Gutenberg-tm +collection. Despite these efforts, Project Gutenberg-tm electronic +works, and the medium on which they may be stored, may contain +"Defects," such as, but not limited to, incomplete, inaccurate or +corrupt data, transcription errors, a copyright or other intellectual +property infringement, a defective or damaged disk or other medium, a +computer virus, or computer codes that damage or cannot be read by +your equipment. + +1.F.2. LIMITED WARRANTY, DISCLAIMER OF DAMAGES - Except for the "Right +of Replacement or Refund" described in paragraph 1.F.3, the Project +Gutenberg Literary Archive Foundation, the owner of the Project +Gutenberg-tm trademark, and any other party distributing a Project +Gutenberg-tm electronic work under this agreement, disclaim all +liability to you for damages, costs and expenses, including legal +fees. YOU AGREE THAT YOU HAVE NO REMEDIES FOR NEGLIGENCE, STRICT +LIABILITY, BREACH OF WARRANTY OR BREACH OF CONTRACT EXCEPT THOSE +PROVIDED IN PARAGRAPH 1.F.3. YOU AGREE THAT THE FOUNDATION, THE +TRADEMARK OWNER, AND ANY DISTRIBUTOR UNDER THIS AGREEMENT WILL NOT BE +LIABLE TO YOU FOR ACTUAL, DIRECT, INDIRECT, CONSEQUENTIAL, PUNITIVE OR +INCIDENTAL DAMAGES EVEN IF YOU GIVE NOTICE OF THE POSSIBILITY OF SUCH +DAMAGE. + +1.F.3. LIMITED RIGHT OF REPLACEMENT OR REFUND - If you discover a +defect in this electronic work within 90 days of receiving it, you can +receive a refund of the money (if any) you paid for it by sending a +written explanation to the person you received the work from. If you +received the work on a physical medium, you must return the medium with +your written explanation. The person or entity that provided you with +the defective work may elect to provide a replacement copy in lieu of a +refund. If you received the work electronically, the person or entity +providing it to you may choose to give you a second opportunity to +receive the work electronically in lieu of a refund. If the second copy +is also defective, you may demand a refund in writing without further +opportunities to fix the problem. + +1.F.4. Except for the limited right of replacement or refund set forth +in paragraph 1.F.3, this work is provided to you 'AS-IS' WITH NO OTHER +WARRANTIES OF ANY KIND, EXPRESS OR IMPLIED, INCLUDING BUT NOT LIMITED TO +WARRANTIES OF MERCHANTIBILITY OR FITNESS FOR ANY PURPOSE. + +1.F.5. Some states do not allow disclaimers of certain implied +warranties or the exclusion or limitation of certain types of damages. +If any disclaimer or limitation set forth in this agreement violates the +law of the state applicable to this agreement, the agreement shall be +interpreted to make the maximum disclaimer or limitation permitted by +the applicable state law. The invalidity or unenforceability of any +provision of this agreement shall not void the remaining provisions. + +1.F.6. INDEMNITY - You agree to indemnify and hold the Foundation, the +trademark owner, any agent or employee of the Foundation, anyone +providing copies of Project Gutenberg-tm electronic works in accordance +with this agreement, and any volunteers associated with the production, +promotion and distribution of Project Gutenberg-tm electronic works, +harmless from all liability, costs and expenses, including legal fees, +that arise directly or indirectly from any of the following which you do +or cause to occur: (a) distribution of this or any Project Gutenberg-tm +work, (b) alteration, modification, or additions or deletions to any +Project Gutenberg-tm work, and (c) any Defect you cause. + + +Section 2. Information about the Mission of Project Gutenberg-tm + +Project Gutenberg-tm is synonymous with the free distribution of +electronic works in formats readable by the widest variety of computers +including obsolete, old, middle-aged and new computers. It exists +because of the efforts of hundreds of volunteers and donations from +people in all walks of life. + +Volunteers and financial support to provide volunteers with the +assistance they need are critical to reaching Project Gutenberg-tm's +goals and ensuring that the Project Gutenberg-tm collection will +remain freely available for generations to come. In 2001, the Project +Gutenberg Literary Archive Foundation was created to provide a secure +and permanent future for Project Gutenberg-tm and future generations. +To learn more about the Project Gutenberg Literary Archive Foundation +and how your efforts and donations can help, see Sections 3 and 4 +and the Foundation web page at https://www.pglaf.org. + + +Section 3. Information about the Project Gutenberg Literary Archive +Foundation + +The Project Gutenberg Literary Archive Foundation is a non profit +501(c)(3) educational corporation organized under the laws of the +state of Mississippi and granted tax exempt status by the Internal +Revenue Service. The Foundation's EIN or federal tax identification +number is 64-6221541. Its 501(c)(3) letter is posted at +https://pglaf.org/fundraising. Contributions to the Project Gutenberg +Literary Archive Foundation are tax deductible to the full extent +permitted by U.S. federal laws and your state's laws. + +The Foundation's principal office is located at 4557 Melan Dr. S. +Fairbanks, AK, 99712., but its volunteers and employees are scattered +throughout numerous locations. Its business office is located at +809 North 1500 West, Salt Lake City, UT 84116, (801) 596-1887, email +business@pglaf.org. Email contact links and up to date contact +information can be found at the Foundation's web site and official +page at https://pglaf.org + +For additional contact information: + Dr. Gregory B. Newby + Chief Executive and Director + gbnewby@pglaf.org + + +Section 4. Information about Donations to the Project Gutenberg +Literary Archive Foundation + +Project Gutenberg-tm depends upon and cannot survive without wide +spread public support and donations to carry out its mission of +increasing the number of public domain and licensed works that can be +freely distributed in machine readable form accessible by the widest +array of equipment including outdated equipment. Many small donations +($1 to $5,000) are particularly important to maintaining tax exempt +status with the IRS. + +The Foundation is committed to complying with the laws regulating +charities and charitable donations in all 50 states of the United +States. Compliance requirements are not uniform and it takes a +considerable effort, much paperwork and many fees to meet and keep up +with these requirements. We do not solicit donations in locations +where we have not received written confirmation of compliance. To +SEND DONATIONS or determine the status of compliance for any +particular state visit https://pglaf.org + +While we cannot and do not solicit contributions from states where we +have not met the solicitation requirements, we know of no prohibition +against accepting unsolicited donations from donors in such states who +approach us with offers to donate. + +International donations are gratefully accepted, but we cannot make +any statements concerning tax treatment of donations received from +outside the United States. U.S. laws alone swamp our small staff. + +Please check the Project Gutenberg Web pages for current donation +methods and addresses. Donations are accepted in a number of other +ways including including checks, online payments and credit card +donations. To donate, please visit: https://pglaf.org/donate + + +Section 5. General Information About Project Gutenberg-tm electronic +works. + +Professor Michael S. Hart was the originator of the Project Gutenberg-tm +concept of a library of electronic works that could be freely shared +with anyone. For thirty years, he produced and distributed Project +Gutenberg-tm eBooks with only a loose network of volunteer support. + + +Project Gutenberg-tm eBooks are often created from several printed +editions, all of which are confirmed as Public Domain in the U.S. +unless a copyright notice is included. Thus, we do not necessarily +keep eBooks in compliance with any particular paper edition. + + +Most people start at our Web site which has the main PG search facility: + + https://www.gutenberg.org + +This Web site includes information about Project Gutenberg-tm, +including how to make donations to the Project Gutenberg Literary +Archive Foundation, how to help produce our new eBooks, and how to +subscribe to our email newsletter to hear about new eBooks. diff --git a/34261-8.zip b/34261-8.zip Binary files differnew file mode 100644 index 0000000..a8a25a8 --- /dev/null +++ b/34261-8.zip diff --git a/34261-h.zip b/34261-h.zip Binary files differnew file mode 100644 index 0000000..dfa74ee --- /dev/null +++ b/34261-h.zip diff --git a/34261-h/34261-h.htm b/34261-h/34261-h.htm new file mode 100644 index 0000000..22966ff --- /dev/null +++ b/34261-h/34261-h.htm @@ -0,0 +1,17422 @@ +<!DOCTYPE html PUBLIC "-//W3C//DTD XHTML 1.1//EN" + "http://www.w3.org/TR/xhtml11/DTD/xhtml11.dtd"> + +<html xmlns="http://www.w3.org/1999/xhtml" xml:lang="nl"> + +<head> + <meta http-equiv="Content-Type" content="text/html;charset=iso-8859-1" /> + <meta http-equiv="Content-Style-Type" content="text/css" /> + <title> + The Project Gutenberg eBook of Vanden Vos Reinaerde uitgegeven en toegelicht, by W. J. A. Jonckbloet. + </title> + <style type="text/css"> + +body {margin-left: 8%; margin-right: 8%;} + +h1 {text-align: center; clear: both; margin-top: 2em; margin-bottom: 3em; font-size: 200%; word-spacing: 0.4em;} +h2 {text-align: center; clear: both; margin-top: 4em; font-size: 100%; letter-spacing: 0.2em;} +h2.h2groot {text-align: center; clear: both; margin-top: 5em; margin-bottom: 5em; letter-spacing: 0em; font-size: 120%;} +h3 {text-align: center; clear: both; margin-top: 3em; font-size: 100%; font-weight: bold;} +h3.h3vw {font-weight: 900;} + +p {margin-top: .4em; margin-bottom: .4em; text-align: justify; text-indent: 1em;} +p.noi {text-indent: 0em;} +p.pvw {padding-left: 1em; text-indent: -1em;} +p.pvwnoi {padding-left: 1em; text-indent: 0em;} +p.list1 {text-indent: 0em; padding-left: 3.5em;} + .list1nr {float: left; margin-left: -2.5em;} + +div.voorblad {margin-top: 3em; margin-bottom: 3em; text-align: center;} +div.titel {margin-top: 3em; margin-bottom: 3em; text-align: center;} +div.tp {margin-top: 5em; margin-bottom: 5em; text-align: center; text-indent: 0em;} +div.dank {margin-top: 4em; margin-bottom: 4em;} +div.aanhef {line-height: 3em; margin-bottom: 3em;text-align: center;} +div.vw {font-size: 80%;} +.vw_ref {text-decoration: none;} +.vw_ref:hover {text-decoration: underline;} + +/* TB */ +hr {width: 33%; clear: both; + margin-top: 1em; margin-bottom: 2em; margin-left: auto; margin-right: auto;} +hr.tb {border-style: none;} +hr.hrtp {width: 7%; text-align: center; margin-top: 0.5em; margin-bottom: 0.5em;} +hr.fnsep {width: 20%; text-align: left; margin-top: 1em; margin-bottom: 1em; margin-left: 0; margin-right: 0;} +hr.chend {width: 10%; margin-top: 1em; margin-bottom: 1em;} +hr.hrerr {width: 6%; margin-top: 1em; margin-bottom: 1em;} +hr.poeminl {width: 3em; margin: 1em auto 1em 9em; font-size: 80%;} + +.pagenum {/* uncomment the next line for invisible page numbers */ + /* visibility: hidden; */ + position: absolute; left: 93%; text-indent: 0em; text-align: right; + font-size: small; font-weight: normal; font-variant: normal; font-style: normal; + letter-spacing: normal; color: #888888;} +span[title].pagenum:after {content: "[" attr(title) "] ";} + +/* TABLES */ +table {margin-left: auto; margin-right: auto; + padding: 0; border: 0; border-collapse: collapse;} +.toc {font-size: 100%;} +.toc th {text-align: center; padding-left: 0.5em; padding-right: 0.5em;} +.toc td.tdl {text-align: left; padding-left: 0.5em; padding-right: 0.5em;} +.toc td.tdl2 {text-align: left; padding-left: 1.5em; padding-right: 0.5em;} +.toc td.tdr {text-align: right; padding-left: 0.5em; padding-right: 0.5em;} + +/* ALIGN */ +.right {text-align: right;} +.floatright {text-align: right; text-indent: 0em; float: right;} +.i1 {text-indent: 1em; text-align: left;} +.i2 {text-indent: 2em;} +.i4 {padding-left: 4em;} +.ri4 {padding-right: 4em;} + +sup {vertical-align: 0.3em; font-size: 75%;} +.smcap {font-size: 80%;} +.mixcap {font-variant: small-caps;} +.g {letter-spacing: 0.2em; margin-right: -0.2em; font-weight: normal; font-style: normal;} +.g2 {letter-spacing: 0.2em; margin-right: -0.2em;} +.gvvr {letter-spacing: 0.4em; margin-right: -0.4em;} +.f {font-style: normal;} +ins.corr {border-bottom: 1px dotted red; text-decoration: none;} +ins.err {border-bottom: 1px dotted gray; text-decoration: none;} +ins.info {border-bottom: 1px dotted green; text-decoration: none;} +abbr {border-bottom: 1px dotted green; speak: spell-out;} + +/* IMAGES */ +.figcenter {margin: auto; text-align: center;} +.fighr {margin-left: auto; margin-right: auto; margin-top: 2em; margin-bottom: 2em; text-align: center;} +img {border: none;} +.caption {margin-left: auto; margin-right: auto; text-align: left;} +.caption br {display: none;} + +/* FOOTNOTES */ +.footnote {margin-left: 0%; margin-right: 5%; margin-top: 0.4em; margin-bottom: 0.4em; + font-size: 80%; text-indent: 5em; text-align: justify;} +.footnote .label {position: absolute; right: 89%; text-align: right; text-decoration: none;} +.fnanchor {vertical-align: super; font-size: 0.7em; text-decoration: none; padding-left: 0.15em;} + +/* LINENOTES */ +.ln {margin-left: 10%; margin-right: 5%; margin-top: 0.4em; margin-bottom: 0.4em; font-size: 80%;} +.ln .ll {position: absolute; right: 85%; text-align: right; text-decoration: none;} +.lla {text-decoration: none;} + +/* POETRY */ +.poem {margin-left: auto; margin-right: auto; text-align: left;} +.poem br {display: none;} +.stanza {margin: 0.25em 0em 0.25em 0em;} +.stanzainl {margin: 0.25em 0em 0.25em 7em; width: 28em; font-size: 80%;} +.stanzafn {margin: 0.25em 0em 0.25em 7em; width: 28em;} +.stanzaln {margin: 0.25em 0em 0.25em 7em; width: 28em;} +.stanzavw {margin: 0.25em 0em 0.25em 7em; width: 28em;} +.regel {position: relative; float: right; text-align: right;} +.regelklein {font-size: 67%; float: right; text-align: right;} +.poemlistnr {float: left; margin-left: -2.5em;} + +.poem span.i0 {display: block; margin-left: 0em; padding-left: 3em; text-indent: -3em;} +.poem span.i1 {display: block; margin-left: 1em; padding-left: 3em; text-indent: -3em;} +.poem span.i2 {display: block; margin-left: 2em; padding-left: 3em; text-indent: -3em;} +.poem span.i4 {display: block; margin-left: 4em; padding-left: 3em; text-indent: -3em;} +.poem span.i5 {display: block; margin-left: 5em; padding-left: 3em; text-indent: -3em;} +.poem span.i6 {display: block; margin-left: 6em; padding-left: 3em; text-indent: -3em;} +.poem span.i7 {display: block; margin-left: 7em; padding-left: 3em; text-indent: -3em;} +.poem span.i8 {display: block; margin-left: 8em; padding-left: 3em; text-indent: -3em;} +.poem span.i10 {display: block; margin-left: 10em; padding-left: 3em; text-indent: -3em;} +.poem span.i11 {display: block; margin-left: 11em; padding-left: 3em; text-indent: -3em;} +.poem span.i13 {display: block; margin-left: 13em; padding-left: 3em; text-indent: -3em;} + +.mono {font-family: monospace;} +.size60 {font-size: 60%;} +.size67 {font-size: 67%;} +.size80 {font-size: 80%;} +.size115 {font-size: 115%;} +.size150 {font-size: 150%;} + +/* Transcriber Note */ +.TNbox {margin: 10% 10% 5% 10%; border: 1px solid; padding: 1em; + background-color: #dddddd; font-family: sans-serif; font-size: 90%;} +.TNbox h1 {font-variant: small-caps; font-size: 130%; letter-spacing: 0; + margin-top: 1em; margin-bottom: 1em; line-height: 2em;} +.TNbox p {text-indent: 0em; margin-top: 0.7em; margin-bottom: 0.7em;} +.TNbox table {width: 100%; font-size: 90%;} +.TNbox th {text-align: left;} +.TNbox td {text-align: left; vertical-align: top;} +td.td2 {width: 20%;} +td.td4 {width: 40%;} + + </style> +</head> + +<body> + + +<pre> + +The Project Gutenberg EBook of Vanden Vos Reinaerde, by Unknown + +This eBook is for the use of anyone anywhere at no cost and with +almost no restrictions whatsoever. You may copy it, give it away or +re-use it under the terms of the Project Gutenberg License included +with this eBook or online at www.gutenberg.org + + +Title: Vanden Vos Reinaerde + Uitgegeven en Toegelicht + +Author: Unknown + +Editor: Willem Jozef Andries Jonckbloet + +Release Date: November 9, 2010 [EBook #34261] + +Language: Dutch + +Character set encoding: ISO-8859-1 + +*** START OF THIS PROJECT GUTENBERG EBOOK VANDEN VOS REINAERDE *** + + + + +Produced by Clog, Branko Collin, Jason Isbell and the +marvelous Online Distributed Proofreading Team at <a +href="https://www.pgdp.net">https://www.pgdp.net</a> for <a +href="https://www.gutenberg.org">Project Gutenberg</a>; +celebrating the 19,000th title of Distributed Proofreaders +and the 500th dutch title at Project Gutenberg. + + + + + + +</pre> + + +<div class="TNbox"> + + <h1>Opmerkingen van de bewerker</h1> + + <p>De tekst in dit bestand wordt weergegeven in de originele, verouderde spelling. + Er is geen poging gedaan de tekst te moderniseren.</p> + + <p>Afgebroken woorden aan het einde van de regel zijn stilzwijgend hersteld.</p> + + <p>De voetnoten zijn hernummerd en verplaatst naar het eind van de inleiding.<br /> + De versnoten zijn verplaatst naar het eind van het gedicht. + Tussen de verzen en de versnoten zijn kruisverwijzingen aangebracht. + Versnummers op vijftallen waren aanwezig in het boek; de overige + versnummers zijn voor dit doel (in een kleiner lettertype) toegevoegd.<br /> + Daarnaast zijn ook kruisverwijzingen aangebracht tussen woorden in het gedicht + en de bijbehorende verklaring in de verklarende woordenlijst.</p> + + <p>Overduidelijke druk- en spelfouten in het origineel zijn gecorrigeerd; deze zijn voorzien van een + <ins class="corr" title="Bron: dnnne roed stipppellijn">dunne rode stippellijn</ins>, + waarbij de Brontekst via een zwevende pop-up beschikbaar is. Variaties in spelling zijn behouden.<br /> + De <a href="#errata">Verbeteringen en bijvoegsels</a> op blz. 180 zijn in de tekst gecorrigeerd; deze zijn voorzien van een + <ins class="err" title="Erratum: dnnne grijse stipppellijn">dunne grijze stippellijn</ins>.<br /> + Een extra verduidelijking of vertaling is beschikbaar bij woorden die voorzien zijn van een + <ins class="info" title="Vertaling of verduidelijking.">dunne groene stippellijn</ins>.</p> + + <p>Een overzicht van de aangebrachte correcties is te vinden aan + <a href="#correctie">het eind van dit bestand</a>.</p> + + <p>Van <span class="smcap">VANDEN VOS REINAERDE</span> zijn bij Project Gutenberg ook versies als e-boek + beschikbaar in het duits en het frans: + Goethe's <a href="https://www.gutenberg.org/ebooks/2228">Reineke Fuchs</a> (e-boek no. 2228) en + de vertaling <a href="https://www.gutenberg.org/ebooks/17509">Le renard</a> (e-boek no. 17509).</p> + + <p>Dit Project Gutenberg e-boek bevat externe referenties. Het kan zijn + dat deze links voor u niet werken.</p> + + <hr /> + + <table class="toc" id="toc" summary="inhoudsopgave" style="width: 22em;"> + <thead> + <tr><th colspan="2">INHOUDSOPGAVE</th></tr> + </thead> + <tbody> + <tr> + <td class="tdl"><a href="#inl">INLEIDING.</a></td> + <td class="tdr"><a href="#p_vii">VII</a></td> + </tr> + <tr> + <td class="tdl2"><a href="#inl_I">I.</a></td> + <td class="tdr"><a href="#p_vii" class="smcap">VII</a></td> + </tr> + <tr> + <td class="tdl2"><a href="#inl_II">II.</a></td> + <td class="tdr"><a href="#p_xxix" class="smcap">XXIX</a></td> + </tr> + <tr> + <td class="tdl2"><a href="#inl_III">III.</a></td> + <td class="tdr"><a href="#p_xliii" class="smcap">XLIII</a></td> + </tr> + <tr> + <td class="tdl2"><a href="#inl_IV">IV.</a></td> + <td class="tdr"><a href="#p_lxiii" class="smcap">LXIII</a></td> + </tr> + <tr> + <td class="tdl2"><a href="#inl_V">V.</a></td> + <td class="tdr"><a href="#p_lxxxviii" class="smcap">LXXXVIII</a></td> + </tr> + <tr> + <td class="tdl2"><a href="#inl_VI">VI.</a></td> + <td class="tdr"><a href="#p_xcvii" class="smcap">CXVII</a></td> + </tr> + <tr> + <td class="tdl2"><a href="#inl_VII">VII.</a></td> + <td class="tdr"><a href="#p_cx" class="smcap">CX</a></td> + </tr> + <tr> + <td class="tdl2"><a href="#inl_VIII">VIII.</a></td> + <td class="tdr"><a href="#p_cxxv" class="smcap">CXXV</a></td> + </tr> + <tr> + <td class="tdl2"><a href="#inl_IX">IX.</a></td> + <td class="tdr"><a href="#p_cxli" class="smcap">CXLI</a></td> + </tr> + <tr> + <td class="tdl2"><i><a href="#voetnoten">Voetnoten</a></i></td> + <td class="tdr"></td> + </tr> + <tr> + <td class="tdl"><a href="#vdvr">VANDEN VOS REINAERDE.</a></td> + <td class="tdr"><a href="#p_1">1</a></td> + </tr> + <tr> + <td class="tdl2"><i><a href="#versnoten">Versnoten</a></i></td> + <td class="tdr"></td> + </tr> + <tr> + <td class="tdl"><a href="#vw">VERKLARENDE WOORDENLIJST.</a></td> + <td class="tdr"><a href="#p_131">131</a></td> + </tr> + <tr> + <td class="tdl"><a href="#errata">VERBETERINGEN EN BIJVOEGSELS.</a></td> + <td class="tdr"><a href="#p_180">180</a></td> + </tr> + </tbody> + </table> + +</div> + +<p><span class="pagenum" title="I"></span><a id="p_i"></a></p> + +<div class="voorblad"><span class="size150">VANDEN VOS REINAERDE</span></div> + +<p><span class="pagenum" title="II"></span><a id="p_ii"></a> +<span class="pagenum" title="-"><br /></span></p> + +<div class="figcenter" style="width: 469px;" id="frontisp"> +<a href="images/frontisp.jpg"><img src="images/frontisp-th.jpg" width="469" height="650" alt="van den vos reynaerde" title="" /></a> + + <div class="caption" style="width: 22em;"> + + <div class="poem mono"> + <div class="stanza"> + <span class="i0">Van den vos reynaerde<br /></span> + </div> + <div class="stanza"> + <span class="i0">Willem die vele bouke maecte<br /></span> + <span class="i0">Daer hi dicken <abbr title="omme">om̄e</abbr> waecte<br /></span> + <span class="i0">Hem vernoyde so haerde<br /></span> + <span class="i0">Dat die auonture van reynaerde<br /></span> + <span class="i0">In dietsche onghemaket <abbr title="bleuen">bleuē</abbr><br /></span> + <span class="i0">Die willem niet heuet <abbr title="vulscreuen">vulscreuē</abbr><br /></span> + <span class="i0">Dat hi die vijte van reynaerde <abbr title="soucken">souckē</abbr><br /></span> + <span class="i0"><abbr title="Ende">En̄</abbr> hise na <abbr title="den">dē</abbr> <abbr title="walschen">walschē</abbr> <abbr title="boucken">bouckē</abbr><br /></span> + <span class="i0">In dietsche dus heuet <abbr title="begonnen">begonnē</abbr><br /></span> + <span class="i0">God moete ons ziere <abbr title="hulpen">hulpē</abbr> <abbr title="jonnen">jonnē</abbr><br /></span> + <span class="i0">Nu keert hem daer toe mijn zin</span><br /> + <span class="i0">Dat ic bidde in dit beghin</span><br /> + </div> + </div> + + <span class="floatright size67"><i>Lith v:d: Weyer Gr:</i></span> + + </div> +</div> + +<p><span class="pagenum" title="-"></span> +<span class="pagenum" title="III"><br /></span><a id="p_iii"></a></p> + + <div class="titel"> + + <h1>VANDEN VOS REINAERDE,</h1> + + <div class="tp size80">UITGEGEVEN EN TOEGELICHT</div> + + <div class="tp size60">DOOR</div> + + <div class="tp size115 g2"><b>W. J. A. JONCKBLOET.</b></div> + + <div class="fighr" style="width: 55px;"> + <img src="images/hr1-zw.png" width="55" height="4" alt="" title="" /> + </div> + + <div class="tp"> + <span class="size67">TE GRONINGEN, BIJ</span><br /> + <span class="size80" style="font-weight: 900;">J. B. WOLTERS.</span> + + <hr class="hrtp" /> + + <span class="size80">1856.</span> + </div> + +</div> + +<p><span class="pagenum" title="IV"></span><a id="p_iv"></a><br /> +<span class="pagenum" title="V"></span><a id="p_v"></a></p> + +<div class="dank"> + + <div class="aanhef"> + <span class="size60">AAN</span><br /> + <span class="size115 g2">JACOB GRIMM</span><br /> + <span class="size80">TOEGEWIJD.</span><br /> + + <hr class="hrtp" /> + </div> + + <p><i>Gij waart de eerste die onzen <em class="f">Reinaert</em> leesbaar hebt gemaakt; Gij hebt + ons den weg der wetenschap gewezen en de grondslagen voor onze kritiek + gelegd; aan U komt van rechtswege de opdracht dezer uitgave toe, die ik + het wage U aan te bieden, niet zoozeer ten bewijze, dat men ook in + Nederland uwe lessen waardeert, als om U openlijk een blijk te geven + mijner innige dankbaarheid voor al wat ik aan uwe werken en uwe + vriendschap verplicht ben.</i></p> + + <p class="i2"><span class="mixcap">Groningen</span>, 1 November 1855.</p> + + <div class="right ri4">JONCKBLOET.</div> + +</div> + +<p><span class="pagenum" title="VI"></span><a id="p_vi"></a><br /> +<span class="pagenum" title="VII"></span><a id="p_vii"></a></p> + +<div id="inl"> + +<h2>INLEIDING.</h2> + +<div class="fighr" style="width: 55px;"> + <img src="images/hr1-wz.png" width="55" height="4" alt="" title="" /> +</div> + +<h3 id="inl_I">I.</h3> + +<p>Het is een verblijdend teeken, dat in de laatste jaren de belangstelling +in het uitstekendste voortbrengsel der Middennederlandsche pozie, den +uitmuntenden <i>Reinaert</i>, blijkbaar is toegenomen, en dat <span class="smcap">WILLEMS'</span> +voorspelling zich heeft bevestigd, dat de geleerde Vossenjacht nog niet +geheel is ten einde geloopen.”</p> + +<p>De geschiedenis onzer letterkunde vooral moest er zich mede bezig +houden, ten einde de vraag naar den oorsprong en den ouderdom van den +<i>Reinaert</i> en de omwerking, ware het mogelijk, duidelijk te +beantwoorden. Want, zoo men het eens was over de uitstekende waarde van +het gedicht, omtrent al het overige was er strijd; en toch is dit +vraagstuk van het grootste belang voor de geheele geschiedenis onzer +middeneeuwsche letterkunde.</p> + +<p><span class="mixcap">Grimm</span> stelde den oudsten dichter omstreeks 1250, en de omwerking +ongeveer honderd jaar later, in de tweede helft der veertiende eeuw<a id="FNa_1" href="#FN_1" class="fnanchor">(1)</a>. +<span class="mixcap">Willems</span> plaatste den eerste omstreeks 1170, en den tweede even vr +<span class="pagenum" title="VIII"></span><a id="p_viii"></a>1270. Dit laatste gevoelen werd hier te lande, en ook elders<a id="FNa_2" href="#FN_2" class="fnanchor">(2)</a>, vrij +algemeen omhelsd. Ikzelf heb in mijne <i>Geschiedenis der Mnl. Dichtkunst</i> +voor den oudsten dichter het jaar 1170 aangenomen, en den omwerker in de +veertiende eeuw gesteld<a id="FNa_3" href="#FN_3" class="fnanchor">(3)</a>. De jongere <span class="smcap">SERRURE</span> is daartegen opgekomen. +Volgens zijne meening werd het eerste boek des <i>Reinaerts</i> tusschen de +jaren 1200 en 1220 geschreven”<a id="FNa_4" href="#FN_4" class="fnanchor">(4)</a>, en aangaande den leeftijd van den +omwerker en dichter van het tweede boek vindt hij de stelling van +<span class="smcap">WILLEMS</span> de meest aannemelijke<a id="FNa_5" href="#FN_5" class="fnanchor">(5)</a>.</p> + +<p>Verschillende andere vraagstukken die daarmede innig samenhangen zijn +nog duister of worden althans betwist.</p> + +<p>Nu is de <i>Reinaert</i> in zoo vele opzichten een belangrijk verschijnsel in +onze letterkundige wereld, dat ik het wel der moeite waard reken op +nieuw en opzettelijk een kritisch onderzoek aangaande den oorsprong van +dit dichtstuk te beproeven.</p> + +<p>Als ik mijzelven afvroeg, waarin eigenlijk de oorzaak van zulke +uiteenloopende oordeelvellingen mocht gelegen zijn, kwam ik al spoedig +tot de overtuiging, dat daartoe niet weinig bijdroeg, dat wij nog geene +eigenlijke kritische uitgaaf van den geheelen <i>Reinaert</i> bezitten; dat +de eerste helft der omwerking in haren samenhang ons nog geheel onbekend +is; en dat wij dus eigenlijk verstoken zijn van de bewijsstukken, +waaruit het vonnis moet worden opgemaakt.</p> + +<p>Die stelling moge vreemd klinken, als men zich herinnert, dat de oudste +<i>Reinaert</i> reeds driemaal is <span class="pagenum" title="IX"></span><a id="p_ix"></a>gedrukt<a id="FNa_6" href="#FN_6" class="fnanchor">(6)</a>, tweemaal kritisch behandeld, +en dus, zoo als <span class="smcap">KAUSLER</span> zich uitdrukt<a id="FNa_7" href="#FN_7" class="fnanchor">(7)</a>, <span xml:lang="de">durch die kritischen +ausgaben.... von <span class="smcap">GRIMM</span> und <span class="smcap">WILLEMS</span> hinreichend bekannt</span>” is.</p> + +<p>Een kort overzicht der vroegere uitgaven moge mijne stelling intusschen +rechtvaardigen.</p> + +<p>De oudste <i>Reinaert</i> is ons slechts in n handschrift, het zoogenoemde +Comburgsche, thans in de openbare boekerij te Stuttgardt, bewaard. <span class="mixcap">Grimm</span> +achtte dien tekst <span xml:lang="de">wahrscheinlich im beginn des 14 jh. geschrieben</span>”<a id="FNa_8" href="#FN_8" class="fnanchor">(8)</a>; +maar de nadere beschrijving van het geheele handschrift door <span class="smcap">KAUSLER</span> +leert ons, dat het gedeelte dat den <i>Reinaert</i> omvat, eerst omstreeks +het jaar 1400 is te boek gesteld<a id="FNa_9" href="#FN_9" class="fnanchor">(9)</a>. Het afschrift is dus betrekkelijk +zeer jong, en uit een tijd dat men zich niet bijzonder om diplomatische +naauwkeurigheid bekommerde. Het is dan ook vol fouten, zoowel +misstellingen en uitlatingen<a id="FNa_10" href="#FN_10" class="fnanchor">(10)</a>, als willekeurige veranderingen en +invoegsels van den slordigen afschrijver, die zeer dikwerf het ouder +handschrift dat hij naschreef niet goed las, en daardoor de +ergerlijkste, meestzinstorende fouten in zijnen tekst bracht.</p> + +<p>Dien <i>Reinaert</i> liet <span class="smcap">GRTER</span> voor de eerste maal in 1812 afdrukken in het +vijfde deel der <i>Braga und Hermode</i>, en wel, naar <span class="smcap">KAUSLERS</span> woorden, +<span xml:lang="de">unverndert und so weit diess bei einer mangelhaften Kenntniss der +<span class="pagenum" title="X"></span><a id="p_x"></a>Sprache unde Palographie mglich war, ziemlich richtig.</span>” Die +gebrekkige palaeographische kennis wil eigenlijk zeggen, dat <span class="smcap">GRTER</span> ter +naauwernood zijn codex lezen kon, zoo als in het oog springen zal uit +het volgend proefje van leesfouten, die ik niet alle op rekening van het +handschrift durf stellen, hoewel dat zeer gebrekkig is.</p> + +<p>Vs. <a href="#l_113">113</a> wronghene <i>voor</i> wroughene; <a href="#l_115">115</a> ghesaet-ghesciet; <a href="#l_157">157</a> +l'pelen-spelen; <a href="#l_176">176</a>, <a href="#l_543">543</a>, <a href="#l_767">767</a> sullren-sulken; <a href="#l_184">184</a> hnighe-hinghe; <a href="#l_198">198</a> +sonde-soude; <a href="#l_201">201</a> landen-tanden; <a href="#l_202">202</a> coude-conde; <a href="#l_218">218</a> ret-vet; <a href="#l_237">237</a> +ghenimt-ghemint; <a href="#l_269">269</a> hinit, <a href="#l_741">741</a> hunt-huut; <a href="#l_275">275</a> cene-eene; <a href="#l_290">290</a>; <a href="#l_961">961</a> mi-nu +(<a href="#l_1041">1041</a> <i>omgekeerd</i>); <a href="#l_292">292</a> fe-sere; <a href="#l_294">294</a> Thinc-Ghinc; <a href="#l_308">308</a> drenen-dreven; +<a href="#l_309">309</a> dronghen-droughen; <a href="#l_414">414</a> z<span class="smcap">IIII</span>er-zuver; <a href="#l_947">947</a> cr<span class="smcap">IIII</span>e-crune; <a href="#l_476">476</a> +bruue-brune; <a href="#l_488">488</a> houen-honen; <a href="#l_494">494</a> oni-om; <a href="#l_671">671</a> omiroet-onvroet; <a href="#l_605">605</a> +ghenen-gheven; <a href="#l_768">768</a> enme-cume; <a href="#l_802">802</a> abscale-abstale; <a href="#l_848">848</a> onner-ouver; <a href="#l_856">856</a> +vloutte-vloucte; <a href="#l_993">993</a> diet-dier; <a href="#l_1007">1007</a> niene-menne; <a href="#l_1023">1023</a> salue-salne; <a href="#l_1073">1073</a> +nene-neve; <a href="#l_1081">1081</a> lijue-lijne; <a href="#l_1091">1091</a> braet-vraet; <a href="#l_1214">1214</a> vmdise-vindise; <a href="#l_1220">1220</a> +sander hu saense-sauder hu saeuse; <a href="#l_1225">1225</a>, <a href="#l_1234">1234</a> niet-met (<a href="#l_1531">1531</a> +<i>omgekeerd</i>); <a href="#l_1344">1344</a>, <a href="#l_1376">1376</a> waernen-waerven; <a href="#l_1355">1355</a> wanc-wane; <a href="#l_1419">1419</a> +rollel-rossel; <a href="#l_1589">1589</a> verbouden-verbonden; <a href="#l_1625">1625</a> ghenouch-ghevouch; <a href="#l_1747">1747</a> +dien-die ic; <a href="#l_2032">2032</a> ghenruch-ghenouch; <a href="#l_2157">2157</a> vernaert-vervaert; <a href="#l_2275">2275</a> +vine-vive; <a href="#l_2302">2302</a> (2298) oer-oec; [<a href="#l_2328">2328</a> hodenare-hodevare]; <a href="#l_2372">2372</a> (2396) +vore-vote; <a href="#l_2573">2573</a> (2597) hi-bi; <a href="#l_2591">2591</a> (2615) rijkelijn-rijkelijc; <a href="#l_2607">2607</a> +(2651) sat-scat; <a href="#l_2633">2633</a> (2657) dier-dies; <a href="#l_2734">2734</a> (2754) mitte-nutte; <a href="#l_2764">2764</a> +(2784) waernen-waerven; <a href="#l_2798">2798</a>, <a href="#l_2956">2956</a> vernaert-vervaert; <a href="#l_2935">2935</a> (2955) +spacus-spaeus; <a href="#l_2947">2947</a> (2967) dine-dinc; <a href="#l_3329">3329</a> (3349) cumen-rumen.</p> + +<p><span class="pagenum" title="XI"></span><a id="p_xi"></a></p> + +<p>Voorts wordt herhaaldelijk de kapitale L in het begin der regels als R +gelezen; b.v. <a href="#l_165">165</a> Raetti <i>voor</i> Laetti; <a href="#l_424">424</a> Revic-Levic; <a href="#l_721">721</a> +Riept-Liept; <a href="#l_791">791</a> Raghen-Laghen; <a href="#l_793">793</a> Rudmoer-Ludmoer; <a href="#l_796">796</a> Rudolf-Ludolf; +<a href="#l_815">815</a> Ramfroit-Lamfroit; <a href="#l_838">838</a> Rieten-Lieten; <a href="#l_863">863</a> Rach-Lach; <a href="#l_1299">1299</a> Raet-Laet; +<a href="#l_1367">1367</a> Raghen-Laghen; <a href="#l_1387">1387</a> Rachterlike-Lachterlike.</p> + +<p>Deze misstellingen, waarvan sommigen misschien niet aan den eersten +uitgever, maar reeds aan den schrijver van den codex te wijten zijn, +werden in den druk van <span class="smcap">GRIMM</span> bijna alle verbeterd, en hij had zeer zeker +recht van zijne uitgave met betrekking tot die van zijnen voorganger te +zeggen: <span xml:lang="de">die Comburger.... jetzt hoffentlich besser von mir +herausgegebene hs.</span>”<a id="FNa_11" href="#FN_11" class="fnanchor">(11)</a>. Maar wij weten<a id="FNa_12" href="#FN_12" class="fnanchor">(12)</a> dat <span class="smcap">GRTERS</span> tekst <span class="smcap">GRIMM</span> tot +legger diende, waarbij slechts nu en dan <span xml:lang="de">eine nachvergleichung der hs.</span>” +plaats had. Dit bewijzen ook de aan den voet van <span class="smcap">GRIMMS</span> uitgave +medegedeelde varianten, die blijkbaar die van <span class="smcap">GRTERS</span> tekst zijn en niet +direkt van het handschrift.</p> + +<p><span class="mixcap">Grimms</span> meerdere kennis verbeterde, gelijk wij zagen, de meeste valsche +lezingen; maar het zal ons niet verwonderen <ins class="corr" id="corr1" title="Niet in Bron.">dat</ins> zoo nu en dan iets aan +zijne aandacht ontsnapte, waardoor enkele blijkbaar valsche lezingen in +den tekst zijn blijven staan: zoo b.v. vs. <a href="#l_94">94</a> swighis <i>voor</i> swighic; +<a href="#l_347">347</a> Riepen-Liepen; <a href="#l_804">804</a> houtmakigge-houtmakerigge; <a href="#l_1948">1948</a> voden-roden; <a href="#l_2324">2324</a> +(2350) ghescoort-ghestoort.</p> + +<p>Hoezeer <span class="smcap">GRIMM</span> vele fouten wegnam, komen er echter in zijnen tekst nog +verscheiden voor, die, hoewel van eenen anderen aard, daar zij +gewoonlijk het broddelwerk zijn van den slordigen schrijver van den +codex, niet <span class="pagenum" title="XII"></span><a id="p_xii"></a>minder de lezing bemoeyelijken. Overigens bepaalde hij zich +om de orthographie van het stuk te verbeteren<a id="FNa_13" href="#FN_13" class="fnanchor">(13)</a>, zonder den versbouw +te herstellen.</p> + +<p>Twee jaren na <span class="smcap">GRIMMS</span> uitgave zag, in 1836, die van <span class="smcap">WILLEMS</span> het licht. +Zij was het gevolg van den aankoop door het Belgische staatsbestuur van +een handschrift, dat de omwerking van het eerste boek, en het bijvoegsel +dat men het tweede boek noemt, bevatte. Dat handschrift was vry +gebrekkig, en zeker niet beantwoordende aan den onmatig hoogen prys, +waarvoor het was verkregen,” gelijk <span class="smcap">WILLEMS</span> zelf getuigde<a id="FNa_14" href="#FN_14" class="fnanchor">(14)</a>.</p> + +<p>Hij begreep dat van dit nieuwe handschrift partij moest worden +getrokken; maar in ste van de omwerking in haar geheel afzonderlijk in +het licht te geven, kwam hij op het zonderlinge denkbeeld om een geheel +samen te stellen uit twee zeer ongelijksoortige deelen: het eerste boek +was een herdruk van den ouden tekst, met varianten uit den jongeren; het +tweede boek, dat zich hieraan moest aansluiten, gaf den tekst van den, +volgens den uitgever zelf, honderd jaar jonger navolger. Ziehier hoe hij +daaromtrent rekenschap geeft:</p> + +<p>Uit eerbied en ontzag voor het oudere goede, ben ik dus te rade +geworden het by <span class="smcap">GRIMM</span> afgedrukte eerste gedeelte, 3474 versen beslaende, +als grondtext te volgen, plaetsende de varianten van het handschrift +onder dien text. Doch de aldus opgeteekende <i xml:lang="la">variae lectiones</i> waren zoo +groot, zoo talryk, dat ik my heb verplicht gezien, wilde ik geenen +dubbelen text in zyn geheel leveren, daerin besnoeingen te maken, +hierin bestaende, dat ik het min belangryke verschil van spelling en van +<span class="pagenum" title="XIII"></span><a id="p_xiii"></a>woordplaetsing onopgemerkt liet, en slechts als <i>variante</i> heb laten +gelden wat werkelijk <i>verandering</i> was, of wat my toescheen van de +kennis onzer oude tael eenige oplettendheid te verdienen.</p> + +<p>Het gedicht is door my in twee boeken afgedeeld, waervan het eerste den +ouden <i>Reinaert</i> der twaelfde eeuw uitmaekt, en het tweede het vervolg +bevat, in de dertiende eeuw geschreven.”</p> + +<p>Zoo ontstond eigenlijk een monster in den trant van <span class="smcap">BARNUMS</span> Syrene; en +de aesthetica, de geschiedenis der letterkunde, de taalstudie, alles +eischt dat wij thans dien onnatuurlijken band ontknoopen, en thans +werkelijk eenen dubbelen text in zyn geheel leveren.”</p> + +<p>Omtrent zijne wijze van tekstbehandeling ze <span class="smcap">WILLEMS</span>: De oude +prosavertaling, de fragmenten in <span class="smcap">GRTERS</span> <i xml:lang="de">Odina und Teutona</i>, en in +<span class="smcap">GRIMMS</span> <i xml:lang="de">Reinhart Fuchs</i> medegedeeld, midsgaders de Saksische vertaling +(<i>Reineke</i>), stelden my in staet, althans ten deele, om de boven +vermelde gapingen van het handschrift aan te vullen, om de vergissingen +en miszettingen des afschryvers te herstellen, om de schryfwyze meer +regelmatig voor te dragen, met n woord, om eenen meer critisch +behandelden text aen het publiek te leveren.”</p> + +<p>Gelijk uit den samenhang blijkt, ziet dit alles hoofdzakelijk op het +tweede boek. Maar ook betrekkelijk het oudste deel heeft <span class="smcap">WILLEMS</span> zich +niet geheel aan den tekst van <span class="smcap">GRIMM</span> gehouden. Vooral in de spelling +heeft hij zich zekere vrijheid veroorloofd en haar meer regelmatig +gemaakt, terwijl hij de ontbrekende of overtollige adspiratie in de +vlaamsche uitspraak herleid heeft tot het gewone spraakgebruik. Enkele +malen heeft <span class="smcap">WILLEMS</span> ook meer eigenlijke wijzigingen in <span class="smcap">GRIMMS</span> tekst +aangebracht: zelden is hij hierin gelukkig geweest, en zoowel in dit +opzicht als in de tekstverklaring, ziet <span class="pagenum" title="XIV"></span><a id="p_xiv"></a>men de duidelijkste sporen van +de overhaasting, waarmede die uitgave tot stand kwam. En geen wonder: in +de maand Mei ontving <span class="smcap">WILLEMS</span> den last om er eene uitgave van voor te +bereiden;” hij zette zich met iever aen het werk”<a id="FNa_15" href="#FN_15" class="fnanchor">(15)</a>—en het +voorbericht, geschreven toen de geheele tekst was afgedrukt, is +gedagteekend den 20 Augustus!</p> + +<p>Dat er tot eigenlijke tekstkritiek, die zich iets meer ten doel stelt +dan de verbetering der bloote schrijffouten van het hs., in deze uitgave +geene poging werd gedaan, zal men <span class="smcap">WILLEMS</span> allerminst tot een verwijt +mogen maken: men herinnere zich slechts, dat het werk in de eerste helft +van het jaar 1836 voltooid werd, en men verlieze niet uit het oog, dat +men toen gewoonlijk aan diplomatischen afdruk der handschriften de +voorkeur gaf, zoodat <span class="smcap">WILLEMS</span> werkelijk meer geleverd heeft dan men van +het standpunt der toenmalige—ik zeg niet wetenschap, maar—beoefenaars +van het vak kon verwachten.</p> + +<p>Had <span class="smcap">WILLEMS</span> het geluk gehad den tijd te beleven dat eene tweede uitgave +van zijn werk noodzakelijk werd, hij zou zeker niet berust hebben in +zijn vroegeren arbeid. Ik kan daarom ook geen vrede hebben met den +onveranderden herdruk door <span class="smcap">SNELLAERT</span> in 1850 in het licht gegeven.</p> + +<p>Hij ging uit van het beginsel: Eene tweede uitgaef van deze uitmuntende +bewerking is toch niet te veel”<a id="FNa_16" href="#FN_16" class="fnanchor">(16)</a>. Zoo nu ontegenzeggelijk de uitgave +van 1836 een werk was waer de roem van [onzen] overleden vriend zoo +innig mede verbonden is,” ik kan daarom nog niet toestemmen, dat +<span class="smcap">SNELLAERT</span> aen de nagedachtenis <span class="pagenum" title="XV"></span><a id="p_xv"></a>van den vriend verschuldigd” was in +1850 een werk letterlijk te herhalen, waarin de voortschrijdende +wetenschap van lieverlede leemten en gebreken moest doen vinden. <span class="mixcap">Willems</span> +zocht naar waarheid en billijkte geen stilstand: hijzelf zou zeker geen +onveranderden herdruk hebben goedgekeurd na een tijdsverloop van +veertien jaren, en daarom kan ik mij niet vereenigen met de stelling van +onzen vriend <span class="smcap">SNELLAERT</span>, wiens hart hier zijn hoofd heeft verschalkt.</p> + +<p>Buitendien begrijp ik ook niet hoe de nieuwe uitgever, zonder gevaer te +loopen van een zoo gunstig beoordeeld werk een wangedrocht te maken, +onmogelyk een anderen text geven kon<a id="FNa_17" href="#FN_17" class="fnanchor">(17)</a>.”</p> + +<p>Ik heb integendeel beproefd een anderen tekst” te leveren, en ik hoop +toch geen wangedrocht”; evenmin als ik geloof mij aan de letterkundige +nagedachtenis van den voortreffelijken Vlaming te hebben vergrepen.</p> + +<p>Dat ik eene nieuwe uitgave noodzakelijk rekende op den tegenwoordigen +trap der wetenschap, vindt, naar ik vertrouw, zijne rechtvaardiging in +het voorafgaande overzicht; thans een enkel woord over de wijze waarop +ik mij van mijne taak meende te moeten kwijten.</p> + +<p><span class="pagenum" title="XVI"></span><a id="p_xvi"></a></p> + +<p>In de eerste plaats scheiding der ongelijksoortige deelen, door eene +afzonderlijke uitgave der beide teksten. Dit is een eerste vereischte; +want eerst als men de omwerking in haar geheel voor oogen heeft zal eene +werkelijke vergelijking mogelijk worden, en de tijdsbepaling van het +ontstaan van het tweede stuk naauwkeurig kunnen worden afgebakend.</p> + +<p>Ik vervul thans het eerste gedeelte mijner taak; ik geef in de eerste +plaats een nieuwen druk van het ouder, oorspronkelijke stuk, omdat dit, +wegens de meerder aesthetische waarde, de meeste belangstelling verdient +en zal opwekken. Ik waag het eene nieuwe uitgave te leveren, omdat de +bekende teksten tot een wetenschappelijk onderzoek onvoldoende zijn, +daar zij niet zelden berusten in eene lezing die onverstaanbaar is, en +geen zin hoegenaamd oplevert. Ik streefde er daarom naar een kritisch +verbeterden, lees- en verstaanbaren tekst tot stand te brengen.</p> + +<p>Ik heb daartoe naauwkeurig de varianten in <span class="smcap">GRIMMS</span> uitgave vergeleken, en +waar het mij noodig scheen, mij vergewist van de lezing van het +Comburger handschrift door bemiddeling van <span class="smcap">KAUSLERS</span> onuitputtelijke +bereidvaardigheid. Niet zelden stelde mij dat in staat de echte lezing +te herstellen.</p> + +<p>Eene doorloopende vergelijking van mijn tekst met de kollatie aan den +voet, zal doen zien, dat er vrij wat kaf van het koren te scheiden viel. +Hier mogen een paar der treffendste voorbeelden daaromtrent allen +twijfel wegnemen.</p> + +<p>Behalve op de eerste verzen van den proloog, wier oorspronkelijke lezing +eene geheele verandering moet brengen in het vraagstuk over het ontstaan +des gedichts, en die ik iets later naar de oorspronkelijke lezing zal +aangeven, wijs ik op de volgende plaatsen:</p> + +<p><span class="pagenum" title="XVII"></span><a id="p_xvii"></a></p> + +<p>Als de beer Reinaert komt indagen, zegt deze hem, dat hij den buuc so +gheladen” heeft (<a href="#l_556">556</a>) met honing, dat hij kan staan noch gaan. Dan volgt +later bij <span class="smcap">GRIMM</span> en <span class="smcap">WILLEMS</span>, <a href="#l_568">568</a>:</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl"> + <span class="i4">versscer honichraten<br /></span> + <span class="i0">Hebbic <i>commer</i> harde groot,<br /></span> +</div> +</div> + +<p class="noi">dat <span class="smcap">WILLEMS</span> verklaarde: ik heb grooten kommer wegens.... versche +honigraten.” Intusschen is kommer <i>gebrek</i>, waarvan hier natuurlijk geen +sprake kan zijn. Maar ziet, in de kollatie bij <span class="smcap">GRIMM</span> staat voor het +<i>commer</i> van den tekst: <i>coiiiier</i>, en dat is blijkbaar <i>couuer</i>, +<i>couver</i>, <i>coever</i>, daar in den codex steeds onze tweeklank <i>oe</i> door +<i>ou</i> wordt uitgedrukt. <i>Coever</i> nu is een bekend woord, dat <i>overvloed</i> +beteekent.</p> + +<p>Als de kater in den strik van Martinet gevangen is, heet het <a href="#l_1208">1208</a>:</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl"> + <span class="i0">Tibert moeste roepen doe<br /></span> + <span class="i0">Ende <i>wronghede</i> hem selven dor den noot:<br /></span> + <span class="i0">Hi makede een gheroep so groot,<br /></span> + <span class="i0">Dat Reinaert hoorde up der straten.<br /></span> +</div> +</div> + +<p class="noi">Dit <i>wronghede</i> verklaart <span class="smcap">GRIMM</span>, p. 274, door drehen, schnren,” en +<span class="smcap">WILLEMS</span> met verwrong.” Maar <i>wronghede</i> veronderstelt een ww. +<i>wronghen</i>, dat niet bestaat; aan <i>wringen</i> valt niet te denken, hoewel +de overeenkomst van klank de vorige uitgevers schijnt misleid te hebben. +Buitendien blijkt uit het voorgaande zoowel als het volgende vers, dat +er een woord moet staan, dat <i>zich verraden</i>, of iets dergelijks +beduidt. Eene kleine verandering geeft dit: men leze slechts +<i>wroughede</i>, <i>wroeghede</i>.</p> + +<p>Vs. <a href="#l_1222">1222</a> leest <span class="smcap">GRIMM</span>:</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl"> + <span class="i0">Tibert, ghi singhet <i>ni lanc so bet</i>,<br /></span> +</div> +</div> + +<p class="noi">hetgeen hij noemde, p. 274, <span xml:lang="de">eine verderbte stelle, der ich keine hlfe +weiss.</span>”</p> + +<p><span class="pagenum" title="XVIII"></span><a id="p_xviii"></a></p> + +<p><span class="mixcap">Willems</span> veranderde <i>je lanc so bet</i>; maar eenvoudiger is te lezen <i>in +lanc so bet</i>, dat het hs. wel zal hebben, en de goede oude uitdrukking is.</p> + +<p>Vs. <a href="#l_1306">1306</a> leest <span class="smcap">WILLEMS</span> met <span class="smcap">GRIMM</span>:</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl"> + <span class="i0">Doe <i>hiefsene</i> op met haerre cracht.<br /></span> +</div> +</div> + +<p class="noi">De variant bij <span class="smcap">GRIMM</span> geeft <i>hieffene</i>, dat de ware lezing is, mits men +voor <i>Doe</i> leze <i>Soe</i>. Dat de kapitale <i>D</i> en <i>S</i> licht te verwisselen +waren leert het facsimile.</p> + +<p>Vs. <a href="#l_1988">1988</a> gebiedt de wolf zijne vrouw Reinaert niet te laten ontvluchten:</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl"> + <span class="i0">No dor goet, no dor miede,<br /></span> + <span class="i0">No dor <i>nijt</i>, no dor noot.<br /></span> +</div> +</div> + +<p class="noi">Uit <i>nijd</i> kon zij hem onmogelijk laten ontsnappen: dit is onzin; en +buitendien weet men, dat Hersinde den vos alles behalve <i>nijd</i> toedroeg. +De variant bij <span class="smcap">GRIMM</span> heeft: <i>no dor met</i>, hetgeen blijkbaar verkeerd +gelezen is voor <i>niet</i>, d.i. <i>welwillendheid</i>, <i>genegenheid</i>, hetgeen +alleen een gezonden zin geeft.</p> + +<p>Vs. <a href="#l_1947">1947</a> bij Gr. en W.</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl"> + <span class="i6">Ghi sult doden<br /></span> + <span class="i0">Reinaert, uwen neve, den fellen <i>voden</i>.<br /></span> +</div> +</div> + +<p><span class="mixcap">Willems</span> verklaarde: <i>voden</i>; nog overig in <i>hondsvot</i>, een obsceen +woord, door velen gebezigd, maar door weinigen verstaan.” <span class="mixcap">Grimm</span> leerde, +p. 278: <i>vode</i>, lump, lumpenkerl. <span class="mixcap">Kilian</span> schreibt <i>vodde</i>, <span class="mixcap">Maerl.</span> 3, +418 steht <i>vuden</i>. Der acc. unserer stelle, wenn es ein subst. ist, +forderte <i>vode</i>, es scheint also adj.”</p> + +<p>In de plaats die <span class="smcap">GRIMM</span> uit <span class="smcap">MAERLANT</span> aanhaalt, schuilt eene drukfout, +daar men blijkbaar voor <i>vuden</i> het bekende <i>ruden</i> moet lezen: dezelfde +letters worden daar meer verwisseld, b.v. bl. 138, vs. 80, waar <i>rasten</i> +moet gelezen worden voor <i>vasten</i>.</p> + +<p>Men heeft nu waarschijnlijk reeds ontwaard, dat ook in de aangehaalde +plaats uit den <i>Reinaert</i> dezelfde <span class="pagenum" title="XIX"></span><a id="p_xix"></a>verwisseling is ingeslopen, en dat +het onbekende <i>voden</i> moet plaats maken voor het hier zeer gewone: <i>den +fellen roden</i>.</p> + +<p>Vs. <a href="#l_2094">2094</a> leest <span class="smcap">GRIMM</span>:</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl"> + <span class="i0">Ende verbeet <i>hanen</i> ende hoender,<br /></span> +</div> +</div> + +<p class="noi">hetgeen <span class="smcap">WILLEMS</span> willekeurig veranderde in:</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl"> + <span class="i0">Ende verbeet <i>vogel</i> ende hoener,<br /></span> +</div> +</div> + +<p class="noi">niet bedenkende, dat het den vos moeyelijk moest vallen <i>vogelen</i> te +bespringen. De variant bij <span class="smcap">GRIMM</span> geeft de juiste lezing aan: <i>haenden</i>, +d. i. <i>eenden</i>, zoo als ons <span class="smcap">MAERLANTS</span> <i>Naturen Bloeme</i> leert.</p> + +<p>Vs. <a href="#l_3114">3114</a> (3134) leest men bij GrW.:</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl"> + <span class="i0">Die welpkine liepen <i>ten brase</i>,<br /></span> +</div> +</div> + +<p class="noi">hetgeen <span class="smcap">GRIMM</span> (p. 285) verklaart: <span xml:lang="de">Zur mahlzeit, zum schmause</span>: <span xml:lang="la"><i>braes</i> +epulae, <i>brassen</i> epulari</span>.” Intusschen is het <span xml:lang="de">vermuthete</span>” <i>braes</i> +nergens aan te wijzen. <span class="mixcap">Willems</span> zegt: <i>Brase</i>, bras; om te brassen.” +<span class="mixcap">Grimms</span> variant geeft <i>ten base</i>, dat hij terecht verwierp. Hoe eenvoudig +is het intusschen om aan te nemen, dat dit kwalijk gelezen is voor <i>ten +hase</i>, d. i. met de Vlaamsche adspiratie <i>ten ase</i>, dat ook de omwerking +heeft. De <i>h</i> en <i>b</i> worden ook elders verwisseld, b.v. <a href="#l_2572">2572</a> (2597) waar +uit het hs. gelezen werd <i>hi avonture</i>, hetgeen blijkbaar is <i>bi +avonture</i>, en niet, zoo als in de andere uitgaven staat, <i>die avonture</i>.</p> + +<p>Enkele andere plaatsen moesten worden terecht gebracht, waarin meer dan +eene verkeerde lezing van een ouden of nieuwen afschrijver stak. Zoo +waren de volgende onverstaanbaar.</p> + +<p>Tibert, de kater, den vos ten hove willende verdedigen tegen de +aanklacht van den hond Cortois, zegt ten slotte van zijn pleidooi, <a href="#l_124">124</a>:</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl"> + <span class="i0">Hets recht dat omberet si<br /></span> + <span class="i0">Die claghe die Cortois doet.<br /></span> +</div> +</div> + +<p><span class="pagenum" title="XX"></span><a id="p_xx"></a></p> + +<p>Daartegen verzet zich Pancer, de bever, <a href="#l_126">126</a>:</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl"> + <span class="i5">Dinct u goet,<br /></span> + <span class="i0">Tibert, dat men die claghe ombere?<br /></span> + <span class="i0">Reinaert es een recht mordenere, <i>enz.</i><br /></span> +</div> +</div> + +<p>En als hij dit metterdaad wil bewijzen, vervolgt hij, <a href="#l_135">135</a>:</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl"> + <span class="i0">Wat sechdi <i>van ere laghe</i>?<br /></span> + <span class="i0">En dedi ghistren <i>enz.</i><br /></span> +</div> +</div> + +<p><span class="mixcap">Grimm</span> noch <span class="smcap">WILLEMS</span> geven hier eenige verklaring, die echter bij die +plaats wel noodig kon schijnen. Wat beteekent toch die vraag? Er is +immers van eene <i>laghe</i> (hinderlaag) niet gesproken! De omwerker heeft, +volgens <span class="smcap">WILLEMS'</span> variant, <i>van eenre sagen</i>, hetgeen evenmin een +gezonden zin oplevert. Is het nu te stout hier, tegen de handschriften +aan, te verbeteren:</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl"> + <span class="i0">Wat sechdi van <i>omberen claghe</i>?<br /></span> +</div> +</div> + +<p class="noi">Dan loopt immers de zin zoo natuurlijk mogelijk af.</p> + +<p>Als de koning Reinaert voor de tweede maal door Tibert doet indagen zegt +bij onder anderen, <a href="#l_1022">1022</a>:</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl"> + <span class="i0">En comt hi niet, hets hem quaet,<br /></span> + <span class="i0">Men salne <i>drie werven daghen</i>,<br /></span> + <span class="i0">Te lachtre allen sinen maghen.<br /></span> +</div> +</div> + +<p>Deze lezing is echter blijkbaar valsch, daar het onmogelijk Reinaerts +magen tot schande kon strekken, dat hij naar wettig gebruik driemaal +gedaagd werd. Buitendien ze toch de koning, dat het reeds slecht met +hem af zou loopen, als hij op deze tweede indaging niet ten hove +verscheen. Bedenkt men dat Tibert later tot den beklaagde zegt, <a href="#l_1070">1070</a>:</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl"> + <span class="i0">Die coninc dreicht u an u leven<br /></span> + <span class="i0">Ne comdi te hove niet met mi,<br /></span> +</div> +</div> + +<p class="noi">dan kan het niet missen, of de natuurlijkste verbetering is deze:</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl"> + <span class="i0">Men salne <i>hanghen sonder daghen</i>,<br /></span> +</div> +</div> + +<p><span class="pagenum" title="XXI"></span><a id="p_xxi"></a></p> + +<p class="noi">gelijk de koning ook in het fransche gedicht zegt, 10447:</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl" xml:lang="fr"> + <span class="i0">Dites moi le rox deputaire<br /></span> + <span class="i0">Qu'il me viengne en ma cort droit faire<br /></span> + <span class="i0">En la prsence de ma gent;<br /></span> + <span class="i0">Si n'i aport or ne argent,<br /></span> + <span class="i0">Ne parole por soi deffendre,<br /></span> + <span class="i0">Ms la hart sa gole pendre.<br /></span> +</div> +</div> + +<p>Blijkbaar bedorven is ook de volgende plaats, die intusschen aldus in +het handschrift gelezen wordt. Als Reinaert gebiecht heeft geeft +Grimbert hem de absolutie, en daarna, <a href="#l_1683">1683</a>:</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl"> + <span class="i0">Riet hi hem goet te wesene,<br /></span> + <span class="i0 g2">..........................<br /></span> + <span class="i0">Ende dat hi vort alle sine daghe<br /></span> + <span class="i0"><i>Behendelike</i> soude gheneren.<br /></span> +</div> +</div> + +<p>Maar Reinaert had zijn geheele leven niets anders gedaan dan zich +<i>behendelike</i> te genren. Wie ziet niet dat hier moet gelezen worden +<i>bescedelike</i>, dat in het schrift des tijds bij vluchtige inzage van een +slordig geschreven codex lichtelijk met <i>behendelike</i> kon verwisseld +worden, bij de overeenkomst der letters <i>sc</i> en <i>h</i>.</p> + +<p>Vs. <a href="#l_1692">1692</a> leest men:</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl"> + <span class="i0">Nu moet hi pleghen siere selen,<br /></span> +</div> +</div> + +<p class="noi">dat <span class="smcap">WILLEMS</span> vertaalt: Ziedaer, hoe hy zyne ziel moet verplegen.” De +lezing is door <span class="smcap">GRIMM</span> in den tekst gebracht, daar C. heeft:</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl"> + <span class="i0">Nu moet hi siere sielen pleghen,<br /></span> +</div> +</div> + +<p class="noi">hetgeen <span class="smcap">GRIMM</span> verwierp omdat <i>pleghen</i> niet rijmde op <i>stelen</i>. Beter +ware echter het slechte rijmwoord dan het ondietsche woord <i>selen</i>. De +afschrijver had hier denkelijk vs. <a href="#l_428">428</a> in het hoofd:</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl"> + <span class="i0">God moet haerre siele pleghen,<br /></span> +</div> +</div> + +<p class="noi">met het rijmwoord <i>versleghen</i>. Dat <a href="#l_692">692</a> alleen het <span class="pagenum" title="XXII"></span><a id="p_xxii"></a>rijmwoord te +veranderen was, leert de vergelijking met <a href="#l_381">381</a>:</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl"> + <span class="i0">Ic moet miere siele <i>telen</i>,<br /></span> +</div> +</div> + +<p class="noi">welk <i>telen</i> of <i>ghetelen</i> ook nog <a href="#l_2333">2333</a> (2359) voorkomt. Men leze dus +<a href="#l_1692">1692</a>:</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl"> + <span class="i0">Nu moet hi siere siele telen.<br /></span> +</div> +</div> + +<p>Deze sprekende voorbeelden mogen volstaan om te doen zien hoezeer onze +<i>Reinaert</i> eene kritische behandeling noodig had om daarvan een +verstaanbaren tekst te leveren.</p> + +<p>Behalve soortgelijke verbeteringen heb ik mij dikwerf omzettingen van +woorden veroorloofd of vervanging van den eigennaam door een +voornaamwoord, waar de versbouw dat noodig maakte. Ik ben overtuigd dat +een ouder handschrift die veranderingen in den regel zou schragen; maar +ook zonder dien steun ben ik daarin niet angstvallig geweest, daar ik +nimmer zal kunnen gelooven, dat een zoo uitstekend dichter als de auteur +van den <i>Reinaert</i> was, niet zou voldaan hebben aan de eischen van +welluidendheid en verzifikatie.</p> + +<p>Eindelijk heb ik het gewaagd met behulp van den omwerker enkele gapingen +aan te vullen, die het recht verstand in den weg stonden, b.v. achter +vs. <a href="#l_2276">2276</a>, en <a href="#l_2634">2634</a> (bij GrW. 2658); terwijl ik er zelfs niet tegen opzag +om de 30 verzen na <a href="#l_2308">2308</a> (bij GrW. 2304) uit den tekst te werpen, daar +zij blijkbaar den samenhang stooren en geheel en al buiten den geest van +het oorspronkelijke gedicht vallen, dat even vrij van eigenlijke fabelen +is als het vervolg er mede is opgevuld.</p> + +<p>Men zal dit waarschijnlijk te gewaagd vinden; sommigen het een +onverdedigbaar vergrijp tegen de overlevering der handschriften noemen. +Ik mocht mij door dit vooruitzicht niet laten werhouden alles aan te +wenden om het meesterstuk onzer middeneeuwsche pozie <span class="pagenum" title="XXIII"></span><a id="p_xxiii"></a><i>zooveel +mogelijk</i> in zijne oorspronkelijke reinheid te herstellen. Ik zeg +<i>zooveel mogelijk</i>, want ontegenzeggelijk heeft de tekst door +eigendunkelijke veranderingen der afschrijvers geleden, die jonger +vormen of uitdrukkingen stelden in de plaats van wat hun verouderd of +onverstaanbaar voorkwam. Ik zal slechts een paar voorbeelden aanhalen. +Blijkbaar is niet zelden het meervoudige pronomen <i>ghi</i>, <i>u</i>, in de +plaats getreden van het enkelvoudige <i>du</i>, <i>di</i>, zoo als schijnt te +blijken uit <a href="#l_2856">2856</a>–<a href="#l_2857">7</a> (2876–7). <span class="mixcap">Willems</span> noemt<a id="FNa_18" href="#FN_18" class="fnanchor">(18)</a> het woord <i>bedi</i>, door +den auteur van het eerste boek <i>zoo gaerne</i> gebezigd;” nu komt dat woord +in onzen tekst slechts vijf maal voor: twee maal in den zin van +<i>doordien</i>, <i>daarom</i> (<a href="#l_2892">2892</a>, <a href="#l_2975">2975</a>), driemaal in de beteekenis van <i>want</i> +(<a href="#l_2331">2331</a>, <a href="#l_3110">3110</a>, <a href="#l_3162">3162</a>). Overal elders leest men daarvoor: <i>dor dat</i> (<a href="#l_111">111</a>, +<a href="#l_216">216</a>, <a href="#l_884">884</a>). Dit bracht mij zelfs eerst op de gedachte of het tweede +gedeelte van ons gedicht ook van een andere hand kon zijn dan het +eerste, te meer daar er na vs. <a href="#l_2170">2170</a>, dus juist in dat gedeelte dat, +gelijk wij zien zullen, het meest van het Fransch afwijkt, ook nog +andere woorden voorkomen, die niet in de eerste 2000 verzen gevonden +worden, als <i>altoos</i>, <i>als ende als</i>, <i>bedraghen</i>, <i>beghaen</i>, <i>bliken</i>, +<i>erre</i>, <i>iet</i>, <i>indien</i>, <i>claren</i>, <i>wout</i> enz. Maar een zeer omstandig +onderzoek heeft mij van het tegendeel overtuigd.</p> + +<p>Immers het geheele stuk door vind ik de tusschenzinnen op dezelfde wijze +aangebracht, vs. <a href="#l_6">6</a>, <a href="#l_103">103</a>, <a href="#l_138">138</a>, <a href="#l_193">193</a>, <a href="#l_447">447</a>, <a href="#l_453">453</a>, <a href="#l_611">611</a>, <a href="#l_914">914</a>–<a href="#l_915">5</a>, <a href="#l_1404">1404</a>, <a href="#l_1440">1440</a>, +<a href="#l_1470">1470</a>, <a href="#l_1593">1593</a>, <a href="#l_2162">2162</a>, <a href="#l_3161">3161</a>–<a href="#l_3162">2</a>, <a href="#l_3177">3177</a>, <a href="#l_3425">3425</a>.</p> + +<p>Evenzoo is het met de allitererende formulen; <a href="#l_13">13</a>, <a href="#l_33">33</a>, <i>dorpren ende +doren</i>, <a href="#l_66">66</a> <i>dor edelheit ende dor <span class="pagenum" title="XXIV"></span><a id="p_xxiv"></a>ere</i>, <a href="#l_668">668</a> <i>onteert ende ontervet</i>, +<a href="#l_1284">1284</a> <i>scade ende scande</i>, <a href="#l_1563">1563</a> <i>leet ofte lief</i>, <a href="#l_1606">1606</a> <i>stene ende +struke</i>, <a href="#l_1685">1685</a> <i>vasten ende vieren</i>, <a href="#l_1970">1970</a> <i>nichten ende neven</i>, <a href="#l_1989">1989</a> <i>no +dor niede no dor noot</i>, <a href="#l_2073">2073</a> <i>vrient no viant</i>, <a href="#l_2094">2094</a> <i>haenden ende +hoener</i>, <a href="#l_2150">2150</a> <i>lief no leet</i>, <a href="#l_2238">2238</a> <i>hout van herten</i>, <a href="#l_2346">2346</a> <i>droghe ende +diep</i>, <a href="#l_2855">2855</a> <i>struke ende stene</i>.</p> + +<p>Op dezelfde wijze vindt men het geheele gedicht door tautologische +uitdrukkingen waarop <span class="smcap">GRIMM</span> de aandacht gevestigd heeft<a id="FNa_19" href="#FN_19" class="fnanchor">(19)</a> als <i>stal +ende nam</i>, <i>pine ende onghemac</i>, <i>hermite oft clusenare</i>, <i>bejach no +ghewin</i>, <i>owi ende wee</i>, <i>diefte ende roof</i>, enz. enz., b.v. <a href="#l_42">42</a>, <a href="#l_97">97</a>, +<a href="#l_103">103</a>, <a href="#l_106">106</a>, <a href="#l_230">230</a>, <a href="#l_264">264</a>–<a href="#l_265">5</a>, <a href="#l_268">268</a>, <a href="#l_276">276</a>, <a href="#l_306">306</a>, <a href="#l_308">308</a>, <a href="#l_326">326</a>, <a href="#l_333">333</a>, <a href="#l_350">350</a>, <a href="#l_358">358</a>, <a href="#l_405">405</a>, <a href="#l_435">435</a>, +<a href="#l_484">484</a>, <a href="#l_485">485</a>, <a href="#l_516">516</a>–<a href="#l_517">7</a>, <a href="#l_531">531</a>, <a href="#l_597">597</a>, <a href="#l_613">613</a>, <a href="#l_666">666</a>, <a href="#l_690">690</a>, <a href="#l_693">693</a>, <a href="#l_701">701</a>, <a href="#l_743">743</a>, <a href="#l_770">770</a>, <a href="#l_933">933</a>, <a href="#l_1046">1046</a>, +<a href="#l_1108">1108</a>, <a href="#l_1174">1174</a>, <a href="#l_1182">1182</a>, <a href="#l_1426">1426</a>, <a href="#l_1438">1438</a>, <a href="#l_1449">1449</a>, <a href="#l_1532">1532</a>–<a href="#l_1533">3</a>, <a href="#l_1591">1591</a>, <a href="#l_1597">1597</a>, <a href="#l_1678">1678</a>, <a href="#l_1691">1691</a>, +<a href="#l_1787">1787</a>, <a href="#l_1816">1816</a>, <a href="#l_1842">1842</a>, <a href="#l_1878">1878</a>, <a href="#l_1894">1894</a>–<a href="#l_1895">5</a>, <a href="#l_1988">1988</a>, <a href="#l_2041">2041</a>, <a href="#l_2043">2043</a>, <a href="#l_2054">2054</a>, <a href="#l_2064">2064</a>, <a href="#l_2075">2075</a>, +<a href="#l_2086">2086</a>, <a href="#l_2093">2093</a>, <a href="#l_2097">2097</a>, <a href="#l_2114">2114</a>, <a href="#l_2118">2118</a>, <a href="#l_2120">2120</a>, <a href="#l_2173">2173</a>, <a href="#l_2191">2191</a>, <a href="#l_2251">2251</a>, <a href="#l_2272">2272</a>–<a href="#l_2273">3</a>, <a href="#l_2308">2308</a>, +<a href="#l_2309">2309</a>, <a href="#l_2315">2315</a>, <a href="#l_2336">2336</a>, <a href="#l_2342">2342</a>, <a href="#l_2362">2362</a>, <a href="#l_2462">2462</a>, <a href="#l_2485">2485</a>, <a href="#l_2496">2496</a>, <a href="#l_2507">2507</a>, <a href="#l_2512">2512</a>, <a href="#l_2588">2588</a>, <a href="#l_2697">2697</a>, +<a href="#l_2860">2860</a>, <a href="#l_2894">2894</a>–<a href="#l_2895">5</a>, <a href="#l_3000">3000</a>, <a href="#l_3045">3045</a>–<a href="#l_3046">6</a>, <a href="#l_3071">3071</a>, <a href="#l_3079">3079</a>, <a href="#l_3205">3205</a>, <a href="#l_3345">3345</a>, <a href="#l_3366">3366</a>, <a href="#l_3420">3420</a>.</p> + +<p>Voorts enjambeert de zin over den rijmregel het geheele gedicht door, +b.v. <a href="#l_229">229</a>, <a href="#l_359">359</a>, <a href="#l_985">985</a>, <a href="#l_1315">1315</a>, <a href="#l_1361">1361</a>, <a href="#l_1578">1578</a>, <a href="#l_1731">1731</a>, <a href="#l_2250">2250</a>, <a href="#l_2339">2339</a>, <a href="#l_2360">2360</a>, <a href="#l_2439">2439</a>, +<a href="#l_3243">3243</a>, <a href="#l_3244">3244</a>, <a href="#l_3327">3327</a>, <a href="#l_3332">3332</a>, <a href="#l_3435">3435</a>.</p> + +<p>In beide deelen vindt men onzuivere rijmen, b.v. <a href="#l_105">105</a> <i>man</i>, <i>nam</i>, +<i>gram</i>, <i>began</i>, <a href="#l_451">451</a> <i>graf</i>, <i>was</i>, <a href="#l_795">795</a> <i>swinghen</i>, <i>vingheren</i>, <a href="#l_2101">2101</a> +<i>Isengrijn</i>, <i>rijm</i>, <span class="pagenum" title="XXV"></span><a id="p_xxv"></a><a href="#l_2113">2113</a> <i>doe</i>, <i>vro</i>, <a href="#l_2129">2129</a> <i>Hersinde</i>, <i>kindren</i>, +<a href="#l_3359">3359</a> <i>trac</i>, <i>dat</i>(?), <a href="#l_3431">3431</a> <i>verbijt</i>, <i>dit</i>, <a href="#l_2851">2851</a> <i>omberen</i>, <i>varen</i>, +<a href="#l_2913">2913</a> <i>snoeren</i>, <i>te voren</i>, en misschien <a href="#l_3027">3027</a> <i>voeten</i>, <i>grote</i>.</p> + +<p>Van het begin tot aan het eind ontwaart men een streven om denzelfden +rijmklank te vermenigvuldigen: vooreerst in de veelvuldige opvolging van +vier zuivere rijmwoorden, b.v. <a href="#l_139">139</a> <i>ghedede</i>, <i>vrede</i>, <i>ghelede</i>, +<i>crede</i>; <a href="#l_261">261</a> <i>an</i>, <i>can</i>, <i>man</i>, <i>ban</i>; <a href="#l_267">267</a> <i>ware</i>, <i>clusenare</i>, <i>hare</i>, +<i>jare</i>; <a href="#l_367">367</a> <i>niemare</i>, <i>ware</i>, <i>clusenare</i>, <i>twaren</i>; <a href="#l_459">459</a> <i>boecstave</i>, +<i>grave</i>, <i>begraven</i>, <i>scraven</i>; <a href="#l_945">945</a> <i>prihore</i>, <i>ore</i>, <i>bescoren</i>, +<i>verloren</i>; <a href="#l_1233">1233</a> <i>ghestaen</i>, <i>ghevaen</i>, <i>wane</i>, <i>hane</i>; <a href="#l_1307">1307</a> <i>waert</i>, +<i>Reinaert</i>, <i>waert</i>, <i>vervaert</i>; <a href="#l_1333">1333</a> <i>rade</i>, <i>dade</i>, <i>daet</i>, <i>raet</i>; +<a href="#l_1501">1501</a> <i>begheven</i>, <i>leven</i>, <i>gheven</i>, <i>leven</i>; <a href="#l_1737">1737</a> <i>ghelaet</i>, <i>vraet</i>, +<i>gaet</i>, <i>quaet</i>; <a href="#l_2065">2065</a> <i>man</i>, <i>an</i>, <i>dan</i>, <i>man</i>; <a href="#l_2295">2295</a> <i>vrouwe</i>, +<i>trouwe</i>, <i>soude</i>, <i>woude</i>; <a href="#l_2299">2299</a> <i>waer</i>, <i>haer</i>, <i>vare</i>, <i>openbare</i>; +<a href="#l_2725">2725</a> <i>vaert</i>, <i>claert</i>, <i>Reinaert</i>, <i>waert</i>; <a href="#l_2761">2761</a> <i>lede</i>, <i>vrede</i>, +<i>crede</i>, <i>mede</i>.<a id="FNa_20" href="#FN_20" class="fnanchor">(20)</a></p> + +<p>Voorts springt dit nog veel duidelijker in het oog als men de bloote +assonnance in rekening brengt, die ontelbare malen, het geheele gedicht +door, meer dan twee regels verbindt. Wij zullen slechts enkele +voorbeelden bijbrengen, omdat het ons aan plaats ontbreekt de grootste +helft van het gedicht hier af te schrijven.</p> + +<p>Vs. <a href="#l_21">21</a> <i>weten</i>, <i>heten</i>, <i>leven</i>, <i>begeven</i>; <a href="#l_101">101</a> <i>man</i>, <span class="pagenum" title="XXVI"></span><a id="p_xxvi"></a><i>nam</i>, <i>gram</i>, +<i>began</i>; <a href="#l_155">155</a> <i>begeven</i>, <i>gheheven</i>, <i>spele</i>, <i>vele</i>; <a href="#l_699">699</a> <i>dat</i>, <i>sat</i>, +<i>sal</i>, <i>al</i>; <a href="#l_711">711</a> <i>ghevaen</i>, <i>staen</i>, <i>haest</i>, <i>naest</i>; <a href="#l_3315">3315</a> <i>ram</i>, +<i>quam</i>, <i>middach</i>, <i>ghesach</i>; <a href="#l_3401">3401</a> <i>pine</i>, <i>Beline</i>, <i>gheliet</i>, +<i>verriet</i>; <a href="#l_3433">3433</a> <i>mesdaet</i>, <i>quaet</i>, <i>maghen</i>, <i>bejaghen</i>.</p> + +<p>Zoo worden ook meer dan vier verzen gebonden. B.v. zes: <a href="#l_901">901</a> +<i>verslaghen</i>, <i>ghedraghen</i>, <i>ghevaren</i>, <i>daren</i>, <i>daghe</i>, <i>claghe</i>, <a href="#l_1275">1275</a> +<i>vader</i>, <i>gader</i>, <i>jare</i>, <i>ware</i>, <i>scame</i>, <i>name</i>; zoo ook <a href="#l_1331">1331</a>, <a href="#l_1693">1693</a>, +<a href="#l_1767">1767</a>, <a href="#l_2215">2215</a>, <a href="#l_2323">2323</a>, <a href="#l_2867">2867</a>, <a href="#l_2915">2915</a>, <a href="#l_3307">3307</a>, <a href="#l_3377">3377</a>. Acht, b.v. <a href="#l_291">291</a> <i>gaende</i>, +<i>slaende</i>, <i>bare</i>, <i>mare</i>, <i>Cantaert</i>, <i>waert</i>, <i>hane</i>, <i>wane</i>; <a href="#l_395">395</a> +<i>saghe</i>, <i>haghe</i>, <i>ondergaen</i>, <i>saen</i>, <i>ghetale</i>, <i>male</i>, <i>nakede</i>, +<i>smakede</i>; zoo ook <a href="#l_1239">1239</a>, <a href="#l_1749">1749</a>, <a href="#l_2621">2621</a>, <a href="#l_3229">3229</a>, <a href="#l_3291">3291</a>.</p> + +<p>En zelfs <i>tien</i>: b.v. <a href="#l_447">447</a> <i>lanc</i>, <i>sanc</i>, <i>las</i>, <i>was</i>, <i>graf</i>, <i>was</i>, +<i>gras</i>, <i>was</i>, <i>sach</i>, <i>lach</i>; <a href="#l_1091">1091</a> <i>vraet</i>, <i>ghelaet</i>, <i>overstaerc</i>, +<i>maerc</i>, <i>bestaen</i>, <i>waen</i>, <i>dagheraet</i>, <i>raet</i>, <i>ghedaen</i>, <i>gaen</i>; <a href="#l_1451">1451</a> +<i>Reinaert</i>, <i>herwaert</i>, <i>gheraden</i>, <i>ghenaden</i>, <i>mesdaet</i>, <i>verstaet</i>, +<i>mater</i>, <i>cater</i>, <i>mesdaen</i>, <i>dwaen</i>.</p> + +<p>Reeds het veelvuldige van dit opmerkelijk verschijnsel loont, dat het +niet een bloot spel van het toeval kan zijn; en wij zien dat ook nog +nader, als wij opmerken hoe de dichter er naar streefde wer op +denzelfden rijmklank terug te komen, ook als hij dien voor 't oogenblik +had moeten opgeven. Dikwerf keert na twee regels dezelfde assonnance +terug: <a href="#l_127">127</a> <i>ombere</i>, <i>mordenere</i> (<i>dief</i>, <i>lief</i>), <i>here</i>, <i>ere</i>; <a href="#l_187">187</a> +<i>angaen</i>, <i>ontfaen</i>, (<i>gherne</i>, <i>wernen</i>), <i>mesdaen</i>, <i>staen</i>; +<i>Isengrijn</i>, <i>pijn</i> (<i>ghevoech</i>, <i>onghevoech</i>), <i>wijf</i>, <i>lijf</i>; enz. +enz.</p> + +<p>Nog een paar voorbeelden op ietwat grooter schaal: <a href="#l_1407">1407</a> <i>wijf</i>, <i>lijf</i>, +<i>ontgaen</i>, <i>gaen</i>, <i>hermeline</i>, <i>mine</i>, <i>nu</i>, <i>u</i>, <i>Reinaerdine</i>, +<i>gaerdeline</i>, <i>al</i>, <i>sal</i>, <i>dief</i>, <i>lief</i>; <a href="#l_3097">3097</a> <i>hermeline</i>, <i>pine</i>, +<i>gram</i>, <i>vernam</i>, <i>vlien</i>, <span class="pagenum" title="XXVII"></span><a id="p_xxvii"></a><i>ghescien</i>, <i>ondergaen</i>, <i>saen</i>, +<i>mordadelike</i>, <i>ghenadelike</i>, <i>sidi</i>, <i>mi</i>; <a href="#l_539">539</a> <i>Reinaert</i>, <i>waert</i>, +<i>haghedochte</i>, <i>ghedochte</i>, <i>raet</i>, <i>vraet</i>, <i>driven</i>, <i>bliven</i>, <i>lanc</i>, +<i>danc</i>, <i>vrient</i>, <i>gedient</i>, <i>ganc</i>, <i>lanc</i>, <i>bestaen</i>, <i>ghegaen</i>, +<i>gheraden</i>, <i>gheladen</i>, <i>wise</i>, <i>spise</i>, <i>gaen</i>, <i>ghestaen</i>, <i>sat</i>, +<i>wat</i>, <i>have</i>, <i>grave</i>, <i>weten</i>, <i>eten</i>, <i>aten</i>, <i>honichraten</i>.</p> + +<p>Die zeer bijzondere eigenaardigheden, afwijkende van wat men in alle +andere Mnl. geschriften aantreft, vindt men in het geheele gedicht, van +het begin tot aan het einde terug; zoodat het wel ontwijfelbaar zijn +zal, dat wij hier het werk van een en denzelfden kunstenaar voor ons +hebben.</p> + +<p>Komen er nu oneffenheden, verschilpunten van anderen, ondergeschikten +aard in voor, dan zal men wel gerechtigd zijn tot het besluit, dat de +afschrijvers daarvan de schuld moeten dragen.</p> + +<p>Dat alles te veranderen bij gissing en op louter theoretische gronden, +lag buiten de bevoegdheid der kritiek, zoolang geen ouder codex van het +gedicht gevonden wordt, weshalve ik mij bepaal daarop alleen de aandacht +te vestigen<a id="FNa_21" href="#FN_21" class="fnanchor">(21)</a>.</p> + +<p>Wie nu onze veranderingen desniettegenstaande nog te gewaagd vindt, wie +de voorkeur geeft aan het slordige afschrift van een onnadenkenden +kopist, legge deze uitgaaf ter zijde en keere des noods tot die van +<span class="smcap">GRTER</span> terug.</p> + +<p>Vooral de verwerping van de fabel na <a href="#l_2308">2308</a> (2304) <span class="pagenum" title="XXVIII"></span><a id="p_xxviii"></a>dwong mij tot eene +vernummering der verzen, zoodat de telling na vs. <a href="#l_2274">2274</a> niet meer met die +der vorige uitgaven overeenkomt. Bij het doorloopende onderscheid zal +dit echter geen bezwaar van eenig belang opleveren. In mijne aanhalingen +heb ik echter, tot gemakkelijker vergelijking, in den regel de cijfers +der vorige uitgaven tusschen haakjes geplaatst.</p> + +<p>In de orthografie heb ik mij zoo na mogelijk aan den oud-vlaamschen +schrijftrant gehouden tot zoover de duidelijkheid er niet onder leed. +Terwijl in <span class="smcap">GRIMMS</span> uitgave <span xml:lang="de">das flmische anlautende <i>h</i> in huut, hete, +hat, fr uut, ete, at, umgekehrt aerde fr haerde, gheoorsam fr +ghehoorsam, geflissentlich bewahrt</span>” werden<a id="FNa_22" href="#FN_22" class="fnanchor">(22)</a>, heb ik, even als +<span class="smcap">WILLEMS</span>, dit veranderd, omdat het dikwerf voor den hedendaagschen lezer +moeyelijkheden oplevert in het recht verstaan van den tekst, gelijk ik +bij ondervinding weet. Buitendien is dat toch een provincialisme dat uit +de beschaafde schrijftaal moest worden verbannen.</p> + +<p><i>Maerghen</i> voor <i>morghen</i> heb ik behouden, maar niet <i>ou</i> voor <i>oe</i>, in +de woorden <i>drouch</i>, <i>slouch</i>, enz., noch ook <i>lust</i> voor <i>list</i>, daar +de rijmen <a href="#l_2602">2602</a> (2626) en <a href="#l_2376">2376</a> (2400) juist <i>list</i> hebben.</p> + +<p>Voorts heb ik er naar gestreefd de fouten van het handschrift met +betrekking tot de enkele vokaalspelling en vooral de zwakke en sterke +buigingen, naar den regel te herstellen. Orthografische veranderingen +zijn in den regel niet aangewezen: al de overigen zijn zoo naauwkeurig +mogelijk in de kollatie aan den voet der pagina opgenomen<a id="FNa_23" href="#FN_23" class="fnanchor">(23)</a>. +Kortheidshalve heb ik daarbij slechts <span class="pagenum" title="XXIX"></span><a id="p_xxix"></a>in de allernoodzakelijkste +gevallen van de reden der verandering rekenschap gegeven, in de +overtuiging dat zij bij eenig nadenken vanzelf in het oog zal vallen.</p> + +<p>Zoo ik er naar gestreefd heb het rhythmus te zuiveren, ik heb in den +regel de aansluitingen en samentrekkingen niet aangewezen, die bij het +lezen moeten worden in acht genomen, daar dit in Mnl. stukken niet +regelmatig is vol te houden. Ik vertrouw dat lezers die het gedicht +werkelijk willen genieten, genoegsaam met de regels der Mnl. metriek +zullen bekend zijn, om zoodanige aanwijzingen te kunnen ontberen.</p> + +<p>Thans, nu ik rekenschap van het doel en de wijze van behandeling dezer +uitgave heb gegeven, <ins class="corr" id="corr2" title="Bron: kunnnen">kunnen</ins> wij overgaan tot de +overweging van de nog niet genoegsaam opgehelderde vraagstukken over het +ontstaan en den ouderdom van den Reinaert.</p> + +<hr class="chend" /> + +<h3 id="inl_II">II.</h3> + +<p>Het oordeel over het ontstaan en den ouderdom van onzen <i>Reinaert</i>, +hangt ten naauwste samen met deze schijnbaar eenvoudige vraag: is de +proloog in den Comburger tekst het werk van den eersten schrijver of van +den omwerker?</p> + +<p><span class="mixcap">Willems</span> beweert het laatste, en wel op de volgende gronden: Hij haalt de +eerste regels van den proloog aldus aan:</p> + +<p><span class="pagenum" title="XXX"></span><a id="p_xxx"></a></p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl"> + <span class="i0"><span class="mixcap">Willem</span>, die Madock maecte,<br /></span> + <span class="i0">Daer hi dicke om waecte<br /></span> + <span class="i0">Hem jamerde seer haerde<br /></span> + <span class="i0">Dat die geeste van Reinaerde<br /></span> + <span class="i0">Niet te recht en is gescreven:<br /></span> + <span class="i0">Een deel is daer after gebleven:<br /></span> + <span class="i0">Daeromme dede hi die vite soeken<br /></span> + <span class="i0">Ende heeftse, uten walscen boeken<br /></span> + <span class="i0">In duutse aldus begonnen.<br /></span> +</div> +</div> + +<p>Dan gaat hij voort: <span class="mixcap">Willem</span> heeft niet den oudsten Vlaamschen <i>Reinaert</i> +opgesteld; maar wat hij in het oude gedicht niet <i>te recht gescreven</i> +oordeelde, verbeterde hy en vulde hy aen; in dien zin versta ik het +<i>aldus begonnen</i> van dit laetste vers; doch om geheel de <i>vite</i> of +levensbeschryving van <i>Reinaert</i> te doen kennen heeft hy datgene, +hetwelk <i>after gebleven</i> was, door middel van <i>walsche</i>, dat is, door +<i>fransche</i> boeken, vervolgd en ten einde gebracht. Hy is dus de schryver +van het vervolg, en slechts de verbeteraer of omwerker van het eerste boek.</p> + +<p>De nedersaksische vertaling van <i>Reineke</i> en de oude prosadrukken van +Gouda 1479 en Delft 1485, die de prologe niet kennen, en met vs. <a href="#l_41">41</a> +aenvangen, maken het zeer bedenkelyk of dit voorwerk geen byhangsel zy +van lateren tyd. Men kan evenwel ook aennemen dat de eerste <i>Reinaert</i> +begon met vs. <a href="#l_11">11</a>.</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl"> + <span class="i0">Nu keert hem daer toe mijn sin, <i>enz.</i><br /></span> +</div> +</div> + +<p>Hoe men dit dan ook beschouwe, <i>het aldus begonnen</i> van vs. <a href="#l_9">9</a> steekt +altoos zeer sterk af tegen vs. <a href="#l_40">40</a>:</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl"> + <span class="i0">Nu hoort hoe ic hier beginne;<br /></span> +</div> +</div> + +<p class="noi">want, zie daer een dubbel <i>begin</i>! Er is ook eene dubbele bedoeling. +<span class="mixcap">Willem</span> verklaert zyne taek aentevangen <i>om dat het hem zeer jammerde</i> +dat er nog zoo veel aen de historie van <i>Reinaert</i> ontbrak; terwyl<span class="pagenum" title="XXXI"></span><a id="p_xxxi"></a> de +oorspronglyke dichter slechts daerom <i>de avonturen van Reinaert</i> <span class="smcap">MAEKTE</span>, +om dat zekere dame, <i>die in groter hovescheden gerne hare saken keert</i>, +<i>hem daer toe bad</i> (vs. <a href="#l_26">26</a>–<a href="#l_31">31</a>). Deze beweegreden <i>alleen</i> gaf hem de pen +in de hand; anders had hy <i>stil gezwegen</i> (vs. <a href="#l_26">26</a>).</p> + +<p>Dat een vervolgschryver of interpolator soms prologen voor het werk van +zynen voorganger plaetste, is niet zonder voorbeeld. In byna al de +handschriften der <i>Brabantsche Yeesten</i> staet er een van verschillenden +inhoud, en, wat meer is, van verschillenden datum.</p> + +<p>Indien <span class="mixcap">Willem</span> het eerste gedeelte naer het fransch hadde opgesteld, dan +zou by voorbeeld de wolvin, gelyk in de hoogduitsche omwerking der +vertaling van <i xml:lang="de">Heinrich der Glichsenaere</i>, <i>Hersant</i> en niet <i>Hersint</i> +of <i>Erswinde</i> heeten; dan zou de naem van den hond, <i>Cortois</i>, in de +fransche branches bewaerd zyn gebleven (hy wordt er <i>Roonel</i>, <i>Rooniax</i> +of <i>Morout</i> genoemd); dan zou het tooneel der gebeurtenissen en de +behandeling van het onderwerp (vs. <a href="#l_100">100</a>, <a href="#l_1461">1461</a>–<a href="#l_1463">1463</a> enz.) niet zoo +eigenaerdig, niet zoo geheel vlaemsch zyn; en dan zou men eindelyk in de +fransche <i>Renarts</i> eenig overblyfsel, eenig spoor van zulk een +voortreffelyk werk, als het origineel zyn moest, ontdekken. Wy zullen +straks zien, dat de trouveres geen ouder <i>fransch</i> gedicht kennen, dan +dat van <span class="smcap">PERROZ DE SAINT CLOUD</span>, en dat de fransche branche, in onze +bylagen bl. 302–341 opgenomen, eene navolging, ja grootendeels eene +letterlyke vertaling van <i>onzen Reinaert</i> is.</p> + +<p>Beschouwt men daerentegen <span class="mixcap">Willem</span> voor den hermaker en vervolger van het +gedicht, dan verklaert zich alles ten duidelykste; want in [zyn werk] +vindt men, <i>voor eerst</i>, eene omdichting van het eerste boek,.... en, +<i>ten andere</i>, een vervolg van dit <span class="pagenum" title="XXXII"></span><a id="p_xxxii"></a>oorspronglyk gedeelte, meest uit +fransche poten of uit de <i xml:lang="la">Fabulae extravagantes</i> samengeraept”<a id="FNa_24" href="#FN_24" class="fnanchor">(24)</a>.</p> + +<p>Tegen die redenering is het een en ander in te brengen:</p> + +<p>Vooreerst is zij gebouwd op den aanhef der omwerking; maar in de oudste +redaktie luiden de aangehaalde verzen aldus:</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl"> + <span class="i0"><span class="mixcap">Willem</span> die vele bouke maecte,<br /></span> + <span class="i0">Daer hi dicken omme waecte,<br /></span> + <span class="i0">Hem vernoyde so haerde,<br /></span> + <span class="i0">Dat die avonture van Reinaerde<br /></span> + <span class="i0">In Dietsche onghemaket bleven,<br /></span> + <span class="i0">Die <span class="mixcap">Willem</span> <i>niet</i> hevet vulscreven,<br /></span> + <span class="i0">Dat hi die vijte van Reynaerde soucken<br /></span> + <span class="i0">Ende hise naden Walschen boucken<br /></span> + <span class="i0">In Dietsche dus hevet begonnen<a id="FNa_25" href="#FN_25" class="fnanchor">(25)</a>.<br /></span> +</div> +</div> + +<p>Die lezing is onverstaanbaar, maar ook blijkbaar bedorven: niet slechts +in <span class="smcap">GRTERS</span> uitgave, maar reeds in het Comburgsche handschrift. Het is +intusschen onverklaarbaar, dat <span class="smcap">GRIMM</span> niet de minste poging heeft gedaan +om dien bedorven tekst te herstellen, maar daarvoor de lezing van den +omwerker in de plaats stelde. <span class="mixcap">Willems</span> schijnt zich hoofdzakelijk aan den +tekst van <span class="smcap">GRIMM</span> gehouden te hebben zonder altijd veel acht te slaan op +de kollatie aan den voet der bladzijden; en het kan ons niet +verwonderen, dat hij hier gretig eene lezing opnam, die zijn stelsel in +de hand werkte, ja er eigenlijk de basis van is. Hij had intusschen, met +<span class="smcap">GRIMM</span>, de lezing van C. moeten aangeven, die door zijne uitgaaf in +Nederland geheel onbekend raakte.</p> + +<p><span class="pagenum" title="XXXIII"></span><a id="p_xxxiii"></a></p> + +<p>Zien wij thans of die verworpen lezing niet is te recht te brengen.</p> + +<p>De grootste zwarigheid levert zeker vs. <a href="#l_6">6</a> op; maar juist hier is het +niet moeyelijk eene verbetering aan de hand te geven. <i>Niet</i> is in +tegenspraak met al het overige; maar dat <i>niet</i> is juist bedorven. De +varianten bij <span class="smcap">GRIMM</span> doen zien, dat soms de <i>r</i> en <i>t</i> niet goed te +onderscheiden waren in het Comburger handschrift; men begrijpt dat dit +ook het geval kon zijn met den codex waarnaar dit werd afgeschreven. Zoo +las <span class="smcap">GRTER</span>, of misschien reeds het handschrift zelf, vs. <a href="#l_993">993</a>, voor <i>dat +felle dier</i> (<i>:lier</i>), <i>dat felle diet</i>; <a href="#l_2372">2372</a> (2396) <i>voere</i> in plaats +van <i>voete</i>. Bedenkt men daarbij dat de <i>n</i> lichtelijk in sommige +handschriften met de <i>h</i> kan verwisseld worden, dan zal het wel +geoorloofd zijn aan te nemen dat er oorspronkelijk gestaan hebbe <i>hier</i>, +in ste van dat onbegrijpelijke <i>niet</i>. En zoo kunnen wij, met geringe +verbetering van 't overige, de plaats dus herstellen:</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl"> + <span class="i0"><span class="mixcap">Willem</span>, die den Madoc<a id="FNa_26" href="#FN_26" class="fnanchor">(26)</a> maecte,<br /></span> + <span class="i0">Daer hi dicke omme waecte,<br /></span> + <span class="i0">Hem vernoyede so haerde<br /></span> + <span class="i0">Dat davonturen van Reinaerde<br /></span> + <span class="i0"><i>In Dietsce onghemaket bleven</i>,<br /></span> +<span class="pagenum" title="XXXIV"></span><a id="p_xxxiv"></a> + <span class="i0">(Die hi hier hevet vulscreven),<br /></span> + <span class="i0">Dat hi die vite [dede] soeken,<br /></span> + <span class="i0">Ende hise na den walscen boeken<br /></span> + <span class="i0">In Dietsce dus hevet begonnen.<br /></span> +</div> +</div> + +<p>Blijkbaar is dat de tekst van den oorspronkelijken schrijver; en daarin +heet het niet, dat de historie niet <i>te recht</i> is geschreven, of dat er +<i>een deel</i> van is achterwege gebleven; maar de avonturen van Reinaert +(verg. vs. <a href="#l_31">31</a>) waren in het geheel in het Dietsch <i>ongemaakt</i>: dit was +hem zoo leed, dat hij de vite opzocht en die uit het Fransch in het +Dietsch overbracht.</p> + +<p>De tusschenzin van vs. <a href="#l_6">6</a> moge bij den eersten oogopslag eenigen twijfel +opwekken, deze zal weldra verdwijnen als men ziet, dat er dergelijke het +geheele gedicht door voorkomen, zie boven <a href="#p_xxiii">bl. <span class="smcap">XXIII</span></a>. En juist daarin +vinden wij een nieuw bewijs, dat de Inleiding van den schrijver van het +oudste gedicht is, wiens eigenaardigheid hier zoo duidelijk in het licht +treedt.</p> + +<p>Het eerste gedeelte van <span class="smcap">WILLEMS'</span> betoog vervalt door deze eenvoudige +opmerking vanzelf<a id="FNa_27" href="#FN_27" class="fnanchor">(27)</a>.</p> + +<p>Dat de vertaling of de proza-omwerking de inleiding, die geheel van +persoonlijken aard is, niet hebben, bewijst niets, zoo als <span class="smcap">WILLEMS</span> zelf +reeds bevroedde, daar hij niet ongeneigd is om aan te nemen dat de +eerste <i>Reinaert</i> met vs. <a href="#l_11">11</a> begon.</p> + +<p>Steekt nu werkelijk vs. <a href="#l_9">9</a> zoo sterk af bij vs. <a href="#l_40">40</a>,</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl"> + <span class="i0">Nu hoort hoe ic hier beghinne?<br /></span> +</div> +</div> + +<p class="noi">Is dat in den eigenlijken zin des woords een dubbel begin, dat alleen +uit eene dubbele bedoeling is te verklaren?</p> + +<p><span class="pagenum" title="XXXV"></span><a id="p_xxxv"></a></p> + +<p>Maar men lette wel op, dat als men met vs. <a href="#l_11">11</a> den ouden tekst laat +aanvangen, men daar terstond leest:</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl"> + <span class="i0">Nu keert hem daer toe mijn sin,<br /></span> + <span class="i0">Dat ic bidde <i>in dit begin</i>, enz.<br /></span> +</div> +</div> + +<p class="noi">zoodat men toch een dubbel begin zou hebben. Trouwens men leze den +geheelen proloog onbevooroordeeld, en men zal zeker geen aanstoot nemen +aan de herhaalde vermelding van het begin. Wie des ondanks alleen door +gelijksoortige voorbeelden is te overtuigen, verwijs ik naar <span class="smcap">JAN VAN +HEELU</span>, die zijne kronijk ook met een proloog begint, waarin hij in de +eerste regels zijn boek aan <span class="smcap">MARGARETA</span> van Engeland aanbiedt; dan heet +het verder, dat hij anders wellicht zijn werk niet had ondernomen, (vs. +<a href="#l_69">69</a>)</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl"> + <span class="i0">En hadde gedaen van Ingelant<br /></span> + <span class="i0">Vrouwe Margriete, alsic thant<br /></span> + <span class="i0"><i>Int beghin</i> sprac overluut.<br /></span> +</div> +</div> + +<p>En dan wederom in het slot der inleiding, vs. <a href="#l_78">78</a>:</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl"> + <span class="i0">Nu helpe my God, <i>ic saels beginnen</i><a id="FNa_28" href="#FN_28" class="fnanchor">(28)</a>.<br /></span> +</div> +</div> + +<p>Is er voorts niet eenigen schijn overgebleven dat een fransch origineel +aan ons gedicht ten grondslag ligt? Of bewijzen de Fransche eigennamen +der dieren, de naam van Reinaerts kasteel Maupertuus, niet voor de +ontleening? <span class="mixcap">Grimm</span> neemt dit met betrekking tot het Mhd. gedicht als +overtuigend bewijs aan<a id="FNa_29" href="#FN_29" class="fnanchor">(29)</a>, en ook wij behoeven er niet aan te +twijfelen<a id="FNa_30" href="#FN_30" class="fnanchor">(30)</a>.</p> + +<p>Want niemand zal wel met <span class="smcap">WILLEMS'</span> betuiging tevreden zijn: De dichter +van den <i>Reinaert</i> schynt.... <span class="pagenum" title="XXXVI"></span><a id="p_xxxvi"></a>een <i xml:lang="fr">grand clerc</i>, zoowel in het Fransch +als in het Nederduitsch geweest te zyn, en dit verklaert ons waerom hy +sommige namen, als <i xml:lang="fr">Cortois</i>, <i xml:lang="fr">Malpertuis</i>, <i xml:lang="fr">Malcrois</i> en <i xml:lang="fr">Pinte</i>, uit +eerstgenoemde tael ontleende”<a id="FNa_31" href="#FN_31" class="fnanchor">(31)</a>.</p> + +<p>Ja maar, zegt men wellicht met <span class="smcap">WILLEMS</span>, in het hoogduitsche gedicht heet +de wolvin <i>Hersant</i> en niet, zoo als bij ons, <i>Hersint</i>!</p> + +<p>Sedert <span class="smcap">WILLEMS</span> schreef gelukte het <span class="smcap">GRIMM</span> een groot fragment van den +oorspronkelijken onveranderden hoogduitschen tekst op te sporen<a id="FNa_32" href="#FN_32" class="fnanchor">(32)</a>, en +daarin heet de wolvin niet als in het gemodernizeerde, vroeger door hem +uitgegeven gedicht, <i>Hersant</i>, maar, even als in onzen <i>Reinaert</i>, +<i>Hersint</i>, zie b.v. vs. <a href="#l_608">608</a>, <a href="#l_627">627</a>, <a href="#l_870">870</a>, <a href="#l_877">877</a>, enz.—ergo.</p> + +<p>Dat Cortois niet bij de Franschen voorkomt, dat het tooneel der +gebeurtenissen en de behandeling eigenaardig Vlaamsch is, laat zich +begrijpen, als men weet, dat de <i>Reinaert</i> niet in allen deele strikt +vertaald is, maar dat de Vlaamsche dichter dikwerf zijn eigen weg ging, +gelijk wij nader zullen aantoonen.</p> + +<p>Alvorens <span class="smcap">WILLEMS'</span> laatsten bewijsgrond te toetsen, moeten wij nog van +een anderen kant doen zien, dat de proloog onmogelijk van den omwerker +kan zijn.</p> + +<p>Er is in den Comburger tekst geen spoor, dat de dichter van dien tekst +het oog hebbe gehad op een vervolg zoo als de omwerker er aan toevoegde. +Deze bereidt dan ook zijn tweede deel voor, door eene noodzakelijke +verandering, zoo als <span class="smcap">WILLEMS</span> zelf opmerkt<a id="FNa_33" href="#FN_33" class="fnanchor">(33)</a>. In den oudsten tekst +namelijk verlaat Reinaert met de <span class="pagenum" title="XXXVII"></span><a id="p_xxxvii"></a>zijnen zijn kasteel, om zich in de +wildernis te verbergen, vs. <a href="#l_3311">3311</a> (3331):</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl"> + <span class="i0">Si daden hem alle up die vaert:<br /></span> + <span class="i0">Ermeline ende here Reinaert,<br /></span> + <span class="i0">Ende hare jonghe welpkine,<br /></span> + <span class="i0">Dese anevaerden die woestine;<br /></span> +</div> +</div> + +<p class="noi">welk verhaal door den omwerker wordt achterwege gelaten, omdat de latere +gezanten des konings Reinaert weder in zijn kasteel moesten aantreffen.</p> + +<p>Uit dit onderscheid mag men opmaken dat de schrijver van den Comburger +codex niet van eene omwerking wist.</p> + +<p><span class="mixcap">Willems</span> is natuurlijk van eene andere meening: hij stelt dat de +afschryver van het codex Comburgensis den <i>ouderen</i> text van <i>Reinaert</i> +kopyeerde, schoon hy zich voorgesteld had ook het vervolg.... te +leveren”<a id="FNa_34" href="#FN_34" class="fnanchor">(34)</a>.</p> + +<p>Den grond voor die meening geeft hij aldus aan<a id="FNa_35" href="#FN_35" class="fnanchor">(35)</a>:</p> + +<p>De overgang tot de gebeurtenissen van het tweede boek schynt reeds met +vs. 3395 [ons <a href="#l_3375">3375</a>] voorbereid, door het optreden van eene nieuwe +personnagie, met name <i>Firapeel</i>, de luipaerd, die den koning tot het +besluit brengt om eene vergoeding aen Isengrim en Bruin toe te staen, en +om vervolgens Reinaert te gaen opzoeken en vangen:</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl"> + <span class="i0"><i>Daerna</i> sullen wi alle lopen<br /></span> + <span class="i0">Na Reinaerde, ende sulne vangen,<br /></span> + <span class="i0">Ende bi sine kele hangen;<br /></span> +</div> +</div> + +<p class="noi">een plan, hetwelk maer eerst in het tweede boek, vs. 3750, zyn beslag +krygt, en dus in het eerste de geschiedenis onvoleindigd laet. Uit dien +hoofde ben ik zeer geneigd het daervoor te houden, dat de oorspronglyke<span class="pagenum" title="XXXVIII"></span><a id="p_xxxviii"></a> +<i>Reinaert</i> met vs. <a href="#l_3394">3394</a> sloot. En inderdaed, deze gedachte krygt veel +gronds, wanneer men bezeft, dat er aen vs. <a href="#l_3395">3395</a> eene groote versierde +voorletter in het Comburger handschrift wordt aengetroffen, toonende dat +eene nieuwe afdeeling, en geenszins een bloote paragraef begint. +Dergelyke hoofdletter toch was voor de laetste 80 regels noch gevorderd, +noch passend.”</p> + +<p>Daartegen kan worden aangevoerd, dat het verhaal onmogelijk met vs. <a href="#l_3374">3374</a> +(3394) kan eindigen, daar er dan geen slot aan zou zijn, welk slot men +eerst bij vs. <a href="#l_3454">3454</a> (3474) bereikt heeft.</p> + +<p>Dat er een nieuw personagie optreedt vindt zijne verklaring in de later +te staven opmerking, dat de dichter hier het origineel, dat hij +navolgde, verlaten had, en in den luipaard, des coninx maech” een +geschikt persoon vond om als middelaar tusschen den koning en de fel +beleedigde baronnen, Bruun en Isegrim, op te treden. Ook in sommige +fransche branches speelt de luipaard zijne rol en wordt 's konings maag +genoemd, hoewel daar zijn naam niet Firapeel is, b.v. in den <i xml:lang="fr">Renart Le +Nouvel</i>, in <span class="smcap">MONS</span> vierde deel, vs. 175 en passim. De belofte dat men +later Reinaert zou weten te straffen, behoefde in het gedicht niet +volvoerd te worden, daar de dichter geene biografie schreef, maar een +epos.</p> + +<p>En wat de groote aanvangsletter bij vs. <a href="#l_3375">3375</a> (3395) betreft, die kon +misschien alleen aan de onhandigheid van den afschrijver te wijten zijn. +Maar gesteld dat hier werkelijk eene nieuwe afdeeling begon, is het dan +zoo onmogelijk hier aan iets anders te denken dan aan het vervolg van +den omwerker? Is op zichzelf het denkbeeld ongerijmd, dat de +oorspronkelijke schrijver zijn gedicht verder had willen voortzetten, ja +werkelijk aan een beleg van Maupertuus gedacht kon hebben, dat in het +origineel 't welk <span class="pagenum" title="XXXIX"></span><a id="p_xxxix"></a>hij voor zich had voorkwam, zoo als wij later zullen +zien? In dat geval had hij of het gedicht niet voltooid, maar was bij +een geschikt rustpunt blijven stilstaan; of, hetgeen mij veel +waarschijnlijker zou voorkomen, hij had zich bedacht, de eenheid van +zijn verhaal niet willen in gevaar brengen, en eindigde met vs. <a href="#l_3454">3454</a> +zijn werk voor goed, terwijl hij willens en wetens, of misschien uit +vergetelheid, de regels liet staan waarin van Reinaerts bestraffing +gewaagd wordt. Maar ik moet bekennen dat deze uitlegging niet +aannemelijk is, daar Reinaert in dat geval zijne vesting niet mocht +verlaten. Ik zou daarom niet zooveel kunnen hechten aan die hoofdletter. +En ziet! bovendien komt er ter gedachter plaatse in het handschrift +zelfs geene hoofdletter voor, maar eenvoudig het teeken eener nieuwe +alinea, gelijk eene welwillende mededeeling van <span class="smcap">KAUSLER</span> mij verzekert; +zoodat ook de argumentatie op deze vermeende hoofdletter gebouwd, in +rook verdwijnt.</p> + +<p>Dat het gedicht met vs. <a href="#l_3454">3454</a>, en eerst met dit vers, volmaakt besloten +wordt, zal eene naauwkeurige lezing ontwijfelbaar doen zien; en men zal +<span class="smcap">GRIMM</span> toestemmen, die juist wat <span class="smcap">WILLEMS</span> als overgangsregels beschouwde, +genoemd heeft <span xml:lang="de">den bedeutsamen und fhlbaren schluss der fabel</span>”<a id="FNa_36" href="#FN_36" class="fnanchor">(36)</a>.</p> + +<p>Ik moet intusschen nog een argument werleggen, dat <span class="smcap">WILLEMS</span> op eene +andere plaats aangeraakt, doch niet nader uit een gezet heeft. Van den +omwerker zegt hij<a id="FNa_37" href="#FN_37" class="fnanchor">(37)</a>: Hy noemt den leeuw <i>Lioen</i>, in plaets van +<i>Nobel</i>.”</p> + +<p>Nu moet ik beginnen met te zeggen, dat in het tweede boek der omwerking +de leeuw slechts n enkel maal <span class="pagenum" title="XL"></span><a id="p_xl"></a><i>Lioen</i> heet, vs. 3757:</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl"> + <span class="i0">Ist dat ic coninc heet Lioen;<br /></span> +</div> +</div> + +<p class="noi">maar integendeel vs. 3625 van <span class="smcap">WILLEMS'</span> uitgaaf, evenzeer genoemd wordt +<i>Nobel die coninc</i>. Maar juist in de verzen die <span class="smcap">WILLEMS</span> als +overgangsinlapsel beschouwt lezen wij:</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl"> + <span class="i0">Hi sprac: „Here, coninc lioen, <span class="regel">vs. <a href="#l_3378">3378</a></span><br /></span> + <span class="i0">Dit biet u die coninc lioen. <span class="regel">vs. <a href="#l_3444">3444</a></span><br /></span> +</div> +</div> + +<p>Bewijst dit niet duidelijk, dat deze regels inderdaad niet uit de pen +van den oudsten schrijver vloeiden?</p> + +<p>Als deze werkelijk nimmer dezelfde uitdrukking bezigt, is er grond tot +twijfel; maar ziet, vs. <a href="#l_1837">1837</a> lees ik dezelfde benaming:</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl"> + <span class="i0">Vort sprac Reinaert: „Coninc lioen,<br /></span> + <span class="i0">Wien twifelt des, ghine moghet doen?<br /></span> +</div> +</div> + +<p>Ik zie dus ook hier geene de minste vrijheid om te beweren, dat de +Comburger tekst ergens blijken bevat dat de schrijver aan een vervolg +dacht of er mede bekend was; en dan kan toch ook onmogelijk de proloog +het werk zijn van een omwerker, van wien in het geheele oudste gedeelte +geen spoor te vinden is. Er blijft dus wel niets anders over dan die +voorrede, die inleiding, aan den ouden dichter zelf toe te kennen, +gelijk ook onwederlegbaar bewezen wordt door de uitdrukking in het +vijfde vers volgens de echte lezing.</p> + +<p>Ik vertrouw dat de heer <span class="smcap">C. A. SERRURE</span>, vooral na deze tekstverbetering, +mijn stelsel niet meer zoo onaennemelyk” zal vinden<a id="FNa_38" href="#FN_38" class="fnanchor">(38)</a>. Volgens hem +pleit tegen mijne meening dat het moeijelyk te veronderstellen is dat +de schryver den naem zyns voorgangers behoudende, zynen eigenen +verzwegen zou hebben.” Ik antwoord: <span class="pagenum" title="XLI"></span><a id="p_xli"></a>hoe moeyelijk ook te +veronderstellen, leert de vergelijking der beide handschriften dat het +geschiedde, en dat de omwerker (die misschien ook <span class="smcap">WILLEM</span> heette, maar +zich dan toch nooit den <i>Madoc</i> kon toeigenen), zijn diefstal alleen +bedekte door hetgeen bij zijn voorganger nog <i>ongemaakt</i> kon heeten, +blootelijk te veranderen in <i>niet te recht geschreven</i>.</p> + +<p>Voorts zegt <span class="smcap">SERRURE</span>, dat het niet zeer waerschynlyk is dat de +oorspronkelyke dichter, die hoogstvermoedelyk een geestelyke, een +kloosterling was, zyn werk op verzoek eener edele vrouw zal volschreven +hebben.”</p> + +<p>Maar waaruit blijkt dat de schrijver een geestelijke was? Er wordt +verwezen naar de inleiding van <span class="smcap">WILLEMS</span>, bl. <span class="smcap">XXXVIII</span>, die zich beroept op +vs. <a href="#l_444">444</a> en <a href="#l_2953">2953</a>–<a href="#l_2969">2969</a>. In het eerste vers heette het dat men begon te +zingen</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl" xml:lang="la"> + <span class="i0">Dat placebo Domino;<br /></span> +</div> +</div> + +<p class="noi">en in de tweede plaats wordt eene spreuk van meester Jufroet” +aangehaald (dien men gewoonlijk voor <span xml:lang="la">Godfredus Andagavendis</span> houdt), +waarin gezegd wordt dat biecht en boete den zondaar vergiffenis +verwerven.</p> + +<p>Met de <ins class="corr" id="corr3" title="Bron: annwijzing">aanwijzing</ins> der plaatsen is, dunkt mij, reeds +de wederlegging van <span class="smcap">WILLEMS</span> geleverd; want wie zal in de aanhaling van +den titel van een kerkelijk lied, of van eene spreuk die er machtig als +een locus communis uitziet, het bewijs durven zien, dat de auteur +noodzakelijk een geestelijke was? De geheele inhoud van het gedicht +schijnt buitendien dat gevoelen te werspreken.</p> + +<p>Maar ook al aangenomen dat de schrijver van den <i>Reinaert</i> een +geestelijke was, is het dan onnatuurlijker dat hij zijn werk ter liefde +van eene vrouw schreef, dan dat de pastoor <span class="smcap">HEIN VAN AKEN</span> zich dit +veroorloofde, <span class="pagenum" title="XLII"></span><a id="p_xlii"></a>die nog wel den wulpschen roman van de Roos vertaald +had<a id="FNa_39" href="#FN_39" class="fnanchor">(39)</a>?</p> + +<p>Zoo het verder bij <span class="smcap">SERRURE</span> heet: zeker was zulk kundig en vernuftig +dichter als de opsteller van het eerste boek des <i>Reinaerts</i>, niet in +staat geweest dergelyke zoutelooze en onbeduidende inleiding te +berymen,” dan beken ik de waarde van dit argument niet te vatten, daar +ik noch bij <span class="smcap">SERRURE</span> het betoog, noch uit den tekst van den proloog zelf +de overtuiging kan erlangen, dat dit stuk zoo bijzonder zouteloos en +onbeduidend is, tenzij men met <span class="smcap">WILLEMS</span> <i>malsch</i> vs. <a href="#l_19">19</a> vertale door +<i>week</i>! Ik kan deze inleiding niet zoo zeer beneden die van den <i>Floris</i> +stellen; en ik vraag mij zelfs af, of er in dat aandringen op +hoofschheid en eer niet eene satyre verborgen ligt, die de epitheta van +<span class="smcap">SERRURE</span> tegenspreekt.</p> + +<p>Zoo <span class="smcap">WILLEMS</span> en die hem volgen dien proloog met alle geweld den omwerker +willen opdringen, het is blijkbaar uit vrees van anders de +oorspronkelijkheid te moeten opgeven van een dichter, die zelf bekent +dat hij naden walscen boeken” gearbeid heeft. De waarheid heeft +intusschen hooger rechten dan het vaderlandsch gevoel. Doch ook die +rechtmatige fierheid kunnen wij hier reeds gerust stellen met de +verzekering, waarvan later het bewijs volgt, dat, zoo <span class="smcap">WILLEM</span> al walsche +bronnen gebezigd heeft, hij toch niet slaafs vertaalde; dikwerf geheel +zijn eigen weg ging; en waar hij dit niet deed, zijn voorbeeld zoo +verbeterde, dat hij toch een geheel Vlaamsch gedicht heeft geleverd, dat +hij geheel zijn eigendom kon noemen, niettegenstaande de aanleiding +daartoe in den vreemde gevonden was.</p> + +<p><span class="pagenum" title="XLIII"></span><a id="p_xliii"></a></p> + +<p>Alzoo: daar de proloog het werk is van den oorspronkelijken ouden +dichter, en niet van den omwerker, staat het ook vast 1) dat hij <span class="smcap">WILLEM</span> +geheeten was, en vroeger reeds den <i>Madoc</i> geschreven had; 2) dat hij +naar fransche geschreven bronnen (<i>walsce boeken</i>) gewerkt heeft.</p> + +<p>Het is nu maar de vraag of er mogelijkheid bestaat die bronnen op te +sporen en aan te wijzen. Daartoe moeten wij onze aandacht vestigen op de +fransche gedichten betreffende de dierensage.</p> + +<hr class="chend" /> + +<h3 id="inl_III">III.</h3> + +<p>In Frankrijk is de Reinaertsage zeer oud<a id="FNa_40" href="#FN_40" class="fnanchor">(40)</a>. In de <i xml:lang="fr">Chanson des +Lorrains</i>, wier oudste branche omstreeks 1130 den vorm aannam waarin zij +ons bekend is<a id="FNa_41" href="#FN_41" class="fnanchor">(41)</a>, heet het van <span class="smcap">BERNARD DE NAISIL</span>, die ingesloten was in +een kasteel met onderaardsche sluipwegen, waaruit hij uitvallen deed +(II. 53),</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl" xml:lang="fr"> + <span class="i0">Renart resenble qu'en la taisnire est mis,<br /></span> +</div> +</div> + +<p class="noi">hetgeen wellicht op een oud gedicht ziet, dat de belegering van +Reinaerts burcht behelsde; maar in allen gevalle door het gebruik van +den eigennaam in stede van het appellativum bewijst dat de sage algemeen +<span class="pagenum" title="XLIV"></span><a id="p_xliv"></a>bekend was, zoo ook hier de dichter alleen een in zijn hol bestookten +vos op het oog had. <ins class="corr" id="corr4" title="Bron: GRIMM"><span class="mixcap">Grimm</span></ins> heeft eene plaats aangehaald van +<span class="smcap">GUIBERT DE NOGENT</span>, die in 1124 stierf, waaruit blijkt, dat ten jare 1112 +de verhalen van Reinaert en Isengrim zoo algemeen bekend waren te Laon +in Noord-Frankrijk, dat men een mensch van een woest voorkomen, <span xml:lang="la">propter +lupinam speciem</span>” Isengrim kon noemen, en de beteekenis daarvan algemeen +begrepen worden<a id="FNa_42" href="#FN_42" class="fnanchor">(42)</a>. Daaruit volgt, dat de sage daar minstens een +menschenleeftijd lang moest bekend zijn, en zeker reeds in het midden +der elfde eeuw (1050) voorkwam.</p> + +<p>Of die oudste sporen der Reinaertsage in Frankrijk op eene potische of +prozasche vorm terugwijzen, is natuurlijk zelfs niet te gissen; maar +wij weten dat beide vormen nevens elkander bestonden. Eene der tot ons +gekomen fransche gedichten uit dezen cyclus<a id="FNa_43" href="#FN_43" class="fnanchor">(43)</a> zegt onder anderen:</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl" xml:lang="fr"> + <span class="i0">Tout cil qui en content sans rime<br /></span> + <span class="i0">Ne sevent pas vers moi la dme:<br /></span> + <span class="i0">Il le vous content l'envers;<br /></span> +</div> +</div> + +<p class="noi">waaruit blijkt, dat er werkelijk ook prozasche verhalen in omloop +waren<a id="FNa_44" href="#FN_44" class="fnanchor">(44)</a>, die waarschijnlijk wel de oudste zijn, daar zij niet zijn +opgeschreven, althans niet tot ons gekomen.</p> + +<p>Met de potische verhalen is dit anders, en wij bezitten eene reeks van +gedichten die te samen meer dan <span class="pagenum" title="XLV"></span><a id="p_xlv"></a>30,000 verzen bevatten, alle takken +(<i>branches</i>) van den grooten stam, maar door verschillende dichters, in +verschillende tijden bewerkt.</p> + +<p>Dat die stukken gelijk wij ze bezitten in de uitgave van <span class="smcap">MON</span>, slechts +omwerkingen zijn van oudere gedichten, is de meening van de +voortreffelijkste geleerden die zich met dit onderwerp hebben bezig +gehouden, hoewel hun oordeel eenigsins uiteenloopt over de tijdsbepaling +van hunne tegenwoordige vorm. Zoo zegt <span class="smcap">GRIMM</span><a id="FNa_45" href="#FN_45" class="fnanchor">(45)</a>: <span xml:lang="de">abgefasst sind die +frhsten derselben [branches] wahrscheinlich von der zweiten hlfte des +zwlften jahrhunderts an bis in die mitte des dreizehnten; allein in der +gestalt, welche sie jetzt zeigen, mgen die altesten schon vielfach +berarbeitet und verndert vorliegen, fast alle dem 13, einzelne sogar +dem 14. jh. zufallen.</span>”</p> + +<p>Ongeveer op dezelfde wijze oordeelt <span class="smcap">ROTHE</span><a id="FNa_46" href="#FN_46" class="fnanchor">(46)</a>: <span xml:lang="fr">Bien qu'il soit +impossible d'indiquer nettement l'origine des divers rcits, et que, +dans la forme o nous les connaissons aujourd'hui, une grande partie ne +soit que des versions postrieures de compositions plus anciennes, selon +toute apparence la plupart des morceaux qui composent pour nous +aujourd'hui le <i>Roman de Renart</i> datent du treizime sicle. Quelques +uns pourraient bien tre du douzime, d'autres semblent ne dater que du +quatorzime. Tous appartiennent infailliblement et originairement au +nord de la France, la langue d'ol, la littrature romane-wallonne, +celle des trouvres</span>”<a id="FNa_47" href="#FN_47" class="fnanchor">(47)</a>.</p> + +<p><span class="pagenum" title="XLVI"></span><a id="p_xlvi"></a></p> + +<p><span class="mixcap">Fauriel</span> erkent ook in de bestaande branches omwerkingen van ouder +stukken; hij laat zich niet uit over de tijdsbepaling, maar +karakterizeert met een paar woorden den invloed dien de jonger trouvres +op het ouder stuk hebben uitgeoefend<a id="FNa_48" href="#FN_48" class="fnanchor">(48)</a>, dat zij <span xml:lang="fr">reprirent pour ainsi +dire en sous-œuvre, la remanirent, la refirent, l'ornrent, +l'altrrent dans tous les sens, suivant en cela leurs nouvelles ides +et leurs nouvelles fantaisies. Ce travail, qui dura plus d'un sicle, +eut pour fruit le Renart, dans l'tat o il nous reste en franais.” Dit +had twee gevolgen: l'un fut le remaniement, la reproduction sous une +forme nouvelle, des fables dont se composait le Renart primitif; l'autre +fut l'invention de beaucoup de nouvelles fables.</span>”</p> + +<p>Zeer zeker is er geene enkele onder de 32 branches van <span class="smcap">MON</span>, die niet de +merkbare sporen draagt van omwerking, blijkbaar in de uitvoerige +schildering van bijzonderheden, in het talent van verhalen, welk alles +herinnert aan het weelderige tijdperk waarin <span class="smcap">CHRESTIENS DE TROIES</span> +bloeide, en dat sterk afsteekt bij de drooger, eenvoudiger, minder +kunstmatige manier van een vroeger tijdvak. Nu is het maar de vraag of +het mogelijk is, van sommigen althans, den ouderdom met eenige juistheid +aan te geven. <span class="mixcap">Grimm</span> zelfs is, gelijk wij zagen, slechts tot zeer +algemeene rezultaten gekomen; en hoe<span class="pagenum" title="XLVII"></span><a id="p_xlvii"></a>zeer ik de waarde van zijn +uitstekend werk zoo hoog schat als iemand<a id="FNa_49" href="#FN_49" class="fnanchor">(49)</a>, geloof ik toch dat het +plicht is te onderzoeken, of het niet mogelijk is tot een bepaalder +slotsom te geraken, vooral daar deze vraag van het hoogste belang is +voor de juiste beoordeeling van onzen Reinaert.</p> + +<p>Ons onderzoek eischt eenige uitvoerigheid, daar wij door een omweg +slechts tot het beoogde doel kunnen geraken, waarbij wij tevens op onzen +weg enkele andere zeer belangrijke waarheden zullen vinden.</p> + +<hr class="tb" /> + +<p>In de eerste plaats doet zich de vraag op, of er geen spoor meer overig +is van een ouder, eenvoudiger, drooger redaktie van eenig stuk uit de +verzameling van <span class="smcap">MON</span>? En het antwoord is: niet in het oorspronkelijke; +maar er bestaat eene Middenhoogduitsche vertaling van een ouder stuk, +welks inhoud en algemeene gang grootendeels overeenkomt met de +twintigste branche van <span class="smcap">MON</span><a id="FNa_50" href="#FN_50" class="fnanchor">(50)</a>, welke wederom in hare eerste helft zoo +met onzen oudsten Reinaert overeenstemt, dat men tot de overtuiging +gekomen is, dat het eene stuk uit het andere vertaald is.</p> + +<p>Zien wij welke uitkomsten de vergelijking dezer drie stukken geeft, +nadat wij eerst eenige meer algemeene beschouwingen voorop gezet hebben.</p> + +<p>Het Mhd. gedicht dat wij bedoelen is de <i>Reinhart</i> van <i xml:lang="de">Heinrch der +Glichesre</i>.</p> + +<p><span class="pagenum" title="XLVIII"></span><a id="p_xlviii"></a></p> + +<p>Dat dit gedicht uit het Fransch vertaald is, heeft <span class="smcap">GRIMM</span> betoogd uit de +onduitsche vormen van sommige eigennamen als <i>Birtn</i>, <i>Hersant</i>, +<i>Isengrn</i>, <i>Schanteklr</i> en <i>Pinte</i>; terwijl <i>Uebelloch</i> blijkbaar eene +vertaling is van <i>Malpertuis</i>. Ook het woord <i>villn</i>, <span xml:lang="de">htte nicht +leicht ein deutscher lterer dichter gebraucht</span><a id="FNa_51" href="#FN_51" class="fnanchor">(51)</a>.” Voorts haalt hij +ook nog uit de oudste duitsche bewerking de woorden <i>cous</i> en <i>bordz</i> +aan om zijn gevoelen te staven<a id="FNa_52" href="#FN_52" class="fnanchor">(52)</a>.</p> + +<p><span class="mixcap">Rothe</span> erkent dan ook<a id="FNa_53" href="#FN_53" class="fnanchor">(53)</a> dat de duitsche dichter <span xml:lang="fr">connaissant +<i>infailliblement</i> un pome antrieur de Renart en franais, et profitant +de cette connaissance, a compos le premier un pome de Reinhart dans +l'ancienne langue allemande.</span>”</p> + +<p>En <span class="smcap">FAURIEL</span> getuigt uitdrukkelijk<a id="FNa_54" href="#FN_54" class="fnanchor">(54)</a>: <span xml:lang="fr">Le Reinhart, tel qu'il nous +reste, doit tre considr au fond et dans son ensemble comme +l'imitation expresse d'un original franais. Cet original sans doute +n'existe plus; mais tels sont, ou pour mieux dire, tels durent tre les +rapports avec le Renart allemand, que celui-ci peut en reprsenter +jusqu' un certain point la substance et la suite.</span>”</p> + +<p>Het duitsche gedicht bevat zeven verschillende verhalen, wier inhoud in +de fransche branches wordt terug gevonden. Het laatste en uitvoerigste, +vs. 1239–2248, komt overeen met onzen Reinaert en de 20<sup>e</sup> (16<sup>e</sup>) +fransche branche.</p> + +<p>Nu is het opmerkelijk, dat onze Reinaert de zes eerste verhalen niet +bevat, en dat de fransche branche vs. 9659 uitdrukkelijk aanvangt met de +woorden:</p> + +<p><span class="pagenum" title="XLIX"></span><a id="p_xlix"></a></p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl" xml:lang="fr"> + <span class="i0">Ce dist l'estoire s premiers vers.<br /></span> +</div> +</div> + +<p>Werspreekt dit niet de meening dat er samenhang tusschen deze +verschillende gedichten bestaat? Niet in 't minst; want er bestond al +vroeg bij de dichters een streven om verschillende kleine overleveringen +uit dezen cyclus tot een grooter geheel te verwerken. Dat dit in de +fransche branches het geval was, voelde <span class="smcap">ROTHE</span> reeds<a id="FNa_55" href="#FN_55" class="fnanchor">(55)</a>. <span class="mixcap">Fauriel</span> is het +met hem eens, als hij zegt<a id="FNa_56" href="#FN_56" class="fnanchor">(56)</a>: <span xml:lang="fr">Les trouvres combinrent de la manire +la plus arbitraire, dans plus d'une des grandes branches du roman, des +fables composes sparment, et faites pour rester spares.... Il y +aurait, cette occasion, une bonne tude faire de la licence et du +caprice de ceux qui ont essay la fusion de plusieurs des fables de +Renart en une seule composition; mais on sentira que c'est un point fort +dlicat et fort complexe, auquel nous ne pouvons nous arrter.</span>”</p> + +<p>Wellicht komen wij in den loop van ons onderzoek op dit laatste gezegde +terug; zien wij eerst hoe met betrekking tot den <i>Reinhart</i> ook <span class="smcap">FAURIEL</span> +aanneemt<a id="FNa_57" href="#FN_57" class="fnanchor">(57)</a>, dat de verschillende verhalen oorspronkelijk niet tot +elkander behoorden, niet als eene ondeelbare eenheid zijn te beschouwen, +niet vormen <span xml:lang="fr">une vritable unit qui tienne un plan primitif, mais une +sorte d'unit factice et cherche aprs coup; c'est un ensemble +rsultant d'une simple juxtaposition de rcits divers.</span>”</p> + +<p><span class="pagenum" title="L"></span><a id="p_l"></a></p> + +<p>Of nu <span class="smcap">GLICHESRE</span> de verschillende takken heeft bijeengevoegd, dan of +hij die reeds zoo in zijn voorbeeld verbonden aantrof, is niet uit te +maken. In de omwerking van het duitsche gedicht heet het vs. 1788:</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl" xml:lang="de"> + <span class="i7">Heinrich<br /></span> + <span class="i0">Der ht diu buoch zesamene geleit<br /></span> + <span class="i0">Von Isengrnes arbeit:<br /></span> +</div> +</div> + +<p class="noi">daaruit zou men wellicht mogen opmaken, dat eerst de Duitscher de +verschillende branches had te samen gevoegd; maar in den ouder codex +leest men die plaats aldus:</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl" xml:lang="de"> + <span class="i6">Heinrich<br /></span> + <span class="i0">Er ht daz buoch gedichtt<br /></span> + <span class="i0">Umbe Isengrnes nt;<br /></span> +</div> +</div> + +<p class="noi">zoodat dit punt wel onbeslist zal moeten blijven.</p> + +<p>Zooveel is zeker, dat <span class="smcap" xml:lang="de">HEINRICH DER GLICHESRE</span> omstreeks 1150 leefde<a id="FNa_58" href="#FN_58" class="fnanchor">(58)</a>, +zoodat het fransche origineel waarnaar hij werkte, uiterlijk in de +eerste helft der twaalfde eeuw valt; naar den geheelen toon te oordeelen +moet het echter eer tot de laatste jaren der elfde dan tot de twaalfde +eeuw gebracht worden, en kan zeker niet veel jonger zijn dan van +omstreeks het jaar 1100<a id="FNa_59" href="#FN_59" class="fnanchor">(59)</a>.</p> + +<p>Sterk steken tegen het mhd. gedicht de fransche branche 20 (16) en de +mnl. <i>Reinaert</i> af, die jonger zijn, veel nader met elkander verwant, en +niet slechts de wijze van behandeling en vele details onderling gemeen +hebben, maar zelfs een aantal letterlijk gelijkluidende regels. Dat zij +eene omwerking van het ouder fransche stuk, dat aan den <i>Reinhart</i> ten +grond<span class="pagenum" title="LI"></span><a id="p_li"></a>slag lag, vormen, valt terstond in het oog: dat het een uit het +ander voortvloeide maakt reeds eene oppervlakkige beschouwing +aannemelijk; maar welk van beiden is hier het oudste, waarnaar het +andere werd bewerkt?</p> + +<p><span class="mixcap">Rothe</span> schijnt tot eene ontleening van het vlaamsche uit het fransche +gedicht over te hellen, hoewel hij zich daaromtrent niet duidelijk +verklaart. Eerst zegt hij<a id="FNa_60" href="#FN_60" class="fnanchor">(60)</a>: <span xml:lang="fr">Les deux tiers de la vingtime +branche.... contiennent en entier le rcit des vingts-trois premiers +chapitres du premier livre du</span> <i xml:lang="de">Reineke Fuchs</i> [en dus ook van onzen +<i>Reinaert</i>]. <span xml:lang="fr">Pour le reste seulement, cette branche du <i>Roman de Renart</i> +diffre entirement de la fin du premier livre de <i>Reineke</i></span>.” En twee +bladzijden verder laat hij hierop volgen: <span xml:lang="fr">Le pote flamand du douzime +sicle.... a d connatre les pomes franais et a pu en tirer partie.</span>”</p> + +<p>Men ziet, dit is zeer onbepaald en leidt tot geen rezultaat.</p> + +<p><span class="mixcap">Grimm</span> neemt aan, dat het fransche geene aanspraak kan maken het +origineel van het vlaamsche stuk geweest te zijn<a id="FNa_61" href="#FN_61" class="fnanchor">(61)</a>. <span class="mixcap">Willems</span> gaat veel +verder. Hij beweert dat de <i>estoire</i>, <i>l'escrit</i>, dat het fransche stuk +als zijn origineel aangeeft (vs. 6959, 10036, 10595), geene andere dan +onze vlaemsche Reinaert [is]. De vergelyking der twee texten laet +deswege geen twyfel over<a id="FNa_62" href="#FN_62" class="fnanchor">(62)</a>.”</p> + +<p>Ten bewijze vestigt hij de aandacht op een aantal gelijkluidende regels.</p> + +<p><span class="pagenum" title="LII"></span><a id="p_lii"></a></p> + +<p>Dit toont intusschen wel aan, dat het eene voor een groot deel naar het +andere vertaald is, maar er volgt nog niet noodzakelijk uit, dat het +vlaamsche gedicht juist aan het fransche ten model verstrekte, en niet +omgekeerd.</p> + +<p>Maar <span class="smcap">WILLEMS</span> heeft een bewijs dat het pleit schijnt te voldingen. Ja, +wat meer is,” roept hij triomferend uit, in vs. 10493 laet hy zelfs het +<i>vlaemsche</i> woord <i>willecome</i> staen, op dezelfde plaets waer hy het in +den <i>Reinaert</i> aentrof, vs. <a href="#l_1073">1073</a>.... Kan er wel een sprekender bewys van +navolging gevonden worden?”</p> + +<p>En werkelijk, als Tibert bij Reinaert komt om hem ten hove te dagen, +heet het vs. <a href="#l_1072">1072</a>:</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl"> + <span class="i5">Tibert, helet vri,<br /></span> + <span class="i0">Neve, ghi sijt mi <i>willecome</i>!<br /></span> +</div> +</div> + +<p>En daarvoor heeft het Fransch, vs. 10493:</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl" xml:lang="fr"> + <span class="i0">Tybert, fet li Renarz, <i>villecome</i>!<br /></span> +</div> +</div> + +<p>Het vraagstuk schijnt vooral door dit laatste bewijs beslist! Maar hoe, +zoo dit slechts schijn ware?</p> + +<p>Vooreerst staat het woord <i>willekome</i> ook in den <i xml:lang="de">Reinhart</i>, vs. 1663:</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl"> + <span class="i0">Er sprach: „<i>Willekome</i>, sippebluot!”<br /></span> +</div> +</div> + +<p class="noi">waarin het wellicht reeds uit het fransche origineel overging; want zoo +het woord al ontegenzeggelijk duitsch en vlaamsch is, het werd weldra +ook in het Fransch opgenomen.</p> + +<p>Vooreerst in den in Vlaanderen geschreven <i xml:lang="fr">Renart Le Nouvel</i> (<span class="smcap">MON</span>, tom. +<span class="smcap">IV</span>), leest men:</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl" xml:lang="fr"> + <span class="i0">S'irai al apostole Roume, <span class="regel">1361</span><br /></span> + <span class="i0">Et as legas, ki <i>wilecoume</i>,<br /></span> + <span class="i0">Diront moi.<br /></span> + <span class="i0">Convoitise vo fille ainsne, <span class="regel">1371</span><br /></span> + <span class="i0">Ki moult sera <i>walecoume</i><br /></span> + <span class="i0">As cardounaus et au clergi.<br /></span> + <span class="i0">En flament haut le salua: <span class="regel">3366</span><br /></span> + <span class="i0">„Goude jonkhiere, goudendast,”<br /></span> + <span class="i0">Tibiert li respont en soumat:<br /></span> + <span class="i0">„Goude kenape <i>willeconme</i>!”<br /></span> +</div> +</div> + +<p><span class="pagenum" title="LIII"></span><a id="p_liii"></a></p> + +<p>In de 27<sup>e</sup> (22<sup>e</sup>) branche, waarmede <span class="smcap">MONS</span> derde deel aanvangt, leest +men, vs. 20026:</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl" xml:lang="fr"> + <span class="i0">Ysengrins a le chief lev,<br /></span> + <span class="i0">Si a Renart aparcu:<br /></span> + <span class="i0">„<i>Willecome</i>, bien veigne-tu,<br /></span> + <span class="i0">Renart, qar vos venez soir!”<br /></span> +</div> +</div> + +<p>Ja zelfs tot in Normandi was het woord doorgedrongen, daar men immers +in de <i xml:lang="fr">Chroniques de Normandie</i> van <span class="smcap">BENOIT</span> (ed. <span class="smcap">FRANC. MICHEL</span>, tom. II, +pag. 112) leest, vs. 18608:</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl" xml:lang="fr"> + <span class="i0">L vunt les lices desfermer,<br /></span> + <span class="i0">Si receivre, si <i>welcumier</i>,<br /></span> +</div> +</div> + +<p class="noi">waar <span class="smcap">MICHEL</span> het ww. verklaart als <span xml:lang="fr">accueillir, souhaiter la bonne venue + quelqu'un.</span>”</p> + +<p>Het is dus niet onmogelijk dat de schrijver der ons bekende branche 20 +(16) dit woord <abbr title="ter aangehaalde plaatse">t. a. pl.</abbr> reeds in zijn voorbeeld vond, of anders het +hier uit zichzelf invoerde, daar hij stellig een Vlaming was, gelijk men +mag opmaken uit het vs. 11728 aangehaalde Arras, en uit de vlaamsche +woorden die hij gebruikt.</p> + +<p>Het betoog van <span class="smcap">WILLEMS</span> kan dus voor ons geene bewijskracht hebben, en +wij moeten trachten de zaak op nieuw te onderzoeken.</p> + +<p>Er is werkelijk een toetssteen, en wel een die zoo voor de hand ligt, +dat het ons verwondert, hem nog ongebruikt te zien. Immers als men het +vlaamsche gedicht en de fransche branche doorloopend vergelijkt met den +mhd. <i xml:lang="de">Reinhart</i>, die het oudere fransche origineel vertegenwoordigt, dan +moet er wel licht opgaan; want het stuk dat in den regel nader aan het +oorspronkelijke komt, in plaatsen waar het andere er van afwijkt, moet +noodzakelijk de middenterm uitmaken.</p> + +<p>Zien wij dan tot welke uitkomsten zoodanige vergelijking leidt.</p> + +<p><span class="pagenum" title="LIV"></span><a id="p_liv"></a></p> + +<p>In de beschrijving van den hofdag verschillen de drie stukken +aanmerkelijk van elkander. De eigenaardige aanleiding tot dien hofdag +vindt men alleen in het mhd. gedicht, en wordt evenmin in het fransche +als vlaamsche stuk aangetroffen, zoodat dit waarschijnlijk een +toevoegsel van den <span class="smcap">GLICHESRE</span> is, daar het toch niet aannemelijk schijnt +dat dit in het oude fransche origineel zou hebben gestaan, als <span class="smcap">GRIMM</span> +gist<a id="FNa_63" href="#FN_63" class="fnanchor">(63)</a>, dewijl er nergens in de jonger fransche branches eenige +toespeling op voorkomt.</p> + +<p>Overigens staat toch ook zelfs hier de fransche branche nader aan het +Mhd. dan onze <i>Reinaert</i>. In het Mhd. heet het, vs. 1366:</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl" xml:lang="de"> + <span class="i0">Do suochte reht her Isengrn,<br /></span> + <span class="i0">Eins vorsprechen er gerte,<br /></span> + <span class="i0">Der knic in eines gewerte:<br /></span> + <span class="i0">Daz muose Brn der bere sn.<br /></span> +</div> +</div> + +<p>En Brn doet dan ook de aanklacht namens zijn klint. Dat alles heeft in +de beide andere stukken geen plaats, maar in het fransche mengt Bruns li +Ors zich toch in het geding (9705), hetgeen wel een uitvloeisel van de +vroegere voorstelling kon zijn. Buitendien vinden wij nog andere +overeenkomst. In het Mhd. wendt zich Krimel, de das, in zijne +verdediging van Reinhart tot Hersant, en zegt, vs. 1396:</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl" xml:lang="de"> + <span class="i0">Ver Hersant, nu seget wie<br /></span> + <span class="i0">Iuch iwer man bringt ze mre:<br /></span> + <span class="i0">Daz magiu wesen swre,<br /></span> +</div> +</div> + +<p class="noi">nadat hij eerst heeft aangetoond dat Reinhart haar, die veel grooter is, +onmogelijk tegen haren wil heeft kunnen verkrachten.</p> + +<p>In het Fransch zegt Grimbers <span xml:lang="fr">li tessons</span> evenzoo, vs. 9761:</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl" xml:lang="fr"> + <span class="i5">N'i ot force fte<br /></span> + <span class="i0">Ne huis brisi, ne trive frte;<br /></span> +</div> +</div> + +<p><span class="pagenum" title="LV"></span><a id="p_lv"></a></p> + +<p class="noi">en ook daar wendt hij zich vervolgens tot Hersent, vs. 9779:</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl" xml:lang="fr"> + <span class="i0">Ha! quel clamor et quel plet<br /></span> + <span class="i0">Vos a hui vostres mari fet<br /></span> + <span class="i0">A tantes bestes regarder!<br /></span> + <span class="i0 g2">......................<br /></span> + <span class="i0">Il ne vos crient ne ne resoigne.<br /></span> +</div> +</div> + +<p>Als later de moord aan Coppe gepleegd, bekend raakt, wordt in het Mhd. +des konings <span xml:lang="de">zornege muot</span>” (vs. 1474) uitdrukkelijk vermeld; hij sprak:</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl" xml:lang="de"> + <span class="i4">„Sam mir mn bart,<br /></span> + <span class="i0">S muoz der fuhs Reinhart<br /></span> + <span class="i0">Gewislchen rmen diz lant,<br /></span> + <span class="i0">Odr er ht den tt an der hant.”<br /></span> +</div> +</div> + +<p>En hij gebaarde daarbij zoo woedend, dat de haas van schrik de koorts +kreeg, vs. 1484:</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl" xml:lang="de"> + <span class="i0">Vor vorhten bestuont in der rite.<br /></span> +</div> +</div> + +<p>Ook in de fransche branche wordt 's konings woede geschilderd, vs. 10041:</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl" xml:lang="fr"> + <span class="i0">Et qant li rois vit Chantecler,<br /></span> + <span class="i0">Piti li prist du bacheler,<br /></span> + <span class="i0">Un soupir a fait de parfont,<br /></span> + <span class="i0">Ne s'en tenist por l'or du mont.<br /></span> + <span class="i0">Par mautalent drece la teste,<br /></span> + <span class="i0">One n'i ot si hardie beste,<br /></span> + <span class="i0">Ors ne sangler qui por n'ait<br /></span> + <span class="i0">Qant lor sire sospire et brait.<br /></span> + <span class="i0">Tel por ot Coarz li livres<br /></span> + <span class="i0">Que il en ot deus jors les fivres, <i>etc.</i><br /></span> +</div> +</div> + +<p>Van dat alles vindt men nu in onzen vlaamschen <i>Reinaert</i> niets.</p> + +<p>Als later Coppe begraven wordt, zegt het Mhd. vs. 1485:</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl" xml:lang="de"> + <span class="i0">Der knec hiez singen gn<br /></span> + <span class="i0">Hern Brnen, sinen kapeln,<br /></span> + <span class="i0">Und ander sne lreknaben;<br /></span> + <span class="i0">Der tte wart schiere begraben.<br /></span> +</div> +</div> + +<p><span class="pagenum" title="LVI"></span><a id="p_lvi"></a></p> + +<p class="noi">hetgeen in het Fransch, vs. 10090 aldus luidt:</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl" xml:lang="fr"> + <span class="i0">„Sire Bruns, prenez une estole,<br /></span> + <span class="i0">Et vos, sire Bruians li tors,<br /></span> + <span class="i0">Commandez l'ame de cest cors;<br /></span> + <span class="i0">L sus enmi cele costure<br /></span> + <span class="i0">Me ftes une spouture<br /></span> + <span class="i0">Entre ce plain et ce jardin,<br /></span> + <span class="i0">Si parleron d'autre Martin.”<br /></span> + <span class="i0">—„Sire, fait Bruns, vostre plaisir.”<br /></span> + <span class="i0">Atant va l'estole saisir,<br /></span> + <span class="i0">Et non mie tant solement,<br /></span> + <span class="i0">Ms li rois el commencement,<br /></span> + <span class="i0">Et tuit li autre dou concile<br /></span> + <span class="i0">Ont commencie la vigile.<br /></span> + <span class="i0">Sire Tardis, li limaons,<br /></span> + <span class="i0">Chanta por cele trois leons,<br /></span> + <span class="i0">Et Rooniax chanta li vers,<br /></span> + <span class="i0">Et il et Brichemers, li cers,<br /></span> + <span class="i0">Et Bruns, li ors, dist l'oroison,<br /></span> + <span class="i0">Que Diex gart l'ame de prison.<br /></span> +</div> +<div class="stanzainl" xml:lang="fr"> + <span class="i1">Qant la vegile fu chante,<br /></span> + <span class="i0">Et ce vint a la matine,<br /></span> + <span class="i0">Le cors portrent enterrer, <i>etc.</i><br /></span> +</div> +</div> + +<p>Dit is blijkbaar eene uitbreiding van het Mhd. In den <i>Reinaert</i> leest +men alleen dat Nobel aan Cantecleer zegt, vs. <a href="#l_431">431</a>:</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl"> + <span class="i0">[Wi] sullen onse vigilien singhen:<br /></span> + <span class="i0">Daerna sullen wise bringhen,<br /></span> + <span class="i0">Den lichame, ter eerden met ere.<br /></span> + <span class="i0 g2">..........................<br /></span> + <span class="i0">Dat hi gheboot was sciere ghedaen.<br /></span> + <span class="i0">Doe mochtemen horen aneslaen<br /></span> + <span class="i0">Ende beghinnen, harde ho,<br /></span> + <span class="i0">Dat Placebo Domino,<br /></span> + <span class="i0">Ende die verse, die daer toe horden.<br /></span> + <span class="i0"><i>Ic seide ooc, in waren worden,</i><br /></span> + <span class="i0"><i>Neware het ware ons te lanc,</i><br /></span> + <span class="i0"><i>Wie daer der siele vers sanc,</i><br /></span> + <span class="i0"><i>Ende wie die sielelesse las.</i><br /></span> +<span class="pagenum" title="LVII"></span><a id="p_lvii"></a> + <span class="i0">Doe die vigilie ghehent was,<br /></span> + <span class="i0">Doe leidemen Coppen in dat graf, <i>enz.</i><br /></span> +</div> +</div> + +<p>Men heeft deze plaatsen maar te vergelijken, om zich te overtuigen dat +de fransche branche onmogelijk naar den <i>Reinaert</i> kan bewerkt zijn, +daar in het laatstgenoemde stuk Bruun niet genoemd wordt als zanger van +den lijkdienst. Daarentegen pleiten de kursief gedrukte regels veeleer +voor de tegenovergestelde opvatting.</p> + +<p>In het Mhd. volgt dan het verhaal hoe de haas zich op het graf van Coppe +te slapen legt en daar van zijne koorts genezen wordt, waaruit blijkt +dat de verslagene eene heilige martelares was, hetgeen aanleiding geeft, +dat allen op Reinhart woedend worden.</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl" xml:lang="de"> + <span class="i0">Der hase leit sich f daz grap: <span class="regel">1489.</span><br /></span> + <span class="i0">Ze kurzen wlen er entswap,<br /></span> + <span class="i0">Als ich iu sagen muoz,<br /></span> + <span class="i0">D wart im des riten buoz.<br /></span> + <span class="i0">Der hase f erschrihte<br /></span> + <span class="i0">Frn knec gienger enrihte,<br /></span> + <span class="i0">Und sagt im vremdiu mre,<br /></span> + <span class="i0">Daz daz huon wre<br /></span> + <span class="i0">Heilec vor gotes gesihte, <i>etc.</i><br /></span> +</div> +</div> + +<p>Hetzelfde verhaal vindt men in het Fransch terug, hoewel het daar niet +op zijne juiste plaats staat, daar Bruin reeds vertrokken is.</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl" xml:lang="fr"> + <span class="i0">.... mesire Coars, li livres, <span class="regel">10149.</span><br /></span> + <span class="i0">Qui de por trembloit les fivres,<br /></span> + <span class="i0">Deus jors les avoit j ues,<br /></span> + <span class="i0">Merci Dieu, or les a perdues<br /></span> + <span class="i0">Sor la tombe dame Cope:<br /></span> + <span class="i0">Car qant ele fu enterre,<br /></span> + <span class="i0">Onc ne se volt d'iloc partir,<br /></span> + <span class="i0">Ainois dormir sor le martir.<br /></span> +</div> +</div> + +<p>En dan wordt er nog bijgevoegd, dat ook Ysengrin zich op het graf legt, +voorgevende kiespijn te hebben, <span class="pagenum" title="LVIII"></span><a id="p_lviii"></a>waarvan hij ook beweert genezen te +worden, hoewel niemand aan zijn zeggen geloof hecht.</p> + +<p>Dit laatste nu is stellig een inlapsel van den franschen trouvre, die +Nobel voorstelt als den vos niet ongenegen, waarom Isengrim alle +middelen te baat neemt om den koning tegen zijn vijand op te zetten; +misschien is het zelfs alleen het werk van een afschrijver. Maar in +allen gevalle kan het geheele mirakelverhaal hier niet uit den +<i>Reinaert</i> zijn overgenomen, omdat het daar in het geheel niet voorkomt.</p> + +<p>Het gezantschap van Bruun wijkt in de voorstelling van de beide jongere +stukken nog al af van het Mhd.; maar ook hier hebben wij twee plaatsen +die bewijzen, dat het Fransch onmogelijk naar het Vlaamsch kan vertaald +zijn, wel omgekeerd.</p> + +<p>Als Bruun Reinaert uitnoodigt om met hem ten hove te gaan, zegt deze, in +de fransche branche, dat hij vanzelf reeds op weg zou zijn, zoo hij niet +eerst had willen eten, en wel (vs. 10204)</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl" xml:lang="fr"> + <span class="i0">D'un merveilleus mengier franois;<br /></span> +</div> +</div> + +<p class="noi">want ten hove worden de rijke lieden goed ontvangen, en hun zet men een +goed maal voor, maar den arme noodigt men niet ten disch.</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl" xml:lang="fr"> + <span class="i0">„Por tel afre con ge di, <span class="regel">10231.</span><br /></span> + <span class="i0">Biau sire, avoie ds mardi<br /></span> + <span class="i0">Mon lart et mes pois anez;<br /></span> + <span class="i0">Dont je me sui desjunez,<br /></span> + <span class="i0">Et s'ai bien mengi deus denres<br /></span> + <span class="i0">De novel miel en fresches res.<br /></span> +</div> +</div> + +<p>Die lofspraak op den honing, dien hij ook later, vs. 10252 noemt <span xml:lang="fr">cest +bon miel frs et novel</span>”, is hier geheel op hare plaats, en dient om den +beer begeerig te maken naar die lekkernij.</p> + +<p>De Vlaming behandelt de zaak anders: hij laat Reinaert zeggen, dat hij +naar het hof zou zijn gegaan indien hij <span class="pagenum" title="LIX"></span><a id="p_lix"></a>niet zooveel van ere vremder +niewer spise” gegeten had, dat hij niet kon loopen; en toch was het maar +eene onedele spijs, cranke have,” want arme lieden moeten eten wat zij +bij de hand hebben en niet wat zij zouden wenschen. Dien honing,</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl"> + <span class="i0">„Die moetic eten dor den noot<br /></span> + <span class="i0">Als ic el niet mach ghewinnen.”<br /></span> +</div> +</div> + +<p>Men ziet hier <ins class="corr" id="corr5" title="Bron: duideijk">duidelijk</ins> het plan van den vos om de spijs +te smalen, ten einde den beer des te beter om den tuin te leiden. +Vandaar dat Bruin dan ook antwoordt (vs. <a href="#l_575">575</a>):</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl"> + <span class="i0">Helpe, lieve Vos Reinaert,<br /></span> + <span class="i0">Hebdi honich dus onwaert?<br /></span> +</div> +</div> + +<p class="noi">Daarbij steekt nu sterk af dat hij ter zelfder plaatse die verachtelijke +spijs noemt (vs. <a href="#l_568">568</a>)</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl"> + <span class="i0"><i>Goede</i> versche honichraten.<br /></span> +</div> +</div> + +<p>Men kan alleen begrijpen hoe deze in den samenhang niet passende +uitdrukking in den vlaamschen tekst gekomen is, als men daarin eene +ondoordachte vertaling ziet van het fransche <span xml:lang="fr">bon miel frs et novel.</span>”</p> + +<p>Als verder Reinhart den beer in 't ongeluk gebracht heeft doet +<span class="smcap">GLICHESRE</span> hem naar zijne burcht trekken: dr voor de deur zittende +ziet hij den mishandelden Brn voorbijloopen, dien hij zijn bijtenden +spot achterna zendt.</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl" xml:lang="de"> + <span class="i0">Her Brn vor zorne nicht ensprach <span class="regel">1605.</span><br /></span> + <span class="i0">Wan daz ern bellich ane sach.<br /></span> +</div> +</div> + +<p>Evenzoo heet het in het fransche gedicht van Renart, vs. 10402,</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl" xml:lang="fr"> + <span class="i0">Qant il o Brun de loing plaindre,<br /></span> + <span class="i0">Si s'est mis parmi une adrece<br /></span> + <span class="i0"> Malpertuis sa forterece,<br /></span> + <span class="i0">O il ne crient ost ne agait.<br /></span> + <span class="i0">Au trespasser que Bruns a fait<br /></span> + <span class="i0">Li a Renarz deus gaz lanciez.<br /></span> + <span class="i0 g2">........................<br /></span> +<span class="pagenum" title="LX"></span><a id="p_lx"></a> + <span class="i0">Li ors estoit si adolez<br /></span> + <span class="i0">Qu'il ne li pot respondre mot,<br /></span> + <span class="i0">Fuiant s'en vet plus que le trot.<br /></span> +</div> +</div> + +<p>In den vlaamschen <i>Reinaert</i> nu raakt de beer in 't water, en aan den +oever der rivier ontmoet hem de vos, die zich wilde gaan baden. <span class="mixcap">Grimm</span> +meent dat ook des beeren vlucht door de rivier in het verloren ouder +fransche gedicht kan gestaan hebben<a id="FNa_64" href="#FN_64" class="fnanchor">(64)</a>; maar dit is onwaarschijnlijk, +daar de nieuwere branche zich geheel aan het Mhd. houdt; en waar dit het +geval is kan deze branche wederom onmogelijk naar den <i>Reinaert</i> +vertaald zijn, die zich zoo ver van het Mhd. verwijdert.</p> + +<p>Het gezantschap van Tibert zal ons geen punt van vergelijking opleveren, +omdat in het Mhd., volgens <span class="smcap">GRIMMS</span> opmerking <span xml:lang="de">der ganze vortrag hier eine +leidige zusammenziehung verrth, und bedeutende abweichung von der +andern recension</span><a id="FNa_65" href="#FN_65" class="fnanchor">(65)</a>.”</p> + +<p>De biecht komt in het Mhd. niet voor. Maar als Reinaert zich opmaakt +naar het hof, zegt <span class="smcap">GLICHESRE</span>, vs. 1831:</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl" xml:lang="de"> + <span class="i0">Ein criuze machter fr sich,<br /></span> + <span class="i0">Er sprach: „Got bewar nu mich<br /></span> + <span class="i0">Vor bœsen lgenren,<br /></span> + <span class="i0">Daz si mich nicht beswren.<br /></span> +</div> +</div> + +<p>En zoo ook in het Fransch, vs. 10866:</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl" xml:lang="fr"> + <span class="i0">Lors se coucha adenz terre,<br /></span> + <span class="i0">Et trois foiz se rendi copables,<br /></span> + <span class="i0">Puis se seigna por les dables,<br /></span> + <span class="i0">Et por dant Noble, le lion,<br /></span> + <span class="i0">Moult fu en grant afflicion.<br /></span> +</div> +</div> + +<p class="noi">En dit ontbreekt in het vlaamsche stuk.</p> + +<p>Als Reinaert ten hove is gekomen loopen de drie <span class="pagenum" title="LXI"></span><a id="p_lxi"></a>stukken weder geheel +uit een, zoodat hier de vergelijking ophoudt.</p> + +<p>Uit de overweging der plaatsen die wij tegen elkander hebben gehouden +blijkt dunkt mij onwedersprekelijk, dat de fransche branche onmogelijk +naar onzen vlaamschen <i>Reinaert</i> kan zijn vertaald, zoo als <span class="smcap">WILLEMS</span> als +bewezen aannam; want herhaaldelijk troffen wij in het Fransch plaatsen +aan afwijkend van het vlaamsche gedicht maar gelijkluidend met het mhd. +of ouder fransche stuk.</p> + +<p>Er is, dunkt mij, nog een ander bewijs voor den gedeeltelijken oorsprong +van den <i>Reinaert</i> uit het Fransch. Ik druk niet op de enkele fransche +woorden, als morseel, museel, enz. die er in voorkomen, ik laat zelfs +hier het woord <i>male</i> buiten rekening, dat vs. <a href="#l_400">400</a> en <a href="#l_889">889</a> in de +overdrachtelijke beteekenis van <i>maag</i> of <i>muil</i> wordt gebruikt, even +als in het Fransch vs. 18004</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl" xml:lang="fr"> + <span class="i0">Et Tybert differma sa <i>male</i>.<br /></span> +</div> +</div> + +<p>Maar ik moet wijzen op eene uitdrukking, die alleen door vergelijking +met het Fransch verstaanbaar wordt. Vs. <a href="#l_130">130</a> heet het:</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl"> + <span class="i0">Hi (R) ne heeft ooc niemene so lief,<br /></span> + <span class="i0"><i>No</i> den coninc, minen here,<br /></span> + <span class="i0">Hine wilde dat hi lijf ende ere<br /></span> + <span class="i0">Verlore, mocht hire ane winnen.<br /></span> +</div> +</div> + +<p>Nu weet ik niet dat in eenig mnl. stuk <i>no</i> wordt aangetroffen in de +beteekenis van <i>zelfs</i>, <i>zelfs niet</i>, die hier geischt wordt. Alleen +het fransche <i xml:lang="fr">nis</i> kan hier licht geven. B.v. vs. 10467 waar R. genoemd +wordt:</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl" xml:lang="fr"> + <span class="i0">.... beste de put conroi,<br /></span> + <span class="i0"><i>Nis</i> Dex ne porte foi.<br /></span> +</div> +</div> + +<p class="noi">Of vs. 11529, waar R. alle dieren verschalkt:</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl" xml:lang="fr"> + <span class="i0">Renarz a bien chascun li<br /></span> + <span class="i0">Ou par la coue ou par le pi;<br /></span> + <span class="i0">Moult par a fet grant deablie:<br /></span> +<span class="pagenum" title="LXII"></span><a id="p_lxii"></a> + <span class="i0">A chascun arbre le suen lie,<br /></span> + <span class="i0"><i>Nis</i> le roi lia par la coue (<i>sic</i>).<br /></span> +</div> +</div> + +<p>Laten wij er nog bijvoegen, dat de behandeling in den vlaamschen +<i>Reinaert</i> veel voortreffelijker is dan in de fransche branche, zoowel +wat de geheele opvatting betreft als de bijzonderheden in de enkele +tafreeltjes. Is het nu te verwachten, dat de minder voortreffelijke +redaktie eene navolging zou zijn van het betere? Het verschil is zoo +groot, dat dit reeds genoegsaam zou zijn om de stelling van <span class="smcap">WILLEMS</span> als +onaannemelijk, als onmogelijk te doen verwerpen.</p> + +<p>Maar volgt daaruit dat onze Reinaert <i>naar deze branche</i> is vertaald? De +afwijkingen in beide teksten waren voor <span class="smcap">WILLEMS</span> geen hinderpaal om aan +te nemen dat het eene naar het andere werd bewerkt, omdat er in beiden +zoovele regels zijn, die blijkbaar letterlijk met elkander overeenkomen; +maar het zou niet onmogelijk zijn dat de <i>Reinaert</i> eene navolging ware +van een ouder stuk dan de bekende fransche branche; aan een jonger valt +wel niet te denken, daar er dan wel iets van ter onzer kennisse zou +gekomen zijn.</p> + +<p>A priori is dit echter niet waarschijnlijk, daar men zou moeten aannemen +dat er drie fransche redaktin van hetzelfde verhaal zouden hebben +bestaan: 1) de oudste, wier inhoud ons <span class="smcap">GLICHESRE</span> heeft bewaard, 2) de +eerste omwerking, waaruit dan 3) de ons bekende, minder goede, branche +en de <i>Reinaert</i> zouden zijn voortgevloeid.</p> + +<p>Intusschen kan alleen eene nadere vergelijking der verschillende +plaatsen van beide teksten tot eene bepaalde uitkomst leiden. Ten einde +die zoo doeltreffend mogelijk te maken, moeten wij eerst iets naders +trachten te weten van den franschen trouvre die de 20<sup>e</sup> (16<sup>e</sup>) branche +bewerkte.</p> + +<hr class="chend" /> + +<p><span class="pagenum" title="LXIII"></span><a id="p_lxiii"></a></p> + +<h3 id="inl_IV">IV.</h3> + +<p>Zijn naam is ons niet bekend: wij weten echter zeer zeker dat het <span class="smcap">PIERRE +DE SAINT CLOUD</span> niet geweest is, vooreerst omdat deze in den proloog +genoemd wordt als juist dit onderwerp niet hebbende behandeld, terwijl +het in de tweede plaats duidelijk blijkt uit een zeer in het oog loopend +onderscheid. Onze dichter geeft zijnen dieren ridderlijke zeden en <ins class="corr" id="corr6" title="Bron: laatze">laat +ze</ins> b.v. altijd op paarden of muilezels rijden, hetgeen in +de 11<sup>e</sup> (7<sup>e</sup>) branche die aan <span class="smcap">PIERRE</span> wordt toegeschreven, nimmer plaats +grijpt.</p> + +<p>Zoo nu al 's dichters naam ons onbekend is, zijn geboorteland is niet +twijfelachtig. <a href="#p_lii">Boven</a> wezen wij reeds op het vlaamsche woord <i>villecome</i>; +ik voeg er bij de uitdrukkingen: <i xml:lang="fr">fre let</i> voor <i>leed doen</i>, vs. 10975; +<i xml:lang="fr">eschames</i>, 10032, voor <i>schamels</i>, die alle naar Fransch-Vlaanderen +verwijzen, zoo als wij later nog nader zullen bevestigd zien.</p> + +<p><span class="mixcap">Grimm</span> schijnt niet ongeneigd, deze branche aan twee dichters toe te +schrijven, althans hij zegt<a id="FNa_66" href="#FN_66" class="fnanchor">(66)</a>: <span xml:lang="de">vielleicht schloss mit 11368 die +ursprngliche branche;.... nun folgen aber fortsetzungen.</span>” <span class="mixcap">Rothe</span> maakt +ter naauwernood, en ter loops<a id="FNa_67" href="#FN_67" class="fnanchor">(67)</a>, gewag van dit onderscheid, dat hij in +den regel uit het oog verliest; <span class="smcap">FAURIEL</span> spreekt er in 't geheel niet +van<a id="FNa_68" href="#FN_68" class="fnanchor">(68)</a>; maar het komt mij ook voor, dat men moet toegeven, dat +werkelijk in de laatste helft een nieuw verhaal begint, en dat dit niet +aan den dichter van het eerste deel der branche kan worden toegekend, +hoewel de navolger waarschijnlijk niet veel <span class="pagenum" title="LXIV"></span><a id="p_lxiv"></a>jonger dan de eerste +dichter moet gesteld worden, met wien hij hetzelfde vaderland gemeen +heeft.</p> + +<p>Vooreerst zullen wij zien, dat de schrijver van den vlaamschen +<i>Reinaert</i> ook dit gedeelte heeft gekend en gebruikt. Voorts treffen wij +hier hetzelfde spraakgebruik, dezelfde zinswendingen aan als in het +eerste gedeelte. Zoo wordt hier, vs. 11447, de uitdrukking gebruikt:</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl" xml:lang="fr"> + <span class="i0">Qu'iroie-ge fesant lonc coute?<br /></span> +</div> +</div> + +<p class="noi">even als vroeger, vs. 10849:</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl" xml:lang="fr"> + <span class="i0">Que vos iroie-ge disant?<br /></span> +</div> +</div> + +<p class="noi">vs. 11604 heet het:</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl" xml:lang="fr"> + <span class="i0">Puis parleron d'autre Bernart,<br /></span> +</div> +</div> + +<p class="noi">waarvoor vs. 10096:</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl" xml:lang="fr"> + <span class="i0">Si parleron d'autre Martin.<br /></span> +</div> +</div> + +<p>De taal in beide deelen is die van Fransch-Vlaanderen.</p> + +<p>Bovendien, vs. 11728 wordt Arras genoemd, hetgeen ons, in verband met de +taal, wel recht schijnt te geven beide dichters in Artois te plaatsen.</p> + +<p>Maar uit die overeenkomst van taal- en spraakwendingen volgt nog in het +geheel niet, dat beide stukken van dezelfde hand zijn; want het valt +niet te ontkennen, dat er een merkbaar onderscheid in de behandeling van +het eerste en laatste gedeelte is waar te nemen.</p> + +<p>Het geheele karakter, de toon, de wijze van voorstelling en +zedeschildering van beide deelen verschilt daartoe te veel. Buitendien +zijn er bij naauwkeuriger vergelijking nog enkele verschilpunten, die +geen twijfel overlaten.</p> + +<p>En toch, zegt men wellicht, niet alleen in beide deelen rijden de dieren +die tot de hofhouding behooren te paard, maar gelijk in het laatste +gedeelte de dieren als ridderlijke strijders worden voorgesteld, zoo is +dit ook reeds op het eind van de eerste helft der branche het geval. +Immers, als de mannen des konings Reinaert najagen, heet het, vs. +11313:</p> + +<p><span class="pagenum" title="LXV"></span><a id="p_lxv"></a></p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl" xml:lang="fr"> + <span class="i0">Li limaons porte l'enseigne,<br /></span> + <span class="i0">Bien les conduit par la campaigne<a id="FNa_69" href="#FN_69" class="fnanchor">(69)</a>,<br /></span> +</div> +</div> + +<p class="noi">even als wij in het laatste gedeelte vinden, vs. 11558:</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl" xml:lang="fr"> + <span class="i0">.... Dans Tardis li limaon<br /></span> + <span class="i0">Qui seut porter le gonfanon;<br /></span> +</div> +</div> + +<p class="noi">en zoo ook nog vs. 11617. Daaruit blijkt immers, dat ook den schrijver +van het eerste gedeelte dezelfde wijze van voorstelling niet vreemd is.</p> + +<p>De opmerking is juist; maar alleen in zooverre, als men met <span class="smcap">GRIMM</span> +aanneemt, dat de omwerking eerst met vs. 11368 aanvangt. Maar wanneer +zij eens al bij vs. 11297 begon? of althans wanneer de regels +11297–11319 een inschuifsel waren, waarvan alleen moest blijven staan:</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl" xml:lang="fr"> + <span class="i0">Renarz regarde arre soi<br /></span> + <span class="i0">Et voit qu'il viegnent sans deloi.<br /></span> + <span class="i0">Ne set conseil que fre doie <i>etc.</i>?<br /></span> +</div> +</div> + +<p>De eerste zestien regels toch, de opsomming der dieren bevattende, zijn +eene bloote herhaling van de regels 10159–11070, waar grootendeels +dezelfde personen worden opgenoemd: die herhaling kan onmogelijk van den +eersten dichter afkomstig zijn, evenmin als de navolging van Chanteclers +aanklacht op het einde van het gedicht<a id="FNa_70" href="#FN_70" class="fnanchor">(70)</a>.</p> + +<p>Neemt men nu eene interpolatie aan, dan loopt het verhaal geleidelijk +af, en het eind komt dan overeen met het slot der 10<sup>e</sup> branche, of der +26<sup>e</sup> b.v.; en voor die opvatting zou ook pleiten, dat nog vs. 11353 een +van Reinaerts zonen <i xml:lang="fr">Roviax</i> genoemd wordt, even als <span class="pagenum" title="LXVI"></span><a id="p_lxvi"></a>vs. 10251 <i xml:lang="fr">Rovel</i> +(in dativo), terwijl hij later, vs. 11729 <i xml:lang="fr">Rousel</i> heet (in dat.).</p> + +<p>Neemt men niet eene interpolatie aan, maar schrijft men het geheele +stuk, van vs. 11297 af, aan den navolger toe, dan ware er geen slot aan +de oorspronkelijke branche.... Zou het dan zoo onmogelijk zijn, dat het +oorspronkelijke slot hier was weggelaten, en bij het aanhechten van het +tweede gedeelte door een ander vervangen? De vergelijking met den mnl. +<i>Reinaert</i> schijnt dit vermoeden in de hand te werken; en niemand zal +ontkennen, dat deze vergelijking zeer geschikt is om medetewerken ter +verkrijging van een vasteren bodem voor de kritiek van de fransche +branches, welke tot nochtoe grootendeels in de lucht zweefde.</p> + +<p>Is nu het karakteristieke onderscheid in beide deelen der branche niet +te ontkennen, wij kunnen ook nog eenige andere bewijspunten aanvoeren.</p> + +<p>Alleen in het eerste gedeelte wordt de leeuw soms genoemd <i xml:lang="fr">l'emperre</i>, +b.v. vs. 9693, 10059, 10081, 10137, 10663, 11021; nimmer in het laatste.</p> + +<p>Alleen in het eerste deel vindt men de uitdrukking <i xml:lang="fr">por le cor bieu</i>, +b.v. vs. 9945, 10243, 10986, 11231, 11293, die ook in de 10<sup>e</sup> (6<sup>e</sup>) +branche, vs. 4641, 4573, en eens in 23<sup>e</sup> (18<sup>e</sup>) branche, vs. 13240, +terugkeert, maar nimmer in het laatste stuk der 20<sup>e</sup> (16<sup>e</sup>).</p> + +<p>In het eerste gedeelte wordt alleen teruggewezen op een ouder verhaal: +nog vs. 10036 heet het:</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl" xml:lang="fr"> + <span class="i0">Si comme en escrit le trovon,<br /></span> +</div> +</div> + +<p class="noi">en vs. 10595.</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl" xml:lang="fr"> + <span class="i0">Si com nos trovons en l'estoire.<br /></span> +</div> +</div> + +<p>Later komt zoodanig beroep niet meer voor. Intusschen is dit deel toch +waarschijnlijk ook eene omwerking van een ouder gedicht, waarop +misschien wel eene toe<span class="pagenum" title="LXVII"></span><a id="p_lxvii"></a>speling voorkomt juist in de eerste helft van +onze branche, vs. 10803–10817.</p> + +<p>Het is daarom niet twijfelachtig of het tweede gedeelte der 20<sup>e</sup> (16<sup>e</sup>) +branche is een toevoegsel van een ander dichter, die intusschen ongeveer +een tijdgenoot van den eersten zal geweest zijn.</p> + +<hr class="tb" /> + +<p>Op de 20<sup>e</sup> branche volgt in alle handschriften eene andere, die ten +onrechte in tween gesplitst is<a id="FNa_71" href="#FN_71" class="fnanchor">(71)</a>, en die wij 21–22 zullen noemen. Zij +hangt blijkbaar met de voorgaande samen, gelijk ook <span class="smcap">GRIMM</span> opmerkte<a id="FNa_72" href="#FN_72" class="fnanchor">(72)</a>; +maar of dit ons recht geeft om daaruit te besluiten, dat beiden door +denzelfden dichter, namelijk dien van 20<i>a</i>, zouden zijn bewerkt, blijft +de vraag. Terwijl sommigen dit aannemen, heeft <span class="smcap">ROTHE</span> het ontkend; maar +op gronden die werlegbaar schijnen, en die wij eerst zullen +onderzoeken, hetgeen ons noodzakelijk zal leiden tot eene beantwoording +der vraag zelve.</p> + +<p>Ziehier zijn betoog. <span xml:lang="fr">Malgr les traits de ressemblance vidents et +incontestables entre cette branche et la prcdente, sans doute elles +sont dues divers auteurs</span><a id="FNa_73" href="#FN_73" class="fnanchor">(73)</a>.” Vestigt men zijne aandacht op de sterke +bewoordingen van het eerste gedeelte dier uitspraak, dan zal men zeker +wel sprekende bewijzen verwachten om het tweede gedeelte te +rechtvaardigen. Die bewijzen nu komen hier op ner: <span xml:lang="fr">Le caractre +gnral y diffre; le rcit est moins piquant, moins vari, plus plat +ici que dans la vingtime branche.</span>”</p> + +<p>Wat het laatste gedeelte dier bewijsvoering aangaat, zij rust geheel op +subjektive beschouwing, en ik twijfel sterk of de zienswijs van <span class="smcap">ROTHE</span> +wel veel bijval zal vin<span class="pagenum" title="LXVIII"></span><a id="p_lxviii"></a>den. Wat het verschillend karakter aangaat, hij +heeft daarvoor hier slechts n bewijs aangehaald, dat echter zeer +weinig afdoet.</p> + +<p>De vos, die zich door indompeling in eene kuip met geele verw onkenbaar +gemaakt heeft, geeft zich voor een bretonschen jongleur uit: hij weet +het speeltuig meester te worden, dat tot zijn beroep behoort, en dan +heet het, vs. 12515:</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl" xml:lang="fr"> + <span class="i0">Moult s'esbaudist, moult se conforte<br /></span> + <span class="i0">Por la viele qu'il enporte:<br /></span> + <span class="i0 g2">......................<br /></span> + <span class="i0">Tant fist Renarz denz quinze dis<br /></span> + <span class="i0">Fu bien de la viele apris:<br /></span> + <span class="i0">Sages en fu et escolez.<br /></span> +</div> +</div> + +<p>Dit geeft <span class="smcap">ROTHE</span> aanleiding om te zeggen<a id="FNa_74" href="#FN_74" class="fnanchor">(74)</a>: <span xml:lang="fr">Renart <i>se divertit</i> +pendant quinze jours <i>avec la vielle</i> qui lui a t donne. Il y a en +cela quelque chose de potique, mais aussi d'assez contraire au naturel +de Renart, tel qu'il est caractris par le reste.</span>”</p> + +<p>Maar de geleerde schrijver heeft hier den tekst verkeerd opgevat. Er +staat niet <i xml:lang="fr">moult s'esbaudist</i> <span class="smcap">DE</span> <i xml:lang="fr">la viele</i>, maar <span class="smcap">POR</span> <i xml:lang="fr">la viele</i>; +hetgeen eenvoudig beteekent, dat hij zich verheugde over het bezit van +het speeltuig. Zoo hij er zich veertien dagen me bezig hield, het was +eenvoudig om het te leeren behandelen, ten einde later zijne rol te +kunnen spelen. Men ziet dus dat <span class="smcap">ROTHES</span> opvatting, die alleen op een +misverstand berust, geen gewicht in de schaal van ons oordeel kan +leggen.</p> + +<p>Pag. 262 heet het wederom: <span xml:lang="fr">Les branches 21 et 22 n'en forment gure +qu'une; elles ont beaucoup de conformit de style et de caractre, mais +sous ce rapport, elles diffrent essentiellement de la branche 20.</span>” +<span class="pagenum" title="LXIX"></span><a id="p_lxix"></a>Later, pag. 264–265 ontwikkelt hij zijn begrip omtrent het verschil van +karakter. Ik moet duidelijkheidshalve de geheele plaats aanhalen.</p> + +<p xml:lang="fr">Les dix-huit premires branches (suivant l'dition et l'arrangement de +Mon) se maintiennent constamment sur le ton et dans le caractre de +l'apologue, de la fable proprement dite; elles conservent tous les +animaux leur naturel, les font parler et agir selon leurs +individualits, leur font seulement jouer des rles et des personnages +conformes leurs qualits physiques, et pour les hommes qui figurent +avec eux comme acteurs dans ces petits drames, ce ne sont gure que +quelques prtres, quelques vilains, familiers la sphre d'ides des +potes populaires, et qui conviennent la simplicit ou la rudesse +des positions dans lesquelles ils se trouvent avec les animaux, leurs +interlocuteurs ou leurs vainqueurs. Le caractre de simplicit et de +naturel de ces dix-huit branches nous dispose les regarder aussi comme +primitives, comme appartenant de prfrence aux premiers sicles des +compositions de cette espce, aux sicles de simplicit dans les +mœurs et dans les ides, aux temps o le sujet <ins class="corr" id="corr7" title="Bron: n'">n'a</ins> pas +encore t puis, o les versificateurs et leur public n'ont pas encore +t blass sur les tours ingnieux de Renart et la navet de la fable.”</p> + +<p>Alvorens verder te gaan moeten wij opmerken, dat de stelling niet +opgaat, daar b.v. de 234 eerste verzen der eerste branche blijkbaar tot +de jongste stukken behooren, daar hier herhaaldelijk verklaringen en +toepassingen voorkomen, om te doen zien, wie al zoo door Renart en +Ysengrin bedoeld worden. In de 13<sup>e</sup> (9<sup>e</sup>) branche leest men, vs. 6910:</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl" xml:lang="fr"> + <span class="i0">Se il fust pris devant Halape<br /></span> + <span class="i0">Ne fust-il pas si adolez,<br /></span> +</div> +</div> + +<p><span class="pagenum" title="LXX"></span><a id="p_lxx"></a></p> + +<p class="noi">hetgeen herinnert aan <i xml:lang="fr">Renart Le Nouvel</i>, vs. 2884:</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl" xml:lang="fr"> + <span class="i0">Ne cuit mie jusqu'en Halape<br /></span> + <span class="i0">Ait nul home qui le vousist.<br /></span> +</div> +</div> + +<p>Zoowel het eene als het andere gedicht schijnt eerst in het laatst der +dertiende eeuw zijn tegenwoordige vorm erlangd te hebben.—Over de +karakteristiek handelen wij weldra.</p> + +<p xml:lang="fr">Dans les branches 21, 22 .... les animaux acteurs agissent et parlent +encore en grande partie selon leur naturel, mais ces branches ne portent +plus tout--fait l'empreinte de la fable; ce sont plutt des rcits, des +contes versifis o les animaux des autres branches sont encore en +scne, mais o le tout prend un cachet tant soit peu diffrent.</p> + +<p xml:lang="fr">Les branches 19, 20 ...., assez longues, renferment, la vrit, des +parties qui tiennent la simple fable, et qui sont teintes d'une +couleur analogue celle qui est commune aux premires branches; mais du +reste elles sont remplies d'allusions la chevalerie et la fodalit, +et retracent les mœurs, les usages et le langage de la chevalerie. +Les animaux s'y rassemblent la cour du roi Noble le lion, tiennent +conseil, se divertissent, font le sige du chteau-fort de Maupertuis, +montent constamment cheval, s'arment l'instar des chevaliers, +parlent tous le mme langage, agissent de la mme manire, s'agitent, se +battent et triomphent sans aucun gard leur grandeur, leurs forces, + leur naturel, leurs qualits morales et physiques. Ces branches ne +laissent pas d'tre curieuses, potiques, spirituelles et plaisantes en +maint et maint endroit; mais elles ne ressemblent plus aux premires, +elles forment des pomes d'un autre style, on dirait presque d'un genre +diffrent.”</p> + +<p>Ik heb bij herhaling de fransche branches gelezen en <span class="pagenum" title="LXXI"></span><a id="p_lxxi"></a>herlezen alvorens +ik met het boek van R. bekend werd, en ik moet zeggen, dat ik niet tot +hetzelfde rezultaat als de deensche geleerde ben gekomen; en wie zich de +moeite wil getroosten de drie eerste deelen van <span class="smcap">MON</span> te doorbladeren, +zal lichtelijk ontwaren, dat <span class="smcap">ROTHE</span> ter gunste van een systeem een +willekeurig onderscheid heeft aangenomen. Wij zagen reeds dat de +achttien eerste branches van <span class="smcap">MON</span> niet alle tot de oudsten behooren; het +behoeft ook slechts eene oppervlakkige inzage opdat men zich overtuige, +dat zij zich niet onderscheiden door die <span xml:lang="fr">navet de la fable,</span>” maar +evenzeer als de volgenden behooren tot de <span xml:lang="fr">rcits ou contes versifis.</span>”</p> + +<p>Ik verwijs b.v. naar de tweede branche, waarin Renart de aal van zekere +kooplui steelt; naar de tiende, waarin de vos en de wolf een priester +bedriegen; naar de elfde, die van <span class="smcap">PIERRE DE SAINT-CLOUD</span> heet te zijn, en +die men gewoonlijk voor de oudste houdt, waarin breedvoerig geschilderd +wordt hoe Renart met een boer solt en hem behendig in het water smijt; +enz., enz.</p> + +<p>Of die achttien eerste stukken ook wel minder zijn <span xml:lang="fr">remplies d'allusions + la chevalerie et la fodalit</span>”?</p> + +<p>Vooreerst rijden ook hier de dieren te paard. In de eerste branche b.v. +heet het vs. 568 van Renart:</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl" xml:lang="fr"> + <span class="i0">Ainz ne fina d'esperoner.<br /></span> +</div> +</div> + +<p>In de tweede, vs. 893:</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl" xml:lang="fr"> + <span class="i0">Car il (R.) a trop ignel cheval.<br /></span> +</div> +</div> + +<p>In de 13<sup>e</sup> (9), vs. 6541:</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl" xml:lang="fr"> + <span class="i0">Onques ne fa ses frains tenuz.<br /></span> +</div> +</div> + +<p>In de branche aan <span class="smcap">PIERRE DE SAINT-CLOUD</span> toegeschreven zegt de vos tot +Nobel, vs. 5618:</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl" xml:lang="fr"> + <span class="i0">Miex amez la grant baronie<br /></span> + <span class="i0">De vostre cort avecques vos,<br /></span> + <span class="i0">Si con est sire Bruns li ors....<br /></span> + <span class="i0">N'avez cure de povre gent.<br /></span> +</div> +</div> + +<p><span class="pagenum" title="LXXII"></span><a id="p_lxxii"></a></p> + +<p>Op het slot der eerste branche lezen wij, vs. 736:</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl" xml:lang="fr"> + <span class="i0">A la cort Noble le lion<br /></span> + <span class="i0">Tient-on les pls et les oiances<br /></span> + <span class="i0">De mortiez guerres et de tences,<br /></span> + <span class="i0">L nos irons de lui clamer.<br /></span> +</div> +</div> + +<p>Vs. 516 spreekt Hersent er van zich aan een Godsoordeel te onderwerpen:</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl" xml:lang="fr"> + <span class="i0">.... S'om me laissoit esconduire<br /></span> + <span class="i0">Par sairement et par jose,<br /></span> + <span class="i0">Je'l feroie par del devise<br /></span> + <span class="i0">C'om me fist ardoir ou pendre<br /></span> + <span class="i0">Se ne m'en posse desfendre.<br /></span> +</div> +</div> + +<p>Uit dit alles zal men gereedelijk ontwaren, dat de onderscheiding door +<span class="smcap">ROTHE</span> gemaakt, niet opgaat; en dat de meeste branches in karakter niet +veel verschillen<a id="FNa_75" href="#FN_75" class="fnanchor">(75)</a>. Dit kon ook niet wel, omdat zelfs niet de oudste +de oorspronkelijke vorm teruggeeft. Even als onze 20<sup>e</sup> (16<sup>e</sup>) branche +zich op een boek beroept, doen het ook anderen, b.v. die van <span class="smcap">PIERRE DE +SAINT-CLOUD</span> heet te zijn, vs. 4938:</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl" xml:lang="fr"> + <span class="i0">Que se li livres nos dit voir<br /></span> + <span class="i0">O je trouve l'estoire escrite;<br /></span> +</div> +</div> + +<p class="noi">vs. 5753:</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl" xml:lang="fr"> + <span class="i0">Que se l'estoire ne nos ment.<br /></span> +</div> +</div> + +<p>Zoo ook de 5<sup>e</sup> (3<sup>e</sup>) branche, die een verhaal bevat dat ook in het stuk +van <span class="smcap">PIERRE</span> voorkomt, maar een ouder aanzien heeft, heet het vs. 1384:</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl" xml:lang="fr"> + <span class="i0">Trover le poez en l'estoire.<br /></span> +</div> +</div> + +<p>Nu hebben de omwerkers de zeden, denkbeelden en het spraakgebruik van +hunnen tijd in hun verhaal ge<span class="pagenum" title="LXXIII"></span><a id="p_lxxiii"></a>bracht, de een op deze, de andere op gene +wijze, naarmate zij zich meer of minder streng aan hun origineel +hielden. Zoo zagen wij in de 11<sup>e</sup> branche b.v. met een enkelen trek de +koninklijke hofhouding aanduiden, terwijl de schrijver zich onthoudt van +zijne dierhelden te paard te laten rijden.</p> + +<p>Het verst in ridderlijke zedeschildering gaat het laatste gedeelte der +20<sup>e</sup> (16<sup>e</sup>) branche, en ook de 19<sup>e</sup> waar de dieren gewapend met lans en +speer Reinaerts burcht belegeren; en alleen betrekkelijk deze gaat de +onderscheiding van <span class="smcap">ROTHE</span> op.</p> + +<p>Uit dit alles volgt nu, zoo ik hoop, klaarblijkelijk, dat het +karakteristieke onderscheid tusschen de branches 1–7, 21–22 en 20<i>a</i> +niet bestaat in dien zin waarin <span class="smcap">ROTHE</span> het opvatte, en die hem aanleiding +gaf de branches 20 en 21–22 aan verschillende dichters toe te schrijven. +Wij zullen dan ook later zien, dat de 20<sup>e</sup> branche, die volgens <span class="smcap">ROTHE</span> +tot de jongste bewerkingen moest behooren, gedeeltelijk althans, +waarschijnlijk tot de oudste moet gerekend worden.</p> + +<p>Keeren wij thans tot de branche 21–22 meer bepaald terug.</p> + +<p><span class="mixcap">Fauriel</span> was daaromtrent van een andere meening dan <span class="smcap">ROTHE</span>. Hij noemt de +beide branches<a id="FNa_76" href="#FN_76" class="fnanchor">(76)</a>: <span xml:lang="fr">Renart teint en jaune et Renart jongleur .... deux +productions remarquables plus d'un titre, et surtout pour tre +<i>indubitablement du mme trouvre qui l'on doit la fable du Plaid</i> +(20).</span>”</p> + +<p>Hoe verdienstelijk deze schrijver in vele opzichten is, hij heeft in +zijn artikel over den <i>Roman du Renard</i> te veel misslagen begaan om hem +op zijn woord <span class="pagenum" title="LXXIV"></span><a id="p_lxxiv"></a>te gelooven<a id="FNa_77" href="#FN_77" class="fnanchor">(77)</a>; wij moeten daarom een eigen onderzoek +instellen.</p> + +<p><span class="pagenum" title="LXXV"></span><a id="p_lxxv"></a></p> + +<p>In deze branche nu wordt hoofdzakelijk verhaald, hoe Reinaerts vrouw op +het eerste gerucht van zijnen dood zich terstond een nieuwen echtgenoot +gekozen had, die echter door Reinaert in zijne bruiloftsvreugde wordt +gestoord.</p> + +<p>Nu zegt reeds in de voorgaande, 20<sup>e</sup> branche, vs. 11745 vlg., de vos tot +den das:</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl" xml:lang="fr"> + <span class="i0">.... Se ma fame se marie,<br /></span> + <span class="i0">Tolez li quanque je li ls,<br /></span> + <span class="i0">Et si tenez ma terre en ps,<br /></span> + <span class="i0">Qar moult m'aura tost obli<br /></span> + <span class="i0">Puis que me saura devi;<br /></span> + <span class="i0">Ainz que Tibaut soit crestiens<br /></span> + <span class="i0">En metra un en ses liens:<br /></span> + <span class="i0">Qar qant li hons gist en la bire,<br /></span> + <span class="i0">Sa fame esgarde par derire<br /></span> + <span class="i0">S'ele voit home son plaisir;<br /></span> + <span class="i0">Ne puet pas son voloir taisir,<br /></span> + <span class="i0">Con plus se pasme et vet tremblant,<br /></span> + <span class="i0">Qu'il ne li face aucun semblant.<br /></span> + <span class="i0">Tot autretel fera la moie,<br /></span> + <span class="i0">Jusqu'au tiers jors r'aura sa joie.<br /></span> +</div> +</div> + +<p>Die soort van voorspelling wordt nu in de volgende branche vervuld. Ook +in deze komen herinneringen voor aan het voorgaande stuk, b.v. vs. +12165–8, waar gewezen wordt op het gebeurde op het laatst der 20<sup>e</sup> +branche, vs. 11531, 11957. En nog duidelijker heet het vs. 12679:</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl" xml:lang="fr"> + <span class="i0">A une liue d'iloc ot,<br /></span> + <span class="i0">Si que Renarz moult bien le sot,<br /></span> + <span class="i0">Une tombe d'une martire,<br /></span> + <span class="i0">Dont vos m'avez bien o dire,<br /></span> + <span class="i0">De Coupe qui l gisoit:<br /></span> + <span class="i0">Tretoz li mondes le disoit<br /></span> + <span class="i0">Qu'ele fesoit apertement<br /></span> + <span class="i0">Vertuz toz conmunalment.<br /></span> + <span class="i0">Nus hons n'i vient, tant soit enfers,<br /></span> +<span class="pagenum" title="LXXVI"></span><a id="p_lxxvi"></a> + <span class="i0">Ou soit moignes, on lais ou clers,<br /></span> + <span class="i0">De tot le mal que il ust,<br /></span> + <span class="i0">Que meintenant gariz ne fust.<br /></span> +</div> +</div> + +<p>Dit ziet op het vroeger verhaalde geval, vs. 10147, waar men ontdekt dat +Coupe, de door Renart vermoorde hen, eene heilige martelares was, op +wier graf de haas door een mirakel van zijne koorts genezen wordt.</p> + +<p>Opmerkelijk is het, dat hier vs. 12682 de dichter uitdrukkelijk zegt:</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl" xml:lang="fr"> + <span class="i0">Dont vos m'avez bien o dire,<br /></span> +</div> +</div> + +<p class="noi">zoodat wij hier meer hebben dan eene bloote toespeling, ja de zeer +stellige verklaring dat beide branches van n en denzelfden dichter +zijn. <span class="mixcap">Rothe</span> wil dit echter niet aannemen, en om zijne opvatting te +redden neemt hij zijne toevlucht tot de volgende gissing: <span xml:lang="fr">Si l'on osait +regarder la vingtime branche, telle que nous la connaissons +aujourd'hui, comme un remaniement plus rcent et plus spirituel d'un +original antrieur, on pourrait supposer, que les branches vingt-et-une +et vingt-deux ont eu une conformit et une liaison plus compltes avec +cet ancien original de la vingtime</span><a id="FNa_78" href="#FN_78" class="fnanchor">(78)</a>.”