diff options
| -rw-r--r-- | .gitattributes | 4 | ||||
| -rw-r--r-- | LICENSE.txt | 11 | ||||
| -rw-r--r-- | README.md | 2 | ||||
| -rw-r--r-- | old/65535-0.txt | 3598 | ||||
| -rw-r--r-- | old/65535-0.zip | bin | 53682 -> 0 bytes | |||
| -rw-r--r-- | old/65535-h.zip | bin | 111749 -> 0 bytes | |||
| -rw-r--r-- | old/65535-h/65535-h.htm | 6196 | ||||
| -rw-r--r-- | old/65535-h/images/new-cover.jpg | bin | 43542 -> 0 bytes |
8 files changed, 17 insertions, 9794 deletions
diff --git a/.gitattributes b/.gitattributes new file mode 100644 index 0000000..d7b82bc --- /dev/null +++ b/.gitattributes @@ -0,0 +1,4 @@ +*.txt text eol=lf +*.htm text eol=lf +*.html text eol=lf +*.md text eol=lf diff --git a/LICENSE.txt b/LICENSE.txt new file mode 100644 index 0000000..6312041 --- /dev/null +++ b/LICENSE.txt @@ -0,0 +1,11 @@ +This eBook, including all associated images, markup, improvements, +metadata, and any other content or labor, has been confirmed to be +in the PUBLIC DOMAIN IN THE UNITED STATES. + +Procedures for determining public domain status are described in +the "Copyright How-To" at https://www.gutenberg.org. + +No investigation has been made concerning possible copyrights in +jurisdictions other than the United States. Anyone seeking to utilize +this eBook outside of the United States should confirm copyright +status under the laws that apply to them. diff --git a/README.md b/README.md new file mode 100644 index 0000000..2391acb --- /dev/null +++ b/README.md @@ -0,0 +1,2 @@ +Project Gutenberg (https://www.gutenberg.org) public repository for +eBook #65535 (https://www.gutenberg.org/ebooks/65535) diff --git a/old/65535-0.txt b/old/65535-0.txt deleted file mode 100644 index e360d42..0000000 --- a/old/65535-0.txt +++ /dev/null @@ -1,3598 +0,0 @@ -The Project Gutenberg eBook of Ghetto, by Herman Heijermans Jr. - -This eBook is for the use of anyone anywhere in the United States and -most other parts of the world at no cost and with almost no restrictions -whatsoever. You may copy it, give it away or re-use it under the terms -of the Project Gutenberg License included with this eBook or online at -www.gutenberg.org. If you are not located in the United States, you -will have to check the laws of the country where you are located before -using this eBook. - -Title: Ghetto - Burgerlijk Treurspel in 3 Bedrijven - -Author: Herman Heijermans Jr. - -Release Date: June 5, 2021 [eBook #65535] - -Language: Dutch - -Character set encoding: UTF-8 - -Produced by: far Jeroen Hellingman and the Online Distributed Proofreading - Team at https://www.pgdp.net/ for Project Gutenberg (This book - was produced from scanned images of public domain material - from the Google Books project.) - -*** START OF THE PROJECT GUTENBERG EBOOK GHETTO *** - - - - GHETTO. - BURGERLIJK TREURSPEL - in 3 Bedrijven - - DOOR - HERM. HEIJERMANS JR. - - AMSTERDAM.—S. L. VAN LOOY. - - 1899. - - - - - - - - -Voor de eerste maal opgevoerd door de „Nederlandsche -Tooneelvereeniging” te Amsterdam op Zaterdag 24 December 1898. - - DRAMATIS PERSONAE. - - Sachel. - Rafaël, zijn zoon. - Esther, zijn zuster. - Aaron. - Rebecca. - Rebbe Haëzer. - Rose. - Een jood. - Een bewoner. - Een grijsaard. - - Bewoners der Jodenwijk. - - - - - - - - -EERSTE BEDRIJF. - - -De bedompte uitdragerswinkel van Sachel. Het is avond. Er brandt een -kleine olielamp. - - - - -EERSTE TOONEEL. - - -Sachel. Rose. Een jood. - - -EEN JOOD. Goeienavond..... (knoopt een pak los). Warm. ’t Is om ’r bij -neer te vallen. Is Esther ’r niet? - -SACHEL. Esther is uit. - -EEN JOOD. Hoe wou jij dan helpen? - -SACHEL. Geef ’t maar hier. Ik zie beter met mijn handen dan jullie met -je oogen. (het goed betastend). Niks. Geen cent waard. Heelemaal niks. -Prullen. - -EEN JOOD. Geen cent waard? En Esther heit ’r me de vorige keer twee -gulden op gegeven! - -SACHEL. Twee gulden? Twee gulden! Daar had ik bij motten wezen! As ’k -tien stuiver geef is ’t al mooi. Allemaal versleten goed... - -EEN JOOD. As je kinderen ’r maar nooit gebrek an zullen hebben! Noem je -die jas versleten? Noem je die broek versleten? kan wel merken dat u ’r -geen kijk op heit. - -SACHEL. Ik vergis me niet. M’n vingers verstaan ’t. Die zién. Die zién. -De knoopsgaten zijn heelemaal uitgerafeld en wat heb ’k an ’n broek met -afgetrapte randen? - -EEN JOOD. Noem u dat uitgerafeld? Noem u dat afgetrapt? Was uw zuster -maar hier! Wat doe ’k met al die redeneering! - -SACHEL. Rose—kom is hier. Bekijk die jas is bij de lamp. Heb ’k recht -as ’k zeg dat-ie versleten is? - -ROSE. (De jas bekijkend). Mooi is-ie niet. Maar zoo erg versleten, zoo -héel erg.... - -SACHEL. (nijdig.) Wat niet versleten! Ben jij blind? Houen jullie me -voor de gek! Had ik me óógen, dan had ik jou niet noodig, jou niet, -niemand niet! Is ’t niet ongelukkig genoeg dat ’k blind ben? An me -vijanden ben ik overgeleverd. Nou staan ze mekaar an te kijken of ’k ’t -zoo zie! Dievetuig! Maar bestelen laat ik me niet! Nog niet voor ’n -cent! Geef hier die jas! (betastend). De knoopsgaten zijn kapot.... -Hier is ’n heele plek waar de wol ’r af is.... En de voering.... de -voering.... kijk die gescheurde voering!.... En zoo’n stomme os ziet -niks, wil niet zien!... Geven we je daarvoor te vrèten dat je mijn in -me zak liegt! - -ROSE. Ik lieg niet.... - -SACHEL. Jij liegt! Jullie liegt allemaal! - -EEN JOOD. Wat doe ’k met al dat geklets! Maakt Esther ooit zoo’n -spektakel? Geef me honderdvijftig centen en ’t is uit! - -SACHEL. ’n Daalder? ’n Cent ’n kwaje dag meer as vier kwartjes. - -EEN JOOD. Vier kwartjes? Dank je wel! Dan pak ’k ’t weer in. - -SACHEL. Ga je gang! Ik zal me geld in ’t water gooien! ’k Kom ’r ook -niet met stelen an.... - -EEN JOOD. Nou, laten we zeggen vijf kwartjes. Ik heb ’t hard noodig, me -vrouw is ziek. Anders kreeg je ’t nog voor geen drie gulden.... - -SACHEL. Al was je heele familie ziek ik geef niet meer as vier -kwartjes. Vodden! Vuiligheid! Voor mijn part neem je ’t weer mee. ’t -Zal me zorg zijn! Vraag wat ’t mijn hindert. Wat begin ik nou! - -EEN JOOD. Ik heb al m’n levensdagen nog nooit zoo’n hond gezien—weigert -’n kwartje meer voor ’n zieke vrouw (inpakkend). Dan breng ’k ’t naar -Levi! Die heit nog ’n beetje meelijden met ’n ongelukkig mensch! - -SACHEL. Me zorg. Laat Levi z’n heil d’r in zien. Zoo’n rommel zal me -afgestolen worden! - -EEN JOOD. In Godsnaam! Og wat ’n uitzuiger! - - - - -TWEEDE TOONEEL. - - -Sachel. Rose. - - -SACHEL (snauwend). Haast je ’n beetje dat je klaar komt! Stommeling! Te -beroerd om voor de duvel te dansen! Je had toch kunnen hélpen met te -zeggen dat ’t niks waard was! Je vreet ’r toch van mee! As ik ’n -jódenmeid had—die—die zou léeper zijn. - -ROSE (schuw). Als ’k ’n jodin was had ’k ook moeten zeggen dat de jas -zoo slecht niet was. - -SACHEL. Wàt moeten? Wie vraagt je wat? Wie, hè? Hè? - -ROSE. Ik lieg niet.... Dat doe ’k niet.... - -SACHEL. Hou je bek! As je tien jaar bij me ben, begrijp je nòg niks! ’t -Zit niet in jùllie kop. ’t Is er niet in te gieten. Wat draai je nou? -Je heb niet noodig in die hoek... Wat scharrel je? - -ROSE. Ik veeg ’t vuil bij mekaar. - -SACHEL. Jij veegt? Jij veegt? Luilakken doe je, tijd vermorsen, -dagdieven!—’n Goeie jas, ’n kostelijke jas.—Ongeluk brengen jullie an. -Geen haar zegen. Schiet op! Sta me niet an te kijken! (Stilzwijgen). -Was jij op van nacht? - -ROSE. Nee! - -SACHEL. Waarom schrik je? - -ROSE. Ik schrik niet. - -SACHEL. Leugen! Leugen! Wát dee je op? - -ROSE. Ik ben niet op geweest. - -SACHEL. Ik heb ’t gehoord. De klok had geslagen. Je liep op je kousen, -op de trap, in de gang. - -ROSE (schuw). Niet waar..... Ik heb geslapen, ben ’t bed niet uit -geweest. - -SACHEL. Je liegt! Ik heb hóóren loopen. - -ROSE. Ik niet.... Ik niet.... - -SACHEL. Je deur heeft gekraakt—je ben in de gang geweest en de trap af -tot an de deur van de winkel.—Die was op slot. Diè was op slot! Wat woù -je? Ik laat me niet bestelen. As ’k iets mis al is ’t de knop van ’n -speld, dan, dàn, dàn ben je ’r bij, dan ben j’r voor jàren bij—versta -je.... - -ROSE. .... Ik bèn niet opgeweest. - -SACHEL. Kom hier! Heelemaal hier. Dichter bij. Nog dichter. Waar is je -hand? Zoo. Zeg ’t nou nòg is! - -ROSE (angstig). Ik ben niet opgeweest! Waarachtig niet. Geen oogenblik. -Ik heb.... - -SACHEL. Je liegt! Je hand beeft! Tuig! Tuig! Maar ik lèt op je. Geen -beweging maak je, of ’k zie ’t. En as ’k je snap, laat ’k je ’r uit -slèpen of ’k zal geen gezond uur meer hebben! - -ROSE (voortwerkend). Ik zou niet weten, waarom ik op zou staan—wàt ’k -in de winkel zou noodig hebben. - -SACHEL. Jij zou niet weten! Jij! Bij tijjen willen jullie me doen -gelooven, dat ’k gek ben, heet je liegen wat m’n óoren zien! Dat God -jullie straffe met mijn straf, dat jullie oogen wegkwijnen zooas de -mijne weggekwijnd zijn, dat jullie zoeken in die verdomde nacht, zooas -ik zoek elk uur, elken dag! Het is om te huilen! Het is om je handen te -heffen tegen God—altijd nacht en vijanden om je heen, vijanden die je -niet zièt, vijanden die zich niet hoeven te verbergen, vijanden die -spotten zonder dat je d’r spot ziet, vijanden die lachen zonder dat je -d’r lach ziet, vijanden die je vóélt, hier, daar, overal, vijanden met -stemmen, waarin de leugen gevreten ligt... - -ROSE. .... Ik ben geen vijand. - -SACHEL. Ik ken jou niet, weet niet wie jij ben. Nooit zag ik je -gezicht, nooit je oogen. Pas heb je tegen me samen gespannen met die -kleeren, misschien wat van ’m angenomen! Je stond zoo dicht bij ’m..... - -ROSE. Nee! Niewaar! - -SACHEL. En vannacht heb ’k je hóóren loopen. Wat dee je? Wat wou je? Je -hàd niet op te zijn. Wat dee je op de trap en benejen? Daar denk ik -over, daar tob ’k over òmdat je liegt. Nòu zit ’r wat achter. As je -gezegd had: ik wàs op, ik was ziek—dan—had ’k je geloofd, was ’t uit -geweest, heelemaal uit. Maar je wil me wijsmaken dat ’k niks gehoord -heb! Ik niks hooren! Ik, die op m’n ooren leef! - -ROSE (aarzelend). Ik was ziek—vannacht. - -SACHEL. Dus je wàs op. - -ROSE. Ik was.... - -SACHEL. Waaróm zeg je dat noù pas? - -ROSE. Ik weet ’t niet. Ik was bang. - -SACHEL. Bang voor wàt? - -ROSE. Bang voor.... Bang voor.... Ik kan me niet bewegen of ’k wor -afgesnauwd.... Ik durf niks meer zeggen... Ik was bang—omdat ’k dacht -je wakker gemaakt te hebben. - -SACHEL. Zoo. Zoo. Maar de tràp. Wat dee je op de trap? - -ROSE. Dat herinner ’k me niet.... - -SACHEL. Ik vertrouw jou niet... Jij ben ’s nachts nooit ziek.... En je -liegen, je verdomde liegen.... Je kon wel ’n ànder plan gehad hebben... - -ROSE. ’n Plan?.... - -SACHEL. Praat niet zoo onnoozel! Wie zegt me dat je niet stelen wou? -(Stilzwijgen). Nou? Zeg je niks? - -ROSE. Wàt moet ’k zeggen? - -SACHEL. Zoo. Zoo. Ze houdt d’r mond. Dan weet ze dat ’k héélemaal in ’t -donker zit.—Nou? Nou? - -ROSE. Ik heb niks te zeggen. ’t Is te geméén om zoo iets te denken. - -SACHEL. Te gemeen? Te gemeen! Gemeen is ’n ouwe man bedriegen en -beliegen. - -ROSE. Dat heb ’k nooit gedaan. - -SACHEL. Ik vertrouw jullie niet, me zuster niet, me zoon niet, niemand -niet! Tuig, allemaal tuig! - - - - -DERDE TOONEEL. - - -Sachel. Rose. Esther. - - -ESTHER. Wat schreeuwt-ie nou weer? Je ben op ’n uur afstand te hooren. -De buren motten wat van ons denken.... - -SACHEL. De buren! De buren! Wat gaan mijn de buren an! - -ESTHER. Wat hem de buren angaan? Nee, wat zeg je me daàr van? Wat hèm -de buren angaan?... ’k Zou zegge dat ze je niks angaan! Og, is me dàt -’n spektakel! Lastige ouwe man! ’t Verstand komt ook niet met je jaren! - -SACHEL. Jullie zijn me haast kwijt. Je heb zoo lang niet meer last van -me! - -ESTHER. Wie legt je wat in de weg! Wie doet je wat? Jij schreeuwt maar. -Jij schreeuwt ’t heele huis bij mekaar. As je dan schreeuwt, schreeuw -dan met reden. - -SACHEL. Met rèden? Dùizende redene heb ’k. Was daar niet ’n koopman -hier met ’n partijtje negotie en jaagt zoo’n stomme meid ’m de deur -niet uit? Blijf jij daar kalm bij. Zeg jij dan niks! - -ESTHER. Wat heit zij d’r van noodig? - -SACHEL. As ’k ’r vraag om ’t bij de lamp te bekijken, zeit ze dat ’t -zoo slecht niet is—as ze pas heit hoore zeggen dat de franje ’r bij -hangt. - -ROSE. Ik wist niet beter. - -ESTHER. En às ze ’t gedaan heit, lastige ouwe, dee ze ’t toch niet met -opzet? Wor je arm van eén partijtje? In gosnaam stràkkies wat anders! -Hóe kan ’n blinde zich zóo te doen maken? Wat schiet je ’r mee op? - -SACHEL. .... Pràte jullie maar.... Ik voel wat ik voel. Ik heb ’t bij -mekaar geschraapt uit hoeken en gaten. Krom heb ’k gelegen voor die -paar centen. Me vrouw zaliger, diè, dié, heit me gehòlpen tot an d’r -sterfbed. Jùllie verstaan de handel niet. ’n Zoon die nooit bij de -affaire is, ’n zuster die álles te duur inkoopt, as ’k ’r niet bij zit, -as ’k niet elke rooie duit met tàngen vasthou! Bloed zweet ’k! - -ESTHER. Zweet wat anders! Hij zweet bloed! Zweet geen bloed, nar! Alles -komt terecht as je maar niet lastig ben—Doe de luiken voor de ramen, -Roos. - -SACHEL. Zij niet. Dat mot jij doen of Rafaël. Zij verstaat ’t niet. - -ESTHER. Verstaat zij ’t niet? Doet ze ’t niet èlke avond? Wat mankeert -je toch? Ga maar je gang, Roos. - -SACHEL. Zij niet! Zij niet! As ze de pennen vergeet. - -ESTHER. Die vergeet ze toch nooit! - -SACHEL. Stoor je niet an me! Groot gelijk. Tot ’t te laat is. - -ESTHER. God allemachtig—wat heit die man ’t van avond op z’n heupen. -(Rose doet de luiken voor). D’r komt zeker onweer los met die warmte. -Ik heb ’t hòndswarm. Zouen we niet beter doen voor de deur ’n luchie te -scheppen? - -SACHEL. Dank jou voor je luchie. Ik heb ijskouwe voeten. - -ESTHER. IJskouwe voeten? Hoe is ’t mogelijk? Hoe komt iemand an -ijskouwe voeten? D’r hangt ’n lucht om te stikken. Ik zweet me dood. -(gaat bij de onderdeur zitten). - -SACHEL. Heb je gekeken of de pennen.... - -ESTHER. Maak je maar niet ongerust. Alles komt in orde. - -SACHEL. Op ’t linkerraam zit-ie nog niet. - -ESTHER. Ze zal ’m ’r wel opdoen.... - -SACHEL. Ben je bij Abram geweest? - -ESTHER. ’n Loop voor niks! Hij had de heele boel verkocht. Vanmiddag -al. - -SACHEL. Was Rafaël ’r dan niet geweest? - -ESTHER. Rafaël? Rafaël? As-diè wat belooft, komt ’r toch niks van! Was -’r heelemaal niet geweest! Je mot ’t van je kinderen hebben. ’t Geeft -me wonder dat-ie nog thuis komt eten. ’k Zal z’n eten op de stoep -zetten, dan hoeft-ie niet binnen te kommen. - -SACHEL. Had ’r zelf heengegaan van morgen!.... ’n Heele partij goed -naar de maan! - -ESTHER. Og, wat zal ’k antwoord geven op jouw gezanik! Mot ik jóuw zoon -achterna loopen? ’k Heb niet genog te doen! Kan ik helpe dat-ie te lui -is om ’n voet te verzetten? Zoo’n leeglooper! As-die eenmaal belooft om -bij Abram an te gaan, kan ik dan ruike dat-ie niet gaat? ’k Zal ’m an -’n handje nemen! ’k Zal ’m op me arm d’r naar toe dragen! Wat zegje me -daàr van! - -SACHEL. Met al jouw gesmoes—de pen is nog niet op ’t raam... - -ESTHER. Wat wil die man toch van avond van die pen! Ze halen hier niks -weg. En mijn zeker niet, want ik eet te veel. En as ze jou stelen -brengen ze je over ’n uur terug. Je ben te lastig. Ben je klaar, Roos? - -ROSE. Alles is klaar. Heb u mij nog noodig? - -ESTHER. Zet water op voor de koffie. En kom ook ’n luchie scheppen. ’t -Is om te bezwijken. En... en... geef me broer ’n heete stoof voor z’n -kouwe voeten! - -SACHEL. Spot maar! Spot met ’n blind man! Ik ben nog niet genoeg -bezocht! - -ESTHER. Daar heb je me waarachtig Aaron! Wat doe jij hier? - - - - -VIERDE TOONEEL. - - -Aaron. Esther. Sachel. Rose. - - -AARON. Wat ik hier doe? ’k Heb ’n beetje handel. - -ESTHER. Mot je daarvoor zoo laat kommen? ’t Is kinderen-bedtijd. - -AARON. Kinderenbedtijd? Noem je tien uur kinderenbedtijd? Voor handel -is ’t nooit te laat. Al wou ’k in de nacht kommen! Wat zeg jij, Sachel? -Ik zal ’t nooit vergeten, toen we jong waren, dreven we in ’t hartje -van de nacht nòg handel. En wat ’n gezegende tijd. Weet je Sachel met -die verkooping van de marine, hoe we om vier uur ’s morgens opzaten met -Jozef en Meyer? Toen konden we zeggen: we hebben ’n paar centen -verdiend—kwamen we met ’n stuk geld thuis. Nou is de handel gedaan. Ze -weten nie-meer wat handel is! ’t Wordt armoe troef. - -ESTHER. Beklaag je! Klagers hebben geen nood. Je kan nog ’n boel van je -vet verliezen vóor je mager wordt. - -AARON. Waar staat geschreven dat ’k me vet mot verliezen? (tot Sachel) -’k Heb ’n partijtje afval van wol. - -SACHEL. Afval van wol? Niks voor mijn. - -AARON. Niks voor jou? Hij weet nog niet eens wat ’t is! ’k Heb ’n -monstertje meegebracht. ’t Laat zich aardig fijn voelen. - -SACHEL. Niks voor mijn. D’r loopt ’n katoenen draad door! Hoor hoe ’t -kraakt as je ’t scheurt. - -AARON. Maak mijn wat wijs. Geen krummel katoenen draad! Wat zeg jij, -Esther? - -ESTHER. Geen katoenen draad? Noem je dàt wol? En dat? - -AARON. Is dat katoen? Je heb ’r geen verstand van! Dat noemt zij -katoen! Kijk hoe ’t brandt! Ruikt dat na wol of na katoen? Je zal mijn -wat opdringen! Nog geen pietsie zit ’r in! De fijnste wol! Over de -heele wereld vin je zoo’n fijne wol niet! - -SACHEL. Hij maakt zich druk! Voor wie maak jij je druk? Toen ’k ’n kind -van twee jaar was, wist ’k ’t onderscheid! Engelsch laken, anders niks! - -AARON. Engelsch laken? Zoo zal jij gelukkig blijven en ik ’n goeie week -hebbe as dat Engelsch laken is! - -ESTHER. Heb je niks anders....? - -AARON. Is dàt dan niks? ’k Heb ’r ’n heele partij van—over de twintig -pakken. Pracht van ’n goed. Reusachtig. - -SACHEL. Niks voor mijn. - -(Rose op met koffie). - -ESTHER. Wi-je ’n bakkie koffie, Aaron? - -AARON. Geef me ’n kommetje. - -ESTHER. En ’n boterkoekie? Eigen gebak. - -AARON. Geef me ’n brokkie. - -(Rose gaat bij de open deur zitten). - -ESTHER. Smaakt ze? ’k Heb ’r anderhalf pond boter in. - -AARON. Z’is ook aardig fijn. ’t Is of me dochter Rebecca ’r geen slag -van kan krijgen. Je heb ’n goeie hand van suiker. Rebecca maakt ze te -zoet of heelemaal geen suiker. En altijd half gaar. Nooit zal ze zoo -knappen as jouw koek.—Nou, hoe is ’t, kunnen we handelen? - -SACHEL. Hoeveel mot je ’r voor hebben? - -AARON. Zeg jij wat ze jou waard is. - -SACHEL. Ik doe geen bod. Jij kan beter vragen dan ik biejen. - -ESTHER. Ach, wat motten wij ’r mee doen? Wat heb je ’r an?—Is je -dochter Rebecca al beter? - -AARON. Zoo gezond as ’n visch. Ze mankeert niks meer. Is Rafaël niet -thuis? - -SACHEL. Natuurlijk bij de weg. - -AARON. Heit-ie ongelijk? Wat heit-ie hier? Wat mot zoo’n jonge jongen -altijd thuis zitten? - -SACHEL. Wat had ìk toen ’k jong was? Wat had jìj toen je jong was? Op -’n klein kamertje woonde ’k met vijf broertjes en zussies en me ouwers -en me grootmoeder. Gebrek en honger heb ’k gelejen. Gevòchten hebben we -om ’n korst brood. Op ’n morgen ben ’k wakker geworden—met z’n vieren -sliepen we op de grond—en—en ’n zussie lag dood naast me. Ik zal ’t -nooit vergeten—ik pakte d’r hand—ijskoud was die. Dat voel ’k nòg! Van -gebrek is me grootmoeder gestorven. In éen jaar zijn ’r drié kinderen -begraven. Ik heb wat meegemaakt. ’t Is ’n wonder dat ’k nog léef, dat -Esther nog leeft.... Wat heit zich mijn zoon te beklàgen? Die kent geen -gebrek. Die kent geen zorg. De tijd is veranderd. Zoo vrij as ’n -christen loopt-ie door de stad, komt op allemaal plaatsen waarvan ik -nooit gedroomd heb, waar wij joden, vroeger, ons niet konden vertoonen. -’n Halve christen is-ie geworden. Ik beleef niet veel vreugd an me -zoon. Soms lijkt ’t of ’k heelemaal geen kind heb. - -AARON. Je mot ’t zoo zwaar niet nemen. Jeugd, niks dan jeugd. As-ie -maar eenmaal ’n mèissie heit. - -ESTHER. Dat zeg ’k zoo dikwels. Maar hij kijkt niet naar meissies. - -AARON. Dan motten júllie voor hèm kijken.—Nou, doen we handel? Wat is -’t je waard? - -SACHEL. Waard is ’t me niks. Maar as ’k je ’r ’n plezier mee doe.... - -AARON. Ja, je bewijst me daar ’n dienst! Overal kan ’k ’t kwijt. - -SACHEL. Nou, dan niet. In Godsnaam! - -ESTHER. Wi-je nog ’n kommetje? - -AARON. As je heb. - -ESTHER. Nog wel tien. - -SACHEL. Wat blijft-ie uit! - -AARON. Wie? - -SACHEL. Hij.... - -AARON. Voor wat maak je je ongerust? ’t Is geen kind! Hij loopt in geen -zeven slooten tegelijk. - -SACHEL. Vanmorgen zou-die bij Abram angaan... Bij Abram is-ie niet -geweest. De heele dag heb ’k ’m niet gezien. As ’m maar niks overkommen -is. - -ESTHER. D’r overkomt ’m wat! ’n Luilak! ’n Niksnut! - -AARON. As-die maar eerst tróúwt. - -ESTHER. Heb jij ’n meissie voor ’m an de hand? - -AARON. D’r zijn ’r zoo’n boel. ’n Knappe jongen die centen anbrengt. - -SACHEL. Centen? Centen? Ik klee me niet uit voor ’k naar bed ga. - -AARON. Wat doet dat ’r toe? Rafaël is je eenige zoon. En je zal ’m toch -wel wàt meegeven? - -SACHEL. As ’t meisje wat meebrengt.... Ik heb niet me heele leven -gewerkt voor ’n vreemde.... Ik geef ’n andermans kind niet te eten. - -AARON. Hij mot trouwen. - -ESTHER. Ja—as die getrouwd is.... - -SACHEL. Trouwen? Met wie? Van mijn zaak kunnen geen twee gezinnen -leven. De verdiensten leveren tegenwoordig nog al wat op! Ik zou wel -willen dat-ie trouwde. Maar ’t meissie mot minstens vijfduizend gulden -meebrengen. Geen cent minder. - -AARON. Vijfduizend gulden! ’n Bagatel! Vijfduizend gulden! Mot ’n ander -zich voor jóú uitkleejen? Wie geeft ’n meissie vijfduizend gulden mee? -’t Is daar ’n prinses! Jouw zoon is toch ook geen graaf? Hij durft! Wat -’n brutaaligheid! - -ESTHER. Om wat maak jij je kwaad? ’t Is toch maar bij wijze van -spreken? - -SACHEL. En ’k doe ’t geen cént minder dan vijfduizend! En as ze maar ’n -kleinigheid mankeert, mot ze mèer inbrengen! - -AARON. Dat kan ’k nou niet uitstaan! Hij vraagt maar! En as ’r nou is -iemand zoo gek is om z’n dochter zoo’n kapitaal mee te geven, wat -krijgt jouw zoon dan? - -SACHEL. Mijn zoon geef ’k niks. Die zit in de zaak. - -AARON. Wat zeg je me daarvan? Hij wil zich niet uitkleejen voor die -naar bed toe gaat en ’n ander zet-ie ’t mes op de keel. Wat ’n onzin! -Dat gààt niet. Jij alles en ’n ander niks! - -SACHEL. Waar bemoei jij je mee? Vraag ik jou wat? - -AARON. Nou—nee! ’t Zal mijn me zorg zijn. Nou, doe je ’n bod op de wol? -Zoo’n fijne partij zie je in geen jaren terug. Voel wat ’n goed! - -SACHEL. Jij weet beter wat ’t jou ingekocht kost. - -AARON. Esther—zeg jij ’t. - -ESTHER. Ik? God zal me beware! Ik zeg niks. - -AARON. Zij zegt niks. Hij zegt niks. Zoo kommen we ’n boel verder. Wil -je de heele partij in de roest? - -SACHEL. Ik zou je danken. - -AARON. Wat is ’t je dan waard? - -SACHEL. Ik geef je twee gulden de honderd kilo. - -AARON. Daar heb ’k jou voor noodig! Dank je wel! ’k Ben ’r met stelen -an gekommen! Omdat ’r ’n klein stukkie Engelsch doorloopt kan je ’t -krijgen voor vier. - -SACHEL. Néé! Je wor bedankt. Voor vier kan je ’t van mijn krijgen. - -AARON. Dan niet!—Wat is ’t kolossaal heet, hè? En die koffie maakt je -zoo warm. Geef mijn nog ’n brokkie van je koek. - -ESTHER. Je schijnt ze te lusten. - -AARON. Hoe is ’t nou mogelijk dat mijn Rebecca ze nooit goed maakt en -anders mot je d’r zien!—Wat doe je ’r allemaal in? - -ESTHER. Laat Rebecca maar is hier kommen, zal ’k ’t ’r wel leeren. Wat -zal ’k ’t joù zeggen? Je heb ’r tòch geen verstand van. ’n Goed meissie -is ’t, ’n goed meissie, je dochter. Waarachtig ik hou van ’r. - -AARON. Dat zal waar wezen. De man die d’r trouwt heit ’n huisvrouw an -d’r. Ze kan van alles, van alles! Met recht wat d’r oogen zien, kennen -d’r handen. Je kan ’t zoo gek niet prakkizeeren of ze verstaat ’t. Ze -wascht, ze plast, ze kookt, ze smookt! En piender in de winkel! -Reusachtig. D’r is geen vrouw die ’t ’r verbetert! Precies me vrouw -zaliger. Tot d’r eigen japonnen maakt ze. En je mot ’r zien schrijven! -Kolossaal. ’n Rijkeluiskind doet ’t ’r niet na. - -SACHEL. Da’s allemaal mooi. Maar as ze geen geld heit blijft ze tòch -zitten. - -AARON. Geen geld? Geen geld? Je zal ’t èlk jaar overleggen wat ’k ’r -mee geef. - -SACHEL. En wat kan jij ’r nou meegeven? Elke som geld heb je noodig -voor je eigen zaak. - -AARON. Nou—drie bankies van duizend heb ’k altijd voor d’r over. (Een -stilzwijgen). - -ESTHER. Puf! Wat is ’t heet! Kwam ’r maar ’n tochie! Verbeel je: hij -heit ijskouwe voeten! - -AARON. Zal van ’t stilzitten kommen. - -SACHEL. Drie bankies van duizend. Driè bankies..... Denk jij dat daar -’n rèchtschapen man voor komt? - -AARON. (driftig). En denk jij dat ’n vrouw met vijfduizend gulden voor -jóuw zoon klaar staat? - -SACHEL. ’t Most mijn zoon niet overkommen ’n vrouw te nemen met -drieduizend gulden! - -AARON. En wie praat ’r van jóuw zoon?—Ik geef mijn dochter drieduizend -en ’n uitzet van alles twaalf. ’k Hoef me hand niet om te draaien of an -elke vinger heit ze d’r tien. Ze is maar niet knap. ’n Aardig figuur en -d’r oogen! Oogen as ’n paar sterren. Geregeld ’n christen dame. Je mot -’r zien as ze angekleed is. Denken ze allemaal: ’t Is ’n fransche -vrouw! - -ESTHER. Ja dat weet ik—’t is ’n engel. Ik heb ’t al zoo lang gezeid. - -AARON. Nou, geef je drie gulden? Voor drie gulden heb je ’n koopie, -verlies ’k ’r de helft an. - -SACHEL. ’k Denk ’r niet an. Wat ’k gezeid heb. - -AARON. Dan doen we geen zaken—Waar blijft nou die Rafaël? - -SACHEL. God weet waar die zit. - -ESTHER. Rebecca zou ’n tof meissie voor ’m zijn. - -AARON. Ik geef geen vijfduizend gulden. - -SACHEL. Jij geeft geen vijfduizend gulden en ik geef me zoon niet. - -AARON. Hij geeft z’n zoon niet! Die is goed! Heb ik joù wat gevraagd? - -SACHEL (nijdig). Heb ik wat met joùw dochter -noodig? - -AARON. Mijn dochter! Mijn dochter daar ben ’k trotsch op! D’r naam mag -ik noemen! - -SACHEL (nijdig). Wat heb ik an al die praatjes! Doe jij met je dochter -wat jij wil! Vraag ìk joù om raad? - -AARON (nijdig). Maakt ’n drukte van z’n zoon! ’n Jongen die te lui is -om z’n pooten op te tillen, slentert de heele dag bij de weg! - -SACHEL. Geef jij ’m te eten? Heb jij d’r last van? - -AARON. En voor zóó’n jongen maakt-ie ’n bereddering van belang! - -ESTHER. Jullie lijken wel gek! Voor wàt maak je je warm? Is ’t niet -warm genog? Wat ’n onzin! Overleggen jullie kàlm. Wat ’n gekheid om je -zoo op te winden! Rebecca is ’n gezegend meissie, Rafaël ’n goeie -jongen, maar mot ’n flinke vrouw hebben, die ’m leidt. Redeneeren -jullie verstandig. ’t Geld komt in orde. Sachel is zoo kwaad niet -as-die d’r uitziet. ’t Geeft wat duizend gulden meer of minder, ’t komt -toch allemaal làter terecht? - -SACHEL. Zij gééft! Wie geeft joù? Gooit met duizend gulden of ’t daar -niks is! - -ESTHER. Dwarskop, wat maak je je de sappel? As jij je eenige zoon an -zijn eenige dochter geeft, blijft ’t toch in de fàmilie? - -SACHEL. En ik geef nou ’n andermanskind niet te eten! - -AARON. Wat zeg je me van zoo’n stijfkop, van zoo’n geweldenaar! - -ESTHER. Laat ’m maar gaan, ’t komt wel in orde. Ik mot je eerlijk -bekennen: beter meissie weet ’k niet voor ’m. Nou is Sachel ’r tegen en -morgen dankt-ie God dat-ie ’t gedaan heit. Laat-ie ’r maar eerst over -slàpen. Ik ken ’m. - -SACHEL. Dat kan je begrijpen! D’r komt hier geen schoondochter onder de -vijfduizend gulden over de vloer!.... - -ESTHER. Weet je wat je doet, deel ’t verschil! - -AARON. Dank je. Geen cent meer of minder. Drie duizend gulden en van -alles twaalf. Wat zal ’k meer geven? ’t Is toch voor ’n begin? As ’k -sterf krijgt ze toch àlles? - -ESTHER. Ik weet goeie raad: nemen jullie ’t ’n paar dagen in handen en -zeg dan ja of nee. - -SACHEL. Bedenken kost niks—maar ik doe ’t tòch niet. - -ESTHER (knipoogend tegen Aaron). Laat maar gaan! As ik je nou zeg: ’t -komt in orde. - -AARON. Goed. Mijn goed. Dan tot overmorgen. Nou, de wol wil je niet -hebben? - -SACHEL. Voor de prijs die ’k genoemd heb. - -AARON. ’k Smijt ze nog net zoo lief in ’t water! Men kan met jou -tegenswoordig niet meer handele! Doe ’r vijftig centen bij en ze is -voor jou. - -SACHEL. Geen cent! - -ESTHER. Praten jullie daar nou ook overmorgen over. As ’t eene in orde -komt, komt ’t andere vanzelf in orde. ’t Is nou toch zoo laat! - -AARON. Nou, goeien avond dan. Misschien ben je later beter te spreken. - -SACHEL. Goeien avond. - -ESTHER. Pas op val niet! Denk an ’t stoepie. - - - - -VIJFDE TOONEEL. - - -Esther. Sachel. Rose. - - -SACHEL. D’r komt niks van. Geen zier. ’k Heb ’m noódig! Og! - -ESTHER. ’t Mot toch éens gebeure? Wat wil je meer? ’t Is ’n knap -meissie, ’t is ’n mooi meissie. - -SACHEL. En ik doe ’t niet. ’k Heb me heele leven lang de boel niet bij -mekaar motten schràpen voor niks! ’k Heb de tijd! - -ESTHER. Jij heb de tijd—jij ’n man op jaren? As je God-beware wat -overkomt, weet je heelemaal niet wat-je krijgt. - -SACHEL. Overkomt? Overkomt? Ik ga nog niet dood. Ik denk ’r niet an. - -ESTHER. Veel kan je zeggen. Je ben elk oogenblik in God’s hand. Wie -weet ’t eene uur wat ’t andere gebeurt. - -SACHEL (vinnig). Daar wil ik niet over hooren. Hou je mond. Beschrie me -niet! Ik ga nog niet dood. Waarom zou ’k dood gaan! Waarom? Je zou ’t -wel willen, wat? Dan kon je doen en laten wat je wou. Dan had je de -beschikking over alles. Dan kon je met ’t geld smijten, mijn geld, mijn -gèld! Wat hebben jullie ’r voor gedaan? Niks! Doodvreters zijn jullie, -jij, hij, allemaal! - -ESTHER. Wat win je je nou weer op? Wie legt je ’n stroo in de weg. - -SACHEL (kort). Praat dan niet van dood! Je maakt me niet bang. Ik bèn -niet bang. Ik overleef jullie allemaal! - -ESTHER. Zooveel te beter. Voor mijn part honderd jaar. Wat ben je weer -làstig! Roos neem de koffieboel mee. Hoor je niet? - -ROSE. Ja, ja. Hier ben ’k. - -ESTHER. Wat heb jij ’n rooie oogen. Heb je gehuild? - -ROSE. Ik? Nee. Hoe kom u ’r op? - -ESTHER. Heb jij nièt gehuild? Heb jij niet gehuild? - -ROSE. Nee. Verbeelding. - -ESTHER. Je mot ’t zelf weten. Ga naar je bed. - -SACHEL. Heb je de pennen op de luiken gedaan? Nou? Nou? - -ESTHER. Wat snauw je toch? De pennen zitten ’r op. Ga ’t zelf voelen as -je ’t niet gelooft. - - (Rose af). - -SACHEL. Dat zal ik ook. Ik heb ’r m’n reden voor. Vannacht heb ’k -iemand hooren loopen. - -ESTHER. Ik ook! En mot je dààrom die sjikse [1] zoo wantrouwen? Rafaël -is op geweest. - -SACHEL. Niet waar! Niet waar! Die meid was op! - -ESTHER. Alles weisz me scheintje! ’k Zal je maar laten praten. Wat zal -’k me nog langer moeilijk maken met jou! - - - - -ZESDE TOONEEL. - - -Rafaël. Esther. Sachel. Rose. - - -RAFAËL. Goeien avond.—Ik zeg goeien avond. - -SACHEL. Dat hoor ik. Zeg liever, goeien nacht! - -ESTHER. Goeien avond! Meneer zeit goeien avond. ’t Lijkt hier ’n -kosthuis! Meneer doet ons de éér an om te kommen slapen! - -RAFAËL. Ik heb me verlaat. Ben je ongerust geweest, vàder? Vader? Hoor -je me niet? Kun je geen antwoord geven? Ook goed. - -ESTHER. Gelijk heit-ie dat-ie z’n mond houdt. Van mijn kreeg je ook -geen boe noch ba. Wat ben jìj voor ’n zoon? Zou bij Abram angaan—is -niet bij Abram geweest! Je most mijn zoon wezen! - -SACHEL. Waar heb jij uitgehangen? - -RAFAËL (verstrooid). Wat doet ’t ’r toe? ’k Heb dat van Abram vergéten. -’t Spijt me. Met opzet heb ’k ’t niet gedaan. - -ESTHER. Hij vertelt wat! Geen opzet—wél opzet! ’t Komt ’r wat op an! - -SACHEL. ’k Heb je gevraagd wáar je gezeten heb de godganschelijke -dag—en je praat ’r om heen.... - -RAFAËL. Moet ik van àlles uitleg geven? Ik ben hier en daar en overal -geweest—de tijd is omgevlogen. (vermoeid) Heb je wat te eten, tante? ’k -Heb honger. - -ESTHER. Wou je dat ’k noù nog ging dekken? Ik zou je danken. Kom op je -tijd. - -SACHEL. Nou nog eten? Nou wordt ’r niet meer gegeten. - -RAFAËL. Goed. ’k Zal zelf ’n stuk brood nemen. - -SACHEL. O God, wat straf je me zwaar op me ouwen dag overgeleverd an -vreèmden! As je moeder-zaliger je zien kon, as ze zien kon hoe jij je -blinden vader mishandelt, mis-han-delt, dan, dàn, dàn.... - -RAFAËL (rustig). Laat mijn moeder ’r buiten. Je hoeft geen -herinneringen wakker te maken; vandaag—leef ik enkel in herinneringen. -Ik was op ’t graf. - -ESTHER. Hij was op d’r graf! ’t Is toch geen jaartijd? Was ’r nièt -gegaan.... - -RAFAËL (haalt de schouders op) .... Ik was op ’t graf ùren lang, heb -zitten suffen en droomen. ’t Werd avond; de doodgraver heeft me -opgeschrikt. Dat ’s alles. De zerk is weggezakt, vader. Je kunt de plek -niet meer vinden. D’r groeit van alles. ’k Heb wat bloemen meegebracht. -Hier heb je ze. D’r mag wel ’n nieuwe zerk komen. - -SACHEL. Jij ben krankzinnig, jij ben gèk! Ik wil jouw bloemen niet! Wèg -met jouw bloemen! Was teruggekommen zooas ’t je pàste! Had niet je dag -verluierd, je dag verdaan met onzin—ònzin, zeg ik je! Gister ben je -niet thuis geweest, had je ’n uitvlucht! Eergister heb je geen vin -verroerd! Zóo alle dagen die God geeft! Ben jij ’n zoon? Denk jij ’r an -dat je ’n blinden vader heb, dat ’t ongeluk me vervolgt, dat Levi en -Abram en zoo’n koopman-van-niks as Aaron—alles naar zich toehalen, dat -m’n zaak verloopt, m’n goeie zaak m’n zaak, waarvoor ik gezweet heb, -m’n zaak, m’n záák! Ik kan ’r bij huilen! Op m’n ouwen dag kan ’k -bedelen gaan! Heb ’k je daarvoor grootgebracht! - -ESTHER. Trek ’t je toch niet zoo an! Mot je om zoo’n zoon grienen? - -SACHEL. God straft me wel! Heb ik ’t brood uit me mond gespaard -toen-die ’n kind was? Hebben z’n moeder-zaliger en ik kromgelegen om ’m -groot te brengen! Heeft-ie scholen bezocht en talen geleerd, waarvan -wij nooit gehoord hebben! Hebben we ons uitgekleed voor ’m, bij ’m -gewaakt as-die ziek was, ons alles ontzegd om ’t hém goed te laten -gaan! En nou? Wat heb ik nou? Nou kan ik alléén rondwurmen! An niemand -steun! Nou kan ’k vèrrèkken! Nou mot ’k wachten tot ze híér kommen met -handel—me laten bedriègen—me laten bestelen! - -RAFAËL. Dat ’s niet mijn schuld. - -SACHEL. Niet zijn schuld! Ik kan ’m vasthouen! Ik kan ’m daar dwingen -thuis te blijven en voor mijn te kijken! - -RAFAËL. ’k Heb over al die dingen gedacht van middag, lang nagedacht—je -heb gelijk, maar ànders worden kan ’t niet, nou niet, nooit meer. - -ESTHER. Stapelmesjogge! - -SACHEL (hard). En wáarom niet? - -RAFAËL. Dat kan ’k niet zeggen.... - -SACHEL. Jij liègt! Jij heb iets buitenshuis, dat ik niet weten mag, dat -je verbergt! - -RAFAËL. Nee. - -SACHEL. Zeg op! Zeg op: je mag alles zeggen! - -ESTHER. Geheimen? ’t Zullen me geheimen zijn! Nog geen dubbeltje zijn -ze me waard! As die niks zeit, weet ik nog genog! - -SACHEL. Op ’t graf van z’n moeder heit-ie gedacht! Hahaha! Op ’t graf -van je moeder most jij niet durven kommen! - -RAFAËL. Waarom zullen we zóó tegenover elkander staan? Ik zal hier niet -lang meer blijven, ’t je niet lastig maken. - -SACHEL. Wat? Wàt zegt-ie? - -ESTHER. Schtos! Allemaal schtos! - -RAFAËL. Ik ga weg. - -SACHEL. Jij gaat weg? Jij gaat weg? Zegt-ie dat Esther? - -RAFAËL. ’t Is beter vrindschappelijk van mekaar te gaan. Over heftige -dingen heb je later spijt, altijd spijt.... - -SACHEL. Hahaha! Hahaha! Nou is alles in orde! O! O! O! Voel je dan niks -as je m’n oogen ziet? - -RAFAËL. Vroèger gaven die me onrust, angst, wroeging—hoe zal ik ’t -noemen?—vroeger had ik alles voor je kunnen doen,—in den tijd toen ìk -jong, jij hulpeloos was—vroeger zou ’k geen oogenblik rust hebben -gehad, als ’k tranen in je arme oogen had gezien—vroeger zou ’k me de -haren uit ’t hoofd hebben getrokken bij de gedachte—ènkel bij de -gedachte—je displeizier te doen—nou is dat ùit me—heelemaal ùit me—je -heb ’t ’r uit getràpt! - -SACHEL. Ik? Ik? Wat heb ìk joú gedaan? Wat? Wat? - -RAFAËL. Nee, ik wil je niks verwijten. Je ben ’r niet verantwoordelijk -voor. Je heb ’t zèlf geleerd.... - -ESTHER. Ik ga naar bed. Ik heb genog van die kinderpraat! Zal ik me -nachtrust geven an zùlk gekles! Hij wil wèg: laat ’m gaan! ’k Dacht dat -je wijzer was. Allemaal praatjes, uitvluchten, smoesjes! Mòrgen -vraagt-ie je weer centen! Jouw zoon is ’n klaplooper—nou wéet je ’t! - -SACHEL. Ze heit gelijk! Wat stoor ik me an joùw gekkepraat. Maar ’r -komt ’n end an me geduld! ’k Heb ’t lang genoeg gekropt. Làng genoeg! - -RAFAËL. Dreig niet. Ik zei je dat ik ’n besluit genomen heb—’n besluit -dat zóó vaststaat, dat niemand ’r iets aan veranderen kan. Ik ga weg. -Heel gauw. Ik maak jullie ongelukkig. Jullie mij. ’k Weet geen àndre -oplossing. - -SACHEL. Waàrom wil jij weg? - -RAFAËL (droevig). Dat is mijn zaak. - -SACHEL. Bloedhond! ’n Blinden vader an z’n lot overlaten! God zal je ’r -voor bezoeken! - -RAFAËL. Nee. Dat kàn niet. Ik voel me voor ’t eerst sinds jàren -rustig—nou ik mijn weg ga, nou ik weet wàt ’k doen moet. - -SACHEL (woest). Maar de reden, de reden! Je heb toch je hersens! Je ben -toch niet volslagen idioot! De reden! De reden! - -RAFAËL. De reden—de reden. Sta je ’r zóo op? O, ’t zou voor ons beiden -beter zijn, als ’k zweeg. Je wìl dat ik spreek? Dan zùl je hooren, dan -zul je weten hoe ’k me hier ben gaan voelen als ’n ellendige, als ’n -vreemde. - -ESTHER. Ach wat ’n schtos! Wat doen we met die onzin! - -RAFAËL. Laat me uitspreken. Ik kijf niet, maak geen twist: zeg de -dingen kàlm—als je ’t voelen kunt: wanhopig—’t Is niet zoolang -geleden—’k denk twee, drie—’k weet ’t niet—’t Doet ’r niet toe. Ik was -onnoozel, ’n jongen, ’n kind. En ’k hield van je, vader. ’k Hield -zièlsveel van je. Als ’k je tasten zag door den winkel, de -bergplaatsen, dan moest ik haast snikken. Had ik je niet gekend met je -oogen vol leven en opgewekt? ’t Was zoo verschrikkelijk je àltijd in ’t -donker te denken. Soms kneep ik m’n oogen dicht, hield m’n hand er voor -om ’t licht af te sluiten—dan dacht ik: god, hoe schrikkelijk, hoe -vreeselijk—hij heeft de dingen gekend zooals ik ze ken—nou moet-ie -gissen, de vormen raden, de kleuren raden.... - -SACHEL. Hou je mond! Dát vraag ik je niet! - -RAFAËL. Toen kwam de dag.... ’n Vrijdag... ’k Was begonnen je in de -zaak te helpen.... Je had ’n partij goed verkocht—’k weet niet meer -wàt.—De schuit lag voor de loods—de knechts stouwden de balen er in. ’k -Ziè ’t gebeuren. Jij stond bij de weegschaal. Je zag me niet: had me -niet hooren loopen. Nièmand zag me: ’k was in de scheemring van de -loods. Jozef, de knecht, las ’t gewicht—zelf schreef je de getallen. Ik -keek naar je met ’n zoo groote genegenheid, ’n zoo groot meelijden. Je -had zooveel wil—je droeg ’t ongeluk zoo dapper. ’k Zag je vingers -bevend bewegen over ’t papier—’k wou naar je toekomen en zeggen: laat -mij ’t schrijven—vermoei je niet.—Maar op eens zag ik iets, iets dat me -dee schrikken, me terugdrong naar de scheemring van de loods. ’r Werd -’n baal gewogen—Jozef en de koopman bukten naar de gewichten—en -terwijl—tastte je voet naar de scháal—bleef er op drùkken. Ze wogen je -voet mee. Niemand lette op je. Ze hadden vertrouwen in je blinde oogen. -Je stal. Je was ’n dief... - -ESTHER. Dat lieg je! ’k Zou me schamen zulke leugens te zeggen! - -SACHEL. Laat ’m gaan... laat ’m uitspreken... - -RAFAËL. Ik lieg niet! Loog ik maar!—Ik dacht dat ’k me vergist had, -bleef angstig wachten op ’n tweede baal.—De baal kwam—werd op de -bascuul geschoven—wéér drukte je voet op het blad—wéér nam je watje -niet toekwam. Ik hoorde den koopman verwonderd spreken dat de balen zoo -zwaar waren; wantrouwig bekeek-ie de schaal. Jij, stond zwijgend, met -gevouwen handen—je stond zóó verlaten, zóó rampzalig met je enkel-witte -oogen, dat niemand aan je dacht—’n hulpelooze blinde. En bij élke -schaal herhaalde je ’t—óver de twintig maal. Twintig maal! Twintig maal -je stelende voet en je dooie oogen, je bewusteloos meeleven, je -misbruik maken van ’n ramp, je misbruik maken van ’t meelij van -andren!—Nou weet je de hoofdzaak. ’k Heb zitten huilen achter de -loods—zoo màl was ik toen. Twee uur later zijn we naar de kèrk gegaan, -zooals elken Vrijdagavond. Je zat naast me. Ik bad niet. Telkens keek -ik naar je oogen om er iets in te vinden, om er ’n uitdrukking in te -zien—telkens zag ik het wit zonder pupillen, ’t wit zooals ’t geglansd -had toen je bij de bascuul naar den hemel stond te kijken.—’t Was ’n -bleeke hemel met ’n énkele violette streep: zóó sterk is ’t me -bijgebleven.—Van de kerk gingen we naar huis. De sjabbestafel wachtte. -Je klaagde, dat ’k stil was. Ik wàs stil. Je zei brooge. Je doopte ’t -brood in ’t zout. En aldoor keek ik, kéék ik. ’t Lamplicht scheen in je -oogen. ’t Lamplicht gaf ’r denzèlfden glans aan als de hemel. Je wierp -’n glas om—wat nooit gebeurde. En ’k voelde niks. Je was geen blinde -meer voor me. Je was ’n..... Je was ’n..... Waarom zal ik verwijten en -schimpen? ’t Is gebeurd. Honderd keer na die eerste heb ’k ’t zelfde -van je gezien. Ik wou je vervangen, zèlf ’t goed wegen, afleveren. Jij -wóú niet. Je maakte je kwaad. Nooit mocht ik aan de bascuul komen. Je -beloog me. Je zei dat je niet werkloos kon blijven, dat je geen rust -had als je stil moest zitten. En met Jozef sámen—met je knecht lag je -onder éen deken!—bleef je de kooplui bestelen, bestèlen. Laat me -uitspreken! Langzaam heb ’k alles begrepen, ben ’k je gaan -minachten.—’n Blinde beklaag ik zoo innig—’n blinde zie ’k voor me als -’n mensch van wie God ’n oneindige gelatenheid vraagt èn een gróóte -berusting—’n blinde zie ’k als iemand die voor de helft afscheid heeft -genomen—van àlles.... Joú zag ’k ’t gèld dat je bij elkaar schraapte -bestréelen, jou zag ’k vechten en worstlen om naar je toe te halen, jou -zag ik dag aan dag—bedriegen. O, hoe wouen je blinde oogen me dan wat -doen. Hoe wou je voor me staan als ’n hulpelooze, als ’n vàder! - -SACHEL. Doen àndren anders? - -RAFAËL (triestig). Ons héele volk is ontaard. [2] - -SACHEL. As ìk niet neem, nemen andren dan niet? Is ’t niet onze hàndel? -Maken zij geen misbruik van mijn ongeluk? Gaan we niet elk uur -achteruit? Kan jij eerlijk zijn—as ze je bestelen van alle -kanten—bestelen an wicht—bestelen an kwaliteit? Is handel geen hàndel? - -RAFAËL. De andren heb ’k àltijd veracht—maar dat ik eéns zou leeren -joúw ongeluk te vergeten.... dat je àltijd voor me zou blijven de -man—bij—de—bascuul. - -ESTHER. Veel heb ’k van me leven gehoord, maar zóo iets nog nooit. Daar -heb ik nou verstomd van gezeten. Waar haalt iemand de vuilheid vandaan! -Verwijt z’n ouwen vader dat-ie z’n best heit gedaan voor z’n brood. Hij -neemt niet as-die krijgen kan! Hij geeft gewicht toe! As je vader zoo -niet gehandeld had, kon jij nou bedelen gaan! Og! Je zal ’t elk jaar -verdienen wat ze óns bestolen hebben! Is dat diefstal? Noem jij -diefstal as je voor je brood steelt? Dan is ’r in de heele stad geen -eerlijke Jood en geen eerlijke Chris! De een steelt op die manier, de -andere op die. Geen mensch is dief in z’n eigen zak. Hoe wou jij handel -drijven? En eet je d’r niet van mee? Is zelf te lam om te werken en z’n -ouwen vader gooit-ie verwijten voor z’n voeten! - -RAFAËL. Ik heb ’t niet uitgelokt. Ik had m’n mond gehouen. Maar nou ’k -weg ga.... - -SACHEL. Jij gáat niet weg! Ik wil niet dat jij weggaat! Waarom zou je -weggaan? ’k Heb toch niks op de wereld! Heb ’k ’n misdaad begaan? As je -oud en wijs genoeg ben, zal je begrijpen wat hàndel is. Bijt je ze niet -van je af—dan sta je binnen ’n jaar op straat.... Je mot ’n róófdier -wezen... Anders trappen ze je ’r onder... Zonder gèld ben je weerloos, -zonder gèld ben je an ze overgeleverd, zonder gèld ben je niks! Heb ’k -’t niet voor jóú gedaan? Wie krijgt alles na me dood? - -RAFAËL. Laten we ’r niet verder over praten. ’t Is laat. ’k Ben moe. ’k -Had beter gedaan ’r niet over te spreken. Denk ’r over na, vader. We -kunnen vrindschappelijk van mekaar gaan. - -ESTHER. Wil ik j’s wat zeggen? As jij ’r zèlf over slaap—heb-ie morgen -spijt over wat je nou allemaal gezeid heb.... Schtos! Hij gaat weg! Nog -in geen tien jaar! Wil je wat eten? - -RAFAËL. Nee. ’k Heb geen trek meer. - -ESTHER. Dan mot je maar trek maken. ’t Is aardig ongezond ’n heele dag -met ’n nuchtere maag te loopen. ’k Heb nog ’n kliekie snijboonen met -aardappelen en ’n stukkie schapevleesch. Zal ’k ’t even warmen? - -RAFAËL. Nee. - -ESTHER. Voor wat straf je je maag? Roos! Roos! - -ROSE. Roep u? - -ESTHER. ’k Dacht wel dat-je nog op zou zijn! Wil jij ’t kliekie even -warmen? - -RAFAËL. Nee, tante—ik eet niet. - -ESTHER. Wàrm jij ’t maar! (Rose af) As je de lucht ruikt, eet je wel. - -RAFAËL. Heeft zij—gehuild? - -ESTHER. Weet ik veul! ’k Heb genog zorg an me kop. Kom, ’k zal binnen -de tafel dekken... - -RAFAËL. Nee. Nee. Ik kàn nou niet meer. M’n keel is toegeschroefd. - -ESTHER. Zenuwen! Niks as zenuwen! Je windt je op voor niks! Geen -wonder. Je etensuur verzetten en ’s nachts niet slapen! Groote nar! Wat -heb je òp gedaan van nacht? Was je ziek? - -RAFAËL. ’k Kon niet slapen... ben opgestaan... Nacht vader—Nàcht -vader!—Geef je geen antwoord?—Nacht. - - - - -ZEVENDE TOONEEL. - - -SACHEL. (Staat op—bevoelt de pennen van de luiken—bonst zich voor ’t -hoofd) - -Hij was op vannacht—En—èn die mèid was op—Ze waren sámen -op—sámen—Waarvoor waren ze op?—Waarom heit die sjikse gehuild?— - - - (EINDE VAN HET EERSTE BEDRIJF). - - - - - - - - -TWEEDE BEDRIJF. - - -De huiskamer van Sachel achter den winkel. - - - - -EERSTE TOONEEL. - - -Rose. Rafaël. - - -RAFAËL (binnentredend). Waar is vader? Waar is tante? - -ROSE. Ze zijn nog niet terug van de kerk. We zijn alleen—Goddank! - -RAFAËL. Liefje—huil je? - -ROSE. Raak me niet an! Raak me niet an! - -RAFAËL. Hebben ze je....? Wat is ’r? Kom, huil zoo niet! - -ROSE. O, dat ik naar je geluisterd heb! - -RAFAËL. Is ’r iets gebeurd? Wat dan? - -ROSE. Laat me met rust! Ik walg van je! Ik haat je! Ik haat jullie -allemaal! O, o, dat ’k sterven kon, dat God me zoo dadelijk dee -doodblijven! - -RAFAËL. Heeft vader je iets gezegd? Heeft tante.... - -ROSE. Nee! Nee! Nee! Raak me niet an! Ik wil van jou niet gezoend -worden! Ik wil alleen dood, dood! - -RAFAËL. Kom, màlle meid! Ben ik niet je man, jij m’n vróúw? - -ROSE. Nee! Blijf van me af! Ik je vrouw! Ik! Ik! Hahaha! ’t Is om te -schateren! Ik, je bijzit, je tijd-verdrijf, je hoèr!.... - -RAFAËL. Rose! - -ROSE. Ik, wat ben ik? Ik die niks op de wereld heb—ik die me moet laten -trappen door je vader—door je tante—door elken jóód die hier komt! - -RAFAËL. Joòd? Joòd? Waarom zeg jij jood? - -ROSE. Joòd, joòd! Wat kan ’t me schelen! ’k Ben hier ’n slavin! ’n -Vreemde! ’n Vreemde voor je vader! ’n Vreemde voor je tante! ’n Vreemde -voor den eersten den besten jood.—Ze kijken op me neer.—’k Ben máar de -Sjabbesmeid—ik mag de lampen opsteken—ik mag an ’t vuur komen—ik met -m’n vréémde handen—ik hun mèid, hun mèid! Ik, joùw bijzit! Want je ben -als de àndren—je heb me getrapt als de andren.