summaryrefslogtreecommitdiff
diff options
context:
space:
mode:
-rw-r--r--.gitattributes4
-rw-r--r--LICENSE.txt11
-rw-r--r--README.md2
-rw-r--r--old/51345-0.txt3645
-rw-r--r--old/51345-0.zipbin65131 -> 0 bytes
-rw-r--r--old/51345-h.zipbin2222798 -> 0 bytes
-rw-r--r--old/51345-h/51345-h.htm4647
-rw-r--r--old/51345-h/images/cover.jpgbin83143 -> 0 bytes
-rw-r--r--old/51345-h/images/frontispiece.jpgbin102603 -> 0 bytes
-rw-r--r--old/51345-h/images/p006.jpgbin41780 -> 0 bytes
-rw-r--r--old/51345-h/images/p010.jpgbin66299 -> 0 bytes
-rw-r--r--old/51345-h/images/p015.pngbin26103 -> 0 bytes
-rw-r--r--old/51345-h/images/p017.jpgbin59869 -> 0 bytes
-rw-r--r--old/51345-h/images/p019.pngbin20359 -> 0 bytes
-rw-r--r--old/51345-h/images/p025.pngbin16917 -> 0 bytes
-rw-r--r--old/51345-h/images/p027.pngbin22652 -> 0 bytes
-rw-r--r--old/51345-h/images/p030.jpgbin71597 -> 0 bytes
-rw-r--r--old/51345-h/images/p032.jpgbin129315 -> 0 bytes
-rw-r--r--old/51345-h/images/p035.jpgbin43656 -> 0 bytes
-rw-r--r--old/51345-h/images/p038.jpgbin39081 -> 0 bytes
-rw-r--r--old/51345-h/images/p041.jpgbin63829 -> 0 bytes
-rw-r--r--old/51345-h/images/p042.jpgbin60007 -> 0 bytes
-rw-r--r--old/51345-h/images/p044.jpgbin46698 -> 0 bytes
-rw-r--r--old/51345-h/images/p046.pngbin15358 -> 0 bytes
-rw-r--r--old/51345-h/images/p048.pngbin4881 -> 0 bytes
-rw-r--r--old/51345-h/images/p049.pngbin20825 -> 0 bytes
-rw-r--r--old/51345-h/images/p053.pngbin11919 -> 0 bytes
-rw-r--r--old/51345-h/images/p055.pngbin25778 -> 0 bytes
-rw-r--r--old/51345-h/images/p057.pngbin24648 -> 0 bytes
-rw-r--r--old/51345-h/images/p063.jpgbin144712 -> 0 bytes
-rw-r--r--old/51345-h/images/p064.pngbin10282 -> 0 bytes
-rw-r--r--old/51345-h/images/p066.pngbin31825 -> 0 bytes
-rw-r--r--old/51345-h/images/p068.pngbin18600 -> 0 bytes
-rw-r--r--old/51345-h/images/p070.pngbin15271 -> 0 bytes
-rw-r--r--old/51345-h/images/p073.pngbin15145 -> 0 bytes
-rw-r--r--old/51345-h/images/p074.pngbin35581 -> 0 bytes
-rw-r--r--old/51345-h/images/p077.pngbin17971 -> 0 bytes
-rw-r--r--old/51345-h/images/p080.jpgbin65542 -> 0 bytes
-rw-r--r--old/51345-h/images/p083.pngbin26956 -> 0 bytes
-rw-r--r--old/51345-h/images/p085.jpgbin141558 -> 0 bytes
-rw-r--r--old/51345-h/images/p090.pngbin20915 -> 0 bytes
-rw-r--r--old/51345-h/images/p092.jpgbin55704 -> 0 bytes
-rw-r--r--old/51345-h/images/p095.jpgbin60878 -> 0 bytes
-rw-r--r--old/51345-h/images/p100.pngbin20786 -> 0 bytes
-rw-r--r--old/51345-h/images/p102.jpgbin30030 -> 0 bytes
-rw-r--r--old/51345-h/images/p104.jpgbin44296 -> 0 bytes
-rw-r--r--old/51345-h/images/p105.jpgbin35874 -> 0 bytes
-rw-r--r--old/51345-h/images/p107.jpgbin125237 -> 0 bytes
-rw-r--r--old/51345-h/images/p110.jpgbin58985 -> 0 bytes
-rw-r--r--old/51345-h/images/p113.pngbin21415 -> 0 bytes
-rw-r--r--old/51345-h/images/p115.pngbin19245 -> 0 bytes
-rw-r--r--old/51345-h/images/p116.pngbin17488 -> 0 bytes
-rw-r--r--old/51345-h/images/p118.pngbin19636 -> 0 bytes
-rw-r--r--old/51345-h/images/p121.pngbin18581 -> 0 bytes
-rw-r--r--old/51345-h/images/p126.pngbin20229 -> 0 bytes
-rw-r--r--old/51345-h/images/p128.pngbin11176 -> 0 bytes
-rw-r--r--old/51345-h/images/seriestitle.pngbin17310 -> 0 bytes
-rw-r--r--old/51345-h/images/titlepage.pngbin21125 -> 0 bytes
-rw-r--r--old/old/51345-8.txt3646
-rw-r--r--old/old/51345-8.zipbin65016 -> 0 bytes
60 files changed, 17 insertions, 11938 deletions
diff --git a/.gitattributes b/.gitattributes
new file mode 100644
index 0000000..d7b82bc
--- /dev/null
+++ b/.gitattributes
@@ -0,0 +1,4 @@
+*.txt text eol=lf
+*.htm text eol=lf
+*.html text eol=lf
+*.md text eol=lf
diff --git a/LICENSE.txt b/LICENSE.txt
new file mode 100644
index 0000000..6312041
--- /dev/null
+++ b/LICENSE.txt
@@ -0,0 +1,11 @@
+This eBook, including all associated images, markup, improvements,
+metadata, and any other content or labor, has been confirmed to be
+in the PUBLIC DOMAIN IN THE UNITED STATES.
+
+Procedures for determining public domain status are described in
+the "Copyright How-To" at https://www.gutenberg.org.
+
+No investigation has been made concerning possible copyrights in
+jurisdictions other than the United States. Anyone seeking to utilize
+this eBook outside of the United States should confirm copyright
+status under the laws that apply to them.
diff --git a/README.md b/README.md
new file mode 100644
index 0000000..f32ff52
--- /dev/null
+++ b/README.md
@@ -0,0 +1,2 @@
+Project Gutenberg (https://www.gutenberg.org) public repository for
+eBook #51345 (https://www.gutenberg.org/ebooks/51345)
diff --git a/old/51345-0.txt b/old/51345-0.txt
deleted file mode 100644
index e9a964b..0000000
--- a/old/51345-0.txt
+++ /dev/null
@@ -1,3645 +0,0 @@
-The Project Gutenberg EBook of Verteluurtje, by
-Alberdina Hermanna Schlüter and J. Wiegman
-
-This eBook is for the use of anyone anywhere in the United States and most
-other parts of the world at no cost and with almost no restrictions
-whatsoever. You may copy it, give it away or re-use it under the terms of
-the Project Gutenberg License included with this eBook or online at
-www.gutenberg.org. If you are not located in the United States, you'll have
-to check the laws of the country where you are located before using this ebook.
-
-Title: Verteluurtje
-
-Author: Alberdina Hermanna Schlüter
- J. Wiegman
-
-Release Date: March 3, 2016 [EBook #51345]
-
-Language: Dutch
-
-Character set encoding: UTF-8
-
-*** START OF THIS PROJECT GUTENBERG EBOOK VERTELUURTJE ***
-
-
-
-
-Produced by Jeroen Hellingman and the Online Distributed
-Proofreading Team at http://www.pgdp.net/ for Project
-Gutenberg
-
-
-
-
-
-
-
-
-
- VERTELUURTJE
-
- DOOR HERMANNA.
-
- GEÏLLUSTREERD DOOR JAN WIEGMAN.
-
-
- H. MEULENHOFF--AMSTERDAM--1921.
-
-
-
-
-
-
-
-TÒCH EEN GOED BEGIN!
-
-
-Ben van Straten was de gelukkige eigenaar van een nieuwe prikslee; wàt
-'n mooie was het! Zijn Vader, die timmermansknecht was, had 'm zelf in
-zijn vrije uren gemaakt en Jaap, Ben's groote broer, had 'm een verfje
-gegeven: lichtgroen, met een smal, geel biesje; vroolijk stond dat.
-
-Niemand blijder dan Ben! Als de andere jongens nu weer op den
-Heuvelweg gingen sleden, kon hij echt meedoen; heisa, zijn slee
-was zóó licht, die zou alle anderen vooruitschieten, dat wist hij
-zeker. Verleden jaar had hij er ook gesleed, ja, maar op een paar
-aan elkaar gebonden planken. Pret had hij toen ook wel gehad, maar
-'t was toch niet het rechte geweest--als hij dan andere jongens op
-"heusche" sleetjes naar beneden had zien glijden, had hij toch een
-onvoldaan gevoel gekregen.--Nu zouden ze jaloersch op hèm zijn,
-hem om zijn mooie, nieuwe slee benijden, vooral Piet van den bakker,
-die had altijd zoo'n praats!
-
-De slee was er nu wel, maar de sneeuw--die liet dit jaar lang op
-zich wachten. De Kerstvacantie was bijna om en nog steeds was er geen
-sneeuw gevallen.
-
-Thuis begonnen ze er Ben al mee te plagen. 't Was elken morgen, zoo
-gauw hij zijn oogen opendeed, zijn eerste vraag: "heeft 't vannacht
-gesneeuwd?"
-
-"Ja", zei Jaap op een ochtend voor de grap.
-
-Ben kwam met een schreeuw van blijdschap overeind en vloog op zijn
-bloote voeten naar 't venster van hun zolderkamertje.
-
-Gesneeuwd?--Flauwe Jaap!--Geregend had het;--bah, kletsnat en vuil
-grauw zag 't er buiten uit.--
-
-Toen was Ben kwaad op Jaap; den heelen dag gaf hij hem geen goed woord.
-
-Maar eindelijk gebeurde 't dan toch, wat Ben zoo vurig wenschte.
-
-Op Oudejaarsmorgen hingen de wolken zwaar en laag en tegen twaalven
-vielen de eerste donzen veertjes zachtjes, heel zachtjes, naar beneden.
-
-"Als 't nu maar doorzet," zei Ben angstig; hij drukte zijn neus tegen
-de ruiten en stond dan op eens weer buiten, om met zijn hoofd in den
-nek naar boven te turen, naar de grijze, zooveel belovende wolken.
-
-Langzaam, langzaam dwarrelden de vlokken, maar "echt sneeuwen" kon
-je dit nog niet noemen, volgens Ben.
-
-"Als 't maar blijft liggen!"--dit was zijn grootste zorg. Hij vroeg
-er ieders meening over en hoorde, zooals 't gewoonlijk gaat, veel
-tegenstrijdigs.
-
-"'t Dooit in éénen weg," zei buurman, die een goeden blik op 't weer
-heette te hebben.
-
-"De wind waait uit den verkeerden hoek", beweerde Jaap met een
-bedenkelijk gezicht; "modderpap wordt 't en anders niks."
-
-"Vannacht komt er stellig een flink pak bij," zei Vader, toen hij voor
-'t middagmaal thuiskwam.
-
-"Op 't plaatsje ligt al een wit laagje," vertelde Moeder hoopvol.
-
-Ben, heen en weer geslingerd tusschen vrees en hoop, hield het
-ten slotte met Vader en Moeder; die zouden 't wel 't beste weten,
-dacht hij.
-
-Toen 's avonds de Oudejaarsklokken luidden, was 't witte laagje al een
-witte laag geworden. Ben juichte, toen hij zag, dat Vader de groote,
-ouderwetsche paraplu klaar zette voor den kerkgang.
-
-"Daar kunnen we alle drie onder," zei Vader; "Jaap moet dan z'n kraag
-maar omhoog zetten."
-
-Op den heenweg kon de paraplu dicht blijven, wat Ben erg speet,
-maar teruggaande troffen ze een hevige sneeuwbui.
-
-"Heerlijk voor de slee," riep Ben en telkens moest hij even onder
-'t beschuttende dak uitkijken om te zien, hoe hard 't wel sneeuwde.
-
-Dien nacht droomde hij natuurlijk van sneeuw en nog eens sneeuw en
-toen hij op Nieuwjaarsmorgen wakker werd, vroeg hij niet: "heeft
-'t gesneeuwd?" maar: "ligt er een flink pak?"
-
-"Nee", zei Jaap, knorrig omdat hij wou uitslapen en Ben hem stoorde,
-maar Ben was al bij 't raam en riep hard: "ja!--je weet er niks van,
-Jaap, een hoop ligt er--jongens fijn! En 't sneeuwt niet meer en de
-zon schijnt zoo mooi! Wat zal 't nou op den Heuvelweg leuk zijn!"
-
-Hij schoot in de kleeren, gunde zich haast niet den tijd Vader en
-Moeder Nieuwjaar te wenschen, en propte zijn boterhammen er in,
-zoo'n haast had hij om weg te komen.
-
-Vader lachte; hij had er schik in. "Laat 'm maar," zei hij
-vergoelijkend tegen Moeder, "de jongen heeft er zoo lang op
-gevlast"--en toen tegen Ben: "voorzichtig aan, hoor en veel plezier;
-gebruik je slee maar goed!"
-
-"Nou," riep Ben, al bij de deur, "dat zal ik wel,"--en hij zette 't
-op een loopen, terwijl hij de mooie, nieuwe slee aan een touw meetrok.
-
-Op den Heuvelweg waren al verscheidene jongens en meisjes, die Ben
-kende. Vol trots baande hij zich een doortocht.
-
-"Kijk 's, wat een mooie slee!" hoorde hij hier en daar fluisteren,
-en dan keek hij expres onverschillig, alsof 't hem niet aanging,
-terwijl toch zijn hart harder bonsde van plezier.
-
-Toen 't op sleden aan kwam, was Ben den anderen telkens vooruit,
-den hellenden weg af, juist zooals hij 't verwacht had; zijn slee
-was rank en licht, daar kon geen enkele andere tegen aan. Hij klom
-al weer naar boven, terwijl de anderen pas beneden aankwamen. Ben
-werd er druk en overmoedig van.
-
-Piet van den rijken bakker, die altijd gewend was alles 't best
-en 't mooist te hebben, keek afgunstig naar de groene slee met de
-gele biesjes. De zijne was ook pas nieuw, maar liep lang zoo vlug
-niet. Gemelijk rukte hij zijn slee op de baan.
-
-"Uit den weg," waarschuwde Ben, die juist met een troep naar beneden
-gleed en Piet moest wel uitwijken, waarbij hij in de dikke, hoog
-opgestuwde sneeuw aan den kant van den weg belandde.
-
-Of Piet ook boos was!--Hij keek om zich heen en zocht naar een
-voorwerp om er zijn woede op te koelen, daar Ben al weer ver buiten
-zijn bereik was.
-
-Een kleine, armelijk gekleede jongen bracht juist een wrak
-Sunlight-zeep-kistje op de baan, waar een bleek kereltje van een jaar
-of vier in zat.
-
-"Je mag hier alleen maar met sleden komen," zei Piet dadelijk uit de
-hoogte. "We hebben er geen zin in onze baan te laten bederven. Allo,
-maak dat je wegkomt--" en hij gaf een schop tegen het kistje.
-
-"Zeg, laat dat," riep de oudste, terwijl hij beschermend voor zijn
-broertje ging staan, maar Piet, die grooter en steviger was, pakte hem
-beet en gooide hem in de sneeuw. Ruw trok hij toen 't geïmproviseerde
-sleetje naar den kant; er kraakte wat, maar Piet was er de jongen
-niet naar om voorzichtig met andermans goed te zijn. Met zijn stevige
-laarzen gaf hij 't kistje nog een schop en sprong daarop in zijn
-eigen slee, die nu ongehinderd den weg af kon glijden.
-
-Toen Ben vroolijk en opgewonden van de pret weer boven kwam met zijn
-licht sleetje achter zich aan, zag hij 't zielige groepje staan. Hij
-kende de jongens wel: 't waren Dirk en zijn kreupele broertje Hein,
-kinderen van een arme weduwe, die in 't slopje, achter bij hen in de
-straat woonde.
-
-Dirk lag op zijn kniëen bij 't wrakke, krakerige kistje en bekeek
-'t met een bedenkelijk gezicht.
-
-"Nee Heintje, 't gaat niet, jô; als 'k nou alleen was zou ik het
-'r misschien op wagen, maar met jou doe 'k het vast niet. Huil maar
-niet, der is toch niks aan te doen."
-
-"Is 't kapot?" vroeg Ben meewarig.
-
-Dirk kwam overeind.--"Nou, wel zoo wat," zei hij met een wijs knikje;
-"'k zal zien dat 'k der Hein nog in thuis krijg, maar dan kan Moeder
-'m wel onder den waschketel stoppen: brandhout is 't, anders niks."
-
-Op 't hooren van dit vonnis over zijn dierbare sleetje begon Heintje
-luidkeels te schreeuwen; de tranen biggelden over zijn bolbleeke
-gezichtje.
-
-"Piet dêe het," vertelde Dirk vertrouwelijk aan Ben; "zoo'n leelijke
-aap, wat hoefde die der zich mee te bemoeien, we leien 'm ommers niks
-in den weg?--Hein het al zoo dukkels 's morgens as tie wakker werd,
-gevraagd, of ter sneeuw lag, omdat ik 'm beloofd had dat we dan zouën
-sleeën--en nou--nou het ie der niks niemendal an.--Kom, we mosten maar
-naar huis gaan, naar Moeder. Wat hei je der an om hier te kleumen;
-we zouen ook niet zoo lang uitblijven, want Moeder wou naar de kerk
-en dan mot ik op de kleintjes passen."
-
-"Ikke wou eerst slee-ee-ën," snikte Heintje, "nog niet naar huis
-toe, Dirk!"
-
-Ben keek naar 't kapotte kistje, toen naar zijn eigen
-spiksplinternieuwe slee--hè, hij werd er warm van.--Wat zei Dirk ook
-weer?--Hein had zoo naar sneeuw verlangd, zoo vaak 's morgens bij
-'t wakker worden al gevraagd, of er sneeuw lag-- --net als hij--ja,
-en nou lag er sneeuw en kreupele Heintje had er niks aan.
-
-Ben veegde met zijn mouw langs zijn gezicht, hij zag
-vuurrood.--"Zeg,"--klonk 't op eens, "zeg Dirk, zet 'm maar in
-de mijne."
-
-"Meen je dàt?" Dirk keek ongeloovig.
-
-"Ja, waarom niet? vooruit, ik zal 'm wel vasthouden, til jij Hein er
-dan in.----Zoo, en nou ga je maar op de baan en als je 'm op gang hebt,
-spring je der zelf maar bij in.--Zeg jô, als je Piet ziet, dan kan je
-'m lekker een langen neus maken!" Ben lachte, want dat gunde hij Piet
-nu eens echt.
-
-Bovenaan op de baan was 't een duwen en dringen van belang. Een oude
-heer van een der omliggende villa's stond te midden van een troep
-jongens hard te spreken. Ben kwam nieuwsgierig dichterbij; zijn slee
-zat nog vast, de jongens hielden 'm tegen. "Gelijk afglijden," werd
-er geroepen.
-
-"Als ik "drie" heb gezegd, dan gaan jullie," sprak de oude heer,
-"en wie 't eerst beneden is, krijgt een mooi mes van me; jij bent
-scheidsrechter," zei hij tegen een grooten jongen; "als de wind naar
-beneden en goed opletten of 't geregeld toegaat."
-
-Meteen werden de sleden in postuur gezet; Ben's slee ook. Dirk wou
-er weer afgaan en Ben roepen, maar de oude heer duwde hem op zijn
-plaats terug.
-
-"Neen, neen, wie in de slee is, blijft er in; niet weer omruilen."
-
-"Een, twee, drie!" klonk 't en de sleden gleden af. Ben had een
-wonderlijk gevoel, toen hij daar aan den kant van den weg zijn slee
-stond na te zien, die nu, zonder hem, meedeed aan een wedstrijd. Een
-prop schoot hem in de keel. Wat leuk zou 't geweest zijn zelf de slee
-te besturen, zelf de glorie van de overwinning te hebben, want Ben
-twijfelde er niet aan of zijn slee zou 't winnen.--Kijk, hij was den
-anderen al vooruit!--Hè, Piet voorbij te stuiven--dat zou me wat zijn
-geweest!--En dat nou Dirk en Hein dat plezier hadden, Dirk en Hein,
-voor wie een gewoon toertje in z'n slee al een heel pretje zou zijn
-geweest!--De tranen sprongen Ben in de oogen.--Als hij dat vooruit
-geweten had!--
-
-Een oorverdoovend lawaai onder aan den Heuvelweg. Ben ging op zijn
-teenen staan, spande zich in om te kijken. Ja hoor, 't was wel net
-zooals hij gedacht had, zijn slee had 't gewonnen.
-
-Daar kwamen ze weer aan, hijgend en stoeiend.-- --Dirk een eind achter
-de anderen aan, moeielijk zeulend met de slee, waarin Heintje zat.
-
-"Dat hei je der nou van," sarde Piet, toen hij langs Ben kwam,
-"die bedeljoggies gaan met 't mes strijken. Kijk 's, hij huilt der
-om! Zoo'n spijt het ie."
-
-"Dat 's nietis!" riep Ben driftig uit, "'k heb der geen spijt van!" en
-werkelijk was op dit oogenblik 't gevoel van spijt geheel bij hem
-verdwenen.--"'k Vind jou een nare jongen; een windbuil ben je, nou
-weet je 't--wat hoefde je hun slee stuk te maken?"
-
-"Dat ouwe kistje?" spotte Piet smalend.
-
-"Piet is kwaad, omdat ie 't zou gewonnen hebben, als die groene slee
-met de gele biesjes er niet was geweest," lachte de groote jongen,
-die scheidsrechter was. "Waar blijft de overwinnaar?"
-
-Terwijl Ben 't voor zijn beschermelingen opnam en Piet aanvloog,
-bracht de groote jongen Dirk en zijn broertje bij den ouden heer, om
-'t mes in ontvangst te nemen.
-
-Ben en Piet vochten als kemphanen, met als toeschouwers een
-kring belangstellende jongens er om heen, die hen met luide kreten
-aanhitsten.--Eindelijk vond Ben, die door zijn grootere behendigheid
-Piet de baas bleef, het welletjes; hij liet den ander los en deze
-droop af.--Ben streek zich 't haar uit 't gezicht; hij had een buil op
-'t voorhoofd en zijn pak was gescheurd. Deze ontdekking ontnuchterde
-hem wel wat. Landerig baande hij zich een weg door de jongens.
-
-"Hier," zei de scheidsrechter, "hier is je slee en ik moest je nog
-wel bedanken van die kleine jongens. Ze zijn met hun eigen equipage
-weggegaan, terwijl jij aan 't bakkeleien was," en hij lachte om
-zijn aardigheid.
-
-"'n Mooie equipage, zeg, 'n oud zeepkistje," meesmuilde een ander,
-er op ingaande.
-
-Ben zei niets en ging naar huis. Hij trok zijn slee achter zich
-aan, alsof 't een stuk lood was.--Moeder zou wel brommen, het was
-zijn tusschenpak: verleden jaar nog had hij 't voor den Zondag
-gedragen. Moeder was zelf zoo vreeselijk zuinig en precies op de
-kleeren--ja, dáár zou stellig wat op zitten! Misschien mocht hij wel
-nooit meer op den Heuvelweg gaan sleden!
-
-Hoe dichter Ben bij huis kwam, des te langzamer sjokte hij voort.
-
-Maar in 't begin van zijn straat stond Dirk, Dirk met een stralend
-gezicht; 't mooie mes hield hij in de hand.
-
-"Zeg Ben, 'k heb der bij je thuis al alles van verteld en je Moeder
-zei, dat ik 't je zelvers mocht geven.--Hier--"en hij stak hem 't
-mes toe. "Dat 's eerlijk van jou."
-
-Ben stribbelde eerst wat tegen, maar moest het ten slotte toch
-aannemen. "Wij hebben al zooveul pret der van gehad, dat wij
-'t wonnen!" riep hij glunder. "Je hadt Heintje 's motten hooren,
-toen we Piet voorbij vlogen--man, 't was zoo leuk!" En zijn ouwelijk
-gezichtje stond bepaald oolijk, nu hij hieraan terugdacht.
-
-Ben was wel blij met 't mes, maar--'t gescheurde pak, zie je, en de
-mogelijke gevolgen.----Dirk liep met hem op.--"Je Moeder zal der wel
-niet kwaad om wezen," zei hij opbeurend, "ze weet al, dat je met Piet
-gevochten hebt om ons."
-
-"Ja?" Ben keek hem weifelend aan.
-
-Nu waren ze bij de deur. Dirk gaf hem een aanmoedigend duwtje.--"Nou,
-dag hoor!"
-
-"Dag," mompelde Ben werktuigelijk terug en sloop naar binnen.--
-
-
-
-"Wel, Ben," zei Vader, toen 't gezin aan het middagmaal weer vereenigd
-was, "hoe heb je het gehad, jongen? Zonder tuimeling is het niet
-gegaan, zie ik"--hij wees naar de buil--"en heeft de slee zich goed
-gehouden?"
-
-"Ja Vader," antwoordde Ben, die weer een heel pak aan had, en hij
-keek wat verlegen. Moeder had daarnet niet veel gezegd; hij geloofde
-wel niet, dat ze erg boos was, maar toch----hij kon er niet goed
-wijs uit worden en hield zich daarom maar wat stil----was in zijn
-schulp gekropen.
-
-"Ze hebben een wedstrijd gehouden en Ben z'n slee heeft het gewonnen,"
-vertelde Moeder.
-
-"Ben z'n slee? Maar dan toch niet zonder Ben?"--Vader keek alsof hij
-er niemendal van begreep.
-
-Ben knikte met een vuurroode kleur. "Maar ik heb den prijs," zei hij
-gauw en liet Vader en Jaap 't mooie mes zien.
-
-Toen vertelde Moeder wat ze van Dirk wist.
-
-Ben zat met voorovergebogen hoofd. Zoo meteen zou Vader 't van het
-gescheurde pak hooren, dacht hij, en dan-- -- -- --
-
-Voordat 't evenwel zoover was, lei Vader hem de hand op den
-schouder. "Dat 's een goed begin geweest, mijn jongen," was al wat hij
-zei, maar iets in zijn stem deed Ben verrast opkijken. Hij ontmoette
-Vaders vriendelijken blik en haalde verruimd en diep adem.
-
-"Een goed begin?" herhaalde Moeder, "maar man--met zóó'n scheur in
-zijn pak kwam hij thuis!"
-
-De toon, waarop Moeder dit zei, moest quasi boos heeten, maar meteen
-knikte ze Ben toe en lachte tegen hem.
-
-Toen pas was Ben er gerust op; hij lachte ook en schoof dicht bij de
-tafel. Gezellig toch zaten ze nou met z'n viertjes!
-
-Of Dirk en Heintje 't ook wel zoo goed zouden hebben als hij?....
-
-"Hij denkt aan wat prettigs," zei Jaap op eens, toen 't een poosje
-stil was geweest, en hij wees naar zijn broertje.
-
-Ben lachte weer. Jaap had 't wel goed gezien,-- --hij dacht net bij
-zichzelf, dat hij Dirk en Hein morgen eens met zijn slee zou afhalen,
-als 't tenminste vannacht niet allemaal wegdooide, en wat ongerust
-vroeg hij aan Vader of deze dacht, dat de sneeuw nog zou blijven
-liggen.
-
-"Ik denk 't wel," was 't antwoord.
-
-"Gelukkig," en Ben knikte tevreden; meer zei hij er niet over.--Jaap
-kwam dus niet te weten, wat dat prettige was, waaraan Ben zoo
-stilletjes bij zichzelf had zitten denken; daar hoefde je vooruit
-niet over te praten, vond Ben.
-
-
-
-
-
-
-
-ALLEEN!
-
-
-"Die vervelende Piet stoot aldoor aan de tafel; ik kan nooit 's prettig
-kleuren," riep Annie met een zeurig stemmetje uit. "Hè, Moeder, kijk nu
-eens, zoo'n leelijke groene veeg op de jurk van 't boerinnetje! Daarnet
-stootte hij ook zoo, net toen ik met de appeltjes bezig was; toen
-zijn er allemaal roode halen over 't papier gekomen.--Nare jongen!"
-
-"Annie kan ook niets velen," pruttelde Piet, in antwoord op Moeders
-vermaning van wat stiller te zitten en hij liet zich van zijn stoel
-glijden. In een wip had Annie haar penseel neergelegd en stond ook
-op den grond. "Waar ga je naar toe?" vroeg ze haastig en volgde haar
-broertje met de oogen.
-
-"O neen, Piet, niet naar het speelhoekje; daar mag je niet komen." Zij
-vloog er ook heen en ging met uitgespreide armen voor haar poppen,
-ledikantje en wagentje staan.
-
-"Ik mag best mijn bal krijgen," zei Piet; "is 't niet Moeder?"
-
-"Natuurlijk; Piet heeft evenveel recht op 't speelhoekje als jij,
-Annie!"
-
-"Hij rommelt altijd in mijn poppenhuisje; ik kan nooit 's leuk met de
-poppen spelen, of hij wil meedoen en dan brengt hij alles in de war,"
-klaagde Annie. "Toe Piet, ga weg!"
-
-"Neen, ik wil hier ook spelen."
-
-"Dat 's niks mooi gekleurd," klonk 't bij de tafel. Daar stond Arnold,
-die in de vensterbank had zitten lezen. "Dat hondje moet je bruin
-met wit maken! Wacht, ik zal 't eens netjes voor je doen!"
-
-"Moeder!"--Annie gilde 't uit. "Moeder, zegt u toch eens, dat de
-jongens uitscheiden! Ik kan nooit 's prettig spelen; ze plagen
-me altijd!"
-
-"Dat 's ook wat, ik je plagen? Ik wil je juist helpen!"
-
-Annie stampvoette. "Blijf van mijn kleurboek af!"
-
-"Foei Annie," zei Moeder, "wat ben je weer stout. Wat zal Tante Mies
-wel zeggen? Tante komt er juist aan!"
-
-Annie stond mokkend in een hoekje, toen Tante Mies binnenkwam. Tante
-vroeg maar niet, wat er aan scheelde; ze begreep 't wel, want 't was
-vandaag niet voor den eersten keer, dat Annie zulke kuurtjes vertoonde.
-
-Moeder en Tante Mies wisselden een blik van verstandhouding.
-
-Later, toen 't heele troepje in den tuin was, praatten Moeder en
-Tante lang met elkaar. "Zoo flauw," pruttelde Annie, die altijd
-erg nieuwsgierig was, "waarom nou in 't Fransch, waar we niets van
-begrijpen?"--
-
-Met 't jongste broertje, Kees, gaf 't bij den zandhoop warempel al
-weer gescharrel. Annie kon niet verdragen, dat de kleine jongen een
-van haar vormpjes pakte. Al gebruikte ze 't zelf ook niet op dit
-oogenblik, Kees mocht 't tòch niet hebben.
-
-Geen wonder, dat Kees begon te schreien; Annie rukte 't hem zoo ruw
-uit de hand. Toen kwam Moeder en stuurde Annie naar binnen.--
-
-Den volgenden morgen vond Annie, toen ze beneden kwam, een brief op
-haar bord. Dat was leuk, een brief en ze was toch niet jarig! Hij
-was met drukletters geschreven; Annie kon goed drukletters lezen en
-begon dus maar dadelijk hardop:
-
-
- "Lieve Annie.
-
-
- Ik ben de zuster van Tante Mies en ik kom vragen, of je vandaag
- en morgen en net zooveel daagjes als je maar wilt, prettig bij mij
- komt spelen. Ik heb veel mooi speelgoed, maar geen kindertjes, die
- er mee kunnen spelen. Wil je dus je broertjes ook soms meebrengen,
- of kom je liever alleen? Dag Annie.
-
-
- De zuster van Tante Mies, die je maar
- Tante Bets moet noemen."
-
-
-Annie had een kleur van plezier gekregen. "Wat een leuke brief,
-hè Moeder? Is dat die mevrouw, die we laatst bij Tante Mies gezien
-hebben? Mag ik gaan, Moeder? Maar Moeder, de jongens blijven thuis,
-hè? Woont Tante Bets, zal ik maar zeggen, hier in de stad?"
-
-"Wat een vragen tegelijk," lachte Moeder. "Ik zal de laatste maar 't
-eerst beantwoorden. Neen, Tante Bets woont even buiten de stad op een
-mooie villa; je kunt er met de tram komen. Als je 't prettig vindt,
-mag je gerust een paar daagjes bij Tante Bets logeeren. Ik weet zeker,
-dat je veel van Tante zult houden. Tante Bets is altijd zoo aardig
-met kinderen."
-
-"Maar de jongens blijven thuis," zei Annie nog eens met nadruk. "Ik
-ga veel liever alleen!"
-
-"Waarom, vrouwtje?"
-
-"Wel, ze zijn altijd zoo vervelend en lastig; ik kan nooit 's prettig
-spelen, of ze plagen me. Hè nee, als de jongens mee moeten, vind ik
-er niets aan!"
-
-"Ze moeten volstrekt niet mee," sprak Moeder kalm, "als je 't wilt,
-mogen ze mee--"
-
-"O nee--"
-
-"Dan ga je alleen; afgesproken!--"
-
-Moeder bracht Annie zelf weg. Annie voelde zich erg gewichtig, dat
-ze uit logeeren ging en had thuis aan iedereen verteld, dat ze wel
-een week zou uitblijven.
-
-Toen de tram stil hield voor 't groote huis, dat in een prachtig
-aangelegd park lag, keek Annie wat bedremmeld en greep Moeders hand
-stevig vast.
-
-Maar Tante Bets kwam haar zoo vriendelijk tegemoet en geleek zoo veel
-op Tante Mies, dat Annie's verlegenheid gauw verdwenen was. Moeder
-bleef nog een poosje en mocht zien, waar Annie zou slapen. Ook deed
-Tante Bets even de deur open van de ruime speelkamer, waar zooveel
-moois en aardigs klaar stond!
-
-"Nu, ik zie wel, dat je een leventje als een prinsesje zult hebben,"
-zei Moeder en Annie knikte opgetogen. Ze liet Moeder rustig vertrekken
-en wuifde haar vroolijk toe, totdat de tram uit 't gezicht was
-verdwenen.
-
-"Hè, hier kon je eerst nog 's prettig spelen," dacht Annie, toen ze
-voor de kast vol speelgoed in haar eentje op den grond zat. Geen
-vervelende Piet, die in 't poppenhuis rommelde, geen wijsneuzige
-Arnold, die haar zou bedillen, en geen kleine Kees, die overal aan
-kwam! Hier was niemand, dan zij alleen;--over al dit moois was zij
-nu alleen de baas, had Tante Bets gezegd.
-
-Annie speelde eerst met de poppen, die zoo keurig waren aangekleed,
-alsof ze naar een partijtje moesten. De poppen van Annie hadden
-maar gewone schooljurken aan, dus je kunt begrijpen, hoe Annie deze
-bewonderde. Ze kleedde 't heele troepje voorzichtig uit, lei de
-kinderen te slapen in beeldige ledikantjes achter rose gordijnen en
-kleedde ze toen weer aan. Thuis speelde ze vaak schooltje, met Piet
-er bij, als meester; hij deed wel vervelend en zonder kibbelen ging
-'t nooit maar.... Annie keek eens om zich heen in de ruime, stille
-kamer.... 't was haar hier toch alsof ze wat miste.--
-
-Van de poppen, hoe mooi ze ook waren, had Annie veel gauwer genoeg dan
-thuis. Kwam Tante Bets nu maar 's wat bij haar zitten met haar naai-
-of verstelwerk, zooals Moeder altijd deed! Annie ging wat bladeren
-in de prentenboeken, die op de tafel lagen. Thuis was 't altijd een
-toer om ze uit Arnolds handen te krijgen en als Annie eens een boek
-voor zich alleen had, wou Kees geregeld meekijken. Vervelend was dit,
-hoor! Je was prettig aan 't lezen en wou omslaan, en dan patste Kees
-met zijn handje op 't blad of hield het vast om het plaatje nog 's
-te bekijken. Wat was Annie daar al vaak ongeduldig en boos om geworden!
-
-Nù kon ze heerlijk rustig lezen, net zoo lang als ze maar wou! Ze
-begon aan een aardig verhaaltje, maar toen ze halverwege was, deed ze
-'t boek dicht. 't Was zoo vreeselijk stil in de kamer en door het
-huis was 't óók al zoo stil!
-
-Thuis hoorde je altijd wàt,--deuren open of dichtdoen, fluiten van Piet
-en Arnold, Kees' stemmetje, dat zoo aardig babbelen kon, stommelen op
-de trap van vlugge jongensvoeten.--Hè, zou 't hier altijd zoo stil
-wezen?--Voorzichtig deed Annie de deur open, keek eens in de gang,
-waar een dikke, mollige looper lag;--geen wonder, dat je hier geen
-voetstappen hoorde--thuis op 't zeil was dat heel wat anders.
-
-Als een wezeltje zoo behendig gleed Annie de trap af.
-
-Tante Bets kwam gelukkig juist uit een van de benedenkamers, want
-alleen had Annie geen wijs kunnen worden uit al die deuren.
-
-Samen met Tante ging ze nu naar buiten. Hè, hier was 't heerlijk! Wat
-een mooie bloemperken, en zelfs een fontein ook. Hoog sprong 't
-water op, om dan klaterend met een regen van zilveren droppels neer
-te komen in een bassin, waar goudvisschen zwommen; terwijl ze er
-naar keek, dacht Annie op eens aan Kees. Wat zou hij een schik in de
-goudvischjes hebben! Onwillekeurig zag ze om zich heen, alsof ze hem
-roepen wou.--Hoe dom! Kees was hier immers niet!--
-
-Aan 't eind van den tuin was een stal. Tante Bets deed de deur open
-en bracht Annie bij een bruinen ponnie, die mak en aardig was en
-zelfs kunstjes kon doen. Als Tante hem vroeg om een poot, lichtte
-hij den voorpoot op en hij kon ook een klontje suiker uit Tante's zak
-halen. Wat zouden de jongens dat leuk vinden!--Maar nog mooier werd
-'t, toen Annie op den ponnie mocht rijden! Tante Bets hield haar vast
-en zoo ging het 't geheele park door.
-
-Annie genoot, maar vond 't onderwijl toch jammer, dat Piet en Arnold
-en Kees haar nu niet konden zien. Wat zouden ze voor oogen opzetten:
-Annie zoo deftig op een ponnie!--
-
-Aan tafel was Annie stil. Ze zat daar in een groote, groote kamer, ja,
-je kon wel zeggen: een zaal,--alleen met Tante Bets, voor een tafel
-heerlijke dingen. Tante bediende haar van alles en praatte vroolijk
-en gezellig, maar telkens was 't Annie alsof ze iets miste. Als er
-een feestje thuis was en er kwam dessert op tafel, dan was Annie
-er altijd op uit om gauw met haar oogen de lekkerste stukjes vast
-uit te kiezen. O wee, als één van de jongens dan ook juist zijn
-zin op zoo'n stukje had gezet,--wat kon Annie dàn kwaad zijn! Wat
-had ze dàn vaak gedacht: "hè, ik wou, dat er eens dessert op tafel
-kwam, zonder dat jullie er bij waren." Maar dat gebeurde natuurlijk
-nooit. Zoo iets bijzonders als dessert zou Moeder toch nooit geven,
-als ze niet allemaal present waren!
-
-Nu, hier waren de jongens er dan niet bij; je zoudt dus meenen, dat
-Annie nu wel erg genieten zou. Tante Bets liet Annie zelf de lekkerste
-dingen van de schaaltjes kiezen en had er 't grootste geduld bij. Toch
-was en bleef Annie stil; je kon wel zien, dat ze ondanks dit alles
-niet den rechten schik had.
-
-Na 't eten zou ze wat kleuren.
-
-Tante had een pracht van een verfdoos en mooie, duidelijke platen.
-
-"Hè ja," zei Annie, met iets van opluchting in haar stem,--"kleuren,
-dat 's leuk!"
-
-Vol ijver begon ze; Tante Bets bleef bij haar zitten; dat was
-prettig. Wat zou Annie nu mooi kleuren! Niemand, die aan de tafel
-stootte of haar 't penseel afpakte of wel wijze opmerkingen maakte
-over Annie's werk.
-
-Ja, dàt zou je zoo denken,--maar als je na een minuut of tien over
-Annie's schouder gekeken hadt, zou je gezien hebben, dat er allemaal
-vegen en halen buiten 't lijntje gekomen waren--een boom werd blauw in
-plaats van groen en de bruine verf van 't hek was doorgeloopen, alsof
-'t er op geregend had.--En 't regende nog aldoor: druppelde, druppelde,
-druppel ging 't op de plaat. Dat waren Annie's tranen. Annie schreide
-toch zoo en daardoor kon ze ook niet zien, of ze blauw, dan wel groen
-nam voor den boom.
-
-"Mijn lieve kind, wat scheelt er aan?" vroeg Tante Bets verschrikt,
-toen ze Annie's verdriet gewaar werd.
-
-"'t Is,--'t is hier ook zóó stil;--je hoort hier niets," schreide
-Annie; "ik wou weer naar huis, naar Vader en Moeder, en naar Piet en
-Arnold en--K--Kees!" Met een snik kwam dit laatste er uit.
-
-Tante Bets nam haar op den schoot; ze was gelukkig niets boos; neen,
-ze zei, dat ze 't zich best kon begrijpen. 't Was hier bij haar ook erg
-stil en als je thuis dan ook zulke aardige broertjes hadt als Annie....
-
-"Ja," knikte Annie en stemde 't volmondig toe, dat ze aardige
-broertjes had.
-
-Ze plaagden wel eens of deden wild, vervolgde Tante, maar 't waren
-toch leuke jongens, en 't was heel natuurlijk, dat Annie 't geen
-dagje buiten hen kon stellen.
-
-Toen Tante en Annie 't dus hierover zoo eens waren, konden de tranen
-spoedig gedroogd worden. Samen bedachten ze nu een mooi plannetje en
-toen liet Annie zich zoet naar bed brengen. Ze was nu weer heelemaal
-getroost, maar wel tien keer moest Tante haar nog verzekeren, toen
-ze er al in lag, dat 't heusch zoo zou gebeuren, als ze 't samen
-afgesproken hadden, namelijk dat Tante morgenochtend vroeg Piet, Arnold
-en Kees zou laten halen om met Annie met 't mooie speelgoed te spelen
-en op den ponnie te rijden.--O, die Annie!--'t Alleen-zijn was haar
-dus niets bevallen. Zou je niet denken, dat ze er door geleerd had in
-'t vervolg ook meer van de broertjes te verdragen?--
-
-
-
-
-
-
-
-TAFELS KIJKEN.
-
-
-Als een pijl uit den boog vloog Jo de deur uit. In de lange, rechte
-straat waren de lantarens al opgestoken; de vlammetjes straalden breed
-uit, wazig door den mist, en als je dat lange, rechte eind afkeek,
-schenen ze heel in de verte aan weerskanten van de straat samen te
-komen in één lichtschemering.
-
-Jo's voetstappen daverden door de stille buurt, die aan den uitersten
-kant van de nieuwe stadswijk was gelegen. 't Sloeg al half en om kwart
-voor vijf moest hij op 't Plein zijn. Als hij nu te laat kwam, zou Koo
-Jaspers bepaald zeggen, dat 't kwam doordat hij zoo'n moederskindje
-was, dat alles eerst thuis aan zijn Moeder moest vragen. De andere
-jongens bleven zoo maar na schooltijd rondslenteren op straat,
-maar Jo had Ma eens en voor al moeten beloven dat niet te doen, en
-als een flinke jongen hield hij zijn woord ook. Dan maar liever wat
-harder rennen.
-
-Natuurlijk had Ma 't goedgevonden, dat hij mee ging tafels kijken;
-dit wist Jo wel vooruit, al had Jaspers ook voorspeld, dat hij zeker
-niet zou mogen als hij 't eerst ging vragen.
-
-Jo lachte en voelde eens eventjes in zijn zak naar de twee kwartjes,
-die Ma hem had gegeven. Die mocht hij nu eens net besteden, zooals hij
-wilde, had Ma gezegd. 't Eene werd vast aan iets voor Ma uitgegeven,
-dat stond als een paal boven water, en 't andere zou ook zijn weg
-wel vinden met 't dubbeltje, dat Jo nog van zijn eigen geld had. Met
-vijf-en-dertig cent kan je een boel doen, als je niet in al te dure
-winkels gaat en je tevreden stelt met de gewone aardigheidjes van de
-tafels, zonder in mooie surprises te vervallen.
-
-Hoe meer Jo het oude stadsgedeelte naderde, des te drukker waren de
-straten, welke hij door moest, en des te mooier de uitstallingen der
-winkels. Kijkgragen en koopers verdrongen zich er voor. Vooral de
-speelgoedmagazijnen en de banketbakkerswinkels trokken veel publiek
-door aardige toespelingen op het Sint-Nicolaasfeest. Jo kon 't niet
-laten gedurig even stil te staan om er naar te kijken, hoeveel haast
-hij ook had om op 't Plein te komen. En dan drong hij zich weer met
-de ellebogen door de menigte verder en liep menigen duw en menige
-verwensching op om zijn wildheid.
-
-Met een "hallo" werd Jo begroet. Drie van de vrinden waren er al
-en de vierde kwam even later dan Jo; die was in zijn eentje al een
-boodschap gaan doen.
-
-"Mocht je van je Moesje?" vroeg Koo Jaspers, flauw een lijmerige
-kinderstem nabootsend.
-
-"Natuurlijk," zei Jo kortaf, terwijl hij hem een stomp gaf, die hem
-bijna 't evenwicht deed verliezen. "Zeur nou niet!"
-
-"Jaspers, houd je laffe grappen voor je," riepen de anderen, die Jo,
-den kapitein van hun clubje, niet door zoo'n vervelendheid van Jaspers,
-'t minst in tel zijnde lid nog wel, uit zijn humeur gebracht wilden
-zien. Wat deed 't er ook eigenlijk toe, dat Jo eerst altijd naar huis
-moest om te vragen of hij mocht? Een flauwe, laffe jongen, die niets
-durft en niets kan, was Jo toch heelemaal niet, hoor! Jaspers mocht
-willen, dat hij zoo was als Jo! De jongens waren echt trotsch op den
-aanvoerder van hun club; in de heele klas was er toch maar geen jongen
-zoo in trek als hij! Koo Jaspers moest zich dus maar netjes stilhouden!
-
-Dat brachten ze hem gauw aan zijn verstand en met heel wat minder
-praats liep Jaspers mee met de anderen, de drukste winkelstraat in,
-waar je rechts moest houden en waar je maar voetje voor voetje vooruit
-kon komen, zoo verbazend vol was 't er.
-
-De jongens vonden 't leuk. Telkens stonden ze stil voor de
-uitstallingen.
-
-"Ga jij veel koopen?" vroeg Wim Vaasen aan Jo. "Heb je veel bij je? Ik
-drie dubbeltjes!"
-
-"Ik acht-en-dertig cent, zeg," riep Rudolf Roose.
-
-"En ik een kwartje! Hoeveel jij?"
-
-"Zestig cent," zei Jo, en toen met iets van trots: "Ik heb twee
-kwartjes van Ma gekregen daareven; 'k mag er net mee doen wat ik wil!"
-
-"Nou zeg!" klonk het met onverholen bewondering en Jo groeide er in,
-dat de jongens nu dan toch zagen hoe Ma hem vertrouwde en 't dus
-dáárom niet was, dat hij 't Ma vooruit moest vragen, als hij met de
-jongens uit wilde!
-
-Jo speelde eerst de rijke meneer in de winkels, waar ze de tafels
-gingen kijken. In 't bewustzijn van zijn bezit kon hij moeilijk tot
-een keus komen: de eenvoudige prulletjes als suikeren scharen, mesjes,
-lilliputter-chocola-lettertjes en brokken gebroken borstplaat liet hij
-maar aan de anderen over. Hij was erg lastig bij 't uitzoeken, maar
-'t eind was dan, dat hij toch den winkel weer uitging zonder iets te
-hebben gekocht, behalve in een van de fijnste chocolademagazijnen,
-waar de andere vier eerst niet in wilden, omdat daar toch niets
-van hun gading of liever niets voor hun magere beurzen te vinden
-was;--daar kocht hij een groote, mooie borstplaat voor Ma, in een
-doos, voor een van zijn beide kwartjes. De vrinden stonden intusschen
-op een kluitje bij de deur, die onophoudelijk open en dicht ging om
-dames en kinderen binnen te laten, die dan verdwenen in de groote
-kamer achter den winkel, waar de tafels waren. Buiten stonden een
-paar rijtuigen te wachten; 't gerinkel van de paardebelletjes klonk
-vroolijk en feestelijk, telkens als de deur openging.
-
-De jongens waren blij, toen Jo zijn borstplaat gekocht had. Ze voelden
-zich niet erg op hun gemak in dien deftigen winkel met nuffige,
-kleine meisjes en jongetjes, die er uitzagen als de kleine Lord--zij
-waren beter op streek in de drukte op straat, en zoo gauw ze dan ook
-weer buiten waren, lieten ze hun joligheid den vrijen teugel; arm in
-arm hosten ze zingend door de menigte. Een paar jongens van school,
-die ze voorbij liepen, werden aangehaakt. Frans Walgraver, een jongen
-met een vroolijk, rond gezicht, was dadelijk bereid mee te gaan, maar
-Paul Wezels, een kleine, magere bleekneus, die iets schuws in zijn blik
-had en je zoo onzeker door zijn bril kon aankijken, deed vergeefsche
-pogingen om los te komen uit den greep van Wim en Rudolf. Dit prikkelde
-de opgewonden bende juist om van de grap ernst te gaan maken.
-
-"Stribbel maar niet tegen!" riep Koo Jaspers. "Mee zul je en mee
-moet je, of je wilt of niet. Wij gaan langs de tafels en jij moet
-ons trakteeren!"
-
-"Ja, mannetje, daar kom je niet af," zei Jaap, terwijl hij Paul
-steviger beet pakte. "Weet je wel, dat 't een groote eer voor je is,
-dat je de beroemde club mag onthalen? Kapitein, spreek ook eens een
-woordje mee!"
-
-"In naam der club, je bent onze gevangene," zei Jo zoo barsch
-mogelijk, terwijl hij den hem verwilderd aanzienden Paul meetrok,
-en toen zachtjes: "Kom, jô, ga nou maar even mee, des te eerder laten
-ze je met rust--wat is dat nou--effentjes!"
-
-"Och maar, maar...." stotterde Paultje, die trilde van zenuwachtigheid
-en van koude--"ik, ik kan niet en--en--'k heb geen geld ook!"
-
-"Dat zijn jokkens," gilde Frans. "Je hebt geld in je zak--je hebt me
-daarnet zelf verteld dat je boodschappen ging doen!"
-
-Paul trachtte nog iets in 't midden te brengen, maar er hielp niets
-aan. De vroolijke bende omjoelde hem en maakte zoo'n spektakel,
-dat zijn zwakke stem er geheel onder verloren ging. Sommigen van de
-voorbijgangers keken glimlachend naar dat jongensgedoe, maar anderen,
-meer haastig gebakerd, bromden over zoo'n opstootje in de toch al
-zoo drukke straat en een politieagent, die er voor te zorgen had,
-dat 't verkeer niet gestremd werd, gelastte hun door te loopen. Als
-Paul gehoopt had nu te kunnen ontsnappen, had hij toch buiten den
-waard gerekend! De jongens waren minder dan ooit van plan hun buit te
-laten gaan, nu ze gehoord hadden, dat Paul, ondanks zijn beweren van
-het tegendeel, wèl geld op zak had. Zoo'n schriele, die zich altijd
-maar hield, alsof hij niets had, nooit eens mee kon doen! Zoo'n
-stiekemerd! Dat zouden ze hem nu wel eens betaald zetten! Ook Jo,
-die zelf zoo royaal en openhartig was, had Paul nu met één slag tegen
-zich ingenomen. Jo vond 't maar wat gezond, dat Paultje nu eens op
-zijn nummer werd gezet. Eerst hield hij hem nog vast, maar 't hoefde
-niet meer; Paul begreep, dat hij toch niet tegen Jo's sterke knuisten
-was opgewassen en liep gedwee mee.
-
-"Naar Schoenmakers, jongens!" riep Jo op 't drukke kruispunt, waar
-ze de Markt moesten oversteken. "Daar houden we groote smulpartij en
-Paul speelt voor Sint-Nicolaas!"
-
-Door de drukte raakten de jongens van elkaar en Jo en Paul waren
-den anderen op een gegeven oogenblik een heel eind vooruit, de Markt
-op. Bij de apotheek op den hoek werd hun weg versperd door een reeks
-van rijtuigen. Paul wierp schichtige blikken om zich heen, terwijl
-hij zich aan de vensterbank van de apotheek vastklemde.
-
-"Och Jo," kwam er toen half huilend uit, "laat me nou toch even hier
-binnen gaan--een boodschap voor Moe!"
-
-Jo keek Paul scherp aan bij 't licht, dat uit de apotheek straalde. Was
-dat nu maar een uitvlucht van schrielen Paul om aan het trakteeren
-te ontkomen?
-
-"Denk je, dat 'k dat geloof?"
-
-"Gerust, Jo, 't is waar! Kijk, hier is het recept van den dokter!"
-
-"Is ze dan ziek?" vroeg Jo, terwijl hij snel een blik sloeg op 't
-papiertje, dat Paul uit zijn zak had opgedolven.
-
-"Neen, maar altijd zoo erg moe. Ze moet rust houden, zegt de dokter;
-maar Moe doet 't niet, want ze heeft altijd maar naaiwerk, en dit
-drankje wil ze ook al niet laten klaarmaken, omdat 't zoo'n vreeselijk
-duur middel is--een gulden voor maar zoo'n klein fleschje! Maar ik
-ga 't toch halen voor Moe. 'k Heb daarnet stilletjes 't recept uit
-'t sleutelmandje genomen en een gulden heb ik ook, van mezelf--laatst
-toen 'k jarig was, heeft Oom Arie er een in mijn spaarpot gestopt. En
-nu krijgt Moe 't toch, dan wordt ze weer sterk, want zóó kan 't niet
-langer!" zei Paul, die, aangemoedigd door iets in Jo's gezicht,
-zich liet gaan, zooals hij 't nog nooit had gedurfd tegenover een
-van de jongens.
-
-"Meer geld heb ik niet bij me, alleen dien gulden, en die is voor Moe,
-dien krijgen jullie niet al.... al sla je me dood," barstte Paul los
-met ongewone heftigheid.
-
-Jo voelde zich bij Paul's woorden als een struikroover.
-
-"Houd je gulden maar," fluisterde hij haastig, want de anderen kwamen
-er al aan, "en ga nu eerst toch maar even met ons mee, anders heb je
-op school geen leven, dan plagen ze je mal."
-
-"Ja," knikte Paultje, die plotseling zijn heldhaftigheid kwijt was
-en weer ineenkromp tot 't schuwe jongetje, dat zijn heele schoolleven
-lang 't mikpunt van alle plagerijen was geweest. "Maar, maar hoe moet
-ik dan.... Frans weet, dat ik geld bij me heb, en...."
-
-"Hier!"--Jo stopte hem zijn kwartje en dubbeltje in den zak.
-
-"En nou speel je maar eens flink op; vertel hun, dat je er niet meer
-voor over hebt dan vijf-en-dertig cent, en daarmee is 't uit! Als de
-lui zien, dat je niet bang voor ze bent, laten ze je wel met rust!"
-
-Paul wilde nog wat in 't midden brengen, maar daar kwamen de overigen
-al, en voordat hij nog goed begreep wàt Jo eigenlijk tegen hem
-had gezegd, was hij al met den vroolijken troep in den winkel bij
-Schoenmakers.
-
-Zonder Jo was er niets van Paultje en zijn geld terechtgekomen.
-
-Onbeholpen legde hij 't kwartje en 't dubbeltje op de toonbank en
-vragend keek hij naar zijn beschermer, die de zaak in handen nam. Jo
-kocht er een flinken voorraad gebroken borstplaat voor, dien ze
-toen onder elkaar verdeelden. Ook Paul kreeg zijn part, maar hij
-was zoo overbluft, dat hij 't zou hebben laten liggen, wanneer Jo
-'t hem niet in den zak had gestopt, toen ze den winkel uitgingen. De
-anderen stonden verbaasd over Paultjes royaliteit; en dat nog wel
-zonder tegenstribbelen! Ze keken hem dadelijk met heel andere oogen
-aan. De kleine Wezels viel toch per slot van rekening mee, en dat
-de kapitein van hun club hem onder zijn bescherming had genomen,
-deed hem ook nog een paar graden in de algemeene achting rijzen.
-
-Veel gauwer dan hij 't had durven hopen stond Paul weer op straat;
-den gulden had hij nog, borstplaat bovendien, en in zijn ooren klonk
-nog Jo's hartelijk: "Beterschap met je Moe!" toen hij uit de mistige
-straat de warm verlichte apotheek binnenkwam.
-
-"Wij gaan ook maar naar huis, hè?" zei Jo, terwijl ze den
-tegenovergestelden kant opgingen. "Ons geld is toch op en...."
-
-"'t Jouwe niet," zei Jaspers, die graag op andermans zak teerde en
-vooral op dien van den goedgeefschen Jo.
-
-Jo kreeg een kleur. Dat hij zijn geld niet meer had, kon hem niets
-schelen, maar dat de jongens hem nu voor schriel zouden houden,
-dáár kon hij niet goed overheen. Onwillekeurig stak hij zijn hand
-in den zak;--hij voelde iets hards: de doos voor Ma.... en toen
-bedacht hij blij hoe hij gelukkig voor zijn Moeder geen versterkende
-middelen hoefde te koopen. Ma was sterk en gezond, en al moesten ze
-zuinig leven, Ma hoefde zich toch ook niet ziek en moe te maken met
-naaiwerk voor anderen! Toen Jo dit bedacht, viel bij dit alles die
-eene kleine opoffering zoo volkomen in 't niet, dat hij opeens weer
-de oude, vroolijke Jo werd, die zich met wat malligheid van de zaak
-afmaakte en toen, in zijn hoedanigheid van kapitein, de club met een
-grappig toespraakje ontbond tot de volgende samenkomst.
-
-
-
-
-
-
-
-GEEN BANGERD.
-
-
-In de Kerstvacantie hadden Wim en zijn vrindjes, en nog een heeleboel
-jongens en meisjes met hen, er aldoor op gehoopt, maar 't was niet
-gekomen. In Januari hadden ze er toen stellig op gerekend, maar na
-een paar dagen vorst was de dooi weer ingevallen. Dus, mis, hoor,
-nog steeds geen ijs! Er waren er, die toen den moed opgaven en hun
-schaatsen opborgen, maar oude menschen, die verstand van 't weer
-hadden, beweerden, dat Februari nog wel eens echt wintersch zou kunnen
-worden. Dat hadden ze al vaker beleefd: na slappen winter een echt
-guur voorjaar met vorst en sneeuw en ijs. En 't bleek, dat die oudjes
-'t bij 't rechte eind hadden gehad. Begin Februari sloeg het weer om en
-'t werd nog een ouderwetsch nawintertje.
-
-De scholen gaven 's middags vrijaf. De kinderen konden dus nog echt
-hun schâ inhalen.
-
-Even buiten 't dorp was een mooie baan, die druk bezocht werd;
-al te druk, zeiden sommige jongens, die zelf goed konden rijden en
-dus minachtend neerkeken op de krabbelaars, die hun daar den weg
-versperden. Daarom gingen zij liever buiten de baan en reden op de
-Vaart zelf, waar ze beter de ruimte hadden.
-
-Maar op de Vaart was 't heel wat gevaarlijker. Wim's Moeder was er
-niets goed over te spreken, toen ze er van hoorde. Eindelijk gaf ze
-aan Wim's aanhouden toe, wanneer hij wilde beloven, niet op de Vaart
-te zullen gaan, als er vlaggetjes geplaatst waren, tot teeken, dat
-'t ijs niet vertrouwbaar was.
-
-Dit beloofde Wim en toen was Moeder gerust. Zij wist, dat ze op Wim
-aan kon.
-
-Vroolijk fluitend trok hij er op uit, met zijn schaatsen, aan de
-riempjes bengelend, om zijn hals.
-
-"We hebben al op je gewacht," zei Hein van den dokter, toen hij bij
-de baan kwam. "'t Is hier zoo vol; ga je mee naar de Vaart? De andere
-jongens gaan ook!"
-
-Wim, die al van verre de vlaggetjes gezien had, probeerde er zich af
-te maken. "Och, waarom--nu is 't hier toch niet zoo vol."
-
-En toen Hein hem met alle geweld mee wou hebben, zei hij: "Maar
-'t ijs is er nog niet goed; zie je de vlaggetjes dan niet?"
-
-Hein begon te lachen: "Och, schei toch uit met die flauwe
-praatjes! Kees is 't daarnet gaan probeeren! Nou, als 't Kees kan
-houden!"--
-
-Kees, de dikkerd, kwam er ook bij. "'t IJs niet sterk?--Net zoo sterk
-is 't als dit hier--wat ik je zeg!"
-
-"Ik ga toch liever niet mee," zei Wim; "ik heb Moeder beloofd, dat ik
-'t niet zou doen."
-
-"Uitvluchten!" riep Piet. "Je bent bang, anders niets, flauwerd!"
-
-En de anderen begonnen nu ook te roepen van "bangerd," "flauwerd".--
-
-Nu moet je weten, dat Wim allesbehalve laf was; hij was zelfs heel
-flink. Dat ze hem nu allemaal voor een flauwen jongen aan zouden zien,
-vond hij dus vreeselijk.
-
-Driftig keerde hij zich naar de jongens toe en hij was op het punt
-om te zeggen: "ik zal je toonen, dat ik 't best durf, net zoo goed
-als jullie, 'k ga mee."--Maar toen op eens dacht hij aan Moeder;
-hij zag haar bezorgd gezicht en herinnerde zich zijn belofte.
-
-"Neen," zei hij flink; "ik doe 't tóch niet. Noem me maar bang,
-als je wilt;--ik blijf hier."
-
-'t Was een saaie middag voor Wim. Heel dikwijls had hij een gevoel van
-spijt over zijn opoffering. Dan kostte 't hem de grootste moeite niet
-één, twee, drie onder het staketsel door te kruipen en naar de andere
-jongens te rijden, die de grootste pret hadden op de Vaart, waar 't
-ijs, ondanks de waarschuwende vlaggetjes, o wonder, toch sterk genoeg
-bleek te zijn. Dan dacht Wim een oogenblik: "Maar als Moeder wist,
-dat 't toch sterk genoeg was, zou ze 't misschien wel goed vinden."
-
-"Neen," klonk 't stemmetje van binnen, "je hebt Moeder beloofd niet
-te zullen gaan, als er vlaggetjes waren uitgezet en daaraan moet je
-je houden--niet 't voor jezelf goed zien te praten."
-
-Wim luisterde naar die waarschuwende stem, maar saai had hij 't daar,
-op zijn eentje, bij al die krabbelaartjes; daar gaat niets af.
-
-Tegen den tijd, dat ieder naar huis ging, zakte Wim ook af. Eigenlijk
-was hij blij, dat de middag om was. Landerig slenterde hij op zijn
-eentje naar huis. Hein en nog een paar jongens kwamen achter hem
-aan. O, hij behoefde niet eens om te kijken om te weten, dat ze 't over
-hem hadden, triomfantelijk, omdat 't ijs toch sterk genoeg was geweest,
-hem uitlachten en voor bang uitmaakten.--Dat hinderde hem geducht.--
-
-In de stille straat, waar Hein woonde, stond lange Toon, een jongen,
-aan wien ze allemaal een hekel hadden, omdat hij valsch en geniepig was
-en vol leelijke streken zat. Maar niemand durfde hem recht aan, want
-hij was sterk en vocht valsch. Daarom gingen de jongens hem meestal
-uit den weg. Nu was hij bezig 't kleine zusje van Hein, dat er aan 't
-sleden was, te plagen; hij dreigde haar 't sleet je te zullen afnemen.
-
-Toen Wim dit zag, vergat hij zijn eigen verdrietelijkheden.
-
-Zonder bedenken vloog hij op den veel grooteren jongen aan.
-
-Onderwijl waren de anderen naderbij gekomen, en toen Wim eindelijk,
-met een buil op zijn hoofd, en een bloedneus, duizelig overeind
-krabbelde, overwonnen, maar toch dadelijk bereid om weer van voren
-af aan te beginnen, als 't noodig mocht zijn, was 't eerste, wat hij
-hoorde, een luid bravo-geroep van Hein, die nu toch wel gezien had,
-dat Wim geen bangerd was.
-
-Hein nam hem mee naar binnen, om 't bloed van zijn gezicht te wasschen,
-en boven, bij 't fonteintje, zei hij 't hem ook eerlijk.
-
-En hieruit blijkt, dat Hein óók een ferme jongen was, evengoed als Wim.
-
-
-
-
-
-
-
-DE OUDE NOTEBOOM.
-
-
-Ze waren met een troepje van zes op de zonnige speelplaats der school
-aan het touwtje springen, dicht bij 't hooge hek van latwerk, waar
-je den noteboom door kon zien. Hij stond op een verwaarloosd plekje
-grond naast de speelplaats. Daar tierden brandnetels en distels
-welig tusschen de meidoorn- en vlierstruiken, waarvan de takken hoog
-waren opgeschoten, terwijl de taaie stengels van de klimmende, wilde
-boekweit er zich omheen hadden geslingerd. 't Was er een warbosch van
-door en in elkaar groeiende struiken en planten, maar de noteboom,
-de oude noteboom, stak er met zijn eerwaardige kruin machtig boven
-uit als een koning, die zijn gebied overziet.
-
-Die noteboom was een groote vrind van de kinderen. Hoeveel neusjes
-zich in 't speeluur wel tegen 't latwerk drukten om naar hem te
-kijken! Als hij niet zoo'n oude, verstandige noteboom was geweest, zou
-hij er bepaald trotsch op zijn geworden, maar nu wist hij wel beter
-en begreep hij best, waar 't hun eigenlijk om te doen was--om zijn
-noten! De meesten rolden helaas tusschen de brandnetels, maar toch,
-een enkele kwam dicht bij 't latwerk te land, zoodat lenige vingertjes,
-met takjes en stokjes geduldig peuterend, ze wel naar zich toe konden
-halen, en dan die pret om er den groenen bolster af te doen en de
-noot te kraken op de steenen, onder den voet, of tusschen sterke,
-witte tandjes!--
-
-"Hè nee, 'k schei er uit," zei Mies; "'k word zoo warm van 't
-springen!"
-
-"Ik ook. 't Gaat ook niks leuk meer! Die Jo draait zoo vervelend,"
-riep Lina, die er genoeg van kreeg, omdat ze telkens "af" was. "Gaan
-jullie mee, kijken of er noten zijn?"
-
-"Zeg, daar heb je dat kind van Rietspaan! Net doen of we haar niet
-zien."--En Bertha nam Truus en Gonne bij den arm en draaide zich
-opzettelijk zóó, dat "'t kind van Rietspaan" gelegenheid kreeg de
-breede haarstrikken van 't drietal te bewonderen.
-
-"Mag ik meedoen? Wat spelen jullie?" klonk 't op den ietwat zangerigen
-toon van een Oostersch kind.
-
-"Niks," antwoordde Lina snibbig.
-
-"Hè, flauw! Je bent toch aan 't touwtje springen! Zie ik toch, ja?"
-
-"Als je 't ziet, waarom vraag je 't dan nog?"
-
-"Nou ja! Zal ik voor jullie draaien?"
-
-"Nee; we scheien er uit."
-
-"Wat gaan jullie dan nou doen?"
-
-Jo haalde haar schouders op. "Och!"
-
-Ze duwden zoo'n beetje tegen elkaar aan, de zes; ze giegelden en
-smuusperden met elkaar en Doortje Rietspaan stond er naar te kijken met
-haar groote, donkere oogen, die nu nog grooter en donkerder geleken.
-
-"Als 'k jarig ben, mag ik van mijn Tante meisjes vragen," zei ze op
-eens; "maar als jullie zoo vervelend doen, vraag ik je lekker niet."
-
-"We zouden toch niet gekomen zijn, nietwaar Lien?" giegelde Gonne,
-terwijl de anderen het uitproestten.
-
-"Verbeeld je, op een partijtje bij dat kind!"
-
-"Nee, geen partij," verbeterde Doortje eerlijk; "spelletjes doen en
-raadseltjes opgeven en zoo--"
-
-"Raadseltjes opgeven en zoo," bauwde Truus haar na.
-
-"Dank je, hoor! Da's goed voor bewaarschoolkindertjes.--"
-
-De tranen sprongen Doortje in de oogen. Overmorgen zou ze jarig zijn
-en nu had Tante vandaag gezegd, dat ze een paar kennisjes op visite
-mocht hebben.
-
-Met een blij hartje was ze naar school gehuppeld. Als ze met zóó'n
-invitatie kwam, zouden ze haar toch wel meetellen, dacht ze, en ze
-had 't speeluur haast niet kunnen afwachten. Wie ze vragen zou? Ze
-was nog maar zoo kort hier op school!
-
-"Wel," had Tante gezegd, "de meisjes, die 't aardigst voor je zijn."
-
-Och, Tante wist 't niet, dat de meisjes geen van allen aardig voor
-haar waren. Doortje had 't nooit thuis verteld, omdat ze het zoo naar
-vond en zich er ook over schaamde. Maar ze had bij zichzelf gekozen:
-Mies, omdat die er zoo vroolijk uitzag en Jo, omdat ze vriendin met
-Mies was, en Truus, omdat alle meisjes haar zoo aanhaalden en Bertha,
-omdat ze naast haar zat. En nu,--nu deden ze zoo!
-
-Doortje keek met een brandend gevoel in haar oogen naar de meisjes,
-die geen acht meer op haar sloegen en gehurkt op den grond voor
-'t hek zaten.
-
-Waarom sloten ze er haar toch altijd buiten? Ze bedacht toch van
-alles om vriendelijk tegen ze te zijn met een griffel te leenen of
-een potlood of door soms voor te zeggen. Als ze maar eens wat heel
-groots kon doen, dan zouden ze misschien ook wel een klein beetje
-van haar gaan houden!
-
-Doortje keek verlangend naar 't vroolijke gedoe van haar zes
-klasgenootjes. Ginds waren andere groepjes gezellig aan 't spelen en
-zij--zij stond hier zoo zielig alleen.
-
-De wind ruischte door de takken van den ouden
-noteboom. Rrt--rrt--rrt--rrt.--Daar vielen weer een paar noten. Met
-een harden plof kwamen ze op den grond terecht.
-
-"Hè--jammer," zei Jo. "Weer allemaal tusschen de brandnetels! Geen
-een naar dezen kant."
-
-"Laat 's kijken, daar ligt er een. O nee, 't is een omgekruld blad;
-wat vervelend!"
-
-Gonne had opgekeken. "O, zie dat malle kind van Rietspaan eens!" riep
-ze.
-
-"O, als de Juffrouw dat bemerkt!"
-
-Alle zes kwamen ze overeind; ze staarden met open mond en oogen naar
-Doortje, die vlug over 't hooge hek klauterde en nu met een behendig
-sprongetje midden tusschen de brandnetels en distels terecht kwam.
-
-"Die durft, zeg!" klonk het bewonderend van Jo. "Verbeeld je, dat de
-Juffrouw er nu eens aankwam!"
-
-"Kom hier staan, Bertha; zoo, en jij ook, Truus; anders ziet ze haar
-nog," riep Mies, net alsof Doortje een van hun clubje was, die ze
-moesten beschermen en niet maar "dat kind."
-
-Zes neusjes tegen 't latwerk gedrukt, zes paar oogen glurend door
-de tusschenruimten, vol aandacht turend naar 't kleine, donkere
-figuurtje, dat daar, of 't zoo maar niets was, dapper op verboden
-terrein rondscharrelde tusschen de hooge brandnetels, die haar in
-'t gezicht sloegen telkens als ze bukte, en de scherpe dorens, die
-haar jurk al hadden gescheurd en bloedige schrammen op haar handen
-achterlieten.
-
-"Er moeten er wel een boel liggen! Maar zeg, zou jij 't durven?" vroeg
-Bertha.
-
-"Nee hoor, al waren 't er honderd," antwoordde Jo.
-
-"Ze is er zeker dol op!"
-
-"Nou, ze vindt er ook nooit eens een!"
-
-"Nee, omdat zij niet hier op ons plaatsje mag zoeken; nogal glad!" riep
-Mies. "Jullie jagen haar altijd weg."
-
-"En jij dan? Net of jij 't niet doet!"
-
-"O, kijk toch eens wat een schort vol. Ze komt alweer terug."
-
-"Als de Juffrouw nu nog maar even weg blijft."
-
-Geen een zei: "wat zou dat--'t is immers "'t kind van Rietspaan" maar!"
-
-Er waren ook meisjes uit andere klassen bij gekomen; allen stonden er
-nu in de grootste spanning naar te kijken, hoe Doortje, zoo vlug alsof
-'t een dagelijksche toer voor haar was, weer over het hek klauterde.
-
-Een beetje bedremmeld om 't aangegroeide publiek, liep Doortje op de
-zes met 't springtouw toe. Wat zag ze er uit met de blaren in haar
-gezichtje, de beschramde handen en de leelijke scheur in haar jurk!
-
-"Daar," zei ze en ze liet de punten van haar boezelaar los, zoodat
-al de noten over den grond rolden. "Voor jullie!"
-
-De meisjes keken, alsof ze Latijn had gesproken.
-
-"Toe dan, raapt ze op," zei Doortje, terwijl ze de te veel naar 't
-hek gerolde noten terugschopte. En toen, snibbig tegen een kind uit
-de laagste klas, dat wou bukken: "Blijf d'r af, jij--is niet voor jou!"
-
-"En--en--jij hebt ze gehaald," stotterde Mies nu. Jo, Truus en Lina
-waren al aan 't oprapen.
-
-"O, wat een hoop! Kijk toch eens, Mies!"
-
-Nu lagen ze alle zes op den grond. Zakken en blouses werden volgestopt
-en juist perste Gonne de laatste in haar zak toen de bel luidde.
-
-"Hier," zei Mies haastig en ze wou Doortje een handvol
-toestoppen. "Waarom heb je zelf niet meegegrabbeld?"
-
-Maar Doortje hield haar handen op den rug. Ze schudde van neen en
-keek bepaald heel donker, toen Mies ze haar wou opdringen.
-
-Op 't zelfde oogenblik kwam één der groote meisjes Doortje zeggen,
-dat ze bij de Directrice moest komen.
-
-"Nu krijgt ze zeker een standje," zei Mies halfluid, terwijl ze
-Doortje nakeek, die zoo blij wegliep, alsof haar in plaats van een
-standje een cadeautje wachtte. "Toch vreeselijk goedig van haar,
-ons al die noten te geven!"
-
-"Ja; heb je ooit zoo'n mal schaap gezien?" vroeg Gonne lachend,
-waarna ze op haar luidruchtige manier 't gebeurde aan meisjes, die
-er niet bij waren geweest, ging vertellen.
-
-De andere drie kwamen er ook bij loopen, maar Jo voegde zich bij Mies.
-
-"Zeg, 'k vind het vreeselijk sneu, dat ze haar toch heeft gezien. Zou
-ze erg boos wezen?"
-
-Mies haalde haar schouders op.
-
-"Weet je, Jo, 'k heb er erg 't land over, dat we Doortje altijd zoo
-hebben geplaagd; ze is toch eigenlijk wel een aardig kind en--"
-
-Jo gaf haar een duwtje. "Stil, de Juffrouw!"
-
-De lessen begonnen, maar Mies kon er niet met haar gedachten bij
-blijven. Telkens keek ze om. Kwam Doortje nog niet? Dan was 't zeker
-wel vreeselijk erg.
-
-De noten lagen haar als lood in den zak.
-
-Eindelijk, daar ging de deur open. De Directrice bracht Doortje zelf
-binnen. Ze zag er heelemaal niet boos uit, maar Doortje had een behuild
-gezichtje. Nu fluisterde de Directrice een heelen tijd met de Juffrouw,
-die toen ook heel vriendelijk tegen Doortje was.
-
-In de eerste oogenblikken zaten ze allen heen en weer te draaien en
-haar aan te staren.
-
-Toen de les werd voortgezet, ging 't al wat beter en toen de Juffrouw
-begon te vertellen, zooals ze 't laatste uur 's Donderdagsochtends
-altijd deed, werden ze weer geheel rustig.
-
-'t Was dan ook zoo'n mooi verhaal over een jongetje, dat in huis kwam
-bij een groot gezin, waar de kinderen niets lief voor hem waren en
-hem nooit meetelden, maar die hij toch langzamerhand door allerlei
-kleine vriendelijkheden voor zich wist te winnen.
-
-Mies kon 't niet helpen, dat ze gedurig aan Doortje moest denken. Er
-waren er wel meer, die aan Doortje dachten. Dat kon je wel zien aan
-het tot over de ooren kleuren van sommigen en het niet durven opkijken
-van anderen. Maar Mies liet 't niet bij denken alleen. Om twaalf uur
-wachtte ze Doortje op en stopte haar op eens de noten in de tasch;
-die kon ze nu gewoon niet houden!--
-
-Doortje keek er nu niet donker om. Neen, ze lachte Mies, die haar
-gezellig een arm gaf, toe, door haar tranen heen, en fluisterde,
-een beetje verlegen nog, maar toch overgelukkig: "Die eet ik nooit
-op--ik bewaar ze onder in mijn kastje en ik zal mijn Pa en Ma in
-Indië schrijven, dat jij zoo lief voor mij bent, ja?"
-
-Even later vertelde zij met een stralend gezichtje aan Tante, dat haar
-beste vriendinnetje op haar jaardag zou komen; aan die had ze genoeg;
-en of ze dan mocht blijven eten ook.
-
-En op 't verwaarloosde plekje grond liet de noteboom, de oude vriend
-van de kinderen, voor en na al zijn noten tusschen de distels en
-brandnetels rollen. Slechts enkele kwamen er nog terecht bij de
-speelplaats, vlak bij 't hek, waar Doortje toen dien ochtend over
-was geklommen.
-
-
-
-
-
-
-
-WEER GOED GEMAAKT.
-
-
-Tom van den burgemeester was een echte bengel! Wat hij al niet voor
-kattekwaad uitvoerde--nu, daar konden de menschen op 't dorp een boekje
-van opendoen--soms met een zucht, maar meestal met een lach want, hoe
-ondeugend en lastig Tom kon zijn, ze mochten hem allemaal graag lijden
-om zijn open, rondborstig karakter. Leelijk, geniepig plagen, valsch
-doen bij werk of spel, mensch of dier expres leed veroorzaken--ho maar,
-daar was onze Tom niet van thuis. Integendeel sprong hij altijd in de
-bres, als hij andere jongens zoo zag handelen, en, al waren ze veel
-grooter dan hij, met zijn vuisten moesten ze kennismaken, en ferm ook.
-
-Geregeld een paar maal in de week, kwam Tom met een buil hier
-of daar en gescheurde kleeren thuis, tot groot ongerief van zijn
-Moedertje, dat met Juf maar druk werk had, om haar oudste netjes
-in de plunje te houden. Maar als Tom dan zoo vol vuur vertelde van
-'t arme, kleine katje, dat hij uit de handen van Krelis en Teunis,
-"die wreede boerenpummels", had bevrijd, ja, dan kon Moeder toch
-niet boos blijven en was zelfs in haar hart trotsch op haar fermen,
-kleinen ridder, terwijl ze 't minder fraaie woord, dat hem ontsnapt
-was, maar op den koop toe nam.
-
-Zijn zusjes, Greta en Mies, waren dol op hem en beschouwden hem
-als een held. Tom kon alles en grooter feest wisten ze zich niet
-voor te stellen, dan een poppenpartij in 't priëel met Tom er bij
-als gast. Heel dikwijls gebeurde dit echter niet; gewoonlijk had de
-bengel veel meer lust, om met zijn kornuiten te ravotten, dan zoo
-voorzichtig met die breekbare poppen te moeten omgaan. Breekbaar, ja,
-heel licht breekbaar; dat had hij al een paar maal tot zijn schade
-ondervonden en daardoor was zijn spaarpot al weer zoo licht als een
-veertje geworden. 't Sprak van zelf, vond Tom, dat hij Greta's pop,
-Bella, een nieuw kopje gaf, toen hij die had gebroken, en dat Mies
-een nieuw badpoppetje van hem kreeg, toen hij 't aardige, kleine,
-rose Bébeetje bij een gevaarlijken toer had laten verongelukken. Daar
-was Tom altijd vlot mee: had hij wat uitgevoerd, ruiterlijk bekende
-hij schuld en was dadelijk bereid, de schade weer goed te maken.
-
-Bij zoo'n gelegenheid zei Vader eens: "Tom, Tom, tot nu toe heeft je
-onbesuisdheid nooit onherstelbare gevolgen gehad, maar denk eens aan,
-hoe vreeselijk 't zou zijn, als je door onvoorzichtigheid of woestheid
-een ongeluk veroorzaakte, dat nooit, zelfs niet met den besten wil,
-goed te maken was!"
-
-Dat klonk ernstig en maakte indruk.
-
-Een paar dagen lang deed hij werkelijk zijn best, wat minder wild te
-zijn; Juf zei, dat ze wel een poosje vacantie kon nemen, nu Tom haar
-zoo weinig verstelwerk verschafte.
-
-Toen kwam de laatste schoolmorgen voor de groote vacantie. Alle
-kinderen waren uitgelaten bij 't vooruitzicht, nu weldra vier lange
-weken vrij te zullen zijn. De aandacht was niet meer bij de lessen,
-doch de onderwijzers zagen gelukkig vandaag wat door de vingers en
-lieten maar veel zingen. Heisa, wat klonk dat ferm en frisch! Tom's
-stem werd boven alles uit gehoord.
-
-'t Was een uitkomst voor den levendigen jongen, zoo ongestoord de
-blijdschap, waarmee hij tot overvloeiens toe vervuld was, te mogen
-uitjubelen. Vier weken vacantie! Uit logeeren gaan naar Oom en
-Tante in Scheveningen! Met de neven in zee zwemmen, stoeien in de
-duinen! Geen wonder, dat Tom, met zoo'n verrukkelijken tijd in 't
-verschiet, bijna niet stil kon blijven zitten. Zoo gauw de schoolbel
-dan ook luidde, stormde Tom hals over kop naar buiten, schreeuwend,
-tierend, van louter malligheid zijn kameraads de petten afslaand,
-boksend met den een, schermend met den ander, bereid tot 't uithalen
-van alle mogelijke grappen. 't Scheen wel, dat zijn bengelsnatuur
-zich met vernieuwde kracht moest doen gelden, na den dwang, dien hij
-zich de laatste dagen had aangedaan.
-
-Eindelijk nam hij een handvol kiezelsteentjes van den grindhoop
-aan den weg en keilde ze, zoo ver ze wilden gaan. Geen haar op zijn
-hoofd dacht aan de waarschuwing van Vader, die hem zoo vaak op 't
-gevaarlijke van steentjes gooien had gewezen.
-
-Daar kwam een karretje op twee wielen met een ezel er voor gespannen
-den weg af sukkelen.
-
-"Wacht even," riep één van de jongens, maar Tom luisterde niet en ging
-door met zijn uitbundig spel. O wee, daar trof hij 't ezeltje, dat
-geducht schrikte en een zijsprong deed. De kar kiepte achterover! De
-oude man, die er schrijlings op zat, tuimelde er af.
-
-Alle jongens verdrongen zich om den gevallen grijsaard, die zich erger
-bezeerd scheen te hebben, dan in 't eerste oogenblik gedacht werd.
-
-"Leun maar op mij," zei Tom ongerust. "Toe dan; probeer eens op
-te staan!"
-
-"Ik kan niet, wezenlijk, ik kan niet! Mijn linkerbeen, o, ik geloof,
-dat het gebroken is!"
-
-Kermend liet hij zich weer op den grond zakken.
-
-Tom keek radeloos rond. Met verschrikkelijke duidelijkheid klonken
-hem nu Vader's woorden in de ooren: "nooit goed te maken, zelfs met
-den besten wil nooit goed te maken!"
-
-Een paar jongens hadden hulp gehaald op de dichtstbijzijnde
-boerderij. Voorzichtig werd nu de gekwetste naar zijn huisje vervoerd,
-dat een eindje buiten 't dorp stond, terwijl Piet van den smid en
-Tom met de ezelkar volgden.
-
-"'t Is een heele schâ voor hem," zei Piet, hoofdschuddend kijkend naar
-'t partijtje gebroken bloempotten en gehavende planten in de kar. "Hij
-kwam zeker van de bloemenmarkt in de stad."
-
-Tom antwoordde niet en probeerde zich te herinneren, of hij niet
-nog ergens wat geld had. Zijn spaarpot was leeg, maar och, wat
-zat hij dáárover te tobben! Die schade zou Vader desnoods graag
-vergoeden. Neen, als 't dát alleen was....
-
-Alsof Piet zijn gedachten had geraden, begon hij: "Als ik Janus was,
-zou ik liever al mijn bloempotten breken, dan kreupel worden, en jij?"
-
-"Kreupel? Denk je dat?" viel Tom verschrikt uit.
-
-"'k Heb er een zwaar hoofd in; een been breken, als je zoo oud bent,
-is geen gekheid. Misschien zal hij nooit weer goed kunnen loopen."
-
-Tom werd zoo koud, alsof 't midden in den winter was. Janus
-ongelukkig-worden door zijn onbedachtzaamheid--o, 't was vreeselijk om
-'t in te denken--maar als 't eens uitkwam zooals Piet zei, wie moest
-dan voor Janus zorgen, wie den kost voor hem verdienen? Hij had kind
-noch kraai op de wereld en leefde van 't geen zijn tuin opbracht. Tot
-nu toe had hij 't wel niet ruim gehad, maar toch ook nooit armoede
-geleden. Doch, als de oude man zijn plekje grond niet meer kon
-bebouwen, niet meer in staat was zijn groenten, bloemen en vruchten
-aan de markt te brengen.... Tom wou niet verder doordenken. Tot Piet's
-verbazing sprong hij pardoes van 't wagentje en holde naar huis,
-waar hij Vader en Moeder onder bittere tranen alles vertelde. Beide
-spraken heel, heel ernstig met hem. Vader beloofde daarop dadelijk
-naar Janus te zullen gaan zien, wat Tom al een beetje kalmer stemde,
-evenals Moeder's voorstel, om alle schade eerst te betalen en dan
-van Tom's weekgeld in te houden. Hij had dan tenminste 't gevoel,
-dat hij deed wat hij kon.
-
-'t Scheen Tom toe, dat Vader eindeloos wegbleef. Ongedurig liep hij
-heen en weer. Wat de zusjes ook verzonnen om hem op te beuren, hij
-kon er niet eens naar luisteren. Telkens zag hij den ouden tuinder
-kermend van pijn in zijn eenvoudig slaapkamertje en Vader, bedenkelijk
-'t hoofd schuddend, aan zijn bed staan.
-
-Na een uur van vreeselijke spanning ontdekte Tom's scherpe blik een
-tipje van Vader's hoed boven de heg. Hij popelde om er heen te vliegen
-en was toch ook weer bang voor 't geen hij mogelijk zou hooren.
-
-"Tom, Tom," riepen de zusjes, die vooruit gehold waren en nu met Vader
-den tuin door kwamen: "'t Been is niet gebroken en de dokter zegt,
-dat 't best terecht kan komen. Wees nu ook weer vroolijk."
-
-"O Vader, is 't waar?" vroeg Tom, terwijl hij beurtelings rood en bleek
-werd en hij begon wezenlijk weer te schreien. "Ik heb er Onzen Lieven
-Heer zóó om gevraagd en nu ben ik zoo blij--dáárom huil ik"--en Tom,
-de bengel, drukte zijn gezicht tegen de jas van Vader, die onderwijl
-bedaard verslag deed van zijn bezoek.
-
-Neen, 't been was niet gebroken, maar verstuikt en zou met eenige
-weken rust weer in orde zijn, terwijl bij onderzoek gebleken was, dat
-de val en de schrik voor den ouden man verder geen slechte gevolgen
-hadden gehad.
-
-Met opgeluchte harten gingen Vader, Moeder en kinderen nu aan 't
-overleggen, hoe ze Janus gedurende zijn gedwongen rust 't best zouden
-kunnen bijstaan.
-
-Tom was stil; hij scheen iets op zijn eigen houtje uit te spinnen. Toen
-de zusjes naar bed waren, had hij nog een apartje met Vader en
-Moeder. 't Liefst zou hij daarop dadelijk naar Janus zijn gegaan om
-hem te zeggen, hoe 't ongeval hem speet, maar Vader vond 't beter
-den ouden man, die boven alles rust noodig had, nu niet meer te
-storen. Den volgenden morgen kon hij immers zoo vroeg gaan als hij wou.