</p> + +<p>Het valt intusschen in het oog, dat dit niets anders is dan eene +hypothese, die alleen gerechtvaardigd wordt door <span class="smcap">ROTHES</span> onkritische +beschouwing der 20<sup>e</sup> branche, waarin hij geene twee verschillende handen +opmerkte.</p> + +<p>De geleerde Deen gaat daarbij ook nog van eene andere verkeerde stelling +uit. Hij schijnt aan te nemen dat wij de 21–22<sup>e</sup> branche in hare +oorspronkelijke, onomgewerkte vorm bezitten, en dit kan toch niet in het +algemeen als waar aangenomen worden.</p> + +<p>Er komen toespelingen in voor op het tweede gedeelte <span class="pagenum" title="LXXVII"></span><a id="p_lxxvii"></a>der 20<sup>e</sup> branche, +in welk deel ook de aangehaalde woorden van Renart voorkomen, die ons op +de 21–22<sup>e</sup> moeten voorbereiden, zoodat de aanknoopingspunten blijkbaar +eerst later in dit verhaal zijn gebracht, dat overigens eene overoude +overlevering schijnt te bevatten<a id="FNa_79" href="#FN_79" class="fnanchor">(79)</a>.</p> + +<p>Dit alles schijnt echter juist de stelling van n en denzelfden dichter +niet waarschijnlijker te maken; maar van den anderen kant pleit voor de +identiteit des dichters de vermelding van de kanonisatie van Coppe in +het eerste gedeelte der 20<sup>e</sup> branche, en wel te midden van het verhaal, +en onder nadrukkelijke verklaring</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl" xml:lang="fr"> + <span class="i0">Dont <span class="smcap">VOS M'</span> <i>avez bien o dire</i>.<br /></span> +</div> +</div> + +<p><span class="mixcap">Rothe</span> is ook op dien regel gestuit. <i xml:lang="fr">Le vos m'avez bien o dire</i>”, zegt +hij<a id="FNa_80" href="#FN_80" class="fnanchor">(80)</a>, <span xml:lang="fr">semblerait la vrit signaler le mme auteur pour les deux +branches; mais d'autres considrations ne permettent pas de la +supposer.</span>”</p> + +<p>Die andere considrations” meenen wij genoegsaam werlegd te hebben, +zoodat <span class="smcap">ROTHES</span> eenige grond vervalt; want niemand zal wel eenig gewicht +hechten aan hetgeen hij er op laat volgen: Du reste l'auteur de la 22<sup>e</sup> +branche <i>a pu</i> chanter cela ailleurs, et non pas dans la 20<sup>e</sup> branche +prcisment.”</p> + +<p>Het verwondert ons, dat hij niet eenen anderen uitweg heeft +voorgeslagen, die trouwens ten gevolge van onze andere opmerkingen ook +bij ons kan opkomen.</p> + +<p>Daar er blijkbaar een streven zichtbaar is om de 20<sup>e</sup> en 21–22<sup>e</sup> branche +aan elkander te rijgen; zou het niet onmogelijk zijn, dat de schrijver +van het tweede gedeelte der 20<sup>e</sup> branche, aan wien deze aaneenhechting +wel mag worden toegeschreven, hier eene kleine verandering<span class="pagenum" title="LXXVIII"></span><a id="p_lxxviii"></a>in den tekst +had gebracht, daar er oorspronkelijk wel kon gestaan hebben:</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl" xml:lang="fr"> + <span class="i0">Dont vos avez bien o dire,<br /></span> +</div> +</div> + +<p class="noi">zoo als men in verschillende andere gedichten aantreft.</p> + +<p>En toch durf ik deze tekstverandering niet als een bewezen feit +aannemen, daar geen enkel handschrift eene andere lezing schijnt aan te +bieden dan die welke <span class="smcap">MON</span> gevolgd is. Wij hebben dan hier niets anders +dan eene waarschijnlijke konjektuur.</p> + +<p>Men mag echter misschien nog verder gaan, en veronderstellen, dat de +naam van Coupe hier slechts is ingevoegd om de aanknooping in de hand +te werken, terwijl er vroeger alleen van een martelaar, een heilige in +'t algemeen in het ouder gedicht sprake was.</p> + +<p>De omstandigheid dat Reinaerts vrouw hem voor dood hield, verbiedt ons +bepaaldelijk deze branche aan 20<i>a</i> vast te knoopen, waar Reinaert juist +bij zijne echtgenoot en kinderen gelukkig was aangekomen: om de +aansluiting mogelijk te maken, was de invoering der branche 20<i>b</i> +noodzakelijk.</p> + +<p>Dat in alle handschriften de branches 20, 21–22 terstond achter elkander +volgen, bewijst niets, daar alle codices jong zijn, en uit een tijd, dat +de inorganische vereeniging reeds lang had plaats gegrepen.</p> + +<p>Opmerkelijk is het ook, dat terwijl in de 20<sup>e</sup> branche tweemaal eene +onloochenbare toespeling voorkomt op de <i xml:lang="fr">Chanson de Guillaume au cort +nez</i>, dit gedicht juist in de 21–22<sup>e</sup> branche niet vermeld wordt, waar +van de <i xml:lang="fr">Chansons de geste</i> alleen genoemd worden, vs. 12623:</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl" xml:lang="fr"> + <span class="i6">Chanson d'Ogier,<br /></span> + <span class="i0">Et de Rolant et d'Olivier,<br /></span> + <span class="i0">Et de Charlon le ber chanu,<br /></span> +</div> +</div> + +<p class="noi">waarbij men wel mag opmerken dat, zoo de schrijver <span class="pagenum" title="LXXIX"></span><a id="p_lxxix"></a>dezer branche ook de +auteur der voorgaande was, hij zeker ook hier in de eerste plaats het +gedicht zou vermeld hebben dat hem zoo gedurig voor den geest had +gezweefd, toen hij de 20<sup>e</sup> branche schreef.</p> + +<p>Nu is er wel overeenkomst in taal en spraakwendingen, maar daaruit +blijkt toch maar alleen, dat de schrijver in Fransch-Vlaanderen t'huis +behoorde, hetgeen ons niet zal verwonderen als wij de omwerking of +althans de aanhechting der 21–22<sup>e</sup> branche aan den schrijver van 20<i>b</i> +mogen toeschrijven.</p> + +<p>Een paar voorbeelden mogen het taaleigen bewijzen.</p> + +<p>Renart doet zich voor als een vreemde jongleur, die het Fransch +rbraakt, en gebruikt daarbij soms vlaamsche woorden. Vs. 12106:</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl" xml:lang="fr"> + <span class="i0">Ez-vos Renart qui le salue:<br /></span> + <span class="i0">„<i>Godehelpe!</i> fet-il, bel sire.”<br /></span> +</div> +</div> + +<p>Vs. 12153 vraagt hem Ysengrin:</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl" xml:lang="fr"> + <span class="i0">Et sez-tu le lai Dam Iset?”<br /></span> + <span class="i0">—„Ja, Ja, dist-il, godistonet(?),<br /></span> + <span class="i0">Je fot saver, dist-il, trestouz.<br /></span> +</div> +</div> + +<p>Opmerkelijker is eene andere uitdrukking. Vs. 12858 verwijt Hersant aan +de vossin:</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl" xml:lang="fr"> + <span class="i0">Mespris avez en tel manire<br /></span> + <span class="i0">Qu'en vos en tient chamberire,<br /></span> + <span class="i0">Qui conmunaus est garons:<br /></span> + <span class="i0">Trestuit <i>li entrent s arons</i>.<br /></span> +</div> +</div> + +<p>Dezelfde zeldzame overdrachtelijke spreekwijs vindt men ook terug, br. +20<i>a</i>, vs. 9734, waar aan Hersant verweten wordt:</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl" xml:lang="fr"> + <span class="i0">Que dans Renars, cis fox garons<br /></span> + <span class="i0">Vos <i>entra</i> onques <i>s arons</i>.<br /></span> +</div> +</div> + +<p>Is dit echter genoegsaam om beide branches aan denzelfden dichter toe te +kennen, of moet men hier aan overneming denken?</p> + +<p><span class="pagenum" title="LXXX"></span><a id="p_lxxx"></a></p> + +<p>Ik heb die uitdrukking nog maar in ne andere branche terug gevonden, +die tot de 20<sup>e</sup> in zeer naauwe betrekking staat, waarom wij er hier een +woord van moeten zeggen. Het is namelijk de eerste.</p> + +<p>Die eerste branche is uit twee, misschien drie, zeer verschillende +stukken samengeflanst, gelijk <span class="smcap">GRIMM</span> reeds heeft aangetoond<a id="FNa_81" href="#FN_81" class="fnanchor">(81)</a>. Het +eerste loopt van vs. 1 tot 233 of 335, na welk laatste vers een nieuw +verhaal begint, dat tot aan het einde doorloopt.</p> + +<p>De inhoud dier branche 1<i>b</i> hangt ten naauwste samen met de 20<sup>e</sup>. Dr +toch wordt het feit, de misdaad, verhaald, waarover Isengrim zich in de +20<sup>e</sup> ten hove komt beklagen. Buitendien, in de laatste regels van 1<i>b</i> +geeft Hersent aan Isengrim den raad zich ten hove des konings te +beklagen over den hoon hem door Reinaert aangedaan.</p> + +<p>De laatste regels komen echter niet in alle handschriften voor. Br. 1<i>b</i> +vindt men niet in alle codices: slechts in de 1<sup>e</sup>, 2<sup>e</sup> en 6<sup>e</sup> bij <span class="smcap">ROTHE</span> +geanalyzeerd, en ook in het vatikaansche handschrift. In het laatste nu +ontbreken juist de 32 laatste verzen, waarin de overgang tot de 20<sup>e</sup> +branche wordt voorbereid<a id="FNa_82" href="#FN_82" class="fnanchor">(82)</a>, en ik weet niet of zij wel in <span class="smcap">ROTHES</span> hss. +2 en 6 gevonden worden, daar hij slechts gewaagt van <span xml:lang="fr"> peu prs la +dernire moiti de la branche premire</span>”<a id="FNa_83" href="#FN_83" class="fnanchor">(83)</a>.</p> + +<p>Daar nu slechts n enkel handschrift die voorbereidingswoorden<span class="pagenum" title="LXXXI"></span><a id="p_lxxxi"></a> +schijnen te bevatten, behoeft men er niet veel gewicht aan te hechten. +Branche 1<i>b</i> kan echter niet als een op zichzelf staand gedicht worden +beschouwd.</p> + +<p>Verschillende uitdrukkingen wijzen op een naauwer verwantschap tusschen +dit stuk en 20<i>a</i>.</p> + +<p>De dieren rijden hier als dr te paard. Wij vinden hier voorbereiding +tot hetgeen later in 20<i>a</i> volgt. Vs. 513 zegt Hersent tot haar +echtgenoot:</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl" xml:lang="fr"> + <span class="i0">„Sire, fait-ele, vos diroiz<br /></span> + <span class="i0">Corociez estes, n'est pas droiz<br /></span> + <span class="i0">Que vos mostrez ici vostre ire;<br /></span> + <span class="i0">Que s'om me laissait esconduire<br /></span> + <span class="i0">Par sairement et par jose,<br /></span> + <span class="i0">Je'l feroie par tel devise,<br /></span> + <span class="i0">C'om me fist ardoir ou pendre<br /></span> + <span class="i0">Se ne m'en posse desfendre.”<br /></span> +</div> +</div> + +<p>Dit hangt samen met br. 20<i>a</i>, vs. 9790, waar Hersent zegt:</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl" xml:lang="fr"> + <span class="i0">„J'amasse miex assez la ps<br /></span> + <span class="i0">Entre mon seignor et Renart,<br /></span> + <span class="i0">Voir qui en moi n'ot onques part,<br /></span> + <span class="i0">En tel manire n'en tel guise,<br /></span> + <span class="i0">Si que j'en feroie une juise,<br /></span> + <span class="i0">Ou de froide ve ou de fer chant.<br /></span> + <span class="i0">Ms mon escondire que vaut!” <i>etc.</i><br /></span> +</div> +</div> + +<p>Ten einde ons betoog zoo eenvoudig mogelijk te maken, moeten wij hier +reeds wijzen op den aard van den samenhang. Br. 1<i>b</i> is blijkbaar <i>aprs +coup</i> gemaakt, door een schrijver die meer in het breede wilde verhalen +wat in de 20<sup>e</sup> branche als voorafgegane gebeurtenis en hoofdoorzaak van +de veete tusschen Renart en Ysengrin, slechts wordt aangestipt. Dat dit +door den schrijver van 20<i>a</i> zelf zou geschied zijn, is a priori reeds +onwaarschijnlijk. Vooreerst, omdat hij daardoor de kunsteenheid van zijn +eerste werk zou hebben <span class="pagenum" title="LXXXII"></span><a id="p_lxxxii"></a>opgeheven; ten anderen omdat hij dan later in de +20<sup>e</sup> branche den aanhefsregel</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl" xml:lang="fr"> + <span class="i0">Ce dist l'estoire <i>s premiers vers</i>,<br /></span> +</div> +</div> + +<p class="noi">wel zou hebben veranderd; eindelijk omdat de schrijver van 1<i>b</i> ook +branche 19 voor zich had, die zeer zeker niet door den dichter van 20<i>a</i> +is bearbeid.</p> + +<p>Vs. 636 toch zegt Renart tot den wolf:</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl" xml:lang="fr"> + <span class="i0">Ne forfis rien vostre fame,<br /></span> + <span class="i0">Et por moi et por lui desfandre<br /></span> + <span class="i0">Tot par l o le vodrez prendre,<br /></span> + <span class="i0">Un sairement vos aramis<br /></span> + <span class="i0">Au los de voz meillors amis.<br /></span> +</div> +</div> + +<p>Men ziet duidelijk, dat dit eene toespeling is op de eedsaflegging die +in de 19<sup>e</sup> branche omstandig verhaald wordt.</p> + +<p>Met die 19<sup>e</sup> heeft ook 1<i>b</i> nog dat gemeen, dat in beiden Ysengrin +<i xml:lang="fr">conestable</i> genoemd wordt<a id="FNa_84" href="#FN_84" class="fnanchor">(84)</a>, b.v. vs. 352 en 8255, 8363, 8521.</p> + +<p>De branche 1<i>b</i> kan dus niet van den dichter van 20<i>a</i> zijn. Treffen wij +dus bij beiden dezelfde opmerkelijke uitdrukkingen, dan kan er alleen +aan overneming gedacht worden. Zoo geschiedt dit vs. 504, waar wij +lezen:</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl" xml:lang="fr"> + <span class="i0">.... Renars cix rous, cix puanz,<br /></span> + <span class="i0">Cix viz lechierres, cix garons,<br /></span> + <span class="i0">Vos <i>monta onques s arons</i>.<br /></span> +</div> +</div> + +<p>Hieruit volgt dan ook, dat het gebruik dier uitdrukking in 21–22 nog +niet noodzakelijk bewijst dat deze branche door den dichter van 20<i>a</i> +moet zijn bewerkt.</p> + +<p>Br. 1<i>b</i> schijnt nog eene uitdrukking met 20<i>a</i> gemeen te hebben. Vs. +632 zweert Renart dat hij des wolfs vrouw niet heeft geschoffeerd:</p> + +<p><span class="pagenum" title="LXXXIII"></span><a id="p_lxxxiii"></a></p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl" xml:lang="fr"> + <span class="i0">Par Dieu, beau sire, ne'l crez,<br /></span> + <span class="i0">Que nules riens i aie faites,<br /></span> + <span class="i0"><i>Ne dras levez, ne braies traites</i>;<br /></span> + <span class="i0">Ains par cest cors ne par ceste ame!<br /></span> + <span class="i0">Ne forfis rien vostre fame.”<br /></span> +</div> +</div> + +<p>In welke houding gij mij ook gezien hebt, dat wat gij vermoedt, heeft +geen plaats kunnen hebben; want zie maar, ik heb bij haar geen <i xml:lang="fr">dras +levez</i>, noch bij mij zelf <i xml:lang="fr">braie traite</i>.</p> + +<p>In de 20<sup>e</sup> branche zegt de vos, vs. 10997, tot zijne verdediging:</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl" xml:lang="fr"> + <span class="i0">„Et puis qu'i <i>n'i ot braies traites</i>,<br /></span> + <span class="i0">Ne huis brisiez, ne portes fraites,<br /></span> + <span class="i0">S'ele m'a chier, et ele m'aime,<br /></span> + <span class="i0">Cix faus jalous de coi se claime?”<br /></span> +</div> +</div> + +<p>Hier is intusschen de uitdrukking <i xml:lang="fr">traire braies</i> niet op hare plaats; +zij is hier blijkbaar den afschrijver uit de pen geschoten, wien zij uit +de eerste branche, die vooraan in het manuscript stond, in het hoofd +lag. Waarschijnlijk moet hier gelezen worden:</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl" xml:lang="fr"> + <span class="i0">Et puis que n'i ot <i>force fte</i>,<br /></span> + <span class="i0">Ne huis brisiez, ne porte frte,<br /></span> +</div> +</div> + +<p class="noi">even als op eene andere plaats, vs. 9761, de das zegt:</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl" xml:lang="fr"> + <span class="i0">„Et puis qu'il n'i ot force fte,<br /></span> + <span class="i0">Ne huis brisi, ne trive frte,<br /></span> + <span class="i0">Se Renars le fist par amors,<br /></span> + <span class="i0">N'i afiert ire ne clamors.<br /></span> +</div> +</div> + +<p>Dat echter de eene uitdrukking de andere heeft in 't leven geroepen, is +meer dan waarschijnlijk.</p> + +<p>Nog eene bijzonderheid mag ons niet ontgaan. Reinaert had, gelijk wij +van elders weten, meer dan n kasteel, even als elke goede vos meer dan +n hol heeft. Behalve <i xml:lang="fr">Malpertuis</i>, wordt ook nog <i xml:lang="fr">Malcrues</i> genoemd. +Zoo b.v. in de 19<sup>e</sup> branche, vs. 5972:</p> + +<p><span class="pagenum" title="LXXXIV"></span><a id="p_lxxxiv"></a></p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl" xml:lang="fr"> + <span class="i0">Et il se r'est en <i>Malcrues</i> mis,<br /></span> +</div> +</div> + +<p class="noi">en vs. 8932:</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl" xml:lang="fr"> + <span class="i0">Droit <i>Malcrues</i> son repre,<br /></span> +</div> +</div> + +<p class="noi">zoo als een der codices leest<a id="FNa_85" href="#FN_85" class="fnanchor">(85)</a>, maar waarvoor de uitgave van <span class="smcap">MON</span> +terecht leest <i xml:lang="fr">Malpertuis</i>, zoo als de rhythmus leert.</p> + +<p>Die zelden voorkomende naam hoort waarschijnlijk ook in branche 20<i>a</i> +(16) t'huis; immers vs. 10803 zegt de vos in zijne biecht, van eene +vorige belegering van zijne burcht sprekende,</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl" xml:lang="fr"> + <span class="i0">Qant li ost<a id="FNa_86" href="#FN_86" class="fnanchor">(86)</a> fu devant <i>mon crues</i>,<br /></span> + <span class="i0 g2">........................<br /></span> + <span class="i0">Tuit furent batu et ploi.<br /></span> +</div> +</div> + +<p>Moest men daar in ste van het meer algemeene gezegde niet den eigennaam +van Reinaerts burcht verwachten, en lezen: <i xml:lang="fr">devant Malcrues</i>?</p> + +<p>Opmerkelijk is het, dat dezelfde schrijffout, natuurlijk van denzelfden +afschrijver, ook in branche 1<i>b</i>, vs. 568 voorkomt, waar het heet:</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl" xml:lang="fr"> + <span class="i0">Ainz ne fina d'esperoner<br /></span> + <span class="i0">Jusqu'a l'entre <i>d'un mal crues</i>,<br /></span> +</div> +</div> + +<p class="noi">waar blijkbaar <i xml:lang="fr">de Malcrues</i> moet gelezen worden, daar weinige verzen +later, vs. 577, juist van die plaats gezegd wordt:</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl" xml:lang="fr"> + <span class="i0">Li chastiaus estoit auques fort.<br /></span> +</div> +</div> + +<p>Daar nu dezelfde naam ook in de 19<sup>e</sup> branche voorkomt, behoeft het geen +betoog, dat zij in de 1<sup>e</sup> er niet toe kan leiden om deze aan den dichter +der 20<sup>e</sup> toe te schrijven.</p> + +<p>De einduitkomst van dit onderzoek moet, dunkt mij, zijn, dat branche +20<i>a</i> eenmaal op zichzelf stond, en <span class="pagenum" title="LXXXV"></span><a id="p_lxxxv"></a>dat daaraan <i>iets later</i> door den +schrijver van 20<i>b</i> ook de branche 21–22 werd toegevoegd. Waarschijnlijk +heeft wederom een jonger schrijver uit dezelfde landstreek er ook de +19<sup>e</sup> branche bijgedicht.</p> + +<p>Zoowel <span class="smcap">ROTHE</span><a id="FNa_87" href="#FN_87" class="fnanchor">(87)</a>, als <span class="smcap">GRIMM</span><a id="FNa_88" href="#FN_88" class="fnanchor">(88)</a> hebben reeds opgemerkt, dat het begin +der 20<sup>e</sup> (16<sup>e</sup>) branche zich aan de vorige aansluit, waarin verhaald +wordt, hoe Renart zich onttrok aan het afleggen van een zuiveringseed op +het lijk van een martelaar, omdat hij ontdekt had, dat men hem in eene +hinderlaag wilde lokken. De fransche branche 20 zegt, vs. 9689:</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl" xml:lang="fr"> + <span class="i0">Quant li saint furent aport,<br /></span> + <span class="i0">Il se retraist mout tost arire,<br /></span> + <span class="i0">Si se fri en sa taisnire.<br /></span> +</div> +</div> + +<p>En evenzoo in den mnl. <i>Reinaert</i>, vs. <a href="#l_82">82</a>:</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl"> + <span class="i8">Also saen<br /></span> + <span class="i0">Alse die heleghe waren brocht,<br /></span> + <span class="i0">Was hi andersins bedocht,<br /></span> + <span class="i0">Ende ontfoer in sine veste.<br /></span> +</div> +</div> + +<p>Zoo er al samenhang is, beide genoemde geleerden zijn het eens, dat +evenwel die twee branches van verschillende dichters zijn. Ook wij nemen +die stelling aan, hoewel zij ons bij <span class="smcap">ROTHE</span> vreemd klinkt om de +opvallende overeenkomst in karakter met branche 20<i>b</i>, die hij niet van +20<i>a</i> scheidt.</p> + +<p>Dat de 19<sup>e</sup> branche reeds op de 20<sup>e</sup> voorbereidt, bewijst slechts dat +men er naar streefde om ze beiden aan een te rijgen. Daarom zegt +Grimbert in het slot tot den wolf, vs. 9635:</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl" xml:lang="fr"> + <span class="i0">„.... por Renart..........<br /></span> + <span class="i0">Alez cort, ne ftes noise:<br /></span> + <span class="i0">De rien i a de mesprison,<br /></span> +<span class="pagenum" title="LXXXVI"></span><a id="p_lxxxvi"></a> + <span class="i0">L vos en fera-il reson.”<br /></span> + <span class="i0">Dist Ysengrins: „Je m'i acort:<br /></span> + <span class="i0">Quel part que la parole tort,<br /></span> + <span class="i0">Ouen en Mai ferai mon claim:<br /></span> + <span class="i0">A mon seignor, que je moult aim,<br /></span> + <span class="i0">Me clamerai del trateur” <i>etc.</i><br /></span> +</div> +</div> + +<p>Maar dit geeft ons nog geen recht beide branches aan denzelfden +schrijver toe te kennen; zelfs niet als wij weten, dat zij ook een +Vlaming tot auteur heeft, zoo als ons uit zijne taal kan blijken.</p> + +<p>Immers vs. 9202 zegt hij:</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl" xml:lang="fr"> + <span class="i0">Anuit aurez moult bon herbert,<br /></span> +</div> +</div> + +<p class="noi">wat niets anders is dan eene gewijzigde uitspraak van <i xml:lang="fr">herberc</i>, ons +<i>herberg</i>, en dus verschilt van het gewone <i xml:lang="fr">hberge</i>.</p> + +<p>Vs. 9147 leest men nog bepaalder:</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl" xml:lang="fr"> + <span class="i0">Grimbert respont: „Ja, ja.”<br /></span> +</div> +</div> + +<p>De schrijver kende de geheele 20<sup>e</sup> branche, zoowel het oorspronkelijke +deel als het toevoegsel.</p> + +<p>Uit het eerste nam hij, vs. 9267, de namen <i xml:lang="fr">Goubert</i> (br. 20<i>a</i>, vs. +10371), en vs. 9261, <i xml:lang="fr">dame Poufile</i> (br. 20<i>a</i>, vs. 10378).</p> + +<p>Uit het tweede den banierdrager, daar hij, vs. 9045, schrijft:</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl" xml:lang="fr"> + <span class="i0">Cel jor porta le confanon<br /></span> + <span class="i0">Li putoiz qui Foinez ot non.<br /></span> +</div> +</div> + +<p>In de 20<sup>e</sup> branche is <i xml:lang="fr">li limaons</i> de banierdrager, vs. 11313, 11558, +11617; maar juist uit de bijvoeging <i xml:lang="fr">cel jor</i> blijkt, dat de schrijver +zich van de afwijking bewust was, en dus 20<i>b</i> kende.</p> + +<p>In br. 20<i>b</i> zien wij de dieren, als ware ridders, met lans en speer +tegen Reinaerts burcht optrekken. In dit opzicht gaat de schrijver van +br. 19 nog verder, daar hij zelfs van een hond, die niet tot de edeler +dieren der <span class="pagenum" title="LXXXVII"></span><a id="p_lxxxvii"></a>hofhouding behoort, en die Reinaert najaagt, zegt, vs. 9481:</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl" xml:lang="fr"> + <span class="i0">Primes i cort, ainz que li autre,<br /></span> + <span class="i0"><i>Lance leve sor le fautre</i>,<br /></span> + <span class="i0">Rooniax li chiens.<br /></span> +</div> +</div> + +<p>Dat dit alles ontleend is, blijkt nog uit kleinigheden. Zoo b.v. noemt +de schrijver van branche 19 zelden de namen der edeler dieren: in den +regel heet bij hem de koning slechts <i xml:lang="fr">li lions</i>, vs. 8346, 8383, 8476, +8876, 8907, 9021; de beer, <i xml:lang="fr">li ors</i>, vs. 8745, 8774, enz.</p> + +<p>Eenmaal bestond er zeer zeker een streven om de branches 19, 20, 21–22 +met elkander in verband te brengen<a id="FNa_89" href="#FN_89" class="fnanchor">(89)</a>: door wien, en wanneer is nu die +vereenigingsband om deze gedichten geslagen?</p> + +<p>Mij dunkt dit heeft ongeveer in de tweede helft der dertiende eeuw +moeten plaats hebben, toen wellicht de branches 1<i>b</i>, 19, 20, 21–22 als +een zeker geheel werden aangemerkt.</p> + +<p>In de veertiende eeuw schijnt deze band wer te zijn verbroken, daar men +bij de bijeenzameling van meerdere branches eene andere rangregeling +moest aannemen om de gebeurtenissen elkander zoo regelmatig mogelijk te +laten opvolgen.</p> + +<p>Zoo werd b.v. de eerste branche in het handschrift, dat <span class="smcap">MON</span> tot +grondslag van zijne uitgave legde, geheel vooraan geplaatst, en dit hs. +is het eenige waarin branche 19 onmiddellijk aan de 20<sup>e</sup> voorafgaat, +terwijl zij in al de anderen verre daarvan verwijderd staat.</p> + +<p>Die vereeniging had echter eerst plaats nadat reeds 20<i>a</i> en <i>b</i> waren +tesamengesmolten, en wellicht ook 21–22 daaraan toegevoegd, maar nog +niet de 19<sup>e</sup>; want <span class="pagenum" title="LXXXVIII"></span><a id="p_lxxxviii"></a>het is opmerkelijk, dat de schrijver van onzen +<i>Reinaert</i> de personagie van Roonel den hond, die toch in de 20<sup>e</sup> +branche voorkomt, in 't geheel niet noemt, waaruit men zou mogen +opmaken, dat hij het verhaal, waarin deze eene hoofdrol speelt, niet +gekend heeft.</p> + +<hr class="chend" /> + +<h3 id="inl_V">V.</h3> + +<p>Nu wij ons eenigsins hebben bekend gemaakt met de fransche branche, die +wij als de mogelijke bron van onzen <i>Reinaert</i> aanzien, kunnen wij er +toe overgaan om door eene nadere vergelijking de waarheid van ons +beweren te staven.</p> + +<p>Wij zullen punten van overeenkomst aantreffen die treffend zijn, maar +ook zeer merkwaardige afwijkingen. Om dus de verhouding van ons gedicht +tot het fransche aan te wijzen, om eenig meerder licht te verspreiden +over het ontstaan van den <i>Reinaert</i>, en een duidelijker inzicht te +verkrijgen in zijne kunstwaarde, moeten wij zoowel de overeenstemming +als de afwijking in bijzonderheden nagaan.</p> + +<p><span class="mixcap">Willems</span> heeft reeds de rangnummers van vele overeenkomstige verzen van +beide teksten naast elkander geplaatst<a id="FNa_90" href="#FN_90" class="fnanchor">(90)</a>, maar om de letterlijke +overeenkomst recht duidelijk in het oog te doen vallen, om allen +mogelijken twijfel weg te nemen, moeten wij de voornaamste letterlijk +eensluidende plaatsen nevens elkander den lezer voor oogen stellen.</p> + +<p>Na eene inleiding van weinige verzen begint het fransche gedicht aldus, +vs. 9659:</p> + +<p><span class="pagenum" title="LXXXIX"></span><a id="p_lxxxix"></a></p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl" xml:lang="fr"> + <span class="i1">Ce dist l'estoire s premiers vers,<br /></span> + <span class="i0">Que j estoit passez yvers,<br /></span> + <span class="i0">Et l'aube-espine florisoit,<br /></span> + <span class="i0">Et que la rose espanisoit,<br /></span> + <span class="i0">Et pres fu de l'Acension,<br /></span> + <span class="i0">Que sire Noble, le lyon,<br /></span> + <span class="i0">Toutes les bestes fist venir<br /></span> + <span class="i0">En son pals por cort tenir.<br /></span> + <span class="i0">Onques n'i ot beste tant ose,<br /></span> + <span class="i0">Qui se tardast por nule chose,<br /></span> + <span class="i0">Qu'ele n'i viengne hastivement,<br /></span> + <span class="i0">Fors dans Renars tant solement.<br /></span> + <span class="i0">Le mal baron, le sodoiant,<br /></span> + <span class="i0">Que tuit li autre vont huiant,<br /></span> + <span class="i0">Et encusant devant le roi,<br /></span> + <span class="i0">Par son engin, par son desroi.<br /></span> +</div> +</div> + +<p>Evenzoo vangt, na eene inleiding, onze <i>Reinaert</i> aan, vs. <a href="#l_41">41</a>:</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl"> + <span class="i1">Het was in enen Sinxendaghe,<br /></span> + <span class="i0">Dat beide bosch ende haghe<br /></span> + <span class="i0">Met groenen loveren waren bevaen.<br /></span> + <span class="i0">Nobel, die coninc, hadde ghedaen<br /></span> + <span class="i0">Sijn hof craieren over al,<br /></span> + <span class="i0">Dat hi waende, hadde hijs gheval,<br /></span> + <span class="i0">Houden te wel groten love.<br /></span> + <span class="i0">Doe quamen tes coninx hove<br /></span> + <span class="i0">Alle die diere, groot ende clene,<br /></span> + <span class="i0">Sonder vos Reinaert allene:<br /></span> + <span class="i0">Hi hadde te hove so vele mesdaen,<br /></span> + <span class="i0">Dat hire niet ne dorste gaen.<br /></span> + <span class="i0 g2">....................<br /></span> + <span class="i0">Doe al dat hof versamet was<br /></span> + <span class="i0">Was daer niemen..........<br /></span> + <span class="i0">Hine hadde te claghene over Reinaerde<br /></span> + <span class="i0">Den fellen, metten roden baerde.<br /></span> +</div> +<div class="stanzainl"> + <hr class="poeminl" /> +</div> +<div class="stanzainl"> + <span class="i0" xml:lang="fr">Et conpissa toz mes loviax. <span class="regel">9685.</span><br /></span> + <span class="i0">Ende mine kindre so mesvoert, <span class="regel"><i>Rein.</i> <a href="#l_74">74</a>.</span><br /></span> + <span class="i0">Dat hise besekede.<br /></span> +</div> +<div class="stanzainl"> + <hr class="poeminl" /> +</div> +<span class="pagenum" title="XC"></span><a id="p_xc"></a> +<div class="stanzainl"> + <span class="i0" xml:lang="fr">Renarz prist jor de l'escondire <span class="regel">9687.</span><br /></span> + <span class="i0" xml:lang="fr">Qu'il n'avoit pas fait l'avoutire.<br /></span> + <span class="i0" xml:lang="fr">Quant li saint furent apport,<br /></span> + <span class="i0" xml:lang="fr">Ne sai qui li ot enort,<br /></span> + <span class="i0" xml:lang="fr">Il se retraist mout tost arire,<br /></span> + <span class="i0" xml:lang="fr">Si se fri en sa taisnire.<br /></span> + <span class="i0">Het was sint so verre comen, <span class="regel"><i>Rein.</i> <a href="#l_79">79</a>.</span><br /></span> + <span class="i0">Datter een dach af was ghenomen,<br /></span> + <span class="i0">Ende Reinaert soude hebben ghedaen<br /></span> + <span class="i0">Sine onsculde: ende also saen<br /></span> + <span class="i0">Alse die heleghe waren brocht,<br /></span> + <span class="i0">Was hi andersins bedocht,<br /></span> + <span class="i0">Ende ontvoer in sine veste.<br /></span> +</div> +<div class="stanzainl"> + <hr class="poeminl" /> +</div> +<div class="stanzainl"> + <span class="i0" xml:lang="fr">Quant la vegile fu chante <span class="regel">10109.</span><br /></span> + <span class="i0" xml:lang="fr">Le cors portrent enterrer;<br /></span> + <span class="i0" xml:lang="fr">Ms ainois le firent serrer<br /></span> + <span class="i0" xml:lang="fr">En un moult bel vessel de plon,<br /></span> + <span class="i0" xml:lang="fr">Ains plus riches ne vit nus hon;<br /></span> + <span class="i0" xml:lang="fr">Puis l'enforent soz un arbre,<br /></span> + <span class="i0" xml:lang="fr">Et par desus mistrent un marbre,<br /></span> + <span class="i0" xml:lang="fr">S'i ont escrit le non la dame.<br /></span> + <span class="i0">Doe die vigilie ghehent was, <span class="regel"><i>Rein.</i> <a href="#l_450">450</a>.</span><br /></span> + <span class="i0">Doe leidemen Coppen in dat graf,<br /></span> + <span class="i0">Dat bi engiene ghemaket was,<br /></span> + <span class="i0">(Onder die linde, in een gras,)<br /></span> + <span class="i0">Van maerberstene, die slecht was:<br /></span> + <span class="i0">Die letteren, die men daer ane sach,<br /></span> + <span class="i0">Ane den sarc, die daer up lach,<br /></span> + <span class="i0">Deden ane tgraf bekinnen,<br /></span> + <span class="i0">Wie daer lach begraven binnen<a id="FNa_91" href="#FN_91" class="fnanchor">(91)</a><br /></span> +</div> +<div class="stanzainl"> + <hr class="poeminl" /> +</div> +<div class="stanzainl"> + <span class="i0" xml:lang="fr">S'estoit devant la barbaquane. <span class="regel">10179.</span><br /></span> + <span class="i0">Doe ghinc hi vor die barbecane <span class="regel"><i>Rein.</i> <a href="#l_522">522</a>.</span><br /></span> + <span class="i0">Sitten over sinen staert.<br /></span> +</div> +<div class="stanzainl"> + <hr class="poeminl" /> +</div> +<span class="pagenum" title="XCI"></span><a id="p_xci"></a> +<div class="stanzainl"> + <span class="i0" xml:lang="fr">Je sui Brun, mesagier le roi. <span class="regel">10190.</span><br /></span> + <span class="i0">Ic bem Brune, des coninx bode. <span class="regel"><i>Rein.</i> <a href="#l_525">525</a>.</span><br /></span> +</div> +<div class="stanzainl"> + <hr class="poeminl" /> +</div> +<div class="stanzainl"> + <span class="i0" xml:lang="fr">Renarz qui tot le mont engane, <span class="regel">10180.</span><br /></span> + <span class="i0" xml:lang="fr">Por reposer s'est tret arire<br /></span> + <span class="i0" xml:lang="fr">Enmi le fonz de sa tesnire.<br /></span> + <span class="i0 g2" xml:lang="fr">....................<br /></span> + <span class="i0" xml:lang="fr">Renarz set bien ce est li ors,<br /></span> + <span class="i0" xml:lang="fr">Reconnu l'avoit au cors (<i>sic</i>):<br /></span> + <span class="i0" xml:lang="fr">Lors se commence porpenser<br /></span> + <span class="i0" xml:lang="fr">Conment son cors porra tenser:<br /></span> + <span class="i0" xml:lang="fr">En grant paine est d'estudier<br /></span> + <span class="i0" xml:lang="fr">Conment le puisse conchier.<br /></span> + <span class="i0">Bi der tale, die Brune heeft begonnen, <span class="regel"><i>Rein.</i> <a href="#l_538">538</a>.</span><br /></span> + <span class="i0">Bekenden altehant Reinaert,<br /></span> + <span class="i0">Ende tart bet te dalewaert,<br /></span> + <span class="i0">In sine donkerste haghedochte:<br /></span> + <span class="i0">Menichfout was sijn ghedochte,<br /></span> + <span class="i0">Hoe hi vonde sulken raet,<br /></span> + <span class="i0">Dat hi Brune, den fellen vraet,<br /></span> + <span class="i0">Te scerne mede mochte driven,<br /></span> + <span class="i0">Ende selve bi siere ere bliven.<br /></span> +</div> +<div class="stanzainl"> + <hr class="poeminl" /> +</div> +<div class="stanzainl"> + <span class="i0" xml:lang="fr">Brun, fet Renarz, biax doz amiz, <span class="regel">10199.</span><br /></span> + <span class="i0" xml:lang="fr">En moult grant paine vos a mis<br /></span> + <span class="i0" xml:lang="fr">Qui vos a fet avaler!<br /></span> + <span class="i0" xml:lang="fr">Ge m' en devoie l aler....<br /></span> + <span class="i0">Here Bruun, wel soete vrient, <span class="regel"><i>Rein.</i> <a href="#l_549">549</a>.</span><br /></span> + <span class="i0">Hi hevet u qualike ghedient,<br /></span> + <span class="i0">Die u beriet desen ganc,<br /></span> + <span class="i0">Ende u desen berch lanc<br /></span> + <span class="i0">Over te lopene dede bestaen;<br /></span> + <span class="i0">Ic soude te hove sijn ghegaen....<br /></span> +</div> +<div class="stanzainl"> + <hr class="poeminl" /> +</div> +<div class="stanzainl" xml:lang="la"> + <span class="i0">Nomine Pastre, Christum file! <span class="regel">10237.</span><br /></span> +</div> +</div> + +<p>In den <i>Reinaert</i> komt deze uitroep niet hier voor, maar wordt later, +vs. <a href="#l_1824">1824</a>, den vos in den mond gelegd:</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl" xml:lang="la"> + <span class="i0">Nomine Patrum, Christum file!<br /></span> +</div> +<div class="stanzainl"> + <hr class="poeminl" /> +</div> +<span class="pagenum" title="XCII"></span><a id="p_xcii"></a> +<div class="stanzainl"> + <span class="i0" xml:lang="fr">Cel miel, <span class="regel">10239.</span><br /></span> + <span class="i0" xml:lang="fr">J est-ce la chose du monde<br /></span> + <span class="i0" xml:lang="fr">Que je miex aim et plus desirre.<br /></span> + <span class="i0" xml:lang="fr">Qar m'i menez, biau trs doz sire!<br /></span> + <span class="i0">Honich es ene soete spise, <span class="regel"><i>Rein.</i> <a href="#l_577">577</a>.</span><br /></span> + <span class="i0">Die ic vore allen gherechten prise,<br /></span> + <span class="i0">Ende vore allen gerechten minne.<br /></span> + <span class="i0">Reinaert, helpt mi, dat ics ghewinne!<br /></span> +</div> +<div class="stanzainl"> + <hr class="poeminl" /> +</div> +<div class="stanzainl"> + <span class="i0" xml:lang="fr">Atant se mettent la voie, <span class="regel">10276.</span><br /></span> + <span class="i0" xml:lang="fr">Onques n'i ot resne tenu,<br /></span> + <span class="i0" xml:lang="fr">De si tant qu'il sont venu......<br /></span> + <span class="i0">Ende liepen daer si lopen wilden, <span class="regel"><i>Rein.</i> <a href="#l_1165">1165</a>.</span><br /></span> + <span class="i0">Dat si nie toghel uphilden<br /></span> + <span class="i0">Eer si quamen............<br /></span> +</div> +<div class="stanzainl"> + <hr class="poeminl" /> +</div> +<div class="stanzainl"> + <span class="i0" xml:lang="fr">Un chesne ot commenci fendre: <span class="regel">10282.</span><br /></span> + <span class="i0" xml:lang="fr">Deus coins de chiesne toz entiers<br /></span> + <span class="i0" xml:lang="fr">I avoit mis.<br /></span> + <span class="i0">Ene eke <span class="regel"><i>Rein.</i> <a href="#l_651">651</a>.</span><br /></span> + <span class="i0">Die hi ontwee clieven soude,<br /></span> + <span class="i0">Ende hadde twee wegghen daerin ghesleghen.<br /></span> +</div> +<div class="stanzainl"> + <hr class="poeminl" /> +</div> +<div class="stanzainl"> + <span class="i0" xml:lang="fr">Or del mengier, puis irons boire. <span class="regel">10290.</span><br /></span> + <span class="i0">Haddi gheten, so soudi drinken. <span class="regel"><i>Rein.</i> <a href="#l_706">706</a>.</span><br /></span> +</div> +<div class="stanzainl"> + <hr class="poeminl" /> +</div> +<div class="stanzainl"> + <span class="i0" xml:lang="fr">Et Bruns i mist lors son musel, <span class="regel">10292.</span><br /></span> + <span class="i0" xml:lang="fr">El chesne, et les deus piez devant.<br /></span> + <span class="i0">(Bruun) thooft over die oren <span class="regel"><i>Rein.</i> <a href="#l_678">678</a>.</span><br /></span> + <span class="i0">Ende die verdere voete in stac.<br /></span> +</div> +<div class="stanzainl"> + <hr class="poeminl" /> +</div> +<div class="stanzainl"> + <span class="i0" xml:lang="fr">De loing esta, si le ramposne. <span class="regel">10316.</span><br /></span> + <span class="i0">.... hi sijn oom ghine rampineren. <span class="regel"><i>Rein.</i> <a href="#l_703">703</a>.</span><br /></span> +</div> +<div class="stanzainl"> + <hr class="poeminl" /> +</div> +<div class="stanzainl"> + <span class="i0" xml:lang="fr">Qui portent tinel, et qui hache, <span class="regel">10338.</span><br /></span> + <span class="i0" xml:lang="fr">Qui flael, qui baston d'espine.<br /></span> + <span class="i0">Sulc was, die enen bessem brochte, <span class="regel"><i>Rein.</i> <a href="#l_722">722</a>.</span><br /></span> + <span class="i0">Sulc enen vleghel, sulc een rake;<br /></span> + <span class="i0">Sulc quam ghelopen met enen stake.<br /></span> +</div> +<div class="stanzainl"> + <hr class="poeminl" /> +</div> +<div class="stanzainl"> + <span class="i0" xml:lang="fr">.... Lanfroi <span class="regel">10356.</span><br /></span> +<span class="pagenum" title="XCIII"></span><a id="p_xciii"></a> + <span class="i0" xml:lang="fr">Qui devant vint une hache.<br /></span> + <span class="i0">Vore hem allen guam gheronnen <span class="regel"><i>Rein.</i> <a href="#l_734">734</a>.</span><br /></span> + <span class="i0">Lamfroit met ere scaerper acx.<br /></span> +</div> +<div class="stanzainl"> + <hr class="poeminl" /> +</div> +<div class="stanzainl"> + <span class="i0" xml:lang="fr">Onc nus ne vit si lede beste! <span class="regel">10364.</span><br /></span> + <span class="i0">Nie maecte God so lelic dier! <span class="regel"><i>Rein.</i> <a href="#l_746">746</a>.</span><br /></span> +</div> +<div class="stanzainl"> + <hr class="poeminl" /> +</div> +<div class="stanzainl"> + <span class="i0" xml:lang="fr">Cil qui fet pingnes et lanternes. <span class="regel">10393.</span><br /></span> + <span class="i0">Ene houtmakerigge van laternen. <span class="regel"><i>Rein.</i> <a href="#l_804">804</a>.</span><br /></span> +</div> +<div class="stanzainl"> + <hr class="poeminl" /> +</div> +<div class="stanzainl"> + <span class="i0" xml:lang="fr">De quel ordre volez-vos estre, <span class="regel">10414.</span><br /></span> + <span class="i0" xml:lang="fr">Qui roge chaperon avez?<br /></span> + <span class="i0">In wat ordinen wildi u doen, <span class="regel"><i>Rein.</i> <a href="#l_943">943</a>.</span><br /></span> + <span class="i0">Dat ghi draghet root capproen?<br /></span> +</div> +</div> + +<p>Zie wegens de overeenkomst van vs. 10416 en <i>Rein.</i> <a href="#l_952">952</a>–<a href="#l_953">3</a> de varianten +op dit vers.</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl"> + <span class="i0" xml:lang="fr">Dist li rois: Bruns, qui t'a ce fet? <span class="regel">10429.</span><br /></span> + <span class="i0">Ai God, wie heeften so mesmaect? <span class="regel"><i>Rein.</i> <a href="#l_987">987</a>.</span><br /></span> +</div> +<div class="stanzainl"> + <hr class="poeminl" /> +</div> +<div class="stanzainl"> + <span class="i0" xml:lang="fr">Rois, fet-il, si m'a mal-bailli <span class="regel">10434.</span><br /></span> + <span class="i0" xml:lang="fr">Renarz, com vos povez voir.<br /></span> + <span class="i0">Ende hevet mi ghemaect alse ghi siet. <span class="regel"><i>Rein.</i> <a href="#l_997">997</a>.</span><br /></span> +</div> +<div class="stanzainl"> + <hr class="poeminl" /> +</div> +<div class="stanzainl"> + <span class="i0" xml:lang="fr">A vu l'oisel Saint-Martin. <span class="regel">10472.</span><br /></span> + <span class="i0">Sach hi <span class="regel"><i>Rein.</i> <a href="#l_1046">1046</a>.</span><br /></span> + <span class="i0">Sente Martins voghel, ende quam ghevloghen<br /></span> +</div> +<div class="stanzainl"> + <hr class="poeminl" /> +</div> +<div class="stanzainl"> + <span class="i0" xml:lang="fr">Assez si le hucha destre: <span class="regel">10473.</span><br /></span> + <span class="i0" xml:lang="fr">Et li oisiax vint a snestre.<br /></span> + <span class="i0">Vliech te miere rechter hant!” <span class="regel"><i>Rein.</i> <a href="#l_1051">1051</a>.</span><br /></span> + <span class="i0">Die voghel vlooch..........<br /></span> + <span class="i0 g2">....................<br /></span> + <span class="i0">Ende vlooch Tibert ter luchter siden.<br /></span> +</div> +<div class="stanzainl"> + <hr class="poeminl" /> +</div> +<div class="stanzainl"> + <span class="i0" xml:lang="fr">Tybert, fet li Renarz, villecome. <span class="regel">10493.</span><br /></span> + <span class="i0">Neve, ghi sijt mi willecome. <span class="regel"><i>Rein.</i> <a href="#l_1073">1073</a>.</span><br /></span> +</div> +<div class="stanzainl"> + <hr class="poeminl" /> +</div> +<div class="stanzainl"> + <span class="i0" xml:lang="fr">Ms sa parole que li coste? <span class="regel">10498.</span><br /></span> + <span class="i0">Wat cost Reinaerde scone tale? <span class="regel"><i>Rein.</i> <a href="#l_1077">1077</a>.</span><br /></span> +</div> +<div class="stanzainl"> + <hr class="poeminl" /> +</div> +<span class="pagenum" title="XCIV"></span><a id="p_xciv"></a> +<div class="stanzainl"> + <span class="i0" xml:lang="fr">Martinet <span class="regel">10564.</span><br /></span> + <span class="i0" xml:lang="fr">Avoit au trou deus laz tenduz,<br /></span> + <span class="i0" xml:lang="fr">Por Renart prendre, le gorpil,<br /></span> + <span class="i0 g2" xml:lang="fr">......................<br /></span> + <span class="i0" xml:lang="fr">Et Renarz l'enging savoit bien.<br /></span> + <span class="i11">Martinet <span class="regel"><i>Rein.</i> <a href="#l_1175">1175</a>.</span><br /></span> + <span class="i0">... hadde vor dat gat gheset<br /></span> + <span class="i0">Een strec, den vos mede te vane:<br /></span> + <span class="i0 g2">..................<br /></span> + <span class="i0">Dit wiste Reinaert, dat felle dier.<br /></span> +</div> +<div class="stanzainl"> + <hr class="poeminl" /> +</div> +<div class="stanzainl"> + <span class="i0" xml:lang="fr">Je t'atendr au trou fors. <span class="regel">10573.</span><br /></span> + <span class="i0">Ende sal u hier buten beiden. <span class="regel"><i>Rein.</i> <a href="#l_1187">1187</a>.</span><br /></span> +</div> +<div class="stanzainl"> + <hr class="poeminl" /> +</div> +<div class="stanzainl"> + <span class="i0" xml:lang="fr">Tybert s'en eschape, li chaz, <span class="regel">10605.</span><br /></span> + <span class="i0" xml:lang="fr">Qu'il ot as denz mengi les laz.<br /></span> + <span class="i0">So dat hi metten tanden sinen <span class="regel"><i>Rein.</i> <a href="#l_1316">1316</a>.</span><br /></span> + <span class="i0">Die pese midden beet ontwee.<br /></span> +</div> +<div class="stanzainl"> + <hr class="poeminl" /> +</div> +<div class="stanzainl"> + <span class="i0" xml:lang="fr">A tot le mains en sa paroche <span class="regel">10631.</span><br /></span> + <span class="i0" xml:lang="fr">Ne puet soner c' une cloche.<br /></span> + <span class="i7">en es gheen lachter, <span class="regel"><i>Rein.</i> <a href="#l_1300">1300</a>.</span><br /></span> + <span class="i0">Dat hi ludet met ere clockn.<br /></span> +</div> +<div class="stanzainl"> + <hr class="poeminl" /> +</div> +<div class="stanzainl"> + <span class="i0" xml:lang="fr">Alez donc tost, si l'amenez, <span class="regel">10653.</span><br /></span> + <span class="i0" xml:lang="fr">Gardez sanz lui que revenez.<br /></span> + <span class="i0">Gaet, ende eer ghi wederkeert, <span class="regel"><i>Rein.</i> <a href="#l_1016">1016</a>.</span><br /></span> + <span class="i0">Besiet, dat Reinaert met u come.<br /></span> +</div> +<div class="stanzainl"> + <hr class="poeminl" /> +</div> +<div class="stanzainl"> + <span class="i0" xml:lang="fr">Qar je n'i voi prestre plus prs. <span class="regel">10744.</span><br /></span> + <span class="i0">Hier nes ander pape bi. <span class="regel"><i>Rein.</i> <a href="#l_1442">1442</a>.</span><br /></span> +</div> +<div class="stanzainl"> + <hr class="poeminl" /> +</div> +<div class="stanzainl"> + <span class="i0" xml:lang="fr">Se je muir, si serai toz sax. <span class="regel">10730.</span><br /></span> + <span class="i0">Mine siele sal te claerre wesen. <span class="regel"><i>Rein.</i> <a href="#l_1445">1445</a>.</span><br /></span> +</div> +<div class="stanzainl"> + <hr class="poeminl" /> +</div> +<div class="stanzainl"> + <span class="i0" xml:lang="fr">Or s'en vont li baron cort. <span class="regel">10871.</span><br /></span> + <span class="i0">Die heren hebben den wech bestaen <span class="regel"><i>Rein.</i> <a href="#l_1696">1696</a>.</span><br /></span> + <span class="i0">Tote des conincs hovewaert.<br /></span> +</div> +<div class="stanzainl"> + <hr class="poeminl" /> +</div> +<div class="stanzainl"> + <span class="i0" xml:lang="fr">Vers cele cort ces gelines, <span class="regel">10888.</span><br /></span> + <span class="i0" xml:lang="fr">L est la voie que lessons.<br /></span> +<span class="pagenum" title="XCV"></span><a id="p_xcv"></a> + <span class="i10">Te ghenen hovewaert <span class="regel"><i>Rein.</i> <a href="#l_1706">1706</a>.</span><br /></span> + <span class="i0">So leghet onse rechte strate.<br /></span> +</div> +<div class="stanzainl"> + <hr class="poeminl" /> +</div> +<div class="stanzainl"> + <span class="i0" xml:lang="fr">Fet-il, je l'avoie obli. <span class="regel">10896.</span><br /></span> + <span class="i0">Ic hads vergheten, lieve neve. <span class="regel"><i>Rein.</i> <a href="#l_1725">1725</a>.</span><br /></span> +</div> +<div class="stanzainl"> + <hr class="poeminl" /> +</div> +<div class="stanzainl"> + <span class="i0" xml:lang="fr">Et nequedent sovent colie <span class="regel">10912.</span><br /></span> + <span class="i0" xml:lang="fr">Vers les gelines cele part,<br /></span> + <span class="i0" xml:lang="fr">Moult est dolent quant il s'en part;<br /></span> + <span class="i0" xml:lang="fr">Et qui la teste li coupast,<br /></span> + <span class="i0" xml:lang="fr">As gelines tantost alast.<br /></span> + <span class="i0">Hoe dicke sach Reinaert achter rugghe <span class="regel"><i>Rein.</i> <a href="#l_1730">1730</a>.</span><br /></span> + <span class="i0">Weder, daer die hoenre ginghen!<br /></span> + <span class="i0">Hine conste hem niet bedwinghen,<br /></span> + <span class="i0">Hine moeste siere seden pleghen:<br /></span> + <span class="i0">Hadde men hem thooft af gesleghen,<br /></span> + <span class="i0">Het ware ten hoenrewaert ghevloghen.<br /></span> +</div> +<div class="stanzainl"> + <hr class="poeminl" /> +</div> +<div class="stanzainl"> + <span class="i0" xml:lang="fr">Et Bruns qui la teste ot vermeille. <span class="regel">10938.</span><br /></span> + <span class="i13">Brune, <span class="regel"><i>Rein.</i> <a href="#l_1820">1820</a>.</span><br /></span> + <span class="i0">Dien noch bloedich es die crune<br /></span> +</div> +<div class="stanzainl"> + <hr class="poeminl" /> +</div> +<div class="stanzainl"> + <span class="i0" xml:lang="fr">Rois, fet Renarz, je vos salu <span class="regel">10943.</span><br /></span> + <span class="i0" xml:lang="fr">Con cil qui plus vos a valu<br /></span> + <span class="i0" xml:lang="fr">Que tuit li baron de l'empire.<br /></span> + <span class="i0">Ic groet u, coninc, ende hebbes recht; <span class="regel"><i>Rein.</i> <a href="#l_1777">1777</a>.</span><br /></span> + <span class="i0">En hadde nie coninc enen cnecht<br /></span> + <span class="i0">So ghetrouwe jeghen hem<br /></span> + <span class="i0">Als ic oit was ende bem.<br /></span> +</div> +<div class="stanzainl"> + <hr class="poeminl" /> +</div> +<div class="stanzainl"> + <span class="i0" xml:lang="fr">Qar cil sont serf par nature. <span class="regel">10960.</span><br /></span> + <span class="i0">Die scalcheit es hem binnen gheboren. <span class="regel"><i>Rein.</i> <a href="#l_1795">1795</a>.</span><br /></span> +</div> +<div class="stanzainl"> + <hr class="poeminl" /> +</div> +<div class="stanzainl"> + <span class="i0" xml:lang="fr">Renart, Renart, dist l'emperre, <span class="regel">11021.</span><br /></span> + <span class="i0 g2" xml:lang="fr">....................<br /></span> + <span class="i0" xml:lang="fr">Bien savez parler et plaidier,<br /></span> + <span class="i0" xml:lang="fr">Ms ce que vaut? n'i mestier;<br /></span> + <span class="i0" xml:lang="fr">N'en partirez en nule guise<br /></span> + <span class="i0" xml:lang="fr">Que de vos n'en face justise.<br /></span> + <span class="i0">Die coninc sprac: „Owi Reinaert, <span class="regel"><i>Rein.</i> <a href="#l_1800">1800</a>.</span><br /></span> + <span class="i0">Owi Reinaert, onreine quaet,<br /></span> +<span class="pagenum" title="XCVI"></span><a id="p_xcvi"></a> + <span class="i0">Wat condi al scone ghelaet!<br /></span> + <span class="i0">Dat en can u ghehelpen niet een caf.<br /></span> + <span class="i0">Nu comt uwes smekens af:<br /></span> + <span class="i0">In werde bi smekene niet u vrient.<br /></span> +</div> +<div class="stanzainl"> + <hr class="poeminl" /> +</div> +<div class="stanzainl"> + <span class="i0" xml:lang="fr">Se Bruns..... <span class="regel">10978.</span><br /></span> + <span class="i0" xml:lang="fr">Et li vilains le ledenja,<br /></span> + <span class="i0" xml:lang="fr">Et il por coi ne se venja?<br /></span> + <span class="i0">Was hi (Br.) teblouwen oft versproken, <span class="regel"><i>Rein.</i> <a href="#l_1827">1827</a>.</span><br /></span> + <span class="i0">Waer hi goet, het ware ghewroken.<br /></span> +</div> +<div class="stanzainl"> + <hr class="poeminl" /> +</div> +<div class="stanzainl"> + <span class="i0" xml:lang="fr">Et si me face ardoir ou pendre, <span class="regel">11015.</span><br /></span> + <span class="i0" xml:lang="fr">Qar ne me puis vers lui deffendre.<br /></span> + <span class="i0">Wildi mi sieden, ofte braden, <span class="regel"><i>Rein.</i> <a href="#l_1842">1842</a>.</span><br /></span> + <span class="i0">Ofte hanghen, ofte blenden,<br /></span> + <span class="i0">Ic ne mach u niet ontwenden.<br /></span> +</div> +<div class="stanzainl"> + <hr class="poeminl" /> +</div> +<div class="stanzainl"> + <span class="i0" xml:lang="fr">Ms ce seroit povre venjance. <span class="regel">11018.</span><br /></span> + <span class="i0">Dat ware ene cranke wrake. <span class="regel"><i>Rein.</i> <a href="#l_1849">1849</a>.</span><br /></span> +</div> +<div class="stanzainl"> + <hr class="poeminl" /> +</div> +<div class="stanzainl"> + <span class="i0" xml:lang="fr">Ez-vos Renart le pelerin <span class="regel">11169.</span><br /></span> + <span class="i0" xml:lang="fr">Escherpe au col, bordon fresnin.<br /></span> + <span class="i0">Nu wart Reinaert pelgrijn, <span class="regel"><i>Rein.</i> <a href="#l_2997">2997</a>.</span><br /></span> + <span class="i0 g2">....................<br /></span> + <span class="i0">Scerpe ende palster omme den hals.<br /></span> +</div> +<div class="stanzainl"> + <hr class="poeminl" /> +</div> +<div class="stanzainl"> + <span class="i0" xml:lang="fr">Dame, fet-il, vostre proire <span class="regel">11189.</span><br /></span> + <span class="i0" xml:lang="fr">Devroie-ge avoir moult chire;<br /></span> + <span class="i0" xml:lang="fr">Moult par devroit estre haitiez<br /></span> + <span class="i0" xml:lang="fr">Por qui proier daingneriez.<br /></span> + <span class="i0">Bidt vor mi, edele vrouwe, <span class="regel"><i>Rein.</i> <a href="#l_2745">2745</a>.</span><br /></span> + <span class="i0">Dat ic u met lieve weder scouwe.<br /></span> +</div> +</div> + +<p>Opmerkelijk is ook nog dat de eigenaardige fransche vocativus<a id="FNa_92" href="#FN_92" class="fnanchor">(92)</a> (vs. +10445):</p> + +<p><span class="pagenum" title="XCVII"></span><a id="p_xcvii"></a></p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl"> + <span class="i0" xml:lang="fr">O estes-vos, Tyberz li chaz?<br /></span> +</div> +</div> + +<p class="noi">evenzoo in den Comburger codex (vs. 421) gevonden wordt:</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl"> + <span class="i0">Die coninc sprac: Grimbert die das,<br /></span> + <span class="i0">U oom <i>enz.</i><br /></span> +</div> +</div> + +<p>Al die plaatsen komen zoo letterlijk overeen, dat er geen twijfel over +kan blijven, of het eene stuk is eene vertaling van het andere. Maar +ziet, er komen nu zoo vele afwijkingen in beiden voor, dat men weder +begint te twijfelen en naar een ander origineel omziet. Men zal daarbij +echter met omzichtigheid moeten te werk gaan.</p> + +<hr class="chend" /> + +<h3 id="inl_VI">VI.</h3> + +<p>Wat zou dat andere origineel kunnen zijn? Het ouder gedicht dat aan de +fransche branche ten grondslag ligt? Men zou misschien geneigd zijn dit +aan te nemen, als men durfde gissen, dat de veelvuldige gelijkluidende +assonancen in den <i>Reinaert</i> (zie boven, <a href="#p_xxv">bl. XXV</a> vlg.), ontstaan waren +uit navolging van een fransch stuk dat in <i xml:lang="fr">tirades monorimes</i> geschreven +was, hetgeen dan noodzakelijk ouder zou moeten zijn dan de 20<sup>e</sup> branche, +die in <i xml:lang="fr">rimes plates</i> is geschreven. Maar vooreerst is er geen spoor +over van een fransch gedicht in tiensylbige regels uit dezen cyclus<a id="FNa_93" href="#FN_93" class="fnanchor">(93)</a>; +en buitendien bewijst de eigenaardigheid van het vlaamsche gedicht +niets, daar in geene andere vertaling van tiensylbige fransche verzen +met assonnance eenig spoor van des oorspronkelijken versbouw over is. +Overigens hebben wij reeds betoogd, dat juist de bekende fransche tekst +veel nader aan dat origineel staat dan <span class="pagenum" title="XCVIII"></span><a id="p_xcviii"></a>onze vlaamsche <i>Reinaert</i><a id="FNa_94" href="#FN_94" class="fnanchor">(94)</a>. +Dus eene andere omwerking van dien ouderen tekst misschien? Maar is het +mogelijk aan eene andere fransche omwerking te denken, daar de +<i>Reinaert</i> juist met <span class="smcap">MONS</span> branche zoo vele afwijkingen van het +origineel gemeen heeft, en, gelijk wij zagen, niet slechts in het +algemeen denzelfden geest als deze ademt, maar ook grootendeels +denzelfden gang heeft, en daarenboven in een aantal plaatsen eene +letterlijke, in een grooter aantal eene meer vrije navolging daarvan +levert?</p> + +<p>Om alle onderstellingen uit te putten vragen wij nog: kan het ook eene +omwerking der branche van <span class="smcap">MON</span> geweest zijn? Maar ook dit is onmogelijk; +daar zeer zeker een zoo voortreffelijk stuk veeleer zou zijn bewaard, +dan het minder afgewerkte, waarvoor het in de plaats trad.</p> + +<p>Voegen wij er thans nog bij, dat de eigenaardigheid in het rijmsysteem +van het vlaamsche stuk ook teruggevonden wordt in onze fransche branche, +welke overeenkomst zeker geene toevallige kan zijn, en wel in rekening +gebracht mag worden om de filiatie dezer twee stukken te betoogen<a id="FNa_95" href="#FN_95" class="fnanchor">(95)</a>.</p> + +<p>Vestigen wij voorts onze aandacht op dat gedeelte van ons vlaamsch +gedicht dat het meest van het Fransch afwijkt, dan blijkt ons dit zoo +eigenaardig Vlaamsch, dat het ons reeds terstond veel waarschijnlijker +moet voorkomen, dat dit een zelfstandig, onvertaald, oorspronkelijk +opgevat en bewerkt stuk moet zijn, gelijk ons later nog duidelijker zal +blijken.</p> + +<p><span class="pagenum" title="XCIX"></span><a id="p_xcix"></a></p> + +<p>Dit voert reeds tot het vermoeden, dat de overige afwijkingen van het +Fransch ook wel een anderen grond konden hebben dan een ons onbekend +ander origineel.</p> + +<p>Trouwens, heeft de vlaamsche dichter ook wel uitsluitend willen +vertalen? Slaan wij het oog op hetgeen hij zelf zegt in den aanhef van +zijn werk.</p> + +<p>Hij kende davonturen van Reinaerde,” daar het hem immers anders niet +had kunnen vernoyen”, dat zij</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl"> + <span class="i0">In Dietsce onghemaket bleven.<br /></span> +</div> +</div> + +<p>Het vernoyede” hem zoo zeer,</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl"> + <span class="i0">Dat hi die vite dede soeken,<br /></span> +</div> +</div> + +<p class="noi">dat hij zich de levensbeschrijving verschafte,</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl"> + <span class="i0">Ende hise na den Walschen boeken<br /></span> + <span class="i0">in Dietsce...... hevet begonnen.<br /></span> +</div> +</div> + +<p>Hij zocht dus, of deed zoeken, de geheele vite, en bewerkte zijn gedicht +niet naar <i>n boek</i>, maar volgens <span class="smcap">DE</span> <i>fransche</i> <span class="smcap">BOEKEN</span>.</p> + +<p>Dat hij zich hoofdzakelijk bepaalde tot dat gedeelte der sage dat, +blijkens de verschillende navolgingen, reeds in 's dichters tijd voor +het beste gehouden werd, en ook thans nog door alle beoordeelaars als de +uitstekendste aller branches wordt aangemerkt<a id="FNa_96" href="#FN_96" class="fnanchor">(96)</a>, is hoogstnatuurlijk; +maar slaafsche navolging hebben wij daarbij niet te wachten: +verbeteringen, aanvullingen, die dan waarschijnlijk geput zullen zijn f +uit de andere fransche branches, f uit de overlevering, die den dichter +bekend was<a id="FNa_97" href="#FN_97" class="fnanchor">(97)</a>. Zien wij dit in de bijzonderheden.</p> + +<p>De grootste afwijking bestaat in het verhaal van hetgeen er ten hove +gebeurde, nadat Reinaert er verschenen <span class="pagenum" title="C"></span><a id="p_c"></a>was. In het Fransch schenkt de +koning den vos vergiffenis op bloote voorspraak van Grimbert, zonder dat +die genade gemotiveerd is, en alleen op voorwaarde dat Reinaert als +pelgrim het heilige land zal bezoeken. Naauwelijks heeft hij genade +verworven, en is hij buiten 's konings macht, of hij ontdoet zich, vs. +11262</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl" xml:lang="fr"> + <span class="i0">Et du bordon et de l'escherpe:<br /></span> + <span class="i0">Son cul en tert, volant les bestes,<br /></span> + <span class="i0">Puis si lor giete sor les testes.<br /></span> +</div> +</div> + +<p>Nu stormt het geheele gevolg des konings hem na en jaagt hem binnen +Malpertuis, waar hij veilig is,</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl" xml:lang="fr"> + <span class="i0">O il ne crient ost ne asaut.<br /></span> +</div> +</div> + +<p>Dan volgt een toevoegsel. Reinaerts burcht wordt belegerd: van zijne +tinnen beschimpt de vos zijne belagers, en schoffeert zelfs op zekeren +nacht de koningin. Maar bij die gelegenheid wordt de bedrieger gevangen +genomen, die nu zou worden gehangen. Ter goeder ure kwamen echter +Reinaerts echtgenoot en kinderen, en brachten</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl" xml:lang="fr"> + <span class="i0">Un somier tot chargi d'avoir,<br /></span> +</div> +</div> + +<p class="noi">dat zij den koning aanboden.</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl" xml:lang="fr"> + <span class="i0">Rois Nobles choisi le tresor, <span class="regel">Vs. 11817.</span><br /></span> + <span class="i0">Qu'est devant li, d'argent et d'or;<br /></span> + <span class="i0">De l'avoir fu moult covoitos.<br /></span> +</div> +</div> + +<p>Geen wonder dan ook, dat hij gaarne voor dien schat Reinaert op nieuw +genade schonk.</p> + +<p>En dan volgt er (vs. 11853) waarschijnlijk een nieuw toevoegsel, waarbij +wij ons niet zullen ophouden.</p> + +<p>Nu behoeft men den <i>Reinaert</i> van vs. <a href="#l_1873">1873</a> af tot aan het einde slechts +vluchtig te doorloopen, om zich van de meerdere voortreffelijkheid van +het vlaamsche stuk boven zijn origineel te overtuigen. Alles is hier met +uitnemende kunst behandeld: eenheid en samenhang zijn <span class="pagenum" title="CI"></span><a id="p_ci"></a>treffend +behouden, omdat elke bijzonderheid goed en natuurlijk is gemotiveerd.</p> + +<p>En toch vond de dichter de aanleiding tot zijne hoofdmomenten in het +fransche stuk. Reeds bij de derde indaging van Renart doet de koning hem +daar weten dat hij met den strop zal gestraft worden; hij moet zich ten +hove komen verantwoorden, en behoeft geld noch goede woorden me te +brengen (vs. 10724),</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl" xml:lang="fr"> + <span class="i0">Si n'i aport or ne argent<a id="FNa_98" href="#FN_98" class="fnanchor">(98)</a>;<br /></span> +</div> +</div> + +<p>Als Reinaert voorts van de koningin een ring erlangt, zegt hij haar, vs. 11197:</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl" xml:lang="fr"> + <span class="i0">Redonrai vos de mes joiax<br /></span> + <span class="i0">Tant que vaura bien cent aniax;<br /></span> +</div> +</div> + +<p class="noi">en later wordt hij werkelijk, onder bemiddeling der koningin, door een +grooten schat van den dood vrijgekocht. Dit laatste heeft ook in den +<i>Reinaert</i> plaats, maar onder zeer gewijzigde omstandigheden; en <span class="smcap">ROTHE</span> +heeft er reeds op gewezen, dat de schat, waardoor in het Fransch 's +konings toorn gestild wordt, <span xml:lang="fr">rappelle l'ide gnrale d'un trsor qui +influe sur la rsolution du souverain. Mais</span>”—voegt hij er bij—<span xml:lang="fr">il y a +fort loin de l au trsor imaginaire de <i>Reineke</i></span>”<a id="FNa_99" href="#FN_99" class="fnanchor">(99)</a>. Hoe groot het +onderscheid ook zij, de overeenkomst van het gronddenkbeeld is +onloochenbaar, gelijk wij ook later onder het frissche vleesch van onzen +<i>Reinaert</i> het gebeente der fransche branche zullen kunnen tasten.</p> + +<p>De schat van koning Hermelinc wordt in het vlaamsche stuk zoo natuurlijk +mogelijk in het verhaal gebracht, en heeft het dubbele voordeel, dat +Reinaert daardoor niet alleen 's konings gunst verwerft, maar ook dat +hij, vs. <a href="#l_2175">2175</a>,</p> + +<p><span class="pagenum" title="CII"></span><a id="p_cii"></a></p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl"> + <span class="i0">Brune ende Isengrijn bede<br /></span> + <span class="i0">In veten ende in ongheval<br /></span> + <span class="i0">Jeghen den coninc bringhen sal.<br /></span> +</div> +</div> + +<p>Maar hoe kwam de dichter op de gedachte om op die wijze zijn voorbeeld +te wijzigen? Blijkbaar putte hij die uit de traditie: <span xml:lang="de">Dass Ermenrich in +die erzhlung gemengt ist,</span>” zegt <span class="smcap">GRIMM</span><a id="FNa_100" href="#FN_100" class="fnanchor">(100)</a>, <span xml:lang="de">verrth einen uralten +Deutschen zug; wahrscheinlich ist eine flandrische tradition mit dabei +im spiel.</span>” En hij haalt daarbij eene plaats aan uit de <i xml:lang="la">Miracula Sti +Bavonis</i>, in de tiende eeuw geschreven, waaruit blijkt, dat men koning +Hermenrijk voor den stichter der burcht te Gent hield, waar hij groote +schatten vergaderd had<a id="FNa_101" href="#FN_101" class="fnanchor">(101)</a>.</p> + +<p>Het geheele denkbeeld van eene biecht kon hij uit de fransche 20<sup>e</sup> +(16<sup>e</sup>) branche ontleend hebben, waarin zij althans met een woord wordt +aangestipt; vs. 11717 raadt Grimbert den vos, die op 't punt stond van +gehangen te worden,</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl" xml:lang="fr"> + <span class="i0">Or vos dussiez confesser,<br /></span> +</div> +</div> + +<p class="noi">en wat later, vs. 11807, komt zijne vrouw met den schat aan</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl" xml:lang="fr"> + <span class="i0">Anois qu'il ait dit sa confesse.<br /></span> +</div> +</div> + +<p>Het denkbeeld om zich op den beer en den wolf te wreken, en hen van een +deel van hunne huid te berooven, is niet aan de 20<sup>e</sup> branche ontleend; +maar het was blijkbaar oud. In het Fransch zoowel als in de latijnsche +gedichten<a id="FNa_102" href="#FN_102" class="fnanchor">(102)</a> vindt men dit incident in de verhalen waarin de kranke +leeuw door den vos genezen wordt<a id="FNa_103" href="#FN_103" class="fnanchor">(103)</a>. En hetgeen merkwaardiger is, is +dit, dat zoowel in den <span class="pagenum" title="CIII"></span><a id="p_ciii"></a><i xml:lang="la">Isengrimus</i>, den mhd. <i xml:lang="de">Reinhart</i>, als in de +26<sup>e</sup> (21<sup>e</sup>) fransche branche, die wraakoefening voorafgegaan wordt van +den hofdag waar Reinaert wordt aangeklaagd.</p> + +<p>Blijkbaar schijnt intusschen op den hofdag bij den kranken koning de +aanklacht tegen den vos maar weinig plaats te hebben beslagen, gelijk de +<i xml:lang="la">Isengrimus</i> leert. Of dit tafreel van lieverlede meer in het breede is +uitgewerkt, om eindelijk als zelfstandig verhaal te worden behandeld, +dan of de afzonderlijke ding-dag aanleiding gaf tot meerder uitbreiding +van soortgelijk verhaal in het eerste deel der branche van de genezing +des konings, is niet licht uit te maken. Ik zou intusschen niet +ongeneigd zijn het eerste aan te nemen. Daarvoor pleit, dunkt mij, +vooreerst de samenvoeging in den mhd. <i xml:lang="de">Reinhart</i>; maar ten anderen ook +de 26<sup>e</sup> (21<sup>e</sup>) fransche branche.</p> + +<p>Zij begint ook met een hofdag op den Pinksterdag.</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl" xml:lang="fr"> + <span class="i0">Ce fu entor la Pantecoste, <span class="regel">Vs. 17885.</span><br /></span> + <span class="i0">Que dant Nobles tenoit sa feste:<br /></span> + <span class="i0">Asanble i ot mainte beste;<br /></span> + <span class="i0 g2">....................<br /></span> + <span class="i0">Mais li chastelains de Val-gris,<br /></span> + <span class="i0">Dans Renarz, de qui toz max sort,<br /></span> + <span class="i0">N'ert pas adonc venu a cort.<br /></span> +</div> +</div> + +<p>Isengrim begint ook hier de aanklacht tegen zijnen vijand, die echter +door Tybert verdedigd wordt. Hoewel hij reeds herhaaldelijk gedaagd is,</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl" xml:lang="fr"> + <span class="i0">Plus de dis foiz, voire de vint,<br /></span> +</div> +</div> + +<p class="noi">wordt hij opnieuw opgeroepen, eerst door den hond Roonel, wiens vrouw +hem echter waarschuwt, zeggende, vs. 18172:</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl" xml:lang="fr"> + <span class="i0">Manbre-vos de Tybert le chat,<br /></span> + <span class="i0">A qui fist panre tant mal mors.<br /></span> + <span class="i0">Et de Belin, et de Brun l'ors,<br /></span> + <span class="i0">A qui il fist perdre la pel<br /></span> + <span class="i0">Des orailles dusc'au musel.<br /></span> +</div> +</div> + +<p><span class="pagenum" title="CIV"></span><a id="p_civ"></a></p> + +<p>Roonel volbrengt intusschen zijne boodschap, maar wordt door den vos in +'t ongeluk gestort. Dan volbrengt het hert de tweede indaging, en ook +deze bode komt slecht van de reis. De koning wordt daardoor zoo +vertoornd, dat hij de koorts krijgt. Daarop begeeft Grimbert zich naar +Reinaert om hem deze boodschap te brengen; waarop dan de geschiedenis +der genezing des konings door den vos begint.</p> + +<p>Men ziet duidelijk, dat dit eene navolging is van de driedubbele daging +uit onzen <i>Reinaert</i>, gelijk reeds door <span class="smcap">GRIMM</span> is opgemerkt<a id="FNa_104" href="#FN_104" class="fnanchor">(104)</a>, die er +echter op laat volgen: <span xml:lang="de">gewis gab es ein lteres, mehr zu dem deutschen +stimmendes franz. gedicht.</span>” Hij zegt dit vooral met betrekking tot het +laatste gedeelte der branche; maar wellicht geldt het evenzeer van het +eerste stuk, dat zeer zeker <span xml:lang="de">einen sptern umarbeiter verrth.</span>”</p> + +<p>Daar hij nu een ouder gedicht omwerkte, kan <i>zijne</i> inleiding daarin +niet voorhanden geweest zijn: hij heeft dus hier zijn voorbeeld +veranderd. Hoe kwam hij daartoe? en waarom deed hij het juist zoo? Mij +dunkt, het ligt voor de hand om aan te nemen, dat hij dat ouder eerste +gedeelte niet opnam, omdat dit tot een zelfstandig gedicht verwerkt was. +En dat dit juist het onze is geweest, is niet onwaarschijnlijk, omdat +dit juist het best verklaart hoe hij juist eene blijkbare navolging van +dit stuk voor het oorspronkelijke in de plaats schoof.</p> + +<p>Waarschijnlijk kende de dichter van den <i>Reinaert</i> dien ouderen vorm, +hetzij dan uit een der latijnsche stukken, den <i xml:lang="la">Isengrimus</i> of +<i xml:lang="la">Reinardus</i>, hetzij uit de mondelinge overlevering, daar hij +waarschijnlijk het ouder fransche gedicht niet gekend heeft; en zoo kwam +hij misschien op het denkbeeld om tot op eene zekere <span class="pagenum" title="CV"></span><a id="p_cv"></a>hoogte den draad +weder op te vatten die zijn fransch voorbeeld had laten schieten.</p> + +<p>De mishandeling, het dooden van Cuwaert, hoewel in het Vlaamsch geheel +anders verhaald, moet ook uit het Fransch ontleend zijn, en wel uit de +20<sup>e</sup> branche. Daar heet het, vs. 11209 vlg., dat Renart na zijne +begenadiging den haas, die zich in eene haag verborgen had, overweldigt +en hem mesleept:</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl" xml:lang="fr"> + <span class="i0">En quide bien livroison fre <span class="regel">Vs. 11246.</span><br /></span> + <span class="i0">A ses faonz sans demorance.<br /></span> +</div> +</div> + +<p>Maar het gelukte Couart den moordenaar te ontsnappen (vs. 11272), en zoo +gewond en mishandeld als hij was</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl" xml:lang="fr"> + <span class="i0">(Les costez a toz pertuisiez, <span class="regel">Vs. 11279.</span><br /></span> + <span class="i0">Que li bordons i fu fichiez;<br /></span> + <span class="i0">Et la pel des piez et des mains<br /></span> + <span class="i0">A rompue, n'est mie sains.)<br /></span> +</div> +</div> + +<p class="noi">zich voor 's konings voeten te werpen en om hulp te smeeken, waarop +Noble, verontwaardigd over het verraad van Renart, beveelt hem na te zetten.</p> + +<p>Dat er werkelijk ontleening uit de fransche branche plaats had, mag ook +daaruit worden opgemaakt, dat in 't Vlaamsch de misdaad aan Cuwaert +gepleegd, niet gemotiveerd is; daar deze integendeel den vos, hoewel +door angst gedreven, nog een dienst had gedaan, zie vs. <a href="#l_2628">2628</a> vlg.</p> + +<p>Daarentegen had in 't Fransch de haas zich zijn ongeval op den hals +gehaald; want toen men Renart ter galg voerde, en alle dieren hem te +lijf gingen, had Couart hem van verre,</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl" xml:lang="fr"> + <span class="i0">De loing, que pas ne l'aprochoit, <span class="regel">Vs. 11106.</span><br /></span> +</div> +</div> + +<p class="noi">met een steen geworpen; en juist omdat</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl" xml:lang="fr"> + <span class="i0">En a croll le chief Renart,<br /></span> +</div> +</div> + +<p class="noi">had de lafaard zich weggemaakt,</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl" xml:lang="fr"> + <span class="i0">Que onques puis ne fu vuz.<br /></span> +</div> +</div> + +<p><span class="pagenum" title="CVI"></span><a id="p_cvi"></a></p> + +<p class="noi">en in de haag, waar hij zich verscholen had, ontdekt hem later Renart, +die zich nu over den hoon hem aangedaan wil wreken.</p> + +<p>Eindelijk komen wij tot het slottafreel van onzen <i>Reinaert</i>, dat +<span class="smcap">WILLEMS</span> als een overgang tot het tweede boek beschouwde<a id="FNa_105" href="#FN_105" class="fnanchor">(105)</a>. Over de +optreding van Firapeel hebben wij reeds gesproken<a id="FNa_106" href="#FN_106" class="fnanchor">(106)</a>: het is hier de +plaats om een enkel woord te zeggen over de regels die hoofdzakelijk den +grondslag van <span class="smcap">WILLEMS'</span> argument uitmaken; namelijk dat Firapeel zegt, +vs. <a href="#l_3406">3406</a>:</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl"> + <span class="i0">Ende daer na sullen wi alle lopen<br /></span> + <span class="i0">Na Reinaerde, ende sulne vanghen,<br /></span> + <span class="i0">Ende bi siere kelen hanghen.<br /></span> +</div> +</div> + +<p>Zijn deze woorden uit de fransche branche ontleend, dan vervalt +natuurlijk de stelling van <span class="smcap">WILLEMS</span> zonder eenige tegenspraak. Welnu, als +Cuwaert den koning Reinaerts nieuw verraad ontdekt heeft, roept Nobel +uit, vs. 11290:</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl" xml:lang="fr"> + <span class="i0">Or sai bien q' mavs me tient.<br /></span> + <span class="i0"><i>Seignor, fet-il, or aprs tuit!</i><br /></span> + <span class="i0">Que je le voi o il s'enfuit:<br /></span> + <span class="i0">Par le cuer b, s'il vos estort,<br /></span> + <span class="i0">Vos estes tuit pendu u mort,<br /></span> + <span class="i0">Et cil de vos qui le prendra,<br /></span> + <span class="i0">Toz ses lignages frans sera.<br /></span> +</div> +</div> + +<p>De aanhaling zal genoegsaam zijn om te overtuigen, dat werkelijk de +aangetogen woorden van onzen <i>Reinaert</i> uit de pen vloeiden van den +oudsten schrijver, en niet van den omwerker.</p> + +<p>In het origineel geven de mannen des konings gehoor aan zijne stem en +jagen den verrader na, die zich eindelijk op zijne burcht bergt. In onze +navolging kon <span class="pagenum" title="CVII"></span><a id="p_cvii"></a>dit niet, omdat Reinaert zich reeds te Malpertuis bevond, +vanwaar hij zich buitendien met al de zijnen in de woestijn terug trok +(vs. <a href="#l_3310">3310</a>–<a href="#l_3314">4</a>).</p> + +<p>De laatst aangewezen plaats snijdt de mogelijkheid af om te denken aan +een plan om later in het gedicht uitvoering te geven aan Firapeels +belofte om Reinaert te vangen en te hangen.</p> + +<p>Heeft intusschen de dichter van den <i>Reinaert</i> het laatste gedeelte der +branche waarin het beleg van Maupertuis beschreven wordt gekend?</p> + +<p>Het antwoord op die vraag kan niet anders dan bevestigend uitvallen.</p> + +<p>Het eerste gedeelte van het verhaal der gebeurtenissen na Reinaerts +komst ten hove, tot aan zijne veroordeeling ter dood, <i>Rein.</i> vs. +<a href="#l_1756">1756</a>–<a href="#l_1890">1890</a> stemt volmaakt overeen met vs. 10931–11094 van branche 20<i>a</i>; +maar dan verlaat ons gedicht dit eerste gedeelte om zich nader aan 20<i>b</i> +aan te sluiten.</p> + +<p><i>Rein.</i> vs. <a href="#l_1892">1892</a> ziet men Grimbert met Reinaerts magen het hof verlaten, +want</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl"> + <span class="i0">Sine consten niet verdraghen<br /></span> + <span class="i0">No sine consten niet ghedoghen,<br /></span> + <span class="i0">Dat men Reinaert vor haren oghen<br /></span> + <span class="i0">Soude hanghen alse een dief.<br /></span> +</div> +</div> + +<p>Zoo iets wordt in 20<i>a</i> niet gevonden; maar later wordt in 20<i>b</i> +Grimberts smart aangestipt, vs. 11635:</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl" xml:lang="fr"> + <span class="i0">Por Dant Renart que l'en devoure<br /></span> + <span class="i0">Ploure Grinbert et prie et oure:<br /></span> + <span class="i0">Ses parenz ert et ses amis,<br /></span> + <span class="i0">Liez le voit et entrepris,<br /></span> + <span class="i0">Ne set conment il le reqoe.<br /></span> + <span class="i0">Que la force n'est mie soe.<br /></span> +</div> +</div> + +<p><i>Reinaert</i> vs. <a href="#l_1908">1908</a> zegt de koning, die verlangt een einde aan de zaak +te maken:</p> + +<p><span class="pagenum" title="CVIII"></span><a id="p_cviii"></a></p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl"> + <span class="i6">Twi sidi traech,<br /></span> + <span class="i0">Isengrijn ende here Bruun?<br /></span> + <span class="i0 g2">....................<br /></span> + <span class="i0">Salmen hanghen, twine doetment dan?<br /></span> +</div> +</div> + +<p>En ook 20<i>b</i> zegt Nobel tot Isengrin, vs. 11787:</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl" xml:lang="fr"> + <span class="i0">Ce dist li rois, pensez del pendre,<br /></span> + <span class="i0">Que je ne voil ms plus atendre.<br /></span> +</div> +</div> + +<p>In den <i>Reinaert</i> bereiden zich zijne drie vijanden, de wolf, de beer en +de kater toe om zelf den valschen moordenaar te hangen. In 20<i>a</i> heet +het alleen, vs. 11095:</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl" xml:lang="fr"> + <span class="i0">Sor un haut mont en un rochier<br /></span> + <span class="i0">Fet li rois les forches drecier<br /></span> + <span class="i0">Por Renart pendre, le gorpil;<br /></span> +</div> +</div> + +<p class="noi">zonder dat er gezegd wordt wie zich met de strafoefening belastte. Maar +bij de tweede veroordeeling, in 20<i>b</i>, worden de dieren genoemd die zich +van hem meester maakten, vs. 11605:</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl" xml:lang="fr"> + <span class="i0">Lors Isengrin en piez se drece,<br /></span> + <span class="i0">S'aert Renart par la chevesce;<br /></span> + <span class="i0">Dou poing li done tel bufet,<br /></span> + <span class="i0">Del cul li fait saillir un pet.<br /></span> + <span class="i0">Et Brun l'aert par le chaignon,<br /></span> + <span class="i0">Les denz li met dusqu'au braon;<br /></span> + <span class="i0 g2">....................<br /></span> + <span class="i0">Tybert li chaz giete les denz<br /></span> + <span class="i0">Et les ongles, qu'il ot poignanz,<br /></span> + <span class="i0">Saisist Renart au pelion,<br /></span> + <span class="i0">Bien li valut une frion.<br /></span> +</div> +</div> + +<p>En vs. 11705 wordt er zelfs bijgevoegd:</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl" xml:lang="fr"> + <span class="i0">Si anemi<br /></span> + <span class="i0">La hart li ont ja el col mise.<br /></span> +</div> +</div> + +<p>Eerst in 20<i>b</i> wordt van de nieuwe biecht gewaagd, die in den <i>Reinaert</i> +zoo breedvoerig wordt uitgewerkt; immers vs. 11716 eerst zegt Grimbert:</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl" xml:lang="fr"> + <span class="i0">Or vos dussiez confesser.<br /></span> +</div> +</div> + +<p><span class="pagenum" title="CIX"></span><a id="p_cix"></a></p> + +<p>Bovendien wordt eerst in dit tweede gedeelte de schat vermeld, waarvoor +Renart werd losgekocht, dien onze vlaamsche dichter tot koning Hermelinx +schat maakte, en waarvan hij op veel geschikter wijze wist partij te +trekken.</p> + +<p><i>Reinaert</i> vs. <a href="#l_1851">1851</a> vlg. worden de dieren opgenoemd die bij des +aangeklaagden komst ten hove hunne stem tegen hem verheffen: die plaats +is ontleend aan 20<i>a</i>, vs. 10159 vlg. Maar onder de daar genoemde dieren +komt ook voor, vs. <a href="#l_1868">1868</a>:</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl"> + <span class="i0">Dat foret, Clene-bejach.<br /></span> +</div> +</div> + +<p class="noi">welk diertje niet in 20<i>a</i> genoemd wordt, maar in de navolging der +eerste plaats, die op het einde van dat oudste deel is genterpoleerd, +vs. 11297 vlg., waar wij ook vermeld vinden</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl" xml:lang="fr"> + <span class="i0">Et Petit-porchaz li Fuirons.<br /></span> +</div> +</div> + +<p>Reinaerts zoon heet in het mnl. gedicht, vs. <a href="#l_1419">1419</a> <i xml:lang="fr">Rosseel</i>: in 20<i>a</i> +<i xml:lang="fr">Rouviel</i>, maar eerst vs. 11729, dus in 20<i>b</i>, <i xml:lang="fr">Rousel</i>.</p> + +<p>Hieruit blijkt, dunkt mij, ontwijfelbaar, dat de samensmelting van 20<i>a</i> +en -<i>b</i> reeds had plaats gehad vr dat onze <i>Reinaert</i> werd geschreven, +welks schrijver blijkbaar zoowel met het tweede als het eerste deel dier +branche is bekend geweest.</p> + +<p>Zagen wij, dat ondanks het groote verschil 'twelk is waar te nemen in de +laatste helft der beide gedichten, toch het fransche nog tusschen de +beter uitgewerkte en levendiger gedachte tafreelen van het vlaamsche +doorschemert, wij kunnen daarmede het pleit voldongen rekenen, en +stellen, dat werkelijk het bewijs geleverd is, dat de <i>Reinaert</i> naar de +ons bekende fransche branche 20, zoo al niet vertaald, dan toch +nagevolgd is.</p> + +<p>De vlaamsche schrijver heeft dan tot grondslag van zijn werk de +uitstekendste der fransche branches genomen, <span class="pagenum" title="CX"></span><a id="p_cx"></a>en hoewel hij dit stuk +voor een groot deel op den voet volgde, moet men erkennen dat hij door +zijne zelfstandige toevoegsels, door zijne eigenaardige wijzigingen, +door de meesterlijke wendingen die hij er aan heeft gegeven, een +kunstwerk heeft in het leven geroepen, dat zijn origineel bijna in ieder +opzicht overtreft, het geheel in de schaduw stelt, en dat zoowel +aanspraak heeft op den naam van zelfstandig, origineel gewrocht, als op +dien van meesterlijk kunstprodukt.</p> + +<hr class="chend" /> + +<h3 id="inl_VII">VII.</h3> + +<p>Wij mogen intusschen onze vergelijking niet als afgedaan beschouwen voor +dat wij ook de overige afwijkingen in beide gedichten kortelijk hebben +beschouwd.</p> + +<p>Even als in het slot, is er ook verschil in het begin. De klacht van +Isengrim is in beide gedichten dezelfde, maar daarop volgt bij den +Vlaming terstond een toevoegsel, vs. <a href="#l_16">16</a>–<a href="#l_97">97</a>, waaruit blijkt, dat hij zeer +vrij zal navolgen, en daarbij soms zijn eigen weg gaan. Dit gebeurt dan +ook dadelijk.</p> + +<p>De klacht van Cortois, vs. <a href="#l_97">97</a>–<a href="#l_106">106</a>, komt niet in br. 20<i>a</i> voor: +waarschijnlijk is zij echter ook geene uitvinding van den vlaamschen +dichter, maar uit de volksoverlevering geput; ten minste <span class="smcap">CHABAILLE</span> heeft +in zijn <i xml:lang="fr">Supplment</i> een klein gedicht uitgegeven, waarin eene worst +voorkomt die aan Tibert op eene behendige wijze ontstolen wordt<a id="FNa_107" href="#FN_107" class="fnanchor">(107)</a>, +gelijk ook hier, vs. <a href="#l_107">107</a>–<a href="#l_125">125</a>, blijkt, dat deze eigenlijk eerst in 't +bezit dier worst was geweest. Voorts maakt eene worst, waarvan juist +Tibert <span class="pagenum" title="CXI"></span><a id="p_cxi"></a>den vos berooft, het onderwerp uit van het grootste gedeelte der +6<sup>e</sup> branche van <span class="smcap">MON</span>, vs. 2219 vlg.</p> + +<p>Merkwaardig is het, dat Tibert Reinaert verdedigt, vs. <a href="#l_107">107</a>–<a href="#l_125">125</a>. Dit +heeft in de fransche branche geen plaats; maar het denkbeeld zelf om +Reinaerts zaak door den kater te laten bepleiten, is in de fransche +gedichten niet onbekend. In de 20<sup>e</sup> branche zelve heet het iets later +nadat men ontdekt heeft dat Coupe eene heilige was, vs. 10169:</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl" xml:lang="fr"> + <span class="i0">.... Grimbert<br /></span> + <span class="i0">Qui por Renart parole et plaide<br /></span> + <span class="i0">Entre lui et Tybert le chat;<br /></span> +</div> +</div> + +<p class="noi">en nog duidelijker in de <span xml:lang="fr">branche de Renart si come il fu mires,</span>” waar +Tibert Reinaert bepaaldelijk tegen zijne aanklagers verdedigt, vs. +17999–18080, hoewel op andere gronden dan in ons gedicht.</p> + +<p>Wij zagen <a href="#p_ciii">boven</a>, dat er eenige betrekking bestaat tusschen het verhaal +van den hofdag, en de branche waarin Reinaert als geneesheer optreedt: +door de merkwaardige overeenkomst die zich hier tusschen ons gedicht en +die branche opdoet, vinden wij onze opmerking op nieuw gestaafd; maar +juist hier betreuren wij het geene kritische uitgaaf der fransche +branches te bezitten, niet bekend te zijn met alle grootere varianten, +daar wij nu niet kunnen bepalen vanwaar onze vlaamsche dichter den +eigenaardigen trek ontleende, die stellig niet van zijne vinding is. Dat +hij dien uit de 26<sup>e</sup> (21<sup>e</sup>) branche nam is niet waarschijnlijk, daar +deze alle kenmerken draagt van jonger te zijn: zoo er overneming plaats +had, zou men eer tot het omgekeerde moeten besluiten.</p> + +<p>Pancers beschuldiging, vs. <ins class="corr" id="corr8" title="Bron: 125"><a href="#l_126">126</a></ins>–<a href="#l_169">169</a>, weet ik nergens aan vast te knoopen, +wij schijnen hier eene toespeling op eene verlorene branche te hebben.</p> + +<p><span class="pagenum" title="CXII"></span><a id="p_cxii"></a></p> + +<p>Grimberts verdediging van zijn oom komt gedeeltelijk met br. 20<i>a</i> +overeen, waar men echter de goed aangebrachte wending niet vindt, dat +Grimbert, het veld der verdediging verlatende, zich plotselings ten +aanval keert. Isengrim, zegt hij, heeft Reinaert veel kwaad gedaan: +vooreerst heeft hij hem bedrogen, toen de vos de pladisen” van de kar +afwierp, waaraan de wolf zich verzadigde zonder voor zijn makker iets +anders over te laten</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl"> + <span class="i0">sonder allene een pladisengraet,<br /></span> +</div> +</div> + +<p class="noi">dien hijzelf niet mocht (vs. <a href="#l_208">208</a>–<a href="#l_216">216</a>).</p> + +<p>De das verdraait hier een geval, waarbij juist het tegendeel plaats had, +en de wolf de bedrogene was. Tweemaal wordt dit feit in de fransche +gedichten verteld, br. 2, vs. 749–916 en br. 10, vs. 3919 vlg. +Waarschijnlijk had onze dichter de laatste branche op het oog, waar de +visschen op de kar ook pladisen” genoemd worden, vs. 3941:</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl" xml:lang="fr"> + <span class="i0">De poisson chargiez estoient,<br /></span> + <span class="i0">Si comme harenz et plaz.<br /></span> +</div> +</div> + +<p>Wij zullen later zien, dat onze dichter nog een ander feit uit dezelfde +branche aanvoert, en wel op dezelfde verdraaide wijze. En het zal ons +niet verwonderen dat hij er me bekend was, daar zij, blijkens vs. 3827, +te Arras of in Artois geschreven was.</p> + +<p>Het tweede beschuldigingspunt van Grimbert is, dat Isengrim den vos +bedrogen had betrekkelijk enen bake,” waarvan hij hem tot zijn deel +alleen</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl"> + <span class="i0">Die wisse daer die bake an hinc<br /></span> +</div> +</div> + +<p class="noi">overgelaten had (vs. <a href="#l_217">217</a>–<a href="#l_225">225</a>). Ook het aventuur waarop hier gedoeld +wordt, komt in de fransche branche 18 voor, vs. 7698–7970. Maar noch in +het Fransch noch in den <i xml:lang="la">Reinardus</i>, I, 186 sqq., waarme de fransche +branche de grootste overeenkomst heeft, leest men hetgeen Grimbert er op +laat volgen:</p> + +<p><span class="pagenum" title="CXIII"></span><a id="p_cxiii"></a></p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl"> + <span class="i0">Reinarde was lettel te bet,<br /></span> + <span class="i0">Dat hi den goeden bake ghewan,<br /></span> + <span class="i0">In sulker sorghe, dattene een man<br /></span> + <span class="i0">Vinc, ende warp in sinen sac.<br /></span> +</div> +</div> + +<p>Waarschijnlijk is dit echter slechts een toevoegsel van den loozen +advokaat om zijn klint des te meer als eene gemartelde onschuld te doen +voorkomen.</p> + +<p>Heeft onze Vlaming dit avontuur uit het Fransch of uit het Latijn? Ik +zou eer meenen uit het Latijn, althans uit eene bron, die nader aan den +<i xml:lang="la">Reinardus</i> staat. In het Fransch worden wolf en vos als oom en neef +voorgesteld, vs. 7713, 7731, 7763 enz., zonder dat er iets gezegd wordt +of die bloedverwantschap echt of geveinsd zij. In den <i xml:lang="la">Reinardus</i> +daarentegen heet het I, vs. 11:</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl" xml:lang="la"> + <span class="i0">Dicebat patruum falso Reinardus, ut ille<br /></span> + <span class="i1">Tamquam cognato crederet usque suo.<br /></span> +</div> +</div> + +<p>En juist deze plaats schijnt nu de vlaamsche dichter op het oog te +hebben, als hij den vos later, in zijne biecht, ook dit feit laat +verdraayen, vs. <a href="#l_2101">2101</a>:</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl"> + <span class="i0">Daer na quam ic ende Isengrijn;<br /></span> + <span class="i0 g2">....................<br /></span> + <span class="i0">Hi rekende dat hi ware mijn oom,<br /></span> + <span class="i0">Ende began ene sibbe tellen.<br /></span> +</div> +</div> + +<p>Ook betrekkelijk het tooneel waarin Cantecleer wraak eischt over zijne +vermoorde dochter Coppe, hebben wij eenige opmerkingen mede te deelen.</p> + +<p>Ik zwijg er hier van, dat dit tooneel met veel meer talent is ingeleid +dan in het Mhd. of Fransch het geval is: ik wijs slechts op twee +afwijkingen van den tekst der 20<sup>e</sup> branche.</p> + +<p>Vooreerst is het geheele tooneel iets vrijer bewerkt: de haan geeft eene +schildering van zijn gelukkig huishouden, hoe hij met vijftien kinderen +leefde, die door waakzame honden voor Reinaert beschermd werden. In <span class="pagenum" title="CXIV"></span><a id="p_cxiv"></a>het +Fransch is het niet Chantecler, maar Pinte, die het weegeklag voor den +koning aanheft, vs. 9989; een spoor daarvan vindt men nog in het +vlaamsche gedicht, waar vs. <a href="#l_320">320</a> in C. gelezen wordt:</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl"> + <span class="i0">Ende <i>minen sustren</i> die hier staen,<br /></span> +</div> +</div> + +<p class="noi">hetgeen <span class="smcap">GRIMM</span> terecht veranderde in <i>minen kindren</i>. Eindelijk was de +vos als pelgrim tot Cantecleer gekomen, en had hem misleid door hem een +vredebrief des konings te toonen. Deze bijzonderheid ontbreekt in de +fransche 20<sup>e</sup> branche, maar is overigens in de sage niet onbekend. +<i xml:lang="la">Reinardus</i> III, vs. 1181, tracht de vos den haan een stuk beukenschors +in de handen te stoppen en dat voor een vredebrief te doen doorgaan; +maar de list mislukt<a id="FNa_108" href="#FN_108" class="fnanchor">(108)</a>. In de 6<sup>e</sup> fransche branche daarentegen, +getiteld: <i xml:lang="fr">Le desputement de la mesange avec Renart</i> (<span class="smcap">MON</span>, I, pag. 66), +tracht Reinaert de mees te verlokken, wel niet door de aanbieding van +den vredebrief, maar toch door zich te beroepen op den afgekondigden +rijksvrede, vs. 1748:</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl" xml:lang="fr"> + <span class="i0">Si a danz Nobles li lions<br /></span> + <span class="i0">Novelement la ps jure,<br /></span> + <span class="i0">Se Diex plaist, qui aura dure.<br /></span> + <span class="i0">Par sa terre l'a fait jurer,<br /></span> + <span class="i0">Et a ses barons afier,<br /></span> + <span class="i0">Qu'ele ert garde et maintenue.<br /></span> +</div> +</div> + +<p>In den mhd. <i xml:lang="de">Reinhart</i>, waar dezelfde gebeurtenis verhaald wordt, vs. +177–216, komt deze bijzonderheid niet voor.</p> + +<p>Dus ook hier schijnt ons gedicht nader aan den latijnschen <i xml:lang="la">Renardus</i>, +of misschien de vlaamsche overlevering te staan dan aan de fransche +branches.</p> + +<p>Zagen wij hier een toevoegsel, er ontbreekt in dit avontuur in het +Vlaamsch ook eene bijzonderheid. Zoowel <span class="pagenum" title="CXV"></span><a id="p_cxv"></a>in den mhd. <i xml:lang="de">Reinhart</i>, dus in +het oudere fransche gedicht, als in de 20<sup>e</sup> branche bij <span class="smcap">MON</span>, heeft er +op het graf van Coppe een mirakel plaats, daar de haas, die zich op dat +graf had nergevleid om te slapen, plotselings van zijne koorts genezen +werd. Die trek is blijkbaar oud en echt<a id="FNa_109" href="#FN_109" class="fnanchor">(109)</a>, en er moet eene reden zijn +waarom de mnl. dichter dien trek juist weglaat.</p> + +<p>Het kan onmogelijk zijn omdat hij niet met het heilige durfde spelen; +want hij verhaalt wel Reinaerts biecht en aflaat, en de vigilie die voor +Coppe zelve gezongen werd; er moet dus een dieper grond voor zijn.</p> + +<p>Wanneer men het vlaamsche gedicht ontstaan kon rekenen in de eerste +jaren na den moord van den vlaamschen graaf <span class="smcap">KAREL DEN GOEDE</span> (1126), dan +zou men kunnen meenen, dat de dichter het mirakel op Coppens graf had +achterwege gelaten uit eerbiedige herinnering aan der aermer +vader”<a id="FNa_110" href="#FN_110" class="fnanchor">(110)</a>, die ook na zijn dood een martelaar werd genoemd, en op +wiens graf terstond mirakelen plaats grepen<a id="FNa_111" href="#FN_111" class="fnanchor">(111)</a>. Maar wij zullen zien, +dat de ouderdom des gedichts onmogelijk zoo hoog is op te voeren.</p> + +<p>Er moeten dus andere oorzaken aanwezig zijn, want de samenhang van den +tekst verbiedt aan een hiaat in het handschrift te denken. En die +oorzaak meen ik te mogen zoeken in het gezond verstand en den logischen +zin van den vlaamschen dichter, die waarschijnlijk het mirakel wegliet +omdat het in zijn voorbeeld te onpas was aangebracht en den +geleidelijken gang van het verhaal <span class="pagenum" title="CXVI"></span><a id="p_cxvi"></a>stoorde. Eene vergelijking van het +duitsche met het fransche gedicht zal ons doen zien, dat dit werkelijk +het geval is.</p> + +<p>Bij <span class="smcap">GLICHESRE</span> wordt de koning zoo vertoornd over de ondaad die Reinhart +aan Schanteclrs dochter gepleegd heeft, dat de haas van schrik de +koorts kreeg,</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl" xml:lang="de"> + <span class="i0">(Von vorhten bestuont in der rite. <span class="regel">Vs. 1483</span>)<br /></span> +</div> +</div> + +<p>Als dan de doode begraven is, legt zich de haas op het graf te slapen en +geneest terstond van zijne kwaal. Hij schrikt op, en gaat terstond den +koning de <span xml:lang="de">vremdiu mre</span>” verkondigen, er bij voegende, vs. 1496:</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl" xml:lang="de"> + <span class="i0">Daz daz huon wre<br /></span> + <span class="i0">Heilec vor gotes gesihte.<br /></span> +</div> +</div> + +<p>Nu ging er eene algemeene kreet aan het hof op, dat God een teeken +gedaan had; en allen ontstaken in gramschap jegens den moordenaar, +roepende, vs. 1508:</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl" xml:lang="de"> + <span class="i0">„Reinhart soldez vermiten hn,<br /></span> + <span class="i0">Daz er an alle missett<br /></span> + <span class="i0">Disen heiligen gemartirt ht.<br /></span> +</div> +</div> + +<p>En nu eerst gebood de koning zijnen kappellaan Brne naar Reinhart te +gaan om hem voor het gerecht te dagen.</p> + +<p>Geheel anders is de toedracht der zaak in <span class="smcap">MONS</span> 20<sup>e</sup> branche. Als Cope +begraven is verzoeken al de aanwezige baronnen den koning wraak te nemen +over</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl" xml:lang="fr"> + <span class="i8">„Cel gloton,<br /></span> + <span class="i0">Qui tantes guiles nos a fetes<br /></span> + <span class="i0">Et tantes ps nos a enfrtes.” <span class="regel">(vs. 10134.)</span><br /></span> +</div> +</div> + +<p>De koning zendt daarop Brun uit om den vos te dagen, en (vs. 10143)</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl" xml:lang="fr"> + <span class="i0">Atant se met en l'amblure<br /></span> + <span class="i0">Parmi le val d'une costure,<br /></span> + <span class="i0">Que il ne siet ne ne repose.<br /></span> +</div> +</div> + +<p>En nu eerst volgt het verhaal van hetgeen op het graf van Cope gebeurde +(vs. 10146):</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl" xml:lang="fr"> + <span class="i0">Lors avint cort une chose:<br /></span> + <span class="i0">Endementiers que Bruns s'en vet<br /></span> +<span class="pagenum" title="CXVII"></span><a id="p_cxvii"></a> + <span class="i0">Renart empira moult son plot:<br /></span> + <span class="i0">Quar mesire Coars li livres,<br /></span> + <span class="i0">Qui de por trembloit les fivres,<br /></span> + <span class="i0">(Deus jors les avoit ja ues,)<br /></span> +</div> +</div> + +<p class="noi">maar er is vroeger niet gezegd waarom hij zoo bevreesd was, dat hij zich +de koorts op den hals had gehaald;—</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl" xml:lang="fr"> + <span class="i0">Merci Dieu, or les a perdues<br /></span> + <span class="i0">Sor la tombe dame Cope.<br /></span> + <span class="i0">Car qant ele fu enterre,<br /></span> + <span class="i0">Onc ne se volt d'iloc partir,<br /></span> + <span class="i0">Ainois dormi sor le martir.<br /></span> + <span class="i0 g2">......................<br /></span> + <span class="i0">Qant la cort vint la novele,<br /></span> + <span class="i0">A tiex i ot qu'ele fu bele;<br /></span> + <span class="i0">Ms Grinbert fut-ele lde,<br /></span> + <span class="i0">Qui por Renart parole et plaide<br /></span> + <span class="i0">Entre lui et Tybert le chat.<br /></span> + <span class="i0">S'or ne set Renarz de barat,<br /></span> + <span class="i0">Mar est bailliz, s'il est tenuz,<br /></span> + <span class="i0">Qar Bruns li ors est j venuz<br /></span> + <span class="i0">A Malpertuis <i>etc.</i><br /></span> +</div> +</div> + +<p>'t Behoeft geen betoog, dat hier dit geheele verhaal geene de minste +beteekenis heeft. In 't Duitsch blijkt de hen juist eene heilige +martelares te zijn door het mirakel dat op haar graf gebeurde, en dit +geeft aanleiding tot het gezantschap aan Reinhart. In het Fransch +daarentegen heet Cope reeds <i xml:lang="fr">martir</i> vr dat er iets op het graf had +plaats gehad, en terwijl de bode reeds was uitgezonden, van wiens tocht +het verhaal door deze episode, die hier een hors-d'œuvre is, ter +kwader ure wordt afgebroken.</p> + +<p>De fransche omwerker heeft hier, zoo als in dergelijke gevallen zoo +dikwerf plaats heeft<a id="FNa_112" href="#FN_112" class="fnanchor">(112)</a>, de feiten uit <span class="pagenum" title="CXVIII"></span><a id="p_cxviii"></a>zijn origineel dooreen +gehaspeld; en dus de logische orde, het zinverband en de geleidelijke +voordracht des verhaals verbroken. Kan het ons verwonderen, dat de +vlaamsche dichter, die blijkbaar steeds met bewustheid en takt te werk +ging, dit hors-d'œuvre, waarvan hij de strekking niet kon bevroeden, +uit zijne omwerking verwierp?</p> + +<p>Van den anderen kant zien wij hierin een nieuw bewijs, dat hij werkelijk +de branche van <span class="smcap">MON</span> tot voorbeeld had en het oorspronkelijke ouder +fransche gedicht niet gekend heeft.</p> + +<p>Ik heb boven (bl. <span class="smcap"><a href="#p_lix">LIX</a>–<a href="#p_lx">LX</a></span>) reeds gewezen op het onderscheid in de beide +teksten in het verhaal hoe de beer van Lamfroits werf wegkomt; hoe kwam +onze Vlaming aan het denkbeeld om Bruun te water te laten? Mij dunkt wij +mogen hier vrijwerkende fantazie aannemen. Wij hebben hier in 't +Vlaamsch nog eene andere bijzonderheid, die ook in de fransche 20<sup>e</sup> +branche niet wordt aangetroffen.</p> + +<p>Bruun, door angst gedreven, springt, vs. <a href="#l_821">821</a>,</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl"> + <span class="i0">In enen trop van ouden wiven,<br /></span> +</div> +</div> + +<p class="noi">waarvan hij er eenige, en daar onder des papen wijf” in de rivier +werpt. Nu hield de pastoor op met slaan, en beloofde zijnen parochianen +jaar en dag aflaat als vrouw Julocke gered werd: de geheele gemeente +ijlde ter hulp en zoo kreeg Bruun gelegenheid te ontkomen.</p> + +<p>Dit uitmuntend geschetste tooneel is den Vlaming geheel eigen; misschien +heeft hem intusschen een soortgelijk, hoewel veel flaauwer geval, op het +denkbeeld zijner schilderij gebracht. In de branche 21–22 is Isengrijn +door Reinaert ook in eene hinderlaag gelokt. Een dorper, vs. 12339,</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl" xml:lang="fr"> + <span class="i0">Et ses parenz et ses cosins,<br /></span> +</div> +</div> + +<p>zetten den wolf na, vs. 12345,</p> + +<p><span class="pagenum" title="CXIX"></span><a id="p_cxix"></a></p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl" xml:lang="fr"> + <span class="i0">A cuinnies et maues,<br /></span> +</div> +</div> + +<p>waarop, vs. 12347,</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl" xml:lang="fr"> + <span class="i0">Entre la porte et le vilein<br /></span> + <span class="i0">Fet Ysengrin un saut plein:<br /></span> + <span class="i0">Si fort le hurte qu'il l'abat<br /></span> + <span class="i0">En une fange trestot plat.<br /></span> + <span class="i0 g2">....................<br /></span> + <span class="i0">Par les vileins s'en va fuiant,<br /></span> + <span class="i0">Et cil le vont aprs huiant.<br /></span> + <span class="i0">Le vilein trovent en la bo<br /></span> + <span class="i0">Grant et parfonde, si qu'il no;<br /></span> + <span class="i0">Fors l'en ont tret a moult grant paine;<br /></span> +</div> +</div> + +<p class="noi">en dit geeft Isengrim gelegenheid te ontkomen.</p> + +<p>Bij zoo oppervlakkige overeenkomst is het natuurlijk onmogelijk bepaald +te zeggen, of er hier ontleening van het denkbeeld plaats had. Kon men +aanwijzen, dat onze <span class="smcap">WILLEM</span> deze branche gekend had, dan werd het reeds +waarschijnlijk; maar daarvoor heb ik geen volstrekt afdoend bewijs.</p> + +<p><i>Reinaert</i> vs. <a href="#l_1290">1290</a> lezen wij, dat toen Reinaert het ongeval vernam, dat +Tibert in zijne angst den priester had toegebracht,</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl"> + <span class="i0">Hi loech, dat hem bachten scorde,<br /></span> + <span class="i0">Ende hem crakede die taverne.<br /></span> +</div> +</div> + +<p>De platte uitdrukking moet herkomstig zijn uit het Fransch, waar +soortgelijke zaken veelvuldig voorkomen<a id="FNa_113" href="#FN_113" class="fnanchor">(113)</a>.</p> + +<p><span class="mixcap">Willems</span> zegt in de aanteekening op die plaats: <i>Taverne</i>, kroeg; doch +hier figuurlijk <i>raeskamer</i>.” Die verklaring is niet heel en al +bevredigend, waarschijnlijk omdat de dichter een oneigenlijk woord +gebruikte. <i>Taverne</i> is eene kroeg, dat is eene plaats, die voor <span class="pagenum" title="CXX"></span><a id="p_cxx"></a>jan en +alle man open staat. Zoo gebruikt de dichter der branche 21–22 het +woord. De wolvin verwijt aan Hermeline hare weinig ingetogen +levenswijze, en zegt, vs. 12903:</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl" xml:lang="fr"> + <span class="i0">„Moult par estes de mavs estre:<br /></span> + <span class="i0">De poior ne poiez-vos estre,<br /></span> + <span class="i0">Qar plus estes pute que moche<br /></span> + <span class="i0">Qui en est la gent entoche:<br /></span> + <span class="i0">Qui que viegne ne qui que aut,<br /></span> + <span class="i0"><i>Vostre taverne ne li faut</i>.”<br /></span> +</div> +</div> + +<p>Kon deze plaats onzen Vlaming niet in het hoofd hebben gelegen, en hem +verleid hebben hetzelfde woord, hoewel min eigenlijk voor een +aangrenzend ligchaamsdeel te bezigen? Mij komt dit niet alleen niet +onmogelijk, maar zelfs niet onwaarschijnlijk voor.</p> + +<p>In de biecht aan Grimbert vindt men mede in het Vlaamsch eenige +toevoegsels. In de fransche branche bekent de vos dat hij des wolfs wijf +geschonden heeft, voorts, vs. 10759:</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl" xml:lang="fr"> + <span class="i0">Ysengrin ai-je tant forfet,<br /></span> + <span class="i0">Que nel' puis nier nul plet:<br /></span> + <span class="i0">Trois foiz l'ai fet metre en prison.”<br /></span> +</div> +</div> + +<p class="list1"><span class="list1nr">(1)</span> Hij heeft hem in een wolfsval (<i xml:lang="fr">lovire</i>) gelokt, waar hij danig is +afgerost.</p> + +<p class="list1"><span class="list1nr">(2)</span> Hij heeft hem in een <span xml:lang="fr">lardier</span><ins class="corr" id="corr9" title="Niet in Bron.">”</ins> gebracht, waar +drie baken lagen, waarvan hij hem zooveel deed eten dat hij er niet meer +uit kon:</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl" xml:lang="fr"> + <span class="i0">N'en pot issir, tant fu ventrez,<br /></span> + <span class="i0">Par le pertuis o fu entrez.<br /></span> +</div> +</div> + +<p>Verder, vs. 10777:</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl" xml:lang="fr"> + <span class="i0"><span class="poemlistnr">(3)</span> Gel' fis soir en la gele<br /></span> + <span class="i0">Tant qu'il ot la qeue engele;<br /></span> + <span class="i0"><span class="poemlistnr">(4)</span> Gel' fis peschier en la fontaine<br /></span> + <span class="i0">Par nuit quant la lune estoit plaine:<br /></span> + <span class="i0">De l'ombre de la blanche image<br /></span> +<span class="pagenum" title="CXXI"></span><a id="p_cxxi"></a> + <span class="i0">Cuida, por voir, ce fust fromage;<br /></span> + <span class="i0"><span class="poemlistnr">(5)</span> Et si refu par moi traz<br /></span> + <span class="i0">Devant la charete as plaz.<br /></span> + <span class="i0 g2">................<br /></span> + <span class="i0"><span class="poemlistnr">(6)</span> Par fine force de barat<br /></span> + <span class="i0">Li fis-ge tant que il fu moines.<br /></span> + <span class="i0">Pais dist que il seroit chanoines:<br /></span> + <span class="i0">Qant on li vit la char mengier,<br /></span> + <span class="i0">Fox fu qui de lui fist berchier.<br /></span> +</div> +</div> + +<p>Dan biecht hij het leed dat hij Tibert, het geheele geslacht van Pinte, +en eindelijk den dieren die hem onder aanvoering van Isengrijn eens +belegerden, had aangedaan.</p> + +<p>Zien wij nu hoe de Vlaming dit wergeeft: Reinaert zegt, dat hij jegens +alle dieren misdaan heeft: in de eerste plaats jegens Bruun, Tibert en +Cantecleer; zelfs de koning, zegt bij, vs. <a href="#l_1477">1477</a>,</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl"> + <span class="i0">Die coninc en es mi niet ontgaen:<br /></span> + <span class="i0">Ic hebbe hem toren ooc ghedaen,<br /></span> + <span class="i0">Ende mesprijs der coninghinne,<br /></span> +</div> +</div> + +<p class="noi">hetgeen wel eene toespeling schijnt op hetgeen in branche 20<i>b</i> eerst +verhaald wordt.</p> + +<p>Vooral den wolf heeft hij misdaan: om hem beter te bedriegen had hij hem +oom genoemd, en hem monnik doen worden ter Elmare;” daar had hij hem +aan de klokzelen gebonden, zoodat hij zooveel geraas maakte, dat men +meende dat de duivel daar te werk ging, waarop alles te hoop liep en men +den wolf bijna van het leven beroofde.</p> + +<p>Men ziet dat er hier uitbreiding van het fransche verhaal (n<sup>o</sup>. 6) +plaats heeft. De fransche branche schijnt te zinspelen op de gebeurtenis +ongeveer zoo als zij in den <i xml:lang="la">Reinardus</i> verhaald wordt<a id="FNa_114" href="#FN_114" class="fnanchor">(114)</a>. Daar is van +klokkengelui geene spraak: wel in de 9<sup>e</sup> fransche branche <span class="pagenum" title="CXXII"></span><a id="p_cxxii"></a><i xml:lang="fr">Comme Renart +fist Primaut prestre</i>, die den vlaamschen dichter bekend schijnt geweest +te zijn, doch waarschijnlijk in ouder vorm<a id="FNa_115" href="#FN_115" class="fnanchor">(115)</a>, want er bestaat +afwijking in de dtails<a id="FNa_116" href="#FN_116" class="fnanchor">(116)</a>, hoewel het niet onmogelijk is dat dit +verschil voortvloeide uit eene bewuste verandering der overlevering door +den vlaamschen dichter, die in dit geval eer een mondeling verhaal dan +een afgewerkt geschreven gedicht moet gekend hebben. Ook de 10<sup>e</sup> +branche, die eigenlijk het tweede deel der 9<sup>e</sup> is, was hem bekend, +althans haar inhoud.</p> + +<p>In zijne biecht voortgaande, betreurt Reinhart dat hij zijnen oom bij de +kruinscheering met heet water bijna het geheele hoofd verbrand had, +hetgeen herinnert aan de 3<sup>e</sup> fransche branche: <i xml:lang="fr">si comme Renart fist +Ysengrin moine</i>.</p> + +<p>Dan volgt de toespeling op de vischvangst op het ijs even als in het +Fransch (n<sup>o</sup>. 3), en dan in het breede het verhaal van hetgeen de 20<sup>e</sup> +branche slechts even aanstipt (n<sup>o</sup>. 2). In de 9–10<sup>e</sup> branche wordt dit +geval ook in het breede verhaald, vs. 4333–4555, maar met afwijkende +omstandigheden. Het Fransch maakt geen melding van het land van +Vermendois<a id="FNa_117" href="#FN_117" class="fnanchor">(117)</a> (Rein., vs. <span class="pagenum" title="CXXIII"></span><a id="p_cxxiii"></a><a href="#l_1514">1514</a>), noch van het kapoen dat de vos den +priester ontsteelt. Het geheele geval heeft in 't Fransch zelfs niet bij +een priester plaats. Nadat de wolf uit zijne gevangenis verlost is, +beduidt de vos hem <span xml:lang="fr">d'aller prendre des oies <i>chez un prtre</i>,</span>” zoo als +<span class="smcap">ROTHE</span> zegt<a id="FNa_118" href="#FN_118" class="fnanchor">(118)</a>. Dit rust op een misverstand: de ganzen zijn onder de +hoede van een man, die vs. 4630 <i xml:lang="fr">le pastor</i> genoemd wordt, welke +uitdrukking waarschijnlijk aanleiding gaf tot de misvatting van <span class="smcap">ROTHE</span>, +die toch vs. 4606 had kunnen zien, dat er sprake was van <span xml:lang="fr">un pasan.</span>” +Zou de vlaamsche dichter ook door dezelfde vergissing op het denkbeeld +van zijn priester gekomen zijn? In het Fransch eindigt de vos ook met +eene gans te stelen en daarme huiswaarts te trekken.</p> + +<p>In de 18<sup>e</sup> branche, vs. 9269 vlg., komt eene epizode voor, welke veel +overeenkomst heeft met het mnl. verhaal.</p> + +<p>Daarna deelt de vlaamsche dichter nog een soortgelijk geval mede, dat ik +mij echter niet herinner in eenige fransche branche gevonden te hebben; +en eindelijk komt ook de verkrachting van Isengrijns wijf te berde.</p> + +<p>Uit dit alles blijkt vrij duidelijk, dat de Vlaming zijn origineel, dat +hij ontegenzeggelijk voor zich had, niet angstvallig vertaalde, maar +veeleer vrij navolgde, daarbij gebruik makende van zoodanige +karakteristieke situatin als hem, of uit de vlaamsche overlevering, of +misschien ook uit andere fransche branches bekend waren. Onder de +laatste mag men hoogstwaarschijnlijk rangschikken het origineel waarnaar +de 26<sup>e</sup> branche werd omgewerkt en de 9–10<sup>e</sup> branche, hetzij dan in haar +<span class="pagenum" title="CXXIV"></span><a id="p_cxxiv"></a>tegenwoordige vorm, hetzij naar het ouder stuk dat daaraan ten +grondslag lag<a id="FNa_119" href="#FN_119" class="fnanchor">(119)</a>.</p> + +<p>Zelfs in de afwijkingen vonden wij sprekende trekken die ons altijd wer +terugbrachten tot de 20<sup>e</sup> branche, zoodat daardoor het vermoeden geheel +en al wordt uit den weg geruimd, dat een ander, ons onbekend fransch +stuk, het origineel zou zijn waarnaar onze <i>Reinaert</i> werd bewerkt.</p> + +<p>En zoo vinden wij dan genoegsame reden om in den <i>Reinaert</i>, ondanks het +fransche schema dat er gedeeltelijk in gevolgd is, maar dat overal, +zoowel in de eigenlijke navolging, als in de meer vrije deelen, door het +vlaamsche gedicht verre overtroffen wordt,—een echt nationaal +kunstprodukt te aanschouwen, waarop Vlaanderen ten eeuwigen dage roem +mag dragen.</p> + +<p><span class="pagenum" title="CXXV"></span><a id="p_cxxv"></a></p> + +<p>Zien wij thans in hoeverre onze nieuwgewonnen rezultaten van invloed +zijn op de vraag omtrent den ouderdom van het gedicht.</p> + +<hr class="chend" /> + +<h3 id="inl_VIII">VIII.</h3> + +<p>Van wanneer dagteekent het origineel waarnaar onze <i>Reinaert</i> werd +bewerkt? Ziedaar de eerste vraag, die wij op te lossen hebben. Bleek de +20<sup>e</sup> (16<sup>e</sup>) branche eerst in de laatste helft der dertiende eeuw +geschreven te zijn, of zelfs in de eerste der veertiende, dan zouden +innerlijke bewijzen die aan het nederlandsche gedicht een stempel van +hooger ouderdom schenen op te drukken, natuurlijk niets beteekenen. Die +innerlijke bewijzen zijn gedeeltelijk aan het laatste, het +oorspronkelijke gedeelte van den <i>Reinaert</i> te ontleenen, en wij zullen +er daarom veel gewicht aan mogen hechten, omdat zij, als onze +beschouwing over den oorsprong des gedichts opgaat, noodwendig licht +moeten werpen op den tijd der vervaardiging, daar zij niet meer, zoo als +<span class="smcap">GRIMM</span> dacht<a id="FNa_120" href="#FN_120" class="fnanchor">(120)</a>, <span xml:lang="de">schon in <span class="smcap">WILLEMS</span> quelle gestanden haben, folglich +nichts zur ermittlung seiner lebenszeit beitragen.</span>”</p> + +<p>Zien wij dus eerst hoe oud het fransche voorbeeld, de 20<sup>e</sup> branche van +<span class="smcap">MON</span>, mag zijn.</p> + +<p><span class="mixcap">Gautier de coinsi</span>, die eene verzameling van Maria-mirakelen schreef, en +in 1236 stierf, getuigt herhaaldelijk hoe verbreid en bemind de +Reinart-sage in <span class="pagenum" title="CXXVI"></span><a id="p_cxxvi"></a>Frankrijk was<a id="FNa_121" href="#FN_121" class="fnanchor">(121)</a>; ja hij maakt eene toespeling +waaruit blijkt, dat hij onze branche 20 (16) gekend heeft.</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl" xml:lang="fr"> + <span class="i0">Plus volontiers oient un conte,<br /></span> + <span class="i0">Ou une trufe, c'on lor conte,<br /></span> + <span class="i0">Si con Tardius li limeons<br /></span> + <span class="i0">Lut et chanta les trois leons<br /></span> + <span class="i0">Sor la bire dame Coupe,<br /></span> + <span class="i0">Que Renarz avoit escoupe<a id="FNa_122" href="#FN_122" class="fnanchor">(122)</a>;<br /></span> +</div> +</div> + +<p class="noi">nagenoeg letterlijk hetgeen wij in de 20<sup>e</sup> branche, vs. 10103 lezen:</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl" xml:lang="fr"> + <span class="i0">Sire Tardis li limaons<br /></span> + <span class="i0">Chanta por cele trois leons,<br /></span> +</div> +</div> + +<p class="noi">namelijk voor Cope, die begraven werd.</p> + +<p>Onze branche is dus blijkbaar vr 1236 geschreven. Zien wij nu of wij +haar ouderdom niet nader kunnen bepalen.</p> + +<p>De proloog van dat stuk luidt aldus:</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl" xml:lang="fr"> + <span class="i0">Perroz qui son engin et s'art<br /></span> + <span class="i0">Mist en vers fre de Renart<br /></span> + <span class="i0">Et d'Ysengrin son chier conpre,<br /></span> + <span class="i0">Lessa le miex de sa matre,<br /></span> + <span class="i0">Quant il entr'oblia les plez<br /></span> + <span class="i0">Et le jugement qui fu fez<br /></span> + <span class="i0">En la cort Noble, le lion,<br /></span> + <span class="i0">De la grant fornication<br /></span> + <span class="i0">Que Renarz fist, qui toz max cove,<br /></span> + <span class="i0">Envers dame Hersent, la love.<br /></span> +</div> +</div> + +<p>Uit die regels schijnt men te mogen opmaken, dat de dichter met geene +andere branche bekend was dan die, welke <span class="smcap">PIERRE DE SAINT-CLOUD</span> bewerkt +had. Hij kan daarom niet veel jonger dan deze dichter zijn, <span class="pagenum" title="CXXVII"></span><a id="p_cxxvii"></a>hoewel men +uit de eerste regels zou kunnen opmaken, dat <span class="smcap">PIERRE</span> reeds gestorven was +toen de 20<sup>e</sup> branche in zijn trant werd omgewerkt.</p> + +<p>Omtrent <span class="smcap">PIERRE DE SAINT-CLOUD</span> is weinig bekend. <span class="mixcap">Grimm</span> schrijft: <span xml:lang="de">ber +seine lebensumstande fehlen genaue nachrichten, er wird in den beginn +des 13 jh. gesetzt, und soll auch eine branche des <i xml:lang="fr">Roman d'Alexandre</i>, +nemlich das testament, verfasst haben</span><a id="FNa_123" href="#FN_123" class="fnanchor">(123)</a>.”</p> + +<p><span class="mixcap">Willems</span> zegt bepaalder dat hij omtrent 1230 leefde<a id="FNa_124" href="#FN_124" class="fnanchor">(124)</a>.”</p> + +<p><span class="mixcap">Fauriel</span>, de jongste schrijver over den <i xml:lang="fr">Roman du Renart</i>, in Frankrijk, +laat zich daaromtrent aldus uit<a id="FNa_125" href="#FN_125" class="fnanchor">(125)</a>:</p> + +<p xml:lang="fr">Il serait de la plus grande importance pour l'histoire de la fiction du +Renart d'avoir quelques anciennes notions, mmes vagues, sur le temps o +vcut <span class="smcap">PIERRE DE SAINT-CLOUD</span>; et l'on n'en a aucune. A s'en tenir +la-dessus aux conjectures les plus vraisemblables et les mieux lies +avec les textes qui paraissent se rapporter sa vie et sa renomme, +on peut admettre qu'il naquit dans le cours de la seconde moiti du +XII<sup>e</sup> sicle, et se fit connatre par ses ouvrages vers les +commencements du XIII<sup>e</sup>. La premire mention qui semble concerner, sinon +sa personne, du moins le genre de posie qu'il remit en vogue, est le +tmoignage frquemment cit de <span class="smcap">GAUTIER DE COINSI</span>, prieur de +Victor-Sur-Aisne. Or, une telle mention, qui ne peut tre antrieure +l'an 1233, ne nous apprend rien de prcis relativement la date des +premires productions de <span class="smcap">PIERRE DE SAINT-CLOUD</span> sur le sujet de <span class="pagenum" title="CXXVIII"></span><a id="p_cxxviii"></a>Renart. +Il n'est pas impossible qu'elles remontent jusqu' la fin du XII<sup>e</sup> +sicle; mais elles ne sauraient remonter beaucoup au del. Toujours +est-il que <span class="smcap">PIERRE DE SAINT-CLOUD</span> est le plus ancien des trouvres connus +pour avoir travaill au Renart franais, celui que l'on en dsigne +gnralement comme l'inventeur.”</p> + +<p>Wij hebben de geheele plaats uitgeschreven om te doen zien hoe +nevelachtig het geheele vraagstuk, zelfs in Frankrijk, nog is; en toch +komt het mij voor, dat er ten minste iets kan worden vastgesteld.</p> + +<p>Tusschen 1150 en 1160 zag de <i xml:lang="fr">Roman du Rou</i> het licht, en daarin heet +het:</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl" xml:lang="fr"> + <span class="i0">Alisandres fu rois poissans,<br /></span> + <span class="i0">Doze rgnes prist en doze ans:<br /></span> + <span class="i0">Mult out terres, mult ot aveir,<br /></span> + <span class="i0">Et rois fu de mult grant poeir;<br /></span> + <span class="i0">Mez cil cunquest poi li valu,<br /></span> + <span class="i0">Enveminez fu, si moru.<br /></span> +</div> +</div> + +<p>Dat die regels, in verband met hetgeen er op volgt, de +Alexander-gedichten der fransche trouvres bedoelen, is blijkbaar en +wordt ook algemeen aangenomen<a id="FNa_126" href="#FN_126" class="fnanchor">(126)</a>.</p> + +<p>Op het Latijnsche gedicht van <span class="smcap">GAUTIER DE CHATILLON</span> kunnen zij onmogelijk +doelen, daar dit eerst na 1170 werd geschreven<a id="FNa_127" href="#FN_127" class="fnanchor">(127)</a>.</p> + +<p>Een der branches der <span xml:lang="fr">chanson d'Alexandre</span>, en wel zoo als <span class="smcap">PARIS</span> +zegt<a id="FNa_128" href="#FN_128" class="fnanchor">(128)</a>, <span xml:lang="fr">l'une des meilleures branches de tout le rcit,</span>” heeft tot +titel: <i xml:lang="fr">Signification de la mort d'Alexandre</i>, waarvan de inhoud aldus +door denzelfden geleerde wordt opgegeven<a id="FNa_129" href="#FN_129" class="fnanchor">(129)</a>:</p> + +<p><span class="pagenum" title="CXXIX"></span><a id="p_cxxix"></a></p> + +<p><span xml:lang="fr">Elle raconte la trahison de Dimnuspater et Antipater, le couronnement +du hros, le grand festin royal dans lequel Alexandre est <i>empoisonn</i>.</span>” +Dit komt, zoo als men ziet, ongeveer overeen met het tiende boek van +<span class="smcap">MAERLANTS</span> <i>Alexander</i><a id="FNa_130" href="#FN_130" class="fnanchor">(130)</a>.</p> + +<p>Nu moet het verwonderen, dat <span class="smcap">PAULIN PARIS</span> ook deze branche rangschikt +onder de <span xml:lang="fr">continuations plus rcentes d'un sicle ou d'un sicle et +demi,</span>” van het oorspronkelijke werk van <span class="smcap">LAMBERT LI CORS</span> en <span class="smcap">ALEXANDRE DE +PARIS</span>, dat hij in de eerste helft der twaalfde eeuw plaatst<a id="FNa_131" href="#FN_131" class="fnanchor">(131)</a>, zoodat +deze branche eerst tusschen 1250 en 1300 zou zijn geschreven<a id="FNa_132" href="#FN_132" class="fnanchor">(132)</a>. Dit +oordeel is vreemd, zeiden wij; want blijkbaar wordt deze branche, de +eenige waarin de vergiftiging van <span class="smcap">ALEXANDER</span> wordt verhaald, in de +aangehaalde verzen van den <i xml:lang="fr">Roman du Rou</i> bedoeld, en valt dus stellig +vr 1150.</p> + +<p>De schrijver nu dier branche was <span class="smcap">PIERRE DE SAINT-CLOUD</span>, die dus reeds in +de eerste helft der twaalfde eeuw heeft geschreven, en derhalve niet +veel later dan omstreeks het jaar 1100 kan geboren zijn.</p> + +<p>Had hij reeds vr de branche van den <i>Alexander</i> een gedeelte der +Reinaertsage bewerkt? In den <i>Alexander</i> immers leest men:</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl" xml:lang="fr"> + <span class="i0">Li Grezois les engignent, com Renart fist le gal,<br /></span> + <span class="i0">Qu'il saisi par la gorge, quant il chantoit clinal<a id="FNa_133" href="#FN_133" class="fnanchor">(133)</a>.<br /></span> +</div> +</div> + +<p><span class="pagenum" title="CXXX"></span><a id="p_cxxx"></a></p> + +<p>In de 11<sup>e</sup> (17<sup>e</sup>) branche bij <span class="smcap">MON</span>, waarin <span class="smcap">PIERRE</span> als de schrijver +genoemd staat, wordt vs. 4935–5492 juist verhaald, hoe de vos zich van +den haan meester maakt....</p> + +<p>Het zou echter gevaarlijk zijn daaruit een besluit op te maken. +Vooreerst heet daar de haan nimmer <i xml:lang="fr">li gal</i>, maar altijd <i xml:lang="fr">li cos</i>, <i xml:lang="fr">le +coc</i>, b.v. vs. 5036, 5308, 5319, 5328, 5340, 5415 enz.; en zoo daar al +gewaagd wordt, vs. 4988,</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl" xml:lang="fr"> + <span class="i0">De Chantecler qui cline l'ueil;<br /></span> +</div> +</div> + +<p class="noi">zoo de vos den boer beduidt dat hij hem den haan overlevere, vs. 5311,</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl" xml:lang="fr"> + <span class="i0">Si le me baille par le col;<br /></span> +</div> +</div> + +<p class="noi">toch vindt men daar het verhaal niet zoo als het volgens de toespeling +in den <i>Alexander</i> moet geluid hebben.</p> + +<p>Maar ook de 5<sup>e</sup> (3<sup>e</sup>) branche van <span class="smcap">MON</span> behandelt hetzelfde onderwerp als +de 11<sup>e</sup>, maar met belangrijke afwijkingen in de dtails. Hier beduidt +Reinaert aan Chantecler, die ook hier nimmer <i xml:lang="fr">li gals</i>, maar <i xml:lang="fr">li cos</i> +heet, dat zij <span xml:lang="fr">cosin germain</span>” zijn: hij weidt uit in den lof van +Chanteclers vader, die kraaide zoo als nooit een haan gekraaid had, en +die daarbij de beide oogen sloot. En dan volgt een tooneel, dat wij +geheel moeten afschrijven om te doen zien, dat het werkelijk alle +bijzonderheden bevat waarop de <i>Alexander</i> zinspeelt:</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl" xml:lang="fr"> + <span class="i0">Dist Chanteclers: „Renart, cosin, <span class="regel"><ins class="corr" id="corr10" title="Bron: 1517">1571</ins>.</span><br /></span> + <span class="i0">Volez me prendre <i>par engin</i>.”<br /></span> + <span class="i0">—Certes, ce dist Renars, non voil,<br /></span> + <span class="i0">Ms or chantez, <i>si clingniez l'oil</i>;<br /></span> + <span class="i0">D'une char somes et d'un sanc,<br /></span> + <span class="i0">Miex vodroie estre d'un pi manc<br /></span> + <span class="i0">Que vos mesface tant ne qant,<br /></span> + <span class="i0">Que tu es trop prs mon parent.”<br /></span> + <span class="i0">Dist Chanteclers: „Pas ne te croi:<br /></span> + <span class="i0">Un poi detrai en sus de moi, <span class="regel">1580.</span><br /></span> + <span class="i0">Et je dirai une chanon;<br /></span> +<span class="pagenum" title="CXXXI"></span><a id="p_cxxxi"></a> + <span class="i0">N'aura voisin ci environ<br /></span> + <span class="i0">Qui bien n'entende mon fauset.”<br /></span> + <span class="i0">Lors s'en est souriz Renardet,<br /></span> + <span class="i0">Et dist Renars: „Chante, cousins:<br /></span> + <span class="i0">Je saur bien se Chanteclins,<br /></span> + <span class="i0">Mes oncles, s'il vos fu noient.”<br /></span> + <span class="i0">Lors encommence hautement,<br /></span> + <span class="i0">Lors chanta Chanteclers un vers:<br /></span> + <span class="i0"><i>L'un oil ot clos et lautre overs</i>, <span class="regel">1590.</span><br /></span> + <span class="i0">Car moult forment cremoit Renart;<br /></span> + <span class="i0">Sovent regarde cele part.<br /></span> + <span class="i0">Ce dist Renars: „Ce n'est noient.<br /></span> + <span class="i0">Chanteclins chantoit autrement,<br /></span> + <span class="i0">A un lonc tret, eulz cligniez,<br /></span> + <span class="i0">C'on l'ooit d'outre les plessiez.”<br /></span> + <span class="i0">Chanteclers cuide que voir die:<br /></span> + <span class="i0">Lors commence sa melodie,<br /></span> + <span class="i0"><i>Les eulz cligniez</i> par grant ar.<br /></span> + <span class="i0">Lors ne volt plus Renart soffrir, <span class="regel">1600.</span><br /></span> + <span class="i0">Par de desus un rouge chol<br /></span> + <span class="i0"><i>Le prent Renart parmi le col.</i><br /></span> +</div> +</div> + +<p>Vergelijkt men de lezingen van branche 11 en 5 met den mhd. <i xml:lang="de">Reinhart</i>, +vs. 11–176, dan ziet men terstond, dat de laatste branche zich het naast +aan het oude gedicht houdt<a id="FNa_134" href="#FN_134" class="fnanchor">(134)</a>, waarop het zich dan ook beroept,</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl" xml:lang="fr"> + <span class="i0">Trover le poez en l'estoire, <span class="regel">1384.</span><br /></span> +</div> +</div> + +<p class="noi">evenzeer als branche 11, waar wij, vs. 4038, lezen:</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl" xml:lang="fr"> + <span class="i0">Que se li livres nos dit voir<br /></span> + <span class="i0">O je trouve l'estoire escrite.<br /></span> +</div> +</div> + +<p>Het schijnt dus, dat de toespeling uit den <i>Alexander</i> niet op het +gedicht van <span class="smcap">PIERRE DE SAINT-CLOUD</span> ziet. Maar is werkelijk die 11<sup>e</sup> +branche van gemelden dichter? Het is waar, zijn naam wordt in 't begin +en het slot genoemd, maar altijd in den derden persoon.</p> + +<p><span class="pagenum" title="CXXXII"></span><a id="p_cxxxii"></a></p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl" xml:lang="fr"> + <span class="i0">Pierres qui de Saint-Clost <i>fu nez</i>, <span class="regel">4851.</span><br /></span> + <span class="i0">S'est tant traveilliez et penez<br /></span> + <span class="i0">Par proire de ses amis,<br /></span> + <span class="i0">Que il nos a en rime mis<br /></span> + <span class="i0">Une rise et un gabet<br /></span> + <span class="i0">De Renart, qui tant set d'abet,<br /></span> + <span class="i0">Le puant nain, le descru,<br /></span> + <span class="i0">Par qui out est decu<br /></span> + <span class="i0">Tant baron que n'en sai le conte,<br /></span> + <span class="i0">Ds or <i>commencerai</i> le conte:<br /></span> + <span class="i0">Se il est qui i voille entendre,<br /></span> + <span class="i0">Sachiez moult i porra aprendre,<br /></span> + <span class="i0">Si com <i>je cuit</i> et com <i>je pens</i>,<br /></span> + <span class="i0">Se escouter met son sens.<br /></span> +</div> +</div> + +<p style="text-indent: 2.5em;">het slot luidt:</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl" xml:lang="fr"> + <span class="i0">Ici fait Pierres remanoir<br /></span> + <span class="i0">Le conte o se <i>volt</i> traveillier,<br /></span> + <span class="i0">Et lesse Renart conseillier.<br /></span> +</div> +</div> + +<p>Of in een ander handschrift:</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl" xml:lang="fr"> + <span class="i0">Chi fait Perrins remanoir<br /></span> + <span class="i0">Le livre de Renart pour voir<br /></span> + <span class="i0">Duquel s'est volus travillier:<br /></span> + <span class="i0">Ysengrin laist conseillier (<i>sic</i>);<br /></span> + <span class="i0">Se par ce meschiet Ysengrin<br /></span> + <span class="i0">Li blames en ert sus Perrin.<br /></span> +</div> +</div> + +<p>Uit de laatste regels ziet men, dat de schrijver, d. i. hier de +afschrijver, ook nog andere branches kende, waarin de wolf het kortste +eind trok; maar dewijl zij niet in den anderen tekst voorkomen, laten +wij dit buiten rekening. Wij mogen echter niet achterlaten op te merken, +dat van <span class="smcap">PIERRE</span> steeds in den derden persoon, en in den verleden tijd +gesproken wordt, <i xml:lang="fr">fu nez</i>, <i xml:lang="fr">volt traveillier</i>, terwijl terstond daarop +de eerste persoon gebruikt wordt, hetgeen wel eene tegenstelling schijnt +aan te duiden.</p> + +<p><span class="mixcap">Rothe</span> zegt<a id="FNa_135" href="#FN_135" class="fnanchor">(135)</a>: <span xml:lang="fr">D'abord, la vrit, l'auteur <span class="pagenum" title="CXXXIII"></span><a id="p_cxxxiii"></a>semble parler de +<span class="smcap">PIERRE DE SAINT-CLOUD</span> la troisime personne; mais le reste prouve +assez que cette onzime branche est <i>prcisment le pome</i> entier et +isol <i>de ce mme</i> <span class="smcap">PIERRE DE SAINT-CLOUD</span>, fort souvent(?) mentionn +ailleurs comme auteur principal ou unique du pome de Renart.</span>”</p> + +<p>Dat wij hier den inhoud van <span class="smcap">PIERRES</span> gedicht hebben, geef ik gereedelijk +toe; maar dat wij het niet juist in eene omwerking bezitten, zou moeten +<i>bewezen</i> worden. De geheele proloog toch schijnt ons juist het werk van +dien omwerker, die van zichzelf in den eersten, van zijn voorganger in +den derden persoon spreekt. De geheele toon der inleiding is die van een +later jongleur of kopist, die wijst op het nut, dat men uit de +geschiedenis kan trekken, hetgeen zeker geen oorspronkelijk gezichtspunt +is. Zoo luidt ook de inleiding tot de 29<sup>e</sup> branche (<span class="smcap">MON</span>, III, pag. 82):</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl" xml:lang="fr"> + <span class="i0">Une estoire vueil commencier.<br /></span> + <span class="i0">Qui durement fet prisier;<br /></span> + <span class="i0">Et grant bien i porriez aprendre<br /></span> + <span class="i0">Se il vos i plest entendre.<br /></span> + <span class="i0">Or m'escotez sanz noise fre,<br /></span> + <span class="i0">Que nus contes ne porroit plre<br /></span> + <span class="i0">A home qui est trop noisous,<br /></span> + <span class="i0">Ms de l'or soit covoitous:<br /></span> + <span class="i0">Celi qui or le vorra,<br /></span> + <span class="i0">Sachiez, grant profit i penra.<br /></span> +</div> +</div> + +<p class="noi">En dit kan ook niet wel anders, nu wij weten dat <span class="smcap">PIERRE DE SAINT-CLOUD</span> +zijn gedicht stellig eene geheele eeuw vroeger heeft geschreven dan +<span class="smcap">WILLEMS</span> het stelde. Dat de 11<sup>e</sup> branche een werk van de eerste helft der +twaalfde eeuw zou zijn, kan niemand gelooven, en de vergelijking met br. +5 en het Mhd. leert duidelijk het tegendeel; terwijl wij daaruit ook +ontwaren hoe overvrij de omwerker zijn origineel behandeld heeft. +Waarschijnlijk heeft <span class="pagenum" title="CXXXIV"></span><a id="p_cxxxiv"></a>juist <i xml:lang="fr">le livre</i>, dat in de slotvariant genoemd +wordt, dat ook vs. 4938 voorkomt, het oorspronkelijke werk van <span class="smcap">PIERRE</span> +bevat, en daar zal het aventuur van den haan zeker z behandeld zijn, +dat wij mogen aannemen dat de toespeling uit den <i>Alexander</i> op <span class="smcap">PIERRES</span> +gedicht zag, waarin ook de haan met den ouder naam van <i xml:lang="fr">le gal</i> zal zijn +genoemd.</p> + +<p>Of <span class="smcap">PIERRE</span> meer deelen der Reinaertsage bewerkt heeft dan deze verlorene +branche, is niet uitgemaakt. Men zou het evenwel mogen opmaken uit de +inleiding tot de 20<sup>e</sup> branche, waar gezegd wordt, dat Perroz, hetgeen +dezelfde naam is met den verkleiningsuitgang,</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl" xml:lang="fr"> + <span class="i6">Son engin et s'art<br /></span> + <span class="i0">Mist en vers fre de Renart<br /></span> + <span class="i0"><i>Et d'Ysengrin</i>,<br /></span> +</div> +</div> + +<p class="noi">welke laatste in de besproken branche geene rol vervult.</p> + +<p>Misschien is die vermelding van Ysengrin slechts eene onnaauwkeurigheid, +die haar aanwezen alleen verschuldigd is aan de behoefte om een +rijmwoord te vinden. Hoe het ook zij, nergens vinden wij eenige andere +branche uitdrukkelijk aan <span class="smcap">PIERRE DE SAINT-CLOUD</span> toegeschreven. In de +plaats bij <span class="smcap">CHABAILLE</span><a id="FNa_136" href="#FN_136" class="fnanchor">(136)</a> voorkomende, wordt geen bepaald werk genoemd. +<span class="mixcap">Le grand d'aussy</span> en <span class="smcap">RAYNOUARD</span> kennen hem ook nog, volgens <span class="smcap">GRIMM</span><a id="FNa_137" href="#FN_137" class="fnanchor">(137)</a>, de +branches 1, 2, 3, 4 en 5 toe; <span class="smcap">FAURIEL</span> meent dat hij buiten de 11<sup>e</sup> +alleen nog de 1<sup>e</sup> branche geschreven heeft<a id="FNa_138" href="#FN_138" class="fnanchor">(138)</a>. Van de eerste en de +vijfde is het stellig te bewijzen dat <span class="smcap">PIERRE</span> die niet kan geschreven +hebben. De 5<sup>e</sup> is misschien eene omwerking van zijn <span class="pagenum" title="CXXXV"></span><a id="p_cxxxv"></a>vroeger gedicht, +gelijk wij reeds zagen. De eerste draagt alle blijken van jonger +oorsprong in hare beide deelen. Buitendien is er eene plaats in br. 11, +die geheel en al 1<i>b</i> werspreekt. Dr zegt toch de koning dat Isengrim +niet moet gelooven dat Reinaert zijne vrouw heeft beleedigd, vs. 5668:</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl" xml:lang="fr"> + <span class="i0">Que vos ice que ne savez,<br /></span> + <span class="i0"><i>Fors seulement par o dire</i>,<br /></span> + <span class="i0">Li portez ne corroz ne ire.<br /></span> +</div> +</div> + +<p>In branche 1 <i>ziet</i> juist de wolf dat gebeuren, waarover hij zich in br. +11 beklaagt.</p> + +<p>De geheele redenering van <span class="smcap">FAURIEL</span> berust op het niet goed begrijpen van +de inleiding tot de eerste branche.</p> + +<p>Al wat wij dus van <span class="smcap">PIERRE DE SAINT-CLOUD</span> weten, is, dat hij in de eerste +helft der twaalfde eeuw, vr 1150, schreef; en dat zijn werk voor ons +is verloren gegaan. Maar dit is voor ons onderzoek reeds veel.</p> + +<p>Een schrijver die onmiddellijk op hem volgt, kan niet veel jonger zijn +dan de helft dier zelfde eeuw, en zal omstreeks 1150 moeten geschreven +hebben. Zien wij, of wij de 20<sup>e</sup> branche zoo hoog kunnen opvoeren.</p> + +<p><span class="mixcap">Grimm</span> zegt van al de fransche branches<a id="FNa_139" href="#FN_139" class="fnanchor">(139)</a>: <span xml:lang="de">Sprache und ausdrucksweise +tragen insgemein die frbung anderer franz. gedichte des 13 jh.</span>” +Intusschen leert de vergelijking met de werken van <span class="smcap">CHRESTIEN DE TROIES</span>, +dat het niet onmogelijk is enkele branches tot de tweede helft der +twaalfde eeuw, ja misschien nog wat vroeger, te brengen. Dit is het +geval met de 20<sup>e</sup>, hetgeen door de volgende bijzonderheden wordt +ondersteund.</p> + +<p>Als Renart aan 's konings hof komt, zegt hij tot Noble, vs. 10953:</p> + +<p><span class="pagenum" title="CXXXVI"></span><a id="p_cxxxvi"></a></p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl" xml:lang="fr"> + <span class="i0">„Or ont tant fet li losengier,<br /></span> + <span class="i0">Qui de moi se volent vengier,<br /></span> + <span class="i0">Que vos m'avoz jugi mort;<br /></span> + <span class="i0">Ms puis, sire, que rois s'amort<br /></span> + <span class="i0">A croire les mauvs larrons,<br /></span> + <span class="i0">Et il lesse les bons barons,<br /></span> + <span class="i0">Et gerpist le chief por la qeue<br /></span> + <span class="i0">Lors vet la terre male veue.”<br /></span> +</div> +</div> + +<p>Buiten twijfel hebben wij hier eene toespeling op den <i xml:lang="fr">Guillaume +d'Orange</i>. In de nog onuitgegeven branche, die tot titel heeft <i xml:lang="fr">Li +Moniages Guillaume</i>, doet een ridder aan koning Lodewijk, die alle +deugdelijke edellieden van zijn hof verwijderd had, het volgende +verwijt, vs. 5159:</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl" xml:lang="fr"> + <span class="i0">„Rois, nus frans homs ne vos devroit amer,<br /></span> + <span class="i0">Ne hennor fre, ne homage porter,<br /></span> + <span class="i0">Quar les prodomes avez toz adosez<br /></span> + <span class="i0">Et fors de France et chaciez et gitez,<br /></span> + <span class="i0">Tolu lor terres et toz deshritez:<br /></span> + <span class="i0">Foui s'en sont de la terre esgarez,<br /></span> + <span class="i0">Et lor enfant chtis et dsertez;<br /></span> + <span class="i0">Cil vos sussent le bon conseil doner,<br /></span> + <span class="i0">Quar li preudome font lor seignor douter.<br /></span> + <span class="i0">Ms li glouton, li losengier prov,<br /></span> + <span class="i0">Li pautonnier, cil sont vos rems,<br /></span> + <span class="i0">Por lor losange les tenez en chiert;<br /></span> + <span class="i0">Li losangier font les rois dcliner<br /></span> + <span class="i0">Et les hauz homes par lor bordes blasmer.<br /></span> + <span class="i0">Rois, tu les as montez et alevez,<br /></span> + <span class="i0">Or es por euls honiz et vergondez,<br /></span> + <span class="i0">Ne j por euls ne seroiz amontez.<br /></span> + <span class="i0">Ne doit rois estre, ne corone porter,<br /></span> + <span class="i0">Qui garon fet son conseil priv,<br /></span> + <span class="i0">Ms les preudomes i doit-en apeler.”<br /></span> +</div> +</div> + +<p>En wat later, vs. 5399, wordt den koning op nieuw toegevoegd:</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl" xml:lang="fr"> + <span class="i0">„Tu as la terre empire forment<br /></span> + <span class="i0">Des gentix homes, des sages, des vaillanz,<br /></span> +<span class="pagenum" title="CXXXVII"></span><a id="p_cxxxvii"></a> + <span class="i0">Qu'ensus de toi as chaci laidement:<br /></span> + <span class="i0">Dsertez as les pres des enfanz.<br /></span> + <span class="i0">Par les frans homes est li sires poissanz:<br /></span> + <span class="i0">Tu n'en as nul de gentix ne de frans,<br /></span> + <span class="i0">Perduz les as tot par ton malvs sens,<br /></span> + <span class="i0">Dont tote France est torne torment.”<br /></span> +</div> +</div> + +<p>Voorts wordt hem verweten, dat hij zich alleen omringt met</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl" xml:lang="fr"> + <span class="i0">„Les losangiers et les faus mdisanz,<br /></span> + <span class="i0">Les trateurs et les glouz malcuidanz,<br /></span> + <span class="i0">Ceus qui te servent de menonges contant,<br /></span> + <span class="i0">Que entor toi as tenu longuement.<br /></span> + <span class="i0">Tu as don t'onor et ton argent:<br /></span> + <span class="i0">Por lor conseil seras-tu recrant,<br /></span> + <span class="i0">Se Dex ne'l fet par son digne comment.<br /></span> + <span class="i0">Qui bordes croit et losangier sovent<br /></span> + <span class="i0">Au chief de tor, par mon chief, s'en repent.”<br /></span> +</div> +</div> + +<p>De vergelijking van de uitdrukkingen in den <i xml:lang="fr">Renard</i> en de aangehaalde +regels uit den <i xml:lang="fr">Moniage</i> zullen wel geen twijfel overlaten, of er heeft +in de branche van het dieren-epos eene toespeling op het heldendicht +plaats. Zien wij, welke aanwijzing ons dit geeft aangaande den datum van +den <i xml:lang="fr">Renard</i>.</p> + +<p>Van den <i xml:lang="fr">Moniage Guillaume</i> bestaan twee redaktin, waarvan de oudste +tusschen 1050 en 1150, waarschijnlijk nog vr 1100 valt<a id="FNa_140" href="#FN_140" class="fnanchor">(140)</a>. De +jongere is eerst na 1150 ontstaan, maar zeker niet lang; wij mogen +stellen omstreeks 1160<a id="FNa_141" href="#FN_141" class="fnanchor">(141)</a>. De schrijver van de 20<sup>e</sup> branche van den +<i xml:lang="fr">Renard</i> had stellig de jongste redaktie op het oog, zoo als de daaruit +aangehaalde plaatsen leeren, daar deze veel nader bij den tekst van den +<i xml:lang="fr">Renard</i> komen dan het daarme overeenstemmende uit de oudste +<span class="pagenum" title="CXXXVIII"></span><a id="p_cxxxviii"></a>lezing<a id="FNa_142" href="#FN_142" class="fnanchor">(142)</a>. Buitendien is de omwerking geschreven in of omstreeks +hetzelfde landschap, waar de dichter der 20<sup>e</sup> branche leefde, zoo als de +vergelijking van beider taal leert. Zoo vinden wij, om maar n +voorbeeld te noemen, bij beiden dezelfde spreekwijs terug, <i xml:lang="fr">Moniage</i>, +vs. 5672:</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl" xml:lang="fr"> + <span class="i0">D'autre Martin lor convendra chanter<a id="FNa_143" href="#FN_143" class="fnanchor">(143)</a><br /></span> +</div> +</div> + +<p class="noi">en <i xml:lang="fr">Renard</i>, vs. 10096,</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl" xml:lang="fr"> + <span class="i0">Si parleron d'autre Martin.<br /></span> +</div> +</div> + +<p>Veel jonger dan deze redaktie van den <i xml:lang="fr">Moniage</i>, schijnt zelfs het +tweede gedeelte niet te zijn, als mede uit de taal kan worden opgemaakt. +Ook hier sta n voorbeeld. In de dertiende eeuw was het woord <i xml:lang="fr">geste</i> +in de beteekenis van familie, geslacht, reeds minder gebruikelijk<a id="FNa_144" href="#FN_144" class="fnanchor">(144)</a>, +en toch vinden wij het nog aldus gebezigd, <i xml:lang="fr">Renard</i>, vs. 11781:</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl" xml:lang="fr"> + <span class="i0">Qui larron de pendre areste,<br /></span> + <span class="i0">Toz jors het ms lui et sa jeste.<br /></span> +</div> +</div> + +<p>Ook in dit tweede deel der branche komt eene toespeling<span class="pagenum" title="CXXXIX"></span><a id="p_cxxxix"></a> op dezelfde +<span xml:lang="fr">chanson de geste</span> voor, vs. 11751:</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl" xml:lang="fr"> + <span class="i0">Ainz que Tibaut soit crestiens,<br /></span> +</div> +</div> + +<p class="noi">waarbij natuurlijk niet aan eene herinnering aan den historischen +Thibaut van Champagne kan gedacht worden, die in 1253 stierf, en die in +eene andere branche, vs. 16136, voorkomt<a id="FNa_145" href="#FN_145" class="fnanchor">(145)</a>.</p> + +<p>Blijkbaar is hier die Tiebaut d'Orange bedoeld, die als de hevigste +tegenstander van Guillaume en van het Christendom bekend is uit de +fransche gedichten, die tot de tiende eeuw opklimmen.</p> + +<p>Veel merkwaardiger nog is intusschen hetgeen Renard op het einde van br. +20<i>a</i> zegt, als hij den koning toeroept, vs. 11267:</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl" xml:lang="fr"> + <span class="i0">Saluz te mande Noradins<br /></span> + <span class="i0">Par moi qui sui bons pelerins,<br /></span> + <span class="i0">Si te criment li paien tuit,<br /></span> + <span class="i0">A pou que chascuns ne s'en fuit.<br /></span> +</div> +</div> + +<p>Sultan Noureddin bloeide van <ins class="corr" id="corr11" title="Bron: 1449">1149</ins>–1171, en stierf in +1173<a id="FNa_146" href="#FN_146" class="fnanchor">(146)</a>. Mag men nu uit de aangehaalde verzen niet besluiten, dat het +gedicht, dat eene satyrieke toespeling maakt op de reeks van verliezen +die de Christenen in het Oosten leden bij en na den tweeden kruistocht, +1147–1149, kort daarna, althans vr den derden tocht, 1189–1193, +geschreven werd, toen Saladijns naam dien van Noureddin geheel in de +schaduw stelde? Bij de groote vermaardheid die de ridderlijke Saladijn +weldra in Europa verwierf, dien onze kronijkschrijvers den bijnaam geven +van <span xml:lang="la">domitor Orientis, ac nostrorum terror,</span>”<a id="FNa_147" href="#FN_147" class="fnanchor">(147)</a> is het ondenkbaar, dat +men zijn naam niet in de plaats zou gesteld hebben van den minder +vermaarden; en onmogelijk kan daarom onze 20<sup>e</sup> branche <span class="pagenum" title="CXL"></span><a id="p_cxl"></a>na Saladijns +optreden het licht hebben gezien. Het gedicht moet dus stellig tusschen +1150 en 1190 zijn tegenwoordige vorm hebben aangenomen. Maar zeer zeker +valt het, ook om de boven opgegeven gronden, eer in de eerste dan in de +laatste helft van dat tijdperk, waarschijnlijk vr 1173, toen Noureddin +stierf. Ja, als men de betrekking tot <span class="smcap">PIERRE DE SAINT-CLOUD</span> in het oog +houdt, en het verband met den <i xml:lang="fr">Guillaume d'Orange</i>, dan zal het niet te +gewaagd zijn de periode van wording nog nader te bepalen tusschen 1160 +en 1170. En meent men den schrijver van 20<i>b</i> nog zekere tijdruimte te +moeten gunnen voor de samenlijming der verschillende deelen van zijne +redaktie, dan zal men ten minste niet later kunnen afdalen dan tot op +omstreeks 1175 of 1180, toen de dood van Noureddin hier algemeen bekend +moest zijn.</p> + +<p>Zoo meenen wij dan den bewerker van branche 20<i>a</i> in het derde, den +schrijver van 20<i>b</i>, die de laatste hand aan het gedicht le, in het +laatste vierendeel der twaalfde eeuw te moeten plaatsen. 't Is waar, de +grond waarop dit oordeel steunt, bezit niet de onomstootbare hechtheid +van het historisch bewijs, en is uit eene reeks van gevolgtrekkingen en +veronderstellingen opgerezen; maar ik vertrouw, dat men daaraan eene +hooge mate van waarschijnlijkheid niet zal ontzeggen; en ik aarzel niet +de hoop te uiten, dat mijne uitkomsten, die bij eene bloote lezing van +mijn betoog wellicht voor eene subjektive opvatting kunnen worden +aangezien, bij eigen aanschouwing en naauwkeurige toetsing der bronnen +ook door anderen niet zullen worden gewraakt.</p> + +<p>Zien wij thans, wat wij omtrent den ouderdom der vlaamsche navolging van +het fransche gedicht kunnen vaststellen.</p> + +<hr class="chend" /> + +<p><span class="pagenum" title="CXLI"></span><a id="p_cxli"></a></p> + +<h3 id="inl_IX">IX.</h3> + +<p>Als de fransche branche, die kennelijk den vlaamschen <i>Reinaert</i> tot +model diende, eerst omstreeks het jaar 1180 is ontstaan, dan kan de +navolging natuurlijk niet omtrent den jare 1170” zijn geschreven, zoo +als <span class="smcap">WILLEMS</span> aannam<a id="FNa_148" href="#FN_148" class="fnanchor">(148)</a>, en ik vroeger op zijn voetspoor zocht te +betoogen<a id="FNa_149" href="#FN_149" class="fnanchor">(149)</a>.</p> + +<p><span class="mixcap">Willems</span> zelf had die stelling eigenlijk al moeten opgeven, daar zij in +strijd is met eene andere gissing door hem geopperd, en die veel +waarschijnlijkheid heeft. De dichter van den <i>Reinaert</i> had vroeger +reeds den <i>Madoc</i> geschreven, en <span class="smcap">WILLEMS</span> vraagt, of men daarbij niet +zou mogen denken aen de zonderlinge lotgevallen van Madoc, zoon van Owen +Guynnedd, prins van Wallis, die <i>omtrent den jare 1170</i> America +ontdekte?” en wiens wonderlijk verhaal van eene andere wereld men +wellicht voor droomerijen hield<a id="FNa_150" href="#FN_150" class="fnanchor">(150)</a>.</p> + +<p>Maar zoo wij al het jaar 1170 moeten opgeven, het blijft de vraag, of +wij thans geene andere tijdsbepaling kunnen vaststellen?</p> + +<p><span class="mixcap">Serrure</span> meent dat ons gedicht tusschen de jaren 1200 en 1220 +geschreven” werd<a id="FNa_151" href="#FN_151" class="fnanchor">(151)</a>, maar geeft geene bepaalde reden op, waarom hij +juist dit tijdperk aanneemt.</p> + +<p>Zoo ons ergens een licht kan opgaan omtrent den leeftijd van den +vlaamschen dichter, dan moet het vooral zijn in de eigenaardige +toevoegsels waarmede hij zijn origineel verrijkte. Toetsen wij daarom +nogmaals de gronden die daaraan te ontleenen zijn.</p> + +<p><span class="pagenum" title="CXLII"></span><a id="p_cxlii"></a></p> + +<p>De namen van den deken Herman, die vs. <a href="#l_2717">2717</a> (2737) voorkomt, of van +meester Jufroet, vs. <a href="#l_2937">2937</a> (2957), laat ik buiten rekening. <span class="mixcap">Willems</span> ziet +in den laatsten <i>ongetwyfeld</i> <span xml:lang="la">Godfredus Andegavensis</span>, die in de eerste +jaren der twaelfde eeuw leefde<a id="FNa_152" href="#FN_152" class="fnanchor">(152)</a>;” maar dat <i>ongetwijfeld</i> is toch +wat sterk, daar de woorden die Jufroet worden toegeschreven, niet in de +werken van den genoemden Godfridus worden aangetroffen<a id="FNa_153" href="#FN_153" class="fnanchor">(153)</a>. En wat den +eersten betreft, zegt <span class="smcap">WILLEMS</span> zelf<a id="FNa_154" href="#FN_154" class="fnanchor">(154)</a> alleen maar dat <span class="smcap">GRIMM</span> +<i>vermoedt</i> dat hier <i>kan bedoeld zijn</i> Herman, abt van St. Marten te +Doornik, een beroemd schryver van den aenvang der twaelfde eeuw.” Hoe +dit vermoeden veel waerschynlykheid” kan hebben, daer paus Innocentius +II met dezen Herman meermaels in onderhandeling geweest is”<a id="FNa_155" href="#FN_155" class="fnanchor">(155)</a>, +verklaar ik niet te begrijpen. Ik meen, dat het verstandiger is <span class="smcap">GRIMMS</span> +slotopmerking<a id="FNa_156" href="#FN_156" class="fnanchor">(156)</a> in het oog te houden: <span xml:lang="de">aber es kann viele geistliche +und decane dieses namens gegeben haben;</span>” te gereeder, daar het vreemd +zou zijn, dat de dichter, die zich, volgens <span class="smcap">WILLEMS'</span> eigen +opmerking<a id="FNa_157" href="#FN_157" class="fnanchor">(157)</a>, steeds binnen de grenzen van Vlaanderen beweegt, hier +zou gedacht hebben aan een Doorniksch prelaat.</p> + +<p>De toespeling op een valschen munter, Reinout de Vries, vs. <a href="#l_2652">2652</a> (2672) +is te onbepaald om er bij stil te staan<a id="FNa_158" href="#FN_158" class="fnanchor">(158)</a>, hetgeen te meer is te +betreuren, omdat wij hier waarschijnlijk eene kostbare aanwijzing zouden +mogen vermoeden.</p> + +<p><span class="pagenum" title="CXLIII"></span><a id="p_cxliii"></a></p> + +<p>In navolging van <span class="smcap">WILLEMS</span><a id="FNa_159" href="#FN_159" class="fnanchor">(159)</a> heb ik<a id="FNa_160" href="#FN_160" class="fnanchor">(160)</a> groot gewicht gelegd op de +vermelding van Hulsterloo als gelegen in zoo groot eene wildernis, dat +men in zes maanden er geen schepsel ontmoette, vs. <a href="#l_2565">2565</a> (2589). <span class="mixcap">Serrure</span> +meent, dat er dit in den tekst ook niet staat, maar alleen dat er <i>by +Hulsterloo</i> een bosch was<a id="FNa_161" href="#FN_161" class="fnanchor">(161)</a>.” Intusschen staat er duidelijk, vs. <a href="#l_2553">2553</a> +(2578),</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl"> + <span class="i0">Int oostende van Vlaendren staet<br /></span> + <span class="i0">Een bosch, ende heet Hulsterlo.<br /></span> + <span class="i0 g2">....................<br /></span> + <span class="i0">Een borne, heet Kriekepit,<br /></span> + <span class="i0">Gaet suutwest niet verre dane;<br /></span> + <span class="i0 g2">....................<br /></span> + <span class="i0">Dats een die meeste wildernesse,<br /></span> + <span class="i0">Die men hevet in enich rike.<br /></span> + <span class="i0">Ic segghe u ooc ghewaerlike,<br /></span> + <span class="i0">Dat somwilen es een half jaer,<br /></span> + <span class="i0">Dat toten borne comet daer<br /></span> + <span class="i0">No weder man nochte wijf,<br /></span> + <span class="i0">No creature die hevet lijf.<br /></span> +</div> +</div> + +<p>Wat beteekent dit nu? Er is een bosch dat Hulsterloo heet, d.i. het +<i>Hulster bosch</i>; niet ver van daar staat eene bron: dat is de grootste +wildernis, welke laatste woorden natuurlijk niet op de bron van +toepassing zijn, maar op de streek <i>niet verre dane</i>. Met die opvatting +strijdt ook niet, dat er later, vs. <a href="#l_2644">2644</a> (2664), van dien Kriekepit +gezegd wordt:</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl"> + <span class="i0">Ne staet hi niet bi Hulsterlo,<br /></span> + <span class="i0">Up dien moer, in die woestine!<br /></span> +</div> +</div> + +<p>Men ziet, hier is nog geene spraak van een dorp,” waarvan ook in den +giftbrief van Dirk van den Elzas van 1136 geen gewag gemaakt wordt, waar +alleen <span class="pagenum" title="CXLIV"></span><a id="p_cxliv"></a>staat <span xml:lang="la"><i>illum locum</i> qui dicitur Hulsterloe</span><a id="FNa_162" href="#FN_162" class="fnanchor">(162)</a>,” en in een +document van 1139 wordt dit zelfs alleen genoemd <span xml:lang="la">nonnulla terra in +circuitu</span>” van Saleghem<a id="FNa_163" href="#FN_163" class="fnanchor">(163)</a>. Eerst in een brief van paus Innocentius II +van 1141 wordt gewaagd van de <span xml:lang="la">curtes et villas.... Hulst et +Hulsterloe</span><a id="FNa_164" href="#FN_164" class="fnanchor">(164)</a>.” Blijkbaar was dus omstreeks 1141 Hulsterloo bewoond, +en in 1156 wordt er kerkelijke dienst gedaan en begraven<a id="FNa_165" href="#FN_165" class="fnanchor">(165)</a>. Daar het +nu niemand zal invallen den Reinaert ouder dan 1140 te maken, daar hij +minstens veertig jaren jonger is, blijkt het, dat de dichter, die van +Hulsterloo spreekt als van een onbewoond, woest oord, hier geen toestand +uit zijn eigen tijd heeft geschilderd. Waarschijnlijk maakte hij hier +gebruik van eene bekende overlevering, die gewaagde van de woestenij van +Hulsterloo ten tijde dat de valsche munter Reinout er huisde. Hoe lang +kan zoodanige lokale overlevering, die minstens in het eerste kwart der +twaalfde eeuw ontstaan schijnt<a id="FNa_166" href="#FN_166" class="fnanchor">(166)</a>, in levendig aandenken zijn +gebleven? Dat is natuurlijk zelfs niet te gissen; maar toch meen ik uit +haar voortbestaan te mogen opmaken, dat de vlaamsche dichter niet zeer +lang na de bekendwording van de fransche branche zijne navolging heeft +vervaardigd.</p> + +<p>Tot dezelfde uitkomst schijnt men ook te geraken door de overweging, die +<span class="smcap">WILLEMS</span> het eerst bekend <span class="pagenum" title="CXLV"></span><a id="p_cxlv"></a>maakte<a id="FNa_167" href="#FN_167" class="fnanchor">(167)</a>, dat in den <i>Reinaert</i> Vermandois +tot Vlaanderen gerekend wordt, hetgeen eene waarheid was van 1163 tot +1186, daar in dat tijdvak Filips van den Elsas gehuwd was met Isabella, +erfdochter van Vermandois, waardoor dit laatste graafschap met +Vlaanderen vereenigd werd tot op Isabella's dood.</p> + +<p><span class="mixcap">Serrure</span> merkt daarbij op<a id="FNa_168" href="#FN_168" class="fnanchor">(168)</a>: Indien die vereeniging der twee landen +tot deze aenspeling (<i>sic</i>) aenleiding gaf, dan kon dit zoo wel by +herinnering twintig of dertig jaren later, dan 1186 (tydstip der +scheiding) geschieden.” Dit komt mij echter niet zeer waarschijnlijk +voor. Ik geef toe, dat de herinnering aan het feit nog eenigen tijd kon +voortduren; maar toch kon dit, dunkt mij, niet wel meer na den dood van +Filips, die in 1191 voorviel, plaats grijpen; te minder, daar terstond +daarop juist eene drieledige splitsing van Filips' nalatenschap plaats +had<a id="FNa_169" href="#FN_169" class="fnanchor">(169)</a>; waarbij het zuidelijk gedeelte van het graafschap, Atrecht, +enz., van het noordelijke afgescheurd werd.</p> + +<p>Die vermelding dus van het land van Vermandois als binnen de grenzen van +Vlaanderen gelegen, schijnt recht te geven om het ontstaan van onzen +<i>Reinaert</i> niet na 1191 te stellen; zoodat wij, in verband met het +tijdperk waarin de fransche 20<sup>e</sup> branche in het licht verscheen, dat +ontstaan tusschen de jaren 1180 en 1190 meenen te mogen stellen.</p> + +<p>Ik heb met <span class="smcap">WILLEMS</span><a id="FNa_170" href="#FN_170" class="fnanchor">(170)</a> een bewijs voor de oudheid <span class="pagenum" title="CXLVI"></span><a id="p_cxlvi"></a>van onzen <i>Reinaert</i> +meenen te vinden in de omstandigheid, dat een priester er als wettig +gehuwd in wordt voorgesteld, welk gebruik omstreeks de helft der +twaalfde eeuw verboden werd. <span class="mixcap">Serrure</span> meent dat dit geen stellig bewys” +oplevert; want,” zegt hij<a id="FNa_171" href="#FN_171" class="fnanchor">(171)</a>, al is het waer, dat dit gebruik rond +1150 eindigde, dan bestaet er toch een fransche fabliau, <i xml:lang="fr">Constant du +Hamel</i>, welk men aen <span class="smcap">ENGUERRAND D'OISY</span> toeschryft, en in allen gevalle +tot de <span class="smcap">XIII</span><sup>e</sup> eeuw behoort, waerin insgelyks van het wyf eens priesters +gewaegd wordt.”</p> + +<p>De juiste ouderdom van dat fablel had moeten worden betoogd; want eene +eenvoudige verwijzing naar <span class="smcap">DINAUX'</span> <i xml:lang="fr">Trouvres Artsiens</i> is niet +voldoende.</p> + +<p>De eenige reden waarom <span class="smcap">DINAUX</span> vermoedt dat het fablel van <i xml:lang="fr">Constant du +Hamel</i> aan <span class="smcap">ENGUERRAND D'OISY</span> kon worden toegeschreven, is deze, dat hij +overeenkomst van onderwerp, denkbeelden en stijl meent gevonden te +hebben in dit gedicht en het aan gemelden trouvre toegekende stuk +getiteld: <i xml:lang="fr">Le meunier d'Arleux</i><a id="FNa_172" href="#FN_172" class="fnanchor">(172)</a>. Die meening wordt echter door +niets gestaafd, en er bestaat geen reden, om het oordeel en de +naauwkeurigheid van <span class="smcap">DINAUX</span> zonder nader bewijs te vertrouwen<a id="FNa_173" href="#FN_173" class="fnanchor">(173)</a>.</p> + +<p><span class="pagenum" title="CXLVII"></span><a id="p_cxlvii"></a></p> + +<p>Maar behoort dan werkelijk dat gedicht in allen gevalle tot de <span class="smcap">XIII</span><sup>e</sup> +eeuw”? Hoe stellig die verzekering ook moge klinken, zij mist toch allen +grond. Zoowel de inhoud als de stijl van het stuk<a id="FNa_174" href="#FN_174" class="fnanchor">(174)</a> schijnt eer naar +het <span class="pagenum" title="CXLVIII"></span><a id="p_cxlviii"></a>laatste vierendeel der twaalfde eeuw te verwijzen. Als ik mij niet +bedrieg, heeft het verschillende familietrekken gemeen met sommige +branches van den <i xml:lang="fr">Roman du Renard</i>, vooral met br. 20<i>a</i>. De +overeenkomst van taal b.v. springt vooral in het oog, en ik wijs hier +slechts op de uitdrukking <span xml:lang="fr">por le cor bieu,</span>” vs. 354, 860, 863, die wij +ook in br. 20<i>a</i> aantroffen<a id="FNa_175" href="#FN_175" class="fnanchor">(175)</a>.</p> + +<p>Dat de schrijver met de dierensage bekend was, mag men opmaken uit de +omstandigheid, dat hij aan een zijner personaadjes laat toevoegen, vs. 355:</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl" xml:lang="fr"> + <span class="i0">Tu sambles miex leu qu'autre beste,<br /></span> + <span class="i0">De bras, de jambes et de teste;<br /></span> +</div> +</div> + +<p class="noi">hetgeen op eene merkwaardige wijze herinnert aan de plaats uit <span class="smcap">GUIBERT +DE NOGENT</span>, vroeger aangehaald<a id="FNa_176" href="#FN_176" class="fnanchor">(176)</a>.</p> + +<p>Voor die bekendheid pleit ook de naam van den <i>vilain</i> naar wien het +geheele fablel genoemd is, <i xml:lang="fr">Constant</i>, met den bijnaam <i xml:lang="fr">du Hamel</i>. +<i xml:lang="fr">Constant</i> toch is de generieke naam voor de dorpers die eene rol in den +franschen <i xml:lang="fr">Renart</i> spelen.</p> + +<p>In de 5<sup>e</sup> (3<sup>e</sup>) branche heet hij <i xml:lang="fr">Constant des Noes</i>, vs. 1274, en +evenzoo in de 19<sup>e</sup> (15<sup>e</sup>), vs. 8623; en de persoon zoowel als zijn +rijkdom schijnt algemeen bekend geweest te zijn, daar er in de 26<sup>e</sup> +(20<sup>e</sup>) branche, vs. 15328 gesproken wordt van</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl" xml:lang="fr"> + <span class="i0">Un vilain<br /></span> + <span class="i0">Plus que Constanz des Noes riches.<br /></span> +</div> +</div> + +<p>In de 4<sup>e</sup> (2<sup>e</sup>) branche, vs. 1190, heet hij:</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl" xml:lang="fr"> + <span class="i0">Mesire Constans des Granges,<br /></span> + <span class="i0">Uns vavasors bien aaisiez.<br /></span> +</div> +</div> + +<p>Ook in het fablel <i xml:lang="fr">La vache au prestre</i>, bij <span class="smcap">MON</span>, <span class="pagenum" title="CXLIX"></span><a id="p_cxlix"></a>tom. <span class="smcap">III</span>, Pag. 25, +vs. 31, komt die naam voor<a id="FNa_177" href="#FN_177" class="fnanchor">(177)</a>.</p> + +<p>Meestal houdt men het er voor, dat de toenaam ontleend is aan den naam +van het dorp waar die Constant leefde. Zoo denkt <span class="smcap">GRIMM</span> aan <i xml:lang="fr">les Noes</i>, +<span xml:lang="fr">ein alter ort in Champagne</span>”<a id="FNa_178" href="#FN_178" class="fnanchor">(178)</a>. <span class="mixcap">Dinaux</span> zoekt evenzoo in den naam <i xml:lang="fr">du +Hamel</i> dien van <span xml:lang="fr">une ancienne commune sur les confins de l'Artois et du +Cambrsis</span>”<a id="FNa_179" href="#FN_179" class="fnanchor">(179)</a>.</p> + +<p>Hier is het tegendeel duidelijk te bewijzen, daar het vs. 497 heet:</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl" xml:lang="fr"> + <span class="i0">Tant qu'il entra enz o <i>hamel</i>.<br /></span> +</div> +</div> + +<p>Uit den samenhang blijkt duidelijk, dat hier niet gedacht kan worden aan +een <span xml:lang="fr">village, hameau bti au milieu des champs,</span>” zoo als <span class="smcap">ROQUEFORT</span> het +woord vertaalde; maar wel aan eene <span xml:lang="fr">habitation, petite ferme, maison de +campagne seule dans les champs</span>”<a id="FNa_180" href="#FN_180" class="fnanchor">(180)</a>. Ik kies deze woorden, omdat het +die zijn, waarmede <span class="smcap">ROQUEFORT</span> het woord <i xml:lang="fr">mesnil</i> verklaart, en dat woord +in de 5<sup>e</sup> (3<sup>e</sup>) branche gebezigd wordt ter nadere aanduiding van +Constants vrouw, die aldaar heet, vs. 1621:</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl" xml:lang="fr"> + <span class="i0">La bone dame del mesnil.<br /></span> +</div> +</div> + +<p>Wat nu den toenaam <i xml:lang="fr">Des Noes</i> aangaat, ook die behoeft niet noodzakelijk +aan een plaatsnaam ontleend te zijn. <i xml:lang="fr">Noes</i> of <i xml:lang="fr">noue</i> vertaalt <span class="smcap">ROQUEFORT</span> +door <span xml:lang="fr">eaux stagnantes, terrain bas et creux o l'eau sjourne; terres +<span class="pagenum" title="CL"></span><a id="p_cl"></a>nouvellement mises en prs, pturage ou prairie marcageuse.</span>” Het komt +dus geheel overeen met ons <i>Maerlant</i><a id="FNa_181" href="#FN_181" class="fnanchor">(181)</a>, en <i xml:lang="fr">Constant</i> kan even goed +naar het terrein dat hij bewoonde zijn genoemd, als naar zijne woning. +En blijkbaar is er slechts n persoon gemeend, die beurtelings heet +<i xml:lang="fr">des Noes (du Mesnil), des Granges</i> of <i xml:lang="fr">du Hamel</i>, van welke namen de +drie laatste in beteekenis niet veel verschillen.</p> + +<p>Men ziet daaruit, dat het fablel door <span class="smcap">SERRURE</span> als bewijs aangehaald, +geschreven schijnt in den tijd waarin verschillende, en daaronder van de +oudste, branches van den <i xml:lang="fr">Renart</i> vallen, hetgeen veeleer naar de +laatste helft der twaalfde dan naar de dertiende eeuw verwijst.</p> + +<p>Ook het gedicht <i xml:lang="fr">Du provoire qui menga les mores</i> (<span class="smcap">LE GRAND D'AUSSY</span>, +tom. I, pag. 26*), waar in vs. 62 <span xml:lang="fr">la feme au prestre</span>” voorkomt, is van +geen jonger oorsprong, daar de dichter zelf verklaart dat hij het aan +een voorganger, <span class="smcap">GUERINS</span>, ontleent.</p> + +<p>Dit alles te samen trekkende, komt het ons nog altijd voor, dat de +vlaamsche <i>Reinaert</i> tot de laatste jaren der twaalfde eeuw mag en moet +gebracht worden.</p> + +<p>Wij mogen intusschen geene vraag achterwege laten, wier beantwoording +licht over ons onderwerp kan verspreiden.</p> + +<p><i>Reinaert</i> vs. <a href="#l_3347">3347</a> (3367) wordt gewaagd van</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzainl"> + <span class="i1">Botsaerde, sconinx clerc:<br /></span> + <span class="i0">Dat was hi, die hantwerc<br /></span> + <span class="i0">Bet conste dan iemen die daer was.<br /></span> + <span class="i0">Botsaert plach emmer dat hi las<br /></span> + <span class="i0">Die lettren, die te hove quamen.<br /></span> +</div> +</div> + +<p><span class="mixcap">Grimm</span> gist, dat <span xml:lang="de">damit vielleicht auf einen Bochard von Avesnes gezielt +wird, der um 1218 starb</span>”<a id="FNa_182" href="#FN_182" class="fnanchor">(182)</a>.</p> + +<p><span class="pagenum" title="CLI"></span><a id="p_cli"></a></p> + +<p>'t Is waar, Bouchard van Avesnes was <i xml:lang="fr">clerc</i>, en in zijne jeugd beroemd +om zijne geleerdheid<a id="FNa_183" href="#FN_183" class="fnanchor">(183)</a>, en toch is 't niet mogelijk dat hij bedoeld +kan zijn; want niemand zijner vrienden zelfs wist dat hij te Orleans tot +den geestelijken stand was overgegaan; en toen dit omstreeks 1214 bekend +werd, had hij te veel roem als wereldlijk ridder verworven, en bleek hij +<i>een te groot zondaar</i>, daar hij den geestelijken stand ontloopen was, +om nog als een wijze en geleerde klerk te worden voorgesteld.</p> + +<p>Bij het vermelden van Bouchards naam mocht iemand wellicht eenige +overeenkomst vermoeden tusschen zijne geschiedenis en enkele trekken uit +het laatste gedeelte van den <i>Reinaert</i>; maar bij eenige oplettendheid +zal die overeenkomst in rook verdwijnen.</p> + +<p>Bouchard had den geestelijken stand verzaakt, en was met de vlaamsche +gravendochter gehuwd. Paus <span class="smcap">INNOCENTIUS</span> III le hem tot boete op een +pelgrimstocht naar Jerusalem te doen, en de gravin wer aan hare +bloedverwanten terug te geven. Bouchard volbracht het eerste deel van +dat bevel; maar toen hij zijne vrouw en twee zonen terugzag, zegt men +dat hij uitriep, zich liever in stukken te laten houwen dan het offer te +volbrengen. Door den paus in den ban gedaan, kwam hij later in handen +der wereldlijke macht, en werd in 1218 te Rupelmonde onthoofd.</p> + +<p>Ook Reinaert geeft althans voor in vollen seende” gebannen te zijn, vs. +<a href="#l_2718">2718</a> (2738) omdat hij Isengrijn geholpen had in het vaarwel zeggen van +den geestelijken stand, bij zijne vlucht uit het klooster: daarom is hij +in spaeus ban,” vs. <a href="#l_2700">2700</a> (2720), en hij wil naar Rome en over see” om +aflaat. Ook het terugzien van zijne vrouw en twee zonen schijnt hem van +het opgevatte <span class="pagenum" title="CLII"></span><a id="p_clii"></a>voornemen af te brengen, en hij besluit 's konings wraak +te trotseren.</p> + +<p>Moet men niet erkennen, dat de overeenkomst tusschen het gedicht en de +geschiedenis van Bouchard van Avennes hoogst gering is, waar de schijn +van overeenkomst alleen geboren wordt als men alle karakteristieke +bijzonderheden over het hoofd ziet? Ik voor mij aarzel geen oogenblik, +alle toespeling op Bouchard van Avennes als hersenschimmig terug te +wijzen, en als het meest waarschijnlijk aan te nemen, dat de vlaamsche +<i>Reinaert</i> tusschen de jaren 1180 en 1190 is ontstaan, gedurende de +regering van Filips van den Elzas, aan wiens tijd de geheele toon van +het stuk over het algemeen herinnert.</p> + +<p>Wil men volstrekt in den kapellaan Botsaert een historischen naam zien, +dan vraag ik, of het niet de bisschop van Kamerijk van dien naam kan +wezen, die tot op het jaar 1133 den bisschoppelijken zetel bekleedde, en +herhaaldelijk in de diplomata bij <span class="smcap">MIRUS</span> voorkomt?</p> + +<hr class="tb" /> + +<p>Thans moeten wij nog kortelijk onderzoeken, of uit het gedicht zelf +geene aanwijzing te putten is, waar het werd geschreven. <span class="mixcap">Grimm</span> was reeds +getroffen door de <span xml:lang="de">ganz flandrische frbung</span>”<a id="FNa_184" href="#FN_184" class="fnanchor">(184)</a> die er de +eigenaardigheid van uitmaakt; op zijne vraag, of de mnl. dichter <span xml:lang="de">die +schon in seinem original vorfand, oder aus einheimischer tradition der +thiersage hineinbrachte</span>”? hebben, zoo ik hoop, de voorgaande bladzijden +het antwoord gegeven.</p> + +<p>Maar in welk gedeelte van Vlaanderen ontstond dat uitstekend kunstwerk? +<span class="mixcap">Snellaert</span> zegt: Geheel het gedicht, zoowel het eerste als het tweede +boek, moet in West-Vlaenderen zyn opgesteld”<a id="FNa_185" href="#FN_185" class="fnanchor">(185)</a>. Met betrekking <span class="pagenum" title="CLIII"></span><a id="p_cliii"></a>tot +het gedeelte dat ons hier bezig houdt, haalt hij ten bewijze van den +west-vlaamschen tongval aan de woorden <i>eeke</i>, <i>wulf</i>, <i>ghi dinct</i> en +<i>vroet</i><a id="FNa_186" href="#FN_186" class="fnanchor">(186)</a>. Maar is die uitspraak alleen aan West-Vlaanderen eigen? +Mij dunkt, de oude schrijvers beantwoorden die vraag ontkennend. Er is +echter meer. Zou een West-Vlaming het tooneel van zijn gedicht zoo bij +voorkeur in Oost-Vlaanderen gelegd hebben? Zou hij met zulke voorliefde +van het soete lant van Waes” (vs. <a href="#l_2263">2263</a>) gesproken hebben? Hulsterloo, +Absdal, Besele<a id="FNa_187" href="#FN_187" class="fnanchor">(187)</a> liggen alle in dit oostende van Vlaendren;” Hyfte, +thans geen dorp meer maer een gehucht by Desteldonk en Loochristy,” dat +met Gent genoemd wordt, pleit evenzeer voor Oost- en niet voor +West-Vlaanderen, zoowel als de abdij van Elmare, waar de wolf monnik zou +worden. Is dit alles niet veel eer geschikt om de stelling aannemelijk +te maken, dat ons gedicht op dien bodem is ontstaan?</p> + +<p>Wie de schrijver was, zal wel immer een geheim voor ons blijven, tenzij +eenmaal de <i>Madoc</i> werd terug gevonden, waaruit ons misschien eenig +licht over zijn persoon mocht opgaan. Thans weten wij alleen, dat hij +<span class="smcap">WILLEM</span> heette, vroeger nog een gedicht had vervaardigd, wellicht vele +boeke,” en dat hij den <i>Reinaert</i> op verzoek eener hoofsche vrouwe +heeft gedicht.</p> + +<p>Het is te betreuren, dat er niet meer licht over zijne persoonlijkheid +kan worden verspreid, daar hij zeker de voortreffelijkste dichter mag +genoemd worden, die het <span class="pagenum" title="CLIV"></span><a id="p_cliv"></a>graafschap Vlaanderen heeft opgeleverd; een +dichter, begaafd met eene scheppende fantazie, en toegerust met een +smaak zoo als maar zelden in de middeneeuwen, althans op het gebied van +onze letterkunde, gevonden wordt.</p> + +<hr class="fnsep" id="voetnoten" /> + +<div class="footnote"><a id="FN_1" href="#FNa_1" class="label">(1)</a> <i xml:lang="de">Reinhart Fuchs</i>, p. CL en CLXIII.</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_2" href="#FNa_2" class="label">(2)</a> Zie <span class="smcap">ROTHE</span>, <span xml:lang="fr"><i>Les Romans du Renard examins, analyss et +compars</i>, pag. 62 suiv.</span></div> + +<div class="footnote"><a id="FN_3" href="#FNa_3" class="label">(3)</a> I Dl., bl. 185–189. Verg. ook III Dl., bl. 584.</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_4" href="#FNa_4" class="label">(4)</a> <i>Geschiedenis der Letterk. in het Graefschap Vlaenderen</i>, bl. 143.</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_5" href="#FNa_5" class="label">(5)</a> <abbr title="ter aangehaalde plaatse (=Geschiedenis der Letterk. in het Graefschap Vlaenderen)">T. a. p.</abbr> bl. 148–149.</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_6" href="#FNa_6" class="label">(6)</a> Ik reken hier de uitgave van <span class="smcap">SNELLAERT</span> niet eens me, die +slechts een herdruk van dien van <span class="smcap">WILLEMS</span> is.</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_7" href="#FNa_7" class="label">(7)</a> <i xml:lang="de">Denkmler altniederl. Sprache und Litteratur</i>, I, XXIX.</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_8" href="#FNa_8" class="label">(8)</a> <i xml:lang="de">R. F.</i>, pag. CLIV.</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_9" href="#FNa_9" class="label">(9)</a> <i xml:lang="de">Denkmler</i>, I, XLII in verband met XXXIV.</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_10" href="#FNa_10" class="label">(10)</a> Over de uitlatingen zie men de <a href="#p_xvi">kollatie bij onzen tekst</a>. +<span class="mixcap">Grimm</span> neemt er ook achter <a href="#l_2470">2470</a> (2494) eene aan (<i xml:lang="de">R. F.</i>, p. CLIV en +281), en werkelijk vindt men in de omwerking vier regels meer; maar het +is niet waarschijnlijk dat zij ook in het ouder gedicht gestaan hebben, +waar aan den zin niets ontbreekt.