—Je ben ’n jood zooals -zij!... - -RAFAËL (neemt haar hand). O wat vind ’k ’t nàar dat je dàt zegt! Wat -vernedert ’t je zelf... Ik weet niet wàt de oorzaak is dat je zoo -opgewonden ben, zoo buiten jezelf, zoo ruw, zoo onvrouwelijk, zoo -grof..... Maar ik weet wel, Rose, dat je ’t woord niet meer zeggen -moet. ’t Herinnert me an zoo’n boel dingen. Nee, laat me je hand houen. -Zóó zit ik met de óúwe vertrouwelijkheid—Toen ’k ’n kind was—met andere -jongens wilde spelen—scholden ze voor jood—smaus. ’k Wist niet waarom. -Misschien zìj ook niet. Ze deeën ’t uit gewoonte. ’t Dee pijn. Want als -kind vroeg je jezelf: Is er iets bijzonders aan me? Heb ik iets gedaan? -Ben ik anders dan zij? Wat is joòd? Wat? Soms smeten ze met steenen, -riepen: jullie hebben Jezus gekruizigd! Ik klaagde. M’n moeder zei dan: -je moet er om lachen—je moet er aan wènnen—Eens op school—’k had niet -opgelet—trok de meester me uit de bank, gaf me ’n klap, zei: in den -hoek staan, jood! Ik stond ’n uur lang in den hoek, ik, de eenige jood -van die school en door m’n zotte tranen zag ’k de jongens die lachten, -den meester, de banken, de kamer. En ’n wrok kwam in me. ’k Had dien -man kunnen ranselen, ’k had me kunnen wreken aan allen. Waarom was ’k -’n vreemde? Waarom zeien ze jood? Zoó begon ’t. Zoo hoorde ik ’t in m’n -jeugd. Zoo bleéf ’t—M’n moeder stierf. Den dag dat ze begraven werd, -gingen we langzaam achter de kist, vader, ik, haar broers, de vrienden. -Op den hoek van ’n straat stond ’n slager—’k weet z’n gezicht nòg—en -die lachte.—„Daar gaat ’n ouwe jodin”, hoorde ’k ’m zeggen.—Vader werd -blind. Den eersten dag dat ’k ’m leidde, liep hij aan tegen een man en -die schimpte: kijk waar je loopt, jood!.... Wil je meer? Is ’t genoeg? -Hoor je dat ’t woord me niet vreemd is? - -ROSE. Rafaël.... - -RAFAËL. Als kind dee ’t pijn, had ’k ’t gevoel alsof ik ’n merkteeken -droeg, alsof jood-zijn ’n slecht ding was—Ik leerde, keek om me heen. -En overal in de vrije christenmaatschappij zag ’k de wrijving—de -vijandschap van de rassen, de vijandschap van de godsdiensten. Maar als -màn, lieve vrouw, heb ’k dat vroeger gevoel van verbittering verloren, -is er iets in me open gegaan, dat me meelijden, innig meelijden heeft -gegeven met wie jood-schimpen kán! Doe ’t niet meer. Zie ons hier -zitten—jij—’t is om te làchen!—’n christen vrouw—ik—O, wat dwaas -niet?—’n jóòd! Hoe kunnen wij twee, als we elkander in de oogen zien—an -zùlke kleine dingen denken... - -ROSE. Je heb gelijk—Je ben beter dan ik, wijzer dan ik. Maar ’k was zoo -wanhopig, zoo òp! En nog, nog! Hebben ze je niks gezegd? - -RAFAËL. Gezegd? - -ROSE. Gisteravond zat ’k dáar, bij de deur. Aaron was hier, praatte met -je vader, met je tante.... - -RAFAËL. Over zijn dochter Rebecca, die drieduizend gulden inbrengt—ik -weet het. - -ROSE. Je weet ’t.... O ze halen je van me af.... Ik ben bang voor je -vader, durf ’m niet anzien. Alles hoort-ie in m’n stem.... Wat moet ’r -van me worden! Jij liegt niet. Ik geloof je. Alles aan je is eerlijk. -Maar wat kùn jij? Wat kun je tegen hem, haar? Als ze ’t begrijpen -zetten ze me op straat. Zij hebben rechten. Voor mij ’n ander. En dan? -En dan? Ik wou dat ’k niet geboren was. Dat hoort God! - -RAFAËL. Nou heb ’k je aangehoord—kalm. Zie je—ik glimlach. Ik glimlach -omdat je bang ben voor ’n meisje dat ik niet ken, misschien éens -gesproken heb. - -ROSE. Zoo gaat ’t altijd bij.... - -RAFAËL. Zeg maar bij.... ons. - -ROSE. Jà—bij jullie. Heeft Meijer z’n dochter niet gekoppeld aan den -zoon van Markus? Hadden die twee elkaar ooit gezien? Hebben de vaders -’t niet in orde gebracht? O, Rafaël bedrieg me niet! - -RAFAËL. Kind—soms is er iets in je toon—in je vragen—in je kijken dat -me triestig maakt. Ik zou je zoo graag willen opheffen, opheffen van -dat làgere levensplan, je heelemaal brengen tot ’t mijne, je heelemaal -meenemen naar mijn wereld, waar geen plaats is voor de kleine, -ophitsende, wantrouwende dingen, die joù dikwijls zoo zwak maken. Ik -kan me geen voorstelling vormen van je angsten. Elk woord van je -twijfel is me ’n raadsel. Heb ik je dan niet in die uren dat-je in m’n -armen lag—als de nacht om ons heen was en je élke aarzeling zou gevóéld -hebben—gesproken van m’n liefste hopen, gesproken over de toekomst van -ons beiden? Is er dan plaats voor ’t benauwde geknoei van andren? Ben -ik dan zoo week, zoo karakterloos in je oogen dat je spoken ziet waar -ze niet zijn, dat je maar één oogenblik veronderstellen kúnt—dat ik.... -ik.... ik! Hahaha! Ik verkocht! Ik die princelijk begin te leven! Ik -hokkend met zoo’n vrouw! Ik bruidcenten tellend! Ik ingezegend! Ik die -geen jóód meer ben! Ik m’n nek buigen!.... O liefje wor toch -sterk—geloof in de geringste van m’n woorden—wees niet bang—twijfel -niet! Hoe kan ’n man twijflen die sterk is door ’n vrouw? Hoe kan ’n -vrouw aarzlen als ze één in extase is geweest met ’n man? En gaan we -niet samen hier vandaan? - -ROSE. Is dat waar? Gaan we heen? - -RAFAËL. Eergister heb ik ’t ’m gezegd—m’n vader. - -ROSE. O! Wat ’n geluk! Meen je ’t? Meèn je ’t? En gaan we vèr weg—waar -de menschen ons niet kennen, jou niet, mij niet? - -RAFAËL. Waarom zouen we vèr weggaan? Waarom ons verbergen? Kunnen we -niet met trots komen waár we willen? Diè tijd is voorbij. ’t Wordt -lichter over de wereld. ’t Zal ’n héele rijzing van zon zijn, als we -voorbeelden stellen, als we nièt schuchter wegschuilen, maar elkeen -eerlijk in de oogen zien. - -ROSE. Dus je neemt háár niet? - -RAFAËL. Ben ik niet getrouwd? - -ROSE. Ja, ja, ja, we zijn getrouwd! ’t Is alles malligheid van -me—angsten—wantrouwen! Zie je, wanneer je altijd bij me bleven kon—zoo -héel dicht bij me, zou ’k lachen om de hééle wereld—de wereld is slècht -niewaar? - -RAFAËL. Nòg is ze ’t. Maar ’n nieuwe tijd breekt aan. (in extase) Als -je goed luistert, hoor je ’t breede rumoer van ’t opgaande volk, zie je -banieren en vlammende oogen, voel je de lucht sidderen.... -(glimlachend) ’t Was me zoo vreemd, zoo zonderling toen vader me sprak -van dat meisje—toen hij beloòfde dat ìk-alleen de „zaak” drijven -mòcht—als ’k blééf—als ’k háár nam. Ik heb hem aangekeken met ’n -machtige verwondring. Hoe is ’t mogelijk dat twee levens zóó ver van -elkaar komen te staan—’t leven van ’n vader—’t leven van ’n zoon?... Ik -heb hem gezegd dat ’t niet gebeuren kòn, dat ik weg moest! ’k Heb -gelàchen.... - -ROSE.... Weg moest? Zul je láter geen berouw hebben dat je gekozen heb -tusschen hem en mij? - -RAFAËL (haar op zijn schoot trekkend). Ik kiès niet tusschen joú en -hèm! Jij ben ’n deel van ’t níéuwe leven. - -ROSE. Hij is blind—’t lijkt zoo wréed.... - -RAFAËL. Maak je geen verwijten. Ik kan je niet àlles zeggen, wil ’t -niet. Wat gebeurt, móést gebeuren. Elk geslacht geeft z’n smarten, z’n -tot ruïne vergaan, z’n opbloeien van jeugd.—Kom—denk niet na. - -ROSE. Heb je hem niets gezegd van òns? - -RAFAËL. Nee. Nog niet. Eerst als je dit huis heb verlaten. Eerst dán. -Jij zou hun schimp, hun haat niet verdragen. Je kent ze niet. - -ROSE. Stil! God! - - - - -TWEEDE TOONEEL. - - -Rebecca. Rafaël. Rose. - - -REBECCA (driest-lachend). O!.... - -RAFAËL. ’t Is niet de gewoonte ergens binnen -te sluipen. - -REBECCA (lachend). Sluipen? Ik heb geklopt één—tweemaal. Je hoorde -niet. - -RAFAËL. En op Zaterdag drijft m’n vader geen handel. Derde gebod! - -REBECCA (verwonderd). Ik kom niet voor handel. - -RAFAËL. Niet voor handel? Ei, wel! - -REBECCA (lachend). Vader zei me hierheen te gaan.... - -RAFAËL. Je vader? Vierde gebod! - -ROSE. Rafaël! - -RAFAËL (smartlijk-spottend) .... Je vader.... Dat ’s Aaron, de koopman. -Ga zitten—laten we hàndlen. ’k Heb afval te koop—afval van ’n vòlk! -Voor éeuwen sprak Bil’am—de Eeuwige heeft hem ontmoet; wéet je nog: hoe -de Rebbe ’t leerde?—„Hoe schoon zijn uwe tenten, Jacob! Uwe woningen -Israël! Als beken alom verspreid, als hoven aan een rivier, als de -aloës door den Eeuwige geplant, als cederen aan het water”... Ga zitten -Rebecca. De heugenis der tijden is groot. Uit Egypte zijn we gevoerd. -In de woestijn Sinaï waren wij gelegerd.—Ik erf dit àlles, de -bergplaatsen, den grond, de kachel, ’t portret van m’n moeder, ’t -ganneke-ijzer. En jij? Is ’t drie, is ’t vier, is ’t vijf? En twàalef -van alles? Laten we handlen.... - -REBECCA (verlegen). Je doet zoo vreemd .... Je maakt me angstig.... - -RAFAËL. O, ik ben zacht als ’t bloed van ’t kalf, waarin Aaron zijn -vinger doopte. Jouw vader heet Aaron oók—Aaron, Aaron-de-priester! Je -kan koken en braden—èn ’n doodshemd (zegt tante) naai je zoo rad en zoo -net! Je ben ’n huisvrouw om te stélen! Blijf hier, Rose! - -ROSE. Laat me gaan! Laat me gaan! - -REBECCA (met stijgende verlegenheid). Heb ik je wat misdaan, dat je -zoo, zoo.... - -RAFAËL (smartelijk). Misdaan? We hebben elkander éénmaal gesproken. Hoe -zou je misdaan kùnnen hebben? Wàar was ’t? ’t Was in ’t huis van je -vader. Je zei iets tot mij. Ik zei iets tot jou. Woorden, woorden van -èlken dag. Misdaan? Je heb mooie oogen, ’n mond om te kussen. Je handen -zijn blank. Je zult moeder van véel kinderen worden. Peroe oerewoe -oemieloe es hoöres [3]—gaat en vermenigvuldigt je—En ’n kind—hàhà!—’n -kind is ’n weelde, ’n kind groeit uit de aarde als ’n plant met ènkel -knoppen van vreugd.—Wat breng je mee? Drie, vier of vijf? Als m’n vader -drie neemt, neem ik drie! Als m’n vader vier neemt, neem ik vier! Neemt -hij vijf is ’t mij goed! Ik ben gezond, heb geen gebreken. Ik heb ’n -ziel. Die krijg je toe! Ik droom. M’n droomen zijn te geef.... O -Rebecca, we kunnen zoo gelukkig met elkander zijn! - -ROSE. Laat me gaan, Rafaël. Ik kàn je niet hooren! - -REBECCA (driest). Hoor wat zij zegt—zij, de sjikse, die zich scháàmt! - -RAFAËL (vernietigend). Ze schaamt zich over hàndel op Zaterdag.... Wees -indachtig dat je de Sabbathdag heiligt. Ga nog niet heen Rebecca. Je -naam is zoo lief en zoo zoet—om zachjes te zeggen.... Rebecca.... -Rèbècca.... Moeder van Esau en Jacob.... Weet je hóe Jacob zijn broeder -bedroog, zijn blinden vader bestal? Ook de mijne is blind. Heb je ’t -vel van een geit meegebracht voor mijn handen en hals?—Ah, we zijn voor -elkander geschapen, bestemd Israël te doen voortleven, Israël weer -groot te maken!—Kijk om je heen. Kijk rond! Er zijn kostbaarheden, -sieradiën in die kast, beleende horloges en goud. Alles wordt mijn. -Alles. De grond waar we op staan, de stofdeeltjes, de zonnestralen, het -rek met tefillem [4]. ’t Hangt af van je zelf! Waarom breng je geen -vijf mee? Voor drie doen we ’t niet—m’n vader en ik! Voor drie zijn we -bekòcht—m’n vader en ik! Voor drie, verbinden we ons niet, m’n vader en -ik! Met drie, hebben jullie ’t voordeel, joùw vader en jij.... - -REBECCA (angstig). Ik hecht aan geen geld, Rafaël.... - - (Rose af.) - -RAFAËL. Wee ons! Dan hoor je hier niet thuis hier niet, in de heele -stad niet!—O?—Huil je? Rebecca-lief, huil je? Wat doen tranen bij -hàndel? Weent je vader ooit als hij kóópt? - -REBECCA. Waarom ben je zoo wreed? ’k Heb niet één woord gezegd.... Ik -zal weer gáán.... verlang niks van je, niks.... - -RAFAËL. Ga, ga, Rebecca.... Ga tot je vader. Vraag geld, véél geld! -Ween niet. Ik voorspel je: je trouwt! Je trouwt ’n beetren dan ik. Ik -ben geen drièduizend waard.—Geef me je hand. O, kind—je ben nog zoo -jóng. ’k Wou dat ’k wat voor je kon dóén.... - -REBECCA. Nee, niks.... - -RAFAËL. Ja—ja—’n ráád—iets dat je moet onthouen voor làter—voor veel -later... voor... Nee! Dwaasheid!—Hoe kan ik je raden? Ik ken je niet, -zag je maar éénmaal, weet nauwlijks de klank van je stem, den glans van -je oog.... - -REBECCA. Goeiendag.... - -RAFAËL. Goeiendag, Rebecca!—Rose!—Rose, ben je tòch heengegaan! - - (af). - - - - -DERDE TOONEEL. - - -Sachel. Esther. Rebbe Haëzer. - - -ESTHER. Ging Rebecca daar niet? ’k Zou ’r op zweren. Nee, ze is ’t toch -niet.... Kom u binnen. Wees u voorzichtig. - -HAËZER. Pas op voor de drempel. - -SACHEL. Hier ken ik de weg—heel precies—heel precies. Help me maar -niet. ’k Ben niet gewend geholpen te worden. - -HAËZER. Is Rafaël niet thuis? - -ESTHER. ’k Zal wel is kijken. Maar zoo’n haast heit ’t niet. Laat-ie -maar blijven. Dan kan Sachel u verder vertellen. - -SACHEL. Wat helpt vertellen? Heb ’k niet àlles verteld? D’r zit geen -hart in die jongen. Z’n vader behandelt-ie als ’n stuk vuil. Erger nog. -En voor wie heb ’k alles gedaan? Voor wie vraag ik? Dat’s m’n ouwe dag! -Geen uur vrede, geen uur rust! - -HAËZER. La-la-la. Loop niet op de dingen vooruit. Ik heb dat meer bij -de hand gehad. Jeùgd, Jeùgd. Anders niet. Daar moet je niet met geweld -tegen ingaan. Geweld bederft. Ik ken Rafaël, beter dan jij. Heb ’k ’m -niet zien groeien? Kwam hij niet uit zichzelf bij me, als-ie iets -kwaads gedaan had? Weet je nog hoe-die me gebiecht heeft van die -appel—die appel—op Groote Verzoendag.—Geen hardheid.—Geen groote -woorden.—Geen geweld.—Hij gaàt niet heen.—Hij troùwt de dochter van -Aaron. - -ESTHER. Wat heb ik je gezeid? Nou hoór je dat ’k gelijk heb. - -SACHEL. Ik voel ’t ánders. Ik heb geen macht meer over ’m. Vroeger. Ja, -vroéger—zooas ’t staat in de boeken van Mozes—vroeger kon je ’n zoon -dwingen—dat was recht.... - -HAËZER. Gekkigheid—gekkigheid. We stéénigen niet meer. We gaan vooruit -en niet achteruit. Vroeger, werd een ongehoorzame zoon naar de poort -van de stad gebracht en gesteenigd. Dat weet ik wel, gekje—maar we -hebben geen poorten meer—je màg niet met steenen gooien. Elke ruit kan -je betalen. Andere tijden: andere zorgen, andere dwàng. Eer we drie -maanden verder zijn is Rafaël getrouwd en ’n jaar later kom ’k op de -brezemiele. [5] Want je krijgt ’n kleinzoon. Ik zeg je, ’t is ’n -kleinzoon. Hahaha! Ja-ja, je doet veel beter je zorg weg te lachen. - -ESTHER. ...Groot gelijk, mijneer de rabbijn... Met de dag wordt-ie -zwaartillender—en nou ìs Rafaël ’n lastige jongen, maar overleg is ’t -halve werk. Zal u wat gebruiken? ’n Koppie koffie met kiks? - -HAËZER. Met twéé stukken kiks.... - -ESTHER (in de deur). Roosie! Roosie! Breng je de koffie? - -SACHEL. Gister heb ’k ’m gezeid: jij mag de zaak alleen drijven—ik zal -me met niks meer bemoeien—en—en—en ’k weet ’n vroúw voor je—’n vroúw -die wat meebrengt—’n goeie vrouw—hij hield z’n mond—hij hield z’n -mond.—Zeg je niks, zei ik—en ’k hoorde ’m met z’n vingers trommelen op -de ruit.—Dat doet-ie méer.—’k Weet precies wánneer-ie ’t doet.—Ze -brengt wat in, zei ik—ze heeft wat te wachten.—Toen lachte-die.—Waarom -làch je, zei ik.—Toen lachte die hàrder en kwam op me toe—en pakte m’n -hoofd beet: o vader, ’k heb zoo’n meelij met je, zei-die—toen liet-ie -me staan—anders zei-die niks—anders niks.—Nou vraag ik.—Daar zit iets -tusschen.—Dat kan zoo niet.—’t Is ’n gruwel wat me gebeurt..... - -HAËZER. Gruwel, gekje, gruwel? Je moet niet toegeven aan je -achterdocht, aan die angst om òveral spoken te zien waar ze niet zijn. -Denk aan Izaac. Izaac was blind en Jacob stal zijn zegen. Heeft-ie -geklaagd? Hij zegende Esau óok. Rafaël is ’n kind, ’n gróot kind.... - -ESTHER. Sust!.... De meid.... - - - - -VIERDE TOONEEL. - - -Sachel. Esther. Rebbe Haëzer. Rose. - - -SACHEL. Is m’n zoon thuis? - -ROSE. Ja. - -SACHEL. Waar is-ie? - -ROSE. Boven. - -SACHEL. Is-ie thuis gebleven, terwijl wij naar de kerk waren? - -ROSE. Nee.... Ja, ’n poosje.... - -SACHEL. Hoe lang?.... - -ESTHER. Wat vraag je die meid toch? - -SACHEL. Bemoei je ’r niet mee!... Hoe lang? Nou? Hoelang? - -ROSE. Dat weet ’k niet.... - -SACHEL. Zoo—Was ’r niemand anders? - -ESTHER. Snauw toch zoo niet! Wat wil je van die meid.... Was ’r nóg -iemand hier, Roos? Laat ’m maar brommen—Was ’r nog iemand? - -ROSE (aarzelend). Nee. ’k Heb niemand gezien. - -SACHEL. En jij heb iemand de deur zien uitgaan toen wij thuis kwamen. - -ESTHER. Dan heb ’k me vergist. Ben je noú tevrejen. ’k Sta wat met ’m -uit, mijneer de rabbijn! Blaas nou nog ’t licht uit onder de koffie.... - -SACHEL. Wat doet me zoon boven? - -ROSE. Weet ik niet.... - -SACHEL. Weet ik niet? Weet ik niet.... Ik weet meer. - -ROSE (verschrikt). ’k Heb ’m niet gezien. - -ESTHER. Laat ’m toch praten.... Geef ’m geen antwoord.... Je kent ’m -toch lang genog—Hier neem ’n stuk kiks mee. - -ROSE. Nee, dank u. - -ESTHER. Ach wat! Neem mee. Eet op. Kauw maar op je gemak. (Rose af) -Zoo’n meid durft op die manier geen mond open doen. En wat ’n goeie -meid. Je kan alles an d’r overlaten. In geen jaren hebben we zoo’n -sjikse gehad. Heb u ’m nou bijgewoond, meneer de rabbijn? En zoo -handelt-ie met iedereen. - -SACHEL. Ik weet wat ik weet. Ik pas op. Ik zie meer dan jij.... - -ESTHER. Goed. Goed. As je maar niet lastig ben. - -HAËZER. Hahaha! Hahaha! Heel goed. Zoo moet je met ’m omspringen.... En -waar blijft onze vriend?.... - -ESTHER. ’k Zal ’m roepen. - -SACHEL. Nee, nog niet. Eérst die meid wegzenden voor ’n boodschap, voor -’n vèrre boodschap.... - -ESTHER. Alweer ’n inval. Waarom zal ik de meid wegzenden? Onzin! -Hindert ze jou wat, hindert ze mijn wat? - -SACHEL. Ze hindert mìjn.... - -ESTHER. Onzin! Onzin! ’k Heb geen boodschap voor d’r. - -SACHEL. Máak ’r dan een—Ik vertrouw d’r niet—Ze staat me niet an—Ze kan -luisteren.... - -ESTHER. ’t Is of we staatsgeheimen hebben! Hoor u ’m? Hoor u ’m? Ik sta -wat met ’m uit. Me laatste cent zou ’k die meid geven. - -SACHEL. Jouw laatste cent? Mot die niet uit mijn zak kommen? Ik heb ’r -m’n reden voor—ik wil dat je ’r wegzendt.... - -HAËZER. Geef ’m z’n zin. En heelemaal ongelijk heeft-ie niet. Je moet -die zaken zonder vreemden behandelen. Al ben je nog zoo goed voor ’n -sjikse—vertrouwen kun je ’r nooit. Wat niet eigen is, wordt niet eigen. - -ESTHER. En waar moet ’k ’r heenzenden? ’k Kan ’r toch op Sjabbes geen -boodschappen laten doen. - -HAËZER. Zendt ’r naar d’r moeder. - -ESTHER. Ze heit geen moeder. - -HAËZER. Naar d’r vader dan. - -ESTHER. Ze heit geen vader. - -HAËZER. Naar d’r oom, naar d’r tante. - -ESTHER. Ze heit geen familie. - -HAËZER. Geen moeder, geen vader, geen familie—dan ben ik uitgepraat. - -ESTHER. En ze luistert niet! ’t Is ’n rechtschapen meid. Nog geen -korrel heit ze gesnoept zoolang ze bij me dient. Je kan me daar ’n meid -zonder reden wegzenden. Waarheen? - -SACHEL. Voor mijn part naar de duivel! Stuur d’r naar Meijer—dat-ie -morgen hier komt. - -ESTHER. Meijer... Meijer... Da’s ’n vol úúr weg. - -SACHEL. Doe wat ’k je zeg. Morgen, tegen één uur, wou ’k Meijer -spreken. De rest komt ’r niet op an. - -ESTHER. Hij mot z’n zin hebben. Doe ’k je ’r ’n pleizier mee, lastige -ouwe? Je zàl je zin hebben! - -(af). - - - - -VIJFDE TOONEEL. - - -Sachel. Haëzer. - - -SACHEL. Ik weet—wat ik weet. Ze mot heelemaal weg. - -HAËZER. Wie? - -SACHEL. De meid.... - -HAËZER. Legt ze je iets in den weg, gekje! Moet je voor die geen andere -nemen? Praat nou ’s over iets anders—wees wat opgewekter. Ik begrijp -wel dat je ongeluk je somber maakt. Maar de Eeuwige, onze God, wil wat -hij wil en in alles is zijn heerlijkheid en zijn grootheid.... - -SACHEL. Grootheid.... Grootheid.... ’t Is moeilijk God gróot te denken -as je door je ooren en je vingertoppen mot zien.... - -HAËZER. La-la-la.... Niet zoo doorslaan.... - -SACHEL. Maar met die meid is ’t wat ánders. ’r Gebeuren dingen onder -m’n dak—dingen—ze bedriegen me.—’k Heb ’r gehoord—laat in de -nacht—en—en.... - - - - -ZESDE TOONEEL. - - -Sachel. Haëzer. Esther. Rafaël. - - -ESTHER. Zoo. Nou kunnen we knuf-knuf praten. - -HAËZER. Dag Rafaël, dag bèste jongen. - -RAFAËL. O.—’k Heb u in làng niet gezien. - -HAËZER. In lang niet, nee.—Ja, heel graag: ik wil nog ’n kopje.—Wel, -wel, wel.—Je krijgt ’n hééle baard. Nee, geen melk.—Schuif wat bij -Sachel.—Zoek nou over de heele wereld, over de heele, héele wereld—en -nèrgens vin je die goeie, prettige, joodsche huiselijkheid. Die vin je -alleen bíj óns. De christenen verstaan ’t niet. Die kennen geen -Sjabbesavond, die wèten niet wat fámilie is. Waar of niet? Bij ’n -Christen ben je niet op je gemak. Al ga je jaar in, jaar uit met ze om, -’t blijft vreemd. Elke jood is ’n stuk van je familie—en ’n jood die -begrijp je, die voelt met je mee, daar vin je iets in van je eigen -huis.—Dat ’s ’n héél fijne kiks—kan òok alleen maar ’n joodsche -vrouw.—En wat is ’r zoo voor nieuws op de wereld?—de wereld is groot— - -SACHEL. ’k Wou dat u sprak met m’n zoon—’k heb u verteld.... - -HAËZER. Ja-ja-ja.—Zóo gewichtig is dat toch niet. Strakjes. Strakjes. -Niewaar, Rafaël, wij vliegen mekaar niet in ’t haar. Bij mij heb je -geen houvast meer! Hahaha! Tja-tja.—Smakelijk lachen is alles. Daar -frisch je zoo heelemaal van op. Slaat daar niet ’n deur? - -ESTHER. Dat ’s de meid die naar Meijer gaat... - -RAFAËL. O! O ja juist. Ja, nou zijn we alleen. - -SACHEL. ’k Heb gesproken over Rebecca.... - -HAËZER. La-la-la. Gekje wat maak je ’t je toch moeilijk! Alles komt op -z’n pootjes terecht. Alles. Niet zoo doordrijven. Niet zoo haastig -gebakerd. Jij heb ’n wil en je zoòn heeft ’n wil—en voor de wil van je -zoon moet je respect hebben. Je mag Rafaël niet behandelen als ’n kind. -Je kent ’m nog altijd van toen die zoo kléin was. Je heb ’m niet groot -zien worden. Als Rafaël redenen heeft, bezwaren heeft om met Rebecca te -trouwen, dan moet je luisteren, dan moet je redeneeren. Want per slot -van rekening troùwt Rafaël en trouw jij niet, gekje. - -ESTHER. Dat zeg ik ook. Hij praat altijd asof hij de bruigom is. Nar! - -HAËZER. Z’n hart is jong genoeg! Hahaha! Niewaar Sachel? Oók ’n -joodsche eigenschap. Zoek ’t bij de christenen! ’n Jood drinkt niet, ’n -jood is matig, ’n jood brengt ’t tot hoogen ouderdom. Zouen we anders, -na zóóveel vervolging, geworden zijn wie we zijn? Wat zeg jij, Rafaël. -Zeg ook ’s wat. Je moet niet zoo ernstig zijn op joùw leeftijd. Neem ’n -voorbeeld an mij. Zou je zeggen dat ’k diep in de zestig ben—maar je -moet niet naar m’n haar kijken. Hahaha! - -ESTHER. Drink u is uit, mijneer de rabbijn. - -HAËZER. Nee. Nee. ’k Ben voorzien. En nou over die kleine kwestie—och, -ze vallen zoo dikwijls voor en je hoeft ’r mekaar niet minder lief om -te hebben—die kwestie, wàt was ’t ook weer? - -SACHEL. M’n zoon.... - -HAËZER. La-la-la—’k weet ’t al—hij wou graag wat van de wereld zien en -nog niet trouwen—nog niet trouwen.—Wel, wel, wel.... En hoe zit dat -zoo, Rafaël?.... Je vader is ’n gekje en jij ben ’n gekje. Jullie zijn -twéé gekjes bij mekaar. Waarom zul je ’t elkander moeilijk maken? En -jij—jij met je gezonde oogen—jij die ’t licht ziet—en de hééle mooie -wereld—hoe kom je op de kinderachtige inval om wèg te willen? Weg—wat -is wèg? Kijk je vader eens an! Zie ’m zitten. Kan-ie ’n stàp alleen -doen?—Weg, wat is weg? Wèg, dat is zijn bij andere menschen. Gekje, -gekje vin je óóit weer ’n huis, waarvan je elk meubeltje ken, élk -hoekje, èlke balk, èlke schaduw. Kijk is rond. Je jeugd vergeet je -nooit. Ben je opgegroeid bij die kast, bij die klok, bij die tafel, -bij, bij, bij wat je maar wil? Weg, dat is breken, brèken met de scheur -in die balk, met de stoelen waar je over klauterde toen je zoo’n kléine -dreumes was.—En onder die lamp hebben we samen gezeten. Weet je nog de -twéé-en-twintig letters, de vijf lange, de vijf korte klinkers... -hahaha! En dan viel de snuif uit m’n neus op ’t gebedenboek—dat heb je -me làter verteld—en je moeder zat dáár—die luisterde—die lachte omdat -jij niet gelooven wou dat de staf van Aaron, die aan ’t huis Levi -toebehoorde—in de tent-der-getuigenis ’n bloem had gekregen—weet je -nog? Wat wil je gekje? Wat krijg je in de plaats als je weg gaat? -Vreemden. Kom je bij andere joden en zit je an de Sjabbestafel dan denk -je an de Sjabbestafel thùis, an je blinden vader die zelf brooge moet -maken, zelf benchen.—En kom je bij chrìstenen en is ’t Vrijdagàvond dan -verlang je naar je soepje èn je pudding—èn naar de kast—èn naar de -lamp—èn naar de klok. Zooals ’n klok thuis tikt, tikt ze nèrgens. -Hoor—En geef me nou nog ’n kopje. - -ESTHER. Zie je—nou lacht-ie zelf.—Malle jongen. Jij trouwt Rebecca—en -ik dans op de bruiloft. - -RAFAËL. Goeie ouwe rebbe.—God gaf dat ’t anders zijn kòn. Maar ’t kan -niet. Nou niet. Later niet. - -SACHEL. Daar heb je ’m wéer! ’k Begin ’r genoeg van te krijgen. - -HAËZER. La-la! La-la-la.—Geen herrie. Met krakeelen bereik je niets. Ik -vraag alleen: waàrom niet, Rafaël? Waàrom niet? De leeftijd van grillen -ben je nou toch te boven. Nooit heb ik ’t je lastig gemaakt. Dat wéet -je. Je ben ’n heele tijd niet in de Schoel [6] geweest—’k heb je niets -gevraagd—ik dwing niet.—Maar noù, maar nòu.... - -RAFAËL. Vraag ’t m’n vader.... - -SACHEL. Hij wil wèg—hij wil weg—om—om—om ’n kwestie van -hàndel—om—om—nooit heb ’k handel ànders voor me gezien.... Maar hij -liégt—ik héb toegegeven, àlles toegegeven—en hij wil niet.... - -HAËZER. Zoo. En nou jij, gekje? - -RAFAËL. Hij heeft gelijk. - -HAËZER. Wat hoeven we dan nog te praten? - -RAFAËL. Maar, zèlfs wanneer ik àlles vergeet wat ik hier—wat ik -hier—van hàndel gezien heb, dan nog kàn ’k niet, wil ’k niet—want -handel en bezit—wérken alléén óm bezit—werken van ’s morgens tot ’s -avonds om géld naar je toe te halen, géld, géld—dat zou ’k niet kunnen, -dat is spótten met ’t leven, dat is bestaan op kosten van -andren—èn—èn—o, goeie rebbe—waarom zeg je ’t niet in de kerk—dat -strijdt tegen de wetten van Mozes.... - -HAËZER. Wéér ’n profeet! In geen tijden hebben we zóóveel profeten -gehad. Handel—bezit—in strijd met de wetten van Mozes. Wel, wel. Dat -wordt ’n theologisch gesprek. Nou maar, dat màg ’k wel. Daar kan ik van -leeren. Als ’t geen Sjabbes was, zou ’k ’r ’n pijp bij opsteken. -Hahaha! Tja-tja, we worden in ’n hoekje gezet. Zoó. Laat nou is hooren. -’k Zit ’r voor... - -RAFAËL. Waartoe zou ’t dienen? Met ’t oprakelen van ouwe dingen, -veranderen we ’t tegenwoordige niet.... - -HAËZER. Heel, héél handig.—Maar zóó laat ik je niet los. Je heb a -gezegd—zeg nou b. En als jij b zegt, zeg ik c en zóó kom je in de val! -Hahaha! We zitten gezellig, niewaar—we hebben allen tijd. En zoo volgen -we ’t goeie wegje om jou ràdikaal van je malle ideetjes te genezen. -Kom, gekje! - -RAFAËL. Wil je? Goed.—Kijk—op ’n dag kwam ik ’n—’n—làmme tegen. Hij kon -niet bewegen, niet loopen, niet staan. Hij zat. Hij zat altijd op -dezelfde plek, dreef handel. Want hij sprák en hij dácht.... - -SACHEL. Zeg maar ’n blinde.... - -RAFAËL. ... hij kende alleen ’t genot van geld en koopwaar. Lang dacht -’k over die ongelukkige na, begreep ’m niet. Hij was geloovig... - -HAËZER. Ja—ja—maar daar zou je ’t niet over hebben.... - -RAFAËL. .... Hij was geloovig. Ik las de boeken van Mozes om te wèten. -Ik las van ’n volk dat groot was geweest in kracht en in moed en in -krijgsroem. Ik las van ’n volk dat tabernakels gebouwd had en grond -verdeeld voor een ièder gelijk. Ik las dat geen renten zouden opgeleid -worden aan den arme.... dat het zévende jaar ’t land en de wijngaard -braak zouden liggen om de behoeftigen te steunen—dat landerijen niet -voor àltijd zouden verkocht worden—„want Mijn is het land, en gij zijt -slechts vreemdelingen bij Mij”—dat ’r een jubeljaar zijn zou en een -lossing.... - -HAËZER. Heel goed. Heel goed. Dat heb ik je zèlf geleerd.... - -RAFAËL. En zooveel meer!... - -HAËZER. En de hàndel, gekje? - -RAFAËL. Handel? Was handel niet veracht? Hoe sprak Jacob van Issachar? - -HAËZER. Heel goed. Heel goed.... Een sterk gebeende ezel, niewaar? -Hahaha! Aardig beeld. Vin je ergens mòoiere beelden dan in ons -wetboek?.... Maar, gekje, je had ’t onder léiding moeten lezen. Nou heb -je hiér wat opgevangen en dàar wat en ’t rèchte weet je niet. - -RAFAËL. Meer dan ’k weet, wil ’k niet weten. - -HAËZER. La-la-la. Daar ken ik je beter voor. Jij ben niet met ’n déél -tevreden. - -RAFAËL. Welke leéring is er te trekken uit wat niet meer leeft? - -HAËZER. Niet meer leeft, gekje? - -RAFAËL. Heb ’k niet bij ’t lezen gevoeld dat ik was in ’n dóóden tijd? -Is ’n kerkhof ’n wandelweg voor lévenden? - -HAËZER. Woorden, woorden, gekje. De geest, niet de letter maakt ’n -godsdienst levend. Met letters kun je vechten, met letters kun je -goochelen. Met letters bewijs je dat groen geel en geel rood is. Met -letters.... Dreef David handel? Dreef Salomo handel? Jà. Getuigt niet -Abraham’s dienstknecht dat de Eeuwige zijn heer heeft gezegend met -schapen, runderen, zilver, goud, knechten en dienstmaagden, kemelen en -ezelen? Gèèn bezìt? Getuigt Mozes niet van Gad’s ruime grenzen? Geèn -bezit? Met letters.... De géést.... De géést alleen—de jóódsche -geest.... We gaan niet àchteruit. We gaan vóóruit. Stel dat Mozes terug -kon komen en God’s wetten opnieuw schrijven—dan zou-die—dan -zou-die—wat-ie zou wèten we niet—maar dan zou-die, en dát kun je wel -voor zeker aannemen—dan zou-die heel wat òngeschreven kunnen laten wat -goed was voor een nomadenvolk dat zich véstigde en niet meer zoo -héélemaal goed voor.... voor ’n volk dat vrij leeft in ’n -christenmaatschappij... Maar ’t lévende, ’t lévende deel—de joodsche -geest.... de jóódsche géést zou die ònveranderd—ik zeg ònveranderd -laten.... En dat is de groote fout, gekje, als leeken snuffelen in -wijze boeken. Die zien ’t oppervlak, de huid, ’t uiterlijke—en—en—en ’t -gòddelijke voelen ze niet.... - -RAFAËL. Ik voel ’t goddelijke van mijn tijd, ’t goede, ’t schoone, ’t -slechte.... Ik voel dat elk begrip van God zich verplaatst, èlke eeuw -ànders wordt, ànders door—door—hoe zal ’k ’t jùllie zeggen?—door ’n -maatschappij die zich verandert, vervalt of verheft. Ik voel dat de -geest waarvan ù spreekt vástgébónden ligt aan ons volk in zijn -ópkomst—ik voel dat we ons ghetto moeten verbreken. - -HAËZER. Ghetto? Ghetto? Hahaha! Hóóren jullie dat? Waar is dat ghetto? -We leven niet meer in ghetto’s, gekje! - -ESTHER. Hij praat as ’n kind. Allemaal schtos! Hij praat as ’n -risschesmaker—de joden maken tegenswoordig de grootste rissches -zèlf.... [7] - -HAËZER. Ghetto? Waar vin je ’n ghetto in ons land? Mag je niet komen -wàar je wil? Ben je niet net zoo goed burger als ieder ander? Heb je -geen joden in de aanzienlijkste betrekkingen? (met climax) Wordt -Eleazar niet aan ’t Hòf ontvangen met éérbewijzen: Wat wil je met je -ghetto? - -SACHEL. Zoo kommen we niet verder. Laten we over Rebecca spreken.—Aaron -kan hier zijn, elk oogenblik.... - -HAËZER. Prachtig gaat ’t. Prachtig. Niet doordrijven. Eérst over ’t -ghetto.... En nou jij weer.—Nee, ’k blijf bij één kopje.... - -RAFAËL. Ghetto? Dat ìk ’t zeggen moet aan ’n rabbijn! Ghetto? Hebben -jullie me niet groot gebracht in léúgens van ras en geloof?.... - -HAËZER. Leugens? Dat pàst je niet! - -SACHEL. Leugens?.... Leùgens? - -RAFAËL. Mocht ’k eten bij ’n christen? Mocht ’k op Vrijdagavond ’t vuur -aanraken, de lamp opsteken, ’n brief openscheuren? Had je daar geen -christen-dienstmeid voor? Gaf je me àndere vrienden—toen ’k ’n kind -was—dan jòden? Ben ’k niet ’n tijd op ’n jodenschool geweest? Werd God -me niet geleerd, Gód, Gòd—door ’n jóód?.... [8] - -HAËZER. Laat ’m uitspreken.... - -RAFAËL. Ghetto?.... De poorten zijn neergehaald, de muren zijn -gesloopt—de gràchten zijn gebleven—de grachten van ònze en hùn haat.... - -HAËZER. Hún haat! Zij hebben vervolgd door alle eeuwen. Wij niet! - -RAFAËL. Onze haat! Onze haat! Ontken ’t niet, rebbe Haëzer! Ze hebben -ons uit de ghetto’s gelaten—we zijn tóch bij elkander gebleven. We -hebben elkaar opgezocht. We hebben ons uitverkoren gevoeld—nee, schud -je hoofd niet—stràks heb je ’t zelf gezeid.—We hebben ze als vréémden -beschouwd, als vréémden behandeld. Hún vrouwen hebben we.... hebben we -betááld,—onze getroùwd![8] - -HAËZER. Dat is ’n leugen! - -RAFAËL. God hoort me getuigen! - -HAËZER. Gelogen! Driedubbel gelogen! - -RAFAËL. Wáárom ben je nou kwaad, rebbe Haëzer? Waarom làch je niet -meer? - -HAËZER. Omdat je van ’n onbeschaamdheid ben die iemand ’t laatst geduld -doet verliezen! Omdat.... - -ESTHER. Schaam je! Ben jij ’n jóód? - -RAFAËL. Nee. Nièt meer. - -HAËZER. Rafaël, Rafaël bezin wat je zegt! Je wil je blinden vader -verlaten—je weigert als ’n goed zoon te trouwen—je beschimpt ons -volk—je staat in opstand tegen onzen God, den God van Israël, die -genade bewijst tot in duizenden geslachten, maar die wráakzúchtig -is!... „Gij zult.... Gij zult geen andere goden voor Mijn aangezicht -hebben!” - -RAFAËL. Goden?... Goden? Hebben we ooit anders dan gòden gekend? (Slaat -het raam open). O, de benauwenis, de benauwenis! Hoe komen we ’r uit! - -HAËZER. Jij ben gek—jij ben gèk! - -RAFAËL. Gek? Hahaha! Gek? Kijk: aan de overzij heb je huizen, huizen -met kamers. En ginder. En verder. En nòg verder. Telkens weer huizen -met kamers en menschen. Overal menschen met gòden. Hahaha! Hahaha! Zie -dan neer, God, door dit gàt. Zoo is ’t op je hééle wereld. Zoo zitten -ze overal, elkander plagend, elkander ophitsend, elkander beliegend. -Zoo verdorren ze tusschen vier wanden, bij hun lampen, bij hun kleine -gepraat over ùw grootheid! Zoo sluiten ze zich op, verdeeld in ùw naam, -vervolgend in uw naam, vervloekend in uw naam! O, die kamers, die -benauwde, heete, wanhopige kamertjes, waar geen frischheid -binnenstroomt, waar ’t groen van de blaeren geel wordt, waar de longen -hijgen en de ziel vermummelt als ’n gestorven bloem! Laat me spreken, -rebbe Haëzer, nou hinder je me niet langer met je spot! Nou ben ìk de -prediker, ìk die geen jood ben, geen jood en geen christen, ik die God -voel in het licht van de zon, in de geuren van den zomer, in den dauw -van ’t veld, in het glanzen van het water, in de bloemen op het graf -van mijn moeder.—Neergesmeten heb je ze, vader, de muurruitjes, -vergeet-mij-nietjes en gouwen! Neergesmeten bij ’t stof van je -vodden!—O, ’k heb meelij met jullie, meelij met je kleine getob, meelij -met je ghètto’s, met jùllie ghetto, met hùn ghetto, meelij met de kamer -hier en de kamers rondom, meelij met al de goden die geen goden -zijn—want de wàre God moet nog komen, de God van de nieuwe gemeenschap, -de gemeenschap zònder goden, zònder slechtheid, zònder slaven!.... - -SACHEL. Dus—dus—as ’k begrijp—as ’k begijp—’t vlamt in ’t donker van -m’n hoofd—as ’k begrijp—dan wil jij heen—dan—dan trouw jij Rebecca -niet.... - -RAFAËL. Hiér was ze straks—en ’k heb ’r geweigerd. Ik kàn niet anders. - -HAËZER. Rafaël.... Rafaël.... - -SACHEL. Sust!... Sust! Laat mijn spreken—’k Heb zoo lang gezwegen.... -Je heb ’r geweigerd...... Ze was hiér.... ....Dan heit die meid -gelogen.... die meid.... dàn... dàn... heit die meid gelógen, wèèr -gelogen... dan... dan.... Wát is ’r tusschen joù... en die meid... -tusschen jou en die Christenméid?.... - -RAFAËL. Die meid!.... - -SACHEL. Je ben sámen op geweest eergisternacht—’k heb je gehoord.—En -straks—stràks—(staat woest op met gebalde vuisten). - -ESTHER. Sachel!... In Godsnaam! - -SACHEL (inzakkend). Vloek! Vloek over m’n -ouwen dag! - -RAFAËL. ’t Is waar. Ik ontken niet. Lang gelejen zou ’k ’t gezegd -hebben. Maar ik aarzelde: diezelfden dag zou je háár uit je deur -getrapt hebben, háár, mijn vrouw.... Noù weét je ’t vader, dat ’t zijn -móét. (af). - - - - -ZEVENDE TOONEEL. - - -Haëzer. Esther. Sachel. - - -SACHEL. Wee! wee! Wee dat ’k dat alles mot ondergaan! Wee! Wee! - -HAËZER. Sachel! Sachel! - -SACHEL (knarsend). Wee! Lag-ie begraven bij z’n moeder! - - - (EINDE VAN HET TWEEDE BEDRIJF.) - - - - - - - - -DERDE BEDRIJF. - - -Een slop in de jodenbuurt. Aan de achterzijde een gracht met verweerde -pakhuizen. Schemering. Voor den uitdragerswinkel zitten Esther en -Sachel. - - - - -EERSTE TOONEEL. - - -Sachel. Esther. - - -SACHEL. Staat ’r niemand in de poort?... - -ESTHER. Nee.... - -SACHEL. Hoór ’k dan niks? - -ESTHER. Je hoort kinderen in de straat spelen. Hij zal de meid achterop -wezen. Jouw zoon... jouw zóón godbetert! - -SACHEL. Is naastan niemand thuis? - -ESTHER. Wat vraag je weer ’n boel! Néé. Levi en z’n vrouw zijn over -Sjabbes bij d’r dochter. We hebben ’t rijk alleen. En maar goed ook. -Anders wist morgen de heele kille [9] wat voorgevallen is. - -SACHEL. Asof ze ’t morgen toch niet weten—van—van de rebbe—èn van -hèm—èn van die mèid—Die mèid! Waar blìjft die meid? - -ESTHER. Begrijp je niet dat-ie ’r tegemoet is geloopen, d’r alles -gezeid heit, dat ze niet meer dúrft. ’k Zou d’r oogen uit d’r kop -krabbe. As ’k maar kòn. Jouw zóón die zich afgeeft met zoo’n del, met -zoo’n slét! Joùw zoon onder joùw dak! ’t Hoogste woord heb je ’m laten -voeren. Heb je ooit naar ’n gezond woord geluisterd, jij, jij? Heb ’k -je niet honderdmaal gewaarschouwd, as-ie uitbleef, as-ie ons alleen -liet sàppelen? Nou krijg je ’t met rènte terug. Met woekerrente. Nou -oogst je! ’n Zoon die zich vergooit, ’n zoon die de rabbijn as ’n -kwajongen behandelt! De snotneus! Opstaan tegen ’t geloof van z’n -vaderen. Weet-ie ’r véul van! En wàt ’n huwelijk had-ie kennen doen! ’n -Engel, ’n huisvrouw uit duizenden, ’n vrouw die de negotie -verstaat—heit ze ’t niet bij d’r vader geleerd tot in de nagels van d’r -duimen?—’n rechtschapen meissie—en die smijt-ie weg voor oud-vuil om -zoo’n lellebel die nog geen aardappel schillen kan, die geen hemd an -d’r lijf heit, die van handel zooveul weet as de ràt die daar gaat.... - -SACHEL. Ging ’r ’n ràt?.... - -ESTHER. Schrik je van ’n rat, nar? Daar gaat-ie ’t water in. -Afgeloopen.—Dat serpent! Overmorgen verwijt z’m z’n geloof, scheldt ’m -voor jood! Jood en Chris gààt niet samen. Zijn vróúw! Og! Tróúwen! Og! -Die jongen is niet wijs, die mot opgesloten worden—Je zal ’r wat van -beleven! ’t Is om je dood te ergeren. En jij, jij die altijd zoo’n -praas heb—jij—dat je nòù niks zegt, hè? - -SACHEL. Laat me met rust—Ik ben kapot—Ik ben op. - -ESTHER. ’t Most mìjn zoon wezen. ’k Zou ’m leeren. As ’k ’r an denk! -Laat ze is om d’r goed kommen, d’r armeluisrommel! Geen korrel geef ’k -af. Geen zaddoek. Wie heit ’m slecht gemaakt? Wie heit ’m angehaald? -Keek-ie ooit naar ’n vrouw? Heb je ’m zien scharrelen zooas de jongens -van Ruth en van Bram? Wie heit ’m met d’r strèken ingepalmd? Kreeg ze -voor mijn part, kreeg ze ’n ziekte, dat ze morgen krepeerde! - -SACHEL. Schreeuw zoo niet.... Denk an de buren.... - -ESTHER. Buren! Buren! Is ’r iemand thuis? En làten ze ’t hooren! Zal -d’r me één ongelijk geven? Nou héb je je zin—As ìk wat zei wer ’k -afgesnauwd. As ìk wat zei kreeg ’k ’n groote bek. En hij? Hoeveel keer -heit-ie me niet ’t bloed uit me vingers gezogen. ’t Komt je toe. - -SACHEL. Hou op. M’n kop staat ’r niet na. - -ESTHER. De schande—de schande in de kille. - -SACHEL. Ik weet ’t. Je hoeft me niet op te warmen. - -ESTHER. Dat gezicht dat ’k zoo vertrouwd heb!... Dat pestgezicht!... -Gister gaf ’r nog ’n afgedragen japon. Hoe kom ’k zoo gek? Maar ze -neemt ’m nièt mee. Niks geef ’k af. - -SACHEL. Daar is iemand.... - -ESTHER. Nee. Je maakt me zenuwachtig. Laten we naar binnen gaan. ’t -Wordt donker. - -SACHEL. Ik blijf hier. Binnen heb ik geen rust. As-die nou is niet -terugkwam—wegbleef—voor góed wegbleef.... - -ESTHER. Groot verlies! Liever geen zoon—dan zoo een.... - -SACHEL. Jij—jij kan dat zeggen—màkkelijk zeggen—jij heb nooit ’n kind -gehad—Wat heb ’k voor vreugde—voor afleiding—dan... - -ESTHER (verbaasd). .... Huil je, Sachel? Sàchel? - -SACHEL. Nee. Hou je bek! Wie praat ’r van huilen! Ik zeg dat z’n -stem... Maar dat begrijp jij niet—dat kán jíj niet begrijpen—Wàt -begrijp je wel? Steek de lamp an! Nou dan! - -ESTHER. Goddank. Je ben weer gezond. ’k Had me haast ongerust gemaakt. - - (af). - - - - -TWEEDE TOONEEL. - - -Sachel. Aaron. - - -AARON. Zit je daar Sachel? - -SACHEL. Wat mot je? - -AARON. ’t Is wat moois.... - -SACHEL. Wat is ’r moois? - -AARON. Dat met je zóon.... - -SACHEL. Wat gaat joú dat an? - -AARON. Vraagt naar de bekende weg! Wat ’t mijn angaat? Reusachtig zou -’k denke. Og, wat ’t mijn angaat! - -SACHEL. ’k Heb met jóu niks te maken. - -AARON. Je zoon is ’n ploert en ’n.... - -SACHEL. D’r wordt je niks gevraagd.... - -AARON. Waren we accoord—ja of nee? - -SACHEL. Nee. - -AARON. Heeft je zuster niet gezeid, dat ik mijn Rebecca sturen zou?.... - -SACHEL. Weet ’k niet.... - -AARON. Jij weet niks wat je niet weten wil—of ’t mot zwart op wit -staan.... - -SACHEL. Je verveelt me! - -AARON. Jij verveelt mijn al làng! - -SACHEL. Wat doe ’k met jouw gemier! ’k Zal me zoon dwingen as-die joùw -dochter niet wil. Mot-ie zèlf weten! - -AARON. Mijn dochter..... Mijn dochter.... ’n Wèldaad had ze ’m -bewezen.... - -SACHEL. Ik kan jouw weldaden niet gebruiken—en me zoon oók niet. - -AARON. Jouw zoon! Jouw zoon! M’n voeten veeg ’k nog niet an ’m af. Daar -zijn me zolen te goed voor. - - - - -DERDE TOONEEL. - - -Sachel. Aaron. Esther. - - -ESTHER. Dacht ’k wel. Dàcht ’k wel. Hij mot zich wreken. Groot gelijk -heb-ie Aaron—gelijk tot over ’t end van je jaren! Is ’t geen schande -wat ’r gebeurt? - -AARON. Schande? Schande? Jullie wèten nog niks! Jullie weet niet van -van-morgen—wat-ie met mijn Rebecca gedaan heit! - -SACHEL. Kan me niks schelen! - -ESTHER. Mijn wel! Mijn wel! Nòg trekt-ie z’n partij! - -AARON. Heb jij niet gezeid dat Rebecca bij je most kommen? - -ESTHER. Zeker heb ’k ’t gezeid. - -AARON. En is ze niet grienend teruggekeerd? Grienend om ’t affront! -Zat-ie niet met die christenmeid, met die sjikse op z’n schoot? Mot je -zoo mijn dochter ontvangen? Mijn dochter is geen schànddochter! Mijn -dochter is geen vulnis! Mijn dochter kan huwelijken doen, reusachtig! -Mijn dochter hoeft door jóúw zoon niet van de deur gewezen te worden! - -SACHEL. Had ze nièt gekommen! - -ESTHER. Hoor hém! Hoor hém! Daar kan ’k me nou zóo bij opwinden! Daar -sta ’k geregeld bij te beven! O, o, as ’k geen meelij met je had! Mot -je die man nog òngelijk geven? Die man die zich komt beklagen! Die man -die in ’t fatsoenlijke tot je spreekt! - -SACHEL. We hadden geen accoord.... - -ESTHER. Komt ’r wat op an!.... Zoo’n engel van ’n meissie!—Zat ze op -z’n schoot? Zat die vuilik op z’n schoot? - -AARON. Met d’r eigen oogen—met d’r éigen oogen heit ze ’t gezien. En -was ’t daar bij gebleven! Maar beleedigd heìt-ie ’r, geaffronteerd in -’t bijzijn van die méid! Is mijn dochter ’n opraapsel van de straat? -Staat mijn dochter bij jou in de schúld? De brutaaligheid—de -brutaaligheid van die kwajongen! En joùw schuld! Joúw schuld! - -ESTHER. Net wat ’k zei. - -SACHEL. Práten jullie maar. Ik wor zelf ’t zwaarst gestraft.... Voelen -jullie dan geen zier meelij? - -ESTHER. Jij ben te koppig. Jij neèmt je gelijk. Met jou kan niemand -over-weg. - -SACHEL. ’k Heb ’t ’t éérst zien ankommen. Ik vóélde dat ’r wat was. Ik -wist ’t vóor jullie.... - -AARON. Hoor, wat ’n redeneering! Hij ziet ’t ankomme, hij weet ’t voor -ons... En geen mond doet-ie open. As ik in me huis ’n meid heb en me -zoon—hád ’k ’r een!—me zoon die kruipt in d’r bed—dan—dan waarschouw ’k -me zoon—dan ben ’k as vader verplicht te waarschouwen dat-ie niet -blijft hàngen—dat-ie geen strop krijgt—zooas m’n vader-zaliger mijn -gewaarschouwd heit—toen—toen—’t was ’n mooie meid—gekheid, ’t is làng -voorbij—toen ’k in m’n jonge jaren was. Dat ben je as vader verplicht. -En luistert-ie niet—dan—dan roep je de meid—en dan maak je geen -herrie—herrie maakt ’n nàr—en je geeft ’r twintig gulden, dertig, -veertig—as ze lastig wordt honderd—’t is weggesmeten geld—maar as je ’t -niet doet?—as je ’t nièt doet krijg je grijze haren van zorg en -ellende—en, en, en je zet ’r met ’t geld je deur uit—en je neemt ’n -reçu—zonder reçu geen geld—en je belooft as ze stil is en wegblijft nóg -wat geld na máanden.—D’r is geen meid die née zegt—fèl zijn ze op -honderd gulden! Ze doen ’r ’n moord voor.... Nou? Nou? En wat doe jij? -Jij smoest voor jezelf. Jij laat God’s water over God’s akker -loopen—en, en, en, as ’t te laat is maak je lawaai. Maak lawaai vóór ’t -te laat is. Wat is je verdienste dat je ’t heb zien ankommen? Waar laat -je je winst? Nog nooit heb ’k iemand zoo dwars zien handelen, zoo -averechts. ’t Is bijzonder. ’t Is reusachtig. Hèb je je zoon -gewaarschouwd? Hèb je de meid afgekocht? - -SACHEL. Hij laat zich niet waarschouwen.... - -AARON. En de meid? Nou? - -SACHEL. Die laat zich niet afkoopen.... - -AARON. Zal ik jou is wat zeggen? Je mag ’n goed koopman zijn, maar van -die dingen heb-ie geen cent verstand, geen cent, geen hálve cent. Daar -heb-ie de zoon van Salomon—Salomon van de Dwarsstraat. Heb-ie niet -gehoord van de zoon van Salomon? Dan zal ’k ’t je vertelle. Die jongen -had ’n strop—en wát ’n strop. Zoover is joúw Rafaël nog niet eens. Daar -mag je dankbaar voor zijn. Toen Salomon zich d’r mee bemoeide had de -meid al ’n kind. En wat heit Salomon gedaan? Salomon heit z’n zoon op -de reis gestuurd en de meid afgekocht, voor twee, driehonderd gulden, -weisz-ich-viel! En toen ze werom kwam—vertrouwe kan je ze niet—heit-ie -’n agent late komme, ’n agent van politie en toen was ’t uit. Zal ’n -verstandig man anders handele? En handele de christenen anders? Spiegel -je an de christenen. Met geld krijgen joden èn christenen alles gedaan. -Heb je geld? Je hèb geld. Gebruik ’t dan. Eergister zag ik ’n christene -trouwpartij. En bij ’t stadhuis daar had je ’n scène! Daar stond ’n -meid met ’n kind. En die maakte spektakel! Reusachtig. En in ’n oògwenk -was ze gebrocht na ’t bureau! Had ze ’t niet angeleid met ’n heer boven -d’r stand! Had ze niet ja-gezeid! As ze nee zegge gebeurt ’r niks. -Allemaal d’r éigen schuld. As ze niet luistere willen motten ze voélen! - -SACHEL. ’t Is nou te laat.... - -ESTHER. Wat is te laat? D’r is niks te laat. Aaron heit recht. - -SACHEL. Doe wat je wil! Ik ga naar binnen. ’k Heb ’t koud. Ik zeg je—ik -zeg je—d’r valt niks te verhelpen. - - - - -VIERDE TOONEEL. - - -Aaron. Esther. - - -ESTHER. Redeneer daar tegen in. - -AARON. As hij geen verstand heit, heb jij ’t voor twéé. - -ESTHER. As ’k maar kon. - -AARON. Met ’n zoet lijntje krijg je alles gedaan. Sachel is ’n -geweldenaar. Reusachtig. Wat bereik je met geweld? Geen sikkepit. ’t -Doet me hartzeer. Zou je dan denken dat ik me zooveel moeite zou geven -om die snotneus—om die leeglooper—as ’k niet wist dat mijn Rebecca d’r -zinnen op ’m gezet heit? Kan ze ’r niet honderd-duizend krijgen? Met -veel meer geld? Maar ze wil. - -ESTHER. O, dat krèng, dat ’n heele familie verstoort.... As ’k ’r had -onder me handen! - -AARON. Daar heb je d’r waarachtig! - - - - -VIJFDE TOONEEL. - - -Aaron. Esther. Rose. - - -ROSE. ’k Ben laat. - -ESTHER. Wel nee, kind. Welnee. ’k Was al ongerust. - -ROSE. ’t Is ’n schrikkelijk end. ’k Heb ’n uur lang gezocht, kon ’m -niet vinden en toen ’k ’r eindelijk was, moest ’k ’n heele tijd wachten -voor Meijer thuis kwam. - -ESTHER. Nou, da’s niks hoor. - -AARON. Zoo’n lange wandeling is heel gezond, best voor de -spijsvertering. - -ROSE. Hij kan morgen niet komen. - -ESTHER. Kan-ie niet? - -ROSE. Eerst Maandag. - -ESTHER. Best. Best. Heb je Rafaël gezien? - -ROSE. Rafaël? - -ESTHER. ’k Dacht zoo—’k bedoel—Hij ging juist ’n boodschap.... - -ROSE. ’k Heb ’m niet gezien. - -ESTHER. Je zal wel moe zijn, hè? Ga maar binnen. D’r staat wat koud -vleesch .... Maar—maar wacht is.... - -ROSE. Roep u nog? - -ESTHER. .... Dat wil zeggen—dat wil zeggen— - -AARON. Ik wou je wat vragen—’k sprak ’r met de juffrouw over—of—of—zou -jij geen zin hebben—’k val maar met de deur in huis—om—om bij mijn te -kommen?.... - -ESTHER. Dat wil zegge.... - -AARON. Dat wil zegge—laat mijn nou gaan!—dat ’k in de verlegenheid zit, -in ’n gróóte verlegenheid—te lang om zoo in-eens uit te leggen—en toen -sprak ’k zoo.... - -ESTHER. —ja toen spraken we ’r over.... - -AARON. .... Zie je, niet voor gòed—maar zoo tijdelijk—voor ’n paar -dagen, voor ’n week... - -ESTHER. Ja nàtuurlijk.... - -AARON. .... En na die paar weken—ga je weer na Esther terug—of—of ’t -most je zóó bij mijn bevallen! Hahaha!