diff options
| author | nfenwick <nfenwick@pglaf.org> | 2025-02-08 02:56:54 -0800 |
|---|---|---|
| committer | nfenwick <nfenwick@pglaf.org> | 2025-02-08 02:56:54 -0800 |
| commit | 1e8287b5cf5ce6eab53185f6d66cd3f274e43257 (patch) | |
| tree | 239c1c6d925a65f21f4bed90506c4696db07fe0d | |
| parent | f75bae54bb2f9a26214658f5aff47b7415ed9834 (diff) | |
| -rw-r--r-- | 56977-0.txt (renamed from 56977-8.txt) | 2092 | ||||
| -rw-r--r-- | 56977-h/56977-h.htm | 415 |
2 files changed, 854 insertions, 1653 deletions
diff --git a/56977-8.txt b/56977-0.txt index b971651..acdf0f4 100644 --- a/56977-8.txt +++ b/56977-0.txt @@ -1,32 +1,7 @@ -Project Gutenberg's Oudewater en omtrek, by Willem Cornelis van Zijll +*** START OF THE PROJECT GUTENBERG EBOOK 56977 *** -This eBook is for the use of anyone anywhere in the United States and most -other parts of the world at no cost and with almost no restrictions -whatsoever. You may copy it, give it away or re-use it under the terms of -the Project Gutenberg License included with this eBook or online at -www.gutenberg.org. If you are not located in the United States, you'll have -to check the laws of the country where you are located before using this ebook. -Title: Oudewater en omtrek - Geologisch, Mythologisch en Geschiedkundig Geschetst -Author: Willem Cornelis van Zijll - -Release Date: April 13, 2018 [EBook #56977] - -Language: Dutch - -Character set encoding: ISO-8859-1 - -*** START OF THIS PROJECT GUTENBERG EBOOK OUDEWATER EN OMTREK *** - - - - -Produced by Jeroen Hellingman and the Online Distributed -Proofreading Team at http://www.pgdp.net/ for Project -Gutenberg (This book was produced from scanned images of -public domain material from the Google Books project.) @@ -89,7 +64,7 @@ public domain material from the Google Books project.) verledene, de leerschool voor vorsten en volken in het tegenwoordige en de toekomst." - August Thierry, Rcits des Temps Mrovingiens. + August Thierry, Récits des Temps Mérovingiens. @@ -109,7 +84,7 @@ Het trof mij bij dat onderzoek den naam van mijne geboortestad Oudewater bijna niet in de historiebladen genoemd te zien; uitgenomen door de bloedige feiten des jaars 1575, vonden wij den naam van Oudewater daarin bijna niet en toch speelde het stedeke in de -geschiedenis des vaderlands eene voorname rol. Wt wij echter vonden +geschiedenis des vaderlands eene voorname rol. Wàt wij echter vonden aangeteekend, werd gretig verzameld, geschift, en voor zoo ver wij konden, tot een vloeijend en beredeneerd geheel gebragt. @@ -210,9 +185,9 @@ GEOLOGISCH, MYTHOLOGISCH EN GESCHIEDKUNDIG GESCHETST. Niet in een apentuin gekortwiekt en verminkt, Maar op een biezenland naar 's diertjes vrij instinkt, Waar 't zwarte waterhoen en de pleviertjes wonen, - Die schuilen aan den kant of zich ter no vertoonen. + Die schuilen aan den kant of zich ter noô vertoonen. - Z was heel Holland eens...." + Zóó was heel Holland eens...." Mr. J. P. Amersfoort. @@ -277,7 +252,7 @@ de klei-soorten behoort. Zet men echter den voet buiten het stadje, dan is de afwisseling van klei- met veenachtigen grond zeer in het oog loopend. -Doch deze bodem is niet altijd z geweest als hij zich thans aan +Doch deze bodem is niet altijd zóó geweest als hij zich thans aan onze blikken voordoet; neen, veranderingen, groote vervormingen hadden ook hier, even als elders, op en in dien grond plaats. @@ -288,7 +263,7 @@ hun vreedzaam geblaat doen hooren, waren hier eertijds niet; en die menigvuldige bouwlanden, overvloedig getooid met graanhalmen, wier ontelbare airen, bij elke koelte zich wringende en buigende, als eene gouden korenzee aan ons voor natuurschoon gevoelig oog vertoonen, -zou men vr een aantal eeuwen er te vergeefs gezocht hebben. De +zou men vóór een aantal eeuwen er te vergeefs gezocht hebben. De weiden waren drassige gronden, doorzaaid met talrijke waterpoelen; de IJssel was in zijnen loop nog door geen dijken beperkt, en de treffende vergezigten van thans, werden toen belemmerd door eeuwenoude bosschen, @@ -297,8 +272,8 @@ die hunne reusachtige takken hemelhoog verhieven. De mensch echter wist door zijn vernuft, waterachtig land tot weiding zijner runderen en het voortbrengen van veldvruchten bekwaam te maken: den IJsselstroom binnen zekere grenzen te beperken; hij alzoo heeft -veel tot verandering van den bodem toegebragt. Maar ook nog vr zijn -voet de plaatsen betrad, die wij dagelijks bewandelen,--vr deze +veel tot verandering van den bodem toegebragt. Maar ook nog vóór zijn +voet de plaatsen betrad, die wij dagelijks bewandelen,--vóór deze streek zich vertoonde in de gedaante als waarvan wij zoo even eene schets gaven, ook toen was Oudewater's bodem reeds aan menigvuldige verwisselingen onderworpen geweest. Trachten wij deze gesteldheden @@ -324,7 +299,7 @@ en als van zelve komt men dus tot de gevolgtrekking, dat die thans onderaardsche zandlaag eenmaal ten bodem verstrekte aan eene ontzaggelijk groote watermassa. -Ook de heer Staring spreekt in zijn Bodem van Nederland" van den +Ook de heer Staring spreekt in zijn »Bodem van Nederland" van den niet te miskennen oorsprong der tot het diluvium behoorende gronden uit water. In alle gevallen dus, was het diluvium eenmaal onder het water bedolven, en zijn er reeds tal van eeuwen sedert zijne @@ -362,10 +337,10 @@ Gemiddeld bekwam men welwater: In deszelfs omtrek, als in: - Williskop en Snelrewaard 11,-- - Hekendorp en Roozendaal 9,50 + Williskop en Snelrewaard » » 11,-- » » + Hekendorp en Roozendaal » » 9,50 » » Papekop, Hoenkoop, - Ruigeweide en Linschoten [1] 7,75 + Ruigeweide en Linschoten [1] » » 7,75 » » Omtrent Papekop strookt dit ook vrij goed met het onderzoek van @@ -421,9 +396,9 @@ of mindere hoeveelheid kalk en steenpuin, scherven van potten, enz. vermengd. Zoodanigen met steen vermengden grond noemen de geleerden: -Steigeraarde." +»Steigeraarde." -De klei, die in deze steigeraarde voorkomt, zouden zij rivier- +De klei, die in deze steigeraarde voorkomt, zouden zij »rivier- of zeebezinking" heeten. Buiten de stad worden puin en scherven niet zoo menigvuldig, en over @@ -436,7 +411,7 @@ overblijfsels van boomen, welke door de geologen met den naam van kien- of grondhout worden aangeduid. Wanneer men nu tot hiertoe gegraven heeft, wordt dit verder belet of -ten minste moeijelijk gemaakt door het zoogenaamde zakwater". De +ten minste moeijelijk gemaakt door het zoogenaamde »zakwater". De spade heeft hare dienst gedaan, en men moet--wil men den bodem tot op de wel doorboren--zijne toevlugt nemen tot andere werktuigen; alhier gebruikt men daarvoor gewoonlijk de zoogenaamde aardboor. @@ -463,7 +438,7 @@ niet belettede, dat de pomp genoegzaam water aanvoert. Alzoo was de boor toch bepaald tot het diluvium doorgedrongen. En wat haar breken betreft, naar de werklieden gissen op hout, zoo meenen wij hen in die veronderstelling te mogen versterken, daar wij ergens in Staring's -voortreffelijken Bodem van Nederland" lazen, dat, bij diluvialen +voortreffelijken »Bodem van Nederland" lazen, dat, bij diluvialen vloed, waarschijnlijk boomstammen van elders zullen zijn aangevoerd, die zich in onzen bodem vast woelden. @@ -472,8 +447,8 @@ op het Roodzand [3] eindelijk, plus minus 12,50 ellen diepte moest hebben, voordat men het genoegzaam rekende om er met goed gevolg de pomp op te plaatsen. -Welwater, uit een roodzandigen bodem ontspruitende, is het smakelijkst -om te drinken", en hoe zwaarder grond, hoe eerder welwater", zijn +»Welwater, uit een roodzandigen bodem ontspruitende, is het smakelijkst +om te drinken", en »hoe zwaarder grond, hoe eerder welwater", zijn bekende zaken, die van de praktische kennis van den werkman getuigen. Dit, geachte lezer! is eene beknopte schets van het Oudewatersche @@ -482,7 +457,7 @@ en wetten hebben hen daargesteld? Ziedaar twee vragen omtrent hare geschiedenis, die wij zoo duidelijk en beknopt mogelijk zullen trachten te verklaren. -Dadelijk heeft men een algemeen denkbeeld van het Alluvium", indien +Dadelijk heeft men een algemeen denkbeeld van het »Alluvium", indien men de beteekenis des woords zelve kent. Alluvium toch wil niets anders zeggen, dan: land, ontstaan door bezinking en aanslibbing. Daar echter die naam een weinig onvolkomen is, zijnde niet al de te behandelen @@ -536,7 +511,7 @@ ons bestek slechts eene dezer beiden: het laag veen voldoende is; de andere soort wordt in onzen omtrek niet aangetroffen. De turf, van hoog veen vervaardigd, wordt in deze streek veelal met -den naam van Vriesche", die van laag veen met den naam van Korte +den naam van »Vriesche", die van laag veen met den naam van »Korte turf" aangeduid. Beiden niettemin zijn gedeeltelijk van plantaardigen oorsprong: @@ -639,8 +614,8 @@ ijzer zijn vermengd. De scheikundigen noemen dit ijzer-oxide. Dit ijzer-oxide is eene door de natuur gevormde verbinding van ijzer met zuurstof, dat vaak nog met koolzuur en water vereenigd is. Dit zijn echter nog geene oerbanken. Om die te vormen zijn het alweder de -planten, die daaraan te hulp moeten komen. Waar deze of diergelijke -stoffen verrotten", zegt de heer Staring [4], kan dit laatste--het +planten, die daaraan te hulp moeten komen. »Waar deze of diergelijke +stoffen verrotten", zegt de heer Staring [4], »kan dit laatste--het ijzer-oxide--een gedeelte van zijne zuurstof verliezen en wordt daardoor ijzer-oxidule, dat de eigenschap heeft van zich op te lossen in koolzuurhoudend water, hetwelk in elken grond, maar vooral in @@ -663,7 +638,7 @@ water de oerbanken vormt. Dat de zure humusstoffen van teelaarde of veen mede in staat zouden zijn om ijzer-oxyde op te lossen, wordt wel beweerd, maar is geenszins bewezen." -Overigens is de klei een noodzakelijk vereischte voor het ontstaan +Overigens is »de klei een noodzakelijk vereischte voor het ontstaan van ijzeroer; waar die niet aanwezig is, vormt zich, zooals op de zandgronden, slechts zandoer, een door ijzer-oxide hydraat aaneengebakken zand, echter nimmer zooveel ijzer bevattende, dat dit @@ -679,7 +654,7 @@ ijzeroer aan. In Papekop gebruikten wij water, waarin de ijzersmaak met de grootste zekerheid was op te merken, en vaak vestigen zich om de pompbuizen -zveel ijzerdeelen, dat men genoodzaakt is, haar van nieuws op +zóóveel ijzerdeelen, dat men genoodzaakt is, haar van nieuws op te boren. In de Linschoten behoeft men slechts een oppervlakkigen blik in vele @@ -691,10 +666,10 @@ zullen vermeerderen. Ook in onzen Hollandschen IJssel bij Goejanverwellesluis zag ik zoodanigen grond, en een varensgezel maakte mij de opmerking, dat -zulks salpeterigheid" was. +zulks »salpeterigheid" was. Niet onvermeld willen wij laten, dat men het er alhier algemeen voor -houdt, dat weteringen en slooten die roodgrondig" zijn, des winters +houdt, dat weteringen en slooten die »roodgrondig" zijn, des winters bijna nooit in voor het begaan vertrouwden toestand zijn: ja zelfs hoe sterker het vriest, het ijs daar te meer gevaarlijk wordt om te betreden. @@ -733,12 +708,12 @@ water, een met zand bedekten bodem als achtergelaten, voorspiegelen. Eene tweede gissing zou kunnen zijn, zijn moederland in de Noordzee te willen vinden. Bekend is het toch, dat er op den bodem dier verbazende watermassa veel rood zand wordt aangetroffen, en dat een tal van -vloeden, uit haren boezem ontsproten, vele Nederlandsche provincin +vloeden, uit haren boezem ontsproten, vele Nederlandsche provinciën van tijd tot tijd teisterden; doch ook dit is onwaarschijnlijk: uit de zee kan ons wel bij overstrooming een weinig slib teruggeschonken worden, maar geen zand. -Met beter gevolg zullen wij den blik op de bergen van Belgi en +Met beter gevolg zullen wij den blik op de bergen van België en Duitschland slaan. De bergen leverden het zand (door slijping van het water gevormd), @@ -747,7 +722,7 @@ vorming van ons alluvium de hoofdrol. Derhalve schijnt de oorzaak ons zeer eenvoudig toe: dezelfde stroom of stroomen die het zand naar de Noordzee voerden, hebben het rood zand te Oudewater gebragt. Beide is het van denzelfden oorsprong, door dezelfde stroomen aangevoerd, -uit dezelfde bergen van Belgi of Duitschland ontstaan, en zooals +uit dezelfde bergen van België of Duitschland ontstaan, en zooals voorheen de rivieren rood zand medevoerden, voert ook de Lek zulks thans nog mede. @@ -774,7 +749,7 @@ het wegzakken van het regenwater verhindert of bevordert. Rivier- en Zeebezinking. -Verschillende formatin zijn alreeds behandeld. Daar echter het zoo +Verschillende formatiën zijn alreeds behandeld. Daar echter het zoo even beschreven zakwater, eigenlijk niet tot het alluvium gerekend kan worden, zoo gelieve de lezer zich met zijne gedachten, bij het begin der rivierbezinking te verplaatsen, werwaarts wij hem zullen @@ -867,13 +842,13 @@ Men ziet dus, dat velen dit gevoelen aankleven. De heer van Kinschot van den IJssel, als oud water zou ontvangen hebben; daarmede stemmen wij dus evenmin in, als met hetgeen wij elders in eene noot lazen [11], dat de Romeinen het ook daarom den naam van Aquae Veteres zouden hebben -gegeven; maar zijn het ten volle eens met de Tegenwoordige staat -der Vereenigde Nederlanden", waarin wij lezen: Uit de latijnsche +gegeven; maar zijn het ten volle eens met de »Tegenwoordige staat +der Vereenigde Nederlanden", waarin wij lezen: »Uit de latijnsche benaming van Aquae Veteres--alleen eene letterlijke vertaling van den tegenwoordigen naam--zien wij niet dat eene afleiding te haalen is." [12] En hoe vele plaatsen wijders zijn aan oude wateren gelegen, en toch bestaat er in geheel Nederland, voor zoo verre wij weten, -slechts n plaatsje, dat Oudewater heet. +slechts één plaatsje, dat Oudewater heet. Voor de stelling, dat de naam Oudewater wezenlijk van bovenvermelden geologischen oorsprong is, zou nog kunnen aangevoerd worden, dat men, @@ -897,7 +872,7 @@ ons niet kunnen onthouden, voor het reeds verhandelde en nog volgende van ons onderwerp, de volgende regelen gedeeltelijk toe te passen: - Het schijnt, dat de ondermaansche dingen + »Het schijnt, dat de ondermaansche dingen Zijn wonderlijk van aard en vol veranderingen: Ik zag het vaste land met water overdekt En weder uyt de plas het vaste land verwekt. @@ -907,7 +882,7 @@ van ons onderwerp, de volgende regelen gedeeltelijk toe te passen: In plaats van in de zee of aan den waterkant." [13] -Tot dat ondermaansche wonderlijk van aard en vol veranderingen" +Tot dat ondermaansche »wonderlijk van aard en vol veranderingen" behoorde ook de Rijn, en als gevolg van dien, wederom de IJssel. Nadat de eerste eeuwen lang steeds zijne wateren in den magtigen oceaan @@ -917,7 +892,7 @@ als zijne overige armen verandering in hunnen loop moesten ondergaan. Halma teekent er dit van aan: [14] -In oude tijden plagt den Rhijn nevens Batavia of 't Batouwerland +»In oude tijden plagt den Rhijn nevens Batavia of 't Batouwerland eenen zeer snellen loop te hebben, totdat hij bij Katwijk in zee viel; maar toen maakte hij door de Maas en Waal slechts eenen traagen en kleenen vloedt, nu integendeel, door het opstoppen van den Rhijn, @@ -945,7 +920,7 @@ De geleerde heer Staring spreekt echter ook van het jaar 860; doch neemt op gezag van anderen eene tijdruimte van 140 jaren aan, voor het verstopt maken des Rijnmonds [15], als hij zegt: -Men meent, dat de Rijnmond te Katwijk tusschen 860 en 1000 verstopt +»Men meent, dat de Rijnmond te Katwijk tusschen 860 en 1000 verstopt is geraakt. Ook de Vecht en de Goudsche IJssel zullen omstreeks dien tijd wel geen Rijnwater meer afgevoerd hebben; maar de hoofdstroom door den IJssel, de Lek en Beneden-Maas, de Waal met de Merwede en @@ -1040,7 +1015,7 @@ Onder meer wetenswaardigs nog van deze rivier, zullen wij hierover iets uittrekken uit eene kleine brochure, in 1854 te Gouda in het licht verschenen [18]: -De Hollandsche IJssel behoort geenzints tot de hoofdrivieren +»De Hollandsche IJssel behoort geenzints tot de hoofdrivieren van Nederland; eerst sedert weinige jaren heeft de hooge regering besloten, haar als rivier te erkennen. Al moge men dan ook deze rivier beschouwen als van weinig belang zijnde voor den algemeenen @@ -1079,7 +1054,7 @@ men zal altijd hunnen gunstigen invloed op de vermeerdering der waarde van den vaderlandschen grond ontmoeten. Zij moeten dus voor aanzienlijke bijdragen tot den nationalen rijkdom worden erkend." -Ja, zveel schrijft men zelfs aan deze zeebezinking toe, dat men, +Ja, zóóveel schrijft men zelfs aan deze zeebezinking toe, dat men, zooals wij elders lazen, wel zeide, dat geheel de stad Dordrecht uit de tot steenen gebakken slib der rivier is opgebouwd. @@ -1097,7 +1072,7 @@ En is het dan wel te veel, als wij nogmaals eenige regels van predikant Janzonius in betrekking tot deze kostbare grondstof aanhalen? [19] - O zilv're Yzzelstroom, met wonder eb en vloed, + »O zilv're Yzzelstroom, met wonder eb en vloed, Wat torscht uw kille schoot een onwaardeerbaar goed, En schatten zonder end...." @@ -1114,10 +1089,10 @@ Volgens de genoemde brochure--wat het laatste betreft--ja gewis. Hoe vele malen dus, o IJssel, stuurdet gij uwen gezwollen watervloed over en trok die weder terug van de plaats, die wij thans Oudewater heeten. Wie duide het tal van malen aan, dat uwe wateren den -Roozendaalschen en Hekendorpschen dijk" kusten, daargesteld om +»Roozendaalschen en Hekendorpschen dijk" kusten, daargesteld om uwen loop te bepalen? De vruchtbare slibbe, die gij aan beide zijden afzettet, waarmede gij den bodem verhoogdet,--zij was oorzaak, dat men -u nogmaals een naauweren loop gaf, wijl gij de kostbare Uiterdijken" +u nogmaals een naauweren loop gaf, wijl gij de kostbare »Uiterdijken" vormdet en alzoo den bewoners dezer environs gelegenheid verschaftet uwe boorden met een edelen voedselbouw te omzoomen, niet alleen; maar die ook in den blonden zomertijd met runderen te bevolken. Daarom, @@ -1191,7 +1166,7 @@ en in groote hoeveelheid rivierbezinking aantreft; en uit eene publikatie van Oudewater's gemeenteraad eener voorgenomen doch door het ministerie van oorlog weder verbodene verkooping van een gedeelte der Oudewatersche vestingwerken, herinneren wij ons, dat er -zich ook in de wallen Pannenbakkers-aarde" bevond. Deze nu zal niet +zich ook in de wallen »Pannenbakkers-aarde" bevond. Deze nu zal niet van elders zijn aangevoerd, maar bekomen zijn, uit de zich daarnaast bevindende grachten. @@ -1200,7 +1175,7 @@ welke rivier anders?) hier zijne slibbe deed bezinken, en ook de zee bragt slibbe aan, en met haar eene niet mindere vruchtbaarheid, deze als zee--de andere als rivierbezinking bekend gemaakt. -Dr. Staring geeft in de Bodem van Nederland" een zeer gemakkelijk +Dr. Staring geeft in »de Bodem van Nederland" een zeer gemakkelijk middel aan de hand om deze beide kleisoorten van elkander te onderkennen. Rivierbezinking levert, nadat men er de steendeeg van gemaakt heeft, bij verbakking roode, zeebezinking gele steenen. @@ -1271,7 +1246,7 @@ Zoo als gemeld is, treft men haar gewoonlijk tot op tien voet in den grond aan. Ieder zal wel willen toestemmen, dat hoe dieper die puinaarde zich over 't algemeen bevindt, het des te grooter bewijs is voor de oude bewoning eener dusdanige plaats. Even buiten Oudewater -zelfs, behoeft men meestentijds slechts 2 3 voet in den grond te +zelfs, behoeft men meestentijds slechts 2 à 3 voet in den grond te dringen om geene steigeraarde meer te vinden. En thans, goedgunstige lezer, zijn wij weder tot de oppervlakte des @@ -1296,12 +1271,12 @@ bouwakker; want door middel van dijken en sluizen heeft men hen als het ware gedwongen, zijne aangewezen grenzen niet te overschrijden: bosschen zijn uitgeroeid; veenachtige drassige grond in de schoonste beemden herschapen; alomme prijken lusttuintjes met schoone bloemen -beplant en lieve prieltjes voorzien, waarin men zoo gaarne eene -wijle verblijft; in n woord, de trotsche woestheid der natuur van +beplant en lieve priëeltjes voorzien, waarin men zoo gaarne eene +wijle verblijft; in één woord, de trotsche woestheid der natuur van weleer, heeft ook in Oudewater en omtrek plaats gemaakt voor de orde en regelmaat der 19de eeuw. -Deze eerste afdeeling zouden wij nu als geindigd kunnen beschouwen, +Deze eerste afdeeling zouden wij nu als geëindigd kunnen beschouwen, ware het niet dat wij nog eene aanmerking hadden te berde te brengen. Zij is deze: de lezer heeft wel in aanmerking te nemen, dat de beschrevene alluviale lagen niet zijn gevormd met die opeenvolgende @@ -1484,10 +1459,10 @@ hebben, zij toch eveneens bij vergelijking een aantal punten van verschil aanbieden. En dit laat zich immers zeer gemakkelijk begrijpen. Zal het heidendom -in het zuidelijk Europa en in Azi, dat ook eene natuurdienst had, +in het zuidelijk Europa en in Azië, dat ook eene natuurdienst had, zich in hun zonnig klimaat, onder den wolkeloozen hemel, waar andere planten en boomen tierden, zich geen veel weelderiger natuurvergoding -hebben voorgesteld dan de wilde" in Scandinavi [20] en IJsland, +hebben voorgesteld dan de »wilde" in Scandinavië [20] en IJsland, levende in eene geheel andere omgeving. Toch, al gewerd ons de Noordsche of Odinische mythologie uit het koudere klimaat, zoo was zij toch geenszins zonder dichterlijken gloed, zeker neen: daar uit @@ -1511,16 +1486,16 @@ edda-liederen dikwijls met zulke krachtige liederen afmalen. [22] Hoe groot de magt echter was die Odin bezat, stond hij evenwel onder de beschikking der Nornen of schikgodinnen. [23] Dit bewijst de Baldur's -mythe en de professie der Vla van het Noorden. Die voorspelling", -aldus vervolgt Budding, betreft den dood van Baldur (een zoon van +mythe en de professie der Völa van het Noorden. »Die voorspelling", +aldus vervolgt Budding, »betreft den dood van Baldur (een zoon van Odin) en geeft aan de geheele N. Godenleer behalve een behagelijk weemoedigen tint, ook eene bepaalde rigting aan alle bedrijven en heldenfeiten van het asenleven in Asgard." Ten volle zijn wij het met genoemden oudheidkundige eens, en wij kunnen dan ook niet aan de heidensche feesten beginnen, tenzij de -vriendelijke lezer iets nader omtrent den dood van den goeden Baldur" -is ingelicht. In het Dietsch heidendom", zegt Mr. P. Blommaert, +vriendelijke lezer iets nader omtrent den dood van den »goeden Baldur" +is ingelicht. »In het Dietsch heidendom", zegt Mr. P. Blommaert, [24] schijnt een dualismus ten gronde te liggen, hetwelk men schier in alle trappen van deszelfs natuurleer aantreft. Zoo staan Mispelheim [25] en Nevelheim tegenover elkander, en door derzelver wederzijdsche @@ -1531,15 +1506,15 @@ den winter, welke in eeuwige wisseling en als het ware in gedurigen strijd voortrollen. Dit natuurverschijnsel werd bij de Scandinaven door de schoone mythe van Haudur en Baldur voorgesteld. -Haudur en Baldur zijn Wodan's zonen. Baldur wordt de goede bijgenaemd; +»Haudur en Baldur zijn Wodan's zonen. Baldur wordt de goede bijgenaemd; hij is zoo schoon en rijzig dat hij glanst. -Haudur is dof van kleur en blind [26], doch geweldig sterk. Hij +»Haudur is dof van kleur en blind [26], doch geweldig sterk. Hij was het, die zonder erg den doodelyken pyl op Baldur afschoot en zyns broeders onschuldige moorder werd. Zoo wordt zyn dood in de edda verhaelt. -Baldur de goede droomde, dat zyn leven in gevaer was. Daer hy dit den +»Baldur de goede droomde, dat zyn leven in gevaer was. Daer hy dit den Asen bekend maekte, hielden zy daerover raed, en er werd besloten, Baldur tegen alle mogelyk gevaer te verzekeren. Frig nam gevolgelyk den eed af aen het vuer, water, yzer, aen allerlei metalen, steenen, @@ -1551,18 +1526,18 @@ hieuwen op hem, anderen wierpen met steenen, en wat zy ook deden, hy had daer geene schade van. Daer Loki [27] dit zag, verdroot dit hem hevig; hy begaf zich onder de gedaente eener oude vrouw naer Fensal bij Frig. Die vrouw vroeg aen Frig, of zij wist wat de Asen in hunne -vergadering voor hadden. Zij antwoordde: allen schieten naar Baldur -zonder hem te deeren," er bij voegende: ja, wapens en boomen zullen +vergadering voor hadden. Zij antwoordde: »allen schieten naar Baldur +zonder hem te deeren," er bij voegende: »ja, wapens en boomen zullen hem niet hinderen, ik heb ze allen den eed afgenomen." Dan vroeg de -vrouw: hebt gij alle mogelijke dingen bezworen, dat zij hem niet -kunnen beleedigen?" Frig antwoordde: er wast een kleine jonge boom +vrouw: »hebt gij alle mogelijke dingen bezworen, dat zij hem niet +kunnen beleedigen?" Frig antwoordde: »er wast een kleine jonge boom ten westen van Walhal [28], met name Misteltein (mistel, marentak, viscum) die mij te jong scheen om in eede genomen te worden." Daerop ging de vrouw heen. Loki trok nu den misteltein uit en ging daermede ter vergadering. Haudur, die blind was, stond aan het uiterste des kreits. Nu sprak Loki hem aen, en vroeg hoe het kwam dat hij niet -op Baldur schoot. Vooreerst," zeide hij, kan ik hem niet zien, -en ten tweede heb ik geen wapen."--Ik zal u toonen waer hij staet, +op Baldur schoot. »Vooreerst," zeide hij, »kan ik hem niet zien, +en ten tweede heb ik geen wapen."--»Ik zal u toonen waer hij staet, en schiet dan op hem met deze roede."--Haudur nam Misteltein en schoot naer Loki's aanwijzing op Baldur. Het schot doorboorde den goede die dood ter aerde viel. Dit is het allergrootst ongeluk, dat goden en @@ -1598,7 +1573,7 @@ een nieuw jaar in. Niet onwaarschijnlijk is dat van mythologischen oorsprong, en daar ook vele oude stukken in ons bezit zijn van landerijen, om -Oudewater gelegen [31], wier huur ook om dezen tijd: sonnendaegh nae +Oudewater gelegen [31], wier huur ook om dezen tijd: »sonnendaegh nae St.Martensdagh in den wynter" verschijnt, zoo zijn wij zeer geneigd aan te nemen, dat ook hier de mythologische jaaringang daarin een spoor naliet. @@ -1627,7 +1602,7 @@ de midwinterviering. Behalve dat, zou in Oudewater het voormalige tromslaan en het tegenwoordig nog in gebruik zijnde klokkespelen van twaalf tot een uur op nieuwjaarsnacht mede daaraan kunnen herinneren, te meer nog, -daar ook bij het meifeest het klokkegebeijer" wordt vernomen. +daar ook bij het meifeest het »klokkegebeijer" wordt vernomen. Niet, dat bij de heidenen het tromslaan, het buskruidschieten en klokkespelen uitgevonden was, zooals de lezer zal weten; maar het volk, @@ -1665,7 +1640,7 @@ partijen, waarmede men ook in Oudewater en omtrek veel op heeft, van mythologischen oorsprong zijn, zullen wij van den Bergh [33] laten beslissen: -In Februarij had mede een heidensch feest plaats. De Indiculus +»In Februarij had mede een heidensch feest plaats. De Indiculus superstitiones meldt: de spuralibus in Februario. [34] Bijzonderheden zijn mij daarvan niet bekend, doch mij komt hoogst @@ -1700,10 +1675,10 @@ Zou onze jaarlijksche Eijermaandag hieraan herinneren, die het laatst van Maart of met het begin van -April invalt? het is immers de maandag vr Paschen, en +April invalt? het is immers de maandag vóór Paschen, en - Het mag wezen zoo 't wil, + »Het mag wezen zoo 't wil, Paschen valt in Maart of April." @@ -1716,7 +1691,7 @@ herleving. In den Overijsselschen volksalmanak 1840 laat Halbertsma in zijne bijdrage over de Paasch-eijeren dit ook duidelijk blijken, en Dr. Leemans teekent in zijne beschrijving der romeinsche steenen -doodkisten aan: Onder de zinnebeeldige beteekenis van het ei, komt +doodkisten aan: »Onder de zinnebeeldige beteekenis van het ei, komt vooral die van herleving in aanmerking." Daarom legde men ook een ei in de doodkisten. [36] @@ -1752,7 +1727,7 @@ Het Meifeest. Hofmann van Fallersleben. -Omtrent zeer vele feesten is op te merken, dat, op den avond vr +Omtrent zeer vele feesten is op te merken, dat, op den avond vóór den feestdag zelven het vieren daarvan niet alleen reeds aanbreekt, maar er zelfs een groot gedeelte van beslaat. Zoo spreekt men bijv. van kers-avond, van St.-Nicolaas-avond, en nog een groot aantal voorbeelden @@ -1767,7 +1742,7 @@ of midwinterfeest zie hiervoren; het tweede is het Osterafeest, aan hetwelk nu de aandacht zal worden gewijd en dat insgelijks een zonnefeest was. -De zon heeft in de lentenachtevening gezegevierd: het reuzenvolk is +»De zon heeft in de lentenachtevening gezegevierd: het reuzenvolk is bestreden; de overwinnaar treedt de blijde woning binnen en zoo ook de geheele voorjaars-aarde. Freija (de aarde) ook Asterdis genaamd, viert feest, zoo ook de gansche natuur." [37] @@ -1782,14 +1757,14 @@ feestvertrek: zij, de moeder aarde, tooide zich immers ook in een met bloemen geschakeerd kleed, zij immers gaf haren kinderen het voorbeeld. [39] -Met Mei", zegt de groote oudheidkundige van den Bergh op bladz. 53 -van zijn critisch Woordenboek der Ned. Mythologie, met Mei hield +»Met Mei", zegt de groote oudheidkundige van den Bergh op bladz. 53 +van zijn critisch Woordenboek der Ned. Mythologie, »met Mei hield men onder de duitsche volken het begin van den zomer, en vierde daarom den eersten dag dier maand." Grimm beweert, Myth. 438, dat men daarvoor geen vasten dag bepaald had en dit slechts vaststelde naar toevallige teekenen, b.v. de komst van de eerste zwaluw of ooijevaar, of het bloeijen van het eerste viooltje. In Nederland, geloof ik, -was het niet zoo, waarvan het spreekwoord: eene zwaluw maakt nog +was het niet zoo, waarvan het spreekwoord: »eene zwaluw maakt nog geen zomer". De eerste Mei bepaalde hier den aanvang des zomers, en geen andere dag werd als zoodanig gevierd. @@ -1797,8 +1772,8 @@ Dan ook plantte men in Noorwegen, Zweden, Denemarken en IJsland meiboomen, met bloemen omhangen, en ontstak men feestvuren; dan was men in Denemarken gewoon te zeggen: de zomer rijdt het land binnen. -Aan dit vreugdevol meifeest namen vele aanzienlijken deel. Des nachts -van den 1 Mei," zegt de heer Budding [40], ving de tocht aan: jonge +Aan dit vreugdevol meifeest namen vele aanzienlijken deel. »Des nachts +van den 1 Mei," zegt de heer Budding [40], »ving de tocht aan: jonge mannen reden vooraan, daarop volgde de meigraaf (majgreve) met twee kransen versierd, waarvan eene op elken schouder; het overige gevolg had slechts eenen krans, en als zij dan op de plaats hunner bestemming @@ -1845,7 +1820,7 @@ achter. Dan neemt de bard het offermes, het lam wordt gebonden, voor het beeld gelegd, en het vlijmend offermes glijdt door den malschen hals, en het bloed bepurpert de blanke vacht. Terwijl het dier den doodstrijd kampt, sprenkelt de priester het bloed in de vlammen, over -de hoofden der priesteressen, en de roep: heil Frei en Freja!" wordt +de hoofden der priesteressen, en de roep: »heil Frei en Freja!" wordt heinde en ver herhaald. En zoo ver het oog draagt, ziet men heldervlammende lentevuren, terwijl @@ -1869,7 +1844,7 @@ het feestvuur knettert: En dan uw zoete bruid. -Dan laten de verdienstvolle schrijvers van Ons Vaderland" den +Dan laten de verdienstvolle schrijvers van »Ons Vaderland" den meigreef, nadat hij de maagdenrei langs hem heen heeft doen huppelen en zijne bloemkransen heeft opgeheven, aldus zingen: @@ -1931,7 +1906,7 @@ het heidendom geene grens. En nu het Meifeest, zoo als dit ongeveer een 15tal jaren terug door ons werd medegevierd. -Reeds eenige dagen vr die zoozeer gewenschte meiavond daar is, +Reeds eenige dagen vóór die zoozeer gewenschte meiavond daar is, zijn de knapen ijverig bezig voornamelijk het hunne tot het vieren daarvan aan te brengen. Allerwege houden zij zich onledig brandstoffen te verzamelen, en menige bewoner van Oudewater en omtrek wordt met @@ -2019,8 +1994,8 @@ In de aanvoerders zien wij de meigraven of barden waarvan wij spraken, en het voormalige meivuren branden op verschillende punten hield, zooals werd aangetoond, immers in onze kinderjaren nog stand. -Het oude noordsche spreekwoord: de zomer rijdt het land in" wordt -herinnerd door ons gezegde: de zomer is in het land". +Het oude noordsche spreekwoord: »de zomer rijdt het land in" wordt +herinnerd door ons gezegde: »de zomer is in het land". Het zingen en springen bij het feestvuur wordt nog door de knapen herhaald. @@ -2056,21 +2031,21 @@ delven, Haudur heeft met den misteltein den eerste gedood. De feestvuren van elders, spelen niet onduidelijk op den lijkbrand van Baldur. -Op Pinkster," zegt Hofdijk, kwamen de afgevaardigden der zeven +»Op Pinkster," zegt Hofdijk, »kwamen de afgevaardigden der zeven Friesche Zeelanden bij den bekenden Upsal-boom te zamen, en deze historische bijzonderheid doet aan Baldur denken," enz. Het vroegere oude gebruik van Gouda om zich voor Pinksteren met daauwslaan te verlustigen, is volgens Buddingh nog een overblijfsel van -het midzomerfeest. Insgelijks bestaat nog de oude feestgewoonte," -zegt hij immers, het midzomerfeest beschrijvende, om namelijk -op pinkstermorgen vr dag en dauw, zoo men het noemt, de stad te +het midzomerfeest. »Insgelijks bestaat nog de oude feestgewoonte," +zegt hij immers, het midzomerfeest beschrijvende, »om namelijk +op pinkstermorgen vóór dag en dauw, zoo men het noemt, de stad te verlaten, zich in het veld te verzamelen en met groen en bloemen te versieren, dat men dauwtrappen of dauwslaan noemt. Wie bij deze gelegenheid te laat in het veld komt, is van de geheele menigte de luilak. -In deze plaats verlaat men den zaturdag vr Pinksteren zeer vroeg +In deze plaats verlaat men den zaturdag vóór Pinksteren zeer vroeg zijne slaapplaats, en die te laat komt, of liever bij wien men het huis gesloten vindt, behangt men de woning met zoogenoemde kikkerbloemen (van de familie der coroniferae); zoodanige slaper is dan de vuiglak; @@ -2102,7 +2077,7 @@ zal worden gebragt. Hiervoor zij dus uwe bijzondere aandacht verzocht. Toen het Christendom ook in ons land over het heidendom allengs begon te zegevieren, werd menig gebruik van der heidenen natuurleer of godendienst, tot kinderspel verlaagd, de namen hunner goden werden -dikwijls door verachtelijke namen in afschuw gebragt; in n woord, +dikwijls door verachtelijke namen in afschuw gebragt; in één woord, menigmaal stelde men wat vroeger zeer in aanzien stond, in een bespottelijk daglicht, en zoo stak de duisternis van hunne dienst nog sterker af bij het licht, door de geloofsverkondigers ontstoken. @@ -2122,7 +2097,7 @@ Moet hier de lichtgod Baldur den luilak niet verbeelden, van wien men zingt: - Luilak is vroeg opgestaan"? + »Luilak is vroeg opgestaan"? Op de luilakken die lang slapen, kunnen wij toch wel niet toepassen, @@ -2136,7 +2111,7 @@ ruste in den dood. Wordt dit niet herdacht door: - En toen weer naar zijn bed gegaan"? + »En toen weer naar zijn bed gegaan"? Hoe het zij, de gelijkenis was o. i. te treffend om ze den mytholoog @@ -2160,13 +2135,13 @@ zelfs in 1605 te Oudewater nog zoo sterk in zwang zijn geweest, dat daartegen een verbod van den magistraat werd afgevaardigd, dit toch onder de kerkdienst te laten: -Dat niemandt van den burgheren ofte inwoonderen deser stede, wie +»Dat niemandt van den burgheren ofte inwoonderen deser stede, wie hy sy, op sondaghen ofte geordonneerde biddaghen, van 'smorgens ten neghen tot elf uren toe, zal mogen kaetsen." En op eene andere plaats: -Dat ook niemandt binnen deser stede op ter straten, op ten +»Dat ook niemandt binnen deser stede op ter straten, op ten kerckhove, uyte wateren bij de ramen, mitter kolven den bal slaen, noch metter slingher [48], ofte ander instrument steenen, ofte yet quetselikx werpen en sullen moghen, Ghelijck oock niemandt met boghen, @@ -2222,7 +2197,7 @@ en de volgende maand als het ware stilstond even als de godenmoeder treurende, herleeft in Augustus merkbaar, gelijk ook bij de koningin van Asgard, wier rouw ten einde gaat. De natuur doet het plantenheir nog eenmaal met kracht ontluiken, en daarna is de ontwikkeling voor -dat jaar geindigd, en de bladeren en de bloemen vallen weder af. +dat jaar geëindigd, en de bladeren en de bloemen vallen weder af. Loopen wij echter onzen tijd niet vooruit. @@ -2272,7 +2247,7 @@ dat men den Oestwagen nog kan hooren rijden. Voorzeker moeten wij ons hier verwonderen, hoe zoodanig bijgeloof zoo stand kon houden; de eenvoudige werkman zeide echter ook: veel van die zaken waren niet meer zooals ten tijde van zijn vader en toen hij -een jongen" was, aanwezig, want toen de Franschen in het land waren, +»een jongen" was, aanwezig, want toen de Franschen in het land waren, hebben deze dat weggenomen. En inderdaad, de man had hierin gelijk, dat op dien tijd het bijgeloof zoo in deze plaats als elders zeer veel verminderde, dat hier echter de plaats niet is om te bewijzen. @@ -2328,15 +2303,15 @@ herdenkt van den Zaligmaker. Het Osterfeest, waarin men het verrezen zonlicht herdacht, werd het feest van den verrezen Godmensch. Nog noemt men in Duitschland -April Ostermonat, en het Paaschfeest Ostern. De opstanding van +April Ostermonat, en het Paaschfeest Ostern. »De opstanding van onzen Goddelijken Verlosser was de opgang van het morgenlicht der -eeuwigheid," zegt de heer Hofdijk, van het licht der onsterfelijkheid, +eeuwigheid," zegt de heer Hofdijk, »van het licht der onsterfelijkheid, glansender en heilrijker dan het rijzend licht van Astera." Ziedaar genoeg om het feest der godinne in dat van den verrijzenden Heiland te vervormen. -In Junij, de maand waarin Pinksteren gewoonlijk invalt," -zegt laatstgenoemde schrijver weder, en de zon heur hoogste +»In Junij, de maand waarin Pinksteren gewoonlijk invalt," +zegt laatstgenoemde schrijver weder, »en de zon heur hoogste standplaats heeft, vierden de noordsche goden het feest van Baldur, den schoonste van hen allen, den lichtgod, en de menschen hielden ter zijner eer het midzomerfeest. En om die onuitwischbare vierdagen te @@ -2362,7 +2337,7 @@ als wij zagen, in Augustus plaats hadden en ook, volgens bepaling van een van Hollands graven, nog op drie andere tijden, ook in Oudewater na gehouden vacantie op eigenaartige tijden werden hervat. -Schepenen voors sullen onghehouden zyn ter vierschare te compareren, +»Schepenen voors sullen onghehouden zyn ter vierschare te compareren, omme partyen regt te administreren op de ordinaris vacantiedagen, Beginnende d'eerste vacantie, vastelavontsdagh, [54] ende ghedurende acht daghen. De tweede beginnende acht daghen voor Paesschen [55] @@ -2472,8 +2447,8 @@ de marktdagen en kermissen aan de heilige tijden verbonden werden. Van daar dan welligt eveneens den eijermaandag; van daar dat de tweede vacatie van schepenen op Maandag werd hervat; van daar de Kaaloorsche kermis op Maandag. De zesde vacatie van schepenen was insgelijks op -Maandag geindigd; het begin van het oude kermisfeest was op dien -dag, en ook liet zich het carillon vr eenige jaren van tien tot +Maandag geëindigd; het begin van het oude kermisfeest was op dien +dag, en ook liet zich het carillon vóór eenige jaren van tien tot elf ure op Maandag hooren. Zie, het zou toch al heel toevallig zijn, zoo hier geene mythologie ten grondslag ligt en alles toeval is. @@ -2581,7 +2556,7 @@ ese, esch, en de overgang van hase in hese, hees, enz. Zekere landen tusschen Oudewater en Montfoort, de Es-kampen genaamd, krijgen hierdoor ook eene zeer oude beteekenis. -Dat overigens Heeswijk van vrchristelijke dagteekening is of kan +Dat overigens Heeswijk van vóórchristelijke dagteekening is of kan zijn, blijkt uit zijn hoogen kleibodem, die vroeg bewoonbaar was, en uit de verklaring van laatstgenoemden mytholoog, dat Looen en beeken zoowel als wouden, bergen, terpen, wijken en hoven aan de Asen kunnen @@ -2594,7 +2569,7 @@ aangetoond. Mastwijk, Bulwijk, Cromwijk en Vlooswijk, die allen in den omtrek liggen, houden wij insgelijks vici te zijn. Had men veel zoodanige wijken en terpen bij elkander, zegt Buddingh, -bladz. 8, dan maakte dit bij de oude germanen eene gooi, go, dat is +bladz. 8, »dan maakte dit bij de oude germanen eene gooi, go, dat is land of landschap. In dezer voege Buddingh. ZEd. veroorlove mij echter hem op te merken, @@ -2666,7 +2641,7 @@ verwant. Wat beteekent echter Lin? Toetsen wij dit aan de Mythologie. De godin Freija had hare gezellinnen: Lina was er eene van. Deze was zeer zacht -van inborst, zij was de vriendelijke troosteresse des menschdoms, +van inborst, »zij was de vriendelijke troosteresse des menschdoms, die de menschen beschermt voor onheil en den lijdenden de tranen afkust." [63] Bij de Saxers was zij bekend onder den naam van Hlijn, Linia, Lin. @@ -2703,7 +2678,7 @@ Daarnaast, ligt naar Oudewater op: Vliet. Bij hooge watervloeden vlugtte men in vroeger tijden, toen rivieren en -zeen, nog door geene dijken geboeid, onbelemmerd daarheen stroomden, +zeeën, nog door geene dijken geboeid, onbelemmerd daarheen stroomden, naar terpen en wieren, ook op bladz. 44 bij Buddingh Vliedbergen genaamd. Ook bij Oudewater hebben wij, zooals boven kan gezien worden, nog eene streek Vliet genaamd. Vroeger stond daar een kasteel @@ -2786,7 +2761,7 @@ Ook de naam van het naburige Popelendam herinnert aan watergeesten. Bladz. 