</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_11" href="#FNa_11" class="label">(11)</a> <i xml:lang="de">R. F.</i>, bl. CXLIX.</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_12" href="#FNa_12" class="label">(12)</a> <i xml:lang="de">R. F.</i>, bl. CLIV.</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_13" href="#FNa_13" class="label">(13)</a> <i xml:lang="de">R. F.</i>, bl. CLIV: „<span xml:lang="de">Die vocalverhltnisse, womit es kaum +eine mnl. hs. genau nimmt, habe ich nach grammatik und reimen +festgesetzt.</span>”</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_14" href="#FNa_14" class="label">(14)</a> <i>Reinaert de Vos</i>, Voorbericht, bl. VIII.</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_15" href="#FNa_15" class="label">(15)</a> Voorbericht, bl. VII.</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_16" href="#FNa_16" class="label">(16)</a> Tweede uitgave, Nabericht, bl. 353.</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_17" href="#FNa_17" class="label">(17)</a> „De drukfouten en verbeteringen, door W. aangegeven, zyn, +op de behoorlyke plaetsen, de eenen geweerd, de anderen tusschen de +noten ingevoegd. Hier en daer heb ik gemeend voor W. te moeten handelen +namelyk.... op de vs. <a href="#l_1123">1123</a>, <a href="#l_1965">1965</a>, <a href="#l_3078">3078</a>.” Zoo leest men <abbr title="ter aangehaalde plaatse (=Snellaerts uitgave van 1850)"><a href="#FNa_17">t. a. pl.</a></abbr> (Ik +bepaal mij tot den tekst van het oudste gedeelte.) Maar ook <span class="smcap">SNELLAERT</span> +schijnt niet zonder overhaasting te werk gegaan te zijn, want de +verbetering op vs. <a href="#l_2091">2091</a> door <span class="smcap">WILLEMS</span> zelf aangegeven, „<i>bockine</i>, lees +<i>hoekine</i>, dat is <i>bokjens</i>, en vergelyk <span class="smcap">MEYER'S</span> <i>Leven van Jesus</i>, bl. +<a href="#l_336">336</a>,” is vergeten op te nemen in de nieuwe uitgave. Zoo had ik gewild +dat ook verbeterd waren de volgende stootende drukfouten: <a href="#l_1187">1187</a> <i>leiden</i> +(<i>beiden</i>), <a href="#l_1377">1377</a> <i>vermerrende</i>, <a href="#l_1449">1449</a> <i>en allen</i>, <a href="#l_1965">1965</a> <i>dine[n] oge</i>, om +van andere minder in het oog vallende niet te spreken. Stilzwijgend +heeft <span class="smcap">SNELLAERT</span> nog verbeterd <a href="#l_2252">2252</a> <i>bi</i> in <i>hi</i>, <a href="#l_2548">2548</a> <i>wancost</i> in +<i>wanconst</i>; maar ook <a href="#l_861">861</a> <i>Dar</i> in <i>Daer</i>, hetgeen blijkbaar <i>Dat</i> had +moeten zijn.</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_18" href="#FNa_18" class="label">(18)</a> <i>Reinaert</i>, Inleiding, bl. XXXI.</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_19" href="#FNa_19" class="label">(19)</a> <i xml:lang="de">Rechts Alterthmer</i>, bl. 14 vlgg. Zie ook <span class="smcap">NOORDEWIER</span>, +<i>Nederd. Regtsoudheden</i>, bl. 4–5.</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_20" href="#FNa_20" class="label">(20)</a> Daaruit zou men mogen opmaken dat ook in de volgende +plaatsen werkelijk een regel is uitgevallen: <a href="#l_1075">1075</a> <i>wale</i>, (....), +<i>tale</i>, <i>wale</i>; <a href="#l_1085">1085</a> <i>daghe</i>, <i>saghe</i>, (....), <i>maghe</i>; <a href="#l_1161">1161</a> <i>Reinaert</i>, +(....), <i>vaert</i>, <i>Reinaert</i>; <a href="#l_1861">1861</a> <i>Bruneel</i>, (....), <i>butseel</i>, +<i>Rosseel</i>; en dat het niet zijn „blykbaer drieregelige rymen, dergelyke +men by onze ouden op meer plaetsen ontmoet,” zoo als <span class="smcap">WILLEMS</span> aannam in +het voorbericht op den <i>Reinaert</i>, bl. IX en ikzelf ook vroeger beaamde, +<i>Mnl. Versbouw</i>, bl. 170.</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_21" href="#FNa_21" class="label">(21)</a> Slechts op n punt ben ik daarvan afgeweken, namelijk in +plaats van het pleonastische aanwijzend voornaamwoord <i>die</i> achter het +zelfstandig naamwoord, heb ik naar den mnl. regel het persoonlijke +voornaamwoord gesteld, b.v. <a href="#l_107">107</a> Tibert die [hi] wart gram; <a href="#l_1079">1079</a> sine +herte die [soe] es; <a href="#l_1914">1914</a>, <a href="#l_1964">1964</a>, <a href="#l_2628">2628</a> (2652), <a href="#l_2732">2732</a> (2772), <a href="#l_2795">2795</a> (2815), +<a href="#l_2999">2999</a> (3019), <a href="#l_3093">3093</a> (3113), <a href="#l_3352">3352</a> (3372). Zoo heeft het hs. naar den regel: +<a href="#l_1246">1246</a> <i>hi was gheraect</i>; <a href="#l_1644">1644</a> <i>si riepen</i>.</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_22" href="#FNa_22" class="label">(22)</a> <ins class="corr" id="corr12" title="Niet cursief in Bron."><i xml:lang="de">R. F.</i></ins>, pag. CLV.</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_23" href="#FNa_23" class="label">(23)</a> Waar geen letter voor de lezing staat komt zij zoowel in +het Comburgsche hs. (C) of bij <span class="smcap">GRTER</span>, als in de uitgaven van <span class="smcap">GRIMM</span> en +<span class="smcap">WILLEMS</span> voor. Gr. beteekent de uitgave van <span class="smcap">GRIMM</span>, W. die van <span class="smcap">WILLEMS</span>. +Waar des laatsten voorletter ontbreekt is de verbetering reeds door hem aangebracht.</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_24" href="#FNa_24" class="label">(24)</a> <i>Reinaert</i>, Inleiding, bl. XXVI–XXVIII.</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_25" href="#FNa_25" class="label">(25)</a> Zie het <a href="#frontisp">facsimile</a>, dat <span class="smcap">KAUSLER</span> met de wellevendste +bereidwilligheid voor mij deed vervaardigen.</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_26" href="#FNa_26" class="label">(26)</a> C. heeft, gelijk wij zagen: <i>die vele bouke maecte</i>; maar +<span class="smcap">KAUSLER</span> zegt, <span xml:lang="de"><i>Altniederl. Denkm.</i>, Th. I, s. XLII: „Die Worte <i xml:lang="nl">vele +bouke</i> sind von einer sptern Hand an die Stelle eines ausgekratzten +Wortes gesetzt, das, wie deutlich zu erkennen ist, krzer war als die +Interpolation, weshalb auch der Raum fr diese nicht ganz reichen +wollte.</span>” Men ziet dit ook duidelijk in ons <a href="#frontisp">facsimile</a>. Ik geef daarom in +mijn tekst de voorkeur aan de lezing van den omwerker, waarvoor ook +andere redenen pleiten; zie mijne <i>Geschied. der Mnl. Dichtk.</i>, I Dl., +bl. 189. In plaats van het <i>die Madock maecte</i> van den omwerker, heb ik +gesteld <i>die den Madoc maecte</i>, nadat ik naauwkeurig op het handschrift +had uitgemeten dat het enkele woord <i>Madoc</i> de plaats van het +uitgewischte niet aanvulde, die juist wordt ingenomen door de woorden +<i><abbr title="den">dē</abbr> Madoc</i>, in het schrift van den codex.</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_27" href="#FNa_27" class="label">(27)</a> Ik behoef wel niet te zeggen, dat ik herroep de geheele +redenering die ik vroeger op den tekst van <span class="smcap">GRIMM</span> en <span class="smcap">WILLEMS</span> bouwde, +<i>Gesch. der Mnl. Dichtk.</i>, I Dl., bl. 191; gelijk ik alles terug neem +wat daar over dit onderwerp staat, voor zoover het in strijd is met de +rezultaten van mijn vernieuwd, dieper onderzoek, die ik in deze +inleiding heb nergelegd.</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_28" href="#FNa_28" class="label">(28)</a> Evenzoo heeft men een dubbel begin <i>Floris ende Blanc.</i> +vs. 1 en 28; maar de eerste 34 verzen van dat gedicht zijn +waarschijnlijk het werk van een afschrijver.</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_29" href="#FNa_29" class="label">(29)</a> <i xml:lang="de">R. F.</i>, pag. CVIII.</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_30" href="#FNa_30" class="label">(30)</a> Verg. <span class="smcap">ROTHE</span>, <i xml:lang="fr">Les Romans du Renard</i>, pag. 63.</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_31" href="#FNa_31" class="label">(31)</a> Inleiding, bl. XLVI.</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_32" href="#FNa_32" class="label">(32)</a> Uitgegeven onder den titel: <i xml:lang="de">Sendschreiben an</i> <span class="smcap">KARL +LACHMANN</span>, <i xml:lang="de">ueber Reinhart Fuchs</i>, Leipzig 1840.</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_33" href="#FNa_33" class="label">(33)</a> Inleiding, bl. XXXV.</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_34" href="#FNa_34" class="label">(34)</a> Inleiding, bl. XXXV.</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_35" href="#FNa_35" class="label">(35)</a> Bl. XXXIV. Vergelijk ook zijn Voorbericht, bl. VIII.</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_36" href="#FNa_36" class="label">(36)</a> <i xml:lang="de">R. F.</i>, pag. CLI.</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_37" href="#FNa_37" class="label">(37)</a> Inleiding, bl. XXXI.</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_38" href="#FNa_38" class="label">(38)</a> Zie zijne <i>Geschiedenis der Letterkunde in het graefschap +Vlaenderen</i>, bl. 147.</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_39" href="#FNa_39" class="label">(39)</a> Verg. mijne <i>Gesch. der Mnl. Dichtk.</i>, III Dl., bl. +358–359, in verband met bl. 361–363.</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_40" href="#FNa_40" class="label">(40)</a> <span class="mixcap">Grimm</span> heeft uit de beteekenis van den naam Reinaert +(Raginohard), het vermoeden afgeleid, „<span xml:lang="de">dass die thierfabel vom fuchs und +wolf den Franken bereits im 4. 5. 6. jh. bekannt war” (<i>R. F.</i></span>, pag. +CCXLII). Komt dit vermoeden niet te goede, dat reeds in de Salische wet +de vossennaam als scheldwoord vermeld staat? In den XXX titel (bij +<span class="smcap">MERKEL</span>, pag. 17), <i xml:lang="la">de conviciis</i>, heet het: „<span xml:lang="la">Si quis alterum <i>vulpe</i> +clamaverit, 120 dinarios, qui faciunt solidos 3, culpabilis iudicetur.</span>”</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_41" href="#FNa_41" class="label">(41)</a> Zie mijne <i>Geschied. der Mnl. Dichtk.</i>, II Dl., bl. 61.</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_42" href="#FNa_42" class="label">(42)</a> <i xml:lang="de">R. F.</i>, pag. CXCV–CXCVI.</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_43" href="#FNa_43" class="label">(43)</a> Bij <span class="smcap">CHABAILLE</span>, <i xml:lang="fr">Supplment au Roman du Renart</i>, pag. 1; +zie ook <span class="smcap">ROTHE</span>, <i xml:lang="fr">Les Romans du Renard</i>, pag. 150.</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_44" href="#FNa_44" class="label">(44)</a> <span class="mixcap">Fauriel</span> trekt ook uit de aangehaalde regels het natuurlijk +besluit, dat „<span xml:lang="fr">on traitait en prose des parties du cycle potique de +Renart.</span>” <i xml:lang="fr">Hist. Litt. de la France</i>, tom. XXII, pag. 941. Verg. ook +<span class="smcap">GRIMM</span>, <i xml:lang="de">R. F.</i>, pag. CXXXVIII.</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_45" href="#FNa_45" class="label">(45)</a> <i xml:lang="de">R. F.</i>, pag. CXXI.</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_46" href="#FNa_46" class="label">(46)</a> <i xml:lang="fr">Les Romans du Renard</i>, pag. 109–110.</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_47" href="#FNa_47" class="label">(47)</a> Later, pag. 268–269 heet het nog sterker: „<span xml:lang="fr">Il n'est gure +douteux qu'il n'y ait eu des branches perdues entirement et dont +l'existence ne nous est rvle que par les allusions qui se trouvent +dans ce que nous connaissons; il n'est gure douteux non plus que +plusieurs des branches, ou des parties de quelques unes des branches du +<i>Roman de Renart</i> ne soient que des reproductions, des rminiscences de +compositions analogues antrieures, ngliges et perdues ds qu'elles +ont t remplaces par les versions plus rcentes. Quoique nous soyons +dans l'impossibilit de prciser exactement la date d'aucune des +branches, quelques indices nous font cependant regarder les unes comme +plus anciennes que les autres, et certes <i>il y en a un bon nombre qui +remontent au douzime sicle</i>.</span>”</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_48" href="#FNa_48" class="label">(48)</a> <i xml:lang="fr">Hist. Litt.</i>, tom. XXII, pag. 906–907.</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_49" href="#FNa_49" class="label">(49)</a> <span class="mixcap">Fauriel</span> zegt er van, <i xml:lang="fr">Hist. Litt.</i>, tom. XXII, pag. 891, +dat het bevat: „<span xml:lang="fr">des recherches qui n'ont laiss dsirer que ce qu'il +tait impossible de dcouvrir,...... une sagacit de critique qu'il est +plus facile d'admirer que d'galer.</span>”</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_50" href="#FNa_50" class="label">(50)</a> <span class="mixcap">Grimm</span> volgt eene andere verdeeling: bij hem is de 20<sup>e</sup> +branche de 16<sup>e</sup>. Ik zal in het vervolg steeds de indeeling van <span class="smcap">MON</span> en +<span class="smcap">ROTHE</span> volgen en de nummers van <span class="smcap">GRIMM</span> er tusschen haakjes bijvoegen.</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_51" href="#FNa_51" class="label">(51)</a> <i xml:lang="de">R. F.</i>, pag. CVIII.</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_52" href="#FNa_52" class="label">(52)</a> <i xml:lang="de">Sendschreiben an</i> <span class="smcap">KARL LACHMANN</span>, pag. 64.</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_53" href="#FNa_53" class="label">(53)</a> <i xml:lang="fr">Les Romans du Renard</i>, pag. 61.</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_54" href="#FNa_54" class="label">(54)</a> <i xml:lang="fr">Hist. Litt.</i>, tom. XXII, pag. 905.</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_55" href="#FNa_55" class="label">(55)</a> <i xml:lang="fr">Les Romans du Renard</i>, pag. 260: „<span xml:lang="fr">Parmi ces morceaux +quelques uns se composent distinctement de deux parties, ce qui peut +faire supposer qu'ils n'ont pas t faits d'un seul jet ni par un seul +auteur, qu'une partie a pu tre crite antrieurement l'autre, et que +le dernier auteur n'a fait qu'une continuation, ou bien qu'il s'est +born lier ensemble deux compositions antrieures.</span>” Verg. ook <span class="smcap">GRIMMS</span> +<i xml:lang="de">R. F.</i>, pag. CL, <span xml:lang="la">in fine</span>.</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_56" href="#FNa_56" class="label">(56)</a> <i xml:lang="fr">Hist. Litt.</i>, tom. XXII, pag. 940.</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_57" href="#FNa_57" class="label">(57)</a> <i>L. l.</i>, pag. 903.</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_58" href="#FNa_58" class="label">(58)</a> <span class="mixcap">Grimm</span>, <i xml:lang="de">R. F.</i>, pag. CIX.</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_59" href="#FNa_59" class="label">(59)</a> <span class="mixcap">Grimm</span> stelt, <i xml:lang="de">R. F.</i>, pag. CXL, het oude fransche +origineel „<span xml:lang="de">bald nach der mitte des 12 jh.,</span>” maar ik ben overtuigd dat +het veeleer ouder is, zoo als ons ook later nog zal blijken. <span class="mixcap">Grimm</span> zelf +stelt het Mhd. gedicht elders, <i>R. F.</i>, pag. CCLV, iets ouder en wel „<span xml:lang="de">in +das zweite, oder doch dritte viertel des 12 jh.</span>”</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_60" href="#FNa_60" class="label">(60)</a> <i xml:lang="fr">Les Romans du Renard</i>, pag. 70.</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_61" href="#FNa_61" class="label">(61)</a> <i xml:lang="de">R. F.</i>, pag. CLI: „<span xml:lang="de">Wenigstens hat keins der jetzt +erhaltenen franz. gedichte ansprche darauf zu machen sein original zu +sein.</span>” En pag. CLVI zegt hij: „<span xml:lang="de"><span class="mixcap">Willam</span> schpfte..... eingestndig aus +franz. quelle, die uns untergegangen ist, selbst aber in der nhe des +flmischen dichters, vielleicht in franz. Flandern und Artois +entsprungen sein knnte.</span>”</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_62" href="#FNa_62" class="label">(62)</a> <i>Reinaert</i>, Inleiding, bl. XLII.</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_63" href="#FNa_63" class="label">(63)</a> <i xml:lang="de">R. F.</i>, pag. CXXXIX.</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_64" href="#FNa_64" class="label">(64)</a> <i xml:lang="de">R. F.</i>, pag. CXXXIX.</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_65" href="#FNa_65" class="label">(65)</a> <i xml:lang="de">R. F.</i>, pag. CXLV.</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_66" href="#FNa_66" class="label">(66)</a> <i xml:lang="de">R. F.</i>, pag. CXXVII.</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_67" href="#FNa_67" class="label">(67)</a> <i xml:lang="fr">Les Romans du Renard</i>, pag. 261, cf. 173 <span xml:lang="fr">suiv</span>.</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_68" href="#FNa_68" class="label">(68)</a> <i xml:lang="fr">Hist. Litter. de la France</i>, tom. XXII, pag. 917.</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_69" href="#FNa_69" class="label">(69)</a> Een paar regels later heet het ook dat „<span xml:lang="fr">Tardif les +chadele.</span>” Men ziet dat de vaandeldrager de aanvoerder is. Dit moge een +nieuw bewijs zijn voor mijne stelling voorgedragen <i xml:lang="fr">Guillaume d'Orange</i>, +tom. II, pag. 23, noot 4.</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_70" href="#FNa_70" class="label">(70)</a> <span class="mixcap">Grimm</span> noemde dit reeds: „<span xml:lang="de">nachahmung der todten henne,</span>” +<i xml:lang="de">R. F.</i>, pag. CXXVII.</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_71" href="#FNa_71" class="label">(71)</a> Verg. <span class="smcap">ROTHE</span>, pag. 183.</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_72" href="#FNa_72" class="label">(72)</a> <i xml:lang="de">R. F.</i>, pag. CXXVIII. Verg. ook pag. CXXXVIII.</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_73" href="#FNa_73" class="label">(73)</a> <i xml:lang="fr">Les Romans du Renard</i>, pag. 179–180. Verg. ook pag. 183.</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_74" href="#FNa_74" class="label">(74)</a> L. c., pag. 184.</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_75" href="#FNa_75" class="label">(75)</a> De grondfout van <span class="smcap">ROTHE</span> bestaat daarin, dat hij geen +onderscheid maakt tusschen de twee deelen der 20<sup>e</sup> (16<sup>e</sup>) branche; +vandaar, dat hij tot een geheel verkeerd rezultaat kwam, omdat hij een +verkeerden maatstaf aanlegde bij zijne redenering.</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_76" href="#FNa_76" class="label">(76)</a> <i xml:lang="fr">Hist. Litt. de la France</i>, tom. XXII, pag. 926.</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_77" href="#FNa_77" class="label">(77)</a> Ziehier een paar staaltjes, die later nog met een +sterksprekend zullen vermeerderd worden. + + <p> + Pag. 898 zegt hij van onzen oudsten Reinaert: „<span xml:lang="fr">Cette rdaction.... ne + parot tre que du XIV<ins class="corr" id="corr13" title="Niet in Bron."><sup>e</sup></ins> sicle.... et elle ne peut gure + avoir t fonde que sur des traditions orales venues d'ailleurs.</span>” + </p> + + <p> + Pag. 899 heet het van den oudsten mhd. tekst van <span class="smcap">GLICHESRE</span>, door <span class="smcap">GRIMM</span> + in zijn <i xml:lang="de">Sendschreiben an</i> <span class="smcap">LACHMANN</span> uitgegeven: „<span xml:lang="fr">Si ce fragment + appartient l'ouvrage perdu de <span class="smcap">GLICHESRE</span>, ou quelque autre, c'est un + point que l'diteur laisse dans l'incertitude(!!). Il ne dit rien non + plus de l'poque o l'on peut en supposer la rdaction(!!).</span>” + </p> + + <p> + Wellicht was hij in de war gebracht door de noot op pag. 61 van <span class="smcap">ROTHES</span> + werk, maar dat hij het <i xml:lang="de">Sendschreiben</i> zelf gelezen had durf ik stellig + ontkennen. + </p> + + <p> + Hij geeft dikwerf <span class="smcap">ROTHES</span> opmerkingen als zijne eigene beschouwingen. Zoo + b.v. doet hij pag. 943 zien, dat het paard niet als handelende persoon + in de gedichten over Renart voorkomt, omdat de andere dieren in den + regel te paard rijden. Hetzelfde had <span class="smcap">ROTHE</span> reeds gezegd, pag. 266. + </p> + + <p> + Over den <i>Couronnement</i> handelende, doet hij pag. 936 zien, dat slechts + eene verkeerde opvatting dit werk aan <span class="smcap">MARIE DE FRANCE</span> toeschrijft, maar + <span class="smcap">ROTHE</span> had dit reeds duidelijk gemaakt, pag. 348. + </p> + + <p> + Dat de graaf van Vlaanderen, ter eere van wien de <i xml:lang="fr">Couronnement</i> werd + geschreven, <span class="smcap">WILLEM VAN DAMPIERRE</span> is geweest, lijdt geen twijfel, en ook + dit had <span class="smcap">ROTHE</span> aangetoond vr <span class="smcap">FAURIEL</span>; maar als de laatste zegt, pag. + 936, dat op het punt van zijn dood in een steekspel, de dichter „<span xml:lang="fr">nous en + apprend quelque chose de plus que l'histoire,</span>” dan heeft hij zijn + voorganger niet goed ingezien, die pag. 340 de plaatsen der historici + aanhaalt, waar van zijn ongelukkigen dood in een tornooi wordt gewaagd. + Hetzelfde had hij kunnen vinden in <span class="smcap">WARNKŒNIGS</span> <i xml:lang="fr">Hist. de la Flandre</i>, + tom. I, pag. 252. En reeds de Vlaamsche Kronijk door <span class="smcap">KAUSLER</span> uitgegeven, + zegt vs. 5845: + </p> + + <div class="poem"> + <div class="stanzafn"> + <span class="i0">Dese Willem was vul der edelheden,<br /></span> + <span class="i0">Ende bleeft antierende twapenspel;<br /></span> + <span class="i0">Maer harde curt het hem mesvel:<br /></span> + <span class="i0">Want te Trengis in den tornoy<br /></span> + <span class="i0">Waert doot ghedroomt die rudder moy,<br /></span> + <span class="i0">Dies menich adde zwaer verdriet,<br /></span> + <span class="i0">Dat hi dus vander weerelt sciet.<br /></span> + </div> + </div> + +</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_78" href="#FNa_78" class="label">(78)</a> <i xml:lang="fr">Les Romans du Renard</i>, pag. 183.</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_79" href="#FNa_79" class="label">(79)</a> <span class="mixcap">Grimm</span> zegt, <i xml:lang="de">R. F.</i>, pag. CXXVIII: „<span xml:lang="de">Diese ganze branche +von dem gelben fuchs und der gestrten hochzeit scheint mir uralt.</span>”</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_80" href="#FNa_80" class="label">(80)</a> <i xml:lang="fr">Les Romans du Renard</i>, pag. 182, note.</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_81" href="#FNa_81" class="label">(81)</a> <i xml:lang="de">R. F.</i>, pag. CXXI. <span class="mixcap">Grimms</span> onderscheiding rust +hoofdzakelijk op de opmerking, dat in het eerste gedeelte vos en wolf +als oom en neef voorkomen: in het tweede heeten zij elkander „<span xml:lang="fr">compre.</span>” +Ik voeg er bij, dat 353–4 Renart Isengrins hol niet kent, terwijl hij +241–336 herhaaldelijk des wolfs woning bezocht had.</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_82" href="#FNa_82" class="label">(82)</a> Zie <span class="smcap">GRIMM</span>, <i xml:lang="de">R. F.</i>, pag. CXXI.</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_83" href="#FNa_83" class="label">(83)</a> <i xml:lang="fr">Les Romans du Renard</i>, pag. 297, note 1; cf. pag. 284, note 4.</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_84" href="#FNa_84" class="label">(84)</a> Ook nog in eene jongere branche komt deze titel voor, vs. 13939.</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_85" href="#FNa_85" class="label">(85)</a> Zie <span class="smcap">GRIMM</span>, <i xml:lang="de">R. F.</i>, pag. CLVIII, <span xml:lang="la">in fine</span>.</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_86" href="#FNa_86" class="label">(86)</a> Bij <span class="smcap">MON</span> staat <i xml:lang="fr">li ors</i>, dat klinkklare onzin is.</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_87" href="#FNa_87" class="label">(87)</a> <i xml:lang="fr">Les Romans du Renard</i>, pag. 174–175.</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_88" href="#FNa_88" class="label">(88)</a> <i xml:lang="de">R. F.</i>, pag. CXXVI.</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_89" href="#FNa_89" class="label">(89)</a> In een enkel handschrift is ook de 19<sup>e</sup> nog door eenige +overgangsregels aan de 18<sup>e</sup> verbonden, zie <span class="smcap">ROTHE</span>, pag. 285, note 1.</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_90" href="#FNa_90" class="label">(90)</a> <i>Reinaert</i>, Inleiding, bl. XLII–XLIII.</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_91" href="#FNa_91" class="label">(91)</a> De overeenkomst is niet geheel letterlijk, maar 't schijnt +ontwijfelbaar dat de afschrijver hier knoeide, zoo als de rijmen en onze +varianten uitwijzen.</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_92" href="#FNa_92" class="label">(92)</a> Zoo b.v. ook <span class="mixcap">Garin</span>, II, pag. 26: + + <div class="poem"> + <div class="stanzafn" xml:lang="fr"> + <span class="i0">Plvissez-moi, li Allemans Oris,<br /></span> + <span class="i0">Et vous Girars <i>etc.</i><br /></span> + </div> + </div> + + <p>Pag. 69:</p> + + <div class="poem"> + <div class="stanzafn" xml:lang="fr"> + <span class="i0">Venez avant, li fis au duc Hervin,<br /></span> + <span class="i0">Tenez ma nice.<br /></span> + </div> + </div> + +</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_93" href="#FNa_93" class="label">(93)</a> <span class="mixcap">Grimm</span>, <i xml:lang="de">R. F.</i>, pag. CXLI.</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_94" href="#FNa_94" class="label">(94)</a> Boven, <a href="#p_liii">bl. LIII</a>–<a href="#p_lxi">LXI</a>.</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_95" href="#FNa_95" class="label">(95)</a> Dezelfde eigenaardigheid treft men aan in de branches + 20<i>a</i>-<i>b</i> en 21–22; niet in 19. + + <p>Hetzelfde verschijnsel heeft ook <span class="smcap">ALF. ROCHAT</span> opgemerkt in den + <i xml:lang="fr">Percheval</i> van <span class="smcap">CHRESTIENS DE TROIES</span>; zie zijn boek getiteld: <i xml:lang="de">Ueber + einen bisher unbekannten Percheval li Galois</i>, pag. 179.</p> + +</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_96" href="#FNa_96" class="label">(96)</a> <span class="mixcap">Rothe</span>, <i xml:lang="fr">les Romans du Renard</i>, zegt pag. 184: „<span xml:lang="fr">Plusieurs +considrations portent faire regarder la vingtime branche comme la +principale de toutes les rapsodies sur le sujet du Renard, comme le +noyau du cycle, pour ainsi dire.</span>”</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_97" href="#FNa_97" class="label">(97)</a> Men lette op vers <a href="#l_648">648</a>, waar het heet: <i>so men mi seide</i>.</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_98" href="#FNa_98" class="label">(98)</a> Wellicht is echter dit en het voorgaande vers een inschuifsel.</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_99" href="#FNa_99" class="label">(99)</a> <i xml:lang="fr">Les Romans du Renard</i>, pag. 176.</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_100" href="#FNa_100" class="label">(100)</a> <i xml:lang="de">R. F.</i>, pag. CLII.</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_101" href="#FNa_101" class="label">(101)</a> L. l. Zie ook <span class="smcap">WILLEMS</span>, <i>Reinaert</i>, bl. 90, in de noot op vs. 2247.</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_102" href="#FNa_102" class="label">(102)</a> Zie mijne <i>Geschied. der Mnl. Dichtk.</i>, I D., bl. 139.</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_103" href="#FNa_103" class="label">(103)</a> Ook in de branche die het derde deel van <span class="smcap">MON</span> opent, komt +hetzelfde denkbeeld, hoewel gewijzigd, voor.</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_104" href="#FNa_104" class="label">(104)</a> <i xml:lang="de">R. F.</i>, pag. CXXXII.</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_105" href="#FNa_105" class="label">(105)</a> Boven, <a href="#p_xxxvii">bl. XXXVII</a>.</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_106" href="#FNa_106" class="label">(106)</a> Boven, <a href="#p_xxxviii">bl. XXXVIII</a>.</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_107" href="#FNa_107" class="label">(107)</a> Verg. <span class="smcap">ROTHE</span>, l. l., pag. 122.</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_108" href="#FNa_108" class="label">(108)</a> Verg. <span class="smcap">GRIMM</span>, <i xml:lang="de">R. F.</i>, pag. LXXIV.</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_109" href="#FNa_109" class="label">(109)</a> Het gebeurde met den wolf, vs. 10157–10166, houd ik voor +een jonger toevoegsel, dat niet veel beteekent; ik kan dit niet met +<span class="smcap">GRIMM</span>, <i xml:lang="de">R. F.</i>, pag. CXXXIX, onder de „<span xml:lang="de">treffenden zgen</span>” rekenen.</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_110" href="#FNa_110" class="label">(110)</a> <i>Rijmkronijk van Vlaenderen</i>, uitg. door <span class="smcap">KAUSLER</span>, vs. +3384.</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_111" href="#FNa_111" class="label">(111)</a> Zie de aangehaalde <i>Rijmkronijk</i>, pag. 137 volg.</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_112" href="#FNa_112" class="label">(112)</a> Verg. Dr. <span class="smcap">C. HOFMAN</span>, <i xml:lang="de">Ueber ein Fragment des <span xml:lang="fr">Guillaume +d'Orange</span></i>, pag. 42.</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_113" href="#FNa_113" class="label">(113)</a> Zoo b.v. branche 20<i>b</i>, vs. 11607: + + <div class="poem"> + <div class="stanzafn" xml:lang="fr"> + <span class="i0">Dou poing li done tel bufet,<br /></span> + <span class="i0">Del cul li fet saillir un pet.<br /></span> + </div> + </div> + +</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_114" href="#FNa_114" class="label">(114)</a> Verg. <span class="smcap">GRIMM</span>, <i xml:lang="de">R. F.</i>, pag. LXXIV–LXXV.</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_115" href="#FNa_115" class="label">(115)</a> Dat de 9<sup>e</sup> branche eene omwerking is blijkt vs. 3260, +waar het heet: + + <div class="poem"> + <div class="stanzafn" xml:lang="fr"> + <span class="i0">Si con nos trovons en l'estoire.<br /></span> + </div> + </div> + +</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_116" href="#FNa_116" class="label">(116)</a> Vs. <a href="#l_1498">1498</a> echter, waarin gezegd wordt dat men + + <div class="poem"> + <div class="stanzafn"> + <span class="i0">Waende dat die duvel ware,<br /></span> + </div> + </div> + + <p class="noi">herinnert bepaaldelijk aan de fransche branche. Het vastbinden aan het + klokkenzeel herinnert aan de 28<sup>e</sup> branche, waar Reinaert hetzelfde met + Tibert doet.</p> + +</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_117" href="#FNa_117" class="label">(117)</a> In de 28<sup>e</sup> branche zegt R., vs. 20504: + + <div class="poem"> + <div class="stanzafn" xml:lang="fr"> + <span class="i0">Ge vois ou bois de <i>veneroi</i>,<br /></span> + </div> + </div> + + <p class="noi">dat is, zoo als <span class="smcap">ROTHE</span> (p. 217) terecht zegt: „<span xml:lang="fr">aunaie, lieu plant + d'aunes, autrefois appels <i>vernes</i>.</span>” Zou ons <i>Vermendois</i> ook aan eene + verwisseling met <i>veneroi</i> kunnen doen denken? Ik acht dit noch + aannemelijk noch waarschijnlijk.</p> + +</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_118" href="#FNa_118" class="label">(118)</a> <i xml:lang="fr">Les Romans du Renard</i>, pag. 137.</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_119" href="#FNa_119" class="label">(119)</a> De 9–10<sup>e</sup> branche heeft zeer merkwaardige punten van + overeenkomst met 20<i>a</i>. Zij schijnt in Artois geschreven (vs. 3827), de + dichter zweert bij <i xml:lang="fr">le cuer b</i>, vs. 4641, 4573. Intusschen heet de wolf + daar niet <i>Ysengrin</i>, maar <i>Primaut</i>. Dat in het oudere stuk, waarop vs. + 3260 verwezen wordt, echter Ysengrin de hoofdrol vervulde, is zeer + waarschijnlijk. Nog in de omwerking, vs. 3545, noemt Primaut Hersent <i xml:lang="fr">ma + fame</i>, waarme <span class="smcap">ROTHE</span> (pag. 134) geen weg wist. Zeer duidelijk blijkt de + waarschijnlijkheid onzer stelling ook nog uit eene andere plaats. Vs. + 4555 heet het bij <span class="smcap">MON</span>: + + <div class="poem"> + <div class="stanzafn" xml:lang="fr"> + <span class="i0">Vers la forez s'en va <i>le cors</i>:<br /></span> + </div> + </div> + + <p class="noi">de daarop volgende regel,</p> + + <div class="poem"> + <div class="stanzafn" xml:lang="fr"> + <span class="i0">Si a trouv Renart <i>le rous</i>,<br /></span> + </div> + </div> + + <p class="noi">leert dat het eerste rijmwoord moet zijn niet <i xml:lang="fr">le cors</i>, maar <i xml:lang="fr">li cous</i>; + en dit is de gewone bijnaam van Ysengrin, die op Primaut niet van + toepassing is. Ook in branche 23 (18) zegt de wolvin, vs. 13321:</p> + + <div class="poem"> + <div class="stanzafn" xml:lang="fr"> + <span class="i0">Sire Ysengrin............<br /></span> + <span class="i0">Or te pus vengier de ton pi,<br /></span> + </div> + </div> + + <p class="noi">en dit is juist eene toespeling op een verhaal uit de 9–10<sup>e</sup> branche. + Merkwaardig is het intusschen, dat ook hier de naam Primaut met dien van + Ysengrin verwisseld wordt, b.v. vs. 13287, 13366, 13375. Dat er ook + overeenkomst in andere uitdrukkingen tusschen beide branches is zagen + wij boven (<a class="smcap" href="#p_lxvi">bl. LXVI</a>).</p> + +</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_120" href="#FNa_120" class="label">(120)</a> <i xml:lang="de">R. F.</i>, pag. CLIX–CLX.</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_121" href="#FNa_121" class="label">(121)</a> Zie de plaatsen bij <span class="smcap">MON</span>, tom. I, pag. V, en bij <span class="smcap">GRIMM</span> +<i>R. F.</i>, pag. CXCVII–CXCVIII.</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_122" href="#FNa_122" class="label">(122)</a> Bij <span class="smcap">GRIMM</span>, <i xml:lang="de">R. F.</i>, pag. CXCVIII.</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_123" href="#FNa_123" class="label">(123)</a> <i xml:lang="de">R. F.</i>, pag. CXXXIX.</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_124" href="#FNa_124" class="label">(124)</a> <i>Reinaert</i>, <i>Inleiding</i>, bl. XL.</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_125" href="#FNa_125" class="label">(125)</a> <i xml:lang="fr">Hist. Litt. de la France</i>, tom. XXII, pag. 907.</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_126" href="#FNa_126" class="label">(126)</a> <span class="mixcap">Paulin paris</span>, <i xml:lang="fr">Les Manuscrits franois</i>, tom. III, pag. +95–96.</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_127" href="#FNa_127" class="label">(127)</a> Zie <i xml:lang="fr">Hist. Litt. de la France</i>, tom. XV, pag. 100.</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_128" href="#FNa_128" class="label">(128)</a> <i xml:lang="fr">Les Manuscrits franois</i>, tom. III, pag. 102.</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_129" href="#FNa_129" class="label">(129)</a> L. l., pag. 107.</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_130" href="#FNa_130" class="label">(130)</a> Verg. mijne <i>Geschied. der Mnl. Dichtk.</i>, II Dl., bl. +427–432.</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_131" href="#FNa_131" class="label">(131)</a> Onmogelijk kan <ins class="corr" id="corr14" title="Cursief in Bron.">de</ins> +<i>Alexander</i> eerst tusschen 1180 en 1184 geschreven zijn, zoo als dit +heet in de <i xml:lang="fr">Hist. Litt. de la France</i>, tom. XV, pag. 121, 122, 163. Als +met de <i>Isabella</i>, die in dat gedicht een verciersel voor Alexanders +tent borduurt, gelijk men meent werkelijk de dochter van Boudewijn van +Henegouwen bedoeld is, die in 1180 met den franschen koning +Filips-Augustus huwde, dan schijnt dit latere omwerking of interpolatie +te verraden.</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_132" href="#FNa_132" class="label">(132)</a> <i xml:lang="fr">Les Manuscrits franois</i>, tom. III, pag. 101.</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_133" href="#FNa_133" class="label">(133)</a> Aangehaald bij <span class="smcap">GRIMM</span>, <i>R. F.</i>, pag. CXCVII.</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_134" href="#FNa_134" class="label">(134)</a> <span class="mixcap">Grimm</span> noemt de 5<sup>e</sup> (3<sup>e</sup>) branche terecht „<span xml:lang="de">vortreflich +erzhlt,</span>” (<i>R. F.</i>, pag. CXXII), en ik begrijp niet hoe <span class="smcap">ROTHE</span> kon zeggen +(pag. 127): „<span xml:lang="fr">Le rcit est un peu tranant.</span>”</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_135" href="#FNa_135" class="label">(135)</a> <i xml:lang="fr">Les Romans du Renard</i>, pag. 140.</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_136" href="#FNa_136" class="label">(136)</a> <i xml:lang="fr">Supplment au Roman de Renart</i>, pag. 1; verg. <span class="smcap">ROTHE</span>, +pag. 150.</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_137" href="#FNa_137" class="label">(137)</a> <i xml:lang="de">R. F.</i>, pag. CXXXIX.</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_138" href="#FNa_138" class="label">(138)</a> <i xml:lang="fr">Hist. Litt. de la France</i>, tom. XXII, pag. 908, 909, +910, 911.</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_139" href="#FNa_139" class="label">(139)</a> <i xml:lang="de">R. F.</i>, pag. CXLI.</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_140" href="#FNa_140" class="label">(140)</a> Zie mijn <i xml:lang="fr">Guillaume d'Orange</i>, tom. II, pag. 178.</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_141" href="#FNa_141" class="label">(141)</a> <abbr title="ter aangehaalde plaatse (=Guillaume d'Orange)"><a href="#FN_140">T. a. p.</a></abbr>, pag. 160.</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_142" href="#FNa_142" class="label">(142)</a> Daar heet het, vs. 892, bij <span class="smcap">HOFFMANN</span>, <i xml:lang="de">Ueber ein fragment +des Guillaume d'Orange</i>, s. 36: + + <div class="poem"> + <div class="stanzafn" xml:lang="fr"> + <span class="i0">Loeys fu Paris sa maison:<br /></span> + <span class="i0">L se deduist guise de bricon.<br /></span> + <span class="i0">N'ot aveuc lui ne conte ne baron,<br /></span> + <span class="i0">Ne duc ne prince, chevalier ne garson<br /></span> + <span class="i0">Qui le [Que l'en?] prisast valissant un bouton.<br /></span> + <span class="i0 g2">........................<br /></span> + <span class="i0">Les frans linages ot arrire bouts,<br /></span> + <span class="i0">Et de sa terre et de sa cort ost,<br /></span> + <span class="i0">Et des estranges ot-il fait ses privs:<br /></span> + <span class="i0">Malvais conseil li ont tous jors don,<br /></span> + <span class="i0">Et son avoir et tolu et embl;<br /></span> + <span class="i0">Et si baron l'ont trestout adoss,<br /></span> + <span class="i0">Que nus ne'l sert Pasques n' Noel,<br /></span> + <span class="i0">Et sor tout chou li est mal encontr.<br /></span> + </div> + </div> + +</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_143" href="#FNa_143" class="label">(143)</a> Ook in de <i xml:lang="fr">Chanson d'Herviz de Metz</i> komt dezelfde +uitdrukking voor, zie <i xml:lang="fr">Hist. Litt. de la France</i>, tom. XXII, pag. 596.</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_144" href="#FNa_144" class="label">(144)</a> <i xml:lang="fr">Guillaume d'Orange</i>, tom. II, pag. 185.</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_145" href="#FNa_145" class="label">(145)</a> Verg. <span class="smcap">GRIMM</span>, <i xml:lang="de">R. F.</i>, pag. CXLI.</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_146" href="#FNa_146" class="label">(146)</a> <span class="mixcap">Von raumer</span>, <i xml:lang="de">Gesch. der Hohenstaufen</i>, II, pag. 319.</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_147" href="#FNa_147" class="label">(147)</a> <span class="mixcap">Meyerus</span>, <i xml:lang="la">Annal. Flandriae</i>, Lib. VII, pag. 60.</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_148" href="#FNa_148" class="label">(148)</a> <i>Reinaert</i>, Inleiding, pag. XVI.</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_149" href="#FNa_149" class="label">(149)</a> <i>Gesch. der Mnl. Dichtk.</i>, I Dl., bl. 192–198.</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_150" href="#FNa_150" class="label">(150)</a> <i>Reinaert</i>, Inleiding, pag. XXXIII–XXXIV.</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_151" href="#FNa_151" class="label">(151)</a> <i>Gesch. der Letterk. in het Graefschap Vlaenderen</i>, pag. 143.</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_152" href="#FNa_152" class="label">(152)</a> Aanteekening op vs. 2957, pag. 120 zijner uitgave.</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_153" href="#FNa_153" class="label">(153)</a> Zie <span class="smcap">GRIMM</span>, <i xml:lang="de">R. F.</i>, pag. CLIX.</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_154" href="#FNa_154" class="label">(154)</a> Aanteekening op vs. 2737, pag. 111 zijner uitgave.</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_155" href="#FNa_155" class="label">(155)</a> <abbr title="ter laatst aangehaalde plaatse (=Aanteekening op vs. 2737, pag. 111 zijner uitgave.)"><a href="#FN_154">T. l. a. pl.</a></abbr></div> + +<div class="footnote"><a id="FN_156" href="#FNa_156" class="label">(156)</a> <i xml:lang="de">R. F.</i>, pag. CLIX.</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_157" href="#FNa_157" class="label">(157)</a> <i>Reinaert</i>, Inleiding, pag. XXXV.</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_158" href="#FNa_158" class="label">(158)</a> Zie overigens <span class="smcap">GRIMM</span>, <i xml:lang="de">R. F.</i>, pag. CLX.</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_159" href="#FNa_159" class="label">(159)</a> <i>Reinaert</i>, Inleiding, pag. XXXVI–XXXVII.</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_160" href="#FNa_160" class="label">(160)</a> <i>Gesch. der Mnl. Dichtk.</i>, I Dl., bl. 193 vlg.</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_161" href="#FNa_161" class="label">(161)</a> <i>Gesch. der Letterk. in het Graefschap Vlaenderen</i>, pag. 142.</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_162" href="#FNa_162" class="label">(162)</a> Zie mijne <i>Geschied. der Mnl. Dichtk.</i>, I Dl., bl. 193, noot 2.</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_163" href="#FNa_163" class="label">(163)</a> <i xml:lang="la">Corpus Chronicorum Flandriae</i>, tom. I, pag. 709.</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_164" href="#FNa_164" class="label">(164)</a> L. l., pag. 709.</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_165" href="#FNa_165" class="label">(165)</a> Zie het verlof daartoe in mijne <i>Geschied. der Mnl. +Dichtk.</i>, I Dl., bl. 194, noot 1.</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_166" href="#FNa_166" class="label">(166)</a> Werkelijk ontbrak het toen in Vlaanderen niet aan valsche +munters. <span class="mixcap">Meyerus</span> verhaalt, hoe Boudewijn Hapkin in 1111 allerlei +misdadigers strafte, onder anderen ook „<span xml:lang="la">adolescens quidam nobilis,</span>” die +beesten gestolen had; „<span xml:lang="la">hunc arreptum una cum <i>duobus falsis monetariis</i> +in ferventem tinctoris lebetem dedit praecipitem.</span>”</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_167" href="#FNa_167" class="label">(167)</a> <i>Reinaert</i>, Inleiding, bl. XXXV–XXXVI. Verg. mijne +<i>Geschied. der Mnl. Dichtk.</i>, I Dl., bl. 192–193.</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_168" href="#FNa_168" class="label">(168)</a> <i>Geschied. der Letterk. in het Graefschap Vlaenderen</i>, +pag. 141.</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_169" href="#FNa_169" class="label">(169)</a> <span class="mixcap">Warnknig</span>, <i xml:lang="fr">Histoire de la Flandre</i>, tom. I, pag. +203–204.</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_170" href="#FNa_170" class="label">(170)</a> <i>Reinaert</i>, Inleiding, pag. XXXIX; verg. mijne <i>Geschied. +der Mnl. Dichtk.</i>, I Dl., bl. 194.</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_171" href="#FNa_171" class="label">(171)</a> <i>Gesch. der Letterk. in het Graefschap Vlaenderen</i>, pag. 143.</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_172" href="#FNa_172" class="label">(172)</a> <i xml:lang="fr">Trouvres Artsiens</i>, pag. 150 en 154.</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_173" href="#FNa_173" class="label">(173)</a> Een enkel, maar doorslaand bewijs. In hetzelfde werk, + pag. 293–299, schrijft hij, op voorgang van <span class="smcap">BARBAZAN</span> en <span class="smcap">LE GRAND + D'AUSSY</span>, acht gedichten toe aan zekeren <span class="smcap">JEHAN DE BOVES</span>, die, volgens den + tekst van een dier gedichten zelf, er blijkbaar de schrijver <i>niet</i> van was. + + <p>In het fablel <i xml:lang="fr">des deux Chevaux</i>, bij <span class="smcap">BARBAZAN-MON</span>, tom. III, pag. 197, + lezen wij:</p> + + <div class="poem"> + <div class="stanzafn" xml:lang="fr"> + <span class="i0">Cil qui trova de Morteruel,<br /></span> + <span class="i0">Et del mort vilain de Bailleul,<br /></span> + </div> + </div> + + <p class="noi">en dan volgt de verdere opsomming der stukken aan <span class="smcap">JEHAN DE BOVES</span> + toegekend, waarop het dan verder heet:</p> + + <div class="poem"> + <div class="stanzafn" xml:lang="fr"> + <span class="i0">(Cil)<br /></span> + <span class="i0">D'un autre fablel s'entremet,<br /></span> + <span class="i0">Qu'il ne cuida j entreprendre;<br /></span> + <span class="i0">Ne por mestre Jehan reprendre<br /></span> + <span class="i0">De Boves, qui dist bien et bel,<br /></span> + <span class="i0">N'entreprent-il pas cest fablel,<br /></span> + <span class="i0">Quar assez sont si dit resnable;<br /></span> + <span class="i0">Ms qui de fablel fet grant fable<br /></span> + <span class="i0">N'a pas de trover sens legier.<br /></span> + </div> + </div> + + <p>Dit kan nu wel niets anders beteekenen dan dit: „Hij, die de acht + opgenoemde stukken geschreven heeft, waagt zich aan een ander gedicht, + dat bij nooit gedacht had te zullen maken. Hij doet dit niet om het + meester <span class="smcap">JEHAN DE BOVES</span> te verbeteren (die dus blijkbaar hetzelfde + onderwerp reeds behandeld had), want zijne sproken (<i>dit</i>) zijn vol pit; + maar die zich op dichten toelegt kan niet altijd eene nieuwe stof vinden + (<i xml:lang="fr">trover</i>).”</p> + + <p><span class="mixcap">Dinaux</span> haalt alleen de vier eerste verzen aan (pag. 295), en wel om te + bewijzen, dat de dichter „<span xml:lang="fr">lui-mme se rend assez ingnment justice</span>”! + Buitendien vergeet hij zelfs van het vijfde der in die inleiding + vermelde gedichten te gewagen.</p> + + <p>Wie nu de schrijver dier stukken is, weten wij niet, daar zijn naam met + voordacht uit den codex door <span class="smcap">MON</span> gevolgd schijnt te zijn weggelaten, + zoo als blijkt uit den aanhef van het stuk <i xml:lang="fr">Dou lou et de l'oue</i>, l. l., pag. 55, + en evenzeer uit dien van <i xml:lang="fr">Brunain la vache au prestre</i>, l. l., pag. 25.</p> + + <p><span class="mixcap">Dinaux'</span> geheele redeneering op bl. 150 is ook eenvoudig maar uit <span class="smcap">LE + GRAND D'AUSSY</span> overgenomen, <i xml:lang="fr">Fabliaux ou Contes</i>, 3 d., tom. IV, pag. + 256, en wel met overhaasting. <span class="mixcap">Le grand</span> zegt van de vrouw des priesters: + „<span xml:lang="fr">Dans le fabliau <i>du cur qui mangea des mres</i>, il a t fait mention + aussi de ces femmes de prtres. Celle dont il s'agit ici (<span xml:lang="nl">in den</span> + <i>Constant du Hamel</i>), quelques vers plus bas, est nomme <i>la + prtresse</i>.</span>” <span class="mixcap">Dinaux</span> zegt: „<span xml:lang="fr">Ce n'est point seulement dans ce fabliau + qu'il est question des femmes des prtres de cette poque; dans celui + intitul, <i>le cur qui mangea des mres</i>, cette mme singularit se + reprsente, <i>et comme ici</i>, la femme du prtre est appele prtresse.</span>” + Intusschen komt in 't stuk <i xml:lang="fr">du Cur</i> etc., in de <i xml:lang="fr">Choix et extraits</i> + achter <span class="smcap">LE GRANDS</span> eerste deel, pag. 26, de uitdrukking niet voor. Dit is + eene kleinigheid, maar men leert er de slordigheid van dat werk uit kennen.</p> + +</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_174" href="#FNa_174" class="label">(174)</a> Bij <span class="smcap">BARBAZAN-MON</span>, tom. III, pag. 296–326.</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_175" href="#FNa_175" class="label">(175)</a> Zie boven, <a href="#p_lxvi">bl. LXVI</a>.</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_176" href="#FNa_176" class="label">(176)</a> Boven, <a href="#p_xliv">bl. XLIV</a>.</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_177" href="#FNa_177" class="label">(177)</a> Daar heet de priester dien naam te dragen, maar de plaats +schijnt niet geheel zuiver, en waarschijnlijk is er de vilain me +bedoeld. Dezelfde dichter kende ook den naam <i>Gombert</i>, die in de 19<sup>e</sup> +en 20<sup>e</sup> branche van <i>Renart</i> voorkomt, zie boven, <a href="#p_lxxxvi">pag. LXXXVI</a>.</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_178" href="#FNa_178" class="label">(178)</a> <i xml:lang="de">R. F.</i>, pag. CXLV.</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_179" href="#FNa_179" class="label">(179)</a> <i xml:lang="fr">Les Trouvres Artsiens</i>, pag. 149.</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_180" href="#FNa_180" class="label">(180)</a> Het is duidelijk ons <i>ham</i>, bij <span class="smcap">KILIAEN</span>: <span xml:lang="la">domus, +habitatio</span>, maar dat ook, even als het fransche <i xml:lang="fr">hameau</i>, de beteekenis van dorp of gehucht +gekregen heeft; verg. <span class="smcap">NOORDEWIER</span>, <i>Regtsoudheden</i>, bl. 210.</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_181" href="#FNa_181" class="label">(181)</a> Zie mijne <i>Geschied. der Mnl. Dichtk.</i>, III Dl., bl. 9–10.</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_182" href="#FNa_182" class="label">(182)</a> <i xml:lang="de">R. F.</i>, pag. CCLVIII.</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_183" href="#FNa_183" class="label">(183)</a> Verg. <span class="smcap">WARNKNIG</span>, <i xml:lang="fr">Hist. de la Flandre</i>, tom. I, pag. 240.</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_184" href="#FNa_184" class="label">(184)</a> <i xml:lang="de">R. F.</i>, pag. CLVI.</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_185" href="#FNa_185" class="label">(185)</a> <i>Reinaert</i>, 2<sup>e</sup> druk, Nabericht, bl. 356.</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_186" href="#FNa_186" class="label">(186)</a> <i>Vroet</i>, vs. 1899, verklaart hij door <i>verwoed</i>, <i>dol</i>; +maar hoe zulk eene verklaring hier in den samenhang past, is mij +volstrekt onbegrijpelijk.</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_187" href="#FNa_187" class="label">(187)</a> <span class="mixcap">Grimm</span> meende, <i xml:lang="de">R. F.</i>, pag. CLVII, ten onrechte, dat +<span class="smcap">STOKE</span>, II Dl., pag. 229, 238, 249, dezelfde plaats <i>Barsele</i> noemde: de +hollandsche schrijver heeft blijkbaar <i>Borselen</i> op 't oog.</div> + +<div class="fighr" style="width: 106px;"> + <img src="images/hr2-wz.png" width="106" height="8" alt="" title="" /> +</div> + +</div> + +<p><span class="pagenum" title="CLV"></span><a id="p_clv"></a></p> + +<div id="vdvr"> + +<h2 class="h2groot">VANDEN VOS REINAERDE.</h2> + +<p><span class="pagenum" title="CLVI"></span><a id="p_clvi"></a><br /> +<span class="pagenum" title="1"></span><a id="p_1"></a></p> + +<h2>VANDEN VOS REINAERDE.</h2> + +<div class="poem" style="width: 28em;"> +<div class="stanza"> + <span class="i1"><span class="mixcap">Willem</span>, die den Madoc maecte, <span class="regelklein" id="l_1"><a href="#ln_1">1</a></span><br /></span> + <span class="i0">Daer hi <a href="#vw_d26" class="vw_ref">dicke</a> omme waecte, <span class="regelklein" id="l_2"><a href="#ln_2">2</a></span><br /></span> + <span class="i0">Hem <a href="#vw_v76" class="vw_ref">vernoyede</a> so <a href="#vw_h9" class="vw_ref">haerde</a>, <span class="regelklein" id="l_3">3</span><br /></span> + <span class="i0">Dat <a href="#vw_a41" class="vw_ref">davonturen</a> van Reinaerde <span class="regelklein" id="l_4">4</span><br /></span> + <span class="i0">In Dietsce onghemaket bleven, <span class="regel" id="l_5">5</span><br /></span> + <span class="i0">(Die hi hier hevet <a href="#vw_v149" class="vw_ref">vulscreven</a>) <span class="regelklein" id="l_6">6</span><br /></span> + <span class="i0">Dat hi die <a href="#vw_v110" class="vw_ref">vite</a> dede soeken, <span class="regelklein" id="l_7">7</span><br /></span> + <span class="i0">Ende hise naden <a href="#vw_w14" class="vw_ref">walscen</a> boeken <span class="regelklein" id="l_8">8</span><br /></span> + <span class="i0">In <a href="#vw_d34" class="vw_ref">Dietsce</a> dus hevet begonnen. <span class="regelklein" id="l_9">9</span><br /></span> + <span class="i0">God moete ons <a href="#vw_s70" class="vw_ref">siere</a> hulpe <a href="#vw_o41" class="vw_ref">onnen</a>! <span class="regel" id="l_10"><a href="#ln_10">10</a></span><br /></span> + <span class="i0">Nu <a href="#vw_ck11" class="vw_ref">keret</a> hem daer <a href="#vw_ck11" class="vw_ref">toe</a> mijn <a href="#vw_s71" class="vw_ref">sin</a>, <span class="regelklein" id="l_11"><a href="#ln_11">11</a></span><br /></span> + <span class="i0">Dat ic bidde in dit beghin, <span class="regelklein" id="l_12">12</span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_b33" class="vw_ref">Beide</a> den <a href="#vw_d66" class="vw_ref">dorpren</a> enten <a href="#vw_d61" class="vw_ref">doren</a>, <span class="regelklein" id="l_13">13</span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_o2" class="vw_ref">Oft</a> si comen daer si horen <span class="regelklein" id="l_14"><a href="#ln_14">14</a></span><br /></span> + <span class="i0">Dese rime ende dese wort, <span class="regel" id="l_15">15</span><br /></span> + <span class="i0">Die hem onnutte sijn ghehort, <span class="regelklein" id="l_16">16</span><br /></span> + <span class="i0">Dat sise laten <a href="#vw_o12" class="vw_ref">ombescaven</a>. <span class="regelklein" id="l_17">17</span><br /></span> + <span class="i0">Te vele <a href="#vw_s77" class="vw_ref">slachten</a> si den <a href="#vw_r22" class="vw_ref">raven</a>, <span class="regelklein" id="l_18">18</span><br /></span> + <span class="i0">Die emmer es al even <a href="#vw_m8" class="vw_ref">malsc</a>: <span class="regelklein" id="l_19">19</span><br /></span> + <span class="i0">Si <a href="#vw_m4" class="vw_ref">maken</a> sulke rime <a href="#vw_m4" class="vw_ref">valsc</a>, <span class="regel" id="l_20">20</span><br /></span> + <span class="i0">Daer si niet meer <a href="#vw_a8" class="vw_ref">af</a> en weten <span class="regelklein" id="l_21">21</span><br /></span> + <span class="i0">Dan ic doe, hoe dat si heten, <span class="regelklein" id="l_22">22</span><br /></span> + <span class="i0">Die nu in Babilonien leven. <span class="regelklein" id="l_23">23</span><br /></span> +<span class="pagenum" title="2"></span><a id="p_2"></a> + <span class="i0">Daetsi wel, si souts <a href="#vw_b22" class="vw_ref">begheven</a>. <span class="regelklein" id="l_24"><a href="#ln_24">24</a></span><br /></span> + <span class="i0">Dan segghic niet <a href="#vw_d58" class="vw_ref">dor</a> minen wille; <span class="regel" id="l_25"><a href="#ln_25">25</a></span><br /></span> + <span class="i0">Mijns dichtens ware een <a href="#vw_g115" class="vw_ref">ghestille</a>, <span class="regelklein" id="l_26">26</span><br /></span> + <span class="i0">Ne hads mi ene niet ghebeden, <span class="regelklein" id="l_27">27</span><br /></span> + <span class="i0">Die in groter <a href="#vw_h50" class="vw_ref">hoveschede</a> <span class="regelklein" id="l_28"><a href="#ln_28">28</a></span><br /></span> + <span class="i0">Gherne <a href="#vw_ck11" class="vw_ref">keret</a> hare saken: <span class="regelklein" id="l_29"><a href="#ln_29">29</a></span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_s100" class="vw_ref">Soe</a> bat mi, dat ic soude <a href="#vw_m2" class="vw_ref">maken</a> <span class="regel" id="l_30">30</span><br /></span> + <span class="i0">Dese <a href="#vw_a41" class="vw_ref">avonture</a> van Reinaerde. <span class="regelklein" id="l_31">31</span><br /></span> + <span class="i0">Al <a href="#vw_b29" class="vw_ref">begripic</a> die <a href="#vw_g171" class="vw_ref">grongaerde</a> <span class="regelklein" id="l_32">32</span><br /></span> + <span class="i0">Ende die <a href="#vw_d66" class="vw_ref">dorpren</a> entie <a href="#vw_d61" class="vw_ref">doren</a>, <span class="regelklein" id="l_33">33</span><br /></span> + <span class="i0">Ic wille dat die ghene horen, <span class="regelklein" id="l_34">34</span><br /></span> + <span class="i0">Die gherne <a href="#vw_p23" class="vw_ref">pleghen der ere</a>, <span class="regel" id="l_35"><a href="#ln_35">35</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ende haren <a href="#vw_s71" class="vw_ref">sin</a> daer <a href="#vw_ck11" class="vw_ref">toe keren</a>, <span class="regelklein" id="l_36"><a href="#ln_36">36</a></span><br /></span> + <span class="i0">Dat si leven <a href="#vw_h44" class="vw_ref">hoofschelike</a>, <span class="regelklein" id="l_37">37</span><br /></span> + <span class="i0">Sijn si arem, sijn si rike, <span class="regelklein" id="l_38">38</span><br /></span> + <span class="i0">Diet verstaen met goeden <a href="#vw_s71" class="vw_ref">sinne</a>. <span class="regelklein" id="l_39"><a href="#ln_39">39</a></span><br /></span> + <span class="i0">Nu hort, hoe ic hier beghinne. <span class="regel" id="l_40">40</span><br /></span> +</div> +<div class="stanza"> + <span class="i1">Het was in enen <a href="#vw_s74" class="vw_ref">Sinxendaghe</a> <span class="regelklein" id="l_41"><a href="#ln_41">41</a></span><br /></span> + <span class="i0">Dat <a href="#vw_b33" class="vw_ref">beide</a> bosch ende <a href="#vw_h3" class="vw_ref">haghe</a> <span class="regelklein" id="l_42">42</span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_b96" class="vw_ref">Met</a> groenen <a href="#vw_l53" class="vw_ref">loveren</a> waren <a href="#vw_b96" class="vw_ref">bevaen</a>: <span class="regelklein" id="l_43">43</span><br /></span> + <span class="i0">Nobel, die coninc, <a href="#vw_h16" class="vw_ref">hadde ghedaen</a> <span class="regelklein" id="l_44">44</span><br /></span> + <span class="i0">Sijn <a href="#vw_h39" class="vw_ref">hof</a> <a href="#vw_ck46" class="vw_ref">craieren</a> over al, <span class="regel" id="l_45">45</span><br /></span> + <span class="i0">Dat hi <a href="#vw_w16" class="vw_ref">waende</a>, hadde hijs <a href="#vw_g125" class="vw_ref">gheval</a>, <span class="regelklein" id="l_46">46</span><br /></span> + <span class="i0">Houden <a href="#vw_l44" class="vw_ref">te</a> wel groten <a href="#vw_l44" class="vw_ref">love</a>. <span class="regelklein" id="l_47"><a href="#ln_47">47</a></span><br /></span> + <span class="i0">Doe quamen tes coninx <a href="#vw_h39" class="vw_ref">hove</a> <span class="regelklein" id="l_48">48</span><br /></span> + <span class="i0">Alle die diere, groot ende clene, <span class="regelklein" id="l_49">49</span><br /></span> +<span class="pagenum" title="3"></span><a id="p_3"></a> + <span class="i0"><a href="#vw_s116" class="vw_ref">Sonder</a> vos Reinaert allene. <span class="regel" id="l_50">50</span><br /></span> + <span class="i0">Hi hadde te <a href="#vw_h39" class="vw_ref">hove</a> so vele mesdaen, <span class="regelklein" id="l_51">51</span><br /></span> + <span class="i0">Dat <a href="#vw_h31" class="vw_ref">hire</a> niet ne <a href="#vw_d14" class="vw_ref">dorste</a> gaen: <span class="regelklein" id="l_52"><a href="#ln_52">52</a></span><br /></span> + <span class="i0">Die hem <a href="#vw_b68" class="vw_ref">besculdich</a> kent <a href="#vw_o68" class="vw_ref">ontsiet</a>. <span class="regelklein" id="l_53">53</span><br /></span> + <span class="i0">Also was Reinaerde ghesciet; <span class="regelklein" id="l_54">54</span><br /></span> + <span class="i0">Ende hier omme <a href="#vw_s41" class="vw_ref">scuwedi</a> sconinx <a href="#vw_h39" class="vw_ref">hof</a>, <span class="regel" id="l_55">55</span><br /></span> + <span class="i0">Daer hi in <a href="#vw_l45" class="vw_ref">hadde</a> <a href="#vw_ck49" class="vw_ref">cranken</a> <a href="#vw_l45" class="vw_ref">lof</a>. <span class="regelklein" id="l_56">56</span><br /></span> + <span class="i0">Doe al dat hof <a href="#vw_v83" class="vw_ref">versamet</a> was, <span class="regelklein" id="l_57">57</span><br /></span> + <span class="i0">Was daer <a href="#vw_n31" class="vw_ref">niemen</a>, sonder die das, <span class="regelklein" id="l_58">58</span><br /></span> + <span class="i0">Hine hadde te <a href="#vw_ck24" class="vw_ref">claghene over</a> Reinaerde, <span class="regelklein" id="l_59">59</span><br /></span> + <span class="i0">Den <a href="#vw_f1" class="vw_ref">fellen</a> metten roden baerde. <span class="regel" id="l_60"><a href="#ln_60">60</a></span><br /></span> +</div> +<div class="stanza"> + <span class="i1">Nu <a href="#vw_u10" class="vw_ref">gaet</a> hier <a href="#vw_u10" class="vw_ref">up</a> ene <a href="#vw_ck22" class="vw_ref">claghe</a>. <span class="regelklein" id="l_61">61</span><br /></span> + <span class="i0">Isengrijn ende sine maghe <span class="regelklein" id="l_62">62</span><br /></span> + <span class="i0">Ghinghen vor den coninc staen. <span class="regelklein" id="l_63">63</span><br /></span> + <span class="i0">Isengrijn <a href="#vw_b27" class="vw_ref">begonste</a> <a href="#vw_s3" class="vw_ref">saen</a> <span class="regelklein" id="l_64">64</span><br /></span> + <span class="i0">Ende sprac: Coninc here, <span class="regel" id="l_65">65</span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_d58" class="vw_ref">Dor</a> <a href="#vw_e2" class="vw_ref">edelheit</a> ende dor ere, <span class="regelklein" id="l_66"><a href="#ln_66">66</a></span><br /></span> + <span class="i0">Dor recht, ende dor <a href="#vw_g65" class="vw_ref">ghenade</a>, <span class="regelklein" id="l_67"><a href="#ln_67">67</a></span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_o61" class="vw_ref">Ontfermt</a> u miere <a href="#vw_s15" class="vw_ref">scade</a>, <span class="regelklein" id="l_68"><a href="#ln_68">68</a></span><br /></span> + <span class="i0">Die mi Reinaert heeft ghedaen, <span class="regelklein" id="l_69">69</span><br /></span> + <span class="i0">Daer ic af <a href="#vw_d26" class="vw_ref">dicke</a> hebbe <a href="#vw_o59" class="vw_ref">ontfaen</a> <span class="regel" id="l_70">70</span><br /></span> + <span class="i0">Groten <a href="#vw_l1" class="vw_ref">lachter</a> ende verlies. <span class="regelklein" id="l_71">71</span><br /></span> + <span class="i0">Vor al dandre <a href="#vw_o61" class="vw_ref">ontferme</a> u dies, <span class="regelklein" id="l_72">72</span><br /></span> + <span class="i0">Dat hi mijn <a href="#vw_w69" class="vw_ref">wijf</a> hevet <a href="#vw_v51" class="vw_ref">verhoert</a>, <span class="regelklein" id="l_73">73</span><br /></span> + <span class="i0">Ende mine kindre so <a href="#vw_m44" class="vw_ref">mesvoert</a>, <span class="regelklein" id="l_74"><a href="#ln_74">74</a></span><br /></span> + <span class="i0">Dat hise <a href="#vw_b69" class="vw_ref">besekede</a>, daer si laghen, <span class="regel" id="l_75">75</span><br /></span> + <span class="i0">Datter twee <a href="#vw_n43" class="vw_ref">noint</a> meer ne saghen, <span class="regelklein" id="l_76"><a href="#ln_76">76</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ende si worden <a href="#vw_s144" class="vw_ref">staerblint</a>: <span class="regelklein" id="l_77">77</span><br /></span> +<span class="pagenum" title="4"></span><a id="p_4"></a> + <span class="i0"><a href="#vw_n39" class="vw_ref">Nochtan</a> <a href="#vw_h43" class="vw_ref">honedi</a> mi <a href="#vw_s73" class="vw_ref">sint</a>. <span class="regelklein" id="l_78"><a href="#ln_78">78</a></span><br /></span> + <span class="i0">Het was sint so verre comen, <span class="regelklein" id="l_79"><a href="#ln_79">79</a></span><br /></span> + <span class="i0">Datter een <a href="#vw_d1" class="vw_ref">dach</a> af was <a href="#vw_d1" class="vw_ref">ghenomen</a>, <span class="regel" id="l_80"><a href="#ln_80">80</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ende Reinaert soude hebben ghedaen <span class="regelklein" id="l_81">81</span><br /></span> + <span class="i0">Sine <a href="#vw_o48" class="vw_ref">onsculde</a>: ende also <a href="#vw_s3" class="vw_ref">saen</a> <span class="regelklein" id="l_82">82</span><br /></span> + <span class="i0">Alse die <a href="#vw_h17" class="vw_ref">heleghe</a> waren <a href="#vw_b152" class="vw_ref">brocht</a>, <span class="regelklein" id="l_83">83</span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_b16" class="vw_ref">Was</a> hi <a href="#vw_a28" class="vw_ref">andersins</a> <a href="#vw_b16" class="vw_ref">bedocht</a>, <span class="regelklein" id="l_84">84</span><br /></span> + <span class="i0">Ende <a href="#vw_o60" class="vw_ref">ontvoer</a> in sine veste. <span class="regel" id="l_85"><a href="#ln_85">85</a></span><br /></span> + <span class="i0">Here, dit <a href="#vw_ck15" class="vw_ref">kennen</a> noch die beste <span class="regelklein" id="l_86">86</span><br /></span> + <span class="i0">Die te hove sijn <a href="#vw_ck33" class="vw_ref">comen</a> hier: <span class="regelklein" id="l_87">87</span><br /></span> + <span class="i0">Mi hevet Reinaert, dat <a href="#vw_f1" class="vw_ref">felle</a> dier, <span class="regelklein" id="l_88">88</span><br /></span> + <span class="i0">So vele te <a href="#vw_l19" class="vw_ref">lede</a> gedaen, <span class="regelklein" id="l_89">89</span><br /></span> + <span class="i0">Ic weet wel, al <a href="#vw_w4" class="vw_ref">sonder waen</a>, <span class="regel" id="l_90">90</span><br /></span> + <span class="i0">Ware al tlaken perkement, <span class="regelklein" id="l_91">91</span><br /></span> + <span class="i0">Dat men maket nu te Ghent, <span class="regelklein" id="l_92">92</span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_ij12" class="vw_ref">Inne</a> <a href="#vw_g102" class="vw_ref">ghescreeft</a> niet daer <a href="#vw_a27" class="vw_ref">an</a>. <span class="regelklein" id="l_93"><a href="#ln_93">93</a></span><br /></span> + <span class="i0">Dies swijghic <a href="#vw_n39" class="vw_ref">nochtan</a>; <span class="regelklein" id="l_94">94</span><br /></span> + <span class="i0"> <a href="#vw_n27" class="vw_ref">Neware</a> mijns <a href="#vw_w69" class="vw_ref">wives</a> <a href="#vw_l1" class="vw_ref">lachter</a> <span class="regel" id="l_95">95</span><br /></span> + <span class="i0">Ne mach niet <a href="#vw_a2" class="vw_ref">bliven achter</a> <span class="regelklein" id="l_96">96</span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_o27" class="vw_ref">Onghebetert</a>, no onghewroken.” <span class="regelklein" id="l_97"><a href="#ln_97">97</a></span><br /></span> +</div> +<div class="stanza"> + <span class="i1">Doe Isengrijn dit hadde ghesproken, <span class="regelklein" id="l_98">98</span><br /></span> + <span class="i0">Stont op een <a href="#vw_h42" class="vw_ref">hondekijn</a>, hiet Cortois, <span class="regelklein" id="l_99">99</span><br /></span> + <span class="i0">Ende <a href="#vw_ck24" class="vw_ref">claghede</a> den coninc in <a href="#vw_f4" class="vw_ref">Fransois</a>, <span class="regel" id="l_100"><a href="#ln_100">100</a></span><br /></span> + <span class="i0">Hoet so aerm was, <a href="#vw_w73" class="vw_ref">wilen ere</a>, <span class="regelklein" id="l_101"><a href="#ln_101">101</a></span><br /></span> + <span class="i0">Dat alles goets en hadde mere, <span class="regelklein" id="l_102">102</span><br /></span> +<span class="pagenum" title="5"></span><a id="p_5"></a> + <span class="i0">In enen wintre, in enen <a href="#vw_v127" class="vw_ref">vorst</a>, <span class="regelklein" id="l_103">103</span><br /></span> + <span class="i0">Dan allene ene worst, <span class="regelklein" id="l_104">104</span><br /></span> + <span class="i0">Ende hem Reinaert, die <a href="#vw_f1" class="vw_ref">felle</a> man, <span class="regel" id="l_105">105</span><br /></span> + <span class="i0">Die selve worst stal ende nam. <span class="regelklein" id="l_106">106</span><br /></span> +</div> +<div class="stanza"> + <span class="i1">Tibert, die cater, hi <a href="#vw_w28" class="vw_ref">wart</a> gram: <span class="regelklein" id="l_107"><a href="#ln_107">107</a></span><br /></span> + <span class="i0">Aldus hi sine <a href="#vw_t1" class="vw_ref">tale</a> began, <span class="regelklein" id="l_108">108</span><br /></span> + <span class="i0">Ende spranc midden in den <a href="#vw_r39" class="vw_ref">rinc</a>, <span class="regelklein" id="l_109">109</span><br /></span> + <span class="i0">Ende seide: Here coninc, <span class="regel" id="l_110">110</span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_d59" class="vw_ref">Dor dat</a> ghi Reinaerde sijt <a href="#vw_o38" class="vw_ref">onhout</a>, <span class="regelklein" id="l_111">111</span><br /></span> + <span class="i0">So en es hier jonc <a href="#vw_n36" class="vw_ref">no</a> out, <span class="regelklein" id="l_112">112</span><br /></span> + <span class="i0">Hine <ins class="err" id="err1" title="Erratum: bebbe">hebbe</ins> te <a href="#vw_w101" class="vw_ref">wroeghene</a> <a href="#vw_ij6" class="vw_ref">jeghen</a> u. <span class="regelklein" id="l_113">113</span><br /></span> + <span class="i0">Dat Cortois <a href="#vw_ck24" class="vw_ref">claghet</a> nu, <span class="regelklein" id="l_114">114</span><br /></span> + <span class="i0">Dats over menich jaer ghesciet: <span class="regel" id="l_115">115</span><br /></span> + <span class="i0">Die worst was mine, al en claghic niet. <span class="regelklein" id="l_116">116</span><br /></span> + <span class="i0">Ic hadse <a href="#vw_b103" class="vw_ref">bi</a> <a href="#vw_m52" class="vw_ref">miere</a> list ghewonnen, <span class="regelklein" id="l_117">117</span><br /></span> + <span class="i0">Daer ic bi nachte <a href="#vw_g93" class="vw_ref">quam gheronnen</a> <span class="regelklein" id="l_118">118</span><br /></span> + <span class="i0">Omme <a href="#vw_b35" class="vw_ref">bejach</a> in ene molen, <span class="regelklein" id="l_119"><a href="#ln_119">119</a></span><br /></span> + <span class="i0">Daer ic die worst in hadde ghestolen <span class="regel" id="l_120">120</span><br /></span> + <span class="i0">Enen slapenden <a href="#vw_m67" class="vw_ref">molenman</a>. <span class="regelklein" id="l_121">121</span><br /></span> + <span class="i0">Hadder Cortois <a href="#vw_ij5" class="vw_ref">iewet</a> an, <span class="regelklein" id="l_122">122</span><br /></span> + <span class="i0">Dat was <a href="#vw_b103" class="vw_ref">bi</a> <a href="#vw_n31" class="vw_ref">niemene</a> dan <a href="#vw_b103" class="vw_ref">bi</a> mi. <span class="regelklein" id="l_123">123</span><br /></span> + <span class="i0">Hets recht dat <a href="#vw_o10" class="vw_ref">omberet</a> si <span class="regelklein" id="l_124"><a href="#ln_124">124</a></span><br /></span> + <span class="i0">Die <a href="#vw_ck22" class="vw_ref">claghe</a>, die Cortois doet.” <span class="regel" id="l_125">125</span><br /></span> +</div> +<div class="stanza"> + <span class="i1">Pancer sprac: <a href="#vw_d41" class="vw_ref">Dinct</a> u goet, <span class="regelklein" id="l_126"><a href="#ln_126">126</a></span><br /></span> + <span class="i0">Tibert, dat men die claghe <a href="#vw_o10" class="vw_ref">ombere</a>? <span class="regelklein" id="l_127">127</span><br /></span> + <span class="i0">Reinaert es een <a href="#vw_r23" class="vw_ref">recht</a> mordenere, <span class="regelklein" id="l_128">128</span><br /></span> + <span class="i0">Ende een <a href="#vw_t48" class="vw_ref">trekere</a>, ende een <a href="#vw_d31" class="vw_ref">dief</a>: <span class="regelklein" id="l_129">129</span><br /></span> + <span class="i0">Hine heeft ooc <a href="#vw_n31" class="vw_ref">niemene</a> so lief, <span class="regel" id="l_130">130</span><br /></span> +<span class="pagenum" title="6"></span><a id="p_6"></a> + <span class="i0"><a href="#vw_n37" class="vw_ref">No</a> den coninc, minen here, <span class="regelklein" id="l_131">131</span><br /></span> + <span class="i0">Hine wilde dat hi <a href="#vw_l39" class="vw_ref">lijf</a> ende ere <span class="regelklein" id="l_132">132</span><br /></span> + <span class="i0">Verlore, mocht hire ane winnen <span class="regelklein" id="l_133"><a href="#ln_133">133</a></span><br /></span> + <span class="i0">Een vet <a href="#vw_m71" class="vw_ref">morseel</a> van <a href="#vw_e19" class="vw_ref">ere</a> <a href="#vw_h30" class="vw_ref">hinnen</a>. <span class="regelklein" id="l_134">134</span><br /></span> +</div> +<div class="stanza"> + <span class="i1">Wat sechdi van <a href="#vw_o10" class="vw_ref">omberen</a> <a href="#vw_ck22" class="vw_ref">claghe</a>? <span class="regel" id="l_135"><a href="#ln_135">135</a></span><br /></span> + <span class="i0">En dedi ghistren <a href="#vw_ij9" class="vw_ref">in</a> den daghe <span class="regelklein" id="l_136"><a href="#ln_136">136</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ene die meeste <a href="#vw_o100" class="vw_ref">overdaet</a> <span class="regelklein" id="l_137">137</span><br /></span> + <span class="i0">An Cuwaerde, die hier staet, <span class="regelklein" id="l_138"><a href="#ln_138">138</a></span><br /></span> + <span class="i0">Die noit enich dier <a href="#vw_g25" class="vw_ref">ghedede</a>? <span class="regelklein" id="l_139"><a href="#ln_139">139</a></span><br /></span> + <span class="i0">Want hine, binnen sconinx vrede <span class="regel" id="l_140"><a href="#ln_140">140</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ende binnen sconinx ghelede, <span class="regelklein" id="l_141"><a href="#ln_141">141</a></span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_g55" class="vw_ref">Ghelovede</a> te leerne sinen <a href="#vw_ck51" class="vw_ref">crede</a>, <span class="regelklein" id="l_142">142</span><br /></span> + <span class="i0">Ende soudene maken capelaen. <span class="regelklein" id="l_143">143</span><br /></span> + <span class="i0">Doe dedine sitten gaen <span class="regelklein" id="l_144">144</span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_v17" class="vw_ref">Vaste</a> tusschen sine been: <span class="regel" id="l_145"><a href="#ln_145">145</a></span><br /></span> + <span class="i0">Doe <a href="#vw_b27" class="vw_ref">begonstsi</a> <a href="#vw_o96" class="vw_ref">over een</a> <span class="regelklein" id="l_146"><a href="#ln_146">146</a></span><br /></span> + <span class="i0">Spellen ende <a href="#vw_l23" class="vw_ref">lesen</a> <a href="#vw_b33" class="vw_ref">bede</a>, <span class="regelklein" id="l_147">147</span><br /></span> + <span class="i0">Ende <a href="#vw_l60" class="vw_ref">lude</a> singhen <a href="#vw_ck51" class="vw_ref">crede</a>. <span class="regelklein" id="l_148">148</span><br /></span> +</div> +<div class="stanza"> + <span class="i1">Mi <a href="#vw_g127" class="vw_ref">gheviel</a>, dat ic tien tiden <span class="regelklein" id="l_149"><a href="#ln_149">149</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ter selver <a href="#vw_s155" class="vw_ref">stede</a> soude <a href="#vw_l29" class="vw_ref">liden</a>. <span class="regel" id="l_150">150</span><br /></span> + <span class="i0">Doe hoordic haerre <a href="#vw_b33" class="vw_ref">beider</a> sanc, <span class="regelklein" id="l_151">151</span><br /></span> + <span class="i0">Ende <a href="#vw_g6" class="vw_ref">maecte</a> daerwaert minen <a href="#vw_g6" class="vw_ref">ganc</a> <span class="regelklein" id="l_152">152</span><br /></span> +<span class="pagenum" title="7"></span><a id="p_7"></a> + <span class="i0">Met ere <a href="#vw_h9" class="vw_ref">harde</a> snelre <a href="#vw_v8" class="vw_ref">vaert</a>: <span class="regelklein" id="l_153"><a href="#ln_153">153</a></span><br /></span> + <span class="i0">Doe vandic daer meester Reinaert, <span class="regelklein" id="l_154">154</span><br /></span> + <span class="i0">Die siere <a href="#vw_l24" class="vw_ref">lesse</a> hadde <a href="#vw_b22" class="vw_ref">begheven</a>, <span class="regel" id="l_155"><a href="#ln_155">155</a></span><br /></span> + <span class="i0">Die hi te voren <a href="#vw_u12" class="vw_ref">up</a> hadde <a href="#vw_u12" class="vw_ref">gheheven</a>, <span class="regelklein" id="l_156">156</span><br /></span> + <span class="i0">Ende <a href="#vw_d33" class="vw_ref">diende</a> van sinen ouden spele, <span class="regelklein" id="l_157">157</span><br /></span> + <span class="i0">Ende hadde Cuwaerde bi der kelen, <span class="regelklein" id="l_158"><a href="#ln_158">158</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ende soude hem thooft hebben ghenomen, <span class="regelklein" id="l_159"><a href="#ln_159">159</a></span><br /></span> + <span class="i0">Waer ic hem niet te hulpe comen <span class="regel" id="l_160"><a href="#ln_160">160</a></span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_a41" class="vw_ref">Bi aventure</a> in dien stonden. <span class="regelklein" id="l_161"><a href="#ln_161">161</a></span><br /></span> + <span class="i0">Siet hier noch die verssce wonden <span class="regelklein" id="l_162">162</span><br /></span> + <span class="i0">Ende die <a href="#vw_t15" class="vw_ref">tekine</a>, her coninc, <span class="regelklein" id="l_163"><a href="#ln_163">163</a></span><br /></span> + <span class="i0">Die Cuwaert van hem ontfinc. <span class="regelklein" id="l_164">164</span><br /></span> + <span class="i0">Laetti dit bliven onghewroken, <span class="regel" id="l_165">165</span><br /></span> + <span class="i0">Dat u verde es dus <a href="#vw_t11" class="vw_ref">tebroken</a>, <span class="regelklein" id="l_166"><a href="#ln_166">166</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ghine wreket, alse u <a href="#vw_m10" class="vw_ref">manne</a> <a href="#vw_w87" class="vw_ref">wisen</a>, <span class="regelklein" id="l_167"><a href="#ln_167">167</a></span><br /></span> + <span class="i0">Men salt uwen kindren noch <a href="#vw_m38" class="vw_ref">mesprisen</a> <span class="regelklein" id="l_168"><a href="#ln_168">168</a></span><br /></span> + <span class="i0">Hier naer, over wel menich jaer.” <span class="regelklein" id="l_169">169</span><br /></span> + <span class="i0">—Bi Gode, Pancer, ghi secht waer! <span class="regel" id="l_170">170</span><br /></span> + <span class="i0">Sprac Isengrijn, daer hi <a href="#vw_s166" class="vw_ref">stoet</a>: <span class="regelklein" id="l_171">171</span><br /></span> + <span class="i0">Waer Reinaert doot, het waer ons goet, <span class="regelklein" id="l_172"><a href="#ln_172">172</a></span><br /></span> + <span class="i0">Also behoude mi God mijn leven! <span class="regelklein" id="l_173">173</span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_n27" class="vw_ref">Neware</a>, wert hem dit vergheven, <span class="regelklein" id="l_174">174</span><br /></span> + <span class="i0">Hi sal noch <a href="#vw_h43" class="vw_ref">honen</a> binder maent <span class="regel" id="l_175"><a href="#ln_175">175</a></span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_s176" class="vw_ref">Sulken</a>, dies niet ne <a href="#vw_b99" class="vw_ref">bewaent</a>.” <span class="regelklein" id="l_176">176</span><br /></span> +</div> +<div class="stanza"> + <span class="i1">Doe spranc up Grimbert, die das, <span class="regelklein" id="l_177">177</span><br /></span> + <span class="i0">Die Reinaerts broeder sone was, <span class="regelklein" id="l_178">178</span><br /></span> +<span class="pagenum" title="8"></span><a id="p_8"></a> + <span class="i0">Met ere <a href="#vw_v30" class="vw_ref">verbolghenlike</a> <a href="#vw_t1" class="vw_ref">tale</a>: <span class="regelklein" id="l_179">179</span><br /></span> + <span class="i0">Here Isengrijn, men weet dat <a href="#vw_w13" class="vw_ref">wale</a>, <span class="regel" id="l_180">180</span><br /></span> + <span class="i0">Ende hets een out <a href="#vw_b120" class="vw_ref">bispel</a>: <span class="regelklein" id="l_181">181</span><br /></span> + <span class="i0">Viants mont seit selden wel. <span class="regelklein" id="l_182">182</span><br /></span> + <span class="i0">Verstaet, <a href="#vw_g164" class="vw_ref">nemt</a> miere <a href="#vw_t1" class="vw_ref">tale</a> <a href="#vw_g164" class="vw_ref">goom</a>: <span class="regelklein" id="l_183"><a href="#ln_183">183</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ic wilde, hi hinghe an enen boom <span class="regelklein" id="l_184">184</span><br /></span> + <span class="i0">Bi siere kelen, alse een dief, <span class="regel" id="l_185"><a href="#ln_185">185</a></span><br /></span> + <span class="i0">Die andren heeft <a href="#vw_g170" class="vw_ref">ghedaen</a> meest <a href="#vw_g170" class="vw_ref">grief</a>. <span class="regelklein" id="l_186">186</span><br /></span> + <span class="i0">Here Isengrijn, wildi <a href="#vw_a31" class="vw_ref">anegaen</a> <span class="regelklein" id="l_187"><a href="#ln_187">187</a></span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_s101" class="vw_ref">Soendinc</a>, ende dat <a href="#vw_o59" class="vw_ref">ontfaen</a>, <span class="regelklein" id="l_188">188</span><br /></span> + <span class="i0">Daer toe willic helpen gherne: <span class="regelklein" id="l_189">189</span><br /></span> + <span class="i0">Mijn oom en salt ooc niet <a href="#vw_w58" class="vw_ref">wernen</a>; <span class="regel" id="l_190">190</span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_e15" class="vw_ref">Entie</a> meest andren heeft mesdaen <span class="regelklein" id="l_191"><a href="#ln_191">191</a></span><br /></span> + <span class="i0">Sal den andren <a href="#vw_s138" class="vw_ref">in</a> <a href="#vw_b14" class="vw_ref">bate</a> <a href="#vw_s138" class="vw_ref">staen</a>, <span class="regelklein" id="l_192"><a href="#ln_192">192</a></span><br /></span> + <span class="i0">Van minen oom ende van u. <span class="regelklein" id="l_193">193</span><br /></span> + <span class="i0">Al ne comt hi niet <a href="#vw_ck24" class="vw_ref">claghen</a> nu, <span class="regelklein" id="l_194"><a href="#ln_194">194</a></span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_w51" class="vw_ref">Ware</a> mijn oom <a href="#vw_w51" class="vw_ref">wel</a> te hove, <span class="regel" id="l_195">195</span><br /></span> + <span class="i0">Ende <a href="#vw_l46" class="vw_ref">stonde in sconincx love</a>, <span class="regelklein" id="l_196">196</span><br /></span> + <span class="i0">Here Isengrijn, als ghi doet, <span class="regelklein" id="l_197">197</span><br /></span> + <span class="i0">En soude niemen <a href="#vw_d41" class="vw_ref">dinken</a> goet, <span class="regelklein" id="l_198"><a href="#ln_198">198</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ende ghine bleves <a href="#vw_o17" class="vw_ref">onbegrepen</a>, <span class="regelklein" id="l_199"><a href="#ln_199">199</a></span><br /></span> + <span class="i0">Dat ghi sijn vel so hebt ghenepen <span class="regel" id="l_200">200</span><br /></span> + <span class="i0">Dicwile met uwen scerpen tanden, <span class="regelklein" id="l_201"><a href="#ln_201">201</a></span><br /></span> + <span class="i0">Dat hi niet ne conde <a href="#vw_g9" class="vw_ref">gheanden</a>.” <span class="regelklein" id="l_202">202</span><br /></span> +</div> +<div class="stanza"> + <span class="i1">Isengrijn sprac: Hebdi gheleert <span class="regelklein" id="l_203">203</span><br /></span> +<span class="pagenum" title="9"></span><a id="p_9"></a> + <span class="i0"><a href="#vw_a27" class="vw_ref">An</a> uwen oom dus lieghen <a href="#vw_a35" class="vw_ref">apeert</a>?” <span class="regelklein" id="l_204">204</span><br /></span> + <span class="i0">—In hebbe daer an niet gheloghen. <span class="regel" id="l_205">205</span><br /></span> + <span class="i0">Ghi hebt minen oom bedroghen <span class="regelklein" id="l_206">206</span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_h9" class="vw_ref">Harde</a> dicke in menegher wise: <span class="regelklein" id="l_207"><a href="#ln_207">207</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ghi <a href="#vw_m35" class="vw_ref">misleettene</a> vanden <a href="#vw_p18" class="vw_ref">pladisen</a>, <span class="regelklein" id="l_208">208</span><br /></span> + <span class="i0">Die hi u warp vander <a href="#vw_ck16" class="vw_ref">kerren</a>, <span class="regelklein" id="l_209">209</span><br /></span> + <span class="i0">Doe ghi hem volghedet van verre, <span class="regel" id="l_210"><a href="#ln_210">210</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ende ghi die <a href="#vw_p18" class="vw_ref">pladise</a> <a href="#vw_u14" class="vw_ref">uplaset</a>; <span class="regelklein" id="l_211"><a href="#ln_211">211</a></span><br /></span> + <span class="i0">Doe ghi u daer <a href="#vw_a27" class="vw_ref">ane</a> hadt <a href="#vw_v82" class="vw_ref">versadet</a>, <span class="regelklein" id="l_212"><a href="#ln_212">212</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ghine gaeft hem no goet no quaet, <span class="regelklein" id="l_213">213</span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_s116" class="vw_ref">Sonder</a> allene een <a href="#vw_p18" class="vw_ref">pladisen</a>graet, <span class="regelklein" id="l_214"><a href="#ln_214">214</a></span><br /></span> + <span class="i0">Die ghi hem <a href="#vw_ij7" class="vw_ref">te jeghen brochtet</a>, <span class="regel" id="l_215"><a href="#ln_215">215</a></span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_d59" class="vw_ref">Dor dat</a> ghine niet ne mochtet. <span class="regelklein" id="l_216">216</span><br /></span> + <span class="i0">Sint <a href="#vw_h43" class="vw_ref">hoondine</a> van enen <a href="#vw_b3" class="vw_ref">bake</a>, <span class="regelklein" id="l_217">217</span><br /></span> + <span class="i0">Die vet was, ende van goeder smake, <span class="regelklein" id="l_218">218</span><br /></span> + <span class="i0">Dien ghi leit in uwen <a href="#vw_m75" class="vw_ref">museel</a>. <span class="regelklein" id="l_219">219</span><br /></span> + <span class="i0">Doe Reinaert eschede sijn deel, <span class="regel" id="l_220">220</span><br /></span> + <span class="i0">Antwordi hem <a href="#vw_s27" class="vw_ref">in scerne</a>: <span class="regelklein" id="l_221">221</span><br /></span> + <span class="i0">U deel willic u gheven gherne, <span class="regelklein" id="l_222">222</span><br /></span> + <span class="i0">Reinaert, scone jonghelinc: <span class="regelklein" id="l_223">223</span><br /></span> + <span class="i0">Die <a href="#vw_w89" class="vw_ref">wisse</a>, daer die bake an hinc, <span class="regelklein" id="l_224">224</span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_b41" class="vw_ref">Becnause</a>, <a href="#vw_s100" class="vw_ref">soe</a> es so vet.” <span class="regel" id="l_225"><a href="#ln_225">225</a></span><br /></span> + <span class="i0">Reinaerde <a href="#vw_b88" class="vw_ref">was</a> <a href="#vw_l25" class="vw_ref">lettel</a> <a href="#vw_b88" class="vw_ref">te bet</a>, <span class="regelklein" id="l_226">226</span><br /></span> + <span class="i0">Dat hi den goeden <a href="#vw_b3" class="vw_ref">bake</a> <a href="#vw_g145" class="vw_ref">ghewan</a>, <span class="regelklein" id="l_227">227</span><br /></span> + <span class="i0">In sulker <a href="#vw_s119" class="vw_ref">sorghe</a> dattene een man <span class="regelklein" id="l_228"><a href="#ln_228">228</a></span><br /></span> + <span class="i0">Vinc, ende warp in sinen sac: <span class="regelklein" id="l_229"><a href="#ln_229">229</a></span><br /></span> +<span class="pagenum" title="10"></span><a id="p_10"></a> + <span class="i0">Dese <a href="#vw_p16" class="vw_ref">pine</a> ende dit <a href="#vw_o28" class="vw_ref">onghemac</a> <span class="regel" id="l_230">230</span><br /></span> + <span class="i0">Hevet hi <a href="#vw_l18" class="vw_ref">leden</a> <a href="#vw_d58" class="vw_ref">dor</a> Isengrine, <span class="regelklein" id="l_231"><a href="#ln_231">231</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ende hondert werven mere pine. <span class="regelklein" id="l_232"><a href="#ln_232">232</a></span><br /></span> +</div> +<div class="stanza"> + <span class="i1">Ghi heren, dinct u dit <a href="#vw_g132" class="vw_ref">ghevoech</a> <span class="regelklein" id="l_233"><a href="#ln_233">233</a></span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_n39" class="vw_ref">Nochtan</a>, oft meer <a href="#vw_o35" class="vw_ref">onghevoech</a>, <span class="regelklein" id="l_234"><a href="#ln_234">234</a></span><br /></span> + <span class="i0">Dat hi <a href="#vw_ck24" class="vw_ref">claghet om</a> sijn <a href="#vw_w69" class="vw_ref">wijf</a>, <span class="regel" id="l_235">235</span><br /></span> + <span class="i0">Die Reinaert hevet al haer <a href="#vw_l39" class="vw_ref">lijf</a> <span class="regelklein" id="l_236"><a href="#ln_236">236</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ghemint? so doet hi hare; <span class="regelklein" id="l_237">237</span><br /></span> + <span class="i0">Al ne <a href="#vw_m15" class="vw_ref">maecten</a> sijt niet <a href="#vw_m15" class="vw_ref">mare</a>, <span class="regelklein" id="l_238"><a href="#ln_238">238</a></span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_d11" class="vw_ref">Ic dart</a> wel segghen <a href="#vw_o93" class="vw_ref">over waer</a>, <span class="regelklein" id="l_239">239</span><br /></span> + <span class="i0">Dat langher es dan <span class="smcap">VII</span> jaer, <span class="regel" id="l_240">240</span><br /></span> + <span class="i0">Dat Reinaert hevet hare trouwe. <span class="regelklein" id="l_241">241</span><br /></span> + <span class="i0">Om dat Hersint, die scone vrouwe, <span class="regelklein" id="l_242">242</span><br /></span> + <span class="i0">Dor <a href="#vw_m54" class="vw_ref">minne</a> ende <a href="#vw_d58" class="vw_ref">dor</a> quade <a href="#vw_s42" class="vw_ref">sede</a> <span class="regelklein" id="l_243">243</span><br /></span> + <span class="i0">Reinaerde sinen wille dede, <span class="regelklein" id="l_244"><a href="#ln_244">244</a></span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_w35" class="vw_ref">Wattan</a>? soe was <a href="#vw_s30" class="vw_ref">sciere</a> <a href="#vw_g77" class="vw_ref">ghenesen</a>: <span class="regel" id="l_245">245</span><br /></span> + <span class="i0">Wat <a href="#vw_t1" class="vw_ref">talen</a> mach daer omme wesen! <span class="regelklein" id="l_246"><a href="#ln_246">246</a></span><br /></span> + <span class="i0">Nu maket hier Cuwaert, die hase, <span class="regelklein" id="l_247"><a href="#ln_247">247</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ene <a href="#vw_ck22" class="vw_ref">claghe</a> van ere blase; <span class="regelklein" id="l_248">248</span><br /></span> + <span class="i0">Oft hi den <a href="#vw_ck51" class="vw_ref">Crede</a> niet wel en las, <span class="regelklein" id="l_249"><a href="#ln_249">249</a></span><br /></span> + <span class="i0">Reinaert, die sijn meester was, <span class="regel" id="l_250">250</span><br /></span> + <span class="i0">Mochte in sinen <a href="#vw_ck27" class="vw_ref">clerc</a> niet <a href="#vw_b135" class="vw_ref">blouwen</a>? <span class="regelklein" id="l_251">251</span><br /></span> + <span class="i0">Dat ware onrecht, <a href="#vw_t54" class="vw_ref">entrouwen</a>! <span class="regelklein" id="l_252"><a href="#ln_252">252</a></span><br /></span> + <span class="i0">Cortois claghet om ene worst, <span class="regelklein" id="l_253">253</span><br /></span> + <span class="i0">Die hi <a href="#vw_v62" class="vw_ref">verloos</a> in enen <a href="#vw_v127" class="vw_ref">vorst</a>: <span class="regelklein" id="l_254">254</span><br /></span> +<span class="pagenum" title="11"></span><a id="p_11"></a> + <span class="i0">Die claghe ware <ins class="err" id="err2" title="Erratum: het"><a href="#vw_b87" class="vw_ref">bet</a></ins> <a href="#vw_v53" class="vw_ref">verholen</a>. <span class="regel" id="l_255">255</span><br /></span> + <span class="i0">En hoordi dat soe was ghestolen? <span class="regelklein" id="l_256"><a href="#ln_256">256</a></span><br /></span> + <span class="i0">Male quesite male perdite: <span class="regelklein" id="l_257">257</span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_o5" class="vw_ref">Om recht</a> <a href="#vw_qu15" class="vw_ref">wert</a> men qualic <a href="#vw_qu15" class="vw_ref">quite</a> <span class="regelklein" id="l_258"><a href="#ln_258">258</a></span><br /></span> + <span class="i0">Dat men hevet <a href="#vw_qu4" class="vw_ref">qualic</a> ghewonnen. <span class="regelklein" id="l_259">259</span><br /></span> + <span class="i0">Wie sal Reinaerde dat <a href="#vw_v77" class="vw_ref">veronnen</a>, <span class="regel" id="l_260"><a href="#ln_260">260</a></span><br /></span> + <span class="i0">Dat hi ghestolen goet <a href="#vw_a32" class="vw_ref">ghinc an</a>? <span class="regelklein" id="l_261">261</span><br /></span> + <span class="i0">Niemen die recht <a href="#vw_v87" class="vw_ref">versceden</a> can. <span class="regelklein" id="l_262">262</span><br /></span> +</div> +<div class="stanza"> + <span class="i1">Reinaert es een gherecht man: <span class="regelklein" id="l_263">263</span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_s73" class="vw_ref">Sint</a> dat die coninc sinen <a href="#vw_b6" class="vw_ref">ban</a> <span class="regelklein" id="l_264">264</span><br /></span> + <span class="i0">Hevet gheboden, ende sinen vrede, <span class="regel" id="l_265">265</span><br /></span> + <span class="i0">So wetic wel, dat hine dede <span class="regelklein" id="l_266">266</span><br /></span> + <span class="i0">Dinc neghene, dan oft hi ware <span class="regelklein" id="l_267">267</span><br /></span> + <span class="i0">Hermite ofte clusenare. <span class="regelklein" id="l_268">268</span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_n7" class="vw_ref">Naest</a> siere huut draecht hi die <a href="#vw_h11" class="vw_ref">hare</a>. <span class="regelklein" id="l_269"><a href="#ln_269">269</a></span><br /></span> + <span class="i0">Binnen desen naesten jare <span class="regel" id="l_270">270</span><br /></span> + <span class="i0">Sone at hi vleesc, no wilt no <a href="#vw_t2" class="vw_ref">tam</a>; <span class="regelklein" id="l_271">271</span><br /></span> + <span class="i0">Dat seide die ghistren <a href="#vw_d9" class="vw_ref">dane</a> quam. <span class="regelklein" id="l_272"><a href="#ln_272">272</a></span><br /></span> + <span class="i0">Malcrois hevet hi <a href="#vw_b22" class="vw_ref">begheven</a> <span class="regelklein" id="l_273">273</span><br /></span> + <span class="i0">Sijn casteel, ende hevet <a href="#vw_u12" class="vw_ref">up heven</a> <span class="regelklein" id="l_274"><a href="#ln_274">274</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ene <a href="#vw_ck30" class="vw_ref">cluse</a>, daer hi leghet in. <span class="regel" id="l_275">275</span><br /></span> + <span class="i0">Ander <a href="#vw_b35" class="vw_ref">bejach</a>, no ander ghewin <span class="regelklein" id="l_276">276</span><br /></span> + <span class="i0">So <a href="#vw_w16" class="vw_ref">wanic</a> wel dat hine hevet, <span class="regelklein" id="l_277">277</span><br /></span> + <span class="i0">Dan <a href="#vw_ck7" class="vw_ref">caritate</a>, die men hem ghevet. <span class="regelklein" id="l_278">278</span><br /></span> + <span class="i0">Hijs bleec ende magher vander pine; <span class="regelklein" id="l_279"><a href="#ln_279">279</a></span><br /></span> + <span class="i0">Hongher, dorst, scerpe <a href="#vw_ck4" class="vw_ref">carine</a> <span class="regel" id="l_280"><a href="#ln_280">280</a></span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_d53" class="vw_ref">Doghet</a> hi vor sinen sonden <span class="regelklein" id="l_281"><a href="#ln_281">281</a></span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_r24" class="vw_ref">Recht</a> te desen selven stonden.” <span class="regelklein" id="l_282">282</span><br /></span> +</div> +<span class="pagenum" title="12"></span><a id="p_12"></a> +<div class="stanza"> + <span class="i1">Doe Grimbert <a href="#vw_s140" class="vw_ref">stont in deser tale</a>, <span class="regelklein" id="l_283"><a href="#ln_283">283</a></span><br /></span> + <span class="i0">Saghen si van berghe te dale <span class="regelklein" id="l_284">284</span><br /></span> + <span class="i0">Canticleer comen <a href="#vw_v13" class="vw_ref">ghevaren</a>, <span class="regel" id="l_285">285</span><br /></span> + <span class="i0">Ende brochte up ere bare <span class="regelklein" id="l_286"><a href="#ln_286">286</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ene dode <a href="#vw_h30" class="vw_ref">hinne</a>, hiet Coppe, <span class="regelklein" id="l_287"><a href="#ln_287">287</a></span><br /></span> + <span class="i0">Dier Reinaert hadde bi den croppe <span class="regelklein" id="l_288"><a href="#ln_288">288</a></span><br /></span> + <span class="i0">Hooft ende hals af ghebeten. <span class="regelklein" id="l_289">289</span><br /></span> + <span class="i0">Dit moeste nu die coninc weten. <span class="regel" id="l_290">290</span><br /></span> + <span class="i0">Cantecleer quam vore gaende, <span class="regelklein" id="l_291"><a href="#ln_291">291</a></span><br /></span> + <span class="i0">Sine vederen sere slaende. <span class="regelklein" id="l_292">292</span><br /></span> + <span class="i0">In wedersiden vander bare <span class="regelklein" id="l_293"><a href="#ln_293">293</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ghinc ene hane <a href="#vw_w66" class="vw_ref">wide</a> <a href="#vw_m14" class="vw_ref">mare</a>: <span class="regelklein" id="l_294">294</span><br /></span> + <span class="i0">Die een hiet Cantaert, <span class="regel" id="l_295"><a href="#ln_295">295</a></span><br /></span> + <span class="i0">Daer <a href="#vw_w72" class="vw_ref">wilen</a> na gheheten waert <span class="regelklein" id="l_296"><a href="#ln_296">296</a></span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_v145" class="vw_ref">Vrouwe</a> Alenten goede hane; <span class="regelklein" id="l_297"><a href="#ln_297">297</a></span><br /></span> + <span class="i0">Die ander hiet, <a href="#vw_w3" class="vw_ref">na minen wane</a>, <span class="regelklein" id="l_298">298</span><br /></span> + <span class="i0">Die goede hane Craiant, <span class="regelklein" id="l_299">299</span><br /></span> + <span class="i0">Die scoonste diemen vant <span class="regel" id="l_300"><a href="#ln_300">300</a></span><br /></span> + <span class="i0">Tusschen Portaengen ende Polanen. <span class="regelklein" id="l_301"><a href="#ln_301">301</a></span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_e11" class="vw_ref">Elkerlijc</a> van desen hanen <span class="regelklein" id="l_302">302</span><br /></span> + <span class="i0">Droech een <a href="#vw_b61" class="vw_ref">bernende</a> <a href="#vw_s149" class="vw_ref">stallecht</a>, <span class="regelklein" id="l_303"><a href="#ln_303">303</a></span><br /></span> + <span class="i0">Dat lanc was ende recht. <span class="regelklein" id="l_304">304</span><br /></span> + <span class="i0">Daer waren Coppen broeders twee, <span class="regel" id="l_305">305</span><br /></span> + <span class="i0">Die riepen <a href="#vw_o113" class="vw_ref">owi</a> ende wee. <span class="regelklein" id="l_306">306</span><br /></span> +<span class="pagenum" title="13"></span><a id="p_13"></a> + <span class="i0">Om haerre suster Coppen doot <span class="regelklein" id="l_307"><a href="#ln_307">307</a></span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_d73" class="vw_ref">Dreven</a> si <a href="#vw_d73" class="vw_ref">claghe</a> ende <a href="#vw_ij1" class="vw_ref">jamer</a> groot. <span class="regelklein" id="l_308">308</span><br /></span> + <span class="i0">Pinte ende Sproete droeghen die bare: <span class="regelklein" id="l_309">309</span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_s184" class="vw_ref">Hem was te moede</a> harde <a href="#vw_s184" class="vw_ref">sware</a> <span class="regel" id="l_310">310</span><br /></span> + <span class="i0">Vander suster, die si hadden verloren. <span class="regelklein" id="l_311"><a href="#ln_311">311</a></span><br /></span> + <span class="i0">Men mocht <a href="#vw_h9" class="vw_ref">harde</a> verre horen <span class="regelklein" id="l_312">312</span><br /></span> + <span class="i0">Haerre <a href="#vw_t58" class="vw_ref">tweer</a> <a href="#vw_ck1" class="vw_ref">caerminghe</a>. <span class="regelklein" id="l_313">313</span><br /></span> + <span class="i0">Dus sijn si <a href="#vw_ck33" class="vw_ref">comen</a> int <a href="#vw_g22" class="vw_ref">ghedinghe</a>. <span class="regelklein" id="l_314">314</span><br /></span> +</div> +<div class="stanza"> + <span class="i1">Cantecleer spranc in den <a href="#vw_r39" class="vw_ref">rinc</a>, <span class="regel" id="l_315">315</span><br /></span> + <span class="i0">Ende seide: Here coninc, <span class="regelklein" id="l_316">316</span><br /></span> + <span class="i0">Dor God ende <a href="#vw_d58" class="vw_ref">dor</a> <a href="#vw_g65" class="vw_ref">ghenade</a>, <span class="regelklein" id="l_317">317</span><br /></span> + <span class="i0">Nu <a href="#vw_o61" class="vw_ref">ontfarmet</a> <a href="#vw_m52" class="vw_ref">miere</a> <a href="#vw_s15" class="vw_ref">scade</a>, <span class="regelklein" id="l_318"><a href="#ln_318">318</a></span><br /></span> + <span class="i0">Die mi Reinaert heeft ghedaen, <span class="regelklein" id="l_319">319</span><br /></span> + <span class="i0">Ende minen kindren, die hier staen <span class="regel" id="l_320"><a href="#ln_320">320</a></span><br /></span> + <span class="i0">Sere <a href="#vw_o85" class="vw_ref">tharen onwille</a>. <span class="regelklein" id="l_321"><a href="#ln_321">321</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ten <a href="#vw_ij13" class="vw_ref">ingane</a> van Aprille, <span class="regelklein" id="l_322">322</span><br /></span> + <span class="i0">Doe die winter was <a href="#vw_v42" class="vw_ref">vergaen</a>, <span class="regelklein" id="l_323">323</span><br /></span> + <span class="i0">Ende men sach die bloemen staen <span class="regelklein" id="l_324"><a href="#ln_324">324</a></span><br /></span> + <span class="i0">Over al die velde groene, <span class="regel" id="l_325">325</span><br /></span> + <span class="i0">Doe was ic fier ende coene <span class="regelklein" id="l_326">326</span><br /></span> + <span class="i0">Van minen groten gheslachte: <span class="regelklein" id="l_327">327</span><br /></span> + <span class="i0">Ic hadde jongher sonen achte, <span class="regelklein" id="l_328">328</span><br /></span> + <span class="i0">Ende jongher dochtren sevene, <span class="regelklein" id="l_329">329</span><br /></span> + <span class="i0">Dien wel <a href="#vw_l61" class="vw_ref">luste</a> te levene, <span class="regel" id="l_330">330</span><br /></span> + <span class="i0">Die mi Rode die vroede <span class="regelklein" id="l_331">331</span><br /></span> + <span class="i0">Hadde brocht tenen <a href="#vw_b155" class="vw_ref">broede</a>. <span class="regelklein" id="l_332"><a href="#ln_332">332</a></span><br /></span> + <span class="i0">Si waren alle vet ende <a href="#vw_s153" class="vw_ref">starc</a>, <span class="regelklein" id="l_333">333</span><br /></span> + <span class="i0">Ende ghinghen in een sconen <a href="#vw_p8" class="vw_ref">parc</a>, <span class="regelklein" id="l_334"><a href="#ln_334">334</a></span><br /></span> + <span class="i0">Dat was <a href="#vw_b47" class="vw_ref">beloken</a> in ere mure; <span class="regel" id="l_335"><a href="#ln_335">335</a></span><br /></span> + <span class="i0">Hier binnen <a href="#vw_s166" class="vw_ref">stoet</a> ene scure, <span class="regelklein" id="l_336">336</span><br /></span> +<span class="pagenum" title="14"></span><a id="p_14"></a> + <span class="i0">Daer vele honden toe horden. <span class="regelklein" id="l_337"><a href="#ln_337">337</a></span><br /></span> + <span class="i0">Dat si menich dier fel <a href="#vw_s36" class="vw_ref">scorden</a>, <span class="regelklein" id="l_338"><a href="#ln_338">338</a></span><br /></span> + <span class="i0">Dies waren mine kindre onvervaert. <span class="regelklein" id="l_339">339</span><br /></span> + <span class="i0">Dit <a href="#vw_b53" class="vw_ref">benijdde</a> dus Reinaert, <span class="regel" id="l_340">340</span><br /></span> + <span class="i0">Dat sire waren so <a href="#vw_v17" class="vw_ref">vaste</a> binnen, <span class="regelklein" id="l_341">341</span><br /></span> + <span class="i0">Dat hire negheen ne conste <a href="#vw_g145" class="vw_ref">ghewinnen</a>. <span class="regelklein" id="l_342"><a href="#ln_342">342</a></span><br /></span> + <span class="i0">Want Reinaert, die <a href="#vw_f1" class="vw_ref">felle</a> <a href="#vw_g17" class="vw_ref">ghebure</a>, <span class="regelklein" id="l_343">343</span><br /></span> + <span class="i0">Hoe dicke ghinc hi <a href="#vw_o6" class="vw_ref">om die</a> mure <span class="regelklein" id="l_344"><a href="#ln_344">344</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ende leide ons sine laghen! <span class="regel" id="l_345"><a href="#ln_345">345</a></span><br /></span> + <span class="i0">Alsene dan die honde saghen, <span class="regelklein" id="l_346">346</span><br /></span> + <span class="i0">Liepen si na met haerre <a href="#vw_ck43" class="vw_ref">cracht</a>. <span class="regelklein" id="l_347"><a href="#ln_347">347</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ene <a href="#vw_w26" class="vw_ref">warf</a> wart hi uptie gracht <span class="regelklein" id="l_348">348</span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_a41" class="vw_ref">Bi avonture</a> daer <a href="#vw_b48" class="vw_ref">belopen</a>, <span class="regelklein" id="l_349"><a href="#ln_349">349</a></span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_d17" class="vw_ref">Dat</a> ic hem sach een deel becopen <span class="regel" id="l_350">350</span><br /></span> + <span class="i0">Sine <a href="#vw_d32" class="vw_ref">diefte</a> ende sinen roof, <span class="regelklein" id="l_351">351</span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_d17" class="vw_ref">Dat</a> hem die <a href="#vw_p13" class="vw_ref">pelse</a> sere <a href="#vw_s173" class="vw_ref">stoof</a>. <span class="regelklein" id="l_352">352</span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_n39" class="vw_ref">Nochtan</a> quam hi bi <a href="#vw_b9" class="vw_ref">barate</a> <span class="regelklein" id="l_353"><a href="#ln_353">353</a></span><br /></span> + <span class="i0">Dane; dattene God <a href="#vw_v102" class="vw_ref">verwate</a>! <span class="regelklein" id="l_354"><a href="#ln_354">354</a></span><br /></span> + <span class="i0">Doe <a href="#vw_qu16" class="vw_ref">waerwi</a> sijns langhe <a href="#vw_qu16" class="vw_ref">quijt</a>. <span class="regel" id="l_355">355</span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_s73" class="vw_ref">Sint</a> quam hi als een hermijt, <span class="regelklein" id="l_356">356</span><br /></span> + <span class="i0">Die <a href="#vw_m69" class="vw_ref">moordadeghe</a> <a href="#vw_d31" class="vw_ref">dief</a>, <span class="regelklein" id="l_357"><a href="#ln_357">357</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ende brochte mi seghele ende brief <span class="regelklein" id="l_358">358</span><br /></span> + <span class="i0">Te lesene, here coninc, <span class="regelklein" id="l_359">359</span><br /></span> +<span class="pagenum" title="15"></span><a id="p_15"></a> + <span class="i0">Daer u seghele ane hinc. <span class="regel" id="l_360">360</span><br /></span> + <span class="i0">Doe ic die letteren lesen began. <span class="regelklein" id="l_361"><a href="#ln_361">361</a></span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_d42" class="vw_ref">Dochte</a> mi ghescreven daer an, <span class="regelklein" id="l_362"><a href="#ln_362">362</a></span><br /></span> + <span class="i0">Dat ghi haddet coninclike <span class="regelklein" id="l_363">363</span><br /></span> + <span class="i0">Over al uwen rike <span class="regelklein" id="l_364"><a href="#ln_364">364</a></span><br /></span> + <span class="i0">Allen dieren gheboden vrede, <span class="regel" id="l_365"><a href="#ln_365">365</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ende ooc allen voghelen mede. <span class="regelklein" id="l_366">366</span><br /></span> + <span class="i0">Ooc brochte hi ander <a href="#vw_n30" class="vw_ref">niemare</a>, <span class="regelklein" id="l_367"><a href="#ln_367">367</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ende seide, dat hi ware <span class="regelklein" id="l_368">368</span><br /></span> + <span class="i0">Een <a href="#vw_b24" class="vw_ref">begheven</a> clusenare, <span class="regelklein" id="l_369">369</span><br /></span> + <span class="i0">Ende hadde ghedoghet, <a href="#vw_w25" class="vw_ref">twaren</a>, <span class="regel" id="l_370"><a href="#ln_370">370</a></span><br /></span> + <span class="i0">Vor sinen sonden meneghe <a href="#vw_p16" class="vw_ref">pine</a>; <span class="regelklein" id="l_371"><a href="#ln_371">371</a></span><br /></span> + <span class="i0">Hi <a href="#vw_t42" class="vw_ref">toochde</a> mi <a href="#vw_p4" class="vw_ref">palster</a> ende <a href="#vw_s81" class="vw_ref">slavine</a>, <span class="regelklein" id="l_372">372</span><br /></span> + <span class="i0">Die hi brochte vander Elmare, <span class="regelklein" id="l_373">373</span><br /></span> + <span class="i0">Daer onder ene <a href="#vw_s28" class="vw_ref">scerpe</a> <a href="#vw_h11" class="vw_ref">hare</a>. <span class="regelklein" id="l_374">374</span><br /></span> + <span class="i0">Doe sprac hi: Here Cantecleer, <span class="regel" id="l_375">375</span><br /></span> + <span class="i0">Nu moghedi wel <a href="#vw_v134" class="vw_ref">vorwaertmeer</a> <span class="regelklein" id="l_376"><a href="#ln_376">376</a></span><br /></span> + <span class="i0">Van mi <a href="#vw_h34" class="vw_ref">sonder hoede</a> leven: <span class="regelklein" id="l_377">377</span><br /></span> + <span class="i0">Ic hebbe <a href="#vw_b103" class="vw_ref">bi</a> der <a href="#vw_s35" class="vw_ref">scole</a> <a href="#vw_v46" class="vw_ref">vergheven</a> <span class="regelklein" id="l_378">378</span><br /></span> + <span class="i0">Al vleesc ende <a href="#vw_v112" class="vw_ref">vleeschsmout</a>. <span class="regelklein" id="l_379">379</span><br /></span> + <span class="i0">Ic bem <a href="#vw_v133" class="vw_ref">vortmeer</a> so out, <span class="regel" id="l_380">380</span><br /></span> + <span class="i0">Ic moet miere siele telen. <span class="regelklein" id="l_381"><a href="#ln_381">381</a></span><br /></span> + <span class="i0">Gode willic u <a href="#vw_b97" class="vw_ref">bevelen</a>! <span class="regelklein" id="l_382">382</span><br /></span> + <span class="i0">Ic ga daer ic hebbe te doene: <span class="regelklein" id="l_383">383</span><br /></span> + <span class="i0">Ic hebbe middach ende <a href="#vw_n42" class="vw_ref">noene</a> <span class="regelklein" id="l_384">384</span><br /></span> + <span class="i0">Ende <a href="#vw_p37" class="vw_ref">prime</a> te segghene vanden daghe.” <span class="regel" id="l_385"><a href="#ln_385">385</a></span><br /></span> + <span class="i0">Doe nam hi <a href="#vw_n26" class="vw_ref">neven</a> ere <a href="#vw_h3" class="vw_ref">haghe</a> <span class="regelklein" id="l_386">386</span><br /></span> +<span class="pagenum" title="16"></span><a id="p_16"></a> + <span class="i0">Sinen wech, ende tien <a href="#vw_g101" class="vw_ref">ghescede</a> <span class="regelklein" id="l_387"><a href="#ln_387">387</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ghinc hi lesen sinen <a href="#vw_ck51" class="vw_ref">crede</a>. <span class="regelklein" id="l_388">388</span><br /></span> + <span class="i0">Ic wart blide ende <a href="#vw_o80" class="vw_ref">onvervaert</a>, <span class="regelklein" id="l_389">389</span><br /></span> + <span class="i0">Ende ghinc te minen kindrenwaert, <span class="regel" id="l_390">390</span><br /></span> + <span class="i0">Ende was so wel al <a href="#vw_h34" class="vw_ref">sonder hoede</a>, <span class="regelklein" id="l_391">391</span><br /></span> + <span class="i0">Dat ic ghinc met minen <a href="#vw_b155" class="vw_ref">broede</a> <span class="regelklein" id="l_392"><a href="#ln_392">392</a></span><br /></span> + <span class="i0">Sonder <a href="#vw_s119" class="vw_ref">sorghe</a> al buten mure: <span class="regelklein" id="l_393"><a href="#ln_393">393</a></span><br /></span> + <span class="i0">Daer gheviel mi quade avonture; <span class="regelklein" id="l_394">394</span><br /></span> + <span class="i0">Want Reinaert, die felle <a href="#vw_s8" class="vw_ref">saghe</a>, <span class="regel" id="l_395">395</span><br /></span> + <span class="i0">Was ghecropen dor die <a href="#vw_h3" class="vw_ref">haghe</a>, <span class="regelklein" id="l_396">396</span><br /></span> + <span class="i0">Ende hadde die porte <a href="#vw_o23" class="vw_ref">ondergaen</a>: <span class="regelklein" id="l_397"><a href="#ln_397">397</a></span><br /></span> + <span class="i0">Doe waert miere kindre <a href="#vw_s3" class="vw_ref">saen</a> <span class="regelklein" id="l_398"><a href="#ln_398">398</a></span><br /></span> + <span class="i0">Een <a href="#vw_p32" class="vw_ref">ghepronden</a> uten ghetale, <span class="regelklein" id="l_399">399</span><br /></span> + <span class="i0">Dat leide Reinaert in sine <a href="#vw_m6" class="vw_ref">male</a>. <span class="regel" id="l_400">400</span><br /></span> + <span class="i0">Mesval mi doe nakede: <span class="regelklein" id="l_401"><a href="#ln_401">401</a></span><br /></span> + <span class="i0">Want sint dat hise smakede <span class="regelklein" id="l_402">402</span><br /></span> + <span class="i0">In sinen <a href="#vw_g156" class="vw_ref">ghiereghen</a> mont, <span class="regelklein" id="l_403">403</span><br /></span> + <span class="i0">Ne conste ons wachtre nochte hont <span class="regelklein" id="l_404"><a href="#ln_404">404</a></span><br /></span> + <span class="i0">No <a href="#vw_b98" class="vw_ref">bewachten</a>, no bescaermen. <span class="regel" id="l_405">405</span><br /></span> + <span class="i0">Here, des laet u <a href="#vw_o61" class="vw_ref">ontfaermen</a>! <span class="regelklein" id="l_406"><a href="#ln_406">406</a></span><br /></span> + <span class="i0">Reinaert leide sine laghe <span class="regelklein" id="l_407">407</span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_b33" class="vw_ref">Beide</a> bi nachte ende bi daghe, <span class="regelklein" id="l_408">408</span><br /></span> + <span class="i0">Ende roofde emmer mine kindre; <span class="regelklein" id="l_409">409</span><br /></span> + <span class="i0">So vele es tghetal nu mindre, <span class="regel" id="l_410">410</span><br /></span> + <span class="i0">Dant ghewone was te sine, <span class="regelklein" id="l_411">411</span><br /></span> + <span class="i0">Dat die <span class="smcap">XV</span> kindre mine <span class="regelklein" id="l_412">412</span><br /></span> +<span class="pagenum" title="17"></span><a id="p_17"></a> + <span class="i0">Sijn <a href="#vw_d35" class="vw_ref">ghedeghen</a> al tote viere, <span class="regelklein" id="l_413"><a href="#ln_413">413</a></span><br /></span> + <span class="i0">So suver heeftse die <a href="#vw_o37" class="vw_ref">onghiere</a> <span class="regelklein" id="l_414">414</span><br /></span> + <span class="i0">Reinaert in sinen mont verslonden: <span class="regel" id="l_415">415</span><br /></span> + <span class="i0">Noch ghistren wart hem metten honden <span class="regelklein" id="l_416">416</span><br /></span> + <span class="i0">Ontjaghet Coppe, die hinne <a href="#vw_m14" class="vw_ref">mare</a>, <span class="regelklein" id="l_417"><a href="#ln_417">417</a></span><br /></span> + <span class="i0">Die hier leghet up deser bare. <span class="regelklein" id="l_418"><a href="#ln_418">418</a></span><br /></span> + <span class="i0">Dit claghic u met groten <a href="#vw_s48" class="vw_ref">sere</a>: <span class="regelklein" id="l_419">419</span><br /></span> + <span class="i0">Ontfaermt u mijns, wel soete here!” <span class="regel" id="l_420">420</span><br /></span> +</div> +<div class="stanza"> + <span class="i1">Die coninc sprac: Grimbaert <span class="regelklein" id="l_421"><a href="#ln_421">421</a></span><br /></span> + <span class="i0">U oom, die clusenare waert, <span class="regelklein" id="l_422"><a href="#ln_422">422</a></span><br /></span> + <span class="i0">Hi hevet ghedaen so goede <a href="#vw_ck4" class="vw_ref">carine</a>! <span class="regelklein" id="l_423">423</span><br /></span> + <span class="i0">Levic een jaer, het sal hem <a href="#vw_s33" class="vw_ref">scinen</a>. <span class="regelklein" id="l_424">424</span><br /></span> + <span class="i0">Nu hort hier, Cantecleer, <span class="regel" id="l_425"><a href="#ln_425">425</a></span><br /></span> + <span class="i0">Wat sal der <a href="#vw_t1" class="vw_ref">talen</a> meer? <span class="regelklein" id="l_426">426</span><br /></span> + <span class="i0">U dochter leghet alhier verslegen: <span class="regelklein" id="l_427">427</span><br /></span> + <span class="i0">(God moet haerre <a href="#vw_p24" class="vw_ref">siele pleghen</a>!) <span class="regelklein" id="l_428"><a href="#ln_428">428</a></span><br /></span> + <span class="i0">Wine moghense niet langher houden, <span class="regelklein" id="l_429">429</span><br /></span> + <span class="i0">(God moeter af <a href="#vw_g148" class="vw_ref">ghewouden</a>!) <span class="regel" id="l_430"><a href="#ln_430">430</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ende sullen onse <a href="#vw_v108" class="vw_ref">vigilien</a> singhen; <span class="regelklein" id="l_431">431</span><br /></span> + <span class="i0">Daerna sullen wise <a href="#vw_e6" class="vw_ref">bringhen</a>, <span class="regelklein" id="l_432"><a href="#ln_432">432</a></span><br /></span> + <span class="i0">Den lichame, <a href="#vw_e6" class="vw_ref">ter eerden</a> met ere. <span class="regelklein" id="l_433">433</span><br /></span> + <span class="i0">Dan sullen wi met desen heren <span class="regelklein" id="l_434">434</span><br /></span> + <span class="i0">Ons <a href="#vw_b56" class="vw_ref">beraden</a> ende <a href="#vw_b73" class="vw_ref">bespreken</a>, <span class="regel" id="l_435">435</span><br /></span> + <span class="i0">Hoe wi ons best <a href="#vw_g151" class="vw_ref">ghewreken</a> <span class="regelklein" id="l_436">436</span><br /></span> + <span class="i0">An Reinaerde van deser mort.” <span class="regelklein" id="l_437"><a href="#ln_437">437</a></span><br /></span> + <span class="i0">Doe hi <a href="#vw_g109" class="vw_ref">ghesprac</a> dese wort, <span class="regelklein" id="l_438">438</span><br /></span> + <span class="i0">Beval hi jonghen ende ouden, <span class="regelklein" id="l_439"><a href="#ln_439">439</a></span><br /></span> +<span class="pagenum" title="18"></span><a id="p_18"></a> + <span class="i0">Dat si <a href="#vw_v108" class="vw_ref">vigilien</a> singhen souden. <span class="regel" id="l_440">440</span><br /></span> +</div> +<div class="stanza"> + <span class="i1">Dat hi gheboot was <a href="#vw_s30" class="vw_ref">sciere</a> ghedaen. <span class="regelklein" id="l_441">441</span><br /></span> + <span class="i0">Doe mochtemen horen <a href="#vw_a29" class="vw_ref">ane slaen</a> <span class="regelklein" id="l_442">442</span><br /></span> + <span class="i0">Ende beghinnen, harde <a href="#vw_h32" class="vw_ref">ho</a>, <span class="regelklein" id="l_443">443</span><br /></span> + <span class="i0">Dat placebo Domino, <span class="regelklein" id="l_444">444</span><br /></span> + <span class="i0">Ende die verse die daer toe horden. <span class="regel" id="l_445"><a href="#ln_445">445</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ic seide ooc, in waren worden, <span class="regelklein" id="l_446">446</span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_n27" class="vw_ref">Neware</a> het ware ons te lanc, <span class="regelklein" id="l_447"><a href="#ln_447">447</a></span><br /></span> + <span class="i0">Wie daer der siele vers sanc, <span class="regelklein" id="l_448"><a href="#ln_448">448</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ende wie die <a href="#vw_l24" class="vw_ref">sielelesse</a> las. <span class="regelklein" id="l_449">449</span><br /></span> + <span class="i0">Doe die <a href="#vw_v108" class="vw_ref">vigilie</a> <a href="#vw_g35" class="vw_ref">ghehent</a> was, <span class="regel" id="l_450">450</span><br /></span> + <span class="i0">Doe leidemen Coppen in dat graf, <span class="regelklein" id="l_451"><a href="#ln_451">451</a></span><br /></span> + <span class="i0">Dat bi <a href="#vw_e14" class="vw_ref">engiene</a> ghemaket was, <span class="regelklein" id="l_452">452</span><br /></span> + <span class="i0">(Onder die linde in een gras,) <span class="regelklein" id="l_453">453</span><br /></span> + <span class="i0">Van marberstene, die <a href="#vw_s82" class="vw_ref">slecht</a> was: <span class="regelklein" id="l_454">454</span><br /></span> + <span class="i0">Die letteren, die men daer ane sach, <span class="regel" id="l_455"><a href="#ln_455">455</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ane den sarc, die daer up lach, <span class="regelklein" id="l_456"><a href="#ln_456">456</a></span><br /></span> + <span class="i0">Deden ane tgraf <a href="#vw_b38" class="vw_ref">bekinnen</a>, <span class="regelklein" id="l_457"><a href="#ln_457">457</a></span><br /></span> + <span class="i0">Wie daer lach begraven binnen. <span class="regelklein" id="l_458">458</span><br /></span> + <span class="i0">Dus spraken die <a href="#vw_b139" class="vw_ref">boecstave</a> <span class="regelklein" id="l_459">459</span><br /></span> + <span class="i0">Anden sarc upten grave: <span class="regel" id="l_460">460</span><br /></span> + <span class="i0">Hier leghet Coppe begraven, <span class="regelklein" id="l_461">461</span><br /></span> + <span class="i0">Die so <a href="#vw_w13" class="vw_ref">wale</a> <a href="#vw_ck36" class="vw_ref">conste</a> <a href="#vw_s38" class="vw_ref">scraven</a>, <span class="regelklein" id="l_462">462</span><br /></span> + <span class="i0">Die die vos Reinaert <a href="#vw_v31" class="vw_ref">verbeet</a>, <span class="regelklein" id="l_463"><a href="#ln_463">463</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ende haren gheslachte was te wreet.” <span class="regelklein" id="l_464">464</span><br /></span> +</div> +<div class="stanza"> + <span class="i1">Nu leghet Coppe onder <a href="#vw_m73" class="vw_ref">moude</a>. <span class="regel" id="l_465"><a href="#ln_465">465</a></span><br /></span> + <span class="i0">Die coninc sprac te sinen ouden, <span class="regelklein" id="l_466"><a href="#ln_466">466</a></span><br /></span> + <span class="i0">Dat si hem alle <a href="#vw_b73" class="vw_ref">Hem bespraken</a>, <span class="regelklein" id="l_467">467</span><br /></span> +<span class="pagenum" title="19"></span><a id="p_19"></a> + <span class="i0">Hoe si alrebest <a href="#vw_g151" class="vw_ref">ghewraken</a> <span class="regelklein" id="l_468">468</span><br /></span> + <span class="i0">Dese grote <a href="#vw_o100" class="vw_ref">overdade</a>. <span class="regelklein" id="l_469">469</span><br /></span> + <span class="i0">Doe wartsi alle te rade <span class="regel" id="l_470"><a href="#ln_470">470</a></span><br /></span> + <span class="i0">Dat si den coninc <a href="#vw_r2" class="vw_ref">rieden</a>, <span class="regelklein" id="l_471"><a href="#ln_471">471</a></span><br /></span> + <span class="i0">Dat hine soude <a href="#vw_o13" class="vw_ref">ombieden</a>, <span class="regelklein" id="l_472"><a href="#ln_472">472</a></span><br /></span> + <span class="i0">Dat hi te hove soude comen; <span class="regelklein" id="l_473">473</span><br /></span> + <span class="i0">No <a href="#vw_d58" class="vw_ref">dor</a> <a href="#vw_s15" class="vw_ref">scade</a>, no <a href="#vw_d58" class="vw_ref">dor</a> <a href="#vw_v143" class="vw_ref">vrome</a> <span class="regelklein" id="l_474"><a href="#ln_474">474</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ne liete, hine quame int <a href="#vw_g22" class="vw_ref">ghedinghe</a>, <span class="regel" id="l_475"><a href="#ln_475">475</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ende men Brunen van dien <a href="#vw_d38" class="vw_ref">dinghe</a> <span class="regelklein" id="l_476"><a href="#ln_476">476</a></span><br /></span> + <span class="i0">Die <a href="#vw_b138" class="vw_ref">bodscap</a> soude <a href="#vw_l3" class="vw_ref">laden</a>. <span class="regelklein" id="l_477">477</span><br /></span> + <span class="i0">Dies was hi <a href="#vw_s30" class="vw_ref">sciere</a> <a href="#vw_b59" class="vw_ref">beraden</a>, <span class="regelklein" id="l_478"><a href="#ln_478">478</a></span><br /></span> + <span class="i0">Dat hi dus sprac te Bruun den bere: <span class="regelklein" id="l_479">479</span><br /></span> + <span class="i0">Here Bruun, dit segghic vor dit here, <span class="regel" id="l_480"><a href="#ln_480">480</a></span><br /></span> + <span class="i0">Dat ghi dese <a href="#vw_b138" class="vw_ref">bodscap</a> doet: <span class="regelklein" id="l_481">481</span><br /></span> + <span class="i0">Ooc biddic u, dat ghi sijt vroet, <span class="regelklein" id="l_482">482</span><br /></span> + <span class="i0">Dat ghi u wacht van <a href="#vw_b9" class="vw_ref">baraet</a>; <span class="regelklein" id="l_483"><a href="#ln_483">483</a></span><br /></span> + <span class="i0">Reinaert es <a href="#vw_f1" class="vw_ref">fel</a> ende <a href="#vw_qu1" class="vw_ref">quaet</a>: <span class="regelklein" id="l_484">484</span><br /></span> + <span class="i0">Hi sal u <a href="#vw_s85" class="vw_ref">smeken</a> ende <a href="#vw_l32" class="vw_ref">lieghen</a>, <span class="regel" id="l_485">485</span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_m62" class="vw_ref">Mach</a> hi, hi sal u bedrieghen <span class="regelklein" id="l_486">486</span><br /></span> + <span class="i0">Met valscen worden ende met sconen; <span class="regelklein" id="l_487">487</span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_m62" class="vw_ref">Mach</a> hi, bi Gode, hi sal u <a href="#vw_h43" class="vw_ref">honen</a>.” <span class="regelklein" id="l_488">488</span><br /></span> +<span class="pagenum" title="20"></span><a id="p_20"></a> + <span class="i0">—Here, seit hi, <a href="#vw_l17" class="vw_ref">laet</a> u <a href="#vw_ck8" class="vw_ref">castien</a>! <span class="regelklein" id="l_489">489</span><br /></span> + <span class="i0">So <a href="#vw_m61" class="vw_ref">moete</a> mi God <a href="#vw_v67" class="vw_ref">vermalendien</a>, <span class="regel" id="l_490">490</span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_o2" class="vw_ref">Oft</a> mi Reinaert so sal <a href="#vw_h43" class="vw_ref">honen</a>, <span class="regelklein" id="l_491">491</span><br /></span> + <span class="i0">Inne salt hem <a href="#vw_w44" class="vw_ref">wederlonen</a>, <span class="regelklein" id="l_492">492</span><br /></span> + <span class="i0">Dat hijs <a href="#vw_d85" class="vw_ref">an den dulsten si</a>; <span class="regelklein" id="l_493">493</span><br /></span> + <span class="i0">Nu ne <a href="#vw_s120" class="vw_ref">sorghet</a> niet om mi!” <span class="regelklein" id="l_494">494</span><br /></span> + <span class="i0">Nu nemt hi <a href="#vw_o87" class="vw_ref">orlof</a>, ende sal <a href="#vw_n9" class="vw_ref">naken</a> <span class="regel" id="l_495"><a href="#ln_495">495</a></span><br /></span> + <span class="i0">Daer hi sere sal <a href="#vw_m39" class="vw_ref">mesraken</a>. <span class="regelklein" id="l_496">496</span><br /></span> +</div> +<div class="stanza"> + <span class="i1">Nu es Brune <a href="#vw_v9" class="vw_ref">uptie vaert</a>, <span class="regelklein" id="l_497">497</span><br /></span> + <span class="i0">Ende <a href="#vw_o83" class="vw_ref">hevet</a> in siere herten <a href="#vw_o83" class="vw_ref">onwaert</a>, <span class="regelklein" id="l_498">498</span><br /></span> + <span class="i0">Ende het <a href="#vw_d42" class="vw_ref">dochte</a> hem <a href="#vw_o100" class="vw_ref">overdaet</a>, <span class="regelklein" id="l_499">499</span><br /></span> + <span class="i0">Dat <a href="#vw_ij3" class="vw_ref">iemen</a> soude sijn so <a href="#vw_qu1" class="vw_ref">quaet</a>, <span class="regel" id="l_500">500</span><br /></span> + <span class="i0">Ende hem Reinaert <a href="#vw_h43" class="vw_ref">honen</a> soude. <span class="regelklein" id="l_501"><a href="#ln_501">501</a></span><br /></span> + <span class="i0">Dor den <a href="#vw_ck9" class="vw_ref">keer</a> van enen woude <span class="regelklein" id="l_502">502</span><br /></span> + <span class="i0">Quam hi ghelopen in ene <a href="#vw_w90" class="vw_ref">woestine</a>, <span class="regelklein" id="l_503"><a href="#ln_503">503</a></span><br /></span> + <span class="i0">Daer Reinaert hadde die <a href="#vw_g104" class="vw_ref">pade</a> sine <span class="regelklein" id="l_504">504</span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_g104" class="vw_ref">Ghesleghen</a> crom ende <a href="#vw_m25" class="vw_ref">menichfoude</a>, <span class="regel" id="l_505">505</span><br /></span> + <span class="i0">Also als hi uten woude <span class="regelklein" id="l_506">506</span><br /></span> + <span class="i0">Hadde ghelopen om sijn <a href="#vw_b35" class="vw_ref">bejach</a>. <span class="regelklein" id="l_507">507</span><br /></span> + <span class="i0">Beneden der <a href="#vw_w90" class="vw_ref">woestinen</a> lach <span class="regelklein" id="l_508">508</span><br /></span> + <span class="i0">Een berch, hooch ende lanc, <span class="regelklein" id="l_509">509</span><br /></span> + <span class="i0">Daer moeste Brune sinen ganc <span class="regel" id="l_510">510</span><br /></span> + <span class="i0">Te <a href="#vw_m50" class="vw_ref">middewaerde</a> over maken, <span class="regelklein" id="l_511">511</span><br /></span> + <span class="i0">Sal hi te Maupertuus gheraken. <span class="regelklein" id="l_512">512</span><br /></span> + <span class="i0">Reinaert hadde so menich huus; <span class="regelklein" id="l_513">513</span><br /></span> + <span class="i0">Maer die casteel van Maupertuus <span class="regelklein" id="l_514"><a href="#ln_514">514</a></span><br /></span> + <span class="i0">Was die beste van sinen <a href="#vw_b140" class="vw_ref">borghen</a>: <span class="regel" id="l_515">515</span><br /></span> + <span class="i0">Daer trac hi in, als hi in <a href="#vw_s119" class="vw_ref">sorghe</a> <span class="regelklein" id="l_516"><a href="#ln_516">516</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ende in <a href="#vw_b93" class="vw_ref">node</a> was <a href="#vw_b93" class="vw_ref">bevaen</a>. <span class="regelklein" id="l_517">517</span><br /></span> + <span class="i0">Nu es Brune die bere ghegaen <span class="regelklein" id="l_518">518</span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_d17" class="vw_ref">Dat</a> hi te Maupertuus es comen. <span class="regelklein" id="l_519">519</span><br /></span> + <span class="i0">Doe hi die porte hevet <a href="#vw_v72" class="vw_ref">vernomen</a>, <span class="regel" id="l_520"><a href="#ln_520">520</a></span><br /></span> +<span class="pagenum" title="21"></span><a id="p_21"></a> + <span class="i0">Daer Reinaert ute <a href="#vw_p21" class="vw_ref">plach</a> te gane, <span class="regelklein" id="l_521">521</span><br /></span> + <span class="i0">Doe ghinc hi vor die <a href="#vw_b10" class="vw_ref">barbecane</a> <span class="regelklein" id="l_522">522</span><br /></span> + <span class="i0">Sitten <a href="#vw_o91a" class="vw_ref">over</a> sinen staert, <span class="regelklein" id="l_523">523</span><br /></span> + <span class="i0">Ende sprac: Sidi in huus, Reinaert? <span class="regelklein" id="l_524">524</span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_b49" class="vw_ref">Ic bem</a> Brune, des coninx bode, <span class="regel" id="l_525">525</span><br /></span> + <span class="i0">Die hevet ghesworen bi sinen goden, <span class="regelklein" id="l_526"><a href="#ln_526">526</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ne comdi niet ten <a href="#vw_g22" class="vw_ref">ghedinghe</a>, <span class="regelklein" id="l_527">527</span><br /></span> + <span class="i0">Ende ic u niet vor mi bringhe, <span class="regelklein" id="l_528"><a href="#ln_528">528</a></span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_r25" class="vw_ref">Recht te nemene ende te ghevene</a>, <span class="regelklein" id="l_529"><a href="#ln_529">529</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ende in vrede vort te levene, <span class="regel" id="l_530"><a href="#ln_530">530</a></span><br /></span> + <span class="i0">Hi doet u <a href="#vw_b148" class="vw_ref">breken ende raden</a>. <span class="regelklein" id="l_531">531</span><br /></span> + <span class="i0">Reinaert, doet dat ic u <a href="#vw_r2" class="vw_ref">rade</a>, <span class="regelklein" id="l_532">532</span><br /></span> + <span class="i0">Ende gaet met mi <a href="#vw_w8" class="vw_ref">te hovewaert</a>.” <span class="regelklein" id="l_533">533</span><br /></span> + <span class="i0">Dit <a href="#vw_v58" class="vw_ref">verhorde</a> al nu Reinaert, <span class="regelklein" id="l_534">534</span><br /></span> + <span class="i0">Die vor sine porte lach, <span class="regel" id="l_535">535</span><br /></span> + <span class="i0">Daer hi vele te ligghene <a href="#vw_p21" class="vw_ref">plach</a> <span class="regelklein" id="l_536">536</span><br /></span> + <span class="i0">Dor <a href="#vw_w27" class="vw_ref">warmhede</a> vander sonnen. <span class="regelklein" id="l_537">537</span><br /></span> + <span class="i0">Bi der <a href="#vw_t1" class="vw_ref">tale</a>, die Brune heeft begonnen, <span class="regelklein" id="l_538">538</span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_b38" class="vw_ref">Bekenden</a> <a href="#vw_a14" class="vw_ref">altehant</a> Reinaert, <span class="regelklein" id="l_539">539</span><br /></span> + <span class="i0">Ende <a href="#vw_t22" class="vw_ref">tart</a> <a href="#vw_b87" class="vw_ref">bet</a> <a href="#vw_w8" class="vw_ref">te dalewaert</a>, <span class="regel" id="l_540">540</span><br /></span> + <span class="i0">In sine donkerste <a href="#vw_h4" class="vw_ref">haghedochte</a>: <span class="regelklein" id="l_541">541</span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_m25" class="vw_ref">Menichfout</a> was sijn <a href="#vw_g24" class="vw_ref">ghedochte</a>, <span class="regelklein" id="l_542">542</span><br /></span> + <span class="i0">Hoe hi <a href="#vw_v109" class="vw_ref">vonde</a> sulken <a href="#vw_r7" class="vw_ref">raet</a>, <span class="regelklein" id="l_543">543</span><br /></span> + <span class="i0">Daer hi Brune, den <a href="#vw_f1" class="vw_ref">fellen</a> vraet, <span class="regelklein" id="l_544">544</span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_s27" class="vw_ref">Te scerne</a> mede mochte <a href="#vw_d80" class="vw_ref">driven</a>, <span class="regel" id="l_545">545</span><br /></span> + <span class="i0">Ende selve <a href="#vw_b107" class="vw_ref">bi siere ere</a> bliven. <span class="regelklein" id="l_546"><a href="#ln_546">546</a></span><br /></span> +</div> +<div class="stanza"> + <span class="i1">Doe sprac Reinaert <a href="#vw_o97" class="vw_ref">over lanc</a>: <span class="regelklein" id="l_547">547</span><br /></span> + <span class="i0">Uus goets <a href="#vw_r5" class="vw_ref">raets</a> hebbet danc, <span class="regelklein" id="l_548">548</span><br /></span> + <span class="i0">Here Bruun, wel <a href="#vw_s108" class="vw_ref">soete vrient</a>; <span class="regelklein" id="l_549">549</span><br /></span> +<span class="pagenum" title="22"></span><a id="p_22"></a> + <span class="i0">Hi hevet u <a href="#vw_qu4" class="vw_ref">qualike</a> ghedient, <span class="regel" id="l_550"><a href="#ln_550">550</a></span><br /></span> + <span class="i0">Die u <a href="#vw_b56" class="vw_ref">beriet</a> desen <a href="#vw_g5" class="vw_ref">ganc</a>, <span class="regelklein" id="l_551">551</span><br /></span> + <span class="i0">Ende u <a href="#vw_l11" class="vw_ref">desen berch lanc</a> <span class="regelklein" id="l_552">552</span><br /></span> + <span class="i0">Over te lopene dede <a href="#vw_b83" class="vw_ref">bestaen</a>; <span class="regelklein" id="l_553">553</span><br /></span> + <span class="i0">Ic soude te <a href="#vw_h39" class="vw_ref">hove</a> sijn ghegaen, <span class="regelklein" id="l_554">554</span><br /></span> + <span class="i0">Al haddet ghi mi niet <a href="#vw_r2" class="vw_ref">gheraden</a>; <span class="regel" id="l_555">555</span><br /></span> + <span class="i0">Maer mi es die buuc so gheladen <span class="regelklein" id="l_556"><a href="#ln_556">556</a></span><br /></span> + <span class="i0">In so utermaten wise, <span class="regelklein" id="l_557"><a href="#ln_557">557</a></span><br /></span> + <span class="i0">Met ere vremder niewer spise, <span class="regelklein" id="l_558">558</span><br /></span> + <span class="i0">Ic <a href="#vw_v147" class="vw_ref">vruchte</a>, in sal niet <a href="#vw_m62" class="vw_ref">moghen</a> gaen: <span class="regelklein" id="l_559">559</span><br /></span> + <span class="i0">Inne <a href="#vw_m62" class="vw_ref">mach</a> sitten no <a href="#vw_g111" class="vw_ref">ghestaen</a>, <span class="regel" id="l_560">560</span><br /></span> + <span class="i0">Ic bem so utermaten <a href="#vw_s13" class="vw_ref">sat</a>.” <span class="regelklein" id="l_561"><a href="#ln_561">561</a></span><br /></span> + <span class="i0">—Reinaert, wat aetstu? wat?” <span class="regelklein" id="l_562">562</span><br /></span> + <span class="i0">—Here Brune, ic at <a href="#vw_ck49" class="vw_ref">cranke</a> <a href="#vw_h15" class="vw_ref">have</a>, <span class="regelklein" id="l_563">563</span><br /></span> + <span class="i0">Arem man <a href="#vw_n19" class="vw_ref">dannes</a> gheen grave: <span class="regelklein" id="l_564">564</span><br /></span> + <span class="i0">Dat moghedi <a href="#vw_b103" class="vw_ref">bi</a> mi wel weten. <span class="regel" id="l_565"><a href="#ln_565">565</a></span><br /></span> + <span class="i0">Wi arme liede, wi <a href="#vw_m60" class="vw_ref">moeten</a> eten, <span class="regelklein" id="l_566"><a href="#ln_566">566</a></span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_r9" class="vw_ref">Hadden</a> wijs <a href="#vw_r9" class="vw_ref">raet</a>, dat wi <a href="#vw_n41" class="vw_ref">node</a> aten: <span class="regelklein" id="l_567"><a href="#ln_567">567</a></span><br /></span> + <span class="i0">Goeder versscer honichraten <span class="regelklein" id="l_568"><a href="#ln_568">568</a></span><br /></span> + <span class="i0">Hebbic <a href="#vw_ck31" class="vw_ref">coever</a> <a href="#vw_h9" class="vw_ref">harde</a> groot: <span class="regelklein" id="l_569"><a href="#ln_569">569</a></span><br /></span> +<span class="pagenum" title="23"></span><a id="p_23"></a> + <span class="i0">Die <a href="#vw_m60" class="vw_ref">moetic</a> eten, dor den <a href="#vw_n44" class="vw_ref">noot</a>, <span class="regel" id="l_570">570</span><br /></span> + <span class="i0">Als ic <a href="#vw_e10" class="vw_ref">el</a> niet mach <a href="#vw_g145" class="vw_ref">ghewinnen</a>. <span class="regelklein" id="l_571">571</span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_n39" class="vw_ref">Nochtan</a> als icse hebbe binnen <span class="regelklein" id="l_572">572</span><br /></span> + <span class="i0">Hebbicker af <a href="#vw_p16" class="vw_ref">pine</a> ende <a href="#vw_o28" class="vw_ref">onghemac</a>.” <span class="regelklein" id="l_573">573</span><br /></span> +</div> +<div class="stanza"> + <span class="i1">Dit horde Brune, ende sprac: <span class="regelklein" id="l_574"><a href="#ln_574">574</a></span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_h19" class="vw_ref">Helpe</a>, lieve vos Reinaert, <span class="regel" id="l_575">575</span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_o83" class="vw_ref">Hebdi</a> honich dus <a href="#vw_o83" class="vw_ref">onwaert</a>? <span class="regelklein" id="l_576">576</span><br /></span> + <span class="i0">Honich es ene <a href="#vw_s105" class="vw_ref">soete</a> spise, <span class="regelklein" id="l_577">577</span><br /></span> + <span class="i0">Die ic vore allen gherechten <a href="#vw_p38" class="vw_ref">prise</a>, <span class="regelklein" id="l_578"><a href="#ln_578">578</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ende vore allen gherechten minne. <span class="regelklein" id="l_579"><a href="#ln_579">579</a></span><br /></span> + <span class="i0">Reinaert, helpt mi, dat ics <a href="#vw_g145" class="vw_ref">ghewinne</a>! <span class="regel" id="l_580">580</span><br /></span> + <span class="i0">Edele Reinaert, <a href="#vw_s108" class="vw_ref">soete neve</a>, <span class="regelklein" id="l_581">581</span><br /></span> + <span class="i0">Also langhe als ic sal leven <span class="regelklein" id="l_582">582</span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_w77" class="vw_ref">Willic</a> u daer omme minnen: <span class="regelklein" id="l_583">583</span><br /></span> + <span class="i0">Reinaert, helpt mi, dat ics ghewinne!” <span class="regelklein" id="l_584">584</span><br /></span> + <span class="i0">—Ghewinnen, Bruun? ghi hout u spot!” <span class="regel" id="l_585"><a href="#ln_585">585</a></span><br /></span> + <span class="i0">—In doe, Reinaert; so waric sot, <span class="regelklein" id="l_586">586</span><br /></span> + <span class="i0">Hildic spot; neen ic niet.” <span class="regelklein" id="l_587"><a href="#ln_587">587</a></span><br /></span> + <span class="i0">Reinaert sprac: Bruun, <a href="#vw_m65" class="vw_ref">mochtijs</a> iet? <span class="regelklein" id="l_588">588</span><br /></span> + <span class="i0">Oft ghi honich moghet eten, <span class="regelklein" id="l_589">589</span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_t52" class="vw_ref">Bi uwer trouwe</a>, laet mi weten; <span class="regel" id="l_590"><a href="#ln_590">590</a></span><br /></span> + <span class="i0">Mochtijs iet, ic souts u <a href="#vw_s2" class="vw_ref">saden</a>. <span class="regelklein" id="l_591">591</span><br /></span> + <span class="i0">Ic sals u also vele <a href="#vw_b56" class="vw_ref">beraden</a>, <span class="regelklein" id="l_592"><a href="#ln_592">592</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ghine atet niet met u tiene, <span class="regelklein" id="l_593"><a href="#ln_593">593</a></span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_w16" class="vw_ref">Waendic</a> u <a href="#vw_h51" class="vw_ref">hulde</a> daer met verdienen.” <span class="regelklein" id="l_594"><a href="#ln_594">594</a></span><br /></span> + <span class="i0">—Met mi tiene? hoe <a href="#vw_m62" class="vw_ref">mach</a> dat wesen? <span class="regel" id="l_595"><a href="#ln_595">595</a></span><br /></span> + <span class="i0">Reinaert, hout uwen mont van desen; <span class="regelklein" id="l_596">596</span><br /></span> +<span class="pagenum" title="24"></span><a id="p_24"></a> + <span class="i0">Ende sijts seker ende ghewes, <span class="regelklein" id="l_597">597</span><br /></span> + <span class="i0">Haddic al thonich, dat nu es <span class="regelklein" id="l_598">598</span><br /></span> + <span class="i0">Tusscen hier ende Portegale, <span class="regelklein" id="l_599">599</span><br /></span> + <span class="i0">Ic aet al up, tenen <a href="#vw_m7" class="vw_ref">male</a>.” <span class="regel" id="l_600">600</span><br /></span> +</div> +<div class="stanza"> + <span class="i1">Reinaert sprac: Wat sechdi? <span class="regelklein" id="l_601"><a href="#ln_601">601</a></span><br /></span> + <span class="i0">Een <a href="#vw_d66" class="vw_ref">dorper</a>, heet Lamfroit, woont hier <a href="#vw_b111" class="vw_ref">bi</a>, <span class="regelklein" id="l_602">602</span><br /></span> + <span class="i0">Hevet honich so vele, <a href="#vw_w24" class="vw_ref">te waren</a>, <span class="regelklein" id="l_603">603</span><br /></span> + <span class="i0">Ghine atet niet in VII jaren. <span class="regelklein" id="l_604">604</span><br /></span> + <span class="i0">Dat soudic gheven in u <a href="#vw_g150" class="vw_ref">ghewout</a>, <span class="regel" id="l_605"><a href="#ln_605">605</a></span><br /></span> + <span class="i0">Here Bruun, wildi mi wesen <a href="#vw_h47" class="vw_ref">hout</a>, <span class="regelklein" id="l_606">606</span><br /></span> + <span class="i0">Ende vor mi <a href="#vw_d40" class="vw_ref">dinghen</a> te hove.” <span class="regelklein" id="l_607">607</span><br /></span> + <span class="i0">Doe quam Brune, ende ghinc <a href="#vw_g55" class="vw_ref">gheloven</a> <span class="regelklein" id="l_608">608</span><br /></span> + <span class="i0">Ende <a href="#vw_s54" class="vw_ref">sekerde</a> Reinaerde dat, <span class="regelklein" id="l_609">609</span><br /></span> + <span class="i0">Wildine honichs maken <a href="#vw_s13" class="vw_ref">sat</a>, <span class="regel" id="l_610">610</span><br /></span> + <span class="i0">(Des hi <a href="#vw_ck56" class="vw_ref">cume</a> <a href="#vw_o14" class="vw_ref">ombiten</a> sal) <span class="regelklein" id="l_611">611</span><br /></span> + <span class="i0">Hi wilde wesen over al <span class="regelklein" id="l_612">612</span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_g110" class="vw_ref">Ghestade</a> vrient ende goet <a href="#vw_g97" class="vw_ref">gheselle</a>. <span class="regelklein" id="l_613">613</span><br /></span> + <span class="i0">Hier omme loech Reinaert, die <a href="#vw_f1" class="vw_ref">felle</a>, <span class="regelklein" id="l_614">614</span><br /></span> + <span class="i0">Ende sprac: Bruun, <a href="#vw_h18" class="vw_ref">helet</a> <a href="#vw_m14" class="vw_ref">mare</a>, <span class="regel" id="l_615"><a href="#ln_615">615</a></span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_v44" class="vw_ref">Vergave</a> God, dat mi nu ware <span class="regelklein" id="l_616">616</span><br /></span> + <span class="i0">Also bereit een goet <a href="#vw_g125" class="vw_ref">gheval</a>, <span class="regelklein" id="l_617">617</span><br /></span> + <span class="i0">Alse u dit honich wesen sal, <span class="regelklein" id="l_618"><a href="#ln_618">618</a></span><br /></span> + <span class="i0">Al wildijs hebben VII amen!” <span class="regelklein" id="l_619">619</span><br /></span> + <span class="i0">Dese wort sijn hem <a href="#vw_b54" class="vw_ref">bequame</a>, <span class="regel" id="l_620">620</span><br /></span> + <span class="i0">Bruun, ende <a href="#vw_s95" class="vw_ref">daden</a> hem so <a href="#vw_s95" class="vw_ref">sochte</a>! <span class="regelklein" id="l_621">621</span><br /></span> + <span class="i0">Hi loech, dat hi <a href="#vw_n15" class="vw_ref">nemmee</a> ne <a href="#vw_m62" class="vw_ref">mochte</a>. <span class="regelklein" id="l_622"><a href="#ln_622">622</a></span><br /></span> + <span class="i0">Doe peinsde Reinaert, daer hi <a href="#vw_s166" class="vw_ref">stoet</a>: <span class="regelklein" id="l_623">623</span><br /></span> + <span class="i0">Bruun, es mi <a href="#vw_a40" class="vw_ref">davonture</a> goet, <span class="regelklein" id="l_624"><a href="#ln_624">624</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ic <a href="#vw_w16" class="vw_ref">wane</a> u daer noch heden <a href="#vw_l17" class="vw_ref">laten</a>, <span class="regel" id="l_625">625</span><br /></span> + <span class="i0">Daer ghi lachen sult <a href="#vw_m20" class="vw_ref">te maten</a>.” <span class="regelklein" id="l_626"><a href="#ln_626">626</a></span><br /></span> +</div> +<span class="pagenum" title="25"></span><a id="p_25"></a> +<div class="stanza"> + <span class="i1">Na dit peinsen ghinc hi uut, <span class="regelklein" id="l_627"><a href="#ln_627">627</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ende sprac al overluut: <span class="regelklein" id="l_628">628</span><br /></span> + <span class="i0">Oom Bruun, <a href="#vw_g97" class="vw_ref">gheselle</a>, <a href="#vw_w76" class="vw_ref">willecome</a>! <span class="regelklein" id="l_629">629</span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_s135" class="vw_ref">Het staet so</a>, suldi hebben <a href="#vw_v143" class="vw_ref">vrome</a>, <span class="regel" id="l_630">630</span><br /></span> + <span class="i0">Hier ne mach sijn gheen langher <a href="#vw_s134a" class="vw_ref">staen</a>. <span class="regelklein" id="l_631">631</span><br /></span> + <span class="i0">Volghet mi, ic sal vore gaen: <span class="regelklein" id="l_632"><a href="#ln_632">632</a></span><br /></span> + <span class="i0">Wi <a href="#vw_h46" class="vw_ref">houden</a> desen crommen <a href="#vw_p11" class="vw_ref">pat</a>. <span class="regelklein" id="l_633">633</span><br /></span> + <span class="i0">Ghi sult noch heden werden <a href="#vw_s13" class="vw_ref">sat</a>: <span class="regelklein" id="l_634">634</span><br /></span> + <span class="i0">Salt na minen wille gaen, <span class="regel" id="l_635">635</span><br /></span> + <span class="i0">Ghi sult noch hebben, <a href="#vw_w4" class="vw_ref">sonder waen</a>, <span class="regelklein" id="l_636"><a href="#ln_636">636</a></span><br /></span> + <span class="i0">Also vele alse ghi <a href="#vw_m62" class="vw_ref">moghet</a> <a href="#vw_g29" class="vw_ref">ghedraghen</a>.” <span class="regelklein" id="l_637"><a href="#ln_637">637</a></span><br /></span> + <span class="i0">Reinaert <a href="#vw_m26" class="vw_ref">meende</a> van groten slaghen: <span class="regelklein" id="l_638">638</span><br /></span> + <span class="i0">Dit was dat hi hem <a href="#vw_b56" class="vw_ref">beriet</a>. <span class="regelklein" id="l_639">639</span><br /></span> + <span class="i0">Die <a href="#vw_ck10" class="vw_ref">keitijf</a> ne wiste niet <span class="regel" id="l_640"><a href="#ln_640">640</a></span><br /></span> + <span class="i0">Waer hem Reinaerts <a href="#vw_ck14" class="vw_ref">tale keerde</a>, <span class="regelklein" id="l_641"><a href="#ln_641">641</a></span><br /></span> + <span class="i0">Die hem honich stelen leerde, <span class="regelklein" id="l_642">642</span><br /></span> + <span class="i0">Dat hi wel sere sal becopen. <span class="regelklein" id="l_643">643</span><br /></span> + <span class="i0">Al sprekende quam dus ghelopen <span class="regelklein" id="l_644">644</span><br /></span> + <span class="i0">Reinaert met sinen <a href="#vw_g97" class="vw_ref">gheselle</a> Brunen, <span class="regel" id="l_645"><a href="#ln_645">645</a></span><br /></span> + <span class="i0">Tote Lamfroits, <a href="#vw_b112" class="vw_ref">bi</a> den <a href="#vw_t55" class="vw_ref">tune</a>. <span class="regelklein" id="l_646"><a href="#ln_646">646</a></span><br /></span> +</div> +<div class="stanza"> + <span class="i1">Wildi horen van Lamfreide? <span class="regelklein" id="l_647">647</span><br /></span> + <span class="i0">Dat was, eist waer <a href="#vw_s88" class="vw_ref">so</a> men mi seide, <span class="regelklein" id="l_648"><a href="#ln_648">648</a></span><br /></span> + <span class="i0">Een temmerman <a href="#vw_l47" class="vw_ref">van goeden love</a>, <span class="regelklein" id="l_649">649</span><br /></span> + <span class="i0">Ende hadde <a href="#vw_b111" class="vw_ref">bi</a> sinen <a href="#vw_h39" class="vw_ref">hove</a> <span class="regel" id="l_650">650</span><br /></span> + <span class="i0">Ene <a href="#vw_e9" class="vw_ref">eke</a> <a href="#vw_b152" class="vw_ref">brocht</a> uten woude, <span class="regelklein" id="l_651">651</span><br /></span> + <span class="i0">Die hi <a href="#vw_o74" class="vw_ref">ontwee</a> clieven soude, <span class="regelklein" id="l_652">652</span><br /></span> + <span class="i0">Ende hadde twee <a href="#vw_w50" class="vw_ref">wegghen</a> daer in <a href="#vw_g103" class="vw_ref">ghesleghen</a> <span class="regelklein" id="l_653">653</span><br /></span> + <span class="i0">Also <a href="#vw_t21" class="vw_ref">temmermans</a> noch pleghen. <span class="regelklein" id="l_654"><a href="#ln_654">654</a></span><br /></span> +<span class="pagenum" title="26"></span><a id="p_26"></a> + <span class="i0">Die eke was <a href="#vw_o52" class="vw_ref">ontaen</a> wel wide, <span class="regel" id="l_655"><a href="#ln_655">655</a></span><br /></span> + <span class="i0">Dies was Reinaert <a href="#vw_h9" class="vw_ref">harde</a> blide. <span class="regelklein" id="l_656">656</span><br /></span> + <span class="i0">Te Brunen sprac hi, ende loech: <span class="regelklein" id="l_657">657</span><br /></span> + <span class="i0">Siet hier u grote <a href="#vw_g132" class="vw_ref">ghevoech</a>, <span class="regelklein" id="l_658">658</span><br /></span> + <span class="i0">Brune, ende <a href="#vw_g164" class="vw_ref">nemt</a> wel <a href="#vw_g164" class="vw_ref">goom</a>! <span class="regelklein" id="l_659"><a href="#ln_659">659</a></span><br /></span> + <span class="i0">Hier in desen selven boom <span class="regel" id="l_660">660</span><br /></span> + <span class="i0">Es honichs utermaten vele; <span class="regelklein" id="l_661">661</span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_p41" class="vw_ref">Proeft</a>, oft ghijs in uwe kele <span class="regelklein" id="l_662">662</span><br /></span> + <span class="i0">Ende in uwen buuc <a href="#vw_m62" class="vw_ref">moghet</a> bringhen. <span class="regelklein" id="l_663">663</span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_n39" class="vw_ref">Nochtan</a> suldi u selven <a href="#vw_d89" class="vw_ref">dwinghen</a>, <span class="regelklein" id="l_664">664</span><br /></span> + <span class="i0">Al <a href="#vw_d41" class="vw_ref">dinket</a> u goet die honichrate; <span class="regel" id="l_665">665</span><br /></span> + <span class="i0">Etet <a href="#vw_s43" class="vw_ref">te seden</a>, ende te maten, <span class="regelklein" id="l_666">666</span><br /></span> + <span class="i0">Dat ghi u selven niene <a href="#vw_v33" class="vw_ref">verdervet</a>: <span class="regelklein" id="l_667"><a href="#ln_667">667</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ic ware onteert ende <a href="#vw_o58" class="vw_ref">ontervet</a>, <span class="regelklein" id="l_668">668</span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_s111" class="vw_ref">Wel soete</a> oom, <a href="#vw_m32" class="vw_ref">mesquame</a> u iet.” <span class="regelklein" id="l_669">669</span><br /></span> + <span class="i0">Bruun sprac: Reinaert, ne <a href="#vw_s120" class="vw_ref">sorghet</a> niet. <span class="regel" id="l_670"><a href="#ln_670">670</a></span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_w16" class="vw_ref">Waendi</a> dat ic bem <a href="#vw_o82" class="vw_ref">onvroet</a>? <span class="regelklein" id="l_671">671</span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_m18" class="vw_ref">Mate</a> es tallen spelen goet.” <span class="regelklein" id="l_672"><a href="#ln_672">672</a></span><br /></span> + <span class="i0">—Ghi secht waer, sprac Reinaert, <span class="regelklein" id="l_673">673</span><br /></span> + <span class="i0">Waer omme bem ic ooc vervaert? <span class="regelklein" id="l_674">674</span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_t40" class="vw_ref">Gaet toe</a>, ende cruupter in!” <span class="regel" id="l_675"><a href="#ln_675">675</a></span><br /></span> + <span class="i0">Bruun peinsde om sijn ghewin, <span class="regelklein" id="l_676">676</span><br /></span> + <span class="i0">Ende liet hem so <a href="#vw_v35" class="vw_ref">verdoren</a>, <span class="regelklein" id="l_677">677</span><br /></span> + <span class="i0">Dat hire thooft over die oren <span class="regelklein" id="l_678"><a href="#ln_678">678</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ende die <a href="#vw_v120" class="vw_ref">vordere</a> voete in stac. <span class="regelklein" id="l_679"><a href="#ln_679">679</a></span><br /></span> + <span class="i0">Reinaert <a href="#vw_p28" class="vw_ref">poghede</a>, dat hi brac <span class="regel" id="l_680">680</span><br /></span> + <span class="i0">Die <a href="#vw_w50" class="vw_ref">wegghen</a> <a href="#vw_b33" class="vw_ref">beide</a> uter <a href="#vw_e9" class="vw_ref">eken</a>. <span class="regelklein" id="l_681">681</span><br /></span> + <span class="i0">Dien hi te voren ghinc <a href="#vw_s88" class="vw_ref">so</a> <a href="#vw_s85" class="vw_ref">smeken</a>, <span class="regelklein" id="l_682"><a href="#ln_682">682</a></span><br /></span> + <span class="i0">Hi bleef ghevanghen in den boom. <span class="regelklein" id="l_683"><a href="#ln_683">683</a></span><br /></span> +<span class="pagenum" title="27"></span><a id="p_27"></a> + <span class="i0">Nu hevet die neve sinen oom <span class="regelklein" id="l_684">684</span><br /></span> + <span class="i0">Met looshede brocht in sulker <a href="#vw_a1" class="vw_ref">achte</a>, <span class="regel" id="l_685"><a href="#ln_685">685</a></span><br /></span> + <span class="i0">Dat hi met liste, no met crachte, <span class="regelklein" id="l_686">686</span><br /></span> + <span class="i0">In <a href="#vw_g88" class="vw_ref">ghere</a> wijs ne can ontgaen, <span class="regelklein" id="l_687">687</span><br /></span> + <span class="i0">Ende bi den hoofde <a href="#vw_s137" class="vw_ref">staet ghevaen</a>. <span class="regelklein" id="l_688">688</span><br /></span> + <span class="i0">Wat <a href="#vw_r2" class="vw_ref">raeddi</a> Brunen te doene? <span class="regelklein" id="l_689">689</span><br /></span> + <span class="i0">Dat hi was <a href="#vw_s153" class="vw_ref">sterc</a> ende coene <span class="regel" id="l_690">690</span><br /></span> + <span class="i0">Sal hem niet <a href="#vw_g34" class="vw_ref">ghehelpen</a> <a href="#vw_m62" class="vw_ref">moghen</a>. <span class="regelklein" id="l_691">691</span><br /></span> + <span class="i0">Hi sach wel, hi was bedroghen: <span class="regelklein" id="l_692">692</span><br /></span> + <span class="i0">Hi began <a href="#vw_b151" class="vw_ref">briesscen</a> ende <a href="#vw_d86" class="vw_ref">dulen</a>; <span class="regelklein" id="l_693"><a href="#ln_693">693</a></span><br /></span> + <span class="i0">Hi was begrepen <a href="#vw_b110" class="vw_ref">bi</a> siere <a href="#vw_m74" class="vw_ref">mulen</a> <span class="regelklein" id="l_694"><a href="#ln_694">694</a></span><br /></span> + <span class="i0">So <a href="#vw_v17" class="vw_ref">vaste</a>, ende bi den voeten vore, <span class="regel" id="l_695">695</span><br /></span> + <span class="i0">Al dat hi <a href="#vw_p17" class="vw_ref">pijnde</a> was <a href="#vw_v64" class="vw_ref">verloren</a>; <span class="regelklein" id="l_696">696</span><br /></span> + <span class="i0">Hine <a href="#vw_w16" class="vw_ref">waende</a> nemmermeer <a href="#vw_o62" class="vw_ref">ontgaen</a>. <span class="regelklein" id="l_697">697</span><br /></span> + <span class="i0">Van verre <a href="#vw_g112" class="vw_ref">was</a> Reinaert <a href="#vw_g112" class="vw_ref">ghestaen</a> <span class="regelklein" id="l_698">698</span><br /></span> + <span class="i0">Ende sach Lamfroit comen onsochte, <span class="regelklein" id="l_699"><a href="#ln_699">699</a></span><br /></span> + <span class="i0">Die up sinen hals brochte <span class="regel" id="l_700"><a href="#ln_700">700</a></span><br /></span> + <span class="i0">Een scarpe <a href="#vw_a7" class="vw_ref">aex</a>, ene <a href="#vw_b2" class="vw_ref">baerde</a>. <span class="regelklein" id="l_701">701</span><br /></span> + <span class="i0">Hier <a href="#vw_m62" class="vw_ref">moghedi</a> horen van Reinaerde, <span class="regelklein" id="l_702"><a href="#ln_702">702</a></span><br /></span> +<span class="pagenum" title="28"></span><a id="p_28"></a> + <span class="i0">Hoe hi sijn oom ghinc <a href="#vw_r20" class="vw_ref">rampineren</a>: <span class="regelklein" id="l_703"><a href="#ln_703">703</a></span><br /></span> + <span class="i0">Oom Brune, <a href="#vw_v18" class="vw_ref">vaste</a> gaet <a href="#vw_m53" class="vw_ref">mineren</a>! <span class="regelklein" id="l_704">704</span><br /></span> + <span class="i0">Hier comt Lamfroit, ende sal u scinken; <span class="regel" id="l_705"><a href="#ln_705">705</a></span><br /></span> + <span class="i0">Haddi gheten, so <a href="#vw_s178" class="vw_ref">soudi</a> drinken.” <span class="regelklein" id="l_706">706</span><br /></span> +</div> +<div class="stanza"> + <span class="i1">Na der <a href="#vw_t1" class="vw_ref">tale</a> so ghinc Reinaert <span class="regelklein" id="l_707"><a href="#ln_707">707</a></span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_w38" class="vw_ref">Weder</a> <a href="#vw_w8" class="vw_ref">te sinen castelewaert</a>, <span class="regelklein" id="l_708">708</span><br /></span> + <span class="i0">Sonder <a href="#vw_o87" class="vw_ref">orlof</a>; ende <a href="#vw_m46" class="vw_ref">mettien</a> <span class="regelklein" id="l_709">709</span><br /></span> + <span class="i0">Hevet Lamfroit den bere <a href="#vw_v89" class="vw_ref">versien</a>, <span class="regel" id="l_710">710</span><br /></span> + <span class="i0">Ende <a href="#vw_v72" class="vw_ref">vernam</a>, dat hi was <a href="#vw_v3" class="vw_ref">ghevaen</a>. <span class="regelklein" id="l_711">711</span><br /></span> + <span class="i0">Doe ne was daer gheen langer <a href="#vw_s134a" class="vw_ref">staen</a>, <span class="regelklein" id="l_712">712</span><br /></span> + <span class="i0">Hine liep wech metter haest <span class="regelklein" id="l_713"><a href="#ln_713">713</a></span><br /></span> + <span class="i0">Daer hi die hulpe wiste <a href="#vw_n7" class="vw_ref">naest</a>, <span class="regelklein" id="l_714">714</span><br /></span> + <span class="i0">Daer dat naeste dorp stont, <span class="regel" id="l_715">715</span><br /></span> + <span class="i0">Ende dede <a href="#vw_h20" class="vw_ref">hem</a> allen cont, <span class="regelklein" id="l_716">716</span><br /></span> + <span class="i0">Dat daer <a href="#vw_s137" class="vw_ref">stont ghevaen</a> een bere. <span class="regelklein" id="l_717">717</span><br /></span> + <span class="i0">Doe volchde hem een <a href="#vw_m24" class="vw_ref">mekel</a> here. <span class="regelklein" id="l_718">718</span><br /></span> + <span class="i0">Int dorp ne bleef man no wijf: <span class="regelklein" id="l_719">719</span><br /></span> + <span class="i0">Den bere te nemene sijn <a href="#vw_l39" class="vw_ref">lijf</a> <span class="regel" id="l_720">720</span><br /></span> + <span class="i0">Liept al dat lopen <a href="#vw_m62" class="vw_ref">mochte</a>. <span class="regelklein" id="l_721">721</span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_s176" class="vw_ref">Sulc</a> was, die enen <a href="#vw_b74" class="vw_ref">bessem</a> brochte, <span class="regelklein" id="l_722">722</span><br /></span> + <span class="i0">Sulc enen <a href="#vw_v113" class="vw_ref">vleghel</a>, sulc een <a href="#vw_r19" class="vw_ref">rake</a>; <span class="regelklein" id="l_723">723</span><br /></span> + <span class="i0">Sulc quam ghelopen met enen stake, <span class="regelklein" id="l_724">724</span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_s88" class="vw_ref">So</a> si quamen van haren werke. <span class="regel" id="l_725"><a href="#ln_725">725</a></span><br /></span> + <span class="i0">Selve die <a href="#vw_p6" class="vw_ref">pape</a> vander kerken <span class="regelklein" id="l_726"><a href="#ln_726">726</a></span><br /></span> + <span class="i0">Brochte enen <a href="#vw_ck55" class="vw_ref">cruusstaf</a>, <span class="regelklein" id="l_727">727</span><br /></span> + <span class="i0">Die hem die coster <a href="#vw_n41" class="vw_ref">node</a> gaf. <span class="regelklein" id="l_728">728</span><br /></span> + <span class="i0">Die coster droech ene <a href="#vw_v12" class="vw_ref">vane</a>, <span class="regelklein" id="l_729">729</span><br /></span> + <span class="i0">Mede te stekene ende te slane. <span class="regel" id="l_730">730</span><br /></span> + <span class="i0">Des papen wijf, vrouwe Julocke, <span class="regelklein" id="l_731">731</span><br /></span> + <span class="i0">Quam ghelopen met haren <a href="#vw_r40" class="vw_ref">rocke</a>, <span class="regelklein" id="l_732">732</span><br /></span> +<span class="pagenum" title="29"></span><a id="p_29"></a> + <span class="i0">Daer <a href="#vw_s100" class="vw_ref">soe</a> omme hadde ghesponnen. <span class="regelklein" id="l_733">733</span><br /></span> + <span class="i0">Vore hem allen <a href="#vw_g93" class="vw_ref">quam gheronnen</a> <span class="regelklein" id="l_734"><a href="#ln_734">734</a></span><br /></span> + <span class="i0">Lamfroit met ere <a href="#vw_s28" class="vw_ref">scarper</a> <a href="#vw_a7" class="vw_ref">aex</a>. <span class="regel" id="l_735">735</span><br /></span> + <span class="i0">Al hadde Brune <a href="#vw_l25" class="vw_ref">lettel</a> <a href="#vw_g58" class="vw_ref">ghemaex</a>, <span class="regelklein" id="l_736">736</span><br /></span> + <span class="i0">Hi <a href="#vw_o68" class="vw_ref">ontsach</a> meer <a href="#vw_o34" class="vw_ref">ongheval</a>, <span class="regelklein" id="l_737">737</span><br /></span> + <span class="i0">Ende <a href="#vw_s64" class="vw_ref">sette al jeghen al</a> <span class="regelklein" id="l_738"><a href="#ln_738">738</a></span><br /></span> + <span class="i0">Doe hi dat geruchte horde. <span class="regelklein" id="l_739">739</span><br /></span> +</div> +<div class="stanza"> + <span class="i1">Hi spranc up, so dat hem <a href="#vw_s36" class="vw_ref">scorde</a> <span class="regel" id="l_740"><a href="#ln_740">740</a></span><br /></span> + <span class="i0">Van sinen ansichte <a href="#vw_a10" class="vw_ref">al</a> die huut. <span class="regelklein" id="l_741"><a href="#ln_741">741</a></span><br /></span> + <span class="i0">Al brochte Brune dat hooft uut <span class="regelklein" id="l_742">742</span><br /></span> + <span class="i0">Met <a href="#vw_a36" class="vw_ref">arbeide</a> ende met <a href="#vw_p16" class="vw_ref">pine</a>, <span class="regelklein" id="l_743">743</span><br /></span> + <span class="i0">Nochtan liet hire vanden sinen <span class="regelklein" id="l_744"><a href="#ln_744">744</a></span><br /></span> + <span class="i0">Een ore, ende <a href="#vw_b33" class="vw_ref">beide</a> sine <a href="#vw_l36" class="vw_ref">lier</a>. <span class="regel" id="l_745">745</span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_n29" class="vw_ref">Nie</a> maecte God so lelic dier! <span class="regelklein" id="l_746">746</span><br /></span> + <span class="i0">Hoe <a href="#vw_m62" class="vw_ref">mochte</a> hi <a href="#vw_s52" class="vw_ref">seerre</a> sijn <a href="#vw_m40" class="vw_ref">mesrocht</a>? <span class="regelklein" id="l_747">747</span><br /></span> + <span class="i0">Al haddi thooft ute <a href="#vw_b152" class="vw_ref">brocht</a>, <span class="regelklein" id="l_748">748</span><br /></span> + <span class="i0">Eer hi die voete conste <a href="#vw_g145" class="vw_ref">ghewinnen</a>, <span class="regelklein" id="l_749">749</span><br /></span> + <span class="i0">Blever al die claeuwen binnen, <span class="regel" id="l_750"><a href="#ln_750">750</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ende sine hanscoen bede: <span class="regelklein" id="l_751"><a href="#ln_751">751</a></span><br /></span> + <span class="i0">Dus <a href="#vw_g91" class="vw_ref">gherochte</a> hi <a href="#vw_g91" class="vw_ref">uut</a> met <a href="#vw_l19" class="vw_ref">lede</a>. <span class="regelklein" id="l_752">752</span><br /></span> + <span class="i0">Hoe <a href="#vw_m62" class="vw_ref">mochte</a> hi sijn onteert meer? <span class="regelklein" id="l_753">753</span><br /></span> + <span class="i0">Die voete waren hem so <a href="#vw_s49" class="vw_ref">seer</a>, <span class="regelklein" id="l_754">754</span><br /></span> + <span class="i0">Dat hi tlopen niene conste <a href="#vw_g28" class="vw_ref">ghedoghen</a>. <span class="regel" id="l_755"><a href="#ln_755">755</a></span><br /></span> + <span class="i0">Dat bloet liep hem over die oghen, <span class="regelklein" id="l_756">756</span><br /></span> + <span class="i0">Dat hi niet wel ne <a href="#vw_ck36" class="vw_ref">conste</a> ghesien: <span class="regelklein" id="l_757"><a href="#ln_757">757</a></span><br /></span> + <span class="i0">Hine <a href="#vw_d14" class="vw_ref">dorste</a> bliven nochte <a href="#vw_v114" class="vw_ref">vlien</a>. <span class="regelklein" id="l_758"><a href="#ln_758">758</a></span><br /></span> + <span class="i0">Hi sach, suut <a href="#vw_o21" class="vw_ref">onder die sonne</a>, <span class="regelklein" id="l_759">759</span><br /></span> + <span class="i0">Lamfroit <a href="#vw_g93" class="vw_ref">comen gheronnen</a>; <span class="regel" id="l_760">760</span><br /></span> + <span class="i0">Daer na die priester, die here, <span class="regelklein" id="l_761">761</span><br /></span> +<span class="pagenum" title="30"></span><a id="p_30"></a> + <span class="i0">Hi quam ghelopen <a href="#vw_v24" class="vw_ref">vele</a> <a href="#vw_s52" class="vw_ref">sere</a>; <span class="regelklein" id="l_762">762</span><br /></span> + <span class="i0">Daer na die coster metter <a href="#vw_v12" class="vw_ref">vane</a>, <span class="regelklein" id="l_763">763</span><br /></span> + <span class="i0">Daer na alle die <a href="#vw_p39" class="vw_ref">prochiane</a>, <span class="regelklein" id="l_764">764</span><br /></span> + <span class="i0">Die oude liede metten jonghen. <span class="regel" id="l_765"><a href="#ln_765">765</a></span><br /></span> + <span class="i0">Daer quam up haren <a href="#vw_s152" class="vw_ref">stap</a> ghespronghen <span class="regelklein" id="l_766"><a href="#ln_766">766</a></span><br /></span> + <span class="i0">Sulke <a href="#vw_qu12" class="vw_ref">quene</a>, die van <a href="#vw_o90" class="vw_ref">oude</a> <span class="regelklein" id="l_767"><a href="#ln_767">767</a></span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_ck56" class="vw_ref">Cume</a> een tant hadde behouden. <span class="regelklein" id="l_768"><a href="#ln_768">768</a></span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_w68" class="vw_ref">Wie so</a> wille wachte <a href="#vw_h20" class="vw_ref">hem</a> dies; <span class="regelklein" id="l_769">769</span><br /></span> + <span class="i0">Die <a href="#vw_s15" class="vw_ref">scade</a> hevet oft verlies <span class="regel" id="l_770">770</span><br /></span> + <span class="i0">Ende groot <a href="#vw_o34" class="vw_ref">ongheval</a>, <span class="regelklein" id="l_771">771</span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_o94" class="vw_ref">Over hem so willet</a> al. <span class="regelklein" id="l_772">772</span><br /></span> + <span class="i0">Dit <a href="#vw_s33" class="vw_ref">sceen</a> aerm man Brunen wel: <span class="regelklein" id="l_773"><a href="#ln_773">773</a></span><br /></span> + <span class="i0">Sulc dreichden nu an sijn vel, <span class="regelklein" id="l_774">774</span><br /></span> + <span class="i0">Die des ghesweghen hadde stille, <span class="regel" id="l_775">775</span><br /></span> + <span class="i0">Hadde Brune ghestaen tsinen wille. <span class="regelklein" id="l_776">776</span><br /></span> +</div> +<div class="stanza"> + <span class="i1">Dit was <a href="#vw_b51" class="vw_ref">beneden</a> ere rivieren, <span class="regelklein" id="l_777"><a href="#ln_777">777</a></span><br /></span> + <span class="i0">Dat Brune, <a href="#vw_o46" class="vw_ref">onsalichst</a> alre diere, <span class="regelklein" id="l_778">778</span><br /></span> + <span class="i0">Van meneghen <a href="#vw_d66" class="vw_ref">dorper</a> was <a href="#vw_b60" class="vw_ref">beringhet</a>. <span class="regelklein" id="l_779">779</span><br /></span> + <span class="i0">Doe was daer <a href="#vw_l25" class="vw_ref">lettel</a> <a href="#vw_d40" class="vw_ref">ghedinghet</a>. <span