—’t Most je zoo bij mijn bevallen -dat je niet meer terug wil. Esther heit ’r niks op tegen.... - -ESTHER. Dat wil zegge.... ’k Heb ’r ’n hééle boel op tegen—maar je mot -mekaar helpe. - -AARON. En je verdient ’n heele duit extra—Dat kan je mijn overlaten.... - -ESTHER. Dat is waar—dat kan je Aaron overlaten.... - -ROSE (rustig). Dus—ik moet wèg? - -AARON. Wat zeit ze? Je mot? Je mot? Je mot niks! ’t Wordt je vrindelijk -verzocht. Je mot? Je wor niet gedwòngen! - -ESTHER. Hoe kòm je ’r op?.... Nog voor geen góúd! As ’r iemand tevrejen -over je is, ben ìk ’t! Dat weet je. Enkel de kwestie van ’n paar -dagen... - -AARON. Och, ’t is niet de moeite waard om lang over te praten. Mijn -huishoudster is ’r van door—met d’r beminde, hahaha!—en m’n dochter is -de godganschelijke dag in de zaak—zoo kan je ontriefd zitten!.... - -ESTHER. —ja, ’t is ’n last.... - -AARON. Of ’t!—En niewaar: ik doe ’r júllie geen overlast mee? Jij wil -je wel ’n paar dagen behelpen? - -ESTHER. —Je weet wat ’k gezeid heb: liever niet. Maar in de steek laat -’k je niet. Is ’t goed, Roos? - -ROSE. Nee. - -ESTHER. Wat nee? - -ROSE. Ik doe ’t niet. - -ESTHER. Jij doet ’t niet? En wáárom doe jij ’t niet, as ’t je zoo -vrindelijk verzocht wordt? - -AARON. Ja—dat is onzin! Op me woord van waarachtig: je heb ’r geen -nadeel bij. - -ROSE. Dat kan me niet schelen. - -ESTHER. Toon nou geen kop, kind! ’k Meen ’t goed met je—’k zal je niks -anrajen of je komt ’r mee vooruit. - -AARON. Me dochter is ’n zachtzinnig meissie—andere huisgenooten heb ’k -niet.... - -ROSE. Je dóchter....—Nee. - -ESTHER. Blijf hier. - -ROSE. Waarom jaag je me niet weg—zònder omwegen? - -ESTHER. Niemand jaagt je weg, malle meid. Praat ik niet in vrindschap -met je? Je mot niet overal wat achter zoeken. - -ROSE. Je wil me kwijt. Goed. Zeg ’t eerlijk. Mot ’t dàdelijk? - -AARON. Wat ’n opwinding voor ’n bagatel. Laat ìk nou is duidelijk -make.... - -ROSE. ’k Heb met jóu niks te praten. Mot ’t dàdelijk? - -ESTHER. Wel nee! Hoe kom je ’r op? Al wou je járen bij me blijven. Ik -had alleen liéver.... - -AARON. Gekheid! Gekheid! Jij draait ’r om heen. Zoo kom je ’r -nooit!.... Zal ’k jou is wat zegge, meissie: je mag God danke dat je -bij zulke goeie mensche beland ben—ik zou je anders behandele! - -ESTHER. Wat waar is, is waar. ’n Zoon van z’n vader hale—netjes is ’t -niet!.... - -ROSE. Ah! - -AARON. Netjes? Geméén is ’t! - -ESTHER. Gemeen—geméen! Dát zal ’k niet beweren. ’k Kan begrijpe dat ’n -knappe jonge meid ’n oogie laat vallen op ’n knappe jongen—maar alles -heit z’n grenzen.—Je wéet dat ’t niet gaat. Vreemd geloof trouwt niet -met vreemd geloof.—Dat is ’t zondigst wat ’r bestaat. Daar hoeven we -heelemaal niet over te praten. Dat leit voor de hand. Maar ’k neem ’t -je niet kwalijk! God beware! Rafaël is ’n sjieke jongen. ’k Begrijp ’t -best.... - -AARON. ’n Jood met ’n christene vrouw of ’n christen met ’n jodene -vrouw dat gààt niet. Wij zijn oùwer, wij kenne de wereld beter. Jij -komp pas kijke. Trouw jij met een van joùw geloof. Daar doe je wijs an. -Wat niet bij mekaar past mot je niet met geweld bij mekaar brengen. ’t -Ongeluk leit ’r dik bovenop, dikker dan je denkt. - -ESTHER. En nog niet eens van z’n vader gesproken—van z’n ongelukkigen -vader. Sterft-ie niet van hartzeer om wat ’r gebeurd is? Wees jij nou -wijs en ga ’n dag of veertien weg. Dan is Sachel gekalmeerd en kan jij -ook is dénke... - -ROSE. Ik heb niet te denken. Ik hou van hem en ’k laat ’m niet los.... - -ESTHER. Dàt pleit voor je karakter. As je dadelijk jà zei, zou je geen -knip voor je neus waard zijn. D’r is geen meissie over de heele wereld -dat née zeit as ze jà meent—in diè dinge. En—en—’k zal niet bewere dat -je ’m dàdelijk mot láten—dat zou gróóte gekkigheid zijn—’k zal de -laatste zijn om je an te rajen tegen je geweten in te handelen—maar ga -nou is na—ga nou is góed na—hóé wou je hier blijven?—hóé wou je blijven -nou we alles weten.... - -ROSE. Dat wil ik ook niet. Ik ga met Rafaël... - -ESTHER (kwaadaardig). Jij gaat! Jij gáát!.... - -AARON. Stil nou! Niet driftig! Dat geeft allemaal niks. As ik ’n -woordje zeggen mag: ’t is onzin, meid! Reusachtig. In de eerste plaas -kàn ’t niet—in de tweede plaas—às ’t kon—zou ’t nòg niet kennen. Ik heb -joden gekend en christene die ’t gedaan hebben. ’t Ongeluk lag ’r -bovenop—zei ’k straks al—En met jóu kan ’t nog in geen dúízend -jaren—bij wijze van spreken—over duizend jaar zijn we allemaal -dood.—Want let nou is op: is z’n vader blind ja of nee? Z’n vader is -blind. Wat wou jij met die blinde man beginnen? Daar kan je niks mee -beginnen. Die z’n ideejen verander je niet. Wij zijn liberaler. Maar ’n -man van die leeftijd die buig je niet—die bréék je. Wou je bij ’m -inwonen? Nog geen spoog water zal-ie bij je gebruiken, nog geen -handdruk zal-ie je geven. Wou je nièt bij ’m inwonen? Dat wil zeggen -wou je ’m an z’n lot overlaten—we zijn allemaal sterfelijk en Esther is -op leeftijd—wou je dàt? ’n Ramp as je ’t doet! Geen sekonde rust in je -leven. En later de verwijten! Later verwijt hij jou, dat je ’m van z’n -vader gehaald heb—familie blijft familie! Later heb je allebei -spijt—dat wil zeggen—as ’t kon dat jullie samen—maar ’t kàn niet.... - -ESTHER. Heel verstandig. En as je luistert ben je góed af.... Met -plezier heb ’k ’r wat voor over.... - -ROSE. Wat voor óver? - -ESTHER. ’k Ben nìet rijk.... ’k Leef zelf van me broer—maar as je ’t -dée—as ’n góed kind—as ’n verstandig kind—dan kreeg je buiten je loon -’n.... ’n.... - -AARON. Zeg vijftig gulden! - -ROSE. O! O! Vijftig gulden! - -ESTHER. Honderd! Daar! Honderd guldens is ’n boel geld. - -AARON. ’n Héele boel. En trouw je later met ’n fàtsoenlijke -burgerjongen—dan schiet ’r nòg wel wat over. - -ESTHER. En alles wat ’k je gegeven heb, kan je houen—en ik reken je -maand vol-uit.... - -ROSE. O, tuig, tuig! Vervloekt tuig! - -ESTHER (snerpend). Wat zeg je, jij slét! - -AARON. Stil nou! Maak geen burengerucht! Jullie begrepen mekaar niet. -Gebruik nou je hoofd, stomme meid! ’r Komt tòch niks van, niks—tusschen -jou en die jongen. ’t Kan niet. Je heb ’t vooruit geweten. Je ben de -eerste niet. Je zal de laatste niet zijn. Ga dan niet op je achterste -pooten staan. Wat bereik je ’r mee? Dat wij geweld met gewèld keeren. -Want wij hebben ’t recht op onze hand!—En as je dat weet—handel -verstandig—neem wat je krijgen kan.... - -ESTHER. Twéé honderd guldens hebben we ’r voor over.... - -AARON. En doe je ’t niét—dan ben je éven ver, dan win je geen zier—dan -wor je zóó an de deur gezet.... - -ROSE. Ik laat me niet an de deur zetten! Ik vraag m’n man. Anders niet! - -AARON. Je man! Hahaha! - -ESTHER. Je man? Je man? - -ROSE. Mijn man! Mijn man die jullie me niet ontnemen kunnen! Mijn man -die eerlijk en groot is! Mijn man die niet buigt voor jullie gèld, zoo -min als ik ’t doe! O! O!... Dat ze me zóo iets kunnen andoen! - -AARON. Jouw man? Wiè is jouw man? Ben je dan heelemaal doof meid, dat -je niet begrijp—na zooveel, zóóveel woorden—dat-ie met mìjn dochter -trouwt? - -ROSE. Dat lieg je! - -ESTHER. Jij liegt gemeen schepsel die onze jongen angehaald heb, -angehaald met je hóerestreken! - -ROSE. Niks van je beleedigingen voel ’k. God heeft ’t gewild! Júllie -halen ons niet van elkaar! - -AARON. Hahaha! Nou wordt ze prachtig—as in ’n bóék! Ik lach me ’n -ongeluk! As je ’t dan weten wil: vanmiddag is ’t ’r door gegaan, vàn -mìddag.... - -ESTHER. En daarvoor hebben we je uitgezonden! - -AARON. En over vier weken trouwen ze! - -ESTHER (krijschend). Versta je? Versta je? En nou me deur uit! Me deur -uit! En geen stuk neem je mee! Me deur uit! Op staande voet! - -ROSE. Nee-nee! Ik ga niet zonder hém! Jullie, belíegt me! Anders zou je -geen géld gebojen hebben! - -AARON. Wie zegt je, dat hij ’t niet verzocht?... - -ROSE. Wàt zeg je? - -AARON. Heb ’k ’t zélf niet gehoord dat we tot twééhonderd gulden -mochten gaan? - -ROSE. Je liegt! Je liegt! O, kerel wat ben je laag! - -AARON. Lieg ik? Hoor je dat Esther? Zal ’k ’r ’n vloek op doen? - -ESTHER. Laat ’r gaar koken in d’r eigen vuil! ’k Heb ’r genog van! -(hàrder krijschend). Jij serpent durf jij ’t hoogste woord voeren? Jij -die ongeluk brengt over ’n heele familie! Jij! Jij! Wat doe je nog -hier? Wat let me of.... - -AARON. Kalm nou! Kalm nou! Brand je vingers niet! Ze wéét ’t nou. Ze -weet dat Rafaël binnen ’n maand trouwt en dat-ie ’r twééhonderd gulden -biedt—en geen cent meer—versta je: twééhonderd gulden òm vàn jè àf tè -kòmmen. - -ESTHER. En me huis niet meer in! Geen voet meer over me drempel! Geen -voet hoor! - -AARON. Gelijk heb je. Laat ’r maar uithuilen.—As je nou dádelijk bij -mijn thuis komt is de zaak in orde. ’t Geld leit klaar. Op die jongen -hoef je niet te wachten. Die is weg. - -ROSE. Weg? - -AARON. Weg voor ’n hééle poos. - -ROSE. Waarheen? - -AARON. Dat mag ik je niet zeggen! - -ROSE. O God, belieg me niet! Belieg me niet! - -ESTHER. As-ie nièt weg was, had j’m al lang gezien. ’n Bewijs dat Aaron -de waarheid zeit. - -AARON. Nou? Neem je ’t an? - -ROSE (suffig). Ik weet ’t niet.... Ik weet ’t niet.... Ik wor gek.... -Ik kan niet meer.... O lieve heer Jezus!.... - -AARON. Sust! Niks meer zeggen.... ’t Kòmt in orde. Nou. Nou. We loopen -’n grachie om. Bedenk je terwijl. Op straat kan je niet slapen. - - (Af.) - - - - -ZESDE TOONEEL. - - -Rose. Sachel. - - -SACHEL. Mot ’k de heele avond alleen blijven? Hoor je niet, Esther. - -ROSE (angstig-opschrikkend). Ik ben ’t.... - -SACHEL (woest). Jij! Jij!.... - -ROSE. O God—doe me niks—doe me niks—’k Ben zoo bang voor je. - -SACHEL. Wat mot je nog hier? - -ROSE. Ik weet ’t niet.... - -SACHEL (woest). Durf jij nog.... - -ROSE. O nee..... ’k durf niks..... ’k zal wel gaan.... as je maar -niet.... - -SACHEL. .... Ik zal je niet vermoorden.... Ik zié je niet, ’k heb geen -kracht meer—jij, uitvaagsel!... Jij, jij, jij.... - -ROSE. Ja—ja—Je heb gelijk—je heb gelijk—’k Ben suf—In Godsnaam—In -Godsnaam drijf me ’t wàter niet in! - -SACHEL. .... ’t Water.... - -ROSE. Kwam-ie maar.... Kwam-ie maar.... O Rafaël! Rafaël!... - -SACHEL. Hou je bek! Ruk uit! Ruk uit, zeg ’k je! - -ROSE (smeekend). Zeg dan of ’t waar is..... Jij ben blind—Je ziet niks -dan donker—Jij kan niet liegen—dat voel ’k—hoe zou jij kunnen -liegen—zeg of ’t wáár is dat-ie met Rebecca trouwt.... - -SACHEL. Dat raakt je niet! Ruk uit! Of ’k zal je weg-ranselen—met me -ouwe handen!... - -ROSE. Ik heb je niks misdaan, nooit wat misdaan! Zeg of ’t wáár is! -Sachel! Sachel! - -SACHEL. Niks misdaan? En m’n zoon?... M’n zoon? - -ROSE. O, praat daar nou niet over! Nou niet!—Trouwt-ie Rebecca? -Trouwt-ie Rebecca? - -SACHEL. Dacht je dat-ie joù trouwen zou, jou, ’n christin, jou, ’n -méid! Wou je méér zijn dan z’n tijdverdrijf, meer dan z’n bijslaap? - -ROSE. O! O! Lieg jìj niet! Ze hebben me geld gebojen, géld! Ze hebben -me willen afkoopen... Ze hebben me neergetrapt erger dan ’n hoer! Hoor -me nóu! Hoor me! Wat hebben jullie an m’n ongeluk. Niks heb ’k op de -wereld. Niks. En ’k hou zoo van ’m, zoo alles. Wat kan ’t me schelen of -jullie joden zijn. ’k Denk ’r niet an. ’k Vraag ’r niet na. ’k Hou van -jullie allemaal, van jou en van Esther, van wie hier komt. Als ’k maar -blijven mag, blijven. Enkel blijven—als-ie háár maar niet trouwt! O -Sachel, Sachel, draai je gezicht niet af. Je hoort da’k haast -krankzinnig wor. ’k Zal goed voor je zijn. Je zal niet te klagen -hebben, nooit, nooit! ’k Wil jodin worden, alles wat je maar zegt. -Alles. Maar jaag me niet weg. Ik kan niet leven alléén, zònder hem. Kom -nou. Toe nou!... Zég ’n woordje... Je maakt me bang met je oogen. Kijk -me zoo niet an, Sachel! - -SACHEL (rauw). Raak me niet an. Had ’k je liever gewurgd voór ’k je in -me huis nam—jij.... - -ROSE. ... Scheld niet! ’k Ben kapot genoeg! Zeg ’t! Zeg dat Aaron -gelogen heeft, dat-ie me niet in de steek laat! - -SACHEL (hard). Blijf van me af, ongeluksmeid, bedriegster! Was -gekrepeerd de dag van je eerste ontucht! Was.... - -ROSE. Ja-ja. Vloek me. Vlóek me! Maar lieg niet! Zeg wat je wil, alles -goed, alles goed!... Is ’t wáár?... Ze hebben me.. O, ’k wor gek... - -SACHEL. Jij heb mijn jongen... Heb je an mijn gedacht.... An mìjn ouwen -dag?... - -ROSE. Nee. Ja.... Verwijt nou niks.... ’t Is niet meer te verhelpen... -’k Wil ’t wel goed maken, als ’t kán, als ’t kán... - -SACHEL. ’t Kan niet meer. Ruk uit! - -ROSE. O nee, nee... Wéet wat je doet, Sachel! Sachel, weet wat je -doet!... - -SACHEL. ’k Weet wat ’k doe, ’k weet dat ’k je haat, ’k weet dat ’k je -bloed zou kunnen drinken... - -ROSE. Goed. Goed. Haat me. Vervloek me. Verwensch me. Maar de waarheid! -De waarheid! Jij kán niet liegen, jij met je blinde oogen! Ze wouen me -tweehonderd gulden geven—zeien dat ’t van Rafaël kwam, dat-ie weg is, -me verschopt.... O, dat is schrikkelijk, niewaar Sachel,—schrikkelijk -om zóó je eeden te breken!.... Toe nou! Toe nou! ’k Sta voor je te -beven.... Zeg dan iets, iets... Als ’t waar is—als—als—dan—verdrink ’k -me voor je oogen, dan wil ’k niet langer leven, geen oogenblik langer. -Want wat heb ’k dan nog? Dan heb ’k niks meer, niks, niks! O, jij weet -niet wat niks is!... - -SACHEL (dof). Ik? Ik? Ik zou ’t niet weten! - -ROSE. O jij ook. Jij ook. Maar niet zoo! - -SACHEL (zachter). Niet zoo? Wat heb ik dan! Ik?... - -ROSE. Jij.... jij.... O je ben óok ongelukkig.... Maar je leeft.... je -weet niet wat liéfde is.... Je weet niet.... Toe! Toe! We zullen goed -voor je zijn.... We zullen.... Je heb alles in je eigen hand.... - -SACHEL (snauwend). ’k Mot niks van jou -hebben! - -ROSE. Hahaha! Dan hebben ze gelogen! Dan heeft Aaron gelogen! Dan heeft -Esther gelogen! Dan.... Dan.... Als ’t waar was zou je ’t zeggen. En je -zegt niks! Als-ie vanmiddag beloofd had Rebecca te trouwen zou jij ’r -om làchen, had je al lang geroepen jà, jà! Hahaha!... O, nou lukt ’t -niet! Nou wacht ’k—nou wacht ’k op ’m de heele nacht!.... - -SACHEL (woest). Wacht niet—wacht niet—hij -komt nièt! - -ROSE. Hij komt! Hij komt! - -SACHEL. Hij komt nièt.—’t Is wáár! - -ROSE. Zweer ’t! Zweer ’t Sachel! - -SACHEL. Laat me met rust slet van m’n zoon, slet die an me tàfel zat, -slet die me bedrogen heeft, onder me eigen dak! - -ROSE. Zweer ’t, toe! ’k Geloof jóu. ’t Water is zoo dichtbij.... ’k Ben -gèk, gèk.... drijf me ’r niet in met ’n leugen.... - -SACHEL (heesch). Verdrink je voor mijn part! Mot ik je terughouen, ik, -ik? - -ROSE. O, wees niet zoo wreed.... - -SACHEL (woest). Alles is waar. En verdrink je nou! Jij—jij—jij je -verdrinken!... Jouw sóórt, verdrinkt zich niet! - -ROSE. Dus hij komt niet terug? - -SACHEL. Nee! Vort! - -ROSE. Zweer ’t... Zweer bij de geboden op de post van je deur.... - -SACHEL (legt vluchtig de hand op de mezoesos). ’k Zweer.—’k Zweer.—En -nou wèg! Dat geld kan je krijgen.—Dat gèld.... - -ROSE (versuft) ... Dan... dan... ja, dan... lieve Jezus.... - -SACHEL (angstig). Waar ga je heen?... - -ROSE. Nergens.... nergens.... - -SACHEL (schreeuwend). Niet bij ’t water kommen! Niet bij ’t water!... -(zij springt in de gracht)... God! ’t Is niet waar, Rose! Rose! (bukt -zich naar het water). Hier is m’n hand! ’n Stok! ’n Stok! Is ’r geen -stok! Waar ben je? Antwoord dan! Hoor je me niet? O! O, -godlief—godlief—O! O! (bonst op de deur van den buurman). Levi! Levi, -doe open! Niemand thuis! (bukt opnieuw bij den walkant). Hier is m’n -hand. Hier! Hier! Geef dan antwoord!... Hou je mond niet! God, God, -laat ’r niet verdrinken. Rose!—Roòòòse!—O, geen geluid!... Geen enkel -geluid!... (wankelt naar de bank voor den uitdragerswinkel). - - - - -ZEVENDE TOONEEL. - - -Sachel. Esther. Aaron. - - -ESTHER. Is die meid wèg? Heb je die meid niet gezien? - -SACHEL. Die meid!... Die meid!... Wàt meid? - -ESTHER. Je maakt me schrikken! Wat scheelt je?—(tot Aaron). Mooie raad -die je gegeven heb! Nou is ze vòrt... - -SACHEL. Zachies pratén. Zachies. Zachies. - -ESTHER. Je lijkt wel gék!... Wat mot je toch!... - -SACHEL. Laten we naar binnen gaan—naar binnen. - -AARON. Hij klappertandt—hij heit koorts... - -SACHEL. Dat lieg je!... Ik klappertand niet!... Ik, ik, ik..... - -ESTHER. Waarom gil je zoo?... - -SACHEL. Sust! - -ESTHER. Schei toch uit! Ben je ’n man of ’n kind? - -SACHEL. O! O!... Jullie motten bij me blijven—de heele avond—de heele -nacht—me niet alleen laten! Kom nou.—Kom nou! De deur dicht. Stevig -dicht. God-lief! - - - - -ACHTSTE TOONEEL. - - -Rafaël. Sachel. Esther. Aaron. - - -RAFAËL. Wat gebeurt hier? - -ESTHER. Hij vraagt wat ’r gebeurt!... - -AARON. Durf jij dat vragen!... - -ESTHER. Vermoorden doe je ’m, die ouwe man! Kijk in wat ’n toestand je -’m gebracht heb! - -AARON. Ben jij ’n zóón? ’n Ouwe blinde vader die je krankzinnig -maakt!... - -SACHEL. Niet zoo hàrd praten! - -ESTHER. Steek dan je pooten uit en breng ’m naar binnen! - -RAFAËL. Kom vader! - -SACHEL. Weg jullie tuig!—Alleen m’n zóón. O, Rafaël, lieve jongen, -goeie jongen! Wat motten jullie van me? ’k Ben ziek, ’k ben op. Laten -we naar binnen gaan! Vóór Levi thuis komt. Weg jij! - -ESTHER. Hou je daar bij in! Dat mot je ànhooren!... Kindsch wordt-ie. - -RAFAËL. Wees stil! Zìe je niet dat-ie ziek is.... - -ESTHER. Heb ìk ’r schuld an—jij, leeglooper!... - -AARON. ’k Zou háár nog verwijte!... Og, dat loopt de spuigaten uit!... - -ESTHER. Ziek? Ziek? Had ’m niet z’n kop gek gemaakt met die meid, met -jouw slêt!... - -RAFAËL. Mijn slèt... Pas op! ’k Ben in geen stemming om je vuilheden an -te hooren!... - -ESTHER. Mijn vuilheden? Mijn vuilheden?.... Ongeluk!... Daàr zit jouw -werk! In je graf zal je nog geen minuut rust hebben—jij niet en die -slet niet!... - -RAFAËL. Pas op!... Pas op!... Je kent me nog niet! Als je m’n vrouw met -één woord beleedigt als ze daar thuis komt... - -ESTHER. ’k Lach om je dreigementen! Zijn vrouw! De meid die mijn vuil -gereinigd heit! Zoek ’r! Ze is goddank vort... Met ’n fooi was ze af te -koopen!... - -RAFAËL. Beest!... - -SACHEL. Niewaar! Niet gelooven, Rafaël. Ze liegt ’t... - -RAFAËL. Waar is ze dan? - -SACHEL. ’k Weet ’t niet! ’k Weet ’t niet! ’k Heb ’r niet gezien! - -RAFAËL. Waar heb je ’r heengezonden dat ze zoo lang wegblijft? Uren -wacht ’k voor niks. - -ESTHER. Hij maakt zich bezorgd over dat krèng! (Gerucht). - -RAFAËL. Stil! (loopt op de gracht toe). - -SACHEL (schreeuwend). Niet bij ’t water!..... - -ESTHER. Schreeuw toch zoo niet. - -AARON. Ze kommen door de poort... - -SACHEL. O! O! - - - - -NEGENDE TOONEEL. - - -Sachel. Esther. Aaron. Rafaël. Bewoners. - - -EEN BEWONER. We hebben ’n vrouw opgehaald... - -SACHEL. Weg ’r mee! - -RAFAËL. Rose!... - -EEN BEWONER. Ze lag voor de tralies van ’t riool bij ons... ’k Wou -water scheppen... - -RAFAËL (tot Esther). Dat heb jij gedaan!... - -ESTHER. Ik? Zoo waar hoort me God... - -RAFAËL. Roep God niet an! Moordenaarster! Jij en hij!... - -ESTHER. Je ben krankzinnig! - -RAFAËL. O, m’n liefje, min hartje! Gòd, God, Gòd... - -ESTHER. Laat me los... - -RAFAËL. Zeg op! Zeg op!... - -ESTHER. Je breekt m’n pols, lafbek! (Bewoners rukken Rafaël los). - -RAFAËL. Jullie heb gelijk—gelijk.—Liefje, liefje! D’r haren—d’r mooie -blonde haren—vol slijk!—En d’r oogen—d’r mond.—Kijk d’r mond!—Gestikt -bij ’n riool—bij ’n riool! O, wat hebben jullie gedaan! - -AARON. As je naar rede wil luistere... - -RAFAËL. Naar rede? (razend). Schurftige moordenaar!..... - -SACHEL. Rafaël!... - -RAFAËL. Weg van me vader!... - -SACHEL. ’k Kon ’r niet tegenhouen... - -RAFAËL. Jij?... jij!... - -SACHEL. Rafaël!... - -RAFAËL. Dus—Dus—Ze was hier met jóú? - -SACHEL. O! O!... - -RAFAËL. Je was ’r bij?... - -SACHEL. Ja-ja... - -RAFAËL. ... Je heb ’t geweten!... - -SACHEL. Ik wou—Ik wou—O, m’n jongen. - -RAFAËL. En al die tijd—Je opwinding—En je heb je bék gehouen!... - -SACHEL. Godlief! - -RAFAËL. —Dus—dus—Jìj heb ’r in ’t water gejaagd, jíj!... - -SACHEL. O, o, m’n jongen! - -RAFAËL. —Je wou de deur grendelen—stevig grendelen—je wou—terwijl zij -in die gracht lag, in die gracht van stinkend water—Breng ’m weg! Breng -weg die kérel dat ’k ’m niet wùrg!... - -EEN GRIJSAARD.... Zoo mot je niet tekeer gaan tegen je ouwe, blinde -vader!... - -RAFAËL. M’n vader! Hahaha!... - -ESTHER. Zelf ben je oorzaak. ’r Most ongeluk van kommen. ’n Jood met ’n -christin!... - -AARON. Dat ’s de straf van Gòd... - -RAFAËL (smartelijk). God? Welke God, stumpers? - -EEN GRIJSAARD. De God van de joden... - -RAFAËL. Hahaha!—Van de joden!—Van de joden! O, hoon, hoon! Hoon van den -waarachtigen God, die van geen grenzen weet! (neerzinkend) Rose, -Rose.... - -EEN BEWONER. ... Laten we ’r weer opnemen... - -RAFAËL. Blijf af! - -SACHEL. Rafaël! Rafaël! - -RAFAËL. Weg! Weg!... Niks heb ’k met jòù te maken!... - -EEN GRIJSAARD. ... Denk an je plichten als zóon... -Wat gebeurd is—is gebeurd. - -RAFAËL. ... Plichten—Wat gebeurd is—is gebeurd—Plichten—(extatisch) O, -’k hèb plichten, gróóte plichten, plichten opgelegd door den God dien -jullie niet kennen en de christenen niet kennen—plichten, gróóte -plichten. (hij verlaat het slop). - -SACHEL. Rafaël! Rafaël! - - - EINDE VAN HET LAATSTE BEDRIJF. - - - - - - - - - Amsterdam, 15 Sept.—9 Nov. 1898. - - - - - - - - -BIJLAGE. - -Op de blz. 40 en 76 is een noot aangebracht. Die gezegden van Rafaël -werden bij latere opvoeringen achterwege gelaten, na een -correspondentie tusschen de „Nederlandsche Tooneelvereeniging” en den -schrijver. Te curieus is de historie om haar onvermeld te laten: - - - Amsterdam, 4 Januari 1899. - - Den WelEd. Heer - Herm. Heijermans Jr., - Alhier. - - Geachte Heer! - - Ik ontving van den heer Franken, hoofdcommissaris van politie, een - uitnoodiging om naar aanleiding der Ghetto-opvoeringen even bij hem - te komen. - - Aan dat verzoek voldeed ik heden. - - De heer Franken wenschte in Uw stuk te doen wijzigen de gezegden - van Rafaël op blz. 40 en 76. Ik wees hem er op, dat in geen der - vijf voorstellingen, die plaats gehad hebben, deze gezegden tot - eenige rustverstoring, zelfs niet tot gefluit aanleiding gegeven - hebben en dat trouwens elke voorstelling een stijgend succes had. - De heer Franken bleef evenwel in overweging geven, deze gezegden te - verzachten of achterwege te laten, daar bij eventueel voorkomende - wanordelijkheden de voorstelling onherroepelijk verboden zou - worden. - - Wilt U mij even omgaand mededeelen of U de gewenschte wijzigingen - wilt aanbrengen? - - Na beleefde groeten - Hoogachtend, - n. d. N. T. V.: - - Uw dr., - A. v. d. Horst, - - - - - Amsterdam, 4 Januari 1899. - - Den WelEd. Heer - A. v. d. Horst, - President-Directeur der „Nederlandsche Tooneelvereeniging”, - Alhier. - - Geachte Heer, - - Het doet mij genoegen dat de heer Franken, hoofdcommissaris van - politie, wiens critische bekwaamheden op letterkundig terrein ik - volkomen erken, zulke bescheiden wijzigingen verlangt. Ik ben het - met U eens dat geen der drie gezegden eenig protest, laat staan - „rustverstoring” ontlokte tijdens de 5 eerste voorstellingen. Om - echter in Uw belang te voorkomen dat ’s heeren Franken’s inzichten - zich plotseling mochten verwerkelijken—de wegen der politie zijn - ondoorgrondelijk—zal ik morgenavond vóór de voorstelling dezen - „Grober Unfug” verwijderen. Waarom zouden wij mijn litterairen - collega Franken ’t pleiziertje misgunnen? - - Zeer de Uwe - Herm. Heijermans Jr. - - - - - - - - -AANTEEKENINGEN - - -[1] Meisje.—Bewerker. - -[2] Zie Bijlage. - -[3] Genesis 1:28: פְּרוּ וּרְבִוּ וּמִלְאוּ אֶת־הָאָרֶץ.—Bewerker. - -[4] Gebedsriemen.—Bewerker. - -[5] בְּרית מִלָה, besnijdenis. - -[6] Kerk. - -[7] Rissches: aanstoot. - -[8] Zie bijlage. - -[9] Gemeente. - -*** END OF THE PROJECT GUTENBERG EBOOK GHETTO *** - -Updated editions will replace the previous one--the old editions will -be renamed. - -Creating the works from print editions not protected by U.S. copyright -law means that no one owns a United States copyright in these works, -so the Foundation (and you!) can copy and distribute it in the -United States without permission and without paying copyright -royalties. Special rules, set forth in the General Terms of Use part -of this license, apply to copying and distributing Project -Gutenberg-tm electronic works to protect the PROJECT GUTENBERG-tm -concept and trademark. Project Gutenberg is a registered trademark, -and may not be used if you charge for an eBook, except by following -the terms of the trademark license, including paying royalties for use -of the Project Gutenberg trademark. If you do not charge anything for -copies of this eBook, complying with the trademark license is very -easy. You may use this eBook for nearly any purpose such as creation -of derivative works, reports, performances and research. Project -Gutenberg eBooks may be modified and printed and given away--you may -do practically ANYTHING in the United States with eBooks not protected -by U.S. copyright law. Redistribution is subject to the trademark -license, especially commercial redistribution. - -START: FULL LICENSE - -THE FULL PROJECT GUTENBERG LICENSE -PLEASE READ THIS BEFORE YOU DISTRIBUTE OR USE THIS WORK - -To protect the Project Gutenberg-tm mission of promoting the free -distribution of electronic works, by using or distributing this work -(or any other work associated in any way with the phrase "Project -Gutenberg"), you agree to comply with all the terms of the Full -Project Gutenberg-tm License available with this file or online at -www.gutenberg.org/license. - -Section 1. General Terms of Use and Redistributing Project -Gutenberg-tm electronic works - -1.A. By reading or using any part of this Project Gutenberg-tm -electronic work, you indicate that you have read, understand, agree to -and accept all the terms of this license and intellectual property -(trademark/copyright) agreement. If you do not agree to abide by all -the terms of this agreement, you must cease using and return or -destroy all copies of Project Gutenberg-tm electronic works in your -possession. If you paid a fee for obtaining a copy of or access to a -Project Gutenberg-tm electronic work and you do not agree to be bound -by the terms of this agreement, you may obtain a refund from the -person or entity to whom you paid the fee as set forth in paragraph -1.E.8. - -1.B. "Project Gutenberg" is a registered trademark. It may only be -used on or associated in any way with an electronic work by people who -agree to be bound by the terms of this agreement. There are a few -things that you can do with most Project Gutenberg-tm electronic works -even without complying with the full terms of this agreement. See -paragraph 1.C below. There are a lot of things you can do with Project -Gutenberg-tm electronic works if you follow the terms of this -agreement and help preserve free future access to Project Gutenberg-tm -electronic works. See paragraph 1.E below. - -1.C. The Project Gutenberg Literary Archive Foundation ("the -Foundation" or PGLAF), owns a compilation copyright in the collection -of Project Gutenberg-tm electronic works. Nearly all the individual -works in the collection are in the public domain in the United -States. If an individual work is unprotected by copyright law in the -United States and you are located in the United States, we do not -claim a right to prevent you from copying, distributing, performing, -displaying or creating derivative works based on the work as long as -all references to Project Gutenberg are removed. Of course, we hope -that you will support the Project Gutenberg-tm mission of promoting -free access to electronic works by freely sharing Project Gutenberg-tm -works in compliance with the terms of this agreement for keeping the -Project Gutenberg-tm name associated with the work. You can easily -comply with the terms of this agreement by keeping this work in the -same format with its attached full Project Gutenberg-tm License when -you share it without charge with others. - -1.D. The copyright laws of the place where you are located also govern -what you can do with this work. Copyright laws in most countries are -in a constant state of change. If you are outside the United States, -check the laws of your country in addition to the terms of this -agreement before downloading, copying, displaying, performing, -distributing or creating derivative works based on this work or any -other Project Gutenberg-tm work. The Foundation makes no -representations concerning the copyright status of any work in any -country other than the United States. - -1.E. Unless you have removed all references to Project Gutenberg: - -1.E.1. The following sentence, with active links to, or other -immediate access to, the full Project Gutenberg-tm License must appear -prominently whenever any copy of a Project Gutenberg-tm work (any work -on which the phrase "Project Gutenberg" appears, or with which the -phrase "Project Gutenberg" is associated) is accessed, displayed, -performed, viewed, copied or distributed: - - This eBook is for the use of anyone anywhere in the United States and - most other parts of the world at no cost and with almost no - restrictions whatsoever. You may copy it, give it away or re-use it - under the terms of the Project Gutenberg License included with this - eBook or online at www.gutenberg.org. If you are not located in the - United States, you will have to check the laws of the country where - you are located before using this eBook. - -1.E.2. If an individual Project Gutenberg-tm electronic work is -derived from texts not protected by U.S. copyright law (does not -contain a notice indicating that it is posted with permission of the -copyright holder), the work can be copied and distributed to anyone in -the United States without paying any fees or charges. If you are -redistributing or providing access to a work with the phrase "Project -Gutenberg" associated with or appearing on the work, you must comply -either with the requirements of paragraphs 1.E.1 through 1.E.7 or -obtain permission for the use of the work and the Project Gutenberg-tm -trademark as set forth in paragraphs 1.E.8 or 1.E.9. - -1.E.3. If an individual Project Gutenberg-tm electronic work is posted -with the permission of the copyright holder, your use and distribution -must comply with both paragraphs 1.E.1 through 1.E.7 and any -additional terms imposed by the copyright holder. Additional terms -will be linked to the Project Gutenberg-tm License for all works -posted with the permission of the copyright holder found at the -beginning of this work. - -1.E.4. Do not unlink or detach or remove the full Project Gutenberg-tm -License terms from this work, or any files containing a part of this -work or any other work associated with Project Gutenberg-tm. - -1.E.5. Do not copy, display, perform, distribute or redistribute this -electronic work, or any part of this electronic work, without -prominently displaying the sentence set forth in paragraph 1.E.1 with -active links or immediate access to the full terms of the Project -Gutenberg-tm License. - -1.E.6. You may convert to and distribute this work in any binary, -compressed, marked up, nonproprietary or proprietary form, including -any word processing or hypertext form. However, if you provide access -to or distribute copies of a Project Gutenberg-tm work in a format -other than "Plain Vanilla ASCII" or other format used in the official -version posted on the official Project Gutenberg-tm website -(www.gutenberg.org), you must, at no additional cost, fee or expense -to the user, provide a copy, a means of exporting a copy, or a means -of obtaining a copy upon request, of the work in its original "Plain -Vanilla ASCII" or other form. Any alternate format must include the -full Project Gutenberg-tm License as specified in paragraph 1.E.1. - -1.E.7. Do not charge a fee for access to, viewing, displaying, -performing, copying or distributing any Project Gutenberg-tm works -unless you comply with paragraph 1.E.8 or 1.E.9. - -1.E.8. You may charge a reasonable fee for copies of or providing -access to or distributing Project Gutenberg-tm electronic works -provided that: - -* You pay a royalty fee of 20% of the gross profits you derive from - the use of Project Gutenberg-tm works calculated using the method - you already use to calculate your applicable taxes. The fee is owed - to the owner of the Project Gutenberg-tm trademark, but he has - agreed to donate royalties under this paragraph to the Project - Gutenberg Literary Archive Foundation. Royalty payments must be paid - within 60 days following each date on which you prepare (or are - legally required to prepare) your periodic tax returns. Royalty - payments should be clearly marked as such and sent to the Project - Gutenberg Literary Archive Foundation at the address specified in - Section 4, "Information about donations to the Project Gutenberg - Literary Archive Foundation." - -* You provide a full refund of any money paid by a user who notifies - you in writing (or by e-mail) within 30 days of receipt that s/he - does not agree to the terms of the full Project Gutenberg-tm - License. You must require such a user to return or destroy all - copies of the works possessed in a physical medium and discontinue - all use of and all access to other copies of Project Gutenberg-tm - works. - -* You provide, in accordance with paragraph 1.F.3, a full refund of - any money paid for a work or a replacement copy, if a defect in the - electronic work is discovered and reported to you within 90 days of - receipt of the work. - -* You comply with all other terms of this agreement for free - distribution of Project Gutenberg-tm works. - -1.E.9. If you wish to charge a fee or distribute a Project -Gutenberg-tm electronic work or group of works on different terms than -are set forth in this agreement, you must obtain permission in writing -from the Project Gutenberg Literary Archive Foundation, the manager of -the Project Gutenberg-tm trademark. Contact the Foundation as set -forth in Section 3 below. - -1.F. - -1.F.1. Project Gutenberg volunteers and employees expend considerable -effort to identify, do copyright research on, transcribe and proofread -works not protected by U.S. copyright law in creating the Project -Gutenberg-tm collection. Despite these efforts, Project Gutenberg-tm -electronic works, and the medium on which they may be stored, may -contain "Defects," such as, but not limited to, incomplete, inaccurate -or corrupt data, transcription errors, a copyright or other -intellectual property infringement, a defective or damaged disk or -other medium, a computer virus, or computer codes that damage or -cannot be read by your equipment. - -1.F.2. LIMITED WARRANTY, DISCLAIMER OF DAMAGES - Except for the "Right -of Replacement or Refund" described in paragraph 1.F.3, the Project -Gutenberg Literary Archive Foundation, the owner of the Project -Gutenberg-tm trademark, and any other party distributing a Project -Gutenberg-tm electronic work under this agreement, disclaim all -liability to you for damages, costs and expenses, including legal -fees. YOU AGREE THAT YOU HAVE NO REMEDIES FOR NEGLIGENCE, STRICT -LIABILITY, BREACH OF WARRANTY OR BREACH OF CONTRACT EXCEPT THOSE -PROVIDED IN PARAGRAPH 1.F.3. YOU AGREE THAT THE FOUNDATION, THE -TRADEMARK OWNER, AND ANY DISTRIBUTOR UNDER THIS AGREEMENT WILL NOT BE -LIABLE TO YOU FOR ACTUAL, DIRECT, INDIRECT, CONSEQUENTIAL, PUNITIVE OR -INCIDENTAL DAMAGES EVEN IF YOU GIVE NOTICE OF THE POSSIBILITY OF SUCH -DAMAGE. - -1.F.3. LIMITED RIGHT OF REPLACEMENT OR REFUND - If you discover a -defect in this electronic work within 90 days of receiving it, you can -receive a refund of the money (if any) you paid for it by sending a -written explanation to the person you received the work from. If you -received the work on a physical medium, you must return the medium -with your written explanation. The person or entity that provided you -with the defective work may elect to provide a replacement copy in -lieu of a refund. If you received the work electronically, the person -or entity providing it to you may choose to give you a second -opportunity to receive the work electronically in lieu of a refund. If -the second copy is also defective, you may demand a refund in writing -without further opportunities to fix the problem. - -1.F.4. Except for the limited right of replacement or refund set forth -in paragraph 1.F.3, this work is provided to you 'AS-IS', WITH NO -OTHER WARRANTIES OF ANY KIND, EXPRESS OR IMPLIED, INCLUDING BUT NOT -LIMITED TO WARRANTIES OF MERCHANTABILITY OR FITNESS FOR ANY PURPOSE. - -1.F.5. Some states do not allow disclaimers of certain implied -warranties or the exclusion or limitation of certain types of -damages. If any disclaimer or limitation set forth in this agreement -violates the law of the state applicable to this agreement, the -agreement shall be interpreted to make the maximum disclaimer or -limitation permitted by the applicable state law. The invalidity or -unenforceability of any provision of this agreement shall not void the -remaining provisions. - -1.F.6. INDEMNITY - You agree to indemnify and hold the Foundation, the -trademark owner, any agent or employee of the Foundation, anyone -providing copies of Project Gutenberg-tm electronic works in -accordance with this agreement, and any volunteers associated with the -production, promotion and distribution of Project Gutenberg-tm -electronic works, harmless from all liability, costs and expenses, -including legal fees, that arise directly or indirectly from any of -the following which you do or cause to occur: (a) distribution of this -or any Project Gutenberg-tm work, (b) alteration, modification, or -additions or deletions to any Project Gutenberg-tm work, and (c) any -Defect you cause. - -Section 2. Information about the Mission of Project Gutenberg-tm - -Project Gutenberg-tm is synonymous with the free distribution of -electronic works in formats readable by the widest variety of -computers including obsolete, old, middle-aged and new computers. It -exists because of the efforts of hundreds of volunteers and donations -from people in all walks of life. - -Volunteers and financial support to provide volunteers with the -assistance they need are critical to reaching Project Gutenberg-tm's -goals and ensuring that the Project Gutenberg-tm collection will -remain freely available for generations to come. In 2001, the Project -Gutenberg Literary Archive Foundation was created to provide a secure -and permanent future for Project Gutenberg-tm and future -generations. To learn more about the Project Gutenberg Literary -Archive Foundation and how your efforts and donations can help, see -Sections 3 and 4 and the Foundation information page at -www.gutenberg.org - -Section 3. Information about the Project Gutenberg Literary -Archive Foundation - -The Project Gutenberg Literary Archive Foundation is a non-profit -501(c)(3) educational corporation organized under the laws of the -state of Mississippi and granted tax exempt status by the Internal -Revenue Service. The Foundation's EIN or federal tax identification -number is 64-6221541. Contributions to the Project Gutenberg Literary -Archive Foundation are tax deductible to the full extent permitted by -U.S. federal laws and your state's laws. - -The Foundation's business office is located at 809 North 1500 West, -Salt Lake City, UT 84116, (801) 596-1887. Email contact links and up -to date contact information can be found at the Foundation's website -and official page at www.gutenberg.org/contact - -Section 4. Information about Donations to the Project Gutenberg -Literary Archive Foundation - -Project Gutenberg-tm depends upon and cannot survive without -widespread public support and donations to carry out its mission of -increasing the number of public domain and licensed works that can be -freely distributed in machine-readable form accessible by the widest -array of equipment including outdated equipment. Many small donations -($1 to $5,000) are particularly important to maintaining tax exempt -status with the IRS. - -The Foundation is committed to complying with the laws regulating -charities and charitable donations in all 50 states of the United -States. Compliance requirements are not uniform and it takes a -considerable effort, much paperwork and many fees to meet and keep up -with these requirements. We do not solicit donations in locations -where we have not received written confirmation of compliance. To SEND -DONATIONS or determine the status of compliance for any particular -state visit www.gutenberg.org/donate - -While we cannot and do not solicit contributions from states where we -have not met the solicitation requirements, we know of no prohibition -against accepting unsolicited donations from donors in such states who -approach us with offers to donate. - -International donations are gratefully accepted, but we cannot make -any statements concerning tax treatment of donations received from -outside the United States. U.S. laws alone swamp our small staff. - -Please check the Project Gutenberg web pages for current donation -methods and addresses. Donations are accepted in a number of other -ways including checks, online payments and credit card donations. To -donate, please visit: www.gutenberg.org/donate - -Section 5. General Information About Project Gutenberg-tm electronic works - -Professor Michael S. Hart was the originator of the Project -Gutenberg-tm concept of a library of electronic works that could be -freely shared with anyone. For forty years, he produced and -distributed Project Gutenberg-tm eBooks with only a loose network of -volunteer support. - -Project Gutenberg-tm eBooks are often created from several printed -editions, all of which are confirmed as not protected by copyright in -the U.S. unless a copyright notice is included. Thus, we do not -necessarily keep eBooks in compliance with any particular paper -edition. - -Most people start at our website which has the main PG search -facility: www.gutenberg.org - -This website includes information about Project Gutenberg-tm, -including how to make donations to the Project Gutenberg Literary -Archive Foundation, how to help produce our new eBooks, and how to -subscribe to our email newsletter to hear about new eBooks. diff --git a/old/65535-0.zip b/old/65535-0.zip Binary files differdeleted file mode 100644 index 38cfada..0000000 --- a/old/65535-0.zip +++ /dev/null diff --git a/old/65535-h.zip b/old/65535-h.zip Binary files differdeleted file mode 100644 index 1e4d21f..0000000 --- a/old/65535-h.zip +++ /dev/null diff --git a/old/65535-h/65535-h.htm b/old/65535-h/65535-h.htm deleted file mode 100644 index 4a8e136..0000000 --- a/old/65535-h/65535-h.htm +++ /dev/null @@ -1,6196 +0,0 @@ -<!DOCTYPE html -PUBLIC "-//W3C//DTD HTML 4.01 Transitional//EN" "http://www.w3.org/TR/html4/loose.dtd"> -<!