82 immers lezen wij bij Buddingh: -Men schijnt ook nog andere watergeesten te hebben gehad, doch die, +»Men schijnt ook nog andere watergeesten te hebben gehad, doch die, zooals wij vermeenen, achter den algemeenen naam van Nikkers en Niksen wegschuilen, als de Bomme en Bommelo, de Pope en Popelo." Grimm kent de Bude (Butzman) den Popel, Popelman. Ook in Delft heeft men nog @@ -3101,9 +3076,9 @@ in begeestering: Is verdwenen, doch de naam nog Lispelt van verganklijkheid. - Geen frameen meer, geen schilden + Geen frameeën meer, geen schilden Hangen aan den trotschen eik, - En de lijkasch dezer wilden", + En de lijkasch dezer »wilden", Werd vereend met de IJsselslijk. @@ -3122,7 +3097,7 @@ die, oudheidkundig beschouwd, de eene al interessanter zijn dan de andere. Meestal droegen zij onmiskenbare bewijzen van vroege bewoning, door het aanwezig zijn van heele en verbrokene oudheden. [72] -Die tempelhoven," zegt Buddingh, waren tevens tempelwouden. Dat +»Die tempelhoven," zegt Buddingh, »waren tevens tempelwouden. Dat het hof van Wateringen vroeger door hoog geboomte omringd was, is mij bij herhaling verzekerd, en nog ligt de hofwoning in het woud, gelijk het geheele vriendelijke dorpje zelf even als het hof in het @@ -3163,11 +3138,11 @@ Zeer treffend ligt in het oude Barwouts of Barboswaarder insgelijks een Hofwaarder; dat dit op dezelfde wijze verklaard wordt door ons, behoeft niet te worden gezegd. -Verder zegt laatstgenoemde schrijver, dat vele dier hoven +Verder zegt laatstgenoemde schrijver, »dat vele dier hoven tot een aantal plaatsnamen hebben aanleiding gegeven, komt mij als ontegensprekelijk voor. Een naauwkeurig onderzoek zoude het kunnen ophelderen, of aldus Vollenhoven, Schoonhoven, Zevenhoven, -Achttienhoven en vele andere vooral in Zeeland tot de tijden vr +Achttienhoven en vele andere vooral in Zeeland tot de tijden vóór het Christendom aldaar opklimmen." Wat het nabijgelegen Schoonhoven aangaat, deelen wij zoowel den @@ -3198,15 +3173,15 @@ Gaarne rangschikten wij hieronder nog: de kikkerbloem, (Chaerophyllum silvester) die men op Vuige Pinksteren aan de woningen hangt. In het Christendom zelfs hield de gedachte aan deze vereering nog -z stand onder het volk dat ook toen nog bijgeloof aan planten +zóó stand onder het volk dat ook toen nog bijgeloof aan planten geschonken werd; zoo verhaalt men van eene plant met roode vlekken, dat deze onder het kruis zijnde van den Zaligmaker, met bloed bevlekt werd en sedert altijd met roode vlekken op de bladeren is. -Ook aan de klaverplant met meer dan gewone bladen, waarvoor de boeren +Ook aan de klaverplant met meer dan gewone bladen, »waarvoor de boeren zooveel geld bieden" volgens de overlevering, is welligt bijgeloof verbonden. Bij laatstgenoemden bleef immers het langst het bijgeloof -aanwezig, en dikwijls treft men nog een klaver van vieren" in boeken +aanwezig, en dikwijls treft men nog een »klaver van vieren" in boeken bij hen aan. Dat ook boomen vereerd werden, is ontegenzeggelijk. De heer van @@ -3219,14 +3194,14 @@ zegt dat zij het hout leverden voor tooverroeden en wigchelstokken, vonderhouten genaamd. Bijzonder echter waren de eik en de linde gewijde boomen. Van -eerstgenoemde vindt men meer dan n voorbeeld aangehaald. Op 's +eerstgenoemde vindt men meer dan één voorbeeld aangehaald. Op 's Grevehof in Zutphen werd het leengerigt gehouden onder een eik en linde. Nog meerdere worden vermeld in genoemd werk, o.a. deze uit Wolff's Niederl. Sagen: Een man ging des avonds laat van Koekelenberg naar Molenbeek. Onder weg moest hij een overouden eik voorbij, waarvan de stam reeds geheel hol was. Daar komende zag hij eene vlam om den boom spelen, en toen hij wilde zien wat dat was, hoorde hij eene -vreeselijke en holle stem die hem toeriep: gaat aan; voor u is de dag, +vreeselijke en holle stem die hem toeriep: »gaat aan; voor u is de dag, de nacht is voor mij!" en bij elk woord schoot eene vlam uit den boom. Hier is, zoo leest men verder, duidelijk eene herinnering aan de @@ -3451,7 +3426,7 @@ gedaante over het water, juist tusschen twaalf en een uur. Dat de nikkers wijders groen haar hebben, bleek nog uit dit versje: - Zaagt ge immermeer op de oceaan gevaren; + »Zaagt ge immermeer op de oceaan gevaren; Als de avondzon in 't golvend schuim verzonk, Een zeemeermin zich wieglen op de baren, Wen dijnend schoon haar groene vlecht doorblonk." @@ -3471,7 +3446,7 @@ haar hebben. VUURDIENST. -Vuur- en Waterdienst zijn zeer met elkander verwant," zegt Buddingh, +»Vuur- en Waterdienst zijn zeer met elkander verwant," zegt Buddingh, en naar onze meening te regt. Zagen wij immers niet het meivuur, dat onder dit hoofdstukje kan gerangschikt worden, aan den IJssel branden? Ook dit zij nader herinnerd, als over den lijkbrand zal @@ -3527,7 +3502,7 @@ zij onder dit stuk gedacht. VOGELVEREERING. -Dat is een geluksvogel; die een ongeluksvogel!" zoodanig gezegde +»Dat is een geluksvogel; die een ongeluksvogel!" zoodanig gezegde zult gij, geachte lezer, wel dikwijls vernomen hebben. Doch bij dat vernemen heeft menigeen er niet aan gedacht, dat men ook hiervan den oorsprong in de mythologie onzer vaderen te zoeken had. @@ -3553,7 +3528,7 @@ is het gebruik der palmpaschen, die dikwijls met afbeeldingen van zwanen zijn versierd, opmerkelijk. Te opmerkelijker omdat ook die welligt weder tot kinderspel overging. -Zwaluwen zou ik niet gaarne verstoren," zeide mij iemand, want +»Zwaluwen zou ik niet gaarne verstoren," zeide mij iemand, »want die staan in de Schrift beschreven." Ook dit zoeken wij als in de mythologie van origine zijnde: velen toch beschouwen ook zonder deze uitlegging de zwaluwen als heilaanbrengende vogels. @@ -3566,7 +3541,7 @@ men oppervlakkig niet zou vermoeden. Men kent daarin bij de Trolden de vuurroode, de gele bij de Asen, en de zwarte in de onderwereld. Het hanensabalen op de Kaaloorsche kermis bij HOENkoop, het vermeld -vinden van: offert den goden een haan," en de zeer interessante +vinden van: »offert den goden een haan," en de zeer interessante bijdrage, die wij nog nergens aantroffen: dat men, bij het verhuren van landerijen, bij den huurprijs nog een haan moest voegen, als die leverbaar was, kunnen o.i. allen aan deze vereering doen denken. @@ -3594,7 +3569,7 @@ gezegde van van Bossu in 1573, toen hij voor deze plaats met zijne soldaten en gepreste boeren het hoofd stiet [79]: - Al eerder een jaar ten einde zou gaan, + »Al eerder een jaar ten einde zou gaan, Zal ik er door jagen den rooden haan." @@ -3624,7 +3599,7 @@ ongemeene merkwaardigheid stond. Zie hier wat hij er van heeft opgeteekend: [80] -Er is daarvan door Corn. Aurelius in zijne Batavia 41, bladz. 77-79 +»Er is daarvan door Corn. Aurelius in zijne Batavia 41, bladz. 77-79 deze volgende sage geboekt: Een Athener Demarchus die tot de lijfwacht des keizers Constans @@ -3654,13 +3629,13 @@ Deze komen onder verschillende benamingen voor. Mr. van den Bergh Door de kaboutermannetjes is hetzelfde te verstaan. -Dreutel," zegt laatstgenoemde schrijver, beteekent, gelijk keutel, -de drek van schapen. Door het Christendom," vervolgt hij, is de naam +»Dreutel," zegt laatstgenoemde schrijver, »beteekent, gelijk keutel, +de drek van schapen. Door het Christendom," vervolgt hij, »is de naam in verachting geraakt, en, gelijk bij de Israeliten vreemde goden drekgoden heeten, tot benaming voor het laagste en verachtelijkste gebruikt." -De echte beteekenis," zegt deze geleerde, is echter nog niet geheel +»De echte beteekenis," zegt deze geleerde, »is echter nog niet geheel versleten; ik herinner mij een kinderliedje, beginnende: @@ -3673,7 +3648,7 @@ vervolg daarvan ter nederschrijven, zooals de jeugd dit in Oudewater opdreunt: - Jij plukt al mijn bloemetjes weg, + »Jij plukt al mijn bloemetjes weg, Jij maakt het al te grof." @@ -3782,7 +3757,7 @@ juist, dan liet de maanvereering daarin een spoor na. [83] Nog onder een anderen naam werd de maan vereerd. Als god des tijds werd hij Tyr (Tijs) genoemd. -De oude germanen begonnen of mogten den krijg niet vr nieuwe maan +De oude germanen begonnen of mogten den krijg niet vóór nieuwe maan aanvangen; alzoo reeds een bewijs dat zij invloed op de overwinning had. @@ -3799,7 +3774,7 @@ hem vermeld. [84] Hertha.--Nu rest ons nog iets van Hertha, Frowa, Frau uit dit oord te verhalen, en ons drietal is ook hier aangetoond. Niet alleen dat wij dit kunnen doen, maar wij zullen in de gelegenheid zijn, dit ook -z te doen, dat wij zonder voorliefde moeten getuigen, dat het in +zóó te doen, dat wij zonder voorliefde moeten getuigen, dat het in ons land, onzes erachtens, niet meer zoo bekend is. Hertha, Freija, Frowa, Frau.--Reeds heeft men hiervoren gezien, dat @@ -3811,7 +3786,7 @@ Frigga of Frigge, welke men voor dezelfde houdt als Hertha. Deze naam geeft het denkbeeld van de aarde te kennen, welke algemeen door de heidenen als de vruchtbare moeder, voedster, onderhoudster, weldoenster der menschen, geefster en uitdeelster van welvaart en -zegen, en voortbrengster van allerlei vruchten geerd en aan welke +zegen, en voortbrengster van allerlei vruchten geëerd en aan welke onder de godheden een hooge rang toegedeeld werd," enz. Het is natuurlijk dat, indien Frigga ook Hertha genoemd wordt, Hertha @@ -3874,12 +3849,12 @@ zouden kunnen nederschrijven, vooreerst uit onzen omtrek nog dit: Waart gij, geachte lezer, ooit op een boeren-vastenavondpartje? Indien gij dit bevestigt, dan kwam men u ook nog ongetwijfeld aanzoeken eens te klinken, en wildet gij dit verzoek dan niet weigeren, dan -hebt gij, hun gebruik niet kennende, nmaal geklonken zooals dit +hebt gij, hun gebruik niet kennende, éénmaal geklonken zooals dit onder ons gebruikelijk is bij dergelijke gelegenheden. Dit was hun echter niet genoeg: gij moest dit nu ook doen zooals het behoorde, en nog twee malen stooten. [90] Indien gij dan naar de reden van dit gebruik gevraagd hadt, zou men u gezegd hebben: "Wat reden? dit hoort -zoo; alle goeije dingen bestaan in drien!" +zoo; alle goeije dingen bestaan in drieën!" Wat is de reden? herhaalt ons welligt de lezer.--Luister; het drinken op iemands gezondheid, een toast slaan, zoo men het noemt, is van @@ -3960,7 +3935,7 @@ insgelijks daarmede in verband kunnen worden gebragt. Immers, zij hadden voor die eerdienst zoodanige gehechtheid, dat de critische van den Bergh zich er aldus over uitlaat: [92] -Deze eerdienst was zoo diep bij hen ingeworteld, dat die nimmer +»Deze eerdienst was zoo diep bij hen ingeworteld, dat die nimmer geheel is uitgeroeid kunnen worden, niettegenstaande de Christelijke geloofspredikers aanhoudend ten sterkste daartegen ijverden en deze dienst als heidensch en vloekwaardig afmaalden en ook vele wetten @@ -4028,14 +4003,14 @@ waarin later de Christen zijne lijken begroef. b. In den omtrek der Groote kerk vertrouwden de heidenen hunne dooden. - Id solum observatur, ut corpora clarorum virorum certis + »Id solum observatur, ut corpora clarorum virorum certis lignis crimentur. Struem rogi nec vestibus nec odoribus cumulant, sua cuique orma, quorundam igni et equus adjecitur.--Sepulcrum cespes erigit." Tacitus, de Mor. Germ. - Levenden en dooden behooren hier toch tot n geslacht, + »Levenden en dooden behooren hier toch tot één geslacht, slechts in tweederlei woning: in die der werkzaamheid en rust." @@ -4053,13 +4028,13 @@ niet dezelfde. Freijer beval het begraven der lijken in grafheuvelen. -Odin wilde dat men het lijk verbrandde en de asch f in de zee wierp -f in eene lijkbus in een ronden grafheuvel bijzettede. [95] +Odin wilde dat men het lijk verbrandde en de asch òf in de zee wierp +òf in eene lijkbus in een ronden grafheuvel bijzettede. [95] Bij Blommaert [96] vinden wij o. a. nog in dezer voege omtrent heidensche begrafenisplegtigheden gewag gemaakt: -Uit het geloof aen de Walhalla, waer niemand dan gesneuvelden werden +»Uit het geloof aen de Walhalla, waer niemand dan gesneuvelden werden toegelaten, kwam de dood op het slagveld vereerend voor. Daerop te vallen was de zaligste dood des Belgs." [97] @@ -4080,14 +4055,14 @@ En zoo was het, genegene lezer: Zijn strijdbijl of zijn zwaard daar doelloos hangen zag, Dan kiemde soms de lust van d'aard zich te bevrijden, Dan slaakte hij den wensch: mogt ik het dezen dag! - 't Is eervol," zei hij dan, te leven of te sterven: + »'t Is eervol," zei hij dan, »te leven of te sterven: Te leven op de jagt, te sneuvlen op het veld; Waarom, Walkuren[98]! moest ik deze gunste derven? Groot, groot toch is het loon te sneuvlen als een held!" Zie, daar treedt een priester nader Met een langen, witten baard; - En de kranke zegt hem: Vader! + En de kranke zegt hem: »Vader! Ik ben 't leven moe op aard. Nimmer mogt uw uitspraak falen. @@ -4095,13 +4070,13 @@ En zoo was het, genegene lezer: Toeven mij Walhalla's zalen, Of neemt Hela[99] mij ten buit?"-- - Hoor" dus zegt de priester plegtig, - 't Vooglenheir en 't heilig ros [100]; + »Hoor" dus zegt de priester plegtig, + »'t Vooglenheir en 't heilig ros [100]; Vriend, de goden zijn geregtig, Maak uw band met Midgard [101] los. 't Voegt den held als held te sterven; - Dappre, 't is de wil der gon; + Dappre, 't is de wil der goôn; Hela zal u niet verwerven: In Walhalla is uw loon." @@ -4111,12 +4086,12 @@ En zoo was het, genegene lezer: Het was der goden wil, zijn lichttoorts was gedoofd. -Het lijk eens gesneuvelden vorsten," aldus vervolgt Blommaert, werd +»Het lijk eens gesneuvelden vorsten," aldus vervolgt Blommaert, »werd op een versierd bed gelegd, en in het beste gewaed of wapenrusting gehuld, getooid met zwaerd en schild." - En uitgestrekt en koud ziet men den held daar liggen, + »En uitgestrekt en koud ziet men den held daar liggen, Gekleed in wapendos, en naast hem schild en zwaard; Als markbod was hij steeds de voorste in de wiggen [102], Nu is hij in Walhal en beter dan op aard." @@ -4132,11 +4107,11 @@ Zoo bijv.: Het was Alfadurs wil dat deze held ging scheiden; Heft dus den horen op, wijl hij zich reeds verblijdt - Bij 't roemrucht voorgeslacht. Geindigd is zijn lijden; + Bij 't roemrucht voorgeslacht. Geëindigd is zijn lijden; Heft, heft den horen op; hem zij dees dronk gewijd! -Dan had eene uitvaert plaets. De doode, door zyn geslacht en gebueren +»Dan had eene uitvaert plaets. De doode, door zyn geslacht en gebueren gevolgd, werd naer de begraefplaets gedragen, gewoonlijk (let wel) in de nabyheid van het woud of de kerk der landstreek. Daer werd het doodenmael gehouden, het lijk op een houtstapel tot assche verbrand @@ -4244,7 +4219,7 @@ altans, wij keerden zonderling aangedaan huiswaarts. Vraagt gij, geachte lezer: Waar is de heuvel? waar de urne?--het wederwoord is: de heuvel is reeds vroeger geslecht, welligt toen de eerste hut of het eerste huis daarop gebouwd is. En de urne zal -waarschijnlijk f verbroken f welligt tot huiselijk gebruik zijn +waarschijnlijk òf verbroken òf welligt tot huiselijk gebruik zijn ingerigt. Alleen de houtskolen en de beenderen bleven en werden onder de dit jaar opgebrokene bevloering bedolven, dewijl de industrie van het verkoopen der kalkachtige overblijfselen van dieren en, @@ -4340,7 +4315,7 @@ en zij werden weder in den grond bedolven onder de nieuwe bevloering. Ach, smaken zij die rust, die stille rust, die wij eenmaal ook onze assche toewenschen! Denke er zoo ieder over; wij zagen het immers: -levenden en dooden behooren hier toch tot n geslacht, slechts in +levenden en dooden behooren hier toch tot één geslacht, slechts in tweederlei woning: in die der werkzaamheid en rust. @@ -4352,7 +4327,7 @@ tweederlei woning: in die der werkzaamheid en rust. BEGRAFENISPLEGTIGHEDEN VOORHEEN EN NU. - En wat ik al gaarne bijwoon of niet--men zal mij al zeer + »En wat ik al gaarne bijwoon of niet--men zal mij al zeer ligt bij een Christelijk feest aantreffen. Ook vindt gij mij ligt bij eene begrafenis, als als ik @@ -4376,7 +4351,7 @@ verwisseld had, hem dronken ter eere brengen en bezoeken. Ook in onzen tijd komt men dikwijls ten sterfhuize om den doode te zien, en al brengt men hem nu geen dronken meer toe: de stille traan, -heenbiggelende over de heete wang, en uw gezegde: hij was groot en +heenbiggelende over de heete wang, en uw gezegde: »hij was groot en regtschapen" zegt niet minder. Bij de heidenen had men reeds een lijk-aanvoerder, die met de @@ -4388,17 +4363,17 @@ Boerenbegrafenissen zijn alhier nog het meest eigenaartig en het meest met het grijs verledene instemmende. Ook Hofdijk maakt hiervan gewag. Zie slechts wat hij op bladz. 75 -van zijne Historische landschappen" zegt, over eene begrafenis der +van zijne »Historische landschappen" zegt, over eene begrafenis der ouden schrijvende: -Ware het nu spade schemering en niet slechts dalende zonne, zoodat +»Ware het nu spade schemering en niet slechts dalende zonne, zoodat u de aloude dragt en het voorkomen der Germanen niet in het oog viel en gij slechts de donkere gedaanten langs u voorbij zaagt gaan--gij zoudt gelooven eene gewone dorpsbegrafenis te hebben aanschouwd. -Ook thans nog treft u de overeenkomst van het eerwaardig gebruik", +»Ook thans nog treft u de overeenkomst van het eerwaardig gebruik", en Buddingh, het zelfde onderwerp beschrijvende, meldt in dezer voege: -dat men bij begrafenissen ook steeds veel prijs stelde (vroeger en +»dat men bij begrafenissen ook steeds veel prijs stelde (vroeger en ten platten lande meer dan thans in de steden) op het beijeren, op het bombam van klokken, ten einde daardoor den duivel te verschrikken of van het lijk te houden, schijnt wel eenigzins ons vermoeden te @@ -4426,7 +4401,7 @@ nog, als ten tijde van het heidendom, de lijkaanvoerder of bidder; ter zijde van dezen loopt [114] een agent van policie, dan volgen de dragers met de zwarte lijkbaar, en daarachter de nabestaanden, vrienden en geburen, de mannen met rouwfloers om den hoed, soms tot -aan de knin van achter afdalende, de vrouwen insgelijks in rouwgewaad +aan de kniën van achter afdalende, de vrouwen insgelijks in rouwgewaad met regenkleeden over het hoofd, waarachter hun aangezigt soms bijna geheel wegschuilt. @@ -4458,9 +4433,9 @@ uwe aanmerking is teregt. Prikkelt dit welligt uwe weetgierigheid hiervan iets meer te weten, zoo luister: -Wat de begrafenismaaltijden en lijkburen onder het heidendom waren," -zegt Buddingh, bladz. 147, schijnt ons toe, te blijken door hetgene -Aug. Schrader, Germ. Myth. 1843 (uit Boltens Gesch. der alten +»Wat de begrafenismaaltijden en lijkburen onder het heidendom waren," +zegt Buddingh, bladz. 147, »schijnt ons toe, te blijken door hetgene +Aug. Schrader, Germ. Myth. 1843 (uit Boltens »Gesch. der alten Ditmarsen", I, 315, enz.) aanhaalt, welke laatste berigt, dat het heidendom gewoon was, na het ter aarde bestellen der asch aan ieder die deze plegtigheid hetzij uit aanverwantschap of nabuurschap had @@ -4476,14 +4451,14 @@ paarden voor den lijkwagen; bij den buurman vindt ook het lijkmaal plaats, en waarin bestaat dit--bij de heidenen, zagen wij, in bier; en waarin nog--in brood en bier. -Het heidendom," dus zegt Buddingh nog, schijnt echter een duidelijk +»Het heidendom," dus zegt Buddingh nog, »schijnt echter een duidelijk onderscheid gemaakt te hebben tusschen dezulken die aan eene ziekte, en anderen die in den oorlog of een gevecht overleden of gevallen waren. De eersten werden in het Noorden Bior (ons Piers) genoemd." Het verschil is hiervoren reeds aangetoond, doch indien het dus waar is (waaraan wij niet twijfelen) dat een buiten het gevecht gestorvene, piers genoemd werd, dan verklaren wij daaruit tevens ons Oudewatersch -spreekwoord: hij is zoo dood als een pier". +spreekwoord: »hij is zoo dood als een pier". @@ -4501,7 +4476,7 @@ Christendom waren bedekt, en toch hebben wij het gewaagd dien sluijer op te ligten en rond te zoeken in den mythologischen chaos van weleer. Mogen deze woorden--hopen wij--niet euvel worden opgenomen! Indien wij -toch, vr er iets van de Mythologie dezer belangwekkende plaats in +toch, vóór er iets van de Mythologie dezer belangwekkende plaats in het licht was, door bestudeerden ons de aanmerking hoorden maken met een spottenden trek op het gelaat; hoe het mogelijk was? Oudewater mythologisch te beschouwen; dan moet er wel een dikke sluijer over @@ -4513,7 +4488,7 @@ van onbevoegde beoordeelaars. Bijna alles echter wat vermeld is, schreven wij meest op het gezag van geleerden, en wij maakten voor Oudewater en omtrek de toepassing, verkregen--wij durven het zeggen--door langdurige studie en scherp onderzoek; en wij passen nu -gerust de woorden van Hofdijk toe ook op dit oord: Zoo gaat het oude +gerust de woorden van Hofdijk toe ook op dit oord: »Zoo gaat het oude heidendom, al is het ook met gemaskerd, met dikwerf gansch verhuld gelaat, nog altoos onder ons rond." Men neme echter in aanmerking, dat de vermelde daadzaken brokstukken, niet dan hier en daar verspreidde @@ -4550,7 +4525,7 @@ mede wat onmiskenbaar verhevens tevens zij hadden die in den nacht van ongeloof omdoolden en zich nog niet konden verwarmen aan de koesterende stralen van het gezegende Christendom; die fragmenten leerden ons oordeelen over het geheel dat verloren is,--deden ons eindelijk zien, -dat deze plaats of gepaster dit oord reeds vr de invoering van het +dat deze plaats of gepaster dit oord reeds vóór de invoering van het Christendom in ons vaderland, bewoond werd door onze voorouders van Germaanschen stam. Welke echter de namen onzer voorouders in deze oorden waren, zij ons vergund onder ons geschiedkundig gedeelte te @@ -4570,29 +4545,29 @@ III. NAMEN ONZER VOOROUDERS IN DEZE OORDEN. -Vijf-en-twintig eeuwen terug, en +»Vijf-en-twintig eeuwen terug, en Nog lag Europa woest. De nevel der barbaarschheid Hing zwaar, en dunde pas aan 't zuiden voor de schaarschheid Van enkle stralen lichts, het oosten uitgestroomd, En boorende in die nacht, meer dan verwellekoomd; Doch 't Noorden, overzwermd door onbekende horden, Die als het kruid der heide, ontloken - en verdorden, Ontstonden, streden en vergingen op een bom, + en verdorden, Ontstonden, streden en vergingen op een boôm, Woest als hun aart, wild als hun tochten en den toom Zoo min gewend als zij. . . . . . . . . . . - . . . . . . . . Noord-Nerland half in zee Bedolven, bood den - zwervers oord noch ste Dan eerst op Drenthes grond, waar + . . . . . . . . Noord-Neêrland half in zee Bedolven, bood den + zwervers oord noch steê Dan eerst op Drenthes grond, waar donkre boschwaranden De heuvelige hei belomren tot de stranden Des Noorder oceaans." Hist. Landschappen van Hofdijk, blz. 34. - Op denzelfden voet zoude ik u kunnen aantoonen van andere + »Op denzelfden voet zoude ik u kunnen aantoonen van andere volken, dat zij van de Celten gesprooten zijn, doch deeze zijn de voornaamsten op welke wij betrekking hebben, en er blijft - dus geen twijffel over, of de Nederlanden, die f tot de - Gallien f tot Germanie behooren, zijn ook door dezelve + dus geen twijffel over, of de Nederlanden, die òf tot de + Gallien òf tot Germanie behooren, zijn ook door dezelve bevolkt geworden." De aloude Staat en Geschiedenissen der Vereenigde @@ -4620,7 +4595,7 @@ e. Waar die dus inheemsche plaatsnamen noemden, waren die meestal gelatiniseerd, en hoewel soms eenige overeenkomst met de tegenwoordige hebbende, zijn zij dikwijls zeer onkenbaar geworden. -f. Vor, ten tijde van, en n der Romeinen verblijf in ons land, +f. Vóor, ten tijde van, en nà der Romeinen verblijf in ons land, was het bevolkt door een aantal volksstammen, die elk hun eigen naam hadden, hetwelk natuurlijk de verwarring vermeerderde, als men de grenzen hunner bewoning moest aanduiden. @@ -4659,15 +4634,15 @@ oorkonden of geschiedrollen te vervaardigen, dan immers stuitten zij op de werktuigen waarmede. Hoe duister de bevolking van eenige landen ook wezen moge, zoo houdt -men toch Azi als het moederland, en brandpunt dat Europa bevolkte, +men toch Azië als het moederland, en brandpunt dat Europa bevolkte, en om dit te bewijzen, zullen wij voornamelijk Engelberts' aangehaalden -Aloude staat" volgen. +»Aloude staat" volgen. De Celten--zoo worden de oudste volken van bijna geheel Europa en ook van ons land genaamd--de Celten waren Scythische volkeren. Deze Scythiers waren weleer het grootste volk van den aardbol. Zooals -wij reeds opgemerkt hebben, woonden zij in Azi en wel binnen en +wij reeds opgemerkt hebben, woonden zij in Azië en wel binnen en buiten het gebergte Imaus in het noordelijk gedeelte van laatstgenoemd werelddeel. Eene sterke vermenigvuldiging van hunnen stam was echter oorzaak, dat zij zich wijd en zijd verspreidden, en de Sarmaten en @@ -4680,23 +4655,23 @@ daar over naar de eilanden der Middellandsche zee, naar Europa en Klein-Azie. In het Noorden zullen de Celten door Moscovien insgelijks in Europa -f vrijwillig f uit noodzakelijkheid gedrongen zijn en, door den +òf vrijwillig òf uit noodzakelijkheid gedrongen zijn en, door den oceaan gestuit, meer zuidwaarts zijn getrokken, totdat zij elkander eindelijk ontmoetten, en alzoo Europa met inwoners vervuld was. En dit, geachte lezer, is de meest waarschijnlijke eerste bevolking van het werelddeel en het land dat wij bewonen. -Twijfelt men er nog aan, dat Europa door bewoners uit Noord-Azi is +Twijfelt men er nog aan, dat Europa door bewoners uit Noord-Azië is bevolkt geworden, zoo zie verder: -Dat Azi reeds vroeg bevolkt was vr andere landen, weten wij uit de -H. Schrift. Ook is het bekend, dat in Zuid-Azi reeds vroeg, zeer vroeg +Dat Azië reeds vroeg bevolkt was vóór andere landen, weten wij uit de +H. Schrift. Ook is het bekend, dat in Zuid-Azië reeds vroeg, zeer vroeg kunsten en wetenschappen op een hoogen trap van ontwikkeling waren, -toen N.-Azi, laat staan andere volken, nog in diepe onwetendheid +toen N.-Azië, laat staan andere volken, nog in diepe onwetendheid begraven lagen. -Was Europa dus uit Zuidelijk Azi gepopuleerd, dan hadden zij ook de +Was Europa dus uit Zuidelijk Azië gepopuleerd, dan hadden zij ook de kunsten en wetenschappen medegebragt die zij reeds hadden. De Celten nogtans waren wild en ruw, en hadden dus met de primitieve zuidelijke bewoners weinig gemeen. @@ -4707,7 +4682,7 @@ hunne liefelijke landstreek met haren schoonen blaauwen hemel zoo een contrast aanbood met het onbebouwde en toen ter tijd meestal mistige Europa. -De Scytiers van Noordelijk Azi echter hadden daarvoor meerdere +De Scytiers van Noordelijk Azië echter hadden daarvoor meerdere geschiktheid. De sobere levenswijze die zij leidden, maakten hen bestand tegen de vele ongemakken waarmede zij hier zouden te kampen hebben. @@ -4720,10 +4695,10 @@ Sarmaten en over hunne begrenzing met de Celten, welke laatsten ook, ter onderscheiding der eersten, Scyto-Celten genoemd werden--hoe er door die begrenzing en ondereenmenging weder een andere volksstam, die der Finnen, ontsproot--hoe de Sarmaten de grenzen van Europa en -Azi in het Noorden besloegen, terwijl Zweden, Noorwegen, Denemarken, -Duitschland, Groot-Brittanni, Spanje en een gedeelte van Itali en +Azië in het Noorden besloegen, terwijl Zweden, Noorwegen, Denemarken, +Duitschland, Groot-Brittannië, Spanje en een gedeelte van Italië en Sicilien, enz. door de Celten ingenomen werd; en hoe zij zich weder -uit Europa onder den naam van Gallaten (Gallo Graecae) in Klein-Azi +uit Europa onder den naam van Gallaten (Gallo Graecae) in Klein-Azië vestigden. Genoeg echter, dat bewezen is, dat Europa's bewoners Celten waren. @@ -4744,7 +4719,7 @@ bewoond. De vraag is nu echter: waar en wanneer. Te zeggen, dat geheel ons vaderland door hen bewoond is geweest, zou groote dwaasheid zijn. Men zal zich nog uit onze geologische schets -kunnen herinneren, hoe traag de laagveenwording voortging; dr dus +kunnen herinneren, hoe traag de laagveenwording voortging; dáár dus waar die wording plaats greep--en zij deed zulks in een groot deel van onze provincien--was het onbewoonbaar. Laag-veenwording toch en moerassig drassige grond, zijn aan elkander verbonden, en de moerassig @@ -4759,7 +4734,7 @@ dit zegt ons de geologie, en alzoo zal Oudewater en omtrek wel niet voor der Celten bewoning zijn geschikt geweest. Hofdijk, onze teregt zoo hooggevierde historicus, hakt den knoop -door, als hij zegt: Eenige eeuwen voor de geboorte van Christus, +door, als hij zegt: »Eenige eeuwen voor de geboorte van Christus, toen de westelijke streken van Nederland nog moerassige riet- en boschgronden waren, doorsneden van vele wateren en meeren, werd alleen slechts een gering deel van het hooger oostelijk land, het woudvolle @@ -4780,8 +4755,8 @@ die fluisteren u alsnog van dat geslacht 'twelk eenmaal uit Azies noorden tot ons kwam; daaronder rust de assche van hen die wij Celten noemen. -De landbouw kwam eerst zeer laat in het heichtige Drenthe in -gebruik, en zij is het er nog het minst, bij onze overige provincin +De landbouw kwam eerst zeer laat in het heiächtige Drenthe in +gebruik, en zij is het er nog het minst, bij onze overige provinciën vergeleken. Die reusachtige steenhoopen bleven dus daar zoo lang gespaard, dat men, door oudheidliefde gedreven, die heeft laten staan, en zij nu wel gespaard zullen blijven voor het meer en meer @@ -4790,12 +4765,12 @@ van oudheidliefde gloeijend nageslacht. [118] Zooals Lud. Smids meent [119], was het eene dame, Titia Brongersma, die het eerst oudheidkundige ontdekkingen daaronder heeft gedaan, en wel in het jaar 1685. Uit de van tijd tot tijd daarin gevonden -voorwerpen blijkt wijders, dat f het metaal hun onbekend was, f +voorwerpen blijkt wijders, dat òf het metaal hun onbekend was, òf dat zij het niet wisten aan te wenden; hunne wapenen enz., daarin gevonden, waren meestal uit vuursteen geslepen, en daarom noemt men dat tijdvak veeltijds de steenperiode. -Zoo stonden de zaken, totdat deze bewoners lang nog vr de geboorte +Zoo stonden de zaken, totdat deze bewoners lang nog vòòr de geboorte des Zaligmakers, door overstroomingen en door uit het Noorden aankomende volken verdrongen, bijna of geheel uit deze landen verdwenen en vervangen werden door nieuwe bewoners, die, hoewel reeds meer @@ -4826,7 +4801,7 @@ Laat ons nu een en ander nog beknoptelijk nagaan. Nog digter zou de sluijer, die over het bestaan der na-Celtische bewoners is gespreid, zijn, indien niet de heerschzuchtige Romeinen, -omstreeks 50 jaren vor des Zaligmakers geboorte, ook deze oorden +omstreeks 50 jaren vóor des Zaligmakers geboorte, ook deze oorden waren komen bezoeken. Eerst traden onze vaderen met hen in verdrag, doch later, toen de @@ -4842,26 +4817,26 @@ eener meer aandachtige beschouwing, en wij zeggen het Wagenaar na: ware de oorlog met de Romeinen niet voorgevallen, wij zouden weinig van ons land en het oord onzer beschrijving weten. -Julius Csar, Mela, Plinius en Tacitus, moeten wij het eerst als +Julius Cæsar, Mela, Plinius en Tacitus, moeten wij het eerst als geschiedschrijvers dezer landen noemen. Ofschoon deze nu dikwijls de bewoners dezer oorden regt laten -wedervaren, waren het echter geen Germanen of Gallirs die dit +wedervaren, waren het echter geen Germanen of Galliërs die dit geboekstaafd hebben, en als zoodanig heeft hun schrijven wel eens iets van vleijerij aan die natie tot welke zij behoorden. -Het waren geen Germanen of Gallirs, zeggen wij. De Romeinen toch -verdeelden Galli, dat zich uit Italie tot ons land uitstrekte, in -drie voorname deelen, van welke het Belgisch Galli het noordelijkste -uitmaakte. De Belgen waren dus Gallirs. Nader heeft men dezen naam +Het waren geen Germanen of Galliërs, zeggen wij. De Romeinen toch +verdeelden Gallië, dat zich uit Italie tot ons land uitstrekte, in +drie voorname deelen, van welke het Belgisch Gallië het noordelijkste +uitmaakte. De Belgen waren dus Galliërs. Nader heeft men dezen naam alleen op de zeventien provincien toegepast, en wat het woord Germanie betreft, de naam Germania inferior is de beste dien ik heb kunnen ontdekken. [120] -Hoever en tot waar nu Belgisch Galli en Germania inferior strekten, +Hoever en tot waar nu Belgisch Gallië en Germania inferior strekten, is echter niet met juistheid te bepalen: dit toch is, zooals in c. gezegd werd, niet juist aangeduid, wij zouden alleen van het -oorspronkelijk vaderland kunnen zeggen, dat het ten deele tot Galli +oorspronkelijk vaderland kunnen zeggen, dat het ten deele tot Gallië doch voornamelijk tot Germanie behoord heeft en dat de inwoners in taal en zeden met de Duitschers overeenkwamen, gelijk zij ook meest uit volkplantingen van deze volken bestonden. [121] @@ -4873,10 +4848,10 @@ inzonderheid van den Rijn. Wat wij hiervan door hen weten, is zoo merkwaardig, dat ik niet kan nalaten, het hier neder te schrijven: -Julius Csar schreef ten tijde van den Gallischen oorlog, omstreeks +Julius Cæsar schreef ten tijde van den Gallischen oorlog, omstreeks 50 jaren voor Christus' geboorte, van ons land ongeveer dan aldus: -De Maas vloeit uit het gebergte Vogesus op de grenzen der Lingonen, +»De Maas vloeit uit het gebergte Vogesus op de grenzen der Lingonen, en zich met een zeker gedeelte van den Rijn, dat de Waal genoemd wordt, vereenigd hebbende, vormen zij het eiland der Batavieren, en valt niet eerder dan 80,000 schreden van daar in zee. Doch de @@ -4892,7 +4867,7 @@ leven. Eindelijk vloeit hij door verscheidene monden in zee." De oude schrijver Pomponius Mela, een Spanjaard van geboorte, en die onder Tiberius Caligula en Claudius leefde, teekent het volgende aan: -De Rhijn, uit de Alpen afdalende, vormt digt bij deze bergen twee +»De Rhijn, uit de Alpen afdalende, vormt digt bij deze bergen twee meeren: het Veneter- en het Acronisch meer. Hierop langen tijd eenzaam en in eene zelfde kil bestendig voortvloeijende, wordt hij niet ver van de zee hier en daar verspreid, doch ter linkerzijde blijft hij @@ -4905,7 +4880,7 @@ de gedaante van eene rivier in zee." Daarna schreef Plinius secundus: -In den Rhijn zelf is het zeer schoon eiland der Batavieren en +»In den Rhijn zelf is het zeer schoon eiland der Batavieren en Caninefaten omtrent 100,000 schreden in de lengte en de andere landen der Friezen, Cauchen, Frisiabonen, Sturiers, Marsatiers, welke bij elkander liggen tusschen Helium en Flevum. Dus worden de monden @@ -4917,7 +4892,7 @@ kleine kil die naar zijnen naam genoemd wordt." Terwijl Tacitus, die onder Vespasianus leefde, eindelijk dit nog aanmerkt: -Het eiland der Batavieren werd tot verzamelplaats gesteld om 't +»Het eiland der Batavieren werd tot verzamelplaats gesteld om 't gemakkelijk aanleggen, en was welgelegen om het heirleger en den krijg over te schepen. Want de Rhijn, vlietende met eene doorgaande kil, en kleine eilanden omvloeijende, splitst zich in het begin van het @@ -4932,7 +4907,7 @@ Zie daar, geachte lezer, die weinige dierbare regels, over den ouden staat van ons land geschreven. Hiernaar zijn de oude kaarten meestal zamengesteld, en hierdoor ontstonden dan ook, naar de verschillende gevoelens, zoo veel verschillende kaarten, en met bewonderenswaardig -geduld en studie, heeft de schrandere Engelberts dt weten overeen +geduld en studie, heeft de schrandere Engelberts dàt weten overeen te brengen, waarin deze oude schrijvers, zoo het scheen, verschilden. Behalve deze beschrijving bestaan er nog de zoogenaamde reiskaarten @@ -4960,7 +4935,7 @@ van Lugdunum naar Noviomagum voerden. De een liep langs den linker Rijn-oever aldus: 1) Van Lugdunum over het 2) Praetorium Agrippinae uit tot 3) Matelo, -4) Albamanis, 5) Niger Pullus, 6) Lauri, 7) Fletio, 8) Lev fanum, +4) Albamanis, 5) Niger Pullus, 6) Lauri, 7) Fletio, 8) Levæ fanum, 9) Carvo, 10) Castra Hercules, 11) Noviomagum. Laat ons nu zien hoe deze plaatsnamen bij eenige verschillende @@ -4970,7 +4945,7 @@ schrijvers worden uitgelegd. Leeuwen als het tegenwoordige Leiden aanduiden. Menso Alting houdt het echter voor Loegsduinen of Loosduinen. -2. Prtorium Agrippin is, volgens Bertius, Menso Alting en S. van +2. Prætorium Agrippinæ is, volgens Bertius, Menso Alting en S. van Leeuwen, Roomburg. 3. Matelo wordt door Bertius gehouden voor Koudekerk; Van Leeuwen @@ -5049,7 +5024,7 @@ van dat magtige, vroeg beschaafde volk werd in later jaren gevonden, als onmiskenbaar bewijs dat eenmaal de Romeinen er geweest waren. [124] Op bladz. 142 maakt Smids in zijne Schatkamer nog aldus van die plaats -gewag: Voorts heeft hier weleer eene Romeinsche sterkte gestaan, +gewag: »Voorts heeft hier weleer eene Romeinsche sterkte gestaan, terwijl zulks hare hoogte aanwijst behalve de opgedolven munten, steenen en allerlei gebroken vaatwerk, in eene groote menigte nu en dan weggehaald. (Buchelius over Heda, bladz. 229.) @@ -5066,7 +5041,7 @@ bevallige boorden des IJssels weleer door de Romeinen bewoond werden. -f. Vr, ten tijde van, en n der Romeinen verblijf in ons land was +f. Vóór, ten tijde van, en ná der Romeinen verblijf in ons land was het bevolkt door een aantal volksstammen, die ook elk hun eigen stamnaam hadden, hetwelk natuurlijk de verwarring vermeerderde, als men de grenzen hunner bewoning moest aanduiden. @@ -5083,7 +5058,7 @@ gemeen hadden. De voornaamsten daarvan waren de groote en kleine Friezen en de Batavieren, waaraan de Tubanten, de Bructeren, de Sicambren, -Chamaven, Gugernen, Toxandrirs, Caninefaten en Sturiers grensden, +Chamaven, Gugernen, Toxandriërs, Caninefaten en Sturiers grensden, terwijl de Trivieren, Eburonen, Condrusen, Tongeren, Aduatiken, Nerviers, Atrebaten, Menapiers en Morinen zich zuidelijker gevestigd hadden. [125] @@ -5123,9 +5098,9 @@ Zien wij nu eerst wat die van het eiland der Batavieren zeggen in hun tijd, nadat wij vroeger gezien hebben wat de oude schrijvers daarvan gezegd hebben. -Batavia is het eiland der Batavieren, dat van den Rhijn en de zee +»Batavia is het eiland der Batavieren, dat van den Rhijn en de zee werd omringd, te weten van den Rijn, daar zich die bij Schenkenschans -in tween splitst, behoudende de eene tak zijn zelfden naam, terwijl +in tweeën splitst, behoudende de eene tak zijn zelfden naam, terwijl de andere tak de Waal genoemd wordt, en die daarna ook de Merwe heet, en eindelijk bij Rotterdam de Maas genoemd wordt, totdat zij voorbij den Briel in zee loopt. @@ -5150,7 +5125,7 @@ Op bladz. 4 verbeteren zij dan ook dadelijk hunne onvolledigheid, en door dit na te schrijven zijn dan ook onze voorouders in deze oorden volgens hen genoemd. -De Caninefaten," lezen wij daar, was een volk, dat een gedeelte +»De Caninefaten," lezen wij daar, »was een volk, dat een gedeelte van het eiland der Batavieren bewoonde, te weten aan den oever des Rijns van Batovodurum of Wijk Duurstede tot Lugdunum of Leiden, begrijpende 't gewest daar nu Culenborg, IJsselstein, Montfoort, @@ -5162,7 +5137,7 @@ plek woonden van het tegenwoordige Oudewater. -Gelijk de magtige baren des Oceaans de krachtige duinen aan den +»Gelijk de magtige baren des Oceaans de krachtige duinen aan den oever allengs naderen, en met immer toenemend geweld eindelijk deze zonderlinge zeereuzen, die de oceaan zelf heeft geschapen, weder vermeesteren en, gelijk Saturnus zijne kinderen, verslinden: @@ -5225,7 +5200,7 @@ vermeld, dat Oudewater en zijn onderhoorig land nog op het einde der dertiende eeuw aan het bisdom van Utrecht gehoord heeft. [129] Alzoo waren zij toen ook Utrechtenaars of Stichtschen. -In onses Heeren jaren twalfhondert en tachentig, in den avont +»In onses Heeren jaren twalfhondert en tachentig, in den avont der feesten Sinte Pauwels in den wijnter" [130] (24 Januarij 1280) is het echter aan Holland verpacht en wel aan Noord-Holland. [131] Toen waren zij dus Noord-Hollanders. @@ -5273,7 +5248,7 @@ het dus doen in overeenkomst met dit boek, uit de volgende oogpunten: -a. Zeden en gewoonten onzer voorouders vor der Romeinen komst. +a. Zeden en gewoonten onzer voorouders vóor der Romeinen komst. Op bladzijden 147 en 148 is reeds vermeld, dat al de heidensche stammen, daar opgesomd, hunne levenswijze, godsdienst en zeden met @@ -5377,7 +5352,7 @@ eenvoud in Oudewater gewag, en, niet waar? eenvoud en gepaste gemeenzaamheid van welgestelden met hunne minderen, dit is waarlijk schoon en ware grootheid. Spoedig echter zal ook deze schoone eenvoud verdwijnen, en alhoewel Oudewater nog kan wijzen op zeer -oude familin die hier reeds eeuwen stationair zijn, wordt de zeer +oude familiën die hier reeds eeuwen stationair zijn, wordt de zeer bekende Oudewatersche eenvoud en voorvaderlijke gastvrijheid al meer en meer zeldzaam. @@ -5387,7 +5362,7 @@ zeden met ontwikkeling van beschaving en wetenschap zamen gaan! Wat is de reden? De handel en gemakkelijke communicatie. Door het eerste hebben ook de handeldrijvende bewoners verkeer met andere -natin, en maken zich hunne zeden eigen, en door de gemakkelijke +natiën, en maken zich hunne zeden eigen, en door de gemakkelijke communicatie van steden en steden en landen en landen zal eens welligt de tijd aanbreken, dat alle nationaliteit der meeste Europesche staten zich heeft opgelost, in den aanlichtenden horizont en den grootschen @@ -5494,7 +5469,7 @@ vervaardigd wordende, eene voorvaderlijke woning in het klein voorstellen. Hunne opperhoofden nu hadden ook zoodanige woningen; alleen zullen zij -wat netter bearbeid, wat ruimer en hooger geweest zijn. Dt weten wij +wat netter bearbeid, wat ruimer en hooger geweest zijn. Dìt weten wij althans uit Tacitus, dat de wanden van sommige gebouwen van binnen met witte blinkende potklei wel bestreken werden. Somtijds doorkneedden zij dezelve met aarde van verschillende kleuren, waardoor de muren @@ -5586,7 +5561,7 @@ aangestelde heer markregter, markmeester. Om deelachtig in de wouden te mogen zijn, moest men eigendom in de gemeente hebben en daar wonen. Iedere volle markgenoot heeft hout voor brand en bouw. Aan het woud -zelve had ieder genoot" slechts een onverdeeld aandeel, en zooals +zelve had ieder »genoot" slechts een onverdeeld aandeel, en zooals wij zagen, werden ook zijn huis, hof en akker in uitgebreideren zin tot de mark betrokken. @@ -5609,7 +5584,7 @@ b. Dit gevoelen wordt nog versterkt door het achtergevoegde veld. Zooals wij zagen, had ieder volle markgenoot hout voor brand en bouw. Dit had tengevolge, dat het bosch niet zoo groot bleef als het bij hunne komst was, al kleiner en kleiner werd, en in veld -veranderde. Op bladz. 18 lezen wij daarenboven bij Blommaert: veld +veranderde. Op bladz. 18 lezen wij daarenboven bij Blommaert: »veld zou volgens eenige taalkundigen afstammen van vellen, omhouwen, zoodat het eigenlijk een bosch zou beteekenen dat omgeveld is." @@ -5696,7 +5671,7 @@ steeds door anderen vervangen. Wat al eeuwen rolden sedert henen om zich spoorloos, en voor altijd op te lossen in den peilloozen oceaan des tijds! -En de gebouwen onzer beschrijving? Zij werstonden den sloopenden +En de gebouwen onzer beschrijving? Zij weêrstonden den sloopenden tand des tijds, gelijk zoo velen hunner zusteren uit dat tijdvak, als tuigden zij eenpariglijk van den vromen Godsdienstzin onzer vaderen. @@ -5838,8 +5813,8 @@ een heilige tot patroon der kerk te kiezen. Welnu, natuurlijk is zulks ook met deze kerk het geval geweest en als van zelf doet zich dus de vraag op: wie was de patroon van deze kerk? -Men zegt", aldus vinden wij bij van Kinschot [145] aangeteekend, -dat, eerst St. Willebrord en daarna de aartsengel Michiel de patronen +»Men zegt", aldus vinden wij bij van Kinschot [145] aangeteekend, +»dat, eerst St. Willebrord en daarna de aartsengel Michiel de patronen daarvan zouden geweest zijn." Naar onze meening zijn voor het gevoelen van den eersten de volgende @@ -5926,20 +5901,20 @@ op zijn voetspoor te completeren tot op onzen tijd. Op bladz. 30 en 31 [147] lezen wij omtrent hare constructie: -De parochie kerk hier ter stede is al vrij aanzienlijk, en met twee +»De parochie kerk hier ter stede is al vrij aanzienlijk, en met twee choren voorzien. Het eerste (was) aan het H. Sacrament, het andere aan de H. Maria toegewijd... -Zij staat kort bij en aan de rivier de IJssel, is van eene groote +»Zij staat kort bij en aan de rivier de IJssel, is van eene groote ruimte, rustende op zestien pilaren in twee reijen verdeeld, en had voorheen drie kruizen wulfsels, die in het jaar 1732 vertimmert zijn. -In deze kerk hebben reeds vr het jaar 1329 vier altaren gestaan, +»In deze kerk hebben reeds vóór het jaar 1329 vier altaren gestaan, zijnde toen door Diderik Kiel en anderen een vijfde daar bij gesticht, waar bij nader mogelijk nog meerdere gekomen zijn, die met eenige vicarijen en inkomsten voorzien werden." -Aan den torenmuur is een kas van een groot oud orgel, wier deuren van +»Aan den torenmuur is een kas van een groot oud orgel, wier deuren van binnen met bisschoppen en andere roomsche geestelijken, in knielende en biddende gestalte beschildert zijn.--Dit orgel, door deszelfs oudheid onbruikbaar geworden zijnde, heeft men in het jaar 1645 een @@ -5948,7 +5923,7 @@ kleiner naast den toren, ter zijde het oude geplaatst." Was de geheele kerk, zoo als wij reeds ter neder schreven aan -St. Michiel gewijd, zoo werden echter ook de altaren, naast den +St. Michiel gewijd, zoo werden echter ook de altaren, »naast den almogenden Godt" aan zekere heiligen toegewijd. De Heer van Kinschot maakt gewag van vijf altaren,--dit getal is echter @@ -5981,7 +5956,7 @@ H. Maria gewijd was en trouwens zeer in de geest der kerksymboliek is. 3. Een derde altaar zal hoogstwaarschijnlijk aanwezig zijn geweest in de tegenwoordige catechiseerkamer, ten zuidoosten der kerk, te meer daar wij ook met eenige zekerheid de voormalige sacristy daarin -denken.--Nog op dezen dag bezit die kamer" een fraai gothisch gewelf. +denken.--Nog op dezen dag bezit die »kamer" een fraai gothisch gewelf. 4. Ook de tegenwoordige consistorie, ten noorden der kerk, waarin ons insgelijks de gothische bouwkunst nog frappeert, zal een altaar @@ -6011,7 +5986,7 @@ Zeer opmerkelijk waren de veelhoekige zijden dezer kapel en voornamelijk was dit in haar dak op te merken--hoogst waarschijnlijk was zij achthoekig--toen men dezelve in 1858 verbrak, speet het ons later, dit toen niet te hebben nagegaan,--een steenen duif, het -symbool van den H. Geest, aan het gewelf vr de afbraak aanwezig, +symbool van den H. Geest, aan het gewelf vóór de afbraak aanwezig, doet ons nog meer aan de doopkapel denken [153] te meer daar acht stralen van de duive uitgaan. @@ -6035,7 +6010,7 @@ tijde van St. Ambrosius was het reeds een symbool van 's menschen wedergeboorte door het doopsel. Doch genoeg van de doopkapel, laat ons nu nog de muur- en gewelf-schildering kortelijk onze aandacht wijden. -Reeds ten tijde van Karel de Groote, was het beschilderen der +»Reeds ten tijde van Karel de Groote, was het beschilderen der kerkwanden, met leerzame en stichtende beelden, bepaald voorschrift en in de eigenlijke middeneeuwen lezen wij, dat, men in de kerken, bijna geen enkele witte plek kon aantoonen. [155]" @@ -6079,10 +6054,10 @@ verwondering baren, de gereedschappen huns bedrijfs op een verwulf tot aandenken van hunnen Godsdienstigen ijver te vinden. Neemt men nu wijders in aanmerking, dat wij in van Kinschots Oudewater -bladz. 