-
-Nu, dit deed onze Tom dan ook. Vóór dag en dauw was hij er al op uit
-en toen hij pas tegen de koffie warm, moe en stoffig terugkwam, keek
-hij zóóveel vroolijker, dat de zusjes niet konden nalaten te vragen,
-wat hij toch had uitgevoerd.
-
-"'k Ben bij Janus geweest!"
-
-"Was hij erg boos?"
-
-"Nee, 't is me vreeselijk meegevallen" en Toms oogen schitterden. Meer
-konden ze niet uit hem krijgen.
-
-De volgende ochtenden verscheen Tom weer niet aan 't ontbijt en toch
-was hij wel bijtijds op geweest. Mietje, de keukenmeid, verklaarde
-tenminste, dat ze hem al in de vroegte het tuinhek had zien uitgaan.
-
-Greta en Mies begrepen er niets van. Vader en Moeder haalden
-glimlachend hun schouders op, als ze er naar vroegen en Tom, die
-gewoonlijk pas weer tegen koffietijd kwam opduiken, wou er heelemaal
-niet over spreken. Ja, 't scheelde niet veel, of Greta en Mies zouden
-hem boos hebben gemaakt met haar vragen, vooral toen ze over zijn
-logeeren bij Oom en Tante in Scheveningen begonnen.
-
-"'k Blijf de heele vacantie thuis; nu weet je 't en zeur nu niet meer,"
-zei hij korzelig. Daarmee moesten ze zich tevreden stellen.
-
-Wat Tom dan toch zoo vroeg op 't pad deed en waarmee hij 't zoo druk
-had, dat 't uit logeeren gaan er bij scheen te moeten inschieten?--
-
-De marktbezoekers in 't naburige stadje, die gewoon waren hun inkoopen
-bij Janus te doen, keken vreemd op, toen ze op zekeren ochtend een
-blozend jongensgezicht met ronde appelwangen boven de manden jonge
-groenten en vruchten in 't welbekende stalletje zagen uitkijken, in
-plaats van 't gerimpelde, magere gelaat van den ouden tuinder. Maar
-'t bleek al spoedig, dat ze evengoed door dezen nieuwen koopman werden
-bediend, die, al had hij in 't begin nog wel eens moeite om de juiste
-dingen gauw te vinden, de lui met een grapje in hun humeur wist te
-houden, zoodat ze niet ongeduldig van hem wegliepen. In plaats dus
-van klanten te verliezen, kreeg Janus' stalletje er gedurig nieuwe
-bij, die begonnen met mee te lachen om de snaaksche invallen van den
-jongen en eindigden met ook van hem te koopen.
-
-'s Donderdags op de bloemenmarkt had hij letterlijk geen handen genoeg
-om allen te helpen, die van hem bloemen en planten wilden koopen,
-omdat ze nergens anders zulke mooie waar voor hun geld kregen.
-
-Had 't ezeltje op den heenweg een heel wat zwaarder vrachtje te torsen
-dan vroeger met den ouden baas, daar de nieuwe bij 't gewone partijtje
-bloempotten nog een heele bezending planten en bloemen inlaadde,
-die bij de achterpoort van burgemeesters tuin gereed stond, op den
-terugweg had hij 't dan ook bijzonder gemakkelijk en mocht zijn baasje
-gerust in 't leege karretje zitten.
-
-En koopman Tom? Hoe vond die 't nieuwe leven? Had hij geen spijt van
-de opgeofferde vacantiepret?
-
-Nu, eerlijk gezegd viel 't hem in 't begin verbazend moeilijk om ferm
-bij zijn besluit te blijven, vooral toen er brieven van de neven
-kwamen vol opsommingen van de pret, die ze aan 't strand hadden,
-en met dringende vragen om toch ook te komen aan het eind.
-
-Met leede oogen zag hij Greta en Mies in zijn plaats gaan om van al
-die heerlijkheden te genieten, terwijl hij zich vrijwillig moe maakte
-met voor hem ongewoon werk en dat nog wel in de vacantie!
-
-Maar wanneer hij dan voor Janus 't verdiende geld mocht uittellen
-en de dankbare woorden hoorde van den ouden man, waren die spijtige
-gedachten plotseling verdwenen en voelde Tom, zonder er uitdrukking
-aan te kunnen geven, dat al 't plezier in Scheveningen niet opwoog
-tegen de blijdschap, die hij op dat oogenblik smaakte.
-
-'t Kwam uit, zooals de dokter gezegd had. Met eenige weken rust was
-Janus weer geheel in orde en op den laatsten dag van Tom's vacantie
-kon de oude tuinder zijn werk weer zelf opnemen.
-
-Dat was een gewichtige ochtend, toen koopman Janus en koopman Tom
-samen naar de markt reden als waardig slot van deze weken.
-
-Moeder stond er vroeg voor op en kwam ook inkoopen doen van groenten en
-vruchten en ten slotte kocht ze een pot met mooie, vuurroode geraniums.
-
-Dien vond Tom op zijn kamertje staan, toen hij 's middags thuis
-kwam. Er was een strookje papier op een stokje in de aarde bij
-gestoken. "Tot herinnering" stond er op geschreven; niets meer, maar
-'t was ook voldoende.
-
-De herinnering aan deze zomervacantie was van grooten invloed op 't
-verdere leven van bengel Tom, die, hoewel hij druk en vroolijk bleef,
-toch veel van zijn onbesuisdheid en onbedachtzaamheid verloor.
-
-
-
-
-
-
-
-DE KERSEN.
-
-
-"Zoo'n doe-niet, zoo'n sta in den weg," zei oude Baas Hendrik, terwijl
-hij bij den knoestigen kerseboom op zijn bleekveldje stond. "Ja,
-'t is nu voor 't laatst, dat je een voorjaar beleeft; in den herfst
-moet je er uit. 'k Heb lang genoeg geduld gehad. Altijd bladeren,
-maar nooit kersen! Waarom heb 'k dán een kerseboom, als ik er nooit
-kersen van plukken kan?"
-
-Hendrik liep nu met korte, afgemeten stappen om den kerseboom heen
-en schudde zijn bruine, verweerde vuist tegen den doe-niet.
-
-Greet en Klaar, de kleine meisjes van den burgemeester, die bij
-Trientje op de bank voor de keukendeur zaten, keken verschrikt bij
-deze bedreiging van Hendrik tegen zijn kerseboom. Zij kwamen graag
-bij de oude luidjes op visite en dan was deze boom met zijn lagen
-stam en breede, knoestige takken een prettig kameraadje voor haar
-beidjes. Ze konden er zoo gemakkelijk zonder hulp inklimmen, deden
-gymnastische toeren aan de takken of zaten er schrijlings op bij het
-paardje spelen.--Met groote oogen keken ze nu naar het bleekveld en
-probeerden 't zich voor te stellen hoe dit er wel zou uitzien zonder
-den kerseboom.
-
-"Zeker erg raar," dachten ze.
-
-"Neen, Hendrik moet hem laten staan," zei Greet op beslisten toon
-als slotsom van haar overdenking.
-
-"Dat doet hij niet," sprak nu Trientje droevig voor zich heen, "o neen,
-dat doet hij niet. Hendrik heeft 't zich nu eenmaal in 't hoofd gezet,
-dat hij er uit moet, omdat hij geen vruchten draagt en nu moet hij
-er uit ook--och heden--de boom, dien mijn Dirk nog geplant heeft als
-zoo'n kereltje!"-- En ze wees met haar taankleurige, rimpelige hand
-een hoogte van een paar turven aan.
-
-"Dirk, die al zoo lang in Amerika is?" vroeg Greet.
-
-"Ja!"--Trientje zuchtte.--"Als ik naar den kerseboom kijk, denk ik
-altijd aan Dirk, maar de baas--" ze wees op Hendrik--"de baas zegt:
-je mag geen menschen en planten vergelijken--maar, ik kan 't toch niet
-laten.... altijd als ik den kerseboom zie, denk ik aan mijn Dirk. En
-nu zal hij er uit moeten."
-
-"Als we nu 's met ons drieën aan Hendrik vroegen of hij mocht blijven
-staan!" zoo stelde Klaar hoopvol voor.
-
-Trientje schudde 't hoofd.
-
-"Och nee, als de baas zoowat in zijn hoofd heeft, helpt er geen
-redeneeren tegen. De baas zegt: hij heeft lang genoeg geduld gehad
-en nu is 't uit. Neen, de kerseboom van mijn jongen, van mijn Dirk,
-heeft wel zijn laatste voorjaar beleefd!"
-
-"Maar als er nu van 't jaar toch nog 's kersen aankwamen," opperde
-Klaar, die het zoo gauw niet opgaf; "er zitten toch bloesems aan! Kijk
-maar!"
-
-"Zoo'n enkel bloesempje zegt niets; dat heeft hij elk jaar gehad,"
-sprak Trientje mistroostig. "Neen, 't is wel waar zooals de baas 't
-uitdrukt: 't is een doe-niet, maar--ik kan hem toch zoo slecht missen!"
-
-Oude Hendrik kwam met stijve, afgemeten passen op de bank
-toegestapt. Hendrik was stijf en afgemeten in al zijn doen. Houterig
-ging hij naast zijn vrouw zitten.
-
-"Mag hij niet blijven staan?" vroeg Greet, terwijl ze naar den
-boom wees.
-
-"Toe--alsjeblieft," zei Klaar smeekend.
-
-"Neen, neen," sprak Hendrik plechtig, "hij is mij lang genoeg tot
-ergernis geweest; ik zou er zonde aan doen zoo'n doe-niet nog in zijn
-kwaad te stijven."
-
-"Maar--als er nu van 't jaar nog 's tien pond lekkere kersen
-aankwamen," zei Klaartje en ze zag den ouden man vol verwachting aan.
-
-"Dán kan hij blijven," klonk 't op denzelfden plechtigen toon.
-
-De kinderen keken op naar de schaarsche bloesems.
-
-"En als er nu maar 's twee pond aankwamen....?"
-
-"Of één--of--een half," waagde Greetje te veronderstellen.
-
-Klaar hield haar adem in. Wat zou nu 't antwoord wel wezen?
-
-Maar hoor, daar klonk het, weer even bedaard: "Dán kan hij blijven."
-
-Nu waren ze gerustgesteld. Ze vonden, dat de kansen toch nog niet zoo
-slecht stonden; er waren toch bloesems aan; die kon oude Hendrik toch
-maar niet weg redeneeren.
-
-Op den terugweg hadden Greet en Klaar het druk over den kerseboom van
-Hendrik en Trientje en thuis kregen Vader en Moeder 't verhaaltje in
-geuren en kleuren te hooren.
-
-"Moeder, zou u denken, dat er nog wel een half pond aan komt?" vroeg
-Greet.
-
-"Kindlief, hoe wil ik dat weten, ik ben geen tuinman," lachte
-Moeder. "Je moet maar telkens eens gaan kijken hoe 't met de bloesems
-staat; je weet wel: als je de bloempjes niet meer ziet, komen er
-kleine, groene bolletjes te voorschijn; die worden grooter en grooter,
-de zon stooft ze langzamerhand zacht en rood en--"
-
-"Dán zijn de kersen er!" riep Klaartje vroolijk uit. "Ik ga vast
-elken dag uit school kijken, hoor!"
-
-"Ik ook," zei Greet.
-
-De kinderen hielden woord. Elken dag gingen ze naar Baas Hendrik's
-bleekveld. De oude kerseboom had zeker nog nooit zooveel belangstelling
-ondervonden. 't Scheen heusch, dat hij 't op prijs stelde en zijn best
-deed z'n bloesems zonder mankeeren voor kleine, groene bolletjes in
-te ruilen.
-
-Greet en Klaartje gaven thuis getrouw verslag van zijn vorderingen,
-zoodat ieder er goed van op de hoogte bleef.
-
-Maar op een ochtend, na een stormnacht, kwamen de meisjes
-terneergeslagen thuis. 't Bleekveldje lag bezaaid met groene bolletjes
-aan steeltjes: allemaal afgewaaide, nog onrijpe kersen.
-
-"Er zitten er nu nog maar een stuk of wat aan," jammerde Greetje;
-"zou dat wel een half pond wezen?"
-
-"Hendrik zei, dat hij 't wel gedacht had, want dat deed die kerseboom
-altijd! Maar Moeder, 't kwam toch door den storm; de kerseboom kon
-'t niet helpen," riep Klaartje onder tranen.
-
-Moeder had maar werk haar kleine meisjes tot bedaren te brengen. Er
-zouden een paar vroolijke neven komen--Vader was al naar den trein
-om hen te halen--wat zouden die er wel van zeggen, als Greet en Klaar
-er straks nog zoo bedrukt uitzagen!--
-
-De neven kwamen. De neven hoorden 't verhaal over den kerseboom aan
-en waren vol belangstelling. Zij hadden verstand van vruchtboomen,
-beweerden ze. Als Greet en Klaartje straks weer naar school waren,
-zouden ze dien boom wel eens gaan bekijken; misschien dat zij er nog
-raad op wisten.
-
-In een oogwenk verhelderden de gezichtjes nu. De kinderen hadden veel
-vertrouwen in de knapheid der groote neven.
-
-"Als er maar een half pond aan komt," zei Greetje, "dan mag hij
-blijven staan van ouden Hendrik."
-
-Toen zij 's middags uit school kwamen hollen, verlangend 't oordeel
-der neven te hooren, werden zij verblijd met de tijding, dat er
-misschien nog wel een pond van terecht zou komen. Maar, dan moesten
-zij ook precies doen wat de neven zeiden.
-
-Dit beloofden Greet en Klaar grif.
-
-Veertien dagen lang mochten ze niet meer naar den boom gaan kijken,
-zei Neef Karel, want daar kon hij op 't oogenblik niet goed tegen. De
-kerseboom schaamde zich, omdat hij zooveel groene bolletjes had
-verloren en zou nu uit verlegenheid ook die, welke hij nog overhad,
-wel eens kunnen loslaten, voegde Neef Bert er bij en hij zette een
-heel ernstig gezicht.
-
-Nu, dit was natuurlijk maar een grapje--dat begreep Greet best;
-Klaartje was eerst nog in twijfel of 't niet waar zou zijn;--maar,
-grapje of niet, dat deed er niet toe--de neven, die er verstand van
-hadden, zeiden, dat ze er in veertien dagen niet heen moesten gaan
-en dááraan zouden ze zich houden.
-
-"Hé--over veertien dagen"--Greet was aan 't uitrekenen--"dan ben ik
-jarig! Wat leuk!"
-
-"Zijn jullie er dan nog?" vroeg Klaar.
-
-"Neen, maar dan komen we weer terug om Greet te feleciteeren en meteen
-naar den kerseboom te zien."
-
-Greet keek er Neef Bert onderzoekend op aan of dit nu niet weer een
-grap was, maar neen, 't scheen toch wel meenens te zijn: Moeder ging
-er dadelijk op in. Er werd afgesproken, dat zij den vorigen dag al
-zouden komen, om den heelen jaardag mee te kunnen vieren.
-
-Leuk hoor! Dat was wat prettigs om op te kijken!
-
-Zoo triestig als de zusjes 's ochtends waren geweest, toen de neven
-kwamen, zoo vroolijk waren ze bij 't afscheid.
-
-Als je 't niet beter wist, zou je gedacht hebben, dat ze blij waren
-met hun vertrek.
-
-"Tot over veertien dagen," riepen Greet en Klaartje hun na, toen ze
-al bij 't hek waren. En: "tot over veertien dagen," riepen de neven
-terug. "Zorgen jullie er maar voor, dat je een mand klaar hebt staan
-voor de kersen!"--
-
-Veertien dagen gaan gewoonlijk gauw voorbij, maar nu schenen ze te
-kruipen. 't Was heel moeilijk, veel moeilijker dan ze gedacht hadden,
-de belofte te houden, die ze den neven hadden gegeven. De meisjes waren
-er toch zóó benieuwd naar hoe 't wel met den kerseboom zou wezen en nu
-mochten ze er niet heen. Als ze er Baas Hendrik of Trientje nu maar
-eens naar hadden kunnen vragen, maar de oudjes kwamen hoogstzelden
-in 't dorp; ze bleven stilletjes op hun eigen erf en daar was 't nu
-immers verboden toegang!
-
-Toen ze op zekeren dag, uit school komend, een schaal vol rijpe kersen
-op tafel zagen staan, werd 't nog moeilijker 't vol te houden. Er
-waren dus al rijpe kersen! Of de groene bolletjes van Hendrik's boom
-ook al rood en zacht zouden geworden zijn?
-
-"Nog vier dagen geduld," zei Moeder, die er medelijden mee kreeg,
-"dan gaan we met ons allen kijken hoe 't met den kerseboom staat."
-
-"Daarmee beginnen we den jaardag dan," stelde Vader voor: "allen in
-optocht naar ouden Hendrik's kerseboom!"
-
-En ja, zoo gebeurde het ook, toen de lang verwachte dag ten laatste
-was aangebroken.
-
-Dadelijk, na 't ontbijt trokken ze er op uit: Vader, Moeder, de
-jarige Greet, Klaartje en de neven. Wat Hendrik en Trientje voor
-oogen opzetten, toen ze 't gezelschap regelrecht op hun huisje zagen
-aankomen!
-
-Trientje deed de deur al open.
-
-"Heb ik van mijn leven, zooveel bezoek," riep ze, 't hoofd van
-verbazing schuddend.
-
-"Trientje, ik ben jarig!" zei Greet vroolijk; "ik ben vandaag jarig!"
-
-"En nu komen we naar den kerseboom kijken of er wat aanzit," juichte
-Klaar.
-
-"Kersen? Och lieve tijd," zei 't oudje meewarig, "als ze er aan waren,
-zou 'k ze graag geven, maar--"
-
-"Kersen," zoo liet zich nu ook de plechtige stem van Baas Hendrik uit
-de achterhoede hooren, "kersen? Die moet je bij mij niet zoeken. Mijn
-boom is een doe-niet, hij moet er uit, in 't najaar, Burgemeester,
-maar mijn oude vrouw is er maar danig op tegen."
-
-"Ja Burgemeester," zei Trientje nu erg beverig, "ja, als 'k hem aanzie,
-dan moet ik altijd aan mijn jongen, mijn Dirk, denken, die heelemaal
-aan den anderen kant van 't groote water is."--
-
-Greet en Klaartje waren onderwijl al om 't huisje heen geloopen en
-hadden de neven meegetrokken.
-
-"Er zit niets aan," riep Greetje teleurgesteld, toen ze bij de
-bank was.
-
-"Hè," zei Klaartje, "hoe saai!"
-
-Maar toen kwamen ze dichterbij en ja--daar schemerde wat roods!--Nog
-wat dichter er bij--vlak er bij.--
-
-"O, o," juichten de meisjes en sprongen vroolijk in 't rond, "er zijn
-wél kersen aan! Trientje, kom gauw! Wel een half pond--neen, stellig
-wel een pond! Kijk, hier zitten er nog meer en dáár--en ginds--o,
-kom toch gauw kijken!"--
-
-Nu stonden ze allen om den ouden kerseboom heen, de kinderen en de
-groote menschen!
-
-Vader, Moeder en de neven lachten maar om de verrukking der
-meisjes.--Trientje schudde 't hoofd en was sprakeloos van verwondering,
-maar Baas Hendrik keek wat wantrouwend naar zijn "ouden doe-niet",
-terwijl hij met korte, stijve beweginkjes dichterbij kwam.
-
-"Hendrik, we mogen ze immers wel plukken?" vroeg Moeder toen gauw,
-en, naar hem toegaande, gaf ze hem een knipoogje van verstandhouding.
-
-"'t Treft mooi voor de meisjes, dat de kersen juist aan de onderste
-takken zitten," zei Vader; "kijk 's wat aardig, telkens bij trosjes
-van vier en vijf bij elkaar. Zoo heb ik 't nog nooit gezien!"
-
-Er werd een trapje gehaald, want Greet en Klaar vonden, dat dit bij
-het kersen-plukken behoorde, al konden ze op gewone tijden wel zoo
-in den boom klimmen.
-
-Baas Hendrik, die na een apartje met Moeder niet meer wantrouwend keek,
-bracht ook een weegschaal aan.
-
-"Ik moet 's kijken of ik mijn gewicht wel krijg," meesmuilde hij.
-
-"Wel heb ik van mijn leven," lachte oude Trientje, die nu de toedracht
-begon te begrijpen, "die jongeheeren uit de stad, weten toch altijd
-wat nieuws te verzinnen;"--en ze lachte zóó, dat Moeder haar naar de
-bank moest brengen om wat te bekomen.
-
-"Er zitten draden aan, zwarte draden," riep Klaartje, die de eerste
-kersen gegrepen had, verbaasd uit.
-
-Greet keek naar de neven. "O, nu begrijp ik 't al! Wat eenig
-bedacht," juichte ze. "Jullie hebben ze er aan gehangen! O, wat een
-slimmerds! Maar 't geldt nietwaar, Baas Hendrik, 't geldt toch! De
-afspraak was: als ze er aan hangen; we hebben niet gezegd: er aan
-gegroeid zijn."
-
-"Dat weet ik nog niet," begon Hendrik, nu zoogenaamd gewichtig doende,
-"ik moet ze eerst op de schaal hebben; 't konden wel eens geen echte
-kersen wezen en--ik moet mijn gewicht ook hebben--tien pond, hebben
-we gezegd!"
-
-"Neen, neen, een half pond was ook al genoeg," riepen de kinderen,
-"is 't niet Trientje?"
-
-'t Oude vrouwtje, nu weer wat bekomen, knikte.
-
-"Ja, ja, dat hebben jullie afgesproken. Maar nu begrijp ik nog niet,
-wanneer de jongeheeren dat hebben klaargespeeld. Gisteravond waren
-ze er nog niet aan."
-
-"Vanmorgen in de vroegte hebben ze 't wis en zeker gedaan," zei
-Hendrik; "ik dacht ook al, dat 'k zoo wat hoorde op 't pad."
-
-"De jongens waren wel erg vroeg op," zei Greetje nadenkend, "Jans
-vertelde, dat ze de voordeur al uit waren, toen zij beneden kwam."
-
-Maar de neven zelf zeiden niets. Ze lachten maar en hielpen de laatste
-kersen plukken, die wat hoog zaten.--
-
-Toen werden ze in triomf naar de weegschaal gebracht.
-
-Hendrik hield zich eerst nog, alsof 't volstrekt tien pond zouden
-moeten wezen, maar, gaf ten slotte toe, dat hij met één pond ook al
-tevreden zou zijn.
-
-'t Bleek, dat 't er drie waren!
-
-Neen, nu had Baas Hendrik volgens recht en billijkheid toch niets
-meer te zeggen. Hadden ze aan zijn boom gehangen of niet?--
-
-"Een man, een man--een woord, een woord, Hendrik," sprak Vader bij
-'t afscheidnemen met krachtige stem, toen de oude man 't alles maar
-op een grapje voor de kinderen wou gooien en warempel nu weer zijn
-standpunt tegenover den doe-niet zou gaan innemen.
-
-Hendrik schrikte er van op. Hij schoof zijn pet heen en weer. Dat
-was een raar geval voor den nauwgezetten, ouden baas; ja, hij had
-zijn woord gegeven, als je 't zóó wou opvatten!--
-
-"Ja," zoo kwam 't er eindelijk langzaam uit, "ja, als de burgemeester
-dat meent, ja, dan moet 't ook maar zoo wezen. Nog één jaartje zal
-ik lankmoedigheid betoonen; ja, daar heb je mijn hand, Burgemeester!"
-
-Of Trientje blij was! Nu zou ze weer een heel jaar lang naar den
-kerseboom kunnen kijken en dan daarbij aan Dirk kunnen denken, die
-"heelemaal aan den anderen kant van 't groote water" was.--
-
-En, als 't nu weer voorjaar is, zal Baas Hendrik dan weer zeggen,
-dat de kerseboom er met den herfst uit moet?--
-
-Wel, wie weet of de oude doe-niet tegen dien tijd zijn leven niet
-betert--je kunt 't nooit weten--en anders--ik heb er zoo wat van
-hooren mompelen, dat Dirk van plan is over te komen om zijn oudjes
-nog eens te bezoeken; misschien weet hij er dan ook nog wel wat op
-te bedenken om den boom nog een jaar te sparen.
-
-Weest er dan maar zeker van, dat Greetje en Klaartje daartoe wel een
-handje zullen meehelpen!--
-
-
-
-
-
-
-
-VAN TWEE PAAR PANTOFFELTJES EN NOG WAT.
-
-
-Er was eens een klein meisje, dat in een groot huis woonde.
-
-Natuurlijk woonde zij daar niet alleen; kleine meisjes wonen nooit
-alleen in groote huizen! Wèl soms in gezellige kleine huisjes, die ze
-zelf maken van een paar stoelen en stoven en een gordijn uit Moeders
-rommelkist en waarin ze met hun poppen huishouden, net precies zooals
-ze dat zelf willen.
-
-In groote huizen, waar ook nog groote menschen wonen, gaat het niet
-altijd precies zóó als de kleine meisjes het zelf willen.
-
-Dat is erg vervelend.
-
-Emma, zoo heette dit kleine meisje, wou bijvoorbeeld op
-St. Nicolaasavond volstrekt zoo lang opblijven als de groote
-menschen. Zij had gehoord, dat St. Nicolaas 's avonds zou komen,
-als zij al lang in bed zou liggen, om wat in haar pantoffeltjes te
-brengen. Maar zij wou dan niet in bed liggen en al lang slapen, ze wou
-op zijn om den goeden Sint te zien; dat dit niet mocht, maakte haar
-erg verdrietig, ja, en stout óók, zóó zelfs, dat zij in haar drift
-haar pantoffeltjes omkeerde, zoodat 't brood en 't hooi, dat er voor
-'t paard van St. Nicolaas in was gedaan, op den grond viel.
-
-Emma kon er nooit goed tegen, zie je, dat de dingen niet precies zóó
-gingen als zij het graag wou!
-
-'t Hielp niets; ze werd toch op 't gewone uurtje in bed gestopt.--
-
---Maar Emma was een stijfkopje. Als zij dan niet òp mocht blijven,
-wou zij tenminste wàkker blijven, net zoolang tot St. Nicolaas kwam!
-
-Met dikke tranen nog in haar oogen, knipperde ze tegen het nachtlichtje
-en zag er allemaal mooie, gekleurde figuren in. Door dit aardige
-spelletje trok haar booze bui af en werd ze weer een tevreden,
-vroolijk, klein meisje.
-
-Gelukkig maar, anders zou 't geen je nu zult hooren, niet gebeurd zijn.
-
---'t Was zeker al heel, heel laat toen hij kwam, want ondanks haar
-plan om wakker te blijven, had Emma al geslapen en was de olie van
-het nachtpitje bijna opgebrand; 't scheen als een gloeiende spijker
-in de duisternis en sputterde alsof 't zóó uit zou gaan.
-
-Emma was niets verwonderd, toen ze St. Nicolaas bij den haard zag
-staan;--van bang zijn was natuurlijk geen sprake, welk kind zou er
-nu bang voor St. Nicolaas zijn!
-
-Nieuwsgierig keek ze wat hij deed: hij bukte zich over de omgekeerde
-pantoffeltjes en schudde het hoofd, want die pantoffeltjes vertelden
-hem wat van een klein meisje en een booze bui!
-
-Emma schaamde zich.
-
-"Ik zal er gauw 't brood en 't hooi weer in doen," riep ze en stond
-meteen in haar lang, wit nachtjaponnetje voor St. Nicolaas.
-
-Deze keek haar vriendelijk aan.
-
-"Dat is braaf," zei hij met zachte, diepe stem. "En kleed je dan maar
-eens warmpjes aan; je mag een uurtje met mij mee."
-
-Emma trok vlug haar kleertjes aan.
-
-In gewone tijden kon ze dit niet alleen, maar nu ging het zoo vlot,--'t
-scheen wel of de knoopen vanzelf in de knoopsgaten, de haakjes vanzelf
-in de oogjes vlogen en de bandjes zichzelf strikten. Ze vroeg geen
-enkel keertje: "waar gaan we dan heen?" of "hoe kan dat?" en anders
-was ze toch zoo'n kleine vraagal! Zeker kwam het door 't ongewone van
-'t geval!
-
-Ja, ongewoon was het stellig wèl, dat daar een klein, klein meisje
-met St. Nicolaas voortreed door de stille, stille stad, waarop de
-zilveren sterren vriendelijk neerzagen.
-
-"Nu zal ik je mijn pakhuis eens laten kijken," sprak St. Nicolaas en
-meteen hielden zij stil voor een groot gebouw aan 't havenhoofd, niet
-ver van den steiger, waaraan "de stoomboot uit Spanje" vastgemeerd
-lag. Emma keek tersluiks naar de groote, witte boot. Ze was er
-dolgraag eens even op geweest, maar toen ze eenmaal in het pakhuis
-was, vergat ze dien wensch geheel en al. Er waren groote zalen, zoo
-vol van het prachtigste speelgoed, dat je wel zoo klein en behendig
-als Emma moest wezen om er gemakkelijk je weg tusschendoor te kunnen
-vinden. Het was er uitgestald op breede planken, die langs de wanden
-waren aangebracht, op lange, ruw houten tafels op schragen, die haast
-braken onder 't gewicht van al deze schatten, ja en ook op den grond
-stonden zoo maar de prachtigste dingen. 't Kon een wonder heeten, dat
-er nog niets gebroken of beschadigd was van de fijne eetserviesjes,
-tooverlantaarns, miniatuur-automobielen, poppenmeubels en al wat er
-maar meer voor breekbaars was.
-
-St. Nicolaas stond het glimlachend op den drempel aan te zien, hoe
-Emma vol verrukking rondhuppelde.
-
-"Als je kiezen mocht, wat zou je dan nemen?" vroeg hij.
-
-"Dit serviesje," zei Emma, maar in 't volgende oogenblik wees ze naar
-een groote pop, die een koffer beeldige kleertjes bij zich had. "O
-neen, veel liever deze mooie pop, alstublieft!"
-
-"Goed," sprak St. Nicolaas; "maar nu moet je er ook bij blijven."
-
-Van het speelgoed ging het naar de boekenbergplaats.
-
-Hier kwam Emma oogen te kort om al de prachtige prentenboeken te
-bekijken; om de boeken met enkel verhalen gaf ze niet veel, daar ze
-nog niet zóó vlot lezen kon.--Er waren er veel meer dan in den grooten
-boekwinkel, waar ze laatst met moeder was geweest. "Wel honderdduizend
-maal zooveel," beweerde Emma opgetogen.
-
-"O neen, nog veel meer," sprak St. Nicolaas. "Aan honderdduizend
-boekwinkels zou ik lang niet genoeg hebben. Je mag twee boeken
-uitzoeken, die je het mooist vindt."
-
-Dit was een moeilijk geval. Emma zag wel boeken, waarvan ze wist dat
-haar broertje ze 't allermooist zou vinden, maar voor zichzelf--en
-daar ging het nu toch om--was ze zoo gauw niet besloten. Ze liep van
-den eenen stapel naar den anderen en telkens meende ze nog een mooier
-boek te zien.
-
-Eindelijk had zij de allerprachtigste uitgezocht; ze handelden allebei
-over poppen.
-
-St. Nicolaas wachtte geduldig. 't Scheen dat hij even, haast
-onmerkbaar, met 't hoofd schudde. Mogelijk verbeeldde Emma 't zich
-alleen maar.
-
-Toen ze de deur uit gingen, werd zij er als 't ware toe gedrongen
-naar de jongensboeken te kijken, waarvan zij wist dat haar broertje
-ze zoo mooi zou vinden. Ze kon dat grootste nog wel nemen in ruil
-voor een van haar poppenboeken; St. Nicolaas zou 't zeker goed vinden.
-
-Even draalde Emma--toen keerde ze zich om en liep weg, St. Nicolaas
-achterna; ze wou toch liever haar boek houden.
-
-Nu was er een reeks zalen aan de beurt, waar het wel Luilekkerland
-geleek, want al 't lekkers, dat in den St. Nicolaasnacht "gereden"
-wordt, was hier opgestapeld. Bij zoo'n kolossale hoeveelheid was van
-uitstallen geen sprake meer geweest.
-
-Hoog opgestapeld lagen daar banketletters, torens vormend, die tot
-aan de zoldering reikten; ginds was een borstplaatberg en in 't
-midden van de zalen kon je heelemaal niet loopen, want daar lagen
-hoopen en hoopen speculaaspoppen en taai-taai-figuren. 't Kleine
-strooisuikergoed, de dieren van suiker en de chocoladeletters waren
-in reuzenkisten geborgen. St. Nicolaas tilde Emma op om haar er in
-te laten kijken en toen mocht ze er allebei haar handen in steken;
-wat ze greep was van haar.
-
-Toen ze weer op den beganen grond stond, had ze in haar eene hand een
-konijntje en een poes van suiker en in haar andere hand een groote
-D van chocolade. [1]
-
-"Dat is mijn letter niet," zei Emma, want een beetje lezen kon ze wel:
-"mijn letter is een E!"
-
-St. Nicolaas glimlachte. "Ja, je hebt er die D zelf uitgenomen;
-daar kan ik niets aan doen!"
-
-"Een D smaakt ook wel lekker," zei Emma toen vroolijk en ze zeurde
-heel niet om de letter nog te mogen ruilen, zooals ze op gewone tijden
-allicht bij Moeder zou hebben gedaan.
-
-Van Luilekkerland gingen zij naar de pakkamers, waar de zwarte knechts
-bezig waren duizenden manden in te pakken. Dit gebeurde in vliegende
-haast. Emma werd duizelig van 't kijken alleen.
-
-Ze was blij, dat St. Nicolaas er bij was; de zwarte knechts trokken
-wel vriendelijke grimassen tegen haar, maar ze vond het toch wat
-griezelig hen zoo van dichtbij te zien.
-
-"Dit moet allemaal vannacht nog worden rondgebracht," sprak
-St. Nicolaas. "Daarom ga je nu weer naar huis; ik heb het erg druk."
-
-De pop en de prentenboeken werden netjes ingepakt om bij Emma thuis
-bezorgd te worden--het lekkers wou ze liever in de hand houden--en
-voordat Emma 't wist, reed ze alweer met St. Nicolaas door de stille
-stad.
-
-"Hier in de buurt woont nòg een klein meisje, dat wel graag op
-had willen blijven om mij te zien, maar zij is er niet driftig om
-geworden, dat 't niet kon," sprak St. Nicolaas, toen ze bij een nauw
-steegje kwamen. "Ik weet, dat zij ook wakker is gebleven om op mij
-te wachten. We zullen er even binnengaan."
-
-Hoe 't gebeurd was, kon Emma later niet navertellen, maar opeens
-bevond ze zich met St. Nicolaas onder den schoorsteen van een armelijk
-vertrekje. St. Nicolaas maakte licht, want 't was er donker.
-
-'t Allereerste wat Emma zag, was een paar pantoffeltjes met roggebrood
-er in. Ze stonden heel precies naast elkaar; stellig waren ze nog
-nooit in drift ondersteboven gegooid.
-
-Nieuwsgierig keek Emma er rond. 't Kleine meisje, dat op St. Nicolaas
-wou wachten, lag zeker in 't ledikantje, dat in een hoek van 't
-kamertje stond.
-
-"Gaat zij nu óók al het moois zien?" fluisterde Emma een beetje
-verlegen, terwijl ze naar de toegeschoven gordijntjes wees, die
-zachtjes bewogen.
-
-"Dat kan niet; Doortje is ziek. Maar zij hoort er graag van vertellen
-en daarom heb ik je hier gebracht," sprak St. Nicolaas.
-
-Een mager handje schoof nu de gordijntjes open en Doortje keek er
-uit. [2] O, zoo'n tevreden, gelukkige glimlach vloog over haar bleek
-gezichtje, toen ze St. Nicolaas zag!
-
-"Moeder zei: 't gaf toch niets of ik al wakker bleef, want St. Nicolaas
-kwam toch niet, maar ik wist wel beter," fluisterde zij.
-
-Onderwijl had St. Nicolaas het papier opgenomen, dat bij de
-pantoffeltjes lag. "Een schort voor Moeder; een pakje tabak voor Vader;
-een pet voor Jan en een dasje voor Trui," las hij hardop.
-
-"En wat voor wensch heb je voor jezelf, mijn kind?" vroeg hij toen
-vriendelijk.
-
-"Ik ben al zoo blij dat ik u heb gezien," stamelde Doortje, "ik hoef
-niets meer."
-
-"O, maar als je mee hadt kunnen gaan en alles gezien hadt, zou je
-wèl wat weten te bedenken," riep Emma nu uit, en haar verlegenheid
-vergetend, kwam ze dichterbij en begon opgetogen haar wederwaardigheden
-te vertellen.
-
-Doortje luisterde met stille verrukking.
-
-"Waren er ook naaidoosjes?" vroeg ze bedeesd, toen Emma even ophield
-om adem te scheppen; "een naaidoosje zou ik toch nog wel graag willen
-hebben als 't niet te veel was! Dan kon ik Moeder helpen met haar
-naaiwerk."
-
-Naaidoosjes? Ja, dat wist Emma niet. Zij had alleen maar naar dingen
-gekeken, waar zij plezier in had.
-
-Om zich uit de verlegenheid te redden, liet ze Doortje haar lekkers
-zien.
-
-"Kijk, een poes en een konijn van suiker en een D van chocolade,
-een groote! Wil je die hebben? Toe maar, 't is allemaal voor jou! Wat
-treft het mooi, dat jouw naam juist met een D begint!"
-
-Emma was opgetogen over deze ontdekking; ze keek om en wou dit
-St. Nicolaas ook vertellen, maar.... ze zag St. Nicolaas niet meer.
-
-Wel zag ze bij den schoorsteen de pantoffeltjes met alles er in en
-er bij wat Doortje had gevraagd--óók zelfs een mooi naaidoosje. Emma
-wou het Doortje wijzen, maar ze kon niet--ze werd zoo vreemd moe
-en slaperig.
-
-"Ik moet ook naar huis," zei ze nog en 't geluid van haar stem klonk
-van heel ver af--ze knikkebolde, haar hoofdje gleed op zij--ze wist
-van niets meer.
-
-
-
-In den vroegen morgen was er een dik pak sneeuw gevallen. De witte,
-wollige, donzige massa schitterde op de daken en lag opgehoopt in
-de hoeken der vensterbanken tot groot vermaak van de kinderen,
-die toch al zoo uitgelaten waren op dezen morgen van den zesden
-December--zoekertjesdag!
-
-In de meeste huizen was de pret al lang in vollen gang, toen Emma--je
-weet wel, 't kleine meisje, dat in 't groote huis woonde en er niet
-tegen kon als de dingen niet precies zoo gingen als zij 't graag
-wou--zich pas in haar warm bedje uitrekte, geeuwde en heel, heel
-langzaam wakker werd. Ze had niets geen haast om haar oogen open te
-doen. Als zij ze dicht hield, zag zij nog alles wat zij op haar tocht
-met St. Nicolaas gezien had. O, ze wist het nog zoo best! Alleen van
-wat er gebeurd was, nadat ze voor Doortje's ledikantje in slaap was
-gevallen, kon zij zich niets herinneren. Maar nù lag zij toch weer
-in haar eigen bedje; dit wist zij wel, ook zonder dat zij haar oogen
-open deed.
-
-"'t Was toch zoo heerlijk," zei ze halfluid, "en wat goed was het,
-dat ik er bij ongeluk een D uithaalde in plaats van een E!"
-
-"Langslaapstertje! Droomstertje!" klonk het lachend en toen werd Emma
-heelemaal wakker.
-
-"Droomstertje," zei Moeder nog eens, "waar heb je het toch over? Doe
-je oogen maar gauw open en kijk dan eens wat St. Nicolaas je gebracht
-heeft!"
-
-In een wip was Emma nu overeind en wreef ze haar oogen uit.
-
-'t Brood en hooi was uit de pantoffeltjes verdwenen. Ze stonden op de
-tafel en er naast zat een mooie, groote pop met een open koffer vol
-beeldige kleertjes bij zich; twee prachtige prentenboeken lagen er bij.
-
-"Ik had ook nog lekkers," zei Emma, "maar dat heb ik aan Doortje
-gegeven, omdat ze niets voor zichzelf vroeg; o ja, een naaidoosje,
-maar dat was om haar Moeder te helpen--ik bedoel: niets prettigs."
-
-"Kindje, ik geloof dat je nog droomt," lachte Moeder weer, "hoe zou
-St. Nicolaas je nu geen lekkers gebracht hebben! Zie je dat bord
-niet staan?" Ze gaf Emma haar pantoffeltjes om aan te doen als ze
-uit bed stapte.
-
-"Ga nu je pop maar eens gauw bekijken! St. Nicolaas heeft het maar
-wat goed geraden, hé?"
-
-"Ik heb haar zelf uitgezocht," zei Emma, terwijl ze haar op den arm
-nam, "maar eerst had ik een serviesje...." En toen vertelde ze Moeder
-alles van haar tocht.
-
-"Ik heb alleen maar dingen voor mezelf gekozen," zei ze, toen ze aan
-'t bezoek bij Doortje toe was, en keek wat bedrukt. "Misschien was
-er wel een mooi naaidoosje geweest voor u en ik weet zeker, dat er
-een boek bij was, dat Broer graag zou gehad hebben; bijna had ik
-het genomen in plaats van dat ééne poppenboek.--Ik ben bang, dat
-St. Nicolaas 't niet heel aardig van me heeft gevonden!"
-
---Maar toen kreeg ze haar bord lekkers in 't oog, waar bovenop een
-groote E van chocolade lag.
-
-"Moeder, dat heeft St. Nicolaas er nog exprès neergezet, omdat ik
-'t mijne heb weggegeven, denkt u ook niet?" riep ze opgetogen uit.
-
-"Ja, dàt heeft St. Nicolaas stellig gedaan, omdat hij daaruit gezien
-heeft, dat je toch ook nog wel graag om een ander denkt," zei Moeder
-en gaf haar een kus.
-
-Emma bedacht zich even. "Moeder, weet u wat," zei ze toen met een
-stralend gezichtje, "als St. Nicolaas weer komt, maak ik óók een
-verlanglijst, net als Doortje, en dan zet ik Broer's pantoffels hier
-ook en die van Vader en van u.... maar niemand mag lezen wat ik er
-op schrijf."
-
-"St. Nicolaas óók niet?" vroeg Moeder plagend.
-
-"Ja, St. Nicolaas juist wèl," antwoordde Emma lachend en toen liet
-ze zich gauw helpen, want ze verlangde er naar klaar te zijn om ook
-Vader en Broer alles te vertellen.
-
-
-
-
-
-
-
-JUFFROUW'S PINKSTERTUINTJE.
-
-
-Op een lange rij liepen ze arm in arm door de straten van het
-Oostfriesche zeestadje, de vlasblonde deerntjes, en vroolijk klonk
-hun deuntje:
-
-
- "Dor koom ik een olt Mientje an
- van hoge, doge Disk----"
-
-
-Kapitein Benno Brons, die juist met zijn kort pijpje in den mond
-over de markt kwam aanslenteren, spreidde zijn armen wijd uit om
-de kinderen tegen te houden. Lachend stoven ze uit elkaar en in 't
-zelfde oogenblik had hij er twee gevangen: Helma van den apotheker
-en zijn eigen kleine Thedje.
-
-"Vader, nee, Vader, u moet ons nu loslaten; we gaan naar buiten,
-bloemen plukken voor morgen!"
-
-"Drommels ja, morgen is 't Pinksteren," zei de kapitein en hij deed,
-alsof hij daar niet aan gedacht had, terwijl zijn helderblauwe oogen
-vroolijk schitterden in het, door een grijzend ringbaardje omgeven,
-verweerde gezicht. "Dat's waar ook! 't Zal mij eens benieuwen, wie
-er morgenochtend het mooiste tuintje voor zijn deur vindt."
-
-"U niet, Kapitein Brons," riep er een plagend en toen vlogen ze allen
-joelend weg, want hij balde lachend zijn vuist en zette 't troepje
-quasi met een paar groote stappen na.
-
-De orde was nu verbroken; bij tweeën en drieën stoven ze voort,
-stoeiend en lachend, telkens nog omziende naar Kapitein Brons, die
-zijn weg al lang weer vervolgd had. Ze kwamen pas weer tot bedaren
-toen ze buiten het stadje waren gekomen.
-
-Tegen den hoogen walkant groeiden van die groote, gele dotters en
-ginds stonden lila Pinksterbloemen en madeliefjes met gouden harten.
-
-Thedje begon er maar dadelijk van te plukken; ze moest een heeleboel
-bloemen hebben, want ze had groote plannen: niet alleen voor thuis wou
-ze een Pinkstertuintje maken, maar ook voor de nieuwe juffrouw van
-school. Die woonde op kamers bij een oude schoenmakersvrouw en zou
-'t zeker erg prettig vinden, als ze morgen met zoo'n mooi tuintje
-verrast werd. Juffrouw had nog nooit 's een echt Pinkstertuintje
-gezien, want dáár, waar ze vandaan kwam, deden de menschen dat zoo
-niet. Dat hoorde zoo recht hier in 't Noorden thuis, waar je zooveel
-van die aardige, oude gebruiken hadt, vond Juffrouw.
-
-Toen ze dat zoo zei in de klas, hadden een heeleboel kinders den vinger
-opgestoken en sommigen waren overeind in de bank gaan staan in hun
-ijver om Juffrouw precies in te lichten omtrent die Pinkstertuintjes en
-ze hadden zich verbazend gewichtig gevoeld, omdat dit nu eens wat was,
-waar zij alles van wisten en Juffrouw, die zoo knap was, niet. Thedje
-had toen dadelijk bedacht, dat zij er eentje voor Juffrouw zou maken.
-
-Vol ijver was ze aan 't plukken. Verderop stonden meidoorns in bloei,
-roode en witte; daar moest ze ook wat van hebben.
-
-Haar kameraadjes waren allen op de wei neergestreken als een zwerm
-vroolijke vogels: ze plukten er bij handen vol boterbloemen en
-madeliefjes. Thedje hoorde hen wel lachen en snappen, maar was toch
-niet van plan naar hen toe te gaan. Ze wist een plekje, achter den
-hoogen wal, tusschen het eikenhakhout, waar 't vol driekleurige
-veldviooltjes stond. Daar zouden de anderen stellig geen bloemen
-zoeken; Thedje had ze laatst bij het verstoppertje-spelen ontdekt. Ze
-had nu exprès een mandje van thuis meegenomen om er de viooltjes, die
-zoo teer waren en in de warme hand gauw verwelkten, in te verzamelen.
-
-Toen ze genoeg andere bloemen naar haar zin had, ging ze er met
-stralende oogen op af. Die viooltjes, dat zou nu net wat moois
-zijn voor Juffrouw's tuintje! Heel kort bij den steel zou zij ze
-afplukken en dan, afgewisseld met gouden knoopjes uit Moeder's perk, op
-stukjes mos steken. Dat zou 't tapijt vormen, waar Juffrouw overheen
-moest loopen, als ze op Pinkstermorgen naar de kerk ging. Langs
-de kanten kwamen dan nog mooie figuren van scheerlinggroen en
-zwaardleliebladeren; die hadden ze in den tuin. Moeder had haar
-verteld, dat ze er die vroeger ook altijd voor gebruikt had. Met
-meidoornbloempjes wou Thedje de hoeken opvullen.
-
-Toen ze op den hoogen wal stond en door 't groen naar beneden keek, wou
-'t haar evenwel voorkomen, dat er toch niet zooveel viooltjes waren,
-als ze gemeend had.
-
-Voorzichtig liet ze zich van den steilen kant zakken en hield zich
-daarbij aan de takken vast.
-
-Daar dook op eens 't ronde, borstelige hoofd van Volkert Visser uit
-de struiken langs het drassige benedenpaadje op.
-
-Thedje schrikte geweldig. Volkert Visser was zoo'n ruwe, plagerige
-jongen;--ze mochten hem op school geen van allen lijden--de grooten,
-omdat hij zoo dikwijls spelbederver was en de kleintjes, omdat hij
-hen graag aan 't schrikken maakte. Zoo lieten allen Volkert maar
-'t liefst aan zijn lot over.
-
-Thedje's Moeder zei wel eens, dat de kinderen eigenlijk medelijden met
-hem moesten hebben, want thuis had de jongen 't ook niet plezierig:
-zijn ouders had hij nooit gekend en de Oom, bij wien hij in huis
-woonde, was een norsche, onverschillige man, die zich weinig aan hem
-gelegen liet liggen. Zij zou 't daarom wat goed gevonden hebben, als
-Thedje den jongen eens mee naar huis had genomen, maar daartoe was
-'t kind nooit te bewegen geweest. Thedje was bang voor Volkert Visser
-en nu was daar in 't laatst nog iets anders bijgekomen, waardoor ze
-nog meer hekel aan hem had gekregen.
-
-Volkert zat in dezelfde klas als zij. In de eerste dagen, toen de
-nieuwe juffrouw er was, had Volkert heel onaardig en stout gedaan om
-haar te plagen, maar de juffrouw was er niet boos om geworden. Even
-vriendelijk was ze tegen den stouten jongen gebleven als tegen de
-andere kinderen. Alleen had ze hem op zekeren middag, toen hij 't heel
-bont had gemaakt, na schooltijd even laten blijven en sedert dien tijd
-had ze niet de minste moeite meer met hem gehad. Juffrouw en Volkert
-waren nu de beste maatjes, dat kon ieder kind zien. Als er wat prettigs
-in de klas te doen was: boeken uitdeelen of schriften ophalen, mocht
-Volkert 't altijd doen en hij deed 't graag. Zie je, dàt kon Thedje
-nu maar niet velen, dat Juffrouw, tegen wie ze allemaal zoo hoog
-opkeken, zoo vriendelijk was tegen dien naren Volkert, die heel niet
-meetelde.... Thedje was jaloersch op hem en geen klein beetje ook!--
-
-Wat deed Volkert daar nu tusschen de viooltjes?
-
-Thedje behoefde er zich niet lang op te bedenken om 't antwoord op die
-vraag te vinden; zóó als ze hem gezien had, was 't haar door 't hoofd
-gevlogen: Volkert wil óók een Pinkstertuintje voor Juffrouw maken
-en daarvoor steelt hij mijn viooltjes, jazeker, Thedje's viooltjes,
-want zij had ze al ontdekt, toen ze nog maar eventjes te zien waren.
-
-Thedje's anders zoo vriendelijke kijkers stonden nu heel boos en ze
-had een rimpel boven haar neusje. Krampachtig hield ze haar schort
-met de bloemen, die ze aan den walkant geplukt had, vast; 't mandje
-was haar zooeven, door den schrik, ontgleden en langs den steilen kant
-gebuiteld. 't Lag beneden, maar Thedje durfde 't niet te halen. Volkert
-had haar nu in 't oog gekregen; dreigend zwaaide hij met een stok.
-
-"Wil je 's gauw maken dat je weg komt; je hebt hier niets te
-zoeken. Vooruit, ga je haast, of ik zal je--" Hij werkte zich door
-de struiken heen, haar kant op.--
-
-Overhaast nam Thedje de vlucht; ze was angstig, boos, bedroefd,
-alles tegelijk, maar de boosheid kreeg de overhand. Ze had 't nog
-juist met een glimp gezien, hoe daar op een uitgespreiden zakdoek
-een hoop afgeplukte viooltjes lagen.--Nare Volkert!--
-
-Er was een uitdagende, koppige trek op haar gezichtje, toen ze met
-haar bloemenschat thuiskwam.
-
-Moeder had al een emmer water in den kelder klaar gezet om er de
-bloemen, den nacht over, in frisch te houden, en Vader bracht ze er
-voor haar heen. Thedje had niet veel te vertellen. Vader en Moeder
-meenden, dat 't kind moe was van den drukken middag. Ze moest nu maar
-dadelijk haar avondboterham eten en dan vlug naar bed. Morgen zou
-'t extra vroeg dag voor haar wezen. 't Was een oud gebruik, dat de
-kinderen op den eersten Pinksterdag al voor dag en dauw in de weer
-waren om voor hun huis een Pinkstertuintje te maken. Soms werd dat een
-met zorg uitgevoerd kunstwerkje, soms ook, waar kleine, ongeoefende
-handjes bezig waren, moest men meer op den goeden wil zien dan op
-'t resultaat, maar toch, als tegen kerktijd alles klaar was, leverde
-'t geheel van die als mozaïek te zamen gevoegde bloemtapijten een
-eigenaardig, feestelijk gezicht op, en de kerkgangers, die bij 't
-eerste klokgelui uit hun huizen kwamen, wezen er elkaar glimlachend op.
-
-Thedje was wel een van de vroegsten op dezen heerlijken, lichten
-Pinkstermorgen, maar haar gezichtje stond niet helder en vroolijk,
-zooals 't op een feestdag behoort. Met saamgeknepen lippen en gefronste
-wenkbrauwen spoedde zij zich met een groot deel van haar bloemen voort
-naar de stille straat, waar Juffrouw woonde. Hoe verder zij kwam,
-des te harder liep zij. Tot elken prijs wou ze Volkert vóór zijn; al
-had ze nu geen viooltjes, toch zou ze wel maken, dat Juffrouw een mooi
-Pinkstertuintje kreeg; er kwamen nu maar wat meer gouden knoopjes in,
-dat stond vroolijk: gouden knoopjes met Pinksterbloemen en meidoorn aan
-de hoeken!--Wat zou Volkert op zijn neus kijken, als hij straks kwam
-en zag, dat hij een vergeefsche reis had gemaakt met zijn viooltjes!
-
-Nu lachte Thedje even. Maar 't was geen blijde, gulle lach en haar
-gezichtje werd er niet door verhelderd. Ze had zin om Juffrouw's
-tuintje zoo mooi mogelijk te maken, maar nu niet zoozeer om Juffrouw
-plezier te doen, dan wel om Volkert Visser verdrietig te maken.
-
-Als je zulke leelijke, zwarte gedachten in je hart hebt, staat dat
-ook op je gezicht te lezen; daarom zag Thedje er zoo donker uit op
-dezen feestdag.
-
-De straat, waar Juffrouw woonde, lag stil en verlaten. Er was nog
-geen enkel Pinkstertuintje in gemaakt.
-
-Geen enkel?--Ja toch, één, voor een van de laatste huizen--was 't
-soms dat, waar de oude schoenmakersvrouw woonde, bij wie Juffrouw
-kamers had?
-
-'t Hart klopte Thedje in de keel. Ze kon haast niet voort--toch wou
-ze er gauw heen om te zien of 't werkelijk zoo was.
-
-Ja--ze had zich niet vergist--er was een tuintje gemaakt, vlak
-voor Juffrouw's venster, een heel mooi tuintje, van boterbloemen en
-viooltjes--o, zoo'n massa viooltjes! Allen waren ze zorgvuldig op
-stukjes mos gestoken en frisch met water besprenkeld.--
-
-Tranen van spijt sprongen Thedje in de oogen. Toen werd haar
-blik donkerder; ze gooide haar eigen bloemen neer, ging op de
-knieën liggen en begon de dichtstbijzijnde viooltjes uit 't mos te
-peuteren. Achteloos wierp zij ze aan den kant, de kleine van den
-steel geplukte viooltjes, die haar verwijtend schenen aan te zien en
-te vragen: "Thedje, waarom behandel je ons zóó?--Je houdt toch anders
-zooveel van ons!"--
-
-Nog maar pas was Thedje aan haar vernielingswerk begonnen, toen
-'t gordijn opgehaald en 't venster opengeschoven werd.
-
-"Goedenmorgen Thedje!" zoo klonk Juffrouw's stem vroolijk: "Een
-gezegend en gelukkig Pinksterfeest! Wacht, ik kom even bij je!"--
-
-Nog voordat Thedje van den schrik bekomen was, had Juffrouw de voordeur
-al open gedaan en stond voor haar.
-
-Thedje lag nog op haar knieën, erg verlegen, en dit werd er niet
-beter op, toen Juffrouw zich bukte om haar een kus te geven en daarbij
-zei, dat ze den laatsten tijd veel aan Pinkstertuintjes gedacht had,
-maar zich niet had kunnen voorstellen zelf nog eens zoo'n mooi te
-zullen krijgen.
-
-Thedje zag vuurrood; ze liet 't hoofd hangen en speelde met de
-weggeworpen viooltjes.
-
-Maar toen Juffrouw voortging het tuintje te bewonderen en nog eens zei,
-dat ze 't toch zoo lief van haar vond zooveel moeite voor haar gedaan
-te hebben, kon Thedje's eerlijk hartje 't niet langer uithouden. Ze
-barstte in snikken uit en vertelde Juffrouw alles.
-
-Dat was een droevig begin van den feestdag voor Thedje en ook voor
-Juffrouw. Zulke leelijke gedachten en voornemens had Thedje gehad en
-Juffrouw meende nog wel, dat 't er bij Thedje even licht en vroolijk
-van binnen uitzag als bij haar zelf!--
-
-Dacht Thedje dan zóó 't Pinksterfeest te kunnen tegengaan, 't feest
-van Gods Heiligen Geest, die de harten van de groote menschen, maar
-evengoed die van de kinderen wil verblijden en verlichten en van
-liefde wil vervullen----?
-
-Thedje schudde 't hoofd, toen Juffrouw haar dit zoo ernstig vroeg.
-
-Daarop gingen ze naar binnen en hier, op Juffrouw's kamer, hoorde
-Thedje van een jongen, die door iedereen achteruit werd gezet en
-daardoor onverschillig leek, ofschoon hij toch evengoed behoefte aan
-hartelijkheid had als een ander kind. Mocht Thedje nu zoo jaloersch
-op hem wezen, Thedje, die thuis door Vader en Moeder omringd werd door
-liefde? Mocht zij 't hem misgunnen, dat Juffrouw ook van hem hield en
-'t hem misschien wat meer toonde, omdat hij niemand anders had die
-hem liefde bewees?
-
-Thedje's tranen vloeiden rijkelijker, maar 't was nu als 't ware een
-mild regenbuitje na een onweer, dat ontspant en goed doet.--
-
-O, ze voelde nu wel, hoe leelijk die jaloezie was geweest en ze had
-er zoo'n spijt van,--
-
-Gelukkig toch, dat Juffrouw zoo gauw gekomen was! Nu kon 't tuintje
-met een klein beetje moeite weer in orde gebracht worden en Volkert
-zou 't nooit behoeven te weten.
-
-Samen met Juffrouw ging ze naar buiten om de losse viooltjes weer
-op het mos te steken en dit te schikken, zooals 't gelegen had. Ze
-zei niets bij dit werkje--gedurig vielen er nog tranen op de kleine
-viooltjes.
-
-Toen 't klaar was, wou Thedje stilletjes met haar eigen bloemen
-weggaan, maar Juffrouw riep haar terug. "Hadt je die niet voor mij
-meegebracht?" vroeg ze vriendelijk en wees naar de gouden knoopjes,
-de Pinksterbloemen en de meidoorntakken in Thedje's schort. "Ik wil ze
-dolgraag van je hebben om mijn kamer feestelijk te maken--dan zal 't
-net zijn of ik twee Pinkstertuintjes heb, één buiten en één binnen!"--
-
-Toen brak de zon weer door bij Thedje. Haar oogen schitterden, terwijl
-ze Juffrouw de bloemen letterlijk in de armen duwde. Dat Juffrouw ze
-tòch nog hebben wou en niet boos was, deed Thedje's hartje opspringen
-van blijdschap. Ze had er behoefte aan Juffrouw nu ook nog een plezier
-te doen, een heel groot plezier!--Op haar teenen ging Thedje staan
-om 't Juffrouw in te fluisteren: "Volkert mag wel 's bij ons thuis
-komen--Moeder heeft 't ook al gezegd--en ik zal niet meer jaloersch op
-hem wezen, ook niet als Vader en Moeder lief voor hem zijn en--en--'t
-volgend jaar mag hij weer uw Pinkstertuintje maken."--
-
-"Neen," zei deze, "dan weet ik nog wat beters: dan doen jullie
-het samen.--Maar zoover zijn we nu nog niet. Eerst willen we dit
-Pinksterfeest blij vieren--ik geloof wel, dat we 't nu kunnen----is
-'t niet, Thedje?"
-
-Thedje knikte; haar gezichtje straalde--ze begreep wel, hoe Juffrouw
-'t bedoelde; ja, nù kon ze ook blij en vroolijk wezen op 't feest,
-want de leelijke gedachten waren weg en ook in haar hartje was 't
-licht en vredig geworden.
-
-
-
-
-
-
-
-DE KLEINE HOUTSNIJDER.
-
-
-Fani was een droomer, die altijd aan andere dingen dacht dan aan zijn
-werk, een treuzel, en--een bangerd. Wil je 't wel gelooven, dat hij 's
-avonds niet onder de dennen achter hun huisje durfde te loopen, omdat
-'t dan zoo vreemd ruischte en zuchtte, hoog in de slanke toppen? Dat
-deed de wind natuurlijk en dit wist Fani ook wel en toch--was hij bang.
-
-Moeder zei, dat het van de sprookjes kwam. Je moet weten, dat zijn
-Vader eens een sprookjesboek voor hem uit de stad had meegebracht
-en sedert hij dat had gelezen droomde Fani meer dan ooit, ook op
-klaarlichten dag als hij goed wakker was.
-
-Hij dacht aan niets anders dan aan dwergjes, toovenaars en feeën en
-wat het malste was, hij was er vast van overtuigd, dat hij ze nog eens
-zou zien ook, in 't bosch of in de bergen. Alles wat in de sprookjes
-stond, was echt waar voor hem.
-
-Toen hij dit eens aan Toni, den geitenhoeder, vertelde, lachte die
-hem hartelijk uit, en zei, dat hij van zijn leven nog geen dwergjes
-had gezien en als ze er waren, moesten ze toch zeker daarboven in de
-rotsen huizen, waar hij zoo vaak met zijn geiten was.
-
-Na dien tijd sprak Fani er maar nooit meer met hem over en met
-Moeder niet en met niemand, want hij wou niet uitgelachen worden,
-maar 't sprookjesboek stopte hij weg op 't zoldertje, waar hij sliep,
-in de kist onder zijn Zondagsche kleeren, en 's morgens vroeg, voordat
-Peter en Franzli, zijn kleine broertjes, wakker waren, las hij er in.
-
-Al was Fani de oudste, toch had Moeder weinig aan hem bij haar werk,
-en ze kon toch zoo best wat hulp gebruiken als ze zoo dagen achtereen
-met de kinderen alleen was. Fani's Vader was koopman; hij reisde met
-zijn marsje op den rug overal in den omtrek heen waar kermis was. De
-menschen kochten wat graag de aardige snuisterijtjes, die hij uit
-hout wist te snijden, vooral zijn dierfiguurtjes waren zoo mooi en
-natuurlijk alsof ze leefden. Houtsnijden, dat was anders wel iets,
-waarin Fani ook plezier had, maar Vader, die 't hem zou leeren, was
-zoo ongeduldig geworden, omdat Fani eerst maar niet den slag beet had
-kunnen krijgen van de koeien, geiten en herten, die hij altijd maakte.
-
-Fani had zoo dolgraag eens een dwergje willen probeeren, maar toen de
-diertjes telkens mislukt waren en er van al zijn knutselen en knoeien
-toch niets was terechtgekomen, was Vader boos geworden en had gezegd,
-dat Fani, als hij geen diertjes kon leeren snijden, er dan maar liever
-heelemaal mee moest uitscheiden; zoo'n droomer zou het toch tot niets
-brengen! Later moest hij maar houthakker boven in de bosschen worden,
-dat was zwaar werk en daarbij zou hij dat droomen en treuzelen wel
-afleeren.
-
-Zoo had Vader gesproken en Moeder had met een zucht gezegd, dat
-Vader wel gelijk had. Toen kreeg Fani dus geen les in 't houtsnijden
-meer, maar voor zichzelf bleef hij zich oefenen, 's winters ieder
-vrij oogenblikje na schooltijd op 't zoldertje of in 't schuurtje,
-zoo lang het licht was, en 's zomers buiten op een stil plekje bij
-'t beekje. Hij probeerde niets anders te maken dan de dwergjes en
-toovenaars en feeën uit zijn sprookjesboek en knutselde op zijn eentje
-zonder dat iemand er iets van wist of zag, net zoo lang, totdat 't hem
-beter gelukte en zijn dwergjes eindelijk net zoo goed uitvielen als de
-diertjes, die Vader maakte.--Maar hij durfde er thuis toch niet over
-te spreken of ze te laten zien, omdat Vader toen zoo boos was geweest,
-en stopte al wat hij maakte onder in de kist bij 't sprookjesboek.
-
-Zoo kwam Juni in 't land, de tijd van de kermissen en jaarmarkten,
-en daar Vader al een heele poos ziek was, moest Fani er met het marsje
-op uit.
-
-'t Eerst was het groote dorp, dat verder het dal in lag, aan
-de beurt. Dit was nu niet zoo ver weg of Fani kon 's avonds weer
-thuiskomen. Alleen zoo'n eind door 't bosch te loopen was niets voor
-hem, maar gelukkig, 't beekje hield hem gezelschap. 't Kabbelde
-zoo vroolijk alsof het met hem babbelde en toen Fani dorst kreeg,
-gaf het hem heerlijk frisch water te drinken.
-
-'t Was al middag, toen Fani in het dorp kwam. De kermis was er
-in vollen gang; 't plein stond vol kramen en tenten; muzikanten
-toeterden en bliezen, kooplui schreeuwden om 't hardst hun waren uit
-en kinderen sloegen de trom of bliezen op goedkoope mondharmonica's uit
-de speelgoedkraam tegenover het logement. 't Was een leven van belang.
-
-Fani, die uit het stille bosch kwam, werd er beduusd van. Hij stond
-het met groote oogen aan te kijken uit een verborgen hoek bij de
-speelgoedkraam, waar leege kisten waren opgestapeld, en vergat
-heelemaal, dat hij ook wat te koop had. Maar al had Fani er ook aan
-gedacht, hij zou toch nooit als die andere kooplui hebben durven doen.
-
-Nu lette niemand op hem, totdat een paar opgeschoten jongens, die
-dicht bij zijn hoekje aan 't vechten waren, tegen hem aanbonsden en
-hem op den grond gooiden. Het marsje kiepte om en de mooie diertjes,
-die Vader met zooveel zorg had ingepakt, rolden naar alle kanten
-heen. Toen Fani weer op de been was en het zag, begon hij hard te
-schreien. Een vriendelijke vrouw hielp hem ze weer op te rapen en
-er kwamen nog meer menschen bij, die ook hielpen. Gelukkig waren
-er slechts een paar stukjes beschadigd en die kocht een heer uit
-'t logement aan den overkant hem dadelijk af. 't Kleine meisje, dat
-bij hem behoorde, had zoo'n medelijden met den schreienden jongen en
-hield niet op of Fani moest bij Papa en haar onder de waranda komen
-zitten om een glas melk voor den schrik te drinken.
-
-Fani wist niet wat hem overkwam, toen hij daar wat deftig aan een
-tafeltje zat te kijken naar het bont gewoel op het plein, waar hij
-zoo straks nog midden in had gestaan.
-
-Margo'tje, zoo heette zijn nieuw vriendinnetje, beduidde hem, dat hij
-maar flink moest toetasten van de broodjes met vleesch, die haar Papa
-ook nog voor hem had laten komen. Beduidde? Ja, want Margo'tje was
-een Hollandsch meisje, dat wel al met haar Papa alleen op reis was,
-maar toch nog niets dan Hollandsch sprak, en Fani kon natuurlijk geen
-Hollandsch verstaan, evenmin als zij Fani's taal kon begrijpen. Met
-elkaar praten ging dus niet. Maar gelukkig kon Margo'tjes Papa wel
-met Fani spreken.
-
-'t Was vreemd, Fani, die altijd zoo verlegen was, durfde nu best zijn
-woord te doen tegen den vreemden heer; of 't kwam doordat deze hem
-zoo vriendelijk aankeek en niet ongeduldig werd over zijn langzame
-manier van praten?
-
-Fani vertelde van Vader, die ziek was, en de beestjes gemaakt
-had, vertelde ook hoe naar hij 't op de kermis met al die drukte
-vond. Onderwijl bekeek Margo'tje de koeien, geiten en herten, en
-sommige, die ze heel mooi vond, zette ze uit 't marsje op de tafel.
-
-Fani had er geen erg in, zoo was hij aan 't vertellen.
-
-Op eens gaf Margo een gilletje.
-
-"O, Pa, kijk eens wat leuke dwergjes! Kijk toch eens!"--Ze hield
-een van Fani's knutselwerkjes omhoog, die hij met 't sprookjesboek
-heel onder in 't marsje had gestopt, omdat hij bang was dat Peter of
-Franzli ze in zijn kist zouden vinden, terwijl hij weg was.
-
-"Kijk toch eens, hoe aardig!--En o, hier is een toovenaar, die kinderen
-laat dansen!"
-
-Fani werd eerst vuurrood van schrik en toen wit. "Nee, die hooren er
-niet bij, die zijn van mij!" riep hij haastig en wou ze haar afnemen,
-maar Margo'tjes Papa had nu de figuurtjes al in zijn hand.
-
-Fani had wel van schaamte in den grond willen kruipen. Wat mocht
-die vriendelijke mijnheer wel van hem denken, dat hij zulk knoeiwerk
-tusschen Vader's mooie diertjes in had gestopt!
-
-Maar Mijnheer zei niets, hij keek er naar en zag toen Fani lang aan,
-die hoe langer hoe meer verlegen, stotterend uitlegde hoe ze in het
-marsje waren verzeild.
-
-Toen Margo'tjes Papa de figuurtjes weer op 't tafeltje zette, wou
-Fani ze maar gauw in 't marsje pakken, heel onderin, dan zag niemand
-die prullen meer, maar neen, dat mocht niet. Mijnheer vroeg hem of
-hij ze wou verkoopen en verbeeld je, toen Fani half ongeloovig van
-"ja" knikte, kreeg hij er evenveel voor als voor Vader's mooiste
-beestjes!--'t Gezicht van den jongen straalde van blijdschap.
-
-Hij kon 't maar niet begrijpen; nu zou hij haast zelf denken, dat hij
-droomde, of dat die mijnheer een toovenaar was en misschien straks
-'t geld weer zou wegtooveren, maar neen, hoor, 't was geen droomgeld,
-'t was echt en 't bleef stil in zijn hand liggen ook!
-
-Laat in den middag ging er een heel andere Fani de kermis af dan de
-Fani, die er op was gekomen. Deze deed niet verlegen of schuw, neen,
-hij hield zijn hoofd flink rechtop en hij keek zoo blij, zoo blij!--Nu
-hielp hij Vader en Moeder toch, nu was hij geen droomer meer, die niets
-kon! De vriendelijke, vreemde mijnheer had beloofd over een dag of wat
-bij Vader en Moeder te zullen komen om over Fani te spreken en als
-'t mocht van thuis,--nu, dàt zou wel--dan zou die mijnheer er voor
-zorgen, dat Fani op een school kwam om echt mooi houtsnijden te leeren.
-
-Daar zou hij bepaald ook wel dwergjes mogen maken en alles, alles
-uit het sprookjesboek. En als hij 't dan heel goed kon, dan, ja,
-'t was nog een geheim, een groot geheim, maar Fani kon 't toch niet
-laten het vast aan 't beekje te vertellen,--dàn zou hij een extra
-mooie groep dwergjes maken en die aan 't kleine, Hollandsche meisje
-sturen, want als zij niet zoo vriendelijk voor hem was geweest, zou
-'t allemaal bepaald niet zoo zijn geloopen!
-
-
-
-
-
-
-
-EDDIE'S BOODSCHAP.
-
-
-"Eddie, kan je straks eens vlug een boodschap voor me doen bij Boer
-Jansen?" vroeg Vader op een ochtend aan 't ontbijt aan zijn oudsten
-jongen.
-
-"Ik wel, Vader!" "Toe, laat mij 't doen," riepen Fritsje en Broer,
-maar Eddie zei: "Nee, ik zal 't wel doen; ik kan veel harder loopen
-dan jullie, omdat mijn beenen zooveel langer zijn."
-
-De kleine broertjes keken naar hun korte, dikke beentjes en toen naar
-de lange, dunne van Eddie; ja, ze waren wel erg lang en wat kon Eddie
-er hard mee loopen!
-
-Fritsje en Broer peuzelden nu stilletjes hun boterhammen op, terwijl
-Eddie luisterde naar zijn boodschap, die wel gemakkelijk te onthouden
-was; hij moest alleen maar aan Boer Jansen zeggen: "Compliment van
-Vader en of u maar wilt laten brengen, waarover Vader met u heeft
-gesproken."
-
-"Koolplantjes voor den tuin zeker, hè Vader?" vroeg Eddie, die altijd
-alles heel precies wou weten.
-
-"Dat kan je niet schelen; breng jij de boodschap maar net zoo over
-als ik je voorgezegd heb en denk er om, mijn jongen, er is haast bij,
-hoor. Je moet vóór schooltijd gaan en maken, dat je er al vóór half
-negen bent. Vooral niet tot twaalf uur wachten."
-
-Eddie beloofde het en daar Boer Jansen een eindje buiten 't dorp
-woonde, mocht hij ook wat vroeger van huis gaan dan anders. Vader
-bracht hem tot 't hek en zei nog eens, dat hij onderweg niet mocht
-treuzelen.
-
-Eddie beweerde, dat hij er wel om denken zou. Hij zwaaide vroolijk
-met zijn pet tegen Moeder en de kleine broertjes, die voor 't raam
-stonden, zei Vader goedendag en schoot toen als een pijl uit den boog
-weg, den kant uit, waar Boer Jansen woonde.
-
-Eerst dacht Eddie aan niets anders dan aan zijn boodschap, die hij
-gedurig bij zichzelf opzei, maar toen hij 't weiland overstak en daar
-zijn vriendje Kees zag met zijn bok, vergat hij heelemaal dat hij
-haast had en liep naar Kees toe, om den Sik te bewonderen. Hè, Eddie
-wou altijd zoo dolgraag een bok hebben,--en dit was zoo'n aardig, mooi
-dier! Kees wist weer allerlei grappige dingen van Sik te vertellen,
-die zoo slim was--als een mensch, zei Kees, en Eddie luisterde er
-graag naar. Hij ging bij zijn vriendje in 't gras zitten, speelde
-met Sik, die nu eens net deed alsof hij stooten wou en dan weer in
-Eddie's zak snuffelde in de hoop dat er een stukje brood in zou wezen,
-en--dacht niet meer aan Boer Jansen.
-
-Daar kwam de groote broer van Kees aan: "Toe jongen, moet je niet
-naar school? Op mijn horloge is 't al bijna kwart; ga maar gauw,
-ik zal Sik wel thuisbrengen," riep hij al uit de verte.
-
-"Naar school?"--Eddie keek alsof hij gedroomd had en nu pas wakker
-was geworden. Ja, natuurlijk, hij moest óók naar school, net zoo goed
-als Kees, en--en--wat moest hij ook nog meer?--
-
-"Kom Ed, als we niet gauw gaan, zullen we nog te laat komen," riep
-Kees, die al overeind was gesprongen en 't touw van Sik aan zijn
-broer had gegeven. Maar Eddie, die nu opeens aan zijn boodschap dacht,
-schudde van neen.
-
-Hoe had hij toch zóó kunnen vergeten wat Vader zei en er was nog wel
-haast bij geweest! Eddie schaamde zich vreeselijk. Wat hadden zijn
-lange beenen hem gegeven? 't Eenige wat hij doen kon om 't goed te
-maken, was: nu nog zoo gauw mogelijk naar Boer Jansen loopen.
-
-"Ga jij maar," zei hij tegen zijn vriendje, "ik moet nog voor Vader
-een boodschap doen, bij Jansen."
-
-"Doe 't om twaalf uur," ried Kees aan; "als je nù nog gaat, kom je
-zeker te laat op school."
-
-Even draalde Eddie. Hij was zoo'n secuur baasje. Nog nooit was hij
-te laat geweest. Wat zou Meneer wel zeggen als 't hem nù overkwam?
-
-"Toe dan," zei Kees weer, "ga nu mee; als je te laat komt, moet je
-schoolblijven om twaalf uur; dan kan je niet mee roovertje spelen en
-je zou nog wel de hoofdman zijn!"
-
-Hè, roovertje spelen op 't plein voor de school en hoofdman zijn! Eddie
-was vreeselijk graag de baas over de andere jongens; als hij nu geen
-hoofdman kon zijn, zouden ze een ander kiezen, misschien wel Piet
-van Dam, en morgen zou Piet dan ook weer hoofdman willen wezen. Zou
-die boodschap eigenlijk niet evengoed om twaalf uur kunnen gedaan
-worden? 't Was toch zeker maar wat voor den tuin!
-
-Eddie keek Kees na, die al een eindje op weg was. Bijna had hij de
-boodschap gelaten voor wat ze was om Kees te volgen; toen dacht hij
-er aan, dat hij Vader toch beloofd had niet tot twaalf uur te wachten,
-maar nog voor schooltijd naar Boer Jansen te gaan. Hij keerde zich dus
-om en draafde zoo hard hij draven kon naar de boerderij van Jansen. Wat
-was 't nog een eind en wat werd Eddie warm, maar hij stond toch geen
-oogenblikje stil om uit te blazen; hij liep en liep, totdat hij bij
-'t bruggetje was, waar je overheen moest als je naar de boerderij
-wilde gaan. De boer kwam juist het erf af met twee mooie bokken aan
-een touw, die nog veel grooter waren en veel glanziger huid hadden
-dan de Sik van Kees.
-
-Eddie keek wel begeerig naar de dieren, maar vergat er nu toch zijn
-boodschap niet door. Boer Jansen lachte even toen hij hoorde wat
-Eddie van Vader moest zeggen.
-
-"Nu, dat is wèl op 't nippertje; omdat er om half negen nog geen
-boodschap was, zooals we afgesproken hadden, dacht ik, dat Vader van
-den koop af zag en wou ze nu aan een ander brengen, die ze ook graag
-wou hebben. Maar nu gaat Vader natuurlijk voor. Zeg dus maar thuis,
-dat 't in orde is, hoor; ik zal ze meegeven als Teunis straks met
-koolplanten naar jullie toegaat!" Meteen draaide de boer zich om met
-de beide Sikken, alsof nu zijn wandeling niet meer noodig was. Wat
-het toch was, dat Boer Jansen straks aan Vader zou laten brengen,
-had Eddie wel graag willen vragen, maar hij durfde niet goed. Hij
-dacht heel eventjes aan iets, maar nee, dat zou te heerlijk zijn;
-nee, daaraan wou hij niet eens denken, maar of Eddie nu wou of niet,
-hij moest er toch telkens aan denken, onderweg en ook op school, waar
-hij wezenlijk nog op tijd aankwam. 't Horloge van den grooten broer
-van Kees was zeker vóór geweest. En toen hij om twaalf uur nog gauw
-even, voordat ze roovertje gingen spelen, naar huis liep om eens te
-kijken, zag Eddie dat, wat hij haast niet had durven denken, heerlijke
-zekerheid was: in 't schuurtje stonden de twee prachtige bokken van
-Boer Jansen en Vader, die ze met Moeder en de beide broertjes aan
-'t bewonderen was, zei toen Eddie er bij kwam, dat de Sikken nu van
-hun drietjes zouden zijn. Fritsje en Broer juichten van plezier,
-maar Eddie stond er stilletjes bij, net alsof hij er geen schik
-in had. Dat kwam, omdat hij bedacht hoe weinig het gescheeld had,
-dat deze groote verrassing van Vader door zijn schuld hun deur was
-voorbijgegaan, maar, toen hij Vader en Moeder alles verteld had en
-zijn hartje dus weer ruim en prettig voelde, ja, toen was hij even
-blij als Fritsje en Broer;--even blij?--neen, zelfs nog blijder!
-
-
-
-
-
-
-
-GELLA'S PEET
-
-
-Heel ver hier vandaan, daar, waar toentertijd uitgestrekte,
-woeste streken waren met onafzienbare, heuvelachtige heidevelden en
-geheimzinnig donkere, kwalijk riekende moerassen, woonde de herder
-Mangold met zijn vrouw en zijn dochtertje Gella.
-
-'t Was in den goeden, ouden tijd, toen ieder kind, behalve één of
-twee Grootmoeders en verscheidene Tantes, ook nog een Petemoei bezat,
-voor wie 't heel veel respect had. Wat Vader of Moeder niet gedaan
-konden krijgen, had Petemoei in een oogenblik bewerkt, vooral als,
-zooals hier bij Gella 't geval was, de Peet niet maar een gewone
-Petemoei, maar een fee, ja, ja, een heusche, wijze fee was, die diep
-in de hartjes der kinderen kon kijken.
-
-Als je van feeën leest, denk je altijd aan slanke, teere, jeugdige
-wezentjes. Gella's Petemoei echter zou je op 't eerste gezicht
-niet voor een fee houden. Zij had zich vermomd in de gedaante van
-een gezellige, kleine, gezette, oude dame met een vroolijk gezicht,
-dat omlijst werd door mooie, witte krullen. Ja, ze had evengoed een
-grootmoeder kunnen zijn.
-
-Gella hield veel van haar Petemoei. 't Was een feest voor haar, als
-zij eens in de herderswoning kwam. Dit gebeurde echter hoogstens één
-keer per jaar, zoo om en bij Gella's jaardag.
-
-Nog grooter feest was 't voor ons meisje, als zij met Vader of met
-Moeder, haar Petemoei mocht bezoeken. De oude dame woonde in een mooi,
-klein kasteeltje, ver, ver weg in 't heuvelland. Je kunt dus wel
-begrijpen, dat Gella maar niet zoo eventjes naar haar toe kon gaan,
-als zij er zin in had.
-
-Ja, jullie zijn verstandig en kunnen 't best begrijpen, maar Gella kon
-'t niet of--wilde 't niet inzien.
-
-Zoo'n eigenzinnig, eigenwijs ding heb je zeker nog maar weinig
-ontmoet. Zij wist alles beter dan Vader en Moeder en vond den door
-haarzelf gekozen weg altijd de beste.
-
-Op zekeren voorjaarsdag had Gella er op eens grooten zin in naar haar
-Petemoei te gaan om haar de sneeuwklokjes te brengen en de kleine,
-blauwe viooltjes, die ze in haar tuintje had gekweekt. Maar ze moest
-nog een week geduld hebben, vond Moeder; dan zou Vader, die nu met
-zijn schapen dieper 't vlakke land in was getrokken, weer dichter
-bij huis zijn en zoo zou Moeder, die huis en hof niet graag alleen
-achter liet, met haar mee kunnen gaan.
-
-Wachten en geduld hebben waren woorden, die niet in Gella's boekje
-stonden. Zij pruttelde en pruilde en--besloot haar zin door te drijven,
-toch te gaan--alleen.
-
-Toen Moeder in den stal bezig was, sloop ze stil naar buiten, plukte
-haar bloempjes, deed ze in een mandje en begaf zich op weg.
-
-'t Was een heerlijk zonnige lentedag. Een klein, wit Wolkje zweefde
-langs den diep-blauwen hemel, die zich over 't golvende heideland
-welfde. Het Voorjaarskoeltje streek langs Gella heen en stuwde 't
-witte Wolkje op.
-
-Beide, 't Koeltje en 't Wolkje, waren dienaren van de fee, moet
-je weten. Zij hadden haar al verteld, dat Gella op haar eentje in
-aantocht was.
-
-Hiervan wist 't kleine, eigenzinnige meisje natuurlijk niets. Ze
-stapte vroolijk voort en zong om 't hardst met den Leeuwerik, die
-hoog, hoog de lucht in schoot en eindelijk nog slechts een klein,
-klein stipje was in de blauwe, onmetelijke ruimte.
-
-Gella had geen moeite met 't vinden van den weg en was daar niet
-weinig trotsch op, want 't was de eerste maal, dat zij dezen tocht
-alleen deed. Eerst volgde ze 't langzaam stijgende, smalle pad door
-heidekruid en bremstruiken en toen dit plotseling dood liep, zette ze
-haar weg voort, nu eens klimmend, dan weer dalend, over de heuvels,
-zonder zich één oogenblik te behoeven te bedenken--zóó zeker was ze
-van haar zaak.
-
-Arme, kleine Gella, ze had 't eens moeten weten, dat 't Koeltje haar
-op Petemoei's bevel zachtjes, maar gestadig voortstuwde in de goede
-richting, dat 't witte Wolkje, waarnaar ze telkens keek, haar den weg
-aanduidde en bovendien, ze had 't eens moeten zien, hoe haar goede
-Petemoei voor één der vensters van haar kasteeltje zat te lachen,
-te lachen om die kleine, domme Gella, die zoo wijs meende te zijn.
-
-Maar na een poosje werd Petemoei ernstig en schudde 't hoofd. Zou
-Gella zóó voortgaan, dan zou ze opgroeien tot een onverdragelijk,
-eigenwijs, onbruikbaar mensch.
-
---Hé, wat was dat? Gella keek op. Was 't de Leeuwerik die
-zong? Òf dat kleine, kleine Vogeltje, dat ginds opvloog uit 't
-heidekruid?--Duidelijk hoorde ze 't met een fijn, zacht stemmetje op
-zoetvloeiende wijs:
-
-
- "Al wie zijn eigen weg wil gaan,
- ziet dwaallicht vaak voor sterren aan--
- en, gaat hij op dat schijnsel door,
- dan raakt hij licht van 't rechte spoor."--
-
-
-Gella bleef stil staan om te luisteren en toen ze even later haar weg
-vervolgde, kende zij 't versje uit 't hoofd. Een paar maal zei ze 't
-bij zichzelf op en daarna zong zij het, zonder evenwel veel aandacht
-aan den zin der woorden te schenken.--
-
-Zonder ongevallen bereikte ze 't verblijf der goede fee.
-
-Plotseling had zij 't vóór zich gezien, 't mooie, sierlijke kasteeltje
-met zijn slanke torentjes. Haar Petemoei stond nu op 't terras en
-wuifde haar toe. Wat was Gella blij! Zij hield haar mandje omhoog en
-streek haar haren glad, want het speelsche Windje had 't haar voor
-afscheid nog een beetje door elkaar geschud. 't Witte Wolkje scheen
-eenigszins spottend op haar neer te zien: 't had zich vervormd tot
-een lachend gezicht.
-
-Druk babbelend zat Gella weldra naast Petemoei in het groote,
-vroolijke, lichte torenvertrek, waarin de zonnestralen ongehinderd
-konden binnendringen. Petemoei hield van licht. Alles moest maar
-goed openbaar worden. Voor 't licht kon zich niets, wat verkeerd was,
-verbergen. Zoo maakte ze 't ook met al haar petekinderen, van wie Gella
-er eentje was. Zij had er nog verscheidene meer. Misschien vertel ik
-jullie later nog wel eens van hen, maar nu is Gella 't hoofdpersoontje.
-
-De wijze, goede fee keek 't kind aan met een blik, waarin louter
-zonnetjes lichtten. Ze zag haar tot in 't hartje.--
-
-Gella snapte onderwijl maar door, vertelde van haar wandeling en liet
-vooral uitkomen, hoe knap ze alleen den weg had weten te vinden. Van
-haar stil wegloopen verzweeg ze en ook van 't gezang, dat ze had
-gehoord.--Maar 't moest toch aan 't licht komen--op eens werd ze
-verlegen voor Petemoei's blik tot diep in haar hartje en stotterde
-juist 't geen ze niet had willen vertellen.
-
-Petemoei schudde 't hoofd. Toen liet ze Gella 't gehoorde versje
-opzeggen.
-
-Kende Gella 't nog wel?
-
-O ja, dat ging als van een leien dakje.
-
-"Onthoud 't goed, kind en handel er naar. Zeg 't nog eens op en denk
-er dan bij na."--
-
-Petemoei keek Gella onafgewend, ernstig, aan. Toen moest 't kind
-langzaam nog eens die regels uitspreken.--
-
-Hierna werd de goede, oude dame evenwel weer vroolijk, deed spelletjes
-met Gella, trakteerde haar, zong en lachte--o, 't was een heerlijk
-dagje voor Gella!
-
-Je hebt natuurlijk al lang begrepen, dat de goede fee Gella's Moeder
-niet al dien tijd in onrust had laten zitten! Neen, deze had al
-dadelijk een geruststellend bericht gekregen--er stonden Petemoei
-zooveel vlugge dienaren ter vervoeging, die haar orders snel en prompt
-uitvoerden! Dat was dus wel in orde!--
-
-Tegen dat de schemering begon te vallen, zond de wijze fee haar
-petekind weer weg. Zij kuste haar hartelijk tot afscheid, bedankte
-haar nogmaals voor de bloemen en--zei toen iets, dat Gella van schaamte
-deed blozen.
