diff options
| -rw-r--r-- | .gitattributes | 3 | ||||
| -rw-r--r-- | 36716-8.txt | 4110 | ||||
| -rw-r--r-- | 36716-8.zip | bin | 0 -> 80023 bytes | |||
| -rw-r--r-- | 36716-h.zip | bin | 0 -> 1332810 bytes | |||
| -rw-r--r-- | 36716-h/36716-h.htm | 4549 | ||||
| -rw-r--r-- | 36716-h/images/002a-t.jpg | bin | 0 -> 23253 bytes | |||
| -rw-r--r-- | 36716-h/images/002a.jpg | bin | 0 -> 209532 bytes | |||
| -rw-r--r-- | 36716-h/images/003.png | bin | 0 -> 932 bytes | |||
| -rw-r--r-- | 36716-h/images/005.png | bin | 0 -> 242 bytes | |||
| -rw-r--r-- | 36716-h/images/007a.png | bin | 0 -> 5928 bytes | |||
| -rw-r--r-- | 36716-h/images/007b.png | bin | 0 -> 752 bytes | |||
| -rw-r--r-- | 36716-h/images/009.png | bin | 0 -> 40183 bytes | |||
| -rw-r--r-- | 36716-h/images/022.png | bin | 0 -> 2946 bytes | |||
| -rw-r--r-- | 36716-h/images/023.png | bin | 0 -> 18346 bytes | |||
| -rw-r--r-- | 36716-h/images/040a-t.jpg | bin | 0 -> 19973 bytes | |||
| -rw-r--r-- | 36716-h/images/040a.jpg | bin | 0 -> 168935 bytes | |||
| -rw-r--r-- | 36716-h/images/053.png | bin | 0 -> 5983 bytes | |||
| -rw-r--r-- | 36716-h/images/054.png | bin | 0 -> 18811 bytes | |||
| -rw-r--r-- | 36716-h/images/088a-t.jpg | bin | 0 -> 23578 bytes | |||
| -rw-r--r-- | 36716-h/images/088a.jpg | bin | 0 -> 185496 bytes | |||
| -rw-r--r-- | 36716-h/images/092.png | bin | 0 -> 4064 bytes | |||
| -rw-r--r-- | 36716-h/images/093.png | bin | 0 -> 18308 bytes | |||
| -rw-r--r-- | 36716-h/images/109.png | bin | 0 -> 8235 bytes | |||
| -rw-r--r-- | 36716-h/images/128a-t.jpg | bin | 0 -> 14657 bytes | |||
| -rw-r--r-- | 36716-h/images/128a.jpg | bin | 0 -> 129821 bytes | |||
| -rw-r--r-- | 36716-h/images/174.png | bin | 0 -> 942 bytes | |||
| -rw-r--r-- | 36716-h/images/176.png | bin | 0 -> 17119 bytes | |||
| -rw-r--r-- | 36716-h/images/achter.png | bin | 0 -> 30994 bytes | |||
| -rw-r--r-- | 36716-h/images/cover-t.jpg | bin | 0 -> 26428 bytes | |||
| -rw-r--r-- | 36716-h/images/cover.jpg | bin | 0 -> 214463 bytes | |||
| -rw-r--r-- | 36716-h/images/rand-lb.png | bin | 0 -> 313 bytes | |||
| -rw-r--r-- | 36716-h/images/rand-lo.png | bin | 0 -> 313 bytes | |||
| -rw-r--r-- | 36716-h/images/rand-rb.png | bin | 0 -> 310 bytes | |||
| -rw-r--r-- | 36716-h/images/rand-ro.png | bin | 0 -> 315 bytes | |||
| -rw-r--r-- | 36716-h/images/rug-t.jpg | bin | 0 -> 6489 bytes | |||
| -rw-r--r-- | 36716-h/images/rug.jpg | bin | 0 -> 47231 bytes | |||
| -rw-r--r-- | LICENSE.txt | 11 | ||||
| -rw-r--r-- | README.md | 2 |
38 files changed, 8675 insertions, 0 deletions
diff --git a/.gitattributes b/.gitattributes new file mode 100644 index 0000000..6833f05 --- /dev/null +++ b/.gitattributes @@ -0,0 +1,3 @@ +* text=auto +*.txt text +*.md text diff --git a/36716-8.txt b/36716-8.txt new file mode 100644 index 0000000..9332756 --- /dev/null +++ b/36716-8.txt @@ -0,0 +1,4110 @@ +The Project Gutenberg eBook, Een verheugd volk en een jubelende stad, by +Johanna Maria Sielof + + +This eBook is for the use of anyone anywhere at no cost and with +almost no restrictions whatsoever. You may copy it, give it away or +re-use it under the terms of the Project Gutenberg License included +with this eBook or online at www.gutenberg.org + + + + + +Title: Een verheugd volk en een jubelende stad + + +Author: Johanna Maria Sielof + + + +Release Date: July 12, 2011 [eBook #36716] + +Language: Dutch + +Character set encoding: ISO-8859-1 + + +***START OF THE PROJECT GUTENBERG EBOOK EEN VERHEUGD VOLK EN EEN JUBELENDE +STAD*** + + +E-text prepared by the Online Distributed Proofreading Team +(http://www.pgdp.net) + + + +Note: Project Gutenberg also has an HTML version of this + file which includes the original illustrations. + See 36716-h.htm or 36716-h.zip: + (http://www.gutenberg.org/files/36716/36716-h/36716-h.htm) + or + (http://www.gutenberg.org/files/36716/36716-h.zip) + + + +----------------------------------------------------------------+ + | | + | OPMERKINGEN VAN DE BEWERKER: | + | | + | De tekst in dit bestand wordt weergegeven in de originele, | + | verouderde spelling. Er is geen poging gedaan de tekst te | + | moderniseren. | + | | + | Bladzijde-nummering is verwijderd. Afgebroken woorden aan het | + | einde van de regel zijn stilzwijgend hersteld. Voetnoten zijn | + | verplaatst naar het eind van de alinea met de verwijzing. | + | | + | Overduidelijke druk- en spelfouten in het origineel zijn | + | gecorrigeerd. Variaties in spelling zijn behouden. | + | | + | In het origineel cursieve tekst is weergegeven als _cursief_. | + | Vette tekst is weergegeven als #vet#. Uitgespatieerde tekst | + | is weergegeven als ~uitgespatieerd~. | + | | + | In het boek worden lage en hoge aanhalingstekens gebruikt. | + | Deze dubbele aanhalingstekens zijn in dit e-boek aangegeven | + | als »aanhalingstekens«. | + | | + | Aan het eind van dit e-boek volgt een overzicht van de | + | aangebrachte correcties. | + | | + | De illustraties zijn beschikbaar bij de html-versie van dit | + | e-boek op http://www.gutenberg.org | + | | + +----------------------------------------------------------------+ + + + + + +EEN VERHEUGD VOLK EN EEN JUBELENDE STAD.-- + +AUTEURSRECHT VOORBEHOUDEN. + +[Illustratie: DE KONINKLIJKE FAMILIE.] + + + + +Een Verheugd Volk +en +Een Jubelende Stad + + +door J. BRESSEN. + + +GEÏLLUSTREERD. + +[Decoratieve illustratie] + + + + + + +La Rivière & Voorhoeve +Zwolle. + + + + +VOORBERICHT. + + +_Het is mij een recht aangename taak een woord van waardeering te mogen +schrijven voor het boekske, dat hierbij den lezer geboden wordt._ + +_Een uitnemend plan is hier verwezenlijkt, een plan waarvan den +ontwerper, den heer _W. ten Have_, den bekenden boek- en kunsthandelaar +te Amsterdam, alle eer toekomt. Want, ik mag het hier wel zeggen, van +hem ging het uit._ + +_Maar ook, hoe voortreffelijk heeft Mej. _J. Bressen_ dat schoone plan +verwezenlijkt. Zij is geen onbekende, en toonde nog onlangs hoe +gewaardeerd werk zij geven kan. Ook nu weer heeft zij moeite noch zorg +gespaard, en iets goeds en loffelijks geleverd, dat haar recht doet +kennen in haar innige liefde voor ons Oranjehuis._ + +_De uitgave van zulk een boek, dat aan rijken inhoud ook schoonen vorm +moest paren, was wel toevertrouwd aan de hh. _La Rivière & Voorhoeve_ te +Zwolle. Hoe zij hun taak opvatten en volbrachten, daarvan kan zich elk +overtuigen._ + +_Hebbe dit boekske een voorspoedigen loop. Zij het velen in lengte van +dagen een gedenkboek, dat stemt tot dank aan God, en de liefde versterkt +voor het huis van Oranje, de jeugdige Prinses en de Vorstelijke Ouders, +wier vreugd en hoop Zij is._ + + Amsterdam, + November 1910. + A. J. Hoogenbirk. + +[Decoratieve illustratie] + + + + +INHOUD. + + + Bladz. + + I. Plannen 9 + + II. Van enkele Huldeblijken 23 + + III. 30 April 1909 54 + + IV. Van Hier en Daar. (Nà 30 April 1909) 93 + + V. Een Jubelende Stad. (Van 26 Mei-2 Juni 1910) 109 + +[Decoratieve illustratie] + +[Decoratieve illustratie] + + + + +HOOFDSTUK I. + +Plannen. + + +»Goed weer voor een flinke wandeling, meisjes!« zoo sprak op een ochtend +in het laatst van December 1908 een Française, de gouvernante eener vrij +talrijke familie te Amsterdam. + +Deze mededeeling viel niets in den smaak van 't drietal, dat zich juist +voorgenomen had den eersten vrijen dag te besteden aan het inpakken of +voltooien harer kerstgeschenken.... geen smeekbede, dat wisten ze bij +ondervinding, zou iets baten om Mademoiselle van haar voornemen af te +brengen. Zouden ze het Mama vragen? Neen, dat zou niets geven; Mama +vond altijd goed wat de juffrouw zeide, en dan was er kans, dat deze nog +boos werd op den koop toe. De vrees, dat bij den ongestadigen, natten +winter de wandeling in den namiddag onmogelijk werd, deed Mademoiselle +reeds om 10 uur de voordeur achter zich en haar drie discipeltjes dicht +trekken. + +»Mag ik even lezen wat daar is aangeplakt, Mademoiselle?« vroeg Ida, +toen ze alweer een winkel voorbijgingen, waar de menschen zich voor een +bulletin van Nieuws-, Handelsblad of Telegraaf verdrongen. + +»Hetgeen ge weten moet, zal Papa of Mama je wel meedeelen; berichten +van moord of diefstal enz. verlangt Mevrouw niet, dat ge onder uw oogen +krijgt, dat weet ge heel goed, Ida!« + +Zwijgend gingen allen verder en na ruim anderhalf uur ontsnapte een +zucht van verlichting aan Lize, toen ze met Ida en Dora op haar +slaapkamer kwam, om mantels en hoeden op te bergen. + +»Was ze maar met vacantie naar huis gegaan, dan konden we doen wat we +willen!« riep Lize uit. + +»Maar dan was de vacantie zooveel korter, en nu hebben we net zoo lang +vrij als de jongens,« merkte Dora op. + +»Och, de jongens hebben vrienden sedert ze schoolgaan; en jullie beiden +hebt ook je muzieklessen in de vacantie; gelukkig ben _ik_ daar af,« +aldus besloot Lize. + +»Wel meisjes, hebt ge aangenaam gewandeld?« vroeg Mevrouw aan de +koffietafel. »Het is zulk heerlijk droog weer als we in lang niet van +genoten, ik zou graag meê gegaan zijn, toen ik Mademoiselle op de trap +hoorde; maar ik had het te druk.« + +»Zeker met het pakjes maken, Mama! Heerlijkjes, hé, heerlijkjes! vindt +jullie het ook niet, jongens?« vroeg Dora. + +Juist kwam Papa binnen en Lize moest haar vraag: »Jongens! heb +je die bulletins ook gezien daar zooveel menschen voor stonden?« +terughouden, daar mijnheer aan tafel geen oogenblik te verliezen +had, zou de beursbengel hem niet verrassen. Ida en Lize moesten haar +nieuwsgierigheid bedwingen tot 's avonds de courant binnengebracht +werd; toen verdiepten zij zich zoo in allerlei geheimzinnigheden voor +25 December, dat zij het bulletin heelemaal vergaten. + +De zoo vurig verbeide 25e van Wintermaand brak aan en Dora moest, wegens +een zware verkoudheid, thuisblijven. Ze had zich nog al zooveel genoegen +van haar eersten kerkgang voorgesteld. Het rijtuig nam Mama en de zusjes +met Mademoiselle mede; de heeren en de jongens gingen te voet en Dora +wierp allen een vriendelijke doch verdrietige kushand toe. Maar ze wist +raad en ging zich troosten over haar gedwongen thuiszitten door een +nieuw schrijfboek te nemen en weldra vloog haar potlood over het papier. + +Zoodra ze wat schrijven kon, had ze zich vermaakt met het verzinnen en +opschrijven van geschiedenisjes, gewoonlijk alleen voor de ooren harer +poppen bestemd; een enkele maal viel zulk een geschrift een der zusters +in handen, die haar dan braaf met den inhoud plaagde. + +De onderwijzeres, die den meisjes les gaf in de Nederlandsche taal, de +geschiedenis en het rekenen, gaf Dora onlangs een schrijfboek met een +fraai bedrukt omslag, en dit besloot Dora voor haar historietjes te +houden. Heden werd het in gebruik genomen en zou, zorgvuldig in haar +kastje weggesloten, aan aller blik ontsnappen. + +»Wat bad de leeraar hartelijk voor onze Koningin, en hoe schoon, niets +gezocht, bracht hij die blijde verwachting te pas in de preek,« zei +Mevrouw onder de koffie. + +»Jawel!« antwoordde Mijnheer, en richtte tegelijkertijd zijn blik naar +de plaats, waar de jongeren zaten. Mevrouw zag daardoor de vragende +oogen van Ida en hoorde tegelijk Lize zeggen: »o, Mama! begreep ik het +goed, verwacht de Koningin een kindje?« + +»Ja, wist jij dat nog niet? Je hadt het kunnen lezen op de bulletins; +overal hingen ze; niet enkel in de sigarenwinkels,« zoo luidde de +inlichting van Gustaaf, den oudsten broeder, student in de rechten. + +»Nu, daar hebt je het eindelijk, wat Mademoiselle niet wou, dat we +lezen zouden; geen moord of zoo stond er op, dat zag ik best onder het +voorbijloopen; Jan en Louis, zulke kleintjes, wisten het eer dan jij +Ida! 't Is toch wat moois, altijd zoo gering....« + +»Stil Lize, Mademoiselle doet wat ik haar vraag, en kon niet weten wat +blij nieuws ditmaal per bulletin bekend werd.« + +»Ja, Mama, maar....« + +Een blik der gouvernante, die geen Hollandsch sprak, doch wel verstond, +hield Lize's woordenstroom tegen; toch kreeg zij een terechtwijzing, en +wel van Louis, den jongsten broer. »Zulke kleintjes! Hoe klein ben jij +dan wel, jongejuffrouw Eliza? Jan is 13, ik ben 11 en jij wordt gauw 10, +en durft ons zulke kleintjes noemen, pas op, hoor!« + +»Ondeugden! geen getwist op Kerstdag en dan nog wel, als het heele land +blijde is, omdat er een Prins of Prinses van Oranje verwacht wordt!« + +»Braaf gesproken, oudste zuster! Het zal 't hart van je aanstaanden man +goeddoen. Is hij soms familie van die Oranjeklanten, de Van Harens, jou +stoere Friesche baron?« + +»Ik geloof het niet, Gustaaf. Doch over deze heugelijke tijding schreef +Sjoerd mij nog niet, maar _ik zelf_ denk er zoo over.« + +»Zeker dank 't onderwijs onzer Hollandsche juffrouw, die met het Huis +van Oranje dweept;« veronderstelde Mevrouw, »maar we moeten danken; en +dan moet Dora een poos gaan rusten, anders kan ze van avond niet laat +opblijven, u denkt er wel aan, Mademoiselle?« + +De bespreking van het groote nieuws bracht in dit huis, gelijk overal +pennen en tongen in beweging; en op 2en Kerstdag vernam Dora's +poppengezelschap van haar mamaatje het volgende verhaal: + +»Er is een lieve Koningin, die woont met een Prins in een mooi paleis +in Gelderland. Dat paleis staat in een grooten tuin, en daar is een heel +lief Zwitsersch huisje in; die Koningin speelde daar, toen zij nog klein +was, met haar poppen, voerde haar duiven, plukte aardbeien en bessen in +het tuintje er om heen. Die Koningin hield alles zelf netjes in orde, +keurig hoor!--De Hollandsche juffrouw heeft het gezien meer dan eens +en ook eenmaal de duifjes van de Koningin uit haar hand laten eten! +Vindt jullie dat niet heel aardig?--Foei! je kijkt of het je verveelt, +Marietje, dan lees ik niet meer.--Die kleine Koningin werd groot en +heeft het alle dagen heel druk; behalve als ze op reis gaat, maar dan +moet die Majesteit toch nog o, zoovele brieven lezen en schrijven, +zoodat ze alle dagen wel 2 uur er voor noodig heeft. Op een keer kwam +die Koningin, 't is onze eigen lieve Koningin, waarvan ik je voorlees, +weet jullie, in Amsterdam met een blonden heer, daar was zij mee +getrouwd in den Haag. Toen was er hier een groot feest; maar daarvan zal +ik je later eens vertellen. Nu moet je goed luisteren, toen we verleden +jaar bij tante Anna waren, die zulk een snoezig klein kindje had en ik +altijd mocht komen kijken als zij dit liefje baadde, zei Tante op een +keer: »Ik wou toch maar, dat onze beste Koningin ook zoo'n lieverdje +kreeg, zoo'n poezelig dikkertje, als dit Heleentje is.« Ik vroeg aan +Tante, dat lieve schatje aan de Koningin te geven, ze is zoo zoet en +kraait al van pret. Tante, u houdt toch nog meer meisjes over, dan Mama +heeft en uwe zijn allemaal nog klein. »Gunst, neen, Dora! waar denk +je over!« riep Tante. »Ik zou Heleentje voor nog zooveel niet willen +missen. Neen, neen schatje! jij blijft bij Moes, wees maar niet bang, +dat ik je weggeef.« + +Maar vandaag vertelde de dominee in de kerk aan je tantes Ida en Lize, +dat er in dat mooie paleis een klein, lief kindje komt. Wat zal de +Koningin dan blij wezen! Ik hoop net zoo'n dikkertje als Tantes schatje. +Als jullie heel, heel zoet bent, zal ik het je dadelijk vertellen, +als het kindje er is; en als Mama het goed vindt, ga ik iets heel +verrukkelijk moois voor dat kindje maken. Ik weet nog niet wat.« + +Zoo eindigde de voorlezing aan het zestal poppen, doch die dametjes +hoorden nog vóór Nieuwjaarsdag, dat haar mama niets maken kon, mooi +genoeg voor een koningskind. Dat vonnis kostte Dora veel tranen. + +In het hoofdje van Dora ontstond niet alleen het plan om aan de +blijdschap van haar hart uiting te geven, als onze lieve Koningin een +kleintje kreeg; neen, weldra hoorde men van alle kanten in couranten +en circulaires, dat zich comité's vormden om H. M. een huldeblijk aan +te bieden ter gelegenheid dier verwachte, blijde gebeurtenis. + +Amsterdam en Enschedé zetten 't eerst hiervoor een plan op touw; +Haarlem, Rotterdam en Leeuwarden volgden na enkele dagen, evenals +Groningen en, hoe zou het anders kunnen, Apeldoorn en 's-Gravenhage. + +Daar zond men stukken en stukjes naar dagbladen, welker schrijvers +het betreurden, indien in een tijd van tegenspoed en werkeloosheid, +wanneer van de liefdadigheid zooveel gevraagd wordt, gelden zouden +bijeengebracht worden voor kostbare geschenken, en die schrijvers +meenden naar het hart van H. M. te spreken, als zij afrieden om aan +al zulke voornemens gevolg te geven. In verschillende kringen vond +dergelijk schrijven instemming; zoo besprak op zekeren avond in de +groote, warme keuken van Dora's ouders het dienstpersoneel deze zaak, +naar aanleiding van een stukje in een dagblad om zoo min mogelijk de +krachten te versnipperen, door tallooze comité's en comiteetjes te +vormen, en verder raadde het aan in het openbaar niet meer te schrijven +over deze kiesche zaak. + +»Nog een kopje thee Anton?« + +»Asjeblieft Alida. Heb je daar de krant van van avond al?« + +»Neen, van gisteren; heb je van de week gelezen wat ze aanraadde over al +die geschenken en comité's voor de Koningin?« + +»Het is maar heel goed,« viel de 3e meid in, »dat er een eind aan al +die gekheid komt, de Koningin kan best een wieg koopen en alles betalen +wat er noodig is. Waarvoor moet er zooveel geld weggegooid aan goud en +zilver, zijde en kant? Kan dat kindje niet gewoon opgebakerd worden? En +dan.... de menschen lijken wel gek met al hun plannen; ik heb nu al van +5 wiegen gelezen en 2 of 3 wagens en tafels en kasten en waschstellen; +de Koningin moest het verbieden; er is zooveel armoede en daarvoor wordt +niets gedaan; 't was heel wat beter al dat geld uit te deelen, dat zeg +ik maar! Daar heb je me zusters man, hij is al maanden thuis, ze leven +van giften en gaven en van wat zij met wasschen in huis verdient, ze kan +haar kleine kinderen toch niet alleen laten om uit werken te gaan; daar +komt ook weer een kleintje, wie denkt daar over?« + +»Wel jij, Greta!« sprak de werkmeid; »jij doet je best voor je zuster +en haar kinderen en jij maakt nog wel _wat moois_ voor het te wachten +kleintje; ik zal _wat warms_ er bij geven, als het er is, en je mag mijn +avondje hebben om er extra heen te gaan, als Mevrouw het goed vindt. +Maar je moet toch begrijpen, dat de geboorte van het kindje van de +Koningin een gebeurtenis is van groot belang voor ons heele land. Als +de Koningin eens stierf zonder kinderen na te laten, wie moest er dan +regeeren?« + +»Zou je graag onder de plak van Troelstra zitten en zijn vrindjes, zeg +Greta?« vroeg de knecht. + +»Nu ja, maar ik zeg, dat het schande is zooveel duizenden guldens weg te +gooien om van alles te maken, dat misschien nog bovendien nooit gebruikt +wordt, zeggen ze,« hield de aangesprokene vol. + +»Hier is de courant van vanavond, zoek eens gauw op hoe de Koningin het +maakt, Anton; ik hoop zoo, dat zij wèl mag blijven; wat zal ze blij +wezen en Koningin Emma ook, als die grootmoeder wordt.« + +»Daar heb je het al: Een brief van den secretaris der Koningin! De +knecht las dien in zijn geheel voor.--Zie je nu wel Greta, dat de +Koningin niet hebberig is, en wel echt weet, dat er veel behoeften +zijn, nu wil de Koningin hebben, als men _al_ het geld niet voor +liefdadigheid geven kan, dan toch een deel.« + +»Anton, waarom kunnen ze niet alles geven?« vroeg de werkmeid. + +»Wel, zie je, als wij nu met ons allen geld wegleggen voor een +huwelijksgeschenk voor de juffrouw, zou je het dan goed vinden als +Mevrouw op den bruidsdag zei: Ik vind het heel aardig, dat jullie +zoo voor een mooi cadeau opgespaard hebt, maar op dat dorp, waar de +juffrouws baron woont zijn eenige huisjes, waarin armen voor niets +wonen, die huisjes moeten opgeknapt worden, geeft daarvoor dat geld nu, +en koopt geen zilverwerk, voor mijn dochters huishouden, ze krijgt al +zooveel moois en....« + +»Neen, neen, dat zullen we nooit goedkeuren, die armenhuisjes komen toch +wel in orde, daarvoor hebben we niet opgespaard!« riepen allen. + +»Daar heb je nu net zoo'n geval, als waarover jij, Greta! je ergert +en Heintje nagedacht heeft. De Koningin laat daarom haar secretaris +schrijven: »Daar de vriendelijke bedoeling der gevers en het bewijs van +aanhankelijkheid voor H. M. hoofdzaak is, het H. M. veel genoegen zou +doen, indien het mogelijk ware, een gedeelte der gelden, ingezameld +voor dit doel, een bestemming te geven ten behoeve van liefdadige +instellingen.«--We zullen er, als alles klaar is wel meer van hooren,« +besloot de voorlezer.-- + +»Staat er anders niets over de Koningin zelf in, zeg Anton?« + +»Ja, hoor eventjes, maar val me niet in de rede, ik moet 't theegoed +wegruimen. »H. M. dejeuneert dagelijks bij de Koningin-Moeder, en doet +kleine wandelingen voorafgegaan door een heer, vergezeld van een hofdame +en gevolgd door een lakei.«--Zoekt zelf maar verder, meisjes.«--En weg +was de knecht, binnen hoorde hij hetzelfde onderwerp behandelen, doch +natuurlijk deed hij, als verstond hij er geen woord van. + +[Decoratieve illustratie] + +[Decoratieve illustratie] + + + + +HOOFDSTUK II. + +Van enkele Huldeblijken. + + +»Mama, Grootmama noodigt Ida en mij te logeeren, om haar 70en verjaardag +te helpen vieren;« aldus Gustaaf met een brief in zijn hand. »Zet u maar +geen ernstig gezicht over die 3 of 4 dagen verzuim van de lessen; zij +bleef den heelen winter wel; zij miste er geen een. Grootmama zal haar +meenemen om de Haagsche wieg te gaan zien.« + +»Mama, niet eerst aan Mademoiselle vragen, laat Guus dadelijk Grootmama +berichten, dat zij komen; Ida zal zóó verrukt ophooren: Eenig, eenig! +zal ze juichen; zeg nu gauw ja, Moedertje!« zoo pleitte de oudste +dochter. + +En Ida juichte, toen ze aan de thee vernam van het ongedachte +uitstapje; al kostte het Mevrouw en den twee grooten eenige moeite, toch +zwegen ze van de wieg, om zelven later temeer van Ida's opgetogenheid te +genieten. + +Gezellig zaten Ida en Gustaaf in Grootmama's ouderwetsche, doch +huiselijke zitkamer met haar aan de thee en spraken over het ontmoeten +der vele bloedverwanten, die den vorigen dag ter eere van den 70en +verjaardag gekomen waren. Allen, kleinkinderen, kinderen niet het minst, +verheugden, zich over den welstand der oude mevrouw, die lang niet +altijd een kalm leventje had geleid, en toch nog zoo kras mocht heeten. + +»Grootmama, heeft u heusch 11 kinderen gehad? Ik kan niet meer dan 7 +ooms en tantes vinden en Papa er bij dat is 8.--Zijn er van uw kinderen +3 gestorven?« + +»Ja, Ida; ik heb bij mijn eigen kinderen ook 'n Ideletta gehad, die +werd 20 jaar en stierf aan typheuse koorts met longaandoening; 'n Jacob, +die op 14-jarigen leeftijd aan hersenziekte overleed, en een Willem die +een jaar ouder was dan je Papa; hij werd maar 11 weken en bleef in een +stuip. De Heer had je Grootpapa nog gespaard; ik behoefde zoo zeer zijn +steun bij elk dier sterfgevallen.« + +De oude mevrouw zweeg lang, zoodat Ida begon te vreezen, dat zij door +haar nieuwsgierigheid haar goede grootmoeder smart had aangedaan; zij +keek bedrukt van haar werk op en staarde in de grillige vlam van het +turfvuur in den wijden schoorsteen. + +»Kind, waar peins je over? Gustaaf is verdiept in zijn courant, waarvan +hij al het nieuws voor zich houdt; en jij, praatgraag, zegt niets.« + +»Grootmama, ik dacht, dat ik u verdriet had gedaan met mijn vragen, het +zou mij werkelijk spijten.« + +»Neen, kindlief! mijn overleden man en kinderen vergeet ik nooit en mis +ik nog altijd, doch ze zijn in den Heer ontslapen en dat troost mij.« + +»'t Moet toch vreeselijk akelig wezen om dood te gaan, denkt u ook +niet?« + +»Je Hollandsche juffrouw zou zeker zeggen: »Ida, Ida, je moest zeggen: +Dunkt het u ook niet? En is dat nette taal _doodgaan_?«« vroeg Gustaaf, +die zijn courant neergelegd had. + +»Guus! ik ben hier niet in de leerkamer, gelukkig niet! Die Hollandsche +lessen zijn wel de prettigste; maar onmogelijk kan ik altijd op mijn +woorden letten.« + +»Zou je graag nagewezen worden voor slecht Fransch, leelijk Engelsch, +onnauwkeurig gesproken Duitsch, petekind?« + +»O, neen, Grootmama, maar Hollandsch hoeft zoo mooi niet.« + +»'t Is goed, dat H. M. je niet hoort, meisje! Die vindt het bepaald +noodig, dat Nederlanders hun taal goed spreken; ik wou dat je al +uitgingt en je Mama je aan het hof liet voorstellen, dan zou je eens +hooren, niet alleen die lieve stem der Koningin, maar ook hoe zuiver Zij +onze mooie moedertaal uitspreekt. Heeren zijn soms in de gelegenheid +H. M. bij officiëele gelegenheden een toespraak te hooren houden. Zij +roemen de Koningin altijd, omdat Zij zoo duidelijk en van pas spreekt; +gelukwenschen en aanspraken degelijk beantwoordt; de Koningin kan vooraf +niet bedenken wat Zij zeggen zal, want wie vertelt Haar wat de betrokken +burgemeester, president enz. te berde zal brengen; neen, Ida, ge moet +het Nederlandsch liefhebben en daarom eeren en goed spreken.« + +»Grootmama, u spreekt naar mijn hart, wij, studenten, hebben een +reciteer- en declameerclub met het doel goed en voor de vuist ons over +allerlei uit te drukken; en om u te plezieren, wil ik er wel bijvoegen, +dat ik mijn best doe de platte taal, die velen tegenwoordig mooi vinden, +te weren.« + +Grootmama zag haar oudsten kleinzoon zeer tevreden aan en drukte even +zijn stevige hand, die hij haar zoo gul toestak; daarop wendde ze zich +weer tot Ida en zei: »Als je nu belooft nooit meer zoo gering van onze +taal te spreken, dan mag je morgen iets zien, dat H.M. gaat gebruiken. +God geve het naar ons wenschen en bidden,« voegde de oude dame er bij.-- + +»Iets dat de Koningin gaat gebruiken, wat bedoelt u, Grootmama?« + +De blik van verstandhouding met Gustaaf gewisseld, ontging het jonge +meisje niet; toen de oude mevrouw antwoordde: »Waarin zal de Prins of +Prinses over dag rusten? Immers in de Haagsche kamerwieg, meisjelief, +die mag je morgen gaan zien.« + +»Wat, Grootmama! Ik? Dat kan immers niet, ik heb er niet aan +bijgedragen. We wonen niet in Zuid-Holland. Mag ik heusch?« + +»Ja, heusch! Hoe het kan is mijn geheim, je mama en Gustaaf hebben dit +geheimpje ook goed bewaard, dat merk ik wel.--Nu, Gustaaf was geen zoon +van mijn Hendrik, als hij niet zwijgen kon.« + +»Heerlijk, eenig, verrukkelijk!« jubelde Ida, die even opsprong en +Grootmama eens pakte, op gevaar af den ouden, mageren hals pijn te doen. +»Welk een genotje! hoe lief van u bedacht; u is toch een echte +grootmama! dat zeg ik maar!« + +»Het is goed, dat ik niet alle dagen voor een verrassing van een echte +grootmama omhelsd word;« zeide Mevrouw, terwijl ze de kanten slippen +harer muts terecht schikte. + +»Ik wou u geen pijn doen, maar 't komt zoo onverwacht, 't is de eerste +wieg, die aangeboden wordt. Ik zal morgen dadelijk naar huis schrijven, +dan weten ze het nog vóór de courant komt.« + +Ida was zoo goed als haar woord. + + DEN HAAG, 3 April '09. + + _Lieve Lize en Dora._ + +Jullie dacht niet, als ik maar 4 dagen wegbleef toch een brief van +mij te krijgen, maar ik wil je gauw vertellen wat ik van middag gezien +heb. Raden kan het niemand.--De kamerwieg van den Haag en Zuid-Holland +(behalve Rotterdam)! Eerst dacht ik er staat niets dan ragfijne kant; +maar ik lette goed op en luisterde naar de freule, die uitleg gaf.-- + +De eigenlijke wieg is van zeer mooi mandenwerk, van buiten en van binnen +versierd met een kanten strook, over de kap zitten kanten strooken en +ook langs de gordijntjes. De sprei, heeft middenin een koninklijke +kroon, is van duchesse applicatie op licht blauw fluweelen ondergrond, +om de fijnheid. De randen der kanten vertoonen oranjebloesems met +oranjeappeltjes. De motieven voor dit mooie kantwerk zijn naar een +oude Argenton kant door Jhr. E. H. van Loon, den voorzitter der +kantwerkstersschool, daarvoor geleend. Tesselschade (niet de echte, dat +weet jelui wel!) borduurde in beelderig, dicht Fransch werk de lakentjes +en sloopjes en de wit satijnen deken. Alles is opgemaakt door: »Arbeid +Adelt.« Onder al dit moois staat een voetstuk van opengewerkt hout, +met vergulde, bronzen bas-reliefs. Het voor- en achterstuk (die zijn +maar kort) vertoonen vóór, spelende kinderfiguurtjes en achter, de +koninklijke kroon; dit heele onderstel is wit gelakt, versierd met +beeldhouwwerk, dat men met poedergoud verguld heeft. + +Het is eenig mooi en alles zoo rijk en toch zoo luchtig en sierlijk; ik +hoop maar, dat de Amsterdamsche wieg net zoo, liefst nòg fraaier wordt, +als dit mogelijk is. + +De Koningin zal wel heel vroolijk kijken. Het heerlijkste zal toch wel +wezen, als zoo'n lief, rose kindje daar tusschen die mooie lakentjes, +op dat lieve kussentje ligt te slapen, misschien steekt het wel eens, +net als Dora deed, op een keertje een blootgewoeld voetje tusschen de +dekentjes uit. Zou jullie niet graag eens in die kinderkamer met al dat +moois gaan kijken? Ik wel, dolgraag; maar dat is alleen een genotje voor +de hofdames. + +Nu, gegroet! veel liefs aan Papa en Mama en jullie allen van Grootmama +en van mij; tot overmorgen! Dan kom ik weer meê zuchten en brommen over +al de lessen. + +O ja! mijn beleefde groete aan Mademoiselle. + + Je zus Ida. + +»Mevrouw, de kastenmaker,« aldus diende Anton den knappen schrijnwerker +aan, die sedert verscheidene jaren de familie bediende. Tot schrik +van Mademoiselle, tot blijdschap van het drietal, moest Mevrouw met +Gladschaaf in de leerkamer raadplegen over een ouderwetsche kast +daar; en Mevrouw kwam niet alleen, ook een familielid, uit Engeland +overgekomen, verlangde over zulk een pronkstuk te worden ingelicht. + +»Zulk werk wordt niet meer vervaardigd, is het wel?« vroeg +laatstgenoemde. + +»Neem mij niet kwalijk, Mevrouw, als de dames er het geld voor over +hebben, dan kunt u tegenwoordig nog veel schooner stukken van +werkmanskunst bekomen. De werktuigen en gereedschappen zijn veel +verbeterd en de schrijnwerker, die zijn vak verstaat en er pleizier in +heeft, kan door tijdschriften en afbeeldingen zich op elken stijl, dien +hij verkiest, toeleggen; maar daar de levenswijs duurder is en de loonen +hooger zijn, moet er voor mooi en degelijk werk meer betaald worden, +dan vroeger. Ik ben blij over het mooie ontwerp voor de Amsterdamsche +wieg en wat ik van de Friesche kast las, deed mij watertanden om ook +mijn krachten aan zoo'n bewijs van Nederlandsche vindingrijkheid te +beproeven. Als u er mij een bestelt, zult u in Engeland er om benijd +worden, Mevrouw!« + +De Engelsche dame, die veel in haar grootouders vaderland vertoefde, +verstond alles wat Gladschaaf zeide en vroeg hem nu haar iets te +vertellen, over de meubelen, die H. M. voor de kinderkamer reeds +ontvangen had of die bijna gereed waren. Dat niet alleen _haar_ ooren, +maar ook die der meisjes gretig toeluisterden, dat zelfs Mademoiselle +aandachtig den jongen man aanzag, bevreemdde Mevrouw niet; want met vuur +ging hij voort: + +»Mevrouw, door mijn bekendheid met vele patroons ben ik in de +gelegenheid u op de hoogte te brengen. In den Bosch zag ik een +kinderkast, uit rozenhout, geheel vervaardigd naar de afmetingen, welke +men ingewonnen had. Ze is een modelstuk, stijl Lodewijk XVI. Ze doet +den vervaardiger, Dirks, alle eer aan. De kleedtafel uit Gelderland met +zilver beslag, die H. M. vooruit beloofde te zullen aanvaarden, steekt +niets af bij de kinderkleedtafel uit de provincie en stad Utrecht; deze +is van Cubaansch mahoniehout en in wit ivoor geschilderd. + +De jongejuffrouwen zullen het wel aardig vinden, dat »Arbeid adelt« +een matrasje er bijvoegde voor de kleedtafel met een doos sloopjes. +Het waschgerei is van zilver: spons- en zeepdoos, kom en kan alles met +parelrandjes afgezet. H. M. roemde van al de voorwerpen de fraaie en +welgeslaagde uitvoering als proefstukken van Utrechts nijverheid.--Doch +Mevrouw ik zou u te lang ophouden, als ik zoo voortging; zal ik de +kastdeur morgenmiddag komen uitnemen? Hier kan ik die herstelling niet +verrichten, zal ze goed wezen.« + +»Wat krijgt de Koningin veel geschenken, vinden jullie het ook niet,« +riep Dora, na het vertrek van Gladschaaf. »O, hij heeft er geen tiende +part genoeg van verteld, alle avonden staan de couranten vol over +aangeboden of ten toon gestelde huldeblijken,« zei Lize. + +»Mademoiselle, we gaan _onze wieg_ toch allemaal zien, niet waar?« + +»Onze wieg, wou je er soms ook eens in Dora?« spotte Ida. + +»Och, kom; de wieg van Amsterdam is onze wieg en die wordt de mooiste en +dat is maar goed ook, want Amsterdam is Amsterdam!« + +Mademoiselle en de zusjes lachten allen even hartelijk over die +redeneering der kleine meid; deze, door die vroolijkheid niets uit +het veld geslagen, ging voort: »Het is heerlijk, zegt de Hollandsche +juffrouw, dat het heele land blij is met de Koningin, want zoo'n kindje +is er nog nooit in ons lief Oranjehuis geweest.« + +»Maar Dora, zoo kan de juffrouw dit niet gezegd hebben!« + +»Maar ze meende het wel zoo, niet waar Mademoiselle? U hoorde het toch +ook.« + +De aangesprokene achtte het beter hier niet op in te gaan en zette ieder +weder aan het werk. + +»Zeg, Doraatje! weet je dat het kindje kleine meubeltjes krijgt? +Apeldoorn geeft ze; kastje, tafeltje, stoeltjes alles wit gelakt en met +gebattikte kussentjes, wat zal het lief staan. Ze zijn allemaal klaar en +blijven op Apeldoorn, maar een photographie er van met een oorkonde is +aan de Koningin gezonden.« + +»Wat moet het oor van de Koningin met die photographie doen, Jetje?« +Allen proestten het uit; de lachbui bedaard, legde Mevrouw het haar +kleine meid dus uit. »Een oorkonde is een zeer fraai geschreven brief, +waarin staat aan wie men dit bijzonder geschenk geeft en waarom men dit +doet en wie de gevers zijn; een _konde_ is een bekendmaking, die het +_oor_ moet hooren, vat je het Dora?«--»Ja, Mama.« + + * * * * * + +»Wel Coosje, ge moet eens vlug den kleinen koffer pakken, en met Mientje +een dag of 8 naar Middelburg gaan,« zoo sprekende zette Gladschaaf zich +aan het middagmaal. + +Met haar oogen in stomme verbazing op haar man gericht, liet zijn Coosje +de schaal dicht, waarvan ze juist den dekselknop in haar hand vatte. +»Wat zeg je, Ferdinand? Ik moet 8 dagen op reis met Mientje?--En jij +dan? Wie zal voor jou zorgen? Wie de klanten te woord staan als je bij +de dames verslag uitbrengt over de huldeblijken? Ik naar Middelburg, zoo +in eens maar; wat moet ~ik~ daar doen?« + +»Wat je daar doen moet? Wel gaan zien af de Zeeuwsche wagenmaker naar je +genoegen gewerkt heeft voor H. M.; je wordt er nog wel per briefkaart +voor uitgenoodigd.« + +»Nu begrijp ik er heelemaal geen woord meer van, een uitnoodiging van +een wagenmaker uit Zeeland; ik ken er geeneen, dat ik weet.« + +»Luister dan: Hierbij wordt u, juffrouw Gladschaaf geb. den Blaauwe, +uitgenoodigd den kinderwagen, het huldeblijk der Zeeuwsche vrouwen voor +H. M. bij gelegenheid der blijde gebeurtenis den zooveelsten ..... te +Middelburg daar en daar te komen bezichtigen.« + +»Waar staat dat allemaal op, Fer?« + +»Op deze kaart, die ik je daar voorlees, als antwoord op je postwissel +van 3 Februari.« + +»Ik zou een postwissel naar Middelburg gestuurd hebben, neen, man! dat +is niet waar.« + +»Man en vrouw is één; is het dan niet goed, als de man, wetende dat zijn +vrouwtje in hart en nieren een Zeeuwsche blijft, tijdig zorgt, dat +namens haar een postwissel voor dit schoone doel inkwam?«-- + +Dat 't vroegere Walchersche boerinnetje opsprong, haar man eens kuste, +dat het klonk, spreekt van zelf; niet minder dat zij ooren naar dit +reisje had; ze vernam nu hoe haar jongste schoonzuster reeds beloofde, +haar plaats in dien tijd zooveel mogelijk te vervullen. + +»Krijg ik nu nog wat op mijn bord, vrouwtje?« vroeg Ferdinand, toen +Coosje, nog vol gedachten, weer op haar plaats zat. + +»Zeker, man, maar het is haast te mooi om te gelooven, en Mientje is pas +4 en mag zoo ver op reis!«-- + +»Ja, ja! ze begint vroeg; maar het is uit liefde voor Oranje, vergeet +dit niet; die liefde is jou toch aangeboren? Alle Veersche menschen zijn +Oranjeklanten niet waar? En dat wil wat zeggen, al de inwoners van zoo'n +groote stad!« + +Coosje hief haar vinger op met de woorden: »Wat ben je weer aan het +plagen!« maar keek toch even blij en ging na het eten eens gauw alles +bij haar schoonouders bespreken. + +»Wel vader, las u in de courant, dat de Times eens goed vond ons geluk +te wenschen, nu we een troonopvolger mogen verwachten?«--vroeg Ferdinand +op een avond. + +»Neen, jongen. Wat reden had die Londensche krant daarvoor?« + +»De Times telde op, dat er 36 pretendenten (hoe gek hè?) of +rechthebbenden, (al even dwaas!) voor den Nederlandschen troon zijn; en +dan gaat het blad niet verder terug dan tot Prinses Carolina, de dochter +van Willem V.« + +»God geve ons een Prins of Prinses, dat bid ik alle dagen,« zei moeder +Gladschaaf; »en make,« ging zij voort, »Koningin Wilhelmina een even +verstandige moeder als Koningin Emma was.--Want uitstekend is de +Koningin opgevoed, dat zeggen alle menschen, die het weten kunnen. Denk +eens Koningin Emma kwam even als Coosje en onze meisjes uit een groot +gezin, en huwde een Vorst, 41 jaar ouder dan Zij. Koningin Emma moest +zich geven en tevens inleven in vreemde toestanden in een ander land +aan een Haar onbekend hof; en toen ons dierbaar Prinsesje geboren werd, +viel de belangrijke taak Harer opvoeding zeker niet gemakkelijker, omdat +Z. M. toen nog een volwassen zoon bezat, den 2en Prins van Oranje, +Alexander; maar een dochterken had de Koning nooit gehad; een oud man, +die grootvader kon wezen, bemint zoo'n lief poppetje meer en heel anders +dan een jeugdig vader doet; toch voedde Koningin Emma Haar eenig Kind, +vergeet het niet, Haar Eenige! voortreffelijk op. + +Daarbij wijdde Zij zich aan de verzorging des Konings, die na Mei '87 +het Loo niet meer verliet. Koningin Emma #gaf zich zoo#, dat H. M. +een kamerheer zond, toen Prinses Helena van Waldeck-Pyrmont, Haar +doorluchtige Moeder zwaar krank lag, want H. M. kon den Koning niet +verlaten. Prinses Helena overleed en ook ter begrafenis liet Koningin +Emma zich vertegenwoordigen.« + +»O vader,« riep Coosje, »dat is net als in 't mooie lied: Van een +Koningsvrouwe.« + +»Ja, ja,« riep Margreet, »zing jij, dan speel ik.« Ze liep naar het +orgel, Marie zocht fluks het stuk op, en Vader en Moeder hoorden met +innig genot deze onverwachte uitvoering aan. + + Die oude grijze Koning, hij werd zoo mat, hij werd zoo krank; + Aan 't leger lachte het dochterkijn, + en de Vrouwe, Zij reikte Hem medicijn, + Veel dagen en maanden lank. + Doe stierf de grijze koning, 't was bij zijn open graf, + Dat met een kus de Vorstenvrouwe + Den schepter van goud, omfloersd van rouwe + Aan het blozende dochterkijn gaf. + Het dochterken gaf den gouden, den zwaren schepter haar weer. + »Och Moeder,« (zei ze) »dat gij hem bewaar! + Voor ik groot zal zijn komt nog zoo menig jaar, + Ik ben nog zoo jong en zoo teer.« + Doe heerschte die Koninginne, al over het land bij de zee; + En het zeevolk zingt: »Ja, dat blonde kind + Het wordt er zoo vurig van ons bemind, + Maar wij minnen de Koningsvrouw meê. + Wij zweren dat blonde Koningskind de trouwe in vreugde en in smart, + Maar de bruid uit het land, waar de bergen zijn, + Die Koningsvrouwe zoo fier en zoo rein, + Zij heeft er gevangen ons hart!--« + +[Illustratie: DE JULIANABRON, op den Dam te Amsterdam. + +(Bij gelegenheid van het ~eerste~ bezoek van Prinses Juliana.)] + +Coosje met haar zuivere stem had met haar gansche hart uit volle borst +gezongen. + +En nadat het drietal nog eenmaal het fraaie lied van Boele van +Hensbroek[1] nu ook met het eerste vers gezongen hadden vroeg de +grootvader: + +[1] »Van eene Koningsvrouwe.« Lied voor eene zangstem. Woorden van + P. A. M. Boele van Hensbroek. Muziek van Arnold Spoel. Uitgegeven + bij G. H. van Eck te 's Gravenhage. + +»Weet jullie het nog, kinderen, hoe op 31 Augustus 1898, wijlen Ds. +W. H. Gispen in den dankstond zeide: »Huis en goed zijn een erve der +vaderen, maar een verstandige vrouw is van den Heere; en die verstandige +vrouwe bleek onze Koningin Emma, voor wijlen Z. M. Koning Willem III en +nu reeds bijna 8 jaar lang voor heel ons land!«« + +»O, ja, vader! #ik# weet 't nog best, de tekst was,....« ging Marie +voort. + +»Kinderen!« viel de moeder in, »Moge Koningin Emma een zeer blijde +toekomst tegengaan, wanneer haar lief eenig kind #Moederweelde# mag +smaken!« + + * * * * * + +En Coosje toog met haar dochtertje naar Middelburg; bij het zien van +den wagen[2] riep de kleine meid, op moeders arm gezeten: »Moesje waar +is 't Pinsesje?«--»Dat is nog te klein om in een wagen te zitten, +liefje,« zei een dame die het hoorde. + +[2] De wagen is met ivoor bekleed, gevoerd met wit satijn; de krukken + enz. zijn verzilverd, het Zeeuwsche wapen aan den eenen, de + koninklijke kroon aan den anderen kant, zijn van echt zilver. + De kap, van wit chroomleder, heeft een kanten rand en onder den + wagenrand van binnen zit ook een kant; alles fijne echte kant te + Nieuw-Naemen bij Clinge vervaardigd. Twee lakentjes, een sloopje, + een onder- en een bovenkleed, benevens een wit satijnen spreitje en + zelfs een zilver wagenkruikje waren er bijgevoegd en nog bleven er + gelden over voor een liefdadig doel. + +Op de thuisreis miste Coosje haar aansluitenden trein te Rotterdam, doch +terwijl ze zich beklaagt en den stationschef vraagt, wanneer zij nu moet +vertrekken en hoe laat ze dan thuis kan komen, ziet zij een harer tantes +op haar toestappen met een: »Wel, wel! (op zijn Zeeuwsch bel, bel!) hoe +kom jij hier, kind?« + +Die vraag is spoedig beantwoord; Tante stelt nu voor naar Coosjes huis +te telegrafeeren, dat zij tot morgenmiddag in Rotterdam blijft, dan ziet +ze Oom en de neven en nichten ook weer eens. Zoo gezegd, zoo gedaan. + +Onder den maaltijd liep het gesprek over niets anders dan over Zeeland, +Zeeuwsche bloedverwanten en .... den Zeeuwschen kinderwagen. + +»Coosje, het is jammer, dat je gisterenmorgen niet hier waart, toen was +het Rotterdamsche kinderservies te zien. Vader had je wel een +kijkkaartje bezorgd. O, het is zoo mooi!« + +»Is het dan al klaar?« + +»Ja, al verzonden. Met het blad mee 10 stuks alles gedreven mat zilver, +werk van den bekenden kunstenaar Zwollo, het versiermotief is een +oranjetak met massief gouden appeltjes; aan de achterzijde het wapen der +stad en: »Aan H. M. Koningin Wilhelmina aangeboden door de vrouwen van +Rotterdam April 1909.« Het sluitornament is een oude munt met de spreuk +»Orange fleurira.«--Het wordt geborgen in een doos van onderscheidene +kostbare Indische houtsoorten vervaardigd. De Industrieschool zorgde +voor 12 keurig bewerkte witte servetjes en Tesselschade gaf een dozijn, +versierd met borduurwerk, voorstellende de kleederdrachten.« + +»Weet jullie nog, welke stuks het servies vormen?« + +»Ten naastenbij wel: Melkkan, beker, plat- en diepbord, servetring, +vork, lepel en nog...... ik meen een opscheplepel of eetschepje.« + +»Gunst, wat zal dat alles schitteren, als het op tafel staat!« + +»Ja, Coosje, maar je moet denken bij de Koningin is alles nog prachtiger +dan bij de rijke lui.« + +Coosje genoot volop van haar Zeeuwsche familie dien avond te Rotterdam; +en kwam goed op tijd aan het station en bereikte Amsterdam, toen juist +haar oudste schoonzuster ook uit den trein stapte. + +»Wel Margreet hebben we samen gereisd? hoe jammer dat ik je niet zag; +waar ben je ingestapt?« + +»Te Haarlem, ik heb niet naar je uitgezien, want je zoudt gisteren +thuiskomen. Ik ben een weekje naar Haarlem geweest bij mijn peettante +ook om het papstel voor het Koningskind te gaan zien. Ten Boom heeft het +vervaardigd en H. M. heeft in Haar bedankbrief dit voortbrengsel der +Haarlemsche kunstnijverheid zeer geroemd.« + + * * * * * + +Honderde menschen, beter gezegd: dames, kinderen, jonge meisjes, vrouwen +van allerlei stand en leeftijd stroomden uren lang door de Doelenstraat +en verdwenen in en verschenen weer uit de veilingzalen van Frederik +Muller, om haar huldeblijk voor H. M. te gaan zien en, hoe kon het +anders? te bewonderen. + +Daar stond dan de Amsterdamsche wieg! Hoevelen sloegen met innige +bewondering haar gade! Ja liefdevolle blikken zag men, van haar, die +zich voorstelden hoe koninklijk de lieve kleine, met zooveel vreugde +verbeid, daarin rusten zou. Menige zucht ontglipte aan deze en gene +moeder, die aan haar eigen thans ledige wieg dacht, en die zucht +vertolkte zich in een bede, dat God de Heere H. M. een welgeschapen, +gezond kindeken mocht geven en laten behouden. + +Koninklijk zal de Prins of Prinses rusten tusschen die plooien van het +crème-zijden behangsel, vastgehouden door een vergulden, metalen vogel, +wiens snavel een edelgesteente draagt; en die vogel vormt de bekroning +van een helmvormig, fraai bewerkt hemeltje. Eer een jaar voorbijgegaan +is gluren een paar lieve kinderoogjes, naar we hopen, op de wit en +geel zijden borduursels der voering van het overkleed; daarin waakt +zinnebeeldig reeds de Nederlandsche leeuw, in gezelschap van lonkende, +flonkerende sterren over de daartusschen gevoegde oranjeappeltjes, en +het gebed en de liefde van Neêrlands volk smeekt God om bescherming van +het telgje, aan het Koninklijk gezin en onze natie geschonken. + +Zes zuiltjes, door een kruis verbonden, schragen den korf, fraai +ciseleerwerk versiert èn zuiltjes èn metalen banden van den korf. Geheel +opengewerkt, versierd met gedreven metaal, zijn de openingen tusschen de +verticale paneeltjes, gevoerd met grijs fluweel, geborduurd met goud, +alles in overeenstemming met snij-, ciseleer- en drijfwerk. Met fraai +bewerkte kant is de binnenzijde der voering omzoomd. + +Nog heel wat zinnebeelden, behalve de aanwezigheid van den geborduurden +Nederlandschen leeuw, zijn aan die wieg te vinden. Van rozehout is ze, +afkomstig uit Suriname, dus reeds heeft West-Indië een product voor den +Vorstentelg geleverd. En van dat rozehout is een kruis gevormd, +onwillekeurig lispelt de mond: + + »Een kruis met rozen + Is 't menschenlot. + Is 't rijke leven + Uw gave, o God.« + +Ja, het kruis zal ook Prins of Prinses niet gespaard worden; geve God +slechts daarbij het geloof in den Gekruiste, Die alleen het kruis ter +verzoening torschte, in Wien zoo menige Prins en Prinses uit het Huis +van Oranje-Nassau geloofde en voor Wien hun heldenbloed vloeide!-- + +Zes zuiltjes dragen den korf, moge liefde tot God en het ons van Hem +geschonken vorstenhuis steeds een der zuilen van ons volksbestaan +zijn; dan zullen liefde tot den naaste tot recht en gerechtigheid, +weldadigheid en moed ook hechte stutten blijken van den troon, gelijk +de wijze Salomo reeds schreef: »Een koning houdt het land staande door +het recht.« »En door weldadigheid ondersteunt hij zijnen troon.« + + * * * * * + +Te lang reeds mijmerden wij bij die vorstelijke wieg, welke op 5 April +door de werklieden van »De Ploeg« naar 's Gravenhage werd gebracht; +keeren wij thans naar onze vrienden in Amsterdam terug. + +»Wel Dora, hoe vindt je nu _onze_ wieg?« zei haar Papa; »zou je nog +altijd graag op eens een klein kindje in huis willen vinden, om dit dan +in zoo'n wieg te leggen?« + +»Neen, Papa! dat #kan# niet, dat #mag# niet; zulk een wieg, met zooveel +moois, hoort alleen in een paleis, bij een koningin!« + +»Knap gesproken kleintje!« viel Gustaaf in. »Doch daar is Anton met de +brieven. Wat 'n dikke, Jet, voor jou, natuurlijk uit Friesland; als je +mij hem niet lezen laat, krijg je hem niet;« plaagde Jan. + +»Ik zal er je wat uit voorlezen als je hem mij gauw geeft; maar gauw +dan, zeg ik je.« + +»Wat een gevaarlijke belofte doe je daar, kind.« + +»Och, Papa....« + +»Zie zoo! daar heb je hem, vlug openmaken en voorlezen óók, je hebt het +beloofd.« + +»#Wat# er uit, heb ik gezegd.« + +»Neen, neen, den heelen brief,« riepen de drie zoons. + +»Foei, Gustaaf, wees zoo flauw niet om met de kleintjes meê te doen; ik +heb gezegd: ik zal er je #wat# uit voorlezen.« + +»Dat is waar jongens, laat Jetje nu met rust;« zei mijnheer, want Jan en +Louis trachtten zich van Jets brief meester te maken. + +»O, de kast is klaar en net als Gladschaaf vertelde, ze is een pronkstuk +van houtsnijkunst. + +Jammer dat nicht reeds naar Engeland vertrok, dan had ze deze kunnen +bewonderen. Een Makkummer stel, van het mooiste soort, staat er op; en +Dora, hoor eens, in de binnenkastjes is zilver kinderspeelgoed. Ook is +er in een zilveren koker, rijk bewerkt en met Frieslands wapen gesierd, +een baby-boek.« + +»Een baby-boek? Jet, zoo'n heel klein boekje als in de kast van mijn +poppenhuis?« + +»Neen, Dora het is een mooi gebonden schrijfboek, waarin de Koningin +alles op kan schrijven over het kleintje.« + +»Weet u wat er in zal staan, Mama? heeft u ook zulke boeken over ons?« + +»Neen, die heb ik niet; maar de Koningin zal er zeker inschrijven op +welken dag 't kindje geboren werd en gedoopt is; hoe het kindje er uit +ziet, op wie het lijkt, naar wie het heet; wanneer het tandjes krijgt, +gaat kruipen, loopen, praten en zoo al meer.« + +»Hoe dolletjes! Als het kindje dan groot is en lezen leert, mag 't +zeker wel de poppen er uit voorlezen, hè Mama?« + +»Als 't kindje een prinsesje is, kan het wel gebeuren,« antwoordde haar +vader. »Waarheen wordt de kast verzonden, Jetje? Naar het Loo of naar 't +Noord-Einde?« + +»Sjoerd meldt het niet Papa, maar o, daar staat weer iets heel +bijzonders in zijn brief. Een zeker heer W. H. te Harlingen vond, dat +deze dagen zeker een gepaste gelegenheid gaven om H. M. een bokaal aan +te bieden, sedert ruim een eeuw in zijn familie. Die bokaal behoorde +eenmaal tot de rariteitenkamer van Prins Willem V. Na zijn overlijden +te Brunswijk, in 1806, zag de Prinses-Weduwe zich genoodzaakt vele dier +rariteiten te verkoopen uit geldgebrek. H. M. zal volgaarne dit zeldzame +huldeblijk, waarop de huidige eigenaar toch zeer gesteld is, aanvaarden, +heeft de particuliere secretaris geschreven.« + +»Dat is veel belangwekkender, dan je opgaaf van leerlingen en werkuren +der Haagsche wieg, Ida! Je zult ze wel niet meer weten!« + +»Ik weet ze nog opperbest: Alleen betreft het de kanten, 34 leerlingen +werkten 12000 uren; maar dit is een aandoenlijke mededeeling, vind ik.« + +»Als Dora nog klein was, zou ze weer zeggen: »Ik krijg er de huil van in +mijn keel!« Niet waar,« vroeg Jan. + +»Die huil daargelaten, is het waarlijk zeer treffend zoo iets te +vernemen. Over de ellende en rampen, die ons volk troffen in dien +droeven Franschen tijd, weet iedereen wat en soms uit ondervinding, in +de familie, niet waar, Papa? maar wie vraagt zich af: Wat hebben de +Oranjes toen geleden?« merkte Gustaaf op. + +Bij de Gladschaafs besprak de jongste dochter hetzelfde onderwerp door +haar in de courant gevonden.--»Op onze les moesten we onlangs een +persoonsvergelijking lezen over Willem V en Lodewijk XVI. Hier is nu +weer één trek, die bewijst hoe moeielijk het gaat zulke vergelijkingen +te maken. De voorgangers van den beklagenswaardigen Lodewijk XVI dachten +er slechts aan hun genot- en praalzucht te bevredigen, hun toomelooze +heerschzucht bot te vieren en daarvoor hun volk uit te mergelen; daarmeê +vormt de goedigheid en de liefde tot zijn volk van den rampspoedigen +Lodewijk XVI een scherpe tegenstelling en met innig medelijden denken +we aan het lijden van hem en de zijnen in de Tempel-gevangenis. Maar hoe +geheel anders is het uitwijken van Willem V. Opdat er om #zijnentwil# +geen bloed zou vloeien, gaat hij met de zijnen de jammeren van de +ballingschap gewillig tegen. En hoe zelfopofferend en onbaatzuchtig +hadden zijn voorgangers en zijn voorvaderen gehandeld!--En van die 18 +jaren, waarin dat gezin van vorstelijke personen velerlei kommer leerde +kennen, weten slechts weinigen iets.« + +»Marielief, ge zijt in uw gedachten bezig met een brief aan uw Fransche +vriendin, stop nu even en hoor wat ik net lees.--De Koningin-Moeder +bracht den geheelen namiddag op 't paleis in 't Noord-Einde door, doch +heeft zich gisterenavond weer naar haar eigen paleis begeven.--De +menschen, die reeds omstreeks 's Prinsen verjaardag op de verwachte +gebeurtenis hoopten, en gisteren bijna den geheelen dag om het +Ruiterstandbeeld postvatten, keerden langzamerhand om elf uur 's +avonds huiswaarts. + +»Wij moeten geduld oefenen, en wie er het naast bij betrokken zijn, nog +meer dan wij«--zegt de vader. + +»Man, laat ons veel bidden, God moge allen en ons verhooren; Hij alleen +kan ook hier uitkomst geven. Moge Hij zijn gunst gebieden!« + +»Zoo is het Moeder, ik begreep best, waarover gij dacht, toen ge van +nacht niet slapen kondt.« + +[Decoratieve illustratie] + +[Decoratieve illustratie] + + + + +HOOFDSTUK III. + +30 April 1909. + + +»Marietje, Betsy, Willy, ik ga je allemaal voor het raam zetten, Anton +is met den kruier bezig de vlag uit te steken, er is bericht uit Den +Haag gekomen; het lieve kind is in het paleis,« zoo spreekt Dora en +plaatst haar zestal op stoelen en stoeltjes voor de groote ramen in de +voorkamer in haar ouders huis. Doch wat is dat? »Halen ze de vlag weer +in?« Haar gezichtje stijf tegen de ruiten gedrukt, staart ze naar buiten +en vergeet zelfs het aan haar poppen te vertellen. Ja! Papa's vlag gaat +weer weg, aan den overkant haalt men ze ook weer binnen. Nu begrijpt ze +er niets meer van, en snelt naar beneden, bijna loopt ze Mademoiselle +omver, en hoort geen woord van haar vermaning om toch zoo onbesuisd niet +te loopen. + +»Mama, Mama, is het er niet? Papa vertelde het toch.« + +»Wat lief kind, wat?« + +»Het kindje, het kindje van de Koningin,« en schreiend bracht ze het +uit; »is het Prinsesje er niet?« + +»Lieve Dora, stoute menschen in Den Haag hebben gejokt; misschien konden +ze het niet helpen en hadden ze het verkeerd verstaan. Papa heeft nu bij +Mevrouw van Loon, la dame du Palais, laten vragen en die berichtte Papa, +dat de tijding niet waar was. Huil maar niet; wie weet, misschien eten +morgen de arme kindertjes in Den Haag al die beschuitjes met +Oranje-muisjes wel lekkertjes op.« + +»Wat eten ze, Mama?« + +»Een dame in Den Haag heeft 10.000 beschuitjes laten bakken, smeren en +met Oranje-muisjes bestrooien, in trommels laten pakken en klaar zetten, +om die uit te deelen zoo gauw, als het Koningskindje geboren is. Ik zal +bij de Bont en Leyten er laten halen voor jou en ons allemaal zoodra +als de klokken spelen en de kanonnen afgeschoten worden, vindt je dat +niet best? Rose-muisjes heb je dikwijls, maar Oranje-muisjes nooit +gegeten, is 't wel, kleintje?« + +In tal van plaatsen werden de menschen teleurgesteld en al uitten ze het +op andere wijs, hun verdriet was niet minder groot dan dat der kleine +meid in Amsterdam. + +Wel maakte menigeen zich vroolijk over Rotterdam, waar om 12 uur +de vlag uit den toren van de beurs werd gestoken; mannen van zaken, +schoolkinderen en negotiemenschen, allen stonden stil en staarden naar +die vlag, de trams stopten van wege de ophooping der kijkende menschen, +maar geen kwartier daarna werd de vlag ingehaald. Loos alarm! Alle +klokken luidden in Oud-Pekela om half 11 's avonds, en 's morgens vernam +men, 't was een valsch bericht geweest. + +Het Nieuwsblad van het Noorden gaf een bulletin uit: Een Prinses +geboren. In dichte drommen stroomden de Groningers naar hun prachtige +Groote Markt; het was er stampvol, doch de Provinciale Groninger Courant +zegt: »Neen, 'k heb later bericht ontvangen; de toestand van H. M. is +bevredigend; H. M. Koningin Emma is den geheelen dag in het paleis +Noord-Einde; maar de oranjezegels op de telegram-enveloppen hebben +anderen, doch ons niet gefopt.« + +Iedereen had dien Donderdagavond wat te vertellen. De een hoorde een +conducteur van een tram zeggen: »Er #is# een Prinses geboren;--maar +Mevrouw, #ik# weet er nog niets van.«--Een ander zat in een tram en +vroeg: »Mijnheer u heeft van uw familie in Den Haag mogelijk iets +vernomen?«--»Neen, mijnheer, ik weet absoluut van niets.«--»O!« +zei een burgerjuffrouw, »ik ben de tante van een nicht van de vaste +schoonmaakster van een deftige meneer, hier uit Amsterdam, die nu in Den +Haag woont, want die meheer is minister van de Koningin geworde; ik kom +er net effetjes van daan, en die nicht van me had zoo om 3 uur nog niks +gehoord, niks zeg ik uwé, dus uwé hoeft 't niet te gloove, ze zulle de +vlagge in de Kalverstraat wel weer inhale.«--Op de redactiebureaux der +groote dagbladen liet de telefoon geen oogenblik den bedienenden klerk +met rust; altijd weer hoorde men antwoorden: »Niets bekend Mijnheer, +of Geen Prins of Prinses Mijnheer;--of geen enkel woord van onzen +berichtgever Mijnheer; om weder met: Niets bekend mijnheer niets +bekend!