31 lezen: aan de toornmuur is een kas van een groot oud orgel, +bladz. 31 lezen: »aan de toornmuur is een kas van een groot oud orgel, wier deuren van binnen met bisschoppen en andere Roomsche geestelijken in knielende en biddende gestalte beschildert zijn" enz., dan kunnen -wij bijna veilig bepalen, dat zich ook hier bijna geen enkele witte +wij bijna veilig bepalen, dat zich ook hier bijna »geen enkele witte plek zal vertoond hebben." De kunstkenner en kunstminnaar zal helaas echter bij een bezoek in @@ -6091,7 +6066,7 @@ wij er van beschreven is verdwenen en spoorloos verdwenen. [157] Van de oude orgels zelve, waarvan Kinschot gewaagt, is mede niets meer te zien, doch onder eenige aanteekeningen ons van een vriendelijke -zijde geworden, vinden wij o. a. De orgelkas en wapenborden in de +zijde geworden, vinden wij o. a. »De orgelkas en wapenborden in de prot. kerk, die na de revolutie in 1795 van hun plaats zijn genomen, werden, voor zoo ver zij niet door de eigenaars waren gehaald, den 29 Mei 1800 publiek verkocht!" @@ -6314,11 +6289,11 @@ door het beitelen op de kalk eener pilaar aan de zuidzijde der kerk, het volgende opschrift in gothische letters en cijfers gewaar. Int jaer XVc en XXIIIJ op Sint-Jacobs dach, sterf heer Jan -Jacobz... Mert? Int jaer M vierc ende LXXXI op St. Mathijs dach sterf -Dirck van Zijl Int jaer XVc en XXIJ den XIIJe Junij sterf Daniel -van Zijl Int jaer XV en IIII de XXVe Novembris sterf Jacob Huygz. -Int jaer XVc en XIIII te XIIJe Novembris sterf Roelof Jacobzoen -Int jaer XV en XXXVI op Sinte Bartholomeus dach sterf Claes Wouters +Jacobz... Mert? Int jaer M vierc ende LXXXI op St. Mathijs dach sterf +Dirck van Zijl Int jaer XVc en XXIJ den XIIJe Junij sterf Daniel +van Zijl Int jaer XV en IIII de XXVe Novembris sterf Jacob Huygz. +Int jaer XVc en XIIII te XIIJe Novembris sterf Roelof Jacobzoen +Int jaer XV en XXXVI op Sinte Bartholomeus dach sterf Claes Wouters Aecht Wouter Claeszoens weduwe sterf Ao XVc en IIJ (of IIIJ) den XIX dach in Mei. @@ -6347,7 +6322,7 @@ octrooi bekomen werd tot een loterij van f 600,000 tot redding en zuivering van de stads- en der Godshuizen-lasten enz. (hieronder moet men vooral ook aan de kerk denken). Terwijl in het jaar 1734 op 16 April van wege de Staten van Holland en Westfriesland octrooi werd -bekomen voor Burgemeester en de Regeerders der stede van Oudewater +bekomen voor »Burgemeester en de Regeerders der stede van Oudewater om tot reparatie van het orlogie Beijerwerk en Dak van hare kerk, alsmede het orgel van dien, te mogen negotieren met vrijdom van alle belastingen, de somme van achtien duizend gulden tegen de interest @@ -6360,7 +6335,7 @@ Dit stuk nog op het archief berustende is voor de reconstructie der kerk zoo belangwekkend, dat wij niet mogen nalaten onzen lezers er copie van te geven. -De Staaten van Holland en Westvriesland, doen te weeten, Alsoo ons +»De Staaten van Holland en Westvriesland, doen te weeten, Alsoo ons te kennen is gegeven by Borgermeesteren en Regeerders der Steede Oudewater, dat het Orlogie, Beijerwerk en Dak van haare Kerk, als mede het Orgel van dien ten eenemaal door ouderdom was vervallen en @@ -6478,7 +6453,7 @@ De heer van Kinschot zegt, bladz. 39, dat er in Friesland vele torens van zoodanig een maaksel gevonden worden, en zooals het hem toeschijnt, heeft in oude tijden, op deze toren een spits gestaan, terwijl hij zich om zijn gevoelen te staven, beroept op de afbeelding dezer stad, in -het toneel of beschrijving der steden van Holland door M. Z. Boxhorn." +het »toneel of beschrijving der steden van Holland door M. Z. Boxhorn." Zelfs hebben wij nog een plaatje omstreeks 1672 vervaardigd, en een gezigt op deze stad moetende voorstellen, waarop de toren met @@ -6587,8 +6562,8 @@ zooals uit hunne omschriften te zien is. [167] OUDHEID DER KERK. -Wanneer en door wien deze kerk gesticht is," schrijft de Heer -Kinschot, blijft onzeker, doch men vindt bij het orgel, aan eene +»Wanneer en door wien deze kerk gesticht is," schrijft de Heer +Kinschot, »blijft onzeker, doch men vindt bij het orgel, aan eene pijlaar het jaartal 1003 met oude letters, die waarschijnlijk het jaar van derzelver stichting aanduiden." [168] @@ -6596,23 +6571,23 @@ Dikwijls hebben wij naar die pijlaar en die oude letteren gezocht, doch, indien wij in aanmerking nemen, dat er in 1838 een ander orgel gebouwd is, kan het ons niet verwonderen, dat beiden verdwenen zijn. Wij zullen echter eenige redenen aanvoeren, waarom ook wij -meenen, dat de stichting van 1003 heugt en alzoo het waarschijnlijk" +meenen, dat de stichting van 1003 heugt en alzoo het »waarschijnlijk" van van Kinschot tot eenige meerdere zekerheid brengen. Uit de geschiedenis der middeneeuwsche kerkenbouw, mijne lezers, weten wij, dat het volstrekt niet tot de zeldzaamheden behoorde, als men soms eene of meerdere eeuwen vooral op kleine plaatsen over kerk en toren bouwde; trouwens, men wilde in die tijden,--in -groot contrast met tegenwoordig, als men meest ligt en digte" +groot contrast met tegenwoordig, als men meest »ligt en digte" praalkerkjes bouwt--men wilde in die tijden, een trotsch, een schoon en verheven gebouw daarstellen,--dan lag men eerst den grondslag van den westelijken toren en de oostelijke apsis, en wat men zelf niet kon en dacht te voltooijen, dat liet men over aan het nageslacht, te doen, -dat het deed, zoo schoon en met zveel sijmbolische aanduidingen als +dat het deed, zoo schoon en met zóóveel sijmbolische aanduidingen als men kon aanbrengen, ter eere van Hem, die eenmaal daar binnen zoude vereerd worden. -Brengen wij nu, de waarschijnlijke" oudheid der kerk in verband, +Brengen wij nu, de »waarschijnlijke" oudheid der kerk in verband, met hetgeen wij reeds vroeger schreven, nl., dat de plaats waarop de kerk gesticht werd, eertijds een heidensch kerkhof was, dan wordt die waarschijnlijkheid reeds iets minder, de kerk immers nam ook na zijnen @@ -6638,18 +6613,18 @@ zijne muren te hebben, een der oudste kerken van Nederland. BEDIENING DER KERK. -De (bediening der) pastorie wierdt van oudts door den deken van +»De (bediening der) pastorie wierdt van oudts door den deken van Oud-munster van Utrecht, en, den paus beurtelings verschonken, het recht van vicarissen benoemen, ging bij overdragt en de burgers stelden den kerkbewaarder (koster) aan, volgens voorrecht van Graaf Aelbrecht van Beijeren dd. 28 Mei des jaars 1400. [170] -Sedert de geloofshervorming, behoort de kerk van Oudewater onder het +»Sedert de geloofshervorming, behoort de kerk van Oudewater onder het classis van Gouda en Schoonhoven, welke tot Junij des jaars 1578 onder het classis van Dordrecht geweest is.--Twee Predicanten bedienen thans (1746) de Gereformeerde gemeente. -In het jaar 1647 echter werd op raad van de Heeren Gemagtigde Raden, +»In het jaar 1647 echter werd op raad van de Heeren Gemagtigde Raden, om de zwaarte van den dienst, en uitgebreidheid der parochierende districten, een derde predikant toegestaan, doch ter aanhouding van de Regering der stad Gouda te gelijk bepaald, dat ingeval eene @@ -6666,7 +6641,7 @@ een persoon tot ziekentrooster, catechiseermeester en nog een tweede tot schoolmeester en voorzanger, beide onder toevoeging van der staten [172] wedde te zullen genieten. [173] -De kerkenraad bestaat uit twee predikanten, vier ouderlingen en +»De kerkenraad bestaat uit twee predikanten, vier ouderlingen en vier diakenen, welke bij het ledig zijn eener predikants plaats, de beroeping van een anderen predikant doen, doch het drietal, moet zoowel als het beroep, aan de beslissing der magistraat, ter al of @@ -6713,7 +6688,7 @@ een jaarlijks inkomen van vier ponden, te weten aan ieder autaar een heeft gemaakt. Voorts heeft hij met zijne erfgenamen, en eenige andere personen, -die in den brief der stichting uitgedrukt staan, ter eere van den +die in den brief der stichting uitgedrukt staan, »ter eere van den almogende Godt en van de H. Catharina" in de kerk een nieuw autaer gesticht, en zekere inkomsten daaraan geschonken. Het recht van de Vicarissen te benoemen, hebben de gemelde erfgenamen aan zich behouden, @@ -6876,7 +6851,7 @@ de protestantsche eerdienst werd gebruikt, en hij dus dadelijk als openbaar hervormd leeraar daarin mogt optreden, omdat wij bij een aantal Nederlandsche geschiedschrijvers en ook bij van Kinschot bladz. 234 het volgend voorval lezen, toen de Spanjaarden in 1575 de -stad belegerden.... Zulks deszelfs bezettelingen, als zich nu met +stad belegerden.... »Zulks deszelfs bezettelingen, als zich nu met een wisch ontzet vleijend, en daartoe door hunne Hoplieden zijnde aangezet, als uitgelaten bachanten zoo naar de Hoofdkerk als de kapellen dier stad vlogen, alwaar zij zich van de kruissen, kerkvanen @@ -6893,7 +6868,7 @@ nemen ongemerkt zal laten voorbijgaan." Uit dit verhaal maakt men dus eenigzins de opmerking, dat de kerk nog niet der hervormde eerdienst zal gewijd geweest zijn, toen men in 1575 -vr de moord er de kruizen, vanen enz. uitnam, en, dat de kerk voor +vóór de moord er de kruizen, vanen enz. uitnam, en, dat de kerk voor der katholijken en protestanten eeredienst beide gediend heeft, even als St. Jacobs kerk van Utrecht, hiervan vonden wij geen spoor. [182] @@ -6935,7 +6910,7 @@ naar Haastrecht 1617. 12. Fredericus Abbema, 1619, is den 5 Aug. 1636 Emeritus verklaard, behoudende den rang en zyne wedde. -13. Gibbo Theodori b Eerst, is beroepen van Schoonderwout 1636, +13. Gibbo Theodori âb Eerst, is beroepen van Schoonderwout 1636, en Emeritus verklaard 1668. 14. Cornelis Molswyk, kwam als Proponent 1645, en stierf 3 October @@ -6955,7 +6930,7 @@ Maart 1689. los gemaakt, als beroepen te Haarlem, den 22 November 1669, en stierf aldaar Emeritus 1705. -19. Theodorus Gibonis b Eerst, is beroepen van Meerkerk Loco Patris +19. Theodorus Gibonis âb Eerst, is beroepen van Meerkerk Loco Patris Emeriti 1668, en zelf Emeritus verklaard 1698. 20. Johannes Vereycken, is beroepen van Wormerveer 1671, en gestorven @@ -6986,8 +6961,8 @@ Enkhuyzen 1693. 1694, in plaats van den vertrokken D. Otto Brand Swalmius, overleed 1713. -27. Isak Hazeu, beroepen van Voorhout den 21 Augustus 1698, in -de plaats van D. Theodorus Gibboni b Eerst, Emeritus, insgelijks +27. Isaäk Hazeu, beroepen van Voorhout den 21 Augustus 1698, in +de plaats van D. Theodorus Gibboni âb Eerst, Emeritus, insgelijks Emeritius verklaard 1714. 28. Cornelius Houthoff, beroepen van Haastrecht Januarij, 1713, na @@ -7002,13 +6977,13 @@ Sept. 1738. in plaats van den overledenen D. Wilhelmus den Appel, stierf den 6 Augustus 1746. -Bij Resolutie van de Staten van Holland en Westfriesland van den +»Bij Resolutie van de Staten van Holland en Westfriesland van den 21 Junij Ao. 1741. werd D. J. Voss, vermits zyn zwakheid en verval -van levensgeesten, van de H. Dienst gexcuseerd, tot ter tijd zijn +van levensgeesten, van de H. Dienst geëxcuseerd, tot ter tijd zijn Eerw. mogte hersteld worden, Salvo honore et Stipendio." 31. Daniel Bedber, beroepen van Schalkwyk den 27 Maart 1714, in de -plaats van Isak Hazeu, verklaard Emeritus--Los-gemaakt naar Alkmaar +plaats van Isaäk Hazeu, verklaard Emeritus--Los-gemaakt naar Alkmaar den 10. November 1715. 32. Wilhelmus Mesch, beroepen uit den Hitzert den 24 Maart 1716, @@ -7021,7 +6996,7 @@ Haarlem, en heeft zijne afscheids-reden gedaan den 3 April 1741. 34. Johannes Marinus Costart de la Morasiere, beroepen uit den Nieuwpoort den 28. Maart 1741, in plaats van den vertrokken D. Albertus -Heshusius; hij heeft zijn intrede predicatie gedaan 7 Mei 1741 1768. +Heshusius; hij heeft zijn intrede predicatie gedaan 7 Mei 1741 1768. 35. Johannes Ernestus Jungius, beroepen van Dalfsen den 4 October 1741 tot derden predikant--ter oorzake van zware ongesteldheid van @@ -7052,7 +7027,7 @@ Delft 1780. 43. Dideribus Hermanus van Rossum van Wilnis beroepen 1780 vertrokken naar Delft 1788. -44. Petrus Theodorus Avink du Pr, beroepen van Zuilen 1788, naar +44. Petrus Theodorus Avink du Prê, beroepen van Zuilen 1788, naar Hoorn vertrokken 1790. 45. Johannes Bekking, beroepen van Schipluiden 1791 en overleden 1809. @@ -7061,10 +7036,10 @@ Hoorn vertrokken 1790. overleden H. Zwavink) is beroepen van Streefkerk in 1801 en overleden in Maart 1825. -47. Matthias Johs. Rmer, (in plaats van den overledenen Ds. Bekking), +47. Matthias Johs. Römer, (in plaats van den overledenen Ds. Bekking), beroepen van Wognum en Wadweide 4 Junij 1809, overleden 15 Julij 1821. -48. Jacobus Hendrik Tol, in plaats van den overleden M. J. Rmer; +48. Jacobus Hendrik Tol, in plaats van den overleden M. J. Römer; beroepen van de Meern, intrede gepredikt 6 October 1822, vertrokken naar Kampen in Februarij 1825. @@ -7112,9 +7087,9 @@ Nederland is men met de meeste onverschilligheid met het herstellen der oude kerken te werk gegaan. Is dit voor de pen van een minnaar der gothiek soms wat streng, dan zullen wij een deskundige citeren. -Het is mij niet bekend" zeide op de algemeene bijeenkomst van de leden -der maatschappij tot bevordering der bouwkunst" op 23 Junij 1854 de -ervaren Rotterdamsche architect de Heer W. N. Rose Het is mij niet +»Het is mij niet bekend" zeide op de algemeene bijeenkomst van de leden +der maatschappij »tot bevordering der bouwkunst" op 23 Junij 1854 de +ervaren Rotterdamsche architect de Heer W. N. Rose »Het is mij niet bekend, dat er ergens een gebouw uit de middeleeuwen bestaat, dat in een volledige toestand van onderhoud is gebleven; hetgeen men veranderd heeft, is niet verbeterd; de herstellingen zijn of gebrekkig geweest, @@ -7255,7 +7230,7 @@ Naar wij bijna met zekerheid kunnen vermelden, bleef men het huis van dezen steeds als punt van bijeenkomst houden [187], en kwamen er van tijd tot tijd, de weg gebaand zijnde, andere geestelijken, alhier de gemeente bedienen. Zoo weten wij, dat in 1615 en 1616 alhier kwamen -prediken de Heer gidius, die opgevolgd werd door deszelfs broeder +prediken de Heer Ægidius, die opgevolgd werd door deszelfs broeder Thomas, doch kort daarna vertrok. In 1620 was alhier als priester werkzaam zekere pater Jacobus Tyras @@ -7316,7 +7291,7 @@ Jacobus Houtman, daar als noodhulp genoemd wordt bij pastoor Van Hee zijn nog in aanzijn, die van de kerk aan de markt, dagteekent van 4 Mei 1667 en die van het Heilig leven, van den 12 November 1668. -Na Van Hee, is gevolgd zeker Heer Gillis, wiens opvolger wederom +»Na Van Hee, is gevolgd zeker Heer Gillis, wiens opvolger wederom geweest is Adrianus Overgow [192] ten zijnen tijde weder was noodhulp zekere Johannus Duc van Montfoort en successivelijk nog meerdere, doch hunne namen laten wij achterwege. In Overgows plaats is @@ -7395,7 +7370,7 @@ alhier overleden op den 2 Mei 1852 na 43 jaren als priester in deze gemeente te zijn werkzaam geweest. Gedurende zijn ambt van pastoor alhier heeft hij de volgende kapelaans gehad: -a. Gerardus Schouten 2 Maart 1829 in deze gemeente--hij werd in +a. Gerardus Schouten 2 Maart 1829 in deze gemeente--hij werd in die betrekking opgevolgd door b. Josephus Wilhelmus van Ewijk, die van hier als pastoor naar Bommel @@ -7590,8 +7565,8 @@ AANKOMST EN EERSTE BIJZONDERHEDEN DEZER ZUSTEREN ALHIER. LIGGING VAN HET KLOOSTER. -Wij hebben" zegt de heer van Kinschot, op bladzijde 58 zijner -beschrijving van Oudewater, met zekerheid ontdekt, dat hier een +»Wij hebben" zegt de heer van Kinschot, op bladzijde 58 zijner +beschrijving van Oudewater, »met zekerheid ontdekt, dat hier een klooster van de zusteren van Sint Lijsbeth van de derde orde, even als in 's Gravenhage geweest is; doch, geen het minste overblijfsel daar meer van overig zijnde, kunnen wij alleen ten bewijs aanhalen, @@ -7601,7 +7576,7 @@ des jaars 1452 aan dezelve gegund, waarnaar zij zich voegen, schikken en gedragen moesten." Genoemde schrijver is al zeer karig met het mededeelen van -bijzonderheden, omtrent dit convent, en het bewijs" van derzelver +bijzonderheden, omtrent dit convent, en het »bewijs" van derzelver bestaan in Oudewater door hem aangevoerd, mogen mijne lezers niet als zoodanig aannemen, aangezien deze zusters in 1452 niet meer in deze plaats aanwezig waren; doch loopen wij onzen tijd niet vooruit, @@ -7616,21 +7591,21 @@ Schoonhoven te vinden is, ligt hierin, doordien voornoemde conventualen van Schoonhoven naar Oudewater zijn gekomen. Zien wij dus, wat van Berkum daaromtrent heeft geboekstaafd. -Van het klooster [198] van sinte Lijsbeth, en van de Beggijnen +»Van het klooster [198] van sinte Lijsbeth, en van de Beggijnen of Sustern, op de oude Haven, moet men geen twee kloosters maken, gelijk ik ergens gevonden hebbe, het was er maar een, onder deze verscheidene namen bekend. -Het regte jaar van deszelfs stichting is mij onbekend; in het -jaar 1375, was er niet, als n klooster te Schoonhoven dat der +»Het regte jaar van deszelfs stichting is mij onbekend; in het +jaar 1375, was er niet, als één klooster te Schoonhoven dat der Carmelieten; het is zeker, dat in het jaar 1399, er al twee woningen voor geestelijke vrouwspersonen waren, die van de susters op de oude Haven, en die van St. Agnes in de koestraat, waaruit in dit voornoemde jaer (1399) susters gestuurd werden naar Oudewater. Het zal mijne lezers nu welligt duidelijk zijn, waarom wij -hiervoren ter neder stelden, dat de geestelijke dochters, f -zusters van St. Lijsbeth, f van St. Agnes zullen zijn genoemd +hiervoren ter neder stelden, dat de geestelijke dochters, òf +zusters van St. Lijsbeth, òf van St. Agnes zullen zijn genoemd geweest, eene verwarring hoogst waarschijnlijk ontstaande, doordien haar klooster of beter hare orde naar St. Lijsbeth was, en hare bidkapel aan St. Agnes gewijd geweest zijn zal, of omgekeerd. Deze @@ -7653,7 +7628,7 @@ Hiervoor staat ons ten dienste de copij van een handschrift, medegedeeld in de oudheden van Rijnland bladz. 457, 458 en 459, en uit het klooster Marienpoel bij Leijden van oorsprong. -In 't jaer ons Heeren 1399 doe sende Heer Vrederik die Biechter der +»In 't jaer ons Heeren 1399 doe sende Heer Vrederik die Biechter der susteren van Scoenhoven op de oude haven, en de Heer Claes, Biechter der susteren van Sint Agnieten te Schoonhoven in die koestraat die eerste zusteren wt horen huse, daer onse susteren voert wt gesproten @@ -7685,7 +7660,7 @@ de Capelstraat, ende dat after huus stont an onse werf, met een berch." Uitgenomen de voornoemde bijzonderheden staan in het gemelde stuk nog de volgende giften aan het klooster vermeld: -In 't jaer ons Heeren 1413 sterf Peter Ave soen, op Sint +»In 't jaer ons Heeren 1413 sterf Peter Ave soen, op Sint Lambrechtsavond, die onse susteren eerst versamende, behalve menigherlei goedicheit die hi ons dee, so gaf hi ons 25 nobel ende 5 pont tsjaers ewighe rente, 15 groot voer een pont." @@ -7716,7 +7691,7 @@ Nadat de zusteren van St. Lijsbeth of van Sint Agnes, van het jaar harer komst in Oudewater onder denzelfden naam, en onder dezelfde orde als in Schoonhoven, ten minste hoogst waarschijnlijk, daar heen leefden, was het in Anno 1414, dat Hertog Willem, Graaf van Holland -toestond, dat genoemde zusters, uit de kapelstraat, die leefden in +toestond, dat genoemde zusters, uit de kapelstraat, »die leefden in een' woning en Hofstadt die Heeren Jans van den Vliete plachte wesen, ien besloten Cloester en convent van Sint Franciscus oerden, geheten van penitentien sullen mogen funderen, timmeren, enz. @@ -7739,8 +7714,8 @@ naar de orde van St. Franciscus, oorlooft en consenteert, en al dadelijk gaan wij dus hiertoe over: -Willem by der Genaden Gods Palsgrave op den Rijn Hertoch van Beyeren, -van Henegon, van Holland, van Zeeland ende Heer van Vriesland dan +»Willem by der Genaden Gods Palsgrave op den Rijn Hertoch van Beyeren, +van Henegoën, van Holland, van Zeeland ende Heer van Vriesland dan cont allen leuden, dat wy om Godts wille aangesien zelicheit onser en onser ouderen ziele, en om den dienst Godts allerwegen te meerren geoorloft en geconsenteert hebben, verloven en consenteren met desen @@ -7768,7 +7743,7 @@ Oudewater voort, en wij mogen vooronderstellen, dat hunne inkomsten in korten tijd aanmerkelijk vermeerderden, zeer gezind als men in die tijden was, giften aan dergelijke gestichten te schenken, ten minste in meergemeld handschrift uit het klooster Marienpoel vinden -wij nog vermeld: Leye Wittender sterf in 't jaer ons Heeren 1418 op +wij nog vermeld: »Leye Wittender sterf in 't jaer ons Heeren 1418 op Sint Katrinedach, si gaf ons (het convent van Oudewater) in aelmissen 18 engelsche nobel." @@ -7900,7 +7875,7 @@ Vrouwen Lichtmis in het jaar 1431. Uit dezen merkwaardigen brief, die wij om zijne uitgebreidheid niet in zijn geheel mogen overnemen [224] ziet men tevens, dat de reden -van deze stichting was eene groote Godsdienstzin, dat hij nog 28 +van deze stichting was eene groote Godsdienstzin, dat hij nog »28 merghen lants, luttel min of meer" enz. met het klooster, het convent in eigendom schonk en de voorwaarden waarop dit plaats greep, dat hij in het klooster eenmaal wilde begraven zijn, en wat men voor de ruste @@ -7921,7 +7896,7 @@ zelfs nog eenige gunsten aan toegevoegd, waarvan de voornaamsten eveneens aldaar genoemd worden. In 1516 deed Keizer Karel als Graaf van Holland hetzelfde als Philips -in 1445--en z steeg dit klooster in luister, dat toen meester +in 1445--en zóó steeg dit klooster in luister, dat toen meester Coenraad Pietersz. 's konings gezworen Landmeter in het jaar 1570 op het verzoek van den pater de grootte der landerijen opnam, hij bevond, dat dezelve 275 morgen 87 roeden was. @@ -7944,10 +7919,10 @@ in 1428 verlaten klooster in Oudewater. In het zelfde handschrift waarvan de inhoud door ons op bladz. 227-229 hier voren is medegedeeld, en die zooals wij daar zien kunnen, betrekking had omtrent het hoe en waar, van het verblijf der zusteren -in Oudewater vr derzelver vlugt naar Leiden, vinden wij het volgende +in Oudewater vóór derzelver vlugt naar Leiden, vinden wij het volgende vermeld: -Int jaer ons Heeren 1430, coften die susteren van Over Issel al deze +»Int jaer ons Heeren 1430, coften die susteren van Over Issel al deze voersz. husen metten erfrenten daer wise mede ghecoft hadden en de mitten lijfrenten die wi daer op vercoft hadden." [227] @@ -8123,7 +8098,7 @@ haar bij den overval bewezen en haar pensioen is uit dien hoofde meermalen verhoogd geworden, als anderen deze onderscheiding niet te beurt mogt vallen. -De bezittingen van het convent werden apart" geadministreerd en +De bezittingen van het convent werden »apart" geadministreerd en de pater, mater, procuraatster en leden (hierna te noemen) bleven den 25 Augustus 1584 borg bij de regering, voor hunnen rentmeester Jan Jansen Coppert. Beide originele stukken: het laatste door al de @@ -8135,29 +8110,29 @@ dat er in waren de navolgende conventualen: Pater. Jan van Alerdinck. Mater. Marrigje Willemsdochter de Lange, oud 52 jaren. -Procuraetster. Emmigje Goossensdochter, 52 -Zusters. Tryntje Thonisdochter, 83 - Geertje Jansdochter, 60 - Tryntje Simonsdochter, 34 - Heiltje Willemsdochter, 48 - Anna Pietersdochter, 56 - Pietertje Pietersdochter, 31 - Marritje Gysbertsdochter, 36 - Machteld Gysbertsdochter, 31 - Marretje Ariensdochter, 52 - Jannetje Thonisdochter, 33 - Marrichje Cornelisdochter, 60 - Urseltje de Caesaris, 73 +Procuraetster. Emmigje Goossensdochter, » 52 » +Zusters. Tryntje Thonisdochter, » 83 » + » Geertje Jansdochter, » 60 » + » Tryntje Simonsdochter, » 34 » + » Heiltje Willemsdochter, » 48 » + » Anna Pietersdochter, » 56 » + » Pietertje Pietersdochter, » 31 » + » Marritje Gysbertsdochter, » 36 » + » Machteld Gysbertsdochter, » 31 » + » Marretje Ariensdochter, » 52 » + » Jannetje Thonisdochter, » 33 » + » Marrichje Cornelisdochter, » 60 » + » Urseltje de Caesaris, » 73 » Was innoncent, en werd voor rekening van het convent, in het gasthuis te Gouda onderhouden. - Marrigje Dirksdochter, oud 72 jaren. - Pyn Jansdochter, 60 - Lysbeth Jacobsdochter, 32 - Tryntje Hillebrandsdochter, 61 - Cornelia Joostensdochter, - Bregje, kort daarna overleden. + » Marrigje Dirksdochter, oud 72 jaren. + » Pyn Jansdochter, » 60 » + » Lysbeth Jacobsdochter, » 32 » + » Tryntje Hillebrandsdochter, » 61 » + » Cornelia Joostensdochter, + » Bregje, kort daarna overleden. De basis des ouderdoms nu, die gevolgd werd omtrent het pensioen der @@ -8165,9 +8140,9 @@ conventualen, ingevolge het besluit van 1582 was als volgt: Die van 60 jaren en daarboven oud waren 's jaarlijks f 60,-- - 50 tot beneden de 60 jaren 50,-- - 40 50 42,-- - En die beneden de 40 36,-- + » » 50 » tot beneden de 60 jaren » » 50,-- + » » 40 » » » » 50 » » » 42,-- + En die beneden de 40 » » » 36,-- In vier driemaandelijksche termijnen moest deze jaarwedde worden @@ -8176,7 +8151,7 @@ met ter tijd kwamen tot een ouderdom van 40, 50 of 60 jaar hun pensioen alsdan zoude worden verhoogd, en zoo het gebeuren mogt, dat zij door hoogen ouderdom, of langdurige ziekte, van hunne jaarwedde niet konden leven, er dan in alle billijkheid in zou worden voorzien, -en dat hunne woning voor rekening van de stad in een ordentelijken" +en dat hunne woning voor rekening van de stad in een »ordentelijken" staat zoude worden onderhouden. Zooals in het verdrag bepaald was, konden zij dus in alle stilte @@ -8201,7 +8176,7 @@ van dit convent, [233] na dien tijd. Den 14 Januarij 1613 requesteerde de conventspater Jan van Alerdinck, wiens pensioen even als dat der andere conventualen reeds meermalen verhoogd was, om eene vermeerdering zijner jaarlijksche toelage van f -100. Hierop werd echter geapostuleerd, dat, soo wanneer de supplt. de +100. Hierop werd echter geapostuleerd, dat, »soo wanneer de supplt. de brieven van 't incomen van 't oude convent volgens belofte bevorens gedaan, zal hebben overgelegd, alsdan zijne alimentatie zal worden verhoocht zooals behooren sal" en eenigen tijd daarna werd zijn @@ -8233,9 +8208,9 @@ men nog dikwijls bij vergravingen van een onderaardschen gang, die naar de kapel leidde, wat spreekt men nog veel van de menigte kelders, van het groot aantal fondamenten en van de duizendtallen steenen, die men uit den historischen bodem opgraaft, als ook van het ontdekken der -put daar wi visch in hielden in het water in vloeide ende ebbede," die +put »daar wi visch in hielden in het water in vloeide ende ebbede," die in 1827 ontdekt werd! en immers ook de convents-kapel, het zoogenaamde -kerkje" doet ons nog dikwijls aan het St. Ursula convent denken. Alzoo +»kerkje" doet ons nog dikwijls aan het St. Ursula convent denken. Alzoo van dit gebouwtje, dat nog bestaat, zal men nog wel het een en ander van zijne verschillende bestemmingen enz. kunnen opduiken. @@ -8247,10 +8222,10 @@ den leidekker aanbesteed het dak te repareren. De beoefenaars der uiterlijke welsprekendheid hielden daar ook oudtijds (schrijft de Heer van Kinschot in 1747) hunne bijeenkomsten en tevens -werd het kerkje", zooals nog in onze dagen, als locaal gebruikt tot +werd het »kerkje", zooals nog in onze dagen, als locaal gebruikt tot uitdeelingen van verschillenden aart aan de behoeftigen. -Nog in 1747 weten wij stellig, dat het kerkje" tot stads school +Nog in 1747 weten wij stellig, dat het »kerkje" tot stads school gebruikt werd, de laatste is sedert echter meer achterwaarts uitgebouwd en de kapel werd ingerigt tot woonhuis! waarschijnlijk is dit geschied in 1785, daar wij aangeteekend vinden, dat het in laatstgenoemd jaar @@ -8268,7 +8243,7 @@ nog, o, het herinnert ons zooveel; somtijds gebeurt het, dat wij ons alleen daarin bevinden en dan, als wij zonder stoornis van anderen, onze gedachten den vrijen teugel kunnen vieren, dan verdwijnen soms in den geest de weinige kamermeubels, voor de nederige bidstoeltjes der -nonnen, het tegenwoordige prosasche winkeltje maakt plaats voor het +nonnen, het tegenwoordige prosaïsche winkeltje maakt plaats voor het St. Ursula altaar; dan zien wij den geurigen wierrookwalm ronddwarlen om den zwartgedoschten nonnenstoet, en wij hooren de orgeltoonen ruisschen en de nonnen het Ave aanheffen, en het geluid wordt ernstig @@ -8324,8 +8299,8 @@ gelegen is, grenst. Het voormalige Cellebroers en Zustershuis te Oudewater. -In de oudheden van Hugo van Heussen," zoo vermeldt Kinschot, -wordt ook vermeld van een cellebroers en een cellezusterenhuis, +»In de oudheden van Hugo van Heussen," zoo vermeldt Kinschot, +»wordt ook vermeld van een cellebroers en een cellezusterenhuis, wier laatsten, haar werk maakten om de zieken te bedienen en op te passen, even als de eersten, om de dooden te begraven; doch ons is bij streng onderzoek geen meerdere stof ter beschrijvinge van derzelver @@ -8342,7 +8317,7 @@ werkzaamheden, een gelijk pensioen als die van het St. Ursula convent toegelegd. [235] Bij resolutie van den magistraat dd. 3 April 1594 werden van Anna -Gerritsdr. de brieven" geeischt, met ontslag van den eed niet meer +Gerritsdr. »de brieven" geeischt, met ontslag van den eed niet meer voor de zieken te gaan. Zuster Anna Dirksdr. de papieren van dit gesticht overgelegd hebbende, is de laatste van wie wij eenig berigt vonden. [236] @@ -8367,7 +8342,7 @@ redenen, kwam de eerw. pater Rooters op eene gelukkige gedachte. Hij noodigde namelijk een 26tal jongelingen, allen van den fatsoenlijken burgerstand uit, om de lijken van minvermogenden van -beiderlei kunne en zonder onderscheid van ouderdom steeds de laatste +beiderlei kunne en zonder onderscheid van ouderdom steeds »de laatste eer" eene plegtige begrafenis te verschaffen en tot veler blijdschap gelukte deze poging naar wensch. Op den 23 Januarij 1857, werd den eerwaarden oprigter van wege het parochiaal armbestuur, in zijne toen @@ -8390,7 +8365,7 @@ en de zich noemende parochiale dragers in onzen tijd. [238] Het voormalige riddermatig verblijf der St. Jans Ridders te Oudewater. -Nog ne geestelijke orde, die te Oudewater eertijds bestond, dient +Nog ééne geestelijke orde, die te Oudewater eertijds bestond, dient vermeld te worden; ik bedoel de St. Jans Ridders wier commanderie onder het landcommandeurschap van Utrecht stond. @@ -8430,7 +8405,7 @@ het St. Jans huis te Oudewater in eigendom werd gegeven, een hofstede naast hun kapel gelegen, om een kerkhof te maken. Voorts bestaat er onder de oude keuren van Oudewater eene van St. Bartholomeus dach in jaer ons Heeren Duisent vier Hondert vijf en vijftig, waarvan het einde -[240] aldus luidt: ende oock mede het Broederschap van St. Jans van +[240] aldus luidt: »ende oock mede het Broederschap van St. Jans van hare renten, mogen mede in bieden als voorsz. is." Van deze Malthezer of St. Jans Ridders, waarvan het capittel steeds @@ -8490,7 +8465,7 @@ leest men: Treedt men nu de voornoemde plaats over, en het gebouw binnen, dan bevindt men zich aldra in de tegenwoordig nog zoogenaamde school, waar de archieven van het gesticht bewaard worden en uit deze school nu -geleiden u eenige treden opwaarts naar de regenten kamer." Hier valt +geleiden u eenige treden opwaarts naar de »regenten kamer." Hier valt het oog al dadelijk op eenige fraaije schilderstukken, waaronder de grootste in de eerste plaats onzen belangstelling tot zich trekt. Het is een stuk van zekere schilder H. van Omme, vervaardigd Anno 1651, @@ -8499,7 +8474,7 @@ gesticht waren opgenomen. De welgelukte ordonnantie, stelt alzoo een schilderachtig groepje knapen en meisjes voor, met blijde gezigten en begeerige oogen naar de stevige spijzen op de tafel starende, waarop de strijdlustige kinderen, welligt dadelijk een dugtigen aanval zouden -ondernemen, indien niet de tegenwoordigheid van hun vader en moeder" +ondernemen, indien niet de tegenwoordigheid van hun »vader en moeder" een te groot bolwerk voor de anders zwakke vesting ware. Op een deels ontrold blad papier, leest men op het schilderij nog @@ -8559,8 +8534,8 @@ magistraatspersonen geliefde, en de gelegenheid van zaken het vereischte, terwijl de Weesmeesters bij het aanvaarden van hunne betrekking voor Burgemeesteren moesten zweeren. [244] -Dat zij de goederen van weduwen, weezen, en andere opzigt -behoevenden, wl en getrouwelijk zullen bestieren en administreren +»Dat zij de goederen van weduwen, weezen, en andere opzigt +behoevenden, wèl en getrouwelijk zullen bestieren en administreren of doen administreren, en regeren, mitsgaders voor zoo veel in hen is, dezelve voorstaan. Den Schout, de Burgemeesteren en Schepenen erkennen en respecteren, volgende de ordonnantie van de weeskamer, @@ -8580,10 +8555,10 @@ kwamen, of de gelegenheid van zaken het wettigde. De eed bij het aanvaarden van de betrekking als Weesvader aan Burgemeesters te doen was als volgt: [245] -Dat zij lieden hunnen bevolen diensten wl en getrouwlijk bedienen, +»Dat zij lieden hunnen bevolen diensten wèl en getrouwlijk bedienen, en zulks de Landen, Renten en andere inkomende goederen, aan de voorgemelde Godshuizen behoorende, in alle getrouwheid bewaren -en beschermen, mitsgaders dezelve niet verkoopen, alineren of +en beschermen, mitsgaders dezelve niet verkoopen, aliëneren of vervreemden zullen, dan met advys van de Burgemeesteren en Schepenen, of in gewigtige zaken [246], van de vroedschappen dezer stede. Dat zij ook van hunnen ontvang, handelinge en administratie, zullen doen, @@ -8595,8 +8570,8 @@ Op zoodanige verbeurte in opzichte van het doen der Rekeningen, als bij de keuren gesteld is. Terwijl over de meer directe behoeften der weezen, (verzorging, -spijziging kleeding enz.) voorzien werd, door een binnenvader" -en eene binnenmoeder." +spijziging kleeding enz.) voorzien werd, door een »binnenvader" +en eene »binnenmoeder." En nu, sedert Ao. 1811 worden er geene weesmeesteren en naar wij meenen ook geene weesvaderen door Burgemeesters en Schepenen meer benoemd; @@ -8631,7 +8606,7 @@ voormalig Arm of Ziekenhuis te berigten. Dit gebouw is gelegen bij het Weeshuis, ten zuiden der straat genaamd -het Klooster en ongeveer aan de Vestingwal van dt gedeelte der stad, +het Klooster en ongeveer aan de Vestingwal van dàt gedeelte der stad, waar eertijds de Waardpoort zijne spitsen verhief. Schrijvende over de Cellezusteren, (zie bladz. 251) hebben wij reeds opgemerkt, dat de laatsten eertijds hoogstwaarschijnlijk daarin haar verblijf zullen @@ -8641,7 +8616,7 @@ gevangenis eenigen tijd gebruikt werd. Het tijdvak evenwel juist te bepalen, dat dit huis tot gevangenis diende, is ons niet gelukt te ontdekken, zeker echter is het, dat het in 1747 gebruikt werd tot Arm of Ziekenhuis, dat men er toen -berooide en gebrekkige ingezetenen" in voedde en oppaste, en dat +»berooide en gebrekkige ingezetenen" in voedde en oppaste, en dat deze zorg was toevertrouwd aan het opzigt enz. van een binnenvader en eene binnenmoeder. [248] @@ -8651,7 +8626,7 @@ het Ziekenhuis dus onnoodig geworden zijnde, werd dit den 10 November De bestemming van het gebouw is sedert verdwenen, daar er tegenwoordig eene boerderij in uitgeoefend wordt, doch vrij algemeen, draagt het -gebouw nog den naam het Ziekhuis." +gebouw nog den naam »het Ziekhuis." @@ -8665,11 +8640,11 @@ en wordt om deze reden nog de Gasthuissteeg genaamd. Alhoewel er voor zoover mij bekend is, geen plaatje bestaat, dat de gedaante van dit gesticht bewaart, zoo zegt ons echter de Heer -Van Kinschot [249] dat het is een aanzienlijk en wel geordeneerd +Van Kinschot [249] dat het is »een aanzienlijk en wel geordeneerd gebouw; deszelfs voorpui is naar de Jonische orde, met blaauw steenen kantelingen. Zoodra men inkomt, vindt men een groot plein met eene thuin. De Regenten-kamer is regtover den ingang van het huis geplaatst, -en daar rondom zijn gaanderijen en huisjes, in n woord, het geheele +en daar rondom zijn gaanderijen en huisjes, in één woord, het geheele gebouw is van zoodanige constructie, als tegenwoordig de meesten der zoogenaamde Hofjes alom gevonden worden." @@ -8794,7 +8769,7 @@ Deze poort deelde Ao 1856 in hetzelfde lot van hare zuster de IJsselpoort; ook zij werd publiek verkocht en tengevolge van dien gesloopt. Voor zoover wij konden nagaan, vindt men niet aangeteekend, noch bij eenig schrijver noch in eenig stuk op het gemeente archief, -van wt jaar deze poort dagteekende en dewijl er ook op het gebouw +van wàt jaar deze poort dagteekende en dewijl er ook op het gebouw zelf, zich in onze dagen geen jaartal vertoonde, is deze poort gevallen, zonder den naneef te bevredigen, als hij vraagt, in wat jaar verrees aan de noord westzijde van Oudewater de Broekerpoort? @@ -8810,7 +8785,7 @@ en het dorp Linschoten waarnaar zij dus genoemd werd. Zij werd veranderd van een slot tot poort, in het jaar 1672, zooals ten duidelijkste bleek uit het volgende opschrift in de architraaf -van het gebouw aan de stadzijde uitgehouwen, en door ons vr de +van het gebouw aan de stadzijde uitgehouwen, en door ons vóór de amovering nageschreven: @@ -8827,7 +8802,7 @@ Vooral aan de buitenzijde, was het een allerschilderachtigtst poortje met zijne gaanderij en vier bevallige boogen of openingen, die een riant vergezigt over het omliggende landschap aanboden, en haar vriendelijk voorkomen werd niet weinig verhoogd, door de met -vijf boogen voorziene brug, die er vr lag. Z vertoonde zich een +vijf boogen voorziene brug, die er vóór lag. Zóó vertoonde zich een en ander tot in 1857, als wanneer in Augustus des laatstgenoemden jaars deze poort en die brug, publiek werden geveild en verkocht, de poort voor 660 en de brug voor 110 Gulden [252]. @@ -8869,7 +8844,7 @@ ter linkerzijde van uit de stad, voorzien met een spits torentje, deze spits is er van echter reeds ten jare 1784 weggebroken. In het jaar 1607, dat van den bouw der poort, werd ook de nu -sedert lang gedempte brug met 5 boogen, die er eertijds vr lag +sedert lang gedempte brug met 5 boogen, die er eertijds vóór lag gebouwd. [254] Ook hiervoor is in de plaats gekomen, eene kleine brug voor de communicatie te water in de stadsgrachten. @@ -8915,7 +8890,7 @@ steden, gij belemmert ons het uitzigt naar Gods vrije natuur. Valt, gij zijt noodeloos in onzen tijd, de burgers van Nederland behoeven niet meer, al is het ook bij nacht, uit de veste gesloten te worden, zij mogen geen schatting meer opgelegd worden, als zij niet aan de -uitnoodiging van het luiden der poortklok" gehoorzamen [258]. Valt +uitnoodiging van het luiden der »poortklok" gehoorzamen [258]. Valt nietige gebouwen, de hechtste vestingen, door de natuur en de kunst te zamen gevormd en volmaakt, zijn niet bestand tegen eene tegenwoordige hardnekkige belegering, ook gij dus niet zwakke monumenten van @@ -8950,7 +8925,7 @@ plat overwulfd, van waar men een ongewoon fraai gezigt, zoowel naar de stad als over den IJssel had. Later echter, heeft men dit gebouw, met een kap of dak van blaauwe pannen voorzien. -De nige deur, die in het gebouw van buiten was aangebragt, bevond +De éénige deur, die in het gebouw van buiten was aangebragt, bevond zich aan de oostzijde; deze doorgaande, geleidden u eenige treden opwaarts weder aan eene deur, die de toegang tot het eigenlijke interieur van dezen toren was. @@ -8974,7 +8949,7 @@ zijnen oorsprong voor. Zijne benaming van Romeintoren, is niet zoo zeker op te lossen. De Heer van Kinschot meldt op bladz. 50 zijner beschrijving van -Oudewater aldus: Zij is van ongemeene groote steenen opgemetseld, en +Oudewater aldus: »Zij is van ongemeene groote steenen opgemetseld, en men meent op goede gronden, dat deze ten tijde der Romeinen gebouwd, en alsdan een Wachttoren geweest zij, die vervolgens ook tot een tolhuis, als te dien tijde gelegen ter zijde der IJsselpoort op en @@ -8982,7 +8957,7 @@ aan de Rivier de IJssel zoude gedient hebben." De mogelijkheid, dat het voor tolhuis gediend heeft, willen wij niet ontkennen alhoewel wij het nog niet aannemen, doch te betreuren is het, -dat de heer Van Kinschot t. a. p. zijn goede gronden" niet aanhaalt, +dat de heer Van Kinschot t. a. p. zijn »goede gronden" niet aanhaalt, waarop hij meent, dat deze door de Romeinen gebouwd zou zijn, en hun tot een wachttoren gediend zou hebben. @@ -8990,7 +8965,7 @@ Wij voor ons, meenen zelfs goede gronden te kunnen aanvoeren, om te beweren, dat het gebouw onzer beschrijving, niet door de Romeinen gebouwd is, doch van uit de middeneeuwen en niet ouder dagteekent, en dat het een verdedigingstoren, een wachthuis en gevangenis in of -bij der stede muer" geweest zij. +bij »der stede muer" geweest zij. Uitgenomen nog de vooronderstelling voor een verdedigingstoren uit de middeneeuwen, mij ook mondeling door den zeer bekwamen archeoloog @@ -9008,7 +8983,7 @@ en dit zet onze bewering niet weinig klem bij. Laat ons die stedemuur eens zoo wel mogelijk volgen van de Linschoter tot aan de IJsselpoort [260] ten tijde, dat de laatste, toen nog bij de Romeintoren stond, dan zal over een en ander nog meer licht gespreid worden, indien -wij het aantal torens in der stedemuur" vermelden, in 1542 nog in +wij het aantal torens in der »stedemuur" vermelden, in 1542 nog in dezelve aanwezig [261] @@ -9027,7 +9002,7 @@ dezelve aanwezig [261] De Romeintoren nu, stond zoo als wij reeds meermalen opmerkten, in of bij de stadsmuur [262] aan de IJsselpoort. Van veel gewigt als deze plaats was, uit een oogpunt van verdediging, zoowel om de poort -zelve, als de vereeniging van IJssel en haven, moest dr vooral de +zelve, als de vereeniging van IJssel en haven, moest dáár vooral de toren hecht en sterk van bouw zijn. De meening, dat zij van Romeinschen oorsprong zou zijn, wordt dus @@ -9060,14 +9035,14 @@ reeds, gelijk nog in onze dagen, tot gevangenis bestemd, waarvoor zeer pleitte, de donkere ronde kelder die wij reeds hiervoor beschreven en ten tijde van zijnen opbouw daarin was aangebragt, zooals met het grootste gemak was op te merken. Alzoo dan, nemen wij aan, dat zij -gespaard bleef tot in onzen tijd, n omdat zij bij de uitlegging -der veste kon blijven staan, n omdat men eene gevangenis steeds +gespaard bleef tot in onzen tijd, èn omdat zij bij de uitlegging +der veste kon blijven staan, èn omdat men eene gevangenis steeds noodig had. -Z bleef dan dit gebouw gedurende eeuwen achtereen in wezen en juist +Zóó bleef dan dit gebouw gedurende eeuwen achtereen in wezen en juist daardoor was zijn ontstaan achter de graauwe tijdnevelen zoo duister -verborgen. Nogtans wij hebben gepoogd het twijfelachtige van wanneer" -op te lossen in het bevestigende toen"! Mogte het ons gelukt zijn! de +verborgen. Nogtans wij hebben gepoogd het twijfelachtige van »wanneer" +op te lossen in het bevestigende »toen"! Mogte het ons gelukt zijn! de lezer oordeele. Doch, de tijden veranderen, en de menschen met hen; nadat het gebouw @@ -9113,19 +9088,19 @@ kleine nering in uitgeoefend. Het voormalig Casteel of Slot. -Dat alhier een kasteel of slot geweest is," schrijft de heer Van -Kinschot op bladz. 24, getuigen vele schrijvers, en is ook zeker, +»Dat alhier een kasteel of slot geweest is," schrijft de heer Van +Kinschot op bladz. 