class="regel" id="l_780">780</span><br /></span> + <span class="i0">Hem <a href="#vw_n9" class="vw_ref">naecte</a> groot <a href="#vw_o28" class="vw_ref">onghemac</a>: <span class="regelklein" id="l_781">781</span><br /></span> + <span class="i0">Die een sloech, die ander stac, <span class="regelklein" id="l_782">782</span><br /></span> + <span class="i0">Die een sloech, die ander warp: <span class="regelklein" id="l_783">783</span><br /></span> + <span class="i0">Lamfroit was hem <a href="#vw_a12" class="vw_ref">alte</a> <a href="#vw_s28" class="vw_ref">scarp</a>. <span class="regelklein" id="l_784"><a href="#ln_784">784</a></span><br /></span> + <span class="i0">Een, hiet Lottram lancvoet, <span class="regel" id="l_785">785</span><br /></span> + <span class="i0">Hi droech enen <a href="#vw_v32" class="vw_ref">verboorden</a> <a href="#vw_ck57" class="vw_ref">cloet</a>, <span class="regelklein" id="l_786">786</span><br /></span> + <span class="i0">Ende stacken emmer na dat oghe; <span class="regelklein" id="l_787">787</span><br /></span> + <span class="i0">Vrouwe Vulmaerte <a href="#vw_s28" class="vw_ref">scerpe</a> <a href="#vw_l48" class="vw_ref">loghe</a> <span class="regelklein" id="l_788"><a href="#ln_788">788</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ghinken koken met enen <a href="#vw_s145" class="vw_ref">stave</a>; <span class="regelklein" id="l_789"><a href="#ln_789">789</a></span><br /></span> +<span class="pagenum" title="31"></span><a id="p_31"></a> + <span class="i0">Abel Quac ende vrouwe Bave <span class="regel" id="l_790"><a href="#ln_790">790</a></span><br /></span> + <span class="i0">Laghen beide <a href="#vw_o22" class="vw_ref">onder voete</a>, <span class="regelklein" id="l_791"><a href="#ln_791">791</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ende streden beide om enen <a href="#vw_ck57" class="vw_ref">cloete</a>. <span class="regelklein" id="l_792"><a href="#ln_792">792</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ludmoer metter langer <a href="#vw_n23" class="vw_ref">nese</a> <span class="regelklein" id="l_793">793</span><br /></span> + <span class="i0">Droech een <a href="#vw_l50" class="vw_ref">loodwapper</a> an een <a href="#vw_p14" class="vw_ref">pese</a>, <span class="regelklein" id="l_794">794</span><br /></span> + <span class="i0">Ende ghincker met al omme <a href="#vw_s190" class="vw_ref">swinghen</a>. <span class="regel" id="l_795"><a href="#ln_795">795</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ludolf metten crommen vingheren <span class="regelklein" id="l_796">796</span><br /></span> + <span class="i0">Dede hem allen te voren; <span class="regelklein" id="l_797"><a href="#ln_797">797</a></span><br /></span> + <span class="i0">Want hi was <a href="#vw_b81" class="vw_ref">best gheboren</a>, <span class="regelklein" id="l_798">798</span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_s116" class="vw_ref">Sonder</a> Lamfroit allene; <span class="regelklein" id="l_799">799</span><br /></span> + <span class="i0">Hughe metten crommen benen <span class="regel" id="l_800"><a href="#ln_800">800</a></span><br /></span> + <span class="i0">Was sijn vader, wet men <a href="#vw_w13" class="vw_ref">wale</a>, <span class="regelklein" id="l_801"><a href="#ln_801">801</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ende was gheboren van Absdale, <span class="regelklein" id="l_802">802</span><br /></span> + <span class="i0">Ende was sone vrouwe Oghernen, <span class="regelklein" id="l_803"><a href="#ln_803">803</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ere <a href="#vw_h48" class="vw_ref">houtmakerigge</a> van lanternen. <span class="regelklein" id="l_804"><a href="#ln_804">804</a></span><br /></span> +</div> +<div class="stanza"> + <span class="i1">Ander wijf ende ander man, <span class="regel" id="l_805">805</span><br /></span> + <span class="i0">Meer dan ic ghenoemen can, <span class="regelklein" id="l_806">806</span><br /></span> + <span class="i0">Daden Bruun groot <a href="#vw_o28" class="vw_ref">onghemac</a>, <span class="regelklein" id="l_807">807</span><br /></span> + <span class="i0">So dat hem dbloet <a href="#vw_u17" class="vw_ref">uut</a> <a href="#vw_l5" class="vw_ref">lac</a>. <span class="regelklein" id="l_808"><a href="#ln_808">808</a></span><br /></span> + <span class="i0">Brune ontfinc al sulc <a href="#vw_p3" class="vw_ref">paiment</a> <span class="regelklein" id="l_809">809</span><br /></span> + <span class="i0">Als hem elc gaf daer <a href="#vw_o16" class="vw_ref">omtrent</a>. <span class="regel" id="l_810">810</span><br /></span> + <span class="i0">Die <a href="#vw_p6" class="vw_ref">pape</a> liet den <a href="#vw_ck55" class="vw_ref">cruusstaf</a> <span class="regelklein" id="l_811"><a href="#ln_811">811</a></span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_l16" class="vw_ref">Ghedichte gaen</a>, <a href="#vw_s76" class="vw_ref">slach in slach</a>; <span class="regelklein" id="l_812"><a href="#ln_812">812</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ende die coster metter <a href="#vw_v12" class="vw_ref">vane</a> <span class="regelklein" id="l_813">813</span><br /></span> +<span class="pagenum" title="32"></span><a id="p_32"></a> + <span class="i0"><a href="#vw_a32" class="vw_ref">Ghinc</a> hem <a href="#vw_v19" class="vw_ref">vastelike</a> <a href="#vw_a32" class="vw_ref">ane</a>. <span class="regelklein" id="l_814">814</span><br /></span> + <span class="i0">Lamfroit quam ter selver <a href="#vw_w70" class="vw_ref">wile</a> <span class="regel" id="l_815"><a href="#ln_815">815</a></span><br /></span> + <span class="i0">Met ere <a href="#vw_s28" class="vw_ref">scerper</a> <a href="#vw_b113" class="vw_ref">bilen</a>, <span class="regelklein" id="l_816">816</span><br /></span> + <span class="i0">Ende sloechene tusscen hals ende hooft, <span class="regelklein" id="l_817">817</span><br /></span> + <span class="i0">Dat Brune <a href="#vw_w28" class="vw_ref">wart</a> sere <a href="#vw_v34" class="vw_ref">verdooft</a>, <span class="regelklein" id="l_818">818</span><br /></span> + <span class="i0">Dat hi <a href="#vw_v95" class="vw_ref">verspranc</a> vanden slaghe <span class="regelklein" id="l_819">819</span><br /></span> + <span class="i0">Tusscen der rivieren enter <a href="#vw_h3" class="vw_ref">haghe</a>, <span class="regel" id="l_820"><a href="#ln_820">820</a></span><br /></span> + <span class="i0">In enen trop van ouden wiven, <span class="regelklein" id="l_821">821</span><br /></span> + <span class="i0">Ende warper een ghetal van vive <span class="regelklein" id="l_822"><a href="#ln_822">822</a></span><br /></span> + <span class="i0">In die riviere, die daer liep, <span class="regelklein" id="l_823"><a href="#ln_823">823</a></span><br /></span> + <span class="i0">Die wel wijt was ende diep. <span class="regelklein" id="l_824">824</span><br /></span> + <span class="i0">Des <a href="#vw_p6" class="vw_ref">papen</a> wijf wasser ene: <span class="regel" id="l_825">825</span><br /></span> + <span class="i0">Des was spapen bliscap clene. <span class="regelklein" id="l_826">826</span><br /></span> + <span class="i0">Doe hij sijn wijf sach in die <a href="#vw_v115" class="vw_ref">vliet</a>, <span class="regelklein" id="l_827">827</span><br /></span> + <span class="i0">Doene <a href="#vw_l61" class="vw_ref">luste</a> hem langher niet <span class="regelklein" id="l_828">828</span><br /></span> + <span class="i0">Brune te stekene no te slane. <span class="regelklein" id="l_829">829</span><br /></span> + <span class="i0">Hi riep: Siet, edele <a href="#vw_p39" class="vw_ref">prochiane</a>, <span class="regel" id="l_830">830</span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_g157" class="vw_ref">Ghinder</a> <a href="#vw_v118" class="vw_ref">vlot</a> <a href="#vw_v145" class="vw_ref">vrouwe</a> Julocke, <span class="regelklein" id="l_831">831</span><br /></span> + <span class="i0">Beide met <a href="#vw_s131" class="vw_ref">spillen</a> ende met <a href="#vw_r40" class="vw_ref">rocke</a>. <span class="regelklein" id="l_832">832</span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_n47" class="vw_ref">Nu toe</a>! die haer helpen mach, <span class="regelklein" id="l_833">833</span><br /></span> + <span class="i0">Ic gheve hem jaer ende dach <span class="regelklein" id="l_834">834</span><br /></span> + <span class="i0">Vul pardoen ende aflaet <span class="regel" id="l_835">835</span><br /></span> + <span class="i0">Van alre <a href="#vw_s115" class="vw_ref">sondeliker</a> daet.” <span class="regelklein" id="l_836">836</span><br /></span> +</div> +<div class="stanza"> + <span class="i1"><a href="#vw_b33" class="vw_ref">Beide</a> man ende wijf <span class="regelklein" id="l_837">837</span><br /></span> + <span class="i0">Lieten den armen <a href="#vw_ck10" class="vw_ref">keitijf</a> <span class="regelklein" id="l_838">838</span><br /></span> + <span class="i0">Brune ligghen <a href="#vw_o91" class="vw_ref">over</a> doot, <span class="regelklein" id="l_839">839</span><br /></span> + <span class="i0">Ende ghinghen daer die pape <a href="#vw_g11" class="vw_ref">gheboot</a>, <span class="regel" id="l_840">840</span><br /></span> + <span class="i0">Beide met <a href="#vw_s171" class="vw_ref">stringhen</a> ende met haken. <span class="regelklein" id="l_841">841</span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_w71" class="vw_ref">Die wile</a> si die vrouwe uuttraken, <span class="regelklein" id="l_842"><a href="#ln_842">842</a></span><br /></span> + <span class="i0">So quam Brune in die riviere <span class="regelklein" id="l_843">843</span><br /></span> +<span class="pagenum" title="33"></span><a id="p_33"></a> + <span class="i0">Ende ontswam hem allen <a href="#vw_s30" class="vw_ref">sciere</a>. <span class="regelklein" id="l_844">844</span><br /></span> + <span class="i0">Die <a href="#vw_d66" class="vw_ref">dorperen</a> waren alle gram: <span class="regel" id="l_845">845</span><br /></span> + <span class="i0">Si saghen, dat hem Brune ontswam, <span class="regelklein" id="l_846">846</span><br /></span> + <span class="i0">Dat si hem niene mochten volghen; <span class="regelklein" id="l_847"><a href="#ln_847">847</a></span><br /></span> + <span class="i0">Upt oever stonden si verbolghen, <span class="regelklein" id="l_848">848</span><br /></span> + <span class="i0">Ende ghinghen na hem <a href="#vw_r20" class="vw_ref">rampinieren</a>. <span class="regelklein" id="l_849">849</span><br /></span> + <span class="i0">Bruun, die lach in der rivieren, <span class="regel" id="l_850"><a href="#ln_850">850</a></span><br /></span> + <span class="i0">Daer hi vant den meesten stroom, <span class="regelklein" id="l_851">851</span><br /></span> + <span class="i0">Al drivende bat, dat God den boom <span class="regelklein" id="l_852"><a href="#ln_852">852</a></span><br /></span> + <span class="i0">Moeste verdoemen ende <a href="#vw_v102" class="vw_ref">verwaten</a>, <span class="regelklein" id="l_853"><a href="#ln_853">853</a></span><br /></span> + <span class="i0">Daer hi sijn ore in hadde ghelaten, <span class="regelklein" id="l_854">854</span><br /></span> + <span class="i0">Ende beide sine <a href="#vw_l36" class="vw_ref">lier</a>. <span class="regel" id="l_855">855</span><br /></span> + <span class="i0">Vort <a href="#vw_v116" class="vw_ref">vloecte</a> hi dat <a href="#vw_f1" class="vw_ref">felle</a> dier, <span class="regelklein" id="l_856">856</span><br /></span> + <span class="i0">Den bosen vos Reinaerde, <span class="regelklein" id="l_857">857</span><br /></span> + <span class="i0">Diene met sinen brunen baerde <span class="regelklein" id="l_858">858</span><br /></span> + <span class="i0">So diepe in die <a href="#vw_e9" class="vw_ref">eke</a> dede crupen; <span class="regelklein" id="l_859">859</span><br /></span> + <span class="i0">Daer na Lamfroit, vanden <a href="#vw_s172" class="vw_ref">stupen</a>, <span class="regel" id="l_860"><a href="#ln_860">860</a></span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_d16" class="vw_ref">Dat</a> hi hem so lede dede. <span class="regelklein" id="l_861"><a href="#ln_861">861</a></span><br /></span> + <span class="i0">In <a href="#vw_a16" class="vw_ref">aldustanen</a> ghebede <span class="regelklein" id="l_862">862</span><br /></span> + <span class="i0">Lach Brune also langhe <a href="#vw_w70" class="vw_ref">wile</a>, <span class="regelklein" id="l_863">863</span><br /></span> + <span class="i0">Dat hi wel ene halve mile <span class="regelklein" id="l_864"><a href="#ln_864">864</a></span><br /></span> + <span class="i0">Vander stede was ghedreven, <span class="regel" id="l_865">865</span><br /></span> + <span class="i0">Daer die <a href="#vw_d66" class="vw_ref">dorpers</a> waren <a href="#vw_b128" class="vw_ref">bleven</a>. <span class="regelklein" id="l_866">866</span><br /></span> + <span class="i0">Hi was <a href="#vw_v79" class="vw_ref">verpinet</a> ende moede, <span class="regelklein" id="l_867">867</span><br /></span> + <span class="i0">Ende <a href="#vw_o24" class="vw_ref">ondercomen</a> vanden bloede, <span class="regelklein" id="l_868">868</span><br /></span> + <span class="i0">So dat hi hadde <a href="#vw_ck49" class="vw_ref">cranke</a> <a href="#vw_v8" class="vw_ref">vaert</a>. <span class="regelklein" id="l_869">869</span><br /></span> + <span class="i0">Doe swam hi <a href="#vw_w8" class="vw_ref">te landewaert</a>, <span class="regel" id="l_870">870</span><br /></span> + <span class="i0">Ende croop ligghen in dat oever. <span class="regelklein" id="l_871">871</span><br /></span> + <span class="i0">Ghine saghet <a href="#vw_n43" class="vw_ref">noint</a> droever <span class="regelklein" id="l_872">872</span><br /></span> + <span class="i0">Negheen dier, no ghenen man. <span class="regelklein" id="l_873"><a href="#ln_873">873</a></span><br /></span> + <span class="i0">Hi lach jammerlike ende <a href="#vw_s150" class="vw_ref">stan</a>, <span class="regelklein" id="l_874"><a href="#ln_874">874</a></span><br /></span> +<span class="pagenum" title="34"></span><a id="p_34"></a> + <span class="i0">Ende sloech met beiden sinen <a href="#vw_l12" class="vw_ref">lanken</a>: <span class="regel" id="l_875">875</span><br /></span> + <span class="i0">Des <a href="#vw_m62" class="vw_ref">mochte</a> hi al Reinaerde danken. <span class="regelklein" id="l_876">876</span><br /></span> +</div> +<div class="stanza"> + <span class="i1">Nu hort wat Reinaert heeft ghedaen: <span class="regelklein" id="l_877">877</span><br /></span> + <span class="i0">Hi hadde een vet hoen <a href="#vw_v3" class="vw_ref">ghevaen</a>, <span class="regelklein" id="l_878">878</span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_b111" class="vw_ref">Bi</a> Lamfroits, ander heiden, <span class="regelklein" id="l_879">879</span><br /></span> + <span class="i0">Eer hi <a href="#vw_d9" class="vw_ref">danen</a> was <a href="#vw_v87" class="vw_ref">versceiden</a>: <span class="regel" id="l_880"><a href="#ln_880">880</a></span><br /></span> + <span class="i0">Hi hadt up enen berch ghedreghen, <span class="regelklein" id="l_881">881</span><br /></span> + <span class="i0">Verre uut allen weghen, <span class="regelklein" id="l_882">882</span><br /></span> + <span class="i0">Daer het <a href="#vw_e4" class="vw_ref">eenlic</a> was ghenoech. <span class="regelklein" id="l_883">883</span><br /></span> + <span class="i0">Dat was wel sijn <a href="#vw_g132" class="vw_ref">ghevoech</a>, <span class="regelklein" id="l_884">884</span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_d59" class="vw_ref">Dor dat</a> daer was <a href="#vw_n31" class="vw_ref">niemens</a> <a href="#vw_g5" class="vw_ref">ganc</a>, <span class="regel" id="l_885">885</span><br /></span> + <span class="i0">Ende hi dor niemens <a href="#vw_b21" class="vw_ref">bedwanc</a> <span class="regelklein" id="l_886">886</span><br /></span> + <span class="i0">Sine proie <a href="#vw_d65" class="vw_ref">dorste</a> <a href="#vw_r44" class="vw_ref">rumen</a>. <span class="regelklein" id="l_887"><a href="#ln_887">887</a></span><br /></span> + <span class="i0">Doe hi dat hoen toten plumen <span class="regelklein" id="l_888">888</span><br /></span> + <span class="i0">Hadde gheleit in sine <a href="#vw_m6" class="vw_ref">male</a>, <span class="regelklein" id="l_889">889</span><br /></span> + <span class="i0">Doe ghinc hi <a href="#vw_w10" class="vw_ref">nederwaert</a> <a href="#vw_d7" class="vw_ref">te dale</a> <span class="regel" id="l_890"><a href="#ln_890">890</a></span><br /></span> + <span class="i0">Enen <a href="#vw_v57" class="vw_ref">verholenliken</a> pat. <span class="regelklein" id="l_891">891</span><br /></span> + <span class="i0">Hi was utermaten sat; <span class="regelklein" id="l_892">892</span><br /></span> + <span class="i0">Dat weder was scone ende heet: <span class="regelklein" id="l_893">893</span><br /></span> + <span class="i0">Hi hadde ghelopen, dat hem tsweet <span class="regelklein" id="l_894"><a href="#ln_894">894</a></span><br /></span> + <span class="i0">Neder <a href="#vw_s45" class="vw_ref">seep</a> neven die liere: <span class="regel" id="l_895"><a href="#ln_895">895</a></span><br /></span> + <span class="i0">Daer omme liep hi ter rivieren, <span class="regelklein" id="l_896"><a href="#ln_896">896</a></span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_d60" class="vw_ref">Dor dat</a> hi hem vercoelen soude. <span class="regelklein" id="l_897">897</span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_b94" class="vw_ref">In bliscap</a> harde <a href="#vw_m25" class="vw_ref">menichfoude</a> <span class="regelklein" id="l_898">898</span><br /></span> + <span class="i0">Was sine <a href="#vw_h23" class="vw_ref">herte</a> doe <a href="#vw_b94" class="vw_ref">bevaen</a>: <span class="regelklein" id="l_899"><a href="#ln_899">899</a></span><br /></span> + <span class="i0">Hi hopede wel, al <a href="#vw_w4" class="vw_ref">sonder waen</a>, <span class="regel" id="l_900">900</span><br /></span> + <span class="i0">Dat Lamfroit hadde den bere versleghen, <span class="regelklein" id="l_901">901</span><br /></span> + <span class="i0">Ende hine thuuswaert hadde ghedreghen. <span class="regelklein" id="l_902">902</span><br /></span> + <span class="i0">Doe sprac hi: <a href="#vw_v16" class="vw_ref">Hets mi wel ghevaren</a>: <span class="regelklein" id="l_903">903</span><br /></span> + <span class="i0">Die mi te hove meest soude <a href="#vw_d15" class="vw_ref">daren</a>, <span class="regelklein" id="l_904">904</span><br /></span> + <span class="i0">Dien hebbic doot in desen daghe; <span class="regel" id="l_905"><a href="#ln_905">905</a></span><br /></span> +<span class="pagenum" title="35"></span><a id="p_35"></a> + <span class="i0">Nochtan <a href="#vw_w16" class="vw_ref">wanic</a> sonder claghe <span class="regelklein" id="l_906">906</span><br /></span> + <span class="i0">Ende sonder <a href="#vw_w19" class="vw_ref">wanconst</a> bliven: <span class="regelklein" id="l_907">907</span><br /></span> + <span class="i0">Ic mach te rechte <a href="#vw_d74" class="vw_ref">bliscap driven</a>.” <span class="regelklein" id="l_908">908</span><br /></span> +</div> +<div class="stanza"> + <span class="i1">Doe Reinaert <a href="#vw_s141" class="vw_ref">was in</a> deser <a href="#vw_s141" class="vw_ref">tale</a>, <span class="regelklein" id="l_909"><a href="#ln_909">909</a></span><br /></span> + <span class="i0">Sach hi nederwaert <a href="#vw_d7" class="vw_ref">te dale</a>, <span class="regel" id="l_910">910</span><br /></span> + <span class="i0">Ende <a href="#vw_v72" class="vw_ref">vernam</a> Brune, daer hi lach; <span class="regelklein" id="l_911">911</span><br /></span> + <span class="i0">Ende teerst, als hine sach, <span class="regelklein" id="l_912"><a href="#ln_912">912</a></span><br /></span> + <span class="i0">Hadde hijs rouwe ende <a href="#vw_t45" class="vw_ref">toren</a> <span class="regelklein" id="l_913">913</span><br /></span> + <span class="i0">(Daer die bliscap was te voren <span class="regelklein" id="l_914">914</span><br /></span> + <span class="i0">Daer sach men <a href="#vw_t45" class="vw_ref">toren</a> ende nijt), <span class="regel" id="l_915"><a href="#ln_915">915</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ende sprac: <a href="#vw_v68" class="vw_ref">Vermalendijt</a>, <span class="regelklein" id="l_916">916</span><br /></span> + <span class="i0">Lamfroit, moet dine <a href="#vw_h23" class="vw_ref">herte</a> sijn: <span class="regelklein" id="l_917"><a href="#ln_917">917</a></span><br /></span> + <span class="i0">Du best <a href="#vw_d84" class="vw_ref">dulre</a> dan een swijn, <span class="regelklein" id="l_918">918</span><br /></span> + <span class="i0">Lamfroit, <a href="#vw_e18" class="vw_ref">erger</a> <a href="#vw_p42" class="vw_ref">puten</a> sone, <span class="regelklein" id="l_919">919</span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_l25" class="vw_ref">Lettel</a> ere <a href="#vw_b75" class="vw_ref">bistu</a> ghewone. <span class="regel" id="l_920"><a href="#ln_920">920</a></span><br /></span> + <span class="i0">Hoe es di dese bere <a href="#vw_o62" class="vw_ref">ontgaen</a>, <span class="regelklein" id="l_921">921</span><br /></span> + <span class="i0">Die di <a href="#vw_v123" class="vw_ref">te voren</a> was <a href="#vw_v3" class="vw_ref">ghevaen</a>? <span class="regelklein" id="l_922">922</span><br /></span> + <span class="i0">Hoe menich <a href="#vw_m71" class="vw_ref">morseel</a> leghet daer an, <span class="regelklein" id="l_923">923</span><br /></span> + <span class="i0">Dat gherne etet menich man! <span class="regelklein" id="l_924">924</span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_o113" class="vw_ref">Owi</a>, Lamfroit, <a href="#vw_v88" class="vw_ref">verscroven</a> <a href="#vw_d82" class="vw_ref">druut</a>, <span class="regel" id="l_925">925</span><br /></span> + <span class="i0">Hoe <a href="#vw_r38" class="vw_ref">rikelike</a> een berehuut <span class="regelklein" id="l_926">926</span><br /></span> + <span class="i0">Heefstu heden verloren, <span class="regelklein" id="l_927">927</span><br /></span> + <span class="i0">Die di ghewonnen was <a href="#vw_v123" class="vw_ref">te voren</a>!” <span class="regelklein" id="l_928">928</span><br /></span> +</div> +<div class="stanza"> + <span class="i1">Dit <a href="#vw_s24" class="vw_ref">scelden</a> hevet Reinaert <a href="#vw_l17" class="vw_ref">ghelaten</a>, <span class="regelklein" id="l_929">929</span><br /></span> + <span class="i0">Ende ghinc neder bi der strate, <span class="regel" id="l_930"><a href="#ln_930">930</a></span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_d58" class="vw_ref">Dor</a> te siene hoet Brunen <a href="#vw_s166" class="vw_ref">stoet</a>. <span class="regelklein" id="l_931">931</span><br /></span> + <span class="i0">Doe hine sach ligghen, <a href="#vw_b132" class="vw_ref">al een bloet</a>, <span class="regelklein" id="l_932"><a href="#ln_932">932</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ende <a href="#vw_s68" class="vw_ref">siec ende onghesont</a>, <span class="regelklein" id="l_933">933</span><br /></span> + <span class="i0">Den armen bere, te dier stont, <span class="regelklein" id="l_934"><a href="#ln_934">934</a></span><br /></span> +<span class="pagenum" title="36"></span><a id="p_36"></a> + <span class="i0">(Dat sach Reinaert harde gherne) <span class="regel" id="l_935">935</span><br /></span> + <span class="i0">Doe <a href="#vw_b63" class="vw_ref">bescalt</a> hine <a href="#vw_s27" class="vw_ref">te</a> sinen <a href="#vw_s27" class="vw_ref">scerne</a>: <span class="regelklein" id="l_936">936</span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_s75" class="vw_ref">Sire priester, dieu vo saut</a>! <span class="regelklein" id="l_937">937</span><br /></span> + <span class="i0">Kendi Reinaert, den <a href="#vw_r32" class="vw_ref">ribaut</a>? <span class="regelklein" id="l_938">938</span><br /></span> + <span class="i0">Wildine <a href="#vw_s37" class="vw_ref">scouwen</a>? Sieten hier, <span class="regelklein" id="l_939"><a href="#ln_939">939</a></span><br /></span> + <span class="i0">Den roden <a href="#vw_s17" class="vw_ref">scalc</a>, den <a href="#vw_f1" class="vw_ref">fellen</a> <a href="#vw_g155" class="vw_ref">ghier</a>! <span class="regel" id="l_940">940</span><br /></span> + <span class="i0">Secht mi, priester, <a href="#vw_s108" class="vw_ref">soete vrient</a>, <span class="regelklein" id="l_941">941</span><br /></span> + <span class="i0">Bi den here, dien ghi dient, <span class="regelklein" id="l_942">942</span><br /></span> + <span class="i0">In <a href="#vw_w33" class="vw_ref">wat</a> <a href="#vw_o86" class="vw_ref">ordinen</a> wildi u doen, <span class="regelklein" id="l_943">943</span><br /></span> + <span class="i0">Dat ghi draghet root <a href="#vw_ck3" class="vw_ref">capproen</a>? <span class="regelklein" id="l_944"><a href="#ln_944">944</a></span><br /></span> + <span class="i0">Sidi abt, <a href="#vw_s89" class="vw_ref">so</a> <a href="#vw_p35" class="vw_ref">prihore</a>? <span class="regel" id="l_945"><a href="#ln_945">945</a></span><br /></span> + <span class="i0">Hi ghinc u harde <a href="#vw_n2" class="vw_ref">na</a> den oren, <span class="regelklein" id="l_946"><a href="#ln_946">946</a></span><br /></span> + <span class="i0">Die u die <a href="#vw_ck54" class="vw_ref">crune</a> hevet bescoren! <span class="regelklein" id="l_947"><a href="#ln_947">947</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ghi hebt uwen <a href="#vw_t44" class="vw_ref">top</a> verloren; <span class="regelklein" id="l_948">948</span><br /></span> + <span class="i0">Ghi hebt u hanscoen af ghedaen: <span class="regelklein" id="l_949">949</span><br /></span> + <span class="i0">Ic <a href="#vw_w16" class="vw_ref">wane</a>, ghi wilt singhen gaen <span class="regel" id="l_950">950</span><br /></span> + <span class="i0">Van uwen <a href="#vw_ck34" class="vw_ref">complete</a> dat <a href="#vw_g118" class="vw_ref">ghetide</a>.” <span class="regelklein" id="l_951">951</span><br /></span> + <span class="i0">Dit horde Brune, ende wart <a href="#vw_o18" class="vw_ref">onblide</a>, <span class="regelklein" id="l_952">952</span><br /></span> + <span class="i0">Want hine <a href="#vw_ck36" class="vw_ref">conste</a> hem niet ghewreken <span class="regelklein" id="l_953"><a href="#ln_953">953</a></span><br /></span> + <span class="i0">Hem <a href="#vw_d42" class="vw_ref">dochte</a> sine herte breken, <span class="regelklein" id="l_954"><a href="#ln_954">954</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ende <a href="#vw_ij16" class="vw_ref">sloech</a> weder <a href="#vw_ij16" class="vw_ref">in</a> die riviere. <span class="regel" id="l_955">955</span><br /></span> + <span class="i0">Hine wilde vanden fellen diere <span class="regelklein" id="l_956">956</span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_n15" class="vw_ref">Nemmee</a> horen <a href="#vw_t1" class="vw_ref">tale</a>. <span class="regelklein" id="l_957"><a href="#ln_957">957</a></span><br /></span> + <span class="i0">Hi <a href="#vw_l15" class="vw_ref">liet</a> <a href="#vw_h20" class="vw_ref">hem</a> neder <a href="#vw_d7" class="vw_ref">te dale</a> <span class="regelklein" id="l_958"><a href="#ln_958">958</a></span><br /></span> + <span class="i0">Metten strome driven <a href="#vw_t13" class="vw_ref">te hant</a>, <span class="regelklein" id="l_959">959</span><br /></span> + <span class="i0">Ende ghinc ligghen up dat sant. <span class="regel" id="l_960">960</span><br /></span> +</div> +<div class="stanza"> + <span class="i1">Hoe sal nu Brune te hove comen? <span class="regelklein" id="l_961">961</span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_w57" class="vw_ref">Al mocht hem al die werelt vromen</a>, <span class="regelklein" id="l_962">962</span><br /></span> +<span class="pagenum" title="37"></span><a id="p_37"></a> + <span class="i0"><a href="#vw_h29" class="vw_ref">Hine</a> ghinghe niet <a href="#vw_o91a" class="vw_ref">over</a> sinen voeten. <span class="regelklein" id="l_963"><a href="#ln_963">963</a></span><br /></span> + <span class="i0">Hi was <a href="#vw_g78" class="vw_ref">ghenoopt</a> so <a href="#vw_o50" class="vw_ref">onsoete</a> <span class="regelklein" id="l_964">964</span><br /></span> + <span class="i0">In die eke, daer hi te voren <span class="regel" id="l_965">965</span><br /></span> + <span class="i0">Van tween voeten hadde verloren <span class="regelklein" id="l_966">966</span><br /></span> + <span class="i0">Alle die claeuwen, ende dat vel, <span class="regelklein" id="l_967">967</span><br /></span> + <span class="i0">Hine conste niet ghepeinsen wel, <span class="regelklein" id="l_968">968</span><br /></span> + <span class="i0">Hoe hi <a href="#vw_b78" class="vw_ref">best</a> ten coninc gaet. <span class="regelklein" id="l_969">969</span><br /></span> + <span class="i0">Nu hort hoe hi die <a href="#vw_v8" class="vw_ref">vaert</a> <a href="#vw_b83" class="vw_ref">bestaet</a>. <span class="regel" id="l_970">970</span><br /></span> + <span class="i0">Hi sat <a href="#vw_o91a" class="vw_ref">over</a> sinen <a href="#vw_h6" class="vw_ref">hamen</a>, <span class="regelklein" id="l_971"><a href="#ln_971">971</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ende began, met groter <a href="#vw_s19" class="vw_ref">scame</a>, <span class="regelklein" id="l_972"><a href="#ln_972">972</a></span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_r46" class="vw_ref">Rutsen</a> <a href="#vw_o91a" class="vw_ref">over</a> sinen staert; <span class="regelklein" id="l_973">973</span><br /></span> + <span class="i0">Ende als hi dus moede <a href="#vw_w30" class="vw_ref">waert</a>, <span class="regelklein" id="l_974">974</span><br /></span> + <span class="i0">So <a href="#vw_w55" class="vw_ref">wentelde</a> hi dan ene <a href="#vw_w70" class="vw_ref">wile</a>. <span class="regel" id="l_975">975</span><br /></span> + <span class="i0">Dus dreef hi meer dan ene mile, <span class="regelklein" id="l_976">976</span><br /></span> + <span class="i0">Eer hi tes coninx hove quam. <span class="regelklein" id="l_977">977</span><br /></span> + <span class="i0">Doe men Brune daer <a href="#vw_v72" class="vw_ref">vernam</a> <span class="regelklein" id="l_978"><a href="#ln_978">978</a></span><br /></span> + <span class="i0">In <a href="#vw_d21" class="vw_ref">derre</a> wijs van verre comen, <span class="regelklein" id="l_979">979</span><br /></span> + <span class="i0">Wart getwifelt van hem <a href="#vw_s113" class="vw_ref">somen</a> <span class="regel" id="l_980">980</span><br /></span> + <span class="i0">Wat daer quam <a href="#vw_w55" class="vw_ref">ghewentelt</a> so. <span class="regelklein" id="l_981">981</span><br /></span> + <span class="i0">Dien coninc wart die <a href="#vw_h23" class="vw_ref">herte</a> <a href="#vw_o81" class="vw_ref">onvro</a>, <span class="regelklein" id="l_982"><a href="#ln_982">982</a></span><br /></span> + <span class="i0">Die Brune <a href="#vw_b38" class="vw_ref">bekende</a> <a href="#vw_t13" class="vw_ref">te hant</a>, <span class="regelklein" id="l_983"><a href="#ln_983">983</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ende sprac: Dits mijn <a href="#vw_s61" class="vw_ref">seriant</a> <span class="regelklein" id="l_984"><a href="#ln_984">984</a></span><br /></span> + <span class="i0">Brune, hem es dat hooft so root, <span class="regel" id="l_985">985</span><br /></span> + <span class="i0">Hi es ghewont toter doot; <span class="regelklein" id="l_986">986</span><br /></span> + <span class="i0">Ai God, wie heeften so <a href="#vw_m36" class="vw_ref">mesmaect</a>?” <span class="regelklein" id="l_987">987</span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_b114" class="vw_ref">Bindesen</a> so was Brune <a href="#vw_n9" class="vw_ref">ghenaect</a>, <span class="regelklein" id="l_988"><a href="#ln_988">988</a></span><br /></span> + <span class="i0">Dat hi den coninc claghen <a href="#vw_m62" class="vw_ref">mochte</a>. <span class="regelklein" id="l_989">989</span><br /></span> + <span class="i0">Hi <a href="#vw_s150" class="vw_ref">stan</a>, ende <a href="#vw_v100" class="vw_ref">versuchte</a> <a href="#vw_o49" class="vw_ref">onsochte</a>, <span class="regel" id="l_990">990</span><br /></span> + <span class="i0">Ende sprac: Coninc, edel here, <span class="regelklein" id="l_991">991</span><br /></span> + <span class="i0">Wreket mi <a href="#vw_d58" class="vw_ref">dor</a> uus selves ere <span class="regelklein" id="l_992"><a href="#ln_992">992</a></span><br /></span> +<span class="pagenum" title="38"></span><a id="p_38"></a> + <span class="i0"><a href="#vw_o91a" class="vw_ref">Over</a> Reinaert, dat <a href="#vw_f1" class="vw_ref">felle</a> dier, <span class="regelklein" id="l_993">993</span><br /></span> + <span class="i0">Die mi mine scone <a href="#vw_l36" class="vw_ref">lier</a> <span class="regelklein" id="l_994">994</span><br /></span> + <span class="i0">Met siere list verliesen dede, <span class="regel" id="l_995">995</span><br /></span> + <span class="i0">Ende <a href="#vw_d2" class="vw_ref">daer toe</a> mine oren mede, <span class="regelklein" id="l_996">996</span><br /></span> + <span class="i0">Ende hevet mi ghemaect alse ghi siet!” <span class="regelklein" id="l_997">997</span><br /></span> +</div> +<div class="stanza"> + <span class="i1">Die coninc sprac: <a href="#vw_o2" class="vw_ref">Oft</a> ic dit niet <span class="regelklein" id="l_998">998</span><br /></span> + <span class="i0">Ne wreke so <a href="#vw_m61" class="vw_ref">moetic</a> sijn verdoemt!” <span class="regelklein" id="l_999">999</span><br /></span> + <span class="i0">Ende hier na so hevet hi ghenoemt <span class="regel" id="l_1000">1000</span><br /></span> + <span class="i0">Alle die hogheste <a href="#vw_b108" class="vw_ref">bi namen</a>, <span class="regelklein" id="l_1001"><a href="#ln_1001">1001</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ende omboot, dat si quamen <span class="regelklein" id="l_1002">1002</span><br /></span> + <span class="i0">Alle gader <a href="#vw_a27" class="vw_ref">an</a> sinen raet, <span class="regelklein" id="l_1003">1003</span><br /></span> + <span class="i0">Ende rieden hem hoe dese daet <span class="regelklein" id="l_1004"><a href="#ln_1004">1004</a></span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_b78" class="vw_ref">Best</a> werde gherecht, tes coninx ere. <span class="regel" id="l_1005">1005</span><br /></span> + <span class="i0">Doe rieden daer die meeste heren, <span class="regelklein" id="l_1006"><a href="#ln_1006">1006</a></span><br /></span> + <span class="i0">Dat menne twee <a href="#vw_w26" class="vw_ref">waerf</a> <a href="#vw_d4" class="vw_ref">daghen</a> soude, <span class="regelklein" id="l_1007"><a href="#ln_1007">1007</a></span><br /></span> + <span class="i0">Reinaert, <a href="#vw_o2" class="vw_ref">oft</a> die coninc woude, <span class="regelklein" id="l_1008">1008</span><br /></span> + <span class="i0">Ende horen <a href="#vw_t1" class="vw_ref">tale</a> <a href="#vw_w48" class="vw_ref">ende wedertale</a>. <span class="regelklein" id="l_1009">1009</span><br /></span> + <span class="i0">Ooc seiden si, si wilden <a href="#vw_w13" class="vw_ref">wale</a> <span class="regel" id="l_1010">1010</span><br /></span> + <span class="i0">Dat Tibert soude van desen <span class="regelklein" id="l_1011"><a href="#ln_1011">1011</a></span><br /></span> + <span class="i0">Te Reinaerde bode wesen: <span class="regelklein" id="l_1012"><a href="#ln_1012">1012</a></span><br /></span> + <span class="i0">Al ware hi <a href="#vw_ck49" class="vw_ref">cranc</a>, hi ware vroet. <span class="regelklein" id="l_1013">1013</span><br /></span> + <span class="i0">Dese raet <a href="#vw_d41" class="vw_ref">dinct</a> den coninc goet. <span class="regelklein" id="l_1014">1014</span><br /></span> +</div> +<div class="stanza"> + <span class="i1">Doe sprac die coninc: Here Tibeert, <span class="regel" id="l_1015">1015</span><br /></span> + <span class="i0">Gaet; ende eer ghi weder keert, <span class="regelklein" id="l_1016"><a href="#ln_1016">1016</a></span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_b71" class="vw_ref">Besiet</a>, dat Reinaert met u come! <span class="regelklein" id="l_1017">1017</span><br /></span> +<span class="pagenum" title="39"></span><a id="p_39"></a> + <span class="i0">Dese heren segghen <a href="#vw_s113" class="vw_ref">some</a>, <span class="regelklein" id="l_1018">1018</span><br /></span> + <span class="i0">Al es Reinaert andren dieren <a href="#vw_f1" class="vw_ref">fel</a>, <span class="regelklein" id="l_1019">1019</span><br /></span> + <span class="i0">Hi <a href="#vw_g54" class="vw_ref">ghelovet</a> u so wel, <span class="regel" id="l_1020">1020</span><br /></span> + <span class="i0">Dat hi gherne doet u raet. <span class="regelklein" id="l_1021"><a href="#ln_1021">1021</a></span><br /></span> + <span class="i0">En comt hi niet, hets hem quaet: <span class="regelklein" id="l_1022">1022</span><br /></span> + <span class="i0">Men salne hanghen sonder <a href="#vw_d5" class="vw_ref">daghen</a>, <span class="regelklein" id="l_1023"><a href="#ln_1023">1023</a></span><br /></span> + <span class="i0">Te <a href="#vw_l1" class="vw_ref">lachtre</a> allen sinen maghen. <span class="regelklein" id="l_1024"><a href="#ln_1024">1024</a></span><br /></span> + <span class="i0">Gaet Tibert, dit secht hem!” <span class="regel" id="l_1025">1025</span><br /></span> + <span class="i0">—Ai here, sprac Tibert, <a href="#vw_b49" class="vw_ref">ic bem</a> <span class="regelklein" id="l_1026">1026</span><br /></span> + <span class="i0">Een arem <a href="#vw_w65" class="vw_ref">wicht</a>, een clene dier. <span class="regelklein" id="l_1027">1027</span><br /></span> + <span class="i0">Here Brune, die <a href="#vw_s153" class="vw_ref">sterc</a> was ende fier, <span class="regelklein" id="l_1028">1028</span><br /></span> + <span class="i0">Ne conste Reinaert niet <a href="#vw_g145" class="vw_ref">ghewinnen</a>: <span class="regelklein" id="l_1029">1029</span><br /></span> + <span class="i0">In welker wijs sal ics beghinnen?” <span class="regel" id="l_1030">1030</span><br /></span> + <span class="i0">Doe sprac die coninc: Here Tibeert, <span class="regelklein" id="l_1031">1031</span><br /></span> + <span class="i0">Ghi sijt wijs, ende wel gheleert; <span class="regelklein" id="l_1032">1032</span><br /></span> + <span class="i0">Al sidi niet groot, <a href="#vw_w35" class="vw_ref">wattan</a>? <span class="regelklein" id="l_1033"><a href="#ln_1033">1033</a></span><br /></span> + <span class="i0">Hets menich, die met liste can <span class="regelklein" id="l_1034">1034</span><br /></span> + <span class="i0">Dat werken, ende met goeden rade, <span class="regel" id="l_1035">1035</span><br /></span> + <span class="i0">Dat hi met crachte niet ne dade. <span class="regelklein" id="l_1036">1036</span><br /></span> + <span class="i0">Gaet, doet <a href="#vw_s30" class="vw_ref">sciere</a> mijn ghebod.” <span class="regelklein" id="l_1037">1037</span><br /></span> + <span class="i0">Tibert sprac: Nu helpe God, <span class="regelklein" id="l_1038"><a href="#ln_1038">1038</a></span><br /></span> + <span class="i0">Dat het mi moete <a href="#vw_v39" class="vw_ref">wel vergaen</a>! <span class="regelklein" id="l_1039"><a href="#ln_1039">1039</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ic sal ene <a href="#vw_v8" class="vw_ref">vaert</a> <a href="#vw_b83" class="vw_ref">bestaen</a>, <span class="regel" id="l_1040">1040</span><br /></span> + <span class="i0">Die mi <a href="#vw_s185" class="vw_ref">doet swaer</a> in minen <a href="#vw_m58" class="vw_ref">moet</a>: <span class="regelklein" id="l_1041">1041</span><br /></span> +<span class="pagenum" title="40"></span><a id="p_40"></a> + <span class="i0">God ghevere mi <a href="#vw_a8" class="vw_ref">af</a> al goet!” <span class="regelklein" id="l_1042"><a href="#ln_1042">1042</a></span><br /></span> +</div> +<div class="stanza"> + <span class="i1">Nu moet Tibert <a href="#vw_d46" class="vw_ref">doen die vaert</a>, <span class="regelklein" id="l_1043">1043</span><br /></span> + <span class="i0">Die sere es droeve ende vervaert. <span class="regelklein" id="l_1044">1044</span><br /></span> + <span class="i0">Ende als hi upten wech quam, <span class="regel" id="l_1045">1045</span><br /></span> + <span class="i0">Sach hi van verre ende <a href="#vw_v72" class="vw_ref">vernam</a> <span class="regelklein" id="l_1046">1046</span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_m16" class="vw_ref">Sente Martins voghel</a>, ende quam ghevloghen. <span class="regelklein" id="l_1047"><a href="#ln_1047">1047</a></span><br /></span> + <span class="i0">Doe <a href="#vw_w28" class="vw_ref">wart</a> hi <a href="#vw_v142" class="vw_ref">vro</a>, ende <a href="#vw_h40" class="vw_ref">in hoghen</a>, <span class="regelklein" id="l_1048"><a href="#ln_1048">1048</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ende riep: Al heil! edel voghel! <span class="regelklein" id="l_1049"><a href="#ln_1049">1049</a></span><br /></span> + <span class="i0">Kere herwaert dine <a href="#vw_v117" class="vw_ref">vloghel</a>, <span class="regel" id="l_1050">1050</span><br /></span> + <span class="i0">Ende vliech te <a href="#vw_m52" class="vw_ref">miere</a> rechter hant!” <span class="regelklein" id="l_1051"><a href="#ln_1051">1051</a></span><br /></span> + <span class="i0">Die voghel vlooch daer hi vant <span class="regelklein" id="l_1052">1052</span><br /></span> + <span class="i0">Ene <a href="#vw_h3" class="vw_ref">haghe</a>, daer hi in wilde <a href="#vw_l29" class="vw_ref">liden</a>, <span class="regelklein" id="l_1053">1053</span><br /></span> + <span class="i0">Ende vlooch Tibert ter <a href="#vw_l59" class="vw_ref">luchter</a> siden. <span class="regelklein" id="l_1054">1054</span><br /></span> + <span class="i0">Dit tekin ende dit <a href="#vw_g63" class="vw_ref">ghemoet</a> <span class="regel" id="l_1055">1055</span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_d42" class="vw_ref">Dochte</a> Tibert niet wesen goet. <span class="regelklein" id="l_1056">1056</span><br /></span> + <span class="i0">Hadde hi ghesien den voghel <a href="#vw_l29" class="vw_ref">liden</a> <span class="regelklein" id="l_1057">1057</span><br /></span> + <span class="i0">Scone tsiere rechter siden, <span class="regelklein" id="l_1058"><a href="#ln_1058">1058</a></span><br /></span> + <span class="i0">So <a href="#vw_w16" class="vw_ref">waendi</a> hebben goet <a href="#vw_g125" class="vw_ref">gheval</a>; <span class="regelklein" id="l_1059"><a href="#ln_1059">1059</a></span><br /></span> + <span class="i0">Nu was hi dies onthopet al. <span class="regel" id="l_1060">1060</span><br /></span> + <span class="i0">Nochtan maecte hi hem selven <a href="#vw_m58" class="vw_ref">moet</a>, <span class="regelklein" id="l_1061">1061</span><br /></span> + <span class="i0">Ende <a href="#vw_g45" class="vw_ref">gheliet hem</a>, alse menich doet, <span class="regelklein" id="l_1062"><a href="#ln_1062">1062</a></span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_b87" class="vw_ref">Bet</a> dan hem <a href="#vw_m59" class="vw_ref">te moede</a> was. <span class="regelklein" id="l_1063">1063</span><br /></span> + <span class="i0">Dus liep hi henen sinen pas, <span class="regelklein" id="l_1064">1064</span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_t28" class="vw_ref">Tes</a> hi quam te Maupertuus, <span class="regel" id="l_1065">1065</span><br /></span> + <span class="i0">Ende vant Reinaert in sijn huus <span class="regelklein" id="l_1066"><a href="#ln_1066">1066</a></span><br /></span> + <span class="i0">Allene staen, <a href="#vw_v103" class="vw_ref">verwendelike</a>. <span class="regelklein" id="l_1067">1067</span><br /></span> +<span class="pagenum" title="41"></span><a id="p_41"></a> + <span class="i0">Tibert sprac: God, die <a href="#vw_r33" class="vw_ref">rike</a>, <span class="regelklein" id="l_1068">1068</span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_m61" class="vw_ref">Moete</a> u goeden avont gheven! <span class="regelklein" id="l_1069"><a href="#ln_1069">1069</a></span><br /></span> + <span class="i0">Die coninc dreicht u an u leven, <span class="regel" id="l_1070">1070</span><br /></span> + <span class="i0">Ne comedi te hove niet met mi!” <span class="regelklein" id="l_1071"><a href="#ln_1071">1071</a></span><br /></span> + <span class="i0">Reinaert sprac: Tibert, <a href="#vw_h18" class="vw_ref">helet</a> <a href="#vw_v139" class="vw_ref">vri</a>, <span class="regelklein" id="l_1072">1072</span><br /></span> + <span class="i0">Neve, ghi sijt mi <a href="#vw_w76" class="vw_ref">willecome</a>; <span class="regelklein" id="l_1073">1073</span><br /></span> + <span class="i0">God gheve u ere ende <a href="#vw_v143" class="vw_ref">vrome</a>: <span class="regelklein" id="l_1074">1074</span><br /></span> + <span class="i0">Bi Gode, <a href="#vw_o41" class="vw_ref">ic ans</a> u harde wale! <span class="regel" id="l_1075"><a href="#ln_1075">1075</a></span><br /></span> + <span class="i0"><span class="gvvr">....................</span> <span class="regelklein" id="l_1076">1076</span><br /></span> + <span class="i0">Wat cost Reinaerde scone tale? <span class="regelklein" id="l_1077"><a href="#ln_1077">1077</a></span><br /></span> + <span class="i0">Al seghet sine tonghe <a href="#vw_w13" class="vw_ref">wale</a>, <span class="regelklein" id="l_1078">1078</span><br /></span> + <span class="i0">Sine <a href="#vw_h23" class="vw_ref">herte</a> soe es binnen <a href="#vw_f1" class="vw_ref">fel</a>. <span class="regelklein" id="l_1079"><a href="#ln_1079">1079</a></span><br /></span> + <span class="i0">Dit wert Tibert <a href="#vw_g119" class="vw_ref">ghetoghet</a> wel, <span class="regel" id="l_1080">1080</span><br /></span> + <span class="i0">Eer die <a href="#vw_l42" class="vw_ref">line</a> wert ghelesen <span class="regelklein" id="l_1081">1081</span><br /></span> + <span class="i0">Tende; ende met desen <span class="regelklein" id="l_1082"><a href="#ln_1082">1082</a></span><br /></span> + <span class="i0">Sprac Reinaert: Neve, ic wille dat ghi <span class="regelklein" id="l_1083">1083</span><br /></span> + <span class="i0">Tavont herberghe hebt met mi, <span class="regelklein" id="l_1084">1084</span><br /></span> + <span class="i0">Ende <a href="#vw_m1" class="vw_ref">maerghen</a> wilwi metten daghe <span class="regel" id="l_1085"><a href="#ln_1085">1085</a></span><br /></span> + <span class="i0">Te hovewaert, <a href="#vw_s5" class="vw_ref">sonder saghe</a>. <span class="regelklein" id="l_1086">1086</span><br /></span> + <span class="i0"><span class="gvvr">....................</span> <span class="regelklein" id="l_1087">1087</span><br /></span> + <span class="i0">In hebbe onder allen minen maghen <span class="regelklein" id="l_1088"><a href="#ln_1088">1088</a></span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_n31" class="vw_ref">Niemen</a>, Tibert, daer ic mi nu <span class="regelklein" id="l_1089">1089</span><br /></span> + <span class="i0">Bet up verlate, dan up u <span class="regel" id="l_1090">1090</span><br /></span> + <span class="i0">Hier was <a href="#vw_ck33" class="vw_ref">comen</a> Bruun, die vraet, <span class="regelklein" id="l_1091">1091</span><br /></span> + <span class="i0">Hi <a href="#vw_t42" class="vw_ref">toochde</a> mi so fel <a href="#vw_g43" class="vw_ref">gelaet</a>, <span class="regelklein" id="l_1092">1092</span><br /></span> + <span class="i0">Ende dochte mi so <a href="#vw_o102" class="vw_ref">overstarc</a>, <span class="regelklein" id="l_1093">1093</span><br /></span> + <span class="i0">Dat ic omme dusent marc <span class="regelklein" id="l_1094">1094</span><br /></span> + <span class="i0">Den wech met hem niet hadde <a href="#vw_b83" class="vw_ref">bestaen</a>: <span class="regel" id="l_1095">1095</span><br /></span> + <span class="i0">Dat sal ic met u, al <a href="#vw_w4" class="vw_ref">sonder waen</a>, <span class="regelklein" id="l_1096">1096</span><br /></span> +<span class="pagenum" title="42"></span><a id="p_42"></a> + <span class="i0">Maerghin metter dagheraet.” <span class="regelklein" id="l_1097"><a href="#ln_1097">1097</a></span><br /></span> + <span class="i0">Tibert sprac: <a href="#vw_r10" class="vw_ref">Hets beter raet</a>, <span class="regelklein" id="l_1098"><a href="#ln_1098">1098</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ende het <a href="#vw_d41" class="vw_ref">dinct</a> mi bet ghedaen, <span class="regelklein" id="l_1099"><a href="#ln_1099">1099</a></span><br /></span> + <span class="i0">Dat wi noch tavont te hove gaen, <span class="regel" id="l_1100">1100</span><br /></span> + <span class="i0">Dan wi tote maerghin <a href="#vw_b34" class="vw_ref">beiden</a>. <span class="regelklein" id="l_1101">1101</span><br /></span> + <span class="i0">Die mane scinet <a href="#vw_a27" class="vw_ref">ander</a> heiden <span class="regelklein" id="l_1102">1102</span><br /></span> + <span class="i0">Also <a href="#vw_ck18" class="vw_ref">claer</a> alse die dach: <span class="regelklein" id="l_1103">1103</span><br /></span> + <span class="i0">Ic <a href="#vw_w16" class="vw_ref">wane</a> niemen noint ne sach <span class="regelklein" id="l_1104"><a href="#ln_1104">1104</a></span><br /></span> + <span class="i0">Beteren tijt tote onser <a href="#vw_v8" class="vw_ref">vaert</a>.” <span class="regel" id="l_1105"><a href="#ln_1105">1105</a></span><br /></span> + <span class="i0">—Neen, lieve neve, sprac Reinaert, <span class="regelklein" id="l_1106">1106</span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_s176" class="vw_ref">Sulc</a> <a href="#vw_m62" class="vw_ref">mochte</a> ons bi daghe <a href="#vw_g64" class="vw_ref">ghemoeten</a>, <span class="regelklein" id="l_1107"><a href="#ln_1107">1107</a></span><br /></span> + <span class="i0">Hi soude ons <a href="#vw_qu7" class="vw_ref">quedden</a> ende groeten, <span class="regelklein" id="l_1108">1108</span><br /></span> + <span class="i0">Die ons nemmer dade goet, <span class="regelklein" id="l_1109"><a href="#ln_1109">1109</a></span><br /></span> + <span class="i0">Quame hi snachts in ons <a href="#vw_g63" class="vw_ref">ghemoet</a>. <span class="regel" id="l_1110">1110</span><br /></span> + <span class="i0">Herberghet <a href="#vw_t3" class="vw_ref">tameer</a> met mi.” <span class="regelklein" id="l_1111"><a href="#ln_1111">1111</a></span><br /></span> +</div> +<div class="stanza"> + <span class="i1">Tibert sprac: Wat souden wi <span class="regelklein" id="l_1112">1112</span><br /></span> + <span class="i0">Eten, Reinaert, oft ic bleve?” <span class="regelklein" id="l_1113"><a href="#ln_1113">1113</a></span><br /></span> + <span class="i0">—Daer omme <a href="#vw_s120" class="vw_ref">sorghe</a> ic, lieve neve. <span class="regelklein" id="l_1114">1114</span><br /></span> + <span class="i0">Hets der spisen quade tijt: <span class="regel" id="l_1115"><a href="#ln_1115">1115</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ghi moghet eten, begheerdijt, <span class="regelklein" id="l_1116"><a href="#ln_1116">1116</a></span><br /></span> + <span class="i0">Een <a href="#vw_s164" class="vw_ref">stic</a> van ere honichraten, <span class="regelklein" id="l_1117">1117</span><br /></span> + <span class="i0">Die <a href="#vw_b55" class="vw_ref">bequamelic</a> es te mate; <span class="regelklein" id="l_1118"><a href="#ln_1118">1118</a></span><br /></span> + <span class="i0">Wat sechdi, <a href="#vw_m65" class="vw_ref">moghedi</a> shonichs iet?” <span class="regelklein" id="l_1119"><a href="#ln_1119">1119</a></span><br /></span> +<span class="pagenum" title="43"></span><a id="p_43"></a> + <span class="i0">Tibert sprac: Mi ne <a href="#vw_r42" class="vw_ref">roekes</a> niet. <span class="regel" id="l_1120">1120</span><br /></span> + <span class="i0">Hebdi <a href="#vw_e10" class="vw_ref">el</a> niet in huus? <span class="regelklein" id="l_1121"><a href="#ln_1121">1121</a></span><br /></span> + <span class="i0">Gavedi mi ene vette muus, <span class="regelklein" id="l_1122">1122</span><br /></span> + <span class="i0">Daer mede <a href="#vw_g135" class="vw_ref">lietic</a> u <a href="#vw_g135" class="vw_ref">ghewaert</a>.” <span class="regelklein" id="l_1123"><a href="#ln_1123">1123</a></span><br /></span> + <span class="i0">—Ene vette muus? sprac Reinaert, <span class="regelklein" id="l_1124">1124</span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_s108" class="vw_ref">Soete neve</a>, wat sechdi? <span class="regel" id="l_1125"><a href="#ln_1125">1125</a></span><br /></span> + <span class="i0">Hier woont noch <ins class="err" id="err3" title="Erratum: eene">een</ins> <a href="#vw_p6" class="vw_ref">pape</a> bi, <span class="regelklein" id="l_1126">1126</span><br /></span> + <span class="i0">Een scure staet <a href="#vw_a27" class="vw_ref">an</a> sijn huus, <span class="regelklein" id="l_1127">1127</span><br /></span> + <span class="i0">Daer in es meneghe vette muus: <span class="regelklein" id="l_1128">1128</span><br /></span> + <span class="i0">Ic <a href="#vw_w16" class="vw_ref">waense</a> niet <a href="#vw_g29" class="vw_ref">ghedroeghe</a> een waghen. <span class="regelklein" id="l_1129">1129</span><br /></span> + <span class="i0">So dicke hordic den pape claghen, <span class="regel" id="l_1130"><a href="#ln_1130">1130</a></span><br /></span> + <span class="i0">Dat sine <a href="#vw_d81" class="vw_ref">driven uten</a> huse.” <span class="regelklein" id="l_1131">1131</span><br /></span> + <span class="i0">—Reinaert, sijn daer so vette muse? <span class="regelklein" id="l_1132">1132</span><br /></span> + <span class="i0">Vergave God, waer ic nu daer!” <span class="regelklein" id="l_1133">1133</span><br /></span> + <span class="i0">—Tibert (seit hi) sechdi waer? <span class="regelklein" id="l_1134">1134</span><br /></span> + <span class="i0">Wildi muse?”—Oft icse wille? <span class="regel" id="l_1135">1135</span><br /></span> + <span class="i0">Reinaert, doet dies een <a href="#vw_g115" class="vw_ref">ghestille</a>! <span class="regelklein" id="l_1136">1136</span><br /></span> + <span class="i0">Ic minne muse vor allen saken. <span class="regelklein" id="l_1137"><a href="#ln_1137">1137</a></span><br /></span> + <span class="i0">Wetti niet, dat muse smaken <span class="regelklein" id="l_1138">1138</span><br /></span> + <span class="i0">Bet dan enich venisoen? <span class="regelklein" id="l_1139">1139</span><br /></span> + <span class="i0">Wildi minen wille doen, <span class="regel" id="l_1140">1140</span><br /></span> + <span class="i0">Dat ghi mi leet daer si sijn, <span class="regelklein" id="l_1141">1141</span><br /></span> + <span class="i0">Daer mede mochti die <a href="#vw_h51" class="vw_ref">hulde</a> mijn <span class="regelklein" id="l_1142">1142</span><br /></span> + <span class="i0">Hebben, al haddi minen vader <span class="regelklein" id="l_1143"><a href="#ln_1143">1143</a></span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_d57" class="vw_ref">Doot</a>, ende mijn gheslachte algader!” <span class="regelklein" id="l_1144">1144</span><br /></span> + <span class="i0">—Neve, houdi uwen spot?” <span class="regel" id="l_1145"><a href="#ln_1145">1145</a></span><br /></span> +<span class="pagenum" title="44"></span><a id="p_44"></a> + <span class="i0">—Nenic, also helpe mi God!” <span class="regelklein" id="l_1146"><a href="#ln_1146">1146</a></span><br /></span> + <span class="i0">—Weet God, Tibert, wistic dat, <span class="regelklein" id="l_1147">1147</span><br /></span> + <span class="i0">Ghi soutter sijn noch tavont sat.” <span class="regelklein" id="l_1148">1148</span><br /></span> + <span class="i0">—Sat, Reinaert? Dat ware vele.” <span class="regelklein" id="l_1149">1149</span><br /></span> + <span class="i0">—Tibert, dat sechdi tuwen spele!” <span class="regel" id="l_1150">1150</span><br /></span> + <span class="i0">—In doe, Reinaert, bi miere <a href="#vw_w62" class="vw_ref">wet</a>! <span class="regelklein" id="l_1151">1151</span><br /></span> + <span class="i0">Haddic een muus, ende waer soe vet, <span class="regelklein" id="l_1152">1152</span><br /></span> + <span class="i0">In gaefse niet omme een <a href="#vw_b119" class="vw_ref">bisant</a>!” <span class="regelklein" id="l_1153"><a href="#ln_1153">1153</a></span><br /></span> + <span class="i0">—Tibert, gaet met mi te hant, <span class="regelklein" id="l_1154">1154</span><br /></span> + <span class="i0">Ic leide u daer, ter selver stat, <span class="regel" id="l_1155">1155</span><br /></span> + <span class="i0">Daer icker u sal maken sat, <span class="regelklein" id="l_1156">1156</span><br /></span> + <span class="i0">Eer ic nemmer van u sceide!” <span class="regelklein" id="l_1157"><a href="#ln_1157">1157</a></span><br /></span> + <span class="i0">—Jaic, Reinaert, up die gheleide <span class="regelklein" id="l_1158">1158</span><br /></span> + <span class="i0">Ghinghe ic met u te Mompelier.” <span class="regelklein" id="l_1159">1159</span><br /></span> + <span class="i0">—So gawi dan; wi sijn hier <span class="regel" id="l_1160"><a href="#ln_1160">1160</a></span><br /></span> + <span class="i0">Al te langhe,” sprac Reinaert. <span class="regelklein" id="l_1161">1161</span><br /></span> + <span class="i0"><span class="gvvr">..............</span> <span class="regelklein" id="l_1162">1162</span><br /></span> +</div> +<div class="stanza"> + <span class="i1">Doe so namen si up die vaert, <span class="regelklein" id="l_1163">1163</span><br /></span> + <span class="i0">Tibert ende sijn oom Reinaert, <span class="regelklein" id="l_1164">1164</span><br /></span> + <span class="i0">Ende liepen daer si lopen wilden, <span class="regel" id="l_1165">1165</span><br /></span> + <span class="i0">Dat si nic <a href="#vw_t41" class="vw_ref">toghel</a> up hilden <span class="regelklein" id="l_1166">1166</span><br /></span> + <span class="i0">Eer si quamen tes papen scure, <span class="regelklein" id="l_1167">1167</span><br /></span> + <span class="i0">Dic met cen erdinen mure <span class="regelklein" id="l_1168"><a href="#ln_1168">1168</a></span><br /></span> + <span class="i0">Al omme ende omme was <a href="#vw_b47" class="vw_ref">beloken</a>, <span class="regelklein" id="l_1169">1169</span><br /></span> + <span class="i0">Daer Reinaert in was ghebroken <span class="regel" id="l_1170">1170</span><br /></span> + <span class="i0">Des ander daghes daer te voren, <span class="regelklein" id="l_1171">1171</span><br /></span> + <span class="i0">Doe die pape hadde verloren <span class="regelklein" id="l_1172">1172</span><br /></span> + <span class="i0">Enen hane, die hi hem nam. <span class="regelklein" id="l_1173">1173</span><br /></span> + <span class="i0">Hier omme was tornich ende gram <span class="regelklein" id="l_1174">1174</span><br /></span> + <span class="i0">Des papen sone Martinet, <span class="regel" id="l_1175">1175</span><br /></span> + <span class="i0">Ende hadde vor dat gat gheset <span class="regelklein" id="l_1176">1176</span><br /></span> +<span class="pagenum" title="45"></span><a id="p_45"></a> + <span class="i0">Een strec, den vos mede te vane: <span class="regelklein" id="l_1177">1177</span><br /></span> + <span class="i0">Dus gherne wrake hi den hane. <span class="regelklein" id="l_1178">1178</span><br /></span> + <span class="i0">Dit wiste Reinaert, dat felle dier, <span class="regelklein" id="l_1179">1179</span><br /></span> + <span class="i0">Ende sprac: Neve Tibert, hier <span class="regel" id="l_1180">1180</span><br /></span> + <span class="i0">Crupet in dit selve gat: <span class="regelklein" id="l_1181">1181</span><br /></span> + <span class="i0">Ne weset traghe nochte <a href="#vw_l14" class="vw_ref">lat</a>; <span class="regelklein" id="l_1182"><a href="#ln_1182">1182</a></span><br /></span> + <span class="i0">Gaet al omme ende omme gripen. <span class="regelklein" id="l_1183">1183</span><br /></span> + <span class="i0">Hort, hoe die muse pipen. <span class="regelklein" id="l_1184">1184</span><br /></span> + <span class="i0">Keert weder uut als ghi sijt sat: <span class="regel" id="l_1185">1185</span><br /></span> + <span class="i0">Ic sal hier bliven vor dit gat, <span class="regelklein" id="l_1186">1186</span><br /></span> + <span class="i0">Ende sal u hier buten <a href="#vw_b34" class="vw_ref">beiden</a>; <span class="regelklein" id="l_1187"><a href="#ln_1187">1187</a></span><br /></span> + <span class="i0">Wine moghen niet tavont sceiden: <span class="regelklein" id="l_1188">1188</span><br /></span> + <span class="i0">Maerghin gaen wi te hovewaert. <span class="regelklein" id="l_1189">1189</span><br /></span> + <span class="i0">Siet, dat ghi niet en <a href="#vw_s126" class="vw_ref">spaert</a>, <span class="regel" id="l_1190"><a href="#ln_1190">1190</a></span><br /></span> + <span class="i0">Gaet eten, ende laet ons keren <span class="regelklein" id="l_1191">1191</span><br /></span> + <span class="i0">Te miere herberghen met ere: <span class="regelklein" id="l_1192"><a href="#ln_1192">1192</a></span><br /></span> + <span class="i0">Mijn wijf sal ons wel <a href="#vw_o59" class="vw_ref">ontfaen</a>.” <span class="regelklein" id="l_1193">1193</span><br /></span> + <span class="i0">—Willic te desen gate ingaen? <span class="regelklein" id="l_1194">1194</span><br /></span> + <span class="i0">Wat sechdi, Reinaert, eist u <a href="#vw_r5" class="vw_ref">raet</a>? <span class="regel" id="l_1195">1195</span><br /></span> + <span class="i0">Die papen connen vele <a href="#vw_b9" class="vw_ref">baraet</a>: <span class="regelklein" id="l_1196">1196</span><br /></span> + <span class="i0">Ic <a href="#vw_b84" class="vw_ref">besteecse</a> harde <a href="#vw_n41" class="vw_ref">node</a>.” <span class="regelklein" id="l_1197">1197</span><br /></span> + <span class="i0">—Owi, Tibert, <a href="#vw_t59" class="vw_ref">twi</a> sidi blode? <span class="regelklein" id="l_1198">1198</span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_w5" class="vw_ref">Waen</a> quam uwer <a href="#vw_h23" class="vw_ref">herten</a> dese <a href="#vw_w17" class="vw_ref">wanc</a>?” <span class="regelklein" id="l_1199"><a href="#ln_1199">1199</a></span><br /></span> + <span class="i0">Tibert scaemde hem, ende spranc <span class="regel" id="l_1200">1200</span><br /></span> + <span class="i0">Daer hi vant groot <a href="#vw_o32" class="vw_ref">ongherec</a>; <span class="regelklein" id="l_1201">1201</span><br /></span> + <span class="i0">Want eer hijt wiste was hem <a href="#vw_s170" class="vw_ref">tstrec</a> <span class="regelklein" id="l_1202"><a href="#ln_1202">1202</a></span><br /></span> + <span class="i0">Omme sinen hals, harde <a href="#vw_v17" class="vw_ref">vast</a>. <span class="regelklein" id="l_1203">1203</span><br /></span> + <span class="i0">Dus <a href="#vw_h43" class="vw_ref">hoonde</a> Reinaert sinen <a href="#vw_g7" class="vw_ref">gast</a>. <span class="regelklein" id="l_1204">1204</span><br /></span> +</div> +<div class="stanza"> + <span class="i1">Alse Tibert gheware <a href="#vw_w30" class="vw_ref">waert</a> <span class="regel" id="l_1205">1205</span><br /></span> + <span class="i0">Des strecs, wart hi vervaert, <span class="regelklein" id="l_1206">1206</span><br /></span> +<span class="pagenum" title="46"></span><a id="p_46"></a> + <span class="i0">Ende spranc vort; dat <a href="#vw_s170" class="vw_ref">strec</a> liep toe. <span class="regelklein" id="l_1207">1207</span><br /></span> + <span class="i0">Tibert moeste roepen doe, <span class="regelklein" id="l_1208">1208</span><br /></span> + <span class="i0">Ende <a href="#vw_w101" class="vw_ref">wroeghede</a> hem selven, <a href="#vw_d58" class="vw_ref">dor</a> den noot: <span class="regelklein" id="l_1209"><a href="#ln_1209">1209</a></span><br /></span> + <span class="i0">Hi makede een gheroep so groot, <span class="regel" id="l_1210">1210</span><br /></span> + <span class="i0">Met enen jamerliken <a href="#vw_g43" class="vw_ref">ghelate</a>, <span class="regelklein" id="l_1211">1211</span><br /></span> + <span class="i0">Dat Reinaert horde upter strate, <span class="regelklein" id="l_1212">1212</span><br /></span> + <span class="i0">Buten, daer hi allene <a href="#vw_s166" class="vw_ref">stoet</a>, <span class="regelklein" id="l_1213">1213</span><br /></span> + <span class="i0">Ende riep: Vindise goet, <span class="regelklein" id="l_1214">1214</span><br /></span> + <span class="i0">Die muse, Tibert, ende vet? <span class="regel" id="l_1215">1215</span><br /></span> + <span class="i0">Wiste nu dat Martinet, <span class="regelklein" id="l_1216">1216</span><br /></span> + <span class="i0">Dat ghi ter taflen satet, <span class="regelklein" id="l_1217">1217</span><br /></span> + <span class="i0">Ende dit <a href="#vw_w78" class="vw_ref">wiltbraet</a> atet, <span class="regelklein" id="l_1218"><a href="#ln_1218">1218</a></span><br /></span> + <span class="i0">Dat ghi verteert, in weet hoe, <span class="regelklein" id="l_1219">1219</span><br /></span> + <span class="i0">Hi souder u saeuse maken toe: <span class="regel" id="l_1220">1220</span><br /></span> + <span class="i0">So <a href="#vw_h49" class="vw_ref">hovesc</a> een cnape es Martinet. <span class="regelklein" id="l_1221">1221</span><br /></span> + <span class="i0">Tibert, ghi singhet <a href="#vw_ij14" class="vw_ref">inlanc so bet</a>: <span class="regelklein" id="l_1222"><a href="#ln_1222">1222</a></span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_p21" class="vw_ref">Pleecht</a> men tes coninx hove <a href="#vw_d22" class="vw_ref">des</a>? <span class="regelklein" id="l_1223">1223</span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_v44" class="vw_ref">Vergave</a> God, die <a href="#vw_g141" class="vw_ref">gheweldich</a> es, <span class="regelklein" id="l_1224">1224</span><br /></span> + <span class="i0">Dat Isengrijn daer met u ware, <span class="regel" id="l_1225"><a href="#ln_1225">1225</a></span><br /></span> + <span class="i0">Die felle dief, die mordenare, <span class="regelklein" id="l_1226"><a href="#ln_1226">1226</a></span><br /></span> + <span class="i0">In sulker bliscap als ghi sijt!” <span class="regelklein" id="l_1227">1227</span><br /></span> +<span class="pagenum" title="47"></span><a id="p_47"></a> + <span class="i0">Dus heeft Reinaert groot <a href="#vw_d20" class="vw_ref">delijt</a> <span class="regelklein" id="l_1228">1228</span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_d58" class="vw_ref">Dor</a> Tiberts ongheval; <span class="regelklein" id="l_1229">1229</span><br /></span> + <span class="i0">Ende Tibert stont ende <a href="#vw_g3" class="vw_ref">gal</a> <span class="regel" id="l_1230">1230</span><br /></span> + <span class="i0">So lude, dat Martinet <a href="#vw_o72" class="vw_ref">ontspranc</a>, <span class="regelklein" id="l_1231">1231</span><br /></span> + <span class="i0">Ende riep: Ha ha, God danc! <span class="regelklein" id="l_1232"><a href="#ln_1232">1232</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ter goeder tijt heeft nu ghestaen <span class="regelklein" id="l_1233">1233</span><br /></span> + <span class="i0">Mijn strec: ic hebber <a href="#vw_m45" class="vw_ref">met</a> <a href="#vw_v3" class="vw_ref">ghevaen</a> <span class="regelklein" id="l_1234">1234</span><br /></span> + <span class="i0">Den hoenredief, <a href="#vw_w3" class="vw_ref">na minen wane</a>. <span class="regel" id="l_1235">1235</span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_n47" class="vw_ref">Nu toe</a>! <a href="#vw_g46" class="vw_ref">gelden</a> wi hem den hane!” <span class="regelklein" id="l_1236">1236</span><br /></span> +</div> +<div class="stanza"> + <span class="i1">Mettesen <a href="#vw_w32" class="vw_ref">wart hi toten viere</a>, <span class="regelklein" id="l_1237">1237</span><br /></span> + <span class="i0">Ende ontstac enen stroewisc <a href="#vw_s30" class="vw_ref">sciere</a>, <span class="regelklein" id="l_1238">1238</span><br /></span> + <span class="i0">Ende wecte moeder ende vader, <span class="regelklein" id="l_1239">1239</span><br /></span> + <span class="i0">Ende die kindre allegader, <span class="regel" id="l_1240">1240</span><br /></span> + <span class="i0">Ende riep: <a href="#vw_n47" class="vw_ref">Nu toe</a>! hi es ghevaen!” <span class="regelklein" id="l_1241">1241</span><br /></span> + <span class="i0">Doe mochtemen sien <a href="#vw_p31" class="vw_ref">porren</a> <a href="#vw_s3" class="vw_ref">saen</a> <span class="regelklein" id="l_1242">1242</span><br /></span> + <span class="i0">Alle die in den huse waren; <span class="regelklein" id="l_1243"><a href="#ln_1243">1243</a></span><br /></span> + <span class="i0">Selve die pape ne wilde niet <a href="#vw_s126" class="vw_ref">sparen</a>, <span class="regelklein" id="l_1244">1244</span><br /></span> + <span class="i0">Quam uten bedde <a href="#vw_m56" class="vw_ref">moedernaect</a>. <span class="regel" id="l_1245"><a href="#ln_1245">1245</a></span><br /></span> + <span class="i0">Martinet, hi <a href="#vw_g85" class="vw_ref">was gheraect</a> <span class="regelklein" id="l_1246">1246</span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_g85" class="vw_ref">Tote Tibert</a>, ende riep: Hijs hier!” <span class="regelklein" id="l_1247">1247</span><br /></span> + <span class="i0">Die pape spranc <a href="#vw_a27" class="vw_ref">an</a> dat <a href="#vw_v106" class="vw_ref">vier</a> <span class="regelklein" id="l_1248">1248</span><br /></span> + <span class="i0">Ende <a href="#vw_g32" class="vw_ref">ghegreep</a> sijns wijfs <a href="#vw_r40" class="vw_ref">rocke</a>; <span class="regelklein" id="l_1249">1249</span><br /></span> + <span class="i0">Een offerkersse nam vrouwe Julocke <span class="regel" id="l_1250">1250</span><br /></span> + <span class="i0">Ende ontstacse metter haest. <span class="regelklein" id="l_1251">1251</span><br /></span> + <span class="i0">Die pape <a href="#vw_n8" class="vw_ref">liep</a> Tibert <a href="#vw_n8" class="vw_ref">naest</a>, <span class="regelklein" id="l_1252">1252</span><br /></span> + <span class="i0">Ende ghinken metten rocke slaen. <span class="regelklein" id="l_1253"><a href="#ln_1253">1253</a></span><br /></span> + <span class="i0">Doe moeste Tibert daer <a href="#vw_o59" class="vw_ref">ontfaen</a> <span class="regelklein" id="l_1254">1254</span><br /></span> + <span class="i0">Wel meneghen slach, <a href="#vw_a11" class="vw_ref">al in een</a>. <span class="regel" id="l_1255">1255</span><br /></span> + <span class="i0">Die pape <a href="#vw_s168" class="vw_ref">stont</a>, als hem wel <a href="#vw_s33" class="vw_ref">sceen</a>, <span class="regelklein" id="l_1256">1256</span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_a10" class="vw_ref">Al</a> <a href="#vw_a19" class="vw_ref">naect</a>, ende sloech <a href="#vw_s76" class="vw_ref">slach in slach</a> <span class="regelklein" id="l_1257">1257</span><br /></span> + <span class="i0">Up Tibert, die vor hem lach. <span class="regelklein" id="l_1258">1258</span><br /></span> +<span class="pagenum" title="48"></span><a id="p_48"></a> + <span class="i0">Daer ne spaerde haer <a href="#vw_n13" class="vw_ref">negheen</a>. <span class="regelklein" id="l_1259"><a href="#ln_1259">1259</a></span><br /></span> + <span class="i0">Martinet <a href="#vw_g32" class="vw_ref">ghegreep</a> een steen, <span class="regel" id="l_1260"><a href="#ln_1260">1260</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ende warp Tibert een oghe uut; <span class="regelklein" id="l_1261">1261</span><br /></span> + <span class="i0">Die pape stont al <a href="#vw_b134" class="vw_ref">bloter huut</a>, <span class="regelklein" id="l_1262">1262</span><br /></span> + <span class="i0">Ende <a href="#vw_u12" class="vw_ref">hief up</a> een groten slach. <span class="regelklein" id="l_1263">1263</span><br /></span> + <span class="i0">Alse Tibert dat <a href="#vw_g99" class="vw_ref">ghesach</a>, <span class="regelklein" id="l_1264">1264</span><br /></span> + <span class="i0">Dat hi <a href="#vw_e12" class="vw_ref">emmer</a> sterven soude, <span class="regel" id="l_1265">1265</span><br /></span> + <span class="i0">Doe dedi <a href="#vw_d19" class="vw_ref">een deel</a> als die <a href="#vw_b145" class="vw_ref">boude</a> , <span class="regelklein" id="l_1266">1266</span><br /></span> + <span class="i0">Dat dien pape <a href="#vw_v39" class="vw_ref">verghinc te scande</a>: <span class="regelklein" id="l_1267"><a href="#ln_1267">1267</a></span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_b33" class="vw_ref">Beide</a> met claeuwen ende met tanden <span class="regelklein" id="l_1268">1268</span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_p5" class="vw_ref">Dedi hem pant</a>, alsoet wel <a href="#vw_s33" class="vw_ref">sceen</a>, <span class="regelklein" id="l_1269">1269</span><br /></span> + <span class="i0">Ende spranc dien pape tusschen die been, <span class="regel" id="l_1270">1270</span><br /></span> + <span class="i0">In die burse al sonder naet, <span class="regelklein" id="l_1271">1271</span><br /></span> + <span class="i0">Daermen dien <a href="#vw_b31" class="vw_ref">beiaert</a> mede slaet. <span class="regelklein" id="l_1272">1272</span><br /></span> + <span class="i0">Dat dinc viel neder up den vloer. <span class="regelklein" id="l_1273">1273</span><br /></span> + <span class="i0">Die vrouwe was <a href="#vw_s62" class="vw_ref">serich</a>, ende swoer <span class="regelklein" id="l_1274">1274</span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_b106" class="vw_ref">Bi der siele</a> van haren vader, <span class="regel" id="l_1275"><a href="#ln_1275">1275</a></span><br /></span> + <span class="i0">Soe wilde wel, om <a href="#vw_a17" class="vw_ref">algader</a> <span class="regelklein" id="l_1276"><a href="#ln_1276">1276</a></span><br /></span> + <span class="i0">Die offerande van enen jare, <span class="regelklein" id="l_1277">1277</span><br /></span> + <span class="i0">Dat niet den pape <a href="#vw_g127" class="vw_ref">ghevallen</a> ware <span class="regelklein" id="l_1278">1278</span><br /></span> + <span class="i0">Dit <a href="#vw_v75" class="vw_ref">vernoi</a> ende dese <a href="#vw_s19" class="vw_ref">scame</a>. <span class="regelklein" id="l_1279">1279</span><br /></span> + <span class="i0">Soe sprac: In <a href="#vw_s83" class="vw_ref">sleets</a> duvels name <span class="regel" id="l_1280"><a href="#ln_1280">1280</a></span><br /></span> + <span class="i0">Moeste dit <a href="#vw_s170" class="vw_ref">strec</a> sijn gheset! <span class="regelklein" id="l_1281">1281</span><br /></span> + <span class="i0">Siet, lieve sone Martinet, <span class="regelklein" id="l_1282"><a href="#ln_1282">1282</a></span><br /></span> + <span class="i0">Dit was van uwes vader <a href="#vw_g138" class="vw_ref">ghewande</a>; <span class="regelklein" id="l_1283">1283</span><br /></span> + <span class="i0">Siet hier mijn <a href="#vw_s15" class="vw_ref">scade</a> ende mine scande <span class="regelklein" id="l_1284"><a href="#ln_1284">1284</a></span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_e13" class="vw_ref">Emmervort</a>, in allen stonden. <span class="regel" id="l_1285"><a href="#ln_1285">1285</a></span><br /></span> + <span class="i0">Al ghenase hi vander wonde, <span class="regelklein" id="l_1286"><a href="#ln_1286">1286</a></span><br /></span> +<span class="pagenum" title="49"></span><a id="p_49"></a> + <span class="i0">Hi blivet ten <a href="#vw_s105" class="vw_ref">soeten</a> spele <a href="#vw_m17" class="vw_ref">mat</a>!” <span class="regelklein" id="l_1287"><a href="#ln_1287">1287</a></span><br /></span> +</div> +<div class="stanza"> + <span class="i1">Reinaert stont <a href="#vw_n40" class="vw_ref">nochtoe</a> vor tgat: <span class="regelklein" id="l_1288"><a href="#ln_1288">1288</a></span><br /></span> + <span class="i0">Doe hi dese <a href="#vw_t1" class="vw_ref">tale</a> horde, <span class="regelklein" id="l_1289">1289</span><br /></span> + <span class="i0">Hi loech, dat hem <a href="#vw_b1" class="vw_ref">bachten</a> scorde, <span class="regel" id="l_1290">1290</span><br /></span> + <span class="i0">Ende hem crakede die <a href="#vw_t6" class="vw_ref">taverne</a>. <span class="regelklein" id="l_1291">1291</span><br /></span> + <span class="i0">Doe sprac hi <a href="#vw_s27" class="vw_ref">te</a> haren <a href="#vw_s27" class="vw_ref">scerne</a>: <span class="regelklein" id="l_1292"><a href="#ln_1292">1292</a></span><br /></span> + <span class="i0">Swighet, Julocke, <a href="#vw_s108" class="vw_ref">soete vrouwe</a>, <span class="regelklein" id="l_1293">1293</span><br /></span> + <span class="i0">Ende <a href="#vw_s72" class="vw_ref">laet sinken</a> desen rouwe, <span class="regelklein" id="l_1294">1294</span><br /></span> + <span class="i0">Ende <a href="#vw_b131" class="vw_ref">laet bliven</a> uwen <a href="#vw_t45" class="vw_ref">toren</a>. <span class="regel" id="l_1295">1295</span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_w35" class="vw_ref">Wattan</a>? al hevet u here verloren <span class="regelklein" id="l_1296">1296</span><br /></span> + <span class="i0">Enen vanden <a href="#vw_ck28" class="vw_ref">clippelen</a> sinen, <span class="regelklein" id="l_1297">1297</span><br /></span> + <span class="i0">Al te mere so sal hi <a href="#vw_p17" class="vw_ref">pinen</a>. <span class="regelklein" id="l_1298"><a href="#ln_1298">1298</a></span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_b131" class="vw_ref">Laet bliven</a> dese tale achter; <span class="regelklein" id="l_1299">1299</span><br /></span> + <span class="i0">Gheneset die pape, en es gheen <a href="#vw_l1" class="vw_ref">lachter</a> <span class="regel" id="l_1300">1300</span><br /></span> + <span class="i0">Dat hi ludet met <a href="#vw_e19" class="vw_ref">ere</a> clocken.” <span class="regelklein" id="l_1301">1301</span><br /></span> + <span class="i0">Dustrooste Reinaert vrouwe Julocken, <span class="regelklein" id="l_1302">1302</span><br /></span> + <span class="i0">Die haer harde sere <a href="#vw_m34" class="vw_ref">mesliet</a>. <span class="regelklein" id="l_1303">1303</span><br /></span> + <span class="i0">Die pape ne mochte langher niet <span class="regelklein" id="l_1304"><a href="#ln_1304">1304</a></span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_g111" class="vw_ref">Ghestaen</a>; hi viel in onmacht. <span class="regel" id="l_1305">1305</span><br /></span> + <span class="i0">Soe hieffene up met haerre cracht, <span class="regelklein" id="l_1306"><a href="#ln_1306">1306</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ende droechene <a href="#vw_r24" class="vw_ref">recht</a> <a href="#vw_w8" class="vw_ref">te beddewaert</a>. <span class="regelklein" id="l_1307">1307</span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_b117" class="vw_ref">Hier binnen</a> keerde Reinaert <span class="regelklein" id="l_1308">1308</span><br /></span> + <span class="i0">Allene ter herberghewaert, <span class="regelklein" id="l_1309">1309</span><br /></span> + <span class="i0">Ende <a href="#vw_l17" class="vw_ref">liet</a> Tibert sere vervaert, <span class="regel" id="l_1310">1310</span><br /></span> + <span class="i0">Ende in <a href="#vw_s119" class="vw_ref">sorghe</a> vander <a href="#vw_d56" class="vw_ref">doot</a>. <span class="regelklein" id="l_1311"><a href="#ln_1311">1311</a></span><br /></span> + <span class="i0">Al was Tiberts sorghe groot, <span class="regelklein" id="l_1312"><a href="#ln_1312">1312</a></span><br /></span> + <span class="i0">Doe hise alle <a href="#vw_o39" class="vw_ref">onledich</a> sach <span class="regelklein" id="l_1313">1313</span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_o95" class="vw_ref">Over dien pape</a>, die daer lach <span class="regelklein" id="l_1314">1314</span><br /></span> + <span class="i0">Ghewont, doe ghinc hi hem <a href="#vw_p17" class="vw_ref">pinen</a>, <span class="regel" id="l_1315">1315</span><br /></span> +<span class="pagenum" title="50"></span><a id="p_50"></a> + <span class="i0">So dat hi metten tanden sinen <span class="regelklein" id="l_1316"><a href="#ln_1316">1316</a></span><br /></span> + <span class="i0">Die <a href="#vw_p14" class="vw_ref">pese</a> midden beet <a href="#vw_o74" class="vw_ref">ontwee</a>. <span class="regelklein" id="l_1317">1317</span><br /></span> + <span class="i0">Doe ne wildi <a href="#vw_l27" class="vw_ref">letten</a> <a href="#vw_n14" class="vw_ref">nemmee</a> <span class="regelklein" id="l_1318">1318</span><br /></span> + <span class="i0">Ende spranc <a href="#vw_w38" class="vw_ref">weder</a> uten gate, <span class="regelklein" id="l_1319"><a href="#ln_1319">1319</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ende <a href="#vw_d47" class="vw_ref">dede hem uptie rechte strate</a>, <span class="regel" id="l_1320">1320</span><br /></span> + <span class="i0">Die <a href="#vw_w8" class="vw_ref">tes coninxwaert</a> <a href="#vw_g51" class="vw_ref">ghelach</a>. <span class="regelklein" id="l_1321">1321</span><br /></span> + <span class="i0">Eer hi daer quam so waest dach, <span class="regelklein" id="l_1322">1322</span><br /></span> + <span class="i0">Ende die sonne <a href="#vw_b27" class="vw_ref">begonste</a> risen. <span class="regelklein" id="l_1323">1323</span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_w83" class="vw_ref">In eens arems siecs wise</a> <span class="regelklein" id="l_1324"><a href="#ln_1324">1324</a></span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_g93" class="vw_ref">Quam</a> Tibert in thof <a href="#vw_g93" class="vw_ref">gheronnen</a>, <span class="regel" id="l_1325">1325</span><br /></span> + <span class="i0">Die tes papen hadde <a href="#vw_g145" class="vw_ref">ghewonnen</a> <span class="regelklein" id="l_1326">1326</span><br /></span> + <span class="i0">Dat hi langhe claghen <a href="#vw_m62" class="vw_ref">mach</a>. <span class="regelklein" id="l_1327">1327</span><br /></span> + <span class="i0">Alse die coninc dit <a href="#vw_v89" class="vw_ref">versach</a>, <span class="regelklein" id="l_1328">1328</span><br /></span> + <span class="i0">Dat hi hadde dat oghe verloren, <span class="regelklein" id="l_1329">1329</span><br /></span> + <span class="i0">Doe mochte men vreselike horen <span class="regel" id="l_1330">1330</span><br /></span> + <span class="i0">Dreighen den dief Reinaert. <span class="regelklein" id="l_1331"><a href="#ln_1331">1331</a></span><br /></span> + <span class="i0">Die coninc doe niet langher ne <a href="#vw_s126" class="vw_ref">spaert</a>, <span class="regelklein" id="l_1332">1332</span><br /></span> + <span class="i0">Hine <a href="#vw_r14" class="vw_ref">riep</a> sine baroene <a href="#vw_r14" class="vw_ref">te rade</a>, <span class="regelklein" id="l_1333">1333</span><br /></span> + <span class="i0">Ende vraechde, wat hi <a href="#vw_b78" class="vw_ref">best</a> dade <span class="regelklein" id="l_1334">1334</span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_ij6" class="vw_ref">Jeghen</a> Reinaerts overdaet? <span class="regel" id="l_1335">1335</span><br /></span> + <span class="i0">Doe <a href="#vw_w28" class="vw_ref">wart</a> <a href="#vw_g157" class="vw_ref">ghindre</a> menich raet, <span class="regelklein" id="l_1336">1336</span><br /></span> + <span class="i0">Hoe men <a href="#vw_r28" class="vw_ref">te reden brochte</a>, <span class="regelklein" id="l_1337"><a href="#ln_1337">1337</a></span><br /></span> + <span class="i0">Die dese overdaet <a href="#vw_w98" class="vw_ref">wrochte</a>. <span class="regelklein" id="l_1338">1338</span><br /></span> +</div> +<div class="stanza"> + <span class="i1">Doe sprac Grimbert die das, <span class="regelklein" id="l_1339">1339</span><br /></span> + <span class="i0">Die Reinaerts broeder sone was: <span class="regel" id="l_1340">1340</span><br /></span> + <span class="i0">Ghi heren, ghi hebt meneghen raet; <span class="regelklein" id="l_1341">1341</span><br /></span> + <span class="i0">Al ware mijn oom <a href="#vw_a22" class="vw_ref">noch also</a> quaet, <span class="regelklein" id="l_1342">1342</span><br /></span> + <span class="i0">Sal men vri recht <a href="#vw_v132" class="vw_ref">vort draghen</a>, <span class="regelklein" id="l_1343">1343</span><br /></span> + <span class="i0">Men salne drie waerve <a href="#vw_d4" class="vw_ref">daghen</a>, <span class="regelklein" id="l_1344"><a href="#ln_1344">1344</a></span><br /></span> +<span class="pagenum" title="51"></span><a id="p_51"></a> + <span class="i0"><a href="#vw_a24" class="vw_ref">Also</a> men doet een vrien man; <span class="regel" id="l_1345"><a href="#ln_1345">1345</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ende en comt hi niet dan, <span class="regelklein" id="l_1346">1346</span><br /></span> + <span class="i0">So es hi <a href="#vw_s39" class="vw_ref">sculdech</a> alre dinc, <span class="regelklein" id="l_1347">1347</span><br /></span> + <span class="i0">Daer <a href="#vw_a8" class="vw_ref">af</a> hi vor den coninc <span class="regelklein" id="l_1348"><a href="#ln_1348">1348</a></span><br /></span> + <span class="i0">Van desen heren es <a href="#vw_b40" class="vw_ref">beclaghet</a>.” <span class="regelklein" id="l_1349">1349</span><br /></span> + <span class="i0">—Wie wildi, Grimbert, datten <a href="#vw_d4" class="vw_ref">daghet</a>? <span class="regel" id="l_1350"><a href="#ln_1350">1350</a></span><br /></span> + <span class="i0">Sprac die coninc, wie es hier <span class="regelklein" id="l_1351">1351</span><br /></span> + <span class="i0">Die sijn oghe, ofte sijn <a href="#vw_l36" class="vw_ref">lier</a> <span class="regelklein" id="l_1352">1352</span><br /></span> + <span class="i0">Wille <a href="#vw_a42" class="vw_ref">setten in avonture</a> <span class="regelklein" id="l_1353">1353</span><br /></span> + <span class="i0">Omme ene felle <a href="#vw_ck50" class="vw_ref">creature</a>? <span class="regelklein" id="l_1354">1354</span><br /></span> + <span class="i0">Ic wane, hier <a href="#vw_n31" class="vw_ref">niemen</a> nes so sot.” <span class="regel" id="l_1355"><a href="#ln_1355">1355</a></span><br /></span> + <span class="i0">Grimbert sprac: <a href="#vw_s55" class="vw_ref">Selp mi</a> God! <span class="regelklein" id="l_1356"><a href="#ln_1356">1356</a></span><br /></span> + <span class="i0">Siet mi hier, <a href="#vw_b49" class="vw_ref">ic bem</a> so coene, <span class="regelklein" id="l_1357">1357</span><br /></span> + <span class="i0">Dat <a href="#vw_d11" class="vw_ref">ic</a> wel <a href="#vw_d11" class="vw_ref">dar</a> bestaen te doene <span class="regelklein" id="l_1358">1358</span><br /></span> + <span class="i0">Dese <a href="#vw_b138" class="vw_ref">bodscap</a>, ghebiedijt.” <span class="regelklein" id="l_1359">1359</span><br /></span> + <span class="i0">—Grimbert, gaet, ende sijt <span class="regel" id="l_1360"><a href="#ln_1360">1360</a></span><br /></span> + <span class="i0">Vroet, ende wacht u <a href="#vw_ij6" class="vw_ref">jeghen</a> <a href="#vw_m42" class="vw_ref">mesval</a>!” <span class="regelklein" id="l_1361">1361</span><br /></span> + <span class="i0">Hi sprac: Coninc here, ic sal.” <span class="regelklein" id="l_1362"><a href="#ln_1362">1362</a></span><br /></span> +</div> +<div class="stanza"> + <span class="i1">Dus gaet Grimbert te Maupertuus. <span class="regelklein" id="l_1363">1363</span><br /></span> + <span class="i0">Als hire quam, vant hi in huus <span class="regelklein" id="l_1364">1364</span><br /></span> + <span class="i0">Sinen oom, ende vrouwe Ermelinen, <span class="regel" id="l_1365">1365</span><br /></span> + <span class="i0">Die <a href="#vw_b111" class="vw_ref">bi</a> haren <a href="#vw_w53" class="vw_ref">welpekinen</a> <span class="regelklein" id="l_1366">1366</span><br /></span> + <span class="i0">Laghen in die <a href="#vw_h4" class="vw_ref">haghedochte</a>; <span class="regelklein" id="l_1367">1367</span><br /></span> + <span class="i0">Ende teerst dat Grimbert <a href="#vw_m62" class="vw_ref">mochte</a> <span class="regelklein" id="l_1368"><a href="#ln_1368">1368</a></span><br /></span> + <span class="i0">Groete hi sijn oom, ende siere moien. <span class="regelklein" id="l_1369"><a href="#ln_1369">1369</a></span><br /></span> + <span class="i0">Hi sprac: En sal u niet <a href="#vw_v76" class="vw_ref">vernoien</a> <span class="regel" id="l_1370">1370</span><br /></span> + <span class="i0">Des onrechts, daer ghi in sijt? <span class="regelklein" id="l_1371">1371</span><br /></span> + <span class="i0">Dinket u noch niet wesen tijt, <span class="regelklein" id="l_1372">1372</span><br /></span> + <span class="i0">Dat ghi trect, oom Reinaert, <span class="regelklein" id="l_1373">1373</span><br /></span> +<span class="pagenum" title="52"></span><a id="p_52"></a> + <span class="i0">Tote <a href="#vw_w8" class="vw_ref">des coninx hovewaert</a>, <span class="regelklein" id="l_1374">1374</span><br /></span> + <span class="i0">Daer ghi wel <a href="#vw_s50" class="vw_ref">sere</a> sijt <a href="#vw_b40" class="vw_ref">beclaghet</a> <span class="regel" id="l_1375">1375</span><br /></span> + <span class="i0">Ghi sijt drie waerve <a href="#vw_d4" class="vw_ref">ghedaghet</a>. <span class="regelklein" id="l_1376"><a href="#ln_1376">1376</a></span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_v70" class="vw_ref">Vermerredi</a> <a href="#vw_m1" class="vw_ref">maerghin</a> den dach, <span class="regelklein" id="l_1377"><a href="#ln_1377">1377</a></span><br /></span> + <span class="i0">So <a href="#vw_s120" class="vw_ref">sorghic</a>, dat u ne mach <span class="regelklein" id="l_1378">1378</span><br /></span> + <span class="i0">Neghene ghenade <a href="#vw_m22" class="vw_ref">mee</a> ghescien. <span class="regelklein" id="l_1379">1379</span><br /></span> + <span class="i0">Ghi sult ten derden daghe sien <span class="regel" id="l_1380"><a href="#ln_1380">1380</a></span><br /></span> + <span class="i0">U casteel bestormen, Maupertuus; <span class="regelklein" id="l_1381"><a href="#ln_1381">1381</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ghi sult <a href="#vw_r26" class="vw_ref">gherecht</a> sien vor u huus <span class="regelklein" id="l_1382">1382</span><br /></span> + <span class="i0">Ene galghe ofte een rat. <span class="regelklein" id="l_1383">1383</span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_o93" class="vw_ref">Over waer</a> segghic u dat, <span class="regelklein" id="l_1384">1384</span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_b33" class="vw_ref">Beide</a> u kindre ende u wijf <span class="regel" id="l_1385">1385</span><br /></span> + <span class="i0">Sullen verliesen haren <a href="#vw_l39" class="vw_ref">lijf</a>, <span class="regelklein" id="l_1386"><a href="#ln_1386">1386</a></span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_l2" class="vw_ref">Lachterlike</a>, al <a href="#vw_w4" class="vw_ref">sonder waen</a>; <span class="regelklein" id="l_1387">1387</span><br /></span> + <span class="i0">Ghine <a href="#vw_m62" class="vw_ref">moghet</a> selve niet <a href="#vw_o62" class="vw_ref">ontgaen</a>. <span class="regelklein" id="l_1388">1388</span><br /></span> + <span class="i0">Daer omme <a href="#vw_r11" class="vw_ref">es u die beste raet</a>, <span class="regelklein" id="l_1389">1389</span><br /></span> + <span class="i0">Dat ghi met mi te hove gaet: <span class="regel" id="l_1390"><a href="#ln_1390">1390</a></span><br /></span> + <span class="i0">Hets <a href="#vw_m55" class="vw_ref">messelic</a>, hoet <a href="#vw_g127" class="vw_ref">ghevallen</a> <a href="#vw_m62" class="vw_ref">mach</a>. <span class="regelklein" id="l_1391">1391</span><br /></span> + <span class="i0">U es <a href="#vw_d26" class="vw_ref">dicke</a> up enen dach <span class="regelklein" id="l_1392">1392</span><br /></span> + <span class="i0">Vremder <a href="#vw_a41" class="vw_ref">avonture</a> <a href="#vw_g127" class="vw_ref">ghevallen</a>, <span class="regelklein" id="l_1393"><a href="#ln_1393">1393</a></span><br /></span> + <span class="i0">Dat ghi noch <a href="#vw_qu14" class="vw_ref">quite van</a> hem allen <span class="regelklein" id="l_1394">1394</span><br /></span> + <span class="i0">Met des coninx <a href="#vw_o87" class="vw_ref">orlove</a> <span class="regel" id="l_1395">1395</span><br /></span> + <span class="i0">Nochtan sciet uten hove.” <span class="regelklein" id="l_1396"><a href="#ln_1396">1396</a></span><br /></span> +</div> +<div class="stanza"> + <span class="i1">Reinaert seide: Ghi secht waer. <span class="regelklein" id="l_1397">1397</span><br /></span> + <span class="i0">Nochtan, Grimbert, come ic daer, <span class="regelklein" id="l_1398">1398</span><br /></span> + <span class="i0">Onder des coninx <a href="#vw_g100" class="vw_ref">ghesinde</a>, <span class="regelklein" id="l_1399">1399</span><br /></span> + <span class="i0">Dat ic binden hove vinde, <span class="regel" id="l_1400"><a href="#ln_1400">1400</a></span><br /></span> + <span class="i0">Es up mi verbolghen al; <span class="regelklein" id="l_1401">1401</span><br /></span> + <span class="i0">Quame ic <a href="#vw_d9" class="vw_ref">dane</a>, het ware gheval. <span class="regelklein" id="l_1402">1402</span><br /></span> + <span class="i0">Nochtan dinct mi beter wesen <span class="regelklein" id="l_1403">1403</span><br /></span> +<span class="pagenum" title="53"></span><a id="p_53"></a> + <span class="i0">(Ghenese oft ic mach <a href="#vw_g76" class="vw_ref">ghenesen</a>,) <span class="regelklein" id="l_1404">1404</span><br /></span> + <span class="i0">Dat ic met u te hove vare, <span class="regel" id="l_1405">1405</span><br /></span> + <span class="i0">Dan het al verloren ware, <span class="regelklein" id="l_1406">1406</span><br /></span> + <span class="i0">Casteel, kindre ende wijf, <span class="regelklein" id="l_1407">1407</span><br /></span> + <span class="i0">Ende <a href="#vw_d2" class="vw_ref">daer toe</a> <a href="#vw_s56" class="vw_ref">mijns selves</a> <a href="#vw_l39" class="vw_ref">lijf</a>. <span class="regelklein" id="l_1408">1408</span><br /></span> + <span class="i0">In mach den coninc niet <a href="#vw_o62" class="vw_ref">ontgaen</a>; <span class="regelklein" id="l_1409">1409</span><br /></span> + <span class="i0">Alse ghi wilt, so willic gaen. <span class="regel" id="l_1410">1410</span><br /></span> + <span class="i0">Hort, vrouwe Hermeline, <span class="regelklein" id="l_1411"><a href="#ln_1411">1411</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ic <a href="#vw_b97" class="vw_ref">bevele</a> u die kindre mine, <span class="regelklein" id="l_1412">1412</span><br /></span> + <span class="i0">Dat ghire wale <a href="#vw_p25" class="vw_ref">pleghet</a> nu: <span class="regelklein" id="l_1413">1413</span><br /></span> + <span class="i0">Vor allen dandren bevelic u <span class="regelklein" id="l_1414"><a href="#ln_1414">1414</a></span><br /></span> + <span class="i0">Minen sone Reinaerdine: <span class="regel" id="l_1415">1415</span><br /></span> + <span class="i0">Hem staen wel die <a href="#vw_g2" class="vw_ref">gaerdeline</a> <span class="regelklein" id="l_1416">1416</span><br /></span> + <span class="i0">An sijn <a href="#vw_m76" class="vw_ref">muulkijn</a> over al: <span class="regelklein" id="l_1417"><a href="#ln_1417">1417</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ic hope, dat hi mi <a href="#vw_s77" class="vw_ref">slachten</a> sal. <span class="regelklein" id="l_1418">1418</span><br /></span> + <span class="i0">Hier es Rosseel, een scone <a href="#vw_d30" class="vw_ref">dief</a>, <span class="regelklein" id="l_1419">1419</span><br /></span> + <span class="i0">Die hebbic nochtan alse lief, <span class="regel" id="l_1420"><a href="#ln_1420">1420</a></span><br /></span> + <span class="i0">Als iemen sine kindre doet; <span class="regelklein" id="l_1421"><a href="#ln_1421">1421</a></span><br /></span> + <span class="i0">Al eist, dat ic nu henen moet, <span class="regelklein" id="l_1422"><a href="#ln_1422">1422</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ic salt <a href="#vw_n6" class="vw_ref">mi nemen harde na</a>, <span class="regelklein" id="l_1423">1423</span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_u8" class="vw_ref">Up dat</a> ic mach, dat ic <a href="#vw_o62" class="vw_ref">ontga</a>. <span class="regelklein" id="l_1424">1424</span><br /></span> + <span class="i0">Grimbert, neve, God moet u <a href="#vw_l49" class="vw_ref">lonen</a>.” <span class="regel" id="l_1425">1425</span><br /></span> + <span class="i0">Met hoofscen worden ende met sconen <span class="regelklein" id="l_1426">1426</span><br /></span> + <span class="i0">Nam Reinaert <a href="#vw_a27" class="vw_ref">an</a> den sinen <a href="#vw_o87" class="vw_ref">orlof</a>, <span class="regelklein" id="l_1427"><a href="#ln_1427">1427</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ende <a href="#vw_r44" class="vw_ref">rumede</a> <a href="#vw_s56" class="vw_ref">sijns selves</a> hof. <span class="regelklein" id="l_1428"><a href="#ln_1428">1428</a></span><br /></span> +</div> +<div class="stanza"> + <span class="i1">Ai hoe droeve bleef vrouwe Hermeline, <span class="regelklein" id="l_1429">1429</span><br /></span> + <span class="i0">Ende hare clene <a href="#vw_w53" class="vw_ref">welpekine</a>, <span class="regel" id="l_1430">1430</span><br /></span> + <span class="i0">Doe Reinaert <a href="#vw_s31" class="vw_ref">sciet</a> uut Maupertuus, <span class="regelklein" id="l_1431">1431</span><br /></span> + <span class="i0">Ende hi hof <a href="#vw_l17" class="vw_ref">liet</a> ende huus <span class="regelklein" id="l_1432">1432</span><br /></span> + <span class="i0">Aldus <a href="#vw_o9" class="vw_ref">omberaden</a> staen! <span class="regelklein" id="l_1433">1433</span><br /></span> +<span class="pagenum" title="54"></span><a id="p_54"></a> + <span class="i0">Nu horet, wat hi heeft ghedaen. <span class="regelklein" id="l_1434"><a href="#ln_1434">1434</a></span><br /></span> + <span class="i0">Teerst dat hi quam <a href="#vw_a27" class="vw_ref">ander</a> heiden, <span class="regel" id="l_1435">1435</span><br /></span> + <span class="i0">Hi sprac te Grimbert, ende seide: <span class="regelklein" id="l_1436"><a href="#ln_1436">1436</a></span><br /></span> + <span class="i0">Grimbert, scone <a href="#vw_s111" class="vw_ref">wel soete</a> neve, <span class="regelklein" id="l_1437">1437</span><br /></span> + <span class="i0">Van <a href="#vw_s119" class="vw_ref">sorghe</a> suchtic ende beve. <span class="regelklein" id="l_1438"><a href="#ln_1438">1438</a></span><br /></span> + <span class="i0">Lieve neve, ic wille gaen <span class="regelklein" id="l_1439">1439</span><br /></span> + <span class="i0">(Nu hort mine redene <a href="#vw_s3" class="vw_ref">saen</a>,) <span class="regel" id="l_1440">1440</span><br /></span> + <span class="i0">Te biechte hier te <a href="#vw_d24" class="vw_ref">di</a>: <span class="regelklein" id="l_1441"><a href="#ln_1441">1441</a></span><br /></span> + <span class="i0">Hier <a href="#vw_n16" class="vw_ref">nes</a> ander pape bi. <span class="regelklein" id="l_1442">1442</span><br /></span> + <span class="i0">Hebbic mine biechte ghedaen, <span class="regelklein" id="l_1443">1443</span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_h33" class="vw_ref">Hoe so</a> die saken mijn vergaen, <span class="regelklein" id="l_1444"><a href="#ln_1444">1444</a></span><br /></span> + <span class="i0">Mine siele sal te <a href="#vw_ck19" class="vw_ref">claerre</a> wesen.” <span class="regel" id="l_1445">1445</span><br /></span> + <span class="i0">Grimbert antworde na desen: <span class="regelklein" id="l_1446">1446</span><br /></span> + <span class="i0">Oom, wildi te biechte gaen, <span class="regelklein" id="l_1447"><a href="#ln_1447">1447</a></span><br /></span> + <span class="i0">So moetti dan <a href="#vw_v65" class="vw_ref">verloven</a> <a href="#vw_s3" class="vw_ref">saen</a> <span class="regelklein" id="l_1448">1448</span><br /></span> + <span class="i0">Alle <a href="#vw_d32" class="vw_ref">diefte</a> ende allen roof; <span class="regelklein" id="l_1449"><a href="#ln_1449">1449</a></span><br /></span> + <span class="i0">Oft en <a href="#vw_d29" class="vw_ref">diet</a> u niet een <a href="#vw_l51" class="vw_ref">loof</a>!” <span class="regel" id="l_1450">1450</span><br /></span> + <span class="i0">—Dat wetic wel, sprac Reinaert, <span class="regelklein" id="l_1451">1451</span><br /></span> + <span class="i0">Grimbert, nu hort <a href="#vw_h2" class="vw_ref">haerwaert</a>, <span class="regelklein" id="l_1452">1452</span><br /></span> + <span class="i0">Ende <a href="#vw_v10" class="vw_ref">vandet mi gheraden</a>; <span class="regelklein" id="l_1453">1453</span><br /></span> + <span class="i0">Siet, ic come u te ghenade, <span class="regelklein" id="l_1454"><a href="#ln_1454">1454</a></span><br /></span> + <span class="i0">Van <a href="#vw_a17" class="vw_ref">algader</a> miere mesdaet: <span class="regel" id="l_1455"><a href="#ln_1455">1455</a></span><br /></span> + <span class="i0">Nu hort, Grimbert, ende verstaet: <span class="regelklein" id="l_1456">1456</span><br /></span> + <span class="i0">Confiteor pater, mater, <span class="regelklein" id="l_1457">1457</span><br /></span> + <span class="i0">Dat ic den otter ende den cater <span class="regelklein" id="l_1458">1458</span><br /></span> + <span class="i0">Ende allen dieren hebbe mesdaen; <span class="regelklein" id="l_1459"><a href="#ln_1459">1459</a></span><br /></span> + <span class="i0">Daer af willic mi in biechte <a href="#vw_d88" class="vw_ref">dwaen</a>.” <span class="regel" id="l_1460">1460</span><br /></span> + <span class="i0">Grimbert sprac: Oom, <a href="#vw_w15" class="vw_ref">walschedi</a>? <span class="regelklein" id="l_1461">1461</span><br /></span> +<span class="pagenum" title="55"></span><a id="p_55"></a> + <span class="i0">Oft ghi wilt, sprect jeghen mi <span class="regelklein" id="l_1462"><a href="#ln_1462">1462</a></span><br /></span> + <span class="i0">In <a href="#vw_d34" class="vw_ref">Dietsche</a>, dat ict mach verstaen.” <span class="regelklein" id="l_1463">1463</span><br /></span> + <span class="i0">Doe sprac Reinaert: Ic hebbe mesdaen <span class="regelklein" id="l_1464">1464</span><br /></span> + <span class="i0">Jeghen allen dieren, die nu leven; <span class="regel" id="l_1465"><a href="#ln_1465">1465</a></span><br /></span> + <span class="i0">Bidt Gode, dat hijt mi vergheve! <span class="regelklein" id="l_1466"><a href="#ln_1466">1466</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ic dede minen oom Brunen <span class="regelklein" id="l_1467"><a href="#ln_1467">1467</a></span><br /></span> + <span class="i0">Al bloedich maken sine <a href="#vw_ck54" class="vw_ref">crune</a>. <span class="regelklein" id="l_1468">1468</span><br /></span> + <span class="i0">Tibert dede ic muse <a href="#vw_v3" class="vw_ref">vaen</a> <span class="regelklein" id="l_1469">1469</span><br /></span> + <span class="i0">(Daer ickene sere dede slaen,) <span class="regel" id="l_1470">1470</span><br /></span> + <span class="i0">Tes papen, daer hi spranc int strec. <span class="regelklein" id="l_1471"><a href="#ln_1471">1471</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ic hebbe ghedaen groot <a href="#vw_o32" class="vw_ref">ongherec</a> <span class="regelklein" id="l_1472"><a href="#ln_1472">1472</a></span><br /></span> + <span class="i0">Cantecleer, ende sinen kindren, <span class="regelklein" id="l_1473"><a href="#ln_1473">1473</a></span><br /></span> + <span class="i0">Waren si meerre ofte mindre, <span class="regelklein" id="l_1474">1474</span><br /></span> + <span class="i0">Dicke <a href="#vw_m3" class="vw_ref">makedicse</a> <a href="#vw_l56" class="vw_ref">los</a>: <span class="regel" id="l_1475">1475</span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_d58" class="vw_ref">Dor</a> recht beclaghet hi den vos. <span class="regelklein" id="l_1476">1476</span><br /></span> + <span class="i0">Die coninc en es mi niet <a href="#vw_o62" class="vw_ref">ontgaen</a>; <span class="regelklein" id="l_1477"><a href="#ln_1477">1477</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ic hebbe hem toren ooc ghedaen, <span class="regelklein" id="l_1478">1478</span><br /></span> + <span class="i0">Ende <a href="#vw_m37" class="vw_ref">mesprijs</a> der coninghinne, <span class="regelklein" id="l_1479"><a href="#ln_1479">1479</a></span><br /></span> + <span class="i0">Dat si <a href="#vw_s124" class="vw_ref">spade</a> sullen <a href="#vw_v104" class="vw_ref">verwinnen</a> <span class="regel" id="l_1480"><a href="#ln_1480">1480</a></span><br /></span> + <span class="i0">Also vele ere van mi. <span class="regelklein" id="l_1481"><a href="#ln_1481">1481</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ooc hebbic, dat segghic di, <span class="regelklein" id="l_1482">1482</span><br /></span> + <span class="i0">Grimbert, liede mee bedroghen, <span class="regelklein" id="l_1483"><a href="#ln_1483">1483</a></span><br /></span> + <span class="i0">Dan ic di soude ghesegghen <a href="#vw_m62" class="vw_ref">moghen</a>. <span class="regelklein" id="l_1484">1484</span><br /></span> + <span class="i0">Ende Isengrijn, dat verstaet, <span class="regel" id="l_1485">1485</span><br /></span> +<span class="pagenum" title="56"></span><a id="p_56"></a> + <span class="i0">Hiet ic oom, <a href="#vw_d58" class="vw_ref">dor</a> <a href="#vw_b9" class="vw_ref">baraet</a>; <span class="regelklein" id="l_1486">1486</span><br /></span> + <span class="i0">Ic maecten <a href="#vw_m68" class="vw_ref">monc</a> ter Elmare: <span class="regelklein" id="l_1487"><a href="#ln_1487">1487</a></span><br /></span> + <span class="i0">Dat wi beide <a href="#vw_b24" class="vw_ref">begheven</a> waren, <span class="regelklein" id="l_1488"><a href="#ln_1488">1488</a></span><br /></span> + <span class="i0">Dat wart hem al te siere pine. <span class="regelklein" id="l_1489"><a href="#ln_1489">1489</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ic dede hem an dien <a href="#vw_ck29" class="vw_ref">clockelinen</a> <span class="regel" id="l_1490"><a href="#ln_1490">1490</a></span><br /></span> + <span class="i0">Binden <a href="#vw_b33" class="vw_ref">beide</a> sine voete: <span class="regelklein" id="l_1491">1491</span><br /></span> + <span class="i0">Dat luden <a href="#vw_s112" class="vw_ref">wart</a> hem doe so <a href="#vw_s112" class="vw_ref">soete</a>, <span class="regelklein" id="l_1492">1492</span><br /></span> + <span class="i0">Dat hijt <a href="#vw_e12" class="vw_ref">emmer</a> wilde leren: <span class="regelklein" id="l_1493">1493</span><br /></span> + <span class="i0">Dat <a href="#vw_v39" class="vw_ref">verghinc</a> hem <a href="#vw_v39" class="vw_ref">tonnere</a>: <span class="regelklein" id="l_1494"><a href="#ln_1494">1494</a></span><br /></span> + <span class="i0">Want hi luudde so utermaten, <span class="regel" id="l_1495">1495</span><br /></span> + <span class="i0">Dat alle die ghinghen <a href="#vw_b112" class="vw_ref">bi</a> der strate, <span class="regelklein" id="l_1496"><a href="#ln_1496">1496</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ende waren binder Elmare, <span class="regelklein" id="l_1497"><a href="#ln_1497">1497</a></span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_w16" class="vw_ref">Waenden</a> dat die duvel ware, <span class="regelklein" id="l_1498">1498</span><br /></span> + <span class="i0">Ende liepen daer si luden horden. <span class="regelklein" id="l_1499">1499</span><br /></span> + <span class="i0">Eer hi doe <a href="#vw_ck36" class="vw_ref">conste</a> in corten worden <span class="regel" id="l_1500">1500</span><br /></span> + <span class="i0">Ghespreken: Ic wille mi <a href="#vw_b23" class="vw_ref">begheven</a>,” <span class="regelklein" id="l_1501">1501</span><br /></span> + <span class="i0">Hadsi hem <a href="#vw_n1" class="vw_ref">na</a> ghenomen tleven. <span class="regelklein" id="l_1502">1502</span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_s73" class="vw_ref">Sint</a> dedic hem die <a href="#vw_ck54" class="vw_ref">crune</a> gheven: <span class="regelklein" id="l_1503"><a href="#ln_1503">1503</a></span><br /></span> + <span class="i0">Hem machs <a href="#vw_g23" class="vw_ref">ghedinken</a> al sijn leven, <span class="regelklein" id="l_1504">1504</span><br /></span> + <span class="i0">Dat wetic wel <a href="#vw_o93" class="vw_ref">over waer</a>. <span class="regel" id="l_1505">1505</span><br /></span> + <span class="i0">Ic dede hem <a href="#vw_b61" class="vw_ref">bernen</a> <a href="#vw_a9" class="vw_ref">af</a> dat haer, <span class="regelklein" id="l_1506"><a href="#ln_1506">1506</a></span><br /></span> + <span class="i0">So dat hem die <a href="#vw_s187" class="vw_ref">swaerde</a> <a href="#vw_ck47" class="vw_ref">cramp</a>. <span class="regelklein" id="l_1507">1507</span><br /></span> + <span class="i0">Sint dedic hem meerren <a href="#vw_s20" class="vw_ref">scamp</a> <span class="regelklein" id="l_1508">1508</span><br /></span> + <span class="i0">Upt ijs, daer icken leerde visscen, <span class="regelklein" id="l_1509">1509</span><br /></span> + <span class="i0">Daer hi niene <a href="#vw_ck36" class="vw_ref">conste</a> <a href="#vw_o77" class="vw_ref">ontwisscen</a>: <span class="regel" id="l_1510"><a href="#ln_1510">1510</a></span><br /></span> + <span class="i0">Hi ontfinker meneghen slach. <span class="regelklein" id="l_1511">1511</span><br /></span> + <span class="i0">Sint leiddicken up enen dach <span class="regelklein" id="l_1512"><a href="#ln_1512">1512</a></span><br /></span> +<span class="pagenum" title="57"></span><a id="p_57"></a> + <span class="i0">Tote des papen van ... blois. <span class="regelklein" id="l_1513"><a href="#ln_1513">1513</a></span><br /></span> + <span class="i0">In al dat lant van Vermendois <span class="regelklein" id="l_1514">1514</span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_s118" class="vw_ref">Sone</a> woonde gheen pape riker. <span class="regel" id="l_1515"><a href="#ln_1515">1515</a></span><br /></span> + <span class="i0">Die selve pape hadde enen <a href="#vw_s130" class="vw_ref">spiker</a>, <span class="regelklein" id="l_1516">1516</span><br /></span> + <span class="i0">Daer menich vet <a href="#vw_b3" class="vw_ref">bake</a> in lach; <span class="regelklein" id="l_1517">1517</span><br /></span> + <span class="i0">Des haddic <a href="#vw_d26" class="vw_ref">dicke</a> goet <a href="#vw_g41" class="vw_ref">ghelach</a>. <span class="regelklein" id="l_1518">1518</span><br /></span> + <span class="i0">Onder dien <a href="#vw_s130" class="vw_ref">spiker</a> haddic een gat <span class="regelklein" id="l_1519">1519</span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_v57" class="vw_ref">Verhohenlike</a> ghemaect: in dat <span class="regel" id="l_1520">1520</span><br /></span> + <span class="i0">Dedic Isengrijn incrupen; <span class="regelklein" id="l_1521"><a href="#ln_1521">1521</a></span><br /></span> + <span class="i0">Daer vant hi <a href="#vw_r31" class="vw_ref">rentvleesc</a> in cupen, <span class="regelklein" id="l_1522">1522</span><br /></span> + <span class="i0">Ende <a href="#vw_b3" class="vw_ref">baken</a> hanghende vele. <span class="regelklein" id="l_1523"><a href="#ln_1523">1523</a></span><br /></span> + <span class="i0">Daer dedi dor sine kele <span class="regelklein" id="l_1524"><a href="#ln_1524">1524</a></span><br /></span> + <span class="i0">So vele <a href="#vw_g48" class="vw_ref">gheliden</a> utermaten, <span class="regel" id="l_1525">1525</span><br /></span> + <span class="i0">Als hi <a href="#vw_w38" class="vw_ref">weder</a> uten gate <span class="regelklein" id="l_1526">1526</span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_w16" class="vw_ref">Waende</a> keren, uter <a href="#vw_n44" class="vw_ref">noot</a>, <span class="regelklein" id="l_1527">1527</span><br /></span> + <span class="i0">Hem was die <a href="#vw_l20" class="vw_ref">lede</a> buuc so groot, <span class="regelklein" id="l_1528"><a href="#ln_1528">1528</a></span><br /></span> + <span class="i0">Dat hi <a href="#vw_b40" class="vw_ref">beclaghede</a> sijn ghewin. <span class="regelklein" id="l_1529">1529</span><br /></span> + <span class="i0">Daer hi was comen hongherich in, <span class="regel" id="l_1530">1530</span><br /></span> + <span class="i0">Ne condi <a href="#vw_s13" class="vw_ref">sat</a> niet comen uut. <span class="regelklein" id="l_1531"><a href="#ln_1531">1531</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ic liep, ic maecte groot <a href="#vw_g57" class="vw_ref">gheluut</a> <span class="regelklein" id="l_1532">1532</span><br /></span> + <span class="i0">Int dorp, ende maecte groot <a href="#vw_g90" class="vw_ref">gherochte</a>; <span class="regelklein" id="l_1533">1533</span><br /></span> + <span class="i0">Nu hort, wat ic daer <a href="#vw_t39" class="vw_ref">toebrochte</a>. <span class="regelklein" id="l_1534">1534</span><br /></span> + <span class="i0">Ic liep al daer die pape sat <span class="regel" id="l_1535">1535</span><br /></span> + <span class="i0">Te siere taflen ende at. <span class="regelklein" id="l_1536">1536</span><br /></span> +</div> +<div class="stanza"> +<span class="pagenum" title="58"></span><a id="p_58"></a> + <span class="i1">Die pape hadde een cappoen: <span class="regelklein" id="l_1537"><a href="#ln_1537">1537</a></span><br /></span> + <span class="i0">Dat was dat alrebeste <a href="#vw_h37" class="vw_ref">hoen</a> <span class="regelklein" id="l_1538">1538</span><br /></span> + <span class="i0">Dat men in al dat lant vant: <span class="regelklein" id="l_1539">1539</span><br /></span> + <span class="i0">Hi was <a href="#vw_g143" class="vw_ref">ghewent</a> al toter hant. <span class="regel" id="l_1540"><a href="#ln_1540">1540</a></span><br /></span> + <span class="i0">Dien <a href="#vw_p32" class="vw_ref">prandic</a> in minen mont <span class="regelklein" id="l_1541">1541</span><br /></span> + <span class="i0">Vor die tafle, daer hi stont, <span class="regelklein" id="l_1542">1542</span><br /></span> + <span class="i0">Al daert die pape toesach. <span class="regelklein" id="l_1543">1543</span><br /></span> + <span class="i0">Doe riep die pape: Nu <a href="#vw_v2" class="vw_ref">vanc</a>! slach! <span class="regelklein" id="l_1544"><a href="#ln_1544">1544</a></span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_h19" class="vw_ref">Helpe</a>, wie sach dit wonder <a href="#vw_n29" class="vw_ref">nie</a>? <span class="regel" id="l_1545">1545</span><br /></span> + <span class="i0">Die vos comt, daer ic toesie, <span class="regelklein" id="l_1546">1546</span><br /></span> + <span class="i0">Ende rooft mi in <a href="#vw_s56" class="vw_ref">mijns selves</a> huus; <span class="regelklein" id="l_1547"><a href="#ln_1547">1547</a></span><br /></span> + <span class="i0">So helpe mi sancta spiritus! <span class="regelklein" id="l_1548">1548</span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_w60" class="vw_ref">Te wers hem</a>, dat hire quam!” <span class="regelklein" id="l_1549">1549</span><br /></span> + <span class="i0">Dat tafelmes hi upnam, <span class="regel" id="l_1550">1550</span><br /></span> + <span class="i0">Ende <a href="#vw_s147" class="vw_ref">stac</a> die tafle, dat soe vlooch <span class="regelklein" id="l_1551">1551</span><br /></span> + <span class="i0">Verre boven mi harde hooch, <span class="regelklein" id="l_1552">1552</span><br /></span> + <span class="i0">In <a href="#vw_m50" class="vw_ref">middewaerde</a> upten vloer. <span class="regelklein" id="l_1553">1553</span><br /></span> + <span class="i0">Hi <a href="#vw_s189" class="vw_ref">vloecte</a> sere <a href="#vw_s189" class="vw_ref">ende swoer</a>, <span class="regelklein" id="l_1554">1554</span><br /></span> + <span class="i0">Ende riep lude: Slach ende <a href="#vw_v1" class="vw_ref">va</a>!” <span class="regel" id="l_1555">1555</span><br /></span> + <span class="i0">Ende ic vore, ende hi na. <span class="regelklein" id="l_1556">1556</span><br /></span> + <span class="i0">Sijn tafelmes haddi <a href="#vw_v49" class="vw_ref">verheven</a>, <span class="regelklein" id="l_1557">1557</span><br /></span> + <span class="i0">Ende brochte mi <a href="#vw_d78" class="vw_ref">ghedreven</a> <span class="regelklein" id="l_1558">1558</span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_u3" class="vw_ref">Up Isengrijn</a>, daer hi <a href="#vw_s168" class="vw_ref">stont</a>: <span class="regelklein" id="l_1559">1559</span><br /></span> + <span class="i0">Ic hadde dat <a href="#vw_h37" class="vw_ref">hoen</a> in minen mont, <span class="regel" id="l_1560">1560</span><br /></span> + <span class="i0">Dat harde groot was ende swaer; <span class="regelklein" id="l_1561">1561</span><br /></span> + <span class="i0">Dat so moestic laten daer, <span class="regelklein" id="l_1562">1562</span><br /></span> + <span class="i0">Wast mi leet ofte lief. <span class="regelklein" id="l_1563">1563</span><br /></span> + <span class="i0">Doe riep die pape: Ai, here dief, <span class="regelklein" id="l_1564">1564</span><br /></span> + <span class="i0">Ghi moet den roof laten!” <span class="regel" id="l_1565"><a href="#ln_1565">1565</a></span><br /></span> +<span class="pagenum" title="59"></span><a id="p_59"></a> + <span class="i0">Ende ic ghinc miere strate <span class="regelklein" id="l_1566"><a href="#ln_1566">1566</a></span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_d9" class="vw_ref">Dane</a>, daer ic wesen woude. <span class="regelklein" id="l_1567">1567</span><br /></span> + <span class="i0">Alse die pape <a href="#vw_u12" class="vw_ref">upheffen</a> soude <span class="regelklein" id="l_1568">1568</span><br /></span> + <span class="i0">Dat hoen, sach hi Isengrine. <span class="regelklein" id="l_1569">1569</span><br /></span> +</div> +<div class="stanza"> + <span class="i1">Doe <a href="#vw_n9" class="vw_ref">naecte</a> hem ene grote pine; <span class="regel" id="l_1570"><a href="#ln_1570">1570</a></span><br /></span> + <span class="i0">Hi warpene int oghe metten messe. <span class="regelklein" id="l_1571">1571</span><br /></span> + <span class="i0">Den pape volgheden si sesse, <span class="regelklein" id="l_1572"><a href="#ln_1572">1572</a></span><br /></span> + <span class="i0">Die alle met groten <a href="#vw_s145" class="vw_ref">staven</a> quamen: <span class="regelklein" id="l_1573">1573</span><br /></span> + <span class="i0">Ende als si Isengrijn <a href="#vw_v72" class="vw_ref">vernamen</a> <span class="regelklein" id="l_1574">1574</span><br /></span> + <span class="i0">Doe maecten si een groot <a href="#vw_g57" class="vw_ref">gheluut</a>, <span class="regel" id="l_1575">1575</span><br /></span> + <span class="i0">Ende die ghebure quamen uut, <span class="regelklein" id="l_1576">1576</span><br /></span> + <span class="i0">Ende maecten grote <a href="#vw_n30" class="vw_ref">niemare</a> <span class="regelklein" id="l_1577">1577</span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_m13" class="vw_ref">Manlic andren</a>, dat daer ware <span class="regelklein" id="l_1578">1578</span><br /></span> + <span class="i0">In spapen <a href="#vw_s130" class="vw_ref">spiker</a> een wulf <a href="#vw_v3" class="vw_ref">ghevaen</a>, <span class="regelklein" id="l_1579">1579</span><br /></span> + <span class="i0">Die hem selven hadde ghedaen <span class="regel" id="l_1580">1580</span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_b109" class="vw_ref">Bi den buke</a> in dat gat. <span class="regelklein" id="l_1581">1581</span><br /></span> + <span class="i0">Als die ghebure <a href="#vw_g133" class="vw_ref">ghevreischten</a> dat, <span class="regelklein" id="l_1582"><a href="#ln_1582">1582</a></span><br /></span> + <span class="i0">Liepen si dat wonder <a href="#vw_b67" class="vw_ref">bescouwen</a>. <span class="regelklein" id="l_1583">1583</span><br /></span> + <span class="i0">Aldaer wart Isengrijn <a href="#vw_b135" class="vw_ref">teblouwen</a>, <span class="regelklein" id="l_1584">1584</span><br /></span> + <span class="i0">So dat hem <a href="#vw_s129" class="vw_ref">ghinc</a> al <a href="#vw_s129" class="vw_ref">uten spele</a>; <span class="regel" id="l_1585">1585</span><br /></span> + <span class="i0">Want hi ontfinker harde vele <span class="regelklein" id="l_1586">1586</span><br /></span> + <span class="i0">Groter slaghe, ende groter worpe. <span class="regelklein" id="l_1587"><a href="#ln_1587">1587</a></span><br /></span> + <span class="i0">Daer quamen die kindre vanden dorpe, <span class="regelklein" id="l_1588"><a href="#ln_1588">1588</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ende verbonden hem die oghen: <span class="regelklein" id="l_1589">1589</span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_s135" class="vw_ref">Het stont</a> hem <a href="#vw_s135" class="vw_ref">so</a>, hi moest <a href="#vw_g28" class="vw_ref">ghedoghen</a>. <span class="regel" id="l_1590">1590</span><br /></span> + <span class="i0">So sere sloechsi ende staken, <span class="regelklein" id="l_1591">1591</span><br /></span> + <span class="i0">Dat sine uten gate traken, <span class="regelklein" id="l_1592">1592</span><br /></span> + <span class="i0">(Doe <a href="#vw_g28" class="vw_ref">ghedoghedi</a> vele <a href="#vw_o34" class="vw_ref">onghevals</a>) <span class="regelklein" id="l_1593">1593</span><br /></span> + <span class="i0">Ende bonden hem an sinen <a href="#vw_ck45" class="vw_ref">hals</a> <span class="regelklein" id="l_1594">1594</span><br /></span> +<span class="pagenum" title="60"></span><a id="p_60"></a> + <span class="i0">Enen steen, ende <a href="#vw_l15" class="vw_ref">lieten</a> gaen, <span class="regel" id="l_1595"><a href="#ln_1595">1595</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ende <a href="#vw_l17" class="vw_ref">lietene</a> dien honden <a href="#vw_s3" class="vw_ref">saen</a>, <span class="regelklein" id="l_1596"><a href="#ln_1596">1596</a></span><br /></span> + <span class="i0">Diene ghinghen <a href="#vw_b12" class="vw_ref">bassen</a> ende jaghen. <span class="regelklein" id="l_1597">1597</span><br /></span> + <span class="i0">Ooc <a href="#vw_d33" class="vw_ref">diende</a> men hem met groten slaghen <span class="regelklein" id="l_1598">1598</span><br /></span> + <span class="i0">So langhe, dat hi <a href="#vw_g53" class="vw_ref">ghelove</a> was. <span class="regelklein" id="l_1599"><a href="#ln_1599">1599</a></span><br /></span> + <span class="i0">Doe viel hi neder up dat gras <span class="regel" id="l_1600">1600</span><br /></span> + <span class="i0">Oft hi ware al <a href="#vw_s158" class="vw_ref">steendoot</a>. <span class="regelklein" id="l_1601">1601</span><br /></span> + <span class="i0">Doe was dier kindre bliscap groot. <span class="regelklein" id="l_1602">1602</span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_g157" class="vw_ref">Ghindre</a> was grote <a href="#vw_n30" class="vw_ref">niemare</a>. <span class="regelklein" id="l_1603">1603</span><br /></span> + <span class="i0">Si leidene up ene bare, <span class="regelklein" id="l_1604"><a href="#ln_1604">1604</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ende droeghene met groten <a href="#vw_g39" class="vw_ref">ghehuke</a> <span class="regel" id="l_1605">1605</span><br /></span> + <span class="i0">Over stene ende over struke. <span class="regelklein" id="l_1606">1606</span><br /></span> +</div> +<div class="stanza"> + <span class="i1">Buten dorpe, in ene gracht, <span class="regelklein" id="l_1607"><a href="#ln_1607">1607</a></span><br /></span> + <span class="i0">Bleef hi ligghende al dien nacht: <span class="regelklein" id="l_1608">1608</span><br /></span> + <span class="i0">Inne weet hoe hi <a href="#vw_d9" class="vw_ref">dane</a> <a href="#vw_v13" class="vw_ref">voer</a>. <span class="regelklein" id="l_1609"><a href="#ln_1609">1609</a></span><br /></span> + <span class="i0">Sint verwarvic, dat hi mi <a href="#vw_s188" class="vw_ref">swoer</a> <span class="regel" id="l_1610"><a href="#ln_1610">1610</a></span><br /></span> + <span class="i0">Sine <a href="#vw_h52" class="vw_ref">hulde</a> een jaer al omtrent. <span class="regelklein" id="l_1611">1611</span><br /></span> + <span class="i0">Dat dede hi up sulc <a href="#vw_ck39" class="vw_ref">convent</a>, <span class="regelklein" id="l_1612"><a href="#ln_1612">1612</a></span><br /></span> + <span class="i0">Dat icken soude maken <a href="#vw_h37" class="vw_ref">hoenre</a> <a href="#vw_s13" class="vw_ref">sat</a>. <span class="regelklein" id="l_1613">1613</span><br /></span> + <span class="i0">Doe leiddicken in ene <a href="#vw_s155" class="vw_ref">stat</a>, <span class="regelklein" id="l_1614"><a href="#ln_1614">1614</a></span><br /></span> + <span class="i0">Daer ic hem <a href="#vw_d49" class="vw_ref">dede te verstane</a>, <span class="regel" id="l_1615">1615</span><br /></span> + <span class="i0">Datter hinnen ende een hane <span class="regelklein" id="l_1616"><a href="#ln_1616">1616</a></span><br /></span> + <span class="i0">In een groot huus, an ere strate, <span class="regelklein" id="l_1617"><a href="#ln_1617">1617</a></span><br /></span> + <span class="i0">Up enen <a href="#vw_h1" class="vw_ref">haenbalke</a> saten. <span class="regelklein" id="l_1618">1618</span><br /></span> + <span class="i0">Recht ere valdore bi, <span class="regelklein" id="l_1619"><a href="#ln_1619">1619</a></span><br /></span> + <span class="i0">Daer dedic Isengrijn <a href="#vw_b111" class="vw_ref">bi</a> mi <span class="regel" id="l_1620">1620</span><br /></span> +<span class="pagenum" title="61"></span><a id="p_61"></a> + <span class="i0"><a href="#vw_u1" class="vw_ref">Up</a> dat huus clemmen boven: <span class="regelklein" id="l_1621">1621</span><br /></span> + <span class="i0">Ic seide, ic wilde hem <a href="#vw_g55" class="vw_ref">gheloven</a>, <span class="regelklein" id="l_1622">1622</span><br /></span> + <span class="i0">Wildi crupen in die valdore, <span class="regelklein" id="l_1623">1623</span><br /></span> + <span class="i0">Dat hire soude vinden vore <span class="regelklein" id="l_1624">1624</span><br /></span> + <span class="i0">Van vetten hoenren sijn <a href="#vw_g132" class="vw_ref">ghevoech</a>. <span class="regel" id="l_1625"><a href="#ln_1625">1625</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ter valdore ghinc hi ende loech, <span class="regelklein" id="l_1626">1626</span><br /></span> + <span class="i0">Ende croop daer in met <a href="#vw_v6" class="vw_ref">vare</a>, <span class="regelklein" id="l_1627">1627</span><br /></span> + <span class="i0">Ende began tasten <a href="#vw_h14" class="vw_ref">harentare</a>. <span class="regelklein" id="l_1628"><a href="#ln_1628">1628</a></span><br /></span> + <span class="i0">Hi taste, ende als hi niet en vant <span class="regelklein" id="l_1629">1629</span><br /></span> + <span class="i0">Sprac hi: Neve, hets hier <a href="#vw_b100" class="vw_ref">bewant</a> <span class="regel" id="l_1630">1630</span><br /></span> + <span class="i0">Te <a href="#vw_s119" class="vw_ref">sorghe</a>: ic ne vinder niet.” <span class="regelklein" id="l_1631"><a href="#ln_1631">1631</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ic sprac: Oom, wats ghesciet, <span class="regelklein" id="l_1632"><a href="#ln_1632">1632</a></span><br /></span> + <span class="i0">Cruupter een <a href="#vw_l25" class="vw_ref">lettel</a> <a href="#vw_b87" class="vw_ref">bet</a> in: <span class="regelklein" id="l_1633">1633</span><br /></span> + <span class="i0">Men moet wel <a href="#vw_p17" class="vw_ref">pinen</a> omme <a href="#vw_g144" class="vw_ref">ghewin</a>; <span class="regelklein" id="l_1634"><a href="#ln_1634">1634</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ic hebse wech, diere saten vore.” <span class="regel" id="l_1635">1635</span><br /></span> + <span class="i0">Dus so liet hi hem <a href="#vw_v35" class="vw_ref">verdoren</a>, <span class="regelklein" id="l_1636">1636</span><br /></span> + <span class="i0">Dat hi die <a href="#vw_h37" class="vw_ref">hoenre</a> te verre sochte. <span class="regelklein" id="l_1637">1637</span><br /></span> + <span class="i0">Ic sach, dat icken <a href="#vw_h43" class="vw_ref">honen</a> <a href="#vw_m62" class="vw_ref">mochte</a>, <span class="regelklein" id="l_1638">1638</span><br /></span> + <span class="i0">Ende hoonden so, dat hi <a href="#vw_v13" class="vw_ref">voer</a> <span class="regelklein" id="l_1639"><a href="#ln_1639">1639</a></span><br /></span> + <span class="i0">Vant dac boven <a href="#vw_u1" class="vw_ref">upten</a> vloer, <span class="regel" id="l_1640"><a href="#ln_1640">1640</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ende <a href="#vw_g130" class="vw_ref">gaf enen</a> groten <a href="#vw_g130" class="vw_ref">val</a>, <span class="regelklein" id="l_1641">1641</span><br /></span> + <span class="i0">Dat si <a href="#vw_o72" class="vw_ref">ontspronghen</a> overal, <span class="regelklein" id="l_1642">1642</span><br /></span> + <span class="i0">Die daer in den huse sliepen. <span class="regelklein" id="l_1643"><a href="#ln_1643">1643</a></span><br /></span> + <span class="i0">Die bi den viere laghen, si riepen <span class="regelklein" id="l_1644"><a href="#ln_1644">1644</a></span><br /></span> + <span class="i0">Dat ware in huus, sine wisten wat, <span class="regel" id="l_1645">1645</span><br /></span> + <span class="i0">Ghevallen dor dat <a href="#vw_v111" class="vw_ref">viwergat</a>. <span class="regelklein" id="l_1646"><a href="#ln_1646">1646</a></span><br /></span> +<span class="pagenum" title="62"></span><a id="p_62"></a> + <span class="i0">Si <a href="#vw_u15" class="vw_ref">worden up</a>, ende ontstaken lecht: <span class="regelklein" id="l_1647"><a href="#ln_1647">1647</a></span><br /></span> + <span class="i0">Doe sine daer saghen, <a href="#vw_e1" class="vw_ref">echt</a> <span class="regelklein" id="l_1648">1648</span><br /></span> + <span class="i0">Wart hi ghewont toter doot. <span class="regelklein" id="l_1649">1649</span><br /></span> + <span class="i0">Ic hebben <a href="#vw_b152" class="vw_ref">brocht</a> in menegher <a href="#vw_n44" class="vw_ref">noot</a>, <span class="regel" id="l_1650">1650</span><br /></span> + <span class="i0">Meer dan ic <a href="#vw_g96" class="vw_ref">ghesegghen</a> <a href="#vw_m62" class="vw_ref">mochte</a>. <span class="regelklein" id="l_1651">1651</span><br /></span> + <span class="i0">Nochtan, al dat ic nie <a href="#vw_g153" class="vw_ref">ghewrochte</a> <span class="regelklein" id="l_1652"><a href="#ln_1652">1652</a></span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_ij6" class="vw_ref">Jeghen</a> hem, so ne <a href="#vw_r42" class="vw_ref">roeke</a> ic niet <span class="regelklein" id="l_1653">1653</span><br /></span> + <span class="i0">So sere, als dat ic <a href="#vw_v80" class="vw_ref">verriet</a> <span class="regelklein" id="l_1654">1654</span><br /></span> + <span class="i0">Vrouwe Hersinde, sijn scone wijf, <span class="regel" id="l_1655"><a href="#ln_1655">1655</a></span><br /></span> + <span class="i0">Die hi liever dan <a href="#vw_s56" class="vw_ref">sijns selfs</a> lijf <span class="regelklein" id="l_1656"><a href="#ln_1656">1656</a></span><br /></span> + <span class="i0">Hadde: God <a href="#vw_m61" class="vw_ref">moet</a> mi vergheven! <span class="regelklein" id="l_1657"><a href="#ln_1657">1657</a></span><br /></span> + <span class="i0">Haer dedic, dat mi liever <a href="#vw_b128" class="vw_ref">bleven</a> <span class="regelklein" id="l_1658"><a href="#ln_1658">1658</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ware te doene, dant es ghedaen.” <span class="regelklein" id="l_1659"><a href="#ln_1659">1659</a></span><br /></span> + <span class="i0">Grimbert sprac: Oft ghi wilt gaen <span class="regel" id="l_1660">1660</span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_ck21" class="vw_ref">Claerlike</a> te biechte tote mi, <span class="regelklein" id="l_1661"><a href="#ln_1661">1661</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ende sijn van uwen sonden vri, <span class="regelklein" id="l_1662">1662</span><br /></span> + <span class="i0">So suldi spreken ombedect. <span class="regelklein" id="l_1663">1663</span><br /></span> + <span class="i0">In weet, <a href="#vw_w61" class="vw_ref">werwaert</a> ghi dit <a href="#vw_t49" class="vw_ref">trect</a>: <span class="regelklein" id="l_1664">1664</span><br /></span> + <span class="i0">Ic hebbe jeghen sijn wijf mesdaen.” <span class="regel" id="l_1665">1665</span><br /></span> + <span class="i0">Oom, dat en can ic niet verstaen, <span class="regelklein" id="l_1666">1666</span><br /></span> + <span class="i0">Waer ghi <a href="#vw_ck14" class="vw_ref">dese tale keert</a>.” <span class="regelklein" id="l_1667">1667</span><br /></span> + <span class="i0">Reinaert sprac: Neve Grimbeert, <span class="regelklein" id="l_1668">1668</span><br /></span> + <span class="i0">Ware dat <a href="#vw_h50" class="vw_ref">hoofschede</a> groot, <span class="regelklein" id="l_1669">1669</span><br /></span> + <span class="i0">Oft ic hadde gheseit <a href="#vw_b133" class="vw_ref">al bloot</a>: <span class="regel" id="l_1670">1670</span><br /></span> + <span class="i0">Ic hebbe gheslapen <a href="#vw_b111" class="vw_ref">bi</a> miere moien? <span class="regelklein" id="l_1671">1671</span><br /></span> + <span class="i0">Ghi sijt mijn maech, u souts <a href="#vw_v76" class="vw_ref">vernoien</a>, <span class="regelklein" id="l_1672">1672</span><br /></span> + <span class="i0">Seidic eneghe <a href="#vw_d67" class="vw_ref">dorperheit</a>. <span class="regelklein" id="l_1673">1673</span><br /></span> +<span class="pagenum" title="63"></span><a id="p_63"></a> + <span class="i0">Grimbert, nu hebbic gheseit <span class="regelklein" id="l_1674">1674</span><br /></span> + <span class="i0">Al dat mi <a href="#vw_m62" class="vw_ref">mach</a> <a href="#vw_g23" class="vw_ref">ghedinken</a> nu: <span class="regel" id="l_1675">1675</span><br /></span> + <span class="i0">Geeft mi aflaet, biddic u, <span class="regelklein" id="l_1676"><a href="#ln_1676">1676</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ende <a href="#vw_s63" class="vw_ref">settet</a> mi dat u dinct goet.” <span class="regelklein" id="l_1677">1677</span><br /></span> + <span class="i0">Grimbert was wijs ende vroet: <span class="regelklein" id="l_1678">1678</span><br /></span> + <span class="i0">Hi brac een <a href="#vw_r36" class="vw_ref">rijs</a> van ere haghe, <span class="regelklein" id="l_1679">1679</span><br /></span> + <span class="i0">Ende gaffer hem mede <span class="smcap">XL</span> slaghe <span class="regel" id="l_1680"><a href="#ln_1680">1680</a></span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_o92" class="vw_ref">Over</a> alle sine mesdade. <span class="regelklein" id="l_1681"><a href="#ln_1681">1681</a></span><br /></span> + <span class="i0">Daerna, <a href="#vw_r6" class="vw_ref">in gherechten rade</a>, <span class="regelklein" id="l_1682"><a href="#ln_1682">1682</a></span><br /></span> + <span class="i0">Riet hi hem goet te wesene, <span class="regelklein" id="l_1683">1683</span><br /></span> + <span class="i0">Te wakene, ende te <a href="#vw_l23" class="vw_ref">lesene</a>, <span class="regelklein" id="l_1684"><a href="#ln_1684">1684</a></span><br /></span> + <span class="i0">Te vastene, ende te <a href="#vw_v107" class="vw_ref">vierne</a>, <span class="regel" id="l_1685"><a href="#ln_1685">1685</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ende <a href="#vw_w8" class="vw_ref">te weghe waert</a> te <a href="#vw_s161" class="vw_ref">stierne</a> <span class="regelklein" id="l_1686">1686</span><br /></span> + <span class="i0">Die hi buten weghe saghe: <span class="regelklein" id="l_1687"><a href="#ln_1687">1687</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ende hi <a href="#vw_v129" class="vw_ref">vort</a> alle sine daghe <span class="regelklein" id="l_1688"><a href="#ln_1688">1688</a></span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_b62" class="vw_ref">Bescedenlike</a> <ins class="err" id="err4" title="Erratum: Niet in Bron.">hem</ins> soude <a href="#vw_g74" class="vw_ref">gheneren</a>. <span class="regelklein" id="l_1689"><a href="#ln_1689">1689</a></span><br /></span> + <span class="i0">Hierna so dedi hem <a href="#vw_v101" class="vw_ref">versweren</a> <span class="regel" id="l_1690">1690</span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_b33" class="vw_ref">Beide</a> roven ende stelen. <span class="regelklein" id="l_1691">1691</span><br /></span> +</div> +<div class="stanza"> + <span class="i1">Nu moet hi siere siele telen, <span class="regelklein" id="l_1692"><a href="#ln_1692">1692</a></span><br /></span> +<span class="pagenum" title="64"></span><a id="p_64"></a> + <span class="i0">Reinaert, bi Grimberts rade, <span class="regelklein" id="l_1693">1693</span><br /></span> + <span class="i0">Ende ghinc te hove, <a href="#vw_u6" class="vw_ref">up ghenade</a>. <span class="regelklein" id="l_1694">1694</span><br /></span> +</div> +<div class="stanza"> + <span class="i1">Nu es die biechte daer ghedaen. <span class="regel" id="l_1695"><a href="#ln_1695">1695</a></span><br /></span> + <span class="i0">Die heren hebben den wech <a href="#vw_b83" class="vw_ref">bestaen</a> <span class="regelklein" id="l_1696">1696</span><br /></span> + <span class="i0">Tote des conincs hovewaert. <span class="regelklein" id="l_1697">1697</span><br /></span> + <span class="i0">Nu was, buter <a href="#vw_r23" class="vw_ref">rechter</a> <a href="#vw_v8" class="vw_ref">vaert</a>, <span class="regelklein" id="l_1698">1698</span><br /></span> + <span class="i0">Die si te gane hadden begonnen, <span class="regelklein" id="l_1699">1699</span><br /></span> + <span class="i0">Een <a href="#vw_p36" class="vw_ref">prioreit</a> van swarten nonnen, <span class="regel" id="l_1700">1700</span><br /></span> + <span class="i0">Daer meneghe gans ende menich <a href="#vw_h37" class="vw_ref">hoen</a>, <span class="regelklein" id="l_1701">1701</span><br /></span> + <span class="i0">Meneghe hinne, menich cappoen, <span class="regelklein" id="l_1702">1702</span><br /></span> + <span class="i0">Plaghen te <a href="#vw_w36" class="vw_ref">wedene</a>, buten mure. <span class="regelklein" id="l_1703">1703</span><br /></span> + <span class="i0">Dit wiste die <a href="#vw_f1" class="vw_ref">felle</a> <a href="#vw_ck50" class="vw_ref">creature</a>, <span class="regelklein" id="l_1704">1704</span><br /></span> + <span class="i0">Die <a href="#vw_o33" class="vw_ref">onghetrouwe</a> Reinaert, <span class="regel" id="l_1705">1705</span><br /></span> + <span class="i0">Ende sprac: Te ghenen hovewaert <span class="regelklein" id="l_1706">1706</span><br /></span> + <span class="i0">So <a href="#vw_l38" class="vw_ref">leghet</a> onse <a href="#vw_r23" class="vw_ref">rechte</a> strate.” <span class="regelklein" id="l_1707">1707</span><br /></span> + <span class="i0">Met dusdanen barate<a href="#vw_d87" class="vw_ref">dusdanen</a> <a href="#vw_b9" class="vw_ref">barate</a> <span class="regelklein" id="l_1708">1708</span><br /></span> + <span class="i0">Leidde hi Grimbert <a href="#vw_b111" class="vw_ref">bi</a> der scure, <span class="regelklein" id="l_1709">1709</span><br /></span> + <span class="i0">Daer die hoenre buten mure <span class="regel" id="l_1710">1710</span><br /></span> + <span class="i0">Ghinghen <a href="#vw_w36" class="vw_ref">weden</a> <a href="#vw_h14" class="vw_ref">harentare</a>. <span class="regelklein" id="l_1711">1711</span><br /></span> + <span class="i0">Der hoenre <a href="#vw_g139" class="vw_ref">wart</a> Reinaert <a href="#vw_g139" class="vw_ref">gheware</a>: <span class="regelklein" id="l_1712">1712</span><br /></span> + <span class="i0">Sine oghen begonsten <a href="#vw_o15" class="vw_ref">omme te gane</a>. <span class="regelklein" id="l_1713"><a href="#ln_1713">1713</a></span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_b157" class="vw_ref">Buten</a> den andren ghinc een hane, <span class="regelklein" id="l_1714">1714</span><br /></span> + <span class="i0">Die harde vet was ende jonc: <span class="regel" id="l_1715">1715</span><br /></span> + <span class="i0">Daerna <a href="#vw_g131" class="vw_ref">gaf</a> Reinaert <a href="#vw_g131" class="vw_ref">enen spronc</a>, <span class="regelklein" id="l_1716">1716</span><br /></span> + <span class="i0">So dat dien hane die <a href="#vw_p27" class="vw_ref">plume</a> <a href="#vw_s173" class="vw_ref">stoven</a>. <span class="regelklein" id="l_1717"><a href="#ln_1717">1717</a></span><br /></span> + <span class="i0">Grimbert sprac: Ghi <a href="#vw_d41" class="vw_ref">dinct</a> mi <a href="#vw_d69" class="vw_ref">doven</a>, <span class="regelklein" id="l_1718"><a href="#ln_1718">1718</a></span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_o46" class="vw_ref">Onsalich</a> man, wat wildi doen? <span class="regelklein" id="l_1719">1719</span><br /></span> + <span class="i0">Wildi noch om een hoen <span class="regel" id="l_1720"><a href="#ln_1720">1720</a></span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_ij16" class="vw_ref">In</a> alle die grote sonden <a href="#vw_ij16" class="vw_ref">slaen</a>, <span class="regelklein" id="l_1721">1721</span><br /></span> + <span class="i0">Daer ghi te biechte af sijt ghegaen? <span class="regelklein" id="l_1722"><a href="#ln_1722">1722</a></span><br /></span> +<span class="pagenum" title="65"></span><a id="p_65"></a> + <span class="i0">Dat moet u wel sere rouwen!” <span class="regelklein" id="l_1723">1723</span><br /></span> + <span class="i0">Reinaert sprac: <a href="#vw_t53" class="vw_ref">Bi rechter trouwe</a>, <span class="regelklein" id="l_1724"><a href="#ln_1724">1724</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ic hads vergheten, lieve neve; <span class="regel" id="l_1725">1725</span><br /></span> + <span class="i0">Bit Gode, dat hijt mi vergheve. <span class="regelklein" id="l_1726">1726</span><br /></span> + <span class="i0">Het ne ghesciet mi nemmermeer.” <span class="regelklein" id="l_1727">1727</span><br /></span> + <span class="i0">Doe <a href="#vw_w43" class="vw_ref">daden</a> si <a href="#vw_w43" class="vw_ref">enen wederkeer</a> <span class="regelklein" id="l_1728">1728</span><br /></span> + <span class="i0">Over ene smale brugghe. <span class="regelklein" id="l_1729">1729</span><br /></span> + <span class="i0">Hoe <a href="#vw_d26" class="vw_ref">dicke</a> sach Reinaert <a href="#vw_a4" class="vw_ref">achter rugghe</a>e <span class="regel" id="l_1730">1730</span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_w38" class="vw_ref">Weder</a>, daer die hoenre ghinghen! <span class="regelklein" id="l_1731">1731</span><br /></span> + <span class="i0">Hine conste hem niet <a href="#vw_d89" class="vw_ref">bedwinghen</a>, <span class="regelklein" id="l_1732">1732</span><br /></span> + <span class="i0">Hine moeste <a href="#vw_p26" class="vw_ref">siere seden pleghen</a>: <span class="regelklein" id="l_1733">1733</span><br /></span> + <span class="i0">Hadde men hem thooft af ghesleghen, <span class="regelklein" id="l_1734"><a href="#ln_1734">1734</a></span><br /></span> + <span class="i0">Het ware ten hoenrenwaert ghevloghen, <span class="regel" id="l_1735">1735</span><br /></span> + <span class="i0">Also verre alst hadde <a href="#vw_m63" class="vw_ref">ghemoghen</a>. <span class="regelklein" id="l_1736">1736</span><br /></span> + <span class="i0">Grimbert sach dit <a href="#vw_g43" class="vw_ref">ghelaet</a> <span class="regelklein" id="l_1737">1737</span><br /></span> + <span class="i0">Ende seide: <a href="#vw_o45" class="vw_ref">Onreine</a> vraet, <span class="regelklein" id="l_1738">1738</span><br /></span> + <span class="i0">Dat u dat oghe so <a href="#vw_o15" class="vw_ref">omme gaet</a>!” <span class="regelklein" id="l_1739">1739</span><br /></span> + <span class="i0">Reinaert andworde: Ghi doet quaet, <span class="regel" id="l_1740">1740</span><br /></span> + <span class="i0">Dat ghi mine <a href="#vw_h23" class="vw_ref">herte</a> so <ins class="err" id="err5" title="Erratum: verdoort"><a href="#vw_v35" class="vw_ref">becoort</a></ins>, <span class="regelklein" id="l_1741"><a href="#ln_1741">1741</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ende mine bede dus verstoort: <span class="regelklein" id="l_1742"><a href="#ln_1742">1742</a></span><br /></span> + <span class="i0">Laet mi doch lesen een pater nooster, <span class="regelklein" id="l_1743"><a href="#ln_1743">1743</a></span><br /></span> + <span class="i0">Der hoenre sielen vanden clooster, <span class="regelklein" id="l_1744">1744</span><br /></span> + <span class="i0">Ende den gansen te <a href="#vw_g65" class="vw_ref">ghenade</a>, <span class="regel" id="l_1745"><a href="#ln_1745">1745</a></span><br /></span> + <span class="i0">Die ic <a href="#vw_d26" class="vw_ref">dicke</a> hebbe <a href="#vw_v80" class="vw_ref">verraden</a>, <span class="regelklein" id="l_1746">1746</span><br /></span> + <span class="i0">Die ic desen heleghen nonnen <span class="regelklein" id="l_1747">1747</span><br /></span> + <span class="i0">Met miere list hebbe af ghewonnen.” <span class="regelklein" id="l_1748"><a href="#ln_1748">1748</a></span><br /></span> + <span class="i0">Grimbert <a href="#vw_b46" class="vw_ref">balch</a>, <a href="#vw_n27" class="vw_ref">newaer</a> Reinaert <span class="regelklein" id="l_1749">1749</span><br /></span> + <span class="i0">Hadde emmer doghen achterwaert, <span class="regel" id="l_1750"><a href="#ln_1750">1750</a></span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_t28" class="vw_ref">Tes</a> si quamen ter <a href="#vw_r23" class="vw_ref">rechter</a> strate. <span class="regelklein" id="l_1751">1751</span><br /></span> +<span class="pagenum" title="66"></span><a id="p_66"></a> + <span class="i0">Doe began hem droeve ghelaten, <span class="regelklein" id="l_1752"><a href="#ln_1752">1752</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ende harde sere beefde Reinaert, <span class="regelklein" id="l_1753"><a href="#ln_1753">1753</a></span><br /></span> + <span class="i0">Dat si keerden te hove waert, <span class="regelklein" id="l_1754"><a href="#ln_1754">1754</a></span><br /></span> + <span class="i0">Daer hi waende sere <a href="#vw_m39" class="vw_ref">mesraken</a>. <span class="regel" id="l_1755">1755</span><br /></span> +</div> +<div class="stanza"> + <span class="i1">Doe hi began den hove naken, <span class="regelklein" id="l_1756">1756</span><br /></span> + <span class="i0">Ende in sconinx hof was vernomen, <span class="regelklein" id="l_1757">1757</span><br /></span> + <span class="i0">Dat Reinaert ware te hove comen, <span class="regelklein" id="l_1758">1758</span><br /></span> + <span class="i0">Met Grimbert den das, <span class="regelklein" id="l_1759"><a href="#ln_1759">1759</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ic <a href="#vw_w16" class="vw_ref">wane</a> daer niemen was <span class="regel" id="l_1760"><a href="#ln_1760">1760</a></span><br /></span> + <span class="i0">So aerm, no van so <a href="#vw_ck49" class="vw_ref">cranken</a> maghen, <span class="regelklein" id="l_1761">1761</span><br /></span> + <span class="i0">Hine <a href="#vw_u4" class="vw_ref">gherede hem up een claghen</a>: <span class="regelklein" id="l_1762">1762</span><br /></span> +<span class="pagenum" title="67"></span><a id="p_67"></a> + <span class="i0">Dit was al <a href="#vw_ij6" class="vw_ref">jeghen</a> Reinaerde. <span class="regelklein" id="l_1763">1763</span><br /></span> + <span class="i0">Nochtan dedi als donvervaerde, <span class="regelklein" id="l_1764"><a href="#ln_1764">1764</a></span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_h33" class="vw_ref">Hoe so</a> hem <a href="#vw_m59" class="vw_ref">te moede</a> was; <span class="regel" id="l_1765">1765</span><br /></span> + <span class="i0">Ende sprac te Grimbeert den das: <span class="regelklein" id="l_1766"><a href="#ln_1766">1766</a></span><br /></span> + <span class="i0">Leidet ons die hoochste strate!” <span class="regelklein" id="l_1767">1767</span><br /></span> + <span class="i0">Reinaert ghinc in dien <a href="#vw_g43" class="vw_ref">ghelate</a>, <span class="regelklein" id="l_1768">1768</span><br /></span> + <span class="i0">Ende in al so <a href="#vw_b145" class="vw_ref">bouden</a> <a href="#vw_g10" class="vw_ref">ghebare</a>, <span class="regelklein" id="l_1769">1769</span><br /></span> + <span class="i0">Oft hi sconinx sone ware, <span class="regel" id="l_1770"><a href="#ln_1770">1770</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ende hi niet en hadde mesdaen. <span class="regelklein" id="l_1771">1771</span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_b144" class="vw_ref">Boudelike</a> ghinc hi staen <span class="regelklein" id="l_1772"><a href="#ln_1772">1772</a></span><br /></span> + <span class="i0">Vor Nobele, dien coninc, <span class="regelklein" id="l_1773">1773</span><br /></span> + <span class="i0">Ende sprac: <a href="#vw_g11" class="vw_ref">God, die alle dinc</a> <span class="regelklein" id="l_1774">1774</span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_g11" class="vw_ref">Gheboot</a>, hi gheve u, coninc here, <span class="regel" id="l_1775">1775</span><br /></span> + <span class="i0">Langhe bliscap ende ere. <span class="regelklein" id="l_1776">1776</span><br /></span> + <span class="i0">Ic groet u, coninc, ende hebbes recht: <span class="regelklein" id="l_1777"><a href="#ln_1777">1777</a></span><br /></span> + <span class="i0">En hadde <a href="#vw_n29" class="vw_ref">nie</a> coninc enen cnecht <span class="regelklein" id="l_1778">1778</span><br /></span> + <span class="i0">So ghetrouwe jeghen hem, <span class="regelklein" id="l_1779">1779</span><br /></span> + <span class="i0">Als <a href="#vw_b49" class="vw_ref">ic</a> <a href="#vw_o4" class="vw_ref">oit</a> was ende <a href="#vw_b49" class="vw_ref">bem</a>: <span class="regel" id="l_1780">1780</span><br /></span> + <span class="i0">Dat es dicke <a href="#vw_a33" class="vw_ref">worden anscijn</a>: <span class="regelklein" id="l_1781">1781</span><br /></span> + <span class="i0">Nochtan die sulke, die hier sijn, <span class="regelklein" id="l_1782">1782</span><br /></span> + <span class="i0">Souden mi herde gherne roven <span class="regelklein" id="l_1783"><a href="#ln_1783">1783</a></span><br /></span> + <span class="i0">Uwer <a href="#vw_h51" class="vw_ref">hulde</a>, wildi hem <a href="#vw_g54" class="vw_ref">gheloven</a>; <span class="regelklein" id="l_1784"><a href="#ln_1784">1784</a></span><br /></span> + <span class="i0">Maer neen ghi niet; God moet u lonen! <span class="regel" id="l_1785"><a href="#ln_1785">1785</a></span><br /></span> + <span class="i0">Het ne betaemt niet der <a href="#vw_ck52" class="vw_ref">crone</a>, <span class="regelklein" id="l_1786"><a href="#ln_1786">1786</a></span><br /></span> +<span class="pagenum" title="68"></span><a id="p_68"></a> + <span class="i0">Dat soe den <a href="#vw_s17" class="vw_ref">scalken</a> ende den <a href="#vw_f1" class="vw_ref">fellen</a> <span class="regelklein" id="l_1787"><a href="#ln_1787">1787</a></span><br /></span> + <span class="i0">Te lichte ghelove dat si vertellen. <span class="regelklein" id="l_1788"><a href="#ln_1788">1788</a></span><br /></span> + <span class="i0">Nochtan willics Gode <a href="#vw_ck24" class="vw_ref">claghen</a>: <span class="regelklein" id="l_1789">1789</span><br /></span> + <span class="i0">Dier es te vele in onsen daghen, <span class="regel" id="l_1790">1790</span><br /></span> + <span class="i0">Der scalke, die <a href="#vw_w101" class="vw_ref">wroeghen</a> connen, <span class="regelklein" id="l_1791">1791</span><br /></span> + <span class="i0">Die die <a href="#vw_v121" class="vw_ref">vorder hant hebben</a> <a href="#vw_w79" class="vw_ref">ghewonnen</a> <span class="regelklein" id="l_1792"><a href="#ln_1792">1792</a></span><br /></span> + <span class="i0">Over al, in riken hoven, <span class="regelklein" id="l_1793"><a href="#ln_1793">1793</a></span><br /></span> + <span class="i0">Dien sal men niet gheloven: <span class="regelklein" id="l_1794">1794</span><br /></span> + <span class="i0">Die <a href="#vw_s18" class="vw_ref">scalcheit</a> es hem <a href="#vw_b118" class="vw_ref">binnen gheboren</a>; <span class="regel" id="l_1795">1795</span><br /></span> + <span class="i0">Dat si den goeden beraden <a href="#vw_t45" class="vw_ref">toren</a>, <span class="regelklein" id="l_1796"><a href="#ln_1796">1796</a></span><br /></span> + <span class="i0">Dat <a href="#vw_u5" class="vw_ref">wreke</a> God <a href="#vw_u5" class="vw_ref">up haer leven</a>, <span class="regelklein" id="l_1797">1797</span><br /></span> + <span class="i0">Ende <a href="#vw_m61" class="vw_ref">moete</a> hem ewelike gheven <span class="regelklein" id="l_1798">1798</span><br /></span> + <span class="i0">Al sulken loon, als si sijn waert!” <span class="regelklein" id="l_1799">1799</span><br /></span> +</div> +<div class="stanza"> + <span class="i1">Die coninc sprac: <a href="#vw_o113" class="vw_ref">Owi</a> Reinaert, <span class="regel" id="l_1800">1800</span><br /></span> + <span class="i0">Owi Reinaert, <a href="#vw_o45" class="vw_ref">onreine</a> <a href="#vw_qu2" class="vw_ref">quaet</a>, <span class="regelklein" id="l_1801">1801</span><br /></span> + <span class="i0">Wat condi al scone <a href="#vw_g43" class="vw_ref">ghelaet</a>! <span class="regelklein" id="l_1802"><a href="#ln_1802">1802</a></span><br /></span> + <span class="i0">Dat en can u ghehelpen niet een <a href="#vw_ck2" class="vw_ref">caf</a>. <span class="regelklein" id="l_1803"><a href="#ln_1803">1803</a></span><br /></span> + <span class="i0">Nu comt uwes <a href="#vw_s85" class="vw_ref">smekens</a> af: <span class="regelklein" id="l_1804">1804</span><br /></span> + <span class="i0">In werde bi smekene niet u vrient. <span class="regel" id="l_1805">1805</span><br /></span> + <span class="i0">Hets waer, ghi sout mi hebben ghedient <span class="regelklein" id="l_1806">1806</span><br /></span> + <span class="i0">Van ere sake in den woude, <span class="regelklein" id="l_1807"><a href="#ln_1807">1807</a></span><br /></span> +<span class="pagenum" title="69"></span><a id="p_69"></a> + <span class="i0">Daer ghi qualic in hebt ghehouden <span class="regelklein" id="l_1808"><a href="#ln_1808">1808</a></span><br /></span> + <span class="i0">Die vrede, die ic hadde <a href="#vw_s188" class="vw_ref">ghesworen</a>.” <span class="regelklein" id="l_1809"><a href="#ln_1809">1809</a></span><br /></span> + <span class="i0">—<a href="#vw_o113" class="vw_ref">Owi</a>, wat hebbic al verloren!” <span class="regel" id="l_1810">1810</span><br /></span> + <span class="i0">Riep Canticleer, die daer stont. <span class="regelklein" id="l_1811">1811</span><br /></span> + <span class="i0">Die coninc sprac: Hout uwen mont, <span class="regelklein" id="l_1812">1812</span><br /></span> + <span class="i0">Here Canticleer, nu laet mi spreken: <span class="regelklein" id="l_1813">1813</span><br /></span> + <span class="i0">Laet mi antworden sinen <a href="#vw_t47" class="vw_ref">treken</a>. <span class="regelklein" id="l_1814">1814</span><br /></span> +</div> +<div class="stanza"> + <span class="i1">Ai, here <a href="#vw_d31" class="vw_ref">dief</a>, Reinaert, <span class="regel" id="l_1815">1815</span><br /></span> + <span class="i0">Dat ghi mi lief <a href="#vw_w12" class="vw_ref">hebt</a> ende <a href="#vw_w12" class="vw_ref">waert</a>, <span class="regelklein" id="l_1816">1816</span><br /></span> + <span class="i0">Dat hebdi, sonder uwe <a href="#vw_p16" class="vw_ref">pine</a>, <span class="regelklein" id="l_1817">1817</span><br /></span> + <span class="i0">Minen boden laten <a href="#vw_s33" class="vw_ref">scinen</a>, <span class="regelklein" id="l_1818"><a href="#ln_1818">1818</a></span><br /></span> + <span class="i0">Aerm man Tibert, here Brunen, <span class="regelklein" id="l_1819">1819</span><br /></span> + <span class="i0">Dien noch bloedich es die <a href="#vw_ck54" class="vw_ref">crune</a>! <span class="regel" id="l_1820"><a href="#ln_1820">1820</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ic ne sal u niet vele <a href="#vw_s24" class="vw_ref">scelden</a>: <span class="regelklein" id="l_1821"><a href="#ln_1821">1821</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ic <a href="#vw_w16" class="vw_ref">waent</a> u kele sal <a href="#vw_o63" class="vw_ref">ontghelden</a> <span class="regelklein" id="l_1822">1822</span><br /></span> + <span class="i0">Noch heden, al <a href="#vw_u2" class="vw_ref">up ene wile</a>.” <span class="regelklein" id="l_1823">1823</span><br /></span> + <span class="i0">—Nomine Patrum, Christum File! <span class="regelklein" id="l_1824">1824</span><br /></span> + <span class="i0">Sprac Reinaert, oft mijn here Brunen <span class="regel" id="l_1825">1825</span><br /></span> + <span class="i0">Noch al bloedich es die crune, <span class="regelklein" id="l_1826">1826</span><br /></span> + <span class="i0">Was hi <a href="#vw_b137" class="vw_ref">teblouwen</a>, oft <a href="#vw_v94" class="vw_ref">versproken</a>, <span class="regelklein" id="l_1827">1827</span><br /></span> + <span class="i0">Waer hi goet, het ware ghewroken, <span class="regelklein" id="l_1828"><a href="#ln_1828">1828</a></span><br /></span> + <span class="i0">Eer hi <a href="#vw_n43" class="vw_ref">noint</a> vlo int water. <span class="regelklein" id="l_1829">1829</span><br /></span> +<span class="pagenum" title="70"></span><a id="p_70"></a> + <span class="i0"><a href="#vw_b8" class="vw_ref">Banderside</a> Tibert die cater, <span class="regel" id="l_1830"><a href="#ln_1830">1830</a></span><br /></span> + <span class="i0">Dien ic herberghede ende ontfinc, <span class="regelklein" id="l_1831">1831</span><br /></span> + <span class="i0">Oft hi ute om stelen ghinc <span class="regelklein" id="l_1832">1832</span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_t30" class="vw_ref">Tes papen</a>, <a href="#vw_s116" class="vw_ref">sonder</a> minen raet, <span class="regelklein" id="l_1833">1833</span><br /></span> + <span class="i0">Ende hem die pape dede quaet, <span class="regelklein" id="l_1834">1834</span><br /></span> + <span class="i0">Bi Gode, soudic dat <a href="#vw_o63" class="vw_ref">ontghelden</a>, <span class="regel" id="l_1835">1835</span><br /></span> + <span class="i0">So mochtic mijn gheluc wel <a href="#vw_s24" class="vw_ref">scelden</a>!” <span class="regelklein" id="l_1836">1836</span><br /></span> + <span class="i0">Vort sprac Reinaert: Coninc lioen, <span class="regelklein" id="l_1837">1837</span><br /></span> + <span class="i0">Wien <a href="#vw_t60" class="vw_ref">twifelt</a> des, ghine moghet doen <span class="regelklein" id="l_1838">1838</span><br /></span> + <span class="i0">Dat ghi <a href="#vw_g11" class="vw_ref">ghebiet</a> over mi? <span class="regelklein" id="l_1839">1839</span><br /></span> + <span class="i0">Hoe goet mine <a href="#vw_s10" class="vw_ref">sake</a> si, <span class="regel" id="l_1840"><a href="#ln_1840">1840</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ghi moghet mi <a href="#vw_v144" class="vw_ref">vromen</a> ende <a href="#vw_s16" class="vw_ref">scaden</a>; <span class="regelklein" id="l_1841">1841</span><br /></span> + <span class="i0">Wildi mi sieden, ofte braden, <span class="regelklein" id="l_1842">1842</span><br /></span> + <span class="i0">Ofte hanghen, ofte <a href="#vw_b123" class="vw_ref">blenden</a>, <span class="regelklein" id="l_1843">1843</span><br /></span> + <span class="i0">Ic ne <a href="#vw_m62" class="vw_ref">mach</a> u niet <a href="#vw_o76" class="vw_ref">ontwenden</a>; <span class="regelklein" id="l_1844">1844</span><br /></span> + <span class="i0">Alle diere sijn in u <a href="#vw_b21" class="vw_ref">bedwanc</a>. <span class="regel" id="l_1845">1845</span><br /></span> + <span class="i0">Ghi sijt groot, ende ic bem <a href="#vw_ck49" class="vw_ref">cranc</a>; <span class="regelklein" id="l_1846">1846</span><br /></span> + <span class="i0">Mine hulp es clene, ende duwe groot: <span class="regelklein" id="l_1847">1847</span><br /></span> + <span class="i0">Bi Gode, al sloeghedi mi doot, <span class="regelklein" id="l_1848"><a href="#ln_1848">1848</a></span><br /></span> + <span class="i0">Dat ware ene cranke <a href="#vw_w96" class="vw_ref">wrake</a>; <span class="regelklein" id="l_1849">1849</span><br /></span> + <span class="i0">Lichte men daer ave hilde sprake.” <span class="regel" id="l_1850"><a href="#ln_1850">1850</a></span><br /></span> +</div> +<span class="pagenum" title="71"></span><a id="p_71"></a> +<div class="stanza"> + <span class="i1">Doe spranc up Belijn, die ram, <span class="regelklein" id="l_1851">1851</span><br /></span> + <span class="i0">Ende sine <a href="#vw_h27" class="vw_ref">hie</a>, die met hem quam, <span class="regelklein" id="l_1852">1852</span><br /></span> + <span class="i0">Dat was <a href="#vw_d8" class="vw_ref">dame</a> Hawi: <span class="regelklein" id="l_1853">1853</span><br /></span> + <span class="i0">Belijn sprac: Gawi <span class="regelklein" id="l_1854">1854</span><br /></span> + <span class="i0">Alle vort met onser claghe!” <span class="regel" id="l_1855">1855</span><br /></span> + <span class="i0">Brune spranc up, met sinen maghen, <span class="regelklein" id="l_1856">1856</span><br /></span> + <span class="i0">Ende Tibeert die felle, <span class="regelklein" id="l_1857">1857</span><br /></span> + <span class="i0">Ende Isengrijn sijn gheselle, <span class="regelklein" id="l_1858">1858</span><br /></span> + <span class="i0">Forcondet dat <a href="#vw_e23" class="vw_ref">everswijn</a>, <span class="regelklein" id="l_1859">1859</span><br /></span> + <span class="i0">Ende die <a href="#vw_r22" class="vw_ref">raven</a> Tiecelijn, <span class="regel" id="l_1860">1860</span><br /></span> + <span class="i0">Pancer die bever, ooc Bruneel, <span class="regelklein" id="l_1861">1861</span><br /></span> + <span class="i0"><span class="gvvr">....................</span> <span class="regelklein" id="l_1862"><a href="#ln_1862">1862</a></span><br /></span> + <span class="i0">Dat <a href="#vw_w34" class="vw_ref">watervar</a>, dat <a href="#vw_b158" class="vw_ref">butseel</a>, <span class="regelklein" id="l_1863">1863</span><br /></span> + <span class="i0">Ende dat <a href="#vw_e3" class="vw_ref">eencoren</a>, here Rosseel, <span class="regelklein" id="l_1864">1864</span><br /></span> + <span class="i0">Dieweline, die <a href="#vw_v145" class="vw_ref">vrouwe</a> <a href="#vw_f2" class="vw_ref">fine</a> , <span class="regel" id="l_1865">1865</span><br /></span> + <span class="i0">Cantecleer ende die kindre sine, <span class="regelklein" id="l_1866">1866</span><br /></span> + <span class="i0">Makende groten <a href="#vw_v20" class="vw_ref">vederslach</a>, <span class="regelklein" id="l_1867"><a href="#ln_1867">1867</a></span><br /></span> + <span class="i0">Dat foret, Clenebejach, <span class="regelklein" id="l_1868">1868</span><br /></span> + <span class="i0">Liepen alle in dese <a href="#vw_s22" class="vw_ref">scare</a>: <span class="regelklein" id="l_1869">1869</span><br /></span> +<span class="pagenum" title="72"></span><a id="p_72"></a> + <span class="i0">Alle dese ghinghen openbare <span class="regel" id="l_1870">1870</span><br /></span> + <span class="i0">Vor haren here, den coninc, staen, <span class="regelklein" id="l_1871">1871</span><br /></span> + <span class="i0">Ende daden Reinaert <a href="#vw_v3" class="vw_ref">vaen</a>. <span class="regelklein" id="l_1872"><a href="#ln_1872">1872</a></span><br /></span> +</div> +<div class="stanza"> + <span class="i1">Nu ghinct ghindre up een <a href="#vw_p19" class="vw_ref">plaidieren</a>. <span class="regelklein" id="l_1873">1873</span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_n29" class="vw_ref">Nie</a> horde man van dieren <span class="regelklein" id="l_1874"><a href="#ln_1874">1874</a></span><br /></span> + <span class="i0">So scone <a href="#vw_t1" class="vw_ref">tale</a> als nu es hier <span class="regel" id="l_1875"><a href="#ln_1875">1875</a></span><br /></span> + <span class="i0">Tusscen Reinaerde ende dandre dier; <span class="regelklein" id="l_1876">1876</span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_v130" class="vw_ref">Vort bringhen</a> dat men seide daer, <span class="regelklein" id="l_1877"><a href="#ln_1877">1877</a></span><br /></span> + <span class="i0">Het ware mi <a href="#vw_s186" class="vw_ref">pijnlic ende swaer</a>; <span class="regelklein" id="l_1878">1878</span><br /></span> + <span class="i0">Daer omme <a href="#vw_ck41" class="vw_ref">corte</a> ic u die wort. <span class="regelklein" id="l_1879">1879</span><br /></span> + <span class="i0">Die beste reden ghinghen vort. <span class="regel" id="l_1880"><a href="#ln_1880">1880</a></span><br /></span> + <span class="i0">Die claghen, die die diere <a href="#vw_o56" class="vw_ref">ontbonden</a>, <span class="regelklein" id="l_1881"><a href="#ln_1881">1881</a></span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_p40" class="vw_ref">Proefden</a> si met <a href="#vw_o88" class="vw_ref">orconden</a>, <span class="regelklein" id="l_1882"><a href="#ln_1882">1882</a></span><br /></span> + <span class="i0">Als si <a href="#vw_s39" class="vw_ref">sculdich</a> waren te doene. <span class="regelklein" id="l_1883">1883</span><br /></span> + <span class="i0">Die coninc <a href="#vw_d79" class="vw_ref">dreef</a> die hoghe baroene <span class="regelklein" id="l_1884">1884</span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_d79" class="vw_ref">Te vonnesse</a>, van Reinaerts <a href="#vw_s10" class="vw_ref">sake</a>. <span class="regel" id="l_1885"><a href="#ln_1885">1885</a></span><br /></span> + <span class="i0">Doe <a href="#vw_w87" class="vw_ref">wijstsi</a>, dat men soude maken <span class="regelklein" id="l_1886"><a href="#ln_1886">1886</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ene galghe, sterc ende <a href="#vw_v17" class="vw_ref">vast</a>, <span class="regelklein" id="l_1887">1887</span><br /></span> + <span class="i0">Ende men Reinaert, den fellen <a href="#vw_g7" class="vw_ref">gast</a>, <span class="regelklein" id="l_1888"><a href="#ln_1888">1888</a></span><br /></span> + <span class="i0">Daer an hinghe, <a href="#vw_b110" class="vw_ref">bi</a> siere kele. <span class="regelklein" id="l_1889">1889</span><br /></span> + <span class="i0">Nu gaet Reinaerde al uten spele. <span class="regel" id="l_1890">1890</span><br /></span> +</div> +<div class="stanza"> + <span class="i1">Doe Reinaert verordeelt was, <span class="regelklein" id="l_1891">1891</span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_o87" class="vw_ref">Orlof</a> nam Grimbert die das, <span class="regelklein" id="l_1892">1892</span><br /></span> + <span class="i0">Met Reinaerts naesten maghen: <span class="regelklein" id="l_1893"><a href="#ln_1893">1893</a></span><br /></span> + <span class="i0">Sine <a href="#vw_ck36" class="vw_ref">consten</a> niet verdraghen, <span class="regelklein" id="l_1894">1894</span><br /></span> + <span class="i0">No sine consten niet <a href="#vw_g28" class="vw_ref">ghedoghen</a>, <span class="regel" id="l_1895">1895</span><br /></span> +<span class="pagenum" title="73"></span><a id="p_73"></a> + <span class="i0">Dat men Reinaert vor haren oghen <span class="regelklein" id="l_1896"><a href="#ln_1896">1896</a></span><br /></span> + <span class="i0">Soude hanghen alse enen dief. <span class="regelklein" id="l_1897">1897</span><br /></span> + <span class="i0">Nochtan wast hem <a href="#vw_s113" class="vw_ref">somen</a> lief. <span class="regelklein" id="l_1898">1898</span><br /></span> + <span class="i0">Die coninc, die was harde vroet, <span class="regelklein" id="l_1899">1899</span><br /></span> + <span class="i0">Doe hi mercte ende <a href="#vw_v96" class="vw_ref">verstoet</a>, <span class="regel" id="l_1900">1900</span><br /></span> + <span class="i0">Dat so menich jonghelinc <span class="regelklein" id="l_1901">1901</span><br /></span> + <span class="i0">Met Grimbert uten hove ghinc, <span class="regelklein" id="l_1902">1902</span><br /></span> + <span class="i0">Die Reinaerde <a href="#vw_n2" class="vw_ref">na</a> <a href="#vw_b82" class="vw_ref">bestoet</a>, <span class="regelklein" id="l_1903">1903</span><br /></span> + <span class="i0">Doe peinsdi in sinen <a href="#vw_m58" class="vw_ref">moet</a>: <span class="regelklein" id="l_1904">1904</span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_r12" class="vw_ref">Hier mach in lopen ander raet</a>. <span class="regel" id="l_1905"><a href="#ln_1905">1905</a></span><br /></span> + <span class="i0">Al es Reinaert selve <a href="#vw_qu1" class="vw_ref">quaet</a>, <span class="regelklein" id="l_1906"><a href="#ln_1906">1906</a></span><br /></span> + <span class="i0">Hi hevet meneghen goeden maech. <span class="regelklein" id="l_1907">1907</span><br /></span> + <span class="i0">Doe sprac hi: T<a href="#vw_t59" class="vw_ref">Twi</a> sidi traech, <span class="regelklein" id="l_1908"><a href="#ln_1908">1908</a></span><br /></span> + <span class="i0">Isengrijn ende here Bruun? <span class="regelklein" id="l_1909">1909</span><br /></span> + <span class="i0">Reinaerde es <a href="#vw_ck38" class="vw_ref">cont</a> menich <a href="#vw_t56" class="vw_ref">tuun</a>, <span class="regel" id="l_1910">1910</span><br /></span> + <span class="i0">Ende hets den avonde <a href="#vw_b111" class="vw_ref">bi</a>; <span class="regelklein" id="l_1911">1911</span><br /></span> + <span class="i0">Hier es Reinaert, <a href="#vw_o71" class="vw_ref">ontsprinct</a> hi, <span class="regelklein" id="l_1912">1912</span><br /></span> + <span class="i0">Comt hi <span class="smcap">III</span> voete uter <a href="#vw_n44" class="vw_ref">noot</a>, <span class="regelklein" id="l_1913">1913</span><br /></span> + <span class="i0">Sine list soe es so groot, <span class="regelklein" id="l_1914"><a href="#ln_1914">1914</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ende hi weet so meneghen <a href="#vw_ck9" class="vw_ref">keer</a>, <span class="regel" id="l_1915">1915</span><br /></span> + <span class="i0">Hine wert ghevanghen <a href="#vw_s4" class="vw_ref">saermeer</a>. <span class="regelklein" id="l_1916"><a href="#ln_1916">1916</a></span><br /></span> + <span class="i0">Salmen hanghen, <a href="#vw_t59" class="vw_ref">twine</a> doet ment dan? <span class="regelklein" id="l_1917">1917</span><br /></span> + <span class="i0">Eer men nu <a href="#vw_g86" class="vw_ref">ghereden</a> can <span class="regelklein" id="l_1918">1918</span><br /></span> + <span class="i0">Ene galge, so eist nacht.” <span class="regelklein" id="l_1919">1919</span><br /></span> + <span class="i0">Isengrijn was wel bedacht, <span class="regel" id="l_1920">1920</span><br /></span> + <span class="i0">Ende sprac: Hier es een galghe bi.” <span class="regelklein" id="l_1921">1921</span><br /></span> + <span class="i0">Ende <a href="#vw_m47" class="vw_ref">met dien worde</a> versuchte hi. <span class="regelklein" id="l_1922">1922</span><br /></span> +</div> +<div class="stanza"> + <span class="i1">Doe sprac die cater, here Tibeert: <span class="regelklein" id="l_1923">1923</span><br /></span> +<span class="pagenum" title="74"></span><a id="p_74"></a> + <span class="i0">Here Isengrijn, u es <a href="#vw_v86" class="vw_ref">verseert</a> <span class="regelklein" id="l_1924">1924</span><br /></span> + <span class="i0">U <a href="#vw_h23" class="vw_ref">herte</a>, in <a href="#vw_w18" class="vw_ref">wancans</a> u niet; <span class="regel" id="l_1925"><a href="#ln_1925">1925</a></span><br /></span> + <span class="i0">Nochtan Reinaert di tal <a href="#vw_b56" class="vw_ref">beriet</a>, <span class="regelklein" id="l_1926"><a href="#ln_1926">1926</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ende selve mede ghinc, <span class="regelklein" id="l_1927">1927</span><br /></span> + <span class="i0">Daermen u twee broeders hinc, <span class="regelklein" id="l_1928"><a href="#ln_1928">1928</a></span><br /></span> + <span class="i0">Rume ende Widelanke. <span class="regelklein" id="l_1929"><a href="#ln_1929">1929</a></span><br /></span> + <span class="i0">Hets tijt, wildijs hem danken. <span class="regel" id="l_1930">1930</span><br /></span> + <span class="i0">Waerdi goet, het ware ghedaen; <span class="regelklein" id="l_1931">1931</span><br /></span> + <span class="i0">Hine ware niet noch <a href="#vw_o78" class="vw_ref">onverdaen</a>.” <span class="regelklein" id="l_1932"><a href="#ln_1932">1932</a></span><br /></span> + <span class="i0">Isengrijn sprac tote Tibeert: <span class="regelklein" id="l_1933">1933</span><br /></span> + <span class="i0">Wat ghi ons al gader leert! <span class="regelklein" id="l_1934">1934</span><br /></span> + <span class="i0">Ne <a href="#vw_g16" class="vw_ref">ghebrake</a> ons niet een strop, <span class="regel" id="l_1935">1935</span><br /></span> + <span class="i0">Langhe heden wiste sijn <a href="#vw_ck53" class="vw_ref">crop</a> <span class="regelklein" id="l_1936"><a href="#ln_1936">1936</a></span><br /></span> + <span class="i0">Wat sijn achterende <a href="#vw_m62" class="vw_ref">mochte</a> weghen.” <span class="regelklein" id="l_1937">1937</span><br /></span> + <span class="i0">Reinaert, die langhe hadde ghesweghen, <span class="regelklein" id="l_1938">1938</span><br /></span> + <span class="i0">Sprac: Ghi heren, <a href="#vw_ck41" class="vw_ref">cort</a> mine <a href="#vw_p16" class="vw_ref">pine</a>. <span class="regelklein" id="l_1939">1939</span><br /></span> + <span class="i0">Tibert heeft ene <a href="#vw_v17" class="vw_ref">vaste</a> <a href="#vw_l41" class="vw_ref">line</a>, <span class="regel" id="l_1940">1940</span><br /></span> + <span class="i0">Die hi <a href="#vw_b36" class="vw_ref">bejaghede</a> an sine kele <span class="regelklein" id="l_1941">1941</span><br /></span> + <span class="i0">Daer hi <a href="#vw_v75" class="vw_ref">vernois</a> hadde <a href="#vw_v22" class="vw_ref">vele</a>, <span class="regelklein" id="l_1942"><a href="#ln_1942">1942</a></span><br /></span> + <span class="i0">Int huus daer hi den pape beet, <span class="regelklein" id="l_1943"><a href="#ln_1943">1943</a></span><br /></span> + <span class="i0">Die vor hem stont al <a href="#vw_s116" class="vw_ref">sonder</a> cleet. <span class="regelklein" id="l_1944">1944</span><br /></span> +</div> +<div class="stanza"> + <span class="i1">Here Isengrijn, nu <a href="#vw_m5" class="vw_ref">maect u</a> vore! <span class="regel" id="l_1945">1945</span><br /></span> + <span class="i0">En sidi niet daertoe vercoren, <span class="regelklein" id="l_1946"><a href="#ln_1946">1946</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ende ghi Brune, dat ghi sult doden <span class="regelklein" id="l_1947">1947</span><br /></span> + <span class="i0">Reinaert, uwen neve, den fellen roden?” <span class="regelklein" id="l_1948"><a href="#ln_1948">1948</a></span><br /></span> +<span class="pagenum" title="75"></span><a id="p_75"></a> + <span class="i0">Doe sprac hi ten coninc <a href="#vw_s3" class="vw_ref">saen</a>; <span class="regelklein" id="l_1949"><a href="#ln_1949">1949</a></span><br /></span> + <span class="i0">Doet Tibert mede gaen; <span class="regel" id="l_1950"><a href="#ln_1950">1950</a></span><br /></span> + <span class="i0">Hi <a href="#vw_m64" class="vw_ref">mach</a> clemmen, hi mach die <a href="#vw_l41" class="vw_ref">line</a> <span class="regelklein" id="l_1951">1951</span><br /></span> + <span class="i0">Updraghen, sonder uwe <a href="#vw_p16" class="vw_ref">pine</a>. <span class="regelklein" id="l_1952">1952</span><br /></span> + <span class="i0">Tibert, gaet, ende maect ghereet! <span class="regelklein" id="l_1953"><a href="#ln_1953">1953</a></span><br /></span> + <span class="i0">Dat ghi iet <a href="#vw_l27" class="vw_ref">let</a>, dats mi leet.” <span class="regelklein" id="l_1954">1954</span><br /></span> + <span class="i0">Doe sprac Isengrijn tote Brunen: <span class="regel" id="l_1955">1955</span><br /></span> + <span class="i0">So helpe mi die cloostercrune, <span class="regelklein" id="l_1956">1956</span><br /></span> + <span class="i0">Die boven up mijn hoofd staet! <span class="regelklein" id="l_1957">1957</span><br /></span> + <span class="i0">In horde nie so goeden raet, <span class="regelklein" id="l_1958">1958</span><br /></span> + <span class="i0">Alse Reinaert selve ghevet hier. <span class="regelklein" id="l_1959">1959</span><br /></span> + <span class="i0">Hem <a href="#vw_l7" class="vw_ref">langhet</a> omme cloosterbier: <span class="regel" id="l_1960">1960</span><br /></span> + <span class="i0">Nu gawi ende <a href="#vw_b156" class="vw_ref">bruwen</a> hem!” <span class="regelklein" id="l_1961"><a href="#ln_1961">1961</a></span><br /></span> + <span class="i0">Brune sprac: Neve Tibert, nem <span class="regelklein" id="l_1962">1962</span><br /></span> + <span class="i0">Die line; du sels mede lopen. <span class="regelklein" id="l_1963"><a href="#ln_1963">1963</a></span><br /></span> + <span class="i0">Reinaert hi sal nu becopen, <span class="regelklein" id="l_1964"><a href="#ln_1964">1964</a></span><br /></span> + <span class="i0">Mijn scone <a href="#vw_l36" class="vw_ref">liere</a>, ende dijn oghe! <span class="regel" id="l_1965"><a href="#ln_1965">1965</a></span><br /></span> + <span class="i0">Gawi, ende hanghene so hoghe <span class="regelklein" id="l_1966">1966</span><br /></span> + <span class="i0">Dats <a href="#vw_l1" class="vw_ref">lachter</a> hebben al sine vrient!” <span class="regelklein" id="l_1967">1967</span><br /></span> + <span class="i0">—Gawi, hi hevets wel verdient,” <span class="regelklein" id="l_1968">1968</span><br /></span> + <span class="i0">Sprac Tibert, ende nam die line, <span class="regelklein" id="l_1969">1969</span><br /></span> + <span class="i0">Inne dede nie so <a href="#vw_l31" class="vw_ref">lieve</a> <a href="#vw_p16" class="vw_ref">pine</a>.” <span class="regel" id="l_1970"><a href="#ln_1970">1970</a></span><br /></span> +</div> +<div class="stanza"> + <span class="i1">Nu waren die drie heren ghereet. <span class="regelklein" id="l_1971">1971</span><br /></span> + <span class="i0"><span class="gvvr">..............