« te beginnen tot antwoord aan een volgenden belangstellende. + +Het was maar goed, dat de couranten in de laatste dagen nog van +allerlei mededeelden, waarover in den gespannen toestand waarin het +geheele land verkeerde eens gepraat kon worden. Zoo vond men een +opsomming der hoven, waaraan het huis van Oranje sedert Prins Willem I +door diens nakomelingen verwant is; alles goed nalezende, komt men tot +de verbazingwekkende slotsom, dat alle gekroonde hoofden in Europa +afstammelingen of bloedverwanten zijn in de mannelijke of vrouwelijke +lijn van Prins Willem, twee vorsten uitgezonderd: de koning van Servië, +en last not least, de sultan van Turkije! + +Enkele dagen geleden werd H. M. een Bundel »Kinderliederen van +P. Jonkers« aangeboden, het geschenk werd door de Koningin gaarne +aangenomen en de komponist in een schrijven namens H. M. bedankt. Er +kan dus van het allernieuwste, laat ons hopen van het allerbeste, voor +het kindeken gezongen worden. + +Een aardige ontmoeting had de onderwijzeres en een leerling der +naaischool uit Scheveningen, die, met een zeer fraai wagenspreitje naar +het Noord-Einde getogen, het ongedachte voorrecht genoten, dat Z. K. H. +de Prins in eigen persoon het geschenk aannam, bezichtigde en het aan +H. M. ging overhandigen; Die nog denzelfden avond per telegram bedankte. + +Een zeker zeldzaam begeleidend schrijven vergezelde een ander zeer +fraai bewerkt wagenkleedje, n.l. een brief in Brailschrift, uitdrukking +gevende aan de beste wenschen van Elizabeth van den Berg, een blinde +onderwijzeres in het R. K. Gesticht »de Wijngaard« te Grave. Het +schrijven van Hr. Ms. secretaris zal zeker zeer zorgvuldig in dit +Blindengesticht bewaard worden en niet minder in het geheugen der +vriendelijke en bekwame werkster. + +Intusschen wordt het laat, het plasregent, de menigte voor het paleis +in het Noord-Einde staat geduldig en stilzwijgend te staren naar de 9 +ramen in den hoofdgevel; een gezelschap heeren en dames der hofhouding, +van tafel komende, blijft even kijken naar die tallooze menschenmassa +en.... gaat verder. Om 10 uur verzekert de hofmaarschalk: »Geen Prins +of Prinses; toestand van H. M. gunstig.« Om half drie is er niemand meer +op het plein voor het paleis: »'t kan duren tot aan den morgen.«--En +intusschen wordt daar binnen.... daar buiten.... gewaakt en gebeden door +tal van harten.... En God verhoorde. + + * * * * * + +Vrijdagmorgen snellen velen op het land naar het gemeentehuis, anderen +stoutmoediger bellen in den vroegen ochtend bij den burgemeester aan; +Z.E.A. weet nog niets. De dagbladbureaux zien al om 6 uur troepen +menschen voor het raam der bulletins staan; doch daar vinden ze alleen +dat van 's nachts 3 uur; dit bevredigt hen niet en daarom.... zij +blijven wachten. + + * * * * * + +»Gustaaf, Gustaaf!« de aangeroepene kijkt om en zegt: »Wat, Willem jij +al op?« + +»Is dat zoo'n wonder? Veel meer wonder! een heer student uit Amsterdam +naar Den Haag getogen, om dáár te zes uur op straat te loopen, wat +beweegt jou daartoe?« + +»Zeker dezelfde bewegende oorzaak of drijfkracht, of.... 't doet er +niet toe wat, die een Haagsch ambtenaar aan het Min. van Kol. zijn bed +uitjaagt. Ik ga naar het Noord-Einde om het eerste en echte nieuws. +Gisteren liet Papa de vlag uitsteken en ~inhalen~, om daarover onze +kleine Dora te troosten, stoomde ik naar Grootmama en beloofde de +kleuter dadelijk een telegram te sturen, als ik #hier# iets _zekers_ +wist.« Intusschen bereiken de jongelieden het Noord-Einde en vergrooten +de menigte belangstellenden achter het Ruiterbeeld. + +Z. K. H. de Prins verlaat even 7 uur het paleis en begeeft zich naar het +telegraafbureau om zelf Zijn Moeder de heugelijke tijding te zenden. +Nauwelijks heeft Z. K. H. zich verwijderd, daar berichten, neen! +dat is te zwak! vol trots, opgewonden van blijdschap proclameeren de +dienstdoende politieagenten voor het paleis aan alle grage ooren: +»H. M. heeft een Prinses, alles wel! Een Prinses, alles wel!« + +Heerlijke, blijde tijding! In ademlooze stilte door de eerste rijen +vernomen en fluisterend overgebracht, want vol liefde gevoelen allen +het, stilte, volmaakte stilte is noodig!--En, 't klinkt wel familiaar, +maar och! zoo echt hartelijk en innig, wat Gustaaf en Willem, die zich +tot rennende nieuwsboden maken, telkens hooren vragen: »Is het echt +waar, geen valsch gerucht, geen loos alarm mijnheer en dan onmiddellijk: +is moeder en kind wel, mijnheer?« Na deze verzekering: Welke opgeklaarde +gezichten, welke blijde blikken! vergezeld van een: God zij gedankt! +Welk een zegen! Hoe heerlijk! Wat een gebedsverhooring! Hoe blij +ben ik voor de Koningin! Een weldaad voor ons land! Die gelukkige +Koningin-Moeder! en nog veel meer zulke uitingen ving hun oor op. + +Aan het telegraaf- noch telefoonkantoor zou Gustaaf vooreerst geen beurt +krijgen. »Dora moet maar wat wachten. Willem haal jou fiets en ik de +mijne en dan naar het Malieveld; wij moeten de schoten hooren lossen.« +Grootmama schreide van louter vreugde, toen haar oudste kleinzoon de +blijde tijding bracht. »Eerst ontbijten jongen, dan mag je naar het +Malieveld, we moeten samen danken, kindlief. O, sedert mijn eerste +geboren werd, ben ik zoo bezorgd niet geweest als nu. Het is een pak van +mijn hart; den heelen nacht heb ik, zelfs als ik maar even sluimerde, +aan onze Koningin gedacht.« + +»Grootmama, Grootmama, maken uw 70 jaren u zenuwachtig; u is nooit zoo +geweest! Wat zal Papa zeggen, als ik hem dat vertel? Papa zal me niet +gelooven. En u wist toch, toen ik om 12 uur van nacht het laatste +bulletin ging lezen, dat de toestand gunstig was. U moet u toch niet +noodeloos ongerust maken.« + +»Hoor me die jeugd nu eens; van 12 tot 7 uur kind, is een heele tijd +van wachten en spanning en er kon zooveel gebeurd wezen, als God het +niet verhoed had! Denk toch aan ons vaderland, aan alles wat geducht +kon worden. Heeft niet de Koningin een voogd of voogdes, een raad van +voogdij moeten benoemen al in Maart? Welke aanstaande moeder, die haar +echtgenoot bezit, wordt tot zoo iets geroepen?« + +»Maar beste Grootmoeder, het is heel eenvoudig naar de Grondwet, en die +kent H. M. op haar duimpje en houdt zich daar stipt aan, dat H. M. zeer +tot eer verstrekt; maar daarin is niets ~vreeselijks~,--om met Lize te +spreken.« + +»Jongenlief, als je eens drie kruisjes telt en vader hoopt te worden, +zul je begrijpen, dat er ontzaglijk veel in de ziel der Koningin is +omgegaan, toen die benoemingen moesten gedaan worden. Geve God, dat +alles welga en het een doode letter blijve. + +Nu eerst den Bijbel!« Gustaaf belde en de dienstboden binnengekomen, +wenschten om strijd de oude dame geluk met _onze Prinses_ en daarna +kreeg de blijde boodschapper ook een handdruk. Psalm 103 verving het +hoofdstuk, dat aan de orde was; en Gustaaf begreep heel goed, (al wou +hij het zich zelf niet bekennen,) waarom Grootmama 's stem soms zoo +beefde, terwijl zij anders altijd zoo statig las. + +Op de fiets, in gezelschap van honderde fietsers en duizende voetgangers +werd het Malieveld bereikt. Om 9 uur 1 min. viel het eerste schot! De +hooge hoed in de hand, de pet van het hoofd hoorden heer en werkman +dit vredig losbranden aan; en daarna werd elk der 51 schoten met +zakdoekgewuif en hoerageroep begeleid. De beide neven reden weldra weg. + +»Kijk eens Guus, daar stormen de schoolkinderen de deuren weer uit,« +»Wel jongens, geen school?« »Neen, mijnheer, geen school, weet #u# het +nog niet?«--»Wat?« »De Koningin heeft van morgen een Prinsesje gekregen; +nu hebben we den heelen dag vrij!«--»Gekheid jongens!« »Neen, dan weet +u er niks van heeren, het staat op al de borden, kijkt u maar even in +school.« En weg draafden de praters. Weg! naar het lokaal, waar de +beschuitjes uitgedeeld zouden worden. Mevrouw Tjaden-Modders liet de +uitdeeling onder muziek plaats hebben; en ieder kind kreeg, tot +vergoeding voor het lange wachten, een reep van Houtens chocolade op +den koop toe. Men genoot van de vroolijke kijkers der smullende, arme +kinderen, gedurig echter wachtten dezen en genen even om met de muziek +in te stemmen; vooral als _Piet Hein_ of _Al is ons Prinsje nog zoo +klein_, gespeeld werd. + +Naar de landsdrukkerij fietsten Gustaaf en Willem, daar verscheen om 10½ +uur een buitengewoon nummer van de Staatscourant luidende: + +»H. M. de Koningin is hedenmorgen door Gods goedheid voorspoedig +bevallen van eene Prinses.« Volgen de bulletins. Zeer druk werd deze +extra oplaag gekocht; ook daarin uitten zich de algemeene opgewektheid +en blijdschap, die ontspanning bracht na de angstig doorleefde dagen en +nachten. + +»Nu maak ik, dat ik van onze Amsterdamsche opgetogenheid genieten kan, +Willem, dus wil ik den trein nog halen, vaarwel! Maar wat is daar in de +verte? Het lijken wel herauten te paard. Ja! met trompetters er bij.« + +»Het feestcomité zendt 4 herauten, ieder door 2 trompetters met bazuinen +vergezeld, de heele stad door; laat ons gauw peddelen om er bij te +komen, Guus, dan maar een lateren trein naar je geboortegrond.« + +Zoo gezegd, zoo gedaan. Van plein 1813 vertrekken ze. + +De Heraut houdt een perkamenten rol in zijn rechterhand, met +Oud-Hollandsche letter bedrukt; van den rechter hoek aan den benedenkant +hangt een breed, dubbel Oranjelint af, door een groot zegellak +verbonden. Hij is in Oud-Hollandsche kleedij gedost, rood met zilver +afgezet; daaroverheen een loshangende dalmatiek van Oranje fluweel (over +borst en rug) versierd met het wapen der Koningin en van den Prins. Een +breedgerande, grijs vilten hoed, met afhangende oranjeveder dekt zijn +hoofd. De trompetters zijn in een zwart met rood afgezet wambuis met +stalen halsstuk gestoken, dragen een slappen hoed met roode tressen +opgetoomd; ook de paarden zijn op Oud-Hollandsche manier opgetuigd. + +Met een triomfantelijke stem roept de heraut uit: + + »Ingezetenen, + +Met groote vreugde maakt het Feestcomité de blijde boodschap bekend, +dat H. M. de Koningin door Gods goedheid bevallen is van een Prinses. +Geheel de burgerij van 's-Gravenhage deelt van harte in de gevoelens +van vreugde, die dit heugelijk feit bij het Nederlandsche volk opwekt! +Dankbaar erkent het den zegen, die aan het Koninklijk Huis en aan het +Vaderland is geschonken. + +Moge deze blijde gebeurtenis strekken tot versterking van den +eeuwenouden band tusschen Nederland en Oranje. + +Leve de Koningin! Leve de jonge Prinses van Oranje!« + +De hoeden zwaaien, de zakdoeken wuiven, de menschen klappen in de +handen of drukken, hoewel volkomen vreemd, elkaar hartelijk de hand +en tegelijkertijd klinkt het spontaan, nu uit honderde kelen: Leve de +Koningin! Leve de jonge Prinses van Oranje! gevolgd door een Oranje +Boven! Hoera! Hoezee! + +De herauten rijden weg en herhalen overal met dezelfde uitwerking +dezelfde blijde tijding. Dichte drommen van menschen en kinderen volgen +hen; een klein meisje roept een vriendinnetje toe: »Ik heb hem al 9 maal +gehoord en jij?« »Ik kan het al opzeggen!« + +»Grootmama komt beslist op de stoep om te luisteren Willem,« zegt +Gustaaf en zij rijden nog even naar het voorvaderlijk huis om van dit +tooneeltje te genieten. 't Was zoo. Grootmama en de dienstboden, tot +het schellemeisje toe, allen rijkelijk met oranje gesierd, staan op +de stoep. Na een kort afscheid zit de heer student in den trein en +verhandelt met zijn reisgenooten wat hij zag en hoorde in de zoo +gelukkige residentiestad. + + * * * * * + +»Ida, word eens gauw wakker, toe vlug wat, luister!« Een ruk vergezelde +deze woorden van Lize. Ontwaakt, begreep Ida dadelijk den vinger op +Lize's lippen en fluisterend vroeg zij haar: »Is er wat gebeurd, Lize?« + +»Niet dat ik weet, maar Mama heeft al om Anna gebeld; wat zou er wezen?« + +Intusschen gingen beiden zonder eenig gedruisch te veroorzaken +zich kleeden, om gereed, in gang of portaal haar meisjesachtige +nieuwsgierigheid te bevredigen. Had Mademoiselle 't geweten, zij zou +genoten hebben van de vlugheid en stilte, waarmede het anders vrij +drukke en bij het kleeden tamelijk langzame tweetal, thans haar bedden +netjes afgehaald, gekapt en gekleed de gang doorliep en over de leuning +keek om naar Anna uit te zien. + +»Anna, Anna!« half luid, half zacht, »scheelt Mama iets?--zeg gauw op, +wat?« + +»Neen, jongejuffrouwen, maar Mevrouw is al gekleed naar beneden gegaan.« + +Na enkele sekonden wordt er aan Mama's kamerdeur geklopt en op +het binnen! klinkt het als uit één mond: »Mama, heeft Gustaaf +getelegrafeerd? Weet _u_ er alles van? Is de Koningin wel?« + +»Maar kinderen, ondeugden! Zul je eerst je Moeder goeden morgen zeggen; +jullie doet me schrikken met al je nieuwsgierige vragen.« + +Na de behoorlijke morgenbegroeting vernam Mevrouw dezelfde vragen met +nog enkele andere vermeerderd: eer zij beantwoord waren, kwam, zonder op +het binnen te wachten, Jan in, pakte Mama eerst hartelijk en vroeg toen: +»Waarom is Papa al naar het kantoor gegaan, Mama? Al driemaal heb ik de +telefoon gehoord; zeker is het antwoord: _in gesprek_; of zou Guus nog +niet op wezen?« + +»Hij slaapt altijd zoo lang, als hij 's avonds gewerkt heeft,« valt Ida +in. »Dat doet hij bij Grootmama toch niet, zou ik meenen;« vult Lize +aan. + +»Kind'ren wat zijt ge allen opgewonden, bedaar een beetje. Papa is op +mijn verzoek naar 't kantoor gegaan, niet om Gustaaf op te bellen, +want Grootmama is niet intercommunaal aangesloten, waar zou het +lieve menschje 't voor noodig hebben?--maar oom Willem wilden we +telefoneeren.--Ben je nu tevreden? Ik weet niets meer dan jij.«-- + +»Mama, laat mij gauw even naar Mevrouw van Loon loopen, die krijgt +beslist een telegram, en anders naar de jonge barones Roëll, de vriendin +der Koningin. U weet wel, de Mama van kleinen Willem, het petekind van +H. M. Toe, lieve Moeder, zeg maar gauw ja!« + +Mevrouw, verbaasd over zooveel belangstelling van de kinderen, zag Jan +een oogenblik besluiteloos aan; wat zou Mevrouw van Loon zeggen of +denken van zooveel vrijpostigheid, daarna keek ze naar de pendule; pas +kwartier over zevenen! + +»Mama, wie zwijgt, stemt toe, niet waar? Zoo gauw ik het echte weet, kom +ik thuis,« en weg was Jan. »Echt goed bedacht!« riep Lize uit. »Waarom +ben ik ook geen jongen, dan liep ik 's morgens en 's avonds alleen over +straat,« voegde zij er aan toe. + +»Zeker, zoo praten altijd alle meisjes, die nog op een leerkamer zijn,« +spot Mevrouw met een lachje; »gaat nu gauw uw bedden afhalen, wat zou +Anna anders wel denken.« + +»Wat doen jullie hier? Al beneden schelmpjes?« vraagt haar vader, die +juist binnenkomt. + +»Alles belangstelling beste Henk, pure belangstelling in het groote +nieuws, dat we verwachten.« + +»Zag ik Jan de stoep afgaan, Amélie? Met één sprong was hij op straat.« + +»Hij vroeg mij verlof om naar Mevrouw van Loon-Egidius te gaan, eer ik +mij nog bedacht had, holde hij de gang al in. Wat zal Mevrouw wel van +ons denken?« + +»Jan zal wel netjes zijn boodschap doen; lang geen kwade inval; aan +de telefoon kon ik geen beurt krijgen; 5 maal heb ik intercommunaal +gevraagd en altijd weer hoorde ik »In gesprek.«« + +Jan draaft voort tot op de brug der Spiegelstraat; even staat hij stil. +»Waar zal hij heengaan, rechtuit naar Mevrouw van Loon, of eerst naar de +jonge mevrouw Roëll?« Terwijl hij zich dit afvraagt, ziet hij mevrouw +van Loon de brug aan de Vijzelstraat oversteken, zoo gauw als zij maar +loopen kan, ze zweeft letterlijk. »Die gaat naar baron Roëll, ik ook; +daar komt de baron op de stoep en loopt naar Mevrouw toe. Ha, Ha! die +twee weten het.« En als ging het om zijn leven zoo draaft Jan; als een +pijl uit een boog schiet hij voort en hoort het juist: »Mevrouw, ik wou +het u even komen vertellen!« »Mijnheer, ik kon aan de telefoon maar geen +beurt krijgen om het u te berichten; heerlijk hé?« + +De samensprekenden drukken elkaar innig hartelijk de hand en zien er +beiden recht verheugd en gelukkig uit. Jan slaat zijn slag: »Mevrouw, ik +mocht even naar u of naar den baron toe, is het kindje geboren?« + +»Ja, Jan, een Prinses, zeg maar tegen je mama #alles wel#!« + +Voor Jan zijn »dank u mevrouw!« ten antwoord geeft, maakt hij een +flinken sprong, zwaait zijn pet en geeft zijn gemoed lucht in zulk een +luid hoera! dat de baron en mevrouw in een lach schieten, daarop rent +hij, even snel als hij gekomen was, naar huis. + +Hier brengt hij door zijn mededeeling alles in opschudding. Dora danst +met twee poppen in iederen arm en zingt van »Willemientje, 't lieve +kindje.« Lize loopt naar de dienstboden, om 't te vertellen aan wie het +nog niet van Jan vernamen; Louis sjort Anton mee naar zolder. »Gauw, +Anton, gauw! nu echt de vlag uit en vooreerst niet weer inhalen, hoor! +wel 14 dagen of langer uit, tot de visites beginnen net als toen Dora +er pas was.« Ida opende haar geliefde piano en speelde en zong Wilhelmus +en Wien Neerlands bloed; niemand dacht aan zijn werk, allen verblijdden +zich!--En Jan kreeg verlof, terwijl Louis de vlag hielp uitsteken om den +ooms het door hem verkregen bericht te gaan meedeelen. De ooms alleen +hoorden het niet van den aardigen jongen; neen, ieder op straat die +luisteren wou kreeg het verhaal van de samenspraak der beide +waardigheid-bekleeders ten paleize. + +Even haalt Jan zijn horloge uit, ja, ik kan nog best naar de Hollandsche +juffrouw gaan. Het ontbijt loopt toch in de war en we krijgen op school +geen uitbrander voor te laat komen. Het arme mensch is al dagen in +onrust geweest en ze ligt ziek, wie weet hoe lang het anders duurt eer +ze het hoort. + +»Wie kan daar zoo hard schellen?--De bakker en de melkboer zijn er al +geweest, doe eens gauw open, Aagje, gauw.« + +»Juffrouw, kompliment van mevrouw.... ('t is jongeheer Jan, weet u,) de +Koningin kreeg van morgen vroeg een Prinses, en alles is wel! Zijn Mama +weet het van mevrouw van Loon; u wenscht hij beterschap;--en meteen ging +de jongeheer de stoep weer af.« + +»Aagje, meisje, laat ons God danken. Hij heeft onze vrees +beschaamd.--Welk een genade, welk een zegen! Zulk een tijding zou me +half beter maken!« + +»Maar juffrouw zou het wel waar wezen? Zoo meteen zeide de vischvrouw +nog: »Ze zegge dat er 'n Prinses is, 'kgloof er niks van, 'tzalle wel +weer praatjes wesen, net as gistere.«--« + +»Had die vischvrouw Mevrouw Van Loon gesproken per telefoon, of aan haar +huis misschien, Aagje?« + +»Als die mevrouw nu ook een valsch bericht kreeg, juffrouw, ze hebben +gisteren in de Kalverstraat en zelfs in »De Bocht« gevlagd en 't was +#toch# niet waar!« + +»Ja, het ochtendblad zal die vergissing wel ophelderen, maar denk eens, +Mevrouw Van Loon is dame du palais, dat is in Amsterdam, wat een hofdame +in Den Haag is, die dame zelve kreeg beslist een telegram.« + +Aagje haalde haar schouders op, ging naar de keuken al mompelend: »de +juffrouw boven kreeg ook zoo'n boodschap van d'r man, die is aan een +krant en zij geloofde d'r ook niemendal van; de vischvrouw kwam heel +van de Ruyterkade, 't mensch had nergens geen een vlag gezien, maar me +juffrouw is zoo op al die grootelui kinderen!--nou ze mot het zelvers +wete.« + +»Wat voor groente van daag, Aagje? Wel meid, wat kijk je boos.« + +»Och, 'k geloof er niks van dat er 'n Prinses is, heb jij er wat van +gezien, Mozes?« + +»Neen, Aagie; ze reie met een auto van 't Handelsblad en met rijtuigen +van 't Nieuws, ze strooide bulletijns; maar de kranten, zie je, die +liege zoo dikkels; 'k zeg maar as de kanonne afgaan, de klokken speule, +de vlagge op de tores komme dan zeg 'k 't is waar.--Nou meisie, wat mot +je hebbe?« + +Aagje kende haar meesteres te goed om de twijfelingen van den groenjood +over te brieven, juist ging ze met mand en bak gewapend naar de stoep, +toen een loopjongen van Gladschaaf ademloos kwam aanhollen, haar een +briefkaart overreikte met een: »Even je juffrouw laten lezen.« In stomme +verbazing hoorde ze toe: »Beste Tante, De Heer schonk voorspoedig een +Prinses, alles wel!« Haar juffrouw krabbelde vlug er onder: »De Heer zij +geprezen! Hartelijk dank voor je boodschap;« en Aagje moest den jongen +nog een kwartje tot belooning in de hand stoppen. Zij èn de buurjuffrouw +èn de groentenverkooper èn de vischvrouw volhardden in hun meesmuilen en +hoofdschudden doch geen tien tellen later snelde Mozes de stoep weer op, +trok aan de bel en riep: »Kijk, aan den overkant steken ze op het +politiebureau de vlag uit, kijk Aagje, 't is waar, Goddank!« + +Ze waren geen eenlingen. Och, neen! Overal in de saaie buitenwijken, in +het hartje der stad, in de vroegrit-trams, aan de stations, overal +ongeloovige gezichten. De mannen van de pers werden hoofdschuddend +aangehoord of nagekeken. En toch, men hoopte, men verlangde naar +bericht! Op den Dam werd het al voller. + +»Wacht maar, als de bulletins de waarheid zeggen, komt zoo meteen de +burgemeester op het balkon om het voor te lezen,« zegt er een. + +»Wel neen, mensch! daar gebeurt nooit zoo iets op het balkon.« + +»En bij de inhuldiging dan? Toen stonden ze aan weerszij aan de hoeken +het uit te trompetten.« + +»Ja, wel, das heel wat anders weet uwé! Maar de klokke beginne subiet te +speulen, als de burgemeester het weet.« + +»Wat is het hier uiïg, hé Jan?« riep Louis. »Zullen we nog een poosje +blijven luisteren?« + +»Neen, ga mee naar de kanonnen.« + +»Jongens ja, dat zal leuk wezen. Vooruit!« + +Reeds den 29n had een heer plaats genomen in de Roelof Hartstraat, (hij +bracht daartoe een stoel mee,) om getuige te wezen van het schieten, +vooral _van het eerste_ schot; en dan te blijven om tot 101 of tot 51 te +tellen; dàn alleen, dàn pas stond het voor hem vast: Er is een Prins +of Prinses. Hij kwam juist met zijn stoel weer aansjouwen, met hem +verschenen ontelbaar velen op die gewichtige plaats, sommigen voorzien +van hun kodaks, want van het afvuren moest een kiekje genomen. + +Jans ooren als immer gespitst, vingen weer veel op om aan de zussen als +het allernieuwste nieuws te verhalen. Weet u het zeker, commandant? +'t klonk deftig in de ooren van den luitenant, die de order tot 't +afvuren moest geven. Heeft u een dagorder voor een Prins of een Prinses +gekregen? Neen, hij had een met Oranje gesierden verslaggever van het N. +v. d. Dag in de politiepost geroepen; die had het hem stellig verzekerd, +dat er een Prinses geboren was; doch hij wachtte nog op het telegrafisch +bevel voor het losbranden. + +»Zouwe de kanonne blijve staan, as ze schiete?« + +»Wà bedoel je? Denk je dasse verschove worre?« + +»Nee, dat niet; maar van 't dreune ziet uwé? Ze motte ommers de rame ook +opedoen hier in de buurt.« + +»Ja wel! maor dat is eel wot aors,« valt een Zeeuw in. »En waor is et, +'k eb zelvers de vlag op het Paleis van Justitie ezien.«-- + +Jan en Louis begrepen, dat het wachten op het eerste schot heel lang +kon duren en gingen daarom verder. »Louis! niet meer naar de nieuwe +stad; naar 't Leidsche plein en de Kalverstraat.« + +»Best Jan!«--En daar hoorden ze een agent op den hoek van het +Koningsplein aan de voorbijgangers verklaren: »Mensche, van Baron Roëll +zelvers heb ik het gehoord: Een Prinses en alles wèl.«--De man moest een +bloedverwant wezen van hem, die dicht bij het N. v. d. Dag op post stond +die, toen een berichtgever met de bulletins in een rijtuig wipte, een +sprong van louter blijdschap maakte, bij het vernemen van het heugelijke +nieuws! Een dier medegenomen bulletins werd aan de erfelijke oranjevrouw +van den Zandhoek, juffrouw Vork, gegeven. Zij, haar armen vol met +vlaggen en wimpels, dadelijk op weg naar den Oranjeboom van '98, las +het eerst tot aan »alles wel!« En toen riep ze. »Kom jonges, de boom +versiere! Meheer u krijgt het blaadje niet werom; het moet aan de boom; +bovenaan weet uwé.« Daar kreeg het papier tusschen de vlaggen de +eereplaats! + +Vader Gladschaaf, door de spoedbestelling van zijn knappen zoon vroeg op +de hoogte gebracht, riep eerst zijn gezin bijeen, om God te danken voor +de aanvankelijke verhooring der gebeden van ons volk; om ook even vurig +te smeeken om alles wat voor de doorluchtige Moeder en het Kindeken +verder noodig was; daarna moest Greta het orgel openen en ruischte het: + + God zij altoos op 't hoogst geprezen! + Lof zij Gods goedertierenheid, + Die nimmer mij heeft afgewezen, + Noch mijn gebed gehoor ontzeid. + +zóó van harte gezongen door de kamer, dat de moeder het met geen droge +oogen kon aanhooren. + +»Vader,« vroeg Maria daarop, »nu nog als 't u belieft: »Mijn schild en +mijn betrouwen,« toe Greet begin maar,« voegde ze er bij. + +»Vrouw, laat de Vrijdag nu de Vrijdag en 't werk, 't werk, zoo gauw als +we ontbeten hebben gaan we allemaal uit, om de nationale vreugde in onze +stad te zien.« + +»Vader! eerst Coosje en Mientje afhalen, die moeten ook mee, als Fer +niet met hen uit kan.« + +»Goed zoo kinderen. O ik kan maar aan niets anders denken dan aan die +groote gave aan de Koningin en ons allen,« zegt de moeder, die van +vreugde eet noch drinkt. + +Hoe verrukkelijk is het op straat! Men ziet een bekende, stapt op hem +toe en wenscht elkaar hartelijk geluk. Loopt er iemand zonder oranje, +hij wordt aangesproken: »Weet u het nog niet? Een Prinses. Moeder +en Kind zijn wel. Wat een blijdschap, hè?« Wie nog zonder strik is +uitgegaan, koopt oranje. De winkels tooien zich op allerlei manieren, en +de waaiende driekleur van alle torens, openbare gebouwen, vele schepen +en de meeste huizen geeft heel Amsterdam een gelukkig aanzien. + +De draaiorgels laten vaderlandsche liederen hooren of nooden op het +asphalt tot een bal van louter vreugdebetoon; de beursbengel luidt volle +drie kwartier om heel Amsterdam te zeggen, hoe de handel in de algemeene +blijdschap deelt! Het klokkenspel op het Paleis en op de torens van 12-1 +en van 1-5 laten oude en nieuwe liederen van nationale gebeurtenissen +hooren. Zoo luidde een geboorteklok, al trok Vondel niet aan het +klokketouw! + +De beurs zelf ziet wat gebeuren dien 30n April! In plaats van zaken +te doen, wenschen de handelslui elkaar geluk, hartelijker veelal dan +op 1 Januari; daarop zingen zij vaderlandsche liederen; de jongeren +werpen met serpentines en steken kamer- nu _beurs_vuurwerk af. Een +voorbijtrekkend muziekkorps wordt ingeroepen en marcheert het geheele +gebouw door en daar zingen honderde stemmen mee! Geen officiëele +prijsnoteering komt dezen Vrijdag uit!.... + +In Frascatie maken de tabakkers het nog beter! In de groote zaal +keurig versierd met groen en vlaggen, wordt een piano binnengedragen; +daarop wordt het Wilhelmus gespeeld waarmee allen staande instemmen. +Oranjemutsjes dekken oogenblikkelijk menig denkend hoofd en met de +grootste geestdrift wordt het merk »#Vorstenlanden#« begroet. Na de +noteering klinkt nogmaals het Wilhelmus door de ruimte. + +Pas na enkele weken zal men het vernemen, hoe groote blijdschap de +telegrammen van den Minister van Koloniën in Oost- en West-Indië +verwekten! + +Geen grootje bleef aan het spinnewiel, zei men vroeger, thans lijkt het +er naar. Mademoiselle stelt eigener beweging Mevrouw voor, dien dag vrij +af te geven en zij gaat met de 3 meisjes er op uit! Mogelijk doet het +voorbijtrekken van al de leerlingen der machinisten- en handelsschool, +der gymnasia en H. B. Scholen er het zijne toe, om Mademoiselle zoo +vaderlandslievend te stemmen. Zij kon toch niet weten, dat de Belgische +gezant, (die altijd vroeg een wandeling maakt,) naar zijn gewoonte zelf +informeerde naar den toestand der Koningin en zoo doende de allereerste +was, die het felicitatie-register teekende;--een #Belgische# baron +daarop bovenaan, dan mocht een #Fransche# gouvernante wel uit de gewone +sleur raken en uitgaan. + +Door een tegenovergestelde oorzaak vertoont 1909 gedurende één dag +althans wat 1672 zoo lang deed aanschouwen. »Scholen en rechtbanken +hadden vacantie, ambachten en bedrijven stonden stil, plaatsen van +vermaak waren ledig, doch de kerken waren te klein voor alle benauwde +harten.« De plaatsen van vermaak en vooral de kerken schijnen nu aan den +avond van Vrijdag en den morgen van Zaterdag ook te klein doch heden +voor alle #blijde# harten. Ze stroomen vol; aandachtige, verheugde +gezichten en tintelende blikken worden tot de leeraars opgeheven; +dankbare tonen ontlokken de organisten aan hun heerlijke instrumenten; +vol aangrijpende geestdrift stemmen de scharen in met de opgegeven +zangverzen. + +Doch wat is dat? Daar heeft de dienaar des woords vol warmte nagegaan +wat God in de vervlogen eeuwen door en met Oranje Neerland schonk, +heeft in een vurig dank- en smeekgebed, de Koningin en Haar huis en de +Jonggeborene den Heere opgedragen; de menschen zullen naar hun woningen +wederkeeren, niemand gaat. De orgelist laat de eerste tonen van het +Wilhelmus hooren en allen, allen vallen in. Zie eens rond. Vaders en +moeders zeggen kleinen van 5 of 6 jaar voor, opdat ze mede kunnen +zingen; en heel wat kinderstemmetjes, op de scholen met woorden en +melodie vertrouwd gemaakt, zingen luidkeels mede. Na enkele coupletten +van ons echte volkslied, zetten een paar jongelui Da Costa's: »Zij +zullen het niet hebben« in; en het heerlijke lied met de Liefde's +zielvolle melodie, wordt met steeds klimmender geestdrift gezongen. Het +schijnt, of de menschen niet weg kunnen gaan; zij willen en moeten in +het huis des gebeds lucht geven aan het gevoel van verademing, dat aller +hart vervult. + +Overal, in kerken en kerkjes van stad en dorp, bij elke gezindte jubel, +dank en lof aan God, Die ons Vorstenhuis en Vaderland gedacht. + +En de armen varen wel bij de nationale blijdschap, want allen geven +mild. + +Een aardige tegenstelling vormt de gave van 51 guldens in het kerkzakje +der Remonstrantsche Broederschap te Utrecht met de bekende gift in +Amsterdam van het jaar 1650. Bij 51 guldens, (zeker 51 om de 51 +kanonschoten!) was het volgende versje gevoegd: + + Een nieuwe Oranjeloot! + Dies zij mijn gaaf vergroot.-- + Ik weet geen beter maar + In acht en twintig jaar! + +Dag Groomoe! ik filiciteer u met ons Pinsesje! daarmee stapte Mientje op +de vriendelijke oude toe; met haar vader en moeder kwam ze naar gewoonte +Zondags op de koffie. + +»Wel liefje, dat is goed. Heb je al Oranje-muisjes geproefd?« + +»Ja Groomoe!« + +»Wil je ze vandaag ook nog?« + +Daaraan valt niet te twijfelen, zij en allen eten oranjemuisjes en +spreken aanhoudend over wat ze hoorden van of over de blijde +gebeurtenis. De behandelde teksten, de gezongen psalm- en gezangverzen, +de geestdriftige dagbladartikelen, alles, alles wordt verhandeld. + +»Ik zal jullie iets voorlezen, kinderen,« zegt de grootvader over de +heugelijke gebeurtenis. + +»Nu heeft God een kindeken aan H. M., aan den Prins, aan ons volk +geschonken!--Eens was er een vleug der hope, maar wreed als het over ons +land gehengd scheen, tastte juist in die dagen een giftige krankheid het +leven onzer dierbare Koningin aan. Er zijn toen uren geweest, dat elk +oogenblik het schriktelegram van 't Loo geducht werd. Vreeze beving +aller hart, dat niet alleen onze hope op de geboorte van een Vorstelijke +Spruit zou beschaamd worden, maar dat onze Koningin zelve ons zou +ontnomen worden! Dat bangste is toen, God zij lof, afgewend.« + +»Vader,« viel Maria in de rede, »Da Costa zegt iets dergelijks van den +Prins van Oranje, onzen lateren tweeden Koning.« + +»Zoo meisje? Laat hooren.« + + »Of eindelijk als die maar + Het land met doodschrik sloeg, + Krank, zorg'lijk in gevaar!«.... + +»Mooi aangehaald, waaruit, kind?« + +»Uit De Vijf-en-twintig Jaar, Vader.« + +[Illustratie: Het mooiste versierde woonhuis in de bocht der +Heerengracht, Amsterdam.] + +»Hoor nu maar verder: »Een gerucht deed straks de blijde zekerheid +opgaan, dat het onzen God toch nog beliefd had, de smeekbede van heel +ons volk te verhooren. Het hoopvolle woord van »_Blijde Verwachting_« +deed zijn intrede. En opeens was het of Nederland weer opleefde. Een +belangstelling, als nooit in eenig land bij zulk een gebeurtenis gekend +is, waakte op. Het gebed was nu niet meer om afwending van het bangste, +maar of onze God voleinden mocht wat Zijn hand begon. Gelijk nooit de +liefde voor Oranje in de harten getrild had, zóó trilde ze nu. Algemeen +werd de behoefte gevoeld om aan zijn blijdschap uiting te geven. Het +stroomde geschenken naar het Vorstelijk Paleis. Het werd één saamleven +in blijde verwachting van onze Koningin mèt haar Volk. Reeds rekende men +den dag uit. Ieder zon er op, hoe, als die dag eindelijk kwam, heel 't +volk in al zijn steden en dorpen dien dag van nationale verheffing naar +waarde vieren zou. Zelfs in het buitenland trok het de aandacht, hoe +sterk hier Dynastie en Natie aan elkaar verknocht waren. En de natiën +van rondom, over eigen profijt heenziende, juichten met het volk van +Nederland, dat toch eindelijk onze nationale hope in vervulling ging. + +Nu ~dankt~ het volk, gelijk het eerst ~gebeden~ heeft. En het ~Nun +danket alle Gott!~ spreekt aller hart toe. + +Het Vorstelijk kind dat geboren werd, heeft onze liefde, al heeft ons +oog 't nog niet aanschouwd. Nu reeds is deze telg uit het geliefde +stamhuis, mocht zij eens de Kroon dragen, van onze trouw en onze +gehechtheid verzekerd. Voor dit Vorstelijke kind en voor onze Koningin +zullen we bidden. Bidden, dat de Heere God de Moeder en het Koninklijke +Kind genadig zij en blijve. + +Een vreemde vorst zou ons zoo hard zijn gevallen; nu Oranje blijft, +steken we 't hoofd weer omhoog, in het geloof dat Neerland nog zijn +eerekroon zal dragen.« + +»Wel, wat zegt ge, zoons! is het niet uit ons hart gesproken?« + +»Ja, Vader, echt.« + +»Groomoe, mag tante Eta spelen en wij zingen? is het Zondag?« met deze +vraag maakte de kleine een einde aan de plechtige stilte. + +»Ja, liefling, Tante zal spelen.« + +»Vader,« zoo begon Coosje, »ons Prinsesje heeft mooie namen, vindt u +niet?« + +Maria verstoute zich om gauw te antwoorden: »Mooie, mooie, Coosje? Zeg: +heerlijke, dierbare, onvergetelijke, zuiver historische! #Juliana#, je +zult het hooren is naar de stammoeder der beide takken Oranje èn +Oranje-Nassau; Louise zal naar Louise de Coligny wezen. + + »Zij was de Dochter, Weeuw en Moeder van de Helden, + Die goed en bloed voor God, voor Staat en vrijheid stelden.« + +Of Zij heet naar Louise Henriëtte, de prinses van Oranje, die met den +Keurvorst van Brandenburg trouwde. Het is innig, onbegrijpelijk innig, +diep gevoeld van de Koningin om juist #die namen# te geven!« + +»Heeft je peettante je dit alles voorgezegd?« spotte haar Vader. + +»Neen, o, neen! Vader, maar u zegt in uw hart volmaakt hetzelfde, ik ken +u veel te goed; u heeft 't Oranjehuis lief, zielslief. En Moeder niet +minder, al zegt ze nu geen woord.« + +»Wat zou Nederland wezen zonder Oranje? Een speelbal van regenten- en +familieregeering, anders niet. Heeft God onze ondankbaarheid van 1795 +niet bezocht, met dien schrikkelijken Franschen tijd? 't Schrikkelijkst +zeker omdat het grootste deel des volks Zijn straffende hand niet +erkende. Toe Vader! lach me niet uit maar val me liever bij; 't is de +waarheid, vraag het Groen maar.« + +»Als je met Groen aankomt zusje, nieuw-bakken onderwijzeresje, dan moet +het slot op onzen mond, niet waar?« zei Mientjes vader. »Coosje,« ging +hij voort, »vraag Marie van alles over Juliana van Stolberg en die twee +Louise's, maar dan van avond, na de kerk; dan heb je de heele week wat +om over te denken; nu moeten we naar huis, kijk eens op de +pendule.«--»Gunst! zoo laat al, Fer?« + +»Ja, ja, de kleine Prinses stuurt al wat in de war, tot jou +tijdrekenkunde toe, hè? Maar dat is niet de eerste maal.« + +Allen lachten. Weldra waren de aanzittenden van de gezellige koffietafel +opgestaan en toog ieder zijns weegs. + +[Decoratieve illustratie] + +[Decoratieve illustratie] + + + + +HOOFDSTUK IV. + +Van Hier en Daar. + +(Nà 30 April 1909.) + + +»Ligt ons Juliaantje nu in onze wieg, Mama?« zoo begon Dora aan de thee. + +»Neen, Dora; Koningin Emma liet de wieg, waarin onze Koningin zelve lag, +in orde maken en die moet door het Prinsesje het eerst gebruikt worden.« + +»Is die nog mooier dan de Amsterdamsche, Mama?« vroeg Lize thans. + +»Naar wat 'k in de courant las is die wieg heel deugdelijk, heel gepast +in een paleis, maar eenvoudiger en daardoor zeker beter geschikt voor +alledaagsch gebruik. En dan is het zulk een lieve gedachte, dat Mama en +Grootmama 't kleintje in de wieg zien, waarbij Koning Willem III zoo +gaarne stond om naar zijn eenig dochtertje te kijken.« + +»Dat zal je wel aan het rechte eind hebben, Amélie,« veronderstelde +mijnheer; »Prins Hendrik heeft althans net gedaan bij de aangifte van +dit Prinsesje als Z. M. bij die van het Zijne.« + +»Zoo? Hoe dan, Henk?« + +»Na Hr. Ms. geboorte, toen de officiëele personen voor de aangifte ten +paleize in het Noord-Einde gekomen waren, liet de Koning het Prinsesje +binnenbrengen en zei: »Mijne Heeren, u ziet dat ze er wezenlijk is;« +en zelf nam daarop Z. M. het kindje in Zijn arm om het den ministers +te toonen. Gisteren nadat de wethouder de Wilde met den chef van den +burgerlijken stand Meys en de beide ministers, als getuigen in de zaal +waren aangekomen, verscheen Z. K. H. de Prins vergezeld van Jhr. van +Suchtelen. + +Z. K. H. drukte ieder der vier heeren de hand zeggende: »Ik ben toch zoo +hartelijk verheugd.« Onmiddellijk daarop werd de Prinses binnengedragen +door een verpleegster. De Prins toonde Haar eerst aan den wethouder, +daarna aan de getuigen. Een blozend kindje, goed van gewicht was de +indruk. + +De heer Meys las de geboorteacte voor en die werd vervolgens geteekend. +De heer de Wilde vroeg verlof nog iets te mogen zeggen en sprak ongeveer +'t volgende. »Hij rekende het eene hooge eere voor den burgerlijken +stand van 's Gravenhage om in zijne registers te mogen zien aangeteekend +het vorstelijk kind, zoo lang door het Nederlandsche volk verbeid. +Hij hoopte, dat dit vorstelijke kind tot in lengte van dagen onder de +levenden in de registers van den burgerlijken stand blijve aangeteekend, +tot vreugd van het Koninklijk Huis, tot heil en zegen van het dierbaar +Vaderland.« + +De Prins-Vader dankte den Wethouder met een handdruk; waarna de heeren +vertrokken.« + +»Wel hoe alleraardigst en hartelijk ging dat toe; staat het letterlijk +zoo in de courant?« + +»Ja, Mama,« sprak Ida die over Papa's schouder medelas, »en als 't +Prinsesje gedoopt wordt mogen wij drieën in Den Haag bij Grootmama +komen.« + +»Is 't echt waar, Ida?« riepen Lize en Dora tegelijk uit. + +»Vraag het Mademoiselle maar, Grootmama heeft 't haar gevraagd en zij +gaat mee, niet waar, Mademoiselle?« + +»Dat is weer een meisjesgenot, die verzuimen maar, als ze 't +goedvinden!« klaagde Louis. + +»En H. B. S.-jongens gaan het den burgemeester vragen,« plaagde Jet. + +»Neen, de Handels- en Machinistenschool zijn op het stadhuis geweest, +wij niet;« bracht Jan fier in, die in zijn eerste jaar van +Hoogerburgerschap was. + +»In Dusseldorf woei den 30n de Hollandsche driekleur, Papa! In Pruisen +moet zoo iets aangevraagd worden; de daar wonende Nederlanders hadden al +lang geleden permissie gevraagd en gekregen. Op de Noordzee wist men het +groote nieuws eer dan in Amsterdam.« + +»Kom Gustaaf! geen studentenmopjes, welke »men« is dat? De kabeljauwen +mogelijk?« vroeg Mevrouw. + +»Mama, het is volle ernst. De Batavier, een stoomschip, kreeg een +Marconi-bericht, heesch oogenblikkelijk de groote vlag en al de +seinvlaggetjes volgden. De Hollanders jubelden, de Engelschen, verbeeldt +je, de Engelschen! drukten hun het eerst de hand en wenschten hen geluk, +»Wilhelmus« en »Wien Neerlands bloed« weerklonken, toen de boot aan den +Hoek van Holland binnen liep, waar, evenals op de Maas alle booten +floten.« + +»Weet je nog wat bijzonders, Guus?« klinkt het uit alle jonge monden. + +»De stationschef in Haarlem liet een locomotief heen en weer rijden om +knalsignalen te geven. In Berlijn (trouwens dat is overal zoo in 't +buitenland) eten ze geen muisjes bij geboortefeest of doopmaal, ze +kennen ze niet eens! De Berlijnsche vereeniging »Nederland en Oranje« +laat ze bakken, in mooie zakjes doen, met oranjelintjes toegestrikt en +aan alle te Berlijn wonende Nederlanders uitdeelen. Als ik jelui van de +feestelijkheden in ons land vertellen moet, die al plaats hadden, en op +10 Mei zullen wezen, wel dan zit ik van avond om 10 uur hier nog. Maar +iets aardigs las ik, aan Prins Hendrik een dag of wat geleden overkomen. +Iemand vroeg een der verslaggevers van de groote bladen (ze logeerden +in »De Zalm« achter het paleis Noord-Einde): »Is het niet vervelend +zoo aanhoudend voor schildwacht te spelen?« »Niet zoo vervelend als +u denkt, men ziet en hoort van allerlei en 2 uur is dan gauw om. +Zoo bijv. gisterenmorgen. U weet misschien, dat aan het Hof de goede, +voorvaderlijke gewoonte nog stand houdt: Vroeg op en vroeg naar +bed.«--»Wat noemt u vroeg?«--»Wel om 7 uur ziet men Z. K. H. in dezen +tijd van het jaar in eenvoudige burgerkleeding uitgaan voor een loopje. +Gisterenochtend dan, komt de Prins in het Noord-Einde met een pijp in +den mond. Een werkman stapt op Z. K. H. toe met een: »Vuur, asjeblieft +meheer?« De Prins heeft blijkbaar schik, dat hij niet herkend wordt, +doet even een flinken trek en houdt zijn pijp aan den onbekende voor +en vraagt, terwijl die een goeden haal doet: »Gaat het?« »Opperbest +meneer!« en daarop: »Dank je wel menheer!« met een tik aan zijn pet. +»Tot je dienst,« van den Prins, die glimlachend verder gaat.«« + +Allen lachen en de zusters vragen natuurlijk: »Weet je nog meer, Guus?« +beantwoord met een »Voor van avond genoeg.« + +»Mama, hoe gelukkig zullen de Koninginnen nu wel zijn! en zeker denkt de +Koningin aan al die mooie geschenken, die de menschen stuurden, omdat +zij zoo blij waren, dat er een kindje kwam; dunkt u niet, dat de +Koningin nu dubbel blij is met alles en met _onze wieg_?« + +»Doraatje, als ik de Koningin goed begrijp, dan is H. M. het blijdst +met dat lieve dotje in de wieg en daarna over alle arme menschjes en +kindertjes, die van alles krijgen door de geboorte van haar lieverdje!« + +»Ik begrijp u niet, Mama.« + +»Vraag dan eens wat Jetje van mijn woorden verstaat,« zegt haar moeder. + +»Toen de menschen veel geld verzamelden om uit liefde en vreugde rijke +geschenken te koopen, vroeg de Koningin hun dit niet te doen; maar als +de menschen dit verzoek onaangenaam vonden, daar ze zoo heel graag het +kindje wilden verrassen, dan zou het, dacht de Koningin het heerlijkste +wezen, de meeste gelden voor arme of ongelukkige kindertjes of zieke +moeders te gebruiken.« + +»Deelt nu de Koningin alle dagen melk en eieren uit en laat de +keukenmeid bouillon en soep koken, Jet?« + +Gelukkig voorkwam Mama's wenk een algemeene lachbui, en Dora keek haar +zuster zoo ernstig aan, dat zij van de onderdrukte vroolijkheid niets +merkte. + +»Neen, Dora,« zei de oudste zus, die door eerst een kopje thee te +drinken haar ernst behield; »dat zou te druk voor H. M. wezen; je weet +wel die heeft altijd zooveel te lezen en te schrijven, alle dagen uren +lang; maar de dames hebben met die guldens, rijksdaalders en tientjes +net gedaan wat Papa met het geld doet, dat jij van je Peettante op je +verjaardag en met Nieuwjaar krijgt, weet je dat kleintje?« + +»O, ja, heel goed, het wordt weggeborgen in de brandkast en Papa teekent +het op in een boekje en dan wordt het altijd meer en meer. Lach me niet +uit Jan, Papa heeft het zoo gezegd, en als ik dan groot ben en ga +trouwen, evenals Jet, dan ga ik voor al dat geld met mijn man op reis.« + +Niemand kon nu zijn lachen inhouden, tot Mijnheer vroeg: »Hoe kom je aan +zoo'n plan Dora?« + +»Ik heb het Mama aan Jet hooren vertellen; u en Mama hebben het ook +gedaan.« + +»Kleine potten hebben ook ooren, Henk!« + +»Jet, vertel me verder van al die guldens.« + +»De Nederlandsche dames in Londen zorgen voor een arme juffrouw of +kind, dat voor gezondheid naar zee moet. Alle jaren één, weet je. +Van de baronie van Breda kreeg 't Prinsesje een gouden speld om haar +boezelaartje vast te steken; voor al het andere geld zullen ze voor +zieke kleintjes zorgen. Andere steden of provincies laten zwakke +kinderen naar vacantiekolonies gaan of bouwen een kinder-ziekenhuis +zooals er hier in Amsterdam een is. En de dames van de kolonels en +generaals laten overal vragen, welke onderofficieren op 30 April ook een +kindje kregen, en dan krijgt zulk een kindje een spaarbankboekje zooals +jij hebt; dat bewaart de vader dan tot 't groot is. In Antwerpen zullen +ze zorgen voor arme moeders, die kleintjes hebben en zooals jij zegt, +daarom alle dagen melk, eieren en soep krijgen. Heb ik het je goed +uitgelegd, en kan je het Zondag je poppenfamilie oververtellen, Dora?« + +»Heel best en ik vind het mooi en lief van de Koningin en al die +menschen. Is er van onze wieg geld overgebleven, Mama?« + +»Ik weet het niet, kleine vraagster, wel weet ik nog iets heel liefs. +Herinner jullie je nog die aardige luiermandjes van den winter op de +bazar? zulke luiermandjes heeft de Koningin ten geschenke gekregen om +uit Haar naam te sturen aan behoeftige moeders, die op denzelfden dag +een klein kindje krijgen. De meisjes van de Vakschool in Den Haag hebben +er voor genaaid en gebreid en er was veel en van alles in; Grootmama +schreef mij: »Ze zien er keurig fijn uit.«« + +»Kom, Papa! vertel ons ook eens iets, dat Mama of de grooten niet +weten;« opperde Lize. + +»Ondeugd, denk je dat je Papa tijd heeft om evenals Gustaaf nieuwtjes in +de couranten op te snorren?« + +»O, u weet wat, u weet wat, anders zei u geen ondeugd!« riep Ida uit. + +»Ida, met welk schip heeft de Koningin Paul Kruger laten afhalen?« + +»Met de Gelderland, Papa!« + +»Ferm zoo. Diezelfde Gelderland kwam vandaag aan de ree te Willemstad en +werd van den top van den mast tot de waterlinie electrisch verlicht.« + +»Heeft Willemstad een ree, Papa?« + +»Zeker Louis, het is de hoofdstad van Curaçao waarvan ik spreek; de +Curaçaosche dames zonden een doop- of draagkleed in 'n mahoniehouten +kistje, en in Bonairiaansch geelhout staat op het deksel: + + Kolonie Curaçao 1909. + +Van binnen is het kistje met licht blauw satijn gevoerd; heb ik dat niet +mooi onthouden? + +»Ik vind het merkwaardig,« ging Mijnheer voort, »dat de koloniën zoo vol +belangstelling medeleven met 't Moederland. De gouverneur van Suriname +stelde f 1000 ter beschikking voor feestelijkheden en die van Curaçao +f 500 en er werd bij bepaald, dat het Lazarushuis van St. Eustatius +daarin ook moest deelen.« + +»Wat is dat voor een huis, Henk?« + +»Een gesticht voor melaatschen, die arme ongeneeslijken worden daar +liefdevol verpleegd.« + +»Hoe treffend dat aan armen en ongelukkigen en zulke beklagelijke +menschen gedacht wordt, omdat 't heele volk zich verheugt! 't Is toch +maar een zegen om in een Christenland te wonen;« besloot Mevrouw. »Hier +zullen we geen bijzondere feesten hebben vóór dat ons lief Prinsesje in +Amsterdam komt; dus zullen we Dora nu naar bed zenden en moeten allen +met haar leeren wachten en geduld oefenen tot April 1910!« + + * * * * * + +De Zomermaand bracht heerlijke dagen, en Dora, gelukkig niet ongesteld, +zag een hartewensch bevredigd, toen zij bij Grootmama met Mademoiselle +en de zussen, vertoevende, zag hoe de grootmeesteres in de koets het +Koninklijke wichtje ophief om het aan de saamgestroomde, wachtende +menigte te toonen; toen ons Prinsesje naar de Willemskerk gereden werd, +om aldaar het teeken van den Heiligen Doop te ontvangen; dezelfde kerk, +waarin onze Koningin ook gedoopt werd. + +Wel aanschouwde de kleine meid niets van de pracht ten toon gespreid +in de ambtsgewaden van alle grootwaardigheidsbekleeders, die als +genoodigden of vertegenwoordigers hunner souvereinen daar bijeen waren; +maar naar dàt schouwspel ging haar kinderhart niet uit. + +Te gretiger luisterde zij naar het verhaal bij Grootmoeder aan tafel. +Onder plechtig gezang kwamen H.H. M.M. en Z.K.H. de kerk binnen, en +namen, als gewone menschen, plaats op de stoelenrij tegenover den +preekstoel. Slechts met groen (zonder bloemen) uit H. M.'s park +afkomstig was de kerk stemmig voor de plechtigheid versierd. + +Dr. Gerretsen, waarnemend hofprediker, preekte op uitnemende wijze. +Z. W. E. W. las het geheele doopsformulier met de beide gebeden, en +plechtig weerklonken de namen onzer geliefde Prinses: Juliana, Louise, +Maria, Emma, Wilhelmina, vóór de Naam des Drieëenigen werd uitgesproken. +Als elk kind, zonder titulatuur werd het Vorstelijke wichtje als dooplid +bij de Kerk gevoegd. God vervulle in Zijn genade de gezongen zegenbede +van Psalm 134 vers 3. + +H. M. hield het Prinsesje al dien tijd in Haar armen; daarna kuste H. M. +het lieve Kindje en hield het daartoe ook den Prins-Gemaal voor. Toen +pas werd de Prinses met hetzelfde ceremoniëel weggedragen, als Zij +gekomen was. + +Gustaaf, voor dien Zaterdag, 5 Juni, overgewipt naar de Hofstad, kwam +de meisjes halen; hij had haar een plaatsje bereid, van waar ze H.H. +M.M. en Z. K. H. het paleis konden zien binnengaan bij de terugkomst uit +de kerk. + +Aan het gejubel scheen geen einde te komen, toen de dierbare Vorstin, +aan den arm van Haar Gemaal, voor de vensters verscheen; het begon +opnieuw toen Koningin Emma Haar Kleindochtertje toonde aan de verheugde +schare, en ten teeken van groetenis het lieve, kleine handje ophief. + +»Heerlijkjes Guus, eenig lief van je,« zei Doraatje met een omhelzing. +»Heb jij het ook goed gezien?« + +»Met jou op zijn hoofd, hoe kon hij dan zelf zien?« riep Lize uit. + +Een nieuwe omhelzing en liefkoozingen, als ware hij nog een kleine +jongen, beloonde den grooten broer voor zijn zelfverloochening. + + * * * * * + +Het Zondagsch koffieuurtje bracht bij den ouden Gladschaaf alle kinderen +om de tafel, en het Prinsesje er op zooals het zeggen luidt. Over niets +anders liep het gesprek dan over de doopplechtigheid die plaats had +gegrepen, over wat daarbij gesproken en voorgevallen was. + +Moeder Gladschaaf was maar innig dankbaar, zeide zij, dat de lieve +Moeder gelukkig bewaard was geworden, toen de paarden schrikten, »het is +al acht dagen geleden, we kunnen nu hopen, dat H.M. en het Kleintje er +geen gevolgen van ondervonden,« voegde zij er bij. + +Nog een oogenblikje luisteren we aan de koffietafel. »Vader,« aldus +Maria, »was u niet blij, dat Dr. Gerretsen van Juliana van Stolberg +sprak, de vrome moeder van den eenigen Willem I. »Zonder Juliana van +Stolberg geen Prins Willem van Oranje; zonder Willem van Oranje geen +vrijheidsoorlog; zonder vrijheidsoorlog geen vrijheid; zonder vrijheid +geen Nederland!« zoo stond het in de courant. En die vrijheidsoorlog in +de dagen van den Prins, was om vrijheid van godsdienst, zei de Prins +niet: »Liever dijken en dammen doorgestoken, de molens in vlam gezet en +op schepen aan gene zijde der zee een nieuw vaderland gezocht, dan Gods +Woord opgeofferd.« Kijk me niet hoofdschuddend aan Fer! het is zóó, al +was het maar een plan om het volk in de bangste jaren voor vertwijfelen +te bewaren. Alles opgeven, alles verzaken, behalve het Woord Gods dat +was en bleef 's Prinsen leuze na 1572. Heeft Filips zelfs niet eens bij +langdurige vredesonderhandelingen den Prins aangeboden, Oranje alle +bezittingen buiten de Nederlanden gelegen terug te geven, zijn voor +ons gemaakte schulden te betalen en.... Filips Willem de vrijheid te +schenken, als de Prins zijn handen maar van de oproerlingen (zei hij) +aftrok, hun noch raad, noch bijstand schonk. En hij, Willem van Oranje, +had zelfs zijn zoon niet liever dan de verdrukten in dit land; o, ja! +Prins Willem was zijner vrome moeder waardig!«--»Zeg liever kind: Op +dezen prins kunnen we het woord van Jezus _niet_ toepassen: »Die zoon +of dochter lief heeft boven Mij, is mijns niet waardig. Gode daarvoor +de eere!«... + +»Moge onder de trouwe leiding van onze Koningin, Haar Prinselijken +Gemaal, Haar vrome Moeder, onze jonge Prinses opwassen in oprechte +godsvrucht; worde Haar naam eens met eere genoemd onder die vele vrome +vorstinnen, waaraan 't Oranjehuis steeds zoo rijk is geweest!« + +[Decoratieve illustratie] + + + + +HOOFDSTUK V. + +Een jubelende Stad. + +(Van 26 Mei-2 Juni 1910.) + + +»Wat duurt een jaar toch vreeselijk lang!« zoo klaagt Dora op Kerstdag +1909. »Verleden Kerstfeest mocht ik niet naar de kerk om mijn +verkoudheid en van 't jaar mag ik nog niet op Oudejaarsavond opblijven, +omdat ik _pas_ 7 werd!« + +»Je hebt 't hard, zusje! Met ons is 't net zoo gegaan; behalve dat wij +niet naar zooveel pleziertjes mee mochten als jij; want toen was Guus +een jongen en Jet bezat nog geen Sjoerd om te vragen voor haar en ook +voor de kleintjes; wees maar getroost, als je 10 wordt ga je mee naar +de avondkerk en blijft tot over 12 uur op!« + +Veel uitwerking oefende deze troostrede niet; de afleiding door Jans +verhalen over alles en nog wat hielp veel beter. Lize, ruim 4 jaar +ouder, tamelijk ontwikkeld, heel flink voor haar leeftijd, kon niet meer +zoo in alles met Dora meedoen; daardoor voelde de kleine meid zich soms +eenzaam; al bleef ze ieders speelpop en liefling; terwijl Mama wel +zorgde, dat ze niet bedorven werd. + +Eén onderwerp vooral kwelde, met steeds wederkeerend en vermeerderend +ongeduld haar kleine hersens, n.l. 't verlangen om #ons Prinsesje in +Amsterdam# te hebben. Als Dora daarover begon, kwam er niet spoedig een +eind aan. In Den Haag had ze #Het Liefje# zien voorbijrijden, toen ze +gedoopt zou worden; maar die Hagenaars zagen Juliana, (ze zei meestal +familiaar Juliaantje) meest alle dagen! En op Apeldoorn ging het +ook al zoo. Nu eens het Prinsesje met freule van der Poll en haar +kinderjuffrouw en dan eens, veel mooier: Juliana op den schoot der +Koningin in 't rijtuig. + +'t Heugde Dora als gisteren: dat op een zonnigen dag even voor 12 uur +H. M. met Haar Dochtertje de Koningsschool[3] te Apeldoorn voorbijreed; +daar stormde de jeugd juist naar buiten. »Hoera! Prinses Juliana!« +en roepend omstuwden ze het hofrijtuig, tot groot vermaak der kleine +Prinses. Luid kraaide Zij en schudde, uit eigen beweging, zoo hard Zij +maar kon Haar rammelaar!--»Hè! zoo iets moois moest ik eens beleven, +zoo _heel gewoontjes_ de Koningin en het Prinsesje vlak bij te zien;« +riep Dora uit toen Gustaaf, de wandelende courant, haar dit berichtje +vertelde; en haar verlangen naar de komst in Amsterdam, van #ons +Prinsesje#, het snoezige Juliaantje, nam gestadig toe, al zou het dan +niets gewoontjes wezen. + +[3] School door Z. M. koning Willem III gesticht voor de kinderen van + allen, die op het Paleis of in het Park op 't Loo dienst doen. + +Daar vertelt Papa op zekeren dag aan tafel: + +»'t Is beslist, de Koningin, de Prins en de Prinses komen 26 Mei in +Amsterdam.«--Spijt alle goede manieren, gooide Dora vork en mes neer en +danste uitgelaten van blijdschap de kamer rond. Papa's lachlust redde +haar van straf. + +»Dat belooft wat als we zoo ver zijn,« merkte Mademoiselle met een zucht +op; doch Mevrouw stelde haar gerust. »Dora is eerst uitgelaten in het +vooruitzicht van eenig lang gewenscht genot, Mademoiselle; maar dan +gaat ze er over denken, zich alles en nog wat daarvan voorstellen; en +feitelijk geniet ze dan vooruit, onderwijl en naderhand; maar meer in +stilte; zoo is ze altijd geweest, het lieve kind.« + +In alle kringen loopen weldra de gesprekken over niemand anders dan +H. M. en Prinses Juliana. Hoe Haar te ontvangen, wat men zal doen, wie +mee zal werken, waar alle vreugdebetoon zal plaats vinden? Wel ging het +niet toe als in Almen ten tijde van den Hoofdigen Boer, waar men het 3 +maal 30 dagen had over: palen, balken en planken en weer 3 maal 30 dagen +lang over: balken, planken en palen; maar toch men leest geen dag- of +weekblad, men hoort van geen vergadering of men denkt aan de komende +feestweek; en als Mei in het land komt ziet men al hier en daar allerlei +toebereidselen maken. + +In den Gemeenteraad krijgt een mooi plan zijn beslag, en het middelpunt +van alle feestelijkheden De Dam vaart daar wel bij. Drie dagen vóór +H. M. komt, heeft Mademoiselle reeds beloofd de dagelijksche wandelingen +in ontdekkingstochtjes te herscheppen; en, door mijnheer gerustgesteld +omtrent haar eigen veiligheid en die harer leerlingen, zou men allerlei +buurten doorkruisen. + +»Maandag, 23 Mei, slag bij Heiligerlee,« zegt Lize met een blijden +lach »en wij, Oranje ter eere! naar.... ja, waarheen? Wat is klaar, +Gustaaf?«--»De Dam pas Donderdagochtend, in de Kalverstraat is men +nog druk aan 't werk. Gaat naar de nieuwe wijken, daar is veel gereed. +Mademoiselle, begint u maar met de brug aan de Ferdinand Bolstraat, dan +langs de Stadhouderskade naar het Rijksmuseum, 't hoofdkantoor van de +tram, over Leidsche- en Koningsplein naar de Doelenstraat, zoo naar de +Jodenbuurt, door de Hoogstraten naar de Warmoesstraat en over de Nieuwe +Brug langs 't Damrak naar het Rokin en dan naar »de Bocht« en naar huis; +dat is een tocht voor van daag; u moet tusschenbeide een eindje trammen +doch 't is warm genoeg _met_ de meisjes #buiten op#. Veel genoegen +kleintjes!« sprak zeer beschermend de oudste broeder. + +De aangegeven weg door Lize vlugjes opgeteekend geeft groote voldoening +aan de wandelaarsters. De brug over de Stadhouderskade gaf zoo iets +geheel anders te zien dan naar gewoonte. Ida teekende die in haar +zakboekje aan onder 't opschrift: »de illuminatie.« + +»Die 5 eerepoorten tusschen het Rijksmuseum en de IJsclub, wat zijn die +mooi en overal reuzen van J's; de 3 Amsterdamsche kruisen met franjes; +en die zuilen zoo mooi wit geschilderd; en al die deviezen, 't is eenig +fraai,« roept Lize telkens uit. + +»Zal de Koningin ze lezen, eerst: »Dieu aide Orange!