-- This HTML file has been automatically generated from an XML source on 2021-05-15T19:01:15Z using SAXON HE 9.9.1.8 . --> -<html lang="nl"> -<head> -<meta http-equiv="Content-Type" content="text/html; charset=utf-8"> -<title>Ghetto: Burgerlijk Treurspel in 3 Bedrijven</title> -<meta name="generator" content="tei2html.xsl, see https://github.com/jhellingman/tei2html"> -<meta name="author" content="Herman Heijermans (1864–1924)"> -<link rel="coverpage" href="images/new-cover.jpg"> -<link rel="schema.DC" href="http://dublincore.org/documents/1998/09/dces/"> -<meta name="DC.Creator" content="Herman Heijermans (1864–1924)"> -<meta name="DC.Title" content="Ghetto: Burgerlijk Treurspel in 3 Bedrijven"> -<meta name="DC.Language" content="nl-1900"> -<meta name="DC.Format" content="text/html"> -<meta name="DC.Publisher" content="Project Gutenberg"> -<meta name="DC:Subject" content="#####"> -<style type="text/css"> /* <![CDATA[ */ -html { -line-height: 1.3; -} -body { -margin: 0; -} -main { -display: block; -} -h1 { -font-size: 2em; -margin: 0.67em 0; -} -hr { -height: 0; -overflow: visible; -} -pre { -font-family: monospace, monospace; -font-size: 1em; -} -a { -background-color: transparent; -} -abbr[title] { -border-bottom: none; -text-decoration: underline; -text-decoration: underline dotted; -} -b, strong { -font-weight: bolder; -} -code, kbd, samp { -font-family: monospace, monospace; -font-size: 1em; -} -small { -font-size: 80%; -} -sub, sup { -font-size: 67%; -line-height: 0; -position: relative; -vertical-align: baseline; -} -sub { -bottom: -0.25em; -} -sup { -top: -0.5em; -} -img { -border-style: none; -} -body { -font-family: serif; -font-size: 100%; -text-align: left; -margin-top: 2.4em; -} -div.front, div.body { -margin-bottom: 7.2em; -} -div.back { -margin-bottom: 2.4em; -} -.div0 { -margin-top: 7.2em; -margin-bottom: 7.2em; -} -.div1 { -margin-top: 5.6em; -margin-bottom: 5.6em; -} -.div2 { -margin-top: 4.8em; -margin-bottom: 4.8em; -} -.div3 { -margin-top: 3.6em; -margin-bottom: 3.6em; -} -.div4 { -margin-top: 2.4em; -margin-bottom: 2.4em; -} -.div5, .div6, .div7 { -margin-top: 1.44em; -margin-bottom: 1.44em; -} -.div0:last-child, .div1:last-child, .div2:last-child, .div3:last-child, -.div4:last-child, .div5:last-child, .div6:last-child, .div7:last-child { -margin-bottom: 0; -} -blockquote div.front, blockquote div.body, blockquote div.back { -margin-top: 0; -margin-bottom: 0; -} -.divBody .div1:first-child, .divBody .div2:first-child, .divBody .div3:first-child, .divBody .div4:first-child, -.divBody .div5:first-child, .divBody .div6:first-child, .divBody .div7:first-child { -margin-top: 0; -} -h1, h2, h3, h4, h5, h6, .h1, .h2, .h3, .h4, .h5, .h6 { -clear: both; -font-style: normal; -text-transform: none; -} -h3, .h3 { -font-size: 1.2em; -} -h3.label { -font-size: 1em; -margin-bottom: 0; -} -h4, .h4 { -font-size: 1em; -} -.alignleft { -text-align: left; -} -.alignright { -text-align: right; -} -.alignblock { -text-align: justify; -} -p.tb, hr.tb, .par.tb { -margin: 1.6em auto; -text-align: center; -} -p.argument, p.note, p.tocArgument, .par.argument, .par.note, .par.tocArgument { -font-size: 0.9em; -text-indent: 0; -} -p.argument, p.tocArgument, .par.argument, .par.tocArgument { -margin: 1.58em 10%; -} -td.tocDivNum { -vertical-align: top; -} -td.tocPageNum { -vertical-align: bottom; -} -.opener, .address { -margin-top: 1.6em; -margin-bottom: 1.6em; -} -.addrline { -margin-top: 0; -margin-bottom: 0; -} -.dateline { -margin-top: 1.6em; -margin-bottom: 1.6em; -text-align: right; -} -.salute { -margin-top: 1.6em; -margin-left: 3.58em; -text-indent: -2em; -} -.signed { -margin-top: 1.6em; -margin-left: 3.58em; -text-indent: -2em; -} -.epigraph { -font-size: 0.9em; -width: 60%; -margin-left: auto; -} -.epigraph span.bibl { -display: block; -text-align: right; -} -.trailer { -clear: both; -margin-top: 3.6em; -} -span.abbr, abbr { -white-space: nowrap; -} -span.parnum { -font-weight: bold; -} -span.corr, span.gap { -border-bottom: 1px dotted red; -} -span.num, span.trans, span.trans { -border-bottom: 1px dotted gray; -} -span.measure { -border-bottom: 1px dotted green; -} -.ex { -letter-spacing: 0.2em; -} -.sc { -font-variant: small-caps; -} -.asc { -font-variant: small-caps; -text-transform: lowercase; -} -.uc { -text-transform: uppercase; -} -.tt { -font-family: monospace; -} -.underline { -text-decoration: underline; -} -.overline, .overtilde { -text-decoration: overline; -} -.rm { -font-style: normal; -} -.red { -color: red; -} -hr { -clear: both; -border: none; -border-bottom: 1px solid black; -width: 45%; -margin-left: auto; -margin-right: auto; -margin-top: 1em; -text-align: center; -} -hr.dotted { -border-bottom: 2px dotted black; -} -hr.dashed { -border-bottom: 2px dashed black; -} -.aligncenter { -text-align: center; -} -h1, h2, .h1, .h2 { -font-size: 1.44em; -line-height: 1.5; -} -h1.label, h2.label { -font-size: 1.2em; -margin-bottom: 0; -} -h5, h6 { -font-size: 1em; -font-style: italic; -} -p, .par { -text-indent: 0; -} -p.firstlinecaps:first-line, .par.firstlinecaps:first-line { -text-transform: uppercase; -} -.hangq { -text-indent: -0.32em; -} -.hangqq { -text-indent: -0.42em; -} -.hangqqq { -text-indent: -0.84em; -} -p.dropcap:first-letter, .par.dropcap:first-letter { -float: left; -clear: left; -margin: 0 0.05em 0 0; -padding: 0; -line-height: 0.8; -font-size: 420%; -vertical-align: super; -} -blockquote, p.quote, div.blockquote, div.argument, .par.quote { -font-size: 0.9em; -margin: 1.58em 5%; -} -.pageNum a, a.noteRef:hover, a.pseudoNoteRef:hover, a.hidden:hover, a.hidden { -text-decoration: none; -} -.advertisement, .advertisements { -background-color: #FFFEE0; -border: black 1px dotted; -color: #000; -margin: 2em 5%; -padding: 1em; -} -.footnotes .body, .footnotes .div1 { -padding: 0; -} -.fnarrow { -color: #AAAAAA; -font-weight: bold; -text-decoration: none; -} -.fnarrow:hover, .fnreturn:hover { -color: #660000; -} -.fnreturn { -color: #AAAAAA; -font-size: 80%; -font-weight: bold; -text-decoration: none; -vertical-align: 0.25em; -} -a { -text-decoration: none; -} -a:hover { -text-decoration: underline; -background-color: #e9f5ff; -} -a.noteRef, a.pseudoNoteRef { -font-size: 67%; -line-height: 0; -position: relative; -vertical-align: baseline; -top: -0.5em; -text-decoration: none; -margin-left: 0.1em; -} -.displayfootnote { -display: none; -} -div.footnotes { -font-size: 80%; -margin-top: 1em; -padding: 0; -} -hr.fnsep { -margin-left: 0; -margin-right: 0; -text-align: left; -width: 25%; -} -p.footnote, .par.footnote { -margin-bottom: 0.5em; -margin-top: 0.5em; -} -p.footnote .fnlabel, .par.footnote .fnlabel { -float: left; -min-width: 1.0em; -margin-left: -0.1em; -padding-top: 0.9em; -padding-right: 0.4em; -} -.apparatusnote { -text-decoration: none; -} -table.tocList { -width: 100%; -margin-left: auto; -margin-right: auto; -border-width: 0; -border-collapse: collapse; -} -td.tocPageNum, td.tocDivNum { -text-align: right; -min-width: 10%; -border-width: 0; -white-space: nowrap; -} -td.tocDivNum { -padding-left: 0; -padding-right: 0.5em; -} -td.tocPageNum { -padding-left: 0.5em; -padding-right: 0; -} -td.tocDivTitle { -width: auto; -} -p.tocPart, .par.tocPart { -margin: 1.58em 0; -font-variant: small-caps; -} -p.tocChapter, .par.tocChapter { -margin: 1.58em 0; -} -p.tocSection, .par.tocSection { -margin: 0.7em 5%; -} -table.tocList td { -vertical-align: top; -} -table.tocList td.tocPageNum { -vertical-align: bottom; -} -table.inner { -display: inline-table; -border-collapse: collapse; -width: 100%; -} -td.itemNum { -text-align: right; -min-width: 5%; -padding-right: 0.8em; -} -td.innerContainer { -padding: 0; -margin: 0; -} -.index { -font-size: 80%; -} -.index p { -text-indent: -1em; -margin-left: 1em; -} -.indexToc { -text-align: center; -} -.transcriberNote { -background-color: #DDE; -border: black 1px dotted; -color: #000; -font-family: sans-serif; -font-size: 80%; -margin: 2em 5%; -padding: 1em; -} -.missingTarget { -text-decoration: line-through; -color: red; -} -.correctionTable { -width: 75%; -} -.width20 { -width: 20%; -} -.width40 { -width: 40%; -} -p.smallprint, li.smallprint, .par.smallprint { -color: #666666; -font-size: 80%; -} -span.musictime { -vertical-align: middle; -display: inline-block; -text-align: center; -} -span.musictime, span.musictime span.top, span.musictime span.bottom { -padding: 1px 0.5px; -font-size: xx-small; -font-weight: bold; -line-height: 0.7em; -} -span.musictime span.bottom { -display: block; -} -ul { -list-style-type: none; -} -.splitListTable { -margin-left: 0; -} -.numberedItem { -text-indent: -3em; -margin-left: 3em; -} -.numberedItem .itemNumber { -float: left; -position: relative; -left: -3.5em; -width: 3em; -display: inline-block; -text-align: right; -} -.itemGroupTable { -border-collapse: collapse; -margin-left: 0; -} -.itemGroupTable td { -padding: 0; -margin: 0; -vertical-align: middle; -} -.itemGroupBrace { -padding: 0 0.5em !important; -} -.titlePage { -border: #DDDDDD 2px solid; -margin: 3em 0 7em 0; -padding: 5em 10% 6em 10%; -text-align: center; -} -.titlePage .docTitle { -line-height: 1.7; -margin: 2em 0 2em 0; -font-weight: bold; -} -.titlePage .docTitle .mainTitle { -font-size: 1.8em; -} -.titlePage .docTitle .subTitle, .titlePage .docTitle .seriesTitle, -.titlePage .docTitle .volumeTitle { -font-size: 1.44em; -} -.titlePage .byline { -margin: 2em 0 2em 0; -font-size: 1.2em; -line-height: 1.5; -} -.titlePage .byline .docAuthor { -font-size: 1.2em; -font-weight: bold; -} -.titlePage .figure { -margin: 2em auto; -} -.titlePage .docImprint { -margin: 4em 0 0 0; -font-size: 1.2em; -line-height: 1.5; -} -.titlePage .docImprint .docDate { -font-size: 1.2em; -font-weight: bold; -} -div.figure { -text-align: center; -} -.figure { -margin-left: auto; -margin-right: auto; -} -.floatLeft { -float: left; -margin: 10px 10px 10px 0; -} -.floatRight { -float: right; -margin: 10px 0 10px 10px; -} -p.figureHead, .par.figureHead { -font-size: 100%; -text-align: center; -} -.figAnnotation { -font-size: 80%; -position: relative; -margin: 0 auto; -} -.figTopLeft, .figBottomLeft { -float: left; -} -.figTopRight, .figBottomRight { -float: right; -} -.figure p, .figure .par { -font-size: 80%; -margin-top: 0; -text-align: center; -} -img { -border-width: 0; -} -td.galleryFigure { -text-align: center; -vertical-align: middle; -} -td.galleryCaption { -text-align: center; -vertical-align: top; -} -.lgouter { -margin-left: auto; -margin-right: auto; -display: table; -} -.lg { -text-align: left; -padding: .5em 0 .5em 0; -} -.lg h4, .lgouter h4 { -font-weight: normal; -} -.lg .lineNum, .sp .lineNum, .lgouter .lineNum { -color: #777; -font-size: 90%; -left: 16%; -margin: 0; -position: absolute; -text-align: center; -text-indent: 0; -top: auto; -width: 1.75em; -} -p.line, .par.line { -margin: 0 0 0 0; -} -span.hemistich { -visibility: hidden; -} -.verseNum { -font-weight: bold; -} -.speaker { -font-weight: bold; -margin-bottom: 0.4em; -} -.sp .line { -margin: 0 10%; -text-align: left; -} -.castlist, .castitem { -list-style-type: none; -} -.castGroupTable { -border-collapse: collapse; -margin-left: 0; -} -.castGroupTable td { -padding: 0; -margin: 0; -vertical-align: middle; -} -.castGroupBrace { -padding: 0 0.5em !important; -} -body { -padding: 1.58em 16%; -} -.pageNum { -display: inline; -font-size: 70%; -font-style: normal; -margin: 0; -padding: 0; -position: absolute; -right: 1%; -text-align: right; -} -.marginnote { -font-size: 0.8em; -height: 0; -left: 1%; -position: absolute; -text-indent: 0; -width: 14%; -text-align: left; -} -.right-marginnote { -font-size: 0.8em; -height: 0; -right: 3%; -position: absolute; -text-indent: 0; -text-align: right; -width: 11% -} -.cut-in-left-note { -font-size: 0.8em; -left: 1%; -float: left; -text-indent: 0; -width: 14%; -text-align: left; -padding: 0.8em 0.8em 0.8em 0; -} -.cut-in-right-note { -font-size: 0.8em; -left: 1%; -float: right; -text-indent: 0; -width: 14%; -text-align: right; -padding: 0.8em 0 0.8em 0.8em; -} -span.tocPageNum, span.flushright { -position: absolute; -right: 16%; -top: auto; -text-indent: 0; -} -.pglink::after { -content: "\0000A0\01F4D8"; -font-size: 80%; -font-style: normal; -font-weight: normal; -} -.catlink::after { -content: "\0000A0\01F4C7"; -font-size: 80%; -font-style: normal; -font-weight: normal; -} -.exlink::after, .wplink::after, .biblink::after, .qurlink::after, .seclink::after { -content: "\0000A0\002197\00FE0F"; -color: blue; -font-size: 80%; -font-style: normal; -font-weight: normal; -} -.pglink:hover { -background-color: #DCFFDC; -} -.catlink:hover { -background-color: #FFFFDC; -} -.exlink:hover, .wplink:hover, .biblink:hover, .qurlink:hover { -background-color: #FFDCDC; -} -body { -background: #FFFFFF; -font-family: serif; -} -body, a.hidden { -color: black; -} -h1, h2, .h1, .h2 { -text-align: center; -font-variant: small-caps; -font-weight: normal; -} -p.byline { -text-align: center; -font-style: italic; -margin-bottom: 2em; -} -.div2 p.byline, .div3 p.byline, .div4 p.byline, .div5 p.byline, .div6 p.byline, .div7 p.byline { -text-align: left; -} -.figureHead, .noteRef, .pseudoNoteRef, .marginnote, .right-marginnote, p.legend, .verseNum { -color: #660000; -} -.rightnote, .pageNum, .lineNum, .pageNum a { -color: #AAAAAA; -} -a.hidden:hover, a.noteRef:hover, a.pseudoNoteRef:hover { -color: red; -} -h1, h2, h3, h4, h5, h6 { -font-weight: normal; -} -table { -margin-left: auto; -margin-right: auto; -} -.tablecaption { -text-align: center; -} -.arab { font-family: Scheherazade, serif; } -.aran { font-family: 'Awami Nastaliq', serif; } -.grek { font-family: 'Charis SIL', serif; } -.hebr { font-family: Shlomo, 'Ezra SIL', serif; } -.syrc { font-family: 'Serto Jerusalem', serif; } -/* CSS rules generated from @rend attributes in TEI file */ -.cover-imagewidth { -width:480px; -} -.xd30e91 { -text-align:center; font-size:large; -} -.xd30e95 { -text-align:center; -} -.xd30e1886 { -text-align:center; -} -@media handheld { -} -/* ]]> */ </style> -</head> -<body> - -<div style='text-align:center; font-size:1.2em; font-weight:bold'>The Project Gutenberg eBook of Ghetto, by Herman Heijermans Jr.</div> - -<div style='display:block; margin:1em 0'> -This eBook is for the use of anyone anywhere in the United States and -most other parts of the world at no cost and with almost no restrictions -whatsoever. You may copy it, give it away or re-use it under the terms -of the Project Gutenberg License included with this eBook or online -at <a href="https://www.gutenberg.org">www.gutenberg.org</a>. If you -are not located in the United States, you will have to check the laws of the -country where you are located before using this eBook. -</div> - -<div style='display:table'> - <div style='display:table-row'> - <div style='display:table-cell; padding-right:0.5em'>Title:</div> - <div style='display:table-cell; padding-right:0.5em'>Ghetto</div> - </div> - <div style='display:table-row;'> - <div style='display:table-cell'></div> - <div style='display:table-cell'>Burgerlijk Treurspel in 3 Bedrijven</div> - </div> -</div> - -<div style='display:block; margin-top:1em; margin-bottom:1em; margin-left:2em; text-indent:-2em'>Author: Herman Heijermans Jr.</div> - -<div style='display:block; margin:1em 0'>Release Date: June 5, 2021 [eBook #65535]</div> - -<div style='display:block; margin:1em 0'>Language: Dutch</div> - -<div style='display:block; margin:1em 0'>Character set encoding: UTF-8</div> - -<div style='display:block; margin-left:2em; text-indent:-2em'>Produced by: far Jeroen Hellingman and the Online Distributed Proofreading Team at https://www.pgdp.net/ for Project Gutenberg (This book was produced from scanned images of public domain material from the Google Books project.)</div> - -<div style='margin-top:2em; margin-bottom:4em'>*** START OF THE PROJECT GUTENBERG EBOOK GHETTO ***</div> -<div class="front"> -<div class="div1 cover"><span class="pageNum">[<a href="#toc">Inhoud</a>]</span><div class="divBody"> -<p class="first"></p> -<div class="figure cover-imagewidth"><img src="images/new-cover.jpg" alt="Nieuw ontworpen voorkant." width="480" height="720"></div><p> -</p> -</div> -</div> -<div class="div1 titlepage"><span class="pageNum">[<a href="#toc">Inhoud</a>]</span><div class="divBody"> -<p class="first"> -</p> -</div> -</div> -<div class="div1 frenchtitle"><span class="pageNum">[<a href="#toc">Inhoud</a>]</span><div class="divBody"> -<p class="first xd30e91">GHETTO. -</p> -</div> -</div> -<div class="div1 copyright"><span class="pageNum">[<a href="#toc">Inhoud</a>]</span><div class="divBody"> -<p class="first xd30e95"><i>Het recht van opvoering voorbehouden volgens de Wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad no. -124).</i> -</p> -</div> -</div> -<div class="titlePage"> -<div class="docTitle"> -<div class="mainTitle">GHETTO.</div> -<div class="subTitle">BURGERLIJK TREURSPEL</div> -<div class="subTitle"><i>in 3 Bedrijven</i></div> -</div> -<div class="byline">DOOR -<br> -<span class="docAuthor">HERM. HEIJERMANS J<sup>R</sup>.</span></div> -<div class="docImprint">AMSTERDAM. – S. L. VAN LOOY. -<br> -<span class="docDate">1899.</span></div> -</div> -<div class="div1 castlist"><span class="pageNum">[<a href="#toc">Inhoud</a>]</span><div class="divBody"> -<p class="first">Voor de eerste maal opgevoerd door de „<span class="sc">Nederlandsche Tooneelvereeniging</span>” te Amsterdam op Zaterdag 24 December 1898. -<ul class="castlist"> -<li class="casthead"> -<h4>DRAMATIS PERSONAE.</h4> -</li> -<li class="castitem"><span class="role"><span class="sc">Sachel.</span></span></li> -<li class="castitem"><span class="role"><span class="sc">Rafaël</span></span>, <i>zijn zoon</i>.</li> -<li class="castitem"><span class="role"><span class="sc">Esther</span></span>, <i>zijn zuster</i>.</li> -<li class="castitem"><span class="role"><span class="sc">Aaron.</span></span></li> -<li class="castitem"><span class="role"><span class="sc">Rebecca.</span></span></li> -<li class="castitem"><span class="role"><span class="sc">Rebbe Haëzer.</span></span></li> -<li class="castitem"><span class="role"><span class="sc">Rose.</span></span></li> -<li class="castitem"><span class="role"><span class="sc">Een jood.</span></span></li> -<li class="castitem"><span class="role"><span class="sc">Een bewoner.</span></span></li> -<li class="castitem"><span class="role"><span class="sc">Een grijsaard.</span></span></li> -</ul> -<p><i>Bewoners der Jodenwijk.</i> -<span class="pageNum" id="pb1">[<a href="#pb1">1</a>]</span></p> -</div> -</div> -</div> -<div class="body"> -<div id="b1" class="div1 act"><span class="pageNum">[<a href="#b1.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> -<h2 class="main">EERSTE BEDRIJF.</h2> -<p class="stage"><i>De bedompte uitdragerswinkel van Sachel. Het is avond. Er brandt een kleine olielamp.</i></p> -</div> -<div class="divBody"> -<div id="t1.1" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a href="#t1.1.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> -<h3 class="main">EERSTE TOONEEL.</h3> -<p class="stage"><i>Sachel.</i> <i>Rose.</i> <i>Een jood.</i></p> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Een jood.</i></p> -<p>Goeienavond.…. <span class="stage">(<i>knoopt een pak los</i>).</span> Warm. ’t Is om ’r bij neer te vallen. Is Esther ’r niet?</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Esther is uit.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Een jood.</i></p> -<p>Hoe wou jij dan helpen?</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Geef ’t maar hier. Ik zie beter met mijn handen dan jullie met je oogen. <span class="stage">(<i>het goed betastend</i>).</span> Niks. Geen cent waard. Heelemaal niks. Prullen.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Een jood.</i></p> -<p>Geen cent waard? En Esther heit ’r me de vorige keer twee gulden op gegeven!</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Twee gulden? Twee gulden! Daar had <span class="pageNum" id="pb2">[<a href="#pb2">2</a>]</span>ik bij motten wezen! As ’k tien stuiver geef is ’t al mooi. Allemaal versleten goed …</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Een jood.</i></p> -<p>As je kinderen ’r maar nooit gebrek an zullen hebben! Noem je die jas versleten? Noem -je die broek versleten? kan wel merken dat u ’r geen kijk op heit.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Ik vergis me niet. M’n vingers verstaan ’t. Die zién. Die zién. De knoopsgaten zijn -heelemaal uitgerafeld en wat heb ’k an ’n broek met afgetrapte randen?</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Een jood.</i></p> -<p>Noem u dat uitgerafeld? Noem u dat afgetrapt? Was uw zuster maar hier! Wat doe ’k -met al die redeneering!</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Rose – kom is hier. Bekijk die jas is bij de lamp. Heb ’k recht as ’k zeg dat-ie versleten -is?</p> -</div> -<div class="sp"> -<p><span class="speaker"><i>Rose.</i></span> <span class="stage">(<i>De jas bekijkend</i>).</span></p> -<p>Mooi is-ie niet. Maar zoo erg versleten, zoo héel erg.…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p><span class="speaker"><i>Sachel.</i></span> <span class="stage">(<i>nijdig.</i>)</span></p> -<p>Wat niet versleten! Ben jij blind? Houen jullie me voor de gek! Had ik me óógen, dan -had ik jou niet noodig, jou niet, niemand niet! Is ’t niet ongelukkig genoeg dat ’k -blind ben? An me vijanden ben ik overgeleverd. Nou staan ze mekaar an te kijken of -’k ’t zoo zie! Dievetuig! Maar bestelen laat ik me niet! Nog niet voor ’n cent! Geef -hier die <span class="pageNum" id="pb3">[<a href="#pb3">3</a>]</span>jas! <span class="stage">(<i>betastend</i>).</span> De knoopsgaten zijn kapot.… Hier is ’n heele plek waar de wol ’r af is.… En de voering.… -de voering.… kijk die gescheurde voering!.… En zoo’n stomme os ziet niks, wil niet -zien!… Geven we je daarvoor te vrèten dat je mijn in me zak liegt!</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rose.</i></p> -<p>Ik lieg niet.…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Jij liegt! Jullie liegt allemaal!</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Een jood.</i></p> -<p>Wat doe ’k met al dat geklets! Maakt Esther ooit zoo’n spektakel? Geef me <span class="corr" id="xd30e300" title="Bron: hondervijftig">honderdvijftig</span> centen en ’t is uit!</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>’n Daalder? ’n Cent ’n kwaje dag meer as vier kwartjes.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Een jood.</i></p> -<p>Vier kwartjes? Dank je wel! Dan pak ’k ’t weer in.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Ga je gang! Ik zal me geld in ’t water gooien! ’k Kom ’r ook niet met stelen an.…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Een jood.</i></p> -<p>Nou, laten we zeggen vijf kwartjes. Ik heb ’t hard noodig, me vrouw is ziek. Anders -kreeg je ’t nog voor geen drie gulden.…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Al was je heele familie ziek ik geef niet meer as vier kwartjes. Vodden! Vuiligheid! -Voor mijn part neem je ’t weer mee. ’t Zal me zorg zijn! Vraag wat ’t mijn hindert. -Wat begin ik nou!</p> -</div> -<p><span class="pageNum" id="pb4">[<a href="#pb4">4</a>]</span></p> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Een jood.</i></p> -<p>Ik heb al m’n levensdagen nog nooit zoo’n hond gezien – weigert ’n kwartje meer voor -’n zieke vrouw <span class="stage">(<i>inpakkend</i>).</span> Dan breng ’k ’t naar Levi! Die heit nog ’n beetje meelijden met ’n ongelukkig mensch!</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Me zorg. Laat Levi z’n heil d’r in zien. Zoo’n rommel zal me afgestolen worden!</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Een jood.</i></p> -<p>In Godsnaam! Og wat ’n uitzuiger! -</p> -</div> -</div> -</div> -<div id="t1.2" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a href="#t1.2.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> -<h3 class="main">TWEEDE TOONEEL.</h3> -<p class="stage"><i>Sachel.</i> <i>Rose.</i></p> -<div class="sp"> -<p><span class="speaker"><i>Sachel</i></span> <span class="stage">(<i>snauwend</i>).</span></p> -<p>Haast je ’n beetje dat je klaar komt! Stommeling! Te beroerd om voor de duvel te dansen! -Je had toch kunnen hélpen met te zeggen dat ’t niks waard was! Je vreet ’r toch van -mee! As ik ’n jódenmeid had – die – die zou léeper zijn.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p><span class="speaker"><i>Rose</i></span> <span class="stage">(<i>schuw</i>).</span></p> -<p>Als ’k ’n jodin was had ’k ook moeten zeggen dat de jas zoo slecht niet was.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Wàt moeten? Wie vraagt je wat? Wie, hè? Hè?</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rose.</i></p> -<p>Ik lieg niet.… Dat doe ’k niet.…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Hou je bek! As je tien jaar bij me ben, <span class="pageNum" id="pb5">[<a href="#pb5">5</a>]</span>begrijp je nòg niks! ’t Zit niet in jùllie kop. ’t Is er niet in te gieten. Wat draai -je nou? Je heb niet noodig in die hoek … Wat scharrel je?</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rose.</i></p> -<p>Ik veeg ’t vuil bij mekaar.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Jij veegt? Jij veegt? Luilakken doe je, tijd vermorsen, dagdieven! – ’n Goeie jas, -’n kostelijke jas. – Ongeluk brengen jullie an. Geen haar zegen. Schiet op! Sta me -niet an te kijken! <span class="stage">(<i>Stilzwijgen</i>).</span> Was jij op van nacht?</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rose.</i></p> -<p>Nee!</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Waarom schrik je?</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rose.</i></p> -<p>Ik schrik niet.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Leugen! Leugen! Wát dee je op?</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rose.</i></p> -<p>Ik ben niet op geweest.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Ik heb ’t gehoord. De klok had geslagen. Je liep op je kousen, op de trap, in de gang.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p><span class="speaker"><i>Rose</i></span> <span class="stage">(<i>schuw</i>).</span></p> -<p>Niet waar.…. Ik heb geslapen, ben ’t bed niet uit geweest.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Je liegt! Ik heb hóóren loopen.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rose.</i></p> -<p>Ik niet.… Ik niet.…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Je deur heeft gekraakt – je ben in de gang geweest en de trap af tot an de deur van -de winkel. – Die was op slot. Diè was <span class="pageNum" id="pb6">[<a href="#pb6">6</a>]</span>op slot! Wat woù je? Ik laat me niet bestelen. As ’k iets mis al is ’t de knop van -’n speld, dan, dàn, dàn ben je ’r bij, dan ben j’r voor jàren bij – versta je.…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rose.</i></p> -<p>.… Ik bèn niet opgeweest.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Kom hier! Heelemaal hier. Dichter bij. Nog dichter. Waar is je hand? Zoo. Zeg ’t nou -nòg is!</p> -</div> -<div class="sp"> -<p><span class="speaker"><i>Rose</i></span> <span class="stage">(<i>angstig</i>).</span></p> -<p>Ik ben niet opgeweest! Waarachtig niet. Geen oogenblik. Ik heb.…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Je liegt! Je hand beeft! Tuig! Tuig! Maar ik lèt op je. Geen beweging maak je, of -’k zie ’t. En as ’k je snap, laat ’k je ’r uit slèpen of ’k zal geen gezond uur meer -hebben!</p> -</div> -<div class="sp"> -<p><span class="speaker"><i>Rose</i></span> <span class="stage">(<i>voortwerkend</i>).</span></p> -<p>Ik zou niet weten, waarom ik op zou staan – wàt ’k in de winkel zou noodig hebben.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Jij zou niet weten! Jij! Bij tijjen willen jullie me doen gelooven, dat ’k gek ben, -heet je liegen wat m’n óoren zien! Dat God jullie straffe met mijn straf, dat jullie -oogen wegkwijnen zooas de mijne weggekwijnd zijn, dat jullie zoeken in die verdomde -nacht, zooas ik zoek elk uur, elken dag! Het is om te huilen! Het is om je handen -te heffen tegen God – altijd <span class="pageNum" id="pb7">[<a href="#pb7">7</a>]</span>nacht en vijanden om je heen, vijanden die je niet zièt, vijanden die zich niet hoeven -te verbergen, vijanden die spotten zonder dat je d’r spot ziet, vijanden die lachen -zonder dat je d’r lach ziet, vijanden die je vóélt, hier, daar, overal, vijanden met -stemmen, waarin de leugen gevreten ligt …</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rose.</i></p> -<p>.… Ik ben geen vijand.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Ik ken jou niet, weet niet wie jij ben. Nooit zag ik je gezicht, nooit je oogen. Pas -heb je tegen me samen gespannen met die kleeren, misschien wat van ’m angenomen! Je -stond zoo dicht bij ’m.….</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rose.</i></p> -<p>Nee! Niewaar!</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>En vannacht heb ’k je hóóren loopen. Wat dee je? Wat wou je? Je hàd niet op te zijn. -Wat dee je op de trap en benejen? Daar denk ik over, daar tob ’k over òmdat je liegt. -Nòu zit ’r wat achter. As je gezegd had: ik wàs op, ik was ziek – dan – had ’k je -geloofd, was ’t uit geweest, heelemaal uit. Maar je wil me wijsmaken dat ’k niks gehoord -heb! Ik niks hooren! Ik, die op m’n ooren leef!</p> -</div> -<div class="sp"> -<p><span class="speaker"><i>Rose</i></span> <span class="stage">(<i>aarzelend</i>)<span class="corr" id="xd30e501" title="Niet in bron">.</span></span></p> -<p>Ik was ziek – vannacht.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Dus je wàs op.</p> -</div> -<p><span class="pageNum" id="pb8">[<a href="#pb8">8</a>]</span></p> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rose.</i></p> -<p>Ik was.…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Waaróm zeg je dat noù pas?</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rose.</i></p> -<p>Ik weet ’t niet. Ik was bang.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Bang voor wàt?</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rose.</i></p> -<p>Bang voor.… Bang voor.… Ik kan me niet bewegen of ’k wor afgesnauwd.… Ik durf niks -meer zeggen … Ik was bang – omdat ’k dacht je wakker gemaakt te hebben.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Zoo. Zoo. Maar de tràp. Wat dee je op de trap?</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rose.</i></p> -<p>Dat herinner ’k me niet.…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Ik vertrouw jou niet … Jij ben ’s nachts nooit ziek.… En je liegen, je verdomde liegen.… -Je kon wel ’n ànder plan gehad hebben …</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rose.</i></p> -<p>’n Plan?.…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Praat niet zoo onnoozel! Wie zegt me dat je niet stelen wou? <span class="stage">(<i>Stilzwijgen</i>).</span> Nou? Zeg je niks?</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rose.</i></p> -<p>Wàt moet ’k zeggen?</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Zoo. Zoo. Ze houdt d’r mond. Dan weet ze dat ’k héélemaal in ’t donker zit. – Nou? -Nou?</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rose.</i></p> -<p>Ik heb niks te zeggen. ’t Is te geméén om zoo iets te denken.</p> -</div> -<p><span class="pageNum" id="pb9">[<a href="#pb9">9</a>]</span></p> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Te gemeen? Te gemeen! Gemeen is ’n ouwe man bedriegen en beliegen.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rose.</i></p> -<p>Dat heb ’k nooit gedaan.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Ik vertrouw jullie niet, me zuster niet, me zoon niet, niemand niet! Tuig, allemaal -tuig!</p> -</div> -</div> -</div> -<div id="t1.3" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a href="#t1.3.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> -<h3 class="main">DERDE TOONEEL.</h3> -<p class="stage"><i>Sachel.</i> <i>Rose.</i> <i>Esther.</i></p> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>Wat schreeuwt-ie nou weer? Je ben op ’n uur afstand te hooren. De buren motten wat -van ons denken<span class="corr" id="xd30e594" title="Bron: ..,">…</span>. -</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>De buren! De buren! Wat gaan mijn de buren an!</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>Wat hem de buren angaan? Nee, wat zeg je me daàr van? Wat hèm de buren angaan?… ’k -Zou zegge dat ze je niks angaan! Og, is me dàt ’n spektakel! Lastige ouwe man! ’t -Verstand komt ook niet met je jaren!</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Jullie zijn me haast kwijt. Je heb zoo lang niet meer last van me!</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>Wie legt je wat in de weg! Wie doet je wat? Jij schreeuwt maar. Jij schreeuwt ’t heele -<span class="pageNum" id="pb10">[<a href="#pb10">10</a>]</span>huis bij mekaar. As je dan schreeuwt, schreeuw dan met reden.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Met rèden? Dùizende redene heb ’k. Was daar niet ’n koopman hier met ’n partijtje -negotie en jaagt zoo’n stomme meid ’m de deur niet uit? Blijf jij daar kalm bij. Zeg -jij dan niks!</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>Wat heit zij d’r van noodig?</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>As ’k ’r vraag om ’t bij de lamp te bekijken, zeit ze dat ’t zoo slecht niet is – -as ze pas heit hoore zeggen dat de franje ’r bij hangt.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rose.</i></p> -<p>Ik wist niet beter.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>En às ze ’t gedaan heit, lastige ouwe, dee ze ’t toch niet met opzet? Wor je arm van -eén partijtje? In gosnaam stràkkies wat anders! Hóe kan ’n blinde zich zóo te doen -maken? Wat schiet je ’r mee op?</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>.… Pràte jullie maar.… Ik voel wat ik voel. Ik heb ’t bij mekaar geschraapt uit hoeken -en gaten. Krom heb ’k gelegen voor die paar centen. Me vrouw zaliger, diè, dié, heit -me gehòlpen tot an d’r sterfbed. Jùllie verstaan de handel niet. ’n Zoon die nooit -bij de affaire is, <span class="pageNum" id="pb11">[<a href="#pb11">11</a>]</span>’n zuster die álles te duur inkoopt, as ’k ’r niet bij zit, as ’k niet elke rooie -duit met tàngen vasthou! Bloed zweet ’k!</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>Zweet wat anders! Hij zweet bloed! Zweet geen bloed, nar! Alles komt terecht as je -maar niet lastig ben – Doe de luiken voor de ramen, Roos.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Zij niet. Dat mot jij doen of Rafaël. Zij verstaat ’t niet.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>Verstaat zij ’t niet? Doet ze ’t niet èlke avond? Wat mankeert je toch? Ga maar je -gang, Roos.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Zij niet! Zij niet! As ze de pennen vergeet.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>Die vergeet ze toch nooit!</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Stoor je niet an me! Groot gelijk. Tot ’t te laat is.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>God allemachtig – wat heit die man ’t van avond op z’n heupen. <span class="stage">(<i>Rose doet de luiken voor</i>).</span> D’r komt zeker onweer los met die warmte. Ik heb ’t hòndswarm. Zouen we niet beter -doen voor de deur ’n <span class="corr" id="xd30e678" title="Bron: luch-ie">luchie</span> te scheppen?</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Dank jou voor je luchie. Ik heb ijskouwe voeten.</p> -</div> -<p><span class="pageNum" id="pb12">[<a href="#pb12">12</a>]</span></p> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>IJskouwe voeten? Hoe is ’t mogelijk? Hoe komt iemand an ijskouwe voeten? D’r hangt -’n lucht om te stikken. Ik zweet me dood. <span class="stage">(<i>gaat bij de onderdeur zitten</i>).</span></p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Heb je gekeken of de pennen.…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>Maak je maar niet ongerust. Alles komt in orde.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Op ’t linkerraam zit-ie nog niet.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>Ze zal ’m ’r wel opdoen.…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Ben je bij Abram geweest?</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>’n Loop voor niks! Hij had de heele boel verkocht. Vanmiddag al.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Was Rafaël ’r dan niet geweest?</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>Rafaël? Rafaël? As-diè wat belooft, komt ’r toch niks van! Was ’r heelemaal niet geweest! -Je mot ’t van je kinderen hebben. ’t Geeft me wonder dat-ie nog thuis komt eten. ’k -Zal z’n eten op de stoep zetten, dan hoeft-ie niet binnen te kommen.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Had ’r zelf heengegaan van morgen!.… ’n Heele partij goed naar de maan!</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>Og, wat zal ’k antwoord geven op jouw gezanik! Mot ik jóuw zoon achterna loopen? <span class="pageNum" id="pb13">[<a href="#pb13">13</a>]</span>’k Heb niet genog te doen! Kan ik helpe dat-ie te lui is om ’n voet te verzetten? -Zoo’n leeglooper! As-die eenmaal belooft om bij Abram an te gaan, kan ik dan ruike -dat-ie niet gaat? ’k Zal ’m an ’n handje nemen! ’k Zal ’m op me arm d’r naar toe dragen! -Wat zegje me daàr van!</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Met al jouw gesmoes – de pen is nog niet op ’t raam …</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>Wat wil die man toch van avond van die pen! Ze halen hier niks weg. En mijn zeker -niet, want ik eet te veel. En as ze jou stelen brengen ze je over ’n uur terug. Je -ben te lastig. Ben je klaar<span class="corr" id="xd30e749" title="Bron: .">,</span> Roos?</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rose.</i></p> -<p>Alles is klaar. Heb u mij nog noodig?</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>Zet water op voor de koffie. En kom ook ’n luchie scheppen. ’t Is om te bezwijken. -En … en … geef me broer ’n heete stoof voor z’n kouwe voeten!</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Spot maar! Spot met ’n blind man! Ik ben nog niet genoeg bezocht!</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>Daar heb je me waarachtig Aaron! Wat doe jij hier?</p> -</div> -<p><span class="pageNum" id="pb14">[<a href="#pb14">14</a>]</span></p> -</div> -</div> -<div id="t1.4" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a href="#t1.4.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> -<h3 class="main">VIERDE TOONEEL.</h3> -<p class="stage"><i>Aaron.</i> <i>Esther.</i> <i>Sachel.</i> <i>Rose.</i></p> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Aaron.</i></p> -<p>Wat ik hier doe? ’k Heb ’n beetje handel.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>Mot je daarvoor zoo laat kommen? ’t Is kinderen-bedtijd.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Aaron.</i></p> -<p>Kinderenbedtijd? Noem je tien uur kinderenbedtijd? Voor handel is ’t nooit te laat. -Al wou ’k in de nacht kommen! Wat zeg jij, Sachel? Ik zal ’t nooit vergeten, toen -we jong waren, dreven we in ’t hartje van de nacht nòg handel. En wat ’n gezegende -tijd. Weet je Sachel met die verkooping van de marine, hoe we om vier uur ’s morgens -opzaten met Jozef en Meyer? Toen konden we zeggen: we hebben ’n paar centen verdiend -– kwamen we met ’n stuk geld thuis. Nou is de handel gedaan. Ze weten nie-meer wat -handel is! ’t Wordt armoe troef.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>Beklaag je! Klagers hebben geen nood. Je kan nog ’n boel van je vet verliezen vóor -je mager wordt.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Aaron.</i></p> -<p>Waar staat geschreven dat ’k me vet mot verliezen? <span class="stage">(<i>tot Sachel</i>)</span> ’k Heb ’n partijtje afval van wol.</p> -</div> -<p><span class="pageNum" id="pb15">[<a href="#pb15">15</a>]</span></p> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Afval van wol? Niks voor mijn.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Aaron.</i></p> -<p>Niks voor jou? Hij weet nog niet eens wat ’t is! ’k Heb ’n monstertje meegebracht. -’t Laat zich aardig fijn voelen.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Niks voor mijn. D’r loopt ’n katoenen draad door! Hoor hoe ’t kraakt as je ’t scheurt.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Aaron.</i></p> -<p>Maak mijn wat wijs. Geen krummel katoenen draad! Wat zeg jij, Esther?</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>Geen katoenen draad? Noem je dàt wol? En dat?</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Aaron.</i></p> -<p>Is dat katoen? Je heb ’r geen verstand van! Dat noemt zij katoen! Kijk hoe ’t brandt! -Ruikt dat na wol of na katoen? Je zal mijn wat opdringen! Nog geen pietsie zit ’r -in! De fijnste wol! Over de heele wereld vin je zoo’n fijne wol niet!</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Hij maakt zich druk! Voor wie maak jij je druk? Toen ’k ’n kind van twee jaar was, -wist ’k ’t onderscheid! Engelsch laken, anders niks!</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Aaron.</i></p> -<p>Engelsch laken? Zoo zal jij gelukkig blijven en ik ’n goeie week hebbe as dat Engelsch -laken is!</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>Heb je niks anders.…?</p> -</div> -<p><span class="pageNum" id="pb16">[<a href="#pb16">16</a>]</span></p> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Aaron.</i></p> -<p>Is dàt dan niks? ’k Heb ’r ’n heele partij van – over de twintig pakken. Pracht van -’n goed. Reusachtig.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Niks voor mijn.</p> -</div> -<p class="stage">(<i>Rose op met koffie</i>).</p> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>Wi-je ’n bakkie koffie, Aaron?</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Aaron.</i></p> -<p>Geef me ’n kommetje.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>En ’n boterkoekie? Eigen gebak.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Aaron.</i></p> -<p>Geef me ’n brokkie.</p> -</div> -<p class="stage">(<i>Rose gaat bij de open deur zitten</i>).</p> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>Smaakt ze? ’k Heb ’r anderhalf pond boter in.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Aaron.</i></p> -<p>Z’is ook aardig fijn. ’t Is of me dochter Rebecca ’r geen slag van kan krijgen. Je -heb ’n goeie hand van suiker. Rebecca maakt ze te zoet of heelemaal geen suiker. En -altijd half gaar. Nooit zal ze zoo knappen as jouw koek. – Nou, hoe is ’t, kunnen -we handelen?</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Hoeveel mot je ’r voor hebben?</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Aaron.</i></p> -<p>Zeg jij wat ze jou waard is.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Ik doe geen bod. Jij kan beter vragen dan ik biejen.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>Ach, wat motten wij ’r mee doen? Wat heb je ’r an? – Is je dochter Rebecca al beter?</p> -</div> -<p><span class="pageNum" id="pb17">[<a href="#pb17">17</a>]</span></p> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Aaron.</i></p> -<p>Zoo gezond as ’n visch. Ze mankeert niks meer. Is Rafaël niet thuis?</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Natuurlijk bij de weg.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Aaron.</i></p> -<p>Heit-ie ongelijk? Wat heit-ie hier? Wat mot zoo’n jonge jongen altijd thuis zitten?</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Wat had ìk toen ’k jong was? Wat had jìj toen je jong was? Op ’n klein kamertje woonde -’k met vijf broertjes en zussies en me ouwers en me grootmoeder. Gebrek en honger -heb ’k gelejen. Gevòchten hebben we om ’n korst brood. Op ’n morgen ben ’k wakker -geworden – met z’n vieren sliepen we op de grond – en – en ’n zussie lag dood naast -me. Ik zal ’t nooit vergeten – ik pakte d’r hand – ijskoud was die. Dat voel ’k nòg! -Van gebrek is me grootmoeder gestorven. In éen jaar zijn ’r drié kinderen begraven. -Ik heb wat meegemaakt. ’t Is ’n wonder dat ’k nog léef, dat Esther nog leeft.… Wat -heit zich mijn zoon te beklàgen? Die kent geen gebrek. Die kent geen zorg. De tijd -is veranderd. Zoo vrij as ’n christen loopt-ie door de stad, komt op allemaal plaatsen -waarvan ik nooit gedroomd heb, waar wij joden, vroeger, ons niet konden vertoonen. -’n Halve christen is-ie geworden. Ik beleef niet veel vreugd an <span class="pageNum" id="pb18">[<a href="#pb18">18</a>]</span>me zoon. Soms lijkt ’t of ’k heelemaal geen kind heb.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Aaron.</i></p> -<p>Je mot ’t zoo zwaar niet nemen. Jeugd, niks dan jeugd. As-ie maar eenmaal ’n mèissie -heit.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>Dat zeg ’k zoo dikwels. Maar hij kijkt niet naar meissies.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Aaron.</i></p> -<p>Dan motten júllie voor hèm kijken. – Nou, doen we handel? Wat is ’t je waard?</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Waard is ’t me niks. Maar as ’k je ’r ’n plezier mee doe.…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Aaron.</i></p> -<p>Ja, je bewijst me daar ’n dienst! Overal kan ’k ’t kwijt.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Nou, dan niet. In Godsnaam!</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>Wi-je nog ’n kommetje?</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Aaron.</i></p> -<p>As je heb.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>Nog wel tien.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Wat blijft-ie uit!</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Aaron.</i></p> -<p>Wie?</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Hij.…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Aaron.</i></p> -<p>Voor wat maak je je ongerust? ’t Is geen kind! Hij loopt in geen zeven slooten tegelijk.</p> -</div> -<p><span class="pageNum" id="pb19">[<a href="#pb19">19</a>]</span></p> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Vanmorgen zou-die bij Abram angaan … Bij Abram is-ie niet geweest. De heele dag heb -’k ’m niet gezien. As ’m maar niks overkommen is.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>D’r overkomt ’m wat! ’n Luilak! ’n Niksnut!</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Aaron.</i></p> -<p>As-die maar eerst tróúwt.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>Heb jij ’n meissie voor ’m an de hand?</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Aaron.</i></p> -<p>D’r zijn ’r zoo’n boel. ’n Knappe jongen die centen anbrengt.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Centen? Centen? Ik klee me niet uit voor ’k naar bed ga.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Aaron.</i></p> -<p>Wat doet dat ’r toe? Rafaël is je eenige zoon. En je zal ’m toch wel wàt meegeven?</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>As ’t meisje wat meebrengt.… Ik heb niet me heele leven gewerkt voor ’n vreemde.… -Ik geef ’n andermans kind niet te eten.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Aaron.</i></p> -<p>Hij mot trouwen.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>Ja – as die getrouwd is.…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Trouwen? Met wie? Van mijn zaak kunnen geen twee gezinnen leven. De verdiensten leveren -tegenwoordig nog al wat op! Ik zou wel willen dat-ie trouwde. Maar ’t meissie mot -minstens vijfduizend gulden meebrengen. Geen cent minder.</p> -</div> -<p><span class="pageNum" id="pb20">[<a href="#pb20">20</a>]</span></p> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Aaron.</i></p> -<p>Vijfduizend gulden! ’n Bagatel! Vijfduizend gulden! Mot ’n ander zich voor jóú uitkleejen? -Wie geeft ’n meissie vijfduizend gulden mee? ’t Is daar ’n prinses! Jouw zoon is toch -ook geen graaf? Hij durft! Wat ’n brutaaligheid!</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>Om wat maak jij je kwaad? ’t Is toch maar bij wijze van spreken?</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>En ’k doe ’t geen cént minder dan vijfduizend! En as ze maar ’n kleinigheid mankeert, -mot ze mèer inbrengen!</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Aaron.</i></p> -<p>Dat kan ’k nou niet uitstaan! Hij vraagt maar! En as ’r nou is iemand zoo gek is om -z’n dochter zoo’n kapitaal mee te geven, wat krijgt jouw zoon dan?</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Mijn zoon geef ’k niks. Die zit in de zaak.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Aaron.</i></p> -<p>Wat zeg je me daarvan? Hij wil zich niet uitkleejen voor die naar bed toe gaat en -’n ander zet-ie ’t mes op de keel. Wat ’n onzin! Dat gààt niet. Jij alles en ’n ander -niks!</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Waar bemoei jij je mee? Vraag ik jou wat?</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Aaron.</i></p> -<p>Nou – nee! ’t Zal mijn me zorg<span class="corr" id="xd30e1056" title="Bron: – "> </span>zijn. Nou, doe je ’n bod op de wol? Zoo’n fijne <span class="pageNum" id="pb21">[<a href="#pb21">21</a>]</span>partij zie je in geen jaren terug. Voel wat ’n goed!</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Jij weet beter wat ’t jou ingekocht kost.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Aaron.</i></p> -<p>Esther – zeg jij ’t.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>Ik? God zal me beware! Ik zeg niks.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Aaron.</i></p> -<p>Zij zegt niks. Hij zegt niks. Zoo kommen we ’n boel verder. Wil je de heele partij -in de roest?</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Ik zou je danken.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Aaron.</i></p> -<p>Wat is ’t je dan waard?</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Ik geef je twee gulden de honderd kilo.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Aaron.</i></p> -<p>Daar heb ’k jou voor noodig! Dank je wel! ’k Ben ’r met stelen an gekommen! Omdat -’r ’n klein stukkie Engelsch doorloopt kan je ’t krijgen voor vier.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Néé! Je wor bedankt. Voor vier kan je ’t van mijn krijgen.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Aaron.</i></p> -<p>Dan niet! – Wat is ’t kolossaal heet, hè? En die koffie maakt je zoo warm. Geef mijn -nog ’n brokkie van je koek.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>Je schijnt ze te lusten.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Aaron.</i></p> -<p>Hoe is ’t nou mogelijk dat mijn Rebecca <span class="pageNum" id="pb22">[<a href="#pb22">22</a>]</span>ze nooit goed maakt en anders mot je d’r zien! – Wat doe je ’r allemaal in?