</span> <span class="regelklein" id="l_1972">1972</span><br /></span> +<span class="pagenum" title="76"></span><a id="p_76"></a> + <span class="i0">Dats Isengrijn ende Tibeert <span class="regelklein" id="l_1973"><a href="#ln_1973">1973</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ende her Bruun, die hadde gheleert <span class="regelklein" id="l_1974">1974</span><br /></span> + <span class="i0">Honich stelen tsiere <a href="#vw_s15" class="vw_ref">scade</a>. <span class="regel" id="l_1975"><a href="#ln_1975">1975</a></span><br /></span> + <span class="i0">Isengrijn was so <a href="#vw_b59" class="vw_ref">beraden</a>, <span class="regelklein" id="l_1976">1976</span><br /></span> + <span class="i0">Eer hi vanden hove <a href="#vw_s31" class="vw_ref">sciet</a>, <span class="regelklein" id="l_1977">1977</span><br /></span> + <span class="i0">Hine wilde des laten niet, <span class="regelklein" id="l_1978">1978</span><br /></span> + <span class="i0">Hine <a href="#vw_v69" class="vw_ref">vermaende</a> nichten ende neven, <span class="regelklein" id="l_1979">1979</span><br /></span> + <span class="i0">Ende alle die binden hove bleven, <span class="regel" id="l_1980"><a href="#ln_1980">1980</a></span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_b33" class="vw_ref">Beide</a> <a href="#vw_g17" class="vw_ref">ghebure</a> ende <a href="#vw_g7" class="vw_ref">gaste</a>, <span class="regelklein" id="l_1981">1981</span><br /></span> + <span class="i0">Dat si Reinaert hilden vaste. <span class="regelklein" id="l_1982"><a href="#ln_1982">1982</a></span><br /></span> + <span class="i0">Vrouwe Hersinde sinen wive <span class="regelklein" id="l_1983">1983</span><br /></span> + <span class="i0">Beval hi, bi haren <a href="#vw_l39" class="vw_ref">live</a>, <span class="regelklein" id="l_1984">1984</span><br /></span> + <span class="i0">Dat soe stonde bi Reinaerde, <span class="regel" id="l_1985">1985</span><br /></span> + <span class="i0">Ende soene name biden baerde, <span class="regelklein" id="l_1986">1986</span><br /></span> + <span class="i0">Ende van hem niet ne <a href="#vw_s31" class="vw_ref">sciede</a>, <span class="regelklein" id="l_1987">1987</span><br /></span> + <span class="i0">No dor <a href="#vw_g163" class="vw_ref">goet</a>, no dor <a href="#vw_m51" class="vw_ref">miede</a>, <span class="regelklein" id="l_1988">1988</span><br /></span> + <span class="i0">No dor <a href="#vw_n32" class="vw_ref">niede</a>, no dor noot, <span class="regelklein" id="l_1989"><a href="#ln_1989">1989</a></span><br /></span> + <span class="i0">No dor <a href="#vw_s119" class="vw_ref">sorghe</a> vander <a href="#vw_d56" class="vw_ref">doot</a>. <span class="regel" id="l_1990">1990</span><br /></span> +</div> +<div class="stanza"> + <span class="i1">Reinaert antworde in corten worden, <span class="regelklein" id="l_1991">1991</span><br /></span> + <span class="i0">Dat alle die daer waren horden: <span class="regelklein" id="l_1992">1992</span><br /></span> + <span class="i0">Here Isengrijn, <a href="#vw_h5" class="vw_ref">half ghenade</a>! <span class="regelklein" id="l_1993">1993</span><br /></span> + <span class="i0">Al ware u lief mijn grote scade, <span class="regelklein" id="l_1994">1994</span><br /></span> + <span class="i0">Ende al brincti mi in <a href="#vw_v75" class="vw_ref">vernoie</a>, <span class="regel" id="l_1995"><a href="#ln_1995">1995</a></span><br /></span> +<span class="pagenum" title="77"></span><a id="p_77"></a> + <span class="i0">Ic weet wel, soude miere moien, <span class="regelklein" id="l_1996"><a href="#ln_1996">1996</a></span><br /></span> + <span class="i0">Te rechte <a href="#vw_g23" class="vw_ref">ghedinken</a> ouder daet, <span class="regelklein" id="l_1997">1997</span><br /></span> + <span class="i0">Soene dade mi nemmer quaet. <span class="regelklein" id="l_1998"><a href="#ln_1998">1998</a></span><br /></span> + <span class="i0">Her Isengrijn, <a href="#vw_s108" class="vw_ref">soete oom</a>, <span class="regelklein" id="l_1999"><a href="#ln_1999">1999</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ghi <a href="#vw_g164" class="vw_ref">nemt</a> uwes neven <a href="#vw_ck49" class="vw_ref">cranken</a> <a href="#vw_g164" class="vw_ref">goom</a>, <span class="regel" id="l_2000">2000</span><br /></span> + <span class="i0">Ende here Brune ende here Tibeert, <span class="regelklein" id="l_2001">2001</span><br /></span> + <span class="i0">Dat ghi mi dus hebt <a href="#vw_o42" class="vw_ref">onneert</a>. <span class="regelklein" id="l_2002"><a href="#ln_2002">2002</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ghi drie ghi hebbet ghedaen al, <span class="regelklein" id="l_2003">2003</span><br /></span> + <span class="i0">Dat men mi <a href="#vw_o66" class="vw_ref">ontliven</a> sal. <span class="regelklein" id="l_2004">2004</span><br /></span> + <span class="i0">Daer toe hebdi ghemaket, <span class="regel" id="l_2005">2005</span><br /></span> + <span class="i0">Dat so wie mi <a href="#vw_g70" class="vw_ref">ghenaket</a>, <span class="regelklein" id="l_2006"><a href="#ln_2006">2006</a></span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_s24" class="vw_ref">Sceldet</a> mi <a href="#vw_d31" class="vw_ref">dief</a>, oft <a href="#vw_l21" class="vw_ref">hevet leet</a>. <span class="regelklein" id="l_2007">2007</span><br /></span> + <span class="i0">Daer omme moetti, God weet, <span class="regelklein" id="l_2008">2008</span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_o44" class="vw_ref">Geonneert</a> werden alle drie, <span class="regelklein" id="l_2009"><a href="#ln_2009">2009</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ghine haest, dat ghescie <span class="regel" id="l_2010">2010</span><br /></span> + <span class="i0">Al dat ghi begheert te doene. <span class="regelklein" id="l_2011">2011</span><br /></span> + <span class="i0">Mi es die herte noch also coene: <span class="regelklein" id="l_2012"><a href="#ln_2012">2012</a></span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_d11" class="vw_ref">Ic dar</a> wel sterven ene warf. <span class="regelklein" id="l_2013">2013</span><br /></span> + <span class="i0">Ne wart mijn vader, doe hi starf, <span class="regelklein" id="l_2014">2014</span><br /></span> + <span class="i0">Van allen sinen sonden vri? <span class="regel" id="l_2015"><a href="#ln_2015">2015</a></span><br /></span> + <span class="i0">Gaet, ghereet die galghe hier bi: <span class="regelklein" id="l_2016"><a href="#ln_2016">2016</a></span><br /></span> + <span class="i0">Een <a href="#vw_t61" class="vw_ref">twint</a> mi langher <a href="#vw_t61" class="vw_ref">niet</a> ne <a href="#vw_s126" class="vw_ref">spaert</a> <span class="regelklein" id="l_2017">2017</span><br /></span> + <span class="i0">(Oft <a href="#vw_v13" class="vw_ref">varen</a> moetti <a href="#vw_h28" class="vw_ref">hinderwaert</a>) <span class="regelklein" id="l_2018">2018</span><br /></span> + <span class="i0">Alle uwe voete ende uwe been!” <span class="regelklein" id="l_2019"><a href="#ln_2019">2019</a></span><br /></span> + <span class="i0">Doe sprac Isengrijn: Ameen! <span class="regel" id="l_2020">2020</span><br /></span> + <span class="i0">Amen, ende <a href="#vw_h28" class="vw_ref">hinderwaert</a> <span class="regelklein" id="l_2021"><a href="#ln_2021">2021</a></span><br /></span> + <span class="i0">Moet hi <a href="#vw_v13" class="vw_ref">varen</a>, die langher <a href="#vw_s126" class="vw_ref">spaert</a>!” <span class="regelklein" id="l_2022">2022</span><br /></span> +<span class="pagenum" title="78"></span><a id="p_78"></a> + <span class="i0">Tibert sprac: Nu haestewi!” <span class="regelklein" id="l_2023"><a href="#ln_2023">2023</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ende <a href="#vw_m47" class="vw_ref">met dien worden</a> spronghen si, <span class="regelklein" id="l_2024"><a href="#ln_2024">2024</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ende liepen vort harde blide, <span class="regel" id="l_2025">2025</span><br /></span> + <span class="i0">Ende pijnden hem te stride <span class="regelklein" id="l_2026"><a href="#ln_2026">2026</a></span><br /></span> + <span class="i0">Te springhene over meneghen <a href="#vw_t55" class="vw_ref">tuun</a>, <span class="regelklein" id="l_2027">2027</span><br /></span> + <span class="i0">Isengrijn ende here Bruun. <span class="regelklein" id="l_2028">2028</span><br /></span> + <span class="i0">Tibert volghede hem naer: <span class="regelklein" id="l_2029"><a href="#ln_2029">2029</a></span><br /></span> + <span class="i0">Hem <a href="#vw_s181" class="vw_ref">was</a> die voet een lettel <a href="#vw_s181" class="vw_ref">swaer</a> <span class="regel" id="l_2030">2030</span><br /></span> + <span class="i0">Vander <a href="#vw_l41" class="vw_ref">linen</a>, die hi droech; <span class="regelklein" id="l_2031"><a href="#ln_2031">2031</a></span><br /></span> + <span class="i0">Nochtan was hi <a href="#vw_r21" class="vw_ref">rasch</a> ghenoech: <span class="regelklein" id="l_2032">2032</span><br /></span> + <span class="i0">Dat dede hem al die goede wille. <span class="regelklein" id="l_2033">2033</span><br /></span> + <span class="i0">Reinaert <a href="#vw_s169" class="vw_ref">stont ende sweech</a> al stille, <span class="regelklein" id="l_2034">2034</span><br /></span> + <span class="i0">Ende sach sine viande lopen, <span class="regel" id="l_2035">2035</span><br /></span> + <span class="i0">Die hem dat strec an <a href="#vw_w16" class="vw_ref">waenden</a> cnopen. <span class="regelklein" id="l_2036"><a href="#ln_2036">2036</a></span><br /></span> + <span class="i0">—Maer het sal <a href="#vw_b128" class="vw_ref">bliven</a>,” sprac Reinaert, <span class="regelklein" id="l_2037">2037</span><br /></span> + <span class="i0">Die <a href="#vw_s166" class="vw_ref">stoet</a> <a href="#vw_s169" class="vw_ref">ende scouwede</a> derwaert <span class="regelklein" id="l_2038"><a href="#ln_2038">2038</a></span><br /></span> + <span class="i0">Hoe si springhen ende keren. <span class="regelklein" id="l_2039"><a href="#ln_2039">2039</a></span><br /></span> + <span class="i0">Hi peinsde: <a href="#vw_d23" class="vw_ref">Deus</a>, wat joncheren! <span class="regel" id="l_2040">2040</span><br /></span> + <span class="i0">Nu <ins class="corr" id="corr15" title="Bron: laetste">laetse</ins> springhen ende lopen: <span class="regelklein" id="l_2041">2041</span><br /></span> + <span class="i0">Levic, si sullent noch becopen, <span class="regelklein" id="l_2042"><a href="#ln_2042">2042</a></span><br /></span> + <span class="i0">Hare <a href="#vw_o100" class="vw_ref">overdaet</a> ende hare <a href="#vw_s21" class="vw_ref">scampie</a>, <span class="regelklein" id="l_2043">2043</span><br /></span> + <span class="i0">Mine ghebreke <a href="#vw_r29" class="vw_ref">reinaerdie</a>; <span class="regelklein" id="l_2044">2044</span><br /></span> + <span class="i0">Nochtanne sijn si mi <span class="regel" id="l_2045">2045</span><br /></span> + <span class="i0">Liever verre danne <a href="#vw_b111" class="vw_ref">bi</a>, <span class="regelklein" id="l_2046">2046</span><br /></span> + <span class="i0">Die ghene die ic meest <a href="#vw_o68" class="vw_ref">ontsach</a>. <span class="regelklein" id="l_2047">2047</span><br /></span> +</div> +<div class="stanza"> + <span class="i1">Nu willic <a href="#vw_p41" class="vw_ref">proeven</a>, dat ic mach <span class="regelklein" id="l_2048">2048</span><br /></span> + <span class="i0">Te hove bringhen een <a href="#vw_b9" class="vw_ref">baraet</a>, <span class="regelklein" id="l_2049">2049</span><br /></span> + <span class="i0">Dat ic, vor die dagheraet, <span class="regel" id="l_2050">2050</span><br /></span> +<span class="pagenum" title="79"></span><a id="p_79"></a> + <span class="i0">In groter sorghe vant te nacht. <span class="regelklein" id="l_2051"><a href="#ln_2051">2051</a></span><br /></span> + <span class="i0">Hevet mine list sulke cracht <span class="regelklein" id="l_2052">2052</span><br /></span> + <span class="i0">Als ic noch hope dat soe doet, <span class="regelklein" id="l_2053">2053</span><br /></span> + <span class="i0">Al es hi listich ende vroet, <span class="regelklein" id="l_2054">2054</span><br /></span> + <span class="i0">Ic wane den coninc noch <a href="#vw_v35" class="vw_ref">verdoren</a>.” <span class="regel" id="l_2055"><a href="#ln_2055">2055</a></span><br /></span> + <span class="i0">Die coninc dede blasen enen horen, <span class="regelklein" id="l_2056">2056</span><br /></span> + <span class="i0">Ende hiet Reinaert uutwaert leden <span class="regelklein" id="l_2057"><a href="#ln_2057">2057</a></span><br /></span> + <span class="i0">Reinaert sprac: Laet <a href="#vw_t14" class="vw_ref">teerst</a> ghereden <span class="regelklein" id="l_2058">2058</span><br /></span> + <span class="i0">Die galghe, daer ic an hanghen sal; <span class="regelklein" id="l_2059">2059</span><br /></span> + <span class="i0">Ende daer binnen so salic al <span class="regel" id="l_2060">2060</span><br /></span> + <span class="i0">Den volke mine biechte <a href="#vw_ck35" class="vw_ref">conden</a>, <span class="regelklein" id="l_2061">2061</span><br /></span> + <span class="i0">In <a href="#vw_v59" class="vw_ref">verlanesse</a> van minen sonden. <span class="regelklein" id="l_2062"><a href="#ln_2062">2062</a></span><br /></span> + <span class="i0">Hets beter, dat al tfolc verstaet <span class="regelklein" id="l_2063">2063</span><br /></span> + <span class="i0">Mine <a href="#vw_d32" class="vw_ref">diefte</a> ende mine <a href="#vw_o19" class="vw_ref">ondaet</a>, <span class="regelklein" id="l_2064">2064</span><br /></span> + <span class="i0">Dan si <a href="#vw_n10" class="vw_ref">namaels</a> eneghen man <span class="regel" id="l_2065">2065</span><br /></span> + <span class="i0">Mine <a href="#vw_o100" class="vw_ref">overdaet</a> <a href="#vw_t33" class="vw_ref">teghen an</a>.” <span class="regelklein" id="l_2066">2066</span><br /></span> + <span class="i0">Die coninc sprac: Nu segghet dan!” <span class="regelklein" id="l_2067">2067</span><br /></span> +</div> +<div class="stanza"> + <span class="i1">Reinaert stont als een droeve man, <span class="regelklein" id="l_2068"><a href="#ln_2068">2068</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ende sach al omme, <a href="#vw_h14" class="vw_ref">harentare</a>. <span class="regelklein" id="l_2069">2069</span><br /></span> + <span class="i0">Dus so sprac hi al openbare: <span class="regel" id="l_2070"><a href="#ln_2070">2070</a></span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_h19" class="vw_ref">Helpe</a>, seit hi, Dominus! <span class="regelklein" id="l_2071">2071</span><br /></span> + <span class="i0">Nu nes hier niemen in dit huus, <span class="regelklein" id="l_2072">2072</span><br /></span> + <span class="i0">No vrient no viant, <a href="#vw_b49" class="vw_ref">ic</a> ne <a href="#vw_b49" class="vw_ref">bem</a> <span class="regelklein" id="l_2073"><a href="#ln_2073">2073</a></span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_d19" class="vw_ref">Een deel</a> mesdadich jeghen hem. <span class="regelklein" id="l_2074">2074</span><br /></span> + <span class="i0">Nochtan, horet alle, ghi heren: <span class="regel" id="l_2075">2075</span><br /></span> + <span class="i0">Laet u <a href="#vw_w86" class="vw_ref">wisen ende leren</a>, <span class="regelklein" id="l_2076"><a href="#ln_2076">2076</a></span><br /></span> + <span class="i0">Hoe ic Reinaert, <a href="#vw_a5" class="vw_ref">aerminc</a>, <span class="regelklein" id="l_2077">2077</span><br /></span> + <span class="i0">Eerst die boosheit anevinc. <span class="regelklein" id="l_2078">2078</span><br /></span> + <span class="i0">In allen tiden, <a href="#vw_s124" class="vw_ref">spade</a> ende vroe, <span class="regelklein" id="l_2079">2079</span><br /></span> +<span class="pagenum" title="80"></span><a id="p_80"></a> + <span class="i0">Was ic een hovesc kint <a href="#vw_n40" class="vw_ref">nochtoe</a>. <span class="regel" id="l_2080"><a href="#ln_2080">2080</a></span><br /></span> + <span class="i0">Doe men mi <a href="#vw_s125" class="vw_ref">spaende</a> vander <a href="#vw_m9" class="vw_ref">mammen</a>, <span class="regelklein" id="l_2081"><a href="#ln_2081">2081</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ghinc ic spelen metten lammen, <span class="regelklein" id="l_2082">2082</span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_d58" class="vw_ref">Dor</a> te horne dat <a href="#vw_g12" class="vw_ref">ghebleet</a>; <span class="regelklein" id="l_2083">2083</span><br /></span> + <span class="i0">So langhe, dat ic een verbeet: <span class="regelklein" id="l_2084">2084</span><br /></span> + <span class="i0">Ten eersten <a href="#vw_l13" class="vw_ref">lapedic</a> dat bloet: <span class="regel" id="l_2085">2085</span><br /></span> + <span class="i0">Het smaecte so wel, het was so goet, <span class="regelklein" id="l_2086">2086</span><br /></span> + <span class="i0">Dat ic dat vleesc mede <a href="#vw_o64" class="vw_ref">ontgan</a>. <span class="regelklein" id="l_2087">2087</span><br /></span> + <span class="i0">Daer leerdic <a href="#vw_l22" class="vw_ref">leckernie</a> an <span class="regelklein" id="l_2088">2088</span><br /></span> + <span class="i0">So vele, dat ic ghinc ten gheten <span class="regelklein" id="l_2089">2089</span><br /></span> + <span class="i0">Int wout, daer icse horde <a href="#vw_b124" class="vw_ref">bleten</a>: <span class="regel" id="l_2090">2090</span><br /></span> + <span class="i0">Daer <a href="#vw_v31" class="vw_ref">verbetic</a> <a href="#vw_h36" class="vw_ref">hoekine</a> twee. <span class="regelklein" id="l_2091"><a href="#ln_2091">2091</a></span><br /></span> + <span class="i0">So dedic derdes daghes <a href="#vw_m22" class="vw_ref">mee</a>, <span class="regelklein" id="l_2092"><a href="#ln_2092">2092</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ende ic wart bouder ende coener, <span class="regelklein" id="l_2093">2093</span><br /></span> + <span class="i0">Ende verbeet haenden ende <a href="#vw_h37" class="vw_ref">hoener</a>, <span class="regelklein" id="l_2094"><a href="#ln_2094">2094</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ende gansen, daer icse vant. <span class="regel" id="l_2095">2095</span><br /></span> + <span class="i0">Doe mi bloedich wart mijn tant, <span class="regelklein" id="l_2096">2096</span><br /></span> + <span class="i0">Was ic so fel ende so <a href="#vw_w97" class="vw_ref">wreet</a>, <span class="regelklein" id="l_2097">2097</span><br /></span> + <span class="i0">Dat ic <a href="#vw_s180" class="vw_ref">suver up</a> <a href="#vw_v31" class="vw_ref">verbeet</a> <span class="regelklein" id="l_2098">2098</span><br /></span> + <span class="i0">Al dat ic vant, ende wat mi dochte <span class="regelklein" id="l_2099">2099</span><br /></span> + <span class="i0">Dat mi <a href="#vw_b42" class="vw_ref">bequam</a>, ende ic <a href="#vw_v71" class="vw_ref">vermochte</a>. <span class="regel" id="l_2100"><a href="#ln_2100">2100</a></span><br /></span> + <span class="i0">Daer na quam ic ende Isengrijn, <span class="regelklein" id="l_2101"><a href="#ln_2101">2101</a></span><br /></span> + <span class="i0">Te wintre in enen couden <a href="#vw_r35" class="vw_ref">rijm</a>, <span class="regelklein" id="l_2102">2102</span><br /></span> +<span class="pagenum" title="81"></span><a id="p_81"></a> + <span class="i0">Bi Besele onder enen boom: <span class="regelklein" id="l_2103"><a href="#ln_2103">2103</a></span><br /></span> + <span class="i0">Hi <a href="#vw_r30" class="vw_ref">rekende</a> hi ware mijn oom, <span class="regelklein" id="l_2104"><a href="#ln_2104">2104</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ende began ene <a href="#vw_s65" class="vw_ref">sibbe</a> tellen. <span class="regel" id="l_2105">2105</span><br /></span> + <span class="i0">Aldaer worden wi <a href="#vw_g97" class="vw_ref">ghesellen</a>. <span class="regelklein" id="l_2106">2106</span><br /></span> + <span class="i0">Dat mach mi te rechte rouwen! <span class="regelklein" id="l_2107">2107</span><br /></span> + <span class="i0">Daer gheloofden wi, bi trouwe, <span class="regelklein" id="l_2108"><a href="#ln_2108">2108</a></span><br /></span> + <span class="i0">Recht <a href="#vw_g98" class="vw_ref">gheselscap</a> <a href="#vw_m13" class="vw_ref">manlic andren</a>. <span class="regelklein" id="l_2109">2109</span><br /></span> + <span class="i0">Doe <a href="#vw_b27" class="vw_ref">begonsten</a> wi te gader <a href="#vw_w21" class="vw_ref">wandren</a>. <span class="regel" id="l_2110"><a href="#ln_2110">2110</a></span><br /></span> + <span class="i0">Hi stal tgrote, ende ic dat clene: <span class="regelklein" id="l_2111">2111</span><br /></span> + <span class="i0">Dat wi <a href="#vw_b36" class="vw_ref">bejaechden</a> <a href="#vw_w28" class="vw_ref">wart</a> <a href="#vw_g61" class="vw_ref">ghemene</a>; <span class="regelklein" id="l_2112">2112</span><br /></span> + <span class="i0">Ende als wi delen souden doe, <span class="regelklein" id="l_2113">2113</span><br /></span> + <span class="i0">Ic <a href="#vw_h40" class="vw_ref">was in hoghen</a> ende vro <span class="regelklein" id="l_2114"><a href="#ln_2114">2114</a></span><br /></span> + <span class="i0">Mochtic mijn deel hebben half. <span class="regel" id="l_2115">2115</span><br /></span> + <span class="i0">Alse Isengrijn bejaghede een calf <span class="regelklein" id="l_2116">2116</span><br /></span> + <span class="i0">Oft een <a href="#vw_w37" class="vw_ref">weder</a>, oft een ram, <span class="regelklein" id="l_2117"><a href="#ln_2117">2117</a></span><br /></span> + <span class="i0">So <a href="#vw_g172" class="vw_ref">grongierdi</a>, ende maecte hem gram, <span class="regelklein" id="l_2118">2118</span><br /></span> + <span class="i0">Ende <a href="#vw_t42" class="vw_ref">toochde</a> mi <a href="#vw_g43" class="vw_ref">ghelaet</a>, <span class="regelklein" id="l_2119"><a href="#ln_2119">2119</a></span><br /></span> + <span class="i0">Dat so suur was ende quaet, <span class="regel" id="l_2120"><a href="#ln_2120">2120</a></span><br /></span> + <span class="i0">Dat hi mi <ins class="corr" id="corr16" title="Niet in Bron."><a href="#vw_m45" class="vw_ref">met</a></ins> van hem verdreef, <span class="regelklein" id="l_2121"><a href="#ln_2121">2121</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ende hem mijn deel al gader bleef; <span class="regelklein" id="l_2122">2122</span><br /></span> + <span class="i0">Nochtan achtic niet van dien. <span class="regelklein" id="l_2123">2123</span><br /></span> + <span class="i0">So menich warve hebbic <a href="#vw_v89" class="vw_ref">versien</a>, <span class="regelklein" id="l_2124"><a href="#ln_2124">2124</a></span><br /></span> + <span class="i0">Alse wi een grote proie <a href="#vw_l4" class="vw_ref">lagheden</a>, <span class="regel" id="l_2125">2125</span><br /></span> + <span class="i0">Die ic ende mijn oom bejagheden, <span class="regelklein" id="l_2126">2126</span><br /></span> + <span class="i0">Enen osse, oft enen <a href="#vw_b3" class="vw_ref">bake</a>, <span class="regelklein" id="l_2127"><a href="#ln_2127">2127</a></span><br /></span> + <span class="i0">So ghinc hi sitten met <a href="#vw_g58" class="vw_ref">ghemake</a> <span class="regelklein" id="l_2128"><a href="#ln_2128">2128</a></span><br /></span> + <span class="i0">Met sinen wive, vrouwe Harsinde, <span class="regelklein" id="l_2129">2129</span><br /></span> +<span class="pagenum" title="82"></span><a id="p_82"></a> + <span class="i0">Ende met sinen <span class="smcap">VII</span> kindren; <span class="regel" id="l_2130"><a href="#ln_2130">2130</a></span><br /></span> + <span class="i0">Sone mocht ic <a href="#vw_ck56" class="vw_ref">cume</a> dene hebben <span class="regelklein" id="l_2131">2131</span><br /></span> + <span class="i0">Vanden alreminsten rebben, <span class="regelklein" id="l_2132">2132</span><br /></span> + <span class="i0">Die sine kindre en wouden cnaghen. <span class="regelklein" id="l_2133"><a href="#ln_2133">2133</a></span><br /></span> + <span class="i0">Dus nauwe hebbic mi <a href="#vw_b18" class="vw_ref">bedraghen</a>. <span class="regelklein" id="l_2134">2134</span><br /></span> + <span class="i0">Nochtan dat was mi lettel noot; <span class="regel" id="l_2135">2135</span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_n27" class="vw_ref">Ne waer</a> dat mijn <a href="#vw_s71" class="vw_ref">sin</a> so groot <span class="regelklein" id="l_2136">2136</span><br /></span> + <span class="i0">Die <a href="#vw_l37" class="vw_ref">lieve</a> <a href="#vw_d70" class="vw_ref">droech</a> te minen oom, <span class="regelklein" id="l_2137">2137</span><br /></span> + <span class="i0">Die mijns <a href="#vw_g164" class="vw_ref">nemet</a> <a href="#vw_ck49" class="vw_ref">cranken</a> <a href="#vw_g164" class="vw_ref">goom</a>, <span class="regelklein" id="l_2138">2138</span><br /></span> + <span class="i0">Ic hadde wel ghewonnen tetene. <span class="regelklein" id="l_2139"><a href="#ln_2139">2139</a></span><br /></span> + <span class="i0">Coninc, dit doe ic u te wetene: <span class="regel" id="l_2140">2140</span><br /></span> + <span class="i0">Ic hebbe noch selver ende gout, <span class="regelklein" id="l_2141">2141</span><br /></span> + <span class="i0">Dat al es in miere <a href="#vw_g150" class="vw_ref">ghewout</a>, <span class="regelklein" id="l_2142">2142</span><br /></span> + <span class="i0">So vele, dat <a href="#vw_ck56" class="vw_ref">cume</a> een waghen <span class="regelklein" id="l_2143">2143</span><br /></span> + <span class="i0">Te <span class="smcap">VII</span> werven soude ghedraghen.” <span class="regelklein" id="l_2144">2144</span><br /></span> +</div> +<div class="stanza"> + <span class="i1">Alse die coninc dit <a href="#vw_v58" class="vw_ref">verhorde</a>, <span class="regel" id="l_2145">2145</span><br /></span> + <span class="i0">Gaf hi Reinaerde selke andworde: <span class="regelklein" id="l_2146"><a href="#ln_2146">2146</a></span><br /></span> + <span class="i0">Reinaert, <a href="#vw_w5" class="vw_ref">waen</a> quam u dese scat?<ins class="corr" id="corr17" title="Niet in Bron.">”</ins> <span class="regelklein" id="l_2147"><a href="#ln_2147">2147</a></span><br /></span> + <span class="i0">Reinaert andworde: Ic segghe u dat, <span class="regelklein" id="l_2148">2148</span><br /></span> + <span class="i0">Wildijt weten, alse ict weet: <span class="regelklein" id="l_2149"><a href="#ln_2149">2149</a></span><br /></span> + <span class="i0">No <a href="#vw_d58" class="vw_ref">dor</a> lief, no dor leet <span class="regel" id="l_2150">2150</span><br /></span> +<span class="pagenum" title="83"></span><a id="p_83"></a> + <span class="i0">Sone salt danne bliven <a href="#vw_v56" class="vw_ref">verholen</a>. <span class="regelklein" id="l_2151">2151</span><br /></span> + <span class="i0">Coninc, die scat was <a href="#vw_b85" class="vw_ref">bestolen</a>: <span class="regelklein" id="l_2152"><a href="#ln_2152">2152</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ne waer hi ooc ghestolen niet, <span class="regelklein" id="l_2153">2153</span><br /></span> + <span class="i0">Daer ware die mort <a href="#vw_b103" class="vw_ref">bi</a> ghesciet <span class="regelklein" id="l_2154">2154</span><br /></span> + <span class="i0">Ane u lijf, <a href="#vw_t53" class="vw_ref">in rechter trouwe</a>, <span class="regel" id="l_2155"><a href="#ln_2155">2155</a></span><br /></span> + <span class="i0">Dat uwen vrienden mochte rouwen.” <span class="regelklein" id="l_2156"><a href="#ln_2156">2156</a></span><br /></span> + <span class="i0">Die coninghinne wart vervaert <span class="regelklein" id="l_2157">2157</span><br /></span> + <span class="i0">Ende sprac: <a href="#vw_o113" class="vw_ref">Owi</a>, Reinaert! <span class="regelklein" id="l_2158"><a href="#ln_2158">2158</a></span><br /></span> + <span class="i0">Owi, Reinaert! owi! owi! <span class="regelklein" id="l_2159">2159</span><br /></span> + <span class="i0">Owi, Reinaert, wat sechdi? <span class="regel" id="l_2160">2160</span><br /></span> + <span class="i0">Ic <a href="#vw_m11" class="vw_ref">mane</a> u bi der selver <a href="#vw_v8" class="vw_ref">vaert</a>, <span class="regelklein" id="l_2161">2161</span><br /></span> + <span class="i0">Dat ghi ons secht, Reinaert, <span class="regelklein" id="l_2162"><a href="#ln_2162">2162</a></span><br /></span> + <span class="i0">Die u siele varen sal, <span class="regelklein" id="l_2163">2163</span><br /></span> + <span class="i0">Dat ghi ons secht die waerheit al <span class="regelklein" id="l_2164">2164</span><br /></span> + <span class="i0">Openbare, ende <a href="#vw_v130" class="vw_ref">bringhet vort</a>: <span class="regel" id="l_2165"><a href="#ln_2165">2165</a></span><br /></span> + <span class="i0">Oft ghi weet van enegher <a href="#vw_m72" class="vw_ref">mort</a>, <span class="regelklein" id="l_2166">2166</span><br /></span> + <span class="i0">Oft enen <a href="#vw_m70" class="vw_ref">mordeliken</a> raet, <span class="regelklein" id="l_2167">2167</span><br /></span> + <span class="i0">Die jeghen minen here gaet, <span class="regelklein" id="l_2168">2168</span><br /></span> + <span class="i0">Dat laet hier openbare horen!” <span class="regelklein" id="l_2169">2169</span><br /></span> +</div> +<div class="stanza"> + <span class="i1">Nu hort, hoe Reinaert sal <a href="#vw_v35" class="vw_ref">verdoren</a> <span class="regel" id="l_2170">2170</span><br /></span> + <span class="i0">Den coninc entie coninghinne, <span class="regelklein" id="l_2171">2171</span><br /></span> + <span class="i0">Ende hi <a href="#vw_b102" class="vw_ref">bewerven</a> sal met <a href="#vw_s71" class="vw_ref">sinne</a> <span class="regelklein" id="l_2172">2172</span><br /></span> + <span class="i0">Des coninx vrientscap ende <a href="#vw_h51" class="vw_ref">hulde</a>; <span class="regelklein" id="l_2173"><a href="#ln_2173">2173</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ende hoe hi buten haerre sculde <span class="regelklein" id="l_2174">2174</span><br /></span> + <span class="i0">Brune en Isengrijn bede <span class="regel" id="l_2175">2175</span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_u13" class="vw_ref">Up hief</a> in groten <a href="#vw_o30" class="vw_ref">ongherede</a>, <span class="regelklein" id="l_2176"><a href="#ln_2176">2176</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ende in <a href="#vw_v105" class="vw_ref">veten</a> ende in <a href="#vw_o34" class="vw_ref">ongheval</a> <span class="regelklein" id="l_2177"><a href="#ln_2177">2177</a></span><br /></span> + <span class="i0">Jeghen den coninc bringhen sal. <span class="regelklein" id="l_2178">2178</span><br /></span> + <span class="i0">Dien heren, die nu waren so fier, <span class="regelklein" id="l_2179"><a href="#ln_2179">2179</a></span><br /></span> + <span class="i0">Dat si Reinaerde waenden bier <span class="regel" id="l_2180">2180</span><br /></span> +<span class="pagenum" title="84"></span><a id="p_84"></a> + <span class="i0">Te sinen <a href="#vw_l1" class="vw_ref">lachter</a> hebben ghebrouwen, <span class="regelklein" id="l_2181">2181</span><br /></span> + <span class="i0">Ic wane wel, in rechter trouwe, <span class="regelklein" id="l_2182"><a href="#ln_2182">2182</a></span><br /></span> + <span class="i0">Dat hi sal weder <a href="#vw_m21" class="vw_ref">mede</a> <a href="#vw_b121" class="vw_ref">blanden</a>, <span class="regelklein" id="l_2183">2183</span><br /></span> + <span class="i0">Dien si drinken sullen met scande. <span class="regelklein" id="l_2184"><a href="#ln_2184">2184</a></span><br /></span> +</div> +<div class="stanza"> + <span class="i1">In enen <a href="#vw_g43" class="vw_ref">ghelate</a> van droeven <a href="#vw_s71" class="vw_ref">sinne</a> <span class="regel" id="l_2185"><a href="#ln_2185">2185</a></span><br /></span> + <span class="i0">Sprac Reinaert: Edele coninghinne, <span class="regelklein" id="l_2186">2186</span><br /></span> + <span class="i0">Al haddi mi nu niet <a href="#vw_m11" class="vw_ref">ghemaent</a>, <span class="regelklein" id="l_2187">2187</span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_b49" class="vw_ref">Ic bem</a> een die sterven <a href="#vw_w16" class="vw_ref">waent</a>: <span class="regelklein" id="l_2188">2188</span><br /></span> + <span class="i0">In laet niet ligghen up mine siele; <span class="regelklein" id="l_2189"><a href="#ln_2189">2189</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ende waert so, dat mi <a href="#vw_g127" class="vw_ref">gheviele</a>, <span class="regel" id="l_2190">2190</span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_s136" class="vw_ref">Mi stonder</a> omme in der helle te sine, <span class="regelklein" id="l_2191"><a href="#ln_2191">2191</a></span><br /></span> + <span class="i0">Daer <a href="#vw_t46" class="vw_ref">torment</a> es ende pine. <span class="regelklein" id="l_2192"><a href="#ln_2192">2192</a></span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_ij11" class="vw_ref">Indien</a> dat die coninc milde <span class="regelklein" id="l_2193"><a href="#ln_2193">2193</a></span><br /></span> + <span class="i0">Een <a href="#vw_g115" class="vw_ref">ghestille</a> maken wilde, <span class="regelklein" id="l_2194">2194</span><br /></span> + <span class="i0">Ic soude segghen, <a href="#vw_g67" class="vw_ref">met ghenade</a>, <span class="regel" id="l_2195"><a href="#ln_2195">2195</a></span><br /></span> + <span class="i0">Hoe jammerlike hi was <a href="#vw_v80" class="vw_ref">verraden</a>, <span class="regelklein" id="l_2196">2196</span><br /></span> + <span class="i0">Te mordene van sinen lieden. <span class="regelklein" id="l_2197">2197</span><br /></span> + <span class="i0">Nochtan, diet alre meest <a href="#vw_b56" class="vw_ref">berieden</a>, <span class="regelklein" id="l_2198">2198</span><br /></span> + <span class="i0">Sijn <a href="#vw_s113" class="vw_ref">som</a> van minen liefsten maghen, <span class="regelklein" id="l_2199">2199</span><br /></span> + <span class="i0">Die ic <a href="#vw_n41" class="vw_ref">node</a> soude <a href="#vw_b19" class="vw_ref">bedraghen</a>, <span class="regel" id="l_2200">2200</span><br /></span> + <span class="i0">Ne daet die <a href="#vw_s119" class="vw_ref">sorghe</a> vander helle, <span class="regelklein" id="l_2201"><a href="#ln_2201">2201</a></span><br /></span> + <span class="i0">Daer men seit, dat si in <a href="#vw_qu11" class="vw_ref">quellen</a>, <span class="regelklein" id="l_2202">2202</span><br /></span> + <span class="i0">Die hier sterven, ende mort <span class="regelklein" id="l_2203">2203</span><br /></span> + <span class="i0">Weten, sine <a href="#vw_v130" class="vw_ref">brincse vort</a>.” <span class="regelklein" id="l_2204"><a href="#ln_2204">2204</a></span><br /></span> + <span class="i0">Dien coninc <a href="#vw_s183" class="vw_ref">wart die herte swaer</a>, <span class="regel" id="l_2205"><a href="#ln_2205">2205</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ende sprac: Reinaert, sechstu mi waer!<ins class="corr" id="corr18" title="Niet in Bron.">”</ins> <span class="regelklein" id="l_2206">2206</span><br /></span> + <span class="i0">—Waer?<ins class="corr" id="corr19" title="Niet in Bron.">”</ins> sprac Reinaert, <ins class="corr" id="corr20" title="Niet in Bron."></ins>vraechdi des? <span class="regelklein" id="l_2207"><a href="#ln_2207">2207</a></span><br /></span> +<span class="pagenum" title="85"></span><a id="p_85"></a> + <span class="i0"><a href="#vw_ij2" class="vw_ref">Jane</a> weet ghi niet hoet met mi es? <span class="regelklein" id="l_2208"><a href="#ln_2208">2208</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ne <a href="#vw_b99" class="vw_ref">bewaent</a> niet, edel coninc, <span class="regelklein" id="l_2209">2209</span><br /></span> + <span class="i0">Al bem ic een <a href="#vw_a5" class="vw_ref">aerminc</a>, <span class="regel" id="l_2210">2210</span><br /></span> + <span class="i0">Hoe mochtic sulke mort <a href="#vw_g117" class="vw_ref">ghetemen</a>? <span class="regelklein" id="l_2211">2211</span><br /></span> + <span class="i0">Waendi, dat ic wille nemen <span class="regelklein" id="l_2212">2212</span><br /></span> + <span class="i0">Ene loghene uptie langhe vaert? <span class="regelklein" id="l_2213"><a href="#ln_2213">2213</a></span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_e17" class="vw_ref">In trouwe</a> neenic,” sprac Reinaert. <span class="regelklein" id="l_2214"><a href="#ln_2214">2214</a></span><br /></span> +</div> +<div class="stanza"> + <span class="i1">Bi der coninghinne rade, <span class="regel" id="l_2215"><a href="#ln_2215">2215</a></span><br /></span> + <span class="i0">Die sere <a href="#vw_o68" class="vw_ref">ontsach</a> des coninx scade, <span class="regelklein" id="l_2216">2216</span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_g11" class="vw_ref">Gheboot</a> die coninc openbare, <span class="regelklein" id="l_2217">2217</span><br /></span> + <span class="i0">Dat niemen daer so coene en ware, <span class="regelklein" id="l_2218"><a href="#ln_2218">2218</a></span><br /></span> + <span class="i0">Dat hi een <a href="#vw_w93" class="vw_ref">wordekijn</a> <a href="#vw_ij4" class="vw_ref">iet</a> sprake, <span class="regelklein" id="l_2219">2219</span><br /></span> + <span class="i0">Tottien, dat Reinaert met <a href="#vw_g58" class="vw_ref">ghemake</a> <span class="regel" id="l_2220"><a href="#ln_2220">2220</a></span><br /></span> + <span class="i0">Hadde <a href="#vw_v148" class="vw_ref">volseit</a> al sinen wille. <span class="regelklein" id="l_2221">2221</span><br /></span> + <span class="i0">Doe sweghen si alle gader stille. <span class="regelklein" id="l_2222">2222</span><br /></span> + <span class="i0">Die coninc <a href="#vw_h24" class="vw_ref">hiet</a> Reinaerde spreken. <span class="regelklein" id="l_2223">2223</span><br /></span> + <span class="i0">Reinaert was van fellen <a href="#vw_t47" class="vw_ref">treken</a>: <span class="regelklein" id="l_2224">2224</span><br /></span> + <span class="i0">Hem <a href="#vw_d42" class="vw_ref">dochte</a> scone sijn <a href="#vw_g125" class="vw_ref">gheval</a>, <span class="regel" id="l_2225">2225</span><br /></span> + <span class="i0">Hi sprac: Nu swighet over al, <span class="regelklein" id="l_2226">2226</span><br /></span> + <span class="i0">Na dien dat es den coninc <a href="#vw_l31" class="vw_ref">lief</a>: <span class="regelklein" id="l_2227">2227</span><br /></span> + <span class="i0">Ic sal u <a href="#vw_b150" class="vw_ref">lesen, sonder brief</a>, <span class="regelklein" id="l_2228">2228</span><br /></span> + <span class="i0">Die verradenesse openbare, <span class="regelklein" id="l_2229"><a href="#ln_2229">2229</a></span><br /></span> + <span class="i0">So dat ic niemene en spare, <span class="regel" id="l_2230">2230</span><br /></span> + <span class="i0">Dien ic te <a href="#vw_w101" class="vw_ref">wroeghene</a> sculdich bem. <span class="regelklein" id="l_2231">2231</span><br /></span> + <span class="i0">Dies <a href="#vw_l1" class="vw_ref">lachter</a> hevet, scaems hem!” <span class="regelklein" id="l_2232">2232</span><br /></span> +</div> +<div class="stanza"> + <span class="i1">Nu vernemt alle gader, <span class="regelklein" id="l_2233">2233</span><br /></span> + <span class="i0">Hoe Reinaert sinen ertscen vader <span class="regelklein" id="l_2234">2234</span><br /></span> + <span class="i0">Met verradenesse sal <a href="#vw_b19" class="vw_ref">bedraghen</a>, <span class="regel" id="l_2235"><a href="#ln_2235">2235</a></span><br /></span> +<span class="pagenum" title="86"></span><a id="p_86"></a> + <span class="i0">Ende een van sinen liefsten maghen, <span class="regelklein" id="l_2236"><a href="#ln_2236">2236</a></span><br /></span> + <span class="i0">(Dat was Grimbert, die das,) <span class="regelklein" id="l_2237"><a href="#ln_2237">2237</a></span><br /></span> + <span class="i0">Die hem <a href="#vw_h47" class="vw_ref">hout</a> van herten was. <span class="regelklein" id="l_2238">2238</span><br /></span> + <span class="i0">Dat dede Reinaert omme dat, <span class="regelklein" id="l_2239">2239</span><br /></span> + <span class="i0">Dat hi wilde, dat men te <a href="#vw_b87" class="vw_ref">bat</a> <span class="regel" id="l_2240">2240</span><br /></span> + <span class="i0">Sinen worden gheloven soude, <span class="regelklein" id="l_2241">2241</span><br /></span> + <span class="i0">Van sinen vianden, oft hi woude <span class="regelklein" id="l_2242"><a href="#ln_2242">2242</a></span><br /></span> + <span class="i0">Dien verranesse <a href="#vw_t33" class="vw_ref">tien</a> an. <span class="regelklein" id="l_2243"><a href="#ln_2243">2243</a></span><br /></span> + <span class="i0">Nu hort, hoe hi dies began: <span class="regelklein" id="l_2244">2244</span><br /></span> + <span class="i0">Wilen <a href="#vw_t24" class="vw_ref">tere</a> stonde <span class="regel" id="l_2245"><a href="#ln_2245">2245</a></span><br /></span> + <span class="i0">Hadde mijn <a href="#vw_h22" class="vw_ref">here</a> vonden <span class="regelklein" id="l_2246"><a href="#ln_2246">2246</a></span><br /></span> + <span class="i0">Des coninx Hermelinx scat, <span class="regelklein" id="l_2247"><a href="#ln_2247">2247</a></span><br /></span> + <span class="i0">In ere <a href="#vw_v56" class="vw_ref">verholenre</a> <a href="#vw_s155" class="vw_ref">stat</a>. <span class="regelklein" id="l_2248"><a href="#ln_2248">2248</a></span><br /></span> + <span class="i0">Doe mijn vader hadde vonden <span class="regelklein" id="l_2249"><a href="#ln_2249">2249</a></span><br /></span> + <span class="i0">Den scat, wart hi in corten stonden <span class="regel" id="l_2250">2250</span><br /></span> + <span class="i0">So <a href="#vw_o99" class="vw_ref">overdadich</a>, ende so fier, <span class="regelklein" id="l_2251">2251</span><br /></span> + <span class="i0">Dat hi <a href="#vw_v78" class="vw_ref">veronwerde</a> alle dier, <span class="regelklein" id="l_2252">2252</span><br /></span> + <span class="i0">Die sine <a href="#vw_g79" class="vw_ref">ghenote</a> te voren waren. <span class="regelklein" id="l_2253">2253</span><br /></span> + <span class="i0">Hi dede Tibert, den cater, <a href="#vw_v13" class="vw_ref">varen</a> <span class="regelklein" id="l_2254"><a href="#ln_2254">2254</a></span><br /></span> + <span class="i0">In Ardennen, dat wilde lant, <span class="regel" id="l_2255"><a href="#ln_2255">2255</a></span><br /></span> + <span class="i0">Aldaer hi Brune den bere vant: <span class="regelklein" id="l_2256"><a href="#ln_2256">2256</a></span><br /></span> + <span class="i0">Hi ontboot Brunen Gods houde, <span class="regelklein" id="l_2257"><a href="#ln_2257">2257</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ende in Vlaendren comen soude, <span class="regelklein" id="l_2258"><a href="#ln_2258">2258</a></span><br /></span> + <span class="i0">Oft hi coninc wilde wesen. <span class="regelklein" id="l_2259">2259</span><br /></span> + <span class="i0">Brune wart <a href="#vw_v142" class="vw_ref">vro</a> van desen, <span class="regel" id="l_2260"><a href="#ln_2260">2260</a></span><br /></span> +<span class="pagenum" title="87"></span><a id="p_87"></a> + <span class="i0">Hi hadt meneghen dach begheert: <span class="regelklein" id="l_2261">2261</span><br /></span> + <span class="i0">Doe <a href="#vw_m5" class="vw_ref">maecte</a> hi <a href="#vw_m5" class="vw_ref">hem te</a> Vlaendrenweert <span class="regelklein" id="l_2262"><a href="#ln_2262">2262</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ende quam in Waes, int <a href="#vw_s105" class="vw_ref">soete</a> lant, <span class="regelklein" id="l_2263">2263</span><br /></span> + <span class="i0">Daer hi minen vader vant. <span class="regelklein" id="l_2264">2264</span><br /></span> + <span class="i0">Mijn vader omboot Grimberte, den wisen, <span class="regel" id="l_2265">2265</span><br /></span> + <span class="i0">Ende Isengrine, den grisen, <span class="regelklein" id="l_2266"><a href="#ln_2266">2266</a></span><br /></span> + <span class="i0">(Tibert, die cater, was die vijfte) <span class="regelklein" id="l_2267">2267</span><br /></span> + <span class="i0">Ende quamen tenen dorpe, hiet Hijfte. <span class="regelklein" id="l_2268">2268</span><br /></span> + <span class="i0">Tusscen Hijfte ende Ghent <span class="regelklein" id="l_2269">2269</span><br /></span> + <span class="i0">Hilden si haer <a href="#vw_p9" class="vw_ref">parlement</a>, <span class="regel" id="l_2270">2270</span><br /></span> + <span class="i0">In ere <a href="#vw_b47" class="vw_ref">belokenre</a> nacht; <span class="regelklein" id="l_2271">2271</span><br /></span> + <span class="i0">Daer quamen si bi sduvels cracht <span class="regelklein" id="l_2272">2272</span><br /></span> + <span class="i0">Ende bi des duvels ghewelt, <span class="regelklein" id="l_2273"><a href="#ln_2273">2273</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ende <a href="#vw_s188" class="vw_ref">swoeren</a> daer <a href="#vw_a27" class="vw_ref">an</a> twoeste velt <span class="regelklein" id="l_2274">2274</span><br /></span> + <span class="i0">Alle vive, des coninx doot. <span class="regel" id="l_2275">2275</span><br /></span> + <span class="i0">Nu horet wonder harde groot: <span class="regelklein" id="l_2276"><a href="#ln_2276">2276</a></span><br /></span> + <span class="i0">[Si swoeren up Isengrijns crune, <span class="regelklein" id="l_2277"><a href="#ln_2277">2277</a></span><br /></span> +<span class="pagenum" title="88"></span><a id="p_88"></a> + <span class="i0">Alle vive, datsi Brune <span class="regelklein" id="l_2278">2278</span><br /></span> + <span class="i0">Coninc ende here souden maken, <span class="regelklein" id="l_2279">2279</span><br /></span> + <span class="i0">Ende settene in den <a href="#vw_s165" class="vw_ref">stoele</a> tAken,] <span class="regel" id="l_2280">2280</span><br /></span> + <span class="i0">Ende hi crone soude draghen. <span class="regelklein" id="l_2281">2281</span><br /></span> + <span class="i0">Wilde iemen van des coninx maghen <span class="regelklein" id="l_2282"><a href="#ln_2282">2282</a></span><br /></span> + <span class="i0">Dat <a href="#vw_w45" class="vw_ref">wedersegghen</a>, mijn vader soude <span class="regelklein" id="l_2283">2283</span><br /></span> + <span class="i0">Met sinen selvere ende sinen goude <span class="regelklein" id="l_2284"><a href="#ln_2284">2284</a></span><br /></span> + <span class="i0">So den ghenen <a href="#vw_s159" class="vw_ref">steken achter</a>, <span class="regel" id="l_2285">2285</span><br /></span> + <span class="i0">Dat sijs souden hebben <a href="#vw_l1" class="vw_ref">lachter</a>. <span class="regelklein" id="l_2286">2286</span><br /></span> + <span class="i0">Dit wetic, ende segghe u hoe. <span class="regelklein" id="l_2287">2287</span><br /></span> +</div> +<div class="stanza"> + <span class="i1">Eens maerghins harde <a href="#vw_v141" class="vw_ref">vroe</a> <span class="regelklein" id="l_2288">2288</span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_g127" class="vw_ref">Gheviel</a>, dat mijn neve, die das, <span class="regelklein" id="l_2289">2289</span><br /></span> + <span class="i0">Van wine een lettel dronken was, <span class="regel" id="l_2290">2290</span><br /></span> + <span class="i0">Ende dien <a href="#vw_v56" class="vw_ref">verholnen</a> raet minen <span class="regelklein" id="l_2291"><a href="#ln_2291">2291</a></span><br /></span> + <span class="i0">Wive, vrouwe Harmelinen, <span class="regelklein" id="l_2292"><a href="#ln_2292">2292</a></span><br /></span> + <span class="i0">Al van pointe te <a href="#vw_p29" class="vw_ref">pointe</a> seide, <span class="regelklein" id="l_2293"><a href="#ln_2293">2293</a></span><br /></span> +<span class="pagenum" title="89"></span><a id="p_89"></a> + <span class="i0">Daer si liepen an der heiden. <span class="regelklein" id="l_2294">2294</span><br /></span> + <span class="i0">Mijn wijf es ene <a href="#vw_v138" class="vw_ref">vremde</a> vrouwe, <span class="regel" id="l_2295">2295</span><br /></span> + <span class="i0">Ende gaf Grimberte hare trouwe, <span class="regelklein" id="l_2296">2296</span><br /></span> + <span class="i0">Dat verholen bliven soude. <span class="regelklein" id="l_2297">2297</span><br /></span> + <span class="i0">Ten eersten dat soe quam te <a href="#vw_w95" class="vw_ref">woude</a>, <span class="regelklein" id="l_2298">2298</span><br /></span> + <span class="i0">Daer ic was, ende soe mi vant, <span class="regelklein" id="l_2299">2299</span><br /></span> + <span class="i0">So telde <a href="#vw_s103" class="vw_ref">soet</a> mi <a href="#vw_t13" class="vw_ref">te hant</a>: <span class="regel" id="l_2300">2300</span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_n27" class="vw_ref">Newaer</a> het was al stillekine. <span class="regelklein" id="l_2301">2301</span><br /></span> + <span class="i0">Ooc seide soe mi sulke <a href="#vw_l40" class="vw_ref">lijctekine</a>, <span class="regelklein" id="l_2302"><a href="#ln_2302">2302</a></span><br /></span> + <span class="i0">Die ic kende al so waer, <span class="regelklein" id="l_2303"><a href="#ln_2303">2303</a></span><br /></span> + <span class="i0">Dat mi alle mine haer <span class="regelklein" id="l_2304">2304</span><br /></span> + <span class="i0">Upwaert stonden, van groten <a href="#vw_v6" class="vw_ref">vare</a>. <span class="regel" id="l_2305"><a href="#ln_2305">2305</a></span><br /></span> + <span class="i0">Mine herte wart mi openbare <span class="regelklein" id="l_2306">2306</span><br /></span> + <span class="i0">Also cout alse een ijs. <span class="regelklein" id="l_2307">2307</span><br /></span> + <span class="i0">Dies sijt seker ende wijs, <span class="regelklein" id="l_2308"><a href="#ln_2308">2308</a></span><br /></span> +<span class="pagenum" title="90"></span><a id="p_90"></a> + <span class="i0">Ic kinde Brune valsc ende quaet, <span class="regelklein" id="l_2309"><a href="#ln_2309">2309</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ende vul van alre <a href="#vw_o100" class="vw_ref">overdaet</a>. <span class="regel" id="l_2310">2310</span><br /></span> +<span class="pagenum" title="91"></span><a id="p_91"></a> + <span class="i0">Ic peinsde: worde hi onse here, <span class="regelklein" id="l_2311">2311</span><br /></span> + <span class="i0">Dat <a href="#vw_o73" class="vw_ref">ontvruchtic</a> harde sere, <span class="regelklein" id="l_2312"><a href="#ln_2312">2312</a></span><br /></span> + <span class="i0">Dat wi alle waren verloren. <span class="regelklein" id="l_2313">2313</span><br /></span> + <span class="i0">Ic kinde den coninc so <a href="#vw_w52" class="vw_ref">wel gheboren</a>, <span class="regelklein" id="l_2314"><a href="#ln_2314">2314</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ende soete, ende <a href="#vw_g162" class="vw_ref">goedertiere</a>, <span class="regel" id="l_2315">2315</span><br /></span> + <span class="i0">Ende <a href="#vw_g69" class="vw_ref">ghenadich</a> allen dieren. <span class="regelklein" id="l_2316">2316</span><br /></span> + <span class="i0">Het dochte mi bi allen dinghen <span class="regelklein" id="l_2317">2317</span><br /></span> + <span class="i0">Eene quade <a href="#vw_m12" class="vw_ref">manghelinghe</a>, <span class="regelklein" id="l_2318">2318</span><br /></span> + <span class="i0">Die ons ne mochte comen <span class="regelklein" id="l_2319">2319</span><br /></span> + <span class="i0">No tere, no te <a href="#vw_v143" class="vw_ref">vrome</a>; <span class="regel" id="l_2320"><a href="#ln_2320">2320</a></span><br /></span> + <span class="i0">Mine herte grote sorghe <a href="#vw_d53" class="vw_ref">doghede</a>. <span class="regelklein" id="l_2321"><a href="#ln_2321">2321</a></span><br /></span> + <span class="i0">Hier omme <a href="#vw_p17" class="vw_ref">pijndic</a> ende <a href="#vw_p28" class="vw_ref">poghede</a> <span class="regelklein" id="l_2322"><a href="#ln_2322">2322</a></span><br /></span> + <span class="i0">Hoe so <a href="#vw_e18" class="vw_ref">erge</a> ene <a href="#vw_s10" class="vw_ref">sake</a>, <span class="regelklein" id="l_2323">2323</span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_t12" class="vw_ref">Testoret</a> worde, ende ic <a href="#vw_b147" class="vw_ref">brake</a> <span class="regelklein" id="l_2324"><a href="#ln_2324">2324</a></span><br /></span> + <span class="i0">Mijns vader bosen <a href="#vw_r5" class="vw_ref">raet</a>, <span class="regel" id="l_2325">2325</span><br /></span> + <span class="i0">Die een <a href="#vw_d66" class="vw_ref">dorper</a>, enen vraet, <span class="regelklein" id="l_2326"><a href="#ln_2326">2326</a></span><br /></span> + <span class="i0">Coninc ende here maken <a href="#vw_w16" class="vw_ref">waende</a>. <span class="regelklein" id="l_2327">2327</span><br /></span> + <span class="i0">Emmer badic Gode, ende <a href="#vw_m11" class="vw_ref">maende</a>, <span class="regelklein" id="l_2328">2328</span><br /></span> + <span class="i0">Dat hi den coninc, minen here, <span class="regelklein" id="l_2329">2329</span><br /></span> + <span class="i0">Behilde sine <a href="#vw_w22" class="vw_ref">wareltere</a>. <span class="regel" id="l_2330">2330</span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_b15" class="vw_ref">Bedi</a> ic kinde wale dat, <span class="regelklein" id="l_2331"><a href="#ln_2331">2331</a></span><br /></span> + <span class="i0">Behilde mijn vader sinen scat, <span class="regelklein" id="l_2332">2332</span><br /></span> + <span class="i0">Si souden wel <a href="#vw_t19" class="vw_ref">des raets ghetelen</a>, <span class="regelklein" id="l_2333">2333</span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_o20" class="vw_ref">Onder hem ende</a> sinen ghespelen, <span class="regelklein" id="l_2334">2334</span><br /></span> + <span class="i0">Dat die coninc worde <a href="#vw_v98" class="vw_ref">verstoten</a>. <span class="regel" id="l_2335">2335</span><br /></span> +<span class="pagenum" title="92"></span><a id="p_92"></a> + <span class="i0">In diepen ghepeinsen ende in groten <span class="regelklein" id="l_2336"><a href="#ln_2336">2336</a></span><br /></span> + <span class="i0">Was ic dicke, hoe ic die stat <span class="regelklein" id="l_2337"><a href="#ln_2337">2337</a></span><br /></span> + <span class="i0">Soude vinden, waer die scat <span class="regelklein" id="l_2338">2338</span><br /></span> + <span class="i0">Lach, die hi hadde vonden. <span class="regelklein" id="l_2339"><a href="#ln_2339">2339</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ic <a href="#vw_w1" class="vw_ref">wachte</a> <a href="#vw_n12" class="vw_ref">nauwe</a> tallen stonden <span class="regel" id="l_2340">2340</span><br /></span> + <span class="i0">Minen vader, ende leiden laghen <span class="regelklein" id="l_2341"><a href="#ln_2341">2341</a></span><br /></span> + <span class="i0">In meneghen bosch, in menegher haghe, <span class="regelklein" id="l_2342"><a href="#ln_2342">2342</a></span><br /></span> + <span class="i0">Beide in velde ende in woude, <span class="regelklein" id="l_2343">2343</span><br /></span> + <span class="i0">Waer mijn vader, die listighe oude, <span class="regelklein" id="l_2344">2344</span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_h21" class="vw_ref">Henen</a> trac ende <a href="#vw_h21" class="vw_ref">henen</a> liep: <span class="regel" id="l_2345">2345</span><br /></span> + <span class="i0">Was het droghe, was het diep, <span class="regelklein" id="l_2346">2346</span><br /></span> + <span class="i0">Wast bi nachte, wast bi daghe, <span class="regelklein" id="l_2347">2347</span><br /></span> + <span class="i0">Ic was emmer in die laghe; <span class="regelklein" id="l_2348">2348</span><br /></span> + <span class="i0">Wast bi daghe, wast bi nachte, <span class="regelklein" id="l_2349">2349</span><br /></span> + <span class="i0">Ic was emmer in die wachte. <span class="regel" id="l_2350">2350</span><br /></span> +</div> +<div class="stanza"> + <span class="i1">Up ene stont <a href="#vw_g127" class="vw_ref">gheviel</a> daer nare, <span class="regelklein" id="l_2351"><a href="#ln_2351">2351</a></span><br /></span> + <span class="i0">Dat ic mi decte met groten vare, <span class="regelklein" id="l_2352">2352</span><br /></span> + <span class="i0">Ende lach ghestrect <a href="#vw_n26" class="vw_ref">neven</a> derde, <span class="regelklein" id="l_2353">2353</span><br /></span> + <span class="i0">Ende vanden scatte, die ic begherde, <span class="regelklein" id="l_2354">2354</span><br /></span> + <span class="i0">Gherne <a href="#vw_ij5" class="vw_ref">iewet</a> hadde vernomen: <span class="regel" id="l_2355"><a href="#ln_2355">2355</a></span><br /></span> + <span class="i0">Doe saghic minen vader comen <span class="regelklein" id="l_2356">2356</span><br /></span> + <span class="i0">Ute enen hole ghelopen. <span class="regelklein" id="l_2357"><a href="#ln_2357">2357</a></span><br /></span> + <span class="i0">Doe began ic ten scatte hopen <span class="regelklein" id="l_2358"><a href="#ln_2358">2358</a></span><br /></span> + <span class="i0">Bi den <a href="#vw_b9" class="vw_ref">barate</a> die ic hem sach <span class="regelklein" id="l_2359"><a href="#ln_2359">2359</a></span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_d75" class="vw_ref">Driven</a>, als ic u segghen <a href="#vw_m62" class="vw_ref">mach</a>: <span class="regel" id="l_2360"><a href="#ln_2360">2360</a></span><br /></span> + <span class="i0">Want doe hi uten holen quam, <span class="regelklein" id="l_2361"><a href="#ln_2361">2361</a></span><br /></span> + <span class="i0">Sach ic wel, ende <a href="#vw_v72" class="vw_ref">vernam</a>, <span class="regelklein" id="l_2362">2362</span><br /></span> + <span class="i0">Dat hi omme sach. Doe <a href="#vw_m27" class="vw_ref">merkedi</a>, <span class="regelklein" id="l_2363"><a href="#ln_2363">2363</a></span><br /></span> +<span class="pagenum" title="93"></span><a id="p_93"></a> + <span class="i0">Oft hem iemene ware <a href="#vw_b111" class="vw_ref">bi</a>; <span class="regelklein" id="l_2364">2364</span><br /></span> + <span class="i0">Ende als hi niemene en sach, <span class="regel" id="l_2365">2365</span><br /></span> + <span class="i0">Doe <a href="#vw_qu7" class="vw_ref">queddi</a> den sconen dach, <span class="regelklein" id="l_2366">2366</span><br /></span> + <span class="i0">Ende stoppede dat hol met sande, <span class="regelklein" id="l_2367">2367</span><br /></span> + <span class="i0">Ende maectet ghelijc den andren lande. <span class="regelklein" id="l_2368">2368</span><br /></span> +</div> +<div class="stanza"> + <span class="i1">Dat ic dat sach ne wiste hi niet. <span class="regelklein" id="l_2369">2369</span><br /></span> + <span class="i0">Doe saghic, eer hi <a href="#vw_d9" class="vw_ref">dane</a> sciet, <span class="regel" id="l_2370">2370</span><br /></span> + <span class="i0">Dat hi den steert liet nedergaen <span class="regelklein" id="l_2371"><a href="#ln_2371">2371</a></span><br /></span> + <span class="i0">Daer sine voete hadden ghestaen, <span class="regelklein" id="l_2372">2372</span><br /></span> + <span class="i0">Ende decte sijn spore metter <a href="#vw_m73" class="vw_ref">moude</a>. <span class="regelklein" id="l_2373"><a href="#ln_2373">2373</a></span><br /></span> + <span class="i0">Daer leerdic an den vroeden ouden <span class="regelklein" id="l_2374"><a href="#ln_2374">2374</a></span><br /></span> + <span class="i0">Een <a href="#vw_l25" class="vw_ref">lettel</a> meesterliker liste, <span class="regel" id="l_2375"><a href="#ln_2375">2375</a></span><br /></span> + <span class="i0">Die ic te voren niet ne wiste. <span class="regelklein" id="l_2376">2376</span><br /></span> + <span class="i0">Aldus voer mijn vader <a href="#vw_d9" class="vw_ref">dane</a> <span class="regelklein" id="l_2377">2377</span><br /></span> + <span class="i0">Ten dorpewaert, daer die hanen <span class="regelklein" id="l_2378">2378</span><br /></span> + <span class="i0">Ende die vette hinnen waren. <span class="regelklein" id="l_2379">2379</span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_t14" class="vw_ref">Teerst</a> dat ic mi <a href="#vw_d14" class="vw_ref">dorste</a> <a href="#vw_b11" class="vw_ref">baren</a>, <span class="regel" id="l_2380">2380</span><br /></span> + <span class="i0">Spranc ic up, en liep ten hole: <span class="regelklein" id="l_2381">2381</span><br /></span> + <span class="i0">Ic wilde niet langher sijn in <a href="#vw_d55" class="vw_ref">dole</a>, <span class="regelklein" id="l_2382">2382</span><br /></span> + <span class="i0">Ende ic gheraecter <a href="#vw_t36" class="vw_ref">toe</a> te hant. <span class="regelklein" id="l_2383"><a href="#ln_2383">2383</a></span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_s30" class="vw_ref">Sciere</a> <a href="#vw_s38" class="vw_ref">scraefdic</a> up dat sant <span class="regelklein" id="l_2384">2384</span><br /></span> + <span class="i0">Met minen voeten, ende croop in <span class="regel" id="l_2385">2385</span><br /></span> + <span class="i0">Aldaer ic vant groot ghewin; <span class="regelklein" id="l_2386"><a href="#ln_2386">2386</a></span><br /></span> + <span class="i0">Daer vandic selver ende gout: <span class="regelklein" id="l_2387">2387</span><br /></span> + <span class="i0">Hier nes niemen nu so out, <span class="regelklein" id="l_2388">2388</span><br /></span> + <span class="i0">Dies <a href="#vw_n29" class="vw_ref">nie</a> so vele te gader sach. <span class="regelklein" id="l_2389"><a href="#ln_2389">2389</a></span><br /></span> + <span class="i0">Doe ne <a href="#vw_s126" class="vw_ref">spaerdic</a> nacht no dach, <span class="regel" id="l_2390">2390</span><br /></span> + <span class="i0">In ghinc trecken ende draghen, <span class="regelklein" id="l_2391"><a href="#ln_2391">2391</a></span><br /></span> +<span class="pagenum" title="94"></span><a id="p_94"></a> + <span class="i0">Sonder kerre ende sonder waghen, <span class="regelklein" id="l_2392"><a href="#ln_2392">2392</a></span><br /></span> + <span class="i0">Over dach ende over nacht, <span class="regelklein" id="l_2393">2393</span><br /></span> + <span class="i0">Met algader miere cracht. <span class="regelklein" id="l_2394">2394</span><br /></span> + <span class="i0">Mi halp mijn wijf, vrouwe Hermeline: <span class="regel" id="l_2395">2395</span><br /></span> + <span class="i0">Des <a href="#vw_d53" class="vw_ref">dogheden</a> wi grote pine, <span class="regelklein" id="l_2396">2396</span><br /></span> + <span class="i0">Eer wi den <a href="#vw_o101" class="vw_ref">overgroten</a> scat <span class="regelklein" id="l_2397">2397</span><br /></span> + <span class="i0">Brochten in een ander gat, <span class="regelklein" id="l_2398">2398</span><br /></span> + <span class="i0">Daer hi <a href="#vw_b87" class="vw_ref">bet</a> lach tonsen <a href="#vw_g42" class="vw_ref">ghelaghe</a>. <span class="regelklein" id="l_2399">2399</span><br /></span> + <span class="i0">Wi droeghene onder ene <a href="#vw_h3" class="vw_ref">haghe</a> <span class="regel" id="l_2400"><a href="#ln_2400">2400</a></span><br /></span> + <span class="i0">In een hol <a href="#vw_v57" class="vw_ref">verholenlike</a>: <span class="regelklein" id="l_2401">2401</span><br /></span> + <span class="i0">Doe was ic van scatte rike. <span class="regelklein" id="l_2402">2402</span><br /></span> +</div> +<div class="stanza"> + <span class="i1">Nu hort, wat si <a href="#vw_b117" class="vw_ref">hier binnen</a> daden, <span class="regelklein" id="l_2403">2403</span><br /></span> + <span class="i0">Die den coninc hadden verraden. <span class="regelklein" id="l_2404">2404</span><br /></span> + <span class="i0">Brune, die bere, sendde uut <span class="regel" id="l_2405">2405</span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_v57" class="vw_ref">Verholenlike</a> sijn <a href="#vw_s11" class="vw_ref">saluut</a> <span class="regelklein" id="l_2406">2406</span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_a3" class="vw_ref">Achter lande</a>, ende omboot <span class="regelklein" id="l_2407">2407</span><br /></span> + <span class="i0">Al den ghenen <a href="#vw_r34" class="vw_ref">rijcheit</a> groot, <span class="regelklein" id="l_2408">2408</span><br /></span> + <span class="i0">Die dienen wilden omme <a href="#vw_s123" class="vw_ref">tsout</a>: <span class="regelklein" id="l_2409">2409</span><br /></span> + <span class="i0">Hi beloofde hem selver ende gout <span class="regel" id="l_2410">2410</span><br /></span> + <span class="i0">Te ghevene met milder hant. <span class="regelklein" id="l_2411">2411</span><br /></span> + <span class="i0">Mijn vader liep in al dat lant, <span class="regelklein" id="l_2412">2412</span><br /></span> + <span class="i0">Ende droech des Brunen brieve: <span class="regelklein" id="l_2413">2413</span><br /></span> + <span class="i0">Hoe lettel wiste hi, dat die dieve <span class="regelklein" id="l_2414">2414</span><br /></span> + <span class="i0">Te sinen scatte waren gheraect, <span class="regel" id="l_2415">2415</span><br /></span> + <span class="i0">Dies hem <a href="#vw_qu17" class="vw_ref">quite hadden ghemaect</a>. <span class="regelklein" id="l_2416"><a href="#ln_2416">2416</a></span><br /></span> + <span class="i0">En ware die scat niet <a href="#vw_o64" class="vw_ref">ontgonnen</a>, <span class="regelklein" id="l_2417">2417</span><br /></span> + <span class="i0">Hi hadder met die stat van Lonnen <span class="regelklein" id="l_2418">2418</span><br /></span> + <span class="i0">Al te gader moghen copen. <span class="regelklein" id="l_2419">2419</span><br /></span> + <span class="i0">Dus wan hi an sijn omme lopen. <span class="regel" id="l_2420">2420</span><br /></span> +</div> +<div class="stanza"> + <span class="i1">Doe mijn vader, al omme ende omme, <span class="regelklein" id="l_2421">2421</span><br /></span> + <span class="i0">Tusscen dier Elve entier Somme <span class="regelklein" id="l_2422">2422</span><br /></span> +<span class="pagenum" title="95"></span><a id="p_95"></a> + <span class="i0">Hadde <a href="#vw_l54" class="vw_ref">ghelopen</a> al dat lant, <span class="regelklein" id="l_2423">2423</span><br /></span> + <span class="i0">Ende hi meneghen <a href="#vw_s61" class="vw_ref">seriant</a> <span class="regelklein" id="l_2424"><a href="#ln_2424">2424</a></span><br /></span> + <span class="i0">Hadde ghewonnen met sinen goude, <span class="regel" id="l_2425">2425</span><br /></span> + <span class="i0">Die hem te hulpe comen soude, <span class="regelklein" id="l_2426"><a href="#ln_2426">2426</a></span><br /></span> + <span class="i0">Alse die somer quame int lant, <span class="regelklein" id="l_2427"><a href="#ln_2427">2427</a></span><br /></span> + <span class="i0">Keerde mijn vader daer hi vant <span class="regelklein" id="l_2428">2428</span><br /></span> + <span class="i0">Brune entie ghesellen sine. <span class="regelklein" id="l_2429">2429</span><br /></span> + <span class="i0">Doe teldi die grote pine <span class="regel" id="l_2430">2430</span><br /></span> + <span class="i0">Ende die <a href="#vw_m25" class="vw_ref">menichfoude</a> sorghe, <span class="regelklein" id="l_2431"><a href="#ln_2431">2431</a></span><br /></span> + <span class="i0">Die hi vor den hoghen borghen <span class="regelklein" id="l_2432">2432</span><br /></span> + <span class="i0">Int lant van Sassen hadde <a href="#vw_l18" class="vw_ref">leden</a>, <span class="regelklein" id="l_2433">2433</span><br /></span> + <span class="i0">Daer die jagheren na hem reden <span class="regelklein" id="l_2434"><a href="#ln_2434">2434</a></span><br /></span> + <span class="i0">Alle daghe met haren honden, <span class="regel" id="l_2435"><a href="#ln_2435">2435</a></span><br /></span> + <span class="i0">Die hem vervaerden te menegher stonde. <span class="regelklein" id="l_2436"><a href="#ln_2436">2436</a></span><br /></span> + <span class="i0">Dit <a href="#vw_s128" class="vw_ref">telde</a> hi <a href="#vw_s128" class="vw_ref">te spele</a> al gader. <span class="regelklein" id="l_2437">2437</span><br /></span> + <span class="i0">Daer na so toghede mijn vader <span class="regelklein" id="l_2438">2438</span><br /></span> + <span class="i0">Brieve, die Brunen wel <a href="#vw_b42" class="vw_ref">bequamen</a>, <span class="regelklein" id="l_2439">2439</span><br /></span> + <span class="i0">Daer <span class="smcap">XII</span>.<sup>c</sup> al bi namen <span class="regel" id="l_2440">2440</span><br /></span> + <span class="i0">Ser Isengrijns maghe in stonden, <span class="regelklein" id="l_2441"><a href="#ln_2441">2441</a></span><br /></span> + <span class="i0">Met scerpen claeuwen, met diepen monden; <span class="regelklein" id="l_2442">2442</span><br /></span> + <span class="i0">Sonder die catten, ende die baren, <span class="regelklein" id="l_2443"><a href="#ln_2443">2443</a></span><br /></span> + <span class="i0">Die alle in Bruuns <a href="#vw_s123" class="vw_ref">soude</a> waren, <span class="regelklein" id="l_2444">2444</span><br /></span> + <span class="i0">Ende die vosse metten dassen <span class="regel" id="l_2445">2445</span><br /></span> + <span class="i0">Van Doringen ende van Sassen. <span class="regelklein" id="l_2446">2446</span><br /></span> + <span class="i0">Dese hadden alle ghesworen, <span class="regelklein" id="l_2447">2447</span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_ij11" class="vw_ref">Indien</a> dat men hem te voren <span class="regelklein" id="l_2448">2448</span><br /></span> +<span class="pagenum" title="96"></span><a id="p_96"></a> + <span class="i0">Van <span class="smcap">XX</span> daghen gave haer sout, <span class="regelklein" id="l_2449">2449</span><br /></span> + <span class="i0">Si souden Brunen met <a href="#vw_g150" class="vw_ref">ghewout</a> <span class="regel" id="l_2450">2450</span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_s53" class="vw_ref">Seker</a> wesen tsinen ghebode. <span class="regelklein" id="l_2451">2451</span><br /></span> + <span class="i0">Dit <a href="#vw_b52" class="vw_ref">benam</a> ic al, danc Gode! <span class="regelklein" id="l_2452"><a href="#ln_2452">2452</a></span><br /></span> +</div> +<div class="stanza"> + <span class="i1">Doe mijn vader hadde ghedaen <span class="regelklein" id="l_2453">2453</span><br /></span> + <span class="i0">Sine <a href="#vw_b138" class="vw_ref">bodscap</a>, soude hi gaen <span class="regelklein" id="l_2454"><a href="#ln_2454">2454</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ende <a href="#vw_s37" class="vw_ref">scouwen</a> sinen scat; <span class="regel" id="l_2455">2455</span><br /></span> + <span class="i0">Ende als hi quam ter selver stat, <span class="regelklein" id="l_2456">2456</span><br /></span> + <span class="i0">Daer hine ghelaten hadde te voren, <span class="regelklein" id="l_2457">2457</span><br /></span> + <span class="i0">Was die scat al verloren, <span class="regelklein" id="l_2458">2458</span><br /></span> + <span class="i0">Ende sijn hol was uptebroken. <span class="regelklein" id="l_2459">2459</span><br /></span> + <span class="i0">Wat holpe vele hier af ghesproken? <span class="regel" id="l_2460">2460</span><br /></span> + <span class="i0">Doe mijn vader dat <a href="#vw_v72" class="vw_ref">vernam</a>, <span class="regelklein" id="l_2461">2461</span><br /></span> + <span class="i0">Wart hi <a href="#vw_s62" class="vw_ref">serich</a> ende <a href="#vw_g165" class="vw_ref">gram</a>, <span class="regelklein" id="l_2462">2462</span><br /></span> + <span class="i0">Dat hi van torne hem selven hinc. <span class="regelklein" id="l_2463">2463</span><br /></span> + <span class="i0">Dus <a href="#vw_a2" class="vw_ref">bleef achter</a> Brunen <a href="#vw_d38" class="vw_ref">dinc</a> <span class="regelklein" id="l_2464">2464</span><br /></span> + <span class="i0">Bi miere <a href="#vw_b30" class="vw_ref">behendichede</a> al. <span class="regel" id="l_2465">2465</span><br /></span> + <span class="i0">Nu <a href="#vw_m27" class="vw_ref">merct</a> hier mijn <a href="#vw_o34" class="vw_ref">ongheval</a>: <span class="regelklein" id="l_2466">2466</span><br /></span> + <span class="i0">Here Isengrijn ende Brune, die vraet, <span class="regelklein" id="l_2467">2467</span><br /></span> + <span class="i0">Hebben nu den <a href="#vw_n11" class="vw_ref">nauwen</a> raet <span class="regelklein" id="l_2468">2468</span><br /></span> + <span class="i0">Metten coninc openbare, <span class="regelklein" id="l_2469">2469</span><br /></span> + <span class="i0">Ende arm man Reinaert es die <a href="#vw_b122" class="vw_ref">blare</a>!” <span class="regel" id="l_2470">2470</span><br /></span> +</div> +<div class="stanza"> + <span class="i1">Die coninc ende die coninghinne, <span class="regelklein" id="l_2471">2471</span><br /></span> + <span class="i0">Die beide <a href="#vw_h45" class="vw_ref">hopeden ten ghewinne</a>, <span class="regelklein" id="l_2472">2472</span><br /></span> + <span class="i0">Si <a href="#vw_r15" class="vw_ref">leden</a> Reinaert buten <a href="#vw_r15" class="vw_ref">te rade</a>, <span class="regelklein" id="l_2473"><a href="#ln_2473">2473</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ende baden hem, dat hi wel dade, <span class="regelklein" id="l_2474">2474</span><br /></span> + <span class="i0">Ende hi hem <a href="#vw_w84" class="vw_ref">wijsde</a> sinen scat. <span class="regel" id="l_2475"><a href="#ln_2475">2475</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ende alse Reinaert hoorde dat <span class="regelklein" id="l_2476">2476</span><br /></span> + <span class="i0">Sprac hi: Wijsdic u mijn goet, <span class="regelklein" id="l_2477"><a href="#ln_2477">2477</a></span><br /></span> + <span class="i0">Here coninc, die mi hanghen doet, <span class="regelklein" id="l_2478">2478</span><br /></span> +<span class="pagenum" title="97"></span><a id="p_97"></a> + <span class="i0">So waer ic ute minen <a href="#vw_s71" class="vw_ref">sinne</a>.” <span class="regelklein" id="l_2479"><a href="#ln_2479">2479</a></span><br /></span> + <span class="i0">—Neen Reinaert, sprac die coninghinne, <span class="regel" id="l_2480">2480</span><br /></span> + <span class="i0">Mijn here sal u laten leven, <span class="regelklein" id="l_2481"><a href="#ln_2481">2481</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ende sal u vriendelike vergheven <span class="regelklein" id="l_2482">2482</span><br /></span> + <span class="i0">Algader sinen <a href="#vw_e22" class="vw_ref">evelen moet</a>; <span class="regelklein" id="l_2483"><a href="#ln_2483">2483</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ende ghi sult <a href="#vw_v133" class="vw_ref">vortmeer</a> sijn vroet <span class="regelklein" id="l_2484">2484</span><br /></span> + <span class="i0">Ende goet, ende <a href="#vw_g121" class="vw_ref">ghetrouwe</a>.” <span class="regel" id="l_2485"><a href="#ln_2485">2485</a></span><br /></span> + <span class="i0">Reinaert sprac: Dit doe ic, vrouwe, <span class="regelklein" id="l_2486">2486</span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_ij11" class="vw_ref">Indien</a> dat mi die coninc nu <span class="regelklein" id="l_2487">2487</span><br /></span> + <span class="i0">Vaste <a href="#vw_g55" class="vw_ref">ghelove</a>, hier vore u, <span class="regelklein" id="l_2488"><a href="#ln_2488">2488</a></span><br /></span> + <span class="i0">Dat hi mi gheve sine <a href="#vw_h51" class="vw_ref">hulde</a>, <span class="regelklein" id="l_2489"><a href="#ln_2489">2489</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ende Brune alle mine sculde <span class="regel" id="l_2490"><a href="#ln_2490">2490</a></span><br /></span> + <span class="i0">Wille vergheven; ende omme dat <span class="regelklein" id="l_2491">2491</span><br /></span> + <span class="i0">So willic hem wisen minen scat, <span class="regelklein" id="l_2492">2492</span><br /></span> + <span class="i0">Den coninc, al daer hi leghet.” <span class="regelklein" id="l_2493">2493</span><br /></span> + <span class="i0">Die coninc sprac: Ic ware <a href="#vw_o75" class="vw_ref">ontweghet</a>, <span class="regelklein" id="l_2494">2494</span><br /></span> + <span class="i0">Wildic Reinaerde vele <a href="#vw_g54" class="vw_ref">gheloven</a>: <span class="regel" id="l_2495">2495</span><br /></span> + <span class="i0">Hem es dat stelen ende dat roven <span class="regelklein" id="l_2496">2496</span><br /></span> + <span class="i0">Ende dat lieghen <a href="#vw_g13" class="vw_ref">gheboren int been</a>.” <span class="regelklein" id="l_2497">2497</span><br /></span> +</div> +<div class="stanza"> + <span class="i1">Die coninghinne sprac: Here, neen, <span class="regelklein" id="l_2498">2498</span><br /></span> + <span class="i0">Ghi moghet Reinaerde gheloven wel: <span class="regelklein" id="l_2499">2499</span><br /></span> + <span class="i0">Al was hi hier te voren <a href="#vw_f1" class="vw_ref">fel</a>, <span class="regel" id="l_2500">2500</span><br /></span> + <span class="i0">Hi nes nu niet dat hi was. <span class="regelklein" id="l_2501">2501</span><br /></span> + <span class="i0">Ghi hebt ghehort, hoe hi den das <span class="regelklein" id="l_2502">2502</span><br /></span> + <span class="i0">Ende sinen vader hevet <a href="#vw_b20" class="vw_ref">bedreghen</a> <span class="regelklein" id="l_2503">2503</span><br /></span> + <span class="i0">Met morde, die hi wel <a href="#vw_b89" class="vw_ref">beteghen</a> <span class="regelklein" id="l_2504">2504</span><br /></span> + <span class="i0">Mochte hebben andren dieren, <span class="regel" id="l_2505">2505</span><br /></span> + <span class="i0">Wildi meer sijn <a href="#vw_a39" class="vw_ref">arghertiere</a> <span class="regelklein" id="l_2506"><a href="#ln_2506">2506</a></span><br /></span> +<span class="pagenum" title="98"></span><a id="p_98"></a> + <span class="i0">Ofte <a href="#vw_f1" class="vw_ref">fel</a>, ofte <a href="#vw_o33" class="vw_ref">onghetrouwe</a>.” <span class="regelklein" id="l_2507">2507</span><br /></span> +</div> +<div class="stanza"> + <span class="i1">Doe sprac die coninc: <a href="#vw_g80" class="vw_ref">Gentel</a> vrouwe, <span class="regelklein" id="l_2508">2508</span><br /></span> + <span class="i0">Al waendic dat mi soude scaden, <span class="regelklein" id="l_2509">2509</span><br /></span> + <span class="i0">Eist dat ghijt mi <a href="#vw_d13" class="vw_ref">dorret</a> raden, <span class="regel" id="l_2510">2510</span><br /></span> + <span class="i0">So willict laten up u <a href="#vw_g71" class="vw_ref">ghenent</a>, <span class="regelklein" id="l_2511">2511</span><br /></span> + <span class="i0">Dese <a href="#vw_v136" class="vw_ref">vorworde</a> ende dit <a href="#vw_ck39" class="vw_ref">covent</a>, <span class="regelklein" id="l_2512"><a href="#ln_2512">2512</a></span><br /></span> + <span class="i0">Up Reinaerts trouwe staen: <span class="regelklein" id="l_2513">2513</span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_n27" class="vw_ref">Newaer</a>, ic segghe hem, <a href="#vw_w4" class="vw_ref">sonder waen</a>, <span class="regelklein" id="l_2514">2514</span><br /></span> + <span class="i0">Doet hi meer <a href="#vw_a37" class="vw_ref">archede</a>, <span class="regel" id="l_2515">2515</span><br /></span> + <span class="i0">Alle die hem ten tienden lede <span class="regelklein" id="l_2516">2516</span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_b43" class="vw_ref">Sijn belanc</a>, sullent becopen!” <span class="regelklein" id="l_2517"><a href="#ln_2517">2517</a></span><br /></span> +</div> +<div class="stanza"> + <span class="i1">Reinaert sach den coninc <a href="#vw_b48" class="vw_ref">belopen</a>, <span class="regelklein" id="l_2518">2518</span><br /></span> + <span class="i0">Ende wart blide in sinen <a href="#vw_m58" class="vw_ref">moet</a>, <span class="regelklein" id="l_2519">2519</span><br /></span> + <span class="i0">Ende sprac: Here, ic ware onvroet, <span class="regel" id="l_2520">2520</span><br /></span> + <span class="i0">Ne <a href="#vw_g56" class="vw_ref">gheloofdic</a> niet also.” <span class="regelklein" id="l_2521"><a href="#ln_2521">2521</a></span><br /></span> + <span class="i0">Doe nam die coninc een stro <span class="regelklein" id="l_2522">2522</span><br /></span> + <span class="i0">Ende <a href="#vw_v47" class="vw_ref">vergaf</a> Reinaerde algader <span class="regelklein" id="l_2523">2523</span><br /></span> + <span class="i0">Die <a href="#vw_w19" class="vw_ref">wanconst</a> van sinen vader, <span class="regelklein" id="l_2524"><a href="#ln_2524">2524</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ende <a href="#vw_s56" class="vw_ref">sijns selves</a> mesdaet <a href="#vw_t38" class="vw_ref">toe</a>. <span class="regel" id="l_2525">2525</span><br /></span> + <span class="i0">Al was Reinaert blide doe, <span class="regelklein" id="l_2526">2526</span><br /></span> + <span class="i0">Dan dinct mi gheen wonder wesen: <span class="regelklein" id="l_2527"><a href="#ln_2527">2527</a></span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_ij2" class="vw_ref">Jane</a> was hi vander doot ghenesen! <span class="regelklein" id="l_2528">2528</span><br /></span> +</div> +<div class="stanza"> + <span class="i1">Doe Reinaert <a href="#vw_qu18" class="vw_ref">quite</a> was <a href="#vw_qu18" class="vw_ref">ghelaten</a>, <span class="regelklein" id="l_2529">2529</span><br /></span> + <span class="i0">Was hi blide utermaten, <span class="regel" id="l_2530">2530</span><br /></span> + <span class="i0">Ende sprac: Coninc, edel here, <span class="regelklein" id="l_2531">2531</span><br /></span> + <span class="i0">God moete u lonen al der ere <span class="regelklein" id="l_2532"><a href="#ln_2532">2532</a></span><br /></span> + <span class="i0">Die ghi mi doet, ende mine vrouwe. <span class="regelklein" id="l_2533"><a href="#ln_2533">2533</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ic secht u wel, bi miere trouwe, <span class="regelklein" id="l_2534">2534</span><br /></span> + <span class="i0">Dat ghi mi vele ere doet: <span class="regel" id="l_2535"><a href="#ln_2535">2535</a></span><br /></span> + <span class="i0">So grote ere, ende so groot goet, <span class="regelklein" id="l_2536"><a href="#ln_2536">2536</a></span><br /></span> +<span class="pagenum" title="99"></span><a id="p_99"></a> + <span class="i0">Dat niemen nes onder die sonne, <span class="regelklein" id="l_2537">2537</span><br /></span> + <span class="i0">Dien ic alse wale soude onnen <span class="regelklein" id="l_2538"><a href="#ln_2538">2538</a></span><br /></span> + <span class="i0">Mijns scats ende miere trouwe, <span class="regelklein" id="l_2539"><a href="#ln_2539">2539</a></span><br /></span> + <span class="i0">Als ic u doe, ende miere vrouwe.” <span class="regel" id="l_2540"><a href="#ln_2540">2540</a></span><br /></span> + <span class="i0">Reinaert nam een stro vor hem <span class="regelklein" id="l_2541">2541</span><br /></span> + <span class="i0">Ende sprac: Here coninc, nem, <span class="regelklein" id="l_2542">2542</span><br /></span> + <span class="i0">Hier <a href="#vw_u11" class="vw_ref">geve</a> ic <a href="#vw_d24" class="vw_ref">di</a> <a href="#vw_u11" class="vw_ref">up</a> den scat <span class="regelklein" id="l_2543">2543</span><br /></span> + <span class="i0">Die <a href="#vw_w72" class="vw_ref">wilen</a> Ermelinc besat.” <span class="regelklein" id="l_2544">2544</span><br /></span> +</div> +<div class="stanza"> + <span class="i1">Die coninc ontfinc dat stro, <span class="regel" id="l_2545">2545</span><br /></span> + <span class="i0">Ende dancte Reinaerde so, <span class="regelklein" id="l_2546">2546</span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_qu6" class="vw_ref">Als quansijs</a>: Dese maect mi here!” <span class="regelklein" id="l_2547">2547</span><br /></span> + <span class="i0">Reinarts herte loech so sere, <span class="regelklein" id="l_2548">2548</span><br /></span> + <span class="i0">Dat ment wel na an hem <a href="#vw_v72" class="vw_ref">vernam</a>, <span class="regelklein" id="l_2549">2549</span><br /></span> + <span class="i0">Doe die coninc so <a href="#vw_g38" class="vw_ref">ghehorsam</a> <span class="regel" id="l_2550"><a href="#ln_2550">2550</a></span><br /></span> + <span class="i0">Algader was te sinen wille. <span class="regelklein" id="l_2551">2551</span><br /></span> + <span class="i0">Hi sprac: Here, swighet stille; <span class="regelklein" id="l_2552"><a href="#ln_2552">2552</a></span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_m27" class="vw_ref">Merket</a>, waer mine redene gaet: <span class="regelklein" id="l_2553">2553</span><br /></span> + <span class="i0">Int oostende van Vlaendren staet <span class="regelklein" id="l_2554">2554</span><br /></span> + <span class="i0">Een bosch, ende heet Hulsterlo. <span class="regel" id="l_2555">2555</span><br /></span> + <span class="i0">Coninc, ghi moghet wesen <a href="#vw_v142" class="vw_ref">vro</a>, <span class="regelklein" id="l_2556">2556</span><br /></span> + <span class="i0">Mochti onthouden dit: <span class="regelklein" id="l_2557">2557</span><br /></span> + <span class="i0">Een <a href="#vw_b141" class="vw_ref">borne</a>, heet Kriekepit, <span class="regelklein" id="l_2558">2558</span><br /></span> + <span class="i0">Gaet suutwest niet verre <a href="#vw_d9" class="vw_ref">dane</a>; <span class="regelklein" id="l_2559">2559</span><br /></span> + <span class="i0">Here coninc, ghine <a href="#vw_d62" class="vw_ref">dorft</a> niet wanen, <span class="regel" id="l_2560">2560</span><br /></span> + <span class="i0">Dat ic u der waerheit iet <a href="#vw_m41" class="vw_ref">messe</a>: <span class="regelklein" id="l_2561"><a href="#ln_2561">2561</a></span><br /></span> + <span class="i0">Dats een die <a href="#vw_m23" class="vw_ref">meeste</a> wildernesse, <span class="regelklein" id="l_2562">2562</span><br /></span> + <span class="i0">Die men hevet in enich rike. <span class="regelklein" id="l_2563">2563</span><br /></span> + <span class="i0">Ic segghe u ooc <a href="#vw_g134" class="vw_ref">ghewaerlike</a>, <span class="regelklein" id="l_2564">2564</span><br /></span> + <span class="i0">Dat somwilen es een half jaer, <span class="regel" id="l_2565">2565</span><br /></span> +<span class="pagenum" title="100"></span><a id="p_100"></a> + <span class="i0">Dat toten <a href="#vw_b141" class="vw_ref">borne</a> comet daer <span class="regelklein" id="l_2566">2566</span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_n38" class="vw_ref">No weder man nochte</a> wijf, <span class="regelklein" id="l_2567"><a href="#ln_2567">2567</a></span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_n36" class="vw_ref">No</a> <a href="#vw_ck50" class="vw_ref">creature</a> die hevet <a href="#vw_l39" class="vw_ref">lijf</a>, <span class="regelklein" id="l_2568">2568</span><br /></span> + <span class="i0"> <a href="#vw_s116" class="vw_ref">Sonder</a> die ule entie <a href="#vw_s40" class="vw_ref">scuvuut</a>, <span class="regelklein" id="l_2569">2569</span><br /></span> + <span class="i0">Die daer nestelen in dat cruut, <span class="regel" id="l_2570">2570</span><br /></span> + <span class="i0">Oft enich ander <a href="#vw_v119" class="vw_ref">voghelijn</a> <span class="regelklein" id="l_2571">2571</span><br /></span> + <span class="i0">Dat daerwaert gherne wilde sijn, <span class="regelklein" id="l_2572">2572</span><br /></span> + <span class="i0">Ende daer <a href="#vw_b103" class="vw_ref">bi</a> <a href="#vw_a41" class="vw_ref">avonture</a> <a href="#vw_l29" class="vw_ref">lidet</a>: <span class="regelklein" id="l_2573"><a href="#ln_2573">2573</a></span><br /></span> + <span class="i0">Daer in leghet mijn scat <a href="#vw_g37" class="vw_ref">ghehidet</a>. <span class="regelklein" id="l_2574"><a href="#ln_2574">2574</a></span><br /></span> + <span class="i0">Verstaet wel ditte, hets u nutte: <span class="regel" id="l_2575"><a href="#ln_2575">2575</a></span><br /></span> + <span class="i0">Die stede hetet Kriekeputte. <span class="regelklein" id="l_2576">2576</span><br /></span> + <span class="i0">Ghi sult daer gaen, ende mine vrouwe; <span class="regelklein" id="l_2577"><a href="#ln_2577">2577</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ne <a href="#vw_g122" class="vw_ref">weset</a> ooc niemene so <a href="#vw_g122" class="vw_ref">ghetrouwe</a>, <span class="regelklein" id="l_2578"><a href="#ln_2578">2578</a></span><br /></span> + <span class="i0">Die ghi sult laten wesen u bode, <span class="regelklein" id="l_2579"><a href="#ln_2579">2579</a></span><br /></span> + <span class="i0">Verstaet mi wel, coninc, <a href="#vw_d58" class="vw_ref">dor</a> Gode, <span class="regel" id="l_2580">2580</span><br /></span> + <span class="i0">Maer gaet daer selve. Ende alse ghi <span class="regelklein" id="l_2581">2581</span><br /></span> + <span class="i0">Dien selven putte comet bi, <span class="regelklein" id="l_2582">2582</span><br /></span> + <span class="i0">Ghi sult vinden jonghe berken. <span class="regelklein" id="l_2583">2583</span><br /></span> + <span class="i0">Here coninc, dit suldi <a href="#vw_m27" class="vw_ref">merken</a>: <span class="regelklein" id="l_2584">2584</span><br /></span> + <span class="i0">Die alrenaest den putte staet, <span class="regel" id="l_2585">2585</span><br /></span> + <span class="i0">Coninc, tote dier berken gaet: <span class="regelklein" id="l_2586">2586</span><br /></span> + <span class="i0">Daer leghet die scat onder begraven. <span class="regelklein" id="l_2587">2587</span><br /></span> + <span class="i0">Daer suldi delven ende <a href="#vw_s38" class="vw_ref">scraven</a> <span class="regelklein" id="l_2588">2588</span><br /></span> + <span class="i0">Een lettel mos <a href="#vw_s67" class="vw_ref">an ene side</a>: <span class="regelklein" id="l_2589"><a href="#ln_2589">2589</a></span><br /></span> +<span class="pagenum" title="101"></span><a id="p_101"></a> + <span class="i0">Daer suldi vinden menich <a href="#vw_g107" class="vw_ref">ghesmide</a> <span class="regel" id="l_2590">2590</span><br /></span> + <span class="i0">Van goude, rikelijc ende scone: <span class="regelklein" id="l_2591">2591</span><br /></span> + <span class="i0">Daer suldi vinden ooc die crone, <span class="regelklein" id="l_2592"><a href="#ln_2592">2592</a></span><br /></span> + <span class="i0">Die Ermelinc die coninc droech, <span class="regelklein" id="l_2593">2593</span><br /></span> + <span class="i0">Ende ander <a href="#vw_ck17" class="vw_ref">chierheit</a> ghenoech, <span class="regelklein" id="l_2594">2594</span><br /></span> + <span class="i0">Edele stene, guldijn werc: <span class="regel" id="l_2595">2595</span><br /></span> + <span class="i0">Men cocht niet omme dusent merc. <span class="regelklein" id="l_2596">2596</span><br /></span> +</div> +<div class="stanza"> + <span class="i1">Ai coninc, als ghi hebt dat goet, <span class="regelklein" id="l_2597">2597</span><br /></span> + <span class="i0">Hoe suldi peinsen in uwen <a href="#vw_m58" class="vw_ref">moet</a>: <span class="regelklein" id="l_2598"><a href="#ln_2598">2598</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ai, Reinaert, ghetrouwe vos, <span class="regelklein" id="l_2599">2599</span><br /></span> + <span class="i0">Die hier <a href="#vw_g168" class="vw_ref">groeves</a> in dit mos, <span class="regel" id="l_2600">2600</span><br /></span> + <span class="i0">Desen scat bi dijnre list, <span class="regelklein" id="l_2601">2601</span><br /></span> + <span class="i0">God gheve di goet, waer <a href="#vw_b75" class="vw_ref">du bist</a>!” <span class="regelklein" id="l_2602">2602</span><br /></span> + <span class="i0">Doe andworde die coninc <a href="#vw_s3" class="vw_ref">saen</a>: <span class="regelklein" id="l_2603">2603</span><br /></span> + <span class="i0">Reinaert, sal ic die <a href="#vw_v8" class="vw_ref">vaert</a> <a href="#vw_b83" class="vw_ref">bestaen</a>, <span class="regelklein" id="l_2604">2604</span><br /></span> + <span class="i0">Ghi moet sijn mede in die vaert, <span class="regel" id="l_2605">2605</span><br /></span> + <span class="i0">Ende ghi moet ons, Reinaert, <span class="regelklein" id="l_2606">2606</span><br /></span> + <span class="i0">Helpen den scat <a href="#vw_o57" class="vw_ref">ontdelven</a>. <span class="regelklein" id="l_2607">2607</span><br /></span> + <span class="i0">Ic ne wane <a href="#vw_b103" class="vw_ref">bi</a> mi selven <span class="regelklein" id="l_2608"><a href="#ln_2608">2608</a></span><br /></span> + <span class="i0">Aldaer nemmermeer gheraken; <span class="regelklein" id="l_2609">2609</span><br /></span> + <span class="i0">Ic hebbe ghehort noemen Aken <span class="regel" id="l_2610">2610</span><br /></span> + <span class="i0">Ende Parijs, eist daer <a href="#vw_ij4" class="vw_ref">iet</a> na? <span class="regelklein" id="l_2611">2611</span><br /></span> + <span class="i0">Ende also als ic versta, <span class="regelklein" id="l_2612">2612</span><br /></span> + <span class="i0">So <a href="#vw_s85" class="vw_ref">smekedi</a>, Reinaert, ende <a href="#vw_r43" class="vw_ref">roemt</a>; <span class="regelklein" id="l_2613">2613</span><br /></span> + <span class="i0">Kriekeputte, dat ghi hier noemt, <span class="regelklein" id="l_2614">2614</span><br /></span> + <span class="i0">Wanic, es een gheveinsde name.” <span class="regel" id="l_2615">2615</span><br /></span> + <span class="i0">Dit was Reinaerde <a href="#vw_o8" class="vw_ref">ombequame</a>, <span class="regelklein" id="l_2616">2616</span><br /></span> + <span class="i0">Ende <a href="#vw_v27" class="vw_ref">verbalch hem</a>, ende seide: Ja, <span class="regelklein" id="l_2617"><a href="#ln_2617">2617</a></span><br /></span> + <span class="i0">Coninc, ghi sijter also na, <span class="regelklein" id="l_2618">2618</span><br /></span> + <span class="i0">Alse <a href="#vw_ck58" class="vw_ref">van Colne tote Meie</a>; <span class="regelklein" id="l_2619">2619</span><br /></span> + <span class="i0">Waendi, dat ic u die <a href="#vw_l62" class="vw_ref">Leie</a> <span class="regel" id="l_2620">2620</span><br /></span> +<span class="pagenum" title="102"></span><a id="p_102"></a> + <span class="i0">Wille wisen in dien <a href="#vw_f3" class="vw_ref">flume</a> Jordane? <span class="regelklein" id="l_2621"><a href="#ln_2621">2621</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ic sal u wel <a href="#vw_t42" class="vw_ref">toghen</a>, dat ic wane, <span class="regelklein" id="l_2622">2622</span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_o88" class="vw_ref">Orconde</a> ghenoech, al openbare.” <span class="regelklein" id="l_2623">2623</span><br /></span> + <span class="i0">Lude riep hi: Cuwaert, comt <a href="#vw_h12" class="vw_ref">hare</a>, <span class="regelklein" id="l_2624">2624</span><br /></span> + <span class="i0">Comet vor den coninc, Cuwaert!” <span class="regel" id="l_2625">2625</span><br /></span> + <span class="i0">Die diere saghen dese <a href="#vw_v8" class="vw_ref">vaert</a>: <span class="regelklein" id="l_2626">2626</span><br /></span> + <span class="i0">Hem allen <a href="#vw_w91" class="vw_ref">wonderde</a>, wat daer ware, <span class="regelklein" id="l_2627">2627</span><br /></span> + <span class="i0">Cuwaert hi ghinc met vare: <span class="regelklein" id="l_2628">2628</span><br /></span> + <span class="i0">Hem wonderde, wat die coninc woude. <span class="regelklein" id="l_2629">2629</span><br /></span> + <span class="i0">Reinaert sprac: Cuwaert, hebdi <a href="#vw_ck42" class="vw_ref">coude</a>? <span class="regel" id="l_2630">2630</span><br /></span> + <span class="i0">Ghi bevet; sijt blide al sonder <a href="#vw_v6" class="vw_ref">vaer</a>, <span class="regelklein" id="l_2631">2631</span><br /></span> + <span class="i0">Ende secht minen here den coninc waer, <span class="regelklein" id="l_2632">2632</span><br /></span> + <span class="i0">Dies <a href="#vw_m11" class="vw_ref">mane</a> ic u, bi der trouwe <span class="regelklein" id="l_2633"><a href="#ln_2633">2633</a></span><br /></span> + <span class="i0">Die ghi sijt sculdich miere vrouwe, <span class="regelklein" id="l_2634">2634</span><br /></span> + <span class="i0">[Van al dat ic u sal vraghen.” <span class="regel" id="l_2635"><a href="#ln_2635">2635</a></span><br /></span> + <span class="i0">—Al sout mi gaen an mine <a href="#vw_ck45" class="vw_ref">craghe</a>, <span class="regelklein" id="l_2636">2636</span><br /></span> + <span class="i0">Sprac Cuwaert, ic u niet en loghe; <span class="regelklein" id="l_2637">2637</span><br /></span> + <span class="i0">Ghi hebt mi ghemaent also hoghe, <span class="regelklein" id="l_2638">2638</span><br /></span> + <span class="i0">Dat ict te segghene sculdich bem.”] <span class="regelklein" id="l_2639">2639</span><br /></span> + <span class="i0">Doe sprac Reinaert: So secht hem: <span class="regel" id="l_2640">2640</span><br /></span> + <span class="i0">Weetstu waer Kriekeputte steet?” <span class="regelklein" id="l_2641">2641</span><br /></span> + <span class="i0">Cuwaert sprac: Oft ict weet? <span class="regelklein" id="l_2642">2642</span><br /></span> + <span class="i0">Jaic, hoene sout wesen so? <span class="regelklein" id="l_2643">2643</span><br /></span> + <span class="i0">Ne staet hi niet bi Hulsterlo, <span class="regelklein" id="l_2644">2644</span><br /></span> + <span class="i0">Up dien <a href="#vw_m57" class="vw_ref">moer</a>, in die <a href="#vw_w90" class="vw_ref">woestine</a>! <span class="regel" id="l_2645">2645</span><br /></span> + <span class="i0">Ic hebber <a href="#vw_d53" class="vw_ref">ghedoget</a> grote <a href="#vw_p16" class="vw_ref">pine</a>, <span class="regelklein" id="l_2646">2646</span><br /></span> + <span class="i0">Ende meneghen hongher, menich <a href="#vw_ck42" class="vw_ref">coude</a>, <span class="regelklein" id="l_2647"><a href="#ln_2647">2647</a></span><br /></span> +<span class="pagenum" title="103"></span><a id="p_103"></a> + <span class="i0">Ende armoede so menichfoude, <span class="regelklein" id="l_2648">2648</span><br /></span> + <span class="i0">Up Kriekeputte, so menighen dach, <span class="regelklein" id="l_2649">2649</span><br /></span> + <span class="i0">Dat ics <a href="#vw_v43" class="vw_ref">vergheten</a> niet ne mach. <span class="regel" id="l_2650">2650</span><br /></span> + <span class="i0">Hoe mochte ic vergheten dies, <span class="regelklein" id="l_2651">2651</span><br /></span> + <span class="i0">Dat aldaer Reinout die Vries <span class="regelklein" id="l_2652"><a href="#ln_2652">2652</a></span><br /></span> + <span class="i0">Die valsche penninghe sloech, <span class="regelklein" id="l_2653">2653</span><br /></span> + <span class="i0">Daer hi <a href="#vw_b18" class="vw_ref">hem</a> mede <a href="#vw_b18" class="vw_ref">bedroech</a> <span class="regelklein" id="l_2654">2654</span><br /></span> + <span class="i0">Entie ghesellen sine? <span class="regel" id="l_2655">2655</span><br /></span> + <span class="i0">Dat was eer ic met Rine <span class="regelklein" id="l_2656"><a href="#ln_2656">2656</a></span><br /></span> + <span class="i0">Mijn gheselscap makede <a href="#vw_v17" class="vw_ref">vast</a>, <span class="regelklein" id="l_2657">2657</span><br /></span> + <span class="i0">Die mi <a href="#vw_g83" class="vw_ref">gequijtte</a> meneghen last.” <span class="regelklein" id="l_2658"><a href="#ln_2658">2658</a></span><br /></span> + <span class="i0">—<a href="#vw_o113" class="vw_ref">Owi</a>, sprac Reinaert, soete Rijn, <span class="regelklein" id="l_2659">2659</span><br /></span> + <span class="i0">Lieve gheselle, scoon hondekijn, <span class="regel" id="l_2660"><a href="#ln_2660">2660</a></span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_v44" class="vw_ref">Vergave</a> God, waerdi nu hier, <span class="regelklein" id="l_2661">2661</span><br /></span> + <span class="i0">Ghi sout <a href="#vw_t42" class="vw_ref">toghen</a> <a href="#vw_w39" class="vw_ref">weder</a> dese dier, <span class="regelklein" id="l_2662"><a href="#ln_2662">2662</a></span><br /></span> + <span class="i0">Met uwen sone, waers te doene, <span class="regelklein" id="l_2663"><a href="#ln_2663">2663</a></span><br /></span> + <span class="i0">Dat ic <a href="#vw_n43" class="vw_ref">noint</a> wart so coene, <span class="regelklein" id="l_2664">2664</span><br /></span> + <span class="i0">Dat ic eneghe <a href="#vw_s10" class="vw_ref">sake</a> dede, <span class="regel" id="l_2665"><a href="#ln_2665">2665</a></span><br /></span> + <span class="i0">Daer ic den coninc mochte mede <span class="regelklein" id="l_2666">2666</span><br /></span> + <span class="i0">Te miwaert belghen doen met rechte. <span class="regelklein" id="l_2667">2667</span><br /></span> + <span class="i0">Gaet <a href="#vw_w38" class="vw_ref">weder</a> onder ghene cnechte, <span class="regelklein" id="l_2668">2668</span><br /></span> + <span class="i0">(Sprac Reinaert) haestelic, Cuwaert; <span class="regelklein" id="l_2669">2669</span><br /></span> + <span class="i0">Mijn here die coninc ne heeft <a href="#vw_t57" class="vw_ref">tuwaert</a> <span class="regel" id="l_2670">2670</span><br /></span> + <span class="i0">Neghene <a href="#vw_s10" class="vw_ref">sake</a> te sprekene meer.” <span class="regelklein" id="l_2671"><a href="#ln_2671">2671</a></span><br /></span> + <span class="i0">Cuwaert <a href="#vw_w43" class="vw_ref">dede een wederkeer</a>, <span class="regelklein" id="l_2672"><a href="#ln_2672">2672</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ende ghinc van sconinx <a href="#vw_r15" class="vw_ref">rade daer</a>. <span class="regelklein" id="l_2673">2673</span><br /></span> + <span class="i0">Reinaert sprac: Coninc, eist waer <span class="regelklein" id="l_2674">2674</span><br /></span> + <span class="i0">Dat ic seide?”—Reinaert, jaet, <span class="regel" id="l_2675">2675</span><br /></span> +<span class="pagenum" title="104"></span><a id="p_104"></a> + <span class="i0">Verghevet mi, ic dede quaet, <span class="regelklein" id="l_2676">2676</span><br /></span> + <span class="i0">Dat ic u mestroude iet: <span class="regelklein" id="l_2677">2677</span><br /></span> + <span class="i0">Reinaert, goede vrient, nu <a href="#vw_s69" class="vw_ref">siet</a> <span class="regelklein" id="l_2678">2678</span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_s69" class="vw_ref">Den raet</a>, dat ghi met ons gaet <span class="regelklein" id="l_2679">2679</span><br /></span> + <span class="i0">Ten putte, al daer die berke staet, <span class="regel" id="l_2680"><a href="#ln_2680">2680</a></span><br /></span> + <span class="i0">Daer die scat leghet begraven onder.” <span class="regelklein" id="l_2681">2681</span><br /></span> + <span class="i0">Reinaert sprac: Ghi secht wonder: <span class="regelklein" id="l_2682">2682</span><br /></span> + <span class="i0">Waendi in waers harde <a href="#vw_v142" class="vw_ref">vro</a>, <span class="regelklein" id="l_2683"><a href="#ln_2683">2683</a></span><br /></span> + <span class="i0">Coninc, oft <a href="#vw_s136" class="vw_ref">mi stonde</a> also, <span class="regelklein" id="l_2684">2684</span><br /></span> + <span class="i0">Dat ic met u wandelen mochte, <span class="regel" id="l_2685">2685</span><br /></span> + <span class="i0">Also als ons beiden dochte, <span class="regelklein" id="l_2686">2686</span><br /></span> + <span class="i0">Ende ghi waert al sonder sonde? <span class="regelklein" id="l_2687"><a href="#ln_2687">2687</a></span><br /></span> + <span class="i0">Neent, hets alse ic u <a href="#vw_o89" class="vw_ref">orconde</a>, <span class="regelklein" id="l_2688"><a href="#ln_2688">2688</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ende ict u segghe, al eist <a href="#vw_s19" class="vw_ref">scame</a>: <span class="regelklein" id="l_2689"><a href="#ln_2689">2689</a></span><br /></span> + <span class="i0">Doe Isengrijn in sduvels name <span class="regel" id="l_2690">2690</span><br /></span> + <span class="i0">In <a href="#vw_o86" class="vw_ref">dordine</a> ghinc hier te voren, <span class="regelklein" id="l_2691">2691</span><br /></span> + <span class="i0">Ende hi te <a href="#vw_m68" class="vw_ref">monke</a> wart <a href="#vw_b65" class="vw_ref">bescoren</a>, <span class="regelklein" id="l_2692">2692</span><br /></span> + <span class="i0">Doene conste hem niet ghenoeghen, <span class="regelklein" id="l_2693"><a href="#ln_2693">2693</a></span><br /></span> + <span class="i0">Daer <span class="smcap">VI</span> monke <a href="#vw_b18" class="vw_ref">hem</a> bi <a href="#vw_b18" class="vw_ref">bedroeghen</a>. <span class="regelklein" id="l_2694">2694</span><br /></span> + <span class="i0">Hi <a href="#vw_ck23" class="vw_ref">claghede</a> ende kermede <span class="regel" id="l_2695"><a href="#ln_2695">2695</a></span><br /></span> + <span class="i0">So sere, dats mi <a href="#vw_o61" class="vw_ref">ontfermede</a>. <span class="regelklein" id="l_2696">2696</span><br /></span> + <span class="i0">Doe hi cranc wart ende traech, <span class="regelklein" id="l_2697"><a href="#ln_2697">2697</a></span><br /></span> + <span class="i0">Doe haddics rouwe, als een sijn maech, <span class="regelklein" id="l_2698">2698</span><br /></span> + <span class="i0">Ende gaf hem raet, dat hi <a href="#vw_o67" class="vw_ref">ontran</a>: <span class="regelklein" id="l_2699">2699</span><br /></span> + <span class="i0">Daer omme bem ic in spaeus <a href="#vw_b7" class="vw_ref">ban</a>. <span class="regel" id="l_2700">2700</span><br /></span> +</div> +<div class="stanza"> + <span class="i1">Maerghin, als die sonne up gaet, <span class="regelklein" id="l_2701">2701</span><br /></span> +<span class="pagenum" title="105"></span><a id="p_105"></a> + <span class="i0">Willic te Rome om aflaet; <span class="regelklein" id="l_2702">2702</span><br /></span> + <span class="i0">Van Rome willic over see: <span class="regelklein" id="l_2703">2703</span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_d9" class="vw_ref">Dane</a> en keric nemmermee, <span class="regelklein" id="l_2704">2704</span><br /></span> + <span class="i0">Eer ic so vele hebbe ghedaen, <span class="regel" id="l_2705">2705</span><br /></span> + <span class="i0">Coninc, dat ic met u mach gaen, <span class="regelklein" id="l_2706">2706</span><br /></span> + <span class="i0">Tuwer ere, ende tuwer vrome, <span class="regelklein" id="l_2707"><a href="#ln_2707">2707</a></span><br /></span> + <span class="i0">Oft ic te lande weder come. <span class="regelklein" id="l_2708">2708</span><br /></span> + <span class="i0">Het ware een <a href="#vw_o47" class="vw_ref">onscone</a> dinc, <span class="regelklein" id="l_2709">2709</span><br /></span> + <span class="i0">Soudi, here coninc, <span class="regel" id="l_2710">2710</span><br /></span> + <span class="i0">Maken uwe <a href="#vw_w20" class="vw_ref">wandelinghe</a> <span class="regelklein" id="l_2711">2711</span><br /></span> + <span class="i0">Met enen <a href="#vw_v102" class="vw_ref">verwaten</a> ballinghe, <span class="regelklein" id="l_2712"><a href="#ln_2712">2712</a></span><br /></span> + <span class="i0">Als ic nu bem, God betere mi!” <span class="regelklein" id="l_2713">2713</span><br /></span> + <span class="i0">Die coninc sprac: Reinaert, sidi <span class="regelklein" id="l_2714">2714</span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_ij4" class="vw_ref">Iet</a> langhe verbannen?” Doe sprac Reinaert: <span class="regel" id="l_2715">2715</span><br /></span> + <span class="i0">Jaic, hets <span class="smcap">III</span> jaer, dat ic waert <span class="regelklein" id="l_2716">2716</span><br /></span> + <span class="i0">Vor den deken Hermanne <span class="regelklein" id="l_2717">2717</span><br /></span> + <span class="i0">In vollen <a href="#vw_s44" class="vw_ref">seende</a> tebannen.” <span class="regelklein" id="l_2718"><a href="#ln_2718">2718</a></span><br /></span> + <span class="i0">Die coninc sprac: Nadat ghi sijt <span class="regelklein" id="l_2719"><a href="#ln_2719">2719</a></span><br /></span> + <span class="i0">Tebannen, men souts mi doen verwijt <span class="regel" id="l_2720">2720</span><br /></span> + <span class="i0">Lietic u met mi <a href="#vw_w21" class="vw_ref">wanderen</a>: <span class="regelklein" id="l_2721"><a href="#ln_2721">2721</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ic sal Cuwaert ofte enen andren <span class="regelklein" id="l_2722"><a href="#ln_2722">2722</a></span><br /></span> + <span class="i0">Toten scatte doen gaen met mi; <span class="regelklein" id="l_2723">2723</span><br /></span> + <span class="i0">Ende ic rade u, Reinaert, dat ghi <span class="regelklein" id="l_2724">2724</span><br /></span> + <span class="i0">Niet ne laet, ghine vaert, <span class="regel" id="l_2725">2725</span><br /></span> + <span class="i0">Dat ghi u vanden banne <a href="#vw_ck26" class="vw_ref">claert</a>.” <span class="regelklein" id="l_2726"><a href="#ln_2726">2726</a></span><br /></span> + <span class="i0">—<a href="#vw_s118" class="vw_ref">Sone</a> doe ic, sprac Reinaert, <span class="regelklein" id="l_2727">2727</span><br /></span> + <span class="i0">Ic ga maerghin te Romewaert, <span class="regelklein" id="l_2728">2728</span><br /></span> + <span class="i0">Gaet na den wille mijn!” <span class="regelklein" id="l_2729">2729</span><br /></span> + <span class="i0">Die coninc sprac: Ghi dinct mi sijn <span class="regel" id="l_2730">2730</span><br /></span> +<span class="pagenum" title="106"></span><a id="p_106"></a> + <span class="i0"><a href="#vw_b92" class="vw_ref">Bevaen</a> in harde <a href="#vw_b95" class="vw_ref">goeden dinghen</a>; <span class="regelklein" id="l_2731">2731</span><br /></span> + <span class="i0">God onne u, dat ghijt moet vulbringhen, <span class="regelklein" id="l_2732"><a href="#ln_2732">2732</a></span><br /></span> + <span class="i0">Reinaert, alse u ende mi <span class="regelklein" id="l_2733"><a href="#ln_2733">2733</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ende ons allen nutte si!” <span class="regelklein" id="l_2734">2734</span><br /></span> +</div> +<div class="stanza"> + <span class="i1">Doe dese redene was ghedaen, <span class="regel" id="l_2735"><a href="#ln_2735">2735</a></span><br /></span> + <span class="i0">Doe ghinc Nobel, die coninc, staen <span class="regelklein" id="l_2736">2736</span><br /></span> + <span class="i0">Up ene hoghe <a href="#vw_s146" class="vw_ref">staghe</a> van stene, <span class="regelklein" id="l_2737">2737</span><br /></span> + <span class="i0">Daer hi up <a href="#vw_p21" class="vw_ref">plach</a> te stane allene <span class="regelklein" id="l_2738">2738</span><br /></span> + <span class="i0">Als hi sat int hof te <a href="#vw_d39" class="vw_ref">dinghe</a>. <span class="regelklein" id="l_2739"><a href="#ln_2739">2739</a></span><br /></span> + <span class="i0">Die diere saten tenen <a href="#vw_r39" class="vw_ref">ringhe</a> <span class="regel" id="l_2740">2740</span><br /></span> + <span class="i0">Al omme ende omme in dat gras, <span class="regelklein" id="l_2741">2741</span><br /></span> + <span class="i0">Nadien dat elc <a href="#vw_b81" class="vw_ref">gheboren</a> was. <span class="regelklein" id="l_2742">2742</span><br /></span> + <span class="i0">Reinaert stont bi der coninghinne, <span class="regelklein" id="l_2743"><a href="#ln_2743">2743</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ende sprac met enen bliden sinne: <span class="regelklein" id="l_2744"><a href="#ln_2744">2744</a></span><br /></span> + <span class="i0">Bidt vor mi, edele vrouwe, <span class="regel" id="l_2745">2745</span><br /></span> + <span class="i0">Dat ic u met <a href="#vw_l37" class="vw_ref">lieve</a> <a href="#vw_w46" class="vw_ref">weder scouwe</a>.” <span class="regelklein" id="l_2746"><a href="#ln_2746">2746</a></span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_s100" class="vw_ref">Soe</a> sprac: Die here, daert al an staet, <span class="regelklein" id="l_2747">2747</span><br /></span> + <span class="i0">Doe u van sonden vul aflaet!” <span class="regelklein" id="l_2748">2748</span><br /></span> + <span class="i0">Die coninc entie coninghinne <span class="regelklein" id="l_2749">2749</span><br /></span> + <span class="i0">Ghinghen met enen bliden <a href="#vw_s71" class="vw_ref">sinne</a> <span class="regel" id="l_2750">2750</span><br /></span> + <span class="i0">Vor haer diere, arme ende rike. <span class="regelklein" id="l_2751">2751</span><br /></span> + <span class="i0">Die coninc hi sprac vriendelike: <span class="regelklein" id="l_2752">2752</span><br /></span> + <span class="i0">Reinaert es hier comen te hove, <span class="regelklein" id="l_2753">2753</span><br /></span> + <span class="i0">Ende wille, dies ic Gode love, <span class="regelklein" id="l_2754">2754</span><br /></span> + <span class="i0">Hem betren met al sinen <a href="#vw_s71" class="vw_ref">sinne</a>; <span class="regel" id="l_2755"><a href="#ln_2755">2755</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ende mijn vrouwe die coninghinne <span class="regelklein" id="l_2756">2756</span><br /></span> + <span class="i0">Hevet so vele ghedaen dor hem, <span class="regelklein" id="l_2757"><a href="#ln_2757">2757</a></span><br /></span> + <span class="i0">Dat ic sijn vrient worden bem, <span class="regelklein" id="l_2758">2758</span><br /></span> +<span class="pagenum" title="107"></span><a id="p_107"></a> + <span class="i0">Ende hi versoent es jeghen mi, <span class="regelklein" id="l_2759">2759</span><br /></span> + <span class="i0">Ende ic hem hebbe ghegheven vri <span class="regel" id="l_2760">2760</span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_b33" class="vw_ref">Beide</a> lijf ende lede: <span class="regelklein" id="l_2761">2761</span><br /></span> + <span class="i0">Reinaerde <a href="#vw_g11" class="vw_ref">ghebiedic</a> vullen vrede; <span class="regelklein" id="l_2762">2762</span><br /></span> + <span class="i0">Anderwaerf ghebiedic hem vrede; <span class="regelklein" id="l_2763">2763</span><br /></span> + <span class="i0">Ende derde waerve mede: <span class="regelklein" id="l_2764"><a href="#ln_2764">2764</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ende ghebiede u allen, bi uwen live, <span class="regel" id="l_2765">2765</span><br /></span> + <span class="i0">Dat ghi Reinaerde, ende sinen wive <span class="regelklein" id="l_2766">2766</span><br /></span> + <span class="i0">Ende sinen kindren ere doet, <span class="regelklein" id="l_2767">2767</span><br /></span> + <span class="i0">Waer si comen in u <a href="#vw_g63" class="vw_ref">ghemoet</a>, <span class="regelklein" id="l_2768">2768</span><br /></span> + <span class="i0">Sijt bi nachte, sijt bi daghe; <span class="regelklein" id="l_2769">2769</span><br /></span> + <span class="i0">In wille meer neghene <a href="#vw_ck22" class="vw_ref">claghe</a> <span class="regel" id="l_2770"><a href="#ln_2770">2770</a></span><br /></span> + <span class="i0">Van Reinaerts <a href="#vw_d38" class="vw_ref">dinghen</a> horen. <span class="regelklein" id="l_2771">2771</span><br /></span> + <span class="i0">Al was hi <a href="#vw_r41" class="vw_ref">roekeloos</a> hier vore <span class="regelklein" id="l_2772">2772</span><br /></span> + <span class="i0">Hi wille hem betren, ic segghe u hoe: <span class="regelklein" id="l_2773">2773</span><br /></span> + <span class="i0">Reinaert wille <a href="#vw_m1" class="vw_ref">maerghin</a> vroe <span class="regelklein" id="l_2774">2774</span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_p4" class="vw_ref">Palster</a> ende <a href="#vw_s29" class="vw_ref">scerpe</a> ontfaen, <span class="regel" id="l_2775">2775</span><br /></span> + <span class="i0">Ende wille te Rome gaen, <span class="regelklein" id="l_2776">2776</span><br /></span> + <span class="i0">Ende van Rome wille hi over see, <span class="regelklein" id="l_2777"><a href="#ln_2777">2777</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ende dane comen nemmermee, <span class="regelklein" id="l_2778">2778</span><br /></span> + <span class="i0">Eer hi heeft vul aflaet <span class="regelklein" id="l_2779">2779</span><br /></span> + <span class="i0">Van alre <a href="#vw_s115" class="vw_ref">sondeliker</a> daet.” <span class="regel" id="l_2780"><a href="#ln_2780">2780</a></span><br /></span> +</div> +<div class="stanza"> + <span class="i1">Dese <a href="#vw_t1" class="vw_ref">tale</a> hevet Ticcelijn vernomen <span class="regelklein" id="l_2781">2781</span><br /></span> + <span class="i0">Ende vlooch, dane hi es comen, <span class="regelklein" id="l_2782">2782</span><br /></span> + <span class="i0">Ende hi vant die <span class="smcap">III</span> ghesellen; <span class="regelklein" id="l_2783">2783</span><br /></span> + <span class="i0">Nu hort, wat hi hem sal <a href="#vw_t20" class="vw_ref">tellen</a>: <span class="regelklein" id="l_2784">2784</span><br /></span> + <span class="i0">Hi sprac: <a href="#vw_ck10" class="vw_ref">Keitive</a>, wat doedi hier? <span class="regel" id="l_2785">2785</span><br /></span> + <span class="i0">Reinaert es meester <a href="#vw_b142" class="vw_ref">bottelgier</a> <span class="regelklein" id="l_2786">2786</span><br /></span> + <span class="i0">Int hof, ende <a href="#vw_m66" class="vw_ref">moghende</a> utermaten; <span class="regelklein" id="l_2787">2787</span><br /></span> + <span class="i0">Die coninc heeftene <a href="#vw_qu18" class="vw_ref">quite ghelaten</a> <span class="regelklein" id="l_2788">2788</span><br /></span> +<span class="pagenum" title="108"></span><a id="p_108"></a> + <span class="i0">Van allen sinen mesdaden, <span class="regelklein" id="l_2789"><a href="#ln_2789">2789</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ende ghi sijt alle <span class="smcap">III</span> <a href="#vw_v80" class="vw_ref">verraden</a>.” <span class="regel" id="l_2790">2790</span><br /></span> +</div> +<div class="stanza"> + <span class="i1">Isengrijn began andworden <span class="regelklein" id="l_2791">2791</span><br /></span> + <span class="i0">Ticeline met corten worden: <span class="regelklein" id="l_2792"><a href="#ln_2792">2792</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ic wane, ghi lieghet, here <a href="#vw_r22" class="vw_ref">raven</a>!” <span class="regelklein" id="l_2793">2793</span><br /></span> + <span class="i0">Mettien worde began hi <a href="#vw_s23" class="vw_ref">scaven</a>, <span class="regelklein" id="l_2794">2794</span><br /></span> + <span class="i0">Ende Brune, hi volchde mede: <span class="regel" id="l_2795">2795</span><br /></span> + <span class="i0">Si ghinghen recken hare lede <span class="regelklein" id="l_2796">2796</span><br /></span> + <span class="i0">Lopende <a href="#vw_w8" class="vw_ref">ten conincwaert</a>. <span class="regelklein" id="l_2797"><a href="#ln_2797">2797</a></span><br /></span> + <span class="i0">Tibert was sere vervaert, <span class="regelklein" id="l_2798"><a href="#ln_2798">2798</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ende bleef sittende up die galghe. <span class="regelklein" id="l_2799"><a href="#ln_2799">2799</a></span><br /></span> + <span class="i0">Hi was van sinen ruwen <a href="#vw_b4" class="vw_ref">balghe</a> <span class="regel" id="l_2800">2800</span><br /></span> + <span class="i0">In sorghe groot, so utermaten, <span class="regelklein" id="l_2801"><a href="#ln_2801">2801</a></span><br /></span> + <span class="i0">Dat hi gherne wilde <a href="#vw_l15" class="vw_ref">laten</a> <span class="regelklein" id="l_2802">2802</span><br /></span> + <span class="i0">Sijn oghe varen <a href="#vw_o91" class="vw_ref">over</a> niet, <span class="regelklein" id="l_2803"><a href="#ln_2803">2803</a></span><br /></span> + <span class="i0">Dat hi in spapen scure <a href="#vw_l17" class="vw_ref">liet</a>, <span class="regelklein" id="l_2804"><a href="#ln_2804">2804</a></span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_ij11" class="vw_ref">Indien</a> dat hi versoent ware. <span class="regel" id="l_2805">2805</span><br /></span> + <span class="i0">Hine wiste wat doen van vare <span class="regelklein" id="l_2806">2806</span><br /></span> + <span class="i0">Dan hi ghinc sitten up die <a href="#vw_m49" class="vw_ref">micke</a>. <span class="regelklein" id="l_2807">2807</span><br /></span> + <span class="i0">Hi claechde vele ende harde dicke, <span class="regelklein" id="l_2808">2808</span><br /></span> + <span class="i0">Dat hi Reinaert <a href="#vw_n29" class="vw_ref">nie</a> <a href="#vw_b38" class="vw_ref">bekinde</a>. <span class="regelklein" id="l_2809"><a href="#ln_2809">2809</a></span><br /></span> + <span class="i0">Isengrijn quam <a href="#vw_g73" class="vw_ref">met gheninde</a> <span class="regel" id="l_2810"><a href="#ln_2810">2810</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ghedronghen vore die coninghinne, <span class="regelklein" id="l_2811"><a href="#ln_2811">2811</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ende sprac met enen <a href="#vw_f1" class="vw_ref">fellen</a> <a href="#vw_s71" class="vw_ref">sinne</a> <span class="regelklein" id="l_2812">2812</span><br /></span> + <span class="i0">Te Reinaertwaert, so <a href="#vw_v81" class="vw_ref">verre</a>, <span class="regelklein" id="l_2813">2813</span><br /></span> + <span class="i0">Dat die coninc wart al <a href="#vw_e20" class="vw_ref">erre</a>, <span class="regelklein" id="l_2814">2814</span><br /></span> + <span class="i0">Ende <a href="#vw_h24" class="vw_ref">hiet</a> Isengrijn vaen, <span class="regel" id="l_2815">2815</span><br /></span> + <span class="i0">Ende Brune. Also saen <span class="regelklein" id="l_2816">2816</span><br /></span> + <span class="i0">Wortsi ghevanghen ende ghebonden: <span class="regelklein" id="l_2817"><a href="#ln_2817">2817</a></span><br /></span> +<span class="pagenum" title="109"></span><a id="p_109"></a> + <span class="i0">Ghine saghet nie verwoeden honden <span class="regelklein" id="l_2818"><a href="#ln_2818">2818</a></span><br /></span> + <span class="i0">Doen meer lachters dan men dede <span class="regelklein" id="l_2819"><a href="#ln_2819">2819</a></span><br /></span> + <span class="i0">Isengrine ende Brunen mede. <span class="regel" id="l_2820">2820</span><br /></span> + <span class="i0">Men voerese alse <a href="#vw_l20" class="vw_ref">lede</a> <a href="#vw_g8" class="vw_ref">gaste</a>, <span class="regelklein" id="l_2821"><a href="#ln_2821">2821</a></span><br /></span> + <span class="i0">Men bantse beide daer so vaste, <span class="regelklein" id="l_2822">2822</span><br /></span> + <span class="i0">Dat si binder nacht <span class="regelklein" id="l_2823"><a href="#ln_2823">2823</a></span><br /></span> + <span class="i0">Met gheenrande cracht <span class="regelklein" id="l_2824">2824</span><br /></span> + <span class="i0">Een let niet en mochten roeren. <span class="regel" id="l_2825">2825</span><br /></span> +</div> +<div class="stanza"> + <span class="i1">Nu hort, hoe hise vort sal voeren, <span class="regelklein" id="l_2826"><a href="#ln_2826">2826</a></span><br /></span> + <span class="i0">Reinaert, die hem was <a href="#vw_a12" class="vw_ref">te</a> wreet: <span class="regelklein" id="l_2827">2827</span><br /></span> + <span class="i0">Hi <a href="#vw_d45" class="vw_ref">dede</a>, dat men Brunen sneet <span class="regelklein" id="l_2828">2828</span><br /></span> + <span class="i0">Van sinen rugghe een <a href="#vw_v26" class="vw_ref">velspot</a> af, <span class="regelklein" id="l_2829">2829</span><br /></span> + <span class="i0">Dat men hem tere <a href="#vw_s29" class="vw_ref">scerpen</a> gaf, <span class="regel" id="l_2830">2830</span><br /></span> + <span class="i0">Voets lanc ende voets breet. <span class="regelklein" id="l_2831">2831</span><br /></span> + <span class="i0">Nu ware Reinaert al ghereet, <span class="regelklein" id="l_2832">2832</span><br /></span> + <span class="i0">Haddi versce scoen. <span class="regelklein" id="l_2833"><a href="#ln_2833">2833</a></span><br /></span> + <span class="i0">Nu hort wat hi sal doen, <span class="regelklein" id="l_2834">2834</span><br /></span> + <span class="i0">Hoe hi sal scoen ghewinnen. <span class="regel" id="l_2835"><a href="#ln_2835">2835</a></span><br /></span> + <span class="i0">Hi <a href="#vw_r45" class="vw_ref">ruunde</a> toter coninghinne: <span class="regelklein" id="l_2836"><a href="#ln_2836">2836</a></span><br /></span> + <span class="i0">Vrouwe, ic hem u <a href="#vw_p12" class="vw_ref">pelgrijn</a>: <span class="regelklein" id="l_2837">2837</span><br /></span> + <span class="i0">Hier es mijn oom Isengrijn, <span class="regelklein" id="l_2838">2838</span><br /></span> + <span class="i0">Hi hevet <span class="smcap">II</span> <a href="#vw_v17" class="vw_ref">vaste</a> scoen, <span class="regelklein" id="l_2839"><a href="#ln_2839">2839</a></span><br /></span> + <span class="i0">Helpt mi, dat icse an <a href="#vw_m62" class="vw_ref">mach</a> doen. <span class="regel" id="l_2840"><a href="#ln_2840">2840</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ic neme u siele in mine <a href="#vw_p20" class="vw_ref">plecht</a>: <span class="regelklein" id="l_2841">2841</span><br /></span> + <span class="i0">Het es <a href="#vw_p12" class="vw_ref">pelgrijns</a> recht, <span class="regelklein" id="l_2842">2842</span><br /></span> + <span class="i0">Dat hi ghedenke in sinen ghebeden <span class="regelklein" id="l_2843"><a href="#ln_2843">2843</a></span><br /></span> + <span class="i0">Al tgoet dat men hem <a href="#vw_n43" class="vw_ref">noit</a> dede; <span class="regelklein" id="l_2844">2844</span><br /></span> + <span class="i0">Ghi moghet u siele an mi <a href="#vw_s34" class="vw_ref">scoien</a>. <span class="regel" id="l_2845">2845</span><br /></span> + <span class="i0">Doet Harsinde miere moien <span class="regelklein" id="l_2846">2846</span><br /></span> +<span class="pagenum" title="110"></span><a id="p_110"></a> + <span class="i0">Gheven twee van haren scoen. <span class="regelklein" id="l_2847">2847</span><br /></span> + <span class="i0">Dit moghedi wel met ere doen: <span class="regelklein" id="l_2848"><a href="#ln_2848">2848</a></span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_s100" class="vw_ref">Soe</a> blivet thuus in haer <a href="#vw_g58" class="vw_ref">ghemac</a>.” <span class="regelklein" id="l_2849">2849</span><br /></span> + <span class="i0">—Gherne (die coninghinne sprac); <span class="regel" id="l_2850">2850</span><br /></span> + <span class="i0">Reinaert, ghine <a href="#vw_m62" class="vw_ref">mochtes</a> niet omberen <span class="regelklein" id="l_2851">2851</span><br /></span> + <span class="i0">Ghine hebt scoen; ghi moet varen <span class="regelklein" id="l_2852"><a href="#ln_2852">2852</a></span><br /></span> + <span class="i0">Uten lande in Gods <a href="#vw_g150" class="vw_ref">ghewout</a>, <span class="regelklein" id="l_2853"><a href="#ln_2853">2853</a></span><br /></span> + <span class="i0">Over berghe ende int <a href="#vw_w95" class="vw_ref">wout</a>, <span class="regelklein" id="l_2854">2854</span><br /></span> + <span class="i0">Ende <a href="#vw_t22" class="vw_ref">terden</a> struke ende stene: <span class="regel" id="l_2855">2855</span><br /></span> + <span class="i0">Dine <a href="#vw_a36" class="vw_ref">arbeit</a> wert niet clene, <span class="regelklein" id="l_2856"><a href="#ln_2856">2856</a></span><br /></span> + <span class="i0">Hets di <a href="#vw_n45" class="vw_ref">noot</a> dattu hebs scoen; <span class="regelklein" id="l_2857"><a href="#ln_2857">2857</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ic wilre mine macht toe doen. <span class="regelklein" id="l_2858"><a href="#ln_2858">2858</a></span><br /></span> + <span class="i0">Die Isengrijns waren u <a href="#vw_g62" class="vw_ref">ghemicke</a>, <span class="regelklein" id="l_2859"><a href="#ln_2859">2859</a></span><br /></span> + <span class="i0">Si sijn so <a href="#vw_v17" class="vw_ref">vaste</a> ende so dicke <span class="regel" id="l_2860">2860</span><br /></span> + <span class="i0">Die hi draghet ende sijn wijf: <span class="regelklein" id="l_2861"><a href="#ln_2861">2861</a></span><br /></span> + <span class="i0">Al sout hem <a href="#vw_g1" class="vw_ref">gaen an haer lijf</a>, <span class="regelklein" id="l_2862">2862</span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_e11" class="vw_ref">Elkerlijc</a> moet u gheven scoen, <span class="regelklein" id="l_2863"><a href="#ln_2863">2863</a></span><br /></span> + <span class="i0">Daer ghi mede u vaert moet doen.” <span class="regelklein" id="l_2864"><a href="#ln_2864">2864</a></span><br /></span> +</div> +<div class="stanza"> + <span class="i1">Dus hevet die valsce <a href="#vw_p12" class="vw_ref">pelgrijn</a> <span class="regel" id="l_2865">2865</span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_b102" class="vw_ref">Beworven</a>, dat der Isengrijn <span class="regelklein" id="l_2866"><a href="#ln_2866">2866</a></span><br /></span> + <span class="i0">Al toten cnien hevet verloren <span class="regelklein" id="l_2867">2867</span><br /></span> + <span class="i0">Van beiden sinen voeten voren <span class="regelklein" id="l_2868"><a href="#ln_2868">2868</a></span><br /></span> + <span class="i0">Dat vel al gader toten claeuwen. <span class="regelklein" id="l_2869">2869</span><br /></span> + <span class="i0">Ghine saecht noint voghel <a href="#vw_b146" class="vw_ref">braeuwen</a>, <span class="regel" id="l_2870">2870</span><br /></span> + <span class="i0">Die stilre hilt al sine lede, <span class="regelklein" id="l_2871"><a href="#ln_2871">2871</a></span><br /></span> + <span class="i0">Dan Isengrijn die sine dede, <span class="regelklein" id="l_2872">2872</span><br /></span> + <span class="i0">Doe men so jamerlike ontscoeide, <span class="regelklein" id="l_2873">2873</span><br /></span> + <span class="i0">Dat hem dat bloet ten teen af vloeide. <span class="regelklein" id="l_2874">2874</span><br /></span> +</div> +<div class="stanza"> + <span class="i1">Doe Isengrijn ontscoeit was, <span class="regel" id="l_2875">2875</span><br /></span> +<span class="pagenum" title="111"></span><a id="p_111"></a> + <span class="i0">Moeste gaen ligghen up dat gras <span class="regelklein" id="l_2876">2876</span><br /></span> + <span class="i0">Vrouwe Hersint, die wulvinne, <span class="regelklein" id="l_2877">2877</span><br /></span> + <span class="i0">Met enen wel droeven <a href="#vw_s71" class="vw_ref">sinne</a>; <span class="regelklein" id="l_2878">2878</span><br /></span> + <span class="i0">Ende liet haer afdoen dat vel, <span class="regelklein" id="l_2879">2879</span><br /></span> + <span class="i0">Ende die claeuwen also wel, <span class="regel" id="l_2880">2880</span><br /></span> + <span class="i0">Van <a href="#vw_b33" class="vw_ref">beiden</a> haren voeten <a href="#vw_b1" class="vw_ref">bachten</a>. <span class="regelklein" id="l_2881"><a href="#ln_2881">2881</a></span><br /></span> + <span class="i0">Dese daet dede wale <a href="#vw_s1" class="vw_ref">sachten</a> <span class="regelklein" id="l_2882"><a href="#ln_2882">2882</a></span><br /></span> + <span class="i0">Reinaerde sinen droeven <a href="#vw_m58" class="vw_ref">moet</a>. <span class="regelklein" id="l_2883">2883</span><br /></span> + <span class="i0">Nu hort, wat claghen hi noch doet: <span class="regelklein" id="l_2884">2884</span><br /></span> + <span class="i0">Moie, seit hi, lieve moie, <span class="regel" id="l_2885"><a href="#ln_2885">2885</a></span><br /></span> + <span class="i0">In hoe meneghen <a href="#vw_v75" class="vw_ref">vernoie</a> <span class="regelklein" id="l_2886">2886</span><br /></span> + <span class="i0">Hebdi <a href="#vw_d58" class="vw_ref">dor</a> minen wille ghewesen! <span class="regelklein" id="l_2887">2887</span><br /></span> + <span class="i0">Dats mi al leet; <a href="#vw_s116" class="vw_ref">sonder</a> van desen <span class="regelklein" id="l_2888">2888</span><br /></span> + <span class="i0">Eist mi lief, ic segghe u <a href="#vw_t59" class="vw_ref">twi</a>: <span class="regelklein" id="l_2889">2889</span><br /></span> + <span class="i0">Ghi sijt, des ghelovet mi, <span class="regel" id="l_2890">2890</span><br /></span> + <span class="i0">Een die liefste van minen maghen, <span class="regelklein" id="l_2891">2891</span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_b15" class="vw_ref">Bedi</a> sal ic u scoen an draghen. <span class="regelklein" id="l_2892">2892</span><br /></span> + <span class="i0">God weet, dats al uwe <a href="#vw_b14" class="vw_ref">bate</a>! <span class="regelklein" id="l_2893">2893</span><br /></span> + <span class="i0">Ghi sult <a href="#vw_a27" class="vw_ref">an</a> hoghen aflate <span class="regelklein" id="l_2894">2894</span><br /></span> + <span class="i0">Delen, ende an alt <a href="#vw_p7" class="vw_ref">pardoen</a>, <span class="regel" id="l_2895"><a href="#ln_2895">2895</a></span><br /></span> + <span class="i0">Lieve moie, dat ic in u scoen <span class="regelklein" id="l_2896">2896</span><br /></span> + <span class="i0">Sal <a href="#vw_b36" class="vw_ref">bejaghen</a> over see.” <span class="regelklein" id="l_2897">2897</span><br /></span> + <span class="i0">Vrouwe Hersinde was so wee, <span class="regelklein" id="l_2898">2898</span><br /></span> + <span class="i0">Dat soe <a href="#vw_ck56" class="vw_ref">cume</a> mochte spreken. <span class="regelklein" id="l_2899">2899</span><br /></span> + <span class="i0">—Ai Reinaert, God <a href="#vw_m61" class="vw_ref">moete</a> wreken, <span class="regel" id="l_2900"><a href="#ln_2900">2900</a></span><br /></span> + <span class="i0">Dat ghi over ons siet uwen wille!” <span class="regelklein" id="l_2901">2901</span><br /></span> + <span class="i0">Isengrijn <a href="#vw_b46" class="vw_ref">balch</a>, ende sweech stille, <span class="regelklein" id="l_2902">2902</span><br /></span> + <span class="i0">Ende sijn gheselle Brune; <a href="#vw_n27" class="vw_ref">neware</a> <span class="regelklein" id="l_2903"><a href="#ln_2903">2903</a></span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_s184" class="vw_ref">Hem was te moede</a> harde <a href="#vw_s184" class="vw_ref">sware</a>; <span class="regelklein" id="l_2904">2904</span><br /></span> +<span class="pagenum" title="112"></span><a id="p_112"></a> + <span class="i0">Si laghen ghebonden ende ghewont. <span class="regel" id="l_2905">2905</span><br /></span> + <span class="i0">Hadde ooc doe ter selver stont <span class="regelklein" id="l_2906">2906</span><br /></span> + <span class="i0">Tibert die cater ghewesen daer, <span class="regelklein" id="l_2907">2907</span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_d11" class="vw_ref">Ic dar</a> wel segghen, <a href="#vw_o93" class="vw_ref">over waer</a>, <span class="regelklein" id="l_2908">2908</span><br /></span> + <span class="i0">Hi hadde so vele ghedaen te voren, <span class="regelklein" id="l_2909">2909</span><br /></span> + <span class="i0">Hine waers niet bleven sonder <a href="#vw_t45" class="vw_ref">toren</a>. <span class="regel" id="l_2910">2910</span><br /></span> +</div> +<div class="stanza"> + <span class="i1">Wat halpt, dat ict u maecte lanc? <span class="regelklein" id="l_2911"><a href="#ln_2911">2911</a></span><br /></span> + <span class="i0">Des anderdaghes vor sonnenupganc <span class="regelklein" id="l_2912"><a href="#ln_2912">2912</a></span><br /></span> + <span class="i0">Dede Reinaert sine scoen <a href="#vw_s87" class="vw_ref">snoeren</a>, <span class="regelklein" id="l_2913"><a href="#ln_2913">2913</a></span><br /></span> + <span class="i0">Die Isengrijns waren te voren, <span class="regelklein" id="l_2914">2914</span><br /></span> + <span class="i0">Ende sijns wijfs vrouwe Hersinden, <span class="regel" id="l_2915">2915</span><br /></span> + <span class="i0">Ende <a href="#vw_h16" class="vw_ref">hadse</a> vaste <a href="#vw_h16" class="vw_ref">ghedaen</a> binden <span class="regelklein" id="l_2916">2916</span><br /></span> + <span class="i0">Om sine voete, ende ghinc <span class="regelklein" id="l_2917"><a href="#ln_2917">2917</a></span><br /></span> + <span class="i0">Daer hi vant den coninc, <span class="regelklein" id="l_2918">2918</span><br /></span> + <span class="i0">Ende sijn wijf, die coninghinne. <span class="regelklein" id="l_2919">2919</span><br /></span> + <span class="i0">Hi sprac met enen soeten <a href="#vw_s71" class="vw_ref">sinne</a>: <span class="regel" id="l_2920">2920</span><br /></span> + <span class="i0">Here, <a href="#vw_g161" class="vw_ref">God gheve u goeden dach</a>, <span class="regelklein" id="l_2921">2921</span><br /></span> + <span class="i0">Ende miere vrouwe, die ic mach <span class="regelklein" id="l_2922"><a href="#ln_2922">2922</a></span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_p34" class="vw_ref">Prijs</a> gheven wel met rechte: <span class="regelklein" id="l_2923"><a href="#ln_2923">2923</a></span><br /></span> + <span class="i0">Nu doet gheven uwen cnechte, <span class="regelklein" id="l_2924"><a href="#ln_2924">2924</a></span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_p4" class="vw_ref">Palster</a> ende <a href="#vw_s29" class="vw_ref">scerpe</a>, ende laet mi gaen.” <span class="regel" id="l_2925">2925</span><br /></span> + <span class="i0">Doe dede die coninc haesten saen <span class="regelklein" id="l_2926"><a href="#ln_2926">2926</a></span><br /></span> + <span class="i0">Den capelaen, Belijn den ram; <span class="regelklein" id="l_2927">2927</span><br /></span> + <span class="i0">Ende als hi bi den coninc quam <span class="regelklein" id="l_2928">2928</span><br /></span> + <span class="i0">Sprac die coninc: Hier es <span class="regelklein" id="l_2929">2929</span><br /></span> + <span class="i0">Dese pelgrijn; leest hem een <a href="#vw_g47" class="vw_ref">gheles</a>, <span class="regel" id="l_2930">2930</span><br /></span> + <span class="i0">Ende ghevet hem <a href="#vw_s29" class="vw_ref">scerpe</a> ende <a href="#vw_s145" class="vw_ref">staf</a>!” <span class="regelklein" id="l_2931">2931</span><br /></span> + <span class="i0">Belijn den coninc antworde gaf: <span class="regelklein" id="l_2932">2932</span><br /></span> + <span class="i0">Here, in <a href="#vw_d10" class="vw_ref">dar</a> des doen niet: <span class="regelklein" id="l_2933">2933</span><br /></span> +<span class="pagenum" title="113"></span><a id="p_113"></a> + <span class="i0">Reinaert hevet selve <a href="#vw_b25" class="vw_ref">begiet</a>, <span class="regelklein" id="l_2934">2934</span><br /></span> + <span class="i0">Dat hi es in spaeus ban.” <span class="regel" id="l_2935">2935</span><br /></span> + <span class="i0">Die coninc sprac: Belijn, <a href="#vw_w35" class="vw_ref">wattan</a>? <span class="regelklein" id="l_2936"><a href="#ln_2936">2936</a></span><br /></span> + <span class="i0">Meester Jufroet doet ons verstaen: <span class="regelklein" id="l_2937">2937</span><br /></span> + <span class="i0">Hadde een man allene ghedaen <span class="regelklein" id="l_2938">2938</span><br /></span> + <span class="i0">Also vele sonden alse alle die leven, <span class="regelklein" id="l_2939">2939</span><br /></span> + <span class="i0">Ende wildi <a href="#vw_a38" class="vw_ref">archeit</a> al <a href="#vw_b22" class="vw_ref">begheven</a>, <span class="regel" id="l_2940">2940</span><br /></span> + <span class="i0">Ende daer af te biechte gaen, <span class="regelklein" id="l_2941"><a href="#ln_2941">2941</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ende penitencie ooc ontfaen, <span class="regelklein" id="l_2942"><a href="#ln_2942">2942</a></span><br /></span> + <span class="i0">Dat hi over see wille varen, <span class="regelklein" id="l_2943">2943</span><br /></span> + <span class="i0">Hi mochte wel hem selve <a href="#vw_ck26" class="vw_ref">claren</a>.” <span class="regelklein" id="l_2944"><a href="#ln_2944">2944</a></span><br /></span> + <span class="i0">Belijn sprac ten coninc <a href="#vw_e1" class="vw_ref">echt</a>: <span class="regel" id="l_2945">2945</span><br /></span> + <span class="i0">Ic en <a href="#vw_d51" class="vw_ref">doere</a> toe crom no recht, <span class="regelklein" id="l_2946">2946</span><br /></span> + <span class="i0">Van gheesteliker dinc <a href="#vw_a25" class="vw_ref">altoos</a>, <span class="regelklein" id="l_2947"><a href="#ln_2947">2947</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ghine wilt mi <a href="#vw_qu19" class="vw_ref">quiten scadeloos</a> <span class="regelklein" id="l_2948">2948</span><br /></span> + <span class="i0">Jeghen den bisscop, ende den deken.” <span class="regelklein" id="l_2949"><a href="#ln_2949">2949</a></span><br /></span> + <span class="i0">Die coninc sprac: In <span class="smcap">VIII</span> weken <span class="regel" id="l_2950">2950</span><br /></span> + <span class="i0">Sone wane ic u bidden so vele; <span class="regelklein" id="l_2951">2951</span><br /></span> + <span class="i0">Ooc haddic liever, dat uwe kele <span class="regelklein" id="l_2952">2952</span><br /></span> + <span class="i0">Hinghe, dan ic u heden bat!” <span class="regelklein" id="l_2953">2953</span><br /></span> + <span class="i0">Ende alse Belijn horde dat, <span class="regelklein" id="l_2954"><a href="#ln_2954">2954</a></span><br /></span> + <span class="i0">Dat die coninc <a href="#vw_b46" class="vw_ref">balch</a> te hemwaert, <span class="regel" id="l_2955">2955</span><br /></span> + <span class="i0">Wart Belijn so vervaert, <span class="regelklein" id="l_2956">2956</span><br /></span> + <span class="i0">Dat hi bevede van <a href="#vw_v6" class="vw_ref">vare</a>, <span class="regelklein" id="l_2957"><a href="#ln_2957">2957</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ende ghinc <a href="#vw_g86" class="vw_ref">ghereden</a> sinen autare, <span class="regelklein" id="l_2958"><a href="#ln_2958">2958</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ende beghan singhen ende lesen <span class="regelklein" id="l_2959">2959</span><br /></span> + <span class="i0">Al dat hem goed dochte wesen. <span class="regel" id="l_2960">2960</span><br /></span> +</div> +<div class="stanza"> + <span class="i1">Doe Belijn die capelaen <span class="regelklein" id="l_2961">2961</span><br /></span> + <span class="i0">Omoedelike hadde ghedaen <span class="regelklein" id="l_2962">2962</span><br /></span> + <span class="i0">Dat ghetide vanden daghe, <span class="regelklein" id="l_2963">2963</span><br /></span> +<span class="pagenum" title="114"></span><a id="p_114"></a> + <span class="i0">Doe hinc hi an Reinaerts <a href="#vw_ck45" class="vw_ref">craghe</a> <span class="regelklein" id="l_2964"><a href="#ln_2964">2964</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ene <a href="#vw_s29" class="vw_ref">scerpe</a> van Bruuns velle; <span class="regel" id="l_2965">2965</span><br /></span> + <span class="i0">Ooc gaf hi den fellen gheselle <span class="regelklein" id="l_2966">2966</span><br /></span> + <span class="i0">Den <a href="#vw_p4" class="vw_ref">palster</a> in die hant daer bi, <span class="regelklein" id="l_2967">2967</span><br /></span> + <span class="i0">Te sinen <a href="#vw_g132" class="vw_ref">ghevoeche</a>. Doe was hi <span class="regelklein" id="l_2968">2968</span><br /></span> + <span class="i0">Al ghereet te siere vaert. <span class="regelklein" id="l_2969">2969</span><br /></span> + <span class="i0">Doe sach hi ten conincwaert: <span class="regel" id="l_2970">2970</span><br /></span> + <span class="i0">Hem liepen die gheveinsde trane <span class="regelklein" id="l_2971"><a href="#ln_2971">2971</a></span><br /></span> + <span class="i0">Neder neven sine <a href="#vw_g167" class="vw_ref">granen</a>, <span class="regelklein" id="l_2972">2972</span><br /></span> + <span class="i0">Alse oft hi jammer in siere herte <span class="regelklein" id="l_2973"><a href="#ln_2973">2973</a></span><br /></span> + <span class="i0">Van rouwe hadde ende grote smerte! <span class="regelklein" id="l_2974"><a href="#ln_2974">2974</a></span><br /></span> + <span class="i0">Dit was <a href="#vw_b15" class="vw_ref">bedi</a>, ende anders niet, <span class="regel" id="l_2975">2975</span><br /></span> + <span class="i0">Dat hi hem allen, die hi daer liet, <span class="regelklein" id="l_2976">2976</span><br /></span> + <span class="i0">Niet hadde <a href="#vw_b56" class="vw_ref">beraden</a> al sulke <a href="#vw_p16" class="vw_ref">pine</a>, <span class="regelklein" id="l_2977">2977</span><br /></span> + <span class="i0">Alse Brunen ende Isengrine <span class="regelklein" id="l_2978">2978</span><br /></span> + <span class="i0">Van hem hadde moghen ghevallen. <span class="regelklein" id="l_2979"><a href="#ln_2979">2979</a></span><br /></span> + <span class="i0">Nochtan stont hi, ende bat hem allen, <span class="regel" id="l_2980">2980</span><br /></span> + <span class="i0">Dat si <a href="#vw_o92" class="vw_ref">over</a> hem bidden souden, <span class="regelklein" id="l_2981">2981</span><br /></span> + <span class="i0">Also ghetrouwelike als si wouden <span class="regelklein" id="l_2982"><a href="#ln_2982">2982</a></span><br /></span> + <span class="i0">Dat hi over hem allen bade. <span class="regelklein" id="l_2983">2983</span><br /></span> + <span class="i0">Dat <a href="#vw_o87" class="vw_ref">orlof</a> nemen dochte hem <a href="#vw_s124" class="vw_ref">spade</a>, <span class="regelklein" id="l_2984"><a href="#ln_2984">2984</a></span><br /></span> + <span class="i0">Want hi gherne <a href="#vw_d9" class="vw_ref">dane</a> ware: <span class="regel" id="l_2985">2985</span><br /></span> + <span class="i0">Hi was <a href="#vw_a25" class="vw_ref">altoos</a> sere in vare, <span class="regelklein" id="l_2986">2986</span><br /></span> + <span class="i0">Als die hem selven sculdich weet. <span class="regelklein" id="l_2987">2987</span><br /></span> + <span class="i0">Doe sprac die coninc: Mi es leet, <span class="regelklein" id="l_2988">2988</span><br /></span> + <span class="i0">Reinaert, dat ghi dus haestich sijt.” <span class="regelklein" id="l_2989">2989</span><br /></span> + <span class="i0">—Neen, here, het es tijt: <span class="regel" id="l_2990">2990</span><br /></span> + <span class="i0">Men sal neghene weldaet <a href="#vw_s126" class="vw_ref">sparen</a>. <span class="regelklein" id="l_2991"><a href="#ln_2991">2991</a></span><br /></span> + <span class="i0">Uwen orlof: ic wille varen.” <span class="regelklein" id="l_2992"><a href="#ln_2992">2992</a></span><br /></span> + <span class="i0">Die coninc sprac: Gods orlof.” <span class="regelklein" id="l_2993">2993</span><br /></span> +<span class="pagenum" title="115"></span><a id="p_115"></a> + <span class="i0">Doe gheboot hi al dat hof <span class="regelklein" id="l_2994"><a href="#ln_2994">2994</a></span><br /></span> + <span class="i0">Met Reinaerde uut te gane, <span class="regel" id="l_2995"><a href="#ln_2995">2995</a></span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_s116" class="vw_ref">Sonder</a> allene die <a href="#vw_g128" class="vw_ref">ghevane</a>. <span class="regelklein" id="l_2996">2996</span><br /></span> +</div> +<div class="stanza"> + <span class="i1">Nu wart Reinaert pelgrijn, <span class="regelklein" id="l_2997">2997</span><br /></span> + <span class="i0">Ende sijn oom Isengrijn <span class="regelklein" id="l_2998">2998</span><br /></span> + <span class="i0">Ende Brune si ligghen ghebonden, <span class="regelklein" id="l_2999">2999</span><br /></span> + <span class="i0">Ende siec van <a href="#vw_s49" class="vw_ref">seren</a> wonden. <span class="regel" id="l_3000">3000</span><br /></span> + <span class="i0">Mi dinct, ende ic <a href="#vw_w16" class="vw_ref">wane</a> das, <span class="regelklein" id="l_3001">3001</span><br /></span> + <span class="i0">Dat niemen so <a href="#vw_o51" class="vw_ref">onspellic</a> was <span class="regelklein" id="l_3002">3002</span><br /></span> + <span class="i0">Tusscen Pollanen ende Scouden, <span class="regelklein" id="l_3003">3003</span><br /></span> + <span class="i0">Die hem van lachene hadde onthouden, <span class="regelklein" id="l_3004">3004</span><br /></span> + <span class="i0">Sowat rouwe so hem mochte ghescien, <span class="regel" id="l_3005"><a href="#ln_3005">3005</a></span><br /></span> + <span class="i0">Hadde hi Reinaert doe ghesien, <span class="regelklein" id="l_3006"><a href="#ln_3006">3006</a></span><br /></span> + <span class="i0">Hoe wonderlijc hi henen ghinc, <span class="regelklein" id="l_3007">3007</span><br /></span> + <span class="i0">Ende hoe <a href="#vw_g59" class="vw_ref">ghemackelijc</a> dat hem hinc <span class="regelklein" id="l_3008">3008</span><br /></span> + <span class="i0">Scerpe ende palster omme den hals, <span class="regelklein" id="l_3009">3009</span><br /></span> + <span class="i0">Ende die scoen <a href="#vw_a20" class="vw_ref">als ende als</a>, <span class="regel" id="l_3010">3010</span><br /></span> + <span class="i0">Die hi droech an sinen been <span class="regelklein" id="l_3011"><a href="#ln_3011">3011</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ghebonden, so dat hi sceen <span class="regelklein" id="l_3012">3012</span><br /></span> + <span class="i0">Een pelgrijn <a href="#vw_l28" class="vw_ref">licht</a> ghenoech. <span class="regelklein" id="l_3013">3013</span><br /></span> + <span class="i0">Reinaerts herte binnen loech, <span class="regelklein" id="l_3014">3014</span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_d59" class="vw_ref">Dor dat</a> si alle met hem ghinghen <span class="regel" id="l_3015">3015</span><br /></span> + <span class="i0">Met so groter <a href="#vw_s12" class="vw_ref">sameninghe</a>, <span class="regelklein" id="l_3016"><a href="#ln_3016">3016</a></span><br /></span> + <span class="i0">Die hem te voren waren <a href="#vw_w97" class="vw_ref">wreet</a>. <span class="regelklein" id="l_3017">3017</span><br /></span> + <span class="i0">Doe sprac hi: Coninc, mi es leet, <span class="regelklein" id="l_3018">3018</span><br /></span> + <span class="i0">Dat ghi so verre met mi gaet: <span class="regelklein" id="l_3019">3019</span><br /></span> + <span class="i0">Ic <a href="#vw_v147" class="vw_ref">vruchte</a>, het mach u wesen quaet! <span class="regel" id="l_3020">3020</span><br /></span> + <span class="i0">Ghi hebt ghevaen <span class="smcap">II</span> mordenaren: <span class="regelklein" id="l_3021">3021</span><br /></span> + <span class="i0">Ghevalt, dat si u <a href="#vw_o60" class="vw_ref">ontfaren</a>, <span class="regelklein" id="l_3022">3022</span><br /></span> + <span class="i0">Ghi hebt u te wachtene meer <span class="regelklein" id="l_3023">3023</span><br /></span> +<span class="pagenum" title="116"></span><a id="p_116"></a> + <span class="i0">Dan ghi <a href="#vw_n43" class="vw_ref">noint</a> hadt eer. <span class="regelklein" id="l_3024">3024</span><br /></span> + <span class="i0">Blijft ghesont, ende laet mi gaen.” <span class="regel" id="l_3025">3025</span><br /></span> + <span class="i0">Na deser tale ghinc hi staen <span class="regelklein" id="l_3026"><a href="#ln_3026">3026</a></span><br /></span> + <span class="i0">Up sinen achtersten benen, <span class="regelklein" id="l_3027"><a href="#ln_3027">3027</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ende <a href="#vw_m11" class="vw_ref">maende</a> grote ende clene, <span class="regelklein" id="l_3028"><a href="#ln_3028">3028</a></span><br /></span> + <span class="i0">Dat si alle vor hem baden, <span class="regelklein" id="l_3029">3029</span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_o2" class="vw_ref">Oft</a> si van allen weldaden <span class="regel" id="l_3030"><a href="#ln_3030">3030</a></span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_r23" class="vw_ref">Recht</a> deel nemen wouden. <span class="regelklein" id="l_3031">3031</span><br /></span> + <span class="i0">Si seiden alle, dat si souden <span class="regelklein" id="l_3032">3032</span><br /></span> + <span class="i0">Sijns ghedinken in haer ghebeden. <span class="regelklein" id="l_3033"><a href="#ln_3033">3033</a></span><br /></span> + <span class="i0">Nu hort vort wat Reinaert dede: <span class="regelklein" id="l_3034">3034</span><br /></span> + <span class="i0">Daer hi vanden coninc sciet, <span class="regel" id="l_3035">3035</span><br /></span> + <span class="i0">So droevelic hi <a href="#vw_g45" class="vw_ref">hem gheliet</a>, <span class="regelklein" id="l_3036">3036</span><br /></span> + <span class="i0">Dat hem somen sere ontfaremde. <span class="regelklein" id="l_3037">3037</span><br /></span> + <span class="i0">Cuwaert den hase hi <a href="#vw_b37" class="vw_ref">becaremde</a>: <span class="regelklein" id="l_3038">3038</span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_o113" class="vw_ref">Owi</a>, Cuwaert, sullen wi sceiden! <span class="regelklein" id="l_3039">3039</span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_o2" class="vw_ref">Oft</a> ghi wilt, ghi sult mi gheleiden, <span class="regel" id="l_3040"><a href="#ln_3040">3040</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ende mijn vrient Belijn die ram: <span class="regelklein" id="l_3041">3041</span><br /></span> + <span class="i0">Ghi twee, ghine <a href="#vw_d3" class="vw_ref">daet</a> mi noint <a href="#vw_g166" class="vw_ref">gram</a>. <span class="regelklein" id="l_3042">3042</span><br /></span> + <span class="i0">Ghi moet mi <a href="#vw_b87" class="vw_ref">bet</a> vort bringhen! <span class="regelklein" id="l_3043">3043</span><br /></span> + <span class="i0">Ghi sijt van <a href="#vw_s105" class="vw_ref">soeter</a> <a href="#vw_w20" class="vw_ref">wandelinghe</a>, <span class="regelklein" id="l_3044"><a href="#ln_3044">3044</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ende <a href="#vw_o11" class="vw_ref">omberocht</a>, ende <a href="#vw_g162" class="vw_ref">goedertiere</a>, <span class="regel" id="l_3045"><a href="#ln_3045">3045</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ende <a href="#vw_o7" class="vw_ref">ombeclaghet</a> van allen dieren. <span class="regelklein" id="l_3046">3046</span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_g110" class="vw_ref">Ghestade</a> es uwer beider <a href="#vw_s42" class="vw_ref">sede</a>, <span class="regelklein" id="l_3047">3047</span><br /></span> + <span class="i0">Als ic doe ten tiden dede. <span class="regelklein" id="l_3048"><a href="#ln_3048">3048</a></span><br /></span> + <span class="i0">Als ic clusenare was; <span class="regelklein" id="l_3049">3049</span><br /></span> + <span class="i0">Hebdi lovere ende gras, <span class="regel" id="l_3050"><a href="#ln_3050">3050</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ghine doet neghenen <a href="#vw_e7" class="vw_ref">eesch</a> <span class="regelklein" id="l_3051">3051</span><br /></span> +<span class="pagenum" title="117"></span><a id="p_117"></a> + <span class="i0">Nochte om broot nochte om vleesch, <span class="regelklein" id="l_3052">3052</span><br /></span> + <span class="i0">Nochte om <a href="#vw_s117" class="vw_ref">sonderlingher</a> spise.” <span class="regelklein" id="l_3053"><a href="#ln_3053">3053</a></span><br /></span> + <span class="i0">Met <a href="#vw_a15" class="vw_ref">aldus ghedanen</a> <a href="#vw_p34" class="vw_ref">prise</a> <span class="regelklein" id="l_3054">3054</span><br /></span> + <span class="i0">Hevet Reinaert dese <span class="smcap">II</span> <a href="#vw_v35" class="vw_ref">verdoort</a>, <span class="regel" id="l_3055">3055</span><br /></span> + <span class="i0">Dat si met hem ghinghen voort, <span class="regelklein" id="l_3056">3056</span><br /></span> + <span class="i0">Tote dat hi quam vor sijn huus, <span class="regelklein" id="l_3057">3057</span><br /></span> + <span class="i0">Ende vor die porte van Maupertuus. <span class="regelklein" id="l_3058"><a href="#ln_3058">3058</a></span><br /></span> +</div> +<div class="stanza"> + <span class="i1">Alse Reinaert vor die porte quam, <span class="regelklein" id="l_3059">3059</span><br /></span> + <span class="i0">Hi sprac: Belijn, neve ram, <span class="regel" id="l_3060"><a href="#ln_3060">3060</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ghi moet allene buten staen: <span class="regelklein" id="l_3061">3061</span><br /></span> + <span class="i0">Ic moet in mine veste gaen. <span class="regelklein" id="l_3062">3062</span><br /></span> + <span class="i0">Cuwaert sal in gaen met mi. <span class="regelklein" id="l_3063">3063</span><br /></span> + <span class="i0">Here Belijn, bidt hem, dat hi <span class="regelklein" id="l_3064">3064</span><br /></span> + <span class="i0">Trooste wel vrouwe Hermelinen, <span class="regel" id="l_3065">3065</span><br /></span> + <span class="i0">Met haren clenen <a href="#vw_w53" class="vw_ref">welpkinen</a>, <span class="regelklein" id="l_3066">3066</span><br /></span> + <span class="i0">Als ic orlof an hem neme.” <span class="regelklein" id="l_3067">3067</span><br /></span> + <span class="i0">Belijn sprac: Ic bids heme, <span class="regelklein" id="l_3068">3068</span><br /></span> + <span class="i0">Dat hise alle trooste wale.” <span class="regelklein" id="l_3069">3069</span><br /></span> + <span class="i0">Reinaert ghinc met scoonre tale <span class="regel" id="l_3070">3070</span><br /></span> + <span class="i0">So <a href="#vw_s85" class="vw_ref">smeken</a> ende <a href="#vw_l55" class="vw_ref">losengieren</a> <span class="regelklein" id="l_3071">3071</span><br /></span> + <span class="i0">In so menegher maniere, <span class="regelklein" id="l_3072"><a href="#ln_3072">3072</a></span><br /></span> + <span class="i0">Dat hi bi <a href="#vw_b9" class="vw_ref">barate</a> brochte <span class="regelklein" id="l_3073">3073</span><br /></span> + <span class="i0">Cuwaert in sine <a href="#vw_h4" class="vw_ref">haghedochte</a>. <span class="regelklein" id="l_3074">3074</span><br /></span> +</div> +<div class="stanza"> + <span class="i1">Als si in dat hol quamen, <span class="regel" id="l_3075">3075</span><br /></span> + <span class="i0">Cuwaert ende Reinaert tsamen, <span class="regelklein" id="l_3076">3076</span><br /></span> + <span class="i0">Doe vontsi vrouwe Hermelinen <span class="regelklein" id="l_3077"><a href="#ln_3077">3077</a></span><br /></span> + <span class="i0">Met haren clenen welpkinen, <span class="regelklein" id="l_3078">3078</span><br /></span> + <span class="i0">Die was in sorghe ende in vare; <span class="regelklein" id="l_3079"><a href="#ln_3079">3079</a></span><br /></span> + <span class="i0">Want <a href="#vw_s100" class="vw_ref">soe</a> waent, dat Reinaert ware <span class="regel" id="l_3080">3080</span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_v48" class="vw_ref">Verhanghen</a>. Ende als soe <a href="#vw_v72" class="vw_ref">vernam</a>, <span class="regelklein" id="l_3081"><a href="#ln_3081">3081</a></span><br /></span> + <span class="i0">Dat hi weder thuuswaert quam, <span class="regelklein" id="l_3082">3082</span><br /></span> +<span class="pagenum" title="118"></span><a id="p_118"></a> + <span class="i0">Ende palster ende scerpe droech, <span class="regelklein" id="l_3083">3083</span><br /></span> + <span class="i0">Dit dochte haer wonders ghenoech. <span class="regelklein" id="l_3084"><a href="#ln_3084">3084</a></span><br /></span> + <span class="i0">Soe was blide ende sprac <a href="#vw_s3" class="vw_ref">saen</a>: <span class="regel" id="l_3085">3085</span><br /></span> + <span class="i0">Reinaert, hoe sidi ontgaen?” <span class="regelklein" id="l_3086">3086</span><br /></span> + <span class="i0">—Ic bem worden pelgrijn. <span class="regelklein" id="l_3087">3087</span><br /></span> + <span class="i0">Here Brune ende here Isengrijn <span class="regelklein" id="l_3088">3088</span><br /></span> + <span class="i0">Sijn worden <a href="#vw_g158" class="vw_ref">ghisele</a> <a href="#vw_o92" class="vw_ref">over</a> mi: <span class="regelklein" id="l_3089">3089</span><br /></span> + <span class="i0">Die coninc hevet, danc hebbe hi, <span class="regel" id="l_3090">3090</span><br /></span> + <span class="i0">Cuwaert ghegheven in rechter soene, <span class="regelklein" id="l_3091"><a href="#ln_3091">3091</a></span><br /></span> + <span class="i0">Al onsen wille mede te doene. <span class="regelklein" id="l_3092">3092</span><br /></span> + <span class="i0">Die coninc hi <a href="#vw_l33" class="vw_ref">liede</a> das, <span class="regelklein" id="l_3093"><a href="#ln_3093">3093</a></span><br /></span> + <span class="i0">Dat Cuwaert die eerste was, <span class="regelklein" id="l_3094">3094</span><br /></span> + <span class="i0">Die ons <a href="#vw_v80" class="vw_ref">verriet</a> <a href="#vw_ij6" class="vw_ref">jeghen</a> hem: <span class="regel" id="l_3095">3095</span><br /></span> + <span class="i0">Ende bi der trouwe, die <a href="#vw_b49" class="vw_ref">ic bem</a> <span class="regelklein" id="l_3096"><a href="#ln_3096">3096</a></span><br /></span> + <span class="i0">Sculdich u, vrouwe Hermeline! <span class="regelklein" id="l_3097">3097</span><br /></span> + <span class="i0">Cuwaerde <a href="#vw_n9" class="vw_ref">naket</a> grote pine; <span class="regelklein" id="l_3098"><a href="#ln_3098">3098</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ic bem up hem met rechte <a href="#vw_g165" class="vw_ref">gram</a>.” <span class="regelklein" id="l_3099">3099</span><br /></span> + <span class="i0">Ende alse dat Cuwaert vernam, <span class="regel" id="l_3100">3100</span><br /></span> + <span class="i0">Keerdi hem omme, ende waende vlien; <span class="regelklein" id="l_3101">3101</span><br /></span> + <span class="i0">Maer dat ne conste niet ghescien; <span class="regelklein" id="l_3102">3102</span><br /></span> + <span class="i0">Want Reinaert hadde hem <a href="#vw_o23" class="vw_ref">ondergaen</a> <span class="regelklein" id="l_3103">3103</span><br /></span> + <span class="i0">Die porte, ende <a href="#vw_g32" class="vw_ref">ghegrepene</a> saen <span class="regelklein" id="l_3104">3104</span><br /></span> + <span class="i0">Bi der kelen <a href="#vw_m70" class="vw_ref">mordelike</a>. <span class="regel" id="l_3105"><a href="#ln_3105">3105</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ende Cuwaert riep ghenadelike: <span class="regelklein" id="l_3106"><a href="#ln_3106">3106</a></span><br /></span> + <span class="i0">Helpt mi, Belijn, waer sidi? <span class="regelklein" id="l_3107"><a href="#ln_3107">3107</a></span><br /></span> + <span class="i0">Dese pelgrijn <a href="#vw_v31" class="vw_ref">verbijt</a> mi!” <span class="regelklein" id="l_3108">3108</span><br /></span> +</div> +<div class="stanza"> + <span class="i1">Dat roepen <a href="#vw_s30" class="vw_ref">sciere</a> was ghedaen, <span class="regelklein" id="l_3109"><a href="#ln_3109">3109</a></span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_b15" class="vw_ref">Bedi</a> Reinaert hadde saen <span class="regel" id="l_3110">3110</span><br /></span> + <span class="i0">Sine kele <a href="#vw_o74" class="vw_ref">ontwee</a> ghebeten. <span class="regelklein" id="l_3111">3111</span><br /></span> + <span class="i0">Doe sprac hi: Nu gawi eten <span class="regelklein" id="l_3112"><a href="#ln_3112">3112</a></span><br /></span> +<span class="pagenum" title="119"></span><a id="p_119"></a> + <span class="i0">Desen goeden vetten hase!” <span class="regelklein" id="l_3113">3113</span><br /></span> + <span class="i0">Die welpkine liepen ten <a href="#vw_a6" class="vw_ref">ase</a>: <span class="regelklein" id="l_3114"><a href="#ln_3114">3114</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ende ghinghen eten <a href="#vw_a18" class="vw_ref">al ghemene</a>. <span class="regel" id="l_3115">3115</span><br /></span> + <span class="i0">Hare rouwe was wel clene, <span class="regelklein" id="l_3116"><a href="#ln_3116">3116</a></span><br /></span> + <span class="i0">Dat Cuwaert hadde verloren tlijf: <span class="regelklein" id="l_3117">3117</span><br /></span> + <span class="i0">Ermeline, Reinaerts wijf, <span class="regelklein" id="l_3118">3118</span><br /></span> + <span class="i0">At dat vleesch, ende dranc dat bloet. <span class="regelklein" id="l_3119">3119</span><br /></span> + <span class="i0">Ai, hoe dicke bat soe goet <span class="regel" id="l_3120"><a href="#ln_3120">3120</a></span><br /></span> + <span class="i0">Den coninc, die <a href="#vw_d58" class="vw_ref">dor</a> sine <a href="#vw_d54" class="vw_ref">doghet</a> <span class="regelklein" id="l_3121">3121</span><br /></span> + <span class="i0">Die clene welpkine hadde <a href="#vw_v52" class="vw_ref">verhoghet</a> <span class="regelklein" id="l_3122">3122</span><br /></span> + <span class="i0">So wel met enen goeden <a href="#vw_m7" class="vw_ref">male</a>. <span class="regelklein" id="l_3123">3123</span><br /></span> + <span class="i0">Reinaert sprac: Hi <a href="#vw_o41" class="vw_ref">ans</a> u <a href="#vw_w13" class="vw_ref">wale</a>: <span class="regelklein" id="l_3124"><a href="#ln_3124">3124</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ic weet wel, <a href="#vw_m61" class="vw_ref">moet</a> die coninc leven, <span class="regel" id="l_3125">3125</span><br /></span> + <span class="i0">Hi soude ons gherne ghiften gheven, <span class="regelklein" id="l_3126">3126</span><br /></span> + <span class="i0">Die hi selve niet ne woude <span class="regelklein" id="l_3127">3127</span><br /></span> + <span class="i0">Hebben, om <span class="smcap">VII</span> mare van goude.” <span class="regelklein" id="l_3128">3128</span><br /></span> + <span class="i0">—Wat ghiften es dat?” sprac Hermeline. <span class="regelklein" id="l_3129">3129</span><br /></span> + <span class="i0">Reinaert sprac: Hets ene <a href="#vw_l41" class="vw_ref">line</a>, <span class="regel" id="l_3130">3130</span><br /></span> + <span class="i0">Ende ene <a href="#vw_v128" class="vw_ref">vorst</a>, ende twee <a href="#vw_m49" class="vw_ref">micken</a>; <span class="regelklein" id="l_3131">3131</span><br /></span> + <span class="i0">Maer maghic, ic sals <a href="#vw_o69" class="vw_ref">ontscricken</a>, <span class="regelklein" id="l_3132"><a href="#ln_3132">3132</a></span><br /></span> + <span class="i0">Hopic, eer <a href="#vw_l29" class="vw_ref">liden</a> daghe twee, <span class="regelklein" id="l_3133"><a href="#ln_3133">3133</a></span><br /></span> + <span class="i0">Dat ic omme sijn dreighen mee <span class="regelklein" id="l_3134"><a href="#ln_3134">3134</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ne gave, dan hi omme tmijn.” <span class="regel" id="l_3135">3135</span><br /></span> + <span class="i0">Soe sprac: Reinaert, wat mach dat sijn?” <span class="regelklein" id="l_3136">3136</span><br /></span> +</div> +<div class="stanza"> + <span class="i1">Reinaert sprac: Vrouwe, ic secht u. <span class="regelklein" id="l_3137">3137</span><br /></span> + <span class="i0">Ic weet een wildernesse nu <span class="regelklein" id="l_3138">3138</span><br /></span> +<span class="pagenum" title="120"></span><a id="p_120"></a> + <span class="i0">Van langhen <a href="#vw_h3" class="vw_ref">haghen</a>, ende van heiden, <span class="regelklein" id="l_3139"><a href="#ln_3139">3139</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ende dier so <a href="#vw_o31" class="vw_ref" title="ne es">nes</a> niet <a href="#vw_o31" class="vw_ref">onghereide</a>, <span class="regel" id="l_3140"><a href="#ln_3140">3140</a></span><br /></span> + <span class="i0">Van goeden ligghene ende van <ins class="err" id="err6" title="Erratum: spisen">spisen</ins>; <span class="regelklein" id="l_3141">3141</span><br /></span> + <span class="i0">Daer wonen hoenre ende <ins class="err" id="err7" title="Erratum: partrisen"><a href="#vw_p10" class="vw_ref">partrise</a></ins>, <span class="regelklein" id="l_3142">3142</span><br /></span> + <span class="i0">Ende menegherande <a href="#vw_v119" class="vw_ref">vogheline</a>. <span class="regelklein" id="l_3143">3143</span><br /></span> + <span class="i0">Wildi doen, vrouwe Ermeline, <span class="regelklein" id="l_3144">3144</span><br /></span> + <span class="i0">Dat ghi gaen wilt met mi daer, <span class="regel" id="l_3145">3145</span><br /></span> + <span class="i0">Wi moghen daer wel <span class="smcap">VII</span> jaer, <span class="regelklein" id="l_3146"><a href="#ln_3146">3146</a></span><br /></span> + <span class="i0">Willen wi, wandelen onder die <a href="#vw_s14" class="vw_ref">scade</a>, <span class="regelklein" id="l_3147"><a href="#ln_3147">3147</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ende <a href="#vw_g68" class="vw_ref">hebben grote ghenade</a>, <span class="regelklein" id="l_3148"><a href="#ln_3148">3148</a></span><br /></span> + <span class="i0">Eer wi worden daer bespiet. <span class="regelklein" id="l_3149">3149</span><br /></span> + <span class="i0">Al seidic meer, in loghe niet.” <span class="regel" id="l_3150"><a href="#ln_3150">3150</a></span><br /></span> + <span class="i0">—Ai, Reinaert, sprac vrouwe Hermeline, <span class="regelklein" id="l_3151">3151</span><br /></span> + <span class="i0">Dit dinct