« en dan die 9 +andere?« vraagt Dora. + +»'t Rijtuig zou dan stil moeten houden, en daarvoor heeft H. M. geen +tijd,« zegt Mademoiselle. + +»Is 't niet jammer, als alles zoo gauw voorbijgereden wordt en de +Koningin onderwijl nog zoo onophoudelijk buigen en groeten moet, +Mademoiselle?« + +»Dora, men zal de Koningin wel van alles verteld hebben of afbeeldingen +er van geven; maar als jelui hier zoo blijft studeeren, komen we niet +verder; vraagt de Hollandsche juffrouw er maar naar; die kent die +spreuken op haar duimpje.« + +»Ida, schrijf je dit op, om bij de illuminatie te gaan zien?« + +»Neen, die Latijnsche spreuk: »Saevis tranquillus in undis«, schrijf ik +op. Ze komt me bekend voor. Is ze van Maurits of Prins Willem, Lize?« + +»Saevis is sauvé; tranquillus is tranquille; undis is ondes; dat zou wel +kunnen wezen. »Gered, veilig in de baren;« maar mee, gauw, Mademoiselle +is vooruit, pas op, maak haar niet boos.« + +Kijk, voor het kantoor der trams net een brug; een tram zoo groot als +een echte er midden op, niets ontbreekt aan het vernuftige latwerk, wit +en oranje van kleur, met groen en vlaggen gesierd. De meisjes blijven +staan om te bewonderen; Dora begint de electrische knoppen te tellen, +die den avond in dag zullen veranderen. Een heer ziet het opgetogen, +aardige drietal en vertelt ze, dat het personeel van de bureaux alles +zelf bedacht heeft, dat die doorvaart 12 M. wijd is, de lantaarns op de +brug 5 M. hoog zijn en 's avonds, alles schitterend geïllumineerd, door +H. M., door den Prins en Koningin Emma bewonderd zal worden, maar niet +door ons Prinsesje, die moet in Haar wiegje. + +»Naar de Leidsche straat, Mademoiselle!« zegt Lize en weldra valt het +»Welkom Prinses Juliana« allen in het oog; de wapendragers aan de +huizen met de verdere gevelversiering van sparregroen en de vlaggen er +tusschen in, staan allerliefst. Daar is de Heerengracht met de vierkante +kronen aan kabels opgehangen; »jammer dat die niet Oranje, rood, wit of +blauw zijn geverfd, vindt je ook niet, Ida? Zou men touw kunnen verven, +Mademoiselle?« + +»Ik weet het niet, maar als die vierkante daken leeg blijven hangen, zal +'t raar staan.« + +»Er komen oranjekleurige lampions als omgekeerde kronen in te hangen,« +verzekert Gustaaf; »het zal 's avonds mooier wezen dan over dag,« +beslist Lize. + +'t Hotel l' Europe vindt beter genade in de oogen der wandelaarsters, +die verklaarden geen vermoeienis te voelen. En 't eilandje in de +Kloveniersburgwal, waarvan een oud heer, die juist zijn woning verlaat +om naar de beurs te gaan haar vertelt, dit aardige stukje gronds is 12 +bij 21 M. en het lichtstuk in het midden, tot 12 Meter hoog, zal zelfs +op 't Rembrandtplein gezien worden. + +Door Hoog- en Damstraat wordt weldra de Vijgendam bereikt; daar vertoont +een geschilderd baldakijn H. M. in 1890 en in 1898 met Koningin Emma +tusschen beide beeltenissen in, terwijl de achterkant de opening van +het Merwede-kanaal voorstelt. Alle andere baldakijns spreken ons van +de Nederlandsche koningen en enkele hunner daden. Koning Willem III +in de Bommelerwaard, en H. M. met Z. K. H. in Zeeland, beide bij de +overstroomingen, de eerste in 't bootje en dezen uit de auto stappende, +zijn treffend afgemaald! Waterloo's slag, naar Pienemans stuk, vertoont +de achterzijde van Willem II en Anna Paulowna, en de Scheveningsche bom, +die den Oranjevorst in 1813 terugvoert, brengt ons aan het uiteinde der +Warmoesstraat, langs welker gevels kleine onderling verbonden schilden +de namen te lezen geven veler steden en dorpen, terwijl hun eigenaardige +nijverheid door de benoodigde werktuigen wordt voorgesteld. + +Toen van het Centraal-Station naar huis. + +Den volgenden dag krijgt de Hooge Sluis een, beurt van de meisjes, van +nabij een boot vol bloemen gelijk, zien ze van de Magere brug, dat zij +een groote kabelbrug voorstelt, die bij de illuminatie een betooverenden +aanblik zal bieden. + +Straten en grachten van Haarlemmerpoort en van Lennepkwartier, van +Plantage en Muiderpoort werden bezocht; en altijd weer nieuwe verbazing +over zooveel verscheidenheid en vindingrijkheid in boog en guirlande, +kroon en ornament, ten toon gespreid. + +Hoe eenig schoon van Spui tot Heiligen weg die luchtige, groote, +vergulde kronen, die in een priëel van groene slingers opgehangen, +zelven boven sierlijke gulden bloemenmanden zweven. »Als de electrische +gloeilichten daar 's avonds bij ontstoken worden, zal dat eind +Kalverstraat een tooverpaleis gelijken,« meent Mademoiselle. + +»Eindelijk! Daar is de Dam, als we die eerepoort door zijn.«--»'t Is +geen eerepoort, Lize; kijk maar 't is een deel van de Damversiering.« + +»Ik zie den Dam niet meer, wel het Paleis en Naatje maar anders is de +Dam weg!« riep Dora mistroostig uit. + +'t Duurde, een poos eer de 3 meisjes door Mademoiselle onderricht, wier +geoefend oog ras de schoone idee dezer ongemeene versiering opmerkte, +zich een heldere voorstelling konden vormen van de omtoovering, die +had plaats gegrepen. Toen zij later de Julianabron met haar watervallen +en opspuitende fonteinen in gekleurd licht zagen baden, het glanspunt +vormende van den schitterend verlichten Dam, begrepen zij pas iets van +wat Mademoiselle dikwijls over de schoonheid van La fête de Nuit te +Versailles verhaald had. + +»Is die groote tribune voor de hofhouding, Mademoiselle?« + +»Neen, meisje, zeker voor genoodigden, gemeenteraadsleden en andere +heeren met hun dames,« denk ik. + +»Ja, Mademoiselle, Papa krijgt 2 toegangskaarten; hoe mooi zal men daar +de Koningin op het balcon kunnen zien, en de optochthulde, en de aubade +kunnen hooren. Ik wou, dat Papa er 10 had, dan zaten we er allemaal,« +wenschte Lize. + + * * * * * + +25 Mei! Gelukkig! dacht de _jonge jeugd_, om met de Transvalers te +spreken, gelukkig! nog maar één nacht! dan zien we Juliana! + +»Wat, ga jij nu de stad uit, Greta, ik herken je niet! De Koningin hier, +en jij weg?« zoo uitte Maria Gladschaaf haar verbazing in den vroegen +morgen van dien 25n van Bloeimaand. + +»Weet je de schikkingen niet? Ferdinand gaat met jou en Coosje (zijn +knechts krijgen vrije middagen met behoud van loon) naar den intocht +van de Koningin, den Prins met ons Prinsesje kijken; Fer kan niet op +3 vrouwlui passen, naar hij zegt; Tante heeft _mij_ morgen in Haarlem +genood. Om nu zeker te weten, dat de trein mij meeneemt, ga ik om negen +uur naar de Bloemenstad. Jij bent zeker van Fers bescherming en een +goede plaats op morgen.« + +Maria jubelde en gunde, (trouwens die goede gewoonte was bij de +Gladschaafs inheemsch,) haar zuster dit extraatje. + +Daar stonden ze dicht opeen gepakt, de Amsterdammers. Sommigen al om 7 +uur op het Stationsplein gekomen om een uitgezochte plaats te veroveren +en die tot 5½ uur als het Prinsesje kwam te bezetten! Geen veldheer +verdedigde een pas veroverde vesting met meer trouw, met meer liefde dan +zij die 2 voet gronds! + +Gustaaf kortte den tijd van wachten voor Jan en Louis (hij liet zijn +mede-studenten alleen om zijn broers te helpen, hij is toch een beste? +je ware!) door hun de pas bekende aankomst van Z. K. H. te verhalen. + +»De Prins stoomde na de begrafenis van koning Eduard VII naar Edinburg. +Hij houdt veel van de zee, daar is de Prins een Mecklenburger voor.« + +»Ga maar voort, Guus, 'k weet nog alles van Hem en de Berlin,« vermaande +Louis. + +»Van nacht om 12 uur kwam »de Heemskerck« aan de sluis te IJmuiden; +een heer van het Handelsblad mocht aan boord komen en met een ander de +reis meemaken. De Prins op de brug naast den gezagvoerder riep door de +duisternis: »Goeden avond heeren,« ze waren alleen zichtbaar door het +licht der seinlantaarns, want 't was knap donker. Om half één ging de +Prins naar kooi. Om 3 uur lag Hr. Ms. »Heemskerck«, de Prinsenvlag in +top (tegenwoordig zonder gekijf zou de Hollandsche juffrouw zeggen) voor +den ingang van het Oosterdok. Ongeveer half 10 verkondden de vuurmonden +van de Heemskerck al bulderende, dat de Prins in de admiraalsloep, nù +met de Prinsenvlag gesierd, naar het Centraal Station voortschoot, en de +Prins als vice-admiraal gekleed stapt onder luid gejuich aan wal en +wordt door burgemeester Roëll welkom geheeten. + +Vergezeld van den burgemeester in ambtsgewaad, kwam Z. K. H. in de +koninklijke wachtkamer. + +Opgelet jongens, als de Koningin aan de grens van Amsterdam komt, wordt +er een koninklijk saluut op de »Heemskerck« gelost, meteen zal de +grootste klok van den Wester geluid worden en ook de Beursklok; en de +klokken op het paleis spelen: »Dankt, dankt nu allen God.«« + +»Guus, Vincent speelt niet, maar slaat op zijn toetsen,« viel Louis hem +in de rede. + +»Slaat, hoe kom je daaraan; 't is net een reusachtige piano, de toetsen +zijn niet met ivoor overdekt, maar anders«.... + +»Toen we laatst met Mademoiselle het paleis gezien hebben, zijn we ook +op den toren geweest en de torenwachter«.... + +»Mis, Louis! die zijn er niet meer; hij was een beambte ten paleize,« +verbeterde Jan, »die«.... + +»Vooruit dan!« + +»Achteruit gaat hier beter, dan neemt een ander je mooie plaats!« spotte +Jan. + +»'t Doet er niets toe, die ten paleize dan, zei tegen mij, toen ik hem +vroeg wat die schermhandschoenen daar moesten doen. »Jongenheer, die +zijn van mijnheer Vincent om de klokken te laten spelen, anders zou +mijnheer zijn handen stuk slaan, om die groote, zware klokken te doen +bewegen,«--dus Gustaaf....« + +»Hoor, hoor! #boem! boem!# dat is het kanon! De trein komt dadelijk. +Goed kijken, jongens!« + +De halzen uitgerekt, de oogen turende op den uitgang van het koninklijk +paviljoen, dachten Jan, en Louis over niets meer dan hoe hard ze hoera! +zouden roepen. + +We laten ze juichen en zien ondertusschen, hoe H. M. uit het +salonrijtuig van Koningin Emma gestapt, (want Prinses Juliana komt in +het eigen salonrijtuig Harer Koninklijke Moeder van het Loo,) vroolijk +op den Prins-Gemaal toetreedt, een echt hartelijke ontmoeting! In de +wachtkamer is te midden der hooge heeren de kleine Willem Roëll, zoontje +van Hr. Ms. vroegere hofdame, een door H. M. zelve ten doop gehouden +petekind; de kleine man maakt echt kranig een hoflijke buiging voor ons +aller Koningin; die weldra, na op het stationsplein van een lief klein +meisje een bouquet te hebben aangenomen, onder het spelen van het +Wilhelmus, zich in Haar rijtuig neerzet en langs den korten, maar zoo +vroolijk gesierden intochtsweg onder de aloude driekleur den Dam +bereikt. + +Op den Dam! O, op den Dam! Daar is het heerlijk! + +Hoe goed ook gedrild, de paarden der huzaren sidderen, steigeren of +brieschen, toen, na al het gejubel onder het oprijden van den stoet, en +enkele oogenblikken van stilte, de balcondeuren opengaan en wij weer +voor het eerst na 1908 #onze Koningin# op het balcon zien verschijnen! +De luide hoera's stijgen op, het koper schalt met zijn doordringende +klanken de nationale en de stedelijke blijdschap uit! De Koningin +buigt, de Prins slaat aan, de ovatie wordt herhaald en herhaald, en vol +welgevallen slaat het Koninklijk Echtpaar de geestdriftig juichende +menigte op den versierden Dam eenige minuten lang gade, om na nog een +buiging, en nog een groet naar binnen te gaan. + +Tot vertrekken was Jan noch Louis van het C. S. te bewegen. »Nu we hier +zoo'n beste plaats hebben Guus, blijven we tot de Koningin naar Haarlem +gaat; dan hebben we Haar vandaag ten minste tweemaal gezien.« + +»Wat zal Mama zeggen?« + +»Hun hoofd is op hol, ze denken om eten noch drinken dezer dagen.« »Dat +zul je hooren, en we zijn vóór 12 thuis; ga maar heen we passen wel op +ons zelf.« Gustaaf vond het voor Louis wel wat gewaagd in die drukte en +bleef bij hem. + + * * * * * + +Terwijl H. M. de hoofdstad der provincie bezoekt, waar men sedert 1897 +de Koningin niet had mogen begroeten, trekt door Amsterdam een +eigenaardige optocht van versierde expeditievoertuigen. + +»Anton, vondt je 't mooi, die optocht?« vroeg Greta onder de thee in de +keuken. + +»Mooi, neen, zeker niet, wel aardig. 't Is leuk bedacht en nog leuker +gedaan en de muziek op die wagens er bij maakte het vroolijk; en dan, +de menschen moesten nu toch van middag wat te zien hebben, terwijl we +op het Prinsesje wachtten. Maar je kon er wat van leeren as je om die +steenkolenmijn denkt; hè, wat een ellendig leven hebben die mijnwerkers; +honderden ellen onder den grond en dan lees je zoo dikwijls van +ontploffingen en overstroomingen in zoo'n mijn; 'n mensch moet er niet +aan denken, als je de kachel opstookt, brrr!« + +»Grappig vond ik die meisjes in die groote lijst van +spuitwaterflesschen,« zei Anna; »'t is te hopen, dat ze geen dorst +kregen, anders was 't om tureluursch te worden.« + +»O, en dan die waschinrichting-reclame! Eén wagen met waschmanden vol +bloemen en een met een wasch op de lijn; die vond ik het dolst,« bracht +de keukenprinses in. + +»Neen, die kippenloopen met al die kakelende kippen en kraaiende hanen, +die maakten iedereen aan het lachen,« meende het schellemeisje. + +»'t Fijnste van alles gaf 'n bloemist; 6 jonge meisjes in het wit in een +gazen tent geheel versierd met rose rozen,« sprak Ida, die juist iets +kwam vragen. + +»En als de oudste juffrouw trouwt, laat ze in Friesland tegen de +vochtigheid daar, zeker zoo'n huis van luchtbanden bouwen, net als op +dien wagen van de autofabriek stond, jongejuffrouw?« vroeg Anton +lachende. + +»Wie weet wat ze doet, maar haal me gauw die groote doos voor bloemen, +Mevrouw zegt dat jij ze 't best op zolder vinden kunt, Anton,« en weg +was ze om toch niet te veel van het gesprek binnen te missen; 't gesprek +over het glanspunt van dien 26n Mei, de intocht van Prinses Juliana! + + * * * * * + +»Zit je goed Coosje? Jij ook Marie?« aldus onderzocht Gladschaaf Jr., +toen vrouw en zuster een uitnemend hoekje innamen, van waar ze over een +paar uur Prinsesjes blijde inkomst zouden aanschouwen. + +»Wat een mooi gezicht al die vereenigingen en corporaties met hun +banieren langs het Damrak en hier op het Stationsplein; 't lijkt op den +intocht van de huldiging, vindt je niet Ferdinand?« vroeg zijn vrouw. + +»O ja, daar heb je groot gelijk in en 't is zulk mooi weer!« + +»Wat zag de Koningin er nog jong en lief uit.« + +»H. M. is nog niet oud, al is het 12 jaar geleden en ze vertellen, dat +de Koningin er heel goed uitziet en weer veel jonger dan voor een paar +jaar.« + +»Echte vrouwenpraatjes,« zei de jonge man; »Marie me dunkt het is een +historische datum vandaag, help me eens.« + +»Zeker, 1578, Amsterdam verlaat de Spaansche zijde op 26 Mei; die +roemrijke omwenteling zonder bloedvergieten. Toen was het ook vol op den +Dam.« + +»Je hebt gelijk, waar Naatje staat, bevond zich de wolwaag, daar +stormden de gewapenden uit naar het Stadhuis, en ze brachten de +vroedschap op de schuiten, die in het Damrak lagen bij de Papenbrug hè?« + +»Juist zoo, Fer; en allen jammerden, want ze meenden men zou hen nu eens +verdrinken; maar ze werden alleen netjes aan den Diemerdijk gezet; 'k +zei van morgen tegen Vader: Zonder 26 Mei 1578 hadden we heden dezen dag +hier niet.« + +»En wat zei Vader toen, Marie?« + +»Wie weet kind! Wie weet! En hij voegde er bij: + + Weg heeft Hij allerwegen + En middelen zonder tal, + Zijn doen is louter zegen. + +Toen keerde hij zich om en ging uit.« + +[Illustratie: De verlichte Westertoren te Amsterdam.] + +Al pratende bemerkte dit drietal, hoe allengs de tijd verliep; en ze in +hun hoekje van alles konden waarnemen. + +»Daar staat de gouden koets voor de koninklijke deur, Fer!« + +»Ja, in 't Ochtendblad werd verzekerd, dat Prinses Juliana daarin zou +binnenrijden.« + +»Wat is de Koningin toch beleefd en dankbaar; de eerste keer dat +het lieve Kind hier binnentrekt, gebruikt H. M. het geschenk der +Amsterdammers; evenals toen Prins Hendrik de eerste maal hier was; toen +is het Koninklijk Paar in de gouden koets naar den Schouwburg gereden. +Het leek wel een sprookje; zoo schilderachtig zaten die twee daarin, ik +zie het nog als ik m'n oogen toedoe.« + +»Niet zoo familiaar _die twee_; Coosje, Coosje! Maar zeker zal de +Koningin het Prinsesje dan op Haar schoot nemen; dat zal ook een +sprookje lijken;« zei Marie. + +»Houd stil! Gauw! hoor de muziek!« riep Gladschaaf thans. + +»Kijk, kijk de Koningin draagt zelve Haar Kindje, hoe snoezig, hoe +moederlijk! Nu de koets in; daar zit ons Prinsesje op Moeders schoot!« + +Het is een schoon, overweldigend oogenblik van hooge, nationale +geestdrift, het is niet te schilderen! Die jubelkreten, dat buigen +der vaandels en banieren, die honderdduizenden, dicht opeengepakt, +verlangend, reikhalzend om de jongste Oranjespruit te aanschouwen! En +stapvoets gaat de sprookjeskoets verder, door zes prachtige, zwarte +paarden getrokken, van den bok door den gepruikten koetsier gereden en à +la daumont bespannen. De Koningin neemt het handje van Haar Dochtertje +en laat het Haar juichenden Amsterdammers toewuiven; 't lijkt wel alsof +Prinsesje schik heeft in al dat gejubel. + +Daar komt de stoet voor het paleis. De Koningin wendt het Prinsesje naar +rechts en laat Haar aan de Janmaats der eerewacht het eerste zien. Even +stilte, want de Koninklijke Familie heeft de gouden koets verlaten, +aller oogen richten zich naar het balcon. + +Daar gaan de deuren weer open, de Koningin verschijnt, neemt plaats op +een zetel en toont de vorstelijke telg zittende op Haar Moeders schoot! +Even huilt de kleine, geen wonder! Zoovele stemmen, zoovele kreten, zulk +een gejubel zou een grooter kind ontstellen; maar 't is gauw over; +Moeders schoot is ook voor een vorstenkind de veiligste schuilplaats. + +De menschen genieten van dien aanblik en jubelen het blozende, +allerliefste gezichtje tegen, dat verwonderde, groote oogen opzet of +naar Haar Koninklijke Moeder vertrouwelijk opziet. + +Niemand werd het jubelen moe en zelfs toen de Koninklijke Familie naar +binnen ging klonken de hoera's nog helder en blij op! + +Wel te rusten Prinses Juliana! We zien elkander weer! + + * * * * * + +De 2 kaarten van Papa worden niet vervijfvoudigd naar Lize's wensch, +doch dijen wel genoegzaam uit om de vrouwelijke oogen in staat te +stellen H. M. voor de aubade op het balcon te zien komen met Prinses +Juliana op Haar arm. Daar kijken de lieve, blauwe oogjes neer op die +duizenden tot #Haar# opgeheven, blijde gezichtjes. De vlaggetjes met +hun kransjes, (de firma Simons maakte ze in enkele dagen alle 8000, van +duizenden oranjebloempjes, groene blaadjes en een half millioen meter +lint) worden gezwaaid, de stemmetjes roepen Hoera! Hoezee! Oranje boven! +Leve 't Prinsesje, van alles, weer door Hoera's overstemd! + +Maar de heer den Hertog heft den dirigeerstok op, na enkele oogenblikken +van stilte ruischt het echte, het geliefde volkslied door de lucht; +zang en orkest hebben coupletten van het Wilhelmus (nieuwe zetting) +geëindigd. Daar schalt het Oranjeliedje, gevolgd door Heye's vlaggelied +(getoonzet door Wilhelmus Smits.) Hadden die twee dàt eens beleefd; zóó +mooi gezongen; zóó vol gevoel, die verheerlijking van onze dierbare +driekleur, en nog wel voor zulke doorluchtige ooren, ter eere van het +aanvallige, afgebeden Kindje! + +Reeds wordt het vlaggelied gevolgd door 't aardige versje, zóó gepast +voor deze gelegenheid vervaardigd: »Ons Prinsesje.« De kleine zangers en +zangeressen leggen er al hun liefde en geestdrift in, en Ons Prinsesje, +dat daar boven hen tegen de ruiten klopt, kiekeboe speelt of weer naar +al die kindertjes kijkt, neemt overal deel in op Haar manier. De dichter +Nijk en de componist den Hertog, die twee genoten, in levende lijve, van +hun welgeslaagde poëzie en muziek. Wel hebben de zangertjes hun best +gedaan, want onberispelijk heffen ze nogmaals het Wilhelmus aan, nu naar +de oude zetting en dat.... zonder orkest! + +De Koningin blijft, zichtbaar ontroerd, even zwijgend toeven; daarna +laat H. M. de heeren Prof. Fabius, den Hertog, en Nijk bij zich nooden. + +»Ja, Mama, die eerste is de professor, de tweede de heer die de maat +sloeg, ze gaan met een derde naar binnen; nu moeten we tot van avond +wachten eer we hooren wat de Koningin zegt.« + +»Kijk Ida, Dora, Mademoiselle! daar komt de professor op den hoogen +stoel; hij roept wat door een koperen spreekbuis.« ('t Was een +scheepsroeper!) »De Koningin laat de kinderen zeer hartelijk bedanken, +dat ze zóó mooi en zóó treffend hebben gezongen; en de onderwijzers voor +de vele zorgen door hen aan het instudeeren besteed. De Koningin heeft +de aubade heel mooi gevonden!« + +Die boodschap wordt met luid gejubel, gewuif en vlaggengezwaai van die +8000 jeugdige Nederlanders ontvangen. Nogmaals hoera! en hoezee! Leve 't +Prinsesje; en 4 aan 4 trekken ze de Nieuwe Kerk weer in, even ordelijk +als ze er uitgemarcheerd waren.--Alle kinderen ontvingen een portret van +het Koninklijk Gezin, opzettelijk vervaardigd voor deze gelegenheid. + +»Jammer dat wij niet schoolgaan! hè Ida en Lize? Het Prinsesje staat er +zoo snoeperig lief op, Juliaantje steekt haar dikke poezelhandje in de +blouse der Koningin! Ze is om te stelen, zoo lief! Ga mee naar beneden, +het nichtje van Anna heeft meegezongen, zij is in de keuken om het haar +tante te laten zien; Anton riep mij daarvoor,« zoo uitte Dora haar +bewondering voor de koninklijke gift aan de zingende kinderen! + +»Ja, het is allerbeelderigst!« betuigden de grooteren, »en de datum +staat er onder gedrukt en het is zoo lief op licht bruin karton afgezet; +'t is wezenlijk fraai!« + +Niet alleen H. M. onderhield zich met de 3 heeren, de Prins betuigde +zijn verbazing over de buitengewone eenheid in den zang van dit +reusachtig kinderkoor. Wel wist Z. K. H. dat de heer den Hertog 8 maal +met telkens 1000 kinderen gerepeteerd had, maar zulk een eenheid had +Z. K. H. voor deze uitvoering niet mogelijk geacht. + +H. M. huldigde den heer den Hertog voor de toonzetting en uitvoering +van »Ons Prinsesje.« De Koningin sprak van de bekoring, die de tekst +van dit liedje op Haar had uitgeoefend; en ook verblijdde H. M. zich, +dat Prinses Juliana zich tijdens de uitvoering zoo goed had gehouden. + +Dit laatste gaf gewis 't grootste genot aan de zingenden, reeds +opgetogen door de onderscheiding dat zij de Amsterdamsche schooljeugd +vertegenwoordigden en daarbij van ochtend de zoo mooi versierde Dam heel +alleen voor hen was. + +»Al worre me kindere 100 jaar, ze vergete van daag nooit meheer,« +zoo sprak een moeder uit het volk, die vóór 8 uur bij den Dam was +met de kleintjes, en den vorigen dag, daar op het trottoir, met allen +gekampeerd had van 8 tot 5½ uur om alles te zien, slechts nu en dan op +den rand gezeten om van het meegebrachte brood en de flesch koude koffie +te gebruiken. + +In de Van Speykzaal sliep ons Prinsesje zeker rustig en goed, al weet +Zij in de eerste jaren nog niet wie de meubelen daarvan bestelde; n.l. +Z. M. Willem III, en dat, toen de Kon. Tapijtfabriek te Deventer schreef +geen tapijt in enkel rood en zwart, voor die zaal passende en dat de +fabriek eer aan zou doen, te kunnen leveren, dat toen Z. M. zelf een +teekening ontwierp, waarnaar het kleed in de Amsterdamsche kleuren +vervaardigd werd en ook Koning Leopold behaagde, toen deze vorst in +1883 door Z. M. ten paleize alhier ontvangen werd. Het vervaarlijk +groote ruiterbeeld van Koning Willem II stond toen nog in de groote +zaal, waarboven de vlag van Chassé hing, die vlag werd door Leopold II +opzettelijk gegroet. Hij zeide: »Hulde aan den dappere!« + +»Vooruit dan,« zou Louis roepen en hij heeft gelijk. Daar staat het +hofrijtuig en Prinses Juliana rijdt met Freule van der Poll en juffrouw +Manting uit. Voor het eerst komt de wacht in het geweer voor de Prinses +alléén! Wacht maar! Nu draait Zij het hoofdje slechts om naar de mannen +in uniform, over een paar jaar, zal Juliana, net als ons Prinsesje +Wilhelmientje, de wapens groeten met haar handje. »Ze keek naar ons, +zag jullie het wel?« zoo vraagt men elkaar. En onwillekeurig komt de +geschiedenis van den schildwacht bij den tuin van het Noord-Einde op het +tapijt. + +Daar in een eenzaam hoekje op post, ziet hij de verpleegster met +'t Prinsesje op den arm in den tuin komen; goed soldaat als hij is, +presenteert hij het geweer. De zuster ziet er niets van, de kleine +Hoogheid nog minder, doch Prins Hendrik, juist voor een der ramen in +den achtergevel, merkt het op. De schildwacht wordt afgelost en moet op +orde van H. M. (aan wie Z. H. het verteld had) in het paleis komen. De +Prins prijst zijn gevoel van gehoorzaamheid, en uit naam der Koningin +ter gedachtenis aan het feit dat de Prinses heel alleen een eersten +militairen groet ontving biedt Z. H. hem de keus aan tusschen een +juweelen dasspeld en een gouden horloge met toepasselijk inschrift. + +Waarheen is de Prinses intusschen getogen? Naar het Vondelpark; heeren +bestuurders van dit park, door rijke en vermogende Amsterdammers voor +hun stadgenooten aangelegd en onderhouden, hebben H. M. een afgerasterd +gedeelte tot kindertuin voor ons Prinsesje aangeboden tijdens Haar +verblijf in ons midden. Dankbaar aanvaardde H. M. deze vriendelijke +schikking. Daar kan het lieve Kindje zonder gedrang of gedruisch +frissche lucht genieten. En waarin rijdt Prinses Juliana rond? In den +Zeeuwschen wagen. 't Is te hopen dat de Zeeuwen van de Zanghulde dit +eens gaan zien, ze zullen er in groeien! Wij Amsterdammers althans +vinden het uitnemend dat de Prinses in onze wieg rustte, al bood Moeders +eigen kinder-slaapstede Haar voor den nacht een gezelliger hoekje. + +Soms tweemaal per dag gaat het lieve Kindje naar haar tuin; op het +gras dicht bij den vijver wordt Haar wagen gereden en kijkt Zij naar +de zwanen. Op heen- en terugtocht altijd honderden om ons Prinsesje te +zien. Eens, daar bemerkt het scherpziend oog eener moeder, dat de kleine +Prinses op weg naar huis begint te knikkebollen. »Ze is zeker moe, laten +we niet hoera roepen!« Dit liefdevol besluit vindt dadelijk instemming. +Zij legt haar vinger op den mond, dit wordt nagevolgd; de wacht wordt +gewaarschuwd en komt naar buiten, doch de trom zwijgt, en ingesluimerd +wordt het Liefje naar binnen gedragen. Zoo vindt de wacht het ook goed, +al kregen ze er al schik in, dat Prinses Juliana soms naar hen omkijkt +over den schouder der verpleegster heen. + +»Gauw, gauw! Jan en Louis,« roept een hunner vrindjes, die juist +vernomen heeft, hoe ons Prinsesje van morgen niet naar het Vondelpark +rijdt en op weg is naar Artis. »Gauw, jongens! gauw op de fiets dwars +door de Jodenbuurt zijn wij er nog eer!« Heelemaal lukte dit niet, maar +toch zat Haar Hoogheid pas in den witten wagen, toen de knapen hun fiets +stalden; doch H. M. die Zelve Haar Dochtertje bracht, Die hadden ze niet +herkend in de eenvoudig gekleede dame, die naast den wagen ging. + +»Gaat Prinsesje eerst naar het mooie apenhuis, wat denk je Jan?« + +»Neen, Louis, die maken soms zoo'n geschreeuw--en dan kon ze wel eens +schrikken; Ze zal de eendjes voeren.« + +En zoo ging het ook. Bij den vijver gekomen nam uit een mandje +Prinsesjes handje stukjes brood; doch als alle kleintjes, stak Prinsesje +eerst wat in het eigen mondje; en bij den zwanenvijver gooide Zij onder +luide toejuiching het heele mandje al zwaaiende in den vijver. Een +kiekje werd van H. K. H. genomen op den arm van zuster Manting. Daarna +met Freule v. d. Poll tusschen de steenen, liggende beelden gezeten, +werden twee lorretjes met hun standaards bij Prinsesje neergezet. Groote +oogjes zette 't Prinsesje op, als die kromme snavels in het geweekte +brood pikten en als ze hun mooie gekuifde koppen weer oplichtten, dan +strekte de Kleine de handjes uit van pret. + +»Kijk Jan! die is ferm hè?« + +»Goed zoo, 't komt niet te pas,« zei hij. + +Deze tweespraak betrof een juffrouw, die den wagen naderde en van 't +Prinsesje een handje wilde hebben en voor die vrijpostigheid met de +parasol van freule v. d. Poll, welke de lakei droeg, een tikje op haar +vingers kreeg. + +De freule schudt weldra de lakentjes en 't dekentje uit, want de kleine +Hoogheid had wat gekruimeld, dekt alles met een fraai wagenkleedje toe +en begeeft zich daarna met de kinderjuffrouw, die het Prinsesje op haar +arm draagt, naar den Aquarium-uitgang, waar het hofrijtuig en een groote +menigte het Kindje opwachten. + +Het publiek, onderwijl veel talrijker geworden, gedroeg zich niet +altijd zeer bescheiden, holde zelfs over grasperken heen, om dichtbij te +komen; doch vergeeflijk was het misschien? omdat Ons Prinsesje pas voor +de eerste maal in Amsterdam en in Artis kwam! + +Kom vaak terug, lief Kindje! Bezoek dikwijls onze geheel eenige, en zoo +rijke diergaarde! + +»Daar is oom de burgemeester, en Jets aanstaande schoonpapa! Die gaan +morgen naar het paleis voor de Cour van gelukwensching,« zoo verklaarde +Lize bij de aankomst der twee eerste gasten, die van Amsterdams jubelen +kwamen genieten. Niet alleen bij Dora's ouders, bij tal van andere +Amsterdammers namen bloedverwanten of vrienden hun intrek, heden voor +de Zanghulde, en later om den optocht en de illuminatie te zien. + +Van het allerschoonste, het geheel eenige, dat de laatste te zien +zal geven, kunnen we reeds genieten, van onzen Westertoren! Hoe +onbeschrijflijk lieflijk en teeder schittert die goudglans, en geeft +van omloop en trans, van kroon en kruis den omtrek nauwkeurig weer! +De donkere toren is er als achter verdwenen en wordt slechts, als het +uur slaat en de lichtjes dooven, weder als reusachtige, sombere massa +zichtbaar! Maar dadelijk daarna gloeien ze weer aan de 5000 lichten, en +pralen in stillen gloed, sprekende van Amstels blijdschap, nu Prinses +Juliana voor het eerst binnen de gordel der 3 koninklijke grachten +sluimert. + +Nooit of nimmer heeft de gevel van ons statig paleis op den Dam zulk een +gejubel van geestdrift gehoord, als toen H. M. met Prinses Juliana op +den arm het balcon betrad. 't Leek wel of die 6000 dames en heeren uit +alle oorden des lands met die 4000 kinderen alleen daartoe hier gekomen +waren om voor Koningin en Prinses te juichen! + +Maar 't doel hunner tegenwoordigheid reeds lang te voren vastgesteld +is een zanghulde! Een Oranje-Nassau-Cantate op muziek van den heer +M. H. van 't Kruys met woorden van den heer P. Landsman zal worden +voorgedragen. Eén generale repetitie hield men van morgen achter +Oranje-Nassau. En thans, Prinses Juliana zichtbaar voor een der ramen, +H. M. en Z. K. H. gezeten op het balcon, daar klinkt de oproep: + + »Blaast de bazuin, juicht nu vroolijk gij landen, + Volk van de zee en gij volk van de stranden, + Volken in Oost en in West!« + +Zij zullen ze lezen in Oost en West, die schoone Feest-Cantate en +lezende zullen ze genieten. Maar daar, onder die heerlijke Meizon te +hooren, hoe de paleisklokken den zang der kinderen daar van uit den +koepel inluiden, hoe ze mede instemmen die muziekkorpsen, in dien +feestzang! Dien zang zoo te hooren, uit naam van gansch een volk +toegezongen aan Neerlands Koningin, toegezongen aan de Koningin, als +Moeder, toegezongen aan den Prins-Gemaal, als Vader, toegezongen op +huppelende tonen door de kinderen aan hun Prinsesje Juliana, toegezongen +aan de (afwezige) geliefde Koningin-Moeder, eenmaal Koningin-Regentes, +nu Koningin-Grootmoeder, 't is en blijft onbeschrijflijk, hoe die zang +daar onder den vrijen hemel opklonk; en hoe de zangers bezield door +Vondel met den Vlissinger in bond, in naam van de geheele natie, het +hart verheffen in hun zang tot Aller Heeren Heer! om Hem te danken en +hoe zij verklaren nimmer Zijn liefde en trouw te willen vergeten! + +Niet minder geroerd dan 's morgens luistert het Koninklijk Echtpaar toe +en volgt aandachtig den tekst der Cantate. + +'t Is voorbij! De laatste woorden, »Willem van Nassau,« zijn gezongen, +de laatste tonen smelten weg. De zanghulde is geëindigd!-- + +Prof. Fabius en de heer Van 't Kruys worden bij H. M. ontboden, de +dirigent-componist heeft de vriendelijkste gelukwenschen in ontvangst +te nemen, Prof. Fabius krijgt in opdracht namens H. M. in de warmste +bewoordingen aan alle deelnemers Hr. Ms. hartelijken dank over te +brengen voor die uitvoering, voor die uitnemend geslaagde zanghulde, +en Hr. Ms. blijdschap te betuigen dat er #uit alle deelen des lands# +deelnemers voor deze zanghulde zijn opgekomen! + +Een luide ovatie beantwoordt Hr. Ms. boodschap en allen trekken in rijen +van 4 al groetende voorbij het balcon, steeds teruggegroet door H. M., +Z. K. H. en het snoezige Prinsesje, die nu eens in het rechter, dan weer +in het linkerhandje met een klein wit zakdoekje wuift; het gansche half +uur, dat het voorbijtrekken duurt. + +Prins Hendrik schijnt schik te hebben in het fanfarencorps »St. +Caecilia« der Volendammers in hun eigenaardige kleedij gedost met +de Astrakan mutsen op het hoofd. Kwartier over zessen gaan H. M. en +Z. K. H. weer naar binnen;--zeker zal die zanghulde nog menigmaal het +onderwerp van Hun gesprek zijn. + + * * * * * + +»De Koningin heeft het geducht druk dezer dagen. Zaterdag, evenals +Vrijdagmorgen, de Cour van gelukwensching ten hove; en 's namiddags +de rijtoeren, maar niet tot verfrissching of om uit te rusten, +Zaterdagavond de raout; 70 dames werden in de troonzaal aan H. M. +voorgesteld en toen zaten of stonden de Koningin en de Prins in de +Burgerzaal tot half twaalf; en met tal van personen onderhield zich +H. M., die met de sieraden van het Nationale huldeblijk van '98 getooid +was.« + +»Papa, waarover sprak de Koningin wel met die heeren?« vroeg Jet. + +»Daar er geen audiëntie plaats had, kon H. M. dezen en genen niet +bedanken voor al de feestelijkheden hier ter stede ter eere van H. M. +en Prinses Juliana; zoo o. a. ontving de heer C. W. R. Scholten als +voorzitter der Vondelparkcommissie Hr. Ms. bijzonderen dank voor den +vriendelijken afstand van een deel van dat park als Prinsesjes tuin; zoo +onderhield de Prins zich ook met de heeren der feestcommissie en roemde +hoogelijk deze heerlijke week.« + +»Toen de Koningin en de Prins de Burgerzaal verlieten wendde H. M. zich +nogmaals tot Hare gasten en groette allen met een diepe buiging.« + +»H. M. buigt zeer bevallig niet waar, Mama?« + +»Zoo is het, Ida. Heb je gisteren in Artis het Koninklijk Echtpaar ook +nog gezien?« + +»Ja, Mama; en de jongens ook in de Kerk; Louis wou, dat de Koningin +elken Zondagmorgen hier kerkte.« + +»Waarom, jongste zoon?« + +»Omdat de dominee zoo kort preekte, Mama.« + +»Foei! Louis, vindt jij het niet heerlijk om naar de kerk te gaan,« +vroeg zijn jongste zus. + +»Neen, niet als ik er niets van begrijp, wel als de dominé uit den +Bijbel preekt, dan is 't mooi.« + +»Ze preken altijd uit den Bijbel, jongen, maar je bedoelt zeker over een +geschiedenis;« zeide zijn Grootmama. + +»Was het prachtig op de raout, Amélie?« vervolgde de oude dame. + +»Ja, Mama. Fijne toiletten, niet te veel geschitter van paarlen en +juweelen; vele heeren in rokken, vele ook in hofcostuum en dan de +hoofdofficieren in groot tenue, en Roomsche geestelijken in purperen +kleedij maakten het schouwspel zeer belangwekkend.« + +Deze en dergelijke gesprekken kortten den tijd, waarin men op den +historisch-allegorischen optocht wachtte bij Dora's ouders, waar hij al +vroeg voorbijtrok; oom de burgemeester en de Friesche baron namen de +meisjes mede om nog eens en nog eens op straat den stoet te zien voorbij +trekken. Het ambtsgewaad van eerstgenoemde, dat hij om de nichtjes te +plezieren had aangetrokken, deed menigeen voor het zestal ruimte maken, +temeer daar Jetje's aanstaande schoonvader zijn kolonelsuniform van +vroeger had aangedaan. + +Bij de Gladschaafs was men ook al vroeg bijeen om van het kleurenrijk +voorbijtrekken toch ten volle te genieten. + +»Nog nooit leenden zich _in Amsterdam_ echte, jonge dames tot +opluistering van een stoet. Heeren, zelfs van onze patriciërs, vormden +vaak een eerewacht; maar zooals heden, de optocht ter eere van Prinses +Juliana's komst in ons midden, neen! zoo is 't bij menschenheugenis hier +nooit gebeurd,« zei de vader. + +Ziet ze daar voorbijtrekken, deftig opgezeten, terwijl ze of vriendelijk +buigen voor het gejuich, of bekenden groeten met gebaar of blik; in +die rijke dracht der XVI en XVII eeuw, vormen ze een levend stuk +geschiedenis. Zoo oordeelen allen, die zich de moeite getroost hebben, +het programma der opstelling vooraf goed over te lezen. En ze leven als +voor ons oog op, die droeve èn die glorierijke dagen! + +Een Egmond en Hoorne onthoofd, een Willem van Oranje vermoord, zoowel +als zijn vertegenwoordigers, een Ripperda, een Ruichaver, een Cabeliau, +een Van der Does, en een Van der Werff, burgemeesters en bevelhebbers +van belegerde vesten. + +Een Amsterdammer als De Rijck met een Treslong en Boisot, vergezeld van +hun Watergeuzen, ze roepen Gods beproevende en reddende hand voor onze +aandacht. + +Daar is het tweetal, die Willems werk voortzetten; Maurits en Willem +Lodewijk, door tal van door hen gevormde krijgslieden omgeven. En de +heer Van Dieden draagt de banier niet minder fier, dan toen hij Wezel +verraste en zoo den Stedendwinger in staat stelde te kunnen uitroepen: +»Dit Bosch is mijn!« En wat al vreemdelingen en groote heeren verdringen +zich om hem, die wel den Vrede van Munster niet meer beleefde, maar +wist, dat die niet verre meer was. + +Hoe aardig stellen die in het witgehulde jonge dames dien vrede voor. +Jammer dat de wagen en zijn hoog toestel niet bestand is tegen het +schokken op de keien, en het op en afgaan der hooge bruggen. Ach, de +Vrede van Munster bracht geen voortdurende rust, en dit zijn zinnebeeld, +werd zelfs door pieken gestut! en moest een poos uit den stoet +verwijderd worden! + +Hoe jammer, dat Willem Frederik en Albertina Agnes ontbreken, wier +huwelijk de verbindende schakel vormt tusschen 't geslacht van Prins +Willem en van Jan den Ouden; door hen toch stamt onze Koningin ook in +rechte lijn van den Vader des Vaderlands af. + +Kon de praalwagen, die het Muiderslot voorstelt, alle dichters en +kunstenaars niet herbergen; al evenmin kon de oorlogsbodem allen +zeehelden, plaats verleenen, die Neêrlands waterleeuw op zeeën en +stroomen deden eerbiedigen. + +Staatslieden en Amsterdamsche burgers, volgen den wagen, die + + Aan d' Amstel en aan 't IJ, + Daar doet zich heerlijk ope + De Koningin der aard, + Het sieraad van Europe + +zinnebeeldig vertoont, de Friesche stadhouder met zijn Maykemoe, toen +even bemind als Us-Heit weleer, voorafgegaan door den Koning-Stadhouder +met zijn vrome gemalin, Maria II Stuart, hij die Europa's evenwicht +handhaafde tegen de staatkundige en godsdienstige dwinglandij van een +Lodewijk XIV; zij allen roepen ons het grootsch verleden van ons land +voor den geest. + +Hoe jammer, dat de Scheveningsche bom, zoo eigenaardig van pas hier, +moest achterblijven; en Koning Willem I en de dappere Prins van Oranje, +de held van Quatre-Bras en Waterloo, niet tot hun recht komen, zoo +zelfs dat aan het einde van den stoet een gevoel van teleurstelling zich +van velen meester maakt. + + * * * * * + +Precies half twee komt de stoet op den Dam. Prins Hendrik aan de +achterzijde van het paleis bespiedt vooraf den rijken aanblik; en komt +nu met 't Prinsesje op den arm van freule V. d. Poll en H. H. M. M. op +'t balcon, want heden morgen, na 't bezoek aan de collectie Drucker, +hebben onder een toeloop van duizenden en nogmaals duizenden de Koningin +en de Prins aan het Centraal-Station Koningin Emma afgehaald. + +Toen was er weer gejuicht en gejubeld voor het paleis, Koningin Emma met +Haar Kleinkind op Haar arm kwam met het Koninklijk Echtpaar op het +balcon. Het gansche Koninklijk Huis bijeen! Moge God nog vele takken aan +den dierbaren, alouden Oranjestam doen uitspruiten! + +Een der vendels van den optocht heft plechtig het Wilhelmus aan en de +pages der Oranjevorsten en -vorstinnen leggen groote bloemkransen als +hulde neer, terwijl de voorstellers van Hr. Ms. voorgeslacht een rij +vormen en zoo dicht mogelijk naderen om hun eerbiedigen groet te +brengen. + +Rondom het gedenkteeken van Neêrlands volksgeest in 1831 zijn de +muziekcorpsen en vendels geschaard en daar omheen, in groote haag van de +Nieuwe kerk tot de Groote club, de geheele stoet met de praalwagens en +hun begeleiders. + +De stoet vormt zich opnieuw en trekt onder het spelen van vroolijke +marschen of het zingen van Geuzenliederen verder. Die geuzenliedekens +hebben in gansch andere tijden weerklonken, toen de maker, drukker, +verkooper, of zanger vaak zijn vermetelheid met zijn leven boette. + +Prins Hendrik vindt het geheel zoo mooi, dat Z. K. H. den optocht nog +eens wil zien, daartoe spoedt de Prins-Gemaal zich naar den heer Van +Loon-Egidius, uit wiens rijk versierd huis het prachtige schouwspel op +nieuw door den Prins bewonderd wordt. + +»Waar zullen we van avond heengaan voor de illuminatie Ferdinand,« zoo +vraagt zijn vrouw voor zich en de zusters, toen men een beetje +uitgepraat raakte over den optocht. + +»We gaan de Nederlandsche Bank zien, de Gekroonde Valk, de Heemskerck, +de Hooge Sluis, het Museum-Kwartier en al het voornaamste daar tusschen +gelegen. De trams rijden, dus we zullen in een uur of drie misschien +vier dien tocht wel zonder al te groote vermoeienis volbrengen. Vader is +kras genoeg om mee te gaan, maar die houdt Moeder gezelschap, die hier +van avond op Mientje komt passen; zóó heeft Vader het met mij +afgesproken, wat dunkt jullie daarvan?« + +»Het is opperbest, mooi geschikt en Vader en Moeder denken, als altijd, +eerst aan de kinderen!« + +»Net zoo Margreet,« vulde Marie aan. + +Een jaarlijksch koninklijk bezoek duurt gewoonlijk slechts 5 dagen, +ditmaal blijven de hooge gasten langer; en, nadat H. H. M. M. en +Z. K. H. van de illuminatie hadden genoten, waarbij ook die binnenshuis +niet onopgemerkt bleven, de Westertoren doofde bij derzelver komst, maar +door het zoeklicht van de Heemskerck opgespoord, spreidde hij weldra +weder zijn stillen luister ten toon, kreeg Arti Dinsdag een bezoek. +Het bestuur van dit genootschap had uitvoering gegeven aan het lieve +denkbeeld om een tentoonstelling van kinderportretten te openen. + +Tweemaal zou de schoone Amstel op dienzelfden dag de doorluchtige +bezoekers aan zijn oevers zien neergezeten en zelfs op zijn golfjes +medevoeren. + +»Anton, jij hebt van middag maar heel mooi alles kunnen zien en wij +zagen niets!« zoo verklaarde de keukenmaagd des avonds laat, onder een +kopje koffie. + +»Ja, alles heb 'k gezien en heel mooi ook; maar ik had het toch druk +met het bedienen van alle genoodigden op mijnheers plezierboot. De +veranda van »De Hoop« leek een echte serre, met 3 vergulde stoelen, +dus enkel voor de Koninginnen en den Prins, begrijp jullie? Dan hoorde +ik vertellen dat de zaal veranderd, of ze zeggen dan omgetooverd was, +in een Oud-Hollandsch woonvertrek, dan kon H. M. daar even uitrusten, +want de Koningin had de sport op 't IJsclub-terrein ook al bijgewoond. +Van het terras, daar je zoo'n mooi gezicht op den Amstel hebt, hadden +ze het dek van een mailboot gemaakt, en daar zag je de trap naar den +aanlegsteiger. Een havenbootje lag gemeerd en leek op 'n plezierjacht, +het wachtte alleen op de deftige bezoekers. + +Het woei aardig, maar de Koningin schijnt overal tegen te kunnen, +trouwens je moet zeggen, wel een beetje moe, maar uitstekend ziet de +Koningin er uit; en zoo echt gelukkig als men Haar met Haar Kindje +ziet, dat vertelden ze allemaal aan elkaar. 'k Hoorde van dames die +Zondagmorgen door het Vondelpark naar de kerk gingen, en het juist +troffen, toen de Koningin zelve, vóór Zij naar de Nieuwe Kerk moest, +even het Prinsesje naar dat stukje park voor het Kleintje bestemd, +wegbracht. + +Vandaag voeren Ze tot vlak bij het Kalfje, een paar mooie bochten langs, +hè? Allebei de kanten stonden stikvol menschen, en voor alle ramen en op +de daken stonden of zaten ze.« + +»Op een dak zie je toch niks,« meende Greta. + +»Net mis, je ziet de gezichten van de lui niet, maar de booten en de +versieringen zie je opperbest en zoo ver weg kan je kijken. De Amstel, +niet de Hoop, heeft de Julianabeker gewonnen, ze moesten bijna 5000 M. +roeien. Zulk roeien! Zoo gelijk gaan die riemen op en neer, 't lijkt of +'t er maar één is; en toen de Koningin terugkwam, gingen de versierde +schuitjes, een 60, voorbij; met 2 dames en 2 heeren er in, die groetten +ook allemaal.« + +»Hoe doen ze dat Anton, wuiven de dames?« + +»Wel neen! Net als de matrozen in de sloepen, trekken ze de riemen in en +die houden ze in eens steil rechtop in de hoogte. Als je het nooit zag, +kijk je er eerst beduusd van.« + +»Van avond woei het veel te hard voor de illuminatie en het vuurwerk; +maar ze kunnen de dingen niet uitstellen of afzeggen, dat begrijpen +jullie ook wel. 't Was echt jammer van het geld voor het vuurwerk. Van +het groote, het mooie stuk was bijna niets te zien door de rook die +niet optrok; en van de versierde en geïllumineerde bootjes en schuitjes +woeien de lichtjes uit; aan »De Hoop« konden zelfs de vetpotjes niet +branden. + +Maar dat schip veroveren, dat was toch zóó mooi, dat ging zoo goed; 't +verbeeldde een echt gevecht uit den Spaanschen tijd.« + +»Wie gaven dat, Anton?« + +»De vereeniging Volksweerbaarheid; gisteren vroeg ik den +jongejuffrouwtjes er naar en die vertelden mij, hoe dat al in 1573 +gebeurd was, verbeeldt je. Maar we moeten naar bed.« + +»Kom, vertel het nog effentjes, morgen is er weer wat anders, 't is nu +toch laat.« + +De knecht liet zich niet lang bidden en ging voort. »Juffrouw Ida zei: +Alva had Haarlem ingenomen en schandelijk was daar gemoord en geplunderd +en ze hadden vast en zeker beloofd, dat ze den menschen niets zouden +doen. Toen hebben ze Alkmaar willen nemen, maar dat lukte niet zoo gauw, +als ze gedacht hadden; en ik weet niet krek meer hoe, maar ze hoorden +dat Oranje ze allemaal zou laten verdrinken en toen zijn ze aan den loop +gegaan, 't was in October. + +Onder de hand had Alva een vloot in de Zuiderzee laten komen, groote, +flinke schepen met soldaten en kanonnen er op bij de vleet; de +Hollanders hadden maar kleine scheepjes, maar die durfden toch maar van +alles in dien tijd. + +De admiraal van die vloot van den Spanjool was een Hollandsche graaf, +wat 'n schande hè? en zijn schip heette de Inquisitie, dat was de naam +van de rechtbank, die in dien tijd de menschen, die niet Roomsch wilden +blijven of weer wilden worden, liet gevangen nemen en dooden. Nu 't +leek wel, zei Ida, of Alva voor temptatie dien naam aan dat schip +gegeven had. Toen die vloot uit Amsterdam, (daar hielpen ze toen die +Spanjaarden) zeilde en op de Zuiderzee kwam, probeerden 3 scheepjes om +die Inquisitie te nemen en vechten, dat ze er op deden, dat was dan +maar raak. Maar die graaf van Bossu (ja, zoo heette hij) wou zich niet +overgeven. Toen dreven ze, aldoor maar aan 't vechten, rond, tot dicht +bij Hoorn en daarvandaan kwamen toen vletten en schuitjes met nieuwe +geweren en kogels en mannen, die nog niets moe waren en toen moest hij +zich laten gevangen nemen, bijna al zijn soldaten waren gewond of dood, +en toen hebben ze dien graaf in het weeshuis in Hoorn gevangen gezet; +maar later heeft hij zich gebeterd en Oranje trouw geholpen. Maar nu zou +ik haast vergeten, dat hij eigenlijk al lang zich had moeten overgeven; +want een man, Jan Haring heet die, was tusschen die Spanjaards +doorgeslopen, en rukte de vlag van den grooten mast; dit beteekent dat +je overwonnen bent, begrijp je? Die arme kerel viel met de vlag in zijn +hand dood op het dek, ze schoten zoo op hem. + +»Nu van avond hebben ze ook zoo gedaan bij de Hooge Sluis; het leek +zoo precies op echt schieten en alles werd zoo mooi verlicht door de +Heemskercks zoeklichten; toen die man (die Jan Haring verbeelden moest) +de vlag er afrukte, hadt je dat Hoera! eens moeten hooren.« + +»Ze schoten hem toch niet dood, Anton!« + +»Wel, neen, Anna! 't Verbeeldde immers maar wat die Watergeuzen vroeger +deden. En ze heschen er meteen een vlag op Oranje, wit en blauw, dat was +de vlag van Prins Willem I, toen werd er nog veel harder hoera! geroepen +en meteen zongen ze Wilhelmus naar den kant van »De Hoop« en aan den wal +deden ze hard mee. Jongens, jongens! dit was niet nog mooier, maar toch +begrijpelijker dan die prachtige optocht; daar moest je zooveel voor +weten, zeiden de juffertjes. Ik heb dit mooi gevonden en heel mooi +ook, omdat ik het zoo goed begreep. Maar meisjes, naar bed hoor! en +stilletjes ook, kijk me die klok eens!« + + * * * * * + +Met het water heeft H. M. nog niet afgedaan, het grootste schip ooit in +Nederland gebouwd zou 1 Juni van stapel loopen; daar zullen de Koningin +met den Prins bij tegenwoordig wezen en zoo doende rijdt H. M. met +Z. K. H. 's Woensdags om even één uur uit naar de Conradstraat. + +Op het J. D. Meyerplein wacht H. M. een verrassing. Voor de Ned. Isr. +hoofdsynagoge bevinden zich 300 kinderen en 100 zangers. De deuren staan +wijd open, alle lichten branden, de rabijnen staan op den drempel; +zoodra het koninklijke rijtuig stilstaat heffen de kristalheldere +kinderstemmen met de zware mannenstemmen te zamen een Hebreeuwsche +aubade aan. Het fraaie gedicht, vervaardigd door den heer Woudhuyzen +en op muziek gebracht door den heer Schlesinger klinkt indrukwekkend +plechtig. + +Voor het heil van H. M. zoowel als voor dat der teere telg van +Oranje-Nassau klimt de bede ten hemel, in de taal van den Koning-Dichter +van Israël. + +H. M. en Z. K. H. ontvingen de aubade in het Hebreeuwsch en Nederlandsch +fraai gecalligrafeerd, en ook onzen E.A. heer burgemeester en den +hoofd-commissaris van politie werden afschriften aangeboden. + +Beiden heeren werd door H. M. in vleiende bewoordingen dank gezegd voor +die lieflijke hulde; terwijl twee peuzels H. M. een bouquet mochten +overhandigen, waarbij de eene haar witte rozen »voor Ons Prinsesje« +bestemde. + +»Hoe heerlijk vol is het hier! Wat mooie bloemen en planten in het +kantoor! Wat hooge tribune! Moet de Koningin die oploopen?« + +Zulke en dergelijke uitroepen hoort men niet alleen van onze Dora maar +van menig ander kind en als H. M. en de Prins naar de aanspraak van +Jhr. Op ten Noort luisteren, is er ademlooze stilte om toch, als H. M. +antwoorden gaat, geen woord te missen. De heer Op ten Noort »dankt voor +de eer die H. M. de Stoomvaartmaatschappij Nederland en de Nederlandsche +Scheepsbouwmaatschappij bewijst en dankt Z. K. H. voor de zijden vlag, +(die op hetzelfde oogenblik geheschen wordt,) welke voor de Maatschappij +een blijvend aandenken aan deze plechtige gebeurtenis zal zijn; hierbij +voegt Z. H. W. G. den wensch dat het S.S. »Prinses Juliana« op alle +zeeën, welke het zal bevaren, den naam van Hare Koninklijke naamgeefster +eere zal aandoen en een sieraad zal zijn der Nederlandsche +koopvaardijvloot.« + +De heer Goedkoop, directeur der Ned. Scheepsbouwmaatschappij noodigt +H. M. uit het schip te willen doopen en te water laten. + +Hierop antwoordt H. M.: + +»Het was mij zeer aangenaam gevolg te kunnen geven aan de uitnoodiging +van de besturen der »Stoomvaartmaatschappij Nederland,« en der »Ned. +Scheepsbouwmaatschappij« om het schroefstoomschip »Prinses Juliana« te +water te laten, en gaarne geef ik u de verzekering dat ik hoogelijk +waardeer de gevoelens, die u geleid hebben tot het kiezen van dezen naam +voor het grootste schip tot heden in ons vaderland gebouwd. + +Moge het S.S. »Prinses Juliana« tot eer strekken van de Nederlandsche +industrie en er toe bijdragen dat de Stoomvaartmaatschappij »Nederland« +haar roeping ten allen tijde hoog houde.« + +Met verheffing van Haar klankrijke stem: + +»Stoomschip »Prinses Juliana« moge God u met uwe opvarenden steeds +veilig geleiden over den oceaan!« + +Niet alleen blanke, ook bruine onderdanen begroeten H. M. hier; een +aantal Javanen in dienst op de booten der Mij. Nederland maken hun +»sembah« (Javaansche groet) voor hun blanke Vorstin. + +Zondag in Artis bevonden zich in den Hollandschen tuin aldaar ook een +12-tal Javanen en Maleiers, naar Europa ontboden om werkzaamheden der +Indische nijverheid op de tentoonstelling te Brussel te verrichten. Zij +en hun hoofd waren slechts voor deze reis te vinden geweest, als men +beloofde de Radjah Blanda hun te laten zien, de groote gebiedster van +hun land. Op het gras neergehurkt maakten zij driemaal hun sembah en +daarna oogden zij schuchter die vorstelijke gestalte na, die zoo +vriendelijk voor hen neeg. + +Doch H. M. drukt op een electrischen knop, de klinken worden +weggeslagen, de flesch champagne door de Koninklijke hand tegen de +stalen huid verbrijzeld spat schuimend op en.... het trotsche zeekasteel +zet zich in beweging, glijdt in steeds sneller vaart de helling af, +terwijl de Koningin op het uiteinde der tribune gaat staan om +onbelemmerd het schouwspel gade te slaan. + +Onder luide toejuichingen keerde het Koninklijke Echtpaar naar den Dam +terug om.... voor de eerste maal mèt Prinses Juliana een rijtoer te +maken. + +Langs den heelen, langen weg ziet men honderden en nogmaals honderden: +vrouwen, moeders, jongens en meisjes! Al wie maar even kan, wacht op het +Koninklijke gezin in de roode gala-koets. De kleuters worden opgetild, +de grooteren klimmen op stoepen en karren, in lantaarnpalen, in boomen +om toch maar goed dat lieve Kindje in haar witte jurkje en hoedje te +zien. Ons dierbaar Prinsesje! De gansche stad jubelde nogmaals. Geen +zanghulde, maar een onafgebroken gejuich van heel een bevolking klonk +den gelukkigen Ouders tegen. + +Weesjes in de Tesselschadestraat, vereenzaamde kinderen uit de toevlucht +van den heer Jonker, allen verheugen zich, als het kleine handje alleen, +of met een zakdoekje wuift; doch liefst, dat merkt men wel, kijkt ze +naar Haar Koninklijke Moeder, of ze beproeft zich op te heffen om naar +de gouden epauletten van Haar Prinselijken Vader te grijpen! + +En Prins Hendrik hield zijn belofte, aan de bemanning van de Heemskerck +op zee gedaan; n.l. dat Z. K. H. hen in staat zou stellen de jonge +Prinses te huldigen. En daar stonden ze nu, onze Janmaats, van Hr. Ms. +oorlogsbodem 350 koppen vóór het paleis geschaard bij de thuiskomst +van dezen rijtoer, uiterst langzaam reed de koets hen voorbij, een +uitnemende gelegenheid werd hun zóó geboden om het Koninklijke Kind te +zien. + +Ging vroeger de Koninklijke Familie altijd Zaterdags naar den +Stads-Schouwburg, dit jaar woonde H.H. M.M. en Z. K. H. de +gala-voorstelling van »De Stedendwinger« door J. Huf van Buren, op den +laatsten avond van het verblijf (1 Juni) bij. Op den heen- en terugweg +weer hartelijk door de menigte begroet. + +Talloos velen begaven zich naar den Dam en het Damrak om bij het vertrek +den geliefden, hoogen bezoekers een laatsten groet te brengen en een +laatsten blik op Prinses Juliana te vestigen! Tusschen dichte drommen +reed het Koninklijk gezin naar het Centraal-Station. Ons lief Prinsesje, +weder op den schoot Harer beminde Moeder gezeten, wuifde gedurig met +Haar handje en zag zich even hartelijk uitgeleiden als binnenhalen. + +In het Koninklijk paviljoen verzoekt H. M. den burgemeester, Haar dank +aan de burgerij wel te willen overbrengen, daar Zij zeer getroffen +was door de hartelijke ontvangst Haar en Prinses Juliana in 's Rijks +hoofdstad bereid en gaf in de meest vriendschappelijke bewoordingen +uiting aan Haar gevoelens. + +En Donderdag 2 Juni 10 uur behoorde het onvergetelijk eerste bezoek van +Prinses Juliana tot het verleden! + +De woorden van afscheid door H. M. gesproken, vormen een naklank van +die, geuit bij Hr. Ms. heildronk op Amsterdam aan den disch ten paleize +op 31 Mei; aan het gastmaal door H. M. den gemeenteraad en den leden van +het bureau der feest-commissie aangeboden: + + Mijnheer de Burgemeester, + +»Ik gevoel mij gedrongen bij gelegenheid van ons eerste bezoek met ons +innig geliefd Kind aan de hoofdstad des Rijks aan dezen feestdisch een +enkel woord te spreken ook voor den Prins, ofschoon ik mij wel bewust +ben, dat het moeilijk is weer te geven, wat op dit oogenblik in ons +omgaat. Wij zijn diep bewogen, zoowel door de indrukwekkende uiting van +blijdschap, welke aan de schoone en welgeslaagde feesten ten grondslag +ligt, als door de geestdrift, die er de bezieling aan gaf, bovenal stemt +het ons ouderhart tot groote dankbaarheid getuige te hebben mogen zijn +van de liefde, waarmede Zij, die wij zoo gaarne ons »_zonneschijntje_« +noemen, allerwege is ontvangen en begroet. + +Er is in deze korte spanne tijds meer dan één band voor geheel het leven +gevlochten. + +Wij stellen ons voor, Haar later dikwijls van haar eerste verblijf +alhier te vertellen en wij koesteren de hoop, dat Zij, ouder geworden +zijnde, zal toonen te beseffen, welk een groote plicht der dankbaarheid +op Haar rust. God geve Haar daartoe overvloedige gelegenheid! + +Als wij nu weldra Amsterdam gaan verlaten, dan zal het zijn met een +gevoel van bijzondere erkentelijkheid voor de dagen, welke de bevolking +zoo gelukkig en onvergetelijk voor ons heeft gemaakt en dan zal mijn +afscheidsgroet een innig gevoelde wensch zijn voor den toenemenden bloei +en voorspoed van de hoofdstad, wier belangen Mij zoo na ter harte gaan +en waaraan wij door vele historische en enge persoonlijke banden +gehecht zijn. + +Mede namens Mijne Moeder en Mijn Gemaal stel ik dezen heildronk in op +het geluk en het welzijn van Amsterdam!