24, »getuigen vele schrijvers, en is ook zeker, doch de tijd, wanneer en door wien het gebouwd werd, wordt nergens gevonden." Ook wij nemen zulks aan, doch brengen met dit bedoelde kasteel niet in verband, gelijk voornoemde schrijver, de regelen van den -vaderlandschen historicus Matthijs van der Houven die gewaagt, dat +vaderlandschen historicus Matthijs van der Houven die gewaagt, »dat in 't kasteleinschap van Oudewater op den IJssel het oude kasteel plag te liggen, doch, dat het in zijn tijd niet meer in [267] wezen was." [268] Deze regelen toch hebben betrekking op het kasteel te Vliet in Roozendaal bij Oudewater dat op den IJssel ligt, en waarvan -de rune nog bestaat. [269] +de ruïne nog bestaat. [269] Wij begrijpen te minder, hoe van Kinschot deze regelen van Van der Houven op het Slot van Oudewater kon toepassen, daar hij reeds @@ -9141,7 +9116,7 @@ de eerste aanmaning van zyn Keyzerlyke Majesteit of zyne nakomelingen Graaven van Holland, die Poort van Linschoten op haare kosten weder tot een Slot herstellen zoude, waarvan de verbindenis Luidt, als volgt: -Wy Burgemeesteren, Schepenen, ende Raiden der Steede van Oudewater, +»Wy Burgemeesteren, Schepenen, ende Raiden der Steede van Oudewater, doen te weeten, ende bekennen mits deezen onsen Brieve, Dat Alsoe die Keys: Majt. belieft heeft tot onsen ernstigen vervolghe ende Sollicitacie te accordeeren. Dat die Poorte van Linschoten, in @@ -9167,7 +9142,7 @@ ome: dair van een Stercte weder gemaict te werden als wy dair toe van syne Majt. of syne Erffgenaamen wegen vermaant sullen worden, sonder daar tegens te doen in eenigerleie manieren. -Des 't oerconden, hebben Wij Burgemeesteren, scepenen en Raeden +»Des 't oerconden, hebben Wij Burgemeesteren, scepenen en Raeden der Voersz. steede, onser steede zegel hier aangehangen den achtsten dach van April in 't jaer ons Heeren duijsend vijf honderd drie en dertich na scrijven der kerk van Utrecht ende ons voorsz. steede, @@ -9179,7 +9154,7 @@ ende stonde onder geteekend Men zou wanen, dat het vermaken van het kasteel tot poort, ingevolge deze verbindtenis, spoedig zal hebben plaats gehad, wij kunnen dit echter met zekerheid tegen schrijven. Immers ziet men dit ten -duidelijkste, in de resolutien van den magistraat en uit zekere +duidelijkste, in de resolutien van den magistraat en »uit zekere oude lijst van gedane bekendmakingen, ter secretare van Oudewater berustende," [270] waaruit blijkt, dat de Baljuw den 14 April des jaars 1585, eerst heeft doen bekend maken, dat hij des anderen daegs ten @@ -9201,8 +9176,8 @@ waren de vrijheeren van Oudewater dat nu zoo zijnde, zou er ten minste over den naam des stichters eenig meerder licht verspreid worden. Hoe het echter zij, ten jare 1527 vinden wij vermeld [272] dat kastelein van Oudewater was Jonkheer Jan van Vliet, schildknape die als -Castelein van het sloth van Oudewater aangesteld werd den 3 November -1519 by Kaerle, by der Gratin Godts koninck van Castilien van Leons +»Castelein van het sloth van Oudewater aangesteld werd den 3 November +1519 by Kaerle, by der Gratiën Godts koninck van Castilien van Leons etc. volgens Commissie geregistreerd, en te vinden, in 't blaauwe ruige register [273] fol. 34 en in 1555 wordt als zoodanig gewag gemaakt, van Jonkheer Pieter van Cats, maarschalk van Montfoort. Aangezien @@ -9252,9 +9227,9 @@ onzekere, deze had in 1820 plaats. Het voormalig Kruidhuis. -De kruidtoren was gelegen, in een halve maan" der vestingwerken in +De kruidtoren was gelegen, in een »halve maan" der vestingwerken in het noordwestelijk gedeelte der stad. De heer Van Kinschot schrijft -in 1746, dat het binnen weinige jaren gebouwd is." +in 1746, »dat het binnen weinige jaren gebouwd is." De amovering van het kruidhuis geschiedde ten jare 1820, als wanneer het even als het magazijn van oorlog, door de administratie van @@ -9285,9 +9260,9 @@ nu eigendom van particulieren geworden is. De schuttersdoele. Reeds in het jaar 1501 vinden wij gewag gemaakt van het volgende -octrooi voor de voetbooghschutters van St. Joris Gilde" te +octrooi voor de »voetbooghschutters van St. Joris Gilde" te Oudewater. Uit dit octrooi bekomen wij echter de verzekering, dat zij -reeds lang vr genoemd jaar zich te dezer plaatse bevonden en hun +reeds lang vóór genoemd jaar zich te dezer plaatse bevonden en hun aantal op het genoemde tijdstip niet minder dan 80 tot 90 bedroeg. Wij laten dit octrooi nu volgen: @@ -9398,7 +9373,7 @@ laten dit octrooi nu volgen: Vervolgens berust er op het gemeente archief een ordonnantie voor de -schutters van den edelen Cruysboog" dd. 26 Augustus 1597, die wij +schutters van den »edelen Cruysboog" dd. 26 Augustus 1597, die wij echter om hare uitgebreidheid niet mogen overnemen. Voorts wordt nog in verscheiden keuren van deze schutters gewag gemaakt. @@ -9408,7 +9383,7 @@ te zijn. Omtrent de schuttersdoelen vinden wij vermeld [277] in 1746. -De Doele staande in de Kapelstraat is een oud gebouw, 't geen groote +»De Doele staande in de Kapelstraat is een oud gebouw, 't geen groote ruimte heeft en zeer bekwaam ter Herberging van reizende en andere lieden. Zij komt de schutterij, die nu in twee quartieren en vaandels verdeeld is, in eigendom toe, die ook aldaar hare vergadering houdt." @@ -9451,7 +9426,7 @@ der ingezetenen.--Aangezien deze laatsten echter van tijd tot tijd verminderden, en men dientengevolge geen genoegzaam getal leerlingen op dezelve aanbragt, moest dezelve noodwendig vervallen.--Volgens resolutie der staten van Holland dd. 25 Februarij Ao. 1600, bekwam -Oudewater het regt, op zijne beurt eene beurssaal" te zenden in +Oudewater het regt, op zijne beurt eene »beurssaal" te zenden in het Theologisch Collegie van Holland binnen de stad Leiden. Deze beurten moesten echter verwisseld worden tusschen deze plaats in het naburige Woerden zoodat ten allen tijde een dezer twee steden een @@ -9515,7 +9490,7 @@ Burger-regt te laten genieten. In het jaar 1595 werd van wege de regering van Oudewater aan Jaques de Causa Michielsz., een piemontees, octrooi verleend tot het houden -van de tafel van leeninge" binnen Oudewater. Aan ieder die omtrent +van de »tafel van leeninge" binnen Oudewater. Aan ieder die omtrent de aanstelling van zoodanigen tafelhouder, de voorwaarden waarop de verpanding en bij niet lossing, den verkoop der panden plaats greep, iets meer weten wil, verwijzen wij naar de beschrijving van Oudewater @@ -9546,7 +9521,7 @@ SAUVE GARDE Ao. 1756 doen den opmerkzamen voorbijganger alligt vermoeden, dat hij zich bij het oude Lombardhuis bevindt. Tegenwoordig bestaat er te Oudewater -slechts een hulp Lombard en wel onder opzigt en contrle van den +slechts een hulp Lombard en wel onder opzigt en contrôle van den Lombard uit het naburig Woerden. @@ -9557,7 +9532,7 @@ De Waag, ook gezegd de Heksenwaag. Dit stadsgebouw, bevindt zich aan de markt, op den hoek der Gasthuissteeg, en werd waarschijnlijk in het jaar 1595 gebouwd, aangezien dit jaartal in den voorgevel van dit gebouw wordt -aangetroffen.--Reeds lang vr genoemd jaar, bezat Oudewater +aangetroffen.--Reeds lang vóór genoemd jaar, bezat Oudewater echter reeds eene Waag, immers reeds ten jare 1547, werd door Zijne Keizerlijke Majesteit een bevel uitgevaardigd, waarbij hij gelastte, dat het gewigt der stad Gouda in de Waag der stad Oudewater overgebragt @@ -9566,7 +9541,7 @@ stukken, ten overstaan van zijn gecommitteerden gewogen zoude worden. Wij laten den inhoud van dat stuk hier volgen: -Op Huyden den anderen dach Marcy Ao. XVc, XLVII. Stilo Trajectense +»Op Huyden den anderen dach Marcy Ao. XVc, XLVII. Stilo Trajectense zoe zyn Adriaen Louwerisz., Jacob Gerytsz. Moen, Burgemeysters en Schepenen desz. stede van Oudewater alsook Frederick Jansz. Muntere en Jan Jansz. en Pieter Speyert, Secretaris derselver stede, geweest in @@ -9574,7 +9549,7 @@ de voorsz. stede Waech, ende aldaar gewoogen der stede Wicht van der Goude gebrocht by Dirck Cornz., Tollenaar ende Rentmr derzelver stede, van wegen der K. Majt tegens de wicht derzelver stede van Oudewater in gelijke stucken, ende is bevonden mitten zelfe te accorderen. Geschiet -op ten dach, jaer en de maent als boven, (onder stond): gextraheert +op ten dach, jaer en de maent als boven, (onder stond): geëxtraheert uit het voorsz. stedeboeck en accordeert daer naede by my onderteykent. P. Speyert." [283] @@ -9588,8 +9563,8 @@ waarvan in en om Oudewater veel in den handel wordt omgezet. Doch, uitgenomen deze artikelen, werd er eertijds nog een artikel opgewogen, waardoor deze Waag zich bij alle andere Wagen onderscheidde, een artikel, dat haar een ongekenden naam in de -geschiedrollen bezorgde, en de Waag deed worden een weldaad voor -het menschdom." Aldus toch, wordt onze Waag genoemd, in de Almanach +geschiedrollen bezorgde, en de Waag deed worden »een weldaad voor +het menschdom." Aldus toch, wordt onze Waag genoemd, in de »Almanach tot Nut van 't Algemeen," jaargang 1792, bladz. 95. Het artikel, dat wij bedoelen, waren.... menschen, die van tooverij beschuldigd waren, en heksen genoemd werden. @@ -9604,7 +9579,7 @@ daartusschen lasschen. -Het is slecht, of eigenlijk in het geheel niet te bepalen, wt +Het is slecht, of eigenlijk in het geheel niet te bepalen, wàt bijgeloof is, indien wij de tegenstelling niet vermelden van geloof en ongeloof. @@ -9647,7 +9622,7 @@ de schaduw daarvan nog in onze dagen aanwezig, bekend. Eigenlijk gezegd, was de mythologie onzer vaderen voor hen nog geen bijgeloof, het was eene natuurleer, een wangeloof--doch het voortbestaan in het Christendom van de onwaarheden, die hunne -mythologie bevattede, dt werd voor den Christen natuurlijk bijgeloof. +mythologie bevattede, dàt werd voor den Christen natuurlijk bijgeloof. Teregt vinden wij dan ook vermeld [285]. Onze voorouders hadden, als alle volkeren van den Indisch-Germaanschen stam, een duister @@ -9667,7 +9642,7 @@ laatst der dagen, alle goden aan zich zou onderwerpen. De goden der wereld, en de aardgeesten voerden wel strijd, tegen den God des hemels, eindelijk zouden zij echter toch het onderspit moeten delven. -In n woord, alles hetgeen door de menschen gedaan en verkregen werd, +In één woord, alles hetgeen door de menschen gedaan en verkregen werd, werd door het volksgeloof aan de inwerking der Goden, toegeschreven. Toen het heidendom voor het Christendom moest wijken, bleven echter de @@ -9704,7 +9679,7 @@ Het zou ons verbazend wijdloopig doen worden, de duizendtallen voorbeelden aan te halen, van de slagtoffers om tooverij en hekserij.--De vervolging was weldra tot eene ongekende hoogte gestegen.--Meest alle rampen en plagen werden aan tooverij -toegeschreven, en de beschuldiging van tooverij ging zelfs z ver, +toegeschreven, en de beschuldiging van tooverij ging zelfs zóó ver, dat vorsten en geestelijken, de beschuldigingen van hekserij niet konden ontgaan! @@ -9712,7 +9687,7 @@ Ontelbaar zijn dan ook de menschen geweest, die hunne beschuldiging met het leven moesten boeten. Een paar voorbeelden, slechts. In het kleine bisdom Bamberg werden in vijf jaren tijds 600 menschen om tooverij ter dood veroordeeld, meest verbrand, en in hetzelfde tijdsverloop -telde het niet veel grootere bisdom Wrzburg 900 offers [286]. +telde het niet veel grootere bisdom Würzburg 900 offers [286]. Maar, vraagt mij welligt iemand, werd dan iedereen, die van tooverij beschuldigd was, zonder vorm van proces veroordeeld, werden er @@ -9728,7 +9703,7 @@ pijniging hield meestal aan, totdat zij tot de bekentenis waren gebragt, en daar eene bekentenis genoegzaam werd geacht, wanneer zij op de vragen slechts een toestemmend antwoord hadden gegeven, is het daaruit gemakkelijk te begrijpen, hoevele duizenden onder -de felste folteringen het Ja" hebben uitgeroepen, om eenigen tijd +de felste folteringen het »Ja" hebben uitgeroepen, om eenigen tijd verligting te erlangen, op de vragen, of zij op bezemstokken door de lucht hadden gereden, of zij katten waren geweest, enz. enz. [287]." @@ -9736,7 +9711,7 @@ Ja er waren nog andere proeven, zooals het ordal, de vuur-, de water- en naalden-proef, doch het behoorde bij al deze tot de hooge zeldzaamheden, indien zij ten gunste der beklaagden uitvielen. Geen wonder! men vergde in deze, bijna altijd wonderen van de Godheid, -en na de wreedste pijnen reeds in de proef" doorstaan te hebben, +en na de wreedste pijnen reeds in de »proef" doorstaan te hebben, werden zij meestentijds naar den houtstapel geleid en verbrand! O de proeven ter bevrijding der ongelukkigen, zij waren zoo slecht gekozen! @@ -9756,7 +9731,7 @@ boekdrukkunst, en de daardoor veroorzaakte meerdere bekendheid van gevoelens, onderscheidene personen, die het geloof aan hekserij en tooverij bestreden. -De beroemde regtsgeleerde Alciatus, leerde reeds, dat het beter +De beroemde regtsgeleerde Alciatus, leerde reeds, »dat het beter was, de heksen nieskruid te geven, dan haar ten vure te doemen" daarmede zoo het schijnt doelende, op zijne overtuiging, dat zij, die zich verbeelden onder de magt van booze kwellingen te staan, @@ -9845,13 +9820,13 @@ slagtoffer den houtmijt! Ach het is eene vrouw en zij is echtgenoot en moeder, want hij, die zich onder den stoet bevindt, hij met dien zonderling wreede trek op het gelaat, met van woede glinsterende oogen, die dreigend staren op de leiders van de zoogenaamde heks, hij prevelt -verwenschingen, voor de beschuldigers zijner liefdevolle gade." Is +verwenschingen, voor de beschuldigers zijner »liefdevolle gade." Is zij ook moeder? Ja, ja, zie naast de veroordeelde draagt een andere vrouw een schreijende zuigeling, en geleidt een achtjarige knaap, en terwijl de vlottende menigte nu langzaam voortgolft naar de plaats waar -het doodvonnis zal voltrokken worden, ontwaakt de ongelukkige heks" +het doodvonnis zal voltrokken worden, ontwaakt de ongelukkige »heks" met aan razernij grenzende wanhoop uit den stillen waanzin, waarin -zij gedompeld was! want zij ziet de houtmijt vr zich, die weldra +zij gedompeld was! want zij ziet de houtmijt vóór zich, die weldra met hare assche een vormloos zaamgestorte massa zal uitmaken! Mijne kinderen gilt zij, groote God, mijne kinderen! de zuigeling en de knaap omvattende, o uwe moeder omklemt u nu voor het laatst, zij @@ -9859,7 +9834,7 @@ drukt u na dezen immermeer de vurige kussen op uwe wangen. Zij zal haren lieven zoon niet meer ter schole leiden, hare zuigeling niet meer voeden met het moederlijk voedsel! en gij echtgenoot, kermt zij, ach, zie niet zoo dreigend in deze bange ure, wij zien ons weder, -dr, waar wij niet meer aldus gescheiden zullen worden, zorg voor +dáár, waar wij niet meer aldus gescheiden zullen worden, zorg voor onze kleinen, voor de telgen van onzen gelukkigen echt, omhels mij zoo als ik hen omhels.--God! God! ik moet van u en hen scheiden...... @@ -9878,19 +9853,19 @@ O deze smartvolle ontboezemingen wat verschilden zij van de uitroepingen der volksmenigte. Voort, voort met de heks, want zij heeft met bezemstokken door de lucht gereden, wij hebben haar in de gedaante eener kat gezien, zij heeft onweders en ziekten verwekt, -en de kinderen betooverd, z z, verbrand haar, verbrand haar! +en de kinderen betooverd, zóó zóó, verbrand haar, verbrand haar! Weldra waren de laatste levensvonken van de ongelukkige echtgenoot en -moeder uitgebluscht, en.... het bijgeloof had een offer meer geischt +moeder uitgebluscht, en.... het bijgeloof had een offer meer geëischt en genomen!! Zulke treurige executien, hadden in de tijden waarvan wij schrijven menigmaal plaats, op honderde manieren gevarieerd, zonder onderscheid van kunne of ouderdom. Geen wonder ook, wij hebben het reeds aangetoond, de proeven aangewend tot bevrijding eener aangeklaagde -heks," zij gelukten bijna nooit in het voordeel der laatsten. +»heks," zij gelukten bijna nooit in het voordeel der laatsten. Maar eindelijk daagde er toch lichte aan den horizont: er werd eene proef ontdekt, die altijd de vrijspraak voor de beschuldigden van @@ -9908,7 +9883,7 @@ ander zoo beknopt en duidelijk mogelijk ter neder schrijven. De heksen, die in het volksbijgeloof door de lucht konden rijden, hadden volgens gevoelen van hare beschuldigers en vervolgers geene -ligchaamszwaarte, somtijds meende men zelfs, dat zij nog minder +ligchaamszwaarte, somtijds meende men zelfs, »dat zij nog minder dan niets wogen." Werden zij dus ter schale geleid, en bevond men, dat zij zoo zwaar wogen, dat het met de natuurlijke proportie haars ligchaams overeen kwam, en dat kon nimmer missen, dan werd aan @@ -9923,7 +9898,7 @@ juistheid in het wegen; maar bovenal ook om het juiste en eerlijke gewigt in deze waag aanwezig zijnde en gebruikt wordende. Immers, ten bewijze strekke hiervoor, de ordonnantie van keizer Karel de V, waarbij hij ten jare 1547 aan die van Gouda gelastte, hun gewigt -met dat van Oudewater te laten ijken" zouden wij in onze dagen +met dat van Oudewater te laten »ijken" zouden wij in onze dagen zeggen. [291] Hieruit blijkt dus, dat die vorst voor deze waag reeds eenige voorliefde had, en men houdt dan ook algemeen den keizer, voor den bedenker van deze weegkuur, ofschoon het echter niet met @@ -9955,7 +9930,7 @@ Na vermeld te hebben, dat er vele zoogenaamde heksen van de stiften Keulen, Munster en Padeborn sedert keizer Karels tijd, reeds gewogen waren en nog werden, vinden wij daarop t. a. p. aangeteekend: -Dat daar noit ymand uit een van die plaatsen gekomen was, of zy +»Dat daar noit ymand uit een van die plaatsen gekomen was, of zy hebben alle eenstemmig verklaart, dat zy in hun land t' onregten van Tovery beschuldigt wierden: en zoo zy geen bewys bekomen konden, van dat ze in de Stads Waege t' Oudewater gewogen waren, en hun gewigte @@ -9985,23 +9960,23 @@ gevlugt was, het bescheyt van aldaer gewogen te zyn vertoont hebbende, was hy weder in zyn geheel en in de volle bezittinge zyner goederen, die by den Regter al waren aengeslagen, hersteld geworden. -Op de 2de Vrage seit de Burgemeester, dat geen seker gewichte gestelt +»Op de 2de Vrage seit de Burgemeester, dat geen seker gewichte gestelt is, wat iemand wegen moet, maar dat het daarop aan kwam, dat het gewicht met de natuurlyke geschapentheid des lichaams overeenkomt. -Op de 3de Vrage, van waar dit zyn oorsprong heeft, seyt hy, dat +»Op de 3de Vrage, van waar dit zyn oorsprong heeft, seyt hy, dat hem zulks onbekent zy, maer dat egter blykt, dat hunne Stads wage in die buiten landen zulken aanzien hadde, also 't verscheide malen gebeurt was, dat die geenen, welken verzochten gewogen te worden, met bysondere Voorschryvens hunner Stad of plaats gekomen zyn. -Echter word daarby gezegt, dat Keyzer Karel zulk Voorregt aan de Stad +»Echter word daarby gezegt, dat Keyzer Karel zulk Voorregt aan de Stad Oudewater, uit oorzaak van hunne beproefde Oprechtigheid in desen, en van seker bedrog, in een nabuurig dorp ontdekt, geschonken heeft, immers dat zulks het algemeen zeggen is." Teregt merkt Ds. Kits van Heyningen, dan ook dien ten gevolge op: [292] -Men ziet uit bovenstaand berigt, dat de waag te Oudewater niet alleen +»Men ziet uit bovenstaand berigt, dat de waag te Oudewater niet alleen veel bekendheid had, en voor officieel getuigenis diende, maar, dat ook de proef zeer onschuldig was. Had men een bepaald gewigt gesteld, dat iemand op zekeren leeftijd wegen moest, terwijl een ligter zijn, @@ -10012,7 +9987,7 @@ ligchaams in overeenstemming was. Men grondde die bepaling zeker op het volksgeloof, dat onder andere meeningen ook deze koesterde, dat een heks of toovenaar geen gewigt had." -Intusschen was het voorregt aan de waag gegeven, den waagmeester +»Intusschen was het voorregt aan de waag gegeven, den waagmeester zelven niet geheel onverschillig. Wie gewogen werd, betaalde natuurlijk het waaggeld en schoon de som zoo groot niet was, bij de meerdere waarde, die het geld in dien tijd had, was zij toch een @@ -10021,7 +9996,7 @@ omdat een ieder er iets van hebben moest,--en dat is sinds dien tijd nog weinig veranderd,--zoo versplinterd was geworden. Men leze de volgende authentieke bepaling van: -Leges te betalen bij die geene, die in der Stede Waach, uit +»Leges te betalen bij die geene, die in der Stede Waach, uit beschuldiging van Tovery gewoogen worden." @@ -10048,7 +10023,7 @@ voor zoover die op te sporen was, van personen, die ter zake van toverij beschuldigd werden, en zich van tijd tot tijd in de Waag van Oudewater hebben laten wegen. [293] -Maria Konings, Dochter van Gerard Hesseling, anders genaamt Konings, +»Maria Konings, Dochter van Gerard Hesseling, anders genaamt Konings, en Anneke ter Brugge, woonende te Konings in Zurik in den Kaspel van Boekholdt, in den Gestichte van Munster, gewoogen den 24 Februarij Ao. 1644. [294] @@ -10068,7 +10043,7 @@ in den Dorpe van Kleinenbroek, onder Zutphen, omtrent twee uuren van Nuits, gewoogen den 23 Mey Ao. 1694. Aaltje Brouwers, Huysvrouw van Frans Fransz., geboortich uit de -Heerlykheid Borcul, Vlekke Heybergen, gewoogen den 25 September +Heerlykheid Borculô, Vlekke Heybergen, gewoogen den 25 September Ao. 1694. Maasje Faessen, Huysvrouw van Jan Aartsz., geboore in 't Waal, @@ -10093,11 +10068,11 @@ Ao. 1729. [295] -EXTRACTEN uit de Registers van Judicile en Dagelijksche Acten der +EXTRACTEN uit de Registers van Judiciële en Dagelijksche Acten der Stede Oudewater. - Wy Burgemeesteren, Schepenen en Raden der Stede Oudewater + »Wy Burgemeesteren, Schepenen en Raden der Stede Oudewater in Hollandt, doen kont en certificeeren eenen yegelyken mits dezen, ten versoeke van Maria Konings, oudt, zoo sy seydt, omtrent zes en twintig Jaren, dochter van Geeraerdt Hesseling, @@ -10146,7 +10121,7 @@ Stede Oudewater. (Onderstont) - 'T voorschreven ge-xtraheerde by my ondergeschreven Secretaris + »'T voorschreven ge-ëxtraheerde by my ondergeschreven Secretaris der Stede Oudewater accorderende bevonden, met de vordere Verclaringe: dat in mynen voorschreven dienste veele persoonen invoegen voorseydt in de Wage alhier zyn gewogen, met gelyke @@ -10158,7 +10133,7 @@ Stede Oudewater. H. De Hoy. - Wij Burgemeesteren, Schepenen en Raden der Stede Oudewater, in + »Wij Burgemeesteren, Schepenen en Raden der Stede Oudewater, in Holland; doen cont ende Certificeeren mits dezen, ter requisitie van Jacobye Paulus, huisvrouwe van Steven Willems, wonende in de Boerschap van Wapenvelt, onder 't Schoutampt van Heerde, @@ -10191,7 +10166,7 @@ Stede Oudewater. - Wy Burgemeesteren, Schepenen en Raden der Stede Oudewater in + »Wy Burgemeesteren, Schepenen en Raden der Stede Oudewater in Hollant doen Condt en Certificeeren mits deesen ter requisitie van Geertruyd Hendriks van Beek, weduwe van Christoffel Clads, woonende tot Utregt op 't Zant, out, zoo zy seyde, omtrent twee en @@ -10199,7 +10174,7 @@ Stede Oudewater. oogen en grys van haar, dat op huyden voor ons gecompareert zyn de Heeren Jan van Lexmont ende Jacob Bakker, Schepenen dezer Stede, mitsgaders Cornelis van Eynthoven (by absentie van zyn vader - Dirk van Eynthoven) bedigde Waagmeester van deze voorzs. Stede + Dirk van Eynthoven) beëdigde Waagmeester van deze voorzs. Stede Waag, by ons ten deese geauthoriseert, dewelke ter instantie en verder versoek van de voorn. Geertruyd van Beek, verklaarde waar ende waaragtigh te zyn, dat den voorn. Cornelis van Eynthoven de @@ -10225,7 +10200,7 @@ Stede Oudewater. - Wy Burgemeesteren, Schepenen ende Raden der Stede Oudewater in + »Wy Burgemeesteren, Schepenen ende Raden der Stede Oudewater in Holland, doen Cond en Certificeeren mits deezen, ten verzoeke van Claas Ariensz. van den Dool, geboortig te Noordeloos, oud ontrent 37 Jaren, kortagtig en eenigsins spitsig van Ligchaam, hebbende @@ -10284,7 +10259,7 @@ onder het spigtig gras, en treft met zijn schadelijk gift, dat het met zich omvoert, soms nog vrij zeker. Immers hoe dikwijls berigten ons de dagbladen nog van heksen en beheksten, hoe menigmaal hoort men, vooral onder de geringere volksklasse nog gewagen van personen, -die meer kunnen dan menig ander." +die »meer kunnen dan menig ander." Doch gelukkig wij zijn vooruitgegaan, en met rassche schreden vooruitgegaan, en wie weet het hoe spoedig welligt, dat het bijgeloof @@ -10294,19 +10269,19 @@ aanbreken. Nog mijne lezers bevindt zich deze waag waarin men heksen woog te -Oudewater, nu echter de heksen" er niet meer opkomen, dient zij +Oudewater, nu echter de »heksen" er niet meer opkomen, dient zij weer bijna uitsluitend tot het wegen van koopmansartikelen, levend vee, touwwerk, kaas, [297] enz. terwijl het regt tot dit wegen van stadswege van tijd tot tijd in het openbaar verpacht wordt. Wanneer Oudewater door vreemdelingen bezocht wordt, dan vragen zij natuurlijk alligt hen de heksenwaag te vertoonen, [298] -en onwillekeurig hoort men hen den uitroep ontsnappen: h, wat +en onwillekeurig hoort men hen den uitroep ontsnappen: hé, wat eenvoudig gebouw is die waag, heeft deze nu eene zoo groote rol in de heksen-geschiedenissen gespeeld, wierd daarin zoo menig mensch van het doemvonnis verlost, hen door het bijgeloovige menschdom aangewreven, -en ja zoo was het, dr hielden de harten op angstig te kloppen, -dr klonken voor slechts G. 6.50 den beschuldigde de bemoedigende +en ja zoo was het, dáár hielden de harten op angstig te kloppen, +dáár klonken voor slechts G. 6.50 den beschuldigde de bemoedigende woorden tegen, ga, gij zijt vrij! wij hebben u gewogen en ....... niet te ligt bevonden. @@ -10390,7 +10365,7 @@ Het Stadhuis is gebouwd op 4 boogen of verwulfsels: een dezer, aan de voorzijde aanwezig, dient de nachtwacht, tot punt van bijeenkomst en schuilplaats bij ongunstig weder, terwijl het tevens na afbraak der Romein of Gevangentoren tot tijdelijke bewaarplaats voor misdadigers -is ingerigt, de overige drie holen" zooals men ze noemt, worden van +is ingerigt, de overige drie »holen" zooals men ze noemt, worden van stadswege tot bergplaats verhuurd. Bezien wij nu vlugtig het stadhuis ook nog van binnen. @@ -10406,9 +10381,9 @@ ringvergadering gehouden, waarvan Oudewater toen de hoofdplaats was, waardoor ook alstoen de vierschaar vernietigd werd [300]. Regts aan den ingang dezer voorzaal bevindt zich de bodeskamer in -1857 daargesteld, terwijl aan het achtergedeelte, dr ongeveer, waar +1857 daargesteld, terwijl aan het achtergedeelte, dáár ongeveer, waar vroeger de vierschaar was, eenige wapenen,--overblijfselen van den -moord in 1575--tot eene trofe geschikt, deze voorzaal versieren [301]. +moord in 1575--tot eene trofée geschikt, deze voorzaal versieren [301]. Ter regterzijde verschaft eene deur toegang tot de Secretarie die aldaar ten jare 1859 getimmerd is, deze doorgaande, komt men van @@ -10439,7 +10414,7 @@ Behoeven wij het wel te zeggen, dat waar een Stoop zoodanig tafereel vervaardigd heeft, het niet mankeert aan fiks coloriet, stoute figuren, en bevallig uitgevoerde groepen, dat iedere groep eene fraaije ordonnantie op zich zelve is, zonder dat de bekwame -schilder door deze dtails het geheel, hierdoor uit het oog heeft +schilder door deze détails het geheel, hierdoor uit het oog heeft verloren? Behoeven wij aan te stippen, dat het stadsgezigt uit dien tijd met veel historische trouw is vervaardigd? [302] @@ -10457,7 +10432,7 @@ ook de beschrijving onzer reeks publieke en merkwaardige gebouwen van Oudewater. Wij hebben de gebouwen ondervraagd en zij hebben tot ons ten deele door de historie-bladen en oude bescheiden gesproken. Wij hebben gezien, dat het waarheid was, toen wij in ons motto den heer -Rose nazeiden: De monumenten zijn de gedenksteenen van het verledene, +Rose nazeiden: »De monumenten zijn de gedenksteenen van het verledene, omdat zij de getuigen, somtijds zelfs de voorwerpen waren van vroegere handelingen. De monumenten verschaffen ons eene geschiedenis op eene andere wijze, namelijk in vormen, die een geheele reeks van @@ -10518,7 +10493,7 @@ Alhoewel het in oude tijden vrij gebruikelijk was, dat door de eene stad aan de andere, bij het daarstellen van openbare gebouwen, geschenken gegeven werden, en men ter gedachtenis daarvan, het wapen van die stad, ter herinnering aan zoodanig gunstbewijs, daarin -aanbragt, zoo hebben eenigen gemeend, dat men drom deze wapens in +aanbragt, zoo hebben eenigen gemeend, dat men dáárom deze wapens in de vermelde reeks gebouwen, in deze drie steden had aangebragt; doch hier maken wij van Kinschots gevoelen gaarne tot het onze, namelijk, dat zulks niet waarschijnlijk is, aangezien in de Besluit-boeken dier @@ -10526,7 +10501,7 @@ steden hieromtrent niets aangeteekend staat. Wij voegen hier nog bij de facta, dat er op ons vrij wel geinventariseerd gemeente archief, bestaat, eene missive van de -regering der stad Alkmaar, dato den 25 Mei 1588, ten geleide van +regering der stad Alkmaar, dato den 25 Mei 1588, »ten geleide van 't conterfeitsel van 't wapen dier stad, om dit nevens het wapen van Oudewater en Delft voor 't nieuwe raadhuis alhier te stellen, als een gedenkteeken en onderhouding van het oude verbond onderling gemaakt." @@ -10540,26 +10515,26 @@ ons bekend is, deze woning nooit een openbaar gebouw van Oudewater geweest is, kon Delft hiermede ook in geen betrekking staan en zal laatstgenoemde plaats, dan ook geen geschenk tot daarstelling van dat huis hebben verstrekt. Beneden zullen wij onze meening ook voor -de reden, dat voornoemd wapen, dr aanwezig was aanvoeren; echter +de reden, dat voornoemd wapen, dáár aanwezig was aanvoeren; echter is deze eerste gissing, naar ons oordeel behoorlijk ontzenuwd. Ten 2e, willen anderen de reden van het feit hierin opgelost zien, dat de steden Delft, Alkmaar en Oudewater in oude tijden, en mogelijk wel in den Hoekschen en Kabeljaauwschen oorlog in onderling verbond -zouden gestaan hebben, en onder ne banier ten oorlog uitgetrokken +zouden gestaan hebben, en onder ééne banier ten oorlog uitgetrokken zijn, doch hierop merkt van Kinschot [304] weder teregt aan, dat iedere stad hare eigene banier gehad heeft [305] en hem dit geheel onwaarschijnlijk voorkomt. Wij verwerpen met van Kinschot eveneens deze meening, immers, dat die van iedere stad, zich onder hare bijzondere banier ten oorlog schaarden, vonden wij ook bij Dr. D. J. Veegens, -in zijne Haarlemsche vertellingen uit den ouden tijd" bevestigd, -alwaar wij onder de vertelling" het ontzet van Haarlem op bladzijden +in zijne »Haarlemsche vertellingen uit den ouden tijd" bevestigd, +alwaar wij onder de »vertelling" het ontzet van Haarlem op bladzijden 108-109 de volgende zinsnede aantreffen, die ook deze tweede gissing met grond doet verwerpen: -Door de stofwolken heen, die de ruiters van Jacobas leger uit het +»Door de stofwolken heen, die de ruiters van Jacobas leger uit het drooge zand deden opgaan, blonken de banieren van hare getrouwe steden Schoonhoven, Gouda en Oudewater in de middagzon." @@ -10614,7 +10589,7 @@ Aan vele steden [306] in Holland was het eertijds bij Handvest vergund en in andere steden was het reeds lang een oud gebruik, dat alle buiten lieden, die in eene stad, bij uitersten wil of versterfregt kwamen te erven, van deze hunne erfenis, een tienden penning, ten -behoeve van die stad moesten betalen, voor en aleer zij hun gerfd +behoeve van die stad moesten betalen, voor en aleer zij hun geërfd goed, uit die gemeente mogten vervoeren. Dit regt strekte zich ook uit, tot die burgers of poorters, die @@ -10632,11 +10607,11 @@ verbond gesloten had, op St. Jans Baptisten avond 1553 en nog vinden wij aangeteekend, dat tusschen de steden Haarlem en Amsterdam een accoord in dezer voege aangegaan was, op den 17 April 1464. -Een octrooi om exue te heffen was al zeer vroeg mede verleent +»Een octrooi om exue te heffen was al zeer vroeg mede verleent geweest aan de stad Delft, doch dit is in den brand van den jare 1536 verongelukt, zooals te zien is in het nader octrooi bij keizer Karel den 27 Maart 1545 aan laatstgenoemde stad verleend, waarbij -vernieuwing van het oude octrooi werd gegund, als: voorregt van +vernieuwing van het oude octrooi werd gegund, als: »voorregt van exuw te mogen heffen, opbeuren en omvangen, de twintigsten penning van alle goederen succedeerende, of andersins gaande buyten de stede van Delf mitsgaders ook so veel te mogen nemen, en omvangen van den @@ -10649,7 +10624,7 @@ de Delftenaars insgelijks een overeenkomst gesloten, dat zij ter wederzijden vrij zouden zijn, van dit exue regt te betalen en wel reeds op den 4 Maart 1427, waarbij die van Oudewater aan Delft beloofden: -Dat sy tot genen dagen aan erfenissen, nog aan besterfenissen, die +»Dat sy tot genen dagen aan erfenissen, nog aan besterfenissen, die hare poorteren en inwoonderen in het regtsgebied van Oudewater mogten aanbesterven, belasten, nog beswaren en sullen, met enig pond geld van hen te eijssen, of te nemen, ten waar dat ter de Burgemeesters @@ -10679,7 +10654,7 @@ kortheidswille schrijven wij alleen de laatste over--het luidt aldus: Eersame Discrete Voersienighen Heeren ende goede Bontghenoten: -Wy hebben gevisiteert het processie voor uwer l. wtstaande tusschen +»Wy hebben gevisiteert het processie voor uwer l. wtstaande tusschen Baert Jacobsz eyscher, op ende tegens Pieter Harmensz. van Cendenoort gedn., in welcke zaecke wy bevinden het poinct daer inne te bestaen, off Adriaan Goossensz. des verweerders ofte gedaegdes huysfrouse @@ -10702,7 +10677,7 @@ ook met Condemnatie van Costen. hier mede -Eersaeme Wyse Discreten Voorsienighe heeren ende goede bondtgenoten +»Eersaeme Wyse Discreten Voorsienighe heeren ende goede bondtgenoten beuelen wy uwer E: in de bescherminge Gods des heeren Al machtich geschreven tot Delft den ij february Ao. XVc. XCV. @@ -10727,7 +10702,7 @@ geteyckent by my, OUDEWAETER. -Uit dit aangevoerde en de gebezigde woorden goede bontgenooten," +Uit dit aangevoerde en de gebezigde woorden »goede bontgenooten," is ook de waarheid van dit tweede betoog aangetoond. III. Op de jaarmarkten in de steden Delft, Oudewater en Alkmaar @@ -10738,7 +10713,7 @@ moesten loten. [314] IV. De oorzaak tot al het onderlinge vriendschapsbetoon in I, II en III aangetoond, had hare aanleidende oorzaak hoogst waarschijnlijk -drin, dat er in zeer oude tijden volgens veler meening (en wel +dáárin, dat er in zeer oude tijden volgens veler meening (en wel volgens sage in het jaar 1421) een verdrag tusschen de drie gemelde steden zoude getroffen zijn, waarbij aan de poorters dier steden, een gelijk burgerregt, als ieder in zijne stad genoot, zoude toegestaan @@ -10762,7 +10737,7 @@ Sigillum Communitatis Oppidanorum de Delf beteekenende: Het zegel van de gemeenschap der poorteren van Delf, dan moeten ook wij zeggen, dit moet niet zonder bijzondere redenen, maar met diep inzigt en wisse voorbedachtzaamheid alzoo verkregen zijn. Deze zinsnede: gemeenschap -der poorteren van Delft moet ongetwijfeld doelen op het oude verbond" +der poorteren van Delft moet ongetwijfeld doelen op »het oude verbond" van de steden Delft, Oudewater en Alkmaar. @@ -10789,14 +10764,14 @@ Kinschot denkt, dat het sijmbool van dit wapen is, aldus: Oudewater ligt op de uiterste grenzen van Holland tegen de grenzen van het Sticht en dus naar die zijden bloot, voor den eersten aanstoot der wapens wanneer het Sticht overweldigd is; vandaar, dat hij Oudewater -dan ook noemt een Burch en Bolwerk voor het gewest van Holland." Deze +dan ook noemt »een Burch en Bolwerk voor het gewest van Holland." Deze burg en dit bolwerk zouden dan naar alle waarschijnlijkheid, een van Hollands graven op de gedachte gebragt hebben, deze gelegenheid der stad, in haar wapen te doen vertegenwoordigen door den burg, waarboven de leeuw als staat te waken, tegen iederen onverhoedschen overval van eenen vijand. -In het jaar 1816 werd van wege den koning, o. a. de hooge raad van +In het jaar 1816 werd van wege den koning, o. a. »de hooge raad van adel" gemagtigd eenige of een aantal wapens te wettigen, ingevolge besluit van den 20 Februarij 1816, en het was in laatstgenoemd jaar, dat de gemeente van Oudewater ingevolge het door haar gedaan verzoek @@ -10817,10 +10792,10 @@ Regeringsvorm en Regeringslieden. In een privilegie van graaf Willem, Anno 1322, waarbij de poorters van Oudewater niet arrestabel worden verklaard, wordt gewag gemaakt, -dat alstoen hier aan der stede regering waren: seven scepenen, +dat alstoen hier aan der stede regering waren: »seven scepenen, twee Raatsmannen en een Bailju." [319] -Voorts bestaat er een bevel van Willem Grave etc." aan de magistraat +Voorts bestaat er een bevel van »Willem Grave etc." aan de magistraat van Oudewater van het jaar 1323 namelijk om de Lombaarden in hare stad te ontvangen en burgerrecht te laten genieten, waarin de regeringslieden aldus werden genoemd. @@ -10829,7 +10804,7 @@ Wi Willem Grave etc. onsen lieven en getrouwen Schout, Schepenen ende Raed van onser poorteren van Oudewater saluyt enz. [320] Terwijl graaf Albrecht de magistraat dezer plaats in 1395 vermeld, -onder de woorden Scout, Borghe Meesters, scepenen en Rade." [321] +onder de woorden »Scout, Borghe Meesters, scepenen en Rade." [321] Tot op 1401 echter, zijn wij niet in het bezit van eenig stuk, hoe de aanstelling van den magistraat geschiedde, als wanneer in laatstgenoemd @@ -10851,7 +10826,7 @@ Raadsmannen ieder jaar op St. Simon en Judas avond, uit ieder vierendeel der voornoemde stad, staande ten halven schoten, zouden kiezen twee Burgemeesters met deze bepaling, dat zij die binnen de laatste drie jaren Burgemeesters geweest waren, niet verkiesbaar -waren, en dat, zoo er een van dezulken in zijne dienst aflijvig" +waren, en dat, zoo er een van dezulken in zijne dienst »aflijvig" werd, men alsdan een anderen binnen de drie dagen kiezen zoude, dat de Burgemeesters niet te na in de familie mogten zijn, en vijf en dertig jaren of daarboven moesten oud zijn, enz. enz. @@ -10859,10 +10834,10 @@ en dertig jaren of daarboven moesten oud zijn, enz. enz. Hertog Aalbrecht, bepaalde in dit zijn handvest, zooals toen veelal -gebruikelijk was, dat al de daarin vermelde poincten" en ieder in -het bijzonder vast ende gestade" gehouden moesten worden, zooals er -verder stond, voor ons en onse nacomelingen ten eeuwigen dagen" waarom -hij dan ook dezen brief had laten besegelen met synen segele." Deze +gebruikelijk was, dat al de daarin vermelde »poincten" en ieder in +het »bijzonder vast ende gestade" gehouden moesten worden, zooals er +verder stond, »voor ons en onse nacomelingen ten eeuwigen dagen" waarom +hij dan ook dezen brief had laten »besegelen met synen segele." Deze eeuwigheid duurde echter slechts een tijdsverloop van 184 jaren (van 1401 tot in 1585) als wanneer Holland ziende de gelegenheid en de stand van zaken in deze stad, ten gevolge des moords in 1575, @@ -10870,7 +10845,7 @@ goedvond, eenige verandering in de uitvoering van meergemeld stuk van Graaf Aalbrecht aan te brengen, weshalve de staten voor den tijd van drie jaren bevolen, dat een van de Burgemeesters en sommige van de schepenen, niet op den vroeger bepaalden tijd behoefden af te treden, -wel verstaande, dat daartoe vercoren sullen worden, de bequaamste ende +»wel verstaande, dat daartoe vercoren sullen worden, de bequaamste ende nutste personen uyt het geheele corpus van de gemeente, zonder reguard te nemen op de quartieren, schoten ofte loten, ofte ook dat deselve in voorlede jaren zullen gedient hebben, zullen de verkiezingen en de @@ -10899,25 +10874,25 @@ schepenen en vroedschappen der stad. ende onderhouden als naar behoren nodig bevonden is te voorsien, aangaande het stellen van de Burgermeesteren, Schepenen ende Vroedschappen aldaar, naar jegenwoordige gelegentheid der selver - Steeden, ende sonder de prjudicien van de Privilegien van dien, + Steeden, ende sonder de præjudicien van de Privilegien van dien, Zoo is 't, dat wy hier op gesien hebbende de Privilegien ofte Octrooi van Hartog Albrecht van Beijeren H. Gl. die van Oudewater voornoemd verleend, in den Jaare 1401, uyt onse regte weetenschap den voorn. van Oudewater gegund, geconsenteerd, ende geoctroyeerd hebben, Gunnen, Consenteeren, ende Octroyeeren by deesen, dat - aldaar geligeerd ende gesteld sullen worden by syn Exellentie als + aldaar geëligeerd ende gesteld sullen worden by syn Exellentie als Gouverneur van de Lande van Holland, &c. Vier en Twintig Personen tot Vroedschappen der voorsz. Steede van Oudewater, uit alle sulke meerder getal van de bequaamste, rijkste en vreedsaamste derselver Steede als bij de voorsz. Magistraaten syn Exellentie - sal worden geprsenteerd ende dat voor de eerste Reyse, ende soo + sal worden gepræsenteerd ende dat voor de eerste Reyse, ende soo wanneer eenige derselver Vroedschappen sullen koomen te overlyden, of uyt de voorsz. Steede metter Woone te vertrekken, ofte dezelve om eenige andere oorsaaken, soude mogen verlaaten werden, dat in de plaatse van deselve by de Burgermeesteren in der tyd, ende de andere Vroedschappen aldaar eenen anderen meede van de Rykste, gequalificeerdste, vreedsamigste verkooren en by de Borgermeesteren - geed sal worden. Item dat den Bailliuw, Borgermeesteren, ende + geëed sal worden. Item dat den Bailliuw, Borgermeesteren, ende Vroedschappen alle Jaars op den 25 April nomineeren sullen Vier Persoonen uyt de Scheepenen in diensten synde, ende Tien Persoonen uyt de voorsz. Vroedschappen ofte andere van de rykste @@ -11033,7 +11008,7 @@ getal van Schepenen aan de Heeren Staten en bij derzelver afwezigheid aan hunne Gemagtigde Raden [327] tot het doen der verkiezingen over te brengen, die dan ook de verkiezing deden, en dezelve per brief aan den Bailluw overzond om den verkozen in hunne betrekking te stellen en te -[328] beedigen. +[328] beëedigen. Voorts had de Bailluw een Stedehouder of plaatsbekleeder, die bij afwezigheid of ontstentenis van den eerste, in alles den Bailluw @@ -11046,7 +11021,7 @@ van stemmen verkozen werden, moesten, zoowel de aanblijvende als aankomende Burgemeester, of Burgemeesters, in handen van den oudsten aftredenden Burgemeester, den navolgende eed doen en beloven. [329] -De Graaflijkheid van Holland mitsgaders deeze stede gehouw ende +»De Graaflijkheid van Holland mitsgaders deeze stede gehouw ende getrouw te zullen zijn, alle de stads voorrechten, Handvesten en keuren voor te staan en te handhaven, goede politie onder de burgers en gemeente te onderhouden, mitsgaders de Kerk, 't Gasthuis, @@ -11068,7 +11043,7 @@ April van ieder jaar gemaakt, werden door de Staten van Holland of bij derzelver afwezigheid, door de Gemagtigde Raden verkozen, en moesten den navolgenden eed in handen van den Bailluw doen en zweren: [332] -Dat zy lieden recht ende justitie onpartydelyk tusschen twee mans +»Dat zy lieden recht ende justitie onpartydelyk tusschen twee mans dingtallen zullen bedienen, en zulks t' allen tyden ter Vierschaare te verschynen, des by den Heer daartoe verzogt zynde, en voorts alles doen, 't geene goede en getrouwe Schepenen schuldig zyn en behooren @@ -11094,7 +11069,7 @@ verlaten hebbende Vroedschap, eenen anderen in diens plaats, welke in handen van de in bediening zijnde Burgemeesteren den eed moet afleggen, en volgens het Octroy en de Continuatie van dien [333] zweeren: -Dat hy de Ridderschap, Edelen en Steden van Holland ende +»Dat hy de Ridderschap, Edelen en Steden van Holland ende West-Vriesland, als verbeeldende de Staten van het zelfde Land, mitgaders de Burgemeesteren en Schepenen deezer Stede gehouw ende getrouw zyn zal, en op 't verzoek van Burgemeesteren voorsz. t' alle @@ -11126,30 +11101,30 @@ de in de Registers zoo van het land als de stad te vinden zijn. 3. Jonkheer Jan van Vliet, Schildknape, Heer van Vliet, Hoenkop en Berge-Ambacht tot Castellein van het slot van Oudewater aangesteld, -op den 3 November 1519, by Kaerle, by der Gracien Godts koninck van +op den 3 November 1519, »by Kaerle, by der Gracien Godts koninck van Castilien van Leons etc. volgens commissie geregistreerd en te vinden in 't blaauwe ruyge Register, fol 34." 