mi wesen ene pine, <span class="regelklein" id="l_3152">3152</span><br /></span> + <span class="i0">Die al gader ware verloren: <span class="regelklein" id="l_3153">3153</span><br /></span> + <span class="i0">Ne hebdi dit lant <a href="#vw_v101" class="vw_ref">versworen</a> <span class="regelklein" id="l_3154"><a href="#ln_3154">3154</a></span><br /></span> + <span class="i0">In te wonen nemmermee, <span class="regel" id="l_3155">3155</span><br /></span> + <span class="i0">Eer ghi comt van over see? <span class="regelklein" id="l_3156"><a href="#ln_3156">3156</a></span><br /></span> + <span class="i0">En hebdi palster ende scerpe ontfaen?” <span class="regelklein" id="l_3157"><a href="#ln_3157">3157</a></span><br /></span> + <span class="i0">Reinaert antworde <a href="#vw_v25" class="vw_ref">vele saen</a>: <span class="regelklein" id="l_3158">3158</span><br /></span> + <span class="i0">So meer ghesworen, so meer verloren, <span class="regelklein" id="l_3159">3159</span><br /></span> + <span class="i0">Mi seide een goet man hier te voren, <span class="regel" id="l_3160"><a href="#ln_3160">3160</a></span><br /></span> + <span class="i0">(<a href="#vw_r16" class="vw_ref">In rade</a> dat hijt mi riet, <span class="regelklein" id="l_3161"><a href="#ln_3161">3161</a></span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_b15" class="vw_ref">Bedi</a> neghene trouwe <a href="#vw_d29" class="vw_ref">diet</a>) <span class="regelklein" id="l_3162"><a href="#ln_3162">3162</a></span><br /></span> + <span class="i0">Al vuldade ic dese vaert, <span class="regelklein" id="l_3163">3163</span><br /></span> + <span class="i0">En holpe mi niet (sprac Reinaert); <span class="regelklein" id="l_3164">3164</span><br /></span> + <span class="i0">In <a href="#vw_b88" class="vw_ref">waers</a> een ei niet <a href="#vw_b88" class="vw_ref">te bat</a>: <span class="regel" id="l_3165">3165</span><br /></span> + <span class="i0">Ic hebbe den coninc enen scat <span class="regelklein" id="l_3166">3166</span><br /></span> + <span class="i0">Belovet, die mi <a href="#vw_o31" class="vw_ref">es onghereet</a>; <span class="regelklein" id="l_3167">3167</span><br /></span> + <span class="i0">Ende als hi des die waerheit weet, <span class="regelklein" id="l_3168">3168</span><br /></span> +<span class="pagenum" title="121"></span><a id="p_121"></a> + <span class="i0">Dat ic hem al hebbe gheloghen, <span class="regelklein" id="l_3169"><a href="#ln_3169">3169</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ende hi <a href="#vw_b103" class="vw_ref">bi</a> mi es bedroghen, <span class="regel" id="l_3170"><a href="#ln_3170">3170</a></span><br /></span> + <span class="i0">Sal hi mi haten vele mere, <span class="regelklein" id="l_3171">3171</span><br /></span> + <span class="i0">Dan hi <a href="#vw_n43" class="vw_ref">noint</a> dede ere. <span class="regelklein" id="l_3172">3172</span><br /></span> + <span class="i0">Daer bi peinsic in minen <a href="#vw_m58" class="vw_ref">moet</a>, <span class="regelklein" id="l_3173">3173</span><br /></span> + <span class="i0">Dat <a href="#vw_v13" class="vw_ref">varen</a> es mi also goet <span class="regelklein" id="l_3174">3174</span><br /></span> + <span class="i0">Alse dat bliven (sprac Reinaert); <span class="regel" id="l_3175"><a href="#ln_3175">3175</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ende <a href="#vw_g160" class="vw_ref">Godsat hebbe</a> mijn rode baert, <span class="regelklein" id="l_3176">3176</span><br /></span> + <span class="i0">(<a href="#vw_g25" class="vw_ref">Ghedoe</a> hoe ic ghedoe) <span class="regelklein" id="l_3177">3177</span><br /></span> + <span class="i0">Oft mi <a href="#vw_t50" class="vw_ref">troostet</a> <a href="#vw_m22" class="vw_ref">mee</a> daer toe <span class="regelklein" id="l_3178">3178</span><br /></span> + <span class="i0">No die cater no die das, <span class="regelklein" id="l_3179">3179</span><br /></span> + <span class="i0">No Bruun, die na mijn oom was, <span class="regel" id="l_3180">3180</span><br /></span> + <span class="i0">Dat ic in des coninx ghenade <span class="regelklein" id="l_3181"><a href="#ln_3181">3181</a></span><br /></span> + <span class="i0">No dor <a href="#vw_g144" class="vw_ref">ghewin</a>, no dor scade, <span class="regelklein" id="l_3182"><a href="#ln_3182">3182</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ne come; dat ic leve lancst, <span class="regelklein" id="l_3183">3183</span><br /></span> + <span class="i0">Ic hebbe leden so meneghen anxt!” <span class="regelklein" id="l_3184">3184</span><br /></span> +</div> +<div class="stanza"> + <span class="i1">So sere <a href="#vw_b46" class="vw_ref">balch</a> die ram Belijn, <span class="regel" id="l_3185">3185</span><br /></span> + <span class="i0">Dat Cuwaert, die gheselle sijn, <span class="regelklein" id="l_3186">3186</span><br /></span> + <span class="i0">In dat hol so langhe <a href="#vw_m28" class="vw_ref">merrede</a>, <span class="regelklein" id="l_3187">3187</span><br /></span> + <span class="i0">Hi riep, als die hem sere <a href="#vw_e21" class="vw_ref">errede</a>: <span class="regelklein" id="l_3188">3188</span><br /></span> + <span class="i0">Cuwaert, laets den duvel <a href="#vw_g149" class="vw_ref">wouden</a>! <span class="regelklein" id="l_3189"><a href="#ln_3189">3189</a></span><br /></span> + <span class="i0">Hoe langhe sal u Reinaert houden? <span class="regel" id="l_3190"><a href="#ln_3190">3190</a></span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_t59" class="vw_ref">Twine</a> comdi uut, ende laet ons gaen?” <span class="regelklein" id="l_3191"><a href="#ln_3191">3191</a></span><br /></span> + <span class="i0">Alse Reinaert dit hadde verstaen, <span class="regelklein" id="l_3192">3192</span><br /></span> + <span class="i0">Doe ghinc hi ute, tote Beline, <span class="regelklein" id="l_3193">3193</span><br /></span> + <span class="i0">Ende sprac al stillekine: <span class="regelklein" id="l_3194">3194</span><br /></span> + <span class="i0">Ai here, twi so belghedi? <span class="regel" id="l_3195">3195</span><br /></span> + <span class="i0">Al sprac Cuwaert jeghen mi <span class="regelklein" id="l_3196">3196</span><br /></span> + <span class="i0">Ende jeghen sire moien, <span class="regelklein" id="l_3197">3197</span><br /></span> + <span class="i0">Waer omme mach di des <a href="#vw_v76" class="vw_ref">vernoien</a>? <span class="regelklein" id="l_3198"><a href="#ln_3198">3198</a></span><br /></span> +<span class="pagenum" title="122"></span><a id="p_122"></a> + <span class="i0">Cuwaert dede mi verstaen, <span class="regelklein" id="l_3199">3199</span><br /></span> + <span class="i0">Ghi moghet wel sachte vore gaen, <span class="regel" id="l_3200">3200</span><br /></span> + <span class="i0">Ne wildi hier niet langher sijn; <span class="regelklein" id="l_3201">3201</span><br /></span> + <span class="i0">Hi moet hier <a href="#vw_m28" class="vw_ref">merren</a> een <a href="#vw_l26" class="vw_ref">lettelkijn</a> <span class="regelklein" id="l_3202">3202</span><br /></span> + <span class="i0">Met siere moien Hermelinen, <span class="regelklein" id="l_3203">3203</span><br /></span> + <span class="i0">Ende met haren <a href="#vw_w53" class="vw_ref">welpkinen</a>, <span class="regelklein" id="l_3204">3204</span><br /></span> + <span class="i0">Die sere wenen ende <a href="#vw_m30" class="vw_ref">mesbaren</a>, <span class="regel" id="l_3205">3205</span><br /></span> + <span class="i0">Om dat ic hem sal <a href="#vw_o60" class="vw_ref">ontfaren</a>.” <span class="regelklein" id="l_3206">3206</span><br /></span> + <span class="i0">Belijn sprac: Nu secht mi, <span class="regelklein" id="l_3207">3207</span><br /></span> + <span class="i0">Her Reinaert, wat hebdi <span class="regelklein" id="l_3208"><a href="#ln_3208">3208</a></span><br /></span> + <span class="i0">Cuwaerde te lede ghedaen? <span class="regelklein" id="l_3209">3209</span><br /></span> + <span class="i0">Also als ic conste verstaen <span class="regel" id="l_3210">3210</span><br /></span> + <span class="i0">So riep hi harde hulpe up mi.” <span class="regelklein" id="l_3211">3211</span><br /></span> + <span class="i0">Reinaert sprac: Wat sechdi! <span class="regelklein" id="l_3212">3212</span><br /></span> + <span class="i0">Belijn, God moete u <a href="#vw_b56" class="vw_ref">beraden</a>! <span class="regelklein" id="l_3213">3213</span><br /></span> + <span class="i0">Ic segghe u, wat wi daden: <span class="regelklein" id="l_3214"><a href="#ln_3214">3214</a></span><br /></span> + <span class="i0">Doe ic in huus <a href="#vw_g30" class="vw_ref">gheganghen</a> quam, <span class="regel" id="l_3215">3215</span><br /></span> + <span class="i0">Ende Ermeline an mi <a href="#vw_v72" class="vw_ref">vernam</a>, <span class="regelklein" id="l_3216">3216</span><br /></span> + <span class="i0">Dat ic wilde varen over see, <span class="regelklein" id="l_3217">3217</span><br /></span> + <span class="i0">Ten eersten <a href="#vw_w49" class="vw_ref">wart</a> haer so <a href="#vw_w49" class="vw_ref">wee</a>, <span class="regelklein" id="l_3218">3218</span><br /></span> + <span class="i0">Dat soe langhe in onmacht lach: <span class="regelklein" id="l_3219">3219</span><br /></span> + <span class="i0">Ende alse Cuwaert dat ghesach, <span class="regel" id="l_3220"><a href="#ln_3220">3220</a></span><br /></span> + <span class="i0">Doe riep hi lude: <a href="#vw_h18" class="vw_ref">Helet</a> <a href="#vw_v139" class="vw_ref">vri</a>, <span class="regelklein" id="l_3221">3221</span><br /></span> + <span class="i0">Comt <a href="#vw_h12" class="vw_ref">hare</a>, ende helpet mi! <span class="regelklein" id="l_3222"><a href="#ln_3222">3222</a></span><br /></span> + <span class="i0">Mine moie soes in ommacht.” <span class="regelklein" id="l_3223"><a href="#ln_3223">3223</a></span><br /></span> + <span class="i0">So riep hi met groter cracht: <span class="regelklein" id="l_3224"><a href="#ln_3224">3224</a></span><br /></span> + <span class="i0">Dit waren die worde, ende niet <a href="#vw_e10" class="vw_ref">el</a>.” <span class="regel" id="l_3225">3225</span><br /></span> + <span class="i0">—<a href="#vw_e16" class="vw_ref">Entrouwe</a>, ic verstont ooc wel, <span class="regelklein" id="l_3226">3226</span><br /></span> + <span class="i0">Dat Cuwaert <a href="#vw_d76" class="vw_ref">dreef</a> groot <a href="#vw_m29" class="vw_ref">mesbare</a>: <span class="regelklein" id="l_3227">3227</span><br /></span> + <span class="i0">Ic waende hem iet <a href="#vw_m43" class="vw_ref">mesvallen</a> ware.” <span class="regelklein" id="l_3228">3228</span><br /></span> + <span class="i0">Reinaert sprac: Belijn, neent niet: <span class="regelklein" id="l_3229">3229</span><br /></span> +<span class="pagenum" title="123"></span><a id="p_123"></a> + <span class="i0">Mi ware liever, <a href="#vw_m32" class="vw_ref">mesquame</a> hier iet <span class="regel" id="l_3230"><a href="#ln_3230">3230</a></span><br /></span> + <span class="i0">Minen kindren ofte minen wive, <span class="regelklein" id="l_3231"><a href="#ln_3231">3231</a></span><br /></span> + <span class="i0">Dan mijns neven Cuwaerts live!” <span class="regelklein" id="l_3232">3232</span><br /></span> +</div> +<div class="stanza"> + <span class="i1">Reinaert sprac: <a href="#vw_v72" class="vw_ref">Vernaemdi</a> iet, <span class="regelklein" id="l_3233">3233</span><br /></span> + <span class="i0">Dat mi die coninc ghistren <a href="#vw_h24" class="vw_ref">hiet</a> <span class="regelklein" id="l_3234">3234</span><br /></span> + <span class="i0">Vor harde vele hogher liede, <span class="regel" id="l_3235"><a href="#ln_3235">3235</a></span><br /></span> + <span class="i0">Als ic uten lande sciede, <span class="regelklein" id="l_3236">3236</span><br /></span> + <span class="i0">Dat ic hem <a href="#vw_p2" class="vw_ref">een paer lettren</a> screve? <span class="regelklein" id="l_3237">3237</span><br /></span> + <span class="i0">Suldijt hem draghen, Belijn neve? <span class="regelklein" id="l_3238">3238</span><br /></span> + <span class="i0">Hets ghescreven ende al ghereet.” <span class="regelklein" id="l_3239"><a href="#ln_3239">3239</a></span><br /></span> + <span class="i0">Belijn sprac: Ic ne weet; <span class="regel" id="l_3240"><a href="#ln_3240">3240</a></span><br /></span> + <span class="i0">Reinaert, wistic u <a href="#vw_g20" class="vw_ref">ghedichte</a>, <span class="regelklein" id="l_3241">3241</span><br /></span> + <span class="i0">Dat <a href="#vw_g121" class="vw_ref">ghetrouwe</a> ware, ghi mochtet lichte <span class="regelklein" id="l_3242"><a href="#ln_3242">3242</a></span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_g11" class="vw_ref">Ghebieden</a>, dat iet ten coninc <span class="regelklein" id="l_3243"><a href="#ln_3243">3243</a></span><br /></span> + <span class="i0">Droeghe, haddic eneghe <a href="#vw_d38" class="vw_ref">dinc</a>, <span class="regelklein" id="l_3244">3244</span><br /></span> + <span class="i0">Daer ict mochte in steken.” <span class="regel" id="l_3245">3245</span><br /></span> + <span class="i0">Hi sprac: U ne sal niet ghebreken; <span class="regelklein" id="l_3246"><a href="#ln_3246">3246</a></span><br /></span> + <span class="i0">Eer des coninx lettren <a href="#vw_b128" class="vw_ref">bleven</a>, <span class="regelklein" id="l_3247"><a href="#ln_3247">3247</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ic soude u dese scerpe gheven, <span class="regelklein" id="l_3248">3248</span><br /></span> + <span class="i0">Here Belijn, die ic draghe, <span class="regelklein" id="l_3249">3249</span><br /></span> + <span class="i0">Ende hanghense an uwe <a href="#vw_ck45" class="vw_ref">craghe</a>, <span class="regel" id="l_3250">3250</span><br /></span> + <span class="i0">Ende des coninx lettren daer in. <span class="regelklein" id="l_3251">3251</span><br /></span> + <span class="i0">Ghi sulter af hebben groot <a href="#vw_g144" class="vw_ref">ghewin</a>, <span class="regelklein" id="l_3252">3252</span><br /></span> + <span class="i0">Des conincs danc, ende groot ere! <span class="regelklein" id="l_3253">3253</span><br /></span> + <span class="i0">Ghi sult den coninc minen here <span class="regelklein" id="l_3254">3254</span><br /></span> + <span class="i0">Harde <a href="#vw_w76" class="vw_ref">willecome</a> sijn.” <span class="regel" id="l_3255">3255</span><br /></span> + <span class="i0">Dit <a href="#vw_l58" class="vw_ref">lovede</a> mijn here Belijn. <span class="regelklein" id="l_3256"><a href="#ln_3256">3256</a></span><br /></span> + +</div> +<div class="stanza"> + <span class="i1">Reinaert ghinc in die <a href="#vw_h4" class="vw_ref">haghedochte</a>, <span class="regelklein" id="l_3257">3257</span><br /></span> + <span class="i0">Ende keerde weder, ende <a href="#vw_ij7" class="vw_ref">brochte</a> <span class="regelklein" id="l_3258">3258</span><br /></span> +<span class="pagenum" title="124"></span><a id="p_124"></a> + <span class="i0">Sinen vrient Beline <a href="#vw_ij7" class="vw_ref">jeghen</a> <span class="regelklein" id="l_3259">3259</span><br /></span> + <span class="i0">Dat hovet van Cuwaerde ghedreghen: <span class="regel" id="l_3260"><a href="#ln_3260">3260</a></span><br /></span> + <span class="i0">In die scerpe haddijt <a href="#vw_g113" class="vw_ref">ghesteken</a>, <span class="regelklein" id="l_3261"><a href="#ln_3261">3261</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ende hinc bi sinen quaden <a href="#vw_t47" class="vw_ref">treken</a> <span class="regelklein" id="l_3262">3262</span><br /></span> + <span class="i0">Die scerpe Beline an den <a href="#vw_ck45" class="vw_ref">hals</a>, <span class="regelklein" id="l_3263"><a href="#ln_3263">3263</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ende beval hem <a href="#vw_a20" class="vw_ref">als ende als</a>, <span class="regelklein" id="l_3264">3264</span><br /></span> + <span class="i0">Dat hi die lettren niet ne soude <span class="regel" id="l_3265">3265</span><br /></span> + <span class="i0">Besien, oft hi gherne woude <span class="regelklein" id="l_3266">3266</span><br /></span> + <span class="i0">Den coninc tenen vriende maken; <span class="regelklein" id="l_3267">3267</span><br /></span> + <span class="i0">Ende seide hem, dat die lettren staken <span class="regelklein" id="l_3268">3268</span><br /></span> + <span class="i0">In die scerpe <a href="#vw_v57" class="vw_ref">verholenlike</a>; <span class="regelklein" id="l_3269">3269</span><br /></span> + <span class="i0">Ende oft hi wesen wilde rike, <span class="regel" id="l_3270">3270</span><br /></span> + <span class="i0">Ende sine ere hadde lief, <span class="regelklein" id="l_3271"><a href="#ln_3271">3271</a></span><br /></span> + <span class="i0">Dat hi seide, dat dese brief <span class="regelklein" id="l_3272"><a href="#ln_3272">3272</a></span><br /></span> + <span class="i0">Bi hem allene ware ghescreven, <span class="regelklein" id="l_3273">3273</span><br /></span> + <span class="i0">Ende hiere raet toe hadde ghegheven: <span class="regelklein" id="l_3274">3274</span><br /></span> + <span class="i0">Die coninc souts hem weten danc. <span class="regel" id="l_3275">3275</span><br /></span> + <span class="i0">Dat horde Belijn, ende spranc <span class="regelklein" id="l_3276">3276</span><br /></span> + <span class="i0">Vander stede up, daer hi stoet, <span class="regelklein" id="l_3277"><a href="#ln_3277">3277</a></span><br /></span> + <span class="i0">Meer dan enen halven voet, <span class="regelklein" id="l_3278">3278</span><br /></span> + <span class="i0">So blide was hi vander dinc, <span class="regelklein" id="l_3279">3279</span><br /></span> + <span class="i0">Die hem te <a href="#vw_v39" class="vw_ref">torne</a> sint <a href="#vw_v39" class="vw_ref">verghinc</a>. <span class="regel" id="l_3280"><a href="#ln_3280">3280</a></span><br /></span> +</div> +<div class="stanza"> + <span class="i1">Doe sprac Belijn: Reinaert, here, <span class="regelklein" id="l_3281"><a href="#ln_3281">3281</a></span><br /></span> + <span class="i0">Nu wetic wel, dat ghi doet ere <span class="regelklein" id="l_3282">3282</span><br /></span> + <span class="i0">Mi selven, ende die sijn int hof! <span class="regelklein" id="l_3283"><a href="#ln_3283">3283</a></span><br /></span> + <span class="i0">Men sals mi spreken groten lof, <span class="regelklein" id="l_3284"><a href="#ln_3284">3284</a></span><br /></span> + <span class="i0">Als men weet, dat ic can <a href="#vw_d27" class="vw_ref">dichten</a> <span class="regel" id="l_3285"><a href="#ln_3285">3285</a></span><br /></span> + <span class="i0">Met sconen worden ende met lichten; <span class="regelklein" id="l_3286">3286</span><br /></span> +<span class="pagenum" title="125"></span><a id="p_125"></a> + <span class="i0">Al si dat ics niet ne can. <span class="regelklein" id="l_3287">3287</span><br /></span> + <span class="i0">Men seit, hets <a href="#vw_d26" class="vw_ref">dicke</a> menich man <span class="regelklein" id="l_3288"><a href="#ln_3288">3288</a></span><br /></span> + <span class="i0">Grote ere ghesciet, dat hem God onste, <span class="regelklein" id="l_3289"><a href="#ln_3289">3289</a></span><br /></span> + <span class="i0">Van dinghen, die hi lettel conste.” <span class="regel" id="l_3290">3290</span><br /></span> + <span class="i0">Hier na sprac Belijn: Reinaert, <span class="regelklein" id="l_3291">3291</span><br /></span> + <span class="i0">Wats u raet? wille Cuwaert <span class="regelklein" id="l_3292">3292</span><br /></span> + <span class="i0">Met mi weder te hove gaen?” <span class="regelklein" id="l_3293">3293</span><br /></span> + <span class="i0">—Neen hi (sprac Reinaert); hi sal saen <span class="regelklein" id="l_3294"><a href="#ln_3294">3294</a></span><br /></span> + <span class="i0">Volghen <a href="#vw_b112" class="vw_ref">bi</a> dien selven <a href="#vw_p11" class="vw_ref">pade</a>: <span class="regel" id="l_3295"><a href="#ln_3295">3295</a></span><br /></span> + <span class="i0">Hine <a href="#vw_s157" class="vw_ref">hevet</a> noch neghene <a href="#vw_s157" class="vw_ref">stade</a>. <span class="regelklein" id="l_3296">3296</span><br /></span> + <span class="i0">Nu gaet vore met <a href="#vw_g58" class="vw_ref">ghemake</a>! <span class="regelklein" id="l_3297">3297</span><br /></span> + <span class="i0">Ic sal Cuwaerde sulke sake <span class="regelklein" id="l_3298">3298</span><br /></span> + <span class="i0">Ontdecken, die noch es verholen.” <span class="regelklein" id="l_3299">3299</span><br /></span> + <span class="i0">—Reinaert, so blivet <a href="#vw_g159" class="vw_ref">Gode volen</a>!” <span class="regel" id="l_3300"><a href="#ln_3300">3300</a></span><br /></span> + <span class="i0">Mettien hi <a href="#vw_d47" class="vw_ref">dede hem up die vaert</a>. <span class="regelklein" id="l_3301"><a href="#ln_3301">3301</a></span><br /></span> + <span class="i0">Nu hort, wat hi doet, Reinaert: <span class="regelklein" id="l_3302">3302</span><br /></span> + <span class="i0">Hi keerde in sine haghedochte <span class="regelklein" id="l_3303">3303</span><br /></span> + <span class="i0">Ende sprac: Hier naect ons groot <a href="#vw_g90" class="vw_ref">gherochte</a>, <span class="regelklein" id="l_3304"><a href="#ln_3304">3304</a></span><br /></span> + <span class="i0">Bliven wi hier, ende grote pine: <span class="regel" id="l_3305">3305</span><br /></span> + <span class="i0">Ghereet u, vrouwe Hermeline, <span class="regelklein" id="l_3306">3306</span><br /></span> + <span class="i0">Ende mine kindre also algader; <span class="regelklein" id="l_3307">3307</span><br /></span> + <span class="i0">Volghet mi, ic bem u vader, <span class="regelklein" id="l_3308">3308</span><br /></span> + <span class="i0">Ende pinewi ons, dat wi <a href="#vw_o60" class="vw_ref">ontfaren</a>.” <span class="regelklein" id="l_3309"><a href="#ln_3309">3309</a></span><br /></span> + <span class="i0">Doene was daer gheen langher <a href="#vw_s126" class="vw_ref">sparen</a>: <span class="regel" id="l_3310"><a href="#ln_3310">3310</a></span><br /></span> + <span class="i0">Si <a href="#vw_d47" class="vw_ref">daden hem</a> alle <a href="#vw_d47" class="vw_ref">up die vaert</a>: <span class="regelklein" id="l_3311">3311</span><br /></span> + <span class="i0">Ermeline ende here Reinaert, <span class="regelklein" id="l_3312">3312</span><br /></span> + <span class="i0">Ende hare jonghe welpkine, <span class="regelklein" id="l_3313">3313</span><br /></span> + <span class="i0">Dese <a href="#vw_a30" class="vw_ref">anevaerden</a> die woestine. <span class="regelklein" id="l_3314">3314</span><br /></span> + +</div> +<div class="stanza"> + <span class="i1">Nu hevet Belijn, die ram, <span class="regel" id="l_3315">3315</span><br /></span> + <span class="i0">So ghelopen, dat hi quam <span class="regelklein" id="l_3316">3316</span><br /></span> +<span class="pagenum" title="126"></span><a id="p_126"></a> + <span class="i0">Te hove, een lettel na middach. <span class="regelklein" id="l_3317">3317</span><br /></span> + <span class="i0">Als die coninc Belijn ghesach, <span class="regelklein" id="l_3318">3318</span><br /></span> + <span class="i0">Die die scerpe weder brochte, <span class="regelklein" id="l_3319">3319</span><br /></span> + <span class="i0">Daer Brune die bere so onsochte <span class="regel" id="l_3320">3320</span><br /></span> + <span class="i0">Te voren omme was ghedaen, <span class="regelklein" id="l_3321"><a href="#ln_3321">3321</a></span><br /></span> + <span class="i0">Doe sprac hi te Beline saen: <span class="regelklein" id="l_3322"><a href="#ln_3322">3322</a></span><br /></span> + <span class="i0">Here Belijn, waen comedi? <span class="regelklein" id="l_3323"><a href="#ln_3323">3323</a></span><br /></span> + <span class="i0">Waer es Reinaert? hoe comt, dat hi <span class="regelklein" id="l_3324">3324</span><br /></span> + <span class="i0">Dese scerpe niet en draghet?” <span class="regel" id="l_3325">3325</span><br /></span> + <span class="i0">Belijn sprac: Coninc, ic maghet <span class="regelklein" id="l_3326">3326</span><br /></span> + <span class="i0">U segghen also alse ict weet. <span class="regelklein" id="l_3327"><a href="#ln_3327">3327</a></span><br /></span> + <span class="i0">Doe Reinaert al was ghereet, <span class="regelklein" id="l_3328">3328</span><br /></span> + <span class="i0">Ende hi tcasteel rumen soude, <span class="regelklein" id="l_3329"><a href="#ln_3329">3329</a></span><br /></span> + <span class="i0">Doe seide hi mi, dat hi u woude <span class="regel" id="l_3330">3330</span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_p2" class="vw_ref">Een paer lettren</a>, coninc vri, <span class="regelklein" id="l_3331">3331</span><br /></span> + <span class="i0">Senden; ende doe bat hi mi, <span class="regelklein" id="l_3332">3332</span><br /></span> + <span class="i0">Dat icse droeghe dor uwe <a href="#vw_l37" class="vw_ref">lieve</a>. <span class="regelklein" id="l_3333">3333</span><br /></span> + <span class="i0">Ic seide, meer dan VII brieve <span class="regelklein" id="l_3334">3334</span><br /></span> + <span class="i0">Soudic dor uwen wille draghen. <span class="regel" id="l_3335">3335</span><br /></span> + <span class="i0">Doe ne conste Reinaert niet <a href="#vw_b36" class="vw_ref">bejaghen</a> <span class="regelklein" id="l_3336">3336</span><br /></span> + <span class="i0">Daer ic die brieve in draghen mochte: <span class="regelklein" id="l_3337"><a href="#ln_3337">3337</a></span><br /></span> + <span class="i0">Dese scerpe hi mi brochte <span class="regelklein" id="l_3338"><a href="#ln_3338">3338</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ende die lettren daer in <a href="#vw_g113" class="vw_ref">ghesteken</a>. <span class="regelklein" id="l_3339">3339</span><br /></span> + <span class="i0">Coninc, ghine horet noint spreken <span class="regel" id="l_3340">3340</span><br /></span> + <span class="i0">Van betren <a href="#vw_d28" class="vw_ref">dichtre</a> dan ic bem: <span class="regelklein" id="l_3341">3341</span><br /></span> + <span class="i0">Dese lettren <a href="#vw_d27" class="vw_ref">dichte</a> ic hem, <span class="regelklein" id="l_3342">3342</span><br /></span> + <span class="i0">Gaet mi te goede, oft te quade; <span class="regelklein" id="l_3343">3343</span><br /></span> + <span class="i0">Dese lettren sijn bi minen rade <span class="regelklein" id="l_3344"><a href="#ln_3344">3344</a></span><br /></span> +<span class="pagenum" title="127"></span><a id="p_127"></a> + <span class="i0">Aldus ghemaect ende ghescreven.” <span class="regel" id="l_3345">3345</span><br /></span> + <span class="i0">Doe <a href="#vw_h24" class="vw_ref">hiet</a> hem dien coninc gheven <span class="regelklein" id="l_3346">3346</span><br /></span> + <span class="i0">Den brief Botsaerde, sinen clerc: <span class="regelklein" id="l_3347">3347</span><br /></span> + <span class="i0">Dat was hi, die <a href="#vw_h8" class="vw_ref">hantwerc</a> <span class="regelklein" id="l_3348"><a href="#ln_3348">3348</a></span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_b87" class="vw_ref">Bet</a> <a href="#vw_ck36" class="vw_ref">conste</a> dan iemen die daer was. <span class="regelklein" id="l_3349">3349</span><br /></span> + <span class="i0">Botsaert <a href="#vw_p21" class="vw_ref">plach</a> emmer dat hi las <span class="regel" id="l_3350">3350</span><br /></span> + <span class="i0">Die lettren, die te hove quamen. <span class="regelklein" id="l_3351">3351</span><br /></span> + <span class="i0">Bruneel ende hi si namen <span class="regelklein" id="l_3352">3352</span><br /></span> + <span class="i0">Die scerpe vanden halse Beline, <span class="regelklein" id="l_3353"><a href="#ln_3353">3353</a></span><br /></span> + <span class="i0">Die bi der dompheit sine <span class="regelklein" id="l_3354"><a href="#ln_3354">3354</a></span><br /></span> + <span class="i0">Hier toe hadde gheseit so <a href="#vw_v81" class="vw_ref">verre</a>, <span class="regel" id="l_3355">3355</span><br /></span> + <span class="i0">Des hi <a href="#vw_s86" class="vw_ref">snieme</a> sal worden <a href="#vw_e20" class="vw_ref">erre</a>. <span class="regelklein" id="l_3356"><a href="#ln_3356">3356</a></span><br /></span> + <span class="i0">Die scerpe ontfinc Botsaert, die <a href="#vw_ck27" class="vw_ref">clerc</a>. <span class="regelklein" id="l_3357">3357</span><br /></span> + <span class="i0">Doe moeste <a href="#vw_b127" class="vw_ref">bliken</a> Reinaerts werc. <span class="regelklein" id="l_3358">3358</span><br /></span> +</div> +<div class="stanza"> + <span class="i1">Alse hi dat hovet <a href="#vw_v135" class="vw_ref">vort trac</a>, <span class="regelklein" id="l_3359">3359</span><br /></span> + <span class="i0">Botsaert, ontsach dat, ende sprac: <span class="regel" id="l_3360"><a href="#ln_3360">3360</a></span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_h19" class="vw_ref">Helpe</a>, wat lettren sijn dit! <span class="regelklein" id="l_3361">3361</span><br /></span> + <span class="i0">Here coninc, bi miere <a href="#vw_w62" class="vw_ref">wit</a>, <span class="regelklein" id="l_3362">3362</span><br /></span> + <span class="i0">Dit es dat hovet van Cuwaerde! <span class="regelklein" id="l_3363">3363</span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_o112" class="vw_ref">Owach</a>, dat ghi noint Reinaerde, <span class="regelklein" id="l_3364">3364</span><br /></span> + <span class="i0">Coninc, <a href="#vw_g123" class="vw_ref">ghetrouwedet</a> so <a href="#vw_v81" class="vw_ref">verre</a>!” <span class="regel" id="l_3365"><a href="#ln_3365">3365</a></span><br /></span> + <span class="i0">Doe mochtemen droeve sien ende <a href="#vw_e20" class="vw_ref">erre</a> <span class="regelklein" id="l_3366"><a href="#ln_3366">3366</a></span><br /></span> + <span class="i0">Dien coninc entie coninghinne. <span class="regelklein" id="l_3367"><a href="#ln_3367">3367</a></span><br /></span> + <span class="i0">Die coninc stont in droeven <a href="#vw_s71" class="vw_ref">sinne</a>, <span class="regelklein" id="l_3368">3368</span><br /></span> + <span class="i0">Ende sloech sijn hovet neder. <span class="regelklein" id="l_3369">3369</span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_o97" class="vw_ref">Over lanc</a> verhief hijt weder <span class="regel" id="l_3370"><a href="#ln_3370">3370</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ende begonste werpen uut <span class="regelklein" id="l_3371"><a href="#ln_3371">3371</a></span><br /></span> + <span class="i0">Een dat vreselijcste <a href="#vw_g57" class="vw_ref">gheluut</a>, <span class="regelklein" id="l_3372">3372</span><br /></span> + <span class="i0">Dat noint van diere ghehort waert. <span class="regelklein" id="l_3373">3373</span><br /></span> +<span class="pagenum" title="128"></span><a id="p_128"></a> + <span class="i0">Ghene diere waren vervaert. <span class="regelklein" id="l_3374"><a href="#ln_3374">3374</a></span><br /></span> +</div> +<div class="stanza"> + <span class="i1">Doe spranc vort Firapeel, <span class="regel" id="l_3375">3375</span><br /></span> + <span class="i0">Die lupaert: hi was <a href="#vw_d19" class="vw_ref">een deel</a> <span class="regelklein" id="l_3376"><a href="#ln_3376">3376</a></span><br /></span> + <span class="i0">Des coninx maech, hi mocht wel doen; <span class="regelklein" id="l_3377"><a href="#ln_3377">3377</a></span><br /></span> + <span class="i0">Hi sprac: Here, coninc lioen <span class="regelklein" id="l_3378">3378</span><br /></span> + <span class="i0">Twi <a href="#vw_d77" class="vw_ref">drijfdi</a> dus groot <a href="#vw_o35" class="vw_ref">onghevoech</a>? <span class="regelklein" id="l_3379">3379</span><br /></span> + <span class="i0">Ghi <a href="#vw_m34" class="vw_ref">mesliet</a> u ghenoech <span class="regel" id="l_3380">3380</span><br /></span> + <span class="i0">Al ware die coninghinne doot. <span class="regelklein" id="l_3381">3381</span><br /></span> + <span class="i0">Doet wel ende wijsheit groot, <span class="regelklein" id="l_3382"><a href="#ln_3382">3382</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ende <a href="#vw_s80" class="vw_ref">slaect</a> uwen rouwe <a href="#vw_d19" class="vw_ref">een deel</a>.” <span class="regelklein" id="l_3383">3383</span><br /></span> + <span class="i0">Die coninc sprac: Her Firapeel, <span class="regelklein" id="l_3384"><a href="#ln_3384">3384</a></span><br /></span> + <span class="i0">Mi hevet een quaet <a href="#vw_w65" class="vw_ref">wicht</a> so <a href="#vw_v81" class="vw_ref">verre</a> <span class="regel" id="l_3385">3385</span><br /></span> + <span class="i0">Bedroghen, dat ics bem <a href="#vw_e20" class="vw_ref">erre</a>, <span class="regelklein" id="l_3386">3386</span><br /></span> + <span class="i0">Ende int <a href="#vw_s170" class="vw_ref">strec</a> gheleet bi <a href="#vw_b9" class="vw_ref">barate</a>, <span class="regelklein" id="l_3387">3387</span><br /></span> + <span class="i0">Dat ic recht mi selven hate, <span class="regelklein" id="l_3388">3388</span><br /></span> + <span class="i0">Ende ic mine ere hebbe verloren. <span class="regelklein" id="l_3389">3389</span><br /></span> + <span class="i0">Die mine vriende waren te voren, <span class="regel" id="l_3390">3390</span><br /></span> + <span class="i0">Die stoute Brune, ende Isengrijn, <span class="regelklein" id="l_3391"><a href="#ln_3391">3391</a></span><br /></span> + <span class="i0">Die rovet mi een valse pelgrijn: <span class="regelklein" id="l_3392">3392</span><br /></span> + <span class="i0">Dat <a href="#vw_n4" class="vw_ref">gaet</a> miere herten <a href="#vw_n4" class="vw_ref">na</a> so sere, <span class="regelklein" id="l_3393">3393</span><br /></span> + <span class="i0">Dat het gaen sal an mine ere, <span class="regelklein" id="l_3394">3394</span><br /></span> + <span class="i0">Ende an mijn leven: het es recht!” <span class="regel" id="l_3395">3395</span><br /></span> +</div> +<div class="stanza"> + <span class="i1">Doe sprac Firapeel <a href="#vw_e1" class="vw_ref">echt</a>: <span class="regelklein" id="l_3396">3396</span><br /></span> + <span class="i0">Es daer mesdaen, men salt <a href="#vw_s102" class="vw_ref">soenen</a>. <span class="regelklein" id="l_3397"><a href="#ln_3397">3397</a></span><br /></span> + <span class="i0">Men sal den wulf ende Bruun den coenen, <span class="regelklein" id="l_3398"><a href="#ln_3398">3398</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ende vrouwe Hersinde also wel, <span class="regelklein" id="l_3399">3399</span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_b91" class="vw_ref">Betren</a> hare <a href="#vw_m31" class="vw_ref">mesdaet</a> snel; <span class="regel" id="l_3400"><a href="#ln_3400">3400</a></span><br /></span> +<span class="pagenum" title="129"></span><a id="p_129"></a> + <span class="i0">Ende haren toren, ende hare pine <span class="regelklein" id="l_3401"><a href="#ln_3401">3401</a></span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_v93" class="vw_ref">Versoenen</a> met den ram Beline, <span class="regelklein" id="l_3402">3402</span><br /></span> + <span class="i0">Na dat hi selve heeft <a href="#vw_g49" class="vw_ref">gheliet</a>, <span class="regelklein" id="l_3403">3403</span><br /></span> + <span class="i0">Dat hi Cuwaerde verriet; <span class="regelklein" id="l_3404">3404</span><br /></span> + <span class="i0">Hi heeft mesdaen, hi moet becopen. <span class="regel" id="l_3405">3405</span><br /></span> + <span class="i0">Ende daer na sullen wi alle lopen <span class="regelklein" id="l_3406">3406</span><br /></span> + <span class="i0">Na Reinaerde, ende sulne vanghen, <span class="regelklein" id="l_3407">3407</span><br /></span> + <span class="i0">Ende bi siere kelen hanghen, <span class="regelklein" id="l_3408"><a href="#ln_3408">3408</a></span><br /></span> + <span class="i0">Sonder vonnesse, hets recht.” <span class="regelklein" id="l_3409">3409</span><br /></span> + <span class="i0">Doe andworde die coninc <a href="#vw_e1" class="vw_ref">echt</a>: <span class="regel" id="l_3410">3410</span><br /></span> + <span class="i0">Owi, here Firapeel, <span class="regelklein" id="l_3411">3411</span><br /></span> + <span class="i0">Mochte dit ghescien, so ware <a href="#vw_d19" class="vw_ref">een deel</a> <span class="regelklein" id="l_3412">3412</span><br /></span> + <span class="i0"><a href="#vw_s98" class="vw_ref">Ghesocht</a> die rouwe, die mi <a href="#vw_s78" class="vw_ref">slaet</a>!” <span class="regelklein" id="l_3413"><a href="#ln_3413">3413</a></span><br /></span> + <span class="i0">Firapeel sprac: Here, jaet, <span class="regelklein" id="l_3414">3414</span><br /></span> + <span class="i0">Ic wille maken gaen die soene.” <span class="regel" id="l_3415"><a href="#ln_3415">3415</a></span><br /></span> + <span class="i0">Doe ghinc Firapeel, die coene, <span class="regelklein" id="l_3416">3416</span><br /></span> + <span class="i0">Daer hi die <a href="#vw_g128" class="vw_ref">ghevane</a> vant: <span class="regelklein" id="l_3417"><a href="#ln_3417">3417</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ic wane dat hise eerst ontbant, <span class="regelklein" id="l_3418"><a href="#ln_3418">3418</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ende daer na sprac: Ghi heren beide, <span class="regelklein" id="l_3419"><a href="#ln_3419">3419</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ic bringhe u vrede ende vast gheleide: <span class="regel" id="l_3420"><a href="#ln_3420">3420</a></span><br /></span> + <span class="i0">Mijn here die coninc groet u, <span class="regelklein" id="l_3421"><a href="#ln_3421">3421</a></span><br /></span> + <span class="i0">Ende hem berouwet sere nu, <span class="regelklein" id="l_3422">3422</span><br /></span> + <span class="i0">Dat hi jeghen u heeft mesdaen. <span class="regelklein" id="l_3423">3423</span><br /></span> + <span class="i0">Hi biet u, wildijt ontfaen, <span class="regelklein" id="l_3424">3424</span><br /></span> + <span class="i0">(Wie so blide si ofte gram,) <span class="regel" id="l_3425">3425</span><br /></span> + <span class="i0">Hi wille u gheven Belijn den ram, <span class="regelklein" id="l_3426">3426</span><br /></span> + <span class="i0">Ende alle ser Belijns maghe, <span class="regelklein" id="l_3427"><a href="#ln_3427">3427</a></span><br /></span> + <span class="i0">Van nu toten <a href="#vw_d44" class="vw_ref">doemsdaghe</a>: <span class="regelklein" id="l_3428">3428</span><br /></span> +<span class="pagenum" title="130"></span><a id="p_130"></a> + <span class="i0">Eist int velt, eist int wout, <span class="regelklein" id="l_3429">3429</span><br /></span> + <span class="i0">Hebse alle in u <a href="#vw_g150" class="vw_ref">ghewout</a>, <span class="regel" id="l_3430">3430</span><br /></span> + <span class="i0">Ende ghise <a href="#vw_g140" class="vw_ref">gheweldelike</a> <a href="#vw_v31" class="vw_ref">verbit</a>: <span class="regelklein" id="l_3431"><a href="#ln_3431">3431</a></span><br /></span> + <span class="i0">Die coninc ombiet u vor al dit, <span class="regelklein" id="l_3432">3432</span><br /></span> + <span class="i0">Dat ghi moghet sonder mesdaet, <span class="regelklein" id="l_3433"><a href="#ln_3433">3433</a></span><br /></span> + <span class="i0">Reinaerde toren ende quaet <span class="regelklein" id="l_3434"><a href="#ln_3434">3434</a></span><br /></span> + <span class="i0">Doen, ende allen sinen maghen, <span class="regel" id="l_3435"><a href="#ln_3435">3435</a></span><br /></span> + <span class="i0">Waer so ghise moghet belaghen. <span class="regelklein" id="l_3436"><a href="#ln_3436">3436</a></span><br /></span> + <span class="i0">Dese grote <a href="#vw_v140" class="vw_ref">vriheden</a> <span class="regelklein" id="l_3437"><a href="#ln_3437">3437</a></span><br /></span> + <span class="i0">Wille u die coninc gheven heden <span class="regelklein" id="l_3438">3438</span><br /></span> + <span class="i0">Te vrien lene, ewelike; <span class="regelklein" id="l_3439">3439</span><br /></span> + <span class="i0">Ende <a href="#vw_b117" class="vw_ref">hier binnen</a> wilt die coninc rike, <span class="regel" id="l_3440">3440</span><br /></span> + <span class="i0">Dat ghi hem sweret <a href="#vw_v17" class="vw_ref">vaste</a> <a href="#vw_h52" class="vw_ref">hulde</a>. <span class="regelklein" id="l_3441"><a href="#ln_3441">3441</a></span><br /></span> + <span class="i0">Hine wille ooc bi sinen sculden <span class="regelklein" id="l_3442">3442</span><br /></span> + <span class="i0">Nemmer jeghen u mesdoen. <span class="regelklein" id="l_3443"><a href="#ln_3443">3443</a></span><br /></span> + <span class="i0">Dit biet u die coninc lioen. <span class="regelklein" id="l_3444">3444</span><br /></span> + <span class="i0">Dit nemt, ende <a href="#vw_g66" class="vw_ref">leeft mit ghenade</a>: <span class="regel" id="l_3445"><a href="#ln_3445">3445</a></span><br /></span> + <span class="i0">Bi Gode, ic dart u wel raden!” <span class="regelklein" id="l_3446">3446</span><br /></span> + <span class="i0">Isengrijn sprac toten bere: <span class="regelklein" id="l_3447">3447</span><br /></span> + <span class="i0">Wat sechdire toe, Brune here?” <span class="regelklein" id="l_3448">3448</span><br /></span> + <span class="i0">—Ic hebbe liever in die <a href="#vw_r36" class="vw_ref">risere</a>, <span class="regelklein" id="l_3449"><a href="#ln_3449">3449</a></span><br /></span> + <span class="i0">Dan hier te ligghene int isere: <span class="regel" id="l_3450">3450</span><br /></span> + <span class="i0">Laet ons toten coninc gaen, <span class="regelklein" id="l_3451">3451</span><br /></span> + <span class="i0">Ende sinen pais daer ontfaen.” <span class="regelklein" id="l_3452">3452</span><br /></span> + <span class="i0">Met Firapeel dat si ghinghen, <span class="regelklein" id="l_3453">3453</span><br /></span> + <span class="i0">Ende maecten pais van allen dinghen. <span class="regelklein" id="l_3454">3454</span><br /></span> +</div> +</div> + +<hr class="fnsep" id="versnoten" /> + +<div class="ln"><span class="ll"><a id="ln_1" href="#l_1" class="lla">1</a>–<a href="#l_9" class="lla">9</a></span> Zie de <a href="#inl_II">Inleiding, II</a>.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_2" href="#l_2" class="ll">2</a> <i>Dicken</i>, en zoo gewoonlijk, b.v. <a href="#l_70">70</a>, <a href="#l_344">344</a>, <a href="#l_1130">1130</a>, <a href="#l_1392">1392</a>, +<a href="#l_1475">1475</a>, <a href="#l_1518">1518</a>, <a href="#l_1730">1730</a>, <a href="#l_1746">1746</a>, <a href="#l_1781">1781</a>, <a href="#l_2337">2337</a>, <a href="#l_3288">3288</a>.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_10" href="#l_10" class="ll">10</a> <i>hulpen jonnen</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_11" href="#l_11" class="ll">11</a> <i>keert</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_14" href="#l_14" class="ll">14</a> <i>Ofte</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_24" href="#l_24" class="ll">24</a> <i>Daden si wel si soudens b.</i> Mijne verandering rust op +Mnl. Versbouw, bl. 120 en 138.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_25" href="#l_25" class="ll">25</a> <i>Dat en s.</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_28" href="#l_28" class="ll">28</a> <i>hovescheden</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_29" href="#l_29" class="ll">29</a> <i>keert</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_35" href="#l_35" class="ll">35</a> <i>eren</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_36" href="#l_36" class="ll">36</a> L. <i>Ende haer daer toe keren?</i> Opdat even als het +voorgaande vs. ook dit slechts drie verheffingen hebbe?</div> + +<div class="ln"><a id="ln_39" href="#l_39" class="ll">39</a> C. <i>sinnen</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_41" href="#l_41" class="ll">41</a> C. <i>tsinxen</i>, Gr. <i>pinxen</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_47" href="#l_47" class="ll">47</a> <i>ten wel gr. l.</i> Moet men dit en het volgende vers ook met +drie arses lezen? aldus: <i>Houden te groten love. Doe quam tes coninx hove?</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_52" href="#l_52" class="ll">52</a> <i>ne</i> invoegsel van mij</div> + +<div class="ln"><a id="ln_60" href="#l_60" class="ll">60</a> C. <i>metten grisen b.</i>; doch zie <a href="#l_3176">3176</a>, en verg. 940, 3745, +3771. <i>Grijs</i> daarentegen heet de wolf, <a href="#l_2266">2266</a>.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_66" href="#l_66" class="ll">66</a> <i>Dor u ed. ende dor u ere</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_67" href="#l_67" class="ll">67</a> <i>Ende dor r. e. d. ghenaden</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_68" href="#l_68" class="ll">68</a> <i>miere</i>, dus CGr.; W. verandert: <i>der groter</i>; maar verg. +<a href="#l_318">318</a>.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_74" href="#l_74" class="ll">74</a> W. <i>minen kindren</i>.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_76" href="#l_76" class="ll">76</a> <i>meer</i>, invoegsel van <span class="mixcap">Willems</span>.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_78" href="#l_78" class="ll">78</a> <i>hoondi</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_79" href="#l_79" class="ll">79</a> CGr. <i>sint</i>, dat W. blootelijk wegwerpt.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_80" href="#l_80" class="ll">80</a> <i>enen</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_85" href="#l_85" class="ll">85</a> <i>ontvoer ons in</i>. Maar het Fr. heeft 9691: <i xml:lang="fr">Il se retraist +mout tost arire, Si se fri en sa taisnire.</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_93" href="#l_93" class="ll">93</a> <i>Inne</i>, dus C. bij GrW. <i>Ine</i>. Zoo ook <a href="#l_492">492</a>, <a href="#l_560">560</a>, <a href="#l_1609">1609</a>.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_97" href="#l_97" class="ll">97</a> <i>Onghebetert no onghewroken</i>. +CGrW. <i>No onverswegen, no ongewr.</i>, hetgeen met den voorgaanden regel geen zin oplevert. +De omwerking gaf de verbetering aan de hand. Bij het lezen moet <i>no ongewr.</i> samenvloeyen. +Zoo vs. <a href="#l_404">404</a> <i>no onse</i>; doch zie mijne verbetering <a href="#l_404">aldaar</a>.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_100" href="#l_100" class="ll">100</a> Moet men lezen: <i>Ende claghede</i> in Fr.?</div> + +<div class="ln"><a id="ln_101" href="#l_101" class="ll">101</a> <i>arem</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_107" href="#l_107" class="ll">107</a> <i>die wart gram</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_119" href="#l_119" class="ll">119</a> W. <i>enen</i>.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_124" href="#l_124" class="ll">124</a> <i>omberet</i> C. Gr. <i>omberecht</i>; maar zie <a href="#l_127">127</a>.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_126" href="#l_126" class="ll">126</a> <i>Pancer de bever sprac</i>; mijne uitlating, door den +versbouw gevorderd, steunt op de omwerking. Men leest intusschen vs. +<a href="#l_107">107</a>: <i>Tibert die cater</i>; <a href="#l_138">138</a><ins class="corr" id="corr21" title="Niet in Bron.">:</ins> <i>Cuwaerde den hase</i>, en <a href="#l_177">177</a>: <i>Grimbert die +das</i> in het rijm; evenzoo vs. <a href="#l_247">247</a>, <a href="#l_479">479</a>, enz.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_133" href="#l_133" class="ll">133</a> CGr. <i>mochtire</i>. CGrW. <i>an</i>.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_135" href="#l_135" class="ll">135</a> <i>Wat sechdi van omberen claghe</i>; ik meen aldus den onzin +van het hs. te moeten herstellen, waar men leest: <i>Wat sechdi van eere +lage</i>. Tibert had immers van geene <i>lage</i> gesproken; wel van eene +<i>claghe</i>, en bepaaldelijk van het <i>omberen</i> (achterlaten) der clage van +Cortois. De verbetering van den omwerker (<i>van eenre sagen</i>) was niet +gelukkig.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_136" href="#l_136" class="ll">136</a> <i>in</i> W. <i>aen</i>.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_138" href="#l_138" class="ll">138</a> <i>An Cuwaerde den hase d. h. st.</i>; doch zie op vs. <a href="#l_126">126</a>.</div> + +<div class="ln"><span class="ll"><a id="ln_139" href="#l_139" class="lla">139</a>–<a href="#l_140" class="lla">140</a></span> Moet men ook lezen: <i>ghederde</i>: <i>verde</i>? Dan zou +<i>die</i> slaan op <i>overdaet</i> en niet op <i>Cuwaerde</i>. Ook vs. <a href="#l_166">166</a> leest men +<i>verde</i> voor <i>vrede</i>; maar wederom <a href="#l_266">266</a> <i>vrede</i> in 't rijm.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_140" href="#l_140" class="ll">140</a> <i>hi hem</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_141" href="#l_141" class="ll">141</a> <i>des coninx</i></div> + +<div class="ln"><span class="ll"><a id="ln_145" href="#l_145" class="lla">145</a>–<a href="#l_146" class="lla">6</a></span> <i>sine beene</i>: <i>over eene</i>; doch <i>been</i> in 't +meervoud is naar den regel.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_146" href="#l_146" class="ll">146</a> <i>begonsten si</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_149" href="#l_149" class="ll">149</a> <i>te dien</i></div> + +<div class="ln"><span class="ll"><a id="ln_153" href="#l_153" class="lla">153</a>–<a href="#l_154" class="lla">4</a></span> <i>vaerde</i>: <i>Reinaerde</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_155" href="#l_155" class="ll">155</a> <i>lessen</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_158" href="#l_158" class="ll">158</a> <i>kele</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_159" href="#l_159" class="ll">159</a> <i>thooft af hebben genomen</i>, in strijd met rhythmus en oud +spraakgebruik.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_160" href="#l_160" class="ll">160</a> <i>te hulpen</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_161" href="#l_161" class="ll">161</a> <i>aventuren</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_163" href="#l_163" class="ll">163</a> <i>here</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_166" href="#l_166" class="ll">166</a> <i>dus es</i>; GrW. <i>vrede</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_167" href="#l_167" class="ll">167</a> <i>als uwe mannen</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_168" href="#l_168" class="ll">168</a> <i>noch</i> invoegsel van mij.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_172" href="#l_172" class="ll">172</a> <i>Here, waer R. doot</i>; de vocativus is hier echter geheel +ongepast, daar niemand in 't bijzonder wordt toegesproken; hij bederft slechts het vers.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_175" href="#l_175" class="ll">175</a> <i>binnen eere</i>. De zin zoowel als de versmaat eischt de +verbetering; <i>binnen de</i>, <i>binnen deze maand</i> is krachtiger en gepaster.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_183" href="#l_183" class="ll">183</a> <i>talen</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_185" href="#l_185" class="ll">185</a> <i>als</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_187" href="#l_187" class="ll">187</a> <i>angaen</i>. Moet men naar de hedendaagsche vlaamsche +uitspraak lezen: <i>wilde anegaen</i>?</div> + +<div class="ln"><span class="ll"><a id="ln_191" href="#l_191" class="lla">191</a>–<a href="#l_194" class="lla">194</a></span> Men konstruere aldus: Entie, van minen oom ende van +u, meest andren heeft mesdaen, sal den andren in bate staen.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_192" href="#l_192" class="ll">192</a> <i>baten</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_194" href="#l_194" class="ll">194</a> <i>ne</i> invoegsel van mij.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_198" href="#l_198" class="ll">198</a> <i>En soude den coninc niet d. g.</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_199" href="#l_199" class="ll">199</a> <i>bleves heden onb.</i> Blijkbaar een inlapsel, dat zelfs de +omwerker niet heeft. Gr. en W. veranderen <i>blevets</i>, maar hoewel +duidelijker, is de invoeging der <i>t</i> onnoodig.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_201" href="#l_201" class="ll">201</a> Moet <i>Dicwile</i> niet worden veranderd in <i>Dicke</i>, wegens +den valschen klemtoon? Verg. <a href="#l_207">207</a>.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_207" href="#l_207" class="ll">207</a> <i>wisen</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_210" href="#l_210" class="ll">210</a> <i>volghedet</i>, C. <i>volghet</i>; +bij Gr. en W. <i>volchdet</i>—<i>van verren</i>.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_211" href="#l_211" class="ll">211</a> <i>die beste pladise</i>; maar vs. <a href="#l_213">213</a> leert dat hij niet +alleen <i>de beste</i>, maar alle visschen opslokte.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_212" href="#l_212" class="ll">212</a> <i>Daer ghi u ane h. vers.</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_214" href="#l_214" class="ll">214</a> <i>een</i> l. <i>eens</i>?</div> + +<div class="ln"><a id="ln_215" href="#l_215" class="ll">215</a> <i>Dat ghi</i>, doch <a href="#l_216">216</a> leest men <i>dat ghine</i>, bij Gr W. +verandert in <i>ghijt</i>. In de taal van 't dagelijksch leven is in Holland +<i>grat</i> (<i>graat</i>) echter nog onzijdig.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_225" href="#l_225" class="ll">225</a> L. <i>soe's so</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_228" href="#l_228" class="ll">228</a> <i>sorghe</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_229" href="#l_229" class="ll">229</a> <i>warpene</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_231" href="#l_231" class="ll">231</a> <i>dor Isengrijm</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_232" href="#l_232" class="ll">232</a> <i>meer dan ic u rijm</i>. De omwerking wees de verbetering +aan.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_233" href="#l_233" class="ll">233</a> <i>genoegh</i>; maar ook <a href="#l_1625">1625</a> leest CGr. <i>ghenoech</i> voor +<i>ghevoech</i>, gelijk <span class="mixcap">Grter</span> ontelbare malen de <i>n</i> en de <i>v</i> verwart.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_234" href="#l_234" class="ll">234</a> C. <i>Nochtan <abbr title="om">ō</abbr> meer</i>; GrW. <i>Nochtan om meer</i>.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_236" href="#l_236" class="ll">236</a> <i>Reinaerde</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_238" href="#l_238" class="ll">238</a> <i>makedent</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_244" href="#l_244" class="ll">244</a> <i>Reinaert</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_246" href="#l_246" class="ll">246</a> <i>talen</i>; bij W. <i>tale</i>, maar achter <i>wat</i> volgt meestal +een genit. plur. Zie <i>Walewein</i> II D., bl. 239, en voeg er bij <i>Ferg.</i> +2036 <i>wat saken</i>; en hier <a href="#l_2884">2884</a> <i>wat claghen</i>, <a href="#l_3129">3129</a> <i>wat ghiften</i>.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_247" href="#l_247" class="ll">247</a> <i>maket here Cuwaert</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_249" href="#l_249" class="ll">249</a> C. <i>Credo</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_252" href="#l_252" class="ll">252</a> W. <i>in trouwen</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_256" href="#l_256" class="ll">256</a> CGr. <i>Ende hoordi</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_258" href="#l_258" class="ll">258</a> <i>qualike</i>. C. heeft <i>Onrecht</i>: de verbetering is van Gr., +die haar verklaart <span xml:lang="de">jure, mit recht</span>”. Reineke heeft ook 262 <i>mit +rechte</i>.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_260" href="#l_260" class="ll">260</a> <i>verjonnen</i>; ik kies hier de ouder vorm.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_269" href="#l_269" class="ll">269</a> <i>een hare</i>.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_272" href="#l_272" class="ll">272</a> <i>danen</i>; CGr. <i>seidi</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_274" href="#l_274" class="ll">274</a> <i>Sinen</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_279" href="#l_279" class="ll">279</a> <i>Bleec es hi ende mager van pinen</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_280" href="#l_280" class="ll">280</a> <i>carinen</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_281" href="#l_281" class="ll"><ins class="corr" id="corr22" title="Bron: 381">281</ins></a> <i>sine</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_283" href="#l_283" class="ll">283</a> <i>dese</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_286" href="#l_286" class="ll">286</a> <i>ene</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_287" href="#l_287" class="ll">287</a> C. <i>ende hiet Coppe</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_288" href="#l_288" class="ll">288</a> <i>Dier</i>: W. leest met C. <i>Die</i>; en Gr. <i>Der</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_291" href="#l_291" class="ll">291</a> <i>voor die bare</i>; maar dat dit eene interpolatie is leert +de versmaat en de omwerking.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_293" href="#l_293" class="ll">293</a> Gr. <i>ieweder siden</i>; C. <i>baren</i>.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_295" href="#l_295" class="ll">295</a> <i>Die een hane hiet Cr.</i>; doch verg. <a href="#l_298">298</a>.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_296" href="#l_296" class="ll">296</a> <i>na</i> ontbr. in C.; reeds door Gr. ingevoegd.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_297" href="#l_297" class="ll">297</a> <i>goeden</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_300" href="#l_300" class="ll">300</a> <i>Die scoonste hane diemen v.</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_301" href="#l_301" class="ll">301</a> <i>Tusschen Portaengen ende Polanen</i>. <span class="mixcap">Willems</span> vertaalde: +tusschen Britanje en Polen.” De omwerker heeft: <i>Tusschen Hollant ende +Ordanen</i>. Vs. 3023 <i>Tusschen Pollanen ende Scouden</i>; 599 <i>Tusschen hier +ende Portugale</i>.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_303" href="#l_303" class="ll">303</a> C. <i>berrende</i> De verandering is van Gr.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_307" href="#l_307" class="ll">307</a> <i>sustre</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_311" href="#l_311" class="ll">311</a> <i>Van haerre suster</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_318" href="#l_318" class="ll">318</a> C. <i>scaden</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_320" href="#l_320" class="ll">320</a> C. <i>mine sustren</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_321" href="#l_321" class="ll">321</a> <i>Ende sere hebben haren onwille</i>.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_324" href="#l_324" class="ll">324</a> CGr. <i>men siet</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_332" href="#l_332" class="ll">332</a> <i>te dien broede</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_334" href="#l_334" class="ll">334</a> <i>scone</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_335" href="#l_335" class="ll">335</a> W. <i>eenen</i>, CGr. <i>ene</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_337" href="#l_337" class="ll">337</a> <i>honden</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_338" href="#l_338" class="ll">338</a> CGr. <i>dierfel</i> l. <i>dier-vel</i>?</div> + +<div class="ln"><a id="ln_342" href="#l_342" class="ll">342</a> <i>ne</i> ontbreekt.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_344" href="#l_344" class="ll">344</a> <i>om de mure</i> l. <i>ombe mure</i>? verg. <span class="mixcap">Velth</span>, bl. 55, en zie +hier vs. <a href="#l_393">393</a>, <a href="#l_1710">1710</a></div> + +<div class="ln"><a id="ln_345" href="#l_345" class="ll">345</a> <i>om ons</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_347" href="#l_347" class="ll">347</a> <i>Riepen si</i> maar uit <a href="#l_349">349</a> blijkt dat er <i>liepen</i> moet +staan. Herhaaldelijk is uit C. de kapitale <i>L</i> kwalijk als <i>R</i> gelezen: +b.v. <a href="#l_721">721</a> ook <i>Riept</i> voor <i>Liept</i>, en verder <a href="#l_165">165</a>, <a href="#l_424">424</a>, <a href="#l_791">791</a>, <a href="#l_793">793</a>, <a href="#l_796">796</a>, +<a href="#l_815">815</a>, <a href="#l_838">838</a>, <a href="#l_863">863</a>, <a href="#l_1299">1299</a>, <a href="#l_1367">1367</a>, <a href="#l_1387">1387</a>. Zie <span class="mixcap">Grimms</span> Kollatie.—<i>si</i> l. <i>siere</i> +(<i>Liepsiere</i>)?</div> + +<div class="ln"><a id="ln_349" href="#l_349" class="ll">349</a> <i>avonturen</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_353" href="#l_353" class="ll">353</a> <i>baraten</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_354" href="#l_354" class="ll">354</a> <i>Dattene God moete verwaten</i>. De omwerking gaf de +verbetering aan de hand.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_357" href="#l_357" class="ll">357</a> <i>Reinaert die m. d.</i> Blijkbaar is de eigennaam een +glosseem van een afschrijver, die terugdeinsde voor de betooning: Di +morddge dif, waarover zie Mnl. Vsb. bl. 76–78 en 69.</div> + +<div class="ln"><span class="ll"><a id="ln_361" href="#l_361" class="lla">361</a>–<a id="ln_362" href="#l_362" class="lla">2</a></span> <i>began lesen, Dochte mi daer an ghescreven wesen</i>; doch +<i>wesen</i> ontbr. in C. door Gr. aangevuld.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_364" href="#l_364" class="ll">364</a> <i>alle</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_365" href="#l_365" class="ll">365</a> C. <i>Alle</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_367" href="#l_367" class="ll">367</a> <i>hi mi ander</i>. Men zou ook kunnen lezen: <i>mi and'r +niemre</i>, maar ook vs. <a href="#l_1577">1577</a>, <a href="#l_1603">1603</a> is de betooning <i>nimre</i>.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_370" href="#l_370" class="ll">370</a> <i>Ende hi hadde ghedaen vele sware</i>, hetgeen met het +volgende vers geen zin oplevert. De stoplap <i>te waren</i> vindt men ook +<a href="#l_603">603</a>.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_371" href="#l_371" class="ll">371</a> <i>sine</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_376" href="#l_376" class="ll">376</a> <i>moogdi</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_381" href="#l_381" class="ll">381</a> <i>sielen</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_385" href="#l_385" class="ll">385</a> C. <i>priemen</i> GrW. <i>primen</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_387" href="#l_387" class="ll">387</a> <i>te dien</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_392" href="#l_392" class="ll">392</a> <i>Dat ic al met m. br.</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_393" href="#l_393" class="ll">393</a> <i>Sonder s. ginc b.</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_397" href="#l_397" class="ll">397</a> <i>hadde ons die p.</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_398" href="#l_398" class="ll">398</a> W. <i>kindren</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_401" href="#l_401" class="ll">401</a> <i>Mesval mi doe nakede</i>. Het eerste woord is aan de +omwerking ontleend, CGrW. <i>Quade <a href="#vw_a41" class="vw_ref">avonture</a> mi d. n.</i>, hetgeen vijf voeten +aan het vers geeft, dat er, om het volgende, maar drie duldt.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_404" href="#l_404" class="ll">404</a> <i>no onse hont</i>; maar het voorgaande <i>ons</i> is de acc.; +buitendien waren er meer honden, zie <a href="#l_346">346</a>.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_406" href="#l_406" class="ll">406</a> <i>dat laet</i>, doch zie vs. <a href="#l_318">318</a>, <a href="#l_420">420</a>.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_413" href="#l_413" class="ll">413</a> <i>vieren</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_417" href="#l_417" class="ll">417</a> <i>hinne</i> ontbreekt bij CGrW.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_418" href="#l_418" class="ll">418</a> <i>dese</i></div> + +<div class="ln"><span class="ll"><a id="ln_421" href="#l_421" class="lla">421</a>–<a id="ln_422" href="#l_422" class="lla">2</a></span> <i>Die c. spr. Grimbert die das</i> (:<i>was</i>), hetgeen in +voc. onmogelijk is. Dat dit echter de oude lezing is, leert de +omwerking. Evenzoo heeft het Fr. 10445: <i xml:lang="fr">O estes-vos, Tyber li +chaz?</i><ins class="corr" id="corr23" title="Niet in Bron.">”</ins></div> + +<div class="ln"><a id="ln_425" href="#l_425" class="ll">425</a> <i>hier</i>, W. <i>heer</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_428" href="#l_428" class="ll">428</a> <i>sielen</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_430" href="#l_430" class="ll">430</a> <i>moeter al gh.</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_432" href="#l_432" class="ll">432</a> <i>wise</i>, beter <i>wine</i>? Dit slaat dan niet op <i>dochter</i> +(<a href="#l_427">427</a>), maar op <i>lichame</i>.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_437" href="#l_437" class="ll">437</a> <i>dese</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_439" href="#l_439" class="ll">439</a> C. <i>jonghe</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_445" href="#l_445" class="ll">445</a> C. <i>horen</i>.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_447" href="#l_447" class="ll">447</a> <i>Neware</i>, met C. en Gr., bij W. <i>Ne mare</i>; doch zie vs. +<a href="#l_95">95</a>, <a href="#l_174">174</a>, <a href="#l_1749">1749</a>.</div> + +<div class="ln"><span class="ll"><a id="ln_448" href="#l_448" class="lla">448</a> en <a href="#l_449" class="lla">9</a></span> <i>sielen</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_451" href="#l_451" class="ll">451</a> <i>Coppen</i>, dus C., maar Gr. en W. veranderen <i>Coppe</i>.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_455" href="#l_455" class="ll">455</a> CGr. <i>daer an sach</i>; W. <i>daer sach</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_456" href="#l_456" class="ll">456</a> CGr. <i>Die saerc</i>; W. <i>An den s.</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_457" href="#l_457" class="ll">457</a> <i>Dede an</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_463" href="#l_463" class="ll">463</a> <i>Reinaert die vos</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_465" href="#l_465" class="ll">465</a> <i>mouden</i>.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_466" href="#l_466" class="ll">466</a> <i>te sinen</i> dus GrW., C. heeft <i>tsinen</i>.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_470" href="#l_470" class="ll">470</a> <i>waren si</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_471" href="#l_471" class="ll">471</a> <i>si daar den</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_472" href="#l_472" class="ll">472</a> <i>hine dan soude</i></div> + +<div class="ln"><span class="ll"><a id="ln_474" href="#l_474" class="lla">474</a>–<a id="ln_475" href="#l_475" class="lla">5</a></span> <i>No dor scade ... ne liete.</i> Zie over de +elliptische spreekwijs <span class="mixcap">de Vries</span>, <i>Brief over Karel den Gr.</i>, bl. 17. +Voor <i>liete</i> heeft C. <i>lette</i>. <span class="mixcap">Grimm</span> gaf de aanvankelijke verbetering +aan de hand, lezende <i>lete</i>, waarschijnlijk naar Reineke 454.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_474a" href="#l_474" class="ll">474</a> <i>vromen</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_476" href="#l_476" class="ll">476</a> <i>Brunen</i>, CGrW. lezen <i>Brune</i>, maar zijn in het gebruik +van dezen eigennaam zeer onregelmatig. Ik vind: <abbr title="Nominatief">N.</abbr> Bruun, vs. <a href="#l_510">510</a>, <a href="#l_525">525</a>, +<a href="#l_776">776</a>, <a href="#l_850">850</a>. <abbr title="Genitief">G.</abbr> Bruuns, vs. <ins class="corr" id="corr24" title="Bron: 2468"><a href="#l_2444">2444</a></ins>. <abbr title="Datief">D.</abbr> Brune, vs. <a href="#l_476">476</a>, <a href="#l_645">645</a>, <a href="#l_2257">2257</a>. <abbr title="Accusatief">A.</abbr> Bruun, +vs. <a href="#l_544">544</a>, <a href="#l_911">911</a>. Maar ook volgens <span class="mixcap">Grimms</span> paradigma, Gram. I, 772–773: <abbr title="Nominatief">N.</abbr> +Brune, vs. <a href="#l_497">497</a>, <a href="#l_518">518</a>, <a href="#l_574">574</a>, <a href="#l_608">608</a>, <a href="#l_809">809</a>, <a href="#l_818">818</a>, <a href="#l_839">839</a>, <a href="#l_843">843</a>, <a href="#l_863">863</a>, <a href="#l_952">952</a>, <a href="#l_961">961</a>, <a href="#l_988">988</a>, +<ins class="corr" id="corr25" title="Bron: 3390"><a href="#l_3391">3391</a></ins>. <abbr title="Genitief">G.</abbr> Brunen, vs. <a href="#l_2413">2413</a>. <abbr title="Datief">D.</abbr> Brunen, vs. <a href="#l_657">657</a>, <a href="#l_773">773</a>, <a href="#l_807">807</a>, <a href="#l_2439">2439</a>, <a href="#l_2450">2450</a>, +<a href="#l_2820">2820</a>; Bruun, <a href="#l_479">479</a>, <a href="#l_931">931</a>. <abbr title="Accusatief">A.</abbr> Brune, vs. <a href="#l_978">978</a>, <a href="#l_983">983</a>, <a href="#l_2256">2256</a>, <a href="#l_2309">2309</a>, <a href="#l_2816">2816</a>. Ik heb +de zwakke vorm voorgetrokken.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_478" href="#l_478" class="ll">478</a> <i>was die coninc sc. b.</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_480" href="#l_480" class="ll">480</a> <i>vor dit here</i>. Ook het Fr. heeft 10450 <i xml:lang="fr">En la presence +de ma gent</i>.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_483" href="#l_483" class="ll">483</a> Gr. <i>waecht</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_495" href="#l_495" class="ll">495</a> <i>ende hi sal naken</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_501" href="#l_501" class="ll">501</a> <i>Ende dat hem</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_503" href="#l_503" class="ll">503</a> <i>in</i> CGrW. <i>dor</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_514" href="#l_514" class="ll">514</a> <i>van</i> ontbr.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_516" href="#l_516" class="ll">516</a> <i>sorghen</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_520" href="#l_520" class="ll">520</a> CGr. <i>Daer hi</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_526" href="#l_526" class="ll">526</a> <i>bi sinen goden</i>, CGrW. <i>gode</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_528" href="#l_528" class="ll">528</a> <i>vor mi bringhe</i>. Bij den eersten opslag zou men +twijfelen of er ook moet gelezen worden: <i>vor hem</i>, n.l. den koning. De +omwerking heeft: <i>myt mi</i>. De lezing schijnt echter echt, en te +beteekenen: <i>voor mij uit</i>;</div> + +<div class="ln"><a id="ln_529" href="#l_529" class="ll">529</a> <i>te nemen</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_530" href="#l_530" class="ll">530</a> <i>vreden</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_546" href="#l_546" class="ll">546</a> <i>eren</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_550" href="#l_550" class="ll">550</a> <i>qualic</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_556" href="#l_556" class="ll">556</a> <i>den buuc so gh.</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_557" href="#l_557" class="ll">557</a> <i>Ende in so ut. w.</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_561" href="#l_561" class="ll">561</a> L. <i>Ic bem so ute sat?</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_565" href="#l_565" class="ll">565</a> C. <i>mooghdi</i>, GrW. <i>moogdi</i>.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_566" href="#l_566" class="ll">566</a> <i>wie moeten</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_567" href="#l_567" class="ll">567</a> CGr. <i>wie node</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_568" href="#l_568" class="ll">568</a> <i>Goeder</i> levert geen gezonden zin, daar +uit het voorgaande blijkt, dat Reinaert met die versche honichraten niet veel +ophad. Zie over den oorsprong dezer onoverdachte lezing de <a href="#inl_III">inleiding, III</a>.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_569" href="#l_569" class="ll">569</a> Gr. en W. beiden lezen hier: <i>Hebbic commer harde groot</i>, +dat W. trachtte te verklaren door: Ik heb grooten kommer wegens goede +versche honigraten”; hetgeen evenwel niet veel opheldert, daar R. +blijkbaar geen <i>kommer</i> had, maar overvloed. Trouwens, <i>commer</i>, staat +ook niet in C. Men leest daar, volgens de kollatie van <span class="mixcap">Grimm</span>, +<i>coiiiier</i>, dat blijkbaar slecht gelezen is voor <i>couuer</i>. Nu drukt het +hs. overal den tweeklank <i>oe</i> uit door <i>ou</i>. Zoo b.v. <a href="#l_233">233</a> <i>ghenouch</i>, +<a href="#l_234">234</a> <i>onghevouch</i>, <a href="#l_324">324</a> <i>bloumen</i>, <a href="#l_459">459</a> <i>bouc</i>, <a href="#l_614">614</a> <i>louch</i>, <a href="#l_658">658</a> +<i>ghevouch</i>, <a href="#l_662">662</a> <i>prouft</i>, <a href="#l_848">848</a> <i>ouuer</i> (oever), <a href="#l_1429">1429</a> <i>drouve</i>. Blijkbaar +is dus <i>couuer</i> het bekende <i>coever</i>, dat voorraad, overvloed, copia +beteekent, en Flor. 1843, Limb. I, 2674 voorkomt. Verg. <span class="mixcap">de Vries</span>, +<i>Woordenlijst</i>, op den Lsp. i. v. <i>vercoeveren</i>. Zoo wordt de zin zeer +verstaanbaar.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_574" href="#l_574" class="ll">574</a> De nieuwe alinea begint bij CGrW. eerst een vers later.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_578" href="#l_578" class="ll">578</a> <i>voor alle</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_579" href="#l_579" class="ll">579</a> <i>Ende icse voor alle g. m.</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_585" href="#l_585" class="ll">585</a> W. <i>Gewinne</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_587" href="#l_587" class="ll">587</a> <i>spot met u, neen</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_590" href="#l_590" class="ll">590</a> <i>trouwen</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_592" href="#l_592" class="ll">592</a> <i>u so vele</i></div> + +<div class="ln"><span class="ll"><a id="ln_593" href="#l_593" class="lla">593</a>, <a id="ln_595" href="#l_595" class="lla">5</a></span> <i>tienen</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_594" href="#l_594" class="ll">594</a> <i>daer met</i> l. <i>daer an</i>?</div> + +<div class="ln"><a id="ln_601" href="#l_601" class="ll">601</a> <i>R. sp.</i>: <i>Bruun wat sechdi</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_605" href="#l_605" class="ll">605</a> <i>soudic u g.</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_615" href="#l_615" class="ll">615</a> <i>helt</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_618" href="#l_618" class="ll">618</a> <i>Also</i>; Zoo ook later dikwerf.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_622" href="#l_622" class="ll">622</a> <i>nemmee</i>, dus C. bij GrW. <i>nemmeer</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_624" href="#l_624" class="ll">624</a> <i>es mine avonture g.</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_626" href="#l_626" class="ll">626</a> <i>sult lachen</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_627" href="#l_627" class="ll">627</a> <i>ghinc Reinaert</i>; doch zie Mnl. Versbouw, bl. 153.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_632" href="#l_632" class="ll">632</a> CGrW. <i>voeren gaen</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_636" href="#l_636" class="ll">636</a> <i>Gi sult noch heden hebben, s. w.</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_637" href="#l_637" class="ll">637</a> <i>als ghi</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_640" href="#l_640" class="ll">640</a> <i>Die keitijf Bruun n. w. n.</i>; maar zie alweder Mnl. Vsb., +bl. 152</div> + +<div class="ln"><a id="ln_641" href="#l_641" class="ll">641</a> <i>Waer hem Reinaert die tale keerde</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_645" href="#l_645" class="ll">645</a> <i>Brune</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_646" href="#l_646" class="ll">646</a> <i>Tote</i>, W. <i>Tot</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_648" href="#l_648" class="ll">648</a> C. <i>Dat waer was eist so</i>. De omzetting is van <span class="mixcap">Grimm</span>.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_654" href="#l_654" class="ll">654</a> <i>Also</i>, l. <i>Alse</i>?—<i>temmermans</i>, het gewone meervoud.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_655" href="#l_655" class="ll">655</a> <i>ontdaen</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_659" href="#l_659" class="ll">659</a> <i>nemet</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_667" href="#l_667" class="ll">667</a> <i>niet verdervet</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_670" href="#l_670" class="ll">670</a> <i>Brune sprac: R. ne. s. niet</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_672" href="#l_672" class="ll">672</a> <i>spele</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_675" href="#l_675" class="ll">675</a> <i>crupet daer in</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_678" href="#l_678" class="ll">678</a> <i>Dat hi th.</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_679" href="#l_679" class="ll">679</a> <i>die twee voordere v.</i>; maar verg. <a href="#l_695">695</a>, en zie het +Fransch 10293.</div> + +<div class="ln"><span class="ll"><a id="ln_682" href="#l_682" class="lla">682</a>–<a id="ln_683" href="#l_683" class="lla">3</a></span> <i>Die daer te voren ginc so smeken, Bruun bleef</i> enz. +Maar niet Bruun, wel Reinaert had den ander gesmeekt, d. i. gefleemd. +<i>Bruun</i> heb ik wegens de maat in <i>Hi</i> veranderd; zie Mnl. Vsb., bl. 153.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_685" href="#l_685" class="ll">685</a> <i>brocht</i> (GrW.), C. <i>bracht</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_685a" href="#l_685" class="ll">685</a> <i>In boosheden brocht met sulker achte</i>. De omwerking +heeft: <i>Gebrocht myt loosheit in sulker achten</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_693" href="#l_693" class="ll">693</a> <i>dulen</i>, door <span class="mixcap">Snellaert</span> in de tweede uitgave bl. 353 ten +onrechte veranderd in <i>hulen</i>; het komt evenzoo voor Wal. 9714, waar ik +verkeerdelijk schreef <i>huulde</i>. Zoo ook Lanc. 3, 3805.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_694" href="#l_694" class="ll">694</a> <i>ghegrepen bi sier mulen</i></div> + +<div class="ln"><span class="ll"><a id="ln_699" href="#l_699" class="lla">699</a>–<a id="ln_700" href="#l_700" class="lla">700</a></span> <i>Ende sach comen Lamfreide, Die up sinen hals brochte +beide.</i> Maar <i>Lamfreide</i> in acc. is niet te dulden, verg. <a href="#l_860">860</a>; ook +<i>beide</i> kan de ware lezing niet zijn, want in <a href="#l_701">701</a>: <i>Een scarpe haex ende +ene baerde</i> (CGrW.) is <i>ende</i> blijkbaar genterpoleerd, daar het woord +<i>baerde</i> alleen de verklaring is van <i>haex</i>, waarvoor vs. <a href="#l_716">716</a> gelezen +wordt <i>bile</i>. De timmerman droeg geen twee aexen, zoo als ook blijkt uit +vs. <a href="#l_735">735</a>.—Het <i>onzochte</i>, dat ik in den tekst bracht, vindt men ook <a href="#l_990">990</a> +en <a href="#l_3320">3320</a>.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_702" href="#l_702" class="ll">702</a> <i>moogdi</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_703" href="#l_703" class="ll">703</a> <i>sinen oom</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_705" href="#l_705" class="ll">705</a> Dit herinnert aan het Lodewijkslied, waar het heet: <i>Her +skancta ce hanton Sinan fianton Bitteres lides</i>.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_707" href="#l_707" class="ll">707</a> <i>talen</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_713" href="#l_713" class="ll">713</a> <i>Hi liep</i>, maar verg. <a href="#l_1333">1333</a>.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_725" href="#l_725" class="ll">725</a> <i>quamen</i>, lees <i>quam</i>, zie op vs. <a href="#l_48">48</a>.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_726" href="#l_726" class="ll">726</a> <i>kerke</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_734" href="#l_734" class="ll">734</a> <i>Voor</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_738" href="#l_738" class="ll">738</a> <i>al jeghen al</i>, W. <i>alle jegen al</i>.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_740" href="#l_740" class="ll">740</a> De nieuwe alinea heb ik een regel lager geplaatst.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_741" href="#l_741" class="ll">741</a> <i>al</i> werpt W. uit</div> + +<div class="ln"><a id="ln_744" href="#l_744" class="ll">744</a> <i>hi daer van den</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_750" href="#l_750" class="ll">750</a> <i>alle</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_751" href="#l_751" class="ll">751</a> <i>Ende sine twee h. b.</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_755" href="#l_755" class="ll">755</a> <i>niet conste</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_757" href="#l_757" class="ll">757</a> <i>ne</i> is door mij ingevoegd.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_758" href="#l_758" class="ll">758</a> <i>no vlien</i>.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_765" href="#l_765" class="ll">765</a> <i>lieden</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_766" href="#l_766" class="ll">766</a> <i>Daer na quam</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_767" href="#l_767" class="ll">767</a> <i>ouden</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_768" href="#l_768" class="ll">768</a> <i>enen</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_773" href="#l_773" class="ll">773</a> <i>arem</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_777" href="#l_777" class="ll">777</a> <i>riviere</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_784" href="#l_784" class="ll">784</a> <i>al te scarp</i>, CGrW. <i>alre scarpst</i>. Het rijm eischt de +verandering. <i>Al te</i> in de beteekenis van <i>zeer</i>, <i>bijzonder</i>, is +bekend. Zoo b.v. Wal. 10711.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_788" href="#l_788" class="ll">788</a> <i>scerpe loghe</i>, niet in n woord zoo als in de vorige +uitgaven. <span class="mixcap">Kausler</span> heeft het eerst die plaats terecht gebracht in zijne +<i xml:lang="de">Altniederl. Denkm.</i> II, bl. XXII.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_789" href="#l_789" class="ll">789</a> <i>Ghinkene</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_790" href="#l_790" class="ll">790</a> <i>ende mijn vrouwe Bave</i>; maar <i>mijn vrouwe</i> is een jonger +vorm: <i>mijn</i> ontbreekt ook in de omwerking.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_791" href="#l_791" class="ll">791</a> <i>onder die voete</i>; wij kiezen de meest gebruikelijke +vorm, zie <span class="smcap">GRIMMS</span> <i xml:lang="de">D. Gramm.</i>, IV, 427 en 413.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_792" href="#l_792" class="ll">792</a> <i>ene cloete</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_795" href="#l_795" class="ll">795</a> <i>ghinc met</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_797" href="#l_797" class="ll">797</a> <i>hem alles te voren</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_800" href="#l_800" class="ll">800</a> <i>Huge</i> CGrW. <i>Hugelin</i>; maar ook de omwerking heeft +<i>Huge</i>.—<i>beene</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_801" href="#l_801" class="ll">801</a> <i>dat weet men wale</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_803" href="#l_803" class="ll">803</a> W. <i>vrouwen</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_804" href="#l_804" class="ll">804</a> <i>Eens houtmakigge</i>; maar blijkbaar is het teeken voor +<i>er</i> over het hoofd gezien. Zoo leest men ook Ferg. 74 <i>scepsterigge</i>; +Rose 6319 <i>tavernierigghe</i>.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_808" href="#l_808" class="ll">808</a> <i>sijn bloet</i></div> + +<div class="ln"><span class="ll"><a id="ln_811" href="#l_811" class="lla">811</a>–<a id="ln_812" href="#l_812" class="lla">12</a></span> <i>liet.... ghedichte gaen</i>, C. <i>l. ghestichte slaen</i>; +maar <i>ghestichte</i> heeft Gr. reeds verbeterd.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_815" href="#l_815" class="ll">815</a> <i>wilen</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_819" href="#l_819" class="ll">819</a> <i>verspranc</i> Gr. wil ten onrechte lezen <i>ver spranc</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_820" href="#l_820" class="ll">820</a> <i>riviere</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_822" href="#l_822" class="ll">822</a> <i>viven</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_823" href="#l_823" class="ll">823</a> W. <i>rivier</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_842" href="#l_842" class="ll">842</a> <i>Die wile dat si... uuttraken</i>; maar achter <i>die wile</i> +kan <i>dat</i> ontbreken. Zie b.v. Gloss. Lsp. op <i>Wile</i>; Kar. Gr. I, 1055.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_847" href="#l_847" class="ll">847</a> <i>niet mochten</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_850" href="#l_850" class="ll">850</a> <i>in die riviere</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_852" href="#l_852" class="ll">852</a> <i>bat hi dat</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_853" href="#l_853" class="ll">853</a> <i>verdoemen</i> (Gr.), <i>verdrouven</i> (C.)</div> + +<div class="ln"><a id="ln_860" href="#l_860" class="ll">860</a> <i>vander</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_861" href="#l_861" class="ll">861</a> <i>Dat</i>, CGrW. <i>Dar</i> (?)</div> + +<div class="ln"><a id="ln_864" href="#l_864" class="ll">864</a> <i>een</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_873" href="#l_873" class="ll">873</a> <i>Gheen dier</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_874" href="#l_874" class="ll">874</a> <i>jamerlik</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_880" href="#l_880" class="ll">880</a> <i>danen</i>, C. <i>dannen</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_887" href="#l_887" class="ll">887</a> (<i>rumen</i> GZ?)</div> + +<div class="ln"><a id="ln_890" href="#l_890" class="ll">890</a> <i>nederwaert</i>, CGrW. <i>neder</i>; maar verg. <a href="#l_910">910</a>.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_894" href="#l_894" class="ll">894</a> <i>dat sweet</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_895" href="#l_895" class="ll">895</a> <i>Neder liep</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_896" href="#l_896" class="ll">896</a> <i>riviere</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_899" href="#l_899" class="ll">899</a> <i>sijn herte</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_905" href="#l_905" class="ll">905</a> <i>Die hebbic</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_909" href="#l_909" class="ll">909</a> <i>in dese</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_912" href="#l_912" class="ll">912</a> CGr. <i>Enten eersten</i>; W. <i>Ende ten eersten</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_915" href="#l_915" class="ll">915</a> <i>Daer lach in (<abbr title="men">m̄</abbr>?) toren</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_917" href="#l_917" class="ll">917</a> <i>dijn</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_920" href="#l_920" class="ll">920</a> <i>eren</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_930" href="#l_930" class="ll">930</a> <i>straten</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_932" href="#l_932" class="ll">932</a> <i>al een bloet</i>, niet met den klemtoon op <i>een</i>, als +thans.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_934" href="#l_934" class="ll">934</a> <i>bere</i>, dus C. waarvoor GrW. <i>beren</i>.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_939" href="#l_939" class="ll">939</a> <i>so siettene</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_944" href="#l_944" class="ll">944</a> <i>roden</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_945" href="#l_945" class="ll">945</a> <i>So weder sidi abd</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_946" href="#l_946" class="ll">946</a> <i>ore</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_947" href="#l_947" class="ll">947</a> <i>dese crune</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_953" href="#l_953" class="ll">953</a> <i>hem</i>, C. <i>const doe</i>; GrW. <i>conste doe</i>. Moet men lezen: +<i>Dat hine conste niet ghespreken?</i> Verg. de var. bij <span class="mixcap">Willems</span>, en het +Fransch, 10416: <i xml:lang="fr">L'ors estoit si asolez qu'il ne li pot respondre mot</i>.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_954" href="#l_954" class="ll">954</a> <i>hem so d. sijn herte</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_957" href="#l_957" class="ll">957</a> <i>nemmeer horen die tale</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_958" href="#l_958" class="ll">958</a> <i>neder daer te d.</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_963" href="#l_963" class="ll">963</a> <i>sine voete</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_971" href="#l_971" class="ll">971</a> <i>sine</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_972" href="#l_972" class="ll">972</a> <i>scamen</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_978" href="#l_978" class="ll">978</a> <i>daer</i> door mij ingevoegd.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_982" href="#l_982" class="ll">982</a> <i>die</i>, W. <i>dat</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_983" href="#l_983" class="ll">983</a> L. <i>hadde bekent?</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_984" href="#l_984" class="ll">984</a> <i>Ende seide dit es</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_988" href="#l_988" class="ll">988</a> <i>Binnen desen</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_992" href="#l_992" class="ll">992</a> <i>u selves.</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_997" href="#l_997" class="ll">997</a> <i>als</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1001" href="#l_1001" class="ll">1001</a> <i>hoechste</i>. Moet men ook lezen <i>hoochste baroene</i>? verg. +<a href="#l_1005">1005</a>, <a href="#l_1333">1333</a>.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_1004" href="#l_1004" class="ll">1004</a> <i>Doe rieden si hoe d. d.</i> schrijffout ontstaan uit +verzien van vs. <a href="#l_1006">1006</a>.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_1006" href="#l_1006" class="ll">1006</a> <i>daer</i>, invoegsel van mij; <i>meesten</i>.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_1007" href="#l_1007" class="ll">1007</a> <i>Dat menne</i> (C. <i>niene</i>; W. <i>men</i>) <i>twee werven</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1011" href="#l_1011" class="ll">1011</a> <i>Dat Tibert die cater van desen</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1012" href="#l_1012" class="ll">1012</a> <i>Tote R. bode soude wesen</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1016" href="#l_1016" class="ll">1016</a> <i>Gaet wech eer</i>; maar blijkbaar moet <i>wech</i> hier worden +verworpen, (verg. <a href="#l_1025">1025</a>, <a href="#l_1037">1037</a>) even als vs. <a href="#l_1360">1360</a>, waar het tegen de maat +strijdt, en ook niet in de omwerking gevonden wordt.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_1021" href="#l_1021" class="ll">1021</a> <i>uwen</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1023" href="#l_1023" class="ll">1023</a> <i>Men salne drie werven dagen</i>. Blijkbaar valsche lezing; +want vooreerst kon het zijnen magen niet tot schande strekken (vs. <a href="#l_1024">1024</a>) +als hij naar de wet driemaal werd ingedaagd. Bovendien had de Koning +gezegd (<a href="#l_1022">1022</a>): komt hij op deze tweede indaging niet, het zal niet goed +met hem afloopen. De gemaakte verandering is nu ook in overeenstemming +met <a href="#l_1070">1070</a>, en met het Fransch 10452.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_1024" href="#l_1024" class="ll">1024</a> <i>alle</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1033" href="#l_1033" class="ll">1033</a> <i>groot nochtan</i>. De omwerking, die <i>wats dan</i> heeft, gaf +de verbetering aan de hand. <i>Wattan</i> leest men ook vs. <a href="#l_245">245</a>, <a href="#l_1296">1296</a>.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_1038" href="#l_1038" class="ll">1038</a> <i>helpe mi God;</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1039" href="#l_1039" class="ll">1039</a> <i>het nu moete</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1042" href="#l_1042" class="ll">1042</a> CGr. <i>nu af</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1047" href="#l_1047" class="ll">1047</a> <i>ende quam</i>, dus C., bij GrW. <i>die quam</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1048" href="#l_1048" class="ll">1048</a> <i>wart Tibert vro</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1049" href="#l_1049" class="ll">1049</a> GrW. <i>Ende riep al heil! wil God edel vogel.</i> Deze en de +volgende regel worden in C. vervangen door dezen eenen: <i>Ende riep an +sinte Martins voghel.</i> <span class="mixcap">Grimm</span> herstelde den tekst naar den prozadruk. Ik +heb niet geaarzeld de woorden <i>wil God</i> weg te werpen, die ook <i>Reineke</i> +943 niet heeft.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_1051" href="#l_1051" class="ll">1051</a> C. <i>Nu vliech</i>, de verand. is van Gr.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_1058" href="#l_1058" class="ll">1058</a> <i>ter rechter</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1059" href="#l_1059" class="ll">1059</a> C. <i>waende hi</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1062" href="#l_1062" class="ll">1062</a> <i>als</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1066" href="#l_1066" class="ll">1066</a> <i>Reinaerde</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1069" href="#l_1069" class="ll">1069</a> W. <i>moet</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1071" href="#l_1071" class="ll">1071</a> <i>niet te hove</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1075" href="#l_1075" class="ll">1075</a> Ik mistrouw dezen geheelen regel; maar in allen gevalle +kan men niet lezen met CGrW.: <i>Bi Gode dat jan ic u wale</i>. Het ww. +<i>onnen</i> regeert den GZ.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_1077" href="#l_1077" class="ll">1077</a> <i>coste</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1079" href="#l_1079" class="ll">1079</a> <i>die es</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1082" href="#l_1082" class="ll">1082</a> <i>Ten ende</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1085" href="#l_1085" class="ll">1085</a> <i>willen wi</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1088" href="#l_1088" class="ll">1088</a> <i>ooc onder alle mine mage</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1097" href="#l_1097" class="ll">1097</a> C. <i>Maerghin</i>, zoo ook <a href="#l_1377">1377</a>, <a href="#l_1396">1396</a>.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_1098" href="#l_1098" class="ll">1098</a> <i>beteren raet</i>.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_1099" href="#l_1099" class="ll">1099</a> <i>beter ghedaen</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1104" href="#l_1104" class="ll">1104</a> <i>noint</i> door mij ingevoegd.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_1105" href="#l_1105" class="ll">1105</a> <i>beter</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1107" href="#l_1107" class="ll">1107</a> <i>bi daghe</i>, verbetering van <span class="mixcap">Willems</span>; CGr. <i>daer</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1109" href="#l_1109" class="ll">1109</a> CGr. <i>nemmermee</i>; W. <i>nemmermeer</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1111" href="#l_1111" class="ll">1111</a> <i>Gi moet herbergen tavont met mi</i>, dat mij voor geene +scansie vatbaar schijnt. <i>Tvont</i> in <i>tamer</i> te veranderen scheen de +klemtoon te eischen: het woord is goed vlaamsch, en komt b.v. in den +<i>Ferguut</i> voor vs. 744 en 751, waar de uitgaaf leest <i>te meer</i>. Zie +overigens mijn artikel in den <i>K. en L.bode</i>, 1845, no. 36.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_1113" href="#l_1113" class="ll">1113</a> <i>of ic hier bleve</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1115" href="#l_1115" class="ll">1115</a> <i>Hier es d. sp. quaden t.</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1116" href="#l_1116" class="ll">1116</a> <i>mocht</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1118" href="#l_1118" class="ll">1118</a> <i>utermaten</i>, maar <i>te mate</i> is beter in de maat, en meer +overeenkomstig met vs. <a href="#l_1115">1115</a>.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_1119" href="#l_1119" class="ll">1119</a> <i>moochdi</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1121" href="#l_1121" class="ll">1121</a> <i>el</i> ontbreekt in 't hs., waar men leest: <i>Reinaert +hebdi mi i. h.</i>, hetgeen Gr. behield; maar W. wierp den eigennaam uit en +laschte in <i>anders</i>; maar verg. vs. <a href="#l_571">571</a>, <a href="#l_3225">3225</a>.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_1123" href="#l_1123" class="ll">1123</a> <i>lietic</i>, zoo als <span class="mixcap">Grimm</span> met C. heeft. <span class="mixcap">Willems</span> veranderde +het in <i>lictic</i>, dat wel geen drukfout is, zoo als men uit zijne +verklaring van <i>gewaerd</i> mag afleiden.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_1125" href="#l_1125" class="ll">1125</a> <i>Soete Tibert</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1130" href="#l_1130" class="ll">1130</a> <i>hordic</i>, C. <i>hoere ic</i>, GrW. <i>hore ic</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1137" href="#l_1137" class="ll">1137</a> <i>alle</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1143" href="#l_1143" class="ll">1143</a> <i>al haddi minen vader doot</i>; Epische uitdrukking, zie +<i>Wal.</i> II, 281.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_1145" href="#l_1145" class="ll">1145</a> <i>Reinaert sprac: neve h. uwen spot</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1146" href="#l_1146" class="ll">1146</a> <i>Neenic, Reinaert a. h. m. G.</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1153" href="#l_1153" class="ll">1153</a> <i>enen</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1157" href="#l_1157" class="ll">1157</a> <i>nemmer meer</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1160" href="#l_1160" class="ll">1160</a> <i>gaen wi</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1168" href="#l_1168" class="ll">1168</a> <i>enen</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1182" href="#l_1182" class="ll">1182</a> <i>no lat</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1187" href="#l_1187" class="ll">1187</a> <i>beiden</i>, W. <i>leiden</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1190" href="#l_1190" class="ll">1190</a> <i>Tibert siet</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1192" href="#l_1192" class="ll">1192</a> <i>eren</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1199" href="#l_1199" class="ll">1199</a> <i>Wanen —— desen wanc</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1202" href="#l_1202" class="ll">1202</a> <i>een strec</i>, maar er was vs. <a href="#l_1177">1177</a> reeds van gesproken.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_1209" href="#l_1209" class="ll">1209</a> <i>wroeghede</i>, C. <i>wronghede</i>, dat <span class="mixcap">Willems</span> verklaarde +<i>verwrong</i>, en <span class="mixcap">Grimm</span> evenzoo; maar uit den voorgaanden en volgenden +regel blijkt, dat er een woord moet staan, dat <i>zich verraden</i>, +<i>aanklagen</i>, beteekent. Nu is het vreemd, dat Gr. noch W. hier de +verbetering aanbrachten, die toch <a href="#l_113">113</a> was aangewend, waar men in het hs. +had gelezen <i>wronghene</i>, voor <i>wroughene</i>, d.i. <i>wroeghene</i>. Evenzoo +<a href="#l_1605">1605</a> las Gr. terecht <i>droeghene</i>, waar zijne kollatie heeft <i>dronghene</i>, +d.i. <i>droughene</i>. Over het gebruik van <i>ou</i> voor <i>oe</i> zie op <a href="#l_569">569</a>.—In +denzelfden zin wordt overigens <i>wroeghen</i> wel meer gebruikt.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_1218" href="#l_1218" class="ll">1218</a> <i>dus atet</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1222" href="#l_1222" class="ll">1222</a> <i>inlanc so bet</i>. Zoo leest C., waarvoor bij Gr. +<i>ni lanc</i>, waarmede hij natuurlijk geen weg wist. W. verbeterde <i>je lanc</i>, +maar <i>inlanc</i> is de oorspronkelijke vorm</div> + +<div class="ln"><span class="ll"><a id="ln_1225" href="#l_1225" class="lla">1225</a>–<a id="ln_1226" href="#l_1226" class="lla">6</a></span> +De lezing is van W. die dus het blijkbaar bedorven hs. herstelde, dat heeft: +<i>Dat</i>, <i>Tibert</i>, <i>daer m. u ware</i>, <i>Isengrijn die m.</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1232" href="#l_1232" class="ll">1232</a> <i>Martinet riep</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1243" href="#l_1243" class="ll">1243</a> W. <i>in huus</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1245" href="#l_1245" class="ll">1245</a> <i>ute sinen bedde</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1253" href="#l_1253" class="ll">1253</a> W. <i>rocken</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1259" href="#l_1259" class="ll">1259</a> <i>spaerdene</i>; maar <i>sparen</i> beteekent hier niet +<i>parcere</i>, maar <i>morari</i>. Zoo vs. <a href="#l_1244">1244</a>. Verg. verder <i>Car. en Eleg.</i> +gloss.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_1260" href="#l_1260" class="ll">1260</a> <i>enen</i>. Zoo ook <a href="#l_1263">1263</a>.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_1267" href="#l_1267" class="ll">1267</a> <i>scanden</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1275" href="#l_1275" class="ll">1275</a> <i>sielen</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1276" href="#l_1276" class="ll">1276</a> <i>sine wilde</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1280" href="#l_1280" class="ll">1280</a> <i>Int sleets</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1282" href="#l_1282" class="ll">1282</a> <i>sone</i>, dus W.; bij CGr. <i>neve</i>.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_1284" href="#l_1284" class="ll">1284</a> <i>mijn scande</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1285" href="#l_1285" class="ll">1285</a> <i>Emmermeer voort in a. st.</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1286" href="#l_1286" class="ll">1286</a> <i>wonden</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1287" href="#l_1287" class="ll">1287</a> <i>ten</i> C. <i>den</i>, reeds verbeterd door Gr.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_1288" href="#l_1288" class="ll">1288</a> <i>noch doe</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1292" href="#l_1292" class="ll">1292</a> <i>sinen scerne</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1298" href="#l_1298" class="ll">1298</a> <i>te mere</i>, CGrW. <i>te min</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1304" href="#l_1304" class="ll">1304</a> <i>ne</i> ontbr.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_1306" href="#l_1306" class="ll">1306</a> GrW. <i>Doe hiefsene</i>; maar C. heeft duidelijk <i>hieffene</i>: +<i>Doe</i> is blijkbaar bedorven uit <i>Soe</i>.</div> + +<div class="ln"><span class="ll"><a id="ln_1311" href="#l_1311" class="lla">1311</a>, <a id="ln_1312" href="#l_1312" class="lla">12</a></span> <i>sorghen</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1316" href="#l_1316" class="ll">1316</a> C. <i>sine</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1319" href="#l_1319" class="ll">1319</a> <i>ute ten</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1324" href="#l_1324" class="ll">1324</a> <i>wisen</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1331" href="#l_1331" class="ll">1331</a> <i>Den coninc dreigen</i>; maar twee verzen achter elkander +met hetzelfde appellatief te laten aanvangen, ging niet; blijkbaar staat +<i>men</i> in vs. <a href="#l_1330">1330</a> voor <i>menne</i>. Of <i>dreigen</i> wel het echte woord is?</div> + +<div class="ln"><a id="ln_1337" href="#l_1337" class="ll">1337</a> <i>Hoe men Reinaert ter redenen brochte</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1344" href="#l_1344" class="ll">1344</a> <i>waerven</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1345" href="#l_1345" class="ll">1345</a> <i>enen</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1348" href="#l_1348" class="ll">1348</a> <i>Daer hi af</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1350" href="#l_1350" class="ll">1350</a> <i>dattene</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1355" href="#l_1355" class="ll">1355</a> <i>niemene en es</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1356" href="#l_1356" class="ll">1356</a> <i>So helpe</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1360" href="#l_1360" class="ll">1360</a> <i>gaet wech ende sijt</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1362" href="#l_1362" class="ll">1362</a> <i>Grimbert sprac</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1368" href="#l_1368" class="ll">1368</a> <i>ten eersten</i>. Doch zie hier vs. <a href="#l_1435">1435</a>, <a href="#l_2058">2058</a>, en verg. +<i>Wal.</i> 1533 <i>eerst</i>; 8875 <i>van eerst</i>.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_1369" href="#l_1369" class="ll">1369</a> <i>sinen</i>. <i>Groeten</i> met DP.? Verg. <i>Gram.</i> IV, 606. Of +ellipt. genit.?</div> + +<div class="ln"><a id="ln_1376" href="#l_1376" class="ll">1376</a> <i>waerven</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1377" href="#l_1377" class="ll">1377</a> <i>vermerrendi</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1380" href="#l_1380" class="ll">1380</a> <i>inden derden</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1381" href="#l_1381" class="ll">1381</a> <i>Uwen casteel</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1386" href="#l_1386" class="ll">1386</a> C. <i>haer</i> l. <i>hare</i>?</div> + +<div class="ln"><a id="ln_1390" href="#l_1390" class="ll">1390</a> W. <i>ten hove</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1393" href="#l_1393" class="ll">1393</a> <i>avonturen</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1396" href="#l_1396" class="ll">1396</a> <i>Maerghin</i> (W. <i>Morgen</i>) <i>sciet</i>; doch verg. <i>Reineke</i> +1308.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_1400" href="#l_1400" class="ll">1400</a> <i>binnen den</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1411" href="#l_1411" class="ll">1411</a> <i>Hoort, seit hi</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1414" href="#l_1414" class="ll">1414</a> <i>alle dandre</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1417" href="#l_1417" class="ll">1417</a> <i>sine muulkine</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1420" href="#l_1420" class="ll">1420</a> <i>harde lief</i>; doch verg. <i>Reineke</i> 1362.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_1421" href="#l_1421" class="ll">1421</a> <i>Ja als</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1422" href="#l_1422" class="ll">1422</a> <i>van hier moet</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1427" href="#l_1427" class="ll">1427</a> <i>de sine</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1428" href="#l_1428" class="ll">1428</a> <i>ruumde</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1434" href="#l_1434" class="ll">1434</a> <i>hoort</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1436" href="#l_1436" class="ll">1436</a> <i>met Grimberte</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1436a" href="#l_1436" class="ll">1436</a> <i>seide</i>, dus C.; GrW. <i>seiden</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1438" href="#l_1438" class="ll">1438</a> <i>sorghen</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1441" href="#l_1441" class="ll">1441</a> <i>te biechten</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1444" href="#l_1444" class="ll">1444</a> <i>sijn vergaen</i>; doch zie <i>Reineke</i> 1382.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_1447" href="#l_1447" class="ll">1447</a> <i>te biechten</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1449" href="#l_1449" class="ll">1449</a> W. <i>Alle de diefte en a. r.</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1454" href="#l_1454" class="ll">1454</a> <i>te ghenaden</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1455" href="#l_1455" class="ll">1455</a> <i>algader</i>, C. <i>allegader minen mesdaden</i>, de twee +laatste woorden reeds door Gr. verbeterd.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_1459" href="#l_1459" class="ll">1459</a> CGr. <i>alle diere</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1462" href="#l_1462" class="ll">1462</a> <i>Of gi iet wilt</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1465" href="#l_1465" class="ll">1465</a> <i>alle diere die leven</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1466" href="#l_1466" class="ll">1466</a> <i>mi moete vergheven</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1467" href="#l_1467" class="ll">1467</a> <i>Brune</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1471" href="#l_1471" class="ll">1471</a> <i>Tes papen huus, daer hi spranc int net.</i> De uitlating +van <i>huus</i> behoeft geene verdediging. Dat <i>net</i> door <i>strec</i> moet worden +vervangen, bewijst zoowel het rijmwoord, als de vergelijking met vs. +<a href="#l_1177">1177</a>, <a href="#l_1202">1202</a>, <a href="#l_1234">1234</a>, <a href="#l_1281">1281</a>.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_1472" href="#l_1472" class="ll">1472</a> <i>ongherec</i>. Zoo ook <a href="#l_1201">1201</a>. Bij <span class="mixcap">Willems</span> <i>ongeret</i>, en in +de verklarende aant. <i>ongerect</i>. In C. werd kwalijk gelezen <i>ongeret</i>, +dat Gr. verbeterde.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_1473" href="#l_1473" class="ll">1473</a> <i>sine kindre</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1477" href="#l_1477" class="ll">1477</a> <i>mi ooc niet</i>. Het middelste woord schijnt hier uit den +volgenden regel ingeslopen.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_1479" href="#l_1479" class="ll">1479</a> GrW. <i>coninghinnen</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1480" href="#l_1480" class="ll">1480</a> C. <i>verwinne</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1481" href="#l_1481" class="ll">1481</a> <i>eren</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1483" href="#l_1483" class="ll">1483</a> C. <i>mee liede</i>; GrW. <i>meer liede</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1487" href="#l_1487" class="ll">1487</a> <i>maectene</i>—<i>Elmaren</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1488" href="#l_1488" class="ll">1488</a> <i>Daer wi b.</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1489" href="#l_1489" class="ll">1489</a> <i>al te sere te pinen</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1490" href="#l_1490" class="ll">1490</a> <i>die</i> (l. <i>der clocke-line?</i>)</div> + +<div class="ln"><a id="ln_1494" href="#l_1494" class="ll">1494</a> GrW. <i>toneren</i>, C. <i>tonneeren</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1496" href="#l_1496" class="ll">1496</a> <i>straten</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1497" href="#l_1497" class="ll">1497</a> <i>binnen der</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1503" href="#l_1503" class="ll">1503</a> <i>die</i> is een invoegsel van mij; verg. <a href="#l_947">947</a>.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_1506" href="#l_1506" class="ll">1506</a> <i>af bernen</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1510" href="#l_1510" class="ll">1510</a> CGr. <i>Daer hi nu</i> [<i>mi</i>] <i>conste</i>; W. <i>hi niet conste</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1512" href="#l_1512" class="ll">1512</a> <i>leeddickene</i>.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_1513" href="#l_1513" class="ll">1513</a> Ik volg de lezing van <span class="mixcap">Grimm</span>, waarvoor W. <i>Vianois</i> +stelt, dat hij voor een uitgedachte naem” houdt. Ik weet niet met +zekerheid waarop die verandering steunt; waarschijnlijk op de omwerking, +maar in de variant is die plaats niet opgenomen.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_1515" href="#l_1515" class="ll">1515</a> <i>Sone woonde</i>. Gr. <i>Son en woonde</i>. W. <i>Son woonde</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1521" href="#l_1521" class="ll">1521</a> <i>Daer dedic I. in crupen</i>; doch <i>daer</i> is overtollig, +wegens het voorgaande <i>in dat</i>. Voor <i>incrupen</i> wellicht beter <i>doe +crupen</i>.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_1523" href="#l_1523" class="ll">1523</a> l. <i>hanghen vele</i>?</div> + +<div class="ln"><a id="ln_1524" href="#l_1524" class="ll">1524</a> <i>Des vleesch dedi</i>. Het vers eischt slechts drie +verheffingen. Misschien kon men ook lezen: <i>Des dedi</i>, hoewel ik de +voorkeur geef aan <i>daer</i>.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_1528" href="#l_1528" class="ll">1528</a> <i>dien leden b.</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1531" href="#l_1531" class="ll">1531</a> <i>sat</i>, invoegsel van <span class="mixcap">Willems</span>; <i>niet</i> C. <i>met</i>.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_1537" href="#l_1537" class="ll">1537</a> <i>enen</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1540" href="#l_1540" class="ll">1540</a> W. <i>wast</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1544" href="#l_1544" class="ll">1544</a> CGr. <i>nu vant slach</i>, blijkbaar min juist gelezen, want +de verklaring <i>vant</i> = <i>va ende</i>, (bl. 276) gaat niet op. W. wilde +lezen: <i>vanc ende slach</i>.—Of zou men mogen verstaan: <i>nu vant slach</i> = +<i>slaghen</i>? Volgens Mnl. Vsb. p. 129</div> + +<div class="ln"><a id="ln_1547" href="#l_1547" class="ll">1547</a> <i>selves</i> ontbr. in C.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_1565" href="#l_1565" class="ll">1565</a> <i>roof hier laten</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1566" href="#l_1566" class="ll">1566</a> <i>Hi riep, ende ic ginc m. straten</i>. Maar het vorige vers +heeft ook maar drie verheffingen.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_1570" href="#l_1570" class="ll">1570</a> De nieuwe alinea begint eerst hij den volgenden regel.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_1572" href="#l_1572" class="ll">1572</a> <i>volchden</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1582" href="#l_1582" class="ll">1582</a> <i>gevreesscheden</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1587" href="#l_1587" class="ll">1587</a> <i>Grote — grote</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1588" href="#l_1588" class="ll">1588</a> <i>Dus quamen</i>. Hoe licht men <i>d</i><sup>9</sup> voor <i>d</i>' las is +bekend.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_1595" href="#l_1595" class="ll">1595</a> <i>lietene</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1596" href="#l_1596" class="ll">1596</a> C. <i>diene</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1599" href="#l_1599" class="ll">1599</a> <i>ghelove</i>, door <span class="mixcap">Willems</span> ten onrechte veranderd in +<i>gelovet</i>. Verg. <i>Wal.</i> II, D. bl. 333 vlgg.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_1604" href="#l_1604" class="ll">1604</a> <i>Si namene ende leidene</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1607" href="#l_1607" class="ll">1607</a> <i>Buten den</i>; maar dit wordt samengetrokken tot <i>buten</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1609" href="#l_1609" class="ll">1609</a> GrW. <i>Ine</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1610" href="#l_1610" class="ll">1610</a> C. <i>verwervic</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1612" href="#l_1612" class="ll">1612</a> <i>dedi</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1614" href="#l_1614" class="ll">1614</a> <i>leiddickene</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1616" href="#l_1616" class="ll">1616</a> <i>Dat twee h. ende enen hane</i>; maar nergens is sprake van +slechts <i>twee</i> hennen.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_1617" href="#l_1617" class="ll">1617</a> <i>stralen</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1619" href="#l_1619" class="ll">1619</a> <i>teere</i>, maar <i>te</i> wordt door <i>bi</i> uitgesloten. Wellicht +stond in 't oorspronkelijk: <i>Rechte ere</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1625" href="#l_1625" class="ll">1625</a> W. <i>vette</i>; CGr. <i>ghenoech</i>, door W. verbeterd.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_1628" href="#l_1628" class="ll">1628</a> C. <i>taste</i>; W. <i>begon</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1631" href="#l_1631" class="ll">1631</a> <i>Te sorgen</i>; maar het is geen ww., en het zstnw. is +stvr.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_1632" href="#l_1632" class="ll">1632</a> <i>wats u ghesciet</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1634" href="#l_1634" class="ll">1634</a> <i>om</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1639" href="#l_1639" class="ll">1639</a> <i>hoondene</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1640" href="#l_1640" class="ll">1640</a> W. <i>van daer boven</i>; CGr. <i>von dat boven</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1643" href="#l_1643" class="ll">1643</a> <i>daer</i> is een invoegsel van mij.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_1644" href="#l_1644" class="ll">1644</a> <i>lagen</i> moet eensylbig gelezen worden, tenzij men <i>si</i> +zou willen delgen.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_1646" href="#l_1646" class="ll">1646</a> C. <i>vijvergat</i>. De verandering is van Gr. Zoo heeft ook +het mhd. <i>viwerstat</i>, b.v. Nib. 884,4, 885,2.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_1647" href="#l_1647" class="ll">1647</a> <i>worden</i>. Lees int metrum <i>Si wort up</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1652" href="#l_1652" class="ll">1652</a> <i>nie</i> met C., bij GrW. <i>ie</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1655" href="#l_1655" class="ll">1655</a> <i>Harswenden</i>. Maar de nom. luidt <a href="#l_242">242</a> <i>Harsint</i>, en <a href="#l_2877">2877</a> +<i>Hersunt</i>. De acc. <a href="#l_3399">3399</a> <i>Hersinde</i>. De zwakke vormen in dat. <a href="#l_1983">1983</a>, <a href="#l_2129">2129</a>, +<a href="#l_2846">2846</a>, <a href="#l_2898">2898</a> en hier ter plaatse zijn fouten.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_1656" href="#l_1656" class="ll">1656</a> <i>liever hadde dan</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1657" href="#l_1657" class="ll">1657</a> <i>God die moet mi</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1658" href="#l_1658" class="ll">1658</a> <i>liever ware bleven</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1659" href="#l_1659" class="ll">1659</a> <i>Te doene dan</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1661" href="#l_1661" class="ll">1661</a> <i>te biechten</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1676" href="#l_1676" class="ll">1676</a> <i>dat biddic u</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1680" href="#l_1680" class="ll">1680</a> <i>hem</i> invoegsel van W.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_1681" href="#l_1681" class="ll">1681</a> C. <i>mesdaden</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1682" href="#l_1682" class="ll">1682</a> C. <i>raden</i></div> + +<div class="ln"><span class="ll"><a id="ln_1684" href="#l_1684" class="lla">1684</a> en <a id="ln_1685" href="#l_1685" class="lla">1685</a></span> <i>Ende te wakene (vastene)</i>; maar het vers eischt +hier drie arses zonder voorslag.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_1687" href="#l_1687" class="ll">1687</a> <i>Alle die hi</i>, maar <i>Alle</i> is blijkbaar te ontberen.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_1688" href="#l_1688" class="ll">1688</a> <i>Ende dat hi voort</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1689" href="#l_1689" class="ll">1689</a> <i>Behendelike soude generen</i>. <i>Behendicheit</i> gold niet +slechts voor <i xml:lang="la">sagacitas</i>, <i xml:lang="la">ars</i>, <i xml:lang="la">sollertia</i>, maar ook voor <i xml:lang="la">fraus</i>, +<i xml:lang="la">dolus</i>, <i xml:lang="la">machinatio</i>; men zie <span class="mixcap">Clignetts</span> <i>Bijdrage</i>, bl. 311–312. Dat +men Reinaerts behendigheid natuurlijk in geen goeden zin opvatte, leert +de 13 fabel uit den <i>Esopet</i>, vs. 16–17. Onmogelijk kon daarom hier in +den tekst <i>behendelike</i> geduld worden, hoewel dit zeer duidelijk in het +handschrift staat. <i>Behendelike</i> kon licht uit <i>Bescedelike</i> gelezen +worden. Dat dit het juiste woord moet zijn, leert de vergelijking met +<i>Flor.</i> 187; zie vooral ook de woordenlijst op den Lsp.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_1692" href="#l_1692" class="ll">1692</a> C. <i>Nu moet hi siere stelen pleghen</i>, bij WGr. <i>Nu moet +hi plegen siere selen</i>. De ware lezing gaf <a href="#l_381">381</a> aan de hand. Vs. <a href="#l_428">428</a> +leest men <i>pleghen</i>, dat den afschrijver in de war bracht.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_1695" href="#l_1695" class="ll">1695</a> <i>daer</i> is een invoegsel van mijne hand.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_1713" href="#l_1713" class="ll">1713</a> <i>begonden</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1717" href="#l_1717" class="ll">1717</a> <i>plumen</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1718" href="#l_1718" class="ll">1718</a> <i>Gr. sp. Oom gi d. m. d.</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1720" href="#l_1720" class="ll">1720</a> <i>een</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1722" href="#l_1722" class="ll">1722</a> <i>te biechten</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1724" href="#l_1724" class="ll">1724</a> <i>trouwen</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1734" href="#l_1734" class="ll">1734</a> <i>Al hadde men</i>, dat onzin is; verg. <i>Reineke</i> 1663.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_1741" href="#l_1741" class="ll">1741</a> <i>verdoort</i>, C. <i>versmaet</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1742" href="#l_1742" class="ll">1742</a> <i>verstoort</i>, C. <i>verstorbeert</i>. +De verbetering is van Gr.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_1743" href="#l_1743" class="ll">1743</a> <span class="smcap">II</span> <i>pater</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1745" href="#l_1745" class="ll">1745</a> <i>ghenaden</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1748" href="#l_1748" class="ll">1748</a> <i>af hebbe</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1750" href="#l_1750" class="ll">1750</a> <i>sine ogen</i></div> + +<div class="ln"><span class="ll"><a id="ln_1752" href="#l_1752" class="lla">1752</a><a id="ln_1753"></a>–<a id="ln_1754" href="#l_1754" class="lla">4</a></span> C. leest: + + <div class="poem"> + <div class="stanzaln"> + <span class="i0">Doe began hem drouve ghelaten<br /></span> + <span class="i0">ende arde zeere beefde Reynaert<br /></span> + <span class="i0">doe keerde si te hove waert<br /></span> + <span class="i0">doe hi began den hove naken<br /></span> + <span class="i0">daer hi waende seere mesraken<br /></span> + </div> + <div class="stanzaln"> + <span class="i1">Doe in sconinx hof was vernomen, enz.<br /></span> + </div> + </div> + + <p><span class="mixcap">Grimm</span> zegt, p. 276: <span xml:lang="de">Die sichtbar vom nachhelfenden schreiber her + rhrende verwirrung der hs. ist nach der prosa und nach Reinke beseitigt + worden.</span>” Hij leest namelijk, en met hem W.:</p> + + <div class="poem"> + <div class="stanzaln"> + <span class="i0">Die si te voren hadden ghelaten:<br /></span> + <span class="i0">Daer keerden si ten hove waert.<br /></span> + <span class="i0">Aerde (W. Harde) sere beefde Reinaert<br /></span> + <span class="i0">Doe hi began den hove naken,<br /></span> + <span class="i0">Daer hi waende sere mesraken.<br /></span> + </div> + <div class="stanzaln"> + <span class="i1">Doe in sconinx hof was vernomen, enz.<br /></span> + </div> + </div> + + <p>Er is blijkbaar in het hs. geknoeid, maar minder dan Gr. vermoedde. Vs. + <a href="#l_1752">1752</a> is stellig echt: <i>ghelaten</i> in dien zin is geheel overeenkomstig + met <i>gelaet toonen</i>, enz. dat men hier herhaaldelijk aantreft, b.v. + <a href="#l_1737">1737</a>, <a href="#l_1768">1768</a>, <a href="#l_1802">1802</a>, <a href="#l_2119">2119</a>, <a href="#l_2185">2185</a>. + En de verandering van <span class="mixcap">Grimm</span> is lam.—Dat + ik midden tusschen twee rijmen eene nieuwe periode laat aanvangen, is + geheel overeenkomstig met de manier des dichters. Zie b.v. <a href="#l_107">107</a>, <a href="#l_263">263</a>, + <a href="#l_998">998</a>, <a href="#l_1288">1288</a> (waar de afschrijver echter de nieuwe afdeeling eerst met <a href="#l_1289">1289</a> + begon, evenzoo <a href="#l_1850">1850</a>, <a href="#l_2048">2048</a>, zoo als hij die ook <a href="#l_777">777</a> een regel te laat + begonnen was), <a href="#l_1692">1692</a>, <a href="#l_2048">2048</a>, <a href="#l_2067">2067</a>, + <a href="#l_2498">2498</a>, <a href="#l_2518">2518</a>, <a href="#l_3396">3396</a>.</p> +</div> + +<div class="ln"><a id="ln_1759" href="#l_1759" class="ll">1759</a> <i>Grimberde</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1760" href="#l_1760" class="ll">1760</a> <i>niemene ne was</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1764" href="#l_1764" class="ll">1764</a> <i>die onvervaerde</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1766" href="#l_1766" class="ll">1766</a> <i>Ende hi sprac</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1770" href="#l_1770" class="ll">1770</a> <i>Gelijc of hi</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1772" href="#l_1772" class="ll">1772</a> <i>boudeliken</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1777" href="#l_1777" class="ll">1777</a> CGr. <i>hebbe</i>; W. veranderde naar de omwerk.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_1783" href="#l_1783" class="ll">1783</a> CGr. <i>mi nochtan gherne</i>; W. <i>mi gerne</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1784" href="#l_1784" class="ll">1784</a> <i>hulden wilde gi</i></div> + +<div class="ln"><span class="ll"><a id="ln_1785" href="#l_1785" class="lla">1785</a>–<a id="ln_1786" href="#l_1786" class="lla">6</a></span> <p><i>lonen: crone</i>. Men zou kunnen vragen of <i>crone</i> niet + eene te moderne figuur is; te meer, daar C. verder leest <i>dat si..... + gheloven</i>, welk laatste woord <span class="mixcap">Grimm</span> veranderde in <i>ghelove</i>, <span class="mixcap">Willems</span> in + <i>ghelovet</i>. Wellicht zou men wenschen te verbeteren: <i>hoeden</i>, + <i>vroeden</i>, gedachtig aan <i>Reineke</i>, 1711: <i>Juwe rt is vrt.... gy + loven nicht draden.... wat ju dessen valschen alle vorelesen.</i>” Ook hier + <a href="#l_1899">1899</a> wordt de koning <i>vroet</i> genoemd.</p> + + <p>Maar het Fransch heeft, 10956:</p> + + <div class="poem"> + <div class="stanzaln" xml:lang="fr"> + <span class="i0">Ms puis, sire, que <i>rois</i> s'amort<br /></span> + <span class="i0"> croire les mauvs larrons,<br /></span> + <span class="i0"><span class="gvvr">.................</span><br /></span> + <span class="i0">lors vet la terre male veue.”<br /></span> + </div> + </div> + + <p>Het zal dus het zekerst zijn de lezing van C. te behouden, en <a href="#l_1787">1787</a> <i>si</i> + in <i>soe</i>, <a href="#l_1788">1788</a> <i>gheloven</i> in <i>ghelove</i> te veranderen, tenzij men voor + <i>der crone</i> zou willen stellen <i>den cronen</i>.—Moet het ook zijn <i>den + conen</i> (<i>coenen</i>)?</p> +</div> + +<div class="ln"><a id="ln_1787" href="#l_1787" class="ll">1787</a> <i>Dat si</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1788" href="#l_1788" class="ll">1788</a> C. <i>gheloven</i>; W. <i>ghelovet</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1792" href="#l_1792" class="ll">1792</a> <i>Die niet te rechter h. h. g.</i> De omwerking gaf de verbetering aan.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_1793" href="#l_1793" class="ll">1793</a> <i>rike hove</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1796" href="#l_1796" class="ll">1796</a> <i>Den goeden lieden doen t.</i> Ik heb de lezing van den omwerker voorgetrokken.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_1802" href="#l_1802" class="ll">1802</a> <i>condi</i> l. <i>toondi</i>?</div> + +<div class="ln"><a id="ln_1803" href="#l_1803" class="ll">1803</a> <i>niet ghehelpen</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1807" href="#l_1807" class="ll">1807</a> <i>saken</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1808" href="#l_1808" class="ll">1808</a> <i>qualic in</i>. Dus C. door GrW. veranderd in <i>qualiken</i>.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_1809" href="#l_1809" class="ll">1809</a> <p>C. leest: <i>Die eede die ic hadde gesworen.</i> Gr. + veranderde <i>eede</i> in <i>vrede</i>, waarschijnlijk volgens <i>Reineke</i>, 1720, + die de omwerking volgt, welke ironisch den koning veel beter de volgende + woorden in den mond legt:</p> + + <div class="poem"> + <div class="stanzaln"> + <span class="i0">Dat gi my dicwijl hebt gedient,<br /></span> + <span class="i0">Dat wart u nu te recht gegouden.<br /></span> + <span class="i0">Gy hebt den vrede wel gehouden,<br /></span> + <span class="i0">Dien ic geboot ende had gesworen.<br /></span> + </div> + </div> +</div> + +<div class="ln"><a id="ln_1818" href="#l_1818" class="ll">1818</a> <i>laten aenscinen</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1820" href="#l_1820" class="ll">1820</a> <i>es sijn crune</i>, doch verg. <a href="#l_1827">1827</a>.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_1821" href="#l_1821" class="ll">1821</a> <i>vele</i> is een invoegsel van <span class="mixcap">Willems</span>.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_1828" href="#l_1828" class="ll">1828</a> CGr. <i>hi ware gewroken</i>, dat W. veranderde in: <i>haddet +gew.</i>; doch verg. <a href="#l_1931">1931</a>.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_1830" href="#l_1830" class="ll">1830</a> C. <i>Rander side</i>, door GrW. veranderd in <i>Tander side</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1840" href="#l_1840" class="ll">1840</a> <i>groot mine saken</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1848" href="#l_1848" class="ll">1848</a> <i>sloechdi</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1850" href="#l_1850" class="ll">1850</a> <p><i>Recht in dese selve sprake</i>. In C. vangt het volgende + vers met eene kapitale letter aan, intusschen laten <span class="mixcap">Grimm</span> en W., die + overigens de lezing van C. behouden, de nieuwe alinea met 1850 beginnen. + In de aant. p. 276 zegt <span class="mixcap">Grimm</span>: <span xml:lang="de">Wenn dieser vers noch von Reinaert + gesprochen wird (vgl. <i>Reineke</i> 1762,63), wozu der grosse buchstabe der + hs. bei 1851 stimmen konnte; so fehlen zwei verse vorher. die prosa ist + fr die gewahlte abteilung.</span>”</p> + + <p>De zin schijnt intusschen gewrongen, als men wil lezen:</p> + + <div class="poem"> + <div class="stanzaln"> + <span class="i0">Recht in dese selve sprake<br /></span> + <span class="i0">Doe spranc up Belijn, die ram.<br /></span> + </div> + </div> + + <p class="noi"><a href="#l_1850">1850</a> moet wel degelijk tot de vorige periode behooren. Dat er in + geknoeid is valt terstond in 't oog; maar is het zoo noodzakelijk met + <span class="mixcap">Grimm</span> aan te nemen, dat er <i>twee verzen zijn uitgevallen</i>? Het Fransch + geeft hier licht. Er is de grootste overeenstemming tusschen onze verzen + <a href="#l_1837">1837</a>–<a href="#l_1850">1850</a> en Br. 20 11014–20, waar men leest:</p> + + <div class="poem"> + <div class="stanzaln" xml:lang="fr"> + <span class="i0">Or sui devant lui [mesire], si me tiegne,<br /></span> + <span class="i0">Et si me face ardoir ou pendre,<br /></span> + <span class="i0">Qar ne me puis vers lui deffendre.<br /></span> + <span class="i0">Ge ne suis pas de grant puissance,<br /></span> + <span class="i0">Ms ce seroit povre venjance,<br /></span> + <span class="i0"><i>S'en parleroient meinte gent</i><br /></span> + <span class="i0"><i>Se l'en sanz jugement me pent.</i><br /></span> + </div> + </div> + + <p>Het woord <i>sprake</i> in C. 1850 wijst duidelijk aan, dat er iets moet + gestaan hebben overeenkomende met de twee laatste Fransche verzen. + <i>Recht</i> ontstond uit de verwisseling van de kapitale <i>L</i> en <i>R</i> (zie op + <a href="#l_347">347</a>), en <i>in</i> kan eene vergissing zijn voor <i><abbr title="men">m̄</abbr></i>, + verg. <a href="#ln_915">915</a>.</p> +</div> + +<div class="ln"><a id="ln_1862" href="#l_1862" class="ll">1862</a> Dit vers is door <span class="mixcap">Willems</span> uit de omwerking aldus +ingevuld: <i>Die gans, dat tijtsel ende tlampreel</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1867" href="#l_1867" class="ll">1867</a> CGr. <i>Makeden</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1872" href="#l_1872" class="ll">1872</a> <i>Reinaerde</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1874" href="#l_1874" class="ll">1874</a> <i>man</i> dus CGr., <span class="mixcap">Willems</span> las <i>men</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1875" href="#l_1875" class="ll">1875</a> W. werpt <i>es</i> uit, dat CGr. hebben.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_1877" href="#l_1877" class="ll">1877</a> CGr. <i>Vort bringen die men brochte daer</i>. <span class="mixcap">Willems</span> heeft +<i>die</i> in <i>dan</i> veranderd. Dat hij met die plaats geen weg wist, blijkt +uit de zonderlinge interpunctie. Ook <span class="mixcap">Grimm</span> was er me verlegen. Zie +zijne aant. p. 277.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_1880" href="#l_1880" class="ll">1880</a> <i>besten redenen g. daer voort</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1881" href="#l_1881" class="ll">1881</a> C. <i>dieren</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1882" href="#l_1882" class="ll">1882</a> <i>met goeden orconden</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1885" href="#l_1885" class="ll">1885</a> <i>saken</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1886" href="#l_1886" class="ll">1886</a> <i>wijstsi</i> voor <i>wijsden si</i>, dat men in C. leest. GrW. +veranderden: <i>wijsten si</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1888" href="#l_1888" class="ll">1888</a> <i>Reinaerde</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1893" href="#l_1893" class="ll">1893</a> <i>naeste</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1896" href="#l_1896" class="ll">1896</a> <i>Reinaerde</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1905" href="#l_1905" class="ll">1905</a> <i>andren</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1906" href="#l_1906" class="ll">1906</a> CGr. <i>Reinaerde</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1908" href="#l_1908" class="ll">1908</a> W. vond verkieslijker” te lezen: <i>Tibert sprac</i>; maar +de woorden zijn blijkbaar den koning in den mond gelegd.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_1914" href="#l_1914" class="ll">1914</a> <i>Sinen l. die es</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1916" href="#l_1916" class="ll">1916</a> Gr. en W. stellen <i>tjaer meer</i>, terwijl C. heeft <i>tsiaer +meer</i>. Doch zie mijn artikel over <i>saermeer</i> in den <i>K. en L.bode</i>, van +1845, no. 35.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_1925" href="#l_1925" class="ll">1925</a> <i>wancans</i>, verbetering van Gr. voor <i>wanconst</i>, dat C. +heeft.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_1926" href="#l_1926" class="ll">1926</a> <i>Nochtan eist R. diet al b.</i> zoo lezen GrW., maar <i>eist</i> +vindt men niet in C. Eenvoudiger verandere men <i>die</i> in <i>di</i>; in allen +gevalle had men niet mogen stellen <i>eist</i>, maar dan ten minste <i>wast</i>.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_1928" href="#l_1928" class="ll">1928</a> <i>uwe</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1929" href="#l_1929" class="ll">1929</a> C. <i>Rumen ende wijde lancken</i>. Verg. <span class="mixcap">Grimms</span> aant. p. +277.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_1932" href="#l_1932" class="ll">1932</a> <i>noch niet</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1936" href="#l_1936" class="ll">1936</a> W. <i>Langeleden</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1942" href="#l_1942" class="ll">1942</a> W. <i>vernois om hadde</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1943" href="#l_1943" class="ll">1943</a> W. <i>papen</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1946" href="#l_1946" class="ll">1946</a> CGr. <i>Ende sidi nu daer toe</i>, l. <i>En sidi mi</i>?</div> + +<div class="ln"><a id="ln_1948" href="#l_1948" class="ll">1948</a> <i>fellen voden</i>, doch verg. 3745 en 3771 der uitg. van +<span class="mixcap">Willems</span>. <span class="mixcap">Grimm</span> haalt p. 278 uit <span class="mixcap">Maerl.</span> 3, 318 een <i>vuden</i> aan, dat +echter blijkbaar bedorven is uit <i>ruden</i>. Dezelfde letters worden daar +meer verwisseld, b.v. bl. 138, vs. 80, waar <i>rasten</i> moet gelezen worden +voor <i>vasten</i>.—Ook de woorden <i>uwen neve</i> komen mij verdacht voor; maar +ik heb ze behouden, omdat ook de omwerking <i>u neve</i> heeft.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_1949" href="#l_1949" class="ll">1949</a> <i>Doe so sprac die coninc saen</i>; maar de verbetering +volgt uit vs. <a href="#l_1958">1958</a>–<a href="#l_1959">9</a>. Door <span class="mixcap">Grimms</span> aant. p. 278, wordt de lezing van C. +kwalijk verdedigd of verklaard.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_1950" href="#l_1950" class="ll">1950</a> <i>Tiberte</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1953" href="#l_1953" class="ll">1953</a> <i>gaet voren</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1961" href="#l_1961" class="ll">1961</a> <i>Nu gaen wi voren ende b. h.</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1963" href="#l_1963" class="ll">1963</a> <i>du selt</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1964" href="#l_1964" class="ll">1964</a> <i>die salt</i>, W. <i>sal</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1965" href="#l_1965" class="ll">1965</a> CGr. <i>dine</i> W. <i>en dine</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1970" href="#l_1970" class="ll">1970</a> <i>Hine dede</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1973" href="#l_1973" class="ll">1973</a> <i>Dat was de wulf ende T.</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1975" href="#l_1975" class="ll">1975</a> <i>te sinen scaden</i>, dat blijkbaar alleen om 't zuivere +rijm <i>scaden</i> dus staat.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_1980" href="#l_1980" class="ll">1980</a> <i>binnen den</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1982" href="#l_1982" class="ll">1982</a> <i>Reinaerde</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1989" href="#l_1989" class="ll">1989</a> <i>dor niede</i>, C. <i>dor met</i>, dat blijkbaar slecht gelezen +is voor <i>niet</i>, zoo als ook <a href="#l_1531">1531</a> het geval was. Gr. en W. stellen +daarvoor <i>nijt</i>; maar de wolf had geen reden te veronderstellen, dat +<i>nijt</i> (haat) Hersinde jegens Reinaert bezielde, verg. <a href="#l_243">243</a>, terwijl +buitendien <i>nijt</i> geen reden kon zijn om hem te doen ontsnappen, maar +juist het tegendeel. <i>Niet</i>, in dat. <i>niede</i> is een bekend woord, dat +hier juist aan zijne plaats is: Ohd. <i>niot</i>, door <span class="mixcap">Graff</span>, II, 1048, +terecht door <i>desiderium</i> vertaald. Verg. vooral de woordenlijst op den Lsp.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_1995" href="#l_1995" class="ll">1995</a> <i>brincdi</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1996" href="#l_1996" class="ll">1996</a> <i>mijn moie;</i> doch verg. <a href="#l_1504">1504</a>, <a href="#l_1675">1675</a>.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_1998" href="#l_1998" class="ll">1998</a> <i>nemmermeer</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_1999" href="#l_1999" class="ll">1999</a> <i>Maer her</i></div> + +<div class="ln"><span class="ll"><a id="ln_2002" href="#l_2002" class="lla">2002</a>, <a id="ln_2009" href="#l_2009" class="lla">2009</a></span> <i>onneert</i>, dus C.; Gr. en W. <i>oneert</i>.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_2006" href="#l_2006" class="ll">2006</a> <i>wie die mi</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2012" href="#l_2012" class="ll">2012</a> <i>dat herte</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2015" href="#l_2015" class="ll">2015</a> <i>alle</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2016" href="#l_2016" class="ll">2016</a> <i>galge of gi</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2019" href="#l_2019" class="ll">2019</a> W. <i>Met uwe v.</i> De geheele plaats <a href="#l_2015">2015</a>–<a href="#l_2019">19</a> komt mij +verdacht voor.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_2021" href="#l_2021" class="ll">2021</a> <i>Amen, sprac Brune, ende h.;</i> het inlapsel vloeide voort +uit het niet verstaan der herhaling <i>Amen, Amen!</i> Dit blijkt ook uit de +omwerking.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_2023" href="#l_2023" class="ll">2023</a> <i>haesten wi</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2024" href="#l_2024" class="ll">2024</a> <i>woorde</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2026" href="#l_2026" class="ll">2026</a> <i>ten stride</i>; maar <i>te stride</i> beteekent <i>om strijd</i>.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_2029" href="#l_2029" class="ll">2029</a> <i>volchde</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2031" href="#l_2031" class="ll">2031</a> GrW. <i>line</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2036" href="#l_2036" class="ll">2036</a> <i>strec</i>, GrW. <i>strop</i>, maar C. heeft <i>stroc</i>, dat slecht +gelezen is.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_2038" href="#l_2038" class="ll">2038</a> CGr. <i>scauwet</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2039" href="#l_2039" class="ll">2039</a> <i>Ende si spr.</i> CGr. heeft buitendien: <i>ende si keren</i>, +dat W. stilzwijgend veranderde.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_2042" href="#l_2042" class="ll">2042</a> W. <i>sullen</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2051" href="#l_2051" class="ll">2051</a> <i>sorghen</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2055" href="#l_2055" class="ll">2055</a> Gr. <i>Ic ware</i>, drukf.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_2057" href="#l_2057" class="ll">2057</a> <i>Reinaerde</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2062" href="#l_2062" class="ll">2062</a> <i>verlanessen</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2068" href="#l_2068" class="ll">2068</a> De nieuwe alinea begint bij CGrW. reeds bij het +voorgaande vers.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_2070" href="#l_2070" class="ll">2070</a> W. <i>Dan so</i>; CGr. <i>Daer so</i>; C. heeft waarschijnlijk +<i>d</i>' voor <i>d</i><sup>9</sup> gelezen.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_2073" href="#l_2073" class="ll">2073</a> <i>Nu en es</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2076" href="#l_2076" class="ll">2076</a> <i>u</i> ontbr. in C., de invoeging is van Gr.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_2080" href="#l_2080" class="ll">2080</a> <i>noch doe</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2081" href="#l_2081" class="ll">2081</a> C. <i>mannen</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2091" href="#l_2091" class="ll">2091</a> <i>hoekine</i>; dus C.; bij Gr. <i>bockine</i>; doch zie <span class="mixcap">Meijers</span> +Aanteek. op het <i>Leven van Jesus</i>, p. 356.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_2092" href="#l_2092" class="ll">2092</a> <i>derdes</i>, dus C.; bij GrW. <i>des derdes</i>.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_2094" href="#l_2094" class="ll">2094</a> C. heeft <i>haenden</i>, waarvoor Gr. gaf <i>hanen</i>, dat W. +weder verving door <i>vogel</i>. Dat C. de ware lezing geeft blijkt uit de +<i>Nat. Bloeme</i>, aangeh. <i>Gesch. der Mnl. Dk.</i>, III, 17.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_2100" href="#l_2100" class="ll">2100</a> <i>ende dat ic vermochte</i>. Bij dit vers teekent Gr. aan: +<i xml:lang="de">lcke.</i>” Er schijnt echter in den zamenhang niets te ontbreken.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_2101" href="#l_2101" class="ll">2101</a> <i>ende</i>, dus C., en ook beter dan de verandering (<i>met</i>) +door Gr. in den tekst gebracht; want zij kwamen niet samen, maar +ontmoetten elkander. Hij zelf gaf p. 278 de ware lezing aan, maar +verkoos <i>met</i> omdat C. heeft <i>Isengrine</i> (: <i>rime</i>).</div> + +<div class="ln"><a id="ln_2103" href="#l_2103" class="ll">2103</a> <i>Besele</i>, zoo C. en <span class="mixcap">Grimm</span>; <span class="mixcap">Willems</span> verbeterde <i>Basele</i> +(by Dendermonde”). Moet men ook lezen <i>Belsele</i>? Zie het Charter van +1139, uit het <i xml:lang="la">Corpus Chron. Flandriae</i> aangehaald in mijne <i>Gesch. der +Mnl. Dk.</i> I, 193, noot 2. Doch verg. <span class="mixcap">Grimm</span> p. CLVII.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_2104" href="#l_2104" class="ll">2104</a> <i>dat hi ware</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2108" href="#l_2108" class="ll">2108</a> <i>trouwen</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2110" href="#l_2110" class="ll">2110</a> C. <i>wandelen</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2114" href="#l_2114" class="ll">2114</a> <i>vroe</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2117" href="#l_2117" class="ll">2117</a> <i>Of enen w. of enen r.</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2119" href="#l_2119" class="ll">2119</a> <i>mi een g.</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2120" href="#l_2120" class="ll">2120</a> <i>ende so qu.</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2121" href="#l_2121" class="ll">2121</a> <i>mi daer met van hem</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2124" href="#l_2124" class="ll">2124</a> <i>warven</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2127" href="#l_2127" class="ll">2127</a> CGrW. <i>ene bake</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2128" href="#l_2128" class="ll">2128</a> <i>Doe ginc</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2130" href="#l_2130" class="ll">2130</a> W. <i>kinden</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2133" href="#l_2133" class="ll">2133</a> <p><i>Die sine k. en wouden cnaghen</i>, omdat zij de + alreminste” was. CGrW.: <i>Die sine k. hadden gecnaget</i>; maar in den + volgenden regel, die in het hs. luidt: <i>Dus nauwe hebbic mi bejaget</i>, + moet het laatste woord blijkbaar veranderd worden in <i>bedraghen</i> (verg. + <a href="#l_2654">2654</a>, <a href="#l_2694">2694</a>), en ik durfde daarop niet laten rijmen het part. <i>gecnagen</i>, + zoo als de omwerking doet, die leest:</p> + + <div class="poem"> + <div class="stanzaln"> + <span class="i0">Nochtan eer ic dat mochte hebben,<br /></span> + <span class="i0">Hadden sy tvleysch al off geknagen:<br /></span> + <span class="i0">Hier op most ic my doe gedragen.<br /></span> + </div> + </div> + + <p>Buitendien komt onze lezing beter overeen met het voorgaande vers.</p> +</div> + +<div class="ln"><a id="ln_2139" href="#l_2139" class="ll">2139</a> <i>gewonnen wel</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2146" href="#l_2146" class="ll">2146</a> <i>Gaf hi R. felle antw.</i>; maar waartoe dat <i>felle</i>, bij +de bloote nieuwsgierige vraag?</div> + +<div class="ln"><a id="ln_2147" href="#l_2147" class="ll">2147</a> <i>wanen.... die sc.</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2149" href="#l_2149" class="ll">2149</a> <i>also</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2152" href="#l_2152" class="ll">2152</a> <i>dien scat</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2155" href="#l_2155" class="ll">2155</a> <i>An.... trouwen</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2156" href="#l_2156" class="ll">2156</a> <i>alle uwe</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2158" href="#l_2158" class="ll">2158</a> <i>owi lieve R.</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2162" href="#l_2162" class="ll">2162</a> C. <i>ghi mi ons s.</i>; GrW. <i>ghi mi s.</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2165" href="#l_2165" class="ll">2165</a> <i>brinct</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2173" href="#l_2173" class="ll">2173</a> <i>ende sine hulde</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2176" href="#l_2176" class="ll">2176</a> W. <i>groote</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2177" href="#l_2177" class="ll">2177</a> W. <i>Ende die in v.</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2179" href="#l_2179" class="ll">2179</a> <i>Die heren</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2182" href="#l_2182" class="ll">2182</a> <i>trouwen</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2184" href="#l_2184" class="ll">2184</a> <i>sullen drinken met scanden</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2185" href="#l_2185" class="ll">2185</a> <i>gelate met droeven sinne</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2189" href="#l_2189" class="ll">2189</a> <i>mijn</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2191" href="#l_2191" class="ll">2191</a> <i>de helle</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2192" href="#l_2192" class="ll">2192</a> <i>Daer die t. es entie p.</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2193" href="#l_2193" class="ll">2193</a> <i>Indien dat</i>. Ik zou wenschen te lezen: <i>Ocht hier</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2195" href="#l_2195" class="ll">2195</a> <i>ghenaden</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2201" href="#l_2201" class="ll">2201</a> <i>daet</i>, dus C.; bij Gr. <i>doet</i>; W. <i>deedt</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2205" href="#l_2205" class="ll">2205</a> W. <i>dat herte</i>, doch zie <a href="#l_1079">1079</a>, <a href="#l_1741">1741</a>, <a href="#l_2306">2306</a>; en verg. +<i>Gram.</i> I, 693.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_2204" href="#l_2204" class="ll">2204</a> <i>bringhene</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2207" href="#l_2207" class="ll">2207</a> <i>vraechdi mi des</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2208" href="#l_2208" class="ll">2208</a> <i>gi wel hoet</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2213" href="#l_2213" class="ll">2213</a> <i>up mine</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2214" href="#l_2214" class="ll">2214</a> <i>trouwen</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2215" href="#l_2215" class="ll">2215</a> <i>coninghinnen</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2218" href="#l_2218" class="ll">2218</a> <i>daer niemen</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2220" href="#l_2220" class="ll">2220</a> <i>Tote dien</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2229" href="#l_2229" class="ll">2229</a> CGr. <i>verraderen</i>; doch zie <a href="#l_2243">2243</a>. Moet men ook lezen +<i>verranesse</i> (verg. <a href="#l_2243">2243</a>), en in het volgende vs. <i>niemen spare</i>, beiden +met drie toonverheffingen?</div> + +<div class="ln"><a id="ln_2235" href="#l_2235" class="ll">2235</a> <i>Met verradenessen sal bedrieghen</i>; doch verg. <a href="#l_2200">2200</a>, +<a href="#l_2503">2503</a>.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_2236" href="#l_2236" class="ll">2236</a> <i>enen.... maghen lieghen</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2237" href="#l_2237" class="ll">2237</a> C. <i>Grimberte den d.</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2242" href="#l_2242" class="ll">2242</a> W. <i>Van s. v. waer af hi woude</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2243" href="#l_2243" class="ll">2243</a> <i>Die</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2245" href="#l_2245" class="ll">2245</a> <i>Reinaert sprac wilen teer st.</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2246" href="#l_2246" class="ll">2246</a> <i>m. h. mijn vader v.</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2247" href="#l_2247" class="ll">2247</a> <i>Hermelinx</i>, C. <i>heymeliken</i>; doch zie vs. <a href="#l_2544">2544</a>–<ins class="corr" id="corr26" title="Bron: 4"><a href="#l_2545">5</a></ins></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2248" href="#l_2248" class="ll">2248</a> C. <i>eene</i>; CGrW. <i>verholnen</i>; doch verg. <a href="#l_2271">2271</a>.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_2249" href="#l_2249" class="ll">2249</a> C. <i>Die mijn v.</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2254" href="#l_2254" class="ll">2254</a> <i>Tiberte</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2255" href="#l_2255" class="ll">2255</a> C. <i>arttinen</i>, Gr. <i>Aertinen</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2256" href="#l_2256" class="ll">2256</a> C. <i>Brunen</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2257" href="#l_2257" class="ll">2257</a> <i>Brune grote Gods h.</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2258" href="#l_2258" class="ll">2258</a> W. <i>Ende dat hi in Vl.</i>; CGr. <i>Ende hi in</i>. Maar verg. +over den ellips. <span class="mixcap">de Vries</span>, <i>Brief over Kar. Gr.</i>, bl. 17–18, waar op vs. +<a href="#l_2268">2268</a> wordt gewezen, waar hetzelfde is waar te nemen.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_2260" href="#l_2260" class="ll">2260</a> CGrW. <i>Bruun</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2262" href="#l_2262" class="ll">2262</a> <i>Doe</i>, CGrW. <i>Daer</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2266" href="#l_2266" class="ll">2266</a> <i>Isingrijn</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2273" href="#l_2273" class="ll">2273</a> <i>sduvels</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2276" href="#l_2276" class="ll">2276</a> <i>alle gr.</i> voor <i>arde gr.</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2277" href="#l_2277" class="ll">2277</a> <p>De vier tusschen teksthaken geplaatste regels vindt men + niet in C., waar men leest:</p> + + <div class="poem"> + <div class="stanzaln"> + <span class="i0">Nu hoort wonder alle groot<br /></span> + <span class="i0">Wat si noch over een draghen<br /></span> + <span class="i0">Wilde iemen van sconinx maghen<br /></span> + <span class="i0">Dat wedersegghen <i>enz.</i><br /></span> + </div> + </div> + + <p><span class="mixcap">Grimm</span>, die deze lezing behield, en daarin door <span class="mixcap">Willems</span> gevolgd werd, + merkt echter op, dat er achter den tweeden dezer regels iets ontbreekt + (p. 280), gelijk hem de vergelijking met den ouden prozadruk leerde. + Blijkbaar is tot den samenhang noodig, dat Reinaert niet alleen zegt dat + de saamgezworenen den koning wilden vermoorden; maar ook, dat zij Bruin + in zijne plaats wilden kroonen. Van 's konings magen toch behoefde men + niet te vreezen dat zij zich zouden verzetten tegen Nobels dood, die wel + zonder hunne voorkennis zou plaats grijpen; maar zij konden + wedersegghen” dat hij door den beer werd opgevolgd. Ik heb daarom die + vier regels uit de omwerking overgenomen, waar dan deze regel volgt:</p> + + <div class="poem"> + <div class="stanzaln"> + <span class="i0">Op sijn hooft die croon van goude,<br /></span> + </div> + </div> + + <p class="noi">waarvoor ik heb in de plaats gesteld:</p> + + <div class="poem"> + <div class="stanzaln"> + <span class="i0">Ende hi crone soude draghen,<br /></span> + </div> + </div> + + <p class="noi">waaruit denkelijk in C. de regel verbasterd is:</p> + + <div class="poem"> + <div class="stanzaln"> + <span class="i0">Wat si noch over een draghen.<br /></span> + </div> + </div> + + <p class="noi">Dat deze verzen werkelijk in den ouden tekst behoorden, mag men ook + opmaken uit de vergelijking van <a href="#l_2327">2327</a>.</p> +</div> + +<div class="ln"><a id="ln_2282" href="#l_2282" class="ll">2282</a> <i>sconinx</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2284" href="#l_2284" class="ll">2284</a> <i>ende met sinen goude</i></div> + +<div class="ln"><span class="ll"><a id="ln_2291" href="#l_2291" class="lla">2291</a><a id="ln_2292"></a>–<a id="ln_2293" href="#l_2293" class="lla">3</a></span> + + <div class="poem"> + <div class="stanzaln"> + <span class="i0">Ende liet in verholnen rade minen<br /></span> + <span class="i0">Wive, miere vrouwe Harmelinen,<br /></span> + <span class="i0">Ende al van pointe te pointe seide<br /></span> + </div> + </div> + + <p class="noi">W. las alleen den laatsten regel: <i>Die hijt al v. p.</i> Dat die verzen + gebrekkig zijn springt in het oog, en zoo als <span class="mixcap">Grimm</span> zegt (p. 280), <span xml:lang="de">auch + hier verrathen ungefge worte und mangelhafter sinn den + zusammenziehenden abschreiber.</span>” Hij neemt aan, dat hier, even als in de + omwerking, de das het verhaal eerst aan zijne eigene vrouw deed, die het + wederom aan de vossin verried; hij stelt daarom als waarschijnlijk, dat + die tirade aldus begon:</p> + + <div class="poem"> + <div class="stanzaln"> + <span class="i0">Ende in verholnen rade<br /></span> + <span class="i0">Sinen wive Slopecade.<br /></span> + </div> + </div> + + <p class="noi">Daar intusschen vrouw Slupecade nergens in het oudere gedicht + terugkeert, is het niet onmogelijk dat zij hier eerst door den omwerker + zij ingevoegd, gelijk men ook uit vs. <a href="#l_2296">2296</a> mag opmaken. Ik heb mij + daarom bepaald tot die veranderingen die een verstaanbaren zin + opleveren. Het enjambement <i>minen.... wive</i> kan geene zwarigheid maken, + zie de <a href="#inl_I">inleiding I</a>. Misschien moet men ook lezen:</p> + + <div class="poem"> + <div class="stanzaln"> + <span class="i0">Ende dien verholnen raet sinen<br /></span> + <span class="i0">minen wive, vrouwe Harmelinen,<br /></span> + </div> + </div> + + <p class="noi">Wegens die konstruktie zie men <a href="#l_412">412</a>, <a href="#l_1297">1297</a>, <a href="#l_1316">1316</a>, <a href="#l_1866">1866</a>, <a href="#l_2655">2655</a>, <a href="#l_2729">2729</a>, <a href="#l_3186">3186</a>. + De vergelijking van <a href="#l_2325">2325</a> schijnt mede onze lezing te bevestigen.</p> +</div> + +<div class="ln"><a id="ln_2302" href="#l_2302" class="ll">2302</a> <i>Ooc s. soet bi sulken l.</i> Doch verg. <i>Reineke</i> 2397. +Moet men ook lezen: <i>Ooc proefde soet bi lyctekinen?</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2303" href="#l_2303" class="ll">2303</a> <i>al</i>, invoegsel van mij.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_2305" href="#l_2305" class="ll">2305</a> <i>stonden</i>, l. <i>stoet?</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2308" href="#l_2308" class="ll">2308</a> <p>Achter dit vers volgen in C. 30 regels die blijkbaar een + inlapsel zijn. Het is de fabel die ook elders afzonderlijk voorkomt, + b.v. <i>Esopet</i>, fab. XXV, bij <span class="mixcap">Clignett</span> bl. 146. Het inlasschen van + fabelen is geheel en al in strijd met den geest van het oude gedicht, en + de gerekte vergelijking is in de omstandigheden waarin Reinaert zich + bevindt geheel en al te onpas aangebracht. Deze wil ook in 't geheel + niet werken op de heren arme ende rike,” zoo als op het slot der + interpolatie, maar alleen op het vorstelijk echtpaar. Dit reeds is + genoegsaam om de inlassching uit te monsteren. Overigens loopt de zin + veel geleidelijker door, als men die 30 verzen wegwerpt, gelijk ik heb + gewaagd te doen. Dat de interpolatie intusschen oud is, leert de + vergelijking met de lezing in den <i>Esopet</i>, terwijl ook de omwerker haar + in zijn voorbeeld vond. Ik geef het uit den tekst weggeworpene hier naar + de uitgave van <span class="mixcap">Grimm</span> (GrW. 2305):</p> + + <div class="poem"> + <div class="stanzaln"> + <span class="i0">Die pude wilen waren vri<br /></span> + <span class="i0">ende ooc so beclaechden hem si<br /></span> + <span class="i0">datsi waren sonder bedwanc:<br /></span> + <span class="i0">ende si maecten een ghemanc,<br /></span> + <span class="i0">ende so groot ghecrai up Gode,<br /></span> + <span class="i0">dat hi hem gave, bi sinen ghebode<br /></span> + <span class="i0">enen coninc, diese dwonghe.<br /></span> + <span class="i0">Dies baden die oude entie jonghe<br /></span> + <span class="i0">met groten ghecraie, met groten ghelude.<br /></span> + <span class="i0">God ghehorede die pude<br /></span> + <span class="i0">tenen tide vanden jare,<br /></span> + <span class="i0">ende sende hem den coninc Odevare,<br /></span> + <span class="i0">diese verbeet ende verslant<br /></span> + <span class="i0">in allen landen, daer hise vant.<br /></span> + <span class="i0">Beide in water ende in velt,<br /></span> + <span class="i0">daer hise vant in sine ghewelt,<br /></span> + <span class="i0">hi dede hem emmer onghenade.<br /></span> + <span class="i0">Doe claechden si: het was te spade.<br /></span> + <span class="i0">Het was te spade, ic segghe u twi:<br /></span> + <span class="i0">Si die voren waren vri,<br /></span> + <span class="i0">sullen sonder wederkeer<br /></span> + <span class="i0">sijn eighin bliven emmermeer,<br /></span> + <span class="i0">ende leven ewelike in vare<br /></span> + <span class="i0">vanden coninc Odevare.<br /></span> + <span class="i0">Ghi heren, arme ende rike,<br /></span> + <span class="i0">ic vruchte ooc dies ghelike,<br /></span> + <span class="i0">dat nu van u soude ghevallen.<br /></span> + <span class="i0">Doe droeghic sorghe vor ons allen.<br /></span> + <span class="i0">Dus hebbic ghesorghet vor u:<br /></span> + <span class="i0">dies dancti mi lettel nu.<br /></span> + </div> + </div> + + <p>Men lette nog op de herhaling in vs. 19, die geheel van de schrijfwijze + van onzen dichter afwijkt, zoo ook vs. 2 <i>beclaechden hem si</i>, dat niet + overeenstemt met <i>merkedi</i> vs. <a href="#l_2363">2363</a> (2387).</p> +</div> + +<div class="ln"><a id="ln_2309" href="#l_2309" class="ll">2309</a> <i>Ic kenne</i>; C. <i>Brunen</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2312" href="#l_2312" class="ll">2312</a> W. <i>Dan</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2314" href="#l_2314" class="ll">2314</a> C. <i>Ic kennen so w. g.</i> <span class="mixcap">Grimm</span> verbeterde: <i>Ic kenne den +coninc</i>; maar ook hier wordt het imperf. geischt.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_2320" href="#l_2320" class="ll">2320</a> <i>Noch theeren noch te vromen</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2321" href="#l_2321" class="ll">2321</a> <i>doghede</i>, bij Gr. <i>gedoghede</i>, C. <i>ende ghedoghede</i>. +Dit en het volg. vers in verkeerde volgorde.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_2322" href="#l_2322" class="ll">2322</a> <i>pijndic</i> door W. uit de omwerking opgenomen. CGr. +<i>peinsdic</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2324" href="#l_2324" class="ll">2324</a> <i>Datso gescoort worde</i>. De uitwerping van <i>Datso</i> gebood +de samenhang. In <i>gescoort</i> is blijkbaar eene <i>c</i> kwalijk gelezen voor +<i>t</i>, zoo als meermalen. De invulling van <i>ic</i> gaf de omwerking aan de hand.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_2326" href="#l_2326" class="ll">2326</a> <i>enen dorper</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2331" href="#l_2331" class="ll">2331</a> <i>wel</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2336" href="#l_2336" class="ll">2336</a> <i>ghepeinse</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2337" href="#l_2337" class="ll">2337</a> <i>hoe ic dat</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2339" href="#l_2339" class="ll">2339</a> <i>die mijn vader hadde</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2341" href="#l_2341" class="ll">2341</a> C. <i>leide laghen</i>; GrW. <i>leide lage</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2342" href="#l_2342" class="ll">2342</a> C. <i>meneghe haghen</i>; GrW. <i>meneghe haghe</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2351" href="#l_2351" class="ll">2351</a> W. <i>enen st.</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2355" href="#l_2355" class="ll">2355</a> C. <i>yewer</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2357" href="#l_2357" class="ll">2357</a> <i>l. gheslopen?</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2358" href="#l_2358" class="ll">2358</a> <i>te sc.</i>, doch verg. <a href="#l_2472">2472</a>.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_2359" href="#l_2359" class="ll">2359</a> <i>als ic hem</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2360" href="#l_2360" class="ll">2360</a> W. <i>Driven dat ic</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2361" href="#l_2361" class="ll">2361</a> <i>doe</i> ingevoegd door W.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_2363" href="#l_2363" class="ll">2363</a> CGrW. <i>sach ende merkedi</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2371" href="#l_2371" class="ll">2371</a> <i>mede gaen</i>; Reineke 2265 heeft: <i>lt overgn</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2373" href="#l_2373" class="ll">2373</a> <i>mouden</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2374" href="#l_2374" class="ll">2374</a> GrW. <i>vroeden bouden</i>, maar blijkbaar moet het hs. +hebben <i>houden</i>. Verg. <a href="#l_2344">2344</a>.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_2375" href="#l_2375" class="ll">2375</a> <i>meesterlike</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2383" href="#l_2383" class="ll">2383</a> CGr. <i>gheraecte doe</i>; bij W. <i>genaecte doe</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2386" href="#l_2386" class="ll">2386</a> <i>Aldaer vandic</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2389" href="#l_2389" class="ll">2389</a> <i>nie</i>, dus C.; bij GrW. <i>ie</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2391" href="#l_2391" class="ll">2391</a> <i>Ic en</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2392" href="#l_2392" class="ll">2392</a> het tweede <i>sonder</i>, invoegsel van W.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_2400" href="#l_2400" class="ll">2400</a> <i>enen</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2416" href="#l_2416" class="ll">2416</a> <i>hem so quite</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2424" href="#l_2424" class="ll">2424</a> <i>m. coenen s.</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2426" href="#l_2426" class="ll">2426</a> <i>hulpen</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2427" href="#l_2427" class="ll">2427</a> <i>quame</i>, dus C.; bij GrW. <i>quam</i>. Gr. veranderde hier, +omdat in C. met dat vers eene nieuwe afdeeling begint, die echter +blijkbaar met <a href="#l_2421">2421</a> moet aanvangen, verg. <i>Reineke</i> vs. 2305.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_2431" href="#l_2431" class="ll">2431</a> <i>menechfoudeghe</i>, doch verg. <a href="#l_505">505</a>, <a href="#l_542">542</a>, <a href="#l_898">898</a>.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_2434" href="#l_2434" class="ll">2434</a> <i>na hem reden</i> uit de omwerking, +in plaats van: <i>hadden geleden</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2435" href="#l_2435" class="ll">2435</a> <i>daghen</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2436" href="#l_2436" class="ll">2436</a> <i>meneghen stonden</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2441" href="#l_2441" class="ll">2441</a> C. <i>Sheere</i>, GrW. <i>Sheren</i>. Zie over de apocope <span class="mixcap">Huyd.</span> op +<i>Stoke</i>, 2 D., bl. 150.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_2443" href="#l_2443" class="ll">2443</a> <i>catte</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2452" href="#l_2452" class="ll">2452</a> <i>danct</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2454" href="#l_2454" class="ll">2454</a> <i>hi soude</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2473" href="#l_2473" class="ll">2473</a> <i>leedden Reinaerde</i>. <span class="mixcap">Willems</span> werpt <i>te</i> weg; doch verg. +<a href="#l_2673">2673</a>.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_2475" href="#l_2475" class="ll">2475</a> <i>wijsde</i> met C., GrW. <i>wijste</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2477" href="#l_2477" class="ll">2477</a> <i>soudic u wisen</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2479" href="#l_2479" class="ll">2479</a> <i>uut</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2481" href="#l_2481" class="ll">2481</a> C. <i>Mine</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2483" href="#l_2483" class="ll">2483</a> <i>Allegader</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2485" href="#l_2485" class="ll">2485</a> <i>ghetrouwe</i>, dus CGr. W. las willekeurig <i>gehouwe</i>.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_2488" href="#l_2488" class="ll">2488</a> <i>voor</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2489" href="#l_2489" class="ll">2489</a> C. <i>ghi mi</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2490" href="#l_2490" class="ll">2490</a> C. <i>Ende Bruun alle mine onsculde</i>. GrW. lezen met +<i>Reineke</i>: <i>Ende alle mine broke ende sculde</i>; maar uit <a href="#l_2493">2493</a> blijkt dat +Bruun hier op zijne plaats is.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_2506" href="#l_2506" class="ll">2506</a> C. <i>argentieren</i>; GrW. <i>argertieren</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2512" href="#l_2512" class="ll">2512</a> W. <i>Ende dese v.</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2517" href="#l_2517" class="ll">2517</a> <i>belanct</i>, doch zie de voorbeelden +bijgebracht <i>Heim.</i> bl. 369.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_2521" href="#l_2521" class="ll">2521</a> <i>Ne gh. u niet</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2524" href="#l_2524" class="ll">2524</a> <i>wancost</i> bij W. is drukfout.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_2527" href="#l_2527" class="ll">2527</a> <i>Dat en d.