« + +De burgemeester, Jhr. Mr. Dr. A. Roëll, antwoordde het volgende: + + Mevrouw! Koninklijke Hoogheid! + +»Wilt mij veroorloven U. M. eerbiedig dank te zeggen voor den heildronk, +mede namens H. M. de Koningin-Moeder en Z. K. H. den Prins der +Nederlanden uitgebracht op het welzijn van Amsterdam, maar bovenal +voor de treffende woorden, die H. M. aan dien dronk heeft willen doen +voorafgaan. Woorden, die voorzeker zullen gegrift blijven in het gemoed +van allen, die ze hoorden, en die voor stad en ingezetenen juist daarom +van zooveel beteekenis zijn, omdat zij worden uitgesproken aan den +disch, die U. M. heeft bereid aan de vertegenwoordigers van de burgerij. + +Dat U. M. en Z. K. H. de Prins der Nederlanden tot dezen disch +ook--andermaal--de leden van het dagelijksch bestuur der gemeente en +een deputatie uit de feestcommissie noodden, is voor hen een reden van +groote erkentelijkheid, die het mij vergund zij tevens te vertolken. + +U. M. heeft in bewoordingen, die door ons allen niet genoegzaam +kunnen worden gewaardeerd, uitdrukking gegeven aan de gevoelens, die +de geestdrift dezer dagen in Uwe harten, Koninklijke Ouders van de +aanvallige Prinses heeft opgewekt. Laat mij wederkeerig aan U. M. de +eerbiedige verzekering mogen geven, dat die geestdrift slechts de +onbedwingbare uiting was van de aloude, maar toch altijd jeugdige en +frissche verknochtheid aan U. M. en Haar Huis en dat die geestdrift wel +haar toppunt moest bereiken, nu die nieuwe loot aan den Oranjestam »Het +Zonneschijntje« is het zonnetje in het Koninklijk Gezin, maar waarvan de +stralen in deze dagen zoo talloos velen hebben verwarmd en gekoesterd. + +Het koninklijk bezoek aan de hoofdstad staat dit jaar in het teeken van +het kind en het zal aan U. M. niet zijn ontgaan, hoe ditmaal, vooral +aan de Kinderen, aan de kleine en misdeelden niet het minst, bij de +feestviering eene plaats is ingeruimd. Als U. M. dan later aan de +Prinses zal verhalen van Haar eerste verblijf te Amsterdam en van het +gejubel, dat Hare komst daar te weeg bracht, moge het dan vooral ook +zijn van de liefde en van de bewondering, die het Koningskind in de +harten der kinderen heeft doen ontbranden. Zij toch zijn de mannen +en vrouwen van straks, de toekomst der natie, op wier hou en trou de +Prinses, als zij ouder zal zijn geworden, onder alle omstandigheden zal +moeten bouwen. + +En wij ouderen, kunnen slechts de vurigste wenschen stamelen voor het +voorspoedig opgroeien van Uw Kind, dat, 't zij met allen eerbied gezegd, +door het vertrouwen, waarmede U. M. het onder de burgerij heeft laten +verkeeren, ook eenigermate _ons_ kind geworden is, en de bede opzenden, +dat God aan de Prinses het leven en de gezondheid spare, Haar alles +schenke wat Uw ouderhart slechts verlangen kan, Haar in één woord in +lengte van jaren krone met de keur Zijner zegeningen. + +Amsterdam is U. M. en den Prins der Nederlanden innig dankbaar voor dit +eerste bezoek met de Prinses; het zal met gulden letteren geboekstaafd +blijven in de stadshistoriebladen. + +Vergunne mij dan U. M. deze dankbaarheid te bezegelen met den heildronk +van de Amsterdamsche burgerij op het gansche Koninklijke Huis. + +Lang leve onze geliefde Koningin met onzen hoog vereerden Prins der +Nederlanden! Leve H. M. de Koningin-Moeder! Leve, groeie en gedije +Prinses Juliana!« + +Heel Amsterdam gaf in die woorden van zijn burgervader uiting aan wat in +ieders gemoed leeft. + + * * * * * + +»De stad begint er weer gewoon uit te zien na die drukke dagen; hoe +aangenaam ook, het gewone werken is toch beter vol te houden dan +feestvieren, vindt u dat ook niet, Vader?« vroeg Ferdinand Gladschaaf. + +»Ja, jongen! de arbeid is een zegen Gods, Wee! die niet werken _wil_, +als hij _kan_. Allen zijn diep te beklagen, die om werk vragen en het +niet kunnen krijgen; maar Ferdinand, zulke dagen van algemeene vreugde +door het verblijf der Koningin en dan nu zoo geheel anders nog door de +komst van ons Prinsesje, o, zulke dagen doen mijn hart zoo recht goed.« + +»Hoe bedoel je dat, Man?« + +»Wel, de vreugde over het aanschouwen van onze Vorstin, de blijde +juichkreten als Zij in ons midden is, de blijdschap van jullie jongeren +vooral, dat je zóó en zóó dikwijls de Koningin, den Prins en Prinses +Juliana gezien hebt, dat doet me telkens denken aan wat mijn vader me +vertelde. Hij ging juist eens den Dam over, toen Koning Willem II op het +balcon kwam. De held van Waterloo en van den Tiendaagschen Veldtocht +werd zeer bemind en gevierd. Vader staat stil en juicht hartelijk mede +en wil daarna (hij was op weg naar een klant,) verder gaan, toen een +buitenman tot hem zegt: »Wat een gejuich.« »Ja,« zegt mijn vader, »als +de koning zich vertoont, is het volk verheugd!« En de buitenman zegt: +»Wat zal het zijn als de hoogste Koning komt!« + +»Dan is er eeuwige vreugde en blijdschap op hunne hoofden,« luidt vaders +antwoord. + +Die twee onbekenden zien elkaar blijde aan en drukken elkander de hand; +wel bewust dat zij eenmaal dien Koning in Zijne schoonheid zien zullen.« + + * * * * * + +Het gesprek aan de koffietafel bij de Gladschaafs liep nu van zelf over +allerlei bijzonderheden, in hun familie vroeger voorgevallen en terwijl +zij daarover kouten, luisteren wij nog even aan de keukendeur der zoo +gezellig saam levende dienstboden in Dora's thuis. + +»Weet je al Greta, dat de Koningin, 'k denk puur om jou te plezieren, de +armen zoo goed bedacht heeft?« + +»Och, kom Anton, plaag me niet.« + +»'t Is de zuivere waarheid, maar de Koningin doet het altijd bij Haar +vertrek, weet je.« + +Allen hadden schik, dat Anton Greta in het zonnetje zette; maar in de +eetkamer zat de kleine meid, anders de vroolijkheid in eigen persoon, +bedrukt te kijken. + +»Dora, kindje, wat scheelt er aan?« vroeg haar Papa; »je eet niet en je +kijkt telkens naar de ramen, waar denk je zoo bedrukt over, kleintje?« + +»Neen Papa, mij scheelt niets, maar.... maar.... De Koningin is weg, de +Prins is weg, Koningin Emma ging van daag weg en het duurt een heel, +heel jaar voor ik ons lief Prinsesje, de snoeperige Juliaantje weer zien +kan.« + +De waterlanders stonden op het punt van te komen, en Mijnheer keek +Mevrouw vragend aan. + +»Ze is zeker wat moe van al het genieten, niet waar, Mademoiselle?« + +»Ja, Mevrouw, ze zal enkele avonden vroeger naar bed moeten gaan, dat +helpt het beste.« + +»Ik wil wel om 6 uur naar bed, als alles maar wat langer duurde. Kijk +daar breken ze aan den overkant de versieringen al weg; en morgen kan +niemand meer iets zien van al het moois, dat hier in Amsterdam was voor +ons lief Prinsesje.« + +»Nu,« zei Jet, »vertel jij dan aan je poppekinderen, dat Papa en Mama, +evenals meer dames en heeren besloten hebben, die bloembakken voor de +ramen te laten blijven en ze telkens weer te laten vullen, dan zal het +je zeker helpen om zonder tranen nog dikwijls aan het versierde en +jubelende Amsterdam te denken en als Prinses Juliana het volgende jaar +weer hier komt, wie weet hoe dikwijls jij Haar dan zien zult!« + +[Decoratieve illustratie] + +[Illustratie: Langs Rechte Vaart] + +[Illustratie: 30 APRIL 1909] + + + + + +----------------------------------------------+ + | | + | OPMERKINGEN VAN DE BEWERKER: | + | | + | De volgende correcties zijn in de tekst | + | aangebracht: | + | | + | Bron (B:) -- Correctie (C:) | + | | + | B: Jan en Louis zulke kleintjes, | + | C: Jan en Louis, zulke kleintjes, | + | B: niet meer.--»Die kleine Koningin | + | C: niet meer.--Die kleine Koningin | + | B: dit Heleentje is. Ik vroeg aan | + | C: dit Heleentje is.« Ik vroeg aan | + | B: zoo'n dikkerdje als Tantes | + | C: zoo'n dikkertje als Tantes | + | B: instellingen.«--»We zullen er, | + | C: instellingen.«--We zullen er, | + | B: een lakei.«--»Zoekt zelf maar | + | C: een lakei.«--Zoekt zelf maar | + | B: nette taal _doodgaan_?« vroeg Gustaaf, | + | C: nette taal _doodgaan_?«« vroeg Gustaaf, | + | B: mag je morgen gaan zien. | + | C: mag je morgen gaan zien.« | + | B: van Willem V. | + | C: van Willem V.« | + | B: riep Coosje, dat is net als | + | C: riep Coosje, »dat is net als | + | B: lachte het dochterkijn, en de Vrouwe, | + | C: lachte het dochterkijn, | + | en de Vrouwe, | + | B: (zei ze) dat gij hem bewaar! | + | C: (zei ze) »dat gij hem bewaar! | + | B: heeft er gevangen ons hart!-- | + | C: heeft er gevangen ons hart!--« | + | B: lang voor heel ons land!« | + | C: lang voor heel ons land!«« | + | B: te telagrafeeren, dat zij | + | C: te telegrafeeren, dat zij | + | B: voor jou, natuurtlijk uit Friesland; | + | C: voor jou, natuurlijk uit Friesland; | + | B: riepen de drie zoons.« | + | C: riepen de drie zoons. | + | B: brief meester te maken.« | + | C: brief meester te maken. | + | B: particuliere secretaris geschreven. | + | C: particuliere secretaris geschreven.« | + | B: keel!« »Niet waar,« | + | C: keel!« Niet waar,« | + | B: er nog niets van.--Een ander zat | + | C: er nog niets van.«--Een ander zat | + | B: burgerjuffrouw, ik ben de tante | + | C: burgerjuffrouw, »ik ben de tante | + | B: het geschenk aanam, bezichtigde en | + | C: het geschenk aannam, bezichtigde en | + | B: voor het paleis: 't kan duren | + | C: voor het paleis: »'t kan duren | + | B: #hier# iets _zekers_ wist. | + | C: #hier# iets _zekers_ wist.« | + | B: trein naar je geboortgrond.« | + | C: trein naar je geboortegrond.« | + | B: kwartier over zevenen!« | + | C: kwartier over zevenen! | + | B: weer hoorde ik »In gesprek.« | + | C: weer hoorde ik »In gesprek.«« | + | B: pas was. Ida opende haar | + | C: pas was.« Ida opende haar | + | B: wesen, net as gistere.«-- | + | C: wesen, net as gistere.«--« | + | B: »Best Jan!--En daar hoorden ze | + | C: »Best Jan!«--En daar hoorden ze | + | B: toen riep ze. Kom jonges, de boom | + | C: toen riep ze. »Kom jonges, de boom | + | B: »Vader, vroeg Maria daarop, nu nog | + | C: »Vader,« vroeg Maria daarop, »nu nog | + | B: mijnheer; Prins Hendrik heeft | + | C: mijnheer; »Prins Hendrik heeft | + | B: vertrokken. | + | C: vertrokken.« | + | B: te spelen?« Niet zoo vervelend | + | C: te spelen?« »Niet zoo vervelend | + | B: die glimlachend verder gaat. | + | C: die glimlachend verder gaat.«« | + | B: zien er keurig fijn uit.« | + | C: zien er keurig fijn uit.«« | + | B: bij bepaald, det het Lazarushuis | + | C: bij bepaald, dat het Lazarushuis | + | B: eenigen Willem I. Zonder Juliana van | + | C: eenigen Willem I. »Zonder Juliana van | + | B: langdurige vredesonderhandilingen den | + | C: langdurige vredesonderhandelingen den | + | B: kon Haar rammelaar!«--»Hè! zoo | + | C: kon Haar rammelaar!«--»Hè! zoo | + | B: 23 Mei, »slag bij Heiligerlee,« | + | C: 23 Mei, slag bij Heiligerlee,« | + | B: fraai, roept Lize telkens uit.« | + | C: fraai,« roept Lize telkens uit. | + | B: tranquillus in undis, schrijf | + | C: tranquillus in undis«, schrijf | + | B: sauvé; tranquilles is tranquille; | + | C: sauvé; tranquillus is tranquille; | + | B: kabels opgehangen; jammer dat die | + | C: kabels opgehangen; »jammer dat die | + | B: 't raar staan. | + | C: 't raar staan.« | + | B: De Prins stoomde na de begrafenis | + | C: »De Prins stoomde na de begrafenis | + | B: dankt nu allen God.« | + | C: dankt nu allen God.«« | + | B: doorluchtige ooren, ter eere ven het | + | C: doorluchtige ooren, ter eere van het | + | B: koperen spreekbuis. ('t Was | + | C: koperen spreekbuis.« ('t Was | + | B: de grooteren, en de datum | + | C: de grooteren, »en de datum | + | B: zoo goed had gehouden.« | + | C: zoo goed had gehouden. | + | B: schouwspel zeer belangwekkend. | + | C: schouwspel zeer belangwekkend.« | + | B: Ripperda, een Ruichaver; een Cabeliau, | + | C: Ripperda, een Ruichaver, een Cabeliau, | + | B: stonden of zaten ze. | + | C: stonden of zaten ze.« | + | B: kijk me die klok eens! | + | C: kijk me die klok eens!« | + | B: Ik gevoel mij gedrongen bij | + | C: »Ik gevoel mij gedrongen bij | + | B: ook niet, Vader? vroeg Ferdinand | + | C: ook niet, Vader?« vroeg Ferdinand | + | B: Zijne schoonheid zien zullen. | + | C: Zijne schoonheid zien zullen.« | + | | + +----------------------------------------------+ + + + +***END OF THE PROJECT GUTENBERG EBOOK EEN VERHEUGD VOLK EN EEN JUBELENDE +STAD*** + + +******* This file should be named 36716-8.txt or 36716-8.zip ******* + + +This and all associated files of various formats will be found in: +http://www.gutenberg.org/dirs/3/6/7/1/36716 + + + +Updated editions will replace the previous one--the old editions +will be renamed. + +Creating the works from public domain print editions means that no +one owns a United States copyright in these works, so the Foundation +(and you!) can copy and distribute it in the United States without +permission and without paying copyright royalties. Special rules, +set forth in the General Terms of Use part of this license, apply to +copying and distributing Project Gutenberg-tm electronic works to +protect the PROJECT GUTENBERG-tm concept and trademark. Project +Gutenberg is a registered trademark, and may not be used if you +charge for the eBooks, unless you receive specific permission. If you +do not charge anything for copies of this eBook, complying with the +rules is very easy. You may use this eBook for nearly any purpose +such as creation of derivative works, reports, performances and +research. They may be modified and printed and given away--you may do +practically ANYTHING with public domain eBooks. Redistribution is +subject to the trademark license, especially commercial +redistribution. + + + +*** START: FULL LICENSE *** + +THE FULL PROJECT GUTENBERG LICENSE +PLEASE READ THIS BEFORE YOU DISTRIBUTE OR USE THIS WORK + +To protect the Project Gutenberg-tm mission of promoting the free +distribution of electronic works, by using or distributing this work +(or any other work associated in any way with the phrase "Project +Gutenberg"), you agree to comply with all the terms of the Full Project +Gutenberg-tm License (available with this file or online at +http://www.gutenberg.org/license). + + +Section 1. General Terms of Use and Redistributing Project Gutenberg-tm +electronic works + +1.A. By reading or using any part of this Project Gutenberg-tm +electronic work, you indicate that you have read, understand, agree to +and accept all the terms of this license and intellectual property +(trademark/copyright) agreement. If you do not agree to abide by all +the terms of this agreement, you must cease using and return or destroy +all copies of Project Gutenberg-tm electronic works in your possession. +If you paid a fee for obtaining a copy of or access to a Project +Gutenberg-tm electronic work and you do not agree to be bound by the +terms of this agreement, you may obtain a refund from the person or +entity to whom you paid the fee as set forth in paragraph 1.E.8. + +1.B. "Project Gutenberg" is a registered trademark. It may only be +used on or associated in any way with an electronic work by people who +agree to be bound by the terms of this agreement. There are a few +things that you can do with most Project Gutenberg-tm electronic works +even without complying with the full terms of this agreement. See +paragraph 1.C below. There are a lot of things you can do with Project +Gutenberg-tm electronic works if you follow the terms of this agreement +and help preserve free future access to Project Gutenberg-tm electronic +works. See paragraph 1.E below. + +1.C. The Project Gutenberg Literary Archive Foundation ("the Foundation" +or PGLAF), owns a compilation copyright in the collection of Project +Gutenberg-tm electronic works. Nearly all the individual works in the +collection are in the public domain in the United States. If an +individual work is in the public domain in the United States and you are +located in the United States, we do not claim a right to prevent you from +copying, distributing, performing, displaying or creating derivative +works based on the work as long as all references to Project Gutenberg +are removed. Of course, we hope that you will support the Project +Gutenberg-tm mission of promoting free access to electronic works by +freely sharing Project Gutenberg-tm works in compliance with the terms of +this agreement for keeping the Project Gutenberg-tm name associated with +the work. You can easily comply with the terms of this agreement by +keeping this work in the same format with its attached full Project +Gutenberg-tm License when you share it without charge with others. + +1.D. The copyright laws of the place where you are located also govern +what you can do with this work. Copyright laws in most countries are in +a constant state of change. If you are outside the United States, check +the laws of your country in addition to the terms of this agreement +before downloading, copying, displaying, performing, distributing or +creating derivative works based on this work or any other Project +Gutenberg-tm work. The Foundation makes no representations concerning +the copyright status of any work in any country outside the United +States. + +1.E. Unless you have removed all references to Project Gutenberg: + +1.E.1. The following sentence, with active links to, or other immediate +access to, the full Project Gutenberg-tm License must appear prominently +whenever any copy of a Project Gutenberg-tm work (any work on which the +phrase "Project Gutenberg" appears, or with which the phrase "Project +Gutenberg" is associated) is accessed, displayed, performed, viewed, +copied or distributed: + +This eBook is for the use of anyone anywhere at no cost and with +almost no restrictions whatsoever. You may copy it, give it away or +re-use it under the terms of the Project Gutenberg License included +with this eBook or online at www.gutenberg.org + +1.E.2. If an individual Project Gutenberg-tm electronic work is derived +from the public domain (does not contain a notice indicating that it is +posted with permission of the copyright holder), the work can be copied +and distributed to anyone in the United States without paying any fees +or charges. If you are redistributing or providing access to a work +with the phrase "Project Gutenberg" associated with or appearing on the +work, you must comply either with the requirements of paragraphs 1.E.1 +through 1.E.7 or obtain permission for the use of the work and the +Project Gutenberg-tm trademark as set forth in paragraphs 1.E.8 or +1.E.9. + +1.E.3. If an individual Project Gutenberg-tm electronic work is posted +with the permission of the copyright holder, your use and distribution +must comply with both paragraphs 1.E.1 through 1.E.7 and any additional +terms imposed by the copyright holder. Additional terms will be linked +to the Project Gutenberg-tm License for all works posted with the +permission of the copyright holder found at the beginning of this work. + +1.E.4. Do not unlink or detach or remove the full Project Gutenberg-tm +License terms from this work, or any files containing a part of this +work or any other work associated with Project Gutenberg-tm. + +1.E.5. Do not copy, display, perform, distribute or redistribute this +electronic work, or any part of this electronic work, without +prominently displaying the sentence set forth in paragraph 1.E.1 with +active links or immediate access to the full terms of the Project +Gutenberg-tm License. + +1.E.6. You may convert to and distribute this work in any binary, +compressed, marked up, nonproprietary or proprietary form, including any +word processing or hypertext form. However, if you provide access to or +distribute copies of a Project Gutenberg-tm work in a format other than +"Plain Vanilla ASCII" or other format used in the official version +posted on the official Project Gutenberg-tm web site (www.gutenberg.org), +you must, at no additional cost, fee or expense to the user, provide a +copy, a means of exporting a copy, or a means of obtaining a copy upon +request, of the work in its original "Plain Vanilla ASCII" or other +form. Any alternate format must include the full Project Gutenberg-tm +License as specified in paragraph 1.E.1. + +1.E.7. Do not charge a fee for access to, viewing, displaying, +performing, copying or distributing any Project Gutenberg-tm works +unless you comply with paragraph 1.E.8 or 1.E.9. + +1.E.8. You may charge a reasonable fee for copies of or providing +access to or distributing Project Gutenberg-tm electronic works provided +that + +- You pay a royalty fee of 20% of the gross profits you derive from + the use of Project Gutenberg-tm works calculated using the method + you already use to calculate your applicable taxes. The fee is + owed to the owner of the Project Gutenberg-tm trademark, but he + has agreed to donate royalties under this paragraph to the + Project Gutenberg Literary Archive Foundation. Royalty payments + must be paid within 60 days following each date on which you + prepare (or are legally required to prepare) your periodic tax + returns. Royalty payments should be clearly marked as such and + sent to the Project Gutenberg Literary Archive Foundation at the + address specified in Section 4, "Information about donations to + the Project Gutenberg Literary Archive Foundation." + +- You provide a full refund of any money paid by a user who notifies + you in writing (or by e-mail) within 30 days of receipt that s/he + does not agree to the terms of the full Project Gutenberg-tm + License. You must require such a user to return or + destroy all copies of the works possessed in a physical medium + and discontinue all use of and all access to other copies of + Project Gutenberg-tm works. + +- You provide, in accordance with paragraph 1.F.3, a full refund of any + money paid for a work or a replacement copy, if a defect in the + electronic work is discovered and reported to you within 90 days + of receipt of the work. + +- You comply with all other terms of this agreement for free + distribution of Project Gutenberg-tm works. + +1.E.9. If you wish to charge a fee or distribute a Project Gutenberg-tm +electronic work or group of works on different terms than are set +forth in this agreement, you must obtain permission in writing from +both the Project Gutenberg Literary Archive Foundation and Michael +Hart, the owner of the Project Gutenberg-tm trademark. Contact the +Foundation as set forth in Section 3 below. + +1.F. + +1.F.1. Project Gutenberg volunteers and employees expend considerable +effort to identify, do copyright research on, transcribe and proofread +public domain works in creating the Project Gutenberg-tm +collection. Despite these efforts, Project Gutenberg-tm electronic +works, and the medium on which they may be stored, may contain +"Defects," such as, but not limited to, incomplete, inaccurate or +corrupt data, transcription errors, a copyright or other intellectual +property infringement, a defective or damaged disk or other medium, a +computer virus, or computer codes that damage or cannot be read by +your equipment. + +1.F.2. LIMITED WARRANTY, DISCLAIMER OF DAMAGES - Except for the "Right +of Replacement or Refund" described in paragraph 1.F.3, the Project +Gutenberg Literary Archive Foundation, the owner of the Project +Gutenberg-tm trademark, and any other party distributing a Project +Gutenberg-tm electronic work under this agreement, disclaim all +liability to you for damages, costs and expenses, including legal +fees. YOU AGREE THAT YOU HAVE NO REMEDIES FOR NEGLIGENCE, STRICT +LIABILITY, BREACH OF WARRANTY OR BREACH OF CONTRACT EXCEPT THOSE +PROVIDED IN PARAGRAPH 1.F.3. YOU AGREE THAT THE FOUNDATION, THE +TRADEMARK OWNER, AND ANY DISTRIBUTOR UNDER THIS AGREEMENT WILL NOT BE +LIABLE TO YOU FOR ACTUAL, DIRECT, INDIRECT, CONSEQUENTIAL, PUNITIVE OR +INCIDENTAL DAMAGES EVEN IF YOU GIVE NOTICE OF THE POSSIBILITY OF SUCH +DAMAGE. + +1.F.3. LIMITED RIGHT OF REPLACEMENT OR REFUND - If you discover a +defect in this electronic work within 90 days of receiving it, you can +receive a refund of the money (if any) you paid for it by sending a +written explanation to the person you received the work from. If you +received the work on a physical medium, you must return the medium with +your written explanation. The person or entity that provided you with +the defective work may elect to provide a replacement copy in lieu of a +refund. If you received the work electronically, the person or entity +providing it to you may choose to give you a second opportunity to +receive the work electronically in lieu of a refund. If the second copy +is also defective, you may demand a refund in writing without further +opportunities to fix the problem. + +1.F.4. Except for the limited right of replacement or refund set forth +in paragraph 1.F.3, this work is provided to you 'AS-IS', WITH NO OTHER +WARRANTIES OF ANY KIND, EXPRESS OR IMPLIED, INCLUDING BUT NOT LIMITED TO +WARRANTIES OF MERCHANTIBILITY OR FITNESS FOR ANY PURPOSE. + +1.F.5. Some states do not allow disclaimers of certain implied +warranties or the exclusion or limitation of certain types of damages. +If any disclaimer or limitation set forth in this agreement violates the +law of the state applicable to this agreement, the agreement shall be +interpreted to make the maximum disclaimer or limitation permitted by +the applicable state law. The invalidity or unenforceability of any +provision of this agreement shall not void the remaining provisions. + +1.F.6. INDEMNITY - You agree to indemnify and hold the Foundation, the +trademark owner, any agent or employee of the Foundation, anyone +providing copies of Project Gutenberg-tm electronic works in accordance +with this agreement, and any volunteers associated with the production, +promotion and distribution of Project Gutenberg-tm electronic works, +harmless from all liability, costs and expenses, including legal fees, +that arise directly or indirectly from any of the following which you do +or cause to occur: (a) distribution of this or any Project Gutenberg-tm +work, (b) alteration, modification, or additions or deletions to any +Project Gutenberg-tm work, and (c) any Defect you cause. + + +Section 2. Information about the Mission of Project Gutenberg-tm + +Project Gutenberg-tm is synonymous with the free distribution of +electronic works in formats readable by the widest variety of computers +including obsolete, old, middle-aged and new computers. It exists +because of the efforts of hundreds of volunteers and donations from +people in all walks of life. + +Volunteers and financial support to provide volunteers with the +assistance they need are critical to reaching Project Gutenberg-tm's +goals and ensuring that the Project Gutenberg-tm collection will +remain freely available for generations to come. In 2001, the Project +Gutenberg Literary Archive Foundation was created to provide a secure +and permanent future for Project Gutenberg-tm and future generations. +To learn more about the Project Gutenberg Literary Archive Foundation +and how your efforts and donations can help, see Sections 3 and 4 +and the Foundation web page at http://www.gutenberg.org/fundraising/pglaf. + + +Section 3. Information about the Project Gutenberg Literary Archive +Foundation + +The Project Gutenberg Literary Archive Foundation is a non profit +501(c)(3) educational corporation organized under the laws of the +state of Mississippi and granted tax exempt status by the Internal +Revenue Service. The Foundation's EIN or federal tax identification +number is 64-6221541. Contributions to the Project Gutenberg +Literary Archive Foundation are tax deductible to the full extent +permitted by U.S. federal laws and your state's laws. + +The Foundation's principal office is located at 4557 Melan Dr. S. +Fairbanks, AK, 99712., but its volunteers and employees are scattered +throughout numerous locations. Its business office is located at +809 North 1500 West, Salt Lake City, UT 84116, (801) 596-1887, email +business@pglaf.org. Email contact links and up to date contact +information can be found at the Foundation's web site and official +page at http://www.gutenberg.org/about/contact + +For additional contact information: + Dr. Gregory B. Newby + Chief Executive and Director + gbnewby@pglaf.org + +Section 4. Information about Donations to the Project Gutenberg +Literary Archive Foundation + +Project Gutenberg-tm depends upon and cannot survive without wide +spread public support and donations to carry out its mission of +increasing the number of public domain and licensed works that can be +freely distributed in machine readable form accessible by the widest +array of equipment including outdated equipment. Many small donations +($1 to $5,000) are particularly important to maintaining tax exempt +status with the IRS. + +The Foundation is committed to complying with the laws regulating +charities and charitable donations in all 50 states of the United +States. Compliance requirements are not uniform and it takes a +considerable effort, much paperwork and many fees to meet and keep up +with these requirements. We do not solicit donations in locations +where we have not received written confirmation of compliance. To +SEND DONATIONS or determine the status of compliance for any +particular state visit http://www.gutenberg.org/fundraising/donate + +While we cannot and do not solicit contributions from states where we +have not met the solicitation requirements, we know of no prohibition +against accepting unsolicited donations from donors in such states who +approach us with offers to donate. + +International donations are gratefully accepted, but we cannot make +any statements concerning tax treatment of donations received from +outside the United States. U.S. laws alone swamp our small staff. + +Please check the Project Gutenberg Web pages for current donation +methods and addresses. Donations are accepted in a number of other +ways including checks, online payments and credit card donations. +To donate, please visit: +http://www.gutenberg.org/fundraising/donate + + +Section 5. General Information About Project Gutenberg-tm electronic +works. + +Professor Michael S. Hart is the originator of the Project Gutenberg-tm +concept of a library of electronic works that could be freely shared +with anyone. For thirty years, he produced and distributed Project +Gutenberg-tm eBooks with only a loose network of volunteer support. + +Project Gutenberg-tm eBooks are often created from several printed +editions, all of which are confirmed as Public Domain in the U.S. +unless a copyright notice is included. Thus, we do not necessarily +keep eBooks in compliance with any particular paper edition. + +Most people start at our Web site which has the main PG search facility: + + http://www.gutenberg.org + +This Web site includes information about Project Gutenberg-tm, +including how to make donations to the Project Gutenberg Literary +Archive Foundation, how to help produce our new eBooks, and how to +subscribe to our email newsletter to hear about new eBooks. + diff --git a/36716-8.zip b/36716-8.zip Binary files differnew file mode 100644 index 0000000..087a8f6 --- /dev/null +++ b/36716-8.zip diff --git a/36716-h.zip b/36716-h.zip Binary files differnew file mode 100644 index 0000000..3112336 --- /dev/null +++ b/36716-h.zip diff --git a/36716-h/36716-h.htm b/36716-h/36716-h.htm new file mode 100644 index 0000000..cbfa284 --- /dev/null +++ b/36716-h/36716-h.htm @@ -0,0 +1,4549 @@ +<!DOCTYPE html PUBLIC "-//W3C//DTD XHTML 1.1//EN" + "http://www.w3.org/TR/xhtml11/DTD/xhtml11.dtd"> + +<html xmlns="http://www.w3.org/1999/xhtml" xml:lang="nl"> + +<head> + <meta http-equiv="Content-Type" content="text/html;charset=iso-8859-1" /> + <meta http-equiv="Content-Style-Type" content="text/css" /> + <meta name="description" content="Fictie rondom een historische gebeurtenis: de geboorte van Prinses Juliana, 30 april 1909." /> + <meta name="author" content="J. Bressen" /> + <meta name="keywords" content="geboorte,prinses,prinsesje,Juliana,koningin,Wilhelmina,Den Haag,Amsterdam,30,april,1909,eerste,bezoek,koningshuis,feest,feestelijkheden,huldeblijken,Nederland" /> + +<title>The Project Gutenberg eBook of Een verheugd volk en een jubelende stad, by Johanna Maria Sielof</title> + <style type="text/css"> + +body {margin-left: 8%; margin-right: 8%;} + +h1 {text-align: center; clear: both; margin-top: 1em; margin-bottom: 1em; + letter-spacing: -0.1em; font-size: 375%;} +h1.pg {text-align: center; clear: both; margin-top: 0em; margin-bottom: 0em; + letter-spacing: 0em; font-size: 190%;} +h2 {text-align: center; clear: both; margin-top: 2em; margin-bottom: 1em; + font-weight: normal; font-size: 100%;} +h2.h2voor {letter-spacing: 0.1em; margin-right: -0.1em; font-size: 150%;} +h2.h2inh {letter-spacing: 0.3em; margin-right: -0.3em; font-size: 150%;} + +small {font-size: 70%;} + +p {margin-top: .4em; margin-bottom: .4em; text-align: justify; text-indent: 1em;} +p.tp {margin-top: 3em; margin-bottom: 3em; text-align: center; text-indent: 0em;} +p.subh2 {margin-top: 1em; margin-bottom: 1em; text-align: center; text-indent: 0em; + font-weight: bold; letter-spacing: 0.2em; margin-right: -0.2em; font-size: 100%;} +p.subh2a {margin-top: 1em; margin-bottom: 1em; text-align: center; text-indent: 0em; + letter-spacing: 0.2em; margin-right: -0.2em; font-size: 100%;} +p.pvoor {font-style: italic; font-size: 85%;} +p.noi {text-indent: 0em;} + +div.title {margin-top: 3em; margin-bottom: 3em; text-align: center;} +div.voorblad {margin-top: 3em; margin-bottom: 3em; text-align: center; + letter-spacing: 0.2em; margin-right: -0.2em; font-size: 115%;} +div.auteurs {letter-spacing: 0.2em; text-align: center; font-size: 60%; + margin: auto; padding: 0.7em; width: 27em; + border-top: 1px solid black; border-bottom: 1px solid black;} +div.line {border-top: 1px solid black; width: 11em; text-align: center; + margin-left: auto; margin-right: auto; margin-top: 0.3em; margin-bottom: 0.3em;} + +/* TB */ +hr {width: 33%; clear: both; border: 1px solid black; + margin-top: 1em; margin-bottom: 2em; margin-left: auto; margin-right: auto;} +hr.tb {border-style: none;} +hr.fnsep {width: 10%; text-align: left; + margin-top: 0.5em; margin-bottom: 0.5em; margin-left: 0; margin-right: 0;} +hr.chend {width: 15%; margin-top: 1em; margin-bottom: 1em;} + +.pagenum {/* uncomment the next line for invisible page numbers */ + /* visibility: hidden; */ + position: absolute; left: 93%; text-indent: 0em; text-align: right; + font-size: small; font-weight: normal; font-variant: normal; font-style: normal; + letter-spacing: normal; color: #888888;} +span[title].pagenum:after {content: "[" attr(title) "] ";} + +/* TABLES */ +table {margin-left: auto; margin-right: auto; + padding: 0; border: 0; border-collapse: collapse;} +.toc {margin-top: 1em; margin-bottom: 1em;} +td.tdl {text-align: left; padding: 0.5em;} +td.tdr {text-align: right; padding: 0.5em;} + +/* BORDERS */ +.rand {border: 2px solid orange; margin-top: 50px; margin-bottom: 50px; padding: 10px;} + +/* ALIGN */ +.clear {clear: both;} +.center {text-align: center;} +.right {text-align: right;} +.floatleft {float: left; width: auto;} +.floatright {text-align: left; text-indent: 0em; float: right; width: auto;} +.i1 {text-indent: 1em; text-align: left;} +.i2 {text-indent: 2em;} +.i3 {text-indent: 3em;} +.i4 {text-indent: 4em;} +.ri1 {padding-right: 1em;} + +sup {vertical-align: 0.3em; font-size: 75%;} +.mixcap {font-variant: small-caps; font-style: normal;} +.g {letter-spacing: 0.2em; margin-right: -0.2em; font-weight: normal; font-style: normal;} +.ls2 {letter-spacing: 0.2em; margin-right: -0.2em;} +ins.corr {border-bottom: 1px dotted red; text-decoration: none;} + +/* IMAGES */ +img {border: 0;} +.randlb {float: left; clear: left; padding: 0; text-align: center; width: 23px; + margin-left: -31px; margin-top: -31px; margin-bottom: 1em; margin-right: 1em;} +.randrb {float: right; clear: right; padding: 0; text-align: center; width: 23px; + margin-right: -31px; margin-top: -31px; margin-left: 1em; margin-bottom: 1em;} +.randlo {float: left; clear: left; padding: 0; text-align: center; width: 23px; + margin-left: -31px; margin-top: 8px; margin-bottom: 1em; margin-right: 1em;} +.randro {float: right; clear: right; padding: 0; text-align: center; width: 23px; + margin-right: -31px; margin-top: 8px; margin-left: 1em; margin-bottom: 1em;} +.figcenter {margin-left: auto; margin-right: auto; margin-top: 2em; margin-bottom: 2em; + text-align: center;} +.caption {text-align: center; font-size: 80%;} + +/* FOOTNOTES */ +.footnote {margin-left: 5%; margin-right: 5%; font-size: 70%; text-align: justify; } +.footnote .label {position: absolute; right: 89%; text-align: right; text-decoration: none;} +.fnanchor {text-decoration: none; margin-left: 0.05em;} + +/* POETRY */ +.poem {margin-left: 10%; margin-right: 10%; text-align: left;} +.poem br {display: none;} +.poem .stanza {margin: 1em 0em 1em 0em;} + +.poem span.i0 {display: block; margin-left: 0em; padding-left: 3em; text-indent: -3em;} +.poem span.i1 {display: block; margin-left: 1em; padding-left: 3em; text-indent: -3em;} +.poem span.i2 {display: block; margin-left: 2em; padding-left: 3em; text-indent: -3em;} +.poem span.i4 {display: block; margin-left: 4em; padding-left: 3em; text-indent: -3em;} +.poem span.i6 {display: block; margin-left: 6em; padding-left: 3em; text-indent: -3em;} + +.size67 {font-size: 67%;} +.size70 {font-size: 70%;} +.size80 {font-size: 80%;} +.size85 {font-size: 85%;} + +/* Transcriber Note */ +.TNbox {margin: 10% 10% 5% 10%; border: 1px solid; padding: 1em; + background-color: #dddddd; font-family: sans-serif; font-size: 90%;} +.TNbox h2 {font-variant: small-caps; font-size: 130%; letter-spacing: 0; + margin-top: 1em; margin-bottom: 1em; line-height: 2em;} +.TNbox p {text-indent: 0em; margin-top: 0.7em; margin-bottom: 0.7em;} +.TNbox table {width: 100%; font-size: 90%;} +.TNbox th {text-align: left;} +.TNbox td {text-align: left; vertical-align: top;} +td.td2 {width: 20%;} +td.td4 {width: 40%;} + + hr.full { width: 100%; + margin-top: 3em; + margin-bottom: 0em; + margin-left: auto; + margin-right: auto; + height: 4px; + border-width: 4px 0 0 0; /* remove all borders except the top one */ + border-style: solid; + border-color: #000000; + clear: both; } + pre {font-size: 85%;} + </style> +</head> +<body> +<h1 class="pg">The Project Gutenberg eBook, Een verheugd volk en een jubelende stad, by +Johanna Maria Sielof</h1> +<pre> +This eBook is for the use of anyone anywhere at no cost and with +almost no restrictions whatsoever. You may copy it, give it away or +re-use it under the terms of the Project Gutenberg License included +with this eBook or online at <a href = "http://www.gutenberg.org">www.gutenberg.org</a></pre> +<p>Title: Een verheugd volk en een jubelende stad</p> +<p>Author: Johanna Maria Sielof</p> +<p>Release Date: July 12, 2011 [eBook #36716]</p> +<p>Language: Dutch</p> +<p>Character set encoding: ISO-8859-1</p> +<p>***START OF THE PROJECT GUTENBERG EBOOK EEN VERHEUGD VOLK EN EEN JUBELENDE STAD***</p> +<p> </p> +<h3 class="center">E-text prepared by the Online Distributed Proofreading Team<br /> + (http://www.pgdp.net)</h3> +<p> </p> +<div class="TNbox"> + + <h2>Opmerkingen van de bewerker</h2> + + <p>De tekst in dit bestand wordt weergegeven in de originele, verouderde spelling. + Er is geen poging gedaan de tekst te moderniseren.</p> + + <p>Afgebroken woorden aan het einde van de regel zijn stilzwijgend hersteld.</p> + + <p>Voetnoten zijn hernummerd en verplaatst naar het eind van het hoofdstuk.</p> + + <p>Overduidelijke druk- en spelfouten in het origineel zijn gecorrigeerd; deze zijn voorzien van een + <ins class="corr" title="Bron: dnnne roed stipppellijn">dunne rode stippellijn</ins>, + waarbij de Brontekst via een zwevende pop-up beschikbaar is.<br /> + Variaties in spelling zijn behouden.</p> + + <p>Van de voorkant en de foto's is een vergroting beschikbaar door op de betreffende + illustratie te klikken.</p> + + <p>Een overzicht van de aangebrachte correcties is te vinden aan + <a href="#correctie">het eind van dit bestand</a>.</p> + +</div> +<p> </p> +<hr class="full" /> +<p> </p> + +<div class="figcenter" style="width: 504px;"> + <a href="images/rug.jpg"><img class="floatleft" src="images/rug-t.jpg" width="77" height="588" alt="rug" title="rug [Klik voor vergroting (231×1764px, 46kb)]" /></a> + <a href="images/cover.jpg"><img class="floatright" src="images/cover-t.jpg" width="427" height="588" alt="voorzijde" title="voorzijde [Klik voor vergroting (1281×1764px, 209kb)]" /></a> + <div class="clear"></div> +</div> + +<div class="rand"> + <div class="randlb"><img src="images/rand-lb.png" width="23" height="23" alt="rand" title="" /></div> + <div class="randrb"><img src="images/rand-rb.png" width="23" height="23" alt="rand" title="" /></div> + + <p><span class="pagenum" title="1"> </span><a id="p_1"></a></p> + + <div class="voorblad">EEN VERHEUGD VOLK EN<br />EEN JUBELENDE STAD.—</div> + + <div class="randlo"><img src="images/rand-lo.png" width="23" height="23" alt="rand" title="" /></div> + <div class="randro"><img src="images/rand-ro.png" width="23" height="23" alt="rand" title="" /></div> +</div> + +<div class="rand"> + <div class="randlb"><img src="images/rand-lb.png" width="23" height="23" alt="rand" title="" /></div> + <div class="randrb"><img src="images/rand-rb.png" width="23" height="23" alt="rand" title="" /></div> + + <p><span class="pagenum" title="2"> </span><a id="p_2"></a></p> + + <div class="line"></div> + <div class="auteurs">AUTEURSRECHT VOORBEHOUDEN.</div> + <div class="line"></div> + + <div class="randlo"><img src="images/rand-lo.png" width="23" height="23" alt="rand" title="" /></div> + <div class="randro"><img src="images/rand-ro.png" width="23" height="23" alt="rand" title="" /></div> +</div> + +<p><span class="pagenum" title="-"> </span><a id="p_2a"></a> +<span class="pagenum" title="-"><br /> </span><a id="p_2b"></a></p> + +<div class="figcenter" style="width: 420px;"> +<a href="images/002a.jpg"><img src="images/002a-t.jpg" width="420" height="256" alt="DE KONINKLIJKE FAMILIE." title="[Klik voor vergroting (1259×769px, 204kb)]" /></a> +<div class="caption">DE KONINKLIJKE FAMILIE.</div> +</div> + +<div class="rand"> + <div class="randlb"><img src="images/rand-lb.png" width="23" height="23" alt="rand" title="" /></div> + <div class="randrb"><img src="images/rand-rb.png" width="23" height="23" alt="rand" title="" /></div> + + <p><span class="pagenum" title="3"> </span><a id="p_3"></a></p> + + <div class="title"> + + <h1>Een Verheugd Volk<br /> + <small>en</small><br /> + Een Jubelende Stad</h1> + + <p class="tp mixcap ls2" style="text-align: left; margin-left: 50%;"><b><span class="size67">door</span> J. BRESSEN.</b></p> + + <p class="tp size80 ls2">GEÏLLUSTREERD.</p> + + <div class="figcenter" style="width: 108px;"> + <img src="images/003.png" width="108" height="73" alt="decoratieve illustratie" title="" /> + </div> + + <p class="tp size80">LA RIVIÈRE & VOORHOEVE<br /> + ZWOLLE.</p> + + </div> + + <div class="randlo"><img src="images/rand-lo.png" width="23" height="23" alt="rand" title="" /></div> + <div class="randro"><img src="images/rand-ro.png" width="23" height="23" alt="rand" title="" /></div> +</div> + +<div class="rand"> + <div class="randlb"><img src="images/rand-lb.png" width="23" height="23" alt="rand" title="" /></div> + <div class="randrb"><img src="images/rand-rb.png" width="23" height="23" alt="rand" title="" /></div> + + <p><span class="pagenum" title="4"> </span><a id="p_4"></a></p> + <br /> + + <div class="randlo"><img src="images/rand-lo.png" width="23" height="23" alt="rand" title="" /></div> + <div class="randro"><img src="images/rand-ro.png" width="23" height="23" alt="rand" title="" /></div> +</div> + +<div class="rand"> + <div class="randlb"><img src="images/rand-lb.png" width="23" height="23" alt="rand" title="" /></div> + <div class="randrb"><img src="images/rand-rb.png" width="23" height="23" alt="rand" title="" /></div> + + <p><span class="pagenum" title="5"> </span><a id="p_5"></a></p> + +<h2 class="h2voor"><a id="VOORBERICHT"></a>VOORBERICHT.</h2> + +<div class="figcenter" style="width: 142px;"> +<img src="images/005.png" width="142" height="8" alt="decoratieve illustratie" title="" /> +</div> + +<p class="pvoor"><i>Het is mij een recht aangename taak een woord van waardeering te mogen +schrijven voor het boekske, dat hierbij den lezer geboden wordt.</i></p> + +<p class="pvoor"><i>Een uitnemend plan is hier verwezenlijkt, een plan waarvan den +ontwerper, den heer <em class="mixcap">W. ten Have</em>, den bekenden boek- en kunsthandelaar te +Amsterdam, alle eer toekomt. Want, ik mag het hier wel zeggen, van hem +ging het uit.</i></p> + +<p class="pvoor"><i>Maar ook, hoe voortreffelijk heeft Mej. <em class="mixcap">J. Bressen</em> dat schoone plan +verwezenlijkt. Zij is geen onbekende, en toonde nog onlangs hoe +gewaardeerd werk zij geven kan. Ook nu weer heeft zij moeite noch zorg +gespaard, en iets goeds en loffelijks geleverd, dat haar recht doet +kennen in haar innige liefde voor ons Oranjehuis.</i></p> + +<p class="pvoor"><i>De uitgave van zulk een boek, dat aan rijken inhoud ook schoonen vorm +moest paren, was wel toevertrouwd aan de hh. <em class="mixcap">La Rivière</em> & <em class="mixcap">Voorhoeve</em> te +Zwolle. Hoe zij hun taak opvatten en volbrachten, daarvan kan zich elk +overtuigen.</i></p> + +<p class="pvoor"><i>Hebbe dit boekske een voorspoedigen loop. Zij het velen in lengte van +dagen een gedenkboek, dat stemt tot dank aan God, en de liefde versterkt +voor het huis van Oranje, de jeugdige Prinses en de Vorstelijke Ouders, +wier vreugd en hoop Zij is.</i></p> + +<div class="floatleft size70 center" style="margin-left: 1em;"><span class="mixcap">Amsterdam</span>,<br /> +November 1910.</div> + +<div class="floatright mixcap size85" style="margin-right: 1em;">A. J. Hoogenbirk.</div> + +<div class="clear"></div> + + <div class="randlo"><img src="images/rand-lo.png" width="23" height="23" alt="rand" title="" /></div> + <div class="randro"><img src="images/rand-ro.png" width="23" height="23" alt="rand" title="" /></div> +</div> + +<div class="rand"> + <div class="randlb"><img src="images/rand-lb.png" width="23" height="23" alt="rand" title="" /></div> + <div class="randrb"><img src="images/rand-rb.png" width="23" height="23" alt="rand" title="" /></div> + + <p><span class="pagenum" title="6"> </span><a id="p_6"></a></p> + <br /> + + <div class="randlo"><img src="images/rand-lo.png" width="23" height="23" alt="rand" title="" /></div> + <div class="randro"><img src="images/rand-ro.png" width="23" height="23" alt="rand" title="" /></div> +</div> + +<div class="rand"> + + <div class="randlb"><img src="images/rand-lb.png" width="23" height="23" alt="rand" title="" /></div> + <div class="randrb"><img src="images/rand-rb.png" width="23" height="23" alt="rand" title="" /></div> + + <p><span class="pagenum" title="7"> </span><a id="p_7"></a></p> + + <div class="figcenter" style="width: 641px;"> + <img src="images/007a.png" width="641" height="84" alt="decoratieve illustratie" title="" /> + </div> + + <h2 class="h2inh"><a id="INHOUD"></a>INHOUD.</h2> + + <div class="line" style="width: 12%;"></div> + <div class="line" style="width: 4%;"></div> + + <table class="toc" summary="inhoudsopgave"> + <tbody> + <tr> + <td class="tdr"></td> + <td class="tdl"></td> + <td class="tdr size70">Bladz.</td> + </tr> + <tr> + <td class="tdr"><a href="#HOOFDSTUK_I">I.</a></td> + <td class="tdl"><span class="mixcap">Plannen</span></td> + <td class="tdr"><a href="#p_9">9</a></td> + </tr> + <tr> + <td class="tdr"><a href="#HOOFDSTUK_II">II.</a></td> + <td class="tdl"><span class="mixcap">Van enkele Huldeblijken</span></td> + <td class="tdr"><a href="#p_23">23</a></td> + </tr> + <tr> + <td class="tdr"><a href="#HOOFDSTUK_III">III.</a></td> + <td class="tdl"><span class="mixcap">30 April 1909</span></td> + <td class="tdr"><a href="#p_54">54</a></td> + </tr> + <tr> + <td class="tdr"><a href="#HOOFDSTUK_IV">IV.</a></td> + <td class="tdl"><span class="mixcap">Van Hier en Daar.</span> (Nà 30 April 1909)</td> + <td class="tdr"><a href="#p_93">93</a></td> + </tr> + <tr> + <td class="tdr"><a href="#HOOFDSTUK_V">V.</a></td> + <td class="tdl"><span class="mixcap">Een Jubelende Stad.</span> (Van 26 Mei–2 Juni 1910)</td> + <td class="tdr"><a href="#p_109">109</a></td> + </tr> + </tbody> + </table> + + <div class="figcenter" style="width: 213px;"> + <img src="images/007b.png" width="213" height="46" alt="decoratieve illustratie" title="" /> + </div> + + <div class="randlo"><img src="images/rand-lo.png" width="23" height="23" alt="rand" title="" /></div> + <div class="randro"><img src="images/rand-ro.png" width="23" height="23" alt="rand" title="" /></div> +</div> + +<div class="rand"> + <div class="randlb"><img src="images/rand-lb.png" width="23" height="23" alt="rand" title="" /></div> + <div class="randrb"><img src="images/rand-rb.png" width="23" height="23" alt="rand" title="" /></div> + + <p><span class="pagenum" title="8"> </span><a id="p_8"></a></p> + <br /> + + <div class="randlo"><img src="images/rand-lo.png" width="23" height="23" alt="rand" title="" /></div> + <div class="randro"><img src="images/rand-ro.png" width="23" height="23" alt="rand" title="" /></div> +</div> + +<div class="rand"> + <div class="randlb"><img src="images/rand-lb.png" width="23" height="23" alt="rand" title="" /></div> + <div class="randrb"><img src="images/rand-rb.png" width="23" height="23" alt="rand" title="" /></div> + +<p><span class="pagenum" title="9"><br /> </span><a id="p_9"></a></p> + +<div class="figcenter" style="width: 661px;"> +<img src="images/009.png" width="661" height="246" alt="" title="" /> +</div> + +<h2><a id="HOOFDSTUK_I"></a>HOOFDSTUK I.</h2> + +<p class="subh2">Plannen.</p> + +<p>„Goed weer voor een flinke wandeling, meisjes!” zoo sprak op een ochtend +in het laatst van December 1908 een Française, de gouvernante eener vrij +talrijke familie te Amsterdam.</p> + +<p>Deze mededeeling viel niets in den smaak van 't drietal, dat zich juist +voorgenomen had den eersten vrijen dag te besteden aan het inpakken of +voltooien harer kerstgeschenken.... geen smeekbede, dat wisten ze bij +ondervinding, zou iets baten om Mademoiselle van haar voornemen af te +brengen. Zouden ze het Mama vragen? <span class="pagenum" title="10"> </span><a id="p_10"></a>Neen, dat zou niets geven; Mama +vond altijd goed wat de juffrouw zeide, en dan was er kans, dat deze nog +boos werd op den koop toe. De vrees, dat bij den ongestadigen, natten +winter de wandeling in den namiddag onmogelijk werd, deed Mademoiselle +reeds om 10 uur de voordeur achter zich en haar drie discipeltjes dicht +trekken.</p> + +<p>„Mag ik even lezen wat daar is aangeplakt, Mademoiselle?” vroeg Ida, +toen ze alweer een winkel voorbijgingen, waar de menschen zich voor een +bulletin van Nieuws-, Handelsblad of Telegraaf verdrongen.</p> + +<p>„Hetgeen ge weten moet, zal Papa of Mama je wel meedeelen; berichten van +moord of diefstal enz. verlangt Mevrouw niet, dat ge onder uw oogen +krijgt, dat weet ge heel goed, Ida!”</p> + +<p>Zwijgend gingen allen verder en na ruim anderhalf uur ontsnapte een +zucht van verlichting aan Lize, toen ze met Ida en Dora op haar +slaapkamer kwam, om mantels en hoeden op te bergen.</p> + +<p>„Was ze maar met vacantie naar huis gegaan, dan konden we doen wat we +willen!” riep Lize uit.</p> + +<p><span class="pagenum" title="11"> </span><a id="p_11"></a></p> + +<p>„Maar dan was de vacantie zooveel korter, en nu hebben we net zoo lang +vrij als de jongens,” merkte Dora op.</p> + +<p>„Och, de jongens hebben vrienden sedert ze schoolgaan; en jullie beiden +hebt ook je muzieklessen in de vacantie; gelukkig ben <i>ik</i> daar af,” +aldus besloot Lize.</p> + +<p>„Wel meisjes, hebt ge aangenaam gewandeld?” vroeg Mevrouw aan de +koffietafel. „Het is zulk heerlijk droog weer als we in lang niet van +genoten, ik zou graag meê gegaan zijn, toen ik Mademoiselle op de trap +hoorde; maar ik had het te druk.”</p> + +<p>„Zeker met het pakjes maken, Mama! Heerlijkjes, hé, heerlijkjes! vindt +jullie het ook niet, jongens?” vroeg Dora.</p> + +<p>Juist kwam Papa binnen en Lize moest haar vraag: „Jongens! heb +je die bulletins ook gezien daar zooveel menschen voor stonden?” +terughouden, daar mijnheer aan tafel geen oogenblik te verliezen +had, zou de beursbengel hem niet verrassen. Ida en Lize moesten haar +nieuwsgierigheid bedwingen tot 's avonds de courant binnengebracht +werd; toen verdiepten zij zich <span class="pagenum" title="12"> </span><a id="p_12"></a>zoo in allerlei geheimzinnigheden voor +25 December, dat zij het bulletin heelemaal vergaten.</p> + +<p>De zoo vurig verbeide 25e van Wintermaand brak aan en Dora moest, wegens +een zware verkoudheid, thuisblijven. Ze had zich nog al zooveel genoegen +van haar eersten kerkgang voorgesteld. Het rijtuig nam Mama en de zusjes +met Mademoiselle mede; de heeren en de jongens gingen te voet en Dora +wierp allen een vriendelijke doch verdrietige kushand toe. Maar ze wist +raad en ging zich troosten over haar gedwongen thuiszitten door een +nieuw schrijfboek te nemen en weldra vloog haar potlood over het papier.</p> + +<p>Zoodra ze wat schrijven kon, had ze zich vermaakt met het verzinnen en +opschrijven van geschiedenisjes, gewoonlijk alleen voor de ooren harer +poppen bestemd; een enkele maal viel zulk een geschrift een der zusters +in handen, die haar dan braaf met den inhoud plaagde.</p> + +<p>De onderwijzeres, die den meisjes les gaf in de Nederlandsche taal, de +geschiedenis en het rekenen, gaf Dora onlangs een schrijfboek met een +fraai bedrukt omslag, en dit besloot Dora voor haar historietjes te +houden. Heden werd het in <span class="pagenum" title="13"> </span><a id="p_13"></a>gebruik genomen en zou, zorgvuldig in haar +kastje weggesloten, aan aller blik ontsnappen.</p> + +<p>„Wat bad de leeraar hartelijk voor onze Koningin, en hoe schoon, niets +gezocht, bracht hij die blijde verwachting te pas in de preek,” zei +Mevrouw onder de koffie.</p> + +<p>„Jawel!” antwoordde Mijnheer, en richtte tegelijkertijd zijn blik naar +de plaats, waar de jongeren zaten. Mevrouw zag daardoor de vragende +oogen van Ida en hoorde tegelijk Lize zeggen: „o, Mama! begreep ik het +goed, verwacht de Koningin een kindje?”</p> + +<p>„Ja, wist jij dat nog niet? Je hadt het kunnen lezen op de bulletins; +overal hingen ze; niet enkel in de sigarenwinkels,” zoo luidde de +inlichting van Gustaaf, den oudsten broeder, student in de rechten.</p> + +<p>„Nu, daar hebt je het eindelijk, wat Mademoiselle niet wou, dat we +lezen zouden; geen moord of zoo stond er op, dat zag ik best onder het +voorbijloopen; Jan en Louis<ins class="corr" id="corr1" title="Niet in Bron.">,</ins> zulke kleintjes, wisten het eer dan jij +Ida! 't Is toch wat moois, altijd zoo gering....”</p> + +<p>„Stil Lize, Mademoiselle doet wat ik haar vraag, <span class="pagenum" title="14"> </span><a id="p_14"></a>en kon niet weten wat +blij nieuws ditmaal per bulletin bekend werd.”</p> + +<p>„Ja, Mama, maar....”</p> + +<p>Een blik der gouvernante, die geen Hollandsch sprak, doch wel verstond, +hield Lize's woordenstroom tegen; toch kreeg zij een terechtwijzing, en +wel van Louis, den jongsten broer. „Zulke kleintjes! Hoe klein ben jij +dan wel, jongejuffrouw Eliza? Jan is 13, ik ben 11 en jij wordt gauw 10, +en durft ons zulke kleintjes noemen, pas op, hoor!”</p> + +<p>„Ondeugden! geen getwist op Kerstdag en dan nog wel, als het heele land +blijde is, omdat er een Prins of Prinses van Oranje verwacht wordt!”</p> + +<p>„Braaf gesproken, oudste zuster! Het zal 't hart van je aanstaanden man +goeddoen. Is hij soms familie van die Oranjeklanten, de Van Harens, jou +stoere Friesche baron?”</p> + +<p>„Ik geloof het niet, Gustaaf. Doch over deze heugelijke tijding schreef +Sjoerd mij nog niet, maar <i>ik zelf</i> denk er zoo over.”</p> + +<p>„Zeker dank 't onderwijs onzer Hollandsche juffrouw, die met het Huis +van Oranje dweept;” <span class="pagenum" title="15"> </span><a id="p_15"></a>veronderstelde Mevrouw, „maar we moeten danken; en +dan moet Dora een poos gaan rusten, anders kan ze van avond niet laat +opblijven, u denkt er wel aan, Mademoiselle?”</p> + +<p>De bespreking van het groote nieuws bracht in dit huis, gelijk overal +pennen en tongen in beweging; en op 2en Kerstdag vernam Dora's +poppengezelschap van haar mamaatje het volgende verhaal:</p> + +<p>„Er is een lieve Koningin, die woont met een Prins in een mooi paleis in +Gelderland. Dat paleis staat in een grooten tuin, en daar is een heel +lief Zwitsersch huisje in; die Koningin speelde daar, toen zij nog klein +was, met haar poppen, voerde haar duiven, plukte aardbeien en bessen in +het tuintje er om heen. Die Koningin hield alles zelf netjes in orde, +keurig hoor!