-
-"Eigenlijk moest ik boos op je zijn, omdat je zonder toestemming van
-Moeder hier bent gekomen."--
-
-"Ik dacht," zoo stotterde 't eigenwijsje, "ik dacht, dat u 't niet
-erg vondt, omdat u zoo vroolijk aldoor was en--en--omdat ik toch zelf
-den weg zoo mooi heb gevonden. Ik dacht, dat u nu ook vondt, dat ik er
-groot genoeg voor was; ik wist den weg eigenlijk beter dan Moeder, want
-die heeft zich den laatsten keer nog gedurig moeten bedenken, hoe we
-verder moesten en met Vader zijn we eens een heel eind omgeloopen."--
-
-Er klonk een toon van zelfbewustzijn in door.--
-
-De goede, oude dame, die volstrekt niet boos kon zijn--ze probeerde
-'t wel eens, maar 't ging haar nooit natuurlijk af--'t paste zoo
-heelemaal niet bij haar--trok Gella even aan 't oor--heel zacht
-maar--en gaf haar een tikje op den schouder.
-
-"Zal je 't versje niet vergeten, kind?--Ik zal je nu iemand meegeven,
-om je thuis te brengen, want als de zon daalt, ziet het er buiten
-heel anders uit, dan wanneer zij met haar vriendelijk licht alles
-verheldert en doordringt."
-
-"O neen, dat behoeft niet; dank u wel," zei Gella parmantig. "De weg
-terug is nog veel gemakkelijker te vinden dan de weg hierheen. 't Is
-heelemaal niet noodig."
-
-Maar Petemoei wenkte haar dienaar Schaduw en deze vergezelde 't meisje
-zonder dat zij 't bemerkte.--
-
-De avond daalde vlugger dan Gella 't zich zooeven had kunnen
-voorstellen. Petemoei had wel gelijk gehad: Wat zag alles er buiten
-nu anders uit dan vanmorgen in 't ochtendlicht! Donkere vlerken
-schenen zich over de aarde te ontvouwen--'t was stil, doodstil
-op de heuvels. Soms drongen van ver-af vreemde, wilde kreten tot
-Gella door--zeker werden ze uitgestooten door nachtvogels, die op
-buit aasden.
-
-Gella huiverde en stapte haastig voort. Had zij ook spijt zich zoo
-parmantig van geleide te hebben afgemaakt?--Neen, o neen, zij was heel
-zeker van den weg en niet bang ook, welneen!--Maar toch--haar hartje
-klopte sneller en van tijd tot tijd keek zij met angstige oogen rond.
-
-Nu was zij ver van de bewoonde wereld in de groote eenzaamheid der
-golvende heidelanden.--Ha! Gella haalde verruimd adem. Ginds groette
-haar een lichtschijnsel, vertrouwd en bekend--een sterretje in de
-donkerheid en ginds nog een en nog een en dan die groote, fonkelende,
-dat was de ster, die juist boven hun huisje stond. Hoe menigmaal had
-Vader haar die aangewezen!--
-
-Dan was zij dus toch een eindje uit de juiste richting gekomen--dien
-kant moest zij op en niet dezen.--
-
-Vol vertrouwen ging Gella op de ster af.--
-
-Werd zij zachtjes aan den arm getrokken?
-
-Ja--Schaduw deed 't, de trouwe dienaar van de goede fee. Gella zag
-hem niet en liep onverstoord door--nu op een drafje, want ze kreeg
-op eens erg verlangen naar huis en naar Moeder.--
-
-Hoe verder zij kwam, des te onbehagelijker werd 't haar echter te
-moede; zij wist zelf niet, wat er aan mankeerde. De lucht, anders zoo
-frisch en zuiver, scheen nare, benauwde dampen met zich te voeren.--'t
-Ademhalen werd haar moeilijk--toch liep zij voort. Ginds wenkte
-ster bij ster--steeds meer lichtjes zag zij tintelen. 't Was zeker
-gezichtsbedrog, maar zij geleken wel uit den grond op te komen. 't
-Kwam bepaald, doordat de grond zoo heuvelachtig was, dacht Gella,
-die het steeds meer te kwaad kreeg met de kwalijkriekende dampen,
-welke de atmosfeer verontreinigden.
-
-Een onheilspellende, donkere, geheimzinnig aandoende massa strekte
-zich tot aan den gezichtseinder uit--scheen naderbij te komen--en
-die lichtjes, die lichtjes.--
-
-Weer had Schaduw haar waarschuwend aan den arm getrokken. Gella stond
-even stil. 't Was alsof zij zich iets herinnerde. Wat was 't toch?--
-
-Zij dacht aan haar tocht vanmorgen door 't in lentezon lachende
-landschap,--aan den vroolijken Leeuwerik, 't Voorjaarskoeltje, 't witte
-Wolkje--en--aan 't lied op die zangerige melodie, dat ze gehoord had!--
-
-Nù was 't stil, angstig stil--geen lied drong tot haar door.--
-
-Wat had Petemoei ook weer gezegd bij 't afscheid?
-
-"Zal je 't versje niet vergeten, kind?"--Gella meende haar stem nog
-te hooren, zoo vriendelijk bezorgd, zoo dringend.--
-
-Welk versje?--Wel, dat van vanmorgen--dat de Leeuwerik gezongen had. Of
-had deze 't niet gedaan? Was 't dat kleine vogeltje geweest? Gella
-wist 't niet, maar wèl wist zij, hoe de woorden van 't lied geklonken
-hadden. Heel, heel duidelijk vernam zij ze op dit oogenblik aan
-haar oor:
-
-
- "Al wie zijn eigen weg wil gaan,
- ziet dwaallicht vaak voor sterren aan--
- en, gaat hij op dat schijnsel door,
- dan raakt hij licht van 't rechte spoor!"--
-
-
-Hoe juist van pas kwam deze waarschuwing 't eigenwijze, op eigen
-kracht en inzicht vertrouwende kind!--
-
-Gella slaakte een kreet. Nù wist zij het--nu wist zij het, ginds
-strekten zich de verraderlijke moerassen voor haar uit, die met hun
-dwaallichten zoo menigen reiziger van den rechten weg hadden gelokt
-om hem straks reddeloos te doen omkomen.--
-
-Hoe menigmaal had Vader er over gesproken, er voor gewaarschuwd!--
-
-Maar--als van dien kant dus verderf lokte--de benauwde dampen werden
-zoo dicht, dat ze haar reeds dreigden te bedwelmen, waar moest zij
-dàn heen? Waar lag haar thuis?
-
-De flinke Gella, die zelf alles 't beste wist, veel beter dan Vader
-en Moeder, en de hulp van Petemoei zelfbewust had afgewezen, stond
-daar nu echt, als 't kleine meisje, dat ze feitelijk was, troosteloos
-en verlaten, geen raad wetend!--
-
-Arme Gella! Maar ook gelukkige Gella, want nù pas, nu ze in zichzelf
-hulpeloos was en klein, kon ze waarlijk geholpen worden. Nù voelde
-ze haar machteloosheid van dit oogenblik niet alleen, maar ook haar
-ongehoorzaamheid, haar zelfoverschatting van dezen ochtend en van
-zoo menigen dag eerder.--
-
-De trouwe Schaduw was op zijn post en volgens de bevelen zijner
-meesteres nam hij Gella nu aan de hand en voerde 't geheel van streek
-zijnde kind, dat zijn leiding ternauwernood bespeurde, veilig en
-zeker naar huis.
-
-
-
-Van dien dag af werd Gella een ander persoontje. Bij haar eerstvolgend
-bezoek overtuigde haar Petemoei er zich tot haar vreugde van.
-
-Nooit echter vergat Gella, hoe oud ze ook werd, 't lied, dat voor
-haar zoo beslissend was geweest.
-
-
-
-
-
-
-
-INHOUD.
-
-
- Bladz.
-
- Tòch een goed begin 5
- Alleen! 18
- Tafels kijken 28
- Geen bangerd 39
- De oude noteboom 45
- Weer goed gemaakt 54
- De kersen 65
- Van twee paar pantoffeltjes en nog wat 78
- Juffrouw's Pinkstertuintje 91
- De kleine houtsnijder 103
- Eddie's boodschap 112
- Gella's Peet 118
-
-
-
-
-
-
-
-AANTEEKENINGEN
-
-
-[1] Zie titelplaat.
-
-[2] Zie plaatje omslag.
-
-
-
-
-
-
-End of the Project Gutenberg EBook of Verteluurtje, by
-Alberdina Hermanna Schlüter and J. Wiegman
-
-*** END OF THIS PROJECT GUTENBERG EBOOK VERTELUURTJE ***
-
-***** This file should be named 51345-0.txt or 51345-0.zip *****
-This and all associated files of various formats will be found in:
- http://www.gutenberg.org/5/1/3/4/51345/
-
-Produced by Jeroen Hellingman and the Online Distributed
-Proofreading Team at http://www.pgdp.net/ for Project
-Gutenberg
-
-Updated editions will replace the previous one--the old editions will
-be renamed.
-
-Creating the works from print editions not protected by U.S. copyright
-law means that no one owns a United States copyright in these works,
-so the Foundation (and you!) can copy and distribute it in the United
-States without permission and without paying copyright
-royalties. Special rules, set forth in the General Terms of Use part
-of this license, apply to copying and distributing Project
-Gutenberg-tm electronic works to protect the PROJECT GUTENBERG-tm
-concept and trademark. Project Gutenberg is a registered trademark,
-and may not be used if you charge for the eBooks, unless you receive
-specific permission. If you do not charge anything for copies of this
-eBook, complying with the rules is very easy. You may use this eBook
-for nearly any purpose such as creation of derivative works, reports,
-performances and research. They may be modified and printed and given
-away--you may do practically ANYTHING in the United States with eBooks
-not protected by U.S. copyright law. Redistribution is subject to the
-trademark license, especially commercial redistribution.
-
-START: FULL LICENSE
-
-THE FULL PROJECT GUTENBERG LICENSE
-PLEASE READ THIS BEFORE YOU DISTRIBUTE OR USE THIS WORK
-
-To protect the Project Gutenberg-tm mission of promoting the free
-distribution of electronic works, by using or distributing this work
-(or any other work associated in any way with the phrase "Project
-Gutenberg"), you agree to comply with all the terms of the Full
-Project Gutenberg-tm License available with this file or online at
-www.gutenberg.org/license.
-
-Section 1. General Terms of Use and Redistributing Project
-Gutenberg-tm electronic works
-
-1.A. By reading or using any part of this Project Gutenberg-tm
-electronic work, you indicate that you have read, understand, agree to
-and accept all the terms of this license and intellectual property
-(trademark/copyright) agreement. If you do not agree to abide by all
-the terms of this agreement, you must cease using and return or
-destroy all copies of Project Gutenberg-tm electronic works in your
-possession. If you paid a fee for obtaining a copy of or access to a
-Project Gutenberg-tm electronic work and you do not agree to be bound
-by the terms of this agreement, you may obtain a refund from the
-person or entity to whom you paid the fee as set forth in paragraph
-1.E.8.
-
-1.B. "Project Gutenberg" is a registered trademark. It may only be
-used on or associated in any way with an electronic work by people who
-agree to be bound by the terms of this agreement. There are a few
-things that you can do with most Project Gutenberg-tm electronic works
-even without complying with the full terms of this agreement. See
-paragraph 1.C below. There are a lot of things you can do with Project
-Gutenberg-tm electronic works if you follow the terms of this
-agreement and help preserve free future access to Project Gutenberg-tm
-electronic works. See paragraph 1.E below.
-
-1.C. The Project Gutenberg Literary Archive Foundation ("the
-Foundation" or PGLAF), owns a compilation copyright in the collection
-of Project Gutenberg-tm electronic works. Nearly all the individual
-works in the collection are in the public domain in the United
-States. If an individual work is unprotected by copyright law in the
-United States and you are located in the United States, we do not
-claim a right to prevent you from copying, distributing, performing,
-displaying or creating derivative works based on the work as long as
-all references to Project Gutenberg are removed. Of course, we hope
-that you will support the Project Gutenberg-tm mission of promoting
-free access to electronic works by freely sharing Project Gutenberg-tm
-works in compliance with the terms of this agreement for keeping the
-Project Gutenberg-tm name associated with the work. You can easily
-comply with the terms of this agreement by keeping this work in the
-same format with its attached full Project Gutenberg-tm License when
-you share it without charge with others.
-
-1.D. The copyright laws of the place where you are located also govern
-what you can do with this work. Copyright laws in most countries are
-in a constant state of change. If you are outside the United States,
-check the laws of your country in addition to the terms of this
-agreement before downloading, copying, displaying, performing,
-distributing or creating derivative works based on this work or any
-other Project Gutenberg-tm work. The Foundation makes no
-representations concerning the copyright status of any work in any
-country outside the United States.
-
-1.E. Unless you have removed all references to Project Gutenberg:
-
-1.E.1. The following sentence, with active links to, or other
-immediate access to, the full Project Gutenberg-tm License must appear
-prominently whenever any copy of a Project Gutenberg-tm work (any work
-on which the phrase "Project Gutenberg" appears, or with which the
-phrase "Project Gutenberg" is associated) is accessed, displayed,
-performed, viewed, copied or distributed:
-
- This eBook is for the use of anyone anywhere in the United States and
- most other parts of the world at no cost and with almost no
- restrictions whatsoever. You may copy it, give it away or re-use it
- under the terms of the Project Gutenberg License included with this
- eBook or online at www.gutenberg.org. If you are not located in the
- United States, you'll have to check the laws of the country where you
- are located before using this ebook.
-
-1.E.2. If an individual Project Gutenberg-tm electronic work is
-derived from texts not protected by U.S. copyright law (does not
-contain a notice indicating that it is posted with permission of the
-copyright holder), the work can be copied and distributed to anyone in
-the United States without paying any fees or charges. If you are
-redistributing or providing access to a work with the phrase "Project
-Gutenberg" associated with or appearing on the work, you must comply
-either with the requirements of paragraphs 1.E.1 through 1.E.7 or
-obtain permission for the use of the work and the Project Gutenberg-tm
-trademark as set forth in paragraphs 1.E.8 or 1.E.9.
-
-1.E.3. If an individual Project Gutenberg-tm electronic work is posted
-with the permission of the copyright holder, your use and distribution
-must comply with both paragraphs 1.E.1 through 1.E.7 and any
-additional terms imposed by the copyright holder. Additional terms
-will be linked to the Project Gutenberg-tm License for all works
-posted with the permission of the copyright holder found at the
-beginning of this work.
-
-1.E.4. Do not unlink or detach or remove the full Project Gutenberg-tm
-License terms from this work, or any files containing a part of this
-work or any other work associated with Project Gutenberg-tm.
-
-1.E.5. Do not copy, display, perform, distribute or redistribute this
-electronic work, or any part of this electronic work, without
-prominently displaying the sentence set forth in paragraph 1.E.1 with
-active links or immediate access to the full terms of the Project
-Gutenberg-tm License.
-
-1.E.6. You may convert to and distribute this work in any binary,
-compressed, marked up, nonproprietary or proprietary form, including
-any word processing or hypertext form. However, if you provide access
-to or distribute copies of a Project Gutenberg-tm work in a format
-other than "Plain Vanilla ASCII" or other format used in the official
-version posted on the official Project Gutenberg-tm web site
-(www.gutenberg.org), you must, at no additional cost, fee or expense
-to the user, provide a copy, a means of exporting a copy, or a means
-of obtaining a copy upon request, of the work in its original "Plain
-Vanilla ASCII" or other form. Any alternate format must include the
-full Project Gutenberg-tm License as specified in paragraph 1.E.1.
-
-1.E.7. Do not charge a fee for access to, viewing, displaying,
-performing, copying or distributing any Project Gutenberg-tm works
-unless you comply with paragraph 1.E.8 or 1.E.9.
-
-1.E.8. You may charge a reasonable fee for copies of or providing
-access to or distributing Project Gutenberg-tm electronic works
-provided that
-
-* You pay a royalty fee of 20% of the gross profits you derive from
- the use of Project Gutenberg-tm works calculated using the method
- you already use to calculate your applicable taxes. The fee is owed
- to the owner of the Project Gutenberg-tm trademark, but he has
- agreed to donate royalties under this paragraph to the Project
- Gutenberg Literary Archive Foundation. Royalty payments must be paid
- within 60 days following each date on which you prepare (or are
- legally required to prepare) your periodic tax returns. Royalty
- payments should be clearly marked as such and sent to the Project
- Gutenberg Literary Archive Foundation at the address specified in
- Section 4, "Information about donations to the Project Gutenberg
- Literary Archive Foundation."
-
-* You provide a full refund of any money paid by a user who notifies
- you in writing (or by e-mail) within 30 days of receipt that s/he
- does not agree to the terms of the full Project Gutenberg-tm
- License. You must require such a user to return or destroy all
- copies of the works possessed in a physical medium and discontinue
- all use of and all access to other copies of Project Gutenberg-tm
- works.
-
-* You provide, in accordance with paragraph 1.F.3, a full refund of
- any money paid for a work or a replacement copy, if a defect in the
- electronic work is discovered and reported to you within 90 days of
- receipt of the work.
-
-* You comply with all other terms of this agreement for free
- distribution of Project Gutenberg-tm works.
-
-1.E.9. If you wish to charge a fee or distribute a Project
-Gutenberg-tm electronic work or group of works on different terms than
-are set forth in this agreement, you must obtain permission in writing
-from both the Project Gutenberg Literary Archive Foundation and The
-Project Gutenberg Trademark LLC, the owner of the Project Gutenberg-tm
-trademark. Contact the Foundation as set forth in Section 3 below.
-
-1.F.
-
-1.F.1. Project Gutenberg volunteers and employees expend considerable
-effort to identify, do copyright research on, transcribe and proofread
-works not protected by U.S. copyright law in creating the Project
-Gutenberg-tm collection. Despite these efforts, Project Gutenberg-tm
-electronic works, and the medium on which they may be stored, may
-contain "Defects," such as, but not limited to, incomplete, inaccurate
-or corrupt data, transcription errors, a copyright or other
-intellectual property infringement, a defective or damaged disk or
-other medium, a computer virus, or computer codes that damage or
-cannot be read by your equipment.
-
-1.F.2. LIMITED WARRANTY, DISCLAIMER OF DAMAGES - Except for the "Right
-of Replacement or Refund" described in paragraph 1.F.3, the Project
-Gutenberg Literary Archive Foundation, the owner of the Project
-Gutenberg-tm trademark, and any other party distributing a Project
-Gutenberg-tm electronic work under this agreement, disclaim all
-liability to you for damages, costs and expenses, including legal
-fees. YOU AGREE THAT YOU HAVE NO REMEDIES FOR NEGLIGENCE, STRICT
-LIABILITY, BREACH OF WARRANTY OR BREACH OF CONTRACT EXCEPT THOSE
-PROVIDED IN PARAGRAPH 1.F.3. YOU AGREE THAT THE FOUNDATION, THE
-TRADEMARK OWNER, AND ANY DISTRIBUTOR UNDER THIS AGREEMENT WILL NOT BE
-LIABLE TO YOU FOR ACTUAL, DIRECT, INDIRECT, CONSEQUENTIAL, PUNITIVE OR
-INCIDENTAL DAMAGES EVEN IF YOU GIVE NOTICE OF THE POSSIBILITY OF SUCH
-DAMAGE.
-
-1.F.3. LIMITED RIGHT OF REPLACEMENT OR REFUND - If you discover a
-defect in this electronic work within 90 days of receiving it, you can
-receive a refund of the money (if any) you paid for it by sending a
-written explanation to the person you received the work from. If you
-received the work on a physical medium, you must return the medium
-with your written explanation. The person or entity that provided you
-with the defective work may elect to provide a replacement copy in
-lieu of a refund. If you received the work electronically, the person
-or entity providing it to you may choose to give you a second
-opportunity to receive the work electronically in lieu of a refund. If
-the second copy is also defective, you may demand a refund in writing
-without further opportunities to fix the problem.
-
-1.F.4. Except for the limited right of replacement or refund set forth
-in paragraph 1.F.3, this work is provided to you 'AS-IS', WITH NO
-OTHER WARRANTIES OF ANY KIND, EXPRESS OR IMPLIED, INCLUDING BUT NOT
-LIMITED TO WARRANTIES OF MERCHANTABILITY OR FITNESS FOR ANY PURPOSE.
-
-1.F.5. Some states do not allow disclaimers of certain implied
-warranties or the exclusion or limitation of certain types of
-damages. If any disclaimer or limitation set forth in this agreement
-violates the law of the state applicable to this agreement, the
-agreement shall be interpreted to make the maximum disclaimer or
-limitation permitted by the applicable state law. The invalidity or
-unenforceability of any provision of this agreement shall not void the
-remaining provisions.
-
-1.F.6. INDEMNITY - You agree to indemnify and hold the Foundation, the
-trademark owner, any agent or employee of the Foundation, anyone
-providing copies of Project Gutenberg-tm electronic works in
-accordance with this agreement, and any volunteers associated with the
-production, promotion and distribution of Project Gutenberg-tm
-electronic works, harmless from all liability, costs and expenses,
-including legal fees, that arise directly or indirectly from any of
-the following which you do or cause to occur: (a) distribution of this
-or any Project Gutenberg-tm work, (b) alteration, modification, or
-additions or deletions to any Project Gutenberg-tm work, and (c) any
-Defect you cause.
-
-Section 2. Information about the Mission of Project Gutenberg-tm
-
-Project Gutenberg-tm is synonymous with the free distribution of
-electronic works in formats readable by the widest variety of
-computers including obsolete, old, middle-aged and new computers. It
-exists because of the efforts of hundreds of volunteers and donations
-from people in all walks of life.
-
-Volunteers and financial support to provide volunteers with the
-assistance they need are critical to reaching Project Gutenberg-tm's
-goals and ensuring that the Project Gutenberg-tm collection will
-remain freely available for generations to come. In 2001, the Project
-Gutenberg Literary Archive Foundation was created to provide a secure
-and permanent future for Project Gutenberg-tm and future
-generations. To learn more about the Project Gutenberg Literary
-Archive Foundation and how your efforts and donations can help, see
-Sections 3 and 4 and the Foundation information page at
-www.gutenberg.org
-
-
-
-Section 3. Information about the Project Gutenberg Literary Archive Foundation
-
-The Project Gutenberg Literary Archive Foundation is a non profit
-501(c)(3) educational corporation organized under the laws of the
-state of Mississippi and granted tax exempt status by the Internal
-Revenue Service. The Foundation's EIN or federal tax identification
-number is 64-6221541. Contributions to the Project Gutenberg Literary
-Archive Foundation are tax deductible to the full extent permitted by
-U.S. federal laws and your state's laws.
-
-The Foundation's principal office is in Fairbanks, Alaska, with the
-mailing address: PO Box 750175, Fairbanks, AK 99775, but its
-volunteers and employees are scattered throughout numerous
-locations. Its business office is located at 809 North 1500 West, Salt
-Lake City, UT 84116, (801) 596-1887. Email contact links and up to
-date contact information can be found at the Foundation's web site and
-official page at www.gutenberg.org/contact
-
-For additional contact information:
-
- Dr. Gregory B. Newby
- Chief Executive and Director
- gbnewby@pglaf.org
-
-Section 4. Information about Donations to the Project Gutenberg
-Literary Archive Foundation
-
-Project Gutenberg-tm depends upon and cannot survive without wide
-spread public support and donations to carry out its mission of
-increasing the number of public domain and licensed works that can be
-freely distributed in machine readable form accessible by the widest
-array of equipment including outdated equipment. Many small donations
-($1 to $5,000) are particularly important to maintaining tax exempt
-status with the IRS.
-
-The Foundation is committed to complying with the laws regulating
-charities and charitable donations in all 50 states of the United
-States. Compliance requirements are not uniform and it takes a
-considerable effort, much paperwork and many fees to meet and keep up
-with these requirements. We do not solicit donations in locations
-where we have not received written confirmation of compliance. To SEND
-DONATIONS or determine the status of compliance for any particular
-state visit www.gutenberg.org/donate
-
-While we cannot and do not solicit contributions from states where we
-have not met the solicitation requirements, we know of no prohibition
-against accepting unsolicited donations from donors in such states who
-approach us with offers to donate.
-
-International donations are gratefully accepted, but we cannot make
-any statements concerning tax treatment of donations received from
-outside the United States. U.S. laws alone swamp our small staff.
-
-Please check the Project Gutenberg Web pages for current donation
-methods and addresses. Donations are accepted in a number of other
-ways including checks, online payments and credit card donations. To
-donate, please visit: www.gutenberg.org/donate
-
-Section 5. General Information About Project Gutenberg-tm electronic works.
-
-Professor Michael S. Hart was the originator of the Project
-Gutenberg-tm concept of a library of electronic works that could be
-freely shared with anyone. For forty years, he produced and
-distributed Project Gutenberg-tm eBooks with only a loose network of
-volunteer support.
-
-Project Gutenberg-tm eBooks are often created from several printed
-editions, all of which are confirmed as not protected by copyright in
-the U.S. unless a copyright notice is included. Thus, we do not
-necessarily keep eBooks in compliance with any particular paper
-edition.
-
-Most people start at our Web site which has the main PG search
-facility: www.gutenberg.org
-
-This Web site includes information about Project Gutenberg-tm,
-including how to make donations to the Project Gutenberg Literary
-Archive Foundation, how to help produce our new eBooks, and how to
-subscribe to our email newsletter to hear about new eBooks.
diff --git a/old/51345-0.zip b/old/51345-0.zip
deleted file mode 100644
index d53bf1f..0000000
--- a/old/51345-0.zip
+++ /dev/null
Binary files differ
diff --git a/old/51345-h.zip b/old/51345-h.zip
deleted file mode 100644
index 9d0d4ba..0000000
--- a/old/51345-h.zip
+++ /dev/null
Binary files differ
diff --git a/old/51345-h/51345-h.htm b/old/51345-h/51345-h.htm
deleted file mode 100644
index 019dfb6..0000000
--- a/old/51345-h/51345-h.htm
+++ /dev/null
@@ -1,4647 +0,0 @@
-<!DOCTYPE html PUBLIC "-//W3C//DTD HTML 4.01 Transitional//EN"
-"http://www.w3.org/TR/html4/loose.dtd">
-<html lang="nl">
-<head>
-<meta http-equiv="content-type" content="text/html; charset=utf-8">
-<title>Verteluurtje</title>
-
-<style type="text/css">
-
-body {
-font-family: "Times New Roman", Times, serif;
-font-size: 100%;
-line-height: 1.2em;
-text-align: left;
-}
-.div0 {
-padding-top: 5.6em;
-}
-.div1 {
-padding-top: 4.8em;
-}
-.div2 {
-padding-top: 3.6em;
-}
-.div3, .div4, .div5 {
-padding-top: 2.4em;
-}
-h1, h2, h3, h4, h5, h6, .h1, .h2, .h3, .h4 {
-clear: both;
-font-style: normal;
-text-transform: none;
-}
-h3, .h3 {
-font-size: 1.2em;
-line-height: 1.2em;
-}
-h3.label {
-font-size: 1em;
-line-height: 1.2em;
-margin-bottom: 0;
-}
-h4, .h4 {
-font-size: 1em;
-line-height: 1.2em;
-}
-.alignleft {
-text-align: left;
-}
-.alignright {
-text-align: right;
-}
-.alignblock {
-text-align: justify;
-}
-p.tb, hr.tb, .par.tb {
-margin-top: 1.6em;
-margin-bottom: 1.6em;
-margin-left: auto;
-margin-right: auto;
-text-align: center;
-}
-p.argument, p.note, p.tocArgument, .par.argument, .par.note, .par.tocArgument
-{
-font-size: 0.9em;
-line-height: 1.2em;
-text-indent: 0;
-}
-p.argument, p.tocArgument, .par.argument, .par.tocArgument {
-margin: 1.58em 10%;
-}
-.opener, .address {
-margin-top: 1.6em;
-margin-bottom: 1.6em;
-}
-.addrline {
-margin-top: 0;
-margin-bottom: 0;
-}
-.dateline {
-margin-top: 1.6em;
-margin-bottom: 1.6em;
-text-align: right;
-}
-.salute {
-margin-top: 1.6em;
-margin-left: 3.58em;
-text-indent: -2em;
-}
-.signed {
-margin-top: 1.6em;
-margin-left: 3.58em;
-text-indent: -2em;
-}
-.epigraph {
-font-size: 0.9em;
-line-height: 1.2em;
-width: 60%;
-margin-left: auto;
-}
-.epigraph span.bibl {
-display: block;
-text-align: right;
-}
-.trailer {
-clear: both;
-padding-top: 2.4em;
-padding-bottom: 1.6em;
-}
-span.parnum {
-font-weight: bold;
-}
-.pagenum {
-display: inline;
-font-size: 70%;
-font-style: normal;
-margin: 0;
-padding: 0;
-position: absolute;
-right: 1%;
-text-align: right;
-}
-span.corr, span.gap {
-border-bottom: 1px dotted red;
-}
-span.abbr {
-border-bottom: 1px dotted gray;
-}
-span.measure {
-border-bottom: 1px dotted green;
-}
-.ex {
-letter-spacing: 0.2em;
-}
-.sc {
-font-variant: small-caps;
-}
-.uc {
-text-transform: uppercase;
-}
-.tt {
-font-family: monospace;
-}
-.underline {
-text-decoration: underline;
-}
-.overline, .overtilde {
-text-decoration: overline;
-}
-.rm {
-font-style: normal;
-}
-.red {
-color: red;
-}
-hr {
-clear: both;
-height: 1px;
-margin-left: auto;
-margin-right: auto;
-margin-top: 1em;
-text-align: center;
-width: 45%;
-}
-.aligncenter {
-text-align: center;
-}
-h1, h2 {
-font-size: 1.44em;
-line-height: 1.5em;
-}
-h1.label, h2.label {
-font-size: 1.2em;
-line-height: 1.2em;
-margin-bottom: 0;
-}
-h5, h6 {
-font-size: 1em;
-font-style: italic;
-line-height: 1em;
-}
-p, .par {
-text-indent: 0;
-}
-p.firstlinecaps:first-line, .par.firstlinecaps:first-line {
-text-transform: uppercase;
-}
-.hangq {
-text-indent: -0.32em;
-}
-.hangqq {
-text-indent: -0.40em;
-}
-.hangqqq {
-text-indent: -0.71em;
-}
-p.dropcap:first-letter, .par.dropcap:first-letter {
-float: left;
-clear: left;
-margin: 0em 0.05em 0 0;
-padding: 0px;
-line-height: 0.8em;
-font-size: 420%;
-vertical-align: super;
-}
-p.quote, div.blockquote, div.argument, .par.quote {
-font-size: 0.9em;
-line-height: 1.2em;
-margin: 1.58em 5%;
-}
-.pagenum a, a.noteref:hover, a.hidden:hover, a.hidden {
-text-decoration: none;
-}
-ul {
-list-style-type: none;
-}
-.advertisment {
-background-color: #FFFEE0;
-border: black 1px dotted;
-color: #000;
-margin: 2em 5%;
-padding: 1em;
-}
-.footnotes .body, .footnotes .div1 {
-padding: 0;
-}
-.fnarrow {
-color: #AAAAAA;
-font-weight: bold;
-text-decoration: none;
-}
-a.noteref, a.pseudonoteref {
-font-size: 80%;
-text-decoration: none;
-vertical-align: 0.25em;
-}
-.displayfootnote {
-display: none;
-}
-div.footnotes {
-font-size: 80%;
-margin-top: 1em;
-padding: 0;
-}
-hr.fnsep {
-margin-left: 0;
-margin-right: 0;
-text-align: left;
-width: 25%;
-}
-p.footnote, .par.footnote {
-margin-bottom: 0.5em;
-margin-top: 0.5em;
-}
-p.footnote .label, .par.footnote .label {
-float: left;
-width: 2em;
-height: 12pt;
-display: block;
-}
-.marginnote {
-font-size: 0.8em;
-height: 0;
-left: 1%;
-line-height: 1.2em;
-position: absolute;
-text-indent: 0;
-width: 14%;
-}
-.apparatusnote {
-text-decoration: none;
-}
-span.tocPageNum, span.flushright {
-position: absolute;
-right: 16%;
-top: auto;
-}
-table.tocList {
-width: 100%;
-margin-left: auto;
-margin-right: auto;
-border-width: 0;
-border-collapse: collapse;
-}
-td.tocPageNum, td.tocDivNum {
-text-align: right;
-min-width: 10%;
-border-width: 0;
-}
-td.tocDivNum {
-padding-left: 0;
-padding-right: 0.5em;
-}
-td.tocPageNum {
-padding-left: 0.5em;
-padding-right: 0;
-}
-td.tocDivTitle {
-width: auto;
-}
-p.tocPart, .par.tocPart {
-margin: 1.58em 0%;
-font-variant: small-caps;
-}
-p.tocChapter, .par.tocChapter {
-margin: 1.58em 0%;
-}
-p.tocSection, .par.tocSection {
-margin: 0.7em 5%;
-}
-table.tocList td {
-vertical-align: top;
-}
-table.tocList td.tocPageNum {
-vertical-align: bottom;
-}
-table.inner {
-display: inline-table;
-border-collapse: collapse;
-width: 100%;
-}
-td.itemNum {
-text-align: right;
-min-width: 5%;
-padding-right: 0.8em;
-}
-td.innerContainer {
-padding: 0;
-margin: 0;
-}
-.index {
-font-size: 80%;
-}
-.indextoc {
-text-align: center;
-}
-.transcribernote {
-background-color: #DDE;
-border: black 1px dotted;
-color: #000;
-font-family: sans-serif;
-font-size: 80%;
-margin: 2em 5%;
-padding: 1em;
-}
-.correctiontable {
-width: 75%;
-}
-.width20 {
-width: 20%;
-}
-.width40 {
-width: 40%;
-}
-p.smallprint, li.smallprint, .par.smallprint {
-color: #666666;
-font-size: 80%;
-}
-.titlePage {
-border: #DDDDDD 2px solid;
-margin: 3em 0% 7em 0%;
-padding: 5em 10% 6em 10%;
-text-align: center;
-}
-.titlePage .docTitle {
-line-height: 3.5em;
-margin: 2em 0% 2em 0%;
-font-weight: bold;
-}
-.titlePage .docTitle .mainTitle {
-font-size: 1.8em;
-}
-.titlePage .docTitle .subTitle, .titlePage .docTitle .seriesTitle,
-.titlePage .docTitle .volumeTitle {
-font-size: 1.44em;
-}
-.titlePage .byline {
-margin: 2em 0% 2em 0%;
-font-size: 1.2em;
-line-height: 1.72em;
-}
-.titlePage .byline .docAuthor {
-font-size: 1.2em;
-font-weight: bold;
-}
-.titlePage .figure {
-margin: 2em 0% 2em 0%;
-margin-left: auto;
-margin-right: auto;
-}
-.titlePage .docImprint {
-margin: 4em 0% 0em 0%;
-font-size: 1.2em;
-line-height: 1.72em;
-}
-.titlePage .docImprint .docDate {
-font-size: 1.2em;
-font-weight: bold;
-}
-div.figure {
-text-align: center;
-}
-.figure {
-margin-left: auto;
-margin-right: auto;
-}
-.floatLeft {
-float: left;
-margin: 10px 10px 10px 0;
-}
-.floatRight {
-float: right;
-margin: 10px 0 10px 10px;
-}
-p.figureHead, .par.figureHead {
-font-size: 100%;
-text-align: center;
-}
-.figAnnotation {
-font-size: 80%;
-position: relative;
-margin: 0 auto;
-}
-.figTopLeft, .figBottomLeft {
-float: left;
-}
-.figTop, .figBottom {
-}
-.figTopRight, .figBottomRight {
-float: right;
-}
-.figure p, .figure .par {
-font-size: 80%;
-margin-top: 0;
-text-align: center;
-}
-img {
-border-width: 0;
-}
-td.galleryFigure {
-text-align: center;
-vertical-align: middle;
-}
-td.galleryCaption {
-text-align: center;
-vertical-align: top;
-}
-.lgouter {
-margin-left: auto;
-margin-right: auto;
-display: table;
-}
-.lg {
-text-align: left;
-padding: .5em 0% .5em 0%;
-}
-.lg h4, .lgouter h4 {
-font-weight: normal;
-}
-.lg .lineNum, .sp .lineNum, .lgouter .lineNum {
-color: #777;
-font-size: 90%;
-left: 16%;
-margin: 0;
-position: absolute;
-text-align: center;
-text-indent: 0;
-top: auto;
-width: 1.75em;
-}
-p.line, .par.line {
-margin: 0 0% 0 0%;
-}
-span.hemistich {
-color: white;
-}
-.versenum {
-font-weight: bold;
-}
-.speaker {
-font-weight: bold;
-margin-bottom: 0.4em;
-}
-.sp .line {
-margin: 0 10%;
-text-align: left;
-}
-.castlist, .castitem {
-list-style-type: none;
-}
-.castGroupTable {
-border-collapse: collapse;
-}
-.castGroupTable td {
-padding: 0;
-margin: 0;
-vertical-align: middle;
-}
-.castGroupBrace {
-padding: 0 0.5em !important;
-}
-body {
-padding: 1.58em 16%;
-}
-body {
-background: #FFFFFF;
-font-family: "Times New Roman", Times, serif;
-}
-body, a.hidden {
-color: black;
-}
-h1, .h1 {
-padding-bottom: 5em;
-}
-h1, h2, .h1, .h2 {
-text-align: center;
-font-variant: small-caps;
-font-weight: normal;
-}
-p.byline {
-text-align: center;
-font-style: italic;
-margin-bottom: 2em;
-}
-.figureHead, .noteref, .pseudonoteref, .marginnote, p.legend, .versenum
-{
-color: #660000;
-}
-.rightnote, .pagenum, .linenum, .pagenum a {
-color: #AAAAAA;
-}
-a.hidden:hover, a.noteref:hover {
-color: red;
-}
-h1, h2, h3, h4, h5, h6 {
-font-weight: normal;
-}
-table {
-margin-left: auto;
-margin-right: auto;
-}
-.tablecaption {
-text-align: center;
-}.pagenum, .linenum {
-speak: none;
-}
-</style>
-
-<style type="text/css">
-.booktitle {
-font-size: larger;
-font-weight: bold;
-line-height: 120%;
-text-align: center;
-}
-.bookdesc {
-text-align: center;
-}
-.review {
-font-size: small;
-}
-.reviewer {
-font-size: small;
-text-align: right;
-}
-/* CSS rules generated from @rend attributes in TEI file */
-.xd21e100width
-{
-width:585px;
-}
-.xd21e106
-{
-text-align:center;
-}
-.xd21e111width
-{
-width:574px;
-}
-.xd21e126width
-{
-width:571px;
-}
-.xd21e149width
-{
-width:579px;
-}
-.xd21e177width
-{
-width:475px;
-}
-.xd21e257width
-{
-width:560px;
-}
-.xd21e360width
-{
-width:443px;
-}
-.xd21e413width
-{
-width:579px;
-}
-.xd21e447width
-{
-width:540px;
-}
-.xd21e569width
-{
-width:491px;
-}
-.xd21e605width
-{
-width:569px;
-}
-.xd21e636width
-{
-width:630px;
-}
-.xd21e661width
-{
-width:578px;
-}
-.xd21e689width
-{
-width:370px;
-}
-.xd21e740width
-{
-width:461px;
-}
-.xd21e792width
-{
-width:610px;
-}
-.xd21e801width
-{
-width:632px;
-}
-.xd21e837width
-{
-width:607px;
-}
-.xd21e861width
-{
-width:484px;
-}
-.xd21e913width
-{
-width:127px;
-}
-.xd21e937width
-{
-width:633px;
-}
-.xd21e1025width
-{
-width:230px;
-}
-.xd21e1059width
-{
-width:540px;
-}
-.xd21e1083width
-{
-width:556px;
-}
-.xd21e1189width
-{
-width:568px;
-}
-.xd21e1201width
-{
-width:240px;
-}
-.xd21e1235width
-{
-width:596px;
-}
-.xd21e1274width
-{
-width:401px;
-}
-.xd21e1325width
-{
-width:413px;
-}
-.xd21e1381width
-{
-width:377px;
-}
-.xd21e1422width
-{
-width:636px;
-}
-.xd21e1488width
-{
-width:341px;
-}
-.xd21e1562width
-{
-width:314px;
-}
-.xd21e1617width
-{
-width:480px;
-}
-.xd21e1672width
-{
-width:563px;
-}
-.xd21e1769width
-{
-width:526px;
-}
-.xd21e1806width
-{
-width:666px;
-}
-.xd21e1850width
-{
-width:620px;
-}
-.xd21e1919width
-{
-width:244px;
-}
-.xd21e1976width
-{
-width:350px;
-}
-.xd21e1998width
-{
-width:621px;
-}
-.xd21e2011width
-{
-width:442px;
-}
-.xd21e2027width
-{
-width:566px;
-}
-.xd21e2067width
-{
-width:500px;
-}
-.xd21e2115width
-{
-width:619px;
-}
-.xd21e2148width
-{
-width:632px;
-}
-.xd21e2158width
-{
-width:349px;
-}
-.xd21e2181width
-{
-width:511px;
-}
-.xd21e2233width
-{
-width:565px;
-}
-.xd21e2327width
-{
-width:352px;
-}
-.xd21e2383width
-{
-width:486px;
-}
-.xd21e2493
-{
-font-size:larger; font-weight:bold;
-}
-.xd21e2497
-{
-font-size:larger; text-align:center;
-}
-.xd21e2508
-{
-text-decoration:underline;
-}
-.xd21e2658
-{
-font-size:smaller;
-}
-</style>
-</head>
-<body>
-
-
-<pre>
-
-The Project Gutenberg EBook of Verteluurtje, by
-Alberdina Hermanna Schlüter and J. Wiegman
-
-This eBook is for the use of anyone anywhere in the United States and most
-other parts of the world at no cost and with almost no restrictions
-whatsoever. You may copy it, give it away or re-use it under the terms of
-the Project Gutenberg License included with this eBook or online at
-www.gutenberg.org. If you are not located in the United States, you'll have
-to check the laws of the country where you are located before using this ebook.
-
-Title: Verteluurtje
-
-Author: Alberdina Hermanna Schlüter
- J. Wiegman
-
-Release Date: March 3, 2016 [EBook #51345]
-
-Language: Dutch
-
-Character set encoding: UTF-8
-
-*** START OF THIS PROJECT GUTENBERG EBOOK VERTELUURTJE ***
-
-
-
-
-Produced by Jeroen Hellingman and the Online Distributed
-Proofreading Team at http://www.pgdp.net/ for Project
-Gutenberg
-
-
-
-
-
-
-</pre>
-
-<div class="front">
-<div class="div1 cover"><span class="pagenum">[<a href="#toc">Inhoud</a>]</span>
-<div class="divBody">
-<p class="par first"></p>
-<div class="figure xd21e100width" id="cover-image"><img src="images/cover.jpg" alt="Oorspronkelijke voorkant." width="585" height="720"></div>
-<p class="par"><span class="pagenum">[<a id="xd21e104" href="#xd21e104"
-name="xd21e104">1</a>]</span></p>
-</div>
-</div>
-<div class="div1 frenchtitle"><span class="pagenum">[<a href="#toc">Inhoud</a>]</span>
-<div class="divBody">
-<p class="par first xd21e106">VERTELUURTJE. <span class="pagenum">[<a id="xd21e108" href="#xd21e108" name="xd21e108">2</a>]</span></p>
-</div>
-</div>
-<div class="div1 titlepage"><span class="pagenum">[<a href="#toc">Inhoud</a>]</span>
-<div class="divBody">
-<p class="par first"></p>
-<div class="figure xd21e111width"><img src="images/seriestitle.png"
-alt="Oorspronkelijke titelpagina." width="574" height="720"></div>
-<p class="par"></p>
-</div>
-</div>
-<div class="titlePage">
-<div class="docTitle">
-<div class="mainTitle">ONS SCHEMERUURTJE.</div>
-<div class="mainTitle">XXII.</div>
-</div>
-<div class="docImprint">H. MEULENHOFF&mdash;AMSTERDAM&mdash;1921</div>
-</div>
-<p><span class="pagenum">[<a id="xd21e123" href="#xd21e123" name="xd21e123">3</a>]</span></p>
-<div class="div1 titlepage"><span class="pagenum">[<a href="#toc">Inhoud</a>]</span>
-<div class="divBody">
-<p class="par first"></p>
-<div class="figure xd21e126width"><img src="images/titlepage.png" alt="Oorspronkelijke titelpagina." width="571" height="720"></div>
-<p class="par"></p>
-</div>
-</div>
-<div class="titlePage">
-<div class="docTitle">
-<div class="mainTitle">VERTELUURTJE</div>
-</div>
-<div class="byline">DOOR <span class="docAuthor">HERMANNA.</span><br>
-GE&Iuml;LLUSTREERD DOOR <span class="docAuthor">JAN
-WIEGMAN.</span></div>
-<div class="docImprint">H. MEULENHOFF&mdash;AMSTERDAM&mdash;1921.</div>
-</div>
-<p><span class="pagenum">[<a id="xd21e146" href="#xd21e146" name="xd21e146">4</a>]</span></p>
-<div class="div1 frontispiece"><span class="pagenum">[<a href="#toc">Inhoud</a>]</span>
-<div class="divBody">
-<p class="par first"></p>
-<div class="figure xd21e149width" id="frontispiece"><img src="images/frontispiece.jpg" alt="Een groote D van chocola." width="579"
-height="696">
-<p class="figureHead">Een groote D van chocola.</p>
-</div>
-<p class="par"><span class="pagenum">[<a id="xd21e153" href="#xd21e153"
-name="xd21e153">5</a>]</span></p>
-</div>
-</div>
-</div>
-<div class="body">
-<div id="ch1" class="div1 chapter"><span class="pagenum">[<a href="#xd21e2410">Inhoud</a>]</span>
-<div class="divHead">
-<h2 class="main">T&Ograve;CH EEN GOED BEGIN!</h2>
-</div>
-<div class="divBody">
-<p class="par first">Ben van Straten was de gelukkige eigenaar van een
-nieuwe prikslee; w&agrave;t &rsquo;n mooie was het! Zijn Vader, die
-timmermansknecht was, had &rsquo;m zelf in zijn vrije uren gemaakt en
-Jaap, Ben&rsquo;s groote broer, had &rsquo;m een verfje gegeven:
-lichtgroen, met een smal, geel biesje; vroolijk stond dat.</p>
-<p class="par">Niemand blijder dan Ben! Als de andere jongens nu weer
-op den Heuvelweg gingen sleden, kon hij echt meedoen; heisa, zijn slee
-was z&oacute;&oacute; licht, die zou alle anderen vooruitschieten, dat
-wist hij zeker. Verleden jaar had hij er ook gesleed, ja, maar op een
-paar aan elkaar gebonden planken. Pret had hij toen ook wel gehad, maar
-&rsquo;t was toch niet het rechte geweest&mdash;als hij dan andere
-jongens op &bdquo;heusche&rdquo; sleetjes naar beneden had zien
-glijden, had hij toch een onvoldaan gevoel gekregen.&mdash;Nu zouden ze
-jaloersch op h&egrave;m zijn, hem om zijn mooie, nieuwe slee benijden,
-vooral Piet van den bakker, die had altijd zoo&rsquo;n praats!</p>
-<p class="par">De slee was er nu wel, maar de sneeuw&mdash;die liet dit
-jaar lang op zich wachten. De Kerstvacantie was bijna om en nog steeds
-was er geen sneeuw gevallen.</p>
-<p class="par">Thuis begonnen ze er Ben al mee te plagen. &rsquo;t Was
-elken morgen, zoo gauw hij zijn oogen opendeed, zijn eerste vraag:
-&bdquo;heeft &rsquo;t vannacht gesneeuwd?&rdquo;</p>
-<p class="par">&bdquo;Ja&rdquo;, zei Jaap op een ochtend voor de grap.
-<span class="pagenum">[<a id="xd21e168" href="#xd21e168" name="xd21e168">6</a>]</span></p>
-<p class="par">Ben kwam met een schreeuw van blijdschap overeind en
-vloog op zijn bloote voeten naar &rsquo;t venster van hun
-zolderkamertje.</p>
-<p class="par">Gesneeuwd?&mdash;Flauwe Jaap!&mdash;<i>Geregend</i> had
-het;&mdash;bah, kletsnat en vuil grauw zag &rsquo;t er buiten
-uit.&mdash;</p>
-<p class="par"></p>
-<div class="figure xd21e177width"><img src="images/p006.jpg" alt="Flauwe Jaap!" width="475" height="334">
-<p class="figureHead">Flauwe Jaap!</p>
-</div>
-<p class="par"></p>
-<p class="par">Toen was Ben kwaad op Jaap; den heelen dag gaf hij hem
-geen goed woord.</p>
-<p class="par">Maar eindelijk gebeurde &rsquo;t dan toch, wat Ben zoo
-vurig wenschte.</p>
-<p class="par">Op Oudejaarsmorgen hingen de wolken zwaar en laag en
-tegen twaalven vielen de eerste donzen veertjes zachtjes, heel
-zachtjes, naar beneden.</p>
-<p class="par">&bdquo;Als &rsquo;t nu maar doorzet,&rdquo; zei Ben
-angstig; hij drukte zijn neus tegen de ruiten en stond dan op eens weer
-buiten, om met zijn hoofd in den nek naar boven te <span class="pagenum">[<a id="xd21e190" href="#xd21e190" name="xd21e190">7</a>]</span>turen, naar de grijze, zooveel belovende
-wolken.</p>
-<p class="par">Langzaam, langzaam dwarrelden de vlokken, maar
-&bdquo;echt sneeuwen&rdquo; kon je dit nog niet noemen, volgens
-Ben.</p>
-<p class="par">&bdquo;Als &rsquo;t maar blijft liggen!&rdquo;&mdash;dit
-was zijn grootste zorg. Hij vroeg er ieders meening over en hoorde,
-zooals &rsquo;t gewoonlijk gaat, veel tegenstrijdigs.</p>
-<p class="par">&bdquo;&rsquo;t Dooit in &eacute;&eacute;nen weg,&rdquo;
-zei buurman, die een goeden blik op &rsquo;t weer heette te hebben.</p>
-<p class="par">&bdquo;De wind waait uit den verkeerden hoek&rdquo;,
-beweerde Jaap met een bedenkelijk gezicht; &bdquo;modderpap wordt
-&rsquo;t en anders niks.&rdquo;</p>
-<p class="par">&bdquo;Vannacht komt er stellig een flink pak
-bij,&rdquo; zei Vader, toen hij voor &rsquo;t middagmaal thuiskwam.</p>
-<p class="par">&bdquo;Op &rsquo;t plaatsje ligt al een wit
-laagje,&rdquo; vertelde Moeder hoopvol.</p>
-<p class="par">Ben, heen en weer geslingerd tusschen vrees en hoop,
-hield het ten slotte met Vader en Moeder; <i>die</i> zouden &rsquo;t
-wel &rsquo;t beste weten, dacht hij.</p>
-<p class="par">Toen &rsquo;s avonds de Oudejaarsklokken luidden, was
-&rsquo;t witte laagje al een witte laag geworden. Ben juichte, toen hij
-zag, dat Vader de groote, ouderwetsche paraplu klaar zette voor den
-kerkgang.</p>
-<p class="par">&bdquo;Daar kunnen we alle drie onder,&rdquo; zei Vader;
-&bdquo;Jaap moet dan z&rsquo;n kraag maar omhoog zetten.&rdquo;</p>
-<p class="par">Op den heenweg kon de paraplu dicht blijven, wat Ben erg
-speet, maar teruggaande troffen ze een hevige sneeuwbui.</p>
-<p class="par">&bdquo;Heerlijk voor de slee,&rdquo; riep Ben en telkens
-moest hij even onder &rsquo;t beschuttende dak uitkijken om te zien,
-hoe hard &rsquo;t wel sneeuwde. <span class="pagenum">[<a id="xd21e218"
-href="#xd21e218" name="xd21e218">8</a>]</span></p>
-<p class="par">Dien nacht droomde hij natuurlijk van sneeuw en nog eens
-sneeuw en toen hij op Nieuwjaarsmorgen wakker werd, vroeg hij niet:
-&bdquo;heeft &rsquo;t gesneeuwd?&rdquo; maar: &bdquo;ligt er een flink
-pak?&rdquo;</p>
-<p class="par">&bdquo;Nee&rdquo;, zei Jaap, knorrig omdat hij wou
-uitslapen en Ben hem stoorde, maar Ben was al bij &rsquo;t raam en riep
-hard: &bdquo;ja!&mdash;je weet er niks van, Jaap, een hoop ligt
-er&mdash;jongens fijn! En &rsquo;t sneeuwt niet meer en de zon schijnt
-zoo mooi! Wat zal &rsquo;t nou op den Heuvelweg leuk zijn!&rdquo;</p>
-<p class="par">Hij schoot in de kleeren, gunde zich haast niet den tijd
-Vader en Moeder Nieuwjaar te wenschen, en propte zijn boterhammen er
-in, zoo&rsquo;n haast had hij om weg te komen.</p>
-<p class="par">Vader lachte; hij had er schik in. &bdquo;Laat &rsquo;m
-maar,&rdquo; zei hij vergoelijkend tegen Moeder, &bdquo;de jongen heeft
-er zoo lang op gevlast&rdquo;&mdash;en toen tegen Ben:
-&bdquo;voorzichtig aan, hoor en veel plezier; gebruik je slee maar
-goed!&rdquo;</p>
-<p class="par">&bdquo;Nou,&rdquo; riep Ben, al bij de deur, &bdquo;dat
-zal ik wel,&rdquo;&mdash;en hij zette &rsquo;t op een loopen, terwijl
-hij de mooie, nieuwe slee aan een touw meetrok.</p>
-<p class="par">Op den Heuvelweg waren al verscheidene jongens en
-meisjes, die Ben kende. Vol trots baande hij zich een doortocht.</p>
-<p class="par">&bdquo;Kijk &rsquo;s, wat een mooie slee!&rdquo; hoorde
-hij hier en daar fluisteren, en dan keek hij expres onverschillig,
-alsof &rsquo;t hem niet aanging, terwijl toch zijn hart harder bonsde
-van plezier.</p>
-<p class="par">Toen &rsquo;t op sleden aan kwam, was Ben den anderen
-telkens vooruit, den hellenden weg af, juist zooals hij &rsquo;t
-verwacht had; zijn slee was rank en licht, daar kon geen enkele andere
-tegen aan. Hij klom al weer naar <span class="pagenum">[<a id="xd21e235" href="#xd21e235" name="xd21e235">9</a>]</span>boven, terwijl
-de anderen pas beneden aankwamen. Ben werd er druk en overmoedig
-van.</p>
-<p class="par">Piet van den rijken bakker, die altijd gewend was alles
-&rsquo;t best en &rsquo;t mooist te hebben, keek afgunstig naar de
-groene slee met de gele biesjes. De zijne was ook pas nieuw, maar liep
-lang zoo vlug niet. Gemelijk rukte hij zijn slee op de baan.</p>
-<p class="par">&bdquo;Uit den weg,&rdquo; waarschuwde Ben, die juist
-met een troep naar beneden gleed en Piet moest wel uitwijken, waarbij
-hij in de dikke, hoog opgestuwde sneeuw aan den kant van den weg
-belandde.</p>
-<p class="par">Of Piet ook boos was!&mdash;Hij keek om zich heen en
-zocht naar een voorwerp om er zijn woede op te koelen, daar Ben al weer
-ver buiten zijn bereik was.</p>
-<p class="par">Een kleine, armelijk gekleede jongen bracht juist een
-wrak Sunlight-zeep-kistje op de baan, waar een bleek kereltje van een
-jaar of vier in zat.</p>
-<p class="par">&bdquo;Je mag hier alleen maar met <i>sleden</i>
-komen,&rdquo; zei Piet dadelijk uit de hoogte. &bdquo;We hebben er geen
-zin in onze baan te laten bederven. Allo, maak dat je
-wegkomt&mdash;&rdquo; en hij gaf een schop tegen het kistje.</p>
-<p class="par">&bdquo;Zeg, laat dat,&rdquo; riep de oudste, terwijl hij
-beschermend voor zijn broertje ging staan, maar Piet, die grooter en
-steviger was, pakte hem beet en gooide hem in de sneeuw. Ruw trok hij
-toen &rsquo;t ge&iuml;mproviseerde sleetje naar den kant; er kraakte
-wat, maar Piet was er de jongen niet naar om voorzichtig met andermans
-goed te zijn. Met zijn stevige laarzen gaf hij &rsquo;t kistje nog een
-schop en sprong daarop in zijn eigen slee, die nu ongehinderd den weg
-af kon glijden. <span class="pagenum">[<a id="xd21e253" href="#xd21e253" name="xd21e253">10</a>]</span></p>
-<p class="par">Toen Ben vroolijk en opgewonden van de pret weer boven
-kwam met zijn licht sleetje achter zich aan, zag hij &rsquo;t zielige
-groepje staan. Hij kende de jongens wel: &rsquo;t waren Dirk en zijn
-kreupele broertje Hein, kinderen van een arme weduwe, die in &rsquo;t
-slopje, achter bij hen in de straat woonde.</p>
-<p class="par"></p>
-<div class="figure xd21e257width"><img src="images/p010.jpg" alt="en hij gaf een schop tegen het kistje." width="560" height="485">
-<p class="figureHead">en hij gaf een schop tegen het kistje.</p>
-</div>
-<p class="par"></p>
-<p class="par">Dirk lag op zijn kni&euml;en bij &rsquo;t wrakke,
-krakerige kistje en bekeek &rsquo;t met een bedenkelijk gezicht.</p>
-<p class="par">&bdquo;Nee Heintje, &rsquo;t gaat niet, j&ocirc;; als
-&rsquo;k nou alleen was zou ik het &rsquo;r misschien op wagen, maar
-met jou doe &rsquo;k het <span class="pagenum">[<a id="xd21e265" href="#xd21e265" name="xd21e265">11</a>]</span>vast niet. Huil maar niet,
-der is toch niks aan te doen.&rdquo;</p>
-<p class="par">&bdquo;Is &rsquo;t kapot?&rdquo; vroeg Ben meewarig.</p>
-<p class="par">Dirk kwam overeind.&mdash;&bdquo;Nou, wel zoo
-wat,&rdquo; zei hij met een wijs knikje; &bdquo;&rsquo;k zal zien dat
-&rsquo;k der Hein nog in thuis krijg, maar dan kan Moeder &rsquo;m wel
-onder den waschketel stoppen: brandhout is &rsquo;t, anders
-niks.&rdquo;</p>
-<p class="par">Op &rsquo;t hooren van dit vonnis over zijn dierbare
-sleetje begon Heintje luidkeels te schreeuwen; de tranen biggelden over
-zijn bolbleeke gezichtje.</p>
-<p class="par">&bdquo;Piet d&ecirc;e het,&rdquo; vertelde Dirk
-vertrouwelijk aan Ben; &bdquo;zoo&rsquo;n leelijke aap, wat hoefde die
-der zich mee te bemoeien, we leien &rsquo;m ommers niks in den
-weg?&mdash;Hein het al zoo dukkels &rsquo;s morgens as tie wakker werd,
-gevraagd, of ter sneeuw lag, omdat ik &rsquo;m beloofd had dat we dan
-zou&euml;n slee&euml;n&mdash;en nou&mdash;nou het ie der niks niemendal
-an.&mdash;Kom, we mosten maar naar huis gaan, naar Moeder. Wat hei je
-der an om hier te kleumen; we zouen ook niet zoo lang uitblijven, want
-Moeder wou naar de kerk en dan mot ik op de kleintjes
-passen.&rdquo;</p>
-<p class="par">&bdquo;Ikke wou eerst slee-ee-&euml;n,&rdquo; snikte
-Heintje, &bdquo;nog niet naar huis toe, Dirk!&rdquo;</p>
-<p class="par">Ben keek naar &rsquo;t kapotte kistje, toen naar zijn
-eigen spiksplinternieuwe slee&mdash;h&egrave;, hij werd er warm
-van.&mdash;Wat zei Dirk ook weer?&mdash;Hein had zoo naar sneeuw
-verlangd, zoo vaak &rsquo;s morgens bij &rsquo;t wakker worden al
-gevraagd, of er sneeuw lag&mdash; &mdash;net als hij&mdash;ja, en nou
-<i>lag</i> er sneeuw en kreupele Heintje had er niks aan.</p>
-<p class="par">Ben veegde met zijn mouw langs zijn gezicht, hij zag
-vuurrood.&mdash;&bdquo;Zeg,&rdquo;&mdash;klonk &rsquo;t op eens,
-&bdquo;zeg Dirk, zet &rsquo;m maar in de mijne.&rdquo; <span class="pagenum">[<a id="xd21e285" href="#xd21e285" name="xd21e285">12</a>]</span></p>
-<p class="par">&bdquo;Meen je d&agrave;t?&rdquo; Dirk keek
-ongeloovig.</p>
-<p class="par">&bdquo;Ja, waarom niet? vooruit, ik zal &rsquo;m wel
-vasthouden, til jij Hein er dan in.&mdash;&mdash;Zoo, en nou ga je maar
-op de baan en als je &rsquo;m op gang hebt, spring je der zelf maar bij
-in.&mdash;Zeg j&ocirc;, als je Piet ziet, dan kan je &rsquo;m lekker
-een langen neus maken!&rdquo; Ben lachte, want dat gunde hij Piet nu
-eens echt.</p>
-<p class="par">Bovenaan op de baan was &rsquo;t een duwen en dringen
-van belang. Een oude heer van een der omliggende villa&rsquo;s stond te
-midden van een troep jongens hard te spreken. Ben kwam nieuwsgierig
-dichterbij; zijn slee zat nog vast, de jongens hielden &rsquo;m tegen.
-&bdquo;Gelijk afglijden,&rdquo; werd er geroepen.</p>
-<p class="par">&bdquo;Als ik &bdquo;drie&rdquo; heb gezegd, dan gaan
-jullie,&rdquo; sprak de oude heer, &bdquo;en wie &rsquo;t eerst beneden
-is, krijgt een mooi mes van me; jij bent scheidsrechter,&rdquo; zei hij
-tegen een grooten jongen; &bdquo;als de wind naar beneden en goed
-opletten of &rsquo;t geregeld toegaat.&rdquo;</p>
-<p class="par">Meteen werden de sleden in postuur gezet; Ben&rsquo;s
-slee ook. Dirk wou er weer afgaan en Ben roepen, maar de oude heer
-duwde hem op zijn plaats terug.</p>
-<p class="par">&bdquo;Neen, neen, wie in de slee is, blijft er in; niet
-weer omruilen.&rdquo;</p>
-<p class="par">&bdquo;Een, twee, <i><b>drie!</b></i>&rdquo; klonk
-&rsquo;t en de sleden gleden af. Ben had een wonderlijk gevoel, toen
-hij daar aan den kant van den weg zijn slee stond na te zien, die nu,
-zonder hem, meedeed aan een wedstrijd. Een prop schoot hem in de keel.
-Wat leuk zou &rsquo;t geweest zijn zelf de slee te besturen, zelf de
-glorie van de overwinning te hebben, want Ben twijfelde er niet aan of
-zijn slee zou &rsquo;t winnen.<span class="pagenum">[<a id="xd21e305"
-href="#xd21e305" name="xd21e305">13</a>]</span>&mdash;Kijk, hij was den
-anderen al vooruit!&mdash;H&egrave;, Piet voorbij te stuiven&mdash;dat
-zou me wat zijn geweest!&mdash;En dat nou Dirk en Hein dat plezier
-hadden, Dirk en Hein, voor wie een gewoon toertje in z&rsquo;n slee al
-een heel pretje zou zijn geweest!&mdash;De tranen sprongen Ben in de
-oogen.&mdash;Als hij dat vooruit geweten had!&mdash;</p>
-<p class="par">Een oorverdoovend lawaai onder aan den Heuvelweg. Ben
-ging op zijn teenen staan, spande zich in om te kijken. Ja hoor,
-&rsquo;t was wel net zooals hij gedacht had, <i>zijn</i> slee had
-&rsquo;t gewonnen.</p>
-<p class="par">Daar kwamen ze weer aan, hijgend en stoeiend.&mdash;
-&mdash;Dirk een eind achter de anderen aan, moeielijk zeulend met de
-slee, waarin Heintje zat.</p>
-<p class="par">&bdquo;Dat hei je der nou van,&rdquo; sarde Piet, toen
-hij langs Ben kwam, &bdquo;die bedeljoggies gaan met &rsquo;t mes
-strijken. Kijk &rsquo;s, hij <i>huilt</i> der om! Zoo&rsquo;n spijt het
-ie.&rdquo;</p>
-<p class="par">&bdquo;Dat &rsquo;s nietis!&rdquo; riep Ben driftig uit,
-&bdquo;&rsquo;k heb der geen spijt van!&rdquo; en werkelijk was op dit
-oogenblik &rsquo;t gevoel van spijt geheel bij hem
-verdwenen.&mdash;&bdquo;&rsquo;k Vind jou een nare jongen; een windbuil
-ben je, nou weet je &rsquo;t&mdash;wat hoefde je hun slee stuk te
-maken?&rdquo;</p>
-<p class="par">&bdquo;Dat ouwe kistje?&rdquo; spotte Piet smalend.</p>
-<p class="par">&bdquo;Piet is kwaad, omdat ie &rsquo;t zou gewonnen
-hebben, als die groene slee met de gele biesjes er niet was
-geweest,&rdquo; lachte de groote jongen, die scheidsrechter was.
-&bdquo;Waar blijft de overwinnaar?&rdquo;</p>
-<p class="par">Terwijl Ben &rsquo;t voor zijn beschermelingen opnam en
-Piet aanvloog, bracht de groote jongen Dirk en zijn broertje bij den
-ouden heer, om &rsquo;t mes in ontvangst te nemen.</p>
-<p class="par">Ben en Piet vochten als kemphanen, met als toeschouwers
-<span class="pagenum">[<a id="xd21e329" href="#xd21e329" name="xd21e329">14</a>]</span>een kring belangstellende jongens er om heen,
-die hen met luide kreten aanhitsten.&mdash;Eindelijk vond Ben, die door
-zijn grootere behendigheid Piet de baas bleef, het welletjes; hij liet
-den ander los en deze droop af.&mdash;Ben streek zich &rsquo;t haar uit
-&rsquo;t gezicht; hij had een buil op &rsquo;t voorhoofd en zijn pak
-was gescheurd. Deze ontdekking ontnuchterde hem wel wat. Landerig
-baande hij zich een weg door de jongens.</p>
-<p class="par">&bdquo;Hier,&rdquo; zei de scheidsrechter, &bdquo;hier
-is je slee en ik moest je nog wel bedanken van die kleine jongens. Ze
-zijn met hun eigen equipage weggegaan, terwijl jij aan &rsquo;t
-bakkeleien was,&rdquo; en hij lachte om zijn aardigheid.</p>
-<p class="par">&bdquo;&rsquo;n Mooie equipage, zeg, &rsquo;n oud
-zeepkistje,&rdquo; meesmuilde een ander, er op ingaande.</p>
-<p class="par">Ben zei niets en ging naar huis. Hij trok zijn slee
-achter zich aan, alsof &rsquo;t een stuk lood was.&mdash;Moeder zou wel
-brommen, het was zijn tusschenpak: verleden jaar nog had hij &rsquo;t
-voor den Zondag gedragen. Moeder was zelf zoo vreeselijk zuinig en
-precies op de kleeren&mdash;ja, d&aacute;&aacute;r zou stellig wat op
-zitten! Misschien mocht hij wel nooit meer op den Heuvelweg gaan
-sleden!</p>
-<p class="par">Hoe dichter Ben bij huis kwam, des te langzamer sjokte
-hij voort.</p>
-<p class="par">Maar in &rsquo;t begin van zijn straat stond Dirk, Dirk
-met een stralend gezicht; &rsquo;t mooie mes hield hij in de hand.</p>
-<p class="par">&bdquo;Zeg Ben, &rsquo;k heb der bij je thuis al alles
-van verteld en je Moeder zei, dat ik &rsquo;t je zelvers mocht
-geven.&mdash;Hier&mdash;&rdquo;en hij stak hem &rsquo;t mes toe.
-&bdquo;Dat &rsquo;s eerlijk van jou.&rdquo;</p>
-<p class="par">Ben stribbelde eerst wat tegen, maar moest het ten
-slotte toch aannemen. &bdquo;Wij hebben al zooveul pret der
-<span class="pagenum">[<a id="xd21e346" href="#xd21e346" name="xd21e346">15</a>]</span>van gehad, dat wij &rsquo;t
-<i>wonnen</i>!&rdquo; riep hij glunder. &bdquo;Je hadt Heintje &rsquo;s
-motten hooren, toen we Piet voorbij vlogen&mdash;man, &rsquo;t was zoo
-leuk!&rdquo; En zijn ouwelijk gezichtje stond bepaald oolijk, nu hij
-hieraan terugdacht.</p>
-<p class="par">Ben was wel blij met &rsquo;t mes, maar&mdash;&rsquo;t
-gescheurde pak, zie je, en de mogelijke gevolgen.&mdash;&mdash;Dirk
-liep met hem op.&mdash;&bdquo;Je Moeder zal der wel niet kwaad om
-wezen,<span class="corr" id="xd21e353" title="Niet in bron">&rdquo;</span> zei hij opbeurend, &bdquo;ze weet al, dat
-je met Piet gevochten hebt om <i>ons</i>.&rdquo;</p>
-<p class="par"></p>
-<div class="figure xd21e360width"><img src="images/p015.png" alt="Dirk met een stralend gezicht; &rsquo;t mooie mes hield hij in de hand."
-width="443" height="338">
-<p class="figureHead">Dirk met een stralend gezicht; &rsquo;t mooie mes
-hield hij in de hand.</p>
-</div>
-<p class="par"></p>
-<p class="par">&bdquo;Ja?&rdquo; Ben keek hem weifelend aan.</p>
-<p class="par">Nu waren ze bij de deur. Dirk gaf hem een aanmoedigend
-duwtje.&mdash;&bdquo;Nou, dag hoor!&rdquo;</p>
-<p class="par">&bdquo;Dag,&rdquo; mompelde Ben werktuigelijk terug en
-sloop naar binnen.&mdash;</p>
-<hr class="tb">
-<p class="par"></p>
-<p class="par">&bdquo;Wel, Ben,&rdquo; zei Vader, toen &rsquo;t gezin
-aan het middagmaal weer vereenigd was, &bdquo;hoe heb je het gehad,
-jongen? Zonder tuimeling is het niet gegaan, zie ik&rdquo;&mdash;hij
-wees <span class="pagenum">[<a id="xd21e374" href="#xd21e374" name="xd21e374">16</a>]</span>naar de buil&mdash;&bdquo;en heeft de slee
-zich goed gehouden?&rdquo;</p>
-<p class="par">&bdquo;Ja Vader,&rdquo; antwoordde Ben, die weer een
-heel pak aan had, en hij keek wat verlegen. Moeder had daarnet niet
-veel gezegd; hij geloofde wel niet, dat ze <i>erg</i> boos was, maar
-toch&mdash;&mdash;hij kon er niet goed wijs uit worden en hield zich
-daarom maar wat stil&mdash;&mdash;was in zijn schulp gekropen.</p>
-<p class="par">&bdquo;Ze hebben een wedstrijd gehouden en Ben z&rsquo;n
-slee heeft het gewonnen,&rdquo; vertelde Moeder.</p>
-<p class="par">&bdquo;Ben z&rsquo;n <i>slee</i>? Maar dan toch niet
-zonder <i>Ben</i>?&rdquo;&mdash;Vader keek alsof hij er niemendal van
-begreep.</p>
-<p class="par">Ben knikte met een vuurroode kleur. &bdquo;Maar ik heb
-den prijs,&rdquo; zei hij gauw en liet Vader en Jaap &rsquo;t mooie mes
-zien.</p>
-<p class="par">Toen vertelde Moeder wat ze van Dirk wist.</p>
-<p class="par">Ben zat met voorovergebogen hoofd. Zoo meteen zou Vader
-&rsquo;t van het gescheurde pak hooren, dacht hij, en dan&mdash;
-&mdash; &mdash; &mdash;</p>
-<p class="par">Voordat &rsquo;t evenwel zoover was, lei Vader hem de
-hand op den schouder. &bdquo;Dat &rsquo;s een goed begin geweest, mijn
-jongen,&rdquo; was al wat hij zei, maar iets in zijn stem deed Ben
-verrast opkijken. Hij ontmoette Vaders vriendelijken blik en haalde
-verruimd en diep adem.</p>
-<p class="par">&bdquo;Een goed begin?&rdquo; herhaalde Moeder,
-&bdquo;maar man&mdash;met z&oacute;&oacute;&rsquo;n scheur in zijn pak
-kwam hij thuis!&rdquo;</p>
-<p class="par">De toon, waarop Moeder dit zei, moest quasi boos heeten,
-maar meteen knikte ze Ben toe en lachte tegen hem.</p>
-<p class="par">Toen pas was Ben er gerust op; hij lachte ook en schoof
-dicht bij de tafel. Gezellig toch zaten ze nou met z&rsquo;n viertjes!
-<span class="pagenum">[<a id="xd21e406" href="#xd21e406" name="xd21e406">17</a>]</span></p>
-<p class="par">Of Dirk en Heintje &rsquo;t ook wel zoo goed zouden
-hebben als hij?....</p>
-<p class="par">&bdquo;Hij denkt aan wat prettigs,&rdquo; zei Jaap op
-eens, toen &rsquo;t een poosje stil was geweest, en hij wees naar zijn
-broertje.</p>
-<p class="par"></p>
-<div class="figure xd21e413width"><img src="images/p017.jpg" alt="Iets in zijn stem deed Ben verrast opkijken." width="579" height="467">
-<p class="figureHead">Iets in zijn stem deed Ben verrast opkijken.</p>
-</div>
-<p class="par"></p>
-<p class="par">Ben lachte weer. Jaap had &rsquo;t wel goed
-gezien,&mdash; &mdash;hij dacht net bij zichzelf, dat hij Dirk en Hein
-morgen eens met zijn slee zou afhalen, als &rsquo;t tenminste vannacht
-niet allemaal wegdooide, en wat ongerust vroeg hij aan Vader of deze
-dacht, dat de sneeuw nog zou blijven liggen.</p>
-<p class="par">&bdquo;Ik denk &rsquo;t wel,&rdquo; was &rsquo;t
-antwoord.</p>
-<p class="par">&bdquo;Gelukkig,&rdquo; en Ben knikte tevreden; meer zei
-hij er niet over.&mdash;Jaap kwam dus niet te weten, wat dat
-<span class="pagenum">[<a id="xd21e423" href="#xd21e423" name="xd21e423">18</a>]</span>prettige was, waaraan Ben zoo stilletjes bij
-zichzelf had zitten denken; daar hoefde je vooruit niet over te praten,
-vond Ben.</p>
-</div>
-</div>
-<div id="ch2" class="div1 chapter"><span class="pagenum">[<a href="#xd21e2416">Inhoud</a>]</span>
-<div class="divHead">
-<h2 class="main">ALLEEN!</h2>
-</div>
-<div class="divBody">
-<p class="par first">&bdquo;Die vervelende Piet stoot aldoor aan de
-tafel; ik kan nooit &rsquo;s prettig kleuren,&rdquo; riep Annie met een
-zeurig stemmetje uit. &bdquo;H&egrave;, Moeder, kijk nu eens,
-zoo&rsquo;n leelijke groene veeg op de jurk van &rsquo;t boerinnetje!
-Daarnet stootte hij ook zoo, net toen ik met de appeltjes bezig was;
-toen zijn er allemaal roode halen over &rsquo;t papier
-gekomen.&mdash;Nare jongen!&rdquo;</p>
-<p class="par">&bdquo;Annie kan ook niets velen,&rdquo; pruttelde Piet,
-in antwoord op Moeders vermaning van wat stiller te zitten en hij liet
-zich van zijn stoel glijden. In een wip had Annie haar penseel
-neergelegd en stond ook op den grond. &bdquo;Waar ga je naar
-toe?&rdquo; vroeg ze haastig en volgde haar broertje met de oogen.</p>
-<p class="par">&bdquo;O neen, Piet, niet naar het speelhoekje; daar mag
-je niet komen.&rdquo; Zij vloog er ook heen en ging met uitgespreide
-armen voor haar poppen, ledikantje en wagentje staan.</p>
-<p class="par">&bdquo;Ik mag best mijn bal krijgen,&rdquo; zei Piet;
-&bdquo;is &rsquo;t niet Moeder?&rdquo;</p>
-<p class="par">&bdquo;Natuurlijk; Piet heeft evenveel recht op &rsquo;t
-speelhoekje als jij, Annie!&rdquo;</p>
-<p class="par">&bdquo;Hij rommelt altijd in mijn poppenhuisje; ik kan
-<span class="pagenum">[<a id="xd21e440" href="#xd21e440" name="xd21e440">19</a>]</span>nooit &rsquo;s leuk met de poppen spelen, of
-hij wil meedoen en dan brengt hij alles in de war,&rdquo; klaagde
-Annie. &bdquo;Toe Piet, ga weg!&rdquo;</p>
-<p class="par">&bdquo;Neen, ik wil hier ook spelen.&rdquo;</p>
-<p class="par">&bdquo;Dat &rsquo;s niks mooi gekleurd,&rdquo; klonk
-&rsquo;t bij de tafel. Daar stond Arnold, die in de vensterbank had
-zitten lezen. &bdquo;Dat hondje moet je bruin met wit maken! Wacht, ik
-zal &rsquo;t eens netjes voor je doen!&rdquo;</p>
-<p class="par"></p>
-<div class="figure xd21e447width"><img src="images/p019.png" alt="En ging met uitgespreide armen voor haar poppen, ledikantje en wagentje staan."
-width="540" height="300">
-<p class="figureHead">En ging met uitgespreide armen voor haar poppen,
-ledikantje en wagentje staan.</p>
-</div>
-<p class="par"></p>
-<p class="par">&bdquo;Moeder!&rdquo;&mdash;Annie gilde &rsquo;t uit.
-&bdquo;Moeder, zegt u toch eens, dat de jongens uitscheiden! Ik kan
-nooit &rsquo;s prettig spelen; ze plagen me altijd!&rdquo;</p>
-<p class="par">&bdquo;Dat &rsquo;s ook wat, ik je plagen? Ik wil je
-juist helpen!&rdquo;</p>
-<p class="par">Annie stampvoette. &bdquo;Blijf van mijn kleurboek
-af!&rdquo;</p>
-<p class="par">&bdquo;Foei Annie,&rdquo; zei Moeder, &bdquo;wat ben je
-weer stout. Wat zal Tante Mies wel zeggen? Tante komt er juist
-aan!&rdquo; <span class="pagenum">[<a id="xd21e460" href="#xd21e460"
-name="xd21e460">20</a>]</span></p>
-<p class="par">Annie stond mokkend in een hoekje, toen Tante Mies
-binnenkwam. Tante vroeg maar niet, wat er aan scheelde; ze begreep
-&rsquo;t wel, want &rsquo;t was vandaag niet voor den eersten keer, dat
-Annie zulke kuurtjes vertoonde.</p>
-<p class="par">Moeder en Tante Mies wisselden een blik van
-verstandhouding.</p>
-<p class="par">Later, toen &rsquo;t heele troepje in den tuin was,
-praatten Moeder en Tante lang met elkaar. &bdquo;Zoo flauw,&rdquo;
-pruttelde Annie, die altijd erg nieuwsgierig was, &bdquo;waarom nou in
-&rsquo;t Fransch, waar we niets van begrijpen?&rdquo;&mdash;</p>
-<p class="par">Met &rsquo;t jongste broertje, Kees, gaf &rsquo;t bij
-den zandhoop warempel al weer gescharrel. Annie kon niet verdragen, dat
-de kleine jongen een van haar vormpjes pakte. Al gebruikte ze &rsquo;t
-zelf ook niet op dit oogenblik, Kees mocht &rsquo;t t&ograve;ch niet
-hebben.</p>
-<p class="par">Geen wonder, dat Kees begon te schreien; Annie rukte
-&rsquo;t hem zoo ruw uit de hand. Toen kwam Moeder en stuurde Annie
-naar binnen.&mdash;</p>
-<p class="par">Den volgenden morgen vond Annie, toen ze beneden kwam,
-een brief op haar bord. Dat was leuk, een brief en ze was toch niet
-jarig! Hij was met drukletters geschreven; Annie kon goed drukletters
-lezen en begon dus maar dadelijk hardop:</p>
-<div class="blockquote">
-<p class="par first salute">&bdquo;Lieve Annie.</p>
-<p class="par">Ik ben de zuster van Tante Mies en ik kom vragen, of je
-vandaag en morgen en net zooveel daagjes als je maar wilt, prettig bij
-mij komt spelen. Ik heb veel mooi speelgoed, maar geen kindertjes, die
-er mee kunnen <span class="pagenum">[<a id="xd21e478" href="#xd21e478"
-name="xd21e478">21</a>]</span>spelen. Wil je dus je broertjes ook soms
-meebrengen, of kom je liever alleen? Dag Annie.</p>
-<p class="par signed">De zuster van Tante Mies, die je maar<br>
-Tante Bets moet noemen.&rdquo;</p>
-</div>
-<p class="par"></p>
-<p class="par">Annie had een kleur van plezier gekregen. &bdquo;Wat een
-leuke brief, h&egrave; Moeder? Is dat die mevrouw, die we laatst bij
-Tante Mies gezien hebben? Mag ik gaan, Moeder? Maar Moeder, de jongens
-blijven thuis, h&egrave;? Woont Tante Bets, zal ik maar zeggen, hier in
-de stad?&rdquo;</p>
-<p class="par">&bdquo;Wat een vragen tegelijk,&rdquo; lachte Moeder.
-&bdquo;Ik zal de laatste maar &rsquo;t eerst beantwoorden. Neen, Tante
-Bets woont even buiten de stad op een mooie villa; je kunt er met de
-tram komen. Als je &rsquo;t prettig vindt, mag je gerust een paar
-daagjes bij Tante Bets logeeren. Ik weet zeker, dat je veel van Tante
-zult houden. Tante Bets is altijd zoo aardig met kinderen.&rdquo;</p>
-<p class="par">&bdquo;Maar de jongens blijven thuis,&rdquo; zei Annie
-nog eens met nadruk. &bdquo;Ik ga veel liever <i>alleen</i>!&rdquo;</p>
-<p class="par">&bdquo;Waarom, vrouwtje?&rdquo;</p>
-<p class="par">&bdquo;Wel, ze zijn altijd zoo vervelend en lastig; ik
-kan nooit &rsquo;s prettig spelen, of ze plagen me. H&egrave; nee, als
-de jongens mee moeten, vind ik er niets aan!&rdquo;</p>
-<p class="par">&bdquo;Ze <i>moeten</i> volstrekt niet mee,&rdquo; sprak
-Moeder kalm, &bdquo;als je &rsquo;t wilt, <i>mogen</i> ze
-mee&mdash;&rdquo;</p>
-<p class="par">&bdquo;O nee&mdash;&rdquo;</p>
-<p class="par">&bdquo;Dan ga je alleen; afgesproken!&mdash;&rdquo;</p>
-<p class="par">Moeder bracht Annie zelf weg. Annie voelde zich erg
-gewichtig, dat ze uit logeeren ging en had thuis aan iedereen verteld,
-dat ze wel een week zou uitblijven. <span class="pagenum">[<a id="xd21e513" href="#xd21e513" name="xd21e513">22</a>]</span></p>
-<p class="par">Toen de tram stil hield voor &rsquo;t groote huis, dat
-in een prachtig aangelegd park lag, keek Annie wat bedremmeld en greep
-Moeders hand stevig vast.</p>
-<p class="par">Maar Tante Bets kwam haar zoo vriendelijk tegemoet en
-geleek zoo veel op Tante Mies, dat Annie&rsquo;s verlegenheid gauw
-verdwenen was. Moeder bleef nog een poosje en mocht zien, waar Annie
-zou slapen. Ook deed Tante Bets even de deur open van de ruime
-speelkamer, waar zooveel moois en aardigs klaar stond!</p>
-<p class="par">&bdquo;Nu, ik zie wel, dat je een leventje als een
-prinsesje zult hebben,&rdquo; zei Moeder en Annie knikte opgetogen. Ze
-liet Moeder rustig vertrekken en wuifde haar vroolijk toe, totdat de
-tram uit &rsquo;t gezicht was verdwenen.</p>
-<p class="par">&bdquo;H&egrave;, hier kon je eerst nog &rsquo;s prettig
-spelen,&rdquo; dacht Annie, toen ze voor de kast vol speelgoed in haar
-eentje op den grond zat. Geen vervelende Piet, die in &rsquo;t
-poppenhuis rommelde, geen wijsneuzige Arnold, die haar zou bedillen, en
-geen kleine Kees, die overal aan kwam! Hier was niemand, dan zij
-alleen;&mdash;over al dit moois was zij nu alleen de baas, had Tante
-Bets gezegd.</p>
-<p class="par">Annie speelde eerst met de poppen, die zoo keurig waren
-aangekleed, alsof ze naar een partijtje moesten. De poppen van Annie
-hadden maar gewone schooljurken aan, dus je kunt begrijpen, hoe Annie
-deze bewonderde. Ze kleedde &rsquo;t heele troepje voorzichtig uit, lei
-de kinderen te slapen in beeldige ledikantjes achter rose gordijnen en
-kleedde ze toen weer aan. Thuis speelde ze vaak schooltje, met Piet er
-bij, als meester; hij deed wel vervelend en zonder kibbelen ging
-&rsquo;t nooit maar.... Annie keek eens om zich heen in de ruime,
-<span class="pagenum">[<a id="xd21e525" href="#xd21e525" name="xd21e525">23</a>]</span>stille kamer.... &rsquo;t was haar hier toch
-alsof ze wat miste.&mdash;</p>
-<p class="par">Van de poppen, hoe mooi ze ook waren, had Annie veel
-gauwer genoeg dan thuis. Kwam Tante Bets nu maar &rsquo;s wat bij haar
-zitten met haar naai- of verstelwerk, zooals Moeder altijd deed! Annie
-ging wat bladeren in de prentenboeken, die op de tafel lagen. Thuis was
-&rsquo;t altijd een toer om ze uit Arnolds handen te krijgen en als
-Annie eens een boek voor zich alleen had, wou Kees geregeld meekijken.