</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2532" href="#l_2532" class="ll">2532</a> <i>die ere</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2533" href="#l_2533" class="ll">2533</a> <i>mijn</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2535" href="#l_2535" class="ll">2535</a> <i>eren</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2536" href="#l_2536" class="ll">2536</a> <i>groot</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2538" href="#l_2538" class="ll">2538</a> <i>wale jonne</i>; maar dan behoorde het te zijn <i>anne</i>. +Blijkbaar heeft de afschrijver den infinitivus verworpen om een schijnbaar +zuiverder rijm te verkrijgen; doch zie Mnl. Vsb. bl. 113 en 168–9.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_2539" href="#l_2539" class="ll">2539</a> <i>trouwen</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2540" href="#l_2540" class="ll">2540</a> <i>vrouwen</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2550" href="#l_2550" class="ll">2550</a> W. <i>Hoe die coninc</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2552" href="#l_2552" class="ll">2552</a> <i>Reinaert spr.</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2561" href="#l_2561" class="ll">2561</a> <i>de waerheit</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2567" href="#l_2567" class="ll">2567</a> <i>no wijf</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2573" href="#l_2573" class="ll">2573</a> GrW. <i>die avonture</i>. <i>Die</i> bracht Gr. in den tekst omdat +men in C. gelezen had <i>hi avonture</i>, waar echter wel <i>bi</i> zal staan, dat +den natuurlijksten zin geeft.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_2574" href="#l_2574" class="ll">2574</a> C. <i>ghehidelt</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2575" href="#l_2575" class="ll">2575</a> W. <i>tes</i>, CGr. <i>es</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2577" href="#l_2577" class="ll">2577</a> <i>mijn</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2578" href="#l_2578" class="ll">2578</a> <i>weset</i>, W. <i>wetic</i>, Gr. <i>wetet</i>, zoo als men meende in +C. te lezen. Merkwaardig is de uitdrukking <i>getrouwe wesen</i>, voor het +gewone ww. <i>ghetrouwen</i>, dat b.v. <a href="#l_3365">3365</a> staat. Moet men ook lezen: +<i>Ne wilt ooc niemen so ghetrouwen</i>? als <i>Wal.</i> 8584? Verg. dan aldaar 2 D. bl. 207.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_2579" href="#l_2579" class="ll">2579</a> W. <i>sout laten</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2589" href="#l_2589" class="ll">2589</a> <i>in dene side</i>; maar de beteek. zal toch wel zijn: <i>aan +kant</i>, <i>wegdoen</i>. Zie daarover <i>Wal.</i> 2 D. bl. 205.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_2592" href="#l_2592" class="ll">2592</a> <i>ooc</i> door mij ingevoegd uit <i>Reineke</i> 2468.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_2598" href="#l_2598" class="ll">2598</a> <i>Hoe dicken suldi</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2608" href="#l_2608" class="ll">2608</a> CGr. <i>wanen</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2617" href="#l_2617" class="ll">2617</a> <i>ja, ja</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2621" href="#l_2621" class="ll">2621</a> <i>die</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2633" href="#l_2633" class="ll">2633</a> <i>Dies maent hi u bi der trouwen</i> (:<i>vrouwen</i>)</div> + +<div class="ln"><a id="ln_2635" href="#l_2635" class="ll">2635</a> De vijf tusschen teksthaken geplaatste verzen, +gedeeltelijk uit de omwerking genomen, vervangen dit enkele, dat C. +heeft: <i>Ende die ic den coninc sculdich bem.</i> Dat er hier iets ontbrak +was duidelijk, en ook reeds door <span class="mixcap">Grimm</span> aangewezen, bl. 283.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_2647" href="#l_2647" class="ll">2647</a> <i>ende menich coude</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2652" href="#l_2652" class="ll">2652</a> <i>die ries</i>, doch zie <span class="mixcap">Grimm</span>, pag. CLX.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_2656" href="#l_2656" class="ll">2656</a> <i>was te voren eer</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2658" href="#l_2658" class="ll">2658</a> <i>last</i>, dus W. naar de omwerking; CGr. <i>past</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2660" href="#l_2660" class="ll">2660</a> <i>scone</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2662" href="#l_2662" class="ll">2662</a> C. <i>wee desen</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2663" href="#l_2663" class="ll">2663</a> <i>sone</i> (<span class="mixcap">Willems</span>: <i>tone</i>), <i>Rijn, waers te d.</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2665" href="#l_2665" class="ll">2665</a> <i>saken</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2671" href="#l_2671" class="ll">2671</a> <i>Ghene</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2672" href="#l_2672" class="ll">2672</a> <i>enen</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2680" href="#l_2680" class="ll">2680</a> <i>berke</i>, C. <i>burne</i>, Gr. <i>borne</i>. +De verbetering is van <span class="mixcap">Willems</span>.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_2683" href="#l_2683" class="ll">2683</a> <i>ine</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2687" href="#l_2687" class="ll">2687</a> <i>ghi here waert</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2688" href="#l_2688" class="ll">2688</a> <i>het es also</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2689" href="#l_2689" class="ll">2689</a> <span class="mixcap">Willems</span> wilde lezen: <i>al eist mijn scame</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2693" href="#l_2693" class="ll">2693</a> <i>hem de provende niet ghenoegen</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2695" href="#l_2695" class="ll">2695</a> <i>Hi cl. van hongere ende k.</i>; maar het rhythmus van het +volgende vers leert dat <i>van hongere</i> hier niets dan een glosseem is.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_2697" href="#l_2697" class="ll">2697</a> <i>Doe hi kermede ende wart traech</i>. Ik heb de voorkeur +gegeven aan de lezing van de omwerking.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_2707" href="#l_2707" class="ll">2707</a> <i>eren.... vromen</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2712" href="#l_2712" class="ll">2712</a> <i>verwatenen</i>; doch zie Mnl. Vsb., bl. 132–3</div> + +<div class="ln"><span class="ll"><a id="ln_2718" href="#l_2718" class="lla">2718</a> en <a href="#l_2720" class="lla">20</a></span> GrW. <i>te banne</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2719" href="#l_2719" class="ll">2719</a> <i>sp. Reinaert nadat g. s.</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2721" href="#l_2721" class="ll">2721</a> <i>Reinaert lietic u</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2722" href="#l_2722" class="ll">2722</a> <i>Cuwaerde.... enen</i>, dus CGr. bij W. <i>een</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2726" href="#l_2726" class="ll">2726</a> W. <i>Daer gi</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2732" href="#l_2732" class="ll">2732</a> <i>jonne</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2733" href="#l_2733" class="ll">2733</a> C. <i>hi ende mi</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2735" href="#l_2735" class="ll">2735</a> <i>rede</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2739" href="#l_2739" class="ll">2739</a> <i>in sijn hof</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2743" href="#l_2743" class="ll">2743</a> alleen bij W. <i>coninghinnen</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2744" href="#l_2744" class="ll">2744</a> Deze regel ontbreekt in het hs. en is van mijne vinding. +<span class="mixcap">Willems</span> laschte in: <i>Die hi te recht wel mochte minnen</i>, en in het +volgende vers, achter <i>mi</i> de woorden: <i>sprac hi</i>.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_2746" href="#l_2746" class="ll">2746</a> L. <i>met live</i>?</div> + +<div class="ln"><a id="ln_2755" href="#l_2755" class="ll">2755</a> <i>sinnen</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2757" href="#l_2757" class="ll">2757</a> <i>vele ghebeden vor hem</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2764" href="#l_2764" class="ll">2764</a> <i>waerven</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2770" href="#l_2770" class="ll">2770</a> <i>ghene</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2777" href="#l_2777" class="ll">2777</a> W. <i>Ende dan wille hi</i>; +CGr. <i>Ende v. R. danen wille hi</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2780" href="#l_2780" class="ll">2780</a> W. <i>sonderliker</i>, drukfout.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_2789" href="#l_2789" class="ll">2789</a> <i>alle</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2792" href="#l_2792" class="ll">2792</a> <i>Te Tic.</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2797" href="#l_2797" class="ll">2797</a> <i>tes coninx waert</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2798" href="#l_2798" class="ll">2798</a> <i>Tib. bleef sere</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2799" href="#l_2799" class="ll">2799</a> <i>Ende hi bleef</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2801" href="#l_2801" class="ll">2801</a> <i>sorgen so groot</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2803" href="#l_2803" class="ll">2803</a> <i>sine</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2804" href="#l_2804" class="ll">2804</a> <i>Die hi</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2809" href="#l_2809" class="ll">2809</a> <i>Reinaerde ie</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2810" href="#l_2810" class="ll">2810</a> <i>met groten gheninde</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2811" href="#l_2811" class="ll">2811</a> <i>voor</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2817" href="#l_2817" class="ll">2817</a> <i>Worden si</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2818" href="#l_2818" class="ll">2818</a> <i>verwoede</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2819" href="#l_2819" class="ll">2819</a> <i>dan men hem dede</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2821" href="#l_2821" class="ll">2821</a> <i>voerese</i>, dus C. bij GrW. <i>voerdese</i>. CGrW. <i>als</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2823" href="#l_2823" class="ll">2823</a> <i>binnen ere nacht</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2826" href="#l_2826" class="ll">2826</a> De alinea begint eerst bij het volg. vers.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_2833" href="#l_2833" class="ll">2833</a> Hadd. <span class="smcap">IIII</span> v. sc.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_2835" href="#l_2835" class="ll">2835</a> <i>sal</i> <span class="smcap">IIII</span> <i>scoen</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2836" href="#l_2836" class="ll">2836</a> <i>coninghinnen</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2839" href="#l_2839" class="ll">2839</a> <span class="smcap">IIII</span></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2840" href="#l_2840" class="ll">2840</a> CGr. <i>Helpt nu</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2843" href="#l_2843" class="ll">2843</a> <i>sine</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2848" href="#l_2848" class="ll">2848</a> <i>eren</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2852" href="#l_2852" class="ll">2852</a> <i>moetet</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2853" href="#l_2853" class="ll">2853</a> <i>des Gods</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2856" href="#l_2856" class="ll">2856</a> <i>Dinen</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2857" href="#l_2857" class="ll">2857</a> <i>Hets dijn n.</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2858" href="#l_2858" class="ll">2858</a> <i>wilre gherne mijn m.</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2859" href="#l_2859" class="ll">2859</a> <i>u wel ghem.</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2861" href="#l_2861" class="ll">2861</a> <i>Isengrijn dr.</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2863" href="#l_2863" class="ll">2863</a> <i>gheven twee soen</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2864" href="#l_2864" class="ll">2864</a> <i>u vaert mede</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2866" href="#l_2866" class="ll">2866</a> <i>dher</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2868" href="#l_2868" class="ll">2868</a> <i>beide sine</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2871" href="#l_2871" class="ll">2871</a> W. <i>hielt</i>; C. <i>leden</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2881" href="#l_2881" class="ll">2881</a> <i>Bachten van beide haren voeten</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2882" href="#l_2882" class="ll">2882</a> <i>wel soeten</i>; doch verg. <a href="#l_621">621</a>, <a href="#l_3413">3413</a></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2885" href="#l_2885" class="ll">2885</a> <i>lieve</i>, invoegsel van W. uit de omw.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_2895" href="#l_2895" class="ll">2895</a> <i>al dat</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2900" href="#l_2900" class="ll">2900</a> <i>moete mi wr.</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2903" href="#l_2903" class="ll">2903</a> <i>neware</i>, dus C.; bij GrW. <i>te ware</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2911" href="#l_2911" class="ll">2911</a> <i>helpt.... ic</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2912" href="#l_2912" class="ll">2912</a> <i>vor de sonne</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2913" href="#l_2913" class="ll">2913</a> <i>sijn</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2917" href="#l_2917" class="ll">2917</a> <i>voeten</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2922" href="#l_2922" class="ll">2922</a> <i>vrouwen</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2923" href="#l_2923" class="ll">2923</a> <i>wel</i> is een invoegsel van mijne hand.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_2924" href="#l_2924" class="ll">2924</a> <i>Nu doet Reinaert g. u. cn.</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2926" href="#l_2926" class="ll">2926</a> W. <i>naesten</i>, dat ik nimmer aantrof.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_2936" href="#l_2936" class="ll">2936</a> <i>wats dan</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2941" href="#l_2941" class="ll">2941</a> <i>daer af</i>, invoegsel van mij.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_2942" href="#l_2942" class="ll">2942</a> <i>pen. daer af ontfaen</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2944" href="#l_2944" class="ll">2944</a> <i>hem wel</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2947" href="#l_2947" class="ll">2947</a> W. <i>geesterliker</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2949" href="#l_2949" class="ll">2949</a> <i>Jeghen bisscop ende jeghen den deken</i>—CGr. <i>dat ic u</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2954" href="#l_2954" class="ll">2954</a> <i>also</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2957" href="#l_2957" class="ll">2957</a> <i>beefde</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2958" href="#l_2958" class="ll">2958</a> <i>sine autare</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2964" href="#l_2964" class="ll">2964</a> <i>Reinaerts</i>, CGr. <i>sine</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2971" href="#l_2971" class="ll">2971</a> <i>tranen</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2973" href="#l_2973" class="ll">2973</a> <i>jammerlike in sine herte</i>; doch verg. <i>Reineke</i> 2753.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_2974" href="#l_2974" class="ll">2974</a> <i>Van rouwe hadde grote sm.</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2979" href="#l_2979" class="ll">2979</a> <i>Haddet m. g.</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2982" href="#l_2982" class="ll">2982</a> C. <i>hi woude</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2984" href="#l_2984" class="ll">2984</a> <i>hem</i>, C. <i>hi</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2991" href="#l_2991" class="ll">2991</a> <i>ghene</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2992" href="#l_2992" class="ll">2992</a> <i>Uwen</i>, W. <i>Geeft mi</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_2994" href="#l_2994" class="ll">2994</a> <i>gheboot die coninc</i>; doch zie de <a href="#l_2994">omwerking</a>.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_2995" href="#l_2995" class="ll">2995</a> <i>uut</i> CGrW. <i>uutwaert</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_3005" href="#l_3005" class="ll">3005</a> W. <i>Wat rouwe hem</i>; CGr. <i>Die rauwe die hem</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_3006" href="#l_3006" class="ll">3006</a> <i>Reinaerde</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_3011" href="#l_3011" class="ll">3011</a> <i>sine</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_3016" href="#l_3016" class="ll">3016</a> <i>sameninghen</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_3026" href="#l_3026" class="ll">3026</a> <i>dese</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_3027" href="#l_3027" class="ll">3027</a> <i>sine</i> <span class="smcap">II</span> <i>achterste voeten</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_3028" href="#l_3028" class="ll">3028</a> <i>maende die diere cl. ende gr.</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_3030" href="#l_3030" class="ll">3030</a> <i>alle</i>; in C. ontbr. <i>van</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_3033" href="#l_3033" class="ll">3033</a> <i>ghebede</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_3040" href="#l_3040" class="ll">3040</a> <i>ghi</i> CGrW. <i>God</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_3044" href="#l_3044" class="ll">3044</a> <i>wandelinghen</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_3045" href="#l_3045" class="ll">3045</a> <i>onberoepen ende goedertieren</i>. +Verg. wegens <i>onberocht v. d. Houte</i>, Gloss. op <i>berocht</i>, en <span class="mixcap">de Vries</span>, +<i>Brief over Kar. Gr.</i>, bl. 6.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_3048" href="#l_3048" class="ll">3048</a> W. <i>tide</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_3050" href="#l_3050" class="ll">3050</a> W. <i>loveren</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_3053" href="#l_3053" class="ll">3053</a> <i>sonderlinghe</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_3058" href="#l_3058" class="ll">3058</a> W. <i>Aen dat casteel van M.</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_3060" href="#l_3060" class="ll">3060</a> <i>Doe sprac hi</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_3072" href="#l_3072" class="ll">3072</a> <i>manieren</i>; W. <i>menegen</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_3077" href="#l_3077" class="ll">3077</a> <i>vonden si</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_3079" href="#l_3079" class="ll">3079</a> <i>sorghen</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_3081" href="#l_3081" class="ll">3081</a> <i>als</i> is een invoegsel van mij.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_3084" href="#l_3084" class="ll">3084</a> W. <i>wonder</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_3091" href="#l_3091" class="ll">3091</a> <i>Cuwaerde</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_3093" href="#l_3093" class="ll">3093</a> C. <i>lyende</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_3096" href="#l_3096" class="ll">3096</a> <i>trouwen</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_3098" href="#l_3098" class="ll">3098</a> <i>ene gr. p.</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_3105" href="#l_3105" class="ll">3105</a> <i>mordadelike</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_3106" href="#l_3106" class="ll">3106</a> W. <i>C. riep doe g.</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_3107" href="#l_3107" class="ll">3107</a> W. <i>Help</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_3109" href="#l_3109" class="ll">3109</a> <i>was sciere</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_3112" href="#l_3112" class="ll">3112</a> <i>gaen wi</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_3114" href="#l_3114" class="ll">3114</a> GrW. <i>ten brase</i>, van welk woord ik geen tweede +voorbeeld weet. C. heet te lezen <i>base</i>, maar er zal wel staan <i>hase</i>, +d.i. zonder de Vlaamsche adspiratie, die in dat hs. voorkomt, <i>ase</i>, van +<i>aes</i>. Dat <i>h</i> en <i>b</i> te verwisselen zijn, blijkt, daar b.v. <a href="#l_2577">2577</a> (2597) +door <span class="mixcap">Graeter</span> <i>hi</i> voor <i>bi</i> gelezen werd.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_3116" href="#l_3116" class="ll">3116</a> <i>Haren</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_3120" href="#l_3120" class="ll">3120</a> <i>dancte</i>, waarvoor ik <i>bat</i> uit de omwerking nam; +CGr. <i>goets</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_3124" href="#l_3124" class="ll">3124</a> <i>jans</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_3132" href="#l_3132" class="ll">3132</a> <i>sal</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_3133" href="#l_3133" class="ll">3133</a> <i>daghen</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_3134" href="#l_3134" class="ll">3134</a> <i>sijn daghen mee</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_3139" href="#l_3139" class="ll">3139</a> <i>hede</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_3140" href="#l_3140" class="ll">3140</a> <i>Ende die</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_3146" href="#l_3146" class="ll">3146</a> <i>daer wonen</i> <span class="smcap">VII</span></div> + +<div class="ln"><a id="ln_3147" href="#l_3147" class="ll">3147</a> <i>l. wand. sonder sc.?</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_3148" href="#l_3148" class="ll">3148</a> <i>hebben daer gr.</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_3150" href="#l_3150" class="ll">3150</a> C. <i>en loghe</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_3154" href="#l_3154" class="ll">3154</a> <i>Nu hebdi</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_3156" href="#l_3156" class="ll">3156</a> <i>van</i>, invoegsel van mij.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_3157" href="#l_3157" class="ll">3157</a> <i>Ende hebt p.</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_3160" href="#l_3160" class="ll">3160</a> W. <i>seidet</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_3161" href="#l_3161" class="ll">3161</a> <i>dat hi mi</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_3162" href="#l_3162" class="ll">3162</a> <i>diedet niet</i></div> + +<div class="ln"><span class="ll"><a id="ln_3169" href="#l_3169" class="lla">3169</a>–<a id="ln_3170" href="#l_3170" class="lla">70</a></span> staan in C. in omgekeerde orde.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_3175" href="#l_3175" class="ll">3175</a> <i>Alse dit</i></div> + +<div class="ln"><span class="ll"><a id="ln_3181" href="#l_3181" class="lla">3181</a>–<a id="ln_3182" href="#l_3182" class="lla">2</a></span> in omgekeerde volgorde.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_3189" href="#l_3189" class="ll">3189</a> <i>lates</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_3190" href="#l_3190" class="ll">3190</a> <i>u daer R. h.</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_3191" href="#l_3191" class="ll">3191</a> W. <i>comdi niet</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_3198" href="#l_3198" class="ll">3198</a> <i>di des</i>; CGr. <i>hi dus</i>; W. <i>hi di</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_3208" href="#l_3208" class="ll">3208</a> <i>Here</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_3214" href="#l_3214" class="ll">3214</a> CGr. <i>wi doe daden</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_3220" href="#l_3220" class="ll">3220</a> <i>also</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_3222" href="#l_3222" class="ll">3222</a> <i>helpt</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_3223" href="#l_3223" class="ll">3223</a> <i>Miere moien</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_3224" href="#l_3224" class="ll">3224</a> CGr. <i>Doe riep</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_3230" href="#l_3230" class="ll">3230</a> <i>liever</i>, C. <i>leet</i>; CGrW. <i>hem iet</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_3231" href="#l_3231" class="ll">3231</a> W. <i>Dattet minen k.</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_3235" href="#l_3235" class="ll">3235</a> <i>hoghe</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_3239" href="#l_3239" class="ll">3239</a> <i>Het es</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_3240" href="#l_3240" class="ll">3240</a> CGr. <i>ende ic ne w.</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_3242" href="#l_3242" class="ll">3242</a> C. <i>waret</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_3243" href="#l_3243" class="ll">3243</a> CGr. <i>Ghebidden</i>; W. <i>ic</i>; CGrW. <i>den c.</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_3246" href="#l_3246" class="ll">3246</a> <i>Reinaert sprac.</i> W. werpt <i>ne</i> uit.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_3247" href="#l_3247" class="ll">3247</a> <i>hier bleven</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_3256" href="#l_3256" class="ll">3256</a> <i>loofde</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_3260" href="#l_3260" class="ll">3260</a> CGrW. <i>hooft</i>; zoo ook <a href="#l_3359">3359</a>.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_3261" href="#l_3261" class="ll">3261</a> <i>haddijt</i>, invoegsel van mij.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_3263" href="#l_3263" class="ll">3263</a> <i>Belijn</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_3271" href="#l_3271" class="ll">3271</a> <i>Ende sinen here die coninc h. l.</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_3272" href="#l_3272" class="ll">3272</a> <i>desen</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_3277" href="#l_3277" class="ll">3277</a> <i>stede daer hi up stoet</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_3280" href="#l_3280" class="ll">3280</a> W. <i>Dat hem</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_3281" href="#l_3281" class="ll">3281</a> <i>Reinaert Belijn</i>, doch zie de <a href="#l_3281">omwerking</a>. Uit <a href="#l_3287">3287</a> +blijkt duidelijk dat Belijn spreekt</div> + +<div class="ln"><a id="ln_3283" href="#l_3283" class="ll">3283</a> <i>U selven</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_3284" href="#l_3284" class="ll">3284</a> CGr. <i>sals hu sp.</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_3285" href="#l_3285" class="ll">3285</a> CGr. <i>dat ghi cont d.</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_3288" href="#l_3288" class="ll">3288</a> <i>dicke hets</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_3289" href="#l_3289" class="ll">3289</a> <i>jonste</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_3294" href="#l_3294" class="ll">3294</a> <i>sal u saen</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_3295" href="#l_3295" class="ll">3295</a> <i>desen selven</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_3300" href="#l_3300" class="ll">3300</a> W. <i>bevolen</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_3301" href="#l_3301" class="ll">3301</a> <i>Sprac Belijn ende dede h.</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_3304" href="#l_3304" class="ll">3304</a> <i>groot</i> ontbr.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_3309" href="#l_3309" class="ll">3309</a> <i>pinen wi</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_3310" href="#l_3310" class="ll">3310</a> CGr. <i>daer doe gheen</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_3321" href="#l_3321" class="ll">3321</a> W. <i>om</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_3322" href="#l_3322" class="ll">3322</a> <i>Belijn</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_3323" href="#l_3323" class="ll">3323</a> <i>wanen</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_3327" href="#l_3327" class="ll">3327</a> <i>alse</i>, invoegsel van mij</div> + +<div class="ln"><a id="ln_3329" href="#l_3329" class="ll">3329</a> GrW. <i>ten casteel comen</i>; C. <i>den casteel cumen</i>, +welk laatste woord stellig slecht gelezen is, zoo als ook blijkt uit de +omwerking, die heeft: <i>Ende hi henen sceiden soude</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_3337" href="#l_3337" class="ll">3337</a> W. <i>brieven</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_3338" href="#l_3338" class="ll">3338</a> W. <i>De sc.</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_3344" href="#l_3344" class="ll">3344</a> <i>letteren dichte ic bi m. r.</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_3348" href="#l_3348" class="ll">3348</a> C. <i>ant werc</i></div> + +<div class="ln"><span class="ll"><a id="ln_3353" href="#l_3353" class="lla">3353</a>–<a id="ln_3354" href="#l_3354" class="lla">4</a></span> <i>Belijns</i> (<i>: sijns</i>)</div> + +<div class="ln"><a id="ln_3356" href="#l_3356" class="ll">3356</a> <i>Dat hi sn.</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_3360" href="#l_3360" class="ll">3360</a> CGr. <i>B. ende sach dat</i> [<i>hi sprac</i> (<i>W.</i>)]</div> + +<div class="ln"><a id="ln_3365" href="#l_3365" class="ll">3365</a> CGr. <i>ghetrauwet</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_3366" href="#l_3366" class="ll">3366</a> <i>sien</i>, invoegsel van <span class="mixcap">Grimm</span></div> + +<div class="ln"><a id="ln_3367" href="#l_3367" class="ll">3367</a> <i>Die coninc</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_3370" href="#l_3370" class="ll">3370</a> <i>hief</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_3371" href="#l_3371" class="ll">3371</a> <i>Up ende</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_3374" href="#l_3374" class="ll">3374</a> GrW. <i>Alle dieren</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_3376" href="#l_3376" class="ll">3376</a> <i>lubaert</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_3377" href="#l_3377" class="ll">3377</a> W. <i>mochtet</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_3382" href="#l_3382" class="ll">3382</a> <i>ende</i> met C., bij GrW. <i>een</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_3384" href="#l_3384" class="ll">3384</a> <i>Here</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_3391" href="#l_3391" class="ll">3391</a> <i>Die st. here Br. ende here I.</i> +Doch verg. <i>Reineke</i> 3157</div> + +<div class="ln"><a id="ln_3397" href="#l_3397" class="ll">3397</a> <i>Es ghedaen mesdaet</i>, gewijzigd naar <i>Reineke</i> 3171</div> + +<div class="ln"><a id="ln_3398" href="#l_3398" class="ll">3398</a> CW. <i>wulf enten bere doen comen</i>, Gr. <i>doen coenen</i>. +Reineke 3173 gaf de verbetering aan de hand</div> + +<div class="ln"><a id="ln_3400" href="#l_3400" class="ll">3400</a> <i>Ende betren hem h. m. s.</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_3401" href="#l_3401" class="ll">3401</a> <i>Ende over h. t. ende over h. p.</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_3408" href="#l_3408" class="ll">3408</a> CGr. <i>Ende sullen sine k.</i> W. <i>Ende bi sine kele.</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_3413" href="#l_3413" class="ll">3413</a> <i>den rouwe</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_3415" href="#l_3415" class="ll">3415</a> <i>gaen maken</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_3417" href="#l_3417" class="ll">3417</a> <i>ghevanghene</i>, doch verg. <a href="#l_2996">2996</a>.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_3418" href="#l_3418" class="ll">3418</a> <i>teerst</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_3419" href="#l_3419" class="ll">3419</a> <i>sprac hi</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_3420" href="#l_3420" class="ll">3420</a> <i>vast</i> ontbr. en is door mij uit +<i>Reineke</i> 3207 ontleend.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_3421" href="#l_3421" class="ll">3421</a> C. <i>Mine</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_3427" href="#l_3427" class="ll">3427</a> CGr. <i>shere</i>, W. <i>sheren</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_3431" href="#l_3431" class="ll">3431</a> <i>ghewilleclike</i></div> + +<div class="ln"><span class="ll"><a id="ln_3433" href="#l_3433" class="lla">3433</a>–<a id="ln_3434" href="#l_3434" class="lla">4</a></span> <i>Dat gi sonder eneghe mesdaet R. moghet t. ende q.</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_3435" href="#l_3435" class="ll">3435</a> <i>alle</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_3436" href="#l_3436" class="ll">3436</a> <i>belaghen</i> l. <i>bejaghen</i>? met omw.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_3437" href="#l_3437" class="ll">3437</a> <i>Dese twee gr. vreden</i>. Ik volg de omw.</div> + +<div class="ln"><a id="ln_3441" href="#l_3441" class="ll">3441</a> <i>sweert</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_3443" href="#l_3443" class="ll">3443</a> <i>Nemmermeer</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_3445" href="#l_3445" class="ll">3445</a> <i>ghenaden</i></div> + +<div class="ln"><a id="ln_3449" href="#l_3449" class="ll">3449</a> <i>Brune sprac ic</i></div> + +<div class="fighr" style="width: 106px;"> + <img src="images/hr2-wz.png" width="106" height="8" alt="" title="" /> +</div> + +</div> + +<p><span class="pagenum" title="131"></span><a id="p_131"></a></p> + +<div id="vw"> + +<h2 class="h2groot">VERKLARENDE WOORDENLIJST.</h2> + +<p><span class="pagenum" title="132"></span><a id="p_132"></a><br /> +<span class="pagenum" title="133"></span><a id="p_133"></a></p> + +<h2>VERKLARENDE WOORDENLIJST.</h2> + +<div class="fighr" style="width: 106px;"> + <img src="images/hr2-zw.png" width="106" height="8" alt="" title="" /> +</div> + +<h3 class="h3vw" id="VW_A">A.</h3> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_a1">Achte</em>, <a href="#l_685">685</a>, <i>gevangenschap</i>, <i>hechtenis</i>, <i>beklemming</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_a2">Achter bliven</em>, <a href="#l_96">96</a>, <a href="#l_2464">2464</a>, <i>achterwege blijven</i>. Zie <i>Lsp. gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_a3">Achter lande</em>, <a href="#l_2407">2407</a>, <i>door het land heen</i>. Zie <span class="smcap">HUYD.</span> op <i>Stoke</i>, 2 Dl., +bl. 20; <i>Lsp. gloss.</i> <i>Ferg.</i>, 1423. Zoo ook <i>achter straten</i>, aldaar 727.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_a4">Achter rugghe</em>, <a href="#l_1730">1730</a>, <i>achterwaarts</i>. Zie <span class="smcap">HUYD.</span> op <i>Stoke</i>, 3 Dl., bl. +219.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_a5">Aerminc</em>, <a href="#l_2077">2077</a>, <a href="#l_2210">2210</a>, <i>arm man</i>, <i>ongelukkige</i>. Verg. <span class="smcap">HUYD.</span> op <i>Stoke</i>, 1 +Dl., bl. 418.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_a6">Aes</em>, <a href="#l_3114">3114</a>, <i>spijs</i>. Zie <span class="smcap">KIL.</span> en verg. <i>Velthem</i>, bl. 268, 279.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_a7">Aex</em>, <a href="#l_701">701</a>, <a href="#l_735">735</a>, <i>bijl</i>, <i>akst</i>. Zie <span class="smcap">CLIGNETT</span>, <i>Bijdr.</i>, bl. 178–180. +<i>Lanc.</i> 21632 heeft <i>hache</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_a8">Af</em>, <a href="#l_21">21</a>, <a href="#l_1042">1042</a>, <a href="#l_1348">1348</a>, <i>van</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_a9">Afbernen</em>, <a href="#l_1506">1506</a>, <i>afbranden</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_a10">Al</em>, <a href="#l_741">741</a>, <a href="#l_932">932</a>, <a href="#l_1257">1257</a>, <i>geheel</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_a11">Al in een</em>, <a href="#l_1255">1255</a>, <i>aanhoudend</i>, <i>voortdurend</i>. Zie <i>Lsp. gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_a12">Al te</em>, <a href="#l_784">784</a>; <a href="#l_2827">2827</a> alleen <em class="g" id="vw_a13">te</em>; <i>zeer</i>. Zie <i>Lsp. gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_a14">Altehant</em>, <a href="#l_539">539</a>, <i>terstond</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_a15">Aldusghedaen</em>, <a href="#l_3054">3054</a>; <em class="g" id="vw_a16">aldustaen</em>, <a href="#l_862">862</a>, <i>zoodanig</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_a17">Algader</em>, <a href="#l_1276">1276</a>, <a href="#l_1455">1455</a>, <i>geheel en al</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_a18">Alghemene</em>, <a href="#l_3115">3115</a>, <i>te samen</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_a19">Alnaect</em>, <a href="#l_1257">1257</a>, <i>moedernaakt</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_a20">Als ende als</em>, <a href="#l_3010">3010</a>, <a href="#l_3264">3264</a>, <i>geheel en al</i>; in de tweede plaats zooveel +als <i>dringend</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_a21">Also</em>, of <em class="g" id="vw_a22">noch also</em>, bij een adject. <i>meer</i>, b.v. <a href="#l_1342">1342</a>, <em class="g" id="vw_a23">noch also quaet</em>, +<i>boozer</i>. Zie <span class="smcap">HUYD.</span> op <i>Stoke</i>, 1 Dl., bl. 169.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_a24">Also</em>, <a href="#l_1345">1345</a>, <i>als</i>, <i>zoo als</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_a25">Altoos</em>, <a href="#l_2947">2947</a>, <a href="#l_2986">2986</a>, <i>altijd</i>. Zie <i>Floris, gloss.</i> In de eerste plaats +meer in den zin van <i>immers</i>, zoo als wij het nog wel gebruiken.</p> + +<p><span class="pagenum" title="134"></span><a id="p_134"></a></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_a26">An</em>, zie <em class="g"><a href="#vw_o41" class="vw_ref">Onnen</a></em>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_a27">An</em>, duidt in 't algemeen de betrekking aan, die wij nu eens door <i>aan</i>, +dan door <i>op</i>, <i>in</i>, <i>tot</i>, <i>bij</i>, <i>naar</i>, <i>nabij</i> uitdrukken; <a href="#l_93">93</a>, <a href="#l_1003">1003</a>, +<a href="#l_1102">1102</a>, <a href="#l_1127">1127</a>, <a href="#l_1248">1248</a>, <a href="#l_1435">1435</a>, <a href="#l_2274">2274</a>. De werkwoorden die op een of andere wijze +eene ontleening van elders aanduiden, hebben in 't Mnl. den persoon van +wien ontleend wordt met <i>an</i> verbonden bij zich: b.v. <a href="#l_204">204</a>, <a href="#l_1427">1427</a>. Verg. +<i>Lsp. gloss.</i> Daarme komt overeen het <i>delen an hoghen aflate</i>, <a href="#l_2894">2894</a>; +en <i>versaden ane</i>, <a href="#l_212">212</a>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_a28">Andersins</em>, <a href="#l_84">84</a>, <i>in anderen zin</i>, <i>anders</i>. Ietwat afwijkend is de +beteekenis <i>Floris</i> 1374, 3947.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_a29">Aneslaen</em>, <a href="#l_442">442</a>, <i>beginnen te zingen</i>. Zie <i>Lsp. gloss.</i> Nog van het +zingen der vogels en het bassen der honden in gebruik.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_a30">Anevaerden</em>, <a href="#l_3314">3314</a>, <i>de vaart ergens heen ondernemen</i>; <i xml:lang="la">aggredi</i> (<span class="smcap">KIL.</span>).</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_a31">Angaen</em>, <a href="#l_187">187</a>, <i>ondernemen</i>, <i>aanvangen</i>, <i xml:lang="la">suscipere</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_a32">Angaen</em>, <a href="#l_814">814</a>, <i>aanvallen</i>; <a href="#l_261">261</a>, <i>tot zich nemen</i>, <i>zich meester maken van +iets</i>, <i>aanvaarden</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_a33">Anscijn worden</em>, <a href="#l_1781">1781</a>, <i>blijken</i>. Verg. <span class="smcap">HUYD.</span> op <i>Stoke</i>, 2 Dl., bl. +168–170.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_a34">Antien</em>, <a href="#l_2066">2066</a>, <i>aantijgen</i>. Zie <i>Lsp. gloss.</i> op <i>Tien</i>. Zie ook hier op +<a href="#vw_t33" class="vw_ref">dat woord</a>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_a35">Apeert</em>, <a href="#l_204">204</a>, <i>openlijk</i>, <i>blijkbaar</i>, <i>onbeschaamd</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_a36">Arbeit</em>, <a href="#l_743">743</a>, <a href="#l_2856">2856</a>, <i>moeite</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_a37">Archede</em>, <a href="#l_2515">2515</a>, <em class="g" id="vw_a38">Archeit</em>, <a href="#l_2940">2940</a>, <i>kwaad</i>, <i>boosheid</i>, <i>ondeugd</i>. Zie <i>Lsp. +gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_a39">Arghertiere</em>, <a href="#l_2506">2506</a>, <i>boos</i>, <i>ondeugend</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_a40">Avonture</em>, <a href="#l_624">624</a>, <i>de fortuin</i>, <i>het geluk</i> (<i>als persoon voorgesteld</i>). <em class="g" id="vw_a41"><a href="#vw_b103" class="vw_ref">Bi</a> +aventure</em>, <a href="#l_161">161</a>, <a href="#l_349">349</a>, <a href="#l_2573">2573</a>, <i>bij toeval</i>. <a href="#l_1393">1393</a>, <a href="#ln_401">401 var.</a>, <i>ongeval</i>. <a href="#l_4">4</a>, +<a href="#l_31">31</a>, <i>verhaal van gebeurde zaken</i>, <i>geschiedenis</i>. <em class="g" id="vw_a42">In avonture setten</em>, +<a href="#l_1353">1353</a>, <i>in de waagschaal stellen</i>, <i>op het spel zetten</i>. Verg. <span class="smcap">GRIMMS</span> +uitstekende monografie over dit woord in de verschillende beteekenissen +die het doorloopen heeft.</p> + +<h3 class="h3vw" id="VW_B">B.</h3> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_b1">Bachten</em>, <a href="#l_1290">1290</a>, <a href="#l_2881">2881</a>, <i>van achter</i>, <i>aan den achterkant</i>. Verg. <span class="smcap">CLIGNETT</span>, +<i>Bijdr.</i>, bl. 374–375.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_b2">Baerde</em>, <a href="#l_701">701</a>, <i>bijl</i>. Nog over in <i>hellebaard</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_b3">Bake</em>, <a href="#l_217">217</a>, <a href="#l_227">227</a>, <a href="#l_1517">1517</a>, <a href="#l_1523">1523</a>, <a href="#l_2127">2127</a>, <i>varken</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_b4">Balch</em>, <a href="#l_2800">2800</a>, <i>ligchaam</i>, <i>buik</i>, eigenl. een <i>huidenzak</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_b5">Balch</em>, zie <em class="g"><a href="#vw_b44" class="vw_ref">Belghen</a></em>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_b6">Ban</em>, <a href="#l_264">264</a>, <span class="smcap">KIL.</span>: <i xml:lang="la">proclamatio</i>, <i xml:lang="la">edictum publicum</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_b7">Ban</em>, <a href="#l_2700">2700</a>, <i>banvloek</i>, <span class="smcap">KIL.</span>: <i xml:lang="la">Dira proscriptio</i>, <i xml:lang="la">anathema</i>. Zie nog +andere beteekenissen van dit woord in de woordenlijsten op de +<i>Doctrinale</i> en de <i>Mnlp.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_b8">Banderside</em>, <a href="#l_1830">1830</a>, <i>ter andere zijde</i>. Zie het <i>gloss.</i> op de +<i>Lorreinen</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_b9">Baraet</em>, <a href="#l_353">353</a>, <a href="#l_483">483</a>, <a href="#l_1196">1196</a>, <a href="#l_1486">1486</a>, <a href="#l_1708">1708</a>, <a href="#l_2049">2049</a>, <a href="#l_2359">2359</a>, <a href="#l_3073">3073</a>, <a href="#l_3387">3387</a>, <span class="pagenum" title="135"></span><a id="p_135"></a><i>bedrog</i>. +Het is het fransche <i>barat</i>, en komt veel voor; zie <span class="smcap">HUYD.</span> op <i>Stoke</i>, 2 +Dl., bl. 210–211, en <span class="smcap">CLIGNETT</span>, <i>Bijdr.</i>, bl. 349–350.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_b10">Barbecane</em>, <a href="#l_522">522</a>, <i>voorwerk eener vesting</i>; fransch woord, bij vlaamsche +schrijvers niet ongewoon, b.v. <i>Troj. Orl.</i> (<i>O. Vl. Ged.</i> I), 3003. +<i>Rose</i>, 3784, vindt men het ww. <i>barbelcanen</i>, in de beteekenis van: +<i>met een voormuur omgeven</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_b11">Baren</em>, <a href="#l_2380">2380</a>, <i>zich vertoonen</i>. Verg. <i>Lorreinen gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_b12">Bassen</em>, <a href="#l_1597">1597</a>, <i>aanblaffen</i>. Gewoonlijk wordt het intrans. gebruikt; zie +<span class="smcap">CLIGNETT</span>, <i>Bijdr.</i>, bl. 157–159.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_b13">Bat</em>, in 't rijm voor <em class="g"><a href="#vw_b87" class="vw_ref">Bet</a></em>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_b14">Bate</em>, <a href="#l_2893">2893</a>, <i>voordeel</i>. Maar <i>bate</i> is eigenlijk <i>betering</i>, <i>herstel</i>, +vandaar <i>in bate staen</i>, <a href="#l_192">192</a>, <i>beteren</i>, <i>boeten</i>. Zie <i>Lorreinen +gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_b15">Bedi</em>, <a href="#l_2975">2975</a>, <a href="#l_3162">3162</a>, <i>omdat</i>; <a href="#l_2331">2331</a>, <a href="#l_2892">2892</a>, <a href="#l_3110">3110</a>, <i>want</i>. Eigenlijk een oude +instrumentaalvorm. Zie voorbeelden in de plaatsen aangehaald <i>Doctr. +gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_b16">Bedocht sijn</em>, <a href="#l_84">84</a>, <i>bedacht zijn</i>, <i>besluiten</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_b17">Bedraghen</em> (<em class="g" id="vw_b18">Hem</em>), <a href="#l_2134">2134</a>, <a href="#l_2654">2654</a>, <a href="#l_2694">2694</a>, <i>zich onderhouden</i>, <i>zich</i> (<i>met +iets</i>) <i>behelpen</i>. Zie <i>Lsp. gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_b19">Bedraghen</em>, <a href="#l_2200">2200</a>, <a href="#l_2235">2235</a>; part. <em class="g" id="vw_b20">bedreghen</em>, <a href="#l_2503">2503</a>, <i>beschuldigen</i>, +<i>aanklagen</i>. Zie <span class="smcap">DE JAGER</span>, <i>Nalezing op 't gloss. van Prof.</i> <span class="smcap">LULOFS</span>, bl. +14–16.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_b21">Bedwanc</em>, <a href="#l_886">886</a>, <a href="#l_1845">1845</a>, <i>dwang</i>, <i>overmacht</i>. Zie <i>Floris</i>, 345, 2848. <i>Car. +en Eleg.</i>, 372, 1187.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_b22">Begheven</em>, <a href="#l_24">24</a>, <a href="#l_155">155</a>, <a href="#l_2940">2940</a>, <i>nalaten</i>; <a href="#l_273">273</a>, <i>verlaten</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_b23">Begheven</em>, <a href="#l_1501">1501</a>, <i>de wereld voor het klooster verlaten</i>; het part. +<em class="g" id="vw_b24">begheven</em>, <a href="#l_369">369</a>, <a href="#l_1488">1488</a>, <i>van de wereld afgezonderd</i>, <i>geordend</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_b25">Beghien</em>, part. <em class="g" id="vw_b26">beghiet</em>, <a href="#l_2934">2934</a>, <i>erkennen</i>. <span class="mixcap">Maerl.</span>, <i>Sp. Hist.</i>, 3 Dl., +bl. 257. Zie <span class="smcap">DE JAGER</span>, <i>Verscheidenheden</i>, bl. 278–282.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_b27">Beghinnen</em>, 3 p. sing. praet. <em class="g" id="vw_b28">begonste</em>, <a href="#l_64">64</a>, <a href="#l_146">146</a>, <a href="#l_1323">1323</a> (<a href="#l_2110">2110</a>). <span class="mixcap">Maerl.</span>, +<i>Sp. Hist.</i>, 3 Dl., bl. 186, 286. Zie ook <i>Lsp. gloss.</i> op <i>began</i>; +<span class="smcap">HUYD.</span> op <i>Stoke</i>, 1 Dl., bl. 41, 97; 2 Dl., bl. 487.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_b29">Begripen</em>, <a href="#l_32">32</a>, <i>berispen</i>. Zie <i>gloss.</i> op <i>Doctr.</i> en <i>Lsp.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_b30">Behendichede</em>, <a href="#l_2465">2465</a>, <i>beleid</i>, <i>slimheid</i>. Zie <span class="smcap">CLIGNETT</span>, <i>Bijdr.</i>, bl. +311–312.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_b31">Beiaert</em>, <a href="#l_1272">1272</a>, <i xml:lang="la">frequentamentum tintinnabulorum</i> (<span class="smcap">KIL.</span>). <em class="g" id="vw_b32">Den beiaert +slaen</em>, <i>de klok luiden</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_b33">Beide</em>, <a href="#l_681">681</a>, <a href="#l_745">745</a>, <a href="#l_1491">1491</a>, <i>beide</i>, <i>alle twee</i>. Maar als <i>beide</i> voorop +staat, en gevolgd wordt door twee of drie verschillende zelfst. nw. +beteekent het <i>zoowel — als</i>, b.v. <a href="#l_13">13</a>, <a href="#l_42">42</a>, <a href="#l_151">151</a>, <a href="#l_408">408</a>, <a href="#l_837">837</a>, <a href="#l_1268">1268</a>, <a href="#l_1385">1385</a>, +<a href="#l_1691">1691</a>, <a href="#l_1981">1981</a>, <a href="#ln_2308">2308*</a>, <a href="#l_2761">2761</a>, <ins class="corr" id="corr27" title="Bron: 2882"><a href="#l_2881">2881</a></ins>. Zie <span class="smcap">HUYD.</span> op <i>Stoke</i>, 1 Dl., bl. 65. De +eigenlijke schrijfwijs in ons dichtstuk schijnt <i>bede</i> geweest te zijn, +dat <a href="#l_147">147</a> in 't rijm voorkomt. Zoo ook <i>Ferg.</i>, 4947; <i>Stoke</i>, 1 +B., 607.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_b34">Beiden</em>, <a href="#l_1101">1101</a>, <a href="#l_1187">1187</a>, <i>wachten</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_b35">Bejach</em>, <a href="#l_119">119</a>, <a href="#l_276">276</a>, <a href="#l_507">507</a>, <i>prooi</i>, <i>wat men door najagen verkrijgt</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_b36">Bejaghen</em>, <a href="#l_1941">1941</a>, <a href="#l_2112">2112</a>, <a href="#l_2897">2897</a>, <a href="#l_3336">3336</a>, (<i>door jagen</i>) <i>bemachtigen</i>, +<i>verwerven</i>. Verg. <i>Lsp. gloss.</i></p> + +<p><span class="pagenum" title="136"></span><a id="p_136"></a></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_b37">Becarmen</em>, <a href="#l_3038">3038</a>, <i>weeklagen over iets</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_b38">Bekinnen</em>, <em class="g" id="vw_b39">bekennen</em>, <a href="#l_2809">2809</a>, <i>kennen</i>; <a href="#l_457">457</a>, <a href="#l_539">539</a>, <i>kennen</i>, <i>erkennen</i>; <a href="#l_983">983</a>, +<i>herkennen</i>. Zie <i>Lsp. gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_b40">Beclaghen</em>, <a href="#l_1349">1349</a>, <a href="#l_1375">1375</a>, <i>aanklagen</i>, <i>verklagen</i>; <a href="#l_1529">1529</a>, <i>beklagen</i> in de +tegenwoordige beteekenis.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_b41">Becnouwen</em>, <a href="#l_225">225</a>, <i>beknagen</i>, <i>afknagen</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_b42">Becomen</em>, <a href="#l_2100">2100</a>, <a href="#l_2439">2439</a>, <i>behagen</i>, <i>aangenaam zijn</i>. Zie <span class="smcap">HUYD.</span> op <i>Stoke</i>, +2 Dl., bl. 400.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_b43">Belanc sijn</em>, <a href="#l_2517">2517</a>, <i>verwant zijn</i>. Zie over de grondbeteekenis van het +woord <i>Lsp. gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_b44">Belghen</em> (<em class="g" id="vw_b45">Hem</em>), praet. <em class="g" id="vw_b46">balch</em>, <a href="#l_1749">1749</a>, <a href="#l_2902">2902</a>, <a href="#l_2955">2955</a>, <a href="#l_3185">3185</a>, <i>boos worden</i>, +<i>zich vertoornen</i>. Zie <i>Lsp. gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_b47">Beloken</em>, <a href="#l_335">335</a>, <a href="#l_1169">1169</a>, <a href="#l_2271">2271</a>, <i>besloten</i>; eigenlijk part. van <i>beluken</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_b48">Belopen</em>, <a href="#l_349">349</a>, <i>achterhalen</i>; <a href="#l_2518">2518</a>, <i>overwonnen</i> (<i>ingepakt</i>).</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_b49">Bem</em> (<em class="g" id="vw_b50">Ic</em>), <a href="#l_525">525</a>, <a href="#l_1026">1026</a>, <a href="#l_1357">1357</a>, <a href="#l_1780">1780</a>, <a href="#l_2073">2073</a>, <a href="#l_2188">2188</a>, <a href="#l_3096">3096</a>, regelmatige 1 pers. +sing. praes. van <i>sijn</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_b51">Beneden</em>, <a href="#l_777">777</a>; moet men niet lezen <i>beneven</i>? Vs. <a href="#l_820">820</a> vlg. schijnt dit +vermoeden in de hand te werken. <i>Beneven</i> vindt men o. a. <i>Troj. Orl.</i>, +bij <span class="smcap">BLOMMAERT</span>, <i>OVl. Ged.</i>, 2 Dl., bl. 88, vs. 1154.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_b52">Benemen</em>, <a href="#l_2452">2452</a>, <i>verhinderen</i>, <i>beletten</i>. Zie <i>Lorreinen gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_b53">Beniden</em>, <a href="#l_340">340</a>, <i>ergens nijd</i>, <i>afgunst over gevoelen</i>. Verg. <i>Tr. Orl.</i> +(<span class="smcap">BLOMMAERT</span> I, bl. 18) vs. 1460.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_b54">Bequame</em>, <a href="#l_620">620</a>, <i>aangenaam</i>. Verg. <em class="g"><a href="#vw_b42" class="vw_ref">becomen</a></em>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_b55">Bequamelic</em>, <a href="#l_1118">1118</a>, <i>aangenaam</i>, <i>wel smakend</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_b56">Beraden</em>, <em class="g" id="vw_b57">beriet</em>, <em class="g" id="vw_b58">beraden</em>. <i>Beraden</i> is eigenlijk den raad tot iets +geven, hetzij aan zichzelven of anderen. Vandaar <i>het initiatief tot +iets nemen</i>, <i>iets bewerken</i>, in verschillende schakeringen van +beteekenis, afhankelijk van het doel waarmede iets <i>beraden</i> wordt. Ten +goede gaat de beteekenis licht over in die van <i>helpen</i>, <i>verzorgen</i>, +<i>iets verschaffen</i>; ten kwade, in die van <i>berokkenen</i>, <i>op den hals +halen</i>. De persoon ten wiens behoeve, ten wiens voor- of nadeel dit +geschiedt, staat in den dat., die <i>beraden</i> wordt in acc. Zoo komt dit +ww. in dit gedicht voor: <a href="#l_435">435</a>, <a href="#l_551">551</a>, <a href="#l_592">592</a>, <a href="#l_639">639</a>, <a href="#l_1926">1926</a>, +<a href="#l_2198">2198</a>, <a href="#l_2977">2977</a>, <ins class="corr" id="corr28" title="Bron: 2313"><a href="#l_3213">3213</a></ins>. Het +part. <em class="g" id="vw_b59">beraden</em>, <a href="#l_478">478</a>, <a href="#l_1976">1976</a>, is eigenlijk: <i>tot een besluit gekomen</i>, +<i>besloten</i>, en wordt met den genit. gekonstr. of door <i>so</i>, <i>also</i>, +nader bepaald.—Verg. hier <em class="g"><a href="#vw_r5" class="vw_ref">raet</a></em>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_b60">Beringhen</em>, <a href="#l_779">779</a>, <i>omringen</i>, <i>insluiten</i>. Zie <span class="smcap">HUYD.</span> op <i>Stoke</i>, 1 Dl., +bl. 453.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_b61">Bernen</em>, <a href="#l_303">303</a>, <a href="#l_1506">1506</a>, <i>branden</i>; nog over in ons <i>barnen</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_b62">Bescedenlike</em>, <a href="#l_1689">1689</a>, <i>met maat en ingetogenheid</i>. Zie <i>Lsp. gloss.</i> de +geheele bl. 377.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_b63">Bescelden</em>, praet. <em class="g" id="vw_b64">bescalt</em>, <a href="#l_936">936</a>, <i>schelden</i>, <i>hoonen</i>. Verg. <em class="g"><a href="#vw_s24" class="vw_ref">scelden</a></em>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_b65">Besceren</em>, part. <em class="g" id="vw_b66">bescoren</em>, <a href="#l_2692">2692</a>, (<i>de kruin</i>) <i>scheeren</i>.</p> + +<p><span class="pagenum" title="137"></span><a id="p_137"></a></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_b67">Bescouwen</em>, <a href="#l_1583">1583</a>, <i>aanschouwen</i>, <i>bezien</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_b68">Besculdich</em>, <a href="#l_53">53</a>, <i>schuldig</i>. In den <i>Lanc.</i> leest men <i>besculdicht</i> in +denzelfden zin.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_b69">Beseken</em>, praet. <em class="g" id="vw_b70">besekede</em>, <a href="#l_75">75</a>, <i>bepissen</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_b71">Besien</em>, <a href="#l_1017">1017</a>, <i>toezien</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_b72">Bespreken</em> (<em class="g" id="vw_b73">Hem</em>), <a href="#l_435">435</a>, <a href="#l_467">467</a>, <i>overleggen</i>, <i>beraadslagen</i>. Zie <i>Mnlp. +gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_b74">Bessem</em>, <a href="#l_722">722</a>, <i>bezem</i>. Dezelfde uitspraak van het woord hoort men nog in +sommige provinciale dialekten, b.v. in Overijssel.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_b75">Best</em> (<em class="g" id="vw_b76">Du</em>), <em class="g" id="vw_b77">du bist</em>, <a href="#l_920">920</a>, <a href="#l_2602">2602</a>, tweede pers sing. van <i>ic bem</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_b78">Best</em>, <a href="#l_969">969</a>, <a href="#l_1005">1005</a>, <a href="#l_1334">1334</a>, adverb. <i>op de beste</i>, <i>de geschiktste wijze</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_b79">Beste</em> (<em class="g" id="vw_b80">Die</em>), <a href="#l_86">86</a>, <i>de edelste</i>, <i>de voornaamste</i>. Verg. <i>Mnlp. gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_b81">Bestgheboren</em>, <a href="#l_798">798</a>, <i>de voornaamste door geboorte</i>. Zoo ook <span class="smcap">MAERL.</span>, <i>Sp. +Hist.</i>, 1 Dl., bl. 383; <i>Lanc.</i> 4485. Verg. hier <a href="#l_2742">2742</a>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_b82">Bestaen</em>, intr. met DP., <a href="#l_1903">1903</a>, <i>vermaagschapt zijn</i>. Zie <i>Lorreinen</i>, I, +615; <i>Ferg.</i>, 343, en niet 1413, zoo als <i>Lorr. gloss.</i> verkeerd wordt +opgegeven.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_b83">Bestaen</em>, trans. met den acc., <a href="#l_553">553</a>, <a href="#l_970">970</a>, <a href="#l_1040">1040</a>, <a href="#l_1095">1095</a>, <a href="#l_1696">1696</a>, <a href="#l_2604">2604</a>, +<i>ondernemen</i>, <i>aanvaarden</i>; eigenlijk <i>aanvallen</i> (verg. <i xml:lang="la">aggredi</i>).</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_b84">Besteken</em>, <a href="#l_1197">1197</a>, <i>aanranden</i>; <span class="smcap">KIL.</span> <i xml:lang="la">machinari</i>, <i xml:lang="la">moliri</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_b85">Bestolen</em>, <a href="#l_2152">2152</a>, part. van <em class="g" id="vw_b86">bestelen</em>, <i>gestolen</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_b87">Bet</em>, <em class="g"><a href="#vw_b13">Bat</a></em>, <a href="#l_255">255</a>, <a href="#l_540">540</a>, <a href="#l_1063">1063</a>, <ins class="corr" id="corr29" title="Bron: 1623"><a href="#l_1633">1633</a></ins>, <a href="#l_2240">2240</a>, <a href="#l_2399">2399</a>, <a href="#l_3043">3043</a>, <a href="#l_3349">3349</a>, adverb. <i>beter</i>. +<em class="g" id="vw_b88">Te bat sijn</em>, <a href="#l_226">226</a>, <a href="#l_3165">3165</a>, <i>voordeel</i>, <i>nut van iets hebben</i>, met den DP. +en GZ. Verg. <i>Lsp. gloss.</i> in <i>bat</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_b89">Betegen</em>, part. van <em class="g" id="vw_b90">betien</em>, <a href="#l_2504">2504</a>, <i>aantijgen</i>, met den DP. en AZ. Verg. +<i>Belg. Mus.</i>, IV, 330.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_b91">Betren</em>, <a href="#l_3400">3400</a>, <i>vergoeden</i>, <i>boeten</i>. Zie <i>Lorreinen</i> en <i>Doctr. gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_b92">Bevaen</em>, <a href="#l_2731">2731</a>, <i>bevangen</i>; <em class="g" id="vw_b93">met <a href="#vw_n44" class="vw_ref">node</a> bev.</em>, <a href="#l_517">517</a>; <em class="g" id="vw_b94">in bliscap bev.</em>, <a href="#l_899">899</a>; +<em class="g" id="vw_b95">bevaen in goeden dinghen</em>, <a href="#l_2731">2731</a>; <em class="g" id="vw_b96">met loveren bevaen</em>, <a href="#l_43">43</a> (<i>omgeven</i>, +<i>bedekt</i>). Verg. <i>Lsp. gloss.</i> en <i>Ferg.</i> 1546.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_b97">Bevelen</em>, <a href="#l_382">382</a>, <a href="#l_1412">1412</a>, <i>aanbevelen in de hoede van iemand</i>, met DP. en AZ. +Verg. <i>Lsp. gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_b98">Bewachten</em>, <a href="#l_405">405</a>, <i>bewaken</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_b99">Bewanen</em>, <a href="#l_2209">2209</a>, <i>wanen</i>, <i>meenen</i>; <a href="#l_176">176</a>, <i>verwachten</i>. <i>Ferg.</i> 2004.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_b100">Bewant sijn</em>, <a href="#l_1630">1630</a> van <em class="g" id="vw_b101">bewenden</em>, <i>wenden</i>, <i>keeren</i>, <i>in eenigen toestand +of gesteldheid zijn</i>. Zie <i>Mnlp. gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_b102">Bewerven</em>, <a href="#l_2172">2172</a>, <a href="#l_2866">2866</a>, <i>verwerven</i>. <i>Flor.</i> 1202, 2862; <i>Doctr.</i> II, +3293. Verg. <span class="smcap">HUYD.</span>, <i>Proeve</i>, 1 Dl., bl. 139.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_b103">Bi</em>, <a href="#l_117">117</a>, <a href="#l_123">123</a>, <a href="#l_378">378</a>, <a href="#l_2154">2154</a>, <a href="#l_2573">2573</a>, <ins class="corr" id="corr30" title="Bron: 2806"><a href="#l_2608">2608</a></ins>, <a href="#l_3170">3170</a>, <i>door</i>; <a href="#l_565">565</a>, <em class="g" id="vw_b104">bi mi</em>, <i>door +mijn voorbeeld</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_b105">Bi</em>, <i>bij</i>, <i>in</i>, <i>tot</i>, <i>met</i>; <em class="g" id="vw_b106">bi der siele</em>, <a href="#l_1275">1275</a>; <em class="g" id="vw_b107">bi siere eren</em>, <a href="#l_546">546</a>; +<em class="g" id="vw_b108">bi name</em>, <a href="#l_1001">1001</a>; <em class="g" id="vw_b109">bi den <a href="#vw_b159" class="vw_ref">buke</a></em>, <a href="#l_1581">1581</a>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_b110">Bi</em>, <a href="#l_694">694</a>, <a href="#l_1889">1889</a>, <i>aan</i>, <i>met</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_b111">Bi</em>, <a href="#l_602">602</a>, <a href="#l_650">650</a>, <a href="#l_879">879</a>, <a href="#l_1366">1366</a>, <a href="#l_1620">1620</a>, <a href="#l_1671">1671</a>, <a href="#l_1709">1709</a>, <a href="#l_1911">1911</a>, <a href="#l_2046">2046</a>, <a href="#l_2364">2364</a>, <i>bij</i>, +<i>nabij</i>.</p> + +<p><span class="pagenum" title="138"></span><a id="p_138"></a></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_b112">Bi</em>, <a href="#l_646">646</a>, <a href="#l_1496">1496</a>, <a href="#l_3295">3295</a>, <i>bij</i>, <i>langs</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_b113">Bile</em>, <a href="#l_816">816</a>, <i>bijl</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_b114">Bindesen</em>, <a href="#l_988">988</a>, vul aan: <i>bin desen worden</i>, dus: <i>intusschen</i>, +<i>inmiddels</i>. <em class="g" id="vw_b115">Bin</em> ook buiten samenstelling is niet ongewoon, b.v. <i>Wal.</i> +121, 202, 995.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_b116">Binnen</em> (<em class="g" id="vw_b117">Hier</em>), <a href="#l_1308">1308</a>, <a href="#l_2403">2403</a>, <a href="#l_3440">3440</a>, <i>intusschen</i>, <i>inmiddels</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_b118">Binnen gheboren</em>, <a href="#l_1795">1795</a>, <i>aangeboren</i>. <i>Mnlp.</i> heeft <i>ingeboren</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_b119">Bisant</em>, <a href="#l_1153">1153</a>, <i>bysantijnsch goudstuk</i>. <i>Flor.</i> 2614, 2620, 2698, 2734, +enz. <i>Velth.</i> bl. 256.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_b120">Bispel</em>, <a href="#l_181">181</a>, <i>spreekwoord</i>. Verg. <span class="smcap">CLIGNETT</span>, <i>Bijdr.</i>, bl. 107. <i>Flor.</i> +2147.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_b121">Blanden</em>, <a href="#l_2183">2183</a>, <i>mengen</i>. Het <i>mede blanden</i> staat tegenover het <i>bier +brouwen</i> vs. <a href="#l_2180">2180</a>–<a href="#l_2181">1</a>, verg. <a href="#l_1960">1960</a>–<a href="#l_1961">1</a>. De deensche liederen op Grimhilde +beginnen met: <span xml:lang="dk">hun lader <i>miden blande</i>, hun lader baade brygge og +<i>blande</i></span>. Zie <span class="smcap">GRIMM</span>, <i xml:lang="de">R. F.</i>, bl. 279–280. <span class="mixcap">Kil.</span> kent het woord <i>blanden</i> +alleen in de beteekenis van <i>smeeken</i>, <i xml:lang="la">blandiri</i>; maar het Eng. heeft +nog <i xml:lang="en">to blend</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_b122">Blare</em>, <a href="#l_2470">2470</a>, <i>de blare koe</i>, <i>de bonte koe</i>, <i>de bte noire</i>, <i>de +zondebok</i>. Zie <i>Lsp. gloss.</i> op <i>blaer</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_b123">Blenden</em>, <a href="#l_1843">1843</a>, <i>de oogen uitsteken</i>. <i>Mnlp.</i> I, 213.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_b124">Bleten</em>, <a href="#l_2090">2090</a>, <i>blaten</i>, van geiten en lammeren. <i>Esopet</i>, Fab. 30, vs. +2.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_b125">Bleven</em> voor <em class="g" id="vw_b126">ghebleven</em>, zie <em class="g"><a href="#vw_b128" class="vw_ref">Bliven</a></em>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_b127">Bliken</em>, <a href="#l_3358">3358</a>, <i>blijken</i>, <i>aan den dag komen</i>, <i>zich vertoonen</i>. <i>Flor.</i> +1795.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_b128">Bliven</em>, <em class="g" id="vw_b129">bleef</em>, (<em class="g" id="vw_b130">ghe</em>)<em class="g">bleven</em>, <a href="#l_866">866</a>, <a href="#l_1658">1658</a>, <a href="#l_2037">2037</a>, <a href="#l_3247">3247</a>, <i>achterblijven</i>. Zie +<span class="smcap">HUYD.</span> op <i>Stoke</i>, 3 Dl., bl. 26.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_b131">Bliven laten</em>, <a href="#l_1295">1295</a>, <a href="#l_1299">1299</a>, <i>laten varen</i>, <i>nalaten</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_b132">Bloet</em> (<em class="g"><a href="#vw_a10" class="vw_ref">Al</a> een</em>), <a href="#l_932">932</a>, <i>een bloed en al</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_b133">Bloot</em> (<em class="g">Al</em>), <a href="#l_1670">1670</a>, <i>openlijk</i>, <i>onbedekt</i>. Verg. <i>Lsp. gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_b134">Bloterhuut</em>, <a href="#l_1262">1262</a>, <i>in (zijne) bloote huid</i>, <i>naakt</i>. Verg. <i>bloots +hoofds</i>, <i>ghetrects swerts</i> (<span class="smcap">HUYD.</span> op <i>Stoke</i>, 2 Dl., bl. 352).</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_b135">Blouwen</em>, part. <em class="g" id="vw_b136">ghe-</em> of <em class="g" id="vw_b137"><a href="#vw_t10" class="vw_ref">teblouwen</a></em>, <a href="#l_251">251</a>, <a href="#l_1584">1584</a>, <a href="#l_1827">1827</a>, <i>slaan</i>. Zie <span class="smcap">HUYD.</span> op +<i>Stoke</i>, 1 Dl., bl. 172, en <span class="smcap">CLIGNETT</span>, <i>Bijdr.</i>, bl. 118–19.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_b138">Bodscap</em>, <a href="#l_477">477</a>, <a href="#l_481">481</a>, <a href="#l_1359">1359</a>, <a href="#l_2454">2454</a>, <i>boodschap</i>. <i>Troj. Orl.</i>, in <span class="smcap">BLOMMAERTS</span> +<i>OudVl. Ged.</i>, I, bl. 43, vs. 37.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_b139">Boecstaef</em>, <a href="#l_459">459</a>, <i>letter</i>. Zie <span class="smcap">KILIAEN</span>, en verg. <span class="smcap">GRIMM</span>, <i xml:lang="de">Deutsches +Wrterbuch</i> II, bl. 479.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_b140">Borch</em>, <a href="#l_515">515</a>, <i>kasteel</i>, <i>burcht</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_b141">Borne</em>, <a href="#l_2558">2558</a>, <a href="#l_2566">2566</a>, <i>bron</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_b142">Bottelgier</em>, <a href="#l_2786">2786</a>, <i>schenker</i>; <i>Flor.</i> 663, 3893; <em class="g" id="vw_b143">meester bottelgier</em>, +<i>opperschenker</i>, eene der voornaamste bedieningen ook aan het vlaamsche +hof, zie <span class="smcap">WARNKOENIG</span>, <i xml:lang="fr">Hist. de la Flandre</i>, tom. II, pag. 89. De +toespeling op het bijbelsch verhaal van bakker en schenker behoeft geene +nadere aanwijzing.</p> + +<p><span class="pagenum" title="139"></span><a id="p_139"></a></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_b144">Boudelike</em>, <a href="#l_1772">1772</a>, <i>stoutmoedig</i>, <i>Flor.</i> 2653, waar <span class="smcap">HOFFMANN</span> het ten +onrechte vertaalt <i xml:lang="de">schnell</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_b145">Bout</em>, <a href="#l_1266">1266</a>, <a href="#l_1769">1769</a>, <i>stoutmoedig</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_b146">Braeuwen</em>, <a href="#l_2870">2870</a>, <i>breeuwen</i>, eigenlijk van het kalfateren van schepen +gebruikt, en door <span class="smcap">KIL.</span> ook vertaald: <i xml:lang="la">infarcire</i>. Hier gebezigd voor het +opstoppen van den vogel die gemest wordt, en die onbewegelijk is omdat +hij op een plank wordt vastgespijkerd.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_b147">Breken</em>, <a href="#l_2324">2324</a>, <i>verbreken</i>, <i>te niet doen</i>. <em class="g" id="vw_b148">Breken ende <a href="#vw_r1" class="vw_ref">raden</a></em>, <a href="#l_531">531</a>, +<i>radbraken</i>. <i>Breken</i> in dien zin leest men ook <i>Stoke</i>, 5 B., 480; +gewoonlijk heet het <i>radebraken</i>; verg. <span class="smcap">HUYD.</span> op <i>Stoke</i>, 2 Dl., bl. +378–379.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_b149">Brief</em>, <i>elk geschreven dokument</i>, zie <i>Wal.</i> 2 Dl., bl. 127, 339. <em class="g" id="vw_b150">Lesen +sonder brief</em>, <a href="#l_2228">2228</a> beteekent: <i>uit het hoofd mededeelen, maar zoo +naauwkeurig als of ik het geschreven voor mij had</i>. Evenzoo leest men +<i>Troj. Orl.</i> (<i>Oudvl. Ged.</i>, I, bl. 44), vs. 123:</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzavw"> + <span class="i0">Vare ende brinc dinen here te voren<br /></span> + <span class="i0">Van minen monde, <i>sonder brief</i>:<br /></span> + <span class="i0">In haten niet.<br /></span> +</div> +</div> + +<p class="pvwnoi">Verg. ook <i>Mnlp. gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_b151">Briesscen</em>, <a href="#l_693">693</a>, <i>brullen</i>. <span class="mixcap">Kil.</span> vertaalt het <i xml:lang="la">Rugire</i> et <i xml:lang="la">Hinnire</i>; wij +gebruiken het alleen in de laatste beteekenis.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_b152">Brocht</em>, <a href="#l_83">83</a>, <a href="#l_651">651</a>, <a href="#l_748">748</a>, <a href="#l_1650">1650</a>, voor <em class="g" id="vw_b153">ghebrocht</em>, part. van <em class="g" id="vw_b154">bringhen</em>, +<i>brengen</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_b155">Broet</em>, <a href="#l_332">332</a>, <i>broedsel</i>; <a href="#l_392">392</a>, <i>gebroed</i>, <i>kroost</i>. Zie <span class="smcap">CLIGNETT</span>, +<i>Bijdr.</i>, bl. 80.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_b156">Bruwen</em>, <a href="#l_1961">1961</a>, <i>brouwen</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_b157">Buten</em>, <a href="#l_1714">1714</a>, (<i>verwijderd van</i>).</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_b158">Butseel</em>, <a href="#l_1863">1863</a>, <span class="smcap">GRIMM</span>, <i xml:lang="de">R. F.</i>, bl. 277, denkt aan den bunsing; <span class="smcap">WILLEMS</span> +meent er een <i>busaert</i>, <i xml:lang="la">accipitris genus</i> (<span class="smcap">KIL.</span>) in te mogen zien.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_b159">Buuc</em>, <a href="#l_1581">1581</a>, <i>buik</i>; <em class="g"><a href="#vw_b109" class="vw_ref">bi den buke</a></em>, <i>(kruipende) op den buik</i>.</p> + +<h3 class="h3vw" id="VW_C">C. zie <a href="#VW_CK">K.</a></h3> + +<h3 class="h3vw" id="VW_D">D.</h3> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_d1">Dach nemen</em>, <a href="#l_80">80</a>, <i>een dag bepalen</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_d2">Daertoe</em>, <a href="#l_996">996</a>, <a href="#l_1408">1408</a>, <i>daarbij</i>, <i>daarenboven</i>. Verg. <em class="g"><a href="#vw_t38" class="vw_ref">Toe</a></em>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_d3">Daet</em>, <a href="#l_3042">3042</a>, tweede pers. plur. imperf. van <em class="g"><a href="#vw_d45" class="vw_ref">doen</a></em>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_d4">Daghen</em>, <a href="#l_1007">1007</a>, <a href="#l_1344">1344</a>, <a href="#l_1350">1350</a>, <a href="#l_1376">1376</a>, <i>indagen</i>, <i>voor 't gerecht dagen</i>. Zie +<i>Lorreinen gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_d5">Daghen</em>, <a href="#l_1023">1023</a>, <i>verdagen</i>, <i>uitstellen</i>. <i>Velth.</i>, bl. 116.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_d6">Dale</em> (<em class="g" id="vw_d7">Te</em>), <a href="#l_540">540</a>, <a href="#l_890">890</a>, <a href="#l_910">910</a>, <a href="#l_958">958</a>, <i>nederwaarts</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_d8">Dame</em>, <a href="#l_1853">1853</a>, <i>vrouwe</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_d9">Dane</em>, <a href="#l_272">272</a>, <a href="#l_880">880</a>, <a href="#l_1402">1402</a>, <a href="#l_1567">1567</a>, <a href="#l_1609">1609</a>, <a href="#l_2370">2370</a>, <a href="#l_2377">2377</a>, <a href="#l_2559">2559</a>, <a href="#l_2704">2704</a>, <a href="#l_2985">2985</a>, +<i>vandaar</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_d10">Dar</em> (<em class="g" id="vw_d11">Ic</em>), <a href="#l_239">239</a>, <a href="#l_1358">1358</a>, <a href="#l_2013">2013</a>, <a href="#l_2908">2908</a>, <a href="#l_2933">2933</a>, 1 pers. praes. ind. van <span class="pagenum" title="140"></span><a id="p_140"></a>het ww. +<em class="g" id="vw_d12">dorren</em>, <i>durven</i>; <em class="g" id="vw_d13">Dorret</em>, <a href="#l_2510">2510</a>, tweede pers. plur. praes. ind.; praet. +<em class="g" id="vw_d14">dorste</em>, <a href="#l_52">52</a>, <a href="#l_758">758</a>, <a href="#l_2380">2380</a>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_d15">Daren</em>, <a href="#l_904">904</a>, <i>deren</i>. Verg. <i>Lsp. gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_d16">Dat</em>, <a href="#l_861">861</a>, <i>omdat</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_d17">Dat</em>, <a href="#l_350">350</a>, <a href="#l_352">352</a>, <a href="#l_519">519</a>, <i>zoodat</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_d18">Deel</em> (<em class="g" id="vw_d19">Een</em>), <a href="#l_1266">1266</a>, <a href="#l_2074">2074</a>, <a href="#l_3376">3376</a>, <a href="#l_3383">3383</a>, <a href="#l_3412">3412</a>, <i>voor een gedeelte</i>, +<i>ongeveer</i>. Verg. <span class="smcap">HUYD.</span> op <i>Stoke</i>, 3 Dl., bl. 129.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_d20">Delijt</em>, <a href="#l_1228">1228</a>, <i>vermaak</i>, <i>genoegen</i>. <i>Ferg.</i> 3171.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_d21">Derre</em>, <a href="#l_979">979</a>, <i>dezer</i>. Zie <i>Lorreinen gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_d22">Des</em>, <a href="#l_1223">1223</a>, tweede naamval van <em class="g">dat</em>, afhangende van <i>pleghen</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_d23">Deus</em>, <a href="#l_2040">2040</a>, <i>God</i>. Zie <span class="smcap">HUYD.</span> op <i>Stoke</i>, 2 Dl., bl. 259, <i>Ferg. gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_d24">Di</em>, <a href="#l_1441">1441</a>, <a href="#l_2543">2543</a>, derde naamval van 't pron. <i>du</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_d25">Dic</em>, (<em class="g" id="vw_d26">Dicke</em>), <a href="#l_2">2</a>, <a href="#l_70">70</a>, <a href="#l_1392">1392</a>, <a href="#l_1518">1518</a>, <a href="#l_1730">1730</a>, <a href="#l_1746">1746</a>, <a href="#l_3288">3288</a>, <i>dikmaals</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_d27">Dichten</em>, <a href="#l_3285">3285</a>, <a href="#l_3342">3342</a>, <i>een geschrift opstellen</i>. Verg. <span class="smcap">V. WIJN</span>, op +<i>Heelu</i>, bl. 1.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_d28">Dichter</em>, <a href="#l_3341">3341</a>, <i>schrijver</i>. Zie <i>Lsp. gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_d29">Dieden</em>, <a href="#l_1450">1450</a>, <a href="#l_3162">3162</a>, <i>helpen</i>, <i>baten</i>, <i>van nut zijn</i>. <i>Ferg.</i> 3152; +<i>Wal.</i> 1394, 2772; <i>Stoke</i> 7 B., vs. 1134. Verg. <i>Doct. gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_d30">Dief</em>, <a href="#l_1419">1419</a>, „<span xml:lang="de">in der alten guten bedeutung von</span> <i xml:lang="la">tyro</i>, <i xml:lang="la">juvenis</i>,” <span class="smcap">GRIMM</span>, +<i xml:lang="de">R. F.</i>, bl. 275.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_d31">Dief</em>, <a href="#l_129">129</a>, <a href="#l_357">357</a>, <a href="#l_1815">1815</a>, <a href="#l_2007">2007</a>, <i>boosdoener</i>, <i>deugniet</i>. <i>Wal.</i> 8304, 9221. +Zie vooral <span class="smcap">CLIGNETT</span>, <i>Bijdr.</i>, bl. 176–177.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_d32">Diefte</em>, <a href="#l_351">351</a>, <a href="#l_1449">1449</a>, <a href="#l_2064">2064</a>, <i>diefstal</i>. <i>Ferg.</i> 2951. <i>Flor.</i> 3517. <i>Lanc.</i> +2, 15433. <i>Lsp. gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_d33">Dienen</em>, in de spreekwijze: <i>Hi diende van sinen ouden spele</i>, vs. <a href="#l_157">157</a>; +of, <i>Ooc diende men hem met groten slaghen</i>, vs. <a href="#l_1598">1598</a>. <span class="mixcap">Grimm</span> verklaart +de eerste plaats aldus, <i xml:lang="de">R. F.</i>, bl. 269: „<span xml:lang="de">bediente sich seines alten +spiels, aber es ist wol zu lesen</span>: <i>diendem</i> = <i>diende hem</i>.” Niet geheel +juist. <i>Iemand dienen met iets</i>, is nog iemand iets aanbieden dat hem +aangenaam is; maar zoo absoluut als in de eerstaangehaalde plaats wordt +het niet meer gebruikt. De spreekwijs was in Vlaanderen niet ongewoon. +Zoo <i>Troj. Orl.</i> (<i>Ovl. Ged.</i> 1 Dl., bl. 20), vs. 1701: <i>Hi heeft hem +metten scachte ghedient</i>; 2 Dl., bl. 88, vs. 1201: <i>Men diendem van +groten slaghen</i>; bl. 89, vs. 1283: <i>Daer diendi hem van groten slaghen</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_d34">Dietse</em>, <a href="#l_9">9</a>, <a href="#l_1463">1463</a>, <i>Nederlandsch</i>; eigenl. <i>de volkstaal</i>. Verg. <span class="smcap">GRIMM</span>, +<i xml:lang="de">D. Gramm.</i>, I<sup>3</sup>, bl. 12–20.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_d35">Dighen</em>, <em class="g" id="vw_d36">deech</em>, <em class="g" id="vw_d37">ghedeghen</em>, <a href="#l_413">413</a>, <i>verminderen</i>, <i>vergaan</i>. Zoo <i>Stoke</i>, 1 +B., vs. 1275: Grave Philips, <i>die deech te niete</i>, hetgeen <span class="smcap">HUYD.</span> +vertaalt: „Graaf Philips storf zonder kinderen.”</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_d38">Dinc</em>, <a href="#l_476">476</a>, <a href="#l_2464">2464</a>, <a href="#l_2771">2771</a>, <a href="#l_3244">3244</a>, <i>zaak</i>, <i>aangelegenheid</i>. Verg. <i>gloss.</i> op +<i>Flor.</i> en <i>Mnlp.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_d39">Dinc</em>, <a href="#l_2739">2739</a>, <i>geding</i>, in de spreekwijs: <i>sitten te dinghe</i>. Zoo <i>Ferg.</i> +4286.</p> + +<p><span class="pagenum" title="141"></span><a id="p_141"></a></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_d40">Dinghen</em>, <a href="#l_607">607</a>, <a href="#l_780">780</a>, <i>pleiten</i>. <i>Wal.</i> 3871. Verg. <span class="smcap">HUYD.</span> op <i>Stoke</i>, 1 +Dl., bl. 40.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_d41">Dinken</em>, <a href="#l_126">126</a>, <a href="#l_198">198</a>, <a href="#l_665">665</a>, <a href="#l_1014">1014</a>, <a href="#l_1099">1099</a>, <a href="#l_1718">1718</a>; met DP. praet. <em class="g" id="vw_d42">dochte</em>, <a href="#l_362">362</a>, +<a href="#l_499">499</a>, <a href="#l_954">954</a>, <a href="#l_1056">1056</a>, <a href="#l_2225">2225</a>, <i>dunken</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_d43">Doe</em>, passim, <i>toen</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_d44">Doemsdach</em>, <a href="#l_3428">3428</a>, <i>oordeelsdag</i>. <i>Wal.</i> 3844, 8893.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_d45">Doen</em>, <a href="#l_2828">2828</a>, <i>bewerken</i>. Verg. <i>Mnlp. gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_d46">Doen die <a href="#vw_v8" class="vw_ref">vaert</a></em>, <a href="#l_1043">1043</a>, <i>varen</i>, <i>gaan</i>. Zoo <i>pongijs doen</i> voor +<i>pongieren</i>, <span class="smcap">HUYD.</span> op <i>Stoke</i>, 2 Dl., bl. 504–505.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_d47">Doen hem up die strate</em> (<em class="g" id="vw_d48"><a href="#vw_v9" class="vw_ref">up die vaert</a></em>), <a href="#l_1320">1320</a>, <a href="#l_3301">3301</a>, <a href="#l_3311">3311</a>, <i>zich op weg</i> +enz. <i>begeven</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_d49">Doen te verstane</em>, <a href="#l_1615">1615</a>, <i>te verstaan geven</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_d50">Doen te voren</em>, zie <em class="g"><a href="#vw_v124" class="vw_ref">Voren</a></em>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_d51">Doere</em>, <a href="#l_2946">2946</a>, samentrekking voor: <em class="g" id="vw_d52">doe er</em>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_d53">Doghen</em>, <a href="#l_281">281</a>, <a href="#l_2321">2321</a>, <a href="#l_2396">2396</a>, <a href="#l_2646">2646</a>, trans. <i>lijden</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_d54">Doghet</em>, <a href="#l_3121">3121</a>, <i>goedheid</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_d55">Dole</em>, <a href="#l_2382">2382</a>, <i>onzekerheid</i>. Dit schijnt de echte oude beteekenis te zijn. +Zoo ook <i>Esopet</i>, Fab. 12, vs. 14.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_d56">Doot</em>, vr., <a href="#l_1311">1311</a>, <a href="#l_1990">1990</a>. Zoo gewoonlijk, b.v. <i>Troj. Orl.</i> (<i>Ovl. Ged.</i>, 1 +Dl., bl. 13), vs. 1067.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_d57">Doot hebben</em>, <a href="#l_905">905</a>, <a href="#l_1144">1144</a>, „niet geheel hetzelfde als <i>gedood hebben</i>, maer +veeleer ziende op het gelukken van den wensch naar iemands dood” (<i>Lsp. +gloss.</i>). Zoo <i>Ferg.</i> 3620, 3849. Met betrekking tot vs. <a href="#l_1144">1144</a> vergelijke +men <i>Wal.</i> 2 Dl., bl. 281, de aant. op vs. 5270.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_d58">Dor</em>, <a href="#l_231">231</a>, <a href="#l_1209">1209</a>, <a href="#l_1486">1486</a>, <a href="#l_3121">3121</a>, <i>door</i>; <a href="#l_25">25</a>, <a href="#l_66">66</a>, <a href="#l_243">243</a>, <a href="#l_317">317</a>, <a href="#l_474">474</a>, <a href="#l_931">931</a>, <a href="#l_992">992</a>, +<a href="#l_1229">1229</a>, <a href="#l_1476">1476</a>, <a href="#l_2083">2083</a>, <a href="#l_2150">2150</a>, <a href="#l_2580">2580</a>, <a href="#l_2887">2887</a>, <i>om</i>, <i>wegens</i>; <em class="g" id="vw_d59">dor dat</em>, <a href="#l_111">111</a>, <a href="#l_216">216</a>, +<a href="#l_885">885</a>, <a href="#l_3015">3015</a>, <i>omdat</i>; <em class="g" id="vw_d60">dor dat</em>, <a href="#l_897">897</a>, <i>opdat</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_d61">Dore</em>, <a href="#l_13">13</a>, <a href="#l_33">33</a>, <i>dwaas</i>. <i>Flor.</i> 66, 1010. <i>Doctr.</i> III, 1127. Verg. <i>Lsp. +gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_d62">Dorft</em>, ww. <em class="g" id="vw_d63">dorven</em>, <em class="g" id="vw_d64">derven</em>, <a href="#l_2560">2560</a>, <i>noodig hebben</i>, <i>behoeven</i>. <i>Ferg.</i> +3802. <i>Flor.</i> 82. <i>Lsp.</i> en <i>Lorr. gloss.</i>—Praet. <em class="g" id="vw_d65">dorste</em>, <a href="#l_887">887</a>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_d66">Dorper</em>, <a href="#l_602">602</a>, <a href="#l_779">779</a>, <a href="#l_845">845</a>, <a href="#l_866">866</a>, <i>dorpeling</i>; <a href="#l_13">13</a>, <a href="#l_33">33</a>, <a href="#l_2326">2326</a>, <i>onbeschaafd</i>, +<i>slecht mensch</i>; met denzelfden overgang van beteekenis die in +<i xml:lang="la">villanus</i> (van <i xml:lang="la">villa</i>), <i xml:lang="fr">vilain</i> is op te merken. Verg. ook <i xml:lang="la">scalc</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_d67">Dorperheit</em>, <a href="#l_1673">1673</a>, <i>onkieschheid</i>, <i>onbetamelijkheid</i>, „wat tegen de +eerbaarheid strijdt.” Zie <span class="smcap">HUYD.</span> op <i>Stoke</i>, 1 Dl., bl. 532–535.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_d68">Dorste</em>, zie <em class="g"><a href="#vw_d14" class="vw_ref">Dar</a></em> en <em class="g"><a href="#vw_d62" class="vw_ref">Dorft</a></em>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_d69">Doven</em>, <a href="#l_1718">1718</a>, <i>razen</i>. Zie <span class="smcap">HUYD.</span> op <i>Stoke</i>, 2 Dl., bl. 428–430.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_d70">Draghen lieve</em>, <a href="#l_2137">2137</a>, <i>liefde toedragen</i>, <i>beminnen</i>; <em class="g" id="vw_d71">Draghen sorghe</em>, +<a href="#ln_2308">2308*</a>, <i>bezorgd zijn</i>, <i>vreezen</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_d72">Driven</em>, <i>bedrijven</i>; met een subst. verbonden meestal te samen door n +ww. te vertalen. <em class="g" id="vw_d73">Dr. claghe</em>, <a href="#l_308">308</a>; <em class="g" id="vw_d74">bliscap</em>, <span class="pagenum" title="142"></span><a id="p_142"></a><a href="#l_908">908</a>; <em class="g" id="vw_d75">baraet</em>, <a href="#l_2360">2360</a>; <em class="g" id="vw_d76">mesbare</em>, +<a href="#l_3227">3227</a>; <em class="g" id="vw_d77">onghevoech</em>, <a href="#l_3379">3379</a>. Verg. <i>Flor.</i> en <i>Mnlp. gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_d78">Driven</em>, <a href="#l_1558">1558</a>, <i>voor zich heen drijven</i>; <em class="g" id="vw_d79">driven te vonnesse</em>, <a href="#l_1884">1884</a>, +<i>aansporen om het vonnis te vellen</i>; <em class="g" id="vw_d80">driven te scerne</em>, <a href="#l_545">545</a>, <i>te schande +brengen</i>; zie op <em class="g"><a href="#vw_s25" class="vw_ref">sceren</a></em>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_d81">Driven uut</em>, <a href="#l_1131">1131</a>, <i>verdrijven</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_d82">Druut</em>, <a href="#l_925">925</a>, <i>deugniet</i>. Zie <i>Wap. Mart.</i> K. 52; <i><ins class="corr" id="corr31" title="Bron: Mlnp.">Mnlp.</ins></i> II, +4105. Verg. <span class="smcap">GRIMM</span>, <ins class="corr" id="corr32" title="Niet cursief in Bron." xml:lang="de"><i>D. M.</i></ins>, bl. 586.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_d83">Dul</em>, comp. <em class="g" id="vw_d84">dulre</em>, <a href="#l_918">918</a>, <i>dom</i>, <i>dwaas</i>. <em class="g" id="vw_d85">Sijn an den dulsten</em>, <a href="#l_493">493</a>, <i>aan +het kortste eind zijn</i>. In de beteekenis van: <i>gering</i>, <i>arm</i>, leest men +<i>dul</i>, <i>Troj. Orl.</i> (<i>Ovl. Ged.</i> 1 Dl., bl. 11), vs. 932.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_d86">Dulen</em>, <a href="#l_693">693</a>, <i>brullen</i> (Het Fr. <i xml:lang="fr">uller</i>). Wal. 9714. <i>Lanc.</i> 3, 3805.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_d87">Dusdaen</em>, <a href="#l_1708">1708</a>, <i>zoodanig</i>. <i>Ferg.</i> 3427, 3573. <i>Flor.</i> 560, 581, 3512. +Verg. <span class="smcap">CLIGNETT</span>, <i>Bijdr.</i>, bl. 215.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_d88">Dwaen</em>, <a href="#l_1460">1460</a>, <i>wasschen</i>. Zie <i>Lsp. gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_d89">Dwinghen</em>, <a href="#l_664">664</a>, <a href="#ln_2308">2308*</a>, <i>bedwingen</i> (verg. <a href="#l_1732">1732</a>).</p> + +<h3 class="h3vw" id="VW_E">E.</h3> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_e1">Echt</em>, <a href="#l_1648">1648</a>, <a href="#l_2945">2945</a>, <a href="#l_3396">3396</a>, <a href="#l_3410">3410</a>, <i>wederom</i>, <i>andermaal</i>. <i>Flor.</i> 2718. +<i>Ferg.</i> 106, 1669. Zie <i>Lsp. ploss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_e2">Edelheit</em>, <a href="#l_66">66</a>, <i>edelmoedigheid</i>. Verg. <i>Flor. gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_e3">Eencoren</em>, onz., <a href="#l_1864">1864</a>, <i>eekhoren</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_e4">Eenlic</em>, <a href="#l_883">883</a>, <i>eenzaam</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_e5">Eerden</em> (<em class="g" id="vw_e6">Bringhen ter</em>), <a href="#l_433">433</a>, <i>begraven</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_e7">Eesch</em>, <a href="#l_3051">3051</a>, <i>eisch</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_e8">Eighin</em>, <a href="#ln_2308">2308*</a>, <i>eigenhoorig</i>, <i>slaafs onderworpen</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_e9">Eke</em>, zw. <a href="#l_651">651</a>, <a href="#l_681">681</a>, <a href="#l_859">859</a>, <i>eikeboom</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_e10">El</em>, <a href="#l_571">571</a>, <a href="#l_1121">1121</a>, <a href="#l_3225">3225</a>, <i>ander(s)</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_e11">Elkerlijc</em>, <a href="#l_302">302</a>, <a href="#l_2863">2863</a>, <i>elk.</i> Verg. <span class="smcap">HUYD.</span> op <i>Stoke</i>, 2 Dl., bl. 189.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_e12">Emmer</em>, <a href="#l_1265">1265</a>, <a href="#l_1493">1493</a> (<a href="#ln_2308">2308*</a>), <i>in 't vervolg</i>, <i>nu</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_e13">Emmervort</em>, <a href="#l_1285">1285</a>, <i>voortaan</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_e14">Engien</em>, <a href="#l_452">452</a>, <i>kunst</i>; waarvoor <i>Flor.</i> 935, 1542, 2372, <i>meestrie</i> +heeft.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_e15">Entie</em>, <a href="#l_191">191</a>, samengetr. voor <i>Ende die</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_e16">Entrouwen</em>, <a href="#l_252">252</a>, <a href="#l_3226">3226</a>, <em class="g" id="vw_e17">in trouwe</em>, <a href="#l_2214">2214</a>, <i>voorwaar</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_e18">Erch</em>, <a href="#l_919">919</a>, <a href="#l_2323">2323</a>, <i>boos</i>, <i>slecht</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_e19">Ere</em>, <a href="#l_134">134</a>, <a href="#l_1301">1301</a>, samengetr. voor <i>eenre</i>, <i>ener</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_e20">Erre</em>, <a href="#l_2814">2814</a>, <a href="#l_3356">3356</a>, <a href="#l_3366">3366</a>, <a href="#l_3386">3386</a>, <i>gram</i>, boos. Verg. <span class="smcap">CLIGNETT</span>, <i>Bijdr.</i>, +bl. 240.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_e21">Erren</em>, <a href="#l_3188">3188</a>, <i>gram worden</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_e22">Evele moet</em>, <a href="#l_2483">2483</a>, <i>gramschap</i>. Men verg. omtrent de spreekwijs <i>Wal.</i> +10009. <i>Lanc.</i> II, 5506, 9277, 15321, 31622; IV, 5827, 6798. <i>Theoph.</i> +692, 1607. <i>Rijmkr. bij</i> <span class="smcap">KAUSLER</span>, 3419. <span class="pagenum" title="143"></span><a id="p_143"></a><i>v. d. Feeste</i>, 99, 375. <i>Wap. +Mart.</i> 69, vs. 7. <i>Ferg.</i> 2855, 4867. <i>Rose</i> 6244. <i>Doct.</i> II, 3698. +<i>Esopet</i> bl. 181. Zie ook de keur bij <span class="smcap">KLUIT</span>, <i>Hist. Crit.</i>, II, 2, 656.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_e23">Everswijn</em>, <a href="#l_1859">1859</a>, <i>wild zwijn</i>. Verg. <span class="smcap">CLIGNETT</span>, <i>Bijdr.</i>, bl. 95–97.</p> + +<h3 class="h3vw" id="VW_F">F.</h3> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_f1">Fel</em>, <a href="#l_60">60</a>, <a href="#l_88">88</a>, <a href="#l_105">105</a>, <a href="#l_343">343</a>, <a href="#l_484">484</a>, <a href="#l_544">544</a>, <a href="#l_614">614</a>, <a href="#l_856">856</a>, <a href="#l_940">940</a>, <a href="#l_993">993</a>, <a href="#l_1019">1019</a>, <a href="#l_1079">1079</a>, <a href="#l_1704">1704</a>, +<a href="#l_1787">1787</a>, <a href="#l_2500">2500</a>, <a href="#l_2507">2507</a>, <a href="#l_2812">2812</a>, <i>wreed, nijdig, boosaardig</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_f2">Fijn</em>, <a href="#l_1865">1865</a>, <i>schoon</i>, <i>bevallig</i>. Zie <i>Lorr. gloss.</i> en vooral <i>Lsp. +gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_f3">Flume</em>, <a href="#l_2621">2621</a>, <i>rivier</i>. Verg. <i>Flor. gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_f4">Fransois</em>, <a href="#l_100">100</a>, <i>fransch</i>; <em class="g" id="vw_f5">in fransois</em>, <i>in het Fr.</i></p> + +<h3 class="h3vw" id="VW_G">G.</h3> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_g1">Gaen ant lijf</em>, met DP., <a href="#l_2862">2862</a>, <i>het leven kosten</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_g2">Gaerdelijn</em>, <a href="#l_1416">1416</a>. Ik mistrouw dat woord: <i>gaerde</i> beteekent een <i>rijs</i>, +een <i>takje</i>, maar wordt, zoover ik weet, nooit voor <i>baardhaar</i>, +<i>knevelbaard</i> aangetroffen. Daarvoor is zeer gewoon <i><a href="#vw_g167">granen</a></i>, het Fr. +<i xml:lang="fr">guernon</i>, dat hier <a href="#l_2972">2972</a>; <span class="smcap">MAERL.</span>, <i>Sp. Hist.</i>, 3 Dl., bl. 266, <i>Rose</i> +764, <i>Lanc.</i> II, 36969, voorkomt, en nog bij <span class="smcap">KIL.</span> bekend is. Moet nu in +vs. <a href="#l_1416">1416</a> niet gelezen worden <i>granekijn</i>, of <i>granelijn</i>?</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_g3">Gal</em>, <a href="#l_1230">1230</a>, praet. van <em class="g" id="vw_g4">gellen</em>, <i>gillen</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_g5">Ganc</em>, <a href="#l_551">551</a>, <a href="#l_885">885</a>, <i>gang, liet gaan</i>. <em class="g" id="vw_g6">Ganc maken</em>, <a href="#l_152">152</a>, <i>gaan</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_g7">Gast</em>, <a href="#l_1981">1981</a>, <i>vreemdeling;</i> <a href="#l_1204">1204</a>, <i>gastvriend</i>, <i>hospes</i>; voorts +beteekent dit woord in 't algemeen, een <i>onbekend</i> en dus <i>onbemind</i> +persoon, terwijl de juiste beteekenis nader door het adject. wordt +bepaald, b.v. <a href="#l_1888">1888</a>, <em class="g" id="vw_g8">felle g.</em>, <a href="#l_2821">2821</a>, lede g. Zoo <i>Troj. Orl.</i> (<i>Ovl. +Ged.</i>, 2 Dl., bl. 85), vs. 869, <i>wrede gast</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_g9">Gheanden</em>, <a href="#l_202">202</a>, <i>wreken</i>. Zie <span class="smcap">HUYD.</span> op <i>Stoke</i>, 2 Dl., bl. 453–454.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_g10">Ghebare</em>, <a href="#l_1769">1769</a>, <i>uiterlijk voorkomen</i>. Verg. <span class="smcap">HUYD.</span> op <i>Stoke</i>, 2 Dl., bl. +33–34.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_g11">Ghebieden</em>, <a href="#l_840">840</a>, <a href="#l_2217">2217</a>, <a href="#l_2762">2762</a>, <a href="#l_3243">3243</a>, <i>bevelen</i>; <a href="#l_1839">1839</a>, <i>lusten</i>, <i>willen</i>. +Zoo <i>Lorr.</i>, I, 611; <i>Wal.</i> 2771. In de elliptische spreekwijs, <i>God, +die alle dinc gheboot</i>, <a href="#l_1774">1774</a>, moet men aanvullen: <i>te leven</i>, <i>te zijn</i>. +Zie <i>Wal.</i> 2 Dl., bl. 292.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_g12">Ghebleet</em>, <a href="#l_2083">2083</a>, <i>geblaat</i>. Verg. <em class="g"><a href="#vw_b124" class="vw_ref">Bleten</a></em>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_g13">Gheboren int been</em> (<em class="g" id="vw_g14">Sijn</em>), <a href="#l_2497">2497</a>, <i>sedert de geboorte in merg en been +zitten</i>. Verg. <em class="g"><a href="#vw_b118" id="vw_g15" class="vw_ref">Binnen gheboren</a></em>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_g16">Ghebreken</em>, <a href="#l_1935">1935</a>, intr. met DP. <i>ontbreken</i>. Verg. <i>Lsp. gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_g17">Ghebure</em>, <a href="#l_1981">1981</a>, <i>buurman</i>; <a href="#l_343">343</a>, in meer algemeenen zin, <i>die felle +ghebure</i>. Verg. het fransche spreekwoord aangehaald <i>Doctr.</i> II, 919. +Zie ook <i>Lorr. gloss.</i>, pag. 333.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_g18">Ghedeghen</em>, zie <em class="g"><a href="#vw_d35" id="vw_g19">Dighen</a></em>.</p> + +<p><span class="pagenum" title="144"></span><a id="p_144"></a></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_g20">Ghedichte</em>, <a href="#l_3241">3241</a>, <i>opstel</i>, <i>geschrift</i>. Verg. <em class="g"><a href="#vw_d27" class="vw_ref">dichten</a></em>, <em class="g"><a href="#vw_d28" class="vw_ref">dichter</a></em>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_g21">Ghedichte</em>, <ins class="corr" id="corr33" title="Bron: 813"><a href="#l_812">812</a></ins>, adv. <i>dicht op een</i>. <i>Ferg.</i> 4227. <i>Wal.</i> 2139<ins class="corr" id="corr34" title="Bron: .">,</ins> 3119, +3706, 3784. Verg. <i>Lsp. gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_g22">Ghedinghe</em>, <a href="#l_314">314</a>, <a href="#l_475">475</a>, <a href="#l_527">527</a>, <i>geding</i>, <i>terechtzitting</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_g23">Ghedinken</em>, <a href="#l_1504">1504</a>, <a href="#l_1675">1675</a>, <a href="#l_1997">1997</a>, impers. DP. GZ., <i>zich herinneren</i>, +<i>gedenken</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_g24">Ghedochte</em>, <a href="#l_542">542</a>, <i>gedachte</i>, <i>de daad van het denken</i>. <i>Ferg.</i> 1198. +<i>Flor.</i> 207 (?), 1654.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_g25">Ghedoen</em>, <a href="#l_139">139</a>, <i>doen</i>; <a href="#l_3177">3177</a>, <em class="g" id="vw_g26">Ghedoe hoe ic ghedoe</em>, <i>het ga mij zoo het +wil</i>. Bekend is de spreekwijs: <em class="g" id="vw_g27">Wat doedi?</em> <i>Hoe vaart gij?</i> (<i xml:lang="en">how do you +do?</i>) b.v. <i>Lanc.</i> II, 11415, 14097, 14223, 12545, 30702, 30828. <i>Limb.</i> +IV, 305; VI, 493. <i>Velth.</i>, bl. 363. Verg. <i>Lsp. gloss.</i> i. v. <i>doen</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_g28">Ghedoghen</em>, <a href="#l_755">755</a>, <a href="#l_1590">1590</a>, <a href="#l_1593">1593</a>, <a href="#l_1895">1895</a>, <i>verdragen</i>, <i>lijden</i>, <i>doorstaan</i>. +Verg. <i>Flor. gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_g29">Ghedraghen</em>, <a href="#l_637">637</a>, <a href="#l_1129">1129</a>, <i>dragen</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_g30">Gheganghen</em>, part. van <em class="g" id="vw_g31">ganghen</em>, <a href="#l_3215">3215</a>, <i>gegaan</i>. Verg. <span class="smcap">MAERL.</span> I, 100. +<i>Ferg.</i> 1650. <i>Stoke</i> 7 B<ins class="corr" id="corr35" title="Niet in Bron.">.</ins>, vs. 466, en <span class="smcap">HUYD.</span> aldaar 2 Dl., bl. 347.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_g32">Ghegripen</em>, praet. <em class="g" id="vw_g33">ghegreep</em>, <a href="#l_1249">1249</a>, <a href="#l_1260">1260</a>, <a href="#l_3104">3104</a>, <i>grijpen</i>, <i>aangrijpen</i>. +<i>Ferg.</i> 1213.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_g34">Ghehelpen</em>, <a href="#l_691">691</a>, <i>helpen</i>, <i>baten</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_g35">Ghehent</em>, <a href="#l_450">450</a>, <i>geindigd</i>; part. van <em class="g" id="vw_g36">enden</em>, <i>eindigen</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_g37">Ghehidet</em>, <a href="#l_2574">2574</a>, <i>verborgen</i>. Verg. het Eng. <i>to hide</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_g38">Ghehorsam</em>, <a href="#l_2550">2550</a>, <i>gehoorzaam</i>. Verg. <i>Lsp. gloss.</i> op <i>ghehoren</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_g39">Ghehuuc</em>, <a href="#l_1605">1605</a>, <i>geschreeuw</i>. <i>Wal.</i> 10601, 10631, 10721. Verg. <span class="smcap">HUYD.</span> op +<i>Stoke</i>, 1 Dl., bl. 382.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_g40">Ghecrai</em>, <a href="#ln_2308">2308*</a> (<i>bis</i>), <i>geschreeuw</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_g41">Ghelach</em>, <a href="#l_1518">1518</a>, <i>gelag</i>, <i>spijs of drank</i>, <i>waarme men zich vrolijk +maakt</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_g42">Ghelach</em>, <a href="#l_2399">2399</a>, <i>gemak</i> (eigenl. <i>wat goed gelegen is</i>). Zoo heeft <span class="smcap">KIL.</span> +nog het adj. <i>ghelaeghsaem</i>, dat hij een Vlaamsch woord noemt, en +verklaart <i>wel gheleghen</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_g43">Ghelaet</em>, <a href="#l_1092">1092</a>, <a href="#l_1211">1211</a>, <a href="#l_1737">1737</a>, <a href="#l_1768">1768</a>, <a href="#l_1802">1802</a>, <a href="#l_2119">2119</a>, <a href="#l_2185">2185</a>, <i>uiterlijk +voorkomen</i>. Verg. <i>Lsp. gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_g44">Ghelaten</em> (<em class="g" id="vw_g45">Hem</em>). <a href="#l_1062">1062</a>, <a href="#l_3036">3036</a>, <i>zich aanstellen</i>, <i>zich voordoen</i>. Verg. +<i>Flor. gloss.</i> <span class="mixcap">Maerl.</span>, <i>Sp. Hist.</i>, 3 Dl., bl. 294, 312. <i>Ferg.</i> 4209.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_g46">Ghelden</em>, <a href="#l_1236">1236</a>, <i>betalen</i>, <i>vergelden</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_g47">Gheles</em>, <a href="#l_2930">2930</a>, <i>gebed</i>, <i>zegenspreuk</i>. Verg. <span class="smcap">MAERL.</span>, <i>Sp. Hist.</i>, 3 Dl., +bl. 241, vs. 50, 63.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_g48">Gheliden</em>, <a href="#l_1525">1525</a>, <i>glijden</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_g49">Gheliet</em>, part. van <em class="g"><a href="#vw_l33" id="vw_g50" class="vw_ref">lien</a></em>, <a href="#l_3403">3403</a>, <i>bekennen</i>. Zie <i>Lorr. gloss.</i> op <i>liet</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_g51">Gheligghen</em>, praet. <em class="g"><a href="#vw_g42" id="vw_g52" class="vw_ref">ghelach</a></em>, <a href="#l_1321">1321</a>, <i>liggen</i>, <i>zich uitstrekken</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_g53">Ghelove</em>, <a href="#l_1599">1599</a>, <i>geheel afgefoold</i>. Zie <i>Wal.</i> 2 Dl., bl. 332–7.</p> + +<p><span class="pagenum" title="145"></span><a id="p_145"></a></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_g54">Gheloven</em>, <a href="#l_1020">1020</a>, <a href="#l_1784">1784</a>, <a href="#l_2495">2495</a>, <i>gelooven</i>, <i>vertrouwen</i>. Zie <i>Lorr. gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_g55">Gheloven</em>, <a href="#l_142">142</a>, <a href="#l_608">608</a>, <a href="#l_1622">1622</a>, <a href="#l_2488">2488</a>, <i>beloven</i>, <i>verzekeren</i>. <i>Lsp. gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_g56">Gheloven</em>, <a href="#l_2521">2521</a>, <i>goedkeuren</i>, <i>toestemmen</i>. Zie <i>Lorr. gloss.</i> i. v. +<i>loven</i>. Zoo gebruikten ook de Franschen <i xml:lang="fr">louer</i>, b.v. <span class="smcap">GARIN</span>, I, 116; +II, 42.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_g57">Gheluut</em>, <a href="#l_1532">1532</a>, <a href="#l_1575">1575</a>, <a href="#ln_2308">2308*</a>, <a href="#l_3372">3372</a>, <i>geschreeuw</i>, <i>geraas</i>, <i>gebrul</i>. +<i>Troj. Orl.</i> (<i>Ovl. Ged.</i>, 1 Dl., bl. 15), vs. 1268.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_g58">Ghemac</em>, <a href="#l_736">736</a>, <a href="#l_2128">2128</a>, <a href="#l_2220">2220</a>, <a href="#l_2849">2849</a>, <a href="#l_3297">3297</a>, <i>rust</i>, <i>genoegen</i>, <i>tevredenheid</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_g59">Ghemackelijc</em>, <a href="#l_3008">3008</a>, <i>rustig</i>. In den zin van <i>bedaard</i>, <i>gerust</i>, komt +het herhaaldelijk voor. <i>Flor.</i> 2018. <i>Lanc.</i> II, 29519, 31255, 35886, +36854. <i>Troj. Orl.</i> (<i>Ovl. Ged.</i>, 2 Dl., bl. 95), vs. 211.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_g60">Ghemanc</em>, <a href="#ln_2308">2308*</a>, <i>oploop</i>. Verg. <i>Lsp. gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_g61">Ghemene</em>, <a href="#l_2112">2112</a>, <i>gemeenschappelijk</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_g62">Ghemick</em>, <a href="#l_2859">2859</a>, <i>van pas</i>, <i>passend</i>. Verg. <i>Lsp. gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_g63">Ghemoet</em>, <a href="#l_1055">1055</a>, <a href="#l_1110">1110</a>, <a href="#l_2768">2768</a>, <i>ontmoeting</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_g64">Ghemoeten</em>, <a href="#l_1107">1107</a>, <i>ontmoeten</i>. Zie over dit en het voorgaande woord, +<i>Lorr. gloss.</i>; <span class="smcap">CLIGNETT</span>, <i>Bijdr.</i>, bl. 228.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_g65">Ghenade</em>, <a href="#l_67">67</a>, <a href="#l_317">317</a>, <a href="#l_1745">1745</a>, <i>genade</i>, <i>gunst</i>; <em class="g" id="vw_g66">leven mit ghenade</em>, <a href="#l_3445">3445</a>, +<i>onder Gods bescherming leven</i>; <em class="g" id="vw_g67">met ghenade</em>, <a href="#l_2195">2195</a>, <i>met (uwe) +toestemming</i>; <em class="g" id="vw_g68">grote ghenade hebben</em>, <a href="#l_3148">3148</a>, <i>gerustheid hebben</i>, <i>gerust +leven</i>. Verg. <span class="smcap">HUYD.</span> op <i>Stoke</i>, 2 Dl., bl. 528 en 512.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_g69">Ghenadich</em>, <a href="#l_2316">2316</a>, <i>welwillend</i>, <i>toegenegen</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_g70">Ghenaken</em>, <a href="#l_2006">2006</a>, <i>in iemands nabijheid komen</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_g71">Ghenent</em>, <em class="g" id="vw_g72">gheninde</em>, <a href="#l_2511">2511</a>, <i>vertrouwen</i>, <i>moed</i>; <em class="g" id="vw_g73">met gheninde</em>, <a href="#l_2810">2810</a>, <i>met +drift</i>, <i>haastig</i>. Zie <i>Lsp. gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_g74">Gheneren</em> (<em class="g" id="vw_g75">Hem</em>), <a href="#l_1689">1689</a>, <i>zich voeden</i>, <i>den kost winnen</i>. <i>Troj. Orl.</i> +(<i>Ovl. Ged.</i>, 1 Dl., bl. 13), vs. 1109. <i>Wal.</i> 326. Verg. <i>Mnlp.</i> en +<i>Lsp. gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_g76">Ghenesen</em>, <a href="#l_1404">1404</a>, intr. <i>behouden blijven</i>. Verg. <i>Lsp. gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_g77">Ghenesen</em>, <a href="#l_245">245</a>, <i>(van een kind) bevallen</i>, <i>verlost worden</i>. Zie <abbr title="ter laatst aangehaalde plaatse (=Lsp. gloss.)"><a href="#vw_g76">t. l. a<ins class="corr" id="corr36" title="Niet in Bron.">.</ins> p.</a></abbr></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_g78">Ghenoopt</em>, part. van <em class="g"><a href="#vw_n46" class="vw_ref">nopen</a></em>, <a href="#l_964">964</a>, eigenlijk <i>aanraken</i>, <i>slaan</i> (zie <i>Lsp. +gloss.</i>), hier <i>pijnigen</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_g79">Ghenoot</em>, <a href="#l_2253">2253</a>, <i>gelijke</i>, <i>pair</i>. Zie <i>Lorr. gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_g80">Gentel</em>, <a href="#l_2508">2508</a>, <i>beminnelijk</i>, <i xml:lang="fr">gentille</i>. Zie <span class="smcap">KIL.</span> op <i>Ghent</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_g81">Gheonneert</em>, <a href="#l_2009">2009</a>, <i>te schande gebracht</i>, Fr. <i xml:lang="fr">honni</i>. <i>Lorr.</i> II, 3813.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_g82">Ghepronden</em>, zie <em class="g"><a href="#vw_p32" class="vw_ref">Prenden</a></em>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_g83">Ghequiten</em>, <a href="#l_2658">2658</a>, <i>vrij maken van iets</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_g84">Gheraden</em>, <a href="#l_1453">1453</a>, <i>raden</i>, <i>raad geven</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_g85">Gheraect sijn tot iemen</em>, <a href="#l_1246">1246</a>, <i>tot iemand genaderd</i>, <i>doorgedrongen +zijn</i>. Verg. <i>Mnlp. gloss.</i></p> + +<p><span class="pagenum" title="146"></span><a id="p_146"></a></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_g86">Ghereden</em>, <a href="#l_1918">1918</a>, <a href="#l_2958">2958</a>, <i>bereiden</i>, <i>toebereiden</i>; <a href="#l_1762">1762</a>, <em class="g" id="vw_g87">hem ghereden up</em>, +<i>iets beginnen</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_g88">Ghere</em>, <a href="#l_687">687</a>, samentr. van <em class="g" id="vw_g89">ghener</em>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_g90">Gherochte</em>, <a href="#l_1533">1533</a>, <i>gerucht</i>, <i>geraas</i>; <a href="#l_3304">3304</a>, „<i xml:lang="la">tumultus</i>, <i xml:lang="la">murmur</i>, +<i xml:lang="la">turbatio</i>,” <span class="smcap">KIL.</span></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_g91">Gherocht uut</em>, praet. van <em class="g" id="vw_g92">gheraken uut</em>, <a href="#l_752">752</a>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_g93">Gheronnen comen</em>, <a href="#l_118">118</a>, <a href="#l_734">734</a>, <a href="#l_760">760</a>, <a href="#l_1325">1325</a>, <i>komen aangeloopen</i>. <em class="g" id="vw_g94">Gheronnen</em> is +het part. van <em class="g" id="vw_g95">rennen</em>, waarover zie <i>Lsp. gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_g96">Ghesegghen</em>, <a href="#l_1651">1651</a>, <i>zeggen</i>, <i>verhalen</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_g97">Gheselle</em>, <a href="#l_613">613</a>, <a href="#l_629">629</a>, <a href="#l_645">645</a>, <a href="#l_2106">2106</a>, <i>gezel</i>, <i>wapenbroeder</i>, <i>vriend</i>. Over +de compagnons of <span xml:lang="fr">frres d'armes</span>, zie vooral <span class="smcap">DU CANGE</span> op <span class="smcap">JOINVILLE</span>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_g98">Gheselscap</em>, <a href="#l_2109">2109</a>, <i>trouwe hulp en vriendschap</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_g99">Ghesien</em>, <a href="#l_1264">1264</a>, <i>zien</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_g100">Ghesinde</em>, <a href="#l_1399">1399</a>, <i>gezin</i>, <i>hofgezin</i>, <i>gevolg</i>. <i>Carl. El.</i> 1174. <i>Mnlp. +gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_g101">Ghesceet</em>, <a href="#l_387">387</a>, <i>scheiding</i>. <i>Flor.</i> 1582, 3111.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_g102">Ghescriven</em>, <a href="#l_93">93</a>, <i>schrijven</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_g103">Ghesleghen</em>, part. van <em class="g"><a href="#vw_s78" class="vw_ref">slaen</a></em>, <a href="#l_653">653</a>; <em class="g" id="vw_g104">pade slaen</em>, <a href="#l_505">505</a>, <i>door heen en wer +loopen paden vormen</i>. Vandaar <em class="g" id="vw_g105">slaghe</em>, <em class="g" id="vw_g106">voetslaghe</em>, in den zin van +<i>voetstapgen</i>, <i>voetspoor</i>, <i>spoor</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_g107">Ghesmide</em>, <a href="#l_2590">2590</a>, <i>allerlei cieraad, dat van eenig metaal gesmeed +wordt</i>; <span class="smcap">CLIGNETT</span>, <i>Bijdr.</i>, bl. 224–225.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_g108">Ghesocht</em>, zie <em class="g"><a href="#vw_s98" class="vw_ref">Sochten</a></em>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_g109">Ghespreken</em>, <a href="#l_438">438</a>, <i>spreken</i>. Het imperf. <i>ghesprac</i> staat hier als +dikwerf in het Mnl. en Oud- en Mhd. voor het <span xml:lang="la">plusquamperf.</span></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_g110">Ghestade</em>, <a href="#l_613">613</a>, <i>standvastig</i>, <i>getrouw</i>; <a href="#l_3047">3047</a>, <i>ingetogen</i>, <i>niet door +hartstochten hen en wer geslingerd</i>. Verg. <i>Lsp. gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_g111">Ghestaen</em>, <a href="#l_560">560</a>, <a href="#l_1305">1305</a>, <i>staan</i>; zoo ook <em class="g" id="vw_g112">ghestaen sijn</em>, +<a href="#l_698">698</a>, waarover zie <i>Lsp. Gloss.</i> op <i>ghestaen</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_g113">Ghesteken</em>, part. van <em class="g" id="vw_g114">steken</em>, <a href="#l_3261">3261</a>, <a href="#l_3339">3339</a>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_g115">Ghestille</em>, <ins class="corr" id="corr37" title="Bron: 25"><a href="#l_26">26</a></ins>, <a href="#l_1136">1136</a>, <a href="#l_2194">2194</a>, <i>stilzwijgen</i>, +<i>stilte</i>. <ins class="corr" id="corr38" title="Niet cursief in Bron."><i>Ferg.</i></ins> 681, 5556; <i>Flor. gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_g116">Ghetelen</em>, zie op <em class="g"><a href="#vw_t17" class="vw_ref">Telen</a></em>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_g117">Ghetemen</em>, <a href="#l_2211">2211</a>, <i>gedoogen</i>. Zie vooral <span class="smcap">HUYD.</span> op <i>Stoke</i>, 2 Dl. bl. +432–433; en verg. <span class="smcap">MAERL.</span> III, 149; <i>Wal.</i> 8566, 9426, 7740; <i>Lanc.</i> +3 B., vs. 14983, 23149; <i>Rose</i>, 3365; <i>Mnlp.</i> 3 B., vs. 593. Zie ook <i>Limb. gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_g118">Ghetide</em>, <a href="#l_951">951</a>, „<i>ghetyd-ghebeden</i>; <i xml:lang="la">horariae preces</i>, <i xml:lang="la">preces canonicae</i>” +(<span class="smcap">KIL.</span>); de gebeden die elk priester op <i>bepaalde tijden</i> van den dag +moest lezen, en waarvan de <i>complete</i> het laatste is.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_g119">Ghetoghet</em>, <a href="#l_1080">1080</a>, part. van <em class="g" id="vw_g120">toghen</em>, <i>aantoonen</i>, <i>toonen</i>. Wat +<i>ghetoghet</i> is, <i>blijkt</i>, is <i>duidelijk</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_g121">Ghetrouwe</em>, <a href="#l_2485">2485</a>, <a href="#l_3242">3242</a>, <i>eerlijk</i>, <i>oprecht</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_g122">Ghetrouwe sijn</em> (?), <a href="#l_2578">2578</a>, <i>vertrouwen</i>.</p> + +<p><span class="pagenum" title="147"></span><a id="p_147"></a></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_g123">Ghetrouwen</em>, <a href="#l_3365">3365</a>, <i>vertrouwen</i>, <i>betrouwen</i>. Verg. <i>Mnlp. gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_g124">Ghevaen</em>, zie <em class="g"><a href="#vw_v5" class="vw_ref">Vaen</a></em>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_g125">Gheval</em>, <a href="#l_46">46</a>, <a href="#l_2225">2225</a>, <i>geluk</i>; maar die beteekenis is er slechts bij +toepassing aan gegeven, daarom <a href="#l_617">617</a>, <a href="#l_1059">1059</a>, vol-uit <em class="g" id="vw_g126">goet gheval</em>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_g127">Ghevallen</em>, intr. DP., <a href="#l_149">149</a>, <a href="#l_1278">1278</a>, <a href="#l_1393">1393</a>, <a href="#l_2190">2190</a>, <a href="#l_2289">2289</a>, <a href="#ln_2308">2308*</a>, <a href="#l_2351">2351</a>, +<i>gebeuren</i>; <a href="#l_1391">1391</a>, <i>uitvallen</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_g128">Ghevane</em>, <a href="#l_2996">2996</a>, <a href="#l_3417">3417</a>, <i>de gevangenen</i>. Eigenl. part. van <i>vaen</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_g129">Ghevaren</em>, zie <em class="g"><a href="#vw_v15" class="vw_ref">Varen</a></em>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_g130">Gheven een val</em>, <ins class="corr" id="corr39" title="Bron: 1631"><a href="#l_1641">1641</a></ins>, <em class="g" id="vw_g131">enen spronc</em>, <a href="#l_1716">1716</a>, <i>vallen</i>, <i>springen</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_g132">Ghevoech</em>, <a href="#l_233">233</a>, <a href="#l_658">658</a>, <a href="#l_884">884</a>, <a href="#l_1625">1625</a>, <a href="#l_2968">2968</a>, eigenlijk <i>wat voegt, of te pas +komt</i> (dus <a href="#l_233">233</a>); <i>wat dienstig of nuttig is</i>. Vandaar: <i>voordeel</i>, +<i>gemak</i>, enz. Zie <i>Lsp. gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_g133">Ghevreiscen</em>, <a href="#l_1582">1582</a>, <i>vernemen</i>. Verg. <i>Flor. gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_g134">Ghewaerlike</em>, <a href="#l_2564">2564</a>, <i>waarlijk</i>, <i>waarachtig</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_g135">Ghewaert laten</em>, <a href="#l_1123">1123</a>. <span class="mixcap">Willems</span> verklaart <em class="g" id="vw_g136">ghewaert</em> als <i>verzekerd</i>, +<i>vrij</i>, d. i. <i>waerschap of genoegdoening verstrekt hebbende</i>; maar die +verklaring zal wel niemand bevredigen. Blijkbaar beteekent het <i>met rust +laten</i>, van het goth. <i>gavairthi</i>, d. i. <i>vrede</i>, <i>rust</i>. Verg. +<span class="smcap">HOLTZMANN</span>, <i xml:lang="de">Unters. ber das Nibelungenlied</i>, bl. 85. Vanhier het +bekende <em class="g" id="vw_g137">ghew(a)erden</em>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_g138">Ghewande</em>, <a href="#l_1283">1283</a>, <i>ingewand</i>. De omwerking heeft <i>ghewade</i>: <i>scade</i>; is +dat ook de ware lezing? <i>Stoke</i>, 2 B., vs. 963, heeft <i>ghewade</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_g139">Gheware worden</em>, met GZ., <a href="#l_1712">1712</a>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_g140">Gheweldelike</em>, <a href="#l_3431">3431</a>, <i>met geweld</i>, <i>overmachtig</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_g141">Gheweldich</em>, <a href="#l_1224">1224</a>, <i>machtig</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_g142">Ghewelt</em>, <a href="#ln_2308">2308*</a>, <i>macht</i>. Verg. <i>Lsp. gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_g143">Ghewent</em>, <a href="#l_1540">1540</a>, <i>gekeerd</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_g144">Ghewin</em>, <a href="#l_1634">1634</a>, <a href="#l_3182">3182</a>, <a href="#l_3252">3252</a>, <i>winst</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_g145">Ghewinnen</em>, <em class="g" id="vw_g146">ghewan</em>, <em class="g" id="vw_g147">ghewonnen</em>, <a href="#l_227">227</a>, <a href="#l_342">342</a>, <a href="#l_571">571</a>, <a href="#l_580">580</a>, <a href="#l_1326">1326</a>, <i>verkrijgen</i>, +<i>verwerven</i>, <i>machtig worden</i>; <a href="#l_749">749</a>, <i>de vrije beschikking krijgen</i>; +<a href="#l_1029">1029</a>, <i>overhalen</i>. Verg. <i>Lsp. gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_g148">Ghewouden</em>, <a href="#l_430">430</a>; ook alleen <em class="g" id="vw_g149">wouden</em>, <a href="#l_3189">3189</a>, <i>macht oefenen</i>, <i>beschikken +over iets</i>, <i>beschermen</i>. <i>Wal.</i> 3298, 3895, 5221; <i>Limb.</i>, <i>Mnlp. +gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_g150">Ghewout</em>, <a href="#l_605">605</a>, <a href="#l_2142">2142</a>, <a href="#l_2450">2450</a>, <a href="#l_2853">2853</a>, <a href="#l_3430">3430</a>, <i>macht</i>. Verg. <span class="smcap">CLIGNETT</span>, <i>Bijdr.</i>, +bl. 361.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_g151">Ghewreken</em>, <em class="g" id="vw_g152">ghewrac</em>, <a href="#l_436">436</a>, <a href="#l_468">468</a>, <i>wreken</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_g153">Ghewrochte</em>, imperf. van <em class="g" id="vw_g154">ghewerken</em>, <a href="#l_1652">1652</a>, <i>werken</i>, <i>bewerken</i>. Zie <i>Lsp. +gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_g155">Ghier</em>, <a href="#l_940">940</a>, <i>vraet</i>, <i>slokop</i>. Eigenlijk een adj. <i>begeerig</i>, +<i>hebzuchtig</i>. Verg. <i>Lsp.</i> en <i>Mnlp. gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_g156">Ghierech</em>, <a href="#l_403">403</a>, <i>begeerig</i>, <i>inhalig</i>, <i>gulzig</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_g157">Ghendre</em>, <a href="#l_831">831</a>, <a href="#l_1336">1336</a>, <a href="#l_1603">1603</a>, <i>gints</i>, <i>ginder</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_g158">Ghisel</em>, <a href="#l_3089">3089</a>, <i>gijzelaar</i>.</p> + +<p><span class="pagenum" title="148"></span><a id="p_148"></a></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_g159">Godevolen</em>, <a href="#l_3300">3300</a>, <i>Gode bevolen</i>. Zie <i>Beatrijs gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_g160">Godsat hebben</em>, <a href="#l_3176">3176</a>, <i>gevloekt zijn</i>; eigenlijk <i>Gods haat hebben</i>. +<span class="mixcap">Maerl.</span> I, p. 62. <i>Ferg.</i> 2304, 4702, waar het hs. <i>Godsat</i> heeft. Zie +<span class="smcap">HUYD.</span> op <i>Stoke</i>, 2 Dl., bl. 350–351.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_g161">God gheve u goedendach!</em> <a href="#l_2921">2921</a>, gewone zegenwensch, <i>God zegene, bescherme +u!</i> <i>Ferg.</i> 4572. Het tegenovergestelde, een <i>quaden dach</i> wenschen, +vindt men evenzeer, b.v. <i>Velth.</i> bl. 42; <i>Ferg.</i> 3214, 3492.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_g162">Goedertiere</em>, <a href="#l_2315">2315</a>, <a href="#l_3045">3045</a>, <i>goedaardig</i>. <i>Wal.</i> 9172, 9238, 9346. Verg. +<i>Flor. gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_g163">Goet</em>, <a href="#l_1988">1988</a>, <i>goed</i>, (<i>geschenk</i>).</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_g164">Goom nemen</em>, <a href="#l_183">183</a>, <a href="#l_659">659</a>, <a href="#l_2000">2000</a>, <a href="#l_2138">2138</a>, met GZ., <i>acht geven</i>. <i>Ferg.</i> 734, +1202; <i>Velth.</i> bl. 182, 184, 186, enz. Verg. <i>Flor.</i> en <i>Mnlp. gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_g165">Gram</em>, <a href="#l_2462">2462</a>, <i>verdrietig</i>; <a href="#l_3099">3099</a>; <i>toornig</i>. In de eerste beteek. <i>Ferg.</i> +103, 1528; <i>Flor.</i> 550; in de tweede <i>Ferg.</i> 1925. Verg. <span class="smcap">HUYD.</span> op +<i>Stoke</i>, 3 Dl., bl. 264.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_g166">Gram doen</em>, <a href="#l_3042">3042</a>, <i>verdrietig maken</i>, <i>leed aandoen</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_g167">Granen</em>, <a href="#l_2972">2972</a>, <i>knevels</i>. <i>Flor.</i> 3284; <i>Lanc.</i> II, 36969; <i>Rose</i> 764.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_g168">Graven</em>, <em class="g" id="vw_g169">groef</em>, <a href="#l_2600">2600</a>, <i>begraven</i>. <i>Lorr. gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_g170">Grief doen</em>, <a href="#l_186">186</a>, <i>leed doen</i>, van het fransche <i xml:lang="fr">grief</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_g171">Grongaert</em>, <a href="#l_32">32</a>, het fr. <i xml:lang="fr">grognard</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_g172">Grongieren</em>, <a href="#l_2118">2118</a>, <i>brommen</i>, 't fr. <i xml:lang="fr">grogner</i>.</p> + +<h3 class="h3vw" id="VW_H">H.</h3> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_h1">Haenbalc</em>, <a href="#l_1618">1618</a>, <i>hanebalk</i>, <i>bovenste balk van 't dak</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_h2">Haerwaert</em>, <a href="#l_1452">1452</a>, <i>herwaarts</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_h3">Haghe</em>, <a href="#l_42">42</a>, <a href="#l_386">386</a>, <a href="#l_396">396</a>, <a href="#l_820">820</a>, <a href="#l_1053">1053</a>, <a href="#l_2400">2400</a>, <a href="#l_3139">3139</a>, <i>heg</i>, <i>kreupelhout</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_h4">Haghedochte</em>, <a href="#l_541">541</a>, <a href="#l_1367">1367</a>, <a href="#l_3074">3074</a>, <a href="#l_3257">3257</a>, <i>krocht</i>, <i>hol</i>. Zie <i>Lsp. gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_h5">Half ghenade</em>, <a href="#l_1993">1993</a>, (<i>spottende uitdrukking</i>).</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_h6">Hame</em>, <a href="#l_971">971</a>, ons <i>ham</i>, eigenlijk <i>de buiging der achterbeenen</i>. <span class="smcap">KIL.</span> +<i xml:lang="la">poples</i>. In den <i>Ferg.</i> heet het van twee ridders, die op elkander +inrenden, 2347:</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzavw"> + <span class="i0">So sere si te gadere quamen,<br /></span> + <span class="i0">Dien orsen boghen die hamen.<br /></span> +</div> +</div> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_h7">Hant</em> (<em class="g">Te</em>), zie op <em class="g"><a href="#vw_t13" class="vw_ref">Te</a></em>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_h8">Hantwerc</em>, <a href="#l_3348">3348</a>, <i>schrijfkunst</i>, eigenlijk <i>handwerk</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_h9">Harde</em>, <em class="g" id="vw_h10">haerde</em>, <a href="#l_3">3</a>, <a href="#l_153">153</a>, <a href="#l_207">207</a>, <a href="#l_312">312</a>, <a href="#l_569">569</a>, <a href="#l_656">656</a>, enz. Adv. <i>zeer</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_h11">Hare</em>, <a href="#l_269">269</a>, <a href="#l_374">374</a>, <i>haren kleed</i>, fr. <i>haire</i>. Zie <i>Beatrijs gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_h12">Hare</em>, <em class="g" id="vw_h13">Haer</em>, <a href="#l_2624">2624</a>, <a href="#l_3222">3222</a>, <i>hier</i>. Zie <span class="smcap">CLIGNETT</span>, <i>Bijdr.</i>, bl. 22.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_h14">Harentare</em>, <a href="#l_1628">1628</a>, <a href="#l_1711">1711</a>, <a href="#l_2069">2069</a>, <i>hier en daar</i>. Zie <i>Lsp. gloss.</i> op +<i>haer</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_h15">Have</em>, <a href="#l_563">563</a>, <i>zaak</i>, eigenl. <i>bezitting</i>, van <i>hebben</i>. Verg. <i>Lsp.</i> 3 +Dl., bl. 139, vs. 113; <i>Ferg.</i> 1068; <i>Flor. gloss.</i></p> + +<p><span class="pagenum" title="149"></span><a id="p_149"></a></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_h16">Hebben ghedaen</em>, met een infin. <a href="#l_44">44</a>, <a href="#l_2916">2916</a>, gewone spraakvorm.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_h17">Heleghe</em>, <a href="#l_83">83</a>, <i>reliquien der heiligen</i>. <i>Lorr.</i> II, 161. Verg. <span class="smcap">ZIEMANN</span> op +<i>heilic</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_h18">Helet</em>, <a href="#l_615">615</a>, <ins class="corr" id="corr40" title="Bron: 1071"><a href="#l_1072">1072</a></ins>, <ins class="corr" id="corr41" title="Bron: 3121"><a href="#l_3221">3221</a></ins>, <i>held</i>. De Oud-Saksische vorm is <i>Helith</i>, +<i>Helid</i>. Zie <i>Heliand</i>, 3650, 6270 (ed. <span class="smcap">KNE</span>).</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_h19">Helpe</em>, <a href="#l_575">575</a>, <a href="#l_1545">1545</a>, <a href="#l_2071">2071</a>, <a href="#l_3361">3361</a>, uitroeping van verbazing, <i>God helpe mij!</i> +<span class="mixcap">Maerl.</span> <i>Sp. Hist.</i>, 3 Dl., bl. 84, 255.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_h20">Hem</em>, <a href="#l_716">716</a>, <i>hun</i>; <a href="#l_769">769</a>, <a href="#l_958">958</a>, <i>zich</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_h21">Henen</em>, <ins class="corr" id="corr42" title="Bron: 2246"><a href="#l_2345">2345</a></ins>, <i>van hier</i>, <i>weg</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_h22">Here</em>, <a href="#l_2246">2246</a>, <i>vader</i>. <i>Lanc.</i> 3 B., vs. 26460. <i>Limb.</i> X, 310.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_h23">Herte</em>, vr. subst. <a href="#l_899">899</a>, <a href="#l_917">917</a>, <a href="#l_982">982</a>, <a href="#l_1079">1079</a>, <a href="#l_1199">1199</a>, <a href="#l_1741">1741</a>, <ins class="corr" id="corr43" title="Bron: 1926"><a href="#l_1925">1925</a></ins>, <i>hart</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_h24">Heten</em>, <em class="g" id="vw_h25">hiet</em>, <em class="g" id="vw_h26">gheheten</em>, <a href="#l_2223">2223</a>, <a href="#l_2815">2815</a>, <a href="#l_3234">3234</a>, <a href="#l_3346">3346</a>, <i>bevelen</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_h27">Hie</em>, <a href="#l_1852">1852</a>, <i>echtgenoot</i>; Ohd. <i>hiwa</i>, <span class="smcap">GRAFF</span>, IV, 1066. Verg. <span class="smcap">KNES</span> +<i>Heliand</i>, bl. 369.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_h28">Hinderwaert</em>, <a href="#l_2018">2018</a>, <a href="#l_2021">2021</a>, <i>achterwaarts</i>. <i>Hinderwaert varen</i>, hier, +<i xml:lang="la">abire in malam partem</i>. <i>Wal.</i> 1600.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_h29">Hine</em>, <a href="#l_963">963</a>, samentr. van <i>hi ne</i> = <i>hi en</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_h30">Hinne</em>, <a href="#l_134">134</a>, <a href="#l_287">287</a>, <i>hen</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_h31">Hire</em>, <a href="#l_52">52</a>, <i>hij er</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_h32">Ho</em>, <a href="#l_443">443</a>, <i>hard op</i>, <i>met luider stemme</i>, eigenlijk <i>hoog</i>. Verg. <span class="smcap">HUYD.</span> +op <i>Stoke</i>, 3 Dl., bl. 142.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_h33">Hoe so</em>, <a href="#l_1444">1444</a>, <a href="#l_1765">1765</a>, <i>hoe</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_h34">Hoede</em> (<em class="g" id="vw_h35">Sonder</em>), <a href="#l_377">377</a>, <a href="#l_391">391</a>, „<i>onbekommerd</i>, zonder telkens <i>op zijne +hoede</i> te moeten zijn”. <span class="mixcap">Huyd.</span> op <i>Stoke</i>, 1 Dl., bl. 381.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_h36">Hoekijn</em>, <a href="#l_2091">2091</a>, <i>bokje</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_h37">Hoen</em>, plur. <em class="g" id="vw_h38">hoener</em>, <a href="#l_1538">1538</a>, <a href="#l_1560">1560</a>, <a href="#l_1613">1613</a>, <a href="#l_1637">1637</a>, <a href="#l_1701">1701</a>, <a href="#l_2094">2094</a>, „<span xml:lang="la">Etsi <i>hoen</i> pro +gallina fere usurpetur, tamen commune est nomen ad omne gallinaceorum +genus.</span>” <span class="mixcap">Kil.</span></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_h39">Hof</em>, <a href="#l_45">45</a>, <a href="#l_48">48</a>, <a href="#l_51">51</a>, <a href="#l_55">55</a>, <a href="#l_554">554</a>, <i>hofdag</i>, <i xml:lang="fr">cour plnire</i>; <a href="#l_650">650</a>, <i>hofstede</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_h40">Hoghen</em> (<em class="g" id="vw_h41">Sijn in</em>), <a href="#l_1048">1048</a>, <a href="#l_2114">2114</a>, <i>verheugd zijn</i>. Zie <span class="smcap">HUYD.</span> op <i>Stoke</i>, 3 +Dl., bl. 263–264.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_h42">Hondekijn</em>, <a href="#l_99">99</a>, <i>hondje</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_h43">Honen</em>, <a href="#l_78">78</a>, <ins class="corr" id="corr44" title="Bron: 176"><a href="#l_175">175</a></ins>, <a href="#l_217">217</a>, <a href="#l_488">488</a>, <a href="#l_491">491</a>, <a href="#l_501">501</a>, <a href="#l_1204">1204</a>, <a href="#l_1638">1638</a>, <i>bedriegen</i>. Zie <i>Doct. +gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_h44">Hoofschelike</em>, <a href="#l_37">37</a>, <i>fatsoenlijk</i>, <i>op hoofsche wijze</i>. Verg. <i>Beatrijs</i>, +bl. 38.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_h45">Hopen ten ghewinne</em>, <a href="#l_2472">2472</a>, <i>verlangen naar de winst, het voordeel</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_h46">Houden</em>, <a href="#l_633">633</a>, <i>volgen</i>. Verg. <i>Ferg.</i> 179.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_h47">Hout</em>, <a href="#l_606">606</a>, <a href="#l_2238">2238</a>, <i>genegen</i>. Zie <i>Doct. gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_h48">Houtmakerigghe</em>, <a href="#l_804">804</a>, <i>houtwerkster</i>. Zie over den vorm <span class="smcap">HUYD.</span> op <i>Stoke</i>, +1 Dl., bl. 72.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_h49">Hovesc</em>, <a href="#l_1221">1221</a>, <i>heusch</i>, <i>beleefd</i>. Verg. <i>Beatrijs</i>, bl. 38.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_h50">Hoveschede</em>, <a href="#l_28">28</a>, <ins class="corr" id="corr45" title="Bron: 2238"><a href="#l_1669">1669</a></ins>, <i>beleefdheid</i>, <i>welopgevoedheid</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_h51">Hulde</em>, <a href="#l_594">594</a>, <a href="#l_1142">1142</a>, <a href="#l_1784">1784</a>, <a href="#l_2173">2173</a>, <a href="#l_2489">2489</a>, <i>welwillendheid</i>, <i>genegenheid</i>, +<i>gunst</i>. Zie <i>Doct.</i> en <i>Lorr. gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_h52">Hulde</em>, <a href="#l_1611">1611</a>, <a href="#l_3441">3441</a>, <i>trouw</i>.</p> + +<p><span class="pagenum" title="150"></span><a id="p_150"></a></p> + +<h3 class="h3vw" id="VW_IJ">I. J.</h3> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_ij1">Jamer</em>, <a href="#l_308">308</a>, <i>jammerklacht</i>. Verg. <span class="smcap">HUYD.</span> op <i>Stoke</i>, 1 Dl., bl. 13 of +387.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_ij2">Jane</em>, <a href="#l_2208">2208</a>, <a href="#l_2528">2528</a>, <i>ei</i> (<i>Ja en</i>), bij eene vraag. <span class="mixcap">Huyd.</span> op <i>Stoke</i>, 2 +Dl., bl. 358.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_ij3">Iemen</em>, <a href="#l_500">500</a>, <i>iemand</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_ij4">Iet</em>, <a href="#l_2219">2219</a>, <a href="#l_2611">2611</a>, <a href="#l_2715">2715</a>, <i>eenigsins</i>. Verg. <span class="smcap">HUYD.</span> op <i>Stoke</i>, 3 Dl., bl. +379.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_ij5">Iewet</em>, <a href="#l_122">122</a>, <a href="#l_2355">2355</a>, <i>iets</i>, <i>ietwat</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_ij6">Jeghen</em>, <a href="#l_113">113</a>, <a href="#l_1335">1335</a>, <a href="#l_1361">1361</a>, <a href="#l_1653">1653</a>, <a href="#l_1763">1763</a>, <a href="#l_3095">3095</a>, <i>tegen</i>. Verg. <i>Lsp. gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_ij7">Jeghen</em> (<em class="g" id="vw_ij8">Brenghen te</em>), <a href="#l_215">215</a>, <a href="#l_3259">3259</a>, <i>geven</i>, <i>ter hand stellen</i>, eigenlijk +<i>toevoeren</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_ij9">In</em>, <a href="#l_136">136</a>, <i>op</i>; <em class="g" id="vw_ij10">in den daghe</em>, gewoonlijk <i>an d. d.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_ij11">Indien</em>, steeds gevolgd door dat, <a href="#l_2193">2193</a>, <a href="#l_2448">2448</a>, <a href="#l_2487">2487</a>, <a href="#l_2805">2805</a>, <i>wanneer</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_ij12">Inne</em>, <a href="#l_93">93</a>, enz., <i>ic en</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_ij13">Ingaen</em>, <a href="#l_322">322</a>, <i>beginnen</i>. Verg. <i>Lsp. gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_ij14">In lanc so bet</em>, <a href="#l_1222">1222</a>, <i>hoe langer zoo beter</i>. <span class="mixcap">Maerl.</span> <i>Sp. Hist.</i>, 1 Dl., +bl. 93. Verg. <i>Lsp. gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_ij15">Inlopen</em>, <a href="#l_1905">1905</a>, <i>beginnen</i>, <i>gebeuren</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_ij16">Inslaen</em>, <a href="#l_955">955</a>, <a href="#l_1721">1721</a>, <i>zich driftig in iets werpen</i>.</p> + +<h3 class="h3vw" id="VW_CK">C. K.</h3> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_ck1">Caerminghe</em>, <a href="#l_313">313</a>, <i>gekerm</i>, <i>weegeklag</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_ck2">Caf</em>, <a href="#l_1803">1803</a>, <i>het allerminste</i>, <i>zoo goed als niets</i>. Zie <i>Lsp. gloss.</i> +Verg. <em class="g"><a href="#vw_l51" class="vw_ref">Loof</a></em>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_ck3">Capproen</em>, <a href="#l_944">944</a>, <i>hoofdbedeksel</i>, <i>kapje</i>. Zie <i>Lsp. gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_ck4">Carine</em> (<em class="g" id="vw_ck5">toghen</em>, <em class="g" id="vw_ck6">doen</em>), <a href="#l_280">280</a>, <a href="#l_423">423</a>, <i>straf</i>, <i>boete</i>, vooral die men zich +door <i>vasten</i> en <i>ligchaamskastijding</i> ople. Verder in 't algemeen +<i>smart</i>. Het woord komt dikwerf voor: <i>Wal.</i> 2115, 7699; <i>Ferg.</i> 2167; +<i>Lanc.</i> II, 45605; III, 17621; <i>Brandaen</i> II, 688; <i>Kausler</i> I, 7575; +<i>Stoke</i> 3 B., vs. 463. Ook in de fragm. van <i xml:lang="fr">Aubry de borg</i>. Evenzoo in +'t Mhd., b.v. <i xml:lang="de">Werner v. Niederr.</i>, bl. 7, 75. Verg. <span class="smcap">HUYD.</span> op <i>Stoke</i>, 2 +Dl., bl. 146–147. Het Ohd. heeft <i>chara</i>, <i xml:lang="la">passio</i>, <i xml:lang="la">poenitentia</i> (<span class="smcap">GRAFF</span> +IV, 164), het Oudsaks. <i>kara</i> (<span class="smcap">KNES</span> <i>Heliand</i>, bl. 387) in dezelfde +beteekenis; waarschijnlijk stamt daarvan af het mlat. <i xml:lang="la">carena</i>, dat +<span class="smcap">ZIEMANN</span> verklaart door „<span xml:lang="de">quadragena, busze durch vierzigtgiges fasten +oder 40 geiszelhiebe.</span>”</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_ck7">Caritate</em>, <a href="#l_278">278</a>, hier <i>aalmoes</i> in den zin van het fr. <i xml:lang="fr">faire la charit</i>. +Het is het Lat. <i xml:lang="la">caritas</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_ck8">Castien</em>, <a href="#l_489">489</a>, <i>vermanen</i>, <i>terecht wijzen</i>. Verg. <i>Flor.</i> 1231. <i>Lsp. +gloss.</i></p> + +<p><span class="pagenum" title="151"></span><a id="p_151"></a></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_ck9">Keer</em>, <a href="#l_502">502</a>, <a href="#l_1915">1915</a>, <i>wending</i>, <i>draai</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_ck10">Keitijf</em>, <ins class="corr" id="corr46" title="Bron: 680"><a href="#l_640">640</a></ins>, <a href="#l_838">838</a>, <a href="#l_2785">2785</a>, <i>arm</i>, <i>ongelukkig</i>, <i>ellendig</i>. Verg. <i>cativo</i> +en <i>chtif</i>, en zie <i>Lsp.</i> en <i>Beatr. gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_ck11">Keren</em> (<em class="g" id="vw_ck12">in</em> of <em class="g" id="vw_ck13">tot iets</em>), <a href="#l_11">11</a>, <a href="#l_29">29</a>, <a href="#l_36">36</a>, <i>streven naar iets</i>; <em class="g" id="vw_ck14">die <a href="#vw_t1" class="vw_ref">tale</a> keren</em>, +trans. en intr. <a href="#l_641">641</a>, <a href="#l_1667">1667</a>, <i>bedoelen</i>. Zie <i>Lsp. gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_ck15">Kennen</em>, <a href="#l_86">86</a>, <i>weten</i>. Zie <abbr title="ter aangehaalde plaatse (=versregel 86)"><a href="#l_86">t. a. p.</a></abbr></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_ck16">Kerre</em>, <a href="#l_209">209</a>, <i>kar</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_ck17">Chierheit</em>, <a href="#l_2594">2594</a>, <i>kostbaarheid</i>. Zie <i>Doct. gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_ck18">Claer</em>, <a href="#l_1103">1103</a>, <i>helder</i>; <em class="g" id="vw_ck19">claerre</em>, <ins class="corr" id="corr47" title="Bron: 1145"><a href="#l_1445">1445</a></ins>, is de compar., ons <i>klaerder</i>, +waar <em class="g" id="vw_ck20">claer</em>, <i>onbesmet</i> beteekent.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_ck21">Claerlike</em>, <a href="#l_1661">1661</a>, <i>verstaanbaar</i>, <i>openhartig</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_ck22">Claghe</em>, <a href="#l_61">61</a>, <a href="#l_125">125</a>, <a href="#l_135">135</a>, <a href="#l_248">248</a>, <a href="#l_2770">2770</a>, <i>aanklacht</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_ck23">Claghen</em>, <a href="#l_2695">2695</a>, <i>klachten uiten</i>, <i>jammeren</i>; <em class="g" id="vw_ck24">claghen over</em>, <em class="g" id="vw_ck25">om</em>, <a href="#l_59">59</a>, <a href="#l_235">235</a>, +<i>zich beklagen over iemand</i>; <a href="#l_100">100</a>, <a href="#l_114">114</a>, <a href="#l_194">194</a>, <a href="#l_1762">1762</a>, <a href="#l_1789">1789</a>, <i>eene aanklacht +doen</i>, <i>aanklagen</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_ck26">Claren</em>, <a href="#l_2726">2726</a>, <a href="#l_2944">2944</a>, <i>zuiveren</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_ck27">Clerc</em>, <a href="#l_3357">3357</a>, <i>geestelijke</i>, <i>geleerde</i>; <a href="#l_251">251</a>, <i>leerling</i>. „Clerke als si +eerst ter schole gaan,” zoo als het heet <i>D. Catoen</i>, 24–25, zijn +natuurlijk <i>schooljongens</i>. Verg. <i>Flor. gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_ck28">Clippel</em>, <a href="#l_1297">1297</a>, <i>klepel</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_ck29">Clockelijn</em>, <a href="#l_1490">1490</a>, <i>klokje</i>; doch zie de <a href="#ln_1490">aanteekening aldaar</a>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_ck57"><ins class="err" id="err8" title="Erratum: Ingang niet in Bron.">Cloet</ins></em>, <a href="#l_786">786</a>, <a href="#l_792">792</a>, <i>lange stok</i>, <i>polsstok</i>. Zie <span class="smcap">KIL.</span></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_ck30">Cluse</em>, <a href="#l_275">275</a>, <i>kluis</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_ck31">Coever</em>, <a href="#l_569">569</a>, <i>overvloed</i>. Zie <i>Lsp. gloss.</i> op <i>vercoeveren</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_ck58"><ins class="err" id="err9" title="Erratum: Ingang niet in Bron.">Colne (Van —) tote Meie</ins></em>, <a href="#l_2619">2619</a>. <span class="mixcap">Grimm</span> zegt, <i xml:lang="de">R. F.</i>, bl. XCII, „<span xml:lang="de">Scherzhaft +wird <i>rtliche</i> und <i>zeitliche</i> bestimmung <i>gemischt</i>; noch heute hrt +man in Oberdeutschland „zwischen <i>pfingsten</i> und <i>Strassburg</i>.” Dieser +witzige ausdruck reicht also schon in das 12 jh. hinauf.</span> „<span xml:lang="la">Inter <i>pascha +Remisque</i>,” <i>Reinardus</i></span> II, 690; „<span xml:lang="la">inter <i>Cluniacum</i> et <i>sancti festa +Johannis</i> obit</span>”, IV, 970...... <span xml:lang="de">In den Niederlanden</span>: „van <i>Aken tot +paschen</i> (<span class="smcap">TUINMAN</span>, <i>Spreekw.</i>, I, 334); <span xml:lang="de">wahrscheinlich ist auch „van +<i>Colne</i> tote <i>Meie</i>” so zu nehmen.</span>”—<span class="mixcap">Willems</span> voert nog de fransche +spreekwijs aan: „<span xml:lang="fr">Cela s'est pass entre <i>Maubeuge</i> et la <i>Pentecte</i>.</span>”</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_ck32">Comen</em>, part. van <em class="g" id="vw_ck33">comen</em>, <a href="#l_87">87</a>, <a href="#l_314">314</a>, <a href="#l_1091">1091</a>, <i>gekomen</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_ck34">Complete</em>, <a href="#l_951">951</a>, <i>de laatste kerkdienst van den dag</i>, „met welke alle de +diensten van den dag <i>vervuld</i> en besloten werden.” Zie <i>Lsp. gloss.</i> en +den daar aangehaalden <span class="smcap">HUYDECOPER</span>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_ck35">Conden</em>, <a href="#l_2061">2061</a>, <i>verkondigen</i>, <i>bekend maken</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_ck36">Conste</em>, praet. van <em class="g" id="vw_ck37">connen</em>, <i>kunnen</i>, <a href="#l_462">462</a>, <a href="#l_757">757</a>, <a href="#l_953">953</a>, <a href="#l_1500">1500</a>, <a href="#l_1510">1510</a>, <a href="#l_1894">1894</a>, +<a href="#l_3349">3349</a>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_ck38">Cont</em>, <a href="#l_1910">1910</a>, <i>bekend</i>. Zie <i>Doctr. gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_ck39">Convent</em>, <em class="g" id="vw_ck40">covent</em>, <a href="#l_1612">1612</a>, <a href="#l_2512">2512</a>, <i>voorwaarde</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_ck41">Corten</em>, <a href="#l_1879">1879</a>, <a href="#l_1939">1939</a>, <i>kort maken</i>, <i>bekorten</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_ck42">Coude</em>, <a href="#l_2647">2647</a>, <i>koude</i>; <a href="#l_2630">2630</a>, <i>koortsko</i>, <i>koorts</i>. Verg. <span class="smcap">WILLEMS</span>, +<i>Inleid. op Reinaert</i>, bl. LXIV, en zie <span class="smcap">KIL.</span></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_ck43">Cracht</em>, <a href="#l_347">347</a>, <em class="g" id="vw_ck44">met haerre cracht</em>, <i>uit al hunne macht</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_ck45">Craghe</em>, <a href="#l_2636">2636</a>, <a href="#l_2964">2964</a>, <a href="#l_3250">3250</a>, <i>hals</i> (welk woord intusschen ook, <a href="#l_1594">1594</a>, <a href="#l_3263">3263</a> +voorkomt). <i>Ferg.</i> 2657; verg. <span class="smcap">KIL.</span></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_ck46">Craieren</em>, <a href="#l_45">45</a>, <i>uitroepen</i>; <i>Flor.</i> 166; <i>Ferg.</i> (2502), 5067, 5129.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_ck47">Cramp</em>, praet. van <em class="g" id="vw_ck48">crimpen</em>, <a href="#l_1507">1507</a>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_ck49">Cranc</em>, <a href="#l_56">56</a>, <a href="#l_563">563</a>, <a href="#l_869">869</a>, <a href="#l_1013">1013</a>, <a href="#l_1761">1761</a>, <a href="#l_1846">1846</a>, <a href="#l_2000">2000</a>, <a href="#l_2138">2138</a>, <i>zwak</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_ck50">Creature</em>, <a href="#l_1354">1354</a>, <a href="#l_1704">1704</a>, <a href="#l_2568">2568</a>, <i>schepsel</i>; met het bijvoegsel <i>fel</i>, meest +in verachtelijken zin.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_ck51">Crede</em>, <a href="#l_142">142</a>, <a href="#l_148">148</a>, <a href="#l_249">249</a>, <a href="#l_388">388</a>, <i>het Credo</i>, <i>de belijdenis des geloofs</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_ck52">Crone</em>, <a href="#l_1786">1786</a>, <i>de kroon</i>, voor den <i>kroondrager</i>. Doch zie de <a href="#ln_1786">aanteek. +aldaar</a>. Terecht wordt <span class="smcap">MAERL.</span> <i>Sp. Hist.</i>, 3 Dl., bl. <span class="pagenum" title="152"></span><a id="p_152"></a>12, vs. 2, <i>crone</i> +verbeterd in <i>coninc</i>, zoo als blijkt uit vs. 6. <i>Crone</i> voor +<i>regering</i>, is bij <span class="smcap">MAERLANT</span> niet ongewoon, zie 3 Dl., bl. 13, 314.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_ck53">Crop</em>, <a href="#l_1936">1936</a>, <i>strot</i>, <i>keel</i>. Verg. <span class="smcap">KIL.</span></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_ck54">Crune</em>, <a href="#l_947">947</a>, <a href="#l_1468">1468</a>, <a href="#l_1503">1503</a>, <a href="#l_1820">1820</a>, <i>het geschoren bovenste gedeelte van 't +hoofd bij de geestelijken</i>, waardoor slechts eene <i>corona</i> van haren +werd overgelaten; <i>de kruin</i>. <i>Ferg.</i> 2405; <span class="smcap">MAERL.</span> <i>Sp. Hist.</i>, 3 Dl., bl. +49, 71, 185, 227.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_ck55">Cruusstaf</em>, <a href="#l_727">727</a>, <a href="#l_811">811</a>, <i>geestelijke herderstaf</i>, van boven met een kruis +voorzien.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_ck56">Cume</em>, <a href="#l_611">611</a>, <a href="#l_768">768</a>, <a href="#l_2131">2131</a>, <a href="#l_2143">2143</a>, <a href="#l_2899">2899</a>, <i>naauwelijks</i>. <i>Ferg.</i> 471, 561, 2509. +<i>Flor. gloss.</i></p> + +<h3 class="h3vw" id="VW_L">L.</h3> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_l1">Lachter</em>, <a href="#l_71">71</a>, <a href="#l_95">95</a>, <a href="#l_1024">1024</a>, <a href="#l_1300">1300</a>, <a href="#l_1967">1967</a>, <a href="#l_2181">2181</a>, <a href="#l_2232">2232</a>, <ins class="corr" id="corr48" title="Bron: 2386"><a href="#l_2286">2286</a></ins>, <i>schande</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_l2">Lachterlike</em>, <a href="#l_1387">1387</a>, <i>schandelijk</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_l3">Laden</em>, <a href="#l_477">477</a>, <i>opladen</i>, <i>belasten met iets</i>. Verg. <i>Lorr. gloss.</i> <span class="mixcap">Maerl.</span> +<i>Sp. Hist.</i>, 3 Dl., bl. 192.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_l4">Laghen</em>, <a href="#l_2125">2125</a>, <i>belagen</i>, <i>beloeren</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_l5">Lac</em>, <a href="#l_808">808</a>, praet. van <em class="g" id="vw_l6">leken</em>, <i>vloeyen</i>. <i>Lsp. gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_l7">Langhen</em>, <a href="#l_1960">1960</a>, impers. DP. <i>verlangen</i>. <i>Wal.</i> 5448, 5773. <i>Lanc.</i> II, +11059, 28142; III, 3823. <i>Rose</i> 2256. <i>Limb.</i> V, 1768, 1823.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_l8">Lanc</em> (<em class="g" id="vw_l9">Over</em>), zie <em class="g"><a href="#vw_o97" class="vw_ref">Over</a></em>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_l10">Lanc</em> (<em class="g" id="vw_l11">Den berch —</em>), <a href="#l_552">552</a>, <i>over de geheele lengte van den berg</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_l12">Lanken</em>, <a href="#l_875">875</a>, <i>de zijden</i>. <i>Flor.</i> 216; <i>Ferg.</i> 326.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_l13">Lapen</em>, <a href="#l_2085">2085</a>, <i>lekken</i>. <i>Velth.</i> bl. 256. <i>Limb.</i> VIII, 70.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_l14">Lat</em>, <a href="#l_1182">1182</a>, <i>traag</i>. Zie <i>Doct. gloss.</i>; <i>Beatr.</i> 31; <i>Wal.</i> 5502, 7756, +8606.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_l15">Laten</em>, <a href="#l_958">958</a>, <a href="#l_1595">1595</a>, <a href="#l_2802">2802</a>, <i>laten</i>, <i>toelaten</i>, steeds met een daarop +volgend werkwoord. <em class="g" id="vw_l16"><a href="#vw_g21" class="vw_ref">Gedichte</a> laten gaen</em>, <a href="#l_812">812</a>, is <i>bij herhaling op en +neder laten (doen) gaan</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_l17">Laten</em>, <a href="#l_1596">1596</a>, AZ. en DP. <i>overlaten</i>; <a href="#l_489">489</a>, <a href="#l_625">625</a>, <a href="#l_929">929</a>, <a href="#l_1310">1310</a>, <a href="#l_2804">2804</a>, +<i>nalaten</i>, <i>achterlaten</i>; <ins class="corr" id="corr49" title="Bron: 1431"><a href="#l_1432">1432</a></ins>, <i>verlaten</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_l18">Leden</em>, praet. van <em class="g"><a href="#vw_l30" class="vw_ref">liden</a></em>, <a href="#l_231">231</a>, <a href="#l_2433">2433</a>, <i>geleden</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_l19">Leet</em>, <a href="#l_89">89</a>, <a href="#l_752">752</a>, <i>onaangenaamheid</i>, <i>verdriet</i>. Zie <span class="smcap">CLIGNETT</span>, <i>Bijdr.</i>, +bl. 117.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_l20">Leet</em>, <a href="#l_1280">1280</a>, <a href="#l_1528">1528</a>, <a href="#l_2821">2821</a>, adj. het tegenovergestelde van <i>lief</i>, dus +<i>onaangenaam</i>, <i>gehaat</i>, <i>verwenscht</i>. Verg. <i>Lsp. gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_l21">Leet hebben</em>, <a href="#l_2007">2007</a>, <i>haten</i>. Zie <span class="smcap">CLIGNETT</span>, <i>Bijdr.</i>, bl. 198–201.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_l62"><ins class="err" id="err10" title="Erratum: Ingang niet in Bron.">Leie</ins></em>, <a href="#l_2620">2620</a>, <i>de rivier de Leye</i>. De spreekwijs beteekent: „Meent gij dat +ik u van den weg wil afbrengen, om den tuin leiden?”</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_l22">Leckernie</em>, <a href="#l_2088">2088</a>, <i>slechtheid</i>. <i>Rose</i>, 3852, waarvoor <i>Lanc.</i> II, 7619, +<i>leckeringhe</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_l23">Lesen</em>, <a href="#l_147">147</a>, <i>lezen</i>; maar <a href="#l_1684">1684</a>, <i>bidden</i>. Verg. <i>Beatr. gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_l24">Lesse</em>, <a href="#l_155">155</a>, <i>les</i>; <a href="#l_449">449</a>, <i>gebed.</i> Verg. <em class="g"><a href="#vw_g47" class="vw_ref">gheles</a></em>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_l25">Lettel</em>, <a href="#l_226">226</a>, <a href="#l_736">736</a>, <a href="#l_780">780</a>, <a href="#l_920">920</a>, <a href="#l_1633">1633</a>, <a href="#l_2375">2375</a>, adv. en adj. het laatste met +GZ., <i>weinig</i>, <i>luttel</i>.</p> + +<p><span class="pagenum" title="153"></span><a id="p_153"></a></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_l26">Lettelkijn</em>, <ins class="corr" id="corr50" title="Bron: 2302"><a href="#l_3202">3202</a></ins>, <i>een weinigje</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_l27">Letten</em>, <a href="#l_1318">1318</a>, <a href="#l_1954">1954</a>, intr. <i>vertoeven</i>, <i>verwijlen</i>, <i>vertragen</i>. Verg. +<i>Lsp. gloss.</i>; <i>Wal.</i> 6922, 9471, 9492; <i>Lanc.</i> II, 13190; <i>Stoke</i> VII, +698; IX, 212, 888.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_l28">Licht</em>, <a href="#l_3013">3013</a>, <i>vlug</i>, <span class="smcap">KIL.</span>: „<i>licht</i>, <i>locht</i>, <i xml:lang="la">velox</i>.”</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_l29">Liden</em>, <a href="#l_150">150</a>, <a href="#l_1053">1053</a>, <a href="#l_1057">1057</a>, <a href="#l_2573">2573</a>, <a href="#l_3133">3133</a>, <i>langsgaan</i>, <i>voorbijgaan</i>, het Fr. +<i xml:lang="fr">passer</i>. Verg. <i>Lsp. gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_l30">Liden</em>, zie <em class="g"><a href="#vw_l18" class="vw_ref">Leden</a></em>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_l31">Lief</em>, <a href="#l_1970">1970</a>, <a href="#l_2227">2227</a>, <i>aangenaam</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_l32">Lieghen</em>, <a href="#l_485">485</a>, met AP., <i>beliegen</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_l33">Lien</em>, <em class="g" id="vw_l34">liede</em>, <em class="g" id="vw_l35">gheliet</em>, <a href="#l_3093">3093</a>, <a href="#l_3403">3403</a>, <i>erkennen</i>, <i>bekennen</i>. Verg. <i>Lorr.</i> +en <i>Lsp. gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_l36">Lier</em>, <a href="#l_745">745</a>, <a href="#l_855">855</a>, <ins class="corr" id="corr51" title="Bron: 894"><a href="#l_994">994</a></ins>, <a href="#l_1352">1352</a>, <a href="#l_1965">1965</a>, <i>wang</i>; <i>Flor. gloss.</i>; <span class="smcap">CLIGNETT</span>, +<i>Bijdr.</i>, bl. 74–78.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_l37">Lieve</em>, <a href="#l_2137">2137</a>, <a href="#l_2746">2746</a>, <a href="#l_3333">3333</a>, <i>liefde</i>; <i>Lsp. gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_l38">Ligghen</em>, <a href="#l_1707">1707</a>, <i>zich uitstrekken</i>, <i>loopen</i>. Verg. <em class="g"><a href="#vw_g51" class="vw_ref">Gheligghen</a></em>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_l39">Lijf</em>, <a href="#l_132">132</a>, <a href="#l_236">236</a>, <a href="#l_720">720</a>, <a href="#l_1386">1386</a>, <a href="#l_1408">1408</a>, <a href="#l_1984">1984</a>, <a href="#l_2568">2568</a>, <i>leven</i>. Zie <i>Lsp. gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_l40">Lijcteken</em>, <a href="#l_2302">2302</a>, <i>merkteeken</i>, <i>herkenningsteeken</i>. <i>Wal.</i> 2687, 6424, +6487, enz.; <i>Lanc.</i> II, 16443; <span class="smcap">MAERL.</span> <i>Sp. Hist.</i>, 1 Dl., bl. 397. Verg. +<span class="smcap">CLARISSE</span> op de <i>Natuurkunde</i>, bl. 409.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_l41">Line</em> (<a href="#l_1490">1490</a>), <a href="#l_1940">1940</a>, <a href="#l_1951">1951</a>, <a href="#l_2031">2031</a>, <a href="#l_3130">3130</a>, <i>touw.</i> Verg. <span class="smcap">MAERL.</span> III, 315, 321; +<i>Stoke</i> IX, 874; <i>Limb.</i> VI, 275.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_l42">Line</em>, <a href="#l_1081">1081</a>, <i>lijn</i>, <i>regel</i>. <i>Eer die line wert ghelesen tende</i>, bet. +<i>in den kortst mogelijken tijd</i>. In gelijken zin leest men, <i>Lanc.</i> III, +22574:</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzavw"> + <span class="i0">Maer <i>eer die rime <em class="f">(line?)</em> wert ghelesen</i>,<br /></span> + <span class="i0">So sal hi ondervinden wel,<br /></span> + <span class="i0">Oft hem iet beteren sal sijn spel.<br /></span> +</div> +</div> + +<p class="pvwnoi">De redenering van prof. <span class="smcap">BORMANS</span>, <i>Christina de Wonderb.</i>, bl. 235, +behoeft geene wederlegging.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_l43">Lof</em>, <i>prijs</i>, <i>eer</i>; <em class="g" id="vw_l44">te love</em>, <a href="#l_47">47</a>, <i>tot zijne eer</i>; <em class="g" id="vw_l45">lof hebben</em>, <a href="#l_56">56</a>, +<i>geprezen</i>, <i>geacht worden</i>; <em class="g" id="vw_l46">in iemens love <a href="#vw_s139" class="vw_ref">staen</a></em>, <a href="#l_196">196</a>, <i>door iemand +geacht</i>, <i>geerd worden</i>; <em class="g" id="vw_l47">van goeden love</em>, <a href="#l_649">649</a>, <i>goed befaamd</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_l48">Loghe</em>, <a href="#l_788">788</a>, <i>loog</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_l49">Lonen</em>, <a href="#l_1425">1425</a>, <i>beloonen</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_l50">Loodwapper</em>, <a href="#l_794">794</a>. Een <i>wapper</i> is een wapentuig dat men om zich heen +zwaaide; zie <i>Velthem</i> bl. 159; <i>Heelu</i> 5462; de laatste schrijver noemt +het ook <i>cluppel</i>, waarvoor ik <i>Lanc.</i> II, 29802 lees: <i>loetcloppel</i>, d. +i. een <i>cluppel</i> of <i>knuppel met lood</i> beslagen.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_l51">Loof</em>, <a href="#l_1450">1450</a>, <i>de minste kleinigheid</i>. Verg. <em class="g"><a href="#vw_ck2" class="vw_ref">caf</a></em>. Eigenl. is <em class="g" id="vw_l52">loof</em> een blad +(zie <i>Car. El.</i> 403), welks meerv. <em class="g" id="vw_l53">lover</em>, <a href="#l_43">43</a> voorkomt.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_l54">Lopen</em>, <a href="#l_2423">2423</a>, met acc. in den zin van <i>beloopen</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_l55">Losengieren</em>, <a href="#l_3071">3071</a>, <i>loos bedriegen</i>, het Fr. <i xml:lang="fr">losengier</i>. Het adj. +<i>losengier</i> vindt men <i>Rose</i> 2521, en <i>Rijmkr.</i> bij <span class="smcap">KAUSLER</span>, 6361, 7009.</p> + +<p><span class="pagenum" title="154"></span><a id="p_154"></a></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_l56">Los maken</em>, <a href="#l_1475">1475</a>, <i>wegnemen</i>, <i>verlossen</i>? <em class="g" id="vw_l57">Los</em> in den zin van <i>kwijt</i>, +<i>verloren</i>, vermeldt <span class="smcap">HUYD.</span> op <i>Stoke</i>, 2 Dl., bl. 301. Men verg. ons +<i>lozen</i>, <i>verlossen</i>, en het Eng. <i xml:lang="en">to lose</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_l58">Loven</em>, <a href="#l_3256">3256</a>, <i>goedkeuren</i>, <i>toestemmen</i>. Zie <i>Lorr. gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_l59">Luchter</em>, <a href="#l_1054">1054</a>, <i>linker</i>. <span class="mixcap">Maerl.</span> III, 171, 207; <i>Ferg.</i> 1084, 3601; +<i>Flor. gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_l60">Lude</em>, <a href="#l_148">148</a>, <i>luide</i>, <i>hard op</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_l61">Lusten</em>, <a href="#l_330">330</a>, <a href="#l_828">828</a>, met DP. <i>lust hebben</i>.</p> + +<h3 class="h3vw" id="VW_M">M.</h3> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_m1">Maerghen</em>, <a href="#l_1085">1085</a>, <a href="#l_1377">1377</a>, <a href="#l_2774">2774</a>, <i>morgen</i>. <span class="mixcap">Maerl.</span> 3 Dl., bl. 62, 91.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_m2">Maken</em>, <a href="#l_30">30</a>, <i>vervaardigen</i>; <em class="g" id="vw_m3">los maken</em>, <a href="#l_1475">1475</a>, <i>verlossen</i>; <em class="g" id="vw_m4">valsc maken</em>, +<a href="#l_20">20</a>, <i>voor onwaar uitkrijten</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_m5">Maken hem te....</em>, <a href="#l_1945">1945</a>, <a href="#l_2262">2262</a>, <i>zich ergens heen begeven</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_m6">Male</em>, <a href="#l_400">400</a>, <a href="#l_889">889</a>, <i>maag</i>, eigenl. <i>zak</i>, <i>reiszak</i>, <i>koffer</i>, zie <span class="smcap">MAERL.</span> +<i>Sp. Hist.</i>, 3 Dl., bl. 68, vs. 93. Verg. <i>Flor. gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_m7">Male</em>, <a href="#l_600">600</a>, <a href="#l_3123">3123</a>, <i>maaltijd</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_m8">Malsc</em>, <a href="#l_19">19</a>. <span class="mixcap">Willems</span> vertaalde dit <i>week</i>, en zelfs schijnt <span class="smcap">GRIMM</span> die +verklaring niet geheel te verwerpen (<i xml:lang="de">R. F.</i> bl. 268), hoewel hij, +<i xml:lang="de">Gram.</i> I<sup>2</sup>, 499 er de beteekenis van <i xml:lang="la">vorax</i>, in de derde uitgave, bl. +264, er die van <i xml:lang="la">superbus</i> aan geeft. Ziehier een paar voorbeelden. +<i>Ferg.</i> 108:</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzavw"> + <span class="i0">Die jaghers waren herde <i>ghemalsch</i>.<br /></span> +</div> +</div> + +<p class="pvwnoi"><i>Wal.</i> 2152:</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzavw"> + <span class="i0">Hi deder sulken over hals<br /></span> + <span class="i0">Tumen, die hem herde <i>mals</i><br /></span> + <span class="i0">Maecte, eer dat Walewein quam.<br /></span> +</div> +</div> + +<p class="pvwnoi"><i>Parthen.</i> (ed. <span class="smcap">MASSMANN</span>), bl. 73, vs. 23:</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzavw"> + <span class="i0">Al sidi hier nu soe <i>ghemalsch</i>,<br /></span> + <span class="i0">Ende segghet al dat ghi beghert.<br /></span> +</div> +</div> + +<p class="pvwnoi">Men ziet uit die voorbeelden, dat noch de verklaring van <span class="smcap">WILLEMS</span>, noch +die van Prof. <span class="smcap">VISSCHER</span>, opgaat, „<i>zacht</i>, <i>week</i>, <i>bedaard</i>.” Blijkbaar +beduidt het woord: <i>overmoedig</i>, <i>trotsch</i>, <i>laatdunkend</i>, in welken zin +reeds het Oud-Saks. <i>malsc</i> in den <i>Heiland</i> voorkomt. Verg. <span class="smcap">GRIMM</span> <i xml:lang="de">R. +F.</i>, bl. 268, en <i>Parthen. gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_m9">Mamme</em>, <a href="#l_2081">2081</a>, <i>borst</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_m10">Man</em>, <a href="#l_167">167</a>, <i>leenman</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_m11">Manen</em>, <a href="#l_2161">2161</a>, <a href="#l_2187">2187</a>, <a href="#l_2328">2328</a>, <a href="#l_2633">2633</a>, <a href="#l_3028">3028</a>, <i>toespreken</i>, <i>verzoeken</i>, +<i>bidden</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_m12">Manghelinghe</em>, <a href="#l_2318">2318</a>, <i>verandering</i>, <i>wisseling</i>. Zie <span class="smcap">KIL.</span> Verg. <i>Rose</i>, +2194.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_m13">Manlic andren</em>, <a href="#l_1578">1578</a>, <a href="#l_2109">2109</a>, <i>elk den ander</i>. Verg. <span class="smcap">HUYD.</span> op <i>Stoke</i>, 3 +Dl., bl. 60.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_m14">Mare</em>, <a href="#l_294">294</a>, <a href="#l_417">417</a>, <a href="#l_615">615</a>, <i>bekend</i>, <i>vermaard</i>; <em class="g" id="vw_m15">mare maken</em>, <a href="#l_238">238</a>, <i>bekend +maken</i>. Verg. <i>Lsp. gloss.</i></p> + +<p><span class="pagenum" title="155"></span><a id="p_155"></a></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_m16">St. Martins voghel</em>, <a href="#l_1047">1047</a>, <i>de kraai</i>. Verg. <span class="smcap">GRIMM</span> <i xml:lang="de">D. Sp.</i>, bl. 984.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_m17">Mat</em>, <a href="#l_1287">1287</a>, <i>zwak</i>; <span class="smcap">KIL.</span> <i xml:lang="la">pauper</i>, <i xml:lang="la">miser</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_m18">Mate</em>, <a href="#l_672">672</a>, <i>matiging</i>, <i>matigheid</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_m19">Maten</em> (<em class="g" id="vw_m20">Te</em>), <a href="#l_626">626</a>, <i>naar de juiste maat</i>, <i>niet te veel</i>, <i>matig</i>. Verg. +<i>Lsp. gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_m21">Mede</em>, <a href="#l_2183">2183</a>, <i>me</i>, <i>jonge wijn</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_m22">Mee</em>, <a href="#l_1379">1379</a>, <a href="#l_2092">2092</a>, <a href="#l_3178">3178</a>, <i>meer</i>. Verg. <i>Lsp. gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_m23">Meeste</em>, <a href="#l_2562">2562</a>, <i>grootste</i>. Zie <span class="smcap">CLIGNETT</span>, <i>Bijdr.</i>, bl. 266–268.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_m24">Mekel</em>, <a href="#l_718">718</a>, <i>groot</i>. Verg. <span class="smcap">MAERL.</span> <i>Sp. Hist.</i>, 2 Dl., bl. 176; aant. bl. +87. <i>Wal.</i> 3931.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_m25">Menechfout</em>, <a href="#l_505">505</a>, <a href="#l_542">542</a>, <a href="#l_898">898</a>, <a href="#l_2431">2431</a>, <i>menigvuldig</i>, <i>veelvuldig</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_m26">Menen</em>, <a href="#l_638">638</a>, <i>bedoelen</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_m27">Merken</em>, <a href="#l_2363">2363</a>, <a href="#l_2466">2466</a>, <a href="#l_2553">2553</a>, <a href="#l_2584">2584</a>, <i>oplettend gadeslaan</i>, <i>opmerken</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_m28">Merren</em>, <a href="#l_3187">3187</a>, <a href="#l_3202">3202</a>, <i>dralen</i>, <i>verwijlen</i>. Verg. <i>Lsp. gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_m29">Mesbaer</em>, <a href="#l_3227">3227</a>, <i>het uiterlijk rouwbetoon</i>, <i>gejammer</i>. <i>Ferg.</i> 4309, +4403; <i>Wal.</i> 9165.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_m30">Mesbaren</em>, <a href="#l_3205">3205</a>, <i>jammeren</i>. Zie <span class="smcap">HUYD.</span> op <i>Stoke</i>, 1 Dl., bl. 403.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_m31">Mesdaet</em>, <a href="#l_3400">3400</a>, <i>misdaad</i>, <i>kwade handeling die iemand aangedaan wordt</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_m32">Mescomen</em>, praet. <em class="g" id="vw_m33">mesquam</em>, <a href="#l_669">669</a>, <a href="#l_3230">3230</a>, intr. met den dat. <i>iets kwaads +overkomen</i>. Verg. <i>Lsp. gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_m34">Meslaten</em>, <a href="#l_1303">1303</a>, <a href="#l_3380">3380</a>, <i>jammeren</i>, <i>zich bedroefd aanstellen</i>. <i>Ferg.</i> +497, 1127; <i>Flor.</i> 825, 2292.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_m35">Mesleden</em>, <a href="#l_208">208</a>, <i>misleiden</i>, <i>bedriegen</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_m36">Mesmaken</em>, <a href="#l_987">987</a>, <i>kwalijk toerichten</i>, <i>toetakelen</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_m37">Mesprijs</em>, <a href="#l_1479">1479</a>, <i>schande</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_m38">Mesprisen</em>, <a href="#l_168">168</a>, <i>tot schande aanrekenen</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_m39">Mesraken</em>, <a href="#l_496">496</a>, <a href="#l_1755">1755</a>, part. <em class="g" id="vw_m40">mesrocht</em>, <ins class="corr" id="corr52" title="Bron: 447"><a href="#l_747">747</a></ins> (verg. <em class="g"><a href="#vw_g91" class="vw_ref">gherocht</a></em>), <i>in 't +ongeluk raken</i>, <i>te schande komen</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_m41">Messen</em>, <a href="#l_2561">2561</a>, <i>achterwege laten</i>, <i xml:lang="la">delinquere</i> (<span class="smcap">KIL.</span>).</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_m42">Mesval</em>, <a href="#l_1361">1361</a>, <i>ongeval</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_m43">Mesvallen</em>, <a href="#l_3228">3228</a>, impers. met DP. <i>een ongeluk overkomen</i>. Verg. <i>Lsp. +gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_m44">Mesvoeren</em>, <a href="#l_74">74</a>, <i>mishandelen</i>. <i>Ferg.</i> 2403; <i>Wal.</i> 5625; <i>Rose</i> 3903.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_m45">Met</em>, <a href="#l_1234">1234</a>, <a href="#l_2121">2121</a>, <i>mede</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_m46">Mettien</em>, <a href="#l_709">709</a>, <i>terstond</i>; eigenl. <em class="g" id="vw_m47">mettien worde</em> of <em class="g" id="vw_m48">worden</em>. Verg. <a href="#l_1922">1922</a>, +<a href="#l_2024">2024</a>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_m49">Micke</em>, <a href="#l_2807">2807</a>, <a href="#l_3131">3131</a>, eigenl. <i>een vork die tot rustpunt dient voor iets +dat er over gelegd wordt</i>; hier de <i>rechtopgaande stijl van de galg</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_m50">Middewaert</em>, <a href="#l_511">511</a>, <a href="#l_1553">1553</a>, <i>midden</i>. Zie <span class="smcap">HUYD.</span> op <i>Stoke</i>, 2 Dl., bl. 35–36.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_m51">Miede</em>, <a href="#l_1988">1988</a>, <i>gift</i>, <i>belooning</i>. Verg. <span class="smcap">CLIGNETT</span>, <i>Bijdr.</i>, bl. 52–55.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_m52">Miere</em>, <a href="#l_117">117</a>, <a href="#l_318">318</a>, <a href="#l_1051">1051</a>, <i>mijner</i>.</p> + +<p><span class="pagenum" title="156"></span><a id="p_156"></a></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_m53">Mineren</em>, <a href="#l_704">704</a>, terecht door <span class="smcap">GRIMM</span>, bl. 270 vertaald: „<i xml:lang="de">eingraben</i>, +<i xml:lang="de">minieren</i>,” en niet „<i>verminderen</i>” gelijk <span class="smcap">WILLEMS</span> dacht, die het +geheele vers verklaarde: „<i>Houw <em class="f">(sic)</em> toch wat op.</i>” Zoo leest men ook, +<span class="smcap">MAERL.</span> <i>Sp. Hist.</i>, 3 Dl., bl. 120, van een man die zekeren „tempel +soude breken”, die</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzavw"> + <span class="i6">stoet in vaster stat,<br /></span> + <span class="i0">Viercante, ende adde vier pilaren<br /></span> + <span class="i0">In viere ziden oec te waren,<br /></span> + <span class="i0">Met colummen scone ende groot.<br /></span> + <span class="i0">Elc portael hem selven sloot<br /></span> + <span class="i0">Vaste in des tempels masieren.<br /></span> + <span class="i0">Daer ginc die man onder <i>minieren</i>,<br /></span> + <span class="i0">Ende nam hem haer fundament.<br /></span> +</div> +</div> + +<p class="pvwnoi">Voorts beteekende het, zoo als hier, <i>zich verbergen in eene gegraven +opening</i>. Zoo b.v. <i>Destructie van Jerus.</i>, cap. 120:</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzavw"> + <span class="i0">Hi was in enen pit ghevloen<br /></span> + <span class="i0 g2">..........................<br /></span> + <span class="i0">Daer waende hi hem in <i>minieren</i><br /></span> + <span class="i0">Ende ontslupen onder die erde.<br /></span> +</div> +</div> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_m54">Minne</em>, <a href="#l_243">243</a>, <i>liefde</i>, <i>min</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_m55">Misselic</em>, <a href="#l_1391">1391</a>, eigenl. <i>wat missen of falen kan</i>, dus <i>onzeker</i>, +<i>twijfelachtig</i>. Zie <span class="smcap">DE JAGER</span>, <i>Taalk. Mag.</i>, IV, bl. 353.