—De Hollandsche juffrouw heeft het gezien meer dan eens +en ook eenmaal de duifjes van de Koningin uit haar hand laten eten! +Vindt jullie dat niet heel aardig?—Foei! je kijkt of het je verveelt, +Marietje, dan lees ik niet meer.—<ins class="corr" id="corr2" title="Bron: „"></ins>Die kleine Koningin werd groot en +heeft het alle dagen heel druk; behalve als ze op reis gaat, maar dan +moet <span class="pagenum" title="16"> </span><a id="p_16"></a>die Majesteit toch nog o, zoovele brieven lezen en schrijven, +zoodat ze alle dagen wel 2 uur er voor noodig heeft. Op een keer kwam +die Koningin, 't is onze eigen lieve Koningin, waarvan ik je voorlees, +weet jullie, in Amsterdam met een blonden heer, daar was zij mee +getrouwd in den Haag. Toen was er hier een groot feest; maar daarvan zal +ik je later eens vertellen. Nu moet je goed luisteren, toen we verleden +jaar bij tante Anna waren, die zulk een snoezig klein kindje had en ik +altijd mocht komen kijken als zij dit liefje baadde, zei Tante op een +keer: „Ik wou toch maar, dat onze beste Koningin ook zoo'n lieverdje +kreeg, zoo'n poezelig dikkertje, als dit Heleentje is.<ins class="corr" id="corr3" title="Niet in Bron.">”</ins> Ik vroeg aan +Tante, dat lieve schatje aan de Koningin te geven, ze is zoo zoet en +kraait al van pret. Tante, u houdt toch nog meer meisjes over, dan Mama +heeft en uwe zijn allemaal nog klein. „Gunst, neen, Dora! waar denk +je over!” riep Tante. „Ik zou Heleentje voor nog zooveel niet willen +missen. Neen, neen schatje! jij blijft bij Moes, wees maar niet bang, +dat ik je weggeef.”</p> + +<p>Maar vandaag vertelde de dominee in de kerk <span class="pagenum" title="17"> </span><a id="p_17"></a>aan je tantes Ida en Lize, +dat er in dat mooie paleis een klein, lief kindje komt. Wat zal de +Koningin dan blij wezen! Ik hoop net zoo'n <ins class="corr" id="corr4" title="Bron: dikkerdje">dikkertje</ins> als Tantes +schatje. Als jullie heel, heel zoet bent, zal ik het je dadelijk +vertellen, als het kindje er is; en als Mama het goed vindt, ga ik iets +heel verrukkelijk moois voor dat kindje maken. Ik weet nog niet wat.”</p> + +<p>Zoo eindigde de voorlezing aan het zestal poppen, doch die dametjes +hoorden nog vóór Nieuwjaarsdag, dat haar mama niets maken kon, mooi +genoeg voor een koningskind. Dat vonnis kostte Dora veel tranen.</p> + +<p>In het hoofdje van Dora ontstond niet alleen het plan om aan de +blijdschap van haar hart uiting te geven, als onze lieve Koningin een +kleintje kreeg; neen, weldra hoorde men van alle kanten in couranten en +circulaires, dat zich comité's vormden om H. M. een huldeblijk aan te +bieden ter gelegenheid dier verwachte, blijde gebeurtenis.</p> + +<p>Amsterdam en Enschedé zetten 't eerst hiervoor een plan op touw; +Haarlem, Rotterdam en Leeuwarden volgden na enkele dagen, evenals +<span class="pagenum" title="18"> </span><a id="p_18"></a>Groningen en, hoe zou het anders kunnen, Apeldoorn en 's-Gravenhage.</p> + +<p>Daar zond men stukken en stukjes naar dagbladen, welker schrijvers +het betreurden, indien in een tijd van tegenspoed en werkeloosheid, +wanneer van de liefdadigheid zooveel gevraagd wordt, gelden zouden +bijeengebracht worden voor kostbare geschenken, en die schrijvers +meenden naar het hart van H. M. te spreken, als zij afrieden om aan +al zulke voornemens gevolg te geven. In verschillende kringen vond +dergelijk schrijven instemming; zoo besprak op zekeren avond in de +groote, warme keuken van Dora's ouders het dienstpersoneel deze zaak, +naar aanleiding van een stukje in een dagblad om zoo min mogelijk de +krachten te versnipperen, door tallooze comité's en comiteetjes te +vormen, en verder raadde het aan in het openbaar niet meer te schrijven +over deze kiesche zaak.</p> + +<p>„Nog een kopje thee Anton?”</p> + +<p>„Asjeblieft Alida. Heb je daar de krant van van avond al?”</p> + +<p>„Neen, van gisteren; heb je van de week gelezen wat ze aanraadde over al +die geschenken <span class="pagenum" title="19"> </span><a id="p_19"></a>en comité's voor de Koningin?”</p> + +<p>„Het is maar heel goed,” viel de 3e meid in, „dat er een eind aan al die +gekheid komt, de Koningin kan best een wieg koopen en alles betalen wat +er noodig is. Waarvoor moet er zooveel geld weggegooid aan goud en +zilver, zijde en kant? Kan dat kindje niet gewoon opgebakerd worden? En +dan.... de menschen lijken wel gek met al hun plannen; ik heb nu al van +5 wiegen gelezen en 2 of 3 wagens en tafels en kasten en waschstellen; +de Koningin moest het verbieden; er is zooveel armoede en daarvoor wordt +niets gedaan; 't was heel wat beter al dat geld uit te deelen, dat zeg +ik maar! Daar heb je me zusters man, hij is al maanden thuis, ze leven +van giften en gaven en van wat zij met wasschen in huis verdient, ze kan +haar kleine kinderen toch niet alleen laten om uit werken te gaan; daar +komt ook weer een kleintje, wie denkt daar over?”</p> + +<p>„Wel jij, Greta!” sprak de werkmeid; „jij doet je best voor je zuster en +haar kinderen en jij maakt nog wel <i>wat moois</i> voor het te wachten +kleintje; ik zal <i>wat warms</i> er bij geven, als het er is, en je mag mijn +avondje hebben om er extra <span class="pagenum" title="20"> </span><a id="p_20"></a>heen te gaan, als Mevrouw het goed vindt. +Maar je moet toch begrijpen, dat de geboorte van het kindje van de +Koningin een gebeurtenis is van groot belang voor ons heele land. Als +de Koningin eens stierf zonder kinderen na te laten, wie moest er dan +regeeren?”</p> + +<p>„Zou je graag onder de plak van Troelstra zitten en zijn vrindjes, zeg +Greta?” vroeg de knecht.</p> + +<p>„Nu ja, maar ik zeg, dat het schande is zooveel duizenden guldens weg te +gooien om van alles te maken, dat misschien nog bovendien nooit gebruikt +wordt, zeggen ze,” hield de aangesprokene vol.</p> + +<p>„Hier is de courant van vanavond, zoek eens gauw op hoe de Koningin het +maakt, Anton; ik hoop zoo, dat zij wèl mag blijven; wat zal ze blij +wezen en Koningin Emma ook, als die grootmoeder wordt.”</p> + +<p>„Daar heb je het al: Een brief van den secretaris der Koningin! De +knecht las dien in zijn geheel voor.—Zie je nu wel Greta, dat de +Koningin niet hebberig is, en wel echt weet, dat er veel behoeften +zijn, nu wil de Koningin <span class="pagenum" title="21"> </span><a id="p_21"></a>hebben, als men <i>al</i> het geld niet voor +liefdadigheid geven kan, dan toch een deel.”</p> + +<p>„Anton, waarom kunnen ze niet alles geven?” vroeg de werkmeid.</p> + +<p>„Wel, zie je, als wij nu met ons allen geld wegleggen voor een +huwelijksgeschenk voor de juffrouw, zou je het dan goed vinden als +Mevrouw op den bruidsdag zei: Ik vind het heel aardig, dat jullie zoo +voor een mooi cadeau opgespaard hebt, maar op dat dorp, waar de +juffrouws baron woont zijn eenige huisjes, waarin armen voor niets +wonen, die huisjes moeten opgeknapt worden, geeft daarvoor dat geld nu, +en koopt geen zilverwerk, voor mijn dochters huishouden, ze krijgt al +zooveel moois en....”</p> + +<p>„Neen, neen, dat zullen we nooit goedkeuren, die armenhuisjes komen toch +wel in orde, daarvoor hebben we niet opgespaard!” riepen allen.</p> + +<p>„Daar heb je nu net zoo'n geval, als waarover jij, Greta! je ergert +en Heintje nagedacht heeft. De Koningin laat daarom haar secretaris +schrijven: „Daar de vriendelijke bedoeling der gevers en het bewijs van +aanhankelijkheid voor H. M. hoofdzaak is, het H. M. veel genoegen <span class="pagenum" title="22"> </span><a id="p_22"></a>zou +doen, indien het mogelijk ware, een gedeelte der gelden, ingezameld +voor dit doel, een bestemming te geven ten behoeve van liefdadige +instellingen.”—<ins class="corr" id="corr5" title="Bron: „"></ins>We zullen er, als alles klaar is wel meer +van hooren,” besloot de voorlezer.—</p> + +<p>„Staat er anders niets over de Koningin zelf in, zeg Anton?”</p> + +<p>„Ja, hoor eventjes, maar val me niet in de rede, ik moet 't theegoed +wegruimen. „H. M. dejeuneert dagelijks bij de Koningin-Moeder, en doet +kleine wandelingen voorafgegaan door een heer, vergezeld van een hofdame +en gevolgd door een lakei.”—<ins class="corr" id="corr6" title="Bron: „"></ins>Zoekt zelf maar verder, meisjes.”—En +weg was de knecht, binnen hoorde hij hetzelfde onderwerp behandelen, +doch natuurlijk deed hij, als verstond hij er geen woord van.</p> + +<div class="figcenter" style="width: 210px;"> +<img src="images/022.png" width="210" height="101" alt="decoratieve illustratie" title="" /> +</div> + + <div class="randlo"><img src="images/rand-lo.png" width="23" height="23" alt="rand" title="" /></div> + <div class="randro"><img src="images/rand-ro.png" width="23" height="23" alt="rand" title="" /></div> +</div> + +<div class="rand"> + <div class="randlb"><img src="images/rand-lb.png" width="23" height="23" alt="rand" title="" /></div> + <div class="randrb"><img src="images/rand-rb.png" width="23" height="23" alt="rand" title="" /></div> + +<p><span class="pagenum" title="23"> </span><a id="p_23"></a></p> + +<div class="figcenter" style="width: 634px;"> +<img src="images/023.png" width="634" height="166" alt="decoratieve illustratie" title="" /> +</div> + +<h2><a id="HOOFDSTUK_II"></a>HOOFDSTUK II.</h2> + +<p class="subh2">Van enkele Huldeblijken.</p> + +<p>„Mama, Grootmama noodigt Ida en mij te logeeren, om haar 70en verjaardag +te helpen vieren;” aldus Gustaaf met een brief in zijn hand. „Zet u maar +geen ernstig gezicht over die 3 of 4 dagen verzuim van de lessen; zij +bleef den heelen winter wel; zij miste er geen een. Grootmama zal haar +meenemen om de Haagsche wieg te gaan zien.”</p> + +<p>„Mama, niet eerst aan Mademoiselle vragen, laat Guus dadelijk Grootmama +berichten, dat zij komen; Ida zal zóó verrukt ophooren: Eenig, eenig! +zal ze juichen; zeg nu gauw ja, Moedertje!” zoo pleitte de oudste +dochter.</p> + +<p><span class="pagenum" title="24"> </span><a id="p_24"></a></p> + +<p>En Ida juichte, toen ze aan de thee vernam van het ongedachte +uitstapje; al kostte het Mevrouw en den twee grooten eenige moeite, toch +zwegen ze van de wieg, om zelven later temeer van Ida's opgetogenheid te +genieten.</p> + +<p>Gezellig zaten Ida en Gustaaf in Grootmama's ouderwetsche, doch +huiselijke zitkamer met haar aan de thee en spraken over het ontmoeten +der vele bloedverwanten, die den vorigen dag ter eere van den 70en +verjaardag gekomen waren. Allen, kleinkinderen, kinderen niet het minst, +verheugden, zich over den welstand der oude mevrouw, die lang niet +altijd een kalm leventje had geleid, en toch nog zoo kras mocht heeten.</p> + +<p>„Grootmama, heeft u heusch 11 kinderen gehad? Ik kan niet meer dan 7 +ooms en tantes vinden en Papa er bij dat is 8.—Zijn er van uw kinderen +3 gestorven?”</p> + +<p>„Ja, Ida; ik heb bij mijn eigen kinderen ook 'n Ideletta gehad, die werd +20 jaar en stierf aan typheuse koorts met longaandoening; 'n Jacob, die +op 14-jarigen leeftijd aan hersenziekte overleed, en een Willem die een +jaar ouder was dan je Papa; hij werd maar 11 weken en bleef in een +<span class="pagenum" title="25"> </span><a id="p_25"></a>stuip. De Heer had je Grootpapa nog gespaard; ik behoefde zoo zeer zijn +steun bij elk dier sterfgevallen.”</p> + +<p>De oude mevrouw zweeg lang, zoodat Ida begon te vreezen, dat zij door +haar nieuwsgierigheid haar goede grootmoeder smart had aangedaan; zij +keek bedrukt van haar werk op en staarde in de grillige vlam van het +turfvuur in den wijden schoorsteen.</p> + +<p>„Kind, waar peins je over? Gustaaf is verdiept in zijn courant, waarvan +hij al het nieuws voor zich houdt; en jij, praatgraag, zegt niets.”</p> + +<p>„Grootmama, ik dacht, dat ik u verdriet had gedaan met mijn vragen, het +zou mij werkelijk spijten.”</p> + +<p>„Neen, kindlief! mijn overleden man en kinderen vergeet ik nooit en mis +ik nog altijd, doch ze zijn in den Heer ontslapen en dat troost mij.”</p> + +<p>„'t Moet toch vreeselijk akelig wezen om dood te gaan, denkt u ook +niet?”</p> + +<p>„Je Hollandsche juffrouw zou zeker zeggen: „Ida, Ida, je moest zeggen: +Dunkt het u ook niet? En is dat nette taal <i>doodgaan</i>?”<ins class="corr" id="corr7" title="Niet in Bron.">”</ins> vroeg +Gustaaf, die zijn courant neergelegd had.</p> + +<p><span class="pagenum" title="26"> </span><a id="p_26"></a></p> + +<p>„Guus! ik ben hier niet in de leerkamer, gelukkig niet! Die Hollandsche +lessen zijn wel de prettigste; maar onmogelijk kan ik altijd op mijn +woorden letten.”</p> + +<p>„Zou je graag nagewezen worden voor slecht Fransch, leelijk Engelsch, +onnauwkeurig gesproken Duitsch, petekind?”</p> + +<p>„O, neen, Grootmama, maar Hollandsch hoeft zoo mooi niet.”</p> + +<p>„'t Is goed, dat H. M. je niet hoort, meisje! Die vindt het bepaald +noodig, dat Nederlanders hun taal goed spreken; ik wou dat je al +uitgingt en je Mama je aan het hof liet voorstellen, dan zou je eens +hooren, niet alleen die lieve stem der Koningin, maar ook hoe zuiver Zij +onze mooie moedertaal uitspreekt. Heeren zijn soms in de gelegenheid +H. M. bij officiëele gelegenheden een toespraak te hooren houden. Zij +roemen de Koningin altijd, omdat Zij zoo duidelijk en van pas spreekt; +gelukwenschen en aanspraken degelijk beantwoordt; de Koningin kan vooraf +niet bedenken wat Zij zeggen zal, want wie vertelt Haar wat de betrokken +burgemeester, president enz. te berde zal brengen; neen, Ida, ge moet +het <span class="pagenum" title="27"> </span><a id="p_27"></a>Nederlandsch liefhebben en daarom eeren en goed spreken.”</p> + +<p>„Grootmama, u spreekt naar mijn hart, wij, studenten, hebben een +reciteer- en declameerclub met het doel goed en voor de vuist ons over +allerlei uit te drukken; en om u te plezieren, wil ik er wel bijvoegen, +dat ik mijn best doe de platte taal, die velen tegenwoordig mooi vinden, +te weren.”</p> + +<p>Grootmama zag haar oudsten kleinzoon zeer tevreden aan en drukte even +zijn stevige hand, die hij haar zoo gul toestak; daarop wendde ze zich +weer tot Ida en zei: „Als je nu belooft nooit meer zoo gering van onze +taal te spreken, dan mag je morgen iets zien, dat H.M. gaat gebruiken. +God geve het naar ons wenschen en bidden,” voegde de oude dame er bij.—</p> + +<p>„Iets dat de Koningin gaat gebruiken, wat bedoelt u, Grootmama?”</p> + +<p>De blik van verstandhouding met Gustaaf gewisseld, ontging het jonge +meisje niet; toen de oude mevrouw antwoordde: „Waarin zal de Prins of +Prinses over dag rusten? Immers in de Haagsche kamerwieg, meisjelief, +die mag je morgen gaan zien.<ins class="corr" id="corr8" title="Niet in Bron.">”</ins></p> + +<p><span class="pagenum" title="28"> </span><a id="p_28"></a></p> + +<p>„Wat, Grootmama! Ik? Dat kan immers niet, ik heb er niet aan +bijgedragen. We wonen niet in Zuid-Holland. Mag ik heusch?”</p> + +<p>„Ja, heusch! Hoe het kan is mijn geheim, je mama en Gustaaf hebben dit +geheimpje ook goed bewaard, dat merk ik wel.—Nu, Gustaaf was geen zoon +van mijn Hendrik, als hij niet zwijgen kon.”</p> + +<p>„Heerlijk, eenig, verrukkelijk!” jubelde Ida, die even opsprong en +Grootmama eens pakte, op gevaar af den ouden, mageren hals pijn te doen. +„Welk een genotje! hoe lief van u bedacht; u is toch een echte +grootmama! dat zeg ik maar!”</p> + +<p>„Het is goed, dat ik niet alle dagen voor een verrassing van een echte +grootmama omhelsd word;” zeide Mevrouw, terwijl ze de kanten slippen +harer muts terecht schikte.</p> + +<p>„Ik wou u geen pijn doen, maar 't komt zoo onverwacht, 't is de eerste +wieg, die aangeboden wordt. Ik zal morgen dadelijk naar huis schrijven, +dan weten ze het nog vóór de courant komt.”</p> + +<p>Ida was zoo goed als haar woord.</p> + +<p><span class="pagenum" title="29"> </span><a id="p_29"></a></p> + +<p class="right ri1" style="margin-top: 1.5em; margin-bottom: 1.5em;">DEN HAAG, 3 April '09.</p> + +<p class="i3"><i>Lieve Lize en Dora.</i></p> + +<p>Jullie dacht niet, als ik maar 4 dagen wegbleef toch een brief van mij +te krijgen, maar ik wil je gauw vertellen wat ik van middag gezien heb. +Raden kan het niemand.—De kamerwieg van den Haag en Zuid-Holland +(behalve Rotterdam)! Eerst dacht ik er staat niets dan ragfijne kant; +maar ik lette goed op en luisterde naar de freule, die uitleg gaf.—</p> + +<p>De eigenlijke wieg is van zeer mooi mandenwerk, van buiten en van binnen +versierd met een kanten strook, over de kap zitten kanten strooken en +ook langs de gordijntjes. De sprei, heeft middenin een koninklijke +kroon, is van duchesse applicatie op licht blauw fluweelen ondergrond, +om de fijnheid. De randen der kanten vertoonen oranjebloesems met +oranjeappeltjes. De motieven voor dit mooie kantwerk zijn naar een +oude Argenton kant door Jhr. E. H. van Loon, den voorzitter der +kantwerkstersschool, daarvoor geleend. Tesselschade (niet de echte, dat +weet jelui wel!) borduurde in beelderig, dicht Fransch werk <span class="pagenum" title="30"> </span><a id="p_30"></a>de lakentjes +en sloopjes en de wit satijnen deken. Alles is opgemaakt door: „Arbeid +Adelt.” Onder al dit moois staat een voetstuk van opengewerkt hout, +met vergulde, bronzen bas-reliefs. Het voor- en achterstuk (die zijn +maar kort) vertoonen vóór, spelende kinderfiguurtjes en achter, de +koninklijke kroon; dit heele onderstel is wit gelakt, versierd met +beeldhouwwerk, dat men met poedergoud verguld heeft.</p> + +<p>Het is eenig mooi en alles zoo rijk en toch zoo luchtig en sierlijk; ik +hoop maar, dat de Amsterdamsche wieg net zoo, liefst nòg fraaier wordt, +als dit mogelijk is.</p> + +<p>De Koningin zal wel heel vroolijk kijken. Het heerlijkste zal toch wel +wezen, als zoo'n lief, rose kindje daar tusschen die mooie lakentjes, +op dat lieve kussentje ligt te slapen, misschien steekt het wel eens, +net als Dora deed, op een keertje een blootgewoeld voetje tusschen de +dekentjes uit. Zou jullie niet graag eens in die kinderkamer met al dat +moois gaan kijken? Ik wel, dolgraag; maar dat is alleen een genotje voor +de hofdames.</p> + +<p>Nu, gegroet! veel liefs aan Papa en Mama en jullie allen van Grootmama +en van mij; tot overmorgen! <span class="pagenum" title="31"> </span><a id="p_31"></a>Dan kom ik weer meê zuchten en brommen over +al de lessen.</p> + +<p>O ja! mijn beleefde groete aan Mademoiselle.</p> + +<p class="right ri1" style="margin-top: 1.5em; margin-bottom: 1.5em;">Je zus Ida.</p> + +<p>„Mevrouw, de kastenmaker,” aldus diende Anton den knappen schrijnwerker +aan, die sedert verscheidene jaren de familie bediende. Tot schrik +van Mademoiselle, tot blijdschap van het drietal, moest Mevrouw met +Gladschaaf in de leerkamer raadplegen over een ouderwetsche kast +daar; en Mevrouw kwam niet alleen, ook een familielid, uit Engeland +overgekomen, verlangde over zulk een pronkstuk te worden ingelicht.</p> + +<p>„Zulk werk wordt niet meer vervaardigd, is het wel?” vroeg +laatstgenoemde.</p> + +<p>„Neem mij niet kwalijk, Mevrouw, als de dames er het geld voor over +hebben, dan kunt u tegenwoordig nog veel schooner stukken van +werkmanskunst bekomen. De werktuigen en gereedschappen zijn veel +verbeterd en de schrijnwerker, die zijn vak verstaat en er pleizier in +heeft, kan door tijdschriften en afbeeldingen zich op elken <span class="pagenum" title="32"> </span><a id="p_32"></a>stijl, dien +hij verkiest, toeleggen; maar daar de levenswijs duurder is en de loonen +hooger zijn, moet er voor mooi en degelijk werk meer betaald worden, +dan vroeger. Ik ben blij over het mooie ontwerp voor de Amsterdamsche +wieg en wat ik van de Friesche kast las, deed mij watertanden om ook +mijn krachten aan zoo'n bewijs van Nederlandsche vindingrijkheid te +beproeven. Als u er mij een bestelt, zult u in Engeland er om benijd +worden, Mevrouw!”</p> + +<p>De Engelsche dame, die veel in haar grootouders vaderland vertoefde, +verstond alles wat Gladschaaf zeide en vroeg hem nu haar iets te +vertellen, over de meubelen, die H. M. voor de kinderkamer reeds +ontvangen had of die bijna gereed waren. Dat niet alleen <i>haar</i> ooren, +maar ook die der meisjes gretig toeluisterden, dat zelfs Mademoiselle +aandachtig den jongen man aanzag, bevreemdde Mevrouw niet; want met vuur +ging hij voort:</p> + +<p>„Mevrouw, door mijn bekendheid met vele patroons ben ik in de +gelegenheid u op de hoogte te brengen. In den Bosch zag ik een +kinderkast, uit rozenhout, geheel vervaardigd <span class="pagenum" title="33"> </span><a id="p_33"></a>naar de afmetingen, welke +men ingewonnen had. Ze is een modelstuk, stijl Lodewijk XVI. Ze doet den +vervaardiger, Dirks, alle eer aan. De kleedtafel uit Gelderland met +zilver beslag, die H. M. vooruit beloofde te zullen aanvaarden, steekt +niets af bij de kinderkleedtafel uit de provincie en stad Utrecht; deze +is van Cubaansch mahoniehout en in wit ivoor geschilderd.</p> + +<p>De jongejuffrouwen zullen het wel aardig vinden, dat „Arbeid adelt” een +matrasje er bijvoegde voor de kleedtafel met een doos sloopjes. Het +waschgerei is van zilver: spons- en zeepdoos, kom en kan alles met +parelrandjes afgezet. H. M. roemde van al de voorwerpen de fraaie en +welgeslaagde uitvoering als proefstukken van Utrechts nijverheid.—Doch +Mevrouw ik zou u te lang ophouden, als ik zoo voortging; zal ik de +kastdeur morgenmiddag komen uitnemen? Hier kan ik die herstelling niet +verrichten, zal ze goed wezen.”</p> + +<p>„Wat krijgt de Koningin veel geschenken, vinden jullie het ook niet,” +riep Dora, na het vertrek van Gladschaaf. „O, hij heeft er geen tiende +part genoeg van verteld, alle avonden staan de couranten <span class="pagenum" title="34"> </span><a id="p_34"></a>vol over +aangeboden of ten toon gestelde huldeblijken,” zei Lize.</p> + +<p>„Mademoiselle, we gaan <i>onze wieg</i> toch allemaal zien, niet waar?”</p> + +<p>„Onze wieg, wou je er soms ook eens in Dora?” spotte Ida.</p> + +<p>„Och, kom; de wieg van Amsterdam is onze wieg en die wordt de mooiste en +dat is maar goed ook, want Amsterdam is Amsterdam!”</p> + +<p>Mademoiselle en de zusjes lachten allen even hartelijk over die +redeneering der kleine meid; deze, door die vroolijkheid niets uit +het veld geslagen, ging voort: „Het is heerlijk, zegt de Hollandsche +juffrouw, dat het heele land blij is met de Koningin, want zoo'n kindje +is er nog nooit in ons lief Oranjehuis geweest.”</p> + +<p>„Maar Dora, zoo kan de juffrouw dit niet gezegd hebben!”</p> + +<p>„Maar ze meende het wel zoo, niet waar Mademoiselle? U hoorde het toch +ook.”</p> + +<p>De aangesprokene achtte het beter hier niet op in te gaan en zette ieder +weder aan het werk.</p> + +<p>„Zeg, Doraatje! weet je dat het kindje kleine meubeltjes krijgt? +Apeldoorn geeft ze; kastje, <span class="pagenum" title="35"> </span><a id="p_35"></a>tafeltje, stoeltjes alles wit gelakt en met +gebattikte kussentjes, wat zal het lief staan. Ze zijn allemaal klaar en +blijven op Apeldoorn, maar een photographie er van met een oorkonde is +aan de Koningin gezonden.”</p> + +<p>„Wat moet het oor van de Koningin met die photographie doen, Jetje?” +Allen proestten het uit; de lachbui bedaard, legde Mevrouw het haar +kleine meid dus uit. „Een oorkonde is een zeer fraai geschreven brief, +waarin staat aan wie men dit bijzonder geschenk geeft en waarom men dit +doet en wie de gevers zijn; een <i>konde</i> is een bekendmaking, die het +<i>oor</i> moet hooren, vat je het Dora?”—„Ja, Mama.”</p> + +<hr class="tb" /> + +<p>„Wel Coosje, ge moet eens vlug den kleinen koffer pakken, en met Mientje +een dag of 8 naar Middelburg gaan,” zoo sprekende zette Gladschaaf zich +aan het middagmaal.</p> + +<p>Met haar oogen in stomme verbazing op haar man gericht, liet zijn Coosje +de schaal dicht, waarvan ze juist den dekselknop in haar hand vatte. +„Wat zeg je, Ferdinand? Ik moet 8 dagen op reis met Mientje?—En jij +dan? Wie zal <span class="pagenum" title="36"> </span><a id="p_36"></a>voor jou zorgen? Wie de klanten te woord staan als je bij +de dames verslag uitbrengt over de huldeblijken? Ik naar Middelburg, zoo +in eens maar; wat moet <em class="g">ik</em> daar doen?”</p> + +<p>„Wat je daar doen moet? Wel gaan zien af de Zeeuwsche wagenmaker naar je +genoegen gewerkt heeft voor H. M.; je wordt er nog wel per briefkaart +voor uitgenoodigd.”</p> + +<p>„Nu begrijp ik er heelemaal geen woord meer van, een uitnoodiging van +een wagenmaker uit Zeeland; ik ken er geeneen, dat ik weet.”</p> + +<p>„Luister dan: Hierbij wordt u, juffrouw Gladschaaf geb. den Blaauwe, +uitgenoodigd den kinderwagen, het huldeblijk der Zeeuwsche vrouwen voor +H. M. bij gelegenheid der blijde gebeurtenis den zooveelsten ..... te +Middelburg daar en daar te komen bezichtigen.”</p> + +<p>„Waar staat dat allemaal op, Fer?”</p> + +<p>„Op deze kaart, die ik je daar voorlees, als antwoord op je postwissel +van 3 Februari.”</p> + +<p>„Ik zou een postwissel naar Middelburg gestuurd hebben, neen, man! dat +is niet waar.”</p> + +<p>„Man en vrouw is één; is het dan niet goed, als de man, wetende dat zijn +vrouwtje in hart en <span class="pagenum" title="37"> </span><a id="p_37"></a>nieren een Zeeuwsche blijft, tijdig zorgt, dat +namens haar een postwissel voor dit schoone doel inkwam?”—</p> + +<p>Dat 't vroegere Walchersche boerinnetje opsprong, haar man eens kuste, +dat het klonk, spreekt van zelf; niet minder dat zij ooren naar dit +reisje had; ze vernam nu hoe haar jongste schoonzuster reeds beloofde, +haar plaats in dien tijd zooveel mogelijk te vervullen.</p> + +<p>„Krijg ik nu nog wat op mijn bord, vrouwtje?” vroeg Ferdinand, toen +Coosje, nog vol gedachten, weer op haar plaats zat.</p> + +<p>„Zeker, man, maar het is haast te mooi om te gelooven, en Mientje is pas +4 en mag zoo ver op reis!”—</p> + +<p>„Ja, ja! ze begint vroeg; maar het is uit liefde voor Oranje, vergeet +dit niet; die liefde is jou toch aangeboren? Alle Veersche menschen zijn +Oranjeklanten niet waar? En dat wil wat zeggen, al de inwoners van zoo'n +groote stad!”</p> + +<p>Coosje hief haar vinger op met de woorden: „Wat ben je weer aan het +plagen!” maar keek toch even blij en ging na het eten eens gauw alles +bij haar schoonouders bespreken.</p> + +<p><span class="pagenum" title="38"> </span><a id="p_38"></a></p> + +<p>„Wel vader, las u in de courant, dat de <span xml:lang="en">Times</span> eens goed vond ons geluk +te wenschen, nu we een troonopvolger mogen verwachten?”—vroeg Ferdinand +op een avond.</p> + +<p>„Neen, jongen. Wat reden had die Londensche krant daarvoor?”</p> + +<p>„De <span xml:lang="en">Times</span> telde op, dat er 36 pretendenten (hoe gek hè?) of +rechthebbenden, (al even dwaas!) voor den Nederlandschen troon zijn; en +dan gaat het blad niet verder terug dan tot Prinses Carolina, de dochter +van Willem V.<ins class="corr" id="corr9" title="Niet in Bron.">”</ins></p> + +<p>„God geve ons een Prins of Prinses, dat bid ik alle dagen,” zei moeder +Gladschaaf; „en make,” ging zij voort, „Koningin Wilhelmina een even +verstandige moeder als Koningin Emma was.—Want uitstekend is de +Koningin opgevoed, dat zeggen alle menschen, die het weten kunnen. Denk +eens Koningin Emma kwam even als Coosje en onze meisjes uit een groot +gezin, en huwde een Vorst, 41 jaar ouder dan Zij. Koningin Emma moest +zich geven en tevens inleven in vreemde toestanden in een ander land +aan een Haar onbekend hof; en toen ons dierbaar Prinsesje geboren werd, +viel de belangrijke taak Harer <span class="pagenum" title="39"> </span><a id="p_39"></a>opvoeding zeker niet gemakkelijker, omdat +Z. M. toen nog een volwassen zoon bezat, den 2en Prins van Oranje, +Alexander; maar een dochterken had de Koning nooit gehad; een oud man, +die grootvader kon wezen, bemint zoo'n lief poppetje meer en heel anders +dan een jeugdig vader doet; toch voedde Koningin Emma Haar eenig Kind, +vergeet het niet, Haar Eenige! voortreffelijk op.</p> + +<p>Daarbij wijdde Zij zich aan de verzorging des Konings, die na Mei '87 +het Loo niet meer verliet. Koningin Emma <b>gaf zich zoo</b>, dat H. M. een +kamerheer zond, toen Prinses Helena van Waldeck-Pyrmont, Haar +doorluchtige Moeder zwaar krank lag, want H. M. kon den Koning niet +verlaten. Prinses Helena overleed en ook ter begrafenis liet Koningin +Emma zich vertegenwoordigen.”</p> + +<p>„O vader,” riep Coosje, <ins class="corr" id="corr10" title="Niet in Bron.">„</ins>dat is net als in 't mooie lied: Van een +Koningsvrouwe.”</p> + +<p>„Ja, ja,” riep Margreet, „zing jij, dan speel ik.” Ze liep naar het +orgel, Marie zocht fluks het stuk op, en Vader en Moeder hoorden met +innig genot deze onverwachte uitvoering aan.</p> + +<p><span class="pagenum" title="40"> </span><a id="p_40"></a></p> + +<div class="poem"> +<div class="stanza"> + <span class="i0">Die oude grijze Koning, hij werd zoo mat, hij werd zoo krank;<br /></span> + <span class="i1">Aan 't leger lachte het dochterkijn,<br /></span> + <span class="i1"><ins class="corr" id="corr11" title="Regelafbreking & inspringing toegevoegd."></ins>en de Vrouwe, Zij reikte Hem medicijn,<br /></span> + <span class="i0">Veel dagen en maanden lank.<br /></span> + <span class="i1">Doe stierf de grijze koning, 't was bij zijn open graf,<br /></span> + <span class="i0">Dat met een kus de Vorstenvrouwe<br /></span> + <span class="i0">Den schepter van goud, omfloersd van rouwe<br /></span> + <span class="i1">Aan het blozende dochterkijn gaf.<br /></span> + <span class="i0">Het dochterken gaf den gouden, den zwaren schepter haar weer.<br /></span> + <span class="i1">„Och Moeder,” (zei ze) <ins class="corr" id="corr12" title="Niet in Bron.">„</ins>dat gij hem bewaar!<br /></span> + <span class="i0">Voor ik groot zal zijn komt nog zoo menig jaar,<br /></span> + <span class="i1">Ik ben nog zoo jong en zoo teer.”<br /></span> + <span class="i0">Doe heerschte die Koninginne, al over het land bij de zee;<br /></span> + <span class="i1">En het zeevolk zingt: „Ja, dat blonde kind<br /></span> + <span class="i1">Het wordt er zoo vurig van ons bemind,<br /></span> + <span class="i0">Maar wij minnen de Koningsvrouw meê.<br /></span> + <span class="i1">Wij zweren dat blonde Koningskind de trouwe in vreugde en in smart,<br /></span> + <span class="i0">Maar de bruid uit het land, waar de bergen zijn,<br /></span> + <span class="i0">Die Koningsvrouwe zoo fier en zoo rein,<br /></span> + <span class="i1">Zij heeft er gevangen ons hart!—<ins class="corr" id="corr13" title="Niet in Bron.">”</ins><br /></span> +</div> +</div> + +<div class="figcenter" style="width: 263px;"> + <p><span class="pagenum" title="-"> </span><a id="p_40a"></a></p> + + <a href="images/040a.jpg"><img src="images/040a-t.jpg" width="263" height="372" alt="DE JULIANABRON, op den Dam te Amsterdam.--(Bij gelegenheid van het _eerste_ bezoek van Prinses Juliana.)" title="[Klik voor vergroting (789×1116px, 164kb)]" /></a> + <div class="caption">DE JULIANABRON, op den Dam te Amsterdam.<br /><br /> + (Bij gelegenheid van het <em class="g">eerste</em> bezoek van Prinses Juliana.)</div> + + <p><span class="pagenum" title="-"> </span><a id="p_40b"></a></p> +</div> + +<p><span class="pagenum" title="41"> </span><a id="p_41"></a></p> + +<p>Coosje met haar zuivere stem had met haar gansche hart uit volle borst +gezongen.</p> + +<p>En nadat het drietal nog eenmaal het fraaie lied van Boele van +Hensbroek<a id="FNa_1" href="#FN_1" class="fnanchor"><sup>1</sup>)</a> nu ook met het eerste vers gezongen hadden vroeg de +grootvader:</p> + +<p>„Weet jullie het nog, kinderen, hoe op 31 Augustus 1898, wijlen Ds. +W. H. Gispen in den dankstond zeide: „Huis en goed zijn een erve der +vaderen, maar een verstandige vrouw is van den Heere; en die verstandige +vrouwe bleek onze Koningin Emma, voor wijlen Z. M. Koning Willem III en +nu reeds bijna 8 jaar lang voor heel ons land!”<ins class="corr" id="corr14" title="Niet in Bron.">”</ins></p> + +<p>„O, ja, vader! <b>ik</b> weet 't nog best, de tekst was,....” ging Marie voort.</p> + +<p>„Kinderen!” viel de moeder in, „Moge Koningin Emma een zeer blijde +toekomst tegengaan, wanneer haar lief eenig kind <b>Moederweelde</b> mag +smaken!”</p> + +<hr class="tb" /> + +<p>En Coosje toog met haar dochtertje naar Middelburg; <span class="pagenum" title="42"> </span><a id="p_42"></a>bij het zien van +den wagen<a id="FNa_2" href="#FN_2" class="fnanchor"><sup>2</sup>)</a> riep de kleine meid, op moeders arm gezeten: „Moesje waar +is 't Pinsesje?”—„Dat is nog te klein om in een wagen te zitten, +liefje,” zei een dame die het hoorde.</p> + +<p>Op de thuisreis miste Coosje haar aansluitenden trein te Rotterdam, doch +terwijl ze zich beklaagt en den stationschef vraagt, wanneer zij nu moet +vertrekken en hoe laat ze dan thuis kan komen, ziet zij een harer tantes +op haar toestappen met een: „Wel, wel! (op zijn Zeeuwsch bel, bel!) hoe +kom jij hier, kind?”</p> + +<p>Die vraag is spoedig beantwoord; Tante stelt nu voor naar Coosjes huis +te <ins class="corr" id="corr15" title="Bron: telagrafeeren">telegrafeeren</ins>, dat zij tot morgenmiddag in +Rotterdam blijft, dan ziet ze Oom en de neven en nichten ook weer eens. +Zoo gezegd, zoo gedaan.</p> + +<p>Onder den maaltijd liep het gesprek over niets anders dan over Zeeland, +Zeeuwsche bloedverwanten en .... den Zeeuwschen kinderwagen.</p> + +<p><span class="pagenum" title="43"> </span><a id="p_43"></a></p> + +<p>„Coosje, het is jammer, dat je gisterenmorgen niet hier waart, toen was +het Rotterdamsche kinderservies te zien. Vader had je wel een +kijkkaartje bezorgd. O, het is zoo mooi!”</p> + +<p>„Is het dan al klaar?”</p> + +<p>„Ja, al verzonden. Met het blad mee 10 stuks alles gedreven mat zilver, +werk van den bekenden kunstenaar Zwollo, het versiermotief is een +oranjetak met massief gouden appeltjes; aan de achterzijde het wapen der +stad en: „Aan H. M. Koningin Wilhelmina aangeboden door de vrouwen van +Rotterdam April 1909.” Het sluitornament is een oude munt met de spreuk +„<span xml:lang="fr">Orange fleurira.</span>”—Het wordt geborgen in een doos van onderscheidene +kostbare Indische houtsoorten vervaardigd. De Industrieschool zorgde +voor 12 keurig bewerkte witte servetjes en Tesselschade gaf een dozijn, +versierd met borduurwerk, voorstellende de kleederdrachten.”</p> + +<p>„Weet jullie nog, welke stuks het servies vormen?”</p> + +<p>„Ten naastenbij wel: Melkkan, beker, plat- en diepbord, servetring, +vork, lepel en nog...... ik meen een opscheplepel of eetschepje.”</p> + +<p><span class="pagenum" title="44"> </span><a id="p_44"></a></p> + +<p>„Gunst, wat zal dat alles schitteren, als het op tafel staat!”</p> + +<p>„Ja, Coosje, maar je moet denken bij de Koningin is alles nog prachtiger +dan bij de rijke lui.”</p> + +<p>Coosje genoot volop van haar Zeeuwsche familie dien avond te Rotterdam; +en kwam goed op tijd aan het station en bereikte Amsterdam, toen juist +haar oudste schoonzuster ook uit den trein stapte.</p> + +<p>„Wel Margreet hebben we samen gereisd? hoe jammer dat ik je niet zag; +waar ben je ingestapt?”</p> + +<p>„Te Haarlem, ik heb niet naar je uitgezien, want je zoudt gisteren +thuiskomen. Ik ben een weekje naar Haarlem geweest bij mijn peettante +ook om het papstel voor het Koningskind te gaan zien. Ten Boom heeft het +vervaardigd en H. M. heeft in Haar bedankbrief dit voortbrengsel der +Haarlemsche kunstnijverheid zeer geroemd.”</p> + +<hr class="tb" /> + +<p>Honderde menschen, beter gezegd: dames, kinderen, jonge meisjes, vrouwen +van allerlei stand en leeftijd stroomden uren lang door de Doelenstraat +en verdwenen in en verschenen weer <span class="pagenum" title="45"> </span><a id="p_45"></a>uit de veilingzalen van Frederik +Muller, om haar huldeblijk voor H. M. te gaan zien en, hoe kon het +anders? te bewonderen.</p> + +<p>Daar stond dan de Amsterdamsche wieg! Hoevelen sloegen met innige +bewondering haar gade! Ja liefdevolle blikken zag men, van haar, die +zich voorstelden hoe koninklijk de lieve kleine, met zooveel vreugde +verbeid, daarin rusten zou. Menige zucht ontglipte aan deze en gene +moeder, die aan haar eigen thans ledige wieg dacht, en die zucht +vertolkte zich in een bede, dat God de Heere H. M. een welgeschapen, +gezond kindeken mocht geven en laten behouden.</p> + +<p>Koninklijk zal de Prins of Prinses rusten tusschen die plooien van het +crème-zijden behangsel, vastgehouden door een vergulden, metalen vogel, +wiens snavel een edelgesteente draagt; en die vogel vormt de bekroning +van een helmvormig, fraai bewerkt hemeltje. Eer een jaar voorbijgegaan +is gluren een paar lieve kinderoogjes, naar we hopen, op de wit en +geel zijden borduursels der voering van het overkleed; daarin waakt +zinnebeeldig reeds de Nederlandsche leeuw, in gezelschap van lonkende, +flonkerende sterren <span class="pagenum" title="46"> </span><a id="p_46"></a>over de daartusschen gevoegde oranjeappeltjes, en +het gebed en de liefde van Neêrlands volk smeekt God om bescherming van +het telgje, aan het Koninklijk gezin en onze natie geschonken.</p> + +<p>Zes zuiltjes, door een kruis verbonden, schragen den korf, fraai +ciseleerwerk versiert èn zuiltjes èn metalen banden van den korf. Geheel +opengewerkt, versierd met gedreven metaal, zijn de openingen tusschen de +verticale paneeltjes, gevoerd met grijs fluweel, geborduurd met goud, +alles in overeenstemming met snij-, ciseleer- en drijfwerk. Met fraai +bewerkte kant is de binnenzijde der voering omzoomd.</p> + +<p>Nog heel wat zinnebeelden, behalve de aanwezigheid van den geborduurden +Nederlandschen leeuw, zijn aan die wieg te vinden. Van rozehout is ze, +afkomstig uit Suriname, dus reeds heeft West-Indië een product voor den +Vorstentelg geleverd. En van dat rozehout is een kruis gevormd, +onwillekeurig lispelt de mond:</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanza"> + <span class="i0">„Een kruis met rozen<br /></span> + <span class="i2">Is 't menschenlot.<br /></span> + <span class="i0">Is 't rijke leven<br /></span> + <span class="i2">Uw gave, o God.”<br /></span> +</div> +</div> + +<p><span class="pagenum" title="47"> </span><a id="p_47"></a></p> + +<p>Ja, het kruis zal ook Prins of Prinses niet gespaard worden; geve God +slechts daarbij het geloof in den Gekruiste, Die alleen het kruis ter +verzoening torschte, in Wien zoo menige Prins en Prinses uit het Huis +van Oranje-Nassau geloofde en voor Wien hun heldenbloed vloeide!—</p> + +<p>Zes zuiltjes dragen den korf, moge liefde tot God en het ons van Hem +geschonken vorstenhuis steeds een der zuilen van ons volksbestaan +zijn; dan zullen liefde tot den naaste tot recht en gerechtigheid, +weldadigheid en moed ook hechte stutten blijken van den troon, gelijk de +wijze Salomo reeds schreef: „Een koning houdt het land staande door het +recht.” „En door weldadigheid ondersteunt hij zijnen troon.”</p> + +<hr class="tb" /> + +<p>Te lang reeds mijmerden wij bij die vorstelijke wieg, welke op 5 April +door de werklieden van „De Ploeg” naar 's Gravenhage werd gebracht; +keeren wij thans naar onze vrienden in Amsterdam terug.</p> + +<p>„Wel Dora, hoe vindt je nu <i>onze</i> wieg?” zei haar Papa; „zou je nog +altijd graag op eens een klein kindje in huis willen vinden, om dit dan +in zoo'n wieg te leggen?”</p> + +<p><span class="pagenum" title="48"> </span><a id="p_48"></a></p> + +<p>„Neen, Papa! dat <b>kan</b> niet, dat <b>mag</b> niet; zulk een wieg, met zooveel +moois, hoort alleen in een paleis, bij een koningin!”</p> + +<p>„Knap gesproken kleintje!” viel Gustaaf in. „Doch daar is Anton met de +brieven. Wat 'n dikke, Jet, voor jou, <ins class="corr" id="corr16" title="Bron: natuurtlijk">natuurlijk</ins> uit +Friesland; als je mij hem niet lezen laat, krijg je hem niet;” plaagde +Jan.</p> + +<p>„Ik zal er je wat uit voorlezen als je hem mij gauw geeft; maar gauw +dan, zeg ik je.”</p> + +<p>„Wat een gevaarlijke belofte doe je daar, kind.”</p> + +<p>„Och, Papa....”</p> + +<p>„Zie zoo! daar heb je hem, vlug openmaken en voorlezen óók, je hebt het +beloofd.”</p> + +<p>„<b>Wat</b> er uit, heb ik gezegd.”</p> + +<p>„Neen, neen, den heelen brief,” riepen de drie zoons.<ins class="corr" id="corr17" title="Bron: ”"></ins></p> + +<p>„Foei, Gustaaf, wees zoo flauw niet om met de kleintjes meê te doen; ik +heb gezegd: ik zal er je <b>wat</b> uit voorlezen.”</p> + +<p>„Dat is waar jongens, laat Jetje nu met rust;” zei mijnheer, want Jan en +Louis trachtten zich van Jets brief meester te maken.<ins class="corr" id="corr18" title="Bron: ”"></ins></p> + +<p><span class="pagenum" title="49"> </span><a id="p_49"></a></p> + +<p>„O, de kast is klaar en net als Gladschaaf vertelde, ze is een pronkstuk +van houtsnijkunst.</p> + +<p>Jammer dat nicht reeds naar Engeland vertrok, dan had ze deze kunnen +bewonderen. Een Makkummer stel, van het mooiste soort, staat er op; en +Dora, hoor eens, in de binnenkastjes is zilver kinderspeelgoed. Ook is +er in een zilveren koker, rijk bewerkt en met Frieslands wapen gesierd, +een baby-boek.”</p> + +<p>„Een baby-boek? Jet, zoo'n heel klein boekje als in de kast van mijn +poppenhuis?”</p> + +<p>„Neen, Dora het is een mooi gebonden schrijfboek, waarin de Koningin +alles op kan schrijven over het kleintje.”</p> + +<p>„Weet u wat er in zal staan, Mama? heeft u ook zulke boeken over ons?”</p> + +<p>„Neen, die heb ik niet; maar de Koningin zal er zeker inschrijven op +welken dag 't kindje geboren werd en gedoopt is; hoe het kindje er uit +ziet, op wie het lijkt, naar wie het heet; wanneer het tandjes krijgt, +gaat kruipen, loopen, praten en zoo al meer.”</p> + +<p>„Hoe dolletjes! Als het kindje dan groot is en <span class="pagenum" title="50"> </span><a id="p_50"></a>lezen leert, mag 't +zeker wel de poppen er uit voorlezen, hè Mama?”</p> + +<p>„Als 't kindje een prinsesje is, kan het wel gebeuren,” antwoordde haar +vader. „Waarheen wordt de kast verzonden, Jetje? Naar het Loo of naar 't +Noord-Einde?”</p> + +<p>„Sjoerd meldt het niet Papa, maar o, daar staat weer iets heel +bijzonders in zijn brief. Een zeker heer W. H. te Harlingen vond, dat +deze dagen zeker een gepaste gelegenheid gaven om H. M. een bokaal aan +te bieden, sedert ruim een eeuw in zijn familie. Die bokaal behoorde +eenmaal tot de rariteitenkamer van Prins Willem V. Na zijn overlijden te +Brunswijk, in 1806, zag de Prinses-Weduwe zich genoodzaakt vele dier +rariteiten te verkoopen uit geldgebrek. H. M. zal volgaarne dit zeldzame +huldeblijk, waarop de huidige eigenaar toch zeer gesteld is, aanvaarden, +heeft de particuliere secretaris geschreven.<ins class="corr" id="corr19" title="Niet in Bron.">”</ins></p> + +<p>„Dat is veel belangwekkender, dan je opgaaf van leerlingen en werkuren +der Haagsche wieg, Ida! Je zult ze wel niet meer weten!”</p> + +<p>„Ik weet ze nog opperbest: Alleen betreft het de kanten, 34 leerlingen +werkten 12000 <span class="pagenum" title="51"> </span><a id="p_51"></a>uren; maar dit is een aandoenlijke mededeeling, vind ik.”</p> + +<p>„Als Dora nog klein was, zou ze weer zeggen: „Ik krijg er de huil van in +mijn keel!” <ins class="corr" id="corr20" title="Bron: „"></ins>Niet waar,” vroeg Jan.</p> + +<p>„Die huil daargelaten, is het waarlijk zeer treffend zoo iets te +vernemen. Over de ellende en rampen, die ons volk troffen in dien +droeven Franschen tijd, weet iedereen wat en soms uit ondervinding, in +de familie, niet waar, Papa? maar wie vraagt zich af: Wat hebben de +Oranjes toen geleden?” merkte Gustaaf op.</p> + +<p>Bij de Gladschaafs besprak de jongste dochter hetzelfde onderwerp door +haar in de courant gevonden.—„Op onze les moesten we onlangs een +persoonsvergelijking lezen over Willem V en Lodewijk XVI. Hier is nu +weer één trek, die bewijst hoe moeielijk het gaat zulke vergelijkingen +te maken. De voorgangers van den beklagenswaardigen Lodewijk XVI dachten +er slechts aan hun genot- en praalzucht te bevredigen, hun toomelooze +heerschzucht bot te vieren en daarvoor hun volk uit te mergelen; daarmeê +vormt de goedigheid en de liefde tot zijn volk van den rampspoedigen +<span class="pagenum" title="52"> </span><a id="p_52"></a>Lodewijk XVI een scherpe tegenstelling en met innig medelijden denken +we aan het lijden van hem en de zijnen in de Tempel-gevangenis. Maar +hoe geheel anders is het uitwijken van Willem V. Opdat er om <b>zijnentwil</b> +geen bloed zou vloeien, gaat hij met de zijnen de jammeren van de +ballingschap gewillig tegen. En hoe zelfopofferend en onbaatzuchtig +hadden zijn voorgangers en zijn voorvaderen gehandeld!—En van die 18 +jaren, waarin dat gezin van vorstelijke personen velerlei kommer leerde +kennen, weten slechts weinigen iets.”</p> + +<p>„Marielief, ge zijt in uw gedachten bezig met een brief aan uw Fransche +vriendin, stop nu even en hoor wat ik net lees.—De Koningin-Moeder +bracht den geheelen namiddag op 't paleis in 't Noord-Einde door, doch +heeft zich gisterenavond weer naar haar eigen paleis begeven.—De +menschen, die reeds omstreeks 's Prinsen verjaardag op de verwachte +gebeurtenis hoopten, en gisteren bijna den geheelen dag om het +Ruiterstandbeeld postvatten, keerden langzamerhand om elf uur 's avonds +huiswaarts.</p> + +<p>„Wij moeten geduld oefenen, en wie er het <span class="pagenum" title="53"> </span><a id="p_53"></a>naast bij betrokken zijn, nog +meer dan wij”—zegt de vader.</p> + +<p>„Man, laat ons veel bidden, God moge allen en ons verhooren; Hij alleen +kan ook hier uitkomst geven. Moge Hij zijn gunst gebieden!”</p> + +<p>„Zoo is het Moeder, ik begreep best, waarover gij dacht, toen ge van +nacht niet slapen kondt.”</p> + +<div class="figcenter" style="width: 245px;"> +<img src="images/053.png" width="245" height="166" alt="decoratieve illustratie" title="" /> +</div> + +<hr class="fnsep" /> + +<div class="footnote"><a id="FN_1" href="#FNa_1" class="label">1)</a> „Van eene Koningsvrouwe.” Lied voor eene zangstem. Woorden +van P. A. M. Boele van Hensbroek. Muziek van Arnold Spoel. Uitgegeven +bij G. H. van Eck te 's Gravenhage.</div> + +<div class="footnote"><a id="FN_2" href="#FNa_2" class="label">2)</a> De wagen is met ivoor bekleed, gevoerd met wit satijn; de +krukken enz. zijn verzilverd, het Zeeuwsche wapen aan den eenen, de +koninklijke kroon aan den anderen kant, zijn van echt zilver. De kap, +van wit chroomleder, heeft een kanten rand en onder den wagenrand van +binnen zit ook een kant; alles fijne echte kant te Nieuw-Naemen bij +Clinge vervaardigd. Twee lakentjes, een sloopje, een onder- en een +bovenkleed, benevens een wit satijnen spreitje en zelfs een zilver +wagenkruikje waren er bijgevoegd en nog bleven er gelden over voor een +liefdadig doel.</div> + + <div class="randlo"><img src="images/rand-lo.png" width="23" height="23" alt="rand" title="" /></div> + <div class="randro"><img src="images/rand-ro.png" width="23" height="23" alt="rand" title="" /></div> +</div> + +<div class="rand"> + <div class="randlb"><img src="images/rand-lb.png" width="23" height="23" alt="rand" title="" /></div> + <div class="randrb"><img src="images/rand-rb.png" width="23" height="23" alt="rand" title="" /></div> + +<p><span class="pagenum" title="54"> </span><a id="p_54"></a></p> + +<div class="figcenter" style="width: 628px;"> +<img src="images/054.png" width="628" height="134" alt="decoratieve illustratie" title="" /> +</div> + +<h2><a id="HOOFDSTUK_III"></a>HOOFDSTUK III.</h2> + +<p class="subh2">30 April 1909.</p> + +<p>„Marietje, Betsy, Willy, ik ga je allemaal voor het raam zetten, Anton +is met den kruier bezig de vlag uit te steken, er is bericht uit Den +Haag gekomen; het lieve kind is in het paleis,” zoo spreekt Dora en +plaatst haar zestal op stoelen en stoeltjes voor de groote ramen in de +voorkamer in haar ouders huis. Doch wat is dat? „Halen ze de vlag weer +in?” Haar gezichtje stijf tegen de ruiten gedrukt, staart ze naar buiten +en vergeet zelfs het aan haar poppen te vertellen. Ja! Papa's vlag gaat +weer weg, aan den overkant haalt men ze ook weer binnen. Nu begrijpt ze +er niets meer van, en snelt naar beneden, bijna <span class="pagenum" title="55"> </span><a id="p_55"></a>loopt ze Mademoiselle +omver, en hoort geen woord van haar vermaning om toch zoo onbesuisd niet +te loopen.</p> + +<p>„Mama, Mama, is het er niet? Papa vertelde het toch.”</p> + +<p>„Wat lief kind, wat?”</p> + +<p>„Het kindje, het kindje van de Koningin,” en schreiend bracht ze het +uit; „is het Prinsesje er niet?”</p> + +<p>„Lieve Dora, stoute menschen in Den Haag hebben gejokt; misschien konden +ze het niet helpen en hadden ze het verkeerd verstaan. Papa heeft nu bij +Mevrouw van Loon, <span xml:lang="fr">la dame du Palais</span>, laten vragen en die berichtte Papa, +dat de tijding niet waar was. Huil maar niet; wie weet, misschien eten +morgen de arme kindertjes in Den Haag al die beschuitjes met +Oranje-muisjes wel lekkertjes op.”</p> + +<p>„Wat eten ze, Mama?”</p> + +<p>„Een dame in Den Haag heeft 10.000 beschuitjes laten bakken, smeren en +met Oranje-muisjes bestrooien, in trommels laten pakken en klaar zetten, +om die uit te deelen zoo gauw, als het Koningskindje geboren is. Ik zal +bij de Bont en <span class="pagenum" title="56"> </span><a id="p_56"></a>Leyten er laten halen voor jou en ons allemaal zoodra +als de klokken spelen en de kanonnen afgeschoten worden, vindt je dat +niet best? Rose-muisjes heb je dikwijls, maar Oranje-muisjes nooit +gegeten, is 't wel, kleintje?”</p> + +<p>In tal van plaatsen werden de menschen teleurgesteld en al uitten ze het +op andere wijs, hun verdriet was niet minder groot dan dat der kleine +meid in Amsterdam.</p> + +<p>Wel maakte menigeen zich vroolijk over Rotterdam, waar om 12 uur +de vlag uit den toren van de beurs werd gestoken; mannen van zaken, +schoolkinderen en negotiemenschen, allen stonden stil en staarden naar +die vlag, de trams stopten van wege de ophooping der kijkende menschen, +maar geen kwartier daarna werd de vlag ingehaald. Loos alarm! Alle +klokken luidden in Oud-Pekela om half 11 's avonds, en 's morgens vernam +men, 't was een valsch bericht geweest.</p> + +<p>Het Nieuwsblad van het Noorden gaf een bulletin uit: Een Prinses +geboren. In dichte drommen stroomden de Groningers naar hun prachtige +Groote Markt; het was er stampvol, doch <span class="pagenum" title="57"> </span><a id="p_57"></a>de Provinciale Groninger Courant +zegt: „Neen, 'k heb later bericht ontvangen; de toestand van H. M. is +bevredigend; H. M. Koningin Emma is den geheelen dag in het paleis +Noord-Einde; maar de oranjezegels op de telegram-enveloppen hebben +anderen, doch ons niet gefopt.”</p> + +<p>Iedereen had dien Donderdagavond wat te vertellen. De een hoorde een +conducteur van een tram zeggen: „Er <b>is</b> een Prinses geboren;—maar +Mevrouw, <b>ik</b> weet er nog niets van.<ins class="corr" id="corr21" title="Niet in Bron.">”</ins>—Een ander zat in een tram en +vroeg: „Mijnheer u heeft van uw familie in Den Haag mogelijk iets +vernomen?”—„Neen, mijnheer, ik weet absoluut van niets.”—„O!” zei +een burgerjuffrouw, <ins class="corr" id="corr22" title="Niet in Bron.">„</ins>ik ben de tante van een nicht van de vaste +schoonmaakster van een deftige meneer, hier uit Amsterdam, die nu in Den +Haag woont, want die meheer is minister van de Koningin geworde; ik kom +er net effetjes van daan, en die nicht van me had zoo om 3 uur nog niks +gehoord, niks zeg ik uwé, dus uwé hoeft 't niet te gloove, ze zulle de +vlagge in de Kalverstraat wel weer inhale.”—Op de redactiebureaux der +groote dagbladen liet de telefoon geen oogenblik <span class="pagenum" title="58"> </span><a id="p_58"></a>den bedienenden klerk +met rust; altijd weer hoorde men antwoorden: „Niets bekend Mijnheer, +of Geen Prins of Prinses Mijnheer;—of geen enkel woord van onzen +berichtgever Mijnheer; om weder met: Niets bekend mijnheer niets +bekend!” te beginnen tot antwoord aan een volgenden belangstellende.</p> + +<p>Het was maar goed, dat de couranten in de laatste dagen nog van +allerlei mededeelden, waarover in den gespannen toestand waarin het +geheele land verkeerde eens gepraat kon worden. Zoo vond men een +opsomming der hoven, waaraan het huis van Oranje sedert Prins Willem I +door diens nakomelingen verwant is; alles goed nalezende, komt men tot +de verbazingwekkende slotsom, dat alle gekroonde hoofden in Europa +afstammelingen of bloedverwanten zijn in de mannelijke of vrouwelijke +lijn van Prins Willem, twee vorsten uitgezonderd: de koning van Servië, +en <span xml:lang="en">last not least</span>, de sultan van Turkije!</p> + +<p>Enkele dagen geleden werd H. M. een Bundel „Kinderliederen van P. +Jonkers” aangeboden, het geschenk werd door de Koningin gaarne +aangenomen en de komponist in een schrijven namens <span class="pagenum" title="59"> </span><a id="p_59"></a>H. M. bedankt. Er +kan dus van het allernieuwste, laat ons hopen van het allerbeste, voor +het kindeken gezongen worden.</p> + +<p>Een aardige ontmoeting had de onderwijzeres en een leerling der +naaischool uit Scheveningen, die, met een zeer fraai wagenspreitje naar +het Noord-Einde getogen, het ongedachte voorrecht genoten, dat Z. K. H. +de Prins in eigen persoon het geschenk <ins class="corr" id="corr23" title="Bron: aanam">aannam</ins>, bezichtigde en het aan +H. M. ging overhandigen; Die nog denzelfden avond per telegram bedankte.</p> + +<p>Een zeker zeldzaam begeleidend schrijven vergezelde een ander zeer +fraai bewerkt wagenkleedje, n.l. een brief in Brailschrift, uitdrukking +gevende aan de beste wenschen van Elizabeth van den Berg, een blinde +onderwijzeres in het R. K. Gesticht „de Wijngaard” te Grave. Het +schrijven van Hr. Ms. secretaris zal zeker zeer zorgvuldig in dit +Blindengesticht bewaard worden en niet minder in het geheugen der +vriendelijke en bekwame werkster.</p> + +<p>Intusschen wordt het laat, het plasregent, de menigte voor het paleis +in het Noord-Einde staat geduldig en stilzwijgend te staren naar de 9 +<span class="pagenum" title="60"> </span><a id="p_60"></a>ramen in den hoofdgevel; een gezelschap heeren en dames der hofhouding, +van tafel komende, blijft even kijken naar die tallooze menschenmassa +en.... gaat verder. Om 10 uur verzekert de hofmaarschalk: „Geen Prins of +Prinses; toestand van H. M. gunstig.” Om half drie is er niemand meer op +het plein voor het paleis: <ins class="corr" id="corr24" title="Niet in Bron.">„</ins>'t kan duren tot aan den morgen.”—En +intusschen wordt daar binnen.... daar buiten.... gewaakt en gebeden door +tal van harten.... En God verhoorde.</p> + +<hr class="tb" /> + +<p>Vrijdagmorgen snellen velen op het land naar het gemeentehuis, anderen +stoutmoediger bellen in den vroegen ochtend bij den burgemeester aan; +Z.E.A. weet nog niets. De dagbladbureaux zien al om 6 uur troepen +menschen voor het raam der bulletins staan; doch daar vinden ze alleen +dat van 's nachts 3 uur; dit bevredigt hen niet en daarom.... zij +blijven wachten.</p> + +<hr class="tb" /> + +<p>„Gustaaf, Gustaaf!” de aangeroepene kijkt om en zegt: „Wat, Willem jij +al op?”</p> + +<p>„Is dat zoo'n wonder? Veel meer wonder! een heer student uit Amsterdam +naar Den Haag getogen, <span class="pagenum" title="61"> </span><a id="p_61"></a>om dáár te zes uur op straat te loopen, wat +beweegt jou daartoe?”</p> + +<p>„Zeker dezelfde bewegende oorzaak of drijfkracht, of.... 't doet er niet +toe wat, die een Haagsch ambtenaar aan het Min. van Kol. zijn bed +uitjaagt. Ik ga naar het Noord-Einde om het eerste en echte nieuws. +Gisteren liet Papa de vlag uitsteken en <em class="g">inhalen</em>, om daarover onze kleine +Dora te troosten, stoomde ik naar Grootmama en beloofde de kleuter +dadelijk een telegram te sturen, als ik <b>hier</b> iets <i>zekers</i> wist.<ins class="corr" id="corr25" title="Niet in Bron.">”</ins> +Intusschen bereiken de jongelieden het Noord-Einde en vergrooten de +menigte belangstellenden achter het Ruiterbeeld.</p> + +<p>Z. K. H. de Prins verlaat even 7 uur het paleis en begeeft zich naar het +telegraafbureau om zelf Zijn Moeder de heugelijke tijding te zenden. +Nauwelijks heeft Z. K. H. zich verwijderd, daar berichten, neen! +dat is te zwak! vol trots, opgewonden van blijdschap proclameeren de +dienstdoende politieagenten voor het paleis aan alle grage ooren: +„H. M. heeft een Prinses, alles wel! Een Prinses, alles +wel!”</p> + +<p>Heerlijke, blijde tijding! In ademlooze stilte <span class="pagenum" title="62"> </span><a id="p_62"></a>door de eerste rijen +vernomen en fluisterend overgebracht, want vol liefde gevoelen allen +het, stilte, volmaakte stilte is noodig!—En, 't klinkt wel familiaar, +maar och! zoo echt hartelijk en innig, wat Gustaaf en Willem, die zich +tot rennende nieuwsboden maken, telkens hooren vragen: „Is het echt +waar, geen valsch gerucht, geen loos alarm mijnheer en dan onmiddellijk: +is moeder en kind wel, mijnheer?” Na deze verzekering: Welke opgeklaarde +gezichten, welke blijde blikken! vergezeld van een: God zij gedankt! +Welk een zegen! Hoe heerlijk! Wat een gebedsverhooring! Hoe blij ben ik +voor de Koningin! Een weldaad voor ons land! Die gelukkige +Koningin-Moeder! en nog veel meer zulke uitingen ving hun oor op.