</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>Laat Rebecca maar is hier kommen, zal ’k ’t ’r wel leeren. Wat zal ’k ’t joù zeggen? -Je heb ’r tòch geen verstand van. ’n Goed meissie is ’t, ’n goed meissie, je dochter. -Waarachtig ik hou van ’r.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Aaron.</i></p> -<p>Dat zal waar wezen. De man die d’r trouwt heit ’n huisvrouw an d’r. Ze kan van alles, -van alles! Met recht wat d’r oogen zien, kennen d’r handen. Je kan ’t zoo gek niet -prakkizeeren of ze verstaat ’t. Ze wascht, ze plast, ze kookt, ze smookt! En piender -in de winkel! Reusachtig. D’r is geen vrouw die ’t ’r verbetert! Precies me vrouw -zaliger. Tot d’r eigen japonnen maakt ze. En je mot ’r zien schrijven! Kolossaal. -’n Rijkeluiskind doet ’t ’r niet na.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Da’s allemaal mooi. Maar as ze geen geld heit blijft ze tòch zitten.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Aaron.</i></p> -<p>Geen geld? Geen geld? Je zal ’t èlk jaar overleggen wat ’k ’r mee geef.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>En wat kan jij ’r nou meegeven? Elke som geld heb je noodig voor je eigen zaak.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Aaron.</i></p> -<p>Nou – drie bankies van duizend heb ’k altijd voor d’r over. <span class="stage">(<i>Een stilzwijgen</i>).</span></p> -</div> -<p><span class="pageNum" id="pb23">[<a href="#pb23">23</a>]</span></p> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>Puf! Wat is ’t heet! Kwam ’r maar ’n tochie! Verbeel je: hij heit ijskouwe voeten!</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Aaron.</i></p> -<p>Zal van ’t stilzitten kommen.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Drie bankies van duizend. Driè bankies.…. Denk jij dat daar ’n rèchtschapen man voor -komt?</p> -</div> -<div class="sp"> -<p><span class="speaker"><i>Aaron.</i></span> <span class="stage">(<i>driftig</i>).</span></p> -<p>En denk jij dat ’n vrouw met vijfduizend gulden voor jóuw zoon klaar staat?</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>’t Most mijn zoon niet overkommen ’n vrouw te nemen met drieduizend gulden!</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Aaron.</i></p> -<p>En wie praat ’r van jóuw zoon? – Ik geef mijn dochter drieduizend en ’n uitzet van -alles twaalf. ’k Hoef me hand niet om te draaien of an elke vinger heit ze d’r tien. -Ze is maar niet knap. ’n Aardig figuur en d’r oogen! Oogen as ’n paar sterren. Geregeld -’n christen dame. Je mot ’r zien as ze angekleed is. Denken ze allemaal: ’t Is ’n -fransche vrouw!</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>Ja dat weet ik – ’t is ’n engel. Ik heb ’t al zoo lang gezeid.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Aaron.</i></p> -<p>Nou, geef je drie gulden? Voor drie gulden heb je ’n koopie, verlies ’k ’r de helft -an.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>’k Denk ’r niet an. Wat ’k gezeid heb.</p> -</div> -<p><span class="pageNum" id="pb24">[<a href="#pb24">24</a>]</span></p> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Aaron.</i></p> -<p>Dan doen we geen zaken – Waar blijft nou die Rafaël?</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>God weet waar die zit.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>Rebecca zou ’n tof meissie voor ’m zijn.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Aaron.</i></p> -<p>Ik geef geen vijfduizend gulden.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Jij geeft geen vijfduizend gulden en ik geef me zoon niet.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Aaron.</i></p> -<p>Hij geeft z’n zoon niet! Die is goed! Heb ik joù wat gevraagd?</p> -</div> -<div class="sp"> -<p><span class="speaker"><i>Sachel</i></span> <span class="stage">(<i>nijdig</i>).</span></p> -<p>Heb ik wat met joùw dochter -noodig?</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Aaron.</i></p> -<p>Mijn dochter! Mijn dochter daar ben ’k trotsch op! D’r naam mag ik noemen!</p> -</div> -<div class="sp"> -<p><span class="speaker"><i>Sachel</i></span> <span class="stage">(<i>nijdig</i>).</span></p> -<p>Wat heb ik an al die praatjes! Doe jij met je dochter wat jij wil! Vraag ìk joù om -raad?</p> -</div> -<div class="sp"> -<p><span class="speaker"><i>Aaron</i></span> <span class="stage">(<i>nijdig</i>).</span></p> -<p>Maakt ’n drukte van z’n zoon! ’n Jongen die te lui is om z’n pooten op te tillen, -slentert de heele dag bij de weg!</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Geef jij ’m te eten? Heb jij d’r last van?</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Aaron.</i></p> -<p>En voor zóó’n jongen maakt-ie ’n bereddering van belang!</p> -</div> -<p><span class="pageNum" id="pb25">[<a href="#pb25">25</a>]</span></p> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>Jullie lijken wel gek! Voor wàt maak je je warm? Is ’t niet warm genog? Wat ’n onzin! -Overleggen jullie kàlm. Wat ’n gekheid om je zoo op te winden! Rebecca is ’n gezegend -meissie, Rafaël ’n goeie jongen, maar mot ’n flinke vrouw hebben, die ’m leidt. Redeneeren -jullie verstandig. ’t Geld komt in orde. Sachel is zoo kwaad niet as-die d’r uitziet. -’t Geeft wat duizend gulden meer of minder, ’t komt toch allemaal làter terecht?</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Zij gééft! Wie geeft joù? Gooit met duizend gulden of ’t daar niks is!</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>Dwarskop, wat maak je je de sappel? As jij je eenige zoon an zijn eenige dochter geeft, -blijft ’t toch in de fàmilie?</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>En ik geef nou ’n andermanskind niet te eten!</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Aaron.</i></p> -<p>Wat zeg je me van zoo’n stijfkop, van zoo’n geweldenaar!</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>Laat ’m maar gaan, ’t komt wel in orde. Ik mot je eerlijk bekennen: beter meissie -weet ’k niet voor ’m. Nou is Sachel ’r tegen en morgen dankt-ie God dat-ie ’t gedaan -heit. Laat-ie ’r maar eerst over slàpen. Ik ken ’m.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Dat kan je begrijpen! D’r komt hier <span class="pageNum" id="pb26">[<a href="#pb26">26</a>]</span>geen schoondochter onder de vijfduizend gulden over de vloer!.…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>Weet je wat je doet, deel ’t verschil!</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Aaron.</i></p> -<p>Dank je. Geen cent meer of minder. Drie duizend gulden en van alles twaalf. Wat zal -’k meer geven? ’t Is toch voor ’n begin? As ’k sterf krijgt ze toch àlles?</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>Ik weet goeie raad: nemen jullie ’t ’n paar dagen in handen en zeg dan ja of nee.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Bedenken kost niks – maar ik doe ’t tòch niet.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p><span class="speaker"><i>Esther</i></span> <span class="stage">(<i>knipoogend tegen Aaron</i>).</span></p> -<p>Laat maar gaan! As ik je nou zeg: ’t komt in orde.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Aaron.</i></p> -<p>Goed. Mijn goed. Dan tot overmorgen. Nou, de wol wil je niet hebben?</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Voor de prijs die ’k genoemd heb.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Aaron.</i></p> -<p>’k Smijt ze nog net zoo lief in ’t water! Men kan met jou tegenswoordig niet meer -handele! Doe ’r vijftig centen bij en ze is voor jou.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Geen cent! -</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther<span class="corr" id="xd30e1324" title="Niet in bron">.</span></i></p> -<p>Praten jullie daar nou ook overmorgen <span class="pageNum" id="pb27">[<a href="#pb27">27</a>]</span>over. As ’t eene in orde komt, komt ’t andere vanzelf in orde. ’t Is nou toch zoo -laat!</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Aaron.</i></p> -<p>Nou, goeien avond dan. Misschien ben je later beter te spreken.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Goeien avond.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>Pas op val niet! Denk an ’t stoepie.</p> -</div> -</div> -</div> -<div id="t1.5" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a href="#t1.5.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> -<h3 class="main">VIJFDE TOONEEL.</h3> -<p class="stage"><i>Esther.</i> <i>Sachel.</i> <i>Rose.</i></p> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>D’r komt niks van. Geen zier. ’k Heb ’m noódig! Og!</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>’t Mot toch éens gebeure? Wat wil je meer? ’t Is ’n knap meissie, ’t is ’n mooi meissie.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>En ik doe ’t niet. ’k Heb me heele leven lang de boel niet bij mekaar motten schràpen -voor niks! ’k Heb de tijd!</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>Jij heb de tijd – jij ’n man op jaren? As je God-beware wat overkomt, weet je heelemaal -niet wat-je krijgt.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Overkomt? Overkomt? Ik ga nog niet dood. Ik denk ’r niet an.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>Veel kan je zeggen. Je ben elk oogenblik <span class="pageNum" id="pb28">[<a href="#pb28">28</a>]</span>in God’s hand. Wie weet ’t eene uur wat ’t andere gebeurt.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p><span class="speaker"><i>Sachel</i></span> <span class="stage">(<i>vinnig</i>).</span></p> -<p>Daar wil ik niet over hooren. Hou je mond. Beschrie me niet! Ik ga nog niet dood. -Waarom zou ’k dood gaan! Waarom? Je zou ’t wel willen, wat? Dan kon je doen en laten -wat je wou. Dan had je de beschikking over alles. Dan kon je met ’t geld smijten, -mijn geld, mijn gèld! Wat hebben jullie ’r voor gedaan? Niks! Doodvreters zijn jullie, -jij, hij, allemaal!</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>Wat win je je nou weer op? Wie legt je ’n stroo in de weg.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p><span class="speaker"><i>Sachel</i></span> <span class="stage">(<i>kort</i>).</span></p> -<p>Praat dan niet van dood! Je maakt me niet bang. Ik bèn niet bang. Ik overleef jullie -allemaal!</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>Zooveel te beter. Voor mijn part honderd jaar. Wat ben je weer làstig! Roos neem de -koffieboel mee. Hoor je niet?</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rose.</i></p> -<p>Ja, ja. Hier ben ’k.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>Wat heb jij ’n rooie oogen. Heb je gehuild?</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rose.</i></p> -<p>Ik? Nee. Hoe kom u ’r op?</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>Heb jij nièt gehuild? Heb jij niet gehuild?</p> -</div> -<p><span class="pageNum" id="pb29">[<a href="#pb29">29</a>]</span></p> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rose.</i></p> -<p>Nee. Verbeelding.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>Je mot ’t zelf weten. Ga naar je bed.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Heb je de pennen op de luiken gedaan? Nou? Nou?</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>Wat snauw je toch? De pennen zitten ’r op. Ga ’t zelf voelen as je ’t niet gelooft.</p> -</div> -<p class="stage alignright">(<i>Rose af</i>).</p> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Dat zal ik ook. Ik heb ’r m’n reden voor. Vannacht heb ’k iemand hooren loopen.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>Ik ook! En mot je dààrom die sjikse<a class="noteRef" id="xd30e1449src" href="#xd30e1449">1</a> zoo wantrouwen? Rafaël is op geweest.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Niet waar! Niet waar! Die meid was op!</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>Alles weisz me scheintje! ’k Zal je maar laten praten. Wat zal ’k me nog langer moeilijk -maken met jou!</p> -</div> -</div> -</div> -<div id="t1.6" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a href="#t1.6.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> -<h3 class="main">ZESDE TOONEEL.</h3> -<p class="stage"><i>Rafaël.</i> <i>Esther.</i> <i>Sachel.</i> <i>Rose.</i></p> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rafaël.</i></p> -<p>Goeien avond. – Ik zeg goeien avond.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Dat hoor ik. Zeg liever, goeien nacht!</p> -</div> -<p><span class="pageNum" id="pb30">[<a href="#pb30">30</a>]</span></p> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>Goeien avond! Meneer zeit goeien avond. ’t Lijkt hier ’n kosthuis! Meneer doet ons -de éér an om te kommen slapen!</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rafaël.</i></p> -<p>Ik heb me verlaat. Ben je ongerust geweest, vàder? Vader? Hoor je me niet? Kun je -geen antwoord geven? Ook goed.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>Gelijk heit-ie dat-ie z’n mond houdt. Van mijn kreeg je ook geen boe noch ba. Wat -ben jìj voor ’n zoon? Zou bij Abram angaan – is niet bij Abram geweest! Je most mijn -zoon wezen!</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Waar heb jij uitgehangen?</p> -</div> -<div class="sp"> -<p><span class="speaker"><i>Rafaël</i></span> <span class="stage">(<i>verstrooid</i>).</span></p> -<p>Wat doet ’t ’r toe? ’k Heb dat van Abram vergéten. ’t Spijt me. Met opzet heb ’k ’t -niet gedaan.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>Hij vertelt wat! Geen opzet – wél opzet! ’t Komt ’r wat op an!</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>’k Heb je gevraagd wáar je gezeten heb de godganschelijke dag – en je praat ’r om -heen.…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rafaël.</i></p> -<p>Moet ik van àlles uitleg geven? Ik ben hier en daar en overal geweest – de tijd is -omgevlogen. <span class="stage">(<i>vermoeid</i>)</span> Heb je wat te eten, tante? ’k Heb honger.</p> -</div> -<p><span class="pageNum" id="pb31">[<a href="#pb31">31</a>]</span></p> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>Wou je dat ’k noù nog ging dekken? Ik zou je danken. Kom op je tijd.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Nou nog eten? Nou wordt ’r niet meer gegeten.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rafaël.</i></p> -<p>Goed. ’k Zal zelf ’n stuk brood nemen.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>O God, wat straf je me zwaar op me ouwen dag overgeleverd an vreèmden! As je moeder-zaliger -je zien kon, as ze zien kon hoe jij je blinden vader mishandelt, mis-han-delt, dan, -dàn, dàn.…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p><span class="speaker"><i>Rafaël</i></span> <span class="stage">(<i>rustig</i>).</span></p> -<p>Laat mijn moeder ’r buiten. Je hoeft geen herinneringen wakker te maken; vandaag – -leef ik enkel in herinneringen. Ik was op ’t graf.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>Hij was op d’r graf! ’t Is toch geen jaartijd? Was ’r nièt gegaan.…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p><span class="speaker"><i>Rafaël</i></span> <span class="stage">(<i>haalt de schouders op</i>)</span></p> -<p>.… Ik was op ’t graf ùren lang, heb zitten suffen en droomen. ’t Werd avond; de doodgraver -heeft me opgeschrikt. Dat ’s alles. De zerk is weggezakt, vader. Je kunt de plek niet -meer vinden. D’r groeit van alles. ’k Heb wat bloemen meegebracht. Hier heb je ze. -D’r mag wel ’n nieuwe zerk komen.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Jij ben krankzinnig, jij ben gèk! Ik wil jouw bloemen niet! Wèg met jouw bloemen! -<span class="pageNum" id="pb32">[<a href="#pb32">32</a>]</span>Was teruggekommen zooas ’t je pàste! Had niet je dag verluierd, je dag verdaan met -onzin – ònzin, zeg ik je! Gister ben je niet thuis geweest, had je ’n uitvlucht! Eergister -heb je geen vin verroerd! Zóo alle dagen die God geeft! Ben jij ’n zoon? Denk jij -’r an dat je ’n blinden vader heb, dat ’t ongeluk me vervolgt, dat Levi en Abram en -zoo’n koopman-van-niks as Aaron – alles naar zich toehalen, dat m’n zaak verloopt, -m’n goeie zaak m’n zaak, waarvoor ik gezweet heb, m’n zaak, m’n záák! Ik kan ’r bij -huilen! Op m’n ouwen dag kan ’k bedelen gaan! Heb ’k je daarvoor grootgebracht!</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>Trek ’t je toch niet zoo an! Mot je om zoo’n zoon grienen?</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>God straft me wel! Heb ik ’t brood uit me mond gespaard toen-die ’n kind was? Hebben -z’n moeder-zaliger en ik kromgelegen om ’m groot te brengen! Heeft-ie scholen bezocht -en talen geleerd, waarvan wij nooit gehoord hebben! Hebben we ons uitgekleed voor -’m, bij ’m gewaakt as-die ziek was, ons alles ontzegd om ’t hém goed te laten gaan! -En nou? Wat heb ik nou? Nou kan ik alléén rondwurmen! An niemand steun! Nou kan ’k -vèrrèkken! Nou mot ’k wachten tot ze híér kommen met handel<span class="pageNum" id="pb33">[<a href="#pb33">33</a>]</span> – me laten bedriègen – me laten bestelen!</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rafaël.</i></p> -<p>Dat ’s niet mijn schuld.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Niet zijn schuld! Ik kan ’m vasthouen! Ik kan ’m daar dwingen thuis te blijven en -voor mijn te kijken!</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rafaël.</i></p> -<p>’k Heb over al die dingen gedacht van middag, lang nagedacht – je heb gelijk, maar -ànders worden kan ’t niet, nou niet, nooit meer.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>Stapelmesjogge!</p> -</div> -<div class="sp"> -<p><span class="speaker"><i>Sachel</i></span> <span class="stage">(<i>hard</i>).</span></p> -<p>En wáarom niet?</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rafaël.</i></p> -<p>Dat kan ’k niet zeggen.…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Jij liègt! Jij heb iets buitenshuis, dat ik niet weten mag, dat je verbergt!</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rafaël.</i></p> -<p>Nee.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Zeg op! Zeg op: je mag alles zeggen!</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>Geheimen? ’t Zullen me geheimen zijn! Nog geen dubbeltje zijn ze me waard! As die -niks zeit, weet ik nog genog!</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Op ’t graf van z’n moeder heit-ie gedacht! Hahaha! Op ’t graf van je moeder most jij -niet durven kommen!</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rafaël.</i></p> -<p>Waarom zullen we zóó tegenover <span class="pageNum" id="pb34">[<a href="#pb34">34</a>]</span>elkander staan? Ik zal hier niet lang meer blijven, ’t je niet lastig maken.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Wat? Wàt zegt-ie?</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>Schtos! Allemaal schtos!</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rafaël.</i></p> -<p>Ik ga weg.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Jij gaat weg? Jij gaat weg? Zegt-ie dat Esther?</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rafaël.</i></p> -<p>’t Is beter vrindschappelijk van mekaar te gaan. Over heftige dingen heb je later -spijt, altijd spijt.…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Hahaha! Hahaha! Nou is alles in orde! O! O! O! Voel je dan niks as je m’n oogen ziet?</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rafaël.</i></p> -<p>Vroèger gaven die me onrust, angst, wroeging – hoe zal ik ’t noemen? – vroeger had -ik alles voor je kunnen doen, – in den tijd toen ìk jong, jij hulpeloos was – vroeger -zou ’k geen oogenblik rust hebben gehad, als ’k tranen in je arme oogen had gezien -– vroeger zou ’k me de haren uit ’t hoofd hebben getrokken bij de gedachte – ènkel -bij de gedachte – je displeizier te doen – nou is dat ùit me – heelemaal ùit me – -je heb ’t ’r uit getràpt!</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Ik? Ik? Wat heb ìk joú gedaan? Wat? Wat?</p> -</div> -<p><span class="pageNum" id="pb35">[<a href="#pb35">35</a>]</span></p> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rafaël.</i></p> -<p>Nee, ik wil je niks verwijten. Je ben ’r niet verantwoordelijk voor. Je heb ’t zèlf -geleerd.…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p><i>Ik</i> ga naar bed. <i>Ik</i> heb genog van die kinderpraat! Zal ik me nachtrust geven an zùlk gekles! Hij wil -wèg: laat ’m gaan! ’k Dacht dat je wijzer was. Allemaal praatjes, uitvluchten, smoesjes! -Mòrgen vraagt-ie je weer centen! Jouw zoon is ’n klaplooper – nou wéet je ’t!</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Ze heit gelijk! Wat stoor ik me an joùw gekkepraat. Maar ’r komt ’n end an me geduld! -’k Heb ’t lang genoeg gekropt. Làng genoeg!</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rafaël.</i></p> -<p>Dreig niet. Ik zei je dat ik ’n besluit genomen heb – ’n besluit dat zóó vaststaat, -dat niemand ’r iets aan veranderen kan. Ik ga weg. Heel gauw. Ik maak jullie ongelukkig. -Jullie mij. ’k Weet geen àndre oplossing.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Waàrom wil jij weg?</p> -</div> -<div class="sp"> -<p><span class="speaker"><i>Rafaël</i></span> <span class="stage">(<i>droevig</i>).</span></p> -<p>Dat is mijn zaak.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Bloedhond! ’n Blinden vader an z’n lot overlaten! God zal je ’r voor bezoeken!</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rafaël.</i></p> -<p>Nee. Dat kàn niet. Ik voel me voor ’t eerst sinds jàren rustig – nou ik mijn weg ga, -nou ik weet wàt ’k doen moet.</p> -</div> -<p><span class="pageNum" id="pb36">[<a href="#pb36">36</a>]</span></p> -<div class="sp"> -<p><span class="speaker"><i>Sachel</i></span> <span class="stage">(<i>woest</i>).</span></p> -<p>Maar de reden, de reden! Je heb toch je hersens! Je ben toch niet volslagen idioot! -De reden! De reden!</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rafaël.</i></p> -<p>De reden – de reden. Sta je ’r zóo op? O, ’t zou voor ons beiden beter zijn, als ’k -zweeg. Je wìl dat ik spreek? Dan zùl je hooren, dan zul je weten hoe ’k me hier ben -gaan voelen als ’n ellendige, als ’n vreemde.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>Ach wat ’n schtos! Wat doen we met die onzin!</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rafaël.</i></p> -<p>Laat me uitspreken. Ik kijf niet, maak geen twist: zeg de dingen kàlm – als je ’t -voelen kunt: wanhopig – ’t Is niet zoolang geleden – ’k denk twee, drie – ’k weet -’t niet – ’t Doet ’r niet toe. Ik was onnoozel, ’n jongen, ’n kind. En ’k hield van -je, vader. ’k Hield zièlsveel van je. Als ’k je tasten zag door den winkel, de bergplaatsen, -dan moest ik haast snikken. Had ik je niet gekend met je oogen vol leven en opgewekt? -’t Was zoo verschrikkelijk je àltijd in ’t donker te denken. Soms kneep ik m’n oogen -dicht, hield m’n hand er voor om ’t licht af te sluiten – dan dacht ik: god, hoe schrikkelijk, -hoe vreeselijk – hij heeft de dingen gekend zooals ik ze ken – nou moet-ie gissen, -de vormen raden, de kleuren raden.…</p> -</div> -<p><span class="pageNum" id="pb37">[<a href="#pb37">37</a>]</span></p> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Hou je mond! Dát vraag ik je niet!</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rafaël.</i></p> -<p>Toen kwam de dag.… ’n Vrijdag … ’k Was begonnen je in de zaak te helpen.… Je had ’n -partij goed verkocht – ’k weet niet meer wàt. – De schuit lag voor de loods – de knechts -stouwden de balen er in. ’k Ziè ’t gebeuren. Jij stond bij de weegschaal. Je zag me -niet: had me niet hooren loopen. Nièmand zag me: ’k was in de scheemring van de loods. -Jozef, de knecht, las ’t gewicht – zelf schreef je de getallen. Ik keek naar je met -’n zoo groote genegenheid, ’n zoo groot meelijden. Je had zooveel wil – je droeg ’t -ongeluk zoo dapper. ’k Zag je vingers bevend bewegen over ’t papier – ’k wou naar -je toekomen en zeggen: laat mij ’t schrijven – vermoei je niet. – Maar op eens zag -ik iets, iets dat me dee schrikken, me terugdrong naar de scheemring van de loods. -’r Werd ’n baal gewogen – Jozef en de koopman bukten naar de gewichten – en terwijl -– tastte je voet naar de scháal – bleef er op drùkken. Ze wogen je voet mee. Niemand -lette op je. Ze hadden vertrouwen in je blinde oogen. Je stal. Je was ’n dief …</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>Dat lieg je! ’k Zou me schamen zulke leugens te zeggen!</p> -</div> -<p><span class="pageNum" id="pb38">[<a href="#pb38">38</a>]</span></p> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Laat ’m gaan … laat ’m uitspreken …</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rafaël.</i></p> -<p>Ik lieg niet! Loog ik maar! – Ik dacht dat ’k me vergist had, bleef angstig wachten -op ’n tweede baal. – De baal kwam – werd op de bascuul geschoven – wéér drukte je -voet op het blad – wéér nam je watje niet toekwam. Ik hoorde den koopman verwonderd -spreken dat de balen zoo zwaar waren; wantrouwig bekeek-ie de schaal. Jij, stond zwijgend, -met gevouwen handen – je stond zóó verlaten, zóó rampzalig met je enkel-witte oogen, -dat niemand aan je dacht – ’n hulpelooze blinde. En bij élke schaal herhaalde je ’t -– óver de twintig maal. Twintig maal! Twintig maal je stelende voet en je dooie oogen, -je bewusteloos meeleven, je misbruik maken van ’n ramp, je misbruik maken van ’t meelij -van andren! – Nou weet je de hoofdzaak. ’k Heb zitten huilen achter de loods – zoo -màl was ik toen. Twee uur later zijn we naar de kèrk gegaan, zooals elken Vrijdagavond. -Je zat naast me. Ik bad niet. Telkens keek ik naar je oogen om er iets in te vinden, -om er ’n uitdrukking in te zien – telkens zag ik het wit zonder pupillen, ’t wit zooals -’t geglansd had toen je bij de bascuul naar den hemel stond te kijken. – ’t Was ’n -bleeke <span class="pageNum" id="pb39">[<a href="#pb39">39</a>]</span>hemel met ’n énkele violette streep: zóó sterk is ’t me bijgebleven<span class="corr" id="xd30e1756" title="Niet in bron">.</span> – Van de kerk gingen we naar huis. De sjabbestafel wachtte. Je klaagde, dat ’k stil -was. Ik wàs stil. Je zei brooge. Je doopte ’t brood in ’t zout. En aldoor keek ik, -kéék ik. ’t Lamplicht scheen in je oogen. ’t Lamplicht gaf ’r denzèlfden glans aan -als de hemel. Je wierp ’n glas om – wat nooit gebeurde. En ’k voelde niks. Je was -geen blinde meer voor me. Je was ’n.…. Je was ’n.…. Waarom zal ik verwijten en schimpen? -’t Is gebeurd. Honderd keer na die eerste heb ’k ’t zelfde van je gezien. Ik wou je -vervangen, zèlf ’t goed wegen, afleveren. Jij wóú niet. Je maakte je kwaad. Nooit -mocht ik aan de bascuul komen. Je beloog me. Je zei dat je niet werkloos kon blijven, -dat je geen rust had als je stil moest zitten. En met Jozef sámen – met je knecht -lag je onder éen deken! – bleef je de kooplui bestelen, bestèlen. Laat me uitspreken! -Langzaam heb ’k alles begrepen, ben ’k je gaan minachten. – ’n Blinde beklaag ik zoo -innig – ’n blinde zie ’k voor me als ’n mensch van wie God ’n oneindige gelatenheid -vraagt èn een gróóte berusting – ’n blinde zie ’k als iemand die voor de helft afscheid -heeft genomen – van àlles.… Joú zag ’k ’t gèld dat je bij elkaar schraapte bestréelen, -<span class="pageNum" id="pb40">[<a href="#pb40">40</a>]</span>jou zag ’k vechten en worstlen om naar je toe te halen, jou zag ik dag aan dag – bedriegen. -O, hoe wouen je blinde oogen me dan wat doen. Hoe wou je voor me staan als ’n hulpelooze, -als ’n vàder!</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Doen àndren anders?</p> -</div> -<div class="sp"> -<p><span class="speaker"><i>Rafaël</i></span> <span class="stage">(<i>triestig</i>).</span></p> -<p>Ons héele volk is ontaard.<a class="noteRef" id="xd30e1774src" href="#xd30e1774">2</a> -</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>As ìk niet neem, nemen andren dan niet? Is ’t niet onze hàndel? Maken zij geen misbruik -van mijn ongeluk? Gaan we niet elk uur achteruit? Kan jij eerlijk zijn – as ze je -bestelen van alle kanten – bestelen an wicht – bestelen an kwaliteit? Is handel geen -hàndel?</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rafaël.</i></p> -<p>De andren heb ’k àltijd veracht – maar dat ik eéns zou leeren joúw ongeluk te vergeten.… -dat je àltijd voor me zou blijven de man – bij – de – bascuul.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>Veel heb ’k van me leven gehoord, maar zóo iets nog nooit. Daar heb ik nou verstomd -van gezeten. Waar haalt iemand de vuilheid vandaan! Verwijt z’n ouwen vader dat-ie -z’n best heit gedaan voor z’n brood. Hij neemt niet as-die krijgen kan! Hij geeft -gewicht toe! As je vader zoo niet gehandeld had, kon jij nou bedelen <span class="pageNum" id="pb41">[<a href="#pb41">41</a>]</span>gaan! Og! Je zal ’t elk jaar verdienen wat ze óns bestolen hebben! Is dat diefstal? -Noem jij diefstal as je voor je brood steelt? Dan is ’r in de heele stad geen eerlijke -Jood en geen eerlijke Chris! De een steelt op die manier, de andere op die. Geen mensch -is dief in z’n eigen zak. Hoe wou jij handel drijven? En eet je d’r niet van mee? -Is zelf te lam om te werken en z’n ouwen vader gooit-ie verwijten voor z’n voeten!</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rafaël.</i></p> -<p>Ik heb ’t niet uitgelokt. Ik had m’n mond gehouen. Maar nou ’k weg ga.…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Jij gáat niet weg! Ik wil niet dat jij weggaat! Waarom zou je weggaan? ’k Heb toch -niks op de wereld! Heb ’k ’n misdaad begaan? As je oud en wijs genoeg ben, zal je -begrijpen wat hàndel is. Bijt je ze niet van je af – dan sta je binnen ’n jaar op -straat.… Je mot ’n róófdier wezen … Anders trappen ze je ’r onder … Zonder gèld ben -je weerloos, zonder gèld ben je an ze overgeleverd, zonder gèld ben je niks! Heb ’k -’t niet voor jóú gedaan? Wie krijgt alles na me dood?</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rafaël.</i></p> -<p>Laten we ’r niet verder over praten. ’t Is laat. ’k Ben moe. ’k Had beter gedaan ’r -niet over te spreken. Denk ’r over na, vader. <span class="pageNum" id="pb42">[<a href="#pb42">42</a>]</span>We kunnen vrindschappelijk van mekaar gaan.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>Wil ik j’s wat zeggen? As jij ’r zèlf over slaap – heb-ie morgen spijt over wat je -nou allemaal gezeid heb.… Schtos! Hij gaat weg! Nog in geen tien jaar! Wil je wat -eten?</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rafaël.</i></p> -<p>Nee. ’k Heb geen trek meer.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>Dan mot je maar trek maken. ’t Is aardig ongezond ’n heele dag met ’n nuchtere maag -te loopen. ’k Heb nog ’n kliekie snijboonen met aardappelen en ’n stukkie schapevleesch. -Zal ’k ’t even warmen?</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rafaël.</i></p> -<p>Nee.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>Voor wat straf je je maag? Roos! Roos!</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rose.</i></p> -<p>Roep u?</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>’k Dacht wel dat-je nog op zou zijn! Wil jij ’t kliekie even warmen?</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rafaël.</i></p> -<p>Nee, tante – ik eet niet.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>Wàrm jij ’t maar! <span class="stage">(<i>Rose af</i>)</span> As je de lucht ruikt, eet je wel.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rafaël.</i></p> -<p>Heeft zij – gehuild?</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>Weet ik veul! ’k Heb genog zorg an me kop. Kom, ’k zal binnen de tafel dekken …</p> -</div> -<p><span class="pageNum" id="pb43">[<a href="#pb43">43</a>]</span></p> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rafaël.</i></p> -<p>Nee. Nee. Ik kàn nou niet meer. M’n keel is toegeschroefd.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>Zenuwen! Niks as zenuwen! Je windt je op voor niks! Geen wonder. Je etensuur verzetten -en ’s nachts niet slapen! Groote nar! Wat heb je òp gedaan van nacht? Was je ziek?</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rafaël.</i></p> -<p>’k Kon niet slapen … ben opgestaan … Nacht vader – Nàcht vader! – Geef je geen antwoord? -– Nacht.</p> -</div> -</div> -</div> -<div id="t1.7" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a href="#t1.7.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> -<h3 class="main">ZEVENDE TOONEEL.</h3> -<div class="sp"> -<p><span class="speaker"><i>Sachel<span class="corr" id="xd30e1880" title="Niet in bron">.</span></i></span> <span class="stage">(<i>Staat op – bevoelt de pennen van de luiken – bonst zich voor ’t hoofd</i>)</span></p> -<p>Hij was op vannacht – En – èn die mèid was op – Ze waren sámen op – sámen – Waarvoor -waren ze op? – Waarom heit die sjikse gehuild? –</p> -</div> -<p class="trailer xd30e1886">(EINDE VAN HET EERSTE BEDRIJF).</p> -<p><span class="pageNum" id="pb44">[<a href="#pb44">44</a>]</span></p> -</div> -</div> -</div> -<div class="footnotes"> -<hr class="fnsep"> -<div class="footnote-body"> -<div id="xd30e1449"> -<p class="footnote"><span class="fnlabel"><a class="noteRef" href="#xd30e1449src">1</a></span> Meisje. – <i>Bewerker.</i> <a class="fnarrow" href="#xd30e1449src" title="Ga terug naar noot 1 in tekst.">↑</a></p> -</div> -<div id="xd30e1774"> -<p class="footnote"><span class="fnlabel"><a class="noteRef" href="#xd30e1774src">2</a></span> Zie <a href="#bijlage">Bijlage</a>. <a class="fnarrow" href="#xd30e1774src" title="Ga terug naar noot 2 in tekst.">↑</a></p> -</div> -</div> -</div> -</div> -<div id="b2" class="div1 act"><span class="pageNum">[<a href="#b2.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> -<h2 class="main">TWEEDE BEDRIJF.</h2> -<p class="stage"><i>De huiskamer van Sachel achter den winkel.</i></p> -</div> -<div class="divBody"> -<div id="t2.1" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a href="#t2.1.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> -<h3 class="main">EERSTE TOONEEL.</h3> -<p class="stage"><i>Rose.</i> <i>Rafaël.</i></p> -<div class="sp"> -<p><span class="speaker"><i>Rafaël</i></span> <span class="stage">(<i>binnentredend</i>).</span></p> -<p>Waar is vader? Waar is tante?</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rose.</i></p> -<p>Ze zijn nog niet terug van de kerk. We zijn alleen – Goddank!</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rafaël.</i></p> -<p>Liefje – huil je?</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rose.</i></p> -<p>Raak me niet an! Raak me niet an!</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rafaël.</i></p> -<p>Hebben ze je.…? Wat is ’r? Kom, huil zoo niet!</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rose.</i></p> -<p>O, dat ik naar je geluisterd heb!</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rafaël.</i></p> -<p>Is ’r iets gebeurd? Wat dan?</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rose.</i></p> -<p>Laat me met rust! Ik walg van je! Ik haat je! Ik haat jullie allemaal! O, o, dat ’k -<span class="pageNum" id="pb45">[<a href="#pb45">45</a>]</span>sterven kon, dat God me zoo dadelijk dee doodblijven!</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rafaël.</i></p> -<p>Heeft vader je iets gezegd? Heeft tante.…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rose.</i></p> -<p>Nee! Nee! Nee! Raak me niet an! Ik wil van jou niet gezoend worden! Ik wil alleen -dood, dood!</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rafaël.</i></p> -<p>Kom, màlle meid! Ben ik niet je man, jij m’n vróúw?</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rose.</i></p> -<p>Nee! Blijf van me af! Ik je vrouw! Ik! Ik! Hahaha! ’t Is om te schateren! Ik, je bijzit, -je tijd-verdrijf, je hoèr!.…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rafaël.</i></p> -<p>Rose!</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rose.</i></p> -<p>Ik, wat ben ik? Ik die niks op de wereld heb – ik die me moet laten trappen door je -vader – door je tante – door elken jóód die hier komt!</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rafaël.</i></p> -<p>Joòd? Joòd? Waarom zeg <i>jij</i> jood?</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rose.</i></p> -<p>Joòd, joòd! Wat kan ’t me schelen! ’k Ben hier ’n slavin! ’n Vreemde! ’n Vreemde voor -je vader! ’n Vreemde voor je tante! ’n Vreemde voor den eersten den besten jood. – -Ze kijken op me neer. – ’k Ben máar de Sjabbesmeid – ik mag de lampen opsteken – ik -mag an ’t vuur komen – ik met m’n vréémde <span class="pageNum" id="pb46">[<a href="#pb46">46</a>]</span>handen – ik hun mèid, hun mèid! Ik, joùw bijzit! Want je ben als de àndren – je heb -me getrapt als de andren. – Je ben ’n jood zooals zij!…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p><span class="speaker"><i>Rafaël</i></span> <span class="stage">(<i>neemt haar hand</i>).</span></p> -<p>O wat vind ’k ’t nàar dat je dàt zegt! Wat vernedert ’t je zelf … Ik weet niet wàt -de oorzaak is dat je zoo opgewonden ben, zoo buiten jezelf, zoo ruw, zoo onvrouwelijk, -zoo grof.…. Maar ik weet wel, Rose, dat je ’t woord niet meer zeggen moet. ’t Herinnert -me an zoo’n boel dingen. Nee, laat me je hand houen. Zóó zit ik met de óúwe vertrouwelijkheid -– Toen ’k ’n kind was – met andere jongens wilde spelen – scholden ze voor jood – -smaus. ’k Wist niet waarom. Misschien zìj ook niet. Ze deeën ’t uit gewoonte. ’t Dee -pijn. Want als kind vroeg je jezelf: Is er iets bijzonders aan me? Heb ik iets gedaan? -Ben ik anders dan zij? Wat is joòd? Wat? Soms smeten ze met steenen, riepen: jullie -hebben Jezus gekruizigd! Ik klaagde. M’n moeder zei dan: je moet er om lachen – je -moet er aan wènnen – Eens op school – ’k had niet opgelet – trok de meester me uit -de bank, gaf me ’n klap, zei: in den hoek staan, jood! Ik stond ’n uur lang in den -hoek, ik, de eenige jood van die school <span class="pageNum" id="pb47">[<a href="#pb47">47</a>]</span>en door m’n zotte tranen zag ’k de jongens die lachten, den meester, de banken, de -kamer. En ’n wrok kwam in me. ’k Had dien man kunnen ranselen, ’k had me kunnen wreken -aan allen. Waarom was ’k ’n vreemde? Waarom zeien ze jood? Zoó begon ’t. Zoo hoorde -ik ’t in m’n jeugd. Zoo bleéf ’t – M’n moeder stierf. Den dag dat ze begraven werd, -gingen we langzaam achter de kist, vader, ik, haar broers, de vrienden. Op den hoek -van ’n straat stond ’n slager – ’k weet z’n gezicht nòg – en die lachte. – „Daar gaat -’n ouwe jodin”, hoorde ’k ’m zeggen<span class="corr" id="xd30e1988" title="Niet in bron">.</span> – Vader werd blind. Den eersten dag dat ’k ’m leidde, liep hij aan tegen een man -en die schimpte: kijk waar je loopt, jood!.… Wil je meer? Is ’t genoeg? Hoor je dat -’t woord me niet vreemd is?</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rose.</i></p> -<p>Rafaël.…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rafaël.</i></p> -<p>Als kind dee ’t pijn, had ’k ’t gevoel alsof ik ’n merkteeken droeg, alsof jood-zijn -’n slecht ding was – Ik leerde, keek om me heen. En overal in de vrije christenmaatschappij -zag ’k de wrijving – de vijandschap van de rassen, de vijandschap van de godsdiensten. -Maar als màn, lieve vrouw, heb ’k dat vroeger gevoel van verbittering verloren, is -er <span class="pageNum" id="pb48">[<a href="#pb48">48</a>]</span>iets in me open gegaan, dat me meelijden, innig meelijden heeft gegeven met wie jood-schimpen -kán! Doe ’t niet meer. Zie ons hier zitten – jij – ’t is om te làchen! – ’n christen -vrouw – ik – O, wat dwaas niet? – ’n jóòd! Hoe kunnen wij twee, als we elkander in -de oogen zien – an zùlke kleine dingen denken …</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rose.</i></p> -<p>Je heb gelijk – Je ben beter dan ik, wijzer dan ik. Maar ’k was zoo wanhopig, zoo -òp! En nog, nog! Hebben ze je niks gezegd?</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rafaël.</i></p> -<p>Gezegd?</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rose.</i></p> -<p>Gisteravond zat ’k dáar, bij de deur<span class="corr" id="xd30e2015" title="Niet in bron">.</span> Aaron was hier, praatte met je vader, met je tante.…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rafaël.</i></p> -<p>Over zijn dochter Rebecca, die drieduizend gulden inbrengt – ik weet het.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rose.</i></p> -<p>Je weet ’t.… O ze halen je van me af.… Ik ben bang voor je vader, durf ’m niet anzien. -Alles hoort-ie in m’n stem.… Wat moet ’r van me worden! Jij liegt niet. Ik geloof -je. Alles aan je is eerlijk. Maar wat kùn jij? Wat kun je tegen hem, haar? Als ze -’t begrijpen zetten ze me op straat. Zij hebben rechten. Voor mij ’n ander. En dan? -En dan? Ik wou dat ’k niet geboren was. Dat hoort God!</p> -</div> -<p><span class="pageNum" id="pb49">[<a href="#pb49">49</a>]</span></p> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rafaël.</i></p> -<p>Nou heb ’k je aangehoord – kalm. Zie je – ik glimlach. Ik glimlach omdat je bang ben -voor ’n meisje dat ik niet ken, misschien éens gesproken heb.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rose.</i></p> -<p>Zoo gaat ’t altijd bij.…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rafaël.</i></p> -<p>Zeg maar bij.… ons.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rose.</i></p> -<p>Jà – bij jullie. Heeft Meijer z’n dochter niet gekoppeld aan den zoon van Markus? -Hadden die twee elkaar ooit gezien? Hebben de vaders ’t niet in orde gebracht? O, -Rafaël bedrieg me niet!</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rafaël.</i></p> -<p>Kind – soms is er iets in je toon – in je vragen – in je kijken dat me triestig maakt. -Ik zou je zoo graag willen opheffen, opheffen van dat làgere levensplan, je heelemaal -brengen tot ’t mijne, je heelemaal meenemen naar mijn wereld, waar geen plaats is -voor de kleine, ophitsende, wantrouwende dingen, die joù dikwijls zoo zwak maken. -Ik kan me geen voorstelling vormen van je angsten. Elk woord van je twijfel is me -’n raadsel. Heb ik je dan niet in die uren dat-je in m’n armen lag – als de nacht -om ons heen was en je élke aarzeling zou gevóéld hebben – gesproken van m’n liefste -hopen, gesproken over de toekomst van ons beiden? Is er dan plaats voor ’t benauwde -geknoei van andren? <span class="pageNum" id="pb50">[<a href="#pb50">50</a>]</span>Ben ik dan zoo week, zoo karakterloos in je oogen dat je spoken ziet waar ze niet -zijn, dat je maar één oogenblik veronderstellen kúnt – dat ik.… ik.… ik! Hahaha! Ik -verkocht! Ik die princelijk begin te leven! Ik hokkend met zoo’n vrouw! Ik bruidcenten -tellend! Ik ingezegend! Ik die geen jóód meer ben! Ik m’n nek buigen!.… O liefje wor -toch sterk – geloof in de geringste van m’n woorden – wees niet bang – twijfel niet! -Hoe kan ’n man twijflen die sterk is door ’n vrouw? Hoe kan ’n vrouw aarzlen als ze -één in extase is geweest met ’n man? En gaan we niet samen hier vandaan?</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rose.</i></p> -<p>Is dat waar? Gaan we heen?</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rafaël.</i></p> -<p>Eergister heb ik ’t ’m gezegd – m’n vader.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rose.</i></p> -<p>O! Wat ’n geluk! Meen je ’t? Meèn je ’t? En gaan we vèr weg – waar de menschen ons -niet kennen, jou niet, mij niet?</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rafaël.</i></p> -<p>Waarom zouen we vèr weggaan? Waarom ons verbergen? Kunnen we niet met trots komen -waár we willen? Diè tijd is voorbij. ’t Wordt lichter over de wereld. ’t Zal ’n héele -rijzing van zon zijn, als we voorbeelden stellen, als we nièt schuchter wegschuilen, -maar elkeen eerlijk in de oogen zien.</p> -</div> -<p><span class="pageNum" id="pb51">[<a href="#pb51">51</a>]</span></p> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rose.</i></p> -<p>Dus je neemt háár niet?</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rafaël.</i></p> -<p>Ben ik niet getrouwd?</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rose.</i></p> -<p>Ja, ja, ja, we zijn getrouwd! ’t Is alles malligheid van me – angsten – wantrouwen! -Zie je, wanneer je altijd bij me bleven kon – zoo héel dicht bij me, zou ’k lachen -om de hééle wereld – de wereld is slècht niewaar?</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rafaël.</i></p> -<p>Nòg is ze ’t. Maar ’n nieuwe tijd breekt aan. <span class="stage">(<i>in extase</i>)</span> Als je goed luistert, hoor je ’t breede rumoer van ’t opgaande volk, zie je banieren -en vlammende oogen, voel je de lucht sidderen.… <span class="stage">(<i>glimlachend</i>)</span> ’t Was me zoo vreemd, zoo zonderling toen vader me sprak van dat meisje – toen hij -beloòfde dat ìk-alleen de „zaak” drijven mòcht – als ’k blééf – als ’k háár nam. Ik -heb hem aangekeken met ’n machtige verwondring. Hoe is ’t mogelijk dat twee levens -zóó ver van elkaar komen te staan – ’t leven van ’n vader – ’t leven van ’n zoon?… -Ik heb hem gezegd dat ’t niet gebeuren kòn, dat ik weg moest! ’k Heb gelàchen.…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rose.…</i></p> -<p>Weg moest? Zul je láter geen berouw hebben dat je gekozen heb tusschen hem en mij?</p> -</div> -<div class="sp"> -<p><span class="speaker"><i>Rafaël</i></span> <span class="stage">(<i>haar op zijn schoot trekkend</i>).</span></p> -<p>Ik kiès niet tusschen joú en hèm! Jij ben ’n deel van ’t níéuwe leven.</p> -</div> -<p><span class="pageNum" id="pb52">[<a href="#pb52">52</a>]</span></p> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rose.</i></p> -<p>Hij is blind – ’t lijkt zoo wréed.…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rafaël.</i></p> -<p>Maak je geen verwijten. Ik kan je niet àlles zeggen, wil ’t niet. Wat gebeurt, móést -gebeuren. Elk geslacht geeft z’n smarten, z’n tot ruïne vergaan, z’n opbloeien van -jeugd. – Kom – denk niet na.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rose.</i></p> -<p>Heb je hem niets gezegd van òns?</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rafaël.</i></p> -<p>Nee. Nog niet. Eerst als je dit huis heb verlaten. Eerst dán. Jij zou hun schimp, -hun haat niet verdragen. Je kent ze niet.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rose.</i></p> -<p>Stil! God! -</p> -</div> -</div> -</div> -<div id="t2.2" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a href="#t2.2.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> -<h3 class="main">TWEEDE TOONEEL.</h3> -<p class="stage"><i>Rebecca.</i> <i>Rafaël.</i> <i>Rose.</i></p> -<div class="sp"> -<p><span class="speaker"><i>Rebecca</i></span> <span class="stage">(<i>driest-lachend</i>).</span></p> -<p>O!.…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rafaël.</i></p> -<p>’t Is niet de gewoonte ergens binnen -te sluipen.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p><span class="speaker"><i>Rebecca</i></span> <span class="stage">(<i>lachend</i>).</span></p> -<p>Sluipen? Ik heb geklopt één – tweemaal. Je hoorde niet.