-Vervelend was dit, hoor! Je was prettig aan &rsquo;t lezen en wou
-omslaan, en dan patste Kees met zijn handje op &rsquo;t blad of hield
-het vast om het plaatje nog &rsquo;s te bekijken. Wat was Annie daar al
-vaak ongeduldig en boos om geworden!</p>
-<p class="par">N&ugrave; kon ze heerlijk rustig lezen, net zoo lang als
-ze maar wou! Ze begon aan een aardig verhaaltje, maar toen ze
-halverwege was, deed ze &rsquo;t boek dicht. &rsquo;t Was zoo
-<i>vreeselijk stil</i> in de kamer en door het huis was &rsquo;t
-&oacute;&oacute;k al zoo stil!</p>
-<p class="par">Thuis hoorde je altijd w&agrave;t,&mdash;deuren open of
-dichtdoen, fluiten van Piet en Arnold, Kees&rsquo; stemmetje, dat zoo
-aardig babbelen kon, stommelen op de trap van vlugge
-jongensvoeten.&mdash;H&egrave;, zou &rsquo;t hier altijd zoo stil
-wezen?&mdash;Voorzichtig deed Annie de deur open, keek eens in de gang,
-waar een dikke, mollige looper lag;&mdash;geen wonder, dat je hier geen
-voetstappen hoorde&mdash;thuis op &rsquo;t zeil was dat heel wat
-anders.</p>
-<p class="par">Als een wezeltje zoo behendig gleed Annie de trap
-af.</p>
-<p class="par">Tante Bets kwam gelukkig juist uit een van de
-benedenkamers, want alleen had Annie geen wijs kunnen worden uit al die
-deuren. <span class="pagenum">[<a id="xd21e540" href="#xd21e540" name="xd21e540">24</a>]</span></p>
-<p class="par">Samen met Tante ging ze nu naar buiten. H&egrave;, hier
-was &rsquo;t heerlijk! Wat een mooie bloemperken, en zelfs een fontein
-ook. Hoog sprong &rsquo;t water op, om dan klaterend met een regen van
-zilveren droppels neer te komen in een bassin, waar goudvisschen
-zwommen; terwijl ze er naar keek, dacht Annie op eens aan Kees. Wat zou
-hij een schik in de goudvischjes hebben! Onwillekeurig zag ze om zich
-heen, alsof ze hem roepen wou.&mdash;Hoe dom! Kees was hier immers
-niet!&mdash;</p>
-<p class="par">Aan &rsquo;t eind van den tuin was een stal. Tante Bets
-deed de deur open en bracht Annie bij een bruinen ponnie, die mak en
-aardig was en zelfs kunstjes kon doen. Als Tante hem vroeg om een poot,
-lichtte hij den voorpoot op en hij kon ook een klontje suiker uit
-Tante&rsquo;s zak halen. Wat zouden de jongens dat leuk
-vinden!&mdash;Maar nog mooier werd &rsquo;t, toen Annie op den ponnie
-mocht rijden! Tante Bets hield haar vast en zoo ging het &rsquo;t
-geheele park door.</p>
-<p class="par">Annie genoot, maar vond &rsquo;t onderwijl toch jammer,
-dat Piet en Arnold en Kees haar nu niet konden zien. Wat zouden ze voor
-oogen opzetten: Annie zoo deftig op een ponnie!&mdash;</p>
-<p class="par">Aan tafel was Annie stil. Ze zat daar in een groote,
-groote kamer, ja, je kon wel zeggen: een <i>zaal</i>,&mdash;alleen met
-Tante Bets, voor een tafel heerlijke dingen. Tante bediende haar van
-alles en praatte vroolijk en gezellig, maar telkens was &rsquo;t Annie
-alsof ze iets miste. Als er een feestje thuis was en er kwam dessert op
-tafel, dan was Annie er altijd op uit om gauw met haar oogen de
-lekkerste stukjes vast uit te kiezen. O wee, als &eacute;&eacute;n van
-<span class="pagenum">[<a id="xd21e552" href="#xd21e552" name="xd21e552">25</a>]</span>de jongens dan ook juist zijn zin op
-zoo&rsquo;n stukje had gezet,&mdash;wat kon Annie d&agrave;n kwaad
-zijn! Wat had ze d&agrave;n vaak gedacht: &bdquo;h&egrave;, ik wou, dat
-er eens dessert op tafel kwam, zonder dat jullie er bij waren.&rdquo;
-Maar dat gebeurde natuurlijk nooit. Zoo iets bijzonders als
-<i>dessert</i> zou Moeder toch nooit geven, als ze niet allemaal
-present waren!</p>
-<p class="par">Nu, <i>hier</i> waren de jongens er dan <i>niet</i> bij;
-je zoudt dus meenen, dat Annie nu wel erg genieten zou. Tante Bets liet
-Annie zelf de lekkerste dingen van de schaaltjes kiezen en had er
-&rsquo;t grootste geduld bij. Toch was en bleef Annie stil; je kon wel
-zien, dat ze ondanks dit alles niet den rechten schik had.</p>
-<p class="par">Na &rsquo;t eten zou ze wat kleuren.</p>
-<p class="par"></p>
-<div class="figure xd21e569width"><img src="images/p025.png" alt="Tante bediende haar van alles en praatte vroolijk." width="491"
-height="358">
-<p class="figureHead">Tante bediende haar van alles en praatte
-vroolijk.</p>
-</div>
-<p class="par"></p>
-<p class="par">Tante had een pracht van een verfdoos en mooie,
-duidelijke platen.</p>
-<p class="par">&bdquo;H&egrave; ja,&rdquo; zei Annie, met iets van
-opluchting in haar stem,&mdash;&bdquo;kleuren, dat &rsquo;s
-leuk!&rdquo;</p>
-<p class="par">Vol ijver begon ze; Tante Bets bleef bij haar zitten;
-dat was prettig. Wat zou Annie nu mooi kleuren! Niemand, die aan de
-tafel stootte of haar &rsquo;t penseel <span class="pagenum">[<a id="xd21e579" href="#xd21e579" name="xd21e579">26</a>]</span>afpakte of
-wel wijze opmerkingen maakte over Annie&rsquo;s werk.</p>
-<p class="par">Ja, d&agrave;t zou je zoo denken,&mdash;maar als je na
-een minuut of tien over Annie&rsquo;s schouder gekeken hadt, zou je
-gezien hebben, dat er allemaal vegen en halen buiten &rsquo;t lijntje
-gekomen waren&mdash;een boom werd blauw in plaats van groen en de
-bruine verf van &rsquo;t hek was doorgeloopen, alsof &rsquo;t er op
-geregend had.&mdash;En &rsquo;t regende nog aldoor: druppelde,
-druppelde, druppel ging &rsquo;t op de plaat. Dat waren Annie&rsquo;s
-tranen. Annie schreide toch zoo en daardoor kon ze ook niet zien, of ze
-blauw, dan wel groen nam voor den boom.</p>
-<p class="par">&bdquo;Mijn lieve kind, wat scheelt er aan?&rdquo; vroeg
-Tante Bets verschrikt, toen ze Annie&rsquo;s verdriet gewaar werd.</p>
-<p class="par">&bdquo;&rsquo;t Is,&mdash;&rsquo;t is hier ook
-z&oacute;&oacute; stil;&mdash;je hoort hier <i>niets</i>,&rdquo;
-schreide Annie; &bdquo;ik wou weer naar huis, naar Vader en Moeder, en
-naar Piet en Arnold en&mdash;K&mdash;Kees!&rdquo; Met een snik kwam dit
-laatste er uit.</p>
-<p class="par">Tante Bets nam haar op den schoot; ze was gelukkig niets
-boos; neen, ze zei, dat ze &rsquo;t zich best kon begrijpen. &rsquo;t
-Was hier bij haar ook erg stil en als je thuis dan ook zulke aardige
-broertjes hadt als Annie....</p>
-<p class="par">&bdquo;Ja,&rdquo; knikte Annie en stemde &rsquo;t
-volmondig toe, dat ze <i>aardige</i> broertjes had.</p>
-<p class="par">Ze plaagden wel eens of deden wild, vervolgde Tante,
-maar &rsquo;t waren toch leuke jongens, en &rsquo;t was heel
-natuurlijk, dat Annie &rsquo;t geen dagje buiten hen kon stellen.</p>
-<p class="par">Toen Tante en Annie &rsquo;t dus hierover zoo eens
-waren, konden de tranen spoedig gedroogd worden. Samen bedachten ze nu
-een mooi plannetje en toen liet Annie <span class="pagenum">[<a id="xd21e602" href="#xd21e602" name="xd21e602">27</a>]</span>zich zoet
-naar bed brengen. Ze was nu weer heelemaal getroost, maar wel tien keer
-moest Tante haar nog verzekeren, toen ze er al in lag, dat &rsquo;t
-heusch zoo zou gebeuren, als ze &rsquo;t samen afgesproken hadden,
-namelijk dat Tante morgenochtend vroeg Piet, Arnold en Kees zou laten
-halen om met Annie met &rsquo;t mooie speelgoed te spelen en op den
-ponnie te rijden.&mdash;O, die Annie!&mdash;&rsquo;t Alleen-zijn was
-haar dus niets bevallen. Zou je niet denken, dat ze er door geleerd had
-in &rsquo;t vervolg ook meer van de broertjes te verdragen?&mdash;</p>
-<p class="par"></p>
-<div class="figure xd21e605width"><img src="images/p027.png" alt="&bdquo;Ik wou weer naar huis, naar Vader en Moeder, en naar Piet en Arnold en&mdash;K&mdash;Kees!&rdquo;"
-width="569" height="346">
-<p class="figureHead">&bdquo;Ik wou weer naar huis, naar Vader en
-Moeder, en naar Piet en Arnold en&mdash;K&mdash;Kees!&rdquo;</p>
-</div>
-<p class="par"><span class="pagenum">[<a id="xd21e609" href="#xd21e609"
-name="xd21e609">28</a>]</span></p>
-</div>
-</div>
-<div id="ch3" class="div1 chapter"><span class="pagenum">[<a href="#xd21e2422">Inhoud</a>]</span>
-<div class="divHead">
-<h2 class="main">TAFELS KIJKEN.</h2>
-</div>
-<div class="divBody">
-<p class="par first">Als een pijl uit den boog vloog Jo de deur uit. In
-de lange, rechte straat waren de lantarens al opgestoken; de vlammetjes
-straalden breed uit, wazig door den mist, en als je dat lange, rechte
-eind afkeek, schenen ze heel in de verte aan weerskanten van de straat
-samen te komen in &eacute;&eacute;n lichtschemering.</p>
-<p class="par">Jo&rsquo;s voetstappen daverden door de stille buurt,
-die aan den uitersten kant van de nieuwe stadswijk was gelegen.
-&rsquo;t Sloeg al half en om kwart voor vijf moest hij op &rsquo;t
-Plein zijn. Als hij nu te laat kwam, zou Koo Jaspers bepaald zeggen,
-dat &rsquo;t kwam doordat hij zoo&rsquo;n moederskindje was, dat alles
-eerst thuis aan zijn Moeder moest vragen. De andere jongens bleven zoo
-maar na schooltijd rondslenteren op straat, maar Jo had Ma eens en voor
-al moeten beloven dat niet te doen, en als een flinke jongen hield hij
-zijn woord ook. Dan maar liever wat harder rennen.</p>
-<p class="par">Natuurlijk had Ma &rsquo;t goedgevonden, dat hij mee
-ging tafels kijken; dit wist Jo wel vooruit, al had Jaspers ook
-voorspeld, dat hij zeker niet zou mogen als hij &rsquo;t eerst ging
-vragen.</p>
-<p class="par">Jo lachte en voelde eens eventjes in zijn zak naar de
-twee kwartjes, die Ma hem had gegeven. Die mocht hij nu eens net
-besteden, zooals hij wilde, had Ma gezegd. &rsquo;t Eene werd vast aan
-iets voor Ma uitgegeven, dat stond als een paal boven water, en
-&rsquo;t andere zou ook zijn weg wel vinden met &rsquo;t dubbeltje, dat
-Jo nog van <span class="pagenum">[<a id="xd21e621" href="#xd21e621"
-name="xd21e621">29</a>]</span>zijn eigen geld had. Met vijf-en-dertig
-cent kan je een boel doen, als je niet in al te dure winkels gaat en je
-tevreden stelt met de gewone aardigheidjes van de tafels, zonder in
-mooie surprises te vervallen.</p>
-<p class="par">Hoe meer Jo het oude stadsgedeelte naderde, des te
-drukker waren de straten, welke hij door moest, en des te mooier de
-uitstallingen der winkels. Kijkgragen en koopers verdrongen zich er
-voor. Vooral de speelgoedmagazijnen en de banketbakkerswinkels trokken
-veel publiek door aardige toespelingen op het Sint-Nicolaasfeest. Jo
-kon &rsquo;t niet laten gedurig even stil te staan om er naar te
-kijken, hoeveel haast hij ook had om op &rsquo;t Plein te komen. En dan
-drong hij zich weer met de ellebogen door de menigte verder en liep
-menigen duw en menige verwensching op om zijn wildheid.</p>
-<p class="par">Met een &bdquo;hallo&rdquo; werd Jo begroet. Drie van de
-vrinden waren er al en de vierde kwam even later dan Jo; die was in
-zijn eentje al een boodschap gaan doen.</p>
-<p class="par">&bdquo;Mocht je van je Moesje?&rdquo; vroeg Koo Jaspers,
-flauw een lijmerige kinderstem nabootsend.</p>
-<p class="par">&bdquo;Natuurlijk,&rdquo; zei Jo kortaf, terwijl hij hem
-een stomp gaf, die hem bijna &rsquo;t evenwicht deed verliezen.
-&bdquo;Zeur nou niet!&rdquo;</p>
-<p class="par">&bdquo;Jaspers, houd je laffe grappen voor je,&rdquo;
-riepen de anderen, die Jo, den kapitein van hun clubje, niet door
-zoo&rsquo;n vervelendheid van Jaspers, &rsquo;t minst in tel zijnde lid
-nog wel, uit zijn humeur gebracht wilden zien. Wat deed &rsquo;t er ook
-eigenlijk toe, dat Jo eerst altijd naar huis moest om te vragen of hij
-mocht? Een flauwe, laffe jongen, die niets durft en niets kan, was Jo
-toch <span class="pagenum">[<a id="xd21e633" href="#xd21e633" name="xd21e633">30</a>]</span>heelemaal niet, hoor! Jaspers mocht willen,
-dat hij zoo was als Jo! De jongens waren echt trotsch op den aanvoerder
-van hun club; in de heele klas was er toch maar geen jongen zoo in trek
-als hij! Koo Jaspers moest zich dus maar netjes stilhouden!</p>
-<p class="par"></p>
-<div class="figure xd21e636width"><img src="images/p030.jpg" alt="Met een &bdquo;hallo&rdquo; werd Jo begroet." width="630" height="452">
-<p class="figureHead">Met een &bdquo;hallo&rdquo; werd Jo begroet.</p>
-</div>
-<p class="par"></p>
-<p class="par">Dat brachten ze hem gauw aan zijn verstand en met heel
-wat minder praats liep Jaspers mee met de anderen, de drukste
-winkelstraat in, waar je rechts moest houden en waar je maar voetje
-voor voetje vooruit kon komen, zoo verbazend vol was &rsquo;t er.
-<span class="pagenum">[<a id="xd21e643" href="#xd21e643" name="xd21e643">31</a>]</span></p>
-<p class="par">De jongens vonden &rsquo;t leuk. Telkens stonden ze stil
-voor de uitstallingen.</p>
-<p class="par">&bdquo;Ga jij veel koopen?&rdquo; vroeg Wim Vaasen aan
-Jo. &bdquo;Heb je veel bij je? Ik drie dubbeltjes!&rdquo;</p>
-<p class="par">&bdquo;Ik acht-en-dertig cent, zeg,&rdquo; riep Rudolf
-Roose.</p>
-<p class="par">&bdquo;En ik een kwartje! Hoeveel jij?&rdquo;</p>
-<p class="par">&bdquo;Zestig cent,&rdquo; zei Jo, en toen met iets van
-trots: &bdquo;Ik heb twee kwartjes van Ma gekregen daareven; &rsquo;k
-mag er net mee doen wat ik wil!&rdquo;</p>
-<p class="par">&bdquo;Nou zeg!&rdquo; klonk het met onverholen
-bewondering en Jo groeide er in, dat de jongens nu dan toch zagen hoe
-Ma hem vertrouwde en &rsquo;t dus d&aacute;&aacute;rom niet was, dat
-hij &rsquo;t Ma vooruit moest vragen, als hij met de jongens uit
-wilde!</p>
-<p class="par">Jo speelde eerst de rijke meneer in de winkels, waar ze
-de tafels gingen kijken. In &rsquo;t bewustzijn van zijn bezit kon hij
-moeilijk tot een keus komen: de eenvoudige prulletjes als suikeren
-scharen, mesjes, lilliputter-chocola-lettertjes en brokken gebroken
-borstplaat liet hij maar aan de anderen over. Hij was erg lastig bij
-&rsquo;t uitzoeken, maar &rsquo;t eind was dan, dat hij toch den winkel
-weer uitging zonder iets te hebben gekocht, behalve in een van de
-fijnste chocolademagazijnen, waar de andere vier eerst niet in wilden,
-omdat daar toch niets van hun gading of liever niets voor hun magere
-beurzen te vinden was;&mdash;daar kocht hij een groote, mooie
-borstplaat voor Ma, in een doos, voor een van zijn beide kwartjes. De
-vrinden stonden intusschen op een kluitje bij de deur, die
-onophoudelijk open en dicht ging om dames en kinderen binnen te laten,
-die dan verdwenen <span class="pagenum">[<a id="xd21e658" href="#xd21e658" name="xd21e658">33</a>]</span>in de groote kamer achter den
-winkel, waar de tafels waren. Buiten stonden een paar rijtuigen te
-wachten; &rsquo;t gerinkel van de paardebelletjes klonk vroolijk en
-feestelijk, telkens als de deur openging.</p>
-<p class="par"></p>
-<div class="figure xd21e661width"><img src="images/p032.jpg" alt="Daar kocht hij een groote, mooie borstplaat." width="578" height="720">
-<p class="figureHead">Daar kocht hij een groote, mooie borstplaat.</p>
-</div>
-<p class="par"></p>
-<p class="par">De jongens waren blij, toen Jo zijn borstplaat gekocht
-had. Ze voelden zich niet erg op hun gemak in dien deftigen winkel met
-nuffige, kleine meisjes en jongetjes, die er uitzagen als de kleine
-Lord&mdash;zij waren beter op streek in de drukte op straat, en zoo
-gauw ze dan ook weer buiten waren, lieten ze hun joligheid den vrijen
-teugel; arm in arm hosten ze zingend door de menigte. Een paar jongens
-van school, die ze voorbij liepen, werden aangehaakt. Frans Walgraver,
-een jongen met een vroolijk, rond gezicht, was dadelijk bereid mee te
-gaan, maar Paul Wezels, een kleine, magere bleekneus, die iets schuws
-in zijn blik had en je zoo onzeker door zijn bril kon aankijken, deed
-vergeefsche pogingen om los te komen uit den greep van Wim en Rudolf.
-Dit prikkelde de opgewonden bende juist om van de grap ernst te gaan
-maken.</p>
-<p class="par">&bdquo;Stribbel maar niet tegen!&rdquo; riep Koo
-Jaspers. &bdquo;Mee zul je en mee moet je, of je wilt of niet. Wij gaan
-langs de tafels en jij moet ons trakteeren!&rdquo;</p>
-<p class="par">&bdquo;Ja, mannetje, daar kom je niet af,&rdquo; zei
-Jaap, terwijl hij Paul steviger beet pakte. &bdquo;Weet je wel, dat
-&rsquo;t een groote eer voor je is, dat je de beroemde club mag
-onthalen? Kapitein, spreek ook eens een woordje mee!&rdquo;</p>
-<p class="par">&bdquo;In naam der club, je bent onze gevangene,&rdquo;
-zei Jo zoo barsch mogelijk, terwijl hij den hem verwilderd aanzienden
-Paul meetrok, en toen zachtjes: &bdquo;Kom, j&ocirc;, <span class="pagenum">[<a id="xd21e674" href="#xd21e674" name="xd21e674">34</a>]</span>ga nou maar even mee, des te eerder laten ze
-je met rust&mdash;wat is dat nou&mdash;effentjes!&rdquo;</p>
-<p class="par">&bdquo;Och maar, maar....&rdquo; stotterde Paultje, die
-trilde van zenuwachtigheid en van koude&mdash;&bdquo;ik, ik kan niet
-en&mdash;en&mdash;&rsquo;k heb geen geld ook!&rdquo;</p>
-<p class="par">&bdquo;Dat zijn jokkens,&rdquo; gilde Frans. &bdquo;Je
-hebt geld in je zak&mdash;je hebt me daarnet zelf verteld dat je
-boodschappen ging doen!&rdquo;</p>
-<p class="par">Paul trachtte nog iets in &rsquo;t midden te brengen,
-maar er hielp niets aan. De vroolijke bende omjoelde hem en maakte
-zoo&rsquo;n spektakel, dat zijn zwakke stem er geheel onder verloren
-ging. Sommigen van de voorbijgangers keken glimlachend naar dat
-jongensgedoe, maar anderen, meer haastig gebakerd, bromden over
-zoo&rsquo;n opstootje in de toch al zoo drukke straat en een
-politieagent, die er voor te zorgen had, dat &rsquo;t verkeer niet
-gestremd werd, gelastte hun door te loopen. Als Paul gehoopt had nu te
-kunnen ontsnappen, had hij toch buiten den waard gerekend! De jongens
-waren minder dan ooit van plan hun buit te laten gaan, nu ze gehoord
-hadden, dat Paul, ondanks zijn beweren van het tegendeel, w&egrave;l
-geld op zak had. Zoo&rsquo;n schriele, die zich altijd maar hield,
-alsof hij niets had, nooit eens mee kon doen! Zoo&rsquo;n stiekemerd!
-Dat zouden ze hem nu wel eens betaald zetten! Ook Jo, die zelf zoo
-royaal en openhartig was, had Paul nu met &eacute;&eacute;n slag tegen
-zich ingenomen. Jo vond &rsquo;t maar wat gezond, dat Paultje nu eens
-op zijn nummer werd gezet. Eerst hield hij hem nog vast, maar &rsquo;t
-hoefde niet meer; Paul begreep, dat hij toch niet tegen Jo&rsquo;s
-<span class="pagenum">[<a id="xd21e682" href="#xd21e682" name="xd21e682">35</a>]</span>sterke knuisten was opgewassen en liep gedwee
-mee.</p>
-<p class="par">&bdquo;Naar Schoenmakers, jongens!&rdquo; riep Jo op
-&rsquo;t drukke kruispunt, waar ze de Markt moesten oversteken.
-&bdquo;Daar houden we groote smulpartij en Paul speelt voor
-Sint-Nicolaas!&rdquo;</p>
-<p class="par">Door de drukte raakten de jongens van elkaar en Jo en
-Paul waren den anderen op een gegeven oogenblik een heel eind vooruit,
-de Markt op. Bij de apotheek op den hoek werd hun weg versperd door een
-reeks van rijtuigen. Paul wierp schichtige blikken om zich heen,
-terwijl hij zich aan de vensterbank van de apotheek vastklemde.</p>
-<p class="par"></p>
-<div class="figure floatLeft xd21e689width"><img src="images/p035.jpg"
-alt="Terwijl hij zich aan de vensterbank vastklemde." width="370"
-height="509">
-<p class="figureHead">Terwijl hij zich aan de vensterbank
-vastklemde.</p>
-</div>
-<p class="par"></p>
-<p class="par">&bdquo;Och Jo,&rdquo; kwam er toen half huilend uit,
-&bdquo;laat me nou toch even hier binnen gaan&mdash;een boodschap voor
-Moe!&rdquo;</p>
-<p class="par">Jo keek Paul scherp aan bij &rsquo;t licht, dat uit de
-apotheek straalde. Was dat nu maar een uitvlucht van schrielen Paul om
-aan het trakteeren te ontkomen? <span class="pagenum">[<a id="xd21e697"
-href="#xd21e697" name="xd21e697">36</a>]</span></p>
-<p class="par">&bdquo;Denk je, dat &rsquo;k dat geloof?&rdquo;</p>
-<p class="par">&bdquo;Gerust, Jo, &rsquo;t is waar! Kijk, hier is het
-recept van den dokter!&rdquo;</p>
-<p class="par">&bdquo;Is ze dan ziek?&rdquo; vroeg Jo, terwijl hij snel
-een blik sloeg op &rsquo;t papiertje, dat Paul uit zijn zak had
-opgedolven.</p>
-<p class="par">&bdquo;Neen, maar altijd zoo erg moe. Ze moet rust
-houden, zegt de dokter; maar Moe doet &rsquo;t niet, want ze heeft
-altijd maar naaiwerk, en dit drankje wil ze ook al niet laten
-klaarmaken, omdat &rsquo;t zoo&rsquo;n vreeselijk duur middel
-is&mdash;een gulden voor maar zoo&rsquo;n klein fleschje! Maar ik ga
-&rsquo;t toch halen voor Moe. &rsquo;k Heb daarnet stilletjes &rsquo;t
-recept uit &rsquo;t sleutelmandje genomen en een gulden heb ik ook, van
-mezelf&mdash;laatst toen &rsquo;k jarig was, heeft Oom Arie er een in
-mijn spaarpot gestopt. En nu krijgt Moe &rsquo;t toch, dan wordt ze
-weer sterk, want z&oacute;&oacute; kan &rsquo;t niet langer!&rdquo; zei
-Paul, die, aangemoedigd door iets in Jo&rsquo;s gezicht, zich liet
-gaan, zooals hij &rsquo;t nog nooit had gedurfd tegenover een van de
-jongens.</p>
-<p class="par">&bdquo;Meer geld heb ik niet bij me, alleen dien gulden,
-en <i>die</i> is voor Moe, dien krijgen jullie niet al.... al sla je me
-dood,&rdquo; barstte Paul los met ongewone heftigheid.</p>
-<p class="par">Jo voelde zich bij Paul&rsquo;s woorden als een
-struikroover.</p>
-<p class="par">&bdquo;Houd je gulden maar,&rdquo; fluisterde hij
-haastig, want de anderen kwamen er al aan, &bdquo;en ga nu eerst toch
-maar even met ons mee, anders heb je op school geen leven, dan plagen
-ze je mal.&rdquo;</p>
-<p class="par">&bdquo;Ja,&rdquo; knikte Paultje, die plotseling zijn
-heldhaftigheid kwijt was en weer ineenkromp tot &rsquo;t schuwe
-jongetje, dat zijn heele schoolleven lang &rsquo;t mikpunt van alle
-plagerijen was geweest. &bdquo;Maar, maar hoe moet ik dan....
-<span class="pagenum">[<a id="xd21e718" href="#xd21e718" name="xd21e718">37</a>]</span>Frans weet, dat ik geld bij me heb,
-en....&rdquo;</p>
-<p class="par">&bdquo;Hier!&rdquo;&mdash;Jo stopte hem zijn kwartje en
-dubbeltje in den zak.</p>
-<p class="par">&bdquo;En nou speel je maar eens flink op; vertel hun,
-dat je er niet meer voor over hebt dan vijf-en-dertig cent, en daarmee
-is &rsquo;t uit! Als de lui zien, dat je niet bang voor ze bent, laten
-ze je wel met rust!&rdquo;</p>
-<p class="par">Paul wilde nog wat in &rsquo;t midden brengen, maar daar
-kwamen de overigen al, en voordat hij nog goed begreep w&agrave;t Jo
-eigenlijk tegen hem had gezegd, was hij al met den vroolijken troep in
-den winkel bij Schoenmakers.</p>
-<p class="par">Zonder Jo was er niets van Paultje en zijn geld
-terechtgekomen.</p>
-<p class="par">Onbeholpen legde hij &rsquo;t kwartje en &rsquo;t
-dubbeltje op de toonbank en vragend keek hij naar zijn beschermer, die
-de zaak in handen nam. Jo kocht er een flinken voorraad gebroken
-borstplaat voor, dien ze toen onder elkaar verdeelden. Ook Paul kreeg
-zijn part, maar hij was zoo overbluft, dat hij &rsquo;t zou hebben
-laten liggen, wanneer Jo &rsquo;t hem niet in den zak had gestopt, toen
-ze den winkel uitgingen. De anderen stonden verbaasd over Paultjes
-royaliteit; en dat nog wel zonder tegenstribbelen! Ze keken hem
-dadelijk met heel andere oogen aan. De kleine Wezels viel toch per slot
-van rekening mee, en dat de kapitein van hun club hem onder zijn
-bescherming had genomen, deed hem ook nog een paar graden in de
-algemeene achting rijzen.</p>
-<p class="par">Veel gauwer dan hij &rsquo;t had durven hopen stond Paul
-weer op straat; den gulden had hij nog, borstplaat bovendien, en in
-zijn ooren klonk nog Jo&rsquo;s hartelijk: <span class="pagenum">[<a id="xd21e733" href="#xd21e733" name="xd21e733">38</a>]</span>&bdquo;Beterschap met je Moe!&rdquo; toen hij
-uit de mistige straat de warm verlichte apotheek binnenkwam.</p>
-<p class="par">&bdquo;Wij gaan ook maar naar huis, h&egrave;?&rdquo;
-zei Jo, terwijl ze den tegenovergestelden kant opgingen. &bdquo;Ons
-geld is toch op en....&rdquo;</p>
-<p class="par">&bdquo;&rsquo;t Jouwe niet,&rdquo; zei Jaspers, die
-graag op andermans zak teerde en vooral op dien van den goedgeefschen
-Jo.</p>
-<p class="par"></p>
-<div class="figure xd21e740width"><img src="images/p038.jpg" alt="&bdquo;&rsquo;t Jouwe niet,&rdquo; zei Jaspers." width="461" height="412">
-<p class="figureHead">&bdquo;&rsquo;t Jouwe niet,&rdquo; zei
-Jaspers.</p>
-</div>
-<p class="par"></p>
-<p class="par">Jo kreeg een kleur. Dat hij zijn geld niet meer had, kon
-hem niets schelen, maar dat de jongens <i>hem</i> nu voor schriel
-zouden houden, d&aacute;&aacute;r kon hij niet goed overheen.
-Onwillekeurig stak hij zijn hand in den zak;&mdash;hij voelde iets
-hards: de doos voor Ma.... en toen bedacht hij blij hoe hij gelukkig
-voor <i>zijn</i> Moeder geen versterkende middelen hoefde te koopen. Ma
-was sterk en gezond, en al moesten ze zuinig leven, Ma hoefde zich toch
-ook niet ziek en moe te maken met naaiwerk voor anderen! Toen Jo dit
-bedacht, viel bij <span class="pagenum">[<a id="xd21e752" href="#xd21e752" name="xd21e752">39</a>]</span>dit alles die eene kleine
-opoffering zoo volkomen in &rsquo;t niet, dat hij opeens weer de oude,
-vroolijke Jo werd, die zich met wat malligheid van de zaak afmaakte en
-toen, in zijn hoedanigheid van kapitein, de club met een grappig
-toespraakje ontbond tot de volgende samenkomst.</p>
-</div>
-</div>
-<div id="ch4" class="div1 chapter"><span class="pagenum">[<a href="#xd21e2428">Inhoud</a>]</span>
-<div class="divHead">
-<h2 class="main">GEEN BANGERD.</h2>
-</div>
-<div class="divBody">
-<p class="par first">In de Kerstvacantie hadden Wim en zijn vrindjes,
-en nog een heeleboel jongens en meisjes met hen, er aldoor op gehoopt,
-maar &rsquo;t was niet gekomen. In Januari hadden ze er toen stellig op
-gerekend, maar na een paar dagen vorst was de dooi weer ingevallen.
-Dus, mis, hoor, nog steeds geen ijs! Er waren er, die toen den moed
-opgaven en hun schaatsen opborgen, maar oude menschen, die verstand van
-&rsquo;t weer hadden, beweerden, dat Februari nog wel eens echt
-wintersch zou kunnen worden. Dat hadden ze al vaker beleefd: na slappen
-winter een echt guur voorjaar met vorst en sneeuw en ijs. En &rsquo;t
-bleek, dat die oudjes &rsquo;t bij &rsquo;t rechte eind hadden gehad.
-Begin Februari sloeg het weer om en &rsquo;t werd nog een ouderwetsch
-nawintertje.</p>
-<p class="par">De scholen gaven &rsquo;s middags vrijaf. De kinderen
-konden dus nog echt hun sch&acirc; inhalen.</p>
-<p class="par">Even buiten &rsquo;t dorp was een mooie baan, die druk
-bezocht werd; al te druk, zeiden sommige jongens, <span class="pagenum">[<a id="xd21e763" href="#xd21e763" name="xd21e763">40</a>]</span>die zelf goed konden rijden en dus minachtend
-neerkeken op de krabbelaars, die hun daar den weg versperden. Daarom
-gingen zij liever buiten de baan en reden op de Vaart zelf, waar ze
-beter de ruimte hadden.</p>
-<p class="par">Maar op de Vaart was &rsquo;t heel wat gevaarlijker.
-Wim&rsquo;s Moeder was er niets goed over te spreken, toen ze er van
-hoorde. Eindelijk gaf ze aan Wim&rsquo;s aanhouden toe, wanneer hij
-wilde beloven, niet op de Vaart te zullen gaan, als er vlaggetjes
-geplaatst waren, tot teeken, dat &rsquo;t ijs niet vertrouwbaar
-was.</p>
-<p class="par">Dit beloofde Wim en toen was Moeder gerust. Zij wist,
-dat ze op Wim aan kon.</p>
-<p class="par">Vroolijk fluitend trok hij er op uit, met zijn
-schaatsen, aan de riempjes bengelend, om zijn hals.</p>
-<p class="par">&bdquo;We hebben al op je gewacht,&rdquo; zei Hein van
-den dokter, toen hij bij de baan kwam. &bdquo;&rsquo;t Is hier zoo vol;
-ga je mee naar de Vaart? De andere jongens gaan ook!&rdquo;</p>
-<p class="par">Wim, die al van verre de vlaggetjes gezien had,
-probeerde er zich af te maken. &bdquo;Och, waarom&mdash;nu is &rsquo;t
-hier toch niet zoo vol.&rdquo;</p>
-<p class="par">En toen Hein hem met alle geweld mee wou hebben, zei
-hij: &bdquo;Maar &rsquo;t ijs is er nog niet goed; zie je de vlaggetjes
-dan niet?&rdquo;</p>
-<p class="par">Hein begon te lachen: &bdquo;Och, schei toch uit met die
-flauwe praatjes! Kees is &rsquo;t daarnet gaan probeeren! Nou, als
-&rsquo;t Kees kan houden!&rdquo;&mdash;</p>
-<p class="par">Kees, de dikkerd, kwam er ook bij. &bdquo;&rsquo;t IJs
-niet sterk?&mdash;Net zoo sterk is &rsquo;t als dit hier&mdash;wat ik
-je zeg!&rdquo;</p>
-<p class="par">&bdquo;Ik ga toch liever niet mee,&rdquo; zei Wim;
-&bdquo;ik heb Moeder beloofd, dat ik &rsquo;t niet zou doen.&rdquo;
-<span class="pagenum">[<a id="xd21e784" href="#xd21e784" name="xd21e784">41</a>]</span></p>
-<p class="par">&bdquo;Uitvluchten!&rdquo; riep Piet. &bdquo;Je bent
-bang, anders niets, flauwerd!&rdquo;</p>
-<p class="par">En de anderen begonnen nu ook te roepen van
-&bdquo;bangerd,&rdquo; &bdquo;flauwerd&rdquo;.&mdash;</p>
-<p class="par">Nu moet je weten, dat Wim allesbehalve laf was; hij was
-zelfs heel flink. Dat ze hem nu allemaal voor een flauwen jongen aan
-zouden zien, vond hij dus vreeselijk.</p>
-<p class="par"></p>
-<div class="figure xd21e792width"><img src="images/p041.jpg" alt="Begonnen nu ook te roepen &bdquo;flauwerd!&rdquo;" width="610" height="454">
-<p class="figureHead">Begonnen nu ook te roepen
-&bdquo;flauwerd!&rdquo;</p>
-</div>
-<p class="par"></p>
-<p class="par">Driftig keerde hij zich naar de jongens toe en hij was
-op het punt om te zeggen: &bdquo;ik zal je toonen, dat ik <span class="pagenum">[<a id="xd21e798" href="#xd21e798" name="xd21e798">42</a>]</span>&rsquo;t best durf, net zoo goed als jullie,
-&rsquo;k ga mee.&rdquo;&mdash;Maar toen op eens dacht hij aan Moeder;
-hij zag haar bezorgd gezicht en herinnerde zich zijn belofte.</p>
-<p class="par"></p>
-<div class="figure xd21e801width"><img src="images/p042.jpg" alt="&rsquo;t Was een saaie middag voor Wim." width="632" height="462">
-<p class="figureHead">&rsquo;t Was een saaie middag voor Wim.</p>
-</div>
-<p class="par"></p>
-<p class="par">&bdquo;Neen,&rdquo; zei hij flink; &bdquo;ik doe
-&rsquo;t t&oacute;ch niet. Noem me maar bang, als je wilt;&mdash;ik
-blijf hier.&rdquo;</p>
-<p class="par">&rsquo;t Was een saaie middag voor Wim. Heel dikwijls
-had hij een gevoel van spijt over zijn opoffering. Dan kostte &rsquo;t
-hem de grootste moeite niet &eacute;&eacute;n, twee, drie onder het
-staketsel door te kruipen en naar de andere <span class="pagenum">[<a id="xd21e809" href="#xd21e809" name="xd21e809">43</a>]</span>jongens te rijden, die de grootste pret hadden
-op de Vaart, waar &rsquo;t ijs, ondanks de waarschuwende vlaggetjes, o
-wonder, toch sterk genoeg bleek te zijn. Dan dacht Wim een oogenblik:
-&bdquo;Maar als Moeder <i>wist,</i> dat &rsquo;t toch sterk genoeg was,
-zou ze &rsquo;t misschien wel goed vinden.&rdquo;</p>
-<p class="par">&bdquo;Neen,&rdquo; klonk &rsquo;t stemmetje van binnen,
-&bdquo;je hebt Moeder <i>beloofd</i> niet te zullen gaan, als er
-vlaggetjes waren uitgezet en daaraan moet je je houden&mdash;niet
-&rsquo;t voor jezelf goed zien te praten.&rdquo;</p>
-<p class="par">Wim luisterde naar die waarschuwende stem, maar saai had
-hij &rsquo;t daar, op zijn eentje, bij al die krabbelaartjes; daar gaat
-niets af.</p>
-<p class="par">Tegen den tijd, dat ieder naar huis ging, zakte Wim ook
-af. Eigenlijk was hij blij, dat de middag om was. Landerig slenterde
-hij op zijn eentje naar huis. Hein en nog een paar jongens kwamen
-achter hem aan. O, hij behoefde niet eens om te kijken om te weten, dat
-ze &rsquo;t over hem hadden, triomfantelijk, omdat &rsquo;t ijs toch
-sterk genoeg was geweest, hem uitlachten en voor bang
-uitmaakten.&mdash;Dat hinderde hem geducht.&mdash;</p>
-<p class="par">In de stille straat, waar Hein woonde, stond lange Toon,
-een jongen, aan wien ze allemaal een hekel hadden, omdat hij valsch en
-geniepig was en vol leelijke streken zat. Maar niemand durfde hem recht
-aan, want hij was sterk en vocht valsch. Daarom gingen de jongens hem
-meestal uit den weg. Nu was hij bezig &rsquo;t kleine zusje van Hein,
-dat er aan &rsquo;t sleden was, te plagen; hij dreigde haar &rsquo;t
-sleet je te zullen afnemen.</p>
-<p class="par">Toen Wim dit zag, vergat hij zijn eigen
-verdrietelijkheden. <span class="pagenum">[<a id="xd21e828" href="#xd21e828" name="xd21e828">44</a>]</span></p>
-<p class="par">Zonder bedenken vloog hij op den veel grooteren jongen
-aan.</p>
-<p class="par">Onderwijl waren de anderen naderbij gekomen, en toen Wim
-eindelijk, met een buil op zijn hoofd, en een bloedneus, duizelig
-overeind krabbelde, overwonnen, maar toch dadelijk bereid om weer van
-voren af aan te beginnen, als &rsquo;t noodig mocht zijn, was &rsquo;t
-eerste, wat hij hoorde, een luid bravo-geroep van Hein, die nu toch wel
-gezien had, dat Wim <i>geen</i> bangerd was.</p>
-<p class="par"></p>
-<div class="figure xd21e837width"><img src="images/p044.jpg" alt="Vloog hij op den veel grooteren jongen aan." width="607" height="392">
-<p class="figureHead">Vloog hij op den veel grooteren jongen aan.</p>
-</div>
-<p class="par"></p>
-<p class="par">Hein nam hem mee naar binnen, om &rsquo;t bloed van zijn
-gezicht te wasschen, en boven, bij &rsquo;t fonteintje, zei hij
-&rsquo;t hem ook eerlijk. <span class="pagenum">[<a id="xd21e843" href="#xd21e843" name="xd21e843">45</a>]</span></p>
-<p class="par">En hieruit blijkt, dat Hein &oacute;&oacute;k een ferme
-jongen was, evengoed als Wim.</p>
-</div>
-</div>
-<div id="ch5" class="div1 chapter"><span class="pagenum">[<a href="#xd21e2434">Inhoud</a>]</span>
-<div class="divHead">
-<h2 class="main">DE OUDE NOTEBOOM.</h2>
-</div>
-<div class="divBody">
-<p class="par first">Ze waren met een troepje van zes op de zonnige
-speelplaats der school aan het touwtje springen, dicht bij &rsquo;t
-hooge hek van latwerk, waar je den noteboom door kon zien. Hij stond op
-een verwaarloosd plekje grond naast de speelplaats. Daar tierden
-brandnetels en distels welig tusschen de meidoorn- en vlierstruiken,
-waarvan de takken hoog waren opgeschoten, terwijl de taaie stengels van
-de klimmende, wilde boekweit er zich omheen hadden geslingerd. &rsquo;t
-Was er een warbosch van door en in elkaar groeiende struiken en
-planten, maar de noteboom, de oude noteboom, stak er met zijn
-eerwaardige kruin machtig boven uit als een koning, die zijn gebied
-overziet.</p>
-<p class="par">Die noteboom was een groote vrind van de kinderen.
-Hoeveel neusjes zich in &rsquo;t speeluur wel tegen &rsquo;t latwerk
-drukten om naar hem te kijken! Als hij niet zoo&rsquo;n oude,
-verstandige noteboom was geweest, zou hij er bepaald trotsch op zijn
-geworden, maar nu wist hij wel beter en begreep hij best, waar &rsquo;t
-hun eigenlijk om te doen was&mdash;om zijn <i>noten</i>! De meesten
-rolden helaas tusschen de brandnetels, maar toch, een enkele kwam dicht
-bij &rsquo;t latwerk te land, zoodat lenige vingertjes, met takjes
-<span class="pagenum">[<a id="xd21e856" href="#xd21e856" name="xd21e856">46</a>]</span>en stokjes geduldig peuterend, ze wel naar
-zich toe konden halen, en dan die pret om er den groenen bolster af te
-doen en de noot te kraken op de steenen, onder den voet, of tusschen
-sterke, witte tandjes!&mdash;</p>
-<p class="par">&bdquo;H&egrave; nee, &rsquo;k schei er uit,&rdquo; zei
-Mies; &bdquo;&rsquo;k word zoo warm van &rsquo;t springen!&rdquo;</p>
-<p class="par"></p>
-<div class="figure xd21e861width"><img src="images/p046.png" alt="&bdquo;&rsquo;t Gaat ook niks leuk meer.&rdquo;" width="484" height="252">
-<p class="figureHead">&bdquo;&rsquo;t Gaat ook niks leuk
-meer.&rdquo;</p>
-</div>
-<p class="par"></p>
-<p class="par">&bdquo;Ik ook. &rsquo;t Gaat ook niks leuk meer! Die Jo
-draait zoo vervelend,&rdquo; riep Lina, die er genoeg van kreeg, omdat
-ze telkens &bdquo;af&rdquo; was. &bdquo;Gaan jullie mee, kijken of er
-noten zijn?&rdquo;</p>
-<p class="par">&bdquo;Zeg, daar heb je dat kind van Rietspaan! Net doen
-of we haar niet zien.&rdquo;&mdash;En Bertha nam Truus en Gonne bij den
-arm en draaide zich opzettelijk z&oacute;&oacute;, dat &bdquo;&rsquo;t
-kind van Rietspaan&rdquo; gelegenheid kreeg de breede haarstrikken van
-&rsquo;t drietal te bewonderen.</p>
-<p class="par">&bdquo;Mag ik meedoen? Wat spelen jullie?&rdquo; klonk
-&rsquo;t op den ietwat zangerigen toon van een Oostersch kind.</p>
-<p class="par">&bdquo;Niks,&rdquo; antwoordde Lina snibbig.
-<span class="pagenum">[<a id="xd21e873" href="#xd21e873" name="xd21e873">47</a>]</span></p>
-<p class="par">&bdquo;H&egrave;, flauw! Je bent toch aan &rsquo;t
-touwtje springen! <i>Zie</i> ik toch, ja?&rdquo;</p>
-<p class="par">&bdquo;Als je &rsquo;t ziet, waarom vraag je &rsquo;t
-dan nog?&rdquo;</p>
-<p class="par">&bdquo;Nou ja! Zal ik voor jullie draaien?&rdquo;</p>
-<p class="par">&bdquo;Nee; we scheien er uit.&rdquo;</p>
-<p class="par">&bdquo;Wat gaan jullie dan nou doen?&rdquo;</p>
-<p class="par">Jo haalde haar schouders op. &bdquo;Och!&rdquo;</p>
-<p class="par">Ze duwden zoo&rsquo;n beetje tegen elkaar aan, de zes;
-ze giegelden en smuusperden met elkaar en Doortje Rietspaan stond er
-naar te kijken met haar groote, donkere oogen, die nu nog grooter en
-donkerder geleken.</p>
-<p class="par">&bdquo;Als &rsquo;k jarig ben, mag ik van mijn Tante
-meisjes vragen,&rdquo; zei ze op eens; &bdquo;maar als jullie zoo
-vervelend doen, vraag ik je lekker niet.&rdquo;</p>
-<p class="par">&bdquo;We zouden toch niet gekomen zijn, nietwaar
-Lien?&rdquo; giegelde Gonne, terwijl de anderen het uitproestten.</p>
-<p class="par">&bdquo;Verbeeld je, op een partijtje bij dat
-kind!&rdquo;</p>
-<p class="par">&bdquo;Nee, geen partij,&rdquo; verbeterde Doortje
-eerlijk; &bdquo;spelletjes doen en raadseltjes opgeven en
-zoo&mdash;&rdquo;</p>
-<p class="par">&bdquo;Raadseltjes opgeven en zoo,&rdquo; bauwde Truus
-haar na.</p>
-<p class="par">&bdquo;Dank je, hoor! Da&rsquo;s goed voor
-bewaarschoolkindertjes.&mdash;&rdquo;</p>
-<p class="par">De tranen sprongen Doortje in de oogen. Overmorgen zou
-ze jarig zijn en nu had Tante vandaag gezegd, dat ze een paar kennisjes
-op visite mocht hebben.</p>
-<p class="par">Met een blij hartje was ze naar school gehuppeld. Als ze
-met z&oacute;&oacute;&rsquo;n invitatie kwam, zouden ze haar toch wel
-meetellen, dacht ze, en ze had &rsquo;t speeluur haast niet kunnen
-afwachten. Wie ze vragen zou? Ze was nog maar zoo kort hier op school!
-<span class="pagenum">[<a id="xd21e909" href="#xd21e909" name="xd21e909">48</a>]</span></p>
-<p class="par">&bdquo;Wel,&rdquo; had Tante gezegd, &bdquo;de meisjes,
-die &rsquo;t aardigst voor je zijn.&rdquo;</p>
-<p class="par"></p>
-<div class="figure floatRight xd21e913width"><img src="images/p048.png"
-alt="zij stond hier zoo zielig alleen." width="127" height="311">
-<p class="figureHead">zij stond hier zoo zielig alleen.</p>
-</div>
-<p class="par"></p>
-<p class="par">Och, Tante wist &rsquo;t niet, dat de meisjes geen van
-allen aardig voor haar waren. Doortje had &rsquo;t nooit thuis verteld,
-omdat ze het zoo naar vond en zich er ook over schaamde. Maar ze had
-bij zichzelf gekozen: Mies, omdat die er zoo vroolijk uitzag en Jo,
-omdat ze vriendin met Mies was, en Truus, omdat alle meisjes haar zoo
-aanhaalden en Bertha, omdat ze naast haar zat. En nu,&mdash;nu deden ze
-zoo!</p>
-<p class="par">Doortje keek met een brandend gevoel in haar oogen naar
-de meisjes, die geen acht meer op haar sloegen en gehurkt op den grond
-voor &rsquo;t hek zaten.</p>
-<p class="par">Waarom sloten ze er haar toch altijd buiten? Ze bedacht
-toch van alles om vriendelijk tegen ze te zijn met een griffel te
-leenen of een potlood of door soms voor te zeggen. Als ze maar eens wat
-heel groots kon doen, dan zouden ze misschien ook wel een klein beetje
-van haar gaan houden!</p>
-<p class="par">Doortje keek verlangend naar &rsquo;t vroolijke gedoe
-van haar zes klasgenootjes. Ginds waren andere groepjes gezellig aan
-&rsquo;t spelen en zij&mdash;zij stond hier zoo zielig alleen.</p>
-<p class="par">De wind ruischte door de takken van den ouden noteboom.
-Rrt&mdash;rrt&mdash;rrt&mdash;rrt.&mdash;Daar vielen weer een paar
-noten. Met een harden plof kwamen ze op den grond terecht.</p>
-<p class="par">&bdquo;H&egrave;&mdash;jammer,&rdquo; zei Jo.
-&bdquo;Weer allemaal <span class="pagenum">[<a id="xd21e929" href="#xd21e929" name="xd21e929">49</a>]</span>tusschen de brandnetels! Geen
-een naar dezen kant.&rdquo;</p>
-<p class="par">&bdquo;Laat &rsquo;s kijken, daar ligt er een. O nee,
-&rsquo;t is een omgekruld blad; wat vervelend!&rdquo;</p>
-<p class="par">Gonne had opgekeken. &bdquo;O, zie dat malle kind van
-Rietspaan eens!&rdquo; riep ze.</p>
-<p class="par"></p>
-<div class="figure xd21e937width"><img src="images/p049.png" alt="Alle zes kwamen ze overeind." width="633" height="232">
-<p class="figureHead">Alle zes kwamen ze overeind.</p>
-</div>
-<p class="par"></p>
-<p class="par">&bdquo;O, als de Juffrouw dat bemerkt!&rdquo;</p>
-<p class="par">Alle zes kwamen ze overeind; ze staarden met open mond
-en oogen naar Doortje, die vlug over &rsquo;t hooge hek klauterde en nu
-met een behendig sprongetje midden tusschen de brandnetels en distels
-terecht kwam.</p>
-<p class="par">&bdquo;Die durft, zeg!&rdquo; klonk het bewonderend van
-Jo. &bdquo;Verbeeld je, dat de Juffrouw er nu eens aankwam!&rdquo;</p>
-<p class="par">&bdquo;Kom hier staan, Bertha; zoo, en jij ook, Truus;
-anders ziet ze haar nog,&rdquo; riep Mies, net alsof Doortje een van
-hun clubje was, die ze moesten beschermen en niet maar &bdquo;dat
-kind.&rdquo;</p>
-<p class="par">Zes neusjes tegen &rsquo;t latwerk gedrukt, zes paar
-oogen glurend door de tusschenruimten, vol aandacht turend <span class="pagenum">[<a id="xd21e951" href="#xd21e951" name="xd21e951">50</a>]</span>naar &rsquo;t kleine, donkere figuurtje, dat
-daar, of &rsquo;t zoo maar niets was, dapper op verboden terrein
-rondscharrelde tusschen de hooge brandnetels, die haar in &rsquo;t
-gezicht sloegen telkens als ze bukte, en de scherpe dorens, die haar
-jurk al hadden gescheurd en bloedige schrammen op haar handen
-achterlieten.</p>
-<p class="par">&bdquo;Er moeten er wel een boel liggen! Maar zeg, zou
-jij &rsquo;t durven?&rdquo; vroeg Bertha.</p>
-<p class="par">&bdquo;Nee hoor, al waren &rsquo;t er honderd,&rdquo;
-antwoordde Jo.</p>
-<p class="par">&bdquo;Ze is er zeker dol op!&rdquo;</p>
-<p class="par">&bdquo;Nou, ze vindt er ook nooit eens een!&rdquo;</p>
-<p class="par">&bdquo;Nee, omdat zij niet hier op ons plaatsje mag
-zoeken; nogal glad!&rdquo; riep Mies. &bdquo;Jullie jagen haar altijd
-weg.&rdquo;</p>
-<p class="par">&bdquo;En jij dan? Net of jij &rsquo;t niet
-doet!&rdquo;</p>
-<p class="par">&bdquo;O, kijk toch eens wat een schort vol. Ze komt
-alweer terug.&rdquo;</p>
-<p class="par">&bdquo;Als de Juffrouw nu nog maar even weg
-blijft.&rdquo;</p>
-<p class="par">Geen een zei: &bdquo;wat zou dat&mdash;&rsquo;t is
-immers &bdquo;&rsquo;t kind van Rietspaan&rdquo; maar!&rdquo;</p>
-<p class="par">Er waren ook meisjes uit andere klassen bij gekomen;
-allen stonden er nu in de grootste spanning naar te kijken, hoe
-Doortje, zoo vlug alsof &rsquo;t een dagelijksche toer voor haar was,
-weer over het hek klauterde.</p>
-<p class="par">Een beetje bedremmeld om &rsquo;t aangegroeide publiek,
-liep Doortje op de zes met &rsquo;t springtouw toe. Wat zag ze er uit
-met de blaren in haar gezichtje, de beschramde handen en de leelijke
-scheur in haar jurk!</p>
-<p class="par">&bdquo;Daar,&rdquo; zei ze en ze liet de punten van haar
-boezelaar los, zoodat al de noten over den grond rolden. &bdquo;Voor
-jullie!&rdquo; <span class="pagenum">[<a id="xd21e978" href="#xd21e978"
-name="xd21e978">51</a>]</span></p>
-<p class="par">De meisjes keken, alsof ze Latijn had gesproken.</p>
-<p class="par">&bdquo;Toe dan, raapt ze op,&rdquo; zei Doortje, terwijl
-ze de te veel naar &rsquo;t hek gerolde noten terugschopte. En toen,
-snibbig tegen een kind uit de laagste klas, dat wou bukken:
-&bdquo;Blijf d&rsquo;r af, jij&mdash;is niet voor jou!&rdquo;</p>
-<p class="par">&bdquo;En&mdash;en&mdash;jij hebt ze gehaald,&rdquo;
-stotterde Mies nu. Jo, Truus en Lina waren al aan &rsquo;t oprapen.</p>
-<p class="par">&bdquo;O, wat een hoop! Kijk toch eens, Mies!&rdquo;</p>
-<p class="par">Nu lagen ze alle zes op den grond. Zakken en blouses
-werden volgestopt en juist perste Gonne de laatste in haar zak toen de
-bel luidde.</p>
-<p class="par">&bdquo;Hier,&rdquo; zei Mies haastig en ze wou Doortje
-een handvol toestoppen. &bdquo;Waarom heb je zelf niet
-meegegrabbeld?&rdquo;</p>
-<p class="par">Maar Doortje hield haar handen op den rug. Ze schudde
-van neen en keek bepaald heel donker, toen Mies ze haar wou
-opdringen.</p>
-<p class="par">Op &rsquo;t zelfde oogenblik kwam &eacute;&eacute;n der
-groote meisjes Doortje zeggen, dat ze bij de Directrice moest
-komen.</p>
-<p class="par">&bdquo;Nu krijgt ze zeker een standje,&rdquo; zei Mies
-halfluid, terwijl ze Doortje nakeek, die zoo blij wegliep, alsof haar
-in plaats van een standje een cadeautje wachtte. &bdquo;Toch vreeselijk
-goedig van haar, ons al die noten te geven!&rdquo;</p>
-<p class="par">&bdquo;Ja; heb je ooit zoo&rsquo;n mal schaap
-gezien?&rdquo; vroeg Gonne lachend, waarna ze op haar luidruchtige
-manier &rsquo;t gebeurde aan meisjes, die er niet bij waren geweest,
-ging vertellen.</p>
-<p class="par">De andere drie kwamen er ook bij loopen, maar Jo voegde
-zich bij Mies. <span class="pagenum">[<a id="xd21e1002" href="#xd21e1002" name="xd21e1002">52</a>]</span></p>
-<p class="par">&bdquo;Zeg, &rsquo;k vind het vreeselijk sneu, dat ze
-haar toch heeft gezien. Zou ze erg boos wezen?&rdquo;</p>
-<p class="par">Mies haalde haar schouders op.</p>
-<p class="par">&bdquo;Weet je, Jo, &rsquo;k heb er erg &rsquo;t land
-over, dat we Doortje altijd zoo hebben geplaagd; ze is toch eigenlijk
-wel een aardig kind en&mdash;&rdquo;</p>
-<p class="par">Jo gaf haar een duwtje. &bdquo;Stil, de
-Juffrouw!&rdquo;</p>
-<p class="par">De lessen begonnen, maar Mies kon er niet met haar
-gedachten bij blijven. Telkens keek ze om. Kwam Doortje nog niet? Dan
-was &rsquo;t zeker wel vreeselijk erg.</p>
-<p class="par">De noten lagen haar als lood in den zak.</p>
-<p class="par">Eindelijk, daar ging de deur open. De Directrice bracht
-Doortje zelf binnen. Ze zag er heelemaal niet boos uit, maar Doortje
-had een behuild gezichtje. Nu fluisterde de Directrice een heelen tijd
-met de Juffrouw, die toen ook heel vriendelijk tegen Doortje was.</p>
-<p class="par">In de eerste oogenblikken zaten ze allen heen en weer te
-draaien en haar aan te staren.</p>
-<p class="par">Toen de les werd voortgezet, ging &rsquo;t al wat beter
-en toen de Juffrouw begon te vertellen, zooals ze &rsquo;t laatste uur
-&rsquo;s Donderdagsochtends altijd deed, werden ze weer geheel
-rustig.</p>
-<p class="par">&rsquo;t Was dan ook zoo&rsquo;n mooi verhaal over een
-jongetje, dat in huis kwam bij een groot gezin, waar de kinderen niets
-lief voor hem waren en hem nooit meetelden, maar die hij toch
-langzamerhand door allerlei kleine vriendelijkheden voor zich wist te
-winnen.</p>
-<p class="par"></p>
-<div class="figure floatLeft xd21e1025width"><img src="images/p053.png"
-alt="En stopte haar opeens de noten in de tasch." width="230" height="295">
-<p class="figureHead">En stopte haar opeens de noten in de tasch.</p>
-</div>
-<p class="par"></p>
-<p class="par">Mies kon &rsquo;t niet helpen, dat ze gedurig aan
-Doortje moest denken. Er waren er wel meer, die aan Doortje dachten.
-Dat kon je wel zien aan het tot over de ooren <span class="pagenum">[<a id="xd21e1031" href="#xd21e1031" name="xd21e1031">53</a>]</span>kleuren van sommigen en het niet durven
-opkijken van anderen. Maar Mies liet &rsquo;t niet bij denken alleen.
-Om twaalf uur wachtte ze Doortje op en stopte haar op eens de noten in
-de tasch; die <i>kon</i> ze nu gewoon niet houden!&mdash;</p>
-<p class="par">Doortje keek er nu niet donker om. Neen, ze lachte Mies,
-die haar gezellig een arm gaf, toe, door haar tranen heen, en
-fluisterde, een beetje verlegen nog, maar toch overgelukkig: &bdquo;Die
-eet ik <i>nooit</i> op&mdash;ik bewaar ze onder in mijn kastje en ik
-zal mijn Pa en Ma in Indi&euml; schrijven, dat jij zoo lief voor mij
-bent, ja?&rdquo;</p>
-<p class="par">Even later vertelde zij met een stralend gezichtje aan
-Tante, dat haar beste vriendinnetje op haar jaardag zou komen; aan die
-had ze genoeg; en of ze dan mocht blijven eten ook.</p>
-<p class="par">En op &rsquo;t verwaarloosde plekje grond liet de
-noteboom, de oude vriend van de kinderen, voor en na al zijn noten
-tusschen de distels en brandnetels rollen. Slechts enkele kwamen er nog
-terecht bij de speelplaats, vlak bij &rsquo;t hek, waar Doortje toen
-dien ochtend over was geklommen. <span class="pagenum">[<a id="xd21e1046" href="#xd21e1046" name="xd21e1046">54</a>]</span></p>
-</div>
-</div>
-<div id="ch6" class="div1 chapter"><span class="pagenum">[<a href="#xd21e2440">Inhoud</a>]</span>
-<div class="divHead">
-<h2 class="main">WEER GOED GEMAAKT.</h2>
-</div>
-<div class="divBody">
-<p class="par first">Tom van den burgemeester was een echte bengel! Wat
-hij al niet voor kattekwaad uitvoerde&mdash;nu, daar konden de menschen
-op &rsquo;t dorp een boekje van opendoen&mdash;soms met een zucht, maar
-meestal met een lach want, hoe ondeugend en lastig Tom kon zijn, ze
-mochten hem allemaal graag lijden om zijn open, rondborstig karakter.
-Leelijk, geniepig plagen, valsch doen bij werk of spel, mensch of dier
-expres leed veroorzaken&mdash;ho maar, daar was onze Tom niet van
-thuis. Integendeel sprong hij altijd in de bres, als hij andere jongens
-zoo zag handelen, en, al waren ze veel grooter dan hij, met zijn
-vuisten moesten ze kennismaken, en ferm ook.</p>
-<p class="par">Geregeld een paar maal in de week, kwam Tom met een buil
-hier of daar en gescheurde kleeren thuis, tot groot ongerief van zijn
-Moedertje, dat met Juf maar druk werk had, om haar oudste netjes in de
-plunje te houden. Maar als Tom dan zoo vol vuur vertelde van &rsquo;t
-arme, kleine katje, dat hij uit de handen van Krelis en Teunis,
-&bdquo;die wreede boerenpummels&rdquo;, had bevrijd, ja, dan kon Moeder
-toch niet boos blijven en was zelfs in haar hart trotsch op haar
-fermen, kleinen ridder, terwijl ze &rsquo;t minder fraaie woord, dat
-hem ontsnapt was, maar op den koop toe nam.</p>
-<p class="par">Zijn zusjes, Greta en Mies, waren dol op hem en
-beschouwden hem als een held. Tom kon alles en grooter feest wisten ze
-zich niet voor te stellen, dan een poppenpartij <span class="pagenum">[<a id="xd21e1056" href="#xd21e1056" name="xd21e1056">55</a>]</span>in &rsquo;t pri&euml;el met Tom er bij als
-gast. Heel dikwijls gebeurde dit echter niet; gewoonlijk had de bengel
-veel meer lust, om met zijn kornuiten te ravotten, dan zoo voorzichtig
-met die breekbare poppen te moeten omgaan. Breekbaar, ja, heel licht
-breekbaar; dat had hij al een paar maal tot zijn schade ondervonden en
-daardoor was zijn spaarpot al weer zoo licht als een veertje geworden.
-&rsquo;t Sprak van zelf, vond Tom, dat hij Greta&rsquo;s pop, Bella,
-een nieuw kopje gaf, toen hij die had gebroken, en dat Mies een nieuw
-badpoppetje van hem kreeg, toen hij &rsquo;t aardige, kleine, rose
-B&eacute;beetje bij een gevaarlijken toer had laten verongelukken. Daar
-was Tom altijd vlot mee: had hij wat uitgevoerd, ruiterlijk bekende hij
-schuld en was dadelijk bereid, de schade weer goed te maken.</p>
-<p class="par"></p>
-<div class="figure xd21e1059width"><img src="images/p055.png" alt="Een poppenpartij in &rsquo;t pri&euml;el." width="540" height="341">
-<p class="figureHead">Een poppenpartij in &rsquo;t <span class="corr"
-id="xd21e1062" title="Bron: prieel">pri&euml;el</span>.</p>
-</div>
-<p class="par"><span class="pagenum">[<a id="xd21e1066" href="#xd21e1066" name="xd21e1066">56</a>]</span></p>
-<p class="par">Bij zoo&rsquo;n gelegenheid zei Vader eens: &bdquo;Tom,
-Tom, tot nu toe heeft je onbesuisdheid nooit onherstelbare gevolgen
-gehad, maar denk eens aan, hoe vreeselijk &rsquo;t zou zijn, als je
-door onvoorzichtigheid of woestheid een ongeluk veroorzaakte, dat
-<i>nooit</i>, zelfs niet met den besten wil, goed te maken
-was!&rdquo;</p>
-<p class="par">Dat klonk ernstig en maakte indruk.</p>
-<p class="par">Een paar dagen lang deed hij werkelijk zijn best, wat
-minder wild te zijn; Juf zei, dat ze wel een poosje vacantie kon nemen,
-nu Tom haar zoo weinig verstelwerk verschafte.</p>
-<p class="par">Toen kwam de laatste schoolmorgen voor de groote
-vacantie. Alle kinderen waren uitgelaten bij &rsquo;t vooruitzicht, nu
-weldra vier lange weken vrij te zullen zijn. De aandacht was niet meer
-bij de lessen, doch de onderwijzers zagen gelukkig vandaag wat door de
-vingers en lieten maar veel zingen. Heisa, wat klonk dat ferm en
-frisch! Tom&rsquo;s stem werd boven alles uit gehoord.</p>
-<p class="par">&rsquo;t Was een uitkomst voor den levendigen jongen,
-zoo ongestoord de blijdschap, waarmee hij tot overvloeiens toe vervuld
-was, te mogen uitjubelen. Vier weken vacantie! Uit logeeren gaan naar
-Oom en Tante in Scheveningen! Met de neven in zee zwemmen, stoeien in
-de duinen! Geen wonder, dat Tom, met zoo&rsquo;n verrukkelijken tijd in
-&rsquo;t verschiet, bijna niet stil kon blijven zitten. Zoo gauw de
-schoolbel dan ook luidde, stormde Tom hals over kop naar buiten,
-schreeuwend, tierend, van louter malligheid zijn kameraads de petten
-afslaand, boksend met den een, schermend met den ander, bereid tot
-&rsquo;t uithalen van alle mogelijke grappen. &rsquo;t Scheen
-<span class="pagenum">[<a id="xd21e1080" href="#xd21e1080" name="xd21e1080">57</a>]</span>wel, dat zijn bengelsnatuur zich met
-vernieuwde kracht moest doen gelden, na den dwang, dien hij zich de
-laatste dagen had aangedaan.</p>
-<p class="par"></p>
-<div class="figure xd21e1083width"><img src="images/p057.png" alt="Een karretje met een ezel." width="556" height="330">
-<p class="figureHead">Een karretje met een ezel.</p>
-</div>
-<p class="par"></p>
-<p class="par">Eindelijk nam hij een handvol kiezelsteentjes van den
-grindhoop aan den weg en keilde ze, zoo ver ze wilden gaan. Geen haar
-op zijn hoofd dacht aan de waarschuwing van Vader, die hem zoo vaak op
-&rsquo;t gevaarlijke van steentjes gooien had gewezen.</p>
-<p class="par">Daar kwam een karretje op twee wielen met een ezel er
-voor gespannen den weg af sukkelen.</p>
-<p class="par">&bdquo;Wacht even,&rdquo; riep &eacute;&eacute;n van de
-jongens, maar Tom luisterde niet en ging door met zijn uitbundig spel.
-O wee, daar trof hij &rsquo;t ezeltje, dat geducht schrikte en een
-zijsprong deed. De kar kiepte achterover! De oude man, die er
-schrijlings op zat, tuimelde er af. <span class="pagenum">[<a id="xd21e1094" href="#xd21e1094" name="xd21e1094">58</a>]</span></p>
-<p class="par">Alle jongens verdrongen zich om den gevallen grijsaard,
-die zich erger bezeerd scheen te hebben, dan in &rsquo;t eerste
-oogenblik gedacht werd.</p>
-<p class="par">&bdquo;Leun maar op mij,&rdquo; zei Tom ongerust.
-&bdquo;Toe dan; probeer eens op te staan!&rdquo;</p>
-<p class="par">&bdquo;Ik kan niet, wezenlijk, ik kan niet! Mijn
-linkerbeen, o, ik geloof, dat het gebroken is!&rdquo;</p>
-<p class="par">Kermend liet hij zich weer op den grond zakken.</p>
-<p class="par">Tom keek radeloos rond. Met verschrikkelijke
-duidelijkheid klonken hem nu Vader&rsquo;s woorden in de ooren:
-&bdquo;<i>nooit</i> goed te maken, zelfs met den besten wil
-<i>nooit</i> goed te maken!&rdquo;</p>
-<p class="par">Een paar jongens hadden hulp gehaald op de
-dichtstbijzijnde boerderij. Voorzichtig werd nu de gekwetste naar zijn
-huisje vervoerd, dat een eindje buiten &rsquo;t dorp stond, terwijl
-Piet van den smid en Tom met de ezelkar volgden.</p>
-<p class="par">&bdquo;&rsquo;t Is een heele sch&acirc; voor hem,&rdquo;
-zei Piet, hoofdschuddend kijkend naar &rsquo;t partijtje gebroken
-bloempotten en gehavende planten in de kar. &bdquo;Hij kwam zeker van
-de bloemenmarkt in de stad.&rdquo;</p>
-<p class="par">Tom antwoordde niet en probeerde zich te herinneren, of
-hij niet nog ergens wat geld had. Zijn spaarpot was leeg, maar och, wat
-zat hij d&aacute;&aacute;rover te tobben! <i>Die</i> schade zou Vader
-desnoods graag vergoeden. Neen, als &rsquo;t d&aacute;t alleen
-was....</p>
-<p class="par">Alsof Piet zijn gedachten had geraden, begon hij:
-&bdquo;Als <i>ik</i> Janus was, zou ik liever al mijn bloempotten
-breken, dan kreupel worden, en jij?&rdquo;</p>
-<p class="par">&bdquo;Kreupel? Denk je dat?&rdquo; viel Tom verschrikt
-uit. <span class="pagenum">[<a id="xd21e1128" href="#xd21e1128" name="xd21e1128">59</a>]</span></p>
-<p class="par">&bdquo;&rsquo;k Heb er een zwaar hoofd in; een been
-breken, als je zoo oud bent, is geen gekheid. Misschien zal hij nooit
-weer goed kunnen loopen.&rdquo;</p>
-<p class="par">Tom werd zoo koud, alsof &rsquo;t midden in den winter
-was. Janus ongelukkig-worden door zijn onbedachtzaamheid&mdash;o,
-&rsquo;t was vreeselijk om &rsquo;t in te denken&mdash;maar als
-&rsquo;t eens uitkwam zooals Piet zei, wie moest dan voor Janus zorgen,
-wie den kost voor hem verdienen? Hij had kind noch kraai op de wereld
-en leefde van &rsquo;t geen zijn tuin opbracht. Tot nu toe had hij
-&rsquo;t wel niet ruim gehad, maar toch ook nooit armoede geleden.
-Doch, als de oude man zijn plekje grond niet meer kon bebouwen, niet
-meer in staat was zijn groenten, bloemen en vruchten aan de markt te
-brengen.... Tom wou niet verder doordenken. Tot Piet&rsquo;s verbazing
-sprong hij pardoes van &rsquo;t wagentje en holde naar huis, waar hij
-Vader en Moeder onder bittere tranen alles vertelde. Beide spraken
-heel, heel ernstig met hem. Vader beloofde daarop dadelijk naar Janus
-te zullen gaan zien, wat Tom al een beetje kalmer stemde, evenals
-Moeder&rsquo;s voorstel, om alle schade eerst te betalen en dan van
-Tom&rsquo;s weekgeld in te houden. Hij had dan tenminste &rsquo;t
-gevoel, dat hij deed wat hij kon.</p>
-<p class="par">&rsquo;t Scheen Tom toe, dat Vader eindeloos wegbleef.
-Ongedurig liep hij heen en weer. Wat de zusjes ook verzonnen om hem op
-te beuren, hij kon er niet eens naar luisteren. Telkens zag hij den
-ouden tuinder kermend van pijn in zijn eenvoudig slaapkamertje en
-Vader, bedenkelijk &rsquo;t hoofd schuddend, aan zijn bed staan.</p>
-<p class="par">Na een uur van vreeselijke spanning ontdekte Tom&rsquo;s
-<span class="pagenum">[<a id="xd21e1137" href="#xd21e1137" name="xd21e1137">60</a>]</span>scherpe blik een tipje van Vader&rsquo;s hoed
-boven de heg. Hij popelde om er heen te vliegen en was toch ook weer
-bang voor &rsquo;t geen hij mogelijk zou hooren.</p>
-<p class="par">&bdquo;Tom, Tom,&rdquo; riepen de zusjes, die vooruit
-gehold waren en nu met Vader den tuin door kwamen: &bdquo;&rsquo;t Been
-is niet gebroken en de dokter zegt, dat &rsquo;t best terecht kan
-komen. Wees nu ook weer vroolijk.&rdquo;</p>
-<p class="par">&bdquo;O Vader, is &rsquo;t waar?&rdquo; vroeg Tom,
-terwijl hij beurtelings rood en bleek werd en hij begon wezenlijk weer
-te schreien. &bdquo;Ik heb er Onzen Lieven Heer z&oacute;&oacute; om
-gevraagd en nu ben ik zoo blij&mdash;d&aacute;&aacute;rom huil
-ik&rdquo;&mdash;en Tom, de bengel, drukte zijn gezicht tegen de jas van
-Vader, die onderwijl bedaard verslag deed van zijn bezoek.</p>
-<p class="par">Neen, &rsquo;t been was niet gebroken, maar verstuikt en
-zou met eenige weken rust weer in orde zijn, terwijl bij onderzoek
-gebleken was, dat de val en de schrik voor den ouden man verder geen
-slechte gevolgen hadden gehad.</p>
-<p class="par">Met opgeluchte harten gingen Vader, Moeder en kinderen
-nu aan &rsquo;t overleggen, hoe ze Janus gedurende zijn gedwongen rust
-&rsquo;t best zouden kunnen bijstaan.</p>
-<p class="par">Tom was stil; hij scheen iets op zijn eigen houtje uit
-te spinnen. Toen de zusjes naar bed waren, had hij nog een apartje met
-Vader en Moeder. &rsquo;t Liefst zou hij daarop dadelijk naar Janus
-zijn gegaan om hem te zeggen, hoe &rsquo;t ongeval hem speet, maar
-Vader vond &rsquo;t beter den ouden man, die boven alles rust noodig
-had, nu niet meer te storen. Den volgenden morgen kon hij immers zoo
-vroeg gaan als hij wou. <span class="pagenum">[<a id="xd21e1149" href="#xd21e1149" name="xd21e1149">61</a>]</span></p>
-<p class="par">Nu, dit deed onze Tom dan ook. V&oacute;&oacute;r dag en
-dauw was hij er al op uit en toen hij pas tegen de koffie warm, moe en
-stoffig terugkwam, keek hij z&oacute;&oacute;veel vroolijker, dat de
-zusjes niet konden nalaten te vragen, wat hij toch had uitgevoerd.</p>
-<p class="par">&bdquo;&rsquo;k Ben bij Janus geweest!&rdquo;</p>
-<p class="par">&bdquo;Was hij erg boos?&rdquo;</p>
-<p class="par">&bdquo;Nee, &rsquo;t is me vreeselijk meegevallen&rdquo;
-en Toms oogen schitterden. Meer konden ze niet uit hem krijgen.</p>
-<p class="par">De volgende ochtenden verscheen Tom weer niet aan
-&rsquo;t ontbijt en toch was hij wel bijtijds op geweest. Mietje, de
-keukenmeid, verklaarde tenminste, dat ze hem al in de vroegte het
-tuinhek had zien uitgaan.</p>
-<p class="par">Greta en Mies begrepen er niets van. Vader en Moeder
-haalden glimlachend hun schouders op, als ze er naar vroegen en Tom,
-die gewoonlijk pas weer tegen koffietijd kwam opduiken, wou er
-heelemaal niet over spreken. Ja, &rsquo;t scheelde niet veel, of Greta
-en Mies zouden hem boos hebben gemaakt met haar vragen, vooral toen ze
-over zijn logeeren bij Oom en Tante in Scheveningen begonnen.</p>
-<p class="par">&bdquo;&rsquo;k Blijf de heele vacantie thuis; nu weet
-je &rsquo;t en zeur nu niet meer,&rdquo; zei hij korzelig. Daarmee
-moesten ze zich tevreden stellen.</p>
-<p class="par">Wat Tom dan toch zoo vroeg op &rsquo;t pad deed en
-waarmee hij &rsquo;t zoo druk had, dat &rsquo;t uit logeeren gaan er
-bij scheen te moeten inschieten?&mdash;</p>
-<p class="par">De marktbezoekers in &rsquo;t naburige stadje, die
-gewoon waren hun inkoopen bij Janus te doen, keken vreemd op, toen ze
-op zekeren ochtend een blozend jongensgezicht <span class="pagenum">[<a id="xd21e1169" href="#xd21e1169" name="xd21e1169">62</a>]</span>met ronde appelwangen boven de manden jonge
-groenten en vruchten in &rsquo;t welbekende stalletje zagen uitkijken,
-in plaats van &rsquo;t gerimpelde, magere gelaat van den ouden tuinder.
-Maar &rsquo;t bleek al spoedig, dat ze evengoed door dezen nieuwen
-koopman werden bediend, die, al had hij in &rsquo;t begin nog wel eens
-moeite om de juiste dingen gauw te vinden, de lui met een grapje in hun
-humeur wist te houden, zoodat ze niet ongeduldig van hem wegliepen. In
-plaats dus van klanten te verliezen, kreeg Janus&rsquo; stalletje er
-gedurig nieuwe bij, die begonnen met mee te lachen om de snaaksche
-invallen van den jongen en eindigden met ook van hem te koopen.</p>
-<p class="par">&rsquo;s Donderdags op de bloemenmarkt had hij
-letterlijk geen handen genoeg om allen te helpen, die van <i>hem</i>
-bloemen en planten wilden koopen, omdat ze nergens anders zulke mooie
-waar voor hun geld kregen.</p>
-<p class="par">Had &rsquo;t ezeltje op den heenweg een heel wat
-zwaarder vrachtje te torsen dan vroeger met den ouden baas, daar de
-nieuwe bij &rsquo;t gewone partijtje bloempotten nog een heele
-bezending planten en bloemen inlaadde, die bij de achterpoort van
-burgemeesters tuin gereed stond, op den terugweg had hij &rsquo;t dan
-ook bijzonder gemakkelijk en mocht zijn baasje gerust in &rsquo;t leege
-karretje zitten.</p>
-<p class="par">En koopman Tom? Hoe vond <i>die</i> &rsquo;t nieuwe
-leven? Had hij geen spijt van de opgeofferde vacantiepret?</p>
-<p class="par">Nu, eerlijk gezegd viel &rsquo;t hem in &rsquo;t begin
-verbazend moeilijk om ferm bij zijn besluit te blijven, vooral toen er
-brieven van de neven kwamen vol opsommingen van de pret, die ze aan
-&rsquo;t strand hadden, en met dringende <span class="pagenum">[<a id="xd21e1186" href="#xd21e1186" name="xd21e1186">64</a>]</span>vragen om
-toch ook te komen aan het eind.</p>
-<p class="par"></p>
-<div class="figure xd21e1189width"><img src="images/p063.jpg" alt="&rsquo;s Donderdags op de bloemenmarkt." width="568" height="720">
-<p class="figureHead">&rsquo;s Donderdags op de bloemenmarkt.</p>
-</div>
-<p class="par"></p>
-<p class="par">Met leede oogen zag hij Greta en Mies in zijn plaats
-gaan om van al die heerlijkheden te genieten, terwijl hij zich
-vrijwillig moe maakte met voor hem ongewoon werk en dat nog wel in de
-vacantie!</p>
-<p class="par">Maar wanneer hij dan voor Janus &rsquo;t verdiende geld
-mocht uittellen en de dankbare woorden hoorde van den ouden man, waren
-die spijtige gedachten plotseling verdwenen en voelde Tom, zonder er
-uitdrukking aan te kunnen geven, dat al &rsquo;t plezier in
-Scheveningen niet opwoog tegen de blijdschap, die hij op <i>dat</i>
-oogenblik smaakte.</p>
-<p class="par"></p>
-<div class="figure floatRight xd21e1201width"><img src="images/p064.png" alt="Vond Tom op zijn kamertje." width="240" height="288">
-<p class="figureHead">Vond Tom op zijn kamertje.</p>
-</div>
-<p class="par"></p>
-<p class="par">&rsquo;t Kwam uit, zooals de dokter gezegd had. Met
-eenige weken rust was Janus weer geheel in orde en op den laatsten dag
-van Tom&rsquo;s vacantie kon de oude tuinder zijn werk weer zelf
-opnemen.</p>
-<p class="par">Dat was een gewichtige ochtend, toen koopman Janus en
-koopman Tom <i>samen</i> naar de markt reden als waardig slot van deze
-weken.</p>
-<p class="par">Moeder stond er vroeg voor op en kwam ook inkoopen doen
-van groenten en vruchten en ten slotte kocht ze een pot met mooie,
-vuurroode geraniums.</p>
-<p class="par">Dien vond Tom op zijn kamertje staan, toen hij &rsquo;s
-middags thuis kwam. Er was een strookje papier op een stokje in de
-aarde bij gestoken. &bdquo;Tot herinnering&rdquo; <span class="pagenum">[<a id="xd21e1216" href="#xd21e1216" name="xd21e1216">65</a>]</span>stond er op geschreven; niets meer, maar
-&rsquo;t was ook voldoende.</p>
-<p class="par">De herinnering aan deze zomervacantie was van grooten
-invloed op &rsquo;t verdere leven van bengel Tom, die, hoewel hij druk
-en vroolijk bleef, toch veel van zijn onbesuisdheid en
-onbedachtzaamheid verloor.</p>
-</div>
-</div>
-<div id="ch7" class="div1 chapter"><span class="pagenum">[<a href="#xd21e2446">Inhoud</a>]</span>
-<div class="divHead">
-<h2 class="main">DE KERSEN.</h2>
-</div>
-<div class="divBody">
-<p class="par first">&bdquo;Zoo&rsquo;n doe-niet, zoo&rsquo;n sta in
-den weg,&rdquo; zei oude Baas Hendrik, terwijl hij bij den knoestigen
-kerseboom op zijn bleekveldje stond. &bdquo;Ja, &rsquo;t is nu voor
-&rsquo;t laatst, dat je een voorjaar beleeft; in den herfst moet je er
-uit. &rsquo;k Heb lang genoeg geduld gehad. Altijd bladeren, maar nooit
-kersen! Waarom heb &rsquo;k d&aacute;n een kerseboom, als ik er nooit
-kersen van plukken kan?&rdquo;</p>
-<p class="par">Hendrik liep nu met korte, afgemeten stappen om den
-kerseboom heen en schudde zijn bruine, verweerde vuist tegen den
-doe-niet.</p>
-<p class="par">Greet en Klaar, de kleine meisjes van den burgemeester,
-die bij Trientje op de bank voor de keukendeur zaten, keken verschrikt
-bij deze bedreiging van Hendrik tegen zijn kerseboom. Zij kwamen graag
-bij de oude luidjes op visite en dan was deze boom met zijn lagen stam
-en breede, knoestige takken een prettig kameraadje voor haar beidjes.
-Ze konden er zoo gemakkelijk zonder hulp inklimmen, deden gymnastische
-toeren aan <span class="pagenum">[<a id="xd21e1229" href="#xd21e1229"
-name="xd21e1229">66</a>]</span>de takken of zaten er schrijlings op bij
-het paardje spelen.&mdash;Met groote oogen keken ze nu naar het
-bleekveld en probeerden &rsquo;t zich voor te stellen hoe dit er wel
-zou uitzien <i>zonder</i> den kerseboom.</p>
-<p class="par"></p>
-<div class="figure xd21e1235width"><img src="images/p066.png" alt="En schudde zijn verweerde vuist." width="596" height="348">
-<p class="figureHead">En schudde zijn verweerde vuist.</p>
-</div>
-<p class="par"></p>
-<p class="par">&bdquo;Zeker erg raar,&rdquo; dachten ze.</p>
-<p class="par">&bdquo;Neen, Hendrik moet hem laten staan,&rdquo; zei
-Greet op beslisten toon als slotsom van haar overdenking.</p>
-<p class="par">&bdquo;Dat doet hij niet,&rdquo; sprak nu Trientje
-droevig voor zich heen, &bdquo;o neen, dat doet hij niet. Hendrik heeft
-&rsquo;t zich nu eenmaal in &rsquo;t hoofd gezet, dat hij er uit moet,
-omdat hij geen vruchten draagt en nu moet hij er uit ook&mdash;och
-heden&mdash;de boom, dien mijn Dirk nog geplant heeft als zoo&rsquo;n
-kereltje!&rdquo;&mdash; En ze wees met haar taankleurige, rimpelige
-hand <span class="pagenum">[<a id="xd21e1245" href="#xd21e1245" name="xd21e1245">67</a>]</span>een hoogte van een paar turven aan.</p>
-<p class="par">&bdquo;Dirk, die al zoo lang in Amerika is?&rdquo; vroeg
-Greet.</p>
-<p class="par">&bdquo;Ja!&rdquo;&mdash;Trientje
-zuchtte.&mdash;&bdquo;Als ik naar den kerseboom kijk, denk ik altijd
-aan Dirk, maar de baas&mdash;&rdquo; ze wees op Hendrik&mdash;&bdquo;de
-baas zegt: je mag geen menschen en planten vergelijken&mdash;maar, ik
-kan &rsquo;t toch niet laten.... altijd als ik den kerseboom zie, denk
-ik aan mijn Dirk. En nu zal hij er uit moeten.&rdquo;</p>
-<p class="par">&bdquo;Als we nu &rsquo;s met ons drie&euml;n aan
-Hendrik vroegen of hij mocht blijven staan!&rdquo; zoo stelde Klaar
-hoopvol voor.</p>
-<p class="par">Trientje schudde &rsquo;t hoofd.</p>
-<p class="par">&bdquo;Och nee, als de baas zoowat in zijn hoofd heeft,
-helpt er geen redeneeren tegen. De baas zegt: hij heeft lang genoeg
-geduld gehad en nu is &rsquo;t uit. Neen, de kerseboom van mijn jongen,
-van mijn Dirk, heeft wel zijn laatste voorjaar beleefd!&rdquo;</p>
-<p class="par">&bdquo;Maar als er nu van &rsquo;t jaar toch nog
-&rsquo;s kersen aankwamen,&rdquo; opperde Klaar, die het zoo gauw niet
-opgaf; &bdquo;er zitten toch bloesems aan! Kijk maar!&rdquo;</p>
-<p class="par">&bdquo;Zoo&rsquo;n enkel bloesempje zegt niets; dat
-heeft hij elk jaar gehad,&rdquo; sprak Trientje mistroostig.
-&bdquo;Neen, &rsquo;t is wel waar zooals de baas &rsquo;t uitdrukt:
-&rsquo;t is een <i>doe-niet</i>, maar&mdash;ik kan hem toch zoo slecht
-missen!&rdquo;</p>
-<p class="par">Oude Hendrik kwam met stijve, afgemeten passen op de
-bank toegestapt. Hendrik was stijf en afgemeten in al zijn doen.
-Houterig ging hij naast zijn vrouw zitten.</p>
-<p class="par">&bdquo;Mag hij niet blijven staan?&rdquo; vroeg Greet,
-terwijl ze naar den boom wees.</p>
-<p class="par">&bdquo;Toe&mdash;alsjeblieft,&rdquo; zei Klaar smeekend.
-<span class="pagenum">[<a id="xd21e1271" href="#xd21e1271" name="xd21e1271">68</a>]</span></p>
-<p class="par"></p>
-<div class="figure xd21e1274width"><img src="images/p068.png" alt="&bdquo;Mag hij niet blijven staan?&rdquo;" width="401" height="225">
-<p class="figureHead">&bdquo;Mag hij niet blijven staan?&rdquo;</p>
-</div>
-<p class="par"></p>
-<p class="par">&bdquo;Neen, neen,&rdquo; sprak Hendrik plechtig,
-&bdquo;hij is mij lang genoeg tot ergernis geweest; ik zou er zonde aan
-doen zoo&rsquo;n doe-niet nog in zijn kwaad te stijven.&rdquo;</p>
-<p class="par">&bdquo;Maar&mdash;als er nu van &rsquo;t jaar nog
-&rsquo;s tien pond lekkere kersen aankwamen,&rdquo; zei Klaartje en ze
-zag den ouden man vol verwachting aan.</p>
-<p class="par">&bdquo;D&aacute;n kan hij blijven,&rdquo; klonk &rsquo;t
-op denzelfden plechtigen toon.</p>
-<p class="par">De kinderen keken op naar de schaarsche bloesems.</p>
-<p class="par">&bdquo;En als er nu maar &rsquo;s twee pond
-aankwamen....?&rdquo;</p>
-<p class="par">&bdquo;Of &eacute;&eacute;n&mdash;of&mdash;een
-half,&rdquo; waagde Greetje te veronderstellen.</p>
-<p class="par">Klaar hield haar adem in. Wat zou nu &rsquo;t antwoord
-wel wezen?</p>
-<p class="par">Maar hoor, daar klonk het, weer even bedaard:
-&bdquo;D&aacute;n kan hij blijven.&rdquo;</p>
-<p class="par">Nu waren ze gerustgesteld. Ze vonden, dat de kansen toch
-nog niet zoo slecht stonden; er waren toch bloesems aan; die kon oude
-Hendrik toch maar niet weg redeneeren.</p>
-<p class="par">Op den terugweg hadden Greet en Klaar het druk over den
-kerseboom van Hendrik en Trientje en thuis kregen Vader en Moeder
-&rsquo;t verhaaltje in geuren en kleuren te hooren. <span class="pagenum">[<a id="xd21e1299" href="#xd21e1299" name="xd21e1299">69</a>]</span></p>
-<p class="par">&bdquo;Moeder, zou u denken, dat er nog wel een half
-pond aan komt?&rdquo; vroeg Greet.</p>
-<p class="par">&bdquo;Kindlief, hoe wil ik dat weten, ik ben geen
-tuinman,&rdquo; lachte Moeder. &bdquo;Je moet maar telkens eens gaan
-kijken hoe &rsquo;t met de bloesems staat; je weet wel: als je de
-bloempjes niet meer ziet, komen er kleine, groene bolletjes te
-voorschijn; die worden grooter en grooter, de zon stooft ze
-langzamerhand zacht en rood en&mdash;&rdquo;</p>
-<p class="par">&bdquo;D&aacute;n zijn de kersen er!&rdquo; riep
-Klaartje vroolijk uit. &bdquo;Ik ga vast elken dag uit school kijken,
-hoor!&rdquo;</p>
-<p class="par">&bdquo;Ik ook,&rdquo; zei Greet.</p>
-<p class="par">De kinderen hielden woord. Elken dag gingen ze naar Baas
-Hendrik&rsquo;s bleekveld. De oude kerseboom had zeker nog nooit
-zooveel belangstelling ondervonden. &rsquo;t Scheen heusch, dat hij
-&rsquo;t op prijs stelde en zijn best deed z&rsquo;n bloesems zonder
-mankeeren voor kleine, groene bolletjes in te ruilen.</p>
-<p class="par">Greet en Klaartje gaven thuis getrouw verslag van zijn
-vorderingen, zoodat ieder er goed van op de hoogte bleef.</p>
-<p class="par">Maar op een ochtend, na een stormnacht, kwamen de
-meisjes terneergeslagen thuis. &rsquo;t Bleekveldje lag bezaaid met
-groene bolletjes aan steeltjes: allemaal afgewaaide, nog onrijpe
-kersen.</p>
-<p class="par">&bdquo;Er zitten er nu nog maar een stuk of wat
-aan,&rdquo; jammerde Greetje; &bdquo;zou dat wel een half pond
-wezen?&rdquo;</p>
-<p class="par">&bdquo;Hendrik zei, dat hij &rsquo;t wel gedacht had,
-want dat deed die kerseboom altijd! Maar Moeder, &rsquo;t kwam toch
-door den storm; de kerseboom kon &rsquo;t niet helpen,&rdquo; riep
-Klaartje onder tranen. <span class="pagenum">[<a id="xd21e1319" href="#xd21e1319" name="xd21e1319">70</a>]</span></p>
-<p class="par">Moeder had maar werk haar kleine meisjes tot bedaren te
-brengen. Er zouden een paar vroolijke neven komen&mdash;Vader was al
-naar den trein om hen te halen&mdash;wat zouden die er wel van zeggen,
-als Greet en Klaar er straks nog zoo bedrukt uitzagen!&mdash;</p>
-<p class="par">De neven kwamen. De neven hoorden &rsquo;t verhaal over
-den kerseboom aan en waren vol belangstelling. Zij hadden verstand van
-vruchtboomen, beweerden ze. Als Greet en Klaartje straks weer naar
-school waren, zouden ze dien boom wel eens gaan bekijken; misschien dat
-zij er nog raad op wisten.</p>
-<p class="par"></p>
-<div class="figure xd21e1325width"><img src="images/p070.png" alt="Hoorden &rsquo;t verhaal over den kerseboom." width="413" height="286">
-<p class="figureHead">Hoorden &rsquo;t verhaal over den kerseboom.</p>
-</div>
-<p class="par"></p>
-<p class="par">In een oogwenk verhelderden de gezichtjes nu. De
-kinderen hadden veel vertrouwen in de knapheid der groote neven.</p>
-<p class="par">&bdquo;Als er maar een half pond aan komt,&rdquo; zei
-Greetje, &bdquo;dan mag hij blijven staan van ouden Hendrik.&rdquo;</p>
-<p class="par">Toen zij &rsquo;s middags uit school kwamen hollen,
-verlangend &rsquo;t oordeel der neven te hooren, werden zij verblijd
-met de tijding, dat er misschien nog wel een pond van terecht zou
-komen. Maar, dan moesten zij ook precies doen wat de neven zeiden.