</p> + +<p>Aan het telegraaf- noch telefoonkantoor zou Gustaaf vooreerst geen beurt +krijgen. „Dora moet maar wat wachten. Willem haal jou fiets en ik de +mijne en dan naar het Malieveld; wij moeten de schoten hooren lossen.” +Grootmama schreide van louter vreugde, toen haar oudste kleinzoon de +blijde tijding bracht. „Eerst ontbijten jongen, dan mag je naar het +Malieveld, we moeten <span class="pagenum" title="63"> </span><a id="p_63"></a>samen danken, kindlief. O, sedert mijn eerste +geboren werd, ben ik zoo bezorgd niet geweest als nu. Het is een pak van +mijn hart; den heelen nacht heb ik, zelfs als ik maar even sluimerde, +aan onze Koningin gedacht.”</p> + +<p>„Grootmama, Grootmama, maken uw 70 jaren u zenuwachtig; u is nooit zoo +geweest! Wat zal Papa zeggen, als ik hem dat vertel? Papa zal me niet +gelooven. En u wist toch, toen ik om 12 uur van nacht het laatste +bulletin ging lezen, dat de toestand gunstig was. U moet u toch niet +noodeloos ongerust maken.”</p> + +<p>„Hoor me die jeugd nu eens; van 12 tot 7 uur kind, is een heele tijd van +wachten en spanning en er kon zooveel gebeurd wezen, als God het niet +verhoed had! Denk toch aan ons vaderland, aan alles wat geducht kon +worden. Heeft niet de Koningin een voogd of voogdes, een raad van +voogdij moeten benoemen al in Maart? Welke aanstaande moeder, die haar +echtgenoot bezit, wordt tot zoo iets geroepen?”</p> + +<p>„Maar beste Grootmoeder, het is heel eenvoudig naar de Grondwet, en die +kent H. M. op haar duimpje en houdt zich daar stipt aan, <span class="pagenum" title="64"> </span><a id="p_64"></a>dat H. M. zeer +tot eer verstrekt; maar daarin is niets <em class="g">vreeselijks</em>,—om met Lize te +spreken.”</p> + +<p>„Jongenlief, als je eens drie kruisjes telt en vader hoopt te worden, +zul je begrijpen, dat er ontzaglijk veel in de ziel der Koningin is +omgegaan, toen die benoemingen moesten gedaan worden. Geve God, dat +alles welga en het een doode letter blijve.</p> + +<p>Nu eerst den Bijbel!” Gustaaf belde en de dienstboden binnengekomen, +wenschten om strijd de oude dame geluk met <i>onze Prinses</i> en daarna +kreeg de blijde boodschapper ook een handdruk. Psalm 103 verving het +hoofdstuk, dat aan de orde was; en Gustaaf begreep heel goed, (al wou +hij het zich zelf niet bekennen,) waarom Grootmama 's stem soms zoo +beefde, terwijl zij anders altijd zoo statig las.</p> + +<p>Op de fiets, in gezelschap van honderde fietsers en duizende voetgangers +werd het Malieveld bereikt. Om 9 uur 1 min. viel het eerste schot! De +hooge hoed in de hand, de pet van het hoofd hoorden heer en werkman dit +vredig losbranden aan; en daarna werd elk der 51 schoten met +zakdoekgewuif <span class="pagenum" title="65"> </span><a id="p_65"></a>en hoerageroep begeleid. De beide neven reden weldra weg.</p> + +<p>„Kijk eens Guus, daar stormen de schoolkinderen de deuren weer uit,” +„Wel jongens, geen school?” „Neen, mijnheer, geen school, weet <b>u</b> het nog +niet?”—„Wat?” „De Koningin heeft van morgen een Prinsesje gekregen; +nu hebben we den heelen dag vrij!”—„Gekheid jongens!” „Neen, dan weet +u er niks van heeren, het staat op al de borden, kijkt u maar even in +school.” En weg draafden de praters. Weg! naar het lokaal, waar de +beschuitjes uitgedeeld zouden worden. Mevrouw Tjaden-Modders liet de +uitdeeling onder muziek plaats hebben; en ieder kind kreeg, tot +vergoeding voor het lange wachten, een reep van Houtens chocolade op +den koop toe. Men genoot van de vroolijke kijkers der smullende, arme +kinderen, gedurig echter wachtten dezen en genen even om met de muziek +in te stemmen; vooral als <i>Piet Hein</i> of <i>Al is ons Prinsje nog zoo +klein</i>, gespeeld werd.</p> + +<p>Naar de landsdrukkerij fietsten Gustaaf en Willem, daar verscheen om 10½ +uur een buitengewoon nummer van de Staatscourant luidende: <span class="pagenum" title="66"> </span><a id="p_66"></a></p> + +<p>„H. M. de Koningin is hedenmorgen door Gods goedheid voorspoedig +bevallen van eene Prinses.” Volgen de bulletins. Zeer druk werd deze +extra oplaag gekocht; ook daarin uitten zich de algemeene opgewektheid +en blijdschap, die ontspanning bracht na de angstig doorleefde dagen en +nachten.</p> + +<p>„Nu maak ik, dat ik van onze Amsterdamsche opgetogenheid genieten kan, +Willem, dus wil ik den trein nog halen, vaarwel! Maar wat is daar in de +verte? Het lijken wel herauten te paard. Ja! met trompetters er bij.”</p> + +<p>„Het feestcomité zendt 4 herauten, ieder door 2 trompetters met bazuinen +vergezeld, de heele stad door; laat ons gauw peddelen om er bij te +komen, Guus, dan maar een lateren trein naar je <ins class="corr" id="corr26" title="Bron: geboortgrond">geboortegrond</ins>.”</p> + +<p>Zoo gezegd, zoo gedaan. Van plein 1813 vertrekken ze.</p> + +<p>De Heraut houdt een perkamenten rol in zijn rechterhand, met +Oud-Hollandsche letter bedrukt; van den rechter hoek aan den benedenkant +hangt een breed, dubbel Oranjelint af, door een groot zegellak +verbonden. Hij is in Oud-Hollandsche <span class="pagenum" title="67"> </span><a id="p_67"></a>kleedij gedost, rood met zilver +afgezet; daaroverheen een loshangende dalmatiek van Oranje fluweel (over +borst en rug) versierd met het wapen der Koningin en van den Prins. Een +breedgerande, grijs vilten hoed, met afhangende oranjeveder dekt zijn +hoofd. De trompetters zijn in een zwart met rood afgezet wambuis met +stalen halsstuk gestoken, dragen een slappen hoed met roode tressen +opgetoomd; ook de paarden zijn op Oud-Hollandsche manier opgetuigd.</p> + +<p>Met een triomfantelijke stem roept de heraut uit:</p> + +<p class="i4" style="margin-top: 1.5em; margin-bottom: 1.5em;">„Ingezetenen,</p> + +<p>Met groote vreugde maakt het Feestcomité de blijde boodschap bekend, +dat H. M. de Koningin door Gods goedheid bevallen is van een Prinses. +Geheel de burgerij van 's-Gravenhage deelt van harte in de gevoelens +van vreugde, die dit heugelijk feit bij het Nederlandsche volk opwekt! +Dankbaar erkent het den zegen, die aan het Koninklijk Huis en aan het +Vaderland is geschonken.</p> + +<p>Moge deze blijde gebeurtenis strekken tot versterking <span class="pagenum" title="68"> </span><a id="p_68"></a>van den +eeuwenouden band tusschen Nederland en Oranje.</p> + +<p>Leve de Koningin! Leve de jonge Prinses van Oranje!”</p> + +<p>De hoeden zwaaien, de zakdoeken wuiven, de menschen klappen in de +handen of drukken, hoewel volkomen vreemd, elkaar hartelijk de hand +en tegelijkertijd klinkt het spontaan, nu uit honderde kelen: Leve de +Koningin! Leve de jonge Prinses van Oranje! gevolgd door een Oranje +Boven! Hoera! Hoezee!</p> + +<p>De herauten rijden weg en herhalen overal met dezelfde uitwerking +dezelfde blijde tijding. Dichte drommen van menschen en kinderen volgen +hen; een klein meisje roept een vriendinnetje toe: „Ik heb hem al 9 maal +gehoord en jij?” „Ik kan het al opzeggen!”</p> + +<p>„Grootmama komt beslist op de stoep om te luisteren Willem,” zegt +Gustaaf en zij rijden nog even naar het voorvaderlijk huis om van dit +tooneeltje te genieten. 't Was zoo. Grootmama en de dienstboden, tot +het schellemeisje toe, allen rijkelijk met oranje gesierd, staan op +de stoep. Na een kort afscheid zit de heer student in den trein <span class="pagenum" title="69"> </span><a id="p_69"></a>en +verhandelt met zijn reisgenooten wat hij zag en hoorde in de zoo +gelukkige residentiestad.</p> + +<hr class="tb" /> + +<p>„Ida, word eens gauw wakker, toe vlug wat, luister!” Een ruk vergezelde +deze woorden van Lize. Ontwaakt, begreep Ida dadelijk den vinger op +Lize's lippen en fluisterend vroeg zij haar: „Is er wat gebeurd, Lize?”</p> + +<p>„Niet dat ik weet, maar Mama heeft al om Anna gebeld; wat zou er wezen?”</p> + +<p>Intusschen gingen beiden zonder eenig gedruisch te veroorzaken +zich kleeden, om gereed, in gang of portaal haar meisjesachtige +nieuwsgierigheid te bevredigen. Had Mademoiselle 't geweten, zij zou +genoten hebben van de vlugheid en stilte, waarmede het anders vrij +drukke en bij het kleeden tamelijk langzame tweetal, thans haar bedden +netjes afgehaald, gekapt en gekleed de gang doorliep en over de leuning +keek om naar Anna uit te zien.</p> + +<p>„Anna, Anna!” half luid, half zacht, „scheelt Mama iets?—zeg gauw op, +wat?”</p> + +<p>„Neen, jongejuffrouwen, maar Mevrouw is al gekleed naar beneden gegaan.”</p> + +<p><span class="pagenum" title="70"> </span><a id="p_70"></a></p> + +<p>Na enkele sekonden wordt er aan Mama's kamerdeur geklopt en op +het binnen! klinkt het als uit één mond: „Mama, heeft Gustaaf +getelegrafeerd? Weet <i>u</i> er alles van? Is de Koningin wel?”</p> + +<p>„Maar kinderen, ondeugden! Zul je eerst je Moeder goeden morgen zeggen; +jullie doet me schrikken met al je nieuwsgierige vragen.”</p> + +<p>Na de behoorlijke morgenbegroeting vernam Mevrouw dezelfde vragen met +nog enkele andere vermeerderd: eer zij beantwoord waren, kwam, zonder op +het binnen te wachten, Jan in, pakte Mama eerst hartelijk en vroeg toen: +„Waarom is Papa al naar het kantoor gegaan, Mama? Al driemaal heb ik de +telefoon gehoord; zeker is het antwoord: <i>in gesprek</i>; of zou Guus nog +niet op wezen?”</p> + +<p>„Hij slaapt altijd zoo lang, als hij 's avonds gewerkt heeft,” valt Ida +in. „Dat doet hij bij Grootmama toch niet, zou ik meenen;” vult Lize +aan.</p> + +<p>„Kind'ren wat zijt ge allen opgewonden, bedaar een beetje. Papa is op +mijn verzoek naar 't kantoor gegaan, niet om Gustaaf op te bellen,<span class="pagenum" title="71"> </span><a id="p_71"></a> +want Grootmama is niet intercommunaal aangesloten, waar zou het +lieve menschje 't voor noodig hebben?—maar oom Willem wilden we +telefoneeren.—Ben je nu tevreden? Ik weet niets meer dan jij.”—</p> + +<p>„Mama, laat mij gauw even naar Mevrouw van Loon loopen, die krijgt +beslist een telegram, en anders naar de jonge barones Roëll, de vriendin +der Koningin. U weet wel, de Mama van kleinen Willem, het petekind van +H. M. Toe, lieve Moeder, zeg maar gauw ja!”</p> + +<p>Mevrouw, verbaasd over zooveel belangstelling van de kinderen, zag Jan +een oogenblik besluiteloos aan; wat zou Mevrouw van Loon zeggen of +denken van zooveel vrijpostigheid, daarna keek ze naar de pendule; pas +kwartier over zevenen!<ins class="corr" id="corr27" title="Bron: ”"></ins></p> + +<p>„Mama, wie zwijgt, stemt toe, niet waar? Zoo gauw ik het echte weet, kom +ik thuis,” en weg was Jan. „Echt goed bedacht!” riep Lize uit. „Waarom +ben ik ook geen jongen, dan liep ik 's morgens en 's avonds alleen over +straat,” voegde zij er aan toe.</p> + +<p>„Zeker, zoo praten altijd alle meisjes, die nog op een leerkamer zijn,” +spot Mevrouw met een <span class="pagenum" title="72"> </span><a id="p_72"></a>lachje; „gaat nu gauw uw bedden afhalen, wat zou +Anna anders wel denken.”</p> + +<p>„Wat doen jullie hier? Al beneden schelmpjes?” vraagt haar vader, die +juist binnenkomt.</p> + +<p>„Alles belangstelling beste Henk, pure belangstelling in het groote +nieuws, dat we verwachten.”</p> + +<p>„Zag ik Jan de stoep afgaan, Amélie? Met één sprong was hij op straat.”</p> + +<p>„Hij vroeg mij verlof om naar Mevrouw van Loon-Egidius te gaan, eer ik +mij nog bedacht had, holde hij de gang al in. Wat zal Mevrouw wel van +ons denken?”</p> + +<p>„Jan zal wel netjes zijn boodschap doen; lang geen kwade inval; aan de +telefoon kon ik geen beurt krijgen; 5 maal heb ik intercommunaal +gevraagd en altijd weer hoorde ik „In gesprek.”<ins class="corr" id="corr28" title="Niet in Bron.">”</ins></p> + +<p>Jan draaft voort tot op de brug der Spiegelstraat; even staat hij stil. +„Waar zal hij heengaan, rechtuit naar Mevrouw van Loon, of eerst naar de +jonge mevrouw Roëll?” Terwijl hij zich dit afvraagt, ziet hij mevrouw +van Loon de brug aan de Vijzelstraat oversteken, zoo gauw als zij maar +loopen kan, ze zweeft letterlijk. „Die gaat naar baron Roëll, ik ook; +daar komt de baron <span class="pagenum" title="73"> </span><a id="p_73"></a>op de stoep en loopt naar Mevrouw toe. Ha, Ha! die +twee weten het.” En als ging het om zijn leven zoo draaft Jan; als een +pijl uit een boog schiet hij voort en hoort het juist: „Mevrouw, ik wou +het u even komen vertellen!” „Mijnheer, ik kon aan de telefoon maar geen +beurt krijgen om het u te berichten; heerlijk hé?”</p> + +<p>De samensprekenden drukken elkaar innig hartelijk de hand en zien er +beiden recht verheugd en gelukkig uit. Jan slaat zijn slag: „Mevrouw, ik +mocht even naar u of naar den baron toe, is het kindje geboren?”</p> + +<p>„Ja, Jan, een Prinses, zeg maar tegen je mama <b>alles wel</b>!”</p> + +<p>Voor Jan zijn „dank u mevrouw!” ten antwoord geeft, maakt hij een +flinken sprong, zwaait zijn pet en geeft zijn gemoed lucht in zulk een +luid hoera! dat de baron en mevrouw in een lach schieten, daarop rent +hij, even snel als hij gekomen was, naar huis.</p> + +<p>Hier brengt hij door zijn mededeeling alles in opschudding. Dora danst +met twee poppen in iederen arm en zingt van „Willemientje, 't lieve +kindje.” Lize loopt naar de dienstboden, om 't te <span class="pagenum" title="74"> </span><a id="p_74"></a>vertellen aan wie het +nog niet van Jan vernamen; Louis sjort Anton mee naar zolder. „Gauw, +Anton, gauw! nu echt de vlag uit en vooreerst niet weer inhalen, hoor! +wel 14 dagen of langer uit, tot de visites beginnen net als toen Dora er +pas was.<ins class="corr" id="corr29" title="Niet in Bron.">”</ins> Ida opende haar geliefde piano en speelde en zong Wilhelmus en +Wien Neerlands bloed; niemand dacht aan zijn werk, allen verblijdden +zich!—En Jan kreeg verlof, terwijl Louis de vlag hielp uitsteken om den +ooms het door hem verkregen bericht te gaan meedeelen. De ooms alleen +hoorden het niet van den aardigen jongen; neen, ieder op straat die +luisteren wou kreeg het verhaal van de samenspraak der beide +waardigheid-bekleeders ten paleize.</p> + +<p>Even haalt Jan zijn horloge uit, ja, ik kan nog best naar de Hollandsche +juffrouw gaan. Het ontbijt loopt toch in de war en we krijgen op school +geen uitbrander voor te laat komen. Het arme mensch is al dagen in +onrust geweest en ze ligt ziek, wie weet hoe lang het anders duurt eer +ze het hoort.</p> + +<p>„Wie kan daar zoo hard schellen?—De bakker <span class="pagenum" title="75"> </span><a id="p_75"></a>en de melkboer zijn er al +geweest, doe eens gauw open, Aagje, gauw.”</p> + +<p>„Juffrouw, kompliment van mevrouw.... ('t is jongeheer Jan, weet u,) de +Koningin kreeg van morgen vroeg een Prinses, en alles is wel! Zijn Mama +weet het van mevrouw van Loon; u wenscht hij beterschap;—en meteen ging +de jongeheer de stoep weer af.”</p> + +<p>„Aagje, meisje, laat ons God danken. Hij heeft onze vrees +beschaamd.—Welk een genade, welk een zegen! Zulk een tijding zou me +half beter maken!”</p> + +<p>„Maar juffrouw zou het wel waar wezen? Zoo meteen zeide de vischvrouw +nog: „Ze zegge dat er 'n Prinses is, 'kgloof er niks van, 'tzalle wel +weer praatjes wesen, net as gistere.”—<ins class="corr" id="corr30" title="Niet in Bron.">”</ins></p> + +<p>„Had die vischvrouw Mevrouw Van Loon gesproken per telefoon, of aan haar +huis misschien, Aagje?”</p> + +<p>„Als die mevrouw nu ook een valsch bericht kreeg, juffrouw, ze hebben +gisteren in de Kalverstraat en zelfs in „De Bocht” gevlagd en 't was +<b>toch</b> niet waar!”</p> + +<p>„Ja, het ochtendblad zal die vergissing wel ophelderen, <span class="pagenum" title="76"> </span><a id="p_76"></a>maar denk eens, +Mevrouw Van Loon is dame du palais, dat is in Amsterdam, wat een hofdame +in Den Haag is, die dame zelve kreeg beslist een telegram.”</p> + +<p>Aagje haalde haar schouders op, ging naar de keuken al mompelend: „de +juffrouw boven kreeg ook zoo'n boodschap van d'r man, die is aan een +krant en zij geloofde d'r ook niemendal van; de vischvrouw kwam heel van +de Ruyterkade, 't mensch had nergens geen een vlag gezien, maar me +juffrouw is zoo op al die grootelui kinderen!—nou ze mot het zelvers +wete.”</p> + +<p>„Wat voor groente van daag, Aagje? Wel meid, wat kijk je boos.”</p> + +<p>„Och, 'k geloof er niks van dat er 'n Prinses is, heb jij er wat van +gezien, Mozes?”</p> + +<p>„Neen, Aagie; ze reie met een auto van 't Handelsblad en met rijtuigen +van 't Nieuws, ze strooide bulletijns; maar de kranten, zie je, die +liege zoo dikkels; 'k zeg maar as de kanonne afgaan, de klokken speule, +de vlagge op de tores komme dan zeg 'k 't is waar.—Nou meisie, wat mot +je hebbe?”</p> + +<p>Aagje kende haar meesteres te goed om de <span class="pagenum" title="77"> </span><a id="p_77"></a>twijfelingen van den groenjood +over te brieven, juist ging ze met mand en bak gewapend naar de stoep, +toen een loopjongen van Gladschaaf ademloos kwam aanhollen, haar een +briefkaart overreikte met een: „Even je juffrouw laten lezen.” In stomme +verbazing hoorde ze toe: „Beste Tante, De Heer schonk voorspoedig een +Prinses, alles wel!” Haar juffrouw krabbelde vlug er onder: „De Heer zij +geprezen! Hartelijk dank voor je boodschap;” en Aagje moest den jongen +nog een kwartje tot belooning in de hand stoppen. Zij èn de buurjuffrouw +èn de groentenverkooper èn de vischvrouw volhardden in hun meesmuilen en +hoofdschudden doch geen tien tellen later snelde Mozes de stoep weer op, +trok aan de bel en riep: „Kijk, aan den overkant steken ze op het +politiebureau de vlag uit, kijk Aagje, 't is waar, Goddank!”</p> + +<p>Ze waren geen eenlingen. Och, neen! Overal in de saaie buitenwijken, in +het hartje der stad, in de vroegrit-trams, aan de stations, overal +ongeloovige gezichten. De mannen van de pers werden hoofdschuddend +aangehoord of nagekeken. En toch, men hoopte, men verlangde <span class="pagenum" title="78"> </span><a id="p_78"></a>naar +bericht! Op den Dam werd het al voller.</p> + +<p>„Wacht maar, als de bulletins de waarheid zeggen, komt zoo meteen de +burgemeester op het balkon om het voor te lezen,” zegt er een.</p> + +<p>„Wel neen, mensch! daar gebeurt nooit zoo iets op het balkon.”</p> + +<p>„En bij de inhuldiging dan? Toen stonden ze aan weerszij aan de hoeken +het uit te trompetten.”</p> + +<p>„Ja, wel, das heel wat anders weet uwé! Maar de klokke beginne subiet te +speulen, als de burgemeester het weet.”</p> + +<p>„Wat is het hier uiïg, hé Jan?” riep Louis. „Zullen we nog een poosje +blijven luisteren?”</p> + +<p>„Neen, ga mee naar de kanonnen.”</p> + +<p>„Jongens ja, dat zal leuk wezen. Vooruit!”</p> + +<p>Reeds den 29n had een heer plaats genomen in de Roelof Hartstraat, (hij +bracht daartoe een stoel mee,) om getuige te wezen van het schieten, +vooral <i>van het eerste</i> schot; en dan te blijven om tot 101 of tot 51 te +tellen; dàn alleen, dàn pas stond het voor hem vast: Er is een Prins of +Prinses. Hij kwam juist met zijn stoel weer aansjouwen, met hem +verschenen ontelbaar velen op die gewichtige plaats, sommigen voorzien +van <span class="pagenum" title="79"> </span><a id="p_79"></a>hun kodaks, want van het afvuren moest een kiekje genomen.</p> + +<p>Jans ooren als immer gespitst, vingen weer veel op om aan de zussen als +het allernieuwste nieuws te verhalen. Weet u het zeker, commandant? 't +klonk deftig in de ooren van den luitenant, die de order tot 't afvuren +moest geven. Heeft u een dagorder voor een Prins of een Prinses +gekregen? Neen, hij had een met Oranje gesierden verslaggever van het N. +v. d. Dag in de politiepost geroepen; die had het hem stellig verzekerd, +dat er een Prinses geboren was; doch hij wachtte nog op het telegrafisch +bevel voor het losbranden.</p> + +<p>„Zouwe de kanonne blijve staan, as ze schiete?”</p> + +<p>„Wà bedoel je? Denk je dasse verschove worre?”</p> + +<p>„Nee, dat niet; maar van 't dreune ziet uwé? Ze motte ommers de rame ook +opedoen hier in de buurt.”</p> + +<p>„Ja wel! maor dat is eel wot aors,” valt een Zeeuw in. „En waor is et, +'k eb zelvers de vlag op het Paleis van Justitie ezien.”—</p> + +<p>Jan en Louis begrepen, dat het wachten op het <span class="pagenum" title="80"> </span><a id="p_80"></a>eerste schot heel lang +kon duren en gingen daarom verder. „Louis! niet meer naar de nieuwe +stad; naar 't Leidsche plein en de Kalverstraat.”</p> + +<p>„Best Jan!<ins class="corr" id="corr31" title="Niet in Bron.">”</ins>—En daar hoorden ze een agent op den hoek van het +Koningsplein aan de voorbijgangers verklaren: „Mensche, van Baron Roëll +zelvers heb ik het gehoord: Een Prinses en alles wèl.”—De man moest een +bloedverwant wezen van hem, die dicht bij het N. v. d. Dag op post stond +die, toen een berichtgever met de bulletins in een rijtuig wipte, een +sprong van louter blijdschap maakte, bij het vernemen van het heugelijke +nieuws! Een dier medegenomen bulletins werd aan de erfelijke oranjevrouw +van den Zandhoek, juffrouw Vork, gegeven. Zij, haar armen vol met +vlaggen en wimpels, dadelijk op weg naar den Oranjeboom van '98, las het +eerst tot aan „alles wel!” En toen riep ze. <ins class="corr" id="corr32" title="Niet in Bron.">„</ins>Kom jonges, de boom +versiere! Meheer u krijgt het blaadje niet werom; het moet aan de boom; +bovenaan weet uwé.” Daar kreeg het papier tusschen de vlaggen de +eereplaats!</p> + +<p>Vader Gladschaaf, door de spoedbestelling van zijn knappen zoon vroeg op +de hoogte gebracht, <span class="pagenum" title="81"> </span><a id="p_81"></a>riep eerst zijn gezin bijeen, om God te danken voor +de aanvankelijke verhooring der gebeden van ons volk; om ook even vurig +te smeeken om alles wat voor de doorluchtige Moeder en het Kindeken +verder noodig was; daarna moest Greta het orgel openen en ruischte het:</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanza"> + <span class="i2">God zij altoos op 't hoogst geprezen!<br /></span> + <span class="i0">Lof zij Gods goedertierenheid,<br /></span> + <span class="i2">Die nimmer mij heeft afgewezen,<br /></span> + <span class="i0">Noch mijn gebed gehoor ontzeid.<br /></span> +</div> +</div> + +<p class="noi">zóó van harte gezongen door de kamer, dat de moeder het met geen +droge oogen kon aanhooren.</p> + +<p>„Vader,<ins class="corr" id="corr33" title="Niet in Bron.">”</ins> vroeg Maria daarop, <ins class="corr" id="corr34" title="Niet in Bron.">„</ins>nu nog als 't u belieft: „Mijn +schild en mijn betrouwen,” toe Greet begin maar,” voegde ze er bij.</p> + +<p>„Vrouw, laat de Vrijdag nu de Vrijdag en 't werk, 't werk, zoo gauw als +we ontbeten hebben gaan we allemaal uit, om de nationale vreugde in onze +stad te zien.”</p> + +<p>„Vader! eerst Coosje en Mientje afhalen, die moeten ook mee, als Fer +niet met hen uit kan.”</p> + +<p>„Goed zoo kinderen. O ik kan maar aan niets <span class="pagenum" title="82"> </span><a id="p_82"></a>anders denken dan aan die +groote gave aan de Koningin en ons allen,” zegt de moeder, die van +vreugde eet noch drinkt.</p> + +<p>Hoe verrukkelijk is het op straat! Men ziet een bekende, stapt op hem +toe en wenscht elkaar hartelijk geluk. Loopt er iemand zonder oranje, +hij wordt aangesproken: „Weet u het nog niet? Een Prinses. Moeder en +Kind zijn wel. Wat een blijdschap, hè?” Wie nog zonder strik is +uitgegaan, koopt oranje. De winkels tooien zich op allerlei manieren, en +de waaiende driekleur van alle torens, openbare gebouwen, vele schepen +en de meeste huizen geeft heel Amsterdam een gelukkig aanzien.</p> + +<p>De draaiorgels laten vaderlandsche liederen hooren of nooden op het +asphalt tot een bal van louter vreugdebetoon; de beursbengel luidt volle +drie kwartier om heel Amsterdam te zeggen, hoe de handel in de algemeene +blijdschap deelt! Het klokkenspel op het Paleis en op de torens van 12–1 +en van 1–5 laten oude en nieuwe liederen van nationale gebeurtenissen +hooren. Zoo luidde een geboorteklok, al trok Vondel niet aan het +klokketouw!</p> + +<p><span class="pagenum" title="83"> </span><a id="p_83"></a></p> + +<p>De beurs zelf ziet wat gebeuren dien 30n April! In plaats van zaken +te doen, wenschen de handelslui elkaar geluk, hartelijker veelal dan +op 1 Januari; daarop zingen zij vaderlandsche liederen; de jongeren +werpen met serpentines en steken kamer- nu <i>beurs</i>vuurwerk af. Een +voorbijtrekkend muziekkorps wordt ingeroepen en marcheert het geheele +gebouw door en daar zingen honderde stemmen mee! Geen officiëele +prijsnoteering komt dezen Vrijdag uit!....</p> + +<p>In Frascatie maken de tabakkers het nog beter! In de groote zaal +keurig versierd met groen en vlaggen, wordt een piano binnengedragen; +daarop wordt het Wilhelmus gespeeld waarmee allen staande instemmen. +Oranjemutsjes dekken oogenblikkelijk menig denkend hoofd en met de +grootste geestdrift wordt het merk „<b>Vorstenlanden</b>” begroet. Na de +noteering klinkt nogmaals het Wilhelmus door de ruimte.</p> + +<p>Pas na enkele weken zal men het vernemen, hoe groote blijdschap de +telegrammen van den Minister van Koloniën in Oost- en West-Indië +verwekten!</p> + +<p>Geen grootje bleef aan het spinnewiel, zei men <span class="pagenum" title="84"> </span><a id="p_84"></a>vroeger, thans lijkt het +er naar. Mademoiselle stelt eigener beweging Mevrouw voor, dien dag vrij +af te geven en zij gaat met de 3 meisjes er op uit! Mogelijk doet het +voorbijtrekken van al de leerlingen der machinisten- en handelsschool, +der gymnasia en H. B. Scholen er het zijne toe, om Mademoiselle zoo +vaderlandslievend te stemmen. Zij kon toch niet weten, dat de Belgische +gezant, (die altijd vroeg een wandeling maakt,) naar zijn gewoonte zelf +informeerde naar den toestand der Koningin en zoo doende de allereerste +was, die het felicitatie-register teekende;—een <b>Belgische</b> baron daarop +bovenaan, dan mocht een <b>Fransche</b> gouvernante wel uit de gewone sleur +raken en uitgaan.</p> + +<p>Door een tegenovergestelde oorzaak vertoont 1909 gedurende één dag +althans wat 1672 zoo lang deed aanschouwen. „Scholen en rechtbanken +hadden vacantie, ambachten en bedrijven stonden stil, plaatsen van +vermaak waren ledig, doch de kerken waren te klein voor alle benauwde +harten.” De plaatsen van vermaak en vooral de kerken schijnen nu aan den +avond van Vrijdag en den morgen van Zaterdag ook te klein doch <span class="pagenum" title="85"> </span><a id="p_85"></a>heden +voor alle <b>blijde</b> harten. Ze stroomen vol; aandachtige, verheugde +gezichten en tintelende blikken worden tot de leeraars opgeheven; +dankbare tonen ontlokken de organisten aan hun heerlijke instrumenten; +vol aangrijpende geestdrift stemmen de scharen in met de opgegeven +zangverzen.</p> + +<p>Doch wat is dat? Daar heeft de dienaar des woords vol warmte nagegaan +wat God in de vervlogen eeuwen door en met Oranje Neerland schonk, +heeft in een vurig dank- en smeekgebed, de Koningin en Haar huis en de +Jonggeborene den Heere opgedragen; de menschen zullen naar hun woningen +wederkeeren, niemand gaat. De orgelist laat de eerste tonen van het +Wilhelmus hooren en allen, allen vallen in. Zie eens rond. Vaders en +moeders zeggen kleinen van 5 of 6 jaar voor, opdat ze mede kunnen +zingen; en heel wat kinderstemmetjes, op de scholen met woorden en +melodie vertrouwd gemaakt, zingen luidkeels mede. Na enkele coupletten +van ons echte volkslied, zetten een paar jongelui Da Costa's: „Zij +zullen het niet hebben” in; en het heerlijke lied met de Liefde's +zielvolle melodie, wordt met <span class="pagenum" title="86"> </span><a id="p_86"></a>steeds klimmender geestdrift gezongen. Het +schijnt, of de menschen niet weg kunnen gaan; zij willen en moeten in +het huis des gebeds lucht geven aan het gevoel van verademing, dat aller +hart vervult.</p> + +<p>Overal, in kerken en kerkjes van stad en dorp, bij elke gezindte jubel, +dank en lof aan God, Die ons Vorstenhuis en Vaderland gedacht.</p> + +<p>En de armen varen wel bij de nationale blijdschap, want allen geven +mild.</p> + +<p>Een aardige tegenstelling vormt de gave van 51 guldens in het kerkzakje +der Remonstrantsche Broederschap te Utrecht met de bekende gift in +Amsterdam van het jaar 1650. Bij 51 guldens, (zeker 51 om de 51 +kanonschoten!) was het volgende versje gevoegd:</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanza"> + <span class="i0">Een nieuwe Oranjeloot!<br /></span> + <span class="i0">Dies zij mijn gaaf vergroot.—<br /></span> + <span class="i0">Ik weet geen beter maar<br /></span> + <span class="i0">In acht en twintig jaar!<br /></span> +</div> +</div> + +<p>Dag Groomoe! ik filiciteer u met ons Pinsesje! daarmee stapte Mientje op +de vriendelijke oude toe; met haar vader en moeder kwam ze naar gewoonte +Zondags op de koffie.</p> + +<p><span class="pagenum" title="87"> </span><a id="p_87"></a></p> + +<p>„Wel liefje, dat is goed. Heb je al Oranje-muisjes geproefd?”</p> + +<p>„Ja Groomoe!”</p> + +<p>„Wil je ze vandaag ook nog?”</p> + +<p>Daaraan valt niet te twijfelen, zij en allen eten oranjemuisjes en +spreken aanhoudend over wat ze hoorden van of over de blijde +gebeurtenis. De behandelde teksten, de gezongen psalm- en gezangverzen, +de geestdriftige dagbladartikelen, alles, alles wordt verhandeld.</p> + +<p>„Ik zal jullie iets voorlezen, kinderen,” zegt de grootvader over de +heugelijke gebeurtenis.</p> + +<p>„Nu heeft God een kindeken aan H. M., aan den Prins, aan ons volk +geschonken!—Eens was er een vleug der hope, maar wreed als het over ons +land gehengd scheen, tastte juist in die dagen een giftige krankheid het +leven onzer dierbare Koningin aan. Er zijn toen uren geweest, dat elk +oogenblik het schriktelegram van 't Loo geducht werd. Vreeze beving +aller hart, dat niet alleen onze hope op de geboorte van een Vorstelijke +Spruit zou beschaamd worden, maar dat onze Koningin zelve ons zou +ontnomen worden! Dat bangste is toen, God zij lof, afgewend.”</p> + +<p><span class="pagenum" title="88"> </span><a id="p_88"></a></p> + +<p>„Vader,” viel Maria in de rede, „Da Costa zegt iets dergelijks van den +Prins van Oranje, onzen lateren tweeden Koning.”</p> + +<p>„Zoo meisje? Laat hooren.”</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanza"> + <span class="i0">„Of eindelijk als die maar<br /></span> + <span class="i0">Het land met doodschrik sloeg,<br /></span> + <span class="i0">Krank, zorg'lijk in gevaar!”....<br /></span> +</div> +</div> + +<p>„Mooi aangehaald, waaruit, kind?”</p> + +<p>„Uit De Vijf-en-twintig Jaar, Vader.”</p> + +<div class="figcenter" style="width: 258px;"> + <p><span class="pagenum" title="-"> </span><a id="p_88a"></a></p> + + <a href="images/088a.jpg"><img src="images/088a-t.jpg" width="258" height="360" alt="Het mooiste versierde woonhuis in de bocht der Heerengracht, Amsterdam." title="[Klik voor vergroting (773×1079px, 181kb)]" /></a> + <div class="caption">Het mooiste versierde woonhuis in de bocht der Heerengracht, Amsterdam.</div> + + <p><span class="pagenum" title="-"> </span><a id="p_88b"></a></p> +</div> + +<p>„Hoor nu maar verder: „Een gerucht deed straks de blijde zekerheid +opgaan, dat het onzen God toch nog beliefd had, de smeekbede van heel +ons volk te verhooren. Het hoopvolle woord van „<i>Blijde Verwachting</i>” +deed zijn intrede. En opeens was het of Nederland weer opleefde. Een +belangstelling, als nooit in eenig land bij zulk een gebeurtenis gekend +is, waakte op. Het gebed was nu niet meer om afwending van het bangste, +maar of onze God voleinden mocht wat Zijn hand begon. Gelijk nooit de +liefde voor Oranje in de harten getrild had, zóó trilde ze nu. Algemeen +werd de behoefte gevoeld om aan zijn blijdschap uiting te geven. Het +stroomde geschenken naar <span class="pagenum" title="89"> </span><a id="p_89"></a>het Vorstelijk Paleis. Het werd één saamleven +in blijde verwachting van onze Koningin mèt haar Volk. Reeds rekende men +den dag uit. Ieder zon er op, hoe, als die dag eindelijk kwam, heel 't +volk in al zijn steden en dorpen dien dag van nationale verheffing naar +waarde vieren zou. Zelfs in het buitenland trok het de aandacht, hoe +sterk hier Dynastie en Natie aan elkaar verknocht waren. En de natiën +van rondom, over eigen profijt heenziende, juichten met het volk van +Nederland, dat toch eindelijk onze nationale hope in vervulling ging.</p> + +<p>Nu <em class="g">dankt</em> het volk, gelijk het eerst <em class="g">gebeden</em> heeft. En het <em class="g" xml:lang="de">Nun danket +alle Gott!</em> spreekt aller hart toe.</p> + +<p>Het Vorstelijk kind dat geboren werd, heeft onze liefde, al heeft ons +oog 't nog niet aanschouwd. Nu reeds is deze telg uit het geliefde +stamhuis, mocht zij eens de Kroon dragen, van onze trouw en onze +gehechtheid verzekerd. Voor dit Vorstelijke kind en voor onze Koningin +zullen we bidden. Bidden, dat de Heere God de Moeder en het Koninklijke +Kind genadig zij en blijve.</p> + +<p>Een vreemde vorst zou ons zoo hard zijn gevallen; <span class="pagenum" title="90"> </span><a id="p_90"></a>nu Oranje blijft, +steken we 't hoofd weer omhoog, in het geloof dat Neerland nog zijn +eerekroon zal dragen.”</p> + +<p>„Wel, wat zegt ge, zoons! is het niet uit ons hart gesproken?”</p> + +<p>„Ja, Vader, echt.”</p> + +<p>„Groomoe, mag tante Eta spelen en wij zingen? is het Zondag?” met deze +vraag maakte de kleine een einde aan de plechtige stilte.</p> + +<p>„Ja, liefling, Tante zal spelen.”</p> + +<p>„Vader,” zoo begon Coosje, „ons Prinsesje heeft mooie namen, vindt u +niet?”</p> + +<p>Maria verstoute zich om gauw te antwoorden: „Mooie, mooie, Coosje? Zeg: +heerlijke, dierbare, onvergetelijke, zuiver historische! <b>Juliana</b>, je +zult het hooren is naar de stammoeder der beide takken Oranje èn +Oranje-Nassau; Louise zal naar Louise de Coligny wezen.</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanza"> + <span class="i0">„Zij was de Dochter, Weeuw en Moeder van de Helden,<br /></span> + <span class="i0">Die goed en bloed voor God, voor Staat en vrijheid stelden.”<br /></span> +</div> +</div> + +<p>Of Zij heet naar Louise Henriëtte, de prinses van Oranje, die met den +Keurvorst van Brandenburg <span class="pagenum" title="91"> </span><a id="p_91"></a>trouwde. Het is innig, onbegrijpelijk innig, +diep gevoeld van de Koningin om juist <b>die namen</b> te geven!”</p> + +<p>„Heeft je peettante je dit alles voorgezegd?” spotte haar Vader.</p> + +<p>„Neen, o, neen! Vader, maar u zegt in uw hart volmaakt hetzelfde, ik ken +u veel te goed; u heeft 't Oranjehuis lief, zielslief. En Moeder niet +minder, al zegt ze nu geen woord.”</p> + +<p>„Wat zou Nederland wezen zonder Oranje? Een speelbal van regenten- en +familieregeering, anders niet. Heeft God onze ondankbaarheid van 1795 +niet bezocht, met dien schrikkelijken Franschen tijd? 't Schrikkelijkst +zeker omdat het grootste deel des volks Zijn straffende hand niet +erkende. Toe Vader! lach me niet uit maar val me liever bij; 't is de +waarheid, vraag het Groen maar.”</p> + +<p>„Als je met Groen aankomt zusje, nieuw-bakken onderwijzeresje, dan moet +het slot op onzen mond, niet waar?” zei Mientjes vader. „Coosje,” ging +hij voort, „vraag Marie van alles over Juliana van Stolberg en die twee +Louise's, maar dan van avond, na de kerk; dan heb je de heele week <span class="pagenum" title="92"> </span><a id="p_92"></a>wat +om over te denken; nu moeten we naar huis, kijk eens op de +pendule.”—„Gunst! zoo laat al, Fer?”</p> + +<p>„Ja, ja, de kleine Prinses stuurt al wat in de war, tot jou +tijdrekenkunde toe, hè? Maar dat is niet de eerste maal.”</p> + +<p>Allen lachten. Weldra waren de aanzittenden van de gezellige koffietafel +opgestaan en toog ieder zijns weegs.</p> + +<div class="figcenter" style="width: 274px;"> +<img src="images/092.png" width="274" height="120" alt="decoratieve illustratie" title="" /> +</div> + + <div class="randlo"><img src="images/rand-lo.png" width="23" height="23" alt="rand" title="" /></div> + <div class="randro"><img src="images/rand-ro.png" width="23" height="23" alt="rand" title="" /></div> +</div> + +<div class="rand"> + <div class="randlb"><img src="images/rand-lb.png" width="23" height="23" alt="rand" title="" /></div> + <div class="randrb"><img src="images/rand-rb.png" width="23" height="23" alt="rand" title="" /></div> + +<p><span class="pagenum" title="93"> </span><a id="p_93"></a></p> + +<div class="figcenter" style="width: 628px;"> +<img src="images/093.png" width="628" height="139" alt="decoratieve illustratie" title="" /> +</div> + +<h2><a id="HOOFDSTUK_IV"></a>HOOFDSTUK IV.</h2> + +<p class="subh2">Van Hier en Daar.</p> + +<p class="subh2a">(Nà 30 April 1909.)</p> + + +<p>„Ligt ons Juliaantje nu in onze wieg, Mama?” zoo begon Dora aan de thee.</p> + +<p>„Neen, Dora; Koningin Emma liet de wieg, waarin onze Koningin zelve lag, +in orde maken en die moet door het Prinsesje het eerst gebruikt worden.”</p> + +<p>„Is die nog mooier dan de Amsterdamsche, Mama?” vroeg Lize thans.</p> + +<p>„Naar wat 'k in de courant las is die wieg heel deugdelijk, heel gepast +in een paleis, maar eenvoudiger en daardoor zeker beter geschikt voor +alledaagsch gebruik. En dan is het zulk een <span class="pagenum" title="94"> </span><a id="p_94"></a>lieve gedachte, dat Mama en +Grootmama 't kleintje in de wieg zien, waarbij Koning Willem III zoo +gaarne stond om naar zijn eenig dochtertje te kijken.”</p> + +<p>„Dat zal je wel aan het rechte eind hebben, Amélie,” veronderstelde +mijnheer; <ins class="corr" id="corr35" title="Niet in Bron.">„</ins>Prins Hendrik heeft althans net gedaan bij de aangifte +van dit Prinsesje als Z. M. bij die van het Zijne.”</p> + +<p>„Zoo? Hoe dan, Henk?”</p> + +<p>„Na Hr. Ms. geboorte, toen de officiëele personen voor de aangifte ten +paleize in het Noord-Einde gekomen waren, liet de Koning het Prinsesje +binnenbrengen en zei: „Mijne Heeren, u ziet dat ze er wezenlijk is;” +en zelf nam daarop Z. M. het kindje in Zijn arm om het den ministers +te toonen. Gisteren nadat de wethouder de Wilde met den chef van den +burgerlijken stand Meys en de beide ministers, als getuigen in de zaal +waren aangekomen, verscheen Z. K. H. de Prins vergezeld van Jhr. van +Suchtelen.</p> + +<p>Z. K. H. drukte ieder der vier heeren de hand zeggende: „Ik ben toch zoo +hartelijk verheugd.” Onmiddellijk daarop werd de Prinses binnengedragen +door een verpleegster. De Prins toonde <span class="pagenum" title="95"> </span><a id="p_95"></a>Haar eerst aan den wethouder, +daarna aan de getuigen. Een blozend kindje, goed van gewicht was de +indruk.</p> + +<p>De heer Meys las de geboorteacte voor en die werd vervolgens geteekend. +De heer de Wilde vroeg verlof nog iets te mogen zeggen en sprak ongeveer +'t volgende. „Hij rekende het eene hooge eere voor den burgerlijken +stand van 's Gravenhage om in zijne registers te mogen zien aangeteekend +het vorstelijk kind, zoo lang door het Nederlandsche volk verbeid. +Hij hoopte, dat dit vorstelijke kind tot in lengte van dagen onder de +levenden in de registers van den burgerlijken stand blijve aangeteekend, +tot vreugd van het Koninklijk Huis, tot heil en zegen van het dierbaar +Vaderland.”</p> + +<p>De Prins-Vader dankte den Wethouder met een handdruk; waarna de heeren +vertrokken.<ins class="corr" id="corr36" title="Niet in Bron.">”</ins></p> + +<p>„Wel hoe alleraardigst en hartelijk ging dat toe; staat het letterlijk +zoo in de courant?”</p> + +<p>„Ja, Mama,” sprak Ida die over Papa's schouder medelas, „en als 't +Prinsesje gedoopt wordt mogen wij drieën in Den Haag bij Grootmama +komen.”</p> + +<p><span class="pagenum" title="96"> </span><a id="p_96"></a></p> + +<p>„Is 't echt waar, Ida?” riepen Lize en Dora tegelijk uit.</p> + +<p>„Vraag het Mademoiselle maar, Grootmama heeft 't haar gevraagd en zij +gaat mee, niet waar, Mademoiselle?”</p> + +<p>„Dat is weer een meisjesgenot, die verzuimen maar, als ze 't +goedvinden!” klaagde Louis.</p> + +<p>„En H. B. S.-jongens gaan het den burgemeester vragen,” plaagde Jet.</p> + +<p>„Neen, de Handels- en Machinistenschool zijn op het stadhuis geweest, +wij niet;” bracht Jan fier in, die in zijn eerste jaar van +Hoogerburgerschap was.</p> + +<p>„In Dusseldorf woei den 30n de Hollandsche driekleur, Papa! In Pruisen +moet zoo iets aangevraagd worden; de daar wonende Nederlanders hadden al +lang geleden permissie gevraagd en gekregen. Op de Noordzee wist men het +groote nieuws eer dan in Amsterdam.”</p> + +<p>„Kom Gustaaf! geen studentenmopjes, welke „men” is dat? De kabeljauwen +mogelijk?” vroeg Mevrouw.</p> + +<p>„Mama, het is volle ernst. De Batavier, een stoomschip, kreeg een +Marconi-bericht, heesch <span class="pagenum" title="97"> </span><a id="p_97"></a>oogenblikkelijk de groote vlag en al de +seinvlaggetjes volgden. De Hollanders jubelden, de Engelschen, verbeeldt +je, de Engelschen! drukten hun het eerst de hand en wenschten hen geluk, +„Wilhelmus” en „Wien Neerlands bloed” weerklonken, toen de boot aan den +Hoek van Holland binnen liep, waar, evenals op de Maas alle booten +floten.”</p> + +<p>„Weet je nog wat bijzonders, Guus?” klinkt het uit alle jonge monden.</p> + +<p>„De stationschef in Haarlem liet een locomotief heen en weer rijden om +knalsignalen te geven. In Berlijn (trouwens dat is overal zoo in 't +buitenland) eten ze geen muisjes bij geboortefeest of doopmaal, ze +kennen ze niet eens! De Berlijnsche vereeniging „Nederland en Oranje” +laat ze bakken, in mooie zakjes doen, met oranjelintjes toegestrikt en +aan alle te Berlijn wonende Nederlanders uitdeelen. Als ik jelui van de +feestelijkheden in ons land vertellen moet, die al plaats hadden, en op +10 Mei zullen wezen, wel dan zit ik van avond om 10 uur hier nog. Maar +iets aardigs las ik, aan Prins Hendrik een dag of wat geleden overkomen. +Iemand vroeg een der verslaggevers van de groote bladen (ze logeerden +<span class="pagenum" title="98"> </span><a id="p_98"></a>in „De Zalm” achter het paleis Noord-Einde): „Is het niet vervelend zoo +aanhoudend voor schildwacht te spelen?” <ins class="corr" id="corr37" title="Niet in Bron.">„</ins>Niet zoo vervelend als u +denkt, men ziet en hoort van allerlei en 2 uur is dan gauw om. Zoo +bijv. gisterenmorgen. U weet misschien, dat aan het Hof de goede, +voorvaderlijke gewoonte nog stand houdt: Vroeg op en vroeg naar +bed.”—„Wat noemt u vroeg?”—„Wel om 7 uur ziet men Z. K. H. in dezen +tijd van het jaar in eenvoudige burgerkleeding uitgaan voor een loopje. +Gisterenochtend dan, komt de Prins in het Noord-Einde met een pijp in +den mond. Een werkman stapt op Z. K. H. toe met een: „Vuur, asjeblieft +meheer?” De Prins heeft blijkbaar schik, dat hij niet herkend wordt, +doet even een flinken trek en houdt zijn pijp aan den onbekende voor +en vraagt, terwijl die een goeden haal doet: „Gaat het?” „Opperbest +meneer!” en daarop: „Dank je wel menheer!” met een tik aan zijn pet. +„Tot je dienst,” van den Prins, die glimlachend verder gaat.<ins class="corr" id="corr38" title="Niet in Bron.">””</ins></p> + +<p>Allen lachen en de zusters vragen natuurlijk: „Weet je nog meer, Guus?” +beantwoord met een „Voor van avond genoeg.”</p> + +<p><span class="pagenum" title="99"> </span><a id="p_99"></a></p> + +<p>„Mama, hoe gelukkig zullen de Koninginnen nu wel zijn! en zeker denkt de +Koningin aan al die mooie geschenken, die de menschen stuurden, omdat +zij zoo blij waren, dat er een kindje kwam; dunkt u niet, dat de +Koningin nu dubbel blij is met alles en met <i>onze wieg</i>?”</p> + +<p>„Doraatje, als ik de Koningin goed begrijp, dan is H. M. het blijdst +met dat lieve dotje in de wieg en daarna over alle arme menschjes en +kindertjes, die van alles krijgen door de geboorte van haar lieverdje!”</p> + +<p>„Ik begrijp u niet, Mama.”</p> + +<p>„Vraag dan eens wat Jetje van mijn woorden verstaat,” zegt haar moeder.</p> + +<p>„Toen de menschen veel geld verzamelden om uit liefde en vreugde rijke +geschenken te koopen, vroeg de Koningin hun dit niet te doen; maar als +de menschen dit verzoek onaangenaam vonden, daar ze zoo heel graag het +kindje wilden verrassen, dan zou het, dacht de Koningin het heerlijkste +wezen, de meeste gelden voor arme of ongelukkige kindertjes of zieke +moeders te gebruiken.”</p> + +<p>„Deelt nu de Koningin alle dagen melk en <span class="pagenum" title="100"> </span><a id="p_100"></a>eieren uit en laat de +keukenmeid bouillon en soep koken, Jet?”</p> + +<p>Gelukkig voorkwam Mama's wenk een algemeene lachbui, en Dora keek haar +zuster zoo ernstig aan, dat zij van de onderdrukte vroolijkheid niets +merkte.</p> + +<p>„Neen, Dora,” zei de oudste zus, die door eerst een kopje thee te +drinken haar ernst behield; „dat zou te druk voor H. M. wezen; je weet +wel die heeft altijd zooveel te lezen en te schrijven, alle dagen uren +lang; maar de dames hebben met die guldens, rijksdaalders en tientjes +net gedaan wat Papa met het geld doet, dat jij van je Peettante op je +verjaardag en met Nieuwjaar krijgt, weet je dat kleintje?”</p> + +<p>„O, ja, heel goed, het wordt weggeborgen in de brandkast en Papa teekent +het op in een boekje en dan wordt het altijd meer en meer. Lach me niet +uit Jan, Papa heeft het zoo gezegd, en als ik dan groot ben en ga +trouwen, evenals Jet, dan ga ik voor al dat geld met mijn man op reis.”</p> + +<p>Niemand kon nu zijn lachen inhouden, tot Mijnheer vroeg: „Hoe kom je aan +zoo'n plan Dora?”</p> + +<p><span class="pagenum" title="101"> </span><a id="p_101"></a></p> + +<p>„Ik heb het Mama aan Jet hooren vertellen; u en Mama hebben het ook +gedaan.”</p> + +<p>„Kleine potten hebben ook ooren, Henk!”</p> + +<p>„Jet, vertel me verder van al die guldens.”</p> + +<p>„De Nederlandsche dames in Londen zorgen voor een arme juffrouw of +kind, dat voor gezondheid naar zee moet. Alle jaren één, weet je. +Van de baronie van Breda kreeg 't Prinsesje een gouden speld om haar +boezelaartje vast te steken; voor al het andere geld zullen ze voor +zieke kleintjes zorgen. Andere steden of provincies laten zwakke +kinderen naar vacantiekolonies gaan of bouwen een kinder-ziekenhuis +zooals er hier in Amsterdam een is. En de dames van de kolonels en +generaals laten overal vragen, welke onderofficieren op 30 April ook een +kindje kregen, en dan krijgt zulk een kindje een spaarbankboekje zooals +jij hebt; dat bewaart de vader dan tot 't groot is. In Antwerpen zullen +ze zorgen voor arme moeders, die kleintjes hebben en zooals jij zegt, +daarom alle dagen melk, eieren en soep krijgen. Heb ik het je goed +uitgelegd, en kan je het Zondag je poppenfamilie oververtellen, Dora?”</p> + +<p><span class="pagenum" title="102"> </span><a id="p_102"></a></p> + +<p>„Heel best en ik vind het mooi en lief van de Koningin en al die +menschen. Is er van onze wieg geld overgebleven, Mama?”</p> + +<p>„Ik weet het niet, kleine vraagster, wel weet ik nog iets heel liefs. +Herinner jullie je nog die aardige luiermandjes van den winter op de +bazar? zulke luiermandjes heeft de Koningin ten geschenke gekregen om +uit Haar naam te sturen aan behoeftige moeders, die op denzelfden dag +een klein kindje krijgen. De meisjes van de Vakschool in Den Haag hebben +er voor genaaid en gebreid en er was veel en van alles in; Grootmama +schreef mij: „Ze zien er keurig fijn uit.”<ins class="corr" id="corr39" title="Niet in Bron.">”</ins></p> + +<p>„Kom, Papa! vertel ons ook eens iets, dat Mama of de grooten niet +weten;” opperde Lize.</p> + +<p>„Ondeugd, denk je dat je Papa tijd heeft om evenals Gustaaf nieuwtjes in +de couranten op te snorren?”</p> + +<p>„O, u weet wat, u weet wat, anders zei u geen ondeugd!” riep Ida uit.</p> + +<p>„Ida, met welk schip heeft de Koningin Paul Kruger laten afhalen?”</p> + +<p>„Met de Gelderland, Papa!”</p> + +<p><span class="pagenum" title="103"> </span><a id="p_103"></a></p> + +<p>„Ferm zoo. Diezelfde Gelderland kwam vandaag aan de ree te Willemstad en +werd van den top van den mast tot de waterlinie electrisch verlicht.”</p> + +<p>„Heeft Willemstad een ree, Papa?”</p> + +<p>„Zeker Louis, het is de hoofdstad van Curaçao waarvan ik spreek; de +Curaçaosche dames zonden een doop- of draagkleed in 'n mahoniehouten +kistje, en in Bonairiaansch geelhout staat op het deksel:</p> + +<p class="center" style="margin-top: 1em; margin-bottom: 1em;">Kolonie Curaçao 1909.</p> + +<p>Van binnen is het kistje met licht blauw satijn gevoerd; heb ik dat niet +mooi onthouden?</p> + +<p>„Ik vind het merkwaardig,” ging Mijnheer voort, „dat de koloniën zoo vol +belangstelling medeleven met 't Moederland. De gouverneur van Suriname +stelde f 1000 ter beschikking voor feestelijkheden en die van Curaçao +f 500 en er werd bij bepaald, <ins class="corr" id="corr40" title="Bron: det">dat</ins> het Lazarushuis van St. +Eustatius daarin ook moest deelen.”</p> + +<p>„Wat is dat voor een huis, Henk?”</p> + +<p>„Een gesticht voor melaatschen, die arme ongeneeslijken worden daar +liefdevol verpleegd.”</p> + +<p>„Hoe treffend dat aan armen en ongelukkigen <span class="pagenum" title="104"> </span><a id="p_104"></a>en zulke beklagelijke +menschen gedacht wordt, omdat 't heele volk zich verheugt! 't Is toch +maar een zegen om in een Christenland te wonen;” besloot Mevrouw. „Hier +zullen we geen bijzondere feesten hebben vóór dat ons lief Prinsesje in +Amsterdam komt; dus zullen we Dora nu naar bed zenden en moeten allen +met haar leeren wachten en geduld oefenen tot April 1910!”</p> + +<hr class="tb" /> + +<p>De Zomermaand bracht heerlijke dagen, en Dora, gelukkig niet ongesteld, +zag een hartewensch bevredigd, toen zij bij Grootmama met Mademoiselle +en de zussen, vertoevende, zag hoe de grootmeesteres in de koets het +Koninklijke wichtje ophief om het aan de saamgestroomde, wachtende +menigte te toonen; toen ons Prinsesje naar de Willemskerk gereden werd, +om aldaar het teeken van den Heiligen Doop te ontvangen; dezelfde kerk, +waarin onze Koningin ook gedoopt werd.</p> + +<p>Wel aanschouwde de kleine meid niets van de pracht ten toon gespreid +in de ambtsgewaden van alle grootwaardigheidsbekleeders, die als +genoodigden of vertegenwoordigers hunner souvereinen <span class="pagenum" title="105"> </span><a id="p_105"></a>daar bijeen waren; +maar naar dàt schouwspel ging haar kinderhart niet uit.</p> + +<p>Te gretiger luisterde zij naar het verhaal bij Grootmoeder aan tafel. +Onder plechtig gezang kwamen H.H. M.M. en Z.K.H. de kerk binnen, en +namen, als gewone menschen, plaats op de stoelenrij tegenover den +preekstoel. Slechts met groen (zonder bloemen) uit H. M.'s park +afkomstig was de kerk stemmig voor de plechtigheid versierd.</p> + +<p>Dr. Gerretsen, waarnemend hofprediker, preekte op uitnemende wijze. +Z. W. E. W. las het geheele doopsformulier met de beide gebeden, en +plechtig weerklonken de namen onzer geliefde Prinses: Juliana, Louise, +Maria, Emma, Wilhelmina, vóór de Naam des Drieëenigen werd uitgesproken. +Als elk kind, zonder titulatuur werd het Vorstelijke wichtje als dooplid +bij de Kerk gevoegd. God vervulle in Zijn genade de gezongen zegenbede +van Psalm 134 vers 3.</p> + +<p>H. M. hield het Prinsesje al dien tijd in Haar armen; daarna kuste H. M. +het lieve Kindje en hield het daartoe ook den Prins-Gemaal voor. Toen +pas werd de Prinses met hetzelfde ceremoniëel weggedragen, als Zij +gekomen was.</p> + +<p><span class="pagenum" title="106"> </span><a id="p_106"></a></p> + +<p>Gustaaf, voor dien Zaterdag, 5 Juni, overgewipt naar de Hofstad, kwam +de meisjes halen; hij had haar een plaatsje bereid, van waar ze H.H. +M.M. en Z. K. H. het paleis konden zien binnengaan bij de terugkomst uit +de kerk.</p> + +<p>Aan het gejubel scheen geen einde te komen, toen de dierbare Vorstin, +aan den arm van Haar Gemaal, voor de vensters verscheen; het begon +opnieuw toen Koningin Emma Haar Kleindochtertje toonde aan de verheugde +schare, en ten teeken van groetenis het lieve, kleine handje ophief.</p> + +<p>„Heerlijkjes Guus, eenig lief van je,” zei Doraatje met een omhelzing. +„Heb jij het ook goed gezien?”</p> + +<p>„Met jou op zijn hoofd, hoe kon hij dan zelf zien?” riep Lize uit.</p> + +<p>Een nieuwe omhelzing en liefkoozingen, als ware hij nog een kleine +jongen, beloonde den grooten broer voor zijn zelfverloochening.</p> + +<hr class="tb" /> + +<p>Het Zondagsch koffieuurtje bracht bij den ouden Gladschaaf alle kinderen +om de tafel, en het Prinsesje er op zooals het zeggen luidt. <span class="pagenum" title="107"> </span><a id="p_107"></a>Over niets +anders liep het gesprek dan over de doopplechtigheid die plaats had +gegrepen, over wat daarbij gesproken en voorgevallen was.</p> + +<p>Moeder Gladschaaf was maar innig dankbaar, zeide zij, dat de lieve +Moeder gelukkig bewaard was geworden, toen de paarden schrikten, „het is +al acht dagen geleden, we kunnen nu hopen, dat H.M. en het Kleintje er +geen gevolgen van ondervonden,” voegde zij er bij.</p> + +<p>Nog een oogenblikje luisteren we aan de koffietafel. „Vader,” aldus +Maria, „was u niet blij, dat Dr. Gerretsen van Juliana van Stolberg +sprak, de vrome moeder van den eenigen Willem I. <ins class="corr" id="corr41" title="Niet in Bron.">„</ins>Zonder Juliana van +Stolberg geen Prins Willem van Oranje; zonder Willem van Oranje geen +vrijheidsoorlog; zonder vrijheidsoorlog geen vrijheid; zonder vrijheid +geen Nederland!” zoo stond het in de courant. En die vrijheidsoorlog in +de dagen van den Prins, was om vrijheid van godsdienst, zei de Prins +niet: „Liever dijken en dammen doorgestoken, de molens in vlam gezet en +op schepen aan gene zijde der zee een nieuw vaderland gezocht, dan Gods +Woord opgeofferd.” Kijk me niet hoofdschuddend aan Fer! het is <span class="pagenum" title="108"> </span><a id="p_108"></a>zóó, al +was het maar een plan om het volk in de bangste jaren voor vertwijfelen +te bewaren. Alles opgeven, alles verzaken, behalve het Woord Gods dat +was en bleef 's Prinsen leuze na 1572. Heeft Filips zelfs niet eens bij +langdurige <ins class="corr" id="corr42" title="Bron: vredesonderhandilingen">vredesonderhandelingen</ins> den Prins aangeboden, Oranje alle +bezittingen buiten de Nederlanden gelegen terug te geven, zijn voor +ons gemaakte schulden te betalen en.... Filips Willem de vrijheid te +schenken, als de Prins zijn handen maar van de oproerlingen (zei hij) +aftrok, hun noch raad, noch bijstand schonk. En hij, Willem van Oranje, +had zelfs zijn zoon niet liever dan de verdrukten in dit land; o, ja! +Prins Willem was zijner vrome moeder waardig!”—„Zeg liever kind: Op +dezen prins kunnen we het woord van Jezus <i>niet</i> toepassen: „Die zoon of +dochter lief heeft boven Mij, is mijns niet waardig. Gode daarvoor de +eere!”...</p> + +<p>„Moge onder de trouwe leiding van onze Koningin, Haar Prinselijken +Gemaal, Haar vrome Moeder, onze jonge Prinses opwassen in oprechte +godsvrucht; worde Haar naam eens met eere genoemd onder die vele vrome +vorstinnen, waaraan 't Oranjehuis steeds zoo rijk is geweest!”</p> + +<hr class="chend" /> + + <div class="randlo"><img src="images/rand-lo.png" width="23" height="23" alt="rand" title="" /></div> + <div class="randro"><img src="images/rand-ro.png" width="23" height="23" alt="rand" title="" /></div> +</div> + +<div class="rand"> + <div class="randlb"><img src="images/rand-lb.png" width="23" height="23" alt="rand" title="" /></div> + <div class="randrb"><img src="images/rand-rb.png" width="23" height="23" alt="rand" title="" /></div> + +<p><span class="pagenum" title="109"> </span><a id="p_109"></a></p> + +<div class="figcenter" style="width: 641px;"> +<img src="images/109.png" width="641" height="159" alt="decoratieve illustratie" title="" /> +</div> + +<h2><a id="HOOFDSTUK_V"></a>HOOFDSTUK V.</h2> + +<p class="subh2">Een jubelende Stad.</p> + +<p class="subh2a">(Van 26 Mei–2 Juni 1910.)</p> + +<p>„Wat duurt een jaar toch vreeselijk lang!” zoo klaagt Dora op Kerstdag +1909. „Verleden Kerstfeest mocht ik niet naar de kerk om mijn +verkoudheid en van 't jaar mag ik nog niet op Oudejaarsavond opblijven, +omdat ik <i>pas</i> 7 werd!”</p> + +<p>„Je hebt 't hard, zusje! Met ons is 't net zoo gegaan; behalve dat wij +niet naar zooveel pleziertjes mee mochten als jij; want toen was Guus +een jongen en Jet bezat nog geen Sjoerd om te vragen voor haar en ook +voor de kleintjes; wees maar getroost, als je 10 wordt ga je mee naar de +avondkerk en blijft tot over 12 uur op!”</p> + +<p><span class="pagenum" title="110"> </span><a id="p_110"></a></p> + +<p>Veel uitwerking oefende deze troostrede niet; de afleiding door Jans +verhalen over alles en nog wat hielp veel beter. Lize, ruim 4 jaar +ouder, tamelijk ontwikkeld, heel flink voor haar leeftijd, kon niet meer +zoo in alles met Dora meedoen; daardoor voelde de kleine meid zich soms +eenzaam; al bleef ze ieders speelpop en liefling; terwijl Mama wel +zorgde, dat ze niet bedorven werd.</p> + +<p>Eén onderwerp vooral kwelde, met steeds wederkeerend en vermeerderend +ongeduld haar kleine hersens, n.l. 't verlangen om <b>ons Prinsesje in +Amsterdam</b> te hebben. Als Dora daarover begon, kwam er niet spoedig een +eind aan. In Den Haag had ze <b>Het Liefje</b> zien voorbijrijden, toen ze +gedoopt zou worden; maar die Hagenaars zagen Juliana, (ze zei meestal +familiaar Juliaantje) meest alle dagen! En op Apeldoorn ging het +ook al zoo. Nu eens het Prinsesje met freule van der Poll en haar +kinderjuffrouw en dan eens, veel mooier: Juliana op den schoot der +Koningin in 't rijtuig.