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_m56">Moedernaect</em>, <a href="#l_1245">1245</a>. Over de middeneeuwsche gewoonte om naakt te slapen, +zie <i>Beatr.</i>, bl. 50. Verg. over het woord <span class="smcap">HUYD.</span> op <i>Stoke</i>, 3 Dl., bl. +113.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_m57">Moer</em>, <a href="#l_2645">2645</a>, <i>moeras</i>. Verg. <i>Ferg.</i> 3554.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_m58">Moet</em>, <a href="#l_1041">1041</a>, <a href="#l_1904">1904</a>, <a href="#l_2519">2519</a>, <ins class="corr" id="corr53" title="Bron: 2596"><a href="#l_2598">2598</a></ins>, <a href="#l_2883">2883</a>, <a href="#l_3173">3173</a>, <i>gemoed</i>, <i>het binnenste</i>; +<a href="#l_1061">1061</a>, <i>moed</i> (<i>courage</i>). <em class="g" id="vw_m59">Te moede</em>, <a href="#l_1063">1063</a>, <ins class="corr" id="corr54" title="Bron: 1785"><a href="#l_1765">1765</a></ins>, <a href="#l_2904">2904</a>, <i>in zijn +binnenste</i>, <i>in het gemoed</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_m60">Moeten</em>, <a href="#l_566">566</a>, <a href="#l_570">570</a>, <i>moeten</i>, <i>genoodzaakt zijn</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_m61">Moeten</em>, <a href="#l_490">490</a>, <a href="#l_999">999</a>, <a href="#l_1069">1069</a>, <a href="#l_1657">1657</a>, <a href="#l_1798">1798</a>, <a href="#l_2900">2900</a>, <a href="#l_3125">3125</a>, <i>mogen</i>, vooral bij +wenschen. Verg. <i>Lsp. gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_m62">Moghen</em>, <a href="#l_486">486</a>, <a href="#l_488">488</a>, <a href="#l_559">559</a>, <a href="#l_560">560</a>, <a href="#l_595">595</a>, <a href="#l_622">622</a>, <a href="#l_637">637</a>, <a href="#l_663">663</a>, <a href="#l_691">691</a>, <a href="#l_702">702</a>, <a href="#l_721">721</a>, <a href="#l_747">747</a>, <a href="#l_753">753</a>, +<a href="#l_876">876</a>, <a href="#l_989">989</a>, <a href="#l_1107">1107</a>, <a href="#l_1327">1327</a>, <a href="#l_1368">1368</a>, <a href="#l_1388">1388</a>, <a href="#l_1391">1391</a>, <a href="#l_1484">1484</a>, <a href="#l_1638">1638</a>, <a href="#l_1651">1651</a>, <a href="#l_1675">1675</a>, <a href="#l_1844">1844</a>, +<a href="#l_1937">1937</a>, <a href="#l_2360">2360</a>, <a href="#l_2840">2840</a>, <a href="#l_2851">2851</a>, <i>vermogen</i>, <i>kunnen</i>. Part. <em class="g" id="vw_m63">ghemoghen</em>, <a href="#l_1736">1736</a>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_m64">Moghen</em>, <a href="#l_1951">1951</a>, <i xml:lang="la">licere</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_m65">Moghen</em>, <a href="#l_588">588</a>, <a href="#l_1119">1119</a>, <i>lusten</i>. Verg. <i>Ferg.</i> 5041.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_m66">Moghende</em>, <a href="#l_2787">2787</a>, <i>machtig</i>, <i>vermogend</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_m67">Molenman</em>, <a href="#l_121">121</a>, <i>molenaar</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_m68">Monc</em>, <a href="#l_1487">1487</a>, <a href="#l_2692">2692</a>, <i>monnik</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_m69">Mordadich</em>, <a href="#l_357">357</a>, <i>misdadig</i>. <i>Flor.</i> 1178. Verg. <em class="g"><a href="#vw_m72" class="vw_ref">Mort</a></em>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_m70">Mordelike</em>, <a href="#l_3105">3105</a>, <i>moorddadig</i>; <a href="#l_2167">2167</a>, <i>misdadig</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_m71">Morseel</em>, <a href="#l_134">134</a>, <a href="#l_923">923</a>, <i>stuk</i> (<i xml:lang="fr">morceau</i>). <i>Ferg.</i> 2644, 4786; <i>Wal.</i> 8050.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_m72">Mort</em>, <a href="#l_2166">2166</a>, <i>doodschuldige</i>, <i>zware misdaad</i>. Zie <i>Lsp. gloss.</i></p> + +<p><span class="pagenum" title="157"></span><a id="p_157"></a></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_m73">Moude</em>, <a href="#l_465">465</a>, <a href="#l_2373">2373</a>, <i>stof</i>, <i>zand</i>, <i>aarde</i>. Zie <span class="smcap">HUYD.</span> op <i>Stoke</i>, 2 Dl., +bl. 418–20; <span class="smcap">CLIGNETT</span>, <i>Bijdr.</i>, bl. 38.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_m74">Mule</em>, <a href="#l_694">694</a>, <i>muil</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_m75">Museel</em>, <a href="#l_219">219</a>, <i>muil</i>; 't Fr. <i xml:lang="fr">museau</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_m76">Muulkijn</em>, <a href="#l_1417">1417</a>, <i>muiltje</i>, <i>snoetje</i>.</p> + +<h3 class="h3vw" id="VW_N">N.</h3> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_n1">Na</em>, <a href="#l_1502">1502</a>, <i>bijna</i>, <i>welna</i>. Zoo ook <i>Wal.</i> 8670, 10747.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_n2">Na</em>, <a href="#l_946">946</a>, <a href="#l_1903">1903</a>, <i>nabij</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_n3">Na</em> (<em class="g" id="vw_n4">Gaen</em>), <a href="#l_3393">3393</a>, <i>treffen</i>, <i>leed doen</i>. <i>Ferg.</i> 4310. Verg. 942. +Vanhier het adj. <i>naghinghel</i>, <i>Ferg.</i> 664.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_n5">Na</em>, in de spreekw. <em class="g" id="vw_n6">hem nemen harde na</em>, <ins class="corr" id="corr55" title="Bron: 1432"><a href="#l_1423">1423</a></ins>, <i>ter harte nemen</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_n7">Naest</em>, <a href="#l_269">269</a>, <a href="#l_714">714</a>, <i>zoo nabij mogelijk</i>. <em class="g" id="vw_n8">Naest lopen</em>, met DP., <a href="#l_1252">1252</a>, +<i>dicht op de hielen zitten</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_n9">Naken</em>, met DP., <a href="#l_781">781</a>, <a href="#l_1570">1570</a>, <a href="#l_3098">3098</a>, <i>genaken</i>, <i>overkomen</i>. <i>Flor.</i> +3005.—<a href="#l_495">495</a>, <a href="#l_988">988</a>, <i>ergens heenkomen</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_n10">Namaels</em>, <a href="#l_2065">2065</a>, <i>later</i>, <i>naderhand</i>. <i>Lsp. gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_n11">Nauw</em>, adj. <a href="#l_2468">2468</a>, <i>innig</i> (<i>intiem</i>).</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_n12">Nauwe</em>, adv. <a href="#l_2340">2340</a>, <i>naauwkeurig</i>. <i>Lsp. gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_n13">Negheen</em>, <a href="#l_1259">1259</a>, <i>geen</i> (<i xml:lang="la">nullus</i>).</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_n14">Nemmee</em>, <a href="#l_1318">1318</a>; <em class="g" id="vw_n15">Nemmeer</em>, <a href="#l_622">622</a>, <a href="#l_957">957</a>, <i>niet meer</i>. Verg. <i>Lsp. gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_n16">Nes</em>, <a href="#l_1442">1442</a>, samentr. voor <em class="g" id="vw_n17">ne es</em>, <em class="g" id="vw_n18">en es</em>. Zoo <a href="#l_564">564</a> <em class="g" id="vw_n19">dannes</em>, voor <em class="g" id="vw_n20">dat en es</em>. +Verg. <i>Ovl. Ged.</i>, 2 Dl., bl. 78, vs. 293, <em class="g" id="vw_n21">ennes</em>, en bl. 83, vs. 695: +<em class="g" id="vw_n22">hennes</em>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_n23">Nese</em>, <a href="#l_793">793</a>, <i>neus</i>. Vanwaar <em class="g" id="vw_n24">neselocken</em>, <i>Ferg.</i> 2226; <em class="g" id="vw_n25">nesebant</em>, <i>Wal.</i> +1632, 2088.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_n26">Neven</em>, <a href="#l_386">386</a>, <a href="#l_2353">2353</a>, <i>naast</i>, <i>langs</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_n27">Neware</em>, <em class="g" id="vw_n28">newaer</em>, <a href="#l_95">95</a>, <a href="#l_174">174</a>, <a href="#l_447">447</a>, <a href="#l_1749">1749</a>, <a href="#l_2301">2301</a>, <a href="#l_2514">2514</a>, <a href="#l_2903">2903</a>, <i>maar</i>. <i>Wal.</i> +9357, 9465. Verg. hier <a href="#l_2136">2136</a>, en zie <span class="smcap">CLIGNETT</span>, <i>Bijdr.</i>, bl. 193.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_n29">Nie</em>, <a href="#l_746">746</a>, <a href="#l_1778">1778</a>, <a href="#l_1874">1874</a>, <i>nooit</i>. „Ook als negatie, waar wij het +bevestigende <i>ooit</i> gebruiken.” (<i>Lsp. gloss.</i>) <a href="#l_1545">1545</a>, <a href="#l_2389">2389</a>, <a href="#l_2809">2809</a>. Zoo +b.v. <i>Flor.</i> 523, 657. Verg. hier <em class="g"><a href="#vw_n43" class="vw_ref">Noint</a></em>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_n30">Niemare</em>, <a href="#l_367">367</a>, <a href="#l_1577">1577</a>, <a href="#l_1603">1603</a>, <i>nieuws</i>, <i>tijding</i>, <i>gerucht</i>. <i>Lsp. gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_n31">Niemen</em>, <a href="#l_58">58</a>, <a href="#l_123">123</a>, <a href="#l_130">130</a>, <a href="#l_885">885</a>, <a href="#l_1089">1089</a>, <a href="#l_1355">1355</a>, enz., <i>niemand</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_n32">Niet</em>, <a href="#l_1989">1989</a>, <i>genegenheid</i>. Zie vooral over dit woord <i>Lsp. gloss.</i> op +<em class="g" id="vw_n33">niede</em>. Bij de daar aangehaalde voorbeelden uit den <i>Ferg.</i> is nog te +voegen 3408, waar <em class="g" id="vw_n34">nide</em> voor <em class="g" id="vw_n35">niede</em> staat om het rijm; zoo ook <i>Troj. +Orl.</i> (bij <span class="smcap">BLOMMAERT</span>, <i>Ovl. Ged.</i>, 1 Dl.) vs. 1460, 1525, en <i>Lanc.</i> IV, +11768.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_n36">No</em>, <a href="#l_112">112</a>, <a href="#l_2568">2568</a>, <i>noch</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_n37">No</em>, <a href="#l_131">131</a>, <i>zelfs niet</i>, het Fr. <i xml:lang="fr">neis</i>; zie de Inleiding, <a href="#p_lxi">bl. LXI</a>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_n38">No weder — noch</em>, <a href="#l_2567">2567</a>, <i>geen van beiden</i>. Zie <span class="smcap">HUYD.</span> op <span class="pagenum" title="158"></span><a id="p_158"></a><i>Stoke</i>, 1 Dl., +bl. 25. <i>Flor.</i>, 985; <i>Troj. Oorl.</i> (1 Dl., bl. 15), vs. 1255.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_n39">Nochtan</em>, <a href="#l_78">78</a>, <a href="#l_94">94</a>, <a href="#l_234">234</a>, <a href="#l_353">353</a>, <a href="#l_572">572</a>, <a href="#l_664">664</a>, enz., <i>nochtans</i>, <i>evenwel</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_n40">Nochtoe</em>, <a href="#l_1288">1288</a>, <a href="#l_2080">2080</a>, <i>nog</i>, <i>toen nog</i>. <i>Ovl. Ged.</i>, 2 Dl., bl. 78, vs. +272; bl. 89, vs. 1270. <i>Wal.</i> 9850, 10021; <i>Lanc.</i> III, 879; en IV +passim. Verg. <span class="smcap">HUYD.</span> op <i>Stoke</i>, 1 Dl., bl. 140, 364.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_n41">Node</em>, <a href="#l_567">567</a>, <a href="#l_728">728</a>, <a href="#l_1197">1197</a>, <a href="#l_2200">2200</a>, <i>ongaarne</i>, eigenl. <i>niet gemakkelijk</i>. +Verg. <span class="smcap">HUYD.</span> op <i>Stoke</i>, 2 Dl., bl. 290.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_n42">Noene</em>, <a href="#l_384">384</a>, „eigenl. (<i xml:lang="la">hora</i>) <i xml:lang="la">nona</i>.... de benaming van de dienst die +in de R. C. Kerk, op dat uur verrigt werd.” <i>Lsp. gloss.</i>, waar het +geheele artikel verdient nageslagen te worden.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_n43">Noint</em>, <a href="#l_76">76</a>, <a href="#l_872">872</a>, <a href="#l_2664">2664</a>, <a href="#l_3024">3024</a>, <i>nimmer</i>, <i>nooit</i>. Ook als negatie waar wij +<i>ooit</i> gebruiken (verg. <em class="g"><a href="#vw_n29" class="vw_ref">Nie</a></em>), <a href="#l_1829">1829</a>, <a href="#l_2844">2844</a>, <a href="#l_3172">3172</a>. Zie over den vorm <span class="smcap">GRIMM</span> +<i xml:lang="de">D.Gr.</i>, III, 225.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_n44">Noot</em>, <a href="#l_517">517</a>, <ins class="corr" id="corr56" title="Bron: 571"><a href="#l_570">570</a></ins>, <a href="#l_1527">1527</a>, <a href="#l_1650">1650</a>, <a href="#l_1913">1913</a>, <i>nood</i>, <i>dwang</i>. <em class="g" id="vw_n45">Noot sijn</em>, met DP., +<ins class="corr" id="corr57" title="Bron: 2827"><a href="#l_2857">2857</a></ins>, <i>noodzakelijk zijn</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_n46">Nopen</em>, <a href="#l_964">964</a>, <i>raken</i>, <i>aanraken</i>, <i>stooten</i>, <i>kwetsen</i>. Verg. <i>Lsp. +gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_n47">Nu toe</em><ins class="corr" id="corr58" title="Bron: ;">,</ins> <a href="#l_833">833</a>, <a href="#l_1236">1236</a>, <a href="#l_1241">1241</a>, <i>voort</i> (<i xml:lang="fr">allons</i>). <i>Wal.</i> 9470. Verg. +<span class="smcap">HUYD.</span> op <i>Stoke</i>, 3 Dl., bl. 30–31.</p> + +<h3 class="h3vw" id="VW_O">O.</h3> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_o1">Odevare</em>, <a href="#ln_2308">2308*</a>, <i>ooijevaar</i>. Zie <span class="smcap">CLIGNETT</span>, <i>Bijdr.</i>, bl. 191–192.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_o2">Oft</em>, <em class="g" id="vw_o3">Ofte</em>, <a href="#l_14">14</a>, <a href="#l_491">491</a>, <a href="#l_998">998</a>, <ins class="corr" id="corr59" title="Bron: 1018"><a href="#l_1008">1008</a></ins>, <a href="#l_3030">3030</a>, <ins class="corr" id="corr60" title="Bron: 3049"><a href="#l_3040">3040</a></ins>, <i>indien</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_o4">Oit</em>, <a href="#l_1780">1780</a>, <i>immer</i>, <i>altijd</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_o5">Om recht</em>, <a href="#l_258">258</a>, <i>terecht</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_o6">Ombe</em>, <a href="#l_344">344</a>(?), <i>om</i>; zie de var. op <a href="#ln_344">bl. 14</a>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_o7">Ombeclaghet</em>, <ins class="corr" id="corr61" title="Bron: 3047"><a href="#l_3046">3046</a></ins>, <i>onaangeklaagd</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_o8">Ombequame</em>, <a href="#l_2616">2616</a>, <i>onaangenaam</i>. <i>Ferg.</i> 568.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_o9">Omberaden</em>, <a href="#l_1433">1433</a>, <i>onverzorgd</i>. Verg. <span class="smcap">CLIGNETT</span>, <i>Bijdr.</i>, bl. 213.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_o10">Omberen</em>, <a href="#l_124">124</a>, <a href="#l_127">127</a>, <a href="#l_135">135</a>, eigenl. <i>ontberen</i>, <i>achterlaten</i>. Zie over de +uitlating der <i>t</i>, <span class="smcap">HUYD.</span> op <i>Stoke</i>, 2 Dl., bl. 254.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_o11">Omberocht</em>, <a href="#l_3045">3045</a>, eigenl. <i>niet aangeklaagd</i>, <i>ter goeder naam staande</i>. +Zie de var. op <a href="#ln_3045">bl. 116</a>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_o12">Ombescaven</em>, <a href="#l_17">17</a>, <i>onaangevochten</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_o13">Ombieden</em>, <a href="#l_472">472</a>, <i>aanzeggen</i>, <i>doen weten</i>. Zie <i>Lsp. gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_o14">Ombiten</em>, <a href="#l_611">611</a>, <i>nuttigen</i>, <i>gebruiken</i>. <i>Lsp. gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_o15">Omme gaen</em>, <a href="#l_1713">1713</a>, <a href="#l_1739">1739</a>, <i>zich omkeeren</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_o16">Omtrent</em>, <a href="#l_810">810</a>, <i>rondom</i>, <i>in de rondte</i>. Verg. <i>Lsp. gloss.</i> <i>Lanc.</i> II, +15248, 15252, 15400.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_o17">Onbegrepen</em>, <a href="#l_199">199</a>, <i>onberispt</i>. Verg. <em class="g"><a href="#vw_b29" class="vw_ref">Begripen</a></em>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_o18">Onblide</em>, <a href="#l_952">952</a>, <i>treurig</i>. Zie <span class="smcap">CLIGNETT</span>, <i>Bijdr.</i>, bl. 42.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_o19">Ondaet</em>, <a href="#l_2064">2064</a>, <i>misdaad</i>. <i>Wal.</i> 3712.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_o20">Onder — ende</em>, <a href="#l_2334">2334</a>, <i>beide — en</i>, <i>zoowel — als</i>. Zie <span class="smcap">DE VRIES</span>, <i>Lsp. +gloss.</i> en vooral <span class="smcap">DE JAGER'S</span> <i>Archief</i>, 1 Dl., bl. 69–72.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_o21">Onder die sonne</em>, <a href="#l_759">759</a>, <i>van den kant daar de zon stond</i>. Zoo zeggen wij +nog, <i>onder den wind</i>.</p> + +<p><span class="pagenum" title="159"></span><a id="p_159"></a></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_o22">Onder voete</em>, <a href="#l_791">791</a>, <i>onder den voet</i>, <i>op den grond</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_o23">Ondergaen</em>, <a href="#l_397">397</a>, <a href="#l_3103">3103</a>, <i>den toegang afsnijden</i>. Zie <span class="smcap">HUYD.</span> op <i>Stoke</i>, 1 +Dl., bl. 92–93; 2 Dl., bl. 503.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_o24">Ondercomen</em>, intr., <a href="#l_868">868</a>, <i>verzwakken</i>. Het act. <em class="g" id="vw_o25">is ondergaen</em>, dat <i>Ferg.</i> +2055 voorkomt, of <em class="g" id="vw_o26">onderdoen</em>, waarover zie <i>Lorr. gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_o27">Onghebetert</em>, <a href="#l_97">97</a>, <i>onhersteld</i>, <i>onvergoed</i>, <i>ongeboet</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_o28">Onghemac</em>, <a href="#l_230">230</a>, <a href="#l_573">573</a>, <a href="#l_781">781</a>, <a href="#l_807">807</a>, <i>leed</i>, <i>last</i>. Verg. <span class="smcap">HUYD.</span> op <i>Stoke</i>, 2 +Dl., bl. 99–100.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_o29">Onghenade doen</em>, <a href="#ln_2308">2308*</a>, <i>slecht behandelen</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_o30">Ongherede</em>, <a href="#l_2176">2176</a>, <i>ongeluk</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_o31">Onghereet sijn</em>, <a href="#l_3140">3140</a>, <a href="#l_3167">3167</a>, <i>niet voorhanden zijn</i>. Verg. de plaatsen +aangehaald <i>Lsp. gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_o32">Ongherec</em>, <a href="#l_1201">1201</a>, <a href="#l_1472">1472</a>, <i>ongeluk</i>. Verg. <i>Lsp.</i> en <i>Flor. gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_o33">Onghetrouw</em>, <a href="#l_1705">1705</a>, <a href="#l_2507">2507</a>, <i>trouwloos</i>, <i>slecht</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_o34">Ongheval</em>, <a href="#l_737">737</a>, <a href="#l_771">771</a>, <a href="#l_1593">1593</a>, <a href="#l_2177">2177</a>, <a href="#l_2466">2466</a>, <i>ongeluk</i>, <i>ramp</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_o35">Onghevoech</em>, <a href="#l_234">234</a>, <a href="#l_3379">3379</a>, <i>wat niet past</i>, <i>niet betaamt</i>. <em class="g" id="vw_o36">Onghevoech +driven</em>, <i>zich onbehoorlijk aanstellen</i>. Verg. <i>Lsp. gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_o37">Onghier</em>, <a href="#l_414">414</a>, <i>wreedaard</i>; eigenl. <i>de vreesselijke</i>, <i>de +schrikwekkende</i>. Zie <i>Lsp. gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_o38">Onhout</em>, <a href="#l_111">111</a>, <i>ongenegen</i>, <i>vijandig</i>. Verg. <em class="g"><a href="#vw_h47" class="vw_ref">Hout</a></em>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_o39">Onledich</em>, <a href="#l_1313">1313</a>, <i>drok bezig</i>. Verg. <i>Lsp. gloss.</i> in <em class="g">Onlede</em>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_o40">Onnen</em>, <em class="g" id="vw_o41">ic an</em>, met GZ., <a href="#l_10">10</a>, <a href="#l_1075">1075</a>, <a href="#l_3124">3124</a>, <i>gunnen</i>. Zie <i>Lsp. gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_o42">Onnren</em>, part. <em class="g" id="vw_o43">onneert</em>, <a href="#l_2002">2002</a>, <em class="g"><a href="#vw_g81" id="vw_o44" class="vw_ref">gheonneert</a></em>, <a href="#l_2009">2009</a>, <i>schande aandoen</i>, +<i>onteeren</i> (<i xml:lang="fr">honnir</i>).</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_o45">Onrein</em>, <a href="#l_1738">1738</a>, <a href="#l_1801">1801</a>, <i>besmet</i> (<i>met zonden</i>).</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_o46">Onsalech</em>, <a href="#l_778">778</a>, <a href="#l_1719">1719</a>, <i>ongelukkig</i>, <i>ellendig</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_o47">Onscone</em>, <a href="#l_2709">2709</a>, <i>schandelijk</i> (<i>onbetamelijk</i>). <i>Stoke</i>, 1 B., vs. 803. +Verg. <i>Lsp. gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_o48">Onsculde doen</em>, <a href="#l_82">82</a>, <i>zijne onschuld bewijzen</i>. Verg. <i>Lsp. gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_o49">Onsochte</em>, <a href="#l_990">990</a>, <i>jammerlijk</i>, <i>op hevige wijze</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_o50">Onsoete</em>, <a href="#l_964">964</a>, <i>op onzachte</i>, <i>harde wijze</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_o51">Onspellic</em>, <a href="#l_3002">3002</a>, <i>ernstig</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_o52">Ontaen</em> (<em class="g" id="vw_o53">ontdaen</em>), part. van <em class="g" id="vw_o54">ont(d)oen</em>, <a href="#l_655">655</a>, <i>geopend</i>. Zie <i>Lsp. gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_o55">Ontbieden</em>, zie <em class="g"><a href="#vw_o13" class="vw_ref">Ombieden</a></em>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_o56">Ontbinden</em>, <a href="#l_1881">1881</a>, <i>ontvouwen</i>, <i>openbaren</i>. <i>Ferg.</i> 3166; <i>Flor.</i> 384.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_o57">Ontdelven</em>, <a href="#l_2607">2607</a>, <i>opgraven</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_o58">Ontervet werden</em>, <a href="#l_668">668</a>, <i>zijn erf verliezen</i> (<i>hier door een vonnis</i>).</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_o59">Ontfaen</em>, <a href="#l_70">70</a>, <a href="#l_188">188</a>, <a href="#l_1193">1193</a>, <a href="#l_1254">1254</a>, <i>ontvangen</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_o60">Ontfaren</em>, <a href="#l_85">85</a>, <a href="#l_3022">3022</a>, <a href="#l_3206">3206</a>, <a href="#l_3309">3309</a>, <i>haastig ontgaan</i>, <i>ontvluchten</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_o61">Ontfermen</em>, <a href="#l_68">68</a>, <a href="#l_72">72</a>, <a href="#l_318">318</a>, <a href="#l_406">406</a>, <a href="#l_2696">2696</a>, met GZ. <i>zich erbarmen</i>, <i>medelijden +hebben</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_o62">Ontgaen</em>, <a href="#l_697">697</a>, <a href="#l_921">921</a>, <a href="#l_1388">1388</a>, <a href="#l_1409">1409</a>, <a href="#l_1424">1424</a>, <a href="#l_1477">1477</a>, <i>ontgaan</i>, <i>vrijkomen</i>.</p> + +<p><span class="pagenum" title="160"></span><a id="p_160"></a></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_o63">Ontghelden</em>, <a href="#l_1822">1822</a>, <a href="#l_1835">1835</a>, <i>betalen</i>, <i>boeten</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_o64">Ontghinnen</em>, <a href="#l_2087">2087</a>, <a href="#l_2417">2417</a>, eigenl. <i>openen</i>; in de eerste plaats +<i>verbijten</i>, in de tweede <i>opdelven</i>. Verg. <i>Ferg.</i> 3461, 3565; <i>Limb.</i> +6 B., vs. 2007.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_o65">Onthopet sijn</em>, met GZ., <a href="#l_1670">1670</a>, <i>de hoop opgegeven hebben</i>, <i>hopeloos +zijn</i>, <i>wanhopen</i>. Zie <i>Lsp. gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_o66">Ontliven</em>, <a href="#l_2004">2004</a>, <i>dooden</i>, <i>van het leven</i> (<i>lijf</i>) <i>berooven</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_o67">Ontrennen</em>, <a href="#l_2699">2699</a>, <i>ontvluchten</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_o68">Ontsien</em>, intr. <a href="#l_53">53</a>; trans. <a href="#l_737">737</a>, <a href="#l_2047">2047</a>, <a href="#l_2216">2216</a>, <i>vreezen</i>. Zie <span class="smcap">HUYD.</span> op +<i>Stoke</i>, 2 Dl., bl. 406, 503.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_o69">Ontscricken</em>, <a href="#l_3132">3132</a>, <i>ontloopen</i>. <em class="g" id="vw_o70">Scricken</em> vertaalt <span class="smcap">CLIGNETT</span>, <i>Bijdr.</i>, +bl. 103, terecht door <i>met wijde schreden voortgaan</i>. Zie <i>Ferg.</i> 3544.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_o71">Ontspringhen</em>, <a href="#l_1912">1912</a>, <i>ontvluchten</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_o72">Ontspringhen</em>, <a href="#l_1231">1231</a>, <a href="#l_1642">1642</a>, <i>ontwaken</i>, eigenl. <i>uit den slaap +opspringen</i>. Zie <span class="smcap">CLIGNETT</span>, <i>Bijdr.</i>, bl. 392.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_o73">Ontvruchten</em>, <a href="#l_2312">2312</a>, <i>vreezen</i>. <i>Flor.</i> 3259; <i>Lanc.</i> 4 B., vs. 8476.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_o74">Ontwee</em>, <a href="#l_652">652</a>, <a href="#l_1317">1317</a>, <a href="#l_3111">3111</a>, <i>in stukken</i>, <i>kapot</i>. Zie <span class="smcap">CLIGNETT</span>, <i>Bijdr.</i>, +bl. 123, en <i>Lsp. gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_o75">Ontweghet</em>, <a href="#l_2494">2494</a>, <i>van den weg af</i>, <i>het spoor bijster</i>. Verg. <i>Lsp. +gloss.</i>, en zie <i>Lanc.</i> II, 13331, 13718.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_o76">Ontwenden</em>, <a href="#l_1844">1844</a>, <i>ontgaan</i> (<i>met moeite</i>, <i>hoe men zich ook wendt</i>).</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_o77">Ontwisschen</em>, <a href="#l_1510">1510</a>, <i>ontvluchten</i>; Hoogd. <i xml:lang="de">entwisschen</i>. Van <i>wisschen</i>, +dat men b.v. vindt <i>Lanc.</i> II, 22024, 22368, 24855, 29819. Zie ook <i>N. +Werken der Leidsche Maatsch.</i>, VI, bl. 169.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_o78">Onverdaen</em>, <a href="#l_1932">1932</a>, <i>ongedood</i>, <i>onvermoord</i>; van <em class="g" id="vw_o79">verdoen</em>, waarover zie +mijn <i>Specimen</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_o80">Onvervaert</em>, <a href="#l_389">389</a>, <i>moedig</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_o81">Onvro</em>, <a href="#l_982">982</a>, <i>treurig</i>. Zie <i>Lsp. gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_o82">Onvroet</em>, <a href="#l_671">671</a>, <i>onverstandig</i>, <i>dwaas</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_o83">Onwaert hebben</em>, <a href="#l_498">498</a>, <a href="#l_576">576</a>, <i>verachten</i>. <span class="mixcap">Clignett</span>, <i>Bijdr.</i>, bl. 145.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_o84">Onwille</em> (<em class="g" id="vw_o85">Sijn te sinen</em>), <a href="#l_321">321</a>, <i>in 't verdriet zijn</i>. Verg. <i>Lsp. gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_o86">Ordine</em>, <a href="#l_943">943</a>, <a href="#l_2691">2691</a>, <i>orde</i>, <i>kloosterorde</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_o87">Orlof</em>, <a href="#l_495">495</a>, <a href="#l_709">709</a>, <a href="#l_1395">1395</a>, <a href="#l_1427">1427</a>, <a href="#l_1892">1892</a>, <a href="#l_2984">2984</a>, eigenl. <i>verlof om te +vertrekken</i>, <i>afscheid</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_o88">Orconde</em>, <a href="#l_1882">1882</a>, <a href="#l_2623">2623</a>, <i>getuigenis</i>. Zie <i>Lsp.</i> en <i>Doct. gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_o89">Orconden</em>, <a href="#l_2688">2688</a>, <i>betuigen</i>, <i>vermelden</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_o90">Oude</em>, <a href="#l_767">767</a>, <i>ouderdom</i>. Zie <span class="smcap">CLIGNETT</span>, <i>Bijdr.</i>, bl. 173, en verg. <i>Lsp. +gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_o91">Over</em>, in de beteekenis van ons <i>voor</i>, het Lat. <i xml:lang="la">pro</i>, <a href="#l_839">839</a>, <a href="#l_2803">2803</a>, <em class="g" id="vw_o92">over +niet</em> = <i>om niet</i>; <a href="#l_1681">1681</a>, <a href="#l_2981">2981</a>, <a href="#l_3089">3089</a>; en in de adverb. uitdr. <em class="g" id="vw_o93">over waer</em>, +<a href="#l_239">239</a>, <a href="#l_1384">1384</a>, <a href="#l_1505">1505</a>, <a href="#l_2908">2908</a>.—<span id="vw_o91a">In de beteekenis van <i>op</i>, <i>over</i>, <i>super</i></span>, <a href="#l_523">523</a>, +<a href="#l_963">963</a>, <a href="#l_971">971</a>, <a href="#l_973">973</a>, <a href="#l_993">993</a>. Zoo ook in de <span class="pagenum" title="161"></span><a id="p_161"></a>spreekwijs, <em class="g" id="vw_o94">over hem so willet</em> al, +<a href="#l_772">772</a>, <i>op hem wil alles nerploffen</i>; <em class="g" id="vw_o95">over iemen onledich sijn</em>, <a href="#l_1314">1314</a>, +<i>met iemand bezig zijn</i>. Verg. vooral <i>Lsp. gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_o96">Over een</em>, <a href="#l_146">146</a>, <i>met elkander</i>, <i>te samen</i>. Zie <i>Lsp. gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_o97">Over lanc</em>, <a href="#l_547">547</a>, <a href="#l_3370">3370</a>, <i>na langen tijd (van beraad)</i>. Verg. <i>Lanc.</i> II, +44029; III, 4633; <i>Flor.</i> 2723; <i>Franc.</i> 2835. <i>Limb.</i> VI, 1576, leest +men: <em class="g" id="vw_o98">over iet lanc</em>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_o99">Overdadich</em>, <a href="#l_2251">2251</a>, <i>trotsch</i>, eigenl. <i>die meer doet dan een ander</i>, of +ook, <i>dan betamelijk is</i>. Verg. <i>Ferg.</i> 4295, 4779.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_o100">Overdaet</em>, <a href="#l_137">137</a>, <a href="#l_469">469</a>, <a href="#l_499">499</a>, <a href="#l_2043">2043</a>, <a href="#l_2066">2066</a>, <a href="#l_2310">2310</a>, <i>ondaad</i>, <i>misdaad</i>. Zie +<span class="smcap">CLIGNETT</span>, <i>Bijdr.</i>, bl. 281. Verg. <i>Lsp. gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_o101">Overgroot</em>, <a href="#l_2397">2397</a>, <i>zeer groot</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_o102">Overstarc</em>, <a href="#l_1093">1093</a>, <i>zeer sterk</i>. Zoo komt <em class="g" id="vw_o103">over</em> dikwerf in samenstelling +met adjectiva voor: b. v. <em class="g" id="vw_o104">overveel</em>, <i>Lanc.</i> II, 34030; <em class="g" id="vw_o105">overhovesch</em>, +<i>Lanc.</i> II, 38309; <em class="g" id="vw_o106">oversoet</em>, Rose 71; <em class="g" id="vw_o107">overscoon</em>, <i>Rose</i> 615; <em class="g" id="vw_o108">overmoghen</em>, +<i>Rose</i> 628; <em class="g" id="vw_o109">overmoedich</em>, <i>Rose</i> 1385; <em class="g" id="vw_o110">overgroot</em>, <i>Rose</i> 1641; <em class="g" id="vw_o111">overvast</em>, +<i>Rose</i> 4662; enz. enz.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_o112">Owach</em>, <a href="#l_3364">3364</a>, <i>helaas</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_o113">Owi</em>, <a href="#l_306">306</a>, <a href="#l_925">925</a>, <a href="#l_1800">1800</a>, <a href="#l_1810">1810</a>, <ins class="corr" id="corr62" title="Bron: 2155"><a href="#l_2158">2158</a></ins>, <a href="#l_2659">2659</a>, <a href="#l_3039">3039</a>, <i>helaas</i>.</p> + +<h3 class="h3vw" id="VW_P">P.</h3> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_p1">Paer</em>, drukt de vereeniging uit van verschillende deelen tot een geheel, +als <em class="g" id="vw_p2">een paer letteren</em>, <a href="#l_3237">3237</a>, <a href="#l_3331">3331</a>, <i>een brief</i>. Zie <i>Wal.</i> 2 Dl., bl. +221–222.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_p3">Paiment</em>, <a href="#l_809">809</a>, <i>betaling</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_p4">Palster</em>, <a href="#l_372">372</a>, <a href="#l_2775">2775</a>, <a href="#l_2925">2925</a>, <a href="#l_2967">2967</a>, <i>pelgrimsstaf</i>, <i>staf</i>. Zie <span class="smcap">CLIGNETT</span>, +<i>Bijdr.</i>, bl. 173.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_p5">Pant doen</em>, <a href="#l_1269">1269</a>, <i>leed doen</i>, <i>schade toebrengen</i>. Zie <i>Lsp. gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_p6">Pape</em>, <a href="#l_726">726</a>, <a href="#l_811">811</a>, <a href="#l_825">825</a>, <a href="#l_1126">1126</a>, <i>priester</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_p7">Pardoen</em>, <a href="#l_2895">2895</a>, <i>vergiffenis</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_p8">Parc</em>, <a href="#l_334">334</a>, <i>afgesloten ruimte</i>. Verg. <i>Wal.</i> 9927, 8703; <i>Lanc.</i> II, +45094; IV, 4637.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_p9">Parlement</em>, <a href="#l_2270">2270</a>, <i>samenspreking</i>, <i>bijeenkomst</i>. Zie <span class="smcap">HUYD.</span> op <i>Stoke</i>, 2 +Dl., bl. 80, 387; 3 Dl., bl. 103, 395.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_p10">Partrijs</em>, <a href="#l_3142">3142</a>, <i>patrijs</i>. Men behoort dus <abbr title="ter aangehaalde plaatse (=versregel 3142)"><a href="#l_3142">t. a. pl.</a></abbr> te lezen: +<i>partrise</i> (: <i>spise</i>).</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_p11">Pat</em>, manl., <a href="#l_633">633</a>, <a href="#l_3295">3295</a>, <i>pad</i>, <i>voetpad</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_p12">Pelgrijn</em>, <a href="#l_2837">2837</a>, <a href="#l_2842">2842</a>, <a href="#l_2865">2865</a>, <i>pelgrim</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_p13">Pelse</em>, <a href="#l_352">352</a>, <i>het haar van het vel</i>. (Verg. <i>Ferg.</i> 3599, 3911). Zoo heet +het ook in de voorrede tot <i>Heelu</i>, vs. 545, van vogels: <i>dat hen die +plume stoven</i>. Verg. hier <a href="#l_1717">1717</a>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_p14">Pese</em>, <a href="#l_794">794</a>, <a href="#l_1317">1317</a>, <i>touw</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_p15">Pijnlic</em>, <a href="#l_1878">1878</a>, <i>moeyelijk</i>. Verg. <span class="smcap">HUYD.</span> op <i>Stoke</i>, 2 Dl., bl. 475–476.</p> + +<p><span class="pagenum" title="162"></span><a id="p_162"></a></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_p16">Pine</em>, <a href="#l_230">230</a>, <a href="#l_371">371</a>, <a href="#l_573">573</a>, <a href="#l_743">743</a>, <a href="#l_1817">1817</a>, <a href="#l_1939">1939</a>, <a href="#l_1952">1952</a>, <a href="#l_1970">1970</a>, <a href="#l_2646">2646</a>, <a href="#l_2977">2977</a>, <i>moeite</i>, +<i>overlast</i>, <i>ongemak</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_p17">Pinen</em>, <a href="#l_696">696</a>, <a href="#l_1298">1298</a>, <a href="#l_1315">1315</a>, <a href="#l_1634">1634</a>, <a href="#l_2322">2322</a>, <i>moeite doen</i>, <i>arbeiden</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_p18">Pladijs</em>, <a href="#l_208">208</a>, <a href="#l_211">211</a>, <a href="#l_214">214</a>, <i>platvisch</i>. De vorm is uit het Fr. overgenomen. +Zie Inleid. <a href="#p_cxii">bl. CXII</a>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_p19">Plaidieren</em>, <a href="#l_1873">1873</a>, <i>pleiten</i>, <i>over en wer praten</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_p20">Plecht</em>, <a href="#l_2841">2841</a>, <i>voorspraak</i>, <i>bescherming</i>. Verg. <i>Theoph.</i> 932; <i>Vander +Sielen</i>, 134. <span class="mixcap">Kil.</span> kent nog <i>plechten</i> in den zin van <i xml:lang="la">lites agere</i>. +Verg. daarbij <span class="smcap">V. WIJN</span> op <i>Heelu</i>, bl. 30 en 11.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_p21">Pleghen</em>, intr., <a href="#l_521">521</a>, <a href="#l_536">536</a>, <a href="#l_1223">1223</a>, <a href="#l_2738">2738</a>, <a href="#l_3350">3350</a>, <i>gewoon zijn</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_p22">Pleghen</em>, trans. met GZ. <em class="g" id="vw_p23">Der ere pleghen</em>, <a href="#l_35">35</a>, <i>zich op de eer toeleggen</i>, +<i>de eer ter harte nemen</i>. <em class="g" id="vw_p24">Der siele pleghen</em>, <a href="#l_428">428</a>, <i>de ziel verzorgen</i>. +<em class="g" id="vw_p25">Der kindre pleghen</em>, <a href="#l_1413">1413</a>, <i>de kinderen verzorgen</i>. <em class="g" id="vw_p26">Siere seden pleghen</em>, +<a href="#l_1733">1733</a>, <i>zijne gewoonte in acht nemen</i>, <i>opvolgen</i>. Zie <span class="smcap">V. WIJN</span> op +<i>Heelu</i>, bl. 8–13.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_p27">Plume</em>, <a href="#l_1717">1717</a>, <i>pluimen</i>, <i>veren</i>. Zie op <em class="g"><a href="#vw_p13" class="vw_ref">Pelse</a></em>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_p28">Poghen</em>, <a href="#l_680">680</a>, <a href="#l_2322">2322</a>, <i>zijn best doen</i>. Verg. <i>Wal.</i> 2 Dl., bl. 253 in +fine, en <i>Lsp. gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_p29">Point</em>, <a href="#l_2293">2293</a>, <i>punt</i>. <em class="g" id="vw_p30">Van pointe te pointe</em>, <i>van stukje tot beetje</i>, +<i>geheel en al</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_p31">Porren</em>, <a href="#l_1242">1242</a>, <i>zich in beweging stellen</i>. Zie <span class="smcap">HUYD.</span> op <i>Stoke</i>, 2 Dl., +bl. 397–399 en 585, of <span class="smcap">V. WIJN</span> op <i>Heelu</i>, bl. 200.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_p32">Prenden</em>, part. <em class="g" id="vw_p33">ghepronden</em>, <a href="#l_399">399</a>, <a href="#l_1541">1541</a>, <i>aangrijpen</i>, <i>rooven</i>. Zie <i>Lsp. +gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_p34">Prijs</em>, <a href="#l_2923">2923</a>, <a href="#l_3054">3054</a>, <i>lof</i>, <i>lofspraak</i>. Zie <i>Lsp. gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_p35">Prihore</em>, <a href="#l_945">945</a>, <i>prior van een klooster</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_p36">Prioreit</em>, <a href="#l_1700">1700</a>, <i>klooster</i> (<i>prieur</i>).</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_p37">Prime</em>, <a href="#l_385">385</a>, <i>morgengebed</i>. Verg. <em class="g"><a href="#vw_n42" class="vw_ref">Noene</a></em>, en zie <i>Ovl. Ged.</i>, 2 Dl., bl. +95, vs. 220.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_p38">Prisen</em>, <a href="#l_578">578</a>, <i>schatten</i>, <i>achten</i>. Zie <span class="smcap">KILIAEN</span>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_p39">Prochiaen</em>, <a href="#l_764">764</a>, <a href="#l_830">830</a>, <i>die tot eene parochie behoort</i>, <i>leek</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_p40">Proeven</em>, <a href="#l_1882">1882</a>, <i xml:lang="la">probare</i>, <i>bewijzen</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_p41">Proeven</em>, <a href="#l_662">662</a>, <a href="#l_2048">2048</a>, <i>beproeven</i>. Verg. <i>Lsp. gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_p42">Pute</em>, <a href="#l_919">919</a>, <i>hoer</i>. <em class="g" id="vw_p43">Putensone</em>, zeer gebruikelijk scheldwoord; zoo ook in +het Oud-Fransch.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_p44">Puut</em>, plur. <em class="g" id="vw_p45">Pude</em>, <a href="#ln_2308">2308*</a>, <i>kikvorsch</i>. <span class="mixcap">Clignett</span>, <i>Bijdr.</i>, bl. 174.</p> + +<h3 class="h3vw" id="VW_QU">QU.</h3> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_qu1">Quaet</em>, adj., <a href="#l_484">484</a>, <a href="#l_500">500</a>, <a href="#l_1906">1906</a>, <i>slecht</i>, <i>verdorven</i>, <i>misdadig</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_qu2">Quaet</em>, subst., <a href="#l_1801">1801</a>, <i>booswicht</i>. Zie <i>Lsp. gloss.</i>, waar echter ten +onrechte wordt beweerd, dat het plur. <em class="g" id="vw_qu3">quadien</em> is. Verg. <span class="smcap">LEENDERTZ'</span> +beoordeeling van mijn <i>Epische Versb.</i>, bl. 59–62.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_qu4">Qualic</em>, adv., <a href="#l_259">259</a>, <a href="#l_550">550</a>, <i>op slechte wijze</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_qu5">Quansijs</em> (<em class="g" id="vw_qu6">Alse</em>), <a href="#l_2547">2547</a>, „<i>als dacht hij bij zich selven, als wilde <span class="pagenum" title="163"></span><a id="p_163"></a>hij +zeggen.</i>” Zie de breedvoerige verklaring van <span class="smcap">DE VRIES</span> in <span class="smcap">DE JAGERS</span> +<i>Archief</i>, 1 Dl., bl. 72–76.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_qu7">Quedden</em>, <a href="#l_1108">1108</a>, <a href="#l_2366">2366</a>, <i>groeten</i>, „<span xml:lang="de">ahd. <em class="g" id="vw_qu8">quetian</em>; alts. <em class="g" id="vw_qu9">queddian</em>; +eigentlich <i>anreden</i>, und von <em class="g" id="vw_qu10">quden</em> (<span xml:lang="la">loqui</span>) abgeleitet</span>” (<span class="smcap">GRIMM</span>, +<i xml:lang="de">R. F.</i>, bl. 273). Zoo ook <i>Flor.</i> 2064: „van al den goden <i>quedde</i> hine +overluut,” waar het Fransch, vs. 1579, heeft: „<span xml:lang="fr">De tous les Diex <i>l'a +salu</i>.</span>” Zoo begint ook het charter van 1249, bij <span class="smcap">SERRURE</span>, <i>Geschied. +der Letterk. in het Graefsch. Vlaenderen</i>, bl. 88: „De scepenen van +Bochouta <i>quedden</i> alle degene die dese lettren siyn (<i>sic</i>) selen in +onsen Here.”</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_qu11">Quellen</em>, <a href="#l_2202">2202</a>, <i>in kwelling zijn</i>, <i>lijden</i>. Zoo <i>Ferg.</i> 4464. Verg. +<i>Lsp. gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_qu12">Quene</em>, <a href="#l_767">767</a>, <i>oude vrouw</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_qu13">Quite</em>, met <em class="g" id="vw_qu14">van</em> of den gen., <a href="#l_1394">1394</a>, <i>vrij</i>, <i>ontslagen van</i>. <em class="g" id="vw_qu15">Quite worden</em>, +<a href="#l_258">258</a>, <i>kwijt worden</i>, <i>verliezen</i>. <em class="g" id="vw_qu16">Quite sijn</em>, <a href="#l_355">355</a>, <i>ontslagen</i>, <i>verlost +zijn van</i>. <em class="g" id="vw_qu17">Quite maken</em>, <a href="#l_2416">2416</a>, <i>ontrooven</i>. <em class="g" id="vw_qu18">Quite laten</em>, <a href="#l_2529">2529</a>, <a href="#l_2788">2788</a>, +<i>ontslaan</i>, <i>vrij spreken</i>. Zie <i>Lsp. gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_qu19">Quiten scadeloos</em>, <a href="#l_2948">2948</a>, <i>vrijmaken van schade</i>.</p> + +<h3 class="h3vw" id="VW_R">R.</h3> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_r1">Raden</em>, <a href="#l_531">531</a>, <i>radbraken</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_r2">Raden</em>, <em class="g" id="vw_r3">riet</em>, <em class="g" id="vw_r4">gheraden</em>, <a href="#l_471">471</a>, <a href="#l_332">332</a>, <a href="#l_555">555</a>, <a href="#l_689">689</a>, <i>aanraden</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_r5">Raet</em>, doorloopt verschillende beteekenissen. <a href="#l_548">548</a>, <a href="#l_1195">1195</a>, <i>raad</i>, +<i>raadgeving</i>. <em class="g" id="vw_r6">In gherechten rade</em>, <a href="#l_1682">1682</a>, <i>in goeden gemoede</i>. <a href="#l_2325">2325</a>, <i>de +vrucht der beraadslaging</i>, <i>voornemen</i>, <i>opzet</i>. <em class="g" id="vw_r7">Raet vinden</em>, <a href="#l_543">543</a>, <i>iets +bedenken</i> (<i>Ferg.</i> 4254). <em class="g" id="vw_r8">Te rade worden</em>, <a href="#l_470">470</a>, <i>besluiten</i>. <em class="g" id="vw_r9">Raet hebben</em>, +met GZ., <a href="#l_567">567</a>, <i>in zijne keus hebben</i>. <em class="g" id="vw_r10">Hets beter raet</em>, <a href="#l_1098">1098</a>, <i>het is +beter</i>. <em class="g" id="vw_r11">U es die beste raet</em>, <a href="#l_1389">1389</a>, <i>het is 't best voor u</i>. <em class="g" id="vw_r12">Hier mach <a href="#vw_ij15" class="vw_ref">in +lopen</a> ander raet</em>, <a href="#l_1905">1905</a>, <i>hier kan iets anders gebeuren</i>. Maar <em class="g" id="vw_r13">Raet</em> is +ook <i>de daad van het raadgeven</i>. Vandaar: <em class="g" id="vw_r14">te rade roepen</em>, <a href="#l_1333">1333</a>, <i>ter +beraadslaging bijeen roepen</i>; <em class="g" id="vw_r15">te rade leden</em>, <a href="#l_2473">2473</a>, <i>ter beraadslaging +heenleiden</i>. Verg. <a href="#l_2673">2673</a>. Dit geschiedt in afzondering, in 't geheim, +vandaar: <em class="g" id="vw_r16">in rade</em>, <a href="#l_3161">3161</a>, <i>in 't geheim</i>. Verg. hier <em class="g"><a href="#vw_b56" class="vw_ref">Beraden</a></em>, en verg. +<i>Flor. gloss.</i> in <em class="g" id="vw_r18">raet</em>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_r19">Rake</em>, <a href="#l_723">723</a>, <i>hark</i>. <span class="mixcap">Kil.</span> vertaalt het woord door <i>Rastrum</i> et +<i xml:lang="la">Rutabulum</i>, <i xml:lang="la">Sarculum</i>. Het Eng. heeft <i xml:lang="en">rake</i> in dezelfde bet.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_r20">Rampineren</em>, <a href="#l_703">703</a>, <a href="#l_849">849</a>, <i>bespotten</i>; het Fr. <i xml:lang="fr">ramposner</i>. <span class="mixcap">Maerl.</span> <i>Sp. +Hist.</i>, 3 Dl., bl. 141, 314; <i>Lanc.</i> II, 39273.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_r21">Rasch</em>, <a href="#l_2032">2032</a>, <i>sterk</i> (verg. het Eng. <i xml:lang="en">harsh</i>). <i>Wal.</i> 10090; <i>Lanc.</i> IV, +9592, 10056; <i>Troj. Orl.</i> (<span class="smcap">BLOMMAERT</span>, 2 Dl., bl. 95) vs. 194.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_r22">Raven</em>, <a href="#l_18">18</a>, <a href="#l_1860">1860</a>, <a href="#l_2793">2793</a>, <i>raaf</i>. <i>Wal.</i> 9689.</p> + +<p><span class="pagenum" title="164"></span><a id="p_164"></a></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_r23">Recht</em>, adj., <a href="#l_1698">1698</a>, <a href="#l_1707">1707</a>, <a href="#l_1751">1751</a>, <i>recht</i> (van een weg gebezigd: <i>de +naaste</i>); <a href="#l_128">128</a>, <a href="#l_3031">3031</a>, <i>waar</i>, <i>eigenlijk</i>, <i>juist</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_r24">Recht</em>, adv., <a href="#l_282">282</a>, <i>juist</i>; <a href="#l_1307">1307</a>, <i>regelrecht</i> (<i>direkt</i>).</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_r25">Recht nemen ende gheven</em>, <a href="#l_529">529</a>, <i>zich onderwerpen aan de uitspraak des +regters</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_r26">Rechten</em>, <a href="#l_1382">1382</a>, <i>oprichten</i>. Verg. <i>Lsp. gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_r27">Reden</em> (<em class="g" id="vw_r28">Brenghen te</em>), <a href="#l_1337">1337</a>, eigenl. <i>tot redelijkheid</i>, <i>billijkheid +brengen</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_r29">Reinardie</em>, <a href="#l_2044">2044</a>, <i>sluwheid</i>. Zoo ook in 't Fr. <i xml:lang="fr">Renart</i>, 11032, 17035.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_r30">Rekenen</em>, <a href="#l_2104">2104</a>, <i>voorrekenen</i>, <i>vertellen</i>. <span class="mixcap">Maerl.</span> 3 Dl., bl. 158, 182. +Reeds in den <i>Heliand</i>: <i>reckian</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_r31">Rentvleesc</em>, <a href="#l_1522">1522</a>, <i>rundvleesch</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_r32">Ribaut</em>, <a href="#l_938">938</a>, <i>deugniet</i>. <i>Wal.</i> 8141, 9211; <i>Ferg.</i> 519. <span class="mixcap">Clignett</span>, +<i>Bijdr.</i>, bl. 162, en mijn <i>Specimen</i>, bl. 126.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_r33">Rijc</em>, <a href="#l_1068">1068</a>, <i>machtig</i>. Gewoon epitheton van God, zie <i>Ferg.</i> 4010, 4400, +4855, 4869. Verg. <i xml:lang="de">D. Gram.</i> II, 297.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_r34">Rijcheit</em>, <a href="#l_2408">2408</a>, <i>rijkdom</i>, <i>schatten</i>. Verg. <i>Lsp. gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_r35">Rijm</em>, <a href="#l_2102">2102</a>, <i>vorst</i>. <i>Esopet</i>, fab. 10, vs. 1; <i>Rose</i> 10274.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_r36">Rijs</em>, pl. <em class="g" id="vw_r37">risere</em>, <a href="#l_1679">1679</a>, <a href="#l_3449">3449</a>, <i>takje</i>, in 't meervoud <i>het woud</i>. Zie +<i>Lorr. gloss.</i> of <i>Specimen</i>, bl. 124.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_r38">Rikelijc</em>, <a href="#l_926">926</a>, <i>kostbaar</i>, <i>prachtig</i>. Verg. <i>Flor. gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_r39">Rinc</em>, <a href="#l_109">109</a>, <a href="#l_315">315</a>, <a href="#l_2740">2740</a>, <i>kring</i>. <i>Ferg.</i> 5307, 5342.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_r40">Rocke</em>, <a href="#l_732">732</a>, <a href="#l_832">832</a>, <a href="#l_1249">1249</a>, <i>spinrokken</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_r41">Roekeloos</em>, <a href="#l_2772">2772</a>, roekeloos is hij, die zich om niets bekreunt, +<i>gewetenloos</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_r42">Roeken</em>, <a href="#l_1120">1120</a>, <a href="#l_1653">1653</a>, <i>zich om iets bekommeren</i>, <i>bekreunen</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_r43">Roemen</em>, <a href="#l_2613">2613</a>, <i>bluffen</i>. Zoo heet de winderige hopman bij <span class="smcap">BREROO</span> nog +<i>Roemer</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_r44">Rumen</em>, <a href="#l_887">887</a>, <a href="#l_1428">1428</a>, <i>ontruimen</i>, <i>verlaten</i>, <i>laten varen</i>. <i>Ferg.</i> 1148; +<i>Flor.</i> 705.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_r45">Runen</em>, <a href="#l_2836">2836</a>, <i>fluisteren</i>. Zie <i>Lsp. gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_r46">Rutsen</em>, <a href="#l_973">973</a>, <i>voortschuiven</i>; het Hoogd. <i xml:lang="de">rutschen</i>.</p> + +<h3 class="h3vw" id="VW_S">S.</h3> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_s1">Sachten</em>, <a href="#l_2882">2882</a>, <i>verzachten</i>, <i>temperen</i>. <span class="mixcap">Maerl.</span> 3 Dl., bl. 316.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_s2">Saden</em>, <a href="#l_591">591</a>, <i>verzadigen</i>, van <em class="g"><a href="#vw_s13" class="vw_ref">sat</a></em>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_s3">Saen</em>, <a href="#l_64">64</a>, <a href="#l_82">82</a><ins class="corr" id="corr63" title="Bron: , 98"></ins>, <a href="#l_398">398</a>, <a href="#l_1242">1242</a>, <a href="#l_1440">1440</a>, <a href="#l_1448">1448</a>, <a href="#l_1596">1596</a>, <a href="#l_1949">1949</a>, <a href="#l_2603">2603</a>, <a href="#l_3085">3085</a>, +<i>spoedig</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_s4">Saermeer</em>, <a href="#l_1916">1916</a>, <i>in 't vervolg</i>. Zie mijn art. in den <i>Konst- en +Letterbode</i> van 1845, no. 35.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_s5">Saghe</em> (<em class="g" id="vw_s6">Sonder</em>), <a href="#l_1086">1086</a>, <i>voorzeker</i>. <em class="g" id="vw_s7">Saghe</em> is een <i>sprookje</i>, en de +geheele spreekwijs een der in dit gedicht zoo zeldzaam voorkomende +stoplappen. Verg. <i>Lsp. gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_s8">Saghe</em>, <a href="#l_395">395</a>; zoo wordt <span class="smcap">REINAERT</span> ook genoemd in het Mhd. gedicht,<span class="pagenum" title="165"></span><a id="p_165"></a> vs. +1482: d wand der <i>zage</i> sn verlorn. <em class="g" id="vw_s9">Saghe</em> is <i>koorts</i>, zie <span class="smcap">CLIGNETT</span>, +<i>Bijdr.</i>, bl. 46. <span class="mixcap">Willems</span> neemt het hier in den zin van <i>booze pest</i>, +maar blijkbaar staat het in dien van <i>lafaard</i>, <i>verachtelijk wezen</i>, in +welke beteekenis het ook in het Mhd. gebruikelijk is, b.v. <i>Nib. (L.)</i>, +225, 4; 930, 1; 1523, 2; 1785, 2; 2080, 1.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_s10">Sake</em>, <a href="#l_2323">2323</a>, <a href="#l_2665">2665</a>, <a href="#l_2671">2671</a>, <i>zaak</i>; <a href="#l_1840">1840</a>, <a href="#l_1885">1885</a>, <i>rechtszaak</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_s11">Saluut</em>, <a href="#l_2406">2406</a>, <i>groet</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_s12">Sameninghe</em>, <a href="#l_3016">3016</a>, <i>verzameling</i>, <i>menigte</i>. Verg. <i>Lsp. gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_s13">Sat</em>, <a href="#l_561">561</a>, <a href="#l_610">610</a>, <a href="#l_634">634</a>, <a href="#l_1531">1531</a>, <a href="#l_1613">1613</a>, <i>verzadigd</i>. Verg. <span class="smcap">CLIGNETT</span>, <i>Bijdr.</i>, +bl. 369.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_s14">Scade</em>, <a href="#l_3147">3147</a>, <i>schaduw</i>. Zie <span class="smcap">CLIGNETT</span>, <i>Bijdr.</i>, bl. 30.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_s15">Scade</em>, <a href="#l_68">68</a>, <a href="#l_318">318</a>, <a href="#l_474">474</a>, <a href="#l_770">770</a>, <a href="#l_1284">1284</a>, <a href="#l_1975">1975</a>, <i>schade</i>, <i>verlies</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_s16">Scaden</em>, <a href="#l_1841">1841</a>, <i>schade veroorzaken</i>, <i>benadeelen</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_s17">Scalc</em>, <a href="#l_940">940</a>, <a href="#l_1787">1787</a>, <i>loos</i>, <i>bedriegelijk</i>, <i>slecht</i>; in beide plaatsen +substantive gebruikt. Zie <i>Lsp. gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_s18">Scalcheit</em>, <a href="#l_1795">1795</a>, <i>ondeugd</i>. <i>B. van Vergi</i>, vs. 70.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_s19">Scame</em>, <a href="#l_972">972</a>, <a href="#l_1279">1279</a>, <a href="#l_2689">2689</a>, <i>schaamte</i>, <i>schande</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_s20">Scamp</em>, <a href="#l_1508">1508</a>, <i>smaad</i>, <i>schandelijke bejegening</i>. <i>Wal.</i> 1459, 1468, +2710, 9001. Hetzelfde beteekent</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_s21">Scampie</em>, <a href="#l_2043">2043</a>. Zie over beiden <i>Lorr. gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_s22">Scare</em>, <a href="#l_1869">1869</a>, <i>verzameling</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_s23">Scaven</em>, <a href="#l_2794">2794</a>, <i>in stilte wegsluipen</i>. <i>Stoke</i>, 2 B, vs. 222; <span class="smcap">MAERL.</span> 1 +Dl., bl. 285; 3 Dl., bl. 236.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_s24">Scelden</em>, <a href="#l_1821">1821</a>, <i>berispen</i>; <a href="#l_929">929</a>, <i>smaden</i>; <a href="#l_1836">1836</a>, <i>verwenschen</i>; <a href="#l_2007">2007</a>, +<i>uitschelden</i>. Zie <i>Lsp. gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_s25">Sceren</em>, <i>schertsen</i>, <i>spotten</i>, doorgaans als substantivum, gewoonlijk +in den dat. <em class="g" id="vw_s26">in</em> of <em class="g" id="vw_s27">te scerne</em>, <i>in scherts</i>, <i>tot spot</i>, <a href="#l_221">221</a>, <a href="#l_545">545</a>, <a href="#l_936">936</a>, +<a href="#l_1292">1292</a>. Verg. <i>Lsp. gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_s28">Scerp</em>, <a href="#l_735">735</a>, <a href="#l_816">816</a>, <i>scherpsnijdend</i>; <a href="#l_374">374</a>, <a href="#l_788">788</a>, <i>prikkelend</i>, <i>ruw</i>; <a href="#l_784">784</a>, +<i>nijdig</i>. Verg. <span class="smcap">MAERL.</span> 3 Dl., bl. 217, 218, 227.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_s29">Scerpe</em>, <a href="#l_2775">2775</a>, <a href="#l_2830">2830</a>, <a href="#l_2925">2925</a>, <a href="#l_2931">2931</a>, <a href="#l_2965">2965</a>, <i>reiszak</i>. Zie <span class="smcap">MEYER</span>, <i>Leven van +Jezus</i>, bl. 378, en verg. <span class="smcap">MAERL.</span> 3 Dl., bl. 333.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_s30">Sciere</em>, <a href="#l_245">245</a>, <a href="#l_441">441</a>, <a href="#l_478">478</a>, <a href="#l_844">844</a>, <a href="#l_1037">1037</a>, <a href="#l_1238">1238</a>, <a href="#l_2384">2384</a>, <a href="#l_3109">3109</a>, <i>spoedig</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_s31">Sciet</em>, praet. van <em class="g" id="vw_s32">Sceden</em> (<i>scheiden</i>), <i>vertrekken</i>, <a href="#l_1431">1431</a>, <a href="#l_1977">1977</a>, <a href="#l_1987">1987</a>. +<i>Ferg.</i> 702, 1557, 1970, 5312, 5396. Het praesens aldaar 2511. <i>Flor.</i> +3731.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_s33">Scinen</em>, <a href="#l_424">424</a>, <a href="#l_773">773</a>, <a href="#l_1256">1256</a>, <a href="#l_1269">1269</a>, <a href="#l_1818">1818</a>, <i>blijken</i>. Verg. <span class="smcap">HUYD.</span> op <i>Stoke</i>, 2 +Dl., bl. 168.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_s34">Scoien</em>, <a href="#l_2845">2845</a>, <i>schoeyen</i>. <span class="mixcap">Willems</span> noemt dit hier terecht „eene stoute +maer fraeie figuer.”</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_s35">Scole</em>, <a href="#l_378">378</a>, bedorven lezing. Misschien <i>binder sc.</i>, hoewel ik meen, dat +de fout in <i>scole</i> steekt.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_s36">Scoren</em>, <a href="#l_338">338</a>, <a href="#l_740">740</a>, trans. en intr. <i>scheuren</i>. Verg. <i>Lsp. gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_s37">Scouwen</em>, <a href="#l_939">939</a>, <a href="#l_2038">2038</a>, <a href="#l_2455">2455</a>, <i>zien</i>, <i>bezien</i>, <i>aanschouwen</i>. Verg. <i>Lsp. +gloss.</i></p> + +<p><span class="pagenum" title="166"></span><a id="p_166"></a></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_s38">Scraven</em>, <a href="#l_462">462</a>, <a href="#l_2384">2384</a>, <a href="#l_2588">2588</a>, <i>krabben</i>. <span class="mixcap">Clignett</span>, <i>Bijdr.</i>, bl. 336.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_s39">Sculdich</em>, <a href="#l_1347">1347</a>, <i>schuldig</i> (<i>strafbaar</i>); <a href="#l_1883">1883</a>, <i>schuldig</i> +(<i>verplicht</i>).</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_s40">Scuvuut</em>, <a href="#l_2569">2569</a>, <i>nachtuil</i>. <span class="mixcap">Maerl.</span> 2 Dl., bl. 323, 348.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_s41">Scuwen</em>, <a href="#l_55">55</a>, <i>schuwen</i>, <i>ontwijken</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_s42">Sede</em>, <a href="#l_243">243</a>, <a href="#l_3047">3047</a>, <i>gewoonte</i>. <i>Ferg.</i> 905, 2098. <em class="g" id="vw_s43">Te seden</em>, <a href="#l_666">666</a>, eigenl. +naar gewoonte, dus <i>niet buiten de maat, matig</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_s44">Seent</em>, <a href="#l_2718">2718</a>, <i>synode</i>. <span class="mixcap">Maerl.</span> 3 Dl., bl. 57. Zie <i>Lsp. gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_s45">Seep</em>, <a href="#l_895">895</a>, praet. van <em class="g" id="vw_s46">sipen</em>, <i>druipen</i>, dat ook <i>Ferg.</i> 731 voorkomt. Ik +meen echter thans de voorkeur te moeten geven aan de lezing van C. <em class="g" id="vw_s47">Liep</em>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_s48">Seer</em>, <a href="#l_419">419</a>, <i>droefheid</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_s49">Seer</em>, adj., <a href="#l_754">754</a>, <a href="#l_3000">3000</a>, <i>smartelijk</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_s50">Seer</em>, <em class="g" id="vw_s51">sere</em>, adv. <a href="#l_1375">1375</a>, <i>zeer</i>. De compar. is <em class="g" id="vw_s52">seerre</em>, <a href="#l_747">747</a>. Bij werkw. van +beweging bet. het <i>hard</i>, <i>snel</i>, b.v. <a href="#l_762">762</a>. Verg. <i>Ferg.</i> 1756, 2341, +2782, 3714, 3807.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_s53">Seker</em>, <a href="#l_2451">2451</a>, eigenl. <i>vast verbonden</i>, <i>getrouw</i>. Verg. <span class="smcap">HUYD.</span> op +<i>Stoke</i>, 3 Dl., bl. 416, en <span class="smcap">VAN WIJN</span> op <i>Heelu</i>, bl. 65.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_s54">Sekeren</em>, <a href="#l_609">609</a>, <i>toezeggen</i>, <i>zweeren</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_s55">Selp mij</em>, <a href="#l_1356">1356</a>, <i>zoo helpe mij!</i> Gewone samensmelting. In het 4 B. van +den <i>Lanc.</i>: <i>als hulpe mi</i>, 1291; <i>alsulp mi</i>, 1685, 3723, 4708.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_s56">Selves</em> (<em class="g" id="vw_s57">Mijns</em>, <em class="g" id="vw_s58">sijns</em>), <a href="#l_1408">1408</a>, <a href="#l_1428">1428</a>, <a href="#l_1547">1547</a>, <a href="#l_1656">1656</a>, <a href="#l_2525">2525</a>. Versterking van het +possessivum <em class="g" id="vw_s59">mijn</em>, <em class="g" id="vw_s60">dijn</em>. Zoo ook <span class="smcap">MAERL.</span> 3 Dl., bl. 112, 212.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_s61">Seriant</em>, <a href="#l_984">984</a>, <a href="#l_2424">2424</a>, <i>dienaar</i>. Zie <span class="smcap">CLIGNETT</span>, <i>Bijdr.</i>, bl. 314.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_s62">Serich</em>, <a href="#l_1274">1274</a>, <a href="#l_2462">2462</a>, <i>bedroefd</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_s63">Setten</em>, met DP. <a href="#l_1677">1677</a>, <i>opleggen</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_s64">Setten al jeghen al</em>, <a href="#l_738">738</a>, <i>het uiterste wagen</i>, <i>alle krachten +inspannen</i>; Fr. <i xml:lang="fr">mettre le tout pour le tout</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_s65">Sibbe</em>, <a href="#l_2105">2105</a>, <i>bloedverwantschap</i>. Zie <i>Teuthonista</i>, Voorr. bl. 33 en +<i>Mnlp. gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_s66">Side</em> (<em class="g" id="vw_s67">An ene</em>), <a href="#l_2589">2589</a>, <i>aan kant</i>, <i>weg</i>. Verg. <i>Wal.</i> 2 Dl., bl. 205.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_s68">Siec ende onghesont</em>, <a href="#l_933">933</a>. Zie nog andere zoodanige tautologische +uitdrukkingen aangewezen, Inleiding, <a href="#p_xxiv">bl. XXIV</a>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_s69">Sien den raet</em>, <a href="#l_2678">2678</a>, <i>schikken</i>, <i>overleggen</i>. Verg. <em class="g"><a href="#vw_r5" class="vw_ref">Raet</a></em>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_s70">Siere</em>, <a href="#l_10">10</a>, <i>zijner</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_s71">Sin</em>, <a href="#l_11">11</a>, <a href="#l_36">36</a>, <a href="#l_39">39</a>, <a href="#l_2136">2136</a>, <a href="#l_2172">2172</a>, <a href="#l_2185">2185</a>, <a href="#l_2479">2479</a>, <a href="#l_2750">2750</a>, <a href="#l_2755">2755</a>, <a href="#l_2812">2812</a>, <a href="#l_2878">2878</a>, <a href="#l_2920">2920</a>, +<a href="#l_3368">3368</a>. Een woord van ruime beteekenis, gebruikt voor „den zetel van het +<i>denken</i> zoowel als van het <i>gevoelen</i>, van het <i>weten</i>, zoowel als van +het <i>willen</i>, dus <i>hoofd</i> en <i>hart</i> beiden.” <i>Lsp. gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_s72">Sinken laten</em>, <a href="#l_1294">1294</a>, <i>laten vallen</i>, <i>laten varen</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_s73">Sint</em>, <a href="#l_78">78</a>, <a href="#l_264">264</a>, <a href="#l_356">356</a>, <a href="#l_1503">1503</a>, <i>sedert</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_s74">Sinxendach</em>, <a href="#l_41">41</a>, <i>Pinksterdag</i>.</p> + +<p><span class="pagenum" title="167"></span><a id="p_167"></a></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_s75">Sire priester, Dieu vo saut</em>, <a href="#l_937">937</a>; <i xml:lang="fr">Sire prestre, Diex vos saut; Heer +priester, dat God u behoede!</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_s76">Slach in slach</em>, <a href="#l_812">812</a>, <a href="#l_1257">1257</a>, <i>slag op slag</i>. Verg. <i>Lorr. gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_s77">Slachten</em>, <a href="#l_18">18</a>, <a href="#l_1418">1418</a>, eigenl. <i>van hetzelfde geslacht zijn</i>, <i>gelijken van +gemoed</i>. Verg. <span class="smcap">MAERL.</span> 3 Dl., bl. 110.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_s78">Slaen</em>, <a href="#l_3413">3413</a>, <i>treffen</i>, <i>nerdrukken</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_s79">Slaen in</em>, zie <em class="g"><a href="#vw_ij16" class="vw_ref">Inslaen</a></em>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_s80">Slaken</em>, <a href="#l_3383">3383</a>, terecht door <span class="smcap">GRIMM</span>, <i xml:lang="de">R. F.</i>, bl. 286, vertaald door +„<i xml:lang="la">remittere</i>, <i xml:lang="la">laxare</i>.” Wij gebruiken 't alleen nog van banden en boeyen.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_s81">Slavine</em>, <a href="#l_372">372</a>, pelgrimskleed. <span class="mixcap">Willems</span> haalt uit <span class="smcap">DU CANGE</span> het volgende +citaat aan: „<span xml:lang="la">Pedes incedens in habitu peregrini, qui vulgo dicitur +<i>slavina</i>.</span>” Het woord komt ook voor <i>Lorr.</i> I, 1017, 1257; <span class="smcap">MAERL.</span> 1 Dl., +bl. 340.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_s82">Slecht</em>, <a href="#l_454">454</a>, <i>effen</i>, <i>vlak</i>, <i>glad</i>. <i>Ferg.</i> 1185, 1571, 1574. Verg. +<span class="smcap">CLIGNETT</span>, <i>Bijdr.</i>, bl. 128.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_s83">Sleets</em>, <a href="#l_1280">1280</a>, samentr. van <em class="g" id="vw_s84">des leets</em>, zie op <em class="g"><a href="#vw_l20" class="vw_ref">Leet</a></em>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_s85">Smeken</em>, <a href="#l_485">485</a>, <a href="#l_682">682</a>, <a href="#l_1804">1804</a>, <a href="#l_2613">2613</a>, <a href="#l_3071">3071</a>, <i>goede woorden geven</i>, <i>fleemen</i>, +<i>fraai praten</i>. Verg. <span class="smcap">HUYD.</span> op <i>Stoke</i>, 2 Dl., bl. 312.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_s86">Snieme</em>, <a href="#l_3356">3356</a>, <i>spoedig</i>, <i>weldra</i>. <i>Ferg.</i> 4670, waar het hs. <i>snieme</i> +heeft, zonder <i>n</i>; <i>Flor.</i> 1203; <i>Wal.</i> 8205, 9496, 10250. Verg. <span class="smcap">HUYD.</span> +op Stoke, 3 Dl., bl. 309–310; <span class="smcap">MAERL.</span> <i>Sp. Hist.</i>, 1 Dl., aant. bl. 40.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_s87">Snoeren</em>, <a href="#l_2913">2913</a>, <i>toesnoeren</i>, <i>toerijgen</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_s88">So</em>, <a href="#l_648">648</a>, <a href="#l_725">725</a>, <i>alzoo</i>, <i>gelijk</i>; <a href="#l_682">682</a>, <i>aldus</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_s89">So</em>, <a href="#l_945">945</a>, bij eene vraag, <i>of</i>; gewoonlijk herhaald: <em class="g" id="vw_s90">so — so</em>, ook wel +<em class="g" id="vw_s91">weder — so</em>, en denkelijk ook, zoo als C. heeft, <em class="g" id="vw_s92">so weder — so</em>. Verg. +<span class="smcap">HUYD.</span> op <i>Stoke</i>, 1 Dl., bl. 24–25, 44; <i>Flor. gloss.</i> op <em class="g" id="vw_s93">so</em> en <em class="g" id="vw_s94">weder</em>; +en <i>Lsp. gloss.</i> op weder.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_s95">Sochte doen</em>, <a href="#l_621">621</a>, <i>streelen</i>. <em class="g" id="vw_s96">Sochte</em> is de vlaamsche vorm voor <em class="g" id="vw_s97">sacht</em>. +Zie b.v. <i>Flor. gloss.</i> en <span class="smcap">MAERL.</span> 3 Dl., bl. 147, 156.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_s98">Sochten</em>, part. <em class="g" id="vw_s99">ghesocht</em>, <a href="#l_3413">3413</a>, <i>bedaren</i>, <i>verzachten</i>. Verg. <span class="smcap">MAERL.</span> 3 +Dl., bl. 316. Intrans. komt het voor <i>Stoke</i>, IX, vs. 634.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_s100">Soe</em>, <a href="#l_30">30</a>, <a href="#l_225">225</a>, <a href="#l_733">733</a>, <a href="#l_2747">2747</a>, <a href="#l_2849">2849</a>, <a href="#l_3080">3080</a>, <i>zij</i>. <i>Ferg.</i> 1523, 1526, 1529, +2124. Verg. <i>Flor. gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_s101">Soendinc</em>, <a href="#l_188">188</a>, <i>plechtige verzoening</i>. Zie <span class="smcap">HUYD.</span> op <i>Stoke</i>, 2 Dl., bl. +261.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_s102">Soenen</em>, <a href="#l_3397">3397</a>, <i>verzoenen</i>, <i>vergoeden</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_s103">Soet</em>, <a href="#l_2300">2300</a>, samentr. van <em class="g" id="vw_s104">soe dat</em>, <i>zij het</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_s105">Soet</em>, <a href="#l_577">577</a>, <a href="#l_1287">1287</a>, <a href="#l_3044">3044</a>, <i>lief en aangenaam</i>, <i>lekker</i>, in verschillende +nuances; <a href="#l_2263">2263</a>, <em class="g" id="vw_s106">tsoete lant van Waes</em>, even als in de Oudfr. gedichten +<i xml:lang="fr">doulce France</i>; 2315, <i>vriendelijk</i>. Hoe ruim de beteekenis van <em class="g" id="vw_s107">soet</em> +was, zie men bij <span class="smcap">CLIGNETT</span>, <i>Bijdr.</i>, bl. 369. Zoo wordt het bij +toespraak van personen gebruikt, <span class="pagenum" title="168"></span><a id="p_168"></a>waar wij <i>lieve</i> gebruiken: <em class="g" id="vw_s108">soete +vrient</em>, <em class="g" id="vw_s109">neve</em>, <em class="g" id="vw_s110">oom</em>, enz., b. v. <a href="#l_549">549</a>, <a href="#l_581">581</a>, <a href="#l_941">941</a>, <a href="#l_1125">1125</a>, <a href="#l_1293">1293</a>, <a href="#l_1999">1999</a>; of nog +sterker: <em class="g" id="vw_s111">wel soete</em>, <a href="#l_669">669</a>, <a href="#l_1437">1437</a>. Verg. het Eng. <i xml:lang="en">sweet</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_s112">Soete werden</em>, met DP., <a href="#l_1492">1492</a>, <i>aangenaam worden</i>, <i>bevallen</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_s113">Some</em>, <em class="g" id="vw_s114">som</em>, <a href="#l_980">980</a>, <a href="#l_1018">1018</a>, <a href="#l_1898">1898</a>, <a href="#l_2199">2199</a>, <i>sommige</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_s115">Sondelijc</em>, <a href="#l_836">836</a>, <a href="#l_2780">2780</a>, <i>zondig</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_s116">Sonder</em>, adv. <a href="#l_1833">1833</a>, <a href="#l_1944">1944</a>, <i>zonder</i>; <a href="#l_50">50</a>, <a href="#l_214">214</a>, <a href="#l_799">799</a>, <a href="#l_2569">2569</a>, <a href="#l_2996">2996</a>, +<i>uitgezonderd</i>; conj. <a href="#l_2888">2888</a> het Hd. <i>sondern</i>. Verg. <i>Lsp. gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_s117">Sonderlingh</em>, <a href="#l_3053">3053</a>, <i>bijzonder</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_s118">Sone</em>, <a href="#l_1515">1515</a>, <a href="#l_2727">2727</a>, <em class="g">so en</em>, d. i. <i>aldus niet</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_s119">Sorghe</em>, <a href="#l_228">228</a>, <a href="#l_393">393</a>, <a href="#l_516">516</a>, <a href="#l_1311">1311</a>, <a href="#l_1438">1438</a>, <a href="#l_1631">1631</a>, <a href="#l_1990">1990</a>, <a href="#l_2201">2201</a>, <i>vrees</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_s120">Sorghen</em>, <a href="#l_494">494</a>, <a href="#l_670">670</a>, <a href="#l_1114">1114</a>, <a href="#l_1378">1378</a>, <i>bezorgd zijn</i>, <i>vreezen</i>. Verg. <i>Lsp. +gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_s121">Sorghe</em> en <em class="g" id="vw_s122">sorghen</em> komen in het slot der na <a href="#ln_2308">2308</a> uitgeworpen plaats voor +in den zin van <i>voorzorg</i> en <i>verzorgen</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_s123">Sout</em>, <a href="#l_2409">2409</a>, <a href="#l_2444">2444</a>, <i>soldij</i>. <i>Ferg.</i> 543, 1424. Verg. <span class="smcap">VAN WIJN</span> op +<i>Heelu</i>, bl. 46–48.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_s124">Spade</em>, <a href="#l_1480">1480</a>, <a href="#l_2079">2079</a>, <a href="#ln_2308">2308*</a>, <a href="#l_2984">2984</a>, <i>laat</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_s125">Spanen</em>, <a href="#l_2081">2081</a>, <i>spenen</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_s126">Sparen</em>, <a href="#l_2017">2017</a>, <a href="#l_2991">2991</a>, <i>sparen</i>, <i>achterwege houden of laten</i>; <a href="#l_1190">1190</a>, <a href="#l_1244">1244</a>, +<a href="#l_1332">1332</a>, <a href="#l_2022">2022</a>, <a href="#l_2390">2390</a>, <a href="#l_3310">3310</a>, waar <i>tijd</i> onder verstaan wordt, <i>dralen</i>, +<i>wachten</i>. Verg. <i>Ferg.</i> 2002, 4154.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_s127">Spel</em>, <i>spel</i>, <i>jokkernij</i>. <em class="g" id="vw_s128">Te spele tellen</em>, <a href="#l_2437">2437</a>, <i>voor eene kleinigheid +achten</i>. <em class="g" id="vw_s129">Uten spele gaen</em>, met DP., <a href="#l_1585">1585</a>, 1890, <i>ernst worden</i>, <i>ophouden +gekheid te zijn</i>, <i>slecht afloopen</i>, <i>er erg aan toe zijn</i>. Verg. <i>Lsp. +gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_s130">Spiker</em>, <a href="#l_1516">1516</a>, <a href="#l_1519">1519</a>, <a href="#l_1579">1579</a>, <i>voorraadschuur</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_s131">Spille</em>, <a href="#l_832">832</a>, <i>spil van het spintoestel</i>. Zie <i>St. Franciscus</i>, 10054.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_s132">Spot</em>, zie <em class="g"><a href="#vw_v26" class="vw_ref">Velspot</a></em>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_s133">Stade</em>, zie <em class="g"><a href="#vw_s157" class="vw_ref">Stat</a></em>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_s134">Staen</em> in verschillende spreekwijzen, als: <em class="g" id="vw_s135">Het staet so</em>, <a href="#l_630">630</a>, <a href="#l_1590">1590</a>, <i>het +is zooverre gekomen</i>; <em class="g" id="vw_s136">Mi staet</em>, <a href="#l_2191">2191</a>, <a href="#l_2684">2684</a>, <i>ik moet</i>, <i>ik mag</i>; <em class="g" id="vw_s137">Staen +<a href="#vw_v3" class="vw_ref">ghevaen</a></em>, <a href="#l_688">688</a>, <a href="#l_717">717</a>, <i>gevangen zijn</i>; <em class="g" id="vw_s138">Staen in bate</em>, <a href="#l_192">192</a>, <i>boeten</i>, +<i>vergoeden</i>; <em class="g" id="vw_s139">Staen in love</em>, <a href="#l_196">196</a>, <i>geacht worden</i>; <em class="g" id="vw_s140">Staen in <a href="#vw_t1" class="vw_ref">tale</a></em>, <a href="#l_283">283</a>, +<i>spreken</i>, waarvoor <a href="#l_909">909</a>, <em class="g" id="vw_s141">Sijn in <a href="#vw_t1" class="vw_ref">tale</a></em>.—<span id="vw_s134a">Voorts met het bijdenkbeeld van +voortduring</span>: <a href="#l_631">631</a>, <a href="#l_712">712</a>, <i>staan blijven</i>, <i>stand houden</i>. Verg. <i>Lsp. +gloss.</i> Zie verder <em class="g"><a href="#vw_s166" id="vw_s142" class="vw_ref">Stoet</a></em> en <em class="g"><a href="#vw_s168" id="vw_s143" class="vw_ref">Stont</a></em>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_s144">Staerblint</em>, <a href="#l_77">77</a>, <i>stekeblind</i>. Zie <i>Lsp. gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_s145">Staf</em>, <a href="#l_789">789</a>, <a href="#l_1573">1573</a>, <ins class="corr" id="corr64" title="Bron: 2930"><a href="#l_2931">2931</a></ins>, <i>stok</i>. <i>Wal.</i> 9235; <i>Heelu</i>, 9247; <i>Velth.</i> bl. +248, 249, 251, 254, 257, enz.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_s146">Stage</em>, <a href="#l_2737">2737</a>, <i>staanplaats</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_s147">Stac</em>, praet. van <em class="g" id="vw_s148">steken</em>, <a href="#l_1551">1551</a>, <i>stooten</i>. Zie <i>Lsp. gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_s149">Stallecht</em>, <a href="#l_303">303</a>, <i>toorts</i>, <i>waschkaars</i> (eigenl. <i>standlicht</i>). <i>Wal.</i> +4511, 4761; <i>Lanc.</i> II, 29470; III, 2677, 10384, waar het vs. 10393 +verwisseld wordt met <i>kersse</i>.</p> + +<p><span class="pagenum" title="169"></span><a id="p_169"></a></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_s150">Stan</em>, praet. van <em class="g" id="vw_s151">stenen</em>, <a href="#l_874">874</a>, <a href="#l_990">990</a>, <i>steunen</i>, <i>kermen</i>. Verg. <i>Lsp. +gloss.</i> Het ww. wordt ook zwak verbogen <i>Lanc.</i> II, 40919.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_s152">Stap</em>, <a href="#l_766">766</a>, <i>kruk</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_s153">Starc</em>, <em class="g" id="vw_s154">sterc</em>, <a href="#l_690">690</a>, <a href="#l_1028">1028</a>, <i>sterk</i>, <i>krachtig</i>; <a href="#l_333">333</a>, <i>vet?</i> zoo als nog in +het Hd.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_s155">Stat</em>, in gebogen naamv. <em class="g" id="vw_s156">stede</em>, <a href="#l_150">150</a>, <a href="#l_1614">1614</a>, <a href="#l_2248">2248</a>, <i>plaats</i>. <em class="g" id="vw_s157">Stade hebben</em>, +<a href="#l_3296">3296</a>, <i>gelegenheid hebben</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_s158">Steendoot</em>, <a href="#l_1601">1601</a>, <i>morsdood</i>. Zie <i>Lsp. gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_s159">Steken achter</em>, <a href="#l_2285">2285</a>, eigenl. <i>achteruit stooten</i>, dus <i>overwinnen</i>. +Verg. <i>Lsp. gloss.</i> op <em class="g" id="vw_s160">Steken</em>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_s161">Stieren</em>, <a href="#l_1686">1686</a>, <i>sturen</i>, <i>richten</i>. Vandaar <em class="g" id="vw_s162">stierman</em>, <i>Wal.</i> 9509. Zie +ook <em class="g" id="vw_s163">Stieren</em>, <i>Parthen. gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_s164">Stic</em>, <a href="#l_1117">1117</a>, <i>stuk</i>, <i>brok</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_s165">Stoel</em>, <a href="#l_2280">2280</a>, <i>troon</i>. Verg. <i>Lodewijks lied</i>, vs. 6: <i>stual hier in +Vrankon</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_s166">Stoet</em>, praet. van <em class="g"><a href="#vw_s134" id="vw_s167">staen</a></em>, <a href="#l_171">171</a>, <a href="#l_336">336</a>, <a href="#l_623">623</a>, <a href="#l_1213">1213</a>, <a href="#l_2038">2038</a>, <i>stond</i>. Impers. met +DP. <a href="#l_931">931</a>, <i>gesteld zijn</i>. Men vindt echter ook het praet.:</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_s168">Stont</em>, <a href="#l_1256">1256</a>, <a href="#l_1559">1559</a>, <a href="#l_2034">2034</a>. Men lette op de uitdrukking: <em class="g" id="vw_s169">hi stont ende +sweech; ende <a href="#vw_s37" class="vw_ref">scouwede</a></em> (<a href="#l_2034">2034</a>, <a href="#l_2038">2038</a>), voor <i>hij zweeg</i>, <i>hij zag</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_s170">Strec</em>, onz. <a href="#l_1202">1202</a>, <a href="#l_1207">1207</a>, <a href="#l_1281">1281</a>, <a href="#l_3387">3387</a>. Verg. <i>Rose</i> 4859, en zie <span class="smcap">HUYD.</span> op +<i>Stoke</i>, 2 Dl., bl. 228.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_s171">Stringhe</em>, <a href="#l_841">841</a>, <i>touw</i>, <i>koord</i>. <span class="mixcap">Maerl.</span> 3 Dl., bl. 253.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_s172">Stupe</em>, <a href="#l_860">860</a>, slag. Zie <span class="smcap">KIL.</span></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_s173">Stuven</em>, (<em class="g" id="vw_s174">stoof</em>, <em class="g" id="vw_s175">ghestoven</em>) <a href="#l_352">352</a>, <a href="#l_1717">1717</a>, <i>uit een stuiven</i>. Zie op <em class="g"><a href="#vw_p13" class="vw_ref">Pelse</a></em> en +<em class="g"><a href="#vw_p27" class="vw_ref">Plume</a></em>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_s176">Sulc</em> (beter <em class="g" id="vw_s177">selc</em>?), <a href="#l_176">176</a>, <a href="#l_722">722</a>, <a href="#l_1107">1107</a>, <i>zoodanig een</i>, <i>deze — gene</i>, het +Fr. <i xml:lang="fr">tel</i>. Gewoonlijk wordt het door <i>sommige</i> vertaald, zie <span class="smcap">CLIGNETT</span>, +<i>Bijdr.</i>, bl. 68–69, en <i>Lsp. gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_s178">Sullen</em>, praet. <em class="g" id="vw_s179">soude</em>, <a href="#l_706">706</a>, <i>moeten</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_s180">Suver op</em>, <a href="#l_2098">2098</a>, <i>geheel en al</i>, <i>zoodat er niets overblijft</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_s181">Swaer sijn</em>, <a href="#l_2030">2030</a>, <i>smerten</i>. Verg. <span class="smcap">KIL.</span> op <em class="g" id="vw_s182">swaren</em>; zoo ook in de uitdr. +<em class="g" id="vw_s183">mi es die herte swaer</em>, <a href="#l_2205">2205</a>, <i>ik heb harteleed</i>, <i>verdriet</i>. Zoo de +spreekwijs <em class="g" id="vw_s184">mi es sware <a href="#vw_m59" class="vw_ref">te moede</a></em>, <a href="#l_310">310</a>, <a href="#l_2904">2904</a>, <i>ik heb verdriet</i>; evenzoo +<em class="g" id="vw_s185">swaer doen</em>, <ins class="corr" id="corr65" title="Bron: 1040"><a href="#l_1041">1041</a></ins>, <i>verdrieten</i>. <em class="g" id="vw_s186"><a href="#vw_p15" class="vw_ref">Pijnlic</a> ende swaer</em>, <a href="#l_1878">1878</a>, is in n +woord <i>moeyelijk</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_s187">Swaerde</em>, <a href="#l_1507">1507</a>, <i>zwoerd</i>, <i>de huid van een varken</i>. Zie <span class="smcap">KIL.</span> De +verachtelijke uitdrukking door R. gebezigd, is geheel in overeenstemming +met het feit dat hij herinnert; hij had immers den wolf de haren laten +wegschroeyen door middel van kokend water, even als met de varkens +geschiedt. Verg. omtrent de geheele uitdr. <span class="smcap">MAERL.</span> 3 Dl., bl. 212.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_s188">Sweren</em>, <a href="#l_1610">1610</a>, <a href="#l_2274">2274</a>, <i>zweeren</i>; <a href="#l_1809">1809</a>, <i>bezweeren</i>. <em class="g" id="vw_s189">Sweren ende vloeken</em>, +<a href="#l_1554">1554</a>, <i>vloeken</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_s190">Swinghen</em>, <a href="#l_795">795</a>, <i>slingeren</i>. Verg. <i>Mnlp. gloss.</i> en <i>Lanc.</i> II, 13397.</p> + +<p><span class="pagenum" title="170"></span><a id="p_170"></a></p> + +<h3 class="h3vw" id="VW_T">T.</h3> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_t1">Tale</em>, <a href="#l_108">108</a>, <a href="#l_179">179</a>, <a href="#l_183">183</a>, <a href="#l_246">246</a>, <a href="#l_283">283</a>, <a href="#l_426">426</a>, <a href="#l_538">538</a>, <a href="#l_641">641</a>, <a href="#l_707">707</a>, <a href="#l_909">909</a>, <a href="#l_957">957</a>, <a href="#l_1009">1009</a>, <a href="#l_1289">1289</a>, +<a href="#l_1875">1875</a>, <a href="#l_2781">2781</a>, <i>spraak</i>, <i>gezegde</i>, <i>verhaal</i>. Verg. <i>Ferg.</i> 607, 1276, +2132; <i>Flor.</i> 20, enz.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_t2">Tam</em>, <a href="#l_271">271</a>, <i>het vleesch van huisdieren</i>, in tegenoverstelling van wild. +Zoo <i>Lanc.</i> II, 44214. <i>Wal.</i> 8784, heeft <i>them</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_t3">Tameer</em>, <a href="#l_1111">1111</a>, <i>heden</i>. Zoo <i>Ferg.</i> 744, 751 (waar de uitgave beide malen +<em class="g" id="vw_t4">te meer</em> leest); <i>Wal.</i> 1984, 8783, 8785, 10175. Verg. mijn artikel over +<em class="g" id="vw_t5">Saermeer</em>, in den <i>Letterbode</i> van 1845, no. 35.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_t6">Taverne</em>, <ins class="corr" id="corr66" title="Bron: 2191"><a href="#l_1291">1291</a></ins>, <i>herberg</i>. Verg. <span class="smcap">CLIGNETT</span>, <i>Bijdr.</i>, bl. 20; en zie de +beschrijving bij <span class="smcap">MAERLANT</span>, <i>Sp. Hist.</i>, 3 Dl., bl. 117.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_t7">Te</em>, bij participia met de kracht van ons <em class="g" id="vw_t8">ge</em> of <em class="g" id="vw_t9">ver</em>. <em class="g" id="vw_t10">Teblouwen</em>, <a href="#l_1584">1584</a>, +<a href="#l_1827">1827</a>, <i>geslagen</i>; <em class="g" id="vw_t11">tebroken</em>, <a href="#l_166">166</a>, <i>ge- of verbroken</i>; <em class="g" id="vw_t12">testoort</em>, <a href="#l_2324">2324</a>, +<i>verstoord</i>, <i>vernietigd</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_t13">Te hant</em>, <a href="#l_959">959</a>, <a href="#l_983">983</a>, <a href="#l_2300">2300</a>, <i>terstond</i>. Zie <span class="smcap">KIL.</span></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_t14">Teerst</em>, <a href="#l_2058">2058</a>, <a href="#l_2380">2380</a>, <i>terstond</i>, <i>zoodra</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_t15">Teken</em>, <a href="#l_163">163</a>, <i>litteeken</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_t16">Telen</em> of <em class="g" id="vw_t17">Ghetelen</em>. Het Gothisch kent reeds een ww. <i>gatilon</i>, dat +<i>verkrijgen</i> <span title="tynchhanein" xml:lang="el">τυγχἁνειν</span> beteekent, en het AS. heeft het zw. +ww. <i>tilian</i>, dat <span class="smcap">BOSWORTH</span> in de eerste beteekenis verklaart als: <i xml:lang="en">to +prepare</i>, <i xml:lang="en">procure</i>, <i xml:lang="en">obtain</i>, <i xml:lang="en">supply</i>, <i xml:lang="en">seek</i>. Het grondwoord is in +het Goth. <i>tils</i>, dat <span class="smcap">DIEFENBACH</span> (<i xml:lang="de">Vergleich. Wrterb.</i>, II, 666) +verklaart: „<i>passend</i>, <i>geschickt</i>,” zoo als <span class="smcap">BOSWORTH</span> het AS. <i>til</i> +vertaalt: „<i xml:lang="en">good,.... leading to an end;</i>” wier verwantschap met het HD. +<i>ziel</i> in het oog valt. <span class="smcap">GRAFF</span>, V, 556 heeft <i>ziln</i>, <i>ziln</i>, <i>gaziln</i>, +in de beteekenis van: <i xml:lang="la">niti</i>, <i xml:lang="la">studere</i>, <i xml:lang="la">curare</i>, <i xml:lang="la">parare</i>, +<i xml:lang="la">procurare</i>, <i xml:lang="la">quaerere</i>, <i xml:lang="la">petere</i>. Ook in het Mnl. beteekent <em class="g" id="vw_t18">ghetelen</em> +vooreerst: <i>bedoelen</i>, <i>zoeken</i>; dan: <i>bereiken</i>, <i>verwerven</i>, <i>vinden</i>. +Zoo hier <a href="#l_2333">2333</a>: <em class="g" id="vw_t19">des raets ghetelen</em>, d.i. <i>het zoo overleggen</i> +(verg. <em class="g"><a href="#vw_r7" class="vw_ref">Raet vinden</a></em>). Zoo <i>Wal.</i> 6533:</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzavw"> + <span class="i0">Weten alle den raet ghesien<br /></span> + <span class="i0">Ende <i>ghetelen</i> dat wi ontvlien.<br /></span> +</div> +</div> + +<p class="pvwnoi">Met <i>raet</i>, hoewel in den acc., staat het ook verbonden, <i>Mnlp.</i> II, +3572:</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzavw"> + <span class="i0">(Si) <i>teelden</i> enen corten raet.<br /></span> +</div> +</div> + +<p class="pvwnoi">Ziehier nog eenige voorbeelden, waaruit deze beteekenis van <em class="g">ghetelen</em> +duidelijk in het oog springt. <i>Franciscus</i>, 767:</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzavw"> + <span class="i0">Dus es hi metter cruce bewaert,<br /></span> + <span class="i0">Datti zine siele ter langer vaert<br /></span> + <span class="i0">Sonde der crucen bevelen,<br /></span> + <span class="i0">Ende hi daerbi soude getelen<br /></span> + <span class="i0">Datti uter werelt scame<br /></span> + <span class="i0">Seker sceide, ende zonder blame.<br /></span> +</div> +</div> + +<p><span class="pagenum" title="171"></span><a id="p_171"></a></p> + +<p class="pvwnoi"><i>Lanc.</i> II, 16485:</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzavw"> + <span class="i0">Ic soude gerne des <i>getelen</i>,<br /></span> + <span class="i0">Dat ic ten tornoye mochte wesen,<br /></span> +</div> +</div> + +<p class="pvwnoi"><i>Lanc.</i> III, 8375 (van Adam en Eva):</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzavw"> + <span class="i0">Ene stemme henlieden (sprac) toe,<br /></span> + <span class="i0">Dat si vergaderen souden doe<br /></span> + <span class="i0">Beidegadere alse wijf ende man:<br /></span> + <span class="i0">Ende hen quam so grote scamenesse an,<br /></span> + <span class="i0">Sine wisten hoe dat <i>getelen</i>,<br /></span> + <span class="i0">Datsi alsoe daer souden spelen,<br /></span> + <span class="i0">Daer elc anderen soude sien an.<br /></span> +</div> +</div> + +<p class="pvwnoi">De overgang tot de beteekenis van <i>voortbrengen</i> is niet moeyelijk, zoo +gebruiken wij het ww. nog, en reeds <i>Mnlp.</i> II, 352, heet het:</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzavw"> + <span class="i0">Als dat die juffrou heeft vernomen,<br /></span> + <span class="i0">Die yammerscrey, die sy daer <i>teelde</i>,<br /></span> + <span class="i0">Ende dien rouw, dien sy daer dreef.<br /></span> +</div> +</div> + +<p class="pvwnoi"><span class="mixcap">Kiliaen</span> kent het ww. <em class="g">telen</em>, niet alleen in de laatste beteekenis, maar +ook in die van <i xml:lang="la">colere agrum</i>, <i xml:lang="la">exercere tellurem</i>. De toepassing op den +akker schijnt willekeurig, want in den zin van <i>verzorgen</i> komt <em class="g">telen</em> in +den <i>Reinaert</i> voor, en wel met den genit., even als in de voorbeelden +bij <span class="smcap">GRAFF</span>, b.v. 381, 1692, <em class="g">miere siele telen</em>, hetgeen geheel +overeenkomt met <a href="#l_428">428</a>; <em class="g">God moet haerre siele pleghen</em>.—Nog in eene andere +beteekenis vindt men het woord bij <i>Velthem</i>, bl. 125:</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzavw"> + <span class="i0">Daer ombe onse gepense groet<br /></span> + <span class="i0">En bescieten ons niet jeghen die doot.<br /></span> + <span class="i0">Wi pensen vore, dit selewi doen,<br /></span> + <span class="i0">Ende geven ons daertoe ocsoen,<br /></span> + <span class="i0">Dat wi dat volbringen selen;<br /></span> + <span class="i0">Dan comt daventure, die niet <i>getelen</i><br /></span> + <span class="i0">En wilt dat die dinc gescie.<br /></span> +</div> +</div> + +<p class="pvwnoi">Hier schijnt het <i>gehengen</i> te beteekenen, tenzij men meene, dat <em class="g">wilt</em> in +<em class="g">laet</em> moet worden veranderd.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_t20">Tellen</em>, <a href="#l_2784">2784</a>, <i>zeggen</i>, <i>vertellen</i>. Verg. <i>Lsp. gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_t21">Temmermans</em>, <a href="#l_654">654</a>, <i>timmerlieden</i>. Hetzelfde plur. leest men ook <i>Lanc.</i> +III, 8623.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_t22">Terden</em>, praet. <em class="g" id="vw_t23">tart</em>, <a href="#l_540">540</a>, <a href="#l_2855">2855</a>, <i>treden</i>, in de laatste pl. <i>betreden</i>, +welke active beteek. de werkw. die <i>gaan</i> enz. beteekenen alle aannemen.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_t24">Tere</em>, <a href="#l_2245">2245</a>, samentr. voor <em class="g" id="vw_t25">te ere</em>, <em class="g" id="vw_t26">te eenre</em>, <em class="g" id="vw_t27">te ener</em>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_t28">Tes</em>, <a href="#l_1065">1065</a>, <a href="#l_1751">1751</a>, conj. <em class="g" id="vw_t29">te des</em>, <i>totdat</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_t30">Tes papen</em>, <a href="#l_1833">1833</a>, <em class="g" id="vw_t31">te des p.</em> (<em class="g" id="vw_t32">huse</em>), <i>in des priesters huis</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_t33">Tien</em> (<em class="g" id="vw_t34">teech</em>, <em class="g" id="vw_t35">gheteghen</em>) <em class="g"><a href="#vw_a34" class="vw_ref">an</a></em>, <a href="#l_2066">2066</a>, <a href="#l_2243">2243</a>, <i>aantijgen</i>, <i>te laste leggen</i>. +Zie <i>Lsp. gloss.</i>; <i>Wal.</i> 5583, 5813.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_t36">Toe</em>, <a href="#l_2383">2383</a>, (<i>ergens</i>) <i>heen</i>; <em class="g" id="vw_t37">daer toe gheraken</em>, <i>er heen komen</i>.</p> + +<p><span class="pagenum" title="172"></span><a id="p_172"></a></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_t38">Toe</em>, <a href="#l_2525">2525</a>, <i>daarenboven</i>. <span class="mixcap">Kausler</span>, I, 1119.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_t39">Toebringhen</em>, <a href="#l_1534">1534</a>, <i>tot stand brengen</i>, <i>verrichten</i>, <i>veroorzaken</i>. Zie +<i>Lsp. gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_t40">Toegaen</em>, <a href="#l_675">675</a>, <i>ergens op los gaan</i>. Verg. <em class="g"><a href="#vw_n47" class="vw_ref">Nu toe</a></em>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_t41">Toghel</em>, <a href="#l_1166">1166</a>, <i>teugel</i>. <i>Ferg.</i> 333, 2473. De uitdrukking hier gebruikt +is eene epische formule, in de Oudfransche gedichten dikwerf +voorkomende: <i xml:lang="fr">Onques n'i ot resne tenu.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_t42">Toghen</em>, <a href="#l_372">372</a>, <a href="#l_1092">1092</a>, <a href="#l_2119">2119</a>, <a href="#l_2622">2622</a>, <i>toonen</i>. Vs. <a href="#l_2662">2662</a> moet wellicht <em class="g" id="vw_t43">tughen</em> +gelezen worden, dat men b.v. in den <i>Mnlp.</i> leest voor <i>getuigen</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_t44">Top</em>, <a href="#l_948">948</a>, eigenl. het bovenste gedeelte van iets, <span class="smcap">KIL.</span> <i xml:lang="la">fastigium</i>, +<i xml:lang="la">cacumen</i>, hier <i>de kruin</i>. Verg. <i>Lsp. gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_t45">Toren</em>, <a href="#l_913">913</a>, <a href="#l_915">915</a>, <a href="#l_1295">1295</a>, <a href="#l_1796">1796</a>, <a href="#l_2910">2910</a>, <i>verdriet</i>, <i>leed</i>. Verg. <span class="smcap">CLIGNETT</span>, +<i>Bijdr.</i>, bl. 16.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_t46">Torment</em>, <a href="#l_2192">2192</a>, <i>pijniging</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_t47">Treke</em>, <a href="#l_1814">1814</a>, <a href="#l_2224">2224</a>, <a href="#l_3262">3262</a>, <i>booze streek</i>, <i>bedriegelijke handelwijs</i>. +Verg. <span class="smcap">CLIGNETT</span>, <i>Bijdr.</i>, bl. 309, en <i>Flor. gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_t48">Trekere</em>, <a href="#l_129">129</a>, <i>bedrieger</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_t49">Trecken</em>, <a href="#l_1664">1664</a>, <em class="g">In weet werwaert ghi dit trect</em>, <i>ik weet niet waar gij +daarme heen wilt</i>. Zie verschillende spreekwijzen waarin <em class="g">trecken</em> +gebruikt wordt, <i>Lsp. gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_t50">Troosten</em>, <a href="#l_3178">3178</a>, <i>vertrouwen inboezemen</i>. Zie <i>Lorr. gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_t51">Trouwe</em>. <em class="g" id="vw_t52">Bi uwer trouwe</em>, <a href="#l_590">590</a>, <i>bij het vertrouwen dat gij in mij stellen +moogt</i>; <a href="#l_1724">1724</a>, <a href="#l_2155">2155</a>, <em class="g" id="vw_t53">Bi (in) rechter trouwe</em>, <i>in waarheid</i>; ongeveer +hetzelfde als <em class="g"><a href="#vw_e16" id="vw_t54" class="vw_ref">entrouwen</a></em>, <a href="#l_252">252</a>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_t55">Tuun</em>, <a href="#l_646">646</a>, <a href="#l_2027">2027</a>, <i>heg</i>. Verg. <i>Heelu</i>, 2078.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_t56">Tuun</em>, <a href="#l_1910">1910</a>, <i>zangwijs</i> (Eng. <i>tune</i>). Hier spreekwoordelijk gebruikt, +even als <i>Reinhart</i> 1979: Reinhart kunde manegen dn.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_t57">Tuwaert</em>, <a href="#l_2670">2670</a>, <i>tot u</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_t58">Tweer</em>, <a href="#l_313">313</a>, gen. van <em class="g">twee</em>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_t59">Twi</em>, <a href="#l_1198">1198</a>, <a href="#l_1908">1908</a>, <a href="#l_1917">1917</a>, <a href="#ln_2308">2308*</a>, <a href="#l_2889">2889</a>, <a href="#l_3191">3191</a>, <i>waarom</i>. Zie <i>Lsp. gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_t60">Twifelen</em>, impers. met DP. en GZ., <a href="#l_1838">1838</a>. Verg. <i>Doct. gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_t61">Twint niet</em>, <a href="#l_2017">2017</a>, <i>in 't geheel niet</i>. Zie <span class="smcap">DE JAGER</span>, <i>Verscheid.</i>, bl. +251–259.</p> + +<h3 class="h3vw" id="VW_U">U.</h3> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_u1">Up</em>, <i>op</i>, als plaats- en tijdsbepaling: <a href="#l_1621">1621</a>, <a href="#l_1640">1640</a>; <em class="g" id="vw_u2">up ene <a href="#vw_w70" class="vw_ref">wile</a></em>, <a href="#l_1823">1823</a>, +<i>op het oogenblik</i>; <em class="g" id="vw_u3">up Isengrijn</em>, <a href="#l_1559">1559</a>, <i>tot bij Is.</i>—2<sup>o</sup>. Als +betrekking tusschen personen of zaken: <em class="g" id="vw_u4">hem <a href="#vw_g86" class="vw_ref">ghereden</a> up een <a href="#vw_ck24" class="vw_ref">claghen</a></em>, +<a href="#l_1762">1762</a>, <i>zich gereed maken tot klagen</i>; <em class="g" id="vw_u5">wreken up haer leven</em>, <a href="#l_1797">1797</a>; <em class="g" id="vw_u6">up +ghenade</em>, <a href="#l_1694">1694</a>, <i>in hope van genade</i>. Zie <i>Lsp. gloss.</i> in <em class="g" id="vw_u7">Op</em>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_u8">Up dat</em>, <a href="#l_1424">1424</a>, <i>indien maar</i>. Zie <i>Lsp. gloss.</i> in <em class="g" id="vw_u9">Op dat</em>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_u10">Upgaen</em>, <a href="#l_61">61</a>, <i>beginnen</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_u11">Upgheven</em>, <a href="#l_2543">2543</a>, <i>overleveren</i>, <i>opgeven</i>.</p> + +<p><span class="pagenum" title="173"></span><a id="p_173"></a></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_u12">Upheffen</em>, <a href="#l_1568">1568</a>, <i>opheffen</i>; <a href="#l_156">156</a>, <a href="#l_274">274</a>, <a href="#l_1263">1263</a>, <i>verheffen</i>, <i>beginnen</i>. +Verg. <i>Wal.</i> 2 Dl., bl. 189, en zie <i>Rose</i> 38; <i>Lanc.</i> III, 6452, 6603. +Het <em class="g" id="vw_u13">uphief</em> vs. <a href="#l_2176">2176</a>, komt mij te verdacht voor om eene verklaring er van +te beproeven.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_u14">Uplesen</em>, <a href="#l_211">211</a>, eigenl. <i>opzoeken</i>, vandaar <i>wegnemen</i>. Zie <i>Flor.</i> 2259.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_u15">Up werden</em>, <a href="#l_1647">1647</a>, <i>haastig opschieten</i>. <i>Ferg.</i> 247, 253, 1536, 2259. Zoo +<em class="g" id="vw_u16">worden jeghen</em>. <span class="mixcap">Maerl.</span> 3 Dl., bl. 222.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_u17">Uutleken</em> (<em class="g" id="vw_u18">uutlac</em>), <a href="#l_808">808</a>, <i>uitlekken</i>, <i>uitvloeyen</i>. Zie op <em class="g"><a href="#vw_l5" class="vw_ref">Lac</a></em>.</p> + +<h3 class="h3vw" id="VW_V">V.</h3> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_v1">Va</em>, imperat. van <em class="g"><a href="#vw_v3" class="vw_ref">vaen</a></em>, <a href="#l_1555">1555</a>; waarvoor <a href="#l_1544">1544</a> <em class="g" id="vw_v2">vanc</em>, over welke laatste vorm +zie <span class="smcap">DE JAGER</span>, <i>Taalk. Mag.</i>, IV, 691.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_v3">Vaen</em> (<em class="g" id="vw_v4">vinc</em>, <em class="g" id="vw_v5">ghevaen</em>), <a href="#l_688">688</a>, <a href="#l_711">711</a>, <a href="#l_878">878</a>, <a href="#l_922">922</a>, <a href="#l_1234">1234</a>, <a href="#l_1469">1469</a>, <a href="#l_1579">1579</a>, <a href="#l_1872">1872</a>, +<i>vangen</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_v6">Vaer</em>, <em class="g" id="vw_v7">vare</em>, <a href="#l_1627">1627</a>, <a href="#l_2305">2305</a>, <a href="#ln_2308">2308*</a>, <a href="#l_2631">2631</a>, <a href="#l_2957">2957</a>, <i>vrees</i>. Zie <span class="smcap">CLIGNETT</span>, +<i>Bijdr.</i>, bl. 166.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_v8">Vaert</em>, <a href="#l_153">153</a>, <a href="#l_869">869</a>, <a href="#l_970">970</a>, <a href="#l_1040">1040</a>, <a href="#l_1043">1043</a>, <a href="#l_1105">1105</a>, <a href="#l_2161">2161</a>, <a href="#l_2604">2604</a>, <a href="#l_2626">2626</a>, <i>gang</i>, +<i>beweging</i>, <i>reis</i>; <a href="#l_1698">1698</a>, <i>weg</i>; <em class="g" id="vw_v9">uptie vaert</em>, <a href="#l_497">497</a>, <a href="#l_3301">3301</a>, <i>op weg</i>. Verg. +<i>Lsp. gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_v10">Vandet mi <a href="#vw_g84" class="vw_ref">gheraden</a></em>, <a href="#l_1453">1453</a>, <i>raad mij</i>, <i>geef mij raad</i>. Zoo wordt de +imperat. van <em class="g" id="vw_v11">vanden</em> dikwerf bij een infinitivus gevoegd om den optativus +of imperativus aan te duiden. B. v. <i>Wal.</i> 1527, 1530, 2185, 2758, 4024, +4243, 4246, 4691, 4838, 4900. 5574. Verg. <span class="smcap">HUYD.</span> op <i>Stoke</i>, 2 Dl., bl. +557–558, en <i>Lsp. gloss.</i> Het ww. <em class="g">vanden</em> is afgeleid van <em class="g">vinden</em>, en komt +gewoonlijk voor in den zin van <em class="g">gaen vinden</em>, d. i. <em class="g">bezoeken</em>, zie +<span class="smcap">CLIGNETT</span>, <i>Bijdr.</i>, bl. 137–140. Zoo wordt het reeds gebruikt in het +Oud-Saksisch, zie <span class="smcap">KNES</span> <i>Heliand</i>, bl. 430. <span class="mixcap">Ziemann</span> wijst op een Mhd. +<em class="g">vanten</em>, Oud-Hd. <em class="g">fanton</em>, in de beteek. van <i xml:lang="la">tentare</i>, gelijk ook <span class="smcap">BOSWORTH</span> +het AS. <em class="g">fandian</em> verklaart: <i xml:lang="en">to try</i>, <i xml:lang="en">tempt</i>. Dit is de eigenlijke +kracht van ons <em class="g">vant</em>, <em class="g">vandet</em>. De conjunct, <em class="g">hi vande</em> komt voor <i>Wal.</i> 5613 +en 5617, in welk gedicht ook de infinit. wordt aangetroffen, 5019:</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanzavw"> + <span class="i5">Ic sal over al<br /></span> + <span class="i0"><i>Vanden</i> proeven mijn gheval.<br /></span> +</div> +</div> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_v12">Vane</em>, <a href="#l_729">729</a>, <a href="#l_763">763</a>, <a href="#l_813">813</a>, <i>vaan</i>, <i>vaandel</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_v13">Varen</em> (<em class="g" id="vw_v14">voer</em>, <em class="g" id="vw_v15">ghevaren</em>), <a href="#l_285">285</a>, <a href="#l_1609">1609</a>, <a href="#l_1639">1639</a>, <a href="#l_2018">2018</a>, <ins class="corr" id="corr67" title="Bron: 2021"><a href="#l_2022">2022</a></ins>, <a href="#l_2254">2254</a>, <a href="#l_3174">3174</a>, <i>gaan</i>. +<em class="g" id="vw_v16">Hets mi wel ghevaren</em>, <a href="#l_903">903</a>, <i>het is mij goed gegaan</i>, <i>ik heb geluk</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_v17">Vast</em>, adj. en adv., <a href="#l_145">145</a>, <a href="#l_695">695</a>, <a href="#l_1203">1203</a>, <a href="#l_1887">1887</a>, <a href="#l_1940">1940</a>, <a href="#l_2657">2657</a>, <a href="#l_2839">2839</a>, <a href="#l_2860">2860</a>, <a href="#l_3441">3441</a>, +<i>stevig</i>; <a href="#l_341">341</a>, <i>gedurig</i>, <i>zonder van plaats te veranderen</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_v18">Vaste</em>, adv., <a href="#l_704">704</a>, <i>spoedig</i>. Verg. <i>Wal.</i> 9495, 9751.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_v19">Vastelike</em>, adv., <a href="#l_814">814</a>, <i>snel</i>, en dus <i>met kracht</i>.</p> + +<p><span class="pagenum" title="174"></span><a id="p_174"></a></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_v20">Vederslach</em>, <a href="#l_1867">1867</a>, <i>het slaan met de vederen</i>. Van menschen heet het +<em class="g" id="vw_v21">hantgheslach</em>. Zie b.v. <span class="smcap">MAERL.</span> 1 Dl., bl. 300; <i>Wal.</i> 9835, 10822.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_v22">Veel</em>, met GZ., <a href="#l_1942">1942</a>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_v23">Vele</em>, bij adv. in de bet. van ons <i>zeer</i> (<i xml:lang="la">admodum</i>), <em class="g" id="vw_v24">vele sere</em>, <a href="#l_762">762</a>; +<em class="g" id="vw_v25">vele <a href="#vw_s3" class="vw_ref">saen</a></em>, <a href="#l_3158">3158</a>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_v26">Velspot</em>, <a href="#l_2829">2829</a>, <i>stuk van het vel</i>. Verg. het Eng. <i xml:lang="en">spot of ground</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_v27">Verbelghen</em> (<em class="g">Hem</em>), (<em class="g" id="vw_v28">verbalch</em>, <em class="g" id="vw_v29">verbolghen</em>), <a href="#l_2617">2617</a>, <i>zich belgen</i>, +<i>opstuiven</i>. <i>Francisc.</i> 5455.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_v30">Verbolghenlike</em>, <a href="#l_179">179</a>, verbolgen, driftig.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_v31">Verbiten</em>, <a href="#l_463">463</a>, <a href="#l_2091">2091</a>, <a href="#l_2098">2098</a>, <a href="#ln_2308">2308*</a>, +<a href="#l_3108">3108</a>, <a href="#l_3431">3431</a>, <i>dood bijten</i>. Zie <i>Lsp. gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_v32">Verboort</em>, <a href="#l_786">786</a>, <i>verbeurd</i>, <i>verboden</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_v33">Verderven</em>, <a href="#l_667">667</a>, <i>bederven</i>, <i>in 't verderf brengen</i>, hier <i>ziek maken</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_v34">Verdooft</em>, <a href="#l_818">818</a>, <i>bedwelmd</i>, <i>verbijsterd</i>. Verg. <i>Lsp. gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_v35">Verdoren</em>, <a href="#l_677">677</a>, <a href="#l_1636">1636</a>, <a href="#l_2055">2055</a>, <a href="#l_2170">2170</a>, <a href="#l_3055">3055</a>, <i>begekken</i>. <a href="#l_1741">1741</a> is de lezing +<em class="g" id="vw_v36">verdoort</em>, door <span class="smcap">GR.</span> in den tekst gebracht, stellig af te keuren. Moet men +daar ook lezen <em class="g" id="vw_v37">becoort</em>? van <em class="g">becoren</em>, <i>in verzoeking brengen</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_v38">Vergaen</em>, impers. met DP., <i>geschieden</i>, in de spreekw. <em class="g" id="vw_v39">wel</em>, <em class="g" id="vw_v40">te scande</em>, +<em class="g" id="vw_v41">tonnere vergaen</em>, <a href="#l_1039">1039</a>, <a href="#l_1267">1267</a>, <a href="#l_1494">1494</a>, <a href="#l_3280">3280</a>. Verg. <i>Flor.</i> 168, 835.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_v42">Vergaen</em>, <a href="#l_323">323</a>, <i>te niet gaan</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_v43">Vergheten</em>, met GZ., <a href="#l_2650">2650</a>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_v44">Vergheven</em>, <a href="#l_616">616</a>, <a href="#l_1224">1224</a>, <a href="#l_2661">2661</a>, vooral in den wensch: <em class="g" id="vw_v45">vergave God!</em> <i>geven</i>. +Verg. <i>Lsp. gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_v46">Vergheven</em>, <a href="#l_378">378</a>, <i>afstand van iets doen</i>. Verg. <em class="g"><a href="#vw_b23" class="vw_ref">Begheven</a></em>, en zie <span class="smcap">ZIEMANN</span> +op <em class="g">Vergeben</em>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_v47">Vergheven</em>, met DP. en AZ., <a href="#l_2523">2523</a>, <i>vergiffenis schenken</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_v48">Verhanghen</em>, <a href="#l_3081">3081</a>, <i>door ophanging ter dood brengen</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_v49">Verheven</em>, <a href="#l_1557">1557</a>, praet. van <em class="g" id="vw_v50">verheffen</em>, <i>opheffen</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_v51">Verhoeren</em>, <a href="#l_73">73</a>, <i>tot hoer maken</i>. <i>Theoph.</i> 1432.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_v52">Verhoghen</em>, <a href="#l_3122">3122</a>, <i>verheugd maken</i>. Zie <i>Lsp. gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_v53">Verhelen</em> (<em class="g" id="vw_v54">verhal</em>, <em class="g" id="vw_v55">verholen</em>), <a href="#l_255">255</a>, <i>verzwijgen</i>, <i>geheim houden</i>. +Vandaar:</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_v56">Verholen</em>, <a href="#l_2151">2151</a>, <a href="#l_2248">2248</a>, <a href="#l_2291">2291</a>, <i>heimelijk</i>, <i>geheim</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_v57">Verholenlike</em>, adj. en adv., <a href="#l_891">891</a>, <a href="#l_1520">1520</a>, <a href="#l_2401">2401</a>, <a href="#l_2406">2406</a>, <a href="#l_3269">3269</a>, <i>heimelijk</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_v58">Verhoren</em>, <a href="#l_534">534</a>, <a href="#l_2145">2145</a>, <i>hooren</i>, <i>vernemen</i>. Zie <i>Lsp. gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_v59">Verlanesse</em>, <a href="#l_2062">2062</a>, samentr. van <em class="g" id="vw_v60">verlatenesse</em>, <i>vergiffenis</i>. Verg. <i>Lsp. +gloss.</i> Het ww. <em class="g" id="vw_v61">verlaten</em> in den zin van <i>kwijtschelden</i>, <span class="smcap">MAERL.</span> 3 Dl., +bl. 8.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_v62">Verloos</em>, <a href="#l_254">254</a>, praet. van <em class="g" id="vw_v63">verliesen</em>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_v64">Verloren</em>, <a href="#l_696">696</a>, <i>verloren</i>, in den zin van <i>te vergeefs</i>.</p> + +<p><span class="pagenum" title="175"></span><a id="p_175"></a></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_v65">Verloven</em>, <a href="#l_1448">1448</a>, eigenl. het tegenovergestelde van <em class="g" id="vw_v66">beloven</em>, dus <i>belooven +niet te doen</i>, en zoo komt het ook voor <i>Lorr.</i> II, 2988; verg. ook +<span class="smcap">ZIEMANN</span> op <em class="g" xml:lang="de">Verloben</em>. Vandaar <i>met eede belooven iets niet te doen</i>, +<i>afzweeren</i>. Zoo is het hier gebezigd, en zoo komt het ook voor <i>Limb.</i> V, 152.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_v67">Vermalendien</em>, <a href="#l_490">490</a>, part. <em class="g" id="vw_v68">vermalendijt</em>, <a href="#l_916">916</a>, <i>vervloeken</i>, <i>verdoemen</i>. +Verg. <span class="smcap">MAERL.</span> 3 Dl., bl. 175, 229; <i>Ferg.</i> 3164; en zie <i>Lsp. gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_v69">Vermanen</em>, <a href="#l_1979">1979</a>, <i>verzoeken</i>, <i>aanmanen</i>. Verg. <i>Lorr. gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_v70">Vermerren</em>, <a href="#l_1377">1377</a>, <i>met marren, toeven, laten voorbijgaan</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_v71">Vermoghen</em>, <a href="#l_2100">2100</a>, <i>aan kunnen</i>, <i>sterker zijn dan iemand</i>. <i>Troj. Orl.</i> +(<i>Ovl. Ged.</i>, 1 Dl., bl. 18), vs. 1524; <i>Lorr.</i> II, 4263.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_v72">Vernemen</em> (<em class="g" id="vw_v73">vernam</em>, <em class="g" id="vw_v74">vernomen</em>), <a href="#l_520">520</a>, <a href="#l_711">711</a>, <a href="#l_911">911</a>, <a href="#l_978">978</a>, <a href="#l_1046">1046</a>, <a href="#l_1574">1574</a>, <a href="#l_2362">2362</a>, <a href="#l_2461">2461</a>, +<a href="#l_2549">2549</a>, <a href="#l_3233">3233</a>, <i>waarnemen (met de oogen)</i>, <i>zien</i>; <a href="#l_3081">3081</a>, <a href="#l_3216">3216</a>, <i>vernemen</i>, +<i>hooren</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_v75">Vernoi</em>, <a href="#l_1279">1279</a>, <a href="#l_1942">1942</a>, <a href="#l_1995">1995</a>, <a href="#l_2886">2886</a>, <i>verdriet</i>. Zie <i>Lsp. gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_v76">Vernoien</em>, <a href="#l_3">3</a>, <a href="#l_1370">1370</a>, <a href="#l_1672">1672</a>, <i>verdrieten</i>, <i>leed doen</i>; <a href="#l_3198">3198</a> meer in den zin +van <i>beangstigen</i>. Verg. <span class="smcap">HUYD.</span> op <i>Stoke</i>, 2 Dl., bl. 467.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_v77">Veronnen</em>, <a href="#l_260">260</a>, <i>ten kwade duiden</i>. <i>Lorr.</i> I, 2032. Verg. <span class="smcap">HUYD.</span> op +<i>Stoke</i>, 3 Dl., bl. 310.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_v78">Veronwerden</em>, <a href="#l_2252">2252</a>, <i>verachten</i>. <i>St. Franc.</i> 8214.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_v79">Verpinen</em>, <a href="#l_867">867</a>, <i>afmatten</i>, <i>tot het uiterste vermoeyen</i>. Zie <i>Flor.</i> +1853.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_v80">Verraden</em>, <a href="#l_1654">1654</a>, <a href="#l_1746">1746</a>, <a href="#l_2196">2196</a>, <a href="#l_2790">2790</a>, <a href="#l_3095">3095</a>, <i>arglistig ten val brengen</i>. +<i>Ferg.</i> 2944. Verg. <span class="smcap">HUYD.</span> op <i>Stoke</i>, 2 Dl., bl. 312.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_v81">Verre</em>, <a href="#l_2813">2813</a>, <a href="#l_3355">3355</a>, <a href="#l_3365">3365</a>, <a href="#l_3385">3385</a>, <i>lang</i>, <i>veel</i>. Verg. <span class="smcap">KIL.</span></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_v82">Versaden</em>, <a href="#l_212">212</a>, <i>verzadigen</i>. Verg. <em class="g"><a href="#vw_s13" class="vw_ref">Sat</a></em>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_v83">Versamet</em>, <a href="#l_57">57</a>, praet. van <em class="g" id="vw_v84">versamen</em>, <i>zich verzamelen</i>. Zie <i>Lsp. gloss.</i>, +en verg. <i>Mnl. Versb.</i>, bl. 132–133.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_v85">Versach</em>, zie <em class="g"><a href="#vw_v89" class="vw_ref">Versien</a></em>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_v86">Verseren</em>, <a href="#l_1924">1924</a>, <i>bedroeven</i>. Verg. <em class="g"><a href="#vw_s51" class="vw_ref">Sere</a></em>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_v87">Versceden</em>, trans. <a href="#l_262">262</a>, <i>scheiden</i>, <i>uit een doen</i>, <i>ontwarren</i>; <a href="#l_880">880</a>, +intr. <i>scheiden</i>, <i>weggaan</i>. Verg. <i>Lsp. gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_v88">Verscroven</em>, <a href="#l_925">925</a>, <i>ellendig</i>, <i>gemeen</i>. Zie <i>Lsp. gloss.</i>; <span class="smcap">MAERL.</span> 3 Dl., +bl. 40, vs. 113.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_v89">Versien</em> (<em class="g" id="vw_v90">versach</em>), <a href="#l_710">710</a>, <a href="#l_1328">1328</a>, <a href="#l_2124">2124</a>, <i>zien</i>. Zie <span class="smcap">HUYD.</span> op <i>Stoke</i>, 2 Dl., +bl. 104.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_v91">Verslant</em>, <a href="#ln_2308">2308*</a>, praet. van <em class="g" id="vw_v92">verslenden</em>, d. i. <i>verslinden</i>. <span class="mixcap">Maerl.</span> 3 +Dl., bl. 223, 233, 312.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_v93">Versoenen</em>, <a href="#l_3402">3402</a>, <i>verzoenen</i>, <i>vergoeden</i>. Verg. <em class="g"><a href="#vw_s102" class="vw_ref">Soenen</a></em>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_v94">Verspreken</em>, <a href="#l_1827">1827</a>, <i>beschimpen</i>. <i>Ferg.</i> 1030, 4733. Verg. <span class="smcap">HUYD.</span> op +<i>Stoke</i>, 2 Dl., bl. 491.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_v95">Verspringhen</em>, <a href="#l_819">819</a>, <i>wegspringen</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_v96">Verstoet</em>, praet. van <em class="g" id="vw_v97">verstaen</em>, <a href="#l_1900">1900</a>, <i>vernemen</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_v98">Verstoten</em>, <a href="#l_2335">2335</a>, <i>omverstooten</i>, <i>verdrijven</i>. <i>Flor.</i> 1723. +Gebruikelijker is <em class="g" id="vw_v99">Versteken</em> in dien zin, zie <i>Lorr. gloss.</i></p> + +<p><span class="pagenum" title="176"></span><a id="p_176"></a></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_v100">Versuchten</em>, <a href="#l_990">990</a>, <i>zuchten</i>. <i>Ferg.</i> 1360: Si verscoet (dus 't hs.) dicke +ende <i>versochte</i>. Verg. <i>Flor. gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_v101">Versweren</em>, <a href="#l_1690">1690</a>, <a href="#l_3154">3154</a>, <i>afzweren</i>. Verg. <span class="smcap">HUYD.</span> op <i>Stoke</i>, 2 Dl., bl. +545.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_v102">Verwaten</em>, <a href="#l_354">354</a>, <a href="#l_853">853</a>, <a href="#l_2712">2712</a>, <i>vervloeken</i>. Zie <span class="smcap">HUYD.</span> op <i>Stoke</i>, 3 Dl., bl. +231, en <i>Proeve</i>, 3 Dl., bl. 91–93.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_v103">Verwendelic</em>, <a href="#l_1067">1067</a>, <i>overmoedig</i>. Zie <i>Lsp. gloss.</i> op <em class="g">Verweenthede</em>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_v104">Verwinnen</em>, <a href="#l_1480">1480</a>, <i>overwinnen</i>, <i>te boven komen</i>. <i>Flor.</i> 816.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_v105">Vete</em>, <a href="#l_2177">2177</a>, <i>vijandschap</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_v106">Vier</em>, <a href="#l_1237">1237</a>, <a href="#l_1248">1248</a>, <i>vuur</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_v107">Vieren</em>, <a href="#l_1685">1685</a>, <i>rusten</i>. Zie <span class="smcap">HUYD.</span> op <i>Stoke</i>, 3 Dl., bl. 55.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_v108">Vigilie</em>, <a href="#l_431">431</a>, <a href="#l_440">440</a>, <a href="#l_450">450</a>, <i>lijkdienst</i>, „<i xml:lang="la">funeralia, cantus feralis</i>” <span class="smcap">KIL.</span> +<i>Franc.</i> 8419, 9312.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_v109">Vinden</em> (<em class="g">Raet</em>), <a href="#l_543">543</a>, zie <em class="g"><a href="#vw_r7" class="vw_ref">Raet</a></em>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_v110">Vite</em>, <a href="#l_7">7</a>, <i>levensbeschrijving</i>. Verg. <span class="smcap">DE JAGERS</span> <i>Taalk. Mag.</i>, 4 Dl., bl. 75.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_v111">Viwergat</em>, <a href="#l_1646">1646</a>, <i>schoorsteen</i>. Verg. de <a href="#ln_1646">aant. bl. 61</a>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_v112">Vleeschsmout</em>, <a href="#l_379">379</a>, <i>vet</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_v113">Vleghel</em>, <a href="#l_723">723</a>, <i>dorschvlegel</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_v114">Vlien</em>, <a href="#l_758">758</a>, <i>vlieden</i>. Zie <i>Lsp. gloss.</i> op <em class="g">Vloe</em>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_v115">Vliet</em>, <a href="#l_827">827</a>, <i>vliet</i>, <i>vloeyend water</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_v116">Vloeken</em>, <a href="#l_856">856</a>, <i>vervloeken</i>, <i>verwenschen</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_v117">Vloghel</em>, <a href="#l_1050">1050</a>, <i>vleugel</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_v118">Vlotten</em>, <a href="#l_831">831</a>, <i>in 't water drijven</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_v119">Voghelijn</em>, <a href="#l_2571">2571</a>, <a href="#l_3143">3143</a>, <i>vogeltje</i>. <i>Ferg.</i> 1099, waar in 't hs. de +tweede <i>l</i> ontbr.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_v120">Vordere</em>, <a href="#l_679">679</a>, <i>de voorste</i>. Het is eigenl. de compar. van <i>voor</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_v121">Vorderhant hebben</em>, <a href="#l_1792">1792</a>, <i>in aanzien staan</i>. <span class="mixcap">Maerl.</span> 3 Dl., bl. 122.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_v122">Voren</em> (<em class="g" id="vw_v123">Te</em>), <a href="#l_922">922</a>, <a href="#l_928">928</a>, <i>vooraf</i> (<i>zonder dat het u eenige moeite heeft +gekost</i>).</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_v124">Voren</em> (<em class="g" id="vw_v125">Doen te</em>), <a href="#l_797">797</a>, <i>overtreffen</i>. <i>Troj. Orl.</i> (<i>Ovl. Ged.</i>, 1 Dl., +bl. 33), vs. 2774; bl. 98, vs. 486, 500. <em class="g" id="vw_v126">Te voren</em> in den zin van <i>bij +uitnemendheid</i>, leest men <span class="smcap">MAERL.</span> 3 Dl., bl. 190.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_v127">Vorst</em>, <a href="#l_103">103</a>, <a href="#l_254">254</a>, <i>winterkoude</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_v128">Vorst</em>, <a href="#l_3131">3131</a>, <i>bovenste dwarsbalk (van de galg)</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_v129">Vort</em>, <a href="#l_1688">1688</a>, <i>voorts</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_v130">Vortbringhen</em>, <a href="#l_1877">1877</a>, <a href="#l_2165">2165</a>, <a href="#l_2204">2204</a>, <i>voor den dag brengen</i>, <i>mededeelen</i>. +Zie <i>Lsp. gloss.</i> Verg. wegens de samentr. <em class="g" id="vw_v131">brincse</em> <i>Mnl. Versb.</i>, bl. 119 vlgg.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_v132">Vortdraghen</em>, <a href="#l_1343">1343</a>, <i>doen voortgaan</i>, <i>in stand houden</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_v133">Vortmeer</em>, <a href="#l_2484">2484</a>, <i>in 't vervolg</i>; <a href="#l_380">380</a>, <i>nu</i>. Zie mijn art. over <i>Saren</i>, +enz. in den <i>Letterb.</i> van 1845, no. 35.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_v134">Vorwaertmeer</em>, <a href="#l_376">376</a>, <i>voortaan</i>, <i>van nu af</i>. Zie <abbr title="ter laatst aangehaalde plaatse (=mijn art. over Saren, enz. in den Letterb. van 1845, no. 35)"><a href="#vw_v133">t. l. a. pl.</a></abbr></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_v135">Vorttrecken</em>, <a href="#l_3359">3359</a>, <i>voor den dag halen</i>.</p> + +<p><span class="pagenum" title="177"></span><a id="p_177"></a></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_v136">Vorworde</em>, <a href="#l_2512">2512</a>, <i>voorwaarde</i>, <i>het vooraf bepaalde</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_v137">Vreischen</em>, <a href="#l_1582">1582</a>, <i>vernemen</i>. Zie <span class="smcap">HUYD.</span> op <i>Stoke</i>, 1 Dl., bl. 264–265.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_v138">Vremt</em>, <a href="#l_2295">2295</a>, <i>zonderling</i>. Verg. <i>Flor.</i> 2503, 277.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_v139">Vri</em>, <a href="#l_1072">1072</a>, <a href="#l_3221">3221</a>, <i>edel</i>. Zie <span class="smcap">V. WIJN</span> op <i>Heelu</i>, bl. 159–161.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_v140">Vrihede</em>, <a href="#l_3437">3437</a>, <i>privilegie</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_v141">Vroe</em>, <a href="#l_2288">2288</a>, <i>vroeg</i>. Zie <i>Lsp. gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_v142">Vro</em>, <a href="#l_1048">1048</a>, <a href="#l_2260">2260</a>, <a href="#l_2556">2556</a>, <a href="#l_2683">2683</a>, <i>verblijd</i>, <i>verheugd</i>, <i>vrolijk</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_v143">Vrome</em>, <a href="#l_474">474</a>, <a href="#l_630">630</a>, <a href="#l_1074">1074</a>, <a href="#l_2320">2320</a>, <i>voordeel</i>, <i>baat</i>, <i>nut</i>. Zie <i>Lsp. +gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_v144">Vromen</em>, <a href="#l_962">962</a>, <a href="#l_1841">1841</a>, <i>baten</i>, <i>tot voordeel strekken</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_v145">Vrouwe</em>, <a href="#l_297">297</a>, <a href="#l_831">831</a>, <a href="#l_1865">1865</a>, <i>vrouw</i>, <i>domina</i>, eeretitel, even als <em class="g" id="vw_v146">heer</em> voor +mannen. Zie <span class="smcap">HUYD.</span> op <i>Stoke</i>, 1 Dl., bl. 52.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_v147">Vruchten</em>, <a href="#l_559">559</a>, <a href="#ln_2308">2308*</a>, <a href="#l_3020">3020</a>, <i>vreezen</i>, <i>duchten</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_v148">Vulsegghen</em>, <a href="#l_2221">2221</a>, <i>uitspreken</i>, <i>voluit zeggen</i>. Verg. <i>Lsp. gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_v149">Vulscriven</em>, <a href="#l_6">6</a>, <i>volledig beschreven</i>.</p> + +<h3 class="h3vw" id="VW_W">W.</h3> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_w1">Wachten</em>, <a href="#l_2340">2340</a>, <i>bewaken</i>, <i>gadeslaan</i>. Verg. <i>Lsp. gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_w2">Waen</em>, in de spreekwijzen: <em class="g" id="vw_w3">na minen wane</em>, <a href="#l_298">298</a>, <a href="#l_1235">1235</a>, <i>naar mijne +meening</i>; en <em class="g" id="vw_w4">sonder waen</em>, <ins class="corr" id="corr68" title="Bron: 99"><a href="#l_90">90</a></ins>, <a href="#l_636">636</a>, <a href="#l_900">900</a>, <a href="#l_1096">1096</a>, <a href="#l_1387">1387</a>, <a href="#l_2514">2514</a>, <i>met +zekerheid</i>, <i>stellig</i>, gewone verzekeringsformule.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_w5">Waen</em>, <a href="#l_1199">1199</a>, <a href="#l_2147">2147</a>, <i>van waar</i>. Correllativum van <em class="g" id="vw_w6">waer</em>. Zie <span class="smcap">GRIMM</span>, +<i xml:lang="de">D.Gr.</i>, 3 Dl., bl. 193 vlgg.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_w7">Waert</em>, in samenstelling met substantiva, voorafgegaan door te, geeft de +beweging te kennen naar het voorwerp door het subst. uitgedrukt: <em class="g" id="vw_w8">te +beddewaert</em>, <em class="g" id="vw_w9">te hovewaert</em>, enz., b. v. <a href="#l_533">533</a>, <a href="#l_540">540</a>, <a href="#l_708">708</a>, <a href="#l_870">870</a>, <a href="#l_1307">1307</a>, <a href="#l_1321">1321</a>, +<a href="#l_1374">1374</a>, <a href="#l_1686">1686</a>, <a href="#l_2797">2797</a>. In samenstelling met adverbia ontbreekt <em class="g" id="vw_w10">te</em>, als +<em class="g" id="vw_w11">nederwaert</em>, <ins class="corr" id="corr69" title="Bron: 1321"><a href="#l_890">890</a></ins>, <i>naar beneden</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_w12">Waert hebben</em>, <a href="#l_1816">1816</a>, <i>hoogschatten</i>, <i>vereeren</i>. Zie <i>Lsp. gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_w13">Wale</em>, adv., <a href="#l_180">180</a>, <a href="#l_462">462</a>, <a href="#l_801">801</a>, <a href="#l_1010">1010</a>, <a href="#l_1078">1078</a>, <a href="#l_3124">3124</a>, <i>wel</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_w14">Walsc</em>, <a href="#l_8">8</a>, <i>Fransch</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_w15">Walschen</em>, <a href="#l_1461">1461</a>, <i>Fransch spreken, brabbelen</i>. Verg. de aant. van <span class="smcap">HUYD.</span> +op <i>Stoke</i>, 2 Dl., bl. 435.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_w16">Wanen</em>, <a href="#l_46">46</a>, <a href="#l_277">277</a>, <a href="#l_594">594</a>, <a href="#l_625">625</a>, <a href="#l_671">671</a>, <a href="#l_697">697</a>, +<a href="#l_906">906</a>, <a href="#l_950">950</a>, <a href="#l_1059">1059</a>, <a href="#l_1104">1104</a>, <a href="#l_1129">1129</a>, <a href="#l_1498">1498</a>, +<a href="#l_1527">1527</a>, <a href="#l_1760">1760</a>, <a href="#l_1822">1822</a>, <a href="#l_2036">2036</a>, <a href="#l_2188">2188</a>, <a href="#l_2327">2327</a>, <a href="#l_3001">3001</a>, <i>meenen</i>, <i>glooven</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_w17">Wanc</em>, <a href="#l_1199">1199</a>, <i>weifeling</i>, <i>wankelmoedigheid</i>. Zie <i>Lsp. gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_w18">Wanconnen</em>, met GZ., <a href="#l_1925">1925</a>, <i>misduiden</i>, <i>boos zijn over iets</i>. <i>Flor.</i> +1147, 1168; <i>Wal.</i> 5252; <i>Lanc.</i> II, 15507.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_w19">Wanconst</em>, <a href="#l_907">907</a>, <a href="#l_2524">2524</a>, <i>toorn</i>, <i>vijandschap</i>. Zie <i>Lorr. gloss.</i> Zie over +de konstruktie der laatste plaats <i>Lsp. gloss.</i> op <em class="g">Vergheven</em>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_w20">Wandelinghe</em>, <a href="#l_2711">2711</a>, <a href="#l_3044">3044</a>, <i>omgang</i>. <i>Lorr.</i> I, 1977; <i>Ferg.</i> 1040.</p> + +<p><span class="pagenum" title="178"></span><a id="p_178"></a></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_w21">Wandren</em>, <a href="#l_2110">2110</a>, <a href="#l_2721">2721</a>, <i>loopen</i>, <i>verkeeren</i>. <i>St. Franc.</i> 1424; <span class="mixcap">Maerl.</span> 3 +Dl., bl. 235.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_w22">Wareltere</em>, <a href="#l_2330">2330</a>, <i>wereltsch (uiterlijk) aanzien</i>. <i>Wal.</i> 8009, 8061; +<i>Troj. Orl.</i> (<i>Ovl. Ged.</i>, 1 Dl., bl. 33) vs. 2815.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_w23">Waren</em> (<em class="g" id="vw_w24">Te —</em>), <a href="#l_603">603</a>, <em class="g" id="vw_w25">twaren</em>, <a href="#l_370">370</a>, <i>voorzeker</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_w26">Warf</em>, bij getalsnamen ons <i>keer</i> of <i>maal</i>; b.v. <a href="#l_348">348</a>, <a href="#l_1007">1007</a>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_w27">Warmhede</em>, <a href="#l_537">537</a>, <i>warmte</i>. Verg. <i>Lsp. gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_w28">Wart</em>, praet van <em class="g" id="vw_w29">werden</em>, <a href="#l_107">107</a>, <a href="#l_818">818</a>, <a href="#l_1048">1048</a>, <a href="#l_1336">1336</a>, <a href="#l_2112">2112</a>; in 't rijm <em class="g" id="vw_w30">waert</em>, +<a href="#l_974">974</a>, <a href="#l_1205">1205</a>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_w31">Wart</em>, in de spreekw. <em class="g" id="vw_w32">Hi wart toten <a href="#vw_v106" class="vw_ref">viere</a></em>, <a href="#l_1237">1237</a>, <i>hij snelde naar het +vuur</i>. Verg. <em class="g"><a href="#vw_u15" class="vw_ref">Up werden</a></em>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_w33">Wat</em>, met G., <a href="#l_943">943</a>, <i>welk</i>. <span class="mixcap">Maerl.</span> 3 Dl., bl. 86. Over de konstr. zie +<i>Wal.</i> 2 Dl., bl. 239. Zoo ook <span class="smcap">MAERL.</span> 3 Dl., bl. 281, 298.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_w34">Watervar</em>, <a href="#l_1863">1863</a> (<i>zeker dier, maar welk?</i>)</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_w35">Wattan</em>, <a href="#l_245">245</a>, <a href="#l_1033">1033</a>, <a href="#l_1296">1296</a>, <a href="#l_2936">2936</a>, <i>wat dan</i>, <i>welnu</i>. <i>Limb.</i> III, 570; V, +341; <i>Velth.</i> bl. 72; <i>Troj. Orl.</i> (<i>Ovl. Ged.</i>, 2 Dl., bl. 89) vs. 1281.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_w36">Weden</em>, <a href="#l_1703">1703</a>, <a href="#l_1711">1711</a>, <i>weiden</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_w37">Weder</em>, <a href="#l_2117">2117</a>, <i>schaap</i>. Zie <span class="smcap">CLIGNETT</span>, <i>Bijdr.</i>, bl. 269.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_w38">Weder</em>, <a href="#l_708">708</a>, <a href="#l_1319">1319</a>, <a href="#l_1526">1526</a>, <a href="#l_1731">1731</a>, <a href="#l_2668">2668</a>, <i>wederom</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_w39">Weder</em>, adv., <a href="#l_2662">2662</a>, <i>tegen</i>. <span class="mixcap">Maerl.</span> 3 Dl., bl. 255, 256, 264.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_w40">Wederkeer</em> (<em class="g" id="vw_w41">Sonder —</em>), <a href="#ln_2308">2308*</a>, <i>onveranderlijk</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_w42">Wederkeer</em> (<em class="g" id="vw_w43">Doen enen</em>), <a href="#l_1728">1728</a>, <a href="#l_2672">2672</a>, <i>terugkeeren</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_w44">Wederlonen</em>, <a href="#l_492">492</a>, <i>vergelden</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_w45">Wedersegghen</em>, <a href="#l_2283">2283</a>, <i>tegenspreken</i>, <i>zich verzetten</i>. <i>Lsp. gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_w46">Wederscouwen</em>, <a href="#l_2746">2746</a> <i>terugzien</i>. Verg. <em class="g"><a href="#vw_s37" class="vw_ref">Scouwen</a></em>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_w47">Wedertale</em> (<em class="g" id="vw_w48"><a href="#vw_t1" class="vw_ref">Tale</a> ende —</em>), <a href="#l_1009">1009</a>, <i>hetgeen over en wer gezegd wordt</i>. +<em class="g">Wedertale</em> is <i>antwoord</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_w49">Wee worden</em>, met DP., <a href="#l_3218">3218</a>, <i>smartelijk aangedaan worden</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_w50">Wegghe</em>, <a href="#l_653">653</a>, <a href="#l_681">681</a>, <i>wig</i> (<i xml:lang="la">cuneus</i>).</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_w51">Wel sijn</em>, <a href="#l_195">195</a>, <i>in gunst staan</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_w52">Welgheboren</em>, <a href="#l_2314">2314</a>, <i>edel</i>. Verg. <span class="smcap">HUYD.</span> op <i>Stoke</i>, 3 Dl., bl. 126. Het +is eigenl. het Fr. <i xml:lang="fr">debonnaire</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_w53">Welpekijn</em>, <a href="#l_1366">1366</a>, <a href="#l_1430">1430</a>, <a href="#l_3066">3066</a>, <a href="#l_3204">3204</a>, <i>welpje</i>. Zie over <em class="g" id="vw_w54">welp</em>, <span class="smcap">CLIGNETT</span>, +<i>Bijdr.</i>, bl. 56–57.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_w55">Wentelen</em>, <a href="#l_975">975</a>, <a href="#l_981">981</a>, <i>buitelen</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_w56">Werelt</em>. <em class="g" id="vw_w57">Al mocht hem al die werelt <a href="#vw_v144" class="vw_ref">vromen</a></em>, <a href="#l_962">962</a>, <i>al mocht hij er zooveel +baat bij hebben als de wereld groot is</i>. <i>Troj. Orl.</i> (<i>Ovl. Ged.</i>, 1 +Dl., bl. 29) vs. 2443.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_w58">Wernen</em>, <a href="#l_190">190</a>, <i>weigeren</i>. Zie <i>Lsp. gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_w59">Wers</em>, <i>slechter</i>. <em class="g" id="vw_w60">Te wers hem</em>, <a href="#l_1549">1549</a>, is het Fr. <i xml:lang="fr">tant pis pour lui</i>. +Verg. <i>Ferg.</i> 2360; <i>Car. El.</i> 1324. Zie het woord <i>Lanc.</i> II, 15394, +15515; <i>Lorr.</i> I, 1117; en verg. <i xml:lang="de">Heim. der Heim.</i>, bl. 329.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_w61">Werwaert</em>, <a href="#l_1664">1664</a>, <i>waarheen</i>, <i>werwaarts</i>.</p> + +<p><span class="pagenum" title="179"></span><a id="p_179"></a></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_w62">Wet</em>, <em class="g" id="vw_w63">wit</em>, <a href="#l_1151">1151</a>, <a href="#l_3362">3362</a>, <i>godsdienst</i>. Verg. <i>Flor.</i> 195, 243. De uitdr. <em class="g" id="vw_w64">Bi +miere wet</em>, <i>bij al wat mij heilig is!</i> Verg. <span class="smcap">HOFFMANN</span>, op <i>Car. El.</i>, +bl. 61 in fine.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_w65">Wicht</em>, <a href="#l_1027">1027</a>, <a href="#l_3385">3385</a>, eigenl. <i>kind</i>. Het adj. wijzigt de beteekenis. Verg. +<i>Stoke</i>, 7 B., vs. 59; 10 B., vs. 342; <span class="smcap">SERRURE</span>, <i>Vadert. Mus.</i>, 1 Dl., +bl. 68; <i>Ferg.</i> 3511.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_w66">Wide</em>, <a href="#l_294">294</a>, <i>wijd</i>, <i>alom</i>; <em class="g" id="vw_w67">wide mare</em>, <i>wijd beroemd</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_w68">Wie so</em>, <a href="#l_769">769</a>, <i>wie</i>. Zie <span class="smcap">HUYD.</span> op <i>Stoke</i>, 1 Dl., bl. 44.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_w69">Wijf</em>, <a href="#l_73">73</a>, <a href="#l_95">95</a>, <a href="#l_235">235</a>, enz. <i>vrouw</i>, <i xml:lang="la">uxor</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_w70">Wile</em>, <a href="#l_815">815</a>, <a href="#l_863">863</a>, <a href="#l_975">975</a>, <a href="#l_1823">1823</a>, <i>wijl</i>, <i>tijdsruimte</i>. <em class="g" id="vw_w71">Die wile</em>, <a href="#l_842">842</a>, +<i>terwijl</i>. Verg. <i>Lsp. gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_w72">Wilen</em>, adv., <a href="#l_296">296</a>, <a href="#l_2544">2544</a>; <em class="g" id="vw_w73">wilen eer</em>, <a href="#l_101">101</a>, <i>eertijds</i>, <i>weleer</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_w74">Wille</em> (<em class="g" id="vw_w75">Staen te sinen</em>), zie <em class="g"><a href="#vw_s134" class="vw_ref">Staen</a></em>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_w76">Willecome</em>, <a href="#l_629">629</a>, <a href="#l_1073">1073</a>, <a href="#l_3255">3255</a>, <i>welkom</i>, eigenl. <i>welgekomen</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_w77">Willen</em>, <a href="#l_583">583</a>, <i>zullen</i>. Verg. de verwisseling in 't Eng.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_w78">Wiltbraet</em>, <a href="#l_1218">1218</a>, <i>wild</i>, het Hd. <i xml:lang="de">Wiltprett</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_w79">Winnen</em> (<em class="g" id="vw_w80">wan</em>, <em class="g" id="vw_w81">ghewonnen</em>), <a href="#l_1792">1792</a>, <i>verwerven</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_w82">Wise</em>, <i>wijze</i>, in de spreekw. <em class="g" id="vw_w83">In eens arems siecs wise</em>, <a href="#l_1324">1324</a>, die +beteekent: <i>met het voorkomen van een armen zieke</i>. Even zoo gebruikt +het Oudfransch <i xml:lang="fr">En guise de</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_w84">Wisen</em> (praet. <em class="g" id="vw_w85">wijsde</em>), <a href="#l_2475">2475</a>, <i>aanwijzen</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_w86">Wisen ende leren</em>, <a href="#l_2076">2076</a>, <i>onderrichten</i>. De spreekwijs is zeer gewoon, +b.v. <i>Lorr.</i> I, 1695. Zie voorts <span class="smcap">CLIGNETT</span>, <i>Bijdr.</i>, bl. 8, of <i>Flor. gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_w87">Wisen</em> (praet. <em class="g" id="vw_w88">wijsde</em>), <a href="#l_167">167</a>, <a href="#l_1886">1886</a>, <i>uitwijzen</i>. Zie <i>Lsp. gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_w89">Wisse</em>, <a href="#l_224">224</a>, <i>een touw</i>, <i>een strop</i> (<i xml:lang="la">restis</i> <span class="smcap">KIL.</span>). <i>Parth.</i> (ed. +<span class="smcap">MASSMANN</span>), bl. 42, vs. 24.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_w90">Woestine</em>, <a href="#l_503">503</a>, <a href="#l_508">508</a>, <a href="#l_2645">2645</a>, <i>eenzame, onbewoonde plaats</i>. <i>Ferg.</i> 1048.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_w91">Wonderen</em>, impers. met DP., <a href="#l_2627">2627</a>, <em class="g" id="vw_w92">mi wondert</em>, <i>het verwondert mij</i>. Zie +<i>Lsp. gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_w93">Wordekijn</em>, <a href="#l_2219">2219</a>, <i>woordje</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_w94">Wouden</em>, zie <em class="g"><a href="#vw_g148" class="vw_ref">Ghewouden</a></em>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_w95">Wout</em>, <a href="#l_2090">2090</a>, <a href="#l_2298">2298</a>, <a href="#l_2854">2854</a>, <i>bosch</i>, <i>woud</i>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_w96">Wrake</em>, <a href="#l_1849">1849</a>, <i>gerechtelijke genoegdoening</i>, <i>straf</i>. Zie <span class="smcap">ZIEMANN</span> op +<em class="g">Rache</em>.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_w97">Wreet</em>, <a href="#l_2097">2097</a>, <a href="#l_3017">3017</a>, <i>moorddadig</i>, <i>gebeten op iemand</i>. <i>Flor.</i> 3522.</p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_w98">Wrochte</em>, praet. van <em class="g" id="vw_w99">werken</em>, <a href="#l_1338">1338</a>, <em class="g" id="vw_w100">bewerkte</em>, <i>Ferg.</i> 1216; de vorm +<em class="g">wrochte</em> schijnt de gewone, zie <i>Parthen.</i> 68, vs. 4, en <i>Lorr.</i>, <i>Lsp.</i>, +<i>Franc. gloss.</i></p> + +<p class="pvw"><em class="g" id="vw_w101">Wroeghen</em>, <a href="#l_113">113</a>, <a href="#l_1791">1791</a>, <a href="#l_2231">2231</a>, <i>beschuldigen</i>, <i>aanklagen</i>; <a href="#l_1209">1209</a>, <i>bekend +maken</i>, <i>verraden</i>. Zoo <i>Lanc.</i> II, 13294: Hi seide: „Ne <i>wroeget</i> niet +mi wie ic ben”, waar het Fransch heeft: „<span xml:lang="fr">ne dites mon non, ne ne feites +savoir qui je sui.</span>”</p> + +<div class="figcenter" style="width: 106px;"> + <img src="images/hr2-zw.png" width="106" height="8" alt="" title="" /> +</div> + +</div> + +<p><span class="pagenum" title="180"></span><a id="p_180"></a></p> + +<div id="errata"> + + <h2>VERBETERINGEN EN BIJVOEGSELS.</h2> + + <div class="fighr" style="width: 106px;"> + <img src="images/hr2-zw.png" width="106" height="8" alt="" title="" /> + </div> + + <h3>IN DEN TEKST.</h3> + + <hr class="hrerr" /> + + <table summary="Errata in de tekst."> + <tbody> + <tr><td class="tdl">Vs. <a href="#err1">113</a></td><td class="tdl"><i>bebbe</i> lees <i>hebbe</i></td></tr> + <tr><td class="tdl"> „ <a href="#err2">255</a></td><td class="tdl"><i>het</i> l. <i>bet</i></td></tr> + <tr><td class="tdl"> „ <a href="#err3">1126</a></td><td class="tdl"><i>eene</i> l. <i>een</i></td></tr> + <tr><td class="tdl"> „ <a href="#err4">1689</a></td><td class="tdl">l. <i>Besc. hem soude ghen.</i></td></tr> + <tr><td class="tdl"> „ <a href="#err5">1741</a></td><td class="tdl"><i>verdoort</i> l. <i>becoort</i>(?)</td></tr> + <tr><td class="tdl"> „ <a href="#err6">3141</a>–<a href="#err7">2</a></td><td class="tdl">l. <i>spise: partrise</i></td></tr> + </tbody> + </table> + + <div class="fighr" style="width: 106px;"> + <img src="images/hr2-wz.png" width="106" height="8" alt="" title="" /> + </div> + + <h3>IN HET GLOSSARIUM.</h3> + + <hr class="hrerr" /> + + <div class="vw"> + + <p><em class="g"><a href="#err8">Cloet</a></em>, <a href="#l_786">786</a>, <a href="#l_792">792</a>, <i>lange stok</i>, <i>polsstok</i>. Zie <span class="smcap">KIL.</span></p> + + <p><em class="g"><a href="#err9">Colne (Van —) tote Meie</a></em>, <a href="#l_2619">2619</a>. <span class="mixcap">Grimm</span> zegt, <i xml:lang="de">R. F.</i>, bl. XCII, „<span xml:lang="de">Scherzhaft + wird <i>rtliche</i> und <i>zeitliche</i> bestimmung <i>gemischt</i>; noch heute hrt + man in Oberdeutschland „zwischen <i>pfingsten</i> und <i>Strassburg</i>.” Dieser + witzige ausdruck reicht also schon in das 12 jh. hinauf.</span> „<span xml:lang="la">Inter <i>pascha + Remisque</i>,” <i>Reinardus</i></span> II, 690; „<span xml:lang="la">inter <i>Cluniacum</i> et <i>sancti festa + Johannis</i> obit</span>”, IV, 970...... <span xml:lang="de">In den Niederlanden</span>: „van <i>Aken tot + paschen</i> (<span class="smcap">TUINMAN</span>, <i>Spreekw.</i>, I, 334); <span xml:lang="de">wahrscheinlich ist auch „van + <i>Colne</i> tote <i>Meie</i>” so zu nehmen.</span>”—<span class="mixcap">Willems</span> voert nog de fransche + spreekwijs aan: „<span xml:lang="fr">Cela s'est pass entre <i>Maubeuge</i> et la <i>Pentecte</i>.</span>”</p> + + <p><em class="g"><a href="#err10">Leie</a></em>, <a href="#l_2620">2620</a>, <i>de rivier de Leye</i>. De spreekwijs beteekent: „Meent gij dat + ik u van den weg wil afbrengen, om den tuin leiden?”</p> + + </div> + + <div class="fighr" style="width: 106px;"> + <img src="images/hr2-wz.png" width="106" height="8" alt="" title="" /> + </div> + +</div> + +<div class="TNbox" id="correctie"> + +<h2>Overzicht aangebrachte correcties</h2> + +<p>De volgende correcties zijn aangebracht in de tekst:</p> + +<table summary="correcties in tekst"> + <thead> + <tr><th>Plaats</th><th>Bron</th><th>Correctie</th></tr> + </thead> + <tbody> + <tr><td class="td2"><a href="#corr1">Blz. xi</a></td><td class="td4">[<i>Niet in Bron.</i>]</td><td class="td4">dat</td></tr> + <tr><td class="td2"><a href="#corr2">Blz. xxix</a></td><td class="td4">kunnnen</td><td class="td4">kunnen</td></tr> + <tr><td class="td2"><a href="#corr12">Blz. xxiii (voetnoot)</a></td><td class="td4">[<i>Niet cursief in Bron.</i>]</td><td class="td4"><i xml:lang="de">R. F.</i></td></tr> + <tr><td class="td2"><a href="#corr3">Blz. xli</a></td><td class="td4">annwijzing</td><td class="td4">aanwijzing</td></tr> + <tr><td class="td2"><a href="#corr4">Blz. xliv</a></td><td class="td4">GRIMM</td><td class="td4"><span class="mixcap">Grimm</span></td></tr> + <tr><td class="td2"><a href="#corr5">Blz. lix</a></td><td class="td4">duideijk</td><td class="td4">duidelijk</td></tr> + <tr><td class="td2"><a href="#corr6">Blz. lxiii</a></td><td class="td4">laatze</td><td class="td4">laat ze</td></tr> + <tr><td class="td2"><a href="#corr7">Blz. lxix</a></td><td class="td4">n'</td><td class="td4">n'a</td></tr> + <tr><td class="td2"><a href="#corr13">Blz. lxxiv (voetnoot)</a></td><td class="td4">[<i>Niet in Bron.</i>]</td><td class="td4"><sup>e</sup></td></tr> + <tr><td class="td2"><a href="#corr8">Blz. cxi</a></td><td class="td4">125</td><td class="td4">126</td></tr> + <tr><td class="td2"><a href="#corr9">Blz. cxx</a></td><td class="td4">[<i>Niet in Bron.</i>]</td><td class="td4">”</td></tr> + <tr><td class="td2"><a href="#corr14">Blz. cxxix (voetnoot)</a></td><td class="td4">[<i>Cursief in Bron.</i>]</td><td class="td4">de</td></tr> + <tr><td class="td2"><a href="#corr10">Blz. cxxx</a></td><td class="td4">1517</td><td class="td4">1571</td></tr> + <tr><td class="td2"><a href="#corr11">Blz. cxil</a></td><td class="td4">1449</td><td class="td4">1149</td></tr> + <tr><td class="td2"><a href="#corr21">Blz. 5 (versnoot)</a></td><td class="td4">[<i>Niet in Bron.</i>]</td><td class="td4">:</td></tr> + <tr><td class="td2"><a href="#corr22">Blz. 11 (versnoot)</a></td><td class="td4">381</td><td class="td4">281</td></tr> + <tr><td class="td2"><a href="#corr23">Blz. 17 (versnoot)</a></td><td class="td4">[<i>Niet in Bron.</i>]</td><td class="td4">”</td></tr> + <tr><td class="td2"><a href="#corr24">Blz. 19 (versnoot)</a></td><td class="td4">2468</td><td class="td4">2444</td></tr> + <tr><td class="td2"><a href="#corr25">Blz. 19 (versnoot)</a></td><td class="td4">3390</td><td class="td4">3391</td></tr> + <tr><td class="td2"><a href="#corr15">Blz. 78</a></td><td class="td4">laetste</td><td class="td4">laetse</td></tr> + <tr><td class="td2"><a href="#corr16">Blz. 81</a></td><td class="td4">[<i>Niet in Bron.</i>]</td><td class="td4">met</td></tr> + <tr><td class="td2"><a href="#corr17">Blz. 82</a></td><td class="td4">[<i>Niet in Bron.</i>]</td><td class="td4">”</td></tr> + <tr><td class="td2"><a href="#corr18">Blz. 84</a></td><td class="td4">[<i>Niet in Bron.</i>]</td><td class="td4">”</td></tr> + <tr><td class="td2"><a href="#corr19">Blz. 84</a></td><td class="td4">[<i>Niet in Bron.</i>]</td><td class="td4">”</td></tr> + <tr><td class="td2"><a href="#corr20">Blz. 84</a></td><td class="td4">[<i>Niet in Bron.</i>]</td><td class="td4"></td></tr> + <tr><td class="td2"><a href="#corr26">Blz. 86 (versnoot)</a></td><td class="td4">4</td><td class="td4">5</td></tr> + <tr><td class="td2"><a href="#corr27">Blz. 135</a></td><td class="td4">2882</td><td class="td4">2881</td></tr> + <tr><td class="td2"><a href="#corr28">Blz. 136</a></td><td class="td4">2313</td><td class="td4">3213</td></tr> + <tr><td class="td2"><a href="#corr29">Blz. 137</a></td><td class="td4">1623</td><td class="td4">1633</td></tr> + <tr><td class="td2"><a href="#corr30">Blz. 137</a></td><td class="td4">2806</td><td class="td4">2608</td></tr> + <tr><td class="td2"><a href="#corr31">Blz. 142</a></td><td class="td4">Mlnp.</td><td class="td4">Mnlp.</td></tr> + <tr><td class="td2"><a href="#corr32">Blz. 142</a></td><td class="td4">[<i>Niet cursief in Bron.</i>]</td><td class="td4"><i xml:lang="de">D. M.</i></td></tr> + <tr><td class="td2"><a href="#corr33">Blz. 144</a></td><td class="td4">813</td><td class="td4">812</td></tr> + <tr><td class="td2"><a href="#corr34">Blz. 144</a></td><td class="td4">.</td><td class="td4">,</td></tr> + <tr><td class="td2"><a href="#corr35">Blz. 144</a></td><td class="td4">[<i>Niet in Bron.</i>]</td><td class="td4">.</td></tr> + <tr><td class="td2"><a href="#corr36">Blz. 145</a></td><td class="td4">[<i>Niet in Bron.</i>]</td><td class="td4">.</td></tr> + <tr><td class="td2"><a href="#corr37">Blz. 146</a></td><td class="td4">25</td><td class="td4">26</td></tr> + <tr><td class="td2"><a href="#corr38">Blz. 146</a></td><td class="td4">[<i>Niet cursief in Bron.</i>]</td><td class="td4"><i>Ferg.</i></td></tr> + <tr><td class="td2"><a href="#corr39">Blz. 147</a></td><td class="td4">1631</td><td class="td4">1641</td></tr> + <tr><td class="td2"><a href="#corr40">Blz. 149</a></td><td class="td4">1071</td><td class="td4">1072</td></tr> + <tr><td class="td2"><a href="#corr41">Blz. 149</a></td><td class="td4">3121</td><td class="td4">3221</td></tr> + <tr><td class="td2"><a href="#corr42">Blz. 149</a></td><td class="td4">2246</td><td class="td4">2345</td></tr> + <tr><td class="td2"><a href="#corr43">Blz. 149</a></td><td class="td4">1926</td><td class="td4">1925</td></tr> + <tr><td class="td2"><a href="#corr44">Blz. 149</a></td><td class="td4">176</td><td class="td4">175</td></tr> + <tr><td class="td2"><a href="#corr45">Blz. 149</a></td><td class="td4">2238</td><td class="td4">1669</td></tr> + <tr><td class="td2"><a href="#corr46">Blz. 151</a></td><td class="td4">680</td><td class="td4">640</td></tr> + <tr><td class="td2"><a href="#corr47">Blz. 151</a></td><td class="td4">1145</td><td class="td4">1445</td></tr> + <tr><td class="td2"><a href="#corr48">Blz. 152</a></td><td class="td4">2386</td><td class="td4">2286</td></tr> + <tr><td class="td2"><a href="#corr49">Blz. 152</a></td><td class="td4">1431</td><td class="td4">1432</td></tr> + <tr><td class="td2"><a href="#corr50">Blz. 153</a></td><td class="td4">2302</td><td class="td4">3202</td></tr> + <tr><td class="td2"><a href="#corr51">Blz. 153</a></td><td class="td4">894</td><td class="td4">994</td></tr> + <tr><td class="td2"><a href="#corr52">Blz. 155</a></td><td class="td4">447</td><td class="td4">747</td></tr> + <tr><td class="td2"><a href="#corr53">Blz. 156</a></td><td class="td4">2596</td><td class="td4">2598</td></tr> + <tr><td class="td2"><a href="#corr54">Blz. 156</a></td><td class="td4">1785</td><td class="td4">1765</td></tr> + <tr><td class="td2"><a href="#corr55">Blz. 157</a></td><td class="td4">1432</td><td class="td4">1423</td></tr> + <tr><td class="td2"><a href="#corr56">Blz. 158</a></td><td class="td4">571</td><td class="td4">570</td></tr> + <tr><td class="td2"><a href="#corr57">Blz. 158</a></td><td class="td4">2827</td><td class="td4">2857</td></tr> + <tr><td class="td2"><a href="#corr58">Blz. 158</a></td><td class="td4">;</td><td class="td4">,</td></tr> + <tr><td class="td2"><a href="#corr59">Blz. 158</a></td><td class="td4">1018</td><td class="td4">1008</td></tr> + <tr><td class="td2"><a href="#corr60">Blz. 158</a></td><td class="td4">3049</td><td class="td4">3040</td></tr> + <tr><td class="td2"><a href="#corr61">Blz. 158</a></td><td class="td4">3047</td><td class="td4">3046</td></tr> + <tr><td class="td2"><a href="#corr62">Blz. 161</a></td><td class="td4">2155</td><td class="td4">2158</td></tr> + <tr><td class="td2"><a href="#corr63">Blz. 164</a></td><td class="td4">, 98</td><td class="td4">[<i>Verwijderd.</i>]</td></tr> + <tr><td class="td2"><a href="#corr64">Blz. 168</a></td><td class="td4">2930</td><td class="td4">2931</td></tr> + <tr><td class="td2"><a href="#corr65">Blz. 169</a></td><td class="td4">1040</td><td class="td4">1041</td></tr> + <tr><td class="td2"><a href="#corr66">Blz. 170</a></td><td class="td4">2191</td><td class="td4">1291</td></tr> + <tr><td class="td2"><a href="#corr67">Blz. 173</a></td><td class="td4">2021</td><td class="td4">2022</td></tr> + <tr><td class="td2"><a href="#corr68">Blz. 177</a></td><td class="td4">99</td><td class="td4">90</td></tr> + <tr><td class="td2"><a href="#corr69">Blz. 177</a></td><td class="td4">1321</td><td class="td4">890</td></tr> + </tbody> +</table> +</div> + + + + + + + + +<pre> + + + + + +End of the Project Gutenberg EBook of Vanden Vos Reinaerde, by Unknown + +*** END OF THIS PROJECT GUTENBERG EBOOK VANDEN VOS REINAERDE *** + +***** This file should be named 34261-h.htm or 34261-h.zip ***** +This and all associated files of various formats will be found in: + https://www.gutenberg.org/3/4/2/6/34261/ + +Produced by Clog, Branko Collin, Jason Isbell and the +marvelous Online Distributed Proofreading Team at <a +href="https://www.pgdp.net">https://www.pgdp.net</a> for <a +href="https://www.gutenberg.org">Project Gutenberg</a>; +celebrating the 19,000th title of Distributed Proofreaders +and the 500th dutch title at Project Gutenberg. + + +Updated editions will replace the previous one--the old editions +will be renamed. + +Creating the works from public domain print editions means that no +one owns a United States copyright in these works, so the Foundation +(and you!) can copy and distribute it in the United States without +permission and without paying copyright royalties. Special rules, +set forth in the General Terms of Use part of this license, apply to +copying and distributing Project Gutenberg-tm electronic works to +protect the PROJECT GUTENBERG-tm concept and trademark. Project +Gutenberg is a registered trademark, and may not be used if you +charge for the eBooks, unless you receive specific permission. If you +do not charge anything for copies of this eBook, complying with the +rules is very easy. You may use this eBook for nearly any purpose +such as creation of derivative works, reports, performances and +research. They may be modified and printed and given away--you may do +practically ANYTHING with public domain eBooks. Redistribution is +subject to the trademark license, especially commercial +redistribution. + + + +*** START: FULL LICENSE *** + +THE FULL PROJECT GUTENBERG LICENSE +PLEASE READ THIS BEFORE YOU DISTRIBUTE OR USE THIS WORK + +To protect the Project Gutenberg-tm mission of promoting the free +distribution of electronic works, by using or distributing this work +(or any other work associated in any way with the phrase "Project +Gutenberg"), you agree to comply with all the terms of the Full Project +Gutenberg-tm License (available with this file or online at +https://gutenberg.org/license). + + +Section 1. General Terms of Use and Redistributing Project Gutenberg-tm +electronic works + +1.A. By reading or using any part of this Project Gutenberg-tm +electronic work, you indicate that you have read, understand, agree to +and accept all the terms of this license and intellectual property +(trademark/copyright) agreement. If you do not agree to abide by all +the terms of this agreement, you must cease using and return or destroy +all copies of Project Gutenberg-tm electronic works in your possession. +If you paid a fee for obtaining a copy of or access to a Project +Gutenberg-tm electronic work and you do not agree to be bound by the +terms of this agreement, you may obtain a refund from the person or +entity to whom you paid the fee as set forth in paragraph 1.E.8. + +1.B. "Project Gutenberg" is a registered trademark. It may only be +used on or associated in any way with an electronic work by people who +agree to be bound by the terms of this agreement. There are a few +things that you can do with most Project Gutenberg-tm electronic works +even without complying with the full terms of this agreement. See +paragraph 1.C below. There are a lot of things you can do with Project +Gutenberg-tm electronic works if you follow the terms of this agreement +and help preserve free future access to Project Gutenberg-tm electronic +works. See paragraph 1.E below. + +1.C. The Project Gutenberg Literary Archive Foundation ("the Foundation" +or PGLAF), owns a compilation copyright in the collection of Project +Gutenberg-tm electronic works. Nearly all the individual works in the +collection are in the public domain in the United States. If an +individual work is in the public domain in the United States and you are +located in the United States, we do not claim a right to prevent you from +copying, distributing, performing, displaying or creating derivative +works based on the work as long as all references to Project Gutenberg +are removed. Of course, we hope that you will support the Project +Gutenberg-tm mission of promoting free access to electronic works by +freely sharing Project Gutenberg-tm works in compliance with the terms of +this agreement for keeping the Project Gutenberg-tm name associated with +the work. You can easily comply with the terms of this agreement by +keeping this work in the same format with its attached full Project +Gutenberg-tm License when you share it without charge with others. + +1.D. The copyright laws of the place where you are located also govern +what you can do with this work. Copyright laws in most countries are in +a constant state of change. If you are outside the United States, check +the laws of your country in addition to the terms of this agreement +before downloading, copying, displaying, performing, distributing or +creating derivative works based on this work or any other Project +Gutenberg-tm work. The Foundation makes no representations concerning +the copyright status of any work in any country outside the United +States. + +1.E. Unless you have removed all references to Project Gutenberg: + +1.E.1. The following sentence, with active links to, or other immediate +access to, the full Project Gutenberg-tm License must appear prominently +whenever any copy of a Project Gutenberg-tm work (any work on which the +phrase "Project Gutenberg" appears, or with which the phrase "Project +Gutenberg" is associated) is accessed, displayed, performed, viewed, +copied or distributed: + +This eBook is for the use of anyone anywhere at no cost and with +almost no restrictions whatsoever. You may copy it, give it away or +re-use it under the terms of the Project Gutenberg License included +with this eBook or online at www.gutenberg.org + +1.E.2. If an individual Project Gutenberg-tm electronic work is derived +from the public domain (does not contain a notice indicating that it is +posted with permission of the copyright holder), the work can be copied +and distributed to anyone in the United States without paying any fees +or charges. If you are redistributing or providing access to a work +with the phrase "Project Gutenberg" associated with or appearing on the +work, you must comply either with the requirements of paragraphs 1.E.1 +through 1.E.7 or obtain permission for the use of the work and the +Project Gutenberg-tm trademark as set forth in paragraphs 1.E.8 or +1.E.9. + +1.E.3. If an individual Project Gutenberg-tm electronic work is posted +with the permission of the copyright holder, your use and distribution +must comply with both paragraphs 1.E.1 through 1.E.7 and any additional +terms imposed by the copyright holder. Additional terms will be linked +to the Project Gutenberg-tm License for all works posted with the +permission of the copyright holder found at the beginning of this work. + +1.E.4. Do not unlink or detach or remove the full Project Gutenberg-tm +License terms from this work, or any files containing a part of this +work or any other work associated with Project Gutenberg-tm. + +1.E.5. Do not copy, display, perform, distribute or redistribute this +electronic work, or any part of this electronic work, without +prominently displaying the sentence set forth in paragraph 1.E.1 with +active links or immediate access to the full terms of the Project +Gutenberg-tm License. + +1.E.6. You may convert to and distribute this work in any binary, +compressed, marked up, nonproprietary or proprietary form, including any +word processing or hypertext form. However, if you provide access to or +distribute copies of a Project Gutenberg-tm work in a format other than +"Plain Vanilla ASCII" or other format used in the official version +posted on the official Project Gutenberg-tm web site (www.gutenberg.org), +you must, at no additional cost, fee or expense to the user, provide a +copy, a means of exporting a copy, or a means of obtaining a copy upon +request, of the work in its original "Plain Vanilla ASCII" or other +form. Any alternate format must include the full Project Gutenberg-tm +License as specified in paragraph 1.E.1. + +1.E.7. Do not charge a fee for access to, viewing, displaying, +performing, copying or distributing any Project Gutenberg-tm works +unless you comply with paragraph 1.E.8 or 1.E.9. + +1.E.8. You may charge a reasonable fee for copies of or providing +access to or distributing Project Gutenberg-tm electronic works provided +that + +- You pay a royalty fee of 20% of the gross profits you derive from + the use of Project Gutenberg-tm works calculated using the method + you already use to calculate your applicable taxes. The fee is + owed to the owner of the Project Gutenberg-tm trademark, but he + has agreed to donate royalties under this paragraph to the + Project Gutenberg Literary Archive Foundation. Royalty payments + must be paid within 60 days following each date on which you + prepare (or are legally required to prepare) your periodic tax + returns. Royalty payments should be clearly marked as such and + sent to the Project Gutenberg Literary Archive Foundation at the + address specified in Section 4, "Information about donations to + the Project Gutenberg Literary Archive Foundation." + +- You provide a full refund of any money paid by a user who notifies + you in writing (or by e-mail) within 30 days of receipt that s/he + does not agree to the terms of the full Project Gutenberg-tm + License. You must require such a user to return or + destroy all copies of the works possessed in a physical medium + and discontinue all use of and all access to other copies of + Project Gutenberg-tm works. + +- You provide, in accordance with paragraph 1.F.3, a full refund of any + money paid for a work or a replacement copy, if a defect in the + electronic work is discovered and reported to you within 90 days + of receipt of the work. + +- You comply with all other terms of this agreement for free + distribution of Project Gutenberg-tm works. + +1.E.9. If you wish to charge a fee or distribute a Project Gutenberg-tm +electronic work or group of works on different terms than are set +forth in this agreement, you must obtain permission in writing from +both the Project Gutenberg Literary Archive Foundation and Michael +Hart, the owner of the Project Gutenberg-tm trademark. Contact the +Foundation as set forth in Section 3 below. + +1.F. + +1.F.1. Project Gutenberg volunteers and employees expend considerable +effort to identify, do copyright research on, transcribe and proofread +public domain works in creating the Project Gutenberg-tm +collection. Despite these efforts, Project Gutenberg-tm electronic +works, and the medium on which they may be stored, may contain +"Defects," such as, but not limited to, incomplete, inaccurate or +corrupt data, transcription errors, a copyright or other intellectual +property infringement, a defective or damaged disk or other medium, a +computer virus, or computer codes that damage or cannot be read by +your equipment. + +1.F.2. LIMITED WARRANTY, DISCLAIMER OF DAMAGES - Except for the "Right +of Replacement or Refund" described in paragraph 1.F.3, the Project +Gutenberg Literary Archive Foundation, the owner of the Project +Gutenberg-tm trademark, and any other party distributing a Project +Gutenberg-tm electronic work under this agreement, disclaim all +liability to you for damages, costs and expenses, including legal +fees. YOU AGREE THAT YOU HAVE NO REMEDIES FOR NEGLIGENCE, STRICT +LIABILITY, BREACH OF WARRANTY OR BREACH OF CONTRACT EXCEPT THOSE +PROVIDED IN PARAGRAPH 1.F.3. YOU AGREE THAT THE FOUNDATION, THE +TRADEMARK OWNER, AND ANY DISTRIBUTOR UNDER THIS AGREEMENT WILL NOT BE +LIABLE TO YOU FOR ACTUAL, DIRECT, INDIRECT, CONSEQUENTIAL, PUNITIVE OR +INCIDENTAL DAMAGES EVEN IF YOU GIVE NOTICE OF THE POSSIBILITY OF SUCH +DAMAGE. + +1.F.3. LIMITED RIGHT OF REPLACEMENT OR REFUND - If you discover a +defect in this electronic work within 90 days of receiving it, you can +receive a refund of the money (if any) you paid for it by sending a +written explanation to the person you received the work from. If you +received the work on a physical medium, you must return the medium with +your written explanation. The person or entity that provided you with +the defective work may elect to provide a replacement copy in lieu of a +refund. If you received the work electronically, the person or entity +providing it to you may choose to give you a second opportunity to +receive the work electronically in lieu of a refund. If the second copy +is also defective, you may demand a refund in writing without further +opportunities to fix the problem. + +1.F.4. Except for the limited right of replacement or refund set forth +in paragraph 1.F.3, this work is provided to you 'AS-IS' WITH NO OTHER +WARRANTIES OF ANY KIND, EXPRESS OR IMPLIED, INCLUDING BUT NOT LIMITED TO +WARRANTIES OF MERCHANTIBILITY OR FITNESS FOR ANY PURPOSE. + +1.F.5. Some states do not allow disclaimers of certain implied +warranties or the exclusion or limitation of certain types of damages. +If any disclaimer or limitation set forth in this agreement violates the +law of the state applicable to this agreement, the agreement shall be +interpreted to make the maximum disclaimer or limitation permitted by +the applicable state law. The invalidity or unenforceability of any +provision of this agreement shall not void the remaining provisions. + +1.F.6. INDEMNITY - You agree to indemnify and hold the Foundation, the +trademark owner, any agent or employee of the Foundation, anyone +providing copies of Project Gutenberg-tm electronic works in accordance +with this agreement, and any volunteers associated with the production, +promotion and distribution of Project Gutenberg-tm electronic works, +harmless from all liability, costs and expenses, including legal fees, +that arise directly or indirectly from any of the following which you do +or cause to occur: (a) distribution of this or any Project Gutenberg-tm +work, (b) alteration, modification, or additions or deletions to any +Project Gutenberg-tm work, and (c) any Defect you cause. + + +Section 2. Information about the Mission of Project Gutenberg-tm + +Project Gutenberg-tm is synonymous with the free distribution of +electronic works in formats readable by the widest variety of computers +including obsolete, old, middle-aged and new computers. It exists +because of the efforts of hundreds of volunteers and donations from +people in all walks of life. + +Volunteers and financial support to provide volunteers with the +assistance they need are critical to reaching Project Gutenberg-tm's +goals and ensuring that the Project Gutenberg-tm collection will +remain freely available for generations to come. In 2001, the Project +Gutenberg Literary Archive Foundation was created to provide a secure +and permanent future for Project Gutenberg-tm and future generations. +To learn more about the Project Gutenberg Literary Archive Foundation +and how your efforts and donations can help, see Sections 3 and 4 +and the Foundation web page at https://www.pglaf.org. + + +Section 3. Information about the Project Gutenberg Literary Archive +Foundation + +The Project Gutenberg Literary Archive Foundation is a non profit +501(c)(3) educational corporation organized under the laws of the +state of Mississippi and granted tax exempt status by the Internal +Revenue Service. The Foundation's EIN or federal tax identification +number is 64-6221541. Its 501(c)(3) letter is posted at +https://pglaf.org/fundraising. Contributions to the Project Gutenberg +Literary Archive Foundation are tax deductible to the full extent +permitted by U.S. federal laws and your state's laws. + +The Foundation's principal office is located at 4557 Melan Dr. S. +Fairbanks, AK, 99712., but its volunteers and employees are scattered +throughout numerous locations. Its business office is located at +809 North 1500 West, Salt Lake City, UT 84116, (801) 596-1887, email +business@pglaf.org. Email contact links and up to date contact +information can be found at the Foundation's web site and official +page at https://pglaf.org + +For additional contact information: + Dr. Gregory B. Newby + Chief Executive and Director + gbnewby@pglaf.org + + +Section 4. Information about Donations to the Project Gutenberg +Literary Archive Foundation + +Project Gutenberg-tm depends upon and cannot survive without wide +spread public support and donations to carry out its mission of +increasing the number of public domain and licensed works that can be +freely distributed in machine readable form accessible by the widest +array of equipment including outdated equipment. Many small donations +($1 to $5,000) are particularly important to maintaining tax exempt +status with the IRS. + +The Foundation is committed to complying with the laws regulating +charities and charitable donations in all 50 states of the United +States. Compliance requirements are not uniform and it takes a +considerable effort, much paperwork and many fees to meet and keep up +with these requirements. We do not solicit donations in locations +where we have not received written confirmation of compliance. To +SEND DONATIONS or determine the status of compliance for any +particular state visit https://pglaf.org + +While we cannot and do not solicit contributions from states where we +have not met the solicitation requirements, we know of no prohibition +against accepting unsolicited donations from donors in such states who +approach us with offers to donate. + +International donations are gratefully accepted, but we cannot make +any statements concerning tax treatment of donations received from +outside the United States. U.S. laws alone swamp our small staff. + +Please check the Project Gutenberg Web pages for current donation +methods and addresses. Donations are accepted in a number of other +ways including including checks, online payments and credit card +donations. To donate, please visit: https://pglaf.org/donate + + +Section 5. General Information About Project Gutenberg-tm electronic +works. + +Professor Michael S. Hart was the originator of the Project Gutenberg-tm +concept of a library of electronic works that could be freely shared +with anyone. For thirty years, he produced and distributed Project +Gutenberg-tm eBooks with only a loose network of volunteer support. + + +Project Gutenberg-tm eBooks are often created from several printed +editions, all of which are confirmed as Public Domain in the U.S. +unless a copyright notice is included. Thus, we do not necessarily +keep eBooks in compliance with any particular paper edition. + + +Most people start at our Web site which has the main PG search facility: + + https://www.gutenberg.org + +This Web site includes information about Project Gutenberg-tm, +including how to make donations to the Project Gutenberg Literary +Archive Foundation, how to help produce our new eBooks, and how to +subscribe to our email newsletter to hear about new eBooks. + + +</pre> + +</body> +</html> diff --git a/34261-h/images/frontisp-th.jpg b/34261-h/images/frontisp-th.jpg Binary files differnew file mode 100644 index 0000000..82ffed1 --- /dev/null +++ b/34261-h/images/frontisp-th.jpg diff --git a/34261-h/images/frontisp.jpg b/34261-h/images/frontisp.jpg Binary files differnew file mode 100644 index 0000000..46214a7 --- /dev/null +++ b/34261-h/images/frontisp.jpg diff --git a/34261-h/images/hr1-wz.png b/34261-h/images/hr1-wz.png Binary files differnew file mode 100644 index 0000000..6f5d281 --- /dev/null +++ b/34261-h/images/hr1-wz.png diff --git a/34261-h/images/hr1-zw.png b/34261-h/images/hr1-zw.png Binary files differnew file mode 100644 index 0000000..1d0d86f --- /dev/null +++ b/34261-h/images/hr1-zw.png diff --git a/34261-h/images/hr2-wz.png b/34261-h/images/hr2-wz.png Binary files differnew file mode 100644 index 0000000..bbb2019 --- /dev/null +++ b/34261-h/images/hr2-wz.png diff --git a/34261-h/images/hr2-zw.png b/34261-h/images/hr2-zw.png Binary files differnew file mode 100644 index 0000000..cc02b4f --- /dev/null +++ b/34261-h/images/hr2-zw.png diff --git a/LICENSE.txt b/LICENSE.txt new file mode 100644 index 0000000..6312041 --- /dev/null +++ b/LICENSE.txt @@ -0,0 +1,11 @@ +This eBook, including all associated images, markup, improvements, +metadata, and any other content or labor, has been confirmed to be +in the PUBLIC DOMAIN IN THE UNITED STATES. + +Procedures for determining public domain status are described in +the "Copyright How-To" at https://www.gutenberg.org. + +No investigation has been made concerning possible copyrights in +jurisdictions other than the United States. Anyone seeking to utilize +this eBook outside of the United States should confirm copyright +status under the laws that apply to them. diff --git a/README.md b/README.md new file mode 100644 index 0000000..81ed2cf --- /dev/null +++ b/README.md @@ -0,0 +1,2 @@ +Project Gutenberg (https://www.gutenberg.org) public repository for +eBook #34261 (https://www.gutenberg.org/ebooks/34261) |