4. Jan Jacob Gerritz. -5. Gerrit Jan Jacobsz. voor n jaar aangesteld den 28 Januarij 1554 -bij de Luyden van de Reekeningen des Conincks in den Hage volgens +5. Gerrit Jan Jacobsz. voor één jaar aangesteld den 28 Januarij 1554 +»bij de Luyden van de Reekeningen des Conincks in den Hage volgens lastbrief, te vinden in 't vijfde boek van de verpagtinge der offitien, fol. 28 vso." 6. Jonkheer Pieter van Catz, Maarschalk van Montfoort aangesteld den 30 -December 1555 by de Luyden van Rekeningen des Coninks in den Hage en +December 1555 »by de Luyden van Rekeningen des Coninks in den Hage en volgens commissie geregistreerd in 't vijfde boek der verpagtinge van offitien, fol. 42, ende gecontinueerd by Philips by der Gracien Godts Gonink van Castilien Leon etc. zijnde de connuatie geregistreerd in 't swarte Ruyge Register fol. 299 vso." 7. Jacob van Alkemade, geheeten van Berry, Ambachts Heer van -Comstrije. Aangesteld den 31 Januarij 1560 by de Luyden van de +Comstrije. Aangesteld den 31 Januarij 1560 »by de Luyden van de Rekeningen in den Hage volgens Commissie geregistreerd in 't zesde boek der verpagtinge van offitien. fol. 7 vso." -8. Gerrit Jansz. aangesteld den 8 Januarij 1565 bij de luyden" als +8. Gerrit Jansz. aangesteld den 8 Januarij 1565 bij de »luyden" als voren, en volgens commissie geregistreerd in het voormelde zesde boek, fol. 20 vso. @@ -11157,9 +11132,9 @@ fol. 20 vso. volgens commissie geregistreerd in hetzelfde boek fol. 22. 10. Gerrit Gerritz Craijestein. Aangesteld den 20 November 1574 bij -de luyden" van des konings rekening te Delft. Ingevolge resolutie +de »luyden" van des konings rekening te Delft. Ingevolge resolutie der staten van Holland dato den 23 Maart 1583, is hij ook aangesteld -op den 15 April 1583 door de Luyden" van Rekeningen in Holland tot +op den 15 April 1583 door de »Luyden" van Rekeningen in Holland tot Bailluw en Dijkgraaf der drie gehuchten Lange Linschoten, Snelrewaard en Heeckendorp paalende aan de stede van Oudewater en werd als zoodanig volgens commissie geregistreerd in het eerste witte Register van de @@ -11261,7 +11236,7 @@ de navolgende, waarvan men melding gemaakt vindt: 11 Adriaan Maas, aangesteld den 10 April 1725. -12 Franois van Hoogstraten, aangesteld den 3 Januarij 1743. +12 François van Hoogstraten, aangesteld den 3 Januarij 1743. 13 Dominicus de Jong, aangesteld Anno 1758. @@ -11280,7 +11255,7 @@ den 8 Februarij 1856. Ziedaar in korte breede trekken iets omtrent de regering en de regeringspersonen alhier. De Gemeente-Raad van Oudewater, bestaat -tegenwoordig ingevolge de Wet tot regeling van de zamenstelling, +tegenwoordig ingevolge de »Wet tot regeling van de zamenstelling, inrigting en de bevoegdheid der Gemeente besturen" uit 7 leden met eenen Burgemeester, die met 2 Wethouders het collegie van dagelijks bestuur uitmaken, terwijl aan den Gemeente Secretaris en den Gemeente @@ -11293,7 +11268,7 @@ De octrooijen van Graaf Aalbrecht, en de resolutien der Staten van Holland, omtrent de benoeming van den Magistraat van Oudewater zijn gelukkig reeds lang krachteloos verklaard, en de aanstelling als zoodanig, geschiedt thans in alle gemeenten van Nederland ingevolge -de bepalingen vervat in n en dezelfde wet. +de bepalingen vervat in één en dezelfde wet. @@ -11327,7 +11302,7 @@ Is de Koninklijke residentie 's Gravenhage nu alleen de plaats van bijeenkomst voor Nederlands vertegenwoordigers, vroeger werden er ook in eene menigte andere plaatsen van ons Vaderland zoogenaamde dagvaarten gehouden; zoo ook had de beschrijving van de Vergadering -der Staten vr Prins Willem den I geen vasten voet; immers, nu +der Staten vóór Prins Willem den I geen vasten voet; immers, nu eens werd zulks gedaan, door den Graaf of zijnen Stadhouder, en de Raden van het Hof, [340] dan weder door 's Lands Advocaat, en den Algemeenen Ontvanger.--Genoemde Prins beweerde echter, dat het @@ -11362,11 +11337,11 @@ b. Te 's Gravenhage verschenen op de dagvaarten van 24, 25 en 26 Mei c. Te St. Geertruidenberg op het stadhuis den 17 Junij 1525, verschenen ter vergadering ook wel die van Oudewater, doch van hen en die van -Enkhuizen staat geboekt, dat men dezelve niet en konde met meer +Enkhuizen staat geboekt, »dat men dezelve niet en konde met meer andere van de kleine steden." [347] d. Te Breda verschenen op den 25 Junij 1525 namens Oudewater, Jacob -Geritsz en Pieter Anthonis met bijvoeging, dees was er den laatste +Geritsz en Pieter Anthonis met bijvoeging, »dees was er den laatste dagvaart, maar hier niet." e. Te 's Gravenhage verschenen voor Oudewater, op 17 November 1527, @@ -11385,7 +11360,7 @@ j. Te Brussel den 7 Junij 1529, Jan Pietersz. Voorts vindt men gewag gemaakt, dat er op de dagvaarten van Haarlem 20 September 1534, en op die te Gouda 8 Augustus 1536, vele van de kleine -steden waren, zonder dezelve of haar Gemagtigden aan te teekenen of +steden waren, »zonder dezelve of haar Gemagtigden aan te teekenen of te kennen." [348] k. In 's Gravenhage vertegenwoordigden Oudewater van den 16 tot den @@ -11403,10 +11378,10 @@ Indien wij de resolutien van Holland ab Anno 1544 ad 1549 en van 21 November 1544 fol. 55 inzien, dan denkt men teregt, dat de edelen en zes groote steden een geruimen tijd de Staatsvergaderingen hebben uitgemaakt, en zij de kleine plaatsen eenigzins begonnen te beschouwen -als het vijfde rad aan een wagen" te meer nog, daar Jacob van den +als »het vijfde rad aan een wagen" te meer nog, daar Jacob van den Ende, in zeker getuigschrift zich daar noemende Advocaat van de Staaten van de Graaflijkheid van Holland, onder anderen als in het -voorbijgaan zegt dat de edelen en de zes groote steden van Holland +voorbijgaan zegt »dat de edelen en de zes groote steden van Holland de Staten van het land verbeelden. Niet te min zullen op de een of andere Vergadering de kleine steden, @@ -11419,7 +11394,7 @@ en ander ging er soms echter zeer verward toe, want: m. In Mei 1564 werden echter al de kleine steden wederom ter dagvaart beschreven, [352] en het is hoogst waarschijnlijk dat dit daarna nog meermalen heeft plaats gehad, want op ons gemeente archief -berust een zeer interessant stuk, namelijk eene Nota, houdende zeer +berust een zeer interessant stuk, namelijk eene »Nota, houdende zeer gespecificeerde aanteekeningen van dag voor dag gemaakte verteringen en reiskosten van Burgemeesters van Oudewater, op hunne reizen naar Brussel, den Haag enz., in 1564 en 1565. @@ -11469,7 +11444,7 @@ van Zijne Prinselijke Excellentie. Wij zijn genaderd tot in Oudewaters bloedjaar 1575, en om reden dat de Spanjaarden deze plaats hadden ingenomen was dit de oorzaak, -schrijft van Kinschot, [358] dat in Grasmaand van Anno 1576 en eenigen +schrijft van Kinschot, [358] »dat in Grasmaand van Anno 1576 en eenigen tijd daarna, nog geene Afgezondenen dezer stad in de vergadering konden verschijnen, s. maar in April 1583, vindt men Oudewater wederom onder de steden, die geroepen waren om zeker renversaal aan @@ -11546,7 +11521,7 @@ Sedert dien tijd, vindt men nergens van gemagtigden uit Oudewater meer melding gemaakt. Dit is dan trouwens ook niet te verwonderen: de groote steden ontwikkelden zich al meer en meer, de kleine integendeel verminderden allengs in aanzien, en dien ten gevolge, -waren die gedurige reizen der deputatin zeer bezwarend. Voeg hierbij +waren die gedurige reizen der deputatiën zeer bezwarend. Voeg hierbij het gevolgelijk verzuim van niet verschijning, en het wordt duidelijk, dat men allengs van Oudewater geen notitie meer nam. [368] @@ -11605,7 +11580,7 @@ beschouwd worden, immers het was te dien tijde, onder de geleerden de gewoonte, aan het Grieksch ontleende toenamen, aan geletterde personen te geven, en dikwijls lette men daarbij dan naar de plaats hunner geboorte. Zoo ging het ook hier, daar zijn toenaam ontleend is, -naar het grieksche woord PALAIONYDR. Johannes Palaeonydorus, de naam +naar het grieksche woord PALAIONYDÔR. Johannes Palaeonydorus, de naam waarin onze persoon in de geletterde wereld bekend is, beteekent dus Johannes van Oudewater. De Heer van Kinschot, en een legio andere schrijvers, roemen hem, als een voornaam Godgeleerde van de orde der @@ -11628,7 +11603,7 @@ zou eenmaal schitteren, als een der geleerdste mannen van Nederland. In de schole van zekeren Georgius Moeropedius, begon in zijn prille jeugd, zich zijn groot vernuft reeds zoodanig te ontwikkelen, dat hij daar nog geen drie jaren geweest zijnde, naar Leuven gezonden werd, -en dr oefende hij zich zes jaren in de Grieksche en Latijnsche talen +en dáár oefende hij zich zes jaren in de Grieksche en Latijnsche talen in het beroemde Collegie van Busledius. Toen hij in zijn vaderland wedergekeerd was, leeraarde hij--weder zes achtereenvolgende jaren--als meester in de Redekunst; later deed hij, hoogstwaarschijnlijk met @@ -11637,11 +11612,11 @@ buitenlandsche reis, en na deze volbragt te hebben, werd hij in het jaar 1557, 47 jaren oud zijnde, de opvolger van zijnen ouden vriend Petrus Nannius, als hoogleeraar in de Latijnsche en Grieksche talen te Leuven, en men had geen slechte keuze gedaan, immers men vindt -vermeld, dat hij dit ambt met zooveel vlijt en trouw" heeft bekleed, +vermeld, dat hij »dit ambt met zooveel vlijt en trouw" heeft bekleed, dat iedereen van oordeel was, dat niemand zuiverder en netter dan Valerius spreken of schrijven kon. -Terwijl onze groote Junius in zijn Batavia van hem getuigde, dat +Terwijl onze groote Junius in zijn Batavia van hem getuigde, »dat hij was van eenen verhevenen geest, en dat hij zich in eenen netten en zuiveren stijl van schrijven zoo in dicht als in ondicht bij uitnemendheid deedt uitblinken." @@ -11683,13 +11658,13 @@ geschonken, in voornoemden tempel, een praalgraf laten oprigten, DOCUIT, NON MINUS DESERTUS UTILISQUE, POSTQUAM LOQUI DESIIT, - QUAM CLARUS & TERNUS, + QUAM CLARUS & ÆTERNUS, POSTQUAM SCRIBERE. GEORGIUS AB AUSTRIA - PRPOSITUS HUJUS ECCLESI - ET ACADEMI CANCELLARIUS + PRÆPOSITUS HUJUS ECCLESIÆ + ET ACADEMIÆ CANCELLARIUS NEGLECTUM XXXII. ANN. - MONUMENTUM PRCEPTORI P. C. + MONUMENTUM PRÆCEPTORI P. C. ANN. M D C X. VIXIT ANN. LXVI. DOCUIT XXI. OBIIT MDLXXIIX. III. EID. SEXT. @@ -11735,7 +11710,7 @@ doch wij kunnen dit wederleggen, en wel hiermede: Ten 1. daar alle schrijvers Cornelius Valerius als te Oudewater geboren, vermelden, en -Ten 2. dat Utrecht zich nooit de eer heeft aangematigd, dat hij dr +Ten 2. dat Utrecht zich nooit de eer heeft aangematigd, dat hij dáár geboren zou zijn. Het laat zich overigens vrij goed verklaren, waarom onze stadgenoot, @@ -11747,7 +11722,7 @@ behoorde toen nog kerkelijk onder Utrecht en van daar dan ook, dat hij door zijnen dankbaren leerling, die Proost van St. Pieter te Leuven was, Utrechtenaar genoemd werd. -Op een getst portret, dat van dezen geleerde bestaat, komt hij om +Op een geëtst portret, dat van dezen geleerde bestaat, komt hij om dezelfde reden als Utrechtenaar voor, en onze wederlegging daaromtrent is als boven. @@ -11756,7 +11731,7 @@ Aan het hoofd van deze afbeelding staat: Decessit Louan III Idus Aug. M D LXXIIX Act. LXVI. (daarna het portret en waaronder het volgende lofschrift.) Cornelius Valerius Ultrajectinus orator et poeta, Quisquis es, et magni nescis decora alta Valeri, -Adspice magnorum nomina clara virm Lipsius hunc coluit, Schottus, +Adspice magnorum nomina clara virûm Lipsius hunc coluit, Schottus, Canterus et omnes Belgica nobilitas est venerata ducem. @@ -11771,7 +11746,7 @@ GERARDUS DE ROO. Ofschoon wij den juisten tijd van zijne geboorte en overlijden niet geboekstaafd vinden, zoo aarzelen wij toch niet, dezen naar ouderdom van geboorte in onze reeks nu te laten volgen. Hij is -bekend als groot historicus, van een uitmuntend verstand, en geene +bekend als groot historicus, »van een uitmuntend verstand, en geene gemeene geleerdheid, en was opziener der Bibliotheek van Ferdinand, Aartshertog van Oostenrijk en heeft zich als Chronijk Schrijver van dat gewest gunstig onderscheiden." [375] @@ -11790,8 +11765,8 @@ te hebben, heeft hij zich het meest op de geneeskunde toegelegd, doch had zich ook bijzonder bekwaam gemaakt, in de Grieksche en Hebreeuwsche talen. Nadat hij uit Marpurg vertrokken was, werd hij aan de Hooge School te Leiden bevorderd, tot Hoogleeraar in de wiskunde -en Oostersche talen; hij bekleedde die betrekking z uitmuntend en -met z veel ijver, dat hij de hooge achting van den Prins van Oranje +en Oostersche talen; hij bekleedde die betrekking zóó uitmuntend en +met zóó veel ijver, dat hij de hooge achting van den Prins van Oranje en den Landgraaf van Hessen verwierf. Nadat hij gedurende 34 jaren aldus tot heil zijner medemenschen gearbeid had, en hij zich ook als schrijver gunstig had doen kennen, stierf hij te Leiden in 1613, @@ -11820,7 +11795,7 @@ wijkende, nam zijnen jeugdigen beschermeling met zich, alwaar hij hem eene wetenschappelijke opleiding bezorgde. Niet lang daarna stierf Aemilius, toen zijn gunsteling nog slechts 15 jaren oud was. De reeds bekende en vermaarde Rudolphus Snellius van Rooijen, zijn stadgenoot, -trok zich zijner aan, en nam hem met zich naar Marpurg. Doch ook dr +trok zich zijner aan, en nam hem met zich naar Marpurg. Doch ook dáár werd zijn jeugdig gemoed weldra verontrust, door de heillooze mare, dat zijn geboortestad door de Spanjaarden was ingenomen. Hij reisde derwaarts, doch zag zijne moeder, zijn broeder en zijne zuster niet @@ -11835,7 +11810,7 @@ Schole zond, waar hij van zijn studie-tijd een zoo ijverig gebruik maakte, dat toen de Magistraat en de Predikanten hem naar Amsterdam zonden, hij onder bescherming genomen werd van de hoofdlieden van het Kramers-gilde. In het jaar 1582 werd hij op kosten van Amsterdam naar -Genve gezonden, alwaar hij zich vermaarde mannen tot vrienden maakte, +Genève gezonden, alwaar hij zich vermaarde mannen tot vrienden maakte, doch ook vele vijanden bekwam, omdat hij de wijsbegeerte van Ramus met ijver verdedigde. Om laatstgenoemde rede ging hij naar Bazel, alwaar hij weldra zoodanig de aandacht der geleerden tot zich trok, @@ -11843,15 +11818,15 @@ dat Jacobus Grijnaeus, Theologiae Professor aldaar dikwijls onder zijn gehoor kwam. Ja--vermeldt van Kinschot--dit ging zoo ver, dat de gemelde Hoogleeraar, wanneer er in de openbare disputen een moeijelijk stuk voor kwam om op te lossen, zich niet ontzag, om Arminius midden -onder de andere studenten staande, toe te roepen en te zeggen Laat +onder de andere studenten staande, toe te roepen en te zeggen »Laat mijn Hollander voor mij antwoorden." Nadat de Godgeleerde faculteit vervolgens aanbood, hem op hare eigene kosten te doen promoveren, -weigerde hij uit zedigheid die eer, en keerde weder naar Genve, +weigerde hij uit zedigheid die eer, en keerde weder naar Genève, waar hij nogmaals drie achtereenvolgende jaren met vlijt zijne studie voortzette. Daarop ondernam hij in 1586 met Adrianus Junius eene reis naar Padua, om den Hoogleeraar Jacobus Zabarella aldaar te hooren; toen zij daarna Rome en menige andere Italiaansche stad bezocht hadden, -keerden zij nogmaals weder naar Genve terug. +keerden zij nogmaals weder naar Genève terug. Na eenigen tijd aldaar vertoefd te hebben, kwam hij in het jaar 1587 te Amsterdam, dewijl hij vroeger, om de protectie van die stad @@ -11876,7 +11851,7 @@ van onzen stadgenoot uitviel. Te Leiden aangekomen, maakte hij weldra veel opgang, en geraakte zoodanig in aanzien, dat hij in Januarij 1605 tot Rector Magnificus benoemd werd, doch in het volgende jaar legde hij het Rectoraat weder neder, terwijl hij bij die gelegenheid -eene oratie over het verschil in de Godsdienst" deed. +eene oratie over »het verschil in de Godsdienst" deed. Zijne geschillen met Gomarus, namen echter zoodanig in hevigheid toe, dat beide meer dan eens voor den Hoogen Raad te 's Gravenhage @@ -11889,17 +11864,17 @@ October 1609 in den mannelijken leeftijd van 49 jaren overleed--nadat hij zes jaren het Professoraat bekleed had. Hij was op dertig jarigen leeftijd gehuwd geweest, met zekere -mejufvrouw Real, dochter van een Amsterdamsch Schepen, en liet hij +mejufvrouw Reäal, dochter van een Amsterdamsch Schepen, en liet hij bij zijn overlijden zijne echtgenoot negen kinderen na. De weduwe -ontving van de Staten uit zonderlinge gunst," voor de goede diensten +ontving van de Staten »uit zonderlinge gunst," voor de goede diensten aan de Hooge School te Leiden door haar man bewezen, uitgenomen -'s mans jaarwedde, nog eene van drie honderd ponden (het pond 40 +'s mans jaarwedde, nog eene van drie honderd ponden (het pond à 40 grootten). [376] Dus was het leven van den grooten Remonstrant, die hoewel vele vijanden gehad hebbende, van een aantal vermaarde tijdgenooten de hoogste lof en genegenheid ontving; immers op 28 jarigen leeftijd, -werd hij reeds genoemd, de vijl der waarheid, de wetsteen der +werd hij reeds genoemd, »de vijl der waarheid, de wetsteen der verstanden en het snoeimes der aangroeijende dwalingen." In 1737--en niet eerder--is het portret van dezen Hoogleeraar bij @@ -11909,14 +11884,14 @@ gevoegd geworden. De nagedachtenis van zijn 200 jarige dood werd nog op den 22 October 1809 door Ds. Stolker te Rotterdam feestelijk herdacht, in een leerrede over Hebr. 13 vs. 7; terwijl omstreeks dezen tijd eenige aanzienlijke -Remonstranten het plan gehad hebben, te Oudewater, vr zijn reeds +Remonstranten het plan gehad hebben, te Oudewater, vóór zijn reeds door ons beschreven geboortehuis, een standbeeld op te rigten, dat echter om het terrein geen doorgang heeft gehad. [377] -Dr. ABRAHAM VAN STIPRIAAN LUSCIUS. +Dr. ABRAHAM VAN STIPRIAAN LUÏSCIUS. Deze geleerde, een zoon van den edel Achtbaren Heer Herman van Stipriaan, in leven Schepen enz. dezer stad, en vrouwe Agatha Copper, @@ -11968,10 +11943,10 @@ den hoofd-Ingenieur van den Waterstaat N. I. VAN DER LEE te Deventer, den priester J. BAALE, oud Biechtvader aan het Zweedsche hof van H. M. de Koningin, -den oud Missionnaris op Curaao, gem. Sancta Rosa J. J. PUTMAN, +den oud Missionnaris op Curaçao, gem. Sancta Rosa J. J. PUTMAN, nu R. K. Priester en Kanunnik te Utrecht, en -den bekenden schrijver R. C. H. RMER, Dtr. in de theologie en +den bekenden schrijver R. C. H. RÖMER, Dtr. in de theologie en predikant te Deil en Enspijk. @@ -12031,12 +12006,12 @@ Zooals hiervoren reeds gebleken is, zou--volgens de getuigenis van den oudheidkundigen Arnoldus Buchelius--dit plaatsje omtrent het jaar 1265, door Henrik van Vianden, den 38sten Bisschop van Utrecht tot eene stad verheven zijn, als wanneer door hem aan de inwoners, -benevens het burgerregt nog vele voorregten en privilegin zouden +benevens het burgerregt nog vele voorregten en privilegiën zouden zijn geschonken. [381] Zooals men dus bemerkt, behoorde Oudewater reeds zeer vroeg, ook wat het landsgebied betrof, onder het beheer der Bisschoppen van Utrecht; -totdat in het jaar 1280 in den avont der feeste Sinte Pauwels in den +totdat in het jaar 1280 »in den avont der feeste Sinte Pauwels in den winter" (24 Januarij), Jan, Graaf van Nassau en Bisschop van Utrecht, deze plaats nevens andere steden, voor een zekere somme gelds, aan zijnen neef graaf Floris den V verpandde, om de vele diensten hem @@ -12062,13 +12037,13 @@ worden, getuige hiervan onder anderen, het factum, dat reeds in 1319 het Lombardshuis alhier, tot 's Graven weder opzeggings toe gegeven werd aan Vranke Oudekijns. Immers vinden wij gewag gemaakt dat de Lombardhuizen eerst in 1327 te Schiedam, iets voor 1342 te Delft waren, -terwijl men in Amsterdam niet vr het jaar 1477 van hen vindt gewag +terwijl men in Amsterdam niet vóór het jaar 1477 van hen vindt gewag gemaakt; getuige voorts de ordonnantie in den jare 1321 van Graaf Willem den III aan den Bisschop van Suden, om die van Oudewater 200 -pont suarter tornoys" te betalen, om hunne Stad te bemuren, enz. +»pont suarter tornoys" te betalen, om hunne Stad te bemuren, enz. Wij zien de ontwikkeling dezer plaats meer en meer toenemen, door het -voor en na ontvangen van een aantal regten en privilegin. Zoo werd +voor en na ontvangen van een aantal regten en privilegiën. Zoo werd door Graaf Willem den III in het jaar 1322 bepaald, dat de poorters van Oudewater niet arrestabel verklaard mogten worden, en dat die van Ammers hun regt niet vroed zijnde, daarvan verklaring moesten @@ -12076,7 +12051,7 @@ gaan halen bij Schepenen van Oudewater, voorzeker geen geringe onderscheiding. In 1324 werd aan die van Oudewater verlof verleend, om buitenlieden, -mits goede knapen" zijnde, tot medeburgers te mogen ontvangen en +mits »goede knapen" zijnde, tot medeburgers te mogen ontvangen en burgerregt te laten genieten; iets waarvan ongetwijfeld velen zullen gebruik gemaakt hebben. @@ -12090,12 +12065,12 @@ landbouwproducten, en voornamelijk boter, vallende binnen de Landen van Woerden, te Oudewater moest ter markt gebragt worden, op een boete van XX schellingen. Hieruit ziet men dus, dat hier de handel ook reeds vroegtijdig bloeide, waarvoor nog verder ten bewijzen moge verstrekken, -dat eene verpachting van 's Graven Gruiten" te Oudewater voor vijf +dat eene verpachting van 's Graven »Gruiten" te Oudewater voor vijf jaren in 1330 bewerkstelligd, aan Graaf Willem jaarlijksch 55 ponden -opbragt en voorts dat de goede en de getrouwe luden" van Oudewater +opbragt en voorts dat de »goede en de getrouwe luden" van Oudewater door denzelfden landvoogd ten jare 1340 gepriviligeerd werden voor tolvrijdom, weshalve hij zijn Rentmeester van Zuid Holland gebood -dat hise vrij laete vaeren voorbi allen onzen tollen." +dat »hise vrij laete vaeren voorbi allen onzen tollen." In 1345 kregen zij weder vergunning van tolvrijdom en tevens het regt om keuren te mogen maken, terwijl in het jaar daarna, de stad Oudewater @@ -12116,16 +12091,16 @@ zich eene telg van een der adelijkste huizen van Holland, Heere Jan van Arkel, bevond. Men vindt in de Batavia Sacra II D. bladz. 337 het volgende omtrent -dezen bisschop aangeteekend. Deze Johannes heeft er zich ten hoogsten +dezen bisschop aangeteekend. »Deze Johannes heeft er zich ten hoogsten aangelegen laten leggen, om de goederen der kerke, die door sommige der voorgaande Bisschoppen verkocht en vervreemd waren, weder los te maken." Hierin zal dan ook de rede gelegen zijn, nu Oudewater -voor altijd van het Sticht door Margaretha gescheiden was, dat de +voor altijd van het Sticht door Margaretha gescheiden was, »dat de jeugdige gemijterde Oudewater aantastte, en dat op den dag na Maria Boodschap (26 Maart) van het gezegde jaar 1349, zijne veldteekenen en legertenten voor Oudewater gezien werden." -Van Arkel zelf, was aan het hoofd der aanvallers, en aan zijne +»Van Arkel zelf, was aan het hoofd der aanvallers, en aan zijne zijde bevonden zich Jan van Rijsenburg, Jacob en Jan van Lichtenberg, Everhard van Driel en andere vermaarde leger-aanvoerders. [386] De kamp was heet. Ontbrak het den Bisschop noch den zijnen aan moed, @@ -12143,19 +12118,19 @@ hare huizen door de vlammen te zien vernielen en hare inwoners, hare zuigelingen niet uitgezonderd, te zien vallen door het wraakzuchtige zwaard!" -Maar zij viel niet ongewroken. Het vernielingswerk was voltooid +»Maar zij viel niet ongewroken. Het vernielingswerk was voltooid en eenige Utrechtsche Raadslieden, waren in een der weinige huizen, die aan de algemeene verwoesting ontkwamen bijeen, om te overleggen, wat men met den puinhoop zou aanvangen. -Ziet gij die vrouw, die om het gebouw schijnt rond te sluipen? Het +»Ziet gij die vrouw, die om het gebouw schijnt rond te sluipen? Het is als of gloeijende wrake uit haar oog spreke. Misschien, dat haar echtgenoot in de bres gevallen is. Misschien, dat de Stichtschen, haar eenig kind vermoordden! Wat wil de ongelukkige met dat brandende stuk hout, dat zij aangrijpt? Ha! haar plan,--ik doorzie het, nu zij met de eene hand de deur met de kracht der vertwijfeling digt rukt en met de andere het hout op het strooijen dak slingert. Zij bekomt -haar doel--n punt des tijds--Zie hoe het vlamt! nog een wijle--het +haar doel--één punt des tijds--Zie hoe het vlamt! nog een wijle--het knettert niet meer en de ledige plek vertoont niets meer dan puinhoop, een puinhoop, waaronder men weldra de verkoolde lijken, van Utrechts achtbaren zoeken zal." [387] @@ -12226,7 +12201,7 @@ zoo hevig en van zoo langen duur, dat de voorvallen daarin, niet dan met huivering gelezen zullen worden. De rede van dezen oorlog was daarin gelegen, dat graaf Willem de jaarwedde zijner moeder onbetaald liet. Deze nu met reden daarover verstoord, reisde naar -Holland, alwaar zij het met groote inspanning, z ver bragt, dat +Holland, alwaar zij het met groote inspanning, zóó ver bragt, dat Willem wederom afstand van deze landen deed, en in het jaar 1350, de ridders, knapen en steden waaronder ook Oudewater, die hem hulde gedaan hadden, van den eed ontsloeg. Margaretha nam toen weder de @@ -12255,12 +12230,12 @@ Terwijl wij Oudewater nu aan de zijde der Kabellaauwschen aantreffen, laten wij de partijen doortwisten en keeren wij tot het in bloei herlevende Oudewater terug. Ofschoon wij wel niets omstreeks 1351 van eenig privilegie aan de stad geschonken, vinden gewag gemaakt, -zoo is het toch al veel, dat graaf Willem in 1351 soeninge maakte, +zoo is het toch al veel, dat graaf Willem in 1351 »soeninge maakte, met den eersamen Vader in Gode, Heere Jan van Arckel" waardoor Oudewater ten minste van die zijde eenige verademing kreeg. [392] In hetzelfde jaar, bleef Oudewater met de andere steden van Holland -borg voor graaf Willem, over het voldoen van de denarin, die Johanna, +borg voor graaf Willem, over het voldoen van de denariën, die Johanna, dochter van den hertog van Braband en weduwe van Willem den IV, Grave van Holland nog te eischen had. [393] @@ -12287,7 +12262,7 @@ Bisschop niet gelukkig zijnde met het op de been brengen van vele wapenknechten, daar vele edelen hem afvielen, vonden de Hollanders aldus weinig tegenstand in het Sticht. [397] -Ook de heeren van Sleyde ende van Dycle in verre landen gheseten, +»Ook de heeren van Sleyde ende van Dycle in verre landen gheseten, door gonst des hertogen, ontseyden sy mede den bisschop. Zy komende in het bisdom met omtrent XL paerden wel ghewapent, namen haren weg na Oudewater ende also sy den wech niet wel en kenden zyn sy @@ -12318,7 +12293,7 @@ Oudewater aantreffen, is eene vergunning om zijne landpoorters, buiten den Landen gezeten zijnde en ook andere poorters tot wederopzeggings binnen de veste te mogen ontvangen; en het eerste van Albrecht is een consent van den 1 Mei 1371 tot het maken van een brug over den -IJssel bij Oudewater, wit onse stede overgaende op ten gaenwech van +IJssel bij Oudewater, »wit onse stede overgaende op ten gaenwech van den IJsseldijc." Terwijl de Hoekschen en Kabbellaauwsche partijen doortwisten, waaraan @@ -12338,7 +12313,7 @@ dat hij omtrent Oudewater hier op geen regt had [400], of hij heeft zijnen uitersten wil daaromtrent herroepen, en zijn genoemden Zoon Jan instede daarvan gegeven het Land van Voorne met de stad Briel. [401] -Middellerwijl had Oudewater nu van de zijde der Utrechtenaars +»Middellerwijl had Oudewater nu van de zijde der Utrechtenaars onder Bisschop Jan van Vernenburg, die na Van Arkel die waardigheid bekleedde, eenige verademing gekregen, doch onder Van Vernenburgs opvolger Arnold van Hoorn, had het oord en de stad onzer beschrijving @@ -12349,16 +12324,16 @@ oorlog voeren hem eigen was. Ook hij had het met de Hollanders en den Hertog te kwaad en nadat eerst Zwammerdam en Naarden veel van hem geleden hadden, kreeg Oudewater zijn beurt. -Des derden dages na Sinte Jansdag te mid somer reedt Bissop Aerent -voor Oudewater en het was ten jare 1374"" [402] Ik vind ergens +»»Des derden dages na Sinte Jansdag te mid somer reedt Bissop Aerent +voor Oudewater en het was ten jare 1374"" [402] »Ik vind ergens aangeteekend, dat hij de stad gedurende twee maanden belegerd hield, en haar toen ten spijt van den moedigen tegenstand door de Belegerden geboden, met storm innam. [403] Ik durf voor de juistheid van deze aanteekening niet instaan, daar de schrijver, die de bron waaruit hij putte niet heeft genoemd, en niet al te goed bij mij aangeschreven -staat. Meer hecht ik aan een anderen geschiedschrijver, waar hij in -dier voege schrijft: hy nam daer ene roof ende ving uyt Oudewater -LXXIII mannen."" [404] In ieder geval, het blijkt mij uit het feit +staat. »Meer hecht ik aan een anderen geschiedschrijver, waar hij in +dier voege schrijft: »»hy nam daer ene roof ende ving uyt Oudewater +LXXIII mannen."" [404] »In ieder geval, het blijkt mij uit het feit van den aanval, dat Bisschop Arnold evenmin als Bisschop Jan van Arkel voor Oudewater een vrede houdende nabuur geweest is." [405] @@ -12369,7 +12344,7 @@ over het stapelregt te Dordrecht. Zoo hadden er in het jaar 1380 tusschen den Burggrave van Leiden en die van deze stede Oudewater dusdanige twisten plaats en waren dezelve zoo hoog gestegen, dat Grave Albrecht van Beijeren als scheidsregter tusschen beide -partijen optrad. Deze twist was om der tollen tot Alphen ende +partijen optrad. Deze twist was »om der tollen tot Alphen ende daaromtrent." [406] In 1387 werden door Graaf Albrecht de markt tollen te dezer stede voor @@ -12383,10 +12358,10 @@ weder terug. Die van Oudewater waren zoo het schijnt nog steeds met wrok bezield tegen het stamhuis van Arkel, waarvan eene spruit in 1349 de veste -verwoeste en een andere telg veel lude van Oudewater verwonnen hadde +verwoeste en een andere telg »veel lude van Oudewater verwonnen hadde van Lyve ende van goede" ten minste zeker is het, dat die van Oudewater dan ook, waar zij konden niet stil zaten, getuige hier van dat zij -in die heerscip van Haestrecht hadde gevangen, Melis Aerritssoen +»in die heerscip van Haestrecht hadde gevangen, Melis Aerritssoen boven des heeren geleyde van Arkel, ende Pieter Ottersoen, die in der heerscip van Haestrecht woende." De twist was van dien aard dat zij in 1388 door Albrecht uit den weg geruimd werd. [409] @@ -12403,7 +12378,7 @@ Oudewater moest daaraan deel nemen. Zie hier wat er van de zaak is: -Albrechts minnares, wist den Hertog z te believen, dat zij in +Albrechts minnares, wist den Hertog zóó te believen, dat zij in korten tijd, bijna alles ten hove naar haren zin beschikten, en door haar geraakten de Kabbellaauwschen al meer en meer aan het bewind en natuurlijk griefde dit den Hoekschen zeer. [412] De wrok steeg dermate, @@ -12430,9 +12405,9 @@ dat ook deze stad hierdoor in de ongenade des Graven gevallen was, en, derhalve de stad omtrent dien tijd hoeksgezind moet geweest zijn. De lezer oordeele zelve. 1o. In het jaar 1392 vinden wij een antwoord van den graaf aan die van Oudewater aangaande het aanhouden van een hunner -poorters met zijn goed door den tolner" van Gouda, waaromtrent zij hun +poorters met zijn goed door den »tolner" van Gouda, waaromtrent zij hun beklag bij Albrecht hadden ingediend en waarin onder anderen voorkomt, -dat hij twee of drie of vier van den gerechte van Oudewater geerne +dat hij »twee of drie of vier van den gerechte van Oudewater geerne geven wilde ende oic gave een geleide inde veilicheijt om bij hem ende zyne rade te comen inde Haghe, also geinformeert, beraden ende oic gemachticht van der stede wegen van Oudewater dat sy een entlic @@ -12442,20 +12417,20 @@ hy dair niet verder in doen, dan hij den tolneren bevolen hadde." [417] -Uit de woorden van den breucken die sy jegens mijnen Heeren misdaen +Uit de woorden van den »breucken die sy jegens mijnen Heeren misdaen hebben" en de daaropvolgende bedreiging, komt hetgeen wij beweerden dus vrij wel uit, en daarop vinden wij dan ook onmiddelijk in het genoemde jaar, eene vergunning van den Grave voor een geleide van 12 -personen om hun te verantwoorden van des myn Heer op hem te seggen +personen »om hun te verantwoorden van des myn Heer op hem te seggen heeft." [418] Hoewel hierop zekerlijk nog niet dadelijk eene verzoening het gevolg is geweest, verleende hij de stede Oudewater echter in het volgende jaar 1393, eenige weken, daarna een privilege van vrijdom van het stapelrecht [419] te Dordrecht. Niet echter, dan nadat er ten jare 1393 nog een geleide van 10 tot 12 personen gedurende een maand, -ingaande den 1 Mei gegeven was, om met ons te dadingen van zulke +ingaande den 1 Mei gegeven was, »om met ons te dadingen van zulke breuken als sy jegens ons misdaen hebben" [420] kwam er eene meer gunstige stemming omtrent Oudewater in 's graven gemoed, daar hij -de stede een geleide gaf om tot St. Jansdag te midsomer met haren +de stede een geleide gaf om tot St. Jansdag te midsomer »met haren goeden overal in zijne landen ende stroome te komen, doch den tolnaer van ter Goude, de goederen die hij nog steeds onder borgtogt had, te houde tot den voorzegden tijd. [421]" Niet lang echter duurde het, @@ -12487,10 +12462,10 @@ dien tijde die steden gestegen waren. Kinschot vermeldt (pag. 314) een stuk van grave Albrecht Anno. 1395, omtrent het afzetten van den schoolmeester Jan Mouwer en het overdragen dezer school aan Pieter Panssenz. Met het oog op de woelige tijden, is dat stuk niet van belang -ontbloot. Ng pleit voor het aanzien van Oudewater te dien tijde, dat +ontbloot. Nòg pleit voor het aanzien van Oudewater te dien tijde, dat het in 1395 voor zich kreeg, de koster-, bode- en schrijfambachten, en dat er in keuren van 1399, gewag wordt gemaakt van draperijen en -van eene ordonnantie omtrent den verbod van bieren van buiten." +van eene ordonnantie omtrent »den verbod van bieren van buiten." Na bovengemelde verzoening, was de Graaf sedert dien tijd, omtrent de stad Oudewater zelfs zoo gunstig gestemd, dat hij op St. Andriesdag @@ -12501,7 +12476,7 @@ voldaan waren [423]; en dat de Burgemeesteren, Schepenen en Raden van Oudewater, tegenwoordig waren ter vergaderinge in den Haag waarbij de Graaf regels stelde op de munt, enz.; maar bovenal, dat hij Woerden en Oudewater ten zelfden jare authoriseerde, om de bannelingen, die -wegens Willem Kusers dood voortvlugtig waren, te mogen aentasten +wegens Willem Kusers dood voortvlugtig waren, te mogen »aentasten en vangen waer dat ghy hen vinden condt, binnen in onsen Landen of er buiten, ende die brenght in onser vangenisse, so dat ghy ons die moeght leveren ten onsen wille." Zelfs was zijn wil hieromtrent zoo @@ -12540,22 +12515,22 @@ ten jare 1400 met hen een bestand, zijnde Stavoren als toen de eenige stad in Vriesland die nog Hollandsche bezettingen hield. [426] Men meent, dat dit bestand ongetwijfeld moet worden toegeschreven, aan -den slechten staat, waarin de finantin van Albrecht door den oorlog +den slechten staat, waarin de finantiën van Albrecht door den oorlog geraakt waren [427], en wij houden het er voor, dat het de waarheid is, trouwens indien Oudewaters poorters omtrent dezen tijd iets, het zij direct of indirect tegen den Graaf misdeden, dan waren zware boeten het gewone middel ter verzoening. Zoo kregen een aantal inwoners van Oudewater in 1398 ontslag van alles, wat zij het vorige jaar op den tweeden Kersdag misdaan hadden, mits zij hun schuld afkochten, en zoo -hadden die van Oudewater omtrent den jare 1400 misdaet in quetzinge +hadden die van Oudewater omtrent den jare 1400 »misdaet in quetzinge gedaan" aan Willem Snoy, des Graven pander van den Lande van Woerden, en ook voor die overtreding bekwamen zij verzoening met Albrecht, -op voorwaarde, zij moesten hem ten zijnen behoef vernoegen van +op voorwaarde, zij moesten hem ten zijnen »behoef vernoegen van sestienhondert scilden." [428] Dit kwam echter niet voort, uit een geest van onmin van 's Graven zijde met de stad onzer beschrijving, doch om de vroeger gemelde rede, -immers in dezelfde veroordeeling dier sestienhondert scilden" schonk +immers in dezelfde veroordeeling dier »sestienhondert scilden" schonk hij Oudewater vrijdom voor zijne tollen te Sparendam en Heusden niet alleen, maar ook met ingang van den tweeden Mei 1400, vrijdom van alle diensten in Oost-Vriesland voor hem en zijne nazaten [429], @@ -12563,7 +12538,7 @@ onder voorwaarde echter, dat wanneer hij in persoon, zijn zone van Oostervant of van Ludic er heentogen, dit privilegie verviel. Albrecht had met het schenken van dit privilegie het oog op de ligging van Oudewater op de grenzen van Holland, de voordeelen die uit het wel -bewaken eener zoodanige vesting zouden voortvloeijen, en ooc de +bewaken eener zoodanige vesting zouden voortvloeijen, »en ooc de trouwe dienste die zij ons voortijds gedaan hebben en nog doen mogen." Ten jare 1401 ordonneerde Albrecht het zetten van Schepenen en Achten, @@ -12574,7 +12549,7 @@ En sedert dit jaar 1401, vinden wij bijna geen bescheiden meer van graaf Albrecht, die direct op Oudewater betrekking hebben. [431] Loopen wij echter onzen tijd niet vooruit. Wij hebben reeds -opgemerkt, dat Albrechts financile toestand, in eenen slechten +opgemerkt, dat Albrechts financiële toestand, in eenen slechten staat verkeerde. Dit was ten jare 1400 van dien aard, dat hij wegens vroegere gedane beden noch van de steden, noch van de bijzondere personen eenige hulp kon verkrijgen. [432] Zoolang het dus niet hoog @@ -12605,20 +12580,20 @@ onzer beschrijving. Oudewater, dus laat de voorname historicus Wagenaar [436] zich uit, Oudewater was eene der sterkste grensvestingen van Holland. Ook werd -zij wel bewaard alzoo Hertoge Albrecht de poorters, onlangs van +zij wel »bewaard alzoo Hertoge Albrecht de poorters, onlangs van alle krijgstogten in Vriesland die hij zelve of zijne zoone niet bijwoonden, voor altoos ontslagen hadt, onder voorwaarde, dat zij de stad trouwelijk bescherme zoude. [437] Deze stad poogde Arkel te verrassen, doch het mislukte hem, door de wakkerheid der poorters." Weten wij nog uit de divisie kronijk [438] dat hij voor Oudewater -verscheen met een deel ghewapenste volcx", dan was het zeker een +verscheen »met een deel ghewapenste volcx", dan was het zeker een groote eer voor het stedeke Oudewater, dat het den verbitterden en heerschzuchtigen van Arkel noodzaakte, den terugtogt te doen aannemen. Van Arkel had welligt dezen aanslag niet ondernomen, indien hij niet vrienden van binnen had gehad, die den toegang tot de stad voor hem -openstelden, door eene deur in de stadsmuur die naar den Doelen" +openstelden, door eene deur in de stadsmuur die naar den »Doelen" leidde, open te doen houden, niettegenstaande men gewoon was die alle nachten te sluiten. [439] @@ -12630,7 +12605,7 @@ Willem, Grave van Oostervant nu, volgde zijn vader op, onder den titel van grave Willem den VI. en in het begin des jaars 1405, werd hij dan ook in het stedeke Oudewater zelve ingehuldigd [440]. Men ontwaart dit ten duidelijkste uit het privilegie, waarbij hij die -van Oudewater bevestigt, in hunne voorgaande privilegin. +van Oudewater bevestigt, in hunne voorgaande privilegiën. Willem, &c. Doen kond allen Luden, want die Heerlicheden van der @@ -12659,7 +12634,7 @@ met het vermelden van oude bescheiden en privilegien op Oudewater betrekking hebbende, zwijgt, zoo scheen de pas gehuldigde Graaf, de stad onzer beschrijving voor dat gemis aan voorregten schadeloos te willen stellen. Nadat Willem toch, zooals wij zagen, de stad in -hare privilegin bevestigd had, gaf hij op Sinte Thomas avond 1405 +hare privilegiën bevestigd had, gaf hij op Sinte Thomas avond 1405 [441], vergunning aan Schout, Schepenen, Raden en poorters der stede Oudewater om van vriend en vijand, die schade aan de stad of aan de bezittingen der poorters deden, schadevergoeding te mogen eischen, @@ -12673,7 +12648,7 @@ meer te zullen scheiden van de grafelijkheid van Holland, en tevens stelde hij die van Oudewater bij ander voorregt van dit jaar, vrij, van het betalen van morgen geld. [442] -In de eerste tijden vinden wij nu bijna niet of weinig van privilegin +In de eerste tijden vinden wij nu bijna niet of weinig van privilegiën van graaf Willem omtrent Oudewater gewag gemaakt, doch in deze tijden werden er tusschen Oudewater en het nabij gelegen Woerden vele wederzijdsche verbintenissen gemaakt, omtrent het waterschap @@ -12694,7 +12669,7 @@ St. Franciscus orde van penetentiae te stichten [443]. En nu mijne lezers, willen wij verder nagaan, wat er op politiek gebied voorvalt, en welke rol Oudewater er in speelt. -Het is bekend, dat Graaf Willem, slechts ne dochter had, met name +Het is bekend, dat Graaf Willem, slechts ééne dochter had, met name Jacoba, die in 1415 op ruim 14 jarigen leeftijd in het huwelijk trad, met Jan, hertog van Touraine en grave van Ponthieu later Daufijn van Frankrijk die in het jaar 1417, kinderloos overleed. @@ -12703,15 +12678,15 @@ Hertog Willem nu, die tot dus ver geen wettige telgen had, dan Jacoba, legde eene groote bezorgdheid aan den dag, om haar van de opvolging in het bewind dezer gewesten te verzekeren. Dien ten gevolge, wendde hij zich tot de edelen en steden van Holland, die hij ter -algemeene dagvaart beschreven had, en eene belofte afvergde om na +algemeene dagvaart beschreven had, en eene belofte afvergde »om na zijn overlijden, zijne dochter Jacoba tot wettige landvrouwe in te huldigen [444]. Die dagvaart werd in oogstmaand 1416 gehouden en onder de steden, waarvan gemagtigden verschenen, behoorde ook de stad onzer beschrijving. Ook de Schouten, Burgemeesters, Schepenen en Raden [445] -van Oudewater hadden plegtiglijk gezworen, dat zij Jacoba, Daufijne -van Vienne zoo Willem vr haar, zonder wettigen zoon na te laten, +van Oudewater hadden »plegtiglijk gezworen, dat zij Jacoba, Daufijne +van Vienne zoo Willem vóór haar, zonder wettigen zoon na te laten, overlijden mogt, voor zijne erfdochter en leenvolgster erkennen, en haar nevens haren wettigen voogd hulde doen en onderdanigheid bewijzen zouden, haar met lijven en goed, tegen alle hare vijanden @@ -12767,7 +12742,7 @@ den VI, in betrekking tot zijne dochter, Jacoba van Beijeren. Doch geene der steden, die vooralsnog de gravinne afviel, integendeel, wij vinden vermeld, [448] dat de steden Haarlem, Delft en Leiden -omtrent den aanvang van het jaar 1418, op hun eigen geloove" 529 +omtrent den aanvang van het jaar 1418, »op hun eigen geloove" 529 1/2 engelsche Nobels aan lijfrenten verkochten, en de er van gemaakte somme, beschikten voor vrouwe Jacoba.--Maar ook Oudewater, nevens zes andere steden, hadden beloofd, die schuld, nevens de drie gemelde te @@ -12784,7 +12759,7 @@ Jacoba, nog in dit jaar, het verlies van Rotterdam te betreuren had, werd er omtrent den aanvang van 1419, een zoen tusschen beide partijen gemaakt. [450] In die voorwaarden nu, vindt men onder anderen vermeld, dat het Baljuw- en Dijkgraafschap van Zuid-Holland aan de gravinne als -leengoed" werd afgestaan; Oudewater werd er ingelijks onder begrepen, +»leengoed" werd afgestaan; Oudewater werd er ingelijks onder begrepen, wijl er in die acte voorkwam, dat de Landen voor vijf achtereenvolgende jaren, door de Hertogen van Brabant en Beijeren in het gemeen zouden geregeerd worden, en dat de Schouten en Geregten in de steden, alsmede @@ -12809,7 +12784,7 @@ jaar 1420, Treneijs Pietersoon in Oudewater tot Schout benoemde, zijne vrienden was. Hoe wel Jan van Beijeren in een ander stuk van 1421, Jan van Brabant -noemt zijnen lieven Neve" zoo kunnen wij die zoete woordjes niet +noemt zijnen »lieven Neve" zoo kunnen wij die zoete woordjes niet te veel vertrouwen, immers in het jaar 1421 stelde hij te Oudewater weder, dat zeer op de zijde van Jacoba was, drie kapiteins aan van zijnen aanhang. [452] @@ -12832,13 +12807,13 @@ brandschatting gebragt, daar wij toch in de geschiedenis zien, dat zulks in 1420 plaats had, wij weten het niet, doch waar is het, dat wij van het volgende heete gevecht in dit jaar vinden gewag gemaakt. -In den aanvang van 1420 gingen de oneenigheden tusschen Utrecht +»In den aanvang van 1420 gingen de oneenigheden tusschen Utrecht en den slinkschen Jan van Beijeren tot dadelijken krijg over, en Montfoort koos de partij van den Bisschop. In dezen oorlog, maakte een van des Burchtgraven verwanten, Heer Lodewijk van Montfoort, zich door een wakker wapenfeit vermaard. -Bij een inval van die van Oudewater in 't Sticht, trok Lodewijk +»Bij een inval van die van Oudewater in 't Sticht, trok Lodewijk in der haast te Montfoort zoo vele manschappen zamen, als er uit de verdedigers van slot en stad gemist konden worden, en voerde deze luttele bende, alleen uit voetknechten bestaande, den vijand @@ -12861,7 +12836,7 @@ voor Oudewater, maar indien wij nagaan, dat de Bisschoppelijke Kronijkschrijver van der Beke getuigde dat die van Oudewater zich mannelijk en stout geweerd hadden als waren zij Jonkers, dan moeten er van de zijden der Montfoortenaars, wier verlies niet wordt genoemd, -insgelijks in dit gevecht waarin kloek en wakker gestreden werd" +insgelijks in dit gevecht waarin »kloek en wakker gestreden werd" menigeen gevallen zijn. Inmiddels waren de stichtschen het met de Hoekschen eens, en gingen Jan @@ -12922,7 +12897,7 @@ gezet, waardoor de stad van die zijde gedekt was, doch aldra vernam zij, dat men zich gereed maakte, om de stad van de Rijnzijde te naderen. Met die zijde toch, had zij niet als met het beneden eind te werk kunnen gaan, immers dan had zij niet alleen de gemeenschap -met Oudewater afgesneden, maar ook met het Sticht, waarmede zij ne +met Oudewater afgesneden, maar ook met het Sticht, waarmede zij ééne lijn trok. Met hare getrouwe steden en de Stichtschen, besloot zij nu den naderenden vijand te gemoet te trekken, en alras kwam het nu in het jaar 1425 [456] tot een gevecht bij Alphen. Die van Gouda, @@ -13029,7 +13004,7 @@ begrijpt ligtelijk, dat Philips van die gelegenheid partij trok, en de zoo gewenschte afstand ten zijnen behoeve volgde weldra, bedingende Jacoba alleenlijk voor zich, de heerlijkheden Voorne, Zuid-Beveland, en Tholen, benevens de tollen van Holland en Zeeland gedurende haar -leven. Stierf Philips echter vr haar, dan was besloten, dat zij weder +leven. Stierf Philips echter vóór haar, dan was besloten, dat zij weder in het bezit harer graafschappen treden zoude; maar zij overleefde hem niet, daar zij aan eene teringziekte in het jaar 1436 overleed.