</p> + +<p>'t Heugde Dora als gisteren: dat op een zonnigen dag even voor 12 uur +H. M. met Haar <span class="pagenum" title="111"> </span><a id="p_111"></a>Dochtertje de Koningsschool<a id="FNa_3" href="#FN_3" class="fnanchor"><sup>3</sup>)</a> te Apeldoorn voorbijreed; +daar stormde de jeugd juist naar buiten. „Hoera! Prinses Juliana!” en +roepend omstuwden ze het hofrijtuig, tot groot vermaak der kleine +Prinses. Luid kraaide Zij en schudde, uit eigen beweging, zoo hard Zij +maar kon Haar rammelaar!<ins class="corr" id="corr43" title="Bron: ”"></ins>—„Hè! zoo iets moois moest ik eens beleven, +zoo <i>heel gewoontjes</i> de Koningin en het Prinsesje vlak bij te zien;” +riep Dora uit toen Gustaaf, de wandelende courant, haar dit berichtje +vertelde; en haar verlangen naar de komst in Amsterdam, van <b>ons +Prinsesje</b>, het snoezige Juliaantje, nam gestadig toe, al zou het dan +niets gewoontjes wezen.</p> + +<p>Daar vertelt Papa op zekeren dag aan tafel:</p> + +<p>„'t Is beslist, de Koningin, de Prins en de Prinses komen 26 Mei in +Amsterdam.”—Spijt alle goede manieren, gooide Dora vork en mes neer en +danste uitgelaten van blijdschap de kamer rond. Papa's lachlust redde +haar van straf.</p> + +<p>„Dat belooft wat als we zoo ver zijn,” merkte Mademoiselle met een zucht +op; doch Mevrouw <span class="pagenum" title="112"> </span><a id="p_112"></a>stelde haar gerust. „Dora is eerst uitgelaten in het +vooruitzicht van eenig lang gewenscht genot, Mademoiselle; maar dan gaat +ze er over denken, zich alles en nog wat daarvan voorstellen; en +feitelijk geniet ze dan vooruit, onderwijl en naderhand; maar meer in +stilte; zoo is ze altijd geweest, het lieve kind.”</p> + +<p>In alle kringen loopen weldra de gesprekken over niemand anders dan H. +M. en Prinses Juliana. Hoe Haar te ontvangen, wat men zal doen, wie mee +zal werken, waar alle vreugdebetoon zal plaats vinden? Wel ging het niet +toe als in Almen ten tijde van den Hoofdigen Boer, waar men het 3 maal +30 dagen had over: palen, balken en planken en weer 3 maal 30 dagen +lang over: balken, planken en palen; maar toch men leest geen dag- of +weekblad, men hoort van geen vergadering of men denkt aan de komende +feestweek; en als Mei in het land komt ziet men al hier en daar allerlei +toebereidselen maken.</p> + +<p>In den Gemeenteraad krijgt een mooi plan zijn beslag, en het middelpunt +van alle feestelijkheden De Dam vaart daar wel bij. Drie dagen vóór H. +M. komt, heeft Mademoiselle reeds beloofd <span class="pagenum" title="113"> </span><a id="p_113"></a>de dagelijksche wandelingen +in ontdekkingstochtjes te herscheppen; en, door mijnheer gerustgesteld +omtrent haar eigen veiligheid en die harer leerlingen, zou men allerlei +buurten doorkruisen.</p> + +<p>„Maandag, 23 Mei, <ins class="corr" id="corr44" title="Bron: „"></ins>slag bij Heiligerlee,” zegt Lize met een blijden lach +„en wij, Oranje ter eere! naar.... ja, waarheen? Wat is klaar, +Gustaaf?”—„De Dam pas Donderdagochtend, in de Kalverstraat is men nog +druk aan 't werk. Gaat naar de nieuwe wijken, daar is veel gereed. +Mademoiselle, begint u maar met de brug aan de Ferdinand Bolstraat, dan +langs de Stadhouderskade naar het Rijksmuseum, 't hoofdkantoor van de +tram, over Leidsche- en Koningsplein naar de Doelenstraat, zoo naar de +Jodenbuurt, door de Hoogstraten naar de Warmoesstraat en over de Nieuwe +Brug langs 't Damrak naar het Rokin en dan naar „de Bocht” en naar huis; +dat is een tocht voor van daag; u moet tusschenbeide een eindje trammen +doch 't is warm genoeg <i>met</i> de meisjes <b>buiten op</b>. Veel genoegen +kleintjes!” sprak zeer beschermend de oudste broeder.</p> + +<p>De aangegeven weg door Lize vlugjes opgeteekend geeft groote voldoening +aan de wandelaarsters. <span class="pagenum" title="114"> </span><a id="p_114"></a>De brug over de Stadhouderskade gaf zoo iets +geheel anders te zien dan naar gewoonte. Ida teekende die in haar +zakboekje aan onder 't opschrift: „de illuminatie.”</p> + +<p>„Die 5 eerepoorten tusschen het Rijksmuseum en de IJsclub, wat zijn die +mooi en overal reuzen van J's; de 3 Amsterdamsche kruisen met franjes; +en die zuilen zoo mooi wit geschilderd; en al die deviezen, 't is eenig +fraai,<ins class="corr" id="corr45" title="Niet in Bron.">”</ins> roept Lize telkens uit.<ins class="corr" id="corr46" title="Bron: ”"></ins></p> + +<p>„Zal de Koningin ze lezen, eerst: „<span xml:lang="fr">Dieu aide Orange!</span>” en dan die 9 +andere?” vraagt Dora.</p> + +<p>„'t Rijtuig zou dan stil moeten houden, en daarvoor heeft H. M. geen +tijd,” zegt Mademoiselle.</p> + +<p>„Is 't niet jammer, als alles zoo gauw voorbijgereden wordt en de +Koningin onderwijl nog zoo onophoudelijk buigen en groeten moet, +Mademoiselle?”</p> + +<p>„Dora, men zal de Koningin wel van alles verteld hebben of afbeeldingen +er van geven; maar als jelui hier zoo blijft studeeren, komen we niet +verder; vraagt de Hollandsche juffrouw er maar naar; die kent die +spreuken op haar duimpje.”</p> + +<p>„Ida, schrijf je dit op, om bij de illuminatie te gaan zien?”</p> + +<p><span class="pagenum" title="115"> </span><a id="p_115"></a></p> + +<p>„Neen, die Latijnsche spreuk: „<span xml:lang="la">Saevis tranquillus in undis</span><ins class="corr" id="corr47" title="Niet in Bron.">”</ins>, schrijf +ik op. Ze komt me bekend voor. Is ze van Maurits of Prins Willem, Lize?”</p> + +<p>„<span xml:lang="la">Saevis</span> is <span xml:lang="fr">sauvé</span>; <ins class="corr" id="corr48" xml:lang="la" title="Bron: tranquilles">tranquillus</ins> +is <span xml:lang="fr">tranquille</span>; <span xml:lang="la">undis</span> is +<span xml:lang="fr">ondes</span>; dat zou wel kunnen wezen. „Gered, veilig in de baren;” maar mee, +gauw, Mademoiselle is vooruit, pas op, maak haar niet boos.”</p> + +<p>Kijk, voor het kantoor der trams net een brug; een tram zoo groot als +een echte er midden op, niets ontbreekt aan het vernuftige latwerk, wit +en oranje van kleur, met groen en vlaggen gesierd. De meisjes blijven +staan om te bewonderen; Dora begint de electrische knoppen te tellen, +die den avond in dag zullen veranderen. Een heer ziet het opgetogen, +aardige drietal en vertelt ze, dat het personeel van de bureaux alles +zelf bedacht heeft, dat die doorvaart 12 M. wijd is, de lantaarns op de +brug 5 M. hoog zijn en 's avonds, alles schitterend geïllumineerd, door +H. M., door den Prins en Koningin Emma bewonderd zal worden, maar niet +door ons Prinsesje, die moet in Haar wiegje.</p> + +<p>„Naar de Leidsche straat, Mademoiselle!” zegt Lize en weldra valt het +„Welkom Prinses Juliana” <span class="pagenum" title="116"> </span><a id="p_116"></a>allen in het oog; de wapendragers aan de +huizen met de verdere gevelversiering van sparregroen en de vlaggen er +tusschen in, staan allerliefst. Daar is de Heerengracht met de vierkante +kronen aan kabels opgehangen; <ins class="corr" id="corr49" title="Niet in Bron.">„</ins>jammer dat die niet Oranje, rood, +wit of blauw zijn geverfd, vindt je ook niet, Ida? Zou men touw kunnen +verven, Mademoiselle?”</p> + +<p>„Ik weet het niet, maar als die vierkante daken leeg blijven hangen, zal +'t raar staan.<ins class="corr" id="corr50" title="Niet in Bron.">”</ins></p> + +<p>„Er komen oranjekleurige lampions als omgekeerde kronen in te hangen,” +verzekert Gustaaf; „het zal 's avonds mooier wezen dan over dag,” +beslist Lize.</p> + +<p>'t Hotel <span xml:lang="fr">l' Europe</span> vindt beter genade in de oogen der wandelaarsters, +die verklaarden geen vermoeienis te voelen. En 't eilandje in de +Kloveniersburgwal, waarvan een oud heer, die juist zijn woning verlaat +om naar de beurs te gaan haar vertelt, dit aardige stukje gronds is 12 +bij 21 M. en het lichtstuk in het midden, tot 12 Meter hoog, zal zelfs +op 't Rembrandtplein gezien worden.</p> + +<p>Door Hoog- en Damstraat wordt weldra de Vijgendam bereikt; daar vertoont +een geschilderd <span class="pagenum" title="117"> </span><a id="p_117"></a>baldakijn H. M. in 1890 en in 1898 met Koningin Emma +tusschen beide beeltenissen in, terwijl de achterkant de opening van +het Merwede-kanaal voorstelt. Alle andere baldakijns spreken ons van +de Nederlandsche koningen en enkele hunner daden. Koning Willem III +in de Bommelerwaard, en H. M. met Z. K. H. in Zeeland, beide bij de +overstroomingen, de eerste in 't bootje en dezen uit de auto stappende, +zijn treffend afgemaald! Waterloo's slag, naar Pienemans stuk, vertoont +de achterzijde van Willem II en Anna Paulowna, en de Scheveningsche bom, +die den Oranjevorst in 1813 terugvoert, brengt ons aan het uiteinde der +Warmoesstraat, langs welker gevels kleine onderling verbonden schilden +de namen te lezen geven veler steden en dorpen, terwijl hun eigenaardige +nijverheid door de benoodigde werktuigen wordt voorgesteld.</p> + +<p>Toen van het Centraal-Station naar huis.</p> + +<p>Den volgenden dag krijgt de Hooge Sluis een, beurt van de meisjes, van +nabij een boot vol bloemen gelijk, zien ze van de Magere brug, dat zij +een groote kabelbrug voorstelt, die bij de illuminatie een betooverenden +aanblik zal bieden.</p> + +<p><span class="pagenum" title="118"> </span><a id="p_118"></a></p> + +<p>Straten en grachten van Haarlemmerpoort en van Lennepkwartier, van +Plantage en Muiderpoort werden bezocht; en altijd weer nieuwe verbazing +over zooveel verscheidenheid en vindingrijkheid in boog en guirlande, +kroon en ornament, ten toon gespreid.</p> + +<p>Hoe eenig schoon van Spui tot Heiligen weg die luchtige, groote, +vergulde kronen, die in een priëel van groene slingers opgehangen, +zelven boven sierlijke gulden bloemenmanden zweven. „Als de electrische +gloeilichten daar 's avonds bij ontstoken worden, zal dat eind +Kalverstraat een tooverpaleis gelijken,” meent Mademoiselle.</p> + +<p>„Eindelijk! Daar is de Dam, als we die eerepoort door zijn.”—„'t Is +geen eerepoort, Lize; kijk maar 't is een deel van de Damversiering.”</p> + +<p>„Ik zie den Dam niet meer, wel het Paleis en Naatje maar anders is de +Dam weg!” riep Dora mistroostig uit.</p> + +<p>'t Duurde, een poos eer de 3 meisjes door Mademoiselle onderricht, wier +geoefend oog ras de schoone idee dezer ongemeene versiering opmerkte, +zich een heldere voorstelling konden vormen van de omtoovering, die had +plaats gegrepen. <span class="pagenum" title="119"> </span><a id="p_119"></a>Toen zij later de Julianabron met haar watervallen en +opspuitende fonteinen in gekleurd licht zagen baden, het glanspunt +vormende van den schitterend verlichten Dam, begrepen zij pas iets van +wat Mademoiselle dikwijls over de schoonheid van <span xml:lang="fr">La fête de Nuit</span> te +<span xml:lang="fr">Versailles</span> verhaald had.</p> + +<p>„Is die groote tribune voor de hofhouding, Mademoiselle?”</p> + +<p>„Neen, meisje, zeker voor genoodigden, gemeenteraadsleden en andere +heeren met hun dames,” denk ik.</p> + +<p>„Ja, Mademoiselle, Papa krijgt 2 toegangskaarten; hoe mooi zal men daar +de Koningin op het balcon kunnen zien, en de optochthulde, en de aubade +kunnen hooren. Ik wou, dat Papa er 10 had, dan zaten we er allemaal,” +wenschte Lize.</p> + +<hr class="tb" /> + +<p>25 Mei! Gelukkig! dacht de <i>jonge jeugd</i>, om met de Transvalers te +spreken, gelukkig! nog maar één nacht! dan zien we Juliana!</p> + +<p>„Wat, ga jij nu de stad uit, Greta, ik herken je niet! De Koningin hier, +en jij weg?” zoo uitte <span class="pagenum" title="120"> </span><a id="p_120"></a>Maria Gladschaaf haar verbazing in den vroegen +morgen van dien 25n van Bloeimaand.</p> + +<p>„Weet je de schikkingen niet? Ferdinand gaat met jou en Coosje (zijn +knechts krijgen vrije middagen met behoud van loon) naar den intocht +van de Koningin, den Prins met ons Prinsesje kijken; Fer kan niet op 3 +vrouwlui passen, naar hij zegt; Tante heeft <i>mij</i> morgen in Haarlem +genood. Om nu zeker te weten, dat de trein mij meeneemt, ga ik om negen +uur naar de Bloemenstad. Jij bent zeker van Fers bescherming en een +goede plaats op morgen.”</p> + +<p>Maria jubelde en gunde, (trouwens die goede gewoonte was bij de +Gladschaafs inheemsch,) haar zuster dit extraatje.</p> + +<p>Daar stonden ze dicht opeen gepakt, de Amsterdammers. Sommigen al om 7 +uur op het Stationsplein gekomen om een uitgezochte plaats te veroveren +en die tot 5½ uur als het Prinsesje kwam te bezetten! Geen veldheer +verdedigde een pas veroverde vesting met meer trouw, met meer liefde dan +zij die 2 voet gronds!</p> + +<p>Gustaaf kortte den tijd van wachten voor Jan en Louis (hij liet zijn +mede-studenten alleen om <span class="pagenum" title="121"> </span><a id="p_121"></a>zijn broers te helpen, hij is toch een beste? +je ware!) door hun de pas bekende aankomst van Z. K. H. te verhalen.</p> + +<p><ins class="corr" id="corr51" title="Niet in Bron.">„</ins>De Prins stoomde na de begrafenis van koning Eduard VII naar +Edinburg. Hij houdt veel van de zee, daar is de Prins een Mecklenburger +voor.”</p> + +<p>„Ga maar voort, Guus, 'k weet nog alles van Hem en de Berlin,” +vermaande Louis.</p> + +<p>„Van nacht om 12 uur kwam „de Heemskerck” aan de sluis te IJmuiden; een +heer van het Handelsblad mocht aan boord komen en met een ander de reis +meemaken. De Prins op de brug naast den gezagvoerder riep door de +duisternis: „Goeden avond heeren,” ze waren alleen zichtbaar door het +licht der seinlantaarns, want 't was knap donker. Om half één ging de +Prins naar kooi. Om 3 uur lag Hr. Ms. „Heemskerck”, de Prinsenvlag in +top (tegenwoordig zonder gekijf zou de Hollandsche juffrouw zeggen) voor +den ingang van het Oosterdok. Ongeveer half 10 verkondden de vuurmonden +van de Heemskerck al bulderende, dat de Prins in de admiraalsloep, nù +met de Prinsenvlag gesierd, naar het Centraal Station voortschoot, en de +Prins als vice-admiraal <span class="pagenum" title="122"> </span><a id="p_122"></a>gekleed stapt onder luid gejuich aan wal en +wordt door burgemeester Roëll welkom geheeten.</p> + +<p>Vergezeld van den burgemeester in ambtsgewaad, kwam Z. K. H. in de +koninklijke wachtkamer.</p> + +<p>Opgelet jongens, als de Koningin aan de grens van Amsterdam komt, wordt +er een koninklijk saluut op de „Heemskerck” gelost, meteen zal de +grootste klok van den Wester geluid worden en ook de Beursklok; en de +klokken op het paleis spelen: „Dankt, dankt nu allen God.”<ins class="corr" id="corr52" title="Niet in Bron.">”</ins></p> + +<p>„Guus, Vincent speelt niet, maar slaat op zijn toetsen,” viel Louis hem +in de rede.</p> + +<p>„Slaat, hoe kom je daaraan; 't is net een reusachtige piano, de toetsen +zijn niet met ivoor overdekt, maar anders”....</p> + +<p>„Toen we laatst met Mademoiselle het paleis gezien hebben, zijn we ook +op den toren geweest en de torenwachter”....</p> + +<p>„Mis, Louis! die zijn er niet meer; hij was een beambte ten paleize,” +verbeterde Jan, „die”....</p> + +<p>„Vooruit dan!”</p> + +<p>„Achteruit gaat hier beter, dan neemt een ander je mooie plaats!” spotte +Jan.</p> + +<p><span class="pagenum" title="123"> </span><a id="p_123"></a></p> + +<p>„'t Doet er niets toe, die ten paleize dan, zei tegen mij, toen ik hem +vroeg wat die schermhandschoenen daar moesten doen. „Jongenheer, die +zijn van mijnheer Vincent om de klokken te laten spelen, anders zou +mijnheer zijn handen stuk slaan, om die groote, zware klokken te doen +bewegen,”—dus Gustaaf....”</p> + +<p>„Hoor, hoor! <b>boem! boem!</b> dat is het kanon! De trein komt dadelijk. Goed +kijken, jongens!”</p> + +<p>De halzen uitgerekt, de oogen turende op den uitgang van het koninklijk +paviljoen, dachten Jan, en Louis over niets meer dan hoe hard ze hoera! +zouden roepen.</p> + +<p>We laten ze juichen en zien ondertusschen, hoe H. M. uit het +salonrijtuig van Koningin Emma gestapt, (want Prinses Juliana komt in +het eigen salonrijtuig Harer Koninklijke Moeder van het Loo,) vroolijk +op den Prins-Gemaal toetreedt, een echt hartelijke ontmoeting! In de +wachtkamer is te midden der hooge heeren de kleine Willem Roëll, zoontje +van Hr. Ms. vroegere hofdame, een door H. M. zelve ten doop gehouden +petekind; de kleine man maakt echt kranig een hoflijke buiging voor ons +aller Koningin; die weldra, na <span class="pagenum" title="124"> </span><a id="p_124"></a>op het stationsplein van een lief klein +meisje een bouquet te hebben aangenomen, onder het spelen van het +Wilhelmus, zich in Haar rijtuig neerzet en langs den korten, maar zoo +vroolijk gesierden intochtsweg onder de aloude driekleur den Dam +bereikt.</p> + +<p>Op den Dam! O, op den Dam! Daar is het heerlijk!</p> + +<p>Hoe goed ook gedrild, de paarden der huzaren sidderen, steigeren of +brieschen, toen, na al het gejubel onder het oprijden van den stoet, en +enkele oogenblikken van stilte, de balcondeuren opengaan en wij weer +voor het eerst na 1908 <b>onze Koningin</b> op het balcon zien verschijnen! De +luide hoera's stijgen op, het koper schalt met zijn doordringende +klanken de nationale en de stedelijke blijdschap uit! De Koningin buigt, +de Prins slaat aan, de ovatie wordt herhaald en herhaald, en vol +welgevallen slaat het Koninklijk Echtpaar de geestdriftig juichende +menigte op den versierden Dam eenige minuten lang gade, om na nog een +buiging, en nog een groet naar binnen te gaan.</p> + +<p>Tot vertrekken was Jan noch Louis van het <span class="pagenum" title="125"> </span><a id="p_125"></a>C. S. te bewegen. „Nu we hier +zoo'n beste plaats hebben Guus, blijven we tot de Koningin naar Haarlem +gaat; dan hebben we Haar vandaag ten minste tweemaal gezien.”</p> + +<p>„Wat zal Mama zeggen?”</p> + +<p>„Hun hoofd is op hol, ze denken om eten noch drinken dezer dagen.” „Dat +zul je hooren, en we zijn vóór 12 thuis; ga maar heen we passen wel op +ons zelf.” Gustaaf vond het voor Louis wel wat gewaagd in die drukte en +bleef bij hem.</p> + +<hr class="tb" /> + +<p>Terwijl H. M. de hoofdstad der provincie bezoekt, waar men sedert 1897 +de Koningin niet had mogen begroeten, trekt door Amsterdam een +eigenaardige optocht van versierde expeditievoertuigen.</p> + +<p>„Anton, vondt je 't mooi, die optocht?” vroeg Greta onder de thee in de +keuken.</p> + +<p>„Mooi, neen, zeker niet, wel aardig. 't Is leuk bedacht en nog leuker +gedaan en de muziek op die wagens er bij maakte het vroolijk; en dan, +de menschen moesten nu toch van middag wat te zien hebben, terwijl we +op het Prinsesje wachtten. Maar je kon er wat van leeren as je om die +steenkolenmijn <span class="pagenum" title="126"> </span><a id="p_126"></a>denkt; hè, wat een ellendig leven hebben die mijnwerkers; +honderden ellen onder den grond en dan lees je zoo dikwijls van +ontploffingen en overstroomingen in zoo'n mijn; 'n mensch moet er niet +aan denken, als je de kachel opstookt, brrr!”</p> + +<p>„Grappig vond ik die meisjes in die groote lijst van +spuitwaterflesschen,” zei Anna; „'t is te hopen, dat ze geen dorst +kregen, anders was 't om tureluursch te worden.”</p> + +<p>„O, en dan die waschinrichting-reclame! Eén wagen met waschmanden vol +bloemen en een met een wasch op de lijn; die vond ik het dolst,” bracht +de keukenprinses in.</p> + +<p>„Neen, die kippenloopen met al die kakelende kippen en kraaiende hanen, +die maakten iedereen aan het lachen,” meende het schellemeisje.</p> + +<p>„'t Fijnste van alles gaf 'n bloemist; 6 jonge meisjes in het wit in een +gazen tent geheel versierd met rose rozen,” sprak Ida, die juist iets +kwam vragen.</p> + +<p>„En als de oudste juffrouw trouwt, laat ze in Friesland tegen de +vochtigheid daar, zeker zoo'n huis van luchtbanden bouwen, net als op +dien <span class="pagenum" title="127"> </span><a id="p_127"></a>wagen van de autofabriek stond, jongejuffrouw?” vroeg Anton +lachende.</p> + +<p>„Wie weet wat ze doet, maar haal me gauw die groote doos voor bloemen, +Mevrouw zegt dat jij ze 't best op zolder vinden kunt, Anton,” en weg +was ze om toch niet te veel van het gesprek binnen te missen; 't gesprek +over het glanspunt van dien 26n Mei, de intocht van Prinses Juliana!</p> + +<hr class="tb" /> + +<p>„Zit je goed Coosje? Jij ook Marie?” aldus onderzocht Gladschaaf Jr., +toen vrouw en zuster een uitnemend hoekje innamen, van waar ze over een +paar uur Prinsesjes blijde inkomst zouden aanschouwen.</p> + +<p>„Wat een mooi gezicht al die vereenigingen en corporaties met hun +banieren langs het Damrak en hier op het Stationsplein; 't lijkt op den +intocht van de huldiging, vindt je niet Ferdinand?” vroeg zijn vrouw.</p> + +<p>„O ja, daar heb je groot gelijk in en 't is zulk mooi weer!”</p> + +<p>„Wat zag de Koningin er nog jong en lief uit.”</p> + +<p>„H. M. is nog niet oud, al is het 12 jaar geleden <span class="pagenum" title="128"> </span><a id="p_128"></a>en ze vertellen, dat +de Koningin er heel goed uitziet en weer veel jonger dan voor een paar +jaar.”</p> + +<p>„Echte vrouwenpraatjes,” zei de jonge man; „Marie me dunkt het is een +historische datum vandaag, help me eens.”</p> + +<p>„Zeker, 1578, Amsterdam verlaat de Spaansche zijde op 26 Mei; die +roemrijke omwenteling zonder bloedvergieten. Toen was het ook vol op den +Dam.”</p> + +<p>„Je hebt gelijk, waar Naatje staat, bevond zich de wolwaag, daar +stormden de gewapenden uit naar het Stadhuis, en ze brachten de +vroedschap op de schuiten, die in het Damrak lagen bij de Papenbrug hè?”</p> + +<p>„Juist zoo, Fer; en allen jammerden, want ze meenden men zou hen nu eens +verdrinken; maar ze werden alleen netjes aan den Diemerdijk gezet; 'k +zei van morgen tegen Vader: Zonder 26 Mei 1578 hadden we heden dezen dag +hier niet.”</p> + +<p>„En wat zei Vader toen, Marie?”</p> + +<p>„Wie weet kind! Wie weet! En hij voegde er bij:</p> + +<div class="figcenter" style="width: 405px;"> + <p><span class="pagenum" title="-"> </span><a id="p_128a"></a></p> + + <a href="images/128a.jpg"><img src="images/128a-t.jpg" width="405" height="288" alt="De verlichte Westertoren te Amsterdam." title="[Klik voor vergroting (1214×864px, 126kb)]" /></a> + <div class="caption"><i>De verlichte Westertoren te Amsterdam.</i></div> + + <p><span class="pagenum" title="-"> </span><a id="p_128b"></a></p> +</div> + +<p><span class="pagenum" title="129"> </span><a id="p_129"></a></p> + +<div class="poem"> +<div class="stanza"> + <span class="i0">Weg heeft Hij allerwegen<br /></span> + <span class="i0">En middelen zonder tal,<br /></span> + <span class="i0">Zijn doen is louter zegen.<br /></span> +</div> +</div> + +<p class="noi">Toen keerde hij zich om en ging uit.”</p> + +<p>Al pratende bemerkte dit drietal, hoe allengs de tijd verliep; en ze in +hun hoekje van alles konden waarnemen.</p> + +<p>„Daar staat de gouden koets voor de koninklijke deur, Fer!”</p> + +<p>„Ja, in 't Ochtendblad werd verzekerd, dat Prinses Juliana daarin zou +binnenrijden.”</p> + +<p>„Wat is de Koningin toch beleefd en dankbaar; de eerste keer dat het +lieve Kind hier binnentrekt, gebruikt H. M. het geschenk der +Amsterdammers; evenals toen Prins Hendrik de eerste maal hier was; toen +is het Koninklijk Paar in de gouden koets naar den Schouwburg gereden. +Het leek wel een sprookje; zoo schilderachtig zaten die twee daarin, ik +zie het nog als ik m'n oogen toedoe.”</p> + +<p>„Niet zoo familiaar <i>die twee</i>; Coosje, Coosje! Maar zeker zal de +Koningin het Prinsesje dan op Haar schoot nemen; dat zal ook een +sprookje lijken;” zei Marie.</p> + +<p><span class="pagenum" title="130"> </span><a id="p_130"></a></p> + +<p>„Houd stil! Gauw! hoor de muziek!” riep Gladschaaf thans.</p> + +<p>„Kijk, kijk de Koningin draagt zelve Haar Kindje, hoe snoezig, hoe +moederlijk! Nu de koets in; daar zit ons Prinsesje op Moeders schoot!”</p> + +<p>Het is een schoon, overweldigend oogenblik van hooge, nationale +geestdrift, het is niet te schilderen! Die jubelkreten, dat buigen +der vaandels en banieren, die honderdduizenden, dicht opeengepakt, +verlangend, reikhalzend om de jongste Oranjespruit te aanschouwen! En +stapvoets gaat de sprookjeskoets verder, door zes prachtige, zwarte +paarden getrokken, van den bok door den gepruikten koetsier gereden en à +la daumont bespannen. De Koningin neemt het handje van Haar Dochtertje +en laat het Haar juichenden Amsterdammers toewuiven; 't lijkt wel alsof +Prinsesje schik heeft in al dat gejubel.</p> + +<p>Daar komt de stoet voor het paleis. De Koningin wendt het Prinsesje naar +rechts en laat Haar aan de Janmaats der eerewacht het eerste zien. Even +stilte, want de Koninklijke Familie heeft de gouden koets verlaten, +aller oogen richten zich naar het balcon.</p> + +<p><span class="pagenum" title="131"> </span><a id="p_131"></a></p> + +<p>Daar gaan de deuren weer open, de Koningin verschijnt, neemt plaats op +een zetel en toont de vorstelijke telg zittende op Haar Moeders schoot! +Even huilt de kleine, geen wonder! Zoovele stemmen, zoovele kreten, zulk +een gejubel zou een grooter kind ontstellen; maar 't is gauw over; +Moeders schoot is ook voor een vorstenkind de veiligste schuilplaats.</p> + +<p>De menschen genieten van dien aanblik en jubelen het blozende, +allerliefste gezichtje tegen, dat verwonderde, groote oogen opzet of +naar Haar Koninklijke Moeder vertrouwelijk opziet.</p> + +<p>Niemand werd het jubelen moe en zelfs toen de Koninklijke Familie naar +binnen ging klonken de hoera's nog helder en blij op!</p> + +<p>Wel te rusten Prinses Juliana! We zien elkander weer!</p> + +<hr class="tb" /> + +<p>De 2 kaarten van Papa worden niet vervijfvoudigd naar Lize's wensch, +doch dijen wel genoegzaam uit om de vrouwelijke oogen in staat te +stellen H. M. voor de aubade op het balcon te zien komen met Prinses +Juliana op Haar arm. Daar kijken de lieve, blauwe oogjes neer op die +<span class="pagenum" title="132"> </span><a id="p_132"></a>duizenden tot <b>Haar</b> opgeheven, blijde gezichtjes. De vlaggetjes met hun +kransjes, (de firma Simons maakte ze in enkele dagen alle 8000, van +duizenden oranjebloempjes, groene blaadjes en een half millioen meter +lint) worden gezwaaid, de stemmetjes roepen Hoera! Hoezee! Oranje boven! +Leve 't Prinsesje, van alles, weer door Hoera's overstemd!</p> + +<p>Maar de heer den Hertog heft den dirigeerstok op, na enkele oogenblikken +van stilte ruischt het echte, het geliefde volkslied door de lucht; zang +en orkest hebben coupletten van het Wilhelmus (nieuwe zetting) +geëindigd. Daar schalt het Oranjeliedje, gevolgd door Heye's vlaggelied +(getoonzet door Wilhelmus Smits.) Hadden die twee dàt eens beleefd; zóó +mooi gezongen; zóó vol gevoel, die verheerlijking van onze dierbare +driekleur, en nog wel voor zulke doorluchtige ooren, ter eere +<ins class="corr" id="corr53" title="Bron: ven">van</ins> het aanvallige, afgebeden Kindje!</p> + +<p>Reeds wordt het vlaggelied gevolgd door 't aardige versje, zóó gepast +voor deze gelegenheid vervaardigd: „Ons Prinsesje.” De kleine zangers en +zangeressen leggen er al hun liefde en geestdrift in, en Ons Prinsesje, +dat daar boven hen <span class="pagenum" title="133"> </span><a id="p_133"></a>tegen de ruiten klopt, kiekeboe speelt of weer naar +al die kindertjes kijkt, neemt overal deel in op Haar manier. De dichter +Nijk en de componist den Hertog, die twee genoten, in levende lijve, van +hun welgeslaagde poëzie en muziek. Wel hebben de zangertjes hun best +gedaan, want onberispelijk heffen ze nogmaals het Wilhelmus aan, nu naar +de oude zetting en dat.... zonder orkest!</p> + +<p>De Koningin blijft, zichtbaar ontroerd, even zwijgend toeven; daarna +laat H. M. de heeren Prof. Fabius, den Hertog, en Nijk bij zich nooden.</p> + +<p>„Ja, Mama, die eerste is de professor, de tweede de heer die de maat +sloeg, ze gaan met een derde naar binnen; nu moeten we tot van avond +wachten eer we hooren wat de Koningin zegt.”</p> + +<p>„Kijk Ida, Dora, Mademoiselle! daar komt de professor op den hoogen +stoel; hij roept wat door een koperen spreekbuis.<ins class="corr" id="corr54" title="Niet in Bron.">”</ins> ('t Was een +scheepsroeper!) „De Koningin laat de kinderen zeer hartelijk bedanken, +dat ze zóó mooi en zóó treffend hebben gezongen; en de onderwijzers voor +de vele zorgen door hen aan het instudeeren besteed. De Koningin heeft +de aubade heel mooi gevonden!”</p> + +<p><span class="pagenum" title="134"> </span><a id="p_134"></a></p> + +<p>Die boodschap wordt met luid gejubel, gewuif en vlaggengezwaai van die +8000 jeugdige Nederlanders ontvangen. Nogmaals hoera! en hoezee! Leve 't +Prinsesje; en 4 aan 4 trekken ze de Nieuwe Kerk weer in, even ordelijk +als ze er uitgemarcheerd waren.—Alle kinderen ontvingen een portret van +het Koninklijk Gezin, opzettelijk vervaardigd voor deze gelegenheid.</p> + +<p>„Jammer dat wij niet schoolgaan! hè Ida en Lize? Het Prinsesje staat er +zoo snoeperig lief op, Juliaantje steekt haar dikke poezelhandje in de +blouse der Koningin! Ze is om te stelen, zoo lief! Ga mee naar beneden, +het nichtje van Anna heeft meegezongen, zij is in de keuken om het haar +tante te laten zien; Anton riep mij daarvoor,” zoo uitte Dora haar +bewondering voor de koninklijke gift aan de zingende kinderen!</p> + +<p>„Ja, het is allerbeelderigst!” betuigden de grooteren, <ins class="corr" id="corr55" title="Niet in Bron.">„</ins>en de +datum staat er onder gedrukt en het is zoo lief op licht bruin karton +afgezet; 't is wezenlijk fraai!”</p> + +<p>Niet alleen H. M. onderhield zich met de 3 heeren, de Prins betuigde +zijn verbazing over de buitengewone eenheid in den zang van dit +reusachtig <span class="pagenum" title="135"> </span><a id="p_135"></a>kinderkoor. Wel wist Z. K. H. dat de heer den Hertog 8 maal +met telkens 1000 kinderen gerepeteerd had, maar zulk een eenheid had +Z. K. H. voor deze uitvoering niet mogelijk geacht.</p> + +<p>H. M. huldigde den heer den Hertog voor de toonzetting en uitvoering +van „Ons Prinsesje.” De Koningin sprak van de bekoring, die de tekst +van dit liedje op Haar had uitgeoefend; en ook verblijdde H. M. zich, +dat Prinses Juliana zich tijdens de uitvoering zoo goed had gehouden.<ins class="corr" id="corr56" title="Bron: ”"></ins></p> + +<p>Dit laatste gaf gewis 't grootste genot aan de zingenden, reeds +opgetogen door de onderscheiding dat zij de Amsterdamsche schooljeugd +vertegenwoordigden en daarbij van ochtend de zoo mooi versierde Dam heel +alleen voor hen was.</p> + +<p>„Al worre me kindere 100 jaar, ze vergete van daag nooit meheer,” zoo +sprak een moeder uit het volk, die vóór 8 uur bij den Dam was met de +kleintjes, en den vorigen dag, daar op het trottoir, met allen +gekampeerd had van 8 tot 5½ uur om alles te zien, slechts nu en dan op +den rand gezeten om van het meegebrachte brood en de flesch koude koffie +te gebruiken.</p> + +<p>In de Van Speykzaal sliep ons Prinsesje zeker <span class="pagenum" title="136"> </span><a id="p_136"></a>rustig en goed, al weet +Zij in de eerste jaren nog niet wie de meubelen daarvan bestelde; n.l. +Z. M. Willem III, en dat, toen de Kon. Tapijtfabriek te Deventer schreef +geen tapijt in enkel rood en zwart, voor die zaal passende en dat de +fabriek eer aan zou doen, te kunnen leveren, dat toen Z. M. zelf een +teekening ontwierp, waarnaar het kleed in de Amsterdamsche kleuren +vervaardigd werd en ook Koning Leopold behaagde, toen deze vorst in 1883 +door Z. M. ten paleize alhier ontvangen werd. Het vervaarlijk groote +ruiterbeeld van Koning Willem II stond toen nog in de groote zaal, +waarboven de vlag van Chassé hing, die vlag werd door Leopold II +opzettelijk gegroet. Hij zeide: „Hulde aan den dappere!”</p> + +<p>„Vooruit dan,” zou Louis roepen en hij heeft gelijk. Daar staat het +hofrijtuig en Prinses Juliana rijdt met Freule van der Poll en juffrouw +Manting uit. Voor het eerst komt de wacht in het geweer voor de Prinses +alléén! Wacht maar! Nu draait Zij het hoofdje slechts om naar de mannen +in uniform, over een paar jaar, zal Juliana, net als ons Prinsesje +Wilhelmientje, de wapens groeten met haar handje. „Ze keek naar ons, +zag jullie <span class="pagenum" title="137"> </span><a id="p_137"></a>het wel?” zoo vraagt men elkaar. En onwillekeurig komt de +geschiedenis van den schildwacht bij den tuin van het Noord-Einde op het +tapijt.</p> + +<p>Daar in een eenzaam hoekje op post, ziet hij de verpleegster met 't +Prinsesje op den arm in den tuin komen; goed soldaat als hij is, +presenteert hij het geweer. De zuster ziet er niets van, de kleine +Hoogheid nog minder, doch Prins Hendrik, juist voor een der ramen in +den achtergevel, merkt het op. De schildwacht wordt afgelost en moet op +orde van H. M. (aan wie Z. H. het verteld had) in het paleis komen. De +Prins prijst zijn gevoel van gehoorzaamheid, en uit naam der Koningin +ter gedachtenis aan het feit dat de Prinses heel alleen een eersten +militairen groet ontving biedt Z. H. hem de keus aan tusschen een +juweelen dasspeld en een gouden horloge met toepasselijk inschrift.</p> + +<p>Waarheen is de Prinses intusschen getogen? Naar het Vondelpark; heeren +bestuurders van dit park, door rijke en vermogende Amsterdammers voor +hun stadgenooten aangelegd en onderhouden, hebben H. M. een afgerasterd +gedeelte tot kindertuin voor ons Prinsesje aangeboden <span class="pagenum" title="138"> </span><a id="p_138"></a>tijdens Haar +verblijf in ons midden. Dankbaar aanvaardde H. M. deze vriendelijke +schikking. Daar kan het lieve Kindje zonder gedrang of gedruisch +frissche lucht genieten. En waarin rijdt Prinses Juliana rond? In den +Zeeuwschen wagen. 't Is te hopen dat de Zeeuwen van de Zanghulde dit +eens gaan zien, ze zullen er in groeien! Wij Amsterdammers althans +vinden het uitnemend dat de Prinses in onze wieg rustte, al bood Moeders +eigen kinder-slaapstede Haar voor den nacht een gezelliger hoekje.</p> + +<p>Soms tweemaal per dag gaat het lieve Kindje naar haar tuin; op het gras +dicht bij den vijver wordt Haar wagen gereden en kijkt Zij naar de +zwanen. Op heen- en terugtocht altijd honderden om ons Prinsesje te +zien. Eens, daar bemerkt het scherpziend oog eener moeder, dat de kleine +Prinses op weg naar huis begint te knikkebollen. „Ze is zeker moe, laten +we niet hoera roepen!” Dit liefdevol besluit vindt dadelijk instemming. +Zij legt haar vinger op den mond, dit wordt nagevolgd; de wacht wordt +gewaarschuwd en komt naar buiten, doch de trom zwijgt, en ingesluimerd +wordt het Liefje naar binnen gedragen. Zoo vindt <span class="pagenum" title="139"> </span><a id="p_139"></a>de wacht het ook goed, +al kregen ze er al schik in, dat Prinses Juliana soms naar hen omkijkt +over den schouder der verpleegster heen.</p> + +<p>„Gauw, gauw! Jan en Louis,” roept een hunner vrindjes, die juist +vernomen heeft, hoe ons Prinsesje van morgen niet naar het Vondelpark +rijdt en op weg is naar Artis. „Gauw, jongens! gauw op de fiets dwars +door de Jodenbuurt zijn wij er nog eer!” Heelemaal lukte dit niet, maar +toch zat Haar Hoogheid pas in den witten wagen, toen de knapen hun fiets +stalden; doch H. M. die Zelve Haar Dochtertje bracht, Die hadden ze niet +herkend in de eenvoudig gekleede dame, die naast den wagen ging.</p> + +<p>„Gaat Prinsesje eerst naar het mooie apenhuis, wat denk je Jan?”</p> + +<p>„Neen, Louis, die maken soms zoo'n geschreeuw—en dan kon ze wel eens +schrikken; Ze zal de eendjes voeren.”</p> + +<p>En zoo ging het ook. Bij den vijver gekomen nam uit een mandje +Prinsesjes handje stukjes brood; doch als alle kleintjes, stak Prinsesje +eerst wat in het eigen mondje; en bij den zwanenvijver gooide Zij onder +luide toejuiching het heele mandje <span class="pagenum" title="140"> </span><a id="p_140"></a>al zwaaiende in den vijver. Een +kiekje werd van H. K. H. genomen op den arm van zuster Manting. Daarna +met Freule v. d. Poll tusschen de steenen, liggende beelden gezeten, +werden twee lorretjes met hun standaards bij Prinsesje neergezet. Groote +oogjes zette 't Prinsesje op, als die kromme snavels in het geweekte +brood pikten en als ze hun mooie gekuifde koppen weer oplichtten, dan +strekte de Kleine de handjes uit van pret.</p> + +<p>„Kijk Jan! die is ferm hè?”</p> + +<p>„Goed zoo, 't komt niet te pas,” zei hij.</p> + +<p>Deze tweespraak betrof een juffrouw, die den wagen naderde en van 't +Prinsesje een handje wilde hebben en voor die vrijpostigheid met de +parasol van freule v. d. Poll, welke de lakei droeg, een tikje op haar +vingers kreeg.</p> + +<p>De freule schudt weldra de lakentjes en 't dekentje uit, want de kleine +Hoogheid had wat gekruimeld, dekt alles met een fraai wagenkleedje toe +en begeeft zich daarna met de kinderjuffrouw, die het Prinsesje op haar +arm draagt, naar den Aquarium-uitgang, waar het hofrijtuig en een groote +menigte het Kindje opwachten.</p> + +<p><span class="pagenum" title="141"> </span><a id="p_141"></a></p> + +<p>Het publiek, onderwijl veel talrijker geworden, gedroeg zich niet +altijd zeer bescheiden, holde zelfs over grasperken heen, om dichtbij te +komen; doch vergeeflijk was het misschien? omdat Ons Prinsesje pas voor +de eerste maal in Amsterdam en in Artis kwam!</p> + +<p>Kom vaak terug, lief Kindje! Bezoek dikwijls onze geheel eenige, en zoo +rijke diergaarde!</p> + +<p>„Daar is oom de burgemeester, en Jets aanstaande schoonpapa! Die gaan +morgen naar het paleis voor de Cour van gelukwensching,” zoo verklaarde +Lize bij de aankomst der twee eerste gasten, die van Amsterdams jubelen +kwamen genieten. Niet alleen bij Dora's ouders, bij tal van andere +Amsterdammers namen bloedverwanten of vrienden hun intrek, heden voor +de Zanghulde, en later om den optocht en de illuminatie te zien.</p> + +<p>Van het allerschoonste, het geheel eenige, dat de laatste te zien +zal geven, kunnen we reeds genieten, van onzen Westertoren! Hoe +onbeschrijflijk lieflijk en teeder schittert die goudglans, en geeft +van omloop en trans, van kroon en kruis den omtrek nauwkeurig weer! +De donkere toren <span class="pagenum" title="142"> </span><a id="p_142"></a>is er als achter verdwenen en wordt slechts, als het +uur slaat en de lichtjes dooven, weder als reusachtige, sombere massa +zichtbaar! Maar dadelijk daarna gloeien ze weer aan de 5000 lichten, en +pralen in stillen gloed, sprekende van Amstels blijdschap, nu Prinses +Juliana voor het eerst binnen de gordel der 3 koninklijke grachten +sluimert.</p> + +<p>Nooit of nimmer heeft de gevel van ons statig paleis op den Dam zulk een +gejubel van geestdrift gehoord, als toen H. M. met Prinses Juliana op +den arm het balcon betrad. 't Leek wel of die 6000 dames en heeren uit +alle oorden des lands met die 4000 kinderen alleen daartoe hier gekomen +waren om voor Koningin en Prinses te juichen!</p> + +<p>Maar 't doel hunner tegenwoordigheid reeds lang te voren vastgesteld +is een zanghulde! Een Oranje-Nassau-Cantate op muziek van den heer +M. H. van 't Kruys met woorden van den heer P. Landsman zal worden +voorgedragen. Eén generale repetitie hield men van morgen achter +Oranje-Nassau. En thans, Prinses Juliana zichtbaar voor een der ramen, +H. M. en Z. K. H. gezeten op het balcon, daar klinkt de oproep:</p> + +<p><span class="pagenum" title="143"> </span><a id="p_143"></a></p> + +<div class="poem"> +<div class="stanza"> + <span class="i0">„Blaast de bazuin, juicht nu vroolijk gij landen,<br /></span> + <span class="i0">Volk van de zee en gij volk van de stranden,<br /></span> + <span class="i6">Volken in Oost en in West!”<br /></span> +</div> +</div> + +<p>Zij zullen ze lezen in Oost en West, die schoone Feest-Cantate en +lezende zullen ze genieten. Maar daar, onder die heerlijke Meizon te +hooren, hoe de paleisklokken den zang der kinderen daar van uit den +koepel inluiden, hoe ze mede instemmen die muziekkorpsen, in dien +feestzang! Dien zang zoo te hooren, uit naam van gansch een volk +toegezongen aan Neerlands Koningin, toegezongen aan de Koningin, als +Moeder, toegezongen aan den Prins-Gemaal, als Vader, toegezongen op +huppelende tonen door de kinderen aan hun Prinsesje Juliana, toegezongen +aan de (afwezige) geliefde Koningin-Moeder, eenmaal Koningin-Regentes, +nu Koningin-Grootmoeder, 't is en blijft onbeschrijflijk, hoe die zang +daar onder den vrijen hemel opklonk; en hoe de zangers bezield door +Vondel met den Vlissinger in bond, in naam van de geheele natie, het +hart verheffen in hun zang tot Aller Heeren Heer! om Hem te danken en +hoe zij verklaren nimmer Zijn liefde en trouw te willen vergeten!</p> + +<p><span class="pagenum" title="144"> </span><a id="p_144"></a></p> + +<p>Niet minder geroerd dan 's morgens luistert het Koninklijk Echtpaar toe +en volgt aandachtig den tekst der Cantate.</p> + +<p>'t Is voorbij! De laatste woorden, „Willem van Nassau,” zijn gezongen, +de laatste tonen smelten weg. De zanghulde is geëindigd!—</p> + +<p>Prof. Fabius en de heer Van 't Kruys worden bij H. M. ontboden, de +dirigent-componist heeft de vriendelijkste gelukwenschen in ontvangst +te nemen, Prof. Fabius krijgt in opdracht namens H. M. in de warmste +bewoordingen aan alle deelnemers Hr. Ms. hartelijken dank over te +brengen voor die uitvoering, voor die uitnemend geslaagde zanghulde, en +Hr. Ms. blijdschap te betuigen dat er <b>uit alle deelen des lands</b> +deelnemers voor deze zanghulde zijn opgekomen!</p> + +<p>Een luide ovatie beantwoordt Hr. Ms. boodschap en allen trekken in rijen +van 4 al groetende voorbij het balcon, steeds teruggegroet door H. M., +Z. K. H. en het snoezige Prinsesje, die nu eens in het rechter, dan weer +in het linkerhandje met een klein wit zakdoekje wuift; het gansche half +uur, dat het voorbijtrekken duurt.</p> + +<p>Prins Hendrik schijnt schik te hebben in het <span class="pagenum" title="145"> </span><a id="p_145"></a>fanfarencorps „St. +Caecilia” der Volendammers in hun eigenaardige kleedij gedost met +de Astrakan mutsen op het hoofd. Kwartier over zessen gaan H. M. en +Z. K. H. weer naar binnen;—zeker zal die zanghulde nog menigmaal het +onderwerp van Hun gesprek zijn.</p> + +<hr class="tb" /> + +<p>„De Koningin heeft het geducht druk dezer dagen. Zaterdag, evenals +Vrijdagmorgen, de Cour van gelukwensching ten hove; en 's namiddags +de rijtoeren, maar niet tot verfrissching of om uit te rusten, +Zaterdagavond de raout; 70 dames werden in de troonzaal aan H. M. +voorgesteld en toen zaten of stonden de Koningin en de Prins in de +Burgerzaal tot half twaalf; en met tal van personen onderhield zich +H. M., die met de sieraden van het Nationale huldeblijk van '98 getooid +was.”</p> + +<p>„Papa, waarover sprak de Koningin wel met die heeren?” vroeg Jet.</p> + +<p>„Daar er geen audiëntie plaats had, kon H. M. dezen en genen niet +bedanken voor al de feestelijkheden hier ter stede ter eere van H. M. +en Prinses Juliana; zoo o. a. ontving de heer C. W. <span class="pagenum" title="146"> </span><a id="p_146"></a>R. Scholten als +voorzitter der Vondelparkcommissie Hr. Ms. bijzonderen dank voor den +vriendelijken afstand van een deel van dat park als Prinsesjes tuin; zoo +onderhield de Prins zich ook met de heeren der feestcommissie en roemde +hoogelijk deze heerlijke week.”</p> + +<p>„Toen de Koningin en de Prins de Burgerzaal verlieten wendde H. M. zich +nogmaals tot Hare gasten en groette allen met een diepe buiging.”</p> + +<p>„H. M. buigt zeer bevallig niet waar, Mama?”</p> + +<p>„Zoo is het, Ida. Heb je gisteren in Artis het Koninklijk Echtpaar ook +nog gezien?”</p> + +<p>„Ja, Mama; en de jongens ook in de Kerk; Louis wou, dat de Koningin +elken Zondagmorgen hier kerkte.”</p> + +<p>„Waarom, jongste zoon?”</p> + +<p>„Omdat de dominee zoo kort preekte, Mama.”</p> + +<p>„Foei! Louis, vindt jij het niet heerlijk om naar de kerk te gaan,” +vroeg zijn jongste zus.</p> + +<p>„Neen, niet als ik er niets van begrijp, wel als de dominé uit den +Bijbel preekt, dan is 't mooi.”</p> + +<p>„Ze preken altijd uit den Bijbel, jongen, maar je bedoelt zeker over een +geschiedenis;” zeide zijn Grootmama.</p> + +<p><span class="pagenum" title="147"> </span><a id="p_147"></a></p> + +<p>„Was het prachtig op de raout, Amélie?” vervolgde de oude dame.</p> + +<p>„Ja, Mama. Fijne toiletten, niet te veel geschitter van paarlen en +juweelen; vele heeren in rokken, vele ook in hofcostuum en dan de +hoofdofficieren in groot tenue, en Roomsche geestelijken in purperen +kleedij maakten het schouwspel zeer belangwekkend.<ins class="corr" id="corr57" title="Niet in Bron.">”</ins></p> + +<p>Deze en dergelijke gesprekken kortten den tijd, waarin men op den +historisch-allegorischen optocht wachtte bij Dora's ouders, waar hij al +vroeg voorbijtrok; oom de burgemeester en de Friesche baron namen de +meisjes mede om nog eens en nog eens op straat den stoet te zien voorbij +trekken. Het ambtsgewaad van eerstgenoemde, dat hij om de nichtjes te +plezieren had aangetrokken, deed menigeen voor het zestal ruimte maken, +temeer daar Jetje's aanstaande schoonvader zijn kolonelsuniform van +vroeger had aangedaan.</p> + +<p>Bij de Gladschaafs was men ook al vroeg bijeen om van het kleurenrijk +voorbijtrekken toch ten volle te genieten.</p> + +<p>„Nog nooit leenden zich <i>in Amsterdam</i> echte, jonge dames tot +opluistering van een stoet. <span class="pagenum" title="148"> </span><a id="p_148"></a>Heeren, zelfs van onze patriciërs, vormden +vaak een eerewacht; maar zooals heden, de optocht ter eere van Prinses +Juliana's komst in ons midden, neen! zoo is 't bij menschenheugenis hier +nooit gebeurd,” zei de vader.</p> + +<p>Ziet ze daar voorbijtrekken, deftig opgezeten, terwijl ze of vriendelijk +buigen voor het gejuich, of bekenden groeten met gebaar of blik; in +die rijke dracht der XVI en XVII eeuw, vormen ze een levend stuk +geschiedenis. Zoo oordeelen allen, die zich de moeite getroost hebben, +het programma der opstelling vooraf goed over te lezen. En ze leven als +voor ons oog op, die droeve èn die glorierijke dagen!</p> + +<p>Een Egmond en Hoorne onthoofd, een Willem van Oranje vermoord, zoowel +als zijn vertegenwoordigers, een Ripperda, een Ruichaver<ins class="corr" id="corr58" title="Bron: ;">,</ins> een Cabeliau, +een Van der Does, en een Van der Werff, burgemeesters en bevelhebbers +van belegerde vesten.</p> + +<p>Een Amsterdammer als De Rijck met een Treslong en Boisot, vergezeld van +hun Watergeuzen, ze roepen Gods beproevende en reddende hand voor onze +aandacht.</p> + +<p><span class="pagenum" title="149"> </span><a id="p_149"></a></p> + +<p>Daar is het tweetal, die Willems werk voortzetten; Maurits en Willem +Lodewijk, door tal van door hen gevormde krijgslieden omgeven. En de +heer Van Dieden draagt de banier niet minder fier, dan toen hij Wezel +verraste en zoo den Stedendwinger in staat stelde te kunnen uitroepen: +„Dit Bosch is mijn!” En wat al vreemdelingen en groote heeren verdringen +zich om hem, die wel den Vrede van Munster niet meer beleefde, maar +wist, dat die niet verre meer was.</p> + +<p>Hoe aardig stellen die in het witgehulde jonge dames dien vrede voor. +Jammer dat de wagen en zijn hoog toestel niet bestand is tegen het +schokken op de keien, en het op en afgaan der hooge bruggen. Ach, de +Vrede van Munster bracht geen voortdurende rust, en dit zijn zinnebeeld, +werd zelfs door pieken gestut! en moest een poos uit den stoet +verwijderd worden!</p> + +<p>Hoe jammer, dat Willem Frederik en Albertina Agnes ontbreken, wier +huwelijk de verbindende schakel vormt tusschen 't geslacht van Prins +Willem en van Jan den Ouden; door hen toch stamt onze Koningin ook in +rechte lijn van den Vader des Vaderlands af.</p> + +<p><span class="pagenum" title="150"> </span><a id="p_150"></a></p> + +<p>Kon de praalwagen, die het Muiderslot voorstelt, alle dichters en +kunstenaars niet herbergen; al evenmin kon de oorlogsbodem allen +zeehelden, plaats verleenen, die Neêrlands waterleeuw op zeeën en +stroomen deden eerbiedigen.</p> + +<p>Staatslieden en Amsterdamsche burgers, volgen den wagen, die</p> + +<div class="poem"> +<div class="stanza"> + <span class="i0">Aan d' Amstel en aan 't IJ,<br /></span> + <span class="i2">Daar doet zich heerlijk ope<br /></span> + <span class="i0">De Koningin der aard,<br /></span> + <span class="i2">Het sieraad van Europe<br /></span> +</div> +</div> + +<p class="noi">zinnebeeldig vertoont, de Friesche stadhouder met zijn Maykemoe, toen +even bemind als Us-Heit weleer, voorafgegaan door den Koning-Stadhouder +met zijn vrome gemalin, Maria II Stuart, hij die Europa's evenwicht +handhaafde tegen de staatkundige en godsdienstige dwinglandij van een +Lodewijk XIV; zij allen roepen ons het grootsch verleden van ons land +voor den geest.</p> + +<p>Hoe jammer, dat de Scheveningsche bom, zoo eigenaardig van pas hier, +moest achterblijven; en Koning Willem I en de dappere Prins van Oranje, +de held van Quatre-Bras en Waterloo, niet tot <span class="pagenum" title="151"> </span><a id="p_151"></a>hun recht komen, zoo +zelfs dat aan het einde van den stoet een gevoel van teleurstelling zich +van velen meester maakt.</p> + +<hr class="tb" /> + +<p>Precies half twee komt de stoet op den Dam. Prins Hendrik aan de +achterzijde van het paleis bespiedt vooraf den rijken aanblik; en komt +nu met 't Prinsesje op den arm van freule V. d. Poll en H. H. M. M. op +'t balcon, want heden morgen, na 't bezoek aan de collectie Drucker, +hebben onder een toeloop van duizenden en nogmaals duizenden de Koningin +en de Prins aan het Centraal-Station Koningin Emma afgehaald.</p> + +<p>Toen was er weer gejuicht en gejubeld voor het paleis, Koningin Emma met +Haar Kleinkind op Haar arm kwam met het Koninklijk Echtpaar op het +balcon. Het gansche Koninklijk Huis bijeen! Moge God nog vele takken aan +den dierbaren, alouden Oranjestam doen uitspruiten!</p> + +<p>Een der vendels van den optocht heft plechtig het Wilhelmus aan en de +pages der Oranjevorsten en -vorstinnen leggen groote bloemkransen als +hulde neer, terwijl de voorstellers van Hr. Ms. voorgeslacht een rij +vormen en zoo dicht mogelijk <span class="pagenum" title="152"> </span><a id="p_152"></a>naderen om hun eerbiedigen groet te +brengen.</p> + +<p>Rondom het gedenkteeken van Neêrlands volksgeest in 1831 zijn de +muziekcorpsen en vendels geschaard en daar omheen, in groote haag van de +Nieuwe kerk tot de Groote club, de geheele stoet met de praalwagens en +hun begeleiders.</p> + +<p>De stoet vormt zich opnieuw en trekt onder het spelen van vroolijke +marschen of het zingen van Geuzenliederen verder. Die geuzenliedekens +hebben in gansch andere tijden weerklonken, toen de maker, drukker, +verkooper, of zanger vaak zijn vermetelheid met zijn leven boette.</p> + +<p>Prins Hendrik vindt het geheel zoo mooi, dat Z. K. H. den optocht nog +eens wil zien, daartoe spoedt de Prins-Gemaal zich naar den heer Van +Loon-Egidius, uit wiens rijk versierd huis het prachtige schouwspel op +nieuw door den Prins bewonderd wordt.</p> + +<p>„Waar zullen we van avond heengaan voor de illuminatie Ferdinand,” zoo +vraagt zijn vrouw voor zich en de zusters, toen men een beetje +uitgepraat raakte over den optocht.</p> + +<p>„We gaan de Nederlandsche Bank zien, de Gekroonde Valk, de Heemskerck, +de Hooge <span class="pagenum" title="153"> </span><a id="p_153"></a>Sluis, het Museum-Kwartier en al het voornaamste daar tusschen +gelegen. De trams rijden, dus we zullen in een uur of drie misschien +vier dien tocht wel zonder al te groote vermoeienis volbrengen. Vader is +kras genoeg om mee te gaan, maar die houdt Moeder gezelschap, die hier +van avond op Mientje komt passen; zóó heeft Vader het met mij +afgesproken, wat dunkt jullie daarvan?”</p> + +<p>„Het is opperbest, mooi geschikt en Vader en Moeder denken, als altijd, +eerst aan de kinderen!”</p> + +<p>„Net zoo Margreet,” vulde Marie aan.</p> + +<p>Een jaarlijksch koninklijk bezoek duurt gewoonlijk slechts 5 dagen, +ditmaal blijven de hooge gasten langer; en, nadat H. H. M. M. en +Z. K. H. van de illuminatie hadden genoten, waarbij ook die binnenshuis +niet onopgemerkt bleven, de Westertoren doofde bij derzelver komst, maar +door het zoeklicht van de Heemskerck opgespoord, spreidde hij weldra +weder zijn stillen luister ten toon, kreeg Arti Dinsdag een bezoek. +Het bestuur van dit genootschap had uitvoering gegeven aan het lieve +denkbeeld om een tentoonstelling van kinderportretten te openen.</p> + +<p><span class="pagenum" title="154"> </span><a id="p_154"></a></p> + +<p>Tweemaal zou de schoone Amstel op dienzelfden dag de doorluchtige +bezoekers aan zijn oevers zien neergezeten en zelfs op zijn golfjes +medevoeren.</p> + +<p>„Anton, jij hebt van middag maar heel mooi alles kunnen zien en wij +zagen niets!” zoo verklaarde de keukenmaagd des avonds laat, onder een +kopje koffie.</p> + +<p>„Ja, alles heb 'k gezien en heel mooi ook; maar ik had het toch druk +met het bedienen van alle genoodigden op mijnheers plezierboot. De +veranda van „De Hoop” leek een echte serre, met 3 vergulde stoelen, dus +enkel voor de Koninginnen en den Prins, begrijp jullie? Dan hoorde ik +vertellen dat de zaal veranderd, of ze zeggen dan omgetooverd was, in +een Oud-Hollandsch woonvertrek, dan kon H. M. daar even uitrusten, +want de Koningin had de sport op 't IJsclub-terrein ook al bijgewoond. +Van het terras, daar je zoo'n mooi gezicht op den Amstel hebt, hadden +ze het dek van een mailboot gemaakt, en daar zag je de trap naar den +aanlegsteiger. Een havenbootje lag gemeerd en leek op 'n plezierjacht, +het wachtte alleen op de deftige bezoekers.</p> + +<p><span class="pagenum" title="155"> </span><a id="p_155"></a></p> + +<p>Het woei aardig, maar de Koningin schijnt overal tegen te kunnen, +trouwens je moet zeggen, wel een beetje moe, maar uitstekend ziet de +Koningin er uit; en zoo echt gelukkig als men Haar met Haar Kindje +ziet, dat vertelden ze allemaal aan elkaar. 'k Hoorde van dames die +Zondagmorgen door het Vondelpark naar de kerk gingen, en het juist +troffen, toen de Koningin zelve, vóór Zij naar de Nieuwe Kerk moest, +even het Prinsesje naar dat stukje park voor het Kleintje bestemd, +wegbracht.</p> + +<p>Vandaag voeren Ze tot vlak bij het Kalfje, een paar mooie bochten langs, +hè? Allebei de kanten stonden stikvol menschen, en voor alle ramen en op +de daken stonden of zaten ze.<ins class="corr" id="corr59" title="Niet in Bron.">”</ins></p> + +<p>„Op een dak zie je toch niks,” meende Greta.</p> + +<p>„Net mis, je ziet de gezichten van de lui niet, maar de booten en de +versieringen zie je opperbest en zoo ver weg kan je kijken. De Amstel, +niet de Hoop, heeft de Julianabeker gewonnen, ze moesten bijna 5000 M. +roeien. Zulk roeien! Zoo gelijk gaan die riemen op en neer, 't lijkt of +'t er maar één is; en toen de Koningin terugkwam, gingen de versierde +schuitjes, een 60, voorbij; <span class="pagenum" title="156"> </span><a id="p_156"></a>met 2 dames en 2 heeren er in, die groetten +ook allemaal.”</p> + +<p>„Hoe doen ze dat Anton, wuiven de dames?”</p> + +<p>„Wel neen! Net als de matrozen in de sloepen, trekken ze de riemen in en +die houden ze in eens steil rechtop in de hoogte. Als je het nooit zag, +kijk je er eerst beduusd van.”</p> + +<p>„Van avond woei het veel te hard voor de illuminatie en het vuurwerk; +maar ze kunnen de dingen niet uitstellen of afzeggen, dat begrijpen +jullie ook wel. 't Was echt jammer van het geld voor het vuurwerk. Van +het groote, het mooie stuk was bijna niets te zien door de rook die niet +optrok; en van de versierde en geïllumineerde bootjes en schuitjes +woeien de lichtjes uit; aan „De Hoop” konden zelfs de vetpotjes niet +branden.</p> + +<p>Maar dat schip veroveren, dat was toch zóó mooi, dat ging zoo goed; 't +verbeeldde een echt gevecht uit den Spaanschen tijd.”</p> + +<p>„Wie gaven dat, Anton?”</p> + +<p>„De vereeniging Volksweerbaarheid; gisteren vroeg ik den +jongejuffrouwtjes er naar en die vertelden mij, hoe dat al in 1573 +gebeurd was, verbeeldt je. Maar we moeten naar bed.”</p> + +<p><span class="pagenum" title="157"> </span><a id="p_157"></a></p> + +<p>„Kom, vertel het nog effentjes, morgen is er weer wat anders, 't is nu +toch laat.”</p> + +<p>De knecht liet zich niet lang bidden en ging voort. „Juffrouw Ida zei: +Alva had Haarlem ingenomen en schandelijk was daar gemoord en geplunderd +en ze hadden vast en zeker beloofd, dat ze den menschen niets zouden +doen. Toen hebben ze Alkmaar willen nemen, maar dat lukte niet zoo gauw, +als ze gedacht hadden; en ik weet niet krek meer hoe, maar ze hoorden +dat Oranje ze allemaal zou laten verdrinken en toen zijn ze aan den loop +gegaan, 't was in October.</p> + +<p>Onder de hand had Alva een vloot in de Zuiderzee laten komen, groote, +flinke schepen met soldaten en kanonnen er op bij de vleet; de +Hollanders hadden maar kleine scheepjes, maar die durfden toch maar van +alles in dien tijd.