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rafaël.</i></p> -<p>En op Zaterdag drijft m’n vader geen handel. Derde gebod!</p> -</div> -<div class="sp"> -<p><span class="speaker"><i>Rebecca</i></span> <span class="stage">(<i>verwonderd</i>).</span></p> -<p>Ik kom niet voor handel.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rafaël.</i></p> -<p>Niet voor handel? Ei, wel!</p> -</div> -<p><span class="pageNum" id="pb53">[<a href="#pb53">53</a>]</span></p> -<div class="sp"> -<p><span class="speaker"><i>Rebecca</i></span> <span class="stage">(<i>lachend</i>).</span></p> -<p>Vader zei me hierheen te gaan.…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rafaël.</i></p> -<p>Je vader? Vierde gebod!</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rose.</i></p> -<p>Rafaël!</p> -</div> -<div class="sp"> -<p><span class="speaker"><i>Rafaël</i></span> <span class="stage">(<i>smartlijk-spottend</i>)</span></p> -<p>.… Je vader.… Dat ’s Aaron, de koopman. Ga zitten – laten we hàndlen. ’k Heb afval -te koop – afval van ’n vòlk! Voor éeuwen sprak Bil’am – de Eeuwige heeft hem ontmoet; -wéet je nog: hoe de Rebbe ’t leerde? – „Hoe schoon zijn uwe tenten, Jacob! Uwe woningen -Israël! Als beken alom verspreid, als hoven aan een rivier, als de aloës door den -Eeuwige geplant, als cederen aan het water”… Ga zitten Rebecca. De heugenis der tijden -is groot. Uit Egypte zijn we gevoerd. In de woestijn Sinaï waren wij gelegerd. – Ik -erf dit àlles, de bergplaatsen, den grond, de kachel, ’t portret van m’n moeder, ’t -ganneke-ijzer. En jij? Is ’t drie, is ’t vier, is ’t vijf? En twàalef van alles? Laten -we handlen.…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p><span class="speaker"><i>Rebecca</i></span> <span class="stage">(<i>verlegen</i>).</span></p> -<p>Je doet zoo vreemd .… Je maakt me angstig.…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rafaël.</i></p> -<p>O, ik ben zacht als ’t bloed van ’t kalf, waarin <span class="corr" id="xd30e2211" title="Bron: Aäron">Aaron</span> zijn vinger doopte. Jouw vader heet Aaron oók – Aaron, Aaron-de-priester! Je kan -koken en braden – èn ’n doodshemd <span class="pageNum" id="pb54">[<a href="#pb54">54</a>]</span><span class="stage">(<i>zegt tante</i>)</span> naai je zoo rad en zoo net! Je ben ’n huisvrouw om te stélen! Blijf hier, Rose!</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rose.</i></p> -<p>Laat me gaan! Laat me gaan!</p> -</div> -<div class="sp"> -<p><span class="speaker"><i>Rebecca</i></span> <span class="stage">(<i>met stijgende verlegenheid</i>).</span></p> -<p>Heb ik je wat misdaan, dat je zoo, zoo.…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p><span class="speaker"><i>Rafaël</i></span> <span class="stage">(<i>smartelijk</i>).</span></p> -<p>Misdaan? We hebben elkander éénmaal gesproken. Hoe zou je misdaan kùnnen hebben? Wàar -was ’t? ’t Was in ’t huis van je vader. Je zei iets tot mij. Ik zei iets tot jou. -Woorden, woorden van èlken dag. Misdaan? Je heb mooie oogen, ’n mond om te kussen. -Je handen zijn blank. Je zult moeder van véel kinderen worden. <span lang="he-latn">Peroe oerewoe oemieloe es hoöres</span><a class="noteRef" id="xd30e2243src" href="#xd30e2243">1</a> – gaat en vermenigvuldigt je – En ’n kind – hàhà! – ’n kind is ’n weelde, ’n kind -groeit uit de aarde als ’n plant met ènkel knoppen van vreugd. – Wat breng je mee? -Drie, vier of vijf? Als m’n vader drie neemt, neem ik drie! Als m’n vader vier neemt, -neem ik vier! Neemt hij vijf is ’t mij goed! Ik ben gezond, heb geen gebreken. Ik -heb ’n ziel. Die krijg je toe! Ik droom. M’n droomen zijn te geef.… O Rebecca, we -kunnen zoo gelukkig met elkander zijn!</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rose.</i></p> -<p>Laat me gaan, Rafaël. Ik kàn je niet hooren!</p> -</div> -<p><span class="pageNum" id="pb55">[<a href="#pb55">55</a>]</span></p> -<div class="sp"> -<p><span class="speaker"><i>Rebecca</i></span> <span class="stage">(<i>driest</i>).</span></p> -<p>Hoor wat zij zegt – zij, de sjikse, die zich scháàmt!</p> -</div> -<div class="sp"> -<p><span class="speaker"><i>Rafaël</i></span> <span class="stage">(<i>vernietigend</i>).</span></p> -<p>Ze schaamt zich over hàndel op Zaterdag.… Wees indachtig dat je de Sabbathdag heiligt. -Ga nog niet heen Rebecca. Je naam is zoo lief en zoo zoet – om zachjes te zeggen.… -Rebecca.… Rèbècca.… Moeder van Esau en Jacob.… Weet je hóe Jacob zijn broeder bedroog, -zijn blinden vader bestal? Ook de mijne is blind. Heb je ’t vel van een geit meegebracht -voor mijn handen en hals? – Ah, we zijn voor elkander geschapen, bestemd Israël te -doen voortleven, Israël weer groot te maken! – Kijk om je heen. Kijk rond! Er zijn -kostbaarheden, sieradiën in die kast, beleende horloges en goud. Alles wordt mijn. -Alles. De grond waar we op staan, de stofdeeltjes, de zonnestralen, het rek met tefillem<a class="noteRef" id="xd30e2274src" href="#xd30e2274">2</a>. ’t Hangt af van je zelf! Waarom breng je geen vijf mee? Voor drie doen we ’t niet -– m’n vader en ik! Voor drie zijn we bekòcht – m’n vader en ik! Voor drie, verbinden -we ons niet, m’n vader en ik! Met drie, hebben jullie ’t voordeel, joùw vader en jij.…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p><span class="speaker"><i>Rebecca</i></span> <span class="stage">(<i>angstig</i>).</span></p> -<p>Ik hecht aan geen geld, Rafaël.…</p> -</div> -<p class="stage alignright">(<i>Rose af.</i>)</p> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rafaël.</i></p> -<p>Wee ons! Dan hoor je hier niet thuis <span class="pageNum" id="pb56">[<a href="#pb56">56</a>]</span>hier niet, in de heele stad niet! – O? – Huil je? Rebecca-lief, huil je? Wat doen -tranen bij hàndel? Weent je vader ooit als hij kóópt?</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rebecca.</i></p> -<p>Waarom ben je zoo wreed? ’k Heb niet één woord gezegd.… Ik zal weer gáán.… verlang -niks van je, niks.…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rafaël.</i></p> -<p>Ga, ga, Rebecca.… Ga tot je vader. Vraag geld, véél geld! Ween niet. Ik voorspel je: -je trouwt! Je trouwt ’n beetren dan ik. Ik ben geen drièduizend waard. – Geef me je -hand. O, kind – je ben nog zoo jóng. ’k Wou dat ’k wat voor je kon dóén.…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rebecca.</i></p> -<p>Nee, niks.…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rafaël.</i></p> -<p>Ja – ja – ’n ráád – iets dat je moet onthouen voor làter – voor veel later … voor … -Nee! Dwaasheid! – Hoe kan ik je raden? Ik ken je niet, zag je maar éénmaal, weet nauwlijks -de klank van je stem, den glans van je oog.…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rebecca.</i></p> -<p>Goeiendag.…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rafaël.</i></p> -<p>Goeiendag, Rebecca! – Rose! – Rose, ben je tòch heengegaan!</p> -</div> -<p class="stage alignright">(<i>af</i>).</p> -<p><span class="pageNum" id="pb57">[<a href="#pb57">57</a>]</span></p> -</div> -</div> -<div id="t2.3" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a href="#t2.3.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> -<h3 class="main">DERDE TOONEEL.</h3> -<p class="stage"><i>Sachel.</i> <i>Esther.</i> <i>Rebbe Haëzer.</i></p> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>Ging Rebecca daar niet? ’k Zou ’r op zweren. Nee, ze is ’t toch niet.… Kom u binnen. -Wees u voorzichtig.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Haëzer.</i></p> -<p>Pas op voor de drempel.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Hier ken ik de weg – heel precies – heel precies. Help me maar niet. ’k Ben niet gewend -geholpen te worden.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Haëzer.</i></p> -<p>Is Rafaël niet thuis?</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>’k Zal wel is kijken. Maar zoo’n haast heit ’t niet. Laat-ie maar blijven. Dan kan -Sachel u verder vertellen.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Wat helpt vertellen? Heb ’k niet àlles verteld? D’r zit geen hart in die jongen. Z’n -vader behandelt-ie als ’n stuk vuil. Erger nog. En voor wie heb ’k alles gedaan? Voor -wie vraag ik? Dat’s m’n ouwe dag! Geen uur vrede, geen uur rust!</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Haëzer.</i></p> -<p>La-la-la. Loop niet op de dingen vooruit. Ik heb dat meer bij de hand gehad. Jeùgd, -Jeùgd. Anders niet. Daar moet je niet met geweld tegen ingaan. Geweld bederft. Ik -ken Rafaël, beter dan jij. Heb ’k ’m niet zien <span class="corr" id="xd30e2364" title="Bron: groeiën">groeien</span>? <span class="pageNum" id="pb58">[<a href="#pb58">58</a>]</span>Kwam hij niet uit zichzelf bij me, als-ie iets kwaads gedaan had? Weet je nog hoe-die -me gebiecht heeft van die appel – die appel – op Groote Verzoendag. – Geen hardheid. -– Geen groote woorden. – Geen geweld. – Hij gaàt niet heen. – Hij troùwt de dochter -van Aaron.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>Wat heb ik je gezeid? Nou hoór je dat ’k gelijk heb.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Ik voel ’t ánders. Ik heb geen macht meer over ’m. Vroeger. Ja, vroéger – zooas ’t -staat in de boeken van Mozes – vroeger kon je ’n zoon dwingen – dat was recht.…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Haëzer.</i></p> -<p>Gekkigheid – gekkigheid. We stéénigen niet meer. We gaan vooruit en niet achteruit. -Vroeger, werd een ongehoorzame zoon naar de poort van de stad gebracht en gesteenigd. -Dat weet ik wel, gekje – maar we hebben geen poorten meer – je màg niet met steenen -gooien. Elke ruit kan je betalen. Andere tijden: andere zorgen, andere dwàng. Eer -we drie maanden verder zijn is Rafaël getrouwd en ’n jaar later kom ’k op de <i lang="he-latn">brezemiele</i>.<a class="noteRef" id="xd30e2386src" href="#xd30e2386">3</a> Want je krijgt ’n kleinzoon. Ik zeg je, ’t is ’n kleinzoon. Hahaha! Ja-ja, je doet -veel beter je zorg weg te lachen.</p> -</div> -<p><span class="pageNum" id="pb59">[<a href="#pb59">59</a>]</span></p> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>… Groot gelijk, mijneer de rabbijn … Met de dag wordt-ie zwaartillender – en nou ìs -Rafaël ’n lastige jongen, maar overleg is ’t halve werk. Zal u wat gebruiken? ’n Koppie -koffie met kiks?</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Haëzer.</i></p> -<p>Met twéé stukken kiks.…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p><span class="speaker"><i>Esther</i></span> <span class="stage">(<i>in de deur</i>).</span></p> -<p>Roosie! Roosie! Breng je de koffie?</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Gister heb ’k ’m gezeid: jij mag de zaak alleen drijven – ik zal me met niks meer -bemoeien – en – en – en ’k weet ’n vroúw voor je – ’n vroúw die wat meebrengt – ’n -goeie vrouw – hij hield z’n mond – hij hield z’n mond. – Zeg je niks, zei ik – en -’k hoorde ’m met z’n vingers trommelen op de ruit. – Dat doet-ie méer. – ’k Weet precies -wánneer-ie ’t doet. – Ze brengt wat in, zei ik – ze heeft wat te wachten. – Toen lachte-die. -– Waarom làch je, zei ik. – Toen lachte die hàrder en kwam op me toe – en pakte m’n -hoofd beet: o vader, ’k heb zoo’n meelij met je, zei-die – toen liet-ie me staan – -anders zei-die niks – anders niks. – Nou vraag ik. – Daar zit iets tusschen. – Dat -kan zoo niet. – ’t Is ’n gruwel wat me gebeurt.….</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Haëzer.</i></p> -<p>Gruwel, gekje, gruwel? Je moet niet <span class="pageNum" id="pb60">[<a href="#pb60">60</a>]</span>toegeven aan je achterdocht, aan die angst om òveral spoken te zien waar ze niet zijn. -Denk aan Izaac. Izaac was blind en Jacob stal zijn zegen. Heeft-ie geklaagd? Hij zegende -Esau óok. Rafaël is ’n kind, ’n gróot kind.…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>Sust!.… De meid.…</p> -</div> -</div> -</div> -<div id="t2.4" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a href="#t2.4.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> -<h3 class="main">VIERDE TOONEEL.</h3> -<p class="stage"><i>Sachel.</i> <i>Esther.</i> <i>Rebbe Haëzer.</i> <i>Rose.</i></p> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Is m’n zoon thuis?</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rose.</i></p> -<p>Ja.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Waar is-ie?</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rose.</i></p> -<p>Boven.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Is-ie thuis gebleven, terwijl wij naar de kerk waren?</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rose.</i></p> -<p>Nee.… Ja, ’n poosje.…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Hoe lang?.…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>Wat vraag je die meid toch?</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Bemoei je ’r niet mee!… Hoe lang? Nou? Hoelang?</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rose.</i></p> -<p>Dat weet ’k niet.…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Zoo – Was ’r niemand anders?</p> -</div> -<p><span class="pageNum" id="pb61">[<a href="#pb61">61</a>]</span></p> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>Snauw toch zoo niet! Wat wil je van die meid.… Was ’r nóg iemand hier, Roos? Laat -’m maar brommen – Was ’r nog iemand?</p> -</div> -<div class="sp"> -<p><span class="speaker"><i>Rose</i></span> <span class="stage">(<i>aarzelend</i>).</span></p> -<p>Nee. ’k Heb niemand gezien.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>En jij heb iemand de deur zien uitgaan toen wij thuis kwamen.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>Dan heb ’k me vergist. Ben je noú tevrejen. ’k Sta wat met ’m uit, mijneer de rabbijn! -Blaas nou nog ’t licht uit onder de koffie.…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Wat doet me zoon boven?</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rose.</i></p> -<p>Weet ik niet.…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Weet ik niet? Weet ik niet.… Ik weet meer.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p><span class="speaker"><i>Rose</i></span> <span class="stage">(<i>verschrikt</i>).</span></p> -<p>’k Heb ’m niet gezien.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>Laat ’m toch praten.… Geef ’m geen antwoord.… Je kent ’m toch lang genog – Hier neem -’n stuk kiks mee.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rose.</i></p> -<p>Nee, dank u.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>Ach wat! Neem mee. Eet op. Kauw maar op je gemak. <span class="stage">(<i>Rose af</i>)</span> Zoo’n meid durft op die manier geen mond open doen. En wat ’n goeie meid. Je kan -alles an d’r overlaten. In geen jaren hebben we zoo’n sjikse gehad. Heb <span class="pageNum" id="pb62">[<a href="#pb62">62</a>]</span>u ’m nou bijgewoond, meneer de rabbijn? En zoo handelt-ie met iedereen.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Ik weet wat ik weet. Ik pas op. Ik zie meer dan jij.…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>Goed. Goed. As je maar niet lastig ben.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Haëzer.</i></p> -<p>Hahaha! Hahaha! Heel goed. Zoo moet je met ’m omspringen.… En waar blijft onze vriend?.…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>’k Zal ’m roepen.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Nee, nog niet. Eérst die meid wegzenden voor ’n boodschap, voor ’n vèrre boodschap.…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>Alweer ’n inval. Waarom zal ik de meid wegzenden? Onzin! Hindert ze jou wat, hindert -ze mijn wat?</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Ze hindert mìjn.…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>Onzin! Onzin! ’k Heb geen boodschap voor d’r.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Máak ’r dan een – Ik vertrouw d’r niet – Ze staat me niet an – Ze kan luisteren.…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>’t Is of we staatsgeheimen hebben! Hoor u ’m? Hoor u ’m? Ik sta wat met ’m uit. Me -laatste cent zou ’k die meid geven.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Jouw laatste cent? Mot die niet uit <span class="pageNum" id="pb63">[<a href="#pb63">63</a>]</span>mijn zak kommen? Ik heb ’r m’n reden voor – ik wil dat je ’r wegzendt.…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Haëzer.</i></p> -<p>Geef ’m z’n zin. En heelemaal ongelijk heeft-ie niet. Je moet die zaken zonder vreemden -behandelen. Al ben je nog zoo goed voor ’n sjikse – vertrouwen kun je ’r nooit. Wat -niet eigen is, wordt niet eigen.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>En waar moet ’k ’r heenzenden? ’k Kan ’r toch op Sjabbes geen boodschappen laten doen.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Haëzer.</i></p> -<p>Zendt ’r naar d’r moeder.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>Ze heit geen moeder.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Haëzer.</i></p> -<p>Naar d’r vader dan.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>Ze heit geen vader.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Haëzer.</i></p> -<p>Naar d’r oom, naar d’r tante.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>Ze heit geen familie.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Haëzer.</i></p> -<p>Geen moeder, geen vader, geen familie – dan ben ik uitgepraat.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>En ze luistert niet! ’t Is ’n rechtschapen meid. Nog geen korrel heit ze gesnoept -zoolang ze bij me dient. Je kan me daar ’n meid zonder reden wegzenden. Waarheen?</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Voor mijn part naar de duivel! Stuur d’r naar Meijer – dat-ie morgen hier komt.</p> -</div> -<p><span class="pageNum" id="pb64">[<a href="#pb64">64</a>]</span></p> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>Meijer … Meijer … Da’s ’n vol úúr weg.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Doe wat ’k je zeg. Morgen, tegen één uur, wou ’k Meijer spreken. De rest komt ’r niet -op an.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>Hij mot z’n zin hebben. Doe ’k je ’r ’n pleizier mee, lastige ouwe? Je zàl je zin -hebben!</p> -</div> -<p class="stage alignright">(<i>af</i>).</p> -</div> -</div> -<div id="t2.5" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a href="#t2.5.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> -<h3 class="main">VIJFDE TOONEEL.</h3> -<p class="stage"><i>Sachel.</i> <i>Haëzer.</i></p> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Ik weet – wat ik weet. Ze mot heelemaal weg.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Haëzer.</i></p> -<p>Wie?</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>De meid.…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Haëzer.</i></p> -<p>Legt ze je iets in den weg, gekje! Moet je voor die geen andere nemen? Praat nou ’s -over iets anders – wees wat opgewekter. Ik begrijp wel dat je ongeluk je somber maakt. -Maar de Eeuwige, onze God, wil wat hij wil en in alles is zijn heerlijkheid en zijn -grootheid.…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Grootheid.… Grootheid.… ’t Is moeilijk God gróot te denken as je door je ooren en -je vingertoppen mot zien.…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Haëzer.</i></p> -<p>La-la-la.… Niet zoo doorslaan.…</p> -</div> -<p><span class="pageNum" id="pb65">[<a href="#pb65">65</a>]</span></p> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Maar met die meid is ’t wat ánders. ’r Gebeuren dingen onder m’n dak – dingen – ze -bedriegen me. – ’k Heb ’r gehoord – laat in de nacht – en – en.…</p> -</div> -</div> -</div> -<div id="t2.6" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a href="#t2.6.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> -<h3 class="main">ZESDE TOONEEL.</h3> -<p class="stage"><i>Sachel.</i> <i>Haëzer.</i> <i>Esther.</i> <i>Rafaël.</i></p> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>Zoo. Nou kunnen we knuf-knuf praten.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Haëzer.</i></p> -<p>Dag Rafaël, dag bèste jongen.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rafaël.</i></p> -<p>O. – ’k Heb u in làng niet gezien.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Haëzer.</i></p> -<p>In lang niet, nee. – Ja, heel graag: ik wil nog ’n kopje. – Wel, wel, wel. – Je krijgt -’n hééle baard. Nee, geen melk. – Schuif wat bij Sachel. – Zoek nou over de heele -wereld, over de heele, héele wereld – en nèrgens vin je die goeie, prettige, joodsche -huiselijkheid. Die vin je alleen bíj óns. De christenen verstaan ’t niet. Die kennen -geen Sjabbesavond, die wèten niet wat fámilie is. Waar of niet? Bij ’n Christen ben -je niet op je gemak. Al ga je jaar in, jaar uit met ze om, ’t blijft vreemd. Elke -jood is ’n stuk van je familie – en ’n jood die begrijp je, die voelt met je mee, -daar vin je iets in van <span class="pageNum" id="pb66">[<a href="#pb66">66</a>]</span>je eigen huis. – Dat ’s ’n héél fijne kiks – kan òok alleen maar ’n joodsche vrouw. -– En wat is ’r zoo voor nieuws op de wereld? – de wereld is groot –</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>’k Wou dat u sprak met m’n zoon – ’k heb u verteld.…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Haëzer.</i></p> -<p>Ja-ja-ja. – Zóo gewichtig is dat toch niet. Strakjes. Strakjes. Niewaar, Rafaël, wij -vliegen mekaar niet in ’t haar. Bij mij heb je geen houvast meer! Hahaha! Tja-tja. -– Smakelijk lachen is alles. Daar frisch je zoo heelemaal van op. Slaat daar niet -’n deur?</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>Dat ’s de meid die naar Meijer gaat …</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rafaël.</i></p> -<p>O! O ja juist. Ja, nou zijn we alleen.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>’k Heb gesproken over Rebecca.…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Haëzer.</i></p> -<p>La-la-la. Gekje wat maak je ’t je toch moeilijk! Alles komt op z’n pootjes terecht. -Alles. Niet zoo doordrijven. Niet zoo haastig gebakerd. Jij heb ’n wil en je zoòn -heeft ’n wil – en voor de wil van je zoon moet je respect hebben. Je mag Rafaël niet -behandelen als ’n kind. Je kent ’m nog altijd van toen die zoo kléin was. Je heb ’m -niet groot zien worden. Als Rafaël redenen heeft, bezwaren heeft om met <span class="pageNum" id="pb67">[<a href="#pb67">67</a>]</span>Rebecca te trouwen, dan moet je luisteren, dan moet je redeneeren. Want per slot van -rekening troùwt Rafaël en trouw jij niet, gekje.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>Dat zeg ik ook. Hij praat altijd asof hij de bruigom is. Nar!</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Haëzer.</i></p> -<p>Z’n hart is jong genoeg! Hahaha! Niewaar Sachel? Oók ’n joodsche eigenschap. Zoek -’t bij de christenen! ’n Jood drinkt niet, ’n jood is matig, ’n jood brengt ’t tot -hoogen ouderdom. Zouen we anders, na zóóveel vervolging, geworden zijn wie we zijn? -Wat zeg jij, <i>Rafaël.</i> Zeg ook ’s wat. Je moet niet zoo ernstig zijn op joùw leeftijd. Neem ’n voorbeeld -an mij. Zou je zeggen dat ’k diep in de zestig ben – maar je moet niet naar m’n haar -kijken. Hahaha!</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>Drink u is uit, mijneer de rabbijn.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Haëzer.</i></p> -<p>Nee. Nee. ’k Ben voorzien. En nou over die kleine kwestie – och, ze vallen zoo dikwijls -voor en je hoeft ’r mekaar niet minder lief om te hebben – die kwestie, wàt was ’t -ook weer?</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>M’n zoon.…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Haëzer.</i></p> -<p>La-la-la – ’k weet ’t al – hij wou graag wat van de wereld zien en nog niet trouwen -– nog niet trouwen. – Wel, wel, wel.… En hoe zit dat zoo, Rafaël?.… Je vader is ’n -<span class="pageNum" id="pb68">[<a href="#pb68">68</a>]</span>gekje en jij ben ’n gekje. Jullie zijn twéé gekjes bij mekaar. Waarom zul je ’t elkander -moeilijk maken? En jij – jij met je gezonde oogen – jij die ’t licht ziet – en de -hééle mooie wereld – hoe kom je op de kinderachtige inval om wèg te willen? Weg – -wat is wèg? Kijk je vader eens an! Zie ’m zitten. Kan-ie ’n stàp alleen doen? – Weg, -wat is weg? Wèg, dat is zijn bij andere menschen. Gekje, gekje vin je óóit weer ’n -huis, waarvan je elk meubeltje ken, élk hoekje, èlke balk, èlke schaduw. Kijk is rond. -Je jeugd vergeet je nooit. Ben je opgegroeid bij die kast, bij die klok, bij die tafel, -bij, bij, bij wat je maar wil? Weg, dat is breken, brèken met de scheur in die balk, -met de stoelen waar je over klauterde toen je zoo’n kléine dreumes was. – En onder -die lamp hebben we samen gezeten. Weet je nog de <span class="corr" id="xd30e2774" title="Bron: twéé-en twintig">twéé-en-twintig</span> letters, de vijf lange, de vijf korte klinkers … hahaha! En dan viel de snuif uit -m’n neus op ’t gebedenboek – dat heb je me làter verteld – en je moeder zat dáár – -die luisterde – die lachte omdat jij niet gelooven wou dat de staf van Aaron, die -aan ’t huis Levi toebehoorde – in de tent-der-getuigenis ’n bloem had gekregen – weet -je nog? Wat wil je gekje? Wat krijg je in de plaats als je weg gaat? <span class="pageNum" id="pb69">[<a href="#pb69">69</a>]</span>Vreemden. Kom je bij andere joden en zit je an de Sjabbestafel dan denk je an de Sjabbestafel -thùis, an je blinden vader die zelf <i>brooge</i> moet maken, zelf <i>benchen</i>. – En kom je bij <span class="corr" id="xd30e2784" title="Bron: chìstenen">chrìstenen</span> en is ’t Vrijdagàvond dan verlang je naar je soepje èn je pudding – èn naar de kast -– èn naar de lamp – èn naar de klok. Zooals ’n klok thuis tikt, tikt ze nèrgens. Hoor -– En geef me nou nog ’n kopje.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>Zie je – nou lacht-ie zelf. – Malle jongen. Jij trouwt Rebecca – en ik dans op de -bruiloft.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rafaël.</i></p> -<p>Goeie ouwe rebbe. – God gaf dat ’t anders zijn kòn. Maar ’t kan niet. Nou niet. Later -niet.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Daar heb je ’m wéer! ’k Begin ’r genoeg van te krijgen.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Haëzer.</i></p> -<p>La-la! La-la-la. – Geen herrie. Met krakeelen bereik je niets. Ik vraag alleen: waàrom -niet, Rafaël? Waàrom niet? De leeftijd van grillen ben je nou toch te boven. Nooit -heb ik ’t je lastig gemaakt. Dat wéet je. Je ben ’n heele tijd niet in de Schoel<a class="noteRef" id="xd30e2804src" href="#xd30e2804">4</a> geweest – ’k heb je niets gevraagd – ik dwing niet. – Maar noù, maar nòu.…</p> -</div> -<p><span class="pageNum" id="pb70">[<a href="#pb70">70</a>]</span></p> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rafaël.</i></p> -<p>Vraag ’t m’n vader.…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Hij wil wèg – hij wil weg – om – om – om ’n kwestie van hàndel – om – om – nooit heb -’k handel ànders voor me gezien.… Maar hij liégt – ik héb toegegeven, àlles toegegeven -– en hij wil niet.…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Haëzer.</i></p> -<p>Zoo. En nou jij, gekje?</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rafaël.</i></p> -<p>Hij heeft gelijk.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Haëzer.</i></p> -<p>Wat hoeven we dan nog te praten?</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rafaël.</i></p> -<p>Maar, zèlfs wanneer ik àlles vergeet wat ik hier – wat ik hier – van hàndel gezien -heb, dan nog kàn ’k niet, wil ’k niet – want handel en bezit – wérken alléén óm bezit -– werken van ’s morgens tot ’s avonds om géld naar je toe te halen, géld, géld – dat -zou ’k niet kunnen, dat is spótten met ’t leven, dat is bestaan op kosten van andren -– èn – èn – o, goeie rebbe – waarom zeg je ’t niet in de kerk – dat strijdt tegen -de wetten van Mozes.…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Haëzer.</i></p> -<p>Wéér ’n profeet! In geen tijden hebben we zóóveel profeten gehad. Handel – bezit – -in strijd met de wetten van Mozes. Wel, wel. Dat wordt ’n theologisch gesprek. Nou -maar, dat màg ’k wel. Daar kan ik van leeren. Als ’t geen Sjabbes was, zou ’k ’r ’n -pijp bij opsteken. <span class="pageNum" id="pb71">[<a href="#pb71">71</a>]</span>Hahaha! Tja-tja, we worden in ’n hoekje gezet. Zoó. Laat nou is hooren. ’k Zit ’r -voor …</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rafaël.</i></p> -<p>Waartoe zou ’t dienen? Met ’t oprakelen van ouwe dingen, veranderen we ’t tegenwoordige -niet.…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Haëzer.</i></p> -<p>Heel, héél handig. – Maar zóó laat ik je niet los. Je heb a gezegd – zeg nou b. En -als jij b zegt, zeg ik c en zóó kom je in de val! Hahaha! We zitten gezellig, niewaar -– we hebben allen tijd. En zoo volgen we ’t goeie wegje om jou ràdikaal van je malle -ideetjes te genezen. Kom, gekje!</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rafaël.</i></p> -<p>Wil je? Goed. – Kijk – op ’n dag kwam ik ’n – ’n – làmme tegen. Hij kon niet bewegen, -niet loopen, niet staan. Hij zat. Hij zat altijd op dezelfde plek, dreef handel. Want -hij sprák en hij dácht.…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Zeg maar ’n blinde.…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rafaël.</i></p> -<p>… hij kende alleen ’t genot van geld en koopwaar. Lang dacht ’k over die ongelukkige -na, begreep ’m niet. Hij was geloovig …</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Haëzer.</i></p> -<p>Ja – ja – maar daar zou je ’t niet over hebben.…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rafaël.</i></p> -<p>.… Hij was geloovig. Ik las de boeken van Mozes om te wèten. Ik las van ’n <span class="pageNum" id="pb72">[<a href="#pb72">72</a>]</span>volk dat groot was geweest in kracht en in moed en in krijgsroem. Ik las van ’n volk -dat tabernakels gebouwd had en grond verdeeld voor een ièder gelijk. Ik las dat geen -renten zouden opgeleid worden aan den arme.… dat het zévende jaar ’t land en de wijngaard -braak zouden liggen om de behoeftigen te steunen – dat landerijen niet voor àltijd -zouden verkocht worden – „want Mijn is het land, en gij zijt slechts vreemdelingen -bij Mij” – dat ’r een jubeljaar zijn zou en een lossing.…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Haëzer.</i></p> -<p>Heel goed. Heel goed. Dat heb ik je zèlf geleerd.…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rafaël.</i></p> -<p>En zooveel meer!…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Haëzer.</i></p> -<p>En de hàndel, gekje?</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rafaël.</i></p> -<p>Handel? Was handel niet veracht? Hoe sprak Jacob van Issachar?</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Haëzer.</i></p> -<p>Heel goed. Heel goed.… Een sterk gebeende ezel, niewaar? Hahaha! Aardig beeld. Vin -je ergens mòoiere beelden dan in ons wetboek?.… Maar, gekje, je had ’t onder léiding -moeten lezen. Nou heb je hiér wat opgevangen en dàar wat en ’t rèchte weet je niet.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rafaël.</i></p> -<p>Meer dan ’k weet, wil ’k niet weten<span class="corr" id="xd30e2897" title="Niet in bron">.</span></p> -</div> -<p><span class="pageNum" id="pb73">[<a href="#pb73">73</a>]</span></p> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Haëzer.</i></p> -<p>La-la-la. Daar ken ik je beter voor. Jij ben niet met ’n déél tevreden.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rafaël.</i></p> -<p>Welke leéring is er te trekken uit wat niet meer leeft?</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Haëzer.</i></p> -<p>Niet meer leeft, gekje?</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rafaël.</i></p> -<p>Heb ’k niet bij ’t lezen gevoeld dat ik was in ’n dóóden tijd? Is ’n kerkhof ’n wandelweg -voor lévenden?</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Haëzer.</i></p> -<p>Woorden, woorden, gekje. De geest, niet de letter maakt ’n godsdienst levend. Met -letters kun je vechten, met letters kun je goochelen. Met letters bewijs je dat groen -geel en geel rood is. Met letters.… Dreef David handel? Dreef Salomo handel? Jà. Getuigt -niet Abraham’s dienstknecht dat de Eeuwige zijn heer heeft gezegend met schapen, runderen, -zilver, goud, knechten en dienstmaagden, kemelen en ezelen? Gèèn bezìt? Getuigt Mozes -niet van Gad’s ruime grenzen? Geèn bezit? Met letters.… De géést.… De géést alleen -– de jóódsche geest.… We gaan niet àchteruit. We gaan vóóruit. Stel dat Mozes terug -kon komen en God’s wetten opnieuw schrijven – dan zou-die – dan zou-die – wat-ie zou -wèten we niet – maar dan zou-die, en dát kun je wel voor zeker aannemen – dan zou-die -heel wat òngeschreven kunnen laten wat goed was voor een <span class="pageNum" id="pb74">[<a href="#pb74">74</a>]</span>nomadenvolk dat zich véstigde en niet meer zoo héélemaal goed voor.… voor ’n volk -dat vrij leeft in ’n christenmaatschappij … Maar ’t lévende, ’t lévende deel – de -joodsche geest.… de jóódsche géést zou die ònveranderd – ik zeg ònveranderd laten.… -En dat is de groote fout, gekje, als leeken snuffelen in wijze boeken. Die zien ’t -oppervlak, de huid, ’t uiterlijke – en – en – en ’t gòddelijke voelen ze niet.…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rafaël.</i></p> -<p>Ik voel ’t goddelijke van <i>mijn</i> tijd, ’t goede, ’t schoone, ’t slechte.… Ik voel dat elk begrip van God zich verplaatst, -èlke eeuw ànders wordt, ànders door – door – hoe zal ’k ’t jùllie zeggen? – door ’n -maatschappij die zich verandert, vervalt of verheft. Ik voel dat de geest waarvan -ù spreekt vástgébónden ligt aan ons volk in zijn ópkomst – ik voel dat we ons ghetto -moeten verbreken.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Haëzer.</i></p> -<p>Ghetto? Ghetto? Hahaha! Hóóren jullie dat? Waar is dat ghetto? We leven niet meer -in ghetto’s, gekje!</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>Hij praat as ’n kind. Allemaal schtos! Hij praat as ’n risschesmaker – de joden maken -tegenswoordig de grootste rissches zèlf.…<a class="noteRef" id="xd30e2939src" href="#xd30e2939">5</a></p> -</div> -<p><span class="pageNum" id="pb75">[<a href="#pb75">75</a>]</span></p> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Haëzer.</i></p> -<p>Ghetto? Waar vin je ’n ghetto in ons land? Mag je niet komen wàar je wil? Ben je niet -net zoo goed burger als ieder ander? Heb je geen joden in de aanzienlijkste betrekkingen? -<span class="stage">(<i>met climax</i>)</span> Wordt Eleazar niet aan ’t Hòf ontvangen met éérbewijzen: Wat wil je met je ghetto?</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Zoo kommen we niet verder. Laten we over Rebecca spreken. – <span class="corr" id="xd30e2957" title="Bron: Aäron">Aaron</span> kan hier zijn, elk oogenblik.…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Haëzer.</i></p> -<p>Prachtig gaat ’t. Prachtig. Niet doordrijven. Eérst over ’t ghetto.… En nou jij weer. -– Nee, ’k blijf bij één kopje.…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rafaël.</i></p> -<p>Ghetto? Dat ìk ’t zeggen moet aan ’n rabbijn! Ghetto? Hebben jullie me niet groot -gebracht in léúgens van ras en geloof?.…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Haëzer.</i></p> -<p>Leugens? Dat pàst je niet!</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Leugens?.… Leùgens?</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rafaël.</i></p> -<p>Mocht ’k eten bij ’n christen? Mocht ’k op Vrijdagavond ’t vuur aanraken, de lamp -opsteken, ’n brief openscheuren? Had je daar geen christen-dienstmeid voor? Gaf je -me àndere vrienden – toen ’k ’n kind was – dan jòden? Ben ’k niet ’n tijd op ’n jodenschool -geweest? Werd <span class="pageNum" id="pb76">[<a href="#pb76">76</a>]</span>God me niet geleerd, Gód, Gòd – door ’n jóód?.…<a class="noteRef" id="n80.1src" href="#n80.1">6</a></p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Haëzer.</i></p> -<p><span class="corr" id="xd30e2993" title="Bron: Laat’m">Laat ’m</span> uitspreken.…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rafaël.</i></p> -<p>Ghetto?.… De poorten zijn neergehaald, de muren zijn gesloopt – de gràchten zijn gebleven -– de grachten van ònze en hùn haat.…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Haëzer.</i></p> -<p>Hún haat! Zij hebben vervolgd door alle eeuwen. Wij niet!</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rafaël.</i></p> -<p>Onze haat! Onze haat! Ontken ’t niet, rebbe Haëzer! Ze hebben ons uit de ghetto’s -gelaten – we zijn tóch bij elkander gebleven. We hebben elkaar opgezocht. We hebben -ons uitverkoren gevoeld – nee, schud je hoofd niet – stràks heb je ’t zelf gezeid. -– We hebben ze als vréémden beschouwd, als vréémden behandeld. Hún vrouwen hebben -we.… hebben we betááld, – onze getroùwd!<a class="pseudoNoteRef" id="xd30e3009src" href="#n80.1">6</a></p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Haëzer.</i></p> -<p>Dat is ’n leugen!</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rafaël.</i></p> -<p>God hoort me getuigen!</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Haëzer.</i></p> -<p>Gelogen! Driedubbel gelogen!</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rafaël.</i></p> -<p>Wáárom ben je nou kwaad, rebbe Haëzer? Waarom làch je niet meer?</p> -</div> -<p><span class="pageNum" id="pb77">[<a href="#pb77">77</a>]</span></p> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Haëzer.</i></p> -<p>Omdat je van ’n onbeschaamdheid ben die iemand ’t laatst geduld doet verliezen! Omdat.…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>Schaam je! Ben jij ’n jóód?</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rafaël.</i></p> -<p>Nee. Nièt meer.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Haëzer.</i></p> -<p>Rafaël, Rafaël bezin wat je zegt! Je wil je blinden vader verlaten – je weigert als -’n goed zoon te trouwen – je beschimpt ons volk – je staat in opstand tegen onzen -God, den God van Israël, die genade bewijst tot in duizenden geslachten, maar die -wráakzúchtig is!… „Gij zult.… Gij zult geen andere goden voor Mijn aangezicht hebben!” -</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rafaël.</i></p> -<p>Goden?… Goden? Hebben we ooit anders dan gòden gekend? <span class="stage">(<i>Slaat het raam open</i>).</span> O, de benauwenis, de benauwenis! Hoe komen we ’r uit!</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Haëzer.</i></p> -<p>Jij ben gek – jij ben gèk!</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rafaël.</i></p> -<p>Gek? Hahaha! Gek? Kijk: aan de overzij heb je huizen, huizen met kamers. En ginder. -En verder. En nòg verder. Telkens weer huizen met kamers en menschen. Overal menschen -met gòden. Hahaha! Hahaha! Zie dan neer, God, door dit gàt. Zoo is ’t op je hééle -wereld. Zoo zitten ze overal, elkander plagend, elkander <span class="pageNum" id="pb78">[<a href="#pb78">78</a>]</span>ophitsend, elkander beliegend. Zoo verdorren ze tusschen vier wanden, bij hun lampen, -bij hun kleine gepraat over ùw grootheid! Zoo sluiten ze zich op, verdeeld in ùw naam, -vervolgend in uw naam, vervloekend in uw naam! O, die kamers, die benauwde, heete, -wanhopige kamertjes, waar geen frischheid binnenstroomt, waar ’t groen van de blaeren -geel wordt, waar de longen hijgen en de ziel vermummelt als ’n gestorven bloem! Laat -me spreken, rebbe Haëzer, nou hinder je me niet langer met je spot! Nou ben ìk de -prediker, ìk die geen jood ben, geen jood en geen christen, ik die God voel in het -licht van de zon, in de geuren van den zomer, in den dauw van ’t veld, in het glanzen -van het water, in de bloemen op het graf van mijn moeder. – Neergesmeten heb je ze, -vader, de muurruitjes, vergeet-mij-nietjes en gouwen! Neergesmeten bij ’t stof van -je vodden! – O, ’k heb meelij met jullie, meelij met je kleine getob, meelij met je -ghètto’s, met jùllie ghetto, met hùn ghetto, meelij met de kamer hier en de kamers -rondom, meelij met al de goden die geen goden zijn – want de wàre God moet nog komen, -de God van de nieuwe gemeenschap, de gemeenschap zònder goden, zònder slechtheid, -zònder slaven!.…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Dus – dus – as ’k begrijp – as ’k <span class="pageNum" id="pb79">[<a href="#pb79">79</a>]</span>begijp – ’t vlamt in ’t donker van m’n hoofd – as ’k begrijp – dan wil jij heen – -dan – dan trouw jij Rebecca niet.…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rafaël.</i></p> -<p>Hiér was ze straks – en ’k heb ’r geweigerd. Ik kàn niet anders.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Haëzer.</i></p> -<p>Rafaël.… Rafaël.…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Sust!… Sust! Laat mijn spreken – ’k Heb zoo lang gezwegen.… Je heb ’r geweigerd.….. -Ze was hiér.… .… Dan heit die meid gelogen.… die meid.… dàn … dàn … heit die meid -gelógen, wèèr gelogen … dan … dan.… Wát is ’r tusschen joù … en die meid … tusschen -jou en die Christenméid?.…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rafaël.</i></p> -<p>Die meid!.…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Je ben sámen op geweest eergisternacht – ’k heb je gehoord. – En straks – stràks – -<span class="stage">(<i>staat woest op met gebalde vuisten</i>).</span></p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>Sachel!… In Godsnaam!</p> -</div> -<div class="sp"> -<p><span class="speaker"><i>Sachel<span id="xd30e3106"></span></i></span> <span class="stage">(<i>inzakkend</i>).</span></p> -<p>Vloek! Vloek over m’n -ouwen dag!</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rafaël.</i></p> -<p>’t Is waar. Ik ontken niet. Lang gelejen zou ’k ’t gezegd hebben. Maar ik aarzelde: -diezelfden dag zou je háár uit je deur getrapt hebben, háár, mijn vrouw.… Noù weét -je ’t vader, dat ’t zijn móét<span class="corr" id="xd30e3117" title="Bron: ,">.</span> <span class="stage">(<i>af</i>).</span></p> -</div> -<p><span class="pageNum" id="pb80">[<a href="#pb80">80</a>]</span></p> -</div> -</div> -<div id="t2.7" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a href="#t2.7.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> -<h3 class="main">ZEVENDE TOONEEL.</h3> -<p class="stage"><i>Haëzer.</i> <i>Esther.</i> <i>Sachel.</i></p> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Wee! wee! Wee dat ’k dat alles mot ondergaan! Wee! Wee!</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Haëzer.</i></p> -<p>Sachel! Sachel!</p> -</div> -<div class="sp"> -<p><span class="speaker"><i>Sachel<span id="xd30e3145"></span></i></span> <span class="stage">(<i>knarsend</i>)<span class="corr" id="xd30e3150" title="Niet in bron">.</span></span></p> -<p>Wee! Lag-ie begraven bij z’n moeder!</p> -</div> -<p class="trailer xd30e1886">(EINDE VAN HET TWEEDE BEDRIJF.)</p> -<p><span class="pageNum" id="pb81">[<a href="#pb81">81</a>]</span></p> -</div> -</div> -</div> -<div class="footnotes"> -<hr class="fnsep"> -<div class="footnote-body"> -<div id="xd30e2243"> -<p class="footnote"><span class="fnlabel"><a class="noteRef" href="#xd30e2243src">1</a></span> <a class="biblink xd30e39" title="Referentie naar de Bijbel: Genesis 1:28" href="https://classic.biblegateway.com/passage/?search=Gn%201:28&version=HTB">Genesis 1:28</a>: <span lang="he" class="hebr">‏פְּרוּ וּרְבִוּ וּמִלְאוּ אֶת־הָאָרֶץ‎</span>. – <i>Bewerker.</i> <a class="fnarrow" href="#xd30e2243src" title="Ga terug naar noot 1 in tekst.">↑</a></p> -</div> -<div id="xd30e2274"> -<p class="footnote"><span class="fnlabel"><a class="noteRef" href="#xd30e2274src">2</a></span> Gebedsriemen. – <i>Bewerker.</i> <a class="fnarrow" href="#xd30e2274src" title="Ga terug naar noot 2 in tekst.">↑</a></p> -</div> -<div id="xd30e2386"> -<p class="footnote"><span class="fnlabel"><a class="noteRef" href="#xd30e2386src">3</a></span> <span class="corr" id="xd30e2387" title="Bron: Besnijdenis"><span lang="he" class="hebr">‏בְּרית מִלָה‎</span>, besnijdenis</span>. <a class="fnarrow" href="#xd30e2386src" title="Ga terug naar noot 3 in tekst.">↑</a></p> -</div> -<div id="xd30e2804"> -<p class="footnote"><span class="fnlabel"><a class="noteRef" href="#xd30e2804src">4</a></span> Kerk. <a class="fnarrow" href="#xd30e2804src" title="Ga terug naar noot 4 in tekst.">↑</a></p> -</div> -<div id="xd30e2939"> -<p class="footnote"><span class="fnlabel"><a class="noteRef" href="#xd30e2939src">5</a></span> Rissches: aanstoot. <a class="fnarrow" href="#xd30e2939src" title="Ga terug naar noot 5 in tekst.">↑</a></p> -</div> -<div id="n80.1"> -<p class="footnote"><span class="fnlabel"><a class="noteRef" href="#n80.1src">6</a></span> Zie <a href="#bijlage">bijlage</a>. <span class="fnarrow">↑ </span><a class="fnreturn" href="#n80.1src" title="Ga terug naar noot 6(a) in tekst.">a</a> <a class="fnreturn" href="#xd30e3009src" title="Ga terug naar noot 6(b) in tekst.">b</a></p> -</div> -</div> -</div> -</div> -<div id="b3" class="div1 act"><span class="pageNum">[<a href="#b3.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> -<h2 class="main">DERDE BEDRIJF.</h2> -<p class="stage"><i>Een slop in de jodenbuurt. Aan de achterzijde een gracht met verweerde pakhuizen. -Schemering. Voor den uitdragerswinkel zitten Esther en Sachel.</i></p> -</div> -<div class="divBody"> -<div id="t3.1" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a href="#t3.1.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> -<h3 class="main">EERSTE TOONEEL.</h3> -<p class="stage"><i>Sachel.</i> <i>Esther.</i></p> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Staat ’r niemand in de poort?…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>Nee.…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Hoór ’k dan niks?</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>Je hoort kinderen in de straat spelen. Hij zal de meid achterop wezen. Jouw zoon … -jouw zóón godbetert!</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Is naastan niemand thuis?</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>Wat vraag je weer ’n boel! Néé. Levi en z’n vrouw zijn over Sjabbes bij d’r dochter. -We hebben ’t rijk alleen. En maar goed ook. <span class="pageNum" id="pb82">[<a href="#pb82">82</a>]</span>Anders wist morgen de heele <i>kille</i><a class="noteRef" id="xd30e3193src" href="#xd30e3193">1</a> wat voorgevallen is.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Asof ze ’t morgen toch niet weten – van – van de rebbe – èn van hèm – èn van die mèid -– Die mèid! Waar blìjft die meid?