-- @@ -13037,7 +13012,7 @@ De ongelukkige, zij had ondervonden, dat niet altijd een vorsten kroon geluk aanbrengt! Toen nu de gravin afstand van hare graafschappen gedaan had, ging -de regering ook in het huis van Bourgondi over, doch al spoedig +de regering ook in het huis van Bourgondië over, doch al spoedig ondervond men, wat het inhad door den magtigen Philips geregeerd te worden. Het lust ons niet, dit alles ter neder te schrijven, genoeg zij het te vermelden, dat de landzaten al spoedig genoodzaakt werden @@ -13062,17 +13037,17 @@ en nadat men vruchteloos op schadeloosstelling had aangedrongen, begon men het moede te worden, er moest wraak worden genomen! Er werd eene algemeene dagvaart beschreven, en men nam op naam van Philips een besluit, om alle groote schepen, binnen 14 dagen op te takelen, -en in staat te stellen om zee te kiezen, een iegelijk moest terstond +en in staat te stellen »om zee te kiezen, een iegelijk moest terstond zijn harnasche bereijden en bereijd houde om altijd bereijt te zijn" en ten oorlog uit te trekken waar hij vereischt zoude worden--voorts moesten er met den meesten spoed op stapel gezet en afgetimmerd worden -omtrent 80 Baardsen" zijnde een soort van oorlogschepen, en bijna +omtrent 80 »Baardsen" zijnde een soort van oorlogschepen, en bijna geen stad of dorp die geen bevel kreeg daaraan bij te dragen en zoo -moest dan ook Oudewater zorg dragen in tijds eene zoodanige Baerdse" +moest dan ook Oudewater zorg dragen in tijds eene zoodanige »Baerdse" in gereedheid te hebben. [462] Menige roof werd nu, na dat een en ander in gereedheid was gebragt, -gepleegd; en z groot was de overmoed en dapperheid der onzen, dat +gepleegd; en zóó groot was de overmoed en dapperheid der onzen, dat men in het jaar 1440 eene groote Oostersche vloot nam, die met zout derwaarts keerde. Soms echter keerde ook de krijgskans, en men begon van beide zijden naar den vrede te haken, van dat gevolg, dat men in @@ -13087,7 +13062,7 @@ wereldlijken magt konden beteugeld worden. Oudewater moet echter vrij rustig geweest zijn, maar Philips had ook aan Schout, Burgemeesteren en Raden van Oudewater geschreven, dat zij op een en ander een zeer waakzaam oog zouden houden. In het jaar 1445 werd dit gebod weder -herhaald overmits der beroeringe ende opheven wille in onsen lande +herhaald »overmits der beroeringe ende opheven wille in onsen lande van Holland wesende" en tevens beval de Grave er bij, dat indien de poorters van IJsselstein het in hunne gemeente te kwaad kregen door de troebele tijden, dat die van Oudewater dan, het zij bij dag of nacht, @@ -13111,7 +13086,7 @@ Oudewater als mede eene van Anno 1456. Voorts beval de Graaf in het jaar 1463, in aanmerking nemende de klagten der steden Schoonhoven, Oudewater, Woerden, Weesp, Muiden en Naarden over het vorderen van morgen geld in het Sticht van Utrecht -gedaan, dat die van Holland in het Sticht van Utrecht gerfd zijnde, +gedaan, dat die van Holland in het Sticht van Utrecht geërfd zijnde, niet verpligt waren aan die heffing te voldoen. Sedert dien tijd vind ik niets meer van Philips omtrent Oudewater @@ -13120,12 +13095,12 @@ vermeld, hij stierf dan ook weinig tijds daarna, namelijk in het jaar den Stoute opgevolgd, die in het jaar 1468 door de Hollandsche steden waaronder ook Oudewater als graaf werd erkend. [463] -Hij was van een zeer oorlogzuchtigen aard, perste de go gemeenten +Hij was van een zeer oorlogzuchtigen aard, perste de goê gemeenten vele opbrengsten af en onder zijne regering ontstond er in menige stad oproer, dat hij echter meest ten zijnen voordeele wist te dempen. Zijn geheele regering was bijna aan oorlog voeren, zoo wel in het binnen- als in het buitenland, gewijd, dat dan ook waarschijnlijk als de reden -moet worden aangemerkt, dat wij niet n bescheide of iets dergelijks, +moet worden aangemerkt, dat wij niet één bescheide of iets dergelijks, van hem omtrent Oudewater aantreffen. Hij sneuvelde in den slag bij Nancy ten jare 1477, nalatende eene @@ -13145,7 +13120,7 @@ gebeurde onder anderen te Gouda, Schoonhoven en elders en zoo ook spoedig in Oudewater. Van Berkum, in zijne beschrijving van Schoonhoven maakt over een -en ander aldus gewag: als Gerrit van Poelgeeste in de slotvoogdij +en ander aldus gewag: »als Gerrit van Poelgeeste in de slotvoogdij van Schoonhoven hersteld was, stond de gemeente te Schoonhoven onder dien Hoekschgezinde op, en eischte rekening van stadsgoederen, en als de Cabellauwsche bestierders, dit niet wilden en konden, gingen zij @@ -13172,7 +13147,7 @@ Nu begonnen de troebelen van Hoekschen Kabellaauwsch, door ons op de vorige pagina ter neder geschreven, zich te vertoonen, en onder de oproerige steden die zich weder aan de Hoeksche zijde geschaard hadden, troffen wij ook Oudewater aan, [467] niettegenstaande Gouda -en Schoonhoven met loosheden" de stad aan hare zijde gekregen +en Schoonhoven »met loosheden" de stad aan hare zijde gekregen hadden. [468] Weldra kregen nu de Hoekschen, die natuurlijk tegenstrevers van @@ -13209,7 +13184,7 @@ rustig, gelijk wij zullen zien. Wij moeten echter eerst de reden tot dien oorlog een weinig ontwikkelen. De stad Utrecht, alhoewel zelve inwendig verdeeld omtrent haren -Bisschop David van Bourgondi, die de stad had moeten ruimen, was +Bisschop David van Bourgondië, die de stad had moeten ruimen, was in deze tijden nu de eenigste toevlugt der hoeksche ballingen, en de Utrechtschen, die onder Reijer van Broekhuisen Leiden hadden helpen bemagtigen, waren niet zonder buit naar Utrecht gekeerd. Dit, doch @@ -13233,7 +13208,7 @@ en dit gelukte hem niet. [473] Naarden werd nu door de Stichtschen verwoest en Jutphaas door de Hollanders verbrand, die tevens het beleg voor het Blokhuis op de Vaart sloegen, zij leden er echter eene geduchte nederlaag, vele vonden er -den dood, en sommige liepen alle dat zij mochten, na Schoonhoven, +den dood, »en sommige liepen alle dat zij mochten, na Schoonhoven, na Oudewater, na IJsselstein en na Woerden, niemant en sach na den anderen om." [474] @@ -13263,7 +13238,7 @@ Noodwendig moeten wij met den aanslag op Dordrecht in 1482 beginnen. De Burggrave van Montfoort dan, had in genoemd jaar een aanslag ondernomen op Dordrecht, waar binnen hij heimelijk verstand houding -hield, [477] en zoo geschiedde het dan, dat sy hen hebben voorzien +hield, [477] en zoo geschiedde het dan, »dat sy hen hebben voorzien van schepen groot en cleyn, daer sy volck van wapenen in setten daer Capiteynen of waren, heer Willem van Wachtendone en Adriaen van Naeldwyck, en waren wel viij C sterck en wel ghewapent, en zyn die @@ -13275,8 +13250,8 @@ den nacht niet gegaen, nochtans waecten sy alle den nacht en waren in roere, ende vele van die schepen voeren na Zeeland ende dardere keerden weder, ende grepen eenen moet en traden opten IJseldyck ende gingen nader Gouda toe, ende daer stont een blockhuys opten dyck, -dat sy an brande staken, ende gingen voorby, dat sy maer n man -verloren ende sy worde van die van der Gouda achtervolgt, maer sy +dat sy an brande staken, ende gingen voorby, dat sy maer één man +verloren »ende sy worde van die van der Gouda achtervolgt, maer sy en deden hen niet, ende ghenakende die stede van Oudewater quamen hen te ghemoet die knechten, en een deel poorters van der stede, ende sy hadden een scharpe mangelenghe te samen, en sloegen deen den anderen @@ -13296,7 +13271,7 @@ boeten. [479] Na dien tijd vinden wij in eenige jaren niet onmiddelijk van Oudewater gewag gemaakt, maar wel dreunde de bodem van het losbranden des geschuts in den omtrek, wel zullen die van Oudewater deel hebben -genomen in de wisselende oorlogskansen, en hebben mede gedadingd +genomen in de wisselende oorlogskansen, en hebben mede »gedadingd« in de gehouden dagvaarten. Doch onze orde van zaken vordert, dat wij vlugtig nagaan wat er @@ -13348,7 +13323,7 @@ landbouwerswoningen.--De omtrek van Oudewater had een zeer lastigen nabuur in den Burchtgrave, en de plattelands-bewoners vooral, hadden veel van hem te lijden. [482] -Z naderde het jaar 1489--Maximiliaan was nu sedert de +Zóó naderde het jaar 1489--Maximiliaan was nu sedert de wederspannigheid der Hoekschen, zelf naar deze gewesten gereisd, om hunnen overmoed te beteugelen, en noodigde alle Kabellaauwsche steden uit, waaronder dus ook Oudewater, tot het beteugelen der @@ -13370,7 +13345,7 @@ het mislukte hem. Hetzij hij nu toornig was, over die teleurstelling, of, dat hij dacht, dat men te Oudewater niet zoo op zijne hoede zoude zijn, dit meldt de geschiedenis niet, doch wel, dat hij nog in dezelfde maand October met zijne veldteekenen en hoeksche benden voor -Oudewater verscheen, doch z vriendelijk werd hij ontvangen, dat hij +Oudewater verscheen, doch zóó vriendelijk werd hij ontvangen, dat hij genoodzaakt werd naar zijne schuilhoeken terug te trekken, en zich vergenoegen moest, den toren van buiten de stad gezien te hebben. [483] @@ -13407,7 +13382,7 @@ voetboogschutters van het St. Joris Gild te Oudewater. Wij hebben dit voor Oudewater belangwekkende octrooi, ter behoorlijke plaatse, schrijvende over den St. Joris Doelen reeds kenbaar gemaakt, -en het is dus onnoodig het nu te herhalen. Op ne uitdrukking er van, +en het is dus onnoodig het nu te herhalen. Op ééne uitdrukking er van, moeten wij echter nog eens de aandacht vestigen, omdat die ons leiden zal, den stand van zaken in ons land eenigzins na te gaan, waarin ook Oudewater weder werd betrokken. De Hertog namelijk, verleende aan de @@ -13427,7 +13402,7 @@ der regten van Adolf van Nassau, die over dat gewest, stadhouder voor den Roomsch koning was. Men begrijpt ligtelijk, dat de Hollanders en Gelderschen op wederzijds grondgebied, veelvuldige strooptogten ondernamen. In het jaar 1497 nu, kwam het wel tot een bestand, -doch in 1498, begon de krijg wer op nieuw en na eenige veroveringen +doch in 1498, begon de krijg weêr op nieuw en na eenige veroveringen van en door Maximiliaan, werd er ten jare 1499 weder een bestand tot wederopzeggings gesloten; het zal nu duidelijk zijn, waarom Philips in genoemd octrooi, zoo zinspeelt op dat hertogdom en waarom hij gedachtig @@ -13455,13 +13430,13 @@ fransche hulpbenden. Geen wonder dus, dat men in 1507 voor een inval in Holland beducht was, en het geschiedde ook aldus. Karel had zijne legermagt in -drien verdeeld en van dat gedeelte, dat bij Nijmegen lag, hadden de +drieën verdeeld en van dat gedeelte, dat bij Nijmegen lag, hadden de Hollanders het meeste te vreezen. Nadat hij nu in Brabant vele veroveringen gemaakt had, viel hij in Holland. Men poogde Oudewater te verrassen, doch de bezetting en de -poorters hielden zich dapper en Oudewater werd niet genomen, het -mislukte" schrijft Wagenaar door de wakkerheid der poorteren." [485] +poorters hielden zich dapper en Oudewater werd niet genomen, »het +mislukte" schrijft Wagenaar »door de wakkerheid der poorteren." [485] Niet overal echter werden zij zoo dapper onthaald, immers Bodegraven werd omtrent dien tijd door den vijand plat gebrand, terwijl het slot @@ -13518,9 +13493,9 @@ maar gaan zien, wat er onder het bestuur des jeugdigen Karels voorvalt. In het jaar 1516, begon men de vijandelijkheden tusschen de Gelderschen wederom op Hollandsch grondgebied. Men had hier kennis van hunne toebereidselen gekregen en alomme in oogstmaand bevel gezonden, om -geene stilzaat" met hen te maken, maar zich gereed te houden om hen +geene »stilzaat" met hen te maken, maar zich gereed te houden om hen te wederstaan niet slechts, maar al alle mogelijke afbreuk te doen -[486] en nogtans gelukte het hun, nog vr het einde der gemelde +[486] en nogtans gelukte het hun, nog vóór het einde der gemelde maand Nieuwpoort bij Schoonhoven te overrompelen. [487] Nu was men insgelijks voor Oudewater en Woerden bezorgd, en het Hof gaf dra, in het begin van September, bevel, om alle boomgaarden, ruigten en @@ -13582,7 +13557,7 @@ ter neder te schrijven. Uit dit stuk leeren wij tevens, hoe wild en woest het in het begin der 16. eeuw nog in den omtrek van Oudewater was en het is tevens -opmerkelijk, hoe men, zich bevindende op zekere hoogte van den breeden +opmerkelijk, hoe men, zich bevindende op zekere hoogte van den »breeden dijk," nog beide torens over die uitgestrektheid bijna ten voete uit, kan zien. @@ -13602,7 +13577,7 @@ ingelijks van voornemen Oudewater vaarwel te zeggen. De verdediging der stad zou dus slecht geweest zijn, had de vijand nu Oudewater pogen te nemen. Dit de wijk naar elders nemen, was in het jaar 1517 van dien aard geworden, dat de stadhouder, grave van Nassau in genoemd jaar -van wege zijn C. M." aan alle uitgewekenen, beval, om op verbeurte +van wege »zijn C. M." aan alle uitgewekenen, beval, om op verbeurte van lijve en goed binnen Oudewater weder te keeren, en het spreekt van zelve, dat aan hen, die de gemeente nog niet waren uitgetogen, dit insgelijks onder toepassing van genoemde straf, strengelijk @@ -13618,7 +13593,7 @@ nu onder den naam van Karel V bekend zijnde, willen wij hem dan ook aldus, bij voorkeur zoo noemen. Inmiddels was Karel den V, ten jare 1521 in een oorlog gewikkeld, -met den franschen Vorst Franois den I. +met den franschen Vorst François den I. De hevigheid van den krijg drukte Holland zeer, trouwens alle leenmannen werden ter heervaart ontboden, niet om het graafschap, maar @@ -13629,12 +13604,12 @@ Holland vele strooperijen aanrigtten, en men maakt zich een denkbeeld van den benarden toestand van deze gewesten. Het fransche leger echter, werd ten jare 1525 geheel vernield, -en Franois zelve gevangen genomen, dit was dan ook de rede, dat +en François zelve gevangen genomen, dit was dan ook de rede, dat men een bestand sloot, waarin onder anderen de haringvisscherij, die geruimen tijd gedrukt geweest was, wederom vrij werd, iets, dat te meer algemeen vreugde verwekte. [491] -Een en ander had echter 's lands middelen z uitgeput, dat men in +Een en ander had echter 's lands middelen zóó uitgeput, dat men in 1525, f 80000 van de schamele gemeenten vorderde, doch het werd door de staten, waarbij ook de gemagtigden van Oudewater waren, om een aantal redenen geweigerd.--De staten tegen den 17 Junij wederom te @@ -13645,7 +13620,7 @@ het wankelen gebragt, beloofden nog eens verslag te zullen doen en voor het einde der maand, zoo mogelijk met gunstiger rapport te Breda te verschijnen. Men vergaderde ten bepaalden tijde en de staten stemden, dat zij den keizer believen zoude, zoo het de meeste steden het ook -aldus begrepen. 18 steden stemden er vr, maar Delft, Oudewater +aldus begrepen. 18 steden stemden er vóór, maar Delft, Oudewater en Alkmaar benevens nog 3 andere steden stemden tegen, genoodzaakt als zij waren, door hunne slechte financiele gesteldheid. Eenigen tijd er na, besloten echter de staten, Delft alleen uitgezonderd, @@ -13768,7 +13743,7 @@ en met 151. Nadat Antonie van Lailang in 1540 sedert 18 jaren Stadhouder over Holland en Zeeland geweest was, overleed hij in dit jaar, wordende -nog in dit jaar met de Stadhouderlijke waardigheid bekleed, Ren van +nog in dit jaar met de Stadhouderlijke waardigheid bekleed, René van Chalons prins van Oranje. Het was in het jaar 1541, dat de keizer in een oorlog gewikkeld werd, @@ -13791,7 +13766,7 @@ zooals dezelve onder hunne hoofdlieden verdeeld waren, om zich op de muren der stad te vervoegen. Dit stuk, berustende op het gemeente archief, is van zoo groot belang, -n omdat het ons het getal verdedigers van de veste doet kennen, n +èn omdat het ons het getal verdedigers van de veste doet kennen, èn omdat het ons eene vrij juiste omschrijving geeft van de vestingwerken van Oudewater in dien tijd, dat wij ons gedrongen gevoelen er den inhoud nader van te doen kennen. @@ -13907,7 +13882,7 @@ is lanck XXII roeden en heeft onder hem: (11 manschappen.) -Uit deze ordening blijkt, zegt Dr. Rmer in de Utrechtsche volksalmanak +Uit deze ordening blijkt, zegt Dr. Römer in de Utrechtsche volksalmanak 1859, dat in het jaar, waarin zij vervaardigd werd, de verdediging van Oudewater bestond in eenen doorloopenden muur, gebroken door een viertal poorten en verscheiden torens van meerdere of mindere @@ -13918,7 +13893,7 @@ en ten aanzien van de westzijde verkeer ik in dit opzigt niet in het onzekere. Wat het eerstgenoemde betreft, gelde de opmerking, dat het erf van den Doelen thans op verre na niet reikt tot aan den oostelijken stadswal, terwijl ik toch in eene onzer kronijken het volgende vind -aangeteekend: In den selven jaer doemen screeff MCCCC ende een, wert +aangeteekend: »In den selven jaer doemen screeff MCCCC ende een, wert Jan Heer 't Arckel, tot Pierlepont, ende des lants van Mechelen vyant des Hoochgeboren Deurluchtigen Vorste Hertoghe Aelbrechts van Beijeren, Grave van Henegouwen, van Hollant, van Zeelant enz., dair hij syn @@ -14096,11 +14071,11 @@ en men meldt, dat dit de rede was, dat de Landvoogdes haar ontslag aanvroeg en verwierf. De graven van Egmond en Hoorn werden spoedig gevangen genomen en -onthoofd, terwijl aldra door Alva insgelijks den raad van beroerte" +onthoofd, terwijl aldra door Alva insgelijks den »raad van beroerte" werd ingesteld aan wiens hoofd zekeren Vargas gesteld was. Voor dien -raad van beroerte" nu werd ieder er gebragt, die verdacht was tegen de +»raad van beroerte" nu werd ieder er gebragt, die verdacht was tegen de Roomsche religie te zijn en ten gevolge der ontelbare veroordeelingen -werd hij door anderen den bloedraad" genoemd. +werd hij door anderen den »bloedraad" genoemd. Alva vorderde nu al spoedig ook zulke zware opbrengsten, dat men zich van alle zijden er tegen begon te verzetten. Terwijl de neringen dus @@ -14129,7 +14104,7 @@ steden. Na Simon Stijl tot hiertoe gevolgd te hebben, doen wij weder van Kinschot optreden. Hij meldt: pag. 211, 212 en 213. -Dus gingen de zaken in 't Noorden van Holland, maar in 't Zuiden +»Dus gingen de zaken in 't Noorden van Holland, maar in 't Zuiden maakte het dus ver wel geslaagde geluk des Nassauschen Aanhangs nog eenen vry grooteren Sprong: want op den Negentienden van Zomermaand [510] zettede de Heer van Zwieten met slechts eene handvol volks @@ -14151,7 +14126,7 @@ Woerden verzekerde, midts de bezettelingen dier eerstgemelde Stad, [518] door Bossu voorheen daar ingelegdt, thans dezelve, even als korts daarna alle de overige Spanjaarden geheel [519] Holland, verlaaten hadden. Zulks zich de Prins van Oranje in Persoon nog voor het uitgaan -van het Jaar Vyftienhonderd Tweenzeventig derwaart [520] vervoegde, +van het Jaar Vyftienhonderd Tweeënzeventig derwaart [520] vervoegde, om dat Gewest en de overige Steden en Landen, welken zich aan 't wreede Landbestuur van den Hertog van Alva onttrokken hadden, tegen denzelven te beschermen. Welke nu, hoewel te laat, uit dit zeldzaam @@ -14255,7 +14230,7 @@ Had men van Bossu,--met zijne troepen in 1573 buiten de veste kunnen houden, en weten te noodzaken, den terugtogt te doen aannemen, in het jaar 1574 woedde er binnen de stad een vijand, die niet te bevechten noch te verdrijven was; te Oudewater heerschte de pestziekte, en zij -woedde er z hevig, dat er van de burgers en de bezetting ongeveer +woedde er zóó hevig, dat er van de burgers en de bezetting ongeveer 3000 ten grave gesleept werden. Hetzij men te Oudewater ten gevolge des togts van van Bossu, of @@ -14299,7 +14274,7 @@ Hierges, had met 7000 voetknechten, en vier kornetten paarden Buren ingenomen en na die verovering, had Requesens, aan deze krijgsmagt toegevoegd 3000 soldaten en vierhonderd paarden, verzeld voorts nog van 15 vaandelen Luiksche delvers. Nadat Hierges Buren nu versterkt had, -verdeelde hij zijn leger in drien, eenigen werden met het geschut +verdeelde hij zijn leger in drieën, eenigen werden met het geschut naar Bommel anderen naar Worcum, en de overigen naar de zijde van Schoonhoven gezonden. @@ -14325,7 +14300,7 @@ en gesteld wierde. [528] De rede waarom men dit aan Oudewater beval, is ligtelijk te begrijpen. 1. Had Oudewater een beleg van den Spanjaard te doorstaan, dan moesten -alle onnutte monden" uit de stad verwijderd worden, ten einde men +alle »onnutte monden" uit de stad verwijderd worden, ten einde men met de eetwaren, als de veste ingesloten was, des te meer tijd mogte toekomen en ten @@ -14337,7 +14312,7 @@ De zorg van s'lands staten voor Oudewater berustte er nog niet bij. Op den 15 Julij 1575, kreeg ook Hopman Munter, de jonge, per missive van de Staten last om alle klokken uit de kerken en torens zoo van -het naburige Benschop als van andere Dorpen daar omtrent, vr dat +het naburige Benschop als van andere Dorpen daar omtrent, vóór dat zich de Spanjaard er van meester maakte, ten behoeve van de gemeene zaak naar Oudewater te vervoeren, en er geschut van te gieten. @@ -14392,7 +14367,7 @@ openingen in den weg weinig bekreunde, en er met den meesten spoed bruggen over die hindernissen door den vijand gelegd werden. De spoed, waarmede de vijand oprukte, was zelfs van dien aard, dat -de alom op de been geraakte huislieden", die het--ter ontwijking van +de alom op de been geraakte »huislieden", die het--ter ontwijking van het gevaar--op een vlugten gezet hadden, en nog eenig huisraad hadden medegenomen, dit eindelijk moesten achter laten en ter naauwernood het leven zelve konden redden. [532] @@ -14482,7 +14457,7 @@ werden er verscheidene uitvallen door die van Oudewater, toen de Spanjaarden in aantogt waren, gedaan. Men zag echter te Oudewater spoedig van die uitvallen af, omdat er ligtelijk eenigen sneuvelden en gewond werden, en men kon van de weinige verdedigers er niet -n missen.--Dit was dan ook de rede, dat men drie poorten der stad +één missen.--Dit was dan ook de rede, dat men drie poorten der stad dempte, ten einde de manschappen met het verdedigen niet noodeloos te verspreiden. @@ -14502,10 +14477,10 @@ een weg door banen? Zie, daar nadert Dirk Arendszoon van Dam. Wij kennen hem. Hij was de eerste, die van den aantogt des vijands, zijne medeburgers in de stad -verwittigde, Ik", zoo zegt de moedige poorter, ik wil den prins +verwittigde, »Ik", zoo zegt de moedige poorter, »ik wil den prins met den toestand der veste bekend maken, tot ontzet aandringen en .... mijne stadgenooten redden, maar", zeide hij tot den magistraat, -mogt mij het leven bij dien togt inschieten, zorg dan voor mijne +»mogt mij het leven bij dien togt inschieten, zorg dan voor mijne echtgenoot en kinderen," iets, dat men ligtelijk begrijpt, dat ingewilligd werd. @@ -14527,7 +14502,7 @@ Bedachtzaam maar vlug, springen zij over iedere sloot, die zij naken.... Zoo naderen zij de eerste wacht der Spanjaarden; zouden zij opgemerkt worden? Neen, zij gaan ongehinderd door; ziet, zij naderen de tweede vijandelijke post en... weder gelukt het hen, die -zonder argwaan op te wekken, voorbij te gaan. Nu nog ne wacht en het +zonder argwaan op te wekken, voorbij te gaan. Nu nog ééne wacht en het gevaar is geweken. Weder naderen zij die, maar nu worden zij opgemerkt; geweerschoten knallen, en kogels snorren heen naar de rigting, die zij volgen. Zij ontkomen echter het gevaar; maar worden genoodzaakt, het @@ -14566,7 +14541,7 @@ Niet te beschrijven was dan ook de vreugde in de kleine veste, toen men dit zag, en met denzelfden spoed, waarmede zich vroeger de heillooze mare verspreid had, dat de vijand in aantogt naar Oudewater was, werd nu de verblijdende tijding van mond tot mond overgebragt: -van Dam is behouden en de prins zal ons ontzetten," Men werd dronken +»van Dam is behouden en de prins zal ons ontzetten," Men werd dronken van vreugde en ging tot baldadigheid en spot over. Helaas! men zou zich er zeer over te betreuren hebben. @@ -14586,7 +14561,7 @@ behoeden, worden er over bespot door eenigen, van het graauw van het stedeke Oudewater; een zeer groot gemor werd in het Spaansche leger onderdrukt en men zwoer wrake, bittere wrake te nemen. -Intusschen was men in het vijandelijk leger, n om het vuursein n om +Intusschen was men in het vijandelijk leger, èn om het vuursein èn om den tergenden overmoed der stedelingen, niet op zijn gemak. Men was beducht, dat de prins geene middelen onbeproefd zoude laten, om de stad te ontzetten, of met het onder water zetten van het omliggende @@ -14683,7 +14658,7 @@ den vijand te berigten. Nog anderen, meldt van Duijn, [553] waren van meening, dat de stad opgeeischt werd, op de volgende voorwaarden: -Dat de burgers alles zouden behouden en bij hunne oude voorregten +»Dat de burgers alles zouden behouden en bij hunne oude voorregten en privilegien blijven. Maar hopman Marcoult, meer dan ieder met haat tegen de Spanjaarden vervuld, niettegenstaande hij vroeger in hunne gelederen gediend had, zeide, dat Oudewater werd opgeeischt, @@ -14708,13 +14683,13 @@ menigte getroffen en de muurbrokken, die te log en te zwaar waren om weggeslingerd te worden, stortteden met de losgemaakte brokken aarde der wal, met hevig geplomp in de gracht, en toen men nu, gedurende den dag niet alleen, maar ook een groot deel van den opvolgenden nacht -op muren en torens geschoten, [555] toen men tusschen de 16 1700 +op muren en torens geschoten, [555] toen men tusschen de 16 à 1700 kloten naar de stad gesmeten had, ja toen begrijpt men ligtelijk, dat de bressen in de muur van de Waard- tot de Ysselpoort groot, verbazend groot waren. Eindelijk zwijgen de vuurmonden..... het is nacht, de tijd van -ruste. Doch rustte men in Oudewater? Men zie slechts. Dr zit eene +ruste. Doch rustte men in Oudewater? Men zie slechts. Dáár zit eene moeder te weenen naast haren zoon, haren eenigen steun, hij leeft nog ja, maar alleen de moeder herkent en kan in dit verminkte ligchaam haar kind zien, zij zelve verbindt zijne wonden en bevochtigt hem @@ -14816,7 +14791,7 @@ van binnen nu meenden, dat het den vijand ernst was, beschoten den vijand hevig en lieten de op den wal gebragte rolbalken, die wij vroeger beschreven, ontijdig naar beneden glippen. -Nu deinsde de vijand in eens terug, opende zijne gelederen en vr +Nu deinsde de vijand in eens terug, opende zijne gelederen en vóór dat men de genoemde werktuigen weder had opgetrokken, waren zij door het vernielend geschut onbruikbaar geschoten. @@ -14826,7 +14801,7 @@ een oorverdoovend geroep van "naar binnen, naar binnen toe." [561] Was het de begeerte naar buit, of, om wegens de bespotting hunner Godsdienst door den tergenden omgang aangedaan, wrake te nemen, of -om beiden, dat dit algemeen geroep van naar binnen, naar binnen" +om beiden, dat dit algemeen geroep van »naar binnen, naar binnen" ontstond, wij weten het niet, maar waar is het, dat ook de Duitsche troepen, als zich tot den storm insgelijks geroepen wanende, eveneens gezamenlijk de wapens opgrepen en hoewel zonder bevel, met gelijke @@ -14907,7 +14882,7 @@ geborgen hadden, werden op wreede wijze gepijnigd om hunne verborgene schatten aan te wijzen en werden daarna afgemaakt. Bij dit moorden en plunderen voegde zich nu dra nog eene andere ramp; -de roode haan" die van Bossu in 1573 voorspeld had, door de stad +»de roode haan" die van Bossu in 1573 voorspeld had, door de stad Oudewater te zullen jagen, woedde er. Door wat oorzaak de brand echter ontstaan was weet men niet, maar het vuur nam derwijze toe, dat spoedig de meeste gebouwen in een vuurpoel herschapen schenen. @@ -14923,8 +14898,8 @@ huizen, het klooster en de parochiekerk. Twintig van de burgers, die aldus tot het wegbrengen van de geroofde goederen hadden medegewerkt, werden later, toen zij aan -den geeischten losprijs niet konden voldoen, f met den ponjaard -afgemaakt, f met drie of vier bijeen gebonden, in het water gesmeten +den geeischten losprijs niet konden voldoen, òf met den ponjaard +afgemaakt, òf met drie of vier bijeen gebonden, in het water gesmeten [566] en verdronken. De Baljuw Gerard van Kraaijestein was het gelukt, om met eenige @@ -14956,7 +14931,7 @@ droegen de Staten van Holland zorg [569] indien het noodige hun ontbrak. Van de Spanjaarden, sneuvelden er in den storm minstens 100, waaronder -een aantal oversten, voorts 6 7 van de overige natien, zijnde het +een aantal oversten, voorts 6 à 7 van de overige natien, zijnde het getal gewonden niet minder, waaronder ook de Spaansche hopman Sancio Beltram Dell. Penna. @@ -15000,7 +14975,7 @@ feestelijk herdacht, op den Zondag na den 7 Augustus. Eene ontelbare menigte vreemdelingen stroomt dan naar de grijze stad, om den grooten ramp te herdenken dien het vroeger trof. -Nog vr het aanvangen der godsdienstoefening, wemelt het op de +Nog vóór het aanvangen der godsdienstoefening, wemelt het op de straten van menschen, uit verschillende oorden toegestroomd en nog steeds aankomende. @@ -15034,7 +15009,7 @@ In dien tusschentijd, is het op de gewoonlijk stille straten der stad verbazend in woeligheid toegenomen; maar het zijn nu geen moordende soldaten, die de burgers pijnigen en dooden, het zijn de ouden van dagen die het ieder jaar zoo gewend zijn naar de stad te gaan op -den moord," zij gingen in hunne jeugd steeds met vader dienzelfden +den »moord," zij gingen in hunne jeugd steeds met vader dienzelfden jaarlijkschen togt doen en zij doen het nog; zij bezoeken dan tevens familie en kennissen bij wie zij aan de middagtafel aanzitten, die nu met fijnere en meerdere spijs is opgetooid.--Het is niet de moedige @@ -15048,7 +15023,7 @@ Of die laatsten nu insgelijks in de stad zijn, om den moord te herdenken, of dat andere redenen hen noopten naar de stad te gaan, dat durven wij niet beslissen, maar waar is het, dat na jaren nog menigkeer met genoegen tusschen minnenden en echtgenooten op den dag -van den moord" wordt terug gezien, omdat het onder hen de eerste +van den »moord" wordt terug gezien, omdat het onder hen de eerste dag was van het aanknoopen van eenen band door Freja gevlochten. @@ -15074,7 +15049,7 @@ Hoogeschool binnen hunne muren. Zien wij slechts wat wij in de tegenwoordige staat der Nederlanden Zuid-Holland door A. W. Kroon, pag. 59, omtrent die schole vinden. -De Kloksteeg doorgaande, zien wij aan de overzijde der Nonnenbrug +»De Kloksteeg doorgaande, zien wij aan de overzijde der Nonnenbrug het Academiegebouw, eene inrigting die meer dan elk andere aan deze stad gedurende eene reeks van jaren beide tot eer en voordeel heeft gestrekt. Zonderling mag het heeten, dat de oorsprong dezer stichting, @@ -15091,7 +15066,7 @@ der Hervorming werd meer en meer de behoefte gevoeld aan godsdienst leeraars, die niet uit den vreemde herkomstig waren, want in het vaderland bestond geene gelegenheid om zich in de daartoe vereischte wetenschappen te oefenen. Dit gebrek moest worden verholpen en reeds -gedurende geruimen tijd vr de stichting der Leidsche academie, +gedurende geruimen tijd vóór de stichting der Leidsche academie, was door Prins Willem en de Staten van Holland over dit belangrijk onderwerp beraadslaagd geworden. Aanvankelijk bestond het plan de inrigting van hooger onderwijs uitsluitend te doen strekken ter @@ -15123,7 +15098,7 @@ weder te versterken en te herstellen met behulp van personen uit de omliggende kwartieren, mits dat de Staten hen een weinig te gemoet kwamen. Dit werd toegestaan, [574] en alle burgers en andere getrouwe personen, die zich in Oudewater vestigden, zouden genieten, vrijdom -van de gemeene Lands Imposten en Contributin, die tot behouff van +van de gemeene Lands Imposten en Contributiën, »die tot behouff van de gemeene saake jegenwoordich ommegeslagen syn; ofte geheven worden, ofte noch verder geconsenteerd ende gelicht sullen mogen werden, egheene van dien vuytgesonderd, dat meede alle d'Ingeseetenen der @@ -15170,13 +15145,13 @@ hebben naar de stad zijn getogen om die voor Oranje te winnen. Hij bediende zich tot dat doeleinde van een persoon die het geluid van het geschreeuw eens varkens, meesterlijk wist na te bootsen en om deze -rede, den weinig fraaijen naam van het oude varken" verworven had. +rede, den weinig fraaijen naam van het »oude varken" verworven had. De koude adem uit het noorden, had het water in de kristal gedaante gebragt en van Zwieten wist, dat men de grachten om de veste nog niet gebijt had. -Het oude varken" zou dan het eerste over het ijs gaan, over den +Het »oude varken" zou dan het eerste over het ijs gaan, over den wal klimmen en zien hoe het van binnen gesteld was. Bevond hij het rigtig, dan zou een varkensgeschreeuw het sein wezen, dat de overigen mogten volgen. @@ -15185,7 +15160,7 @@ De zaak wordt gewaagd zooals besproken is, en men verbeidt met ingespannen verwachting het sein. Op eens klinkt een snijdend en snerpend geluid door de lucht, de zaak -was het oude varken" rigtig toegeschenen, en het schreeuwen van dit +was het »oude varken" rigtig toegeschenen, en het schreeuwen van dit dier was zoo juist nagebootst, dat zij die het moesten opvangen in twijfel schenen te zijn of een redelijk wezen dit had voortgebragt. @@ -15227,11 +15202,11 @@ Zie hier slechts met een paar regelen aangeduid in wat staat zich de wegen bevonden. Wij ontleenen dat aan twee rekeningen, beiden op het stedelijk -archief van Oudewater berustende. De eene heeft tot opschrift: Ano +archief van Oudewater berustende. De eene heeft tot opschrift: »Ano 1578. Reeckeninck gedaen bij Cornelis Dircxz. cley burgemr. van jaere acht en tseventich binnen Oudewater vande tweehondert ponden van xl groon tot reparatie van dyckagie ontfangen;" de andere: -Ao. 1578. Reeckeninck gedaen van ontfanck bij Cornelis Dircxz en Jan +»Ao. 1578. Reeckeninck gedaen van ontfanck bij Cornelis Dircxz en Jan aertsz Burgemrn der stede van Oudewater inden jaere XVc acht ende tseventich gedient beroeren de vijftich gul ter maent tot behouffe vand opruyminge van straten bij karolus gul. tot xl groon vlaems den @@ -15267,7 +15242,7 @@ te maecken in de linschoter dyck hem aenbesteet fa Ij--" En uit de laatste: [577] -Noch een man ses weecken lanck van peuy te laden gegeven des daechs +»Noch een man ses weecken lanck van peuy te laden gegeven des daechs ses st. tot XXXVj dagen toe fa X--XVj-- Item noch een man van laden des daechs gegeven vyf st. dat dese @@ -15322,7 +15297,7 @@ en ook van Bossu die in 1573 gelijk wij weten, vijandig voor Oudewater verscheen, naderde meer en meer tot de partij der Staatgezinden. In het jaar 1579, bewerkte prins Willem de vereeniging of Unie van -Utrecht waardoor de provincin Holland, Zeeland, Utrecht, Gelderland, +Utrecht waardoor de provinciën Holland, Zeeland, Utrecht, Gelderland, Groningen en Vriesland naauwer aan een gesloten werden. Die vereeniging nu, legde den grondslag tot den volgenden bloei der @@ -15421,7 +15396,7 @@ om orde en voorziening op het stuk der regering te brengen [585] en namens Oudewater verschenen dan ook de gemagtigden ten behoorlijken tijd, na alvorens, volgens uitdrukkelijk bevel gemagtigd te zijn [586]. -Intusschen," zoo schrijft Van Kinschot [587], waren die van 's +»Intusschen," zoo schrijft Van Kinschot [587], waren die van 's Prinsen Raad gemagtigd, om hunne diensten te vervolgen, totdat ten aanzien der Regering anders zoude voorzien zijn. De edelen en afgevaardigden der steden nu te Delft bijeen zijnde, deden den eed @@ -15497,7 +15472,7 @@ gemagtigden; het verleenen der patenten tot inlegering of doortogt, moest op dezelfde wijs geschieden. Deze regelen uit Wagenaar [592] naast het archief der stad Oudewater gelegd, komen treffend overeen, immers van den 6 Maart 1587, vinden wij daar een placcaat, aangaande -de order, gesteld op de passagin en doortogten van de ruiters en +de order, gesteld op de passagiën en doortogten van de ruiters en knechten, binnen de landen van Holland en West Vriesland en tegen alle inlegeringen en overlast van hen, binnen de voorschreven landen, en van 12 October 1587 eene missive, houdende verzoek, om meerder @@ -15530,7 +15505,7 @@ Utrecht zelfs, dat Oudewater zoo menigen keer met zijne troepen bevochten had, zond op den 22 April 1589 eene missieve aan die van Oudewater, waarin gemeld werd, dat de vijand omtrent 30 man sterk, den vorigen avond door Jutphaas neerwaarts gepasseerd was. Die van -Utrecht verzochten daarin Crysvolck" uit te zenden, het slaan der +Utrecht verzochten daarin »Crysvolck" uit te zenden, het slaan der klokken ten platten lande als anderzins, ten einde de Spanjaarden betrapt en achterhaald mogten worden. De Stichtschen schreven voorts, dat ook zij hunne maatregelen genomen hadden. @@ -15612,10 +15587,10 @@ daarvoor zouden behoeven. Wie lust heeft zich met die bijzonderheden van de oneenigheid der twee partijen nader bekend te maken, leze de volgende drie in de noot aangeduide brochures [600] en ga de diverse stukken op het raadhuis over die geschillen bestuderen. Indien hij -dan van het Audi et alterem partem" houdt, zal zijn wensch in ruime +dan van het »Audi et alterem partem" houdt, zal zijn wensch in ruime mate bevredigd worden. -Wij ontleenen aan het historisch verhaal" kortelijk het volgende: +Wij ontleenen aan het »historisch verhaal" kortelijk het volgende: Het was op den 27 Februarij 1615, toen de resolutie van de Staten omtrent den kerkevrede in het licht verschenen, maar nog niet aan de @@ -15631,7 +15606,7 @@ van beraad verzochten, dien zij verwierven [601]. Des avonds waren er eenigen van den kerkeraad bij Lijdius, en zij verhaalden, wat hun dien dag was voorgehouden, waarop men besloot aan de broeders, de predikanten te Amsterdam, en nog aan een andere -kercke" schriftelijk om raad in die aangelegenheid te vragen. +»kercke" schriftelijk om raad in die aangelegenheid te vragen. De ouderling Gerrit van Galen, was echter niet bij die bijeenkomst geweest, dat hem zeer zoodanig verbitterde, dat hij den 9 Maart in @@ -15642,7 +15617,7 @@ zoo konde men hem niet overtuigen. [602] Op het schrijven aan de predikanten der stad Amsterdam volgde den 7 Maart daaraanvolgende van den Magistraat eene missive [603] aan de eerentfeste, wijse voorsienige, seer descrete heeren van Oudewater, -waarin de leden van den magistraat vrunts ende naburlijk versocht +waarin de leden van den magistraat »vrunts ende naburlijk versocht werden, de gemoederen van den ingezetenen niet te verbitteren, ofte hen in hun gemoed te bezwaren", verder verwezen zij naar den zorgvollen toestand des lands en op de gevaren die voor hetzelve door @@ -15680,13 +15655,13 @@ prins had echter zwarigheid gemaakt, om die van de vesting Oudewater na den moedwil aldaar gepleegd, op hun verzoek nog een vendel knechten toe te staan [605], het moet ons dus niet vreemd toeschijnen, dat wij van het jaar 1617, waarvan wij nu schrijven, onder de archieven der -stad diverse stukken en naamlijsten vinden, omtrent de rustbewaarders" +stad diverse stukken en naamlijsten vinden, omtrent de »rustbewaarders" binnen Oudewater. Men besloot nu tevens, tot het aanstellen van waardgelders en de meerderheid der Staten van Holland nam op den 4 September 1617 een besluit, dat de Contra Remonstranten, sedert genoemd hebben -de Scherpe-Resolutie" [606] maar eenigen tijd hierna besloot,--na +de »Scherpe-Resolutie" [606] maar eenigen tijd hierna besloot,--na veel discussien, die over dit punt gevoerd waren,--de Hooge Raad, die Resolutie van den 4 September niet te achtervolgen. @@ -15747,7 +15722,7 @@ loop van zaken schetsen. Nadat de vrede met Spanje gesloten was, behoefde men zoo veel krijgsvolk niet meer in dienst te houden; maar nu wilde de provincie -Holland meer volk afdanken dan de prins en de overige provincin, en +Holland meer volk afdanken dan de prins en de overige provinciën, en de twisten, die hieruit ontsproten, waren spoedig weder allerhevigst. De prins overleed echter in het jaar 1650, en eenige dagen daarna @@ -15841,7 +15816,7 @@ van de gewillige genegenheid der burgerij voor vaderland en stad, die zich bereid toonde goed en bloed te wagen. Voorts verlangden de afgezanten te willen weten, indien hun de magt -tot tegenwer ontbrak, hoe de autoriteiten der stad zich te gedragen +tot tegenweêr ontbrak, hoe de autoriteiten der stad zich te gedragen hadden, als de vijand Oudewater naderde, zijn legerschare zich voor de veste ontplooide, en haar opeischte, daar zij den eed van getrouwheid aan den staat hadden gedaan, en zonder hunne kennis geen ander Heer @@ -15860,17 +15835,17 @@ den Yssel, wanneer er slechts water genoeg in opvloeit, maar gelijk de zorgeloosheid dier tijden, de veste had doen vervallen, als niet bedenkende, ja bijna onmogelijk achtende, dat eenig vijand tot zoo ver zoude kunnen inboren, zoo was er in de stad bijna geen krijgstuig, -dan slechts in een vervuilden hoek" een paar oude ijzeren stukken, +dan slechts in een »vervuilden hoek" een paar oude ijzeren stukken, en eene koperen goteling van vier pond; buskruid bezat men niets. De magistraat zond naar deze en gene plaats om eenige tonnetjes te koopen, doch ijdel was hunne poging, alleenlijk zond de persoon; die te Utrecht op kondschap lag, nog een tonnetje van ongeveer 80 ponden. Wanneer alles in de wapenen kwam, kon de burgerij ter -naauwernood 5 600 man uitmaken, anders konden de 2 compagnien niet +naauwernood 5 à 600 man uitmaken, anders konden de 2 compagnien niet boven de 300 mannen uitleveren. Soldaten, officieren, commandeurs enz., had onze stad [613] in geen 30 - 40 jaren gekend, zoodat de inwoners met den dappersten leeuwenmoed +à 40 jaren gekend, zoodat de inwoners met den dappersten leeuwenmoed bezield als zij waren, weinig konden uitrigten tegen de magt der Franschen, die als een dreigend onweder van boven kwam opzetten. @@ -15903,7 +15878,7 @@ gezantschap werd beleefdelijk door hem ontvangen en hij deed hen terstond goede beloften. Vreemd was hier de uitwerking, die de spoedige beslissing van de -Gecommitteerden gehad had. Zij toch waren 2 3 uren ter naauwernood +Gecommitteerden gehad had. Zij toch waren 2 à 3 uren ter naauwernood ter poorte uit, en treden haar nu weder binnen, vergezeld van genoemden Markies en eene menigte musketiers. Dit gebeurde in den namiddag van den 25 Junij 1672, des namiddags tusschen 2 en 3 ure; en ziet hier @@ -15934,14 +15909,14 @@ den 29 Junij des namiddags naar Utrecht vertrokken zijnde, zij des voormiddags vervangen waren door ongeveer 300 fransche voetknechten, waarvan de helft Zwitsers waren. Ook die vertoefden hier slechts een paar dagen, maar