-<span class="pagenum">[<a id="xd21e1335" href="#xd21e1335" name="xd21e1335">71</a>]</span></p>
-<p class="par">Dit beloofden Greet en Klaar grif.</p>
-<p class="par">Veertien dagen lang mochten ze niet meer naar den boom
-gaan kijken, zei Neef Karel, want daar kon hij op &rsquo;t oogenblik
-niet goed tegen. De kerseboom schaamde zich, omdat hij zooveel groene
-bolletjes had verloren en zou nu uit verlegenheid ook die, welke hij
-nog overhad, wel eens kunnen loslaten, voegde Neef Bert er bij en hij
-zette een heel ernstig gezicht.</p>
-<p class="par">Nu, dit was natuurlijk maar een grapje&mdash;dat begreep
-Greet best; Klaartje was eerst nog in twijfel of &rsquo;t niet waar zou
-zijn;&mdash;maar, grapje of niet, dat deed er niet toe&mdash;de neven,
-die er verstand van hadden, zeiden, dat ze er in veertien dagen niet
-heen moesten gaan en d&aacute;&aacute;raan zouden ze zich houden.</p>
-<p class="par">&bdquo;H&eacute;&mdash;over veertien
-dagen&rdquo;&mdash;Greet was aan &rsquo;t uitrekenen&mdash;&bdquo;dan
-ben ik jarig! Wat leuk!&rdquo;</p>
-<p class="par">&bdquo;Zijn jullie er dan nog?&rdquo; vroeg Klaar.</p>
-<p class="par">&bdquo;Neen, maar dan komen we weer terug om Greet te
-feleciteeren en meteen naar den kerseboom te zien.&rdquo;</p>
-<p class="par">Greet keek er Neef Bert onderzoekend op aan of dit nu
-niet weer een grap was, maar neen, &rsquo;t scheen toch wel meenens te
-zijn: Moeder ging er dadelijk op in. Er werd afgesproken, dat zij den
-vorigen dag al zouden komen, om den heelen jaardag mee te kunnen
-vieren.</p>
-<p class="par">Leuk hoor! Dat was wat prettigs om op te kijken!</p>
-<p class="par">Zoo triestig als de zusjes &rsquo;s ochtends waren
-geweest, toen de neven kwamen, zoo vroolijk waren ze bij &rsquo;t
-afscheid.</p>
-<p class="par">Als je &rsquo;t niet beter wist, zou je gedacht hebben,
-dat ze blij waren met hun vertrek. <span class="pagenum">[<a id="xd21e1357" href="#xd21e1357" name="xd21e1357">72</a>]</span></p>
-<p class="par">&bdquo;Tot over veertien dagen,&rdquo; riepen Greet en
-Klaartje hun na, toen ze al bij &rsquo;t hek waren. En: &bdquo;tot over
-veertien dagen,&rdquo; riepen de neven terug. &bdquo;Zorgen jullie er
-maar voor, dat je een mand klaar hebt staan voor de
-kersen!&rdquo;&mdash;</p>
-<p class="par">Veertien dagen gaan gewoonlijk gauw voorbij, maar nu
-schenen ze te kruipen. &rsquo;t Was heel moeilijk, veel moeilijker dan
-ze gedacht hadden, de belofte te houden, die ze den neven hadden
-gegeven. De meisjes waren er toch z&oacute;&oacute; benieuwd naar hoe
-&rsquo;t wel met den kerseboom zou wezen en nu mochten ze er niet heen.
-Als ze er Baas Hendrik of Trientje nu maar eens naar hadden kunnen
-vragen, maar de oudjes kwamen hoogstzelden in &rsquo;t dorp; ze bleven
-stilletjes op hun eigen erf en daar was &rsquo;t nu immers verboden
-toegang!</p>
-<p class="par">Toen ze op zekeren dag, uit school komend, een schaal
-vol rijpe kersen op tafel zagen staan, werd &rsquo;t nog moeilijker
-&rsquo;t vol te houden. Er <i>waren</i> dus al rijpe kersen! Of de
-groene bolletjes van Hendrik&rsquo;s boom ook al rood en zacht zouden
-geworden zijn?</p>
-<p class="par">&bdquo;Nog vier dagen geduld,&rdquo; zei Moeder, die er
-medelijden mee kreeg, &bdquo;dan gaan we met ons allen kijken hoe
-&rsquo;t met den kerseboom staat.&rdquo;</p>
-<p class="par">&bdquo;Daarmee beginnen we den jaardag dan,&rdquo;
-stelde Vader voor: &bdquo;allen in optocht naar ouden Hendrik&rsquo;s
-kerseboom!&rdquo;</p>
-<p class="par">En ja, zoo gebeurde het ook, toen de lang verwachte dag
-ten laatste was aangebroken.</p>
-<p class="par">Dadelijk, na &rsquo;t ontbijt trokken ze er op uit:
-Vader, Moeder, de jarige Greet, Klaartje en de neven. Wat <span class="pagenum">[<a id="xd21e1376" href="#xd21e1376" name="xd21e1376">73</a>]</span>Hendrik en Trientje voor oogen opzetten, toen
-ze &rsquo;t gezelschap regelrecht op hun huisje zagen aankomen!</p>
-<p class="par">Trientje deed de deur al open.</p>
-<p class="par"></p>
-<div class="figure xd21e1381width"><img src="images/p073.png" alt="Een schaal vol rijpe kersen." width="377" height="337">
-<p class="figureHead">Een schaal vol rijpe kersen.</p>
-</div>
-<p class="par"></p>
-<p class="par">&bdquo;Heb ik van mijn leven, zooveel bezoek,&rdquo;
-riep ze, &rsquo;t hoofd van verbazing schuddend.</p>
-<p class="par">&bdquo;Trientje, ik ben jarig!&rdquo; zei Greet
-vroolijk; &bdquo;ik ben vandaag jarig!&rdquo;</p>
-<p class="par">&bdquo;En nu komen we naar den kerseboom kijken of er
-wat aanzit,&rdquo; juichte Klaar.</p>
-<p class="par">&bdquo;Kersen? Och lieve tijd,&rdquo; zei &rsquo;t oudje
-meewarig, &bdquo;als ze er aan waren, zou &rsquo;k ze graag geven,
-maar&mdash;&rdquo;</p>
-<p class="par">&bdquo;Kersen,&rdquo; zoo liet zich nu ook de plechtige
-stem van Baas Hendrik uit de achterhoede hooren, &bdquo;<i>kersen</i>?
-<i>Die</i> moet je bij <i>mij</i> niet zoeken. Mijn boom is een
-doe-niet, hij moet er uit, in &rsquo;t najaar, Burgemeester, maar mijn
-oude vrouw is er maar danig op tegen.&rdquo;</p>
-<p class="par">&bdquo;Ja Burgemeester,&rdquo; zei Trientje nu erg
-beverig, &bdquo;ja, als &rsquo;k hem aanzie, dan moet ik altijd aan
-mijn jongen, mijn Dirk, denken, die heelemaal aan den anderen kant van
-&rsquo;t groote water is.&rdquo;&mdash;</p>
-<p class="par">Greet en Klaartje waren onderwijl al om &rsquo;t huisje
-<span class="pagenum">[<a id="xd21e1409" href="#xd21e1409" name="xd21e1409">74</a>]</span>heen geloopen en hadden de neven
-meegetrokken.</p>
-<p class="par">&bdquo;Er zit niets aan,&rdquo; riep Greetje
-teleurgesteld, toen ze bij de bank was.</p>
-<p class="par">&bdquo;H&egrave;,&rdquo; zei Klaartje, &bdquo;hoe
-saai!&rdquo;</p>
-<p class="par">Maar toen kwamen ze dichterbij en ja&mdash;daar
-schemerde wat roods!&mdash;Nog wat dichter er bij&mdash;vlak er
-bij.&mdash;</p>
-<p class="par">&bdquo;O, o,&rdquo; juichten de meisjes en sprongen
-vroolijk in &rsquo;t rond, &bdquo;er zijn w&eacute;l kersen aan!
-Trientje, kom gauw! Wel een half pond&mdash;neen, stellig wel een pond!
-Kijk, hier zitten er nog meer en d&aacute;&aacute;r&mdash;en
-ginds&mdash;o, kom toch gauw kijken!&rdquo;&mdash;</p>
-<p class="par">Nu stonden ze allen om den ouden kerseboom heen, de
-kinderen en de groote menschen!</p>
-<p class="par"></p>
-<div class="figure xd21e1422width"><img src="images/p074.png" alt="Om den ouden kerseboom." width="636" height="281">
-<p class="figureHead">Om den ouden kerseboom.</p>
-</div>
-<p class="par"></p>
-<p class="par">Vader, Moeder en de neven lachten maar om de verrukking
-der meisjes.&mdash;Trientje schudde &rsquo;t hoofd en was sprakeloos
-van verwondering, maar Baas Hendrik <span class="pagenum">[<a id="xd21e1428" href="#xd21e1428" name="xd21e1428">75</a>]</span>keek wat
-wantrouwend naar zijn &bdquo;ouden doe-niet&rdquo;, terwijl hij met
-korte, stijve beweginkjes dichterbij kwam.</p>
-<p class="par">&bdquo;Hendrik, we mogen ze immers wel plukken?&rdquo;
-vroeg Moeder toen gauw, en, naar hem toegaande, gaf ze hem een
-knipoogje van verstandhouding.</p>
-<p class="par">&bdquo;&rsquo;t Treft mooi voor de meisjes, dat de
-kersen juist aan de onderste takken zitten,&rdquo; zei Vader;
-&bdquo;kijk &rsquo;s wat aardig, telkens bij trosjes van vier en vijf
-bij elkaar. Zoo heb ik &rsquo;t nog nooit gezien!&rdquo;</p>
-<p class="par">Er werd een trapje gehaald, want Greet en Klaar vonden,
-dat dit bij het kersen-plukken behoorde, al konden ze op gewone tijden
-wel zoo in den boom klimmen.</p>
-<p class="par">Baas Hendrik, die na een apartje met Moeder niet meer
-wantrouwend keek, bracht ook een weegschaal aan.</p>
-<p class="par">&bdquo;Ik moet &rsquo;s kijken of ik mijn gewicht wel
-krijg,&rdquo; meesmuilde hij.</p>
-<p class="par">&bdquo;Wel heb ik van mijn leven,&rdquo; lachte oude
-Trientje, die nu de toedracht begon te begrijpen, &bdquo;die
-jongeheeren uit de stad, weten toch altijd wat nieuws te
-verzinnen;&rdquo;&mdash;en ze lachte z&oacute;&oacute;, dat Moeder haar
-naar de bank moest brengen om wat te bekomen.</p>
-<p class="par">&bdquo;Er zitten <i>draden</i> aan, zwarte
-draden,&rdquo; riep Klaartje, die de eerste kersen gegrepen had,
-verbaasd uit.</p>
-<p class="par">Greet keek naar de neven. &bdquo;O, nu begrijp ik
-&rsquo;t al! Wat eenig bedacht,&rdquo; juichte ze. &bdquo;Jullie hebben
-ze er aan gehangen! O, wat een slimmerds! Maar &rsquo;t geldt nietwaar,
-Baas Hendrik, &rsquo;t geldt toch! De afspraak was: <i>als ze er aan
-hangen</i>; we hebben niet gezegd: <i>er aan gegroeid zijn</i>.&rdquo;
-<span class="pagenum">[<a id="xd21e1456" href="#xd21e1456" name="xd21e1456">76</a>]</span></p>
-<p class="par">&bdquo;Dat weet ik nog niet,&rdquo; begon Hendrik, nu
-zoogenaamd gewichtig doende, &bdquo;ik moet ze eerst op de schaal
-hebben; &rsquo;t konden wel eens geen echte kersen wezen en&mdash;ik
-moet mijn gewicht ook hebben&mdash;<i>tien</i> pond, hebben we
-gezegd!&rdquo;</p>
-<p class="par">&bdquo;Neen, neen, een half pond was ook al
-genoeg,&rdquo; riepen de kinderen, &bdquo;is &rsquo;t niet
-Trientje?&rdquo;</p>
-<p class="par">&rsquo;t Oude vrouwtje, nu weer wat bekomen, knikte.</p>
-<p class="par">&bdquo;Ja, ja, dat hebben jullie afgesproken. Maar nu
-begrijp ik nog niet, wanneer de jongeheeren dat hebben klaargespeeld.
-Gisteravond waren ze er nog niet aan.&rdquo;</p>
-<p class="par">&bdquo;Vanmorgen in de vroegte hebben ze &rsquo;t wis en
-zeker gedaan,&rdquo; zei Hendrik; &bdquo;ik dacht ook al, dat &rsquo;k
-zoo wat hoorde op &rsquo;t pad.&rdquo;</p>
-<p class="par">&bdquo;De jongens waren wel erg vroeg op,&rdquo; zei
-Greetje nadenkend, &bdquo;Jans vertelde, dat ze de voordeur al uit
-waren, toen zij beneden kwam.&rdquo;</p>
-<p class="par">Maar de neven zelf zeiden niets. Ze lachten maar en
-hielpen de laatste kersen plukken, die wat hoog zaten.&mdash;</p>
-<p class="par">Toen werden ze in triomf naar de weegschaal
-gebracht.</p>
-<p class="par">Hendrik hield zich eerst nog, alsof &rsquo;t volstrekt
-tien pond zouden moeten wezen, maar, gaf ten slotte toe, dat hij met
-&eacute;&eacute;n pond ook al tevreden zou zijn.</p>
-<p class="par">&rsquo;t Bleek, dat &rsquo;t er drie waren!</p>
-<p class="par">Neen, nu had Baas Hendrik volgens recht en billijkheid
-toch niets meer te zeggen. Hadden ze aan zijn boom gehangen of
-niet?&mdash;</p>
-<p class="par">&bdquo;Een man, een man&mdash;een woord, een woord,
-Hendrik,&rdquo; sprak Vader bij &rsquo;t afscheidnemen met krachtige
-stem, <span class="pagenum">[<a id="xd21e1485" href="#xd21e1485" name="xd21e1485">77</a>]</span>toen de oude man &rsquo;t alles maar op een
-grapje voor de kinderen wou gooien en warempel nu weer zijn standpunt
-tegenover den doe-niet zou gaan innemen.</p>
-<p class="par"></p>
-<div class="figure floatLeft xd21e1488width"><img src="images/p077.png"
-alt="Dat &rsquo;t er drie waren." width="341" height="357">
-<p class="figureHead">Dat &rsquo;t er drie waren.</p>
-</div>
-<p class="par"></p>
-<p class="par">Hendrik schrikte er van op. Hij schoof zijn pet heen en
-weer. Dat was een raar geval voor den nauwgezetten, ouden baas; ja, hij
-<i>had</i> zijn woord gegeven, als je &rsquo;t z&oacute;&oacute; wou
-opvatten!&mdash;</p>
-<p class="par">&bdquo;Ja,&rdquo; zoo kwam &rsquo;t er eindelijk
-langzaam uit, &bdquo;ja, als de burgemeester dat meent, ja, dan moet
-&rsquo;t ook maar zoo wezen. Nog &eacute;&eacute;n jaartje zal ik
-lankmoedigheid betoonen; ja, daar heb je mijn hand,
-Burgemeester!&rdquo;</p>
-<p class="par">Of Trientje blij was! Nu zou ze weer een heel jaar lang
-naar den kerseboom kunnen kijken en dan daarbij aan Dirk kunnen denken,
-die &bdquo;heelemaal aan den anderen kant van &rsquo;t groote
-water&rdquo; was.&mdash;</p>
-<p class="par">En, als &rsquo;t nu weer voorjaar is, zal Baas Hendrik
-dan weer zeggen, dat de kerseboom er met den herfst uit
-moet?&mdash;</p>
-<p class="par">Wel, wie weet of de oude doe-niet tegen dien tijd zijn
-leven niet betert&mdash;je kunt &rsquo;t nooit weten&mdash;en
-anders&mdash;ik heb er zoo wat van hooren mompelen, dat Dirk
-<span class="pagenum">[<a id="xd21e1506" href="#xd21e1506" name="xd21e1506">78</a>]</span>van plan is over te komen om zijn oudjes nog
-eens te bezoeken; misschien weet hij er dan ook nog wel wat op te
-bedenken om den boom nog een jaar te sparen.</p>
-<p class="par">Weest er dan maar zeker van, dat Greetje en Klaartje
-daartoe wel een handje zullen meehelpen!&mdash;</p>
-</div>
-</div>
-<div id="ch8" class="div1 chapter"><span class="pagenum">[<a href="#xd21e2452">Inhoud</a>]</span>
-<div class="divHead">
-<h2 class="main">VAN TWEE PAAR PANTOFFELTJES EN NOG WAT.</h2>
-</div>
-<div class="divBody">
-<p class="par first">Er was eens een klein meisje, dat in een groot
-huis woonde.</p>
-<p class="par">Natuurlijk woonde zij daar niet alleen; kleine meisjes
-wonen nooit alleen in <i>groote</i> huizen! W&egrave;l soms in
-gezellige <i>kleine</i> huisjes, die ze zelf maken van een paar stoelen
-en stoven en een gordijn uit Moeders rommelkist en waarin ze met hun
-poppen huishouden, net precies zooals ze dat zelf willen.</p>
-<p class="par">In groote huizen, waar ook nog groote menschen wonen,
-gaat het <i>niet</i> altijd precies z&oacute;&oacute; als de kleine
-meisjes het zelf willen.</p>
-<p class="par">Dat is erg vervelend.</p>
-<p class="par">Emma, zoo heette dit kleine meisje, wou bijvoorbeeld op
-St. Nicolaasavond volstrekt zoo lang opblijven als de groote menschen.
-Zij had gehoord, dat St. Nicolaas &rsquo;s avonds zou komen, als zij al
-lang in bed zou liggen, om wat in haar pantoffeltjes te brengen. Maar
-zij <i>wou</i> dan niet in bed liggen en al lang slapen, ze wou
-<i>op</i> zijn <span class="pagenum">[<a id="xd21e1538" href="#xd21e1538" name="xd21e1538">79</a>]</span>om den goeden Sint te zien;
-dat dit niet mocht, maakte haar erg verdrietig, ja, en stout
-&oacute;&oacute;k, z&oacute;&oacute; zelfs, dat zij in haar drift haar
-pantoffeltjes omkeerde, zoodat &rsquo;t brood en &rsquo;t hooi, dat er
-voor &rsquo;t paard van St. Nicolaas in was gedaan, op den grond
-viel.</p>
-<p class="par">Emma kon er nooit goed tegen, zie je, dat de dingen niet
-precies z&oacute;&oacute; gingen als zij het graag wou!</p>
-<p class="par">&rsquo;t Hielp niets; ze werd toch op &rsquo;t gewone
-uurtje in bed gestopt.&mdash;</p>
-<p class="par">&mdash;Maar Emma was een stijfkopje. Als zij dan niet
-&ograve;p mocht blijven, wou zij tenminste w&agrave;kker blijven, net
-zoolang tot St. Nicolaas kwam!</p>
-<p class="par">Met dikke tranen nog in haar oogen, knipperde ze tegen
-het nachtlichtje en zag er allemaal mooie, gekleurde figuren in. Door
-dit aardige spelletje trok haar booze bui af en werd ze weer een
-tevreden, vroolijk, klein meisje.</p>
-<p class="par">Gelukkig maar, anders zou &rsquo;t geen je nu zult
-hooren, niet gebeurd zijn.</p>
-<p class="par">&mdash;&rsquo;t Was zeker al heel, heel laat toen hij
-kwam, want ondanks haar plan om wakker te blijven, had Emma al geslapen
-en was de olie van het nachtpitje bijna opgebrand; &rsquo;t scheen als
-een gloeiende spijker in de duisternis en sputterde alsof &rsquo;t
-z&oacute;&oacute; uit zou gaan.</p>
-<p class="par">Emma was niets verwonderd, toen ze St. Nicolaas bij den
-haard zag staan;&mdash;van bang zijn was natuurlijk geen sprake, welk
-kind zou er nu bang voor St. Nicolaas zijn!</p>
-<p class="par">Nieuwsgierig keek ze wat hij deed: hij bukte zich over
-de omgekeerde pantoffeltjes en schudde het hoofd, <span class="pagenum">[<a id="xd21e1557" href="#xd21e1557" name="xd21e1557">80</a>]</span>want die pantoffeltjes vertelden hem wat van
-een klein meisje en een booze bui!</p>
-<p class="par">Emma schaamde zich.</p>
-<p class="par"></p>
-<div class="figure floatRight xd21e1562width"><img src="images/p080.jpg" alt="St. Nicolaas bij den haard zag staan." width="314" height="489">
-<p class="figureHead">St. Nicolaas bij den haard zag staan.</p>
-</div>
-<p class="par"></p>
-<p class="par">&bdquo;Ik zal er gauw &rsquo;t brood en &rsquo;t hooi
-weer in doen,&rdquo; riep ze en stond meteen in haar lang, wit
-nachtjaponnetje voor St. Nicolaas.</p>
-<p class="par">Deze keek haar vriendelijk aan.</p>
-<p class="par">&bdquo;Dat is braaf,&rdquo; zei hij met zachte, diepe
-stem. &bdquo;En kleed je dan maar eens warmpjes aan; je mag een uurtje
-met mij mee.&rdquo;</p>
-<p class="par">Emma trok vlug haar kleertjes aan.</p>
-<p class="par">In gewone tijden kon ze dit niet alleen, maar nu ging
-het zoo vlot,&mdash;&rsquo;t scheen wel of de knoopen vanzelf in de
-knoopsgaten, de haakjes vanzelf in de oogjes vlogen en de bandjes
-zichzelf strikten. Ze vroeg geen enkel keertje: &bdquo;waar gaan we dan
-heen?&rdquo; of &bdquo;hoe kan dat?&rdquo; en anders was ze toch
-zoo&rsquo;n kleine vraagal! Zeker kwam het door &rsquo;t ongewone van
-&rsquo;t geval!</p>
-<p class="par">Ja, ongewoon was het stellig w&egrave;l, dat daar een
-klein, klein meisje met St. Nicolaas voortreed door de stille,
-<span class="pagenum">[<a id="xd21e1578" href="#xd21e1578" name="xd21e1578">81</a>]</span>stille stad, waarop de zilveren sterren
-vriendelijk neerzagen.</p>
-<p class="par">&bdquo;Nu zal ik je mijn pakhuis eens laten
-kijken,&rdquo; sprak St. Nicolaas en meteen hielden zij stil voor een
-groot gebouw aan &rsquo;t havenhoofd, niet ver van den steiger, waaraan
-&bdquo;de stoomboot uit Spanje&rdquo; vastgemeerd lag. Emma keek
-tersluiks naar de groote, witte boot. Ze was er dolgraag eens even op
-geweest, maar toen ze eenmaal in het pakhuis was, vergat ze dien wensch
-geheel en al. Er waren groote zalen, zoo vol van het prachtigste
-speelgoed, dat je wel zoo klein en behendig als Emma moest wezen om er
-gemakkelijk je weg tusschendoor te kunnen vinden. Het was er uitgestald
-op breede planken, die langs de wanden waren aangebracht, op lange, ruw
-houten tafels op schragen, die haast braken onder &rsquo;t gewicht van
-al deze schatten, ja en ook op den grond stonden zoo maar de
-prachtigste dingen. &rsquo;t Kon een wonder heeten, dat er nog niets
-gebroken of beschadigd was van de fijne eetserviesjes, tooverlantaarns,
-miniatuur-automobielen, poppenmeubels en al wat er maar meer voor
-breekbaars was.</p>
-<p class="par">St. Nicolaas stond het glimlachend op den drempel aan te
-zien, hoe Emma vol verrukking rondhuppelde.</p>
-<p class="par">&bdquo;Als je kiezen mocht, wat zou je dan nemen?&rdquo;
-vroeg hij.</p>
-<p class="par">&bdquo;Dit serviesje,&rdquo; zei Emma, maar in &rsquo;t
-volgende oogenblik wees ze naar een groote pop, die een koffer beeldige
-kleertjes bij zich had. &bdquo;O neen, veel liever deze mooie pop,
-alstublieft!&rdquo;</p>
-<p class="par">&bdquo;Goed,&rdquo; sprak St. Nicolaas; &bdquo;maar nu
-moet je er ook bij blijven.&rdquo; <span class="pagenum">[<a id="xd21e1591" href="#xd21e1591" name="xd21e1591">82</a>]</span></p>
-<p class="par">Van het speelgoed ging het naar de boekenbergplaats.</p>
-<p class="par">Hier kwam Emma oogen te kort om al de prachtige
-prentenboeken te bekijken; om de boeken met enkel verhalen gaf ze niet
-veel, daar ze nog niet z&oacute;&oacute; vlot lezen kon.&mdash;Er waren
-er veel meer dan in den grooten boekwinkel, waar ze laatst met moeder
-was geweest. &bdquo;Wel honderdduizend maal zooveel,&rdquo; beweerde
-Emma opgetogen.</p>
-<p class="par">&bdquo;O neen, nog veel meer,&rdquo; sprak St. Nicolaas.
-&bdquo;Aan honderdduizend boekwinkels zou ik lang niet genoeg hebben.
-Je mag twee boeken uitzoeken, die je het mooist vindt.&rdquo;</p>
-<p class="par">Dit was een moeilijk geval. Emma zag wel boeken, waarvan
-ze wist dat haar broertje ze &rsquo;t allermooist zou vinden, maar voor
-zichzelf&mdash;en daar ging het nu toch om&mdash;was ze zoo gauw niet
-besloten. Ze liep van den eenen stapel naar den anderen en telkens
-meende ze nog een mooier boek te zien.</p>
-<p class="par">Eindelijk had zij de allerprachtigste uitgezocht; ze
-handelden allebei over poppen.</p>
-<p class="par">St. Nicolaas wachtte geduldig. &rsquo;t Scheen dat hij
-even, haast onmerkbaar, met &rsquo;t hoofd schudde. Mogelijk verbeeldde
-Emma &rsquo;t zich alleen maar.</p>
-<p class="par">Toen ze de deur uit gingen, werd zij er als &rsquo;t
-ware toe gedrongen naar de jongensboeken te kijken, waarvan zij wist
-dat haar broertje ze zoo mooi zou vinden. Ze kon dat grootste nog wel
-nemen in ruil voor een van haar poppenboeken; St. Nicolaas zou &rsquo;t
-zeker goed vinden.</p>
-<p class="par">Even draalde Emma&mdash;toen keerde ze zich om en
-<span class="pagenum">[<a id="xd21e1609" href="#xd21e1609" name="xd21e1609">83</a>]</span>liep weg, St. Nicolaas achterna; ze wou toch
-liever <i>haar</i> boek houden.</p>
-<p class="par">Nu was er een reeks zalen aan de beurt, waar het wel
-Luilekkerland geleek, want al &rsquo;t lekkers, dat in den St.
-Nicolaasnacht &bdquo;gereden&rdquo; wordt, was hier opgestapeld. Bij
-zoo&rsquo;n kolossale hoeveelheid was van uitstallen geen sprake meer
-geweest.</p>
-<p class="par"></p>
-<div class="figure xd21e1617width"><img src="images/p083.png" alt="Eindelijk had zij uitgezocht." width="480" height="376">
-<p class="figureHead">Eindelijk had zij uitgezocht.</p>
-</div>
-<p class="par"></p>
-<p class="par">Hoog opgestapeld lagen daar banketletters, torens
-vormend, die tot aan de zoldering reikten; ginds was een borstplaatberg
-en in &rsquo;t midden van de zalen kon je heelemaal niet loopen, want
-daar lagen hoopen en hoopen speculaaspoppen en taai-taai-figuren.
-&rsquo;t Kleine strooisuikergoed, de dieren van suiker en de
-chocoladeletters waren in reuzenkisten geborgen. St. Nicolaas
-<span class="pagenum">[<a id="xd21e1623" href="#xd21e1623" name="xd21e1623">84</a>]</span>tilde Emma op om haar er in te laten kijken
-en toen mocht ze er allebei haar handen in steken; wat ze greep was van
-haar.</p>
-<p class="par">Toen ze weer op den beganen grond stond, had ze in haar
-eene hand een konijntje en een poes van suiker en in haar andere hand
-een groote <i>D</i> van chocolade.<a class="noteref" id="xd21e1630src"
-href="#xd21e1630" name="xd21e1630src">1</a></p>
-<p class="par">&bdquo;Dat is <i>mijn</i> letter niet,&rdquo; zei Emma,
-want een <i>beetje</i> lezen kon ze wel: &bdquo;<i>mijn</i> letter is
-een <i>E</i>!&rdquo;</p>
-<p class="par">St. Nicolaas glimlachte. &bdquo;Ja, je hebt er die
-<i>D</i> zelf uitgenomen; daar kan ik niets aan doen!&rdquo;</p>
-<p class="par">&bdquo;Een <i>D</i> smaakt ook wel lekker,&rdquo; zei
-Emma toen vroolijk en ze zeurde heel niet om de letter nog te mogen
-ruilen, zooals ze op gewone tijden allicht bij Moeder zou hebben
-gedaan.</p>
-<p class="par">Van Luilekkerland gingen zij naar de pakkamers, waar de
-zwarte knechts bezig waren duizenden manden in te pakken. Dit gebeurde
-in vliegende haast. Emma werd duizelig van &rsquo;t kijken alleen.</p>
-<p class="par">Ze was blij, dat St. Nicolaas er bij was; de zwarte
-knechts trokken wel vriendelijke grimassen tegen haar, maar ze vond het
-toch wat griezelig hen zoo van dichtbij te zien.</p>
-<p class="par">&bdquo;Dit moet allemaal vannacht nog worden
-rondgebracht,&rdquo; sprak St. Nicolaas. &bdquo;Daarom ga je nu weer
-naar huis; ik heb het erg druk.&rdquo;</p>
-<p class="par">De pop en de prentenboeken werden netjes ingepakt om bij
-Emma thuis bezorgd te worden&mdash;het lekkers wou ze liever in de hand
-houden&mdash;en voordat Emma <span class="pagenum">[<a id="xd21e1669"
-href="#xd21e1669" name="xd21e1669">86</a>]</span>&rsquo;t wist, reed ze
-alweer met St. Nicolaas door de stille stad.</p>
-<p class="par"></p>
-<div class="figure xd21e1672width"><img src="images/p085.jpg" alt="&bdquo;Dit moet allemaal vannacht nog worden rondgebracht.&rdquo;"
-width="563" height="720">
-<p class="figureHead">&bdquo;Dit moet allemaal vannacht nog worden
-rondgebracht.&rdquo;</p>
-</div>
-<p class="par"></p>
-<p class="par">&bdquo;Hier in de buurt woont n&ograve;g een klein
-meisje, dat wel graag op had willen blijven om mij te zien, maar
-<i>zij</i> is er niet driftig om geworden, dat &rsquo;t niet
-kon,&rdquo; sprak St. Nicolaas, toen ze bij een nauw steegje kwamen.
-&bdquo;Ik weet, dat zij ook wakker is gebleven om op mij te wachten. We
-zullen er even binnengaan.&rdquo;</p>
-<p class="par">Hoe &rsquo;t gebeurd was, kon Emma later niet
-navertellen, maar opeens bevond ze zich met St. Nicolaas onder den
-schoorsteen van een armelijk vertrekje. St. Nicolaas maakte licht, want
-&rsquo;t was er donker.</p>
-<p class="par">&rsquo;t Allereerste wat Emma zag, was een paar
-pantoffeltjes met roggebrood er in. Ze stonden heel precies naast
-elkaar; stellig waren ze nog nooit in drift ondersteboven gegooid.</p>
-<p class="par">Nieuwsgierig keek Emma er rond. &rsquo;t Kleine meisje,
-dat op St. Nicolaas wou wachten, lag zeker in &rsquo;t ledikantje, dat
-in een hoek van &rsquo;t kamertje stond.</p>
-<p class="par">&bdquo;Gaat zij nu &oacute;&oacute;k al het moois
-zien?&rdquo; fluisterde Emma een beetje verlegen, terwijl ze naar de
-toegeschoven gordijntjes wees, die zachtjes bewogen.</p>
-<p class="par">&bdquo;Dat kan niet; Doortje is ziek. Maar zij hoort er
-graag van vertellen en daarom heb ik je hier gebracht,&rdquo; sprak St.
-Nicolaas.</p>
-<p class="par">Een mager handje schoof nu de gordijntjes open en
-Doortje keek er uit.<a class="noteref" id="xd21e1693src" href="#xd21e1693" name="xd21e1693src">2</a> O, zoo&rsquo;n tevreden,
-gelukkige glimlach vloog over haar bleek gezichtje, toen ze St.
-Nicolaas zag! <span class="pagenum">[<a id="xd21e1699" href="#xd21e1699" name="xd21e1699">87</a>]</span></p>
-<p class="par">&bdquo;Moeder zei: &rsquo;t gaf toch niets of ik al
-wakker bleef, want St. Nicolaas kwam toch niet, maar ik wist wel
-beter,&rdquo; fluisterde zij.</p>
-<p class="par">Onderwijl had St. Nicolaas het papier opgenomen, dat bij
-de pantoffeltjes lag. &bdquo;Een schort voor Moeder; een pakje tabak
-voor Vader; een pet voor Jan en een dasje voor Trui,&rdquo; las hij
-hardop.</p>
-<p class="par">&bdquo;En wat voor wensch heb je voor jezelf, mijn
-kind?&rdquo; vroeg hij toen vriendelijk.</p>
-<p class="par">&bdquo;Ik ben al zoo blij dat ik u heb gezien,&rdquo;
-stamelde Doortje, &bdquo;ik hoef niets meer.&rdquo;</p>
-<p class="par">&bdquo;O, maar als je mee hadt kunnen gaan en alles
-gezien hadt, zou je w&egrave;l wat weten te bedenken,&rdquo; riep Emma
-nu uit, en haar verlegenheid vergetend, kwam ze dichterbij en begon
-opgetogen haar wederwaardigheden te vertellen.</p>
-<p class="par">Doortje luisterde met stille verrukking.</p>
-<p class="par">&bdquo;Waren er ook naaidoosjes?&rdquo; vroeg ze
-bedeesd, toen Emma even ophield om adem te scheppen; &bdquo;een
-naaidoosje zou ik toch nog wel graag willen hebben als &rsquo;t niet te
-veel was! Dan kon ik Moeder helpen met haar naaiwerk.&rdquo;</p>
-<p class="par">Naaidoosjes? Ja, dat wist Emma niet. Zij had alleen maar
-naar dingen gekeken, waar <i>zij</i> plezier in had.</p>
-<p class="par">Om zich uit de verlegenheid te redden, liet ze Doortje
-haar lekkers zien.</p>
-<p class="par">&bdquo;Kijk, een poes en een konijn van suiker en een D
-van chocolade, een groote! Wil je die hebben? Toe maar, &rsquo;t is
-allemaal voor jou! Wat treft het mooi, dat jouw naam juist met een D
-begint!&rdquo; <span class="pagenum">[<a id="xd21e1724" href="#xd21e1724" name="xd21e1724">88</a>]</span></p>
-<p class="par">Emma was opgetogen over deze ontdekking; ze keek om en
-wou dit St. Nicolaas ook vertellen, maar.... ze zag St. Nicolaas niet
-meer.</p>
-<p class="par">Wel zag ze bij den schoorsteen de pantoffeltjes met
-alles er in en er bij wat Doortje had gevraagd&mdash;&oacute;&oacute;k
-zelfs een mooi naaidoosje. Emma wou het Doortje wijzen, maar ze kon
-niet&mdash;ze werd zoo vreemd moe en slaperig.</p>
-<p class="par">&bdquo;Ik moet ook naar huis,&rdquo; zei ze nog en
-&rsquo;t geluid van haar stem klonk van heel ver af&mdash;ze
-knikkebolde, haar hoofdje gleed op zij&mdash;ze wist van niets
-meer.</p>
-<hr class="tb">
-<p class="par"></p>
-<p class="par">In den vroegen morgen was er een dik pak sneeuw
-gevallen. De witte, wollige, donzige massa schitterde op de daken en
-lag opgehoopt in de hoeken der vensterbanken tot groot vermaak van de
-kinderen, die toch al zoo uitgelaten waren op dezen morgen van den
-zesden December&mdash;zoekertjesdag!</p>
-<p class="par">In de meeste huizen was de pret al lang in vollen gang,
-toen Emma&mdash;je weet wel, &rsquo;t kleine meisje, dat in &rsquo;t
-groote huis woonde en er niet tegen kon als de dingen niet precies zoo
-gingen als zij &rsquo;t graag wou&mdash;zich pas in haar warm bedje
-uitrekte, geeuwde en heel, heel langzaam wakker werd. Ze had niets geen
-haast om haar oogen open te doen. Als zij ze dicht hield, zag zij nog
-alles wat zij op haar tocht met St. Nicolaas gezien had. O, ze wist het
-nog zoo best! Alleen van wat er gebeurd was, nadat ze voor
-Doortje&rsquo;s ledikantje in slaap was gevallen, kon zij zich niets
-herinneren. Maar n&ugrave; lag zij toch weer in haar eigen bedje; dit
-wist zij wel, ook zonder dat zij haar oogen open deed. <span class="pagenum">[<a id="xd21e1738" href="#xd21e1738" name="xd21e1738">89</a>]</span></p>
-<p class="par">&bdquo;&rsquo;t Was toch zoo heerlijk,&rdquo; zei ze
-halfluid, &bdquo;en wat goed was het, dat ik er bij ongeluk een D
-uithaalde in plaats van een E!&rdquo;</p>
-<p class="par">&bdquo;Langslaapstertje! Droomstertje!&rdquo; klonk het
-lachend en toen werd Emma heelemaal wakker.</p>
-<p class="par">&bdquo;Droomstertje,&rdquo; zei Moeder nog eens,
-&bdquo;waar heb je het toch over? Doe je oogen maar gauw open en kijk
-dan eens wat St. Nicolaas je gebracht heeft!&rdquo;</p>
-<p class="par">In een wip was Emma nu overeind en wreef ze haar oogen
-uit.</p>
-<p class="par">&rsquo;t Brood en hooi was uit de pantoffeltjes
-verdwenen. Ze stonden op de tafel en er naast zat een mooie, groote pop
-met een open koffer vol beeldige kleertjes bij zich; twee prachtige
-prentenboeken lagen er bij.</p>
-<p class="par">&bdquo;Ik had ook nog lekkers,&rdquo; zei Emma,
-&bdquo;maar dat heb ik aan Doortje gegeven, omdat ze niets voor
-zichzelf vroeg; o ja, een naaidoosje, maar dat was om haar Moeder te
-helpen&mdash;ik bedoel: niets <i>prettigs</i>.&rdquo;</p>
-<p class="par">&bdquo;Kindje, ik geloof dat je nog droomt,&rdquo;
-lachte Moeder weer, &bdquo;hoe zou St. Nicolaas je nu geen lekkers
-gebracht hebben! Zie je dat bord niet staan?&rdquo; Ze gaf Emma haar
-pantoffeltjes om aan te doen als ze uit bed stapte.</p>
-<p class="par">&bdquo;Ga nu je pop maar eens gauw bekijken! St.
-Nicolaas heeft het maar wat goed geraden, h&eacute;?&rdquo;</p>
-<p class="par">&bdquo;Ik heb haar zelf uitgezocht,&rdquo; zei Emma,
-terwijl ze haar op den arm nam, &bdquo;maar eerst had ik een
-serviesje....&rdquo; En toen vertelde ze Moeder alles van haar
-tocht.</p>
-<p class="par">&bdquo;Ik heb alleen maar dingen voor mezelf
-gekozen,&rdquo; zei ze, toen ze aan &rsquo;t bezoek bij Doortje toe
-was, en <span class="pagenum">[<a id="xd21e1763" href="#xd21e1763"
-name="xd21e1763">90</a>]</span>keek wat bedrukt. &bdquo;Misschien was
-er wel een mooi naaidoosje geweest voor u en ik weet zeker, dat er een
-boek bij was, dat Broer graag zou gehad hebben; <i>bijna</i> had ik het
-genomen in plaats van dat &eacute;&eacute;ne poppenboek.&mdash;Ik ben
-bang, dat St. Nicolaas &rsquo;t niet heel aardig van me heeft
-gevonden!&rdquo;</p>
-<p class="par"></p>
-<div class="figure xd21e1769width"><img src="images/p090.png" alt="&bdquo;Moeder, dat heeft St. Nikolaas er nog neergezet!&rdquo;" width="526" height="279">
-<p class="figureHead">&bdquo;Moeder, dat heeft St. Nikolaas er nog
-neergezet!&rdquo;</p>
-</div>
-<p class="par"></p>
-<p class="par">&mdash;Maar toen kreeg ze haar bord lekkers in &rsquo;t
-oog, waar bovenop een groote E van chocolade lag.</p>
-<p class="par">&bdquo;Moeder, dat heeft St. Nicolaas er nog
-expr&egrave;s neergezet, omdat ik &rsquo;t mijne heb weggegeven, denkt
-u ook niet?&rdquo; riep ze opgetogen uit.</p>
-<p class="par">&bdquo;Ja, d&agrave;t heeft St. Nicolaas stellig gedaan,
-omdat hij daaruit gezien heeft, dat je toch ook nog wel graag om een
-ander denkt,&rdquo; zei Moeder en gaf haar een kus.</p>
-<p class="par">Emma bedacht zich even. &bdquo;Moeder, weet u
-wat,&rdquo; zei ze toen met een stralend gezichtje, &bdquo;als St.
-Nicolaas <span class="pagenum">[<a id="xd21e1781" href="#xd21e1781"
-name="xd21e1781">91</a>]</span>weer komt, maak ik &oacute;&oacute;k een
-verlanglijst, net als Doortje, en dan zet ik Broer&rsquo;s pantoffels
-hier ook en die van Vader en van u.... maar niemand mag lezen wat ik er
-op schrijf.&rdquo;</p>
-<p class="par">&bdquo;St. Nicolaas &oacute;&oacute;k niet?&rdquo; vroeg
-Moeder plagend.</p>
-<p class="par">&bdquo;Ja, St. Nicolaas juist w&egrave;l,&rdquo;
-antwoordde Emma lachend en toen liet ze zich gauw helpen, want ze
-verlangde er naar klaar te zijn om ook Vader en Broer alles te
-vertellen.</p>
-</div>
-<div class="footnotes">
-<hr class="fnsep">
-<p class="par footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd21e1630" href="#xd21e1630src" name="xd21e1630">1</a></span> Zie
-<a href="#frontispiece">titelplaat</a>.&nbsp;<a class="fnarrow" href="#xd21e1630src">&uarr;</a></p>
-<p class="par footnote"><span class="label"><a class="noteref" id="xd21e1693" href="#xd21e1693src" name="xd21e1693">2</a></span> Zie
-<a href="#cover-image">plaatje omslag</a>.&nbsp;<a class="fnarrow"
-href="#xd21e1693src">&uarr;</a></p>
-</div>
-</div>
-<div id="ch9" class="div1 chapter"><span class="pagenum">[<a href="#xd21e2458">Inhoud</a>]</span>
-<div class="divHead">
-<h2 class="main">JUFFROUW&rsquo;S PINKSTERTUINTJE.</h2>
-</div>
-<div class="divBody">
-<p class="par first">Op een lange rij liepen ze arm in arm door de
-straten van het Oostfriesche zeestadje, de vlasblonde deerntjes, en
-vroolijk klonk hun deuntje:</p>
-<div class="lgouter">
-<p class="line">&bdquo;Dor koom ik een olt Mientje an</p>
-<p class="line">van hoge, doge Disk&mdash;&mdash;&rdquo;</p>
-</div>
-<p class="par first">Kapitein Benno Brons, die juist met zijn kort
-pijpje in den mond over de markt kwam aanslenteren, spreidde zijn armen
-wijd uit om de kinderen tegen te houden. Lachend stoven ze uit elkaar
-en in &rsquo;t zelfde oogenblik had hij er twee gevangen: Helma van den
-apotheker en zijn eigen kleine Thedje.</p>
-<p class="par">&bdquo;Vader, nee, Vader, u moet ons nu loslaten; we
-gaan naar buiten, bloemen plukken voor morgen!&rdquo;</p>
-<p class="par">&bdquo;Drommels ja, morgen is &rsquo;t
-Pinksteren,&rdquo; zei de kapitein en hij deed, alsof hij daar niet aan
-gedacht had, terwijl <span class="pagenum">[<a id="xd21e1803" href="#xd21e1803" name="xd21e1803">92</a>]</span>zijn helderblauwe oogen
-vroolijk schitterden in het, door een grijzend ringbaardje omgeven,
-verweerde gezicht. &bdquo;Dat&rsquo;s waar ook! &rsquo;t Zal mij eens
-benieuwen, wie er morgenochtend het mooiste tuintje voor zijn deur
-vindt.&rdquo;</p>
-<p class="par"></p>
-<div class="figure xd21e1806width"><img src="images/p092.jpg" alt="Met een paar groote stappen." width="666" height="506">
-<p class="figureHead">Met een paar groote stappen.</p>
-</div>
-<p class="par"></p>
-<p class="par">&bdquo;U niet, Kapitein Brons,&rdquo; riep er een
-plagend en toen vlogen ze allen joelend weg, want hij balde lachend
-zijn vuist en zette &rsquo;t troepje quasi met een paar groote stappen
-na.</p>
-<p class="par">De orde was nu verbroken; bij twee&euml;n en drie&euml;n
-stoven ze voort, stoeiend en lachend, telkens nog omziende naar
-Kapitein Brons, die zijn weg al lang weer <span class="pagenum">[<a id="xd21e1814" href="#xd21e1814" name="xd21e1814">93</a>]</span>vervolgd
-had. Ze kwamen pas weer tot bedaren toen ze buiten het stadje waren
-gekomen.</p>
-<p class="par">Tegen den hoogen walkant groeiden van die groote, gele
-dotters en ginds stonden lila Pinksterbloemen en madeliefjes met gouden
-harten.</p>
-<p class="par">Thedje begon er maar dadelijk van te plukken; ze moest
-een heeleboel bloemen hebben, want ze had groote plannen: niet alleen
-voor thuis wou ze een Pinkstertuintje maken, maar ook voor de nieuwe
-juffrouw van school. Die woonde op kamers bij een oude
-schoenmakersvrouw en zou &rsquo;t zeker erg prettig vinden, als ze
-morgen met zoo&rsquo;n mooi tuintje verrast werd. Juffrouw had nog
-nooit &rsquo;s een echt Pinkstertuintje gezien, want
-d&aacute;&aacute;r, waar ze vandaan kwam, deden de menschen dat zoo
-niet. Dat hoorde zoo recht hier in &rsquo;t Noorden thuis, waar je
-zooveel van die aardige, oude gebruiken hadt, vond Juffrouw.</p>
-<p class="par">Toen ze dat zoo zei in de klas, hadden een heeleboel
-kinders den vinger opgestoken en sommigen waren overeind in de bank
-gaan staan in hun ijver om Juffrouw precies in te lichten omtrent die
-Pinkstertuintjes en ze hadden zich verbazend gewichtig gevoeld, omdat
-dit nu eens wat was, waar <i>zij</i> alles van wisten en Juffrouw, die
-zoo knap was, niet. Thedje had toen dadelijk bedacht, dat <i>zij</i> er
-eentje voor <i>Juffrouw</i> zou maken.</p>
-<p class="par">Vol ijver was ze aan &rsquo;t plukken. Verderop stonden
-meidoorns in bloei, roode en witte; daar moest ze ook wat van
-hebben.</p>
-<p class="par">Haar kameraadjes waren allen op de wei neergestreken als
-een zwerm vroolijke vogels: ze plukten er bij handen <span class="pagenum">[<a id="xd21e1836" href="#xd21e1836" name="xd21e1836">94</a>]</span>vol boterbloemen en madeliefjes. Thedje
-hoorde hen wel lachen en snappen, maar was toch niet van plan naar hen
-toe te gaan. Ze wist een plekje, achter den hoogen wal, tusschen het
-eikenhakhout, waar &rsquo;t vol driekleurige veldviooltjes stond. Daar
-zouden de anderen stellig geen bloemen zoeken; Thedje had ze laatst bij
-het verstoppertje-spelen ontdekt. Ze had nu expr&egrave;s een mandje
-van thuis meegenomen om er de viooltjes, die zoo teer waren en in de
-warme hand gauw verwelkten, in te verzamelen.</p>
-<p class="par">Toen ze genoeg andere bloemen naar haar zin had, ging ze
-er met stralende oogen op af. Die viooltjes, dat zou nu net wat moois
-zijn voor Juffrouw&rsquo;s tuintje! Heel kort bij den steel zou zij ze
-afplukken en dan, afgewisseld met gouden knoopjes uit Moeder&rsquo;s
-perk, op stukjes mos steken. Dat zou &rsquo;t tapijt vormen, waar
-Juffrouw overheen moest loopen, als ze op Pinkstermorgen naar de kerk
-ging. Langs de kanten kwamen dan nog mooie figuren van scheerlinggroen
-en zwaardleliebladeren; die hadden ze in den tuin. Moeder had haar
-verteld, dat ze er die vroeger ook altijd voor gebruikt had. Met
-meidoornbloempjes wou Thedje de hoeken opvullen.</p>
-<p class="par">Toen ze op den hoogen wal stond en door &rsquo;t groen
-naar beneden keek, wou &rsquo;t haar evenwel voorkomen, dat er toch
-niet zooveel viooltjes waren, als ze gemeend had.</p>
-<p class="par">Voorzichtig liet ze zich van den steilen kant zakken en
-hield zich daarbij aan de takken vast.</p>
-<p class="par">Daar dook op eens &rsquo;t ronde, borstelige hoofd van
-Volkert Visser uit de struiken langs het drassige benedenpaadje op.
-<span class="pagenum">[<a id="xd21e1846" href="#xd21e1846" name="xd21e1846">95</a>]</span></p>
-<p class="par">Thedje schrikte geweldig. Volkert Visser was zoo&rsquo;n
-ruwe, plagerige jongen;&mdash;ze mochten hem op school geen van allen
-lijden&mdash;de grooten, omdat hij zoo dikwijls spelbederver was en de
-kleintjes, omdat hij hen graag aan &rsquo;t schrikken maakte. Zoo
-lieten allen Volkert maar &rsquo;t liefst aan zijn lot over.</p>
-<p class="par"></p>
-<div class="figure xd21e1850width"><img src="images/p095.jpg" alt="Van den steilen kant zakken. Dook langs &rsquo;t benedenpaadje op."
-width="620" height="677">
-<p class="figureHead">Van den steilen kant zakken.<br>
-Dook langs &rsquo;t benedenpaadje op.</p>
-</div>
-<p class="par"></p>
-<p class="par">Thedje&rsquo;s Moeder zei wel eens, dat de kinderen
-eigenlijk medelijden met hem moesten hebben, want thuis had de jongen
-&rsquo;t ook niet plezierig: zijn ouders had hij nooit gekend en de
-Oom, bij wien hij in huis woonde, was een norsche, onverschillige man,
-die zich weinig aan hem gelegen liet liggen. Zij zou &rsquo;t daarom
-wat goed gevonden <span class="pagenum">[<a id="xd21e1858" href="#xd21e1858" name="xd21e1858">96</a>]</span>hebben, als Thedje den
-jongen eens mee naar huis had genomen, maar daartoe was &rsquo;t kind
-nooit te bewegen geweest. Thedje was bang voor Volkert Visser en nu was
-daar in &rsquo;t laatst nog iets anders bijgekomen, waardoor ze nog
-meer hekel aan hem had gekregen.</p>
-<p class="par">Volkert zat in dezelfde klas als zij. In de eerste
-dagen, toen de nieuwe juffrouw er was, had Volkert heel onaardig en
-stout gedaan om haar te plagen, maar de juffrouw was er niet boos om
-geworden. Even vriendelijk was ze tegen den stouten jongen gebleven als
-tegen de andere kinderen. Alleen had ze hem op zekeren middag, toen hij
-&rsquo;t heel bont had gemaakt, na schooltijd even laten blijven en
-sedert dien tijd had ze niet de minste moeite meer met hem gehad.
-Juffrouw en Volkert waren nu de beste maatjes, dat kon ieder kind zien.
-Als er wat prettigs in de klas te doen was: boeken uitdeelen of
-schriften ophalen, mocht Volkert &rsquo;t altijd doen en hij deed
-&rsquo;t graag. Zie je, d&agrave;t kon Thedje nu maar niet velen, dat
-Juffrouw, tegen wie ze allemaal zoo hoog opkeken, zoo vriendelijk was
-tegen dien naren Volkert, die heel niet meetelde.... Thedje was
-jaloersch op hem en geen klein beetje ook!&mdash;</p>
-<p class="par">Wat deed Volkert daar nu tusschen de viooltjes?</p>
-<p class="par">Thedje behoefde er zich niet lang op te bedenken om
-&rsquo;t antwoord op die vraag te vinden; z&oacute;&oacute; als ze hem
-gezien had, was &rsquo;t haar door &rsquo;t hoofd gevlogen: Volkert wil
-&oacute;&oacute;k een Pinkstertuintje voor Juffrouw maken en daarvoor
-steelt hij <i>mijn</i> viooltjes, jazeker, Thedje&rsquo;s viooltjes,
-want zij had ze al ontdekt, toen ze nog maar eventjes te zien waren.
-<span class="pagenum">[<a id="xd21e1870" href="#xd21e1870" name="xd21e1870">97</a>]</span></p>
-<p class="par">Thedje&rsquo;s anders zoo vriendelijke kijkers stonden
-nu heel boos en ze had een rimpel boven haar neusje. Krampachtig hield
-ze haar schort met de bloemen, die ze aan den walkant geplukt had,
-vast; &rsquo;t mandje was haar zooeven, door den schrik, ontgleden en
-langs den steilen kant gebuiteld. &rsquo;t Lag beneden, maar Thedje
-durfde &rsquo;t niet te halen. Volkert had haar nu in &rsquo;t oog
-gekregen; dreigend zwaaide hij met een stok.</p>
-<p class="par">&bdquo;Wil je &rsquo;s gauw maken dat je weg komt; je
-hebt hier niets te zoeken. Vooruit, ga je haast, of ik zal
-je&mdash;&rdquo; Hij werkte zich door de struiken heen, haar kant
-op.&mdash;</p>
-<p class="par">Overhaast nam Thedje de vlucht; ze was angstig, boos,
-bedroefd, alles tegelijk, maar de boosheid kreeg de overhand. Ze had
-&rsquo;t nog juist met een glimp gezien, hoe daar op een uitgespreiden
-zakdoek een hoop afgeplukte viooltjes lagen.&mdash;Nare
-Volkert!&mdash;</p>
-<p class="par">Er was een uitdagende, koppige trek op haar gezichtje,
-toen ze met haar bloemenschat thuiskwam.</p>
-<p class="par">Moeder had al een emmer water in den kelder klaar gezet
-om er de bloemen, den nacht over, in frisch te houden, en Vader bracht
-ze er voor haar heen. Thedje had niet veel te vertellen. Vader en
-Moeder meenden, dat &rsquo;t kind moe was van den drukken middag. Ze
-moest nu maar dadelijk haar avondboterham eten en dan vlug naar bed.
-Morgen zou &rsquo;t extra vroeg dag voor haar wezen. &rsquo;t Was een
-oud gebruik, dat de kinderen op den eersten Pinksterdag al voor dag en
-dauw in de weer waren om voor hun huis een Pinkstertuintje te maken.
-Soms werd dat een met zorg uitgevoerd kunstwerkje, soms ook, waar
-kleine, ongeoefende handjes bezig waren, <span class="pagenum">[<a id="xd21e1881" href="#xd21e1881" name="xd21e1881">98</a>]</span>moest men
-meer op den goeden wil zien dan op &rsquo;t resultaat, maar toch, als
-tegen kerktijd alles klaar was, leverde &rsquo;t geheel van die als
-moza&iuml;ek te zamen gevoegde bloemtapijten een eigenaardig,
-feestelijk gezicht op, en de kerkgangers, die bij &rsquo;t eerste
-klokgelui uit hun huizen kwamen, wezen er elkaar glimlachend op.</p>
-<p class="par">Thedje was wel een van de vroegsten op dezen heerlijken,
-lichten Pinkstermorgen, maar haar gezichtje stond niet helder en
-vroolijk, zooals &rsquo;t op een feestdag behoort. Met saamgeknepen
-lippen en gefronste wenkbrauwen spoedde zij zich met een groot deel van
-haar bloemen voort naar de stille straat, waar Juffrouw woonde. Hoe
-verder zij kwam, des te harder liep zij. Tot elken prijs wou ze Volkert
-v&oacute;&oacute;r zijn; al had ze nu geen viooltjes, toch zou ze wel
-maken, dat Juffrouw een mooi Pinkstertuintje kreeg; er kwamen nu maar
-wat meer gouden knoopjes in, dat stond vroolijk: gouden knoopjes met
-Pinksterbloemen en meidoorn aan de hoeken!&mdash;Wat zou Volkert op
-zijn neus kijken, als hij straks kwam en zag, dat hij een vergeefsche
-reis had gemaakt met zijn viooltjes!</p>
-<p class="par">Nu lachte Thedje even. Maar &rsquo;t was geen blijde,
-gulle lach en haar gezichtje werd er niet door verhelderd. Ze had zin
-om Juffrouw&rsquo;s tuintje zoo mooi mogelijk te maken, maar nu niet
-zoozeer om Juffrouw plezier te doen, dan wel om Volkert Visser
-verdrietig te maken.</p>
-<p class="par">Als je zulke leelijke, zwarte gedachten in je hart hebt,
-staat dat ook op je gezicht te lezen; daarom zag Thedje er zoo donker
-uit op dezen feestdag.</p>
-<p class="par">De straat, waar Juffrouw woonde, lag stil en verlaten.
-<span class="pagenum">[<a id="xd21e1891" href="#xd21e1891" name="xd21e1891">99</a>]</span>Er was nog geen enkel Pinkstertuintje in
-gemaakt.</p>
-<p class="par">Geen enkel?&mdash;Ja toch, &eacute;&eacute;n, voor een
-van de laatste huizen&mdash;was &rsquo;t soms dat, waar de oude
-schoenmakersvrouw woonde, bij wie Juffrouw kamers had?</p>
-<p class="par">&rsquo;t Hart klopte Thedje in de keel. Ze kon haast
-niet voort&mdash;toch wou ze er gauw heen om te zien of &rsquo;t
-werkelijk zoo was.</p>
-<p class="par">Ja&mdash;ze had zich niet vergist&mdash;er <i>was</i>
-een tuintje gemaakt, vlak voor Juffrouw&rsquo;s venster, een heel
-<i>mooi</i> tuintje, van boterbloemen en viooltjes&mdash;o, zoo&rsquo;n
-massa viooltjes! Allen waren ze zorgvuldig op stukjes mos gestoken en
-frisch met water besprenkeld.&mdash;</p>
-<p class="par">Tranen van spijt sprongen Thedje in de oogen. Toen werd
-haar blik donkerder; ze gooide haar eigen bloemen neer, ging op de
-knie&euml;n liggen en begon de dichtstbijzijnde viooltjes uit &rsquo;t
-mos te peuteren. Achteloos wierp zij ze aan den kant, de kleine van den
-steel geplukte viooltjes, die haar verwijtend schenen aan te zien en te
-vragen: &bdquo;Thedje, waarom behandel je ons
-z&oacute;&oacute;?&mdash;Je houdt toch anders zooveel van
-ons!&rdquo;&mdash;</p>
-<p class="par">Nog maar pas was Thedje aan haar vernielingswerk
-begonnen, toen &rsquo;t gordijn opgehaald en &rsquo;t venster
-opengeschoven werd.</p>
-<p class="par">&bdquo;Goedenmorgen Thedje!&rdquo; zoo klonk
-Juffrouw&rsquo;s stem vroolijk: &bdquo;Een gezegend en gelukkig
-Pinksterfeest! Wacht, ik kom even bij je!&rdquo;&mdash;</p>
-<p class="par">Nog voordat Thedje van den schrik bekomen was, had
-Juffrouw de voordeur al open gedaan en stond voor haar.</p>
-<p class="par">Thedje lag nog op haar knie&euml;n, erg verlegen, en dit
-<span class="pagenum">[<a id="xd21e1916" href="#xd21e1916" name="xd21e1916">100</a>]</span>werd er niet beter op, toen Juffrouw zich
-bukte om haar een kus te geven en daarbij zei, dat ze den laatsten tijd
-veel aan Pinkstertuintjes gedacht had, maar zich niet had kunnen
-voorstellen zelf nog eens zoo&rsquo;n mooi te zullen krijgen.</p>
-<p class="par"></p>
-<div class="figure floatLeft xd21e1919width"><img src="images/p100.png"
-alt="&bdquo;Wacht, ik kom even bij je.&rdquo;" width="244" height="720">
-<p class="figureHead">&bdquo;Wacht, ik kom even bij je.&rdquo;</p>
-</div>
-<p class="par"></p>
-<p class="par">Thedje zag vuurrood; ze liet &rsquo;t hoofd hangen en
-speelde met de weggeworpen viooltjes.</p>
-<p class="par">Maar toen Juffrouw voortging het tuintje te bewonderen
-en nog eens zei, dat ze &rsquo;t toch zoo lief van haar vond zooveel
-moeite voor haar gedaan te hebben, kon Thedje&rsquo;s eerlijk hartje
-&rsquo;t niet langer uithouden. Ze barstte in snikken uit en vertelde
-Juffrouw alles.</p>
-<p class="par">Dat was een droevig begin van den feestdag voor Thedje
-en ook voor Juffrouw. Zulke leelijke gedachten en voornemens had Thedje
-gehad en Juffrouw meende nog wel, dat &rsquo;t er bij Thedje even licht
-en vroolijk van binnen uitzag als bij haar zelf!&mdash;</p>
-<p class="par">Dacht Thedje dan z&oacute;&oacute; &rsquo;t
-Pinksterfeest te kunnen tegengaan, &rsquo;t feest van Gods Heiligen
-Geest, <span class="corr" id="xd21e1932" title="Bron: Die">die</span>
-de harten van de groote menschen, maar evengoed die van de
-<i>kinderen</i> wil verblijden en verlichten en van liefde wil
-vervullen&mdash;&mdash;?</p>
-<p class="par">Thedje schudde &rsquo;t hoofd, toen Juffrouw haar dit
-zoo ernstig vroeg. <span class="pagenum">[<a id="xd21e1940" href="#xd21e1940" name="xd21e1940">101</a>]</span></p>
-<p class="par">Daarop gingen ze naar binnen en hier, op
-Juffrouw&rsquo;s kamer, hoorde Thedje van een jongen, die door iedereen
-achteruit werd gezet en daardoor onverschillig leek, ofschoon hij toch
-evengoed behoefte aan hartelijkheid had als een ander kind. Mocht
-Thedje nu zoo jaloersch op hem wezen, Thedje, die thuis door Vader en
-Moeder omringd werd door liefde? Mocht zij &rsquo;t hem misgunnen, dat
-Juffrouw ook van <i>hem</i> hield en &rsquo;t hem misschien wat meer
-toonde, omdat hij niemand anders had die hem liefde bewees?</p>
-<p class="par">Thedje&rsquo;s tranen vloeiden rijkelijker, maar
-&rsquo;t was nu als &rsquo;t ware een mild regenbuitje na een onweer,
-dat ontspant en <span class="corr" id="xd21e1948" title="Bron: goeddoet">goed doet</span>.&mdash;</p>
-<p class="par">O, ze voelde nu wel, hoe leelijk die jaloezie was
-geweest en ze had er zoo&rsquo;n spijt van,&mdash;</p>
-<p class="par">Gelukkig toch, dat Juffrouw zoo gauw gekomen was! Nu kon
-&rsquo;t tuintje met een klein beetje moeite weer in orde gebracht
-worden en Volkert zou &rsquo;t nooit behoeven te weten.</p>
-<p class="par">Samen met Juffrouw ging ze naar buiten om de losse
-viooltjes weer op het mos te steken en dit te schikken, zooals &rsquo;t
-gelegen had. Ze zei niets bij dit werkje&mdash;gedurig vielen er nog
-tranen op de kleine viooltjes.</p>
-<p class="par">Toen &rsquo;t klaar was, wou Thedje stilletjes met haar
-eigen bloemen weggaan, maar Juffrouw riep haar terug. &bdquo;Hadt je
-die niet voor mij meegebracht?&rdquo; vroeg ze vriendelijk en wees naar
-de gouden knoopjes, de Pinksterbloemen en de meidoorntakken in
-Thedje&rsquo;s schort. &bdquo;Ik wil ze dolgraag van je hebben om mijn
-kamer feestelijk te maken&mdash;dan zal &rsquo;t net zijn of ik
-<i>twee</i> <span class="pagenum">[<a id="xd21e1962" href="#xd21e1962"
-name="xd21e1962">102</a>]</span>Pinkstertuintjes heb, &eacute;&eacute;n
-buiten en &eacute;&eacute;n binnen!&rdquo;&mdash;</p>
-<p class="par">Toen brak de zon weer door bij Thedje. Haar oogen
-schitterden, terwijl ze Juffrouw de bloemen letterlijk in de armen
-duwde. Dat Juffrouw ze t&ograve;ch nog hebben wou en niet boos was,
-deed Thedje&rsquo;s hartje opspringen van blijdschap. Ze had er
-behoefte aan Juffrouw nu ook nog een plezier te doen, een heel groot
-plezier!&mdash;Op haar teenen ging Thedje staan om &rsquo;t Juffrouw in
-te fluisteren: &bdquo;Volkert mag wel &rsquo;s bij ons thuis
-komen&mdash;Moeder heeft &rsquo;t ook al gezegd&mdash;en ik zal niet
-meer jaloersch op hem wezen, ook niet als Vader en Moeder lief voor hem
-zijn en&mdash;en&mdash;&rsquo;t volgend jaar mag hij weer uw
-Pinkstertuintje maken.&rdquo;&mdash;</p>
-<p class="par">&bdquo;Neen,&rdquo; zei deze, &bdquo;dan weet ik nog wat
-beters: dan doen jullie het <i>samen</i>.&mdash;Maar zoover zijn we nu
-nog niet. Eerst willen we <i>dit</i> Pinksterfeest blij vieren&mdash;ik
-geloof wel, dat we &rsquo;t nu kunnen&mdash;&mdash;is &rsquo;t niet,
-Thedje?&rdquo;</p>
-<p class="par"></p>
-<div class="figure xd21e1976width"><img src="images/p102.jpg" alt="Op haar teenen ging Thedje staan." width="350" height="382">
-<p class="figureHead">Op haar teenen ging Thedje staan.</p>
-</div>
-<p class="par"></p>
-<p class="par">Thedje knikte; haar gezichtje straalde&mdash;ze begreep
-wel, hoe Juffrouw &rsquo;t bedoelde; ja, n&ugrave; kon ze ook blij en
-<span class="pagenum">[<a id="xd21e1982" href="#xd21e1982" name="xd21e1982">103</a>]</span>vroolijk wezen op &rsquo;t feest, want de
-leelijke gedachten waren weg en ook in haar hartje was &rsquo;t licht
-en vredig geworden.</p>
-</div>
-</div>
-<div id="ch10" class="div1 chapter"><span class="pagenum">[<a href="#xd21e2464">Inhoud</a>]</span>
-<div class="divHead">
-<h2 class="main">DE KLEINE HOUTSNIJDER.</h2>
-</div>
-<div class="divBody">
-<p class="par first">Fani was een droomer, die altijd aan andere dingen
-dacht dan aan zijn werk, een treuzel, en&mdash;een bangerd. Wil je
-&rsquo;t wel gelooven, dat hij &rsquo;s avonds niet onder de dennen
-achter hun huisje durfde te loopen, omdat &rsquo;t dan zoo vreemd
-ruischte en zuchtte, hoog in de slanke toppen? Dat deed de wind
-natuurlijk en dit wist Fani ook wel en toch&mdash;was hij bang.</p>
-<p class="par">Moeder zei, dat het van de sprookjes kwam. Je moet
-weten, dat zijn Vader eens een sprookjesboek voor hem uit de stad had
-meegebracht en sedert hij dat had gelezen droomde Fani meer dan ooit,
-ook op klaarlichten dag als hij goed wakker was.</p>
-<p class="par">Hij dacht aan niets anders dan aan dwergjes, toovenaars
-en fee&euml;n en wat het malste was, hij was er vast van overtuigd, dat
-hij ze nog eens zou zien ook, in &rsquo;t bosch of in de bergen. Alles
-wat in de sprookjes stond, was echt waar voor hem.</p>
-<p class="par">Toen hij dit eens aan Toni, den geitenhoeder, vertelde,
-lachte die hem hartelijk uit, en zei, dat hij van zijn leven nog geen
-dwergjes had gezien en als ze er waren, moesten ze toch zeker daarboven
-in de rotsen huizen, waar hij zoo vaak met zijn geiten was.
-<span class="pagenum">[<a id="xd21e1995" href="#xd21e1995" name="xd21e1995">104</a>]</span></p>
-<p class="par"></p>
-<div class="figure xd21e1998width"><img src="images/p104.jpg" alt="Aan Toni, den geitenhoeder, vertelde." width="621" height="313">
-<p class="figureHead">Aan Toni, den geitenhoeder, vertelde.</p>
-</div>
-<p class="par"></p>
-<p class="par">Na dien tijd sprak Fani er maar nooit meer met hem over
-en met Moeder niet en met niemand, want hij wou niet uitgelachen
-worden, maar &rsquo;t sprookjesboek stopte hij weg op &rsquo;t
-zoldertje, waar hij sliep, in de kist onder zijn Zondagsche kleeren, en
-&rsquo;s morgens vroeg, voordat Peter en Franzli, zijn kleine
-broertjes, wakker waren, las hij er in.</p>
-<p class="par">Al was Fani de oudste, toch had Moeder weinig aan hem
-bij haar werk, en ze kon toch zoo best wat hulp gebruiken als ze zoo
-dagen achtereen met de kinderen alleen was. Fani&rsquo;s Vader was
-koopman; hij reisde met zijn marsje op den rug overal in den omtrek
-heen waar kermis was. De menschen kochten wat graag de aardige
-snuisterijtjes, die hij uit hout wist te snijden, vooral zijn
-dierfiguurtjes waren zoo mooi en natuurlijk alsof ze leefden.
-Houtsnijden, dat was anders wel iets, waarin Fani ook plezier had, maar
-Vader, die &rsquo;t hem zou leeren, <span class="pagenum">[<a id="xd21e2006" href="#xd21e2006" name="xd21e2006">105</a>]</span>was zoo
-ongeduldig geworden, omdat Fani eerst maar niet den slag beet had
-kunnen krijgen van de koeien, geiten en herten, die hij altijd
-maakte.</p>
-<p class="par">Fani had zoo dolgraag eens een dwergje willen probeeren,
-maar toen de diertjes telkens mislukt waren en er van al zijn knutselen
-en knoeien toch niets was terechtgekomen, was Vader boos geworden en
-had gezegd, dat Fani, als hij geen diertjes kon leeren snijden, er dan
-maar liever heelemaal mee moest uitscheiden; zoo&rsquo;n droomer zou
-het toch tot niets brengen! Later moest hij maar houthakker boven in de
-bosschen worden, dat was zwaar werk en daarbij zou hij dat droomen en
-treuzelen wel afleeren.</p>
-<p class="par"></p>
-<div class="figure xd21e2011width"><img src="images/p105.jpg" alt="Na schooltijd op &rsquo;t zoldertje." width="442" height="411">
-<p class="figureHead">Na schooltijd op &rsquo;t zoldertje.</p>
-</div>
-<p class="par"></p>
-<p class="par">Zoo had Vader gesproken en Moeder had met een zucht
-gezegd, dat Vader wel gelijk had. Toen kreeg Fani dus geen les in
-&rsquo;t houtsnijden meer, maar voor zichzelf bleef hij zich oefenen,
-&rsquo;s winters ieder vrij oogenblikje na schooltijd op &rsquo;t
-zoldertje of in &rsquo;t schuurtje, zoo lang het licht was, en &rsquo;s
-zomers buiten <span class="pagenum">[<a id="xd21e2017" href="#xd21e2017" name="xd21e2017">106</a>]</span>op een stil plekje bij
-&rsquo;t beekje. Hij probeerde niets anders te maken dan de dwergjes en
-toovenaars en fee&euml;n uit zijn sprookjesboek en knutselde op zijn
-eentje zonder dat iemand er iets van wist of zag, net zoo lang, totdat
-&rsquo;t hem beter gelukte en zijn dwergjes eindelijk net zoo goed
-uitvielen als de diertjes, die Vader maakte.&mdash;Maar hij durfde er
-thuis toch niet over te spreken of ze te laten zien, omdat Vader toen
-zoo boos was geweest, en stopte al wat hij maakte onder in de kist bij
-&rsquo;t sprookjesboek.</p>
-<p class="par">Zoo kwam Juni in &rsquo;t land, de tijd van de kermissen
-en jaarmarkten, en daar Vader al een heele poos ziek was, moest Fani er
-met het marsje op uit.</p>
-<p class="par">&rsquo;t Eerst was het groote dorp, dat verder het dal
-in lag, aan de beurt. Dit was nu niet zoo ver weg of Fani kon &rsquo;s
-avonds weer thuiskomen. Alleen zoo&rsquo;n eind door &rsquo;t bosch te
-loopen was niets voor hem, maar gelukkig, &rsquo;t beekje hield hem
-gezelschap. &rsquo;t Kabbelde zoo vroolijk alsof het met hem babbelde
-en toen Fani dorst kreeg, gaf het hem heerlijk frisch water te
-drinken.</p>
-<p class="par">&rsquo;t Was al middag, toen Fani in het dorp kwam. De
-kermis was er in vollen gang; &rsquo;t plein stond vol kramen en
-tenten; muzikanten toeterden en bliezen, kooplui schreeuwden om
-&rsquo;t hardst hun waren uit en kinderen sloegen de trom of bliezen op
-goedkoope mondharmonica&rsquo;s uit de speelgoedkraam tegenover het
-logement. &rsquo;t Was een leven van belang.</p>
-<p class="par"></p>
-<div class="figure xd21e2027width"><img src="images/p107.jpg" alt="Hij stond het met groote oogen aan te kijken." width="566" height="720">
-<p class="figureHead">Hij stond het met groote oogen aan te kijken.</p>
-</div>
-<p class="par"></p>
-<p class="par">Fani, die uit het stille bosch kwam, werd er beduusd
-van. Hij stond het met groote oogen aan te kijken uit een verborgen
-hoek bij de speelgoedkraam, waar leege <span class="pagenum">[<a id="xd21e2033" href="#xd21e2033" name="xd21e2033">108</a>]</span>kisten
-waren opgestapeld, en vergat heelemaal, dat hij ook wat te koop had.
-Maar al had Fani er ook aan gedacht, hij zou toch nooit als die andere
-kooplui hebben durven doen.</p>
-<p class="par">Nu lette niemand op hem, totdat een paar opgeschoten
-jongens, die dicht bij zijn hoekje aan &rsquo;t vechten waren, tegen
-hem aanbonsden en hem op den grond gooiden. Het marsje kiepte om en de
-mooie diertjes, die Vader met zooveel zorg had ingepakt, rolden naar
-alle kanten heen. Toen Fani weer op de been was en het zag, begon hij
-hard te schreien. Een vriendelijke vrouw hielp hem ze weer op te rapen
-en er kwamen nog meer menschen bij, die ook hielpen. Gelukkig waren er
-slechts een paar stukjes beschadigd en die kocht een heer uit &rsquo;t
-logement aan den overkant hem dadelijk af. &rsquo;t Kleine meisje, dat
-bij hem behoorde, had zoo&rsquo;n medelijden met den schreienden jongen
-en hield niet op of Fani moest bij Papa en haar onder de waranda komen
-zitten om een glas melk voor den schrik te drinken.</p>
-<p class="par">Fani wist niet wat hem overkwam, toen hij daar wat
-deftig aan een tafeltje zat te kijken naar het bont gewoel op het
-plein, waar hij zoo straks nog midden in had gestaan.</p>
-<p class="par">Margo&rsquo;tje, zoo heette zijn nieuw vriendinnetje,
-beduidde hem, dat hij maar flink moest toetasten van de broodjes met
-vleesch, die haar Papa ook nog voor hem had laten komen.
-<i>Beduidde?</i> Ja, want Margo&rsquo;tje was een Hollandsch meisje,
-dat wel al met haar Papa alleen op reis was, maar toch nog niets dan
-Hollandsch sprak, en Fani kon natuurlijk geen Hollandsch verstaan,
-<span class="pagenum">[<a id="xd21e2044" href="#xd21e2044" name="xd21e2044">109</a>]</span>evenmin als zij Fani&rsquo;s taal kon
-begrijpen. Met elkaar praten ging dus niet. Maar gelukkig kon
-Margo&rsquo;tjes Papa wel met Fani spreken.</p>
-<p class="par">&rsquo;t Was vreemd, Fani, die altijd zoo verlegen was,
-durfde nu best zijn woord te doen tegen den vreemden heer; of &rsquo;t
-kwam doordat deze hem zoo vriendelijk aankeek en niet ongeduldig werd
-over zijn langzame manier van praten?</p>
-<p class="par">Fani vertelde van Vader, die ziek was, en de beestjes
-gemaakt had, vertelde ook hoe naar hij &rsquo;t op de kermis met al die
-drukte vond. Onderwijl bekeek Margo&rsquo;tje de koeien, geiten en
-herten, en sommige, die ze heel mooi vond, zette ze uit &rsquo;t marsje
-op de tafel.</p>
-<p class="par">Fani had er geen erg in, zoo was hij aan &rsquo;t
-vertellen.</p>
-<p class="par">Op eens gaf Margo een gilletje.</p>
-<p class="par">&bdquo;O, Pa, kijk eens wat leuke dwergjes! Kijk toch
-eens!&rdquo;&mdash;Ze hield een van Fani&rsquo;s knutselwerkjes omhoog,
-die hij met &rsquo;t sprookjesboek heel onder in &rsquo;t marsje had
-gestopt, omdat hij bang was dat Peter of Franzli ze in zijn kist zouden
-vinden, terwijl hij weg was.</p>
-<p class="par">&bdquo;Kijk toch eens, hoe aardig!&mdash;En o, hier is
-een toovenaar, die kinderen laat dansen!&rdquo;</p>
-<p class="par">Fani werd eerst vuurrood van schrik en toen wit.
-&bdquo;Nee, die hooren er niet bij, die zijn van mij!&rdquo; riep hij
-haastig en wou ze haar afnemen, maar Margo&rsquo;tjes Papa had nu de
-figuurtjes al in zijn hand.</p>
-<p class="par">Fani had wel van schaamte in den grond willen kruipen.
-Wat mocht die vriendelijke mijnheer wel van hem denken, dat hij zulk
-knoeiwerk tusschen Vader&rsquo;s mooie diertjes in had gestopt!
-<span class="pagenum">[<a id="xd21e2063" href="#xd21e2063" name="xd21e2063">110</a>]</span></p>
-<p class="par">Maar Mijnheer zei niets, hij keek er naar en zag toen
-Fani lang aan, die hoe langer hoe meer verlegen, stotterend uitlegde
-hoe ze in het marsje waren verzeild.</p>
-<p class="par"></p>
-<div class="figure xd21e2067width"><img src="images/p110.jpg" alt="&bdquo;Kijk toch eens, hoe aardig!&rdquo;&mdash;" width="500" height="461">
-<p class="figureHead">&bdquo;Kijk toch eens, hoe
-aardig!&rdquo;&mdash;</p>
-</div>
-<p class="par"></p>
-<p class="par">Toen Margo&rsquo;tjes Papa de figuurtjes weer op
-&rsquo;t tafeltje zette, wou Fani ze maar gauw in &rsquo;t marsje
-pakken, heel onderin, dan zag niemand die prullen meer, maar neen, dat
-mocht niet. Mijnheer vroeg hem of hij ze wou verkoopen en <span class="corr" id="xd21e2073" title="Bron: verbeeldt">verbeeld</span> je, toen
-Fani half ongeloovig van &bdquo;ja&rdquo; knikte, kreeg hij er evenveel
-voor als voor Vader&rsquo;s mooiste beestjes!&mdash;&rsquo;t Gezicht
-van den <span class="pagenum">[<a id="xd21e2076" href="#xd21e2076"
-name="xd21e2076">111</a>]</span>jongen straalde van blijdschap.</p>
-<p class="par">Hij kon &rsquo;t maar niet begrijpen; nu zou hij haast
-zelf denken, dat hij droomde, of dat die mijnheer een toovenaar was en
-misschien straks &rsquo;t geld weer zou wegtooveren, maar neen, hoor,
-&rsquo;t was geen droomgeld, &rsquo;t was echt en &rsquo;t bleef stil
-in zijn hand liggen ook!</p>
-<p class="par">Laat in den middag ging er een heel andere Fani de
-kermis af dan de Fani, die er op was gekomen. Deze deed niet verlegen
-of schuw, neen, hij hield zijn hoofd flink rechtop en hij keek zoo
-blij, zoo blij!&mdash;Nu hielp hij Vader en Moeder toch, nu was hij
-geen droomer meer, die niets kon! De vriendelijke, vreemde mijnheer had
-beloofd over een dag of wat bij Vader en Moeder te zullen komen om over
-Fani te spreken en als &rsquo;t mocht van thuis,&mdash;nu, d&agrave;t
-zou wel&mdash;dan zou die mijnheer er voor zorgen, dat Fani op een
-school kwam om echt mooi houtsnijden te leeren.</p>
-<p class="par">Daar zou hij bepaald ook wel dwergjes mogen maken en
-alles, alles uit het sprookjesboek. En als hij &rsquo;t dan <i>heel</i>
-goed kon, dan, ja, &rsquo;t was nog een geheim, een <i>groot</i>
-geheim, maar Fani kon &rsquo;t toch niet laten het vast aan &rsquo;t
-beekje te vertellen,&mdash;d&agrave;n zou hij een extra mooie groep
-dwergjes maken en die aan &rsquo;t kleine, Hollandsche meisje sturen,
-want als zij niet zoo vriendelijk voor hem was geweest, zou &rsquo;t
-allemaal bepaald niet zoo zijn geloopen! <span class="pagenum">[<a id="xd21e2090" href="#xd21e2090" name="xd21e2090">112</a>]</span></p>
-</div>
-</div>
-<div id="ch11" class="div1 chapter"><span class="pagenum">[<a href="#xd21e2471">Inhoud</a>]</span>
-<div class="divHead">
-<h2 class="main">EDDIE&rsquo;S BOODSCHAP.</h2>
-</div>
-<div class="divBody">
-<p class="par first">&bdquo;Eddie, kan je straks eens vlug een
-boodschap voor me doen bij Boer Jansen?&rdquo; vroeg Vader op een
-ochtend aan &rsquo;t ontbijt aan zijn oudsten jongen.</p>
-<p class="par">&bdquo;Ik wel, Vader!&rdquo; &bdquo;Toe, laat mij
-&rsquo;t doen,&rdquo; riepen Fritsje en Broer, maar Eddie zei:
-&bdquo;Nee, ik zal &rsquo;t wel doen; ik kan veel harder loopen dan
-jullie, omdat mijn beenen zooveel langer zijn.&rdquo;</p>
-<p class="par">De kleine broertjes keken naar hun korte, dikke beentjes
-en toen naar de lange, dunne van Eddie; ja, ze waren wel erg lang en
-wat kon Eddie er hard mee loopen!</p>
-<p class="par">Fritsje en Broer peuzelden nu stilletjes hun boterhammen
-op, terwijl Eddie luisterde naar zijn boodschap, die wel gemakkelijk te
-onthouden was; hij moest alleen maar aan Boer Jansen zeggen:
-&bdquo;Compliment van Vader en of u maar wilt laten brengen, waarover
-Vader met u heeft gesproken.&rdquo;</p>
-<p class="par">&bdquo;Koolplantjes voor den tuin zeker, h&egrave;
-Vader?&rdquo; vroeg Eddie, die altijd alles heel precies wou weten.</p>
-<p class="par">&bdquo;Dat kan je niet schelen; breng jij de boodschap
-maar net zoo over als ik je voorgezegd heb en denk er om, mijn jongen,
-er is haast bij, hoor. Je moet v&oacute;&oacute;r schooltijd gaan en
-maken, dat je er al v&oacute;&oacute;r half negen bent. Vooral niet tot
-twaalf uur wachten.&rdquo;</p>
-<p class="par">Eddie beloofde het en daar Boer Jansen een eindje buiten
-&rsquo;t dorp woonde, mocht hij ook wat vroeger van huis gaan dan
-anders. Vader bracht hem tot &rsquo;t hek en <span class="pagenum">[<a id="xd21e2108" href="#xd21e2108" name="xd21e2108">113</a>]</span>zei nog eens, dat hij onderweg niet mocht
-treuzelen.</p>
-<p class="par">Eddie beweerde, dat hij er wel om denken zou. Hij
-zwaaide vroolijk met zijn pet tegen Moeder en de kleine broertjes, die
-voor &rsquo;t raam stonden, zei Vader goedendag en schoot toen als een
-pijl uit den boog weg, den kant uit, waar Boer Jansen woonde.</p>
-<p class="par">Eerst dacht Eddie aan niets anders dan aan zijn
-boodschap, die hij gedurig bij zichzelf opzei, maar toen hij &rsquo;t
-weiland overstak en daar zijn vriendje Kees zag met zijn bok, vergat
-hij heelemaal dat hij haast had en liep naar Kees toe, om den Sik te
-bewonderen. H&egrave;, Eddie wou altijd zoo dolgraag een bok
-hebben,&mdash;en dit was zoo&rsquo;n aardig, mooi dier! Kees wist weer
-allerlei grappige dingen van Sik te vertellen, die zoo slim
-was&mdash;als een mensch, zei Kees, en Eddie luisterde er graag naar.
-Hij ging bij zijn vriendje in &rsquo;t gras zitten, speelde met Sik,
-die nu eens net deed alsof hij stooten wou en dan weer in Eddie&rsquo;s
-zak snuffelde in de hoop dat er een stukje brood in zou wezen,
-en&mdash;dacht niet meer aan Boer Jansen.</p>
-<p class="par"></p>
-<div class="figure xd21e2115width"><img src="images/p113.png" alt="Speelde met Sik." width="619" height="175">
-<p class="figureHead">Speelde met Sik.</p>
-</div>
-<p class="par"></p>
-<p class="par">Daar kwam de groote broer van Kees aan: &bdquo;Toe
-jongen, moet je niet naar school? Op mijn horloge is &rsquo;t al bijna
-<span class="pagenum">[<a id="xd21e2122" href="#xd21e2122" name="xd21e2122">114</a>]</span>kwart; ga maar gauw, ik zal Sik wel
-thuisbrengen,&rdquo; riep hij al uit de verte.</p>
-<p class="par">&bdquo;Naar school?&rdquo;&mdash;Eddie keek alsof hij
-gedroomd had en nu pas wakker was geworden. Ja, natuurlijk, hij moest
-&oacute;&oacute;k naar school, net zoo goed als Kees,
-en&mdash;en&mdash;wat moest hij ook nog meer?&mdash;</p>
-<p class="par">&bdquo;Kom Ed, als we niet gauw gaan, zullen we nog te
-laat komen,&rdquo; riep Kees, die al overeind was gesprongen en
-&rsquo;t touw van Sik aan zijn broer had gegeven. Maar Eddie, die nu
-opeens aan zijn boodschap dacht, schudde van neen.</p>
-<p class="par">Hoe had hij toch z&oacute;&oacute; kunnen vergeten wat
-Vader zei en er was nog wel haast bij geweest! Eddie schaamde zich
-vreeselijk. Wat hadden zijn lange beenen hem gegeven? &rsquo;t Eenige
-wat hij doen kon om &rsquo;t goed te maken, was: nu nog zoo gauw
-mogelijk naar Boer Jansen loopen.</p>
-<p class="par">&bdquo;Ga jij maar,&rdquo; zei hij tegen zijn vriendje,
-&bdquo;ik moet nog voor Vader een boodschap doen, bij
-Jansen.&rdquo;</p>
-<p class="par">&bdquo;Doe &rsquo;t om twaalf uur,&rdquo; ried Kees aan;
-&bdquo;als je n&ugrave; nog gaat, kom je zeker te laat op
-school.&rdquo;</p>
-<p class="par">Even draalde Eddie. Hij was zoo&rsquo;n secuur baasje.