</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>Begrijp je niet dat-ie ’r tegemoet is geloopen, d’r alles gezeid heit, dat ze niet -meer dúrft. ’k Zou d’r oogen uit d’r kop krabbe. As ’k maar kòn. Jouw zóón die zich -afgeeft met zoo’n del, met zoo’n slét! Joùw zoon onder joùw dak! ’t Hoogste woord -heb je ’m laten voeren. Heb je ooit naar ’n gezond woord geluisterd, jij, jij? Heb -’k je niet honderdmaal gewaarschouwd, as-ie uitbleef, as-ie ons alleen liet sàppelen? -Nou krijg je ’t met rènte terug. Met woekerrente. Nou oogst je! ’n Zoon die zich vergooit, -’n zoon die de rabbijn as ’n kwajongen behandelt! De snotneus! Opstaan tegen ’t geloof -van z’n vaderen. Weet-ie ’r véul van! En wàt ’n huwelijk had-ie kennen doen! ’n Engel, -’n huisvrouw uit duizenden, ’n vrouw die de negotie verstaat – heit ze ’t niet bij -d’r vader geleerd tot in de nagels van d’r duimen? – ’n rechtschapen meissie – en -die smijt-ie weg voor oud-vuil om zoo’n lellebel die nog geen aardappel <span class="pageNum" id="pb83">[<a href="#pb83">83</a>]</span>schillen kan, die geen hemd an d’r lijf heit, die van handel zooveul weet as de ràt -die daar gaat.…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Ging ’r ’n ràt?.…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>Schrik je van ’n rat, nar? Daar gaat-ie ’t water in. Afgeloopen. – Dat serpent! Overmorgen -verwijt z’m z’n geloof, scheldt ’m voor jood! Jood en Chris gààt niet samen. Zijn -vróúw! Og! Tróúwen! Og! Die jongen is niet wijs, die mot opgesloten worden – Je zal -’r wat van beleven! ’t Is om je dood te ergeren. En jij, jij die altijd zoo’n praas -heb – jij – dat je nòù niks zegt, hè?</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Laat me met rust – Ik ben kapot – Ik ben op.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>’t Most mìjn zoon wezen. ’k Zou ’m leeren. As ’k ’r an denk! Laat ze is om d’r goed -kommen, d’r armeluisrommel! Geen korrel geef ’k af. Geen zaddoek. Wie heit ’m slecht -gemaakt? Wie heit ’m angehaald? Keek-ie ooit naar ’n vrouw? Heb je ’m zien scharrelen -zooas de jongens van Ruth en van Bram? Wie heit ’m met d’r strèken ingepalmd? Kreeg -ze voor mijn part, kreeg ze ’n ziekte, dat ze morgen krepeerde!</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Schreeuw zoo niet.… Denk an de buren.…</p> -</div> -<p><span class="pageNum" id="pb84">[<a href="#pb84">84</a>]</span></p> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>Buren! Buren! Is ’r iemand thuis? En làten ze ’t hooren! Zal d’r me één ongelijk geven? -Nou héb je je zin – As ìk wat zei wer ’k afgesnauwd. As ìk wat zei kreeg ’k ’n groote -bek. En hij? Hoeveel keer heit-ie me niet ’t bloed uit me vingers gezogen. ’t Komt -je toe.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Hou op. M’n kop staat ’r niet na.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>De schande – de schande in de <i>kille</i>.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Ik weet ’t. Je hoeft me niet op te warmen.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>Dat gezicht dat ’k zoo vertrouwd heb!<span class="corr" id="xd30e3253" title="Bron: ..">…</span> Dat pestgezicht!… Gister gaf ’r nog ’n afgedragen japon. Hoe kom ’k zoo gek? Maar -ze neemt ’m nièt mee. Niks geef ’k af.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Daar is iemand.…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>Nee. Je maakt me zenuwachtig<span class="corr" id="xd30e3266" title="Niet in bron">.</span> Laten we naar binnen gaan. ’t Wordt donker.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Ik blijf hier. Binnen heb ik geen rust. As-die nou is niet terugkwam – wegbleef – -voor góed wegbleef.…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>Groot verlies! Liever geen zoon – dan zoo een.…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Jij – jij kan dat zeggen – màkkelijk zeggen – jij heb nooit ’n kind gehad – Wat heb -’k voor vreugde – voor afleiding – dan … </p> -</div> -<p><span class="pageNum" id="pb85">[<a href="#pb85">85</a>]</span></p> -<div class="sp"> -<p><span class="speaker"><i>Esther</i></span> <span class="stage">(<i>verbaasd</i>).</span></p> -<p>.… Huil je, Sachel? Sàchel?</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Nee. Hou je bek! Wie praat ’r van huilen! Ik zeg dat z’n stem … Maar dat begrijp jij -niet – dat kán jíj niet begrijpen – Wàt begrijp je wel? Steek de lamp an! Nou dan!</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>Goddank. Je ben weer gezond. ’k Had me haast ongerust gemaakt.</p> -</div> -<p class="stage alignright">(<i>af</i>).</p> -</div> -</div> -<div id="t3.2" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a href="#t3.2.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> -<h3 class="main">TWEEDE TOONEEL.</h3> -<p class="stage"><i>Sachel.</i> <i>Aaron.</i></p> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Aaron.</i></p> -<p>Zit je daar Sachel?</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Wat mot je?</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Aaron.</i></p> -<p>’t Is wat moois.…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Wat is ’r moois?</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Aaron.</i></p> -<p>Dat met je zóon.…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Wat gaat joú dat an?</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Aaron.</i></p> -<p>Vraagt naar de bekende weg! Wat ’t mijn angaat? Reusachtig zou ’k denke. Og, wat ’t -mijn angaat!</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>’k Heb met jóu niks te maken.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Aaron.</i></p> -<p>Je zoon is ’n ploert en ’n.…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>D’r wordt je niks gevraagd.…</p> -</div> -<p><span class="pageNum" id="pb86">[<a href="#pb86">86</a>]</span></p> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Aaron.</i></p> -<p>Waren we accoord – ja of nee?</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Nee.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Aaron.</i></p> -<p>Heeft je zuster niet gezeid, dat ik mijn Rebecca sturen zou?.…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Weet ’k niet.…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Aaron.</i></p> -<p>Jij weet niks wat je niet weten wil – of ’t mot zwart op wit staan.…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Je verveelt me!</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Aaron.</i></p> -<p>Jij verveelt mijn al làng!</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Wat doe ’k met jouw gemier! ’k Zal me zoon dwingen as-die joùw dochter niet wil. Mot-ie -zèlf weten!</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Aaron.</i></p> -<p>Mijn dochter.…. Mijn dochter.… ’n Wèldaad had ze ’m bewezen.…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Ik kan jouw weldaden niet gebruiken – en me zoon oók niet.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Aaron.</i></p> -<p>Jouw zoon! Jouw zoon! M’n voeten veeg ’k nog niet an ’m af. Daar zijn me zolen te -goed voor.</p> -</div> -</div> -</div> -<div id="t3.3" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a href="#t3.3.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> -<h3 class="main">DERDE TOONEEL.</h3> -<p class="stage"><i>Sachel.</i> <i>Aaron.</i> <i>Esther.</i></p> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>Dacht ’k wel. Dàcht ’k wel. Hij mot <span class="pageNum" id="pb87">[<a href="#pb87">87</a>]</span>zich wreken. Groot gelijk heb-ie Aaron – gelijk tot over ’t end van je jaren! Is ’t -geen schande wat ’r gebeurt?</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Aaron.</i></p> -<p>Schande? Schande? Jullie wèten nog niks! Jullie weet niet van van-morgen – wat-ie -met mijn Rebecca gedaan heit!</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Kan me niks schelen!</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>Mijn wel! Mijn wel! Nòg trekt-ie z’n partij!</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Aaron.</i></p> -<p>Heb jij niet gezeid dat Rebecca bij je most kommen?</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>Zeker heb ’k ’t gezeid.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Aaron.</i></p> -<p>En is ze niet grienend teruggekeerd? Grienend om ’t affront! Zat-ie niet met die christenmeid, -met die sjikse op z’n schoot? Mot je zoo mijn dochter ontvangen? Mijn dochter is geen -schànddochter! Mijn dochter is geen vulnis! Mijn dochter kan huwelijken doen, reusachtig! -Mijn dochter hoeft door jóúw zoon niet van de deur gewezen te worden!</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Had ze nièt gekommen!</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>Hoor hém! Hoor hém! Daar kan ’k me nou zóo bij opwinden! Daar sta ’k geregeld bij -te beven! O, o, as ’k geen meelij met je had! Mot je die man nog òngelijk geven? Die -man <span class="pageNum" id="pb88">[<a href="#pb88">88</a>]</span>die zich komt beklagen! Die man die in ’t fatsoenlijke tot je spreekt!</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>We hadden geen accoord.…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>Komt ’r wat op an!.… Zoo’n engel van ’n meissie! – Zat ze op z’n schoot? Zat die vuilik -op z’n schoot?</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Aaron.</i></p> -<p>Met d’r eigen oogen – met d’r éigen oogen heit ze ’t gezien. En was ’t daar bij gebleven! -Maar beleedigd heìt-ie ’r, geaffronteerd in ’t bijzijn van die méid! Is mijn dochter -’n opraapsel van de straat? Staat mijn dochter bij jou in de schúld? De brutaaligheid -– de brutaaligheid van die kwajongen! En joùw schuld! Joúw schuld!</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>Net wat ’k zei.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Práten jullie maar. Ik wor zelf ’t zwaarst gestraft.… Voelen jullie dan geen zier -meelij?</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>Jij ben te koppig. Jij neèmt je gelijk. Met jou kan niemand over-weg.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>’k Heb ’t ’t éérst zien ankommen. Ik vóélde dat ’r wat was. Ik wist ’t vóor jullie.…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Aaron.</i></p> -<p>Hoor, wat ’n redeneering! Hij ziet ’t ankomme, hij weet ’t voor ons … En geen mond -doet-ie open. As ik in me huis ’n meid heb en me zoon – hád ’k ’r een! – me zoon die -kruipt <span class="pageNum" id="pb89">[<a href="#pb89">89</a>]</span>in d’r bed – dan – dan waarschouw ’k me zoon – dan ben ’k as vader verplicht te waarschouwen -dat-ie niet blijft hàngen – dat-ie geen strop krijgt – zooas m’n vader-zaliger mijn -gewaarschouwd heit – toen – toen – ’t was ’n mooie meid – gekheid, ’t is làng voorbij -– toen ’k in m’n jonge jaren was. Dat ben je as vader verplicht. En luistert-ie niet -– dan – dan roep je de meid – en dan maak je geen herrie – herrie maakt ’n nàr – en -je geeft ’r twintig gulden, dertig, veertig – as ze lastig wordt honderd – ’t is weggesmeten -geld – maar as je ’t niet doet? – as je ’t nièt doet krijg je grijze haren van zorg -en ellende – en, en, en je zet ’r met ’t geld je deur uit – en je neemt ’n reçu – -zonder reçu geen geld – en je belooft as ze stil is en wegblijft nóg wat geld na máanden. -– D’r is geen meid die née zegt – fèl zijn ze op honderd gulden! Ze doen ’r ’n moord -voor.… Nou? Nou? En wat doe jij? Jij smoest voor jezelf. Jij laat God’s water over -God’s akker loopen – en, en, en, as ’t te laat is maak je lawaai. Maak lawaai vóór -’t te laat is. Wat is je verdienste dat je ’t heb zien ankommen? Waar laat je je winst? -Nog nooit heb ’k iemand zoo dwars zien handelen, zoo averechts. ’t Is bijzonder. ’t -Is reusachtig. Hèb je je zoon gewaarschouwd? Hèb je de meid afgekocht?</p> -</div> -<p><span class="pageNum" id="pb90">[<a href="#pb90">90</a>]</span></p> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Hij laat zich niet waarschouwen.…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Aaron.</i></p> -<p>En de meid? Nou?</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Die laat zich niet afkoopen.…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Aaron.</i></p> -<p>Zal ik jou is wat zeggen? Je mag ’n goed koopman zijn, maar van die dingen heb-ie -geen cent verstand, geen cent, geen hálve cent. Daar heb-ie de zoon van Salomon – -Salomon van de Dwarsstraat. Heb-ie niet gehoord van de zoon van Salomon? Dan zal ’k -’t je vertelle. Die jongen had ’n strop – en wát ’n strop. Zoover is joúw Rafaël nog -niet eens. Daar mag je dankbaar voor zijn. Toen Salomon zich d’r mee bemoeide had -de meid al ’n kind. En wat heit Salomon gedaan? Salomon heit z’n zoon op de reis gestuurd -en de meid afgekocht, voor twee, driehonderd gulden, weisz-ich-viel! En toen ze werom -kwam – vertrouwe kan je ze niet – heit-ie ’n agent late komme, ’n agent van politie -en toen was ’t uit. Zal ’n verstandig man anders handele? En handele de christenen -anders? Spiegel je an de christenen. Met geld krijgen joden èn christenen alles gedaan. -Heb je geld? Je hèb geld. Gebruik ’t dan. Eergister zag ik ’n christene trouwpartij. -En bij ’t stadhuis daar had je ’n scène! Daar stond ’n meid met ’n kind. En die maakte -spektakel! Reusachtig. En in ’n oògwenk <span class="pageNum" id="pb91">[<a href="#pb91">91</a>]</span>was ze gebrocht na ’t bureau! Had ze ’t niet angeleid met ’n heer boven d’r stand! -Had ze niet ja-gezeid! As ze nee zegge gebeurt ’r niks. Allemaal d’r éigen schuld. -As ze niet luistere willen motten ze voélen!</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>’t Is nou te laat.…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>Wat is te laat? D’r is niks te laat. Aaron heit recht.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Doe wat je wil! Ik ga naar binnen. ’k Heb ’t koud. Ik zeg je – ik zeg je – d’r valt -niks te verhelpen.</p> -</div> -</div> -</div> -<div id="t3.4" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a href="#t3.4.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> -<h3 class="main">VIERDE TOONEEL.</h3> -<p class="stage"><i>Aaron.</i> <i>Esther.</i></p> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>Redeneer daar tegen in.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Aaron.</i></p> -<p>As hij geen verstand heit, heb jij ’t voor twéé.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>As ’k maar kon.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Aaron.</i></p> -<p>Met ’n zoet lijntje krijg je alles gedaan. Sachel is ’n geweldenaar. Reusachtig. Wat -bereik je met geweld? Geen sikkepit. ’t Doet me hartzeer. Zou je dan denken dat ik -me zooveel moeite zou geven om die snotneus – om die leeglooper – as ’k niet wist -dat mijn Rebecca d’r zinnen op <span class="pageNum" id="pb92">[<a href="#pb92">92</a>]</span>’m gezet heit? Kan ze ’r niet honderd-duizend krijgen? Met veel meer geld? Maar ze -wil.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>O, dat krèng, dat ’n heele familie verstoort.… As ’k ’r had onder me handen!</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Aaron.</i></p> -<p>Daar heb je d’r waarachtig!</p> -</div> -</div> -</div> -<div id="t3.5" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a href="#t3.5.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> -<h3 class="main">VIJFDE TOONEEL.</h3> -<p class="stage"><i>Aaron.</i> <i>Esther.</i> <i>Rose.</i></p> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rose.</i></p> -<p>’k Ben laat.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>Wel nee, kind. Welnee. ’k Was al ongerust.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rose.</i></p> -<p>’t Is ’n schrikkelijk end. ’k Heb ’n uur lang gezocht, kon ’m niet vinden en toen -’k ’r eindelijk was, moest ’k ’n heele tijd wachten voor Meijer thuis kwam.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>Nou, da’s niks hoor.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Aaron.</i></p> -<p>Zoo’n lange wandeling is heel gezond, best voor de spijsvertering.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rose.</i></p> -<p>Hij kan morgen niet komen.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>Kan-ie niet?</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rose.</i></p> -<p>Eerst Maandag.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>Best. Best. Heb je Rafaël gezien?</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rose.</i></p> -<p>Rafaël?</p> -</div> -<p><span class="pageNum" id="pb93">[<a href="#pb93">93</a>]</span></p> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>’k Dacht zoo – ’k bedoel – Hij ging juist ’n boodschap.…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rose.</i></p> -<p>’k Heb ’m niet gezien.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>Je zal wel moe zijn, hè? Ga maar binnen. D’r staat wat koud vleesch .… Maar – maar -wacht is.…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rose.</i></p> -<p>Roep u nog?</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther<span class="corr" id="xd30e3616" title="Niet in bron">.</span></i></p> -<p>.… Dat wil zeggen – dat wil zeggen – -</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Aaron.</i></p> -<p>Ik wou je wat vragen – ’k sprak ’r met de juffrouw over – of – of – zou jij geen zin -hebben – ’k val maar met de deur in huis – om – om bij mijn te kommen?.…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>Dat wil zegge.…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Aaron.</i></p> -<p>Dat wil zegge – laat mijn nou gaan! – dat ’k in de verlegenheid zit, in ’n gróóte -verlegenheid – te lang om zoo in-eens uit te leggen – en toen sprak ’k zoo.…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>– ja toen spraken we ’r over.…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Aaron.</i></p> -<p>.… Zie je, niet voor gòed – maar zoo tijdelijk – voor ’n paar dagen, voor ’n week …</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>Ja nàtuurlijk.…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Aaron<span class="corr" id="xd30e3647" title="Niet in bron">.</span></i></p> -<p>.… En na die paar weken – ga je weer na Esther terug – of – of ’t most je zóó bij -mijn bevallen! Hahaha! – ’t Most je zoo bij mijn <span class="pageNum" id="pb94">[<a href="#pb94">94</a>]</span>bevallen dat je niet meer terug wil. Esther heit ’r niks op tegen.…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>Dat wil zegge.… ’k Heb ’r ’n hééle boel op tegen – maar je mot mekaar helpe.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Aaron.</i></p> -<p>En je verdient ’n heele duit extra – Dat kan je mijn overlaten.…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>Dat is waar – dat kan je Aaron overlaten.…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p><span class="speaker"><i>Rose</i></span> <span class="stage">(<i>rustig</i>).</span></p> -<p>Dus – ik moet wèg?</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Aaron.</i></p> -<p>Wat zeit ze? Je mot? Je mot? Je mot niks! ’t Wordt je vrindelijk verzocht. Je mot? -Je wor niet gedwòngen!</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>Hoe kòm je ’r op?.… Nog voor geen góúd! As ’r iemand tevrejen over je is, ben ìk ’t! -Dat weet je. Enkel de kwestie van ’n paar dagen …</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Aaron.</i></p> -<p>Och, ’t is niet de moeite waard om lang over te praten. Mijn huishoudster is ’r van -door – met d’r beminde, hahaha! – en m’n dochter is de godganschelijke dag in de zaak -– zoo kan je ontriefd zitten!.…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther<span class="corr" id="xd30e3688" title="Niet in bron">.</span></i></p> -<p>– ja, ’t is ’n last.…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Aaron.</i></p> -<p>Of ’t! – En niewaar: ik doe ’r júllie geen overlast mee? Jij wil je wel ’n paar dagen -behelpen?</p> -</div> -<p><span class="pageNum" id="pb95">[<a href="#pb95">95</a>]</span></p> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>– Je weet wat ’k gezeid heb: liever niet. Maar in de steek laat ’k je niet. Is ’t -goed, Roos?</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rose.</i></p> -<p>Nee.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>Wat nee?</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rose.</i></p> -<p>Ik doe ’t niet.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>Jij doet ’t niet? En wáárom doe jij ’t niet, as ’t je zoo vrindelijk verzocht wordt?</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Aaron.</i></p> -<p>Ja – dat is onzin! Op me woord van waarachtig: je heb ’r geen nadeel bij.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rose.</i></p> -<p>Dat kan me niet schelen.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>Toon nou geen kop, kind! ’k Meen ’t goed met je – ’k zal je niks anrajen of je komt -’r mee vooruit.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Aaron.</i></p> -<p>Me dochter is ’n zachtzinnig meissie – andere huisgenooten heb ’k niet.…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rose.</i></p> -<p>Je dóchter.… – Nee.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>Blijf hier.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rose.</i></p> -<p>Waarom jaag je me niet weg – zònder omwegen?</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>Niemand jaagt je weg, malle meid. Praat ik niet in vrindschap met je? Je mot niet -overal wat achter zoeken.</p> -</div> -<p><span class="pageNum" id="pb96">[<a href="#pb96">96</a>]</span></p> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rose.</i></p> -<p>Je wil me kwijt. Goed. Zeg ’t eerlijk. Mot ’t dàdelijk?</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Aaron.</i></p> -<p>Wat ’n opwinding voor ’n bagatel. Laat ìk nou is duidelijk make.…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rose.</i></p> -<p>’k Heb met jóu niks te praten. Mot ’t dàdelijk?</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>Wel nee! Hoe kom je ’r op? Al wou je járen bij me blijven. Ik had alleen liéver.…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Aaron.</i></p> -<p>Gekheid! Gekheid! Jij draait ’r om heen. Zoo kom je ’r nooit!.… Zal ’k jou is wat -zegge, meissie: je mag God danke dat je bij zulke goeie mensche beland ben – ik zou -je anders behandele!</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>Wat waar is, is waar. ’n Zoon van z’n vader hale – netjes is ’t niet!.…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rose.</i></p> -<p>Ah!</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Aaron.</i></p> -<p>Netjes? Geméén is ’t!</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>Gemeen – geméen! Dát zal ’k niet beweren. ’k Kan begrijpe dat ’n knappe jonge meid -’n oogie laat vallen op ’n knappe jongen – maar alles heit z’n grenzen. – Je wéet -dat ’t niet gaat. Vreemd geloof trouwt niet met vreemd geloof. – Dat is ’t zondigst -wat ’r bestaat. Daar hoeven we heelemaal niet over te praten. Dat <span class="pageNum" id="pb97">[<a href="#pb97">97</a>]</span>leit voor de hand. Maar ’k neem ’t je niet kwalijk! God beware! Rafaël is ’n sjieke -jongen. ’k Begrijp ’t best.…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Aaron.</i></p> -<p>’n Jood met ’n christene vrouw of ’n christen met ’n jodene vrouw dat gààt niet. Wij -zijn oùwer, wij kenne de wereld beter. Jij komp pas kijke. Trouw jij met een van joùw -geloof. Daar doe je wijs an. Wat niet bij mekaar past mot je niet met geweld bij mekaar -brengen. ’t Ongeluk leit ’r dik bovenop, dikker dan je denkt.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>En nog niet eens van z’n vader gesproken – van z’n ongelukkigen vader. Sterft-ie niet -van hartzeer om wat ’r gebeurd is? Wees jij nou wijs en ga ’n dag of veertien weg. -Dan is Sachel gekalmeerd en kan jij ook is dénke …</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rose.</i></p> -<p>Ik heb niet te denken. Ik hou van hem en ’k laat ’m niet los.…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>Dàt pleit voor je karakter. As je dadelijk jà zei, zou je geen knip voor je neus waard -zijn. D’r is geen meissie over de heele wereld dat née zeit as ze jà meent – in diè -dinge. En – en – ’k zal niet bewere dat je ’m dàdelijk mot láten – dat zou gróóte -gekkigheid zijn – ’k zal de laatste zijn om je an te rajen tegen je geweten <span class="pageNum" id="pb98">[<a href="#pb98">98</a>]</span>in te handelen – maar ga nou is na – ga nou is góed na – hóé wou je hier blijven? -– hóé wou je blijven nou we alles weten.…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rose.</i></p> -<p>Dat wil ik ook niet. Ik ga met Rafaël …</p> -</div> -<div class="sp"> -<p><span class="speaker"><i>Esther</i></span> <span class="stage">(<i>kwaadaardig</i>).</span></p> -<p>Jij gaat! Jij gáát!.…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Aaron.</i></p> -<p>Stil nou! Niet driftig! Dat geeft allemaal niks. As ik ’n woordje zeggen mag: ’t is -onzin, meid! Reusachtig. In de eerste plaas kàn ’t niet – in de tweede plaas – às -’t kon – zou ’t nòg niet kennen. Ik heb joden gekend en christene die ’t gedaan hebben. -’t Ongeluk lag ’r bovenop – zei ’k straks al – En met jóu kan ’t nog in geen dúízend -jaren – bij wijze van spreken – over duizend jaar zijn we allemaal dood. – Want let -nou is op: is z’n vader blind ja of nee? Z’n vader is blind. Wat wou jij met die blinde -man beginnen? Daar kan je niks mee beginnen. Die z’n ideejen verander je niet. Wij -zijn liberaler. Maar ’n man van die leeftijd die buig je niet – die bréék je. Wou -je bij ’m inwonen? Nog geen spoog water zal-ie bij je gebruiken, nog geen handdruk -zal-ie je geven. Wou je nièt bij ’m inwonen? Dat wil zeggen wou je ’m an z’n lot overlaten -– we zijn allemaal sterfelijk en Esther is op leeftijd – wou je dàt? ’n Ramp as je -’t doet! Geen sekonde rust in je <span class="pageNum" id="pb99">[<a href="#pb99">99</a>]</span>leven. En later de verwijten! Later verwijt hij jou, dat je ’m van z’n vader gehaald -heb – familie blijft familie! Later heb je allebei spijt – dat wil zeggen – as ’t -kon dat jullie samen – maar ’t kàn niet.…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>Heel verstandig. En as je luistert ben je góed af.… Met plezier heb ’k ’r wat voor -over.…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rose.</i></p> -<p>Wat voor óver?</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>’k Ben nìet rijk.… ’k Leef zelf van me broer – maar as je ’t dée – as ’n góed kind -– as ’n verstandig kind – dan kreeg je buiten je loon ’n.… ’n.…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Aaron.</i></p> -<p>Zeg vijftig gulden!</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rose.</i></p> -<p>O! O! Vijftig gulden!</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>Honderd! Daar! Honderd guldens is ’n boel geld.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Aaron.</i></p> -<p>’n Héele boel. En trouw je later met ’n fàtsoenlijke burgerjongen – dan schiet ’r -nòg wel wat over.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>En alles wat ’k je gegeven heb, kan je houen – en ik reken je maand vol-uit.…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rose.</i></p> -<p>O, tuig, tuig! Vervloekt tuig!</p> -</div> -<div class="sp"> -<p><span class="speaker"><i>Esther</i></span> <span class="stage">(<i>snerpend</i>).</span></p> -<p>Wat zeg je, jij slét!</p> -</div> -<p><span class="pageNum" id="pb100">[<a href="#pb100">100</a>]</span></p> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Aaron.</i></p> -<p>Stil nou! Maak geen burengerucht! Jullie begrepen mekaar niet. Gebruik nou je hoofd, -stomme meid! ’r Komt tòch niks van, niks – tusschen jou en die jongen. ’t Kan niet. -Je heb ’t vooruit geweten. Je ben de eerste niet. Je zal de laatste niet zijn. Ga -dan niet op je achterste pooten staan. Wat bereik je ’r mee? Dat wij geweld met gewèld -keeren. Want wij hebben ’t recht op onze hand! – En as je dat weet – handel verstandig -– neem wat je krijgen kan.…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>Twéé honderd guldens hebben we ’r voor over.…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Aaron.</i></p> -<p>En doe je ’t niét – dan ben je éven ver, dan win je geen zier – dan wor je zóó an -de deur gezet.…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rose.</i></p> -<p>Ik laat me niet an de deur zetten! Ik vraag m’n man. Anders niet!</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Aaron.</i></p> -<p>Je man! Hahaha!</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>Je man? Je man?</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rose.</i></p> -<p>Mijn man! Mijn man die jullie me niet ontnemen kunnen! Mijn man die eerlijk en groot -is! Mijn man die niet buigt voor jullie gèld, zoo min als ik ’t doe! O! O!… Dat ze -me zóo iets kunnen andoen!</p> -</div> -<p><span class="pageNum" id="pb101">[<a href="#pb101">101</a>]</span></p> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Aaron.</i></p> -<p>Jouw man? Wiè is jouw man? Ben je dan heelemaal doof meid, dat je niet begrijp – na -zooveel, zóóveel woorden – dat-ie met mìjn dochter trouwt?</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rose.</i></p> -<p>Dat lieg je!</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>Jij liegt gemeen schepsel die onze jongen angehaald heb, angehaald met je hóerestreken!</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rose.</i></p> -<p>Niks van je beleedigingen voel ’k. God heeft ’t gewild! Júllie halen ons niet van -elkaar!</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Aaron.</i></p> -<p>Hahaha! Nou wordt ze prachtig – as in ’n bóék! Ik lach me ’n ongeluk! As je ’t dan -weten wil: vanmiddag is ’t ’r door gegaan, vàn mìddag.…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>En daarvoor hebben we je uitgezonden!</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Aaron.</i></p> -<p>En over vier weken trouwen ze!</p> -</div> -<div class="sp"> -<p><span class="speaker"><i>Esther</i></span> <span class="stage">(<i>krijschend</i>).</span></p> -<p>Versta je? Versta je? En nou me deur uit! Me deur uit! En geen stuk neem je mee! Me -deur uit! Op staande voet<span class="corr" id="xd30e3942" title="Bron: l">!</span></p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rose.</i></p> -<p>Nee-nee! Ik ga niet zonder hém! Jullie, belíegt me! Anders zou je geen géld gebojen -hebben!</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Aaron.</i></p> -<p>Wie zegt je, dat hij ’t niet verzocht?…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rose.</i></p> -<p>Wàt zeg je?</p> -</div> -<p><span class="pageNum" id="pb102">[<a href="#pb102">102</a>]</span></p> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Aaron.</i></p> -<p>Heb ’k ’t zélf niet gehoord dat we tot twééhonderd gulden mochten gaan?</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rose.</i></p> -<p>Je liegt! Je liegt! O, kerel wat ben je laag!</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Aaron.</i></p> -<p>Lieg ik? Hoor je dat Esther? Zal ’k ’r ’n vloek op doen?</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>Laat ’r gaar koken in d’r eigen vuil! ’k Heb ’r genog van! <span class="stage">(<i>hàrder krijschend</i>).</span> Jij serpent durf jij ’t hoogste woord voeren? Jij die ongeluk brengt over ’n heele -familie! Jij! Jij! Wat doe je nog hier? Wat let me of.…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Aaron.</i></p> -<p>Kalm nou! Kalm nou! Brand je vingers niet! Ze wéét ’t nou. Ze weet dat Rafaël binnen -’n maand trouwt en dat-ie ’r twééhonderd gulden biedt – en geen cent meer – versta -je: twééhonderd gulden òm vàn jè àf tè kòmmen.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>En me huis niet meer in! Geen voet meer over me drempel! Geen voet hoor!</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Aaron.</i></p> -<p>Gelijk heb je. Laat ’r maar uithuilen. – As je nou dádelijk bij mijn thuis komt is -de zaak in orde. ’t Geld leit klaar. Op die jongen hoef je niet te wachten. Die is -weg.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rose.</i></p> -<p>Weg?</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Aaron.</i></p> -<p>Weg voor ’n hééle poos.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rose.</i></p> -<p>Waarheen?</p> -</div> -<p><span class="pageNum" id="pb103">[<a href="#pb103">103</a>]</span></p> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Aaron.</i></p> -<p>Dat mag ik je niet zeggen!</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rose.</i></p> -<p>O God, belieg me niet! Belieg me niet!</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>As-ie nièt weg was, had j’m al lang gezien. ’n Bewijs dat Aaron de waarheid zeit.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Aaron.</i></p> -<p>Nou? Neem je ’t an?</p> -</div> -<div class="sp"> -<p><span class="speaker"><i>Rose</i></span> <span class="stage">(<i>suffig</i>).</span></p> -<p>Ik weet ’t niet.… Ik weet ’t niet.… Ik wor gek.… Ik kan niet meer.… O lieve heer Jezus!.…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Aaron.</i></p> -<p>Sust! Niks meer zeggen.… ’t Kòmt in orde. Nou. Nou. We loopen ’n grachie om. Bedenk -je terwijl. Op straat kan je niet slapen.</p> -</div> -<p class="stage alignright">(<i>Af.</i>)</p> -</div> -</div> -<div id="t3.6" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a href="#t3.6.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> -<h3 class="main">ZESDE TOONEEL.</h3> -<p class="stage"><i>Rose.</i> <i>Sachel.</i></p> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Mot ’k de heele avond alleen blijven? Hoor je niet, <i>Esther.</i> -</p> -</div> -<div class="sp"> -<p><span class="speaker"><i>Rose</i></span> <span class="stage">(<i>angstig-opschrikkend</i>).</span></p> -<p>Ik ben ’t.…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p><span class="speaker"><i>Sachel</i></span> <span class="stage">(<i>woest</i>).</span></p> -<p>Jij! Jij!.…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rose.</i></p> -<p>O God – doe me niks – doe me niks – ’k Ben zoo bang voor je.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Wat mot je nog hier?</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rose.</i></p> -<p>Ik weet ’t niet.…</p> -</div> -<p><span class="pageNum" id="pb104">[<a href="#pb104">104</a>]</span></p> -<div class="sp"> -<p><span class="speaker"><i>Sachel</i></span> <span class="stage">(<i>woest</i>).</span></p> -<p>Durf jij nog.…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rose.</i></p> -<p>O nee.…. ’k durf niks.…. ’k zal wel gaan.… as je maar niet.…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>.… Ik zal je niet vermoorden.… Ik zié je niet, ’k heb geen kracht meer – jij, uitvaagsel!… -Jij, jij, jij.…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rose.</i></p> -<p>Ja – ja – Je heb gelijk – je heb gelijk – ’k Ben suf – In Godsnaam – In Godsnaam drijf -me ’t wàter niet in!</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>.… ’t Water.…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rose.</i></p> -<p>Kwam-ie maar.… Kwam-ie maar.… O Rafaël! Rafaël!…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Hou je bek! Ruk uit! Ruk uit, zeg ’k je!</p> -</div> -<div class="sp"> -<p><span class="speaker"><i>Rose</i></span> <span class="stage">(<i>smeekend</i>).</span></p> -<p>Zeg dan of ’t waar is.…. Jij ben blind – Je ziet niks dan donker – <i>Jij</i> kan niet liegen – dat voel ’k – hoe zou <i>jij</i> kunnen liegen – zeg of ’t wáár is dat-ie met Rebecca trouwt.…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Dat raakt je niet! Ruk uit! Of ’k zal je weg-ranselen – met me ouwe handen!…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rose.</i></p> -<p>Ik heb je niks misdaan, nooit wat misdaan! Zeg of ’t wáár is! Sachel! Sachel!</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Niks misdaan? En m’n zoon?… M’n zoon?</p> -</div> -<p><span class="pageNum" id="pb105">[<a href="#pb105">105</a>]</span></p> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rose.</i></p> -<p>O, praat daar nou niet over! Nou niet! – Trouwt-ie Rebecca? Trouwt-ie Rebecca?</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Dacht je dat-ie joù trouwen zou, jou, ’n christin, jou, ’n méid! Wou je méér zijn -dan z’n tijdverdrijf, meer dan z’n bijslaap?</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rose.</i></p> -<p>O! O! Lieg jìj niet! Ze hebben me geld gebojen, géld! Ze hebben me willen afkoopen … -Ze hebben me neergetrapt erger dan ’n hoer! Hoor me nóu! Hoor me! Wat hebben jullie -an m’n ongeluk. Niks heb ’k op de wereld. Niks. En ’k hou zoo van ’m, zoo alles. Wat -kan ’t me schelen of jullie joden zijn. ’k Denk ’r niet an. ’k Vraag ’r niet na. ’k -Hou van jullie allemaal, van jou en van Esther, van wie hier komt. Als ’k maar blijven -mag, blijven. Enkel blijven – als-ie háár maar niet trouwt! O Sachel, Sachel, draai -je gezicht niet af. Je hoort da’k haast krankzinnig wor. ’k Zal goed voor je zijn. -Je zal niet te klagen hebben, nooit, nooit! ’k Wil jodin worden, alles wat je maar -zegt. Alles. Maar jaag me niet weg. Ik kan niet leven alléén, zònder hem. Kom nou. -Toe nou!<span class="corr" id="xd30e4153" title="Bron: ..">…</span> Zég ’n woordje … Je maakt me bang met je oogen. Kijk me zoo niet an, Sachel!</p> -</div> -<div class="sp"> -<p><span class="speaker"><i>Sachel</i></span> <span class="stage">(<i>rauw</i>).</span></p> -<p>Raak me niet an. Had ’k je liever gewurgd voór ’k je in me huis nam – jij.…</p> -</div> -<p><span class="pageNum" id="pb106">[<a href="#pb106">106</a>]</span></p> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rose.</i></p> -<p>… Scheld niet! ’k Ben kapot genoeg! Zeg ’t! Zeg dat Aaron gelogen heeft, dat-ie me -niet in de steek laat!</p> -</div> -<div class="sp"> -<p><span class="speaker"><i>Sachel</i></span> <span class="stage">(<i>hard</i>).</span></p> -<p>Blijf van me af, ongeluksmeid, bedriegster! Was gekrepeerd de dag van je eerste ontucht! -Was.…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rose.</i></p> -<p>Ja-ja. Vloek me. Vlóek me! Maar lieg niet! Zeg wat je wil, alles goed, alles goed!… -Is ’t wáár?… Ze hebben me.. O, ’k wor gek …</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Jij heb mijn jongen … Heb je an mijn gedacht.… An mìjn ouwen dag?<span class="corr" id="xd30e4186" title="Bron: ,..">…</span> -</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rose.</i></p> -<p>Nee. Ja.… Verwijt nou niks.… ’t Is niet meer te verhelpen … ’k Wil ’t wel goed maken, -als ’t kán, als ’t kán …</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>’t Kan niet meer. Ruk uit!</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rose.</i></p> -<p>O nee, nee … Wéet wat je doet, Sachel! Sachel, weet wat je doet!…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>’k Weet wat ’k doe, ’k weet dat ’k je haat, ’k weet dat ’k je bloed zou kunnen drinken …</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rose.</i></p> -<p>Goed. Goed. Haat me. Vervloek me. Verwensch me. Maar de waarheid! De waarheid! Jij -kán niet liegen, jij met je blinde oogen! Ze wouen me tweehonderd gulden geven – zeien -dat ’t van Rafaël kwam, dat-ie weg is, me verschopt.… O, dat is schrikkelijk, niewaar -Sachel,<span class="pageNum" id="pb107">[<a href="#pb107">107</a>]</span> – schrikkelijk om zóó je eeden te breken!.… Toe nou! Toe nou! ’k Sta voor je te beven.… -Zeg dan iets, iets … Als ’t waar is – als – als – dan – verdrink ’k me voor je oogen, -dan wil ’k niet langer leven, geen oogenblik langer. Want wat heb ’k dan nog? Dan -heb ’k niks meer, niks, niks! O, jij weet niet wat niks is!…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p><span class="speaker"><i>Sachel</i></span> <span class="stage">(<i>dof</i>).</span></p> -<p>Ik? Ik? Ik zou ’t niet weten!</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rose.</i></p> -<p>O jij ook. Jij ook. Maar niet zoo!</p> -</div> -<div class="sp"> -<p><span class="speaker"><i>Sachel</i></span> <span class="stage">(<i>zachter</i>).</span></p> -<p>Niet zoo? Wat heb ik dan! Ik?<span class="corr" id="xd30e4234" title="Bron: ..">…</span></p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rose.</i></p> -<p>Jij.… jij.… O je ben óok ongelukkig.… Maar je leeft.… je weet niet wat liéfde is.… -Je weet niet.… Toe! Toe! We zullen goed voor je zijn.… We zullen.… Je heb alles in -je eigen hand.…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p><span class="speaker"><i>Sachel</i></span> <span class="stage">(<i>snauwend</i>).</span></p> -<p>’k Mot niks van jou -hebben!</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rose.</i></p> -<p>Hahaha! Dan hebben ze gelogen! Dan heeft Aaron gelogen! Dan heeft Esther gelogen! -Dan.… Dan.… Als ’t waar was zou je ’t zeggen. En je zegt niks! Als-ie vanmiddag beloofd -had Rebecca te trouwen zou jij ’r om làchen, had je al lang geroepen jà, jà! Hahaha!… -O, nou lukt ’t niet! Nou wacht ’k – nou wacht ’k op ’m de heele nacht!.…</p> -</div> -<p><span class="pageNum" id="pb108">[<a href="#pb108">108</a>]</span></p> -<div class="sp"> -<p><span class="speaker"><i>Sachel</i></span> <span class="stage">(<i>woest</i>).</span></p> -<p>Wacht niet – wacht niet – hij -komt nièt!</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rose.</i></p> -<p>Hij komt! Hij komt!</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Hij komt nièt. – ’t Is wáár!</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rose.</i></p> -<p>Zweer ’t! Zweer ’t Sachel!</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Laat me met rust slet van m’n zoon, slet die an me tàfel zat, slet die me bedrogen -heeft, onder me eigen dak!</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rose.</i></p> -<p>Zweer ’t, toe! ’k Geloof jóu. ’t Water is zoo dichtbij.… ’k Ben gèk, gèk.… drijf me -’r niet in met ’n leugen.…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p><span class="speaker"><i>Sachel</i></span> <span class="stage">(<i>heesch</i>).</span></p> -<p>Verdrink je voor mijn part! Mot ik je terughouen, ik, ik?</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rose.</i></p> -<p>O, wees niet zoo wreed.…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p><span class="speaker"><i>Sachel</i></span> <span class="stage">(<i>woest</i>).</span></p> -<p>Alles is waar. En verdrink je nou! Jij – jij – jij je verdrinken!… Jouw sóórt, verdrinkt -zich niet!</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rose.</i></p> -<p>Dus hij komt niet terug?</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Nee! Vort!</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rose.</i></p> -<p>Zweer ’t … Zweer bij de geboden op de post van je deur.…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p><span class="speaker"><i>Sachel</i></span> <span class="stage">(<i>legt vluchtig de hand op de</i> <span class="ex">mezoesos</span>).</span></p> -<p>’k Zweer. – ’k Zweer. – En nou wèg! Dat geld kan je krijgen. – Dat gèld.…</p> -</div> -<p><span class="pageNum" id="pb109">[<a href="#pb109">109</a>]</span></p> -<div class="sp"> -<p><span class="speaker"><i>Rose</i></span> <span class="stage">(<i>versuft</i>)</span></p> -<p>… Dan … dan … ja, dan … lieve Jezus.…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p><span class="speaker"><i>Sachel</i></span> <span class="stage">(<i>angstig</i>).</span></p> -<p>Waar ga je heen?…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rose.</i></p> -<p>Nergens.… nergens.…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p><span class="speaker"><i>Sachel</i></span> <span class="stage">(<i>schreeuwend</i>).</span></p> -<p>Niet bij ’t water kommen! Niet bij ’t water!… <span class="stage">(<i>zij springt in de gracht</i>).</span>.. God! ’t Is niet waar, Rose! Rose! <span class="stage">(<i>bukt zich naar het water</i>).</span> Hier is m’n hand! ’n Stok! ’n Stok! Is ’r geen stok! Waar ben je? Antwoord dan! Hoor -je me niet? O! O, godlief – godlief – O! O! <span class="stage">(<i>bonst op de deur van den buurman</i>).</span> Levi! Levi, doe open! Niemand thuis! <span class="stage">(<i>bukt opnieuw bij den walkant</i>).</span> Hier is m’n hand. Hier! Hier! Geef dan antwoord!… Hou je mond niet! God, God, laat -’r niet verdrinken. Rose! – Roòòòse! – O, geen geluid!… Geen enkel geluid!… <span class="stage">(<i>wankelt naar de bank voor den uitdragerswinkel</i>).</span></p> -</div> -</div> -</div> -<div id="t3.7" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a href="#t3.7.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> -<h3 class="main">ZEVENDE TOONEEL.</h3> -<p class="stage"><i>Sachel.</i> <i>Esther.</i> <i>Aaron.</i></p> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>Is die meid wèg? Heb je die meid niet gezien?</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Die meid!… Die meid!… Wàt meid?</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>Je maakt me schrikken! Wat scheelt <span class="pageNum" id="pb110">[<a href="#pb110">110</a>]</span>je? – <span class="stage">(<i>tot Aaron</i>).</span> Mooie raad die je gegeven heb! Nou is ze vòrt …</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Zachies pratén. Zachies. Zachies.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>Je lijkt wel gék!… Wat mot je toch!…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Laten we naar binnen gaan – naar binnen.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Aaron.</i></p> -<p>Hij klappertandt – hij heit koorts …</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Dat lieg je!… Ik klappertand niet!… Ik, ik, ik.….</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>Waarom gil je zoo?…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Sust!</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>Schei toch uit! Ben je ’n man of ’n kind?</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>O! O!… Jullie motten bij me blijven – de heele avond – de heele nacht – me niet alleen -laten! Kom nou. – Kom nou! De deur dicht. Stevig dicht. God-lief!</p> -</div> -</div> -</div> -<div id="t3.8" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a href="#t3.8.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> -<h3 class="main">ACHTSTE TOONEEL.</h3> -<p class="stage"><i>Rafaël.</i> <i>Sachel.</i> <i>Esther.</i> <i>Aaron.</i></p> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rafaël.</i></p> -<p>Wat gebeurt hier?</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>Hij vraagt wat ’r gebeurt!…</p> -</div> -<p><span class="pageNum" id="pb111">[<a href="#pb111">111</a>]</span></p> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Aaron.</i></p> -<p>Durf jij dat vragen!<span class="corr" id="xd30e4469" title="Bron: ..,">…</span> -</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>Vermoorden doe je ’m, die ouwe man! Kijk in wat ’n toestand je ’m gebracht heb!</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Aaron.</i></p> -<p>Ben jij ’n zóón? ’n Ouwe blinde vader die je krankzinnig maakt!…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Niet zoo hàrd praten!</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>Steek dan je pooten uit en breng ’m naar binnen!</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rafaël.