op den 1 Julij kwamen hier in garnizoen niet minder -dan 32 compagnin, die ongeveer 1600 man sterk waren. +dan 32 compagniën, die ongeveer 1600 man sterk waren. Dit was een zeer schoon volk, zijnde van het regiment Royal. Tot hun legertros behoorden eene menigte paarden, muilezels, karren en -bagage, en zooals men ligtelijk begrijpt, ook de fransche wijven +bagage, en zooals men ligtelijk begrijpt, ook de »fransche wijven soetelende" waren insgelijks hierbij tegenwoordig. Wat echter de bedrijvigheid aanmerklijk verhoogde en zeer afstak bij de blaauwe -met lelin bestikte uniformen, waren eene groote menigte paarden, +met leliën bestikte uniformen, waren eene groote menigte paarden, koeijen, schapen etc., die onderwege den boeren waren afgenomen, en nu mede ter stede werden binnengevoerd. @@ -16001,7 +15976,7 @@ waaronder eenige voorname officieren. Verder verhaalt van den Bosch nog het volgende, dat wij hier doen volgen: -De Franschen hadden doorgaans grooten lust en moed om Holland in +»De Franschen hadden doorgaans grooten lust en moed om Holland in te breken; en sekeren kapiteyn S. Mark, hoorende dat men het lant konde onder water setten, bestond daar op te vragen, of men soo gantsch Holland konde doen? men antwoorde hem ja: en dat hy maar @@ -16017,7 +15992,7 @@ hare landeryen met molens wederom droog maakten, de welke met'er tijt wederom haar oude wesen ontfingen. Doen seyde hy met een euvelen moed, ik hoore wel, die duyvels sullen aan onsen koning niets willen geven. -Voorts waren sy bysonder bezig de gestalte van de Staatsche troepen, +»Voorts waren sy bysonder bezig de gestalte van de Staatsche troepen, aan Goverwelle, uyt te vorsschen; vragende, hoe den oversten van de Hollandsche troepen, beneden de stad, genaamt was, en hoe veel volk hy by hem hadde; men antwoorde haar, dat het de Grave van Hoorn @@ -16035,7 +16010,7 @@ dat sy seer naauwe en afgetrencheerde dijken en wegen te passeeren hadden, daar sy naauwelijks 4 a 5 in front souden konnen aankomen, sakten den grooten moed gelijk sy was opgeswollen. -Den 11 July, als wanneer ik des morgens vroeg ten half drien, met het +»Den 11 July, als wanneer ik des morgens vroeg ten half drien, met het opkomen van den dag, op-geschelt werdende, en ter bedde uyt-springende, sag ik door het venster de gantsche stad in rep en roer, en den Marquis de Genly, sittende op syn paart voor mijn deur, met een seker ander @@ -16082,7 +16057,7 @@ kwartier, de tijding brengende, dat de Franschen ter stede waren uitgetogen. Innig verheugd was van Hoorn bij het vernemen van deze tijding, en niettegenstaande er tusschen 6 en 7 ure een hevige regenbui zich boven deze stad ontlastte, zoo verzuimde hij echter niet tusschen -10 en 11 ure met zijne bijhebbende ruiterij en verscheidene compagnin +10 en 11 ure met zijne bijhebbende ruiterij en verscheidene compagniën voetknechten voor de stad te komen en te eischen, dat men hem de poorten openen zoude. De burgers liepen aanstonds naar den burgemeester en ontnamen hem de sleutels, niettegenstaande hij niet onwillig was, @@ -16106,12 +16081,12 @@ ook Woerden en Montfoort gedaan hebben, maar Oudewater werd door de spoedige aankomst van den Graaf van Hoorn ontzet, daar de Franschen bereids met 2 geheele regimenten, dat van Piedmont en Royal Vaisseaux tot nabij Montfoort genaderd waren. Zij echter, zegt van den Bosch, -vernemende, dat hen de Graaf was voorgekomen, droopen sy weder na +vernemende, »dat hen de Graaf was voorgekomen, droopen sy weder na Utrecht; daar het hun seker seer licht soude gevallen hebben de stad, noch geensins versterkt, te bemachtigen, en de Staatschen weder na haar voorige post te doen verhuysen. -Nu liet sijn Excellentie in 't eerste aldaar slechts 300 man van de +»Nu liet sijn Excellentie in 't eerste aldaar slechts 300 man van de Mariners, met eenige ruyterye: maar alsoo geen naardere ordre bequam, bleef daar slechts een Capiteyn met 50 man, durvende sijn Excellentie, sonder bevel, op eygen gesag, tot geen meerder besluyten. Desen @@ -16119,7 +16094,7 @@ Capiteyn Commandant met die gedetacheerde 50 man, wierden alle weken verandert; in-voegen Oudewater doenmaals maar als een brandwacht en buyten-post gerekent wierd. -Den 29. July, des avonts, ontfongen de Regeerders een brief van +»Den 29. July, des avonts, ontfongen de Regeerders een brief van Utrecht, geschreven by den Franschen Commandant aldaar, dat die van Oudewater daar moesten komen voor seven uuren des volgenden daags, of dat hy de stad in 4 hoeken soude in den brand doen steken; waar @@ -16130,7 +16105,7 @@ korten tijt op te brengen 700 paar schoenen, behalven dat'er noch een vereeringtjen in de kaars vloog voor seker Heer; en bequamen die van Oudewater daar door een vryen pas van de Franschen Commandant. -Den 11. Augusti quam sijn Hoogheyt de eerste-maal hier de wallen, +»Den 11. Augusti quam sijn Hoogheyt de eerste-maal hier de wallen, en de gelegentheyt van de stad, besichtigen; maar die te versterken, wierd doenmaals by verscheydene, van die by hem waren, niet raadsaam geoordeelt; doch naderhant op het sterk vertoog van sijn Excellentie @@ -16147,11 +16122,11 @@ borstweeringen opgeworpen, en soo het werk tot versterkinge begonnen; gekomen) siende, sprak de burgers moed aan, seggende, Mannen werkt wel aan, ik sal u alle mogelijke bescherminge bestellen. -Daags te vooren, op den 19. September, was ook den Colonel Palm, +»Daags te vooren, op den 19. September, was ook den Colonel Palm, doenmaals noch Luytenant Colonel, hier binnen gekomen met 5 vaandelen Mariners, en daar-en-boven sestig ruyters onder den Majoor Ittersum. -Den 20. dito quam sijn Excellentie Graaf Willem van Hoorn, des avonts +»Den 20. dito quam sijn Excellentie Graaf Willem van Hoorn, des avonts ten tien uuren, met sijn hof-houdinge, persoonelijk in guarnisoen binnen Oudewater, logeerende in het huys van den overleden Heer Bailju Hendrik Schrijver, de welke aanstonts, door ordere van sijn @@ -16177,7 +16152,7 @@ vyant te gemoed sag. De besettinge van Oudewater was ook te meer noodzakelijk, dewijle de Franschen aan die zijde met de minste moeyte, en het schijnbaarste gevolg soude hebben konnen door-dringen. -Sijn Excellentie sond geduurig partyen op den vyant uyt, die nooyt +»Sijn Excellentie sond geduurig partyen op den vyant uyt, die nooyt wederom quamen, of hadden dese of gene gevangens: gelijk als op den 21. van de maant September, wierden'er 18 a 19 Fransche gevangenen binnen gebracht. Op den 27. dito namen de onse 27. van de Fransche, @@ -16193,7 +16168,7 @@ en wel stijf soo veel daar omtrent doot gebleven: in-voegen nooyt een eenige party sonder gewenscht gevolg is te rugge gekomen, of hebbe altyt eenige Fransche gevangenen mede-gebracht." -Drie dagen naar dat twee Bataillions van het regiment van Picardyen +»Drie dagen naar dat twee Bataillions van het regiment van Picardyen binnen Woerden waren getrokken, soo is den Hartog van Luxemburg met Mombas aldaar aangekomen, en heeft met allen ernst die stad doen versterken en weerbaar maken: het gene den Heere Grave van @@ -16241,7 +16216,7 @@ Hoorn en vragen hem de vergunning, eenen togt op den vijand te mogen maken en hem met verdunde gelederen naar zijne schuilhoeken terug te doen deinzen; van Hoorn staat hun dit, door hun sterk aanhouden niet alleen toe, maar wil hen zelfs, nevens den overste Jornian met 500 - 600 soldaten vergezellen. +à 600 soldaten vergezellen. De wakkere burgers ondernemen allen den togt op schaatsen, en ieder met eenen goeden snaphaan gewapend, vallen zij den vijand geheel @@ -16255,7 +16230,7 @@ hooibergen posteerde en in staat van tegenweer stelde; maar de Graaf van Hoorn met de staatsche soldaten nu mede aankomende en bereids op de franschen beginnende te schieten, werden zij alras gedwongen in de grootste verwarring te gaan vlugten, terwijl zij door de burgers tot -vr de poorten van Woerden en Montfoort, daar zij uitgetogen waren, +vóór de poorten van Woerden en Montfoort, daar zij uitgetogen waren, werden nagezet. De franschen verloren 40 man aan dooden en 40 gevangenen, al hunnen @@ -16271,7 +16246,7 @@ met sleden vol hooi en huisraad binnen Oudewater weder keerden. [617] Het was ongeveer eene maand daarna, dat wij nogmaals het volgende wapenfeit in de geschiedenis aantreffen. -De Graaf Hornes, bericht bekomen hebbende, dat omtrent hondert en +»De Graaf Hornes, bericht bekomen hebbende, dat omtrent hondert en twintig Franschen van Woerden naar Uytrecht, onder een Colonel en eenige mindere bevelhebberen togen, deed daar op eenige schuyten met platte bodemen vaardig maken, daar hy seventig soldaten onder @@ -16302,7 +16277,7 @@ Holland en Westvriesland octrooi [619] tot het oprigten eener loterij van 600000 Gulden ter te gemoetkoming en herstelling der schade in den jare 1672 geleden. -In de jaren 1740 tot 1747, werden de vestingwerken en fortificatin +In de jaren 1740 tot 1747, werden de vestingwerken en fortificatiën der stad aanmerkelijk versterkt, dat na langen tijd weder eens iets krijgshaftig aan de stad bijzette; maar was er op politiek gebied bijna weinig nieuws, op het kerkelijke was er helaas des te meer. Wij @@ -16318,7 +16293,7 @@ inschikkelijkheid om den Predikanten hiervan kennis te geven, ten einde hun zulks niet vreemd mogte voorkomen. De President Burgemeester deed de boodschap aan den Predikant, A. Ploos van Amstel; de Burgemeester F. van Hoogstraten verrigtte zulks bij den anderen Leeraar J. C. de -la Moraisire. Deze nam er volkomen genoegen in, en betuigde den Heer +la Moraisière. Deze nam er volkomen genoegen in, en betuigde den Heer Martini, (dus was de naam des Lutherschen Leeraars) te houden voor een geleerd man, en voornemens hem te gaan hooren. Doch de Heer van Amstel was van een ander begrip. De boodschap gehoord hebbende, verklaarde @@ -16356,7 +16331,7 @@ dat het genomen besluit werd ten uitvoer gebragt. Voorts belegde hij nog dienzelfden dag eene vergadering der Vroedschap, in welke een besluit werd genomen van den volgenden inhoud. -Bij de ondergenoemde Heeren gehoord zijnde, dat de Heer Burgemeester +»Bij de ondergenoemde Heeren gehoord zijnde, dat de Heer Burgemeester de Jong, op zijne authoriteit alleen en zonder daarin iemand van de leden te kennen, zoo aan Kerkmeesteren, als aan den koster, verboden had de resolutie van den 29 dezer (Augustus) ter executie te @@ -16369,12 +16344,12 @@ te behooren. Gedaan bij de Heeren enz." De koster beloofde gehoorzaamheid aan dit bevel en hield zijn woord. De Heer Martini verrigtte de dienst onverhinderd en tot algemeene stichting. Elk was nu in den waan, dat deze zaak zou afloopen met -het snappen van eenige klopzieke wijven," die er den mond vol van +het snappen van eenige »klopzieke wijven," die er den mond vol van hadden. Waarschijnlijk ware zulks gebeurd, zonder den onbezonnen ijver van den Predikant Ploos van Amstel, aan wien deze zaak zoo zwaar op het gemoed scheen te leggen, dat hij dezelve op den predikstoel en dus voor de geheele gemeente bragt. Op den eersten zondag, na den gemelden -Donderdag nam hij zijne inleiding uit Ps. 93 vs. 5-6. de heiligheid is +Donderdag nam hij zijne inleiding uit Ps. 93 vs. 5-6. »de heiligheid is uwen huize sierlijk Heere, tot lange dagen!" Na eene korte verklaring van deze woorden zeide zijn Eerwaarde dat dit Huis (bedoelende de kerk waarin hij thans sprak) was overgegeven aan degenen, die tot hetzelve @@ -16399,7 +16374,7 @@ hij niet getrouw handelde en God zulks van zijne handen zoude eischen. Hoezeer dit stuk den Heere Ploos van Amstel ter harte ging, bleek wederom dienzelfden namiddag, wanneer hij voor zijnen ambtgenoot, die elders buiten de stad predikte, den dienst waarnemende, handelde over -de woorden Gij zult niet doodslaan." Thans zocht hij aan te toonen, +de woorden »Gij zult niet doodslaan." Thans zocht hij aan te toonen, dat, hoewel men in 't algemeen geduld moest hebben omtrent degenen, die buiten ons toedoen ons hadden beleedigd, dit echter niet moest worden uitgestrekt tot goddelijke zaken. Want, dat zoowel als het @@ -16470,10 +16445,10 @@ euvel werd dit besluit opgenomen bij den Heere Gaspar Rudolf van Kinschot, Baljuw, Dijkgraaf en Schout van Oudewater. Hij oordeelde Burgemeesteren daartoe onbevoegd, en gaf zulks te kennen, in eene Insinuatie aan dezelve, die straks eene Tegen-Insinuatie uitgaven, -welke over en wer van twee andere gevolgd werden. In dezen tweespalt, +welke over en weêr van twee andere gevolgd werden. In dezen tweespalt, niet wetende waaraan zich te moeten houden, werd Do. van Amstel te rade, met de Leden des Kerkeraads, uitgezonderd zijnen ambtgenoot -en nen Diaken die buiten de correspondentie werden gehouden, zich +en éénen Diaken die buiten de correspondentie werden gehouden, zich te wenden tot de klassis die in April te Schoonhoven zou gehouden worden. Hier vertoonden zij de geschriften, door Burgemeesteren en den Baljuw aan den Kerkeraad gezonden, met verzoek om te mogen weten, @@ -16492,7 +16467,7 @@ van Hekendorp, hoewel hetzelve nooit is te voorschijn gebragt, hetwelk velen heeft doen twijfelen, of het geschrift wel in den vereischten vorm gesteld geweest zij. Intusschen naderde de acht-en-twintigsten October, op welke nieuwe Burgemeesteren moesten verkozen worden, -de Hr. van Hoogstraten afgaan en Burgemeester Blok, die slechts n +de Hr. van Hoogstraten afgaan en Burgemeester Blok, die slechts één jaar geregeerd had, President worden. Doch al zoo deze niet in den smaak van van Amstel en deszelfs vrienden viel, wist men te bewerken, dat hij tegen de keuren der stad ingelijks afging en een ander, hun @@ -16525,7 +16500,7 @@ daartoe kleinen lust en liet na eenige harde woorden der Heeren, zich ontvallen, dat men tegen het prediken der Lutherschen was, niet zoo zeer uit goede oogmerken, als om Do. van Amstel te doen triompheren; waarop een der schepenen met zijne vuist op zijne knie slaande, -zeide: dat 's zeker, de Domin zal triompheren! Van Hoogstraten dus +zeide: dat 's zeker, de Dominé zal triompheren! Van Hoogstraten dus gedrongen, las het opschrift van eenen brief aan Gecommitteerde Raden in welke de zwevende geschillen als eene reden van weigering werden aangevoerd, en tevens berigt, dat men den Heere de Charreton, als @@ -16632,7 +16607,7 @@ Oudewater, echter ook in de meeste steden van ons dierbaar Vaderland. Wij zouden bijna vergeten hier aan te stippen dat in het jaar 1798 aan den westerzijde des IJssels de voor een stedeke als Oudewater fraaije caserne werd gebouwd, die ten jare 1807, onder Koning Lodewijks -regering, de eer had, 3 compagnin der koninklijke garde Jagers te +regering, de eer had, 3 compagniën der koninklijke garde Jagers te huisvesten [623]. Koning Lodewijk regeerde echter niet naar den zin van zijnen broeder @@ -16641,7 +16616,7 @@ afstand van de regering, waarna wij werden ingelijfd bij het groote fransche keizerrijk. Nederland! dierbaar Nederland! hoever was het gekomen. Gij werd nu -geschrapt uit den rij der namen en natin van Europa, meer dan ooit, +geschrapt uit den rij der namen en natiën van Europa, meer dan ooit, drukt u nu de overheersching der Franschen! Wij durven het niet wagen daarvan een tafereel op te hangen; maar willen de volgende regelen van onzen dichter Van den Bergh eenigzins gewijzigd op dezen tijd @@ -16660,7 +16635,7 @@ van onzen dichter Van den Bergh eenigzins gewijzigd op dezen tijd Hollands beemden, Hollands beemden! Ach, waar zijn uw dagen heen, Toen zoo menig Leeuw der vreemden, - Deinsden voor uw Leeuw alln! + Deinsden voor uw Leeuw alléén! Toen, op 't wappren van uw stander, Door den schrik vooruitgesneld, Benden stoven uit elkander, @@ -16737,7 +16712,7 @@ Gasthuis werd ten jare 1780 verbroken, en later verrees daar een magazijn ter berging van oorlogs ammunitie. In het Ziekenhuis wordt thans een boerderij uitgeoefend en uit het -Weeshuis werden vr ongeveer een vierde eeuw de weezen gezonden naar +Weeshuis werden vóór ongeveer een vierde eeuw de weezen gezonden naar de Colonie Fredriksoord, waar zij verzorging erlangden. Maar werd ook binnen Oudewater de militie gemist, die er garnizoen hield, werden zijne poorten door den vernielenden moker des sloopers vergruisd, @@ -16826,7 +16801,7 @@ zou eveneens, nadat de arbeid der kanalisatie van den Hollandschen IJssel is bewerkstelligd [630] eene of meerdere vaartuigen, gedreven door stoom, het stedeke opnemen onder hare haltplaatsen. -En nu mijn waarde lezer! beschouwen wij onzen arbeid als geindigd. +En nu mijn waarde lezer! beschouwen wij onzen arbeid als geëindigd. Van den titel uitgaande, schetsten wij in breede trekken de wording van den bodem van Oudewater. Wij beschouwden onzen dierbaren geboortegrond @@ -16861,7 +16836,7 @@ Voorts maakten wij eenen togt naar het heilig woud (schakenbosch, sacrum nemis) en zagen voorts bij menigen Noord-westen storm, doorbraak en overstrooming van rivier en zee, echter ook het in den aanvang verdelgend element van den bodem verdwijnen, die beter bewoon- -en meer vruchtbaar den bewoner van dit oord werd wergeschonken. +en meer vruchtbaar den bewoner van dit oord werd weêrgeschonken. Na de ontrolling van eeuwen, zie! daar week het duister heidendom voor de aanlichtende koesterende stralen van het allesbezielend @@ -16894,7 +16869,7 @@ zoo dikmaals den schedel sieren met den laauwertak der overwinning. En nu handel en nijverheid bloeijen er, verfraaijing op verfraaijing komt er tot stand en het voor geruimen tijd vergeten oord van Oudewater wordt eenige malen daags, door middel van de rappe wieken des stooms, -doorreisd van duizenden menschen uit alle natin der wereld. +doorreisd van duizenden menschen uit alle natiën der wereld. Voorts belooft de kanalisatie van den Hollandschen IJssel die spoedig voltooid zal zijn, alhier nooit gekenden bloei en vertier en aldus @@ -16916,130 +16891,130 @@ Z. M. de Koning der Nederlanden. Z.K.H. Prins Frederik der Nederlanden. 2 Ex. Ackerwijck, (C. van) te Maastricht. -Aelst, Sr., (A. C. van) wethouder Oudewater. -Aelst, (G. C. van) -Alter, (S.) boekh. Utrecht. -Ameijde, (J. van) Oudewater. +Aelst, Sr., (A. C. van) wethouder » Oudewater. +Aelst, (G. C. van) » » +Alter, (S.) boekh. » Utrecht. +Ameijde, (J. van) » Oudewater. Archief der gemeente Oudewater. -Baale, (H.) -Bakker, Bz. (C.) boekhandelaar Nieuwediep. -Beima, (Dr. E.) Leijden. -Blanken, Dz. (H.) notaris Schoonhoven. -Bock, (J. D. de) Oudewater. +Baale, (H.) » » +Bakker, Bz. (C.) boekhandelaar » Nieuwediep. +Beima, (Dr. E.) » Leijden. +Blanken, Dz. (H.) notaris » Schoonhoven. +Bock, (J. D. de) » Oudewater. Boellaard, (Mr. D. J. H.), lid der Prov. -Staten van Zuid-Holland, 's Gravenhage. -Boere, (H. F. de) onderwijzer Jutphaas. -Bom, (G. D.) boekhandelaar Amsterdam. -Borger, (P.) rustend predikant Arnhem. -Bosch, (A. van den) Soetermeer. -Bot, (P.) aannemer Sliedrecht. -Broese (J. G.) boekhandelaar Utrecht. -Beurs, (B. T.) koopman Oudewater. -Caan van Maurick, (Jhr.) op den huize Harmelen. -Cleef Jz., (Wed. P. M. van) Hilversum. -Cleef, (de Gebroeders van) boekhand. Amsterdam. -Cosijn, (A. C.) Gouda. +Staten van Zuid-Holland, » 's Gravenhage. +Boere, (H. F. de) onderwijzer » Jutphaas. +Bom, (G. D.) boekhandelaar » Amsterdam. +Borger, (P.) rustend predikant » Arnhem. +Bosch, (A. van den) » Soetermeer. +Bot, (P.) aannemer » Sliedrecht. +Broese (J. G.) boekhandelaar » Utrecht. +Beurs, (B. T.) koopman » Oudewater. +Caan van Maurick, (Jhr.) op den huize » Harmelen. +Cleef Jz., (Wed. P. M. van) » Hilversum. +Cleef, (de Gebroeders van) boekhand. » Amsterdam. +Cosijn, (A. C.) » Gouda. Daalen, (van) ontvanger der dir. belast. -ad int. Zwijndrecht. -Dain, (J. F. A. van) Oudewater. -Doorman, (de Erven) boekh. 's Gravenhage. -Doorn en Zoon, (C. van) boekhand. 's Hage. 3 Ex. -Eeten, (J. C. van) med. doctor Utrecht. -Frbe, (A. J.) Oudewater. -Geuns, (Dr. van) Utrecht. -Gogh en Oldenzeel, (van) boekhand. Rotterdam. -Goor, (G. B. van) Gouda. 2 Ex. +ad int. » Zwijndrecht. +Dain, (J. F. A. van) » Oudewater. +Doorman, (de Erven) boekh. » 's Gravenhage. +Doorn en Zoon, (C. van) boekhand. » 's Hage. 3 Ex. +Eeten, (J. C. van) med. doctor » Utrecht. +Fröbe, (A. J.) » Oudewater. +Geuns, (Dr. van) » Utrecht. +Gogh en Oldenzeel, (van) boekhand. » Rotterdam. +Goor, (G. B. van) » Gouda. 2 Ex. Groot, (A. de) theol. stud. -Groot, (L. de) aannemer Gouda. -Guddee, (F. J.) broodbakker Oudewater. -Haagen, (R. C. van) Utrecht. -Haentjens Dekker, (R. W.) burgem. Oudew. 3 Ex. -Harting, (P.) hoogleeraar Utrecht. -Hartman, H.G. z., (H.G.) secret. der gem. Fijnaart. -Hen, (C. van der) Nieuwediep. -Heuvel, (P. H. van den) boekh. Leiden. -Hoek, (Gebroeders van der) boekh. +Groot, (L. de) aannemer » Gouda. +Guddee, (F. J.) broodbakker » Oudewater. +Haagen, (R. C. van) » Utrecht. +Haentjens Dekker, (R. W.) burgem. » Oudew. 3 Ex. +Harting, (P.) hoogleeraar » Utrecht. +Hartman, H.G. z., (H.G.) secret. der gem. » Fijnaart. +Hen, (C. van der) » Nieuwediep. +Heuvel, (P. H. van den) boekh. » Leiden. +Hoek, (Gebroeders van der) boekh. » » Hoffmann (Mr. M. A. F. A.), lid der -Tweede Kamer 's Gravenhage. -Hollander, (J.) Oudewater. -Hunck, (P. J.) verkooph. van galanterin Utrecht. -Kikkert, (C.) Oudewater. -Kneppelhout, (J.) Leiden. -Koch, (C. F.) boekh. Utrecht. -Koker Bz., (J.) boekhandelaar Monnickend. -Koning, (G. de) Oudewater. -Koning, (W. de) Utrecht. -Koning Knijff, (A. de) theol. stud. Utrecht. -Konings, (wed. N.) Oudewater. -Kruijs, (J. van 't) klokkenist enz. -Kruijsheer, (T.) -Lange, (G. van) papierfabrikant Waddingsveen. -Lee, (C. G. van der) Alblasserdam. -Lee (G. van der) lid van den raad Oudewater. +Tweede Kamer » 's Gravenhage. +Hollander, (J.) » Oudewater. +Hunck, (P. J.) verkooph. van galanteriën » Utrecht. +Kikkert, (C.) » Oudewater. +Kneppelhout, (J.) » Leiden. +Koch, (C. F.) boekh. » Utrecht. +Koker Bz., (J.) boekhandelaar » Monnickend. +Koning, (G. de) » Oudewater. +Koning, (W. de) » Utrecht. +Koning Knijff, (A. de) theol. stud. » Utrecht. +Konings, (wed. N.) » Oudewater. +Kruijs, (J. van 't) klokkenist enz. » » +Kruijsheer, (T.) » » +Lange, (G. van) papierfabrikant » Waddingsveen. +Lee, (C. G. van der) » Alblasserdam. +Lee (G. van der) lid van den raad » Oudewater. Lee Az., (J. van der) genees-, heel- en -verloskundige Monnickend. -Lee, (J. Z. van der) Brouwershaven. -Maarschalkerweerd, (D. van) boekh. Utrecht. -Martens, (A.) -Martens, (J. H.) -Mathot, (N.) in stroohoeden Gouda. +verloskundige » Monnickend. +Lee, (J. Z. van der) » Brouwershaven. +Maarschalkerweerd, (D. van) boekh. » Utrecht. +Martens, (A.) » » +Martens, (J. H.) » » +Mathot, (N.) in stroohoeden » Gouda. Mol, (G. P. J.) genees-, heel- en -verlosk. Naarden. -Montijn, (A. M.) oud-burgemeester Oudewater. -Montijn, (Joh. Just.) Fijenoord bij Rott. -Montijn, (T. D.) Oudewater. -Mooij, (H. W.) boekhandelaar Amsterdam. -Muller, (Fred.) boekhandelaar -Nijhoff, (Is. An.) boekhandelaar Arnhem. -Nyhoff, (J. G. Brouwer) notaris Haastrecht. +verlosk. » Naarden. +Montijn, (A. M.) oud-burgemeester » Oudewater. +Montijn, (Joh. Just.) » Fijenoord bij Rott. +Montijn, (T. D.) » Oudewater. +Mooij, (H. W.) boekhandelaar » Amsterdam. +Muller, (Fred.) boekhandelaar » » +Nijhoff, (Is. An.) boekhandelaar » Arnhem. +Nyhoff, (J. G. Brouwer) notaris » Haastrecht. Paisieres, (Mr. Just de la) griffier der staten van Zuid-Holland, ten behoeve van het Prov. Gouvernement -Peijpers, (W. N.) Amsterdam. -Putman, (J. J.) R.-C. priester en past. Utrecht. +Peijpers, (W. N.) » Amsterdam. +Putman, (J. J.) R.-C. priester en past. » Utrecht. Putman, (J.) boekhouder van het -burgerlijk Arm-bestuur Oudewater. -Putman (W.) -Rahms, (E. C.) +burgerlijk Arm-bestuur » Oudewater. +Putman (W.) » » +Rahms, (E. C.) » » Rodenburg, (de Jong van) kapitein bij in -infanterie Breda. -Roesteen, (J. A.) IJsselstein. -Rogge, (H. C.) pred. bij de remonstr. Moordrecht. +infanterie » Breda. +Roesteen, (J. A.) » IJsselstein. +Rogge, (H. C.) pred. bij de remonstr. » Moordrecht. gem. -Roldanus, (A. J. A.) boekhandelaar Oudew. 3 Ex. -Roll, (H. F.) Gouda. -Rmer, (M. J. J.) onder-officier 4 batt. Vlissingen +Roldanus, (A. J. A.) boekhandelaar » Oudew. 3 Ex. +Roll, (H. F.) » Gouda. +Römer, (M. J. J.) onder-officier 4 batt. » Vlissingen 2 reg. infanterie -Rost, (A.) Haastrecht. +Rost, (A.) » Haastrecht. Rijnenberg, (L.) instituteur op bij Nijmegen. Marienboom Schadee, (E. C.) te Oudewater. -Schouten, (G. van Ingen) -Sivr, (J. B.) Controleur der pl. belast. Roermond. -Snaterse, (A.) Amsterdam. -Spoel, (A.) Dordrecht. -Thier, (W. J.) genees-, heel- en verlosk. Oudewater. -Vermeer, (H.) predikant Houten. -Vermeulen (J.) Oudewater. -Verweij, (P.) -Virulij, (T. P.) Gouda. -Visscher, (J. W. B.) medicus Schalkwijk. -Vliet, (F. van) Oudewater. -Vliet, (G. van) landbouwer Hekendorp. +Schouten, (G. van Ingen) » » +Sivré, (J. B.) Controleur der pl. belast. » Roermond. +Snaterse, (A.) » Amsterdam. +Spoel, (A.) » Dordrecht. +Thier, (W. J.) genees-, heel- en verlosk. » Oudewater. +Vermeer, (H.) predikant » Houten. +Vermeulen (J.) » Oudewater. +Verweij, (P.) » » +Virulij, (T. P.) » Gouda. +Visscher, (J. W. B.) medicus » Schalkwijk. +Vliet, (F. van) » Oudewater. +Vliet, (G. van) landbouwer » Hekendorp. Vlooswijck, (A.) nabij Montfoort. Vries, (E. de) te Oudewater. -Vriesman, (J. A.) oud-resident op Java -Vriesman, (J. A.) -Vriesman, (N. C.) +Vriesman, (J. A.) oud-resident op Java » » +Vriesman, (J. A.) » » +Vriesman, (N. C.) » » Weijer, (P. W. van de) stads- en provinciale steendrukker; boek- en -plaatdrukker Utrecht. -Weijer, (W. van de) papierhandel -Welter, (G.) Oudewater. -Wolters, (J. B.) boekhandelaar Groningen. -Zuilen, (T. van) landbouwer Honkoop. -Zwart, (H. de) huis- en hoefsmid Oudewater. -Zijll, (wed. J. van) +plaatdrukker » Utrecht. +Weijer, (W. van de) papierhandel » » +Welter, (G.) » Oudewater. +Wolters, (J. B.) boekhandelaar » Groningen. +Zuilen, (T. van) landbouwer » Honkoop. +Zwart, (H. de) huis- en hoefsmid » Oudewater. +Zijll, (wed. J. van) » » @@ -17064,7 +17039,7 @@ De Amsterdamsche Courant van 9 Julij 1858 laat zich er aldus over uit: hetwelk zoo velerlei gewigtige stoffe tot dergelijke bearbeiding oplevert, is vermeerderd met een werk getiteld: "Oudewater en omtrek, geologisch, mythologisch en geschiedkundig geschetst" door W. C. van -Zijll, Jz. Het werk zal in zestien twintig afleveringen compleet +Zijll, Jz. Het werk zal in zestien à twintig afleveringen compleet zijn; de eerste ziet het licht. Op het gewoonlijk door de geologen betreden voetspoor vangt de schrijver aan met eenige verklaringen van het diluvium en alluvium. In den loop der behandeling daarvan @@ -17091,7 +17066,7 @@ geschiedenis van den lateren tijd niet behandelen, op dit punt al zeer onvolmaakt. Het was dus wenschenswaard, dat die werken omgewerkt en bijgewerkt -werden of nieuwe topographin in het licht kwamen, ten einde in de +werden of nieuwe topographiën in het licht kwamen, ten einde in de bestaande gebreken te voorzien, en het schijnt, dat deze tijd aan dien wensch voor een groot gedeelte zal te gemoet komen. Onlangs immers nog maakten wij melding van het voortreffelijke werk van Dr. Koronel: @@ -17129,7 +17104,7 @@ gebruiken iets wil weten, van hoog belang. Daarna komen wij aan het hoofdstuk plaatsnamen, en wordt hierin de naamsoorsprong van Haastrecht, Montfoort, Heeswijk, Roosendaal en andere omliggende plaatsen uitvoerig behandeld. Wij hadden deze afd. echter liever -gewenscht vr het hoofdstuk Mythologie, want dan zou de afdeeling +gewenscht vóór het hoofdstuk Mythologie, want dan zou de afdeeling feesten en feesttijden, die grootendeels hun oorsprong hebben uit de mythologie, in verband gestaan hebben met de woudendienst, de planten- en boomendienst, de waterdienst, de vuurdienst, de dierendienst, @@ -17139,13 +17114,13 @@ worden. Deze aflev. besluit met eene opgave van de bewijzen, dat de plaats en omtrek, waar nu de groote kerk en toren staan, welligt aan Heidensche eeredienst gewijd waren, er stellig eene Heidensche begraafplaats was, waarbij tevens de begrafenisplegtigheden van -voorhen en thans opgegeven worden. +voorheên en thans opgegeven worden. Door deze korte beschouwing meenen wij gerust tot de conclusie te mogen geraken, dat het werk der lezing waard is, en wenschen wij den schrijver geluk met zijne onderneming. Dat de uitgave goed -is, behoeven wij niet te zeggen; de heer van Zijll heeft, n als -schrijver, n als uitgever, voor het welslagen zijner pogingen de +is, behoeven wij niet te zeggen; de heer van Zijll heeft, èn als +schrijver, èn als uitgever, voor het welslagen zijner pogingen de uiterste zorg gedragen." @@ -17175,7 +17150,7 @@ aangetroffen. [3] Namen van straten. -[4] De bodem van Nederland", Deel I, bl 18 en 19. +[4] »De bodem van Nederland", Deel I, bl 18 en 19. [5] Ibid, pag. 421, Ie deel. @@ -17203,7 +17178,7 @@ en 163. [15] Voor 860 is ook nog Gabbema, Watervloed, bl. 9. Alhoewel van Meteren, Neerl. G., 3 b., bl. 65, en eene menigte andere schrijvers -willen dit op 860; deze zijn, o. a.: Heda, Joh. Leidis, Goudhoeve, +willen dit op 860; deze zijn, o. a.: Heda, Joh. à Leidis, Goudhoeve, Junius, Petr. Nannius, Lamb. Hortensius, Slichtenhorst, Wachtedorp, Schokius, enz. @@ -17217,7 +17192,7 @@ No. 7. [19] Janzonius bij Rademaker, Kabinet van Ned. en Kleefsche Oudheden, op Moordrecht. -[20] Het Scandinavi van vroeger is het Zweden en Noorwegen van thans. +[20] Het Scandinavië van vroeger is het Zweden en Noorwegen van thans. [21] Budding. N. Godenleer. @@ -17372,7 +17347,7 @@ na Paschen, beloken Paschen (Zie bevel van graaf Jan III, bladz. 65). [57] XVIII Septembris en veertien dagen daarna: herfstnachtevening, kermis en St. Michiel. -[58] XVIII dagen vr kerkmisse: Midwinterfeest. XIV dagen daarna +[58] XVIII dagen vóór kerkmisse: Midwinterfeest. XIV dagen daarna omtrent Driekoningen. Zie bevel van Graaf Jan III. [59] Zie voorn. Keurenboek. @@ -17385,7 +17360,7 @@ den eersten jaargang de Navorscher, bladz. 45 en 46, het stukje van D. J. Veegens over de Paasch- en Ostera-vuren. "Dat gebruik" zoo staat daar, "heeft zich staande gehouden in weerwil van den tegenstand der geestelijkheid, die niet ophield daartegen te ijveren. Zoo leest -men b.v. in art. V van de ordonnantin der eerste kerkvergadering +men b.v. in art. V van de ordonnantiën der eerste kerkvergadering onder Bonifacius, van 21 April 742, den last van Carloman aan iederen Bisschop, om met behulp van den graaf, die de beschermer zijner kerk is, zorg te dragen tegen het plegen van heidensche bijgeloovigheden, @@ -17516,7 +17491,7 @@ grondeloos. (Zie over dit watervlak ook bladz. 99 dezer beschrijving.) [96] Blommaert, Aloude geschiedenis, bladz. 143-146. [97] De schrijver noemt hier bij voorkeur zijne natie. Deze woorden -des Belgs" gelieve onze natie te beschouwen als van onzen voorvader", +»des Belgs" gelieve onze natie te beschouwen als »van onzen voorvader", dewijl dat gebruik, of liever die begeerte ook hier kan toegepast worden. @@ -17526,10 +17501,10 @@ De Schrijver. helden die sneuvelen zouden. [99] Hela was de heerscheresse der doodenwereld. Alhoewel de -benaming hel" als strafplaats voor een zondig aardsch leven in +benaming »hel" als strafplaats voor een zondig aardsch leven in eenige noordsche talen aan Hela schijnt te doen denken, zoo kunnen zoogenaamde veelweters de hel hierom niet wegcijferen. Dan toch zou -het woord God", dat de heidenen ook hadden, ook slechts eene ijdele +het woord »God", dat de heidenen ook hadden, ook slechts eene ijdele klank zijn, en wij weten het immers, dat onze Goddelijke Verlosser, de bron van alle waarheid, dikwijls van die strafplaats gesproken heeft. Men begrijpe ons dus wel. Alleen de klank van de Hela in de @@ -17603,7 +17578,7 @@ die veranderden hun kleed niet, hoe dit bij anderen mogt wisselen. [117] Hofdijk, Geschiedenis der Nederlanden, 1857, blz. 1, 2, 3 en 4. -[118] Men vindt hen liggen in het landschap Drenthe, sommige +[118] »Men vindt hen liggen in het landschap Drenthe, sommige op de ruime en woeste heide, sommige op de bouwakkeren," enz. Schatk. Oudh. van L. Smids, 1711. @@ -17615,7 +17590,7 @@ enz. Schatk. Oudh. van L. Smids, 1711. [122] Engelberts, Aloude Staat, blz. 163 en 164. -[123] Het spreekwoord: het is zoo oud als de weg van Kralingen" +[123] Het spreekwoord: »het is zoo oud als de weg van Kralingen" zal onzen lezers nu wel niet meer bevreemden. [124] Vergelijk en zie hierover L. Smids, Oudheden, op Romeinsche @@ -17664,7 +17639,7 @@ is hoewel veel verminderende, daar nog niet een overblijfsel van zijn? naam bewaart, vermelden wij nog, dat het eertijds bij het omaarden der plaats veel aarde daarvoor verschaft heeft; hierdoor kwam het, dat nog volgens geheugenis, die nu schoone weilanden vroeger eene -moeras gelijk waren. Dit zij nog verder drom vermeld, opdat men +moeras gelijk waren. Dit zij nog verder dáárom vermeld, opdat men ons niet tegenvoere, dat het markveld nog niet zoo oud is, als werd ter neder geschreven. @@ -17689,8 +17664,8 @@ menigmaal toe, dat de duifsteen werd verwijderd, om plaats te maken voor keuriger metselwerk. De kostbaarheid der cementsteen was echter de grootste drijfveer. -[144] III Reg." III, 4.--Verg. II paral. I, 6.--Zie ook Kreuser, -Kircherb." I, 48 en volg. +[144] »III Reg." III, 4.--Verg. II paral. I, 6.--Zie ook Kreuser, +»Kircherb." I, 48 en volg. [145] G. R. van Kinschot, Beschrijving van Oudewater, bladz. 30. @@ -17738,7 +17713,7 @@ Een arbeider, tegenwoordig, bij de door ons gedane bezigtiging, was zoo vriendelijk eenige afmetingen voor mij te doen,--hij kon echter, door ons niet bewogen worden, dit in Nederlandsche maat te doen, zeggende, dat "een oudheid ook met oude maat gemeten moest worden."--Zie hier -dan de uitkomst zijner meting, 33 Amst. duimen lengte, over 't kruis; +dan de uitkomst zijner meting, »33 Amst. duimen lengte, over 't kruis; 26 dito, lengte der waterholte; 8 1/2 duim diepte bij den rand der holte en 14 duim in het midden." @@ -17854,7 +17829,7 @@ dienst aan UEd. Achtb. met de broeders der gemeente tot Zalt-Bommel. Achtb. Heeren, -Votre trs humble Serviteur +Votre très humble Serviteur SIMON JAN VERWEI." @@ -17897,7 +17872,7 @@ voorloopig daar bewaarden. aantreffen, het bezetten en verminken der plaats door de Spanjaarden is daarvan eene der redenen. -[184] Heeft zijn intre-predicatie gedaan 17 Dec. 1741 en is vertrokken +[184] Heeft zijn intrêe-predicatie gedaan 17 Dec. 1741 en is vertrokken naar Zutphen den 19 April 1744. [185] Men had de kerk immers kunnen restaureren naar de originele @@ -18039,7 +18014,7 @@ en 371. [223] In de bevestigings of verdragsbrief van den pastoor van Oegstgeest waarvan wij zoo even in den tekst melding maakten, was de bevestiging van Zwederus gestoken en een zinsnede uit den -laatsten luidt aldus: maar nadat gijl. op het gemeld stuk lands, +laatsten luidt aldus: »maar nadat gijl. op het gemeld stuk lands, te weten Marienpoel van een bequaame woonplaats verzorgt zult wezen, en gijl. uw verblijf aldaar genomen zult hebben, dan zult gijl. van dien tijd de voorrechten die gijl. te Oudewater genoten hebt, niet @@ -18077,7 +18052,7 @@ want wyt alsoo gedaan willen hebben." [226] Oudheden van Rijnland bladz. 410-463. [227] De bijzonderheden daarop volgende zijn ons bekend--zij luiden -daar aldus deze voerz. susteren worden verdreven van Diephout, om +daar aldus »deze voerz. susteren worden verdreven van Diephout, om Bisschop Sweers willen, die te Utrecht bisschop ghekoren was ende van Diephout wt verdreven wort." @@ -18090,7 +18065,7 @@ van Diephout wt verdreven wort." [231] Apud Matthaeum ad Rer. Amorfort, bladz. 283 en bij Burman, Utrechtsche Jaarb. I D., bladz. 401. -[232] De scheuring in het Bisdom van Utrecht, duurde nog eenigen tijd, +[232] »De scheuring in het Bisdom van Utrecht, duurde nog eenigen tijd, doch Rudolf vervolgde zijne zaak zoo ernstig aan het Roomsche Hof, inzonderheid na den dood van Martinus, dat hij, door Eugenius den IV, in het Bisdom bevestigd werd en zij die in den geestelijken ban @@ -18149,7 +18124,7 @@ de dooden uit de rooms catholijke gemeente alhier. [239] G. R. van Kinschots beschrijving bladz. 59 en 274. -[240] Zie deze keure omtrent het dagvaarden over de Stads- en der +[240] Zie deze keure omtrent het »dagvaarden over de Stads- en der Godshuizen Schulden," in zijn geheel bij van Kinschot, Beschrijving enz. Cap. 97, bladz. 553. @@ -18195,7 +18170,7 @@ octrooi om al de genen, die tot Vroedschap, Kerkmeesters, Gasthuismeesters, heilige Geestmeesters, Weesvaders, en Boekhouders verkozen werden, en weigerden, die bedieningen waar te nemen, te mogen beslaan in eene boete van 100 Gulden ten profijte der stad, -en die boete, te mogen invorderen bij parate en rele executie. (Zie +en die boete, te mogen invorderen bij parate en reële executie. (Zie dit octrooi in van Kinschots beschrijving blz. 491-495). [251] Zie dit octrooi in van Kinschots beschrijving van Oudewater @@ -18226,7 +18201,7 @@ groote verwondering kunnen baren, deze daarin aan te treffen. [256] Door H. VAN VIANDEN, 38. Bisschop van Utrecht. Zie Beschrijving van Oudewater door G. R. VAN KINSCHOT bladz. 4. -[257] Het zal wel geen betoog behoeven, dat er reeds vr den tijd, +[257] Het zal wel geen betoog behoeven, dat er reeds vóór den tijd, dat deze poorten gebouwd werden, geheel of ten naastenbij op dezelfde plaats reeds poorten van denzelfden naam gestaan hebben. Zoo vinden wij in "die ordinan van den hoemanschap upten stede muyre binnen @@ -18247,13 +18222,13 @@ van Suden om aan die van Oudewater te betalen "de twee hondert pont suarter tornoys die wi hem gegeven hebben" om de stad te bemuren, bij van KINSCHOT bladz. 269.) -[258] Reeds eenige jaren vr deze poorten geamoveerd werden, was het +[258] Reeds eenige jaren vóór deze poorten geamoveerd werden, was het reeds in den gemeenteraad besloten, de poortklok niet meer te luiden, en geen poortgeld meer te heffen. Ook hiervoor behoefden zij dus niet meer te blijven. [259] De nevensliggende brug, wordt in oude bescheiden dikwijls -Remijnsbrug geheeten. Zie Dr. Rmer Utrechtsche Volksalmanak 1859 +Remijnsbrug geheeten. Zie Dr. Römer Utrechtsche Volksalmanak 1859 bladz. 44. [260] Ibid. bladz. 38 tot 41. @@ -18261,7 +18236,7 @@ bladz. 44. [261] Het originele stuk, bevindt zich met meerdere omschrijving ter secretare dezer gemeente. -[262] Zie vooral Dr. Rmer in voorn. alm. bladz. 38-45. +[262] Zie vooral Dr. Römer in voorn. alm. bladz. 38-45. [263] Zoo als de andere torens in de vestingmuur heette ook deze toren, en omtrent den ouderdom van de Romeintoren, zou dus hetzelfde @@ -18289,7 +18264,7 @@ Illustrata bladz. 1304. [268] Beschrijving van Oudewater door G. R. VAN KINSCHOT. -[269] Welligt, komen wij later op deze rune in afzonderlijke brochure +[269] Welligt, komen wij later op deze ruïne in afzonderlijke brochure of bijdrage terug. [270] Beschrijving van Oudewater door G. R. VAN KINSCHOT bladz. 27. @@ -18326,8 +18301,8 @@ in schriften van den tijd, den naam van cawarsini, of coarsini," die de geslachtsnaam van de eersten of voornaamsten schijnt geweest te zijn. In het jaar 1260, werden zij, om hun overdadig woekeren, uit Braband verdreven (Miraei Op. dipl. Tom. 1. bladz. 207) doch -het leed niet vele jaren, of zij kwamen werom, en men had hen -in de Nederlanden en bijzonderlijk in Holland, z noodig, dat +het leed niet vele jaren, of zij kwamen weêrom, en men had hen +in de Nederlanden en bijzonderlijk in Holland, zóó noodig, dat zij, zoo lang zij het niet al te grof maakten met woekeren, in verscheidene steden zich mogten vestigen en gedoogd werden. In de 14 en 15de eeuwen, werden zij gemeenlijk Lombarden of Lombaarden @@ -18367,7 +18342,7 @@ inzonderheid in Nederland, bladz. 1-2. te Amsterdam bij E. S. Witkamp Heijningen, in het Tijdschrift: Lectuur voor de huiskamer, Jaargang 1856, bladz. 300, doch in de hiervoren aangehaalde schets over het bijgeloof zouden deze 1500 menschen, alleen in deze twee kleine -bisdommen, in n jaar hun leven hebben moeten geven. (Zie IV, +bisdommen, in één jaar hun leven hebben moeten geven. (Zie IV, bladz. 4.) [287] Zie meergemelde Geschiedkundige schets van het bijgeloof, III, @@ -18397,21 +18372,21 @@ der Boeken niet kunnen gemeld werden. Balthazar Bekker, maakt in zijn Betooverde wereld (te Amsterdam in 1691 in het licht verschenen 4o) veel gewag van deze waag. Zijne bijzonderheden van het I boek zijn ons echter bekend, doch in het -IVde boek: Geregtelijke informatin, genomen over tooverpligtigen -tot Harlingen en elders vinden wij in Hoofdst. XXXI 4, pag. 263 het +IVde boek: Geregtelijke informatiën, genomen over tooverpligtigen +tot Harlingen en elders vinden wij in Hoofdst. XXXI § 4, pag. 263 het volgende aangeteekend, dat wij zelfs niet bij van Kinschot aantreffen. -Drie buitenlandsche soldaten, Barend Gerritz, van Neder-Elten, Jan +»Drie buitenlandsche soldaten, Barend Gerritz, van Neder-Elten, Jan Huijsman, van Kranenburg, beide in het land van Kleef en Jan Kerkhof Reklinghuisen in het Keulsche in de beruchte zaak betrokken van Tryn Hendricks, van tooverij beschuldigd, lieten zich nog in den jare 1668 te Oudewater wegen." Volgens Koeningswater, Etudes historiques sur la developpement de la -socit humaine, Paris 1850 pag. 186. werden nog in den jare 1728 der +société humaine, Paris 1850 pag. 186. werden nog in den jare 1728 der tien personen, van tooverij verdacht, te Szegenden in Hongarije bij regterlijk vonnis tot deze proef verwezen. Men zie verder over deze -waag Bijdragen tot het oude strafregt in Belgi enz. Brussel 1829, +waag Bijdragen tot het oude strafregt in België enz. Brussel 1829, pag. 142. [296] Het Troys, of Trojaansch Gewicht is dat van Doornik, en des @@ -18444,7 +18419,7 @@ zee landwaarts ligt. onze Stadgenoot, door het maken van een aantal schetsen in en om Oudewater vele gebouwen, die sedert geamoveerd zijn, der vergetelheid heeft ontrukt.--Deze zelfde kunstminnaar, heeft het dit jaar durven -ondernemen, dit Schilderstuk van Stoop te copiren en op steen te +ondernemen, dit Schilderstuk van Stoop te copiëren en op steen te brengen op eene grootte van 68 Ned. d. lengte bij 40 dm. breedte zonder wit. De zeer conscientieuse copij en de keurige uitvoering op steen, doen genoemden Heer veel eer aan, terwijl de geringe prijs (3 Gulden) @@ -18652,7 +18627,7 @@ Holland hoc Anno fol. 394 en 414. [368] ib. ib. 26 Januarij, 18 Maart 1608, fol. 2, pag. 48. -[369] Vide dagbladen der gem. Representanten, en resolutin der +[369] Vide dagbladen der gem. Representanten, en resolutiën der municipaliteit der stad Oudewater. [370] Zie hen allen vermeld bij Johannes Trethemius. @@ -18701,8 +18676,8 @@ D. pag. 133 en Rademaker, kabinet 4 D. pag. 223. vereeniging met Holland nog later door Graaf Willem den VI van Holland in het jaar 1404 is bevestigd geworden. -[385] Deze jaartallen en daadzaken omtrent de handvesten, privilegin, -enz. ontleenen wij voornamelijk aan de handvesten en privilegin van +[385] Deze jaartallen en daadzaken omtrent de handvesten, privilegiën, +enz. ontleenen wij voornamelijk aan de handvesten en privilegiën van Oudewater, bij van Kinschot, alwaar men die stukken in zijn geheel vindt opgenomen. Dit neme men ook in het vervolg dezer schets in gedachte. @@ -18711,7 +18686,7 @@ gedachte. [387] Zie Heda Historia bladz. 244 verg. van Duijn Oudewater's Moord bladz. 43. Het laatste gedeelte dezer mededeeling is ontleend aan het -Cl. Tielense bladz. 352 (overgenomen uit Dr. Rmer's bijdrage in de +Cl. Tielense bladz. 