-Nog nooit was hij te laat geweest. Wat zou Meneer wel zeggen als
-&rsquo;t hem n&ugrave; overkwam?</p>
-<p class="par">&bdquo;Toe dan,&rdquo; zei Kees weer, &bdquo;ga nu mee;
-als je te laat komt, moet je schoolblijven om twaalf uur; dan kan je
-niet mee roovertje spelen en je zou nog wel de hoofdman
-zijn!&rdquo;</p>
-<p class="par">H&egrave;, roovertje spelen op &rsquo;t plein voor de
-school en hoofdman zijn! Eddie was vreeselijk graag de baas over de
-andere jongens; als hij nu geen hoofdman kon zijn, <span class="pagenum">[<a id="xd21e2140" href="#xd21e2140" name="xd21e2140">115</a>]</span>zouden ze een ander kiezen, misschien wel
-Piet van Dam, en morgen zou Piet dan ook weer hoofdman willen wezen.
-Zou die boodschap eigenlijk niet evengoed om twaalf uur kunnen gedaan
-worden? &rsquo;t Was toch zeker maar wat voor den tuin!</p>
-<p class="par">Eddie keek Kees na, die al een eindje op weg was. Bijna
-had hij de boodschap gelaten voor wat ze was om Kees te volgen; toen
-dacht hij er aan, dat hij Vader toch <i>beloofd</i> had niet tot twaalf
-uur te wachten, maar nog voor schooltijd naar Boer Jansen te gaan. Hij
-keerde zich dus om en draafde zoo hard hij draven kon naar de boerderij
-van Jansen. Wat was &rsquo;t nog een eind en wat werd Eddie warm, maar
-hij stond toch geen oogenblikje stil om uit te blazen; hij liep en
-liep, totdat hij bij &rsquo;t bruggetje was, waar je overheen moest als
-je naar de boerderij wilde gaan. De boer kwam juist het erf af met twee
-mooie bokken aan een touw, die nog veel grooter waren en veel glanziger
-huid hadden dan de Sik van Kees.</p>
-<p class="par"></p>
-<div class="figure xd21e2148width"><img src="images/p115.png" alt="Maar vergat er zijn boodschap niet door." width="632" height="278">
-<p class="figureHead">Maar vergat er zijn boodschap niet door.</p>
-</div>
-<p class="par"></p>
-<p class="par">Eddie keek wel begeerig naar de dieren, maar vergat er
-nu toch zijn boodschap niet door. Boer Jansen lachte even <span class="pagenum">[<a id="xd21e2155" href="#xd21e2155" name="xd21e2155">116</a>]</span>toen hij hoorde wat Eddie van Vader moest
-zeggen.</p>
-<p class="par"></p>
-<div class="figure floatLeft xd21e2158width"><img src="images/p116.png"
-alt="Twee prachtige bokken van Boer Jansen." width="349" height="348">
-<p class="figureHead">Twee prachtige bokken van Boer Jansen.</p>
-</div>
-<p class="par"></p>
-<p class="par">&bdquo;Nu, dat is w&egrave;l op &rsquo;t nippertje;
-omdat er om half negen nog geen boodschap was, zooals we afgesproken
-hadden, dacht ik, dat Vader van den koop af zag en wou ze nu aan een
-ander brengen, die ze ook graag wou hebben. Maar nu gaat Vader
-natuurlijk voor. Zeg dus maar thuis, dat &rsquo;t in orde is, hoor; ik
-zal ze meegeven als Teunis straks met koolplanten naar jullie
-toegaat!&rdquo; Meteen draaide de boer zich om met de beide Sikken,
-alsof nu zijn wandeling niet meer noodig was. Wat het toch was, dat
-Boer Jansen straks aan Vader zou laten brengen, had Eddie wel graag
-willen vragen, maar hij durfde niet goed. Hij dacht heel eventjes aan
-iets, maar nee, dat zou te heerlijk zijn; nee, daaraan wou hij niet
-eens denken, maar of Eddie nu wou of niet, hij <i>moest</i> er toch
-telkens aan denken, onderweg en ook op school, waar hij wezenlijk nog
-op tijd aankwam. &rsquo;t Horloge van den grooten broer van Kees was
-zeker v&oacute;&oacute;r geweest. En toen hij om twaalf uur nog gauw
-even, voordat ze roovertje gingen spelen, naar huis liep om eens te
-kijken, zag Eddie dat, wat hij haast niet had durven <span class="pagenum">[<a id="xd21e2167" href="#xd21e2167" name="xd21e2167">117</a>]</span>denken, heerlijke zekerheid was:
-<span class="corr" id="xd21e2169" title="Bron: In">in</span> &rsquo;t
-schuurtje stonden de twee prachtige bokken van Boer Jansen en Vader,
-die ze met Moeder en de beide broertjes aan &rsquo;t bewonderen was,
-zei toen Eddie er bij kwam, dat de Sikken nu van hun drietjes zouden
-zijn. Fritsje en Broer juichten van plezier, maar Eddie stond er
-stilletjes bij, net alsof hij er geen schik in had. Dat kwam, omdat hij
-bedacht hoe weinig het gescheeld had, dat deze groote verrassing van
-Vader door <i>zijn</i> schuld hun deur was voorbijgegaan, maar, toen
-hij Vader en Moeder alles verteld had en zijn hartje dus weer ruim en
-prettig voelde, ja, toen was hij even blij als Fritsje en
-Broer;&mdash;even blij?&mdash;neen, zelfs nog blijder! <span class="pagenum">[<a id="xd21e2175" href="#xd21e2175" name="xd21e2175">118</a>]</span></p>
-</div>
-</div>
-<div id="ch12" class="div1 chapter"><span class="pagenum">[<a href="#xd21e2477">Inhoud</a>]</span>
-<div class="divHead">
-<h2 class="main">Gella&rsquo;s Peet</h2>
-</div>
-<div class="divBody">
-<p class="par first"></p>
-<div class="figure xd21e2181width"><img src="images/p118.png" alt="Gella&rsquo;s Peet Een oude dame met een vroolijk gezicht." width="511" height="400">
-<p class="figureHead">Gella&rsquo;s Peet<br>
-Een oude dame met een vroolijk gezicht.</p>
-</div>
-<p class="par"></p>
-<p class="par">Heel ver hier vandaan, daar, waar toentertijd
-uitgestrekte, woeste streken waren met onafzienbare, heuvelachtige
-heidevelden en geheimzinnig donkere, kwalijk riekende moerassen, woonde
-de herder Mangold met zijn vrouw en zijn dochtertje Gella.</p>
-<p class="par">&rsquo;t Was in den goeden, ouden tijd, toen ieder kind,
-behalve &eacute;&eacute;n of twee Grootmoeders en verscheidene Tantes,
-ook nog een Petemoei bezat, voor wie &rsquo;t heel veel respect had.
-Wat Vader of Moeder niet gedaan konden krijgen, had Petemoei in een
-oogenblik bewerkt, vooral als, zooals hier bij Gella &rsquo;t geval
-was, de Peet niet maar een gewone Petemoei, maar een fee, ja, ja, een
-heusche, <span class="pagenum">[<a id="xd21e2191" href="#xd21e2191"
-name="xd21e2191">119</a>]</span>wijze fee was, die diep in de hartjes
-der kinderen kon kijken.</p>
-<p class="par">Als je van fee&euml;n leest, denk je altijd aan slanke,
-teere, jeugdige wezentjes. Gella&rsquo;s Petemoei echter zou je op
-&rsquo;t eerste gezicht niet voor een fee houden. Zij had zich vermomd
-in de gedaante van een gezellige, kleine, gezette, oude dame met een
-vroolijk gezicht, dat omlijst werd door mooie, witte krullen. Ja, ze
-had evengoed een grootmoeder kunnen zijn.</p>
-<p class="par">Gella hield veel van haar Petemoei. &rsquo;t Was een
-feest voor haar, als zij eens in de herderswoning kwam. Dit gebeurde
-echter hoogstens &eacute;&eacute;n keer per jaar, zoo om en bij
-Gella&rsquo;s jaardag.</p>
-<p class="par">Nog grooter feest was &rsquo;t voor ons meisje, als zij
-met Vader of met Moeder, haar Petemoei mocht bezoeken. De oude dame
-woonde in een mooi, klein kasteeltje, ver, ver weg in &rsquo;t
-heuvelland. Je kunt dus wel begrijpen, dat Gella maar niet zoo eventjes
-naar haar toe kon gaan, als zij er zin in had.</p>
-<p class="par">Ja, <i>jullie</i> zijn verstandig en kunnen &rsquo;t
-best begrijpen, maar Gella kon &rsquo;t niet of&mdash;wilde &rsquo;t
-niet inzien.</p>
-<p class="par">Zoo&rsquo;n eigenzinnig, eigenwijs ding heb je zeker nog
-maar weinig ontmoet. Zij wist alles beter dan Vader en Moeder en vond
-den door haarzelf gekozen weg altijd de beste.</p>
-<p class="par">Op zekeren voorjaarsdag had Gella er op eens grooten zin
-in naar haar Petemoei te gaan om haar de sneeuwklokjes te brengen en de
-kleine, blauwe viooltjes, die ze in haar tuintje had gekweekt. Maar ze
-moest nog een week geduld hebben, vond Moeder; dan zou Vader,
-<span class="pagenum">[<a id="xd21e2208" href="#xd21e2208" name="xd21e2208">120</a>]</span>die nu met zijn schapen dieper &rsquo;t
-vlakke land in was getrokken, weer dichter bij huis zijn en zoo zou
-Moeder, die huis en hof niet graag alleen achter liet, met haar mee
-kunnen gaan.</p>
-<p class="par">Wachten en geduld hebben waren woorden, die niet in
-Gella&rsquo;s boekje stonden. Zij pruttelde en pruilde en&mdash;besloot
-haar zin door te drijven, toch te gaan&mdash;<i>alleen</i>.</p>
-<p class="par">Toen Moeder in den stal bezig was, sloop ze stil naar
-buiten, plukte haar bloempjes, deed ze in een mandje en begaf zich op
-weg.</p>
-<p class="par">&rsquo;t Was een heerlijk zonnige lentedag. Een klein,
-wit Wolkje zweefde langs den diep-blauwen hemel, die zich over &rsquo;t
-golvende heideland welfde. Het Voorjaarskoeltje streek langs Gella heen
-en stuwde &rsquo;t witte Wolkje op.</p>
-<p class="par">Beide, &rsquo;t Koeltje en &rsquo;t Wolkje, waren
-dienaren van de fee, moet je weten. Zij hadden haar al verteld, dat
-Gella op haar eentje in aantocht was.</p>
-<p class="par">Hiervan wist &rsquo;t kleine, eigenzinnige meisje
-natuurlijk niets. Ze stapte vroolijk voort en zong om &rsquo;t hardst
-met den Leeuwerik, die hoog, hoog de lucht in schoot en eindelijk nog
-slechts een klein, klein stipje was in de blauwe, onmetelijke
-ruimte.</p>
-<p class="par">Gella had geen moeite met &rsquo;t vinden van den weg en
-was daar niet weinig trotsch op, want &rsquo;t was de eerste maal, dat
-zij dezen tocht alleen deed. Eerst volgde ze &rsquo;t langzaam
-stijgende, smalle pad door heidekruid en bremstruiken en toen dit
-plotseling dood liep, zette ze haar weg voort, nu eens klimmend, dan
-weer dalend, over de heuvels, zonder zich &eacute;&eacute;n oogenblik
-te behoeven <span class="pagenum">[<a id="xd21e2226" href="#xd21e2226"
-name="xd21e2226">121</a>]</span>te bedenken&mdash;z&oacute;&oacute;
-zeker was ze van haar zaak.</p>
-<p class="par">Arme, kleine Gella, ze had &rsquo;t eens moeten weten,
-dat &rsquo;t Koeltje haar op Petemoei&rsquo;s bevel zachtjes, maar
-gestadig voortstuwde in de goede richting, dat &rsquo;t witte Wolkje,
-waarnaar ze telkens keek, haar den weg aanduidde en bovendien, ze had
-&rsquo;t eens moeten zien, hoe haar goede Petemoei voor
-&eacute;&eacute;n der vensters van haar kasteeltje zat te lachen, te
-lachen om die kleine, domme Gella, die zoo wijs meende te zijn.</p>
-<p class="par">Maar na een poosje werd Petemoei ernstig en schudde
-&rsquo;t hoofd. Zou Gella z&oacute;&oacute; voortgaan, dan zou ze
-opgroeien tot een onverdragelijk, eigenwijs, onbruikbaar mensch.</p>
-<p class="par"></p>
-<div class="figure xd21e2233width"><img src="images/p121.png" alt="Met een fijn, zacht stemmetje." width="565" height="269">
-<p class="figureHead">Met een fijn, zacht stemmetje.</p>
-</div>
-<p class="par"></p>
-<p class="par">&mdash;H&eacute;, wat was dat? Gella keek op. Was
-&rsquo;t de Leeuwerik die zong? &Ograve;f dat kleine, kleine Vogeltje,
-dat ginds opvloog uit &rsquo;t heidekruid?&mdash;Duidelijk hoorde ze
-&rsquo;t met een fijn, zacht stemmetje op zoetvloeiende wijs:
-<span class="pagenum">[<a id="xd21e2239" href="#xd21e2239" name="xd21e2239">122</a>]</span></p>
-<div class="lgouter">
-<p class="line">&bdquo;Al wie zijn eigen weg wil gaan,</p>
-<p class="line">ziet dwaallicht vaak voor sterren aan&mdash;</p>
-<p class="line">en, gaat hij op dat schijnsel door,</p>
-<p class="line">dan raakt hij licht van &rsquo;t rechte
-spoor.&rdquo;&mdash;</p>
-</div>
-<p class="par first">Gella bleef stil staan om te luisteren en toen ze
-even later haar weg vervolgde, kende zij &rsquo;t versje uit &rsquo;t
-hoofd. Een paar maal zei ze &rsquo;t bij zichzelf op en daarna zong zij
-het, zonder evenwel veel aandacht aan den zin der woorden te
-schenken.&mdash;</p>
-<p class="par">Zonder ongevallen bereikte ze &rsquo;t verblijf der
-goede fee.</p>
-<p class="par">Plotseling had zij &rsquo;t v&oacute;&oacute;r zich
-gezien, &rsquo;t mooie, sierlijke kasteeltje met zijn slanke torentjes.
-Haar Petemoei stond nu op &rsquo;t terras en wuifde haar toe. Wat was
-Gella blij! Zij hield haar mandje omhoog en streek haar haren glad,
-want het speelsche Windje had &rsquo;t haar voor afscheid nog een
-beetje door elkaar geschud. &rsquo;t Witte Wolkje scheen eenigszins
-spottend op haar neer te zien: &rsquo;t had zich vervormd tot een
-lachend gezicht.</p>
-<p class="par">Druk babbelend zat Gella weldra naast Petemoei in het
-groote, vroolijke, lichte torenvertrek, waarin de zonnestralen
-ongehinderd konden binnendringen. Petemoei hield van licht. Alles moest
-maar goed openbaar worden. Voor &rsquo;t licht kon zich niets, wat
-verkeerd was, verbergen. Zoo maakte ze &rsquo;t ook met al haar
-petekinderen, van wie Gella er eentje was. Zij had er nog verscheidene
-meer. Misschien vertel ik jullie later nog wel eens van hen, maar nu is
-<i>Gella</i> &rsquo;t hoofdpersoontje.</p>
-<p class="par">De wijze, goede fee keek &rsquo;t kind aan met een blik,
-<span class="pagenum">[<a id="xd21e2263" href="#xd21e2263" name="xd21e2263">123</a>]</span>waarin louter zonnetjes lichtten. Ze zag
-haar tot in &rsquo;t hartje.&mdash;</p>
-<p class="par">Gella snapte onderwijl maar door, vertelde van haar
-wandeling en liet vooral uitkomen, hoe knap ze alleen den weg had weten
-te vinden. Van haar stil wegloopen verzweeg ze en ook van &rsquo;t
-gezang, dat ze had gehoord.&mdash;Maar &rsquo;t moest toch aan &rsquo;t
-licht komen&mdash;op eens werd ze verlegen voor Petemoei&rsquo;s blik
-tot diep in haar hartje en stotterde juist &rsquo;t geen ze niet had
-willen vertellen.</p>
-<p class="par">Petemoei schudde &rsquo;t hoofd. Toen liet ze Gella
-&rsquo;t gehoorde versje opzeggen.</p>
-<p class="par">Kende Gella &rsquo;t nog wel?</p>
-<p class="par">O ja, dat ging als van een leien dakje.</p>
-<p class="par">&bdquo;Onthoud &rsquo;t goed, kind en handel er naar.
-Zeg &rsquo;t nog eens op en denk er dan bij na.&rdquo;&mdash;</p>
-<p class="par">Petemoei keek Gella onafgewend, ernstig, aan. Toen moest
-&rsquo;t kind langzaam nog eens die regels uitspreken.&mdash;</p>
-<p class="par">Hierna werd de goede, oude dame evenwel weer vroolijk,
-deed spelletjes met Gella, trakteerde haar, zong en lachte&mdash;o,
-&rsquo;t was een heerlijk dagje voor Gella!</p>
-<p class="par">Je hebt natuurlijk al lang begrepen, dat de goede fee
-Gella&rsquo;s Moeder niet al dien tijd in onrust had laten zitten!
-Neen, deze had al dadelijk een geruststellend bericht gekregen&mdash;er
-stonden Petemoei zooveel vlugge dienaren ter vervoeging, die haar
-orders snel en prompt uitvoerden! Dat was dus wel in orde!&mdash;</p>
-<p class="par">Tegen dat de schemering begon te vallen, zond de wijze
-fee haar petekind weer weg. Zij kuste haar hartelijk tot afscheid,
-bedankte haar nogmaals voor de bloemen <span class="pagenum">[<a id="xd21e2284" href="#xd21e2284" name="xd21e2284">124</a>]</span>en&mdash;zei toen iets, dat Gella van
-schaamte deed blozen.</p>
-<p class="par">&bdquo;Eigenlijk moest ik boos op je zijn, omdat je
-zonder toestemming van Moeder hier bent gekomen.&rdquo;&mdash;</p>
-<p class="par">&bdquo;Ik dacht,&rdquo; zoo stotterde &rsquo;t
-eigenwijsje, &bdquo;ik dacht, dat u &rsquo;t niet erg vondt, omdat u
-zoo vroolijk aldoor was en&mdash;en&mdash;omdat ik toch zelf den weg
-zoo mooi heb gevonden. Ik dacht, dat u nu ook vondt, dat ik er groot
-genoeg voor was; ik wist den weg eigenlijk beter dan Moeder, want die
-heeft zich den laatsten keer nog gedurig moeten bedenken, hoe we verder
-moesten en met Vader zijn we eens een heel eind
-omgeloopen.&rdquo;&mdash;</p>
-<p class="par">Er klonk een toon van zelfbewustzijn in door.&mdash;</p>
-<p class="par">De goede, oude dame, die volstrekt niet boos kon
-zijn&mdash;ze probeerde &rsquo;t wel eens, maar &rsquo;t ging haar
-nooit natuurlijk af&mdash;&rsquo;t paste zoo heelemaal niet bij
-haar&mdash;trok Gella even aan &rsquo;t oor&mdash;heel zacht
-maar&mdash;en gaf haar een tikje op den schouder.</p>
-<p class="par">&bdquo;Zal je &rsquo;t versje niet vergeten,
-kind?&mdash;Ik zal je nu iemand meegeven, om je thuis te brengen, want
-als de zon daalt, ziet het er buiten heel anders uit, dan wanneer zij
-met haar vriendelijk licht alles verheldert en doordringt.&rdquo;</p>
-<p class="par">&bdquo;O neen, dat behoeft niet; dank u wel,&rdquo; zei
-Gella parmantig. &bdquo;De weg terug is nog veel gemakkelijker te
-vinden dan de weg hierheen. &rsquo;t Is <i>heelemaal</i> niet
-noodig.&rdquo;</p>
-<p class="par">Maar Petemoei wenkte haar dienaar Schaduw en deze
-vergezelde &rsquo;t meisje zonder dat zij &rsquo;t bemerkte.&mdash;</p>
-<p class="par">De avond daalde vlugger dan Gella &rsquo;t zich zooeven
-had kunnen voorstellen. Petemoei had wel gelijk gehad: <span class="pagenum">[<a id="xd21e2305" href="#xd21e2305" name="xd21e2305">125</a>]</span>Wat zag alles er buiten nu anders uit dan
-vanmorgen in &rsquo;t ochtendlicht! Donkere vlerken schenen zich over
-de aarde te ontvouwen&mdash;&rsquo;t was stil, doodstil op de heuvels.
-Soms drongen van ver-af vreemde, wilde kreten tot Gella
-door&mdash;zeker werden ze uitgestooten door nachtvogels, die op buit
-aasden.</p>
-<p class="par">Gella huiverde en stapte haastig voort. Had zij ook
-spijt zich zoo parmantig van geleide te hebben afgemaakt?&mdash;Neen, o
-neen, zij was heel zeker van den weg en niet bang ook,
-welneen!&mdash;Maar toch&mdash;haar hartje klopte sneller en van tijd
-tot tijd keek zij met angstige oogen rond.</p>
-<p class="par">Nu was zij ver van de bewoonde wereld in de groote
-eenzaamheid der golvende heidelanden.&mdash;Ha! Gella haalde verruimd
-adem. Ginds groette haar een lichtschijnsel, vertrouwd en
-bekend&mdash;een sterretje in de donkerheid en ginds nog een en nog een
-en dan die groote, fonkelende, dat was de ster, die juist boven hun
-huisje stond. Hoe menigmaal had Vader haar die aangewezen!&mdash;</p>
-<p class="par">Dan was zij dus toch een eindje uit de juiste richting
-gekomen&mdash;dien kant moest zij op en niet dezen.&mdash;</p>
-<p class="par">Vol vertrouwen ging Gella op de ster af.&mdash;</p>
-<p class="par">Werd zij zachtjes aan den arm getrokken?</p>
-<p class="par">Ja&mdash;Schaduw deed &rsquo;t, de trouwe dienaar van de
-goede fee. Gella zag hem niet en liep onverstoord door&mdash;nu op een
-drafje, want ze kreeg op eens erg verlangen naar huis en naar
-Moeder.&mdash;</p>
-<p class="par">Hoe verder zij kwam, des te onbehagelijker werd &rsquo;t
-haar echter te moede; zij wist zelf niet, wat er aan <span class="pagenum">[<a id="xd21e2322" href="#xd21e2322" name="xd21e2322">126</a>]</span>mankeerde. De lucht, anders zoo frisch en
-zuiver, scheen nare, benauwde dampen met zich te voeren.&mdash;&rsquo;t
-Ademhalen werd haar moeilijk&mdash;toch liep zij voort. Ginds wenkte
-ster bij ster&mdash;steeds meer lichtjes zag zij tintelen. &rsquo;t Was
-zeker gezichtsbedrog, maar zij geleken wel uit den grond op te komen.
-&rsquo;t Kwam bepaald, doordat de grond zoo heuvelachtig was, dacht
-Gella, die het steeds meer te kwaad kreeg met de kwalijkriekende
-dampen, welke de atmosfeer verontreinigden.</p>
-<p class="par">Een onheilspellende, donkere, geheimzinnig aandoende
-massa strekte zich tot aan den gezichtseinder uit&mdash;scheen naderbij
-te komen&mdash;en die lichtjes, die lichtjes.&mdash;</p>
-<p class="par"></p>
-<div class="figure floatRight xd21e2327width"><img src="images/p126.png" alt="Ja,&mdash;Schaduw deed &rsquo;t." width="352"
-height="403">
-<p class="figureHead">Ja,&mdash;Schaduw deed &rsquo;t.</p>
-</div>
-<p class="par"></p>
-<p class="par">Weer had Schaduw haar waarschuwend aan den arm
-getrokken. Gella stond even stil. &rsquo;t Was alsof zij zich iets
-herinnerde. Wat was &rsquo;t toch?&mdash;</p>
-<p class="par">Zij dacht aan haar tocht vanmorgen door &rsquo;t in
-lentezon lachende landschap,&mdash;aan den vroolijken Leeuwerik,
-&rsquo;t Voorjaarskoeltje, &rsquo;t witte Wolkje&mdash;en&mdash;aan
-&rsquo;t lied op die zangerige melodie, dat ze gehoord had!&mdash;
-<span class="pagenum">[<a id="xd21e2335" href="#xd21e2335" name="xd21e2335">127</a>]</span></p>
-<p class="par">N&ugrave; was &rsquo;t stil, angstig stil&mdash;geen
-lied drong tot haar door.&mdash;</p>
-<p class="par">Wat had Petemoei ook weer gezegd bij &rsquo;t
-afscheid?</p>
-<p class="par">&bdquo;Zal je &rsquo;t versje niet vergeten,
-kind?&rdquo;&mdash;Gella meende haar stem nog te hooren, zoo
-vriendelijk bezorgd, zoo dringend.&mdash;</p>
-<p class="par">Welk versje?&mdash;Wel, dat van vanmorgen&mdash;dat de
-Leeuwerik gezongen had. Of had deze &rsquo;t niet gedaan? Was &rsquo;t
-dat kleine vogeltje geweest? Gella wist &rsquo;t niet, maar w&egrave;l
-wist zij, hoe de woorden van &rsquo;t lied geklonken hadden. Heel, heel
-duidelijk vernam zij ze op dit oogenblik aan haar oor:</p>
-<div class="lgouter">
-<p class="line">&bdquo;Al wie zijn eigen weg wil gaan,</p>
-<p class="line">ziet <i>dwaallicht</i> vaak voor <i>sterren</i>
-aan&mdash;</p>
-<p class="line">en, gaat hij op dat schijnsel door,</p>
-<p class="line">dan raakt hij licht van &rsquo;t rechte
-spoor!&rdquo;&mdash;</p>
-</div>
-<p class="par first">Hoe juist van pas kwam deze waarschuwing &rsquo;t
-eigenwijze, op eigen kracht en inzicht vertrouwende kind!&mdash;</p>
-<p class="par">Gella slaakte een kreet. N&ugrave; wist zij het&mdash;nu
-<i>wist</i> zij het, ginds strekten zich de verraderlijke moerassen
-voor haar uit, die met hun dwaallichten zoo menigen reiziger van den
-rechten weg hadden gelokt om hem straks reddeloos te doen
-omkomen.&mdash;</p>
-<p class="par">Hoe menigmaal had Vader er over gesproken, er voor
-gewaarschuwd!&mdash;</p>
-<p class="par">Maar&mdash;als van <i>dien</i> kant dus verderf
-lokte&mdash;de benauwde dampen werden zoo dicht, dat ze haar reeds
-dreigden te bedwelmen, waar moest zij d&agrave;n heen? Waar lag haar
-thuis? <span class="pagenum">[<a id="xd21e2374" href="#xd21e2374" name="xd21e2374">128</a>]</span></p>
-<p class="par">De flinke Gella, die zelf alles &rsquo;t beste wist,
-veel beter dan Vader en Moeder, en de hulp van Petemoei zelfbewust had
-afgewezen, stond daar nu echt, als &rsquo;t kleine meisje, dat ze
-feitelijk was, troosteloos en verlaten, geen raad wetend!&mdash;</p>
-<p class="par">Arme Gella! Maar ook <i>gelukkige</i> Gella, want
-n&ugrave; pas, nu ze in zichzelf hulpeloos was en klein, kon ze
-waarlijk geholpen worden. N&ugrave; voelde ze haar machteloosheid van
-dit oogenblik niet alleen, maar ook haar ongehoorzaamheid, haar
-zelfoverschatting van dezen ochtend en van zoo menigen dag
-eerder.&mdash;</p>
-<p class="par"></p>
-<div class="figure xd21e2383width"><img src="images/p128.png" alt="Schaduw nam Gella nu aan de hand." width="486" height="314">
-<p class="figureHead">Schaduw nam Gella nu aan de hand.</p>
-</div>
-<p class="par"></p>
-<p class="par">De trouwe Schaduw was op zijn post en volgens de bevelen
-zijner meesteres nam hij Gella nu aan de hand en voerde &rsquo;t geheel
-van streek zijnde kind, dat zijn leiding ternauwernood bespeurde,
-veilig en zeker <i>naar huis</i>.</p>
-<hr class="tb">
-<p class="par"></p>
-<p class="par">Van dien dag af werd Gella een ander persoontje. Bij
-haar eerstvolgend bezoek overtuigde haar Petemoei er zich tot haar
-vreugde van.</p>
-<p class="par">Nooit echter vergat Gella, hoe oud ze ook werd, &rsquo;t
-lied, dat voor haar zoo beslissend was geweest. <span class="pagenum">[<a id="xd21e2399" href="#xd21e2399" name="xd21e2399">129</a>]</span></p>
-</div>
-</div>
-</div>
-<div class="back">
-<div id="toc" class="div1 contents"><span class="pagenum">[<a href="#toc">Inhoud</a>]</span>
-<div class="divHead">
-<h2 class="main">INHOUD.</h2>
-<ul>
-<li>&nbsp;&nbsp;&nbsp;&nbsp;&nbsp;&nbsp; <span class="tocPageNum">Bladz.</span></li>
-<li><a href="#ch1" id="xd21e2410" name="xd21e2410">T&ograve;ch een goed
-begin</a> &nbsp;&nbsp;&nbsp;&nbsp;&nbsp;&nbsp; <span class="tocPageNum">5</span></li>
-<li><a href="#ch2" id="xd21e2416" name="xd21e2416">Alleen!</a>
-&nbsp;&nbsp;&nbsp;&nbsp;&nbsp;&nbsp; <span class="tocPageNum">18</span></li>
-<li><a href="#ch3" id="xd21e2422" name="xd21e2422">Tafels kijken</a>
-&nbsp;&nbsp;&nbsp;&nbsp;&nbsp;&nbsp; <span class="tocPageNum">28</span></li>
-<li><a href="#ch4" id="xd21e2428" name="xd21e2428">Geen bangerd</a>
-&nbsp;&nbsp;&nbsp;&nbsp;&nbsp;&nbsp; <span class="tocPageNum">39</span></li>
-<li><a href="#ch5" id="xd21e2434" name="xd21e2434">De oude noteboom</a>
-&nbsp;&nbsp;&nbsp;&nbsp;&nbsp;&nbsp; <span class="tocPageNum">45</span></li>
-<li><a href="#ch6" id="xd21e2440" name="xd21e2440">Weer goed
-gemaakt</a> &nbsp;&nbsp;&nbsp;&nbsp;&nbsp;&nbsp; <span class="tocPageNum">54</span></li>
-<li><a href="#ch7" id="xd21e2446" name="xd21e2446">De kersen</a>
-&nbsp;&nbsp;&nbsp;&nbsp;&nbsp;&nbsp; <span class="tocPageNum">65</span></li>
-<li><a href="#ch8" id="xd21e2452" name="xd21e2452">Van twee paar
-pantoffeltjes en nog wat</a> &nbsp;&nbsp;&nbsp;&nbsp;&nbsp;&nbsp;
-<span class="tocPageNum">78</span></li>
-<li><a href="#ch9" id="xd21e2458" name="xd21e2458">Juffrouw&rsquo;s
-Pinkstertuintje</a> &nbsp;&nbsp;&nbsp;&nbsp;&nbsp;&nbsp; <span class="tocPageNum">91</span></li>
-<li><a href="#ch10" id="xd21e2464" name="xd21e2464">De kleine
-houtsnijder</a> &nbsp;&nbsp;&nbsp;&nbsp;&nbsp;&nbsp; <span class="tocPageNum">103</span></li>
-<li><a href="#ch11" id="xd21e2471" name="xd21e2471">Eddie&rsquo;s
-boodschap</a> &nbsp;&nbsp;&nbsp;&nbsp;&nbsp;&nbsp; <span class="tocPageNum">112</span></li>
-<li><a href="#ch12" id="xd21e2477" name="xd21e2477">Gella&rsquo;s
-Peet</a> &nbsp;&nbsp;&nbsp;&nbsp;&nbsp;&nbsp; <span class="tocPageNum">118</span></li>
-</ul>
-<p><span class="pagenum">[<a id="xd21e2482" href="#xd21e2482" name="xd21e2482">130</a>]</span></p>
-</div>
-</div>
-<div class="div1 ads"><span class="pagenum">[<a href="#toc">Inhoud</a>]</span>
-<div class="divHead">
-<h2 class="main">ONS SCHEMERUURTJE.</h2>
-<h2 class="sub">BIBLIOTHEEK VOOR HET KIND.</h2>
-</div>
-<div class="divBody">
-<p class="par first">Met platen van JAN FRANSE, FREDDY LANGELER, C.
-SPOOR, BAS <span class="sc">v. d.</span> VEER, JAN WIEGMAN en G.
-WILDSCHUT.</p>
-<p class="par xd21e2493">De boeken, in deze serie verschenen, zijn goed
-en goedkoop.</p>
-<p class="par">Het blijkt, dat het publiek deze uitgave op prijs
-stelt&mdash;er worden voor weinig geld boeken aangeboden, waarvan de
-uitvoering smakelijk en aantrekkelijk is&mdash;de inhoud op een hoog
-peil staat&mdash;en die daarbij versierd zijn met tal van plaatjes van
-Nederlandsche kunstenaars.&mdash;&mdash;</p>
-<p class="par xd21e2497"><b>Heeft Uw kind deze boeken?</b><br>
-<b><span class="ex">Duizenden</span> genieten er van!</b></p>
-<p class="par"><span class="xd21e2508">VERSCHENEN:</span></p>
-<p class="par booktitle">I. Ida Heijermans&mdash;Vertellingen.</p>
-<p class="par bookdesc">9.500&ndash;15.500&mdash;<b>3</b>e druk.<br>
-132 bladzijden met 80 platen.</p>
-<p class="par review">Een stel aardige, kleurige uitgaven voor
-kinderen, met heel genoegelijke illustraties bij den tekst en goed
-verzorgd.</p>
-<p class="par reviewer">&bdquo;Telegraaf.&rdquo;</p>
-<p class="par booktitle">II. Gebr. Grimm&mdash;Sprookjes.</p>
-<p class="par bookdesc">Bewerkt door Tante LIZE.<br>
-9.500&ndash;15.500. <b>3</b>e druk. 124 bladzijden met 80 platen.</p>
-<p class="par review">En ook zijn het aardige boekjes om den vorm, wat
-breeder dan het gewone octaaf met op den omslag een gekleurd
-tafereeltje.</p>
-<p class="par reviewer">&bdquo;Handelsblad.&rdquo; <span class="pagenum">[<a id="xd21e2538" href="#xd21e2538" name="xd21e2538">131</a>]</span></p>
-<p class="par booktitle">III. H. C. Andersen&mdash;Sprookjes.</p>
-<p class="par bookdesc">Bewerkt door Tante LIZE.<br>
-6&ndash;10.000. <b>2</b>e druk. 120 bladzijden met 80 platen.</p>
-<p class="par review">De nieuwe vertaling is echter keurig en de
-uitgave heel mooi.</p>
-<p class="par reviewer">&bdquo;Boekenschouw.&rdquo;</p>
-<p class="par booktitle">IV. Onze oude Versjes<br>
-en het beroemde prentenboek.</p>
-<p class="par bookdesc">9000&ndash;15.000. <b>3</b>e druk. 104
-bladzijden met 103 platen.</p>
-<p class="par review">Geen kinderboekenplankje is volledig zonder dit
-alleraardigste boekje.</p>
-<p class="par reviewer">&bdquo;N. Vrouwenleven.&rdquo;</p>
-<p class="par booktitle">V. Ida Heijermans&mdash;Uit Tante&rsquo;s
-jeugd.</p>
-<p class="par bookdesc">7&ndash;12.000. <b>2</b>e druk. 172 bladzijden
-met 40 platen.</p>
-<p class="par review">Wij kunnen dit nummer uit de serie &bdquo;Ons
-Schemeruurtje&rdquo; als een echt kinderboek aanbevelen.</p>
-<p class="par reviewer">&bdquo;Kath. School.&rdquo;</p>
-<p class="par booktitle">VI. Tijl Uilenspiegel.</p>
-<p class="par bookdesc">Bewerkt door HERMANNA.</p>
-<p class="par bookdesc">7&ndash;12.000. <b>2</b>e druk. 124 bladzijden
-met 80 platen.</p>
-<p class="par review">&rsquo;t Boekje ziet er smakelijk uit en &rsquo;t
-is goed verteld.</p>
-<p class="par reviewer">&bdquo;Prov. Over. en Zwolsche
-Courant.&rdquo;</p>
-<p class="par booktitle">VII. Ida Heijermans,<br>
-Zoo mooi als zonneschijn.<br>
-Het Kaarsemannetje.</p>
-<p class="par bookdesc">7&ndash;12.000. <b>2</b>e druk. 92 bladzijden
-met 53 platen.</p>
-<p class="par review">Twee mooie origineele sprookjes van Ida
-Heijermans, boeiend en fantastisch.</p>
-<p class="par reviewer">&bdquo;Centrum.&rdquo; <span class="pagenum">[<a id="xd21e2606" href="#xd21e2606" name="xd21e2606">132</a>]</span></p>
-<p class="par booktitle">VIII. Jean Ma&ccedil;&eacute;&mdash;<a class="pglink xd21e46" title="Link naar Project Gutenberg eboek" href="https://www.gutenberg.org/ebooks/16725">Sprookjes</a>.</p>
-<p class="par bookdesc">Bewerkt door HERMANNA.<br>
-128 bladzijden met 80 platen.</p>
-<p class="par review">Deze nieuwe verhaaltjes zullen niet nalaten een
-goeden indruk op &rsquo;t jeugdige kindergemoed te maken.</p>
-<p class="par reviewer">&bdquo;Prov. Over. en Zwolsche
-Courant.&rdquo;</p>
-<p class="par booktitle">IX. Wilhelm Hauff&mdash;Vertellingen.</p>
-<p class="par bookdesc">Bewerkt door HERMANNA.<br>
-110 bladzijden met 80 platen.</p>
-<p class="par review">Weer is er met dit boekje voor de
-Meulenhoff-Serie een goede greep gedaan.</p>
-<p class="par reviewer">&bdquo;De Vrouw.&rdquo;</p>
-<p class="par booktitle">X. Ida Heijermans&mdash;Nancy&rsquo;s
-Avonturen.</p>
-<p class="par bookdesc">104 bladzijden met 56 platen.</p>
-<p class="par review">Dit boekje zal door kinderen met liefde voor
-planten en bloemen, worden verslonden.</p>
-<p class="par reviewer">&bdquo;De Amsterdammer.&rdquo;</p>
-<p class="par booktitle">XI. M&uuml;nchhausen.</p>
-<p class="par bookdesc">Bewerkt door A. HAES.<br>
-160 bladzijden met 80 platen.</p>
-<p class="par review">.... een eeuwig jong boek blijven. Jan Wiegman
-heeft het boekje van kostelijke zwartjes voorzien. E&eacute;n aardige
-gekleurde plaat in den tekst en een andere heel vermakelijke op het
-omslag.</p>
-<p class="par reviewer">&bdquo;De Vrouw.&rdquo;</p>
-<p class="par booktitle">XII. Hermanna&mdash;Vertellingen.</p>
-<p class="par bookdesc">112 bladzijden met 80 platen.</p>
-<p class="par review">De korte verhaaltjes zijn ook zeer geschikt om
-aan de kleintjes voor te lezen.</p>
-<p class="par reviewer">&bdquo;Centrum.&rdquo;</p>
-<p class="par xd21e2658">enz. enz. enz.</p>
-<p class="par xd21e2658">&#9758; Compleet prospectus waarop ook de
-volgende deelen voorkomen wordt gaarne toegezonden door den
-uitgever.</p>
-</div>
-</div>
-<div class="transcribernote">
-<h2 class="main">Colofon</h2>
-<h3 class="main">Verbeteringen</h3>
-<p>De volgende verbeteringen zijn aangebracht in de tekst:</p>
-<table class="correctiontable" summary="Overzicht van verbeteringen aangebracht in de tekst.">
-<tr>
-<th>Bladzijde</th>
-<th>Bron</th>
-<th>Verbetering</th>
-</tr>
-<tr>
-<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd21e353">15</a></td>
-<td class="width40 bottom">[<i>Niet in bron</i>]</td>
-<td class="width40 bottom">&rdquo;</td>
-</tr>
-<tr>
-<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd21e1062">55</a></td>
-<td class="width40 bottom">prieel</td>
-<td class="width40 bottom">pri&euml;el</td>
-</tr>
-<tr>
-<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd21e1932">100</a></td>
-<td class="width40 bottom">Die</td>
-<td class="width40 bottom">die</td>
-</tr>
-<tr>
-<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd21e1948">101</a></td>
-<td class="width40 bottom">goeddoet</td>
-<td class="width40 bottom">goed doet</td>
-</tr>
-<tr>
-<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd21e2073">110</a></td>
-<td class="width40 bottom">verbeeldt</td>
-<td class="width40 bottom">verbeeld</td>
-</tr>
-<tr>
-<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd21e2169">117</a></td>
-<td class="width40 bottom">In</td>
-<td class="width40 bottom">in</td>
-</tr>
-</table>
-</div>
-</div>
-
-
-
-
-
-
-
-<pre>
-
-
-
-
-
-End of the Project Gutenberg EBook of Verteluurtje, by
-Alberdina Hermanna Schlüter and J. Wiegman
-
-*** END OF THIS PROJECT GUTENBERG EBOOK VERTELUURTJE ***
-
-***** This file should be named 51345-h.htm or 51345-h.zip *****
-This and all associated files of various formats will be found in:
- http://www.gutenberg.org/5/1/3/4/51345/
-
-Produced by Jeroen Hellingman and the Online Distributed
-Proofreading Team at http://www.pgdp.net/ for Project
-Gutenberg
-
-Updated editions will replace the previous one--the old editions will
-be renamed.
-
-Creating the works from print editions not protected by U.S. copyright
-law means that no one owns a United States copyright in these works,
-so the Foundation (and you!) can copy and distribute it in the United
-States without permission and without paying copyright
-royalties. Special rules, set forth in the General Terms of Use part
-of this license, apply to copying and distributing Project
-Gutenberg-tm electronic works to protect the PROJECT GUTENBERG-tm
-concept and trademark. Project Gutenberg is a registered trademark,
-and may not be used if you charge for the eBooks, unless you receive
-specific permission. If you do not charge anything for copies of this
-eBook, complying with the rules is very easy. You may use this eBook
-for nearly any purpose such as creation of derivative works, reports,
-performances and research. They may be modified and printed and given
-away--you may do practically ANYTHING in the United States with eBooks
-not protected by U.S. copyright law. Redistribution is subject to the
-trademark license, especially commercial redistribution.
-
-START: FULL LICENSE
-
-THE FULL PROJECT GUTENBERG LICENSE
-PLEASE READ THIS BEFORE YOU DISTRIBUTE OR USE THIS WORK
-
-To protect the Project Gutenberg-tm mission of promoting the free
-distribution of electronic works, by using or distributing this work
-(or any other work associated in any way with the phrase "Project
-Gutenberg"), you agree to comply with all the terms of the Full
-Project Gutenberg-tm License available with this file or online at
-www.gutenberg.org/license.
-
-Section 1. General Terms of Use and Redistributing Project
-Gutenberg-tm electronic works
-
-1.A. By reading or using any part of this Project Gutenberg-tm
-electronic work, you indicate that you have read, understand, agree to
-and accept all the terms of this license and intellectual property
-(trademark/copyright) agreement. If you do not agree to abide by all
-the terms of this agreement, you must cease using and return or
-destroy all copies of Project Gutenberg-tm electronic works in your
-possession. If you paid a fee for obtaining a copy of or access to a
-Project Gutenberg-tm electronic work and you do not agree to be bound
-by the terms of this agreement, you may obtain a refund from the
-person or entity to whom you paid the fee as set forth in paragraph
-1.E.8.
-
-1.B. "Project Gutenberg" is a registered trademark. It may only be
-used on or associated in any way with an electronic work by people who
-agree to be bound by the terms of this agreement. There are a few
-things that you can do with most Project Gutenberg-tm electronic works
-even without complying with the full terms of this agreement. See
-paragraph 1.C below. There are a lot of things you can do with Project
-Gutenberg-tm electronic works if you follow the terms of this
-agreement and help preserve free future access to Project Gutenberg-tm
-electronic works. See paragraph 1.E below.
-
-1.C. The Project Gutenberg Literary Archive Foundation ("the
-Foundation" or PGLAF), owns a compilation copyright in the collection
-of Project Gutenberg-tm electronic works. Nearly all the individual
-works in the collection are in the public domain in the United
-States. If an individual work is unprotected by copyright law in the
-United States and you are located in the United States, we do not
-claim a right to prevent you from copying, distributing, performing,
-displaying or creating derivative works based on the work as long as
-all references to Project Gutenberg are removed. Of course, we hope
-that you will support the Project Gutenberg-tm mission of promoting
-free access to electronic works by freely sharing Project Gutenberg-tm
-works in compliance with the terms of this agreement for keeping the
-Project Gutenberg-tm name associated with the work. You can easily
-comply with the terms of this agreement by keeping this work in the
-same format with its attached full Project Gutenberg-tm License when
-you share it without charge with others.
-
-1.D. The copyright laws of the place where you are located also govern
-what you can do with this work. Copyright laws in most countries are
-in a constant state of change. If you are outside the United States,
-check the laws of your country in addition to the terms of this
-agreement before downloading, copying, displaying, performing,
-distributing or creating derivative works based on this work or any
-other Project Gutenberg-tm work. The Foundation makes no
-representations concerning the copyright status of any work in any
-country outside the United States.
-
-1.E. Unless you have removed all references to Project Gutenberg:
-
-1.E.1. The following sentence, with active links to, or other
-immediate access to, the full Project Gutenberg-tm License must appear
-prominently whenever any copy of a Project Gutenberg-tm work (any work
-on which the phrase "Project Gutenberg" appears, or with which the
-phrase "Project Gutenberg" is associated) is accessed, displayed,
-performed, viewed, copied or distributed:
-
- This eBook is for the use of anyone anywhere in the United States and
- most other parts of the world at no cost and with almost no
- restrictions whatsoever. You may copy it, give it away or re-use it
- under the terms of the Project Gutenberg License included with this
- eBook or online at www.gutenberg.org. If you are not located in the
- United States, you'll have to check the laws of the country where you
- are located before using this ebook.
-
-1.E.2. If an individual Project Gutenberg-tm electronic work is
-derived from texts not protected by U.S. copyright law (does not
-contain a notice indicating that it is posted with permission of the
-copyright holder), the work can be copied and distributed to anyone in
-the United States without paying any fees or charges. If you are
-redistributing or providing access to a work with the phrase "Project
-Gutenberg" associated with or appearing on the work, you must comply
-either with the requirements of paragraphs 1.E.1 through 1.E.7 or
-obtain permission for the use of the work and the Project Gutenberg-tm
-trademark as set forth in paragraphs 1.E.8 or 1.E.9.
-
-1.E.3. If an individual Project Gutenberg-tm electronic work is posted
-with the permission of the copyright holder, your use and distribution
-must comply with both paragraphs 1.E.1 through 1.E.7 and any
-additional terms imposed by the copyright holder. Additional terms
-will be linked to the Project Gutenberg-tm License for all works
-posted with the permission of the copyright holder found at the
-beginning of this work.
-
-1.E.4. Do not unlink or detach or remove the full Project Gutenberg-tm
-License terms from this work, or any files containing a part of this
-work or any other work associated with Project Gutenberg-tm.
-
-1.E.5. Do not copy, display, perform, distribute or redistribute this
-electronic work, or any part of this electronic work, without
-prominently displaying the sentence set forth in paragraph 1.E.1 with
-active links or immediate access to the full terms of the Project
-Gutenberg-tm License.
-
-1.E.6. You may convert to and distribute this work in any binary,
-compressed, marked up, nonproprietary or proprietary form, including
-any word processing or hypertext form. However, if you provide access
-to or distribute copies of a Project Gutenberg-tm work in a format
-other than "Plain Vanilla ASCII" or other format used in the official
-version posted on the official Project Gutenberg-tm web site
-(www.gutenberg.org), you must, at no additional cost, fee or expense
-to the user, provide a copy, a means of exporting a copy, or a means
-of obtaining a copy upon request, of the work in its original "Plain
-Vanilla ASCII" or other form. Any alternate format must include the
-full Project Gutenberg-tm License as specified in paragraph 1.E.1.
-
-1.E.7. Do not charge a fee for access to, viewing, displaying,
-performing, copying or distributing any Project Gutenberg-tm works
-unless you comply with paragraph 1.E.8 or 1.E.9.
-
-1.E.8. You may charge a reasonable fee for copies of or providing
-access to or distributing Project Gutenberg-tm electronic works
-provided that
-
-* You pay a royalty fee of 20% of the gross profits you derive from
- the use of Project Gutenberg-tm works calculated using the method
- you already use to calculate your applicable taxes. The fee is owed
- to the owner of the Project Gutenberg-tm trademark, but he has
- agreed to donate royalties under this paragraph to the Project
- Gutenberg Literary Archive Foundation. Royalty payments must be paid
- within 60 days following each date on which you prepare (or are
- legally required to prepare) your periodic tax returns. Royalty
- payments should be clearly marked as such and sent to the Project
- Gutenberg Literary Archive Foundation at the address specified in
- Section 4, "Information about donations to the Project Gutenberg
- Literary Archive Foundation."
-
-* You provide a full refund of any money paid by a user who notifies
- you in writing (or by e-mail) within 30 days of receipt that s/he
- does not agree to the terms of the full Project Gutenberg-tm
- License. You must require such a user to return or destroy all
- copies of the works possessed in a physical medium and discontinue
- all use of and all access to other copies of Project Gutenberg-tm
- works.
-
-* You provide, in accordance with paragraph 1.F.3, a full refund of
- any money paid for a work or a replacement copy, if a defect in the
- electronic work is discovered and reported to you within 90 days of
- receipt of the work.
-
-* You comply with all other terms of this agreement for free
- distribution of Project Gutenberg-tm works.
-
-1.E.9. If you wish to charge a fee or distribute a Project
-Gutenberg-tm electronic work or group of works on different terms than
-are set forth in this agreement, you must obtain permission in writing
-from both the Project Gutenberg Literary Archive Foundation and The
-Project Gutenberg Trademark LLC, the owner of the Project Gutenberg-tm
-trademark. Contact the Foundation as set forth in Section 3 below.
-
-1.F.
-
-1.F.1. Project Gutenberg volunteers and employees expend considerable
-effort to identify, do copyright research on, transcribe and proofread
-works not protected by U.S. copyright law in creating the Project
-Gutenberg-tm collection. Despite these efforts, Project Gutenberg-tm
-electronic works, and the medium on which they may be stored, may
-contain "Defects," such as, but not limited to, incomplete, inaccurate
-or corrupt data, transcription errors, a copyright or other
-intellectual property infringement, a defective or damaged disk or
-other medium, a computer virus, or computer codes that damage or
-cannot be read by your equipment.
-
-1.F.2. LIMITED WARRANTY, DISCLAIMER OF DAMAGES - Except for the "Right
-of Replacement or Refund" described in paragraph 1.F.3, the Project
-Gutenberg Literary Archive Foundation, the owner of the Project
-Gutenberg-tm trademark, and any other party distributing a Project
-Gutenberg-tm electronic work under this agreement, disclaim all
-liability to you for damages, costs and expenses, including legal
-fees. YOU AGREE THAT YOU HAVE NO REMEDIES FOR NEGLIGENCE, STRICT
-LIABILITY, BREACH OF WARRANTY OR BREACH OF CONTRACT EXCEPT THOSE
-PROVIDED IN PARAGRAPH 1.F.3. YOU AGREE THAT THE FOUNDATION, THE
-TRADEMARK OWNER, AND ANY DISTRIBUTOR UNDER THIS AGREEMENT WILL NOT BE
-LIABLE TO YOU FOR ACTUAL, DIRECT, INDIRECT, CONSEQUENTIAL, PUNITIVE OR
-INCIDENTAL DAMAGES EVEN IF YOU GIVE NOTICE OF THE POSSIBILITY OF SUCH
-DAMAGE.
-
-1.F.3. LIMITED RIGHT OF REPLACEMENT OR REFUND - If you discover a
-defect in this electronic work within 90 days of receiving it, you can
-receive a refund of the money (if any) you paid for it by sending a
-written explanation to the person you received the work from. If you
-received the work on a physical medium, you must return the medium
-with your written explanation. The person or entity that provided you
-with the defective work may elect to provide a replacement copy in
-lieu of a refund. If you received the work electronically, the person
-or entity providing it to you may choose to give you a second
-opportunity to receive the work electronically in lieu of a refund. If
-the second copy is also defective, you may demand a refund in writing
-without further opportunities to fix the problem.
-
-1.F.4. Except for the limited right of replacement or refund set forth
-in paragraph 1.F.3, this work is provided to you 'AS-IS', WITH NO
-OTHER WARRANTIES OF ANY KIND, EXPRESS OR IMPLIED, INCLUDING BUT NOT
-LIMITED TO WARRANTIES OF MERCHANTABILITY OR FITNESS FOR ANY PURPOSE.
-
-1.F.5. Some states do not allow disclaimers of certain implied
-warranties or the exclusion or limitation of certain types of
-damages. If any disclaimer or limitation set forth in this agreement
-violates the law of the state applicable to this agreement, the
-agreement shall be interpreted to make the maximum disclaimer or
-limitation permitted by the applicable state law. The invalidity or
-unenforceability of any provision of this agreement shall not void the
-remaining provisions.
-
-1.F.6. INDEMNITY - You agree to indemnify and hold the Foundation, the
-trademark owner, any agent or employee of the Foundation, anyone
-providing copies of Project Gutenberg-tm electronic works in
-accordance with this agreement, and any volunteers associated with the
-production, promotion and distribution of Project Gutenberg-tm
-electronic works, harmless from all liability, costs and expenses,
-including legal fees, that arise directly or indirectly from any of
-the following which you do or cause to occur: (a) distribution of this
-or any Project Gutenberg-tm work, (b) alteration, modification, or
-additions or deletions to any Project Gutenberg-tm work, and (c) any
-Defect you cause.
-
-Section 2. Information about the Mission of Project Gutenberg-tm
-
-Project Gutenberg-tm is synonymous with the free distribution of
-electronic works in formats readable by the widest variety of
-computers including obsolete, old, middle-aged and new computers. It
-exists because of the efforts of hundreds of volunteers and donations
-from people in all walks of life.
-
-Volunteers and financial support to provide volunteers with the
-assistance they need are critical to reaching Project Gutenberg-tm's
-goals and ensuring that the Project Gutenberg-tm collection will
-remain freely available for generations to come. In 2001, the Project
-Gutenberg Literary Archive Foundation was created to provide a secure
-and permanent future for Project Gutenberg-tm and future
-generations. To learn more about the Project Gutenberg Literary
-Archive Foundation and how your efforts and donations can help, see
-Sections 3 and 4 and the Foundation information page at
-www.gutenberg.org
-
-
-
-Section 3. Information about the Project Gutenberg Literary Archive Foundation
-
-The Project Gutenberg Literary Archive Foundation is a non profit
-501(c)(3) educational corporation organized under the laws of the
-state of Mississippi and granted tax exempt status by the Internal
-Revenue Service. The Foundation's EIN or federal tax identification
-number is 64-6221541. Contributions to the Project Gutenberg Literary
-Archive Foundation are tax deductible to the full extent permitted by
-U.S. federal laws and your state's laws.
-
-The Foundation's principal office is in Fairbanks, Alaska, with the
-mailing address: PO Box 750175, Fairbanks, AK 99775, but its
-volunteers and employees are scattered throughout numerous
-locations. Its business office is located at 809 North 1500 West, Salt
-Lake City, UT 84116, (801) 596-1887. Email contact links and up to
-date contact information can be found at the Foundation's web site and
-official page at www.gutenberg.org/contact
-
-For additional contact information:
-
- Dr. Gregory B. Newby
- Chief Executive and Director
- gbnewby@pglaf.org
-
-Section 4. Information about Donations to the Project Gutenberg
-Literary Archive Foundation
-
-Project Gutenberg-tm depends upon and cannot survive without wide
-spread public support and donations to carry out its mission of
-increasing the number of public domain and licensed works that can be
-freely distributed in machine readable form accessible by the widest
-array of equipment including outdated equipment. Many small donations
-($1 to $5,000) are particularly important to maintaining tax exempt
-status with the IRS.
-
-The Foundation is committed to complying with the laws regulating
-charities and charitable donations in all 50 states of the United
-States. Compliance requirements are not uniform and it takes a
-considerable effort, much paperwork and many fees to meet and keep up
-with these requirements. We do not solicit donations in locations
-where we have not received written confirmation of compliance. To SEND
-DONATIONS or determine the status of compliance for any particular
-state visit www.gutenberg.org/donate
-
-While we cannot and do not solicit contributions from states where we
-have not met the solicitation requirements, we know of no prohibition
-against accepting unsolicited donations from donors in such states who
-approach us with offers to donate.
-
-International donations are gratefully accepted, but we cannot make
-any statements concerning tax treatment of donations received from
-outside the United States. U.S. laws alone swamp our small staff.
-
-Please check the Project Gutenberg Web pages for current donation
-methods and addresses. Donations are accepted in a number of other
-ways including checks, online payments and credit card donations. To
-donate, please visit: www.gutenberg.org/donate
-
-Section 5. General Information About Project Gutenberg-tm electronic works.
-
-Professor Michael S. Hart was the originator of the Project
-Gutenberg-tm concept of a library of electronic works that could be
-freely shared with anyone. For forty years, he produced and
-distributed Project Gutenberg-tm eBooks with only a loose network of
-volunteer support.
-
-Project Gutenberg-tm eBooks are often created from several printed
-editions, all of which are confirmed as not protected by copyright in
-the U.S. unless a copyright notice is included. Thus, we do not
-necessarily keep eBooks in compliance with any particular paper
-edition.
-
-Most people start at our Web site which has the main PG search
-facility: www.gutenberg.org
-
-This Web site includes information about Project Gutenberg-tm,
-including how to make donations to the Project Gutenberg Literary
-Archive Foundation, how to help produce our new eBooks, and how to
-subscribe to our email newsletter to hear about new eBooks.
-
-
-
-</pre>
-
-</body>
-</html>
diff --git a/old/51345-h/images/cover.jpg b/old/51345-h/images/cover.jpg
deleted file mode 100644
index 843b43b..0000000
--- a/old/51345-h/images/cover.jpg
+++ /dev/null
Binary files differ
diff --git a/old/51345-h/images/frontispiece.jpg b/old/51345-h/images/frontispiece.jpg
deleted file mode 100644
index 45d7e54..0000000
--- a/old/51345-h/images/frontispiece.jpg
+++ /dev/null
Binary files differ
diff --git a/old/51345-h/images/p006.jpg b/old/51345-h/images/p006.jpg
deleted file mode 100644
index 3ef50a2..0000000
--- a/old/51345-h/images/p006.jpg
+++ /dev/null
Binary files differ
diff --git a/old/51345-h/images/p010.jpg b/old/51345-h/images/p010.jpg
deleted file mode 100644
index 9a09706..0000000
--- a/old/51345-h/images/p010.jpg
+++ /dev/null
Binary files differ
diff --git a/old/51345-h/images/p015.png b/old/51345-h/images/p015.png
deleted file mode 100644
index 33b749a..0000000
--- a/old/51345-h/images/p015.png
+++ /dev/null
Binary files differ
diff --git a/old/51345-h/images/p017.jpg b/old/51345-h/images/p017.jpg
deleted file mode 100644
index a129f0f..0000000
--- a/old/51345-h/images/p017.jpg
+++ /dev/null
Binary files differ
diff --git a/old/51345-h/images/p019.png b/old/51345-h/images/p019.png
deleted file mode 100644
index 7e3a72d..0000000
--- a/old/51345-h/images/p019.png
+++ /dev/null
Binary files differ
diff --git a/old/51345-h/images/p025.png b/old/51345-h/images/p025.png
deleted file mode 100644
index 72f0a77..0000000
--- a/old/51345-h/images/p025.png
+++ /dev/null
Binary files differ
diff --git a/old/51345-h/images/p027.png b/old/51345-h/images/p027.png
deleted file mode 100644
index 51871db..0000000
--- a/old/51345-h/images/p027.png
+++ /dev/null
Binary files differ
diff --git a/old/51345-h/images/p030.jpg b/old/51345-h/images/p030.jpg
deleted file mode 100644
index 03bb082..0000000
--- a/old/51345-h/images/p030.jpg
+++ /dev/null
Binary files differ
diff --git a/old/51345-h/images/p032.jpg b/old/51345-h/images/p032.jpg
deleted file mode 100644
index dd8dae2..0000000
--- a/old/51345-h/images/p032.jpg
+++ /dev/null
Binary files differ
diff --git a/old/51345-h/images/p035.jpg b/old/51345-h/images/p035.jpg
deleted file mode 100644
index b408253..0000000
--- a/old/51345-h/images/p035.jpg
+++ /dev/null
Binary files differ
diff --git a/old/51345-h/images/p038.jpg b/old/51345-h/images/p038.jpg
deleted file mode 100644
index 0edbd9e..0000000
--- a/old/51345-h/images/p038.jpg
+++ /dev/null
Binary files differ
diff --git a/old/51345-h/images/p041.jpg b/old/51345-h/images/p041.jpg
deleted file mode 100644
index 150ab77..0000000
--- a/old/51345-h/images/p041.jpg
+++ /dev/null
Binary files differ
diff --git a/old/51345-h/images/p042.jpg b/old/51345-h/images/p042.jpg
deleted file mode 100644
index b8366e0..0000000
--- a/old/51345-h/images/p042.jpg
+++ /dev/null
Binary files differ
diff --git a/old/51345-h/images/p044.jpg b/old/51345-h/images/p044.jpg
deleted file mode 100644
index 10b204f..0000000
--- a/old/51345-h/images/p044.jpg
+++ /dev/null
Binary files differ
diff --git a/old/51345-h/images/p046.png b/old/51345-h/images/p046.png
deleted file mode 100644
index 7fb4d78..0000000
--- a/old/51345-h/images/p046.png
+++ /dev/null
Binary files differ
diff --git a/old/51345-h/images/p048.png b/old/51345-h/images/p048.png
deleted file mode 100644
index 72b815d..0000000
--- a/old/51345-h/images/p048.png
+++ /dev/null
Binary files differ
diff --git a/old/51345-h/images/p049.png b/old/51345-h/images/p049.png
deleted file mode 100644
index dcc88b8..0000000
--- a/old/51345-h/images/p049.png
+++ /dev/null
Binary files differ
diff --git a/old/51345-h/images/p053.png b/old/51345-h/images/p053.png
deleted file mode 100644
index 9d51de2..0000000
--- a/old/51345-h/images/p053.png
+++ /dev/null
Binary files differ
diff --git a/old/51345-h/images/p055.png b/old/51345-h/images/p055.png
deleted file mode 100644
index bce3a1d..0000000
--- a/old/51345-h/images/p055.png
+++ /dev/null
Binary files differ
diff --git a/old/51345-h/images/p057.png b/old/51345-h/images/p057.png
deleted file mode 100644
index 7859b11..0000000
--- a/old/51345-h/images/p057.png
+++ /dev/null
Binary files differ
diff --git a/old/51345-h/images/p063.jpg b/old/51345-h/images/p063.jpg
deleted file mode 100644
index 3648b17..0000000
--- a/old/51345-h/images/p063.jpg
+++ /dev/null
Binary files differ
diff --git a/old/51345-h/images/p064.png b/old/51345-h/images/p064.png
deleted file mode 100644
index b4b6282..0000000
--- a/old/51345-h/images/p064.png
+++ /dev/null
Binary files differ
diff --git a/old/51345-h/images/p066.png b/old/51345-h/images/p066.png
deleted file mode 100644
index 28d0e41..0000000
--- a/old/51345-h/images/p066.png
+++ /dev/null
Binary files differ
diff --git a/old/51345-h/images/p068.png b/old/51345-h/images/p068.png
deleted file mode 100644
index 4d12d96..0000000
--- a/old/51345-h/images/p068.png
+++ /dev/null
Binary files differ
diff --git a/old/51345-h/images/p070.png b/old/51345-h/images/p070.png
deleted file mode 100644
index 7dd9947..0000000
--- a/old/51345-h/images/p070.png
+++ /dev/null
Binary files differ
diff --git a/old/51345-h/images/p073.png b/old/51345-h/images/p073.png
deleted file mode 100644
index d8f24ef..0000000
--- a/old/51345-h/images/p073.png
+++ /dev/null
Binary files differ
diff --git a/old/51345-h/images/p074.png b/old/51345-h/images/p074.png
deleted file mode 100644
index f3b247d..0000000
--- a/old/51345-h/images/p074.png
+++ /dev/null
Binary files differ
diff --git a/old/51345-h/images/p077.png b/old/51345-h/images/p077.png
deleted file mode 100644
index 09b8b36..0000000
--- a/old/51345-h/images/p077.png
+++ /dev/null
Binary files differ
diff --git a/old/51345-h/images/p080.jpg b/old/51345-h/images/p080.jpg
deleted file mode 100644
index 2b4294b..0000000
--- a/old/51345-h/images/p080.jpg
+++ /dev/null
Binary files differ
diff --git a/old/51345-h/images/p083.png b/old/51345-h/images/p083.png
deleted file mode 100644
index 18e9ad8..0000000
--- a/old/51345-h/images/p083.png
+++ /dev/null
Binary files differ
diff --git a/old/51345-h/images/p085.jpg b/old/51345-h/images/p085.jpg
deleted file mode 100644
index 97b8e67..0000000
--- a/old/51345-h/images/p085.jpg
+++ /dev/null
Binary files differ
diff --git a/old/51345-h/images/p090.png b/old/51345-h/images/p090.png
deleted file mode 100644
index e331807..0000000
--- a/old/51345-h/images/p090.png
+++ /dev/null
Binary files differ
diff --git a/old/51345-h/images/p092.jpg b/old/51345-h/images/p092.jpg
deleted file mode 100644
index 1e2de2b..0000000
--- a/old/51345-h/images/p092.jpg
+++ /dev/null
Binary files differ
diff --git a/old/51345-h/images/p095.jpg b/old/51345-h/images/p095.jpg
deleted file mode 100644
index 5c95393..0000000
--- a/old/51345-h/images/p095.jpg
+++ /dev/null
Binary files differ
diff --git a/old/51345-h/images/p100.png b/old/51345-h/images/p100.png
deleted file mode 100644
index daf476e..0000000
--- a/old/51345-h/images/p100.png
+++ /dev/null
Binary files differ
diff --git a/old/51345-h/images/p102.jpg b/old/51345-h/images/p102.jpg
deleted file mode 100644
index 571c759..0000000
--- a/old/51345-h/images/p102.jpg
+++ /dev/null
Binary files differ
diff --git a/old/51345-h/images/p104.jpg b/old/51345-h/images/p104.jpg
deleted file mode 100644
index deda3a1..0000000
--- a/old/51345-h/images/p104.jpg
+++ /dev/null
Binary files differ
diff --git a/old/51345-h/images/p105.jpg b/old/51345-h/images/p105.jpg
deleted file mode 100644
index d6da6c7..0000000
--- a/old/51345-h/images/p105.jpg
+++ /dev/null
Binary files differ
diff --git a/old/51345-h/images/p107.jpg b/old/51345-h/images/p107.jpg
deleted file mode 100644
index e7776bb..0000000
--- a/old/51345-h/images/p107.jpg
+++ /dev/null
Binary files differ
diff --git a/old/51345-h/images/p110.jpg b/old/51345-h/images/p110.jpg
deleted file mode 100644
index f77b98d..0000000
--- a/old/51345-h/images/p110.jpg
+++ /dev/null
Binary files differ
diff --git a/old/51345-h/images/p113.png b/old/51345-h/images/p113.png
deleted file mode 100644
index cd7ae41..0000000
--- a/old/51345-h/images/p113.png
+++ /dev/null
Binary files differ
diff --git a/old/51345-h/images/p115.png b/old/51345-h/images/p115.png
deleted file mode 100644
index f2b7f12..0000000
--- a/old/51345-h/images/p115.png
+++ /dev/null
Binary files differ
diff --git a/old/51345-h/images/p116.png b/old/51345-h/images/p116.png
deleted file mode 100644
index 44467f6..0000000
--- a/old/51345-h/images/p116.png
+++ /dev/null
Binary files differ
diff --git a/old/51345-h/images/p118.png b/old/51345-h/images/p118.png
deleted file mode 100644
index a9c124d..0000000
--- a/old/51345-h/images/p118.png
+++ /dev/null
Binary files differ
diff --git a/old/51345-h/images/p121.png b/old/51345-h/images/p121.png
deleted file mode 100644
index 8b464d3..0000000
--- a/old/51345-h/images/p121.png
+++ /dev/null
Binary files differ
diff --git a/old/51345-h/images/p126.png b/old/51345-h/images/p126.png
deleted file mode 100644
index 6619238..0000000
--- a/old/51345-h/images/p126.png
+++ /dev/null
Binary files differ
diff --git a/old/51345-h/images/p128.png b/old/51345-h/images/p128.png
deleted file mode 100644
index 94c8a2e..0000000
--- a/old/51345-h/images/p128.png
+++ /dev/null
Binary files differ
diff --git a/old/51345-h/images/seriestitle.png b/old/51345-h/images/seriestitle.png
deleted file mode 100644
index 3d3b2c3..0000000
--- a/old/51345-h/images/seriestitle.png
+++ /dev/null
Binary files differ
diff --git a/old/51345-h/images/titlepage.png b/old/51345-h/images/titlepage.png
deleted file mode 100644
index b6ea264..0000000
--- a/old/51345-h/images/titlepage.png
+++ /dev/null
Binary files differ
diff --git a/old/old/51345-8.txt b/old/old/51345-8.txt
deleted file mode 100644
index e3065ad..0000000
--- a/old/old/51345-8.txt
+++ /dev/null
@@ -1,3646 +0,0 @@
-The Project Gutenberg EBook of Verteluurtje, by
-Alberdina Hermanna Schlter and J. Wiegman
-
-This eBook is for the use of anyone anywhere in the United States and most
-other parts of the world at no cost and with almost no restrictions
-whatsoever. You may copy it, give it away or re-use it under the terms of
-the Project Gutenberg License included with this eBook or online at
-www.gutenberg.org. If you are not located in the United States, you'll have
-to check the laws of the country where you are located before using this ebook.
-
-Title: Verteluurtje
-
-Author: Alberdina Hermanna Schlter
- J. Wiegman
-
-Release Date: March 3, 2016 [EBook #51345]
-
-Language: Dutch
-
-Character set encoding: ISO-8859-1
-
-*** START OF THIS PROJECT GUTENBERG EBOOK VERTELUURTJE ***
-
-
-
-
-Produced by Jeroen Hellingman and the Online Distributed
-Proofreading Team at http://www.pgdp.net/ for Project
-Gutenberg
-
-
-
-
-
-
-
-
-
- VERTELUURTJE
-
- DOOR HERMANNA.
-
- GELLUSTREERD DOOR JAN WIEGMAN.
-
-
- H. MEULENHOFF--AMSTERDAM--1921.
-
-
-
-
-
-
-
-TCH EEN GOED BEGIN!
-
-
-Ben van Straten was de gelukkige eigenaar van een nieuwe prikslee; wt
-'n mooie was het! Zijn Vader, die timmermansknecht was, had 'm zelf in
-zijn vrije uren gemaakt en Jaap, Ben's groote broer, had 'm een verfje
-gegeven: lichtgroen, met een smal, geel biesje; vroolijk stond dat.
-
-Niemand blijder dan Ben! Als de andere jongens nu weer op den
-Heuvelweg gingen sleden, kon hij echt meedoen; heisa, zijn slee
-was z licht, die zou alle anderen vooruitschieten, dat wist hij
-zeker. Verleden jaar had hij er ook gesleed, ja, maar op een paar
-aan elkaar gebonden planken. Pret had hij toen ook wel gehad, maar
-'t was toch niet het rechte geweest--als hij dan andere jongens op
-"heusche" sleetjes naar beneden had zien glijden, had hij toch een
-onvoldaan gevoel gekregen.--Nu zouden ze jaloersch op hm zijn,
-hem om zijn mooie, nieuwe slee benijden, vooral Piet van den bakker,
-die had altijd zoo'n praats!
-
-De slee was er nu wel, maar de sneeuw--die liet dit jaar lang op
-zich wachten. De Kerstvacantie was bijna om en nog steeds was er geen
-sneeuw gevallen.
-
-Thuis begonnen ze er Ben al mee te plagen. 't Was elken morgen, zoo
-gauw hij zijn oogen opendeed, zijn eerste vraag: "heeft 't vannacht
-gesneeuwd?"
-
-"Ja", zei Jaap op een ochtend voor de grap.
-
-Ben kwam met een schreeuw van blijdschap overeind en vloog op zijn
-bloote voeten naar 't venster van hun zolderkamertje.
-
-Gesneeuwd?--Flauwe Jaap!--Geregend had het;--bah, kletsnat en vuil
-grauw zag 't er buiten uit.--
-
-Toen was Ben kwaad op Jaap; den heelen dag gaf hij hem geen goed woord.
-
-Maar eindelijk gebeurde 't dan toch, wat Ben zoo vurig wenschte.
-
-Op Oudejaarsmorgen hingen de wolken zwaar en laag en tegen twaalven
-vielen de eerste donzen veertjes zachtjes, heel zachtjes, naar beneden.
-
-"Als 't nu maar doorzet," zei Ben angstig; hij drukte zijn neus tegen
-de ruiten en stond dan op eens weer buiten, om met zijn hoofd in den
-nek naar boven te turen, naar de grijze, zooveel belovende wolken.
-
-Langzaam, langzaam dwarrelden de vlokken, maar "echt sneeuwen" kon
-je dit nog niet noemen, volgens Ben.
-
-"Als 't maar blijft liggen!"--dit was zijn grootste zorg. Hij vroeg
-er ieders meening over en hoorde, zooals 't gewoonlijk gaat, veel
-tegenstrijdigs.
-
-"'t Dooit in nen weg," zei buurman, die een goeden blik op 't weer
-heette te hebben.
-
-"De wind waait uit den verkeerden hoek", beweerde Jaap met een
-bedenkelijk gezicht; "modderpap wordt 't en anders niks."
-
-"Vannacht komt er stellig een flink pak bij," zei Vader, toen hij voor
-'t middagmaal thuiskwam.
-
-"Op 't plaatsje ligt al een wit laagje," vertelde Moeder hoopvol.
-
-Ben, heen en weer geslingerd tusschen vrees en hoop, hield het
-ten slotte met Vader en Moeder; die zouden 't wel 't beste weten,
-dacht hij.
-
-Toen 's avonds de Oudejaarsklokken luidden, was 't witte laagje al een
-witte laag geworden. Ben juichte, toen hij zag, dat Vader de groote,
-ouderwetsche paraplu klaar zette voor den kerkgang.
-
-"Daar kunnen we alle drie onder," zei Vader; "Jaap moet dan z'n kraag
-maar omhoog zetten."
-
-Op den heenweg kon de paraplu dicht blijven, wat Ben erg speet,
-maar teruggaande troffen ze een hevige sneeuwbui.
-
-"Heerlijk voor de slee," riep Ben en telkens moest hij even onder
-'t beschuttende dak uitkijken om te zien, hoe hard 't wel sneeuwde.
-
-Dien nacht droomde hij natuurlijk van sneeuw en nog eens sneeuw en
-toen hij op Nieuwjaarsmorgen wakker werd, vroeg hij niet: "heeft
-'t gesneeuwd?" maar: "ligt er een flink pak?"
-
-"Nee", zei Jaap, knorrig omdat hij wou uitslapen en Ben hem stoorde,
-maar Ben was al bij 't raam en riep hard: "ja!--je weet er niks van,
-Jaap, een hoop ligt er--jongens fijn! En 't sneeuwt niet meer en de
-zon schijnt zoo mooi! Wat zal 't nou op den Heuvelweg leuk zijn!"
-
-Hij schoot in de kleeren, gunde zich haast niet den tijd Vader en
-Moeder Nieuwjaar te wenschen, en propte zijn boterhammen er in,
-zoo'n haast had hij om weg te komen.
-
-Vader lachte; hij had er schik in. "Laat 'm maar," zei hij
-vergoelijkend tegen Moeder, "de jongen heeft er zoo lang op
-gevlast"--en toen tegen Ben: "voorzichtig aan, hoor en veel plezier;
-gebruik je slee maar goed!"
-
-"Nou," riep Ben, al bij de deur, "dat zal ik wel,"--en hij zette 't
-op een loopen, terwijl hij de mooie, nieuwe slee aan een touw meetrok.
-
-Op den Heuvelweg waren al verscheidene jongens en meisjes, die Ben
-kende. Vol trots baande hij zich een doortocht.
-
-"Kijk 's, wat een mooie slee!" hoorde hij hier en daar fluisteren,
-en dan keek hij expres onverschillig, alsof 't hem niet aanging,
-terwijl toch zijn hart harder bonsde van plezier.
-
-Toen 't op sleden aan kwam, was Ben den anderen telkens vooruit,
-den hellenden weg af, juist zooals hij 't verwacht had; zijn slee
-was rank en licht, daar kon geen enkele andere tegen aan. Hij klom
-al weer naar boven, terwijl de anderen pas beneden aankwamen. Ben
-werd er druk en overmoedig van.
-
-Piet van den rijken bakker, die altijd gewend was alles 't best
-en 't mooist te hebben, keek afgunstig naar de groene slee met de
-gele biesjes. De zijne was ook pas nieuw, maar liep lang zoo vlug
-niet. Gemelijk rukte hij zijn slee op de baan.
-
-"Uit den weg," waarschuwde Ben, die juist met een troep naar beneden
-gleed en Piet moest wel uitwijken, waarbij hij in de dikke, hoog
-opgestuwde sneeuw aan den kant van den weg belandde.
-
-Of Piet ook boos was!--Hij keek om zich heen en zocht naar een
-voorwerp om er zijn woede op te koelen, daar Ben al weer ver buiten
-zijn bereik was.
-
-Een kleine, armelijk gekleede jongen bracht juist een wrak
-Sunlight-zeep-kistje op de baan, waar een bleek kereltje van een jaar
-of vier in zat.
-
-"Je mag hier alleen maar met sleden komen," zei Piet dadelijk uit de
-hoogte. "We hebben er geen zin in onze baan te laten bederven. Allo,
-maak dat je wegkomt--" en hij gaf een schop tegen het kistje.
-
-"Zeg, laat dat," riep de oudste, terwijl hij beschermend voor zijn
-broertje ging staan, maar Piet, die grooter en steviger was, pakte hem
-beet en gooide hem in de sneeuw. Ruw trok hij toen 't gemproviseerde
-sleetje naar den kant; er kraakte wat, maar Piet was er de jongen
-niet naar om voorzichtig met andermans goed te zijn. Met zijn stevige
-laarzen gaf hij 't kistje nog een schop en sprong daarop in zijn
-eigen slee, die nu ongehinderd den weg af kon glijden.
-
-Toen Ben vroolijk en opgewonden van de pret weer boven kwam met zijn
-licht sleetje achter zich aan, zag hij 't zielige groepje staan. Hij
-kende de jongens wel: 't waren Dirk en zijn kreupele broertje Hein,
-kinderen van een arme weduwe, die in 't slopje, achter bij hen in de
-straat woonde.
-
-Dirk lag op zijn knien bij 't wrakke, krakerige kistje en bekeek
-'t met een bedenkelijk gezicht.
-
-"Nee Heintje, 't gaat niet, j; als 'k nou alleen was zou ik het
-'r misschien op wagen, maar met jou doe 'k het vast niet. Huil maar
-niet, der is toch niks aan te doen."
-
-"Is 't kapot?" vroeg Ben meewarig.
-
-Dirk kwam overeind.--"Nou, wel zoo wat," zei hij met een wijs knikje;
-"'k zal zien dat 'k der Hein nog in thuis krijg, maar dan kan Moeder
-'m wel onder den waschketel stoppen: brandhout is 't, anders niks."
-
-Op 't hooren van dit vonnis over zijn dierbare sleetje begon Heintje
-luidkeels te schreeuwen; de tranen biggelden over zijn bolbleeke
-gezichtje.
-
-"Piet de het," vertelde Dirk vertrouwelijk aan Ben; "zoo'n leelijke
-aap, wat hoefde die der zich mee te bemoeien, we leien 'm ommers niks
-in den weg?--Hein het al zoo dukkels 's morgens as tie wakker werd,
-gevraagd, of ter sneeuw lag, omdat ik 'm beloofd had dat we dan zoun
-sleen--en nou--nou het ie der niks niemendal an.--Kom, we mosten maar
-naar huis gaan, naar Moeder. Wat hei je der an om hier te kleumen;
-we zouen ook niet zoo lang uitblijven, want Moeder wou naar de kerk
-en dan mot ik op de kleintjes passen."
-
-"Ikke wou eerst slee-ee-n," snikte Heintje, "nog niet naar huis
-toe, Dirk!"
-
-Ben keek naar 't kapotte kistje, toen naar zijn eigen
-spiksplinternieuwe slee--h, hij werd er warm van.--Wat zei Dirk ook
-weer?--Hein had zoo naar sneeuw verlangd, zoo vaak 's morgens bij
-'t wakker worden al gevraagd, of er sneeuw lag-- --net als hij--ja,
-en nou lag er sneeuw en kreupele Heintje had er niks aan.
-
-Ben veegde met zijn mouw langs zijn gezicht, hij zag
-vuurrood.--"Zeg,"--klonk 't op eens, "zeg Dirk, zet 'm maar in
-de mijne."
-
-"Meen je dt?" Dirk keek ongeloovig.
-
-"Ja, waarom niet? vooruit, ik zal 'm wel vasthouden, til jij Hein er
-dan in.----Zoo, en nou ga je maar op de baan en als je 'm op gang hebt,
-spring je der zelf maar bij in.--Zeg j, als je Piet ziet, dan kan je
-'m lekker een langen neus maken!" Ben lachte, want dat gunde hij Piet
-nu eens echt.
-
-Bovenaan op de baan was 't een duwen en dringen van belang. Een oude
-heer van een der omliggende villa's stond te midden van een troep
-jongens hard te spreken. Ben kwam nieuwsgierig dichterbij; zijn slee
-zat nog vast, de jongens hielden 'm tegen. "Gelijk afglijden," werd
-er geroepen.
-
-"Als ik "drie" heb gezegd, dan gaan jullie," sprak de oude heer,
-"en wie 't eerst beneden is, krijgt een mooi mes van me; jij bent
-scheidsrechter," zei hij tegen een grooten jongen; "als de wind naar
-beneden en goed opletten of 't geregeld toegaat."
-
-Meteen werden de sleden in postuur gezet; Ben's slee ook. Dirk wou
-er weer afgaan en Ben roepen, maar de oude heer duwde hem op zijn
-plaats terug.
-
-"Neen, neen, wie in de slee is, blijft er in; niet weer omruilen."
-
-"Een, twee, drie!" klonk 't en de sleden gleden af. Ben had een
-wonderlijk gevoel, toen hij daar aan den kant van den weg zijn slee
-stond na te zien, die nu, zonder hem, meedeed aan een wedstrijd. Een
-prop schoot hem in de keel. Wat leuk zou 't geweest zijn zelf de slee
-te besturen, zelf de glorie van de overwinning te hebben, want Ben
-twijfelde er niet aan of zijn slee zou 't winnen.--Kijk, hij was den
-anderen al vooruit!--H, Piet voorbij te stuiven--dat zou me wat zijn
-geweest!--En dat nou Dirk en Hein dat plezier hadden, Dirk en Hein,
-voor wie een gewoon toertje in z'n slee al een heel pretje zou zijn
-geweest!--De tranen sprongen Ben in de oogen.--Als hij dat vooruit
-geweten had!--
-
-Een oorverdoovend lawaai onder aan den Heuvelweg. Ben ging op zijn
-teenen staan, spande zich in om te kijken. Ja hoor, 't was wel net
-zooals hij gedacht had, zijn slee had 't gewonnen.
-
-Daar kwamen ze weer aan, hijgend en stoeiend.-- --Dirk een eind achter
-de anderen aan, moeielijk zeulend met de slee, waarin Heintje zat.
-
-"Dat hei je der nou van," sarde Piet, toen hij langs Ben kwam,
-"die bedeljoggies gaan met 't mes strijken. Kijk 's, hij huilt der
-om! Zoo'n spijt het ie."
-
-"Dat 's nietis!" riep Ben driftig uit, "'k heb der geen spijt van!" en
-werkelijk was op dit oogenblik 't gevoel van spijt geheel bij hem
-verdwenen.--"'k Vind jou een nare jongen; een windbuil ben je, nou
-weet je 't--wat hoefde je hun slee stuk te maken?"
-
-"Dat ouwe kistje?" spotte Piet smalend.
-
-"Piet is kwaad, omdat ie 't zou gewonnen hebben, als die groene slee
-met de gele biesjes er niet was geweest," lachte de groote jongen,
-die scheidsrechter was. "Waar blijft de overwinnaar?"
-
-Terwijl Ben 't voor zijn beschermelingen opnam en Piet aanvloog,
-bracht de groote jongen Dirk en zijn broertje bij den ouden heer, om
-'t mes in ontvangst te nemen.
-
-Ben en Piet vochten als kemphanen, met als toeschouwers een
-kring belangstellende jongens er om heen, die hen met luide kreten
-aanhitsten.--Eindelijk vond Ben, die door zijn grootere behendigheid
-Piet de baas bleef, het welletjes; hij liet den ander los en deze
-droop af.--Ben streek zich 't haar uit 't gezicht; hij had een buil op
-'t voorhoofd en zijn pak was gescheurd. Deze ontdekking ontnuchterde
-hem wel wat. Landerig baande hij zich een weg door de jongens.
-
-"Hier," zei de scheidsrechter, "hier is je slee en ik moest je nog
-wel bedanken van die kleine jongens. Ze zijn met hun eigen equipage
-weggegaan, terwijl jij aan 't bakkeleien was," en hij lachte om
-zijn aardigheid.
-
-"'n Mooie equipage, zeg, 'n oud zeepkistje," meesmuilde een ander,
-er op ingaande.
-
-Ben zei niets en ging naar huis. Hij trok zijn slee achter zich
-aan, alsof 't een stuk lood was.--Moeder zou wel brommen, het was
-zijn tusschenpak: verleden jaar nog had hij 't voor den Zondag
-gedragen. Moeder was zelf zoo vreeselijk zuinig en precies op de
-kleeren--ja, dr zou stellig wat op zitten! Misschien mocht hij wel
-nooit meer op den Heuvelweg gaan sleden!
-
-Hoe dichter Ben bij huis kwam, des te langzamer sjokte hij voort.
-
-Maar in 't begin van zijn straat stond Dirk, Dirk met een stralend
-gezicht; 't mooie mes hield hij in de hand.
-
-"Zeg Ben, 'k heb der bij je thuis al alles van verteld en je Moeder
-zei, dat ik 't je zelvers mocht geven.--Hier--"en hij stak hem 't
-mes toe. "Dat 's eerlijk van jou."
-
-Ben stribbelde eerst wat tegen, maar moest het ten slotte toch
-aannemen. "Wij hebben al zooveul pret der van gehad, dat wij
-'t wonnen!" riep hij glunder. "Je hadt Heintje 's motten hooren,
-toen we Piet voorbij vlogen--man, 't was zoo leuk!" En zijn ouwelijk
-gezichtje stond bepaald oolijk, nu hij hieraan terugdacht.
-
-Ben was wel blij met 't mes, maar--'t gescheurde pak, zie je, en de
-mogelijke gevolgen.----Dirk liep met hem op.--"Je Moeder zal der wel
-niet kwaad om wezen," zei hij opbeurend, "ze weet al, dat je met Piet
-gevochten hebt om ons."