</i></p> -<p>Kom vader!</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Weg jullie tuig! – Alleen m’n zóón. O, Rafaël, lieve jongen, goeie jongen! Wat motten -jullie van me? ’k Ben ziek, ’k ben op. Laten we naar binnen gaan! Vóór Levi thuis -komt. Weg jij!</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>Hou je daar bij in! Dat mot je ànhooren!… Kindsch wordt-ie.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rafaël.</i></p> -<p>Wees stil! Zìe je niet dat-ie ziek is.…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>Heb ìk ’r schuld an – jij, leeglooper!…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Aaron.</i></p> -<p>’k Zou háár nog verwijte!… Og, dat loopt de spuigaten uit!…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>Ziek? Ziek? Had ’m niet z’n kop gek gemaakt met die meid, met jouw slêt!…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rafaël.</i></p> -<p>Mijn slèt … Pas op! ’k Ben in geen stemming om je vuilheden an te hooren!…</p> -</div> -<p><span class="pageNum" id="pb112">[<a href="#pb112">112</a>]</span></p> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>Mijn vuilheden? Mijn vuilheden?.… Ongeluk!<span class="corr" id="xd30e4527" title="Bron: ..">…</span> Daàr zit jouw werk! In je graf zal je nog geen minuut rust hebben – jij niet en die -slet niet!…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rafaël.</i></p> -<p>Pas op!… Pas op!… Je kent me nog niet! Als je m’n vrouw met één woord beleedigt als -ze daar thuis komt …</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>’k Lach om je dreigementen! Zijn vrouw! De meid die mijn vuil gereinigd heit! Zoek -’r! Ze is goddank vort … Met ’n fooi was ze af te koopen!…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rafaël<span class="corr" id="xd30e4543" title="Bron: ..">.</span></i></p> -<p>Beest!…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Niewaar! Niet gelooven, Rafaël. Ze liegt ’t …</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rafaël.</i></p> -<p>Waar is ze dan?</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>’k Weet ’t niet! ’k Weet ’t niet! ’k Heb ’r niet gezien!</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rafaël.</i></p> -<p>Waar heb je ’r heengezonden dat ze zoo lang wegblijft? Uren wacht ’k voor niks.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>Hij maakt zich bezorgd over dat krèng! <span class="stage">(<i>Gerucht</i>).</span></p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rafaël.</i></p> -<p>Stil! <span class="stage">(<i>loopt op de gracht toe</i>).</span></p> -</div> -<div class="sp"> -<p><span class="speaker"><i>Sachel</i></span> <span class="stage">(<i>schreeuwend</i>).</span></p> -<p>Niet bij ’t water!.….</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>Schreeuw toch zoo niet.</p> -</div> -<p><span class="pageNum" id="pb113">[<a href="#pb113">113</a>]</span></p> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Aaron.</i></p> -<p>Ze kommen door de poort …</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>O! O!</p> -</div> -</div> -</div> -<div id="t3.9" class="div2 scene"><span class="pageNum">[<a href="#t3.9.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> -<h3 class="main">NEGENDE TOONEEL.</h3> -<p class="stage"><i>Sachel.</i> <i>Esther.</i> <i>Aaron.</i> <i>Rafaël.</i> <i>Bewoners.</i></p> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Een bewoner.</i></p> -<p>We hebben ’n vrouw opgehaald …</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Weg ’r mee!</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rafaël.</i></p> -<p>Rose!…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Een bewoner.</i></p> -<p>Ze lag voor de tralies van ’t riool bij ons … ’k Wou water scheppen …</p> -</div> -<div class="sp"> -<p><span class="speaker"><i>Rafaël</i></span> <span class="stage">(<i>tot Esther</i>).</span></p> -<p>Dat heb jij gedaan!…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>Ik? Zoo waar hoort me God …</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rafaël.</i></p> -<p>Roep God niet an! Moordenaarster! Jij en hij!…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>Je ben krankzinnig!</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rafaël.</i></p> -<p>O, m’n liefje, min hartje! Gòd, God, Gòd …</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>Laat me los …</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rafaël.</i></p> -<p>Zeg op! Zeg op!…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>Je breekt m’n pols, lafbek! <span class="stage">(<i>Bewoners rukken Rafaël los</i>).</span></p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rafaël.</i></p> -<p>Jullie heb gelijk – gelijk. – Liefje, <span class="pageNum" id="pb114">[<a href="#pb114">114</a>]</span>liefje! D’r haren – d’r mooie blonde haren – vol slijk! – En d’r oogen – d’r mond. -– Kijk d’r mond! – Gestikt bij ’n riool – bij ’n riool! O, wat hebben jullie gedaan!</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Aaron.</i></p> -<p>As je naar rede wil luistere …</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rafaël.</i></p> -<p>Naar rede? <span class="stage">(<i>razend</i>).</span> Schurftige moordenaar!.….</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Rafaël!…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rafaël.</i></p> -<p>Weg van me vader!…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>’k Kon ’r niet tegenhouen …</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rafaël.</i></p> -<p>Jij?… jij!…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Rafaël!…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rafaël.</i></p> -<p>Dus – Dus – Ze was hier met jóú?</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>O! O!…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rafaël.</i></p> -<p>Je was ’r bij?…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Ja-ja …</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rafaël.</i></p> -<p>… Je heb ’t geweten!…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Ik wou – Ik wou – O, m’n jongen.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rafaël.</i></p> -<p>En al die tijd – Je opwinding – En je heb je bék gehouen!…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Godlief!</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rafaël.</i></p> -<p>– Dus – dus – Jìj heb ’r in ’t water gejaagd, jíj!…</p> -</div> -<p><span class="pageNum" id="pb115">[<a href="#pb115">115</a>]</span></p> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>O, o, m’n jongen!</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rafaël.</i></p> -<p>– Je wou de deur grendelen – stevig grendelen – je wou – terwijl zij in die gracht -lag, in die gracht van stinkend water – Breng ’m weg! Breng weg die kérel dat ’k ’m -niet wùrg!…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Een grijsaard.…</i></p> -<p>Zoo mot je niet tekeer gaan tegen je ouwe, blinde vader!…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rafaël.</i></p> -<p>M’n vader! Hahaha!…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Esther.</i></p> -<p>Zelf ben je oorzaak. ’r Most ongeluk van kommen. ’n Jood met ’n christin!…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Aaron.</i></p> -<p>Dat ’s de straf van Gòd …</p> -</div> -<div class="sp"> -<p><span class="speaker"><i>Rafaël</i></span> <span class="stage">(<i>smartelijk</i>).</span></p> -<p>God? Welke God, stumpers?</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Een grijsaard.</i></p> -<p>De God van de joden …</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rafaël.</i></p> -<p>Hahaha! – Van de joden! – Van de joden! O, hoon, hoon! Hoon van den waarachtigen God, -die van geen grenzen weet! <span class="stage">(<i>neerzinkend</i>)</span> Rose, Rose.…</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Een bewoner.</i></p> -<p>… Laten we ’r weer opnemen …</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rafaël.</i></p> -<p>Blijf af!</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Rafaël! Rafaël!</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rafaël.</i></p> -<p>Weg! Weg!… Niks heb ’k met jòù te maken!…</p> -</div> -<p><span class="pageNum" id="pb116">[<a href="#pb116">116</a>]</span></p> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Een grijsaard.</i></p> -<p>… Denk an je plichten als zóon … -Wat gebeurd is – is gebeurd.</p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Rafaël.</i></p> -<p>… Plichten – Wat gebeurd is – is gebeurd – Plichten – <span class="stage">(<i>extatisch</i>)</span> O, ’k hèb plichten, gróóte plichten, plichten opgelegd door den God dien jullie niet -kennen en de <span class="corr" id="xd30e4830" title="Bron: christnen">christenen</span> niet kennen – plichten, gróóte plichten. <span class="stage">(<i>hij verlaat het slop</i>).</span></p> -</div> -<div class="sp"> -<p class="speaker"><i>Sachel.</i></p> -<p>Rafaël! Rafaël!</p> -</div> -<p class="trailer"><span class="sc">Einde van het laatste bedrijf.</span></p> -</div> -</div> -</div> -<div class="footnotes"> -<hr class="fnsep"> -<div class="footnote-body"> -<div id="xd30e3193"> -<p class="footnote"><span class="fnlabel"><a class="noteRef" href="#xd30e3193src">1</a></span> Gemeente. <a class="fnarrow" href="#xd30e3193src" title="Ga terug naar noot 1 in tekst.">↑</a></p> -</div> -</div> -</div> -</div> -</div> -<div class="back"> -<div class="div1 imprint"><span class="pageNum">[<a href="#toc">Inhoud</a>]</span><div class="divBody"> -<p class="first dateline"><span class="sc">Amsterdam</span>, 15 Sept. – 9 Nov. 1898. -<span class="pageNum" id="pb117">[<a href="#pb117">117</a>]</span></p> -</div> -</div> -<div id="bijlage" class="div1 appendix"><span class="pageNum">[<a href="#bijlage.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> -<h2 class="main">BIJLAGE.</h2> -</div> -<div class="divBody"> -<p class="first">Op de blz. 40 en 76 is een noot aangebracht. Die gezegden van Rafaël werden bij latere -opvoeringen achterwege gelaten, na een correspondentie tusschen de „Nederlandsche -Tooneelvereeniging” en den schrijver. Te curieus is de historie om haar onvermeld -te laten: -</p> -<blockquote> -<p class="first dateline"><span class="sc">Amsterdam</span>, 4 Januari 1899. -</p> -<p class="address"><i>Den WelEd. Heer</i> -</p> -<p class="address"><span class="sc">Herm. Heijermans Jr.</span>, -<br><i>Alhier</i>. -</p> -<p class="salute"><i>Geachte Heer!</i> -</p> -<p><i>Ik ontving van den heer</i> <span class="sc">Franken</span>, <i>hoofdcommissaris van politie, een uitnoodiging om naar aanleiding der</i> Ghetto-<i>opvoeringen even bij hem te komen</i>. -</p> -<p><i>Aan dat verzoek voldeed ik heden.</i> -</p> -<p><i>De heer</i> <span class="sc">Franken</span> <i>wenschte in Uw stuk te doen wijzigen de gezegden van Rafaël op blz. 40 en 76. Ik wees -hem er op, dat in geen der vijf voorstellingen, die plaats gehad hebben, deze gezegden -tot eenige rustverstoring, <span class="pageNum" id="pb118">[<a href="#pb118">118</a>]</span>zelfs niet tot gefluit aanleiding gegeven hebben en dat trouwens elke voorstelling -een stijgend succes had. De heer</i> <span class="sc">Franken</span> <i>bleef evenwel in overweging geven, deze gezegden te verzachten of achterwege te laten, -daar bij eventueel voorkomende wanordelijkheden</i> de voorstelling onherroepelijk verboden zou worden. -</p> -<p><i>Wilt U mij even omgaand mededeelen of U de gewenschte wijzigingen wilt aanbrengen?</i> -</p> -<p class="signed"><i>Na beleefde groeten</i> -</p> -<p class="signed"><i>Hoogachtend</i>, -</p> -<p class="signed"><i>n. d.</i> N. T. V.: -</p> -<p class="signed"><i>Uw dr.</i>, -<br><span class="sc">A. v. d. Horst</span>,</p> -</blockquote><p> -</p> -<blockquote> -<p class="first dateline"><span class="sc">Amsterdam</span>, 4 Januari 1899. -</p> -<p class="address"><i>Den WelEd. Heer</i> -</p> -<p class="address"><span class="sc">A. v. d. Horst</span>, -</p> -<p class="address"><i>President-Directeur der</i> „Nederlandsche Tooneelvereeniging”, -<br><i>Alhier</i>. -</p> -<p class="salute"><i>Geachte Heer</i>, -</p> -<p><i>Het doet mij genoegen dat de heer</i> <span class="sc">Franken</span>, <i>hoofdcommissaris van politie, wiens critische bekwaamheden op letterkundig terrein -ik volkomen <span class="pageNum" id="pb119">[<a href="#pb119">119</a>]</span>erken, zulke bescheiden wijzigingen verlangt. Ik ben het met U eens dat geen der drie -gezegden eenig protest, laat staan „rustverstoring” ontlokte tijdens de 5 eerste voorstellingen. -Om echter in</i> <span class="sc">Uw</span> <i>belang te voorkomen dat ’s heeren</i> <span class="sc">Franken’s</span> <i>inzichten zich plotseling mochten verwerkelijken – de wegen der politie zijn ondoorgrondelijk -– zal ik morgenavond vóór de voorstelling dezen „<span lang="de">Grober Unfug</span>” verwijderen. Waarom zouden wij mijn litterairen collega</i> <span class="sc">Franken</span> <i>’t pleiziertje misgunnen</i>? -</p> -<p class="signed"><i>Zeer de Uwe</i> -<br><span class="sc">Herm. Heijermans Jr.</span></p> -</blockquote><p> -</p> -</div> -</div> -<div class="div1" id="toc"> -<h2 class="main">Inhoudsopgave</h2> -<table summary="Inhoudsopgave"> -<tr id="b1.toc"> -<td class="tocDivNum"></td> -<td class="tocDivTitle" colspan="8"><a href="#b1">EERSTE BEDRIJF.</a></td> -<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#b1">1</a></td> -</tr> -<tr id="t1.1.toc"> -<td></td> -<td class="tocDivNum"></td> -<td class="tocDivTitle" colspan="7"><a href="#t1.1">EERSTE TOONEEL.</a></td> -<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#t1.1">1</a></td> -</tr> -<tr id="t1.2.toc"> -<td></td> -<td class="tocDivNum"></td> -<td class="tocDivTitle" colspan="7"><a href="#t1.2">TWEEDE TOONEEL.</a></td> -<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#t1.2">4</a></td> -</tr> -<tr id="t1.3.toc"> -<td></td> -<td class="tocDivNum"></td> -<td class="tocDivTitle" colspan="7"><a href="#t1.3">DERDE TOONEEL.</a></td> -<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#t1.3">9</a></td> -</tr> -<tr id="t1.4.toc"> -<td></td> -<td class="tocDivNum"></td> -<td class="tocDivTitle" colspan="7"><a href="#t1.4">VIERDE TOONEEL.</a></td> -<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#t1.4">14</a></td> -</tr> -<tr id="t1.5.toc"> -<td></td> -<td class="tocDivNum"></td> -<td class="tocDivTitle" colspan="7"><a href="#t1.5">VIJFDE TOONEEL.</a></td> -<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#t1.5">27</a></td> -</tr> -<tr id="t1.6.toc"> -<td></td> -<td class="tocDivNum"></td> -<td class="tocDivTitle" colspan="7"><a href="#t1.6">ZESDE TOONEEL.</a></td> -<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#t1.6">29</a></td> -</tr> -<tr id="t1.7.toc"> -<td></td> -<td class="tocDivNum"></td> -<td class="tocDivTitle" colspan="7"><a href="#t1.7">ZEVENDE TOONEEL.</a></td> -<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#t1.7">43</a></td> -</tr> -<tr id="b2.toc"> -<td class="tocDivNum"></td> -<td class="tocDivTitle" colspan="8"><a href="#b2">TWEEDE BEDRIJF.</a></td> -<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#b2">44</a></td> -</tr> -<tr id="t2.1.toc"> -<td></td> -<td class="tocDivNum"></td> -<td class="tocDivTitle" colspan="7"><a href="#t2.1">EERSTE TOONEEL.</a></td> -<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#t2.1">44</a></td> -</tr> -<tr id="t2.2.toc"> -<td></td> -<td class="tocDivNum"></td> -<td class="tocDivTitle" colspan="7"><a href="#t2.2">TWEEDE TOONEEL.</a></td> -<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#t2.2">52</a></td> -</tr> -<tr id="t2.3.toc"> -<td></td> -<td class="tocDivNum"></td> -<td class="tocDivTitle" colspan="7"><a href="#t2.3">DERDE TOONEEL.</a></td> -<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#t2.3">57</a></td> -</tr> -<tr id="t2.4.toc"> -<td></td> -<td class="tocDivNum"></td> -<td class="tocDivTitle" colspan="7"><a href="#t2.4">VIERDE TOONEEL.</a></td> -<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#t2.4">60</a></td> -</tr> -<tr id="t2.5.toc"> -<td></td> -<td class="tocDivNum"></td> -<td class="tocDivTitle" colspan="7"><a href="#t2.5">VIJFDE TOONEEL.</a></td> -<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#t2.5">64</a></td> -</tr> -<tr id="t2.6.toc"> -<td></td> -<td class="tocDivNum"></td> -<td class="tocDivTitle" colspan="7"><a href="#t2.6">ZESDE TOONEEL.</a></td> -<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#t2.6">65</a></td> -</tr> -<tr id="t2.7.toc"> -<td></td> -<td class="tocDivNum"></td> -<td class="tocDivTitle" colspan="7"><a href="#t2.7">ZEVENDE TOONEEL.</a></td> -<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#t2.7">80</a></td> -</tr> -<tr id="b3.toc"> -<td class="tocDivNum"></td> -<td class="tocDivTitle" colspan="8"><a href="#b3">DERDE BEDRIJF.</a></td> -<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#b3">81</a></td> -</tr> -<tr id="t3.1.toc"> -<td></td> -<td class="tocDivNum"></td> -<td class="tocDivTitle" colspan="7"><a href="#t3.1">EERSTE TOONEEL.</a></td> -<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#t3.1">81</a></td> -</tr> -<tr id="t3.2.toc"> -<td></td> -<td class="tocDivNum"></td> -<td class="tocDivTitle" colspan="7"><a href="#t3.2">TWEEDE TOONEEL.</a></td> -<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#t3.2">85</a></td> -</tr> -<tr id="t3.3.toc"> -<td></td> -<td class="tocDivNum"></td> -<td class="tocDivTitle" colspan="7"><a href="#t3.3">DERDE TOONEEL.</a></td> -<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#t3.3">86</a></td> -</tr> -<tr id="t3.4.toc"> -<td></td> -<td class="tocDivNum"></td> -<td class="tocDivTitle" colspan="7"><a href="#t3.4">VIERDE TOONEEL.</a></td> -<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#t3.4">91</a></td> -</tr> -<tr id="t3.5.toc"> -<td></td> -<td class="tocDivNum"></td> -<td class="tocDivTitle" colspan="7"><a href="#t3.5">VIJFDE TOONEEL.</a></td> -<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#t3.5">92</a></td> -</tr> -<tr id="t3.6.toc"> -<td></td> -<td class="tocDivNum"></td> -<td class="tocDivTitle" colspan="7"><a href="#t3.6">ZESDE TOONEEL.</a></td> -<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#t3.6">103</a></td> -</tr> -<tr id="t3.7.toc"> -<td></td> -<td class="tocDivNum"></td> -<td class="tocDivTitle" colspan="7"><a href="#t3.7">ZEVENDE TOONEEL.</a></td> -<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#t3.7">109</a></td> -</tr> -<tr id="t3.8.toc"> -<td></td> -<td class="tocDivNum"></td> -<td class="tocDivTitle" colspan="7"><a href="#t3.8">ACHTSTE TOONEEL.</a></td> -<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#t3.8">110</a></td> -</tr> -<tr id="t3.9.toc"> -<td></td> -<td class="tocDivNum"></td> -<td class="tocDivTitle" colspan="7"><a href="#t3.9">NEGENDE TOONEEL.</a></td> -<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#t3.9">113</a></td> -</tr> -<tr id="bijlage.toc"> -<td class="tocDivNum"></td> -<td class="tocDivTitle" colspan="8"><a href="#bijlage">BIJLAGE.</a></td> -<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#bijlage">117</a></td> -</tr> -</table> -</div> -<div class="transcriberNote"> -<h2 class="main">Colofon</h2> -<h3 class="main">Beschikbaarheid</h3> -<p class="first">Dit eBoek is voor kosteloos gebruik door iedereen overal, met vrijwel geen beperkingen -van welke soort dan ook. U mag het kopiëren, weggeven of hergebruiken onder de voorwaarden -van de Project Gutenberg Licentie in dit eBoek of on-line op <a class="seclink xd30e39" title="Externe link" href="https://www.gutenberg.org/">www.gutenberg.org</a>. -</p> -<p>Dit eBoek is geproduceerd door het on-line gedistribueerd correctieteam op <a class="seclink xd30e39" title="Externe link" href="https://www.pgdp.net/">www.pgdp.net</a>. -</p> -<h3 class="main">Metadata</h3> -<table class="colophonMetadata" summary="Metadata"> -<tr> -<td><b>Titel:</b></td> -<td>Ghetto: Burgerlijk Treurspel in 3 Bedrijven</td> -<td></td> -</tr> -<tr> -<td><b>Auteur:</b></td> -<td>Herman Heijermans (1864–1924)</td> -<td><a href="https://viaf.org/viaf/32107862/" class="seclink">Info</a></td> -</tr> -<tr> -<td><b>Taal:</b></td> -<td>Nederlands (Spelling De Vries-Te Winkel)</td> -<td></td> -</tr> -<tr> -<td><b>Oorspronkelijke uitgiftedatum:</b></td> -<td>1899</td> -<td></td> -</tr> -</table> -<h3 class="main">Codering</h3> -<p class="first">Dit boek is weergegeven in oorspronkelijke schrijfwijze. Afgebroken woorden aan het -einde van de regel zijn stilzwijgend hersteld. Kennelijke zetfouten in het origineel -zijn verbeterd. Deze verbeteringen zijn aangegeven in de colofon aan het einde van -dit boek.</p> -<h3 class="main">Documentgeschiedenis</h3> -<ul> -<li>2021-05-14 Begonnen. -</li> -</ul> -<h3 class="main">Externe Referenties</h3> -<p>Dit Project Gutenberg eBoek bevat externe referenties. Het kan zijn dat deze links -voor u niet werken.</p> -<h3 class="main">Verbeteringen</h3> -<p>De volgende verbeteringen zijn aangebracht in de tekst:</p> -<table class="correctionTable" summary="Overzicht van verbeteringen aangebracht in de tekst."> -<tr> -<th>Bladzijde</th> -<th>Bron</th> -<th>Verbetering</th> -<th>Bewerkingsafstand</th> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd30e300">3</a></td> -<td class="width40 bottom">hondervijftig</td> -<td class="width40 bottom">honderdvijftig</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd30e501">7</a>, <a class="pageref" href="#xd30e1324">26</a>, <a class="pageref" href="#xd30e1756">39</a>, <a class="pageref" href="#xd30e1880">43</a>, <a class="pageref" href="#xd30e1988">47</a>, <a class="pageref" href="#xd30e2015">48</a>, <a class="pageref" href="#xd30e2897">72</a>, <a class="pageref" href="#xd30e3150">80</a>, <a class="pageref" href="#xd30e3266">84</a>, <a class="pageref" href="#xd30e3616">93</a>, <a class="pageref" href="#xd30e3647">93</a>, <a class="pageref" href="#xd30e3688">94</a></td> -<td class="width40 bottom"> -[<i>Niet in bron</i>] -</td> -<td class="width40 bottom">.</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd30e594">9</a>, <a class="pageref" href="#xd30e4469">111</a></td> -<td class="width40 bottom">..,</td> -<td class="width40 bottom">…</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd30e678">11</a></td> -<td class="width40 bottom">luch-ie</td> -<td class="width40 bottom">luchie</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd30e749">13</a></td> -<td class="width40 bottom">.</td> -<td class="width40 bottom">,</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd30e1056">20</a></td> -<td class="width40 bottom"> – </td> -<td class="width40 bottom"> </td> -<td class="bottom">2</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd30e2211">53</a>, <a class="pageref" href="#xd30e2957">75</a></td> -<td class="width40 bottom">Aäron</td> -<td class="width40 bottom">Aaron</td> -<td class="bottom">1 / 0</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd30e2364">57</a></td> -<td class="width40 bottom">groeiën</td> -<td class="width40 bottom">groeien</td> -<td class="bottom">1 / 0</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd30e2387">58</a></td> -<td class="width40 bottom">Besnijdenis</td> -<td class="width40 bottom"><span lang="he" class="hebr">‏בְּרית מִלָה‎</span>, besnijdenis</td> -<td class="bottom">17 / 13</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd30e2774">68</a></td> -<td class="width40 bottom">twéé-en twintig</td> -<td class="width40 bottom">twéé-en-twintig</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd30e2784">69</a></td> -<td class="width40 bottom">chìstenen</td> -<td class="width40 bottom">chrìstenen</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd30e2993">76</a></td> -<td class="width40 bottom">Laat’m</td> -<td class="width40 bottom">Laat ’m</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd30e3106">79</a>, <a class="pageref" href="#xd30e3145">80</a></td> -<td class="width40 bottom">.</td> -<td class="width40 bottom"> -[<i>Verwijderd</i>] -</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd30e3117">79</a></td> -<td class="width40 bottom">,</td> -<td class="width40 bottom">.</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd30e3253">84</a>, <a class="pageref" href="#xd30e4153">105</a>, <a class="pageref" href="#xd30e4234">107</a>, <a class="pageref" href="#xd30e4527">112</a></td> -<td class="width40 bottom">..</td> -<td class="width40 bottom">…</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd30e3942">101</a></td> -<td class="width40 bottom"> l</td> -<td class="width40 bottom">!</td> -<td class="bottom">2</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd30e4186">106</a></td> -<td class="width40 bottom">,..</td> -<td class="width40 bottom">…</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd30e4543">112</a></td> -<td class="width40 bottom">..</td> -<td class="width40 bottom">.</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd30e4830">116</a></td> -<td class="width40 bottom">christnen</td> -<td class="width40 bottom">christenen</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -</table> -</div> -</div> -<div style='display:block; margin-top:4em'>*** END OF THE PROJECT GUTENBERG EBOOK GHETTO ***</div> -<div style='text-align:left'> - -<div style='display:block; margin:1em 0'> -Updated editions will replace the previous one—the old editions will -be renamed. -</div> - -<div style='display:block; margin:1em 0'> -Creating the works from print editions not protected by U.S. copyright -law means that no one owns a United States copyright in these works, -so the Foundation (and you!) can copy and distribute it in the United -States without permission and without paying copyright -royalties. Special rules, set forth in the General Terms of Use part -of this license, apply to copying and distributing Project -Gutenberg™ electronic works to protect the PROJECT GUTENBERG™ -concept and trademark. Project Gutenberg is a registered trademark, -and may not be used if you charge for an eBook, except by following -the terms of the trademark license, including paying royalties for use -of the Project Gutenberg trademark. If you do not charge anything for -copies of this eBook, complying with the trademark license is very -easy. You may use this eBook for nearly any purpose such as creation -of derivative works, reports, performances and research. Project -Gutenberg eBooks may be modified and printed and given away--you may -do practically ANYTHING in the United States with eBooks not protected -by U.S. copyright law. Redistribution is subject to the trademark -license, especially commercial redistribution. -</div> - -<div style='margin:0.83em 0; font-size:1.1em; text-align:center'>START: FULL LICENSE<br> -<span style='font-size:smaller'>THE FULL PROJECT GUTENBERG LICENSE<br> -PLEASE READ THIS BEFORE YOU DISTRIBUTE OR USE THIS WORK</span> -</div> - -<div style='display:block; margin:1em 0'> -To protect the Project Gutenberg™ mission of promoting the free -distribution of electronic works, by using or distributing this work -(or any other work associated in any way with the phrase “Project -Gutenberg”), you agree to comply with all the terms of the Full -Project Gutenberg™ License available with this file or online at -www.gutenberg.org/license. -</div> - -<div style='display:block; font-size:1.1em; margin:1em 0; font-weight:bold'> -Section 1. General Terms of Use and Redistributing Project Gutenberg™ electronic works -</div> - -<div style='display:block; margin:1em 0'> -1.A. By reading or using any part of this Project Gutenberg™ -electronic work, you indicate that you have read, understand, agree to -and accept all the terms of this license and intellectual property -(trademark/copyright) agreement. If you do not agree to abide by all -the terms of this agreement, you must cease using and return or -destroy all copies of Project Gutenberg™ electronic works in your -possession. If you paid a fee for obtaining a copy of or access to a -Project Gutenberg™ electronic work and you do not agree to be bound -by the terms of this agreement, you may obtain a refund from the person -or entity to whom you paid the fee as set forth in paragraph 1.E.8. -</div> - -<div style='display:block; margin:1em 0'> -1.B. “Project Gutenberg” is a registered trademark. It may only be -used on or associated in any way with an electronic work by people who -agree to be bound by the terms of this agreement. There are a few -things that you can do with most Project Gutenberg™ electronic works -even without complying with the full terms of this agreement. See -paragraph 1.C below. There are a lot of things you can do with Project -Gutenberg™ electronic works if you follow the terms of this -agreement and help preserve free future access to Project Gutenberg™ -electronic works. See paragraph 1.E below. -</div> - -<div style='display:block; margin:1em 0'> -1.C. The Project Gutenberg Literary Archive Foundation (“the -Foundation” or PGLAF), owns a compilation copyright in the collection -of Project Gutenberg™ electronic works. Nearly all the individual -works in the collection are in the public domain in the United -States. If an individual work is unprotected by copyright law in the -United States and you are located in the United States, we do not -claim a right to prevent you from copying, distributing, performing, -displaying or creating derivative works based on the work as long as -all references to Project Gutenberg are removed. Of course, we hope -that you will support the Project Gutenberg™ mission of promoting -free access to electronic works by freely sharing Project Gutenberg™ -works in compliance with the terms of this agreement for keeping the -Project Gutenberg™ name associated with the work. You can easily -comply with the terms of this agreement by keeping this work in the -same format with its attached full Project Gutenberg™ License when -you share it without charge with others. -</div> - -<div style='display:block; margin:1em 0'> -1.D. The copyright laws of the place where you are located also govern -what you can do with this work. Copyright laws in most countries are -in a constant state of change. If you are outside the United States, -check the laws of your country in addition to the terms of this -agreement before downloading, copying, displaying, performing, -distributing or creating derivative works based on this work or any -other Project Gutenberg™ work. The Foundation makes no -representations concerning the copyright status of any work in any -country other than the United States. -</div> - -<div style='display:block; margin:1em 0'> -1.E. Unless you have removed all references to Project Gutenberg: -</div> - -<div style='display:block; margin:1em 0'> -1.E.1. The following sentence, with active links to, or other -immediate access to, the full Project Gutenberg™ License must appear -prominently whenever any copy of a Project Gutenberg™ work (any work -on which the phrase “Project Gutenberg” appears, or with which the -phrase “Project Gutenberg” is associated) is accessed, displayed, -performed, viewed, copied or distributed: -</div> - -<blockquote> - <div style='display:block; margin:1em 0'> - This eBook is for the use of anyone anywhere in the United States and most - other parts of the world at no cost and with almost no restrictions - whatsoever. You may copy it, give it away or re-use it under the terms - of the Project Gutenberg License included with this eBook or online - at <a href="https://www.gutenberg.org">www.gutenberg.org</a>. If you - are not located in the United States, you will have to check the laws - of the country where you are located before using this eBook. - </div> -</blockquote> - -<div style='display:block; margin:1em 0'> -1.E.2. If an individual Project Gutenberg™ electronic work is -derived from texts not protected by U.S. copyright law (does not -contain a notice indicating that it is posted with permission of the -copyright holder), the work can be copied and distributed to anyone in -the United States without paying any fees or charges. If you are -redistributing or providing access to a work with the phrase “Project -Gutenberg” associated with or appearing on the work, you must comply -either with the requirements of paragraphs 1.E.1 through 1.E.7 or -obtain permission for the use of the work and the Project Gutenberg™ -trademark as set forth in paragraphs 1.E.8 or 1.E.9. -</div> - -<div style='display:block; margin:1em 0'> -1.E.3. If an individual Project Gutenberg™ electronic work is posted -with the permission of the copyright holder, your use and distribution -must comply with both paragraphs 1.E.1 through 1.E.7 and any -additional terms imposed by the copyright holder. Additional terms -will be linked to the Project Gutenberg™ License for all works -posted with the permission of the copyright holder found at the -beginning of this work. -</div> - -<div style='display:block; margin:1em 0'> -1.E.4. Do not unlink or detach or remove the full Project Gutenberg™ -License terms from this work, or any files containing a part of this -work or any other work associated with Project Gutenberg™. -</div> - -<div style='display:block; margin:1em 0'> -1.E.5. Do not copy, display, perform, distribute or redistribute this -electronic work, or any part of this electronic work, without -prominently displaying the sentence set forth in paragraph 1.E.1 with -active links or immediate access to the full terms of the Project -Gutenberg™ License. -</div> - -<div style='display:block; margin:1em 0'> -1.E.6. You may convert to and distribute this work in any binary, -compressed, marked up, nonproprietary or proprietary form, including -any word processing or hypertext form. However, if you provide access -to or distribute copies of a Project Gutenberg™ work in a format -other than “Plain Vanilla ASCII” or other format used in the official -version posted on the official Project Gutenberg™ website -(www.gutenberg.org), you must, at no additional cost, fee or expense -to the user, provide a copy, a means of exporting a copy, or a means -of obtaining a copy upon request, of the work in its original “Plain -Vanilla ASCII” or other form. Any alternate format must include the -full Project Gutenberg™ License as specified in paragraph 1.E.1. -</div> - -<div style='display:block; margin:1em 0'> -1.E.7. Do not charge a fee for access to, viewing, displaying, -performing, copying or distributing any Project Gutenberg™ works -unless you comply with paragraph 1.E.8 or 1.E.9. -</div> - -<div style='display:block; margin:1em 0'> -1.E.8. You may charge a reasonable fee for copies of or providing -access to or distributing Project Gutenberg™ electronic works -provided that: -</div> - -<div style='margin-left:0.7em;'> - <div style='text-indent:-0.7em'> - • You pay a royalty fee of 20% of the gross profits you derive from - the use of Project Gutenberg™ works calculated using the method - you already use to calculate your applicable taxes. The fee is owed - to the owner of the Project Gutenberg™ trademark, but he has - agreed to donate royalties under this paragraph to the Project - Gutenberg Literary Archive Foundation. Royalty payments must be paid - within 60 days following each date on which you prepare (or are - legally required to prepare) your periodic tax returns. Royalty - payments should be clearly marked as such and sent to the Project - Gutenberg Literary Archive Foundation at the address specified in - Section 4, “Information about donations to the Project Gutenberg - Literary Archive Foundation.” - </div> - - <div style='text-indent:-0.7em'> - • You provide a full refund of any money paid by a user who notifies - you in writing (or by e-mail) within 30 days of receipt that s/he - does not agree to the terms of the full Project Gutenberg™ - License. You must require such a user to return or destroy all - copies of the works possessed in a physical medium and discontinue - all use of and all access to other copies of Project Gutenberg™ - works. - </div> - - <div style='text-indent:-0.7em'> - • You provide, in accordance with paragraph 1.F.3, a full refund of - any money paid for a work or a replacement copy, if a defect in the - electronic work is discovered and reported to you within 90 days of - receipt of the work. - </div> - - <div style='text-indent:-0.7em'> - • You comply with all other terms of this agreement for free - distribution of Project Gutenberg™ works. - </div> -</div> - -<div style='display:block; margin:1em 0'> -1.E.9. If you wish to charge a fee or distribute a Project -Gutenberg™ electronic work or group of works on different terms than -are set forth in this agreement, you must obtain permission in writing -from the Project Gutenberg Literary Archive Foundation, the manager of -the Project Gutenberg™ trademark. Contact the Foundation as set -forth in Section 3 below. -</div> - -<div style='display:block; margin:1em 0'> -1.F. -</div> - -<div style='display:block; margin:1em 0'> -1.F.1. Project Gutenberg volunteers and employees expend considerable -effort to identify, do copyright research on, transcribe and proofread -works not protected by U.S. copyright law in creating the Project -Gutenberg™ collection. Despite these efforts, Project Gutenberg™ -electronic works, and the medium on which they may be stored, may -contain “Defects,” such as, but not limited to, incomplete, inaccurate -or corrupt data, transcription errors, a copyright or other -intellectual property infringement, a defective or damaged disk or -other medium, a computer virus, or computer codes that damage or -cannot be read by your equipment. -</div> - -<div style='display:block; margin:1em 0'> -1.F.2. LIMITED WARRANTY, DISCLAIMER OF DAMAGES - Except for the “Right -of Replacement or Refund” described in paragraph 1.F.3, the Project -Gutenberg Literary Archive Foundation, the owner of the Project -Gutenberg™ trademark, and any other party distributing a Project -Gutenberg™ electronic work under this agreement, disclaim all -liability to you for damages, costs and expenses, including legal -fees. YOU AGREE THAT YOU HAVE NO REMEDIES FOR NEGLIGENCE, STRICT -LIABILITY, BREACH OF WARRANTY OR BREACH OF CONTRACT EXCEPT THOSE -PROVIDED IN PARAGRAPH 1.F.3. YOU AGREE THAT THE FOUNDATION, THE -TRADEMARK OWNER, AND ANY DISTRIBUTOR UNDER THIS AGREEMENT WILL NOT BE -LIABLE TO YOU FOR ACTUAL, DIRECT, INDIRECT, CONSEQUENTIAL, PUNITIVE OR -INCIDENTAL DAMAGES EVEN IF YOU GIVE NOTICE OF THE POSSIBILITY OF SUCH -DAMAGE. -</div> - -<div style='display:block; margin:1em 0'> -1.F.3. LIMITED RIGHT OF REPLACEMENT OR REFUND - If you discover a -defect in this electronic work within 90 days of receiving it, you can -receive a refund of the money (if any) you paid for it by sending a -written explanation to the person you received the work from. If you -received the work on a physical medium, you must return the medium -with your written explanation. The person or entity that provided you -with the defective work may elect to provide a replacement copy in -lieu of a refund. If you received the work electronically, the person -or entity providing it to you may choose to give you a second -opportunity to receive the work electronically in lieu of a refund. If -the second copy is also defective, you may demand a refund in writing -without further opportunities to fix the problem. -</div> - -<div style='display:block; margin:1em 0'> -1.F.4. Except for the limited right of replacement or refund set forth -in paragraph 1.F.3, this work is provided to you ‘AS-IS’, WITH NO -OTHER WARRANTIES OF ANY KIND, EXPRESS OR IMPLIED, INCLUDING BUT NOT -LIMITED TO WARRANTIES OF MERCHANTABILITY OR FITNESS FOR ANY PURPOSE. -</div> - -<div style='display:block; margin:1em 0'> -1.F.5. Some states do not allow disclaimers of certain implied -warranties or the exclusion or limitation of certain types of -damages. If any disclaimer or limitation set forth in this agreement -violates the law of the state applicable to this agreement, the -agreement shall be interpreted to make the maximum disclaimer or -limitation permitted by the applicable state law. The invalidity or -unenforceability of any provision of this agreement shall not void the -remaining provisions. -</div> - -<div style='display:block; margin:1em 0'> -1.F.6. INDEMNITY - You agree to indemnify and hold the Foundation, the -trademark owner, any agent or employee of the Foundation, anyone -providing copies of Project Gutenberg™ electronic works in -accordance with this agreement, and any volunteers associated with the -production, promotion and distribution of Project Gutenberg™ -electronic works, harmless from all liability, costs and expenses, -including legal fees, that arise directly or indirectly from any of -the following which you do or cause to occur: (a) distribution of this -or any Project Gutenberg™ work, (b) alteration, modification, or -additions or deletions to any Project Gutenberg™ work, and (c) any -Defect you cause. -</div> - -<div style='display:block; font-size:1.1em; margin:1em 0; font-weight:bold'> -Section 2. Information about the Mission of Project Gutenberg™ -</div> - -<div style='display:block; margin:1em 0'> -Project Gutenberg™ is synonymous with the free distribution of -electronic works in formats readable by the widest variety of -computers including obsolete, old, middle-aged and new computers. It -exists because of the efforts of hundreds of volunteers and donations -from people in all walks of life. -</div> - -<div style='display:block; margin:1em 0'> -Volunteers and financial support to provide volunteers with the -assistance they need are critical to reaching Project Gutenberg™’s -goals and ensuring that the Project Gutenberg™ collection will -remain freely available for generations to come. In 2001, the Project -Gutenberg Literary Archive Foundation was created to provide a secure -and permanent future for Project Gutenberg™ and future -generations. To learn more about the Project Gutenberg Literary -Archive Foundation and how your efforts and donations can help, see -Sections 3 and 4 and the Foundation information page at www.gutenberg.org. -</div> - -<div style='display:block; font-size:1.1em; margin:1em 0; font-weight:bold'> -Section 3. Information about the Project Gutenberg Literary Archive Foundation -</div> - -<div style='display:block; margin:1em 0'> -The Project Gutenberg Literary Archive Foundation is a non-profit -501(c)(3) educational corporation organized under the laws of the -state of Mississippi and granted tax exempt status by the Internal -Revenue Service. The Foundation’s EIN or federal tax identification -number is 64-6221541. Contributions to the Project Gutenberg Literary -Archive Foundation are tax deductible to the full extent permitted by -U.S. federal laws and your state’s laws. -</div> - -<div style='display:block; margin:1em 0'> -The Foundation’s business office is located at 809 North 1500 West, -Salt Lake City, UT 84116, (801) 596-1887. Email contact links and up -to date contact information can be found at the Foundation’s website -and official page at www.gutenberg.org/contact -</div> - -<div style='display:block; font-size:1.1em; margin:1em 0; font-weight:bold'> -Section 4. Information about Donations to the Project Gutenberg Literary Archive Foundation -</div> - -<div style='display:block; margin:1em 0'> -Project Gutenberg™ depends upon and cannot survive without widespread -public support and donations to carry out its mission of -increasing the number of public domain and licensed works that can be -freely distributed in machine-readable form accessible by the widest -array of equipment including outdated equipment. Many small donations -($1 to $5,000) are particularly important to maintaining tax exempt -status with the IRS. -</div> - -<div style='display:block; margin:1em 0'> -The Foundation is committed to complying with the laws regulating -charities and charitable donations in all 50 states of the United -States. Compliance requirements are not uniform and it takes a -considerable effort, much paperwork and many fees to meet and keep up -with these requirements. We do not solicit donations in locations -where we have not received written confirmation of compliance. To SEND -DONATIONS or determine the status of compliance for any particular state -visit <a href="https://www.gutenberg.org/donate/">www.gutenberg.org/donate</a>. -</div> - -<div style='display:block; margin:1em 0'> -While we cannot and do not solicit contributions from states where we -have not met the solicitation requirements, we know of no prohibition -against accepting unsolicited donations from donors in such states who -approach us with offers to donate. -</div> - -<div style='display:block; margin:1em 0'> -International donations are gratefully accepted, but we cannot make -any statements concerning tax treatment of donations received from -outside the United States. U.S. laws alone swamp our small staff. -</div> - -<div style='display:block; margin:1em 0'> -Please check the Project Gutenberg web pages for current donation -methods and addresses. Donations are accepted in a number of other -ways including checks, online payments and credit card donations. To -donate, please visit: www.gutenberg.org/donate -</div> - -<div style='display:block; font-size:1.1em; margin:1em 0; font-weight:bold'> -Section 5. General Information About Project Gutenberg™ electronic works -</div> - -<div style='display:block; margin:1em 0'> -Professor Michael S. Hart was the originator of the Project -Gutenberg™ concept of a library of electronic works that could be -freely shared with anyone. For forty years, he produced and -distributed Project Gutenberg™ eBooks with only a loose network of -volunteer support. -</div> - -<div style='display:block; margin:1em 0'> -Project Gutenberg™ eBooks are often created from several printed -editions, all of which are confirmed as not protected by copyright in -the U.S. unless a copyright notice is included. Thus, we do not -necessarily keep eBooks in compliance with any particular paper -edition. -</div> - -<div style='display:block; margin:1em 0'> -Most people start at our website which has the main PG search -facility: <a href="https://www.gutenberg.org">www.gutenberg.org</a>. -</div> - -<div style='display:block; margin:1em 0'> -This website includes information about Project Gutenberg™, -including how to make donations to the Project Gutenberg Literary -Archive Foundation, how to help produce our new eBooks, and how to -subscribe to our email newsletter to hear about new eBooks. -</div> - -</div> - -</body> -</html> diff --git a/old/65535-h/images/new-cover.jpg b/old/65535-h/images/new-cover.jpg Binary files differdeleted file mode 100644 index e756325..0000000 --- a/old/65535-h/images/new-cover.jpg +++ /dev/null |