</p> + +<p>De admiraal van die vloot van den Spanjool was een Hollandsche graaf, +wat 'n schande hè? en zijn schip heette de Inquisitie, dat was de naam +van de rechtbank, die in dien tijd de menschen, die niet Roomsch wilden +blijven of weer wilden worden, liet gevangen nemen en dooden. Nu 't +leek wel, zei Ida, of Alva voor temptatie <span class="pagenum" title="158"> </span><a id="p_158"></a>dien naam aan dat schip +gegeven had. Toen die vloot uit Amsterdam, (daar hielpen ze toen die +Spanjaarden) zeilde en op de Zuiderzee kwam, probeerden 3 scheepjes om +die Inquisitie te nemen en vechten, dat ze er op deden, dat was dan +maar raak. Maar die graaf van Bossu (ja, zoo heette hij) wou zich niet +overgeven. Toen dreven ze, aldoor maar aan 't vechten, rond, tot dicht +bij Hoorn en daarvandaan kwamen toen vletten en schuitjes met nieuwe +geweren en kogels en mannen, die nog niets moe waren en toen moest hij +zich laten gevangen nemen, bijna al zijn soldaten waren gewond of dood, +en toen hebben ze dien graaf in het weeshuis in Hoorn gevangen gezet; +maar later heeft hij zich gebeterd en Oranje trouw geholpen. Maar nu zou +ik haast vergeten, dat hij eigenlijk al lang zich had moeten overgeven; +want een man, Jan Haring heet die, was tusschen die Spanjaards +doorgeslopen, en rukte de vlag van den grooten mast; dit beteekent dat +je overwonnen bent, begrijp je? Die arme kerel viel met de vlag in zijn +hand dood op het dek, ze schoten zoo op hem.</p> + +<p>„Nu van avond hebben ze ook zoo gedaan bij <span class="pagenum" title="159"> </span><a id="p_159"></a>de Hooge Sluis; het leek +zoo precies op echt schieten en alles werd zoo mooi verlicht door de +Heemskercks zoeklichten; toen die man (die Jan Haring verbeelden moest) +de vlag er afrukte, hadt je dat Hoera! eens moeten hooren.”</p> + +<p>„Ze schoten hem toch niet dood, Anton!”</p> + +<p>„Wel, neen, Anna! 't Verbeeldde immers maar wat die Watergeuzen vroeger +deden. En ze heschen er meteen een vlag op Oranje, wit en blauw, dat was +de vlag van Prins Willem I, toen werd er nog veel harder hoera! geroepen +en meteen zongen ze Wilhelmus naar den kant van „De Hoop” en aan den wal +deden ze hard mee. Jongens, jongens! dit was niet nog mooier, maar toch +begrijpelijker dan die prachtige optocht; daar moest je zooveel voor +weten, zeiden de juffertjes. Ik heb dit mooi gevonden en heel mooi ook, +omdat ik het zoo goed begreep. Maar meisjes, naar bed hoor! en +stilletjes ook, kijk me die klok eens!<ins class="corr" id="corr60" title="Niet in Bron.">”</ins></p> + +<hr class="tb" /> + +<p>Met het water heeft H. M. nog niet afgedaan, het grootste schip ooit in +Nederland gebouwd zou 1 Juni van stapel loopen; daar zullen de <span class="pagenum" title="160"> </span><a id="p_160"></a>Koningin +met den Prins bij tegenwoordig wezen en zoo doende rijdt H. M. met +Z. K. H. 's Woensdags om even één uur uit naar de Conradstraat.</p> + +<p>Op het J. D. Meyerplein wacht H. M. een verrassing. Voor de Ned. Isr. +hoofdsynagoge bevinden zich 300 kinderen en 100 zangers. De deuren staan +wijd open, alle lichten branden, de rabijnen staan op den drempel; +zoodra het koninklijke rijtuig stilstaat heffen de kristalheldere +kinderstemmen met de zware mannenstemmen te zamen een Hebreeuwsche +aubade aan. Het fraaie gedicht, vervaardigd door den heer Woudhuyzen +en op muziek gebracht door den heer Schlesinger klinkt indrukwekkend +plechtig.</p> + +<p>Voor het heil van H. M. zoowel als voor dat der teere telg van +Oranje-Nassau klimt de bede ten hemel, in de taal van den Koning-Dichter +van Israël.</p> + +<p>H. M. en Z. K. H. ontvingen de aubade in het Hebreeuwsch en Nederlandsch +fraai gecalligrafeerd, en ook onzen E.A. heer burgemeester en den +hoofd-commissaris van politie werden afschriften aangeboden.</p> + +<p>Beiden heeren werd door H. M. in vleiende <span class="pagenum" title="161"> </span><a id="p_161"></a>bewoordingen dank gezegd voor +die lieflijke hulde; terwijl twee peuzels H. M. een bouquet mochten +overhandigen, waarbij de eene haar witte rozen „voor Ons Prinsesje” +bestemde.</p> + +<p>„Hoe heerlijk vol is het hier! Wat mooie bloemen en planten in het +kantoor! Wat hooge tribune! Moet de Koningin die oploopen?”</p> + +<p>Zulke en dergelijke uitroepen hoort men niet alleen van onze Dora maar +van menig ander kind en als H. M. en de Prins naar de aanspraak van +Jhr. Op ten Noort luisteren, is er ademlooze stilte om toch, als H. M. +antwoorden gaat, geen woord te missen. De heer Op ten Noort „dankt voor +de eer die H. M. de Stoomvaartmaatschappij Nederland en de Nederlandsche +Scheepsbouwmaatschappij bewijst en dankt Z. K. H. voor de zijden vlag, +(die op hetzelfde oogenblik geheschen wordt,) welke voor de Maatschappij +een blijvend aandenken aan deze plechtige gebeurtenis zal zijn; hierbij +voegt Z. H. W. G. den wensch dat het S.S. „Prinses Juliana” op alle +zeeën, welke het zal bevaren, den naam van Hare Koninklijke naamgeefster +eere zal aandoen en een sieraad zal zijn der Nederlandsche +koopvaardijvloot.”</p> + +<p><span class="pagenum" title="162"> </span><a id="p_162"></a></p> + +<p>De heer Goedkoop, directeur der Ned. Scheepsbouwmaatschappij noodigt +H. M. uit het schip te willen doopen en te water laten.</p> + +<p>Hierop antwoordt H. M.:</p> + +<p>„Het was mij zeer aangenaam gevolg te kunnen geven aan de uitnoodiging +van de besturen der „Stoomvaartmaatschappij Nederland,” en der „Ned. +Scheepsbouwmaatschappij” om het schroefstoomschip „Prinses Juliana” te +water te laten, en gaarne geef ik u de verzekering dat ik hoogelijk +waardeer de gevoelens, die u geleid hebben tot het kiezen van dezen naam +voor het grootste schip tot heden in ons vaderland gebouwd.</p> + +<p>Moge het S.S. „Prinses Juliana” tot eer strekken van de Nederlandsche +industrie en er toe bijdragen dat de Stoomvaartmaatschappij „Nederland” +haar roeping ten allen tijde hoog houde.”</p> + +<p>Met verheffing van Haar klankrijke stem:</p> + +<p>„Stoomschip „Prinses Juliana” moge God u met uwe opvarenden steeds +veilig geleiden over den oceaan!”</p> + +<p>Niet alleen blanke, ook bruine onderdanen begroeten H. M. hier; een +aantal Javanen in dienst op de booten der Mij. Nederland maken hun +„sembah” <span class="pagenum" title="163"> </span><a id="p_163"></a>(Javaansche groet) voor hun blanke Vorstin.</p> + +<p>Zondag in Artis bevonden zich in den Hollandschen tuin aldaar ook een +12-tal Javanen en Maleiers, naar Europa ontboden om werkzaamheden der +Indische nijverheid op de tentoonstelling te Brussel te verrichten. Zij +en hun hoofd waren slechts voor deze reis te vinden geweest, als men +beloofde de Radjah Blanda hun te laten zien, de groote gebiedster van +hun land. Op het gras neergehurkt maakten zij driemaal hun sembah en +daarna oogden zij schuchter die vorstelijke gestalte na, die zoo +vriendelijk voor hen neeg.</p> + +<p>Doch H. M. drukt op een electrischen knop, de klinken worden +weggeslagen, de flesch champagne door de Koninklijke hand tegen de +stalen huid verbrijzeld spat schuimend op en.... het trotsche zeekasteel +zet zich in beweging, glijdt in steeds sneller vaart de helling af, +terwijl de Koningin op het uiteinde der tribune gaat staan om +onbelemmerd het schouwspel gade te slaan.</p> + +<p>Onder luide toejuichingen keerde het Koninklijke Echtpaar naar den Dam +terug om.... voor de eerste maal mèt Prinses Juliana een rijtoer te +maken.</p> + +<p><span class="pagenum" title="164"> </span><a id="p_164"></a></p> + +<p>Langs den heelen, langen weg ziet men honderden en nogmaals honderden: +vrouwen, moeders, jongens en meisjes! Al wie maar even kan, wacht op het +Koninklijke gezin in de roode gala-koets. De kleuters worden opgetild, +de grooteren klimmen op stoepen en karren, in lantaarnpalen, in boomen +om toch maar goed dat lieve Kindje in haar witte jurkje en hoedje te +zien. Ons dierbaar Prinsesje! De gansche stad jubelde nogmaals. Geen +zanghulde, maar een onafgebroken gejuich van heel een bevolking klonk +den gelukkigen Ouders tegen.</p> + +<p>Weesjes in de Tesselschadestraat, vereenzaamde kinderen uit de toevlucht +van den heer Jonker, allen verheugen zich, als het kleine handje alleen, +of met een zakdoekje wuift; doch liefst, dat merkt men wel, kijkt ze +naar Haar Koninklijke Moeder, of ze beproeft zich op te heffen om naar +de gouden epauletten van Haar Prinselijken Vader te grijpen!</p> + +<p>En Prins Hendrik hield zijn belofte, aan de bemanning van de Heemskerck +op zee gedaan; n.l. dat Z. K. H. hen in staat zou stellen de jonge +Prinses te huldigen. En daar stonden ze nu, onze <span class="pagenum" title="165"> </span><a id="p_165"></a>Janmaats, van Hr. Ms. +oorlogsbodem 350 koppen vóór het paleis geschaard bij de thuiskomst +van dezen rijtoer, uiterst langzaam reed de koets hen voorbij, een +uitnemende gelegenheid werd hun zóó geboden om het Koninklijke Kind te +zien.</p> + +<p>Ging vroeger de Koninklijke Familie altijd Zaterdags naar den +Stads-Schouwburg, dit jaar woonde H.H. M.M. en Z. K. H. de +gala-voorstelling van „De Stedendwinger” door J. Huf van Buren, op den +laatsten avond van het verblijf (1 Juni) bij. Op den heen- en terugweg +weer hartelijk door de menigte begroet.</p> + +<p>Talloos velen begaven zich naar den Dam en het Damrak om bij het vertrek +den geliefden, hoogen bezoekers een laatsten groet te brengen en een +laatsten blik op Prinses Juliana te vestigen! Tusschen dichte drommen +reed het Koninklijk gezin naar het Centraal-Station. Ons lief Prinsesje, +weder op den schoot Harer beminde Moeder gezeten, wuifde gedurig met +Haar handje en zag zich even hartelijk uitgeleiden als binnenhalen.</p> + +<p>In het Koninklijk paviljoen verzoekt H. M. den <span class="pagenum" title="166"> </span><a id="p_166"></a>burgemeester, Haar dank +aan de burgerij wel te willen overbrengen, daar Zij zeer getroffen +was door de hartelijke ontvangst Haar en Prinses Juliana in 's Rijks +hoofdstad bereid en gaf in de meest vriendschappelijke bewoordingen +uiting aan Haar gevoelens.</p> + +<p>En Donderdag 2 Juni 10 uur behoorde het onvergetelijk eerste bezoek van +Prinses Juliana tot het verleden!</p> + +<p>De woorden van afscheid door H. M. gesproken, vormen een naklank van +die, geuit bij Hr. Ms. heildronk op Amsterdam aan den disch ten paleize +op 31 Mei; aan het gastmaal door H. M. den gemeenteraad en den leden van +het bureau der feest-commissie aangeboden:</p> + +<p class="i3" style="margin-top: 1.5em; margin-bottom: 1.5em;">Mijnheer de Burgemeester,</p> + +<p><ins class="corr" id="corr61" title="Niet in Bron.">„</ins>Ik gevoel mij gedrongen bij gelegenheid van ons eerste bezoek met ons +innig geliefd Kind aan de hoofdstad des Rijks aan dezen feestdisch een +enkel woord te spreken ook voor den Prins, ofschoon ik mij wel bewust +ben, dat het moeilijk is weer te geven, wat op dit oogenblik in ons +omgaat. Wij zijn diep bewogen, zoowel door de <span class="pagenum" title="167"> </span><a id="p_167"></a>indrukwekkende uiting van +blijdschap, welke aan de schoone en welgeslaagde feesten ten grondslag +ligt, als door de geestdrift, die er de bezieling aan gaf, bovenal stemt +het ons ouderhart tot groote dankbaarheid getuige te hebben mogen zijn +van de liefde, waarmede Zij, die wij zoo gaarne ons „<i>zonneschijntje</i>” +noemen, allerwege is ontvangen en begroet.</p> + +<p>Er is in deze korte spanne tijds meer dan één band voor geheel het leven +gevlochten.</p> + +<p>Wij stellen ons voor, Haar later dikwijls van haar eerste verblijf +alhier te vertellen en wij koesteren de hoop, dat Zij, ouder geworden +zijnde, zal toonen te beseffen, welk een groote plicht der dankbaarheid +op Haar rust. God geve Haar daartoe overvloedige gelegenheid!</p> + +<p>Als wij nu weldra Amsterdam gaan verlaten, dan zal het zijn met een +gevoel van bijzondere erkentelijkheid voor de dagen, welke de bevolking +zoo gelukkig en onvergetelijk voor ons heeft gemaakt en dan zal mijn +afscheidsgroet een innig gevoelde wensch zijn voor den toenemenden bloei +en voorspoed van de hoofdstad, wier belangen Mij zoo na ter harte gaan +en waaraan wij door <span class="pagenum" title="168"> </span><a id="p_168"></a>vele historische en enge persoonlijke banden +gehecht zijn.</p> + +<p>Mede namens Mijne Moeder en Mijn Gemaal stel ik dezen heildronk in op +het geluk en het welzijn van Amsterdam!”</p> + +<p>De burgemeester, Jhr. Mr. Dr. A. Roëll, antwoordde het volgende:</p> + +<p class="i3" style="margin-top: 1.5em; margin-bottom: 1.5em;">Mevrouw! Koninklijke Hoogheid!</p> + +<p>„Wilt mij veroorloven U. M. eerbiedig dank te zeggen voor den heildronk, +mede namens H. M. de Koningin-Moeder en Z. K. H. den Prins der +Nederlanden uitgebracht op het welzijn van Amsterdam, maar bovenal +voor de treffende woorden, die H. M. aan dien dronk heeft willen doen +voorafgaan. Woorden, die voorzeker zullen gegrift blijven in het gemoed +van allen, die ze hoorden, en die voor stad en ingezetenen juist daarom +van zooveel beteekenis zijn, omdat zij worden uitgesproken aan den +disch, die U. M. heeft bereid aan de vertegenwoordigers van de burgerij.</p> + +<p>Dat U. M. en Z. K. H. de Prins der Nederlanden tot dezen disch +ook—andermaal—de leden van het dagelijksch bestuur der gemeente <span class="pagenum" title="169"> </span><a id="p_169"></a>en +een deputatie uit de feestcommissie noodden, is voor hen een reden van +groote erkentelijkheid, die het mij vergund zij tevens te vertolken.</p> + +<p>U. M. heeft in bewoordingen, die door ons allen niet genoegzaam kunnen +worden gewaardeerd, uitdrukking gegeven aan de gevoelens, die de +geestdrift dezer dagen in Uwe harten, Koninklijke Ouders van de +aanvallige Prinses heeft opgewekt. Laat mij wederkeerig aan U. M. de +eerbiedige verzekering mogen geven, dat die geestdrift slechts de +onbedwingbare uiting was van de aloude, maar toch altijd jeugdige en +frissche verknochtheid aan U. M. en Haar Huis en dat die geestdrift wel +haar toppunt moest bereiken, nu die nieuwe loot aan den Oranjestam „Het +Zonneschijntje” is het zonnetje in het Koninklijk Gezin, maar waarvan de +stralen in deze dagen zoo talloos velen hebben verwarmd en gekoesterd.</p> + +<p>Het koninklijk bezoek aan de hoofdstad staat dit jaar in het teeken van +het kind en het zal aan U. M. niet zijn ontgaan, hoe ditmaal, vooral +aan de Kinderen, aan de kleine en misdeelden niet het minst, bij de +feestviering eene plaats is ingeruimd. Als U. M. dan later aan de +Prinses <span class="pagenum" title="170"> </span><a id="p_170"></a>zal verhalen van Haar eerste verblijf te Amsterdam en van het +gejubel, dat Hare komst daar te weeg bracht, moge het dan vooral ook +zijn van de liefde en van de bewondering, die het Koningskind in de +harten der kinderen heeft doen ontbranden. Zij toch zijn de mannen +en vrouwen van straks, de toekomst der natie, op wier hou en trou de +Prinses, als zij ouder zal zijn geworden, onder alle omstandigheden zal +moeten bouwen.</p> + +<p>En wij ouderen, kunnen slechts de vurigste wenschen stamelen voor het +voorspoedig opgroeien van Uw Kind, dat, 't zij met allen eerbied gezegd, +door het vertrouwen, waarmede U. M. het onder de burgerij heeft laten +verkeeren, ook eenigermate <i>ons</i> kind geworden is, en de bede opzenden, +dat God aan de Prinses het leven en de gezondheid spare, Haar alles +schenke wat Uw ouderhart slechts verlangen kan, Haar in één woord in +lengte van jaren krone met de keur Zijner zegeningen.</p> + +<p>Amsterdam is U. M. en den Prins der Nederlanden innig dankbaar voor dit +eerste bezoek met de Prinses; het zal met gulden letteren geboekstaafd +<span class="pagenum" title="171"> </span><a id="p_171"></a>blijven in de stadshistoriebladen.</p> + +<p>Vergunne mij dan U. M. deze dankbaarheid te bezegelen met den heildronk +van de Amsterdamsche burgerij op het gansche Koninklijke Huis.</p> + +<p>Lang leve onze geliefde Koningin met onzen hoog vereerden Prins der +Nederlanden! Leve H. M. de Koningin-Moeder! Leve, groeie en gedije +Prinses Juliana!”</p> + +<p>Heel Amsterdam gaf in die woorden van zijn burgervader uiting aan wat in +ieders gemoed leeft.</p> + +<hr class="tb" /> + +<p>„De stad begint er weer gewoon uit te zien na die drukke dagen; hoe +aangenaam ook, het gewone werken is toch beter vol te houden dan +feestvieren, vindt u dat ook niet, Vader?<ins class="corr" id="corr62" title="Niet in Bron.">”</ins> vroeg Ferdinand Gladschaaf.</p> + +<p>„Ja, jongen! de arbeid is een zegen Gods, Wee! die niet werken <i>wil</i>, +als hij <i>kan</i>. Allen zijn diep te beklagen, die om werk vragen en het +niet kunnen krijgen; maar Ferdinand, zulke dagen van algemeene vreugde +door het verblijf der Koningin en dan nu zoo geheel anders nog door de +komst van ons Prinsesje, o, zulke dagen doen mijn hart zoo recht goed.”</p> + +<p><span class="pagenum" title="172"> </span><a id="p_172"></a></p> + +<p>„Hoe bedoel je dat, Man?”</p> + +<p>„Wel, de vreugde over het aanschouwen van onze Vorstin, de blijde +juichkreten als Zij in ons midden is, de blijdschap van jullie jongeren +vooral, dat je zóó en zóó dikwijls de Koningin, den Prins en Prinses +Juliana gezien hebt, dat doet me telkens denken aan wat mijn vader me +vertelde. Hij ging juist eens den Dam over, toen Koning Willem II op het +balcon kwam. De held van Waterloo en van den Tiendaagschen Veldtocht +werd zeer bemind en gevierd. Vader staat stil en juicht hartelijk mede +en wil daarna (hij was op weg naar een klant,) verder gaan, toen een +buitenman tot hem zegt: „Wat een gejuich.” „Ja,” zegt mijn vader, „als +de koning zich vertoont, is het volk verheugd!” En de buitenman zegt: +„Wat zal het zijn als de hoogste Koning komt!”</p> + +<p>„Dan is er eeuwige vreugde en blijdschap op hunne hoofden,” luidt vaders +antwoord.</p> + +<p>Die twee onbekenden zien elkaar blijde aan en drukken elkander de hand; +wel bewust dat zij eenmaal dien Koning in Zijne schoonheid zien +zullen.<ins class="corr" id="corr63" title="Niet in Bron.">”</ins></p> + +<hr class="tb" /> + +<p>Het gesprek aan de koffietafel bij de Gladschaafs <span class="pagenum" title="173"> </span><a id="p_173"></a>liep nu van zelf over +allerlei bijzonderheden, in hun familie vroeger voorgevallen en terwijl +zij daarover kouten, luisteren wij nog even aan de keukendeur der zoo +gezellig saam levende dienstboden in Dora's thuis.</p> + +<p>„Weet je al Greta, dat de Koningin, 'k denk puur om jou te plezieren, de +armen zoo goed bedacht heeft?”</p> + +<p>„Och, kom Anton, plaag me niet.”</p> + +<p>„'t Is de zuivere waarheid, maar de Koningin doet het altijd bij Haar +vertrek, weet je.”</p> + +<p>Allen hadden schik, dat Anton Greta in het zonnetje zette; maar in de +eetkamer zat de kleine meid, anders de vroolijkheid in eigen persoon, +bedrukt te kijken.</p> + +<p>„Dora, kindje, wat scheelt er aan?” vroeg haar Papa; „je eet niet en je +kijkt telkens naar de ramen, waar denk je zoo bedrukt over, kleintje?”</p> + +<p>„Neen Papa, mij scheelt niets, maar.... maar.... De Koningin is weg, de +Prins is weg, Koningin Emma ging van daag weg en het duurt een heel, +heel jaar voor ik ons lief Prinsesje, de snoeperige Juliaantje weer zien +kan.”</p> + +<p>De waterlanders stonden op het punt van te <span class="pagenum" title="174"> </span><a id="p_174"></a>komen, en Mijnheer keek +Mevrouw vragend aan.</p> + +<p>„Ze is zeker wat moe van al het genieten, niet waar, Mademoiselle?”</p> + +<p>„Ja, Mevrouw, ze zal enkele avonden vroeger naar bed moeten gaan, dat +helpt het beste.”</p> + +<p>„Ik wil wel om 6 uur naar bed, als alles maar wat langer duurde. Kijk +daar breken ze aan den overkant de versieringen al weg; en morgen kan +niemand meer iets zien van al het moois, dat hier in Amsterdam was voor +ons lief Prinsesje.”</p> + +<p>„Nu,” zei Jet, „vertel jij dan aan je poppekinderen, dat Papa en Mama, +evenals meer dames en heeren besloten hebben, die bloembakken voor de +ramen te laten blijven en ze telkens weer te laten vullen, dan zal het +je zeker helpen om zonder tranen nog dikwijls aan het versierde en +jubelende Amsterdam te denken en als Prinses Juliana het volgende jaar +weer hier komt, wie weet hoe dikwijls jij Haar dan zien zult!”</p> + +<div class="figcenter" style="width: 187px;"> +<img src="images/174.png" width="187" height="37" alt="decoratieve illustratie" title="" /> +</div> + +<hr class="fnsep" /> + +<div class="footnote"><a id="FN_3" href="#FNa_3" class="label">3)</a> School door Z. M. koning Willem III gesticht voor de +kinderen van allen, die op het Paleis of in het Park op 't Loo dienst doen.</div> + + <div class="randlo"><img src="images/rand-lo.png" width="23" height="23" alt="rand" title="" /></div> + <div class="randro"><img src="images/rand-ro.png" width="23" height="23" alt="rand" title="" /></div> +</div> + +<div class="rand"> + <div class="randlb"><img src="images/rand-lb.png" width="23" height="23" alt="rand" title="" /></div> + <div class="randrb"><img src="images/rand-rb.png" width="23" height="23" alt="rand" title="" /></div> + + <p><span class="pagenum" title="175"> </span><a id="p_175"></a></p> + <br /> + + <div class="randlo"><img src="images/rand-lo.png" width="23" height="23" alt="rand" title="" /></div> + <div class="randro"><img src="images/rand-ro.png" width="23" height="23" alt="rand" title="" /></div> +</div> + +<div class="rand"> + <div class="randlb"><img src="images/rand-lb.png" width="23" height="23" alt="rand" title="" /></div> + <div class="randrb"><img src="images/rand-rb.png" width="23" height="23" alt="rand" title="" /></div> + +<p><span class="pagenum" title="176"><br /> </span><a id="p_176"></a></p> + +<div class="figcenter" style="width: 237px;"> +<img src="images/176.png" width="237" height="356" alt="Langs Rechte Vaart" title="Langs Rechte Vaart" /> +</div> + + <div class="randlo"><img src="images/rand-lo.png" width="23" height="23" alt="rand" title="" /></div> + <div class="randro"><img src="images/rand-ro.png" width="23" height="23" alt="rand" title="" /></div> +</div> + +<p><span class="pagenum" title="achter"><br /> </span><a id="p_achter"></a></p> + +<div class="figcenter" style="width: 399px;"> +<img src="images/achter.png" width="399" height="400" alt="30 APRIL 1909" title="30 APRIL 1909" /> +</div> + +<div class="TNbox"> +<a id="correctie"></a> + +<h2>Overzicht aangebrachte correcties</h2> + +<p>De volgende correcties zijn aangebracht in de tekst:</p> + +<table summary="correcties in tekst"> + <thead> + <tr><th>Plaats</th><th>Bron</th><th>Correctie</th></tr> + </thead> + <tbody> + <tr><td class="td2"><a href="#corr1">Blz. 13</a></td><td class="td4">[<i>Niet in Bron.</i>]</td><td class="td4">,</td></tr> + <tr><td class="td2"><a href="#corr2">Blz. 15</a></td><td class="td4">„</td><td class="td4">[<i>Verwijderd.</i>]</td></tr> + <tr><td class="td2"><a href="#corr3">Blz. 16</a></td><td class="td4">[<i>Niet in Bron.</i>]</td><td class="td4">”</td></tr> + <tr><td class="td2"><a href="#corr4">Blz. 17</a></td><td class="td4">dikkerdje</td><td class="td4">dikkertje</td></tr> + <tr><td class="td2"><a href="#corr5">Blz. 22</a></td><td class="td4">„</td><td class="td4">[<i>Verwijderd.</i>]</td></tr> + <tr><td class="td2"><a href="#corr6">Blz. 22</a></td><td class="td4">„</td><td class="td4">[<i>Verwijderd.</i>]</td></tr> + <tr><td class="td2"><a href="#corr7">Blz. 25</a></td><td class="td4">[<i>Niet in Bron.</i>]</td><td class="td4">”</td></tr> + <tr><td class="td2"><a href="#corr8">Blz. 27</a></td><td class="td4">[<i>Niet in Bron.</i>]</td><td class="td4">”</td></tr> + <tr><td class="td2"><a href="#corr9">Blz. 38</a></td><td class="td4">[<i>Niet in Bron.</i>]</td><td class="td4">”</td></tr> + <tr><td class="td2"><a href="#corr10">Blz. 39</a></td><td class="td4">[<i>Niet in Bron.</i>]</td><td class="td4">„</td></tr> + <tr><td class="td2"><a href="#corr11">Blz. 40</a></td><td class="td4">[<i>Niet in Bron.</i>]</td><td class="td4">[<i>Regelafbreking & inspringing toegevoegd.</i>]</td></tr> + <tr><td class="td2"><a href="#corr12">Blz. 40</a></td><td class="td4">[<i>Niet in Bron.</i>]</td><td class="td4">„</td></tr> + <tr><td class="td2"><a href="#corr13">Blz. 40</a></td><td class="td4">[<i>Niet in Bron.</i>]</td><td class="td4">”</td></tr> + <tr><td class="td2"><a href="#corr14">Blz. 41</a></td><td class="td4">[<i>Niet in Bron.</i>]</td><td class="td4">”</td></tr> + <tr><td class="td2"><a href="#corr15">Blz. 42</a></td><td class="td4">telagrafeeren</td><td class="td4">telegrafeeren</td></tr> + <tr><td class="td2"><a href="#corr16">Blz. 48</a></td><td class="td4">natuurtlijk</td><td class="td4">natuurlijk</td></tr> + <tr><td class="td2"><a href="#corr17">Blz. 48</a></td><td class="td4">”</td><td class="td4">[<i>Verwijderd.</i>]</td></tr> + <tr><td class="td2"><a href="#corr18">Blz. 48</a></td><td class="td4">”</td><td class="td4">[<i>Verwijderd.</i>]</td></tr> + <tr><td class="td2"><a href="#corr19">Blz. 50</a></td><td class="td4">[<i>Niet in Bron.</i>]</td><td class="td4">”</td></tr> + <tr><td class="td2"><a href="#corr20">Blz. 51</a></td><td class="td4">„</td><td class="td4">[<i>Verwijderd.</i>]</td></tr> + <tr><td class="td2"><a href="#corr21">Blz. 57</a></td><td class="td4">[<i>Niet in Bron.</i>]</td><td class="td4">”</td></tr> + <tr><td class="td2"><a href="#corr22">Blz. 57</a></td><td class="td4">[<i>Niet in Bron.</i>]</td><td class="td4">„</td></tr> + <tr><td class="td2"><a href="#corr23">Blz. 59</a></td><td class="td4">aanam</td><td class="td4">aannam</td></tr> + <tr><td class="td2"><a href="#corr24">Blz. 60</a></td><td class="td4">[<i>Niet in Bron.</i>]</td><td class="td4">„</td></tr> + <tr><td class="td2"><a href="#corr25">Blz. 61</a></td><td class="td4">[<i>Niet in Bron.</i>]</td><td class="td4">”</td></tr> + <tr><td class="td2"><a href="#corr26">Blz. 66</a></td><td class="td4">geboortgrond</td><td class="td4">geboortegrond</td></tr> + <tr><td class="td2"><a href="#corr27">Blz. 71</a></td><td class="td4">”</td><td class="td4">[<i>Verwijderd.</i>]</td></tr> + <tr><td class="td2"><a href="#corr28">Blz. 72</a></td><td class="td4">[<i>Niet in Bron.</i>]</td><td class="td4">”</td></tr> + <tr><td class="td2"><a href="#corr29">Blz. 74</a></td><td class="td4">[<i>Niet in Bron.</i>]</td><td class="td4">”</td></tr> + <tr><td class="td2"><a href="#corr30">Blz. 75</a></td><td class="td4">[<i>Niet in Bron.</i>]</td><td class="td4">”</td></tr> + <tr><td class="td2"><a href="#corr31">Blz. 80</a></td><td class="td4">[<i>Niet in Bron.</i>]</td><td class="td4">”</td></tr> + <tr><td class="td2"><a href="#corr32">Blz. 80</a></td><td class="td4">[<i>Niet in Bron.</i>]</td><td class="td4">„</td></tr> + <tr><td class="td2"><a href="#corr33">Blz. 81</a></td><td class="td4">[<i>Niet in Bron.</i>]</td><td class="td4">”</td></tr> + <tr><td class="td2"><a href="#corr34">Blz. 81</a></td><td class="td4">[<i>Niet in Bron.</i>]</td><td class="td4">„</td></tr> + <tr><td class="td2"><a href="#corr35">Blz. 94</a></td><td class="td4">[<i>Niet in Bron.</i>]</td><td class="td4">„</td></tr> + <tr><td class="td2"><a href="#corr36">Blz. 95</a></td><td class="td4">[<i>Niet in Bron.</i>]</td><td class="td4">”</td></tr> + <tr><td class="td2"><a href="#corr37">Blz. 98</a></td><td class="td4">[<i>Niet in Bron.</i>]</td><td class="td4">„</td></tr> + <tr><td class="td2"><a href="#corr38">Blz. 98</a></td><td class="td4">[<i>Niet in Bron.</i>]</td><td class="td4">””</td></tr> + <tr><td class="td2"><a href="#corr39">Blz. 102</a></td><td class="td4">[<i>Niet in Bron.</i>]</td><td class="td4">”</td></tr> + <tr><td class="td2"><a href="#corr40">Blz. 103</a></td><td class="td4">det</td><td class="td4">dat</td></tr> + <tr><td class="td2"><a href="#corr41">Blz. 107</a></td><td class="td4">[<i>Niet in Bron.</i>]</td><td class="td4">„</td></tr> + <tr><td class="td2"><a href="#corr42">Blz. 108</a></td><td class="td4">vredesonderhandilingen</td><td class="td4">vredesonderhandelingen</td></tr> + <tr><td class="td2"><a href="#corr43">Blz. 111</a></td><td class="td4">”</td><td class="td4">[<i>Verwijderd.</i>]</td></tr> + <tr><td class="td2"><a href="#corr44">Blz. 112</a></td><td class="td4">„</td><td class="td4">[<i>Verwijderd.</i>]</td></tr> + <tr><td class="td2"><a href="#corr45">Blz. 114</a></td><td class="td4">[<i>Niet in Bron.</i>]</td><td class="td4">”</td></tr> + <tr><td class="td2"><a href="#corr46">Blz. 114</a></td><td class="td4">”</td><td class="td4">[<i>Verwijderd.</i>]</td></tr> + <tr><td class="td2"><a href="#corr47">Blz. 115</a></td><td class="td4">[<i>Niet in Bron.</i>]</td><td class="td4">”</td></tr> + <tr><td class="td2"><a href="#corr48">Blz. 115</a></td><td class="td4">tranquilles</td><td class="td4">tranquillus</td></tr> + <tr><td class="td2"><a href="#corr49">Blz. 116</a></td><td class="td4">[<i>Niet in Bron.</i>]</td><td class="td4">„</td></tr> + <tr><td class="td2"><a href="#corr50">Blz. 116</a></td><td class="td4">[<i>Niet in Bron.</i>]</td><td class="td4">”</td></tr> + <tr><td class="td2"><a href="#corr51">Blz. 121</a></td><td class="td4">[<i>Niet in Bron.</i>]</td><td class="td4">„</td></tr> + <tr><td class="td2"><a href="#corr52">Blz. 122</a></td><td class="td4">[<i>Niet in Bron.</i>]</td><td class="td4">”</td></tr> + <tr><td class="td2"><a href="#corr53">Blz. 132</a></td><td class="td4">ven</td><td class="td4">van</td></tr> + <tr><td class="td2"><a href="#corr54">Blz. 133</a></td><td class="td4">[<i>Niet in Bron.</i>]</td><td class="td4">”</td></tr> + <tr><td class="td2"><a href="#corr55">Blz. 134</a></td><td class="td4">[<i>Niet in Bron.</i>]</td><td class="td4">„</td></tr> + <tr><td class="td2"><a href="#corr56">Blz. 135</a></td><td class="td4">”</td><td class="td4">[<i>Verwijderd.</i>]</td></tr> + <tr><td class="td2"><a href="#corr57">Blz. 147</a></td><td class="td4">[<i>Niet in Bron.</i>]</td><td class="td4">”</td></tr> + <tr><td class="td2"><a href="#corr58">Blz. 148</a></td><td class="td4">;</td><td class="td4">,</td></tr> + <tr><td class="td2"><a href="#corr59">Blz. 155</a></td><td class="td4">[<i>Niet in Bron.</i>]</td><td class="td4">”</td></tr> + <tr><td class="td2"><a href="#corr60">Blz. 159</a></td><td class="td4">[<i>Niet in Bron.</i>]</td><td class="td4">”</td></tr> + <tr><td class="td2"><a href="#corr61">Blz. 166</a></td><td class="td4">[<i>Niet in Bron.</i>]</td><td class="td4">„</td></tr> + <tr><td class="td2"><a href="#corr62">Blz. 171</a></td><td class="td4">[<i>Niet in Bron.</i>]</td><td class="td4">”</td></tr> + <tr><td class="td2"><a href="#corr63">Blz. 172</a></td><td class="td4">[<i>Niet in Bron.</i>]</td><td class="td4">”</td></tr> + </tbody> +</table> +</div> + +<p> </p> +<p> </p> +<hr class="full" /> +<p>***END OF THE PROJECT GUTENBERG EBOOK EEN VERHEUGD VOLK EN EEN JUBELENDE STAD***</p> +<p>******* This file should be named 36716-h.txt or 36716-h.zip *******</p> +<p>This and all associated files of various formats will be found in:<br /> +<a href="http://www.gutenberg.org/dirs/3/6/7/1/36716">http://www.gutenberg.org/3/6/7/1/36716</a></p> +<p>Updated editions will replace the previous one--the old editions +will be renamed.</p> + +<p>Creating the works from public domain print editions means that no +one owns a United States copyright in these works, so the Foundation +(and you!) can copy and distribute it in the United States without +permission and without paying copyright royalties. Special rules, +set forth in the General Terms of Use part of this license, apply to +copying and distributing Project Gutenberg-tm electronic works to +protect the PROJECT GUTENBERG-tm concept and trademark. Project +Gutenberg is a registered trademark, and may not be used if you +charge for the eBooks, unless you receive specific permission. If you +do not charge anything for copies of this eBook, complying with the +rules is very easy. You may use this eBook for nearly any purpose +such as creation of derivative works, reports, performances and +research. They may be modified and printed and given away--you may do +practically ANYTHING with public domain eBooks. Redistribution is +subject to the trademark license, especially commercial +redistribution.</p> + + + +<pre> +*** START: FULL LICENSE *** + +THE FULL PROJECT GUTENBERG LICENSE +PLEASE READ THIS BEFORE YOU DISTRIBUTE OR USE THIS WORK + +To protect the Project Gutenberg-tm mission of promoting the free +distribution of electronic works, by using or distributing this work +(or any other work associated in any way with the phrase "Project +Gutenberg"), you agree to comply with all the terms of the Full Project +Gutenberg-tm License (available with this file or online at +<a href="http://www.gutenberg.org/license">http://www.gutenberg.org/license)</a>. + + +Section 1. General Terms of Use and Redistributing Project Gutenberg-tm +electronic works + +1.A. By reading or using any part of this Project Gutenberg-tm +electronic work, you indicate that you have read, understand, agree to +and accept all the terms of this license and intellectual property +(trademark/copyright) agreement. If you do not agree to abide by all +the terms of this agreement, you must cease using and return or destroy +all copies of Project Gutenberg-tm electronic works in your possession. +If you paid a fee for obtaining a copy of or access to a Project +Gutenberg-tm electronic work and you do not agree to be bound by the +terms of this agreement, you may obtain a refund from the person or +entity to whom you paid the fee as set forth in paragraph 1.E.8. + +1.B. "Project Gutenberg" is a registered trademark. It may only be +used on or associated in any way with an electronic work by people who +agree to be bound by the terms of this agreement. There are a few +things that you can do with most Project Gutenberg-tm electronic works +even without complying with the full terms of this agreement. See +paragraph 1.C below. There are a lot of things you can do with Project +Gutenberg-tm electronic works if you follow the terms of this agreement +and help preserve free future access to Project Gutenberg-tm electronic +works. See paragraph 1.E below. + +1.C. The Project Gutenberg Literary Archive Foundation ("the Foundation" +or PGLAF), owns a compilation copyright in the collection of Project +Gutenberg-tm electronic works. Nearly all the individual works in the +collection are in the public domain in the United States. If an +individual work is in the public domain in the United States and you are +located in the United States, we do not claim a right to prevent you from +copying, distributing, performing, displaying or creating derivative +works based on the work as long as all references to Project Gutenberg +are removed. Of course, we hope that you will support the Project +Gutenberg-tm mission of promoting free access to electronic works by +freely sharing Project Gutenberg-tm works in compliance with the terms of +this agreement for keeping the Project Gutenberg-tm name associated with +the work. You can easily comply with the terms of this agreement by +keeping this work in the same format with its attached full Project +Gutenberg-tm License when you share it without charge with others. + +1.D. The copyright laws of the place where you are located also govern +what you can do with this work. Copyright laws in most countries are in +a constant state of change. If you are outside the United States, check +the laws of your country in addition to the terms of this agreement +before downloading, copying, displaying, performing, distributing or +creating derivative works based on this work or any other Project +Gutenberg-tm work. The Foundation makes no representations concerning +the copyright status of any work in any country outside the United +States. + +1.E. Unless you have removed all references to Project Gutenberg: + +1.E.1. The following sentence, with active links to, or other immediate +access to, the full Project Gutenberg-tm License must appear prominently +whenever any copy of a Project Gutenberg-tm work (any work on which the +phrase "Project Gutenberg" appears, or with which the phrase "Project +Gutenberg" is associated) is accessed, displayed, performed, viewed, +copied or distributed: + +This eBook is for the use of anyone anywhere at no cost and with +almost no restrictions whatsoever. You may copy it, give it away or +re-use it under the terms of the Project Gutenberg License included +with this eBook or online at www.gutenberg.org + +1.E.2. If an individual Project Gutenberg-tm electronic work is derived +from the public domain (does not contain a notice indicating that it is +posted with permission of the copyright holder), the work can be copied +and distributed to anyone in the United States without paying any fees +or charges. If you are redistributing or providing access to a work +with the phrase "Project Gutenberg" associated with or appearing on the +work, you must comply either with the requirements of paragraphs 1.E.1 +through 1.E.7 or obtain permission for the use of the work and the +Project Gutenberg-tm trademark as set forth in paragraphs 1.E.8 or +1.E.9. + +1.E.3. If an individual Project Gutenberg-tm electronic work is posted +with the permission of the copyright holder, your use and distribution +must comply with both paragraphs 1.E.1 through 1.E.7 and any additional +terms imposed by the copyright holder. Additional terms will be linked +to the Project Gutenberg-tm License for all works posted with the +permission of the copyright holder found at the beginning of this work. + +1.E.4. Do not unlink or detach or remove the full Project Gutenberg-tm +License terms from this work, or any files containing a part of this +work or any other work associated with Project Gutenberg-tm. + +1.E.5. Do not copy, display, perform, distribute or redistribute this +electronic work, or any part of this electronic work, without +prominently displaying the sentence set forth in paragraph 1.E.1 with +active links or immediate access to the full terms of the Project +Gutenberg-tm License. + +1.E.6. You may convert to and distribute this work in any binary, +compressed, marked up, nonproprietary or proprietary form, including any +word processing or hypertext form. However, if you provide access to or +distribute copies of a Project Gutenberg-tm work in a format other than +"Plain Vanilla ASCII" or other format used in the official version +posted on the official Project Gutenberg-tm web site (www.gutenberg.org), +you must, at no additional cost, fee or expense to the user, provide a +copy, a means of exporting a copy, or a means of obtaining a copy upon +request, of the work in its original "Plain Vanilla ASCII" or other +form. Any alternate format must include the full Project Gutenberg-tm +License as specified in paragraph 1.E.1. + +1.E.7. Do not charge a fee for access to, viewing, displaying, +performing, copying or distributing any Project Gutenberg-tm works +unless you comply with paragraph 1.E.8 or 1.E.9. + +1.E.8. You may charge a reasonable fee for copies of or providing +access to or distributing Project Gutenberg-tm electronic works provided +that + +- You pay a royalty fee of 20% of the gross profits you derive from + the use of Project Gutenberg-tm works calculated using the method + you already use to calculate your applicable taxes. The fee is + owed to the owner of the Project Gutenberg-tm trademark, but he + has agreed to donate royalties under this paragraph to the + Project Gutenberg Literary Archive Foundation. Royalty payments + must be paid within 60 days following each date on which you + prepare (or are legally required to prepare) your periodic tax + returns. Royalty payments should be clearly marked as such and + sent to the Project Gutenberg Literary Archive Foundation at the + address specified in Section 4, "Information about donations to + the Project Gutenberg Literary Archive Foundation." + +- You provide a full refund of any money paid by a user who notifies + you in writing (or by e-mail) within 30 days of receipt that s/he + does not agree to the terms of the full Project Gutenberg-tm + License. You must require such a user to return or + destroy all copies of the works possessed in a physical medium + and discontinue all use of and all access to other copies of + Project Gutenberg-tm works. + +- You provide, in accordance with paragraph 1.F.3, a full refund of any + money paid for a work or a replacement copy, if a defect in the + electronic work is discovered and reported to you within 90 days + of receipt of the work. + +- You comply with all other terms of this agreement for free + distribution of Project Gutenberg-tm works. + +1.E.9. If you wish to charge a fee or distribute a Project Gutenberg-tm +electronic work or group of works on different terms than are set +forth in this agreement, you must obtain permission in writing from +both the Project Gutenberg Literary Archive Foundation and Michael +Hart, the owner of the Project Gutenberg-tm trademark. Contact the +Foundation as set forth in Section 3 below. + +1.F. + +1.F.1. Project Gutenberg volunteers and employees expend considerable +effort to identify, do copyright research on, transcribe and proofread +public domain works in creating the Project Gutenberg-tm +collection. Despite these efforts, Project Gutenberg-tm electronic +works, and the medium on which they may be stored, may contain +"Defects," such as, but not limited to, incomplete, inaccurate or +corrupt data, transcription errors, a copyright or other intellectual +property infringement, a defective or damaged disk or other medium, a +computer virus, or computer codes that damage or cannot be read by +your equipment. + +1.F.2. LIMITED WARRANTY, DISCLAIMER OF DAMAGES - Except for the "Right +of Replacement or Refund" described in paragraph 1.F.3, the Project +Gutenberg Literary Archive Foundation, the owner of the Project +Gutenberg-tm trademark, and any other party distributing a Project +Gutenberg-tm electronic work under this agreement, disclaim all +liability to you for damages, costs and expenses, including legal +fees. YOU AGREE THAT YOU HAVE NO REMEDIES FOR NEGLIGENCE, STRICT +LIABILITY, BREACH OF WARRANTY OR BREACH OF CONTRACT EXCEPT THOSE +PROVIDED IN PARAGRAPH 1.F.3. YOU AGREE THAT THE FOUNDATION, THE +TRADEMARK OWNER, AND ANY DISTRIBUTOR UNDER THIS AGREEMENT WILL NOT BE +LIABLE TO YOU FOR ACTUAL, DIRECT, INDIRECT, CONSEQUENTIAL, PUNITIVE OR +INCIDENTAL DAMAGES EVEN IF YOU GIVE NOTICE OF THE POSSIBILITY OF SUCH +DAMAGE. + +1.F.3. LIMITED RIGHT OF REPLACEMENT OR REFUND - If you discover a +defect in this electronic work within 90 days of receiving it, you can +receive a refund of the money (if any) you paid for it by sending a +written explanation to the person you received the work from. If you +received the work on a physical medium, you must return the medium with +your written explanation. The person or entity that provided you with +the defective work may elect to provide a replacement copy in lieu of a +refund. If you received the work electronically, the person or entity +providing it to you may choose to give you a second opportunity to +receive the work electronically in lieu of a refund. If the second copy +is also defective, you may demand a refund in writing without further +opportunities to fix the problem. + +1.F.4. Except for the limited right of replacement or refund set forth +in paragraph 1.F.3, this work is provided to you 'AS-IS,' WITH NO OTHER +WARRANTIES OF ANY KIND, EXPRESS OR IMPLIED, INCLUDING BUT NOT LIMITED TO +WARRANTIES OF MERCHANTIBILITY OR FITNESS FOR ANY PURPOSE. + +1.F.5. Some states do not allow disclaimers of certain implied +warranties or the exclusion or limitation of certain types of damages. +If any disclaimer or limitation set forth in this agreement violates the +law of the state applicable to this agreement, the agreement shall be +interpreted to make the maximum disclaimer or limitation permitted by +the applicable state law. The invalidity or unenforceability of any +provision of this agreement shall not void the remaining provisions. + +1.F.6. INDEMNITY - You agree to indemnify and hold the Foundation, the +trademark owner, any agent or employee of the Foundation, anyone +providing copies of Project Gutenberg-tm electronic works in accordance +with this agreement, and any volunteers associated with the production, +promotion and distribution of Project Gutenberg-tm electronic works, +harmless from all liability, costs and expenses, including legal fees, +that arise directly or indirectly from any of the following which you do +or cause to occur: (a) distribution of this or any Project Gutenberg-tm +work, (b) alteration, modification, or additions or deletions to any +Project Gutenberg-tm work, and (c) any Defect you cause. + + +Section 2. Information about the Mission of Project Gutenberg-tm + +Project Gutenberg-tm is synonymous with the free distribution of +electronic works in formats readable by the widest variety of computers +including obsolete, old, middle-aged and new computers. It exists +because of the efforts of hundreds of volunteers and donations from +people in all walks of life. + +Volunteers and financial support to provide volunteers with the +assistance they need are critical to reaching Project Gutenberg-tm's +goals and ensuring that the Project Gutenberg-tm collection will +remain freely available for generations to come. In 2001, the Project +Gutenberg Literary Archive Foundation was created to provide a secure +and permanent future for Project Gutenberg-tm and future generations. +To learn more about the Project Gutenberg Literary Archive Foundation +and how your efforts and donations can help, see Sections 3 and 4 +and the Foundation web page at http://www.gutenberg.org/fundraising/pglaf. + + +Section 3. Information about the Project Gutenberg Literary Archive +Foundation + +The Project Gutenberg Literary Archive Foundation is a non profit +501(c)(3) educational corporation organized under the laws of the +state of Mississippi and granted tax exempt status by the Internal +Revenue Service. The Foundation's EIN or federal tax identification +number is 64-6221541. Contributions to the Project Gutenberg +Literary Archive Foundation are tax deductible to the full extent +permitted by U.S. federal laws and your state's laws. + +The Foundation's principal office is located at 4557 Melan Dr. S. +Fairbanks, AK, 99712., but its volunteers and employees are scattered +throughout numerous locations. Its business office is located at +809 North 1500 West, Salt Lake City, UT 84116, (801) 596-1887, email +business@pglaf.org. Email contact links and up to date contact +information can be found at the Foundation's web site and official +page at http://www.gutenberg.org/about/contact + +For additional contact information: + Dr. Gregory B. Newby + Chief Executive and Director + gbnewby@pglaf.org + +Section 4. Information about Donations to the Project Gutenberg +Literary Archive Foundation + +Project Gutenberg-tm depends upon and cannot survive without wide +spread public support and donations to carry out its mission of +increasing the number of public domain and licensed works that can be +freely distributed in machine readable form accessible by the widest +array of equipment including outdated equipment. Many small donations +($1 to $5,000) are particularly important to maintaining tax exempt +status with the IRS. + +The Foundation is committed to complying with the laws regulating +charities and charitable donations in all 50 states of the United +States. Compliance requirements are not uniform and it takes a +considerable effort, much paperwork and many fees to meet and keep up +with these requirements. We do not solicit donations in locations +where we have not received written confirmation of compliance. To +SEND DONATIONS or determine the status of compliance for any +particular state visit http://www.gutenberg.org/fundraising/pglaf + +While we cannot and do not solicit contributions from states where we +have not met the solicitation requirements, we know of no prohibition +against accepting unsolicited donations from donors in such states who +approach us with offers to donate. + +International donations are gratefully accepted, but we cannot make +any statements concerning tax treatment of donations received from +outside the United States. U.S. laws alone swamp our small staff. + +Please check the Project Gutenberg Web pages for current donation +methods and addresses. Donations are accepted in a number of other +ways including checks, online payments and credit card donations. +To donate, please visit: http://www.gutenberg.org/fundraising/donate + + +Section 5. General Information About Project Gutenberg-tm electronic +works. + +Professor Michael S. Hart is the originator of the Project Gutenberg-tm +concept of a library of electronic works that could be freely shared +with anyone. For thirty years, he produced and distributed Project +Gutenberg-tm eBooks with only a loose network of volunteer support. + +Project Gutenberg-tm eBooks are often created from several printed +editions, all of which are confirmed as Public Domain in the U.S. +unless a copyright notice is included. Thus, we do not necessarily +keep eBooks in compliance with any particular paper edition. + +Each eBook is in a subdirectory of the same number as the eBook's +eBook number, often in several formats including plain vanilla ASCII, +compressed (zipped), HTML and others. + +Corrected EDITIONS of our eBooks replace the old file and take over +the old filename and etext number. The replaced older file is renamed. +VERSIONS based on separate sources are treated as new eBooks receiving +new filenames and etext numbers. + +Most people start at our Web site which has the main PG search facility: + +<a href="http://www.gutenberg.org">http://www.gutenberg.org</a> + +This Web site includes information about Project Gutenberg-tm, +including how to make donations to the Project Gutenberg Literary +Archive Foundation, how to help produce our new eBooks, and how to +subscribe to our email newsletter to hear about new eBooks. + +EBooks posted prior to November 2003, with eBook numbers BELOW #10000, +are filed in directories based on their release date. If you want to +download any of these eBooks directly, rather than using the regular +search system you may utilize the following addresses and just +download by the etext year. + +<a href="http://www.gutenberg.org/dirs/etext06/">http://www.gutenberg.org/dirs/etext06/</a> + + (Or /etext 05, 04, 03, 02, 01, 00, 99, + 98, 97, 96, 95, 94, 93, 92, 92, 91 or 90) + +EBooks posted since November 2003, with etext numbers OVER #10000, are +filed in a different way. The year of a release date is no longer part +of the directory path. The path is based on the etext number (which is +identical to the filename). The path to the file is made up of single +digits corresponding to all but the last digit in the filename. For +example an eBook of filename 10234 would be found at: + +http://www.gutenberg.org/dirs/1/0/2/3/10234 + +or filename 24689 would be found at: +http://www.gutenberg.org/dirs/2/4/6/8/24689 + +An alternative method of locating eBooks: +<a href="http://www.gutenberg.org/dirs/GUTINDEX.ALL">http://www.gutenberg.org/dirs/GUTINDEX.ALL</a> + +*** END: FULL LICENSE *** +</pre> +</body> +</html> diff --git a/36716-h/images/002a-t.jpg b/36716-h/images/002a-t.jpg Binary files differnew file mode 100644 index 0000000..86b42ce --- /dev/null +++ b/36716-h/images/002a-t.jpg diff --git a/36716-h/images/002a.jpg b/36716-h/images/002a.jpg Binary files differnew file mode 100644 index 0000000..4fa861d --- /dev/null +++ b/36716-h/images/002a.jpg diff --git a/36716-h/images/003.png b/36716-h/images/003.png Binary files differnew file mode 100644 index 0000000..26e4a60 --- /dev/null +++ b/36716-h/images/003.png diff --git a/36716-h/images/005.png b/36716-h/images/005.png Binary files differnew file mode 100644 index 0000000..0dd0494 --- /dev/null +++ b/36716-h/images/005.png diff --git a/36716-h/images/007a.png b/36716-h/images/007a.png Binary files differnew file mode 100644 index 0000000..8223fd7 --- /dev/null +++ b/36716-h/images/007a.png diff --git a/36716-h/images/007b.png b/36716-h/images/007b.png Binary files differnew file mode 100644 index 0000000..b59ad5b --- /dev/null +++ b/36716-h/images/007b.png diff --git a/36716-h/images/009.png b/36716-h/images/009.png Binary files differnew file mode 100644 index 0000000..99e45ef --- /dev/null +++ b/36716-h/images/009.png diff --git a/36716-h/images/022.png b/36716-h/images/022.png Binary files differnew file mode 100644 index 0000000..49df860 --- /dev/null +++ b/36716-h/images/022.png diff --git a/36716-h/images/023.png b/36716-h/images/023.png Binary files differnew file mode 100644 index 0000000..31bd682 --- /dev/null +++ b/36716-h/images/023.png diff --git a/36716-h/images/040a-t.jpg b/36716-h/images/040a-t.jpg Binary files differnew file mode 100644 index 0000000..98cfad1 --- /dev/null +++ b/36716-h/images/040a-t.jpg diff --git a/36716-h/images/040a.jpg b/36716-h/images/040a.jpg Binary files differnew file mode 100644 index 0000000..3b0169b --- /dev/null +++ b/36716-h/images/040a.jpg diff --git a/36716-h/images/053.png b/36716-h/images/053.png Binary files differnew file mode 100644 index 0000000..2196d03 --- /dev/null +++ b/36716-h/images/053.png diff --git a/36716-h/images/054.png b/36716-h/images/054.png Binary files differnew file mode 100644 index 0000000..170770b --- /dev/null +++ b/36716-h/images/054.png diff --git a/36716-h/images/088a-t.jpg b/36716-h/images/088a-t.jpg Binary files differnew file mode 100644 index 0000000..824f9ff --- /dev/null +++ b/36716-h/images/088a-t.jpg diff --git a/36716-h/images/088a.jpg b/36716-h/images/088a.jpg Binary files differnew file mode 100644 index 0000000..9cbeb88 --- /dev/null +++ b/36716-h/images/088a.jpg diff --git a/36716-h/images/092.png b/36716-h/images/092.png Binary files differnew file mode 100644 index 0000000..8bccbab --- /dev/null +++ b/36716-h/images/092.png diff --git a/36716-h/images/093.png b/36716-h/images/093.png Binary files differnew file mode 100644 index 0000000..dd8ee4d --- /dev/null +++ b/36716-h/images/093.png diff --git a/36716-h/images/109.png b/36716-h/images/109.png Binary files differnew file mode 100644 index 0000000..fd6957a --- /dev/null +++ b/36716-h/images/109.png diff --git a/36716-h/images/128a-t.jpg b/36716-h/images/128a-t.jpg Binary files differnew file mode 100644 index 0000000..018a893 --- /dev/null +++ b/36716-h/images/128a-t.jpg diff --git a/36716-h/images/128a.jpg b/36716-h/images/128a.jpg Binary files differnew file mode 100644 index 0000000..3c848ed --- /dev/null +++ b/36716-h/images/128a.jpg diff --git a/36716-h/images/174.png b/36716-h/images/174.png Binary files differnew file mode 100644 index 0000000..864b3fd --- /dev/null +++ b/36716-h/images/174.png diff --git a/36716-h/images/176.png b/36716-h/images/176.png Binary files differnew file mode 100644 index 0000000..5212bc1 --- /dev/null +++ b/36716-h/images/176.png diff --git a/36716-h/images/achter.png b/36716-h/images/achter.png Binary files differnew file mode 100644 index 0000000..42f6e2d --- /dev/null +++ b/36716-h/images/achter.png diff --git a/36716-h/images/cover-t.jpg b/36716-h/images/cover-t.jpg Binary files differnew file mode 100644 index 0000000..0f57e19 --- /dev/null +++ b/36716-h/images/cover-t.jpg diff --git a/36716-h/images/cover.jpg b/36716-h/images/cover.jpg Binary files differnew file mode 100644 index 0000000..71a3462 --- /dev/null +++ b/36716-h/images/cover.jpg diff --git a/36716-h/images/rand-lb.png b/36716-h/images/rand-lb.png Binary files differnew file mode 100644 index 0000000..7bd2c33 --- /dev/null +++ b/36716-h/images/rand-lb.png diff --git a/36716-h/images/rand-lo.png b/36716-h/images/rand-lo.png Binary files differnew file mode 100644 index 0000000..ee80697 --- /dev/null +++ b/36716-h/images/rand-lo.png diff --git a/36716-h/images/rand-rb.png b/36716-h/images/rand-rb.png Binary files differnew file mode 100644 index 0000000..e30fea3 --- /dev/null +++ b/36716-h/images/rand-rb.png diff --git a/36716-h/images/rand-ro.png b/36716-h/images/rand-ro.png Binary files differnew file mode 100644 index 0000000..a94fd2b --- /dev/null +++ b/36716-h/images/rand-ro.png diff --git a/36716-h/images/rug-t.jpg b/36716-h/images/rug-t.jpg Binary files differnew file mode 100644 index 0000000..c4c9721 --- /dev/null +++ b/36716-h/images/rug-t.jpg diff --git a/36716-h/images/rug.jpg b/36716-h/images/rug.jpg Binary files differnew file mode 100644 index 0000000..36f55fb --- /dev/null +++ b/36716-h/images/rug.jpg diff --git a/LICENSE.txt b/LICENSE.txt new file mode 100644 index 0000000..6312041 --- /dev/null +++ b/LICENSE.txt @@ -0,0 +1,11 @@ +This eBook, including all associated images, markup, improvements, +metadata, and any other content or labor, has been confirmed to be +in the PUBLIC DOMAIN IN THE UNITED STATES. + +Procedures for determining public domain status are described in +the "Copyright How-To" at https://www.gutenberg.org. + +No investigation has been made concerning possible copyrights in +jurisdictions other than the United States. Anyone seeking to utilize +this eBook outside of the United States should confirm copyright +status under the laws that apply to them. diff --git a/README.md b/README.md new file mode 100644 index 0000000..c65ee8d --- /dev/null +++ b/README.md @@ -0,0 +1,2 @@ +Project Gutenberg (https://www.gutenberg.org) public repository for +eBook #36716 (https://www.gutenberg.org/ebooks/36716) |