-
-"Ja?" Ben keek hem weifelend aan.
-
-Nu waren ze bij de deur. Dirk gaf hem een aanmoedigend duwtje.--"Nou,
-dag hoor!"
-
-"Dag," mompelde Ben werktuigelijk terug en sloop naar binnen.--
-
-
-
-"Wel, Ben," zei Vader, toen 't gezin aan het middagmaal weer vereenigd
-was, "hoe heb je het gehad, jongen? Zonder tuimeling is het niet
-gegaan, zie ik"--hij wees naar de buil--"en heeft de slee zich goed
-gehouden?"
-
-"Ja Vader," antwoordde Ben, die weer een heel pak aan had, en hij
-keek wat verlegen. Moeder had daarnet niet veel gezegd; hij geloofde
-wel niet, dat ze erg boos was, maar toch----hij kon er niet goed
-wijs uit worden en hield zich daarom maar wat stil----was in zijn
-schulp gekropen.
-
-"Ze hebben een wedstrijd gehouden en Ben z'n slee heeft het gewonnen,"
-vertelde Moeder.
-
-"Ben z'n slee? Maar dan toch niet zonder Ben?"--Vader keek alsof hij
-er niemendal van begreep.
-
-Ben knikte met een vuurroode kleur. "Maar ik heb den prijs," zei hij
-gauw en liet Vader en Jaap 't mooie mes zien.
-
-Toen vertelde Moeder wat ze van Dirk wist.
-
-Ben zat met voorovergebogen hoofd. Zoo meteen zou Vader 't van het
-gescheurde pak hooren, dacht hij, en dan-- -- -- --
-
-Voordat 't evenwel zoover was, lei Vader hem de hand op den
-schouder. "Dat 's een goed begin geweest, mijn jongen," was al wat hij
-zei, maar iets in zijn stem deed Ben verrast opkijken. Hij ontmoette
-Vaders vriendelijken blik en haalde verruimd en diep adem.
-
-"Een goed begin?" herhaalde Moeder, "maar man--met z'n scheur in
-zijn pak kwam hij thuis!"
-
-De toon, waarop Moeder dit zei, moest quasi boos heeten, maar meteen
-knikte ze Ben toe en lachte tegen hem.
-
-Toen pas was Ben er gerust op; hij lachte ook en schoof dicht bij de
-tafel. Gezellig toch zaten ze nou met z'n viertjes!
-
-Of Dirk en Heintje 't ook wel zoo goed zouden hebben als hij?....
-
-"Hij denkt aan wat prettigs," zei Jaap op eens, toen 't een poosje
-stil was geweest, en hij wees naar zijn broertje.
-
-Ben lachte weer. Jaap had 't wel goed gezien,-- --hij dacht net bij
-zichzelf, dat hij Dirk en Hein morgen eens met zijn slee zou afhalen,
-als 't tenminste vannacht niet allemaal wegdooide, en wat ongerust
-vroeg hij aan Vader of deze dacht, dat de sneeuw nog zou blijven
-liggen.
-
-"Ik denk 't wel," was 't antwoord.
-
-"Gelukkig," en Ben knikte tevreden; meer zei hij er niet over.--Jaap
-kwam dus niet te weten, wat dat prettige was, waaraan Ben zoo
-stilletjes bij zichzelf had zitten denken; daar hoefde je vooruit
-niet over te praten, vond Ben.
-
-
-
-
-
-
-
-ALLEEN!
-
-
-"Die vervelende Piet stoot aldoor aan de tafel; ik kan nooit 's prettig
-kleuren," riep Annie met een zeurig stemmetje uit. "H, Moeder, kijk nu
-eens, zoo'n leelijke groene veeg op de jurk van 't boerinnetje! Daarnet
-stootte hij ook zoo, net toen ik met de appeltjes bezig was; toen
-zijn er allemaal roode halen over 't papier gekomen.--Nare jongen!"
-
-"Annie kan ook niets velen," pruttelde Piet, in antwoord op Moeders
-vermaning van wat stiller te zitten en hij liet zich van zijn stoel
-glijden. In een wip had Annie haar penseel neergelegd en stond ook
-op den grond. "Waar ga je naar toe?" vroeg ze haastig en volgde haar
-broertje met de oogen.
-
-"O neen, Piet, niet naar het speelhoekje; daar mag je niet komen." Zij
-vloog er ook heen en ging met uitgespreide armen voor haar poppen,
-ledikantje en wagentje staan.
-
-"Ik mag best mijn bal krijgen," zei Piet; "is 't niet Moeder?"
-
-"Natuurlijk; Piet heeft evenveel recht op 't speelhoekje als jij,
-Annie!"
-
-"Hij rommelt altijd in mijn poppenhuisje; ik kan nooit 's leuk met de
-poppen spelen, of hij wil meedoen en dan brengt hij alles in de war,"
-klaagde Annie. "Toe Piet, ga weg!"
-
-"Neen, ik wil hier ook spelen."
-
-"Dat 's niks mooi gekleurd," klonk 't bij de tafel. Daar stond Arnold,
-die in de vensterbank had zitten lezen. "Dat hondje moet je bruin
-met wit maken! Wacht, ik zal 't eens netjes voor je doen!"
-
-"Moeder!"--Annie gilde 't uit. "Moeder, zegt u toch eens, dat de
-jongens uitscheiden! Ik kan nooit 's prettig spelen; ze plagen
-me altijd!"
-
-"Dat 's ook wat, ik je plagen? Ik wil je juist helpen!"
-
-Annie stampvoette. "Blijf van mijn kleurboek af!"
-
-"Foei Annie," zei Moeder, "wat ben je weer stout. Wat zal Tante Mies
-wel zeggen? Tante komt er juist aan!"
-
-Annie stond mokkend in een hoekje, toen Tante Mies binnenkwam. Tante
-vroeg maar niet, wat er aan scheelde; ze begreep 't wel, want 't was
-vandaag niet voor den eersten keer, dat Annie zulke kuurtjes vertoonde.
-
-Moeder en Tante Mies wisselden een blik van verstandhouding.
-
-Later, toen 't heele troepje in den tuin was, praatten Moeder en
-Tante lang met elkaar. "Zoo flauw," pruttelde Annie, die altijd
-erg nieuwsgierig was, "waarom nou in 't Fransch, waar we niets van
-begrijpen?"--
-
-Met 't jongste broertje, Kees, gaf 't bij den zandhoop warempel al
-weer gescharrel. Annie kon niet verdragen, dat de kleine jongen een
-van haar vormpjes pakte. Al gebruikte ze 't zelf ook niet op dit
-oogenblik, Kees mocht 't tch niet hebben.
-
-Geen wonder, dat Kees begon te schreien; Annie rukte 't hem zoo ruw
-uit de hand. Toen kwam Moeder en stuurde Annie naar binnen.--
-
-Den volgenden morgen vond Annie, toen ze beneden kwam, een brief op
-haar bord. Dat was leuk, een brief en ze was toch niet jarig! Hij
-was met drukletters geschreven; Annie kon goed drukletters lezen en
-begon dus maar dadelijk hardop:
-
-
- "Lieve Annie.
-
-
- Ik ben de zuster van Tante Mies en ik kom vragen, of je vandaag
- en morgen en net zooveel daagjes als je maar wilt, prettig bij mij
- komt spelen. Ik heb veel mooi speelgoed, maar geen kindertjes, die
- er mee kunnen spelen. Wil je dus je broertjes ook soms meebrengen,
- of kom je liever alleen? Dag Annie.
-
-
- De zuster van Tante Mies, die je maar
- Tante Bets moet noemen."
-
-
-Annie had een kleur van plezier gekregen. "Wat een leuke brief,
-h Moeder? Is dat die mevrouw, die we laatst bij Tante Mies gezien
-hebben? Mag ik gaan, Moeder? Maar Moeder, de jongens blijven thuis,
-h? Woont Tante Bets, zal ik maar zeggen, hier in de stad?"
-
-"Wat een vragen tegelijk," lachte Moeder. "Ik zal de laatste maar 't
-eerst beantwoorden. Neen, Tante Bets woont even buiten de stad op een
-mooie villa; je kunt er met de tram komen. Als je 't prettig vindt,
-mag je gerust een paar daagjes bij Tante Bets logeeren. Ik weet zeker,
-dat je veel van Tante zult houden. Tante Bets is altijd zoo aardig
-met kinderen."
-
-"Maar de jongens blijven thuis," zei Annie nog eens met nadruk. "Ik
-ga veel liever alleen!"
-
-"Waarom, vrouwtje?"
-
-"Wel, ze zijn altijd zoo vervelend en lastig; ik kan nooit 's prettig
-spelen, of ze plagen me. H nee, als de jongens mee moeten, vind ik
-er niets aan!"
-
-"Ze moeten volstrekt niet mee," sprak Moeder kalm, "als je 't wilt,
-mogen ze mee--"
-
-"O nee--"
-
-"Dan ga je alleen; afgesproken!--"
-
-Moeder bracht Annie zelf weg. Annie voelde zich erg gewichtig, dat
-ze uit logeeren ging en had thuis aan iedereen verteld, dat ze wel
-een week zou uitblijven.
-
-Toen de tram stil hield voor 't groote huis, dat in een prachtig
-aangelegd park lag, keek Annie wat bedremmeld en greep Moeders hand
-stevig vast.
-
-Maar Tante Bets kwam haar zoo vriendelijk tegemoet en geleek zoo veel
-op Tante Mies, dat Annie's verlegenheid gauw verdwenen was. Moeder
-bleef nog een poosje en mocht zien, waar Annie zou slapen. Ook deed
-Tante Bets even de deur open van de ruime speelkamer, waar zooveel
-moois en aardigs klaar stond!
-
-"Nu, ik zie wel, dat je een leventje als een prinsesje zult hebben,"
-zei Moeder en Annie knikte opgetogen. Ze liet Moeder rustig vertrekken
-en wuifde haar vroolijk toe, totdat de tram uit 't gezicht was
-verdwenen.
-
-"H, hier kon je eerst nog 's prettig spelen," dacht Annie, toen ze
-voor de kast vol speelgoed in haar eentje op den grond zat. Geen
-vervelende Piet, die in 't poppenhuis rommelde, geen wijsneuzige
-Arnold, die haar zou bedillen, en geen kleine Kees, die overal aan
-kwam! Hier was niemand, dan zij alleen;--over al dit moois was zij
-nu alleen de baas, had Tante Bets gezegd.
-
-Annie speelde eerst met de poppen, die zoo keurig waren aangekleed,
-alsof ze naar een partijtje moesten. De poppen van Annie hadden
-maar gewone schooljurken aan, dus je kunt begrijpen, hoe Annie deze
-bewonderde. Ze kleedde 't heele troepje voorzichtig uit, lei de
-kinderen te slapen in beeldige ledikantjes achter rose gordijnen en
-kleedde ze toen weer aan. Thuis speelde ze vaak schooltje, met Piet
-er bij, als meester; hij deed wel vervelend en zonder kibbelen ging
-'t nooit maar.... Annie keek eens om zich heen in de ruime, stille
-kamer.... 't was haar hier toch alsof ze wat miste.--
-
-Van de poppen, hoe mooi ze ook waren, had Annie veel gauwer genoeg dan
-thuis. Kwam Tante Bets nu maar 's wat bij haar zitten met haar naai-
-of verstelwerk, zooals Moeder altijd deed! Annie ging wat bladeren
-in de prentenboeken, die op de tafel lagen. Thuis was 't altijd een
-toer om ze uit Arnolds handen te krijgen en als Annie eens een boek
-voor zich alleen had, wou Kees geregeld meekijken. Vervelend was dit,
-hoor! Je was prettig aan 't lezen en wou omslaan, en dan patste Kees
-met zijn handje op 't blad of hield het vast om het plaatje nog 's
-te bekijken. Wat was Annie daar al vaak ongeduldig en boos om geworden!
-
-N kon ze heerlijk rustig lezen, net zoo lang als ze maar wou! Ze
-begon aan een aardig verhaaltje, maar toen ze halverwege was, deed ze
-'t boek dicht. 't Was zoo vreeselijk stil in de kamer en door het
-huis was 't k al zoo stil!
-
-Thuis hoorde je altijd wt,--deuren open of dichtdoen, fluiten van Piet
-en Arnold, Kees' stemmetje, dat zoo aardig babbelen kon, stommelen op
-de trap van vlugge jongensvoeten.--H, zou 't hier altijd zoo stil
-wezen?--Voorzichtig deed Annie de deur open, keek eens in de gang,
-waar een dikke, mollige looper lag;--geen wonder, dat je hier geen
-voetstappen hoorde--thuis op 't zeil was dat heel wat anders.
-
-Als een wezeltje zoo behendig gleed Annie de trap af.
-
-Tante Bets kwam gelukkig juist uit een van de benedenkamers, want
-alleen had Annie geen wijs kunnen worden uit al die deuren.
-
-Samen met Tante ging ze nu naar buiten. H, hier was 't heerlijk! Wat
-een mooie bloemperken, en zelfs een fontein ook. Hoog sprong 't
-water op, om dan klaterend met een regen van zilveren droppels neer
-te komen in een bassin, waar goudvisschen zwommen; terwijl ze er
-naar keek, dacht Annie op eens aan Kees. Wat zou hij een schik in de
-goudvischjes hebben! Onwillekeurig zag ze om zich heen, alsof ze hem
-roepen wou.--Hoe dom! Kees was hier immers niet!--
-
-Aan 't eind van den tuin was een stal. Tante Bets deed de deur open
-en bracht Annie bij een bruinen ponnie, die mak en aardig was en
-zelfs kunstjes kon doen. Als Tante hem vroeg om een poot, lichtte
-hij den voorpoot op en hij kon ook een klontje suiker uit Tante's zak
-halen. Wat zouden de jongens dat leuk vinden!--Maar nog mooier werd
-'t, toen Annie op den ponnie mocht rijden! Tante Bets hield haar vast
-en zoo ging het 't geheele park door.
-
-Annie genoot, maar vond 't onderwijl toch jammer, dat Piet en Arnold
-en Kees haar nu niet konden zien. Wat zouden ze voor oogen opzetten:
-Annie zoo deftig op een ponnie!--
-
-Aan tafel was Annie stil. Ze zat daar in een groote, groote kamer, ja,
-je kon wel zeggen: een zaal,--alleen met Tante Bets, voor een tafel
-heerlijke dingen. Tante bediende haar van alles en praatte vroolijk
-en gezellig, maar telkens was 't Annie alsof ze iets miste. Als er
-een feestje thuis was en er kwam dessert op tafel, dan was Annie
-er altijd op uit om gauw met haar oogen de lekkerste stukjes vast
-uit te kiezen. O wee, als n van de jongens dan ook juist zijn
-zin op zoo'n stukje had gezet,--wat kon Annie dn kwaad zijn! Wat
-had ze dn vaak gedacht: "h, ik wou, dat er eens dessert op tafel
-kwam, zonder dat jullie er bij waren." Maar dat gebeurde natuurlijk
-nooit. Zoo iets bijzonders als dessert zou Moeder toch nooit geven,
-als ze niet allemaal present waren!
-
-Nu, hier waren de jongens er dan niet bij; je zoudt dus meenen, dat
-Annie nu wel erg genieten zou. Tante Bets liet Annie zelf de lekkerste
-dingen van de schaaltjes kiezen en had er 't grootste geduld bij. Toch
-was en bleef Annie stil; je kon wel zien, dat ze ondanks dit alles
-niet den rechten schik had.
-
-Na 't eten zou ze wat kleuren.
-
-Tante had een pracht van een verfdoos en mooie, duidelijke platen.
-
-"H ja," zei Annie, met iets van opluchting in haar stem,--"kleuren,
-dat 's leuk!"
-
-Vol ijver begon ze; Tante Bets bleef bij haar zitten; dat was
-prettig. Wat zou Annie nu mooi kleuren! Niemand, die aan de tafel
-stootte of haar 't penseel afpakte of wel wijze opmerkingen maakte
-over Annie's werk.
-
-Ja, dt zou je zoo denken,--maar als je na een minuut of tien over
-Annie's schouder gekeken hadt, zou je gezien hebben, dat er allemaal
-vegen en halen buiten 't lijntje gekomen waren--een boom werd blauw in
-plaats van groen en de bruine verf van 't hek was doorgeloopen, alsof
-'t er op geregend had.--En 't regende nog aldoor: druppelde, druppelde,
-druppel ging 't op de plaat. Dat waren Annie's tranen. Annie schreide
-toch zoo en daardoor kon ze ook niet zien, of ze blauw, dan wel groen
-nam voor den boom.
-
-"Mijn lieve kind, wat scheelt er aan?" vroeg Tante Bets verschrikt,
-toen ze Annie's verdriet gewaar werd.
-
-"'t Is,--'t is hier ook z stil;--je hoort hier niets," schreide
-Annie; "ik wou weer naar huis, naar Vader en Moeder, en naar Piet en
-Arnold en--K--Kees!" Met een snik kwam dit laatste er uit.
-
-Tante Bets nam haar op den schoot; ze was gelukkig niets boos; neen,
-ze zei, dat ze 't zich best kon begrijpen. 't Was hier bij haar ook erg
-stil en als je thuis dan ook zulke aardige broertjes hadt als Annie....
-
-"Ja," knikte Annie en stemde 't volmondig toe, dat ze aardige
-broertjes had.
-
-Ze plaagden wel eens of deden wild, vervolgde Tante, maar 't waren
-toch leuke jongens, en 't was heel natuurlijk, dat Annie 't geen
-dagje buiten hen kon stellen.
-
-Toen Tante en Annie 't dus hierover zoo eens waren, konden de tranen
-spoedig gedroogd worden. Samen bedachten ze nu een mooi plannetje en
-toen liet Annie zich zoet naar bed brengen. Ze was nu weer heelemaal
-getroost, maar wel tien keer moest Tante haar nog verzekeren, toen
-ze er al in lag, dat 't heusch zoo zou gebeuren, als ze 't samen
-afgesproken hadden, namelijk dat Tante morgenochtend vroeg Piet, Arnold
-en Kees zou laten halen om met Annie met 't mooie speelgoed te spelen
-en op den ponnie te rijden.--O, die Annie!--'t Alleen-zijn was haar
-dus niets bevallen. Zou je niet denken, dat ze er door geleerd had in
-'t vervolg ook meer van de broertjes te verdragen?--
-
-
-
-
-
-
-
-TAFELS KIJKEN.
-
-
-Als een pijl uit den boog vloog Jo de deur uit. In de lange, rechte
-straat waren de lantarens al opgestoken; de vlammetjes straalden breed
-uit, wazig door den mist, en als je dat lange, rechte eind afkeek,
-schenen ze heel in de verte aan weerskanten van de straat samen te
-komen in n lichtschemering.
-
-Jo's voetstappen daverden door de stille buurt, die aan den uitersten
-kant van de nieuwe stadswijk was gelegen. 't Sloeg al half en om kwart
-voor vijf moest hij op 't Plein zijn. Als hij nu te laat kwam, zou Koo
-Jaspers bepaald zeggen, dat 't kwam doordat hij zoo'n moederskindje
-was, dat alles eerst thuis aan zijn Moeder moest vragen. De andere
-jongens bleven zoo maar na schooltijd rondslenteren op straat,
-maar Jo had Ma eens en voor al moeten beloven dat niet te doen, en
-als een flinke jongen hield hij zijn woord ook. Dan maar liever wat
-harder rennen.
-
-Natuurlijk had Ma 't goedgevonden, dat hij mee ging tafels kijken;
-dit wist Jo wel vooruit, al had Jaspers ook voorspeld, dat hij zeker
-niet zou mogen als hij 't eerst ging vragen.
-
-Jo lachte en voelde eens eventjes in zijn zak naar de twee kwartjes,
-die Ma hem had gegeven. Die mocht hij nu eens net besteden, zooals hij
-wilde, had Ma gezegd. 't Eene werd vast aan iets voor Ma uitgegeven,
-dat stond als een paal boven water, en 't andere zou ook zijn weg
-wel vinden met 't dubbeltje, dat Jo nog van zijn eigen geld had. Met
-vijf-en-dertig cent kan je een boel doen, als je niet in al te dure
-winkels gaat en je tevreden stelt met de gewone aardigheidjes van de
-tafels, zonder in mooie surprises te vervallen.
-
-Hoe meer Jo het oude stadsgedeelte naderde, des te drukker waren de
-straten, welke hij door moest, en des te mooier de uitstallingen der
-winkels. Kijkgragen en koopers verdrongen zich er voor. Vooral de
-speelgoedmagazijnen en de banketbakkerswinkels trokken veel publiek
-door aardige toespelingen op het Sint-Nicolaasfeest. Jo kon 't niet
-laten gedurig even stil te staan om er naar te kijken, hoeveel haast
-hij ook had om op 't Plein te komen. En dan drong hij zich weer met
-de ellebogen door de menigte verder en liep menigen duw en menige
-verwensching op om zijn wildheid.
-
-Met een "hallo" werd Jo begroet. Drie van de vrinden waren er al
-en de vierde kwam even later dan Jo; die was in zijn eentje al een
-boodschap gaan doen.
-
-"Mocht je van je Moesje?" vroeg Koo Jaspers, flauw een lijmerige
-kinderstem nabootsend.
-
-"Natuurlijk," zei Jo kortaf, terwijl hij hem een stomp gaf, die hem
-bijna 't evenwicht deed verliezen. "Zeur nou niet!"
-
-"Jaspers, houd je laffe grappen voor je," riepen de anderen, die Jo,
-den kapitein van hun clubje, niet door zoo'n vervelendheid van Jaspers,
-'t minst in tel zijnde lid nog wel, uit zijn humeur gebracht wilden
-zien. Wat deed 't er ook eigenlijk toe, dat Jo eerst altijd naar huis
-moest om te vragen of hij mocht? Een flauwe, laffe jongen, die niets
-durft en niets kan, was Jo toch heelemaal niet, hoor! Jaspers mocht
-willen, dat hij zoo was als Jo! De jongens waren echt trotsch op den
-aanvoerder van hun club; in de heele klas was er toch maar geen jongen
-zoo in trek als hij! Koo Jaspers moest zich dus maar netjes stilhouden!
-
-Dat brachten ze hem gauw aan zijn verstand en met heel wat minder
-praats liep Jaspers mee met de anderen, de drukste winkelstraat in,
-waar je rechts moest houden en waar je maar voetje voor voetje vooruit
-kon komen, zoo verbazend vol was 't er.
-
-De jongens vonden 't leuk. Telkens stonden ze stil voor de
-uitstallingen.
-
-"Ga jij veel koopen?" vroeg Wim Vaasen aan Jo. "Heb je veel bij je? Ik
-drie dubbeltjes!"
-
-"Ik acht-en-dertig cent, zeg," riep Rudolf Roose.
-
-"En ik een kwartje! Hoeveel jij?"
-
-"Zestig cent," zei Jo, en toen met iets van trots: "Ik heb twee
-kwartjes van Ma gekregen daareven; 'k mag er net mee doen wat ik wil!"
-
-"Nou zeg!" klonk het met onverholen bewondering en Jo groeide er in,
-dat de jongens nu dan toch zagen hoe Ma hem vertrouwde en 't dus
-drom niet was, dat hij 't Ma vooruit moest vragen, als hij met de
-jongens uit wilde!
-
-Jo speelde eerst de rijke meneer in de winkels, waar ze de tafels
-gingen kijken. In 't bewustzijn van zijn bezit kon hij moeilijk tot
-een keus komen: de eenvoudige prulletjes als suikeren scharen, mesjes,
-lilliputter-chocola-lettertjes en brokken gebroken borstplaat liet hij
-maar aan de anderen over. Hij was erg lastig bij 't uitzoeken, maar
-'t eind was dan, dat hij toch den winkel weer uitging zonder iets te
-hebben gekocht, behalve in een van de fijnste chocolademagazijnen,
-waar de andere vier eerst niet in wilden, omdat daar toch niets
-van hun gading of liever niets voor hun magere beurzen te vinden
-was;--daar kocht hij een groote, mooie borstplaat voor Ma, in een
-doos, voor een van zijn beide kwartjes. De vrinden stonden intusschen
-op een kluitje bij de deur, die onophoudelijk open en dicht ging om
-dames en kinderen binnen te laten, die dan verdwenen in de groote
-kamer achter den winkel, waar de tafels waren. Buiten stonden een
-paar rijtuigen te wachten; 't gerinkel van de paardebelletjes klonk
-vroolijk en feestelijk, telkens als de deur openging.
-
-De jongens waren blij, toen Jo zijn borstplaat gekocht had. Ze voelden
-zich niet erg op hun gemak in dien deftigen winkel met nuffige,
-kleine meisjes en jongetjes, die er uitzagen als de kleine Lord--zij
-waren beter op streek in de drukte op straat, en zoo gauw ze dan ook
-weer buiten waren, lieten ze hun joligheid den vrijen teugel; arm in
-arm hosten ze zingend door de menigte. Een paar jongens van school,
-die ze voorbij liepen, werden aangehaakt. Frans Walgraver, een jongen
-met een vroolijk, rond gezicht, was dadelijk bereid mee te gaan, maar
-Paul Wezels, een kleine, magere bleekneus, die iets schuws in zijn blik
-had en je zoo onzeker door zijn bril kon aankijken, deed vergeefsche
-pogingen om los te komen uit den greep van Wim en Rudolf. Dit prikkelde
-de opgewonden bende juist om van de grap ernst te gaan maken.
-
-"Stribbel maar niet tegen!" riep Koo Jaspers. "Mee zul je en mee
-moet je, of je wilt of niet. Wij gaan langs de tafels en jij moet
-ons trakteeren!"
-
-"Ja, mannetje, daar kom je niet af," zei Jaap, terwijl hij Paul
-steviger beet pakte. "Weet je wel, dat 't een groote eer voor je is,
-dat je de beroemde club mag onthalen? Kapitein, spreek ook eens een
-woordje mee!"
-
-"In naam der club, je bent onze gevangene," zei Jo zoo barsch
-mogelijk, terwijl hij den hem verwilderd aanzienden Paul meetrok,
-en toen zachtjes: "Kom, j, ga nou maar even mee, des te eerder laten
-ze je met rust--wat is dat nou--effentjes!"
-
-"Och maar, maar...." stotterde Paultje, die trilde van zenuwachtigheid
-en van koude--"ik, ik kan niet en--en--'k heb geen geld ook!"
-
-"Dat zijn jokkens," gilde Frans. "Je hebt geld in je zak--je hebt me
-daarnet zelf verteld dat je boodschappen ging doen!"
-
-Paul trachtte nog iets in 't midden te brengen, maar er hielp niets
-aan. De vroolijke bende omjoelde hem en maakte zoo'n spektakel,
-dat zijn zwakke stem er geheel onder verloren ging. Sommigen van de
-voorbijgangers keken glimlachend naar dat jongensgedoe, maar anderen,
-meer haastig gebakerd, bromden over zoo'n opstootje in de toch al
-zoo drukke straat en een politieagent, die er voor te zorgen had,
-dat 't verkeer niet gestremd werd, gelastte hun door te loopen. Als
-Paul gehoopt had nu te kunnen ontsnappen, had hij toch buiten den
-waard gerekend! De jongens waren minder dan ooit van plan hun buit te
-laten gaan, nu ze gehoord hadden, dat Paul, ondanks zijn beweren van
-het tegendeel, wl geld op zak had. Zoo'n schriele, die zich altijd
-maar hield, alsof hij niets had, nooit eens mee kon doen! Zoo'n
-stiekemerd! Dat zouden ze hem nu wel eens betaald zetten! Ook Jo,
-die zelf zoo royaal en openhartig was, had Paul nu met n slag tegen
-zich ingenomen. Jo vond 't maar wat gezond, dat Paultje nu eens op
-zijn nummer werd gezet. Eerst hield hij hem nog vast, maar 't hoefde
-niet meer; Paul begreep, dat hij toch niet tegen Jo's sterke knuisten
-was opgewassen en liep gedwee mee.
-
-"Naar Schoenmakers, jongens!" riep Jo op 't drukke kruispunt, waar
-ze de Markt moesten oversteken. "Daar houden we groote smulpartij en
-Paul speelt voor Sint-Nicolaas!"
-
-Door de drukte raakten de jongens van elkaar en Jo en Paul waren
-den anderen op een gegeven oogenblik een heel eind vooruit, de Markt
-op. Bij de apotheek op den hoek werd hun weg versperd door een reeks
-van rijtuigen. Paul wierp schichtige blikken om zich heen, terwijl
-hij zich aan de vensterbank van de apotheek vastklemde.
-
-"Och Jo," kwam er toen half huilend uit, "laat me nou toch even hier
-binnen gaan--een boodschap voor Moe!"
-
-Jo keek Paul scherp aan bij 't licht, dat uit de apotheek straalde. Was
-dat nu maar een uitvlucht van schrielen Paul om aan het trakteeren
-te ontkomen?
-
-"Denk je, dat 'k dat geloof?"
-
-"Gerust, Jo, 't is waar! Kijk, hier is het recept van den dokter!"
-
-"Is ze dan ziek?" vroeg Jo, terwijl hij snel een blik sloeg op 't
-papiertje, dat Paul uit zijn zak had opgedolven.
-
-"Neen, maar altijd zoo erg moe. Ze moet rust houden, zegt de dokter;
-maar Moe doet 't niet, want ze heeft altijd maar naaiwerk, en dit
-drankje wil ze ook al niet laten klaarmaken, omdat 't zoo'n vreeselijk
-duur middel is--een gulden voor maar zoo'n klein fleschje! Maar ik
-ga 't toch halen voor Moe. 'k Heb daarnet stilletjes 't recept uit
-'t sleutelmandje genomen en een gulden heb ik ook, van mezelf--laatst
-toen 'k jarig was, heeft Oom Arie er een in mijn spaarpot gestopt. En
-nu krijgt Moe 't toch, dan wordt ze weer sterk, want z kan 't niet
-langer!" zei Paul, die, aangemoedigd door iets in Jo's gezicht,
-zich liet gaan, zooals hij 't nog nooit had gedurfd tegenover een
-van de jongens.
-
-"Meer geld heb ik niet bij me, alleen dien gulden, en die is voor Moe,
-dien krijgen jullie niet al.... al sla je me dood," barstte Paul los
-met ongewone heftigheid.
-
-Jo voelde zich bij Paul's woorden als een struikroover.
-
-"Houd je gulden maar," fluisterde hij haastig, want de anderen kwamen
-er al aan, "en ga nu eerst toch maar even met ons mee, anders heb je
-op school geen leven, dan plagen ze je mal."
-
-"Ja," knikte Paultje, die plotseling zijn heldhaftigheid kwijt was
-en weer ineenkromp tot 't schuwe jongetje, dat zijn heele schoolleven
-lang 't mikpunt van alle plagerijen was geweest. "Maar, maar hoe moet
-ik dan.... Frans weet, dat ik geld bij me heb, en...."
-
-"Hier!"--Jo stopte hem zijn kwartje en dubbeltje in den zak.
-
-"En nou speel je maar eens flink op; vertel hun, dat je er niet meer
-voor over hebt dan vijf-en-dertig cent, en daarmee is 't uit! Als de
-lui zien, dat je niet bang voor ze bent, laten ze je wel met rust!"
-
-Paul wilde nog wat in 't midden brengen, maar daar kwamen de overigen
-al, en voordat hij nog goed begreep wt Jo eigenlijk tegen hem
-had gezegd, was hij al met den vroolijken troep in den winkel bij
-Schoenmakers.
-
-Zonder Jo was er niets van Paultje en zijn geld terechtgekomen.
-
-Onbeholpen legde hij 't kwartje en 't dubbeltje op de toonbank en
-vragend keek hij naar zijn beschermer, die de zaak in handen nam. Jo
-kocht er een flinken voorraad gebroken borstplaat voor, dien ze
-toen onder elkaar verdeelden. Ook Paul kreeg zijn part, maar hij
-was zoo overbluft, dat hij 't zou hebben laten liggen, wanneer Jo
-'t hem niet in den zak had gestopt, toen ze den winkel uitgingen. De
-anderen stonden verbaasd over Paultjes royaliteit; en dat nog wel
-zonder tegenstribbelen! Ze keken hem dadelijk met heel andere oogen
-aan. De kleine Wezels viel toch per slot van rekening mee, en dat
-de kapitein van hun club hem onder zijn bescherming had genomen,
-deed hem ook nog een paar graden in de algemeene achting rijzen.
-
-Veel gauwer dan hij 't had durven hopen stond Paul weer op straat;
-den gulden had hij nog, borstplaat bovendien, en in zijn ooren klonk
-nog Jo's hartelijk: "Beterschap met je Moe!" toen hij uit de mistige
-straat de warm verlichte apotheek binnenkwam.
-
-"Wij gaan ook maar naar huis, h?" zei Jo, terwijl ze den
-tegenovergestelden kant opgingen. "Ons geld is toch op en...."
-
-"'t Jouwe niet," zei Jaspers, die graag op andermans zak teerde en
-vooral op dien van den goedgeefschen Jo.
-
-Jo kreeg een kleur. Dat hij zijn geld niet meer had, kon hem niets
-schelen, maar dat de jongens hem nu voor schriel zouden houden,
-dr kon hij niet goed overheen. Onwillekeurig stak hij zijn hand
-in den zak;--hij voelde iets hards: de doos voor Ma.... en toen
-bedacht hij blij hoe hij gelukkig voor zijn Moeder geen versterkende
-middelen hoefde te koopen. Ma was sterk en gezond, en al moesten ze
-zuinig leven, Ma hoefde zich toch ook niet ziek en moe te maken met
-naaiwerk voor anderen! Toen Jo dit bedacht, viel bij dit alles die
-eene kleine opoffering zoo volkomen in 't niet, dat hij opeens weer
-de oude, vroolijke Jo werd, die zich met wat malligheid van de zaak
-afmaakte en toen, in zijn hoedanigheid van kapitein, de club met een
-grappig toespraakje ontbond tot de volgende samenkomst.
-
-
-
-
-
-
-
-GEEN BANGERD.
-
-
-In de Kerstvacantie hadden Wim en zijn vrindjes, en nog een heeleboel
-jongens en meisjes met hen, er aldoor op gehoopt, maar 't was niet
-gekomen. In Januari hadden ze er toen stellig op gerekend, maar na
-een paar dagen vorst was de dooi weer ingevallen. Dus, mis, hoor,
-nog steeds geen ijs! Er waren er, die toen den moed opgaven en hun
-schaatsen opborgen, maar oude menschen, die verstand van 't weer
-hadden, beweerden, dat Februari nog wel eens echt wintersch zou kunnen
-worden. Dat hadden ze al vaker beleefd: na slappen winter een echt
-guur voorjaar met vorst en sneeuw en ijs. En 't bleek, dat die oudjes
-'t bij 't rechte eind hadden gehad. Begin Februari sloeg het weer om en
-'t werd nog een ouderwetsch nawintertje.
-
-De scholen gaven 's middags vrijaf. De kinderen konden dus nog echt
-hun sch inhalen.
-
-Even buiten 't dorp was een mooie baan, die druk bezocht werd;
-al te druk, zeiden sommige jongens, die zelf goed konden rijden en
-dus minachtend neerkeken op de krabbelaars, die hun daar den weg
-versperden. Daarom gingen zij liever buiten de baan en reden op de
-Vaart zelf, waar ze beter de ruimte hadden.
-
-Maar op de Vaart was 't heel wat gevaarlijker. Wim's Moeder was er
-niets goed over te spreken, toen ze er van hoorde. Eindelijk gaf ze
-aan Wim's aanhouden toe, wanneer hij wilde beloven, niet op de Vaart
-te zullen gaan, als er vlaggetjes geplaatst waren, tot teeken, dat
-'t ijs niet vertrouwbaar was.
-
-Dit beloofde Wim en toen was Moeder gerust. Zij wist, dat ze op Wim
-aan kon.
-
-Vroolijk fluitend trok hij er op uit, met zijn schaatsen, aan de
-riempjes bengelend, om zijn hals.
-
-"We hebben al op je gewacht," zei Hein van den dokter, toen hij bij
-de baan kwam. "'t Is hier zoo vol; ga je mee naar de Vaart? De andere
-jongens gaan ook!"
-
-Wim, die al van verre de vlaggetjes gezien had, probeerde er zich af
-te maken. "Och, waarom--nu is 't hier toch niet zoo vol."
-
-En toen Hein hem met alle geweld mee wou hebben, zei hij: "Maar
-'t ijs is er nog niet goed; zie je de vlaggetjes dan niet?"
-
-Hein begon te lachen: "Och, schei toch uit met die flauwe
-praatjes! Kees is 't daarnet gaan probeeren! Nou, als 't Kees kan
-houden!"--
-
-Kees, de dikkerd, kwam er ook bij. "'t IJs niet sterk?--Net zoo sterk
-is 't als dit hier--wat ik je zeg!"
-
-"Ik ga toch liever niet mee," zei Wim; "ik heb Moeder beloofd, dat ik
-'t niet zou doen."
-
-"Uitvluchten!" riep Piet. "Je bent bang, anders niets, flauwerd!"
-
-En de anderen begonnen nu ook te roepen van "bangerd," "flauwerd".--
-
-Nu moet je weten, dat Wim allesbehalve laf was; hij was zelfs heel
-flink. Dat ze hem nu allemaal voor een flauwen jongen aan zouden zien,
-vond hij dus vreeselijk.
-
-Driftig keerde hij zich naar de jongens toe en hij was op het punt
-om te zeggen: "ik zal je toonen, dat ik 't best durf, net zoo goed
-als jullie, 'k ga mee."--Maar toen op eens dacht hij aan Moeder;
-hij zag haar bezorgd gezicht en herinnerde zich zijn belofte.
-
-"Neen," zei hij flink; "ik doe 't tch niet. Noem me maar bang,
-als je wilt;--ik blijf hier."
-
-'t Was een saaie middag voor Wim. Heel dikwijls had hij een gevoel van
-spijt over zijn opoffering. Dan kostte 't hem de grootste moeite niet
-n, twee, drie onder het staketsel door te kruipen en naar de andere
-jongens te rijden, die de grootste pret hadden op de Vaart, waar 't
-ijs, ondanks de waarschuwende vlaggetjes, o wonder, toch sterk genoeg
-bleek te zijn. Dan dacht Wim een oogenblik: "Maar als Moeder wist,
-dat 't toch sterk genoeg was, zou ze 't misschien wel goed vinden."
-
-"Neen," klonk 't stemmetje van binnen, "je hebt Moeder beloofd niet
-te zullen gaan, als er vlaggetjes waren uitgezet en daaraan moet je
-je houden--niet 't voor jezelf goed zien te praten."
-
-Wim luisterde naar die waarschuwende stem, maar saai had hij 't daar,
-op zijn eentje, bij al die krabbelaartjes; daar gaat niets af.
-
-Tegen den tijd, dat ieder naar huis ging, zakte Wim ook af. Eigenlijk
-was hij blij, dat de middag om was. Landerig slenterde hij op zijn
-eentje naar huis. Hein en nog een paar jongens kwamen achter hem
-aan. O, hij behoefde niet eens om te kijken om te weten, dat ze 't over
-hem hadden, triomfantelijk, omdat 't ijs toch sterk genoeg was geweest,
-hem uitlachten en voor bang uitmaakten.--Dat hinderde hem geducht.--
-
-In de stille straat, waar Hein woonde, stond lange Toon, een jongen,
-aan wien ze allemaal een hekel hadden, omdat hij valsch en geniepig was
-en vol leelijke streken zat. Maar niemand durfde hem recht aan, want
-hij was sterk en vocht valsch. Daarom gingen de jongens hem meestal
-uit den weg. Nu was hij bezig 't kleine zusje van Hein, dat er aan 't
-sleden was, te plagen; hij dreigde haar 't sleet je te zullen afnemen.
-
-Toen Wim dit zag, vergat hij zijn eigen verdrietelijkheden.
-
-Zonder bedenken vloog hij op den veel grooteren jongen aan.
-
-Onderwijl waren de anderen naderbij gekomen, en toen Wim eindelijk,
-met een buil op zijn hoofd, en een bloedneus, duizelig overeind
-krabbelde, overwonnen, maar toch dadelijk bereid om weer van voren
-af aan te beginnen, als 't noodig mocht zijn, was 't eerste, wat hij
-hoorde, een luid bravo-geroep van Hein, die nu toch wel gezien had,
-dat Wim geen bangerd was.
-
-Hein nam hem mee naar binnen, om 't bloed van zijn gezicht te wasschen,
-en boven, bij 't fonteintje, zei hij 't hem ook eerlijk.
-
-En hieruit blijkt, dat Hein k een ferme jongen was, evengoed als Wim.
-
-
-
-
-
-
-
-DE OUDE NOTEBOOM.
-
-
-Ze waren met een troepje van zes op de zonnige speelplaats der school
-aan het touwtje springen, dicht bij 't hooge hek van latwerk, waar
-je den noteboom door kon zien. Hij stond op een verwaarloosd plekje
-grond naast de speelplaats. Daar tierden brandnetels en distels
-welig tusschen de meidoorn- en vlierstruiken, waarvan de takken hoog
-waren opgeschoten, terwijl de taaie stengels van de klimmende, wilde
-boekweit er zich omheen hadden geslingerd. 't Was er een warbosch van
-door en in elkaar groeiende struiken en planten, maar de noteboom,
-de oude noteboom, stak er met zijn eerwaardige kruin machtig boven
-uit als een koning, die zijn gebied overziet.
-
-Die noteboom was een groote vrind van de kinderen. Hoeveel neusjes
-zich in 't speeluur wel tegen 't latwerk drukten om naar hem te
-kijken! Als hij niet zoo'n oude, verstandige noteboom was geweest, zou
-hij er bepaald trotsch op zijn geworden, maar nu wist hij wel beter
-en begreep hij best, waar 't hun eigenlijk om te doen was--om zijn
-noten! De meesten rolden helaas tusschen de brandnetels, maar toch,
-een enkele kwam dicht bij 't latwerk te land, zoodat lenige vingertjes,
-met takjes en stokjes geduldig peuterend, ze wel naar zich toe konden
-halen, en dan die pret om er den groenen bolster af te doen en de
-noot te kraken op de steenen, onder den voet, of tusschen sterke,
-witte tandjes!--
-
-"H nee, 'k schei er uit," zei Mies; "'k word zoo warm van 't
-springen!"
-
-"Ik ook. 't Gaat ook niks leuk meer! Die Jo draait zoo vervelend,"
-riep Lina, die er genoeg van kreeg, omdat ze telkens "af" was. "Gaan
-jullie mee, kijken of er noten zijn?"
-
-"Zeg, daar heb je dat kind van Rietspaan! Net doen of we haar niet
-zien."--En Bertha nam Truus en Gonne bij den arm en draaide zich
-opzettelijk z, dat "'t kind van Rietspaan" gelegenheid kreeg de
-breede haarstrikken van 't drietal te bewonderen.
-
-"Mag ik meedoen? Wat spelen jullie?" klonk 't op den ietwat zangerigen
-toon van een Oostersch kind.
-
-"Niks," antwoordde Lina snibbig.
-
-"H, flauw! Je bent toch aan 't touwtje springen! Zie ik toch, ja?"
-
-"Als je 't ziet, waarom vraag je 't dan nog?"
-
-"Nou ja! Zal ik voor jullie draaien?"
-
-"Nee; we scheien er uit."
-
-"Wat gaan jullie dan nou doen?"
-
-Jo haalde haar schouders op. "Och!"
-
-Ze duwden zoo'n beetje tegen elkaar aan, de zes; ze giegelden en
-smuusperden met elkaar en Doortje Rietspaan stond er naar te kijken met
-haar groote, donkere oogen, die nu nog grooter en donkerder geleken.
-
-"Als 'k jarig ben, mag ik van mijn Tante meisjes vragen," zei ze op
-eens; "maar als jullie zoo vervelend doen, vraag ik je lekker niet."
-
-"We zouden toch niet gekomen zijn, nietwaar Lien?" giegelde Gonne,
-terwijl de anderen het uitproestten.
-
-"Verbeeld je, op een partijtje bij dat kind!"
-
-"Nee, geen partij," verbeterde Doortje eerlijk; "spelletjes doen en
-raadseltjes opgeven en zoo--"
-
-"Raadseltjes opgeven en zoo," bauwde Truus haar na.
-
-"Dank je, hoor! Da's goed voor bewaarschoolkindertjes.--"
-
-De tranen sprongen Doortje in de oogen. Overmorgen zou ze jarig zijn
-en nu had Tante vandaag gezegd, dat ze een paar kennisjes op visite
-mocht hebben.
-
-Met een blij hartje was ze naar school gehuppeld. Als ze met z'n
-invitatie kwam, zouden ze haar toch wel meetellen, dacht ze, en ze
-had 't speeluur haast niet kunnen afwachten. Wie ze vragen zou? Ze
-was nog maar zoo kort hier op school!
-
-"Wel," had Tante gezegd, "de meisjes, die 't aardigst voor je zijn."
-
-Och, Tante wist 't niet, dat de meisjes geen van allen aardig voor
-haar waren. Doortje had 't nooit thuis verteld, omdat ze het zoo naar
-vond en zich er ook over schaamde. Maar ze had bij zichzelf gekozen:
-Mies, omdat die er zoo vroolijk uitzag en Jo, omdat ze vriendin met
-Mies was, en Truus, omdat alle meisjes haar zoo aanhaalden en Bertha,
-omdat ze naast haar zat. En nu,--nu deden ze zoo!
-
-Doortje keek met een brandend gevoel in haar oogen naar de meisjes,
-die geen acht meer op haar sloegen en gehurkt op den grond voor
-'t hek zaten.
-
-Waarom sloten ze er haar toch altijd buiten? Ze bedacht toch van
-alles om vriendelijk tegen ze te zijn met een griffel te leenen of
-een potlood of door soms voor te zeggen. Als ze maar eens wat heel
-groots kon doen, dan zouden ze misschien ook wel een klein beetje
-van haar gaan houden!
-
-Doortje keek verlangend naar 't vroolijke gedoe van haar zes
-klasgenootjes. Ginds waren andere groepjes gezellig aan 't spelen en
-zij--zij stond hier zoo zielig alleen.
-
-De wind ruischte door de takken van den ouden
-noteboom. Rrt--rrt--rrt--rrt.--Daar vielen weer een paar noten. Met
-een harden plof kwamen ze op den grond terecht.
-
-"H--jammer," zei Jo. "Weer allemaal tusschen de brandnetels! Geen
-een naar dezen kant."
-
-"Laat 's kijken, daar ligt er een. O nee, 't is een omgekruld blad;
-wat vervelend!"
-
-Gonne had opgekeken. "O, zie dat malle kind van Rietspaan eens!" riep
-ze.
-
-"O, als de Juffrouw dat bemerkt!"
-
-Alle zes kwamen ze overeind; ze staarden met open mond en oogen naar
-Doortje, die vlug over 't hooge hek klauterde en nu met een behendig
-sprongetje midden tusschen de brandnetels en distels terecht kwam.
-
-"Die durft, zeg!" klonk het bewonderend van Jo. "Verbeeld je, dat de
-Juffrouw er nu eens aankwam!"
-
-"Kom hier staan, Bertha; zoo, en jij ook, Truus; anders ziet ze haar
-nog," riep Mies, net alsof Doortje een van hun clubje was, die ze
-moesten beschermen en niet maar "dat kind."
-
-Zes neusjes tegen 't latwerk gedrukt, zes paar oogen glurend door
-de tusschenruimten, vol aandacht turend naar 't kleine, donkere
-figuurtje, dat daar, of 't zoo maar niets was, dapper op verboden
-terrein rondscharrelde tusschen de hooge brandnetels, die haar in
-'t gezicht sloegen telkens als ze bukte, en de scherpe dorens, die
-haar jurk al hadden gescheurd en bloedige schrammen op haar handen
-achterlieten.
-
-"Er moeten er wel een boel liggen! Maar zeg, zou jij 't durven?" vroeg
-Bertha.
-
-"Nee hoor, al waren 't er honderd," antwoordde Jo.
-
-"Ze is er zeker dol op!"
-
-"Nou, ze vindt er ook nooit eens een!"
-
-"Nee, omdat zij niet hier op ons plaatsje mag zoeken; nogal glad!" riep
-Mies. "Jullie jagen haar altijd weg."
-
-"En jij dan? Net of jij 't niet doet!"
-
-"O, kijk toch eens wat een schort vol. Ze komt alweer terug."
-
-"Als de Juffrouw nu nog maar even weg blijft."
-
-Geen een zei: "wat zou dat--'t is immers "'t kind van Rietspaan" maar!"
-
-Er waren ook meisjes uit andere klassen bij gekomen; allen stonden er
-nu in de grootste spanning naar te kijken, hoe Doortje, zoo vlug alsof
-'t een dagelijksche toer voor haar was, weer over het hek klauterde.
-
-Een beetje bedremmeld om 't aangegroeide publiek, liep Doortje op de
-zes met 't springtouw toe. Wat zag ze er uit met de blaren in haar
-gezichtje, de beschramde handen en de leelijke scheur in haar jurk!
-
-"Daar," zei ze en ze liet de punten van haar boezelaar los, zoodat
-al de noten over den grond rolden. "Voor jullie!"
-
-De meisjes keken, alsof ze Latijn had gesproken.
-
-"Toe dan, raapt ze op," zei Doortje, terwijl ze de te veel naar 't
-hek gerolde noten terugschopte. En toen, snibbig tegen een kind uit
-de laagste klas, dat wou bukken: "Blijf d'r af, jij--is niet voor jou!"
-
-"En--en--jij hebt ze gehaald," stotterde Mies nu. Jo, Truus en Lina
-waren al aan 't oprapen.
-
-"O, wat een hoop! Kijk toch eens, Mies!"
-
-Nu lagen ze alle zes op den grond. Zakken en blouses werden volgestopt
-en juist perste Gonne de laatste in haar zak toen de bel luidde.
-
-"Hier," zei Mies haastig en ze wou Doortje een handvol
-toestoppen. "Waarom heb je zelf niet meegegrabbeld?"
-
-Maar Doortje hield haar handen op den rug. Ze schudde van neen en
-keek bepaald heel donker, toen Mies ze haar wou opdringen.
-
-Op 't zelfde oogenblik kwam n der groote meisjes Doortje zeggen,
-dat ze bij de Directrice moest komen.
-
-"Nu krijgt ze zeker een standje," zei Mies halfluid, terwijl ze
-Doortje nakeek, die zoo blij wegliep, alsof haar in plaats van een
-standje een cadeautje wachtte. "Toch vreeselijk goedig van haar,
-ons al die noten te geven!"
-
-"Ja; heb je ooit zoo'n mal schaap gezien?" vroeg Gonne lachend,
-waarna ze op haar luidruchtige manier 't gebeurde aan meisjes, die
-er niet bij waren geweest, ging vertellen.
-
-De andere drie kwamen er ook bij loopen, maar Jo voegde zich bij Mies.
-
-"Zeg, 'k vind het vreeselijk sneu, dat ze haar toch heeft gezien. Zou
-ze erg boos wezen?"
-
-Mies haalde haar schouders op.
-
-"Weet je, Jo, 'k heb er erg 't land over, dat we Doortje altijd zoo
-hebben geplaagd; ze is toch eigenlijk wel een aardig kind en--"
-
-Jo gaf haar een duwtje. "Stil, de Juffrouw!"
-
-De lessen begonnen, maar Mies kon er niet met haar gedachten bij
-blijven. Telkens keek ze om. Kwam Doortje nog niet? Dan was 't zeker
-wel vreeselijk erg.
-
-De noten lagen haar als lood in den zak.
-
-Eindelijk, daar ging de deur open. De Directrice bracht Doortje zelf
-binnen. Ze zag er heelemaal niet boos uit, maar Doortje had een behuild
-gezichtje. Nu fluisterde de Directrice een heelen tijd met de Juffrouw,
-die toen ook heel vriendelijk tegen Doortje was.
-
-In de eerste oogenblikken zaten ze allen heen en weer te draaien en
-haar aan te staren.
-
-Toen de les werd voortgezet, ging 't al wat beter en toen de Juffrouw
-begon te vertellen, zooals ze 't laatste uur 's Donderdagsochtends
-altijd deed, werden ze weer geheel rustig.
-
-'t Was dan ook zoo'n mooi verhaal over een jongetje, dat in huis kwam
-bij een groot gezin, waar de kinderen niets lief voor hem waren en
-hem nooit meetelden, maar die hij toch langzamerhand door allerlei
-kleine vriendelijkheden voor zich wist te winnen.
-
-Mies kon 't niet helpen, dat ze gedurig aan Doortje moest denken. Er
-waren er wel meer, die aan Doortje dachten. Dat kon je wel zien aan
-het tot over de ooren kleuren van sommigen en het niet durven opkijken
-van anderen. Maar Mies liet 't niet bij denken alleen. Om twaalf uur
-wachtte ze Doortje op en stopte haar op eens de noten in de tasch;
-die kon ze nu gewoon niet houden!--
-
-Doortje keek er nu niet donker om. Neen, ze lachte Mies, die haar
-gezellig een arm gaf, toe, door haar tranen heen, en fluisterde,
-een beetje verlegen nog, maar toch overgelukkig: "Die eet ik nooit
-op--ik bewaar ze onder in mijn kastje en ik zal mijn Pa en Ma in
-Indi schrijven, dat jij zoo lief voor mij bent, ja?"
-
-Even later vertelde zij met een stralend gezichtje aan Tante, dat haar
-beste vriendinnetje op haar jaardag zou komen; aan die had ze genoeg;
-en of ze dan mocht blijven eten ook.
-
-En op 't verwaarloosde plekje grond liet de noteboom, de oude vriend
-van de kinderen, voor en na al zijn noten tusschen de distels en
-brandnetels rollen. Slechts enkele kwamen er nog terecht bij de
-speelplaats, vlak bij 't hek, waar Doortje toen dien ochtend over
-was geklommen.
-
-
-
-
-
-
-
-WEER GOED GEMAAKT.
-
-
-Tom van den burgemeester was een echte bengel! Wat hij al niet voor
-kattekwaad uitvoerde--nu, daar konden de menschen op 't dorp een boekje
-van opendoen--soms met een zucht, maar meestal met een lach want, hoe
-ondeugend en lastig Tom kon zijn, ze mochten hem allemaal graag lijden
-om zijn open, rondborstig karakter. Leelijk, geniepig plagen, valsch
-doen bij werk of spel, mensch of dier expres leed veroorzaken--ho maar,
-daar was onze Tom niet van thuis. Integendeel sprong hij altijd in de
-bres, als hij andere jongens zoo zag handelen, en, al waren ze veel
-grooter dan hij, met zijn vuisten moesten ze kennismaken, en ferm ook.
-
-Geregeld een paar maal in de week, kwam Tom met een buil hier
-of daar en gescheurde kleeren thuis, tot groot ongerief van zijn
-Moedertje, dat met Juf maar druk werk had, om haar oudste netjes
-in de plunje te houden. Maar als Tom dan zoo vol vuur vertelde van
-'t arme, kleine katje, dat hij uit de handen van Krelis en Teunis,
-"die wreede boerenpummels", had bevrijd, ja, dan kon Moeder toch
-niet boos blijven en was zelfs in haar hart trotsch op haar fermen,
-kleinen ridder, terwijl ze 't minder fraaie woord, dat hem ontsnapt
-was, maar op den koop toe nam.
-
-Zijn zusjes, Greta en Mies, waren dol op hem en beschouwden hem
-als een held. Tom kon alles en grooter feest wisten ze zich niet
-voor te stellen, dan een poppenpartij in 't priel met Tom er bij
-als gast. Heel dikwijls gebeurde dit echter niet; gewoonlijk had de
-bengel veel meer lust, om met zijn kornuiten te ravotten, dan zoo
-voorzichtig met die breekbare poppen te moeten omgaan. Breekbaar, ja,
-heel licht breekbaar; dat had hij al een paar maal tot zijn schade
-ondervonden en daardoor was zijn spaarpot al weer zoo licht als een
-veertje geworden. 't Sprak van zelf, vond Tom, dat hij Greta's pop,
-Bella, een nieuw kopje gaf, toen hij die had gebroken, en dat Mies
-een nieuw badpoppetje van hem kreeg, toen hij 't aardige, kleine,
-rose Bbeetje bij een gevaarlijken toer had laten verongelukken. Daar
-was Tom altijd vlot mee: had hij wat uitgevoerd, ruiterlijk bekende
-hij schuld en was dadelijk bereid, de schade weer goed te maken.
-
-Bij zoo'n gelegenheid zei Vader eens: "Tom, Tom, tot nu toe heeft je
-onbesuisdheid nooit onherstelbare gevolgen gehad, maar denk eens aan,
-hoe vreeselijk 't zou zijn, als je door onvoorzichtigheid of woestheid
-een ongeluk veroorzaakte, dat nooit, zelfs niet met den besten wil,
-goed te maken was!"
-
-Dat klonk ernstig en maakte indruk.
-
-Een paar dagen lang deed hij werkelijk zijn best, wat minder wild te
-zijn; Juf zei, dat ze wel een poosje vacantie kon nemen, nu Tom haar
-zoo weinig verstelwerk verschafte.
-
-Toen kwam de laatste schoolmorgen voor de groote vacantie. Alle
-kinderen waren uitgelaten bij 't vooruitzicht, nu weldra vier lange
-weken vrij te zullen zijn. De aandacht was niet meer bij de lessen,
-doch de onderwijzers zagen gelukkig vandaag wat door de vingers en
-lieten maar veel zingen. Heisa, wat klonk dat ferm en frisch! Tom's
-stem werd boven alles uit gehoord.
-
-'t Was een uitkomst voor den levendigen jongen, zoo ongestoord de
-blijdschap, waarmee hij tot overvloeiens toe vervuld was, te mogen
-uitjubelen. Vier weken vacantie! Uit logeeren gaan naar Oom en
-Tante in Scheveningen! Met de neven in zee zwemmen, stoeien in de
-duinen! Geen wonder, dat Tom, met zoo'n verrukkelijken tijd in 't
-verschiet, bijna niet stil kon blijven zitten. Zoo gauw de schoolbel
-dan ook luidde, stormde Tom hals over kop naar buiten, schreeuwend,
-tierend, van louter malligheid zijn kameraads de petten afslaand,
-boksend met den een, schermend met den ander, bereid tot 't uithalen
-van alle mogelijke grappen. 't Scheen wel, dat zijn bengelsnatuur
-zich met vernieuwde kracht moest doen gelden, na den dwang, dien hij
-zich de laatste dagen had aangedaan.
-
-Eindelijk nam hij een handvol kiezelsteentjes van den grindhoop
-aan den weg en keilde ze, zoo ver ze wilden gaan. Geen haar op zijn
-hoofd dacht aan de waarschuwing van Vader, die hem zoo vaak op 't
-gevaarlijke van steentjes gooien had gewezen.
-
-Daar kwam een karretje op twee wielen met een ezel er voor gespannen
-den weg af sukkelen.
-
-"Wacht even," riep n van de jongens, maar Tom luisterde niet en ging
-door met zijn uitbundig spel. O wee, daar trof hij 't ezeltje, dat
-geducht schrikte en een zijsprong deed. De kar kiepte achterover! De
-oude man, die er schrijlings op zat, tuimelde er af.
-
-Alle jongens verdrongen zich om den gevallen grijsaard, die zich erger
-bezeerd scheen te hebben, dan in 't eerste oogenblik gedacht werd.
-
-"Leun maar op mij," zei Tom ongerust. "Toe dan; probeer eens op
-te staan!"
-
-"Ik kan niet, wezenlijk, ik kan niet! Mijn linkerbeen, o, ik geloof,
-dat het gebroken is!"
-
-Kermend liet hij zich weer op den grond zakken.
-
-Tom keek radeloos rond. Met verschrikkelijke duidelijkheid klonken
-hem nu Vader's woorden in de ooren: "nooit goed te maken, zelfs met
-den besten wil nooit goed te maken!"
-
-Een paar jongens hadden hulp gehaald op de dichtstbijzijnde
-boerderij. Voorzichtig werd nu de gekwetste naar zijn huisje vervoerd,
-dat een eindje buiten 't dorp stond, terwijl Piet van den smid en
-Tom met de ezelkar volgden.
-
-"'t Is een heele sch voor hem," zei Piet, hoofdschuddend kijkend naar
-'t partijtje gebroken bloempotten en gehavende planten in de kar. "Hij
-kwam zeker van de bloemenmarkt in de stad."
-
-Tom antwoordde niet en probeerde zich te herinneren, of hij niet
-nog ergens wat geld had. Zijn spaarpot was leeg, maar och, wat
-zat hij drover te tobben! Die schade zou Vader desnoods graag
-vergoeden. Neen, als 't dt alleen was....
-
-Alsof Piet zijn gedachten had geraden, begon hij: "Als ik Janus was,
-zou ik liever al mijn bloempotten breken, dan kreupel worden, en jij?"
-
-"Kreupel? Denk je dat?" viel Tom verschrikt uit.
-
-"'k Heb er een zwaar hoofd in; een been breken, als je zoo oud bent,
-is geen gekheid. Misschien zal hij nooit weer goed kunnen loopen."
-
-Tom werd zoo koud, alsof 't midden in den winter was. Janus
-ongelukkig-worden door zijn onbedachtzaamheid--o, 't was vreeselijk om
-'t in te denken--maar als 't eens uitkwam zooals Piet zei, wie moest
-dan voor Janus zorgen, wie den kost voor hem verdienen? Hij had kind
-noch kraai op de wereld en leefde van 't geen zijn tuin opbracht. Tot
-nu toe had hij 't wel niet ruim gehad, maar toch ook nooit armoede
-geleden. Doch, als de oude man zijn plekje grond niet meer kon
-bebouwen, niet meer in staat was zijn groenten, bloemen en vruchten
-aan de markt te brengen.... Tom wou niet verder doordenken. Tot Piet's
-verbazing sprong hij pardoes van 't wagentje en holde naar huis,
-waar hij Vader en Moeder onder bittere tranen alles vertelde. Beide
-spraken heel, heel ernstig met hem. Vader beloofde daarop dadelijk
-naar Janus te zullen gaan zien, wat Tom al een beetje kalmer stemde,
-evenals Moeder's voorstel, om alle schade eerst te betalen en dan
-van Tom's weekgeld in te houden. Hij had dan tenminste 't gevoel,
-dat hij deed wat hij kon.
-
-'t Scheen Tom toe, dat Vader eindeloos wegbleef. Ongedurig liep hij
-heen en weer. Wat de zusjes ook verzonnen om hem op te beuren, hij
-kon er niet eens naar luisteren. Telkens zag hij den ouden tuinder
-kermend van pijn in zijn eenvoudig slaapkamertje en Vader, bedenkelijk
-'t hoofd schuddend, aan zijn bed staan.
-
-Na een uur van vreeselijke spanning ontdekte Tom's scherpe blik een
-tipje van Vader's hoed boven de heg. Hij popelde om er heen te vliegen
-en was toch ook weer bang voor 't geen hij mogelijk zou hooren.
-
-"Tom, Tom," riepen de zusjes, die vooruit gehold waren en nu met Vader
-den tuin door kwamen: "'t Been is niet gebroken en de dokter zegt,
-dat 't best terecht kan komen. Wees nu ook weer vroolijk."
-
-"O Vader, is 't waar?" vroeg Tom, terwijl hij beurtelings rood en bleek
-werd en hij begon wezenlijk weer te schreien. "Ik heb er Onzen Lieven
-Heer z om gevraagd en nu ben ik zoo blij--drom huil ik"--en Tom,
-de bengel, drukte zijn gezicht tegen de jas van Vader, die onderwijl
-bedaard verslag deed van zijn bezoek.
-
-Neen, 't been was niet gebroken, maar verstuikt en zou met eenige
-weken rust weer in orde zijn, terwijl bij onderzoek gebleken was, dat
-de val en de schrik voor den ouden man verder geen slechte gevolgen
-hadden gehad.
-
-Met opgeluchte harten gingen Vader, Moeder en kinderen nu aan 't
-overleggen, hoe ze Janus gedurende zijn gedwongen rust 't best zouden
-kunnen bijstaan.
-
-Tom was stil; hij scheen iets op zijn eigen houtje uit te spinnen. Toen
-de zusjes naar bed waren, had hij nog een apartje met Vader en
-Moeder. 't Liefst zou hij daarop dadelijk naar Janus zijn gegaan om
-hem te zeggen, hoe 't ongeval hem speet, maar Vader vond 't beter
-den ouden man, die boven alles rust noodig had, nu niet meer te
-storen. Den volgenden morgen kon hij immers zoo vroeg gaan als hij wou.
-
-Nu, dit deed onze Tom dan ook. Vr dag en dauw was hij er al op uit
-en toen hij pas tegen de koffie warm, moe en stoffig terugkwam, keek
-hij zveel vroolijker, dat de zusjes niet konden nalaten te vragen,
-wat hij toch had uitgevoerd.
-
-"'k Ben bij Janus geweest!"
-
-"Was hij erg boos?"
-
-"Nee, 't is me vreeselijk meegevallen" en Toms oogen schitterden. Meer
-konden ze niet uit hem krijgen.
-
-De volgende ochtenden verscheen Tom weer niet aan 't ontbijt en toch
-was hij wel bijtijds op geweest. Mietje, de keukenmeid, verklaarde
-tenminste, dat ze hem al in de vroegte het tuinhek had zien uitgaan.
-
-Greta en Mies begrepen er niets van. Vader en Moeder haalden
-glimlachend hun schouders op, als ze er naar vroegen en Tom, die
-gewoonlijk pas weer tegen koffietijd kwam opduiken, wou er heelemaal
-niet over spreken. Ja, 't scheelde niet veel, of Greta en Mies zouden
-hem boos hebben gemaakt met haar vragen, vooral toen ze over zijn
-logeeren bij Oom en Tante in Scheveningen begonnen.
-
-"'k Blijf de heele vacantie thuis; nu weet je 't en zeur nu niet meer,"
-zei hij korzelig. Daarmee moesten ze zich tevreden stellen.
-
-Wat Tom dan toch zoo vroeg op 't pad deed en waarmee hij 't zoo druk
-had, dat 't uit logeeren gaan er bij scheen te moeten inschieten?--
-
-De marktbezoekers in 't naburige stadje, die gewoon waren hun inkoopen
-bij Janus te doen, keken vreemd op, toen ze op zekeren ochtend een
-blozend jongensgezicht met ronde appelwangen boven de manden jonge
-groenten en vruchten in 't welbekende stalletje zagen uitkijken, in
-plaats van 't gerimpelde, magere gelaat van den ouden tuinder. Maar
-'t bleek al spoedig, dat ze evengoed door dezen nieuwen koopman werden
-bediend, die, al had hij in 't begin nog wel eens moeite om de juiste
-dingen gauw te vinden, de lui met een grapje in hun humeur wist te
-houden, zoodat ze niet ongeduldig van hem wegliepen. In plaats dus
-van klanten te verliezen, kreeg Janus' stalletje er gedurig nieuwe
-bij, die begonnen met mee te lachen om de snaaksche invallen van den
-jongen en eindigden met ook van hem te koopen.
-
-'s Donderdags op de bloemenmarkt had hij letterlijk geen handen genoeg
-om allen te helpen, die van hem bloemen en planten wilden koopen,
-omdat ze nergens anders zulke mooie waar voor hun geld kregen.
-
-Had 't ezeltje op den heenweg een heel wat zwaarder vrachtje te torsen
-dan vroeger met den ouden baas, daar de nieuwe bij 't gewone partijtje
-bloempotten nog een heele bezending planten en bloemen inlaadde,
-die bij de achterpoort van burgemeesters tuin gereed stond, op den
-terugweg had hij 't dan ook bijzonder gemakkelijk en mocht zijn baasje
-gerust in 't leege karretje zitten.
-
-En koopman Tom? Hoe vond die 't nieuwe leven? Had hij geen spijt van
-de opgeofferde vacantiepret?
-
-Nu, eerlijk gezegd viel 't hem in 't begin verbazend moeilijk om ferm
-bij zijn besluit te blijven, vooral toen er brieven van de neven
-kwamen vol opsommingen van de pret, die ze aan 't strand hadden,
-en met dringende vragen om toch ook te komen aan het eind.
-
-Met leede oogen zag hij Greta en Mies in zijn plaats gaan om van al
-die heerlijkheden te genieten, terwijl hij zich vrijwillig moe maakte
-met voor hem ongewoon werk en dat nog wel in de vacantie!
-
-Maar wanneer hij dan voor Janus 't verdiende geld mocht uittellen
-en de dankbare woorden hoorde van den ouden man, waren die spijtige
-gedachten plotseling verdwenen en voelde Tom, zonder er uitdrukking
-aan te kunnen geven, dat al 't plezier in Scheveningen niet opwoog
-tegen de blijdschap, die hij op dat oogenblik smaakte.
-
-'t Kwam uit, zooals de dokter gezegd had. Met eenige weken rust was
-Janus weer geheel in orde en op den laatsten dag van Tom's vacantie
-kon de oude tuinder zijn werk weer zelf opnemen.
-
-Dat was een gewichtige ochtend, toen koopman Janus en koopman Tom
-samen naar de markt reden als waardig slot van deze weken.
-
-Moeder stond er vroeg voor op en kwam ook inkoopen doen van groenten en
-vruchten en ten slotte kocht ze een pot met mooie, vuurroode geraniums.
-
-Dien vond Tom op zijn kamertje staan, toen hij 's middags thuis
-kwam. Er was een strookje papier op een stokje in de aarde bij
-gestoken. "Tot herinnering" stond er op geschreven; niets meer, maar
-'t was ook voldoende.
-
-De herinnering aan deze zomervacantie was van grooten invloed op 't
-verdere leven van bengel Tom, die, hoewel hij druk en vroolijk bleef,
-toch veel van zijn onbesuisdheid en onbedachtzaamheid verloor.
-
-
-
-
-
-
-
-DE KERSEN.
-
-
-"Zoo'n doe-niet, zoo'n sta in den weg," zei oude Baas Hendrik, terwijl
-hij bij den knoestigen kerseboom op zijn bleekveldje stond. "Ja,
-'t is nu voor 't laatst, dat je een voorjaar beleeft; in den herfst
-moet je er uit. 'k Heb lang genoeg geduld gehad. Altijd bladeren,
-maar nooit kersen! Waarom heb 'k dn een kerseboom, als ik er nooit
-kersen van plukken kan?"
-
-Hendrik liep nu met korte, afgemeten stappen om den kerseboom heen
-en schudde zijn bruine, verweerde vuist tegen den doe-niet.
-
-Greet en Klaar, de kleine meisjes van den burgemeester, die bij
-Trientje op de bank voor de keukendeur zaten, keken verschrikt bij
-deze bedreiging van Hendrik tegen zijn kerseboom. Zij kwamen graag
-bij de oude luidjes op visite en dan was deze boom met zijn lagen
-stam en breede, knoestige takken een prettig kameraadje voor haar
-beidjes. Ze konden er zoo gemakkelijk zonder hulp inklimmen, deden
-gymnastische toeren aan de takken of zaten er schrijlings op bij het
-paardje spelen.--Met groote oogen keken ze nu naar het bleekveld en
-probeerden 't zich voor te stellen hoe dit er wel zou uitzien zonder
-den kerseboom.
-
-"Zeker erg raar," dachten ze.
-
-"Neen, Hendrik moet hem laten staan," zei Greet op beslisten toon
-als slotsom van haar overdenking.
-
-"Dat doet hij niet," sprak nu Trientje droevig voor zich heen, "o neen,
-dat doet hij niet. Hendrik heeft 't zich nu eenmaal in 't hoofd gezet,
-dat hij er uit moet, omdat hij geen vruchten draagt en nu moet hij
-er uit ook--och heden--de boom, dien mijn Dirk nog geplant heeft als
-zoo'n kereltje!"-- En ze wees met haar taankleurige, rimpelige hand
-een hoogte van een paar turven aan.
-
-"Dirk, die al zoo lang in Amerika is?" vroeg Greet.
-
-"Ja!"--Trientje zuchtte.--"Als ik naar den kerseboom kijk, denk ik
-altijd aan Dirk, maar de baas--" ze wees op Hendrik--"de baas zegt:
-je mag geen menschen en planten vergelijken--maar, ik kan 't toch niet
-laten.... altijd als ik den kerseboom zie, denk ik aan mijn Dirk. En
-nu zal hij er uit moeten."
-
-"Als we nu 's met ons drien aan Hendrik vroegen of hij mocht blijven
-staan!" zoo stelde Klaar hoopvol voor.
-
-Trientje schudde 't hoofd.
-
-"Och nee, als de baas zoowat in zijn hoofd heeft, helpt er geen
-redeneeren tegen. De baas zegt: hij heeft lang genoeg geduld gehad
-en nu is 't uit. Neen, de kerseboom van mijn jongen, van mijn Dirk,
-heeft wel zijn laatste voorjaar beleefd!"
-
-"Maar als er nu van 't jaar toch nog 's kersen aankwamen," opperde
-Klaar, die het zoo gauw niet opgaf; "er zitten toch bloesems aan! Kijk
-maar!"
-
-"Zoo'n enkel bloesempje zegt niets; dat heeft hij elk jaar gehad,"
-sprak Trientje mistroostig. "Neen, 't is wel waar zooals de baas 't
-uitdrukt: 't is een doe-niet, maar--ik kan hem toch zoo slecht missen!"
-
-Oude Hendrik kwam met stijve, afgemeten passen op de bank
-toegestapt. Hendrik was stijf en afgemeten in al zijn doen. Houterig
-ging hij naast zijn vrouw zitten.
-
-"Mag hij niet blijven staan?" vroeg Greet, terwijl ze naar den
-boom wees.
-
-"Toe--alsjeblieft," zei Klaar smeekend.
-
-"Neen, neen," sprak Hendrik plechtig, "hij is mij lang genoeg tot
-ergernis geweest; ik zou er zonde aan doen zoo'n doe-niet nog in zijn
-kwaad te stijven."
-
-"Maar--als er nu van 't jaar nog 's tien pond lekkere kersen
-aankwamen," zei Klaartje en ze zag den ouden man vol verwachting aan.
-
-"Dn kan hij blijven," klonk 't op denzelfden plechtigen toon.
-
-De kinderen keken op naar de schaarsche bloesems.
-
-"En als er nu maar 's twee pond aankwamen....?"
-
-"Of n--of--een half," waagde Greetje te veronderstellen.
-
-Klaar hield haar adem in. Wat zou nu 't antwoord wel wezen?
-
-Maar hoor, daar klonk het, weer even bedaard: "Dn kan hij blijven."
-
-Nu waren ze gerustgesteld. Ze vonden, dat de kansen toch nog niet zoo
-slecht stonden; er waren toch bloesems aan; die kon oude Hendrik toch
-maar niet weg redeneeren.
-
-Op den terugweg hadden Greet en Klaar het druk over den kerseboom van
-Hendrik en Trientje en thuis kregen Vader en Moeder 't verhaaltje in
-geuren en kleuren te hooren.
-
-"Moeder, zou u denken, dat er nog wel een half pond aan komt?" vroeg
-Greet.
-
-"Kindlief, hoe wil ik dat weten, ik ben geen tuinman," lachte
-Moeder. "Je moet maar telkens eens gaan kijken hoe 't met de bloesems
-staat; je weet wel: als je de bloempjes niet meer ziet, komen er
-kleine, groene bolletjes te voorschijn; die worden grooter en grooter,
-de zon stooft ze langzamerhand zacht en rood en--"
-
-"Dn zijn de kersen er!" riep Klaartje vroolijk uit. "Ik ga vast
-elken dag uit school kijken, hoor!"
-
-"Ik ook," zei Greet.
-
-De kinderen hielden woord. Elken dag gingen ze naar Baas Hendrik's
-bleekveld. De oude kerseboom had zeker nog nooit zooveel belangstelling
-ondervonden. 't Scheen heusch, dat hij 't op prijs stelde en zijn best
-deed z'n bloesems zonder mankeeren voor kleine, groene bolletjes in
-te ruilen.
-
-Greet en Klaartje gaven thuis getrouw verslag van zijn vorderingen,
-zoodat ieder er goed van op de hoogte bleef.
-
-Maar op een ochtend, na een stormnacht, kwamen de meisjes
-terneergeslagen thuis. 't Bleekveldje lag bezaaid met groene bolletjes
-aan steeltjes: allemaal afgewaaide, nog onrijpe kersen.
-
-"Er zitten er nu nog maar een stuk of wat aan," jammerde Greetje;
-"zou dat wel een half pond wezen?"
-
-"Hendrik zei, dat hij 't wel gedacht had, want dat deed die kerseboom
-altijd! Maar Moeder, 't kwam toch door den storm; de kerseboom kon
-'t niet helpen," riep Klaartje onder tranen.
-
-Moeder had maar werk haar kleine meisjes tot bedaren te brengen. Er
-zouden een paar vroolijke neven komen--Vader was al naar den trein
-om hen te halen--wat zouden die er wel van zeggen, als Greet en Klaar
-er straks nog zoo bedrukt uitzagen!--
-
-De neven kwamen. De neven hoorden 't verhaal over den kerseboom aan
-en waren vol belangstelling. Zij hadden verstand van vruchtboomen,
-beweerden ze. Als Greet en Klaartje straks weer naar school waren,
-zouden ze dien boom wel eens gaan bekijken; misschien dat zij er nog
-raad op wisten.
-
-In een oogwenk verhelderden de gezichtjes nu. De kinderen hadden veel
-vertrouwen in de knapheid der groote neven.
-
-"Als er maar een half pond aan komt," zei Greetje, "dan mag hij
-blijven staan van ouden Hendrik."
-
-Toen zij 's middags uit school kwamen hollen, verlangend 't oordeel
-der neven te hooren, werden zij verblijd met de tijding, dat er
-misschien nog wel een pond van terecht zou komen. Maar, dan moesten
-zij ook precies doen wat de neven zeiden.
-
-Dit beloofden Greet en Klaar grif.
-
-Veertien dagen lang mochten ze niet meer naar den boom gaan kijken,
-zei Neef Karel, want daar kon hij op 't oogenblik niet goed tegen. De
-kerseboom schaamde zich, omdat hij zooveel groene bolletjes had
-verloren en zou nu uit verlegenheid ook die, welke hij nog overhad,
-wel eens kunnen loslaten, voegde Neef Bert er bij en hij zette een
-heel ernstig gezicht.
-
-Nu, dit was natuurlijk maar een grapje--dat begreep Greet best;
-Klaartje was eerst nog in twijfel of 't niet waar zou zijn;--maar,
-grapje of niet, dat deed er niet toe--de neven, die er verstand van
-hadden, zeiden, dat ze er in veertien dagen niet heen moesten gaan
-en draan zouden ze zich houden.
-
-"H--over veertien dagen"--Greet was aan 't uitrekenen--"dan ben ik
-jarig! Wat leuk!"
-
-"Zijn jullie er dan nog?" vroeg Klaar.
-
-"Neen, maar dan komen we weer terug om Greet te feleciteeren en meteen
-naar den kerseboom te zien."
-
-Greet keek er Neef Bert onderzoekend op aan of dit nu niet weer een
-grap was, maar neen, 't scheen toch wel meenens te zijn: Moeder ging
-er dadelijk op in. Er werd afgesproken, dat zij den vorigen dag al
-zouden komen, om den heelen jaardag mee te kunnen vieren.
-
-Leuk hoor! Dat was wat prettigs om op te kijken!
-
-Zoo triestig als de zusjes 's ochtends waren geweest, toen de neven
-kwamen, zoo vroolijk waren ze bij 't afscheid.
-
-Als je 't niet beter wist, zou je gedacht hebben, dat ze blij waren
-met hun vertrek.
-
-"Tot over veertien dagen," riepen Greet en Klaartje hun na, toen ze
-al bij 't hek waren. En: "tot over veertien dagen," riepen de neven
-terug. "Zorgen jullie er maar voor, dat je een mand klaar hebt staan
-voor de kersen!"--
-
-Veertien dagen gaan gewoonlijk gauw voorbij, maar nu schenen ze te
-kruipen. 't Was heel moeilijk, veel moeilijker dan ze gedacht hadden,
-de belofte te houden, die ze den neven hadden gegeven. De meisjes waren
-er toch z benieuwd naar hoe 't wel met den kerseboom zou wezen en nu
-mochten ze er niet heen. Als ze er Baas Hendrik of Trientje nu maar
-eens naar hadden kunnen vragen, maar de oudjes kwamen hoogstzelden
-in 't dorp; ze bleven stilletjes op hun eigen erf en daar was 't nu
-immers verboden toegang!
-
-Toen ze op zekeren dag, uit school komend, een schaal vol rijpe kersen
-op tafel zagen staan, werd 't nog moeilijker 't vol te houden. Er
-waren dus al rijpe kersen! Of de groene bolletjes van Hendrik's boom
-ook al rood en zacht zouden geworden zijn?
-
-"Nog vier dagen geduld," zei Moeder, die er medelijden mee kreeg,
-"dan gaan we met ons allen kijken hoe 't met den kerseboom staat."
-
-"Daarmee beginnen we den jaardag dan," stelde Vader voor: "allen in
-optocht naar ouden Hendrik's kerseboom!"
-
-En ja, zoo gebeurde het ook, toen de lang verwachte dag ten laatste
-was aangebroken.
-
-Dadelijk, na 't ontbijt trokken ze er op uit: Vader, Moeder, de
-jarige Greet, Klaartje en de neven. Wat Hendrik en Trientje voor
-oogen opzetten, toen ze 't gezelschap regelrecht op hun huisje zagen
-aankomen!
-
-Trientje deed de deur al open.
-
-"Heb ik van mijn leven, zooveel bezoek," riep ze, 't hoofd van
-verbazing schuddend.
-
-"Trientje, ik ben jarig!" zei Greet vroolijk; "ik ben vandaag jarig!"
-
-"En nu komen we naar den kerseboom kijken of er wat aanzit," juichte
-Klaar.
-
-"Kersen? Och lieve tijd," zei 't oudje meewarig, "als ze er aan waren,
-zou 'k ze graag geven, maar--"
-
-"Kersen," zoo liet zich nu ook de plechtige stem van Baas Hendrik uit
-de achterhoede hooren, "kersen? Die moet je bij mij niet zoeken. Mijn
-boom is een doe-niet, hij moet er uit, in 't najaar, Burgemeester,
-maar mijn oude vrouw is er maar danig op tegen."
-
-"Ja Burgemeester," zei Trientje nu erg beverig, "ja, als 'k hem aanzie,
-dan moet ik altijd aan mijn jongen, mijn Dirk, denken, die heelemaal
-aan den anderen kant van 't groote water is."--
-
-Greet en Klaartje waren onderwijl al om 't huisje heen geloopen en
-hadden de neven meegetrokken.
-
-"Er zit niets aan," riep Greetje teleurgesteld, toen ze bij de
-bank was.
-
-"H," zei Klaartje, "hoe saai!"
-
-Maar toen kwamen ze dichterbij en ja--daar schemerde wat roods!--Nog
-wat dichter er bij--vlak er bij.--
-
-"O, o," juichten de meisjes en sprongen vroolijk in 't rond, "er zijn
-wl kersen aan! Trientje, kom gauw! Wel een half pond--neen, stellig
-wel een pond! Kijk, hier zitten er nog meer en dr--en ginds--o,
-kom toch gauw kijken!"--
-
-Nu stonden ze allen om den ouden kerseboom heen, de kinderen en de
-groote menschen!
-
-Vader, Moeder en de neven lachten maar om de verrukking der
-meisjes.--Trientje schudde 't hoofd en was sprakeloos van verwondering,
-maar Baas Hendrik keek wat wantrouwend naar zijn "ouden doe-niet",
-terwijl hij met korte, stijve beweginkjes dichterbij kwam.
-
-"Hendrik, we mogen ze immers wel plukken?" vroeg Moeder toen gauw,
-en, naar hem toegaande, gaf ze hem een knipoogje van verstandhouding.
-
-"'t Treft mooi voor de meisjes, dat de kersen juist aan de onderste
-takken zitten," zei Vader; "kijk 's wat aardig, telkens bij trosjes
-van vier en vijf bij elkaar. Zoo heb ik 't nog nooit gezien!"
-
-Er werd een trapje gehaald, want Greet en Klaar vonden, dat dit bij
-het kersen-plukken behoorde, al konden ze op gewone tijden wel zoo
-in den boom klimmen.
-
-Baas Hendrik, die na een apartje met Moeder niet meer wantrouwend keek,
-bracht ook een weegschaal aan.
-
-"Ik moet 's kijken of ik mijn gewicht wel krijg," meesmuilde hij.
-
-"Wel heb ik van mijn leven," lachte oude Trientje, die nu de toedracht
-begon te begrijpen, "die jongeheeren uit de stad, weten toch altijd
-wat nieuws te verzinnen;"--en ze lachte z, dat Moeder haar naar de
-bank moest brengen om wat te bekomen.
-
-"Er zitten draden aan, zwarte draden," riep Klaartje, die de eerste
-kersen gegrepen had, verbaasd uit.
-
-Greet keek naar de neven. "O, nu begrijp ik 't al! Wat eenig
-bedacht," juichte ze. "Jullie hebben ze er aan gehangen! O, wat een
-slimmerds! Maar 't geldt nietwaar, Baas Hendrik, 't geldt toch! De
-afspraak was: als ze er aan hangen; we hebben niet gezegd: er aan
-gegroeid zijn."
-
-"Dat weet ik nog niet," begon Hendrik, nu zoogenaamd gewichtig doende,
-"ik moet ze eerst op de schaal hebben; 't konden wel eens geen echte
-kersen wezen en--ik moet mijn gewicht ook hebben--tien pond, hebben
-we gezegd!"
-
-"Neen, neen, een half pond was ook al genoeg," riepen de kinderen,
-"is 't niet Trientje?"
-
-'t Oude vrouwtje, nu weer wat bekomen, knikte.
-
-"Ja, ja, dat hebben jullie afgesproken. Maar nu begrijp ik nog niet,
-wanneer de jongeheeren dat hebben klaargespeeld. Gisteravond waren
-ze er nog niet aan."
-
-"Vanmorgen in de vroegte hebben ze 't wis en zeker gedaan," zei
-Hendrik; "ik dacht ook al, dat 'k zoo wat hoorde op 't pad."
-
-"De jongens waren wel erg vroeg op," zei Greetje nadenkend, "Jans
-vertelde, dat ze de voordeur al uit waren, toen zij beneden kwam."
-
-Maar de neven zelf zeiden niets. Ze lachten maar en hielpen de laatste
-kersen plukken, die wat hoog zaten.--
-
-Toen werden ze in triomf naar de weegschaal gebracht.
-
-Hendrik hield zich eerst nog, alsof 't volstrekt tien pond zouden
-moeten wezen, maar, gaf ten slotte toe, dat hij met n pond ook al
-tevreden zou zijn.
-
-'t Bleek, dat 't er drie waren!
-
-Neen, nu had Baas Hendrik volgens recht en billijkheid toch niets
-meer te zeggen. Hadden ze aan zijn boom gehangen of niet?--
-
-"Een man, een man--een woord, een woord, Hendrik," sprak Vader bij
-'t afscheidnemen met krachtige stem, toen de oude man 't alles maar
-op een grapje voor de kinderen wou gooien en warempel nu weer zijn
-standpunt tegenover den doe-niet zou gaan innemen.
-
-Hendrik schrikte er van op. Hij schoof zijn pet heen en weer. Dat
-was een raar geval voor den nauwgezetten, ouden baas; ja, hij had
-zijn woord gegeven, als je 't z wou opvatten!--
-
-"Ja," zoo kwam 't er eindelijk langzaam uit, "ja, als de burgemeester
-dat meent, ja, dan moet 't ook maar zoo wezen. Nog n jaartje zal
-ik lankmoedigheid betoonen; ja, daar heb je mijn hand, Burgemeester!"
-
-Of Trientje blij was! Nu zou ze weer een heel jaar lang naar den
-kerseboom kunnen kijken en dan daarbij aan Dirk kunnen denken, die
-"heelemaal aan den anderen kant van 't groote water" was.--
-
-En, als 't nu weer voorjaar is, zal Baas Hendrik dan weer zeggen,
-dat de kerseboom er met den herfst uit moet?--
-
-Wel, wie weet of de oude doe-niet tegen dien tijd zijn leven niet
-betert--je kunt 't nooit weten--en anders--ik heb er zoo wat van
-hooren mompelen, dat Dirk van plan is over te komen om zijn oudjes
-nog eens te bezoeken; misschien weet hij er dan ook nog wel wat op
-te bedenken om den boom nog een jaar te sparen.
-
-Weest er dan maar zeker van, dat Greetje en Klaartje daartoe wel een
-handje zullen meehelpen!--
-
-
-
-
-
-
-
-VAN TWEE PAAR PANTOFFELTJES EN NOG WAT.
-
-
-Er was eens een klein meisje, dat in een groot huis woonde.
-
-Natuurlijk woonde zij daar niet alleen; kleine meisjes wonen nooit
-alleen in groote huizen! Wl soms in gezellige kleine huisjes, die ze
-zelf maken van een paar stoelen en stoven en een gordijn uit Moeders
-rommelkist en waarin ze met hun poppen huishouden, net precies zooals
-ze dat zelf willen.