352 (overgenomen uit Dr. Römer's bijdrage in de Utrechtsche Almanak getiteld Utrecht en Oudewater.). [388] Diuisie Kronijk, fol. 136, van het Negende Cappittel vs. @@ -18750,7 +18725,7 @@ Hollands Grafelijkheid gescheiden mogt worden. [404] Vide het Chron. aucteus. -[405] Bijdrage van R. C. H. Rmer, getiteld: Utrecht en Oudewater in +[405] Bijdrage van R. C. H. Römer, getiteld: Utrecht en Oudewater in den Utrechtschen Volks-almanak. [406] Zie het rapport van Albrecht bij van Kinschot, pag. 223 vs. @@ -18823,7 +18798,7 @@ pag. 321 a 323. [431] Uitgezonderd twee bescheiden, in het zelfde jaar 1. dat het land van Woerden in zijn watergang gescheiden zoude zijn van Rijnland -en 2. een placcaat van Albrecht van een seggen ende gescheyden +en 2. een placcaat van Albrecht »van een seggen ende gescheyden tusschen den Burch-Grave van Leyden ende die van Oudewater roerende van de tolle." @@ -18974,7 +18949,7 @@ IV. D. pag 429 en 430. [491] Volgens veler meening zond ook Oudewater eertijds schepen ter haringvisscherij uit. Het ongeveer 15 minuten van Oudewater liggende -slot (nu rune) te Vliet wijst de sage aan, als de plaats, van waar +slot (nu ruïne) te Vliet wijst de sage aan, als de plaats, van waar haringbuizen uitvoeren. Dan vergezelden de vrouwen van de visschers hunne mannen tot aan het gehucht Goejanverwellesluis, dat zijn naam er van zoude gekregen hebben. De naam toch van de doorklievers van @@ -18992,10 +18967,10 @@ jaargangen van het Tijdschrift de Navorscher. [495] De geauthenthiseerde copij, berust ter gemeente secretarij. -[496] Vr Hoeff Willemsz, waarmede zij aanvangt, staat aan den kant: +[496] Vóór Hoeff Willemsz, waarmede zij aanvangt, staat aan den kant: Piet va. Evenzoo staan later bij iederen hoofdman een paar namen aan den kant geschreven, vermoedelijk van hen, die later die betrekking -waarnamen. Aanm. van R. C. H. Rmer. +waarnamen. Aanm. van R. C. H. Römer. [497] Onder deze: "die in 't gastuys sijn die clouck sijn." @@ -19065,18 +19040,18 @@ te doen omslaan." [522] A. van Duyn Oudewaters moord, pag. 7. -[523] Rmer in zijne bijdrage Utrecht en Oudewater in den Utrechtsche +[523] Römer in zijne bijdrage Utrecht en Oudewater in den Utrechtsche Volks almanak. [524] De bijzonderheden van den togt zijn meest uit van Duijn, Oudewaters moord, die wij voor de waarheid derzelve aansprakelijk houden. -[525] Zie ook de bijdrage van Dr. R. C. H. Rmer in den Utrechtschen +[525] Zie ook de bijdrage van Dr. R. C. H. Römer in den Utrechtschen Volksalmanak 1859, getiteld: De moord van Oudewater in 1575, van pag. 43 tot en met pag. 63. -[526] Hoofdts Nederlandsch historin, pag. 401. +[526] Hoofdts Nederlandsch historiën, pag. 401. [527] Resol. der Staten van Holland, 12 Julij 1575. @@ -19171,7 +19146,7 @@ in 1575. [562] Bor, Nederlandsche Beroerten, VIII B pag. 121, vso. A. -[563] Hoofts. Nederlandsche Historin, pag. 424. +[563] Hoofts. Nederlandsche Historiën, pag. 424. [564] Van Duijn in zijn meergenoemd boekje over den moord, meldt pag. 15, dat men in de stadsmuur bij de bresse, in de poort eene mijn @@ -19360,7 +19335,7 @@ die acte, dato 8 Februarij 1634, is op het stadhuis berustende. een stadgenoot was, meerdere gronden meen ik daarvoor te hebben indien wij zijn verhaal aandachtig nagaan. -[614] Van het slot te Vliet is slechts de rune overig; over de +[614] Van het slot te Vliet is slechts de ruïne overig; over de geschiedenis van hetzelve verwijs ik onder anderen naar ons boekske getiteld: Bijzonderheden omtrent het slot te Vliet, 1861. @@ -19452,367 +19427,4 @@ niet minder op dan 966 gulden 61 1/2 cent. End of Project Gutenberg's Oudewater en omtrek, by Willem Cornelis van Zijll -*** END OF THIS PROJECT GUTENBERG EBOOK OUDEWATER EN OMTREK *** - -***** This file should be named 56977-8.txt or 56977-8.zip ***** -This and all associated files of various formats will be found in: - http://www.gutenberg.org/5/6/9/7/56977/ - -Produced by Jeroen Hellingman and the Online Distributed -Proofreading Team at http://www.pgdp.net/ for Project -Gutenberg (This book was produced from scanned images of -public domain material from the Google Books project.) - -Updated editions will replace the previous one--the old editions will -be renamed. - -Creating the works from print editions not protected by U.S. copyright -law means that no one owns a United States copyright in these works, -so the Foundation (and you!) can copy and distribute it in the United -States without permission and without paying copyright -royalties. Special rules, set forth in the General Terms of Use part -of this license, apply to copying and distributing Project -Gutenberg-tm electronic works to protect the PROJECT GUTENBERG-tm -concept and trademark. Project Gutenberg is a registered trademark, -and may not be used if you charge for the eBooks, unless you receive -specific permission. If you do not charge anything for copies of this -eBook, complying with the rules is very easy. You may use this eBook -for nearly any purpose such as creation of derivative works, reports, -performances and research. They may be modified and printed and given -away--you may do practically ANYTHING in the United States with eBooks -not protected by U.S. copyright law. Redistribution is subject to the -trademark license, especially commercial redistribution. - -START: FULL LICENSE - -THE FULL PROJECT GUTENBERG LICENSE -PLEASE READ THIS BEFORE YOU DISTRIBUTE OR USE THIS WORK - -To protect the Project Gutenberg-tm mission of promoting the free -distribution of electronic works, by using or distributing this work -(or any other work associated in any way with the phrase "Project -Gutenberg"), you agree to comply with all the terms of the Full -Project Gutenberg-tm License available with this file or online at -www.gutenberg.org/license. - -Section 1. General Terms of Use and Redistributing Project -Gutenberg-tm electronic works - -1.A. By reading or using any part of this Project Gutenberg-tm -electronic work, you indicate that you have read, understand, agree to -and accept all the terms of this license and intellectual property -(trademark/copyright) agreement. If you do not agree to abide by all -the terms of this agreement, you must cease using and return or -destroy all copies of Project Gutenberg-tm electronic works in your -possession. If you paid a fee for obtaining a copy of or access to a -Project Gutenberg-tm electronic work and you do not agree to be bound -by the terms of this agreement, you may obtain a refund from the -person or entity to whom you paid the fee as set forth in paragraph -1.E.8. - -1.B. "Project Gutenberg" is a registered trademark. It may only be -used on or associated in any way with an electronic work by people who -agree to be bound by the terms of this agreement. There are a few -things that you can do with most Project Gutenberg-tm electronic works -even without complying with the full terms of this agreement. See -paragraph 1.C below. There are a lot of things you can do with Project -Gutenberg-tm electronic works if you follow the terms of this -agreement and help preserve free future access to Project Gutenberg-tm -electronic works. See paragraph 1.E below. - -1.C. The Project Gutenberg Literary Archive Foundation ("the -Foundation" or PGLAF), owns a compilation copyright in the collection -of Project Gutenberg-tm electronic works. Nearly all the individual -works in the collection are in the public domain in the United -States. If an individual work is unprotected by copyright law in the -United States and you are located in the United States, we do not -claim a right to prevent you from copying, distributing, performing, -displaying or creating derivative works based on the work as long as -all references to Project Gutenberg are removed. Of course, we hope -that you will support the Project Gutenberg-tm mission of promoting -free access to electronic works by freely sharing Project Gutenberg-tm -works in compliance with the terms of this agreement for keeping the -Project Gutenberg-tm name associated with the work. You can easily -comply with the terms of this agreement by keeping this work in the -same format with its attached full Project Gutenberg-tm License when -you share it without charge with others. - -1.D. The copyright laws of the place where you are located also govern -what you can do with this work. Copyright laws in most countries are -in a constant state of change. If you are outside the United States, -check the laws of your country in addition to the terms of this -agreement before downloading, copying, displaying, performing, -distributing or creating derivative works based on this work or any -other Project Gutenberg-tm work. The Foundation makes no -representations concerning the copyright status of any work in any -country outside the United States. - -1.E. Unless you have removed all references to Project Gutenberg: - -1.E.1. The following sentence, with active links to, or other -immediate access to, the full Project Gutenberg-tm License must appear -prominently whenever any copy of a Project Gutenberg-tm work (any work -on which the phrase "Project Gutenberg" appears, or with which the -phrase "Project Gutenberg" is associated) is accessed, displayed, -performed, viewed, copied or distributed: - - This eBook is for the use of anyone anywhere in the United States and - most other parts of the world at no cost and with almost no - restrictions whatsoever. You may copy it, give it away or re-use it - under the terms of the Project Gutenberg License included with this - eBook or online at www.gutenberg.org. If you are not located in the - United States, you'll have to check the laws of the country where you - are located before using this ebook. - -1.E.2. If an individual Project Gutenberg-tm electronic work is -derived from texts not protected by U.S. copyright law (does not -contain a notice indicating that it is posted with permission of the -copyright holder), the work can be copied and distributed to anyone in -the United States without paying any fees or charges. If you are -redistributing or providing access to a work with the phrase "Project -Gutenberg" associated with or appearing on the work, you must comply -either with the requirements of paragraphs 1.E.1 through 1.E.7 or -obtain permission for the use of the work and the Project Gutenberg-tm -trademark as set forth in paragraphs 1.E.8 or 1.E.9. - -1.E.3. If an individual Project Gutenberg-tm electronic work is posted -with the permission of the copyright holder, your use and distribution -must comply with both paragraphs 1.E.1 through 1.E.7 and any -additional terms imposed by the copyright holder. Additional terms -will be linked to the Project Gutenberg-tm License for all works -posted with the permission of the copyright holder found at the -beginning of this work. - -1.E.4. Do not unlink or detach or remove the full Project Gutenberg-tm -License terms from this work, or any files containing a part of this -work or any other work associated with Project Gutenberg-tm. - -1.E.5. Do not copy, display, perform, distribute or redistribute this -electronic work, or any part of this electronic work, without -prominently displaying the sentence set forth in paragraph 1.E.1 with -active links or immediate access to the full terms of the Project -Gutenberg-tm License. - -1.E.6. You may convert to and distribute this work in any binary, -compressed, marked up, nonproprietary or proprietary form, including -any word processing or hypertext form. However, if you provide access -to or distribute copies of a Project Gutenberg-tm work in a format -other than "Plain Vanilla ASCII" or other format used in the official -version posted on the official Project Gutenberg-tm web site -(www.gutenberg.org), you must, at no additional cost, fee or expense -to the user, provide a copy, a means of exporting a copy, or a means -of obtaining a copy upon request, of the work in its original "Plain -Vanilla ASCII" or other form. Any alternate format must include the -full Project Gutenberg-tm License as specified in paragraph 1.E.1. - -1.E.7. Do not charge a fee for access to, viewing, displaying, -performing, copying or distributing any Project Gutenberg-tm works -unless you comply with paragraph 1.E.8 or 1.E.9. - -1.E.8. You may charge a reasonable fee for copies of or providing -access to or distributing Project Gutenberg-tm electronic works -provided that - -* You pay a royalty fee of 20% of the gross profits you derive from - the use of Project Gutenberg-tm works calculated using the method - you already use to calculate your applicable taxes. The fee is owed - to the owner of the Project Gutenberg-tm trademark, but he has - agreed to donate royalties under this paragraph to the Project - Gutenberg Literary Archive Foundation. Royalty payments must be paid - within 60 days following each date on which you prepare (or are - legally required to prepare) your periodic tax returns. Royalty - payments should be clearly marked as such and sent to the Project - Gutenberg Literary Archive Foundation at the address specified in - Section 4, "Information about donations to the Project Gutenberg - Literary Archive Foundation." - -* You provide a full refund of any money paid by a user who notifies - you in writing (or by e-mail) within 30 days of receipt that s/he - does not agree to the terms of the full Project Gutenberg-tm - License. You must require such a user to return or destroy all - copies of the works possessed in a physical medium and discontinue - all use of and all access to other copies of Project Gutenberg-tm - works. - -* You provide, in accordance with paragraph 1.F.3, a full refund of - any money paid for a work or a replacement copy, if a defect in the - electronic work is discovered and reported to you within 90 days of - receipt of the work. - -* You comply with all other terms of this agreement for free - distribution of Project Gutenberg-tm works. - -1.E.9. If you wish to charge a fee or distribute a Project -Gutenberg-tm electronic work or group of works on different terms than -are set forth in this agreement, you must obtain permission in writing -from both the Project Gutenberg Literary Archive Foundation and The -Project Gutenberg Trademark LLC, the owner of the Project Gutenberg-tm -trademark. Contact the Foundation as set forth in Section 3 below. - -1.F. - -1.F.1. Project Gutenberg volunteers and employees expend considerable -effort to identify, do copyright research on, transcribe and proofread -works not protected by U.S. copyright law in creating the Project -Gutenberg-tm collection. Despite these efforts, Project Gutenberg-tm -electronic works, and the medium on which they may be stored, may -contain "Defects," such as, but not limited to, incomplete, inaccurate -or corrupt data, transcription errors, a copyright or other -intellectual property infringement, a defective or damaged disk or -other medium, a computer virus, or computer codes that damage or -cannot be read by your equipment. - -1.F.2. LIMITED WARRANTY, DISCLAIMER OF DAMAGES - Except for the "Right -of Replacement or Refund" described in paragraph 1.F.3, the Project -Gutenberg Literary Archive Foundation, the owner of the Project -Gutenberg-tm trademark, and any other party distributing a Project -Gutenberg-tm electronic work under this agreement, disclaim all -liability to you for damages, costs and expenses, including legal -fees. YOU AGREE THAT YOU HAVE NO REMEDIES FOR NEGLIGENCE, STRICT -LIABILITY, BREACH OF WARRANTY OR BREACH OF CONTRACT EXCEPT THOSE -PROVIDED IN PARAGRAPH 1.F.3. YOU AGREE THAT THE FOUNDATION, THE -TRADEMARK OWNER, AND ANY DISTRIBUTOR UNDER THIS AGREEMENT WILL NOT BE -LIABLE TO YOU FOR ACTUAL, DIRECT, INDIRECT, CONSEQUENTIAL, PUNITIVE OR -INCIDENTAL DAMAGES EVEN IF YOU GIVE NOTICE OF THE POSSIBILITY OF SUCH -DAMAGE. - -1.F.3. LIMITED RIGHT OF REPLACEMENT OR REFUND - If you discover a -defect in this electronic work within 90 days of receiving it, you can -receive a refund of the money (if any) you paid for it by sending a -written explanation to the person you received the work from. If you -received the work on a physical medium, you must return the medium -with your written explanation. The person or entity that provided you -with the defective work may elect to provide a replacement copy in -lieu of a refund. If you received the work electronically, the person -or entity providing it to you may choose to give you a second -opportunity to receive the work electronically in lieu of a refund. If -the second copy is also defective, you may demand a refund in writing -without further opportunities to fix the problem. - -1.F.4. Except for the limited right of replacement or refund set forth -in paragraph 1.F.3, this work is provided to you 'AS-IS', WITH NO -OTHER WARRANTIES OF ANY KIND, EXPRESS OR IMPLIED, INCLUDING BUT NOT -LIMITED TO WARRANTIES OF MERCHANTABILITY OR FITNESS FOR ANY PURPOSE. - -1.F.5. Some states do not allow disclaimers of certain implied -warranties or the exclusion or limitation of certain types of -damages. If any disclaimer or limitation set forth in this agreement -violates the law of the state applicable to this agreement, the -agreement shall be interpreted to make the maximum disclaimer or -limitation permitted by the applicable state law. The invalidity or -unenforceability of any provision of this agreement shall not void the -remaining provisions. - -1.F.6. INDEMNITY - You agree to indemnify and hold the Foundation, the -trademark owner, any agent or employee of the Foundation, anyone -providing copies of Project Gutenberg-tm electronic works in -accordance with this agreement, and any volunteers associated with the -production, promotion and distribution of Project Gutenberg-tm -electronic works, harmless from all liability, costs and expenses, -including legal fees, that arise directly or indirectly from any of -the following which you do or cause to occur: (a) distribution of this -or any Project Gutenberg-tm work, (b) alteration, modification, or -additions or deletions to any Project Gutenberg-tm work, and (c) any -Defect you cause. - -Section 2. Information about the Mission of Project Gutenberg-tm - -Project Gutenberg-tm is synonymous with the free distribution of -electronic works in formats readable by the widest variety of -computers including obsolete, old, middle-aged and new computers. It -exists because of the efforts of hundreds of volunteers and donations -from people in all walks of life. - -Volunteers and financial support to provide volunteers with the -assistance they need are critical to reaching Project Gutenberg-tm's -goals and ensuring that the Project Gutenberg-tm collection will -remain freely available for generations to come. In 2001, the Project -Gutenberg Literary Archive Foundation was created to provide a secure -and permanent future for Project Gutenberg-tm and future -generations. To learn more about the Project Gutenberg Literary -Archive Foundation and how your efforts and donations can help, see -Sections 3 and 4 and the Foundation information page at -www.gutenberg.org - - - -Section 3. Information about the Project Gutenberg Literary Archive Foundation - -The Project Gutenberg Literary Archive Foundation is a non profit -501(c)(3) educational corporation organized under the laws of the -state of Mississippi and granted tax exempt status by the Internal -Revenue Service. The Foundation's EIN or federal tax identification -number is 64-6221541. Contributions to the Project Gutenberg Literary -Archive Foundation are tax deductible to the full extent permitted by -U.S. federal laws and your state's laws. - -The Foundation's principal office is in Fairbanks, Alaska, with the -mailing address: PO Box 750175, Fairbanks, AK 99775, but its -volunteers and employees are scattered throughout numerous -locations. Its business office is located at 809 North 1500 West, Salt -Lake City, UT 84116, (801) 596-1887. Email contact links and up to -date contact information can be found at the Foundation's web site and -official page at www.gutenberg.org/contact - -For additional contact information: - - Dr. Gregory B. Newby - Chief Executive and Director - gbnewby@pglaf.org - -Section 4. Information about Donations to the Project Gutenberg -Literary Archive Foundation - -Project Gutenberg-tm depends upon and cannot survive without wide -spread public support and donations to carry out its mission of -increasing the number of public domain and licensed works that can be -freely distributed in machine readable form accessible by the widest -array of equipment including outdated equipment. Many small donations -($1 to $5,000) are particularly important to maintaining tax exempt -status with the IRS. - -The Foundation is committed to complying with the laws regulating -charities and charitable donations in all 50 states of the United -States. Compliance requirements are not uniform and it takes a -considerable effort, much paperwork and many fees to meet and keep up -with these requirements. We do not solicit donations in locations -where we have not received written confirmation of compliance. To SEND -DONATIONS or determine the status of compliance for any particular -state visit www.gutenberg.org/donate - -While we cannot and do not solicit contributions from states where we -have not met the solicitation requirements, we know of no prohibition -against accepting unsolicited donations from donors in such states who -approach us with offers to donate. - -International donations are gratefully accepted, but we cannot make -any statements concerning tax treatment of donations received from -outside the United States. U.S. laws alone swamp our small staff. - -Please check the Project Gutenberg Web pages for current donation -methods and addresses. Donations are accepted in a number of other -ways including checks, online payments and credit card donations. To -donate, please visit: www.gutenberg.org/donate - -Section 5. General Information About Project Gutenberg-tm electronic works. - -Professor Michael S. Hart was the originator of the Project -Gutenberg-tm concept of a library of electronic works that could be -freely shared with anyone. For forty years, he produced and -distributed Project Gutenberg-tm eBooks with only a loose network of -volunteer support. - -Project Gutenberg-tm eBooks are often created from several printed -editions, all of which are confirmed as not protected by copyright in -the U.S. unless a copyright notice is included. Thus, we do not -necessarily keep eBooks in compliance with any particular paper -edition. - -Most people start at our Web site which has the main PG search -facility: www.gutenberg.org - -This Web site includes information about Project Gutenberg-tm, -including how to make donations to the Project Gutenberg Literary -Archive Foundation, how to help produce our new eBooks, and how to -subscribe to our email newsletter to hear about new eBooks. - +*** END OF THE PROJECT GUTENBERG EBOOK 56977 *** diff --git a/56977-h/56977-h.htm b/56977-h/56977-h.htm index d4916cb..498d05e 100644 --- a/56977-h/56977-h.htm +++ b/56977-h/56977-h.htm @@ -827,44 +827,7 @@ font-size:small; <body> -<pre> - -Project Gutenberg's Oudewater en omtrek, by Willem Cornelis van Zijll - -This eBook is for the use of anyone anywhere in the United States and most -other parts of the world at no cost and with almost no restrictions -whatsoever. You may copy it, give it away or re-use it under the terms of -the Project Gutenberg License included with this eBook or online at -www.gutenberg.org. If you are not located in the United States, you'll have -to check the laws of the country where you are located before using this ebook. - -Title: Oudewater en omtrek - Geologisch, Mythologisch en Geschiedkundig Geschetst - -Author: Willem Cornelis van Zijll - -Release Date: April 13, 2018 [EBook #56977] - -Language: Dutch - -Character set encoding: ASCII - -*** START OF THIS PROJECT GUTENBERG EBOOK OUDEWATER EN OMTREK *** - - - - -Produced by Jeroen Hellingman and the Online Distributed -Proofreading Team at http://www.pgdp.net/ for Project -Gutenberg (This book was produced from scanned images of -public domain material from the Google Books project.) - - - - - - -</pre> +<div>*** START OF THE PROJECT GUTENBERG EBOOK 56977 ***</div> <div class="front"> <div class="div1 cover"><span class="pagenum">[<a href= @@ -28720,381 +28683,7 @@ href="#xd27e29030">XXII</a>, <a class="pageref" href= -<pre> - - - - - -End of Project Gutenberg's Oudewater en omtrek, by Willem Cornelis van Zijll - -*** END OF THIS PROJECT GUTENBERG EBOOK OUDEWATER EN OMTREK *** - -***** This file should be named 56977-h.htm or 56977-h.zip ***** -This and all associated files of various formats will be found in: - http://www.gutenberg.org/5/6/9/7/56977/ - -Produced by Jeroen Hellingman and the Online Distributed -Proofreading Team at http://www.pgdp.net/ for Project -Gutenberg (This book was produced from scanned images of -public domain material from the Google Books project.) - -Updated editions will replace the previous one--the old editions will -be renamed. - -Creating the works from print editions not protected by U.S. copyright -law means that no one owns a United States copyright in these works, -so the Foundation (and you!) can copy and distribute it in the United -States without permission and without paying copyright -royalties. Special rules, set forth in the General Terms of Use part -of this license, apply to copying and distributing Project -Gutenberg-tm electronic works to protect the PROJECT GUTENBERG-tm -concept and trademark. Project Gutenberg is a registered trademark, -and may not be used if you charge for the eBooks, unless you receive -specific permission. If you do not charge anything for copies of this -eBook, complying with the rules is very easy. You may use this eBook -for nearly any purpose such as creation of derivative works, reports, -performances and research. They may be modified and printed and given -away--you may do practically ANYTHING in the United States with eBooks -not protected by U.S. copyright law. Redistribution is subject to the -trademark license, especially commercial redistribution. - -START: FULL LICENSE - -THE FULL PROJECT GUTENBERG LICENSE -PLEASE READ THIS BEFORE YOU DISTRIBUTE OR USE THIS WORK - -To protect the Project Gutenberg-tm mission of promoting the free -distribution of electronic works, by using or distributing this work -(or any other work associated in any way with the phrase "Project -Gutenberg"), you agree to comply with all the terms of the Full -Project Gutenberg-tm License available with this file or online at -www.gutenberg.org/license. - -Section 1. General Terms of Use and Redistributing Project -Gutenberg-tm electronic works - -1.A. By reading or using any part of this Project Gutenberg-tm -electronic work, you indicate that you have read, understand, agree to -and accept all the terms of this license and intellectual property -(trademark/copyright) agreement. If you do not agree to abide by all -the terms of this agreement, you must cease using and return or -destroy all copies of Project Gutenberg-tm electronic works in your -possession. If you paid a fee for obtaining a copy of or access to a -Project Gutenberg-tm electronic work and you do not agree to be bound -by the terms of this agreement, you may obtain a refund from the -person or entity to whom you paid the fee as set forth in paragraph -1.E.8. - -1.B. "Project Gutenberg" is a registered trademark. It may only be -used on or associated in any way with an electronic work by people who -agree to be bound by the terms of this agreement. There are a few -things that you can do with most Project Gutenberg-tm electronic works -even without complying with the full terms of this agreement. See -paragraph 1.C below. There are a lot of things you can do with Project -Gutenberg-tm electronic works if you follow the terms of this -agreement and help preserve free future access to Project Gutenberg-tm -electronic works. See paragraph 1.E below. - -1.C. The Project Gutenberg Literary Archive Foundation ("the -Foundation" or PGLAF), owns a compilation copyright in the collection -of Project Gutenberg-tm electronic works. Nearly all the individual -works in the collection are in the public domain in the United -States. If an individual work is unprotected by copyright law in the -United States and you are located in the United States, we do not -claim a right to prevent you from copying, distributing, performing, -displaying or creating derivative works based on the work as long as -all references to Project Gutenberg are removed. Of course, we hope -that you will support the Project Gutenberg-tm mission of promoting -free access to electronic works by freely sharing Project Gutenberg-tm -works in compliance with the terms of this agreement for keeping the -Project Gutenberg-tm name associated with the work. You can easily -comply with the terms of this agreement by keeping this work in the -same format with its attached full Project Gutenberg-tm License when -you share it without charge with others. - -1.D. The copyright laws of the place where you are located also govern -what you can do with this work. Copyright laws in most countries are -in a constant state of change. If you are outside the United States, -check the laws of your country in addition to the terms of this -agreement before downloading, copying, displaying, performing, -distributing or creating derivative works based on this work or any -other Project Gutenberg-tm work. The Foundation makes no -representations concerning the copyright status of any work in any -country outside the United States. - -1.E. Unless you have removed all references to Project Gutenberg: - -1.E.1. The following sentence, with active links to, or other -immediate access to, the full Project Gutenberg-tm License must appear -prominently whenever any copy of a Project Gutenberg-tm work (any work -on which the phrase "Project Gutenberg" appears, or with which the -phrase "Project Gutenberg" is associated) is accessed, displayed, -performed, viewed, copied or distributed: - - This eBook is for the use of anyone anywhere in the United States and - most other parts of the world at no cost and with almost no - restrictions whatsoever. You may copy it, give it away or re-use it - under the terms of the Project Gutenberg License included with this - eBook or online at www.gutenberg.org. If you are not located in the - United States, you'll have to check the laws of the country where you - are located before using this ebook. - -1.E.2. If an individual Project Gutenberg-tm electronic work is -derived from texts not protected by U.S. copyright law (does not -contain a notice indicating that it is posted with permission of the -copyright holder), the work can be copied and distributed to anyone in -the United States without paying any fees or charges. If you are -redistributing or providing access to a work with the phrase "Project -Gutenberg" associated with or appearing on the work, you must comply -either with the requirements of paragraphs 1.E.1 through 1.E.7 or -obtain permission for the use of the work and the Project Gutenberg-tm -trademark as set forth in paragraphs 1.E.8 or 1.E.9. - -1.E.3. If an individual Project Gutenberg-tm electronic work is posted -with the permission of the copyright holder, your use and distribution -must comply with both paragraphs 1.E.1 through 1.E.7 and any -additional terms imposed by the copyright holder. Additional terms -will be linked to the Project Gutenberg-tm License for all works -posted with the permission of the copyright holder found at the -beginning of this work. - -1.E.4. Do not unlink or detach or remove the full Project Gutenberg-tm -License terms from this work, or any files containing a part of this -work or any other work associated with Project Gutenberg-tm. - -1.E.5. Do not copy, display, perform, distribute or redistribute this -electronic work, or any part of this electronic work, without -prominently displaying the sentence set forth in paragraph 1.E.1 with -active links or immediate access to the full terms of the Project -Gutenberg-tm License. - -1.E.6. You may convert to and distribute this work in any binary, -compressed, marked up, nonproprietary or proprietary form, including -any word processing or hypertext form. However, if you provide access -to or distribute copies of a Project Gutenberg-tm work in a format -other than "Plain Vanilla ASCII" or other format used in the official -version posted on the official Project Gutenberg-tm web site -(www.gutenberg.org), you must, at no additional cost, fee or expense -to the user, provide a copy, a means of exporting a copy, or a means -of obtaining a copy upon request, of the work in its original "Plain -Vanilla ASCII" or other form. Any alternate format must include the -full Project Gutenberg-tm License as specified in paragraph 1.E.1. - -1.E.7. Do not charge a fee for access to, viewing, displaying, -performing, copying or distributing any Project Gutenberg-tm works -unless you comply with paragraph 1.E.8 or 1.E.9. - -1.E.8. You may charge a reasonable fee for copies of or providing -access to or distributing Project Gutenberg-tm electronic works -provided that - -* You pay a royalty fee of 20% of the gross profits you derive from - the use of Project Gutenberg-tm works calculated using the method - you already use to calculate your applicable taxes. The fee is owed - to the owner of the Project Gutenberg-tm trademark, but he has - agreed to donate royalties under this paragraph to the Project - Gutenberg Literary Archive Foundation. Royalty payments must be paid - within 60 days following each date on which you prepare (or are - legally required to prepare) your periodic tax returns. Royalty - payments should be clearly marked as such and sent to the Project - Gutenberg Literary Archive Foundation at the address specified in - Section 4, "Information about donations to the Project Gutenberg - Literary Archive Foundation." - -* You provide a full refund of any money paid by a user who notifies - you in writing (or by e-mail) within 30 days of receipt that s/he - does not agree to the terms of the full Project Gutenberg-tm - License. You must require such a user to return or destroy all - copies of the works possessed in a physical medium and discontinue - all use of and all access to other copies of Project Gutenberg-tm - works. - -* You provide, in accordance with paragraph 1.F.3, a full refund of - any money paid for a work or a replacement copy, if a defect in the - electronic work is discovered and reported to you within 90 days of - receipt of the work. - -* You comply with all other terms of this agreement for free - distribution of Project Gutenberg-tm works. - -1.E.9. If you wish to charge a fee or distribute a Project -Gutenberg-tm electronic work or group of works on different terms than -are set forth in this agreement, you must obtain permission in writing -from both the Project Gutenberg Literary Archive Foundation and The -Project Gutenberg Trademark LLC, the owner of the Project Gutenberg-tm -trademark. Contact the Foundation as set forth in Section 3 below. - -1.F. - -1.F.1. Project Gutenberg volunteers and employees expend considerable -effort to identify, do copyright research on, transcribe and proofread -works not protected by U.S. copyright law in creating the Project -Gutenberg-tm collection. Despite these efforts, Project Gutenberg-tm -electronic works, and the medium on which they may be stored, may -contain "Defects," such as, but not limited to, incomplete, inaccurate -or corrupt data, transcription errors, a copyright or other -intellectual property infringement, a defective or damaged disk or -other medium, a computer virus, or computer codes that damage or -cannot be read by your equipment. - -1.F.2. LIMITED WARRANTY, DISCLAIMER OF DAMAGES - Except for the "Right -of Replacement or Refund" described in paragraph 1.F.3, the Project -Gutenberg Literary Archive Foundation, the owner of the Project -Gutenberg-tm trademark, and any other party distributing a Project -Gutenberg-tm electronic work under this agreement, disclaim all -liability to you for damages, costs and expenses, including legal -fees. YOU AGREE THAT YOU HAVE NO REMEDIES FOR NEGLIGENCE, STRICT -LIABILITY, BREACH OF WARRANTY OR BREACH OF CONTRACT EXCEPT THOSE -PROVIDED IN PARAGRAPH 1.F.3. YOU AGREE THAT THE FOUNDATION, THE -TRADEMARK OWNER, AND ANY DISTRIBUTOR UNDER THIS AGREEMENT WILL NOT BE -LIABLE TO YOU FOR ACTUAL, DIRECT, INDIRECT, CONSEQUENTIAL, PUNITIVE OR -INCIDENTAL DAMAGES EVEN IF YOU GIVE NOTICE OF THE POSSIBILITY OF SUCH -DAMAGE. - -1.F.3. LIMITED RIGHT OF REPLACEMENT OR REFUND - If you discover a -defect in this electronic work within 90 days of receiving it, you can -receive a refund of the money (if any) you paid for it by sending a -written explanation to the person you received the work from. If you -received the work on a physical medium, you must return the medium -with your written explanation. The person or entity that provided you -with the defective work may elect to provide a replacement copy in -lieu of a refund. If you received the work electronically, the person -or entity providing it to you may choose to give you a second -opportunity to receive the work electronically in lieu of a refund. If -the second copy is also defective, you may demand a refund in writing -without further opportunities to fix the problem. - -1.F.4. Except for the limited right of replacement or refund set forth -in paragraph 1.F.3, this work is provided to you 'AS-IS', WITH NO -OTHER WARRANTIES OF ANY KIND, EXPRESS OR IMPLIED, INCLUDING BUT NOT -LIMITED TO WARRANTIES OF MERCHANTABILITY OR FITNESS FOR ANY PURPOSE. - -1.F.5. Some states do not allow disclaimers of certain implied -warranties or the exclusion or limitation of certain types of -damages. If any disclaimer or limitation set forth in this agreement -violates the law of the state applicable to this agreement, the -agreement shall be interpreted to make the maximum disclaimer or -limitation permitted by the applicable state law. The invalidity or -unenforceability of any provision of this agreement shall not void the -remaining provisions. - -1.F.6. INDEMNITY - You agree to indemnify and hold the Foundation, the -trademark owner, any agent or employee of the Foundation, anyone -providing copies of Project Gutenberg-tm electronic works in -accordance with this agreement, and any volunteers associated with the -production, promotion and distribution of Project Gutenberg-tm -electronic works, harmless from all liability, costs and expenses, -including legal fees, that arise directly or indirectly from any of -the following which you do or cause to occur: (a) distribution of this -or any Project Gutenberg-tm work, (b) alteration, modification, or -additions or deletions to any Project Gutenberg-tm work, and (c) any -Defect you cause. - -Section 2. Information about the Mission of Project Gutenberg-tm - -Project Gutenberg-tm is synonymous with the free distribution of -electronic works in formats readable by the widest variety of -computers including obsolete, old, middle-aged and new computers. It -exists because of the efforts of hundreds of volunteers and donations -from people in all walks of life. - -Volunteers and financial support to provide volunteers with the -assistance they need are critical to reaching Project Gutenberg-tm's -goals and ensuring that the Project Gutenberg-tm collection will -remain freely available for generations to come. In 2001, the Project -Gutenberg Literary Archive Foundation was created to provide a secure -and permanent future for Project Gutenberg-tm and future -generations. To learn more about the Project Gutenberg Literary -Archive Foundation and how your efforts and donations can help, see -Sections 3 and 4 and the Foundation information page at -www.gutenberg.org - - - -Section 3. Information about the Project Gutenberg Literary Archive Foundation - -The Project Gutenberg Literary Archive Foundation is a non profit -501(c)(3) educational corporation organized under the laws of the -state of Mississippi and granted tax exempt status by the Internal -Revenue Service. The Foundation's EIN or federal tax identification -number is 64-6221541. Contributions to the Project Gutenberg Literary -Archive Foundation are tax deductible to the full extent permitted by -U.S. federal laws and your state's laws. - -The Foundation's principal office is in Fairbanks, Alaska, with the -mailing address: PO Box 750175, Fairbanks, AK 99775, but its -volunteers and employees are scattered throughout numerous -locations. Its business office is located at 809 North 1500 West, Salt -Lake City, UT 84116, (801) 596-1887. Email contact links and up to -date contact information can be found at the Foundation's web site and -official page at www.gutenberg.org/contact - -For additional contact information: - - Dr. Gregory B. Newby - Chief Executive and Director - gbnewby@pglaf.org - -Section 4. Information about Donations to the Project Gutenberg -Literary Archive Foundation - -Project Gutenberg-tm depends upon and cannot survive without wide -spread public support and donations to carry out its mission of -increasing the number of public domain and licensed works that can be -freely distributed in machine readable form accessible by the widest -array of equipment including outdated equipment. Many small donations -($1 to $5,000) are particularly important to maintaining tax exempt -status with the IRS. - -The Foundation is committed to complying with the laws regulating -charities and charitable donations in all 50 states of the United -States. Compliance requirements are not uniform and it takes a -considerable effort, much paperwork and many fees to meet and keep up -with these requirements. We do not solicit donations in locations -where we have not received written confirmation of compliance. To SEND -DONATIONS or determine the status of compliance for any particular -state visit www.gutenberg.org/donate - -While we cannot and do not solicit contributions from states where we -have not met the solicitation requirements, we know of no prohibition -against accepting unsolicited donations from donors in such states who -approach us with offers to donate. - -International donations are gratefully accepted, but we cannot make -any statements concerning tax treatment of donations received from -outside the United States. U.S. laws alone swamp our small staff. - -Please check the Project Gutenberg Web pages for current donation -methods and addresses. Donations are accepted in a number of other -ways including checks, online payments and credit card donations. To -donate, please visit: www.gutenberg.org/donate - -Section 5. General Information About Project Gutenberg-tm electronic works. - -Professor Michael S. Hart was the originator of the Project -Gutenberg-tm concept of a library of electronic works that could be -freely shared with anyone. For forty years, he produced and -distributed Project Gutenberg-tm eBooks with only a loose network of -volunteer support. - -Project Gutenberg-tm eBooks are often created from several printed -editions, all of which are confirmed as not protected by copyright in -the U.S. unless a copyright notice is included. Thus, we do not -necessarily keep eBooks in compliance with any particular paper -edition. - -Most people start at our Web site which has the main PG search -facility: www.gutenberg.org - -This Web site includes information about Project Gutenberg-tm, -including how to make donations to the Project Gutenberg Literary -Archive Foundation, how to help produce our new eBooks, and how to -subscribe to our email newsletter to hear about new eBooks. - - - -</pre> +<div>*** END OF THE PROJECT GUTENBERG EBOOK 56977 ***</div> </body> </html> |