-
-In groote huizen, waar ook nog groote menschen wonen, gaat het niet
-altijd precies z als de kleine meisjes het zelf willen.
-
-Dat is erg vervelend.
-
-Emma, zoo heette dit kleine meisje, wou bijvoorbeeld op
-St. Nicolaasavond volstrekt zoo lang opblijven als de groote
-menschen. Zij had gehoord, dat St. Nicolaas 's avonds zou komen,
-als zij al lang in bed zou liggen, om wat in haar pantoffeltjes te
-brengen. Maar zij wou dan niet in bed liggen en al lang slapen, ze wou
-op zijn om den goeden Sint te zien; dat dit niet mocht, maakte haar
-erg verdrietig, ja, en stout k, z zelfs, dat zij in haar drift
-haar pantoffeltjes omkeerde, zoodat 't brood en 't hooi, dat er voor
-'t paard van St. Nicolaas in was gedaan, op den grond viel.
-
-Emma kon er nooit goed tegen, zie je, dat de dingen niet precies z
-gingen als zij het graag wou!
-
-'t Hielp niets; ze werd toch op 't gewone uurtje in bed gestopt.--
-
---Maar Emma was een stijfkopje. Als zij dan niet p mocht blijven,
-wou zij tenminste wkker blijven, net zoolang tot St. Nicolaas kwam!
-
-Met dikke tranen nog in haar oogen, knipperde ze tegen het nachtlichtje
-en zag er allemaal mooie, gekleurde figuren in. Door dit aardige
-spelletje trok haar booze bui af en werd ze weer een tevreden,
-vroolijk, klein meisje.
-
-Gelukkig maar, anders zou 't geen je nu zult hooren, niet gebeurd zijn.
-
---'t Was zeker al heel, heel laat toen hij kwam, want ondanks haar
-plan om wakker te blijven, had Emma al geslapen en was de olie van
-het nachtpitje bijna opgebrand; 't scheen als een gloeiende spijker
-in de duisternis en sputterde alsof 't z uit zou gaan.
-
-Emma was niets verwonderd, toen ze St. Nicolaas bij den haard zag
-staan;--van bang zijn was natuurlijk geen sprake, welk kind zou er
-nu bang voor St. Nicolaas zijn!
-
-Nieuwsgierig keek ze wat hij deed: hij bukte zich over de omgekeerde
-pantoffeltjes en schudde het hoofd, want die pantoffeltjes vertelden
-hem wat van een klein meisje en een booze bui!
-
-Emma schaamde zich.
-
-"Ik zal er gauw 't brood en 't hooi weer in doen," riep ze en stond
-meteen in haar lang, wit nachtjaponnetje voor St. Nicolaas.
-
-Deze keek haar vriendelijk aan.
-
-"Dat is braaf," zei hij met zachte, diepe stem. "En kleed je dan maar
-eens warmpjes aan; je mag een uurtje met mij mee."
-
-Emma trok vlug haar kleertjes aan.
-
-In gewone tijden kon ze dit niet alleen, maar nu ging het zoo vlot,--'t
-scheen wel of de knoopen vanzelf in de knoopsgaten, de haakjes vanzelf
-in de oogjes vlogen en de bandjes zichzelf strikten. Ze vroeg geen
-enkel keertje: "waar gaan we dan heen?" of "hoe kan dat?" en anders
-was ze toch zoo'n kleine vraagal! Zeker kwam het door 't ongewone van
-'t geval!
-
-Ja, ongewoon was het stellig wl, dat daar een klein, klein meisje
-met St. Nicolaas voortreed door de stille, stille stad, waarop de
-zilveren sterren vriendelijk neerzagen.
-
-"Nu zal ik je mijn pakhuis eens laten kijken," sprak St. Nicolaas en
-meteen hielden zij stil voor een groot gebouw aan 't havenhoofd, niet
-ver van den steiger, waaraan "de stoomboot uit Spanje" vastgemeerd
-lag. Emma keek tersluiks naar de groote, witte boot. Ze was er
-dolgraag eens even op geweest, maar toen ze eenmaal in het pakhuis
-was, vergat ze dien wensch geheel en al. Er waren groote zalen, zoo
-vol van het prachtigste speelgoed, dat je wel zoo klein en behendig
-als Emma moest wezen om er gemakkelijk je weg tusschendoor te kunnen
-vinden. Het was er uitgestald op breede planken, die langs de wanden
-waren aangebracht, op lange, ruw houten tafels op schragen, die haast
-braken onder 't gewicht van al deze schatten, ja en ook op den grond
-stonden zoo maar de prachtigste dingen. 't Kon een wonder heeten, dat
-er nog niets gebroken of beschadigd was van de fijne eetserviesjes,
-tooverlantaarns, miniatuur-automobielen, poppenmeubels en al wat er
-maar meer voor breekbaars was.
-
-St. Nicolaas stond het glimlachend op den drempel aan te zien, hoe
-Emma vol verrukking rondhuppelde.
-
-"Als je kiezen mocht, wat zou je dan nemen?" vroeg hij.
-
-"Dit serviesje," zei Emma, maar in 't volgende oogenblik wees ze naar
-een groote pop, die een koffer beeldige kleertjes bij zich had. "O
-neen, veel liever deze mooie pop, alstublieft!"
-
-"Goed," sprak St. Nicolaas; "maar nu moet je er ook bij blijven."
-
-Van het speelgoed ging het naar de boekenbergplaats.
-
-Hier kwam Emma oogen te kort om al de prachtige prentenboeken te
-bekijken; om de boeken met enkel verhalen gaf ze niet veel, daar ze
-nog niet z vlot lezen kon.--Er waren er veel meer dan in den grooten
-boekwinkel, waar ze laatst met moeder was geweest. "Wel honderdduizend
-maal zooveel," beweerde Emma opgetogen.
-
-"O neen, nog veel meer," sprak St. Nicolaas. "Aan honderdduizend
-boekwinkels zou ik lang niet genoeg hebben. Je mag twee boeken
-uitzoeken, die je het mooist vindt."
-
-Dit was een moeilijk geval. Emma zag wel boeken, waarvan ze wist dat
-haar broertje ze 't allermooist zou vinden, maar voor zichzelf--en
-daar ging het nu toch om--was ze zoo gauw niet besloten. Ze liep van
-den eenen stapel naar den anderen en telkens meende ze nog een mooier
-boek te zien.
-
-Eindelijk had zij de allerprachtigste uitgezocht; ze handelden allebei
-over poppen.
-
-St. Nicolaas wachtte geduldig. 't Scheen dat hij even, haast
-onmerkbaar, met 't hoofd schudde. Mogelijk verbeeldde Emma 't zich
-alleen maar.
-
-Toen ze de deur uit gingen, werd zij er als 't ware toe gedrongen
-naar de jongensboeken te kijken, waarvan zij wist dat haar broertje
-ze zoo mooi zou vinden. Ze kon dat grootste nog wel nemen in ruil
-voor een van haar poppenboeken; St. Nicolaas zou 't zeker goed vinden.
-
-Even draalde Emma--toen keerde ze zich om en liep weg, St. Nicolaas
-achterna; ze wou toch liever haar boek houden.
-
-Nu was er een reeks zalen aan de beurt, waar het wel Luilekkerland
-geleek, want al 't lekkers, dat in den St. Nicolaasnacht "gereden"
-wordt, was hier opgestapeld. Bij zoo'n kolossale hoeveelheid was van
-uitstallen geen sprake meer geweest.
-
-Hoog opgestapeld lagen daar banketletters, torens vormend, die tot
-aan de zoldering reikten; ginds was een borstplaatberg en in 't
-midden van de zalen kon je heelemaal niet loopen, want daar lagen
-hoopen en hoopen speculaaspoppen en taai-taai-figuren. 't Kleine
-strooisuikergoed, de dieren van suiker en de chocoladeletters waren
-in reuzenkisten geborgen. St. Nicolaas tilde Emma op om haar er in
-te laten kijken en toen mocht ze er allebei haar handen in steken;
-wat ze greep was van haar.
-
-Toen ze weer op den beganen grond stond, had ze in haar eene hand een
-konijntje en een poes van suiker en in haar andere hand een groote
-D van chocolade. [1]
-
-"Dat is mijn letter niet," zei Emma, want een beetje lezen kon ze wel:
-"mijn letter is een E!"
-
-St. Nicolaas glimlachte. "Ja, je hebt er die D zelf uitgenomen;
-daar kan ik niets aan doen!"
-
-"Een D smaakt ook wel lekker," zei Emma toen vroolijk en ze zeurde
-heel niet om de letter nog te mogen ruilen, zooals ze op gewone tijden
-allicht bij Moeder zou hebben gedaan.
-
-Van Luilekkerland gingen zij naar de pakkamers, waar de zwarte knechts
-bezig waren duizenden manden in te pakken. Dit gebeurde in vliegende
-haast. Emma werd duizelig van 't kijken alleen.
-
-Ze was blij, dat St. Nicolaas er bij was; de zwarte knechts trokken
-wel vriendelijke grimassen tegen haar, maar ze vond het toch wat
-griezelig hen zoo van dichtbij te zien.
-
-"Dit moet allemaal vannacht nog worden rondgebracht," sprak
-St. Nicolaas. "Daarom ga je nu weer naar huis; ik heb het erg druk."
-
-De pop en de prentenboeken werden netjes ingepakt om bij Emma thuis
-bezorgd te worden--het lekkers wou ze liever in de hand houden--en
-voordat Emma 't wist, reed ze alweer met St. Nicolaas door de stille
-stad.
-
-"Hier in de buurt woont ng een klein meisje, dat wel graag op
-had willen blijven om mij te zien, maar zij is er niet driftig om
-geworden, dat 't niet kon," sprak St. Nicolaas, toen ze bij een nauw
-steegje kwamen. "Ik weet, dat zij ook wakker is gebleven om op mij
-te wachten. We zullen er even binnengaan."
-
-Hoe 't gebeurd was, kon Emma later niet navertellen, maar opeens
-bevond ze zich met St. Nicolaas onder den schoorsteen van een armelijk
-vertrekje. St. Nicolaas maakte licht, want 't was er donker.
-
-'t Allereerste wat Emma zag, was een paar pantoffeltjes met roggebrood
-er in. Ze stonden heel precies naast elkaar; stellig waren ze nog
-nooit in drift ondersteboven gegooid.
-
-Nieuwsgierig keek Emma er rond. 't Kleine meisje, dat op St. Nicolaas
-wou wachten, lag zeker in 't ledikantje, dat in een hoek van 't
-kamertje stond.
-
-"Gaat zij nu k al het moois zien?" fluisterde Emma een beetje
-verlegen, terwijl ze naar de toegeschoven gordijntjes wees, die
-zachtjes bewogen.
-
-"Dat kan niet; Doortje is ziek. Maar zij hoort er graag van vertellen
-en daarom heb ik je hier gebracht," sprak St. Nicolaas.
-
-Een mager handje schoof nu de gordijntjes open en Doortje keek er
-uit. [2] O, zoo'n tevreden, gelukkige glimlach vloog over haar bleek
-gezichtje, toen ze St. Nicolaas zag!
-
-"Moeder zei: 't gaf toch niets of ik al wakker bleef, want St. Nicolaas
-kwam toch niet, maar ik wist wel beter," fluisterde zij.
-
-Onderwijl had St. Nicolaas het papier opgenomen, dat bij de
-pantoffeltjes lag. "Een schort voor Moeder; een pakje tabak voor Vader;
-een pet voor Jan en een dasje voor Trui," las hij hardop.
-
-"En wat voor wensch heb je voor jezelf, mijn kind?" vroeg hij toen
-vriendelijk.
-
-"Ik ben al zoo blij dat ik u heb gezien," stamelde Doortje, "ik hoef
-niets meer."
-
-"O, maar als je mee hadt kunnen gaan en alles gezien hadt, zou je
-wl wat weten te bedenken," riep Emma nu uit, en haar verlegenheid
-vergetend, kwam ze dichterbij en begon opgetogen haar wederwaardigheden
-te vertellen.
-
-Doortje luisterde met stille verrukking.
-
-"Waren er ook naaidoosjes?" vroeg ze bedeesd, toen Emma even ophield
-om adem te scheppen; "een naaidoosje zou ik toch nog wel graag willen
-hebben als 't niet te veel was! Dan kon ik Moeder helpen met haar
-naaiwerk."
-
-Naaidoosjes? Ja, dat wist Emma niet. Zij had alleen maar naar dingen
-gekeken, waar zij plezier in had.
-
-Om zich uit de verlegenheid te redden, liet ze Doortje haar lekkers
-zien.
-
-"Kijk, een poes en een konijn van suiker en een D van chocolade,
-een groote! Wil je die hebben? Toe maar, 't is allemaal voor jou! Wat
-treft het mooi, dat jouw naam juist met een D begint!"
-
-Emma was opgetogen over deze ontdekking; ze keek om en wou dit
-St. Nicolaas ook vertellen, maar.... ze zag St. Nicolaas niet meer.
-
-Wel zag ze bij den schoorsteen de pantoffeltjes met alles er in en
-er bij wat Doortje had gevraagd--k zelfs een mooi naaidoosje. Emma
-wou het Doortje wijzen, maar ze kon niet--ze werd zoo vreemd moe
-en slaperig.
-
-"Ik moet ook naar huis," zei ze nog en 't geluid van haar stem klonk
-van heel ver af--ze knikkebolde, haar hoofdje gleed op zij--ze wist
-van niets meer.
-
-
-
-In den vroegen morgen was er een dik pak sneeuw gevallen. De witte,
-wollige, donzige massa schitterde op de daken en lag opgehoopt in
-de hoeken der vensterbanken tot groot vermaak van de kinderen,
-die toch al zoo uitgelaten waren op dezen morgen van den zesden
-December--zoekertjesdag!
-
-In de meeste huizen was de pret al lang in vollen gang, toen Emma--je
-weet wel, 't kleine meisje, dat in 't groote huis woonde en er niet
-tegen kon als de dingen niet precies zoo gingen als zij 't graag
-wou--zich pas in haar warm bedje uitrekte, geeuwde en heel, heel
-langzaam wakker werd. Ze had niets geen haast om haar oogen open te
-doen. Als zij ze dicht hield, zag zij nog alles wat zij op haar tocht
-met St. Nicolaas gezien had. O, ze wist het nog zoo best! Alleen van
-wat er gebeurd was, nadat ze voor Doortje's ledikantje in slaap was
-gevallen, kon zij zich niets herinneren. Maar n lag zij toch weer
-in haar eigen bedje; dit wist zij wel, ook zonder dat zij haar oogen
-open deed.
-
-"'t Was toch zoo heerlijk," zei ze halfluid, "en wat goed was het,
-dat ik er bij ongeluk een D uithaalde in plaats van een E!"
-
-"Langslaapstertje! Droomstertje!" klonk het lachend en toen werd Emma
-heelemaal wakker.
-
-"Droomstertje," zei Moeder nog eens, "waar heb je het toch over? Doe
-je oogen maar gauw open en kijk dan eens wat St. Nicolaas je gebracht
-heeft!"
-
-In een wip was Emma nu overeind en wreef ze haar oogen uit.
-
-'t Brood en hooi was uit de pantoffeltjes verdwenen. Ze stonden op de
-tafel en er naast zat een mooie, groote pop met een open koffer vol
-beeldige kleertjes bij zich; twee prachtige prentenboeken lagen er bij.
-
-"Ik had ook nog lekkers," zei Emma, "maar dat heb ik aan Doortje
-gegeven, omdat ze niets voor zichzelf vroeg; o ja, een naaidoosje,
-maar dat was om haar Moeder te helpen--ik bedoel: niets prettigs."
-
-"Kindje, ik geloof dat je nog droomt," lachte Moeder weer, "hoe zou
-St. Nicolaas je nu geen lekkers gebracht hebben! Zie je dat bord
-niet staan?" Ze gaf Emma haar pantoffeltjes om aan te doen als ze
-uit bed stapte.
-
-"Ga nu je pop maar eens gauw bekijken! St. Nicolaas heeft het maar
-wat goed geraden, h?"
-
-"Ik heb haar zelf uitgezocht," zei Emma, terwijl ze haar op den arm
-nam, "maar eerst had ik een serviesje...." En toen vertelde ze Moeder
-alles van haar tocht.
-
-"Ik heb alleen maar dingen voor mezelf gekozen," zei ze, toen ze aan
-'t bezoek bij Doortje toe was, en keek wat bedrukt. "Misschien was
-er wel een mooi naaidoosje geweest voor u en ik weet zeker, dat er
-een boek bij was, dat Broer graag zou gehad hebben; bijna had ik
-het genomen in plaats van dat ne poppenboek.--Ik ben bang, dat
-St. Nicolaas 't niet heel aardig van me heeft gevonden!"
-
---Maar toen kreeg ze haar bord lekkers in 't oog, waar bovenop een
-groote E van chocolade lag.
-
-"Moeder, dat heeft St. Nicolaas er nog exprs neergezet, omdat ik
-'t mijne heb weggegeven, denkt u ook niet?" riep ze opgetogen uit.
-
-"Ja, dt heeft St. Nicolaas stellig gedaan, omdat hij daaruit gezien
-heeft, dat je toch ook nog wel graag om een ander denkt," zei Moeder
-en gaf haar een kus.
-
-Emma bedacht zich even. "Moeder, weet u wat," zei ze toen met een
-stralend gezichtje, "als St. Nicolaas weer komt, maak ik k een
-verlanglijst, net als Doortje, en dan zet ik Broer's pantoffels hier
-ook en die van Vader en van u.... maar niemand mag lezen wat ik er
-op schrijf."
-
-"St. Nicolaas k niet?" vroeg Moeder plagend.
-
-"Ja, St. Nicolaas juist wl," antwoordde Emma lachend en toen liet
-ze zich gauw helpen, want ze verlangde er naar klaar te zijn om ook
-Vader en Broer alles te vertellen.
-
-
-
-
-
-
-
-JUFFROUW'S PINKSTERTUINTJE.
-
-
-Op een lange rij liepen ze arm in arm door de straten van het
-Oostfriesche zeestadje, de vlasblonde deerntjes, en vroolijk klonk
-hun deuntje:
-
-
- "Dor koom ik een olt Mientje an
- van hoge, doge Disk----"
-
-
-Kapitein Benno Brons, die juist met zijn kort pijpje in den mond
-over de markt kwam aanslenteren, spreidde zijn armen wijd uit om
-de kinderen tegen te houden. Lachend stoven ze uit elkaar en in 't
-zelfde oogenblik had hij er twee gevangen: Helma van den apotheker
-en zijn eigen kleine Thedje.
-
-"Vader, nee, Vader, u moet ons nu loslaten; we gaan naar buiten,
-bloemen plukken voor morgen!"
-
-"Drommels ja, morgen is 't Pinksteren," zei de kapitein en hij deed,
-alsof hij daar niet aan gedacht had, terwijl zijn helderblauwe oogen
-vroolijk schitterden in het, door een grijzend ringbaardje omgeven,
-verweerde gezicht. "Dat's waar ook! 't Zal mij eens benieuwen, wie
-er morgenochtend het mooiste tuintje voor zijn deur vindt."
-
-"U niet, Kapitein Brons," riep er een plagend en toen vlogen ze allen
-joelend weg, want hij balde lachend zijn vuist en zette 't troepje
-quasi met een paar groote stappen na.
-
-De orde was nu verbroken; bij tween en drien stoven ze voort,
-stoeiend en lachend, telkens nog omziende naar Kapitein Brons, die
-zijn weg al lang weer vervolgd had. Ze kwamen pas weer tot bedaren
-toen ze buiten het stadje waren gekomen.
-
-Tegen den hoogen walkant groeiden van die groote, gele dotters en
-ginds stonden lila Pinksterbloemen en madeliefjes met gouden harten.
-
-Thedje begon er maar dadelijk van te plukken; ze moest een heeleboel
-bloemen hebben, want ze had groote plannen: niet alleen voor thuis wou
-ze een Pinkstertuintje maken, maar ook voor de nieuwe juffrouw van
-school. Die woonde op kamers bij een oude schoenmakersvrouw en zou
-'t zeker erg prettig vinden, als ze morgen met zoo'n mooi tuintje
-verrast werd. Juffrouw had nog nooit 's een echt Pinkstertuintje
-gezien, want dr, waar ze vandaan kwam, deden de menschen dat zoo
-niet. Dat hoorde zoo recht hier in 't Noorden thuis, waar je zooveel
-van die aardige, oude gebruiken hadt, vond Juffrouw.
-
-Toen ze dat zoo zei in de klas, hadden een heeleboel kinders den vinger
-opgestoken en sommigen waren overeind in de bank gaan staan in hun
-ijver om Juffrouw precies in te lichten omtrent die Pinkstertuintjes en
-ze hadden zich verbazend gewichtig gevoeld, omdat dit nu eens wat was,
-waar zij alles van wisten en Juffrouw, die zoo knap was, niet. Thedje
-had toen dadelijk bedacht, dat zij er eentje voor Juffrouw zou maken.
-
-Vol ijver was ze aan 't plukken. Verderop stonden meidoorns in bloei,
-roode en witte; daar moest ze ook wat van hebben.
-
-Haar kameraadjes waren allen op de wei neergestreken als een zwerm
-vroolijke vogels: ze plukten er bij handen vol boterbloemen en
-madeliefjes. Thedje hoorde hen wel lachen en snappen, maar was toch
-niet van plan naar hen toe te gaan. Ze wist een plekje, achter den
-hoogen wal, tusschen het eikenhakhout, waar 't vol driekleurige
-veldviooltjes stond. Daar zouden de anderen stellig geen bloemen
-zoeken; Thedje had ze laatst bij het verstoppertje-spelen ontdekt. Ze
-had nu exprs een mandje van thuis meegenomen om er de viooltjes, die
-zoo teer waren en in de warme hand gauw verwelkten, in te verzamelen.
-
-Toen ze genoeg andere bloemen naar haar zin had, ging ze er met
-stralende oogen op af. Die viooltjes, dat zou nu net wat moois
-zijn voor Juffrouw's tuintje! Heel kort bij den steel zou zij ze
-afplukken en dan, afgewisseld met gouden knoopjes uit Moeder's perk, op
-stukjes mos steken. Dat zou 't tapijt vormen, waar Juffrouw overheen
-moest loopen, als ze op Pinkstermorgen naar de kerk ging. Langs
-de kanten kwamen dan nog mooie figuren van scheerlinggroen en
-zwaardleliebladeren; die hadden ze in den tuin. Moeder had haar
-verteld, dat ze er die vroeger ook altijd voor gebruikt had. Met
-meidoornbloempjes wou Thedje de hoeken opvullen.
-
-Toen ze op den hoogen wal stond en door 't groen naar beneden keek, wou
-'t haar evenwel voorkomen, dat er toch niet zooveel viooltjes waren,
-als ze gemeend had.
-
-Voorzichtig liet ze zich van den steilen kant zakken en hield zich
-daarbij aan de takken vast.
-
-Daar dook op eens 't ronde, borstelige hoofd van Volkert Visser uit
-de struiken langs het drassige benedenpaadje op.
-
-Thedje schrikte geweldig. Volkert Visser was zoo'n ruwe, plagerige
-jongen;--ze mochten hem op school geen van allen lijden--de grooten,
-omdat hij zoo dikwijls spelbederver was en de kleintjes, omdat hij
-hen graag aan 't schrikken maakte. Zoo lieten allen Volkert maar
-'t liefst aan zijn lot over.
-
-Thedje's Moeder zei wel eens, dat de kinderen eigenlijk medelijden met
-hem moesten hebben, want thuis had de jongen 't ook niet plezierig:
-zijn ouders had hij nooit gekend en de Oom, bij wien hij in huis
-woonde, was een norsche, onverschillige man, die zich weinig aan hem
-gelegen liet liggen. Zij zou 't daarom wat goed gevonden hebben, als
-Thedje den jongen eens mee naar huis had genomen, maar daartoe was
-'t kind nooit te bewegen geweest. Thedje was bang voor Volkert Visser
-en nu was daar in 't laatst nog iets anders bijgekomen, waardoor ze
-nog meer hekel aan hem had gekregen.
-
-Volkert zat in dezelfde klas als zij. In de eerste dagen, toen de
-nieuwe juffrouw er was, had Volkert heel onaardig en stout gedaan om
-haar te plagen, maar de juffrouw was er niet boos om geworden. Even
-vriendelijk was ze tegen den stouten jongen gebleven als tegen de
-andere kinderen. Alleen had ze hem op zekeren middag, toen hij 't heel
-bont had gemaakt, na schooltijd even laten blijven en sedert dien tijd
-had ze niet de minste moeite meer met hem gehad. Juffrouw en Volkert
-waren nu de beste maatjes, dat kon ieder kind zien. Als er wat prettigs
-in de klas te doen was: boeken uitdeelen of schriften ophalen, mocht
-Volkert 't altijd doen en hij deed 't graag. Zie je, dt kon Thedje
-nu maar niet velen, dat Juffrouw, tegen wie ze allemaal zoo hoog
-opkeken, zoo vriendelijk was tegen dien naren Volkert, die heel niet
-meetelde.... Thedje was jaloersch op hem en geen klein beetje ook!--
-
-Wat deed Volkert daar nu tusschen de viooltjes?
-
-Thedje behoefde er zich niet lang op te bedenken om 't antwoord op die
-vraag te vinden; z als ze hem gezien had, was 't haar door 't hoofd
-gevlogen: Volkert wil k een Pinkstertuintje voor Juffrouw maken
-en daarvoor steelt hij mijn viooltjes, jazeker, Thedje's viooltjes,
-want zij had ze al ontdekt, toen ze nog maar eventjes te zien waren.
-
-Thedje's anders zoo vriendelijke kijkers stonden nu heel boos en ze
-had een rimpel boven haar neusje. Krampachtig hield ze haar schort
-met de bloemen, die ze aan den walkant geplukt had, vast; 't mandje
-was haar zooeven, door den schrik, ontgleden en langs den steilen kant
-gebuiteld. 't Lag beneden, maar Thedje durfde 't niet te halen. Volkert
-had haar nu in 't oog gekregen; dreigend zwaaide hij met een stok.
-
-"Wil je 's gauw maken dat je weg komt; je hebt hier niets te
-zoeken. Vooruit, ga je haast, of ik zal je--" Hij werkte zich door
-de struiken heen, haar kant op.--
-
-Overhaast nam Thedje de vlucht; ze was angstig, boos, bedroefd,
-alles tegelijk, maar de boosheid kreeg de overhand. Ze had 't nog
-juist met een glimp gezien, hoe daar op een uitgespreiden zakdoek
-een hoop afgeplukte viooltjes lagen.--Nare Volkert!--
-
-Er was een uitdagende, koppige trek op haar gezichtje, toen ze met
-haar bloemenschat thuiskwam.
-
-Moeder had al een emmer water in den kelder klaar gezet om er de
-bloemen, den nacht over, in frisch te houden, en Vader bracht ze er
-voor haar heen. Thedje had niet veel te vertellen. Vader en Moeder
-meenden, dat 't kind moe was van den drukken middag. Ze moest nu maar
-dadelijk haar avondboterham eten en dan vlug naar bed. Morgen zou
-'t extra vroeg dag voor haar wezen. 't Was een oud gebruik, dat de
-kinderen op den eersten Pinksterdag al voor dag en dauw in de weer
-waren om voor hun huis een Pinkstertuintje te maken. Soms werd dat een
-met zorg uitgevoerd kunstwerkje, soms ook, waar kleine, ongeoefende
-handjes bezig waren, moest men meer op den goeden wil zien dan op
-'t resultaat, maar toch, als tegen kerktijd alles klaar was, leverde
-'t geheel van die als mozaek te zamen gevoegde bloemtapijten een
-eigenaardig, feestelijk gezicht op, en de kerkgangers, die bij 't
-eerste klokgelui uit hun huizen kwamen, wezen er elkaar glimlachend op.
-
-Thedje was wel een van de vroegsten op dezen heerlijken, lichten
-Pinkstermorgen, maar haar gezichtje stond niet helder en vroolijk,
-zooals 't op een feestdag behoort. Met saamgeknepen lippen en gefronste
-wenkbrauwen spoedde zij zich met een groot deel van haar bloemen voort
-naar de stille straat, waar Juffrouw woonde. Hoe verder zij kwam,
-des te harder liep zij. Tot elken prijs wou ze Volkert vr zijn; al
-had ze nu geen viooltjes, toch zou ze wel maken, dat Juffrouw een mooi
-Pinkstertuintje kreeg; er kwamen nu maar wat meer gouden knoopjes in,
-dat stond vroolijk: gouden knoopjes met Pinksterbloemen en meidoorn aan
-de hoeken!--Wat zou Volkert op zijn neus kijken, als hij straks kwam
-en zag, dat hij een vergeefsche reis had gemaakt met zijn viooltjes!
-
-Nu lachte Thedje even. Maar 't was geen blijde, gulle lach en haar
-gezichtje werd er niet door verhelderd. Ze had zin om Juffrouw's
-tuintje zoo mooi mogelijk te maken, maar nu niet zoozeer om Juffrouw
-plezier te doen, dan wel om Volkert Visser verdrietig te maken.
-
-Als je zulke leelijke, zwarte gedachten in je hart hebt, staat dat
-ook op je gezicht te lezen; daarom zag Thedje er zoo donker uit op
-dezen feestdag.
-
-De straat, waar Juffrouw woonde, lag stil en verlaten. Er was nog
-geen enkel Pinkstertuintje in gemaakt.
-
-Geen enkel?--Ja toch, n, voor een van de laatste huizen--was 't
-soms dat, waar de oude schoenmakersvrouw woonde, bij wie Juffrouw
-kamers had?
-
-'t Hart klopte Thedje in de keel. Ze kon haast niet voort--toch wou
-ze er gauw heen om te zien of 't werkelijk zoo was.
-
-Ja--ze had zich niet vergist--er was een tuintje gemaakt, vlak
-voor Juffrouw's venster, een heel mooi tuintje, van boterbloemen en
-viooltjes--o, zoo'n massa viooltjes! Allen waren ze zorgvuldig op
-stukjes mos gestoken en frisch met water besprenkeld.--
-
-Tranen van spijt sprongen Thedje in de oogen. Toen werd haar
-blik donkerder; ze gooide haar eigen bloemen neer, ging op de
-knien liggen en begon de dichtstbijzijnde viooltjes uit 't mos te
-peuteren. Achteloos wierp zij ze aan den kant, de kleine van den
-steel geplukte viooltjes, die haar verwijtend schenen aan te zien en
-te vragen: "Thedje, waarom behandel je ons z?--Je houdt toch anders
-zooveel van ons!"--
-
-Nog maar pas was Thedje aan haar vernielingswerk begonnen, toen
-'t gordijn opgehaald en 't venster opengeschoven werd.
-
-"Goedenmorgen Thedje!" zoo klonk Juffrouw's stem vroolijk: "Een
-gezegend en gelukkig Pinksterfeest! Wacht, ik kom even bij je!"--
-
-Nog voordat Thedje van den schrik bekomen was, had Juffrouw de voordeur
-al open gedaan en stond voor haar.
-
-Thedje lag nog op haar knien, erg verlegen, en dit werd er niet
-beter op, toen Juffrouw zich bukte om haar een kus te geven en daarbij
-zei, dat ze den laatsten tijd veel aan Pinkstertuintjes gedacht had,
-maar zich niet had kunnen voorstellen zelf nog eens zoo'n mooi te
-zullen krijgen.
-
-Thedje zag vuurrood; ze liet 't hoofd hangen en speelde met de
-weggeworpen viooltjes.
-
-Maar toen Juffrouw voortging het tuintje te bewonderen en nog eens zei,
-dat ze 't toch zoo lief van haar vond zooveel moeite voor haar gedaan
-te hebben, kon Thedje's eerlijk hartje 't niet langer uithouden. Ze
-barstte in snikken uit en vertelde Juffrouw alles.
-
-Dat was een droevig begin van den feestdag voor Thedje en ook voor
-Juffrouw. Zulke leelijke gedachten en voornemens had Thedje gehad en
-Juffrouw meende nog wel, dat 't er bij Thedje even licht en vroolijk
-van binnen uitzag als bij haar zelf!--
-
-Dacht Thedje dan z 't Pinksterfeest te kunnen tegengaan, 't feest
-van Gods Heiligen Geest, die de harten van de groote menschen, maar
-evengoed die van de kinderen wil verblijden en verlichten en van
-liefde wil vervullen----?
-
-Thedje schudde 't hoofd, toen Juffrouw haar dit zoo ernstig vroeg.
-
-Daarop gingen ze naar binnen en hier, op Juffrouw's kamer, hoorde
-Thedje van een jongen, die door iedereen achteruit werd gezet en
-daardoor onverschillig leek, ofschoon hij toch evengoed behoefte aan
-hartelijkheid had als een ander kind. Mocht Thedje nu zoo jaloersch
-op hem wezen, Thedje, die thuis door Vader en Moeder omringd werd door
-liefde? Mocht zij 't hem misgunnen, dat Juffrouw ook van hem hield en
-'t hem misschien wat meer toonde, omdat hij niemand anders had die
-hem liefde bewees?
-
-Thedje's tranen vloeiden rijkelijker, maar 't was nu als 't ware een
-mild regenbuitje na een onweer, dat ontspant en goed doet.--
-
-O, ze voelde nu wel, hoe leelijk die jaloezie was geweest en ze had
-er zoo'n spijt van,--
-
-Gelukkig toch, dat Juffrouw zoo gauw gekomen was! Nu kon 't tuintje
-met een klein beetje moeite weer in orde gebracht worden en Volkert
-zou 't nooit behoeven te weten.
-
-Samen met Juffrouw ging ze naar buiten om de losse viooltjes weer
-op het mos te steken en dit te schikken, zooals 't gelegen had. Ze
-zei niets bij dit werkje--gedurig vielen er nog tranen op de kleine
-viooltjes.
-
-Toen 't klaar was, wou Thedje stilletjes met haar eigen bloemen
-weggaan, maar Juffrouw riep haar terug. "Hadt je die niet voor mij
-meegebracht?" vroeg ze vriendelijk en wees naar de gouden knoopjes,
-de Pinksterbloemen en de meidoorntakken in Thedje's schort. "Ik wil ze
-dolgraag van je hebben om mijn kamer feestelijk te maken--dan zal 't
-net zijn of ik twee Pinkstertuintjes heb, n buiten en n binnen!"--
-
-Toen brak de zon weer door bij Thedje. Haar oogen schitterden, terwijl
-ze Juffrouw de bloemen letterlijk in de armen duwde. Dat Juffrouw ze
-tch nog hebben wou en niet boos was, deed Thedje's hartje opspringen
-van blijdschap. Ze had er behoefte aan Juffrouw nu ook nog een plezier
-te doen, een heel groot plezier!--Op haar teenen ging Thedje staan
-om 't Juffrouw in te fluisteren: "Volkert mag wel 's bij ons thuis
-komen--Moeder heeft 't ook al gezegd--en ik zal niet meer jaloersch op
-hem wezen, ook niet als Vader en Moeder lief voor hem zijn en--en--'t
-volgend jaar mag hij weer uw Pinkstertuintje maken."--
-
-"Neen," zei deze, "dan weet ik nog wat beters: dan doen jullie
-het samen.--Maar zoover zijn we nu nog niet. Eerst willen we dit
-Pinksterfeest blij vieren--ik geloof wel, dat we 't nu kunnen----is
-'t niet, Thedje?"
-
-Thedje knikte; haar gezichtje straalde--ze begreep wel, hoe Juffrouw
-'t bedoelde; ja, n kon ze ook blij en vroolijk wezen op 't feest,
-want de leelijke gedachten waren weg en ook in haar hartje was 't
-licht en vredig geworden.
-
-
-
-
-
-
-
-DE KLEINE HOUTSNIJDER.
-
-
-Fani was een droomer, die altijd aan andere dingen dacht dan aan zijn
-werk, een treuzel, en--een bangerd. Wil je 't wel gelooven, dat hij 's
-avonds niet onder de dennen achter hun huisje durfde te loopen, omdat
-'t dan zoo vreemd ruischte en zuchtte, hoog in de slanke toppen? Dat
-deed de wind natuurlijk en dit wist Fani ook wel en toch--was hij bang.
-
-Moeder zei, dat het van de sprookjes kwam. Je moet weten, dat zijn
-Vader eens een sprookjesboek voor hem uit de stad had meegebracht
-en sedert hij dat had gelezen droomde Fani meer dan ooit, ook op
-klaarlichten dag als hij goed wakker was.
-
-Hij dacht aan niets anders dan aan dwergjes, toovenaars en feen en
-wat het malste was, hij was er vast van overtuigd, dat hij ze nog eens
-zou zien ook, in 't bosch of in de bergen. Alles wat in de sprookjes
-stond, was echt waar voor hem.
-
-Toen hij dit eens aan Toni, den geitenhoeder, vertelde, lachte die
-hem hartelijk uit, en zei, dat hij van zijn leven nog geen dwergjes
-had gezien en als ze er waren, moesten ze toch zeker daarboven in de
-rotsen huizen, waar hij zoo vaak met zijn geiten was.
-
-Na dien tijd sprak Fani er maar nooit meer met hem over en met
-Moeder niet en met niemand, want hij wou niet uitgelachen worden,
-maar 't sprookjesboek stopte hij weg op 't zoldertje, waar hij sliep,
-in de kist onder zijn Zondagsche kleeren, en 's morgens vroeg, voordat
-Peter en Franzli, zijn kleine broertjes, wakker waren, las hij er in.
-
-Al was Fani de oudste, toch had Moeder weinig aan hem bij haar werk,
-en ze kon toch zoo best wat hulp gebruiken als ze zoo dagen achtereen
-met de kinderen alleen was. Fani's Vader was koopman; hij reisde met
-zijn marsje op den rug overal in den omtrek heen waar kermis was. De
-menschen kochten wat graag de aardige snuisterijtjes, die hij uit
-hout wist te snijden, vooral zijn dierfiguurtjes waren zoo mooi en
-natuurlijk alsof ze leefden. Houtsnijden, dat was anders wel iets,
-waarin Fani ook plezier had, maar Vader, die 't hem zou leeren, was
-zoo ongeduldig geworden, omdat Fani eerst maar niet den slag beet had
-kunnen krijgen van de koeien, geiten en herten, die hij altijd maakte.
-
-Fani had zoo dolgraag eens een dwergje willen probeeren, maar toen de
-diertjes telkens mislukt waren en er van al zijn knutselen en knoeien
-toch niets was terechtgekomen, was Vader boos geworden en had gezegd,
-dat Fani, als hij geen diertjes kon leeren snijden, er dan maar liever
-heelemaal mee moest uitscheiden; zoo'n droomer zou het toch tot niets
-brengen! Later moest hij maar houthakker boven in de bosschen worden,
-dat was zwaar werk en daarbij zou hij dat droomen en treuzelen wel
-afleeren.
-
-Zoo had Vader gesproken en Moeder had met een zucht gezegd, dat
-Vader wel gelijk had. Toen kreeg Fani dus geen les in 't houtsnijden
-meer, maar voor zichzelf bleef hij zich oefenen, 's winters ieder
-vrij oogenblikje na schooltijd op 't zoldertje of in 't schuurtje,
-zoo lang het licht was, en 's zomers buiten op een stil plekje bij
-'t beekje. Hij probeerde niets anders te maken dan de dwergjes en
-toovenaars en feen uit zijn sprookjesboek en knutselde op zijn eentje
-zonder dat iemand er iets van wist of zag, net zoo lang, totdat 't hem
-beter gelukte en zijn dwergjes eindelijk net zoo goed uitvielen als de
-diertjes, die Vader maakte.--Maar hij durfde er thuis toch niet over
-te spreken of ze te laten zien, omdat Vader toen zoo boos was geweest,
-en stopte al wat hij maakte onder in de kist bij 't sprookjesboek.
-
-Zoo kwam Juni in 't land, de tijd van de kermissen en jaarmarkten,
-en daar Vader al een heele poos ziek was, moest Fani er met het marsje
-op uit.
-
-'t Eerst was het groote dorp, dat verder het dal in lag, aan
-de beurt. Dit was nu niet zoo ver weg of Fani kon 's avonds weer
-thuiskomen. Alleen zoo'n eind door 't bosch te loopen was niets voor
-hem, maar gelukkig, 't beekje hield hem gezelschap. 't Kabbelde
-zoo vroolijk alsof het met hem babbelde en toen Fani dorst kreeg,
-gaf het hem heerlijk frisch water te drinken.
-
-'t Was al middag, toen Fani in het dorp kwam. De kermis was er
-in vollen gang; 't plein stond vol kramen en tenten; muzikanten
-toeterden en bliezen, kooplui schreeuwden om 't hardst hun waren uit
-en kinderen sloegen de trom of bliezen op goedkoope mondharmonica's uit
-de speelgoedkraam tegenover het logement. 't Was een leven van belang.
-
-Fani, die uit het stille bosch kwam, werd er beduusd van. Hij stond
-het met groote oogen aan te kijken uit een verborgen hoek bij de
-speelgoedkraam, waar leege kisten waren opgestapeld, en vergat
-heelemaal, dat hij ook wat te koop had. Maar al had Fani er ook aan
-gedacht, hij zou toch nooit als die andere kooplui hebben durven doen.
-
-Nu lette niemand op hem, totdat een paar opgeschoten jongens, die
-dicht bij zijn hoekje aan 't vechten waren, tegen hem aanbonsden en
-hem op den grond gooiden. Het marsje kiepte om en de mooie diertjes,
-die Vader met zooveel zorg had ingepakt, rolden naar alle kanten
-heen. Toen Fani weer op de been was en het zag, begon hij hard te
-schreien. Een vriendelijke vrouw hielp hem ze weer op te rapen en
-er kwamen nog meer menschen bij, die ook hielpen. Gelukkig waren
-er slechts een paar stukjes beschadigd en die kocht een heer uit
-'t logement aan den overkant hem dadelijk af. 't Kleine meisje, dat
-bij hem behoorde, had zoo'n medelijden met den schreienden jongen en
-hield niet op of Fani moest bij Papa en haar onder de waranda komen
-zitten om een glas melk voor den schrik te drinken.
-
-Fani wist niet wat hem overkwam, toen hij daar wat deftig aan een
-tafeltje zat te kijken naar het bont gewoel op het plein, waar hij
-zoo straks nog midden in had gestaan.
-
-Margo'tje, zoo heette zijn nieuw vriendinnetje, beduidde hem, dat hij
-maar flink moest toetasten van de broodjes met vleesch, die haar Papa
-ook nog voor hem had laten komen. Beduidde? Ja, want Margo'tje was
-een Hollandsch meisje, dat wel al met haar Papa alleen op reis was,
-maar toch nog niets dan Hollandsch sprak, en Fani kon natuurlijk geen
-Hollandsch verstaan, evenmin als zij Fani's taal kon begrijpen. Met
-elkaar praten ging dus niet. Maar gelukkig kon Margo'tjes Papa wel
-met Fani spreken.
-
-'t Was vreemd, Fani, die altijd zoo verlegen was, durfde nu best zijn
-woord te doen tegen den vreemden heer; of 't kwam doordat deze hem
-zoo vriendelijk aankeek en niet ongeduldig werd over zijn langzame
-manier van praten?
-
-Fani vertelde van Vader, die ziek was, en de beestjes gemaakt
-had, vertelde ook hoe naar hij 't op de kermis met al die drukte
-vond. Onderwijl bekeek Margo'tje de koeien, geiten en herten, en
-sommige, die ze heel mooi vond, zette ze uit 't marsje op de tafel.
-
-Fani had er geen erg in, zoo was hij aan 't vertellen.
-
-Op eens gaf Margo een gilletje.
-
-"O, Pa, kijk eens wat leuke dwergjes! Kijk toch eens!"--Ze hield
-een van Fani's knutselwerkjes omhoog, die hij met 't sprookjesboek
-heel onder in 't marsje had gestopt, omdat hij bang was dat Peter of
-Franzli ze in zijn kist zouden vinden, terwijl hij weg was.
-
-"Kijk toch eens, hoe aardig!--En o, hier is een toovenaar, die kinderen
-laat dansen!"
-
-Fani werd eerst vuurrood van schrik en toen wit. "Nee, die hooren er
-niet bij, die zijn van mij!" riep hij haastig en wou ze haar afnemen,
-maar Margo'tjes Papa had nu de figuurtjes al in zijn hand.
-
-Fani had wel van schaamte in den grond willen kruipen. Wat mocht
-die vriendelijke mijnheer wel van hem denken, dat hij zulk knoeiwerk
-tusschen Vader's mooie diertjes in had gestopt!
-
-Maar Mijnheer zei niets, hij keek er naar en zag toen Fani lang aan,
-die hoe langer hoe meer verlegen, stotterend uitlegde hoe ze in het
-marsje waren verzeild.
-
-Toen Margo'tjes Papa de figuurtjes weer op 't tafeltje zette, wou
-Fani ze maar gauw in 't marsje pakken, heel onderin, dan zag niemand
-die prullen meer, maar neen, dat mocht niet. Mijnheer vroeg hem of
-hij ze wou verkoopen en verbeeld je, toen Fani half ongeloovig van
-"ja" knikte, kreeg hij er evenveel voor als voor Vader's mooiste
-beestjes!--'t Gezicht van den jongen straalde van blijdschap.
-
-Hij kon 't maar niet begrijpen; nu zou hij haast zelf denken, dat hij
-droomde, of dat die mijnheer een toovenaar was en misschien straks
-'t geld weer zou wegtooveren, maar neen, hoor, 't was geen droomgeld,
-'t was echt en 't bleef stil in zijn hand liggen ook!
-
-Laat in den middag ging er een heel andere Fani de kermis af dan de
-Fani, die er op was gekomen. Deze deed niet verlegen of schuw, neen,
-hij hield zijn hoofd flink rechtop en hij keek zoo blij, zoo blij!--Nu
-hielp hij Vader en Moeder toch, nu was hij geen droomer meer, die niets
-kon! De vriendelijke, vreemde mijnheer had beloofd over een dag of wat
-bij Vader en Moeder te zullen komen om over Fani te spreken en als
-'t mocht van thuis,--nu, dt zou wel--dan zou die mijnheer er voor
-zorgen, dat Fani op een school kwam om echt mooi houtsnijden te leeren.
-
-Daar zou hij bepaald ook wel dwergjes mogen maken en alles, alles
-uit het sprookjesboek. En als hij 't dan heel goed kon, dan, ja,
-'t was nog een geheim, een groot geheim, maar Fani kon 't toch niet
-laten het vast aan 't beekje te vertellen,--dn zou hij een extra
-mooie groep dwergjes maken en die aan 't kleine, Hollandsche meisje
-sturen, want als zij niet zoo vriendelijk voor hem was geweest, zou
-'t allemaal bepaald niet zoo zijn geloopen!
-
-
-
-
-
-
-
-EDDIE'S BOODSCHAP.
-
-
-"Eddie, kan je straks eens vlug een boodschap voor me doen bij Boer
-Jansen?" vroeg Vader op een ochtend aan 't ontbijt aan zijn oudsten
-jongen.
-
-"Ik wel, Vader!" "Toe, laat mij 't doen," riepen Fritsje en Broer,
-maar Eddie zei: "Nee, ik zal 't wel doen; ik kan veel harder loopen
-dan jullie, omdat mijn beenen zooveel langer zijn."
-
-De kleine broertjes keken naar hun korte, dikke beentjes en toen naar
-de lange, dunne van Eddie; ja, ze waren wel erg lang en wat kon Eddie
-er hard mee loopen!
-
-Fritsje en Broer peuzelden nu stilletjes hun boterhammen op, terwijl
-Eddie luisterde naar zijn boodschap, die wel gemakkelijk te onthouden
-was; hij moest alleen maar aan Boer Jansen zeggen: "Compliment van
-Vader en of u maar wilt laten brengen, waarover Vader met u heeft
-gesproken."
-
-"Koolplantjes voor den tuin zeker, h Vader?" vroeg Eddie, die altijd
-alles heel precies wou weten.
-
-"Dat kan je niet schelen; breng jij de boodschap maar net zoo over
-als ik je voorgezegd heb en denk er om, mijn jongen, er is haast bij,
-hoor. Je moet vr schooltijd gaan en maken, dat je er al vr half
-negen bent. Vooral niet tot twaalf uur wachten."
-
-Eddie beloofde het en daar Boer Jansen een eindje buiten 't dorp
-woonde, mocht hij ook wat vroeger van huis gaan dan anders. Vader
-bracht hem tot 't hek en zei nog eens, dat hij onderweg niet mocht
-treuzelen.
-
-Eddie beweerde, dat hij er wel om denken zou. Hij zwaaide vroolijk
-met zijn pet tegen Moeder en de kleine broertjes, die voor 't raam
-stonden, zei Vader goedendag en schoot toen als een pijl uit den boog
-weg, den kant uit, waar Boer Jansen woonde.
-
-Eerst dacht Eddie aan niets anders dan aan zijn boodschap, die hij
-gedurig bij zichzelf opzei, maar toen hij 't weiland overstak en daar
-zijn vriendje Kees zag met zijn bok, vergat hij heelemaal dat hij
-haast had en liep naar Kees toe, om den Sik te bewonderen. H, Eddie
-wou altijd zoo dolgraag een bok hebben,--en dit was zoo'n aardig, mooi
-dier! Kees wist weer allerlei grappige dingen van Sik te vertellen,
-die zoo slim was--als een mensch, zei Kees, en Eddie luisterde er
-graag naar. Hij ging bij zijn vriendje in 't gras zitten, speelde
-met Sik, die nu eens net deed alsof hij stooten wou en dan weer in
-Eddie's zak snuffelde in de hoop dat er een stukje brood in zou wezen,
-en--dacht niet meer aan Boer Jansen.
-
-Daar kwam de groote broer van Kees aan: "Toe jongen, moet je niet
-naar school? Op mijn horloge is 't al bijna kwart; ga maar gauw,
-ik zal Sik wel thuisbrengen," riep hij al uit de verte.
-
-"Naar school?"--Eddie keek alsof hij gedroomd had en nu pas wakker
-was geworden. Ja, natuurlijk, hij moest k naar school, net zoo goed
-als Kees, en--en--wat moest hij ook nog meer?--
-
-"Kom Ed, als we niet gauw gaan, zullen we nog te laat komen," riep
-Kees, die al overeind was gesprongen en 't touw van Sik aan zijn
-broer had gegeven. Maar Eddie, die nu opeens aan zijn boodschap dacht,
-schudde van neen.
-
-Hoe had hij toch z kunnen vergeten wat Vader zei en er was nog wel
-haast bij geweest! Eddie schaamde zich vreeselijk. Wat hadden zijn
-lange beenen hem gegeven? 't Eenige wat hij doen kon om 't goed te
-maken, was: nu nog zoo gauw mogelijk naar Boer Jansen loopen.
-
-"Ga jij maar," zei hij tegen zijn vriendje, "ik moet nog voor Vader
-een boodschap doen, bij Jansen."
-
-"Doe 't om twaalf uur," ried Kees aan; "als je n nog gaat, kom je
-zeker te laat op school."
-
-Even draalde Eddie. Hij was zoo'n secuur baasje. Nog nooit was hij
-te laat geweest. Wat zou Meneer wel zeggen als 't hem n overkwam?
-
-"Toe dan," zei Kees weer, "ga nu mee; als je te laat komt, moet je
-schoolblijven om twaalf uur; dan kan je niet mee roovertje spelen en
-je zou nog wel de hoofdman zijn!"
-
-H, roovertje spelen op 't plein voor de school en hoofdman zijn! Eddie
-was vreeselijk graag de baas over de andere jongens; als hij nu geen
-hoofdman kon zijn, zouden ze een ander kiezen, misschien wel Piet
-van Dam, en morgen zou Piet dan ook weer hoofdman willen wezen. Zou
-die boodschap eigenlijk niet evengoed om twaalf uur kunnen gedaan
-worden? 't Was toch zeker maar wat voor den tuin!
-
-Eddie keek Kees na, die al een eindje op weg was. Bijna had hij de
-boodschap gelaten voor wat ze was om Kees te volgen; toen dacht hij
-er aan, dat hij Vader toch beloofd had niet tot twaalf uur te wachten,
-maar nog voor schooltijd naar Boer Jansen te gaan. Hij keerde zich dus
-om en draafde zoo hard hij draven kon naar de boerderij van Jansen. Wat
-was 't nog een eind en wat werd Eddie warm, maar hij stond toch geen
-oogenblikje stil om uit te blazen; hij liep en liep, totdat hij bij
-'t bruggetje was, waar je overheen moest als je naar de boerderij
-wilde gaan. De boer kwam juist het erf af met twee mooie bokken aan
-een touw, die nog veel grooter waren en veel glanziger huid hadden
-dan de Sik van Kees.
-
-Eddie keek wel begeerig naar de dieren, maar vergat er nu toch zijn
-boodschap niet door. Boer Jansen lachte even toen hij hoorde wat
-Eddie van Vader moest zeggen.
-
-"Nu, dat is wl op 't nippertje; omdat er om half negen nog geen
-boodschap was, zooals we afgesproken hadden, dacht ik, dat Vader van
-den koop af zag en wou ze nu aan een ander brengen, die ze ook graag
-wou hebben. Maar nu gaat Vader natuurlijk voor. Zeg dus maar thuis,
-dat 't in orde is, hoor; ik zal ze meegeven als Teunis straks met
-koolplanten naar jullie toegaat!" Meteen draaide de boer zich om met
-de beide Sikken, alsof nu zijn wandeling niet meer noodig was. Wat
-het toch was, dat Boer Jansen straks aan Vader zou laten brengen,
-had Eddie wel graag willen vragen, maar hij durfde niet goed. Hij
-dacht heel eventjes aan iets, maar nee, dat zou te heerlijk zijn;
-nee, daaraan wou hij niet eens denken, maar of Eddie nu wou of niet,
-hij moest er toch telkens aan denken, onderweg en ook op school, waar
-hij wezenlijk nog op tijd aankwam. 't Horloge van den grooten broer
-van Kees was zeker vr geweest. En toen hij om twaalf uur nog gauw
-even, voordat ze roovertje gingen spelen, naar huis liep om eens te
-kijken, zag Eddie dat, wat hij haast niet had durven denken, heerlijke
-zekerheid was: in 't schuurtje stonden de twee prachtige bokken van
-Boer Jansen en Vader, die ze met Moeder en de beide broertjes aan
-'t bewonderen was, zei toen Eddie er bij kwam, dat de Sikken nu van
-hun drietjes zouden zijn. Fritsje en Broer juichten van plezier,
-maar Eddie stond er stilletjes bij, net alsof hij er geen schik
-in had. Dat kwam, omdat hij bedacht hoe weinig het gescheeld had,
-dat deze groote verrassing van Vader door zijn schuld hun deur was
-voorbijgegaan, maar, toen hij Vader en Moeder alles verteld had en
-zijn hartje dus weer ruim en prettig voelde, ja, toen was hij even
-blij als Fritsje en Broer;--even blij?--neen, zelfs nog blijder!
-
-
-
-
-
-
-
-GELLA'S PEET
-
-
-Heel ver hier vandaan, daar, waar toentertijd uitgestrekte,
-woeste streken waren met onafzienbare, heuvelachtige heidevelden en
-geheimzinnig donkere, kwalijk riekende moerassen, woonde de herder
-Mangold met zijn vrouw en zijn dochtertje Gella.
-
-'t Was in den goeden, ouden tijd, toen ieder kind, behalve n of
-twee Grootmoeders en verscheidene Tantes, ook nog een Petemoei bezat,
-voor wie 't heel veel respect had. Wat Vader of Moeder niet gedaan
-konden krijgen, had Petemoei in een oogenblik bewerkt, vooral als,
-zooals hier bij Gella 't geval was, de Peet niet maar een gewone
-Petemoei, maar een fee, ja, ja, een heusche, wijze fee was, die diep
-in de hartjes der kinderen kon kijken.
-
-Als je van feen leest, denk je altijd aan slanke, teere, jeugdige
-wezentjes. Gella's Petemoei echter zou je op 't eerste gezicht
-niet voor een fee houden. Zij had zich vermomd in de gedaante van
-een gezellige, kleine, gezette, oude dame met een vroolijk gezicht,
-dat omlijst werd door mooie, witte krullen. Ja, ze had evengoed een
-grootmoeder kunnen zijn.
-
-Gella hield veel van haar Petemoei. 't Was een feest voor haar, als
-zij eens in de herderswoning kwam. Dit gebeurde echter hoogstens n
-keer per jaar, zoo om en bij Gella's jaardag.
-
-Nog grooter feest was 't voor ons meisje, als zij met Vader of met
-Moeder, haar Petemoei mocht bezoeken. De oude dame woonde in een mooi,
-klein kasteeltje, ver, ver weg in 't heuvelland. Je kunt dus wel
-begrijpen, dat Gella maar niet zoo eventjes naar haar toe kon gaan,
-als zij er zin in had.
-
-Ja, jullie zijn verstandig en kunnen 't best begrijpen, maar Gella kon
-'t niet of--wilde 't niet inzien.
-
-Zoo'n eigenzinnig, eigenwijs ding heb je zeker nog maar weinig
-ontmoet. Zij wist alles beter dan Vader en Moeder en vond den door
-haarzelf gekozen weg altijd de beste.
-
-Op zekeren voorjaarsdag had Gella er op eens grooten zin in naar haar
-Petemoei te gaan om haar de sneeuwklokjes te brengen en de kleine,
-blauwe viooltjes, die ze in haar tuintje had gekweekt. Maar ze moest
-nog een week geduld hebben, vond Moeder; dan zou Vader, die nu met
-zijn schapen dieper 't vlakke land in was getrokken, weer dichter
-bij huis zijn en zoo zou Moeder, die huis en hof niet graag alleen
-achter liet, met haar mee kunnen gaan.
-
-Wachten en geduld hebben waren woorden, die niet in Gella's boekje
-stonden. Zij pruttelde en pruilde en--besloot haar zin door te drijven,
-toch te gaan--alleen.
-
-Toen Moeder in den stal bezig was, sloop ze stil naar buiten, plukte
-haar bloempjes, deed ze in een mandje en begaf zich op weg.
-
-'t Was een heerlijk zonnige lentedag. Een klein, wit Wolkje zweefde
-langs den diep-blauwen hemel, die zich over 't golvende heideland
-welfde. Het Voorjaarskoeltje streek langs Gella heen en stuwde 't
-witte Wolkje op.
-
-Beide, 't Koeltje en 't Wolkje, waren dienaren van de fee, moet
-je weten. Zij hadden haar al verteld, dat Gella op haar eentje in
-aantocht was.
-
-Hiervan wist 't kleine, eigenzinnige meisje natuurlijk niets. Ze
-stapte vroolijk voort en zong om 't hardst met den Leeuwerik, die
-hoog, hoog de lucht in schoot en eindelijk nog slechts een klein,
-klein stipje was in de blauwe, onmetelijke ruimte.
-
-Gella had geen moeite met 't vinden van den weg en was daar niet
-weinig trotsch op, want 't was de eerste maal, dat zij dezen tocht
-alleen deed. Eerst volgde ze 't langzaam stijgende, smalle pad door
-heidekruid en bremstruiken en toen dit plotseling dood liep, zette ze
-haar weg voort, nu eens klimmend, dan weer dalend, over de heuvels,
-zonder zich n oogenblik te behoeven te bedenken--z zeker was ze
-van haar zaak.
-
-Arme, kleine Gella, ze had 't eens moeten weten, dat 't Koeltje haar
-op Petemoei's bevel zachtjes, maar gestadig voortstuwde in de goede
-richting, dat 't witte Wolkje, waarnaar ze telkens keek, haar den weg
-aanduidde en bovendien, ze had 't eens moeten zien, hoe haar goede
-Petemoei voor n der vensters van haar kasteeltje zat te lachen,
-te lachen om die kleine, domme Gella, die zoo wijs meende te zijn.
-
-Maar na een poosje werd Petemoei ernstig en schudde 't hoofd. Zou
-Gella z voortgaan, dan zou ze opgroeien tot een onverdragelijk,
-eigenwijs, onbruikbaar mensch.
-
---H, wat was dat? Gella keek op. Was 't de Leeuwerik die
-zong? f dat kleine, kleine Vogeltje, dat ginds opvloog uit 't
-heidekruid?--Duidelijk hoorde ze 't met een fijn, zacht stemmetje op
-zoetvloeiende wijs:
-
-
- "Al wie zijn eigen weg wil gaan,
- ziet dwaallicht vaak voor sterren aan--
- en, gaat hij op dat schijnsel door,
- dan raakt hij licht van 't rechte spoor."--
-
-
-Gella bleef stil staan om te luisteren en toen ze even later haar weg
-vervolgde, kende zij 't versje uit 't hoofd. Een paar maal zei ze 't
-bij zichzelf op en daarna zong zij het, zonder evenwel veel aandacht
-aan den zin der woorden te schenken.--
-
-Zonder ongevallen bereikte ze 't verblijf der goede fee.
-
-Plotseling had zij 't vr zich gezien, 't mooie, sierlijke kasteeltje
-met zijn slanke torentjes. Haar Petemoei stond nu op 't terras en
-wuifde haar toe. Wat was Gella blij! Zij hield haar mandje omhoog en
-streek haar haren glad, want het speelsche Windje had 't haar voor
-afscheid nog een beetje door elkaar geschud. 't Witte Wolkje scheen
-eenigszins spottend op haar neer te zien: 't had zich vervormd tot
-een lachend gezicht.
-
-Druk babbelend zat Gella weldra naast Petemoei in het groote,
-vroolijke, lichte torenvertrek, waarin de zonnestralen ongehinderd
-konden binnendringen. Petemoei hield van licht. Alles moest maar
-goed openbaar worden. Voor 't licht kon zich niets, wat verkeerd was,
-verbergen. Zoo maakte ze 't ook met al haar petekinderen, van wie Gella
-er eentje was. Zij had er nog verscheidene meer. Misschien vertel ik
-jullie later nog wel eens van hen, maar nu is Gella 't hoofdpersoontje.
-
-De wijze, goede fee keek 't kind aan met een blik, waarin louter
-zonnetjes lichtten. Ze zag haar tot in 't hartje.--
-
-Gella snapte onderwijl maar door, vertelde van haar wandeling en liet
-vooral uitkomen, hoe knap ze alleen den weg had weten te vinden. Van
-haar stil wegloopen verzweeg ze en ook van 't gezang, dat ze had
-gehoord.--Maar 't moest toch aan 't licht komen--op eens werd ze
-verlegen voor Petemoei's blik tot diep in haar hartje en stotterde
-juist 't geen ze niet had willen vertellen.
-
-Petemoei schudde 't hoofd. Toen liet ze Gella 't gehoorde versje
-opzeggen.
-
-Kende Gella 't nog wel?
-
-O ja, dat ging als van een leien dakje.
-
-"Onthoud 't goed, kind en handel er naar. Zeg 't nog eens op en denk
-er dan bij na."--
-
-Petemoei keek Gella onafgewend, ernstig, aan. Toen moest 't kind
-langzaam nog eens die regels uitspreken.--
-
-Hierna werd de goede, oude dame evenwel weer vroolijk, deed spelletjes
-met Gella, trakteerde haar, zong en lachte--o, 't was een heerlijk
-dagje voor Gella!
-
-Je hebt natuurlijk al lang begrepen, dat de goede fee Gella's Moeder
-niet al dien tijd in onrust had laten zitten! Neen, deze had al
-dadelijk een geruststellend bericht gekregen--er stonden Petemoei
-zooveel vlugge dienaren ter vervoeging, die haar orders snel en prompt
-uitvoerden! Dat was dus wel in orde!--
-
-Tegen dat de schemering begon te vallen, zond de wijze fee haar
-petekind weer weg. Zij kuste haar hartelijk tot afscheid, bedankte
-haar nogmaals voor de bloemen en--zei toen iets, dat Gella van schaamte
-deed blozen.
-
-"Eigenlijk moest ik boos op je zijn, omdat je zonder toestemming van
-Moeder hier bent gekomen."--
-
-"Ik dacht," zoo stotterde 't eigenwijsje, "ik dacht, dat u 't niet
-erg vondt, omdat u zoo vroolijk aldoor was en--en--omdat ik toch zelf
-den weg zoo mooi heb gevonden. Ik dacht, dat u nu ook vondt, dat ik er
-groot genoeg voor was; ik wist den weg eigenlijk beter dan Moeder, want
-die heeft zich den laatsten keer nog gedurig moeten bedenken, hoe we
-verder moesten en met Vader zijn we eens een heel eind omgeloopen."--
-
-Er klonk een toon van zelfbewustzijn in door.--
-
-De goede, oude dame, die volstrekt niet boos kon zijn--ze probeerde
-'t wel eens, maar 't ging haar nooit natuurlijk af--'t paste zoo
-heelemaal niet bij haar--trok Gella even aan 't oor--heel zacht
-maar--en gaf haar een tikje op den schouder.
-
-"Zal je 't versje niet vergeten, kind?--Ik zal je nu iemand meegeven,
-om je thuis te brengen, want als de zon daalt, ziet het er buiten
-heel anders uit, dan wanneer zij met haar vriendelijk licht alles
-verheldert en doordringt."
-
-"O neen, dat behoeft niet; dank u wel," zei Gella parmantig. "De weg
-terug is nog veel gemakkelijker te vinden dan de weg hierheen. 't Is
-heelemaal niet noodig."
-
-Maar Petemoei wenkte haar dienaar Schaduw en deze vergezelde 't meisje
-zonder dat zij 't bemerkte.--
-
-De avond daalde vlugger dan Gella 't zich zooeven had kunnen
-voorstellen. Petemoei had wel gelijk gehad: Wat zag alles er buiten
-nu anders uit dan vanmorgen in 't ochtendlicht! Donkere vlerken
-schenen zich over de aarde te ontvouwen--'t was stil, doodstil
-op de heuvels. Soms drongen van ver-af vreemde, wilde kreten tot
-Gella door--zeker werden ze uitgestooten door nachtvogels, die op
-buit aasden.
-
-Gella huiverde en stapte haastig voort. Had zij ook spijt zich zoo
-parmantig van geleide te hebben afgemaakt?--Neen, o neen, zij was heel
-zeker van den weg en niet bang ook, welneen!--Maar toch--haar hartje
-klopte sneller en van tijd tot tijd keek zij met angstige oogen rond.
-
-Nu was zij ver van de bewoonde wereld in de groote eenzaamheid der
-golvende heidelanden.--Ha! Gella haalde verruimd adem. Ginds groette
-haar een lichtschijnsel, vertrouwd en bekend--een sterretje in de
-donkerheid en ginds nog een en nog een en dan die groote, fonkelende,
-dat was de ster, die juist boven hun huisje stond. Hoe menigmaal had
-Vader haar die aangewezen!--
-
-Dan was zij dus toch een eindje uit de juiste richting gekomen--dien
-kant moest zij op en niet dezen.--
-
-Vol vertrouwen ging Gella op de ster af.--
-
-Werd zij zachtjes aan den arm getrokken?
-
-Ja--Schaduw deed 't, de trouwe dienaar van de goede fee. Gella zag
-hem niet en liep onverstoord door--nu op een drafje, want ze kreeg
-op eens erg verlangen naar huis en naar Moeder.--
-
-Hoe verder zij kwam, des te onbehagelijker werd 't haar echter te
-moede; zij wist zelf niet, wat er aan mankeerde. De lucht, anders zoo
-frisch en zuiver, scheen nare, benauwde dampen met zich te voeren.--'t
-Ademhalen werd haar moeilijk--toch liep zij voort. Ginds wenkte
-ster bij ster--steeds meer lichtjes zag zij tintelen. 't Was zeker
-gezichtsbedrog, maar zij geleken wel uit den grond op te komen. 't
-Kwam bepaald, doordat de grond zoo heuvelachtig was, dacht Gella,
-die het steeds meer te kwaad kreeg met de kwalijkriekende dampen,
-welke de atmosfeer verontreinigden.
-
-Een onheilspellende, donkere, geheimzinnig aandoende massa strekte
-zich tot aan den gezichtseinder uit--scheen naderbij te komen--en
-die lichtjes, die lichtjes.--
-
-Weer had Schaduw haar waarschuwend aan den arm getrokken. Gella stond
-even stil. 't Was alsof zij zich iets herinnerde. Wat was 't toch?--
-
-Zij dacht aan haar tocht vanmorgen door 't in lentezon lachende
-landschap,--aan den vroolijken Leeuwerik, 't Voorjaarskoeltje, 't witte
-Wolkje--en--aan 't lied op die zangerige melodie, dat ze gehoord had!--
-
-N was 't stil, angstig stil--geen lied drong tot haar door.--
-
-Wat had Petemoei ook weer gezegd bij 't afscheid?
-
-"Zal je 't versje niet vergeten, kind?"--Gella meende haar stem nog
-te hooren, zoo vriendelijk bezorgd, zoo dringend.--
-
-Welk versje?--Wel, dat van vanmorgen--dat de Leeuwerik gezongen had. Of
-had deze 't niet gedaan? Was 't dat kleine vogeltje geweest? Gella
-wist 't niet, maar wl wist zij, hoe de woorden van 't lied geklonken
-hadden. Heel, heel duidelijk vernam zij ze op dit oogenblik aan
-haar oor:
-
-
- "Al wie zijn eigen weg wil gaan,
- ziet dwaallicht vaak voor sterren aan--
- en, gaat hij op dat schijnsel door,
- dan raakt hij licht van 't rechte spoor!"--
-
-
-Hoe juist van pas kwam deze waarschuwing 't eigenwijze, op eigen
-kracht en inzicht vertrouwende kind!--
-
-Gella slaakte een kreet. N wist zij het--nu wist zij het, ginds
-strekten zich de verraderlijke moerassen voor haar uit, die met hun
-dwaallichten zoo menigen reiziger van den rechten weg hadden gelokt
-om hem straks reddeloos te doen omkomen.--
-
-Hoe menigmaal had Vader er over gesproken, er voor gewaarschuwd!--
-
-Maar--als van dien kant dus verderf lokte--de benauwde dampen werden
-zoo dicht, dat ze haar reeds dreigden te bedwelmen, waar moest zij
-dn heen? Waar lag haar thuis?
-
-De flinke Gella, die zelf alles 't beste wist, veel beter dan Vader
-en Moeder, en de hulp van Petemoei zelfbewust had afgewezen, stond
-daar nu echt, als 't kleine meisje, dat ze feitelijk was, troosteloos
-en verlaten, geen raad wetend!--
-
-Arme Gella! Maar ook gelukkige Gella, want n pas, nu ze in zichzelf
-hulpeloos was en klein, kon ze waarlijk geholpen worden. N voelde
-ze haar machteloosheid van dit oogenblik niet alleen, maar ook haar
-ongehoorzaamheid, haar zelfoverschatting van dezen ochtend en van
-zoo menigen dag eerder.--
-
-De trouwe Schaduw was op zijn post en volgens de bevelen zijner
-meesteres nam hij Gella nu aan de hand en voerde 't geheel van streek
-zijnde kind, dat zijn leiding ternauwernood bespeurde, veilig en
-zeker naar huis.
-
-
-
-Van dien dag af werd Gella een ander persoontje. Bij haar eerstvolgend
-bezoek overtuigde haar Petemoei er zich tot haar vreugde van.
-
-Nooit echter vergat Gella, hoe oud ze ook werd, 't lied, dat voor
-haar zoo beslissend was geweest.
-
-
-
-
-
-
-
-INHOUD.
-
-
- Bladz.
-
- Tch een goed begin 5
- Alleen! 18
- Tafels kijken 28
- Geen bangerd 39
- De oude noteboom 45
- Weer goed gemaakt 54
- De kersen 65
- Van twee paar pantoffeltjes en nog wat 78
- Juffrouw's Pinkstertuintje 91
- De kleine houtsnijder 103
- Eddie's boodschap 112
- Gella's Peet 118
-
-
-
-
-
-
-
-AANTEEKENINGEN
-
-
-[1] Zie titelplaat.
-
-[2] Zie plaatje omslag.
-
-
-
-
-
-
-End of the Project Gutenberg EBook of Verteluurtje, by
-Alberdina Hermanna Schlter and J. Wiegman
-
-*** END OF THIS PROJECT GUTENBERG EBOOK VERTELUURTJE ***
-
-***** This file should be named 51345-8.txt or 51345-8.zip *****
-This and all associated files of various formats will be found in:
- http://www.gutenberg.org/5/1/3/4/51345/
-
-Produced by Jeroen Hellingman and the Online Distributed
-Proofreading Team at http://www.pgdp.net/ for Project
-Gutenberg
-
-Updated editions will replace the previous one--the old editions will
-be renamed.
-
-Creating the works from print editions not protected by U.S. copyright
-law means that no one owns a United States copyright in these works,
-so the Foundation (and you!) can copy and distribute it in the United
-States without permission and without paying copyright
-royalties. Special rules, set forth in the General Terms of Use part
-of this license, apply to copying and distributing Project
-Gutenberg-tm electronic works to protect the PROJECT GUTENBERG-tm
-concept and trademark. Project Gutenberg is a registered trademark,
-and may not be used if you charge for the eBooks, unless you receive
-specific permission. If you do not charge anything for copies of this
-eBook, complying with the rules is very easy. You may use this eBook
-for nearly any purpose such as creation of derivative works, reports,
-performances and research. They may be modified and printed and given
-away--you may do practically ANYTHING in the United States with eBooks
-not protected by U.S. copyright law. Redistribution is subject to the
-trademark license, especially commercial redistribution.
-
-START: FULL LICENSE
-
-THE FULL PROJECT GUTENBERG LICENSE
-PLEASE READ THIS BEFORE YOU DISTRIBUTE OR USE THIS WORK
-
-To protect the Project Gutenberg-tm mission of promoting the free
-distribution of electronic works, by using or distributing this work
-(or any other work associated in any way with the phrase "Project
-Gutenberg"), you agree to comply with all the terms of the Full
-Project Gutenberg-tm License available with this file or online at
-www.gutenberg.org/license.
-
-Section 1. General Terms of Use and Redistributing Project
-Gutenberg-tm electronic works
-
-1.A. By reading or using any part of this Project Gutenberg-tm
-electronic work, you indicate that you have read, understand, agree to
-and accept all the terms of this license and intellectual property
-(trademark/copyright) agreement. If you do not agree to abide by all
-the terms of this agreement, you must cease using and return or
-destroy all copies of Project Gutenberg-tm electronic works in your
-possession. If you paid a fee for obtaining a copy of or access to a
-Project Gutenberg-tm electronic work and you do not agree to be bound
-by the terms of this agreement, you may obtain a refund from the
-person or entity to whom you paid the fee as set forth in paragraph
-1.E.8.
-
-1.B. "Project Gutenberg" is a registered trademark. It may only be
-used on or associated in any way with an electronic work by people who
-agree to be bound by the terms of this agreement. There are a few
-things that you can do with most Project Gutenberg-tm electronic works
-even without complying with the full terms of this agreement. See
-paragraph 1.C below. There are a lot of things you can do with Project
-Gutenberg-tm electronic works if you follow the terms of this
-agreement and help preserve free future access to Project Gutenberg-tm
-electronic works. See paragraph 1.E below.
-
-1.C. The Project Gutenberg Literary Archive Foundation ("the
-Foundation" or PGLAF), owns a compilation copyright in the collection
-of Project Gutenberg-tm electronic works. Nearly all the individual
-works in the collection are in the public domain in the United
-States. If an individual work is unprotected by copyright law in the
-United States and you are located in the United States, we do not
-claim a right to prevent you from copying, distributing, performing,
-displaying or creating derivative works based on the work as long as
-all references to Project Gutenberg are removed. Of course, we hope
-that you will support the Project Gutenberg-tm mission of promoting
-free access to electronic works by freely sharing Project Gutenberg-tm
-works in compliance with the terms of this agreement for keeping the
-Project Gutenberg-tm name associated with the work. You can easily
-comply with the terms of this agreement by keeping this work in the
-same format with its attached full Project Gutenberg-tm License when
-you share it without charge with others.
-
-1.D. The copyright laws of the place where you are located also govern
-what you can do with this work. Copyright laws in most countries are
-in a constant state of change. If you are outside the United States,
-check the laws of your country in addition to the terms of this
-agreement before downloading, copying, displaying, performing,
-distributing or creating derivative works based on this work or any
-other Project Gutenberg-tm work. The Foundation makes no
-representations concerning the copyright status of any work in any
-country outside the United States.
-
-1.E. Unless you have removed all references to Project Gutenberg:
-
-1.E.1. The following sentence, with active links to, or other
-immediate access to, the full Project Gutenberg-tm License must appear
-prominently whenever any copy of a Project Gutenberg-tm work (any work
-on which the phrase "Project Gutenberg" appears, or with which the
-phrase "Project Gutenberg" is associated) is accessed, displayed,
-performed, viewed, copied or distributed:
-
- This eBook is for the use of anyone anywhere in the United States and
- most other parts of the world at no cost and with almost no
- restrictions whatsoever. You may copy it, give it away or re-use it
- under the terms of the Project Gutenberg License included with this
- eBook or online at www.gutenberg.org. If you are not located in the
- United States, you'll have to check the laws of the country where you
- are located before using this ebook.
-
-1.E.2. If an individual Project Gutenberg-tm electronic work is
-derived from texts not protected by U.S. copyright law (does not
-contain a notice indicating that it is posted with permission of the
-copyright holder), the work can be copied and distributed to anyone in
-the United States without paying any fees or charges. If you are
-redistributing or providing access to a work with the phrase "Project
-Gutenberg" associated with or appearing on the work, you must comply
-either with the requirements of paragraphs 1.E.1 through 1.E.7 or
-obtain permission for the use of the work and the Project Gutenberg-tm
-trademark as set forth in paragraphs 1.E.8 or 1.E.9.
-
-1.E.3. If an individual Project Gutenberg-tm electronic work is posted
-with the permission of the copyright holder, your use and distribution
-must comply with both paragraphs 1.E.1 through 1.E.7 and any
-additional terms imposed by the copyright holder. Additional terms
-will be linked to the Project Gutenberg-tm License for all works
-posted with the permission of the copyright holder found at the
-beginning of this work.
-
-1.E.4. Do not unlink or detach or remove the full Project Gutenberg-tm
-License terms from this work, or any files containing a part of this
-work or any other work associated with Project Gutenberg-tm.
-
-1.E.5. Do not copy, display, perform, distribute or redistribute this
-electronic work, or any part of this electronic work, without
-prominently displaying the sentence set forth in paragraph 1.E.1 with
-active links or immediate access to the full terms of the Project
-Gutenberg-tm License.
-
-1.E.6. You may convert to and distribute this work in any binary,
-compressed, marked up, nonproprietary or proprietary form, including
-any word processing or hypertext form. However, if you provide access
-to or distribute copies of a Project Gutenberg-tm work in a format
-other than "Plain Vanilla ASCII" or other format used in the official
-version posted on the official Project Gutenberg-tm web site
-(www.gutenberg.org), you must, at no additional cost, fee or expense
-to the user, provide a copy, a means of exporting a copy, or a means
-of obtaining a copy upon request, of the work in its original "Plain
-Vanilla ASCII" or other form. Any alternate format must include the
-full Project Gutenberg-tm License as specified in paragraph 1.E.1.
-
-1.E.7. Do not charge a fee for access to, viewing, displaying,
-performing, copying or distributing any Project Gutenberg-tm works
-unless you comply with paragraph 1.E.8 or 1.E.9.
-
-1.E.8. You may charge a reasonable fee for copies of or providing
-access to or distributing Project Gutenberg-tm electronic works
-provided that
-
-* You pay a royalty fee of 20% of the gross profits you derive from
- the use of Project Gutenberg-tm works calculated using the method
- you already use to calculate your applicable taxes. The fee is owed
- to the owner of the Project Gutenberg-tm trademark, but he has
- agreed to donate royalties under this paragraph to the Project
- Gutenberg Literary Archive Foundation. Royalty payments must be paid
- within 60 days following each date on which you prepare (or are
- legally required to prepare) your periodic tax returns. Royalty
- payments should be clearly marked as such and sent to the Project
- Gutenberg Literary Archive Foundation at the address specified in
- Section 4, "Information about donations to the Project Gutenberg
- Literary Archive Foundation."
-
-* You provide a full refund of any money paid by a user who notifies
- you in writing (or by e-mail) within 30 days of receipt that s/he
- does not agree to the terms of the full Project Gutenberg-tm
- License. You must require such a user to return or destroy all
- copies of the works possessed in a physical medium and discontinue
- all use of and all access to other copies of Project Gutenberg-tm
- works.
-
-* You provide, in accordance with paragraph 1.F.3, a full refund of
- any money paid for a work or a replacement copy, if a defect in the
- electronic work is discovered and reported to you within 90 days of
- receipt of the work.
-
-* You comply with all other terms of this agreement for free
- distribution of Project Gutenberg-tm works.
-
-1.E.9. If you wish to charge a fee or distribute a Project
-Gutenberg-tm electronic work or group of works on different terms than
-are set forth in this agreement, you must obtain permission in writing
-from both the Project Gutenberg Literary Archive Foundation and The
-Project Gutenberg Trademark LLC, the owner of the Project Gutenberg-tm
-trademark. Contact the Foundation as set forth in Section 3 below.
-
-1.F.
-
-1.F.1. Project Gutenberg volunteers and employees expend considerable
-effort to identify, do copyright research on, transcribe and proofread
-works not protected by U.S. copyright law in creating the Project
-Gutenberg-tm collection. Despite these efforts, Project Gutenberg-tm
-electronic works, and the medium on which they may be stored, may
-contain "Defects," such as, but not limited to, incomplete, inaccurate
-or corrupt data, transcription errors, a copyright or other
-intellectual property infringement, a defective or damaged disk or
-other medium, a computer virus, or computer codes that damage or
-cannot be read by your equipment.
-
-1.F.2. LIMITED WARRANTY, DISCLAIMER OF DAMAGES - Except for the "Right
-of Replacement or Refund" described in paragraph 1.F.3, the Project
-Gutenberg Literary Archive Foundation, the owner of the Project
-Gutenberg-tm trademark, and any other party distributing a Project
-Gutenberg-tm electronic work under this agreement, disclaim all
-liability to you for damages, costs and expenses, including legal
-fees. YOU AGREE THAT YOU HAVE NO REMEDIES FOR NEGLIGENCE, STRICT
-LIABILITY, BREACH OF WARRANTY OR BREACH OF CONTRACT EXCEPT THOSE
-PROVIDED IN PARAGRAPH 1.F.3. YOU AGREE THAT THE FOUNDATION, THE
-TRADEMARK OWNER, AND ANY DISTRIBUTOR UNDER THIS AGREEMENT WILL NOT BE
-LIABLE TO YOU FOR ACTUAL, DIRECT, INDIRECT, CONSEQUENTIAL, PUNITIVE OR
-INCIDENTAL DAMAGES EVEN IF YOU GIVE NOTICE OF THE POSSIBILITY OF SUCH
-DAMAGE.
-
-1.F.3. LIMITED RIGHT OF REPLACEMENT OR REFUND - If you discover a
-defect in this electronic work within 90 days of receiving it, you can
-receive a refund of the money (if any) you paid for it by sending a
-written explanation to the person you received the work from. If you
-received the work on a physical medium, you must return the medium
-with your written explanation. The person or entity that provided you
-with the defective work may elect to provide a replacement copy in
-lieu of a refund. If you received the work electronically, the person
-or entity providing it to you may choose to give you a second
-opportunity to receive the work electronically in lieu of a refund. If
-the second copy is also defective, you may demand a refund in writing
-without further opportunities to fix the problem.
-
-1.F.4. Except for the limited right of replacement or refund set forth
-in paragraph 1.F.3, this work is provided to you 'AS-IS', WITH NO
-OTHER WARRANTIES OF ANY KIND, EXPRESS OR IMPLIED, INCLUDING BUT NOT
-LIMITED TO WARRANTIES OF MERCHANTABILITY OR FITNESS FOR ANY PURPOSE.
-
-1.F.5. Some states do not allow disclaimers of certain implied
-warranties or the exclusion or limitation of certain types of
-damages. If any disclaimer or limitation set forth in this agreement
-violates the law of the state applicable to this agreement, the
-agreement shall be interpreted to make the maximum disclaimer or
-limitation permitted by the applicable state law. The invalidity or
-unenforceability of any provision of this agreement shall not void the
-remaining provisions.
-
-1.F.6. INDEMNITY - You agree to indemnify and hold the Foundation, the
-trademark owner, any agent or employee of the Foundation, anyone
-providing copies of Project Gutenberg-tm electronic works in
-accordance with this agreement, and any volunteers associated with the
-production, promotion and distribution of Project Gutenberg-tm
-electronic works, harmless from all liability, costs and expenses,
-including legal fees, that arise directly or indirectly from any of
-the following which you do or cause to occur: (a) distribution of this
-or any Project Gutenberg-tm work, (b) alteration, modification, or
-additions or deletions to any Project Gutenberg-tm work, and (c) any
-Defect you cause.
-
-Section 2. Information about the Mission of Project Gutenberg-tm
-
-Project Gutenberg-tm is synonymous with the free distribution of
-electronic works in formats readable by the widest variety of
-computers including obsolete, old, middle-aged and new computers. It
-exists because of the efforts of hundreds of volunteers and donations
-from people in all walks of life.
-
-Volunteers and financial support to provide volunteers with the
-assistance they need are critical to reaching Project Gutenberg-tm's
-goals and ensuring that the Project Gutenberg-tm collection will
-remain freely available for generations to come. In 2001, the Project
-Gutenberg Literary Archive Foundation was created to provide a secure
-and permanent future for Project Gutenberg-tm and future
-generations. To learn more about the Project Gutenberg Literary
-Archive Foundation and how your efforts and donations can help, see
-Sections 3 and 4 and the Foundation information page at
-www.gutenberg.org
-
-
-
-Section 3. Information about the Project Gutenberg Literary Archive Foundation
-
-The Project Gutenberg Literary Archive Foundation is a non profit
-501(c)(3) educational corporation organized under the laws of the
-state of Mississippi and granted tax exempt status by the Internal
-Revenue Service. The Foundation's EIN or federal tax identification
-number is 64-6221541. Contributions to the Project Gutenberg Literary
-Archive Foundation are tax deductible to the full extent permitted by
-U.S. federal laws and your state's laws.
-
-The Foundation's principal office is in Fairbanks, Alaska, with the
-mailing address: PO Box 750175, Fairbanks, AK 99775, but its
-volunteers and employees are scattered throughout numerous
-locations. Its business office is located at 809 North 1500 West, Salt
-Lake City, UT 84116, (801) 596-1887. Email contact links and up to
-date contact information can be found at the Foundation's web site and
-official page at www.gutenberg.org/contact
-
-For additional contact information:
-
- Dr. Gregory B. Newby
- Chief Executive and Director
- gbnewby@pglaf.org
-
-Section 4. Information about Donations to the Project Gutenberg
-Literary Archive Foundation
-
-Project Gutenberg-tm depends upon and cannot survive without wide
-spread public support and donations to carry out its mission of
-increasing the number of public domain and licensed works that can be
-freely distributed in machine readable form accessible by the widest
-array of equipment including outdated equipment. Many small donations
-($1 to $5,000) are particularly important to maintaining tax exempt
-status with the IRS.
-
-The Foundation is committed to complying with the laws regulating
-charities and charitable donations in all 50 states of the United
-States. Compliance requirements are not uniform and it takes a
-considerable effort, much paperwork and many fees to meet and keep up
-with these requirements. We do not solicit donations in locations
-where we have not received written confirmation of compliance. To SEND
-DONATIONS or determine the status of compliance for any particular
-state visit www.gutenberg.org/donate
-
-While we cannot and do not solicit contributions from states where we
-have not met the solicitation requirements, we know of no prohibition
-against accepting unsolicited donations from donors in such states who
-approach us with offers to donate.
-
-International donations are gratefully accepted, but we cannot make
-any statements concerning tax treatment of donations received from
-outside the United States. U.S. laws alone swamp our small staff.
-
-Please check the Project Gutenberg Web pages for current donation
-methods and addresses. Donations are accepted in a number of other
-ways including checks, online payments and credit card donations. To
-donate, please visit: www.gutenberg.org/donate
-
-Section 5. General Information About Project Gutenberg-tm electronic works.
-
-Professor Michael S. Hart was the originator of the Project
-Gutenberg-tm concept of a library of electronic works that could be
-freely shared with anyone. For forty years, he produced and
-distributed Project Gutenberg-tm eBooks with only a loose network of
-volunteer support.
-
-Project Gutenberg-tm eBooks are often created from several printed
-editions, all of which are confirmed as not protected by copyright in
-the U.S. unless a copyright notice is included. Thus, we do not
-necessarily keep eBooks in compliance with any particular paper
-edition.
-
-Most people start at our Web site which has the main PG search
-facility: www.gutenberg.org
-
-This Web site includes information about Project Gutenberg-tm,
-including how to make donations to the Project Gutenberg Literary
-Archive Foundation, how to help produce our new eBooks, and how to
-subscribe to our email newsletter to hear about new eBooks.
-
diff --git a/old/old/51345-8.zip b/old/old/51345-8.zip
deleted file mode 100644
index 18a9c02..0000000
--- a/old/old/51345-8.zip
+++ /dev/null
Binary files differ